Nederlands English

JONG & ambtenaar 2025


Pagina 2
Is een Traineeship bij Geerts & Partners iets voor jou? TRAINEESHIP BIJ GEERTS & PARTNERS Dé opstap voor een succesvolle carrière in de publieke sector Wij helpen je aan een uitdagende baan én begeleiden je in jouw persoonlijke ontwikkeling. Wat je krijgt • Persoonlijke groei: wij bieden begeleiding, coaching en opleidingen, zodat je jouw ambities kunt waarmaken. • Netwerk: ons brede netwerk binnen de publieke sector biedt toegang tot nieuwe kansen en kennis. • Werkgeluk: wij creëren een fijne en veilige werkomgeving, zowel bij Geerts & Partners als bij opdrachtgevers. • Begeleiding: bij Geerts & Partners sta je er nooit alleen voor, wij zijn jouw sparringpartner en ondersteunen je in je professionele én persoonlijke ontwikkeling. Meer informatie? Scan de QR code! WhatsApp of bel Anouk via 06 29 37 92 13. Of mail: anouk.wolfs@geerts-partners.nl. Ben je net afgestudeerd of heb je al ervaring? Wij helpen je verder, plan een oriëntatiegesprek in met Anouk Wolfs. Dit kan aan tafel, via teams of telefonisch. Wat voor jou het beste uitkomt. Beweegt Jong Talent in de publieke sector www.geerts-partners.nl MINDER D KOEN ENNEKING REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR at is even slikken. Als het aan het kabinet ligt, gaat één op de vijf rijksambtenaren de overheid verlaten. Voor de achterblijvers geldt vanaf 2026 een nullijn, een maatregel die de loonontwikkeling van ambtenaren moet beteugelen. Coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB verwachten dat deze bezuiniging 600 miljoen euro oplevert. Goedkoper, flexibeler, efficiënter. Nieuw is het niet. In 1998 ambieerde het kabinet Kok-II ‘een kleinere maar kwalitatief zeer hoogwaardige ambtelijke organisatie’. Balkenende-I vond in 2002 ‘dat hetzelfde werk met minder ambtenaren gedaan moet worden’. En Rutte-I wilde het aantal ambtenaren bij alle bestuurslagen verkleinen. ‘Alleen dan kan een krachtige, kleine en dienstverlenende overheid worden gevormd met minder belastinggeld, minder ambtenaren, minder regels en minder bestuurders’, staat in het regeerakkoord uit 2010. En zo komen we bij het kabinet-Schoof, dat opnieuw het mes in eigen vlees zet en tegelijk minder afhankelijk wil worden van externe adviseurs en duurbetaalde consultants. Of dat gaat lukken? Ondanks verwoede snoeipogingen van voorgaande regeringen is de laatste decennia het ambtenarenapparaat alleen maar verder uitgedijd. Tussen 2018 en 2022 kwamen er ongeveer 25.000 fte aan rijksambtenaren bij, een toename van 22 procent. Ook bij gemeenten neemt het aantal ambtenaren hand over hand toe. Eind december 2023 waren er 189.500 medewerkers in dienst bij 342 lokale overheden, een toename van 5,6 procent, en de grootste stijging van de afgelopen jaren. Vreemd is het niet, gezien de extra taken die gemeenten op hun bordje krijgen. En weliswaar gaat het rijk niet over het personeelsbestand van decentrale overheden, het adagium ‘meer doen met minder mensen’ is nog steeds springlevend. Waar dat vandaan komt, is een raadsel. Of het nu gaat over de decentralisatie van het sociaal domein, het hervormen van de Belastingdienst of het reorganiseren van UWV: keer op keer wilden beleidsmakers met minder centen en minder ‘handjes’ hetzelfde of zelfs meer bereiken. Van die doctrine plukken we nu de zure vruchten, met de WIA-affaire als nieuw dieptepunt. Zoals Rekenkamerchef (en voormalig VVD-Kamerlid) Pieter Duisenberg het treffend samenvatte: ‘We hebben gezien dat bezuinigingsopgaven in het ambtenarenapparaat niet de oplossing zijn geweest’. Wat dat betreft staan lokale overheden dichter bij de realiteit dan de bewindslieden in Den Haag. Korten op personeel? Gemeenten kampen met een recordaantal openstaande vacatures. De krapte op de arbeidsmarkt wordt naar verwachting nog veel nijpender. Gemeenten, provincies, waterschappen: ze zijn allemaal naarstig op zoek naar jong talent. Dat het openbaar bestuur behoort tot de sectoren met de hoogste personeelstekorten, is klaarblijkelijk nog niet ingedaald bij deze regeringsploeg. Dat is meteen een belangrijke les. Laat je door die voor(in)genomen inkrimping niet weerhouden om voor de overheid te werken. En beschouw de plannen als wat ze zijn: borrelpraat. 3
Pagina 4
INHOUD 12 UIT DE EIGEN BUBBEL STAPPEN Samen staat we sterker, aldus Kavish Kowlesar, bij het ministerie van Economische Zaken bezig met energietransitiebeleid. 46 DE STRIJD TEGEN HET WATER 22 THUIS OP DE STEIGER Architectuurhistoricus Lieke Droomers houdt van steen. Orin van Loon van Wetterskip Fryslân is trots op de Waterschappen. EN VERDER 33 DAGBOEK MERAL DE JONG 36 EEN STARTERSFUNCTIE OF EEN TRAINEESHIP? 45 JOBHOPPEN 48 COLUMN: IMPACT HEBBEN 58 WAT SCHUIFT HET? 68 PROFITEER VAN JE NETWERK 78 ALS JE JE GAAT VERVELEN 12 KAVISH KOWLESAR is streetsmart 14 JANNO MEIJER heeft een sterk gevoel voor community 18 ARYANA SAFDEL verkrijgt inzichten in het datalab 20 RICO BERVELING is net een wandelende encyclopedie 42 JOOST TASSERON strijdt tegen hack en lek 48 CYNTHIA SMEETS is het strategisch brein van Stein 4 24 SAM BLOK kijkt mee met de rechter 28 THIJMEN BERTELINK is de ‘geluidsman’ van Hengelo 30 SEYE CADMUS kan bij Tilburg haar ambities kwijt JONG&AMBTENAAR EXTRA 90 DIGITALE IMPULS 50 ZACHTE LANDING Een traineeship is ideaal voor mensen die nog wat willen uitzoeken, aldus Arishta Oemrawsingh. 66 VAN REDACTEUR TOT AMBTENAAR Adriaan de Jonge waagde de stap: van schrijven over de overheid naar ervoor werken. Anouschka Schmikli brengt digitale inclusie in Amstelveen en Aalsmeer. 52 GERJAN VAN ENGELENHOVEN groeit mee met de publieke zaak 54 DAVID SMITS duwt mensen naar een beter leven 56 VICKY REICHEL krijgt jong en oud in beweging 60 AYMAN DALLEH doet iets terug voor Nederland 80 MERLE DRESSELHUIS werd van logopediste HR-vrouw 5 64 JASMIRA WIERSMA helpt anderen hun dromen te realiseren 73 SIMONE EN MAYA AUMAJ: zussen maken samen carrière 76 FLOORTJE JORNA EN EMIEL WALGAARD maken studenten enthousiast voor de overheid 86 JOCHEM WATERVAL zoekt naar waterverbetering 88 COURTNEY HASSELL werkt in een tropisch paradijs
Pagina 6
INHOUD PRESENTATIES 8 9 Maak ‘t mee in Hengelo Eindhoven, werk waar je voor staat 16-17 Bij Gooise Meren maak je impact met jouw talent! 26 Werken voor bijna 3 miljoen NoordHollanders COLOFON Binnenlands Bestuur Extra - JONG & ambtenaar is een uitgave van Binnenlands Bestuur BV, onderdeel van Sijthoff Media Groep. Uitgaven onder de titel Binnenlands Bestuur Extra vallen niet onder verantwoordelijkheid van de redactie van Binnenlands Bestuur. SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE Sepia Tekst & Communicatie, Yvonne Jansen, m.m.v. Koen Enneking, Martin Hendriksma en Mans Kuipers REDACTIE Martijn Delaere Yvonne Jansen Dave Schut Aart Verschuur VORMGEVING Vrhl Content & Creatie FOTOGRAFIE VRBLD photofilm: Erik van der Burgt, Kees Beekmans en Angeline Swinkels Lincoln Charles, Shutterstock Anne Luchies (illustraties) MARKETING EN DISTRIBUTIE Annabel Brouwer SALES Jan-Willem Hulst Marcel van der Meer TRAFFIC Cecile Intema Annet van Vliet VERSPREIDING JONG & ambtenaar wordt verspreid via hogescholen en universiteiten, uitgereikt op beurzen en congressen 6 ABONNEMENT BINNENLANDS BESTUUR www.binnenlandsbestuur.nl/signup ADVERTENTIES EN PRESENTATIES Bellen: 06-23168872 Mailen: traffic@binnenlandsbestuur.nl en verstuurd naar de abonnees van Binnenlands Bestuur die student zijn en/of jonger dan 35 jaar. Deze uitgave is gratis verkrijgbaar voor laatstejaarsstudenten aan hogescholen en universiteiten. BESTELLEN https://mijn.binnenlandsbestuur.nl/ signup/jongambtenaar JONG&AMBTENAAR 32 Gebiedsgericht werken in Tilburg 38-39 Rotterdamse kracht 62-63 Ons water, jouw invloed! 84-85 92-93 Bij SRO kun je alle kanten op Gemeente Amstelveen: ruimte voor jou! 7
Pagina 8
JONG&AMBTENAAR MAAK ’T MEE IN HENGELO maken. Mensen die werk van betekenis doen en het leven van onze inwoners iedere dag een stukje mooier maken. JIJ MAAKT VERSCHIL We geloven in vertrouwen en geven je de ruimte om te ontdekken, pionieren en verbeteren. Want alleen door soms anders te doen, maken we samen het verschil. MAAK HENGELO MEE Hengelo is volop in ontwikkeling. Ons energieke team werkt hier elke dag aan, maar we kunnen nog meer knappe koppen en gouden handen gebruiken. Ga je voor betekenisvol werk? Dan zit je goed in deze nuchtere stad vól ambities. SPREEKT DIT JE AAN? Mail Marloes Bökkerink, onze Young Talent Recruiter: m.bokkerink@hengelo.nl MAAK ‘T VOOR ELKAAR. WERK MEE AAN HENGELO. Een stad met ambities is nooit klaar. Er is altijd beweging, altijd iets te doen. Hengelo is een maakstad met een rijke historie van ondernemerschap. Op ons kun je bouwen, mét ons kun je verder bouwen. We zijn ambitieus en willen er samen nóg meer van maken. Maak je het mee? We koesteren ons verleden en bouwen aan de toekomst. Bij onze ambities horen mensen die het méé willen PROFIEL MEDEWERKER: Jonge professionals spelen hierin een steeds grotere rol. Hun frisse ideeën, energie en innovatieve blik zijn essentieel om mee te denken over de uitdagingen en ideeën van onze stad. Of je nu aan het begin van je carrière staat of op zoek bent naar een plek om jezelf te ontwikkelen, bij de gemeente Hengelo krijg je de ruimte om het verschil te maken. OPLEIDINGSBELEID: Bij Gemeente Hengelo geloven we in ontwikkeling – zowel van onze stad als van onze medewerkers. Onder de pijler Leren en Ontwikkelen bieden we jou de ruimte om te groeien, nieuwe KENGETALLEN (JANUARI 2025) Aantal medewerkers op dit moment: 951 383 mannen, 568 vrouwen 35 medewerkers in leeftijdscategorie 15 - 24 jaar 173 medewerkers in leeftijdscategorie 25 - 34 jaar 811 vaste contracten, 137 tijdelijke contracten kennis op te doen en je talenten te ontwikkelen. Via de Hengelo Academie kun je deelnemen aan inspirerende trainingen, kennissessies en cursussen. Daarnaast werken we samen met Twentse Kracht, waardoor je niet alleen binnen de gemeente, maar ook regionaal kunt leren en samenwerken. Heb je specifieke scholingswensen? We denken graag met je mee en bieden mogelijkheden voor opleidingen op maat. JONGERENNETWERK: TJA (Twentse Jonge Ambtenaren) en voor stagiaires een integraal programma 8 EINDHOVEN, WERK WAAR JE VOOR STAAT E indhoven barst van de energie. Onze stad is de laatste jaren flink gegroeid en blijft groeien. Elk jaar komen er meer mensen om te wonen, leren, werken, verblijven en recreëren. Dat brengt veel moois met zich mee. En ook uitdagingen. We ontwikkelen een stad voor alle Eindhovenaren, van nu en de toekomst. Een stad waarin iedereen een plek heeft en zich thuis voelt, waar je ook vandaan komt. Waarin ondernemers hun dromen kunnen waarmaken en kennis, innovatie en design alle ruimte krijgt. Want mensen maken de stad. Het vraagt veel van onze organisatie om dat waar te kunnen maken. We versterken daarom onze organisatie en maken ‘m samen toekomstbestendig voor de grote opgaven waar we als stad en regio voor staan. DOORGROEIMOGELIJKHEDEN Van stages tot traineeships en programma’s voor persoonlijke ontwikkeling: de gemeente Eindhoven biedt volop mogelijkheden om vaardigheden op te bouwen, ervaring op te doen in verschillende vakgebieden en bij te dragen aan de stad Eindhoven. IRIS VERHAGEN | 22 JAAR HR STAGIAIR IRIS OVER HAAR STAGE Aan het begin van mijn stage vond ik de organisatie groot en ingewikkeld, maar inmiddels voel ik me helemaal op mijn plek. Ik mag meewerken in alle facetten van het vak en eigen ideeën inbrengen. Zo ben ik bijvoorbeeld bezig met de uitrol van mijn plan dat ontstaan is in mijn afstudeeronderzoek. In het plan staan allerlei acties die de organisatie gaat helpen met het vergroten van het aantal stageplekken. Fijn dat ik het vertrouwen en de ruimte krijg om dit te implementeren. Dit maakt mij trots. ELISA KEMPEN | 26 JAAR TRAINEE ELISA OVER HET TRAINEESHIP INTEGRALE GEBIEDSONTWIKKELING BIJ GEMEENTE EINDHOVEN Na mijn afstuderen wist ik niet precies welke baan mij in het werkveld aansprak, en een traineeship biedt de ruimte om dit te ontdekken. Daarnaast is er veel aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en het opdoen van nieuwe kennis. De stad Eindhoven zal de komende jaren enorm groeien, en het is zowel interessant als eervol om hieraan bij te dragen. Mijn bouwkundige en stedenbouwkundige kennis kan ik hierin goed meenemen. Tot nu toe heb ik veel geleerd over de complexiteit van projecten. Hier zijn veel specialisten en afdelingen bij betrokken, en de integrale samenhang daartussen vind ik erg interessant. Beleidsmatig naar de stad Eindhoven kijken is een waardevolle en leerzame taak. LUUK VAN STRATEN | 24 JAAR DE LOOPBAAN VAN LUUK 1. HBO-Rechten – Stage met scriptie over persoonsgegevens 2. Start carrière als jurist Wet Open Overheid, gecombineerd met een masterstudie 3. Start als sectorsecretaris 4. Master Rechtsgeleerdheid afgerond KOM WERKEN VOOR EINDHOVEN Voor meer informatie kijk op www.werkenvooreindhoven.nl. Op de hoogte blijven van nieuwe vacatures? Meld je aan voor de job alert via onze website. 9
Pagina 10
JONG&AMBTENAAR ‘Weg met al die invasieve exoten’ GEÏNSPIREERD DOOR DE GRUTTO Op de boerderij van zijn ouders werd Barend de Boer in het voorjaar en de zomer gewekt door de kreten van grutto’s, graspiepers, tureluren, kieviten. ‘Met mijn vader samen zocht ik hun nesten, om te markeren en beschermen.’ Weidevogels die nagenoeg verdwenen zijn in het landschap van zijn jeugd, constateert hij met spijt. Onder andere dat gemis inspireerde hem bij zijn latere studieen beroepskeuze: ecoloog. H et kleine en extensieve boerenbedrijf van zijn vader werd overgenomen door de buren, die aan intensievere veehouderij deden. Het afnemen van de vroegere soortenrijkdom wil Barend niet direct zijn vroegere buurman in de schoenen schuiven. Maar hij kan en wil er niet omheen dat intensieve veeteelt, verlaagde waterstand en vervuiling en ‘grasfalt’ hun tol eisen. Jonge vogels lijden onder het gebrek aan insecten in de buurt van het nest. ‘Die pullen [kuikens] moeten onwijs veel biomassa eten om te groeien’, weet hij. Daarnaast slaan ook roofdieren als vossen en huiskatten hun slag. Daarmee zijn we middenin Barends vakgebied beland: dat van de ecologen. Die houden zich niet bezig met één doelsoort, maar kijken naar ecosystemen, onderlinge relaties tussen organismen en omgeving. Raakt het natuurlijk evenwicht verstoord, dan zijn er snel soorten de pineut. Tijdens een stage deed Barend aquatisch onderzoek, zijn toenmalig specialisme, in een laboratorium. ‘Ik leerde onwijs veel over waterplanten, insecten en andere organismen.’ Maar hij miste ook wat: ‘Met al die verzamelde data aan de slag gaan. Onze opdrachtgever, een waterschap, nodigde ons niet uit om eens mee te denken om het beheer verbeteren. Dat heeft me uiteindelijk doen besluiten dat ik aan de slag wilde als stadsecoloog, toen zich in de gemeente Purmerend de kans aandiende.’ 10 STADSNATUUR Inmiddels woont hij in het verstedelijkte deel van Purmerend, waar met zijn expertise genoeg te doen is. Vergis je niet in de stadsnatuur, nadrukt hij. ‘In de stad vinden we meer nachtvlinders dan bijvoorbeeld in het natuurlijker Purmerbos.’ Uit inventarisaties bleek dat zijn gemeente zeven soorten vleermuizen telt. Huismussen, spreeuwen en gierzwaluwen mogen ook op bescherming rekenen. Als eerste gemeente in Noord-Holland heeft Purmerend straks een soortenmanagementplan, vertelt Barend. ‘Met zo’n plan is het eenvoudiger rekening te houden met beschermde soorten en kunnen goedgekeurde plannen straks sneller doorgaan.’ Niet alleen dieren en planten profiteren daarvan, ook andere partijen, bijvoorbeeld bouwers, weten dan waar ze aan toe zijn, legt hij uit. LIEVER GEEN EXOTEN Sommige soorten ziet Barend liever gaan dan komen, zogeheten exoten. Van uitheemse kreeftachtigen en insecten tot de invasieve duizendknoop. ‘Recent is in de regio de eerste Aziatische hoornaar waargenomen. Als gemeente hebben we samen met een plaatselijke imkersvereniging een nest gelokaliseerd.’ De indringers zijn fascinerend, maar ze drukken andere soorten eruit. Die moeten eraan geloven: weg met die nesten! : Baed de Boer : 27 UC: Sog J: g d OG H ; WO klhn ( g bg) De aanleg van voorzieningen voor dieren behoort tot Barends favoriete projecten. In een meer in Purmerend worden ijsvogelwanden gemaakt. In andere wateren ontbreekt het vaak aan schuilplaatsen voor jonge vissen. Aalscholvers en reigers kunnen zich dan ongans vreten. Daarom worden ‘vissenbossen’ aangelegd voor een gezonder visbestand. ‘Met voldoende beschutting van takken en waterplanten in de oevers maken jonge vissen meer kans.’ Barends to do-lijstje is nog lang. Zo staat de strijd tegen oprukkende verstening bij hem hoog genoteerd. De gemeente zoekt bondgenoten onder inwoners die hun tuin vergroenen. ‘In 2025 gaat in Purmerend een tegeltaxi rijden, 11 die gratis de verwijderde tegels ophaalt.’ Meer groen helpt om al te grote hitte, verdroging en wateroverlast aan te pakken. De Tegeltaxi dingt mee naar een notering tijdens het NK Tegelwippen. Groene daken en gevels, voedselbosjes, tuinen, ecologische tuinen en bermen, groene parkeervakken: van Barend de Boer mag er in Purmerend in ecologisch opzicht best nog wel een tandje bij. ‘De concurrentie om vierkante meters is hevig. Jammer dat natuur soms wordt gezien als kostenpost.’ Op de lange termijn levert het meer leefbaarheid op, is zijn overtuiging. ‘Met alleen wat extra nestkastjes komen we er niet.’
Pagina 12
JONG&AMBTENAAR Samen staan we sterker, vindt Kavish IK BEN STREETSMART, JIJ OOK Kavish Kowlesar greep in 2024 nét naast de titel ‘Jonge Ambtenaar van het Jaar’. Het bekoelde zijn enthousiasme voor een overheidsbaan geenszins. ‘We moeten voorkomen we dat we in onze eigen bubbel leven.’ K avish werkt bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat aan langetermijnbeleid voor de energietransitie en weet heel veel van vraagstukken als netcongestie. Maar in de Top Drie van de Jonge Ambtenarenverkiezing belandde hij naar eigen idee vooral vanwege zijn activiteiten náást zijn werk. ‘Ik zit in het kleurrijk netwerk van Economische Zaken om de diversiteit en inclusiviteit van het ministerie te vergroten. We maken onvoldoende gebruik van de diversiteit en perspectieven binnen én buiten het ministerie. Ik doe ook veel met jongerenparticipatie’, vertelt hij. Zo is Kavish bijvoorbeeld bestuurslid van de Klimaat- en Energiekoepel. ‘Dat is een netwerk van jonge professionals die werken aan de klimaat- en energietransitie en die de stem van jongeren meer willen laten doorklinken in het overheidsbeleid, en ook dat jongeren elkaar meer vinden en elkaars werkvelden bezoeken. Daarnaast ben ik vrijwilliger bij maatschappelijke organisaties in Rotterdam. De rode draad in alles wat ik doe is dat ik mensen meeneem om te luisteren naar de diversiteit om ons heen. Samen staan we namelijk sterker.’ WETEN WAT ER SPEELT Het thema van de wedstrijd in 2024 was ‘Streetwise’. ‘Voor mij is dat hetzelfde als streetsmart: meerdere perspectieven tot je durven nemen en weten wat er in de samenleving speelt’, legt Kavish uit. ‘Het gaat er niet per se om dat je op 12 straat bent en opsnuift wat er gebeurt. Het betekent wél dat je in contact staat met de samenleving en dat je snapt wat er speelt. Al ben je twee keer zo oud als ik, jij bent niet minder of meer streetsmart of streetwise dan ik. Dat is mijn hele punt. Met z’n tweeën zijn we streetsmarter dan alleen, en ‘Zo voorkomen we dat we allemaal alleen in ons eigen bubbel leven’ daarom moeten we onze kennis en ervaring delen. Zo voorkomen we dat we allemaal alleen in ons eigen bubbel leven. Je bent streetwise als je buiten je bubbel durft te kijken. Praat als jonge professional met een oudere. Praat met iemand die uitvoerend werk doet. Ik zet mij in om in contact te staan met mensen die anders denken dan ik, waardoor ik de streetsmarts van anderen kan benutten in alles wat ik doe. Geen doel op zich, maar een middel om elkaar beter te begrijpen. Daar zet ik mij heel erg voor in, binnen én buiten mijn werk als jonge ambtenaar. Ik wil niet alleen streetwise zijn, ik wil dat iederéén streetwise wordt, waardoor we als overheid beter kunnen inspelen op wat de samenleving van ons verlangt. Dat ben je als overheid aan de samenleving verplicht.’ : Kas owlesar 32 jr C: sr bleddkr J M en Goene Goei OG bacheo M gg; m Be
Pagina 14
JONG&AMBTENAAR VEILIGER OP WEG MET JANNO Janno Meijer neemt rustig de tijd voor een gesprek over zijn loopbaan. Wél met een schuin oog op de klok. Kort na ons interview wordt hij verwacht achter ‘Vak K’. Vanwege een vermoedelijk spannend debat van de Tweede Kamer met ‘zijn’ minister van Infrastructuur en Waterstaat. Een van de velletjes papier die de bewindspersoon achter de hand heeft om vragen te beantwoorden, komt uit Janno’s koker. ijn opa was wethouder en in het grootouderlijk huis ging het vaak over besturen. Dat voedde Janno Meijers belangstelling voor politiek (zelf is hij naast zijn werk gemeenteraadslid) en openbaar bestuur. ‘Opa heeft mij met zijn verhalen aangestoken, dat kun je rustig zeggen.’ Het vuurtje kreeg een extra teug zuurstof toen hij als jong bestuurskundige een landelijke prijs kreeg voor zijn scriptie, over botsende waarden in het openbaar bestuur. Prijs: dagje meelopen met een topambtenaar. Nu is de kleinzoon zélf rijksambtenaar, op inmiddels zijn derde ministerie. ‘Ik heb een sterk ontwikkeld gevoel voor community, dingen sámen doen’, vertelt hij over zichzelf. ‘In het openbaar bestuur doe je het niet voor de eenling, maar voor ons allemaal.’ INVESTERINGSIMPULS Janno heeft net een flinke klus afgerond, nieuwe spelregels voor een investeringsimpuls die de verkeersveiligheid op het wegennet moeten vergroten, met bewezen maatregelen. ‘Veel wegen zijn in het beheer van provincies, gemeenten en waterschappen. Die decentrale overheden zitten niet altijd even ruim bij kas. Om ze te stimuleren extra te investeren en risico’s te verkleinen, helpen wij financieel een handje.’ Waar gaat het dan precies om? Janno: ‘Het kan gaan om de aanleg van een rotonde. Of, helemaal hip, van een fietsstraat. Ander voorbeeld: het afwaarderen van een weg qua snelheid. Kwestie van bordjes wisselen, denk je dan. Maar op een asfaltweg is de kans dat iemand dan 30 kilometer 14 Z per uur in plaats van 50 gaat rijden minder groot. Leg er klinkers neer en je voelt dat 50 te hard is! De afspraak is dat we daar als landelijke overheid de helft aan meebetalen.’ HEET HANGIJZER Met de gevolgen van nul-emissiezones voor sommige verkeersgebruikers hield Janno zich ook bezig. Het is een heet hang ijzer en er was veel over te doen. De brancheorganisaties en veel gemeenten zijn al overstag, en er zijn veel ontheffingen mogelijk. Maar bijvoorbeeld pakketbezorgers, marktkooplieden en ambachtslieden met eigen oudere bestelauto’s stonden niet meteen te juichen. ‘De aanschaf van emissievrije bestelauto’s is voor veel bedrijven nog niet aantrekkelijk’, zegt Janno. ‘Die hebben een zwaardere accu, waardoor het voertuig niet met rijbewijs B, voor voertuigen tot 3.500 kilo, bestuurd mag worden. : J : 30 C: Sr bleddkr J: mstee va astuctuur e atestaat OG w gm ) Je moet rijbewijs C hebben. Dat motiveert niet om te verduurzamen.’ Wat heeft dat te maken met verkeersveiligheid? Best veel, weet Janno. ‘De impact van een aanrijding met een zwaarder voertuig is groter. Hoe je daarmee omgaat, leer je onvoldoende bij het halen van rijbewijs B.’ Voorlopig mogen bedrijven die al investeerden in nul-emissie-auto’s zónder rijbewijs C auto’s besturen met een maxi‘ Ik heb een sterk ontwikkeld gevoel voor community, dingen sámen doen’ 15 maal gewicht van 4.250 kilo. ‘Om te zorgen dat chauffeurs wél over de benodigde kennis beschikken – bijvoorbeeld over de langere remweg – moeten zij een opleidingsmodule volgen’, aldus Janno Meijer. OP ÉÉN LIJN Wat hij aan het oplossen van dit vraagstuk bijdroeg? ‘Vooral veel onderhandeld met het bedrijfsleven’, antwoordt hij. ‘Dat deed ik op Binnenlandse Zaken ook, toen vooral met de makelaarssector. Belangen conflicteren soms. Ik vind het mooi die op één lijn te brengen. Kijken welke concessies betrokken partijen kunnen doen zonder dat de publieke waarden ondersneeuwen.’ Janno moet er zelf om lachen: ‘Ik hoop niet dat ik nu in het artikel kom te staan als de convenantman!’, besluit hij. En weg is hij, zijn debat gaat beginnen.
Pagina 16
JONG&AMBTENAAR BIJ GOOISE MEREN MAAK JE IMPACT MET JOUW TALENT! Gemeente Gooise Meren ligt in het hart van het Gooi en staat bekend als een stevige, wendbare organisatie, die zich continue ontwikkelt. De fijne werksfeer met korte lijntjes richting bestuur, de ontwikkelgerichte en open mentaliteit en onderlinge hulpvaardigheid zijn punten waarop wij ons onderscheiden. Dankzij de schaalgrootte kun je jouw vakgebied van A tot Z in de praktijk brengen en ervaring opdoen. Je gaat direct aan de slag en krijg veel vrijheid en verantwoordelijkheid binnen je functie. Hier groei je als mens en expert in je vakgebied! BIJ GOOISE MEREN START JE JOUW PROFESSIONELE LOOPBAAN Gemeente Gooise Meren biedt regelmatig speciale ontwikkelprogramma’s, waarin je als hbo- of wo-starter een speciaal ontwikkel- of leertraject krijgt. Een voorbeeld hiervan is het ontwikkelprogramma voor startende beleidsadviseurs. Dit is een 2 jarig traject, waarin je meteen aan de slag gaat en samen met andere starters en/of zij-instromers wordt opgeleid tot professioneel beleidsadviseur. Je kijkt waar jouw interesses en kwaliteiten het meest liggen en kunt je hierin bekwamen. Dit kan op diverse beleidsterreinen zijn, zoals Cultuur, Ruimtelijke Ordening, Vastgoed en Grondzaken, Duurzaamheid, Milieuzaken en Mobiliteit. Als startend beleidsadviseur begin je met een maandsalaris van € 3.052 bruto bij een 36-urige werkweek en kun je later doorstromen naar een hogere schaal. Je krijgt hierbij een mentor, BEGIN 2025 IS GEMEENTE GOOISE MEREN EEN 2-JARIG ONTWIKKELPROGRAMMA GESTART VOOR IN TOTAAL 7 STARTENDE BELEIDSADVISEURS. (interne) coaching en intervisie. Daarnaast krijg je de kans om specifieke trainingen te volgen die meer gericht zijn op jouw functie en je persoonlijke ontwikkeling. Bij Gooise Meren start je jouw professionele loopbaan en kun je impact maken met jouw talent! ZELF RICHTING GEVEN AAN JE WERK Gemeente Gooise Meren is met zo’n 500 medewerkers en 60.000 inwoners een middelgrote gemeente. Deze schaalgrootte maakt dat je met uitdagende, (groot)stedelijke vraagstukken te maken krijgt en relatief snel kunt schakelen. Dit werkt prettig. Rick Poelwijk (Beleidsadviseur Wonen) ziet deze schaalgrootte als een groot voordeel in zijn werk: “Gooise Meren is als organisatie groot genoeg om stevig en stabiel te zijn, maar is ook overzichtelijk genoeg om als ambtenaar dicht op het bestuur te zitten en direct resultaat te zien van je werk. Dit is een mooie 16 Standplaats in Bussum, Noord-Holland. Het hart van het Gooi Circa 500 medewerkers Ruim 60.000 inwoners Actief jongerennetwerk en personeelsvereniging Startsalaris trainees: ± € 3.000 bruto bij 36-urige werkweek RICK POELWIJK (29 JAAR) VOLGDE EERST EEN BACHELOR POLITICOLOGIE AAN DE VU AMSTERDAM. NA EEN SCHAKELPROGRAMMA RECHTEN STROOMDE HIJ DOOR NAAR DE MASTER BESTUURSRECHT. SINDS SEPTEMBER 2023 WERKT HIJ ALS BELEIDSADVISEUR WONEN BIJ GOOISE MEREN. combinatie, omdat het je de ruimte geeft om zelf richting te geven aan wat er op jouw beleidsveld gebeurt.” Deze ervaren vrijheid gaat wel gepaard met een grote eigen verantwoordelijkheid. Een nieuwsgierige, ondernemende mindset én doortastende houding zijn dan ook nodig om resultaten te kunnen behalen. VAN IDEE TOT ACTIE; HIER MAAK JE IMPACT! Niet alleen ideeën bedenken om een verschil te maken, maar ze ook direct in de praktijk brengen. Dit is wat veel young professionals trekt in een baan bij de gemeente. Waar je bij het Rijk of de provincie vaak op meer afstand zit tot inwoners en de leefomgeving, opereer je bij een gemeente direct daar waar de actie zit. Kelly Driessen, sinds 1,5 jaar stadsecoloog bij Gooise Meren, beaamt dit. In haar werk is geen dag hetzelfde. Het ene moment schrijft ze een advies voor de aanleg van een natuurvriendelijke oever, het andere moment een artikel voor de krant. De volgende dag is ze buiten bij een bewonersinitiatief en geeft ze een presentatie over natuurvriendelijk isoleren. Deze actiegerichtheid is iets wat kenmerkend is binnen Gooise Meren en waardoor veel collega’s hier met plezier werken. Kelly: “Wat me echt gelukkig maakt in mijn rol als stadsecoloog, is dat ik een tastbaar verschil kan maken voor de natuur, de biodiversiteit en de leefbaarheid van onze stad. Binnen ons team Groen ontwikkelen we niet alleen plannen, maar zetten we ze ook direct om in actie. De resultaten van mijn werk zijn snel zichtbaar in de omgeving. Dit maakt mijn werk uitdagend, boeiend en geeft veel voldoening.” KELLY DRIESSEN (28 JAAR) VOLGDE EERST DE HBO OPLEIDING TOEGEPASTE BIOLOGIE AAN DE AERES HOGESCHOOL ALMERE. ZIJ VERVOLGDE HAAR STUDIE BIJ DE VU AMSTERDAM, MET EEN MASTER ECOLOGIE EN EVOLUTIE. SINDS SEPTEMBER 2023 WERKT ZE IN DE NIEUWE FUNCTIE VAN STADSECOLOOG. NOOIT EEN SAAI MOMENT Dankzij maatschappelijke en politieke ontwikkelingen verandert je werkveld steeds. Soms komen er vanuit het Rijk nieuwe taken op je af door aangepaste wet- en regelgeving. Of een nieuw gemeentebestuur legt andere accenten en prioriteiten in specifieke beleidsterreinen. De uitdaging is om hier steeds flexibel op in te spelen. Je moet constant schakelen, leert hoe de politiek werkt, en je komt in aanraking met allerlei v erschillende mensen en belangen. Het is mooi om deze belangen samen te brengen om maatschappelijke opgaves tot een succes te maken. Je hebt elkaar hiervoor nodig! Rick Poelwijk: “Binnen Wonen heb je met veel verschillende partijen te maken. Je moet afstemmen met je directe collega’s, maar hebt ook veel te maken met woningcorporaties en ontwikkelaars. Ik haal er veel plezier uit om al die partijen samen te brengen, met elkaar in gesprek te gaan en zo gezamenlijk tot het beste resultaat te komen. Ik ben ervan overtuigd dat het geheel écht meer is dan de som der delen.” Meer weten over het werken bij gemeente Gooise Meren of over vacaturemogelijkheden voor starters? Kijk op werkenbij.gooisemeren.nl 17
Pagina 18
INZICHTEN VERKRIJGEN IN HET DATALAB Dat de energietransitie en CO2 -reductie niet zonder slag of stoot gaan, is duidelijk. De politieke discussies over deze thema’s zijn niet Aryana Safdels pakkie-an. Zij helpt haar provincie met het rekenwerk rondom uitstoot, beleid en de omslag. NAAM: A fl J: 26 C: - tst BIJ D e Nrdllad OG h r tg o maste oaton studes ( ) ‘E en geweldige reis’, noemt Aryana Safdel haar loopbaan tot nu toe bij de provincie Noord-Holland. Die ging vol gas: van een afstudeerplek groeide ze in anderhalf jaar naar een functie als (junior) datawetenschapper, specifiek op het gebied van klimaat en energie. Ze ‘had al een en ander lopen’ voor ze haar masteronderzoek bij deze werkgever kon beginnen, maar wilde liever ‘iets maatschappelijks’. ‘Mijn afstudeeronderzoek draaide om factoren die plaatsing van zonnepanelen op grote daken stimuleren, zoals bij boerderijen en bedrijven. Veel daken zijn onbenut. Zonde. Zonneparken vreten ruimte die voor andere doeleinden kan worden gebruikt.’ Hoeveel maatschappelijker wil je het hebben? INSTROMEN VIA TRAINEESHIP Na haar masteronderzoek wilde Aryana graag bij de provincie blijven, maar een vacature was er niet direct. Wel een alternatieve route: instromen via een traineeship. Ze aarzelde geen moment. Zo’n tweejarig traject gaf haar de kans het werkveld, de organisatie en de taken verder verkennen, en het was ook nog eens een betaalde baan. ‘Een lekkere manier om in te stromen’, vindt zij. Lachend: ‘Ik liet duidelijk blijken dat ik graag wilde blijven. Misschien op het irritante af.’ Gelukkig bleek de provincie ook háár niet kwijt te willen. ‘Ik werd na de eerste acht maanden aangenomen op die vaste functie, dus ver voor de afloop van het volledige traineeship.’ In 2030 moet Nederland 55 procent minder CO2 uitstoten dan in 1990, en klimaatneutraal zijn rond 2050. Een groot deel van de maatregelen moet uitgewerkt worden bij de provincies. Ze moeten worden onderbouwd en inzichten geven over de toekomstige ontwikkeling. Aryana en haar collega’s leveren voor haar provincie de cijfers en grafieken, verdeeld over verschillende sectoren. ‘Ons datalab telt vijf mensen, inclusief mezelf. Samen hebben we veel uiteenlopende projecten onderhanden. Machine learning helpt ons bij voorspellingsmodellen. De uitkomsten visualiseren we meestal ook.’ De voortgang in Noord-Holland zien we onder meer terug in een openbaar dashboard. Daar zit een stuk werk van Aryana in; dat is iets wat ze heel prettig vindt: ‘Als datanerd samenwerken met bijvoorbeeld beleidsmedewerkers. Ik proef sterk dat we uit verschillende hoeken sámen iets willen neerzetten, met hetzelfde doel.’ VERTAALSLAG MAKEN Programmeren, nodig voor haar werk, heeft Aryana goed in de vingers. ‘De uitdaging is meer de vertaalslag tussen de vraag en welke informatie we daarvoor moeten verzamelen en gebruiken. En vervolgens hoe we die teruggeven aan de opdrachtgever. Om de CO2 -reductiedoelen te halen hebben wij de “Noord-Hollandse Klimaataanpak”. Daarvan heb ik samen met een collega het hele datagedeelte uitgevoerd. Met een prognose voor 2030 en wat het zou moeten zijn in 2050. Supercool, dat is nog niet eerder zo gedaan.’ Ook bij de warmtetransitie levert ze een aandeel. ‘Onze dataset laat zien waar er gas- of warmteaansluitingen zijn of geen van beide, zodat gemeenten op buurtniveau zien waar het snel of juist minder vlot gaat. Worden in de ene wijk door inwoners zelf meer warmtepompen aangeschaft dan in andere wijken? Met die wetenschap kan zo’n gemeente verder.’ Van de politieke opvattingen rondom klimaat, energie en landbouw houdt Aryana zich professioneel verre. ‘Maar dat het een gevoelig onderwerp is, is geen geheim. Mijn taak is het om maatregelen door te rekenen. Dat is nuttig voor zowel voor- als tegenstanders van bepaalde maatregelen. Werken ze niet, dan helpt dat niemand verder. Ook dat is handig om te weten.’ Haar doorlopende disclaimer: ‘Data en modellen zijn hulpmiddelen, geen doel. Ze weerspiegelen niet 100 procent de werkelijkheid. Er zal altijd een menselijke slag overheen moeten!’
Pagina 20
JONG&AMBTENAAR Van koffie tot kantoormeubilair, alles moet duurzamer ALTIJD WAT ANDERS MET RICO Zijn collega’s worden weleens gek van hem, vertelt Rico Berveling met een grijns. Als strategisch adviseur duurzaamheid facilitaire dienstverlening bij de gemeente Rotterdam is het zijn taak om alle nieuwe aanbestedingen zo duurzaam mogelijk te krijgen. ‘Elk contract moet beter zijn dan het contract daarvoor.’ o is hij druk geweest met het soort koffie dat de gemeente afneemt. ‘Daardoor zien we nu veel beter hoe de geldstromen van onze koffie lopen. Dus ook of er genoeg geld naar de boeren gaat, die een eerlijke prijs voor hun werk verdienen.’ KRITISCHE VRAGEN Om dit uit te vogelen, doet Rico veel onderzoek. ‘Er is gelukkig veel kennis beschikbaar. En we hebben een groot netwerk. We stellen ook kritische vragen bij een mogelijke nieuwe samenwerking, zoals rond de aanschaf van kantoormeubilair. Hoe transparant is jullie keten precies, vragen we ‘Soms ben ik net een wandelende encyclopedie’ dan bijvoorbeeld, zodat wij daarop kunnen monitoren.’ Zijn werk ziet er iedere dag anders uit. ‘De ene keer ben ik op een congres om nieuwe inzichten op te doen en ons netwerk uit te breiden. Een andere keer heb ik overleg als lid van de ondernemingsraad van de gemeente. Of ik ben druk met ons innovatietraject. Ik heb bijvoorbeeld met twee start-ups onderzocht of we innovaties kunnen benutten om de energietransitie op onze eigen locatie te versnellen.’ 20 NIET OPDRINGEN Toen hij net begon, moest hij wel eerst vertrouwen winnen. ‘Sommige collega’s dachten weleens: moet dit nu echt zo ingewikkeld? Wie ben jij om dit ons te vertellen? Maar naarmate we vaker met elkaar spraken, en ik hen ook de ruimte gaf om het allemaal te laten bezinken, ging dit steeds beter. Inmiddels wordt het door vrijwel iedereen omarmd. Vaak hoef ik niet eens meer iets uit te leggen, dan gaat het al vanzelf.’ Vermoedelijk komt dat deels door Rico’s aanpak. ‘Ik geloof niet in opdringen. Dat zie je tegenwoordig te vaak: je moet het zo doen, is dan de boodschap. Daar probeer ik zoveel van weg te blijven. Ik leg vooral uit wat voor positieve invloed we kunnen hebben. Dat verhaal mag wat mij betreft vaker worden verteld.’ Inmiddels weet Rico een heleboel van uiteenlopende onderwerpen. ‘Mijn takenpakket is heel breed. Ik weet nu alles van koffie, maar ook van drinkwaterproblematiek en van het overvolle stroomnet. Soms ben ik net een wandelende encyclopedie. Dat is maar goed ook, want zodra je het ei van Columbus weet te vinden, kun je de transitie helpen versnellen.’ Z Niet alleen zijn eigen afdeling werkt graag mee, maar ook andere collega’s zien er het nut van in. ‘Bij stadsbeheer gebeuren bijvoorbeeld ook heel toffe dingen. Daar is een aparte afdeling circulair. Stadsontwikkeling heeft een afdeling duurzaamheid. De kennis die zij vergaren, kan ik ook weer benutten.’ : R g J 33 UC: sg a d f g OG hb, bhel: f gt
Pagina 22
JONG&AMBTENAAR Thuis op de steiger, in het gemeentehuis of bij het monument LIEKE HOUDT VAN STEEN, MAAR NOG MEER VAN MENSEN Op de steiger, naast de tekentafel, in het archief of de vergaderzaal. Lieke Droomers voelt zich overal thuis. ‘Ik kan met iedereen in het wereldje een gesprek voeren.’ ‘G ebouwengek’, Lieke Droomers was dat al op jonge leeftijd. Aan haar studieloopbaan is dat af te lezen. ‘Ik heb eerst mbo bouwkunde gedaan, de opleiding waarmee je aannemer kunt worden. Met een dag in de week praktijkles: metselen, timmeren, kozijnen stellen, daken leggen en stage bij diverse bouwbedrijven. Daarna ben ik bouwtechnische bedrijfskunde gaan doen, wat de weg opent naar een functie als projectontwikkelaar of -manager.’ PRAKTISCHE KENNIS Inmiddels weet ze, als architectuurhistoricus, ook moeiteloos de brug te slaan van bouwtechniek naar de historie en stijlkenmerken van gebouwen. ‘Zowel tijdens mijn opleiding als in mijn huidige werk merk ik hoe fijn het is dat ik ook die praktische kennis heb. Dat ik bakstenen in mijn handen heb gehad en niet alles uit een boek moest leren. Toch gaat mijn vak minder over steen dan over mensen, dat laatste misschien wel 80 procent. Aftasten wie tegenover je zit, inschatten of die persoon wel de monumentale waarde als uitgangspunt neemt, proberen met elkaar tot een plan te komen waarin cultuurhistorische waarden tot hun recht komen. Daar is zowel overtuigingskracht als mensenkennis voor nodig.’ Lieke vervolgt: ‘Of het nou op de bouwplaats is of op kantoor: ik kan met bouwvakkers gesprekken voeren over het toegepaste metselverband, maar ook met eigenaren van rijksmonumenten, architecten, wethouders. Het helpt als je weet waar je over praat.’ 22 Een flink deel van onze huidige leefomgeving is gebouwd of ontwikkeld na 1965: woningen, kantoren, winkelcentra, kerken, recreatiegebieden, scholen, kunst in de openbare ruimte. Voormalig staatssecretaris Gunay Uslu gaf begin 2023 de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed opdracht gebouwen uit deze periode te inventariseren, de kennis erover te vergroten en delen. Lieke kreeg bij de RCE de rol van projectleider ten behoeve van de inventarisatie en de te selecteren gebouwen. ‘In het Post 65-programma proberen we om dat wat typerend is voor die tijd, vast te leggen in verhaallijnen’, vertelt Lieke. ‘Niet meer door ze te inventariseren als kerk, woning, kantoor, school of boerderij, maar langs de lijn van maatschappelijke thema’s. Hierin zijn de belangrijkste veranderingen in de samenleving uiteengezet. Heel interessant hoe je die terugziet in de gebouwde omgeving.’ Waar Liekes liefde voor gebouwen ooit begon met kastelen (‘die blijken vaak behoorlijk nep’), breekt ze nu graag een lans voor het jonge gebouwde erfgoed uit de periode 19651990. Bouwsels uit die tijd worden niet door iedereen op waarde geschat. Sommigen vinden het zelfs vruchten van een ronduit lelijke periode uit de architectuurgeschiedenis. Lieke beseft dat om veel objecten (nog) geen traan gelaten zal worden als ze worden gesloopt. JONG ERFGOED ‘De waardering voor gebouwen uit de jaren 70 en 80 is er nog niet altijd. Maar op het moment dat je uitlegt waarom : Leke ooes 35 C: ar e J Rj t g ) OG h r Bl hhe een periode interessant is, verandert de kijk erop. Denk aan alles wat is gesloopt uit de Jugenstil-tijd. Die vonden we een aantal jaren geleden truttig, maar nu juist ontzettend mooi. Met ons programma willen we het jonge erfgoed doorgeven 23 aan de toekomstige generaties. We willen nú de meest waardevolle objecten eruit pikken om te bewaren voor de toekomst. Geen glazen stolp over alles, maar voorkomen dat we in de toekomst spijt gaan krijgen.’
Pagina 24
JONG&AMBTENAAR SAM KIJKT MEE MET DE RECHTER Het begrip ‘Menselijke maat’ dook de afgelopen paar jaar vrijwel dagelijks in de actualiteit op. ‘Het onderwerp leeft’, weet Sam Blok, die bestudeerde hoe nieuwe maatschappelijke opvattingen ook de rechtspraak beïnvloeden. S am is zittingsgriffier bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB), een van de vier hoogste bestuursrechtsorganen van Nederland. In hoger beroep beoordeelt de raad geschillen op het gebied van sociale verzekeringen en voorzieningen. Daarnaast houdt de raad zich bezig met ambtenarenzaken en de uitvoering van wetten voor oorlogs- en vervolgingsgetroffenen. Een deel van zijn masterstudie moet Sam nog afronden, maar hij is lekker op weg. ‘Ik deed een soort bestuursjaar voor de organisatie van de studentenroeiwedstrijd Varsity. Dat vrat zoveel tijd dat ik een maatwerkprogramma mocht doen.’ GESLOTEN DEUREN Wat zijn werk inhoudt? ‘Zittingsgriffiers bereiden de zitting voor en notuleren wat er wordt uitgewisseld op zitting. Hun verslag wordt gebruikt voor het schrijven van de uitspraak.’ Het naar zijn idee spannendste deel van het werk speelt zich af achter gesloten deuren, in de zogeheten raadkamer, waar de drie raadsheren (rechters) en een gerechtsauditeur (assistent bij sommige rechtscolleges) zich terugtrekken om een zaak te bespreken. ‘Wij mogen daarbij zijn en krijgen zo een kijkje in de keuken. We zien wat de overwegingen van de raadsheren zijn. Dan schat ik al een beetje in wat de uitspraak wordt. Heel leerzaam is dat.’ Zijn werk als zittingsgriffier hielp Sam bij het schrijven van zijn scriptie over herziening en terugvordering van ten onrechte verleende uitkeringen. ‘Ik kon profiteren van de inzichten van rechters en andere specialisten. Zij gaven echt goede input.’ ‘ De relatie tussen burger en overheid verandert’ Een grensverleggende uitspraak van de Centrale Raad van Beroep uit 2024 is de kapstok van zijn master-onderzoek. ‘Daarin zie je terug hoe veranderende maatschappelijke opvattingen ook invloed hebben op dit specifieke deel van de rechtspraak. Met gunstige gevolgen voor de rechtsbescherming van de burger, vind ik.’ De overheid stelt zich anders op, denkt Sam. ‘Sinds de toeslagenaffaire krabben mensen uit de uitvoering, bestuursorganen, ministeries en ook de rechtspraak zich achter de oren. Ze vragen zich af of genoeg is nagedacht over de mensen die te maken hebben met onze regels. Sommige zijn zo 24 NAAM Sa ok LEEFTIJD 24 UC Zgsgr J C Bep OG w r s t bi ld) ingewikkeld dat zij niet weten hoe ze eraan moeten voldoen. Terwijl dat wel van ze wordt verwacht. ’ SOCIALE INBORST Sams sociale inborst – ‘van thuis meegekregen’ – komt goed tot z’n recht in z’n werk. ‘Bij sociale voorzieningen gaat het meestal over mensen die het moeilijk hebben. Ze zijn aangewezen op een bijstandsuitkering of langdurig ziek. Als zij hun recht willen halen is de machtsverdeling wat ongelijk, tegenover een machtige overheid.’ Is de aandacht voor de menselijke maat geen hype die overwaait? Sam denkt van niet. ‘De relatie tussen burger en overheid verandert. Ambtenaren kunnen toch nog even een telefoontje plegen om te horen hoe een procedure is gelopen. Of vragen: hoe gaat het met u, kunnen we er misschien samen uit komen? In het uiterste geval kan op landelijk 25 niveau een wet aangepast worden. Mijn scriptie laat zien hoe ook de rechtspraak een duit in het zakje doet en meer oog heeft voor de mens. De CRvB interpreteert soms regels ruimer als daar de mogelijkheid voor bestaat. Valt een bestuursorgaan zelf ook iets te verwijten, dan kan dat meegenomen worden en kan misschien afgezien worden van een deel van de terugvordering.’ De respons op zijn scriptie op LinkedIn verraste Sam. Die ging verder dan obligate ‘duimpjes’. ‘Allerlei mensen reageerden, becommentarieerden en verspreidden het stuk.’ Tot en met een hoogleraar bestuursrecht. Het politieke bedrijf en de uitwerking daarvan op overheid en bestuur volgt Sam op de voet. Niet gek: het is de kant die hij als jurist op den duur op wil: ‘Bijvoorbeeld als adviseur op een ministerie, of van een bewindspersoon. Zo’n functie lijkt mij ontzettend gaaf.’
Pagina 26
JONG&AMBTENAAR Foto: Ahmed Polat WERKEN VOOR BIJNA 3 MILJOEN NOORDHOLLANDERS T ransitie is het toverwoord bij de provincie Noord-Holland. Inwoners, natuurgebieden, woningbouw, maar ook de politieke organisatie zelf is bezig met grote veranderingen. Help jij mee Noord-Holland klaar te maken voor de toekomst? Bijna 3 miljoen Noord-Hollanders vertrouwen op jou. We horen graag hoe inwoners en ondernemers denken over alle veranderingen die gaande zijn en die nog op ons afkomen. Denk aan de energietransitie, het woningentekort maar ook de opkomst van AI en andere technische ontwikkelingen. Geef jij de inwoners van Noord-Holland een stem? Tot en met 2030 moeten er 191.000 huizen worden bijgebouwd in NoordHolland. Een grote opgave, zeker met de huidige stikstofproblematiek en de beschikbare ruimte. Samen met gemeenten, de bouw en de industrie zoekt de provincie naar oplossingen. Ook de energietransitie gaat onverminderd door. Groene energie is onderdeel van de oplossing. Met windparken (op zee) en onderzoek naar de mogelijkheden van groene waterstof bouwt Noord-Holland aan de toekomst. OMARM DE VERSCHILLEN Noord-Holland heeft aandacht voor een gezonde leefomgeving. Elke inwoner heeft recht op een schone en veilige omgeving, waar naast wonen en werken ook ruimte is voor recreatie en ontspanning. Noord-Holland heeft mooie contrasten. Van heel stedelijke gebieden tot tuinderijen. Schiphol en industrie, maar ook de Kaasmarkt en de visserij. Een veelheid aan bouwwerken van datacentra tot de Stelling van Amsterdam verdienen bescherming, maar moeten ook voldoen aan huidige wet- en regelgeving in een wereld die snel verandert. Deze variatie vormt samen NoordHolland. Omarm de verschillen. De provincie is een politieke organisatie: Provinciale Staten zijn de volksvertegenwoordigers van Noord-Holland en de Gedeputeerde Staten vormen het dagelijks bestuur. Er is veel ruimte voor jouw advies en inbreng. Met de nieuwste technieken zorgen we voor slimme oplossingen bij mensen in de buurt. Dit doen we met partners, andere overheden en het Rijk. En natuurlijk met de Noord-Hollanders. WAT BIEDEN WIJ Ons werk wordt beter als wij een afspiegeling vormen van de bevolking. Wist je dat Noord-Holland de enige provincie is met meer vrouwelijke (52,8%) dan mannelijke medewerkers? Je kunt bij ons proeven aan het werkende leven als stagiair en jaarlijks start een nieuwe lichting trainees. Daarnaast organiseert ons jongerennetwerk JNH activiteiten binnen en buiten de organisatie voor ambtenaren jonger dan 35 jaar. Als nieuwe collega krijg je alle ruimte om je ambities waar te maken. Bijvoorbeeld met een ruim persoonlijk opleidingsbudget van € 6.000 en er zijn verschillende leertrajecten. Binnen de provincie zijn veel mogelijkheden om door te groeien. Je kunt je tijd flexibel indelen en je kiest in overleg de werkplek die bij jou past. OV-kosten worden geheel vergoed en in je salaris zit een Individueel Keuzebudget van ongeveer 22% waarmee je zelf bepaalt of je extra verlof of een fiets koopt en wanneer je vakantiegeld betaald krijgt. Kom bij ons werken! Meer informatie en onze vacatures vind je op www.noord-holland.nl/ werkenbij 26 ONBEPERKT LEREN = ONBEPERKT VOORUITGAAN Aethon Traineeships Je bent (bijna) klaar met je studie en voor jou is het duidelijk: jij gaat voor een carrière in de publieke sector. Maar waar wil je dan werken en in welke functie? Wat past nu écht bij jou en waar maak je de meeste impact? Public Finance, Burgerzaken of Wonen & Vastgoed? Of je nu kiest voor financiën, dienstverlening of maatschappelijk vastgoed; met de traineeships van Aethon wordt jouw carrière een écht avontuur. Je doet in een hoog tempo unieke werkervaring op bij meerdere opdrachtgevers en volgt tegelijkertijd verdiepende masterclasses van de beste docenten in hun vak. Uiteraard gaan we ook met jouw soſt skills aan de slag: we eat Public Leadership for breakfast. Hoe snel wil je gaan? We bieden jou de perfecte mix van werken en ontwikkelen én dagen je uit de beste versie van jezelf te worden. Direct een vaste baan voor 32 uur per week Wisselende opdrachten bij de leukste opdrachtgevers Een aantrekkelijk ontwikkeltraject van twee jaar Een salaris van ten minste €3.000,- bruto per maand (o.b.v. 40 uur) Een auto van de zaak Persoonlijke begeleiding van een vaste Talentmanager En...een hechte trainee community met like minds zoals jij Wij solliciteren bij jou Meer weten? Scan de QR-code en lees alles over onze traineeships. Wil je direct contact met een recruiter die bij jou solliciteert? Neem dan contact op met Annelies Janssen via annelies.janssen@aethon.nl.
Pagina 28
JONG&AMBTENAAR Thijmen moet de overlast bepalen DE GELUIDSMAN VAN HENGELO Hij wordt de ‘geluidsman’ van de gemeente Hengelo. Overal waar mogelijk geluidshinder is of kan ontstaan, komt Thijmen Bertelink in actie. Dan slaat hij aan het rekenen om te bepalen of geluidsniveaus van vooral wegen en bedrijven binnen aanvaardbare normen blijven. M omenteel is Thijmen nog trainee op de afdeling milieu, waar hij werkt met vier collega’s. Maar drie ervan gaan met pensioen, of zijn dat net gegaan. Er moet dus versterking komen, vertelt hij. ‘Daarom ben ik benaderd of ik intern opgeleid wil worden om een deel van het werk hier over te nemen. Daarnaast zoeken we er een nieuwe collega bij, bij voorkeur met ervaring. Zodat ik niet alles in m’n eentje hoef te dragen.’ De afdeling milieu waar Thijmen als geluidsexpert werkt, maakt deel uit van de grotere afdeling ruimtelijke ordening van de gemeente Hengelo (O). Die afdeling is ook zijn grootste opdrachtgever binnen de gemeente. Thijmen en zijn collega’s houden zich naast geluid ook bezig met stikstof, fijnstof en veiligheid, terreinen waar hij zich nu in hoog tempo in verdiept, via scholingen en workshops. COMPUTERPROGRAMMA’S Eigenlijk was het al bijzonder dat Thijmen op de afdeling milieu terecht is gekomen. ‘Ik heb integrale veiligheidskunde gestudeerd en wilde eigenlijk richting arbo-veiligheid gaan. Maar toen werd ik via LinkedIn door een detacheringsbureau benaderd om geluidsman te worden. Na een dagje meelopen leek me dat hartstikke leuk. Zelf zou ik nooit aan de gemeente als werkgever hebben gedacht.’ Hoe ziet Thijmens werkweek er uit? Hij werkt vooral achter zijn computer, op kantoor. ‘Voor het meten van geluidsbelasting hebben we moderne computerprogramma’s met goede rekenmodellen’, legt hij uit. ‘Als er bijvoorbeeld een aanvraag 28 komt bij ruimtelijke ordening voor een woningbouwproject in de buurt van een drukke weg, dan zet die afdeling bij ons een ‘toets geluid’ uit. Dan beoordeel ik hoe druk de wegen daar zijn, of er sprake is van zwaar verkeer en of er misschien bedrijvigheid in de omgeving is waar toekomstige bewoners last van kunnen hebben.’ Hetzelfde geldt voor vergunningsaanvragen van bedrijven, die worden ook met computermodellen op mogelijke geluidsoverlast gecheckt. ‘Een onderbouwing of harde gegevens leveren bedrijven zelf aan, indien nodig moeten ze van ons nog een akoestisch onderzoek laten doen.’ Zijn berekeningen zet Thijmen in het computersysteem van de afdeling ruimtelijke ordening, zodat daar bekeken kan worden of er wellicht extra maatregelen nodig zijn, zoals beter geluidswerende puien. METERS OPHANGEN Toch mag Thijmen zo nu en dan ook naar buiten om zelf te meten. Bijvoorbeeld het geluidsniveau van evenementen in de binnenstad van Hengelo. Dan hangt hij meters op, om te controleren of er aan de geluidsafspraken wordt voldaan. En soms zit hij bij een boze inwoner die last heeft van een drukke weg of een bedrijf. Dan hangt hij bij de mensen thuis geluidsmeters op. ‘Maar tot op heden heb ik zelf geen overschrijdingen meegemaakt. Dan moet ik mensen duidelijk maken dat alles ‘goed’ is. Wat niet betekent dat ze er geen last van kunnen hebben. Want geluidservaringen zijn heel subjectief.’ : Th lk J 25 j UC: mdker g meu J g g ) OG h gle vg
Pagina 30
JONG&AMBTENAAR Seye wil iedereen in aanraking brengen met kunst en cultuur EEN EN AL LEVENDIGHEID Nee, het is geen rusteloosheid, het is meer dat Seye Cadmus zovéél leuk en interessant vindt. Na twee afgeronde masters besloot ze nogmaals in iets nieuws te stappen: een traineeship. Bij de gemeente Tilburg kan ze veel van haar ambities kwijt. ilburgers konden Seye Cadmus als jong kind met een grote gitaar op haar rug door de stad zien fietsen. ‘Mijn ouders ontmoetten elkaar in een band en hebben mij en m’n zussen doordrenkt van cultuur, muziek, dans en beeldende kunst. We hadden veel materialen om lekker te tekenen en te schilderen en gingen mee naar concerten.’ Ze raakte een beetje verzadigd, bekent ze. ‘Ik interesseerde me juist voor andere dingen. Zoals sport, wat bij ons thuis minder belangrijk gevonden werd. Terwijl ik een nogal energiek kind was. Ik wilde dansen, bewegen, klauteren. Bij gitaarles moest ik braaf stilzitten.’ T GEEN DANSACADEMIE, MAAR RECHTEN Ook haar keus voor een rechtenstudie kwam deels voort uit een soort obstinaatheid, nadat ze niet door de auditie van de dansacademie was gerold. ‘Iets waar ik stabiliteit en structuur in kon vinden en misschien bakken met geld in kon verdienen.’ Maar de juridische wereld boeide haar onvoldoende. ‘Rechtsethiek en -filosofie wel, omdat die ook iets te maken hebben met rechtvaardigheid. Maar voor faillissementsrecht en arbeidsrecht moet je niet bij mij zijn.’ Ze werd, na het schrijven van motivatiebrief, toegelaten tot de master kunst en cultuurwetenschappen, die ze probleemloos afrondde. ‘Met als specialisatie online culture. Dat sluit aan bij wat er nú in de samenleving speelt.’ Een studieloopbaancoach wees haar op het traineeship De Toekomst van Brabant bij de overheden in haar provincie. 30 ‘Ik zag mezelf als danser, advocaat voor Amnesty of activist bij Greenpeace. Iets spannends, levendigs. Werken bij de overheid had daar naar mijn idee weinig mee te maken, maar ik besloot het een kans te geven.’ Het is Seyes overtuiging dat ieder mens in aanraking moet komen met kunst en cultuur. ‘Dat helpt je jezelf in perspectief te plaatsen, waarbij de vraag is wie ben ik? Wie is de ander? En hoe zit het met de rest van de wereld? De antwoorden zijn voor iedereen anders. De een wordt geraakt door muziek en mooie tonen, de ander door een film of een gedicht of een spannend verhaal. Tegelijk gaat cultuur over burgerschap. Zeker in deze tijd, met grote hoeveelheden informatie, maatschappelijke ontwikkelingen, oorlogen, internetcultuur en vele subculturen helpt kunst je om de wereld beter te begrijpen. Ook als het gaat om inclusie en kansengelijkheid, zaken die ik heel belangrijk vind.’ WERELD VERRIJKEN ‘Alleen maar mooi’ noemt Seye het dat ze daar in haar werk een rol in kan spelen. ‘Fantastisch als álle kinderen en jongeren de kans krijgen om hun wereld te verrijken en talenten te ontdekken en ontwikkelen. Inzetten op gelijke kansen via cultuur- en bewegingsonderwijs, participatie, talentontwikkeling, de mogelijkheden die mijn baan bij de gemeente bieden wakkerden mijn vuurtje aan. Ik kreeg kans om mijn talenten te ontwikkelen dankzij mijn enthousiaste ouder; ik heb puur geluk gehad. Maar die mogelijkheid gun ik iedereen.’ Sy s C: bek lekkl t J g g OG m ; maste ust en cutuuwppen
Pagina 32
JONG&AMBTENAAR GEBIEDSGERICHT WERKEN IN DE GEMEENTE TILBURG D e gemeente Tilburg ziet uitdagingen en kansen voor wat betreft het verbeteren van de woon- en werkomgeving van inwoners (en ondernemers). Er is behoefte aan een meer intensieve, gebiedsgerichte benadering. Hierbij werken we volgens principes als nabijheid, samenwerken, maatwerk (want er zijn grote verschillen tussen de gebieden binnen de gemeente Tilburg) en focus op uitvoering en resultaat. Concreet betekent dit dat we de stad en de dorpen hebben opgedeeld in 8 gebieden. We werken in 8 gebiedsteams met elk een eigen visie en agenda, die passen bij dat specifieke gebied. Uiteraard doen we dat samen met inwoners, partners en ondernemers. Een complexe transitie waar we samen hard aan werken! “We werken nu allemaal meer vanuit de leefwereld van inwoners. En bekijken bij elk initiatief of de inwoner er beter van wordt.” Anne-Marie van Oers (beleidsmedewerker Sociaal) GEBIEDSTEAM Een gebiedsteam is een netwerk van mensen die samenwerken en overleggen met als doel hun buurt of gebied te verbeteren. Het team bestaat uit profesAGENDA sionals van maatschappelijke organisaties (denk aan woningbouwcorporaties, politie en jongerenwerk) en medewerkers van de gemeente (zoals bijvoorbeeld strategen, beleidsmedewerkers en opdrachtgevers van de afdeling Ruimte). Het team luistert naar de wensen en ideeën van de inwoners, ondernemers en partners en voert deze uit als dat mogelijk en wenselijk is. Gelukkig is er ook ruimte om te experimenteren om te zien of datgene wat we hebben bedacht in de praktijk goed werkt. “In Tilburg West werken we vanuit een nieuw paradigma, samen met onze (keten)partners, in gebiedsteams. We werken aan een aanpak waarin de sectoren sociaal en fysiek niet meer afzonderlijk, maar gezamenlijk vanuit één visie investeren in de toekomst van het gebied. Zodat fysieke investeringen bijdragen aan het oplossen van sociale problematiek en sociale initiatieven bijdragen aan de impact van fysieke investeringen. Onze aanpak gelooft erin dat de betrokkenheid van inwoners niet het sluitstuk is van een proces, maar juist de motor wordt van de ontwikkeling in onze wijken.” Niki Thewissen (Gebiedsmanager Tilburg West) De middellange termijnplannen per gebied vind je terug in de gebiedsagenda. Het is een plan op tactisch en operationeel niveau, waarin de wensen en ambities van het gebied en die van de gemeente samenkomen. De agenda is een gemeenschappelijk product van inwoners, maatschappelijke organisaties, ondernemers en de gemeente. Met de agenda kijken we naar de toekomst en zien we wat de ontwikkelingsrichting en prioriteiten binnen het gebied zijn. Hij is leidend voor de beslissingen die in het gebied worden genomen. Het werken aan de agenda is een continu en dynamisch proces van analyseren, doelen stellen, prioriteren, volgen en evalueren. Het is belangrijk dat de agenda verbinding zoekt. Niet alleen tussen de gemeente en het gebied, maar ook tussen de verschillende thema’s en onderwerpen. Zo zorgen we ervoor dat de gemeente elke dag een stukje beter wordt, voor iedereen. 32 STORMBAAN Meral beschermt Nederland Biologie studeren of meteen naar de Koninklijke Militaire Academie? Meral de Jong wist het nog zo net niet. Na een bachelor biomedische wetenschappen knoopte ze er een jaar KMA aan vast, nodig voor een militaire loopbaan. Ze werkt nu bij de Landmacht, in de rang van luitenant. MERAL IN HET MAGAZIJN IN ERMELO WAAR TENTEN, MEDISCHE APPARATUUR EN ANDERE MIDDELEN VOOR GENEESKUNDIGE ONDERSTEUNING WORDEN OPGESLAGEN. 33
Pagina 34
NAAM: l d g LEJ: 4 FUC: Ar kgt B L g Op - ndo gg bn OG b - d og KA ‘A ls kind wilde ik ambulanceverpleegkundige worden, of forensisch onderzoeker. Aan Defensie dacht ik ook. Maar als je een jaar of 16 bent, is dat vooral omdat het stoer lijkt.’ Stoer is het werk van Meral de Jong nog steeds, zo lag ze vorige week nog in het bos, gaat ze binnenkort op oefening in Duitsland en bedwingt ze voor de fotograaf met gemak de stormbaan. Haar drijfveren zijn wel wat veranderd, vertelt ze. ‘Voor mij weegt zwaar dat ik mijn maatschappelijke betrokkenheid goed kwijt kan. Bij Defensie hebben we drie taken. De eerste is beschermen van ons eigen en bondgenootschappelijk grondgebied. Als het oorlog is, gaan we de poort uit. De tweede is bevorderen van de rechtsorde en stabiliteit, wat we bijvoorbeeld in Afghanistan lange tijd deden. De derde taak is het ondersteunen van civiele autoriteiten, zoals tijdens de coronacrisis.’ URGENTIE Defensie werkt hard aan het versterken van de krijgsmacht, met geld en werving van personeel. Sinds Poetins troepen Oekraïne zijn binnengetrokken, trekt de belangstelling voor een baan als militair aan. Meral merkt dat ook. ‘Het gevoel van urgentie is hoger. De defensieorganisatie leeft meer in de maatschappij, en ik voel meer waardering. Vrienden vragen mij soms hoe waarschijnlijk ik het acht dat morgen Rusland op de stoep staat. En of ze echt een noodpakket moeten 34 OP DE HINDERNISBAAN, ZO FIT ALS EEN HOENTJE. WEKELIJKS SPORT ZE DRIE KEER OP HET WERK. EN IN HAAR VRIJE TIJD GAAT ZE VOETBALLEN, HARDLOPEN, FIETSEN EN NAAR DE SPORTSCHOOL. aanleggen. Jammer dat er – zoals in Oekraïne – een oorlog voor nodig is om dat voor elkaar te krijgen.’ IETS ANDERS Meral is militair, maar in haar vakgebied werken ook burgers. ‘Wat voor een militair geldt en niet voor een burger: als er oorlog uitbreekt vervalt mijn vredesfunctie en de werkzaamheden voor het kwaliteitsmanagement. Dan ga ik iets anders doen. Ik ben opgeleid als officier geneeskundige dienst, dus kan ook andere functies bekleden in het geneeskundig domein.’ Een groot deel van haar dagen heeft Meral een kantoorbaan. ‘Maar ik zou niet alleen op kantoor willen zitten. Het was die combinatie met buiten en actief zijn doe me aantrok.’ In haar functie adviseert ze de commandant en ondercommandanten over kwaliteitsmanagement. Met andere woorden: ervoor zorgen dat dingen goed worden gedaan, dat fouten zoveel mogelijk worden voorkomen en dat procedures worden nageleefd. Tussentijds wordt gecontroleerd of alles goed verloopt en waar verbetering mogelijk is. Ook in die rol staat alles in het teken van een leger dat zo snel mogelijk in actie kan komen als het nodig is, het proces van ‘gereedstelling’. In Merals woorden: ‘Het klaarstomen van eenheden om de taken uit te voeren die ze moeten uitvoeren.’ Dat kan ook in vredestijd zijn. INTENSIVE CARE Toen er in een Enschedees ziekenhuis een hardnekkige besmetting was, zette Merals bataljon er in recordtijd een tijdelijke intensive care neer. En tijdens coronacrisis kon heel Nederland zien hoe haar eenheid hand- en spandiensten verleende. Op een uiterst realistische manier worden dan letsels en ziektebeelden nagebootst 35 In het voorjaar van 2025 gaat Meral of oefening, naar Duitsland. ‘Dan als commandant van het oefengewondendetachement.’ Op een uiterst realistische manier worden volgens haar dan letsels en ziektebeelden nagebootst. De set van een oorlogsfilm is er niks bij.
Pagina 36
JONG&AMBTENAAR DE LADDER OP NAAR EEN GLANZENDE CARRIÈRE Je bent bijna klaar met je studie. Dan is het tijd om je af te vragen hoe je verder wilt in je werkende leven. Ga je voor een startersfunctie of een traineeship? En maakt dat wat uit? D at laatste kan een hele goede optie zijn. Zoals één van de in dit blad geportretteerden liefdevol zegt over haar traineeship: ‘een kussentje’ om zacht op te landen. Een startersfunctie en traineeship lijken of elkaar, maar er zijn belangrijke verschillen, vooral in duur, doelen en verantwoordelijkheden. Het belangrijkste onderscheid tussen een startersfunctie en een traineeship zit in de combinatie van werken en leren. In een startersfunctie werk je na het zogeheten onboarding-traject en het inwerken meteen zelfstandig en word je doorgaans door collega’s opgeleid. Het is kortom een echte baan. Bij een traineeship krijg je gedurende een vaste periode allerlei vormen van begeleiding en training, vaak behoorlijk intensief. Maar het kan een mooie overgang zijn als je net uit de collegebanken komt. Met een uitgebreide stage laat het zich niet echt goed vergelijken. Het traineeship is een echte opleiding voor een toekomstige functie binnen een organisatie. Dat kan bij de overheid zijn, maar ook bij een bureau dat thuis is bij de overheid en mensen detacheert, de ‘externe inhuur’. In dat geval kom je op de loonlijst van dat bureau. Daar zijn er veel van, dus onderzoek welke bij jou past. WERKVELD LEREN KENNEN Wat veel ex-trainees zeggen: het is een uitstekende manier om het werkveld te leren kennen en, door de verschillende opdrachten die je krijgt, de mogelijkheden te leren kennen. Vaak gebeurt dat doordat je uiteenlopende opdrachten krijgt. Vaak bieden (detacherings)bureaus gespecialiseerde traineeships aan, bijvoorbeeld op het gebied van IT, bouw & infra of het sociaal domein. In een startersfunctie krijg je doorgaans een tijdelijk of meteen een vast contract, terwijl een traineeship een bepaalde looptijd heeft, meestal twee of drie jaar. Traineeships zijn meestal bedoeld voor latere 36 leidinggevende en specialistische functies. Hoe zit het financieel? De honorering verschilt bij startersfuncties en traineeships. Een startersfunctie kan financieel aantrekkelijker zijn. Je krijgt direct een regulier salaris, afhankelijk van de functie en sector. Daar staat tegenover dat een traineeship vaak op snelle groei en ontwikkeling aanstuurt. Het lagere salaris wordt ruimschoots gecompenseerd met voordelen zoals opleidingen, coaching en mentorschap, om je te helpen bij je persoonlijke ontwikkeling. In je latere carrière kunnen die extraatjes onbetaalbaar blijken te zijn. TIPS BIJ HET MAKEN VAN JE KEUZE: Vergelijk salarissen en arbeidsvoorwaarden. Onderzoek de doorgroeimogelijkheden binnen de organisatie. Laat meewegen wat de bedrijfscultuur is en of die bij jou past. Vraag naar de werkdruk in beide opties. Een goede werk-privébalans is veel waard. Bij de overheid is de werkdruk best hoog, maar je wordt niet opgejaagd door de verplichting zoveel mogelijk declarabele uren te draaien. Soms is dat de praktijk bij grote adviesbureaus. Let op dat het aanbod van een traineeship niet een verkapte startersfunctie is. Waar je ook voor kiest: traineeship en startersfunctie bieden een mooie manier om vooruit te komen in je toekomstige loopbaan. Het zijn mooie ladders naar je toekomst. Hoe dat kan uitpakken, kun je lezen in meerdere ambtenarenportretten in dit magazine. 37 Illustratie: Anne Luchies
Pagina 38
JONG&AMBTENAAR Foto: Bas Czerwinski ROTTERDAMSE KRACHT Hé talent! Waaraan wil jij bijdragen? Als jonge ambtenaar heb je de maatschappelijke uitdagingen voor het uitkiezen. Tegelijkertijd wil jij je thuis voelen bij de organisatie waar je werkt. Zie je jouw overtuigingen en jouw mentaliteit terug? Dat snappen we in Rotterdam. Daarom hebben we een werkgeversmerk ontwikkeld dat aansluit bij waar we voor staan en wie we zoeken. Rotterdamse kracht. Een mentaliteit die ons verbindt. HEB JIJ ROTTERDAMSE KRACHT IN JE? In Rotterdam zijn geweldig veel uitdagingen waar je jouw tanden in kan zetten. Jij kan het verschil maken voor de stad en haar inwoners. Dat vraagt wel om een Rotterdamse mentaliteit. Daad bij het woord. Vooruitkijken en er samen voor durven gaan. Je hard maken voor een betere stad, ook als je op weerstand stuit. Daar groei je van. RUIMTE CREËREN EN KANSEN GRIJPEN Het aantrekken en behouden van jongeren zoals jij, is een flinke opgave in deze krappe arbeidsmarkt. Daarom laten we duidelijk zien wie we als werkgever zijn en waar we voor staan. Rotterdamse kracht verwoordt wat we in huis hebben, maar is ook een belofte voor iedereen die bij ons aan de slag gaat. Hier kun je voor jezelf en anderen ruimte creëren, kansen grijpen, om het beste uit jezelf en de stad te halen. Welke creatieve oplossing heb jij tegen overlast in de buurt? Hoe zorg jij er samen met je team voor dat de luchtkwaliteit in de stad verbetert? En hoe maak je talenten binnen én buiten de organisatie zichtbaar, zodat zij de kansen krijgen die ze verdienen? Met Rotterdamse kracht laten we zien dat werken bij de gemeente meer is dan een baan. Dat er binnen onze bestuurlijke organisatie nog stappen te zetten zijn, dat weten we. Perfect is het nog niet. Ook dát is Rotterdamse kracht. We werken keihard aan onze beloftes. Door aandacht voor jouw ontwikkeling, (interne) opleidingen, steun bij belangrijke momenten zoals je eerste werkdag, en door verhalen van medewerkers die anderen weer inspireren. Want met ieders Rotterdamse kracht geven we invulling aan ons werkgeversmerk. ‘Ik durf ervoor te gaan, omdat mijn team achter me staat.’ 38 JINGJING ZHAO, TECHNISCH PROJECTLEIDER INGENIEURSBUREAU, 34 JAAR “Andere steden willen het, wij doen het. Rotterdam is echt een voorloper als het gaat om water ‘activeren’ – het bereikbaar en bewoonbaar maken ervan, zoals we dat doen in de Rijnhaven. Daar dempen we deels het water. Er komt een woonwijk en een stadspark dat heel mooi aansluit op het water. Ook ontwikkelen we er Europa’s grootste drijvende park; een eiland dat in het water drijft, waardoor je echt óp het water recreëert. ‘Ik laat deze kans niet meer los.’ De gebiedsontwikkeling van de Rijnhaven is een droomproject. Een prachtige kans voor mij als jonge projectleider die ‘net komt kijken’. Ik heb echt wel getwijfeld of ik zo’n groot project aankon, maar ik kreeg de kans en heb hem met beide handen gepakt. En ik laat hem niet meer los. SCHOUDERS ERONDER Ik ben open, eerlijk én durf op m’n bek te gaan. Dat durf ik, omdat ik weet dat mijn team achter me staat. We zetten echt onze schouders eronder. Vanuit de keet in de Rijnhaven komt iedereen die een rol heeft in het project bij elkaar. Dat verlaagt de drempel om dingen te vragen en zorgt dat afstemming sneller gaat. Het verbinden van al die mensen zie ik als mijn kracht. Om impact te maken hebben we elkaar nodig. Tegenslagen verwerken we samen en de leuke momenten vier je met elkaar. Afgelopen zomer bijvoorbeeld genoten zoveel mensen van zwemmen in de Rijnhaven, dat hadden wij mogelijk gemaakt. Zien dat er zoveel kinderen lachend het water inspringen; dat maakt mijn werk leuk. Ik doe het niet voor mezelf, maar voor de stad.” ARWIN SIERMANS, STADSMARINIER CENTRUM, 41 JAAR “Wil je succesvol zijn in Rotterdam, dan moet je durven. Misschien zelfs een beetje rebels zijn. Daarom is werken voor deze stad niet voor iedereen weggelegd. Hier doen we het gewoon. Als stadsmarinier denk ik in praktische oplossingen. We stappen in, zonder eindeloze besprekingen, beleidsdocumenten en visievorming. We proberen het en als het echt niet werkt, dan draaien we het terug. ‘Werken in deze stad is niet voor iedereen weggelegd.’ Stadsmariniers vallen direct onder de burgemeester. We hebben eigen budget en dragen bij aan een veiliger en fijner Rotterdam, binnen óf buiten de gebaande paden. Het komt erop neer dat ik geen toestemming hoef te vragen voor wat ik doe. Ik ben een soort vliegende keep die zelf moet inschatten of ingrijpen ook bestuurlijk passend is. Dat vraagt om lef vanuit mijzelf en mijn collega’s, maar ook vanuit het bestuur. Door het vertrouwen en de ruimte die we krijgen, kunnen we ons werk goed doen. ‘Ik ben een soort vliegende keep die zelf moet inschatten of ingrijpen bestuurlijk passend is.’ Zo kregen we veel meldingen over een onprettige sfeer bij de onbewaakte fietsenstallingen rondom het centraal station. Van rotzooi en geblokkeerde 39 Foto: Laura-anne Grimbergen
Pagina 40
JONG&AMBTENAAR Foto: Laura-anne Grimbergen brandblussers tot hangjeugd en buitenslapers. We hebben toen de koppen bij elkaar gestoken en zelf een nieuwe functie in het leven geroepen: fietsenstallingsgastheer. Nu houden er vier collega’s met een garantiebaan elke dag toezicht, ruimen op, doen klusjes, maken meldingen en ga zo maar door. Ze zorgen dat het er weer prettig voelt. OP KORTE EN LANGE TERMIJN VERBETEREN Ik doe dit werk met hart en ziel, omdat ik door snel iets in werking te zetten een situatie kan verbeteren. Van een onveilig plein naar een plek waar mensen graag komen. En dat kan alleen in goede samenwerking met bijvoorbeeld jongerenwerk, de politie en andere partners van binnen en buiten de organisatie. Dat je er samen, ieder op z’n eigen vlak, ervoor zorgt dat een situatie op korte én lange termijn beter wordt.” ‘Het onmogelijke regelen voor gelijke kansen’ NAWAL AHIMI, PROGRAMMAMANAGER TRAINEESHIP, 29 JAAR “Mijn geheime wapen is creatieve oplossingen bedenken en uitvoeren. Nee is geen antwoord. Zolang het ten goede komt voor het traineeprogramma, voor anderen, dan zet ik altijd mijn overtuigingskracht in om te regelen wat onmogelijk lijkt. Een mooi voorbeeld daarvan is een grote subsidieaanvraag bij de VNG om ons traineeprogramma door te blijven ontwikkelen. De subsidie ontvangen leek onhaalbaar. We kregen meer dan eens te horen: verdoe je tijd er niet aan, de kans is zó klein. Het maakte me niet uit wat er gezegd werd; ik wilde niet opgeven. Ik hield vol, tot de gemeentesecretaris aan toe. Het resultaat? De subsidie is binnen. Dat betekent dat we het traineeprogramma kunnen blijven ontwikkelen. Een doorontwikkeling waar ik hard voor gelobbyd heb en waarbij ik veel steun voelde vanuit de organisatie. Er was herkenning en dat sterkte mij in de conclusie dat het traineeship van de gemeente nog beter moet aansluiten bij de veranderende arbeidsmarkt en onze organisatie. ‘Ik hoop dat nog meer talenten een eerlijke kans krijgen.’ GEEN CV’S EN MOTIVATIEBRIEVEN Inmiddels zijn we al een heel eind met het nieuwe traineeprogramma. De focus ligt op inclusief werven, objectief selecteren en een passend ontwikkeltraject. Dit betekent bijvoorbeeld geen cv’s of motivatiebrieven meer, maar voor elke kandidaat eenzelfde soort vragenlijst en opdracht. Dit is een wetenschappelijk beproefde methode. Daarom trekken we samen op met wetenschappers van de Erasmus Universiteit en andere externe experts. 40 ‘Herken verschil. Erken de kracht.’ VERSCHIL KRACHT “Verschil binnen jouw team is geen verplichting, maar een essentiële drijfkracht voor betere en meer creatieve resultaten. Meer verschil in perspectieven, achtergronden en ideeën, betekent meer kracht om tot de meest vindingrijke oplossingen te komen. Herkennen dat verschil nodig is en erkennen dat daar de kracht van een team in zit, dat is Verschilkracht. Op de Jonge Ambtenarendag staat dit concept centraal. Aan de hand van inspirerende presentaties en leerzame workshops worden deelnemers bewust gemaakt van de kracht van hun eigen en andermans verschil, en krijgen zij handvaten om de kracht van verschil binnen hun organisatie te laten gelden.” AANMELDEN, TICKETS EN MEER INFORMATIE: WWW.JONGEAMBTENARENDAG.NL
Pagina 42
JONG&AMBTENAAR MET JOOST TEN STRIJDE TEGEN HACK EN LEK Strafrechtadvocaat worden, dat flitste ook door het hoofd van Joost Tasseron. ‘Maar mijn interesse verlegde zich al vlot naar het raakvlak met ict en innovatie.’ NM: Joost Tasseron : 27 FUC: Pivy offr J: ge Zst OG master N , s i eght 42 ‘E en docent staatsrecht zei: ‘Als je toch strafrecht wilt doen, zou ik kiezen voor witteboordencriminaliteit, dat zijn de aardigste boeven. Dat zette me aan het denken’, vertelt Joost. Een specialisatie in intellectueel eigendomsrecht en een minor innovatie, recht en technologie maakten dat hij zich sterk bewust werd van het belang van privacy in onze op informatie draaiende samenleving. ‘We hadden ethische discussies over het eigendom van gegevens en privacy. Daarnaast las ik vanuit mijn interesse voor computers van alles over cybercriminaliteit en cyberblunders: hacks, de gevolgen van ransomware en datalekken.‘ BOEIEND RECHTSGEBIED Na zijn studie ging hij aan de slag bij een consultancybureau, waar hij ook bezig was met het privacy domein. ‘Tijdens een opdracht bij een kleine gemeente merkte ik hoe interessant het is om te werken voor de overheid.’ Een vacature voor een privacy officer bij de gemeente Zeist, waar hij opgroeide en woont, kwam als manna uit de hemel vallen. Volgens Joost is privacy en dan in het bijzonder de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) een boeiend rechtsgebied voor wie, zoals hij, de actualiteit op de voet volgt. Van ontwikkelingen bij Big Tech tot blunders waardoor gegevens op straat komen te liggen. ‘In de media gaat geen dag voorbij zonder lek of een hack. Als we als gemeente gegevens van inwoners niet goed verwerken, kan dat grote gevolgen hebben. Binnen het lokale sociaal domein kan het bijvoorbeeld gaan om veiligheid, bijvoorbeeld bij een inwoner die slachtoffer is van huiselijk geweld. Als we daar geen weet van hebben kunnen we niet de goede hulp in gang zetten.’ Zeist heeft met ruim 66.500 inwoners naar Joosts mening precies een mooie maat. ‘Grote gemeenten hebben meer adviseurs en managementlagen. Hier heb ik direct invloed op de bedrijfsvoering. Mijn ideeën worden serieus genomen en vaak ook uitgevoerd. Door de zelfstandigheid die je wordt gegund leer je ook nog eens veel.’ ‘Mijn ideeën worden serieus genomen en uitgevoerd’ 43 INWONERS BESCHERMEN Joost merkt dat de AVG vaak wordt ervaren als een hindernis, die bijvoorbeeld samenwerken moeilijker maakt. Kan best, zegt Joost. ‘Het kost ook een beetje moeite om de voordeur achter me dicht te trekken als ik het huis verlaat. Doe ik dat niet, dan wordt mijn huis leeggeroofd. Daar is de wet voor bedoeld: om onze inwoners te beschermen.’ Mede daarom hamert Joost op het belang van het inzagerecht van burgers, evenals op het correctie- en verwijderingsrecht. ‘Dat zijn voor inwoners wapens om zich te verweren tegen mogelijk onrechtmatig overheidshandelen. Dat laatste willen wij voorkomen. Ik denk dat we in Zeist op de goede weg zitten, maar het onderwerp blijft aandacht vragen.’ Een datalek zoals recent in Deventer, waardoor financiële gegevens van zeker 800 mensen op straat belandden, maakte Joost bij zijn werkgever niet mee. Maar hij is er altijd beducht op dat zoiets kán gebeuren. ‘Om die reden voeren we risicoanalyses uit. Pas als je die goed in beeld hebt, kun je maatregelen nemen. De harde security-kant – bijvoorbeeld de risico’s op hacks en eventuele gaten dichten – vallen niet binnen mijn takenpakket. Wel de gevolgen van privacywetgeving voor onze inwoners. Daar heb ik ook contact over, bijvoorbeeld als ze inzage willen. Verder spreek ik vanuit mijn rol mensen uit onze hele organisatie, of ze zich nou bezighouden met juridische zaken of de menskant in het sociaal domein. Ik zit dus niet met de wetgeving in een hoekje, maar heb veel contact.’ Nieuwe collega’s krijgen van Joost een lesje privacyrecht. Zittende medewerkers lopen kans op een phishing mailtje van zijn team. Wie erin trapt gaat niet aan de schandpaal, maar een wake up call moet het wel zijn. ‘Vergeet niet: de meeste datalekken komen voort uit een menselijke fout.’
Pagina 44
Vermenigvuldig jouw potentieel Vergroot jouw maatschappelijke bijdrage, s werkenbijbmc.nl Diepgaande expertise en een goed netwerk tellen zwaar bij de overheid FUNCTIE ELDERS OF TROUW AAN DE BAAS? Jobhoppen of langdurig trouw aan dezelfde werkgever? Voor beide is wat te zeggen. In plaats van wisselende relaties kun je ook kijken of de huidige een nieuwe impuls nodig heeft. G een land vol kandidaten om uit te kiezen, maar een handvol, of zelfs dat niet. En dan biedt de private sector ook nog op tegen de overheid, met financiele en andere voordeeltjes. Verleidelijk om dan te gaan jobhoppen, een fenomeen dat de afgelopen jaren flink is toegenomen. Vooral door jonge medewerkers uit generatie Z. Bijna de helft van deze groep heeft dat in z’n achterhoofd. Mannen en vrouwen kijken bijna even vaak om zich heen naar een nieuwe baan. De IT en professionele- en zakelijke dienstverlening spannen de kroon bij het zoeken naar ‘functie elders’. Bij de overheid is de loyaliteit groter. Maar wat nou als de grote buurgemeente van de kleine of middelgrote gemeente waar je werkt een hoger salaris biedt? Dan gaat het bij menigeen kriebelen. Voor het wisselen van werkgever en functie is best wat te zeggen, zoals het opdoen van veel uiteenlopende ervaringen in korte tijd. Misschien maak je sneller carrièrestappen door regelmatig te veranderen. Je kunt met een frisse blik aan een nieuw werkavontuur beginnen. Je leert je allerlei mensen kennen en doet nieuwe skills op. Zo ontdek je snel wat je het best en wat je minder ligt. De cultuur elders kan je ook beter liggen. Daartegenover staat dat je minder diepgang ontwikkelt in je expertise. Complexe beleidsvraagstukken en projecten omspannen vaak een langere periode. De kennis die nodig is om effectief te zijn, bouw je niet op door vaak van baan te wisselen. In plaats van een snelle stijger te worden kan dit je op de lange termijn opbreken. 45 OPGETROKKEN WENKBRAUWEN Er valt voor werkgevers weinig te kiezen door de grote personeelsschaarste, maar er worden ook wenkbrauwen opgetrokken bij cv’s vol korte dienstverbanden. Uit onderzoek van vacaturesite Indeed bleek dat bijna 70 procent van de werkgevers sollicitanten niet uitnodigt voor een gesprek als het cv veel wisselingen laat zien. Medewerkers werven kost tijd, moeite en geld. Er gaat veel energie zitten in het inwerken. Dan kun je als werkgever beter toegeven aan de indruk dat iemand een blijvertje is. Twijfel aan je commitment voor de langere termijn vergroot de kans dat de keuze niet op jou valt. Ben je loyaal genoeg, heb je misschien onvoldoende doorzettingsvermogen, verveel je je snel? Als dat idee overheerst maakt het je minder aantrekkelijk voor (toekomstige) functies, vooral senior posities met meer verantwoordelijkheid. Stabiliteit en geduld zijn dan uiteindelijk waardevoller dan het telkens najagen van een volgende uitdaging.
Pagina 46
JONG&AMBTENAAR Voorkomen dat Nederland onderloopt DE STRIJD TEGEN HET WATER Het Nederlands stelsel van waterschappen is wereldwijd uniek. Daar mogen we van Orin van Loon best wat trotser op zijn. Hij is het in ieder geval wel. O rins werkende leven staat voor een groot deel in het teken van de strijd tegen het water. In Friesland beheert hij met collega’s de zogeheten primaire waterkeringen, de dijken die beschermen tegen het zeewater. Daarnaast zijn er secundaire waterkeringen, die het land niet direct tegen het buitenwater beschermen. Constructeur worden, of een vergelijkbaar technisch beroep, stond hoog op zijn lijstje. ‘Maar hoe meer ik bezig was met waterbouw, hoe meer het me aantrok’, vertelt Orin. ‘Zeker toen ik inzag dat dit ook nog eens een belangrijk Nederlands exportproduct is.’ Orin beseft dat hij in een oude traditie staat. Als samenwerkingsverbanden bestaan waterschappen al sinds de Middeleeuwen. Het woord ‘poldermodel’ komt er zelfs vandaan. Als we hier niet voortdurend bezig zijn met de bescherming tegen het water, loopt Nederland onder, benadrukt Orin. SLACHTOFFERS Inmiddels werkte hij op meerdere plekken in Nederland. In Friesland houdt hij zich nu bezig met de primaire waterkeringen. Bij hoogwater bieden deze dijken bescherming tegen overstromingen. ‘In ons waterschap zijn dat de Waddenzeedijk, de IJsselmeerdijk en ook dijken op de Waddeneilanden. Dijken op Vlieland vallen nu nog onder Rijkswaterstaat, dat de kustlijn in stand houdt. Op den duur worden ook die dijken overgedragen aan ons Wetterskip. Wij berekenen wat dit betekent voor het beheer en welke budgetten daarvoor nodig zijn.’ 46 ‘Asset management’ vormt het hoofdbestanddeel van Orins functie: het optimaal beheren van de kapitaalgoederen van het waterschap. Hij let op de balans tussen de te behalen doelen, risico’s en kosten. ‘Die informatie hebben we nodig om tot goed onderbouwde keuzes te komen. De methodiek die we daarvoor hanteren, mag ik binnen de organisatie ‘Bij de overheid mag ik sturen op kwaliteit en hoef ik niet te denken aan declarabele uren’ verder brengen. Een ander onderdeel van mijn werk is het opstellen van plannen voor calamiteiten, bijvoorbeeld een op handen zijnde grote storm. Met collega’s organiseer ik oefeningen. Met dijkwachten de dijk op, met man en macht sjouwen met doeken en zandzakken. Ik vind het mooi om te zien hoe enthousiast ook anderen zich inzetten voor waterveiligheid.’ BUITEN Orin heeft in principe een bureaubaan, maar zodra de kans zich voordoet, piept hij eruit, naar buiten. ‘Onze werkgever O n J 31 UC: ad p wgen Wkp Fyl OG w r w y e gg) stimuleert dat gelukkig en vindt dat we de verbinding met “buiten” niet moeten verliezen. Vanachter je bureau kun je veel doen, maar het is ook belangrijk te ervaren waar het heen moet.’ Een recent voorbeeld van zo’n uitje: een ontmoeting op de dijk met een hoogleraar en een collega van het dijkonderhoud vanuit het waterschap. Het gespreksonderwerp was biodiversiteit in combinatie met veiligheid. ‘Voor dijken wordt een standaard grasmengel gebruikt, dat niet zeer aantrekkelijk is voor insectensoorten’, licht Orin toe. ‘We streven naar meer verscheidenheid, met kruidenrijke grasmengsels. Maar biodiversiteit mag niet de waterveiligheid schaden.’ Orin vervolgt: ‘Ik stond erbij terwijl zich een gesprek ontspon tussen de man van de ultieme theorie en de man van de 47 praktijk. Je zag ze naar elkaar toe komen en begrip voor elkaar krijgen, zonder dat ze hun eigen visie loslieten. Ik zit daar tussenin om de verbinding te leggen. Ik geniet ervan om dat soort ontmoetingen te arrangeren en bij te wonen.’ Na zijn studie werkte Orin eerst bij een ingenieursbureau, maar hij gaf daarna de voorkeur aan een overheidsbaan. ‘Bij dat bureau voelde ik me meer een nummertje dat op een project werd weggezet. Bij de overheid mag ik sturen op kwaliteit en hoef ik niet te denken aan declarabele uren.’ ‘Wat voor mij ook telt, is dat waterschappen organisaties zijn waar je écht in je specialisme kunt duiken. Volgens mij lopen er bij weinig andere overheidsorganisaties zoveel goede vakspecialisten rond.’
Pagina 48
JONG&AMBTENAAR Onafhankelijk van je organisatie opereren STRATEGISCH BREIN VAN STEIN Terwijl veel van haar collega’s druk zijn met de problemen van alledag, kijkt Cynthia Smeets naar de toekomst. Als strategisch adviseur probeert ze te bedenken hoe de wereld er in 2040 uit zou kunnen zien. En hoe de gemeente Stein zich hierop kan voorbereiden. C ynthia staat hier niet alleen in, vertelt ze. ‘Regionale samenwerking is een belangrijk onderdeel van mijn werk. De zestien Zuid-Limburgse gemeenten, waaronder Stein, hebben een gedeelde strategische agenda. Met gezamenlijke ambities bij grote opgaven zoals de inrichting van de openbare ruimte, het sociaal domein en de economie.’ Als voorbeeld noemt ze de verduurzaming van industriecluster Chemelot. ‘Hiervoor zoeken we uit wat de impact zal ‘Ik bedenk wat kansen en bedreigingen zijn’ zijn op de regio. Ik moet in mijn functie dus ook echt los van een gemeente kunnen opereren. Anders is het onmogelijk om dit soort doelen te verwezenlijken. Natuurlijk heeft iedere gemeente haar eigen wensen, maar die grotere ambities zijn het belangrijkst.’ TOEKOMSTVISIE De wensen van Stein zijn vastgelegd in een zogeheten strategische toekomstvisie. ‘Daarin staat beschreven wie wij als gemeente willen zijn, wat onze belangrijkste doelstellingen zijn, welke richting we op willen. Dat probeer ik te koppelen aan gemeenten met vergelijkbare opgaven. En ook zeker aan rijksopgaven, of aan mogelijke subsidiepotjes.’ Cynthia vraagt veel om feedback. ‘Van inwoners, de gemeenteraad, het college, directe collega’s. Ik wil 48 voortdurend horen hoe zij de toekomst van onze gemeente voor zich zien. Waar Stein volgens hen in 2040 zou moeten zijn. Daarom weet ik bijvoorbeeld dat veel inwoners het omzien naar elkaar, nabuurschap, belangrijk vinden.’ KANSEN Je zou zeggen dat het lastig is om al die verschillende perspectieven bij elkaar te brengen, maar Cynthia schudt nee. ‘Eigenlijk is dat niet eens zo moeilijk. De meeste partijen zitten al ongeveer op dezelfde lijn. Ik probeer vooral naar de oppervlakte te krijgen wat ze gemeen hebben. En ik bedenk wat de kansen en bedreigingen zijn.’ Zo’n kans is bijvoorbeeld budget vanuit het rijk. ‘Maar dat kan ook een bedreiging zijn, wanneer er middelen wegvallen. Een andere bedreiging is onze sterk vergrijzende populatie. Daar moeten we op inspelen. Bijvoorbeeld door flink te investeren in talentonwikkeling in de regio. Ook dat kunnen wij als gemeente niet alleen.’ COMPLEX WERK Haar werk is complex, maar daar geniet ze van. ‘Ik kan snel schakelen op verschillende terreinen, verschillende belangen tegen elkaar afwegen en op basis daarvan strategieën bedenken. Het past echt bij me.’ Al blijft het een uitdaging, geeft Cyntha toe. ‘Wat bijvoorbeeld weleens misgaat, is dat ik met mijn gedachten al bij de toekomst ben, terwijl mijn collega’s nog met vandaag bezig zijn. Die willen dan praktische problemen oplossen. Gelukkig durven ze dat gewoon tegen me te zeggen.’ En wat gebeurt er dan? Cynthia: ‘Dan vinden we uiteindelijk altijd een middenweg.’ : C s LEEFTIJD: 34 UC: sg adseur : g n OG h le t
Pagina 50
JONG&AMBTENAAR ARISHTA VERKOOS EEN ZACHTE LANDING Een tweejarig traineeship was precies de landing waar Arishta Oemrawsingh behoefte aan had. Net haar studie afgerond, relatief kort daarvoor overgekomen uit Suriname en nog zonder werkervaring. ‘Ik wist niet precies hoe het hier werkte.’ ‘O mdat er in Suriname minder mogelijkheden waren voor een vervolgstudie op universitair niveau, verhuisde ik naar Nederland’, vertelt Arishta. ‘Het is mijn eerste keer in Nederland, maar ik heb hier veel familie en vrienden, en de overgang was smooth.’ Een tweejarig traineeship bleek voor haar de ideale start. Op eigen kracht was ze er ook gekomen, weet ze nu. Maar ‘het kussentje’ zoals ze het traineeship liefkozend noemt, is goed bevallen. ‘De overgang van studeren naar werken leek me groot. Via LinkedIn kwam Generation op mijn pad, het bureau dat mijn traineeship organiseert, en de begeleiding verzorgt.’ Aan de mogelijkheid van een traineeship had ze tot dan toe niet gedacht. Over de kennismaking met Generation had ze ‘Een traineeship is ideaal voor mensen die iets willen uitzoeken’ ‘meteen een goed gevoel’. ‘De mensen weten waar ze over praten in mijn beroepsveld. Na een uitleg over wat ze deden, met vermelding dat ze samenwerken met overheids- en semi-publieke organisaties, was ik over de streep.’ GERICHTE TRAININGEN Een groot voordeel voor Arishta waren de mogelijkheden om niet alleen beter te worden in haar vakgebied, maar ook op persoonlijke ontwikkeling, door gerichte trainingen, coaching en de steun van een mentor. Arishta is in dienst bij Generation, maar werkt op het kantoor van het Ingenieursbureau Amsterdam, in stadsdeel Nieuw-West. Daarnaast doet ze 50 klussen in Amsterdam-Noord. ‘Ik werk aan de openbare ruimte in die stadsdelen. Aan de TU Delft heb ik veel theorie gehad, maar ik wilde meer praktijkervaring. Elke kans die ik krijg om de stad beter te leren kennen, grijp ik aan.’ Bij het Ingenieursbureau is Arishta aangenomen als assistentprojectleider. ‘Het traineeship bood verschillende opties: projectmanagement, technisch management, projectbeheersing, omgevingsmanagement en contractmanagement. Ik kreeg het advies om als assistent-projectleider te beginnen: zo kan ik verschillende richtingen verkennen. Na een jaar heb je de ervaring om te kiezen hoe het verder gaat. Inmiddels weet ik dat technisch management mij het meest bevalt.’ VEEL EXTERNE PARTIJEN In haar takenpakket zit onder meer groot onderhoud voor instandhouding van assets (wegen) in de openbare ruimte. ‘Elk jaar horen we waar onderhoud nodig is en doen we de voorbereiding van de coördinatie. Gemiddeld duurt dat een jaar, afhankelijk van welke externe partijen aangehaakt zijn bij het project. Dat kunnen er veel zijn: van de netbeheerder tot het waterbedrijf. Het krioelt van de kabels en leidingen onder de grond. Daarnaast moet er bodem-, funderings- of geohydrologisch onderzoek worden uitgevoerd. Aan de projectleider de taak om de coördinatie zo goed mogelijk te laten verlopen en erop te letten dat de klus binnen de beoogde tijd wordt afgerond.’ Arishta’s werkende leven speelt zich grotendeels af achter de computer, maar ze vindt het heerlijk om de stad in te gaan. ‘Voor het werk zelf hebben we de aannemer, directievoerder en toezichthouder. Mijn werk kan grotendeels vanachter de laptop en met Google Maps erbij. Maar in de rol van projectleider vind ik het fijn om de locatie even goed in me op te nemen.’ Hoewel ze forenst vanuit Delft, is Amsterdam zo ook een beetje háár stad geworden. : A gh LEEFTIJD: 29 C: t ie J: G p bij g m OG bhel ; r gt & egg
Pagina 52
JONG&AMBTENAAR MEEGEGROEID MET DE PUBLIEKE ZAAK In zijn woonplaats Apeldoorn had Gerjan van Engelenhoven een bijbaantje als postbode, in zijn eigen wijk Zuid. Van origine een arbeiderswijk. Zonder terughoudendheid nodigden zijn buurtgenoten hem tijdens ‘burendag’ uit om aan te schuiven voor een punt taart. D e gastvrijheid overrompelde hem. ‘Vanuit andere wijken wordt soms op Apeldoorn-Zuid neergekeken. Maar ik werd er gelukkig van, nog steeds trouwens.’ Gerjan raakte betrokken bij de wijkraad, daarna als medewerker bij een buurtcoöperatie. Het begin van een loopbaan voor de publieke zaak. ‘Met die coöperatie, opgezet vanwege de veranderingen in de zorg, ben ik meegegroeid. Het contact met het politiek-bestuurlijke veld deed me inzien dat bestuurskunde mij wel zou liggen.’ HOGER DOEL Gerjan zou ook in het bedrijfsleven terecht kunnen, ‘maar een hoger doel zou ik missen. Hopelijk klinkt dat niet pretentieus, maar bij de overheid kun je voor inwoners echt van betekenis zijn. De bij de wijkcoöperatie opgedane inzichten nam ik mee naar de fusie-organisatie van de gemeenten Duiven en Westervoort. Omzien naar elkaar, een leefbare en zorgzame ‘Bij de overheid kun je voor inwoners echt van betekenis zijn’ buurt vormden de kern van waar de wijkcoöperatie om draaide. Daarmee kon ik ook bij de twee gemeenten mooi mijn ei kwijt. In een buurt kunnen mensen veel voor elkaar betekenen. Zeker als daar een ontmoetingsplek bij hoort. Het begint met een potje klaverjassen, maar er vloeit veel meer uit voort.’ Contacten die volgens hem van belang zijn, omdat met name senioren gebukt gaan onder eenzaamheid. ‘Hun kinderen komen misschien in het weekeinde langs, maar de 52 rest van de week zitten ze alleen. Heel fijn als ze dan ergens kunnen koffiedrinken, zingen, mee-eten. Het voorkomt vaak dat ze naar allerlei professionele vormen van zorg moeten, wat niet alleen hartstikke duur is maar waar we ook het personeel voor missen.’ Als we elkaar spreken, werkt Gerjan nog even in de gemeente West Betuwe. Het had langer mogen duren, maar de omstandigheden thuis laten forensen en lange dagen minder toe. ‘Jammer, West Betuwe is zo’n ambitieuze gemeente. Zij wil flink bijbouwen en sportgemeente worden. Met 24 dorpen en twee stadjes is het de kunst om zaken zo dicht mogelijk bij de inwoners te organiseren, liefst in hun eigen dorp of wijk.’ Werkend op het snijvlak van het ambtelijke, bestuurlijke en politieke voelt Gerjan zich als een vis in het water. Een carrière in de politiek (hij is al politiek actief) sluit hij op den duur evenmin uit. ‘Politiek gaat over wat we belangrijk vinden met elkaar en waar we ons gezamenlijk geld voor inzetten. Als strategisch adviseur mag ik bestuurders helpen om goed te besturen en ambtenaren om de vertaalslag te maken van bestuurlijke wensen naar beleid en vice versa.’ OVERSTAP NAAR WATERSCHAP Inmiddels is Gerjan overgestapt naar een waterschap, met hoofdvestiging in zijn eigen woonplaats. ‘Ooit is geroepen dat we de waterschappen wel konden afschaffen. Het domste wat we nu zouden kunnen doen, met de rol die het waterschap heeft bij schoon grond- en oppervlaktewater, water vasthouden voor droge periodes en zorg voor akkers die bewerkt moeten worden in natte tijden.’ Zo ongeveer terwijl Gerjan zijn benen over zijn fiets zwaait om te vertrekken, rollen berichten binnen dat Nederland de doelstellingen voor schoon oppervlaktewater op geen stukken na haalt. Werk aan de winkel, met ongetwijfeld een mooie bijrol voor Gerjan. : Gj n Egn J 33. J Wp V V, t g e C: bur OG wo master Be
Pagina 54
JONG&AMBTENAAR DUWTJE OP WEG NAAR EEN BETER LEVEN Kunnen observeren en luisteren, gesprekstechniek goed in de vingers hebben, contact maken met niet altijd toeschietelijke Rotterdammers. Er zijn banen die minder vragen van een mens dan die van David Smits. S inds een jaar als werkt David als wijkcoach, een baan waar hij veel voldoening uit put. ‘Daarnaast werk ik al enkele jaren als praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg in een huisartsenpraktijk. En voor die tijd bij een stichting die daklozen helpt.’ Davids behoefte om andere mensen te ondersteunen komt kortom niet uit de lucht vallen. ‘Misschien niet helemaal een altruïstisch motief, maar het geeft mij een goed gevoel om anderen te helpen. Mooi om uit te zoeken hoe ik dat het beste aanpak, om iemand daarna te zien groeien. Ik heb bijvoorbeeld regelmatig mensen met een lichte verstandelijke beperking op mijn pad. Fijn om die te leren kennen en zaken uit te leggen op een manier die aansluit en hen zo een duwtje in de goede richting te geven, naar een beter leven. Liefst met een beetje humor.’ HUISVESTINGPROBLEMEN EN SCHULDEN David werkt in Rotterdam Zuid, een stadsdeel met de nodige problemen. Van overlast en geweld tot ziekmakende schimmel in huizen. ‘Iedereen die 18-plus is, kan bij ons aankloppen. Dat doen voornamelijk mensen met problematische schulden of huisvestingsproblematiek; ik schat wel 70 tot 80 procent van onze cliënten. Na drie maanden betalingsachterstand krijgen wij een melding van bijvoorbeeld de woningcorporatie. Vaak zit er meer achter: een scheiding, iemand heeft psychische problemen, of is zijn werk kwijt en weet niet hoe hij moet solliciteren. Niet altijd loopt contact maken even gemakkelijk. Sommigen denken eerst dat je de deurwaarder bent. ‘ Het begint formeel, maar dat is er doorgaans gauw af’ Een aangekondigde ontruiming beschouwen wij als een crisis. We zetten dan meteen alle mogelijke middelen in, zoals het aanvragen van uitstel van betaling via de rechtbank.’ Aan eenzaamheid, volgens David een probleem waardoor inwoners flink gebukt kunnen gaan, probeert hij vanuit zijn rol wat te doen. ‘Een cliënt die was verhuisd uit een andere regio 54 NAAM: Dd Ss LEEFTIJD 30 UC: wj - vso estaaseehed OG h r mhlk wk ge gg J g m hielp ik bijvoorbeeld bij het zoeken naar passende dagbesteding. Het doet mij goed om te zien hoe die persoon zich na korte tijd al op z’n gemak voelde met de begeleiders. Het begint formeel, maar dat is er doorgaans gauw af.’ URGENTIEGEVALLEN Soms staat ook David met lege handen, al doet hij nog zo zijn best. ‘Bestaanszekerheid begint met een dak boven je hoofd. Mensen die vijf jaar geleden nog als urgentiegeval werden gezien, krijgen nu niet meer snel die status. Het aanbod van woonruimte is veel kleiner en de behoefte groter dan ooit. In de regio Rijnmond hebben we voor Rotterdammers die nog maar kort staan ingeschreven als woningzoekenden de 55 zogeheten DirectKans-woningen bedacht. Die staan ‘s avonds om acht uur online. Daar komen echt duizenden mensen op af, zoveel dat de website soms tijdelijk onbereikbaar is. Ik durf wel te stellen dat geluk dan een grote rol speelt. Soms merk ik al na een gesprek van een kwartier al dat een persoon niet zozeer hulp nodig heeft, maar puur huisvesting. Daar kan de gemeente Rotterdam ze helaas niet op korte termijn aan helpen.’ Af en toe lukt het ook wel, zo hielp David een vrouw met drie kinderen die slachtoffer waren van huiselijk geweld. ‘De vraag om opvang werd toegekend, met uitzicht op doorstroming naar een woning. Op zulke momenten weet ik nog sterker waar ik het voor doe en ben ik trots op mijn gemeente.’
Pagina 56
JONG&AMBTENAAR VICKY KRIJGT JONG EN OUD IN BEWEGING De liefde bracht Vicky Reichel van Duitsland naar Nederland. ‘Het was niet zo moeilijk om mijn land verlaten en eind 2021 ergens anders opnieuw te starten’, vertelt ze. Zeker niet baankansen die geknipt blijken voor haar. N adat ze een half jaar in Nederland woonde, klopte Vicky aan bij de gemeente Tilburg. Ze was enthousiast over de wijze waarop daar het gemeentelijk sportbedrijf is georganiseerd en opgebouwd. ‘Breed, maar ook toegesneden op verschillende doelgroepen, waarbij alle medewerkers van Sportstimulering ook nog eens samenwerken in gebieden binnen de stad.’ MOTORIEK SCREENEN ‘In Duitsland was ik vooral gericht op revalidatie van mensen na een operatie en op kinderen met afwijkend gedrag. In Tilburg screen ik leerlingen van groep 3 op motorische vaardigheden. Hebben ze een motorische achterstand, dan bied ik steunlessen aan, om hun vaardigheden en motoriek te vergroten. Daarnaast werk ik nauw samen met collega’s van het Beweegteam Onderwijs. Tijdens de steunlessen geven wij de kinderen veel aandacht. Sommigen zijn angstig, bijvoorbeeld om te klimmen of om over de kop te gaan. Als we ze in beweging krijgen, komen ze vaak ook sociaal steviger in hun schoenen te staan. Het is echt een cadeautje als ik zie hoe ze in een traject van tien weken letterlijk sprongen vooruit maken. We houden altijd statistieken bij en tijdens een steuntraject van tien weken gaan kinderen motorisch gemiddeld dertien maanden vooruit!’ Vicky gunt dat iedereen en zeker kinderen van de beeldschermgeneratie. Zelf groeide ze op in een dorp, waar ze altijd buiten speelde. ‘Zo jammer dat kinderen dat nu veel minder doen. Sommige kinderen van groep 3 hebben thuis nog nooit een bal vastgehouden, merk ik. In de natuur, op een trapveldje of zaaltje kunnen ze zich uiten. Een prima manier om te werken aan sociale en motorische vaardigheden en aan gezondheid. Eigenlijk zouden we allemáál meer naar buiten moeten en bewegen, jong en oud!’ KLOOSTER Aan dat laatste – fitte senioren – werkt Vicky ook. ‘Van de gemeente Tilburg mocht ik een opleiding sport- en beweegleider doen, die ik inmiddels heb afgerond. Eén keer per week geef ik les aan een groep nonnen in een Tilburgs klooster. Sommigen zijn al boven de negentig, maar willen graag meer bewegen. Mijn andere groep bestaat uit inwoners van Tilburg-Zuid die vooral aan hun conditie en balans willen ‘Eén keer per week geef ik les aan een groep nonnen’ werken. Mijn lessen zijn uitdagend, maar goed te doen. En ze geven plezier. We zijn bezig met loopspelletjes, spieren versterken en ook valpreventie. Ouderen krijgen meer lichaamsbesef en dat kan ongelukjes voorkomen. Zeker als mensen op hogere leeftijd vallen en langer niet bewegen, gaan spieren snel achteruit. Ik wil senioren motiveren om met plezier in beweging te blijven en daarmee blessures te vermijden.’ 56 : Vy Rl J: 29 jr C: Moh p n b n g g OG Bc ggen
Pagina 58
JONG&AMBTENAAR OPLEIDING DE VERSCHILMAKER BIJ AMBTENARENSALARISSEN EEN GOED LOON MET VEEL EIGEN KEUZES Voor een behoorlijk salaris en veel ontwikkelings- en doorgroeimogelijkheden zit je goed bij de overheid. Naast het maandloon zijn ook secundaire arbeidsvoorwaarden niet om te klagen. Je mag ze deels zelf invullen. D e salarisschalen bij de overheid staan vast, maar het salarisstelsel bij rijksoverheid, provincies, gemeenten en zelfstandige bestuursorganen en agentschappen verschilt. De inschalingsmethodiek is ook anders. Ambtenaren bij de rijksoverheid verdienen verhoudingsgewijs het meest. Bij gemeenten hebben alle functies een door de werkgever vastgestelde functiewaardering. Je opleidingsniveau, de zwaarte van je functie en de opgedragen werkzaamheden bepalen je salarisschaal. Opleiding is de grote verschilmaker. De salariskloof tussen een mavo-geschoolde en een universitair opgeleide ambtenaar bedraagt al gauw 20.000 euro per jaar; een hbo-geschoolde ambtenaar verdient doorgaans 16.000 euro meer dan een mavogeschoolde. Jonge ambtenaren tussen de 21 en 35 jaar verdienen gemiddeld ruim 70.000 euro per jaar (2024). Er zijn leeftijdgenoten in andere sectoren die stukken minder mee naar huis nemen! JAARLIJKS EEN TREETJE Voldoe je (nog) niet aan alle eisen van ervaring, geschiktheid en bekwaamheid, dan is er kans dat je tóch die baan krijgt. Het personeelstekort bij de overheid is namelijk groot. Bij ‘gewoon’ goed presteren klim je jaarlijks automatisch een treetje. Presteer je bovengemiddeld goed, dan is een extra periodiek niet uitgesloten. Gezien de moeite en het geld die het kost om nieuwe mensen aan te trekken, zien overheidswerkgevers je niet graag vertrekken. Het loont de moeite op een extra periodiek aan te sturen. In de cao is afgesproken dat de werkgever een extra periodieke salarisverhoging mag geven buiten de ‘normale’ periodiekdatum. 58 INDIVIDUEEL KEUZEBUDGET Een van de grootste voordelen van werken als ambtenaar is het Individueel Keuzebudget, dat 16,50 procent van het salaris bedraagt. Je vakantiegeld van 8 procent is bij dit virtuele spaarpotje inbegrepen. Je mag er een deel van je arbeidsvoorwaarden naar eigen believen mee vormgeven, al is het keuzemenu wel beperkt. Bijvoorbeeld om fiscaal vriendelijk te besteden aan een (elektrische) fiets of pedelec, eerste klas te reizen, om van te fitnessen. Een aanlokkelijke nieuwe secundaire arbeidvoorwaarde bij de rijksoverheid, vooral voor oud-studenten en afstudeerders van de zogeheten ‘pech-generatie’, is dat je uit het IKB jaarlijks maximaal 2000 euro mag aflossen op je studieschuld via DUO. Kies je voor verlofuren in plaats van geld, dan kun je maximaal 187 extra IKB-uren kopen van je budget, bovenop vakanties en overige vrije dagen. De cao van gemeenten was nog niet rond op het moment van dit schrijven. In grotere overheidsorganisaties is het makkelijker om te switchen van functie. Naar een ander departement, of een tijdelijke detachering bij een andere overheidsorganisatie; het kan in sommige gevallen. Werken bij een kleinere organisatie heeft ook voordelen. Je leest het in de verhalen van jonge ambtenaren in dit magazine: je krijgt al snel vrijheid om je baan deels naar eigen inzicht in te vullen en je frisse blik wordt meestal gewaardeerd. VERBINDEN VERTELLEN VERTOLKEN VAN DE JONGE AMBTENAAR Zet je netwerk op de kaart en meld je aan voor de nieuwsbrief op FUTUR.nl
Pagina 60
JONG&AMBTENAAR AYMAN DOET IETS TERUG VOOR EINDHOVEN EN DE WERELD Knap pittig, het driejarige leerwerktraject dat Ayman Dalleh bij de gemeente Eindhoven doet. Maar hij stond in zijn leven voor hetere vuren, blijkt in de loop van ons gesprek. N a zijn bachelor civiele techniek zocht Ayman naar extra verdieping in zijn vakgebied. Een master aan de Technische Universiteit van Delft of Eindhoven lag voor de hand. Maar toen hij de kans kreeg om een leerwerktraject van de gemeente Eindhoven te combineren met een deeltijdmaster, liet hij die niet glippen. Vier dagen werken voor de gemeente, met daar bovenop wekelijks een dag om te besteden aan zijn studie. ‘Een fijne manier om theoretische kennis meteen toe te kunnen passen’, zegt Ayman erover. Waar houdt hij zich mee bezig als hij niet aan het studeren is? ‘Voor de vergunningverlening adviseer ik de casemanagers ‘Niemand kijkt doorlopend mee over mijn schouder’ over de constructieve veiligheid en de haalbaarheid van bouwwerken. Daarna ondersteun ik de bouwinspecteurs en begeleid ik de bouw tot aan de oplevering. Verder maak ik deel uit van het team rampen- en calamiteitenbestrijding.’ FLINK AANPOTEN Zijn leerwerktraject wijkt echt af van een traineeship, legt hij uit. ‘Ik krijg alle vertrouwen om mijn werk zelfstandig uit te voeren en heb echt al een beroep en een baan. Niemand die doorlopend over mijn schouder meekijkt. Dat maakt het werk een stuk uitdagender. Tegelijk kan ik altijd aan de bel trekken bij mijn collega’s voor vragen en overleg.’ De combinatie van een deeltijdopleiding en werken betekent dat Ayman flink moet aanpoten. ‘Mijn studiedagen zijn behoorlijk lang, soms van negen tot negen.’ 60 Maar hij stond in zijn jonge leven voor hetere vuren, onthult hij in de loop van ons gesprek. ‘Ik vluchtte op mijn zestiende uit Syrië en maakte met mijn broertje de lange en gevaarlijke reis naar Europa en uiteindelijk Nederland. Mijn vluchtgeschiedenis is een grote ‘why’ in mijn werk voor de gemeente. Ik doe graag iets terug voor de manier waarop we zijn opgevangen.’ Inmiddels heeft Ayman zijn voornemens ruimschoots omgezet in daden. ‘Naarmate ik vorder in mijn opleiding – ik zit in het derde leerjaar – mag ik aan steeds complexere projecten werken.’ In Eindhoven droeg hij bij aan de veiligheid van het viaduct bij de Fokkertunnel, waar een spooruitbreiding de mobiliteit in de groeiende Brainport-omgeving moet vergroten. ‘Ik heb de veiligheid van het viaduct van A tot Z bekeken, en voorwaarden opgenomen ten behoeve van de vergunningverlening.’ IN DE STARTBLOKKEN Daarnaast mocht Ayman bijdragen aan het realiseren van een duurzaam snelbouwproject: een appartementencomplex dat een oplossing biedt voor de hoge bouwkosten en de behoefte aan duurzaam bouwen. Inmiddels kijkt hij reikhalzend uit naar de bouw van het prestigieuze wooncomplex Tribune, dat uitkijkt op het levendige en hippe Strijp-S. Dat project is vertraagd door bezwaarprocedures, maar Ayman staat te popelen om zijn aandeel te kunnen leveren. Een belofte voor de toekomst is zijn afstudeeronderzoek. Dat draait om het hergebruiken van betonreststromen voor de productie van nieuw beton van hoge kwaliteit. Jaarlijks wordt ongeveer 14 miljoen kubieke meter beton (grind, zand en cement) verwerkt in de Nederlandse bouw. ‘Wereldwijd wordt bij de productie van een ton beton ongeveer één ton CO2 uitgestoten, vooral door het maken van cement. Stel je voor hoeveel uitstoot we besparen als we de secundaire grondstoffen 100 procent herwinnen!’ : Ay h : 2 C: cr J g n OG h r c jdm grg (g n g)
Pagina 62
JONG&AMBTENAAR Werken bij Waterschap Rivierenland ONS WATER, JOUW INVLOED! In het rivierengebied tussen de Rijn, de Lek en de Maas zorgen we met ruim 900 collega’s voor droge voeten en schoon oppervlaktewater. We werken aan dijkversterking, onderhouden sloten en vaarten, zuiveren afvalwater, zorgen voor schoon oppervlaktewater én houden het water op peil. Kortom, we doen belangrijke dingen voor onze ruim 950.000 inwoners op het gebied van water, veiligheid, recreatie en werk. Net als het water zijn wij blijvend in beweging. We ontwikkelen, verduurzamen en gaan voor kwaliteit. Samen werken we aan het waterschap van nu en de toekomst, elk talent draagt hieraan bij. Wil jij ook het verschil maken met jouw invloed? WERKEN BIJ WATERSCHAP RIVIERENLAND Wij bieden jou een werkplek waar de inzet van jouw talenten invloed hebben op het waterschap van nu en de toekomst. Tegelijkertijd krijg je bij ons de kans om jezelf te ontwikkelen, de ruimte om je werk flexibel in te richten en te gaan voor kwaliteit. Of je nu direct betrokken bent bij de water- of juist bedrijfsvoeringkant: wat jij doet, heeft invloed. ONS WATER, JOUW INVLOED Want samen maken we het verschil. Met collegialiteit als basis, ondersteunen we elkaar en zijn we trots op wat we samen bereiken. Door onze passie voor het vak en focus op kwaliteit en duurzaamheid nemen we onze verantwoordelijkheid. Net als water zijn wij blijvend in beweging. We bieden een 62 MAAK KENNIS MET JONGEREN IN POSITIE (JIP) WSRL IN HET KORT JIP is er voor alle jongeren tot en met 35 jaar binnen Waterschap Rivierenland. Het doel van JIP is om de stem van jongeren te laten klinken binnen onze organisatie. JIP wil jongeren vanuit alle afdelingen met elkaar verbinden en ze ondersteunen in hun groei en loopbaan. Verder geeft JIP (on)gevraagd advies aan de organisatie over actuele thema’s. Naast de eigen bestuursvergaderingen, schuiven we aan bij de OR en overleggen we met de afdelingshoofden en teamleiders. Daarnaast organiseren wij leerzame en verbindende events waarin elke keer een ander thema centraal staat. Zo slaan we regelmatig een balletje op de padelbaan en hebben we onlangs nog een interessante lunchlezing georganiseerd over werkdruk door de enige echte Nicolien Sauerbreij. JIP vindt dat werken niet alleen om productie draait, en dat JIJ hier je ambitie kwijt kan. We organiseren evenementen waarbij het ‘leren werken’ centraal staat. Waar loop je als beginnend werknemer tegenaan? Of hoe combineer je werk en je privéleven nou eigenlijk? Kortom, wij bieden een vol programma waar je met zowel vragen en suggesties maar ook zeker voor de gezelligheid terecht kunt. Opleidingsbudget: van max. € 12.000,Ontwikkeling: als jij groeit, groeien wij met je mee Vitaliteit: ga gezond en vitaal aan het werk Waterlanders: onze personeelsvereniging, met maar liefst 10 uitjes per jaar Werk-privé balans: het vertrouwen om je werk flexibel in te richten Invloed: wat jij doet, heeft invloed. Samen zorgen voor een stabiele leefomgeving. IKB 21%: laat je het uitbetalen? Of zet je het in voor extra verlof? uitdagende werkomgeving waarin jij kunt groeien, omdat we geloven dat jouw ontwikkeling onze vooruitgang betekent. Flexibiliteit en vertrouwen staan centraal in hoe we werken, zodat jij je werk en privéleven goed kunt combineren. Dit betekent dat je bij ons een baan vindt waarin jij je talenten kunt laten zien, terwijl je bijdraagt aan een veilige en stabiele leefomgeving voor de inwoners van ons mooie rivierengebied. Vergoeding: thuiswerkvergoeding én een thuiswerkplekbudget van € 850,63
Pagina 64
JONG&AMBTENAAR Om te kunnen presteren, moet je eerst groot durven denken FINANCIËLE BASISKENNIS VOOR EEN BETER LEVEN Geld lenen kost geld. Niet iedereen beseft dat voldoende, weet Jasmira Wiersma. ‘Mensen kunnen een beter leven hebben als ze goed omgaan met geld.’ N og maar amper heeft Jasmira haar laatste dagen bij het Centraal Bureau voor de Statistiek erop zitten. De verhuisdozen kunnen ingepakt voor vertrek naar Curaçao. Daar gaat zij een vergelijkbare functie bekleden als bij het CBS, waar ze eraan bijdroeg dat er betrouwbare cijfers voorhanden zijn over de inflatieontwikkeling in Caribisch Nederland en de gevolgen voor de koopkracht. Ten tijde van de verschijning van dit magazine is ze al aan het werk bij de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten. FINANCIËLE GEZONDHEID Jasmira promoveerde op het onderwerp financiële gezondheid en het effect daarvan op individueel welzijn en fysieke en mentale gezondheid. ‘Pas als je als overheid weet hoe dat werkt, kun je gericht beleid maken, bijvoorbeeld tegen armoede.’ Voor individuele burgers betekent het, dat gezonde persoonlijke financiën een belangrijke rol spelen bij zowel fysiek als mentaal welzijn. Maar niet iedereen vindt vanzelf de weg daar naartoe, merkte ze. ‘Door gebrek aan kennis nemen mensen verkeerde beslissingen.’ Haar promotieonderzoek toonde aan dat ongeveer een op de zeven Nederlandse huishoudens een financiële tegenvaller niet kan behappen. Vooral jongeren, gezinnen met kinderen, huurders, huishoudens met een laag inkomen en laagopgeleiden komen in de gevarenzone. Op Curaçao, een autonoom land binnen het koninkrijk, zag Jasmira dat slechts een derde van de inwoners geldzaken goed weet te doorgronden. Sommigen vormen daardoor een makkelijke prooi voor geldhaaien die woekerrentes rekenen. Culturele waarden en normen spelen bij het aangaan van schulden een rol. Ze zag het op Aruba, waar ze opgroeide. ‘Als je het beter hebt dan je buren, laat je dat zien. Maar het beeld aan de voorkant klopt lang niet altijd met dat van de achterkant. Mensen leven vandaag, niet morgen. Dat heeft gevolgen voor hun leen- en spaargedrag.’ WEEK VAN HET GELD Waar Nederland onder meer het Nibud en campagnes als ‘de Week van het Geld’ kent, zijn zulke initiatieven in de eilandstaten en op de BES-eilanden nog niet van de grond ‘Als je het beter hebt dan je buren, dan laat je dat zien’ gekomen. ‘Mijn doel is dat er financiële educatieprogramma’s komen, of op den duur zelfs een nationaal financieel educatieprogramma’, vertelt Jasmira. ‘Niet alleen op Curaçao, maar ook op de andere eilanden.’ Ze ziet zichzelf daar wel een rol in spelen, al weet ze nog niet in welke vorm. Maar het begin staat, want aan financiële educatie levert ze inmiddels een bijdrage. Tijdens haar masterstudie ondervond ze hoe in Nederland opgegroeide jonge volwassen financieel beter beslagen ten ijs kwamen. ‘Ze kregen dat mee in hun opvoeding.’ De econoom in Jasmira zelf maakte een sport van budgetteren. ‘Dat stelde me in staat te reizen. Veel van mijn Antilliaanse vrienden vroegen: hoe doe jij dat toch?’ Nu laat ze anderen meeprofiteren van haar expertise. 64 Jasa Wesa J 28 UC: Sh dker Cetale Ba an i . OG mba Busness & E; M e ‘Naast ons werk hebben mijn zus en ik een bedrijfje. Waarbij Jesra meer aan de kant van loopbaanontwikkeling zit, en ik op die van budgetcoaching. We helpen jonge professionals te investeren in hun toekomst en te groeien. Uiteindelijk willen we naar volledig ondernemerschap. Maar vooralsnog is dit iets waarin we onze passie kwijt kunnen.’ Met grenzen heeft Jasmira niet veel op, ook niet in haar carrière. Een motto van de Amerikaanse schrijver Wilferd 65 Peterson siert haar LinkedIn-pagina: Big thinking precedes great achievement.’ ‘Als ik voel dat ik in mijn comfortzone zit en niet verder kan groeien, maak ik de move om daaruit te stappen’, zegt ze over zichzelf. ‘Om te kunnen presteren moet je eerst groot durven denken. En je moet erin geloven. Mij hielp het dromen te verwezenlijken. Ik hoop daar anderen bij te kunnen helpen.’ Want ook dat zit in haar: ‘Je doet het niet alleen voor jezelf, maar ook for the greater good.’
Pagina 66
JONG&AMBTENAAR Van schrijven over de overheid naar ervoor werken ERVAREN HOE HET IS OM AMBTENAAR TE ZIJN Adriaan de Jonge voelde zich op zijn plek als redacteur bij Binnenlands Bestuur, vakblad en online platform voor ambtenaren en bestuurders. Maar hij wilde ook zelf ervaren hoe dat is, ambtenaar zijn. Als staflid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) onderzoekt hij de deskundigheid van de overheid, met een bijzondere focus op gemeenten. ‘A ls journalist schreef ik over werk en inkomen, armoede en schulden. Nieuwsgierigheid is mijn belangrijkste drijfveer en ik vind het leuk om dingen goed uit te zoeken. In mijn functie kon dat deels wel, deels niet. Ik kon me ontwikkelen tot specialist op mijn domein. Maar ik produceerde ook dagelijks nieuwsberichten en tweewekelijks achtergrondverhalen, waardoor de tijd voor reflectie en analyse ontbrak.’ ‘De Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid stond toen al op mijn vizier. Ik had meermaals over hun rapporten geschreven en raadsleden geïnterviewd. Ik vind het indrukwekkend hoe ze grote en brede maatschappelijke vraagstukken behandelen. Daar koppelen ze, ondanks de omvangrijkheid ervan, concrete beleidsadviezen aan. Toen er bij de WRR iemand werd gezocht die ook het lokale bestuur een beetje kent, sloot dat goed aan.’ KRITISCHE BUITENSTAANDER ‘Als journalist ben je een kritische buitenstaander. Je gaat op zoek naar dingen die fout gaan en probeert uit te leggen hoe dat komt. Daarmee heeft de pers een belangrijke functie in het openbaar bestuur, in het systeem van checks and balances in de democratie. De insteek van de WRR is anders. Daar gaat het niet alleen om wat er fout gaat, maar ook om hoe het béter kan.’ ‘In mijn eerste weken bij de WRR voelde het aanvankelijk gek dat ik dagenlang wetenschappelijke papers kon lezen zonder teksten te hoeven produceren. Maar de diepgang 66 waar ik naar verlangde, vond ik wel: twintig of dertig gesprekken over één onderwerp en daar de rode draad uit zien te halen. Vervolgens alles uitwerken op een wat hoger abstractieniveau. In mijn vorige baan had ik daar de tijd niet voor. Een ander verschil is dat er bij de WRR veel collega’s meelezen. Daar leer ik veel van.’ DESKUNDIGHEID VERKENNEN ‘Recent schreef ik weer een artikel voor Binnenlands Bestuur. Dit keer niet vanuit mijn rol als journalist, maar als WRRmedewerker. In ons onderzoek naar ambtelijke deskundigheid werkte ik aan een deelstudie op basis van interviews met gemeentesecretarissen, andere spelers uit het lokale bestuur en wetenschappers. De uitkomsten daarvan heb ik opgeschreven in het essay dat inmiddels is gepubliceerd. Daarin verken ik welke deskundigheid nodig is, welke tekorten optreden en wat eraan gedaan kan worden.’ ‘Aan de deskundigheid van gemeenten worden hoge eisen gesteld. Enerzijds worstelen sommige – met name kleinere – gemeenten met een gebrek aan inhoudelijke kennis. Vaak als gevolg van nieuwe en complexe taken die ze erbij kregen, zoals de warmte- en energietransitie.’ ‘De specialistische kennis die nodig is, is nog niet in alle gemeenten aanwezig en moet vaak komen van extern ingehuurde medewerkers. Die blijven niet, waardoor gemeenten minder goed in staat zijn om eigen kennis op te bouwen en ze continu externe bureaus moeten inschakelen.’ ‘In de gesprekken met gemeentesecretarissen was N: A g LE: 0 FUC: ji - s r B Whlk d v gg () OG: bacheo beal a ; mr ppy & p s personeelsschaarste vaak een van de eerste onderwerpen die werd aangesneden. Door het hoge personeelsverloop en de snelle roulatie is het moeilijk om klassieke ambtelijke competenties, zoals politiek-bestuurlijke sensitiviteit en lokale veldkennis, op peil te houden. Weten wie je inwoners zijn en wat in wijken en buurten speelt.’ ‘De overheid heeft de afgelopen vijf jaar veel jonge mensen aangenomen. We zien helaas dat jonge ambtenaren ook vrij snel weer vertrekken bij de overheid. Bijvoorbeeld omdat ze de overheid te stroperig vinden, of omdat verouderde ICT-systemen het werk frustreren. Dat is jammer, want juist 67 ‘ Aan de deskundigheid van gemeenten worden hoge eisen gesteld’ jonge ambtenaren zijn sterk maatschappelijk gedreven en gemotiveerd om bij te dragen aan het land en het openbaar bestuur. Zeker gezien de krappe arbeidsmarkt kunnen we het ons niet veroorloven om deze groep kwijt te raken.’
Pagina 68
JONG&AMBTENAAR Ontmoeten, spelen, leren, lunchen en samen op stap VAN EEN NETWERK PROFITEER JE LEVENSLANG Door elkaar op te zoeken, voelen jonge ambtenaren zich sterker en meer betrokken bij hun organisatie. De een meldt zich aan bij een bestaand netwerk, de ander begint er zelf een. JONG & Ambtenaar sprak met een aantal jonge verbinders. op Verweel (procesmanager maatschappelijk vastgoed) werd automatisch lid van Jong Ambtenaren Tilburg toen hij bij de gemeente kwam werken. ‘Net als alle andere medewerkers tot en met 35 jaar werd ik meteen voor alle activiteiten uitgenodigd. Later, toen er een nieuw bestuur moest komen, vroegen ze of mij dat iets leek. Ja, dacht ik, leuk!’ Inmiddels is Jop al enkele jaren voorzitter. ‘Het bestuur is niet echt hiërarchisch. We hebben een voorzitter en een penningmeester, maar verder helpen alle bestuursleden gewoon mee. Aan het begin van het jaar maken we gezamenlijk een grove planning, en dan zetten we overal de namen achter van degenen die verantwoordelijk zijn.’ De activiteiten vallen in een aantal categorieën. ‘Netwerkbijeenkomsten, bedrijfsbezoek, sport & beweging en persoonlijke ontwikkeling. Daaromheen is altijd nog ruimte voor J een borrel. Maar die vier vormen zijn een soort speerpunten.’ Met persoonlijke ontwikkeling doelt Jop Verweel op bijvoorbeeld lezingen. ‘Onlangs nog, over pensioenen. Maar zo’n lezing kan bijvoorbeeld ook gaan over werkdruk of vitaliteit. De bedrijfsbezoeken betreffen vooral lokale Tilburgse ondernemingen. Qua sport hebben we al erg veel gedaan, onder andere boulderen, padel, frisbee, golf, tennis.’ FOTO’S De foto’s bij dit artikel zijn gemaakt tijdens een netwerk-event voor jonge ambtenaren uit de provincie Flevoland. Het thema was de voedseltransitie. Met de hulp van onder meer kunstmatige intelligente keken zij vooruit naar het voedselsysteem van de toekomst. OPTREKKEN MET GELIJKGESTEMDEN Jop noemt zijn netwerk ‘superwaardevol’. ‘Tilburg is een vrij grote gemeente met zo’n 2.000 collega’s. We zijn de hele week met ons eigen team en ons eigen werk bezig. En we zijn over vier locaties in de stad verspreid, dus op de gang komen we elkaar niet per se tegen. Via het netwerk leren we andere collega’s kennen. Het is mooi om met gelijkgestemden op te trekken. We hebben veelal dezelfde interesses.’ Ook Tilburgse collega’s die niet bij het netwerk zijn aangesloten, kennen Jong Ambtenaren Tilburg maar al te goed. ‘Vooral omdat we jaarlijks een Valentijnsactie houden. Medewerkers mogen dan anoniem hun waardering uitspreken naar collega’s. Dat wordt echt afgedrukt en afgeleverd in een mooie roze envelop, met een presentje erbij.’ Om misverstanden te voorkomen, voegt hij daaraan toe: ‘De laatste jaren zijn we wat strenger geworden wat betreft de inhoud, gezien de maatschappelijke ontwikkelingen. We controleren alles eerst.’ 68 NAAM: Alexander Akerboom LEEFTIJD: 30 FUNCTIE: beleidsmedewerker directie Europa Oost, Ruslandteam OPLEIDING: wo, bachelor: liberal arts & sciences; wo, master: Afrikastudies; wo, master: politieke economie van opkomende markten NAAM: Jop Verweel LEEFTIJD: 31 FUNCTIE: procesmanager maatschappelijk vastgoed OPLEIDING: hbo, bachelor: watermanagement NAAM: Tessa van Barneveld LEEFTIJD: 31 FUNCTIE: adviseur energie OPLEIDING: hbo, bachelor internationaal toerisme LUISTEREN NAAR ZORGEN Ook Alexander Akerboom (beleidsmedewerker directie Europa Oost) werd meteen lid van het jonge ambtenaren-netwerk, toen hij bij het ministerie van Buitenlandse Zaken begon. ‘VerYBZ – of: Vereniging Young Buitenlandse Zaken – is de naam. Collega’s begonnen er al in mijn eerste week over: je móét echt lid worden.’ Nu is Alexander de trotse voorzitter. ‘BZ is een gigantische organisatie. In principe kom je hier vooral mensen tegen die op jouw afdeling ‘Ik wilde collega’s ontmoeten, luisteren naar hun ervaringen’ werken. Maar ik wilde juist ook andere collega’s ontmoeten. Luisteren naar hun ervaringen. Van ze leren. Prioriteit was voor mij dus echt het netwerken. Daarna werden ook andere componenten belangrijk, zoals de belangenbehartiging van jonge ambtenaren en de inhoudelijke activiteiten.’ VerYBZ betekent veel voor jonge ambtenaren, zegt Alexander. ‘Wij luisteren goed naar hun zorgen. Bijvoorbeeld over bezuinigingen, diversiteit en inclusie, of meer openheid van 69 personeelsbeleid. Maar ook zaken zoals contractverlenging of een eventuele overplaatsing naar het buitenland zijn voor onze leden belangrijk. Daar is namelijk moeilijk informatie over te vinden: Het Rijksportaal is nu niet de meest toegankelijke website en de informatievoorziening verschilt per directie. VerYBZ kaart dat aan. Hierdoor staan we in nauw contact met de personeelsdienst en de secretaris-generaal.’ Met name informatie rondom een overplaatsing is nuttig. ‘In principe hebben veel collega’s de mogelijkheid hiertoe. Je moet in ons vak immers wereldwijd inzetbaar zijn. Veel vereisten hiervoor, zoals cursussen, toetsen en taaleisen, zijn helder. Maar er zijn ook minder duidelijke, informele kaders, zoals koffietjes doen met collega’s, een soort lobbytraject. Als je de organisatie niet goed kent, kan dat ingewikkeld zijn. VerYBZ helpt daarbij.’ GOEDE BALANS GEVONDEN Alexander denkt een goede balans te hebben gevonden tussen sociaal en inhoudelijk. ‘Er is iedere maand een borrel, maar we zijn uiteraard méér dan een borrelclub. Naast informatievoorziening en belangenbehartiging organiseren we ook inhoudelijke activiteiten zoals inlooplunches. Dat zijn sessies waar jonge BZ’ers onder meer met directeuren-generaal, ambassadeurs of externe organisaties in gesprek kunnen. Daarnaast organiseren we een jaarlijks gala en een studiereis, meestal buiten Europa, naar een land dat relevant is voor het
Pagina 70
JONG&AMBTENAAR Nederlands buitenlandbeleid. Vorig jaar was dat Zuid-Afrika, het jaar daarvoor India. Tijdens deze reis worden bezoeken gebracht aan de Nederlandse posten, het desbetreffende ministerie van Buitenlandse Zaken, maar ook aan ngo’s, bedrijven en culturele instanties. Allemaal om een beter beeld te krijgen van wat ons werk inhoudt.’ NAAR DE DIRECTIE Bij de gemeente Ermelo was nog geen netwerk voor jonge ambtenaren actief, toen Tara Loos (bestuurssecretaresse) er in dienst ging. ‘Samen met een collega heb ik het netwerk zelf opgezet. Het leek me leuk als we elkaar af en toe zouden ontmoeten. We werken natuurlijk niet allemaal in dezelfde teams. Sommige collega’s zijn veel op zichzelf. Zo’n netwerk bleek er nog niet te zijn. Nou, toen ben ik naar de directie gestapt.’ Die was meteen enthousiast. ‘Toen is Jong Ermelo ontstaan. We hebben meteen een agenda gemaakt met activiteiten die we willen organiseren. De eerste activiteit was in oktober vorig jaar, daar kwamen toen twaalf mensen op af. We hielden het simpel. Vanaf een uur of vijf bleven we gewoon op het gemeentehuis. Wij regelden pizza’s en iedereen nam spelletjes mee. Gewoon om elkaar te leren kennen.’ Inmiddels is er een WhatsApp-groep waar ze elkaar op de hoogte houden. ‘Af en toe komen we samen om ideeën voor evenementen te bespreken. Dan vertellen we elkaar ook wat we van andere collega’s hebben gehoord, wat zij graag willen doen.’ Zo komt er waarschijnlijk een pubquiz. Tara: ‘En een wandeling met lunch. Een picnick, waarbij iedereen zelf iets te eten meeneemt. Daarnaast willen we onze leden informeren. En misschien kunnen we iets aan persoonlijke ontwikkeling doen. Dat een trainer komt vertellen hoe je moeilijke gesprekken voert, bijvoorbeeld.’ JONGE AMBTENAREN FLEVOLAND Tessa van Barneveld (adviseur energie) is al net zo ondernemend als Tara. Ook zij richtte zelf een netwerk op, in haar geval bij de provincie Flevoland. Inmiddels mag ze zichzelf voorzitter van JAF noemen: Jonge Ambtenaren Flevoland. ‘Hiervoor was ik businessmanager bij Rabo Carbon Bank. Daar hadden we ook een netwerk voor jongeren, en dat heeft mijn carrière echt vleugels gegeven. Ik heb daar zó’n mooi netwerk opgebouwd, en zoveel kunnen leren op het gebied van persoonlijke ontwikkeling. Dat gunde ik mijn collega’s bij de provincie ook.’ Tessa besloot zelf de kar te trekken. ‘Ik heb wat mensen om me heen verzameld en samen hebben we een oud netwerk, dat mede door covid niet meer bestond, nieuw leven ingeblazen. Nou, toen heb ik echt heel wat gesprekken gevoerd.’ Ze lacht. ‘Iedereen die ook maar een beetje jonger leek dan 36 jaar, heb ik aangesproken. Daarna kwamen er vanzelf managers naar me toe die zeiden: ik heb ook nog een paar jonge collega’s die graag even koffie met je drinken.’ Die steun van alle kanten gaf haar extra energie. ‘Ook de provinciesecretaris vond het fantastisch. Toen zijn we begonnen met netwerkborrels. Ik merkte dat ik de activiteiten zo laagdrempelig mogelijk moest houden, in het begin.’ Het ging als een lopend vuurtje. ‘Op een gegeven moment NAAM: Tara Loos LEEFTIJD: 24 FUNCTIE: bestuurssecretaresse OPLEIDING: mbo managementassistent NAAM: Rianne van Haaren LEEFTIJD: 27 FUNCTIE: jurist handhaving OPLEIDING: wo, bachelor: rechtsgeleerdheid; wo, master: strafrecht NAAM: Marc Dols LEEFTIJD: 32 NAAM: Mitchell Hendriks LEEFTIJD: 31 FUNCTIE: strategisch adviseur sociaal domein OPLEIDING: wo, bachelor: bestuurskunde; wo, master: bestuurskunde; wo, master: communicatie- en informatiewetenschappen FUNCTIE: senior beleidsmedewerker organisatie & besturing Rijksoverheid OPLEIDING: mbo: grafische vormgeving; hbo, bachelor: kunst en economie 70 begonnen we ook activiteiten te organiseren op het gebied van persoonlijke ontwikkeling. Een masterclass van de Foutenfabriek was dat, destijds. Dat bleek een schot in de roos. Vervolgens kwamen er sportieve activiteiten bij. Ook buiten het werk om kregen jonge ambtenaren meer contact met elkaar. We voeren nu mooie gesprekken, we stellen vragen. Waar wil je naartoe, de komende jaren? Waar loop je tegenaan? We inspireren elkaar, zowel binnen als buiten werktijd.’ Ook zorgt Tessa ervoor dat JAF een stem in de organisatie heeft. ‘Zo hebben twee jonge ambtenaren bijvoorbeeld meegedaan aan de verkiezingen voor de ondernemingsraad. Dat is gelukt: zij zijn het ook geworden. Nu zijn we als jonge ambtenaren nog beter vertegenwoordigd.’ Ze is ervan overtuigd dat het netwerk een grote positieve invloed heeft. ‘Dat is misschien nog wel het mooist: dat iedereen zich al snel heel veilig voelde. En betrokken. Inmiddels zijn we met meer dan honderd jonge ambtenaren. JAF is niet alleen een netwerk waar je leert, maar waar je ook een toekomst opbouwt. Volgens mij heb je hier echt de rest van je leven iets aan. Zowel tijdens je carrière bij de overheid als eventueel daarna.’ HARTMANS NETWERK Niet elk netwerk is gekoppeld aan een specifieke overheidsorganisatie. Hartmans Netwerk is bijvoorbeeld een landelijke 71 club. Dat bevalt lid Marc Dols (strategisch adviseur sociaal domein, gemeente Hilversum) enorm. ‘Hier kom ik mensen tegen van provincies, waterschappen én gemeenten. Juist door die mix van ervaringen leren we veel van elkaar. Zo dragen we gezamenlijk bij aan een beter openbaar bestuur. Dat vraagt misschien iets extra’s, maar je krijgt er veel voor terug. Ik gun dit iedere jonge ambtenaar.’ Rianne van Haaren (jurist handhaving, gemeente Rhenen en eveneens Hartmans-lid), kan zich daarin vinden. ‘Al is het niet alleen een netwerk waar we professionele ervaringen met elkaar delen. We kunnen ook persoonlijke gebeurtenissen en ontwikkelingen bespreken. Er wordt hier echt naar je geluisterd.’ KOEPEL FUTUR Al deze verschillende netwerken staan indirect weer met elkaar in contact via FUTUR, de overkoepelende organisatie voor alle jonge-ambtenaren-netwerken in Nederland. ‘Afgelopen jaar was ons thema Streetwise,’ vertelt FUTUR-voorzitter Mitchell Hendriks (senior beleidsmedewerker organisatie & besturing Rijksoverheid, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). ‘We nodigden ambtenaren uit om de uitvoering van beleid wat meer centraal te stellen. We merken dat jonge ambtenaren de behoefte hebben om dit gezamenlijk te organiseren. Er wordt helaas nog te weinig over organisatiegrenzen en overheidslagen heen gestapt. Terwijl jonge ambtenaren juist graag met elkaar in contact staan. Daarom worden er ook steeds meer jonge uitvoeringsnetwerken opgericht, zoals Jong Dienst Justitiële Inrichtingen en Jong Immigratie en Naturalisatiedienst. Nu is het aan de bestuurlijke top om deze pogingen tot ambtelijke verbinding te stimuleren.’
Pagina 72
Samen De wereld heeft je nodig. Zet de eerste stap. Wij helpen de nieuwe generatie om zich te ontwikkelen tot toekomstbepalers in Integraal Projectmanagement. Dat doen we bij provincies, gemeenten en waterschappen. Op plekken waar de leefomgeving van de toekomst wordt bepaald, maken wij samen het verschil. Altijd in ontwikkeling. Wij geloven dat ontwikkeling een betere toekomst creërt. Daarom bieden wij ontwikkeltrajecten aan, zoals het Traineeship Ruimtelijk Projectmanagement. Hiermee maakt talent een vliegende start. Meer ervaren professionals volgen de Leerlijn Activistische Projectmanager, een traject dat zich richt op het ontwikkelen van activistisch leiderschap. Wil jij de eerste stap zetten of zoek jij toekomstbepalers voor jouw organisatie? www.generation.nl bouwen aan de toekomst. Meer weten? Scan de QR! ZUSSEN MAKEN SAMEN CARRIÈRE Vier jaar geleden interviewde JONG & Ambtenaar Maya Aumaj. Strikt genomen geldt ze niet meer als ‘jonge ambtenaar’ (want ouder dan 35), maar we spraken toch met haar—samen met zus Simone, die ook carrière maakt bij de rijksoverheid. Bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zet Simone zich in tegen discriminatie en racisme in het onderwijs, de cultuursector, de wetenschap én binnen het departement zelf. M aya werkte bij de Rijksvoorlichtingsdienst als communicatieadviseur, maar verkaste twee jaar geleden naar het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ze werkt nu bij de Directie Protocol en Gastlandzaken. Daar heeft ze meteen haar draai gevonden: ‘Internationale zaken hebben me altijd geïnteresseerd. De beleidsdirectie Nederland Gastland doet veel rond buitenlandse ambassades en voor internationale organisaties die in ons land actief zijn.’ Maya coördineert en communiceert de zogeheten protocol guides, belangrijke beleidsdocumenten voor ambassades en internationale organisaties. Ook helpt ze met het organiseren van bijeenkomsten en conferenties. Zo bemoeit ze zich met werkbezoeken van buitenlandse ambassadeurs aan een Nederlandse provincie. BLACK LIVES MATTER Jongere zus Simone werkte eerst bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), maar stapte over naar Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Op SZW werkte ze als beleidsmedewerker Samenleven aan het tegengaan van discriminatie naar herkomst, huidskleur en religie, en aan het bevorderen van samenleven in verscheidenheid. Ze kijkt er met plezier op terug. Maar OCW lonkte, omdat ze daar kan meewerken aan een gestructureerdere aanpak. Simone: ‘Het programma houdt zich op alle OCW-terreinen bezig met de strijd tegen discriminatie en racisme en zoekt ook de interdepartementale samenwerking op. Het is in het leven geroepen na Black Lives Matter, toen er een duidelijke oproep uit de samenleving kwam om meer te doen tegen met name institutioneel racisme. Racisme kent namelijk een structureel en systemisch karakter dat boven individuele incidenten uitstijgt. Dat structurele karakter is moeilijker aan te wijzen, maar heeft grote consequenties voor personen die in onze samenleving tot gemarginaliseerde gemeenschappen 73 Simone (links): ‘Maya heeft voor mij “de weg vrijgemaakt”’
Pagina 74
JONG&AMBTENAAR behoren, en met name personen van kleur.’ In het programma waar Simone aan werkt wordt het onderwerp serieus opgepakt. ‘Ik kan daarom gewoon aan het werk gaan, zonder dat ik elke keer eerst moet bewijzen dat institutioneel racisme bestaat en een probleem voor onze samenleving vormt.’ POPULISME Anno 2025 leven we in een tijdperk van populisme en polarisatie, waarin groepen tegenover elkaar staan. Maakt dat Simones werk lastiger? Daar heeft ze geen last van. Haar werk staat los van de vraag of een bewindspersoon het ermee eens is. ‘Het tegengaan van discriminatie en racisme is altijd al complex en het werk van een lange adem geweest. Het is geen sprint, maar een marathon die verder reikt dan de huidige politieke realiteit.’ Bovendien leggen ambtenaren sinds 1 januari 2025 een nieuwe, algemenere eed af. ‘Nu zweer je te handelen op integere, rechtvaardige en gelijkwaardige wijze en je in te willen zetten voor het algemeen belang van de samenleving. Precies de principes die ik als ambtenaar ook het belangrijkste vind.’ ‘ Het leuke is dat we als zussen ervaringen kunnen uitwisselen’ DE WEG VRIJGEMAAKT Benijd Maya haar jongere zus niet, die in haar kielzog bezig is met zulke zware maatschappelijke onderwerpen? Nee, zegt ze: ‘Ik vind het vooral interessant wat Simone doet en leer van haar. Het leuke is dat we als zussen ervaringen kunnen uitwisselen en dat doen we dan ook. We trekken samen op.’ Simone: ‘Maya is acht jaar ouder en altijd een inspiratie geweest voor mijn eigen carrièrepad. Ik heb geleerd van de lessen die oudere zussen doormaken. Maya heeft alles in haar eentje moeten uitzoeken. Eigenlijk heeft ze voor mij “de weg vrijgemaakt”. Zonder Maya werkte ik denk ik niet bij het rijk. Zij heeft me echt geïnspireerd voor dit werk. Ik ben wat mondiger dan Maya, maar kán ook mondiger zijn omdat ik haar als “voorbeeldzus” heb gehad.’ AFGHAANSE KOMAF Zowel Maya als Simone maken een vliegende carrière bij de rijksoverheid. De zussen zijn van Afghaanse komaf, als kinderen van politieke vluchtelingen die ooit de Sovjetoorlog in Afghanistan zijn ontvlucht. Heeft de Afghaanse achter74 grond nog barrières opgeleverd in hun carrière? Of omgekeerd, misschien juist extra motivatie gegeven om daar aan te werken? ‘Mijn achtergrond heeft me zeker de motivatie gegeven om bij te dragen aan een gelijkwaardiger en rechtvaardiger Nederland’, vertelt Simone. Om er meteen aan toe te voegen dat het ook gecompliceerd is. ‘Enerzijds leven we in een land waar in de grondwet is vastgelegd dat jouw kansen niet afhankelijk zijn van welke achtergrond je meedraagt. Toch laten verschillende onderzoeken zien dat kansenongelijkheid op basis van herkomst prevalent is in Nederland. Tegelijkertijd voel ik dat – hoewel ik in Nederland ben geboren – mijn “Nederlanderschap” ter discussie wordt gesteld. En misschien in de huidige politiek realiteit nog meer. Ik heb me daardoor niet tegen laten houden, maar ben mezelf wel tegengekomen in mijn eigen veeleisendheid. Si j J 3 C: sior er J m dw l hp OG g s e ge Op 23-jarige leeftijd kreeg ik een burnout. Ik heb daarvan geleerd om niet alleen met mijn hoofd te leven, maar ook naar mijn lichaam te luisteren. Wat me vooral heeft geholpen zijn de gelijkgestemden die ik heb gevonden in mijn strijd voor gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid. Dat geeft hoop voor de toekomst.’ BURGERINITIATIEF Van een burnout heeft Maya nooit last gehad. Ze volgt haar hart en is iemand die altijd wel doorgaat, ook als ze tegen nare dingen aanloopt. Zo heeft ze na de val van de Afghaanse hoofdstad Kaboel samen met anderen Hart voor Afghanistan opgericht, een burgerinitiatief dat 100.000 euro heeft opgehaald om ondervoeding bij jonge kinderen in Afghanistan te bestrijden. En nu is ze samen met anderen bezig met het promoten van een Frans-Afghaanse film ‘Writing Hawa’, over een 52-jarige Afghaanse ongeletterde vrouw die nooit mocht leren lezen en schrijven, en dat alsnog leert. Maar dan valt Kaboel in handen van de Taliban... Maya: ‘Het promoten van zo’n film lijkt “klein” en niet meteen heel politiek, maar het is iets wat ik kan doen vanuit mijn geprivilegieerde positie. Het is een belangrijke film, want momenteel herhaalt de cirkel van vrouwenonderdrukking zich weer in Afghanistan. Afghanistan is het enige land ter wereld waar vrouwen opnieuw institutioneel van onderwijs uitgesloten zijn. Ik ben meer van mens tot mens actief. Maar ik schuw – net zomin als Simone – meer politieke activiteiten. Want aan de ene kant ben je ambtenaar, aan de andere kant mens. En heb je de vrijheid je in te zetten voor zaken die je belangrijk vindt.’ NAAM M j J: 38 jr UC: beedsmedeee ecte P n J miii n Bld ken OG cle g - wppen 75
Pagina 76
JONG&AMBTENAAR Plein Publiek maakt studenten enthousiast voor een overheidsbaan MET BIJNA ELKE ACHTERGROND KUN JE AMBTENAAR WORDEN Ambtenaren tot 35 jaar hebben hun eigen netwerken. Maar waar klop je aan als je nog studeert, of je aan het oriënteren bent op een baan na de diploma-uitreiking? Plein Publiek zet je op het goede spoor. T ijdens hun master bestuurskunde (‘een typische ambtenarenstudie’) in Utrecht viel het Floortje Jorna en Emiel Walgaard op dat weinig van hun voormalige studiegenoten doorstroomden naar de overheid. Zo’n beetje de helft ging de consultancywereld in. ‘Als zelfs bestuurskunde niet leidt naar een baan bij de overheid, hoe zit het dan met andere opleidingen?’, vroegen ze zich af. ‘De private sector is een grote concurrent’, weet Emiel. ‘Vaak worden diezelfde mensen later gedetacheerd bij de overheid. Dit is niet altijd de beste manier en kost vaak veel geld.’ Met Floortje richtte Emiel Plein Publiek op, dat jonge mensen warm wil laten lopen voor de overheid. ‘Studenten weten het best wat er onder studenten leeft’, dachten de twee. Inmiddels is Emiel is beleidsmedewerker bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en werkt Floortje bij een adviesbureau. Samen zijn ze nog wel de stuwende krachten achter Plein Publiek, dat inmiddels ‘ververst’ en aangevuld is met nieuwe teamleden. VEELZIJDIG Op carrièrebeurzen zagen Floortje en Emiel in hun studietijd vooral stands van bedrijven. ‘Studenten weten vaak niet dat zo’n beetje alle banen in de private sector ook mogelijk zijn bij de overheid’, weet Emiel. ‘Het komt niet zo gauw bij ze op. Een eind maken aan de onbekendheid van de overheid als werkgever, en tegelijk laten zien hoe veelzijdig die is – dat 76 zijn onze motieven. Met in ons achterhoofd de missie om een eind te maken aan het stoffige ambtenarenimago. De diversiteit aan banen is fantastisch.’ Voor studenten kan het nog knap lastig zijn om een stageplek bij de overheid te vinden. De rijkstraineeships zijn ook zeer gewild. ‘Maar er zijn veel meer mogelijkheden om binnen te komen’, zegt Emiel. ‘Je moet de weg een beetje weten.’ Daar helpt Plein Publiek bij. Door activiteiten en bijeenkomsten te organiseren en actief te zijn op sociale media. Zo was er in 2024 een festival waar studenten in gesprek konden met jonge ambtenaren van allerlei organisaties. Er waren sessies die een kijkje gaven in de overheidskeuken. En tijdens een ‘ambtenarenroast’ werden de hardnekkigste vooroordelen over ambtenaren op de hak genomen. Voor 2025 staan activiteiten als inhouse-dagen, werkbezoeken en lezingen op de rol. Zelf begon Emiel als trainee bij de rijksoverheid. En hij zet daar zijn loopbaan voort op het ministerie van Buitenlandse Zaken, waar hij een van de ambtenaren is die het Nederlandse geluid afstemt dat in Brussel klinkt. ‘Op de Directie Integratie Europa coördineren we de Nederlandse EU-inzet, ook voor de vakdepartementen. Daarnaast hebben we beleidstaken met dossiers zoals de toekomst van Europa.’ Emiel vindt het belangrijk dat gemotiveerde en competente jongvolwassenen de overheid willen dienen, ook nu hij zelf ‘onder dak’ is. ‘Bij de maatschappelijke vraagstukken die spelen wordt beslist over hún toekomst.’ Ligt de overheid zo slecht in de markt onder studenten? Verrassend genoeg valt dat dik mee. In opdracht van Plein Publiek onderzochten studenten bestuurs- en organisatiewetenschap van de Universiteit Utrecht het beeld van de overheid onder studenten. Als potentieel werkgever scoorde de overheid maar liefst 8,2 uit 10.
Pagina 78
JONG&AMBTENAAR Slaat de verveling toe? ZOEK NIEUWE UITDAGINGEN Weinig kans dat je aan het eind van je opleiding toekwam aan lummelen. Zo veel deadlines! En dan was er ook nog het studentenleven waar je de handen aan vol had. Eenmaal aan het werk kan het verveling je zomaar opbreken. D e eerste tijd in je nieuwe functie ben je een en al gretigheid. Je leert andere mensen kennen, maakt je nieuwe taken eigen, leert je vinden nieuwe software en relevante wet- en regelgeving. Maar overal is na verloop van tijd het nieuwtje af en de uitdaging kan omslaan in pure verveling. Is het erg, als je nooit op je tenen hoeft te lopen? Was het maar zo. Gebrek aan stress en uitdaging kunnen je net zo ziek maken als burn out. Dat laatste is een toestand van uitputting, meestal veroorzaakt door aanhoudende overbelasting. De klachten die erbij horen – niet per se allemaal – zijn vermoeidheid, slapeloosheid, verminderde prestaties, emotionele uitputting en hoofdpijn. Ze lijken verdacht veel op die van bore out – te weinig mentale belasting. Als je jezelf dag in dag uit je bed uit moet sleuren om naar het werk te gaan, je lunchpauze rekt, je vakantiereis bij elkaar googelt en halverwege de middag meermaals op je mobieltje kijkt of je met goed fatsoen naar huis kan, moet je alert zijn. Zeker als je jong en ambitieus bent aan het begin van je carrière, kun flink lijden onder bore out. Vraag jezelf of je werkzaamheden aansluiten bij je eigen interesses en vaardigheden. Bore out kan zelfs schadelijk zijn voor je verdere loopbaan, als die uitmondt in ongeïnspireerdheid, verdamping van creativiteit, cynisme en uiteindelijk een hekel aan je werk. Je kunt je onvoldoende gewaardeerd of nuttig voelen, wat leidt tot een verlies van zelfvertrouwen. Dat alles straal je uit; je collega’s zijn niet gek. Niet doormodderen, doe er wat aan! Zie het kader hiernaast. 78 5 TIPS TEGEN DREIGENDE BORE-OUT • Praat met een collega die je vertrouwt of, als de verstandhouding goed is, je leidinggevende. Dat lijkt risicovol, maar besef dat de overspannen arbeidsmarkt je wind in de rug geeft. Misschien is het mogelijk het werk wat uitdagender te maken, met extra verantwoordelijkheden of een project onder jouw hoede. • Leg jezelf nieuwe doelen op. In de persoonlijke sfeer (bestuursfunctie bij vereniging waar je lid van bent), of in de medezeggenschap. • Verdiep je kennis en leer nieuwe vaardigheden aan. Een opleiding naast je werk bijvoorbeeld, vaak door de baas betaald. Zo buig je verveling om in iets positiefs. • Zoek sociale interactie met collega’s, als je daar gebrek aan hebt. Bij het jonge ambtenarennetwerk van jouw organisatie zoeken ze vaak versterking bij het organiseren van activiteiten en organiseren ze sociale uitjes. . • In het uiterste geval is verveling een signaal dat je huidige functie niet de juiste is. Dan is het tijd voor verandering. Een andere functie, een nieuw domein of werkgever, een nieuwe richting. Beslis niet overhaast. Als je van nature een korte spanningsboog hebt, slaat ook elders na verloop van tijd de verveling toe. ambtenaar met ambitie?mbit ie Jonge e na ar i je gratis op Binnenlands Bestuur! Blijf op de hoogte – abonneer ands Bestuu
Pagina 80
JONG&AMBTENAAR Ze is opgeleid tot logopedist en neurolinguïst, maar nu is Merle Dresselhuis ambtenaar. In de gemeente Gooise Meren houdt ze zich bezig met personeelszaken. Een opvallende stap, maar een goede beslissing, vindt ze. MERLES OPMERKELIJKE OVERSTAP NAAR HR e is de eerste die toegeeft dat haar studieloopbaan en carrière kronkeliger zijn dan gemiddeld. En met de kennis van nu voldeed Merle als schoolverlater misschien te veel aan de verwachting van anderen. ‘Na het vwo zei bijna iedereen: je gaat naar de universiteit. Als daar maar vaak genoeg op wordt voor gesorteerd, ga je dat ook doen.’ Niet dat ze spijt heeft van haar universitaire opleiding – ‘ik heb heel veel geleerd’ – maar het liep anders dan ze van tevoren dacht. Ze startte met een studie Italiaans, maar toen al kwam de klad in het academisch talenonderwijs. Italiaans werd Romaanse Talen en Culturen, en Merle hoefde de hele culturele en politieke context er niet per se bij. Haar bachelor maakte ze netjes af, om meteen een andere richting in te slaan. Neurolinguïstiek, met een goede reden: ‘Wat gebeurt er in je hoofd met een stoornis als stotteren of dyslexie? Getriggerd doordat ik soms zelf stotter. Op het hbo deed ik logopedie naast mijn master. Een stotterende logopediste: dat leek me hartstikke stoer. En dat wás het ook.’ Z SCHADUWKANTEN Haar werk als logopedist en dyslexiespecialist in het onderwijs had ook schaduwkanten. ‘Elk half uur zag ik een ander kind, vaak op een andere school. Tussendoor in de auto at ik snel een broodje.’ Die jachtigheid werd ze beu. ‘Ik verlangde naar momenten waarin ik in alle rust mijn eigen ding kon doen, achter de computer. Verder is een logo pedistenbestaan best eenzaam. Je ziet de hele dag mensen, maar je maakt niet echt deel uit van een team.’ Nadenkend over wat een goed alternatief zou zijn, viel ze terug op een oude ervaring. ‘Mijn moeder was medewerker personeelszaken op een school. Soms hielp ik haar, met enveloppen vullen bijvoorbeeld. Eenvoudige werkzaamheden, maar ik proefde de voordelen van het kantoorleven. Samenwerken en met collega’s in de kantine eten. Andere mensen boeit dat misschien minder, maar ik vond dat gezellig.’ Met een master op zak zou het niet moeilijk moeten zijn om ‘ Ik verlangde naar momenten waarin ik in alle rust mijn eigen ding kon doen’ een baan te vinden die zulke sociale kanten bevat. Maar dat viel volgens Merle nog best tegen. ‘Overal werd ervaring gevraagd. In Gooise Meren vond ik een startersvacature, met mogelijkheid om te groeien.’ Inmiddels werkt Merle op de HR-afdeling, waar ze uiteenlopende werkzaamheden doet om 80 Mele Desseus : 3 r UC: medeerker p saasadstate J g n OG br h g - lgk het HR-vak goed in de vingers te kunnen krijgen. ‘Ik kreeg van meet af aan vertrouwen. Er komen steeds meer taken bij, nu bijvoorbeeld salarisadministratie. Wat ik eerst miste, samenwerken en een warme sfeer, vind ik hier echt.’ TIP VOOR STARTERS Voor starters die ook denken aan werken bij de lokale overheid heeft Merle een tip: begin net als zij op het klantcontactcentrum, waar inwoners en ondernemers terechtkomen als ze wat willen van hun gemeente. ‘Je raakt ervan doordrongen dat een gemeente een dienstverlenende organisatie is, met veel taken. De hele samenleving komt aan de receptie voorbij. Je snapt vlot wie je moet hebben bij welke vraag.’ Drie maanden werkte ze daar, als voortraject van haar starters81 functie op de afdeling Human Resources ofwel Personeelszaken, de zogeheten ‘kweekvijver’. ‘Dit was echt een onderdeel van de vacature waar ik op solliciteerde. Vanuit deze job kan ik nog alle kanten op binnen de gemeente.’ COACHENDE ROL Wat Merle eveneens goed bevalt: de arbeidsvoorwaarden, ook de secundaire. ‘Ik werk vaak thuis. Dat is prettig met een eenjarige dochter die regelmatig kinderkwaaltjes heeft. Mijn uren deel ik vaak zelf in, met soms in de avond nog een paar uurtjes.’ Welke functie Merle op termijn ambieert, weet ze nog niet. ‘Ik heb heus ambities, maar niet scherpomlijnd. Een coachende rol zou iets kunnen zijn. Maar voorlopig ben ik gewoon tevreden.’
Pagina 82
DEUKEN SLAAN IN PAKJES BOTER ‘Ga je vertellen dat je met je werk impact wilt hebben, of erger nog: impact wilt máken?’ De moeder van een in dit magazine geportretteerde jonge ambtenaar kon een plaagstootje niet nalaten, voorafgaand aan ons gesprek. De laatste lachte er zelf het hardst om, want wie bij de overheid beseft niet dat ambtenaren soms een tribaal taaltje spreken en schrijven? Opiniemaker en columnist Kustaw Bessems verzuchtte op de socials: ‘Een van mijn wensen voor 2025 (en alle jaren daarna) is dat niemand in Nederland nog het woord ‘impact’ zal gebruiken. Dat is meer dan een puristisch taalergernisje. Het is een woord dat stoer klinkt maar dat vaag genoeg is om veel mee te verhullen, meestal dat er in de praktijk niets gebeurt’, schreef hij. Behalve dat het een contaminatie is, (hoe het hoort: indruk maken of impact hebben) is ‘impact maken’ een letterlijke vertaling van het Engelse to make (an) impact. Vaak gebezigd door dezelfde mensen die graag – ook zo sleets geworden – ‘het verschil maken’ in de mond nemen. Of die het woord ‘purpose’ hangen aan zingeving. In het Engels betekent impact ook het gevolg van een inslag, zoals van een meteoriet. In het Nederlands wordt het meestal gelinkt aan verandering, resultaat, de ambitie om (voor de samenleving, de wereld, de eigen gemeente) iets positiefs te bereiken. De klimaatverandering helpen afremmen, omstandigheden creëren om kinderen gezond en veilig te laten opgroeien, gelijke kansen voor iedereen, snel meer woningen erbij. Wie zegt impact te willen maken, is een idealist, die zijn voornemens graag in de praktijk wil brengen. Wie kan daar wat op tegen hebben? Niemand, misschien alleen tegen het woord. Soms staat impact helaas voor (g)een deuk in een pakje boter slaan. Geen meteorietkrater, maar het gevóel dat de eigen bijdrage zo gering is dat die weinig teweeg brengt. Als het gewenste ‘verschil’ wel gemaakt wordt, dan duurt het vaak tergend lang voor het gehoopte resultaat er ligt. Als oorzaak wordt dan vaak naar de bureaucratie gewezen. Veel jonge werkenden zijn hier snel klaar mee. De stroperigheid van processen is voor menigeen zelfs reden om de overheid als werkgever vaarwel te zeggen. Jammer, want de overheid heeft nieuw bloed en mensen die zich inspannen voor een groter belang dan het eigen leven hard nodig. Het ongeduld is begrijpelijk, maar misschien goed om erbij stil te staan dat bureaucratie in z’n zuiverste vorm nuttig is. Burgers moeten op de overheid aan kunnen en daarom is het noodzakelijk dat in het systeem voldoende democratische checks & balances zijn ingebouwd. Dat vertraagt zaken. Soms kun je bureaucratie beter omarmen dan je er door te laten ontmoedigen. In het besef dat kleine, stapsgewijze successen ook wat waard zijn. Zoals (vrij naar Bram Vermeulen) een steen verleggen in de rivier het water meteen anders laat stromen. 82 83 Illustratie: Anne Luchies
Pagina 84
JONG&AMBTENAAR BIJ SRO KUN JE ALLE KANTEN OP Jordy Kwaaitaal (projectleider buitensport) is net begonnen bij SRO. Kim Weijer (preventiemedewerker) werkt er al zo’n vijf jaar. Wat ze gemeen hebben, is dat ze zichzelf graag uitdagen. En binnen deze organisatie kan dat. Kim, je deed eerst iets heel anders. Hoe kwam je bij SRO terecht? ‘Ja, ik werkte bij een IT-bedrijf. Maar dat beviel niet zo. Toen ik vrijwilligerswerk deed, noemde een collega de City Trainer-cursus van SRO. Daar kon je begeleider van sportactiviteiten mee worden. Ik vond het meteen erg leuk. In beweging zijn, menselijk contact, een maatschappelijke organisatie. Bij de vacatures van SRO zag ik vervolgens de functie toezichthouder zwembad staan. Nou, dat ben ik toen geworden.’ Hoe ben je uiteindelijk preventiemedewerker geworden? ‘Eerst werd ik nog zwemonderwijzer via een leer-werktraject. Ook dat beviel enorm. Ik stond letterlijk met mijn voeten in het water, ik werkte met kinderen, ik zag ze echt groeien. Tot ze mochten afzwemmen, dat was altijd het mooiste. Daarnaast deed ik aquasport, ouder- en kindzwemlessen, zwemmen voor vluchtelingen. Omdat ik liever niet meer in de avond werkte, ging ik overdag processen verbeteren. Ik bracht risico’s in kaart, nam de verantwoordelijkheid over het keurmerk Veilig & Schoon. Dat vond ik leuk. Er was nog geen vaste preventiemedewerker bij SRO, dat waren steeds inleenkrachten, dus toen heb ik gewoon brutaal de vraag gesteld of ik dat mocht worden. En dat mocht.’ NAAM: Kim Weijer LEEFTIJD: 33 FUNCTIE: preventiemedewerker OPLEIDING: hbo: integrale veiligheidskunde Jordy, hoe begon het voor jou? ‘Ik zit pas sinds januari bij SRO, als projectluider buitensport. Toch is het bekend terrein, want hiervoor werkte ik bij een leverancier van sportmaterialen. Dat was alleen een klein bedrijf. Een grote organisatie zoals SRO leek me interessant. Ik had ook al veel contact met SRO, dus het voelde als een logische overstap. Iemand die ik kende bij SRO zei dat deze vacature iets voor mij was. Dat leek mij ook, dus toen heb ik gesolliciteerd.’ Wat doe je als projectleider? ‘Ik ben verantwoordelijk voor renovaties aan sportvelden en alles daaromheen, zoals lichtmasten en hekwerken. Dat gaat vooral om sportverenigingen die velden huren van SRO. Ik onder84 houd het contact met de aannemer en vraag de sportverenigingen naar hun wensen. Op locatie loop ik de lijst met werkzaamheden na, ik check of alles ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. En ik probeer het project binnen het budget te houden. Als er moeilijkheden zijn, kan de vereniging of aannemer met mij contact opnemen.’ Kim, hoe zien jouw dagen er nu uit, als preventiemedewerker? ‘Ik ben verantwoordelijk voor de Arbo-omstandigheden, zodat alle medewerkers veilig en gezond kunnen werken. Dat doe ik samen met een collega. We voeren risico-inventarisaties uit, gaan op werkbezoek, zijn veel met mensen in gesprek. En dan kijken we wat er speelt. Wat de werkzaamheden zijn op een locatie, mogelijke gevaren, of er persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig zijn, of medewerkers goed zijn opgeleid en geïnstrueerd. Ik kom op veel verschillende plekken, want SRO heeft uiteenlopende locaties. Sporthallen, sportvelden, zwembaden. Er is zelfs een duurzame kinderboerderij.’ Hoe zie jij de toekomst, Jordy? ‘We gaan ons veel bezighouden met duurzaamheid. Achter de schermen zijn we samen met de gemeente Amsterdam en Haarlem druk bezig met het project Scale Up Toekomstbestendige Kunstgrasvelden, waarvoor een EU-LIFE-subsidie is verkregen. Dit LIFE-project houdt in dat de markt wordt uitgedaagd om, door innovatie, NAAM: Jordy Kwaaitaal LEEFTIJD: 30 FUNCTIE: projectleider buitensport OPLEIDING: mbo: accountmanager gezamenlijk vorm te geven aan circulaire, biobased, niet-vervuilende, klimaatbestendige en energiepositieve oplossingen voor kunstgrasvelden. Zelf ben ik nu nog vooral bezig met leren en meekijken bij collega’s. Ik heb al veel sessies bijgewoond om meer productkennis op te doen. Ondertussen probeer ik mijn werk zo goed mogelijk uit te voeren. Ik ben ook al veel op locatie geweest. In de zomer zijn er weer projecten bij voetbal-, hockey- en softbalverenigingen. Dat moet allemaal klaar zijn voordat het seizoen weer begint. Het is dan mijn doel om samen met de aannemer die harde deadline te halen. Ik daag mezelf graag uit. En wie weet waar de toekomst mij binnen SRO brengt. Voor nu heb ik het in elk geval erg naar mijn zin. Het team is heel gezellig en ik leer veel. Het lijkt erop dat deze baan inderdaad bij me past.’ 85 Foto: Leon Kooij
Pagina 86
JONG&AMBTENAAR JOCHEM ZOEKT ALTIJD NAAR VERBETERING Jochem Waterval relativeert het eerst wat, maar beaamt het daarna: in de waterwereld heeft hij snel carrière kunnen maken. Eerst bij een drinkwaterbedrijf, daarna bij het waterschap. A arde of water, voor Jochem was de keus niet meteen gemaakt. Geologie en dan met name hydrogeologie trokken ook aan hem. Zijn lievelingsvak op de middelbare school was aardrijkskunde. ‘Later, tijdens mijn studie in Wageningen, spraken hydrologie en watermanagement mij het meest aan. Dat kennis hiervan voor Nederland zeer relevant is speelde mee. Uiteindelijk heeft dat mijn beroepskeuze beïnvloed.’ Jochem begon als trainee, bij het drinkwaterbedrijf Vitens. ‘Ik was geen managementtrainee, maar uit gesprekken kwam naar voren dat een rol als teammanager of teamleider mij goed zou kunnen liggen. Nou, dat is uitgekomen, want inmiddels ben ik teammanager. Wat mijn huidige baan leuk maakt, is dat er veel verschillende onderwerpen langskomen waar ik doorlopend tussen schakel. Ik ben bezig de mensen in het team aan te sturen, maar er zijn ook organisatievraagstukken waarover ik mag meedenken en beslissen. Dat switchen, daar ben ik goed in.’ DICHT OP DE INHOUD Jochem is ‘veroordeeld’ tot het bureau en in vergaderkamers zitten, maar hij tilt daaraan geenszins zwaar. ‘Ik zit ook in mijn huidige werk dicht op de inhoud.’ Het beheren en onderhouden van duizenden kilometers watergangen in een groot gebied is een flinke klus en het bedrijfsbureau speelt daarin een cruciale rol. Een deel van de fysieke werkzaamheden heeft het waterschap uitbesteed. Jochem zoekt altijd naar verbeteringen, zegt hij. ‘We deden al lang op dezelfde manier aanbestedingen voor het maaiwerk. Telkens een contract voor een jaar, met eventuele verlenging. Op zeker moment vroeg een van onze werkvoorbereiders: kan dat niet anders? Een langere termijn heeft voor iedereen voordelen. 86 De aannemer heeft de zekerheid dat hij voor langere tijd werk heeft en dat maakt voor hem investeren aantrekkelijker. In een paar maanden tijd hebben we een langere contractvorm uitgedokterd.’ Wat voor soort chef is Jochem? Geen topdown type baas, zegt hij na drie tellen nadenken. ‘Het eerst schiet me te ‘Ik houd van harmonie, maar ga wel voor resultaten’ binnen dat ik benaderbaar en informeel ben. Sociaal durf ik ook wel toe te voegen. Ik houd van harmonie, maar ga wel voor resultaten. Ik ben vooral van het dóen. Beginnen en vandaaruit verbeteren.’ BESTE KRAANWATER Velen in Nederland lopen permanent met gekochte flesjes water. Jochems reactie: ‘We hebben het beste kraanwater ter wereld. Maar kijkend naar de toekomst is dat niet meer vanzelfsprekend. Het belang van drinkwaterbedrijven en waterschappen wordt nog groter, met meer stoffen in ons water die we vroeger niet aantroffen. Goede waterkwaliteit, veiligheid, klimaatbestendigheid, het waterpeil: ik zit daarbij niet direct aan de knoppen, maar deze onderwerpen gaan mij echt aan het hart. Als ik in het weekeinde over de dijken fiets, ben ik er trots op aan deze thema’s bij te kunnen dragen.’ NAAM: J l J: 3 C: tgr j n dg J Wp nd OG mastr hdl - mg, WUR
Pagina 88
JONG&AMBTENAAR Gemeenteambtenaar in een tropisch paradijs ‘ ONS KENT ONS OP SABA’ Gemeenteambtenaar in de tropen. Binnen het Nederlands koninkrijk kan dat op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Samen vormen deze bijzondere gemeenten de BES-eilanden. Courtney Hassell, geboren en getogen op Saba, studeerde in Nederland maar keerde terug om een bijdrage te leveren aan de gemeenschap waar ze uit voortkomt. ‘S aba is met een bevolking van net iets meer dan 1.900 mensen een hechte gemeenschap’, vertelt ze. ‘Meer dan de helft van de inwoners heeft de Nederlandse nationaliteit.’ Het eiland staat bekend om zijn weelderige tropische regenwoud, de berg Mount Scenery en het kristalheldere duikwater. Voor Courtney is (eco)toerisme een belangrijk aandachts gebied, maar niet het enige. Omdat de organisatie klein is, kreeg ze er andere taken bij, op het gebied van economische zaken, energie, water, visserij en door de Europese Unie gefinancierde projecten. DICHTER BIJ FAMILIE ‘Het grootste deel van mijn leven woonde ik op Saba, tot mijn studie aan de Haagse Hogeschool. Mijn hele studietijd was Saba niet uit mijn gedachten en mijn hart. Na mijn studie keerden mijn man en ik terug om een restaurant te openen. Drie jaar later vonden we het tijd voor een nieuw avontuur en verhuisden we naar Zoetermeer. Maar na de geboorte van onze dochter hadden we behoefte om dichter bij onze 88 families te zijn. Ik werk nu bijna drie jaar voor het openbaar lichaam. Werken voor de lokale overheid voelt voor mij als een uitstekende keuze.’ ‘Saba staat voor bijzondere uitdagingen door de afgelegen ligging en de afhankelijkheid van naburige eilanden. Toerisme is de ruggengraat van de lokale economie en levert de meeste inkomsten op, maar maakt het eiland ook kwetsbaar voor externe schokken. Zo bleven toeristen weg tijdens de COVID-19-pandemie en werd het zwaar geraakt door natuurrampen, zoals de orkanen in 2017.’ Courtney is projectleider voor een infrastructuurproject, een nieuwe weg die aansluit op het derde zonnepark van het eiland. ‘Door onze bijzondere gemeentelijke status komen we in aanmerking voor EU-financiering. Die is van onschat: C l J 34 UC: br Op a OG h e sd l - gh et bare waarde voor de start van hernieuwbare energie-initiatieven. In januari 2024 is waterbeheer aan mijn portefeuille toegevoegd, een cruciaal thema voor ons eiland. We produceren ons eigen drinkwater. De voorraad wordt verdeeld over supermarkten en andere verkooppunten. Zo heeft iedereen toegang tot schoon en veilig water.’ NIEUWE GEZICHTEN Hoewel Saba klein is, verwelkomt het regelmatig nieuwe gezichten. ‘Iedereen kent elkaar, maar we zien ook een gestage stroom nieuwkomers. Die komen hier om te werken als ambtenaar, in het toerisme of in andere sectoren. Sommigen blijven een paar jaar, terwijl anderen besluiten om langer te blijven.’ 89 Het Openbaar Lichaam Saba heeft ongeveer 200 medewerkers in dienst en is daarmee de grootste werkgever van het eiland. ‘Afgezet tegen de Nederlandse verhoudingen is onze organisatie klein, maar we onderhouden uitstekende relaties met de ministeries in Den Haag. Met name met die Infrastructuur en Waterstaat, Economische Zaken en Klimaat en Groene Groei hebben we veel contact.’ Courtney benadrukt de veerkracht van de Sabaanse gemeenschap: ‘We moeten veel uitdagingen overwinnen. Maar de kracht van onze gemeenschap is dat die in moeilijke tijden altijd samenkomt. Saba is een van de veiligste plekken ter wereld. Omringd door natuur en een prachtige blauwe zee is het een geweldige plek om kinderen op te voeden. Ik zou nergens anders willen wonen.’
Pagina 90
JONG&AMBTENAAR ‘Onze informatie moet toegankelijk zijn voor iedereen’ EEN DIGITALE IMPULS VAN ANOUSCHKA Dat Anouschka Schmikli met haar bestuurskundige achtergrond aan het werk ging bij een gemeente verbaasde weinigen. Dat ze zou toetreden tot de afdeling Automatisering & Informatiemanagement (A&I) was wel verrassend. Een hardcore IT’er is Anouschka namelijk niet. A nouschka werkt bij de ambtelijke organisatie van de gemeenten Amstelveen en Aalsmeer. Al ruim een decennium voeren die twee samen taken uit binnen de zogeheten ‘AA-organisatie’. Anouschka begon als trainee, maar stapte nog tijdens die tweejarige periode over naar een vaste functie die haar geknipt leek. Haar afdeling A&I is verantwoordelijk voor de ict-voorzieningen en -toepassingen, voor zowel eigen collega’s als voor inwoners. TAKENPAKKET Wat omvat haar takenpakket? ‘Ik ondersteun mijn afdeling bij het opstellen van beleidsstukken. Daarnaast zit er een deel bestuurlijke ondersteuning bij. Onze afdeling levert bijvoorbeeld veel financiële verantwoordingsinformatie aan het college van burgemeester en wethouders. De technische kant combineren met de bestuurlijke vind ik een van de interessantste kanten van mijn werk.’ De eerste acht maanden mocht Anouschka meekijken met een beleidsadviseur. Voor haar was dat heel leerzaam. Ze was sowieso aangenaam verrast door de benaderbaarheid van collega’s. ‘Contact leggen is makkelijk, een ervaring die ik minder heb van private bedrijven.’ DIGITALE INCLUSIE Een vraagstuk dat haar sterk bezighoudt, is hoe digitalisering ons leven en de manier van werken beïnvloedt en verandert. Als digital native is ze ‘nog net niet met de smartphone in de hand geboren.’ Ze beseft dat dit lang niet voor iedereen geldt, of het nu collega’s zijn of inwoners. Mede daarom is Anouschka gespitst op gebruiksvriendelijkheid en andere vormen van digitale inclusie. ‘Onze informatie moet voor iedereen toegankelijk en begrijpelijk zijn, en leesbaar. 90 Dat laatste is niet vanzelfsprekend. Kleurenblinden kunnen vaak een tabel met kleuren of grafiek niet zien, en andere mensen met een visuele beperking evenmin. Aan de achterkant bouw je daarom mogelijkheden in om voor te lezen wat er staat. Veel ouderen gebruiken geen smartphone en gaan niet naar een website om een paspoort aan te vragen. Een belangrijke vraag voor gemeenten: moet alles alleen maar digitaal?’ ‘De interesse was onder meer getriggerd door de Toeslagenaffaire’ Op haar afdeling werken collega’s die alles weten over de infrastructuur van IT en de software. ‘Hardcore IT’ers denken misschien sneller dat als iets technisch kan, dat beter is. Maar het is ook nodig dat mensen zoals ik op een andere manier naar ontwikkelingen kijken. Daarvoor moet je de mogelijkheden begrijpen, en dat kunnen overbrengen. En niet te vergeten, je moet ook de beperkingen zien.‘ De verregaande toepassing van algoritmes en artificial intelligence is een vraagstuk dat Anouschka al tijdens haar master bezighield. ‘En dan in het bijzonder bij de overheid. Die interesse is onder meer getriggerd door de Toeslagenaffaire en de manier waarop studenten met een migratieachtergrond door DUO vaker werden beschuldigd van fraude.’ Anouschka vraagt zich af hoe het zo heeft kunnen misgaan. Waarom zijn daar, om uitwassen te voorkomen, : Aa Sli J: 24 FUC: bleddr auiig e intig ) J: Ag sgd A OG: wo master bestuursunde vooraf geen afspraken over gemaakt? Naar haar idee moet de overheid als geheel beter nadenken over de manier waarop ze informatietechnologie toepast. LIVE NOTULEN MAKEN Anouschka en haar generatiegenoten brengen een digitale impuls in een omgeving waar sommigen nog relatief traditioneel werken, merkt ze. Dat gaat volgens haar prima samen met de schat aan ervaring die door de wol geverfde collega’s op hun beurt hebben. Een voorbeeld: sommige 91 collega’s keken nogal op toen ze op hetzelfde moment deelnam aan een vergadering en live met de dicteerfunctie erbij de notulen maakte. Een klusje waar de meeste mensen graag vanaf willen, ook op het werk. Haar gebruik van de SmartArt-functie in PowerPoint met een mooie infografiek verraste anderen eveneens. Collega’s waarderen doorgaans de tips & tricks van de jonge garde, weet ze inmiddels. Andersom leert zij veel van minder digitaal vaardige medewerkers. ‘Verschillende generaties naast en door elkaar werkt heel goed.’
Pagina 92
JONG&AMBTENAAR GEMEENTE AMSTELVEEN: RUIMTE VOOR JOU! Als je bij de gemeente Amstelveen werkt, draag je bij aan een ondernemende, groene en internationale stad. Dichtbij Amsterdam en Schiphol biedt de gemeente de ideale mix van grote uitdagingen en een persoonlijke benadering, met korte lijnen en ruimte voor jouw ideeën. Maak kennis met Jorn Haverkort, beleids- en projectmedewerker HRM, en Emily van Aken, communicatieadviseur voor ruimtelijke projecten. Wat drijft hen en waarom kiezen zij voor werken bij Amstelveen? Er is veel aandacht voor verbetering en iedereen kan een verschil maken. De teams zijn divers, wat goed bij mij past. Nieuwe ideeën worden actief aangemoedigd en gewaardeerd, ongeacht je achtergrond of ervaring.” KORTE LIJNEN HET MODERNE ONTMOETINGSPARK INSPIREERT IMPACT EN EEN FRISSE BLIK De veelzijdigheid is wat ons werk bijzonder maakt. We koppelen de hectiek van de wereldstad aan de uitdagingen van het landelijk gebied. Met daadkracht en lef maken we impact en realiseren we resultaten in zowel Amstelveen als Aalsmeer, omdat veel collega’s voor beide gemeenten werken. Emily vertelt: “Ik ben communicatieadviseur voor grote projecten zoals de werkzaamheden aan de A9 en ontwikkelingen in het winkelcentrum Stadshart. Wat mij blij maakt, is de dynamiek. Ik werk samen met collega’s en externe partijen zoals Rijkswaterstaat, aannemers en de eigenaar van het winkelcentrum Stadshart. Dankzij de goede samenwerking kunnen we snel schakelen. Met Rijkswaterstaat hebben we zelfs een belevingscentrum over de toekomst van Amstelveen ontwikkeld.” Jorn waardeert de warme en professionele werkomgeving: “We zijn voortdurend bezig met groei en zelfreflectie. De korte communicatielijnen zijn opvallend. Met bijna 1.300 medewerkers is de organisatie groot, maar collega’s vinden elkaar gemakkelijk en werken actief samen. Emily: “De cultuur is heel open. Bij drukte of complexe kwesties is er altijd wel een collega bereid om te helpen. Ook teamleiders, afdelingshoofden, directie en het bestuur zijn goed bereikbaar. Als er iets urgents is, kan ik vanuit mijn rol direct contact opnemen met de wethouder. Ik hoef geen verschillende lagen door of te wachten op een volgende stafvergadering. Mijn adviezen en inzichten worden gewaardeerd.” JORN HAVERKORT, BELEIDS- EN PROJECTMEDEWERKER EMILY VAN AKEN, COMMUNICATIEADVISEUR 92 ONTSPANNEN IN HET LAGERHUYS KERNCIJFERS Aantal inwoners Amstelveen: ruim 90.000 Aantal inwoners Aalsmeer: bijna 32.000 Medewerkers met een leerwerk- of arbeidscontract: 1.289 medewerkers Waarvan 44% man en 56% vrouw 61% werkt fulltime, 39% werkt parttime De gemiddelde leeftijd is 45 jaar Er werken ongeveer 350 jonge ambtenaren in onze organisatie De jonge ambtenaren komen regelmatig samen voor inspiratiesessies, borrels en leuke uitjes Het nodigt uit om elkaar in een andere setting te spreken.” Jorn: “De flexibiliteit is heel fijn. Zo kan ik een deel van de week thuiswerken en mijn werktijden vrijer indelen.” TIP VOOR NIEUWE COLLEGA’S Emily: “Er zijn veel teamuitjes, maar ook gemeentebrede activiteiten zoals het jaarlijkse zomerfeest en sportactiviteiten. De JAAA (Jonge Ambtenaren Amstelveen en Aalsmeer) organiseert kennissessies en borrels. Doe mee! Dit is goed voor je netwerk, professionele ontwikkeling en gewoon leuk.” ONTWIKKELKANSEN Emily startte als consulent publieksinformatie en groeide door naar communicatieadviseur van kleinschalige projecten. Nu is ze communicatieadviseur voor grote ruimtelijke projecten. Emily: “Er is veel aandacht voor ontwikkelkansen en training. Als je ervoor open staat en de juiste kwaliteiten hebt, kun je hier echt je dromen najagen. In het jaarlijkse ontwikkelplangesprek kijk ik samen met mijn teamleider waar we naartoe werken en welke trainingen ik dit jaar kan volgen. Dat kan intern, maar ook extern.” Jorn voegt hieraan toe: “Er is volop ruimte om samen met je teamleider je persoonlijke groei te bespreken. Zelf start ik binnenkort met de Lean Belt training om processen te verbeteren.” Nieuwe vacatures worden altijd eerst binnen de organisatie gedeeld, zodat je continu op de hoogte blijft van nieuwe kansen. Daarnaast is er een loopbaanbegeleider beschikbaar om collega’s te ondersteunen in hun ontwikkeling. HIPPE HYBRIDE WERKOMGEVING Het raadhuis heeft een metamorfose ondergaan. De moderne hybride werkomgeving is ontworpen om te inspireren. Je vindt er moderne zit-sta bureaus, goed ingerichte vergaderruimtes, een ontspanningsruimte, stijlvolle koffietuinen en een groen ontmoetingspark met een barista die verse koffie bereidt. Emily: “Dit is enorm verbeterd. Jorn: “Praat met collega’s, betrek ze en neem ze mee. Probeer niet alles zelf uit te vinden en wacht niet tot het bijna af is. Doe het samen.” MEER WETEN? Wij hebben ruimte voor jou! Kom werken voor Amstelveen. Bekijk onze vacatures op werkenvoor.amstelveen.nl 93 HET STADSHART VOLOP IN ONTWIKKELING
Pagina 94
NETWERKEN VOOR JONGE AMBTENAREN ADVIESBUREAU BMC Eiffel GEMEENTE A Alkmaar Almere Alphen aan den Rijn Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen Amersfoort Amstelveen en Aalsmeer Amsterdam Apeldoorn Arnhem B Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk Barneveld Berkelland Bernheze Bronckhorst C D Buch (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo) Coevorden De Ronde Venen Delft Den Haag Dijk en Waard Dongen Drechtsteden (Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht) Dronten E G Ede Eindhoven Enschede Goeree-Overflakkee Gorinchem Gouda Groningen H Haarlem Haarlemmermeer Harderwijk E-MAIL jongbmc@bmc.nl young@eiffel.nl E-MAIL jongbeleg@alkmaar.nl jongalmere@almere.nl jrengers@alphenaandenrijn.nl info@alphen-chaam.nl jongamersfoort@amersfoort.nl jaaa@amstelveen.nl jan@amsterdam.nl JAN@apeldoorn.nl jongarnhem@arnhem.nl jong@bar-organisatie.nl JAN@barneveld.nl B-Young@gemeenteberkelland.nl m.swanenberg@bernheze.org jongbronckhorst@bronckhorst.nl buchjong@debuch.nl newyoungcoevorden@coevorden.nl jong@derondevenen.nl youngprofessionals@delft.nl jongdenhaag@denhaag.nl jongdw@dijkenwaard.nl donald.meulensteen@dongen.nl Young.drechtsteden@drechtsteden.nl jongdronten@dronten.nl poemas@ede.nl 040volt@eindhoven.nl jong@enschede.nl k.vanmarion@goeree-overflakkee.nl jagg@gorinchem.nl Jong.Goud@gouda.nl jongerennetwerk@groningen.nl jonghaarlem@haarlem.nl JAM@haarlemmermeer.nl jongeambtenaren@harderwijk.nl 94 JONG&AMBTENAAR Heemskerk Heerlen Helmond Hilversum Hoorn Houten Huizen K Katwijk Krimpenerwaard L Leiden Leidschendam-Voorburg Leudal M Maassluis Maastricht Meierijstad Midden-Delfland Midden-Groningen N Nederweert Nieuwegein Nijmegen Noardeast Fryslân O Oldambt Ommen-Hardenberg Oss P R Purmerend Reimerswaal Rijswijk Rotterdam S Schiedam ‘s-Hertogenbosch Sittard-Geleen Soest T U V Stichtse Vecht Tiel Tilburg Twenterand Uden Utrecht Utrechtse Heuvelrug Venlo Vlaardingen Voorst W Waalwijk Wageningen Weert West Betuwe Westland Winterswijk Z Zaanstad Zoetermeer Zwolle jongeambtenaren@heemskerk.nl challenge@heerlen.nl hyp@helmond.nl judok@hilversum.nl jongesteen@hoorn.nl jonghouten@houten.nl jong@huizen.nl jong@katwijk.nl info@krimpenerwaard.nl jongleiden@leiden.nl fam.matveld@leidschendam-voorburg.nl m.vanaarssen@leudal.nl m.roblesdemedina@maassluis.nl jong@maastricht.nl JAM@meierijstad.nl jongeambtenaren@middendelfland.nl youngprofessionals@midden-groningen.nl jongeren@nederweert.nl nieuwegeineratie@nieuwegein.nl jongerennetwerk@nijmegen.nl next@noardeast-fryslan.nl joa@gemeente-oldambt.nl jong@ommen-hardenberg.nl jop@oss.nl yup@purmerend.nl jongin@reimerswaal.nl wgijzel@rijswijk.nl jongr@rotterdam.nl jonge-ambtenaren@schiedam.nl jongbosch@s-hertogenbosch.nl jong@sittard-geleen.nl jans@soest.nl jong@stichtsevecht.nl frisenfruitig@tiel.nl jam@tilburg.nl jagt@twenterand.nl jong@uden.nl jau@utrecht.nl januh@heuvelrug.nl impuls@venlo.nl jongeambtenaren@vlaardingen.nl jongvoorst@voorst.nl dna@waalwijk.nl baazis@wageningen.nl level@weert.nl jwb@westbetuwe.nl jongwestland@gemeentewestland.nl jaw@winterswijk.nl zaansgroen@zaanstad.nl sweet@zoetermeer.nl jongzwolle@zwolle.nl 95
Pagina 96
LANDELIJK E-MAIL Diverse gemeenten, regio’s en provincies (14 aangesloten traineepools) NETWERK A2-samenwerking: Valkenswaard, Heeze-Leende, Cranendonck Jonge Ambtenaren Netwerken Zeeland Interbestuurlijke trainees Jonge Ambtenaren Noord-Nederland Regio Achterhoek Regio Twente Stichting Jonge Ambtenarendag Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad ONDERZOEKS- EN ADVIESBUREAU Platform 31 en YURPS ZonMw OVERHEIDSORGAAN De Hoge Colleges van Staat Gezondheidsraad Interprovinciaal overleg (IPO) Koninklijke Bibliotheek NRVD Regionaal Samenwerkingsverband Werken in het Westen Sociaal Domein Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) VNG trainees PERS Nieuwspoort POLITIE Politie Rijnmond PROVINCIE Brabant Drenthe Flevoland Fryslân Gelderland Groningen Limburg Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland contact@interbestuurlijketrainees.nl E-MAIL jonga2@a2samenwerking.nl jatzee@zeeland.nl interbestuurlijketrainees@gmail.com jann@gmail.com info@jongeambtenarenachterhoek.nl info@twentsejongeambtenaren.nl info@jongeambtenarendag.nl jongzorgenveiligheid@vhparkstad.nl E-MAIL yurps@platform31.nl young@zonmw.nl E-MAIL bestuur.yohoco@gmail.com info@gr.nl communicatie@ipo.nl jongkb@kb.nl young@nvrd.nl join@werkeninhetwesten.nl jongsociaaldomein@gmail.com jongwillemshof@vng.nl gemeentetrainee@vng.nl E-MAIL jongnieuwspoort@gmail.com E-MAIL d00jongblauw@rijnmond.politie.nl E-MAIL jong@brabant.nl aanz@drenthe.nl jaf@flevoland.nl jongeambtenaren@fryslan.nl Jong.gelderland@gelderland.nl jongerenplatform@provinciegroningen.nl linkjongeren@prvlimburg.nl fris@noord-holland.nl mojo@overijssel.nl jongstleden@provincie-utrecht.nl jatzee@zeeland.nl prozha@pzh.nl 96 JONG&AMBTENAAR RIJK E-MAIL Autoriteit Consument en Markt Belastingdienst CBS Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) Interdepertementaal Trainee Overleg (ITO) Rijkstrainees Kadaster Kamer van Koophandel Ministerie van Buitenlandse Zaken Ministerie van Defensie Ministerie van Economische Zaken en Klimaat Ministerie van Financiën Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Ministerie van Justitie en Veiligheid Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Nederlandse Zorgautoriteit Onderwijsinspectie Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksoverheid Rijksvastgoedbedrijf Rijkswaterstaat RIVM Sociale Verzekeringsbank UBR UWV Verkeer- en Watermanagement UNIVERSITEIT Technische Universiteit Delft Universiteit Leiden VAKBOND CNV FNV Jong.ACM@acm.nl jong@belastingdienst.nl jong@cbs.nl jongduo@duo.nl ito@werkenvoornederland.nl jong.kadaster@kadaster.nl jong@kvk.nl verybz@minbuza.nl jongdefensie@mindef.nl jongel@minezk.nl jongfinancien@minfin.nl jim@minienw.nl nextvenj@minvenj.nl jongel@minezk.nl jongocw@minocw.nl jongvws@minvws.nl jongnvwa@nvwa.nl jong@nza.nl join@owinsp.nl PBLYoung@pbl.nl jong@rvo.nl communicatie@jongrijk.nl postbus.rvb.jong@rijksoverheid.nl jongrws@rws.nl Jongnetwerk@rivm.nl EXYoungSVB@svb.nl ubr.jong@rijksoverheid.nl jong@uwv.nl jongvwm@rws.nl E-MAIL youngdelft@tudelft.nl jong@leidenuniv.nl E-MAIL info@cnvjongeren.nl https://www.fnv.nl/cao-sector/jong/personen 97
Pagina 98
WATERSCHAP E-MAIL Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Hoogheemraadschap Rijnland Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden Koninklijk Nederlands Waternetwerk Waternet (Amstel, Gooi en Vecht) Waterschap Aa en Maas Waterschap Brabantse Delta Waterschap Delfland Waterschap Drents Overijsselse Delta Waterschap Hollandse Delta Waterschap Hunze en Aa’s Waterschap Limburg Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Rijn en IJssel Waterschap Rivierenland Waterschap Scheldestromen Waterschap Vallei-Veluwe Waterschap Vechtstromen Waterschap Zuiderzeeland Wetterskip Fryslân jong@hhnk.nl jongrijnland@rijnland.net vers@hhsk.nl jong@hdsr.nl jongwaternetwerk@gmail.com jong@waternet.nl saamen@aaenmaas.nl https://www.brabantsedelta.nl/contact jongdelfland@hhdelfland.nl w-young@wdodelta.nl waterhoos@wshd.nl waterschap@hunzeenaas.nl stroomopwaarts@waterschaplimburg.nl jongnzv@noorderzijlvest.nl fresco-wrij@wrij.nl JIP@wsrl.nl info@scheldestromen.nl jong@vallei-veluwe.nl jong@vechtstromen.nl nieuwzzl@zuiderzeeland.nl jongwf@wetterskipfryslan.nl 98 JONG&AMBTENAAR WANNEER START JIJ? Hoe vaak scoor jij met je werk? “Ik werk iedere dag samen met de gemeente, aannemers en lokale sportverenigingen. Dan helpt het dat ik zelf een voetbalachtergrond heb; ik weet wat er speelt bij een vereniging. Dat ik als groot sportfan impactvol werk doe in een sportieve omgeving, met leuke collega’s… ja, dat is voor mij makkelijk scoren.” Jordy Kwaaitaal, projectleider Buitensport Een sportieve baan in je eigen regio? Het start bij SRO. sro.nl/vacatures

JONG & ambtenaar 2024


Pagina 2
Jouw talent, onze kracht, jouw carriére, onze ambitie! JONG TALENT Persoonlijke ontwikkeling, loopbaanperspectief en goed werkgeverschap. Ga jij een carrière tegemoet bij de overheid met ons Talent-programma? Geerts & Partners helpt je bij het oriënteren, ontdekken én ontwikkelen van jouw carrière bij de overheid. Wat krijg jij bij ons: • Werkgeluk, jouw welzijn is voor ons van het grootste belang. • Jij realiseert jouw ambitie met ons ontwikkelprogramma. • Wij zijn jouw kennis- en sparring-partner. • Ons brede netwerk zorgt voor de juiste variatie aan opdrachten en uitdaging voor jou. Meer informatie? Scan de QR code! Ben je net afgestudeerd of heb je al ervaring? Wij helpen je verder, plan jouw vrijblijvende oriëntatiegesprek in met Joachim van Hees. Dit kan aan tafel, via teams of telefonisch. Wat voor jou het beste uitkomt. WhatsApp of bel Joachim op 06-21498064 voor een oriëntatiegesprek. Of mail joachim.van.hees@geerts-partners.nl Kijk voor meer informatie op geerts-partners.nl/jong-talent CRUCIAAL B KOEN ENNEKING REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR egin 2023 verscheen The Big Con van Mariana Mazzucato en Rosie Collington. Daarin laten de twee economen zien hoe consultancybedrijven als McKinsey, Deloitte en KPMG overheden uithollen en infantiliseren. Het boek sloeg in als een bom. Landelijke media berichtten over hoe enorme sommen belastinggeld vloeien naar een branche waar de publieke sector te afhankelijk van is geworden. De moraal van het verhaal: overheden moeten weer financieel en intellectueel versterkt worden. Het klaroengeschal was iets minder luid toen elf jaar gelden The Entrepreneurial State verscheen. Diezelfde Mazzucato ontkracht in dat boek de mythe van een ingeslapen, bureaucratische staat versus een dynamische, innovatieve private sector. Aan de hand van een groot aantal studies maakt de Italiaans-Amerikaanse econoom hard dat het tegenovergestelde waar is: pas als de overheid heeft geïnvesteerd volgt de private sector. Een investerende en innoverende overheid is onontbeerlijk, luidt de boodschap. Beide boeken demonsteren waarom een krachtige en leidende overheid cruciaal is. Een gegeven dat op steeds meer bijval kan rekenen. Zo is voor het garanderen van de bestaanszekerheid een grotere rol voor de rijksoverheid onmisbaar, aldus de Commissie sociaal minimum. Die behoefte aan meer regie zien we ook elders. Door de coronapandemie, de woningnood en de energietransitie wordt de roep om meer overheidssturing steeds luider, stelt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Kan de overheid die inhoudelijke en dirigerende taak (weer) met succes vervullen? De Raad voor het Openbaar Bestuur durft er niet de hand voor in het vuur te steken. Voor die rol heeft de overheid volgens de adviesraad te weinig inhoudelijke expertise en ervaringsdeskundigheid in huis, en leunt zij te veel op externe bureaus. Mazzucato en Collington knikken instemmend. Een nieuwe generatie ambtenaren kan daar verandering in brengen. Zij zijn in staat organisaties energieker en innovatiever te maken en brengen actuele kennis naar de werkvloer. Het binnenhalen van deze groep lukt al aardig. ‘De ambtenarij is allang geen slome grijze brij meer maar zit vol met jonge, hoogopgeleide, gedreven mensen’, zei beleidsmedewerker Lauren Marijnen afgelopen zomer in NRC. De meeste van haar jonge collega’s werken vanuit overtuiging bij de overheid. Ze willen bijdragen aan een beter Nederland. Dat blijkt eens te meer uit de interviews in deze editie van JONG & ambtenaar: de nieuwe generatie wil het verschil maken en barst van de ideeën. Die generatie voor langere tijd aan je binden blijkt een stuk lastiger. Vooral gemeenten kampen met uitstroom van nieuw talent. Van de jonge lokale ambtenaren houdt bijna 40 procent het binnen drie jaar voor gezien. Onvoldoende doorgroeimogelijkheden zijn voor velen een heikel punt. Laat dat een belangrijke les zijn voor gemeenten: geef jonge ambtenaren de ruimte. Dan hoeven Mazzucato en Collington niet opnieuw in de pen te klimmen. 3
Pagina 4
INHOUD 18 DIEREN EEN STEM GEVEN Dieren hebben hun eigen waarde, zegt Deva Waal, adviseur dierenwelzijn in de gemeente Amersfoort. 30 LIEFST NAAR BUITEN 26 IN DE BAN VAN DATA Simone Nuijens zoekt en ontdekt patronen in de gemeente Gooise Meren. Thomas Lavooij wil vanuit Domburg Zeeland zo mooi mogelijk houden. EN VERDER 21 FOTODAGBOEK LUUKE SCHMIDT 51 JONGE AMBTENAREN ZOEKEN ELKAAR OP 67 ARBEIDSVOORWAARDEN 92 FAALKUNDIGE LEERT JE OMGAAN MET FOUTEN 110 ALLE NETWERKEN 08 HANANE AL HADOUCHI komt op voor jongeren 10 ASTRID ZWAAG bewaakt het erfgoed 11 MAXIME THENU strijdt tegen energiearmoede 12 WYTSKE DE JONG werkt datagedreven 13 SANDER POTTERS helpt Tilburg innoveren 14 RENSKE WILLEMS ondersteunt het mbo 34 KYAN HANSSEN op de bres voor diversiteit 35 JORG VAN DOOREN steekt zijn hand uit 42 WISSE HENDRIKSMA smeedt banden met Duitsland 46 YLVA LUIJTEN maakt Beuningen duurzaam 4 JONG&AMBTENAAR EXTRA 56 HET GEHEUGEN VAN DE GEMEENTE 88 EEN GOED LEEFKLIMAAT Migiza Victoriashoop helpt de geschiedenis van Amsterdam voor de toekomst te bewaren. 72 EUROPA IS GEEN PINAUTOMAAT Tim Slierings zet Flevoland op de Europese kaart. Maaike van de Ketterij beschermt bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid natuur, mens en dier. 60 EVITA HUISMAN helpt starters aan huizen 71 MERLIJN BOUWMAN zorgt dat de boel doordraait 62 IULIA SIRBU onderzoekt steden 64 SIBREN DE WEERD helpt jongeren aan een leuker leven 68 JASPER KARS benut kunstmatige intelligentie 70 ANNEKE VAN MOURIK ondersteunt gezinnen 76 CELINE GERRITSEN houdt Kampen droog 82 FRANS WIGGERS voorkomt nieuwe Toeslagenaffaires 83 KOEN PRONK gaat de petgaten af 84 MONICA ARMANIOUS houdt de huren laag 90 SAMMIE PETERS duikt in onderzoek 106 INGE RIETBERG behartigt het ondernemersbelang 5
Pagina 6
INHOUD PRESENTATIES 16-17 Gemeente Maashorst: ontdek, groei en bouw mee als jong talent 24-25 Ontdek de kracht van samenwerking 28-29 Werken aan een stad die zich steeds opnieuw uitvindt 32-33 ‘Tilburg heeft torenhoge ambities’ 36-38 ‘Dit krijg je nergens anders zo voor elkaar’ COLOFON Binnenlands Bestuur Extra - JONG & ambtenaar is een uitgave van Binnenlands Bestuur BV, onderdeel van Sijthoff Media Groep. Uitgaven onder de titel Binnenlands Bestuur Extra vallen niet onder verantwoordelijkheid van de redactie van Binnenlands Bestuur. SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE Martin Hendriksma Yvonne Jansen REDACTIE Yvonne Jansen Dave Schut Aart Verschuur VORMGEVING Vrhl Content & Creatie FOTOGRAFIE Henriëtte Guest Sandra Peerenboom Shutterstock MARKETING EN DISTRIBUTIE Lindsay Duijm SALES Sandra de Vries TRAFFIC Gerda Bruggeman Annet van Vliet Cecile Intema VERSPREIDING JONG & ambtenaar wordt verspreid via hogescholen en universiteiten, uitgereikt op beurzen en congressen en verstuurd naar de abonnees van Binnenlands Bestuur die student zijn en/of jonger dan 35 jaar. 6 ABONNEMENT BINNENLANDS BESTUUR www.binnenlandsbestuur.nl/signup BESTELLEN https://mijn.binnenlandsbestuur.nl/ signup/jongambtenaar ADVERTENTIES EN PRESENTATIES Bellen: 06-46285131 Mailen: traffic@binnenlandsbestuur.nl Deze uitgave is gratis verkrijgbaar voor laatstejaarsstudenten aan hogescholen en universiteiten. JONG&AMBTENAAR 40-41 Mooi land om voor te werken 44-45 Jouw plek voor impact en groei 48-49 Veel vrijheid en de kans om je eigen talent te ontdekken 55 Gemeente Doetinchem. Groei door doen. 58-59 Duurzaam werken bij SRO 66 Is werken bij een omgevingsdienst iets voor jou? 74-75 Ontwikkel je talent bij gemeente Epe 78-79 Deze jonge Amsterdamse ambtenaren doen het. 95 Groei mee met Kampen! 96 Natuur, woningbouw en energie 98-99 Kansen zien én pakken in Amersfoort 101 ‘Samen met elkaar, voor en met de Capellenaar’ 103 Meebouwen aan de gemeente Heerlen 105 Een unieke werkplek aan de Zeeuwse kust 108 Koester onze historie, verrijk de toekomst van Maastricht 109 Werk mee aan een betere toekomst voor Nederland 7
Pagina 8
JONG&AMBTENAAR Hanane El Hadouchi heeft een missie. Voorheen bij de gemeente Amsterdam en inmiddels bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zet ze zich in voor één doelgroep in het bijzonder: jongeren. OP DE JUISTE KNOPPEN DRUKKEN VOOR JONGEREN ‘I k ben beleidsmedewerker bij het programma maatschappelijke diensttijd’, vertelt ze. ‘Hiermee bieden we jonge Nederlanders de kans om gedurende een aantal weken tot maanden hun talenten te ontwikkelen. Om mensen buiten hun gewone leefwereld te ontmoeten. Tegelijkertijd doen ze iets terug voor de samenleving.’ De gelijkenissen met haar vorige functie zijn opvallend. ‘In Amsterdam was ik jarenlang beleidsmaker op de afdeling onderwijs. Voornamelijk voor MBO’ers. Ik probeerde ervoor te zorgen dat zij dezelfde kansen hebben op een stage of een baan als jongeren met een HBO- of WO-diploma. Zo deed ik mijn best om discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan en hielp ik bij het creëren van stageplekken.’ SUCCESVOLLE TOEKOMST Ze omschrijft de rode draad in haar carrière als volgt: ‘Ik wil dat jongeren de mogelijkheid hebben om het beste uit zichzelf te halen. Zodat ze een goede start hebben op de arbeidsmarkt en kans maken op een succesvolle toekomst. In Amsterdam heb ik gezien dat je als ambtenaar, als je tenminste op de juiste knoppen drukt, echt iets voor elkaar kunt krijgen. Het lijkt me heel tof om dat de komende tijd ook op landelijk niveau te doen.’ Gevraagd naar een praktijkvoorbeeld waar ze trots op is, zegt Hanane: ‘In Amsterdam heb ik een denktank opgericht voor jongeren. Zij adviseren de gemeente over beleidsmatige vraagstukken. Daarnaast heb ik hard gewerkt om een traineeship voor mbo’ers te realiseren. Die hadden we voor WO- en HBO-studenten, maar voor MBO’ers nog niet.’ Haar ambitie op dit gebied werd jaren geleden aangewak8 kerd, toen ze naast haar studie een tijdje als leerplichtambtenaar werkte. ‘Toen kwam ik veel met jongeren in contact. Ik kreeg hun ervaringen te horen. Waar ze tegenaan liepen, wat ze nodig hadden. Schrijnende verhalen waren dat. Er zaten MBO-jongeren bij die zich echt minderwaardig voelden ten opzichte van andere studenten. Dat raakte me enorm.’ Hanane trok een conclusie. ‘Ik dacht, híér moet je dus beleid op baseren. Er als ambtenaar voor zorgen dat je ruimte voor deze jongeren creëert. Zodat iedereen dezelfde kansen krijgt, ongeacht waar je vandaan komt en wat voor studie je hebt gedaan.’ Gelukkig is ze niet de enige die zich hier druk om maakt, valt haar op. ‘Er is nu veel aandacht voor gelijkwaardigheid onder jongeren. Dus ik merk wel dat er een soort verandering plaatsvindt. En daar begint het mee.’ BUITEN LIJNTJES KLEUREN Toen ze nog bij de gemeente Amsterdam werkte, werd Hanane verkozen tot Jonge Ambtenaar van het Jaar 2023. Ze beschouwt ‘pionieren’, zoals ze dat zelf noemt, als haar grootste competentie. ‘Ik ben altijd op zoek naar kansen. Zodat we voor de burger het beste kunnen doen. We hebben ambtenaren nodig die buiten de lijntjes durven te kleuren. Die niet bang zijn om te benoemen wat misgaat en hoe het beter kan. En die zich vooral niet uit het veld laten slaan.’ Haar betoog mondt uit in een boodschap aan generatiegenoten. ‘Ik zou mijn jonge collega’s willen oproepen om hetzelfde te doen. Pak die ruimte. Luister naar je buikgevoel. Als je een idee hebt, werk ernaartoe. Probeer draagvlak te creëren en vooral: blijf doorzetten.’ N NM: H i LJ 29 FUC: s maa d BIJ m d C p OG: W, b e
Pagina 10
ERFGOED BEWAREN IN HOLLANDS KROON Astrid Zwaag was al trainee bij Hollands Kroon toen de gemeente een nieuwe functie in het leven riep: adviseur erfgoed. Astrid had de lerarenopleiding geschiedenis gevolgd en was supergeïnteresseerd. ‘Het was de perfecte match.’ D aarvoor deed de gemeente weinig met erfgoed. ‘Hollands Kroon is pas in 2012 ontstaan uit vier kleine gemeenten en richtte zich destijds vooral op economische groei.’ Na wat druk van buitenaf kwam daar verandering in. Astrid mocht de afdeling opzetten. ‘Ik zeg weleens gekscherend: alles wat een beetje oud is, komt bij mij terecht.’ Monumenten zijn haar voornaamste verantwoordelijkheid. ‘Meestal betreft het huizen. Een voormalige burgemeesterswoning bijvoorbeeld. Of een stolpboerderij; dat is een boerderijtype in de vorm van een piramide dat het landschap van Noord-Holland kenmerkt. Maar ook twee kerkgebouwen.’ EERST TOESTEMMING Als een van de weinige gemeenten in Nederland wijst Hollands Kroon een gebouw pas aan als monument na toestemming van de eigenaar. ‘Dat is best controversieel. Veel erfgoedorganisaties zijn daartegen. Maar wij geloven in enthousiasmeren, in plaats van opleggen. Voor onderhoud ben je immers van de eigenaar afhankelijk. Andersom verstrekken wij daarvoor subsidies.’ Die voorkeur voor samenwerking komt terug in haar contact met andere organisaties. Astrid ziet zichzelf als aanspreekpunt. ‘Als mensen iets vinden dat mogelijk van waarde is, bellen ze eerst de gemeente. Ik verwijs ze vervolgens door naar historische verenigingen en lokale musea. Leuk voorbeeld: vorig jaar was er door garnalenvissers een houten beeld uit de Waddenzee opgevist. Een bemanningslid had dit op Twitter gedeeld. Ik zocht meteen contact. Het beeld bleek afkomstig van een VOC-schip. De pers dook erop, er was zelfs aandacht voor in talkshow Op1. Barry, werd het beeld genoemd.’ N: A g L 27 FC: a d BIJ g s Kroon OPLEIDING: HBO bachelor lerarenopleiding geschiedenis LESPAKKET Waar Astrid ook trots op is, is een lespakket voor basisscholen. ‘In de Tweede Wereldoorlog zijn veel vliegtuigen neergestort op ons grondgebied. Hollands Kroon lag precies op de route van de Royal Air Force uit Engeland. Er zijn ook Duitse vliegtuigen gevonden.’ Hier wordt op scholen over verteld, en er is een stichting die herdenkingspalen plaatst. ‘Bij de onthulling van zo’n herdenkingspaal komen dan nabestaanden langs, laatst nog Canadezen. Dat is heel bijzonder.’ Op andere dagen moet er bijvoorbeeld een informatiebord komen. ‘Overal in Nederland heb je bruine ANWB-borden bij historische gebouwen. In Hollands Kroon nog niet. Slechts enkele woorden kunnen al tot de verbeelding spreken.’ In de toekomst kunnen de borden worden aangevuld met podcasts. ‘We willen een canon van Hollands Kroon maken, zodat we een mooi chronologisch overzicht krijgen. Ik heb voorlopig genoeg werk.’ 10 LOKAAL VEEL RUIMTE VOOR EIGEN INITIATIEF Hoe zorg je dat mensen met een smalle portemonnee ook hun woning kunnen verduurzamen? Als adviseur energiebesparing bij de gemeente Maashorst gaat Maxime Thenu actief naar die doelgroep op zoek. ‘Ik wil contact met de inwoners, niet alleen achter mijn bureau zitten.’ N: Mae Theu L 2 jar FUC: beledsadseur d gbg BJ g t OG HO mgm gg - s g D e gebouwde omgeving moet in 2050 volledig klimaat neutraal zijn. Gemeenten hebben hierin de regie. De rijksoverheid trekt veel geld uit voor de beleidsterreinen waar Maxime zich voor inspant, zoals bestrijding van energie -armoede. Daarnaast zijn er middelen voor de energietransitie die Nederland stap voor stap van het aardgas af moet helpen. Maxime: ‘Het rijk honoreert concrete projecten die energiearmoede bestrijden, vooral ontstaan door de oorlog in Oekraïne en gestegen energieprijzen. De projecten moeten inwoners een structurele verlaging van de energierekening opleveren, het mag geen tijdelijke lastenverlichting zijn.’ EIGEN INITIATIEF Er mag dan voor gemeenten veel rijksgeld op de plank liggen, er zijn nog nauwelijks structurele invullingen bedacht. Dat geeft Maxime veel ruimte voor eigen initiatief. Zo heeft ze samen met collega’s uit omliggende gemeenten de regionale Energiehulp Klusbus opgezet. ‘Met deze bus gaan we bij 11 ‘ Er is veel weerstand, vooral door financiële consequenties’ PRATEN MET DE INWONERS In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt om te komen tot een haalbare, betaalbare en uitvoerbare transitie voor gemeenten en inwoners. ‘We hebben een opgave voor 2030 en voor 2050, maar hoe krijg je iedereen zo snel mee? We zitten op dat onderwerp echt nog in de overleg- en uitprobeerfase’, zegt Maxime. ‘Ik gebruik een deel van mijn werktijd om naar de inwoners toe te gaan. Ik vraag waar ze tegen aanlopen, praat met ze over hun ideeën. Ik ben ambtenaar, maar wel een moderne. Ik wil contact met de inwoners, niet alleen achter mijn bureau zitten. Er zijn veel meningen over de energietransitie. De een is fel tegen, de ander fel voor. Daarom zijn we van plan meerdere pilots in de gemeente te starten. We weten dat we haast op straatniveau moeten kijken wat wel en niet werkt. Je kunt niet vanuit het gemeentehuis roepen: “Zó gaan we het doen!”’ inwoners langs om tips te geven over energiebesparende maatregelen. Medewerkers kunnen meteen passende kleine maatregelen installeren, kosteloos.’ Bijvoorbeeld radiatorventilatoren, kozijnfolie of een waterbesparende douchekop. Zelf maakte Maxime uiteraard ook een ritje mee, samen met de wethouders. Ze merkte meteen hoe moeilijk het is om inwoners te bereiken die het moeilijk hebben. ‘Er is veel schaamte rond armoede. Daarom werk ik samen met de collega’s van het sociaal domein. Die hebben contacten met bewonersorganisaties en welzijnsinstellingen, kunnen mensen op armoederegelingen wijzen en kennen de inwoners die in de zogeheten ‘vroegsignalering’ zitten.’ Met dat laatste probeert de gemeente bij betalingsachterstanden tijdig actie te ondernemen om te voorkomen dat inwoners wegzinken in een moeras van problematische schulden.
Pagina 12
JONG&AMBTENAAR GEDREVEN ADVISEREN MET DATA Gemeenten kunnen beter beleid maken door goed met verschillende data om te gaan en gegevens uit diverse bronnen met elkaar te combineren. Inhoudelijke maatregelen en voorzieningen kun je dan meer richten op specifieke doelgroepen, zoals ouderen of vluchtelingen. Datagedreven werken, volgens adviseur Wytske de Jong. N Wy g LJ 3 jar FUC: adr dg en BJ g m OG maste stateg g - t ys ring ondersteunen. ‘Alleen aan data heb je niets. Je moet ook de juiste tooling hebben, goed datamanagement opzetten en nadenken over alle privacy-gevoeligheden.’ Wytske hoeft niet van elk beleidsterrein verstand te hebben. Daar zijn beleidsambtenaren voor. Ook het ‘ophalen’ van data en verwerken in dashboards hoeft ze niet te doen; een data-analist doet dat. Wytske adviseert vooral afdelingen, bijvoorbeeld in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Zo wordt onder meer overzichtelijk waar kwetsbare groepen wonen ten opzichte van zorgvoorzieningen. Ook helpt ze bij het maken van een woonmonitor. ‘De gemeenten en de landelijke politiek hebben een woondeal afgesloten. Ook Doetinchem is verplicht snel woningen bij te bouwen, in verschillende categorieën. We willen makkelijk aan de weet komen of we die doelstelling halen of niet. Hoeveel is al gebouwd, wat zit nog in de planning, wat is vergund? Vallen ze in goedkope huur, dure huur, goedkope koop, dure koop? Die data zitten nu in verschillende interne applicaties, maar worden gecombineerd.’ LEERGANG S inds oktober 2022 werkt Wytske in Doetinchem, nadat ze eerst bij de Auditdienst Rijk in Den Haag werkte. Tijdens de coronapandemie besloten zij en haar partner naar de Achterhoek te verhuizen om thuis te werken. Heen en weer reizen naar Den Haag bleek vermoeiend, een van de redenen waarom ze nu geweldig blij zegt te zijn met haar werk in Doetinchem. Dat is gevarieerd en bestrijkt veel beleidsterreinen. Momenteel legt ze het digitale fundament dat de gemeente helpt om data makkelijker te verzamelen en te verwerken. Die data moeten het beleid en de bedrijfsvoe12 Doetinchem werkt op datagebied samen met zeven naburige gemeenten in Datalab Gelderland-Oost, ‘Datalab GO’. Deze samenwerking blijkt enorm handig, bijvoorbeeld bij kennis over hittestress en klimaatverandering. Wytske: ‘We brengen de ‘hitteplekken’ interactief in kaart en kijken waar potentieel wateroverlast kan optreden, door gegevens te combineren en kaarten over elkaar te leggen.’ Bij Datalab GO organiseert Wytske nu een leergang voor gemeentemedewerkers. ‘Zodat iedereen zich kan ontwikkelen en een basisniveau heeft op het gebied van datagedrevenheid. Ze leren onderzoeksresultaten en cijfers interpreteren en leren de goede datavraag te stellen. Ook doen ze kennis op van belangrijke privacy-onderwerpen. Medewerkers hoeven het niet allemaal helemaal zelf te kunnen. Wel willen we goede gesprekspartners kweken voor iedereen die met data bezig is. Zo begrijpen collega’s waarom data-analisten altijd zo irritant doorvragen.’ ALLES VOOR INNOVATIE Het bestaande economische ‘DNA’ van Tilburg versterken en duurzamer maken. Voorheen waren dat vooral de maakindustrie en de logistiek. Nu wil Tilburg activiteiten aantrekken voor wat het de ‘next economy’ noemt. Slim en duurzaam. Sander Potters loopt zich het vuur uit de sloffen om dat te helpen verwezenlijken. ilburg heeft veel geïnvesteerd in onder andere de Spoorzone, een plek die nu hip & happening is. Voor bedrijven die hun geld verdienen met data en IT staan daar de seinen op groen. ‘In de Spoorzone bevindt zich onder andere onze innovatieparel MindLabs. Een samenwerkingsverband waar kennisinstellingen, overheden en een groeiend aantal van bedrijven, maatschappelijke instellingen en startups in deelnemen. De kennis die hier aanwezig is of ontwikkeld wordt, zit op het snijpunt van digitalisering, kunstmatige intelligentie en mensgerichte toepassingen ofwel human centered AI. Ten behoeve van de zorg bijvoorbeeld. In die niches is Tilburg sterk ten opzichte van andere regio’s. Waar Eindhoven met Brainport meer inzet op fundamentele ontwikkeling van deep tech zijn wij sterk in het verder ontwikkelen en producten aan de man brengen.’ Een andere troefkaart is volgens hem Midpoint Brabant, die op regionale schaal ondernemers ondersteunen om hun bedrijven naar een volgend niveau te tillen. T met AI een rol speelt bij de werving en screening van personeel. Een toepassing die inmiddels door grote bedrijven is ontdekt. ‘Met geautomatiseerde whatsapp-gesprekken kunnen zij veel personen screenen. Ze hebben net zes ton opgehaald om verder te groeien.’ In de maakindustrie, een van de oude pijlers, doet Tilburg ook volop mee, maar dan op een slimmere en duurzame manier. Gisteren nog mocht Sander een kijkje nemen bij een bedrijf waar de ‘slagaderen’ worden geproduceerd voor hoogtechnologische apparaten en machines. ‘Slangen maken klinkt niet spannend. Maar dit bedrijf maakt die bijvoorbeeld voor de semiconductor-industrie, of MRI-scanners. De ondernemer die dat bedrijf opbouwde is rond de veertig. Het bedrijf telt inmiddels 250 medewerkers. Als ik daar rondloop word ik bijna melancholisch en warm van binnen.’ VEEL PRATEN Wat zijn aandeel daarin is? ‘Veel praten met ondernemers, vragen wat zij nodig hebben en waar ze heen willen groeien. Ik ben geen engineer of programmeur. Sociale vaardigheden zijn mijn grootste kracht.’ Daarnaast heeft Sander veel contacten met kennisinstellingen. De gemeente heeft een universiteit, hbo en mbo’s, waar kennis te halen valt en mensen om die in de praktijk te brengen. In geld vinden voor nieuwe bedrijvigheid zijn die soms minder goed. Ook daarin kan hij wat betekenen. Eerder specialiseerde hij zich in subsidie- en innovatieadvies bij een groot consultancybureau. ‘Daar hielp ik bedrijven – van startups tot beursgenoteerde organisaties – bij het aanvragen van subsidies op het gebied van innovaties en duurzaamheid. Ik was ook gedetacheerd bij de provincie Gelderland, waar ik juist aan de andere kant van de subsidietafel zat.’ NM: d s LJ: 31 NIET BIJ TE BENEN Artificial intelligence speelt in veel sectoren een rol. De ontwikkelingen zijn bijna niet bij te benen. En Tilburg kan daar naar zijn idee veel in betekenen. Voorbeeld: een bedrijf dat 13 FUC: beledsadseur e e BIJ: g g OG: O bhelr bkde
Pagina 14
JONG&AMBTENAAR Nauw betrokken bij de praktijk van het onderwijs MBO’ERS ZIJN ECHTE DOENERS Voor de klas staan of beoordelen of onderwijs aan gestelde normen voldoet. Twee kanten van één medaille, vindt onderwijsinspecteur Renske Willems. Ze leerde beide kanten kennen. R enske begon met een bachelor pedagogische wetenschappen, en voltooide haar studie als onderwijswetenschapper. Een lesbevoegdheid voegde ze er ook aan toe, ‘om naast theoretische kennis ook de dagelijkse praktijk van het onderwijs te leren kennen’. Van die laatste stap profiteert zij in haar huidige functie dagelijks. ‘Onderwijswetenschappen gaan van basisonderwijs tot hoger onderwijs en alles daartussen. Het mbo kende ik nauwelijks, maar het is een enorm leuke sector.’ In het docentschap bleef de blik op het onderwijsveld Renske te beperkt. ‘Ik wilde mijn blik graag verbreden. Werken bij de inspectie leek me ‘ Het mbo is een mini­samenleving in één klas’ daarvoor een mooie kans.’ Met haar papieren kon ze daar probleemloos aan de slag. Nauw betrokken bij de praktijk, omdat ze veelvuldig schoolbezoeken aflegt met collega’s. ‘In heel Nederland en op kleine vak­ of particuliere opleidingen tot de grootste roc’s. Allemaal met hun eigen cultuur en kenmerken.’ ‘Bekostigde instellingen’ heet de afdeling waar Renske werkt, met voornamelijk de roc’s als werkveld. ‘Eén keer in de vier jaar zijn die aan de beurt voor een regulier onderzoek. In multidisciplinaire teams – van pedagogen, onderwijskundigen en juristen tot mensen met financiële expertise – kijken we naar de informatie die de scholen aanleveren, zoals 14 beleidsdocumenten, jaarverslagen en strategische plannen. In een startgesprek vormen we ons een beeld van de kwaliteit, de mogelijke risico’s die het bestuur van de instelling ziet, en de ambities. Daarna verifiëren we dat in de praktijk.’ BASISVAARDIGHEDEN STUDENTEN Speerpunten zijn basisvaardigheden van studenten: Nederlandse taal, rekenen en burgerschap. ‘Benadrukt een school sterk het belang van het vak burgerschap omdat zij wil dat studenten later goed functioneren in een inclusieve, democratische rechtstaat, dan zijn we benieuwd of we dat accent terugzien in de opleidingen. Daarover spreken we met de besturen, raad van toezicht, medezeggenschapsraad, docenten en beleids­ en stafmedewerkers. En niet in de laatste plaats met studenten en studentenraad.’ Mbo­studenten zijn geen amorfe massa, maar heel divers. ‘We doen het mbo geen recht door het in een paar kenmerken te vangen’ licht Renske toe. ‘Ik had in mijn klassen 16­jarigen vers van het vmbo, maar ook mensen van 50 die op latere leeftijd besloten dat ze alsnog een diploma wilden halen, of zich wilden omscholen. Een mini­samenleving in één klas.’ Schoolverzuim van leerplichtigen is een belangrijk aandachtspunt. Niet zonder reden: in het studiejaar 2021­2022 waren er ruim 30.000 nieuwe voortijdige schoolverlaters; het hoogste aantal in tien jaar tijd. Gedeeltelijke verklaring: de motivatie van veel studenten verdampte tijdens de schoolsluitingen en met de beperkingen van online onderwijs. ‘Voor een groot deel van de samenleving lijkt corona lang geleden, maar in het onderwijs merk je de nasleep nog elke dag’, weet Renske door haar werk. ‘Voor ons een bron van zorg, evenals het mentale welzijn van jongeren.’ Mbo’ers zijn echte doeners. NAAM R s L: 29 FC: - br bds BJ I t d OG mar dh; bhel dhe ppen ‘Voor hen is praktijkonderwijs zó belangrijk. Ik wil ook niet dat mijn haar wordt geknipt door een kapper die het vak alleen leerde via YouTube. En een verband aanleggen of steunkous aantrekken moet ook op een echt mens geoefend.’ PRAKTISCHE VAARDIGHEDEN Lichtpuntje van die nare periode is dat corona het mbo in het spotlicht zette en de discussie over termen als ‘hoger’ en ‘lager’ en ‘praktisch’ en ‘theoretisch’ onderwijs aanblies. 15 Met gelijke waardering voor alle studenten en opleidingen. Het idee van ‘hoger’ en ‘lager’ onderwijs is nog niet geheel verdwenen. Maar er is verandering op komst, aldus Renske. ‘Het belang van praktische vaardigheden wordt meer gezien. Ook door grote opgaven als klimaatmaatregelen en de energietransitie.’ Ze is er blij mee. ‘Na de havo wordt het mbo vaker als optie gezien als dat beter past. Een mooie ontwikkeling. Uiteindelijk hebben mensen met praktische en theoretische vaardigheden elkaar nodig.’
Pagina 16
JONG&AMBTENAAR GEMEENTE MAASHORST: ONTDEK, GROEI EN BOUW MEE ALS JONG TALENT Een groene, jonge, bruisende gemeente met ambitie: dat is Maashorst. Hier vind je een leer- en werkplek met ruimte om jezelf te ontwikkelen, te pionieren en mee te bouwen aan de toekomst. B ij ons vind je het beste van twee werelden: een ruimtelijke en groene woon- en werkomgeving en toch alle voorzieningen in de buurt. Als ‘groentje’ onder de gemeenten weten we precies waar we heen willen. Maar eerlijk is eerlijk: we hebben nog wat stappen te zetten voordat we daar zijn. Boeiend? Zeker weten! Bij ons krijg je de ruimte om je mouwen op te stropen, te ondernemen en mee te bouwen aan onze gemeente. Want er liggen bij ons volop kansen en we hebben hoge ambities. Om een van onze ambities te noemen: een vindbaar, herkenbaar en professioneel toegangspunt waar inwoners met al hun zorg- en ondersteuningsvragen terechtkunnen. Deze en andere plannen verwezenlijken we graag met een stel vrijzinnige pioniers, die zin hebben in een oer-Brabants avontuur. VAN STAGIAIR OF TRAINEE TOT SPECIALIST IN JOUW VAKGEBIED Je kunt bij onze gemeente terecht voor traineeships en stages in verschillende domeinen. Met een stageopdracht die boeiend is voor jou én nuttig voor de gemeente. Of de kans om als starter of trainee te ontdekken op welk gebied jij je verder wilt specialiseren. RUIMTE VOOR JOUW ONTWIKKELING Werken bij Maashorst betekent werken aan jouw ontwikkeling, bijvoorbeeld met de activiteiten in ons jonge-ambtenarennetwerk. Bovendien waarderen 16 we jouw frisse blik: we stimuleren je om kritisch naar processen te kijken en verbetersuggesties te delen. En we zien je graag doorgroeien. Zo maakte Demi de stap van jeugdconsulent naar beleidsadviseur jeugd. En is Jolien na twee traineeships nu junior beleidsadviseur planvorming en ontwerp. EEN GEZONDE BALANS TUSSEN WERK EN PLEZIER Bij ons draait het om jouw welzijn. Kijk alleen al naar je moderne werkplek. Met planten voor een huiselijke én gezonde werkomgeving. En open ruimten waarin je makkelijk collega’s ontmoet. Wat dacht je van de maandelijkse events, tafeltenniswedstrijden en bedrijfsfitnessfaciliteiten? Of het KWIEK-programma, een vitaliteitsinitiatief met sportieve en sociale activiteiten en persoonlijke fysio-sessies? Zet je in voor jouw toekomst én die van Maashorst. Meer weten? Check onze socials of bel 0413 - 28 19 11 voor een vrijblijvende kop koffie. KENGETALLEN Gemeente Maashorst bestaat sinds 1 januari 2022 6 kernen, Uden, Volkel, Odiliapeel, Reek, Schaijk en Zeeland. Ongeveer 60.000 inwoners Ruim 525 medewerkers 15% van de medewerkers is jonger dan 35 jaar Een moderne werkplek in het bruisende centrum van Uden Een actieve jonge ambtenaren netwerk 17
Pagina 18
N: D l LJ: 31 FUC: adr dlijn BIJ: g sft OG WO bacheos g m ; PD taaosoe DEVA GEEFT DIEREN EEN STEM IN AMERSFOORT In onze samenleving gebruiken we dieren voor voedselproductie, gezelschap of ter vermaak. Maar dieren hebben hun eigen waarde, zegt Deva Waal. Zij is adviseur dierenwelzijn in de gemeente Amersfoort. G een weerhaakjes meer door de lip van vissen. Amersfoort heeft in Nederland de primeur om in eigen viswateren dit gereedschap voor hengelaars vanaf 2024 te verbieden. Niet om sportvissers te pesten. Hier zijn afspraken over gemaakt met de lokale hengelsportclub. Net als een groeiend aantal andere mensen staan ook de leden van zo’n vereniging stil bij het welzijn van dieren, weet Deva. Onderzoek van de Raad voor Dierenaangelegenheden laat zien dat 99 procent van de mensen vindt dat aan dieren waarde wordt toegekend zónder direct nut voor de mens. Van zweefvlieg en vleermuis tot huiskat. ‘Het gaat erom dat je kijkt vanuit het dier zelf’, aldus Deva. ‘Op veel vragen rond dierenwelzijn hebben we nog geen echt antwoord. In mijn werk is het zaak zoveel mogelijk perspectieven mee te wegen. Filosofen maken dat soort afwegingen ook, dus heel ver van mijn achtergrond ligt mijn werk niet.’ SCHEPJE BOVENOP Deva is de spil in de Amersfoortse Dierenwelzijnsnota in wording. In Amsterdam deed ze achter de schermen onderzoekswerk voor de Partij voor de Dieren. Die ervaring en kennis komen goed van pas in haar huidige functie. Amersfoort had het nodige geregeld op het gebied van dierenwelzijn, maar er kon wel een schepje bovenop. ‘In het coalitieakkoord staat dat er een Dierenwelzijnsnota moet komen, waar alle regels en beleid bij elkaar komen.’ Een ambtenaar die zich DIERVRIENDELIJKSTE GEMEENTE VAN NEDERLAND Amersfoort is in 2023 uitgeroepen tot de meest diervriendelijke gemeente van Nederland. Amersfoort krijgt de prijs omdat het volop inzet op het verbeteren van het dierenwelzijn in de stad. 19 specifiek hiermee bezighoudt was er nog niet. Zo werd Deva de eerste adviseur dierenwelzijn van de gemeente. ‘De aanstelling van een wethouder als specifieke portefeuillehouder en mijn benoeming geven aan dat dierenwelzijn in onze gemeente geen bijzaak is.’ De (landelijke) Wet dieren is het uitgangspunt voor de nota. ‘Daarin staan concrete zaken’, legt Deva uit. ‘Onder andere dat je inbreuk op integriteit van dieren moet voorkomen. Je moet zorgen dat ze geen honger en dorst lijden. Ook mag je hun natuurlijke gedrag niet beperken.’ PADDENWERKGROEP Keurt de raad de nota goed, dan krijgen dieren een stem in besluitvormingsprocessen. Daarmee is de discussie niet af. ‘Laat je dierenwelzijnsorganisaties voor dieren spreken, of baseer je je bijvoorbeeld op de wetenschap? Het is onder‘ Op veel vragen rond dierenwelzijn hebben we geen antwoord’ deel van mijn werk om mensen hierover aan de praat te krijgen. Van de paddenwerkgroep tot hobbyboeren tot andere inwoners. En natuurlijk collega’s.’ Wat kunnen de voornemens concreet opleveren? ‘Meer rustplekken voor dieren bijvoorbeeld, en rekening houden met hen als er wordt gebouwd. Ook wordt uitbreiding van slachterijen en veehouderijen niet toegestaan, voor zover dat binnen de gemeentelijke bevoegdheid valt. En er wordt in voorzien dat mensen met een inkomen op bijstandsniveau medische hulp kunnen krijgen voor hun dier.’ DIERENTAAL DOORGRONDEN Kunstmatige intelligentie helpt onze soort de taal van dieren en hun gevoelens te doorgronden. Japanse onderzoekers beweren dat ze kippengeluiden, zoals kakelen, tokken, kunnen vertalen in de emoties die de vogels voelen. Honger, angst en woede, tevredenheid en opwinding. ‘Met die kennis valt dierenwelzijn steeds moeilijker te negeren.’
Pagina 24
JONG&AMBTENAAR betrokkenheid en carrièregroei samenkomen! VAN SAMENWERKING Gemeente Boekel: waar flexibiliteit, ONTDEK DE KRACHT B ij de gemeente Boekel draait alles om samenwerken. We willen flexibel inspelen op de veranderende samenleving en onze dienstverlening daarop afstemmen. Daarom werken we met generalisten; medewerkers die zich zowel op beleids- als op uitvoerend niveau kunnen verdiepen in verschillende onderwerpen. Vandaag werken ze aan het ene onderwerp, en morgen schakelen ze gemakkelijk over naar een ander onderwerp, afhankelijk van de behoeften van onze burgers. We geloven in werken op hoofdlijnen en het inhuren van specialistische kennis bij samenwerkingsverbanden en marktpartijen. Op die manier blijven we wendbaar en kunnen we de beste resultaten behalen. GASTVRIJ EN ACTIEF Bij ons staan gastvrijheid en actie centraal. We willen dat onze inwoners zich betrokken voelen bij de besluitvorming. We faciliteren en stimuleren burgerparticipatie en houden van korte lijnen en directe betrokkenheid. Jouw stem telt daarbij en samen met jou werkt de gemeente Boekel aan de toekomst van haar burgers. Als je interesse hebt in werken voor de gemeente Boekel en haar inwoners, maak dan al kennis door het filmpje “The farmers from the Valley” te bekijken. In vogelvlucht krijg je een indruk van onze gemeenschap en de inwoners. Scan de QR-code om het filmpje te bekijken of plak de link https://www.youtube.com/watch?v=mtJKeN2dLPw in je zoekveld. TRANSPARANTIE EN COMMUNICATIE In Boekel staren we ons niet blind op regels, maar proberen we juist te dereguleren. We willen het makkelijker maken voor onze inwoners en ondernemers. Waar mogelijk faciliteren en ondersteunen we hen. We hechten waarde aan heldere en duidelijke communicatie met onze burgers. We willen dat ze weten wat er speelt en welke stappen we nemen om Boekel nog beter te maken. GEMEENTE BOEKEL IN HET KORT Gemeente Boekel: 1 gemeente, 3 kernen, 11.000 inwoners. Bij de gemeente werken ruim 75 medewerkers waarvan 33% jonger dan 35 jaar. De kleinschaligheid geeft kans tot snel overleg en afspraken maken met collega’s. Gemeente Boekel is één van de kleinere zelfstandige gemeentes in Nederland, maar groots in haar doen. Gemeente Boekel dynamische gemeente, aandacht voor dienstverlening en deregulering. Bij alles staat het belang van de burger centraal. Mogelijkheid tot hybride werken, afhankelijk van de taken. De gemeente stimuleert opleiding en ontwikkeling van medewerkers. Kijk op www.boekel.nl voor meer informatie en vacatures. FIJN WERKEN BIJ DE GEMEENTE BOEKEL Carrièremogelijkheden zijn er voor iedereen bij de gemeente Boekel. Je krijgt volop de gelegenheid je te ontwikkelen en te groeien. Of je nu communicatieadviseur bent, beleidsmedewerker of jeugdconsulent. Ook mooi meegenomen: je krijgt de mogelijkheid om hybride te werken. We bieden een inspirerende werkomgeving met ongeveer 75 collega’s. Je zult merken dat onze gemeente barst van de jonge professionals die klaarstaan om hun enthousiasme en frisse ideeën met jou te delen. In onze organisatie van bescheiden omvang weten medewerkers elkaar makkelijk te vinden. Het is 24 “Als communicatieadviseur ben ik met mijn collega betrokken bij de communicatie van verschillende projecten. Over veel zaken praten we mee en we worden uitgedaagd om tot oplossingen te komen. We adviseren over activiteiten binnen de gemeente en zetten social media en andere kanalen in om onze inwoners te informeren. Iedere dag geeft nieuwe uitdagingen en kansen. Het is een pluspunt om veel verschillende taken te hebben. Dat zorgt voor veel variatie en uiteenlopende contacten. Van de burgemeester en wethouders tot en met onze collega’s van de buitendienst of het sociaal domein. Maar ook met externe partijen. Door de flexibele werktijden in combinatie met de mogelijkheid om thuis te werken heerst er een prettige werksfeer. Daarnaast is het fijn dat we de vrijheid hebben om cursussen te volgen en aan onze professionele ontwikkeling te werken. Kortom de gemeente Boekel is een topwerkgever en een levendige gemeente om voor te werken. Iedere dag werk ik met onderwerpen die de samenleving en dus ook mezelf aangaan. Dat vind ik super interessant. Ik zit hier echt op mijn plek.” aldus Lois Notten, 29 jaar en ruim één jaar werkzaam bij de gemeente Boekel. GEMEENTE BOEKEL natuurlijk ook heel bijzonder dat wij als kleine gemeente zelfstandig zijn! En als kers op de taart bieden we een prima reiskostenvergoeding. We begrijpen dat reizen een belangrijk onderdeel kan zijn van je dagelijkse routine en we willen ervoor zorgen dat je hiervoor op een passende manier wordt gecompenseerd. GRIJP DEZE KANS Ben je enthousiast geworden en wil je deel uitmaken van ons team? Bezoek onze website www.boekel.nl en check onze socials om te kijken waar jouw kansen en mogelijkheden liggen. Een gemeente waar geen dag hetzelfde is en waar elke dag nieuwe kansen biedt om het leven van inwoners beter te maken. We kijken ernaar uit om je te ontmoeten. “ Bij alles wat we doen vragen we ons af: Wat heeft de burger er aan?” 25
Pagina 26
JONG&AMBTENAAR Van PET-scans analyseren naar armoede bestrijden of de openbare ruimte mooier maken. Als er één jonge professional een grote overstap maakte, dan Simone Nuijens wel. DATA-ANALYSE ONDERGAAT EEN GROEISPURT G ooise Meren, de gemeente waar Simone werkt en woont, wil net als veel andere gemeenten ‘datagedreven’ opereren. Gericht data verzamelen, op grond waarvan adviezen worden opgesteld en beleid wordt gemaakt. Simones aandeel is het analyseren van de data, en ze programmeert ook. ‘Data moeten worden omgezet in een vorm die toelaat dat er analyses mee worden gedaan. Het andere stuk programmering heeft meer betrekking op innovatieve dataprojecten, die werken op basis van algoritmes en een voorspellend karakter hebben. Dat laatste wordt steeds belangrijker. Bij ons staat dat nog in de kinderschoenen, maar we maken een groeispurt door. Hadden we eerst één data­analist, inmiddels zijn we met een team informatiemanagers en business intelligence­specialisten.’ De snelle ontwikkeling van het vakgebied heeft ook ethische en soms risicovolle kanten. ‘Algoritmen mogen niet leiden tot discriminatie of profilering’ zegt Simone. ‘Daar zijn we ons goed van bewust. En onze informatie moet voldoen aan de privacywetgeving.’ ACADEMISCHE ZIEKENHUIZEN Voor Simone betekende haar functie een flinke omslag. Haar vorige banen waren in de (bio)medische hoek. Ze was coördinerend stralingsdeskundige en onderzoeksanalist in academische ziekenhuizen. ‘Ik beoordeelde of er patronen waren te herkennen aan de hand van de beelden van patiënten met specifieke ziekten, bijvoorbeeld lymfeklierkanker. In de data kon ik zien of een patiënt een bepaalde ziekte gaat ontwikkelen, of hoe de overlevingskans eruitziet over vijf jaar. Heel specialistisch. Nu kom ik met veel meer levensterreinen in aanraking. Aan die diversiteit was ik echt toe.’ ‘Voor het leggen van verbanden is een wetenschappelijk 26 denkniveau noodzakelijk’, licht Simone toe. ‘Met mooie grafieken en plotjes ben je er niet. Er hoort altijd een verhaal bij de data. Om dat te kunnen vertellen moet je ze op de juiste manier interpreteren. Je bevindingen moet je ook kunnen communiceren. Niet meteen beginnen over algoritmes of codetaal. Je moet op een relatief eenvoudige manier aan collega’s uitleggen welke inzichten uit de data te halen zijn en wat kan of niet. Lukt dat niet, dan is het idee voor mijn gevoel mislukt. De uitkomsten en prachtige plaatjes die je hebt aangeleverd zullen dan niet gebruikt worden.’ ARMOEDEMONITOR Data zijn geen doel op zich, vertelt Simone aan de hand van een concreet voorbeeld. ‘We werken aan een armoeNAAM: i ijs LJ: 34 FC: data-aast g i en OG: W ge se demonitor. We willen weten in hoeverre de gemeentelijke regelingen voor extra financiële ondersteuning huishoudens met de laagste inkomens bereiken.’ Die regelingen zijn vaak ingewikkeld, juist voor mensen die er aanspraak op mogen maken. Doen ze dat niet, dan kunnen schulden, stress, sociale uitsluiting en andere problemen het gevolg zijn. Simone: ‘In Gooise Meren hebben we geen duidelijk beeld van het aantal huishoudens dat recht heeft op minimaregelingen. We weten niet precies hoeveel er gebruik van maken en wie dat dan zijn. Hoe ziet hun leefvorm eruit? Zijn dat alleenstaanden, alleenstaande ouders, andere jonge gezinnen of juist ouderen? Dat zijn sociaal-maatschappelijk relevante projecten. Dat past goed bij mijn karakter.’ 27 STRUIKELEN Soms struikelt Simone bijna letterlijk over vraagstukken. Het overkwam haar tijdens een wandeling, toen een struik de stoep overwoekerde. ‘Voorheen was ik er gewoon met een boogje omheen gelopen. Nu kijk ik met andere ogen’, aldus Simone. Haar team zette z’n tanden in de Meldingen Openbare Ruimte: kapotte straatverlichting, volle prullenbakken, bladafval dat het fietspad glibberig maakt. ‘Straks weten we meer over het type meldingen, en hoe die verdeeld zijn over de wijken.’ Het ene onderzoeksproject is maatschappelijk interessanter dan een ander, erkent Simone. ‘Maar in principe doe je analyses om het leven van inwoners beter of prettiger te maken. Dat geeft veel voldoening. En ik doe dat ook nog eens voor mijn eigen leefomgeving. Dat voelt als bonus.’
Pagina 28
JONG&AMBTENAAR Delft: historische stad met een jong hart WERKEN AAN EEN STAD DIE ZICH STEEDS OPNIEUW UITVINDT Werken voor Delft, dat is zelf geschiedenis schrijven. Want Delft is een stad met een rijk verleden en boeiend erfgoed. Een stad met historie, maar ook een stad van innovatie en techniek. Van makers, uitvinders en ondernemers. Een stad van de toekomst, die zich steeds opnieuw uitvindt en mensen inspireert. Wil jij meewerken aan het Delft van de toekomst? De gemeente Delft biedt je ruimte om je te ontwikkelen en het beste uit jezelf te halen. W erk je voor Delft, dan werk je midden in de stad, voor de stad. Met bijna 1.000 collega’s zet je je in voor de meer dan 100.000 mensen die hier wonen. Dat doe je samen met partners in de stad en – vooral – met veel betrokken inwoners en ondernemers. Samen werken we eraan dat Delft kansrijk is voor iedereen, én ruimte biedt om te wonen. Samen werken wij aan een mooiere en betere stad. Een gezonde en veilige stad, een duurzame stad, en een stad die economisch krachtig is en bruist. VOLOP UITDAGINGEN Er liggen volop uitdagingen voor je in Delft. In de komende jaren investeren we bijvoorbeeld flink in Delft-West. Het moet immers overal goed wonen zijn in Delft en alle bewoners moeten mee kunnen doen. Zodat ze in staat zijn om hun kansen te pakken en hun talenten te benutten. Een andere grote opgave is de ontwikkeling van het Innovatiedistrict Delft. We ontwikkelen de TU Delft Campus samen met Schieoevers: een aantrekkelijke plek waar ruimte is voor werken, wonen, leren én ondernemen tegelijk. Hiernaast werken wij aan een schone toekomst. We stappen over op duurzame manieren van verwarmen en wekken op steeds meer plekken schone energie op. Zo werken we aan de ambitie dat Delft in 2050 energieneutraal is. Bij al dat werk kun je in Delft het verschil maken. Bijvoorbeeld als planoloog, milieuspecialist, jurist, projectleider of adviseur. HET RESULTAAT TELT! In Delft hebben we een toegankelijke en informele werksfeer. We houden van doen en gaan voor resultaat. We weten dat niet één iemand alles weet en kan, 28 WERKEN AAN DELFT GEEFT ENERGIE Chiel van Wensveen (29) werkt als projectvoorbereider aan de openbare ruimte van de stad. “Mooie projecten, zoals nu de aanleg van een nieuwe fietsstraat in de wijk Hof van Delft. Werk dat we combineren met de vervanging van het riool en aanleg van een nieuw regenwaterriool, waarmee we in de toekomst wateroverlast bij hoosbuien kunnen voorkomen.” In 2021 maakte hij de overstap van een commercieel bedrijf naar de gemeente Delft. “Waarom? Ik vind het belangrijk dat mijn werk een toegevoegde waarde heeft”, zegt Chiel. “Ik werk nu aan zaken die er echt toe doen voor bewoners. Dat geeft me energie.” Chiel is ook actief in Jong Delft, waarvoor hij uitjes en leerzame en gezellige activiteiten organiseert. “Ons doel is om jonge collega’s bij de gemeente met elkaar in contact te brengen. Dat doen we voor alle ruim 200 medewerkers tot 35 jaar. Het biedt een mooie kans om ervaring en kennis te delen en je professionele netwerk op te bouwen.” maar dat we elkaar nodig hebben. Daarom werken we slim samen om met elkaar het beste te bereiken voor de stad. RUIMTE VOOR TALENT Wij vinden het belangrijk dat jij je als medewerker blijft ontwikkelen als je dit wilt, je talenten inzet en het juiste werk doet. Met plezier. Om je in je ontwikkeling te ondersteunen, kun je trainingen en cursussen volgen. Zo kom je verder in je vak, in je persoonlijke ontwikkeling of in je loopbaan. Met je eigen ontwikkeldossier kun je met je leidinggevende precies volgen wat je tot nu toe hebt geleerd en waar nog leerkansen liggen. Dit kan ook in combinatie met een loopbaanadviseur. Delft koestert jong talent. Verschillende afdelingen hebben daarom een mentor: een senior collega die je ondersteunt. Als junior ben je verantwoordelijk voor uitdagende werkzaamheden, maar je hebt dan wel een senior om op terug te vallen of te raadplegen. GROEI DOOR Wil je na een tijdje bredere werkervaring opdoen? Dan kun je je aanmelden bij Matchpoint: onze interne marktplaats voor vraag naar en aanbod van werk. Hier kun je terecht voor tijdelijk werk binnen de gemeente, een project of een kortlopende klus. DELFT IN HET KORT: Ruim 106.000 inwoners (2023) 1.000 medewerkers Locatie: het gemeentekantoor is boven station Delft, op loopafstand van de historische binnenstad Informatie en vacatures: www.werkenvoordelft.nl 29
Pagina 30
JONG&AMBTENAAR Thomas houdt Zeeland mooi LIEFST BUITEN IN HET GROEN Thomas Lavooij is een buitenmens. Altijd al geweest. ‘Op vakantie zoek ik liefst mooie landschappen en natuurrijke streken op.’ Als beleidsadviseur groen in de gemeente Veere zit hij op kantoor in Domburg. Maar hij pakt volop de kans om zijn neus buiten de deur te steken. Dertien dorpen telt de gemeente Veere, allemaal even karakteristiek. Er zijn kerkdorpen op kreekruggen en mondaine badplaatsen. Het landschap heeft water aan alle kanten, polders en langgerekte stranden. Geboren en getogen Zeeuw Thomas keerde na zijn studiedagen in Den Bosch graag terug naar Walcheren. ‘Vertrek op maandag en op vrijdag zo snel mogelijk naar huis.’ Drie dagen werkt hij nu bij de gemeente Veere, zijn hoofdbaan. En anderhalve dag in de week voor de gemeente Borssele, in een vergelijkbare functie. BETERE HABITAT Als beleidsadviseur draagt hij eraan bij dat de leefomgeving van de gemeente Veere groen en gezond blijft. Daarbij doet hij zijn best om inheemse dier- en plantsoorten te behoeden Zo’n camping moet wel passen in het Zeeuwse landschap voor uitsterven, of een betere habitat te bieden. ‘We bouwen 852 woningen bij, verdeeld over onze dorpen. Best een fors aantal. Het geheel moet geen versteende massa worden.’ Waar mogelijk wordt verharding vervangen door groen. Bomen en planten zuiveren de lucht van onder andere fijnstof en zorgen voor schaduw en verkoeling. ‘Biodiversiteit vind ik belangrijk’, zegt Thomas. ‘Als het even kan, beplanten wij met inheemse soorten, die aantrekkelijk zijn voor vlinders, wilde bijen en andere insecten. Sommige inheemse insecten hebben minder aan geïmporteerde soorten.’ 30 Soms levert die voorkeur dilemma’s op. ‘Als beleidsadviseur of medewerker groen heb je maar tot op zekere hoogte invloed op beplantingsplannen. Het moet ook onderhouden kunnen worden. Dat spreken we dan door met onze buitendienst.’ Toekomstbestendigheid speelt eveneens een rol. ‘Veel dorpen zijn beplant met platanen. Die herbergen aanzienlijk minder fauna, maar zijn bestand tegen een opwarmend klimaat. Dat is de afweging die we nu maken. Blijven we inzetten op inheemse groensoorten, of sorteren we voor op de toekomst en planten we zogeheten ‘klimaatsoorten’ aan? Daar zijn we nog niet uit.’ UITGEBREIDE PLANTENLIJSTEN Tijdens zijn opleiding bestudeerde Thomas uitgebreide lijsten van in Nederland gebruikte planten. ‘We kregen takjes die we moesten identificeren.’ Aan een groot deel van de lijst heeft hij weinig in Zeeland. ‘Ik schat dat de helft van die plantenlijst hier niet past. Dorpen liggen soms zo dicht aan zee dat bomen afgeschoren zouden worden door de wind. Sommige boomsoorten gedijen überhaupt niet op een zilte ondergrond.’ Het toerisme draagt in zijn gemeente veel bij aan de lokale economie. Bijvoorbeeld in het mondaine Domburg of het eveneens drukbezochte Zoutelande. ‘We hebben grote recreatieparken, maar ook minicampings van boeren die een diverser bedrijf nastreven. Bij beoogde uitbreiding kijken wij als vergunningverlener mee naar de plannen. Zo’n camping moet passen in het landschap, met een brede beplantingsstrook. Later beoordelen wij of dat ook uitgevoerd is. Komt het allemaal overeen met de ingediende plannen, dan ontstaat er binnen een aantal jaren een omzoming van groen, die de witte caravans aan het zicht onttrekt en ons mooie landschap niet aantast.’ N Th j L: 24 FUC: br gn BJ g e OG h gm fg
Pagina 32
JONG&AMBTENAAR “ TILBURG HEEFT TORENHOGE AMBITIES” Én een concept waarbij medewerkers in een combibaan van twee werelden kunnen proeven. Bij de gemeente Tilburg denken ze graag in oplossingen. Zo ook bij de werving van personeel: want willen mensen wel ambtenaar worden? Willen ze niet veel liever bij een commercieel bedrijf werken? En hoe kom je daar eigenlijk achter? Door het allebei te doen! D aarom starten de gemeente Tilburg en BEECKK Ruimtemakers in 2024 met een aanbod voor ervaren projectleiders in het ruimtelijk domein. Zij kunnen voor 50 % bij het adviesbureau en voor 50 % bij de gemeente Tilburg werken. Op deze manier kunnen beide organisaties hun teams versterken. Voor de kandidaten betekent het een carrièrestap waarbij ze (nog) niet hoeven te kiezen tussen de gemeente of het bureau, dat werkt voor verschillende overheden in kleine teams vanuit Rotterdam, Eindhoven en Arnhem. Op beide plekken kom je in een team terecht dat je ontwikkeling voorop stelt en waar met je veel vrijheid en verantwoordelijkheid werkt aan maatschappelijke opgaven. De kandidaat kan maximaal 2 jaar proeven van beide werelden, om daarna pas een definitieve keuze te maken. Joyce de Graaff is 29 jaar en werkt een jaar bij de gemeente Tilburg als projectleider stedelijke ontwikkeling. Omdat zij hiervoor bij een adviesbureau werkte, kent ze beide zijden van de medaille. Waar zitten volgens haar de verschillen, de uitdagingen en wat maakt dit concept zo bijzonder? “Ik werkte bijna 7 jaar aan de ‘bureauzijde’. Bijna altijd voor kleine tot middelgrote gemeenten, waarbij ik een adviesrol had op een kleinere opdracht. In de praktijk betekende dat, dat ik per werkweek 1 of 2 dagen bij zo’n gemeente aan het werk was voor een project. Erg leuk en divers, maar ik heb dus wel de overstap naar gemeenteland gemaakt. Dat was omdat het me leuk leek om te werken voor een grotere gemeente en aan grotere opdrachten. Bovendien ken ik Tilburg goed: ik kom hier vandaan. Dan zie je ook dat de ambities op het gebied van stedelijke ontwikkeling hier torenhoog zijn. Tilburg ontwikkelt zich in razend tempo en is daarbij ook erg bezig met zaken 32 zoals de natuur en het klimaat. Ik vind het mooi om daar een bijdrage aan te mogen leveren. SAMENWERKEN Maar ook het feit dat ik graag samenwerk was reden voor de overstap. Eerder was ik steeds een paar dagen bij de gemeente, en dan een paar dagen bij het bureau. Dat voelde wat te eenzaam voor mij. Nu werk ik in een team, waarbij ik het naast gezellig ook extra leuk vind dat daarin alle disciplines aanwezig zijn. Van planoloog tot ecoloog, en dat allemaal intern. Dat zie je niet bij kleine gemeenten. Wel krijg je als je bij een bureau werkt de ‘krenten uit de pap’. Voor bepaalde projecten laten gemeenten externe projectleiders komen. Een ander verschil is dat het bij een bureau erg leerzaam en afwisselend is om voor meerdere opdrachtgevers te werken. Je krijgt overal een kijkje in de keuken. Bij een gemeente ben je meer op de hoogte van de achtergrond, het onderliggende beleid. Het werk voelt daarom minder oppervlakkig. Ik had zelf graag deelgenomen aan dit vernieuwende concept zoals Tilburg met BEECKK gaat starten, maar ik denk dat mijn uiteindelijke keuze dezelfde was geweest. TILBURG De stad Tilburg staat bekend als ‘lelijk eendje’. Of misschien moet ik zeggen: stond bekend. Want de gemeente toont lef en ambitie. Bijvoorbeeld bij de herontwikkeling van bestaande gebieden zoals de Piushaven en de Spoorzone. Maar ook bij de bewuste keuze voor hoogbouw: het zijn al lang niet meer alleen kerktorens die de skyline sieren. Je hebt het hier echt over stadsbouw. Er is een grote vraag naar woningen en aan de andere kant houden we rekening met de vergroeningsopgave en duurzaamheid. Hoe kun je die stad anders inrichten, zodat je aan al die eisen voldoet ? We kijken serieus naar verdichtingsopgaven en doen dat in intensieve samenwerking met zowel onze zakelijke partners als de inwoners van de stad. Ik vind het ontzettend leuk om aan projecten te werken die de stad mooier en beter maken.” Er is veel aandacht voor opleidingen, coaching en korte trainingen bij beide organisaties. Daarnaast kent gemeente Tilburg het Tilburgs Leerhuis, vol met trainingen en e-learnings gericht op de persoonlijke en inhoudelijke ontwikkeling. Bijvoorbeeld trainingen in Projectmatig Creëren (PMC), verzorgd door interne collega’s van de afdeling om de projectmanagement vaardigheden bij te brengen. Geïnterviewd is Joyce de Graaff. Joyce werkt bij afdeling Programma-, project- en interim-management (PPI) in team Stedelijke Ontwikkeling. Een inspirerende omgeving met een mix van Brabantse gezelligheid en innovatieve daadkracht. Stedelijke Ontwikkeling is een enthousiast en gepassioneerd team van 35 collega’s gebiedsontwikkelaars, projectleiders en ondersteuners waar samenwerking, verbinding en plezier centraal staan. De samenwerking wordt aangegaan met BEECKK Ruimtemakers. In 2007 zijn zij gestart met een kleine club mensen die hun keuzes steeds vanuit het perspectief van de werknemer maakten; waardevol bijdragen, persoonlijke ontwikkeling en een positieve omgeving staan daarbij centraal. Inmiddels hebben zij ruim twintig collega’s die in drie volwaardige teams aan de bal zijn. Gemeente Tilburg heeft een Jong Ambtenaren Netwerk (JAM). JAM organiseert het hele jaar door activiteiten die bijdragen aan persoonlijke ontwikkeling, interessante bedrijfsbezoeken, evenementen waar je je netwerk kunt uitbreiden, sportactiviteiten en vertegenwoordigen de stem van alle jonge ambtenaren bij belangrijke organisatieontwikkelingen Wil jij meer weten over deze samenwerking? Ga dan naar www.beeckk.com en meld je aan voor de meet-up in januari! 33
Pagina 34
JONG&AMBTENAAR MET DE SPEEDBOOT NAAR DIVERSITEIT EN INCLUSIVITEIT Iedereen moet mee kunnen doen in de organisatie en in de samenleving. ‘Al is soms een beetje aanpassing voor nodig’, vindt Kyan Hanssen. D at Fatima minder kans heeft op een baan dan Annemieke is oneerlijk. Als Annemieke met evenveel ervaring en uren hetzelfde werk doet als Joris, klopt het niet dat zij minder verdient. Wordt Joris door zijn chef Michel gepest omdat hij op mannen valt, dan heet dat discriminatie. Kan Michel het gebouw slechts met de grootst mogelijke moeite binnen met zijn scootmobiel, dan is dat niet in de haak. Verzonnen voorbeelden, maar ze konden uit het leven gegrepen zijn. ‘Zulke sociale aspecten vinden mensen vaak pas belangrijk als ze er persoonlijk mee in aanraking komen’, weet Kyan. Uit eigen ervaring: ‘Ik ben een homoseksuele man. Daarnaast heb ik een auditieve beperking.’ De overheid moet extra haar best doen om verschillen acceptabel en werkbaar te maken, is zijn overtuiging. ‘Wij moeten een afspiegeling zijn van de maatschappij en het goede voorbeeld geven. Of dat nou gaat over de toegankelijkheid van een gebouw, of de manier waarop we anderen tegemoet treden.’ Met collega’s volgde hij een training over diversiteit en inclusiviteit. Samen met hen adviseert hij hierover, naast zijn dagelijkse werk als informatiespecialist. ‘Heerlen is bezig met een interne organisatieverandering. Om daaraan bij te dragen hebben we zogeheten speedbootjes in het leven geroepen; werkgroepjes van enthousiaste collega’s die over een bepaald onderwerp meedenken. Niet de beleidsmakers, maar juist ervaringsdeskundigen.’ Een van de eerste acties was het in kaart brengen van de stand van zaken: ‘Hoe inclusief en divers is ons personeelsbestand? En hoe staat het met onze werving- en selectieprocedures? Die waren nogal ouderwets, naar ons idee. Het mag wel wat diverser en inclusiever in Heerlen.’ REGENBOOGZEBRA Met het laten aanbrengen van een regenboogzebra is een gemeente er niet. Toch is dat naar de mening van Kyan geen symboolpolitiek. ‘Een leuk voorbeeld juist, want ik houd me in mijn dagelijks werk bezig met de openbare ruimte. Volgens de Wegenverkeerswet mag een Pride-zebrapad 34 geen voetgangersoversteekplaats heten. Die moet zwartwitte belijning hebben. Maar ik zie zo’n zebrapad als teken van solidariteit. Mensen laten zien dat ze welkom zijn, en dat als gemeente ook uitstralen!’ Kost het moeite anderen ervan te overtuigen dat het accepteren en faciliteren van verschillen belang is? ‘Tijdens bijeenkomsten zie je vaak dezelfde gezichten. De mensen die toch al voor diversiviteit en inclusiviteit openstaan’, erkent Kyan. Bij gender en identiteit bijvoorbeeld heeft acceptatie best wat voeten in aarde: ‘Ons vernieuwde stadskantoor en raadhuis hebben genderneutrale toiletten. Dat bracht aardig wat discussie op gang’, vertelt hij. Geleidelijk zal dat veranderen, is zijn persoonlijke theorie. ‘Een gedragscode helpt niet. Maar veel jongeren groeien met diversiteit en inclusie op, net als met digitale technologie. Er zijn uitzonderingen, maar bij oudere witte meneren is dat vaak minder het geval.’ De omslag mag van hem sneller komen, maar Kyan is optimist. ‘De laatste tien, vijftien jaar is het in een stroomversnelling gekomen dat mensen zichzelf durven en mógen zijn.’ NAAM: n LJ: 33 FC: s a & If BIJ g len OG W fgt OPGROEIEN MET VALLEN EN OPSTAAN NAAM: M Jorg van Doren LTIJD: FUCTIE: I 31 jeugdconsulent BIJ: gemeente Boekel OIDING: HO s sociaal pedagogische verlening (SPH) Opgroeien met vallen en opstaan, en dan een uitgestoken hand krijgen. Jeugdconsulent Jorg van Doren helpt ouders en jongeren van 0 tot en met 18 bij het vinden van passende hulpverlening. astlopen op school en spijbelen. Vaak ruzie thuis. Een negatief zelfbeeld. Geen vrienden maken en daardoor in een sociaal isolement komen. Stoornissen in het autistisch spectrum of eetstoornissen. In zijn carrière tot nu toe heeft Jorg van Doren het allemaal voorbij zien komen. Eerst als jeugdzorgwerker bij een grote jeugdinstelling in Venlo, waar hij werkte op de dagbehandeling voor jongeren met problemen. Dat bleek een goede leerschool. ‘Daar kreeg ik een goed beeld van de werkvloer bij een grote instelling. Dat helpt mij nu bij het zoeken naar passende hulpverlening in mijn rol als ambtenaar van de gemeente Boekel.’ V LIEFST TERLOOPS Bijna intuïtief voelt hij aan hoe hij contact moet leggen om met jongeren over hun problemen te praten. Het liefst terloops, vertelt hij. ‘Jongeren krijgen geen jeugdzorg vanwege zweetvoeten. Het betreft niet de makkelijkste onderwerpen om aan te snijden. In het jongerenwerk moet je een vertrouwensband opbouwen. Dat gaat makkelijker tijdens een potje 35 gamen, bij een balletje trappen of een wandeling. Het helpt als je zelf jong bent en ze je een leuk persoon vinden.’ DORPSTEAM Vrijwilliger bij een lokale voetbalclub, jongerenwerker, jeugdconsulent: Jorgs loopbaan volgt een logische lijn. ‘Die vloeit voort uit mijn motivatie om voor mensen te zorgen en ze waar nodig te helpen. Dat zit van jongs af aan in mij.’ In zijn huidige functie doet hij dat als lid van het Dorpsteam Boekel. ‘Bij dat team kunnen alle inwoners van onze gemeente terecht voor vragen op het gebied van zorg en welzijn. Ik ga in gesprek met jeugdigen en ouders, om de hulpvraag te beoordelen en te kijken wat zij nodig hebben. Soms komen zij via school bij ons terecht. Onze jeugdconsulenten verwijzen door naar gespecialiseerde hulp en zorg. Bijvoorbeeld voor onderzoek naar een diagnose, of individuele begeleiding bij de opvoeding. Soms zijn inwoners al geholpen met wat eenvoudige tips en tricks.’ Boekel is een van de kleinste zelfstandige gemeenten. ‘De lijntjes zijn kort en het is er overzichtelijk. Dat maakt het gemakkelijk om te overleggen als er bij hulpvragen andere disciplines nodig zijn. Gaat het over ambtenaren, dan valt snel het woord ‘bureaucratisch’. Zo ervaar ik dat helemaal niet. Je kunt snel aan de juiste persoon je vraag stellen en je krijgt vlot antwoord.’
Pagina 36
JONG&AMBTENAAR “ DIT KRIJG JE NERGENS ANDERS ZO VOOR ELKAAR” Werken op z’n Rotterdams met het dashboard klantsignalen Ze vond een pot met goud, en kreeg de kans om hem zelf uit te graven. Dat liet Evelien Klomps zich geen twee keer zeggen. Samen met Luka Janković en hun collega’s ontwikkelde ze een manier om voortdurend te verbeteren in Rotterdam. Hoe? Door beter te luisteren naar Rotterdammers. H et lijkt zo logisch: van Rotterdam een nog fijnere stad maken door te luisteren naar de mensen die er wonen en werken. “Klinkt best simpel inderdaad. Maar tegelijkertijd is het heel innovatief. Zoals wij het doen, gebeurt het nergens”, vertelt Evelien. “We gebruiken echt álle signalen die we kunnen vinden. Alle meldingen, vragen, klachten en complimenten die de gemeente wijkbus naar de Rotterdammers toe om hen te vragen wat er beter kan. Die signalen zou ik graag nog toevoegen.” RATTENOVERLAST Luka geeft een voorbeeld: “Stel dat burgers via de MeldR-app en het gemeentelijke telefoonnummer 14010 meer gaan klagen over rattenoverlast. Dan zien wij op dat onderwerp een stijgende lijn in het dashboard en ‘Er hoeft niemand meer af te gaan op onderbuikgevoelens’ krijgt, krijgen wij doorgezet naar onze database. Zo hebben we steeds een actueel beeld van wat de inwoners van de stad belangrijk vinden. En dat beeld gebruiken we vervolgens als basis om te verbeteren. We voegen steeds meer soorten data toe, maar natuurlijk blijft er nog genoeg te wensen over. Zo denken we bijvoorbeeld na over het ophalen van signalen van de Rotterdammers die ons niet goed weten te vinden. Ik zie het wel zitten: met een weten we dat er actie nodig is. We nemen dan contact op met de afdeling die over dit onderwerp gaat en leggen samen met die collega’s de meldingen onder de loep.” Evelien vult aan: “Vanwege privacy anonimiseren we alle data, maar elementen als wijken of buurten kunnen we goed terugzien. Dus kunnen we ook vrij makkelijk zien waar, en soms waarom, een probleem erger wordt.” Problemen signaleren en analyseren is natuurlijk maar de helft van het werk. Uiteindelijk gaat het om het oplossen. Luka: “Dat kunnen wij niet zelf. We doen het echt samen met de verantwoordelijke gemeentecollega’s.” Die zitten in eerste instantie niet altijd te wachten op een signaal uit de database. Luka: “Het is een nieuwe manier van werken. Verandering is altijd moeilijk; we stuiten best wel eens op weerstand. Maar we krijgen ook veel complimenten en uiteindelijk worden de verbeteringen altijd omarmd.” “Vooral doordat onze inzichten de gewenste verbeteringen in het werk heel concreet maken”, vult Evelien aan: “Dankzij de input vanuit het dashboard hoeft er niemand meer af te gaan op onderbuikgevoelens.” DOORLOPEND PROCES Er is nog een derde, belangrijke stap in het werken met klantsignalen: evaluatie. Luka: “Als er signalen komen waar we iets mee gaan doen, pakken we dat aan volgens de Lean Six Sigma methode. Die methode helpt je om de oorzaken van problemen te identificeren en om effectieve tegenmaatrege36 len en verbeteringen door te voeren, maar ook om die te borgen en waar nodig bij te sturen. We blijven dus monitoren, we blijven de database volgen, en we zien wat voor effect deze veranderingen hebben. Er komen altijd nieuwe wetswijzigingen, beleidswijzigingen, systeemwijzigingen, en de samenleving verandert ook. Het is dus een doorlopend proces. Blijven luisteren, blijven verbeteren, zoeken naar mogelijkheden, dat maakt deze manier van werken juist zo krachtig.” COMPLIMENTEN Sinds 2020 werkt de gemeente met de database; de eerste resultaten zijn inmiddels zichtbaar. “Deze bijvoorbeeld”, wijst Evelien op het dashboard, terwijl ze een onderwerp tevoorschijn klikt. “Hier zie je dat we vorig jaar veel signalen kregen over de Engelstalige versie van onze informatie. Zeker als het gaat om ingewikkelde zaken, zoals inburgering of je inschrijven bij de gemeente is het moeilijk als je de taal niet beheerst. Als je dan ook in het Engels niet goed terecht kunt, krijg je het zwaar! Als je naar de recente cijfers kijkt, zie je dat de signalen nagenoeg verdwenen zijn. Kijk maar, er zijn zelfs complimenten binnengekomen; de Rotterdammers zijn zeer tevreden over onze dienstverlening in het Engels.” Die complimenten zijn belangrijk. Evelien: “Die nemen we heel bewust mee, op allerlei manieren. Als jij contact hebt met de gemeente krijg je een mini-onderzoekje na afloop, een paar 37 Foto’s: Laura-anne Grimbergen
Pagina 38
JONG&AMBTENAAR Evelien Klomps is procesmanager klantsignalen en complimenten bij de gemeente Rotterdam. Haar collega Luka Janković is verbetermanager. Samen met 4 collega’s zoeken ze in de hele gemeente naar verbetermogelijkheden. Niet aangestuurd vanuit de organisatie, maar op basis van signalen van de bewoners, ondernemers en bezoekers van de stad. Die signalen vormen samen een waardevolle database, waar met behulp van een speciaal dashboard heel veel uitgehaald wordt. Het gaat om de meest uiteen lopende meldingen. Van bewoners die ratten zien op straat, maar bijvoorbeeld ook over huisvesting of armoede. De database met signalen wordt sinds 2020 gebruikt in Rotterdam, en ook de gemeente Utrecht gebruikt het systeem inmiddels. vragen over hoe tevreden je bent. Ook de tekst van de antwoorden die je dan geeft, gaat weer in de database. Al krijgen we ook echt wel mailtjes met complimenten binnen hoor. Ik vind het best bijzonder dat mensen die moeite nemen. Rotterdammers hebben het hart op de tong en van wat er goed gaat kun je ook veel leren.” WERKEN VOOR ROTTERDAM Een systeem als dit móest wel ontstaan in Rotterdam, denkt Evelien: “Dit krijg je nergens anders zo voor elkaar.” Zij was degene die op het idee kwam voor de database. “Ik zag al die informatie die we krijgen aan de balie, de telefoon en uit klachten en onderzoeken naar klanttevredenheid, echt als een pot met goud waar we bovenop zitten maar veel te weinig mee doen. Zeker als je je bedenkt dat we als gemeente vanuit de behoefte van de ‘ Een pot met goud waar we bovenop zitten’ Rotterdammers willen werken! Toen ik dat aankaartte, was het: ‘Ga maar uitzoeken wat er mogelijk is.’ Alleen dat al, dat je zo de kans krijgt om op onderzoek uit te gaan, om je eigen ideeën waar te maken, dat is voor mij typisch Rotterdams. Dat is een van de redenen dat ik hier graag werk. En ik geloof in de maatschappelijke waarde van data. Met dit werk kunnen we echt iets bijdragen aan de stad waarin ik woon, werk en leef. Voor de Rotterdammers, de mensen die de stad maken. Ook werken voor Rotterdam? Kijk op werkenvoorrotterdam.nl 38 Het bouwen van de database en het dashboard was een enorme en vooral ook specialistische klus. “En ook voor het gebruik heb je goede data-analisten nodig”, vervolgt Evelien. “Op de huidige arbeidsmarkt zijn die nauwelijks te vinden. Daarom ben ik ook zo blij met jonge talenten als Luka. Die hier net als ik voor 100 procent in geloven. En die net als ik niet werken voor de persoonlijke roem of de dikke auto maar voor Rotterdam en de Rotterdammers.” Werken voor Rotterdam is Luka op het lijf geschreven, denkt hij zelf: “Ik zou niet anders willen. Ik ben zelf Rotterdammer. Ik vind het belangrijk om iets te doen voor de maatschappij. Dat ik dat kan doen voor mijn eigen stad maakt het extra bijzonder. En gelukkig kom ik veel collega’s tegen die er precies hetzelfde over denken.” Vermenigvuldig jouw potentieel Vergroot jouw maatschappelijke bijdrage door onbegrensde ontwikkeling binnen een sterk netwerk met waardevolle opdrachten samen met ons werkenbijbmc.nl Chenaya Dossett - trainee Jantine van den Berg - adviseur
Pagina 40
JONG&AMBTENAAR Gemeente Land van Cuijk MOOI LAND OM VOOR TE WERKEN De gemeente Land van Cuijk is in 2022 ontstaan door een fusie van vijf gemeenten. Door de fusie is de gemeente uitgegroeid tot de grootste gemeente van Brabant, met een oppervlakte 351,87 km2, 90.000 inwoners en wel 33 (!) unieke kernen. Samen met onze inwoners en organisaties werken we aan een mooi Land van Cuijk. Een mooi land om in te wonen, te werken en te recreëren. A ls jonge professional is de keuze voor een carrière bij de overheid wellicht niet het eerste waar je aan denkt. Toch biedt de gemeente Land van Cuijk een unieke en stimulerende werkomgeving. Niet alleen maar ‘stoffige’ mensen en materie: bij ons werkt een mooie mix van verschillende leeftijden, niveaus en achtergronden. We hebben functies voor ieder niveau en interessegebied. En we werken aan veel maatschappelijke thema’s zoals duurzaamheid, mobiliteit, veiligheid, gezondheidszorg en natuurlijk de woningmarkt. ONZE AMBITIES We hebben een duidelijke missie: elke dag streven we ernaar om onze regio te verbeteren. We willen de gemeente ERVARINGEN VAN STAGIAIRS MINOES EN QUINN: Quinn: “De diversiteit in de werkzaamheden heeft mijn positief verrast, het is meer dan alleen achter de computer zitten. Je woont bijvoorbeeld veel meetings bij of helpt bij fotoshoots. De afwisseling is iets waar ik eerst mijn twijfels over had maar dit is heel divers. Ook is de sfeer binnen de organisatie een stuk informeler dan je misschien denkt. Tuurlijk is het een gemeente dus moeten bepaalde dingen serieus zijn, maar naast deze dingen is het een super gezellig team.” Minoes: “Ik had niet verwacht dat het werken bij de gemeente zo veelzijdig is en dat er zo veel verschillende onderwerpen aan bod komen. Het flexibel werken en de afwisseling vond ik super fijn. En er heerst een chille en gezellige sfeer op de werkvloer.” MODERNE WORK-LIFE BALANCE We vinden het belangrijk dat onze medewerkers een gezonde balans tussen werk en privé hebben. Flexibel werken is dan ook onze norm. Je kunt zelf gemakkelijk je werktijden indelen, zodat je naast je werk ook nog genoeg tijd hebt voor bijvoorbeeld een studie, sport of hobby’s. Daarnaast werken we bijna allemaal hybride. Dat wil zeggen dat je op diverse locaties in de gemeente kan werken of vanuit huis. Om het hybride werken mogelijk te maken, krijgen onze medewerkers de mogelijkheid om in bruikleen een thuiswerkplek in te richten en krijgen ze een laptop en telefoon van het werk. iedere dag een beetje mooier maken, veiliger, zorgzamer, vitaler, duurzamer en ondernemender. In de organisatie willen we graag projectmatig werken: een vooraf bepaald resultaat behalen, binnen het budget, volgens de kwaliteitseisen en binnen de gestelde tijdslimiet. Als gemeente krijgen we steeds vaker te maken met specifieke uitdagingen die vragen om duidelijke kaders. 40 KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE GOED IN JE VEL We vinden het belangrijk dat onze medewerkers goed in hun vel zitten. Daarom staat vitaliteit van onze medewerkers hoog in het vaandel. We bieden onder meer loopbaanadvies. Dit draait om individuele ontwikkeling, vitaliteit en geluk. Of het nu werkgerelateerd is of juist persoonlijk: er is altijd gelegenheid voor goede gesprekken. OPLEIDINGEN Persoonlijke ontwikkeling betekent bij het Land van Cuijk dat medewerkers de kans krijgen om kennis op te doen en persoonlijke kwaliteiten te ontdekken en in te zetten. We bieden daarom uitgebreide opleidingsmogelijkheden. We hebben voor iedere medewerker een opleidingsbudget. Ontwikkeling hoeft niet per se werkgerelateerd te zijn: wil je een communicatietraining volgen? Of een assertiviteitstraining? Of een cursus over werk-privébalans? Ook dat kan! Daarnaast hebben we ons eigen leerplatform ‘Leerland van Cuijk’ waar je interessante trainingen en workshops kunt volgen. Voor ieder wat wils! DOORGROEIEN Binnen elk van onze 25 teams kun je doorgroeien, van ondersteunend, STAGES EN TRAINEESHIPS We zijn een Erkend Leerbedrijf. We verwelkomen graag stagiairs en trainees om kennis en ervaring op te doen bij de gemeente. Voor degenen die nog niet precies weten wat ze willen doen; we zijn aangesloten bij het traineeprogramma ‘de Toekomst van Brabant’ voor traineeships bij de overheid. via medewerkend, naar adviserend. Voorbeelden te over. Maar je kunt ook van team naar team hoppen, horizontaal dus. Voor bepaalde functies zijn opleidingen of een registratie vereist. Dat zijn we nu eenmaal wettelijk verplicht. Maar daarnaast vinden we werk- en denkniveau, competenties en skills net zo belangrijk, ook zonder dat papiertje. Ontstaan in 2022 na een fusie van vijf gemeenten Grootste gemeente van Brabant in oppervlakte +/- 800 medewerkers Flexibele werktijden en locaties Uitstekende arbeidsvoorwaarden Gloednieuw gemeentehuis in ontwikkeling Actieve personeelsvereniging Vacatures: www.werkenbijlandvancuijk.nl of scan de QR code 41
Pagina 42
JONG&AMBTENAAR Alles fabelhaft geregeld. Een afwisselende baan met veel eigen inbreng. Een woning aan de centraal gelegen Markt. Een kantoor voor zichzelf. Wisse Hendriksma, tot voor kort ambassadeur voor de gemeente Haarlem in het Duitse Osnabrück, kijkt met groot plezier terug op een jaar werken bij onze oosterburen. ONZE MAN IN DUITSLAND N: Wisse edsa LJ: 24 FC: r bledmdk BIJ Ig DNdld Klee OG: O bacheor socle gg g ma ; m bgen 42 E en vacature op de site van de gemeente Haarlem, en toen ging het rap: Wisse kon aan de slag in Osnabrück, als Städtebotschafter. Een functie voor een jaar in het kader van de vele stedenbanden die Nederlandse gemeenten aanknoopten met buitenlandse steden. ‘Ontstaan vlak na de Tweede Wereldoorlog’, vertelt Wisse over de context. ‘Er was behoefte aan goede relaties en begrip, om nieuwe conflicten te voorkomen. De burgemeesters van Haarlem en Osnabrück ontmoetten elkaar in 1961, tijdens een zakelijk evenement.’ Veel stedenbanden bloedden dood in de nieuwe eeuw, maar die met Osnabrück is springlevend. De historische Westfaalse stad nam zelfs Wisses loonkosten voor haar rekening, zo veel belang hecht men eraan. De banden reiken verder terug dan 1961. ‘In Osnabrück is in 1648 de Vrede van Westfalen ondertekend, die wij kennen als de Vrede van Münster. Die maakte een einde aan de Tachtigjarige Oorlog met de Spanjaarden. Voor Nederland van groot belang dus. Tegelijk is er een relatie met de Dertigjarige Oorlog van 1618 tot 1648, tussen jonge koloniale mogendheden in Europa. Osnabrück presenteert zich als vredesstad en draagt dat graag uit. In het kader daarvan wordt voor herdenkingen een groot budget uitgetrokken.’ ‘In Nederland is men geneigd om de voordelen van zo’n vriendschapsband in twijfel te trekken’, weet Wisse. ‘Er wordt eerder gevraagd wat zo’n partnerschap concreet en economisch oplevert. In geld uitgedrukt misschien niet meteen veel. Maar Duitsland is onze grootste handelspartner. Het gaat erom dat we elkaar beter leren kennen en het eigen perspectief te verrijken. In Duitsland zal die vraag niet zo gauw gesteld worden.’ Zijn verklaring? ‘Misschien heeft Duitsland een andere visie op de Europese samenwerking dan Nederland.’ JOPENBIER Wat was het takenpakket van Wisse? ‘Ik promootte Haarlem in Osnabrück en leidde de uitwisseling tussen beide steden en delegaties in goede banen.’ Hij somt de deelnemers en gasten op: ‘Bestuurders, raadsleden, ambtenaren, scholieren, sportverenigingen, musea of orkesten. Ik organiseerde drie grote evenementen, onder meer een Partnerschaftstag en een Duits-Nederlandse ontmoetingsavond. Ik nodigde jong Haarlems muzikaal talent uit, en interessante sprekers. Ik werkte aan een jongerenproject rond de onderwerpen klimaat en politiek. Voor Osnabrückers regelde ik een zo ge heten Bürgerreise naar Haarlem. Met een bezoek aan Teylers Museum, rondleiding, lunch en natuurlijk Jopenbier. Ook kwam een delegatie naar het Haarlems bloemencorso. Verder vertaalde ik correspondentie over genoemde ontmoetingen.’ Het ambassadeurschap betekende Wisses kennismaking met het kantoorleven. Op z’n Duits dan. De onderlinge omgangsvormen verschillen nogal: ‘Duitsers dutzen collega’s niet op het werk; ze spreken elkaar aan met ‘u’. Zelfs studenten! Duitse mails schrijf je ook volgens die beleefdheidsnormen. Sehr Geehrte Herr und Frau. Klinkt stijfjes, maar in Duitsland wordt dat beleefd als vorm van respect.’ Osnabrück heeft elf partnersteden en vijf ambassadeurs. ‘Zo’n internationale omgeving waarbij alle ambassadeurs ook nog hun eigen cultuur meebrengen geeft een bijzondere mix.’ Van z’n leven vergeet Wisse door de teamvergaderingen niet dat Duitsers zoetekauwen zijn. ‘Op onze wekelijkse teamvergadering nam ieder om de week lekkers uit eigen stad of land mee. Ik maakte poffertjes en suikerbrood. En voor de Duits-Nederlandse ontmoetingsavond kocht ik kaasstengels en bokkenpootjes. De naam van de lekkernij moest in het Duits vertaald, dus die laatsten werden Ziegenbockbeinchen’, vertelt hij met smaak. Het werk in Osnabrück vond Wisse zo leuk dat hij zocht naar iets wat in dezelfde lijn ligt. Een wens die inmiddels is vervuld. Ten tijde van de publicatie van dit magazine is hij net een paar weken aan de slag als junior beleidsmedewerker bij de Interreg Deutschland-Nederland in Kleef, net over de grens. 43
Pagina 44
JONG&AMBTENAAR JOUW PLEK VOOR IMPACT EN GROEI Wat wil je bereiken en wat is jouw kompas? Bij provincie Flevoland doen we er alles aan om onze talenten te laten groeien en bloeien. Een mooi voorbeeld hiervan is Sanne Offerman (25). Sanne: ‘’Na mijn studie Commerciële Economie begon ik als communicatiespecialist bij Provincie Flevoland. Een mooie kans om de organisatie te leren kennen. Ik vind het belangrijk om mijn steentje bij te mogen dragen aan een organisatie dat maatschappelijk betrokken is. Daarnaast vertelt de provincie een uniek verhaal waar ik geïnspireerd door word. ’’ UNIEK FLEVOLAND Man-made land, dik vier meter onder zeeniveau en beschermd door kilometers dijk. Dit is Flevoland. Hier is ruimte voor eigenzinnigheid en vernieuwen. Flevoland is nooit af, en dat is precies wat deze regio zo spannend maakt. Het doet iets met de mensen die hier wonen. Denk aan de experimentele architectuur en bijzondere landschapskunst op verrassende plekken, evenals de duurzame stadsontwikkeling die groen, gezondheid en innovatie omarmt. De ontwikkelkracht van Flevoland is groot en de ambitie om een hotspot te zijn voor technisch en duurzaam talent is voelbaar. Nergens is meer ruimte voor innovatieve ideeën dan hier. TRAINEEPROGRAMMA PROVINCIE FLEVOLAND ‘’Doen waar je goed in bent en ruimte krijgen voor persoonlijke ontwikkeling met een budget voor duurzame inzetbaarheid.’’ Je hebt volop kans om mee te denken en écht het verschil te maken; Leren doe je ‘on the job’ met jouw analytisch vermogen vertaal je informatie naar heldere adviezen; De ‘kracht van samen’ zie je terug in de organisatie. Je kunt effectief samenwerken in multidisciplinaire teams; Je krijgt direct veel verantwoordelijkheid; Goede ideeën bestaan niet alleen tussen 09.00 en 17.00 uur op kantoor. Je hebt de vrijheid om te bepalen waar en wanneer je werkt; Maandsalaris van € 3.496,58 per maand (schaal 9); Kijk voor meer informatie op: Werken voor Flevoland - Provincie Flevoland JONG TALENT ‘’Om te kunnen blijven vernieuwen en innoveren, heeft Flevoland ook in de toekomst jong talent nodig. Daarom starten we in het najaar van 2024 met een tweejarig traineeprogramma waarin inhoudelijke expertise samengebracht wordt met belangrijke maatschappelijke uitdagingen,’’ aldus Anneloes strategisch HR management adviseur. Sanne: ‘’Ik kreeg in de eerste week al gelijk de kans om aan de knoppen te draaien. Er heerst een echte ‘hands on 44 mentaliteit’. Waarin je de ruimte krijgt om te groeien en initiatieven te nemen. Als je goed je werk doet en verantwoordelijkheid neemt, wordt dat gezien en gewaardeerd. We zijn een lerende organisatie. Dat betekent dat je de drive hebt om écht samen te werken voor het beste resultaat. Dat je graag wilt leren en ook kritisch durft te zijn naar elkaar. Dat geeft mij energie.’’ JONGE AMBTENAREN FLEVOLAND “Naast hardwerken is er ook tijd voor een actief uitje of bijkletsen met collega’s tijdens een borrel,’’ vertelt Sanne. Jonge Ambtenaren Flevoland (JAF) is hét netwerk voor jonge medewerkers binnen Provincie Flevoland. De focus van JAF ligt op het organiseren van activiteiten voor en door haar leden. Daarnaast fungeert JAF als klankbord voor de gehele organisatie. ‘’Via onze klankbord sessies zorgen wij ervoor dat jonge ambtenaren kunnen meedenken over de belangrijke vraagstukken die spelen binnen onze organisatie.’’ JAF zorgt voor een veilige omgeving waarin jonge talenten zich verder kunnen ontwikkelen, verbinding maken en hun mening durven te delen. Kortom, bij de Provincie Flevoland vind je een werkomgeving waarin je impact kunt maken en persoonlijk kunt groeien. ‘’Als we met elkaar de krachten bundelen, kunnen we samen tot mooie resultaten komen.’’ 45
Pagina 46
JONG&AMBTENAAR METEEN HET DIEPE IN Sinds twee jaar werkt Ylva Luijten als beleidsmedewerker milieu en duurzaamheid bij de gemeente Beuningen. Tijdens haar bachelor psychologie merkte ze dat psycholoog worden niet bij haar paste; duurzaamheid beviel meer. E erst was Ylva duurzaamheidsmanager bij een evenementenbureau. Dat doet ze nog steeds een dag per week. De rest van de werkweek werkt ze in Beuningen, onder de rook van Nijmegen. Ylva: ‘Daar doe ik véél verschillende dingen, het voordeel van een kleine gemeente. Het meest houd ik me bezig met luchtkwaliteit en de uitvoering van het landelijk afgesloten Schone Lucht Akkoord. Dat beoogt de luchtkwaliteit in Nederland permanent te verbeteren. Hiervoor werk ik veel samen met de gemeente Nijmegen. Daarnaast ben ik bezig met conceptueel en circulair bouwen en de verduurzaming van ons maatschap pelijk vastgoed. En ik ben aanspreekpunt voor de Omgevingsdienst Regio Nijmegen, de uitvoeringsorganisatie voor vergunningen, toezicht en handhaving. Als die input vanuit Beuningen nodig heeft, overleg ik met het college van burgemeester en wethouders.’ Maak je dan samen met de wethouder het hele milieu- en duurzaamheidsbeleid van Beuningen? ‘Nee, ik heb een collega met dezelfde functie. Hij werkt al langer hier. Maar het takenpakket was te omvangrijk voor één persoon, dus kwam er ruimte voor mij. Ik ben vooral bezig met milieu; hij met duurzaamheid en de energietransitie. Beuningen heeft als doel in 2040 energieneutraal te zijn, dat heeft veel voeten in de aarde.’ Kreeg je een pakket taken doorgeschoven op je eerste werkdag, of mocht je zelf uitkiezen? ‘Dat ging heel bijzonder. Want enkele dagen nadat ik begon, was er meteen een flinke crisis op milieugebied. 46 Asfalt centrale APN bleek te veel kankerverwekkende PAK’s, poly cyclische aromatische koolwaterstoffen, uit te stoten. Er kwamen ongeruste vragen vanuit de gemeenteraad. Lastig is dat de fabriek op een industrieterrein staat dat deels van Nijmegen is en deels van Beuningen. En de provincie heeft er ook zeggenschap. Dus ik rolde meteen in het onderwerp ‘ Als gemeente kun je niet roepen: meteen sluiten die handel’ luchtkwaliteit en samenwerking met andere overheden, terwijl ze tijdens de sollicitatie hadden gezegd dat het slechts een klein deel van m’n werk zou zijn. Gelukkig zit in een grote gemeente als Nijmegen enorm veel kennis. Daar had ik superveel aan als nieuweling.’ ‘Verder heb ik veel contact met de bewoners, die zich hebben verenigd in een zeven­wijkenoverleg. Zij zijn erg ongerust. Lastig is dat ze soms wat anders willen dan de overheid kan beloven en waarmaken. De asfaltcentrale is een particulier bedrijf, dat nu eerst aan milieuverbetering moet kunnen doen. En er is een landelijke handhavingsstrategie, dus je kunt als gemeente niet zomaar roepen: meteen sluiten die handel. Hierin is het voor mij zaak om de verschillende belangen – algemeen, overheid en inwoners – in de gaten te houden.’ N: Y ijn LEEFTIJD: 30 jr FC: bek l n dhed BJ: g igen OG b g - m s
Pagina 48
JONG&AMBTENAAR Werken bij gemeente Gooise Meren betekent: VEEL VRIJHEID EN DE KANS OM JE EIGEN TALENTEN TE ONTDEKKEN Gemeente Gooise Meren ligt in het hart van het Gooi en staat bekend als een stevige, wendbare organisatie, die zich continue ontwikkelt. Een fijne, “warme” werkcultuur, korte lijntjes en samenwerken met impact en lef vinden wij belangrijk. Doel is om echt het verschil te maken voor het bestuur, onze inwoners en ondernemers. Ook zonder jarenlange werkervaring staan wij open voor nieuwe talenten. Om deze reden biedt Gooise Meren diverse ontwikkelprogramma’s aan, speciaal gericht op pas-afgestudeerden. Met ervaren collega’s en frisse, nieuwe inzichten maken wij samen het verschil! VOLOP DE RUIMTE OM JE TALENTEN TE ONTDEKKEN Als je net afgestudeerd bent, is het niet altijd makkelijk om meteen aan het werk te komen. Je wilt je ook niet altijd meteen specialiseren binnen één vakgebied, maar juist ontdekken waar jouw talenten liggen. Speciaal hiervoor heeft gemeente Gooise Meren een ontwikkelprogramma voor starters opgezet. In dit programma krijg je de kans om te starten bij de Frontoffice, te ontdekken wat bij je past en vervolgens door te stromen naar een passende functie bij een vakafdeling. NA EEN HBO STUDIE TOERISME MANAGEMENT BEGON ASHLEY VAN DOORN (28 JAAR) MET HAAR ZOEKTOCHT NAAR EEN PASSENDE BAAN. NA TE HEBBEN GESOLLICITEERD OP EEN VACATURE VOOR TALENTVOLLE STARTERS BEGON ZE BIJ DE FRONTOFFICE. HIER KOMEN ALLE EERSTELIJNS VRAGEN BINNEN VAN ONZE INWONERS EN ONDERNEMERS. Ashley (nu Wmo consulent) begon dit Ontwikkelprogramma medio 2022: “Ik zag een vacature die specifiek gericht was op starters en juist daarom koos ik voor die baan. Achteraf gezien ben ik daar erg blij mee, omdat ik me zo heb kunnen ontwikkelen. “ “Tijdens het werken bij de Frontoffice ben ik er achter gekomen wat de gemeente allemaal betekent voor inwoners en wat ze allemaal doen. Hierdoor kon ik kijken waar mijn interesses en talenten lagen. Vanuit deze werkplek heb ik de kans gehad om kennis op te doen, me te specialiseren binnen een vakgebied en een gerichte opleiding te volgen. Zo kon ik doorstromen naar mijn huidige functie als Wmo consulent, wat echt heel tof is!” KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE: Standplaats in Bussum, Noord-Holland. Het hart van het Gooi Circa 500 medewerkers Ruim 60.000 inwoners Actief jongerennetwerk 48 eerst kort - slechts 3 tot 6 maanden - begint bij de Frontoffice en daarna meteen doorstroomt naar de vakafdeling. Je volgt hierbij een ontwikkelpad richting een specifieke functie en leert van ervaren collega’s. ECHT HET VERSCHIL MAKEN Het leuke van een gemeente is dat je impact maakt met het werk dat je doet. Het gaat niet over een product, maar om mensen. Ashley: “Het mooiste aan mijn vak vind ik dat je wat voor inwoners betekent. Als Wmo consulent kijk je wat de situatie is en kijk je naar de hulpvraag. Om hierover samen met een inwoner in gesprek te gaan en te kijken naar wat er eventueel mogelijk is; dat vind ik echt het mooiste!” Ook Boas (Vergunningverlener Wabo) beaamt dit: “Je hebt veel contact met de aanvragers van bouwvergunningen. Het is mooi als je complexe (verbouw) vragen kunt oplossen en inwoners uiteindelijk tevreden zijn.” SCHAALGROOTTE ZORGT VOOR BREED, AFWISSELEND TAKENPAKKET Het leuke van de schaalgrootte van gemeente Gooise Meren is dat je je in de volle breedte van je vakgebied kunt ontwikkelen. Boas: “Het puzzelen, uitpluizen van ingewikkelde (bouw)aanvragen en deze testen aan de huidige wet- en regelgeving maakt het werk mooi en uitdagend. Het leuke bij Gooise Meren is dat hier alle soorten ontwerpen wel voorbijkomen; van dakkapellen, tot verbouwingen aan monumenten, van een kleine aanbouw tot de bouw van een geheel nieuwe woontoren. Je krijgt zo veel onder ogen en leert hier veel van!“ STARTERSPROGRAMMA ONTWIKKELT DOOR Na twee jaar een algemeen Startersprogramma te hebben aangeboden - waarbij je eerst werkt bij de Frontoffice, je jezelf breed oriënteert en daarna doorstroomt naar een andere afdeling - biedt gemeente Gooise Meren nu ook een ander ontwikkelprogramma aan voor pas-afgestudeerden. Eind 2023 biedt Gooise Meren meerdere traineeplekken aan op een vakafdeling, zoals belastingen en personeelszaken. Het mooie is dat je hierbij Ook zonder jarenlange ervaring was ik welkom. Dit was verfrissend en voelde goed!” – Boas (26 jaar) 49 Tijdens dit ontwikkelprogramma krijg je als trainee twee vaste aanspreekpunten; • een collega van de vakafdeling die jouw mentor is voor vakinhoudelijke begeleiding • een interne (loopbaan)coach, die je helpt om je eigen talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen Dankzij deze 1-op-1 begeleiding leer jij jezelf goed kennen, kun je je (vakinhoudelijk) doorontwikkelen en dat doen waar jij blij van wordt! BOAS STORMBROEK (26 JAAR) STUDEERDE RECHTEN (HBO) EN LIEP TIJDENS ZIJN STUDIE STAGE BIJ DE GEMEENTE BAARN. HIER WERD ZIJN INTERESSE VOOR DE OMGEVINGSWET GEWEKT. NA EEN KORTE TIJD TE WERKEN VOOR EEN DETACHERINGSBUREAU, STARTTE HIJ JUNI 2022 BIJ GEMEENTE GOOISE MEREN ALS WABO VERGUNNINGVERLENER.
Pagina 52
JONG&AMBTENAAR NAAM: Iris Romein LEEFTIJD: 29 FUNCTIE: projectleider tellen & verwerken verkiezingen BIJ: Gemeente Rotterdam OPLEIDING: WO, bachelor: internationaal recht; WO, master: Russische en Euraziatische studies; WO, master: militaire strategie NAAM: Reinet Rijntjes LEEFTIJD: 32 FUNCTIE: directieadviseur BIJ: gemeente Waadhoeke OPLEIDING: WO, bachelor: general social sciences; WO, master: policy analyses and organisations; WO, master: orthopedagogiek NAAM: Lana Moss LEEFTIJD: 28 OPLEIDING: beleidsmedewerker integratie nieuwe Limburgers BIJ: provincie Limburg OPLEIDING: WO, bachelor: liberal arts and sciences; WO, master: rhetoric, argumentation theory and philosophy Hollands Kroon. ‘Bij Young NVRD zitten mensen zoals ik, die voor gemeenten werken, maar ook werknemers van afvalverwerkers. Alle jongeren die bij aandeelhouders van de NVRD werken, kunnen zich bij ons aansluiten. Hoe meer leden, hoe beter. Want met een gevarieerd netwerk kunnen we veel van elkaar leren.’ Émilie werd gevraagd om lid te worden toen ze een keer op bezoek was bij HVC (Huisvuilcentrale). ‘Het klonk meteen leuk. Bij gemeenten hebben we soms de neiging om een beetje vast te zitten achter ons bureau. Dat leek me zo relevant aan een netwerk: dat je ook op andere plekken terechtkomt. En je 52 kennis kunt delen met mensen die iets vergelijkbaars doen. Zo krijgen we een breder plaatje van hoe we in praktische zin naar een circulaire economie toe kunnen. En verder ben ik eigenlijk altijd wel geïnteresseerd geweest in netwerken. Ik heb ook altijd bij studentenverenigingen gezeten.’ REGELMATIG UITJES Er worden regelmatig uitjes georganiseerd. ‘Twee weken geleden zijn we naar Interafval in Antwerpen geweest. Om te kijken hoe de afvalinzameling daar gaat. En wat ze doen met restafval.’ Toch is er ook altijd een sociale component. ‘Na de inhoudelijke uitjes is er vaak ruimte voor een borrel.’ Young NVRD is daarnaast een manier om jonge collega’s een stem te geven. ‘Zoals bij evenementen van de NVRD, waar wij ons als jongeren kunnen verenigen. We adviseren het bestuur. Soms gevraagd, soms ongevraagd. Dit is een branche waar de stem van jonge medewerkers niet altijd even goed gehoord wordt. Dus het is ook wel expliciet de bedoeling daar verandering in te brengen. En om ook echt toe te werken naar die circulaire economie. Het doel is niet om de afvalsector in stand te houden, zeg maar. Wat dat betreft is er ook een soort rebelse functie – maar dat zeg ik tussen aanhalingstekens.’ Émilie raadt het jonge ambtenaren aan om bij een netwerk te gaan. ‘Het is al leuk genoeg vanwege het sociale aspect. En dan kom je ook nog eens op plekken waar je normaal gesproken niet komt. Superleerzaam.’ AUTOMATISCH LID De meeste jonge ambtenaren-netwerken zijn gebonden aan een specifieke regio of organisatie. Het netwerk van Iris Romein (29, projectleider tellen & verwerken verkiezingen), is dat allebei: zij is bestuursvoorzitter van JongR, het netwerk voor jonge ambtenaren van de gemeente Rotterdam. ‘Alle jonge ambtenaren van Rotterdam zijn automatisch lid,’ vertelt Iris. ‘Onder de 35 of jong van geest: allebei goed. Dus 64 jaar oud en helemaal kwiek is ook prima. We gaan niet voor de deur staan om je paspoort te checken.’ Het netwerk is opvallend groot. ‘We hebben een paar duizend leden. Rotterdam is nu eenmaal een grote stad, met in totaal meer dan 10.000 ambtenaren. Sommige mensen zien we vooral bij sportactiviteiten. Anderen hebben niets met sport en zetten zich bijvoorbeeld graag in voor de stad.’ Romein vertelt dat het netwerk draait op drie pijlers: ontwikkelen, adviseren en giving back. ‘Ontwikkelen doen we in formele en informele activiteiten. Zo hadden we laatst een padeltoernooi. Maar ook een workshop met als vraag: hoe geef je invulling aan het begrip zingeving in je werk? We kunnen vaak terecht bij organisaties die connecties hebben met Rotterdam.’ Voor de adviserende rol gaan ze om tafel met bijvoorbeeld de ondernemingsraad van de gemeente. ‘We vertellen wat er speelt onder jonge ambtenaren. Hoe Rotterdam hen beter kan faciliteren.’ Giving back heeft te maken met de stad. ‘We zijn blij dat we voor deze mooie gemeente mogen werken. Dus willen we iets terugdoen. Omdat we zo’n groot netwerk hebben, kunnen veel mensen daarvan profiteren. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld een groot feest gegeven, waarbij een derde van de ticketprijs naar een lokaal goed doel ging. Toen de Oekraïense vluchtelingen naar Rotterdam kwamen, hebben we geholpen om opvangplekken in te richten. En bij de verkiezingen helpen we ook altijd mee.’ Romein hoopt vooral dat jonge ambtenaren zich thuis voelen bij de gemeente. ‘Binnen zo’n grote organisatie kun je best wat verloren raken. Dan is het mooi dat je bij ons terecht kunt. Andere collega’s leert kennen, waardoor er een soort clubgevoel ontstaat dat je anders misschien niet had gekend.’ NAAM: Mitchell Hendriks LEEFTIJD: 30 NAAM: Émilie Bevers LEEFTIJD: 28 FUNCTIE: beleidsmedewerker organisatie & besturing BIJ: Rijksoverheid OPLEIDING: MBO: grafische vormgeving; HBO, bachelor: kunst en economie FUNCTIE: beleidsadviseur circulaire economie en klimaatadaptatie BIJ: gemeente Hollands Kroon OPLEIDING: WO, bachelor: psychologie; WO, master: social influence NAAM: Lia van der Maas LEEFTIJD: 29 FUNCTIE: beleidsmedewerker ruimte BIJ: provincie Limburg OPLEIDING: WO, bachelor: European studies; WO, master: public policy & human development 53
Pagina 54
JONG&AMBTENAAR contact. ‘Zo zijn we op bezoek geweest bij de jonge ambtenaren van het CBS,’ zegt Lia. ‘Ze legden uit wat zij daar precies doen. Met de politie hebben we iets soortgelijks gedaan. En met jongerennetwerken binnen gemeenten. We proberen zo breed mogelijk samen te werken, over grenzen heen te kijken. Want als je dan een keer iemand nodig hebt, kun je op een laagdrempelige manier contact zoeken.’ MET DE VOETEN IN DE KLEI BUITEN HET EIGEN TEAM Lana Moss (28, beleidsmedewerker integratie nieuwe Limburgers) en Lia van der Maas (29, beleidsmedewerker ruimte) werken bij de provincie Limburg. Ook deze organisatie is groot genoeg voor een eigen jongerennetwerk: LINK. ‘Als jonge mensen hier komen werken,’ zegt Lia, ‘is het vaak hun eerste of tweede baan. Ze zijn het niet altijd gewend om zelf de weg te vinden. Ik had bijvoorbeeld net mijn studie afgerond. Dan is het superfijn als je een netwerk hebt dat je daarbij kan helpen.’ Lana knikt. ‘Exact. Dat was voor mij ook de reden om deel te nemen aan het bestuur. Om mensen buiten mijn eigen team te leren kennen. In principe zijn alle jonge ambtenaren welkom. We organiseren activiteiten gericht op ontmoeting enerzijds, maar anderzijds ook om de stem van jongeren binnen de organisatie hoorbaar te maken. En om onze horizon te verbreden, dat doen we met de wat meer inhoudelijke activiteiten.’ ‘Ja, dat zijn inderdaad onze drie pijlers,’ zegt Lia. ‘Die proberen wij altijd te hanteren. Soms is het een mix, en soms focussen we ons op één pijler in het bijzonder. In de zomer is er bijvoorbeeld altijd een barbecue, een van de drukst bezochte evenementen van het jaar. Dan gaat het in principe om het sociale aspect. Maar we proberen ook iets informatiefs te doen op zo’n avond. Afgelopen jaar hebben we de mensen gevraagd die betrokken waren bij het onderhandelingsproces van het nieuwe coalitieakkoord binnen de provincie Limburg. Zij vertelden hoe dat was gegaan.’ De variatie in activiteiten is groot. Lana: ‘We hebben ook een keer een bezoek gebracht aan de Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn. Om samen met onze Duitse buren uit Krefeld stil te staan bij de oorlog en de bevrijding.’ Daarnaast komt LINK graag met andere jongerennetwerken in 54 Ook de leden van LINK doen weleens iets terug voor de samenleving. ‘Wij wilden vrijwilligerswerk doen,’ zegt Lia. ‘En iemand uit ons bestuur heeft toevallig vroeger bij een stichting gewerkt voor mensen met een geestelijke of lichamelijke beperking. Dus toen hebben we daar een dagje geholpen. De ene groep ging in de tuin helpen, en een ander groepje ging met de bewoners wandelen. De medewerkers zeiden: mooi dat jullie dit doen, want gewoon een rondje lopen met mensen in een rolstoel, daar hebben wij meestal geen tijd voor.’ De directie van de provincie was eveneens tevreden. Lia: ‘Het gebeurt deels onder werktijd, maar ze staan erachter. Probeer dit vooral vaker te organiseren, was de boodschap. Omdat het ook belangrijk is om als ambtenaar met je voeten in de klei te staan. Zodat je weet wat er buiten de organisatie allemaal speelt.’ JONGE ENERGIE Los van al deze verschillende jonge ambtenaren-netwerken is er ook een overkoepelende organisatie die de netwerken met elkaar probeert te verbinden: Futur. Voorzitter Mitchell Hendriks (30, beleidsmedewerker organisatie & besturing rijksoverheid) ziet een toename in betrokkenheid de afgelopen jaren. ‘Na enige terugval tijdens corona kunnen we weer rekenen op enthousiasme en passie bij de jonge ambtenaren-netwerken. Als Futur moedigen wij het aan om de verbinding met elkaar te blijven zoeken tussen de verschillende overheidslagen. Zodat niet alleen op bestuurlijk niveau de kruisbestuiving plaatsvindt, maar dat we ook bottom-up met jonge, vernieuwende energie ons steentje bijdragen.’ In 2024 is het thema van de jonge ambtenarenkoepel ‘Streetwise’. ‘We willen jonge ambtenaren nog meer stimuleren om zich echt te mengen met de doelgroep waarvoor ze werken. Het maken van beleid loopt vaak vast omdat dit te weinig gebeurt. Soms met desastreuze gevolgen – zie Groningen. Futur gaat voor 2023/2024 dan ook op zoek naar een Jonge Ambtenaar van het Jaar die als geen ander weet hoe je streetwise bent.’ Op de foto’s bij dit artikel de viering van het 25-jarig bestaan van jonge ambtenarenorganisatie FUTUR. Ruim 150 jonge ambtenaren vierden dat jubileum met elkaar in Den Haag. De impact van samen aanpakken GEMEENTE DOETINCHEM. GROEI DOOR DOEN. WAT VINDEN ONZE MEDEWERKERS? lees hiernaast het verhaal van onze adviseur datagedreven werken Wytske. Meer weten over werken bij gemeente Doetinchem? Scan de QR code of ga naar doetinchem.nl/ werkenbijDoetinchem Of kom werken in de Achterhoek: www.onverwachtehoek.nl W erken bij gemeente Doetinchem betekent een wezenlijke bijdrage leveren aan het leven van 60.000+ inwoners. Aan de ambitie om duurzaam te groeien naar een stad met 70.000 inwoners in 2036. Aan de zorg en de kansen van morgen. Aan een gezond en aantrekkelijk ondernemersklimaat. Aan een leefbare, bereikbare, schone en veilige plek in Nederland. En niet zomaar een plek: we zijn de centrumgemeente van de Achterhoek, een van de allermooiste stukjes Nederland. De impact van jouw bijdrage bij gemeente Doetinchem is groot - als je durft. Want er is ruimte voor aanpakkers. Voor doeners. Voor creatieve en innovatieve geesten. Samen met je collega’s help je deze groeiende gemeente naar de toekomst. Met meer inwoners, meer leefkwaliteit en mooie faciliteiten. En dat is leuk, uitdagend en heel divers werk, dat positief bijdraagt aan het leven van anderen. Die groei maken we samen door. Niet alleen als centrumgemeente, maar ook als organisatie. Om de kansen en uitdagingen van de toekomst te grijpen, moeten we innovatief en wendbaar zijn. Denken in mogelijkheden. Verbindingen leggen en de schouders eronder zetten. En dat geeft ook jou volop persoonlijke groeimogelijkheden. Want door doen verbreed je je kennis, je netwerk en je blik op de wereld van morgen. gemeente Doetinchem @gemeente Dchem Gemeente Doetinchem BIJ GEMEENTE DOETINCHEM werken ruim 400 mensen; is 40% van onze medewerkers jonger dan 40; heb je een persoonlijk opleidingsbudget; blijf je leren door o.a ons digitale leerplatform; hebben we genoeg doorgroeimogelijkheden; bepaal je zelf waar en wanneer je werkt; ga je borrelen met leeftijdgenoten (jonge ambtenaren). 55 JONG&AMBTENAAR
Pagina 56
JONG&AMBTENAAR HET GEHEUGEN VAN DE STAD Stadsarchief Amsterdam is het geheugen van de stad. Als hoofd collecties helpt Migiza Victoriashoop de geschiedenis van de gemeente voor de toekomst te bewaren. ‘Die is superdivers, maar schuurt ook op veel punten.’ A ls hoofd collecties stuurt Migiza het team aan dat particuliere archieven verwerft en opneemt in de collectie. Dat gaat van individuele tot familie- en bedrijfsarchieven. ‘Denk aan het archief van de Bijenkorf’, 56 geeft ze als voorbeeld. ‘Of het archief van Stichting Podium Kwakoe. De archief-items moeten op verantwoorde wijze bewaard worden en gedigitaliseerd. Tot slot worden ze ont sloten, zodat ze ook makkelijk vindbaar zijn. We zijn een publieke instelling. Toegankelijkheid is een voorwaarde.’ TIJDGEEST ‘Als je onze taken plaatst binnen de huidige tijdsgeest met allerlei maatschappelijke onderwerpen en trends die broeien, dan kun je nagaan dat diversiteit en inclusiviteit daar ook bij horen’, vertelt ze. ‘De collectie moet meer dan nu een reflecniet van bewust dat dit ook een vorm van archiveren is. Voor ons als gemeente zijn dat interessante bronnen.’ THUIS IN AMSTERDAM Een van de in het oog springende recente projecten van het archief waarin sociale media een cruciale rol spelen is ‘Thuis in Amsterdam’. Daarmee hopen Migiza en haar collega’s onderbelichte groepen Amsterdammers een plek te geven in het Stadsarchief. De eerste groep waar het archief mee aan de slag ging bestaat uit Amsterdammers met Aziatische roots. Hun is gevraagd hun ‘thuisgevoel’ in Amsterdam weer te geven, onder andere op het Instagram-account adams.archief. Het idee, volgens Migiza: ‘Hun zowel letterlijk als figuurlijk een stem in het archief geven. Ze bepalen zélf hoe ze worden gerepresenteerd.’ ‘ Onderbelichte groepen moeten een plek krijgen’ NM: Mig p LEEFTIJD: 31 FUC: H f J g m OG: W iiwp r b n De kroon op het werk is een fotoboek met verhalen en gedichten, dat inmiddels feestelijk is gepresenteerd. Het wordt toegevoegd aan de collectie, evenals het Instagram-account. Migiza: ‘We vroegen de deelnemers: waar doen we de presentatie? In het Stadsarchief of elders? Het gebouw nodigt van buitenaf niet zeer uit. Zij antwoordden: nee, wij willen juist ín het gebouw. Door mee te werken aan het project eisen we onze plek in het Stadsarchief op, ook fysiek.’ Behalve op het ‘officiële’ Instagram-account deelden de makers veel op hun eigen kanaal. Ze fungeren zo als ambassadeurs: ‘Betere reclame kun je niet hebben!’ tie worden van de stad Amsterdam. Ze moet weerspiegelen wat en wie je ziet als je uit het raam kijkt. Het moet een Stadsarchief zijn voor álle Amsterdammers. Een enorme en ambitieuze opgave, maar we moeten het wel doen.’ Het talrijkst zijn papieren documenten, maar ook cassettebandjes, cd-roms en videobanden. ‘We beheren ongeveer 60 kilometer aan analoog archief’, zegt ze. ‘Plus zo’n 130 terabyte aan digitaal archief.’ Relatief recent zijn ook de eerste Twitter- (nu X) en Instagram-accounts toegevoegd. ‘Mensen schrijven nog steeds veel op papier, maar ook op social media-accounts’, legt Migiza uit. ‘Ze zijn zich er meestal 57 SLAVERNIJVERLEDEN Met haar Surinaamse achtergrond is Migiza zich zeer bewust van het belang van het belang van meer perspectieven in het archief, onder meer die van het slavernijverleden. ‘Als je geen onderdeel van de plekken waar de geschiedenis bewaard wordt of niet genoemd wordt, is het of je niet hebt bestaan. Dat is pijnlijk.’ Ze quote een van haar collega’s bij de gemeente Amsterdam: ‘Wie bepaalt wat we bewaren, heeft macht over onze herinneringen. Dat kwam bij mij heel erg binnen.’ De stad Amsterdam telt om en nabij 180 nationaliteiten en daarnaast veel nazaten van verschillende etnische groepen. Gaat het Stadsarchief ook hún thuisgevoel vergroten? Migiza lacht: ‘Die vraag kwam ook van deelnemers. Zou het niet gaaf zijn om dit ook met andere groepen zo op te pakken? Met dat enthousiasme in het achterhoofd wil ik dit project graag voortzetten.’
Pagina 58
JONG&AMBTENAAR DUURZAAM WERKEN BIJ SRO Circulair werken, met hergebruik van oude bouwmaterialen. In de bouw is het nog geen gemeengoed. Bij SRO proberen Peter de Wilde (manager vastgoed Eemland) en Auke IJkema (projectmanager maatschappelijk vastgoed) daar invulling aan te geven. Daar nemen en krijgen ze alle ruimte voor. Auke, wat is jouw taak als projectmanager maatschappelijk vastgoed? Auke: ‘Ik werk voor de gemeente Amersfoort en omliggende gemeenten, in regio Eemland, en begeleid nieuwbouw- en renovatieprojecten van A tot Z, vanaf de initiatief- en onderzoeksfase tot en met realisatie en oplevering. Primair is mijn functie om te zorgen dat maatschappelijk geld voor gemeentelijk vastgoed, zoals sportzalen en zwembaden, goed wordt besteed. Duurzaamheid is daarbij tegenwoordig een belangrijk uitgangspunt.’ En Peter, wat doe jij als manager vastgoed service en onderhoud? Peter: ‘Ik werk net als Auke voor de regio Eemland en geef leiding aan vier teams: technisch vastgoedbeheer waar onderhoudsplannen worden opgesteld en uitgewerkt, de afdeling service en onderhoud, portefeuilleSRO ONTZORGT SRO werkt in de regio’s Eemland en Kennemerland en biedt gemeenten ontzorging waar het gaat om beheer, onderhoud en exploitatie van gemeentelijk vastgoed, zoals zwembaden, sportaccommodaties, mfa’s en monumenten. Ook zet SRO zijn sportservice in als middel om maatschappelijke opdrachten waar te maken. Dit onder andere met de inzet van buurtsportcoaches en vakleerkrachten. Wat SRO uniek maakt is dat de expertisegebieden beheer, onderhoud, exploitatie en sportservice integraal worden aangeboden. Niet alleen binnen het sportdomein, maar ook binnen andere portefeuilles onderscheidt SRO zich van marktpartijen door de primaire focus te leggen op de klant, maatschappelijke waarde én een goede dienstverlening. Dit betekent dat SRO weet wat er speelt en meedenkt over hoe gemeenten en gebruikers zo goed mogelijk kunnen worden ontzorgd. Werken bij SRO betekent dat je met meer dan 600 collega’s als één team zorgt dat alles functioneert en je optimale condities creëert voor gebruikers van voorzieningen. Met alle disciplines onder één dak. beheer en als laatste het team projecten en duurzaamheid.’ ‘Van dat laatste team maakt Auke deel uit. Formeel valt hij dus onder mij. Maar we zijn een platte organisatie en dragen dat ook graag uit. Bij SRO werken we mét elkaar. Wel ligt er ergens een hiërarchisch model in een lade, waaruit blijkt dat ik de leidinggevende van Auke ben.’ OOGSTEN Auke, aandacht voor duurzaamheid en circulair werken is erg ‘in’ tegenwoordig. Hoe vertaal je dat naar de praktijk? Auke: ‘Vanuit SRO bouwen we nu in de gemeente Amersfoort twee nieuwe sportzalen. Op de ene locatie wordt een oude gymzaal gesloopt. Die is dermate klein en oud, dat renovatie economisch gezien geen meerwaarde heeft. Maar na het slopen proberen we zoveel mogelijk gebruikte materialen opnieuw in te zetten in de nieuwe sportzaal die daar komt.’ ‘Het is een mooie uitdaging om gebruikte materialen opnieuw te gebruiken, hetzij in deze gymzaal, hetzij in andere projecten van SRO. Voor hergebruik van materialen proberen we ons hele netwerk aan te spreken. Sloopbedrijven, aannemers, andere (gemeentelijke) initiatieven. Zo volgen we wat de markt te bieden heeft. Dat is nog best lastig, want circulair bouwen is nog niet helemaal volwassen. Wel leeft het enorm, en ook wij zijn enthousiast.’ Waar merk je die onvolwassenheid, waar loop je tegenaan? ‘De bouwwereld is nog niet zo ver dat circulariteit 1 op 1 uit te werken valt. Niet alle gebruikte materialen zijn in de praktijk goed vindbaar. Als je alleen nieuwe materialen wilt, dan is er een volwassen markt. Maar wil je circulair bouwen, dan is het veel zoekwerk.’ ‘Dan moet je maar net van een firma horen dat een oude school wordt gesloopt en alle deuren, ramen, kozijnen, balustrades zullen worden gered en goed klaargemaakt voor hergebruik. Dat ontmantelen noemen we “oogsten” tegenwoordig, geen slopen.’ Peter, is circulair werken voor jou als manager vastgoed Eemland ook een aandachtspunt? Peter: ‘Ja, ik zie het als mijn taak om vooral het enthousiasme daarover in te brengen bij de collega’s van de afdeling vastgoed. Sinds twee jaar doen we dat “van klein naar groot”. Klein in de zin van dat medewerkers service en onder58 NM: ue Jea LEEFTIJD: r FC: projg m S sft OG: - t g, Hog ht medewerkers ook die taal spreken en er naar te handelen in de praktijk.’ N: Pete de de LJ: 3 j FC: g g E t OG pobo mg s be houd geregeld gebruikte materialen bewaren en opslaan om het later elders te kunnen inzetten. Zo hebben we laatst een loods niet gesloopt, maar gedemonteerd, en op een andere plek weer opgebouwd.’ LOSMAAKBAAR ‘En op een omvangrijker niveau, dat is het werk waar Auke mee bezig is, kijken we bij nieuwbouwprojecten goed hoe we aan circulariteit kunnen bijdragen door herbruikbare bouwmaterialen te gebruiken of steeds in het achterhoofd te houden: “Als ik dit nieuw koop, is het losmaakbaar en kan ik het over tientallen jaren ergens anders inzetten?”’ ‘De praktijk is wel uitdagend inderdaad. Want niet alle projecten zitten in dezelfde fase. Je kunt lastig een lopend project stilleggen, omdat je nog wacht op herbruikbare materialen die in een nog af te breken school zitten. Mijn taak ligt in de begeleiding aan de voorkant: op tijd iedereen duidelijk maken wat we willen en wat we zoeken aan circulair materiaal.’ Is dat niet lastig tussen de oren te krijgen bij mensen die zijn opgeleid in de traditionele bouwwereld, en gewend zijn aan het gebruik van nieuwe materialen en veel weggooien? Peter: ‘Verduurzaming en circulair werken moet je als een soort olievlek laten gebeuren. Auke en ik zijn enkele van de “cultuurmensen” binnen de organisatie. In elke organisatie zijn dat er meestal een paar. Maar die zijn wel in staat om anderen mee te nemen in vernieuwingen. Door er steeds weer aandacht voor te hebben, krijg je het tussen de oren van de anderen en leren andere CURSUSSEN EN CONGRESSEN Peter vervolgt: ‘En je kunt enthousiasme aanwakkeren door je mensen mee te nemen naar bijeenkomsten, of cursussen te laten volgen over circulair bouwen en onderhouden. Zo hebben we laatst met een aantal medewerkers een van onze contractpartners bezocht, die een enthousiast verhaal had. Dan begint het bij iedereen echt te leven. Ook IVVD, het instituut voor vastgoed en duurzaamheid, biedt cursussen en een jaarlijks congres circulariteit. En er komen langzamerhand steeds meer opleidingen, die met name gaan over het “meten” van circulariteit.’ Auke: ‘Ik ga binnenkort zo’n opleiding volgen. Dat is een van de leuke aspecten van werken bij SRO, er is altijd mogelijkheid om jezelf te verbeteren en opleidingen te volgen. De opleiding die ik ga doen, gaat over het meetbaar maken van circulariteit. Bij bouwprojecten met uitsluitend nieuwe materialen kun je makkelijk calculeren wat de prijskaartjes zijn. Met tweedehands materialen is dat lastiger.’ ‘Op mijn cursus ga ik leren hoe je duurzaamheid en circulair werken financieel kunt vertalen. Daar zie ik erg naar uit. Circulariteit is nu nog te vaak een onderbuikgevoel, waar we nog niet goed een financiële waarde aan kunnen toekennen.’ 59
Pagina 60
JONG&AMBTENAAR N Eta Husan L: 2 jar FUC: ger a.i. B Sg Vg - s g S) OG: BO teaton g W gwppen Maatschappelijk rendement centraal STARTERS AAN HUIZEN HELPEN Als starter je eerste huis kopen, maar onvoldoende hypotheek krijgen. Of je woning willen verduurzamen. Dat kost een paar centen. Evita Huisman werkt bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). Deze organisatie verstrekt onder andere leningen aan verschillende groepen op de woningmarkt. S Vn beheert geld van gemeenten en leent dat uit. Het accent ligt op volkshuisvesting, stedelijke vernieuwing, verduurzaming en de energietransitie. Vijf jaar werkt Evita inmiddels bij deze geldverstrekker, tot voor kort als projectleider marketing & communicatie. Ze vervangt in haar huidige functie als relatiemanager een collega die met verlof is. Namens SVn houdt Evita in de provincies Utrecht, Noord-Holland en Flevoland contact met de klanten. ‘In mijn vorige baan had ik regelmatig te maken met communicatieafdelingen van gemeenten. Ik weet wat er leeft.’ ‘ Wij lenen geld van gemeenten uit die hun inwoners helpen’ GEEN HOTELLERIE MEER Met haar hotelschool-achtergrond lag het niet voor de hand dat Evita haar loopbaan zou voortzetten bij een semi-overheidsorganisatie. ‘Maar na het afronden van mijn opleiding en banen in de internationale hotellerie was ik daar helemaal klaar mee. Een goede werk-privé-balans telt ook voor mij. Via een detacheerder kwam ik bij SVn terecht.’ Oorspronkelijk was ze kredietacceptant. In die functie toetste ze aanvragen van bestaande en toekomstige klanten. Al relatief snel kreeg ze de gelegenheid om door te groeien. ‘De organisatie is klein, maar als je ambitieus bent, krijg je kansen om te doen waar je goed in bent.’ Een universitaire master managementwetenschappen moet haar carrière een extra zetje geven. ‘Alleen mijn scriptie moet ik nog schrijven. 61 Ik studeer in de avonduren, dus mijn sociaal leven staat tijdelijk op een laag pitje.‘ GROTE VRAAGSTUKKEN Meer dan in eerdere banen bij SVn komt Evita nu in aanraking met grote vraagstukken van deze tijd: de woningnood en de energietransitie, waarin overheden een sturende of regisserende rol spelen. ‘In mijn vriendenkring maak ik mee hoe moeilijk starters het op de woningmarkt hebben. Als ze überhaupt een huis vinden, is niet gezegd dat ze het kunnen betalen en voldoende kunnen lenen. Onze Startersleningen maken het misschien toch mogelijk.’ Particulieren kloppen niet direct aan bij SVn, maar bij hun eigen gemeente. ‘Wij lenen geld van gemeenten uit die daarmee hun inwoners helpen. Maar we geven ook krediet aan verenigingen van eigenaren van wooncomplexen. Voor een bank is moeilijk in te schatten hoeveel risico dat meebrengt, met meerdere verschillende eigenaren. Vaak vragen we net iets lagere rente. Waar de financieringsmarkt vastloopt, komen wij om de hoek.’ ONAFHANKELIJKE STICHTING Wat maakt haar werkgever anders dan een gewone bank of geldverstrekker? ‘We gaan als onafhankelijke stichting niet voor de winst, maar voor maatschappelijk rendement.’ Van de 342 Nederlandse gemeenten werken er 327 samen met SVn. In 2022 kregen bijna 19.000 woningeigenaren, bedrijven en energiecoöperaties een lening voor verduurzaming, verbouwing of een eerste woningaankoop. ‘We zijn een vreemde eend in de bijt in overheidsland’, legt Evita uit. ‘Ambtenaar kan ik mezelf niet noemen, maar ik kan ook niet 100 procent zeggen dat ik het níet ben. Ik voel me verbonden met de beroepsgroep.’
Pagina 62
JONG&AMBTENAAR IULIA HOUDT VAN STEDELIJKE COMPLEXITEIT Iulia Sirbu waarschuwt vooraf. Ze is geboren in Roemenië. ‘Waarschijnlijk ga ik veel Engelse woorden gebruiken.’ Om vervolgens in grotendeels keurig Nederlands haar verhaal te doen. P as zeven jaar geleden Iulia in Nederland komen wonen. ‘Ik wilde in het buitenland studeren, en TU Delft stond bekend als een van de beste universiteiten ter wereld op het gebied van architectuur. De keuze was snel gemaakt.’ Ze heeft vooral een passie voor stedenbouw. ‘Steden zijn de meest ingewikkelde systemen die de mens heeft gecreëerd. Die complexiteit vind ik superinteressant.’ Niet alleen de studie beviel haar aan Delft. Ze vond er ook haar huidige echtgenoot en een droombaan: adviseur stedenbouw voor de gemeente. Zodra ze wil vertellen wat die functie inhoudt, begint ze te lachen. ‘Dat is nog best moeilijk om uit te leggen, merk ik. Laat ik het zo zeggen: ik analyseer nieuwbouwen herinrichtingsprojecten. Ik onderzoek waar de kansen en uitdagingen liggen, en op basis daarvan geef ik advies, aan de initiatiefnemer van het project, de ontwikkelaar, wethouders of collega’s.’ STUDENTENCOMPLEX Momenteel heeft ze haar handen vol aan een studentencomplex. ‘De woningcorporatie die het complex bezit, wil het transformeren. Zodat er meer wooneenheden in het gebouw passen. Omdat er ook in Delft meer studentenwoningen nodig zijn.’ Het is aan Iulia en haar team om de plannen van de corporatie te beoordelen. ‘Wij stellen de ruimtelijke kaders op. Dat doen we op basis van de wensen en eisen van de gemeente. Draagt het project bij aan de ambities van de stad, van de wijk? Is het wel echt een plek voor alleen studenten, of wonen er ook veel jonge professionals? Zijn er straks vol62 doende parkeerplekken beschikbaar? Dat soort vragen.’ Deze kaders gelden als randvoorwaarden waarbinnen de desbetreffende ontwikkelaar straks zal moeten werken. ‘Maar dat betekent niet dat het gesprek eindigt wanneer wij de kaders hebben opgesteld. Er is ook daarna nog veel ruimte voor overleg.’ ‘ Steden zijn de meest ingewikkelde systemen die de mens heeft gecreëerd’ MEER GEDULD Die gesprekken worden allemaal in het Nederlands gevoerd. ‘Dat is voor mij nog best een uitdaging. Toen ik hier begon, was dat nog moeilijker. Ik was vooral bezig met proberen te begrijpen wat mijn collega’s zeiden en minder met de inhoud. Daardoor was het lastig om kritisch te zijn.’ Inmiddels gaat dat beter. ‘Ik heb nu minder het idee dat ik informatie mis.’ En daarvoor is ze haar collega’s dankbaar. ‘Ik merk dat mensen bij de gemeente wat meer geduld hebben. Ik heb ook bij architectenbureaus gewerkt, en hier is iedereen toch wat aardiger. Misschien omdat we maatschappelijk werk doen. Daardoor heb ik in elk geval sterker het gevoel dat ik mezelf hier kan ontwikkelen.’ NAAM: ul bu LEEFTIJD: 34 FUC: adseur stedebouude BIJ: g ft SUE: W, b ; W, m ; W, m 63
Pagina 64
JONG&AMBTENAAR ALTIJD IN DE WEER MET JEUGDIGEN Zowel privé als in zijn beroep draait het leven van Sibren de Weerd-Van Velzen om kinderen en jongeren. Helpen bij hun ontwikkeling en bijdragen aan een beter leven is zijn ‘energieleverancier’. H 64 ij heeft er, niet voor het eerst, een weekverlof voor genomen: het jaarlijkse ‘timmerdorp’ voor kinderen in zijn woonplaats Castricum. Onder begeleiding een groot vrijwilligersteam bouwen kinderen houten hutten, met tussendoor andere avontuurlijke activiteiten. Het vakantieevenement stimuleert creativiteit en bezorgt daarnaast ook ‘Op het moment dat ik tegen muren aanloop wil ik daar doorheen’ om het maximale uit mijn werk te halen. Wel ambitieus ja. Op het moment dat ik tegen muren aanloop wil ik daar liefst doorheen’, zegt hij over zichzelf. De studie en het masterdiploma openden snel nieuwe mogelijkheden en kansen. ‘Ik mocht onder andere meedraaien in landelijke en regionale projecten vanuit de organisatie, werkte mee aan de nieuwe aanbesteding voor jeugdhulp van de regio Amsterdam/Amstelland, mocht meedoen aan methodiekontwikkeling en deskundigheidsbeleid en werd secretaris van de ondernemingsraad.’ N: Sbn d dV lzn LJ: 31 FC: Jegd BIJ: l en Aln OG: l gg g e O bestuursunde SNEL IETS VERBETEREN Over zijn langetermijnperspectief dacht Sibren goed na. ‘Ik wilde aanvankelijk naar een ministerie doorstromen. Gaandeweg besefte ik dat mijn aandeel in zo’n enorm geheel relatief klein zou zijn, en concrete resultaten van mijn input pas na een lange periode zichtbaar zouden worden. Waarbij het nog maar de vraag is of beleid uitgevoerd wordt. Een kenmerk van hulpverleners is dat zij in korte tijd iets willen verbeteren. Bij de landelijke overheid duurt het misschien wel vijf of tien jaar voor je de vruchten plukt van je werk.’ Bij de lokale overheid wordt zijn geduld minder op de proef gesteld. ‘Amstelveen en Aalsmeer zijn groot genoeg om eigen beleid te maken, met 25.000 à 30.000 jeugdige inwoners. En tegelijk klein genoeg om mijn aandeel daarin terug te kunnen zien, zonder dat er bij wijze van spreken zes managementslagen tussen zitten. Dus vooralsnog zit ik comfortabel op mijn plek. Ik leer elke dag en had geen moment spijt van de keuze voor de lokale overheid.’ kinderen die niet op vakantie kunnen een onbezorgde week. Zelf heeft hij er ook veel lol in. ‘Een boost, tussen het kantoorleven door’, vertelt Sibren. ‘Het geeft energie om kinderen niet alleen een plezierige ochtend of middag te geven, maar ze ook wat bij te brengen. Of het nu om sportieve prestaties gaat bij atletiek, of vaardigheden zoals knopen leggen en vuur maken bij de scouting.’ MEEPRATEN Sibren studeerde sociaal pedagogische hulpverlening, werd hulpverlener bij een jeugdzorginstelling, en liep na jaren tegen het loopbaanplafond van zijn toenmalige functie aan. Reden om er een academische opleiding achteraan te gooien. ‘Vanuit het idee dat ik dan meer mocht meepraten, 65 STELSELWIJZIGINGEN Vrijwel alle Nederlandse gemeenten worstelen met de grote stelselwijzigingen in de jeugdhulp van de afgelopen jaren. Sibren daarover: ‘Je kunt wel elke drie jaar het systeem omgooien, maar de jeugdhulp wordt daar niet beter van. Omdat ik aan verschillende kanten heb gewerkt, kan ik daarover goed meedenken. We moeten er als gemeente bij stilstaan hoe iets uitpakt voor jeugdhulporganisaties, hulpverleners en, het allerbelangrijkst, voor ouders en kinderen. Als die verzuipen in het bijhouden van scores en formuliertjes invullen, werkt dat frustratie in de hand. Ik zag goede hulpverleners het vak verlaten, doodzonde. Dat willen we in onze gemeenten voorkomen.’
Pagina 66
JONG&AMBTENAAR Een betere omgeving voor mens en natuur waar bedrijven op een verantwoorde manier kunnen blijven ondernemen? Daar staan we als omgevingsdiensten voor! Is werken bij een omgevingsdienst iets voor jou? Wil jij werken aan een fijnere omgeving om in te wonen? Ga jij net zo lang door tot je een oplossing hebt? JA JA NEE NEE Het werken bij een omgevingsdienst past niet bij jou. Hopelijk vind je snel iets dat wel bij je past! NEE JA NEE Houd je van het voeren van een stevige discussie? NEE Honderden pagina’s aan onderzoeksresultaten doorspitten om tot je antwoord te komen? NEE Noemen ze jou ook weleens een echte puzzelaar? NEE JA Ga je er graag op uit? JA JA JA Werken bij een omgevingsdienst past bij jou. Zeker in de functie van vergunningverlener. ”Van een bedrijf dat wil uitbreiden naast een woonwijk tot de wens voor een hardstyle festival middenin een natuurgebied. Wij behandelen verschillende soorten aanvragen en maken afspraken over wat wel en niet kan.” Toezichthouder Pieter Vergunningverlener Werken bij een omgevingsdienst past bij jou. Zeker in de functie van toezichthouder/ inspecteur. “Geen dag is hetzelfde. We informeren bedrijven over de milieuregels, letten op bouw- en brandveiligheid en controleren in kwetsbare natuurgebieden. Wanneer nodig handhaven we.” “Bodem, lucht, geluid, energiebesparing, ecologie, externe veiligheid, afval, zwemwater, circulaire economie… We hebben veel expertises in huis. Dat zetten we in om de meest lastige vraagstukken in de regio op te lossen.“ Specialist Kristy Werken bij een omgevingsdienst past bij jou. Zeker in de functie van specialist. Bijt je je graag vast in één onderwerp? 66 Start hier! Meer weten? Scan de QR-code! GEEN VETTE LEASEBAK, WEL VEEL KANSEN EN VRIJHEID Voor een vette leasebak of royale bonus moet je niet bij de overheid zijn. Maar voor een redelijke beloning, goede secundaire arbeidsvoorwaarden en veel ontwikkelings- en groeimogelijkheden zit je als ambtenaar gebakken. D e salarisschalen bij de overheid staan vast, maar het salarisstelsel bij rijksoverheid, provincies, gemeenten en zelfstandige bestuursorganen en agentschappen verschilt. De inschalingsmethodiek is ook anders. Bij gemeenten hebben alle functies een door de werkgever vastgestelde functiewaardering. Wélke, staat niet in de cao. De rijksoverheid werkt met functiegroepen en niveaus. Je opleidingsniveau, de zwaarte van je functie en de opgedragen werkzaamheden bepalen je salarisschaal. Meestal begin je als jonge ambtenaar met een ambtenarensalaris tussen de 2.200 (aan de lage kant) en 2.800 euro bruto per maand. Je kunt doorgroeien naar een hogere schaal en meer verdienen, afhankelijk van je functie en ervaring. Vind je dit te weinig vergeleken met het bedrijfsleven (waar salarissen doorgaans hoger liggen), dan kun je onderhandelen over een hogere schaal. De overheid krijgt vacatures moeilijk gevuld, dus het is de moeite van het proberen waard. JAARLIJKS EEN TREETJE Lukt het je als starter niet te onderhandelen? Voldoe je (nog) niet aan de eisen van ervaring, geschiktheid en bekwaamheid, dan is er kans dat je tóch die baan krijgt. Bij goed presteren klim je jaarlijks automatisch een treetje. Presteer je bovengemiddeld goed, dan is een extra periodiek mogelijk. Gezien de moeite en het geld die het kost om nieuwe mensen aan te trekken, zien overheidswerkgevers je niet graag vertrekken. Het loont de moeite op een extra periodiek aan te sturen. In de jongste cao is afgesproken dat de werkgever een extra periodieke salarisverhoging mag geven buiten de ‘normale’ periodiekdatum. Er is net een nieuwe cao, met ook een salarisverhoging. Bij de overheid werk je in principe 36 uur per week bij een volledige werkweek. Indien nodig kan het aantal te werken 67 uren worden uitgebreid of verminderd. Overwerk wordt bij het rijk niet uitbetaald, maar komt aan het begin van het jaar beschikbaar als (hetzelfde jaar op te nemen) compensatie­uren. Bij gemeenten is de arbeidstijd per dag maximaal 11 uur en per week maximaal 50 uur. In overleg wordt overwerk uitbetaald of omgezet in verlofuren. INDIVIDUEEL KEUZEBUDGET Een van de grootste voordelen van werken als ambtenaar is het Individueel Keuzebudget, dat 16,37 procent van het salaris bedraagt. Dit is inclusief vakantie­uitkering van 8 procent. Een deel van je arbeidsvoorwaarden bepaal je zelf. Bijvoorbeeld voor een sabbatical. Of (een gemaximeerd bedrag) voor de aanschaf van een (elektrische) fiets, betalen van vakbondscontributie of fitness. Kies je voor verlofuren in plaats van geld, dan kun je maximaal 187 extra IKB­uren kopen van je budget, bovenop vakanties en overige vrije dagen. In grotere overheidsorganisaties is het makkelijker om te switchen van functie. Een andere baan, of (tijdelijk) bij een andere overheidsorganisatie te werken in de vorm van detachering. Werken bij een kleinere organisatie heeft ook voordelen. Je leest het elders in dit magazine: als jonge ambtenaar krijg je al snel meer vrijheid om je baan deels naar eigen inzicht in te vullen, zeker in functies die nog niet lang bestaan.
Pagina 68
JONG&AMBTENAAR Kansen en bedreigingen van AI JASPER TEGEN HET WILDE WESTEN Haalden we met kunstmatige intelligentie (AI) en algoritmes een paard van Troje binnen? Of brengen ze de samenleving vooral veel goeds? Het laatste, denkt beleidsambtenaar Jasper Kars. ‘Zolang we ons maar bewust zijn van de risico’s.’ Z onder dat doorsnee stervelingen er erg in hadden sloop kunstmatige intelligentie ons leven binnen. Via virtuele assistenten (chatbots) van bedrijven. Via algoritmes, waarmee computersystemen voorspellingen doen. ‘Opeens’, zo leek het, was er ChatGTP, een taalmodel dat leerde van door mensen geschreven teksten en op commando nieuwe teksten produceert of compleet nieuwe programma’s schrijft. ChatGTP verraste velen, maar niet Jasper. Hij bestempelt AI als een systeemtechnologie, die de samenleving fundamenteel zal veranderen, met vaak nog onvoorziene gevolgen. Techniek die net zoveel impact heeft als eerder elektriciteit, stoommachines en, recenter, het internet. Jasper houdt zich onder andere bezig met de juridische, technische en ethische gevolgen van AI. DE DIEPTE IN Een geek is Jasper niet. ‘Maar als overheidsbeleid zo direct raakt aan techniek, is het nodig dat je die ook in de diepte beter begrijpt en tijdig doorziet wat de mogelijke implicaties ervan zijn. Gebruik van nieuwe technologie is geen doel op zich, maar een middel om maatschappelijke opgaves het hoofd te bieden of daaraan een bijdrage te leveren. De oplossing moet grotendeels komen van mijn generatie, de digital natives.’ Recent heeft de rijksoverheid een algoritmeregister ingericht. ‘Overheidsorganisaties registreren zich daarin nu nog op vrijwillige basis’, vertelt Jasper. ‘Een meerderheid van de Kamer wil een wettelijke verplichting. We hebben nu als 68 Nederlandse overheid meer dan 160 overheidsalgoritmes in het algoritmeregister staan. Dat worden er snel meer. Op mijn ministerie vinden we dat Nederland een gidsland kan zijn in Europa.’ Een vraagstuk waar Jasper zich onder meer in heeft verdiept is het toezicht. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat algoritmes transparant zijn, niet discrimineren of leiden tot willekeur. ‘Vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heb ik dit traject geleid. Er zijn nu meer‘ Kunstmatige intelligentie is een systeemtechnologie, net als de stoommachine en elektriciteit’ dere toezichthouders, maar omdat AI en algoritmes aan zo veel verschillende sectoren en domeinen raakt, is samenwerking van groot belang. Met de Autoriteit Persoonsgegevens hebben we gekeken hoe we iets kunnen inrichten waar het hele toezichtlandschap mee wordt versterkt. Dat wordt de Directie Coördinatie Algoritmes.’ Toepassingen die voor anderen een nieuw speeltje zijn, zoals ChatGPT (dat aan de hand van instructies onder andere teksten produceert) of Midjourney (dat afbeeldingen maakt uit N: Jp L 30 FUCTIE: beledsede ee D ige ge BJ m n ld k n s OG: Sc data scece a y & Mc pc d ge beschrijvingen) zijn voor hem vaak nieuws van gisteren. ‘In mijn vrije tijd experimenteer ik daar een beetje mee. Als je een bepaalde instructie invoert, wat rolt er dan uit? Wanneer kraamt het onzin uit en wanneer kloppen de uitkomsten feitelijk?’ Zijn kennis en nieuwsgierigheid leidden er onder meer toe dat Jasper nu projectleider is van het landelijke visie traject op generatieve AI. Dit is een vorm van AI die nieuwe tekst, afbeeldingen en video genereert. FATSOENSNORMEN HANDHAVEN Jasper trekt een duidelijke lijn tussen de fysieke en digitale wereld. ‘Als deze werelden te veel uiteen lopen, is dat een 69 groot risico. In de fysieke wereld kennen we regels die door de meeste mensen onderschreven worden en voldoen aan de regels van de rechtstaat. In de digitale wereld moeten er nog stappen gezet worden om bepaalde fatsoensnormen te handhaven. Het internet moet geen ongereguleerd Wilde Westen zijn. Bij generatieve AI komen de grootste spelers opnieuw uit Silicon Valley. Om niet achter de muziek aan te lopen en eerder grenzen te stellen, moeten we overeenkomen wat verantwoord gebruik is.’ Zijn beleidsveld ervaart Jasper als ‘superdynamisch’. Hij ziet niet vooral beren op de weg: ‘Ik zie veel mogelijkheden om onze maatschappij te verbeteren en ons werk makkelijker te maken.’
Pagina 70
JONG&AMBTENAAR Toeslagenaffaire vloeide uit als inktvlek VERTROUWEN HERSTELLEN IS NIET MAKKELIJK Ze weet bijna alles van de oude Grieken en Romeinen. Opmerkelijke genoeg bracht dat Anneke van Mourik naar eigentijdse sociale vraagstukken. Zij vindt die sprong niet zo groot: ‘Hoe functioneren samenlevingen? Die vraag speelde ook in oude beschavingen.’ N Anee va ouk L 26 FUC: beledsadseur s n BJ g n d sel OG bacheo g e gs Anneke kwam binnen op een werkervaringsplek. ‘Tijdens mijn studie leerde ik onderzoek te doen en uit veel verschillende bronnen informatie bij elkaar te halen. Dat helpt in het werk dat ik nu doe. Analyseren, puzzelen, de informatie verwerken in goede, beargumenteerde en leesbare teksten.’ Ze bleef ‘hangen’ bij de gemeente Capelle aan den IJssel. ‘Genoeg te doen, met alle interessante onderwerpen die nu spelen.’ Als eerste doemt de zogeheten Toeslagenaffaire op, waar ook Anneke bemoeienis mee heeft als beleidsadviseur. ‘Capelle heeft helaas veel gedupeerde gezinnen. Volwassenen, maar ook kinderen.’ De zogeheten hersteloperatie vloeide naar alle kanten uit als een inktvlek. Ook het aantal commissies en instanties dat zich ermee bemoeide dijde uit. ‘Gemeenten zijn ingesprongen, omdat zij dichter bij hun inwoners staan’, aldus Anneke. Zij helpen mensen nu terug te komen op het punt 70 waar ze waren voordat de overheid hun leven beschadigde. ‘Wij kijken wat nodig is voor een nieuwe start en het herstellen van een stabiele basis. De situatie van getroffen gezinnen verschilt sterk. Sommige zitten diep in de schulden en ontberen materiële basisbehoeften, zoals bedden of koelkast. We helpen hun financiën op orde te brengen. Psychisch leden sommige gezinnen ook zwaar. Die inwoners moeten eerst rust krijgen in hun hoofd en gespecialiseerde hulp. Weer anderen begeleiden we naar een opleiding of een baan.’ ‘De Toeslagenaffaire blijkt ingewikkelder dan we aanvankelijk dachten’, resumeert Anneke. Over eigen haar rol: ‘Ik verzamel informatie en deel die met de andere teamleden, adviseer het gemeentebestuur en fungeer als sparringpartner.’ Zij beaamt wat landelijk inspecteur-generaal Bart Snels (Inspectie belastingen, toeslagen en douane) onlangs zei: ‘We bedenken hoe we problemen voor mensen moeten oplossen, zonder dat we eerst eens vragen: wat heb je nodig?’ In Capelle willen ambtenaren die vraag juist wél stellen. ‘Náást mensen staan en hun verhaal als uitgangspunt nemen. Voor de rest bekijken we per gezin welke mogelijkheden er zijn voor maatwerk, als het reguliere steunaanbod niet voldoet. Tegelijk is voor onszelf de vraag: hoe kunnen we met maatwerk toch zorgen dat het een beetje gelijkwaardig blijft wat we doen?’ VEEL KANSEN Anneke begon als assistent beleidsadviseur. ‘Assistent’ mag ze inmiddels schrappen. De Toeslagenaffaire laat ze geleidelijk los, om aan nieuwe taken te beginnen. ‘Ik krijg veel kansen hier. En tegelijk veel ruimte om een eigen invulling te geven aan mijn werk.’ Ze doorliep in 2023 een intern ontwikkeld talentprogramma, opgezet door interne loopbaancoaches. ‘Samen met ambtenaren van verschillende afdelingen mocht ik kijken waar we staan en heen willen. Daartoe volgen we trainingen, intervisiebijeenkomsten, individuele loopbaancoaching en aandacht voor sterke kanten en verbeterpunten. Dat helpt ons groeien.’ HET OLIEMANNETJE VAN BEDRIJFSVOERING Dagelijks in het nieuws: cijfers en trends, verzameld en onderzocht door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Niet alleen voor Nederland, ook voor de Europese tegenhanger Eurostat. Merlijn Bouwman zit niet aan de statistiekkant, maar is ‘oliemannetje’ in de bedrijfsvoering. M instens 600 onderzoeken op allerlei maatschappelijke terreinen verricht het CBS jaarlijks. Daar werkt Merlijn inhoudelijk niet aan mee. ‘Wel ben ik goed op de hoogte van alles wat het CBS doet.’ Zo leert hij deze zelfstandige bestuursorganisatie van de rijksoverheid van haver tot gort kennen. Vroeg in zijn loopbaan werkte Merlijn in een commerciële functie bij onder meer een farmaceutisch bedrijf. Niet zijn wereldje vindt hij, terugkijkend, ‘Zo keihard commercieel dat ik er een aversie voor ontwikkelde.’ In een baan bij de jeugdgezondheidszorg kreeg hij de smaak te pakken van wat veel jonge ambtenaren ‘impact maken’ noemen. ‘Ik kon veel moois toevoegen, door eraan bij te dragen dat in acht ZuidHollandse gemeenten de zorg voor kinderen beter werd. Mijn functie lag op financieel en beleidsmatig vlak. Na bijna drie jaar zei de directeur: tenzij ik omval kun jij bij ons geen volgende stap maken. Duidelijke taal. Dus zocht ik verder in overheidsland.’ Al snel diende zich de vacature voor zijn huidige functie bij het CBS aan. WERELD VAN VERSCHIL Van de decentrale naar de centrale overheid. Een wereld van verschil, aldus Merlijn. ‘Bij lokale overheden is de stroperigheid, zeker rondom verkiezingen, best groot, met wisselingen in gemeenteraden en colleges. Bij de centrale overheid kunnen dingen, als je je goed hebt voorbereid en de juiste weg bewandelt, beginnen te lopen voordat je een definitieve ‘go’ hebt. Van hollen en stilstaan is geen sprake.’ Merlijn verzamelt gegevens voor rapportages en verantwoordingen en zet die zo concreet mogelijk op papier. ‘De uitkomst wordt in het directieberaad besproken.’ De nadruk ligt op personeelsaangelegenheden en het financiële vlak, met thema’s als werving en selectie. Maar ook onderwerpen als IT en veiligheid komen op zijn pad. ‘Mensen in de bedrijfsvoe71 N Ml n LEEFTIJD: 31 FUC: - a g B Cl B r de Sk OPLEIDING: WO master healthcare management ring zorgen er op de achtergrond voor dat de corebusiness kan blijven doordraaien. Daarbij kan het om van alles gaan: van strategisch advies tot laptophouders in de toiletten. Heeft iemand een idee, dan loodsen mijn collega’s en ik dat door het hoepelspel heen, zodat het uiteindelijk het directieberaad haalt en besproken wordt. Als een manusje van alles fiets ik door van alles heen, en soms eronderdoor. Intussen blijf ik lekker scherp, omdat ik me overal in moet lezen of bestaande kennis kan verdiepen. Zou ik me op één ding moeten focussen, dan zou ik me vervelen.’ Op den duur ambieert Merlijn een managementfunctie. Collega-ambtenaren adviseert hij: ‘Wees niet bang je hoofd boven het maaiveld uit te steken. De kansen zijn er. Als je lijdzaam afwacht, gebeurt er niks.’
Pagina 72
JONG&AMBTENAAR Europa-veteraan Tim Slierings zet Flevoland letterlijk op de kaart EUROPA IS GEEN PINAUTOMAAT Tim Slierings is de vooruitgeschoven post van Flevoland in Brussel. Met één been in Brussel en het andere in het provinciehuis in Lelystad probeert hij Europees geld te matchen met ontwikkelingen in zijn provincie. M et acht ‘Brusselse’ jaren is Tim inmiddels een echte EU-veteraan. Woningbouw, digitalisering, energievraagstukken en ontwikkelingen in het landelijk gebied zijn de zaken waar hij zich vooral mee bezighoudt. Onder dat laatste valt een hele riedel: landbouw, bodem, water, milieu, natuur. Tim verricht zijn werk vanuit het Huis van de Nederlandse Provincies, een gedeelde locatie waar de provincies werken aan voor hen relevante onderwerpen. Ze lobbyen, signaleren kansen en adviseren het ‘thuisfront’. Ze onderhouden contact met Europese instellingen, Europarlementariërs, andere regionale vertegenwoordigingen en ook: met elkáár. ‘Ambtenaren uit heel Europa laten hun sociale netwerk en in sommige gevallen ook hun gezin achter. Zij ontmoeten elkaar ook na werktijd. In vergelijking met Den Haag bestaat hier veel meer de mentaliteit om ‘s avonds nog naar netwerkevents of conferenties te gaan.’ LAADPALEN De Nederlandse provincies opereren niet op eigen houtje. ‘Belangrijke dossiers verdelen we onder de twaalf provincies. Dat maakt het makkelijker om alles te volgen en toch specialismen op te bouwen’, aldus Tim, die expert is op het gebied van onder meer mobiliteit en regionale economie. ‘Bij mobiliteit hebben we gelobbyd dat in het commissievoorstel voor de nieuwe verordening over laadpalen voor elektrisch rijden een display met prijsinformatie niet verplicht werd gesteld. Nederland is koploper op het gebied van laadpalen. Veel daarvan hebben niet zo’n display. Zou die verordening rechtsgeldig worden, dan zou ongeveer driekwart van de 72 Nederlandse laadpalen in Nederland vervangen moeten worden. Dat vonden we onzin. Met medeweten van Den Haag hebben we met het Europees Parlement gesproken en ons punt ingebracht. Alleen laadpalen die gerenoveerd of opnieuw gebouwd worden, moeten zo’n display krijgen. Zo is het in de uiteindelijke tekst terechtgekomen.’ Een ander succesje: Tim heeft Flevoland letterlijk op de kaart We hebben Flevoland prominenter op de kaart gekregen gekregen. Wat hij daar mee bedoelt: verkeersnetwerken van bijvoorbeeld snelwegen, binnenvaartwegen of spoorlijnen zijn Europees met elkaar verbonden. Alleen met een plek op de zogeheten ‘Trans Europees Netwerk-Transportkaart’ kunnen partijen aanspraak maken op (mede-)financiering vanuit Europa. ‘We hebben Flevoland prominenter op die kaart gekregen. Almere staat er als stedelijk knooppunt op, en de Lelylijn is opgenomen.’ VAN BELEID NAAR FINANCIERING Tims werk is in de tussentijd inhoudelijk verschoven van beleid naar financiering. ‘Om aanspraak te maken op Europese financiering moet je aan veel eisen voldoen. Ik ben nu meer aan het adviseren over de mogelijkheden. We willen NAAM: gs L 33 FUC: s - le g e p l BJ: p OG: O eun e collega’s en gemeenten, bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen in de provincie helpen om op de juiste manier de weg te vinden naar Europees geld. Het begint bij het in beeld brengen van projecten in Flevoland met een financieringsbehoefte, waar Europees geld een middel voor kan zijn. Iemand moet dat koppelen en dat ben ik. Ik ben dus meer in Lelystad dan eerder om de juiste projecten boven water te krijgen. Daarna kijk ik strategisch naar fondsen die door Brussel worden uitgekeerd.’ Waar hij eerst collega’s moest overtuigen dat ze wat met Europa ‘moesten’, spreekt 73 Europees geld nu veel meer tot de verbeelding. ‘Dat moet ik soms een beetje indammen. Europa is geen pinautomaat.’ TAFELVOETBAL Op welke verdienste is Tim trots? Hij lacht: ‘We hadden een tafelvoetbaltafel op het werk in Brussel. Een vast groepje maakte daarvan gebruik. In de coronaperiode mocht dat niet. Met een collega heb ik een ontwerp gemaakt om met een spatscherm toch coronaproof te kunnen tafelvoetballen. Een half jaar is daar druk gebruik van gemaakt!’
Pagina 74
JONG&AMBTENAAR ONTWIKKEL JE TALENT BIJ GEMEENTE EPE! Gemeente Epe groeit en bloeit. De komende jaren staan er veel bloeiende projecten op de agenda, zoals het realiseren van nieuwe woningen, het verbeteren van veiligheid, het optimaliseren van voorzieningen en het bevorderen van duurzame energie. In een wereld vol veranderingen is het aantrekken en behouden van jong talent essentieel voor het succes van gemeente Epe. JONG EPE: SAMEN VOOR EEN BETERE TOEKOMST! Maak kennis met Jong Epe, een groep enthousiaste jonge ambtenaren die een verschil willen maken in onze gemeente. Met onze frisse ideeën, digitale expertise en vernieuwende kijk op de rol van de overheid, streven wij naar een betere toekomst voor gemeente Epe. Onze overtuiging is dat een nieuwe generatie ambtenaren van cruciaal belang is. Daarom hebben we ons verenigd onder de naam ‘Jong Epe’. Met ongeveer 50 leden uit diverse afdelingen bundelen we onze krachten om samen de toekomst van de gemeente vorm te geven. Als ambtenaren binnen Jong Epe zijn we trots op onze gemeente en geloven we dat we samen een positieve verandering kunnen realiseren! FIJNE WERKOMGEVING Bij gemeente Epe heerst een informele en dynamische sfeer. Met 33.000 inwoners en ruim 200 collega’s is er veel nadruk op persoonlijke betrokkenheid en samenwerking. De cultuur is informeel en de communicatielijnen zijn kort, zodat iedereen de kans krijgt om zijn of haar ideeën te delen. Jouw bijdrage als medewerker is waardevol en je krijgt alle vrijheid om creatieve oplossingen te bedenken. PERSOONLIJKE GROEI Binnen gemeente Epe investeren we in persoonlijke ontwikkeling en geloven we in de groei van onze medewerkers. We bieden mogelijkheden om nieuwe vaardigheden te leren en bestaande vaardigheden te versterken. Samen werken we aan een veelbelovende toekomst voor de gemeente Epe. Bij gemeente Epe heb je een baan die er echt toe doet. DELEGATIE VAN JONG EPE GEMEENTE EPE WAARDEERT JONG TALENT! Jonge professionals brengen frisse ideeën en nieuwe perspectieven met zich mee. Ze zijn de drijvende kracht achter innovatie en vernieuwing. Ruben ter Haar, onze omgevingsontwikkelaar, is een goed voorbeeld van jong talent. Nadat hij zijn masteropleiding Spatial Planning aan de Radboud Universiteit in Nijmegen had afgerond, kreeg hij de kans om bij gemeente Epe te werken via Werken in Gelderland. In 2022 begon hij als veelbelovende starter in het ruimtelijke domein. WERKEN AAN DE TOEKOMST Ruben houdt zich bezig met ruimtelijke initiatieven. Hij beantwoordt snel en professioneel vragen, zowel via e­mail als in persoonlijke gesprekken op het gemeentehuis. Hij speelt ook een belangrijke rol bij het begeleiden van wijzigings­ en bestemmingsplannen. Maar dat is niet alles. Ruben is ook 74 GOED OM TE WETEN OVER GEMEENTE EPE: Is een kleine, ambitieuze gemeente waar de communicatielijnen kort zijn en waar je direct impact maakt met het werk wat je doet. Heeft een focus op werkgeluk en biedt veel interne doorgroeimogelijkheden. Biedt ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. Heeft haar eigen Eper Academie. We werken op het gebied van trainingen en workshops nauw samen met Talentenregio en A&O fonds gemeenten. Biedt een laptop, telefoon en thuiswerkfaciliteiten, waardoor je kunt werken waar je maar wilt. Is goed bereikbaar met het openbaar vervoer, de fiets en de auto. betrokken bij twee projectteams: het ene is gericht op huisvesting van statushouders en het andere op het toekomstbestendige omgevingsplan in verband met de komende Omgevingswet. Als kers op de taart werkt hij aan het vraagstuk van flexwoningen en zoekt hij naar geschikte locaties hiervoor. JONGE AMBTENAREN GAAN UITDAGINGEN AAN EN WERKEN AAN DE TOEKOMST! Jonge ambtenaren zoals Ruben zijn de drijvende kracht achter vernieuwing bij gemeente Epe. Ze gaan de uitdagingen van vandaag aan en werken hard aan een mooie toekomst voor ons allemaal. Hun energie en inzet brengen inspiratie en innovatie binnen onze organisatie, en we zijn trots op de rol die ze spelen in het bouwen van een beter, zorgzamer, veiliger en duurzamer Epe. Samen creëren we de toekomst! “WERKEN BIJ GEMEENTE EPE BIEDT MIJ EEN WERELD VAN VARIATIE EN VERANTWOORDELIJKHEID. IK KAN VOORTDUREND NIEUWE VAARDIGHEDEN ONTWIKKELEN EN GROEIEN. TEGELIJKERTIJD DRAAG IK DE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR PROJECTEN DIE ONZE GEMEENSCHAP VAN BEGIN TOT EIND TEN GOEDE KOMEN. MIJN CARRIÈRE BIJ DE GEMEENTE IS EEN AVONTUUR DAT NOOIT STILSTAAT!” 75
Pagina 76
JONG&AMBTENAAR VOORBEREID OP KLIMAATVERANDERING IJsselgemeente Kampen gaat flink uitbreiden. Met de komende tien jaar om en nabij vierduizend extra woningen. Ongeveer drieënhalfduizend daarvan staan straks in het nieuwe deel Reevedelta. ‘We zijn goed voorbereid op verandering van het klimaat’, zegt Celine Gerritsen trots. ‘J e moet je voorstellen dat we ongeveer een kwart aan de stad Kampen toevoegen’, rekent Celine uit. Als programmasecretaris is zij de spin in het web en vaak ook het gezicht naar buiten. ‘De woningen van Reevedelta worden verdeeld over een aantal karakteristieke wijken en het waterrijke dorp Reeve.’ De nieuwe bewoners van het dorp zijn niet de eersten. Het is gebouwd op een oude terp, een door mensen aangelegde verhoging in het landschap. Die werd al bewoond tussen 1350 en 1600, bleek uit 76 archeologisch onderzoek. Tot voor kort werd gedacht dat dit gebied nooit bewoond was. GEEN NATTE VOETEN ‘Reevedelta heeft een meer stedelijk gebied en een landelijk deel. Ook komt er een buitendijkse haven bij, een strandje, een park, recreatievoorzieningen en scholen’, schetst Celine. De ontwikkeling van dit stuk Overijssel vloeit voort uit de acute woningnood, maar wordt ook uit voorzorg gerealilen mensen een echt thuis geven. Wat maakt dat iemand zich thuis voelt? Een fijne sportvereniging of een goede school dichtbij. Een supermarkt en een gezondheidscentrum om de hoek. Al die facetten spelen mee. Naast natuurlijk de verkeerskundige en ruimtelijke aspecten. En niet te vergeten de manier waarop we omgaan met het milieu. Alle grote problemen van vandaag de dag komen terug in mijn werk en ik mag meewerken aan een oplossing!’ Ze is ook nog eens ervaringsdeskundige. ‘Op mijn 25ste heb ik nog geen eigen woning. Een extra drijfveer om het beter te maken.’ ‘ Een echt thuis maken voor nieuwe bewoners Reevedelta’ EERST TRAINEESHIP NAAM Cel en LJ 26 FUC: programmas ta BJ g Ken OG W e Een traineeship van twee jaar bracht Celine in Kampen. Na anderhalf jaar werd ze programmasecretaris. ‘Ik doe mijn werk samen met de programmamanager. Het is een veelomvattend programma met deelprojecten. Vanuit de gemeente bewaken wij de samenhang.’ Als we Celine spreken worden de laatste puntjes op de i gezet van de zogeheten ‘Ontwerp Gebiedsvisie’, waarin de koers is uitgezet voor de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied. Daar is anderhalf jaar aan gewerkt. Inmiddels is er maatschappelijk en politiek draagvlak. ‘Daarvoor ben ik gedeeltelijk verantwoordelijk’, aldus Celine. ‘Inwoners en andere belanghebbende partijen moeten nog een laatste gelegenheid krijgen om er een reactie op te geven. Verder houd ik me bezig met voorgangsrapportages, jaarplannen en een goed verloop van het werk van stuurgroepen.’ seerd, met het oog op de klimaatverandering. Jaren geleden moest Kampen al eens tijdelijk zandzakken op dijken leggen. Rijkswaterstaat zorgt nu samen met gemeenten, waterschappen en de provincies dat dit deel van Nederland geen natte voeten krijgt. Door de aanleg van een nieuwe rivierarm naar het Drontermeer en een forse rivierdijk is ruimte ontstaan voor wonen, recreatie en nieuwe natuur. Zo wordt het nuttige met het aangename verenigd, legt Celine uit. ‘Dat is het leuke aan gebiedsontwikkeling. We wil77 EEN EN AL BEDRIJVIGHEID Voor 600 woningen in Reeve is het bestemmingsplan al rond. ‘Daar is het nu al een en al bedrijvigheid van bouwvakkers, machines en vrachtwagens.’ In dit deel verrijzen met name woningen in het duurdere segment. ‘De plannen zijn gemaakt in een andere tijd dan nu’, licht Celine toe. ‘Er was toen vooral vraag naar exclusieve woningen. Als alles meezit, start de bouw voor de andere gebieden in 2027. Het is de bedoeling dat de meerderheid goedkopere woningen worden, waarvan ook een gedeelte sociale huur.’ Ook wordt gemikt op uiteenlopende bewoners. ‘Voor ouderen bijvoorbeeld onderzoeken we de mogelijkheden voor hofjeswoningen, met een gemeenschappelijke tuin. Ook starters moeten aan de bak komen. We willen inclusief ontwikkelen, dus voor verscheidene soorten inwoners.’
Pagina 78
JONG&AMBTENAAR Kansen grijpen en doorpakken. DEZE JONGE AMSTERDAMSE AMBTENAREN DOEN HET. Afgestudeerd, maar nog niet uitgeleerd? Een traineeship is een kans om te ontdekken hoe jij het beste uit jezelf haalt. In Amsterdam kun je kiezen uit 6 verschillende soorten. Terwijl jij je oriënteert op de arbeidsmarkt, zijn wij blij met jouw frisse ideeën. 4 oud-trainees bedachten een nieuwe functie: die van Baanbreker. Je werkt dan telkens maximaal 6 maanden aan een urgent vraagstuk. Ernst van der Poel is Baanbreker. Irene Verboom was technisch trainee en werkt nu bij Bureau Interim Advies: ‘Er zijn oneindig veel kansen bij de gemeente Amsterdam. Spreek je uit!’ IRENE VERBOOM “Met design thinking benader je een vraagstuk vanuit verschillende invalshoeken. Zo pakte ik mijn laatste traineeopdracht aan: wie is de doelgroep, wat willen ze, wat denken ze, en hoe gaan we ze bereiken? Voor elk project is het belangrijk om de gebruiker goed te leren kennen voordat je denkt aan de oplossing. In dit geval ging het om een campagne om nieuwe technisch trainees te werven. Toen ik hardop nadacht over hoe je de doelgroep voor het Technisch Traineeship zou kunnen bereiken, zei mijn begeleider: Waarom ga jij het niet doen? Ik dacht dat zij een grap maakte, het voelde als iets groots. Ik zei ja. Ik voelde me vanaf dag één serieus genomen. Ik had geen ervaring met werving en selectie en toch kreeg ik deze verantwoordelijkheid. Het heeft mij uitgedaagd het beste uit mijzelf te halen en dit heeft goed uitgepakt. Na het traineeship weet ik zeker dat ik een stevige projectleider wil worden. Tijdens mijn traineeship had ik al verschillende collega’s ontmoet van Bureau Interim Advies. Zij lenen hun mensen uit aan allerlei plekken in de IRENE VERBOOM (27) IS ADVISEUR BIJ BUREAU INTERIM EN ADVIES (BIA). ZE STUDEERDE PRODUCT DESIGN AAN DE HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM EN KWAM IN 2021 IN DIENST ALS TECHNISCH TRAINEE. LEUK WEETJE: BIA IS OOK OOIT BEDACHT DOOR TRAINEES. organisatie. Voor tijdelijk extra capaciteit, advies bij een complex vraagstuk of als er beweging moet komen in een vastgelopen project. Ik vond het een toffe functie en dus solliciteerde ik. En ik kreeg de baan. Omdat ik als trainee 78 al een groot netwerk had opgebouwd, kan ik het grote plaatje zien en snel verbindingen leggen. Zo wist ik dat ik voor mijn eerste opdracht, over standplaatsen voor woonwagens, bij het Ingenieursbureau moest zijn. Ik krijg 4 uur per week om mezelf te ontwikkelen. Hoe ik dat doe, bepaal ik zelf. Nu ik met woonwagens bezig ben, houd ik de media in de gaten. Maar ik kan me ook bij meerdere vakgroepen aansluiten. Ik werk samen met een mooie groep collega’s met verschillende achtergronden. Iets doen voor de omgeving waar ik met veel plezier woon, werk en leef, daar krijg ik energie van.” ERNST VAN DER POEL “Ik vind het leuk om me in thema’s te verdiepen waar ik niets vanaf weet. Dat is nu juist de kracht van Baanbrekers. Voor het armoededossier bedachten we hoe we in contact konden komen met Amsterdammers met een laag inkomen. We zijn in Nieuw-West met een koffiekar gaan staan om bewoners te informeren over de minimavoorzieningen. De reacties varieerden van ‘ik wist er niet van’ tot ‘ik geef de flyer aan ERNST VAN DER POEL (29) STUDEERDE AF IN CORONATIJD (SCHEIKUNDE EN MILIEUWETENSCHAPPEN) EN VOND EEN BAAN BIJ DE REKENKAMER ALS ONDERZOEKER. IN 2022 SOLLICITEERDE HIJ ALS BAANBREKER. WAT DOET DE GEMEENTE NU EIGENLIJK MET AL ZIJN RAPPORTEN? DAAR WAS HIJ NIEUWSGIERIG NAAR. mijn buurman’. Ik vind het fijn dat ik nu meer resultaat zie van wat ik doe. Het is zonde als je voor de Amsterdammer werkt, maar er geen contact mee hebt. Ik ben er zelf ook één! Als Baanbrekers willen we de organisatie wendbaarder maken, bijspringen waar het ‘t hardst nodig is. En we volgen de actualiteit. Het versnellen van de verduurzaming van onze eigen organisatie, de gedupeerde Amsterdammers in de toeslagenaffaire. Kunnen we daar niet iets voor doen? Als Baanbreker heb je een brede interesse en moet je snel kunnen schakelen tussen verschillende niveaus, van inhoudelijk tot conceptueel. We nemen de tijd om elkaars kracht te ontdekken, want we willen het beste voor de organisatie. Zo ben ik goed in rapporten schrijven, anderen zijn weer beter in netwerken. Dat de gemeente bekend staat als conservatief strookt niet met mijn beeld. De meeste collega’s zijn blij dat je ze komt helpen en van weerstand word je alleen maar weerbaar. Met goeie energie kan je veel bereiken. De pioniers van Baanbrekers zijn daar een goed voorbeeld van. Ze hebben zich niet laten afschrikken door bestaande structuren. Het is een uitdaging om onderdeel te zijn van een zelfsturend team zonder dagelijkse aansturing van een manager. Daar zijn er niet veel van, want: hoe zorg je voor verantwoording en wat doe je als iemand minder functioneert? Je managet elkaar. Dat heeft moeten groeien. We geven elkaar feedback en hebben vaste beoordelingsmomenten. Het concept heeft zich bewezen. Sinds kort hebben we een eigen budget, waarmee we sommige investeringen zelf kunnen doen. Daar spreekt vertrouwen uit van de organisatie, dat zich dubbel terugbetaalt. Die kans hebben we zelf gepakt.” Meer weten over traineeships en werken bij Amsterdam? Kijk op amsterdam.nl/werkenbij 79
Pagina 80
JONG&AMBTENAAR Stagiair, trainee, of ambtenaar bij EU, internationale organisatie of vertegenwoordiging AVONTURIEREN OVER DE GRENS Ben jij avontuurlijk en zie je het zitten om een poosje over de grens te werken? Een buitenlandse stage, een leer- en werktraject of baan bij de overheid bieden daarvoor goede mogelijkheden. J e bent in het buitenland misschien meer op jezelf teruggeworpen, maar daar staat veel tegenover. Zo leer je jezelf en je vaardigheden goed kennen en je verbreedt je horizon. En natuurlijk maak je kennis met andere culturen en ideeën. Daarnaast staat een buitenlandse functie supergoed op je cv! In de praktijk lopen de termen stage, traineeship en internship bij verschillende internationale organisaties door elkaar. Soms wordt gesproken van (betaalde en onbetaalde) traineeships. Bij de Verenigde Naties heet het internships. Op de Nederlandstalige websites van Europese instellingen en agentschappen wordt meestal over stages gesproken. Er zijn stages, traineeships en internships voor zowel studenten als afgestudeerden. Je internationale loopbaan kun je bijvoorbeeld starten bij de Europese Unie, of bij een organisatie zoals de Verenigde Naties. Daar kun je een bijdrage leveren aan internationale vredes- en veiligheidsvraagstukken, vluchtelingenproblematiek, mensenrechten, klimaatverandering. Of je behartigt de belangen van je eigen provincie in Brussel, samen met ambtenaren van andere provincies. POLITIEK VLAK Ligt je belangstelling meer op het politieke vlak, dan kun je stage lopen in een ‘Robert Schuman traineeship’ bij het Europees Parlement (EP). Vernoemd naar de ‘vader’ van de Europese integratie. De (betaalde) Schumanstages spelen zich af op een van de officiële werklocaties van het Europees Parlement – Brussel, Luxemburg en Straatsburg – of in een daaraan gelieerd bureau in een van de lidstaten. Er zijn Schuman-stages op allerlei gebieden: onderzoeker, intern en extern beleid van de EU, financiën, recht, meertaligheid, administratie, vertalen, infrastructuur en logistiek, IT of bijvoorbeeld communicatie. ‘Public affairs’ (zeg maar lobbyen) kan bij de Europese instituties, vooral in Brussel, ook je hoofdtaak zijn. Je behartigt dan de belangen van je eigen werkgever en houdt politieke besluitvorming scherp in de gaten die van invloed is op het 80 functioneren van hun eigen organisatie – een departement, provincie of regio. Daarna rapporteer je terug naar de collega’s bij de overheidsorganisatie die je heeft uitgezonden. De EU telt maar liefst 37 wetenschappelijke agentschappen die zich over een specifiek thema buigen, in 23 lidstaten. Ze bestrijken een breed scala aan onderwerpen. Voor wie alles weet van satellietsystemen is er bijvoorbeeld EUSPA, gevestigd in Praag. Heb je tijdens je studie alles geleerd over dierziekten, dierenwelzijn of over plagen die planten teisteren, dan kun je denken aan een traineeship bij EFSA in het Italiaanse Parma. BELEIDSMEDEWERKERS Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een nieuwe aanpak voor de werving van internationale beleidsmedewerkers. Je krijgt een basisopleiding, en in principe een functie voor drie jaar. Je avontuur kan in Den Haag beginnen, maar ook elders, op een Nederlandse ambassade of consulaat. Een mondje vol talen spreken (minimaal twee) is hiervoor 81 wel noodzaak. Met dunglish, dat het midden houdt tussen Nederlands en Engels, sta je te schutteren. Solliciteren kun je als je maximaal vijf jaar geleden je WO-master hebt behaald. Werkervaring is bij ‘BuZa’ niet in alle gevallen een vereiste, maar het kan in je voordeel werken. NIET SCHUCHTER Netwerken is iets waar je in zo’n beetje alle buitenlandse functies niet te schuchter voor moet zijn. Vrijwel alle jonge ambtenaren die JONG & Ambtenaar de afgelopen jaren voor het magazine sprak, legden daarop de nadruk. Je heb contact met andere Brusselse ambtenaren, laat je neus zien op recepties en ontmoet elkaar op andere manieren informeel. Dat zijn niet alleen verplichte nummertjes. Je leert ook leuke mensen kennen. En soms loopt dat wat uit de hand… Zo ontmoette een jonge Nederlandse ambtenaar in ‘Europa’ via het werk in Brussel haar Scandinavische collega… Inmiddels zijn ze al een hele tijd een setje, met trouwringen en al.
Pagina 82
JONG&AMBTENAAR Nieuwe Toeslagenaffaires voorkomen PUZZELEN MET RECHTSBEGINSELEN Dat Frans Wiggers ooit bij de Belastingdienst zou komen te werken, leek onwaarschijnlijk. ‘Ik zat bij een groot advocatenkantoor op de afdeling mergers and acquisitions’, vertelt hij. ‘Fusies en overnames. Waar het op neerkwam, was dat ik ervoor moest zorgen dat bedrijven zo ‘efficiënt’ mogelijk belasting betaalden.’ D e werkdruk was voor Frans belachelijk hoog. ‘De helft van mijn collega’s zat in New York. Ik begon zelf om negen uur Nederlandse tijd, maar om drie uur ’s middags gingen zij pas aan de slag, waardoor ik vaak de klok rond werkte.’ Op vakantie met zijn vriendin kwam hij online een vacature van de Belastingdienst tegen. ‘Er werd een afdeling opgericht die moest voorkomen dat zoiets als de Toeslagenaffaire nog eens zou gebeuren. Dat wekte gelijk mijn interesse. Ik had me toevallig net in de affaire verdiept. Ik solliciteerde en binnen drie dagen had ik de baan.’ BUIKPIJNGEVALLEN Samen met één andere collega mocht hij de functie grotendeels zelf invullen. ‘We hebben een loket opgezet waar medewerkers van de Belastingdienst terecht kunnen met buikpijngevallen, bijvoorbeeld een burger die een kleine fout in zijn aangifte heeft gemaakt en duizenden euro’s moet terugbetalen. Eerst bespreek ik het met mijn collega, die al veertig jaar bij de Belastingdienst werkt. Hij weet ontzettend goed hoe de organisatie in elkaar zit. Vervolgens schrijven we een analyse.’ Ze nemen niet zelf de uiteindelijke beslissing. ‘We moeten gewoon de hiërarchische lijn volgen. We bieden een oplossing, en vaak gaat de leiding daarin mee.’ Het loket werkt uiteraard alleen als medewerkers ervan op de hoogte zijn. ‘Daarom gaan we overal langs. We geven presentaties op de verschillende Belastingdienstkantoren door heel Nederland. We noemen concrete gevallen die we hebben opgelost, we vragen medewerkers waar ze moeite mee 82 NM: ggs L: 27 FUC: adseu vk BJ: st OG: O bachelor f r maste fscaa ect hebben en leggen uit waarom ze bij ons terecht kunnen. Heel ouderwets eigenlijk, een soort roadshow.’ De reacties zijn positief. ‘De medewerkers staan ervoor open om met ons te praten. Ze hebben doorgaans een goed gevoel voor moraliteit. Als ze een kwetsbare burger aan de lijn krijgen, dan willen ze dat daar iets mee gedaan wordt. Het is de wetgeving die soms helaas tekortschiet.’ NIET ALLEEN IDEALISME En dat is precies waar Frans wel raad mee weet. ‘Ik vind het heel leuk om met rechtsbeginselen te puzzelen en zo de burger te helpen.’ Toch is het niet alleen idealisme dat hem tevreden stelt. ‘Ik moet zeggen, die vrije tijd is toch ook wel een pluspunt.’ Hij lacht. ‘Ik mag ’s middags gewoon naar huis.’ VELDBEZOEKEN ZIJN HET LEUKST Ooit gehoord van legakkers en petgaten? Voor Koen Pronk waren het onbekende begrippen, maar inmiddels kan hij veel vertellen over cultuur- en natuurhistorische elementen van het landschap. In de Gooi- en Vechtstreek waar hij als provincieambtenaar werkt, rollen die woorden menigmaal over tafel. ‘V roeger werd hier turf uitgegraven’, zegt Koen. ‘Daardoor ontstonden petgaten. De turf lag daarna te drogen op de legakkers. Een door mensen gemaakt landschap, maar wel de veroorzaker van een bijzonder soort natuur.’ Ankeveen, Weesp, Kortenhoef, de Loosdrechtse en Vechtplassen: plaatsen waar hij regelmatig is. In de buitenlucht (‘Veldbezoeken vind ik het leukst’), maar voornamelijk in gesprek met allerlei partijen die betrokken zijn bij het gebiedsproces in deze Noord-Hollandse regio. In de Oostelijke Vechtplassen moet de provincie de komende jaren ongeveer 700 hectare grond ontwikkelen tot natuur. Dat ligt gevoelig. Niet alle grondeigenaren zitten hierop te wachten. ‘Boeren, recreatieondernemers, het waterschap, gemeenten, Natuurmonumenten, collega-ambtenaren, allemaal mogen ze er wat van vinden’, aldus Koen. Zijn sociale achtergrond komt van pas. ‘We gaan met alle belanghebbenden in gesprek.’ IN AANRAKING MET NATUURBEHEER Koen deed tijdens zijn bachelor journalistiek werk. Door een opdracht kwam hij in aanraking met natuurbeheer. Dat maakte iets in hem wakker. De studie Sustainable Development kwam het dichtst in de buurt van wat hij wilde: ‘De groene kant op.’ Environmental change werd zijn specialisatie: de omgeving verandert door menselijke invloeden, maar ook door natuurlijke ecologische processen. ‘Ik werk aan het provinciaal programma landelijk gebied, met als belangrijkste doel het beschermen en ontwikkelen van natuur.’ Het moeilijke stikstofdossier valt er ook onder. ‘Meer duurzame landbouw, minder stikstofuitstoot vanuit de landbouw. Maar evengoed perspectief voor de mensen die wonen en werken in dit gebied. De provincie heeft daar recreatie aan toegevoegd. Ons team vertaalt het provinciale programma lande83 lijk gebied door naar de Gooi en Vechtstreek. Steeds naar een kleiner schaalniveau.’ Een tochtje door het gebied laat fraaie landschappen zien. Koen: ‘Misschien zie je het niet zo, maar het gaat niet goed met de natuur. Die is afhankelijk is van veel water van hoge kwaliteit. Dat wordt geleverd door de Utrechtse Heuvelrug, infiltreert in de grond en gaat via een zogenoemde kwelstroom naar het Vechtplassengebied. Van oorsprong was het schoon en de natuur gedijde goed. Maar drinkwatervoorziening, stedenbouw, bepoldering, een jachthaven: ze hebben allemaal invloed op die kwelstroom.’ Verdroging speelt in het waterrijke gebied een rol. ‘De Oostelijke Vechtplassen zijn Natura 2000-gebied, met in Europees verband bijzondere stukjes natuur. Trilveen bijvoorbeeld. Als dat droog ligt is dat nadelig, omdat onder meer verzuring optreedt.’ We spreken elkaar voor de landelijke verkiezingen. ‘Door de val van het kabinet staat veel op pauze’, zegt Koen met enig ongeduld. ‘We hebben nog geen wettelijke instrumenten om desnoods doelen af te dwingen.’ NM: oe onk LEEFTIJD: 26 FUC: per p i en Vhk. BIJ: provincie Noord-Holland OPLEIDING: WO bachelor sociale wetenschap; master sustainable development
Pagina 84
JONG&AMBTENAAR De Huurcommissie helpt GOED WONEN TEGEN EEN EERLIJKE PRIJS Huren en wonen staan in het brandpunt van de belangstelling. Woningnood, huren die door het dak gaan, huizen met gebreken, hoge energielasten en servicekosten, nieuwe wetgeving rondom huren die op stapel staat. Al die ontwikkelingen hebben raakvlakken met het werk van de Huurcommissie, de werkgever van Monica Armanious-Nashed. D euren of ramen die niet meer sluiten, radiatoren of leidingen die lekken op je zelf gelegde vloertje, of andere gebreken die het woongenot ernstig aantasten. ‘Als huurder kun je daar de verhuurder op aanspreken. Evenals op een naar jouw idee te forse huurverhoging of te royale servicekosten. Komen huurder en verhuurder er samen niet uit, dan kunnen zij, ook los van elkaar, een zaak starten bij de Huurcommissie. Dat is dé geschillenbeslechter op huurgebied, al ruim een eeuw’ vertelt Monica. ONPARTIJDIG De Huurcommissie is onpartijdig en bekijkt geschillen volgens objectieve maatstaven. Monica houdt zich bij het zelfstandige bestuursorgaan vooral bezig met de standaard jaarlijkse huurverhoging. ‘De jaarlijkse huurverhoging gaat meestal op 1 juli in. Vindt de huurder die te hoog, dan kan die daartegen bezwaar maken. Komen huurder en verhuurder er samen niet uit, dan kunnen partijen zich tot ons wenden. De verhuurder is zelfs verplicht het geschil voor te l eggen aan de Huurcommissie, wil hij de huurverhoging doorzetten. Ik houd me vooral bezig met het behandelen van bezwaren en schrijf de uitspraken.’ Daarnaast beoordeelt de Huurcommissie verzoeken om eenmalige huurverlaging. ‘Dat is mogelijk als de huurder van een wooncorporatie kan aantonen dat hij de laatste zes maanden minder inkomsten heeft gehad’, legt Monica uit. Het is dankbaar werk, vindt ze. Voor veel mensen zijn woonlasten de grootste hap uit hun budget, afgezet tegen hun inkomen. Meer dan de helft van de voorgelegde geschillen – twaalfduizend in totaal – had in 2022 betrekking op een geschil tussen een huurder en een private verhuurder. Daarvan zijn er in Nederland om en nabij een half miljoen. De private verhuurders werden ruim vijf keer zo vaak in het ongelijk gesteld als woningcorporaties. 84 GEEN CHATBOT Huurders en verhuurders weten deze onafhankelijke en onpartijdige uitvoeringsorganisatie van het rijk steeds beter te vinden, aldus Monica. Waar de tendens is dat organisaties zich verstoppen achter een antwoordformulier of een chatbot het meeste werk laten opknappen, staat de Huurcommissie mensen persoonlijk te woord, als ze dat wensen. Het telefoonnummer staat daarom prominent op de site. ‘Huurders en verhuurders kunnen op onze site ook zelf een huurcheck doen, om te controleren of de kale huurprijs niet boven de maximale huurprijs op grond van het aantal punten uitkomt’, aldus Monica. ‘Als de huurprijs daarboven uitkomt, kan de huurder een zaak starten bij de Huurcommissie. Zo nodig zal een onderzoeker van de Huurcommissie in de woonruimte een puntentelling uitvoeren om die in het belang van de zaak en voor beide partijen vast te stellen. In de Huurprijscheck zit al informatie over de WOZ-waarde, het energielabel, de ruimtes en de oppervlakte, de grootte van het aanrecht en nog veel meer zaken.’ OP DE RECHTBANK Voor ze aan de slag ging bij de Huurcommissie, werkte Monica op de rechtbank. Ook interessant werk, maar in haar beleving afstandelijker dan haar huidige baan. ‘Daar kon je mensen niet direct adviseren, of erop attenderen dat ze het verkeerde verzoek hadden ingediend en verwijzen naar een andere procedure die kan worden ingediend. Bijvoorbeeld op grond van onderhoudsgebreken. Bij ons wel. Dat kan alsnog leiden tot het niet verhogen van de huur of zelfs een verlaging.’ Nu huur zo’n veelbesproken onderwerp is, vindt Monica het leuk er met verstand van zaken over te kunnen praten. ‘Op een advocatenkantoor, dan heb je één belang: je cliënt. Goed wonen tegen een eerlijke prijs is voor iedereen van belang. Die maatschappelijke relevantie is een mooi aspect van mijn werk.’ N: Mo d LEEFTIJD: 29 FC: - w . BJ: e OG: .
Pagina 86
KOM JE HOK UIT! ‘I k wil impact maken en ga te werk als verbinder’ zijn vaak uitgesproken intenties die ik terugkrijg als ik jonge ambtenaren vraag: waarom werk jij bij de overheid? Het antwoord ‘impact maken’ is naar mijn idee weinigzeggend. Kan het niet specifieker en concreter? Vaak blijven wij ambtenaren hangen in het signaleren van zorgwekkende problemen en onderwerpen. De samenleving, andere ambtenaren en de politiek worden overbelast met rapporten, nieuwsartikelen, podcasts en interviews. Vaak staat daar ook nog eens hetzelfde in. Maar die vertellen niet het verhaal over wat we doen aan de vraagstukken waarom het draait. MITCHELL HENDRIKS LEEFTIJD: 30 FUNCTIE: voorzitter; senior beleidsmedewerker Organisatie & Besturing BIJ: Stichting FUTUR voor Jonge Ambtenaren; ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties OPLEIDING: HBO bachelor design management - bachelor of arts & economics. Ik werk zelf bij de rijksoverheid, het ministerie van Binnenlandse Zaken om preciezer te zijn. Daar houd ik mij onder meer bezig met de centrale ‘sturingsfilosofie’. Dat komt erop neer dat wij ons als centrale overheid anders willen organiseren, ons beter willen afstemmen op maatschappelijke vraagstukken die spelen. Dat begint bij empathisch vermogen. Niet alleen beter luisteren, maar in dialoog gaan en die gesprekken ook laten landen in je beleid en advisering. We schrappen nu vaak de context en slaan problematiek plat. Tegelijkertijd weten we dat de vraagstukken enorm complex zijn geworden. Zeker binnen de rijksoverheid moet alles korter dan kort. Kamervragen in twee zinnen bijvoorbeeld, niet één tot twee alinea’s. Hierdoor verdwijnen de context en de input van de buitenwereld. Terwijl die juist essentieel zijn om het verhaal te laten begrijpen door ambtenaren, politiek en om ervoor te zorgen dat samenleving zich herkent. Context schrappen vind ik een groot gevaar. Een ander deel van het antwoord is volgens mij: blijf niet zitten in je Haagse kantoor. Kom je hok uit! Vertel en laat zien wat je doet. Voordat ik bij de rijksoverheid ging werken, was de provincie Zuid-Holland mijn werkgever. Samen met ondernemers en kennisinstellingen werkte ik aan een innovatieve glastuinbouwsector. Voor een relatief klein bedrag wisten we ervoor te zorgen dat rondom kassen in de gemeente Lansingerland nu allerlei planten groeien die de biodiversiteit versterken. Traditioneel worden de kasranden kort gemaaid om onkruid en plantenziekten in de kas te voorkomen. De gezonde kasranden lieten zien dat zowel binnen als buiten de kas het klimaat verbeterde. Zonder de betrokkenheid van ambtenaren die strategisch de lange termijn en meerdere belangen benadrukken was dit niet gelukt. Kortom, vertel over je relevantie van je werk! Een ander voorbeeld: ons team organiseerde verschillende sessies op locatie. Niet in een vergaderzaaltje of conferentieoord, maar in een café of in een basisschool. We nodigden een grote diversiteit aan mensen uit. Van ambtenaar tot kunstenaar, van uitbater tot student en van caissière tot Tweede Kamerlid. Iedere deelnemer had zijn eigen verhaal en opvatting over hoe we als overheid zouden moeten werken aan een Nederland dat fijn is voor iedereen. Verschillende verhalen, één gemene deler: vertrouwen. Mensen willen kunnen bouwen op de overheid. Andersom mag de overheid mensen meer vertrouwen. Laten we daar samen aan werken, door onze werkzaamheden concreet te maken. Dat begint met duidelijk communiceren. Zonder wolligheid en jargon. Zelf heb jij vast vergelijkbare verhalen. Die hoop ik, als voorzitter van FUTUR, in deze editie van JONG & Ambtenaar te lezen. Laat ons werken aan zoveel mogelijk goede voorbeelden! 86 Leidinggevende belangrijke reden voor vertrek HOE OVERLEEF IK DIE LASTIGE CHEF? Je baas heb je niet voor het uitkiezen. Hoe ga je om met een lastige manager zonder er zelf onder te bezwijken? Een manager die goede sier maakt met jouw idee en jou geen credit gunt. Alles wat goed gaat, is zijn/haar verdienste. Gaat er iets mis, dan ligt het aan het team, en misschien wel aan jou. Bullebakken heb je ook. Zij blaffen of schreeuwen, of geven je in het openbaar een reprimande. Micromanagers, die in je nek hijgen en doorlopend vragen hoe ver je bent met je taken. Liefst drukken ze een vet stempel op hóe jij je werk uitvoert. Nooit eens een compliment of ander blijk van waardering krijgen schrijnt ook. Soms lijkt het of een leidinggevende vergeten is dat je überhaupt bestaat. GRENSOVERSCHRIJDEND Met de meeste managers valt prima te leven. Maar lastige bazen zijn er ook, in alle soorten en maten. Ze kunnen je het leven behoorlijk zuur maken. Zeker als je het idee hebt dat ze jou in je functioneren beperken, jouw grenzen telkens overschrijden, of maken dat jij je niet veilig voelt. Dan kun je een paar dingen doen. De meest radicale beslissing is je ontslagbrief inleveren. Je zou niet de enige zijn. Mensen die ontslag nemen, nemen vaak geen afscheid van hun baan maar van hun baas en/of van de werksfeer. Dat gebeurt in alle sectoren en werkomgevingen. Iedereen kent het voorbeeld van de populairste talkshowhost, die regelmatig uit zijn plaat ging. Of de staatssecretaris met geldingsdrang (of onzekerheid?) die schreeuwde tegen (vooral jongere) ambtenaren. De voorzitter van de Eerste Kamer, die aimabel was tegen ambtgenoten, maar bepaald niet tegen ambtenaren, wier werk vaak geen genade vond in zijn ogen. In alle leeftijdscategorieën blijkt de leidinggevende een belangrijke reden voor vertrek te zijn. Mannen stappen sneller op dan vrouwen. Wat een verspilling! Ontslag nemen is jammer als je je werk leuk vindt en je talenten er goed in kwijt 87 kunt. Volgens de Arbowet zijn organisaties verplicht hun werknemers te beschermen tegen psychosociale belasting. Geen overheidsorganisatie zonder vertrouwenspersoon of preventiemedewerker. Die functionarissen kun je consulteren en misschien laten bemiddelen. Maar probeer je probleem eerst zelf op te lossen. Hoe zou het werken als je je wat assertiever opstelt? Zou je leidinggevende dat pikken? Dat vergt moed en inschattingsvermogen. Denk je dat het geen rancuneus persoon is, dan kun je beter eerst zelf de koe bij de hoorns vatten. WAT TRIGGERT GEDRAG? Je kunt ook onderzoeken wat het gedrag triggert waar de chef niet tegen kan. Lijdt hij of zij misschien zelf onder een te hoge werkdruk? Is het iets wat specifiek jij uitlokt, of heeft de teammanager dat bij iedereen? Soms helpt het al te weten dat je niet de enige bent die er last van heeft. Hoe dan ook: trek voor jezelf een grens. Af en toe van je afbijten kan geen kwaad, maar als de situatie niet verandert moet je misschien concluderen dat je niet op de goede plek zit. Dan kun je om overplaatsing vragen, of toch nog die ontslagbrief inleveren.
Pagina 88
JONG&AMBTENAAR VAN BRAND TOT GELUIDSOVERLAST TOT VERVUILING Als toezichthouder milieu bij Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid is het de taak van Maaike van de Ketterij (24) om natuur, mens en dier te beschermen. ‘Eigenlijk telt alles wat te maken heeft met het leefklimaat.’ Haar functie bestaat uit twee onderdelen: inspecties uitvoeren en de wachtdienst. De inspecties zijn routinewerk. ‘Een keer in de zoveel tijd moet een bedrijf gecontroleerd worden op milieuwetgeving. Zo moet een agrariër aantonen dat zijn mestbassin aan de wettelijk gestelde eisen voldoet. Of we controleren of een koelinstallatie goed is onderhouden.’ Is er iets mis, dan heeft dat consequenties. ‘Als er sprake is van een overtreding sturen wij vaak een waarschuwingsbrief met een hersteltermijn. Wordt daar niet op tijd iets mee gedaan, dan kan dit leiden tot bestuursrechtelijke maatregelen.’ OVERTREDING Heel soms levert dat een conflict op. ‘Zo hadden we een keer een klacht van een inwoner die overlast ervoer van een horecagelegenheid. De eigenaar van de onderneming was het er niet mee eens. Maar als het om een overtreding gaat, wordt van ons verwacht dat wij hier op handhaven.’ Gelukkig is het contact veel vaker vriendelijk en positief. ‘Volgens mij denken de meesten: als ik netjes meewerk, ben ik er ook zo weer vanaf.’ Bij de wachtdienst is minder sprake van routine. ‘Dat gaat in ons team eigenlijk 24/7 door. Ik word ingepland bij een weekend- of midweekse dienst, en dan heb ik een pager, zoals bijvoorbeeld ook de brandweer die heeft. Komt er een melding binnen die niet tot de volgende dag kan wachten, dan word ik opgeroepen.’ OVERLAST CAFÉ Zo’n melding kan van alles betekenen: van brand waarbij gevaarlijke stoffen zijn vrijgekomen tot geluidsoverlast. ‘Onlangs was er iemand die overlast had van een café. Niet van de muziek, maar van de trillingen. Ze sliep zelfs vaak niet thuis, vertelde ze. Nou, dan gaan wij op onderzoek uit. Een geluidsspecialist heeft daarvoor de juiste meetapparatuur. En 88 dan kunnen we beoordelen wat we voor haar kunnen doen.’ Het is duidelijk te merken dat Maaike geniet van haar werk. ‘Ik vind het belangrijk om iets bij te dragen aan de maatschappij. Ik zou ook geen commercieel werk kunnen doen. Nu kan ik ‘ Soms geef je mensen hun welzijn terug’ echt iets voor mensen betekenen.’ Ze geeft een voorbeeld om dat te illustreren. ‘Er was een groot industrieel bedrijf dat veel geluidsoverlast veroorzaakte voor omwonenden. Tot wel honderden meters verderop lagen ze er nachtenlang wakker van. Als je daar iets tegen kunt doen, dan geef je mensen echt hun welzijn terug.’ WAT DOEN OMGEVINGSDIENSTEN? Omgevingsdiensten zijn regionale uitvoeringsdiensten (RUD), waar diverse specialisten van gemeenten en provincies samenwerken. Nederland telt 29 omgevingsdiensten, met allemaal hun eigen werkgebied. Ze ondersteunen en adviseren inwoners en bedrijven op het gebied van milieu. Daarnaast zijn zij gespecialiseerd in milieutoezicht en -handhaving op het gebied van veiligheid, luchtkwaliteit, geluid, energie, afval, asbest en bodem. Hun basistakenpakket valt onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Omgevingsdiensten zijn bij hun taakuitoefening regelmatig in het nieuws. Bijvoorbeeld als er stoffen vrijkomen die schadelijk zijn voor mens en milieu. M: aae van d j L: 24 UC: mu J Oggt Zudoad Zud OG: O: hadh H g gle vge
Pagina 90
JONG&AMBTENAAR Onderzoeker bij de Algemene Rekenkamer SAMMIE B AKT GEEN LIEVERKOEKJES Kranten lezen, politiek, het democratisch proces: Sammie Peters volgde het als middelbaar scholier al met bovengemiddelde interesse. ‘Tijdens een excursie naar het Binnenhof dacht ik: hier wil ik later werken!’ M et haar achtergrond als politicoloog en met een masterdiploma journalistiek en media zou het voor de hand liggen dat Sammie zich zou hebben aangesloten bij wat soms misprijzend ‘het Haagse journaille’ wordt genoemd. Dat was ook het plan; ze deed ervaring op bij de NOS en de Volkskrant. Haar huidige baan en standplaats bevinden zich op wat ze ‘de Haagse vierkante kilometer’ noemt, voor de Algemene Rekenkamer. ‘Binnen de politieke en ambtelijke wereld, maar tegelijk staan we, omdat we onafhankelijk zijn, er ook buiten.’ Bij de bekende Haagse ‘patatbalie’ zullen we Sammie dus niet zien drommen. SNOEIHARD RAPPORT Als zogeheten ‘hoog college van staat’ onderzoekt de Algemene Rekenkamer hoe de (rijks)overheid haar geld besteedt en of beleid uitpakt zoals bedoeld. ‘Zinnig, zuinig en zorgvuldig’, als het goed is. Lieverkoekjes bakt de Algemene Rekenkamer niet altijd. Zo leverde de organisatie een snoeihard rapport af over de manier waarop o.a. de Belastingdienst en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) mensen verder in de schulden duwen. ‘Mijn werk staat niet heel ver af van dat van een journalist’, vertelt Sammie. De benodigde grondhouding is volgens haar vergelijkbaar. ‘Je moet kritisch zijn, en vooral nieuwsgierig. En houden van teamwerk. Als journalist opereer je vaak als eenling. Het sfeertje in de journalistiek, “voor jou tien 90 anderen”, vond ik niet heel aantrekkelijk. Daarbij komt dat ik waarschijnlijk eerst als freelance journalist aan de slag had moeten gaan. Daar vond ik niet zo’n leuk vooruitzicht.’ Eenmaal afgestudeerd zag Sammie dat de Algemene Rekenkamer startende onderzoekers zocht. Ze kon aan de slag in een team dat vooral verantwoordingsonderzoek deed naar het ministerie van Binnenlandse Zaken. ‘Denk bijvoorbeeld aan de uitkeringen van het rijk aan gemeenten. Een financieel onderwerp. Daar had ik niet echt een achtergrond in, maar in de journalistiek leerde ik eerder om me snel in iets te verdiepen en daarover te schrijven. Vanuit het werk heb ik daarna een opleiding Overheidsfinanciën gedaan’ AANPAK VOGELGRIEP Twee jaar geleden besloot de Algemene Rekenkamer wat vaker kortlopende ‘focusonderzoeken’ uit te voeren, naar N NAAM: Sae eters L 29 FC: s odker BJ Ag er OG WO bhel pg - l a ‘ Mijn werk staat niet heel ver af van dat van een journalist’ (semi-)actuele onderwerpen. Dat past goed bij Sammie. ‘Het is net onderzoeksjournalistiek.’ Recente voorbeelden: ‘De opvangcapaciteit van asielzoekers, nog steeds zeer actueel. ‘En als projectleider was ik verantwoordelijk voor een onderzoek over de aanpak van vogelgriep. Doorlopend worden bij uitbraken in Nederland pluimveebedrijven geruimd. In de berichtgeving lees en hoor je vooral aantallen: op deze locatie zo veel vogels besmet en geruimd. Maar weinig over de effectiviteit en bijvoorbeeld de kosten van de 91 maatregelen die we als samenleving moesten nemen. Daar verzamelden we informatie over, om de Tweede Kamer en het publiek beter te informeren. Het debat kan daardoor meer gevoerd worden op basis van feiten.’ Wat bleek is onder andere dat de kosten voor de bestrijding van vogelgriep enorm stegen, en dat met name de rijksoverheid daarvoor opdraait, niet pluimveehouders zelf. WISSELENDE ROLLEN Ruim vijf jaar werkt Sammie nu bij de Algemene Rekenkamer, en als het aan haar ligt blijft dat voorlopig zo. ‘Ik kan me inhoudelijk bezighouden met veel verschillende beleidsterreinen en doe telkens iets anders, in wisselende rollen. Ik spreek interessante mensen en leer veel over onderwerpen waar ik weinig van wist. Alles mag ik vragen, zien en lezen. Dat is echt bijzonder.’
Pagina 92
JONG&AMBTENAAR ‘Als je vriendelijker naar jezelf kijkt leer je meer’ FAUTEN MAKEN MOED Goed zijn in je werk is fijn. Maar wanneer ben je goed genoeg? Leg je de lat onhaalbaar hoog, dan liggen faalangst en perfectiestress op de loer. ‘Wees mild voor jezelf’, adviseert faalkundige Remko van der Drift. ‘Als je vriendelijker naar jezelf kijkt, leer je meer.’ R emko, directeur van het door hem opgerichte Instituut voor Faalkunde, leert mensen hun innerlijke criticus herkennen en daarmee omgaan. Vanuit evolutionaire principes is dat stemmetje in je hoofd nuttig, vertelt hij. Het behoedde ons al in het stenen tijdperk voor misstappen en fouten die je de kop konden kosten. ‘Kwam je buiten de groep te staan, dat betekende dat je fysieke dood.’ Nu zulke situaties zich in het moderne leven nauwelijks nog voordoen, kan het een ernstige belemmering worden in je functioneren als je interne criticus te hard aanstaat. Je hoeft het stemmetje niet tot zwijgen te brengen, zegt hij. Maar als het je ervan weerhoudt ontspannen te werken, moet je er wat aan doen. ONGEZOND KRITISCH Remko heeft zich de afgelopen decennia verdiept in fouten, falen en perfectiestress – ofwel ongezond kritisch zijn op jezelf. 92 Gingen zijn eerste boeken over fouten relativeren, zijn laatste heet Proberen lukt altijd. Het gaat onder meer over de durf om te experimenteren. ‘We hebben bij projecten of experimenten nog steeds het idee dat die meteen succesvol moeten zijn. Veel slimmer is het te beseffen dat je iets nieuws uitprobeert. Gaan dingen fout? Mooi, dan kun je daarvan leren. Je weet in elk geval hoe je iets niet moet aanpakken. Je houding is dan die van níet weten, onderzoekend.’ Als trainer en coach hanteert Remko een bekende methode: ACT, afkorting van Acceptance and Commitment Therapy. Die helpt mensen anders omgaan met obstructieve gedachten en gedrag. ‘Dat helpt om je minder mee te laten sleuren door zelfkritische gedachten en lastige emoties. Kijk ernaar van een afstandje. Dat is de Acceptance-kant. Die schept ruimte voor Commitment, nodig om te kunnen en durven doen wat belangrijk voor je is.’ ze van een afstandje. Die positie leidt tot meer ontspanning.’ Een gevoel van falen kan fnuikend, zijn, zegt Remko. ‘Een profsporter vertelde mij dat hij na de laatste Olympische Spelen naar huis ging met een enorm faalgevoel. Hij vond dat hij met een medaille naar huis móest en dat was niet gelukt. Nul fouten en voor zijn gevoel toch gefaald. Het uitblijven van het gewenste resultaat koppelde hij aan zijn eigenwaarde. Dat noem ik perfectiestress, de donkere kant van perfectionisme. De strijd tegen de angst om niet goed genoeg te zijn. Als je dat af en toe hebt, dan is dat prima. Aanhoudende perfectiestress bouwt te veel stresshormoon op. Lichaam en geest staan doorlopend in de alarmfase. Dan ligt burn out op de loer.’ Wat hij ook vaak tegenkomt: het imposter syndrome. Een wand vol diploma’s en certificaten, complimenten van leidinggevenden, goed liggen bij collega’s. ‘En dan toch de hardnekkige gedachte dat je een bedrieger bent en bang zijn om door de mand te vallen’, vertelt Remko. ‘Een vorm van ongerechtvaardigde onzekerheid. Je presteert prima en toch heb je last van die zelfkritische gedachten. Je durft niks meer te proberen en gaat uitstelgedrag vertonen. Of je gaat over je eigen grenzen. Allemaal gedragingen die leiden tot minder werkplezier en nóg meer stress.’ Zijn eigen innerlijke criticus heeft Remko een naam gegeven: Kareltje. Met enige regelmaat steekt het irritante ventje de kop op. “Remko, zegt hij dan, “jij kunt dat niet”.’ Inmiddels heeft Remko geleerd, dat hij niet de strijd met Kareltje moet aanbinden. Nee, hij spreekt hem vriendelijk maar beslist toe. Kareltje mag er zijn, maar moet zijn plaats kennen. ‘Ik neem hem niet te serieus, dat haalt de angel eruit. Ik laat hem praten en kies ervoor om iets wel te proberen, omdat ik dat belangrijk vind!’ WAARNEMER WORDEN Hoe gaan de Kareltjes in ons te werk en hoe temperen we ze? Remko: ‘Je hébt gedachten, je hébt gevoelens, maar je bént dat niet. Identificeer je niet met fouten die je maakt, want dan maakt je criticus ervan dat je heb gefaald.’ Wat doe je er wel aan? ‘Word een waarnemer van je gedachten. Bekijk 93 ZELFVRIENDELIJKHEID Vaak is er volgens Remko een verschil tussen hoe we met fouten van anderen omgaan en die van onszelf. Op anderen reageren we met meer welwillendheid en empathie. ‘Stel je voor: een vriend maakt een fout en zit daarover in de put. Hoe reageer je? Vermoedelijk luisterend en empathisch, op een rustige, vriendelijke toon. Baal je van je eigen fout, dan klinken die kritische stemmen aanvallend en streng.’ Met dat besef bedacht hij voor zichzelf een handigheidje. Hij stelde een tekstje op, dat hij leest als Kareltje zich te krachtig manifesteert. ‘De kunst is een perspectiefwissel te maken. Reageer op dezelfde manier als je naar die vriend of vriendin zou doen. Beste [insert naam]. Rot dat dit gebeurd is. Ik snap dat je hiervan baalt. Zullen we even koffie drinken om het erover te hebben? Groet, en dan je eigen naam. Loop je een keer vast op zelfkritiek of faalgevoelens, pak die notitie er dan even bij, zet je eigen naam in de aanhef en die van je vriend eronder. Stuur het eventueel als berichtje aan jezelf, dat werkt!’
Pagina 94
GROEI MEE MET KAMPEN! E en prachtige gemeente, een eeuwenoude Hanzestad, een waterrijke omgeving en levendige dorpsgemeenschappen: dat is Kampen. Het is goed wonen, werken en verblijven in onze gemeente, die 54.000 inwoners telt en een mooie balans kent tussen bebouwing, groen en water. In Kampen waarderen en koesteren we alle kwaliteiten die onze gemeente te bieden heeft. Denk aan ons sterke verenigingsleven en de keur aan lokale evenementen. Tegelijkertijd staan we voor interessante uitdagingen voor de toekomst. Om verder te bouwen aan een gemeente waar iedereen prettig, veilig en gezond kan wonen, werken en recreëren, zoeken we diverse nieuwe collega’s. Groei jij mee met Kampen? KAMPEN GROEIT EN BLOEIT Werken bij Kampen betekent werken aan ambities. En onze ambities zijn groot! Onze gemeente groeit en is volop in ontwikkeling. Zo maken we ons sterk voor een kansrijke toekomst voor al onze inwoners, werken we hard aan een versnelling van de bouw van woningen en zetten we ons in voor de ‘Groot genoeg om interessant te zijn en klein genoeg om leuk te zijn’ energietransitie, een betere bereikbaarheid en hervormingen van economie en landbouw. Er wachten jou dus mooie uitdagingen in Kampen, waarbij je volop samenwerkt met inwoners, ondernemers en collega’s. Zet je bijvoorbeeld in voor Reevedelta, een compleet nieuw dorp boven op een Klimaatdijk. Grijp kansen om onze dienstverlening aan inwoners nóg verder te verbeteren. Maak je hard voor ons armoedebeleid. Of draag bij aan de verduurzaming van clubgebouwen en sportverenigingen. Wat je ook doet, jouw werk is zichtbaar. De resultaten zie je letterlijk terug als je een wandeling door onze groeiende én bloeiende gemeente maakt. VOLOP GROEIMOGELIJKHEDEN VOOR JONG TALENT De gemeente Kampen heeft met 500 medewerkers een mooie omvang. Groot genoeg om professioneel te zijn en klein genoeg om iedereen persoonlijk te kennen. Reken op fijne collega’s bij wie de deur altijd openstaat voor hulp of advies. We zijn aanpakkers; ondernemerschap zit in het DNA van onze gemeente. Daarom vinden we het belangrijk dat jij het beste uit jezelf kunt halen en verder kunt groeien. Je krijgt de ruimte om jezelf te ontwikkelen, jouw talenten in te zetten, je tijd en werk naar eigen inzicht in te delen en samen te werken met collega’s van verschillende afdelingen. En zie je kansen om zaken te verbeteren? Dan moedigen we je aan om die te grijpen. Zodat we als gemeente nóg verder groeien. Groei jij mee met Kampen? Wil jij bijdragen aan een gemeente om trots op te zijn? En deel uitmaken van een organisatie waar werkplezier en ontwikkelmogelijkheden centraal staan? Bekijk onze vacatures op www.kampen.nl/werken-bij-kampen 95
Pagina 96
Werken voor 2,9 miljoen Noord-Hollanders NATUUR, WONINGBOUW EN ENERGIE Wil jij ook bouwen aan de toekomst van meer dan 2,9 miljoen Noord-Hollanders? Samen met 1.400 collega’s werk je onder meer aan innovaties, slimme en duurzame infrastructuur, energietransitie, natuur, stikstof en woningbouw. Met het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) zullen de komende jaren de eerste stappen gezet worden om natuur te herstellen en het landelijk gebied te verbeteren. Dit in samenwerking met boeren en natuurorganisaties. Hiervoor zoeken we nog mensen die de verbindende schakel tussen de partijen zijn. Ook specialisten op het gebied van hydrologie, ecologie en grondverwerving verwelkomen we graag als nieuwe collega’s. Tot en met 2030 moeten er 184.000 huizen worden bijgebouwd in Noord-Holland. Een grote opgave, zeker met de huidige stikstofproblematiek en de beschikbare ruimte. Samen met gemeenten, de bouw en de industrie zoekt de provincie naar oplossingen. Ook de energietransitie om de CO2 -uitstoot en het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen, gaat onverminderd door. Groene energie is onderdeel van de oplossing. Met windparken (op zee) en onderzoek naar de mogelijkheden van groene waterstof bouwt Noord-Holland aan de toekomst. Noord-Holland heeft aandacht voor een gezonde leefomgeving. Elke inwoner heeft recht op een schone en veilige omgeving, waar naast wonen en werken ook ruimte is voor recreatie en ontspanning. Noord-Holland heeft mooie contrasten. Van heel stedelijke gebieden tot tuinderijen en vee- of akkerbouw. Schiphol en industrie, maar ook de Kaasmarkt tui ve bo en oo WERKEN BIJ DE PROVINCIE Ons werk wordt beter als wij een afspiegeling vormen van de bevolking. Daarom verwelkomen we graag collega’s van alle afkomsten, genders, seksuele oriëntaties, religies, leeftijden, sociaaleconomische achtergronden of met afstand tot de arbeidsmarkt. Je kunt bij ons proeven aan het werkende leven als stagiair en jaarlijks starten nieuwe trainees. Daarnaast organiseert ons jongerennetwerk JNH activiteiten binnen en buiten de organisatie voor ambtenaren jonger dan 35 jaar. Als nieuwe collega krijg je alle ruimte om je ambities waar te maken. Bijvoorbeeld met een ruim persoonlijk opleidingsbudget van € 5000,- en er zijn verschillende leertrajecten. Binnen de provincie zijn veel mogelijkheden om door te groeien. Je kunt je tijd flexibel indelen en je kiest in overleg de werkplek die bij jou past. OV-kosten worden geheel vergoed en in je salaris zit een Individueel Keuzebudget van 22% waarmee je zelf bepaalt of je extra verlof of een fiets koopt en wanneer je vakantiegeld betaald krijgt. en de visserij. Een veelheid aan bouwwerken van datacentra tot de Stelling van Amsterdam verdienen bescherming, maar moeten ook voldoen aan huidige wet- en regelgeving in een wereld die snel verandert. Deze variatie vormt samen Noord-Holland. De provincie is er voor al haar inwoners en we hopen dat jij ons team komt versterken. De provincie is een politieke organisatie. Er is veel ruimte voor jouw advies en inbreng. Met de nieuwste technieken zorgen we voor slimme oplossingen bij mensen in de buurt. Dit doen we met partners, andere overheden en het Rijk. En natuurlijk met de Noord-Hollanders. Dat maakt ons werk zo boeiend. Kom bij ons werken! Meer informatie en onze vacatures vind je op www.noord-holland. nl/werkenbij 96 JONG&AMBTENAAR Hét opleidingsinstituut voor de overheid SEGMENT Al meer dan 25 jaar is Segment hét opleidingsinstituut voor de publieke sector. Met onze opleidingen, adviezen en trainingen ondersteunen wij het streven naar alsmaar verdere professionalisering. Of het nu gaat om de scholing van een enkele medewerker of een organisatiebreed adviesof leertraject, Segment heeft altijd toepasbare opleidingen en trainingen beschikbaar, en altijd vanuit de context van de klant. Segment is Cedeo gecertificeerd. SEGMENT Bekijk ons aanbod op www.segment.nl Ook in company kunnen wij veel betekenen!
Pagina 98
JONG&AMBTENAAR Ruim baan voor talent en groei bij Gemeente Amersfoort KANSEN ZIEN ÉN PAKKEN IN AMERSFOORT MEHMET KAYA Vijf jaar geleden hadden ze allebei niet verwacht dat ze hier nu, in deze rol, zouden staan. Mehmet Kaya (Adviseur Leefomgeving) en Serena Kramer (Adviseur Diversiteit, Gelijkwaardigheid en Inclusie) maakten een grote stap in hun carrière. Wat hetzelfde bleef is hun werkgever: Gemeente Amersfoort. Zij groeiden, en Amersfoort groeit met ze mee. oen Mehmet (30) op zijn 22e klaar was met zijn mbo-opleiding Marketing & Communicatie, wist hij niet goed wat hij wilde. Hij werkte tijdelijk op de klantenservice van een zorgverzekeraar, en keek elke dag uit op het stadhuis van Gemeente Amersfoort. Dat leek hem wel wat. “Een goede werkgever, en niet ál te T hard werken, dacht ik. Ik zag het als tussenstap, precies wat ik nodig had om verder te kijken wat ik wilde.” Toen een kennis die voor Amersfoort werkte hem tipte dat er een vacature vrijkwam bij het Klant Contact Centrum, reageerde hij meteen. Vrijdag kon hij op gesprek, maandag was hij aangenomen. Dat er wel degelijk hard gewerkt wordt binnen de gemeente, ontdekte hij al snel. En ook dat er veel mogelijkheden waren. “Het was een warm bad. Ik voelde: hier wordt echt naar elkaar omgekeken. Mijn teamleider had bovendien veel vertrouwen in me. Binnen anderhalf jaar had ik alle rollen wel gehad binnen het Klant Contact Centrum. Ik besprak eerlijk met haar 98 dat ik niet wist hoelang ik dit wilde blijven doen. Zij zei: wat wil jij? Dan ga ik je de ruimte geven om dat te doen.” Dat vertrouwen ervaart Serena (39) ook. Ze maakte na haar studie rechten en een juridische loopbaan bij Gemeente Utrechtse Heuvelrug de stap naar Gemeente Amersfoort, als Juridisch Adviseur Privacy. “In Amersfoort zag ik meer kansen, je werkt in een groter team. Wat me ook aansprak is het talentgericht werken, dat is hier heel veel doorgevoerd. Aan de hand van een talentscan (CliftonStrengths) gingen we als team in gesprek. Wanneer is jouw dag geslaagd? Wat geeft écht energie? Op basis daarvan verdeelden we de werkzaamheden.” Het werken vanuit talent zette meer in gang. Serena merkt dat ze méér wil doen met haar verbindende en actiegerichte kwaliteiten, waarmee ze dingen voor elkaar krijgt. Ze was al langer geïnteresseerd in diversiteit en inclusie, en actief in Sectie Roze (het LHBTQIA+-netwerk binnen Gemeente Amersfoort). “Bij Gemeente Amersfoort kan ik echt helemaal mezelf zijn. Dat gevoel, die authenticiteit, gun ik iedereen.” Als er een Adviseur Diversiteit, Gelijkwaardigheid en Inclusie wordt gezocht, besluit ze de sprong te wagen. “Hoewel ik met mijn achterSERENA KRAMER Amersfoort groeit, naar verwachting tot 180.000 inwoners in 2040. De stad heeft stevige sociale, groene en inclusieve ambities, en staat voor grote opgaven - zoals de bouw van 1000 woningen per jaar en de transitie naar duurzame energie. Zo’n 1500 collega’s zorgen elke dag dat Amersfoort een geweldige stad blijft om te wonen, te werken en te leven grond niet 100% in het profiel paste, solliciteerde ik. Mijn teammanager en collega’s gaven me het laatste zetje. Ook zij zagen dat mijn hart hier ligt en gunden me deze kans.” Mehmet kan na het gesprek met zijn manager via het Flexportaal van Gemeente Amersfoort proeven aan een hele andere rol. Hij wordt AssistentProjectmanager Woningbouw, en mag met behoud van zijn functie na een jaar aangeven wat hij wil. In dat jaar ontdekt hij nog beter waar zijn talent en ambitie ligt. Als er een functie vrijkomt als Adviseur Leefomgeving, grijpt hij zijn kans. “Ik kreeg de baan, én de kans om naast mijn werk een hbo-studie Wijkontwikkeling te volgen. In mijn huidige rol ben je verbindende schakel tussen wijk en gemeente, de stem van de buurt. Je vormt als adviseur een duo met een gebiedsmanager en hebt heel veel contact met inwoners. We doen het echt samen met de stad. Dit is me op het lijf geschreven.” Serena zet zich nu iedere dag in voor het nog gelijkwaardiger en inclusiever maken van de organisatie Gemeente Amersfoort. “We doen al heel veel, maar we zijn ook een lerende organisatie op dit vlak. De sleutel zit wat mij betreft al verankerd in onze kernwaarden: we zijn dichtbij, nieuwsgierig (naar elkaar) en aanspreekbaar (op gedrag). Dat vraagt om kwetsbaarheid en moed, van ons allemaal. En om initiatieven die handvatten geven voor het verrijken van onze bedrijfscultuur. Voorbeelden zijn onze focus op talentontwikkeling en het ontwikkelen van 21ste-eeuws gedrag en vaardigheden, en de viering van Diversity Day, waar dit jaar Mounir Samuel kwam spreken. Ik zie hier nog veel mooie kansen voor de organisatie en voor mijzelf.”. Maak kennis op www.amersfoort.nl/vacatures EUROPEAN CITY OF THE YEAR In November 2023 won Amersfoort de internationale titel voor beste stad van Europa. De jury van de Academy of Urbanism prijst Amersfoort vanwege de kwaliteit van leven, vooruitstrevende stadsplanning en vernieuwing met behoud van het unieke karakter en erfgoed. 99
Pagina 100
MAAK KENNIS MET DE LERENDE AMBTENAAR In de digitale leeromgeving van De Lerende Ambtenaar staat kennisontwikkeling door landelijke verbinding van overheidsprofessionals centraal en wordt functie- en organisatie-overstijgend leren gestimuleerd. delerendeambtenaar.nl MAAK NU GRATIS EEN PROEFACCOUNT AAN! ‘ SAMEN MET ELKAAR, VOOR EN MET DE CAPELLENAAR’ Samenwerken in Capelle aan den IJssel gebeurt niet alleen binnen de gemeente tussen de verschillende afdelingen en collega’s. Het betekent ook dat we actief onze burgers opzoeken. Onze communicatie is in duidelijke taal en digitale toegankelijkheid is bij ons een belangrijk onderwerp, zodat we zoveel mogelijk burgers bereiken. D e samenleving verandert steeds sneller en dat vraagt van ons dat we mee blijven veranderen. Jouw ontwikkeling zorgt ervoor dat we als organisatie ook blijven ontwikkelen. Voor al je vragen over je loopbaan of ontwikkeling kun je binnen onze organisatie terecht bij ons intern loopbaancentrum CapTalent. Zo kun je bijvoorbeeld (online) trainingen volgen of stage lopen op een andere afdeling. KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE: Capelle is een stad met zeven wijken op een steenworpafstand van Rotterdam Aantal inwoners ongeveer 67.550 De gemeente heeft meerdere locaties, waaronder het Gemeentehuis en de Gemeentewerf Het aantal medewerkers bij onze organisatie is ongeveer 450, waarvan 24% onder de 35 jaar Captalent biedt naast ondersteuning, coaching en begeleiding ook het Talentprogramma aan. Het doel van het Talentprogramma is dat je jouw talenten leert herkennen en te benutten. Op die manier werk je met nog meer plezier en betrokkenheid. Werkgeluk staat bij ons hoog op de agenda. Ideeën hierover horen we graag. Voor ons is het belangrijk dat er een goed evenwicht is in jouw werk en je privéleven. Flexibel werken en thuiswerken behoort om die reden tot de mogelijkheden. Daarnaast organiseren wij ieder jaar verschillende evenementen om het werkplezier te verhogen, zoals bijvoorbeeld de Vitaliteitsdag, de Safariweek (een meerdaags evenement met verschillende activiteiten en trainingen) en het Eindejaarsfeest. Capelle is een Regenbooggemeente. Diversiteit en inclusie is voor ons belangrijk. Wethouder Marc Wilson: “Zeggen dat je mag zijn wie je bent en mag houden van wie je wilt is onvoldoende: we moeten zorgen dat je je dan ook echt veilig genoeg voelt om te zijn wie je bent.” Kom je ook bij ons werken? Samen met jou maken we het verschil in Capelle! Scan de QR code om bij ons (open) te solliciteren. 101
Pagina 102
GGROEIEN DOE JE MET AFWISSELENDE OPDRACHTEN IN DE PUBLIEKE SECTOR EN WERKEN AAN JE PERSOONLIJKE ONTWIKKELING PUBLIEK NETWERK TRAINEES Ben je op zoek naar afwisseling en wil je daarnaast de zekerheid van een vaste baan bij Publiek Netwerk? Ben jij gedreven om bij de overheid te werken aan vraagstukken binnen het ruimtelijk domein, sociaal domein of bedrijfsvoering? Spreken vraagstukken als klimaat, woningnood, digitalisering, HR of energietransitie je aan? Zoek je een werkomgeving die ertoe doet? Bij Publiek Netwerk krijg je naast een uitstekend arbeidsvoorwaardenpakket afwisselende opdrachten in heel Nederland. Én wij vinden jouw ontwikkeling als mens en als professional belangrijk. Publiek Netwerk biedt een intensief traineetraject met support op persoonlijke ontwikkeling en begeleiding en inspirerende bijeenkomsten. NEEM CONTACT OP Wil je ook deel uitmaken van een werkomgeving die er écht toe doet? Scan de QR code met de camera van je mobiele telefoon of bel/mail naar: Erik Baars: 06 - 191 049 63 erikbaars@publieknetwerk.nl Guido Termont: 06 - 193 240 45 guidotermont@publieknetwerk.nl PUBLIEKNETWERK.NL e , jg n MEEBOUWEN AAN DE GEMEENTE HEERLEN Heerlen verlegt grenzen, verkent nieuwe horizonten en leert van, en bouwt trots voort op het verleden. Met die lessen uit het verleden pakken we door om beter verder te gaan naar morgen. Heerlen is een stad met lef en het borrelt van de ideeën en initiatieven. In Heerlen wonen en werken doorpakkers die graag een uitdaging aangaan. Als stad met zo’n 90.000 inwoners vervullen we de centrumfunctie voor de regio Parkstad Limburg. Alles wat we doen draagt bij aan één gezamenlijk doel: Heerlen een nog fijnere plek maken om te wonen, werken en leven! Onze organisatie is volop in ontwikkeling. Samen met meer dan 1000 collega’s werken we aan Heerlen van Morgen. Een organisatie met heldere doelen voor ogen: op basis van openheid en vertrouwen efficiënt samenwerken aan een toekomstbestendig Heerlen. Een manier van werken waarbij collegialiteit, creativiteit en curiositeit matchen met onze taken. Een organisatie waar de wensen, ideeën en gedachten van de inwoners en ondernemers centraal staan in ons handelen. Als medewerker van de gemeente Heerlen draag jij op jouw manier bij om impact te maken in de stad. We zijn continu op zoek naar nieuwe manieren, anders denken en doen en dagen iedereen uit om initiatieven te ontwikkelen. Dat is niet altijd makkelijk, maar als het lukt, voelt dat goed. De VitKnip, oftewel de Vitaliteit (Vit) portemonnee (Knip), is zo’n initiatief. Met jouw digitale portemonnee, die ieder kwartaal opnieuw gevuld wordt, werk je aan je eigen vitaliteit. Dit kan bijvoorbeeld door een lunch met een collega in de stad, door het kopen van nieuwe hardloopschoenen of door een bezoek aan een van onze prachtige musea. De virtuele menukaart is gericht op onze fysieke en mentale gezondheid en jij bepaalt wat daarin voor jou belangrijk is. Een bijkomend voordeel is dat de VitKnip ons helpt om de verbinding met de stad, onze ondernemers en elkaar te versterken. CULTUUR & GESCHIEDENIS De geschiedenis en cultuur van de stad werkt door in de cultuur van de organisatie. Het bruist in Heerlen! Zo organiseren we jaarlijks een cabaretvoorstelling om terug te blikken op afgelopen jaar. En genieten we eens per jaar van een mooi en gezellig personeelsfeest. Voor collega’s tot en met 40 jaar is er de groep Heerlen Young Professionals (HYP). HYP is een netwerk dat young professionals verbindt en activiteiten organiseert op het gebied van persoonlijke ontwikkeling, werkinhoudelijke thema’s en verdere kennismaking met de stad en regio. ONTWIKKELING & DUURZAAMHEID In het Heerlen van Morgen blijf je leren en ontwikkelen. Met behulp van GoodHabitz (een online leerprogramma) kun je e-learings over bijna ieder denkbaar onderwerp volgen. Ook maken veel medewerkers gebruik van een ODC-meting en coaching, waardoor je inzicht krijgt in je natuurlijke talenten en valkuilen. Daarnaast zijn er loopbaanadviseurs die je kunnen helpen bij loopbaanvragen en natuurlijk is er altijd ruimte voor het volgen van cursussen en opleidingen. Ten slotte zet de organisatie zich ook in op het gebied van duurzaamheid. Natuurlijk werken wij, net als alle andere gemeenten in Nederland aan de grote opgaven van deze tijd. 103
Pagina 104
Uitdaging en vrijheid vind je bij de gemeente Veere. EEN UNIEKE WERKPLEK AAN DE ZEEUWSE KUST B en jij jong en ambtenaar? Dan biedt de gemeente Veere volop mogelijkheden! Ambities? Wij geloven in een combinatie van goede begeleiding en zelf ambities waarmaken. Met volop doorgroei- en opleidingsmogelijkheden maken wij het mogelijk. Wij kennen flexibele werktijden en een thuiswerkregeling die je binnen de kaders van de organisatie kan toepassen op jouw situatie en levensfase. WIST JE DAT.. DE GEMEENTE VEERE UIT 34 KILOMETER KUSTLIJN BESTAAT WE GEMIDDELD 1700 ZONUREN PER JAAR HEBBEN HET AANTAL INWONERS DOOR HET TOERISME IN DE ZOMER ONGEVEER VERVIERVOUDIGD SOMMIGE DORPSKERNEN STADSRECHTEN HEBBEN, DUS STADS- EN DORPSRADEN KENNEN ER CIRCA 230 MEDEWERKERS BIJ DE GEMEENTE VEERE WERKEN DE GEMIDDELDE LEEFTIJD VAN DE MEDEWERKERS 46,3 JAAR IS WIJ EEN EIGEN NETWERK JONG VEERE HEBBEN UNIEKE EN DYNAMISCHE GEMEENTE De gemeente Veere is een kustgemeente op Walcheren, in Zeeland met circa 22.000 inwoners verdeeld over dertien historische kernen. Onze gemeente omschrijft zich het beste door kleinschaligheid, natuur, landbouw, cultuur, toerisme en grote verscheidenheid tussen de (inwoners van de) kernen. Wat onze gemeente zo uniek en dynamisch maakt, is het toerisme in combinatie met de authentieke karakteristieke dorpen en het platteland. In het hoogseizoen kunnen we zelfs spreken van 80.000 ‘inwoners’ door het toerisme. Tegelijkertijd zorgt dit voor uitdagingen. We willen het landschap, de rust en ruimte graag behouden. Een plek zijn en blijven waar het fijn wonen, leven en ondernemen is. Daarnaast willen we toegankelijk en gastvrij blijven voor onze bezoekers. Daar werken onze collega’s elke dag met veel plezier aan. WERKEN BIJ Er is bij onze gemeente ruimte voor mensen met ideeën. De organisatie telt ongeveer 230 medewerkers, verdeeld over zes afdelingen: Ruimtelijke ontwikkeling, Maatschappelijke ontwikkeling, Openbare ruimte, Dienstverlening, Bedrijfsvoering en Programma’s en Projecten. Collega’s ervaren korte lijnen, een informele sfeer, vrijheid, eigen verantwoordelijkheid en uitdaging in hun functie. Werken bij de gemeente Veere betekent een werkomgeving waar we voor elkaar klaar staan, goede begeleiding bieden en waar de deuren altijd open staan, ook bij de burgemeester en wethouders. NETWERK JONG VEERE Binnen onze organisatie is het netwerk Jong Veere actief voor Veerse ambtenaren tot 36 jaar. Dit netwerk komt regelmatig bij elkaar voor een activiteit. Ook organiseren zij maandelijks een borrel voor alle collega’s. Leden kunnen ook deelnemen aan activiteiten van Jong Ambtenaren Zeeland. Wil jij ook je bijdragen leveren? Ga naar www.werkenbijveere.nl voor de actuele openstaande vacatures. Of kom vrijblijvend een kopje koffie drinken. 105
Pagina 106
JONG&AMBTENAAR ‘ Voor én met ondernemers bekijken wat de gemeente kan bijdragen’ LUISTEREND OOR VOOR ONDERNEMERS Belangstelling voor de economie heeft Inge Rietberg al jaren. Ze begon als trainee economische zaken bij de gemeente Harderwijk, deed vervolgens ervaring op bij de provincie Overijssel – ‘zo kon ik de overheid op een ander niveau ontdekken’ – en kwam uiteindelijk bij de gemeente Epe terecht. Officiële functietitel sinds juni: regisseur economische zaken. Zelf noemt Inge zich ‘belangenbehartiger van alle ondernemers in de gemeente, van zzp’er tot multinational’. H et onderwijs probeert Inge aan de arbeidsmarkt te verbinden. ‘Vooral in de techniek zijn dringend mensen nodig. We moeten ervoor zorgen dat leerlingen daarvoor kiezen. We zijn bijvoorbeeld bezig met een techniekhub, een plek waar bedrijven scholieren laten kennismaken met spannende technieken zoals een 3D­printer. Niet elke school vindt het even makkelijk om techniekonderwijs aan te bieden, dus kan het bedrijfsleven een handje helpen. Zo’n proeflokaal is voor scholieren vaak ook nog eens leuker dan een lesboek.’ VITALE WINKELCENTRA Voor én met ondernemers bekijkt Inge wat de gemeente kan bijdragen. ‘Een andere doelstelling is dat we onze winkelcentra vitaal houden. Voor de gemeente Epe is toerisme namelijk heel belangrijk. We zitten op de Veluwe, de omgeving is prachtig, er komen veel mensen op af. Nu zijn de centra daar nog op afgestemd, maar dat moet wel zo blijven. Daarom zorgen we ervoor dat ze er mooi uitzien, dat ze toegankelijk zijn voor mindervaliden en dat we geen leegstand krijgen als er een keer een winkel omvalt. Horecazaken willen we graag in het centrum houden, omdat dat bijdraagt aan de sfeer van het dorp. Het ziet er gezellig uit, meerdere terrassen bij elkaar. Over dit soort zaken zijn we continu met ondernemers in gesprek.’ Net als winkelcentra moeten ook bedrijventerreinen in Epe met hun tijd meegroeien, zegt Inge. ‘We hebben te weinig ruimte voor bedrijven, dat is een landelijke trend. Daarom proberen we onze bedrijventerreinen zo efficiënt mogelijk in te richten. Ook willen we ze klimaatbestendig maken, bijvoorbeeld door te vergroenen. Anders komen de straten straks makkelijker blank te staan als er steeds meer regen valt. En het moet gewoon prettig zijn voor de werknemers om daar een rondje te wandelen tijdens de lunch.’ ALLEEN FACILITEREN Aan de ene kant wil Inge de ondernemingen dus helpen floreren, en tegelijkertijd probeert ze de bedrijven te integreren in de samenleving. ‘Maar uiteindelijk moeten ze het zelf doen. We kunnen als gemeente alleen faciliteren. En ik geef advies aan de politiek, zodat we niet alles vanuit een ivoren toren bedenken, maar ons ook echt baseren op wat er leeft bij ondernemers.’ Inge doet daarnaast iets heel anders voor de gemeente Epe: tekenen. ‘Ik maak visuele ondersteuningen bij een verhaal, zoals presentaties, beleidsstukken of rapporten.’ Want, weet Inge, plaatjes beklijven beter dan woorden. ‘Zelfs wanneer iemand iets vertelt wat mega­interessant is, onthoud je slechts 10 procent. Maar met goede visuele ondersteuning wordt dat 60 tot 70 procent. Ik doe dit als freelancer, dus ook voor andere organisaties. Juist die combinatie van tekenen en economische zaken vind ik erg leuk.’ 106 NM: Ig g LEEFTIJD 30 FUC: rg n BJ g Ee OG: H og e g; WO master ecoosche ggie
Pagina 108
KOESTER ONZE HISTORIE, VERRIJK DE TOEKOMST VAN MAASTRICHT I n de zuidelijkste stad van Nederland zijn we op zoek naar jonge talenten. Mensen die zich willen inzetten voor het creëren van een nog mooiere toekomst. Onze missie: samen werken aan het goede leven, waarin kwaliteit van werk hand in hand gaat met de rijke cultuur en levensstijl die Maastricht typeert. Wij geloven in een sterke verbinding tussen de gemeente en haar inwoners, waarbij de stad de hoofdstad van het goede leven is. AMBITIE Wij willen het beste voor onze stad en haar bewoners realiseren. Dit doen we door duurzame oplossingen te bieden, innovatief te zijn en aandacht te hebben voor maatschappelijke impact. Binnen Maastricht is er ruimte voor groei en ontwikkeling, zowel persoonlijk als professioneel. WERK-PRIVÉBALANS Maastricht biedt meer dan alleen een baan; het biedt een levensstijl. Hier kun je genieten van een goede werk-prive balans, omringd door prachtige natuur en historische architectuur. Onze bourKENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE Gemeente Maastricht heeft meer dan 1.800 medewerkers. Daarmee horen we tot een van de grootste werkgevers in de regio. Onze organisatie streeft naar diversiteit en gelijkheid, met een evenwichtige verhouding tussen mannen en vrouwen. Op dit moment is ongeveer 45% van onze medewerkers vrouw en 55% man. Een van onze troeven is het uitgebreide opleidingsbeleid. Wij geloven in het belang van voortdurende groei en ontwikkeling. Onze medewerkers hebben toegang tot diverse trainingsprogramma’s en opleidingsmogelijkheden. Dit ondersteunt niet alleen de individuele groei, maar draagt ook bij aan de innovatie en efficiëntie van onze organisatie. Je werkt op de locatie waar jij op dat moment het meest effectief bent. Dat kan op één van onze werklocaties zijn, thuis of een andere plek. Wij bieden jou die flexibiliteit. En we vertrouwen in jouw verantwoordelijkheidsgevoel om daar goed gebruik van te maken. Meer weten: www.werkenvoormaastricht.nl gondische levensstijl, met heerlijk eten en drinken, maakt werken in Maastricht tot een unieke ervaring. YOUNG AMBTENAREN MAASTRICHT Dit netwerk bestaat uit 450 enthousiaste jonge collega’s onder de 35 jaar. Zij zetten zich in voor maatschappelijke impact en werken aan hun persoonlijke en professionele ontwikkeling. Het biedt een dynamische en inspirerende omgeving waar jonge talenten kunnen groeien en bijdragen aan een betere toekomst. Kies voor Maastricht, en ontdek hoe je een verschil kunt maken in een stad die het goede leven hoog in het vaandel heeft staan. Maak deel uit van ons team en draag bij aan de hoofdstad van het goede leven. 108 JONG&AMBTENAAR WERK MEE AAN EEN BETERE TOEKOMST VOOR NEDERLAND! Ben jij een enthousiaste en gedreven professional met een passie voor wonen en leven? Dan is Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) misschien wel iets voor jou. Wij zijn een onafhankelijke financiële instelling zonder winstoogmerk die zich onder andere inzet voor stedelijke vernieuwing, volkshuisvesting en de energietransitie. ONZE IMPACT IN 2022 3.273 starters geholpen aan een huis N ederland mooi maken en mooi houden kost energie, aandacht en geld. Geld van overheden, particulieren, investeerders of banken. Soms gaan projecten niet door, bijvoorbeeld wanneer de financiering niet rondkomt. Op dát moment biedt SVn hulp. VOOR KWALITEIT VAN WONEN EN LEVEN IN NEDERLAND SVn staat voor duurzaam financieren met een hoog maatschappelijk rendement. Bij ons werk je met ruim 150 collega’s aan het verbeteren van de kwaliteit van wonen en leven in Nederland. Je werkt met elkaar én samen met overheden en partners aan duurzame financieringsoplossingen voor iedereen in de maatschappij. Van woningeigenaren en starters tot sportverenigingen, energiecoöperaties en projectontwikkelaars. HET ONMOGELIJKE MOGELIJK MAKEN SVn creëert maatschappelijke waarde met financieringsoplossingen. Vaak gaat het om financieringen die mensen of organisaties op de reguliere markt minder snel kunnen krijgen. Financieringen die nodig zijn om te verduurzamen, verbouwen of een eerste huis te kopen. Met een lening via SVn kunnen bijvoorbeeld woning-of gebouweigenaren tóch duurzame maatregelen doorvoeren, ouderen langer thuis blijven wonen of starters hun eerste huis kopen. We kijken steeds vooruit en zijn ambitieus. We vragen ons voortdurend af met welke innovatieve financieringsoplossingen wij nieuwe initiatieven kunnen helpen realiseren. 14.850 huishoudens gestimuleerd in verduurzaming 21,4 kiloton CO2 vermeden 194.000 zonnepanelen mogelijk gemaakt WAT BIEDEN WIJ? Een betekenisvolle omgeving waar je met enthousiaste en gedreven collega’s samen impact kan maken in Nederland Een professionele, informele sfeer, waarin je je flink kunt ontwikkelen Ruimte voor initiatief, vernieuwing, verantwoordelijkheid en zelfstandigheid Goede arbeidsvoorwaarden waaronder een keuzebudget voor aankoop van extra vrije dagen Mogelijkheid tot thuiswerken Kom je ons versterken? Bekijk dan onze vacatures! 109 Een fijn kantoor in Amersfoort dat goed bereikbaar is met het openbaar vervoer
Pagina 110
NETWERKEN VOOR JONGE AMBTENAREN ADVIESBUREAU BMC Eiffel GEMEENTE A Alkmaar Almere Alphen aan den Rijn Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen Amersfoort Amstelveen en Aalsmeer Amsterdam Apeldoorn Arnhem B Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk Barneveld Berkelland Bernheze Bronckhorst C D Buch (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo) Coevorden De Ronde Venen Delft Den Haag Dijk en Waard Dongen Drechtsteden (Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht) Dronten E G Ede Eindhoven Enschede Goeree-Overflakkee Gorinchem Gouda Groningen E-MAIL jongbmc@bmc.nl young@eiffel.nl E-MAIL jongbeleg@alkmaar.nl jongalmere@almere.nl jrengers@alphenaandenrijn.nl info@alphen-chaam.nl jongamersfoort@amersfoort.nl jaaa@amstelveen.nl jan@amsterdam.nl JAN@apeldoorn.nl jongarnhem@arnhem.nl jong@bar-organisatie.nl JAN@barneveld.nl B-Young@gemeenteberkelland.nl m.swanenberg@bernheze.org jongbronckhorst@bronckhorst.nl buchjong@debuch.nl newyoungcoevorden@coevorden.nl jong@derondevenen.nl youngprofessionals@delft.nl jongdenhaag@denhaag.nl jongdw@dijkenwaard.nl donald.meulensteen@dongen.nl Young.drechtsteden@drechtsteden.nl jongdronten@dronten.nl poemas@ede.nl 040volt@eindhoven.nl jong@enschede.nl k.vanmarion@goeree-overflakkee.nl jagg@gorinchem.nl Jong.Goud@gouda.nl jongerennetwerk@groningen.nl 110 JONG&AMBTENAAR GEMEENTE E-MAIL H Haarlem Haarlemmermeer Harderwijk Heemskerk Heerlen Helmond Hilversum Hoorn Houten Huizen K Katwijk Krimpenerwaard L Leiden Leidschendam-Voorburg Leudal MMaassluis Maastricht Meierijstad Midden-Delfland Midden-Groningen N Nederweert Nieuwegein Nijmegen Noardeast Fryslân O Oldambt Ommen-Hardenberg Oss P R Purmerend Reimerswaal Rijswijk Rotterdam S Schiedam ‘s-Hertogenbosch Sittard-Geleen Soest T U V Stichtse Vecht Tiel Tilburg Twenterand Uden Utrecht Utrechtse Heuvelrug Venlo Vlaardingen jonghaarlem@haarlem.nl JAM@haarlemmermeer.nl jongeambtenaren@harderwijk.nl jongeambtenaren@heemskerk.nl challenge@heerlen.nl hyp@helmond.nl judok@hilversum.nl jongesteen@hoorn.nl jonghouten@houten.nl jong@huizen.nl jong@katwijk.nl info@krimpenerwaard.nl jongleiden@leiden.nl fam.matveld@leidschendam-voorburg.nl m.vanaarssen@leudal.nl m.roblesdemedina@maassluis.nl jong@maastricht.nl JAM@meierijstad.nl jongeambtenaren@middendelfland.nl youngprofessionals@midden-groningen.nl jongeren@nederweert.nl nieuwegeineratie@nieuwegein.nl jongerennetwerk@nijmegen.nl next@noardeast-fryslan.nl joa@gemeente-oldambt.nl jong@ommen-hardenberg.nl jop@oss.nl yup@purmerend.nl jongin@reimerswaal.nl wgijzel@rijswijk.nl jongr@rotterdam.nl jonge-ambtenaren@schiedam.nl jongbosch@s-hertogenbosch.nl jong@sittard-geleen.nl jans@soest.nl jong@stichtsevecht.nl frisenfruitig@tiel.nl jam@tilburg.nl jagt@twenterand.nl jong@uden.nl jau@utrecht.nl januh@heuvelrug.nl impuls@venlo.nl jongeambtenaren@vlaardingen.nl 111
Pagina 112
GEMEENTE Voorst E-MAIL W Waalwijk Wageningen Weert West Betuwe Westland Winterswijk Z Zaanstad Zoetermeer Zwolle LANDELIJK Diverse gemeenten, regio’s en provincies (14 aangesloten traineepools) NETWERK A2-samenwerking: Valkenswaard, Heeze-Leende, Cranendonck Jonge Ambtenaren Netwerken Zeeland Interbestuurlijke trainees Jonge Ambtenaren Noord-Nederland Regio Achterhoek Regio Twente Stichting Jonge Ambtenarendag Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad ONDERZOEKS- EN ADVIESBUREAU Platform 31 en YURPS ZonMw OVERHEIDSORGAAN De Hoge Colleges van Staat Gezondheidsraad Interprovinciaal overleg (IPO) Koninklijke Bibliotheek NRVD Regionaal Samenwerkingsverband Werken in het Westen Sociaal Domein Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) VNG trainees PERS Nieuwspoort POLITIE Politie Rijnmond PROVINCIE Brabant Drenthe Flevoland Fryslân jongvoorst@voorst.nl dna@waalwijk.nl baazis@wageningen.nl level@weert.nl jwb@westbetuwe.nl jongwestland@gemeentewestland.nl jaw@winterswijk.nl zaansgroen@zaanstad.nl sweet@zoetermeer.nl jongzwolle@zwolle.nl E-MAIL contact@interbestuurlijketrainees.nl E-MAIL jonga2@a2samenwerking.nl jatzee@zeeland.nl interbestuurlijketrainees@gmail.com jann@gmail.com info@jongeambtenarenachterhoek.nl info@twentsejongeambtenaren.nl info@jongeambtenarendag.nl jongzorgenveiligheid@vhparkstad.nl E-MAIL yurps@platform31.nl young@zonmw.nl E-MAIL bestuur.yohoco@gmail.com info@gr.nl communicatie@ipo.nl jongkb@kb.nl young@nvrd.nl join@werkeninhetwesten.nl jongsociaaldomein@gmail.com jongwillemshof@vng.nl gemeentetrainee@vng.nl E-MAIL jongnieuwspoort@gmail.com E-MAIL d00jongblauw@rijnmond.politie.nl E-MAIL jong@brabant.nl aanz@drenthe.nl jaf@flevoland.nl jongeambtenaren@fryslan.nl 112 JONG&AMBTENAAR PROVINCIE Gelderland E-MAIL Jong.gelderland@gelderland.nl Groningen Limburg Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland RIJK Autoriteit Consument en Markt Belastingdienst CBS Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) Interdepertementaal Trainee Overleg (ITO) Rijkstrainees Kadaster Kamer van Koophandel Ministerie van Buitenlandse Zaken Ministerie van Defensie Ministerie van Econimische Zaken en Klimaat Ministerie van Financiën Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ministerie van Justitie en Veiligheid Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Nederlandse Zorgautoriteit Onderwijsinspectie Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksoverheid Rijksvastgoedbedrijf Rijkswaterstaat RIVM Sociale Verzekeringsbank UBR UWV Verkeer- en Watermanagement UNIVERSITEIT Technische Universiteit Delft Universiteit Leiden VAKBOND CNV FNV jongerenplatform@provinciegroningen.nl linkjongeren@prvlimburg.nl fris@noord-holland.nl mojo@overijssel.nl jongstleden@provincie-utrecht.nl jatzee@zeeland.nl prozha@pzh.nl E-MAIL Jong.ACM@acm.nl jong@belastingdienst.nl jong@cbs.nl jongduo@duo.nl ito@werkenvoornederland.nl jong.kadaster@kadaster.nl jong@kvk.nl verybz@minbuza.nl jongdefensie@mindef.nl jongel@minezk.nl jongfinancien@minfin.nl jim@minienm.nl nextvenj@minvenj.nl jongel@minezk.nl jongocw@minocw.nl jongvws@minvws.nl jongnvwa@nvwa.nl jong@nza.nl join@owinsp.nl PBLYoung@pbl.nl jong@rvo.nl communicatie@jongrijk.nl postbus.rvb.jong@rijksoverheid.nl jongrws@rws.nl Jongnetwerk@rivm.nl EXYoungSVB@svb.nl ubr.jong@rijksoverheid.nl jong@uwv.nl jongvwm@rws.nl E-MAIL youngdelft@tudelft.nl jong@leidenuniv.nl E-MAIL info@cnvjongeren.nl https://www.fnv.nl/cao-sector/jong/personen 113
Pagina 114
WATERSCHAP E-MAIL Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Hoogheemraadschap Rijnland Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden Koninklijk Nederlands Waternetwerk Waternet (Amstel, Gooi en Vecht) Waterschap Aa en Maas Waterschap Brabantse Delta Waterschap Delfland Waterschap Drents Overijsselse Delta Waterschap Hollandse Delta Waterschap Hunze en Aa’s Waterschap Limburg Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Rijn en IJssel Waterschap Rivierenland Waterschap Scheldestromen Waterschap Vallei-Veluwe Waterschap Vechtstromen Waterschap Zuiderzeeland Wetterskip Fryslân jong@hhnk.nl jongrijnland@rijnland.net vers@hhsk.nl jong@hdsr.nl jongwaternetwerk@gmail.com jong@waternet.nl saamen@aaenmaas.nl https://www.brabantsedelta.nl/contact jongdelfland@hhdelfland.nl w-young@wdodelta.nl waterhoos@wshd.nl waterschap@hunzeenaas.nl stroomopwaarts@waterschaplimburg.nl jongnzv@noorderzijlvest.nl fresco-wrij@wrij.nl JIP@wsrl.nl info@scheldestromen.nl jong@vallei-veluwe.nl jong@vechtstromen.nl nieuwzzl@zuiderzeeland.nl jongwf@wetterskipfryslan.nl 114 JONG&AMBTENAAR WIJ ZIJN OP ZOEK NAAR JOU! SRO: DÉ FULL-SERVICE VASTGOEDPARTNER VOOR GEMEENTEN Samen creëren wij de optimale condities om jong en oud zorgeloos te laten bewegen en sporten. SRO beheert, onderhoudt en exploiteert sportaccommodaties, zwembaden en ander gemeentelijk vastgoed zoals monumenten. Wij hebben alle disciplines onder één dak. SRO VOOR JOU: • Een werkgever die zich herkent in de waarden: betrokkenheid, samen, vooruitstrevend, gezondheid, (werk)plezier, ontwikkeling en inspiratie. • Behalve een werkplek binnen een maatschappelijk betrokken organisatie, bieden we je ook een aantrekkelijk pakket aan arbeidsvoorwaarden. • Professionaliteit en zelfontwikkeling zijn bij SRO erg belangrijk. We zien graag dat je blijft leren in elke fase van je loopbaan. • Een team van collega’s waarin we energiek en met plezier samenwerken. • SRO heeft aandacht voor een goede werk- en privé balans. Scan de QR-code voor meer informatie en onze openstaande vacatures. Vragen? Stuur een mail naar hrm@sro.nl NV SRO @NVSRO @NV.SRO
BB JONG & ambtenaar 2023

BB JONG & ambtenaar 2023


Pagina 2
Op zoek naar een carrièrepartner met wie je samen het maximale uit jouw talent haalt? Een bijdrage leveren aan de maatschappij én een mooi salaris? Ga een glansrijke carrière tegemoet bij de overheid met ons Jong Talent-programma. ABGL helpt je bij het oriënteren, ontdekken én ontwikkelen van jouw carrière bij de overheid. We zetten even de voordelen voor je op een rij: • Werkgeluk voorop; • We maken een persoonlijk ontwikkelplan; • Professionele begeleiding en coaching; • Afwisselende opdrachten bij de overheid; • ABGL zorgt voor de opleidingen; • Uitstekend salaris. Ben je net afgestudeerd of heb je al wat werkervaring? Wij helpen je verder. Wil je weten hoe? Plan hiervoor jouw (gratis) en vrijblijvende toekomstgesprek in met Joachim van Hees. Dit kan aan tafel, via teams of telefonisch. Wat jou het beste uitkomt. Iets voor jou? Doe het gewoon en neem contact op! Stuur een WhatsApp bericht met de code hiernaast of bel Joachim op 06 - 214 980 64 om het toekomstgesprek in te plannen. Of mail op joachim.van.hees@abgl.nl. Kijk voor meer informatie op abgl.nl/jong-talent GENERATIECLASH ‘D it is een noodgeval!’ Dat was de openingszin van de speech van een jonge activist die onlangs in het Concertgebouw in Amsterdam aandacht vroeg voor de klimaatcrisis. Op het moment dat het orkest stilviel, stond hij op om het publiek om hem heen toe te spreken. Even was de zaal stil van verbazing. Maar op het moment dat het woord ‘klimaatcrisis’ viel, begon het boegeroep. Het publiek begon hem vrijwel meteen uit te schelden, en trok hem binnen de kortste keren hardhandig aan zijn kraag de zaal uit. Het was beangstigend hoe snel de concertgangers overgingen tot beledigingen en geweld. Van het keurige Concertgebouwpubliek verwacht je niet zo’n kort lontje. Bovendien zou je denken dat deze weldenkende mensen enige sympathie zouden kunnen opbrengen voor de boodschap van de activist. ADRIAAN DE JONGE REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Het Concertgebouwconflict laat zien hoe lelijk een generatieclash uit de hand kan lopen. De jonge idealist voelt zich niet gehoord en grijpt naar steeds radicalere middelen om zijn stem te laten gelden. De beschaafde boomers voelen zich dermate bedreigd in hun manier van leven, dat ze zelfs geweld geoorloofd vinden om de jongeling zo snel mogelijk van zijn podium af te sleuren. De tragiek is dat het niet zozeer om een inhoudelijk meningsverschil gaat. De boomers vinden het klimaat echt niet onbelangrijk. Toch is de aanpak van de jonge activist voor hen zó provocerend, dat ze compleet hun zelfbeheersing verliezen. Het gevolg? Niemand wint. Nou verwacht ik niet dat dit soort scènes zich in gemeentehuizen en andere overheidsgebouwen afspelen. Toch is ook daar een soort generatieclash gaande. Gemeenten hebben een grote behoefte aan jong talent, maar de jonkies gedijen niet altijd in het vergrijsde ambtenarenapparaat. Eén op de negen is binnen een jaar alweer vertrokken naar een andere baan. De jonge ambtenaren zijn gericht op maatschappelijke impact maken, zo blijkt uit onderzoek (en dat vind je ook terug in de interviews in dit magazine). Maar soms willen ze iets te snel. Ze voelen zich tegengehouden door de stroperige bureaucratie van de overheid. Bovendien geven ze aan niet altijd serieus genomen te worden door oudere collega’s. Maar één ding is zeker: conflict is geen optie. Daarvoor is de publieke zaak te belangrijk. Laat de Concertgebouwscène daarom een waarschuwing zijn. De groentjes en de grijze koppen zullen het samen moeten doen. De energie en de creativiteit van de millennials en de gen Z’ers is nodig om maatschappelijke problemen aan te pakken. Maar ook de kennis en de levenservaring van oudere generaties is onmisbaar. Om tot elkaar te komen, zullen de jongelingen misschien iets meer geduld moeten opbrengen. En de oudgedienden zullen ruimte moeten maken voor de ideeën en de methodes van hun jongere collega’s, ook als het ingaat tegen hoe zij het altijd hebben gedaan. Dit magazine geeft een beeld van de ambities en eerste ervaringen van de jongste generatie ambtenaren. Van hoe ze dat nou doen: impact realiseren. 3
Pagina 4
INHOUD 11 TALENT VOOR CIJFERS Werken met gemeenschapsgeld geeft extra verantwoordelijkheid, vindt Marcel Oostenrijk. 30 KWETSBARE MENSEN HELPEN 26 MEER DAN EEN IDEE Lio van den Bosch werkt hard aan meer diversiteit. Louisetta Eisses begeleidt ontheemde Oekraïners. EN VERDER 21 FOTODAGBOEK RICK STIGTER 32 WAT JE NODIG HEBT OM JE TE ONTWIKKELEN 63 ZWEREN OF BELOVEN? 68 JONG WIL VERSCHIL MAKEN 69 ARBEIDSVOORWAARDEN 79 EU: MEER DAN REGELFABRIEK 106 JEZELF ÉN DE OVERHEID BETER LEREN KENNEN 110 NETWERKEN 25 ROSAN KOOLEN introduceert nieuwe informatie voorziening 4 08 MEREL MAKHIJA voorkomt ondermijnende criminaliteit 10 JAAP VALKENBURG verbetert het studentenleven 14 MARE DE WIT Naar een robuuster watersysteem 16 JORIS PETERS Verliefd op de Van Brienenoord 29 MARTIN CHAIGNEAU koppelt nieuwe wijkbewoners 39 JOËL HIJKOOP Net dat extra duwtje naar werk 42 JESSIE DE GOEIJ EN FEMKE FLIETSTRA doen het samen 45 TIRZA PULLEMAN heeft haar gedroomde baan 46 SAM JANSSEN: Niet alleen op de winkel passen JONG&AMBTENAAR EXTRA JONG&AMBTENAAR 60 PLANOLOGIE IN HISTORISCHE OMGEVING 100 LADY OF THE SHIT Werk met een luchtje eraan. Het deert Annette Zwinderman niet. Zeno Thijsse woekert met ruimte. 72 NIET ALLEEN DE BOUWTEKENING Esmee Wichard zorgt ervoor dat we droge voeten houden. 52 ANNIKA VAN VEEN koestert tijd van leven 73 MARIT SMELTER Snel carrière in de energietransitie 56 HENK HOOGEVEEN Een nieuwe toekomst voor erfgoed 64 MICHELLE KAMES is Jonge Ambtenaar van het Jaar 66 BREGJE DE JONG Even de jongste raadsgriffier 70 DAPHNE JANSEN-HAAZE Kiezen: nieuwbouw en renovatie? 76 YVONNE SIEPEL traint crisisfunctionarissen 80 MACHTELD VAN DIJK vindt Noord-Brabant een wereldprovincie 84 ISABEAU SCHUTTE Dieren niet storen svp 91 JOB HOLLANDER Vakantiegevoel door het werk 5 92 ROBERT KATHUSING Iedereen in beweging brengen 94 KEVIN BENNING Rauw is ook mooi 99 LENNART VINKE Innoveren bij het waterschap 102 ANNE GUBBELS Een beetje Rijdende Rechter
Pagina 6
INHOUD PRESENTATIES PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE Generatie Z trappelt om nieuwe inzichten te delen RIJKSOVERHEID ZOEKT TALENTVOLLE GENERATIE Z De Generatie Z (‘Gen Z’) staat klaar om aan het werk te gaan. Deze lichting zit net weer anders in elkaar dan die van directe voorgangers, de millennials. Wie anders dan een nieuwkomer uit die jongste lichting kan dat beter uitleggen? STAGES Eerder draaide hij mee bij het ICT-stagebureau van het Rijk, zelf ook als stagiair. Zijn 2e stage was bij Rijkswaterstaat, waar hij kennismaakte met de meer strategische kanten van hrm. En in 2021 werkte hij met collega’s aan een manier om ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te doordringen van een andere benadering die nodig is voor inwoners van de zogeheten BES-gemeenten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Deze bijzondere gemeenten van Nederland kennen een totaal andere context dan wij gewend zijn hier in Europees Nederland. De verschillen overbruggen en bewustwording vergroten bij de ambtenaren was dus het doel van de opdracht. GEVECHT OM TALENT Ashetosh is nu in de eindfase van zijn studie begonnen aan zijn allerlaatste en belangrijke stage: zijn afstudeerstage. De komende 10 maanden staan in het teken van zijn leeftijdgenoten, de EEN GEWELDIGE KANS BIJ DE GEMEENTE AMSTERDAM Joelle Livestro (33) en Lorenzo De Navascués y Lauzet (37) willen allebei graag een stap zetten in hun carrière. Daarom volgen zij nu bij de gemeente Amsterdam het ontwikkeltraject HIPP tot leiding gevende. En dat brengt ze meer dan ze hadden verwacht. L orenzo werkt zo’n vijf jaar als architect en stedenbouwkundige bij de gemeente Amsterdam wanneer hij via collega’s over het High Impact Potential Program (HIPP) hoort. Het HIPP is een ontwikkeltraject waarbij je de kans krijgt onder begeleiding te leren en te ervaren hoe het is om leidinggevende te zijn. “Dit zag ik als dé kans om van ontwerper naar een managementfunctie door te groeien.”, vertelt Lorenzo. Sinds een half jaar volgt hij het traject en geeft hij bij het Ingenieursbureau leiding aan een team projectteamondersteuners dat zich bezighoudt met infrastructuurprojecten, zoals het programma ‘Bruggen en kademuren’. Bij Joelle liep het net anders. “Mijn leidinggevende vroeg aan mij of het HIPP iets voor mij was.”, vertelt ze. “De eerste keer dat hij het vroeg was ik daar niet klaar voor. Toen hij het later nog eens vroeg, was ik dat wel.” Ze doet nu net als Lorenzo het HIPP en geeft bij de afdeling Werk en Participatie leiding aan team NUG (Niet-Uitkeringsgerechtigden) en de pilot ‘Werkende Minima’. “Wij helpen mensen die geen recht op een uitkering hebben op weg naar een baan of scholing. Gemeente Amsterdam is de enige gemeente die hier iets actiefs mee doet, dat is wel bijzonder.“ PERSOONLIJKE ONTWIKKELING Je kunt niet zomaar meedoen aan het HIPP, eerst vindt er een pittige selectie plaats. Dit jaar waren er meer dan vijftig aanmeldingen, waaruit 15 deelnemers zijn geselecteerd. Joelle en Lorenzo vinden het een geweldige kans dat ze kunnen deelnemen, want het traject heeft ze al veel gebracht. Joelle: “Vooral persoonlijke ontwikkeling binnen je werk, je leert jezelf goed kennen. Bijvoorbeeld wat je overtuigingen zijn en hoe je die terugziet in je werk, maar ook privé. Soms zit je jezelf daarbij in de weg, nu leren we hoe we daarmee kunnen omgaan. Het gaat allemaal ook heel snel. Ik weet nog hoe het was op mijn eerste dag. Nu, een half jaar later, voelt het heel anders en sta ik er echt als teammanager.” Ook opent het traject deuren voor de twee deelnemers. Lorenzo voelt zich inmiddels ervaren genoeg om te reageren op vacatures voor leidinggevenden. Joelle vindt het bovendien mooi dat ze als leidinggevende invloed kan uitoefenen. “Je kan echt iets betekenen omdat je nu wat meer op strategisch niveau werkt. Je bouwt mee aan iets. Ik was zojuist bij een vergadering, dan denk ik wel even ‘‘wauw, ik mag gewoon meedenken over belangrijke thema’s’. SAMEN WERKEN AAN EEN GEZONDE EN VEILIGE REGIO. WIE ZIJN WIJ? De Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) werkt voor negen gemeenten (ruim 500.000 inwoners): Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort. Onze organisatie bestaat uit de GGD (waaronder Ambulancezorg en Jeugdgezondheidszorg), de brandweer, Crisisbeheersing Kennemerland, Landelijke Meldkamer Samenwerking Noord-Holland, Zorg- en Veiligheidshuis, Veilig Thuis en ondersteunende afdelingen. Met Tata Steel, het Noordzeekanaal en Schiphol is onze regio één van de meest risicovolle veiligheidsregio’s in Nederland. WERKEN BIJ ONZE VEILIGHEIDSREGIO Binnen onze organisatie vind je collega’s met uiteenlopende expertises en achtergronden. Eén cruciaal ding hebben we met elkaar gemeen: samenwerken! We bundelen onze krachten voor hetzelfde doel: onze regio zo gezond en veilig mogelijk houden. Doe jij met ons mee? Kijk snel bij op www.werkenbijdevrk.nl. Staat je droombaan er nu niet bij, meld je dan aan voor een vacature-alert of zoek contact met ons. Naast een interessante baan in een dynamische (crisis)organisatie, hebben wij uitstekende arbeidsvoorwaarden waaronder een Individueel Keuze Budget (17,05% van het bruto jaarsalaris). Je kunt er o.a. voor kiezen dit uit te laten betalen of er extra vakantie uren van te kopen. Bij ons krijg je de mogelijkheid je verder te ontwikkelen door het volgen van opleidingen, trainingen en workshops, bijvoorbeeld op het gebied van vitaliteit. EEN SPANNENDE CRISISFUNCTIE Veel medewerkers hebben naast hun reguliere werk een crisisfunctie, waarvoor zij opgeleid en geoefend zijn. Zij komen in actie als hun pieper gaat. Dat kan een brand zijn, maar ook een vliegtuigongeval, tunnelincident of een uitbraak van infectieziekten. JONGVRK JongVRK verbindt jonge, enthousiaste medewerkers met elkaar door het organiseren van gezellige en leerzame activiDE MEDEWERKERS VAN VEILIGHEIDSREGIO KENNEMERLAND (svz 2021) • 333 fulltime brandweer • 396 vrijwilligers • 1.627 GGD (inclusief tijdelijke medewerkers voor coronapandemie) • 85 ambulancemedewerkers • 25 crisisbeheersing Kennemerland (specialisten risico- en crisisbeheersing) • 47 meldkamer medewerkers (brandweer en ambulance) • 105 medewerkers ondersteunende afdelingen • 96 medewerkers Veilig Thuis • 23 stagiaires • 2 directeuren 58% mannen, 42% vrouwen PRESENTATIE Een jonge organisatie in een eeuwenoude regio MAAK HET MEE BIJ GEMEENTE LAND VAN CUIJK Bij Land van Cuijk maak je het mee! Een nog jonge gemeente, volop in ontwikkeling. Werken voor Land van Cuijk is daardoor best uitdagend. Tegelijkertijd biedt het veel kansen: je krijgt veel ruimte voor eigen inbreng en verantwoordelijkheid. We zijn een grote gemeente, waarin we groot denken maar klein doen. We werken aan projecten en opdrachten die écht het verschil kunnen maken. Dat geeft voldoening. GROOT DENKEN, KLEIN DOEN We zijn qua oppervlakte de grootste gemeente van Brabant, ruim 351 km2 met 90.000 inwoners verdeeld over 33 unieke kernen. Je kunt dus niet om ons heen! Onze positie gebruiken we om de beste resultaten te behalen voor onze inwoners en ondernemers. Tegelijkertijd hebben we oog en oor voor wat er in onze kernen leeft. We versnellen en versterken lokale initiatieven. We werken niet alleen voor, maar juist mét de samenleving en bouwen samen aan een duurzaam en vitaal Land van Cuijk. GOED IN JE VEL We vinden het belangrijk dat onze medewerkers goed in hun vel zitten. We bieden onder meer loopbaanadLAND VAN CUIJK IN HET KORT: ONTSTAAN IN 2022 NA EEN FUSIE VAN VIJF GEMEENTEN GROOTSTE GEMEENTE VAN BRABANT IN OPPERVLAKTE 800 MEDEWERKERS FLEXIBELE WERKTIJDEN EN LOCATIES UITSTEKENDE ARBEIDSVOORWAARDEN VACATURES: WWW.WERKENBIJLANDVANCUIJK.NL OF SCAN DE QR CODE Onze omgeving is voortdurend in ontwikkeling. Dat vraagt om snelle besluitvorming. Zodat we kansen pakken en oplossingen bieden. Daarom leggen we bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie. Medewerkers kunnen zo snel aansluiten bij de behoeften van inwoners en bedrijven. Daarbij gaan we uit van vertrouwen. Dat vertrouwen hebben we, omdat we goede, capabele medewerkers in huis hebben. vies, dat draait om individuele ontwikkeling, vitaliteit en geluk. Of het nu werkgerelateerd is of juist persoonlijk: er is altijd gelegenheid voor goede gesprekken. teiten. Hier krijgen ideeën een podium, is ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, en het biedt de basis voor een interessant netwerk. Je leert in no-time collega’s binnen de hele VRK kennen. FLEXIBEL Een prettige werk- en privébalans vinden wij erg belangrijk. Zeker in de huidige tijd. Flexibel werken en daar werken waar jij optimaal kunt werken is volgens ons de nieuwe manier van werken. We werken vanuit diverse locaties in de gemeente of vanuit huis en je kunt ook zelf gemakkelijk je werktijden indelen. TALLOZE ONTWIKKELKANSEN Persoonlijke ontwikkeling staat bij ons hoog in het vaandel. Medewerkers krijgen de kans om zich te blijven ontwikkelen en te groeien. We bieden daarom uitgebreide opleidingsmogelijkheden. Ook hebben we onze eigen Land van Cuijk-academie waar je interessante trainingen en workshops kunt volgen. Voor ieder wat wils! We werken met de Velsenaar in ons hoofd en in ons hart. Inwoners van Velsen zijn nuchter, betrokken en recht voor z’n raap. De saamhorigheid is groot. In Velsen geef je elkaar de ruimte. Zolang je anderen niet tot last bent, kan en mag er veel. DE KRACHT VAN VELSEN De unieke, strategische ligging aan de monding van het Noordzeekanaal en de Noordzee. We werken slim samen met de lokale en regionale netwerken van inwoners, bedrijven, kennisinstellingen en overheden. De grote veelzijdigheid. Gemeente PRESENTATIE VELSEN; OVERZICHTELIJKE ORGANISATIE, VEELZIJDIGE GEMEENTE Bij Team Velsen staat niemand alleen en niemand haalt zijn resultaten alleen. We hebben medewerkers met allerlei verschillende talenten in huis. We werken in samenhang aan onze gezamenlijke opgaven. Daarbij maken we gebruik van elkaars expertise en competenties. We geloven in minder regels. Naar de buiten wereld, maar ook naar onze eigen medewerkers. Je hoeft voor ondernemend gedrag geen toestemming te vragen. Velsen heeft veel plekken die een kennismaking waard zijn. We hebben het, of we hebben het dichtbij. Hier leven mensen samen, hier beleven mensen samen! Kijk maar eens op: Nieuwsgierig naar Team Velsen? Kijk voor meer info en vacatures op: JONG VELSEN Onder de naam Jong Velsen komen jonge ambtenaren regelmatig bij elkaar om een borrel te drinken, kennis te delen, blijvende contacten te leggen en inspirerende workshops te volgen. KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE De organisatie bestaat uit ongeveer 500 medewerkers. 21% van de collega’s is 35 jaar of jonger. Velsen heeft ongeveer 70.000 inwoners. Velsen heeft de grootste zeesluis van de wereld; zeesluis IJmuiden. Velsen bestaat uit de 7 woonkernen, ieder met zijn eigen kenmerken. Kijk op Velsen.nl voor meer informatie over onze organisatie. Bij Velsen vinden we het belangrijk om te investeren in jonge ambtenaren. Er is veel ruimte voor ontwikkeling en plezier. Bij Velsen kun je jezelf zijn op het werk. En dat draagt bij aan je werkgeluk! We willen niet alleen het beste voor onze samenleving, maar ook voor elkaar. Annabel van Schooten (25 jaar), consulent Zorg en trekker van Jong Velsen: ‘De professionele en ook informele, persoonlijke manier van omgaan met elkaar maakt werken bij gemeente V elsen betekenisvol voor mij.’ 12 18 20 24 28 12-13 Rijksoverheid zoekt talentvolle generatie Z 18-19 Een geweldige kans bij de gemeente Amsterdam 20 Samen werken aan een gezonde en veilige regio. 24 Maak het mee bij gemeente Land van Cuijk 28 Velsen; overzichtelijke organisatie, veelzijdige gemeente COLOFON Binnenlands Bestuur Extra - JONG & ambtenaar is een uitgave van Binnenlands Bestuur BV, onderdeel van Sijthoff Media Groep. Uitgaven onder de titel Binnenlands Bestuur Extra vallen niet onder verantwoordelijkheid van de redactie van Binnenlands Bestuur. SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE Martin Hendriksma Yvonne Jansen Mans Kuipers REDACTIE Yvonne Jansen Dave Schut Aart Verschuur VORMGEVING VRHL Content en Creatie FOTOGRAFIE Henriëtte Guest Shutterstock MARKETING EN DISTRIBUTIE Lindsay Duijm SALES Sandra de Vries TRAFFIC Gerda Bruggeman Annet van Vliet Cecile Intema VERSPREIDING JONG & ambtenaar wordt verspreid via hogescholen en universiteiten, uitgereikt op beurzen en congressen en verstuurd naar de abonnees van Binnenlands Bestuur die student zijn en/of jonger dan 35 jaar. 6 BESTELLEN marketing@binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES EN PRESENTATIES Bellen: 06-46285131 Mailen: traffic@binnenlandsbestuur.nl ABONNEMENT BINNENLANDS BESTUUR www.binnenlandsbestuur.nl/signup Deze uitgave is gratis verkrijgbaar voor laatstejaarsstudenten aan hogescholen en universiteiten. JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR Foto door Anneke Hymmen JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE Vincent Roozen – algemeen directeur slash gemeentesecretaris van de gemeente Rotterdam – neemt je op sleeptouw door zijn stad. Misschien ook wel jouw stad? W aarom Rotterdam jou nodig heeft? Nou, dat laat ik je graag met eigen ogen zien. Spring maar achter op mijn fiets … Zit je een beetje? Gaan we. En geen oortjes in, want ik klets graag. Vertel ik je gelijk een verhaal. Hoe ik – lang voordat jij überhaupt bestaat – van jongs af aan door deze stad fiets. Eerst van Noord naar het centrum, toen Oost naar West, en sinds ik tegen het centrum aan woon vooral vanuit daar naar buiten. Die jonge Vincent heeft wat met de stad. Brandweerman of politieagent worden klinkt ook wel oké, maar nee: ambtenaar. Dát moest en zou het worden, ook al scoort dat niet echt op verjaardagsfeestjes. Maar ik weet wat ik wil. Werken voor Rotterdam, voor de publieke zaak. Dus ik solliciteren. Wijst de gemeente me af! Ik terugschrijven: ‘Sorry, maar voor mij geen optie. Geef me anders een contractje voor een paar maanden. Ik beloof dat ik mijn best doe.’ Ze nemen me aan. En raken me nooit meer kwijt. we met plezier. Dat vind je terug in ons uiteenlopende leeraanbod. Soms volg je een online of fysieke workshop, training of seminar, dan weer speel je een interactief spel. Ook bieden we traineeships aan en hebben we een eigen Rijswijk Academie. Onze managers staan open voor kandidaten die nog niet 100% aan de functie-eisen voldoen. Wanneer jij nog niet alle functie-eisen kunt afvinken, maar wel talent en potentieel hebt, dan krijg je bij ons de ruimte om te groeien in je functie. We stimuleren actief doorgroei naar andere functies binnen Rijswijk. Hierdoor is ons doorstroompercentage hoger dan bij vergelijkbare gemeenten. Zo groei je mee met Rijswijk. Interesse in werken voor Rijswijk? Kom vrijblijvend een kop koffie drinken in ons gezellige Werkc@fé met een Ook mooi meegenomen: Met een laptop/iPad en iPhone en thuiswerkfaciliteiten kun je werken waar jij wilt Stadhuis Rijswijk is goed bereikbaar met OV, fiets en auto. Gratis parkeren kan op loopafstand 500 collega’s van gemiddeld 48 jaar kunnen jou ondersteunen met werkervaring en kennis 94 collega’s hiervan zijn jonger dan 36 jaar en vormen samen met jou een welkome frisse wind Verhalen van collega’s lees je op www.WerkenVoorRijswijk.nl Stel je voor dat jij meedoet. Om kwetsbare Rotterdammers, zo’n kwetsbare wijk vooruit te helpen. Dat jij die uitdaging pakt. Nee, omarmt. Voor het grote plaatje gaan, maar altijd op jouw netvlies: oog hebben voor de mens. Het in - dividu dat telt. Kom, we fietsen verder door Zuid. Nu wat luchtigs. Collega’s op de vuilniswagen vragen of we even meehelpen met grofvuil ophalen, zoals ik laatst deed op werkbezoek. Jij stroopt je mouwen op en zegt: ‘Vincent, wedden dat ik meer dan jij in die bak kieper?’ Jij wint, maar ik zeg dat ik je als gastheer moet láten winnen. Als we klaar zijn, kijken we uit op een schoon straatje. High five. We komen in IJsselmonde. Je vindt het vastgoed hier best oké eruitzien. Toch ook soms van die dichtgeplakte ramen. Een projectleider buitenruimte die we tegenkomen, vertelt heel bescheiden dat ze wat kleine dingen hebben gedaan. Een paar picknicktafels tussen de flats neergezet, een kooltjesbak voor de barbecue, afvalbakken erbij. Maar jij en ik kijken elkaar aan, en voelen: dit is niet klein. In 2021 kwam de functie van planoloog op mijn pad. Met mijn studie Rechten als achtergrond kan je natuurlijk nog alle kanten op. Ik merkte dat ik niet graag als jurist alleen maar bezig ben met regels en wetten. Daarom vind ik het vak van planoloog ook zo interessant. Ik heb nu met ontzettend veel partijen te maken. Denk bijvoorbeeld aan collega’s van de provincie, milieu, stedenbouw en archeologie. We dragen samen zorg voor een goede ruimtelijke indeling van onze gemeenten. Mijn rol is om alle losse eindjes aan elkaar te knopen zodat er een goed integraal advies ligt voor de colleges. Echt een mooie uitdaging. toekomstige collega in jouw vakgebied. Neem hiervoor contact op met Inge van der Steen, HRM gemeente Rijswijk. Mailadres: ivdsteen@rijswijk.nl of telefoonnummer 14 070 Jij en ik fietsen over een paar Rotterdamse paradepaardjes: de vernieuwde Coolsingel. De Erasmusbrug. De Kop van Zuid. Over de nog jonge Rijnhavenbrug voor voetgangers en fietsers, die wij hier tot de Hoerenloper hebben omgedoopt vanwege de verbinding met – nu trendy – Katendrecht. We drinken iets bij café De Ouwehoer. Of Theater Walhalla. Ja, Rotterdam is hip, happening. Een architectuurstad van statuur. Een kansenstad. Die je echt trots kan maken. Maar er is een andere kant. Want we fietsen verder. Naar de Afrikaanderwijk. Onderdeel van het aanpakplan ‘Nationaal Programma Rotterdam Zuid’. We gaan op een bankje zitten. En zien de wijk leven. Maar … ook die dichte gordijnen en met kranten afgeplakte ramen. Achter die ramen? Geldproblemen, moeilijkheden, weinig kansen in het leven. Rotterdammers die de overheid niet goed weten te vinden. Soms geen enkel vertrouwen hebben in de overheid. En ja, soms terecht ook – kijk naar de Toeslagenaffaire. VAN STAGEPLEK NAAR COÖRDINEREND PLANOLOOG. ALLES IS MOGELIJK BIJ DE BUCH Talent binnen halen, houden én een podium geven. Dat is soms best een uitdaging bij gemeenten. En al helemaal in deze tijd waar banen voor het oprapen liggen. Bij de Werkorganisatie BUCH doen we er alles aan om onze talenten te laten groeien en bloeien. Een mooi voorbeeld hiervan is Rico Hofman (27). R ico is planoloog bij het domein Ruimtelijke Ontwikkeling. In 2019 deed Rico zijn afstudeeronderzoek over de Omgevingswet bij ons voor zijn studie Rechten. Na zijn scriptie wisten we niet hoe snel we hem binnenboord moesten houden. Een talent moet je niet laten lopen. Rico was ook nog steeds enthousiast. Dus na zijn diploma had hij zijn eerste arbeidscontract meteen binnen. Aan het werk! Rico: “Ik begon na mijn studie als beleidsmedewerker Ruimtelijke Ontwikkeling. Dit heb ik 2 jaar met plezier gedaan. Het was ook een mooie kans om de organisatie nog beter te leren kennen. Maar ook om erachter te komen welke functie nu echt bij mij past.” Deze functie is voor een groot deel juridisch, maar er bestaat eigenlijk geen standaard formule voor een ruimtelijk plan dat afwijkt van het bestemmingsplan. Dat vergt maatwerk. Het is constant zoeken naar een balans tussen benutten en beschermen van de leefomgeving. Als planoloog is mijn werkgebied ook een groot cadeau, het is hier ontzettend mooi. “Van stranden en duinen tot nostalgische dorpslinten, maar je hebt bijvoorbeeld ook weer te maken met regels voor bouwen rond Schiphol.” Wat de BUCH natuurlijk nog unieker maakt is dat één ambtelijke organisatie werkt voor 4 gemeenten. Voor Rico betekent dat dat hij aan twee gemeenten is gekoppeld. Maar hij kan zeker niet zonder zijn collega’s die voor de andere twee gemeenten werken. “Ik ben in dienst van Werkorganisatie BUCH. Dat betekent dus dat de 4 gemeenten eigen colleges en raden hebben en dus ook dat elke gemeente zijn eigen ideeën heeft. Daarom zijn we vanuit ons domein aan één of twee gemeenten gekoppeld. Ik zie het als voordeel dat we vanuit de werkorganisatie veel minder kwetsbaar zijn. EEN LEVEN LANG LEREN IS HET MIDDEL OM TALENT TE BINDEN EN BOEIEN Dat de wereld om ons heen steeds sneller verandert, is inmiddels bij iedereen wel bekend. We moeten niet harder, maar slimmer werken en hier hebben we helden bij nodig. Talent dat anders durft te denken en niet bang is om tegen de status quo in te gaan. Akkodis Academy staat voor dit talent, ondersteunt en daagt hen uit om op persoonlijk en vakinhoudelijk vlak elke dag weer het beste uit zichzelf te halen. Met een volledig op maat gemaakt traineeship en een passende opdracht bij één van de opdrachtgevers, gaan wij samen aan de slag. Dit kan binnen de vakgebieden RPA, Finance, Informatiemanagement, IT & Engineering. ‘ D BUCH IN HET KORT: Bij de BUCH werk je voor de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Naast natuurlijk de werkorganisatie zelf. Wij zijn uniek met z’n 5-en. Dit geeft volop kansen. Pak die kansen. Haal het beste uit jezelf en maak het beste van de BUCH. We hebben 850 mensen in dienst Mooi aan hun werk vinden zij: werk dat er toe doet, werkplezier, verantwoordelijkheid en veel kansen om te leren en ontwikkelen We zijn een jonge organisatie. We bestaan nu 5 jaar. Dus je hebt nog volop kans mee te denken over van alles en écht verschil te maken. Briljante ideeën ontstaan niet alleen tussen 9 en 17 uur, jij bepaalt waar en wanneer je werkt. Ook thuis zorgen wij voor een goede werkplek met een thuiswerkvergoeding. Ga je naar kantoor? Dan heb je keuze uit drie locaties! Leer andere jonge collega’s kennen via ons jongerennetwerk de BUCH JONG! Volg de BUCH op LinkedIn de medewerkers te vormen naar wat er in de toekomst nodig is om de continuiteit van de organisatie te blijven borgen. Dit betekent in de praktijk dat het soms profielen betreffen die niet meteen perfect aansluiten bij de vraag. Bij de Academy staan we juist voor het leggen van de focus op de competenties en de capaciteit van de betreffende kandidaat. Door orga nisaties hier stap voor stap in mee te nemen, slagen wij erin hen te voorzien van passend talent. e uitdaging ligt bij organisaties om met deze snelle verandering mee te gaan en zelf voorop te lopen. Zoveel data en kennis die we vandaag de dag hebben, is morgen wellicht niet meer relevant. Bij Akkodis Academy vertalen wij dit terug naar de functies die nu en in de toekomst nodig zijn. ‘ vertelt Pascal Alberts, directeur van Akkodis Academy. ‘Wanneer wij in gesprek zijn met onze opdrachtgevers stellen wij de vraag wat zij over twee of vijf jaar nodig hebben. Het is logisch dat men dit niet altijd weet en daar denken wij juist graag in mee. Wij geloven erin dat organisaties de uitdaging aan moeten willen gaan om ‘ Onze doelgroep wil graag door blijven groeien en stappen maken’ Overheidsorganisaties krijgen ook te maken met verschuivingen in de arbeidsmarkt en wetgevingen die constant veranderen. Zij weten soms ook niet waar het naartoe gaat. Pascal: ‘Wat ze wel weten is dat er steeds minder kandidaten zijn en dat het binden en boeien van medewerkers uitdagender wordt. Wij ondersteunen organisaties met het vinden van passend talent en geven adviezen over wat deze generatie nodig heeft om zich “thuis” te voelen binnen deze organisatie. Denk hierbij aan flexibiliteit, doorgroeimogelijkheden en natuurlijk de passende arbeidsvoorwaarden. Onze doelgroep wil graag door blijven groeien en stappen maken. Daar staan wij als Akkodis Academy voor, blijven leren want alleen dan ben je klaar voor de toekomst. Met behulp van onze Talent Managers, vakinhoudelijke opleiding en het persoonlijk ontwikkeltraject leggen wij de focus op wat iemand al kan en gaan dat verder ontwikkelen. Dat zorgt voor een dosis energie, een goede drive en resultaten. Wij dagen onze talenten uit om buiten hun comfortzone te treden, daar wordt namelijk (persoonlijke) groei behaald. Dat is het PRESENTATIE ‘van pizza- en spellenavond tot pijnbanksessies’ EEN STERK JONG AMERSFOORTS NETWERK mersfoort is een jonge stad en Gemeente Amersfoort heeft steeds meer jonge medewerkers. Aanleiding voor een gesprek met Joram, die naast zijn werk als assistent projectmanager duurzame mobiliteit ook bestuurslid is van het netwerk Jong Amersfoort. Op de laagdrempelige intranetpagina van Jong Amersfoort staat Joram’s foto direct naast de kalender met activiteiten, die variëren van een pizza-en spellenavond tot zogenaamde pijnbanksessies. Joram vertelt er meer over: “een sterk netwerk dat groeit, ontstaat niet uit het niets. We checken de behoefte bij de jonge collega’s en komen tot een aanbod met ‘voor ieder wat wils’. We maken er bewust tijd voor om samen toffe dingen te ondernemen.” “Sommige activiteiten zijn echt voor de fun-factor. Tegelijkertijd willen we met Jong Amersfoort ook onze stem laten horen. Samen sta je sterk en krijgen we meer voor elkaar. En ook zo’n pizza-en spellenavond levert ons iets op. Er ontstaat veel vertrouwen als je elkaar leert kennen. Daardoor deel je sneller je A ideeën, wat een voorwaarde is voor vernieuwen. Je interne netwerk groeit en het is het gewoon fijner (samen)werken als je elkaar beter kent en weet te vinden.” Hoe het zit met de pijnbanksessies? Joram: “Wisselend nodigen we een manager of wethouder uit die we ‘aan de tand voelen’ over een bepaalde keuze. We vragen soms naar de meer persoonlijke kant of naar politieke blunders, daarom noemen we het de pijnbank. Door zo de kwetsbare kant van managers en bestuurders te ervaren benader je ze makkelijker. Je weet weer dat het ‘ook mensen zijn’ die fouten kunnen maken’. Meestal ontstaat er een leuk en leerzaam gesprek dat twee kanten op gaat. Zeer aan te bevelen. Joram is bij het bestuur van Jong Amersfoort gegaan omdat hij enthousiast is over het netwerk, ideeën heeft en het belangrijk vindt om deze groep te vertegenwoordigen. “Er is meer dan werk en dit vind ik leuk en belangrijk en het past ook bij me. Die ruimte krijg je hier en dat is heel prettig.” Meer over Werken bij Gemeente Amersfoort vind je via onze website www.amersfoort.nl/vacatures Gemeente Amersfoort is een jonge gemeente die groeit. Goed bereikbaar in het midden van het land. Veel ruimte voor werken waar je wilt, thuis, op het stadhuis of in de stad. Meld je aan om de jobalert te ontvangen of volg ons op LinkedIn 35 36 40 48 50 34-35 Groei mee met Rijswijk PRESENTATIE Geen grenzen verleggen TIJD VOOR ACTIE! “W Agressie en ongewenst gedrag, het komt overal voor en neemt alsmaar toe. In 2008 zijn landelijk afspraken gemaakt om hier tegen op te treden. Gemeente Tilburg heeft een agressie protocol Veiligheid Publieke Taken (VPT). Als coördinator zet Roy Timmermans zich in voor een veilig werkklimaat. ‘Tijd voor actie!’ at mij betreft is er genoeg geschreven over de aanpak. Het is hoogste tijd om het beleid in praktijk te brengen”, vertelt Roy. “Mensen moeten prettig kunnen werken en zich fysiek en mentaal veilig voelen. Dat is ook een verplichting voor de werkgever vanuit de Arbowet. Elke leidinggevende moet zich daarvan bewust zijn. Ik ben beschikbaar om de acties te ondersteunen en maak zoveel mogelijk afspraken om dit belangrijke onderwerp onder de aandacht te brengen. En de noodzaak van in actie komen tussen de oren te krijgen. Dat is best een uitdaging.” ZÉRO TOLERANCE “Ons beleid is zéro tolerance. Het is cruciaal dat we allemaal dezelfde grens trekken. Een gezamenlijke norm van tot hier en niet verder. Het gaat namelijk over onze grens. Eenduidigheid en snel die grens aangeven werken als drempel en gaan agressie tegen. Mensen die te ver zijn gegaan, zijn zich daar vaak niet eens van bewust. Door als werknemer te denken van ‘ik kan daar wel tegen’, verschuif je de tolerantiegrens. Dat moeten we juist voorkomen. Met het uitstralen van deze aanpak willen we een voorbeeld zijn voor de vele partners in de stad waar we mee samenwerken en de bewoners.” TYPISCH TILBURGS “Collega’s moeten zich gesteund voelen door hun leidinggevende. Met een gesprek. Maar ook met maatregelen richting de ruziemaker, zoals een contactverbod, aangifte en het in gang zetten van een bestuurlijke procedure. Strafdossiers kunnen soms maanden blijven liggen. Dan is het extra belangrijk om op andere vlakken alvast wat in gang te zetten. Zo houd je de collega op de hoogte en kun je als organisatie actie ondernemen. Inname van een milieupas bijvoorbeeld en gemaakte extra kosten daarvoor in rekening brengen. Het gaat hier ook om het afdwingen van bewust gedrag. Die doe- mentaliteit vind ik typisch Tilburgs.” VINGER AAN DE POLS “Om grip te krijgen op de bewustworEen gezamenlijke norm van tot hier en niet verder. 54 36-38 Presentatie gemeente Rotterdam PRESENTATIE VOOR DE WERELD OM JE HEEN Waterschap Hollandse Delta (WSHD) zorgt op de Zuid-Hollandse Eilanden voor schoon en voldoende water én voor veilige dijken en (vaar)wegen. Bij het waterschap werk je voor de wereld om je heen. Waar het water gaat, gaan wij. Met onze kennis, kunde en passie zorgen we ervoor dat de wereld om ons heen leefbaar blijft. Droge voeten, schoon water en een duurzame omgeving: dat kan alleen door vakgebieden te verbinden. Ons werk is enorm belangrijk. Water staat namelijk nooit stil. WAT DOET HET WATERSCHAP? WSHD voert werkzaamheden uit die een belangrijke maatschappelijke bijdrage leveren. Allereerst zorgen we voor een goede waterkwaliteit in onze sloten en singels. In een sloot met een goede waterkwaliteit leven veel waterplanten en -dieren. Om een goede waterkwaliteit te behouden doen we onderhoud, voeren we projecten uit, doen we onderzoek om tot betere inzichten te komen, investeren we in slimme technologie en houden we toezicht. We zorgen niet alleen voor een goede waterkwaliteit, maar ook voor voldoende water. Voldoende water betekent: niet te veel water, maar ook niet te weinig. Te veel water kan leiden tot overstromingen en overlast. Te weinig water is ook niet goed, omdat boeren dan hun gewassen niet kunnen beregenen, omdat er verzilting op kan treden of omdat de waterkwaliteit snel achteruit kan gaan. Daarnaast onderhouden we zo’n 800 kilometer aan dijken, duinen en kades, waarvan 364 kilometer het water van grote rivieren en binnenmeren tegenhoudt. Deze dijken toetsen we iedere zes jaar op hun veiligheid. Onze dijkwachtorganisatie monitort de dijken ieder voor- en najaar. Deze dijkbewakingsorganisatie is onderdeel van de calamiteitenorganisatie van het waterschap. Tot slot beheren en onderhouden we 1.233 kilometer aan wegen en 352 kilometer aan vrijliggende fietspaden. We houden de wegbermen van deze wegen bij, zodat voertuigen elkaar veilig kunnen passeren en we strooien onze wegen bij gladheid. ONZE VAKGEBIEDEN Wij als waterschappers zorgen ervoor dat burgers, ondernemers en overheden altijd op ons kunnen rekenen. Techniek is enorm veelomvattend bij het waterschap. Onze technische mensen zijn belangrijke schakels in de gehele waterketen. Maar, voor het goed laten functioneren van het waterschap hebben we ook onze mensen op kantoor nodig, die een strategische bijdrage leveren. Waar onze mensen van Toezicht en Handhaving ons werkgebied reguleren, hebben onze mensen van digitalisering en informatie de uitdaging om onze digitalisering continu te beheren en optimaliseren. Onze vakinhoudelijke- en beleidsadviseurs houden zich bezig met de koers en wetenschap. www.werkenbijwshd.nl 40-41 Van stageplek naar coördinerend planoloog: alles kan bij de BUCH PRESENTATIE VOLOP UITDAGING AAN DE ZEEUWSE KUST Omsloten door de Noordzee, de Westerschelde en het Veerse Meer is water in de gemeente Veere altijd dichtbij. De gemeente Veere beslaat een groot deel van het Zeeuwse schiereiland Walcheren en bestaat sinds 1 januari 1997. Verdeeld over 13 historische kernen is onze gemeente voor zo’n 22.000 inwoners een thuis. eere is bekend om haar kust, maar Veere is veel meer dan dat. Onze gemeente kenmerkt zich door kleinschaligheid, natuur, landbouw, cultuur, toerisme en grote verscheidenheid tussen de (inwoners van de) kernen. Wat onze gemeente zo uniek maakt is het toerisme dat typerend is voor de kustplaatsen in combinatie met de authentieke agrarische dorpen zorgt het voor een divers en dynamisch geheel. In het hoogseizoen kunnen we door onze aantrekkelijkheid zelfs spreken van 80.000 ‘inwoners’ als gevolg van het toerisme. Ieder seizoen in onze gemeente is anders. Dat voel, proef en merk je als je in Veere bent. V Wat onze gemeente zo aantrekkelijk maakt zorgt tegelijkertijd voor uitdagingen op het gebied van de balans tussen leefbaarheid en toerisme. We willen het landschap, de rust en ruimte graag behouden. Tegelijkertijd willen we voldoende woningen beschikbaar hebben en houden voor onze inwoners en met name jongeren. Tot slot zien we dat steeds meer samenwerkingsvraagstukken de grenzen van onze gemeente overstijgen en er behoefte is aan brede samenwerkingsverbanden. Volop uitdaging dus waardoor we continu op zoek zijn naar nieuwe collega’s die hier hun steentje aan willen bijdragen! Onze organisatie telt ongeveer 200 medewerkers. Deze medewerkers zijn verdeeld over 5 afdelingen: Ruimtelijke Ontwikkeling, Maatschappelijke Ontwikkeling, Openbare Ruimte, Dienstverlening en Bedrijfsvoering. De cultuur in onze organisatie is informeel en open. De lijnen zijn kort en de verantwoordelijkheid ligt laag. Onze medewerkers zijn gemotiveerd en hebben wat voor elkaar over. We vinden het belangrijk om te investeren in onze medewerkers. Er zijn dan ook volop doorgroeimogelijkheden en we hebben een ruim opleidingsbeleid. De kleinschaligheid zorgt voorveel uitdaging, verantwoordelijkheid en vrijheid. We kennen flexibele werktijden en een eigen thuiswerkregeling. We vinden het dan ook belangrijk om te zoeken naar maatwerk wat past bij de levensfase van een medewerker binnen de kaders van de organisatie. De gemiddelde leeftijd binnen onze organisatie was in 2021 46,3 jaar. Deze ligt daarmee iets lager dan het gemiddelde in de sector en neemt de laatste jaren gestaag af door de instroom van steeds meer jongeren. De verhouding man-vrouw is relatief in evenwicht. In 2021 was 57% man en 43% vrouw binnen onze organisatie. Binnen onze organisatie is het netwerk Jong Veere actief. Dit netwerk is er voor Veerse ambtenaren tot 36 jaar en komt jaarlijks een aantal keer bij elkaar voor een borrel. Daarnaast kunnen leden ook deelnemen aan activiteiten van Jonge Ambtenaren Zeeland. Een mooie kans voor jonge collega’s om te netwerken en kennis uit te wisselen! 48-49 Een leven lang leren is het middel om talent te binden en te boeien PRESENTATIE OP ZOEK NAAR EEN PLEK WAAR JOUW TALENT ÉCHT DE RUIMTE KRIJGT? Doen waar je goed in bent en in een open sfeer samenwerken om ambities waar te maken. Dat is in het kort wat werken bij gemeente Meierijstad betekent. In onze organisatie werk je vanuit een zelforganiserend team. Je krijgt daarbij alle vrijheid en verantwoordelijkheid die je nodig hebt om je doelen te bereiken. Met jouw inzet en talenten maak jij het verschil! WAT JE BIJ ONS DOET, DOET ERTOE Meierijstad hoort tot de middelgrote gemeenten van Nederland. Daardoor hebben we regionale slagkracht. We werken ook aan onderwerpen van nationaal belang. Daar draag jij aan bij. En die successen zie je direct terug in de omgeving. Met aansprekende projecten werken we samen aan ons maatschappelijk doel: elke dag verder bouwen aan een Meierijstad voor iedereen. DE KRACHT VAN SAMEN Bij gemeente Meierijstad zijn we betrokken en versterken we elkaar. WAT ONZE MEDEWERKERS OVER MEIERIJSTAD ZEGGEN:‘ Dit is een goede plek om je carrière te starten of verder te ontwikkelen. Je krijgt direct veel verantwoordelijkheid waardoor je in korte tijd veel leert’ ‘Je wordt aangemoedigd om nieuwe dingen te proberen. En maak je een fout? Daar leren we alleen maar van!’ ‘Ik heb alle vrijheid om te bepalen waar en wanneer ik werk. Die flexibiliteit is heel fijn met een jong gezin’ roer van je eigen ontwikkeling en haal je het beste uit jezelf. Enthousiast geworden? Kijk op www.werkenbijgemeentemeierijstad.nl WERKEN BIJ GEMEENTE MEIERIJSTAD: Deze ‘kracht van samen’ zie je terug in alle facetten van onze organisatie. We halen het beste in elkaar naar boven, we delen waar we goed in zijn en stellen vragen waar we hulp nodig hebben. Zo vind jij je weg binnen het netwerk van onze organisatie. RUIMTE VOOR ONTWIKKELING Vernieuwen, experimenteren en lef hebben vinden wij belangrijk. Dan gaat er ook wel eens wat fout. Wij vinden dat dat erbij hoort. Zolang je maar blijft leren en we oog houden voor onze inwoners en ondernemers. Je talent zet je naast je functie ook breder in voor de organisatie. Leren doe je ‘on the job’, bij interessante projecten, of door een training of cursus in onze interne academie. In Meierijstad sta jij aan het Brabantse gezelligheid, ambitieuze collega’s en een gedreven, ondernemende mindset Jonge moderne gemeente Je werkt voor 80.000 inwoners, verdeeld over 13 kernen Ruim 650 collega’s Jonge Ambtenaren Netwerk We hechten belang aan diversiteit en inclusie Hybride werken, afhankelijk van je taken NS business card, Greenwheels en elektrische fietsen voor duurzaam reizen Wil jij ook bouwen aan de toekomst van meer dan 2,8 miljoen Noord-Hollanders? Samen met 1.400 collega’s werk je onder andere aan technologische innovaties, slimme en duurzame infrastructuur, energietransitie, natuur, stikstof en woningbouw. WONINGBOUW, STIKSTOF, ENERGIETRANSITIE Het zal je vast niet zijn ontgaan, maar er is een flink woningtekort in Nederland. Tot en met 2030 moeten er 184.000 nieuwe huizen worden bijgebouwd in Noord-Holland. Een grote opgave dus. Tegelijkertijd willen we de schade door stikstofneerslag voorkomen. Als we niets doen, verdwijnen bijzondere planten en dieren. Samen met gemeenten, natuurbeheerders, de landbouw, de bouw en de industrie zoekt de provincie hiervoor naar oplossingen. En ook de energietransitie om de CO2 en de Gedeputeerde Staten vormen het dagelijks bestuur. De medewerkers voeren de beslissingen uit. Er is veel ruimte voor jouw advies en inbreng. Met de nieuwste technieken zorgen we voor slimme oplossingen bij mensen in de buurt. Dit doen we met partners, andere overheden en het Rijk. En natuurlijk met de Noord-Hollanders. Dat maakt ons werk zo boeiend. -uitstoot en het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen, gaat onverminderd door. De beperkte ruimte op het energie netwerk vraagt om slimme oplossingen. Dit zijn actuele onderwerpen waardoor geen dag bij de provincie hetzelfde is. De provincie is een politieke organisatie: Provinciale Staten zijn de volksvertegenwoordigers van Noord-Holland WERKEN BIJ DE PROVINCIE Ons werk wordt beter als wij een afspiegeling vormen van de bevolking. Daarom verwelkomen we graag collega’s van alle afkomsten, genders, seksuele oriëntaties, religies, leeftijden, sociaaleconomische achtergronden of afstanden tot de arbeidsmarkt. Je kunt bij ons proeven aan het werkende leven als stagiair en jaarlijks starten nieuwe trainees die naast hun werk aan de slag gaan met hun persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast organiseert ons jongerennetwerk Fr!s activiteiten binnen en buiten de organisatie voor ambtenaren jonger dan 35 jaar. Als nieuwe collega krijg je alle ruimte om je ambities waar te maken. Bijvoorbeeld met een ruim persoonlijk opleidingsbudget van € 5000,- en er zijn verschillende leertrajecten mogelijk. Je kunt je tijd flexibel indelen en je kiest in overleg de werkplek die bij jou past. OV-kosten worden 100% vergoed en in je salaris zit een Indivi dueel Keuzebudget van 22% waarmee je zelf bepaalt of je extra verlof of een fiets koopt en wanneer je vakantiegeld en je 13e maand betaald krijgt. Kom bij ons werken! Meer informatie en onze vacatures vind je op www.noordholland.nl/werkenbij. 50-51 Een sterk jong Amersfoorts netwerk PRESENTATIE WERKEN VOOR 2,8 MILJOEN NOORD-HOLLANDERS 59 61 65 67 54-55 Tilburg: tijd voor actie! PRESENTATIE Het verhaal van Omgevingsdienst Haaglanden WAAR WIJ OM GEVEN: WERKEN AAN BETER LEVEN. Veel van het werk van Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) zie je niet. Niet direct, tenminste. Een schoner milieu en een gezonde leefomgeving. Daar maken we ons elke dag hard voor. En elke dag komen we veel verschillende belangen tegen, die vaak botsen. Milieu, natuur, economie, werkgelegenheid, wonen en recreëren. Allemaal belangrijke zaken die met elkaar door één deur moeten. Hoe we dat doen? We verlenen vergunningen, houden toezicht, adviseren en als het nodig is handhaven we. We denken mee met alles en iedereen en lossen op. Provincie Zuid-Holland en 9 gemeenten. Den Haag, maar ook kleinere steden en dorpen. Dat betekent ruim 3.000 horecabedrijven, waaronder strandpaviljoens, 900 grote kantoren en overheidsgebouwen, 32.000 bedrijven en instellingen en meer dan 1.300 glastuinbouwbedrijven. Elk met hun eigen uitdagingen. We zijn er voor maar liefst 1,1 miljoen inwoners. Maar we geven net zo veel om alle dieren en planten. Zo beschermen we kwetsbare dier soorten en werken we aan rustige broedplaatsen en behoud van natuur. Op de achtergrond gaan we voor een veilige en fijne wereld voor iederéén. Voor nu en later. KOEN KEIZER K linkt belangrijk, maar wat betekent het in de praktijk? Denk aan beschermen van kwetsbare diersoorten of beperken van hinderlijke kunstverlichting. Of controleren hoe bedrijven afval verwerken. En hoe bedrijven beter met isolatie en energie moeten omgaan. Om maar iets te noemen. Vierentwintig uur per dag staan wij op scherp. ONS WERKVELD Onze regio is net zo divers als onze werkzaamheden. We werken voor de HET VERHAAL IN DE PRAKTIJK Dit is het verhaal waar wij voor staan. Maar wat betekent ‘Werken aan beter leven’ voor onze jonge collega’s en hun dagelijkse werkzaamheden? Drie specialisten uit verschillende vakgebieden aan het woord. Maaike Cleyndert (30), Handhavingsjurist milieu: ‘Sinds 2020 werk ik bij ODH. Voor die tijd was ik al handhavingsjurist, maar bij ODH focus ik me op de handhaving van het milieurecht. Ik vind het fijn dat ik me kan inzetten voor een schone en fijne leefomgeving. Dat betekent dat we ons 59 Waterschap Hollandse Delta: voor de wereld om je heen PRESENTATIE DE BEL COMBINATIE, NET EVEN ANDERS… Tip: Bij de BEL Combinatie werk je in een kleine, dynamische en gezellige organisatie aan grootse onderwerpen. Bekijk op de website het filmpje ‘Werken bij de BEL Combinatie’ Of scan de QR code Van de vaste medewerkers is: 60% 60% 50% 50% 50% 50% 40% 40% BEL medewerkers zijn gedreven, flexibel en collegiaal. Samen met je collega’s werk je aan onderwerpen die er echt toe doen. Resultaten van je inspanningen zijn snel zichtbaar. Zowel in de organisatie als in de drie dorpen waarvoor je werkt. Kortom, werken bij de BEL Combinatie betekent ’never a dull moment’. De BEL Combinatie in het kort: Sinds 2008 werken medewerkers van de zelfstandige gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren samen in de BEL Combinatie. Een dynamische organisatie met oog voor lokale verschillen. De gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren tellen samen 33.000 inwoners. 186 vaste medewerkers staan dagelijks klaar voor de besturen en de inwoners van de BEL gemeenten. Kenmerkend voor de BEL Combinatie is: De informele, open cultuur en de korte lijntjes met het bestuur. We werken hybride. Dat kan zijn op het BEL kantoor in Eemnes, op locatie in één van de dorpen, of thuis. Bij de BEL Combinatie krijg je een Chromebook en een mobiele telefoon van de zaak. Er is ruimte voor training, opleiding, ontwikkeling en eigen initiatieven. De BEL Combinatie is een lerende organisatie en daardoor continu in beweging. vrouw vr man man jonger dan jonger 45 jaar 45 jaar ouder dan 45 jaar 45 jaar De BEL Combinatie maakt ook gebruik van externe inhuur. Het doel is om zoveel mogelijk medewerkers in vaste dienst te nemen en waar nodig externe expertise in te huren. De actieve personeelsvereniging verzorgt gezellige activiteiten. Nieuwe medewerkers volgen een uitgebreid introductieprogramma. Nieuwsgierig naar wat de BEL Combinatie jou te bieden heeft? Kijk op www.belcombinatie.nl Of volg ons op 61 Volop uitdaging aan de Zeeuwse kust PRESENTATIE HET ZWEMBAD ALS PASSIE Marianne Jongsma Al op haar zestiende kreeg Marianne haar eerste baantje als zwemonderwijzer. Inmiddels is ze bedrijfsleider bij SRO van twee zwembaden in Zeist en De Bilt. Ze beschouwt dit werk als haar roeping. Wat doet een bedrijfsleider van een zwembad precies? ‘Veel tegelijk. Personeelsbeleid, onderhoud, financiën, duurzaamheid – alles komt voorbij. Daarnaast heb ik vanuit mijn functie bij SRO voortdurend contact met de gemeente. De gemeente is eigenaar van het zwembad, SRO is de exploitant. Kortom: geen dag is hetzelfde, dat vind ik heel leuk.’ Ben je vooral brandjes aan het blussen, of kijk je ook vooruit? ‘Ik houd me natuurlijk het liefst bezig met het grote plaatje. Maar je ontkomt niet aan de waan van de dag. Ook die afwisseling waardeer ik enorm. Ik werk samen met collega’s, ben actief bezig in het zwembad. Ik zorg ervoor dat het technische gedeelte in orde is en dat de waarden en kwaliteit van het water kloppen. En daarnaast zorgen we er samen voor dat bezoekers tevreden naar huis gaan.’ In hoeverre kan een zwembad duurzaam zijn? ‘Het zwembad in De Bilt is van eind 2020 – spiksplinternieuw en volledig duurzaam. Geen gas, het draait volledig op warmtepompen. Op het dak zitten vele zonnepanelen, dus op goede dagen kan het zijn eigen energie opwekken. Het zwembad in Zeist is een wat ouder gebouw, uit 1995. Wel op gas, en met oudere installaties. We zijn samen met onze collega’s bij SRO op zoek naar duurzame oplossingen. Daarbij moeten we ons natuurlijk afvragen hoelang het zwembad meegaat, wat de plannen van de gemeente zijn, of het loont om investeringen te doen – want warmtepompen zijn niet gratis. Daar ben ik nu druk mee bezig.’ Wie bezoeken de zwembaden zoal? ‘Sporters die baantjes trekken, recreatieve zwemmers, kinderen die les krijgen, kinderen die discozwemmen, ouderen die fit willen blijven door aquajoggen of aquarobics. Het zwembad is er voor iedereen.’ Hoe kwam je hier terecht? ‘Ik ben bedrijfsleider sinds september 2021. Daarvoor was ik drie jaar hoofd zwemzaken voor de Bijlmer in Amsterdam. Ik werk al vanaf mijn zestiende in een zwembad. Vroeger was ik zwemonderwijzer en toezichthouder. Ik heb ook geprobeerd om iets anders te gaan doen, maar ik kwam altijd weer terug. Zelfs toen ik in Thailand woonde, werkte ik in een zwembad. Ik speel ook waterpolo. Zwembaden zijn de rode draad in mijn leven, mijn grote passie. Dat geldt trouwens ook voor mijn collega’s; voor velen van hen voelt het zwembad als een thuis. Het is onderdeel van hun identiteit – een soort roeping.’ Wat vind je het leukst aan je werk? ‘Toch de variatie. De dynamiek met verschillende klanten, om maar iets te noemen. Ik zie baby’s en peuters zwemmen, ik zie ze vanaf heel klein opgroeien tot oudere mensen die hier nog steeds komen. Die diversiteit is ontzettend leuk.’ 65 Op zoek naar een plek waar jouw talent écht de ruimte krijgt? PRESENTATIE ‘Dijk en Waard heeft oog voor je talenten’ GROEI MEE MET ONZE GLOEDNIEUWE GEMEENTE ‘Het mooie van gemeente Dijk en Waard vind ik dat het een vernieuwende organisatie is die je als jonge ambtenaar volop kansen biedt om je verder te ontwikkelen. Als je die kansen pakt, dan kan het je mooie dingen opleveren!’ Rosanne Kunst-Appelman (35), kwam zelf als ‘broekie’ van 18 als stagiaire bij de gemeente binnen en heeft de afgelopen zeventien jaar een mooie carrière opgebouwd binnen de gemeente Dijk en Waard. Inmiddels is ze werkzaam als teamleider van de krachtteams Sociaal Domein, waarbij ze zes teams van in totaal 36 medewerkers aanstuurt. O p 1 januari 2022 fuseerden gemeenten Heerhugowaard en Langedijk tot gemeente FULL-SERVICE PARTNER VOOR GEMEENTELIJK VASTGOED SRO beheert, onderhoudt en exploiteert gemeentelijk vastgoed, zoals zwembaden, sportaccommodaties, MFA’s en monumenten voor diverse gemeenten in de regio Amersfoort en Haarlem. Daarnaast zet SRO sportservice in als middel om maatschappelijke opdrachten waar te maken. Dit doen zij onder andere met de innovatieve inzet van buurtsportcoaches en vakleerkrachten. Werken bij SRO betekent dat je er samen voor zorgt dat alles naar behoren functioneert en dat je de optimale condities creëert om jong en oud zorgeloos en met veel plezier te laten bewegen en sporten. Dit betekent dat SRO weet wat er speelt, dat zij meedenken en vooruitdenken over hoe ze gemeenten en gebruikers zo goed mogelijk blijven ontzorgen. Hier hebben ze met meer dan 500 medewerkers alle disciplines onder één dak. Meer weten? Bezoek www.sro.nl. Dijk en Waard. “In deze nieuwe gemeentelijke organisatie ontdekken we met elkaar waar we staan en waar we naar toe gaan,” vervolgt Rosanne. “Als jonge ambtenaren hebben we hier een belangrijke rol in. Onze generatie kijkt vaak toch anders tegen dingen aan en biedt vaak een net iets ander perspectief of andere invalshoek. Bij Dijk en Waard is ruimte voor deze vernieuwende input. En wat is er mooier dan op die manier bij te dragen aan de (eigen) omgeving? Samen laten we de Dijk en Waard groeien en geven we vorm aan de nieuwe gemeente.” VOLOP KANSEN Rosanne begon in 2005 als stagiair bij de gemeente Heerhugowaard tijdens haar studie Sociaal Juridische Dienstverlening. “Ik heb inmiddels binnen de organisatie verschillende functies bekleed. Toen ik na mijn stage hier in dienst kwam was ik de allerjongste ambtenaar met een vast contract. Dat ben ik vier jaar lang geweest, toen waren gemeentes niet echt in beeld bij de jonge generatie. Ik denk dat dat anno 2022 wel anders is, jongeren worden zich steeds meer bewust dat de gemeente als werkgever volop kansen biedt.” Collega en mede-dertiger Mark Homan, kwaliteitsmedewerker op de afdeling Burgerzaken, knikt instemmend bij de woorden van Rosanne. “Bij Dijk en Waard krijg je echt de ruimte om je talenten in te zetten en verder te ontwikkelen. Ondanks dat we een grote organisatie zijn, ervaar ik dat hier belang wordt gehecht aan de persoonlijke benadering.” ONTDEK JE KRACHT Mark heeft Cerebrale Parese (CP) en hierdoor een lichamelijke beperking. Hij is blij met de kansen die hij als jonge ambtenaar (met een beperking) heeft gekregen bij de gemeente. Inmiddels werkt hij zes jaar binnen de gemeentelijke organisatie. “Ik ben samen met de 67 Werken voor 2,8 miljoen Noord-Hollanders DIJK EN WAARD IN HET KORT Op 1 januari 2022 zijn gemeenten Heerhugowaard en Langedijk gefuseerd tot gemeente Dijk en Waard. De gemeente telt 88.648 inwoners (juli 2022, bron: CBS) en wordt onder meer gevormd door de plaatsen Broek op Langedijk, Koedijk, Sint-Pancras, Noord- en Zuid-Scharwoude, Oudkarspel en Heerhugowaard. Dijk en Waard biedt een unieke mix van stedelijke voorzieningen, kernen met een dorps karakter en groene omgeving. Er werken ruim 600 mensen bij ons, 19,5 procent hiervan is jonger dan 35 jaar. De jonge garde is dus goed vertegenwoordigd binnen gemeente Dijk en Waard. Ons JONG-netwerk voor ambtenaren tot en met 35 jaar telt inmiddels 97 leden, die werkzaam zijn in alle gelederen van de organisatie. JONG organiseert diverse activiteiten waar de thema’s leren, amuseren en adviseren centraal staan. 74 78 82 86 74-75 Waar wij om geven: werken aan een beter leven PRESENTATIE ‘ ALS WATERSCHAP ZIJN WE IN ZEELAND HEEL ZICHTBAAR’ Tijdens zijn studie in Tilburg wist Ivan de Bree (33) al dat hij terug zou keren naar Zeeland. Tien jaar geleden trad hij in dienst bij waterschap Scheldestromen, waar hij inmiddels afdelingshoofd Bedrijfs voering is. “Dat het bedrijf het lef heeft om iemand van mijn leeftijd leidinggevende te maken, daar ben ik trots op.” an de universiteit van Tilburg rondde Ivan de studie Bedrijfseconomie af, gevolgd door een master Strategisch Management en een master Human Resource Studies. “Mijn eerste opleiding ging meer over de financiële kant van een organisatie”, legt hij uit. “Maar ik miste daarin wel een beetje de menselijke kant, het HR-aspect. Collega’s coachen en helpen in hun ontwikkeling, daar kan ik me nu ook mee bezig houden.” Bij het waterschap ging hij aan de slag als medewerker procesmanagement. “Ik was een beetje een manusje-van-alles.” Nadat een collega met pensioen was gegaan, kreeg Ivan de kans om verder te groeien, als adviseur voor strategie en beleid. Na enkele reorganisaties is hij nu afdelingshoofd. “Ik ben de jongste medewerker in een leidinggevende rol. Al merk ik daar in de praktijk niet zoveel van.” A Ivan geniet van zijn werk. Het is afwisselend en er zit veel uitdaging in. “Wat het ook leuk maakt, is dat we als waterschap in Zeeland heel zichtbaar zijn. Als ik naar mijn werk rijd, dan doe ik dat over wegen, langs sloten en over dijken van het waterschap. Ons werk is echt relevant. De laatste tijd gaat het veel over klimaatverandering, droogte en ook wateroverlast. Het waterschap speelt in dat opzicht een belangrijke rol. Bij het werken in Zeeland, in de Delta, komt alles samen.” Dat hij na zijn studie terug zou keren naar de provincie waar hij opgroeide, dat stond wel vast voor Ivan. “Zeeland is een prachtige provincie, waar je alles hebt. De nuchtere Zeeuwse mentaliteit, daar houd ik wel van.” De komende jaren komen er nogal wat vacatures bij waterschap Scheldestromen. “Er gaan best veel mensen met pensioen. Dan hebben we nieuwe collega’s nodig.” Nieuwe medewerkers komen bij het waterschap in een warme organisatie terecht. Ivan: “Toen ik vorig jaar vader was geworden, hing onze woonkamer vol met kaartjes van collega’s. Dat vond ik kenmerkend voor de familiecultuur van het waterschap. Daarom voel ik me er zo goed thuis. Door de manier waarop we met elkaar omgaan. We hebben aandacht voor elkaar en dat is heel belangrijk.” NAAM: Ivan de Bree LEEFTIJD: 33 FUNCTIE: Afdelingshoofd Bedrijfsvoering BIJ: Waterschap Scheldestromen STUDIE: Bachelor Bedrijfseconomie aan Universiteit Tilburg, master Strategisch Management en master Human Resource Studies 78 De BEL combinatie: net even anders... PRESENTATIE BIJ GOOISE MEREN STA JIJ AAN HET ROER VAN JE LOOPBAAN Werken bij Gooise Meren betekent werken bij een hartelijke organisatie met aandacht voor iedere collega. Dankzij de schaalgrootte van de organisatie en de korte lijntjes kun je veel taken op je nemen, blijven leren en maatschappelijke impact maken. Plak hier een goed ontwikkelplan met bijbehorend budget aan vast, dan maak jij een vliegende start in jouw loopbaan! MET BETEKENISVOL WERK IMPACT MAKEN Marlous: “Ik kwam helemaal niet uit gemeenteland, maar werkte al 4 jaar bij een start-up als programmamanager Marketing & Communicatie. Het was leuk om Foto gemeente Gooise Meren / Tom Loman Foto gemeente Gooise Meren / Sebastiaan Westerweel 82-83 Het zwembad als passie 86-87 Groei mee met onze gloednieuwe gemeente binnen een klein, enthousiast team van young professionals te werken. Gedurende coronatijd merkte ik dat ik toe was aan een nieuwe stap in mijn loopbaan. Na een aantal jaar werkervaring weet je beter waar je talent zit en je kracht ligt. Dit wil je dan ook graag optimaal benutten.’’ MARLOUS BLOK-ROELOFS (30 JAAR) EN DINEKE BOR (24 JAAR) WERKEN SINDS DE ZOMER 2022 BIJ GOOISE MEREN ALS COMMUNICATIEADVISEUR. DIT TEAM BESTAAT UIT 13 COLLEGA’S, WAARONDER ONLINE SPECIALISTEN, BESTUURSADVISEURS EN COMMUNICATIEADVISEURS Na een loopbaantraject kwam de gemeente als mogelijke werkgever eruit. Niet alleen het maatschappelijke karakter van het werk, maar ook het samenwerken vanuit een langetermijnstrategie sprak Marlous aan. “Na een halfjaar kan ik echt zeggen dat Gooise Meren deze verwachtingen heeft waargemaakt. Juist het verder denken dan je neus lang is en stellen van kritische vragen wordt gewaardeerd.” Ook Dineke die zelf in de regio Gooi en Vechtstreek woont beaamt dit. “Jouw werk draagt er echt aan bij dat je je eigen leefomgeving een stukje mooier kunt maken. Je probeert niet iemand iets te verkopen, maar helpt inwoners en ondernemers om hier met plezier te kunnen wonen en werken. Hierbij helpen is iets wat ik graag doe!” Daarnaast ervaren de gloednieuwe adviseurs het als groot pluspunt om een breed takenpakket te hebben: “Als communicatieadviseur bij Gooise Meren praat je over zoveel thema’s mee, dat je steeds wordt uitgedaagd in je werk. Je blijft leren en krijgt de kans om erachter te komen waar jouw interesse ligt”. Dineke vult aan: “Ik adviseer over culturele activiteiten, inclusie (iedereen doet mee), de opruimactie voor de gevallen herfstbladeren en de inzet van sociale media voor onze inwoners. Kortom, geen dag is hetzelfde”. 90 96 90 ‘Als waterschap zijn we in Zeeland heel zichtbaar’ 96 Bij Gooise Meren sta jij aan het roer van je loopbaan 7
Pagina 8
JONG&AMBTENAAR Accent ligt vooral op preventie DAM TEGEN ONDERMIJNENDE CRIMINALITEIT Criminelen misbruiken legale bedrijven en diensten. Kwalijk, want de veiligheid en leefbaarheid in gemeenten kunnen daardoor onder druk komen te staan. Merel Makhija doet er wat aan. ‘A ls de onderwereld zich vermengt met de bovenwereld noemen we dat ondermijnende criminaliteit’, legt Merel uit. Inwoners die zich laten verleiden daaraan mee te doen, hebben meestal niet meteen het idee dat ze zich lenen voor harde en georganiseerde criminaliteit. Maar die kant kan het op gaan.’ In twee minder welvarende Tilburgse wijken probeert Merel signalen op te pikken en, waar mogelijk, afglijden te voorkomen. ‘De ene buurt is een echte volkswijk, de ander een zeer multiculturele wijk. Het accent in mijn werk ligt vooral op preventie.’ DEMOGRAFISCH PROFIEL Waar ze zoal op let? ‘Het demografisch profiel is iets waar ik goed naar kijk. Wie wonen in die wijken, wat leeft er, wat vinden de wijkbewoners belangrijk om aan te pakken?’ Maatwerk: ‘Wat in de ene wijk goed werkt, is niet een-op-een te kopiëren naar elders.’ Het accent in haar werk ligt vooral op preventie, voorkomen dat mensen de grens naar criminaliteit passeren. ‘Door hun weerbaarheid te vergroten, door voorlichting en ze te laten inzien wat de gevolgen kunnen zijn.’ Vooral de jonge aanwas en potentiële ‘doorgroeiers’ baren professionals zorgen. ‘In criminele netwerken bestaat een opwerkcultuur. Het begint subtiel: kun je een klusje doen? Voor je het weet ben je die kinderen of jongeren kwijt’, aldus Merel. ‘Mijn collega’s en ik waarschuwen: stap er niet in en bedenk wat op termijn de gevolgen kunnen zijn.’ Merel staat er niet alleen voor. ‘We werken samen met jonge8 renwerkers, zorgprofessionals, corporaties, de politie. We onderhouden nauw contact met scholen. Ook ouders betrekken we erbij: als je rond moet komen van een uitkering en jouw kind komt regelmatig met dure spullen thuis, is dat mogelijk een signaal. Belangrijk is dat ouders dit herkennen en weten wat ze kunnen doen. Er zijn ouders die het überhaupt niet opvalt dat hun kind met nieuwe spullen thuiskomt of spijbelt. Soms is het voor hen ook lastig. Ze weten niet hoe het schoolsysteem werkt, of hebben andere zorgen die veel aandacht vragen.’ Het begint subtiel: kun je een klusje doen? GEEN ANDERE KEUS Veroordelend is Merel niet. ‘Er zijn mensen die voor criminaliteit kiezen. Maar ik zie ook mensen in zulke wanhopige situaties dat ze het idee hebben dat hen geen andere keus rest.’ De Tilburgse adviseurs veiligheid werken zo veel mogelijk ‘vanuit de wijk’. Merel: ‘Niet dat je vanuit de overheid allerlei projecten organiseert en je opstelt alsof je het wel even regelt. Wijkbewoners zelf stimuleren werkt het best, zeker in sociaaleconomisch wat zwakkere wijken. Het wijkgevoel – we letten op elkaar en zijn er voor elkaar – is daar vaak goed ontwikkeld. Mensen nemen meer aan van hun buren dan van de overheid.’ Of de toegenomen armoede bijdraagt aan ondermijnende criminaliteit, durft Merel niet met zekerheid te zeggen. ‘Maar wie het financieel zwaar heeft, is vatbaarder. De tijd zal uitwijzen of we in de komende maanden of jaren een significante toename zien in criminele netwerken.’ NAAAMM: Meereel Makhhiji a LEEEFTTIIJJD: 27 FUNCCTTIE:E sspece iiaalil stt veieilighg eiie d BIJ: gemeentte TiT lbburu g OPO LEL IDDINNG:G WOW massa tet r bestuurskunddee, spspecciai liil smme ccompmplexex sysy tet memen
Pagina 10
JONG&AMBTENAAR JAAP WAAKT OVER HET WELZIJN VAN STUDENTEN Studenten redden zich wel, was lang de gedachte van gemeenten. Tot aan de coronacrisis, toen bleek dat studenten wel degelijk speciaal aandacht behoeven. Jaap Valkenburg houdt zich bezig met hun welzijn. Als beleidsadviseur studentenzaken, een nieuwe functie. I n het gemeentelijk beleid werden studenten wat over het hoofd gezien, weet Jaap. Eenzaamheid, financiële stress, prestatiedruk, burn-out, (gebrek aan) passende huisvesting en grensoverschrijdend gedrag zijn voor hen bijvoorbeeld belangrijke onderwerpen. Altijd al, maar door de lockdowns tijdens de coronapandemie kreeg hun positie extra aandacht. MEER AANDACHT Studenten trokken aan de bel tijdens de strenge coronaregels. Ze behoefden méér aandacht, ook in het lokale beleid. ‘Veel problematische zaken rond studenten zijn toen uitvergroot. Voor gemeenten is er een taak om studenten als echte inwoners van de stad beter te helpen’, zegt Jaap. De gemeente Leiden gaf daar invulling aan. In 2022 werd Jaap benoemd als beleidsadviseur studentenzaken. Een nieuwe functie, met voor Jaap als voordeel: veel vrijheid en eigen verantwoordelijkheid om zijn werk in te richten. ‘Ik mocht zelf bepalen waar ik de meeste impact kan behalen. Als eerste ben ik met een gemeenschappelijke verklaring aan de slag gegaan, waarin hogeschool, universiteit, studentenorganisaties en gemeente beloven gezamenlijk met studentenwelzijn bezig te zijn.’ INTERNATIONALE STUDENTEN Zo’n gezamenlijke verklaring biedt Jaap de gelegenheid alle partijen goed te leren kennen én de problemen van studenten in kaart te brengen. Zo krijgt hij een groep in beeld die het zwaar heeft: de internationale studenten. Zij spreken de taal meestal niet, kunnen problemen hebben met huisvesting, hebben vaak nog geen netwerk, en geen ouders of vrienden om op terug te vallen. Jaap wijst op de aparte positie van studenten in studentensteden. ‘Er wordt vaak gedacht dat ze maar een paar jaar in de stad zijn, en dan weer weggaan. Maar als groep zijn ze al eeuwen in Leiden. Specifieke faciliteiten wegen voor hen 10 NAAAMM: JaJ app Valkenburru g LEEFTIT JDJD: 28 jaaj arr FUUNCCN TIT EE: beleeiiddsaas dvd iisseeuur sttudu enentetenzn akenn BIB JJ: geg mem ennte Leeided n OOPPLELEIDDING:G mastts eer polo iitticicolologo iei zwaarder. Omdat studenten meestal geen auto hebben, moeten er bijvoorbeeld goede fietsvoorzieningen zijn, waar ze ook over moeten kunnen meedenken.’ Studentenhuisvesting is ook een onderwerp waar veel over te doen is. Enkele decennia geleden was het normaal om onderkomens te bouwen met bijvoorbeeld gemeenschappelijke keukens, waar studenten elkaar ontmoeten. Door overheidsbeleid is die manier van bouwen deels afgeschaft. Het werd onder de streep goedkoper om studio’s te bouwen. Maar in de coronacrisis pakte dat ongewenst uit: studenten vereenzaamden in coronatijd massaal. MEER MBO Werk genoeg dus voor Jaap. Wekelijks overlegt hij met studentenverenigingen en studenten zelf. Hij focust zich daarin steeds meer op het mbo. ‘We willen als gemeente studenten echt betrekken bij het beleid. Hun betrokkenheid zorgt ervoor dat gemeentelijke initiatieven zich sneller in het studentennetwerk verspreiden.’ JONG&AMBTENAAR VOORKOMEN DAT WE UIT DE BOCHT VLIEGEN Hoe verenig je talent voor cijfers met de wens om maatschappelijk van betekenis te zijn? Voor Marcel Oostenrijk komt dat samen in zijn functie als financieel adviseur bij een gemeente. ‘V an jongs af aan ben ik goed in rekenen. Als iets me vlot afgaat, heb ik er al gauw plezier in’, zegt hij over zijn motieven. Als financieel adviseur houdt hij zich nu met name bezig met het fysieke domein; de buitenruimte. Daarnaast hoort de financiële kant van sport, recreatie, cultuur, erfgoed en monumenten tot zijn takenpakket, evenals economie en gemeentelijk vastgoed. SUBSIDIES BINNENHALEN ‘Van de aanleg van een parkeerplaats tot het bouwen van een brandweergarage. Of herstel van de vestingwallen, zoals in Muiden.’ Het meeste geld krijgt een gemeente van de rijksoverheid. De gemeente zelf heeft inkomsten uit leges, parkeren en de ozb-belasting. ‘Voor extra middelen helpt mijn team bij het binnenhalen van subsidies, van de provincie, ministeries of Europese Unie.’ Overheidsfinanciën zijn anders dan die in het bedrijfsleven. Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor hun financiële beheer en moeten zich houden aan bepaalde wetten en regels. De provincie is toezichthouder. Marcel kreeg meer kennis van overheidsfinanciën door bij de Bestuursacademie een opleiding financiën voor lokale overheden te volgen. PLANNING-EN-CONTROLCYCLUS In zijn dagelijks werkzaamheden wordt het ritme voornamelijk bepaald door de planning-en-controlcyclus, waarmee doorlopend en systematisch financieel de vinger aan de pols van de organisatie wordt gehouden. Zijn werk is afwisselend, vindt Marcel. ‘We zijn ook betrokken bij het schrijven van raadsvoorstellen. Daarnaast houden we contact met projectleiders of beleidsadviseurs, waarmee we de status van de financiën doorspreken. Hoe staat een project ervoor, loopt het een beetje zoals begroot, wat verwachten we nog aan kosten? We zitten echt niet alleen achter onze spreadsheets, al vind ik Excel fijn om mee te werken. Handig om zaken inzichtelijk te maken, informatie te bundelen en verwachtingen bij te houden, en als basis voor gesprekken met anderen.’ HELPEN BIJ KEUZES MAKEN De cijfers zijn niet alleen van belang voor directe collega’s, maar vertellen ook de gemeenteraad, de wethouders en de organisatie over de stand van zaken in de gemeente, en wanneer keuzes gemaakt moeten worden. ‘Lopen we in de pas of vliegen we uit de bocht? Daar moet onze gemeente naar handelen’, aldus Marcel. Hij geeft zich er rekenschap van dat hij met gemeenschapsgeld werkt. Wat bij het werk van zijn team hoort: mensen met wensen soms teleurstellen. Op hoofdlijnen beslist de politiek. ‘Iedereen werkt plannetjes uit en vraagt extra middelen aan. Helaas kunnen we met beperkte middelen niet alle ideeën uitvoeren die op de plank liggen.’ NNAAAAM: Marra cecel OoO sttene irijkkj LLEEEFTITIJDDJ : 29 FFUNCCTIT E:E fini an icieel adviseur fysiek domein BIJ: gemeente Gooise Meren OPLEIDING: HBO bedrijfseconomie 11
Pagina 12
JONG&AMBTENAAR Generatie Z trappelt om nieuwe inzichten te delen RIJKSOVERHEID ZOEKT TALENTVOLLE GENERATIE Z De Generatie Z (‘Gen Z’) staat klaar om aan het werk te gaan. Deze lichting zit net weer anders in elkaar dan die van directe voorgangers, de millennials. Wie anders dan een nieuwkomer uit die jongste lichting kan dat beter uitleggen? STAGES Eerder draaide hij mee bij het ICT-stagebureau van het Rijk, zelf ook als stagiair. Zijn 2e stage was bij Rijkswaterstaat, waar hij kennismaakte met de meer strategische kanten van hrm. En in 2021 werkte hij met collega’s aan een manier om ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te doordringen van een andere benadering die nodig is voor inwoners van de zogeheten BES-gemeenten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Deze bijzondere gemeenten van Nederland kennen een totaal andere context dan wij gewend zijn hier in Europees Nederland. De verschillen overbruggen en bewustwording vergroten bij de ambtenaren was dus het doel van de opdracht. GEVECHT OM TALENT Ashetosh is nu in de eindfase van zijn studie begonnen aan zijn allerlaatste en belangrijke stage: zijn afstudeerstage. De komende 10 maanden staan in het teken van zijn leeftijdgenoten, de 12 JONG&AMBTENAAR starters. Hij gaat onderzoeken hoe de Rijksoverheid talentvolle starters succesvol aan boord krijgt. En dat is hard nodig. Net als de rest van de samen leving vergrijst de overheid. Voor personeelsfunctionarissen ligt hier een grote uitdaging. Hoe maken zij meer kans in de felle war on talent die woedt? En wat moet de organisatie jonge aanwas te bieden hebben? NET UIT HET STUDENTENLEVEN Iedere doelgroep op de arbeidsmarkt vraagt weer een eigen aanpak en benadering. In dat vraagstuk mag Ashetosh de komende 10 maanden zijn tanden zetten. Hij richt zich specifiek op mensen die zijn geboren tussen 1997 en 2010. Ofwel: Gen Z. Van 1 ding is hij nu al overtuigd: ‘Jongeren die net student af zijn kunnen de Rijksoverheid helpen het verschil te maken. Ze brengen creatieve processen op gang en worden beschreven als realistisch en pragmatisch.’ EERSTE DIGITAL NATIVES Bij dat laatste zit volgens Ashetosh het grootste verschil met voorgaande generaties: de zijne is de eerste die geheel bestaat uit digital natives. Een leven zonder smartphones kent deze groep niet. En wat voor andere generaties toekomstmuziek leek, is voor Gen Z vertrouwd of minstens bekend. ‘Artificial Intelligence bijvoorbeeld, een onderwerp dat mij en veel leeftijdgenoten aanspreekt’, geeft hij als voorbeeld. ‘Daar zou ik op den duur graag iets in willen betekenen binnen mijn vakgebied hrm. Steeds meer operationele taken vallen weg. Die zijn of worden geautomatiseerd of gerobotiseerd. Daardoor is er meer gelegenheid om de strategische kant van ons vak aan te pakken.’ JONGE DOELGROEP WARM MAKEN Zijn huidige stage doet Ashetosh in een campagneteam dat de Rijksoverheid in het spotlicht zet als aantrekkelijk werkgever. ‘Ik ga onderzoeken hoe we eerstejaars- en tweedejaarsstudenten op het hbo warm kunnen maken voor stages of traineeships. De gangbare gedachte is dat je je bij het werven van trainees richt op pas afgestudeerden. Mijn gedachte is dat het beter is daar vroeger mee te beginnen.’ Vroeg op het netvlies van studenten ‘Ik denk dat het de kunst is voor de Rijksoverheid om wat meer af te kijken bij concurrerende, vaak commerciële werkgevers. Zij bieden al in het eerste studiejaar projecten, opdrachten en mogelijkheden om mee te kijken. Als werkgever kom je dan eerder op het netvlies van studenten. Gaan zij zich oriënteren op afstuderen, dan hebben ze al kennisgemaakt met de Rijksoverheid. Dat is een flinke stap vooruit.’ IMAGOVERANDERING Ashetosh vindt het mooi dat hij een aandeel kan leveren in een imagoverandering van het Rijk en van ambtenaren. ‘Zeker jongeren denken vaak dat het een stoffige organisatie is, waar mannen grijze pakken dragen en koffie drinken.’ Zo stond de overheid er bij hem ook op, bekent hij. ‘Maar tijdens mijn eerste stage was dat idee binnen een week verdwenen. Totaal het tegenovergestelde is waar!’ FRISSE BLIK Teams zijn gemengd en dynamisch. Maar wat voor hem vooral telt: ‘De opdrachten waar je als starter of stagiair aan mag werken zijn divers en vaak complex. De ruimte voor eigen inbreng is groot.’ Zijn frisse blik wordt gewaardeerd, ervaart hij dagelijks. ‘Als jongere heb ik vernieuwende inzichten uit de opleiding die niet alle collega’s hebben. Ik mag mijn mening geven en daar wordt naar geluisterd. Niet bij elke organisatie is dat zo.’ VEEL KANTEN OP Nu de hamvraag: wil Ashetosh na zijn afstuderen zélf ambtenaar worden, of kiest hij voor een private werkgever? ‘Ik krijg hier alle kans me te ontwikkelen. De grootte van de organisatie maakt dat ik veel kanten op kan. Verder houd ik wel van vastigheid. Dus als mij een aanstelling wordt aangeboden, zie ik mezelf wel ja zeggen.’ Ten slotte en niet onbelangrijk: ‘De arbeidsvoor waarden zijn naar mijn idee ook nog eens bovengemiddeld goed.’ 13
Pagina 14
JONG&AMBTENAAR Kijken wat de gevolgen van klimaatverandering zijn voor ons noodzakelijke waterbeheer. Dat doet Mare de Wit, adviseur klimaatbestendig waterbeheer bij Rijkswaterstaat, in een deel van de Randstad. KLIMAATLESSEN VAN MARE M et collega’s, provincies, waterschappen en gemeenten onderzoekt ze waar en hoe we overtollig water kunnen opvangen. En hoe we om kunnen gaan met water in droge periodes. In je takenpakket zitten het Noordzeekanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal, beheerd door Rijkswaterstaat. Ben je ook bezig met de omgeving? Mare: ‘Als je ons hele watersysteem robuuster wilt maken, moet je ook kijken naar de omgeving. Het water dat in de hele regio valt, komt namelijk deels in onze kanalen terecht. Daar moet ruimte voor zijn. Zowel in de kanalen als in de regio zelf. Ook bij de waterschappen, provincies en gemeentes moet meer ruimte komen voor water: water kent nou eenmaal geen beheergrenzen. Je werkt dus altijd in team verband met partners.’ AFHANKELIJK VAN ‘DEN HAAG’ Mare merkt dat Rijkswaterstaat als uitvoeringsorganisatie afhankelijk is van politiek Den Haag. De politieke besluitvorming gaat haar vaak niet snel genoeg. Klimaatbestendigheid en klimaatverandering zijn acute problemen, die dulden geen uitstel, vindt ze. Tegelijk geeft die afhankelijkheid veel vrijheid om haar werk zelf in te vullen. ‘In onze regio kijken we naar wat we al wél kunnen doen, naar wat landelijk misschien nog niet is bedacht of uitgewerkt. We doen hier en daar vast wat we belangrijk achten. Dat kan “Den Haag” vervolgens weer meenemen in de verdere uitwerking.’ Van oudsher moeten we in Nederland zo snel mogelijk overtollig water lozen, nu moeten we door toenemende droogte ook leren opslaan. Wat betekent dat voor jouw werk? ‘Mijn collega’s en ik zijn bijna lobbyisten voor de goede zaak 14 ‘ Wij zijn lobbyisten voor de goede zaak’ geworden: een klimaatbestendige regio. Op allerlei plekken maken we duidelijk dat we anders met water moeten omgaan. We proberen mensen te laten begrijpen dat het watersysteem leidend moet zijn bij keuzes en ontwikkelingen, in bijvoorbeeld de woningbouw en de agrarische sector. We willen dat mensen begrijpen dat ze geen “spijtmaatregelen” moeten nemen, maar dat ze beter kunnen inzetten op “geen-spijtmaatregelen” die wij toelichten. JONG&AMBTENAAR NAAM: Mare de Wit LEEFTIJD: 266 jaar FUUNCTIE: ada viseuru klimam atbesttendig watterbeheer BIJ: Rijkswatterstaat WeW st-NNederland Noord OOPPLEIDD NINI G: WWO envn irirono mementn anndd resse ouo rcce management Tegelijk hebben we nog niet de instrumenten om echt leidend en bepalend te zijn in ál het waterbeheer. Daarvoor is het wachten op ‘Den Haag’.’ Is dat niet frustrerend? ‘Nee, we doen veel samen met partners en zitten midden in een echte watertransitie. Mijn werkzaamheden leveren hierin wel degelijk wat op. Met de gemeenten en waterschappen kijk ik nu bijvoorbeeld naar de nieuw te ontwikkelen woningbouw in dit gebied. De woningbouwopgave in de regio betekent poten tieel nóg meer harde ondergrond, waar overtollig water niet in kan verdwijnen. Wij willen dat er veel “zachte grond” komt, waar water langzamer wordt afgevoerd. We wijzen iedereen er op dat de huidige bouwregels mogelijk 15 onvoldoende klimaatrobuust zijn, en daardoor ook niet toekomstbestendig.’ In Amsterdam wordt vast goed geluisterd, met een linkse coalitie aan het roer. ‘Nee, het gaat niet makkelijk. Onder de streep bepaalt nog steeds het kostenplaatje de mate van klimaatbestendigheid. Daardoor zijn onze adviezen onvoldoende meegenomen, want “het is te duur”. Ik ben een werkgroep gestart met andere waterbeheerders en de gemeente Amsterdam. Daarin werken we mooi samen. We proberen maatwerk te leveren en zo de bouwplannen positief te beïnvloeden. Met het doel om dat in andere gebieden uiteindelijk grootschalig meteen goed van de grond te krijgen.’
Pagina 16
JONG&AMBTENAAR KIJKEN NAAR HET GROTE LOGISTIEKE PLAATJE ‘Nederland heeft met Singapore en Zwitserland het beste wegennet ter wereld’, zegt Joris Peters. En daarmee staat het wereldwijd in een top drie van 140 landen. Door zijn werk bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat probeert Joris ons land in de top drie te houden. A uto’s, automotive, logistiek en transport. In het gezin van Joris Peters in Castricum ging het daar vrijwel dagelijks over. Niet gek, met een vader die een groot deel van zijn carrière actief is als autojournalist, en een broer met vergelijkbare interesses. De gesprekken aan tafel drukten een stempel op Joris, de jongste. Als bestuurskundige kijkt hij wel met andere ogen naar vraagstukken dan zijn familie. ‘Mij interesseert minder hoe auto’s zich verplaatsen. Het grote plaatje van mobiliteit en logistiek heeft meer mijn aandacht’, vertelt hij. ‘We beschouwen mobiliteit en logistiek vaak gewoon als een gegeven’, is zijn commentaar. ‘We stappen in de auto, bus, of vrachtwagen en gaan de weg op. Maar dat we dat zonder al te veel nadenken kunnen doen en niet over de weg hobbelen zoals in sommige andere Europese landen, daar zit een wereld achter.’ RIJBEWIJZEN Op mobiliteit en logistiek wilde Joris graag afstuderen, al werd het scriptieonderwerp uiteindelijk net iets anders. ‘Ik kwam een vacature tegen bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, waar ze op basis van theorie- en praktijk examens toetsen of iemand een rijbewijs mag bezitten. Daar mocht ik helpen om kwaliteitskaders op te stellen.’ Na het voltooien van zijn master had het ministerie van IenW bij hem ‘een streepje voor’, bekent hij. Anders dan veel andere starters op departementen kwam hij niet binnen via een traineeship. ‘Mijn huidige baan is wel enigszins als een klein traineeship ingericht.’ Tijdens zijn eerste jaar zit hij ‘in een soort snelkookpan’. ‘Met de bedoeling dat ik aan het eind van dat jaar klaar ben voor de beoogde functie. Ik word dan opdrachtgever voor projecten in het hoofdwegennet, waarbij Rijkswaterstaat projecten aanmeldt en tevens de uitvoerder is. In mijn geval zijn dat vervanging- en renovatieprojecten voor bruggen, viaducten en tunnels.’ 16 JONG&AMBTENAAR VAN BRIENENOORDBRUG Het eerste project dat Joris vanuit zijn rol op het ministerie onder zijn hoede krijgt, is waarschijnlijk de Eelwerderbrug bij Appingedam. Niet zo’n meesterwerk als een van zijn favorieten, de Van Brienenoordbrug, waar hij graag onder poseert voor de foto bij dit artikel. Want de Van Brienenoord ziet hij echt als een staaltje Hollands Glorie. Maar maatschappelijk en logistiek gezien is de Eelwerderbrug belangrijk voor de regio noordoost-Groningen. Door aanhoudende storingen kon die niet meer veilig worden bediend. De brug staat tijdelijk open en het wegverkeer wordt omgeleid. Voor de langere termijn heeft de minister een meer structurele oplossing toegezegd. En daar komen onder meer Joris en zijn collega’s om de hoek kijken. EEN EEUW MEE ‘Wij werken met verschillende scenario’s: renovatie, vervanging of helemaal niks doen. Bij vervanging gaat bijvoorbeeld de hele fundering eruit, met nieuw beton. Dan kan zo’n brug weer een eeuw mee. Bij renovatie blijft het grootste deel staan, maar wordt zo’n brug helemaal opgekalefaterd, waarna hij weer een jaar of dertig mee kan.’ Joris mag dan vanuit Den Haag opereren, veldwerk blijft een absolute pre. ‘Op kantoor zie ik slechts op papier scheuren in beton en vrachtwagens die trillingen veroorzaken. Ter plekke vóél je ze eroverheen denderen en daarmee voel je dus letterlijk hoe groot de opgave is waar we voor staan.’ NNAAAAMM: Joorir s Petet rrs LELEEFTIJDJD: 255 FUF NCCTIE:E beleiddsmmedeweerker innstanandhoudinngg rijksk weggeen iminiin steerie van Innfrastructuurur en Waterrstaaa t OPLEEIDINI G:G HBO en WO Bestuurskunde
Pagina 18
JONG&AMBTENAAR EEN GEWELDIGE KANS BIJ DE GEMEENTE AMSTERDAM Joelle Livestro (33) en Lorenzo De Navascués y Lauzet (37) willen allebei graag een stap zetten in hun carrière. Daarom volgen zij nu bij de gemeente Amsterdam het ontwikkeltraject HIPP tot leiding gevende. En dat brengt ze meer dan ze hadden verwacht. L orenzo werkt zo’n vijf jaar als architect en stedenbouwkundige bij de gemeente Amsterdam wanneer hij via collega’s over het High Impact Potential Program (HIPP) hoort. Het HIPP is een ontwikkeltraject waarbij je de kans krijgt onder begeleiding te leren en te ervaren hoe het is om leidinggevende te zijn. “Dit zag ik als dé kans om van ontwerper naar een managementfunctie door te groeien.”, vertelt Lorenzo. Sinds een half jaar volgt hij het traject en geeft hij bij het Ingenieursbureau leiding aan een team projectteamondersteuners dat zich bezighoudt met infrastructuurprojecten, zoals het programma ‘Bruggen en kademuren’. Bij Joelle liep het net anders. “Mijn leidinggevende vroeg aan mij of het HIPP iets voor mij was.”, vertelt ze. “De eerste keer dat hij het vroeg was ik daar niet klaar voor. Toen hij het later nog eens vroeg, was ik dat wel.” Ze doet nu net als Lorenzo het HIPP en geeft bij de afdeling Werk en Participatie leiding aan team NUG (Niet-Uitkeringsgerechtigden) en de pilot ‘Werkende Minima’. “Wij helpen mensen die geen recht op een uitkering hebben op weg naar een baan of scholing. Gemeente Amsterdam is de enige gemeente die hier iets actiefs mee doet, dat is wel bijzonder.“ PERSOONLIJKE ONTWIKKELING Je kunt niet zomaar meedoen aan het HIPP, eerst vindt er een pittige selectie plaats. Dit jaar waren er meer dan vijftig aanmeldingen, waaruit 15 deelnemers zijn geselecteerd. Joelle en Lorenzo vinden het een geweldige kans dat ze kunnen deelnemen, want het traject heeft ze al veel gebracht. Joelle: “Vooral persoonlijke ontwikkeling binnen je werk, je leert jezelf goed kennen. Bijvoorbeeld wat je overtuigingen zijn en hoe je die terugziet in je werk, maar ook privé. Soms zit je jezelf daarbij in de weg, nu leren we hoe we daarmee kunnen omgaan. Het gaat allemaal ook heel snel. Ik weet nog hoe het was op mijn eerste dag. Nu, een half jaar later, voelt het heel anders en sta ik er echt als teammanager.” Ook opent het traject deuren voor de twee deelnemers. Lorenzo voelt zich inmiddels ervaren genoeg om te reageren op vacatures voor leidinggevenden. Joelle vindt het bovendien mooi dat ze als leidinggevende invloed kan uitoefenen. “Je kan echt iets betekenen omdat je nu wat meer op strategisch niveau werkt. Je bouwt mee aan iets. Ik was zojuist bij een vergadering, dan denk ik wel even ‘‘wauw, ik mag gewoon meedenken over belangrijke thema’s’. 18 JONG&AMBTENAAR VRIJHEID EN VERTROUWEN Geen dag is hetzelfde als leidinggevende. Lorenzo: ”De afwisseling in werkzaamheden en omgeving geeft mij veel energie. Doorgaans werk ik twee dagen thuis en twee dagen op kantoor. Thuis lees ik vooral e-mails en stukken, en doe ik administratieve taken. Op kantoor spreek ik zoveel mogelijk mensen, dan plan ik alle bila’s en overleggen. Dat vind ik ook zo fijn aan mijn werk: ik krijg alle vrijheid om mijn rol te vervullen.” Joelle: “Zo ervaar ik het ook. De gemeente Amsterdam vindt ‘vrijheid’ belangrijk, je mag autonoom zijn binnen je werk. Het verbaast me hoe ik mezelf kan zijn hier.” Lorenzo vult aan: “Ook stimuleert de gemeente Amsterdam ‘vertrouwen in elkaars vakmanschap’, wat in deze functie heel duidelijk naar voren komt. Je werkt zelfstandig en krijgt het vertrouwen dat je bijdraagt op de manier die jij het beste vindt.” JEZELF BLIJVEN ONTWIKKELEN Hoe ze de toekomst zien? Lorenzo: “Ik wil me graag verder ontwikkelen als teamleider, het liefst binnen dezelfde directie. Dit traject is voor mij nog maar het begin. De gemeente Amsterdam biedt allerlei trainingen om je loopbaan vorm te geven. Zo kan ik onderzoeken wat voor leidinggevende ik in de toekomst wil zijn: teamleider, afdelingsmanager… alles kan.” Joelle wil ook nog wel langer als leidinggevende aan de slag.Ze is dan ook blij met haar verlenging van een jaar. “Ik vind het heel leuk. Tegelijkertijd ben ik zo iemand die altijd denkt ‘Wat is er nog meer?’. Leiding geven kan natuurlijk in allerlei vormen. Nu ben ik teammanager, maar misschien ga ik straks door als programmamanager.” MEER WETEN OVER WERKEN BIJ AMSTERDAM? KIJK OP WWW.AMSTERDAM.NL/ WERKENBIJ 19
Pagina 20
JONG&AMBTENAAR SAMEN WERKEN AAN EEN GEZONDE EN VEILIGE REGIO. WIE ZIJN WIJ? De Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) werkt voor negen gemeenten (ruim 500.000 inwoners): Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort. Onze organisatie bestaat uit de GGD (waaronder Ambulancezorg en Jeugdgezondheidszorg), de brandweer, Crisisbeheersing Kennemerland, Landelijke Meldkamer Samenwerking Noord-Holland, Zorg- en Veiligheidshuis, Veilig Thuis en ondersteunende afdelingen. Met Tata Steel, het Noordzeekanaal en Schiphol is onze regio één van de meest risicovolle veiligheidsregio’s in Nederland. WERKEN BIJ ONZE VEILIGHEIDSREGIO Binnen onze organisatie vind je collega’s met uiteenlopende expertises en achtergronden. Eén cruciaal ding hebben we met elkaar gemeen: samenwerken! We bundelen onze krachten voor hetzelfde doel: onze regio zo gezond en veilig mogelijk houden. Doe jij met ons mee? Kijk snel bij op www.werkenbijdevrk.nl. Staat je droombaan er nu niet bij, meld je dan aan voor een vacature-alert of zoek contact met ons. Naast een interessante baan in een dynamische (crisis)organisatie, hebben wij uitstekende arbeidsvoorwaarden waaronder een Individueel Keuze Budget (17,05% van het bruto jaarsalaris). Je kunt er o.a. voor kiezen dit uit te laten betalen of er extra vakantie uren van te kopen. Bij ons krijg je de mogelijkheid je verder te ontwikkelen door het volgen van opleidingen, trainingen en workshops, bijvoorbeeld op het gebied van vitaliteit. EEN SPANNENDE CRISISFUNCTIE Veel medewerkers hebben naast hun reguliere werk een crisisfunctie, waarvoor zij opgeleid en geoefend zijn. Zij komen in actie als hun pieper gaat. Dat kan een brand zijn, maar ook een vliegtuigongeval, tunnelincident of een uitbraak van infectieziekten. JONGVRK JongVRK verbindt jonge, enthousiaste medewerkers met elkaar door het organiseren van gezellige en leerzame activiDE MEDEWERKERS VAN VEILIGHEIDSREGIO KENNEMERLAND (svz 2021) • 333 fulltime brandweer • 396 vrijwilligers • 1.627 GGD (inclusief tijdelijke medewerkers voor coronapandemie) • 85 ambulancemedewerkers • 25 crisisbeheersing Kennemerland (specialisten risico- en crisisbeheersing) • 47 meldkamer medewerkers (brandweer en ambulance) • 105 medewerkers ondersteunende afdelingen • 96 medewerkers Veilig Thuis • 23 stagiaires • 2 directeuren 58% mannen, 42% vrouwen teiten. Hier krijgen ideeën een podium, is ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, en het biedt de basis voor een interessant netwerk. Je leert in no-time collega’s binnen de hele VRK kennen. 20 OP STAP MET SPOORINSPECTEUR RICK STIGTER ‘ILT houdt toezicht op 160 onderwerpen’ Rick Stigter is inspecteur bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de toezichthouder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Met zijn collega’s werkt hij aan veiligheid en duurzaamheid in transport, infrastructuur, milieu en wonen. Rick controleert en beoordeelt systemen, processen, methoden en de ‘harde’ infrastructuur van het spoor. JONG & Ambtenaar trok met hem op tijdens zijn werk. NAAM: Rick Stigter LEEFTIJD: 29 FUNCTIE: inspecteur rail BIJ: Inspectie Leefomgeving en Transport OPLEIDING: MBO 4 elektrotechniek; HBO internal/operational auditing 21 JONG&AMBTENAAR
Pagina 22
Voordat Rick Stigter in dienst kwam bij de Inspectie Leefomgeving en Transport werkte hij in een technische functie bij ProRail. ‘Ik hou echt van techniek. Bij de ILT werk je aan toezicht op veel terreinen, van luchtvaart tot rail tot kabelbaan. Onze inspectie houdt toezicht op ongeveer 160 onderwerpen. Met de juiste expertise kun je er veel kanten op en jezelf op allerlei manieren ontwikkelen. Regelmatig maken inspecteurs de overstap naar een andere sector.’ VEEL INSPECTIEWERK DOE IK ZELFSTANDIG EN ALLEEN. MET COLLEGA’S BESPREEK IK DOORLOPEND INSPECTIERESULTATEN. ZO KUNNEN WE EVENTUEEL VASTSTELLEN WAAR MEER INSPECTIES OP MOETEN WORDEN UITGEVOERD. OOK DOEN WE THEMAONDERZOEKEN. 22 JONG&AMBTENAAR CONTROLE VAN DE BEVOEGDHEID VAN EEN MACHINIST VAN EEN PASSAGIERSTREIN. POPULAIR GEZEGD: EEN CHECK OF DE MACHINIST ZIJN ‘RIJBEWIJS’ BIJ ZICH HEEFT ÉN KAN TONEN. IN DE CABINE BEKIJK IK NOG WAT ANDERE PAPIEREN, ONDER MEER OM TE ZIEN OF DE MACHINIST VOLDOENDE KENNIS HEEFT VAN MATERIEEL EN INFRASTRUCTUUR. STAANDE NAAST EEN REIZIGERSTREIN BEOORDEEL IK OF DE CONDUCTEUR ZIJN VERTREKPROCES GOED UITVOERT. HEEFT DE CONDUCTEUR ZICHT OP ALLE DEUREN? DAN VOLGT HET FLUITSIGNAAL EN SLUITEN DE DEUREN. DE CONDUCTEUR KIJKT OF DIE GESLOTEN ZIJN EN ER NIETS TUSSEN ZIT. ALS LAATSTE HANDELING SLUIT HIJ ZIJN EIGEN DEUR. ‘ Ik hou echt van techniek’ IN DE LOOP VAN DE WERKDAG VERZAMEL IK VEEL INFORMATIE. DIE MOET INGEVOERD WORDEN IN DE DAARVOOR BESTEMDE ADMINISTRATIEVE SYSTEMEN. OP ZO’N KANTOORDAGJE KAN IK GELIJK MET COLLEGA’S BIJPRATEN. 23 JONG&AMBTENAAR
Pagina 24
JONG&AMBTENAAR Een jonge organisatie in een eeuwenoude regio MAAK HET MEE BIJ GEMEENTE LAND VAN CUIJK Bij Land van Cuijk maak je het mee! Een nog jonge gemeente, volop in ontwikkeling. Werken voor Land van Cuijk is daardoor best uitdagend. Tegelijkertijd biedt het veel kansen: je krijgt veel ruimte voor eigen inbreng en verantwoordelijkheid. We zijn een grote gemeente, waarin we groot denken maar klein doen. We werken aan projecten en opdrachten die écht het verschil kunnen maken. Dat geeft voldoening. GROOT DENKEN, KLEIN DOEN We zijn qua oppervlakte de grootste gemeente van Brabant, ruim 351 km2 met 90.000 inwoners verdeeld over 33 unieke kernen. Je kunt dus niet om ons heen! Onze positie gebruiken we om de beste resultaten te behalen voor onze inwoners en ondernemers. Tegelijkertijd hebben we oog en oor voor wat er in onze kernen leeft. We versnellen en versterken lokale initiatieven. We werken niet alleen voor, maar juist mét de samenleving en bouwen samen aan een duurzaam en vitaal Land van Cuijk. GOED IN JE VEL We vinden het belangrijk dat onze medewerkers goed in hun vel zitten. We bieden onder meer loopbaanadLAND VAN CUIJK IN HET KORT: ONTSTAAN IN 2022 NA EEN FUSIE VAN VIJF GEMEENTEN GROOTSTE GEMEENTE VAN BRABANT IN OPPERVLAKTE 800 MEDEWERKERS FLEXIBELE WERKTIJDEN EN LOCATIES UITSTEKENDE ARBEIDSVOORWAARDEN VACATURES: WWW.WERKENBIJLANDVANCUIJK.NL OF SCAN DE QR CODE vies, dat draait om individuele ontwikkeling, vitaliteit en geluk. Of het nu werkgerelateerd is of juist persoonlijk: er is altijd gelegenheid voor goede gesprekken. FLEXIBEL Een prettige werk- en privébalans vinden wij erg belangrijk. Zeker in de huidige tijd. Flexibel werken en daar werken waar jij optimaal kunt werken is volgens ons de nieuwe manier van werken. We werken vanuit diverse locaties in de gemeente of vanuit huis en je kunt ook zelf gemakkelijk je werktijden indelen. TALLOZE ONTWIKKELKANSEN Persoonlijke ontwikkeling staat bij ons hoog in het vaandel. Medewerkers krijgen de kans om zich te blijven ontwikkelen en te groeien. We bieden daarom uitgebreide opleidingsmogelijkheden. Ook hebben we onze eigen Land van Cuijk-academie waar je interessante trainingen en workshops kunt volgen. Voor ieder wat wils! 24 JONG&AMBTENAAR SCHAKEL TUSSEN MENS EN TECHNIEK Wanneer de gemeente Meierijstad een verandering voor haar werknemers wil doorvoeren, is de kans groot dat Rosan Koolen de leiding heeft. ‘Vaak gaat het om de vernieuwing van een werkwijze of technologie,’ vertelt ze. ‘Een systeemverandering, noemen we dat. Ik coördineer zo’n project van begin tot eind.’ ls voorbeeld noemt ze de vervanging van het telefoniesysteem. ‘De technologie die we nu gebruiken, voldoet niet meer aan onze wensen. Daardoor kan ons klantcontactcentrum – wat je kunt zien als het callcenter van de gemeente – niet de optimale dienstverlening leveren. Dus willen we het systeem vernieuwen. Uiteindelijk merken ze dat natuurlijk niet alléén bij het klantcontactcentrum. Iedere werknemer die via de gemeente belt of wordt doorverbonden, zal ermee te maken krijgen.’ GROTE VERANDERING Kortom: een grote verandering. En dus is Rosan als projectleider informatievoorziening nodig om dit proces te begeleiden. ‘Mijn werk speelt zich af in verschillende fasen. Het begint met het signaleren en analyseren van een probleem. Vervolgens breng ik de wensen en behoeften in kaart. Daarna zoeken we een geschikt alternatief en coördineer ik de implementatie en adoptie van het nieuwe systeem. Adoptie betekent: opleiding, training en communicatie.’ Vooral communicatie is in die laatste fase van groot belang, aldus Rosan. ‘Ik vertel medewerkers wat er precies verandert, waarom het verandert, wat het oplevert en wat het van ze eist. Ook kunnen ze altijd met vragen bij mij terecht.’ Dit betekent niet dat Rosan alle details kent van de achterliggende techniek. ‘Er zit heus een technisch aspect aan mijn werk, maar ik ben geen specialist. Daar heb ik een team van deskundigen voor, waar ik dan weer terecht kan met vragen. Ik ben dus een beetje de schakel tussen het systeem en de medewerker.’ VOORTDUREND SCHAVEN Ook de werkwijze van de afdeling financiën is momenteel aan vernieuwing toe, vertelt ze. ‘De leverancier liet weten dat 25 NNAAAMAM: Roossann Koolen LLEEEFTITIJDJD: 330 FUN T E: projec l d nformatievoo zien n B J gemeente FUNCTIIE proje tleider inform i orziening BIIJ:: gemeente Meiieri stad OPLEIDING: OPLEIDING: WOmastaste bestuurskunde EIDING: WOmaster e erijjs ad A het huidige systeem over anderhalf jaar gaat veranderen. Dit is een goed moment om te beoordelen of we misschien iets anders willen. We zijn natuurlijk aan het oude systeem gewend, maar is het nog optimaal? Ik ben nu met medewerkers in gesprek om dat te onderzoeken.’ Zo blijft ze voortdurend schaven. ‘We zijn ook de digitale samenwerking aan het evalueren. We hebben de afgelopen twee jaar vanwege corona natuurlijk hybride gewerkt. Nu dachten we: laten we ook eens kijken hoe we dit kunnen verbeteren. Bijvoorbeeld de manier waarop collega’s samenwerken in hetzelfde document. Het zijn misschien simpele dingen, maar er is een projectleider voor nodig om ze op de juiste manier te integreren.’
Pagina 26
NAAAMM: Lio van den Boso cchh LEEFTTIJD: 28 FUUNNCTIE: projectmmedewerker diversiteit en incllusie BIJ: prroovviincie Noord--Hoollannd STTUUDIE: WO baachhelorr: bioi logie; WO mmasttere : science educatioi n & coommmunu icata ion JONG&AMBTENAAR ‘Mensen met een unieke invalshoek’ DIVERSITEIT IS MEER DAN EEN IDEE Voor Lio van den Bosch is diversiteit niet zomaar een idee. ‘Ik ben een polyamoureuze transman, dus eigenlijk ben ik zélf dit onderwerp.’ och wil hij het vooral over zijn werk hebben. ‘Vroeger was ik kritisch op de overheid. Totdat mijn vader mij op een vacature wees en zei: “Als je het zo goed weet, ga er dan wat aan doen”.’ Zijn beeld van de overheid kantelde al snel. Hij werd onderdeel van de afdeling human resources bij de provincie Noord-Holland en viel naar eigen zeggen met zijn neus in de boter. ‘We kregen een workshop over onbewuste vooroordelen. Iedereen was welwillend om te leren.’ T ‘Vrienden voelen zich onveilig op mannenen vrouwen-wc’s’ DIVERSITEIT IN WERKGEVERSBELEID Inmiddels is hij medewerker/adviseur diversiteit en inclusie. ‘Ik geef advies over de integratie van D&I in werkgeversbeleid. Daarnaast organiseer ik workshops, zogeheten kennissessies en andere activiteiten. Zo probeer ik de bewustwording over dit onderwerp bij de provincie verder te vergroten.’ Hierin staat hij niet alleen. ‘Ik coördineer ambassadeurs, collega’s door de hele organisatie heen die zich hiervoor 27 hebben aangemeld. Zij helpen activiteiten organiseren en we geven samen mini-workshops, maar ze zijn ook de oren en ogen op de werkvloer. Zij weten wat er nodig is om de acceptatie en waardering van onderlinge verschillen te vergroten.’ Die verschillen zijn grofweg onder te verdelen in drie cate gorieën, vertelt Lio. ‘Culturele diversiteit, gender en seksualiteit, en neurodiversiteit. Onder neurodiversiteit valt iedereen die afwijkt van wat wordt gezien als de norm qua hersenstructuur of manier van denken. Autisme is een bekend voorbeeld. Sommigen noemen dit psychische kwetsbaarheid, maar wij zien het als kracht. Het zijn mensen met een unieke invalshoek.’ PRATEN IS DE OPLOSSING Het hoofddoel is volgens Lio om de provincie een afspiegeling te laten zijn van de samenleving. ‘En een organisatie waarin iedereen zich thuis voelt.’ Hoewel dit thema in de media soms gevoelig ligt, zegt Lio daar bij de provincie weinig van te merken. Als er dan toch discussie ontstaat, blijkt praten de oplossing. Lio: ‘Toen we tijdens een workshop een keer genderneutrale wc’s bespraken, was er een collega met zorgen: was dat nou echt wel nodig? Ik heb toen uitgelegd dat veel van mijn vrienden zich onveilig voelen op mannen- en vrouwen-wc’s. Was het dan echt zo veel moeite om daarnaast een genderneutrale wc te plaatsen? De reactie was meteen positief. Door te praten ontstaat er begrip; dat vind ik mooi.’ Kortom, Lio heeft zijn plek gevonden. ‘Ik ga iedere dag met plezier naar mijn werk. Ik leer continu. Vooral van mijn collega’s, met al hun ervaring. En dan zijn er ook nog eens genoeg kansen om door te groeien.’
Pagina 28
JONG&AMBTENAAR VELSEN; OVERZICHTELIJKE ORGANISATIE, VEELZIJDIGE GEMEENTE Bij Team Velsen staat niemand alleen en niemand haalt zijn resultaten alleen. We hebben medewerkers met allerlei verschillende talenten in huis. We werken in samenhang aan onze gezamenlijke opgaven. Daarbij maken we gebruik van elkaars expertise en competenties. We geloven in minder regels. Naar de buiten wereld, maar ook naar onze eigen medewerkers. Je hoeft voor ondernemend gedrag geen toestemming te vragen. Onze omgeving is voortdurend in ontwikkeling. Dat vraagt om snelle besluitvorming. Zodat we kansen pakken en oplossingen bieden. Daarom leggen we bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie. Medewerkers kunnen zo snel aansluiten bij de behoeften van inwoners en bedrijven. Daarbij gaan we uit van vertrouwen. Dat vertrouwen hebben we, omdat we goede, capabele medewerkers in huis hebben. We werken met de Velsenaar in ons hoofd en in ons hart. Inwoners van Velsen zijn nuchter, betrokken en recht voor z’n raap. De saamhorigheid is groot. In Velsen geef je elkaar de ruimte. Zolang je anderen niet tot last bent, kan en mag er veel. DE KRACHT VAN VELSEN De unieke, strategische ligging aan de monding van het Noordzeekanaal en de Noordzee. We werken slim samen met de lokale en regionale netwerken van inwoners, bedrijven, kennisinstellingen en overheden. De grote veelzijdigheid. Gemeente Velsen heeft veel plekken die een kennismaking waard zijn. We hebben het, of we hebben het dichtbij. Hier leven mensen samen, hier beleven mensen samen! Kijk maar eens op: Nieuwsgierig naar Team Velsen? Kijk voor meer info en vacatures op: JONG VELSEN Onder de naam Jong Velsen komen jonge ambtenaren regelmatig bij elkaar om een borrel te drinken, kennis te delen, blijvende contacten te leggen en inspirerende workshops te volgen. KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE De organisatie bestaat uit ongeveer 500 medewerkers. 21% van de collega’s is 35 jaar of jonger. Velsen heeft ongeveer 70.000 inwoners. Velsen heeft de grootste zeesluis van de wereld; zeesluis IJmuiden. Velsen bestaat uit de 7 woonkernen, ieder met zijn eigen kenmerken. Kijk op Velsen.nl voor meer informatie over onze organisatie. Bij Velsen vinden we het belangrijk om te investeren in jonge ambtenaren. Er is veel ruimte voor ontwikkeling en plezier. Bij Velsen kun je jezelf zijn op het werk. En dat draagt bij aan je werkgeluk! We willen niet alleen het beste voor onze samenleving, maar ook voor elkaar. Annabel van Schooten (25 jaar), consulent Zorg en trekker van Jong Velsen: ‘De professionele en ook informele, persoonlijke manier van omgaan met elkaar maakt werken bij gemeente V elsen betekenisvol voor mij.’ 28 JONG&AMBTENAAR ELKAAR LEREN KENNEN IN EEN GLOEDNIEUWE WIJK Nieuwbouwwijken aan de randen van grote steden hebben doorgaans tevreden bewoners. Maar vaak is het meer van hetzelfde. In de Utrechtse woonbuurt Leeuwesteyn, aan de westkant van het Amsterdam-Rijnkanaal, is geprobeerd het anders te doen. L eeuwesteyn moet voelen als een ‘stadswijk’, en heeft een mix aan bewoners, vertelt gemeenteambtenaar Martin Chaigneau, van huis uit planoloog en sociaal geograaf en met een master gezondheid en maatschappij. De wijk is kleinschalig, groen en vol afwisseling. Met gezinnen, maar ook alleenstaanden. Met steegjes en lanen, binnentuinen, hofjes en hoogteverschillen. GEZONDHEID OP ÉÉN Hoe gevarieerd ook, een beetje anoniem woont het eerst wel in zo’n nieuwbouwwijk. Martin steekt een handje toe om inwoners en bedrijven elkaar te laten vinden en te leren kennen. De invalshoek van waaruit hij werkt: gezondheid. ‘Vraag mensen wat ze belangrijk vinden en dat staat bijna altijd bovenaan’, zegt hij. ‘In mijn ogen is gezondheid bijna de graadmeter voor hoe goed je het als gemeente doet voor inwoners. Gelukkig breekt dat inzicht steeds meer door. Mijn collega’s en ik letten onder meer op voldoende speelplekken en andere recreatieplekken. Op voldoende groen in de buurt en lucht- en geluidkwaliteit.’ SOCIALE COMPONENT ‘Waar we als overheid goed in zijn, is huizen neerzetten, stenen stapelen’, licht Martin toe. ‘Maar van de sociale component weten we nog niet zoveel. Vaak wordt aangenomen dat de eerste tien, vijftien jaar in een buurt niet zo gezellig zijn. De mensen kennen elkaar niet.’ In sociologentaal: de sociale cohesie moet nog op gang komen. Vanzelf gaat dat niet, weet hij: ‘De eerste jaren moet je als overheid je best doen om onderling contact en gezamenlijke activiteiten te ondersteunen. De wijk wordt daar leefbaarder van, en je voorkomt problemen later.’ VERRASSENDE ONTMOETINGEN Dit alles betekent niet dat hij zelf buurtbarbecues of sportworkshops organiseert. ‘Wij doen alles samen met inwoners of andere organisaties. Zij weten niet altijd van elkaars bestaan, terwijl ze soms tegen dezelfde problemen en behoeften aan lopen. Wat wij doen, is verrassende 29 NAAAM: Martin Chahaiggi nneaauu LEEFTIIJDJ : 299 FUNCCTIE: addviseur voollksksgezonddheidd en lel efomggeviving BIJ: gemeente Utrecht OPLEIDING: bachelor sociale geografie en planologie; master health & society ontmoetingen creëren. Het is leuker en efficiënter om bewoners daarin bij te staan, dan om als overheid telkens iets nieuws te verzinnen.’ Kan dat iets concreter? ‘Het gaat van mensen die met ouderen een rondje lopen door de wijk tot een coach die met kinderen op stap gaat en hun wat leert over de natuur. Maar er zijn ook initiatieven die voedingsadvies geven. We zetten die partijen bij elkaar en geven ze een podium om hun verhaal te doen. Dan komt er vaak van alles tot leven.’
Pagina 30
JONG&AMBTENAAR Louisetta helpt oorlogsvluchtelingen aan een veilige plek ‘ ALLES MOEST IN KORTE TIJD GEBEUREN’ Kwetsbare mensen helpen loopt als een rode draad door de loopbaan van Louisetta Eisses. Vooral als het gaat om gezondheid, inkomen en beschermd wonen. L ouisetta begon haar loopbaan met het helpen van ondernemers met schulden. ‘Armoede en schulden vormen nog de kern van mijn werk, maar nu betreft het particulieren. Op het moment dat mensen financiële of psychische problemen hebben, kunnen ze vaak minder goed meekomen in de samenleving en hebben ze soms gezondheidsproblemen. Met mijn studieachtergrond heb ik het altijd interessant gevonden hoe die twee onderwerpen – geld en gezondheid – elkaar raken.’ Louisetta’s gebruikelijke werk staat even op een laag pitje. ‘Ik ben nu het grootste deel van mijn tijd kwijt aan de zorg en opvang van Oekraïners in onze gemeenten. Buiten particuliere opvang bij gastgezinnen en in huurwoningen zijn er verschillende locaties geschikt gemaakt voor opvang voor een langere periode. Op dit moment herbergen we in totaal bijna 300 vluchtelingen in onze drie dorpen.’ De eerste groep, die aankwam in maart, werd aanvankelijk ondergebracht in een hotel. ‘Van daar zijn de mensen doorgeplaatst naar opvanglocaties, die we samen met woningcorporaties en buurtcomités hebben opgezet. Ook is een leegstaand bankkantoor geschikt gemaakt. Een hele operatie; alles moest in korte tijd gebeuren. Zo’n beetje iedereen in de organisatie hielp mee. De een legde een vloertje, anderen gingen om in te kopen naar de Ikea.’ HUISVESTEN EN LEEFGELD Klinkt gemakkelijker dan het was. ‘We moesten onze vluchtelingen uit Oekraïne niet alleen huisvesten. Er moest veel geregeld worden op het gebied van onderwijs en medische 30 ondersteuning. Daarnaast was leefgeld nodig. We hoorden bij de kopgroep van gemeenten die dat geregeld hadden voor de vluchtelingen. In het begin keerden wij leefgeld contant uit. In alle lagen van de organisatie zaten collega’s ouderwets geld te tellen. Inmiddels hebben we een betaalsysteem.’ De kennismaking met oorlogsvluchtelingen raakte Louisetta. ‘Je zag de onzekerheid en teleurstelling in hun ogen. Ze hebben zo veel meegemaakt. Het was echt een getraumatiseerde groep die daar zat. Dat doet wel wat met je.’ Van hotel naar woonhuizen en andersoortige opvang. ‘Helaas gaat het van mooi naar minder mooi’, realiseert Louisetta zich. ‘Ik vind dat wel lastig. Wat ook schuurt: voor de mensen uit Oekraïne kwam de halve gemeenschap van de bank af. Maar ook in “gewone” regionale asielzoekerscentra van het COA verblijven mensen die gehuisvest en begeleid moeten worden. Naar mijn idee moet iedereen gelijk behandeld worden, maar voor de laatstgenoemde groep is minder draagvlak. Je merkt een kanteling in de maatschappij ten aanzien van vluchtelingen.’ Dat leidt, zegt Louisetta, ‘tot een continu conflict in mezelf. Gelukkig verdwijnt dat naar de achtergrond als ik aan het werk ben.’ NADENKEN OVER LANGERE TERMIJN Ze voorziet dat er nog vluchtelingen bij komen, zolang het conflict in Oekraïne voortduurt. Nauwelijks tijd om rustig adem te halen dus. ‘Vanaf maart was het actie-reactie. Nu moeten we nadenken over de langere termijn en hoe we die vormgeven, bijvoorbeeld op het vlak van integratie.’ NAAM: Louuisetta Eisses LEEFTIJD: 34 FUNCTIT E:E belel idi sadviseuur sociaal domem in BIJ: BEL Combinatie (Blaricum, Eeme nes en Larreen) OPLEIDING: WO gezondheidswetenschaappp een
Pagina 32
LOOPBAAN NEEM ZELF DE REGIE OVER JE Grote ambities, flinke werkdruk, veel ontwikkelen. Starten bij de overheid is voor veel jonge ambtenaren een rollercoaster. Waar begin je en wat heb je nodig? Een gesprek tussen Djulianti van de Ven (beleidsadviseur bij gemeente Leiden & bestuurslid FUTUR) en Marc Wessels (strategisch relatiemanager bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden; finalist Jonge Ambtenaar van het Jaar 2022). Over ontwikkeling, flexibiliteit en ruimte nemen. OPLEIDING EN PRAKTIJK Marc: ‘Je wordt bij de overheid direct geacht je eigen ruimte te creëren en je grenzen aan te geven. Maar waar moet je dat als jong persoon leren? Er zit een gat tussen opleiding en praktijk. Veel dingen leer je niet op je opleiding. Werken is in het begin veel leren. Daar is goede begeleiding vanuit je werkgever voor nodig. Samen een ontwikkelpad uitstippelen, talenten benutten en vaardigheden aanleren. Zelf de regie over je carrière nemen, assertiever zijn, durven nee te zeggen. Dat vraagt om een teamleider die daar ruimte voor geeft en bijstuurt wanneer nodig.’ Djulianti: ‘Druk zijn is niet erg, maar het moet er niet toe leiden dat je vastloopt. Daar leer je niets van, je ontwikkelt je niet meer. Die valkuil moet je samen met je teamleider zien te voorkomen.’ 32 JONG&AMBTENAAR ‘Een training is een beginpunt, je moet daarna ook de tijd krijgen om nieuwe kennis en tools toe te passen’ Wat betekent regie over je eigen carrière? Marc: ‘Als je aan een baan begint, dan heb je daar een beeld bij. Tegelijkertijd is het goed om vooraf na te denken over hoe je je wilt ontwikkelen. Kan dat binnen jouw functie? Wat is ervoor nodig? Welke mogelijkheden zijn er? Bespreek dat met je leidinggevende.’ Djulianti: ‘Perspectief is belangrijk. Ik was zelf trainee en ik weet dat het soms lastig is om daarna bij je werkgever te kunnen blijven. Dat kan jonge medewerkers afremmen. Start je met een ontwikkeltraject als je geen uitzicht hebt op een vast contract? Kaart dat aan.’ Is ontwikkelen niet ook een kwestie van ruimte nemen? Djulianti: ‘Ontwikkelen is goed en belangrijk. Daarvoor heb je een opleidingsbudget. Maar blijft er nog tijd over om dat wat je geleerd hebt toe te passen in de praktijk? Een training is een beginpunt, je moet daarna ook de tijd krijgen om nieuwe kennis en tools toe te passen. Tijd krijgen om met ervaren collega’s te sparren en elkaar te helpen met persoonlijke leerdoelen. Ook dat is ontwikkelen. Een goede balans tussen ontwikkelen en ruimte krijgen om het geleerde toe te passen is cruciaal.’ Wat heb je geleerd door ruimte te nemen? Djulianti: ‘Strategisch te werk gaan. Ik kan nu veel beter aanvoelen wanneer je welk punt bij wie moet inbrengen. Dat werkt beter dan altijd alles direct op tafel gooien.’ Marc: ‘ In de waan van de dag werk je soms op de automatische piloot, maar verlies je de samenhang tussen je werkzaamheden uit het oog. Zoom eens uit en je weet veel beter hoe je verder moet.’ Niet alles tegelijk Marc: ‘Jonge collega’s barsten van de enthousiaste ideeën als ze ergens komen werken. Fijn, maar het botst ook weleens met collega’s die er langer zitten. Je hoeft en kunt niet alles vanaf dag één te veranderen. Neem de tijd om de orga33 nisatie te leren kennen, begrijp waarom de dingen gaan zoals ze gaan. Dan pas snap je waarom er soms weerstand ontstaat. Vervolgens maak je je hard voor de zaken die echt anders moeten, die de organisatie en jouzelf in de weg zitten. Pick your battles!’ MARC WESSELS DJULIANTI VAN DE VEN JONG&AMBTENAAR
Pagina 34
JONG&AMBTENAAR GROEI MEE MET RIJSWIJK De komende jaren groeit Rijswijk maar liefst met een derde. Daarmee zijn we één van de snelst groeiende steden in Nederland. Rijswijk ligt midden in een dynamische regio in Zuid-Holland. We zijn een gemeente met een dorps karakter maar met grootstedelijke uitdagingen. In 2021 zijn we uitgeroepen tot groenste stad van Nederland. We bouwen ook aan één van de duurzaamste wijken van ons land midden in de Randstad. WARME SFEER Onze organisatie kent een warme sfeer. We stimuleren een inclusieve (werk)cultuur waar iedereen zichzelf kan zijn. We zijn een platte organisatie met weinig hiërarchie. Door de korte lijnen is er een persoonlijke en informele werksfeer. Collega’s uit verschillende delen van de organisatie weten elkaar gemakkelijk te vinden. We kennen elkaar dan ook bij naam, niet bij functie. Wij vinden het belangrijk dat jij je welkom voelt bij ons. Via een interactief introductieprogramma maak je kennis met ons bestuur en onze organisatie. En tijdens een fietstocht met (nieuwe) collega’s door Rijswijk kom je daarnaast meer te weten over de ontstaansgeschiedenis van de stad. Zo voel je je snel thuis in Rijswijk. VRIJHEID Onze invalshoek is dat je zoveel mogelijk autonoom werkt en de vrijheid krijgt om een eigen invulling te geven aan je functie. Je krijgt de kans om initiatief te nemen en creatief te zijn. We kijken vooral naar het resultaat. Daarnaast heb je ook de vrijheid om de werkplek te kiezen die het beste bij jou en je werkzaamheden past. Je kunt thuis geconcentreerd aan het werk, hybride vergaderen en op een werklocatie jouw collega’s ontmoeten. Wij bieden jou de faciliteiten die dit mogelijk maken. MAATSCHAPPELIJKE IMPACT Bij ons kun je écht het verschil maken voor de inwoners, organisaties en bedrijven. Wij waarderen een pragmatische aanpak. Jouw werk is goed zichtbaar. Niet alleen binnen de organisatie, maar ook daarbuiten. Rijswijk heeft ambitie. Door alle grootstedelijke uitdagingen op het gebied van stedenbouw, mobiliteit en veiligheid liggen er interessante opgaven op je te wachten. Bij ons heeft jouw werk écht maatschappelijke impact. Je doet werk dat ertoe doet. ONTWIKKELING EN GROEI Onze groei als stad stimuleert de verdere ontwikkeling van onze organisatie, onze teams én van jou als individu. Wij geloven dat dit elkaar versterkt. In Rijswijk werken we samen aan onze professionele ontwikkeling en dat doen 34 JONG&AMBTENAAR we met plezier. Dat vind je terug in ons uiteenlopende leeraanbod. Soms volg je een online of fysieke workshop, training of seminar, dan weer speel je een interactief spel. Ook bieden we traineeships aan en hebben we een eigen Rijswijk Academie. Onze managers staan open voor kandidaten die nog niet 100% aan de functie-eisen voldoen. Wanneer jij nog niet alle functie-eisen kunt afvinken, maar wel talent en potentieel hebt, dan krijg je bij ons de ruimte om te groeien in je functie. We stimuleren actief doorgroei naar andere functies binnen Rijswijk. Hierdoor is ons doorstroompercentage hoger dan bij vergelijkbare gemeenten. Zo groei je mee met Rijswijk. Interesse in werken voor Rijswijk? Kom vrijblijvend een kop koffie drinken in ons gezellige Werkc@fé met een Ook mooi meegenomen: Met een laptop/iPad en iPhone en thuiswerkfaciliteiten kun je werken waar jij wilt Stadhuis Rijswijk is goed bereikbaar met OV, fiets en auto. Gratis parkeren kan op loopafstand 500 collega’s van gemiddeld 48 jaar kunnen jou ondersteunen met werkervaring en kennis 94 collega’s hiervan zijn jonger dan 36 jaar en vormen samen met jou een welkome frisse wind Verhalen van collega’s lees je op www.WerkenVoorRijswijk.nl toekomstige collega in jouw vakgebied. Neem hiervoor contact op met Inge van der Steen, HRM gemeente Rijswijk. Mailadres: ivdsteen@rijswijk.nl of telefoonnummer 14 070 35
Pagina 36
JONG&AMBTENAAR Vincent Roozen – algemeen directeur slash gemeentesecretaris van de gemeente Rotterdam – neemt je op sleeptouw door zijn stad. Misschien ook wel jouw stad? W aarom Rotterdam jou nodig heeft? Nou, dat laat ik je graag met eigen ogen zien. Spring maar achter op mijn fiets … Zit je een beetje? Gaan we. En geen oortjes in, want ik klets graag. Vertel ik je gelijk een verhaal. Hoe ik – lang voordat jij überhaupt bestaat – van jongs af aan door deze stad fiets. Eerst van Noord naar het centrum, toen Oost naar West, en sinds ik tegen het centrum aan woon vooral vanuit daar naar buiten. Die jonge Vincent heeft wat met de stad. Brandweerman of politieagent worden klinkt ook wel oké, maar nee: ambtenaar. Dát moest en zou het worden, ook al scoort dat niet echt op verjaardagsfeestjes. Maar ik weet wat ik wil. Werken voor Rotterdam, voor de publieke zaak. Dus ik solliciteren. Wijst de gemeente me af! Ik terugschrijven: ‘Sorry, maar voor mij geen optie. Geef me anders een contractje voor een paar maanden. Ik beloof dat ik mijn best doe.’ Ze nemen me aan. En raken me nooit meer kwijt. Jij en ik fietsen over een paar Rotterdamse paradepaardjes: de vernieuwde Coolsingel. De Erasmusbrug. De Kop van Zuid. Over de nog jonge Rijnhavenbrug voor voetgangers en fietsers, die wij hier tot de Hoerenloper hebben omgedoopt vanwege de verbinding met – nu trendy – Katendrecht. We drinken iets bij café De Ouwehoer. Of Theater Walhalla. Ja, Rotterdam is hip, happening. Een architectuurstad van statuur. Een kansenstad. Die je echt trots kan maken. Maar er is een andere kant. Want we fietsen verder. Naar de Afrikaanderwijk. Onderdeel van het aanpakplan ‘Nationaal Programma Rotterdam Zuid’. We gaan op een bankje zitten. En zien de wijk leven. Maar … ook die dichte gordijnen en met kranten afgeplakte ramen. Achter die ramen? Geldproblemen, moeilijkheden, weinig kansen in het leven. Rotterdammers die de overheid niet goed weten te vinden. Soms geen enkel vertrouwen hebben in de overheid. En ja, soms terecht ook – kijk naar de Toeslagenaffaire. Stel je voor dat jij meedoet. Om kwetsbare Rotterdammers, zo’n kwetsbare wijk vooruit te helpen. Dat jij die uitdaging pakt. Nee, omarmt. Voor het grote plaatje gaan, maar altijd op jouw netvlies: oog hebben voor de mens. Het in - dividu dat telt. Kom, we fietsen verder door Zuid. Nu wat luchtigs. Collega’s op de vuilniswagen vragen of we even meehelpen met grofvuil ophalen, zoals ik laatst deed op werkbezoek. Jij stroopt je mouwen op en zegt: ‘Vincent, wedden dat ik meer dan jij in die bak kieper?’ Jij wint, maar ik zeg dat ik je als gastheer moet láten winnen. Als we klaar zijn, kijken we uit op een schoon straatje. High five. We komen in IJsselmonde. Je vindt het vastgoed hier best oké eruitzien. Toch ook soms van die dichtgeplakte ramen. Een projectleider buitenruimte die we tegenkomen, vertelt heel bescheiden dat ze wat kleine dingen hebben gedaan. Een paar picknicktafels tussen de flats neergezet, een kooltjesbak voor de barbecue, afvalbakken erbij. Maar jij en ik kijken elkaar aan, en voelen: dit is niet klein. 36 “ Je gaat gegarandeerd een paar keer keihard op je plaat. Hoort bij experimenteren” HIER SPRING JIJ DAN ACHTEROP. Die picknicktafels betekenen ontmoeting voor de mensen. Binding in de buurt. En voordat je het weet, is het hier veiliger, passen buren op elkaars kinderen, maken ze hun buurtje schoon. En verdomd, een vrouw met nog-net-geen-krulspelden-in roept naar ons: ‘Het wordt best gezellig, hoor, hier achter de flats!’ We fietsen weer, terug naar de Coolsingel. Maar ho, wat gebeu… Bám! Ik laat ons gewoon expres vallen. Met onze kont op de grond leg ik je uit: ‘Weet je, werken bij de gemeente, voor zo’n complexe stad, is proberen. En dat is mooi. Maar je gaat gegarandeerd ook een paar keer keihard op je plaat. Dat hoort bij experimenteren, bij kansen pakken, bij uitdagingen aangaan. Vallen en opstaan, wéér vallen en opstaan. Maar je gaat gewoon door.’ We geven elkaar een hand, trekken ons aan elkaar op, en vegen onze kleren schoon. Verder fietsen. Collega worden van Vincent? Kijk waar jij van bent op www.werkenvoorrotterdam.nl. Met vacatures, traineeships en stages. 37 JONG&AMBTENAAR
Pagina 38
JONG&AMBTENAAR We praten over hoe corona de stad beheerste. Een rottijd. Weet jij alles van, want juist in jouw jonge jaren komt er een rem op je ontwikkeling, op het ontdekken van jouw wereld. Gek genoeg heeft corona voor de gemeente Rotterdam toch ook een goede kant. Het zorgt dat we onszelf als organisatie opnieuw uitvinden. Snelle slagen maken. Inspringen. Nieuwe manieren van samenwerken verzinnen, dwars over afdelingsgrenzen heen. Met collega’s die je eerst niet eens kende. Ik fiets je langs onze GGD, die een mega-operatie optuigt. Langs onze reinigers – daar heb je ze weer – die in no-time de straat aan kant poetsen na knotsgekke rellen. En langs collega’s die er thuiswerkend een mouw aan passen om Rotterdammers in nood te helpen met inkomensondersteuning. En ga zo maar door. GROTE KANS DAT JE ME TEGENKOMT OP WERKBEZOEK. HELEMAAL GAAF ALS IK LEKKER KAN AANPAKKEN. MEUBILAIR, EN ZO. Maar … toch zien we dat het in gemeenteland soms niet zo doorgaat qua nieuwe ontwikkelingen. Dat de neiging bestaat om toch weer terug te vallen in oude patronen. Patronen die vaak ook nodig zijn. Want in zo’n mega- organisatie móét je spelregels hebben, structuur en werkwijzen. Maar het kan soms beperken. Even een bankje pakken. We staren samen over de Maas. En ik vertel je hoe we jonge mensen zoeken die van aanpakken weten. Die soms geen ‘nee’ accepteren. Die een uitdaging aan willen gaan. Die willen werken aan een spetterende stad met allemaal kansen, én aan een spannende stad met taaie vraagstukken. Jonge mensen met ideeën, die de Rotterdamse samenleving vooruit willen helpen. Je stopt met staren over het water, en kijkt me aan. Volgens mij zie ik daar wat glinsteren in je ogen … Ga jij de uitdaging aan? —Vincent FOTO DOOR ESSELINE KARSBERGEN STAGIAIRS ONTVANGEN IN HET TIMMERHUIS. NIET NORMAAL, DIE ENERGIEBRUIS DIE JE DAN VOELT … LAATST MEEGEDAAN AAN EEN FILMPJE VOOR DE WEEK VAN DE TOEGANKELIJKHEID, MET COLLEGA’S WILLEM EN VANESSA. HET STADHUIS TESTEN OP ROLSTOELVRIENDELIJKHEID. OP DE STADHUISTRAPPEN MET NIEUWE TRAINEES. VOORWOORDJE GESCHREVEN VOOR HUN ‘TRAINIEUWSBRIEF TUSSENDOORTJE’. 38 JONG&AMBTENAAR NET DAT EXTRA DUWTJE NAAR EEN BAAN Van intercedent naar werkzoekendenbegeleider bij de gemeentelijke dienst Werk en Inkomen. Voor Joël Hijkoop is het een organische overgang. ‘I n mijn baan bij een vestiging van een uitzendbureau in Enschede had ik het prima naar mijn zin. Vooral het contact met uiteenlopende mensen en bedrijven vond ik leuk. Wat eruit sprong was het helpen van personen die zelfstandig niet aan een baan kwamen. Ja, zelfs in tijden van personeelstekort bestaan die. Ze hebben soms net dat extra duwtje nodig dat ik ze kan geven.’ Die sociale inborst kon Joël minder kwijt bij een commerciële werkgever. Dat een uitzendbureau dat oogmerk heeft, snapt hij goed, ‘maar die extra euro verdienen, daar werd ik op zeker moment niet meer enthousiast van. Daar verwachtten ze juist dat ik aandacht schonk aan de mensen die gemakkelijk te matchen zijn. Die frictie voelde ik steeds meer. Liefst zet ik me in voor mensen die me het hardst nodig hebben.’ STOUTE SCHOENEN AAN Er kwam een vacature bij de gemeente, waar Joël vanuit z’n voormalige salesfunctie bij het uitzendbureau toch al regelmatig contact mee had. ‘Ik voldeed niet helemaal aan het profiel, want ik was nog niet afgestudeerd. Maar ik trok de stoute schoenen aan en heb gezegd dat ik zeer geschikt dacht te zijn voor die rol. Toen ging het snel.’ Nu doet hij precies wat bij hem past: werkzoekenden begeleiden die, zoals het in overheidsjargon heet, een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. ‘Mensen die lang uit de running zijn, door een lastige thuissituatie, ziekte. Of mensen die wat meer moeite hebben motivatie te vinden.’ Joël helpt ze op uiteenlopende manieren. ‘Soms met iets simpels, zoals het opstellen van een cv of motivatiebrief. Maar ook door contact te leggen met potentiële werkgevers, of mee te gaan naar het sollicitatiegesprek, als dat alleen een te hoge drempel blijkt. Heeft iemand extra ondersteuning nodig, zoals een aangepaste werkplek of job coaching, of is die persoon simpelweg niet in staat zelfstandig het minimumloon te verdienen, dan voer ik een gesprek met de werkgever over het inzetten van loonkostensubsidie.’ DE STAD IN Dat dit kan en mag, vindt Joël tof aan zijn huidige baan. ‘Ons kantoor is prachtig, maar soms is het beter om buiten af te 39 NNAAAMA : JooJ ël Hijijkok op LEEEFTITIJDJ : 3300 FUNCTIE: consulent werk BIJ: gemeente Enschede OPLEIDING: HBO human resource management spreken. Om in de stad een kop koffie te drinken of een rondje te lopen in het park. Echt de tijd voor iemand kunnen nemen, kan niet in een commerciële omgeving.’ Door die vorige functie kent hij veel bedrijven. Voor kandidaten een groot voordeel: ‘Als jij zelf geen ingang hebt, is het soms moeilijk ergens binnen te komen. Hoe fijn is het dan als iemand dan een goed woordje voor jou doet?’
Pagina 40
JONG&AMBTENAAR VAN STAGEPLEK NAAR COÖRDINEREND PLANOLOOG. ALLES IS MOGELIJK BIJ DE BUCH Talent binnen halen, houden én een podium geven. Dat is soms best een uitdaging bij gemeenten. En al helemaal in deze tijd waar banen voor het oprapen liggen. Bij de Werkorganisatie BUCH doen we er alles aan om onze talenten te laten groeien en bloeien. Een mooi voorbeeld hiervan is Rico Hofman (27). R ico is planoloog bij het domein Ruimtelijke Ontwikkeling. In 2019 deed Rico zijn afstudeeronderzoek over de Omgevingswet bij ons voor zijn studie Rechten. Na zijn scriptie wisten we niet hoe snel we hem binnenboord moesten houden. Een talent moet je niet laten lopen. Rico was ook nog steeds enthousiast. Dus na zijn diploma had hij zijn eerste arbeidscontract meteen binnen. Aan het werk! Rico: “Ik begon na mijn studie als beleidsmedewerker Ruimtelijke Ontwikkeling. Dit heb ik 2 jaar met plezier gedaan. Het was ook een mooie kans om de organisatie nog beter te leren kennen. Maar ook om erachter te komen welke functie nu echt bij mij past.” In 2021 kwam de functie van planoloog op mijn pad. Met mijn studie Rechten als achtergrond kan je natuurlijk nog alle kanten op. Ik merkte dat ik niet graag als jurist alleen maar bezig ben met regels en wetten. Daarom vind ik het vak van planoloog ook zo interessant. Ik heb nu met ontzettend veel partijen te maken. Denk bijvoorbeeld aan collega’s van de provincie, milieu, stedenbouw en archeologie. We dragen samen zorg voor een goede ruimtelijke indeling van onze gemeenten. Mijn rol is om alle losse eindjes aan elkaar te knopen zodat er een goed integraal advies ligt voor de colleges. Echt een mooie uitdaging. Deze functie is voor een groot deel juridisch, maar er bestaat eigenlijk geen standaard formule voor een ruimtelijk plan dat afwijkt van het bestemmingsplan. Dat vergt maatwerk. Het is constant zoeken naar een balans tussen benutten en beschermen van de leefomgeving. Als planoloog is mijn werkgebied ook een groot cadeau, het is hier ontzettend mooi. “Van stranden en duinen tot nostalgische dorpslinten, maar je hebt bijvoorbeeld ook weer te maken met regels voor bouwen rond Schiphol.” Wat de BUCH natuurlijk nog unieker maakt is dat één ambtelijke organisatie werkt voor 4 gemeenten. Voor Rico betekent dat dat hij aan twee gemeenten is gekoppeld. Maar hij kan zeker niet zonder zijn collega’s die voor de andere twee gemeenten werken. “Ik ben in dienst van Werkorganisatie BUCH. Dat betekent dus dat de 4 gemeenten eigen colleges en raden hebben en dus ook dat elke gemeente zijn eigen ideeën heeft. Daarom zijn we vanuit ons domein aan één of twee gemeenten gekoppeld. Ik zie het als voordeel dat we vanuit de werkorganisatie veel minder kwetsbaar zijn. BUCH IN HET KORT: Bij de BUCH werk je voor de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Naast natuurlijk de werkorganisatie zelf. Wij zijn uniek met z’n 5-en. Dit geeft volop kansen. Pak die kansen. Haal het beste uit jezelf en maak het beste van de BUCH. We hebben 850 mensen in dienst Mooi aan hun werk vinden zij: werk dat er toe doet, werkplezier, verantwoordelijkheid en veel kansen om te leren en ontwikkelen We zijn een jonge organisatie. We bestaan nu 5 jaar. Dus je hebt nog volop kans mee te denken over van alles en écht verschil te maken. Briljante ideeën ontstaan niet alleen tussen 9 en 17 uur, jij bepaalt waar en wanneer je werkt. Ook thuis zorgen wij voor een goede werkplek met een thuiswerkvergoeding. Ga je naar kantoor? Dan heb je keuze uit drie locaties! Leer andere jonge collega’s kennen via ons jongerennetwerk de BUCH JONG! Volg de BUCH op LinkedIn 40 JONG&AMBTENAAR MEER OVER ONS WERKGEBIED Inwoners: 102.500 Uniek werkgebied: de mooiste stranden, oude dorpen, veel monumenten, duinen en bossen. Genoeg mooie plekken om voor en in te werken! werkgever leuk? Reageer! Met enthousiasme en leergierigheid kom je een heel eind. Bij ons krijg je volop de kans om jezelf te ontwikkelen en te groeien. Kijk voor vacatures, stages- en afstudeerplekken op werkeninnoordhollandnoord.nl Benieuwd hoe het werken bij de BUCH gaat? Dan ben je altijd welkom. Stuur een appje naar 0625756009 en vertel wat je wilt. Je hebt echt het gevoel dat je het met elkaar doet. Het houdt je scherp en zorgt ook voor goede kennisdeling. In elke gemeenten lopen de hazen net iets anders, maar onderling ideeën uitwisselen kan altijd. Sowieso vind ik dat mijn collega’s allemaal enorm hulpvaardig zijn. We gunnen elkaar alles. Ons team is een mooie mix van leeftijden bij elkaar.” Nog even terug naar ‘onze talenten laten groeien en bloeien’. Rico is dus van een afstudeerstage naar functie van planoloog gegaan. Sinds kort is hij ook coördinator van één gemeente. Dat betekent dat hij het eerste aanspreekpunt is voor het college. Speelt er iets op ruimtelijk gebied? Dan gaan ze eerst naar Rico. Een mooie uitdaging! Rico: “Weet je wat ik het mooie aan de BUCH vind? Als je goed je werk doet en verantwoordelijkheid neemt, wordt dat gezien en gewaardeerd. Je krijgt dan volop de mogelijkheid om te groeien, te ervaren en te leren. Kijk bijvoorbeeld naar mijn studie. Van tevoren weet je niet precies welke kant je ermee op gaat. Door te doen en te ervaren kom je vanzelf iets tegen wat bij je past. En mooi dat de organisatie dat ook ziet en deze kans biedt. Ik denk ook dat dit voor studenten van nu geldt: ga vooral aan de slag, dan merk je wat er bij je past. Wat mijn ambities nu zijn? Ik wil de komende tijd vooral heel goed worden in wat ik nu doe. Ik heb het ontzettend naar mijn zin. Ik werk tijd- en plaats on afhankelijk. Geen werkdag is hetzelfde en het komt zelden voor dat ik een hele dag op dezelfde plek zit, heerlijk. De verantwoordelijkheden die je krijgt zijn groot. Je wordt gewaardeerd en gezien. Ik zit hier op mij plek!” JE BENT WELKOM Dus ben jij druk aan het solliciteren, maar denk je dat jouw profiel niet helemaal aansluit? Vind jij de functie en de ONTWIKKELKANSEN: Wij hebben ons eigen BUCH Academie. Hier volg je uiteenlopende trainingen, zoals: netwerken, focusmanagement, alles over je vitaliteit én vinden we ook het sociale aspect heel belangrijk dus kan het zomaar zijn dat je samen met collega’s op de padelbaan staat! We hebben ons eigen ontwikkeltraject waar 10 collega’s per keer aan deelnemen. Dit intensieve traject is speciaal bedoeld voor collega’s die willen doorgroeien tot coördinator, programmamanager, projectleider, procesregisseur, team- of domeinmanager. In vier maanden leren zij meer over: leiderschap, politieke sensitiviteit, communicatie, participatie, de organisatie en natuurlijk over zichzelf. 41
Pagina 42
JONG&AMBTENAAR NAAM: JJeesss ie de Goeij LEEFTIJD: 28 FUUNCNCTIT E:E bbeestts uuuursassiistene tee en medewere ker Kabbinenetszaken BIIJ:J geg meeenntte Diijjk ennWaaaa rd OOPLEEIDDINNGG: MMBO secreetaressses 4 Geen duobaan, wel de taken goed verdelen DE BURGEMEESTER HEEFT TWEE RECHTERHANDEN De burgemeester van de nieuwe gemeente Dijk en Waard heeft twee rechterhanden. Als tandem staan Femke Flietstra en Jessie de Goeij hem en zijn vervanger bij in protocollaire en ceremoniële kwesties. 42 JONG&AMBTENAAR NNAAAMM: Femmke Flietsts ra LLEEEFTIIJDJ : 30 FUFUNCN TIIE:E mem ded wew rkkerr Kabinetszaken BBIJ:J gemeente Diji k ennWaaa rdr OOPLELEIDDING:: MMBBO ses crettaresses 4 LINTJESREGEN EN GEMEENTEVLAG De aanvragen voor onderscheidingen, zowel gemeentelijk als koninklijk, lopen het hele jaar door, legt Femke uit. ‘Daarvoor hebben we contact met de provincie, en met de Kanselarij der Nederlandse Orden die de onderscheiding toekent of niet.’ Ook in het nieuwe gemeentewapen, de gemeentevlag en de ambtsketen – Dijk en Waard ontstond uit een fusie van Heerhugowaard en Langedijk – verdiepen ze zich. ‘Daarvoor overleggen we met de Hoge Raad van Adel die de koning adviseert, en met historische verenigingen.’ ‘Onze ideeën hierover bespreken we met de burgemeester. De uitkomst mondt uit in een voorstel aan de gemeenteraad’, vult Jessie aan. ANDERE PROCESSEN Jessie werkte, anders dan Femke, eerst in het bedrijfsleven. ‘De processen bij een gemeente zijn heel anders’, is haar ervaring. Soms kent ze nieuwtjes waar de rest van de inwoners nog even van verstoken zijn. ‘Dat is apart’, zegt ze. Maar die kennisvoorsprong vraagt wel veel discretie: ‘Ik woon in de gemeente waar ik werk. Soms krijg ik brieven thuis over zaken die ik al weet, omdat die langs het college van B&W kwamen. Maar zelfs thuis kan ik daar niks over zeggen.’ Femke werd na haar stage in de gemeente Castricum en Heerhugowaard meteen ambtenaar. ‘Ik ben blijven plakken.’ En dat vindt ze nog steeds fijn, ‘vooral het directe contact met inwoners en met sleutelfiguren in onze gemeenschap. Tijdens de voorbereiding voor lintjesregen bijvoorbeeld horen wij hele verhalen over de historie van de gemeente. D e werkzaamheden en taken hebben ze onderling verdeeld en de agenda stemmen ze nauwgezet af. Zeker nu Femke sinds de gemeenteraadsverkiezingen ook raadslid te Alkmaar is en uren inleverde bij haar werkgever. BIJZONDERE MENSEN EN MOMENTEN ‘Wij zijn van de feesten en partijen’, grapt Femke over hun baan. Nou ja, niet helemaal: ‘Ook van de serieuze momenten, bijvoorbeeld bij het overlijden van een bestuurder of een ander.’ Ze somt op: de herdenking van 4 en 5 mei, Veteranendag, Koningsdag, lintjesregen. ‘Ons werk betreft altijd bijzondere mensen en momenten. Dat verzinnen we niet zelf; we luisteren ook goed naar wat andere betrokkenen wensen, bijvoorbeeld leden van het veteranencomité. De mogelijkheden leggen we aan hen voor.’ 43 OOK VOOR MBO’ERS De twee hebben van tevoren afgesproken dat ze een boodschap willen afgeven aan andere potentieel geïnteresseerden, maar ook aan personeelsafdelingen en recruiters. ‘Voor een baan bij de gemeente heb je niet altijd per se een hogere opleiding nodig’, verklaart Jessie, die inmiddels na haar werk HBO Rechten doet. ‘De meeste banen binnen een gemeente vragen minimaal een HBO werk- en denkniveau. Wij kregen na een MBO-opleiding allebei eerst de kans te laten zien wat we in onze mars hebben.’ En Femke voegt eraan toe: ‘Ik ben niet zo van het theoretisch leren. We zijn allebei in onze huidige functie gegroeid, gewoon door al doende te leren.’ Haar advies: ‘Steek gewoon je nek uit, geef aan wat je graag zou willen proberen en op je schouders nemen. Komt er dan een keer een aantrekkelijke en bij je passende functie vrij, dan is de kans groot dat je het vertrouwen daarvoor krijgt.’
Pagina 44
JONG&AMBTENAAR DROOMBAAN VOOR EEN WERELDVERBETERAAR Tirza Pulleman (24) ging antropologie studeren met een duidelijke reden: ‘Ik wilde de wereld verbeteren. Heel idealistisch. Ik wist alleen niet hoe. Ontwikkelingswerk is vaak ineffectief. Gewoon maar ergens geld tegenaan gooien, werkt niet. Je moet de kracht bij mensen zelf leggen. Dus toen ik bij de gemeente Rijswijk de vacature gebiedsregisseur zag, wist ik: dit is mijn droombaan.’ H oewel de naam gebiedsregisseur misschien onbekend is, heeft Nederland er veel van. ‘We hebben binnenkort een conferentie voor ambtenaren zoals ik,’ zegt Tirza, ‘dus ze bestaan wel degelijk. Maar ze heten altijd anders: wijkregisseur, wijkmanager – noem maar op.’ LEEFBAARHEID Een gebiedsregisseur zet zich in voor de leefbaarheid, vertelt ze. ‘Dat is nogal een containerbegrip, dus laat ik dat concreet maken. Ik heb zes of zeven wijken onder me. Ik ben het eerste aanspreekpunt voor inwoners. Bijvoorbeeld wanneer ze een initiatief willen starten, zoals een wijkfeest. Of als ze iets aan de wijk willen veranderen. Een nieuw bankje of parkje. Een onveilige verkeerssituatie aanpakken. Rattenoverlast.’ Tirza verzamelt de inbreng en zoekt vervolgens de collega die het kan uitvoeren. ‘Het grote voordeel van deze werkwijze is dat de inwoner altijd bij dezelfde persoon terechtkan.’ EXTRA AANDACHT Sommige regio’s vragen om extra aandacht. ‘In een van mijn wijken leven veel mensen rond de armoedegrens. Er is ook veel eenzaamheid, overlast van jongeren, afval op straat.’ Om deze problematiek aan te pakken, gaat Tirza regelmatig met andere instanties om tafel. ‘Samen met partners zoals woningcorporaties, welzijnsorganisaties en natuurlijk de inwoners zelf, maken we dan een plan: waar moeten we ons op focussen? Waar kunnen we het best geld aan uitgeven?’ ZELF OPLOSSEN Als de inwoners het zelf kunnen oplossen, krijgt dat de voorkeur. ‘Zo hebben we pas geleden een enorm zwerf afvalevenement georganiseerd, op World Cleanup Day. Afval trekt ratten, dus dat móést worden aangepakt. We deelden aan iedereen prikkers uit. Er was koffie, thee, taart en een muziekband die trommelde op instrumenten gemaakt van restafval. We legden de buurtbewoners uit hoe je afval scheidt, bij welke containers je moet zijn en hoe zo’n pasje werkt.’ 45 NNAAAMAM: Tirrzaaz Puullemaan LEEEFTIT JD: 2442 FFUUNCCN TTIIE:E: geeg bib edsrregisseeurr OPLE D G: WO bachelor culturelle antropo OPLEIDING: WO culture ontwikke ngsso antropollogie e & ntwikkellingss ciolog e WOmaster governance of o ie; WOmastaste governver ance of migration & diversity Tirza is de gemeente nog steeds dankbaar dat ze haar een kans hebben gegeven. ‘Toen ik was afgestudeerd, had ik alleen parttime werkervaring. Ik heb me helemaal rot gesolliciteerd, maar werd nergens uitgenodigd. Behalve bij de gemeente Rijswijk. Ik begon als trainee, en binnen drie weken zat ik met een wethouder om tafel – heel cool, gewoon in mijn eentje. Dat is tekenend voor deze organisatie. Als ze denken dat je talent hebt, mag je laten zien wat je in huis hebt.’
Pagina 46
JONG&AMBTENAAR Maatschappelijke impact groot TOERISME IS GEEN PRETPAKKET MEER We spreken Sam Janssen op zijn laatste werkdag voor Ermelo; zijn afwezigheidsmelder geeft het afscheid al aan. Na het weekeinde werkt hij in het diepe zuiden; hij heeft een aanstelling in een vergelijkbare functie bij de gemeente Maastricht. S am had zijn propedeuse geneeskunde erop zitten, maar al vlot in de smiezen dat daar niet zijn toekomst lag. Hij is zowel dienstbaar als ondernemend. In een opleiding aan de hotelschool kon hij die kwaliteiten beter kwijt. En dat bleek bulls eye. Met nog wat tussenstapjes ging het naar een marketingorganisatie voor de Veluwe als toeristische en zakelijke bestemming. ‘Daar werken ze veel voor gemeenten en was ik veel met hun beleidsdoelen van de lokale overheid bezig. Ik was wel benieuwd hoe zo’n gemeente zelf werkt, vandaar dat ik solliciteerde bij de gemeente Ermelo. Door mijn achtergrond en kennis werden ook zij enthousiast.’ NIET OP DE WINKEL PASSEN Tijdens zijn sollicitatie liet Sam al vallen, dat hij niet voldoet aan het stereotiepe beeld van een ambtenaar en daar ook niet op uit is. ‘Niet iemand om op de winkel te passen, maar om de winkel beter te maken.’ Daar kreeg hij alle ruimte voor. ‘Ermelo zelf is niet echt een bestemming, de Veluwe wel’, vertelt hij. ‘De regio staat door z’n natuurwaarden onder druk. Maar je wilt je bezoekers ook wat bieden in de vorm van attracties en evenementen. Liefst gespreid, met aangepaste activiteiten, verdeeld over de periodes van het jaar.’ Zonder voorbehoud zegt Sam dat hij verliefd werd op de Veluwe. ‘Een superdiverse regio waar je als sportieve natuur‘ Niet op de winkel passen, maar hem beter maken’ liefhebber je hart kan ophalen. Maar ook op het gebied van erfgoed en cultuur. Daarbinnen is Ermelo een veelzijdige bestemming: het heeft bos en water, kastelen, landgoederen. Je kunt er golfen, in een sterrenrestaurant eten. Overnachten 46 JONG&AMBTENAAR NNAAAMMA : Samam Jananssssenen LELEEFTITIJJDD: 3232 FFUUNCTTIIEE:: bbeeleleidsmedewere - ker vrv ijijettiijjdsecoonnomieie en evene emme enne tteen BBIJ: geemem enntete Maasttriichc t OOPLELEIDDINNGG:: HBOOB hottele - ene hosps ititalitty mam naan gemmentt in een simpele blokhut, of op een recreatiepark, maar ook in een van de beste hotels.’ Volgens Sam waren toerisme en recreatie vroeger het ‘pretpakket van gemeenten’. Dat is verleden tijd. Het besef is groot dat deze sectoren bijdragen aan de lokale economie. In de vorm van toeristenbelasting en werkgelegenheid, en doordat er euro’s worden uitgegeven in de horeca en detailhandel. Bij bouwactiviteiten of andere ontwikkelingen wordt er rekening mee gehouden en voor Sam was er dan ook een stoel aan de overlegtafel. ‘Toerisme en recreatie hebben een maatschappelijke impact’, zegt Sam. ‘Behalve inwoners hou47 den ook toeristen en recreanten voorzieningen in stand. Van supermarkt tot schaapskooi, van ijsjes tot streekproducten.’ Sam werkte als beleidsmedewerker verder bij het ontwikkelen van de zakelijke markt. ‘Daar doet Ermelo nog te weinig mee. Terwijl er genoeg aanbod is, op het gebied van hotels, congreslocaties en excursies.’ Na twee jaar is het tijd voor een volgende stap, in Zuid-Limburg. Wat hem daar trekt? ‘Het bourgondische leven, het heuvelland, de mensen daar. Maastricht is internationaler dan Ermelo en heeft ambitie op toeristisch vlak. Maar ook nog genoeg uitdagingen om het beter te maken.’
Pagina 48
JONG&AMBTENAAR EEN LEVEN LANG LEREN IS HET MIDDEL OM TALENT TE BINDEN EN BOEIEN Dat de wereld om ons heen steeds sneller verandert, is inmiddels bij iedereen wel bekend. We moeten niet harder, maar slimmer werken en hier hebben we helden bij nodig. Talent dat anders durft te denken en niet bang is om tegen de status quo in te gaan. Akkodis Academy staat voor dit talent, ondersteunt en daagt hen uit om op persoonlijk en vakinhoudelijk vlak elke dag weer het beste uit zichzelf te halen. Met een volledig op maat gemaakt traineeship en een passende opdracht bij één van de opdrachtgevers, gaan wij samen aan de slag. Dit kan binnen de vakgebieden RPA, Finance, Informatiemanagement, IT & Engineering. ‘ D e uitdaging ligt bij organisaties om met deze snelle verandering mee te gaan en zelf voorop te lopen. Zoveel data en kennis die we vandaag de dag hebben, is morgen wellicht niet meer relevant. Bij Akkodis Academy vertalen wij dit terug naar de functies die nu en in de toekomst nodig zijn. ‘ vertelt Pascal Alberts, directeur van Akkodis Academy. ‘Wanneer wij in gesprek zijn met onze opdrachtgevers stellen wij de vraag wat zij over twee of vijf jaar nodig hebben. Het is logisch dat men dit niet altijd weet en daar denken wij juist graag in mee. Wij geloven erin dat organisaties de uitdaging aan moeten willen gaan om ‘ Onze doelgroep wil graag door blijven groeien en stappen maken’ de medewerkers te vormen naar wat er in de toekomst nodig is om de continuiteit van de organisatie te blijven borgen. Dit betekent in de praktijk dat het soms profielen betreffen die niet meteen perfect aansluiten bij de vraag. Bij de Academy staan we juist voor het leggen van de focus op de competenties en de capaciteit van de betreffende kandidaat. Door orga nisaties hier stap voor stap in mee te nemen, slagen wij erin hen te voorzien van passend talent. Overheidsorganisaties krijgen ook te maken met verschuivingen in de arbeidsmarkt en wetgevingen die constant veranderen. Zij weten soms ook niet waar het naartoe gaat. Pascal: ‘Wat ze wel weten is dat er steeds minder kandidaten zijn en dat het binden en boeien van medewerkers uitdagender wordt. Wij ondersteunen organisaties met het vinden van passend talent en geven adviezen over wat deze generatie nodig heeft om zich “thuis” te voelen binnen deze organisatie. Denk hierbij aan flexibiliteit, doorgroeimogelijkheden en natuurlijk de passende arbeidsvoorwaarden. Onze doelgroep wil graag door blijven groeien en stappen maken. Daar staan wij als Akkodis Academy voor, blijven leren want alleen dan ben je klaar voor de toekomst. Met behulp van onze Talent Managers, vakinhoudelijke opleiding en het persoonlijk ontwikkeltraject leggen wij de focus op wat iemand al kan en gaan dat verder ontwikkelen. Dat zorgt voor een dosis energie, een goede drive en resultaten. Wij dagen onze talenten uit om buiten hun comfortzone te treden, daar wordt namelijk (persoonlijke) groei behaald. Dat is het 48 JONG&AMBTENAAR ‘ Het lerend vermogen past perfect binnen onze traineeships.’ belangrijkste, ongeacht welke studie-achtergrond iemand heeft. Dit biedt de basis voor ons traineeship. Ook adviseert Akkodis Academy organisaties om de medewerker voor te zijn omdat je niet stil wilt blijven staan. Het aangeven van doelen, uniek zijn door jezelf te zijn en meegaan met hun reis is al heel waardevol. Zorg dat je de generatie van nu begrijpt, waar nodig afremt en pusht, want dit levert nieuwe ideeën en creativiteit op. Dat Akkodis Academy naar de mens achter het cv kijkt, ervaart consultant Siebren Huitema ook. Hij kwam na zijn bachelor Sociologie in Groningen bij de Akkodis Academy terecht. Het traineeship gaf hem de kans om bij verschillende gemeenten binnen te kijken. ‘Ik wist in het begin niet exact wat ik wilde, maar ik kon wel meteen starten binnen het werkveld dat mij ligt. Met name het persoonlijk ontwikkeltraject binnen het Akkodis traineeship heeft mij laten inzien wat er echt bij mij past. De focus wordt niet gelegd op wat je minder kan maar juist op wat je al goed kan. Ondertussen heb ik een aantal mooie opdrachten mogen uitvoeren bij verschillende opdrachtgevers. Nu werk ik al een geruime tijd als adviseur DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet) en ben ik samen met mijn team verantwoordelijk voor de digitale component van de omgevingswet. Door het traineeship heb ik veel zelfvertrouwen gekregen. Het ontdekken waar je echt goed in bent heeft mij geholpen in mijn professionele leven. Je krijgt een spiegel voor die je in het dagelijks leven niet snel zal krijgen. Het ritueel van het leren-werken krijg ik mee dankzij het traineeship. Mijn traineeship zit er inmiddels al geruime tijd op, maar ik ben nog steeds werkzaam als consultant binnen Akkodis. Na het traineeship stopt het namelijk niet. Ik heb nog steeds regelmatig gesprekken met mijn Talent Manager en Akkodis Academy denkt mee in mogelijkheden om te blijven groeien en ontwikkelen. Door dit traineeship heb ik dé stap kunnen zetten in mijn carrière. ‘ Zo ook het verhaal van Shalini. Zij kwam na haar bachelor Sociologie met twee jaar werkervaring in project management bij Akkodis terecht. ‘Ik ben heel blij dat Akkodis mij heeft benaderd voor de functie als Informatiemanagement trainee. Nu werk ik sinds augustus als Documentbeheerder bij Rijkswaterstaat waar ze veelal op projectbasis werken. Mijn verantwoordelijkheid is het beheren, controleren en ondersteunen bij archiveren alle documentatie die geproduceerd wordt. Samen met mijn Talent Manager ben ik op zoek naar wat ik exact wil. Ik laat mij graag verleiden om ook andere kanten van Informatiemanagement te ontdekken. Gelukkig kan dat binnen het traineeship van Akkodis. Voor mij is het belangrijk dat wat ik mee krijg tijdens mijn traineeship direct kan toepassen in de praktijk. Je zit in een groep met trainees die verschillende beroepen uitoefenen, wat bijna als een intervisie aanvoelt. Het maakt het gelijk praktijkgericht en dat vind ik bijzonder. Je groeit mee met hetgeen wat je meemaakt op de werkvloer en daarnaast krijg je een dosis talent - ontwikkeling mee.’ 49
Pagina 50
JONG&AMBTENAAR ‘van pizza- en spellenavond tot pijnbanksessies’ EEN STERK JONG AMERSFOORTS NETWERK mersfoort is een jonge stad en Gemeente Amersfoort heeft steeds meer jonge medewerkers. Aanleiding voor een gesprek met Joram, die naast zijn werk als assistent projectmanager duurzame mobiliteit ook bestuurslid is van het netwerk Jong Amersfoort. Op de laagdrempelige intranetpagina van Jong Amersfoort staat Joram’s foto direct naast de kalender met activiteiten, die variëren van een pizza-en spellenavond tot zogenaamde pijnbanksessies. Joram vertelt er meer over: “een sterk netwerk dat groeit, ontstaat niet uit het niets. We checken de behoefte bij de jonge collega’s en komen tot een aanbod met ‘voor ieder wat wils’. We maken er bewust tijd voor om samen toffe dingen te ondernemen.” “Sommige activiteiten zijn echt voor de fun-factor. Tegelijkertijd willen we met Jong Amersfoort ook onze stem laten horen. Samen sta je sterk en krijgen we meer voor elkaar. En ook zo’n pizza-en spellenavond levert ons iets op. Er ontstaat veel vertrouwen als je elkaar leert kennen. Daardoor deel je sneller je A ideeën, wat een voorwaarde is voor vernieuwen. Je interne netwerk groeit en het is het gewoon fijner (samen)werken als je elkaar beter kent en weet te vinden.” Hoe het zit met de pijnbanksessies? Joram: “Wisselend nodigen we een manager of wethouder uit die we ‘aan de tand voelen’ over een bepaalde keuze. We vragen soms naar de meer persoonlijke kant of naar politieke blunders, daarom noemen we het de pijnbank. Door zo de kwetsbare kant van managers en bestuurders te ervaren benader je ze makkelijker. Je weet weer dat het ‘ook mensen zijn’ die fouten kunnen maken’. Meestal ontstaat er een leuk en leerzaam gesprek dat twee kanten op gaat. Zeer aan te bevelen. Joram is bij het bestuur van Jong Amersfoort gegaan omdat hij enthousiast is over het netwerk, ideeën heeft en het belangrijk vindt om deze groep te vertegenwoordigen. “Er is meer dan werk en dit vind ik leuk en belangrijk en het past ook bij me. Die ruimte krijg je hier en dat is heel prettig.” Meer over Werken bij Gemeente Amersfoort vind je via onze website www.amersfoort.nl/vacatures Gemeente Amersfoort is een jonge gemeente die groeit. Goed bereikbaar in het midden van het land. Veel ruimte voor werken waar je wilt, thuis, op het stadhuis of in de stad. Meld je aan om de jobalert te ontvangen of volg ons op LinkedIn 50 JONG&AMBTENAAR Bij Amersfoort komen Huug’s talenten en ambities samen INTERNATIONAAL SAMENWERKEN VANUIT GEMEENTE AMERSFOORT Tijdens zijn studie verwachtte Huug niet dat hij ooit voor de Gemeente Amersfoort zou gaan werken aan digitale innovatie. En dat in Europees verband, met steden als Barcelona en Göteborg. Toch is het zo, en met veel plezier. Hoe is dat zo gegaan? Huug werkte al enkele jaren binnen de gemeente aan verschillende opgaves en projecten. Zijn achtergrond als breed ontwikkelde bedrijfskundige sloot goed aan bij Next033. Next033 is een jong team waarin generalisten in wisselende rollen pionieren om daarna door te stromen naar een vaste functie. Huug’s opleiding en achtergrond pasten goed bij ‘Next’. Hij is iemand die organisatorische vraagstukken aanpakt met passie voor wat de mens motiveert en beweegt. Ook zoekt hij graag de mogelijkheden op van wat technologie te bieden heeft. En dat past bij Gemeente Amersfoort; we zetten innovatie in om samen te werken aan maatschappelijk opgaven. Niet gek dus, als je het zo bekijkt, dat na een jaar of twee bij Huug en zijn teamleider de gedachte speelde dat meer mogelijk was. Het was tijd voor Met ons op zoek naar jouw uitdaging? Contact ons, we kijken ernaar uit! Gemeente Amersfoort.nl/vacatures Gemeente Amersfoort LinkedIn https://liendert.live/ www.scorewater.eu Foto’s door Simon Lamme Dat gebeurt samen met inwoners en andere belanghebbenden. Als projectleider is Huug de spil in dit proces: hij brengt mensen samen, zoekt uit wat kan en mag en begeleidt gesprekken over wat wenselijk is en wat wel en niet goed werkt voor Amersfoort. Want uiteindelijk zijn het de stad en haar inwoners die er beter van moeten worden. een nieuwe stap. De centrale vraag daarbij: waar zit overlap tussen wat je kunt (of wil leren), waar je energie van krijgt en waar de organisatie behoefte aan heeft? Het antwoord op die vraag (die drie deelvragen) is cruciaal gebleken voor zijn werk nu. Als projectleider digitale innovatie leidt Huug innovatieve IT-projecten in regionale en internationale samenwerkingsverbanden. Amersfoort is met bedrijven, onderwijsinstellingen en andere kennisinstellingen heel sterk in het inzetten van technologie en data om te werken aan maatschappelijke opgaven. Zo komen verschillende drijfveren samen: het werken aan maatschappelijke opgaven, talenten in kunnen zetten en (door het volgen van trainingen en opleiding) deze versterken. En dat ‘op zijn Amersfoorts’ – in een ontspannen en gedreven setting. 51
Pagina 52
JONG&AMBTENAAR MINDER WERKEN, MEER MENS Een meerwerkbonus? Annika van Veen ziet meer heil in minder (betaald) werk. Haar activiteiten voor de gemeente Leiden combineerde zij met een baan bij een uitgeverij, voor afwisseling en uitdaging. Toch besloot ze zich te richten op haar gemeentewerk. Voor JONG & Ambtenaar schreef ze een artikel over haar drijfveren. NAAAMM: Annnikka vav n VeV enn LLEEFTITIJDJ : 322 jaaar FUNCNCTIT E::E AAddviiseseuru Nattuuu r- en Duuurzrzaaa mhhm eeidseducattieie BBIIJ::J geg mem entet Leideed n OPLEL IDINING:G Mastts erer wijjsbbegge eerttr e eenn geseschchieedenin s 52 JONG&AMBTENAAR I k maakte die keuze niet vanuit een zoektocht naar een betere werk-privébalans, maar vanuit andere waarden. Je kan minder werken vanuit idealisme. Dat wil zeggen: minder betaald werken. Bewust een stukje materiële welvaart inleveren voor meer ruimte en tijd. Om je te ontwikkelen buiten je werk, in een informele context, en in je directe omgeving bij te dragen aan de samenleving. Buiten veel positieve reacties kreeg ik op mijn besluit de vraag: zou je als ambtenaar juist niet meer moeten werken? Ik denk dat het heel waardevol kan zijn om als ambtenaar meer tijd te hebben om je op straat te begeven, om na te denken en na te leven waar je voor staat. Dat vraagt toelichting. Voor mij is de beste illustratie van waar ik voor sta de homo amans (liefhebbende mens), ontwikkeld door het Institute of Leadership and Social Ethics (ILSE) in Leuven. Dat formuleerde een nieuw mensbeeld, dat beter past bij een menswaardige en duurzame samenleving. De homo amans is gericht op relaties, en bloeit in relatie tot anderen om hem heen. Deze mens staat tegenover het model van economisch rationeel gedrag, belichaamd in de homo economicus. Daarin zijn wij individualisten die vooral uit zijn op eigenbelang en het vergroten van onze materiële welvaart. TUSSEN WERK EN WERELD Dat mensbeeld mag, nee, moet, op de schop. Er zijn onderzoeken gedaan die suggereren dat studenten economie zich gedurende hun studie zelfzuchtiger gaan gedragen. Natuurlijk is zulk onderzoek nooit echt eenduidig. Maar het is voorstelbaar dat je mensbeeld beïnvloedt hoe je over jezelf en anderen denkt. Het mensbeeld dat je erop nahoudt, bepaalt hoe je de samenleving inricht. Een samenleving die is gebouwd op het idee van eigenbelang, bedreigt het welzijn van de mensen die erin leven. Dat klinkt zwaar, tot je denkt aan bijvoorbeeld de arbeidsomstandigheden van orderpickers en flitsbezorgers. De homo economicus hoort thuis in een consumptiemaatschappij waarin alles te koop is. Ecologisch blijkt die maatschappij nu onhoudbaar. Het reduceert mensen bovendien tot het werk dat ze doen. Die nadruk op werk en productiviteit zorgt er helaas niet voor dat we problemen oplossen. Wel brengt het meer prestatiedrang en een cultuur waarin we controle nastreven in plaats van uit te gaan van vertrouwen. TIJD VOOR ANDEREN EN VOOR JEZELF Door de nadruk op werk en productie raken de mensen daarachter uit het zicht. Misschien is dat de oorzaak van de enorme hoeveelheid burn-outs, depressies en eenzaamheid. Een gebrek aan tijd en ruimte voor betekenis, die samen te vatten is als een gebrek aan menselijkheid. Menselijkheid betekent voor mij de tijd hebben voor anderen en voor jezelf. Bij het fulltime werken miste ik tijd om een praatje aan te knopen met een onbekende, iets nieuws te proberen of naar de boer te fietsen voor mijn kaas. ‘Ontwikkeling’ werd versmald tot loopbaanontwikkeling. Maar een mens is zoveel meer dan werk. ‘Verbinding’ is een buzzword, maar er is weinig tijd om contact te leggen. Overweeg daarom eens minder te werken: om meer mens te zijn, en minder ambtenaar, en recht te doen aan onszelf als de primair sociale wezens die we zijn. Om te voorkomen dat beleid vanuit ivoren torens komt. Het klinkt banaal: je buren groeten, zelf je boodschappen doen, op een teamsport gaan of helpen op school. Dat is het niet. Als er iets bijdraagt aan een samenleving, dan is het dat wel samenleven. Dat kost nu eenmaal tijd.
Pagina 54
JONG&AMBTENAAR Geen grenzen verleggen TIJD VOOR ACTIE! “W Agressie en ongewenst gedrag, het komt overal voor en neemt alsmaar toe. In 2008 zijn landelijk afspraken gemaakt om hier tegen op te treden. Gemeente Tilburg heeft een agressie protocol Veiligheid Publieke Taken (VPT). Als coördinator zet Roy Timmermans zich in voor een veilig werkklimaat. ‘Tijd voor actie!’ at mij betreft is er genoeg geschreven over de aanpak. Het is hoogste tijd om het beleid in praktijk te brengen”, vertelt Roy. “Mensen moeten prettig kunnen werken en zich fysiek en mentaal veilig voelen. Dat is ook een verplichting voor de werkgever vanuit de Arbowet. Elke leidinggevende moet zich daarvan bewust zijn. Ik ben beschikbaar om de acties te ondersteunen en maak zoveel mogelijk afspraken om dit belangrijke onderwerp onder de aandacht te brengen. En de noodzaak van in actie komen tussen de oren te krijgen. Dat is best een uitdaging.” ZÉRO TOLERANCE “Ons beleid is zéro tolerance. Het is cruciaal dat we allemaal dezelfde grens trekken. Een gezamenlijke norm van tot hier en niet verder. Het gaat namelijk over onze grens. Eenduidigheid en snel die grens aangeven werken als drempel en gaan agressie tegen. Mensen die te ver zijn gegaan, zijn zich daar vaak niet eens van bewust. Door als werknemer te denken van ‘ik kan daar wel tegen’, verschuif je de tolerantiegrens. Dat moeten we juist voorkomen. Met het uitstralen van deze aanpak willen we een voorbeeld zijn voor de vele partners in de stad waar we mee samenwerken en de bewoners.” TYPISCH TILBURGS “Collega’s moeten zich gesteund voelen door hun leidinggevende. Met een gesprek. Maar ook met maatregelen richting de ruziemaker, zoals een contactverbod, aangifte en het in gang zetten van een bestuurlijke procedure. Strafdossiers kunnen soms maanden blijven liggen. Dan is het extra belangrijk om op andere vlakken alvast wat in gang te zetten. Zo houd je de collega op de hoogte en kun je als organisatie actie ondernemen. Inname van een milieupas bijvoorbeeld en gemaakte extra kosten daarvoor in rekening brengen. Het gaat hier ook om het afdwingen van bewust gedrag. Die doe- mentaliteit vind ik typisch Tilburgs.” VINGER AAN DE POLS “Om grip te krijgen op de bewustworEen gezamenlijke norm van tot hier en niet verder. 54 JONG&AMBTENAAR ding in actie te komen, woon ik veel in- en externe overleggen bij. Verder zit ik in veel landelijke werkgroepen en heb ik overleg met Binnenlandse Zaken en Justitie. Alles is erop gericht om iedereen te stimuleren om samen zaken op te pakken. Ik schud echt aan heel veel bomen”, lacht Roy. “Niet meer alleen schrijven wat we willen, maar echt in actie komen.” 55
Pagina 56
JONG&AMBTENAAR MONUMENTEN EEN TOEKOMST GUNNEN Behoud van cultureel erfgoed Bijna 62.000 rijksmonumenten telt Nederland. Van bescheiden bouwsels tot enorme objecten met grote culturele of historische waarde. Architectuurhistoricus Henk Hoogeveen denkt mee over behoud en verbetering ervan. H uizen en kastelen: Henk tekende ze als kind aan de lopende band. Als jongvolwassene zag hij een beroepsleven als architect voor zich, ‘maar ik was niet goed in wiskunde.’ Na een propedeuse planologie schreef hij zich in voor architectuurgeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam. WERKEN OP LANDGOED Zijn studie bekostigde hij deels met geld dat hij verdiende als manusje van alles op landgoed Prattenburg op de Utrechtse Heuvelrug. Daar kwamen zijn interesses bij elkaar: de combinatie van bijzondere bouwkunst, monumentaal groen en het verhaal van een plek en de bewoners. Een masterstage in de gemeente Rheden, een uitblinker op erfgoedbeleid, kreeg een vervolg in een vaste aanstelling. Vijf jaar zat hij er prima, en hij had er nog best wat willen toevoegen. Maar het kriebelde toen er een vacature was bij de Rijksdienst. Namens het rijk adviseert Henk nu in de Achterhoek en de regio Arnhem eigenaren die plannen hebben met hun monumentale bezit. 56 VAN GENERATIE OP GENERATIE Landgoederen worden vaak van generatie op generatie overgedragen. Henk is niet de onwrikbare ambtenaar die geen enkele verandering ziet zitten. ‘De jongste generatie moet zo’n landgoed economisch wel overeind kunnen houden. Als adviseur weeg en waardeer ik de monumentale waarden, waarbij ik rekening houd met verschillende belangen.’ Herbestemmingsingrepen kunnen een bijdrage leveren aan een gezonde exploitatie. Liefst denkt Henk mee in een zo vroeg mogelijk stadium. ‘Met een kant-en-klaar plan kun je alleen positief of negatief adviseren.’ JONG&AMBTENAAR NAAM: AM: Henk Hoogeveen nk Hoogeveen LEEFTIJD: 33 FUNCCTIE:E: arrchc ittecce tuuru hhistts oro icus BBIIJJ: RiRijkksdienssn t vvoorro hete Cullu tureeele Erffr goed OOPLEEIDDINNI G: mamastts erre arcchih teet ctctuuuurhhr isstoorie Verder is religieus erfgoed een van zijn aandachtsgebieden. ‘Alleen al in mijn werkgebied worden zeventig katholieke kerken afgestoten’, vertelt hij. ‘Voormalige protestantse kerken zijn populair voor multifunctioneel gebruik als dorpshuis.’ EUSEBIUSKERK Henk laat zich door de fotograaf vereeuwigen in de Arnhemse Eusebiuskerk. Een icoon voor Arnhemmers, dat jaren in de steigers stond. Tufstenen beelden aan de buitenkant brokkelden af en vormden een risico voor passanten. Voor eigentijds gebruik moest er ook het nodige gebeuren. 57 Henk zat in het bouwteam dat deze restauratie en vernieuwing begeleidde. Inmiddels zijn fraaie en moderne zij-entrees opgetrokken. De aangetaste beelden zijn vervangen door weerbestendige replica’s. De houten vloer van het schip is vervangen door een natuurstenen vloer en verborgen zerken zijn weer zichtbaar. Een van de pronkstukken volgens Henk: ‘Het praalgraf van Karel van Gelre staat zoals vroeger in het koor, terwijl het gerestaureerde harnas van de hertog weer een mooie plek heeft in de kerk.’ Het oude behouden en nieuwe elementen toegevoegd: ‘Je moet monumenten een toekomst gunnen.’
Pagina 58
JONG&AMBTENAAR VOOR DE WERELD OM JE HEEN Waterschap Hollandse Delta (WSHD) zorgt op de Zuid-Hollandse Eilanden voor schoon en voldoende water én voor veilige dijken en (vaar)wegen. Bij het waterschap werk je voor de wereld om je heen. Waar het water gaat, gaan wij. Met onze kennis, kunde en passie zorgen we ervoor dat de wereld om ons heen leefbaar blijft. Droge voeten, schoon water en een duurzame omgeving: dat kan alleen door vakgebieden te verbinden. Ons werk is enorm belangrijk. Water staat namelijk nooit stil. WAT DOET HET WATERSCHAP? WSHD voert werkzaamheden uit die een belangrijke maatschappelijke bijdrage leveren. Allereerst zorgen we voor een goede waterkwaliteit in onze sloten en singels. In een sloot met een goede waterkwaliteit leven veel waterplanten en -dieren. Om een goede waterkwaliteit te behouden doen we onderhoud, voeren we projecten uit, doen we onderzoek om tot betere inzichten te komen, investeren we in slimme technologie en houden we toezicht. We zorgen niet alleen voor een goede waterkwaliteit, maar ook voor voldoende water. Voldoende water betekent: niet te veel water, maar ook niet te weinig. Te veel water kan leiden tot overstromingen en overlast. Te weinig water is ook niet goed, omdat boeren dan hun gewassen niet kunnen beregenen, omdat er verzilting op kan treden of omdat de waterkwaliteit snel achteruit kan gaan. Daarnaast onderhouden we zo’n 800 kilometer aan dijken, duinen en kades, waarvan 364 kilometer het water van grote rivieren en binnenmeren tegenhoudt. Deze dijken toetsen we iedere zes jaar op hun veiligheid. Onze dijkwachtorganisatie monitort de dijken ieder voor- en najaar. Deze dijkbewakingsorganisatie is onderdeel van de calamiteitenorganisatie van het waterschap. Tot slot beheren en onderhouden we 1.233 kilometer aan wegen en 352 kilometer aan vrijliggende fietspaden. We houden de wegbermen van deze wegen bij, zodat voertuigen elkaar veilig kunnen passeren en we strooien onze wegen bij gladheid. ONZE VAKGEBIEDEN Wij als waterschappers zorgen ervoor dat burgers, ondernemers en overheden altijd op ons kunnen rekenen. Techniek is enorm veelomvattend bij het waterschap. Onze technische mensen zijn belangrijke schakels in de gehele waterketen. Maar, voor het goed laten functioneren van het waterschap hebben we ook onze mensen op kantoor nodig, die een strategische bijdrage leveren. Waar onze mensen van Toezicht en Handhaving ons werkgebied reguleren, hebben onze mensen van digitalisering en informatie de uitdaging om onze digitalisering continu te beheren en optimaliseren. Onze vakinhoudelijke- en beleidsadviseurs houden zich bezig met de koers en wetenschap. www.werkenbijwshd.nl 59
Pagina 60
JONG&AMBTENAAR ZENO WOEKERT MET RUIMTE Nederland kan niet anders dan woekeren met ruimte. ‘Wil je iets nieuws realiseren, dan gaat het altijd ten koste van iets anders’, weet planoloog Zeno Thijsse. ‘R uimtelijke ontwikkeling draait om prioriteiten stellen en daar de balans in vinden’, zegt hij bedachtzaam. ‘Nu, in de woningbouwcrisis, gaan huizen voor veel andere zaken. Dat wringt, onder meer met de agrarische sector; het grootste deel van Nederland bestaat uit agrarische grond. Komt er weer een economische crisis, dan ligt de focus misschien meer op het behouden van een vitaal centrum met veel winkels. De uitdaging van planologie is om te proberen fricties vóór te zijn en je niet te laten leiden door tijdelijke grillen.’ HISTORISCH CENTRUM Leiden kent grote woningnood en heeft een historisch centrum, waarvan een groot deel beschermd stadsgezicht is. Daarnaast is er een relatief klein buitengebied. Dat maakt zowel uitbreiden als ‘inbreiden’ gecompliceerd. Zeno: ‘Er is eigenlijk maar één uitweg: de hoogte in.’ Op de planning staan drie woontorens, waarvan één van bijna 120 meter. De gemeenteraad stemde in, maar de buurt was minder verheugd. Discussie over plannen is voor Zeno in professioneel opzicht interessant. ‘Als je als overheid een participatief proces goed inricht, kan dat bijdragen aan de kwaliteit van het project, of aan de geplande ontwikkeling. Andersom: als je burgers niet op tijd betrekt of van tevoren weet dat je niks doet met hun inbreng, veroorzaak je meer schade dan dat je iets positiefs teweegbrengt.’ CREATIEVE OPLOSSINGEN Zeno snapt dat hoogbouw gevoelig ligt. ‘Er komt iets groots op de horizon. Een van de afspraken die we maken, is dat zeer hoge flatgebouwen als het ware afgerond worden. Geen vlakke bovenkant, maar bijvoorbeeld een spits dak, zoals in Den Haag. Dat geeft meer variatie in de skyline. Zo proberen we creatieve oplossingen te bedenken.’ In Zeno’s cluster zitten planologen, planjuristen en stedenbouwkundigen. ‘Mijn taak is breed. Juist dat maakt het leuk. 60 NAAM: Zeno Thijsse LEEFTIJDD: 227 FUNCTIE: pplanoloog BIIJ:: gemeene te Leiden OPPLEEL IDDING: HHBO bestuuurskunde Van juridische advisering over bouwplannen tot het meeschrijven aan de omgevingsvisie.’ Daarin worden belangen met betrekking tot ontwikkelingen afgewogen. ‘Het interessantst is een ontwikkeling van begin tot eind mee te maken; van vooroverleg met de projectontwikkelaar tot de uiteindelijke realisatie.’ Daarnaast werkt hij aan nieuw beleid. Hij typeert dat ‘als een zalm tegen de stroom in zwemmen’. Zeno: ‘De focus van de politiek ligt meestal op wat er nú speelt. Onze horizon ligt meestal verder.’ Maar ook brandactuele onderwerpen komen op zijn bureau. ‘Zo onderzoeken we of er beleid moet komen voor shortstay; huren voor een periode van twee weken tot zes maanden. Willen we dat toestaan of verbieden?’ Beleid moet volgens hem niet voor de eeuwigheid zijn: ‘Wij evalueren constant. Dat gebeurt in Nederland nog te weinig.’ JONG&AMBTENAAR VOLOP UITDAGING AAN DE ZEEUWSE KUST Omsloten door de Noordzee, de Westerschelde en het Veerse Meer is water in de gemeente Veere altijd dichtbij. De gemeente Veere beslaat een groot deel van het Zeeuwse schiereiland Walcheren en bestaat sinds 1 januari 1997. Verdeeld over 13 historische kernen is onze gemeente voor zo’n 22.000 inwoners een thuis. eere is bekend om haar kust, maar Veere is veel meer dan dat. Onze gemeente kenmerkt zich door kleinschaligheid, natuur, landbouw, cultuur, toerisme en grote verscheidenheid tussen de (inwoners van de) kernen. Wat onze gemeente zo uniek maakt is het toerisme dat typerend is voor de kustplaatsen in combinatie met de authentieke agrarische dorpen zorgt het voor een divers en dynamisch geheel. In het hoogseizoen kunnen we door onze aantrekkelijkheid zelfs spreken van 80.000 ‘inwoners’ als gevolg van het toerisme. Ieder seizoen in onze gemeente is anders. Dat voel, proef en merk je als je in Veere bent. V Wat onze gemeente zo aantrekkelijk maakt zorgt tegelijkertijd voor uitdagingen op het gebied van de balans tussen leefbaarheid en toerisme. We willen het landschap, de rust en ruimte graag behouden. Tegelijkertijd willen we voldoende woningen beschikbaar hebben en houden voor onze inwoners en met name jongeren. Tot slot zien we dat steeds meer samenwerkingsvraagstukken de grenzen van onze gemeente overstijgen en er behoefte is aan brede samenwerkingsverbanden. Volop uitdaging dus waardoor we continu op zoek zijn naar nieuwe collega’s die hier hun steentje aan willen bijdragen! Onze organisatie telt ongeveer 200 medewerkers. Deze medewerkers zijn verdeeld over 5 afdelingen: Ruimtelijke Ontwikkeling, Maatschappelijke Ontwikkeling, Openbare Ruimte, Dienstverlening en Bedrijfsvoering. De cultuur in onze organisatie is informeel en open. De lijnen zijn kort en de verantwoordelijkheid ligt laag. Onze medewerkers zijn gemotiveerd en hebben wat voor elkaar over. We vinden het belangrijk om te investeren in onze medewerkers. Er zijn dan ook volop doorgroeimogelijkheden en we hebben een ruim opleidingsbeleid. De kleinschaligheid zorgt voorveel uitdaging, verantwoordelijkheid en vrijheid. We kennen flexibele werktijden en een eigen thuiswerkregeling. We vinden het dan ook belangrijk om te zoeken naar maatwerk wat past bij de levensfase van een medewerker binnen de kaders van de organisatie. De gemiddelde leeftijd binnen onze organisatie was in 2021 46,3 jaar. Deze ligt daarmee iets lager dan het gemiddelde in de sector en neemt de laatste jaren gestaag af door de instroom van steeds meer jongeren. De verhouding man-vrouw is relatief in evenwicht. In 2021 was 57% man en 43% vrouw binnen onze organisatie. Binnen onze organisatie is het netwerk Jong Veere actief. Dit netwerk is er voor Veerse ambtenaren tot 36 jaar en komt jaarlijks een aantal keer bij elkaar voor een borrel. Daarnaast kunnen leden ook deelnemen aan activiteiten van Jonge Ambtenaren Zeeland. Een mooie kans voor jonge collega’s om te netwerken en kennis uit te wisselen! 61
Pagina 62
Word gezien om je drive, niet je cv Wat ons betreft is er niks mooiers dan anderen te ondersteunen om ertoe te doen. Daarin uit te blinken en er zo zelf heel erg toe te doen. Met de nodige afwisseling, van werkomgeving en van opdrachtgevers. Maar ook met de zekerheid van een vast contract. En alle mogelijkheden om je te blijven ontwikkelen, als mens en professional. Is dit ook waar jouw hart sneller van gaat kloppen? Kijk snel op publicsupport.nl hoe wij alles hebben en doen om jou als geen ander te laten Supporten. Inderdaad, met hoofdletter S. publicsupport.nl JONG&AMBTENAAR BEËDIGING IS GEEN FOLKLORE Kies je voooor een functie als ambten de eed d of de belofte afle e aar? Danmoet je als nieuwemedewerker een formele handeling verrichthten: d fleggen n. T ijdens de eed- of belofteaflegging worden de normen en waarden die voor jou als ambtenaar gelden expliciet onder de aandacht gebracht. Een formeel moment, geen folklore; met de bedoeling je bewust te maken van de integriteitsrisico’s van je functie. Als ambtenaar heb je een bijzondere positie in de samenleving. Met het afleggen van de eed of belofte benadruk je dat je je hiervan bewust bent. Je belooft/zweert dat je je houdt aan de Nederlandse wetten. Onkreukbaar en betrouwbaar moet je zijn. Je mag geen geld, gunsten of diensten (denk aan een verbouwinkje van je badkamer) aannemen. Informatie mag je niet gebruiken voor je eigen voordeel of dat van derden. Het vertrouwen van burgers mag je niet beschamen. Je vraagt je voortdurend af of je handelen moreel en ethisch door de beugel kan. VERSCHIL EED EN BELOFTE Bij de beëdiging heb je de keus tussen de eed en de belofte. Je mag zelf kiezen welke je aflegt. Bij een eed zweer je op de Bijbel en God; bij de belofte niet. Het letterlijke verschil zit hem vooral in de laatste zin van de eed of belofte. Bij de eed is dit: ‘Zo waarlijk helpe mij God Almachtig’. Rijksambtenaren 63 kunnen enkel kiezen tussen de christelijke eed (‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig’) of de gelofte (‘Dat verklaar en beloof ik’). Ambtenaren die bij gemeenten en provincies werken, mogen in sommige gevallen wél op een ander geloof of andere God zweren. In Amsterdam bijvoorbeeld ‘Zo waarlijk helpe mij Allah de Erbarmer, de Barmhartige’. Of: ‘Zo waarlijk, als het woord van de Bhagavad Gita, helpe mij Shri Krishna’. ZO SNEL MOGELIJK Het zweren of beloven moet goed hoorbaar zijn, ten overstaan van de werkgever/leidinggevende en in aanwezigheid van een getuige; afraffelen mag niet. Inmiddels is het een paar keer voorgekomen dat dove mensen (met ontheffing) de eed mochten afleggen in gebarentaal. De eed of belofte wordt zo snel mogelijk, in ieder geval binnen drie maanden na indiensttreding, afgenomen bij medewerkers met een vast of tijdelijk dienstverband. Medewerkers die niet in dienst zijn bij de gemeente, zoals inhuurkrachten, ondertekenen een verklaring. Daarin staat dat zij de integriteitsregels zullen naleven.
Pagina 64
JONG&AMBTENAAR EIGEN TEAM ALS EXPERIMENTEERPLAATS Lef en leiderschap heeft de overheid nodig. Daar ontbreekt het nogal eens aan, naar de mening van Michelle Kames. Zij is senior programma manager bij de gemeente Den Haag en Jonge Ambtenaar van het Jaar 2022. S tappen zetten die nodig zijn, gaan voor resultaten; ook op langere termijn. ‘Mooi als organisaties dat tonen en daar transparant over durven zijn.’ Aan lef en leiderschap geen gebrek bij Michelle. Ze begeleidt de gemeente Den Haag naar ‘anders’, hybride werken. Niet meer uitsluitend naar kantoor van 9 tot 5. Daarnaast brengt ze voor verschillende afdelingen binnen de gemeente mogelijke besparingen in kaart. HOOFDDOEKJE Had Michelle niet beter in het bedrijfsleven kunnen werken? Dat deed ze ook jaren, vertelt ze. Bij Ahold. ‘Maar ik kon m’n ideeën niet kwijt op het hoofdkantoor, alles werd extern uitbesteed.’ Daarom ging ze in Den Haag bij verschillende AH’s spannender cultuurveranderingstrajecten draaien. Tot ze werd geconfronteerd met een onaangename discussie tussen een klant en een caissière met hoofddoekje. De klant accepteerde dat niet, waar Michelle van baalde. ‘Toen wist ik dat ik “cultuurverandering” breder wilde trekken, in plaats van vanuit één winkel.’ Haar volgende carrièrestap: trainee bij de gemeente Den Haag. ‘Als je niet meegaat met ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van ict en personeel en organisatie, krijg je knelpunten’, zegt Michelle over het moderne werken. ‘We krijgen een derde van onze vacatures niet vervuld. We hebben nog niet de juiste mentaliteit en apparatuur om hybride werken snel in te voeren. Terwijl medewerkers in het bedrijfsleven vaak contracten krijgen waarin staat dat ze hooguit twee dagen op kantoor werken, en de rest thuis of bij de klant. Verder is het zaak om aansluiting te zoeken bij hoe jongeren tegenwoordig willen werken. Soms met kleine contracten, zodat ze de rest van de week kunnen werken aan, bijvoorbeeld, hun eigen social-mediabedrijf.’ ZELF HET GOEDE VOORBEELD GEVEN Als leidinggevende geeft Michelle zelf het goede voorbeeld aan haar team, en aan andere afdelingen, waarvoor ze hand64 NAAAM: Michelle Kames LEEFTIT JD: 32 jaar FUNNCTIEE: senniiorr pror grama mamanager BIBIJ: geg meenntee Dene Haag OPPLEL IDING: master bestuurs- en organi-i satiewetenschappen/beleid; master communicatie en organisatie/marketing reikingen en vlogs maakt over hybride werken. ‘Ik beschouw mijn team als experimenteerplaats. We maken vooraf duidelijk afspraken, in een fysieke bijeenkomst. Wat gaan we de komende twee maanden bereiken? Wat wordt van wie verwacht? Iedereen krijgt zo helder hoe we ons verhouden tot elkaar.’ Vervolgens gaat Michelle met elk teamlid individueel in gesprek, alle afspraken zet ze op een flip-over. ‘Heel ouderwets’, lacht ze. Daarna kan iedereen aan het werk, thuis of waar ook. Michelle heeft dan twee keer per maand overleg met iedereen afzonderlijk. Eens in de week komt haar team samen op kantoor op het Spui. ‘Door deze werkwijze kon één medewerker zelfs verhuizen naar Drenthe.’ JONG&AMBTENAAR OP ZOEK NAAR EEN PLEK WAAR JOUW TALENT ÉCHT DE RUIMTE KRIJGT? Doen waar je goed in bent en in een open sfeer samenwerken om ambities waar te maken. Dat is in het kort wat werken bij gemeente Meierijstad betekent. In onze organisatie werk je vanuit een zelforganiserend team. Je krijgt daarbij alle vrijheid en verantwoordelijkheid die je nodig hebt om je doelen te bereiken. Met jouw inzet en talenten maak jij het verschil! WAT JE BIJ ONS DOET, DOET ERTOE Meierijstad hoort tot de middelgrote gemeenten van Nederland. Daardoor hebben we regionale slagkracht. We werken ook aan onderwerpen van nationaal belang. Daar draag jij aan bij. En die successen zie je direct terug in de omgeving. Met aansprekende projecten werken we samen aan ons maatschappelijk doel: elke dag verder bouwen aan een Meierijstad voor iedereen. DE KRACHT VAN SAMEN Bij gemeente Meierijstad zijn we betrokken en versterken we elkaar. WAT ONZE MEDEWERKERS OVER MEIERIJSTAD ZEGGEN:‘ Dit is een goede plek om je carrière te starten of verder te ontwikkelen. Je krijgt direct veel verantwoordelijkheid waardoor je in korte tijd veel leert’ ‘Je wordt aangemoedigd om nieuwe dingen te proberen. En maak je een fout? Daar leren we alleen maar van!’ ‘Ik heb alle vrijheid om te bepalen waar en wanneer ik werk. Die flexibiliteit is heel fijn met een jong gezin’ roer van je eigen ontwikkeling en haal je het beste uit jezelf. Enthousiast geworden? Kijk op www.werkenbijgemeentemeierijstad.nl WERKEN BIJ GEMEENTE MEIERIJSTAD: Deze ‘kracht van samen’ zie je terug in alle facetten van onze organisatie. We halen het beste in elkaar naar boven, we delen waar we goed in zijn en stellen vragen waar we hulp nodig hebben. Zo vind jij je weg binnen het netwerk van onze organisatie. RUIMTE VOOR ONTWIKKELING Vernieuwen, experimenteren en lef hebben vinden wij belangrijk. Dan gaat er ook wel eens wat fout. Wij vinden dat dat erbij hoort. Zolang je maar blijft leren en we oog houden voor onze inwoners en ondernemers. Je talent zet je naast je functie ook breder in voor de organisatie. Leren doe je ‘on the job’, bij interessante projecten, of door een training of cursus in onze interne academie. In Meierijstad sta jij aan het Brabantse gezelligheid, ambitieuze collega’s en een gedreven, ondernemende mindset Jonge moderne gemeente Je werkt voor 80.000 inwoners, verdeeld over 13 kernen Ruim 650 collega’s Jonge Ambtenaren Netwerk We hechten belang aan diversiteit en inclusie Hybride werken, afhankelijk van je taken NS business card, Greenwheels en elektrische fietsen voor duurzaam reizen 65
Pagina 66
JONG&AMBTENAAR EERSTE AANSPREEKPUNT VAN DE GEMEENTERAAD Raadsgriffier. Dat klinkt op verjaardagsfeestjes niet meteen superspannend. Bregje de Jong is een van de jongste raadsgriffiers van Nederland en een spin in het web. ‘Er is veel dynamiek en je werkt met mensen aan alle kanten.’ B regje werkt op interim-basis in de door herindeling nieuw gevormde gemeente Dijk en Waard. Misschien heeft ze, als je dit leest, alweer een nieuwe standplaats. Zoals gezegd staat zij niet op de payroll van Dijk en Waard, maar is ze in dienst van advies- en detacheringsbureau Necker van Naem. ‘Hiervóór werkte ik op griffies in Dordrecht, Breda, Veere en Vlissingen. In de aanloop naar de fusie tussen Heerhugowaard en Langedijk, nu Dijk en Waard geheten, was ik raadsadviseur. Ik maakte er de herindelingsverkiezingen mee en de introductie van een nieuw raadsinformatiesysteem. Veel taken die hiermee te maken hadden, nam ik op mij. En dan was er nog het doorlopende raadswerk met twee gemeenteraden. In mei zochten ze een interim-griffier. Na een paar gesprekken gaven ze mij het vertrouwen.’ De griffier is het eerste aanspreekpunt van de gemeenteraad en ondersteunt dat orgaan. Wat maakt dit vak zo aantrekkelijk? ‘Dat geen dag hetzelfde is. Dat kan ook lastig zijn, want het gaat soms anders dan je had gepland of gedacht. Er is veel dynamiek en je werkt met mensen aan alle kanten. Allereerst met de gemeenteraad, maar ook met collega’s in de ambtelijke organisatie, de burgemeester en gemeente secretaris. Er zijn ook veel praktische dagelijkse dingen. Het is hard werken om alle processen goed te laten verlopen. Je bent een spin in het web.’ Minder aanlokkelijke kanten kent het griffiersvak ook. ‘Je werkt grotendeels “in de schaduw van” en moet dienstverlenend zijn. Het vergt een hoop flexibiliteit, zoals werken in de avonduren. Ik woon in Zeeland, dus mijn werk in NoordHolland is ver weg. Ik zie dit ook als persoonlijke investering. Daarbij is het fijn dat ik mijn agenda voor de rest zelf kan indelen.’ Accepteren oudere raadsleden en ambtenaren jouw autoriteit? ‘Soms zien mensen dat ik jong en blond ben en vragen ze: is dat een stagiair? Het is dan de kunst om mensen te verrassen en hen vanuit de inhoud te overtuigen. Ze zien een jonge 66 NNAAAMA : Breer gjg e ded Jonno g LEEEFTTIIJDDJ : 25 FUNCTIIE: raadsgriffier (a FUNCT E: aa ad in er m i terim) BIJ:: gemeente Dijjk en Waard, BIJ gem en emeent Diijk en ar namens Necker van Naem OPLEIDING: WO master maatschappijgeschiedenis; bachelor politicologie griffier meid en vragen zich af of dat wel goed komt. Maar ik heb een hoop ervaring opgedaan. Overal is het anders. Het kan voelen alsof je je strepen moet verdienen door nog iets harder je best te doen, om te laten zien dat het inderdaad goedkomt. Verder is het is ook meters maken. Met vragen kan ik naar de collega’s binnen de organisatie en bij Necker van Naem.’ JONG&AMBTENAAR WERKEN VOOR 2,8 MILJOEN NOORD-HOLLANDERS Wil jij ook bouwen aan de toekomst van meer dan 2,8 miljoen Noord-Hollanders? Samen met 1.400 collega’s werk je onder andere aan technologische innovaties, slimme en duurzame infrastructuur, energietransitie, natuur, stikstof en woningbouw. WONINGBOUW, STIKSTOF, ENERGIETRANSITIE Het zal je vast niet zijn ontgaan, maar er is een flink woningtekort in Nederland. Tot en met 2030 moeten er 184.000 nieuwe huizen worden bijgebouwd in Noord-Holland. Een grote opgave dus. Tegelijkertijd willen we de schade door stikstofneerslag voorkomen. Als we niets doen, verdwijnen bijzondere planten en dieren. Samen met gemeenten, natuurbeheerders, de landbouw, de bouw en de industrie zoekt de provincie hiervoor naar oplossingen. En ook de energietransitie om de CO2 en de Gedeputeerde Staten vormen het dagelijks bestuur. De medewerkers voeren de beslissingen uit. Er is veel ruimte voor jouw advies en inbreng. Met de nieuwste technieken zorgen we voor slimme oplossingen bij mensen in de buurt. Dit doen we met partners, andere overheden en het Rijk. En natuurlijk met de Noord-Hollanders. Dat maakt ons werk zo boeiend. -uitstoot en het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen, gaat onverminderd door. De beperkte ruimte op het energie netwerk vraagt om slimme oplossingen. Dit zijn actuele onderwerpen waardoor geen dag bij de provincie hetzelfde is. De provincie is een politieke organisatie: Provinciale Staten zijn de volksvertegenwoordigers van Noord-Holland WERKEN BIJ DE PROVINCIE Ons werk wordt beter als wij een afspiegeling vormen van de bevolking. Daarom verwelkomen we graag collega’s van alle afkomsten, genders, seksuele oriëntaties, religies, leeftijden, sociaaleconomische achtergronden of afstanden tot de arbeidsmarkt. Je kunt bij ons proeven aan het werkende leven als stagiair en jaarlijks starten nieuwe trainees die naast hun werk aan de slag gaan met hun persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast organiseert ons jongerennetwerk Fr!s activiteiten binnen en buiten de organisatie voor ambtenaren jonger dan 35 jaar. Als nieuwe collega krijg je alle ruimte om je ambities waar te maken. Bijvoorbeeld met een ruim persoonlijk opleidingsbudget van € 5000,- en er zijn verschillende leertrajecten mogelijk. Je kunt je tijd flexibel indelen en je kiest in overleg de werkplek die bij jou past. OV-kosten worden 100% vergoed en in je salaris zit een Indivi dueel Keuzebudget van 22% waarmee je zelf bepaalt of je extra verlof of een fiets koopt en wanneer je vakantiegeld en je 13e maand betaald krijgt. Kom bij ons werken! Meer informatie en onze vacatures vind je op www.noordholland.nl/werkenbij. 67
Pagina 68
JONG&AMBTENAAR Overheid geliefde werkgever, maar imago kan stukken beter JONG WIL HET VERSCHIL MAKEN De overheid geldt als aantrekkelijke werkgever. Ook onder jongeren. Tegelijk is het aantal vacatures er ongekend hoog. S terker nog: de rijksoverheid en de politie staan op respectievelijk nummer 1 en 2 in het favorietenlijstje werkgevers van jongeren tot 30 jaar (bron: The Intelligence Group). 7,4 procent noemt de rijksoverheid als meest begeerde werkgever, op de voet gevolgd (7 procent) door de politie. Boven ‘fossiele’ bedrijven en banken, die ook hoog scoren. DUBBEL AANTAL VACATURES Je vraagt je bijna af: hoe kan het dan dat de overheid zoveel nieuwe ambtenaren zoekt, als zoveel net afgestudeerden, starters en jonge werkzoekenden de overheid zien zitten? Het aantal openstaande vacatures in het openbaar bestuur en bij overheidsdiensten is ten opzichte van vijf jaar geleden ruim verdubbeld. Tegenover iedere duizend werkzame ambtenaren staan 39 vacatures (bron: Atlas Research). En op de externe vacaturesite van de rijksoverheid staan rond de 2000 vacatures. Specialisten waar het vooral aan ontbreekt: mensen met een ict-, juridische en financieel-economische achtergrond, of met kennis van energievoorziening. Heb je zo’n gewilde achtergrond, dan word je ook met open armen wordt ontvangen door het bedrijfsleven. 68 De overheid zal dus snoeihard moeten concurreren en iets bieden dat andere sectoren niet of minder in huis hebben. GROTE OPGAVEN Onder meer de grote opgaven waar de overheid de komende jaren voor staat leiden tot meer werk en nieuwe taken en functies. Denk aan de klimaat- en energietransitie, andere vormen van duurzaamheid, verdergaande digitalisering. Opgaven die mooi aansluiten bij een verlangen van met name jongere generaties op de arbeidsmarkt. Namelijk: de wens ‘het verschil te maken’, impact te hebben, voor meer alleen geld te gaan, maatschappelijke belangen dienen. Een geluid dat de schrijvers van JONG & Ambtenaar bij veel gesprekspartners opvingen. Van uitzendbureau naar werkzoekenden ondersteunen, van bankemployee naar bestuursadviseur, van verzekeringsmedewerker naar sportmakelaar. Die behoefte aan ‘impact’ bleek ook uit onderzoek, onder meer in opdracht van jonge ambtenarenorganisatie FUTUR en de arbeidsmarkt- en opleidingsfondsen van overheden en verwante organisaties. ONS LAND IN JOUW HANDEN De overheid zelf is het ook niet ontgaan dat ‘impact’ een dingetje is voor jonge mensen. ‘Ons land in jouw handen’ is de komende periode de slogan van een grote wervingscampagne op sociale media en elders. Een imago dat aan het ambtenarenbestaan kleeft, is dat het saai en stoffig zou zijn om voor het openbaar bestuur of andere overheidsdiensten te werken. En dat er een nine to five- mentaliteit zou bestaan. De auteurs van dit magazine konden in vrijwel elk gesprek noteren, dat jonge ambtenaren het niet zo ervaren, al hadden zij zelf aanvankelijk ook zo’n beeld bij de ambtenarij. Juist afwisseling, veel ruimte bij het indelen van het werk en snel toevertrouwd krijgen van projecten en verantwoordelijkheden werden opvallend vaak genoemd. JONG&AMBTENAAR GEEN VETTE LEASEBAK, WEL VEEL KANSEN EN EXTRA’S Voor een vette leasebak of royale bonus moet je niet bij de overheid zijn. Maar voor een redelijke beloning, goede secundaire arbeidsvoorwaarden en veel ontwikkelings- en groeimogelijkheden zit je er gebakken. B innen de overheid gelden vaste salarisschalen. Als starter begin je niet altijd onderaan een schaal, maar stap je vaak al hoger in. Met de huidige personeelsschaarste is er ook nog wel enige rek. Gooi daarom de gedachte aan onderhandelen over je beloning niet meteen overboord. Zorg dan wel dat je goed beslagen ten ijs komt. FUNCTIEWAARDERING EN FUNCTIEGROEPEN Het salarisstelsel bij rijksoverheid, provincies, gemeenten en zelfstandige bestuursorganen en agentschappen verschilt. De inschalingsmethodiek wijkt ook af. Bij gemeenten hebben alle functies een door de werkgever vastgestelde functiewaardering. Wélke, staat niet in de cao. Hier zit al wat ruimte. Je kunt met de werkgever een hogere of lagere instaptrede overeenkomen, afhankelijk van onder meer werkervaring. Of het lukt, ligt eraan hoe graag ze je willen. Lager instappen klinkt onaantrekkelijk, maar biedt ook kansen. Voldoe je (nog) niet aan de eisen van ervaring, geschiktheid en bekwaamheid, dan kun je toch binnenkomen. Bij goed presteren klim je jaarlijks automatisch een treetje. Doe je het bovengemiddeld goed, dan is een extra periodiek mogelijk. De Rijksoverheid werkt met functiegroepen. Daarbinnen werken medewerkers op verschillende niveaus. Je opleidingsniveau, zwaarte van je functie en opgedragen werkzaamheden bepalen je salarisschaal. INDIVIDUEEL KEUZEBUDGET Een van de grootste voordelen van werken als ambtenaar is het individueel keuzebudget (IKB). Een deel van je arbeidsvoorwaarden bepaal je zelf. Bijvoorbeeld voor een sabbatical. Of (tot een gemaximeerd bedrag) voor de aanschaf van een (elektrische) fiets voor woon-werkverkeer. Bij de Rijksoverheid telt het IKB-verlof met ingang van 2023 maar liefst 64 uur 69 (tegen bijna 22 uur eerder), bovenop vakanties en overige vrije dagen. Gemeenten mogen als werkgever lokale bestedingsdoelen voor het IKB afspreken. Op het moment van schrijven wordt bij gemeenten nog onderhandeld over de salarissen; de huidige CAO loopt tot en met 31 december 2022. Bij de Rijksoverheid geldt sinds zomer 2022 een nieuwe CAO, waarin met name de lage- en middeninkomens er flink op vooruit zijn gegaan. In grotere overheidsorganisaties is het makkelijker om te switchen van functie. Bijvoorbeeld om tijdelijk elders in te springen – denk aan de opvang van vluchtelingen. Voor ‘jobhoppen’ heeft het rijk een mobiliteitsbank, waar je interne vacatures ziet voor ze ‘naar buiten’ gaan. Overstappen mag eenvoudiger zijn in een grote organisatie, werken in een kleinere heeft ook voordelen. Je krijgt als jonge ambtenaar al snel veel verantwoordelijkheid. Collega’s leer je vlot kennen en overleg gaat makkelijker. WAT SCHUIFT HET ONGEVEER? Voor het idee een paar beloningsvoorbeelden, indicatief en soms iets afgerond. Uitgangspunt is telkens een 36-urige werkweek en het minimum voor de functie. GEMEENTE Trainee gegevensbeheer Medewerker Klant Contact Center Junior consulent WMO Vergunningverlener RIJK Managementassistent Belastingdienst € 2.400 Casemanager Dienst Justitiële Inrichtingen € 2.800 Inspecteur Binnenvaart bij Inspectie voor de Leefomgeving en Transport € 3.000 Applicatiebeheerder Internet Information Services (IIS) € 3.000 € 2.500 € 2.250 € 2.500 € 2.600
Pagina 70
JONG&AMBTENAAR EVEN EEN WOONWIJK UIT DE GROND STAMPEN De meeste Nederlanders hebben weleens van de gemeente Veere gehoord, zegt Daphne JansenHaaze (27). ‘Oké, misschien niet van de naam Veere, maar op z’n minst van de omgeving. De hele Walcherse kust in Zeeland hoort namelijk bij ons. Waaronder ook Zoutelande, van dat liedje van Bløf.’ elf is Daphne in de regio opgegroeid. Toen ze na haar studie noodgedwongen naar Rotterdam moest verhuizen omdat haar vriend dichter bij huis geen werk kon vinden, vond ze dat maar niks. ‘Zodra hij een baan had gevonden, zijn we teruggegaan. Zodat we weer konden genieten van het buitengebied, de landerijen – van al het moois dat Zeeland te bieden heeft.’ Daphne is juridisch planoloog én projectleider bij de gemeente Veere. ‘Omdat we zo klein zijn, hebben sommige medewerkers een dubbelfunctie.’ AANLEG NIEUWE WIJK Als projectleider overziet ze de aanleg van een nieuwe woonwijk. ‘Die locatie bestaat nu nog volledig uit weiland. Het is voor ons een groot project. Er komen naast woningen ook twee grote zorgcomplexen en een zogeheten multifunctionele accommodatie. Zo’n “MFA” bestaat uit een mix van voorzieningen, zoals onderwijs, gymzaal, sportschool, kinderopvang, fysiotherapie en dagbesteding voor mensen met een handicap.’ Normaal gesproken laat een projectleider de ruimtelijke ontwikkeling over aan de planoloog. Maar Daphne is allebei. 70 ‘Daarom ben ik van begin tot eind bij het project betrokken. Ik heb alle kennis paraat, dus weet ook precies wat mij als planoloog te doen staat.’ Tegelijkertijd is ze druk met de renovatie van maatschappelijk vastgoed. ‘In vier dorpen gaan we de maatschappelijke voorzieningen vernieuwen, waaronder sportaccommodaties en dorpshuizen. Het doel is om de ruimtes zo flexibel te ontwerpen dat er later iets anders van kan worden gemaakt. Want vandaag is een dorpshuis gewenst, maar wie weet voor hoe lang. Dus zorgen we er nu al voor dat er ook woningen zouden kunnen komen.’ Z JONG&AMBTENAAR NNAAAMMA : DDaaphphnene Janna sesen-n-HaHaazaze LELEEFTTIIJDDJ : 27 FFUUNCNCTITIE:E jururididisischhc plalanoloogog en prprojjo ecectllt eieideder BBIIJJ:: gememeeenttn e VeVeerere SSTTUDUDIEE: HBHBO babachchelle oror manna agemme ene t, ecoonomimie enen reechhc t; masasteer oorrgaganiin ssaatiit e ene mmaanaan geeg mementnt ‘ Ik weet precies wat mij als planoloog te doen staat’ DUURZAAM MOET OOK In Daphnes werk speelt duurzaamheid een belangrijke rol. ‘Vaak is het kiezen tussen nieuwbouw en renovatie. Renovatie is goedkoper, maar nieuwbouw is duurzamer. Al heb ik vorig 71 jaar als projectleider ook een gerenoveerd openluchtzwembad opgeleverd met duurzame installaties, zoals zonnecollectoren, zonnepanelen en een warmtepomp. Daar merken ze nu bijna niets van de stijgende gasprijzen.’ Daphne wil nog lang voor de gemeente Veere blijven werken en probeert jonge collega’s te overtuigen hetzelfde te doen. ‘De gemeente investeert veel in jonge ambtenaren, maar kan ze niet altijd behouden. Ik ben zelf lid van Jonge Ambtenaren Zeeland en hoop ook hier een klein netwerk op te bouwen: Jong Veere. Om jongeren een gevoel van saamhorigheid te geven. Hopelijk helpt dat.’
Pagina 72
JONG&AMBTENAAR NIET ALLEEN OOG VOOR DE BOUWTEKENING Ongeveer 17.700 kilometer aan dijken, duinen en andere waterkeringen beschermen Nederland. Daarvan wordt tot 2050 ongeveer 3.500 kilometer versterkt. Een niet onaanzienlijk deel ligt in het beheergebied van waterschap Hollandse Delta, waar Esmee Wichard werkt. E smee is als omgevingsmanager een verbindende schakel tussen het interne projectteam voor deze taak en andere belanghebbende partijen. Gemeenten, Rijkswaterstaat, maar ook bewoners van dijkhuizen en -dorpen bijvoorbeeld. ‘Plat gezegd is het mijn rol om de techniek te vertalen naar “buiten”, en er andersom voor te zorgen dat niet alleen gekeken wordt naar harde techniek, maar ook naar de belangen van externe partijen.’ Behalve achter haar bureau en in vergaderzaaltjes speelt Esmees werk zich veel buiten de deur af. ‘De ene keer sta ik met m’n laarzen in de blubber, een andere keer zit ik in een zakelijke omgeving.’ Onder het beheergebied van haar waterschap vallen onder meer de Zuid-Hollandse eilanden, die relatief veel primaire dijken tellen, langs de kust en de grote rivieren. ‘In verhouding moeten wij veel kilometers opknappen.’ Op meerdere plekken in het beheergebied bestaat een kleine kans dat onder water zand wegspoelt uit de dijk. ‘In het uiterste geval kan dit leiden tot het wegzakken van een dijk.’ Het team waarin Esmee opereert, onderzoekt hoe groot het probleem is, evenals de beste oplossing en de impact van werkzaamheden op de omgeving. ‘We houden met van alles rekening: bewoners, flora en fauna, archeologie, eventuele niet gesprongen explosieven.’ De komende periode worden dijken versterkt bij onder meer de Oude Maas, het Hartelkanaal en de Grevelingen. VAN MAVO NAAR WO Esmee legde een lange weg af. Ze deed eerst mavo. ‘Maar ik zag al gauw dat als ik door wilde met techniek, ik bij een fietsenmaker stage moest lopen, of de economische kant op.’ Niks mis mee, maar daar zag ze niet haar toekomst. Op de havo werd het, vooral door natuurkunde, al iets uitdagender. ‘Dat wilde ik ook in mijn vervolgopleiding, hbo bouwkunde.’ Uiteindelijk knoopte ze er ook nog een universitaire opleiding aan vast. 72 NANAAMAM: Esmms eeeeWiicchhaardrd LLEEEFTIIT JDDJ : 3003 FUUNNCTIE: oommgeeg viv ngsmaannagerer GWWW-W-ses ctctoror B J Waterschap Hollllandse DeltaDeltDe BIIJ: Waterschap H an OPLEIDING: HBO bouwkunde, WO construction management & engineering Mastertitel of niet, ‘tijdens stage op een bouwplaats besefte ik dat ik nooit het contact met buiten wil verliezen. De techniek is een geweldige wereld om in te werken, met een mooie cultuur en complexe projecten. Daarbinnen spreekt het projectmatig werken mij aan. Niet alleen oog hebben voor de tekening, maar met een team naar een doel werken. Dijkversterking is een maatschappelijke opgave waarvan de noodzaak superhelder is. Als ik mijn projecten voor het kiezen heb, dan liefst dat soort uitdagingen. Zolang ik mezelf maar kan blijven uitdagen, want tegen stilstand kan ik niet.’ JONG&AMBTENAAR IN DE ENERGIETRANSITIE ROLT JE CARRIÈRE SNEL Energietransitie is een werkgebied waar je als ambtenaar hard in kunt groeien. Elke gemeente is ermee bezig; we moeten immers uiterlijk in 2050 allemaal van het aardgas af. Een uitdaging voor gemeenten, want energietransitie raakt veel thema’s tegelijk. Dat geeft beleidsmedewerkers veel vrijheid. ‘A ls je projecten wilt draaien en je stápt naar voren, krijg je meteen de hoofdprijs’, zegt Marit Smelter. Zij is beleidsmedewerker energietransitie bij het samenwerkingsverband BUCH in Noord-Holland (gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum, Heiloo). Ze informeert bewoners over energiebesparing, in samenwerking met lokale partners zoals energiecoöperaties, energiecoaches en het lokale energieloket. ALLEEN EEN TAAKSTELLING Marit organiseert informatieavonden, zowel fysiek als online. Ze vertelt mensen waar ze informatie kunnen krijgen voor woningverduurzaming, en wat de gemeentelijke plannen zijn voor aardgasvrij wonen. En ze helpt mee het beleid te formuleren om in 2050 allemaal van het aardgas af te zijn. Nu ja, beleid… Marit: ‘Er ís geen landelijk beleid voor de energietransitie. Er zijn alleen taakstellingen van de rijksoverheid. Invullen hoe je daar komt, moet je als gemeente zelf doen, met inwoners en partners. Dat levert voor beleidsmedewerkers energietransitie enorm veel vrijheid op om hun functie zelf in te vullen.’ VOORBEELDFUNCTIE NNAAM: Marit Smellter LEEFTIJD: 31 jaarra FUUNCTIE: bbelleidsmedewerker ennergietrrannsis tit e BBIIJ: BUCCHHwere kook rgr ana isisatatie OPO LEEIDDING:: mam tsts er Eurroppese e sttudu ies Marits eerste job na haar studie was ambtenaar duurzaamheid in Hoorn, waarbij ze vooral collega’s moest ondersteunen. ‘Maar al gauw begon ik me ook met de inhoud te bemoeien. Ik beantwoordde vragen van bewoners en sprokkelde de informatie zelf bij elkaar. Op het gebied van duurzaamheid is er niemand die hét antwoord heeft.’ Na twee jaar fijn werken in Hoorn besloot Marit toch over te stappen naar de BUCH-werkorganisatie, dichter bij huis. Naar Hoorn moest ze met de auto, en daarmee gaf ze geen goed signaal af, vond ze. ‘Je hebt als ambtenaar duurzaamheid toch een voorbeeldfunctie.’ PRESENTATIE ‘ Op het gebied van duurzaamheid heeft niemand hét antwoord’ 73 Ook bij BUCH heeft ze met haar collega’s dezelfde vrijheid als in haar eerdere functie. En Marit zit boven op de actualiteit. Zo kwam er vorig jaar bij TNO een rapport uit over energie armoede: mensen die hun energierekening niet meer kunnen betalen. Nog vóór de Tweede Kamer dat thema behandelde, had ze de situatie in de BUCH al uitgezocht en gepresenteerd aan de wethouders. ‘Toen het rijk vervolgens met veel middelen kwam om energiearmoede te bestrijden, keek iedereen direct naar mij of ik ambtelijke voorbereidingen wilde doen voor verdeling van het geld. Ik was immers de deskundige. Samen met collega’s maak ik hier nu plannen voor.’
Pagina 74
JONG&AMBTENAAR Foto door Anneke Hymmen Het verhaal van Omgevingsdienst Haaglanden WAAR WIJ OM GEVEN: WERKEN AAN BETER LEVEN. Veel van het werk van Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) zie je niet. Niet direct, tenminste. Een schoner milieu en een gezonde leefomgeving. Daar maken we ons elke dag hard voor. En elke dag komen we veel verschillende belangen tegen, die vaak botsen. Milieu, natuur, economie, werkgelegenheid, wonen en recreëren. Allemaal belangrijke zaken die met elkaar door één deur moeten. Hoe we dat doen? We verlenen vergunningen, houden toezicht, adviseren en als het nodig is handhaven we. We denken mee met alles en iedereen en lossen op. Provincie Zuid-Holland en 9 gemeenten. Den Haag, maar ook kleinere steden en dorpen. Dat betekent ruim 3.000 horecabedrijven, waaronder strandpaviljoens, 900 grote kantoren en overheidsgebouwen, 32.000 bedrijven en instellingen en meer dan 1.300 glastuinbouwbedrijven. Elk met hun eigen uitdagingen. We zijn er voor maar liefst 1,1 miljoen inwoners. Maar we geven net zo veel om alle dieren en planten. Zo beschermen we kwetsbare dier soorten en werken we aan rustige broedplaatsen en behoud van natuur. Op de achtergrond gaan we voor een veilige en fijne wereld voor iederéén. Voor nu en later. KOEN KEIZER K linkt belangrijk, maar wat betekent het in de praktijk? Denk aan beschermen van kwetsbare diersoorten of beperken van hinderlijke kunstverlichting. Of controleren hoe bedrijven afval verwerken. En hoe bedrijven beter met isolatie en energie moeten omgaan. Om maar iets te noemen. Vierentwintig uur per dag staan wij op scherp. ONS WERKVELD Onze regio is net zo divers als onze werkzaamheden. We werken voor de HET VERHAAL IN DE PRAKTIJK Dit is het verhaal waar wij voor staan. Maar wat betekent ‘Werken aan beter leven’ voor onze jonge collega’s en hun dagelijkse werkzaamheden? Drie specialisten uit verschillende vakgebieden aan het woord. Maaike Cleyndert (30), Handhavingsjurist milieu: ‘Sinds 2020 werk ik bij ODH. Voor die tijd was ik al handhavingsjurist, maar bij ODH focus ik me op de handhaving van het milieurecht. Ik vind het fijn dat ik me kan inzetten voor een schone en fijne leefomgeving. Dat betekent dat we ons 74 Foto door Anneke Hymmen JONG&AMBTENAAR LIA SINNIGE óók bezighouden met onderwerpen als bodem, grondwater en licht. Zelf heb ik dagelijks veel te maken met geur- en geluidsoverlastzaken. Dit heeft een enorme impact op het leven van sommige mensen. Het is dan ook fijn als je door goede handhaving een einde kunt maken aan overlast en zo de leefbaarheid verbetert.’ Koen Keizer (29) is Business Intelligence specialist/Data specialist. Hij kwam eind 2019 als trainee bij ODH en is sinds 2021 in vaste dienst. ‘Na afronding van mijn studie Sociologie zocht ik een plek waar ik twee interesses kon combineren: het inzetten van data om te werken aan een duurzame leefomgeving. Tegenwoordig is data overal. Mijn persoonlijke drijfveer is om die data slim in te zetten om de wereld elke dag een beetje beter te maken. Denk aan data vinden, verwerken en analyseren, zodat collega’s in het veld beter voorbereid hun werk kunnen doen. Maar ook aan steeds meer halen uit geo-specifieke DE BETERE WERELDBAAN: Ook iets voor de leefomgeving betekenen en werken bij een omgevingsdienst? Kies voor De Betere Wereldbaan bij één van de vijf Omgevingsdiensten in Zuid-Holland, waar ODH er één van is. Kijk op debeterewereldbaan.nl voor een baan die bij jou past. data, zodat we in de toekomst bijvoorbeeld beter in kaart hebben waar beschermde dier- en plantsoorten leven. En we die beter kunnen beschermen.’ Lia Sinnige (28), Toetser en Vergunningverlener bij team bodem en asbest, werkt sinds de zomer van 2022 bij ODH. ‘Wat ik erg belangrijk vind, is evenwicht. In mijn eigen leven, maar ook in de maatschappij en de natuur. Kijk bijvoorbeeld naar de bodem, de bron van ons voedsel. Als we die voor lief nemen en niet weten wat de status ervan is, zal die snel worden opgebruikt. Aan mij en mijn collega’s om te onderzoeken hoe het met de bodem is gesteld en daar advies over te geven. Dankzij mijn studieachtergrond in zeer zorgwekkende stoffen en mijn vorige baan heb ik van dichtbij gezien wat de impact is van bijvoorbeeld loden leidingen op onze grond. Elke dag werken we hier hard om de bodemkwaliteit te verbeteren en dus het evenwicht te bevorderen!’ 75
Pagina 76
JONG&AMBTENAAR Yvonne Siepel komt dagen tekort in een week VEILIGHEIDSEXPERT ÉN BRANDWEERVROUW Een ramp of crisis dient zich gelukkig zelden aan. Maar áls het gebeurt, moeten alle betrokken diensten en hulpverleners in vorm zijn. Daarbij moeten ze over eenduidige informatie beschikken. Yvonne Siepel levert daaraan een bijdrage. Hierbij blijft het niet in haar volle bestaan. E en seizoen entertainment en evenementen op Ibiza, strandfestivals, haar afstudeeronderzoek bij SAIL en de Formule 1 op Zandvoort: overal speelt het element veiligheid. Yvonne Siepel bekeek het in de praktijk en in theorie. Nu heeft ze dankzij dat thema een veelzijdige carrière. THEATEROPLEIDING EN HORECA Wat ze in haar hoofd had: een theateropleiding. Ze kwam niet door de audities, maar treurde niet lang. ‘Dan maar de horeca in en de tijd nemen om uit te zoeken welke vervolgopleiding bij me past.’ Ze ging bedrijfskunde studeren. Yvonne: ‘Er zaten aardig wat mensen in m’n klas van defensie, brandweer, politie en de ambulancedienst. Zij gingen door naar de opleiding Integrale veiligheidskunde. Daar had ik zulke leuke gesprekken mee dat ik dacht: superstoer, ik ga dat ook doen!’ Zo kon ze eerder opgedane praktijkervaring combineren met veiligheid. ‘Ook mijn hulpverleners- en zorgtrekjes zouden dan uit de verf komen.’ MULTIDISCIPLINAIRE AANPAK Zodra ergens een ramp of crisis plaatsvindt, worden ‘crisisfunctionarissen’ opgeroepen. ‘Sommige rampen of crises vragen een multidisciplinaire aanpak. De hulpdiensten werken dan samen’, legt Yvonne uit. In het organiseren van oefeningen zitten weken, soms wel maanden werk. Zeker als ze betrekking hebben op haar regio, waar Schiphol en 76 Tata Steel zijn gevestigd; bedrijven met een verhoogd calamiteitenrisico. Denk aan de mogelijkheid van een vliegtuigramp, een terreuraanslag of een ziekenhuis dat ontruimd moet worden. Serious stuff. Maar: ‘Dat maakt deze regio ook dynamisch en leuk om te werken.’ Bij de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (afgekort GHOR) speelt Yvonne een rol in de voorbereiding en uitvoering van verschillende trainingen, oefeningen en opleidingen. ‘Ons team zorgt ervoor dat crisisfunctionarissen geoefend blijven.’ Dat gaat op basis van een door haar team in elkaar gezet draaiboek, waar nodig afgestemd met partnerorganisaties. HET IS NET ACTEREN Niet bij iedere oefening kunnen tien ambulances tegelijk ingezet worden. ‘Wij bieden dan tegenspel en geven de informatie die crisisfunctionarissen in het echt ook zouden krijgen.’ Eigenlijk is het net acteren, zegt Yvonne, het vak dat ze eerst wilde doen. Compleet met ‘schmink’ soms, als er wordt gewerkt met realistisch ogende (LOTUS-) slachtoffers. De helft van haar werk week werkt Yvonne bij de GHOR, de andere helft bij de brandweer in Beverwijk, op het educatieve vlak. Bij een uitruk schiet ze in haar brandweerkleding en klimt ze in de wagen. Ook in haar eigen woonplaats Castricum, bij de vrijwillige brandweer. Opgeteld is het nogal wat. ‘Ja, ik kom wel wat dagen tekort in een week’, besluit Yvonne droogjes. NAAAMA : YvY onnee Sieei pepel LLEEEFTIIJJD: 29 FUF NCCTIT E:E mem ddeewweerrkkere vakbeb kwwaamhheeiid; braannddweerrvvrououw BBIJJ: GHG ORR Kene neemeerllr aannd; BBrrana dwweer KKeennnn eme erre llaand OOPPLEL IDDINNG:G: HHBBO intet grrg ale veveilligghheidds-s kkuunndde; MBOOB 4 enntertaiinmentn enen evveneemmenten
Pagina 78
JONG&AMBTENAAR DE BEL COMBINATIE, NET EVEN ANDERS… Tip: Bekijk op de website het filmpje ‘Werken bij de BEL Combinatie’ Of scan de QR code Bij de BEL Combinatie werk je in een kleine, dynamische en gezellige organisatie aan grootse onderwerpen. BEL medewerkers zijn gedreven, flexibel en collegiaal. Samen met je collega’s werk je aan onderwerpen die er echt toe doen. Resultaten van je inspanningen zijn snel zichtbaar. Zowel in de organisatie als in de drie dorpen waarvoor je werkt. Kortom, werken bij de BEL Combinatie betekent ’never a dull moment’. De BEL Combinatie in het kort: Sinds 2008 werken medewerkers van de zelfstandige gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren samen in de BEL Combinatie. Een dynamische organisatie met oog voor lokale verschillen. De gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren tellen samen 33.000 inwoners. 186 vaste medewerkers staan dagelijks klaar voor de besturen en de inwoners van de BEL gemeenten. Van de vaste medewerkers is: 60% 60% 50% 50% 50% 50% 40% 40% Kenmerkend voor de BEL Combinatie is: De informele, open cultuur en de korte lijntjes met het bestuur. We werken hybride. Dat kan zijn op het BEL kantoor in Eemnes, op locatie in één van de dorpen, of thuis. Bij de BEL Combinatie krijg je een Chromebook en een mobiele telefoon van de zaak. Er is ruimte voor training, opleiding, ontwikkeling en eigen initiatieven. De BEL Combinatie is een lerende organisatie en daardoor continu in beweging. vrouw man vrouw man jonger dan jonger dan 45 jaar 45 jaar ouder dan ouder dan 45 jaar 45 jaar De BEL Combinatie maakt ook gebruik van externe inhuur. Het doel is om zoveel mogelijk medewerkers in vaste dienst te nemen en waar nodig externe expertise in te huren. De actieve personeelsvereniging verzorgt gezellige activiteiten. Nieuwe medewerkers volgen een uitgebreid introductieprogramma. Nieuwsgierig naar wat de BEL Combinatie jou te bieden heeft? Kijk op www.belcombinatie.nl Of volg ons op 78 JONG&AMBTENAAR BRUSSEL IS NIET ALLEEN EEN REGELFABRIEK Van een gewenst ‘tussenjaar’ is voor veel pas afgestudeerden en starters door de pandemie en de onrustige geopolitieke situatie weinig terechtgekomen. Verlang je toch naar een buitenlands avontuur? Denk aan stage lopen of werken in ‘Europa’. Het voordeel van zo’n buitenlands avontuur: je leert jezelf en je vaardigheden goed kennen en verbreedt je horizon. Daarnaast staat een baan in het buitenland ook nog eens goed op je cv. Een mooie mogelijkheid om te ‘snuffelen’ aan hoe het leven elders is. De Europese Unie biedt pas afgestudeerden en starters die mogelijkheid. REGELFABRIEK Sommigen hebben het idee dat ‘Europa’ een regelfabriek is, die bevoegdheden afknabbelt van onze nationale zeggenschap. Maar als Nederland in Brussel een woordje meespreekt, is dat van invloed op het beleid. Daar kun jij ook een rol in spelen. Jaarlijks krijgen meer dan 1.900 jongeren met zeer uiteenlopende opleidingen en ervaringen de mogelijkheid om via een stage of traineeship ervaring op te doen binnen de EU. De meeste EU-instellingen (ruim dertig) organiseren stages van drie tot vijf maanden, maar soms ook van een jaar. Matchmaker is onder andere EPSO, dat namens de EU zowel algemene als zeer gespecialiseerde kandidaten selecteert. Ligt je belangstelling meer op het politieke vlak, dan kun je stage lopen in het ‘Robert Schuman traineeships’ bij het Europees Parlement. Je kunt aan de slag bij verschillende beleidscommissies, als onderzoeker, maar ook als vertaler. SPECIALISME EN OPLEIDING Specialisme en opleiding spelen vaak een rol. Het kan bijvoorbeeld gaan om mededingingsrecht of voedselveiligheid, maar ook om milieubeleid, communicatie of cyberveiligheid. 79 Bij veel agentschappen en organen kun je na een tijdelijk contract een vaste aanstelling krijgen. Langer naar Europa? Als temporary agent heb je meestal een aanstelling van drie tot vijf jaar, met een maximum van zes jaar. Hiervoor worden doorgaans mensen gezocht met ruime werkervaring en specialistische kennis. OOK DETACHERINGEN Ook zijn er mogelijkheden voor detachering door je eigen werkgever, bijvoorbeeld een ministerie, gemeente of provincie. De eigen organisatie kan je detacheren als vooruitgeschoven post. Bijvoorbeeld als nationaal expert op het gebied van landbouw of regionale ontwikkeling. Met de juiste achtergrond kun je je ontwikkelen in ‘public affairs’. Een voordeel: de meeste Europese stages zijn betaald. De vergoeding is vaak aangepast aan de kosten van levensonderhoud op je standplaats. Zit je op een dure locatie, dan verdien je misschien behoorlijk, maar het geld vliegt sneller je portemonnee uit. epso.europa.eu @EU_careers https://www.werkenbijdeeu.nl/
Pagina 80
JONG&AMBTENAAR INTERNATIONAAL, MET BRUSSEL ALS STANDPLAATS Noord-Brabant behoort tot de wereldtop van kennis- en innovatieregio’s. Machteld van Dijk houdt voor deze provincie nauwgezet in de gaten hoe het Europees beleid, de ‘Brusselse’ politiek en regelgeving zich ontwikkelen. N NAAAMAM: Maacchthtele d vav n DiD jk LEEEFTIT JJD: 331 FFUUNCCN TIT EE: ada viv seeuru EU Pubu liic AfA faf iri s BIJ:J prp oovvinnciie Noord-BBraabaantnt OPLEEIDDINNG:G Master intnterre naatiit onnal rele attioonsn & interrnnatioonal orgr annisi atta ioi nsns JONG&AMBTENAAR S inds 2019 is het voor Machteld ‘Standplaats Brussel’. Dat komt niet uit de lucht vallen. ‘Ik heb echt van jongs af aan een uitgesproken interesse in de Europese Unie. Tijdens mijn studie werd ik steeds benieuwder naar wat wij in Nederland en onze gemeenten en regio’s terugzien van ons EU-lidmaatschap. Nu is dat mijn werk, voor mijn provincie’, vertelt het naar eigen zeggen ‘nieuwsgierig Aagje’. ‘Mijn taak is zo vroeg mogelijk te signaleren wat van belang is voor Noord-Brabant en waar kansen liggen. Daarbij hoort dat ik Europees beleid en politiek op een begrijpelijke manier “vertaal” bij collega’s en het provinciebestuur.’ Een voorbeeld, in de vorm van een voor haar provincie belangrijk en super-actueel onderwerp: de European Chips Act. Dat heeft te maken met een van Nederlands toonaangevendste bedrijven: fabrikant van chipmachines ASML. Computers, mobieltjes, vliegtuigen; allemaal volgepakt met deze plakjes silicium. De concurrentie op de markt van halfgeleiders is moordend en het Europese marktaandeel geslonken. Tegelijk maakt een wereldwijd chiptekort Europa kwetsbaar. Chefsache voor Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, maar ook een topdossier voor Machteld en haar werkgever. Net zoals het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het beoogde natuurherstel in de veeteeltrijke provincie. MOPPEREN OP REGELS Machteld beseft dat veel Nederlanders mopperen op Europese regels. ‘We weten er weinig van, horen er weinig van en dus bekijken we het soms zwart-wit’, pareert ze. ‘Europa staat niet op zichzelf. We zijn er onderdeel daarvan en kunnen beter een actieve rol hebben dan het gevoel dat alles ons overkomt. Als burger en als ambtenaar wil ik vooral de Europese agenda zo veel mogelijk in een voor Nederland gunstige richting helpen sturen. Zeker in deze geopolitieke situatie, met een oorlog in Oekraïne, een pandemie en een energiecrisis is het belangrijk om elkaar vast te houden.’ Brussel (‘minder ver vanuit Brabant dan Den Haag’) ervaart ze als een prettige stad om te wonen en werken. Ze beveelt jonge ambtenaren van harte aan daar een tijdje te werken, als het kan. Zelf werkt ze vanuit het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP). ‘De Europese wijk bestaat uit grijze blokken. Maar daarbinnen en in de koffietentjes eromheen wordt hard gewerkt. Daar kom je interessante professionals tegen uit de 27 lidstaten, en van belangengroepen die in Brussel georganiseerd zijn.’ Maar ook Nederlandse collega’s. Nog tot eind 2023 is Machteld voorzitter van het netwerk Hartman Young Professionals for Europe (HYPE, zie kadertje). ‘Voor mij is het echt een verrijking om professionals te ontmoeten met een andere culturele achtergrond en andere ideeën. En ik vind het heerlijk dat ik op straat Frans, Fins, Duits en Italiaans hoor spreken. Ik ben getrouwd met een Zweed, die ik in Riga ontmoette, tijdens mijn masterstage.’ HYPE GAAT INTERNATIONAAL Behalve FUTUR en Hartmans is er een specifiek netwerk voor jonge ambtenaren die voor of in ‘Europa’ werken: HYPE, afkorting van Hartman Young Professionals for Europe. De leden verdiepen twee jaar lang hun kennis over de Europese Unie. Je kunt er niet zomaar bij; ieder lid wordt geselecteerd op kwaliteiten en vaardigheden. De werkgevers en werkgebieden verschillen: van een groot ministerie tot provincies, gemeenten en onderzoeksinstellingen. HYPERS zijn geografisch gespreid, van Groningen tot Brussel. Het maximaal aantal leden is 25. 81
Pagina 82
JONG&AMBTENAAR HET ZWEMBAD ALS PASSIE Marianne Jongsma Al op haar zestiende kreeg Marianne haar eerste baantje als zwemonderwijzer. Inmiddels is ze bedrijfsleider bij SRO van twee zwembaden in Zeist en De Bilt. Ze beschouwt dit werk als haar roeping. Wat doet een bedrijfsleider van een zwembad precies? ‘Veel tegelijk. Personeelsbeleid, onderhoud, financiën, duurzaamheid – alles komt voorbij. Daarnaast heb ik vanuit mijn functie bij SRO voortdurend contact met de gemeente. De gemeente is eigenaar van het zwembad, SRO is de exploitant. Kortom: geen dag is hetzelfde, dat vind ik heel leuk.’ Ben je vooral brandjes aan het blussen, of kijk je ook vooruit? ‘Ik houd me natuurlijk het liefst bezig met het grote plaatje. Maar je ontkomt niet aan de waan van de dag. Ook die afwisseling waardeer ik enorm. Ik werk samen met collega’s, ben actief bezig in het zwembad. Ik zorg ervoor dat het technische gedeelte in orde is en dat de waarden en kwaliteit van het water kloppen. En daarnaast zorgen we er samen voor dat bezoekers tevreden naar huis gaan.’ In hoeverre kan een zwembad duurzaam zijn? ‘Het zwembad in De Bilt is van eind 2020 – spiksplinternieuw en volledig duurzaam. Geen gas, het draait volledig op warmtepompen. Op het dak zitten vele zonnepanelen, dus op goede dagen kan het zijn eigen energie opwekken. Het zwembad in Zeist is een wat ouder gebouw, uit 1995. Wel op gas, en met oudere installaties. We zijn samen met onze collega’s bij SRO op zoek naar duurzame oplossingen. Daarbij moeten we ons natuurlijk afvragen hoelang het zwembad meegaat, wat de plannen van de gemeente zijn, of het loont om investeringen te doen – want warmtepompen zijn niet gratis. Daar ben ik nu druk mee bezig.’ Wie bezoeken de zwembaden zoal? ‘Sporters die baantjes trekken, recreatieve zwemmers, kinderen die les krijgen, kinderen die discozwemmen, ouderen die fit willen blijven door aquajoggen of aquarobics. Het zwembad is er voor iedereen.’ Hoe kwam je hier terecht? ‘Ik ben bedrijfsleider sinds september 2021. Daarvoor was ik drie jaar hoofd zwemzaken voor de Bijlmer in Amsterdam. Ik werk al vanaf mijn zestiende in een zwembad. Vroeger was ik zwemonderwijzer en toezichthouder. Ik heb ook geprobeerd om iets anders te gaan doen, maar ik kwam altijd weer terug. Zelfs toen ik in Thailand woonde, werkte ik in een zwembad. Ik speel ook waterpolo. Zwembaden zijn de rode draad in mijn leven, mijn grote passie. Dat geldt trouwens ook voor mijn collega’s; voor velen van hen voelt het zwembad als een thuis. Het is onderdeel van hun identiteit – een soort roeping.’ Wat vind je het leukst aan je werk? ‘Toch de variatie. De dynamiek met verschillende klanten, om maar iets te noemen. Ik zie baby’s en peuters zwemmen, ik zie ze vanaf heel klein opgroeien tot oudere mensen die hier nog steeds komen. Die diversiteit is ontzettend leuk.’ FULL-SERVICE PARTNER VOOR GEMEENTELIJK VASTGOED SRO beheert, onderhoudt en exploiteert gemeentelijk vastgoed, zoals zwembaden, sportaccommodaties, MFA’s en monumenten voor diverse gemeenten in de regio Amersfoort en Haarlem. Daarnaast zet SRO sportservice in als middel om maatschappelijke opdrachten waar te maken. Dit doen zij onder andere met de innovatieve inzet van buurtsportcoaches en vakleerkrachten. Werken bij SRO betekent dat je er samen voor zorgt dat alles naar behoren functioneert en dat je de optimale condities creëert om jong en oud zorgeloos en met veel plezier te laten bewegen en sporten. Dit betekent dat SRO weet wat er speelt, dat zij meedenken en vooruitdenken over hoe ze gemeenten en gebruikers zo goed mogelijk blijven ontzorgen. Hier hebben ze met meer dan 500 medewerkers alle disciplines onder één dak. Meer weten? Bezoek www.sro.nl. 82 JONG&AMBTENAAR NAAM: Marianne Jongsma LEEFTIJD: 35 jaar NAAM: Jelle Luijben LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE: contractmanager, SRO OPLEIDING: business administration bij de Hogeschool van Utrecht in Utrecht FUNCTIE: bedrijfsleider van zwembaden, SRO OPLEIDING: sportmanagement en ondernemen bij de ALO in Amsterdam Jelle Luijben DE MAN DIE ALLES VAN CONTRACTEN WEET Zodra een medewerker van SRO een inkoopcontract afsluit, met welke partij dan ook, komt Jelle in beeld. Het is zijn taak om van dit ingewikkelde proces een overzichtelijk en efficiënt geheel te maken. Wat zijn het voor contracten? ‘Dat kan van alles zijn. Een onderhoudscontract voor een dak. Een leveringscontract voor een maaimachine. Ieder contract is een overzicht van de belangrijkste gegevens van de overeenkomst. Bij een leveringscontract is dat bijvoorbeeld: prijs, levertijd, garantievoorwaarden. Vroeger beheerde elke budgethouder zelf zijn contracten, totdat er werd besloten om een contractmanager aan te stellen – en dat ben ik.’ Waarom was dat nodig? ‘Mijn functie is ontstaan omdat SRO een efficiënter systeem wilde. De werkwijze, de software; alles moest in dienst worden gesteld om de contracten zorgvuldig te kunnen managen. We hebben richtlijnen opgezet en er wordt een database aangelegd. Dit zorgt voor een eenduidig en helder proces.’ Wat is daar het voordeel van? ‘Bij een contract dienen beide partijen zich aan de gemaakte afspraken te houden. Als je ieder contact makkelijk kunt terugvinden, ken je meteen weer de basis van de samenwerkingsovereenkomst. Op die manier is het eenvoudiger om de kwaliteit die wij inkopen te waarborgen. Zo hadden we bijvoorbeeld een onderhoudscontract waarbij een partij niet helemaal leverde wat wij ervan verwachtten. Door goed contractmanagement, met regelmatige evaluatiemomenten, konden we samen met die partij kijken hoe we dat moesten oplossen. Dat gaat nu veel beter.’ Wat vind je het leukst aan je werk? ‘Dat ik alle vrijheid en vertrouwen bij SRO krijg om dit op te bouwen. De database, het systeem, de werkwijze. Door goed na te denken kan ik het hele proces standaardiseren. En kan ik iedere collega te hulp schieten. Ik lees de afspraken nog eens na en vertel ze wat ze het beste kunnen doen. Ik heb nu vierhonderd verschillende contracten verzameld, alles op dezelfde plek. De komende periode ga ik ze consistent in een programma invoeren, zodat ik alles in één oogopslag kan inzien.’ Maak je je eigen functie op deze manier niet overbodig? ‘Er zal altijd een coördinator nodig zijn. Dat is nu juist zo belangrijk: voortdurend evalueren. Ik wil mijn collega’s hierin begeleiden, want dat zijn geen contractmanagers, maar teammanagers, bedrijfsleiders, bouwtechnisch medewerkers. De meeste zijn minder bezig met de contracten dan ik. Nee, ik heb eerder iemand naast mij nodig dan dat ik zelf overbodig zal worden.’ 83
Pagina 84
JONG&AMBTENAAR Isabeau beschermt zeldzame fauna DIEREN NIET STOREN SVP Toen een docent op het MBO haar aanraadde om diermanagement te gaan studeren – omdat ze zo van dieren hield – twijfelde Isabeau Schutte (31). Maar op een reis naar Costa Rica kwam daar verandering in. ‘Ik deed twee maanden lang vrijwilligerswerk in het oerwoud, met luiaards en apen’, vertelt ze. ‘We lapten gewonde dieren op en herintroduceerden ze in hun natuurlijke omgeving.’ D aarna was ze om. Eerst kwam de studie, vervolgens een wereldreis. ‘Ik koos de landen uit op basis van diersoorten. Madagaskar voor de kameleon, Borneo voor de neusaap, Nieuw-Zeeland voor de kiwi.’ Nu beschermt Isabeau binnenlandse natuur, als toetser en vergunningverlener Wet Natuurbescherming bij de Omgevingsdienst Haaglanden. ‘In principe is het bij wet verboden om verblijfplaatsen van beschermde diersoorten te verwijderen’, aldus Isabeau. ‘Bij nieuwbouw of renovatie moet er dan ook vaak een uitzondering worden aangevraagd. Als die wordt goedgekeurd, krijgt de aanvrager een ontheffing. Wij beoordelen deze aanvragen en schrijven de ontheffingen.’ De aanvrager is doorgaans een projectontwikkelaar of woningcorporatie. ‘Maar soms ook een gemeente, die ons erop wijst dat iemand een ontheffing wil voor een verbouwing.’ VLEERMUIS OF HUISMUS Het werkt als volgt: ‘De initiatiefnemer dient eerst een ecologisch adviesbureau in te schakelen. Zo’n bureau onderzoekt 84 of er beschermde diersoorten aanwezig zijn, bijvoorbeeld de vleermuis of huismus. Is dat het geval, dan moet er een plan worden gemaakt om deze dieren alternatieve verblijfplaatsen te bieden, zodat ze ook tijdens en na de werkzaamheden kunnen overleven.’ Ze neemt de huismus als voorbeeld. ‘Stel dat je een huismusnest in je woning hebt zitten, en je wilt het dak isoleren. Dat kost tijd, en de huismus maakt het hele jaar gebruik van dat nest – ook in de winter. Als je dat weghaalt, komt de mus in de problemen. Daarom ben je verplicht om in de buurt vervangende kastjes op te hangen die voldoen aan de richtlijnen. Maar ook in het nieuwe dak zul je er rekening mee moeten houden. Na de verbouwing moet er opnieuw plek zijn voor de huismus om een eigen nest te maken.’ NAN AM: Isabeauu Schhutte LEEFTIJD: 31 FUNCTIE: tooeetser en vergunningverrleener Wet Nattuurbeschheerming BIJ:: Omgevingsdienst Haaaglg anden.n OPLEIDING:G HBH O bachelor diermanagement NIET STOREN Wanneer ze twijfels heeft over een plan, vraagt Isabeau of haar collega’s van handhaving langs kunnen gaan. ‘Wij kunnen op basis van eerdere onderzoeken beoordelen of het ecologisch advies hout snijdt. Soms vermoeden we dat er meer diersoorten aanwezig zijn dan in het rapport wordt vermeld. Of een aanvrager beweert dat op tien meter afstand een kerkuil zit, maar dat die absoluut niet wordt gestoord. Ook dat moeten we zeker weten.’ De meeste diersoorten zijn beschermd door Europese wetgeving, vertelt Isabeau. ‘En daarnaast zijn er ook nog Nederlandse regels, voor diersoorten die juist hier extra 85 aandacht vereisen. Als we deze dieren niet helpen, verkleinen de populaties. Dan is er steeds minder verscheidenheid, en dat leidt weer tot een monotoner landschap. Biodiversiteit is heel belangrijk.’ BIODIVERSITEIT BEHOUDEN Om dit te illustreren, vertelt Isabeau over de wolf in Yellowstone National Park in Amerika. ‘De hertenpopulatie is daar teruggedrongen. Niet eens omdat de wolf ze allemaal opeet, maar omdat de herten veel waakzamer moeten zijn. In plaats van de hele dag grazen, moeten ze opletten, dus maken ze minder jongen. Dat heeft weer gevolgen voor bomen, struiken – voor alles wat groeit. De biodiversiteit behouden, daar doen we het voor.’
Pagina 86
JONG&AMBTENAAR ‘Dijk en Waard heeft oog voor je talenten’ GROEI MEE MET ONZE GLOEDNIEUWE GEMEENTE ‘Het mooie van gemeente Dijk en Waard vind ik dat het een vernieuwende organisatie is die je als jonge ambtenaar volop kansen biedt om je verder te ontwikkelen. Als je die kansen pakt, dan kan het je mooie dingen opleveren!’ Rosanne Kunst-Appelman (35), kwam zelf als ‘broekie’ van 18 als stagiaire bij de gemeente binnen en heeft de afgelopen zeventien jaar een mooie carrière opgebouwd binnen de gemeente Dijk en Waard. Inmiddels is ze werkzaam als teamleider van de krachtteams Sociaal Domein, waarbij ze zes teams van in totaal 36 medewerkers aanstuurt. O p 1 januari 2022 fuseerden gemeenten Heerhugowaard en Langedijk tot gemeente Dijk en Waard. “In deze nieuwe gemeentelijke organisatie ontdekken we met elkaar waar we staan en waar we naar toe gaan,” vervolgt Rosanne. “Als jonge ambtenaren hebben we hier een belangrijke rol in. Onze generatie kijkt vaak toch anders tegen dingen aan en biedt vaak een net iets ander perspectief of andere invalshoek. Bij Dijk en Waard is ruimte voor deze vernieuwende input. En wat is er mooier dan op die manier bij te dragen aan de (eigen) omgeving? Samen laten we de Dijk en Waard groeien en geven we vorm aan de nieuwe gemeente.” VOLOP KANSEN Rosanne begon in 2005 als stagiair bij de gemeente Heerhugowaard tijdens haar studie Sociaal Juridische Dienstverlening. “Ik heb inmiddels binnen de organisatie verschillende functies bekleed. Toen ik na mijn stage hier in dienst kwam was ik de allerjongste ambtenaar met een vast contract. Dat ben ik vier jaar lang geweest, toen waren gemeentes niet echt in beeld bij de jonge generatie. Ik denk dat dat anno 2022 wel anders is, jongeren worden zich steeds meer bewust dat de gemeente als werkgever volop kansen biedt.” Collega en mede-dertiger Mark Homan, kwaliteitsmedewerker op de afdeling Burgerzaken, knikt instemmend bij de woorden van Rosanne. “Bij Dijk en Waard krijg je echt de ruimte om je talenten in te zetten en verder te ontwikkelen. Ondanks dat we een grote organisatie zijn, ervaar ik dat hier belang wordt gehecht aan de persoonlijke benadering.” ONTDEK JE KRACHT Mark heeft Cerebrale Parese (CP) en hierdoor een lichamelijke beperking. Hij is blij met de kansen die hij als jonge ambtenaar (met een beperking) heeft gekregen bij de gemeente. Inmiddels werkt hij zes jaar binnen de gemeentelijke organisatie. “Ik ben samen met de DIJK EN WAARD IN HET KORT Op 1 januari 2022 zijn gemeenten Heerhugowaard en Langedijk gefuseerd tot gemeente Dijk en Waard. De gemeente telt 88.648 inwoners (juli 2022, bron: CBS) en wordt onder meer gevormd door de plaatsen Broek op Langedijk, Koedijk, Sint-Pancras, Noord- en Zuid-Scharwoude, Oudkarspel en Heerhugowaard. Dijk en Waard biedt een unieke mix van stedelijke voorzieningen, kernen met een dorps karakter en groene omgeving. Er werken ruim 600 mensen bij ons, 19,5 procent hiervan is jonger dan 35 jaar. De jonge garde is dus goed vertegenwoordigd binnen gemeente Dijk en Waard. Ons JONG-netwerk voor ambtenaren tot en met 35 jaar telt inmiddels 97 leden, die werkzaam zijn in alle gelederen van de organisatie. JONG organiseert diverse activiteiten waar de thema’s leren, amuseren en adviseren centraal staan. 86 JONG&AMBTENAAR KOM WERKEN BIJ DIJK EN WAARD gemeente een zoektocht aangegaan hoe ik mijn talenten het beste kan inzetten. Ik heb een bestuurskundige achtergrond. In de jaren dat ik hier nu werk heb ik kunnen ontdekken wat mijn talenten zijn. Mijn grootste kracht is mijn analytisch vermogen, waarmee ik onderzoek kan doen, op basis waarvan ik gepast advies kan geven.” OOG VOOR TALENTEN De kwaliteitsmedewerker legt uit dat hij door de zoektocht ook heeft ontdekt waar hij minder goed in is. Zo ligt zijn werktempo door zijn lichamelijke beperking iets lager, waardoor het werken onder hoge tijdsdruk lastig is. “Maar ik zie het juist als een kracht dat ik scherp heb waar ik wel én niet goed in ben en heb geleerd hier open over te communiceren. Het is mooi dat Dijk en Waard vooral oog heeft voor mijn talenten.” Ook Rosanne vindt het mooi dat er bij Dijk en Waard niet alleen naar de papieren van iemand wordt gekeken, maar juist naar de talenten per individu. “Het gaat erom dat jouw competenties passen bij een functie. Soms komen jouw kwaliteiten bij de ene afdeling niet helemaal tot hun recht, terwijl ze bij een andere afdeling juist een aanwinst zijn. Het gaat om de juiste aansluiting.” NETWERK De jonge garde is goed vertegenwoordigd binnen Gemeente Dijk en Waard. Het JONG-netwerk voor ambtenaren tot en met 35 jaar telt inmiddels 97 leden. Leden die over de hele organisatie verspreid actief zijn. De groep organiseert diverse gezamenlijke activiteiten waarbij de leden leren van elkaar en van andere collega’s en er ook ruimte is voor informele momenten. Rosanne en Mark zijn ook beiden lid van het JONG-netwerk. Rosanne: “Ik krijg van JONG veel inspiratie, het contact met diverse leeftijdsgenoten op andere plekken binnen de gemeente heeft voor mij echt een toegevoegde Werk jij graag mee aan een sterke en innovatieve gemeente, waar iedereen telt en wordt gezien? Wil jij met jouw ambities en talenten het verschil maken en met lef en beide benen op de grond onze inwoners, ondernemers en jouw collega’s helpen? Werken voor Dijk en Waard is werken voor een organisatie met een unieke positie en in een boeiende fase. Er is veel werk te doen en er zijn diverse vacatures te vervullen. Nieuwsgierig? Kijk dan op www.werkeninnoordhollandnoord.nl voor al onze actuele vacatures en stageplekken. waarde en is altijd leerzaam. Dit onderlinge contact levert vaak een verfrissende kijk op bepaalde zaken op; er wordt veel out of the box gedacht en het gaat over de domeinen heen. JONG zet je aan het denken. Over 1 jaar zal ik het JONG-netwerk moeten verlaten, dat ik het ga missen is zeker. Misschien moet ik iets opstarten met oud-leden?” 87
Pagina 88
JONG&AMBTENAAR Gedetacheerd bestuursondersteuner Freek van Haren Specialist in vliegen afvangen “ALLES DRAAIT OM DE JUISTE DRIVE” Freek van Haren kwam er aan de universiteit al snel achter dat hij problemen niet zo zeer wilde analyseren, hij wilde ze zo snel mogelijk oplossen. Hij wist ook dat hij ‘iets maatschappelijks relevants’ wilde doen. Om te ontdekken wat en hoe, ging hij aan de slag via Public Support, detacheerder met een groot hart voor gedreven talenten om de publieke sector te ondersteunen. Ten tijde van dit interview werkt Freek als bestuursondersteuner bij de gemeente Tilburg. Maar dat kan zo weer veranderen wanneer je als gedetacheerde werkt. Hoe is zijn werkzame leven eigenlijk begonnen? ‘Ik heb bestuurskunde gestudeerd op de Hogeschool Den Bosch. Daarna ben ik nog even naar de universiteit gegaan, maar daar kwam ik snel tot de ontdekking dat ik heel graag aan de slag wilde om problemen op te lossen in plaats van ze te analyseren aan de hand van theorieën uit de negentiende eeuw. Dat was niet mijn stijl. Dus toen ben ik gaan solliciteren.’ Waarom wilde je in de publieke sector werken? ‘Mijn studie was heel breed (kennis van recht, economie, organisatie), maar ik was vooral geïnteresseerd in de publieke zaak. Om een verschil te maken voor mensen die het niet altijd even makkelijk hebben. En voor de wereld om ons heen, het land dat we delen, van infrastructuur tot milieubeheer. Alles wat daaraan bijdraagt. Daar wilde ik aan meewerken.’ Hoe is Public Support op je pad gekomen? ‘Bij het solliciteren merkte ik dat gebrek aan werkervaring mij in de weg stond. Alle vacatures vroegen om drie jaar werkervaring. Tot ik een vacature van Public Support zag. Zij keken niet naar mijn ervaring, maar naar mijn drive! Ik kon direct aan het werk en mij al doende breed ontwikkelen. Ik was meteen enthousiast. Ik vond het ook fijn dat Public Support geen consultancy is. Opnieuw vanwege mijn oplossingsgerichtheid. Ik hoef niet zo nodig de oplossing te vínden, ik wil hem organiseren.’ Waarom koos je voor detachering? ‘Omdat je dan heel snel heel veel verschillende dingen leert. In heel veel verschillende rollen en organisaties. Je bent ook heel snel van toegevoegde waarde. Je leert heel snel te schakelen.’ Public Support heeft als slogan ‘Werk met je hart’, wat vind je daarvan? ‘Het klopt echt. Omdat je aan alles merkt hoe mensen worden geselecteerd op hun intrinsieke motivatie. Daar gaat het om, en zo veel minder om de kennis die je hebt opgedaan in je studie, of om je werkervaring. Het gaat om hoe je werkt, hoe je erin staat, je hart dus.’ Welke specifieke mogelijkheden biedt werken via Public Support jou? ‘Ze luisteren heel erg naar mijn voorkeuren. Wat wil jij nu graag, vragen ze regelmatig. En naast alle persoonlijke aandacht, is er ook een breed opleidingenaanbod. Op inhoud en op vaardigheden. Hoe kom je verder, dat is bij alles de insteek.’ Wat heeft die persoonlijke aandacht voor jou betekend? ‘Ik ben als professional heel erg gegroeid. Maar ook als mens, in m’n zelfvertrouwen. Je bent daardoor in een team zoveel meer dan “gewoon” een 88 JONG&AMBTENAAR ondersteuner. Als jij een telefoon aanneemt voor een specialist die jij support, dan kun je 90% van de vragen beantwoorden. Ik noem het altijd de vliegen afvangen. Dan kunnen zij zich focussen op hún taak.’ Wat maakt jou eigenlijk tot een Supporter met hoofdletter S zoals Public Support haar mensen graag typeert? ‘In alle bescheidenheid, maar toch (ha ha), ik ben heel gestructureerd, kan goed omgaan met planningen en agenda’s, en ik kan me heel dienstbaar opstellen. Je moet ook goed dingen kunnen uitvoeren die niet per se stroken met je eigen opvattingen.’ Waar hoop je qua werk over vijf jaar te staan? ‘Ik hoop in mijn rol zeker nog te groeien. En dan op een positie uit te komen als projectleider, of als beleidsadviseur, of meer in de politieke advisering. Vind ik alle drie leuk. Maar ik weet dat ik een keer ga kiezen. En ook dan zal ik vooral luisteren naar wat m’n hart me ingeeft.’ 89
Pagina 90
JONG&AMBTENAAR ‘ ALS WATERSCHAP ZIJN WE IN ZEELAND HEEL ZICHTBAAR’ Tijdens zijn studie in Tilburg wist Ivan de Bree (33) al dat hij terug zou keren naar Zeeland. Tien jaar geleden trad hij in dienst bij waterschap Scheldestromen, waar hij inmiddels afdelingshoofd Bedrijfs voering is. “Dat het bedrijf het lef heeft om iemand van mijn leeftijd leidinggevende te maken, daar ben ik trots op.” an de universiteit van Tilburg rondde Ivan de studie Bedrijfseconomie af, gevolgd door een master Strategisch Management en een master Human Resource Studies. “Mijn eerste opleiding ging meer over de financiële kant van een organisatie”, legt hij uit. “Maar ik miste daarin wel een beetje de menselijke kant, het HR-aspect. Collega’s coachen en helpen in hun ontwikkeling, daar kan ik me nu ook mee bezig houden.” Bij het waterschap ging hij aan de slag als medewerker procesmanagement. “Ik was een beetje een manusje-van-alles.” Nadat een collega met pensioen was gegaan, kreeg Ivan de kans om verder te groeien, als adviseur voor strategie en beleid. Na enkele reorganisaties is hij nu afdelingshoofd. “Ik ben de jongste medewerker in een leidinggevende rol. Al merk ik daar in de praktijk niet zoveel van.” A Ivan geniet van zijn werk. Het is afwisselend en er zit veel uitdaging in. “Wat het ook leuk maakt, is dat we als waterschap in Zeeland heel zichtbaar zijn. Als ik naar mijn werk rijd, dan doe ik dat over wegen, langs sloten en over dijken van het waterschap. Ons werk is echt relevant. De laatste tijd gaat het veel over klimaatverandering, droogte en ook wateroverlast. Het waterschap speelt in dat opzicht een belangrijke rol. Bij het werken in Zeeland, in de Delta, komt alles samen.” Dat hij na zijn studie terug zou keren naar de provincie waar hij opgroeide, dat stond wel vast voor Ivan. “Zeeland is een prachtige provincie, waar je alles hebt. De nuchtere Zeeuwse mentaliteit, daar houd ik wel van.” De komende jaren komen er nogal wat vacatures bij waterschap Scheldestromen. “Er gaan best veel mensen met pensioen. Dan hebben we nieuwe collega’s nodig.” Nieuwe medewerkers komen bij het waterschap in een warme organisatie terecht. Ivan: “Toen ik vorig jaar vader was geworden, hing onze woonkamer vol met kaartjes van collega’s. Dat vond ik kenmerkend voor de familiecultuur van het waterschap. Daarom voel ik me er zo goed thuis. Door de manier waarop we met elkaar omgaan. We hebben aandacht voor elkaar en dat is heel belangrijk.” NAAM: Ivan de Bree LEEFTIJD: 33 FUNCTIE: Afdelingshoofd Bedrijfsvoering BIJ: Waterschap Scheldestromen STUDIE: Bachelor Bedrijfseconomie aan Universiteit Tilburg, master Strategisch Management en master Human Resource Studies 90 JONG&AMBTENAAR VAKANTIEGEVOEL DOOR JE WERK Een rondje bedrijven en organisaties tijdens een traineeship van Saxion Hogeschool voerde Job Hollander naar de gemeenten Enschede/Losser. ‘Ik had niet gedacht dat ik ambtenaar zou worden’, vertelt hij. Marketing en sport hadden aanvankelijk meer zijn interesse. O fficieel staat Job op de loonlijst van de gemeente Enschede, maar hij zegt liever Losser. Hij blijkt een prima pleitbezorger voor de publieke zaak. ‘Bij de overheid denk en communiceer je op een andere manier dan in een commerciële functie. Dienstbaarheid zit in mij: ik wil graag iets goeds doen voor mensen. Bij een commerciële partij speelt dat minder. Die is meer gericht op geld verdienen en producten verkopen.’ KLEIN IS FIJN Job forenst van Deventer naar Twente. Het kleinschalige van Losser staat hem prima aan. ‘Vooral de veelzijdigheid die dat meebrengt in mijn werk. We hebben echt niet overal een speciale medewerker voor.’ Als communicatieadviseur heeft hij hart voor de inwoners, zegt hij. ‘Ik zit hier voor hen, niet voor de wethouder. Mijn doel is te zorgen dat inwoners en ondernemers snappen wat de gemeente doet en waarom we bepaalde keuzes maken. Dat laatste overbrengen en het gesprek daarover met elkaar voeren is een ontzettend leuke taak. Waarbij ik altijd in mijn achterhoofd probeer te houden: hoe zou ik zelf als inwoner willen dat er met mij omgegaan wordt?’ Hoewel Job sportgek is, zit dat nauwelijks in zijn takenpakket. Het onderwerp openbare ruimte des te meer. ‘Denk aan wegwerkzaamheden en grote plannen voor de verschillende dorpen van onze gemeente, zoals het opknappen van het centrum. Maar ook de communicatie rondom groen.’ SCHATKAMER VAN TWENTE ‘De schatkamer van Twente’, zo wil Losser zich op de kaart zetten. ‘Ik heb vaak een vakantiegevoel, terwijl ik gewoon aan het werk ben’, aldus Job. ‘Door onze gemeente stroomt het riviertje de Dinkel, dat vanuit Duitsland ons land in komt.’ Grensgemeente zijn geeft volgens hem een andere dynamiek in het werk. ‘Niet voor de mensen hier. Die doen zowel hier als in Duitsland hun boodschappen en tankten daar tot voor kort. Maar als ambtenaren werken we samen met de buren.’ Zelf deed Job dat onder meer met betrekking tot een 91 NNAAAAMM: JooJ b HoHollllanna deder LLEEEFTTIIJJDD: 2772 FUUNCCTTIIE:E ccommmmuunnicicatatieei ada viv sees urur BBIIJ:J: gegemeem enentete Lososseser OOPPLEEL IDDI INNG:G HHBBO cooc mmmmerercic ëlële ececononommieie eenn spoop rttr mamarkkr etetiinng meanderend fietspad langs de Dinkel. ‘Net iets specialer dan dat je het met een andere Nederlandse gemeente en ambtenaren zou regelen’, vertelt hij. FC TWENTE-GEVOEL Twentenaren voelen zich vaak meer ‘Tukker’ dan Overijsselaar, een soort ‘FC Twente-gevoel’. Krijgt Job daar wat van mee? ‘Losser telt vijf kleine kernen, allemaal verschillend. Mensen voelen zich hier allereerst inwoner van hun dorp. Het gevoel, de taal, de omgeving: dat verbindt mensen hier. Als afdeling communicatie moeten we daar doorlopend alert op zijn: dat we niet alleen Losser hebben, maar ook De Lutte, Glane, Overdinkel en Beuningen. In al die kernen moet je als gemeente zichtbaar zijn en met mensen praten.’
Pagina 92
JONG&AMBTENAAR SPORT VERENIGT JEUGD AMSTERDAMZUIDOOST Hij is gek van bijna alle sporten, maar van basketbal klopt zijn hart echt sneller. Robert Kathusing, die zelf ook niet onverdienstelijk speelt, maakte van zijn passie zijn beroep. S porter, verenigingsmens, sportdocent, bestuurder, loyaal aan zijn wijk. ‘Op zeker moment coördineerde ik basketbalactiviteiten op 27 basisscholen in Amsterdam-Zuidoost. Een uit de hand gelopen hobby!’, vertelt Robert. Toch koos hij – aanvankelijk een veiliger keus – een opleiding voor financiële dienstverleners. ‘Ik huppelde tien jaar bij banken en verzekeraars rond, maar ik voelde me meer verbonden met sport. Dat bleef knagen. In 2012 keerde ik terug bij mijn oude vereniging en werd hoofdcoach. Toen wist ik het zeker: sport en alles wat erbij komt kijken, is mijn roeping!’ MAATSCHAPPELIJK KARAKTER Wat bij zijn vereniging zwaar woog: het maatschappelijke karakter van sport. Robert en de coaches kregen er veel ruimte voor: ‘Van alles regelen voor de kinderen. Hun talenten uit de verf laten komen. Ze de mogelijkheid geven zichzelf te laten zien en zich gezien te vóélen. Jammer genoeg redde de club het niet. In 2014 besloot ik een nieuwe basketbalvereniging op te richten, de Amsterdam Warriors. De filosofie van mijn eerdere club nam ik mee.’ De ‘Warriors’ groeiden uit tot een grote club. ‘Inmiddels bieden ze niet alleen basketbal aan, maar ook honkbal en voetbal.’ Die eerste twee sporten zijn in Zuidoost, met veel Surinaamse, Dominicaanse en Antilliaanse Amsterdammers, geliefder dan elders in Nederland. Opeens kwam in 2020 een betere professionele match op zijn pad: sportmakelaar, in Roberts eigen stadsdeel nog wel. Hij zegde de financiële wereld vaarwel. ‘Nu richt ik me op ondersteuning van het primair en voortgezet onderwijs en op professionalisering van alle sportaanbieders in Amsterdam-Zuidoost. Met het doel die aan elkaar te koppelen.’ 92 MINSTENS 130 NATIONALITEITEN Goed voor de clubs, de wijk en niet in het laatst kinderen en jongeren. ‘Trainers kunnen een zakcentje verdienen en zichzelf verder ontwikkelen. Hoofddoel is dat zo veel mogelijk jeugdigen in beweging komen.’ En dat is nodig, legt Robert uit. ‘Zuidoost is een bijzondere buurt, met minstens 130 verJONG&AMBTENAAR schillende nationaliteiten. Aan talent ontbreekt het niet, maar lang niet alle ouders zijn kapitaalkrachtig genoeg om hun kinderen op een sport te doen. Vanuit de gemeente zijn daar wel mogelijkheden voor, in de vorm van ons Jeugdfonds Sport & Cultuur en een minimapas waarmee een gedeelte of zelfs de gehele contributie kan worden betaald. Uit statistieken blijkt dat slechts 40 procent van onze minima deze faciliteiten benut, dus 60 procent niet. We hebben nog werk te verrichten!’ Obesitas blijkt een groeiend probleem, niet alleen in Zuidoost. ‘Tijdens de lockdown hebben we allemaal Robert Kathusing maakte van zijn hartstocht zijn werk kunnen ervaren hoe langdurig achter het scherm zitten uitpakt voor de gezondheid’, aldus Robert. En dan zijn er nog andere verleidingen en gevaren voor de jeugd; hij noemt als voorbeeld drillrap, een hiphop- stroming die ook duistere kanten heeft. SPORTEN OM DE HOEK Het is een troef als kinderen zo veel mogelijk in het eigen stadsdeel kunnen sporten, liefst met een eigen competitie in Zuidoost. Robert: ‘Ik kon vroeger zelf niet op voetbal. Mijn alleenstaande moeder had geen auto en kon me niet door weer en wind halen en brengen. Basketbal werd wél om de hoek gespeeld.’ Wat hij graag wil benadrukken: ‘Sport is een uitstekend middel om uit te blinken, al hoeft het niet op topniveau. Het brengt structuur, gevoel van eigenwaarde, helpt om in balans te blijven en betrokken te zijn bij de community. Sport kan ons letterlijk verenigen.’ NANAAM: Robert Kathususing L LEEEFTIT JD: 35 FUF NCTIE:E spsportmmt akelaar BIJ: gemeentte AAmstere dam OOPLEL IDI INNG: MMBO coommmmeercieel medewerker bbank- en veerrzekeringgsswezen; HBO fini aanciial seerviices managemeent (ninieet afgerond)
Pagina 94
Industriële identiteit als trekpleister DOORLOPEND SCHAKELEN IN ‘RAUW’ VELSEN Ongepolijst en hier en daar een tikje ruig. Velsen is een plek van rauwe schoonheid, vertelt beleidsadviseur Kevin Benning over zijn gemeente. 94 JONG&AMBTENAAR Al die contacten maken het werk zo leuk NANAAMM: Kevinn Beennniningg LEEEFTTIIJJDD: 330 FUFUNNCTIE:: bbeleiddsaaddviseuur ececonommischhe zzaaken BIJ:J gemmeeentete Vellses n OOPPLEIDDINNI G:G Master besstuuurrskunu ded , bacheelor poolitit cologie ovens zijn een icoon. Deze regio heeft er veel brood van op de plank.’ Met zaken als uitstoot en overlast bemoeit Kevin zich niet in zijn werk. ‘Het Tata-dossier ligt voornamelijk bij de provincie.’ Hij mag zich vooral bezighouden met de aangename kanten van de economie. En ook de minder leuke, zoals de stapeling van wet- en regelgeving: ‘Ik heb geen 100 procent pretportefeuille.’ Toch klinkt het wel een beetje zo, als hij het heeft over ‘van Aloha tot Timboektoe’. Kevin legt uit dat het geen exotische oorden betreft, maar namen van strandpaviljoens. Eerst had hij de portefeuille ‘Strand’ onder zijn hoede. ‘Ondernemers helpen een goed seizoen te draaien.’ En dat was nodig ook, nadat de horeca tijdens de lockdowns zware klappen kreeg. DOORLOPEND SCHAKELEN De grootste zeesluis ter wereld. Een vissersvloot en een veerdienst. Een jachthaven. Aan de horizon twee vuurtorens. Veel strand en de bunkers van de Atlantikwall. Een gevarieerd wandelnetwerk. Met tegen de horizon meestal de hoogovens van Tata Steel. Velsen heeft een compleet ander DNA dan de bancaire sector waarin Kevin eerst werkte, onder meer voor vermogende klanten. ‘In onze citymarketing gebruiken we onze industriële identiteit als trekpleister’, vertelt hij. ‘Rauw aan Zee’ is bijvoorbeeld de slogan voor IJmuiden. Dat ‘rauw’ maar authentiek en fijn geldt wat hem betreft voor heel Velsen. HOOGOVENS ALS ICOON Hij groeide op in Beverwijk, waar ieder huishouden wel iemand kende die werkt(e) bij de staalfabrikant. ‘De hoog95 Inmiddels heeft Kevin zijn aandacht verlegd naar het beleid rond ambulante handel en evenementen. Daarnaast heeft hij de planning-en-control-cyclus van ‘zijn’ afdeling onder zijn hoede, evenals het accounthouderschap met Rijkswaterstaat, dat veel taken en verantwoordelijkheden heeft in Velsen. Over al deze zaken adviseert Kevin wethouders en collega’s. ‘Maar een groot deel van mijn werk bestaat uit schakelen tussen bedrijven, ondernemers en organisaties. Bijvoorbeeld op het gebied van vergunningen, bereikbaarheid en duurzaamheid. Daarover zit ik met mensen uit verschillende disciplines om tafel, ook intern. Al die contacten maken het werk zo leuk. In ruim een jaar heb ik goed kunnen proeven wat mij meer en minder bevalt en waar mijn kwaliteiten en interesses het best uit de verf komen.’ COMPLEXE DOSSIERS En dat houdt nog niet op. Binnenkort komt het Recreatieschap Spaarnwoude er als aandachtgebied bij, een regionaal samenwerkingsverband van meerdere gemeenten. Het liefst zet hij zijn tanden in organiseren en het samenbrengen van partijen. ‘Vooral om complexe dossiers tot een goed einde te brengen. Een andere collega duikt weer liever in de regels en data voor een subsidiebeschikking. Maar dat je bij één en dezelfde werkgever zo kunt schuiven en wisselen met taken en portefeuilles zul je niet vaak meemaken.’
Pagina 96
JONG&AMBTENAAR BIJ GOOISE MEREN STA JIJ AAN HET ROER VAN JE LOOPBAAN Werken bij Gooise Meren betekent werken bij een hartelijke organisatie met aandacht voor iedere collega. Dankzij de schaalgrootte van de organisatie en de korte lijntjes kun je veel taken op je nemen, blijven leren en maatschappelijke impact maken. Plak hier een goed ontwikkelplan met bijbehorend budget aan vast, dan maak jij een vliegende start in jouw loopbaan! MET BETEKENISVOL WERK IMPACT MAKEN Marlous: “Ik kwam helemaal niet uit gemeenteland, maar werkte al 4 jaar bij een start-up als programmamanager Marketing & Communicatie. Het was leuk om Foto gemeente Gooise Meren / Tom Loman Foto gemeente Gooise Meren / Sebastiaan Westerweel binnen een klein, enthousiast team van young professionals te werken. Gedurende coronatijd merkte ik dat ik toe was aan een nieuwe stap in mijn loopbaan. Na een aantal jaar werkervaring weet je beter waar je talent zit en je kracht ligt. Dit wil je dan ook graag optimaal benutten.’’ MARLOUS BLOK-ROELOFS (30 JAAR) EN DINEKE BOR (24 JAAR) WERKEN SINDS DE ZOMER 2022 BIJ GOOISE MEREN ALS COMMUNICATIEADVISEUR. DIT TEAM BESTAAT UIT 13 COLLEGA’S, WAARONDER ONLINE SPECIALISTEN, BESTUURSADVISEURS EN COMMUNICATIEADVISEURS Na een loopbaantraject kwam de gemeente als mogelijke werkgever eruit. Niet alleen het maatschappelijke karakter van het werk, maar ook het samenwerken vanuit een langetermijnstrategie sprak Marlous aan. “Na een halfjaar kan ik echt zeggen dat Gooise Meren deze verwachtingen heeft waargemaakt. Juist het verder denken dan je neus lang is en stellen van kritische vragen wordt gewaardeerd.” Ook Dineke die zelf in de regio Gooi en Vechtstreek woont beaamt dit. “Jouw werk draagt er echt aan bij dat je je eigen leefomgeving een stukje mooier kunt maken. Je probeert niet iemand iets te verkopen, maar helpt inwoners en ondernemers om hier met plezier te kunnen wonen en werken. Hierbij helpen is iets wat ik graag doe!” Daarnaast ervaren de gloednieuwe adviseurs het als groot pluspunt om een breed takenpakket te hebben: “Als communicatieadviseur bij Gooise Meren praat je over zoveel thema’s mee, dat je steeds wordt uitgedaagd in je werk. Je blijft leren en krijgt de kans om erachter te komen waar jouw interesse ligt”. Dineke vult aan: “Ik adviseer over culturele activiteiten, inclusie (iedereen doet mee), de opruimactie voor de gevallen herfstbladeren en de inzet van sociale media voor onze inwoners. Kortom, geen dag is hetzelfde”. 96 JONG&AMBTENAAR ‘ Gooise Meren is dé plek waar je als starter of young professional de kans krijgt om te kijken welk werk écht bij je past!’ FIJN SAMENWERKEN DOOR KORTE LIJNTJES Ook de manier waarop wordt samengewerkt binnen Gooise Meren valt op. Je komt te werken binnen een mensgerichte organisatie waar de lijntjes kort zijn. De organisatie is groot genoeg om te kunnen sparren en te leren van ervaren collega’s. En klein genoeg om zelf resultaten te kunnen behalen. “Deze combinatie geeft mij veel energie!”, zo zegt Marlous. Controller Gabriela beaamt deze werkcultuur: “Ik stap net zo makkelijk op een wethouder of directeur af, als op een collega van de uitvoering. Er is aandacht voor elkaar en je krijgt de vrijheid om je eigen werk in te delen. Foto gemeente Gooise Meren / Sebastiaan Westerweel Foto gemeente Gooise Meren / Tom Loman FACTS & FIGURES: STANDPLAATS IN BUSSUM, NOORD-HOLLAND. HET HART VAN HET GOOI ± 450 MEDEWERKERS ± 60.000 INWONERS ACTIEF JONGERENNETWERK Dit maakt dat je je blijft ontwikkelen en met plezier je werk doet. Daarnaast bewaak je zo een goede werk-privé balans”. Met flexibele werktijden, hybride werken (deels op kantoor deels vanuit huis) en persoonlijke ontwikkelgesprekken tussen manager en medewerker ondersteunt de gemeente deze gezonde werksfeer. Hierbij staan collega’s zelf aan het roer van hun professionele ontwikkeling! VEEL ONTWIKKELMOGELIJKHEDEN Extra aandacht is er de laatste tijd voor starters, waarin Gooise Meren meer vanuit competenties en ontwikkelgerichtheid denkt, dan vanuit jaren lange ervaring. GABRIELA KOUTERS (31 JAAR) WERKT ALWEER 5 JAAR BIJ DE GEMEENTE. OOIT GESTART ALS INHUURKRACHT BIJ HET TEAM CONTROL EN INMIDDELS EEN ERVAREN, VASTE KRACHT BINNEN DIT 3 KOPPIGE TEAM. Dion Arendse (23 jaar) is één van de talenten die in 2022 is begonnen als Junior Adviseur Openbare Orde en Veiligheid (OOV). Na een hbo-opleiding Bestuurskunde met minor Veiligheid wist hij zeker wat hij wilde: werken als ad viseur OOV bij een gemeente. Waarom? ”Zo kun je écht het verschil DION ARENDSE maken. Denk aan de invoering van een vuurwerkvrije zone met oud & nieuw. Dit heeft direct invloed op je leef omgeving. Hoe mooi is dat!” Ook krijgt Dion de kans om te leren, door naast zijn werk de master Bestuurskunde te volgen en een gerichte training voor de piketfunctie Officier van Dienst. Dit is één van de dingen die deze ambitieuze starter waardeert: “Ik ben erg tevreden over de ontwikkelkansen die ik hier krijg. Zo kan ik me steeds verder specialiseren en bijleren binnen mijn vakgebied.” 97
Pagina 98
THEMA 2022-2023 PIONIEREN FUTUR is hét landelijke netwerk van én voor jonge ambtenaren die werkzaam zijn bij overheidsorganisaties in Nederland. FUTUR brengt jonge ambtenaren met elkaar in contact voor netwerkvorming en uitwisseling van kennis, ervaring en ideeën. FUTUR organiseert ieder jaar meerdere evenementen waaronder de Jonge Ambtenaren Netwerken event maar ook de Jonge Ambtenaar van het Jaar verkiezing. Voor de Jonge Ambtenaar van het Jaar verkiezing heeft FUTUR ieder jaar een ander thema. Voor de verkiezing van 2023 is dat PIONIEREN geworden. In 2023 zal een echte pionier jonge ambtenaren vertegenwoordigen. Ook zullen we samen in gesprek gaan over pionieren in deze tijden van grote transities. Lees meer over het thema pionieren en FUTUR op: www.futur.nl JONG&AMBTENAAR INNOVEREN BIJ HET WATERSCHAP Droge voeten en veiligheid, genoeg en schoon water. Daarvoor zorgen de waterschappen. Liefst zo slim en duurzaam mogelijk, en als dat kan tegen zo laag mogelijke kosten. Lennart Vinke denkt voor waterschap Scheldestromen mee over actuele vraagstukken en adviseert de organisatie daarover. NAAM:A EE LE FTIJD: dvd is Lennart Vinke 32 F FU CTIE:UNC innovator, a seur bedrijfsvoering B J: Waterschap Schelcheldestromen BIJ O OP EIDING: und LLE inn WO bedrijfskunde; master management of novation ‘I nnovator & adviseur bedrijfsvoering’ staat er op het visitekaartje van de geboren Zeeuw. Durf en geduld helpen daarbij, weet Lennart. Zijn kennis en interesse reiken van de inrichting van de organisatie tot Internet of Things, en van alles daar tussenin. Een voorbeeld van een project waar hij aan meewerkte, is de toepassing van de zogeheten Multiflexmeter, een vinding uit eigen huis die inmiddels gebruikt wordt in het beheergebied van Scheldestromen. ‘Een kastje met sensoren, dat digitaal en realtime het waterpeil meet’, doet Lennart uit de doeken. ‘Waterbeheerders besluiten aan de hand van data of ze stuwen openen of dichtzetten. Voorheen moesten collega’s alle watergangen langslopen.’ Lennart bestudeerde wat beter was: de meters zelf maken, of verder in zee gaan met bedrijven en kennisinstellingen? BEKROOND ONTWERP Lennarts collega’s ontwikkelden het inmiddels bekroonde ontwerp met bestaande elektronica en (open source) software, en ook nog eens low budget. Omdat dit openbaar is, kunnen ook andere partijen profiteren. Lennart over zijn rol: ‘Ik heb geen typisch waterberoep, zoals zuiveringstechno99 loog. Mijn meerwaarde zit in onderzoeken van voorwaarden om anderen in hun vakgebied innovatief te laten zijn. Daar breng ik dan advies over uit.’ Bij de Multiflexmeter verkende Lennart samen met een adviesbureau bedrijfsmodellen. ‘Daarna schreef ik een voorstel voor ons bestuur, dat kon beslissen hoe we ermee verder kunnen.’ Met studenten van de Hogeschool Zeeland testte het waterschap daarna andere sensoren, voor het meten van het zoet- en zoutgehalte van water. ‘Nuttig voor agrariërs.’ CIRCULAIRE ECONOMIE Zijn waterschap maakt zich ook sterk voor een circulaire economie: zo veel mogelijk gesloten kringlopen. Het maken van blokken voor dijkversterking uit baggerspecie bijvoorbeeld. Lennart: ‘Materiaal is schaars en wordt steeds duurder. Bagger die we bij andere werken uit de sloot halen, wordt tot blokken geperst. Van afval tot grondstof. Best een spannende proef. We weten nog niet hoe zulke bekleding onder zware golfslag presteert. Meerdere stormen moeten dat aantonen. Zo’n proef duurt jaren, maar de eerste resultaten lijken veelbelovend. Innoveren doe je niet van de ene op de andere dag!’
Pagina 100
JONG&AMBTENAAR ANNETTE HEEFT EEN PRACHTIGE SHITBAAN Poep, pies en hemelwater afvoeren en naar de juist plek dirigeren. Klinkt niet poëtisch. Maar het is serious shit! Annette Zwinderman kan er met humor en passie over vertellen. ‘E en prachtige shitbaan’, zegt ze over haar functie als beheerder Stedelijk Water in de gemeente Zeist. Ze heeft er zelfs een (openbaar) instagram-account aan gewijd, ladyintheshit. Daar zien we hoe haar taken, naarmate de klimaatverandering zich meer doet gelden, steeds belangrijker worden. En dat de functie steeds meer inhoud krijgt. Geneeskunde studeerde Annette eerst, ‘maar ik zat daar totaal niet m’n plek. Ik zocht een kleinschaliger opleiding en wilde de technische kant op. Ook weer niet té veel; civiele techniek ging boven m’n pet. Zo kwam ik uit bij watermanagement. Een schot in de roos. Dijken, oppervlaktewater, de bodem, riolering, de klimaatverandering; alles kwam voorbij in de opleiding.’ CAMERAATJE Officieel heet de afdeling waar ze werkt ‘beheer openbare ruimte’. ‘Mijn collega’s en ik zijn ervoor verantwoordelijk dat die openbare ruimte schoon, heel en veilig is. Ik zorg er onder andere voor dat delen van het rioolstelstel om de zoveel tijd worden geïnspecteerd met een cameraatje.’ Zijn er wortels ingegroeid? Ligt er puin in door instorting? Zijn buizen aan vervanging of reparatie toe? Dat zijn dan de zaken waar op gelet wordt. ‘Vorig jaar heb ik een gemeentelijk rioolplan laten schrijven. Behalve schrijven betekent dat ook veel overleggen: met de verantwoordelijke wethouder, raadsleden, met technici, het waterschap. Financiën vallen ook onder mij: van alle uitgaven aan het riool beoordeel ik of die in orde zijn.’ Anders dan velen denken is de riolering, die huishoudelijk en gemeentelijk afvalwater transporteert naar de waterzuivering, niet een taak van het waterschap, maar een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Logisch, vindt Annette: ‘De gemeente staat dichter bij inwoners dan een waterschap. Dat beheert een veel groter gebied. Daarnaast zijn we als gemeente ‘ Ondergrondse rioolwereld komt steeds meer boven het maaiveld’ eigenaar van lokale wegen, dus de combinatie ligt voor de hand. Zeker bij het plannen van werkzaamheden is dat heel handig.’ Daarnaast draagt zij ook bij aan publieksvoorlichting. ‘Niet alleen over werkzaamheden, maar ook om inwoners te informeren over het zelf klimaatactief maken van een deel van hun riolering. Door regenwater van hun dak af te koppelen en te laten infiltreren in hun tuin. Of door een groen dak aan te leggen. Dat werkt tegen wateroverlast, draagt bij als oplossing tegen langdurige droogte en helpt om lokaal onze grond waterstand aan te vullen. Ik hamer veel op het aanleggen van meer groen en op minder verstening. De voorheen ondergrondse rioolwereld komt steeds meer boven het maaiveld!’ VERZAKKEN Op veel locaties in Nederland dateert de infrastructuur voor rioolwaterafvoer uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Als gevolg daarvan moet jaarlijks ongeveer duizend kilometer aan rioolbuizen in ons land vernieuwd worden. Onder meer om te voorkomen dat de beruchte sinkholes ontstaan. ‘Zeist ligt voornamelijk op zandgrond’ aldus Annette. ‘De riolering ligt heel stabiel, anders dan in westelijk Nederland, waar riolering, wegen en huizen verzakken.’ Niet uitgesloten dat zij daar op den duur wél mee te maken krijgt. ‘Ik woon nu in Leiden. Wie weet ga ik op den duur een baan zoeken meer die kant op.’ 100 NAN AMM: AnA nette Zwwindeerrman LLEEFTIJD: 31 FUF NCTIT E:E beheerder riooi le iringg stedeelijk wata err BIJJ: gemeeenne teet Zeiists OOPLEIDINNGG: HBHBOwwaatteermmannagemmenne t
Pagina 102
JONG&AMBTENAAR EEN BEETJE RIJDENDE RECHTER Kwesties zoals De Rijdende Rechter onder de hamer krijgt: Anne Gubbels ziet ze regelmatig voorbij komen in haar rol als Juridisch adviseur Handhaving/Openbare Orde en Veiligheid. Maar ook ernstigere zaken, die raakvlakken hebben met criminaliteit. E en walmende houtkachel, een te hoge schutting, een overlast veroorzakende buurtbewoner. ‘Als er bij een burenruzie een handhavingsverzoek komt, blijkt vaak al gauw dat er meer achter zit’, vertelt Anne over dat deel van haar werk. Naast haar wetskennis komen dan de gesprekstechnieken die ze leerde tijdens een basisopleiding mediation goed van pas. Zij is, naar eigen zeggen, het type ambtenaar dat eerst kijkt wat wél, en dan pas wat niet kan: ‘Door in gesprek te gaan met inwoners en ondernemers, voorkom je vaak juridische rompslomp.’ HENNEPPLANTAGE Bij openbare orde en veiligheid is dat lastiger. Voorbeeld: er is een hennepplantage aangetroffen en de burgemeester wil het pand sluiten. ‘Ook dan wordt altijd een gesprek met de aanstichter gevoerd. Die mag zeggen wat hij ervan vindt als hij drie maanden de woning uit moet. Als doorpakken onvermijdelijk is, gaan we dat ook niet uit de weg.’ Ondermijning – de vermenging van boven- en onderwereld – is ook een onderwerp dat op haar pad kan komen. ‘Bij toepassing van de wet Bibob bijvoorbeeld kan de burgemeester een vergunning weigeren of intrekken. Verder kunnen adviezen betrekking hebben op illegale prostitutie, witwassen, problemen rond vastgoed.’ Specifieker voor het gemeentelijk grondgebied: ‘Hier in het Land van Cuijk kan daar bijvoorbeeld graven in archeologische grond onder vallen. Er waren in deze omgeving veel Romeinse nederzettingen. Dan gelden in het bestemmingsplan extra regels om die grond te beschermen.’ OVERLAP STRAFRECHT EN BESTUURSRECHT Eerder werkte Anne bij een advocatenkantoor en bij een andere gemeente. ‘Tijdens mijn studie twijfelde ik nog of ik de kant van het staats- en bestuursrecht of het strafrecht op wilde. Toen heb ik aan het begin van mijn master tegelijk stage gelopen bij een andere gemeente. Daar rolde ik in het domein van openbare orde en veiligheid. Zo kwam ik erachter dat mijn passie in de gemeentewereld ligt. Soms is er in mijn werk ook een relatie met strafrechtelijke aspecten. Tussen het bestuursrecht en het strafrecht zit best wat overlap.’ Denk niet dat Anne zich doorlopend begraaft in de wettenbundels. ‘Mijn werk is niet alleen juridisch. Ik denk ook mee over beleid en uitvoering. In teamverband, met andere juristen en beleidsmakers, maar ook met BOA’s en de wijkagent of de woningcorporatie. Opgeteld maakt dat het werk een stuk veelzijdiger dan het puur juridische aspect.’ ‘Door in gesprek te gaan, voorkom je juridische rompslomp’ 102 NAAAMAM: AnA nen Gububbeels LEEFTIIT JDDJ : 24 FUUNCN TIT E:E jurridischh adviseeuur hhandndhaaviiv ng en opene bab re oorddee en Veiliggheid BBIIJ:J: geemem enne tet Lannd vvan CuC iji k OOPPLEL IDDING:G: WO sts aaa ts- eenn bbeeststuuurssreechht; basisi opo lei--i dingng mediaai tiionn
Pagina 106
JONG&AMBTENAAR Netwerken bieden jonge ambtenaar gezelligheid en connecties JEZELF ÉN DE OVERHEID BETER LEREN KENNEN Veel jonge ambtenaren sluiten zich aan bij een netwerk, waar ze elkaar steunen en verder helpen. Ze zijn georganiseerd per regio, bestuurslaag, sector en/of actief in de overkoepelende jonge ambtenarenorganisatie FUTUR. Waar is het goed voor? Van alles: persoonlijke ontwikkeling, gezelligheid en handige connecties voor later. hijmen Reinalda (25) is trainee bij de Twentse Overheid, een samenwerkingsverband tussen veertien verschillende gemeenten. Eerst werkte hij voor Enschede, nu voor Hellendoorn. ‘Tijdens mijn studie wist ik al dat ik voor de overheid wilde werken,’ vertelt hij. ‘Het traineeship was een uitgelezen kans om in die wereld rond te kijken.’ Enkele maanden nadat hij was begonnen, werd Thijmen uitgenodigd voor een borrel van het Twentse jonge ambtenaren-netwerk. ‘Dat was een heel gezellige avond op een boerderij. Er waren naast jongeren ook ambtenaren en bestuurders met veel ervaring aanwezig, waaronder wethouders.’ Hij stapte hij meteen in het bestuur van het netwerk. ‘Tijdens die borrel ontstond het idee om een groot feest te organiseren voor het hele netwerk, zo kwam ik aanraking met het bestuur. De bestuursleden zeiden: wij worden oud, het is weleens tijd voor vervanging. Een paar maanden geleden ben ik voorzitter geworden.’ VOET TUSSEN DE DEUR Voor Thijmen zit de kracht van een jonge ambtenaren-netwerk hem in twee dingen: gezelligheid en connecties. ‘Je ontmoet hier allerlei mensen die ook voor een overheidsorganisatie werken. In de eerste plaats is dat leuk. Maar het is natuurlijk ook een kans om je voet tussen de deur te krijgen op plekken waar je later misschien nog wil werken. Zo heb ik 106 T NA L LEEFTIJ F FUNCTI AAM: Thijmen e JD: 25 OPLEIDING:O LEIDI ING T E: tra ne G:: raiinee WO, bachelor: filosofie; wo, master: internationale betrekkingen hijmen Reinalda NANAAMMA : MMiichaeel vaan R Riiett Paap LLEEEFTTIJDD: 32 FFUUNCN TTIEE: bbeestuuurrssaddvviseeuur OPLEIDING: WO, bachelor: politicologie; WO, master: politieke theorie en gedrag NNAAAMM: Miittchehellll Hene drrikks LEEEFTTIJDD: 292 FUFUNNCCTIE:E beleleiddssmmedewere - ker eeconomisischhe zaaken OPLEIDING: MBO: grafische vormgeving; hbo, bachelor: kunst en economie zelf bijvoorbeeld iemand leren kennen die bestuursadviseur is geweest bij de gemeente Almelo. Dat klonkt interessant. Wie weet neem ik nog eens contact op.’ Juist de combinatie van het traineeship en het netwerk bevalt hem. ‘Als trainee weet je nog niet precies wat de overheid allemaal doet. Er is zóveel. Dan is het nuttig om mensen te spreken die kunnen vertellen vanuit de praktijk. Je moet gewoon op ze af stappen. Bij een goed netwerk wordt altijd gezorgd voor een gemoedelijke sfeer, dus is het makkelijk om iemand aan te spreken.’ EEN DAGJE MEELOPEN ‘Er is ook genoeg inhoudelijks te beleven,’ zegt hij er meteen achteraan. ‘We hebben binnenkort een meeloopdag. Dan worden we rondgeleid door een ambtenaar die was betrokken bij de wederopbouw van de woonwijk Roombeek in Enschede na de vuurwerkramp. Dat lijkt me ontzettend leerzaam.’ Als voorzitter heeft Thijmen de ambitie om met het netwerk meer mensen te bereiken. ‘Momenteel is elke nieuwe jonge Twentse ambtenaar automatisch lid, maar we zijn nu bezig om echt een actieve ledenlijst te maken. En we willen nadrukkelijker aanwezig zijn op sociale media, zoals Instagram en LinkedIn. Ik wil dat veel meer mensen van ons bestaan afweten.’ OVERKOEPELENDE ORGANISATIE Ook Mitchell Hendriks is voorzitter, maar niet van een netwerk. Hij geeft leiding aan Futur, de landelijke, overkoepelende organisatie die jonge ambtenaren-netwerken met elkaar probeert te verbinden. Daarnaast is hij beleidsmedewerker economische zaken bij de provincie Zuid-Holland. 107
Pagina 108
JONG&AMBTENAAR Hij zet zich in voor de zogeheten Greenport West-Holland, het grootste tuinbouwgebied van de provincie. De ambities van Mitchell met FUTUR reiken verder dan alleen de netwerken zelf. Hij wil dat jonge ambtenaren het functioneren van de overheid ingrijpend veranderen. ‘Jonge mensen roepen al snel dat het anders moet,’ zegt hij. ‘Ik wil dat concreter maken. Durven we het ook echt te laten zien?’ Als voorbeeld noemt hij de manier waarop informatie doorgaans wordt gepresenteerd. ‘Ambtenaren schrijven ontzettend veel op. Daar word je weleens gek van. Veel rapporten belanden in een la, en daar eindigt het dan. Ik vind dat we snelle mediasoorten moeten gebruiken. Powerpoints, infographics, korte video’s zoals op Instagram – we moeten het overzicht terugbrengen.’ FAN VAN UITLEGVIDEO’S Die wens komt niet uit de lucht vallen. Mitchell is opgeleid als grafisch vormgever. Hij geeft zelf het goede voorbeeld bij FUTUR. ‘Als wij het jaarplan samenstellen, schrijven we niet meteen tien kantjes vol. We kiezen echt voor een andere manier van communiceren. Ik ben bijvoorbeeld fan van die filmpjes van NOS op 3; die korte uitlegvideo’s. Fantastisch, vind ik dat. Dat probeer ik zelf ook te doen.’ Als voorzitter ziet hij het als zijn taak om sectoren met elkaar te laten samenwerken. ‘Ik kijk altijd breder. Ik wil jonge ambtenaren met elkaar verbinden. Een speelveld creëren waarin totaal verschillende vakgebieden van elkaar kunnen leren. Dat is wat mij betreft het doel van FUTUR.’ In de praktijk is dat bijvoorbeeld een groot evenement, vertelt hij. ‘Dan zijn er doorgaans zo’n driehonderd mensen aanwezig. Hooguit twee of drie mensen per organisatie, dus van alles wat.’ Weer benoemt hij de kracht van de nieuwe generatie. ‘Jonge ambtenaren zijn opgegroeid met snelle media, ze zijn ontzettend handig met computers, zijn vaak innovatief, hebben lef en verfrissende ideeën. Hoe langer ik bij de overheid werk, des te meer ik het gevoel heb dat jongeren de oudere ambtenaren kunnen losweken uit vastgeroeste denkpatronen.’ Toch wil hij ook graag benadrukken dat oudere ambtenaren iets bijzonders te bieden hebben. ‘Die ervaring is natuurlijk veel waard. Jonge ambtenaren worden vaak onderschat, maar ze hebben ook weleens de neiging zichzelf te óverschatten. Dan gaat het vaak om inhoudelijke kennis, om ervaring, om wat je nog kunt leren van ouderen. Het is gewoon gezond om een verscheidenheid aan denkbeelden in een organisatie te hebben.’ Volgens Mitchell zou dit niet alleen van onafhankelijke jonge ambtenaren-netwerken zoals FUTUR moeten komen; de overheid kan hierin ook zelf aan de slag. ‘Voor een ambtenaar is een netwerk essentieel. Ik vind eigenlijk dat elke overheidsorganisatie dit voor nieuwe ambtenaren mogelijk zou moeten maken. Netwerken is voor velen tachtig procent van het werk.’ NIEUWE INZICHTEN Michael van Riet Paap is bestuursadviseur bij de gemeente Hilversum. In zijn eigen woorden: ‘Ik ben een soort schakel tussen de bestuurlijke en de ambtelijke wereld.’ Ook hij kwam via een collega bij een jonge ambtenaren-netwerk terecht, het kleine Hartmans. ‘Ik kreeg een seintje van een gemeentesecretaris dat ze bij Hartmans Netwerk nieuwe leden zochten. Inmiddels ben ik drie jaar lid. Eigenlijk vier jaar, want het jaar tijdens corona telde niet. Toen lag alles stil.’ 108 JONG&AMBTENAAR ‘Voor een ambtenaar is een netwerk essentieel. Netwerken is tachtig procent van ons werk.’ Net als Thijmen ziet Michael het netwerk als een manier om zijn ambtenaarschap uit te breiden tot verder dan alleen zijn huidige baan. ‘De gemiddelde leeftijd hier in Hilversum is 48 jaar,’ zegt hij. ‘Ik heb maar weinig directe collega’s die in hetzelfde stadium van hun carrière zitten als ik. Hartmans vult dat gat. Daar verken ik samen met andere jongeren wat het betekent om ambtenaar te zijn. Ik leer nieuwe vaardigheden en werk aan mijn persoonlijke ontwikkeling. Ik haal er ontzettend veel uit.’ Michael vertelt dat hij zichzelf door Hartmans beter heeft leren kennen. ‘We hebben veel sessies gedaan waarin we uitzochten wie we waren, wat we moeilijk vonden in ons werk en waarin we ons nog konden ontwikkelen. Dat heeft echt inzichten opgeleverd. We hielpen elkaar voortdurend verder. Afgelopen jaar hadden we bijvoorbeeld een training waarin we moesten vertellen welk gedeelte we van onszelf achterlieten wanneer we naar ons werk gingen. Dat werd ineens heel persoonlijk. Het was een intensieve, emotionele sessie waarin iedereen veel met elkaar deelde. De bedoeling is uiteraard dat je dit soort lessen vervolgens weer meeneemt naar je eigen organisatie.’ LESSEN VAN DESKUNDIGEN Een ander onderdeel waar Michael enthousiast over is, zijn de lessen van deskundigen. ‘Er komen vaak experts in een bepaald vakgebied langs, soms van de overheid, maar ook van daarbuiten, om ons specifieke vaardigheden aan te leren. Zo hadden we een keer iemand van debat- en publicatiebureau Debatrix gevraagd om onze presentatieskills te verbeteren. Daar heb ik zelf veel aan gehad. Alle public speaking die ik daarna heb gedaan, was beter dan ik het daarvoor deed. Ik ben me veel bewuster geworden van hoe ik de boodschap interessant moet maken voor mijn doelgroep. Er gingen na die cursus ook wel wat wenkbrauwen omhoog van collega’s. Wat heeft hij ineens geleerd, dachten ze.’ Eenmaal op stoom geeft Michael graag nog een voorbeeld. ‘We doen ook weleens een casus. Dan gaan we met een groep jonge ambtenaren naar een maatschappelijke instantie om daar een probleem op te lossen. Dit jaar nog in Nijmegen. Het doel was om organisaties die zich inzetten voor mensen met een fysieke of verstandelijke beperking, te helpen om zich beter op de kaart te zetten. We hebben toen een dag lang gebrainstormd en betrokkenen geïnterviewd. Uiteindelijk hebben we pitches gehouden waar de organisaties het beste voorstel uit mochten kiezen. Het was een feest om met al die verschillende jonge ambtenaren hierover na te denken. Sociaal werk, veiligheid, ruimtelijk domein – bij Hartmans komen ze uit allerlei vakgebieden. Dat maakt een jonge ambtenaren-netwerk ook zo waardevol: samen kom je veel verder dan wanneer je het in je eentje zou doen.’ 109
Pagina 110
NETWERKEN VOOR JONGE AMBTENAREN ADVIESBUREAU BMC Eiffel GEMEENTE A Alkmaar Almere Alphen aan den Rijn Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen Amersfoort Amstelveen en Aalsmeer Amsterdam Apeldoorn Arnhem B Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk Barneveld Berkelland Bernheze Bronckhorst Buch (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo) C D E-MAIL jongbmc@bmc.nl young@eiffel.nl E-MAIL jongbeleg@alkmaar.nl jongalmere@almere.nl gemeente@alphenaandenrijn.nl info@alphen-chaam.nl jongamersfoort@amersfoort.nl jaaa@amstelveen.nl jan@amsterdam.nl JAN@apeldoorn.nl jongarnhem@arnhem.nl jong@bar-organisatie.nl JAN@barneveld.nl B-Young@gemeenteberkelland.nl gemeente@bernheze.org jongbronckhorst@bronckhorst.nl buchjong@debuch.nl Coevorden newyoungcoevorden@coevorden.nl De Ronde Venen jong@derondevenen.nl Delft Den Haag Dijk en Waard Dongen Drechtsteden (Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht) Dronten E G Ede Eindhoven Enschede Goeree-Overflakkee Gorinchem Gouda Groningen youngprofessionals@delft.nl jongdenhaag@denhaag.nl jongdw@dijkenwaard.nl info@dongen.nl Young.drechtsteden@drechtsteden.nl jongdronten@dronten.nl poemas@ede.nl 040volt@eindhoven.nl https://www.enschede.nl/ info@goeree-overflakkee.nl jagg@gorinchem.nl Jong.Goud@gouda.nl jongerennetwerk@groningen.nl 110 JONG&AMBTENAAR GEMEENTE E-MAIL H Haarlem Haarlemmermeer Harderwijk Heemskerk Heerlen Helmond Hilversum Hoorn Houten Huizen K Katwijk Krimpenerwaard L Leiden Leidschendam-Voorburg Leudal MMaassluis Maastricht Meierijstad Midden-Delfland Midden-Groningen N Nederwert Nieuwegein Nijmegen Noardeast Fryslân O Oldambt Ommen-Hardenberg Oss P R Purmerend Reimerswaal Rijswijk Rotterdam S Schiedam ‘s-Hertogenbosch Sittard-Geleen Soest T U V Stichtse Vecht Tiel Tilburg Twenterand Uden Utrecht Utrechtse Heuvelrug Venlo Vlaardingen jonghaarlem@haarlem.nl JAM@haarlemmermeer.nl jongeambtenaren@harderwijk.nl jongeambtenaren@heemskerk.nl challenge@heerlen.nl hyp@helmond.nl judok@hilversum.nl jongesteen@hoorn.nl jonghouten@houten.nl jong@huizen.nl jong@katwijk.nl info@krimpenerwaard.nl jongleiden@leiden.nl https://www.lv.nl/contact-met-gemeente/ info@leudal.nl https://www.maassluis.nl/contact-en-openingstijden yam@maastricht.nl JAM@meierijstad.nl jongeambtenaren@middendelfland.nl youngprofessionals@midden-groningen.nl jongeren@nederweert.nl nieuwegeineratie@nieuwegein.nl jongerennetwerk@nijmegen.nl next@noardeast-fryslan.nl joa@gemeente-oldambt.nl jong@ommen-hardenberg.nl jop@oss.nl yup@purmerend.nl jongin@reimerswaal.nl stadhuis@rijswijk.nl jongr@rotterdam.nl jonge-ambtenaren@schiedam.nl jongbosch@s-hertogenbosch.nl insight@sittard-geleen.nl jans@soest.nl vooruit@stichtsevecht.nl frisenfruitig@tiel.nl jam@tilburg.nl info@twenterand.nl jong@uden.nl jau@utrecht.nl januh@heuvelrug.nl impuls@venlo.nl jongeambtenaren@vlaardingen.nl 111 JONG&AMBTENAAR
Pagina 112
GEMEENTE Voorst E-MAIL W Waalwijk Wageningen Weert West Betuwe Westland Winterswijk Z Zaanstad Zoetermeer Zwolle LANDELIJK Diverse gemeenten, regio’s en provincies (14 aangesloten traineepools) NETWERK A2-samenwerking: Valkenswaard, Heeze-Leende, Cranendonck Alle Zeeuwse overheden Interbestuurlijke trainees JANN Regio Achterhoek Regio Twente Stichting Jonge Ambtenarendag Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad ONDERZOEKS- EN ADVIESBUREAU Platform 31 en YURPS ZonMw OVERHEIDSORGAAN De Hoge Colleges van Staat Gezondheidsraad Interprovinciaal overleg (IPO) Koninklijke Bibliotheek NRVD Regionaal Samenwerkingsverband Werken in het Westen Sociaal Domein Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) VNG trainees PERS Nieuwspoort POLITIE Politie Rijnmond PROVINCIE Brabant Drenthe Flevoland Fryslân jongvoorst@voorst.nl dna@waalwijk.nl baazis@wageningen.nl level@weert.nl jwb@westbetuwe.nl jongwestland@gemeentewestland.nl jaw@winterswijk.nl zaansgroen@zaanstad.nl sweet@zoetermeer.nl jongzwolle@zwolle.nl E-MAIL contact@interbestuurlijketrainees.nl E-MAIL jonga2@a2samenwerking.nl jongeambtenaren@zeeland.nl interbestuurlijketrainees@gmail.com jannbestuur@gmail.com info@jongeambtenarenachterhoek.nl info@twentsejongeambtenaren.nl info@jongeambtenarendag.nl jongzorgenveiligheid@vhparkstad.nl E-MAIL yurps@platform31.nl young@zonmw.nl E-MAIL bestuur.yohoco@gmail.com info@gr.nl communicatie@ipo.nl jongkb@kb.nl young@nvrd.nl join@werkeninhetwesten.nl jongsociaaldomein@gmail.com jongwillemshof@vng.nl gemeentetrainee@vng.nl E-MAIL jongnieuwspoort@gmail.com E-MAIL d00jongblauw@rijnmond.politie.nl E-MAIL jong@brabant.nl aanz@drenthe.nl jaf@flevoland.nl jongeambtenaren@fryslan.nl 112 JONG&AMBTENAAR PROVINCIE Gelderland E-MAIL Jong.gelderland@gelderland.nl Groningen Limburg Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland RIJK Autoriteit Consument en Markt Belastingdienst CBS Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) Interdepertementaal Trainee Overleg (ITO) Rijkstrainees Kadaster Kamer van Koophandel Ministerie van Buitenlandse Zaken Ministerie van Defensie Ministerie van Econimische Zaken en Klimaat Ministerie van Financiën Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ministerie van Justitie en Veiligheid Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Nederlandse Zorgautoriteit Onderwijsinspectie Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksoverheid Rijksvastgoedbedrijf Rijkswaterstaat RIVM Sociale Verzekeringsbank UBR UWV Verkeer- en Watermanagement UNIVERSITEIT Technische Universiteit Delft Universiteit Leiden VAKBOND CNV FNV jongerenplatform@provinciegroningen.nl linkjongeren@prvlimburg.nl fris@noord-holland.nl mojo@overijssel.nl jongstleden@provincie-utrecht.nl jatzee@zeeland.nl prozha@pzh.nl E-MAIL Jong.ACM@acm.nl jong@belastingdienst.nl jong@cbs.nl jongduo@duo.nl ito@werkenvoornederland.nl jong.kadaster@kadaster.nl jong@kvk.nl verybz@minbuza.nl jongdefensie@mindef.nl jongel@minezk.nl jongfinancien@minfin.nl jim@minienm.nl nextvenj@minvenj.nl jongel@minezk.nl jongocw@minocw.nl jongvws@minvws.nl jongnvwa@nvwa.nl jong@nza.nl join@owinsp.nl PBLYoung@pbl.nl jong@rvo.nl communicatie@jongrijk.nl postbus.rvb.jong@rijksoverheid.nl jongrws@rws.nl Jongnetwerk@rivm.nl EXYoungSVB@svb.nl ubr.jong@rijksoverheid.nl jong@uwv.nl jongvwm@rws.nl E-MAIL youngdelft@tudelft.nl jong@leidenuniv.nl E-MAIL info@cnvjongeren.nl https://www.fnv.nl/cao-sector/jong/personen 113 JONG&AMBTENAAR
Pagina 114
WATERSCHAP E-MAIL Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Hoogheemraadschap Rijnland Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden Koninklijk Nederlands Waternetwerk Waternet (Amstel, Gooi en Vecht) Waterschap Aa en Maas Waterschap Brabantse Delta Waterschap Delfland Waterschap Drents Overijsselse Delta Waterschap Hollandse Delta Waterschap Hunze en Aa’s Waterschap Limburg Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Rijn en IJssel Waterschap Rivierenland Waterschap Scheldestromen Waterschap Vallei-Veluwe Waterschap Vechtstromen Waterschap Zuiderzeeland Wetterskip Fryslân jong@hhnk.nl jongrijnland@rijnland.net vers@hhsk.nl jong@hdsr.nl jongwaternetwerk@gmail.com jong@waternet.nl saamen@aaenmaas.nl https://www.brabantsedelta.nl/contact jongdelfland@hhdelfland.nl w-young@wdodelta.nl waterhoos@wshd.nl waterschap@hunzeenaas.nl stroomopwaarts@waterschaplimburg.nl jongnzv@noorderzijlvest.nl fresco-wrij@wrij.nl JIP@wsrl.nl info@scheldestromen.nl jong@vallei-veluwe.nl jong@vechtstromen.nl nieuwzzl@zuiderzeeland.nl jongwf@wetterskipfryslan.nl 114 JONG&AMBTENAAR WIJ ZIJN OP ZOEK NAAR JOU! SRO: DÉ FULL-SERVICE VASTGOEDPARTNER VOOR GEMEENTEN Samen creëren wij de optimale condities om jong en oud zorgeloos te laten bewegen en sporten. SRO beheert, onderhoudt en exploiteert sportaccommodaties, zwembaden en ander gemeentelijk vastgoed zoals monumenten. Wij hebben alle disciplines onder één dak. SRO VOOR JOU: • Een werkgever die zich herkent in de waarden: betrokkenheid, samen, vooruitstrevend, gezondheid, (werk)plezier, ontwikkeling en inspiratie. • Behalve een werkplek binnen een maatschappelijk betrokken organisatie, bieden we je ook een aantrekkelijk pakket aan arbeidsvoorwaarden. • Professionaliteit en zelfontwikkeling zijn bij SRO erg belangrijk. We zien graag dat je blijft leren in elke fase van je loopbaan. • Een team van collega’s waarin we energiek en met plezier samenwerken. • SRO heeft aandacht voor een goede werk- en privé balans. Scan de QR-code voor meer informatie en onze openstaande vacatures. Vragen? Stuur een mail naar hrm@sro.nl NV SRO @NVSRO @NV.SRO

BB 02-2022


Pagina 2
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 04 COLOFON REDACTIONEEL ‘ De kans is groot dat het idee van het CDA komt’ Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Berra Ganzeboom, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 06-46285131 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel +31 20 2251209. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: Jaarabonnement € 249,- . Abonnementen voor de doelgroep (zie criteria website), raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. BEZUINIGING OP DE JEUGDZORG OLIFANT EN KAST De beloofde uitgestoken hand van het kabinet Rutte IV blijkt een potdichte deur te zijn. De voltallige oppositie eiste vorige week dat de structurele bezuiniging van een half miljard op de jeugdzorg, vanaf 2025, van tafel zou gaan. Premier Rutte gaf geen sjoege. En de coalitiepartijen stemden keurig tegen de motie om de bezuiniging te schrappen. Hoezo nieuwe bestuurscultuur? De jeugdzorg moet en kan beter. Er wordt grosso modo te veel lichte jeugdhulp gegeven, terwijl de meest kwetsbare jongeren met vaak complexe problematiek van het kastje naar de muur worden gestuurd. En/of maandenlang op wachtlijsten moeten staan, met soms desastreuze gevolgen. Hoe haalt het kabinet het in zijn hoofd om nu een half miljard aan bezuinigingen in te boeken? Na lang gesoebat tussen gemeenten en kabinet werd vorig jaar erkend dat gemeenten jarenlang te weinig rijksbudget voor de jeugdzorg kregen. Na uitspraak van de arbitragecommissie, een uitzonderlijke stap in bestuurlijk Nederland, kon de strijdbijl worden begraven. Afgesproken werd dat gemeenten de komende jaren fors extra geld voor de jeugdzorg krijgen en dat tegelijkertijd aan hervormingen wordt gewerkt. Om de kwaliteit te verbeteren, maar vooral ook om kosten te besparen. Wie heeft bedacht dat er zonder enige onderbouwing een half miljard uit het jeugdzorgbudget kan, vroeg PvdA-fractievoorzitter Lilianne Ploumen vorige week tijdens het Kamerdebat. De kans is groot dat het idee van het CDA komt. Vorig jaar blokkeerde financiënminister Hoekstra (CDA) extra jeugdbudget en het CDA-Kamerlid René Peters strijdt al tijden tegen geldverspilling door overbodige jeugdzorg. YOLANDA DE KOSTER REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Door de kamikazeactie van het kabinet liggen de, naar verluid moeizame, gesprekken over hervormingen op zijn gat. Omdat Rutte IV de uitspraak van de arbitrage negeert, werken gemeenten niet meer aan die hervormingsagenda. Het precaire proces is zwaar verstoord. Het kabinet dendert met zijn bezuinigingsplan als een olifant door de porseleinkast. Als dit het nieuwe elan van het kabinet is, stemt dat weinig hoopvol. ADVERTENTIE BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 INHOUD 05 16 COVERSTORY STROOMNET Grootverbruikers kunnen de komende jaren niet meer aansluiten op het Amsterdamse elektriciteitsnet. Het is vol. Gemeente, haven en netbeheerders zoeken een oplossing. ‘De ontwikkelingen gaan sneller dan was voorzien.’ 12 INTERVIEW FLORIS SCHOONDERWOERD Floris Schoonderwoerd stapt als veelgeprezen wethouder op in Kaag en Braassem, vrijwillig. Hij wordt ambtenaar in Nieuwkoop. ‘Als wethouder roep ik hoe het moet, als ambtenaar moet ik daarvoor zorgen.’ 39 20 RAAD NOG MANNENBOLWERK OFFENSIEF VOOR MEER VROUWEN De Eindhovense raadsleden Eva de Bruijn, Jorien Migchielsen en Marjolein Senden willen meer vrouwen om zich heen. Vandaar hun initiatief Raad zoekt Vrouw. NIEUWS Almere zoekt geld voor groei stad ESSAY Een land van elastiek ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ACHTERGROND Lokale partijen kunnen ‘afhaken’ voorkomen Onbekend maakt onbemind Bewaren videotulen geen appeltje-eitje Gebarentaaltolk bij iedere raadsvergadering Loon zieke werknemer tijdens vakantie hoger 27 30 33 36 42 22 6 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 7 9 10 19 35 44 45 48 OPMARS TEGEN DE VERDRUKKING IN MENIG VOEDSELBOS VERDWAALT IN REGELWOUD Het aantal voedselbossen neemt toe. Ze dragen bij aan biodiversiteit, klimaatadaptatie en burgerbetrokkenheid. Maar gemeenten ontvangen ze niet altijd met open armen. ‘Voor het tweede jaar op rij is de onderlaag van de begroeiing weggemaaid.’
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS Wie dertig jaar vooruit denkt te kunnen kijken, heeft een hele grote glazen bol nodig. Zo niet Almere. Daar hebben ambtenaren op een rij gezet hoeveel ze aan geld nodig denken te hebben in 2050, als de stad zo'n 200.000 inwoners meer telt dan nu. ZERO BASED BUDGETTING ALS ESCAPE ALMERE ZOEKT GELD VOOR GROEI STAD Als alles volgens plan verloopt, heeft Almere over dertig jaar naar schatting ruim meer dan 340.000 inwoners. De eerste tien jaar zijn dat er waarschijnlijk al 50.000 meer dan de ruim 210.000 van nu. Aan ambitie ontbreekt het niet, maar kan de gemeente die toekomstige stad wel betalen? Dat is de vraag die men in het stadhuis aan zichzelf stelde en waar in het rapport Betaalbaar Almere in 2050 een antwoord op is gekomen. En dat antwoord luidt: maar net. Kosten en inkomsten beloven ongeveer gelijk op te lopen. Waar de gemeente nu ongeveer een miljard euro aan beide zijden heeft staan, is dat over dertig jaar aan beide zijden opgelopen naar om en nabij 1,5 miljard euro. Aan de inkomstenkant wordt ermee gerekend dat het gemeentefonds en de belastingopbrengsten groeien. Aan de kostenkant is de verwachting dat de uitgaven voor het beheer en onderhoud en het sociaal domein groeien, met respectievelijk 60 en 170 miljoen euro. Wat het sociaal domein betreft, is gerekend met een reële kostenstijging van 2,5 procent voor de jeugdhulp en 1 procent voor de Wmo. Maar, zo wordt er als winstwaarschuwing bij vermeld, ‘de kostenstijging is de afgelopen twintig jaar nog veel hoger geweest dan de stijgingen die we aannemen.’ ‘Het inzicht was er niet, maar nu wel’ Almere per jaar gemiddeld al 2 miljoen euro aan nieuw beleid uit. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart zien ongetwijfeld nieuwe plannen en ambities het levenslicht. NIEUW BELEID Verder is ook niet gerekend met de gevolgen van eventueel nieuw beleid. Daarvoor is geen structurele ruimte, net zomin als voor grote tegenvallers. Wil de gemeente wel investeren – bijvoorbeeld in de energietransitie of de leefbaarheid van de stad – dan zal er linksom of rechtsom extra geld moeten worden gevonden. Naar die bronnen gaat de gemeente op zoek, want volgens wethouder Julius Lindenbergh (VVD) – die de financiële verkenning liet uitvoeren – is het niet reëel te veronderstellen dat er geen nieuw beleid zal ontstaan. De afgelopen jaren gaf STOPPEN MET DINGEN Een van de mogelijkheden die Lindenbergh ziet om geld te vinden voor de bekostiging van nieuw beleid is zero based budgetting. In het kort komt dat erop neer dat voor elke activiteit die de gemeente in de begroting heeft staan, wordt gekeken wat de kosten ervan zijn en wat nut en noodzaak ervan is daarmee door te gaan. ‘Door te stoppen met dingen die we minder belangrijk vinden, kunnen we misschien weer ruimte creëren voor dingen die we wel belangrijk vinden’, aldus Lindenbergh. Dat sluit ook aan op de motie die de gemeenteraad eerder heeft aangenomen. Weinig of geen gemeenten werken met het begroten via het zero based budgetteren. In Almere zou het kunnen werken, volgens Lindenbergh. Ervoor is allereerst per begrotingspost inzicht nodig hoeveel ermee is gemoeid en waarvoor deze eigenlijk is opgevoerd. ‘Dat inzicht was er niet, maar nu wel’, zegt de VVD-wethouder. ‘Post voor post is dat het afgelopen jaar doorgevlooid. Het voorwerk is dus geBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 FINANCIËN NIEUWS 07 daan. Maar daarmee ben je er nog niet. Veel ligt politiek heel gevoelig; er is altijd wel iemand die vindt dat je niet met een activiteit kunt stoppen.’ Daarbij komt dat slechts een beperkt deel van de begroting van Almere door de gemeenteraad beïnvloedbaar is – naar schatting zo'n 200 miljoen van de totale begroting van 1 miljard euro. Voor sommige activiteiten ligt de beïnvloedbaarheid op 100 procent, voor sommige taken op 0 procent en alles wat daar tussenin zit. Via een stoplichtmodel hebben de ambtenaren in de begroting aangegeven waar en voor hoeveel procent er speelruimte zit. In principe kan het nieuwe college volgens Lindenbergh straks al met zero based budgetting beginnen. GRONDBEDRIJF Een andere geldbron houdt direct verband met de sterke groei van het aantal woningen in Almere de komende decennia. Die vele tienduizenden huizen levert de gemeente als het goed is via het grondbedrijf vele miljoenen op. Sinds 2018 tikte Almere op die manier jaarlijks al zo'n 15 tot 35 miljoen euro binnen. Hoewel je er als gemeente leuke dingen CARTOON BEREND VONK ‘Vergeet niet dat Almere steeds aantrekkelijker wordt’ mee kunt doen, wijst de wethouder erop dat het helemaal niet zeker is of het grondbedrijf elk jaar winst maakt. ‘Een van mijn voorgangers moest enkele jaren 100 miljoen euro afboeken, omdat het tegenzat bij het grondbedrijf’, brengt hij in herinnering. Om die reden zijn de mogelijke inkomsten uit het grondbedrijf niet meegenomen in de gemaakte doorrekening tot 2050. Toch laat Lindenbergh de verwachte inkomsten van de lopende grondexploitaties, het in exploitatie nemen van landbouwgronden en de ontwikkeling van Pampus wel in beeld brengen. Dat is de extra huiswerkopdracht voor de ambtenaren. De voortuitblik is volgens de wethouder financiën namelijk zeker nog te verbeteren door vervolgonderzoeken te doen. Een andere huiswerkopdracht is het maken van een betere onderbouwing van toekomstige kosten, zoals een betere analyse van de uitkomsten van het onderzoek naar de kosten van het beheer en onderhoud en het maken van een investeringsplan voor de eerstkomende tien jaar. AMBTELIJKE ORGANISATIE En zo mogen de ambtenaren ook de toekomstbestendigheid van de organisatie in kaart gaan brengen. Hoeveel extra personeel vergt een sterk uitgebreide stad? En wat kost dat? Voorlopig wordt ervan uitgegaan dat de organisatiekosten een-op-een meegroeien met de groei van de stad. Op die manier is becijferd dat voor de ambtelijke organisatie zo’n 30 miljoen euro per jaar extra nodig zal zijn, dus bovenop de huidige 164 miljoen die voor vast en inhuur in de begroting staat. De vraag is of die benodigde medewerkers dan ook te vinden zullen zijn. ‘We hebben ze gelukkig niet in één keer nodig’, reageert Lindenbergh. ‘En vergeet niet dat Almere steeds aantrekkelijker wordt. De stad wordt groener, ouder. De tijd is voorbij dat je je moest verantwoorden dat je er woonde.’
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 MINISTERS MET EEN KLAPPERTJESPISTOOL Neem de regie over uw eigen loopbaan Hoe ontwikkelt u zich dit jaar verder? En houdt u zichzelf scherp op zowel vaardigheden als actuele (vak) inhoudelijke kennis? Om welk vakgebied het ook gaat: als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid en wet- en regelgeving kan zijn. Start het nieuwe jaar goed met een van onze verdiepende masterclasses of leergangen voor heldere en praktische handvatten en vaardigheden. Stel er breekt ergens een grote brand uit waarbij verwarring ontstaat bij de bestrijding ervan. Stel dat iemand dan iets glimmends om de nek hangt en aanwijzingen begint te geven. Moet je dan luisteren? Burgemeesters hebben bij brand het opperbevel en zijn volgens artikel 4 van de Wet veiligheidsregio’s bevoegd de bevelen te geven die nodig zijn voor de bestrijding van het gevaar. En om geen twijfel te hebben over de vraag wie te midden van alle verwarring eigenlijk de burgemeester is, geldt nog altijd een Algemene Maatregel van Bestuur uit 1852. Daarin bepaalde minister-president Thorbecke al dat een burgemeester zijn onderscheidingstekenen draagt in geval van brand of wanneer hij persoonlijk in het openbaar bevelen geeft. Ons aanbod Leertraject: Onderwijs 2022 start 17 februari Leergang: Gemeentelijke regie gezondheid opleiding zorg en veiligheid start 8 maart Leergang: TIP De gemeentejurist in een complexe bestuurlijke omgeving start 10 april 2022 VNG Leergang: ‘Het maken van een Omgevingsplan’ Masterclass:    2022 Aan de slag met onze opleidingen? Kijk op vngconnect.nl/academie Geen discussie dus, als je temidden van chaos een aanwijzing krijgt van iemand met een ambtsketen om. Dan moet je gewoon gaan lopen. Discussiëren doen we wel achteraf. Dit gezag van de burgemeester om ter plekke in te grijpen, is natuurlijk zo sterk als we zeker weten dat de man of de vrouw met de ambtsketting ook daadwerkelijk de burgemeester is. Om dat vertrouwen te onderhouden, tilt het strafrecht zwaar aan het onterecht voeren van officiële onderscheidingstekens. Dat is een misdrijf tegen het openbaar gezag. Net zoals het onterecht dragen van een politieuniform. Nepagenten zijn immers de valsemunters van het openbaar bestuur. Hun individuele vergrijp oogt misschien klein, het effect op het algemene vertrouwen in de gezagsuitoefening is verwoestend. Tegen deze achtergrond kan er eigenlijk niet zwaar genoeg worden getild aan de schijnbevelen die de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Ankie Broekers-Knol, vorig jaar december aan gemeenten gaf om acute noodopvang voor asielzoekers te regelen. In officiële brieven en tijdens een persconferentie hing zij iets glimmends om de nek en begon met grote beslistheid te dicteren. Er dreigde crisis en dus moest er gehandeld worden. Dat was duidelijk de boodschap. Alles straalde de officiële ambtsdrager uit die van haar bevoegdheden gebruikmaakte. Ze had het er zelfs over dat ‘het kabinet’ deze stap niet lichtvaardig had gezet. Burgemeester Aboutaleb, die door de staatssecretaris persoonlijk was gebeld, bevestigde deze strategie. Ook hij was actief in de waan gebracht dat er juridische crisisbevoegdheden werden gebruikt waarnaar je eerst moet luisteren om er daarna pas over te discussiëren. Deze suggestie van een echte verplichting is natuurlijk zo effectief als wij ervan uit mogen gaan ‘ Het effect op het algemene vertrouwen in de gezagsuitoefening is verwoestend’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN dat een dienaar van de Kroon op het departement van Justitie geen juridisch register opentrekt zonder over een juridische onderbouwing te beschikken. In december deden we dat. Hoewel vanaf het begin twijfels over waren over de kwaliteit van de juridische grondslag, was er bij de griffiemedewerkers, raadsleden, journalisten en collega’s die ik sprak eigenlijk niemand die serieus rekening hield met de mogelijkheid dat Ankie gewoon een klappertjespistool uit de la had gegrabbeld. Daarom was de schok ook zo groot toen op vragen van Tweede Kamerlid Omtzigt bleek dat dit toch het geval was. Er lag niet niet eens een slecht verhaal onder die zogenaamde aanwijzingen, er lag gewoon helemaal géén juridisch verhaal onder. Inmiddels is de officiële woordvoeringslijn dat de verwarring wordt betreurd en is de nodige beterschap beloofd. Ik denk echter niet dat dit voldoende is. Met haar schijnbevelen heeft Broekers-Knol bewust gemeenteraadsleden misleid, en dat gaat verder dan een beetje onhandige communicatie. Daarvoor passen zelfstandige excuses. Dan krijgt staatssecretaris Van der Burg de nieuwe start die hij verdient. En dan heeft de laatste 30 procent van de Nederlanders die de overheid nog wel vertrouwt ook weer iets om zich aan vast te klampen.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 10 NIEUWS IN BEELD BESTUUR DOOR: HANS BEKKERS JONG IN EEN OUDE RAAD NOG GEEN EEN OP DE TIEN JONG Raadsleden zijn gemiddeld 54,1 jaar oud. Het jongste raadslid is 19, het oudste raadslid 85 jaar. 7 procent van de raadsleden is jonger dan 30 jaar, 38 procent is ouder dan 60 jaar. Er lijkt een verband te bestaan tussen de grootte van de gemeente en de leeftijd. Des te kleiner de gemeente, des te ouder de raadsleden. In 100.000+ gemeenten ligt de gemiddelde leeftijd van een raadslid op 49 jaar, in gemeenten met minder dan 20.000 inwoners is dat ruim 55 jaar. 38% 7% 12% 26% 17% Politieke partij 50PLUS CDA ChristenUnie D66 DENK Forum voor Democratie GroenLinks JA21 Lokale partij Partij voor de Dieren PvdA PVV SGP SP VVD Gemiddelde leeftijd raadslid 65,71 53,75 52,93 50,23 32,00 61,00 51,19 38,00 57,23 49,95 54,28 54,18 48,67 50,98 51,75 Leeftijd Raadsleden zijn gemiddeld 54,1 jaar oud. Het jongste raadslid is 19, het oudste (gemeten) raadslid 85 jaar. 18 tot 30 jaar 31 tot 40 jaar 41 tot 50 jaar 51 tot 60 jaar 60 jaar of ouder ‘ JONKIES’ BIJ PARTIJ DENK De gemiddelde leeftijd van een gemeenteraadslid ligt bij 50PLUS het hoogst en bij DENK het laagst. De afgevaardigden van FvD en JA21 tellen de onderzoekers voor alle duidelijkheid niet mee, vanwege het zeer geringe aantal. De gemiddelde leeftijd van een gemeenteraadslid ligt in de provincie Zuid-Holland (51,6) het laagst en in Drenthe (57,1) het hoogst. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 NIEUWS IN BEELD 11 Jongeren zijn matig vertegenwoordigd in de gemeenteraad. De zetels worden vooral ingenomen door oudere mannen. Het aandeel vrouwelijke raadsleden is beperkt tot 31 procent. Maar 7 procent van de circa 8.500 raadsleden is jonger dan 30. Wat betreft de wethoudersposten is het al niet veel anders. Sterker nog, van de ruim 1300 wethouders is amper 3 procent jonger dan 30. Dat blijkt uit het door Binnenlandse Zaken gepubliceerde Overzicht Politieke Ambtsdragers, op basis van onderzoek van bureau OiN. 3% JONGSTE WETHOUDERS BIJ SP De gemiddelde leeftijd van wethouders is 51,6 jaar. De jongste wethouder is 22, de oudste wethouder is 80 jaar. Van de ruim 1300 wethouders in ons land is 3 procent jonger dan 30 jaar, ruim een kwart (27 procent) is 60 jaar of ouder. Net als bij gemeenteraadsleden geldt: des te kleiner de gemeente, des te ouder de wethouder (55+ bij kleiner dan 20.000, 49 bij 100.000+). De gemiddelde leeftijd ligt bij 50PLUS (64) het hoogst en bij de SP (44) het laagst. 27% 29% 17% 25% Leeftijd De gemiddelde leeftijd van wethouders is 51,59 jaar oud. De jongste wethouder is 22, de oudste (gemeten) wethouder is 80 jaar. 18 tot 30 jaar 31 tot 40 jaar 41 tot 50 jaar 51 tot 60 jaar 60 jaar of ouder Leeftijd burgemeesters De gemiddelde leeftijd van (waarnemend) burgemeesters is 56,24 jaar oud. De jongste (waarnemend) burgemeester is 34. De oudste (waarnemend) burgemeester is 73 jaar. 3% 32% 19% 31 tot 40 jaar 41 tot 50 jaar 51 tot 60 jaar 60 jaar of ouder 45% BURGEMEESTER DE NESTOR De gemiddelde leeftijd van (waarnemend) burgemeesters is 56,2 jaar. De jongste (waarnemend) burgemeester is 34. De oudste (waarnemend) burgemeester is 73 jaar. Uit het onderzoek blijkt dat 45 procent van de (waarnemend) burgemeesters tussen 51 en 60 jaar oud is. Een op de drie burgemeesters is 60 jaar of ouder. Burgemeesters jonger dan 30 jaar zijn er helemaal niet. Ook in de leeftijdscategorie daar vlak boven – tot 40 jaar – zijn ze uiterst dun gezaaid. En precies omgekeerd aan wat voor wethouders geldt, is het gegeven dat hoe groter de gemeente is, des te ouder de burgemeester. De gemiddelde leeftijd ligt bij de ChristenUnie (58) het hoogst en bij GroenLinks (49) het laagst.
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 12 INTERVIEW FLORIS SCHOONDERWOERD DOOR: MARTIJN DE LAERE FOTO: SAKE RIJPKEMA Floris Schoonderwoerd introduceerde in Kaag en Braassem een radicaal andere manier van besturen. En nu stapt de veelgeprezen wethouder op, vrijwillig. Hij wordt ambtenaar in Nieuwkoop. ‘Als wethouder roep ik hoe het moet, als ambtenaar moet ik daarvoor zorgen.’ WETHOUDER WORDT AMBTENAAR IN BUURGEMEENTE ‘WE MISSEN HIER HET BELEID NIET’ Nog even geduld en dan zijn de beste bestuurders van 2021 bekend. Als er ook een bokaal uitgereikt zou worden aan de meest genomineerde bestuurder die (net) niet won, dan zou Floris Schoonderwoerd (43) deze in de wacht slepen. Een onorthodoxe wethouder die na zijn zoveelste nominatie in Binnenlands Bestuur zei een hekel te hebben aan beleid en politiek. Zo’n verfrissend geluid mag in bestuurlijk Nederland tot veel nominaties leiden, je wordt er geen beste bestuurder van 2014, 2015, 2016 of 2017 mee. ‘Is niet erg’, lacht Schoonderwoerd, terwijl hij naar de vier oorkondes in de vensterbank kijkt. ‘Ik kom net als Joop Zoetemelk uit Rijpwetering, en die werd ook altijd tweede. Het is toch eervol dat medebestuurders jaren achter elkaar vinden dat je iets bijzonders doet?’ PASSIE En Schoonderwoerd deed iets bijzonders in Kaag en Braassem (27.000 inwoners). Heel wat gemeentedelegaties kwamen op bezoek in de Zuid-Hollandse gemeente, en vaak ook vertelde hij zijn verhaal in het land. Schoonderwoerds passie voor het ‘nieuwe besturen’ zonder beleidsnota’s en oeverloos gebakkelei werd voelbaar toen hij in 2009 als wethouder startte voor de PvdA. ‘Door de decentralisaties die eraan kwamen zouden gemeenten nieuwe taken krijgen. Zij moesten ervoor zorgen dat mensen later op door de overheid gecontracteerde zorg zouden gaan leunen. Gelijktijdig was er de financiële crisis en moest worden bezuinigd. Dus zei het rijk: jullie krijgen die taken, maar voor de helft van het geld dat wij daaraan uitgaven. Overal in het land gingen gemeenten als een dolle bezuinigen om die rekening te kunnen betalen. Ze maakten ruzie met de bibliotheek, met het zwembad, met het dorpshuis. Juist dáár waar je betrokken inwoners nog meer wilt uitnodigen om hun verantwoordelijkheid voor de gemeenschap te nemen. Het ging helemaal de verkeerde kant op, maar de oude politiek kon geen andere kant op.’ Van de oude politieke partijen ‘met hun uitgewoonde ledenlijstjes’ hoefde je niets te verwachten, want zij waren losgezongen van de samenleving, aldus Schoonderwoerd, in die tijd dus wethouder voor de PvdA. ‘PvdA, VVD, GroenLinks, ze hebben twintig, dertig leden in een gemeente met 30.000 inwoners. Lokale partijafdelingen vergaderen aan de keukentafel en dan houd je nog stoelen over.’ Terwijl de oude politiek onmogelijk de brede steun uit de samenleving kon leveren waarom de decentralisaties vroegen, ‘liepen de dorpen en wijken vol met betrokken inwoners’, zag Schoonderwoerd. ‘Ze zitten in ouderraden, in wijkcomités, bij de voetbal in het bestuur, in ouderenraden. Ze werken in de jeugdzorg, in het onderwijs, bij de politie. Een berg kennis, maar ze waren met geen stuk hout naar het gemeentehuis te slaan. Waren die mensen nou gek, of zaten wij in de gemeentehuizen vast in de tijd?’ ‘Ik loop voorop met mijn grote muil en met mijn ideeën’ Een half jaar voor de raadsverkiezingen van 2014 zoekt Schoonderwoerd met twee sympathisanten de betrokken inwoners van Kaag en Braassem op. ‘Mensen die je als overheid aan je zou moeten willen binden; het fatsoenlijke midden.’ Ze voerden bijna honderd gesprekken en organiseerden vier thematafels. Schoonderwoerd: ‘Ik vroeg hoe het nou toch komt dat mensen met zoveel kennis en betrokkenheid met geen paard het gemeentehuis in te trekken zijn? Ze wilden geen partijpolitieke sticker op hun hoofd, ze wilden niet drie avonden in de week in het gemeentehuis zitten en worden bedolven onder dikke pakken papier, ze wilden niet tot ‘s avonds half tien op agendapunt 18 hoeven wachten om eindelijk wat te kunnen zeggen.’ GEEN PARTIJ En zo werd in 2013 PRO Kaag en Braassem geboren. Geen partij, maar een vereniging zonder programma. ‘Nog een partij, met weer een programma heeft op lokaal niveau geen toegevoegde waarde’, vindt Schoonderwoerd. ‘Leg de INTERVIEW 13 CV FLORIS SCHOONDERWOERD (Rijpwetering, 1978) was van 1998 tot 2002 burgerraadslid in de voormalige Zuid-Hollandse gemeente Alkemade. In 2002 werd hij er raadslid voor de PvdA. In 2007 ging hij aan de slag bij de Landelijke Stichting tegen Zinloos Geweld. In 2009 werd hij wethouder samenlevingszaken voor de PvdA in de gemeente Kaag en Braassem. In 2013 richtte hij de lokale partij PRO Kaag en Braassem op, waarvoor hij in 2014 in het college kwam. Op 7 februari wordt hij afdelingsmanager maatschappelijke ontwikkeling bij de gemeente Nieuwkoop. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022
Pagina 14
INTERVIEW 15 verschillende programma’s op elkaar en er staat goeddeels hetzelfde in. Je hebt wat verschillen, over windmolens, bedrijventerrein, zondagopenstelling, dat soort zaken. Daarover schrijven partijen overal in het land een programma. Wij kiezen voor een maatschappelijke agenda met doelen.’ PRO Kaag en Braassem wordt bij de raadsverkiezingen van 2014 in één klap de grootste. ‘En dan moet je oppassen, want voor je het weet bel je de lijsttrekkers van de tweede en de derde partij en ga je in een hok zitten formeren. Sluit je meteen 40 procent van de kiezers uit en sluit je met 60 procent een deal over die verschillen. Niet vijf windmolens maar drie, je kent dat wel. Overal in Nederland gebeurt dat. Dat is de vervreemding waarover iedereen het heeft, maar wie doet er iets aan?’ PRO Kaag en Braassem sluit bij de vorming van een nieuw gemeentebestuur geen deal over de verschillen, maar over de overeenkomsten. ‘De verschillen, de windmolens en het bedrijventerrein zal ik maar zeggen, laten we in stand; daarover is de gemeenteraad de baas. Wat partijen de kiezer tijdens de campagne hebben verteld, mogen ze vier jaar lang blijven vinden. Op die verschillen zijn verschillende meerderheden, en dat is wel zo democratisch.’ De vier wethouders in Kaag en Braassem buigen zich over de uitwerking van de overeenkomsten en rapporteren daarover twee keer per jaar aan gemeenteraad. ‘We wurgen elkaar niet in een coalitieakkoord. Daardoor is het bestuur heel stabiel. De ene wethouder is voor windmolens, de ander is tegen, prima.’ TE VEEL NOTA'S Schoonderwoerd wordt in 2014 wethouder voor PRO Kaag en Braassem. ‘En dan trek je een hele zooi beleidsnota’s uit de archiefkasten. Alles is voor de komende zes jaar vastgeklikt. Dat slaat alle flexibiliteit en initiatief uit het dorp dood. Als je initiatieven uit de samenleving wilt kunnen beantwoorden, dan moeten die beleidsnota’s de deur uit.’ En dat gebeurt: de 23 sectorale beleidsnota’s maken plaats voor één maatschappelijke agenda. Schoonderwoerd: ‘Toen heel Nederland klaagde over de nieuwe taken en het beperkte geld, hebben wij onze beleidsnota’s door de papierversnipperaar gehaald. Daarmee maak je veel oud geld los en komt er nieuw geld uit de decentralisaties bij. De gemeenteraad bepaalt wat we willen – terugdringen eenzaamheid onder ouderen, kwetsbare gezinnen ondersteunen. Hoe je dat doet? Dat kan de gemeenschap van Kaag en Braassem het best zelf beantwoorden. En dan zie je dat oom Piet die dementeert niet met een busje naar een ‘Het werd tijd dat ik mij weer ging strekken’ dure AWBZ-instelling in Leiden wordt gebracht, maar hier in de bibliotheek of bij de voetbalclub een alternatieve behandeling krijgt.’ Weg met die ouwe troep, het klinkt zo gemakkelijk, maar is het dat ook? Schoonderwoerd: ‘Mijn valkuil is dat alles van tafel moet omdat ik de wereld zie veranderen en de gemeente zie stilstaan. Maar zo werkt het natuurlijk niet bij de overheid. Het ergerde mij soms mateloos als burgemeester Marina van der Velde voor de zoveelste keer zei: “Ho, ho, dat gaat zomaar niet. Daar komt wel wat bij kijken, Floris.” Ze was gestructureerd en juridisch goed, terwijl ik een vernieuwer en een samenwerker ben. Heel stoer tegen jullie roepen dat de beleidsnota’s door de shredder gaan. Maar je houdt daarover wel bijeenkomsten, je schrijft nieuwsbrieven. Als oud-manager juridische zaken bij de Noord-Zuidlijn heeft Van der Velde mij daarbij enorm geholpen. Ze wist dat ik niet te stoppen was.’ PRO Kaag en Braassem wordt ook in 2018 de grootste partij en Schoonderwoerd wordt weer wethouder. Maar in het zicht van de aanstaande raadsverkiezingen is het genoeg geweest. Begin februari hangt ‘Mister Kaag en Braassem’ het wethouderschap aan de wilgen. Schoonderwoerd: ‘Die beslissing heeft mij heel wat kilometers wandelen gekost. Ik vind dit werk nog steeds zó leuk. Als dit een gewone baan was geweest, dan had ik er ook niet over gepiekerd om ergens te gaan solliciteren. In deze politiek-bestuurlijke omgeving ontstaat toch weerstand tegen een wethouder in zijn vierde termijn, en dan glijd je zomaar uit over een bananenschil. Ik heb de afgelopen weken gemerkt dat veel mensen het jammer vinden dat ik wegga. Dat is toch beter dan dat de raad je aftreden viert. Ik geef anderen binnen PRO ook de ruimte. Ik loop voorop met mijn grote muil en met mijn ideeën, maar PRO is veel meer dan alleen Floris.’ Schoonderwoerd gaat niet besturen in een andere gemeente in de regio (‘waarvoor ik ben benaderd’), hij wordt geen burgemeester of baasje bij een zorgclub; nee: hij wordt ambtenaar en begint op 7 februari bij buurgemeente Nieuwkoop (29.000 inwoners) als afdelingsmanager maatschappelijke ontwikkeling. Spekkie voor zijn bekkie: in Kaag en Braassem bestierde Schoonderwoerd onder andere sociaal domein, jeugdzorg, werk en inkomen, onderwijs en sport. Maar wel een ongebruikelijke zet. ‘Het werd tijd dat ik mij weer ging strekken. Als wethouder roep ik hoe het moet, als ambtenaar moet ik daarvoor zorgen’, zegt de gemeenteambtenaar in spe. ARME AMBTENAREN Op de website van Binnenlands Bestuur stond eerder deze maand onder het bericht over zijn verhuizing naar Nieuwkoop één reactie: ‘Arme ambtenaren. Een oud-wethouder als manager, die alles beter denkt te weten. Dat gun je niemand.’ ‘Ik heb dat in de sollicitatieprocedure getoetst hoor, maar laat ik eerst vertellen hoe het is gegaan’, reageert Schoonderwoerd. ‘Ik ben 42 en ik mag nog heel lang werken. Ik wil vaardigheden ontwikkelen die ik als wethouder nooit heb hoeven aanspreken: leidinggeven, werken met zaaksystemen, plannen, mensen aannemen en ontslaan. Ik werd vanuit Nieuwkoop benaderd: de gemeentesecretaris attendeerde mij op de vacature. Ik heb tijdens gesprekken gezegd: “Ik word blij van Nieuwkoop, maar jullie moeten ook blij van mij worden.” Ik ga niet op de stoel van de wethouder zitten. Ik heb ook de teamleiders en de burgemeester gesproken. Ze zagen het helemaal zitten.’ Gaat hij het politieke gedoe in Kaag en Braassem niet vreselijk missen? De schijnwerpers, je eigen baas zijn, zeggen wat je denkt en daarover nog lof toegezwaaid krijgen ook. Schoonderwoerd: ‘Natuurlijk, we hebben in Kaag en Braassem iets bijzonders neergezet en ik zal het missen dat ik daar niet meer over kan vertellen. Maar je bent als wethouder ook eenzaam. Je wordt nooit onderdeel van een groep. Ik verlang ernaar om ergens bij te horen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022
Pagina 16
16 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: BERLINDA VAN DAM / ANP-HH Grootverbruikers kunnen de komende jaren niet meer aansluiten op het Amsterdamse elektriciteitsnet. Het is vol. In een taskforce zoeken gemeente, de haven en netbeheerders naar een oplossing. ‘De ontwikkelingen zijn sneller gegaan dan we in onze studies zagen gebeuren.’ NIEUWE TASKFORCE MOET OPLOSSING VINDEN AMSTERDAMS STROOMNET JAREN OP SLOT n BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 ACHTERGROND 17 ‘ Op dit moment hebben we enkele tientallen klanten beperkingen opgelegd’ Hoogspanningsmasten bij Steigereiland, Amsterdam-Oost van een kantoorgebouw of fabriek eerst een bouwvergunning aan te vragen. De aanvraag voor stroom volgt later een keertje. Die tijd lijkt voorbij. ‘Op een aantal plekken zijn bedrijven al begonnen met de bouw en moeten we ze teleurstellen omdat de capaciteit op is’, vertelt Van Engelen. Voor bedrijven, scholen en gezondheidsinstellingen die zich in Amsterdam willen vestigen is een aansluiting op het elektriciteitsnet niet meer vanzelfsprekend. Het elektriciteitsnet is zó vol dat in een groot deel van Amsterdam grootverbruikers op een wachtlijst bij netbeheerder Liander belanden. Om het precies te zeggen: Liander sluit nieuwe klanten nog wel aan, maar legt ze vervolgens een beperking op voor het gebruik. Er wordt een kabel getrokken, maar er gaat vooralsnog geen stroom door. ‘Op dit moment hebben we enkele tientallen klanten beperkingen opgelegd. Daar komen iedere week nieuwe klanten bij’, laat regiomanager Paul van Engelen van Liander weten. Tot nu toe is het normaal om bij de bouw ‘Ja, bedrijven schrikken daar enorm van. Die gaan dan op zoek; misschien kunnen ze een aggregaat gebruiken of de bouw uitstellen.’ Daan Schut, chief transition officer van moederbedrijf Alliander, waarschuwt op liander.nl: ‘De vraag naar elektriciteit in Amsterdam is snel extreem hard gestegen. Het elektriciteitsnet in vrijwel de hele stad heeft bijna of helemaal zijn maximale capaciteit bereikt.’ Voor een groot deel van de elektriciteitsstations in de hoofdstad is congestie afgekondigd: onderzoek moet duidelijk maken of er met kunst- en vliegwerk toch nog aansluitingen mogelijk zijn. Voorlopig kunnen grootverbruikers dus niet aansluiten. Die krapte kan er flink inhakken. De gemeente wil alleen al in congestiegebied Amsterdam-Noord komende jaren 25.000 woningen laten bouwen. Wat is een woonwijk zonder winkels, scholen en maatschappelijke voorzieningen, vraagt wethouder energietransitie en RO Marieke van Doorninck (GroenLinks) zich af. Liander heeft aangegeven grootverbruikers in het te ontwikkelen Buiksloterham niet te kunnen aansluiten. Van Doorninck: ‘Met alleen woningen bouwen kan de gebiedsontwikkeling geen doorgang vinden.’ En bedrijven die denken neer te strijken in de haven van Amsterdam, vrezen naar elders te moeten uitwijken. Althans, ‘dat soort geluiden horen we’, zegt Dorine Bosman, chief investment officer van Port of Amsterdam (POA). TRANSFORMATORHUISJES Om tegemoet te komen aan de groeiende stroomvraag investeert Liander komende vijf jaar 1 miljard euro in het Amsterdamse netwerk. Er komen zeventien nieuwe verdeelstations bij en elf bestaande stations worden uitgebreid. Tot 2030 moet er in Amsterdam ruimte gevonden worden om duizend transformatorhuisjes bij te plaatsen, en de schop gaat in de grond om kilometers elektriciteitskabel te trekken. Ook TenneT, verantwoordelijk voor het bovenliggende hoogspanningsnet, moet fors investeren. De stroom van Amsterdam wordt immers van elders aangevoerd. Regiomanager Van Engelen verwacht dat in 2027 de grootste problemen voor Amsterdam zijn opgelost. Kan het dus zo zijn dat een nieuw bedrijf de lift en airco nog vijf jaar op een aggregaat moet laten draaien? ‘In het ergste geval zou dat zo kunnen zijn, ja.’ De investering van 1 miljard euro is niet meer dan een tussenstap. De energievraag zal flink blijven doorgroeien. Uit een themastudie van vorig jaar blijkt dat de belasting van het elektriciteitsnet tussen 2019 en 2050 3 tot 4,5 keer zo groot wordt. Dat komt door restaurants die hun gasfornuis inruilen voor een inductieplaat en particulieren die steeds vaker elektrische auto’s aanschaffen. Maar ook grote bedrijven die willen elektrificeren, zoals busmaatschappijen die laadstations bouwen. En dan zijn er de datacenters, die de regio Amsterdam als hotspot zien. Een gemiddeld datacenter heeft de stroomconsumptie van een kleine stad. Vorig jaar was de groei al goed te zien. De grootverbruikersklanten die zich in 2021 bij Liander meldden, vroegen opeens vier keer zo veel stroom als in de jaren daarvoor. Alles bij elkaar opgeteld kunnen die ontwikkelingen flink wat zand in de motor van de energietransitie gooien. ‘Grote bedrijven in de haven die de stap van fossiel af naar elektrificering willen zetten, zouden kunnen zeggen: zolang die congestie er nog is, nemen we die stap niet. Terwijl ze er wel klaar voor zijn’, vreest wethouder Van Doorninck. ‘Dat zou vreselijk zijn. Dat zijn de voorlopers die je juist zou willen ondersteunen.’ HAMSTEREN Wat niet helpt, is dat het praten over krapte op het stroomnet werkt als een selffulfilling prophecy. ‘We zien dat er bedrijven zijn die veel meer capaciteit contracteren dan ze daadwerkelijk nodig hebben’, zegt Alliander-CTO Schut. Van Engelen licht toe wat er in Amsterdam gebeurde: ‘We hebben voor de zomer, in juni, op twee plekken congestie moeten afkondigen: in Amsterdam-Noord en in het Havengebied. Vervolgens zagen we klanten steeds meer en steeds vroeger vermogen vragen.’ Hij snapt waarom bedrijven
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 18 ACHTERGROND RUIMTE dat doen. ‘Vroeger kon je contract gewoon meegroeien met je verbruik. Klanten konden het contract tussentijds ophogen. Maar door congestie is dat ophogen niet meer mogelijk. Dus vragen ze in het begin meer aan om zeker te weten dat ze genoeg hebben.’ Of hier sprake is van hamsteren, vindt de regiomanager lastig te zeggen. ‘Klanten weten vaak niet precies hoeveel elektriciteit ze nodig hebben. Als ze een kantoorpand hebben met airco’s, liften en noem maar op, dan is heel moeilijk te bepalen wat de totale gelijktijdige belasting van die aansluiting wordt. We zien dat klanten aan de veilige kant gaan zitten.’ Van Doorninck rept van ‘strategische aanvragen’ door bedrijven. ‘Dat ze meer aanvragen dan ze daadwerkelijk nodig hebben, omdat ze denken: als er straks congestie komt, wil ik dat vóór zijn.’ De wethouder heeft het van bedrijven zelf gehoord. ‘Ik neem het bedrijven niet kwalijk dat ze een maximale aanvraag doen. Wat we graag zouden willen is dat je met bedrijven kunt kijken: hoe kun je ervoor zorgen dat je die zekerheid wel hebt, maar niet per definitie die maximale aanvraag doet?’ Het is een van de vragen die op het bordje liggen van een taskforce die voor verlichting op het Amsterdamse stroomnet moet zorgen. Afgelopen december kwamen Van Doorninck en vertegenwoordigers van Liander, TenneT en POA (het voormalige Havenbedrijf) voor het eerst bij elkaar. De gemeente zit tegen wil en dank in de tasforce die de congestie moet bestrijden. ‘Het is niet onze verantwoordelijkheid, maar we plukken er wel de wrange vruchten van’, zegt de wethouder. Voor Liander biedt de taskforce vooral uitzicht op een snellere aanleg van verdeelstations. Van Engelen: ‘Door kortere lijnen te organiseren, denken we die besluitvorming te kunnen versnellen.’ Versnellen is hard nodig, legt hij uit. Bedrijven vrezen dat ze naar elders moeten uitwijken ‘Daarvoor is het nodig dat we voldoende fysieke ruimte krijgen van het bevoegd gezag om onze verdeelstations te bouwen. Het bouwen van een onderstation duurt vier tot zeven jaar, waarvan de bouwtijd maar twee jaar is.’ Een locatie vinden en het vergunning- en inspraakproces doorlopen vraagt de meeste tijd. ‘Dat gaat een stuk sneller als je met z’n allen aan tafel zit.’ Van Engelen schat dat Liander door een goede afstemming in de taskforce 20 procent af kan snoepen van de tijd die het nu kost. AFSTEMMEN De taskforce gaat ook kijken of ze vraag en aanbod beter op elkaar kunnen afstemmen. Het scheelt een slok op een borrel of grootverbruikers allemaal tegelijkertijd pieken in hun elektriciteitsverbruik of dat die pieken zijn uitgesmeerd over een etmaal. Daarvoor is het belangrijk dat bedrijven meedoen. ‘Daarom ben ik blij dat in onze taskforce ook het havenbedrijf zit’, zegt Van Doorninck. ‘Daar zitten natuurlijk veel grootverbruikers en het havenbedrijf heeft daar een belangrijke rol in.’ Ze hoopt dat bedrijven aan elkaar stroom kunnen leveren ‘zodat je dat hele net niet meer nodig hebt’. Bosman van Port of Amsterdam heeft nog geen bedrijven aangesproken op een eerlijkere verdeling van de beschikbare stroom. ‘Dat kan niet. Liander is degene die de stroom verdeelt’, zegt ze. Ter inspiratie kijkt ze met een schuin oog naar Schiphol. ‘Die doen nu een pilot waarbij een paar bedrijven die bij hetzelfde onderstation zitten, zich hebben verenigd om het gebruik AMERSFOORT WIL LANDELIJK PLAN VOOR STROOMNET Den Haag treuzelt te zeer bij de energietransitie. Daarom wil Amersfoort dat minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie binnen een half jaar een plan klaar heeft om de problemen met het overvolle elektriciteitsnet aan te pakken. Een motie daartoe is op de laatste VNG-ledenvergadering unaniem aangenomen. Netbeheerders zijn nu met handen en voeten gebonden aan regels die de energietransitie in de weg staan, stelt de Amersfoortse wethouder van energietransitie Astrid Janssen (GroenLinks). Zo mogen ze stroom niet tussentijds opslaan en aanvragen voor aansluitingen niet prioriteren. Maatschappelijk gewenste projecten komen daardoor niet van de grond. ‘We hebben hier in Amersfoort een project met een windmolen. De vraag is: krijg je de businesscase rond als je weet dat je een paar jaar op een wachtlijst staat?’ Ook wil Janssen dat de SDE niet vervalt terwijl duurzame-energieprojecten in de wachtkamer zitten voor een aansluiting op het elektriciteitsnet. ‘We constateren dat het draagvlak wegvloeit, dat de energietransitie vertraagt. Pas de regels aan, zodat je meer vaart maakt’, roept ze op. ‘Gemeenten hebben politiek hun nek uitgestoken met het opstellen van de RES. En nu hebben we ineens een technisch probleem: regels die de oplossing beperken. Die beperkingen kun je wegnemen.’ op elkaar af te stemmen en zo samen de netcapaciteit beter te benutten. In dat soort oplossingen zijn wij ook zeker geïnteresseerd.’ Er is wel al een Shared Energy Platform (SEP) waar bedrijven elektriciteit kunnen uitwisselen, maar de afspraken met de bedrijven moeten nog worden gemaakt. Van Engelen mikt op meer mogelijkheden voor congestiemanagement. In geval van congestie kijkt Liander nu per dag of er klanten zijn die hun energieverbruik kunnen aanpassen. Dat blijkt lastig. ‘Een supermarkt kan niet zeggen: morgen gebruik ik de helft van de elektriciteit. Tot nu toe levert dat dus nog niks op.’ Dit jaar zal de Autoriteit Consument en Markt, op verzoek van de netbeheerders, nieuwe congestieregels vaststellen. Die bieden mogelijkheden om langetermijncontracten of bilaterale afspraken te maken om congestie aan te pakken. ‘Bedrijven die op momenten dat het net het zwaarst belast is, kunnen dan minder energie gebruiken of juist energie leveren aan warmtekrachtkoppeling of andere lokale opwek.’ De gemeente Amsterdam hoopt dat de taskforce helpt een streep te zetten door de landelijke regel die bepaalt dat netbeheerders aanvragers moet aansluiten volgens ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. ‘Eigenlijk moet je kijken of maatschappelijke implicaties een rol spelen’, vindt Van Doorninck. Zo zou een school voorrang moeten krijgen op een casino. ‘Dat we dan kunnen zeggen: we vinden het maatschappelijk belang van de aanvraag van die school groter. Het casino moet dan maar even wachten. Wettelijk kan dat niet.’ De gemeente Amsterdam en Liander hebben het ministerie gevraagd de regels hiervoor aan te passen. Rest de vraag of Liander die krapte op het net niet eerder had kunnen zien aankomen. ‘Enerzijds hebben we het zien aankomen; daarom zijn we ook heel intensief gaan samenwerken met de gemeente’, reageert Van Engelen. ‘Alleen, de ontwikkelingen zijn sneller gegaan dan we in onze studies zagen gebeuren. Dat heeft ertoe geleid dat de plannen die we hadden niet overal op tijd zijn.’ En laten we wel wezen, schiet de Liander-voorlichter hem te hulp, ‘het klimaatakkoord is pas ruim drie jaar oud. Met doorlooptijden van zeven, acht jaar voor netuitbreiding is het logisch dat we nu niet klaar zijn.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 19 Als een Utrechtse ambtenaar zich ziek IN DE CLINCH meldt nadat zij heeft aangegeven haar werk niet goed te kunnen uitvoeren, wordt ze van haar taken ontheven. Gaat de gemeente niet te ver, nu ze geen ander werk krijgt opgedragen? ONAANVAARDBAAR DAT AMBTENAAR ZWEEFT Ambtenaar Isabel Doorakker* zit in het managementteam van de gemeente Utrecht. Zij is belast met personeelsplanning, wat ongeveer tachtig procent van haar werkzaamheden omvat. Als zij enkele jaren in dienst is, voert de gemeente het project Handig Plannen in, waarmee het capaciteitsberekening- en planningsproces moet worden verbeterd. Doorakker was als lid van het capaciteitsteam betrokken bij dit project. Als dit ruim een jaar loopt, meldt Doorakker aan de directeur – die Handig Plannen heeft ingevoerd – dat zij geen ruimte meer voelt om haar werk goed te kunnen uitvoeren. De weerstand tegen planning neemt toe, merkt zij, verbeteringen worden niet gezien. Het vertrouwen in dat proces is weg, en ze ziet geen ruimte om het vertrouwen weer op te bouwen. Ze laat ook weten dat haar gezondheid te wensen overlaat. Een dag later meldt zij zich ziek. Vervolgens worden de personeelsplanningstaken bij Doorakker weggehaald, ‘in het belang van haar gezondheid en van de continuïteit binnen de gemeente’. De taak wordt elders belegd, laat de directeur haar weten: zijzelf slaagt er onvoldoende in om de van haar gevraagde stevige positie ook echt te nemen, zij is niet tegen de planningstaak opgewassen. Dat heeft bij haar geleid tot spanning, stress en uiteindelijk tot werkgerelateerde arbeidsongeschiktheid. Hoewel het planningsproces haar niet goed afgaat, verzet Doorakker zich toch tegen deze veranderingen. Bij de rechtbank De weerstand tegen personeelsplanning neemt toe Midden-Nederland krijgt ze gelijk. Toen de gemeente dit besluit nam was er geen sprake van een dermate lange periode van arbeidsongeschiktheid dat een (blijvende) ontheffing van haar (plannings)taken gerechtvaardigd was. De rechtbank heeft wel oog voor het dienstbelang van het college, de continuiteit van de organisatie en de implementatie van de afspraken uit het project Handig Plannen, maar om dit belang te kunnen veiligstellen was ontheffing van de taak niet noodzakelijk. Het college had een minder ingrijpende maatregel kunnen en ook moeten inzetten. Tegen die uitspraak gaat het college in hoger beroep. ADVERTENTIE inzicht in de maatschappij atlasresearch.nl Welke kansen bieden stedelijke regio’s aan hun bevolking? En waarom presteert de ene regio beter dan de andere? Bij de Centrale Raad van Beroep wijst het college naar de Utrechtse arbeidsvoorwaardenregeling, waarin staat dat een ambtenaar door B&W kan worden verplicht – in het belang van de dienst – tijdelijk niet tot zijn functie behorende werkzaamheden te verrichten, of tijdelijk een andere functie waar te nemen. Het college heeft, constateert de Raad in zijn uitspraak van 30 december 2021, Doorakker weliswaar ontheven van de personeelsplanning (die het overgrote deel van haar werkzaamheden omvatte), maar heeft haar geen andere taken opgedragen. Ook toen zij ging re-integreren, is haar niet opgedragen om, nu haar taken waren ontnomen, aanvullend werk te verrichten. Ze deed toen niet meer dan de resterende werkzaamheden uit haar oorspronkelijke takenpakket. Hierdoor was het voor Doorakker onduidelijk of en in hoeverre de ontheffing van de personeelsplanning als tijdelijk was bedoeld en ook welke andere werkzaamheden zij zou moeten verrichten. Kortom, zij is gedurende een aanzienlijke periode gaan ‘zweven’, wat volgens vaste rechtspraak van de Raad niet aanvaardbaar is. Het college had haar niet van die taak moeten ontheffen, maar moeten voorzien in waarneming van haar functie. Dan had kunnen worden onderzocht welke andere werkzaamheden Doorakker had kunnen doen. Het ontheffingsbesluit van het college wordt vernietigd. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:3319
Pagina 20
20 SERIE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN DOOR: WOUTER BOONSTRA ‘Te tornen aan Thorbecke’. Met die motie uit 2019 begon het in de Eindhovense raad. Raadsleden Eva de Bruijn (GroenLinks), Jorien Migchielsen (D66) en Marjolein Senden (PvdA) willen meer vrouwen om zich heen. Vandaar hun initiatief Raad zoekt Vrouw. EINDHOVENS OFFENSIEF VOOR MEER VROUWEN IN DE RAAD ‘ SEKSISME KOMT ERBIJ, ALS VROUW’ Van links naar rechts: Jorien Migchielsen, Eva de Bruijn en Marjolein Senden Hoe kwamen jullie tot dit initiatief? Senden: ‘We stelden vast dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de raad en in besluitvormende posities. En dat we andere manieren moeten vinden om hen politiek actief te krijgen. Raad zoekt Vrouw bestaat, anders opgezet, al in meer gemeenten. Wij hebben het uitgewerkt in een rapport en een focusgroep van niet-politiek actieve vrouwen met politieke interesse.’ De Bruijn: ‘Een derde van de Eindhovense raadsleden is vrouw, terwijl de gemeenteraad een goede afspiegeling moet zijn van de bevolking. Je bent immers de volksvertegenwoordiging.’ Waar lopen vrouwen nu vaak tegenaan in de raad? De Bruijn: ‘Het zit ‘m in de werkwijze en de debatcultuur. Het voorlezen van een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 SERIE 21 RAADSVERKIEZINGEN In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart zoomt Binnenlands Bestuur met name in op de jongeren. Deel 2: nieuwe vrouwelijke aanwas. scherm en steeds jouw eigen verhaal zenden. Luisteren anderen dan wel? Ik wil graag interactie. Op welke punten kunnen we elkaar wel vinden? Luister naar elkaar, kijk naar waar andere partijen vandaan komen en hoe zij naar de zaak kijken. In de ervaringen van de focusgroep viel dit punt ook op.’ Migchielsen: ‘Wat mij opviel in het presidium is dat een man hetzelfde punt inbracht als een vrouw en dat een derde persoon vervolgens zegt: “Wat hij net zei is een goed idee.” Wordt die vrouw dan niet gehoord? Je ziet ook dat als een vrouw praat, men even koffie gaat halen. Het raadswerk is ook lastig met het moederschap te combineren. Vergaderen tijdens etenstijd of het naar bed brengen van kinderen is dan een ding.’ Senden: ‘Dat herken ik, die overleggen om zes uur! Je moet er echt moeite voor doen om een ander tijdstip te krijgen. Dat wordt dan snuivend gedaan. Of men zegt: dit is nu eenmaal de politiek! Maar kun je niet wat meer rekening met elkaar houden?’ Migchielsen: ‘Laatst hadden we een fijn debat, er werd naar elkaar geluisterd. We kwamen tot elkaar, maar het was niet echt spannend. “Weinig vuurwerk”, zegt een journalist dan. Zij hebben liever iets controversieels. Als ik ben uitgesproken, krijg ik soms het commentaar dat ik fel ben, terwijl een mannelijke collega die hetzelfde zegt wordt geprezen om de inhoud.’ Uit de recente enquête onder onze raadsleden bleek dat de vergadertijden ideaal zijn voor mannen zonder zorgtaken. Is dat een veeg teken? De Bruijn: ‘Dat is niet inclusief. Veel mensen gaan erop vooruit met een andere vergadercultuur, ook mannen met zorgtaken.’ Migchielsen: ‘Er wordt best makkelijk op het laatste moment over onze agenda’s besloten: de raad kan wel om twee uur of zeven uur. Maar het is zo al een hele puzzel.’ Onderzoeker Julia Wouters vertelde op onze website over dominantiestrategieën die in de raad worden gehanteerd. In hoeverre herkennen jullie die? De Bruijn: ‘Ik denk dat het onbewust gebeurt, maar ik herken het wel. Een week na mijn voorstel kwam een man ermee. Er zijn handvatten om daarmee om te ‘ Meer interactie, meer luisteren naar elkaar’ gaan. Bewustzijn is één: “O, wat fijn dat je mijn idee nu support.” Of Jorien zegt: “Eva stelde dat ook al voor, wat fijn dat er breder draagvlak voor is”.’ Senden: ‘Het gaat om bewustwording. Het is geen boze opzet. Dat is de toegevoegde waarde van dit cultuuronderzoek.’ Volgens sommige raadsleden is er geen probleem en hoeven er helemaal niet meer vrouwen in de raad. Migchielsen: ‘We horen ook uit andere gemeenten dat het volgens de mannen geen probleem is. Maar hoe schever de verhouding, des te hoger de urgentie. Er zijn ook vrouwen die het niet nodig vinden, maar dat vind ik het Stockholmsyndroom. Als je je er niet bewust van bent, ben je gewend aan de cultuur.’ Senden: ‘Het is kenmerkend voor de discussie in de samenleving. Als we ons anoniem kunnen uiten, is het ineens niet meer zo belangrijk. Terwijl het ook goed is voor de kwaliteit van de besluitvorming. Dat is de sleutel om te komen tot diversiteit.’ De Bruijn: ‘Ons initiatiefvoorstel is ook niet unaniem aangenomen. De VVD was tegen. Overigens niet omdat ze tegen diversiteit zijn, maar vanwege de ambtelijke capaciteit. En het CDA wilde geen onderzoek.’ Wat zijn wat jullie betreft mogelijke nieuwe werkvormen voor de raad? De Bruijn: ‘We kunnen nieuwe vormen van debatteren uitproberen: meer interactie, meer luisteren naar elkaar en elkaar proberen te vinden. Ook op de inhoud.’ Senden: ‘Andere tijdstippen. Overdag, of juist korter of een ander type vergadering. In Engeland konden raadsleden een beroep doen op een onkostenvergoeding als ze ’s avonds moesten vergaderen. Zo kun je zorgtaken beter combineren.’ De Bruijn: ‘Ik zie ook iets in de buddyrol: startende raadsleden krijgen een buddy om politieke strategieën door te nemen. Je hebt er dan een mentor bij.’ Haat is vaker gericht tegen vrouwelijke politici. Houdt dat vrouwen tegen? De Bruijn: ‘Dat kwam ook uit het onderzoek en de Raad zoekt Vrouw-bijeenkomst. Vanuit politieke partijen krijg je steun in hoe je hierop moet reageren. Dat maakt het gemakkelijker om het niet persoonlijk op te vatten en er goed mee om te gaan.’ Migchielsen: ‘Je kunt het niet stoppen. Er zijn altijd anonieme toetsenbordhelden. Ik was tegen Zwarte Piet en kreeg daar doodsbedreigingen over. Seksisme komt erbij, als vrouw. Het raakt je wel. Het leidt af. Het is fijn als anderen jou steunen en het serieus wordt opgepakt in de gemeente. Het is niet jouw schuld. Je wordt niet aan je lot overgelaten. En het is niet normaal. Als het je overkomt: vraag hulp. Dat zeg ik ook expliciet tegen alle kandidaten op de lijst.’ Waarom moeten vrouwen toch kiezen voor het raadslidmaatschap? De Bruijn: ‘Omdat het een supertoffe baan is die veel kansen geeft om dingen in de stad te veranderen.’ Migchielsen: ‘Je verbreedt jezelf en leert de stad op een andere manier kennen. Je voegt iets toe en bent zinnig bezig. Het plezier overheerst. Ik ben positief over het raadswerk. Je leert onderhandelen en goed luisteren. Als meer vrouwen hun vinger opsteken, ontstaat een vliegwieleffect. Probeer het gewoon.’ Senden: ‘Het is heel eervol. Er is vaak negativiteit over het bestuur, maar er is deze periode knetterhard gewerkt. Je kunt iets betekenen voor een groep en de stad. Ik ben dankbaar voor die kans. Je groeit er ook van als persoon: je probeert eruit te komen met elkaar of het oneens te zijn. Eigenlijk zou iedereen verplicht eens raadslid moeten zijn.’
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 22 ESSAY RUIMTE BEELD: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. VAN ELASTIEK ESSAY EEN LAND Het nieuwe kabinet belooft zwart op wit om zich in te zetten voor een goede ruimtelijke inrichting van Nederland. De enorme ruimtelijke transformaties die op ons afkomen, moeten óók bijdragen aan goede omgevingskwaliteit. Maar hoe? Vooralsnog blijft het akelig stil als de vraag klinkt: hoe kun je een vergunning weigeren als deze niet aan de doelstellingen bijdraagt? Hulp van de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is onmisbaar om van de papieren tijger van ‘omgevingskwaliteit’ een bijtertje te maken. We komen er niet met visionaire bespiegelingen over het belang van een aantrekkelijke, duurzame en doelmatige leefomgeving. In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) wordt gesteld dat ‘het concretiseren en operationeel maken van leefomgevingskwaliteit moet gebeuren bij daadwerkelijke ruimtelijke ingrepen.’ De crux ligt bij de uitvoering. Omgevingsvisies moeten vertaald worden naar concrete inhoud, naar processen en naar regels voor vergunningen, toezicht en handhaving. Maar hoe doe je dat? Niemand die het weet. De rijksoverheid blijft tot op heden erg stil. Op aantasting van het nationaal belang van goede leefomgevingskwaliteit staat geen duidelijke sanctie. Provincies en vooral gemeenten krijgen een zorgplicht opgelegd voor omgevingskwaliteit, maar of en hoe ze aanspreekbaar zijn als ze die plicht verzaken, is onduidelijk. Goede omgevingskwaliteit is een abstracte doelstelling. De wet heeft nog twee andere hoofddoelen: een veilige en een gezonde leefomgeving. In deze sectoren werkt men van oudsher met streef- en grenswaarden om de milieu- en gezondheidskwaliteit te normeren. Omgevingskwaliteit daarentegen kun je niet normeren en afvinken, maar moet je interpreteren, steeds weer. Er is altijd afwegingsruimte. Kwaliteit is afhankelijk van plaats en tijd, en van de belangen van huidige en toekomstige betrokkenen. Wát goede omgevingskwaliteit is, daar moet je het met elkaar over eens worden. BAUKULTUR Goede omgevingskwaliteit staat of valt bij een ruimtelijk proces dat de omgeving eer aandoet. Het omvat veel méér dan prachtige architectuur. Dit inzicht zien we ook op Europees niveau, bijvoorbeeld in de Verklaring van Davos en het Nieuw Europees Bauhaus van de Europese Unie. De Europese landen streven naar een levendige Baukultur die acht criteria omvat. De eerste drie zijn bekenden uit de sfeer van ruimtelijke kwaliteit: de identiteit van een gebied, de schoonheid van een plek en de inpassing in de landschappelijke of stedelijke context. De volgende vier hebben te maken met de verbreding tot omgevingskwaliteit: functionaliteit, duurzaamheid, economische waarde op langere termijn en sociale diversiteit van gebieden. En tot slot het criterium van governance: dat omvat de processen, de participatie, de democratische waarden. Een centrale gedachte van de Omgevingswet is dat integrale afweging plaatsvindt op grond van het ‘ja, mits…’-principe. De overheid wil initiatieven uit de samenleving omarmen in plaats van met achterdocht bekijken. De nadruk ligt niet op het voorkomen van wat onaanvaardbaar is, maar op het bevorderen van wat gewenst is. Het accent ligt op visie, ambities en doelstellingen. De normen en regels zijn minder bindend dan ze voorheen waren. FLEXIBELE REGELS Dit vraagt een fundamenteel andere houding. De nieuwe wet veronderstelt een grote verantwoordelijkheid voor de publieke zaak, ook van (private) investeerders. En het vraagt om ambtenaren en bestuurders met het vermogen om samenhang te brengen in de kwalitatieve beoordeling van initiatieven: een integrale beoordeling dus. Dit vraagt om flexibele regels en om transparantie bij het afwegen van alle belangen. In het Schetsboek voor een omgevingsplan op kwaliteit stelden wij dat ESSAY 23 flexibele, open doelvoorschriften in het omgevingsplan vergezeld moeten gaan van heldere procesregels. Want wie zich bij een rechter niet kan beroepen op rechtszekerheid biedende normen, moet tenminste zeker weten dat alle belangen in het proces volwaardig en bewijsbaar zijn gewogen. Die gedachte is verder uitgewerkt in de Hand reiking Adviesstelsel Omgevingskwaliteit. De handreiking schetst hoe het kwaliteitsgesprek een rode draad kan vormen in ruimtelijke processen. Hoe eerder het gesprek begint, hoe meer ruimte er is om te zoeken naar de beste kwaliteit. Dit is in lijn met de motie van de Tweede Kamer voor vroege en brede kwaliteitsadvisering in plaats van een sectorale welstands- en monumentenbeoordeling aan het eind van de rit. Ook dit vraagt een andere houding. Op veel plekken in het land wordt gewerkt aan de inhoud, de processen en de regels voor goede omgevingskwaliteit. Het is een zoektocht waarbij projectleiders, ontwerpers, planologen en juristen op talloze vragen stuiten. We schetsen drie voorbeelden. GEEN TANDEN De gemeente Goeree-Overflakkee is begonnen met de inhoud. Met steun van de provincie Zuid-Holland is het ‘ Normen en regels zijn minder bindend dan voorheen’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022
Pagina 24
INGEZONDEN MEDEDELING ESSAY 25 ‘ De beleidsinhoudelijken komen er amper aan te pas’ FLIP TEN CATE IS DIRECTEUR VAN DE FEDERATIE RUIMTELIJKE KWALITEIT JOSÉ VAN CAMPEN IS ZELFSTANDIG PLANOLOOG Landschaps profiel Kop van Goeree opgesteld. Aanleiding is de economische druk op het hoog gewaardeerde zandwallen- en schurvelingenlandschap. Het lijkt een vicieuze cirkel: een aantrekkelijk landschap trekt mensen en activiteiten aan, de nieuwe ontwikkelingen bedreigen vervolgens de karakteristieken waar het om ging. Het Landschapsprofiel geeft een nauwkeurige analyse van het landschap en beschrijft vijf kernwaarden: de contrasterende landschappen, de openheid, de combinatie van stilte, rust en beweging, de bestaande tradities en verhalen, en de basis van water en bodem. Transformaties zijn mogelijk, mits deze kernwaarden worden gerespecteerd. Het Landschapsprofiel geeft een ge - sprekskader en levert – als het in goede handen is – een handreiking voor realiseren van omgevingskwaliteit, maar het heeft (nog) geen ‘tanden’. Het concretiseren en operationeel maken van omgevingskwaliteit bij daadwerkelijke ruimtelijke ingrepen – de opdracht van de NOVI – ontbreekt. Naar verluidt was er een hoofdstuk met concrete richtlijnen in de maak, maar dat is geschrapt omdat de gemeente niet in de sfeer van ‘dit mag niet en dat mag wel’ terecht wilde komen en de consequenties voor de processen en de regels niet kon overzien. DILEMMA De gemeente Haarlemmermeer probeert een stap verder te gaan. De gemeente vindt het ruimtelijk karakter belangrijk: het boerenlandschap, de polderwegen, de gemalen, de Ringvaart, de luchthaven en de 31 kernen met hun eigen sfeer. Hier speelt hetzelfde dilemma: economische groei zet de geliefde karakteristieken onder druk. ‘Er zijn momenten dat ik me zorgen maak over hoe we letterlijk de ruimte vinden voor al onze ambities. Hoe houden we het leefbaar, open en groen?’ zegt de wethouder in het voorwoord van de omgevingsvisie. De ambities ten aanzien van omgevingskwaliteit zijn in de omgevingsvisie samengevat in tien gouden regels, die uiteindelijk bij alle vergunningaanvragen ook juridisch bindend moeten zijn. ‘Opvallen mag alleen in positieve zin’, is zo’n regel. En: ‘Mensen in de omgeving hebben een rol’. De gemeente werkt nu samen met de Stichting MOOI Noord-Holland aan een nota Omgevingskwaliteit die het gat moet dichten tussen de ambities uit de omgevingsvisie en het nieuwe omgevingsplan. De nota Omgevingskwaliteit zal criteria bevatten gebaseerd op de integrale omgevingskwaliteit in een gebied. De ‘gemeentelijke adviescommissie voor omgevingskwaliteit’ zal deze criteria als uitgangspunt nemen en krijgt een rol die breder is dan die van de huidige welstandscommissie. Geheel in de geest van de Omgevingswet, zou je denken. Maar men stuit op een onevenwichtigheid in de wet: de beleidsregels voor het uiterlijk van bouwwerken moeten worden vastgesteld door de gemeenteraad, de overige beleidsregels voor goede omgevingskwaliteit kunnen door het college van B&W worden vastgesteld. Waarom die scheidslijn, waar moet hij liggen en wat zijn de juridische consequenties? Niemand die het weet. BELEIDSHUIS De gemeente Súdwest-Fryslân is bezig met een Programma Omgevingskwaliteit. Deze gemeente heeft een bijzonder landschap, gevormd door ijsmassa’s, erosie, vervening en menselijke activiteiten. Verspreid in dit beschermde landschap liggen 89 kernen. Net als op de Kop van Goeree zijn water en land belangrijke kernwaarden. De gemeente heeft een ‘beleidshuis’ gebouwd waarin de langetermijndoelen van de omgevingsvisie worden gekoppeld aan programma’s voor de uitwerking van beleid en maatregelen. Integraal is hier écht integraal: in de omgevingsvisie zet de gemeente de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties (VN) in als ordeningsprincipe. De abstracte doelstellingen van de VN zijn vertaald naar een eigen SDG-kompas dat een afwegingskader en gespreksmiddel vormt bij initiatieven. Voor de uitwerking komen er thematische én gebiedsgerichte omgevingsprogramma’s. Deze programma’s zijn verbonden met algemene regels en gebiedsgerichte regels in het omgevingsplan. De gemeente koppelt dit ook aan de dienstverlening onder de Omgevingswet door verschillende serviceformules uit te werken (een serviceformule geeft aan welke dienstverlening burgers en ondernemers ontvangen). Uiteraard is dit alles nog in ontwikkeling; het Programma Omgevingskwaliteit moet nog vorm krijgen en er spelen nog veel vragen. CREATIVITEIT EN DURF Deze drie voorbeelden stemmen hoopvol. Maar het vergt ontzettend veel energie, kennis, denkvermogen, creativiteit en durf om kwaliteitsambities te operationaliseren en te concretiseren. Het vraagt samenwerking tussen ruimtelijk ontwerpers die de kneepjes van governance-processen in de vingers hebben en innovatieve planologen. Helaas hebben veel gemeenten een schreeuwend tekort aan zulke mensen. Juristen en communicatie-experts ontfermen zich momenteel over de invoering van de Omgevingswet; de beleidsinhoudelijken komen er vaak nauwelijks aan te pas. Daarom wanhopen we soms over de revolutionaire beloftes van de Omgevingswet. Het is al zo moeilijk om te voldoen aan het nieuwe Digitaal Stelsel (DSO), om gewoontes te veranderen en om het Omgevingswetjargon te begrijpen. Wat gaat er schuil achter ‘een evenwichtige toedeling van functies aan locaties’? Wat betekent ‘ja, mits’ in plaats van ‘nee, tenzij’ in concrete vergunningprocessen? Wat houdt de ‘bruidsschat’ in en wat is precies het juridische verschil tussen ‘inrichting’, een ‘activiteit’ en een ‘functie’? Om nog maar te zwijgen over de polarisatie rond de rol van de gemeenteraad en de betekenis van de participatie in het nieuwe stelsel. Als een rimpelloze, beleidsneutrale invoering van de Omgevingswet bijna een decennium op zich laat wachten – de eerste contouren van de wet verschenen in 2012 – is het de vraag of het ooit nog wat wordt met de revolutionaire beloftes ervan. Toch denken wij dat er nog hoop is voor innovatief sturen op goede omgevingskwaliteit. We roepen de nieuwe minister voor Volkshuisvesting & Ruimtelijke Ordening op om hierbij heel snel de helpende hand te bieden zodat niet iedere gemeente zelf het wiel hoeft uit te vinden. Dit is een nationaal belang. Consistent en transparant beleid voor goede omgevingskwaliteit is onmisbaar bij de aanpak van de enorme ruimtelijke opgaven van deze tijd. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022
Pagina 26
KAMES! Netwerk van het Jaar Winnaar JAN FUTUR LIVE! WERD MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: JOSSE DE VOOGD VERKIEZINGEN ACHTERGROND 27 In de Atlas van Afgehaakt Nederland gaan René Cuperus en Josse de Voogd op zoek naar Nederlanders die buitengesloten zijn geraakt van de politieke en maatschappelijke mainstream. Waar de landelijke politiek zich lijkt af te keren van die groep, lukt het lokale partijen soms wel om deze burgers ‘aangehaakt’ te houden, zien de auteurs. ‘Sommige lokale partijen weten de juiste toon te vinden.’ ATLAS BRENGT ONBEHAGEN EN WANTROUWEN IN KAART LOKALE PARTIJEN KUNNEN ‘AFHAKEN’ VOORKOMEN Op de dag dat het kersverse kabinetRutte IV triomfantelijk op het bordes stond voor het traditionele foto moment, stonden duizenden Groningers om een heel andere reden buiten in de kou. In tegenstelling tot de nieuwe ministers en staatssecretarissen stonden ze niet opgesteld in een nette formatie, op anderhalve meter afstand van elkaar, maar in lange kronkelende rijen. Ze deden allemaal een poging om een subsidie te verzilveren voor het versterken en verduurzamen van hun huizen in het aardbevingsgebied. Die twee beelden naast elkaar, paleis Noordeinde enerzijds en de eindeloze subsidierijen in Groningen anderzijds, hadden zo de cover kunnen worden van de Atlas van Afgehaakt Nederland, vindt auteur René Cuperus. ‘De vernedering van die mensen, soms bejaarden van tachtig, die in kou in de rij moesten staan voor geld dat ze toch niet kregen, en tegelijkertijd de euforie op het bordes – de hele kern van de atlas zit ‘m in dat beeld.’ De Atlas van Afgehaakt Nederland, die eind vorig jaar uitkwam, is het geesteskind van columnist en adviseur René Cuperus en onderzoeker Josse de Voogd (‘dé specialist op het gebied van electorale geografie’, aldus Cuperus). In de atlas gaan Cuperus en De Voogd op zoek naar Nederlanders die ‘niet meer meedoen’, die buitenstaanders zijn geworden in het politieke en maatschappelijke leven. De aanleiding voor het boek was het rapport Lage drempels, hoge dijken van de staatscommissie onder leiding van Johan Remkes. Die onderzocht in 2018 of de Het Waterkwartier in Nijmegen, wijk met veel relatief veel afhakers ‘ Miljarden voor stikstof en klimaat, maar geen geld voor de jeugdzorg’ parlementaire democratie nog naar behoren functioneert. ‘De maatschappelijke realiteit laat zien dat de parlementaire democratie op dit moment niet voor iedereen even goed werkt en dat burgers voor wie de democratie minder goed werkt, dreigen af te haken op de politiek of al afgehaakt zijn’, valt te lezen in het rapport. PROTESTSTEM De atlas is een verdere verkenning van die groep afgehaakte Nederlanders, legt Cuperus uit. ‘Wie zijn dat? Waar wonen ze? Wat kunnen we eraan doen?’ De atlas geeft zowaar antwoord op al die vragen – al zijn het antwoorden die zelf ook weer nieuwe vragen oproepen.
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 28 ACHTERGROND VERKIEZINGEN ‘Buitenstaander-partijen’ TK 2021 Om met de eerste vraag – wie zijn de afgehaakte burgers? – te beginnen. ‘Afgehaakt’ is geen statisch begrip, zegt Cuperus, maar in de atlas wordt de groep benaderd door te kijken naar stemgedrag. Niet komen opdagen bij verkiezingen of stemmen op een ‘buitenstaanderpartij’ is een teken van afhaken. Die buitenstaanders zijn partijen als PVV en FVD, maar ook DENK. ‘Je ziet dat de buitenstaanderpartijen nauwelijks meeregeren’, legt Josse de Voogd uit. ‘En ze zijn ook niet via andere organisaties vertegenwoordigd.’ Wat blijkt? ‘Het stemmen op buitenstaanders correleert sterk met achterstanden op het gebied van werk, inkomen en opleiding’, aldus De Voogd. ‘En ze wonen op specifieke plekken.’ De buitenstaanders doen het goed in het zuiden, in industriële regio’s, in (voormalige) groeikernen en in krimpgebieden, concluderen de twee auteurs. Bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen werd er ook in delen van het noordoosten van Nederland relatief veel op de buitenstaanders gestemd (zie afbeelding). Cuperus en De Voogd noemen het de ‘periferisering van de proteststem’. De gevestigde partijen zijn juist goed vertegenwoordigd in het midden en oosten van het land. Opvallend is dat ook gezondheid een belangrijke rol speelt in het afhaken. Sterker nog: een slechte gezondheid is een nóg betere voorspeller voor het stemmen op buitenstaanderpartijen dan indicatoren als inkomen en opleiding. Waarom dat zo is, is moeilijk te verklaren. ‘Als je een slechte gezondheid hebt, kom je ook sneller in aanraking met overheidsinstanties, en dus met wat daaraan schort’, weet De Voogd, die zelf ook met gezondheidsproblemen kampt, uit eigen ervaring. ‘Helaas is het nogal eens complex en vernederend en gaan er dingen bedoeld of onbedoeld mis.’ Bovendien hangt gezondheid samen met allerlei andere achterstanden. ‘Het lijkt erop of bij gezondheid tegelijkertijd individuele factoren – opleiding, inkomen en leeftijd –, als ook de meer maatschappelijke dimensie van sociale samenhang, eenzaamheid, vertrouwen en burgerschap samenkomen’, schrijven de auteurs in de atlas. ‘Kunnen we naast een ‘diplomademocratie’ wellicht ook spreken over een ‘gezondheidsdemocratie’? maken met sociale structuren die vaak honderden jaren terug gaan.’ Toch kan de overheid bijdragen aan een cultuur van gemeenschapszin, zegt Cuperus. ‘Een conciërge kan belangrijk zijn, of een woningbouwvereniging die niet alleen op de stenen let.’ Het wegtrekken van publieke voorzieningen uit de niet-Randstedelijke regio’s heeft juist een versterkend effect op afhaakgedrag in de perifere gebieden. In die zin, merken de auteurs op, zijn mensen niet per se doelbewust afgehaakt, maar eerder ‘afgehaakt gemaakt’, door overheidsbeleid of door allerlei maatschappelijke veranderingen. ‘Afhaken is ook vaak: niet meer mee kunnen’, schrijven ze. ‘Het tempo van de zogenaamde meritocratische race niet kunnen bijhouden.’ Zijn het ook de afgehaakte NederGezondheid gaat over deelname en toegang tot werk, inkomen, gezien worden, en tot ‘aanhaken’.’ GEMEENSCHAPSZIN Dat inkomen, werk en opleiding niet alles kunnen verklaren, blijkt uit de ‘burgerschapszone’ die de auteurs identificeren. De bevolking van dat gebied scoort weliswaar relatief laag voor inkomen en opleiding, maar komt toch in groten getale opdagen bij verkiezingen. Deze groep stemt dan nog vaak op gevestigde partijen. Ook is de gezondheid goed en de sociale samenhang sterk. De burgerschapszone tekent zich op de landkaart af als een diagonale gordel van zuidwest naar noordoost. Cuperus: ‘Dat gaat op voor gebieden met gemeenschapszin. Buren letten op elkaar. Er is onderling vertrouwen. Je hebt een kopie van elkaars huissleutel.’ De Voogd: ‘Je ziet het aan een hoge mate van vrijwilligerswerk en bloeddonaties bijvoorbeeld.’ Met andere woorden: een onderliggende sociale structuur kan het effect van individuele kenmerken ‘dempen’. Dat biedt kansen: waar zo’n sociale samenhang bestaat, wordt de kans op afhaken immers verkleind. Maar dat onderlinge vertrouwen is niet zomaar opgebouwd, denkt De Voogd. ‘Het is moeilijk af te dwingen. Dat heeft te landers die begin 2021 de winkels in Rotterdam- Zuid plunderden tijdens de avondklok rellen, of buiten het Torentje door de televisiespeech van premier Rutte heen toeterden? ‘Lastig te zeggen’, vindt De Voogd. ‘Het is nog onduidelijk wie dat zijn. Daar is nog weinig onderzoek naar gedaan.’ Wel zet de coronacrisis alles op scherp, denkt Cuperus. ‘De verschillen in gezondheid worden nóg belangrijker. En wij zien veel afgehaakten in de lagere middenklasse, en daar zit veel corona- ellende.’ DEMPENDE KRACHTEN Nog even terug naar dat bordes. Stond daar een kabinet dat oog heeft voor het afgehaakte deel van het land? De atlas-makers hebben er weinig vertrouwen in. ‘Op het bordes missen we maandag de minister voor de (verweesde) Middengroepen en de minister voor de niet-Randstad’, twitterde Cuperus. ‘D66 is de representant van hoogopgeleid Nederland, VVD de representant van rijk Nederland’, licht hij toe. ‘Daar is op zich niks mis mee, maar wel als ze onvoldoende rekening houden met de groepen die ze niet vertegenwoordigen. Dat is het alarm van deze atlas.’ De inhoud van het coalitieakkoord geeft in ieder geval weinig blijk van begrip voor de zorgen en behoeften van afgehaakt Nederland, vindt Cuperus. ‘De hele sociaBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 ACHTERGROND 29 le kwestie rondom de klimaattransitie, dat mensen die daar het geld niet voor hebben zich bedreigd voelen, daar is nauwelijks aandacht voor. Dat mist totaal tact en geduld voor niet-Randstedelijk Nederland. Er zijn miljarden voor stikstof en klimaat, maar geen geld voor de jeugdzorg en de gemeentelijke voorzieningen staan wéér onder druk.’ Menig politieke of maatschappelijke coalitie is ook het product van een politieke uitruil, ziet De Voogd. ‘Cultureel links en economisch rechts. Dat is precies het tegenovergestelde van waar de buitenstaanders vaak staan. Die willen minder migratie en meer sociale zekerheid.’ De afstand tussen het nieuwe kabinet en afgehaakt Nederland is ook in de atlas terug te zien, in een assenstelsel dat ontleend is aan onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Op de horizontale as staat ‘tevredenheid met het eigen leven’, op de verticale as gaat het om maatschappelijk optimisme of pessimisme. De stemmers op regeringspartijen VVD en D66 staan samen in de verre rechterbovenhoek: ze zijn sterk van mening dat het de goede kant op ‘ Lokale partijen weten soms de juiste toon te vinden’ gaat met Nederland en konden haast niet contenter zijn met hun eigen situatie. Wie staat er diametraal tegenover? De PVV van Geert Wilders, de grootste oppositiepartij, die ooit alleen als gedoogpartner meedeed. Ook de niet-stemmers en de andere buitenstaanderpartijen, zoals SP, FVD en PvdD, staan in het kwadrant linksonder. De situatie in de lokale politiek is wat dat betreft hoopvoller, vindt Cuperus. ‘In gemeenten is er wel een fenomeen dat deze dynamiek iets dempt: de lokale partijen. Die zijn vaak niet links en niet rechts. Niet academisch, maar veel gematigder dan Wilders of Baudet. Sommige lokale partijen weten de juiste toon te vinden.’ Ook de burgemeester, die boven de partijADVERTENTIE en staat, kan een dergelijke rol spelen, denkt Cuperus, ‘als burgermoeder voor iedereen’. Maar om die dempende krachten de ruimte te geven, is het wel van belang dat de gemeenten kunnen rekenen op voldoende financiering, tekent hij daarbij aan. ‘En we moeten oppassen met gemeentelijke herindelingen, want dat vervreemdt ook mensen.’ De Voogd: ‘Lokale partijen positioneren zich nogal eens als economisch links en cultureel rechts, dus het tegenovergestelde van de uitruil tussen hoogopgeleiden die je landelijk vaak ziet.’ De aankomende gemeenteraadsverkiezingen zullen dan ook een belangrijke graadmeter zijn voor de stemming onder afgehaakt Nederland. Cuperus: ‘Het zou een opstand van onbehagen, van wantrouwen kunnen worden. Tenzij het kabinet laat zien dat ze de boodschap hebben verstaan. Dat zal de echte test worden voor dit kabinet de komende maanden.’ De Voogd: ‘Ik ben benieuwd of de lokale partijen nog verder gaan groeien. De VVD is lokaal vaak al heel klein. Dat is al geen traditioneel grote partij meer. Kan dat nog verder verschuiven?’
Pagina 30
30 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: SABINE JOOSTEN / ANP-HH De lokale democratie is niet in crisis, maar er zijn genoeg problemen om aan te pakken. Structuurwijzingen zijn volgens Julien van Ostaaijen niet nodig. Wel vraagt deze tijd om een andere houding van politici en politieke partijen. Vrijblijvende burgerparticipatie kan echt niet meer. LOKALE POLITIEK MOET DE SCHIJNWERPERS IN ONBEKEND MAAKT ONBEMIND Vier jaar geleden stak Julien van Ostaaijen de thermometer in de lokale democratie. Nu, in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van maart, heeft de universitair docent bestuurskunde aan Tilburg University en lector Recht & Veiligheid bij Avans Hogeschool dat opnieuw gedaan. Met een brede blik: hij heeft niet alleen het functioneren van de lokale politiek onder de loep genomen, maar ook de houding van de samenleving en van de landelijke politiek op die lokale democratie. Van Ostaaijen komt tot min of meer dezelfde conclusie als in 2018. De lokale democratie functioneert niet optimaal, maar er is geen sprake van een crisis. Gemeenten vervullen hun taken grosso modo naar behoren, maar vergeten wel te vaak de samenleving erbij te betrekken. In zijn nog te verschijnen boek Lokale democratie doorgelicht. Het functioneren van een onbegrepen bestuur verdeelt hij de problematiek in drie lagen: de lokale samenleving, de lokale politici en de landelijke politiek. Binnenlands Bestuur nam met Van Ostaaijen op deze drie niveaus de belangrijkste knelpunten door, waarbij de bestuurskundige mogelijke oplossingen aandraagt. DE SAMENLEVING HET PROBLEEM ‘Om van de lokale democratie te houden, moet je haar op zijn minst kennen’, stelt Van Ostaaijen. Zeker bij jongeren ontbreekt het aan kennis, en daarmee aan liefde. Uit diverse onderzoeken blijkt dat jongeren nauwelijks weten waar de gemeenteraad over gaat. Voor een ruime meerderheid van de jongeren staat daarnaast de landelijke politiek dichter bij dan die in de eigen gemeente. Ook volwassenen staan niet te trappelen om actief te worden in de lokale democratie. ‘Nederlanders zijn echt bereid de handen uit de mouwen te steken, neem de vele mantelzorgers. Maar als je kijkt naar politieke activiteit en interesse blijft dat achter. Je zou zeggen dat er potentieel zit, maar op de een of andere manier bereikt dat potentieel niet de lokale politiek.’ DE OPLOSSING Dé oplossing heeft Van Ostaaijen niet. Er zijn ook meerdere oplossingen denkbaar. De samenleving moet in ieder geval meer bij de politiek worden betrokken. Om te beginnen moet er in het (middelbaar) onderwijs meer aandacht voor lokale democratie komen. ‘Elke week een half uur les over het lokaal bestuur is wellicht een iets te grote inbreuk op een lesprogramma, maar er moet op scholen wel veel meer gebeuren dan nu. Ik heb ook niet de illusie dat na deze lessen jongeren massaal het lokale bestuur interessant vinden, maar die weg moet je wel bewandelen.’ De jongeren moeten op zijn minst leren hoe de lokale democratie werkt en wat het takenpakket van een gemeente is, vindt Van Ostaaijen. En daarna zouden de jongeren moeten snuffelen aan de praktijk, door bijvoorbeeld stage te lopen bij een wethouder of aan te sluiten bij een werkbezoek van de gemeenteraad. Inwoners moeten daarnaast door lokale politici en bestuurders worden betrokken, uitgedaagd en gestimuleerd om aan de lokale democratie mee te doen. Burgerparticipatie is een van de manieren om dat te bereiken. ‘In een situatie waarin zo weinig mensen zijn geïnteresseerd in de politiek zeg ik: koester iedereen. Dat je in burgerparticipatietrajecten steeds dezelfde mensen tegenkomt, weegt niet op tegen het feit dat je iedereen hard nodig hebt.’ Wel moet voorkomen worden dat inwoners tijdens of na een traject gedesillusioneerd afhaken. ‘Veel gemeentebesturen gaan wel erg vrijblijvend om met de resultaten van participatietrajecten. Durf invloed uit handen te geven.’ Van Ostaaijen vindt dat uitkomsten van participatietrajecten meer leidend moeten worden. ‘Natuurlijk moet je als bestuurder altijd afwegingen maken, maar er moet serieuzer met de resultaten worden omgegaan.’ HET LOKALE BESTUUR HET PROBLEEM Bestuurders en overheden moeten van onbesproken gedrag en integer zijn, stelt Van Ostaaijen. Ook moeten zij het goede voorbeeld geven. Dat gaat lang niet altijd goed. De Politieke Integriteitsindex komt ieder jaar tot vijftig affaires; daarbij wordt gekeken naar alle bestuurslagen, dus niet alleen naar het lokaal bestuur. ‘Op tienduizend bestuurders en politici is vijftig misschien niet veel, maar elke affaire is er een te veel. Uit onderzoek onder lokale bestuurders lijkt dit aantal overigens het topje van de ijsberg te zijn. Het gaat daarbij wel om vermoedens, niet om bewezen niet-integer gedrag.’ Vaak zitten er ook hele knullige dingen bij, weet Van Ostaaijen. Zoals een gemeenteraad die akkoord gaat met de aanstelling van een wethouder voor 95 procent, zodat de wethouder zijn neveninkomsten kan behouden. ‘Wettelijk gezien is er geen vuiltje aan de lucht, maar je moet gevoel BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 ACHTERGROND 31 hebben voor hoe de samenleving daarnaar kijkt. Die kijkt toch net iets kritischer en strenger naar politici en bestuurders en verwacht van hen ander moreel gedrag dan ze van zichzelf verwacht. Je kunt zeggen dat dit hypocriet is, maar het is wel hoe het werkt. Daar moet je als bestuurder rekening mee houden.’ Het organiseren van tegenmacht schiet soms tekort. ‘Tegenmacht is essentieel onderdeel van de lokale democratie’, schrijft Van Ostaaijen. ‘Democratie is meer dan zorgen voor een goede verbinding tussen de lokale samenleving en het lokale bestuur. In een democratie is het ook van belang bescherming te bieden aan minderheden tegen de meerderheid, en andersom.’ DE OPLOSSING Lokale bestuurders zijn zelf verantwoordelijk voor het organiseren van hun eigen tegenmacht, vindt Van Ostaaijen. Tegenmacht kan op verschillende manieren worden georganiseerd. Zoals de inzet van een actieve rekenkamer, waar raad en griffie in de ogen van de bestuurskundige vaker een beroep op moeten doen. Maar ook goede informatievoorziening is belangrijk. Van Ostaaijen heeft geen goed woord over voor de situatie waarbij premier Rutte − voor het beruchte 1-april-debat over ‘Omtzigt, functie elders’ − een gespreksverslag, als fractievoorzitter van de VVD, eerder kreeg dan de rest. ‘Het lijkt klein, maar gedoe om informatievoorziening is van alle tijden. Als informatievoorziening politiek wordt gemaakt − door het te veel te geven, of te beperkt, of met geheimhouding − kun je er allerlei politieke spelletjes mee spelen. Informatie wel aan de een, maar niet of later aan een ander geven, vind ik een van de kwalijkste vormen daarvan.’ Als het gaat om integriteit is het volgen van de formele regels niet genoeg, benadrukt Van Ostaaijen. ‘De verdediging anno 2022 – “Ik heb me aan de regels gehouden” – gaat niet meer op. We hanteren hogere morele maatstaven voor bestuurders.’ DE LANDELIJKE OVERHEID HET PROBLEEM De landelijke overheid denkt vooral aan zichzelf. Cru gezegd: als het de landelijke overheid goed uitkomt, krijgen gemeenten er taken bij, maar als gemeenten bij Den Haag voor hulp aankloppen, krijgen ze geen gehoor. Het ontbreekt daarnaast aan een overkoepelende visie op het lokaal bestuur. Plannen komen vaak na coalitieonderhandelingen uit de hoge Haagse hoed, terwijl over de gevol
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 32 ACHTERGROND BESTUUR gen ervan voor het lokaal bestuur niet goed is nagedacht. ‘Bij een kabinetsbesluit is vaak het algemeen belang of het belang van het lokaal bestuur niet leidend, maar wordt er puur opportunistisch gehandeld. Als het het kabinet goed uitkomt, omdat er bijvoorbeeld moet worden bezuinigd, krijgen gemeenten er taken bij. Niet omdat het kabinet ervan overtuigd is dat bepaalde taken het beste door gemeenten kunnen worden opgepakt. Dat is kwalijk.’ In het huidige regeerakkoord staat ook weer iets vaags, vindt Van Ostaaijen. ‘We bezinnen ons op de positie van het lokale bestuur en de positie van de burgemeester daarbinnen om het toekomstbestendig te maken’, aldus het coalitieakkoord van Rutte IV. ‘In coalitiebesprekingen wordt vaak een ratjetoe aan maatregelen bedacht waarvan je je kunt afvragen of het lokaal bestuur daar beter van wordt. Het is waarschijnlijk onvermijdelijk dat er iets met die burgemeester gaat gebeuren, maar als het enige argument is dat een benoemde burgemeester niet meer van deze tijd is, vind ik het te mager om te zeggen dat de ‘ Tegenmacht is een essentieel onderdeel van de lokale democratie’ procedure op de schop moet.’ Zorgen maakt Van Ostaaijen ook over het feit dat Den Haag de lokale politiek niet begrijpt. Of niet wil begrijpen. In ieder geval handelen ze volgens hem niet en laten gemeenten geregeld in de kou staan als die met een probleem zitten dat door de landelijke overheid moet worden opgelost. DE OPLOSSING ‘De landelijke overheid moet goed doordenken wat een voorstel betekent voor de rest van het lokale bestuur. Of het nu gaat om decentralisatie, gekozen burgemeester of verruiming van het lokale belastingstelsel’, stelt Van Ostaaijen. ‘Vraag daar slimme mensen bij en kijk naar ervaringen in het buitenland. Dan weet je dat er bij een gekozen burgemeester conflicten kunnen ontstaan tussen bestuursorganen. ADVERTENTIE Dat hoeft niet erg te zijn, maar je moet het wel weten en meenemen in je overwegingen. Dat mis ik op landelijk niveau.’ De landelijke overheid moet ook meer oog hebben voor de noden van het lokaal bestuur. ‘Er zijn veel politici die lokaal begonnen zijn, maar ze handelen er niet of te weinig naar. Voor een deel snap ik dat, want je hebt in Den Haag andere belangen en andere verantwoordelijkheden. Maar ik schrik er soms wel van hoe de lokale belangen met voeten wordt getreden. Dat moet anders. Een oplossing kan zijn om afspraken te maken tot waar die landelijke inmenging mag gaan. Zolang dat echter niet gebeurt, staat er geen rem op.’ Lokale democratie doorgelicht. Het functioneren van een onbegrepen bestuur verschijnt begin februari bij Boom Uitgevers. Kompas 2022 3 februari Op 3 februari worden voor de 12e keer de Beste Bestuurder, de Beste Jonge Bestuurder en de Beste Bestuurder van een kleine gemeente bekendgemaakt. Bent u ook nieuwsgierig en wilt u hierbij zijn? Het is online te volgen en aanmelden is gratis. Tijdens deze editie van Kompas/Beste Bestuurder gaan we in op het contact tussen bestuurder en inwoner. Hoe ervaren bestuurders het contact met de burgers? Wat zijn hun tips en tricks? En hoe zorg je ervoor dat je als bestuurder écht contact met je inwoners maakt? Mis het niet en meld u aan op www.BBkompas.nl Aanmelden is gratis! i.s.m.: Dé loopbaanadviseur voor bestuurlijk Nederland livestream DOOR: MARJOLEIN VAN TRIGT FOTO: MARCEL J. DE JONG/ ANP-HH DIGITAAL ACHTERGROND 33 Videotulen, opnamen van raadsvergaderingen in combinatie met relevante informatie zoals agenda’s, besluiten en metadata, moeten worden bewaard voor toekomstig gebruik. Binnenlands Bestuur, de Vereniging van Griffiers en softwareleverancier NotuBiz zochten uit hoe ver lokale overheden zijn met het archiveren van videotulen. De meeste zijn de oriëntatiefase nog niet voorbij. ADVIES OM ALLE BESCHIKBARE INFORMATIE OVER TE DRAGEN AAN STREEK- OF GEMEENTEARCHIEF BEWAREN VIDEOTULEN GEEN APPELTJE-EITJE Door de coronacrisis is het archiveren van videotulen een actueel onderwerp geworden voor gemeenten, provincies en waterschappen. Van vergaderingen moet een verslag worden bewaard. Dat mag een schriftelijk verslag zijn, maar ook een video-opname van een vergadering, en juist dat laatste komt van pas in tijden van videovergaderingen en webcasts (online uitzendingen). Een video-opname geeft belangstellenden een completer beeld van wat er tijdens de vergadering is besloten en op welke gronden dan geschreven notulen. Toch is het maken van ‘videotulen’ geen kwestie van simpelweg de opnameknop indrukken. Hoewel de samentrekking anders doet vermoeden, zijn videotulen niet simpelweg notulen in videovorm. Videotulen bestaan uit een videoverslag van een besluitvormingsproces, inclusief alle informatie eromheen: de vergaderagenda’s met agendapunten, voorstellen met bijlages, audiovisuele opnames met indexering, ondertiteling en schriftelijke verslagen. Om al deze informatie als een handzaam en bruikbaar pakketje veilig te stellen voor de toekomst, is kennis, organisatie en tooling nodig. Door middel van een enquête onderzochten Binnenlands Bestuur, de Vereniging van Griffiers en softwareleverancier NotuBiz de stand van zaken rondom videotulen. Hoe ver zijn gemeenten met het archiveren van videotulen? Weten ze wat er wettelijk van ze wordt verlangd? Tegen welke uitdagingen lopen ze aan? De enquête stond in juni en juli 2021 op binnenlandsbestuur.nl en werd ingevuld door honderdvijftig deelnemers. Onder hen bevonden zich veel griffiers en informatieadviseurs, maar ook raadsleden en beleidsmedewerkers. De meesten van hen waren op het moment van invullen werkzaam bij een gemeente. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste lokale overheden zich nog oriënteren op de mogelijkheden voor archivering van videotulen. Het overgrote deel heeft een vorm van tijdelijke bewaring ingericht, in het bestuurs-, raads- of stateninformatiesysteem (BIS, RIS, SIS) dan wel bij de leverancier die webcasts van de raadsvergaderingen voor ze organiseert. 30 procent van de ondervraagden geeft aan dat de organisatie bezig is met de aankoop of inrichting van een e-depot, een digitaal archief waar de videotulen in de toekomst duurzaam zullen worden opgeslagen. DUURZAME TOEGANKELIJKHEID Niki van de Loo en Mariska Petray, respectievelijk productmanager en productowner bij NotuBiz, de uitvoerder van het onderzoek, zijn niet verrast BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 34 ACHTERGROND DIGITAAL over deze bevindingen. ‘Veel archieven zijn nog bezig met de aanschaf van een e-depot, dus de inrichting daarvan is nog niet helder’, zegt Van de Loo. ‘Dat ontslaat gemeenten echter niet van de plicht om zich alvast te verdiepen in het archiveren van videotulen. Wij sluiten ons aan bij de aanbeveling van het Nationaal Archief om bij de aanschaf van een nieuwe applicatie al na te denken over het archiveren van informatie. Maak het direct belangrijk, dan zit je niet met een probleem als het zo ver is dat je moet gaan archiveren.’ Volgens het Nationaal Archief moet informatie ‘vindbaar, beschikbaar, leesbaar, interpreteerbaar en betrouwbaar’ zijn voor degenen die er recht op hebben, vanaf het moment van ontstaan en voor zolang als noodzakelijk. Het sleutelwoord in dezen is duurzame toegankelijkheid. Hoe zorg je dat mensen ook in de toekomst een duidelijk beeld krijgen van wat zich in de vergadering heeft afgespeeld? Dat betekent dat het niet voldoende is om videotulen naar een documentmanagement- (DMS) of zaaksysteem te exporteren, zoals normaal gesproken wel met schriftelijke notulen gebeurt. Daarin is veel informatie afkomstig uit het BIS, RIS of SIS namelijk niet meer beschikbaar en interpreteerbaar. SELECTIELIJSTEN Om een besluitvormingsproces te kunnen reconstrueren, moet ook een tijdelijke digitale archiefbewaarplaats alle relevante informatie bevatten. Dat vereist nogal wat uitzoekwerk van degenen die met dit proces zijn belast. In 80 procent van de gevallen is dat de griffie, in 55 procent een informatiemanager of -adviseur, in 54 procent ook DIV-medewerkers (documentaire informatievoorziening) en in 48 procent een archivaris, blijkt uit de enquête. ‘Gemeenten die al succesvol bezig zijn met het archiveren van videotulen, kennen de werkprocessen binnen de organisatie over het algemeen goed’, zegt Mariska Petray. ‘Ze verdelen de werklast: de griffie checkt of de informatie compleet is, de DIV-medewerkers op welke manier de informatie bij het archief moet worden aangeleverd. De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij griffie.’ In de selectielijst 2021 is vastgelegd dat videotulen moeten worden gearchiveerd. Selectielijsten beschrijven welke informatie hoe lang bewaard dient te worden en wat er mag worden vernietigd. Opvallend genoeg weten lang niet alle respondenten dat er selectielijsten bestaan. Slechts 68 procent van de respondenten is op de hoogte van het bestaan van zulke lijsten. ‘Selectielijsten zeggen iets over de kaders waarbinnen je dit werk verricht’, zegt Niki van de Loo. ‘ Het is geen kwestie van simpelweg de opnameknop indrukken’ ‘Onbekendheid met die kaders kan ervoor zorgen dat gemeenten informatie onterecht wissen. Dat komt het uiteindelijke doel van videotulen, transparantie over het democratische proces, niet ten goede.’ Uit het onderzoek blijkt dat een e-depot nog node wordt gemist door veel gemeenten. Bij slechts 32 procent heeft het archief een e-depot beschikbaar. Ook worstelen relatief veel deelnemers met het toeganke31,0% 31,5% 32,0% 32,5% 33,0% 33,5% 34,0% 34,5% 35,0% ja responses ZEVEN AANBEVELINGEN VOOR VIDEOTULEN-ARCHIVERING 1. Neem archivering mee in de aanbesteding van nieuwe systemen. Stel eisen aan de mogelijkheden om informatie te archiveren. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten raadt aan om van leveranciers in ieder geval te eisen dat het eigendom van videoverslagen en metadata ligt bij de gemeente. Nu ligt dat soms bij de leverancier; dat is niet handig als het op archiveren aankomt. Beschrijf in de aanbesteding ook de vereisten vanuit het archief, zoals voor metadata-standaarden en bestandsformaten. 2. Zorg dat informatie direct als geheel wordt bewaard. Dat voorkomt veel uitzoekwerk op het moment dat er moet worden gearchiveerd. 3. Betrek de organisatie en het archief bij het werkproces rondom het bewaren van videotulen. Verdeel het de werklast over de griffie en de DIV-medewerkers. 4. Breng videotulen vanuit het bestuurs-, raads- of stateninformatiesysteem (BIS, RIS, SIS) direct over naar het e-Depot. Videotulen exporteren naar een documentmanagement-(DMS) of zaaksysteem is niet handig, omdat sommige onderdelen daarin niet beschikbaar en interpreteerbaar zijn. 5. Draag alle informatie over aan het archief. Misschien is de techniek om er chocola van te maken nu nog niet beschikbaar, maar komt daar in de toekomst verandering in. 6. Houd u aan de geldende standaarden, zoals Metadata Duurzaam Toegankelijk Overheidsinformatie (MDTO, voorheen TMLO genoemd). Het is niet nodig om zelf het wiel uit te vinden – en het vergroot de toegankelijkheid van de informatie als het volgens standaarden is opgeslagen. 7. In het verlengde van aanbeveling 6: ga in gesprek met andere organisaties die ervaring hebben met archiveren van videotulen. Hoe meer gemeenten een effectieve aanpak kiezen, hoe groter de winst voor het raadslid, de journalist of de historicus die in de toekomst in uw videotulen grasduint. nee weet ik niet lijk maken van videotulen: opslaan is één ding, maar hoe zorg je dat mensen er ook echt iets aan hebben? Zo schrijft één respondent als voornaamste uitdaging: ‘De langdurige bewaring in context van andere archiefstukken mét behoud van de metadata, zoals spreker/ onderwerp/ tijdstip.’ ‘Wij adviseren om álle beschikbare informatie over te dragen aan het streek- of gemeentearchief, ook informatie die nu nog niet goed doorzoekbaar is’, zegt Van de Loo. Over tien jaar is de techniek wellicht zo veel verder dat bijvoorbeeld geautomatiseerd ondertitelen en het semi-geautomatiseerd genereren van metadata de gewoonste zaak van de wereld zijn. Die tien jaar komt niet zomaar uit de lucht vallen. Met ingang van de nieuwe Archiefwet, die in november 2021 is ingediend maar nog niet is aangenomen, moeten videoverslagen na een periode van maximaal tien jaar worden overgebracht naar de Heeft uw organisatie een e-Depot? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 ACHTERGROND 35 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Hoe ver bent u met de archivering van videotulen? responses technisch te ‘bevriezen’. Als je niks doet, gaat belangrijke informatie verloren.’ We hebben er nog niet over nagedacht We hebben gekeken naar de mogelijkheden We hebben de tijdelijke bewaring ingericht (in DMS of RIS/SIS) archiefbewaarplaats of het e-depot van de gemeente. Eerder was dat twintig jaar. Archieven stellen eisen aan de manier waarop videotulen worden aangeleverd. Gemeenten die het onderwerp te lang op zijn beloop laten, dreigen tegen een flinke berg werk en een hoge kostenpost op te lopen. Hebben gemeenten die zich nog helemaal niet bezighouden met het archiveren van videotulen een probleem? ‘Er COLUMN JAN VERHAGEN VALSE START Dat is snel! Op 10 januari ’s ochtends werd het nieuwe kabinet beëdigd door de Koning. En al op 10 januari ’s middags presenteerde het kabinet zijn startnota. Dat is 26 dagen na het sluiten van het regeerakkoord, op 15 december. De eerste zin van de startnota maakt meteen duidelijk wat het is: ‘Deze startnota is de vertaling van de financiële afspraken uit het regeerakkoord’. Precies dezelfde zin als waarmee ruim vier jaar terug de startnota van het vorige kabinet verscheen. En even snel. Het vorige kabinet sloot zijn akkoord op 9 oktober 2017, en 25 dagen later, op 3 november 2017, verscheen toen de startnota. Met dezelfde eerste zin: ‘Deze startnota is de vertaling van de financiële afspraken uit het regeerakkoord’. Dezelfde tijd, dezelfde naam, dezelfde beginzin – dan mag ik toch dezelfde inhoud verwachten? Het vorige kabinet ging veel meer geld uitgeven. En het gemeentefonds zou meegroeien. In het regeerakkoord 2017 werden de ruw geraamde groeipercentages (accressen) van het gemeentefonds voor de komende jaren aangegeven, en de bijbehorende bedragen. In de startnota 2017 werden de ruwe ramingen van het regeerakkoord nauwkeuriger berekend en geactualiseerd. Ook toen werden groeipercentages en bedragen genoemd. De nauwkeurige ramingen verschilden ongeveer 500 miljoen euro van de ruwe – gunstiger welteverstaan. Ook het huidige kabinet gaat veel meer uitgeven. En het gemeentefonds groeit mee. Tot zover de overeenkomsten. In het regeerakkoord 2021 werden wel de bedragen voor de komende jaren genoemd, maar niet de percentages. Het was evenveel moeite geweest om die percentages wél te noemen, maar ja. De ramingen verschillen ongeveer 100 miljoen euro. En iedereen dacht: dat is dus een nieuwe, nauwkeurigere berekening. ‘ Dit is geen echte startnota’ Maar wat blijkt? Het is dezelfde ruwe schatting, maar gepresenteerd in een andere vorm. En dus andere bedragen. Dezelfde inhoud, een ander jasje. Het kostte een week, maar toen hadden de gemeenten dat ook door. Deze startnota is geen nauwkeurige berekening van de ruwe ramingen van het regeerakkoord. Het vorige kabinet had 25 dagen nodig voor een nauwkeurige berekening, het huidige kabinet heeft 26 dagen nodig voor een herformulering van de oude ruwe raming. Dit is geen echte startnota. Dit is een valse startnota. En met de naam ‘valse start’ geeft de nota toch een goed beeld van de financiele keuzes van dit kabinet. We voeren recordmanagement uit (via een RMA of het RIS/SIS) Videotulen worden overgedragen naar een e-Depot mag meer gevoel voor urgentie ontstaan’, zegt Petray. ‘Hier en daar heerst het idee dat de gemeenten nog alle tijd hebben. Maar je hebt een zorgplicht over videoverslagen die nog niet in een archief zijn opgenomen. Ook als de leveranciers van webcasts de videotulen voorlopig nog bewaren, is archiefzorg toch echt een plicht van de gemeenten zelf. Data moet je beschermen tegen wijzigingen door ze Anders, namelijk: DOORLOPEND PROCES Een enkele respondent vindt het allemaal maar overtrokken (‘een besluitenlijst voldoet mijns inziens ook’). En in vergelijking met het archiveren van videotulen wás het archiveren van papieren informatie ook simpel: een printje verdween in een papieren archiefmap, klaar. Vaak werd een aantal jaren aan informatie tegelijk overgebracht naar het archief. Sommige formulieren van archieven beschrijven letterlijk hoeveel vierkante strekkende meter aan archiefmappen de gemeente kwam aanbieden. Met digitaal archiveren verandert ook dat. Het biedt de mogelijkheid om bijvoorbeeld per kwartaal te archiveren, of zelfs om per vergadering een aanvullende handeling te verrichten die de archivering direct mogelijk maakt. Van de Loo: ‘Gemeenten moeten nu jaren aan informatie bekijken. Dat is even een klus, maar daarna is het een doorlopend proces. Dit verandert de beleving en de manier van werken. Vooruit strevende gemeenten halen er voldoening uit om de zaken op orde te hebben.’
Pagina 36
36 ACHTERGROND PARTICIPATIE DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP-HH Toegankelijkheid van informatie voor mensen met een handicap is voor alle overheden een kwestie van vallen en opstaan. In Luxemburg zien ze de gebarentaaltolk als oplossing, in Nederland zeggen ze: begin met ondertitelen. LUXEMBURG WINT EU-ACCESSIBILITY AWARD GEBARENTAALTOLK BIJ IEDERE RAADSVERGADERING G BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 ACHTERGROND 37 ‘ Ondanks de prijs kunnen we nog veel leren’ gewend zijn. ‘Ik was eigenlijk geschokt toen ik zag dat het in het Europees Parlement niet gebeurt’, zegt de Groene Luxemburgse Europarlementariër Tilly Metz, die in 2019 de overstap maakte van de Luxemburgse gemeenteraad met haar 27 leden naar het Europees Parlement met 705 leden. Een kwartier tolken in de Luxemburgse gemeenteraad, in de Duitse gebarentaal en dan weer een kwartier uitblazen, en weer aan de bak. Anders is het niet te doen, zegt Lynn Bidaine, de gebarentaaltolk. De gemeenteraad van 27 leden vergadert ongeveer een keer per maand in het rustieke Hôtel de Ville aan de Place Guillaume in het centrum van de hoofdstad van het groothertogdom. Vanwege corona gebeurt dat zonder publiek, maar Lynn Bidaine – of een collega – is standaard wel aanwezig. Voor de livestream en het archief is het belangrijk dat doven in staat zijn te volgen wat er wordt gezegd, vinden ze in Luxemburg. En dat is hard werken voor de tolk. De gemeenteraad vergadert in het Lëtzebuergisch, wat gebarentaaltolken in de Duitse gebarentaal vertalen. Dat is sinds 2018 de officiële gebarentaal. Luxemburg kent geen eigen gebarentaal, maar de meeste doven in Luxemburg zijn wel de Duitse gebarentaal machtig, aldus Sabrina Colle van Hörgeschädigten Beratung. Deze hulpdienst voor mensen met een gehoorbeperking levert de tolken aan de Luxemburgse gemeenteraad. Lynn Bidaine beluistert als Luxemburgse tolk de vergadering dus in het Luxemburgs en geeft het dan weer in de Duitse gebarentaal. Die beweging is knap vermoeiend, zegt ze. Bij haar collega gaat het weer anders: ze is Duits en spreekt geen Luxemburgs. Voor haar zit dan een tolk klaar die het Luxemburgs van de raad vertaalt in het Duits zodat ze zich in de Duitse gebarentaal kan uiten. In de stad Luxemburg gebeurt dit al bijna tien jaar; zolang, dat ze er helemaal aan INCLUSIE ‘De Luxemburgse tolken zijn belangrijk voor de inclusie’, zegt Madeleine Kayser, de beleidsverantwoordelijke voor inclusie van de stad Luxemburg. Over het aantal mensen met een gehoorbeperking bestaan in de stad geen statistieken, zegt Colle. Kayser. ‘Maar als één persoon het al nodig heeft, dan is het de investering waard.’ De investering is bovendien relatief klein, met een budget van 30.000 euro per jaar. Overigens valt als kanttekening te plaatsen dat de slechthorenden die geen gebarentaal spreken, buiten de boot vallen. De gemeenteraadssessies in het archief worden namelijk niet ondertiteld. Slechthorenden die geen gebarentaal spreken – en die groep is bijvoorbeeld in Nederland tien keer groter dan het aantal gebarentaalgebruikers – moeten zich behelpen met een schriftelijk verslag dat in het Frans en Duits op de site staat. En dat is dan ook niet actueel: de verslagen op de site van de stad Luxemburg vdl.lu zijn op 18 januari bijgewerkt tot 25 oktober 2021. Inmiddels is de raad vijf vergaderingen verder. Hoe het ook zei, het werken met de gebarentaaltolken in het stadhuis van Luxemburg bij raadsvergaderingen heeft ertoe bijgedragen dat Luxemburg de Accessibility Award van de Europese Unie kreeg toegewezen. Met de prijs is een bedrag gemoeid van 150.000 euro. Wat eveneens TOLKENTEKORT Of het raadzaam is om in Nederland bij elke raadsvergadering gebarentolken in te zetten is volgens Wouter Bolier maar zeer de vraag. De beleidsmedewerker toegankelijkheid van Ieder(In), de belangenorganisatie voor mensen met een beperking wijst op het nijpende tekort aan gebarentolken in ons land. ‘In Nederland geldt dat iedere bezoeker aan een gemeenteraadsvergadering of een gemeenteraadslid wel een (individuele) tolkvoorziening kan gebruiken. Dat is dus maatwerk: wanneer er dove bezoekers of deelnemers bij de gemeenteraadsvergadering aanwezig zijn, dan kan een gebarentolk – of een schrijftolk – worden ingezet. Gemeenteraadsvergaderingen moeten volgens de wet Tijdelijk Besluit Digitale Toegankelijkheid bij publicatie online achteraf worden ondertiteld en waar nodig van audiodescriptie worden voorzien.’ punten opleverde voor de Award is dat je als blinde een app kunt instellen die aangeeft of de bus – die in Luxemburg gratis is – op tijd is. De stad Luxemburg maakt op meer vlakken werk van toegankelijkheid, zegt Madeleine Kayser. Als er aan een weg wordt gewerkt, dan wordt er gekeken of er mensen met een beperking, bijvoorbeeld blindheid, wonen. Die krijgen dan een mobiliteitstrainer die hen helpt. Als ze verhuizen en er is een aanpassing van de weg noodzakelijk, dan kunnen ze bij die trainer aankloppen. Deze beleidsmedewerker heeft bij alle vakdiensten van de gemeente contactpersonen en dan wordt het geregeld. De stad organiseert daarnaast zogeheten Sensibilisierungswochen, om bij de bevolking een beter begrip voor mensen met een beperking te creëren. Dat gebeurt onder andere met behulp van films, tentoonstellingen en eten in het donker. MARATHON Wethouder Inclusie Patrick Goldschmidt is heel verheugd over het winnen van de prijs, want het laat zien dat Luxemburg op de goede weg is. Tegelijk meldt hij dat de gemeenteraad nauwelijks reageerde op de prijs. De award, die nog feestelijk zal worden uitgereikt, betekent niet dat Luxemburg er al is qua inclusie. ‘Je kunt iedere dag en van iedere situatie leren’, meent hij. ‘Bijvoorbeeld van andere steden of deelnemers.’ Het doel van inclusie moet volledige integratie zijn, en dat wordt breed gedeeld in Luxemburg. En er is nog veel te doen. De overheidsgebouwen moeten bij wet toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Maar daar komen vanaf 2023 in Luxemburg de overige gebouwen bij. Voor de stad Luxemburg is dat een
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 38 ACHTERGROND PARTICIPATIE 150.000 euro is nog niet gevonden. Madeleine Kayser lijkt het een goed idee het te investeren in bewustwording. Sabrina Colle van Hörgeschädigten Beratung heeft weer andere wensen op haar lijstje staan. uitdaging, want de stad kent veel oude gebouwen waar je via een trap binnenkomt of waar het toilet beneden is. Verder is er gedoe geweest rondom de ING-marathon van Luxemburg. Organisaties van mensen met een beperking wilden dat de deelnemers met beperking hetzelfde parcours konden afleggen als mensen zonder, vertelt Europarlementariër Metz. Dat is zo hoog opgelopen dat de organisatie dreigde het bijltje erbij neer te gooien. Uiteindelijk is de marathon vanwege corona niet doorgegaan, maar Metz kan nog altijd niet begrijpen waarom het in bijvoorbeeld San Francisco wel kan, maar in Luxemburg, met alle inclusiegedachten, niet. Een definitieve bestemming voor de ‘Mensen met een gehoorbeperking hebben toegankelijke informatie nodig, of het nu gaat om websites, brieven, formulieren, informatiebijeenkomsten of nieuws. Er is hier nog veel te doen, veel informatie is nog niet toegankelijk. Om zelfbeschikkend en onafhankelijk te kunnen leven, moeten mensen met een gehoorbeperking echter toegang hebben tot informatie’, zegt Colle. ‘Het is ook belangrijk dat er andere contactmiddelen zijn dan de telefoon. En dat meer mensen worden opgeleid in de omgang en communicatie met mensen met gehoorstoornissen.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. EXPERIMENTEN IN HET EU-PARLEMENT Het Europees Parlement werkt aan betere toegang tot debatten voor doven en slechthorenden dat per eind 2023 geïmplementeerd moet zijn. Het parlement wil meertalige debatten automatisch in real time laten transcriberen en vertalen. Het uiteindelijke doel is een automatische bijschriften- en vertaaldienst voor parlementaire debatten in 24 talen in real time. Het instrument zou dan geleidelijk in de IT-architectuur van het Parlement worden geïntegreerd zodat het ruimer kan worden gebruikt. Het systeem is al getest tijdens de live-evenementen in het kader van het Europees jeugdevenement. Het Europees Parlement past websites verder regelmatig aan de richtsnoeren van het Web Accessibility Initiative (WAI) aan, overeenkomstig de EU-richtlijn inzake de toegankelijkheid van websites van overheidsinstanties. Zo zijn de webpagina’s duidelijker gemaakt en is gemakkelijker te navigeren met alleen een toetsenbord of ondersteunende technologie zoals een schermlezer. Ook is een deel van de multimedia-inhoud toegankelijker gemaakt met de toevoeging van ondertitels en transcripties. ADVERTENTIE DOOR: KATJA KEUCHENIUS FOTO’S: JORIS VAN GENNIP / ANP-HH RUIMTE ACHTERGROND 39 Het aantal voedselbossen neemt toe. Ze dragen bij aan biodiversiteit, klimaatadaptatie en burgerbetrokkenheid. Maar gemeenten ontvangen ze niet altijd met open armen. ‘Voor het tweede jaar op rij is de onderlaag van de begroeiing weggemaaid.’ HET LASTIGE HUWELIJK TUSSEN GEMEENTE EN VOEDSELBOS ‘ BOMEN ZIJN BIJNA ALTIJD PROBLEMATISCH’ De groenbeheerders van gemeente Utrecht gingen laatst op excursie in voedselbos Rijnvliet. In de gelijknamige woonwijk, nog in aanbouw, staan straks vijftien hectare eetbare planten en bomen tussen duizend woningen. Voor dat groen gelden speciale onderhoudsprotocollen. Tijdens de excursie kregen de groenbeheerders van de gemeente uitgelegd wat hier allemaal groeit en wat daarbij komt kijken. Het stadsgroen in Rijnvliet bestaat immers niet uit gewone grasveldjes die op standaardtijden gemaaid moeten worden en niet uit één boomsoort per straat die makkelijk aansluit op de grote bomenonderhoudsbeurten van de stad. ‘Er staan wel dertig verschillende bomen in één straat en er groeien kruidenmengels in het gras’, zegt landschapsarchitect Marnix Vink. Zijn bureau Felixx is sinds 2017 bezig met het ontwerp van voedselbos Rijnvliet. Alle geselecteerde planten en bomen zijn op de een of andere manier eetbaar, of het nu de noten, bladeren, bloemen of vruchten zijn. ‘Dan moet je dus niet alle bomen standaard tot vijf meter hoogte opkronen zodat vrachtwagens er langs kunnen’, zegt Vink. NATIONALE AFSPRAKEN VOEDSELBOS Een voedselbos is een door mensen ontwerpen hoogdivers ecosysteem met de functies van een natuurlijk bos. Het is minstens een halve hectare groot en bestaat uit meerdere lagen, waaronder in elk geval een kruinlaag van hogere bomen en bijvoorbeeld ook stuiken, bodembedekkers en klimplanten. In 2016 tekenden drie ministeries, twee provincies en verschillende onderzoeks- en faciliterende partijen de vijfjarige Green Deal Voedselbossen. Zo werden al enkele beleidsmatige hobbels voor voedselbossen weggenomen. Voedselbossen worden inmiddels erkend als landbouw en hebben hun eigen gewascode. Dan hoeft niet meer voor elke aparte gewassoort in het soortenrijk voedselbos een nieuwe vergunning aangevraagd te worden. Als voortzetting van de Green Deal werd eind vorig jaar het Agroforestry Netwerk Nederland gelanceerd. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 40 ACHTERGROND RUIMTE ‘Bewoners mogen geen bomen beheren die hoger zijn dan drie meter’ ‘Hier moeten ook vrachtwagens door de wijk, maar aan de achterkant kunnen lage takken blijven zitten, voor mensen om van te plukken. Of misschien staan de bomen expres een eindje van de weg af zodat je ze niet hoeft op te kronen.’ Tijdens de excursie kregen groenbeheerders uitgelegd dat een voedselbos een door mensen ontworpen systeem is, met allerlei verschillende begroeiingslagen die voedsel produceren. Vink: ‘Een voedselbos is een natuurlijk systeem dat zichzelf in stand houdt. Anders dan de traditionele landbouw, waar je elk jaar nieuwe mais plant, oogst je uit een voedselbos zonder dat de planten eraan gaan.’ GROENE LONGEN Het idee van het voedselbos in Rijnvliet kwam van bewoners uit de ernaast gelegen Rijksstraatweg. In 2010 bracht de gemeente Utrecht plannen naar buiten voor de wijk Rijnvliet – in de oksel van de kruising tussen de A12 en de A2. De buren wilden in die plannen graag meer natuur opnemen en richtten daarvoor de stichting Groene Longen van Rijnvliet op. Ze pleitten voor een voedselbos, met iets minder ruimte voor woningen. Vink: ‘In dat laatste kon de gemeente niet mee gaan, want er waren met ontwikkelaars al afspraken gemaakt over de aantallen.’ Maar het voedselbos zag de gemeente wel zitten. Bureau Felixx werd erbij betrokken als landschapsarchitect, met de vraag of ze samen met bewoners konden nadenken over de inrichting van de openbare ruimte. ‘Dat vonden wij heel interessant’, zegt Vink. ‘Sindsdien trekken we samen op met voedselbosdeskundige Xavier San Giorgi en schreven we met stichting Groene Longen het ambitiedocument Eetbare Woonwijk Rijnvliet.’ Het voedselbos zou voor meer sociale cohesie moeten zorgen, met een belangrijke rol voor de school en andere kennisinstituten. Een voedselbos zou mensen bovendien dichter bij de natuur brengen, al was dat voor de gemeente niet de hoofdreden om het voedselbos aan te leggen. ‘Het ging de gemeente er in eerste instantie om, te luisteren naar bewoners.’ Dat een voedselbos uiteindelijk minder onderhoud zou kosten, zoals voedselbosliefhebbers vaak benadrukken, is hier volgens hem ook niet aan de orde. ‘In een woonwijk heb je te maken met sociale veiligheid: zorgen dat de paden niet helemaal overgroeid raken bijvoorbeeld. Daar gaat de meeste tijd in zitten.’ Wat de gemeente bovendien extra tijd kost, is de onbekendheid met het fenomeen voedselbos. Utrecht heeft voor het beheer van een voedsel wel een groot voordeel ten opzichte van de meeste gemeenten, zegt Vink. ‘Zij hebben hun eigen groenonderhoudsdienst, die beheerders kan bijscholen voor specialistisch onderhoud.’ De gemeente Ede vond het voorbeeld van Rijnvliet bijvoorbeeld ook interessant, maar de ambtenaren zagen een grote hobbel in hun afhankelijkheid van raamcontracten met hoveniers. Vink: ‘Het is lastig om kwaliteit en continuïteit van een voedselbos in bestekken vast te leggen als je elke twee jaar een andere partij hebt.’ WONDERLIJK Inmiddels is de aanleg van woonwijk én voedselbos Rijnvliet zo ongeveer halverwege. De nieuwe bewoners denken inmiddels mee over gezamenlijk onderhoud en vooral de kinderen zijn, via de school, heel betrokken, zegt Vink. Maar het gaat niet allemaal goed. ‘Het is ongelofelijk hoe geweldige kansen blijven liggen’, zegt Maureen Baas, oprichter van regeneratief kenniscentrum Metaal Kathedraal en initiator van het idee voor het voedselbos in Rijnvliet. ‘Een voedselbos is een vitaal orgaan in een stad dat daadwerkelijk voor cruciale biodiversiteit kan zorgen. De gemeente krijgt zoiets eigenlijk in de schoot geworpen, maar weet niet wat ermee te doen. Ik vind het wonderlijk dat de gemeente niet alles op alles zet qua ondersteuning om het concept succesvol te maken.’ Volgens Baas willen ambtenaren alles zelf blijven doen óf het werk uitbesteden aan bedrijven. ‘Terwijl burgers graag willen en veel expertise in huis hebben, zoals ons regeneratief kenniscentrum Metaal Kathedraal.’ Ze heeft zeven jaar gestreden voor Rijnvliet, waarin ze veel projectleiders zag komen en gaan en allerlei ‘beklemmende’ procedures doorliep. ‘Dan moet je bijvoorbeeld bezwaar aantekenen tegen het kappen van oude wilgen. Dat is een heel tracé. Vervolgens luidt de reactie: “We gaan het toch doen, dankjewel voor je bijdrage.” En zo gaat het aan de lopende band.’ Voor een groot kunstproject in de wijk krijgt Baas internationale subsidie, maar wacht ze nog op geld uit een Utrechts potje. Inmiddels steekt ze geen energie meer in het betrekken van de gemeente. Op de website van de Groene Longen staan als laatste update – van anderhalf jaar geleden – nog een paar foto’s van een paar jonge boompjes tussen platgemaaid en verdroogd groen. ‘Voor het tweede jaar op rij is de onderlaag van de begroeiing bij de entree van de woonwijk weggemaaid’, luidt het commentaar. ‘Hierdoor hebben insecten, kleine zoogdieren maar ook de grotere bomen ter plaatse minder kans om te overleven. Wat een levendige, diverse natuurlijke bodemlaag was, is nu een woestijn.’ Dit soort tegenslagen komt helaas veel voor bij voedselbossen, weet Peter Duitman. Hij werkt als zelfstandige projectleider van groene projecten veel samen met initiatiefnemers en de Amsterdamse gemeente. Bewoners besteden er vaak veel van hun eigen tijd aan. ‘Als er dan nieuwe ambtenaren aantreden met nieuwe ideeën, BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 ACHTERGROND 41 is daarom blij dat Voedselbossen in Nederland inmiddels vallen onder ‘landbouw’. Maar agrarische grond moet vaak wel ‘open’ blijven. Weer zonder bomen dus. VERDIENMODEL Landgoedeigenaren die nu aan houtbouw doen, zijn volgens Fekkes op zoek naar een profitabeler, gezonder en droogtebestendiger verdienmodel voor hun landgoed. ‘Een dennenplantage zou ook een voedselbos kunnen worden, maar dan loop je wel de houtproductie mis.’ Kappen ontregelt de bodem immers te erg. En het idee van een voedselbos is juist dat je met de oogst niet veel verstoort. Eigenlijk bestaat er in Nederland nog geen serieus commercieel voedselbos, denkt Fekkes. Er zijn natuurlijk wel succesvolle voedselbossen, zoals ‘moedervoorbeeld’ Ketelbroek, maar die bekostigden alles uit private zak, zonder winstoogmerk. komen er ook weer nieuwe vragen en eisen. Dat is op zich logisch, maar dat leidt wel tot veel teleurstelling.’ GROND SCHAARS In Amsterdam Noord ging laatst een tiny forest niet door, na een traject van zo’n twee jaar. Er mochten uiteindelijk geen hoge bomen worden geplaatst. ‘Bomen zijn bijna altijd problematisch in de stad, waar de grond schaars is’, zegt Duitman. Bomen zijn immers niet tijdelijk. ‘Als serieuze stadslandbouw-ondernemer plant je bomen voor twintig of dertig jaar, maar daar krijg je geen toestemming voor.’ Een ander probleem is dat als de gemeente er later toch wil gaan bouwen, bomen alleen nog kunnen worden gekapt met een vergunning. En dan is er nog het beheer van bomen. Duitman: ‘Bewoners mogen geen bomen beheren die hoger zijn dan drie meter. Dat heeft te maken met veiligheid. Je wilt bewoners niet de verantwoordelijkheid geven voor een vallende tak.’ Het lijkt hem het handigst als het beheer van de bomen bij de gemeente blijft, en de rest van het beheer bij de bewoners zelf. De projecten waar Duitman aan meewerkt, zijn niet alleen vanuit sociaal oogpunt opgezet. De meeste subsidies die hij kent, zijn gericht op stadslandbouw. ‘De gemeente stapelt wel graag functies’, zegt hij. Dat lukt goed met een voedselbos. Een subsidie vanuit de Regio Deal met Zaanstad, Amsterdam en de provincie stimuleert bijvoorbeeld groen, sociaal, bewustwording en educatie. ‘Het ministerie kijkt nu ook naar voedselbossen als échte landbouw, met boeren op landbouwgrond. Maar dat is in Amsterdam eigenlijk amper mogelijk.’ Ook buiten de stad is een voedselbos moeilijk in te passen, weet Jelle Fekkes. Hij is als landschapsarchitect gespecialiseerd in voedselbossen. ‘Ons landschap is verdeeld in functies’, zegt hij. Maar dat is bij een voedselbos lastig. ‘Een voedselbos heeft als doelstelling het produceren van voedsel, maar het systeem dat het daarvoor gebruikt, is natuur. De soortenrijkheid en aantal fauna zijn vaak hoger dan in andere natuurgebieden. Maar als het wordt aangemerkt als natuur, mag je niet meer oogsten omdat je misschien iets verstoort.’ Fekkes ‘ Wat een levendige, diverse natuurlijke bodemlaag was is nu een woestijn’ ‘Niemand heeft nog antwoord op de vraag hoe je grond vrij maakt voor voedselbos als serieuze landbouw, om met een serieuze onderneming uit te baten.’ Een gemeente moet dan in zee durven gaan met een ondernemer in plaats van een stichting, en die ook echt ruimte en tijd te geven. ‘Je hebt een aanloopfase nodig van vijf of zeven jaar. Dat betekent subsidies, of uitgestelde pacht.’ Een goed voorbeeld is Schijndel, een proefboerderij van stichting Voedselbosbouw Nederland. Zij pachten de grond voor twintig jaar. De eerste zeven jaar hoeven ze daarvoor niet te betalen. Dat halen ze in de dertien jaar daarna dan weer in. ‘Zij willen in twintig jaar bewijzen dat het ondernemend uit kan.’ Een verdienmodel is lastig op openbaar terrein, zoals in Rijnvliet. ‘Eten is voor de eerste die komt. Ook als dat de vogels zijn’, zegt Vink. Het gaat in Rijnvliet best goed, vindt hij. Dat niet iedereen tevreden is, heeft meer te maken met heldere verantwoordelijkheden en communicatie. ‘De gemeente doet gewoon haar werk en is het niet gewend dat ze zo in de gaten wordt gehouden. Neem zo’n weggemaaide onderlaag. Het is goed om een eenmaal gebloeide kruidlaag weg te maaien en zo ruimte te geven aan nieuwe zaden. Je moet dus communiceren dat het hierdoor volgend jaar nog beter wordt.’ Vink denkt dat de gemeente nu veel leert en ziet de toekomst voor voedselbossen positief in. ‘Als dit een succes wordt, komen er meer van dit soort initiatieven. Die kunnen dan nog beter worden uitgerold.’ Ook steeds meer kwekers zien de waarde van eetbare gewassen. ‘Voor de tweede helft van deze wijk zijn er al veel meer eetbare soorten in de juiste maat te krijgen.’
Pagina 42
42 ACHTERGROND ARBEIDSVOORWAARDEN DOOR: MICHEL KNAPEN BEELD: SHUTTERSTOCK Wie (deels) arbeidsongeschikt is, moet tijdens de jaarlijkse vakantie 100 procent van zijn reguliere salaris uitbetaald krijgen. Dat besliste het Europees Hof van Justitie onlangs. Dat betekent dat de vakantiemaand een hoger salaris kan opleveren dan andere maanden. LOON ZIEKE WERKNEMER TIJDENS VAKANTIE HOGER RECHT OP 100 PROCENT REGULIER SALARIS S BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 ACHTERGROND 43 Korten vakantieloon is niet de bedoeling van de Europese richtlijn gebaseerd op het lagere ziekteloon? Op 9 december 2021 deed het Hof uitspraak. Het is 2015 wanneer een ambtenaar van de Belastingdienst langdurig gedeeltelijk arbeidsongeschikt raakt. Na een jaar wordt zijn bezoldiging, conform de arbeidsvoorwaardenregeling ARAR, aangepast: 70 procent van zijn normale uurloon voor de uren dat hij ziek is. Dat lagere maandsalaris krijgt hij ook als hij in de zomer van 2017 vakantie opneemt, maar daar is hij het niet mee eens. Hij tekent bij de staatssecretaris van Financiën (zijn werkgever) bezwaar aan tegen de hoogte van zijn salaris dat hij tijdens zijn vakantie heeft ontvangen. Volgens de ambtenaar is de korting tot 70 procent voor zijn vakantie-uren niet correct, die moeten voor 100 procent worden vergoed. De staatssecretaris verklaart het bezwaar ongegrond, de ambtenaar stapt naar de rechtbank Overijssel (afdeling bestuursrecht) om daar zijn gelijk te halen. De bestuursrechter komt er niet uit, want de (Europese) regels zijn niet duidelijk. Die garanderen wel loon tijdens de vakantie, maar regelen niet precies hoe hoog dat loon moet zijn. Het Europese Hof van Justitie heeft nogal wat uitspraken gedaan over vakantieloon, maar niet over de hoogte daarvan tijdens ziekte. De bestuursrechter constateert ook dat het doel van vakantie anders is dan het doel van ziekteverlof: het een is bedoeld om uit te rusten, het ander om te herstellen. Is dat onderscheid een rechtvaardiging dat er verschil is in bezoldiging? Om daarover duidelijkheid te krijgen, legt de Overijsselse bestuursrechter de prejudiciële vraag voor aan het Europees Hof van Justitie: mag het vakantieloon worden VRIJE TIJD In zijn uitspraak hanteert het Hof enkele uitgangspunten. Zo is het een belangrijk beginsel van sociaal recht van de Unie dat er een recht op vakantie is, met behoud van loon. Dat is ook bedoeld voor de veiligheid en gezondheid van werknemers: ze kunnen uitrusten, ontspannen en genieten van vrije tijd, zodat ze nadien weer fris aan het werk kunnen. Uit eerdere rechtspraak van het Hof blijkt dat het loon dat tijdens vakantie wordt ontvangen ‘vergelijkbaar’ moet zijn met loon in gewerkte periodes. ‘Het doel daarvan is te voorkomen dat werknemers zich geremd voelen om vakantiedagen op te nemen’, verduidelijkt Evelien Brussee, advocaat arbeidsrecht bij Van Benthem & Keulen. Maar ‘vergelijkbaar’ betekent in dit verband: iets hoger, aldus het Hof. Brussee: ‘Als je het vakantieloon baseert op het ziekteloon, dan is dat in strijd met de Europese richtlijn. In dat geval wordt de waarde van het vakantieloon namelijk feitelijk afhankelijk gesteld van het moment waarop de vakantie wordt opgenomen.’ Want dan gaat een werknemer mogelijk wachten met zijn vakantie totdat hij is hersteld en dan tijdens de vakantie het hogere loon krijgt. Want wie op vakantie gaat als hij ziek is, krijgt dan immers een lagere bezoldiging. ‘Dat is niet de bedoeling van de richtlijn’, aldus Brussee. UITRUSTEN In het geval van deze belastingambtenaar was zijn vakantieloon weliswaar hetzelfde als in de maand vóór zijn vakantie, maar ADVERTENTIE Digitale Fitheid leer je niet met een knoppen cursus Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid tijdens de gratis inspiratiesessie Digitale Fitheid voor ambtenaren 15 februari 2022 Aanmelden via BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid wel lager dan het loon dat hij zou hebben gekregen als hij niet ziek was geweest. ‘Arbeidsongeschiktheid wegens ziekte is in principe onvoorzienbaar en staat los van de wil van de werknemer. Die moet daarom in een zelfde positie verkeren als de werknemer die daadwerkelijk heeft gewerkt. Daarom mag de werkgever bij de loonbetaling tijdens vakantie geen rekening houden met de korting op het loon wegens ziekte.’ Kortom, zo oordeelde het Hof van Justitie: tijdens de vakantieperiode moet een werknemer 100 procent betaald krijgen. Dat betekent dat de vakantie beter betaald wordt dan andere maanden. Brussee: ‘Dat klinkt misschien opmerkelijk, maar anders gaat er mogelijk een prikkel uit naar de werknemer om die dagen nog maar niet op te nemen omdat hij daarvan financieel nadeel ondervindt. Dan komt hij niet toe aan uitrusten, of pas veel later.’ LOON AANVULLEN De rechtbank Overijssel zal zich nu, met deze uitspraak in het achterhoofd, opnieuw buigen over de zaak van de belastingambtenaar. De verwachting is dat deze zal oordelen dat de staatssecretaris het loon tijdens de vakantie moet aanvullen. Brussee: ‘Deze uitspraak van het Hof is ook relevant na de invoering van de Wet normalisering rechtpositie ambtenaren, omdat de uitspraak ook geldt voor werknemers die onder het reguliere arbeidsrecht vallen.’ Deze uitspraak van het Hof, gebaseerd op de Europese richtlijn, ziet overigens alleen op wettelijke vakantiedagen en niet op de bovenwettelijke. De vraag wat geldt voor de bovenwettelijke vakantiedagen en adv-dagen hangt af van de gemaakte afspraken en Nederlandse wetgeving.
Pagina 44
44 OPINIE PAS OP VOOR ‘ZWARTE ZWANEN’ HOUD REKENING MET DAT WAT U NIET WEET Bij besturen en het maken van beleid moet meer aandacht komen voor dat wat wij niet weten en radicale onzekerheid. Wanneer er persoonlijke consequenties worden verbonden aan besturen en handelen zal dat leiden tot bescheidener bestuurlijke ambities. JOS NIELAND ‘Transparantie kan bijdrage leveren aan meer verantwoordelijkheid’ BEELD: SHUTTERSTOCK ‘Politics is more difficult than physics’ schijnt Einstein ooit gezegd te hebben. Daarmee bedoelt hij dat natuurkunde en wiskundige methoden vrijwel geen mogelijkheden bieden om maatschappelijke verbanden te doorgronden Ons brein ziet graag verbanden waardoor de wereld voorspelbaarder en zekerder lijkt. Symmetrie en lineariteit komen in onze complexe maatschappij echter vrijwel niet voor; voorspellingen en het doorgronden van processen zijn daardoor bijna onmogelijk. Verantwoorde besluitvorming houdt daarom in: bewustwording van radicale onzekerheid en rekening houden met dat wat je niet weet; de werkelijkheid blijft onkenbaar! De anticonceptiepil, de wereldoorlogen, Covid en de kredietcrisis van 2008: wie had ze voorspeld? Nassim Taleb geeft met het boek De Zwarte Zwaan inzicht in hoe kwetsbare omgevingen (provincies, gemeenten, organisaties) ontstaan. Bestuur en beleid dat geen rekening houdt met radicale onzekerheid en te veel vertrouwt op kennis en data, leidt tot steeds fragielere omgevingen. Hoogmoed, maar ook goede intenties worden doorkruist door onbeoogde gevolgen van beleid – meestal gevolgd door nieuwe beleidsinterventies. De toenemende fragiliteit geeft bij grote veranderingen nog impactvollere, negatieve gevolgen, ook wel ‘zwarte zwanen’ genoemd. Gebrek aan persoonlijke consequenties vergroot de kans op fragiele omgevingen, via toenemende grootschaligheid, schulden, en te veel vertrouwen in kennis en data. Wanneer persoonlijke consequenties worden verbonden aan besturen en handelen, maakt dat het wegmanagen van negatieve gevolgen van beleid lastiger. De wereld blijft fundamenteel onkenbaar, maar bestuurders en beleidsmakers krijgen minder mogelijkheden risico’s af te wentelen op anderen, de toekomst en de omgeving. Wanneer beleidsmakers en bestuurders persoonlijke consequenties ondervinden van hoogmoedige of naïeve beslissingen, wordt de kans groter op organische aanpassingen; niet-prudente bestuurders zullen worden uitgefilterd. In het verlengde kunnen transparantie en vereenvoudiging een bijdrage leveren aan meer verantwoordelijkheid. Minder informatie en data kunnen leiden tot betere beslissingen. Vuistregels daarvoor zijn een alternatief of in ieder geval een belangrijke aanvulling op kennis en data in complexe UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. omgevingen en het voorkomen van fragiele omgevingen. Vereenvoudiging leidt tot meer transparantie en minder mogelijkheden om te schuilen achter complexe data-analyses of theorieën. Bestuurders en beleidsmakers zullen prudenter handelen en beslissen. Ze zullen meer rekening houden met onzekerheid en daardoor buffers aanbrengen en de schaalgrootte beperken. Dit maakt minder kwetsbaar. Als ontwikkelingen anders zijn dan gedacht of beredeneerd, gaan zaken ook kleinschaliger fout, en geven buffers de ruimte om bij te sturen. Door persoonlijke consequenties zal bij bestuurders de epistemologische sensitiviteit toenemen; kennis en de manier waarop deze tot stand komt zal sceptischer worden bezien. Hoed u voor kennis. Voor alles kan immers big data of (semi)wetenschappelijke onderbouwing worden gevonden. Bij meer persoonlijke consequenties zullen de gevolgen van een gebrek aan sceptisch denken bij bestuurders neerdalen. Dit idee zal leiden tot bescheidener beleidsmatige ambities. Jos Nieland is econoom en verzorgt cursussen beslissen en beleid maken. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 45 DE ONBEDOELDE EFFECTEN VAN METEN MEET, MAAR MEET MET MATE Begin er niet aan – of doe het hooguit met mate. Bestuurskundigen als professor Hans de Bruijn en anderen waarschuwen al jaren voor de onbedoelde effecten van prestatiemeting. Boeken en artikelen vol met doordachte redeneringen zijn inmiddels verschenen waarom het vereenvoudigen van maatschappelijke vragen, versimpelde uitspraken over het functioneren van organisaties of motiveren en ‘afrekenen’ van mensen kleine en grotere rampjes of rampen aanrichten. Recent nog liet ook onderwijsbestuurder Kees Boele in een vlammend betoog in een podcast horen tegen welke onzinnige vragen en discussies hij zich steeds teweer moest stellen toen hij de verantwoordelijkheid droeg voor een grote onderwijsinstelling. Keer op keer zochten toezichthouders en anderen hun houvast in cijfers, kengetallen en andere vormen van prestatiemeting die niet of nauwelijks een echt beeld gaven van het geleverde onderwijs of de resultaten van de medewerkers – maar bijna heilig werden verklaard door de boven hem gestelden. Ook een recent boek van Cijfers worden vaak bijna heilig verklaard Berend van der Kolk, De meetmaatschappij, zet nog eens goed uiteen hoe we onszelf en anderen een rad voor ogen draaien door maatschappelijke vragen en presteren van medewerkers te vereenvoudigen tot meting van geleverde prestaties. Waarom is dit boek nog nodig? Waarom leren we zo weinig van de al meer dan 25 jaar lang verzamelde bewijzen in de bestuurskunde, managementliteratuur en organisatiekunde? Helaas is ook De meetmaatschappij eerder een gedegen opsomming van alle bezwaren tegen het meten van ‘van alles en nog wat’ dan een verdieping over de drijfveren en motieven van degene die toch hun heil en houvast blijven zoeken in het alles willen weten door te meten. Helemaal verwonderlijk is dat het boek na zes gedegen hoofdstukken vol bezwaren, anekdotes, casuïstiek en goede gedachten toch eindigt met een slothoofdstuk met tips voor een gezonde meethouding. Dat komt onverwacht, want deze zeven tips suggereren dat met een beetje gezond verstand meten zo gek nog niet is. En dat is verwonderlijk. Gemeten prestaties mogen onderdeel zijn van het maatschappelijk discours en horen bij een dialoog over resultaten, maar kunnen nooit in plaats daarvan komen. Ze moeten misschien eerder worden gemeden dan gezocht. Sterker, zolang we ons heil zoeken in ‘meetbare prestaties’ en niet ‘merkbare resultaten’ komen we niet of nauwelijks toe aan het echte gesprek over goed werkend beleid, of over onderwijs dat het verschil maakt, de toegevoegde waarde van een organisatieonderdeel of motivatie van medewerkers. CITAAT UIT HET BOEK DE MEETMAATSCHAPPIJ. ‘Organisatiekundige Geert Hofstede noemt het soort grip dat managers op deze manier krijgen pseudo-control’ WAAROM WE ALLES METEN EN WAT DAT MET ONS DOET Berend van der Kolk Business Contact, 2021 Prijs: € 20,ADVERTENTIE TRAINING WERK SLIMMER, NIET HARDER Word je dagelijks overspoeld door informatie? Volg deze succesvolle training en krijg weer grip op je werk. Ga naar AlexvanGroningen.nl/BB BEOORDEELD MET 9.2 BRON: SPRINGEST.NL
Pagina 48
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 48 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Gert Lems (52) is per 1 maart 2022 benoemd tot regiosecretaris van het regionale samenwerkingsverband Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Lems is nu nog werkzaam bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. ROELOF BLEKER Met ingang van 1 februari 2022 is Roelof Bleker benoemd tot burgemeester van Enschede. Bleker (partijloos, 54) is momenteel voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU). Daarvoor was Bleker dijkgraaf van het waterschap Rivierenland en wethouder in Enschede. Hij volgt Onno van Veldhuizen (D66) op. Op dit moment is Theo Bovens (CDA) waarnemend burgemeester van Enschede. ANK BIJLEVELD Ank Bijleveld (CDA) is benoemd tot waarnemend burgemeester van Almere. Bijleveld volgt Franc Weerwind op, die minister voor Rechtsbescherming is geworden. Bijleveld was minister van Defensie in het kabinet-Rutte III. Ze was daarvoor commissaris van de koning in Overijssel, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, burgemeester van Hof van Twente, voorzitter van de Veiligheidsregio Twente en lid van de Tweede Kamer. JAN BRENNINKMEIJER Jan Brenninkmeijer (CDA, 65) is benoemd tot waarnemend burgemeester in Alphen-Chaam. Brenninkmeijer was eerder wethouder van de voormalige gemeente Haaren, lid van Provinciale Staten en burgemeester van Waalre. In Alphen-Chaam neemt hij waar na het vertrek van Joeri Minses (41, partijloos), die burgemeester werd in Heumen. ARINDA CALLEWAERT Arinda Callewaertde Groot is herbenoemd tot burgemeester van Bergeijk. Callewaard (CDA, 59) is sinds 2016 burgemeester van Bergeijk. Zij was eerder onder meer betrokken bij zorginstellingen, manager van het Leger des Heils Zuid-Holland en wethouder van de gemeenten ‘s-Gravendeel en Binnenmaas. Ook was zij enige tijd lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland. BAS VAN DEN TILLAAR Bas van den Tillaar (CDA, 54) is herbenoemd als burgemeester van Vlissingen. De nieuwe ambtstermijn start op 22 april 2022. Burgemeester Van den Tillaar werd op 22 april 2016 benoemd tot burgemeester van Vlissingen. Voor zijn benoeming in Vlissingen was de hij burgemeester in de gemeente Gulpen-Wittem. Daarvoor was hij onder meer wethouder in de gemeenten Geldrop-Mierlo en Mierlo. KOMEN & GAAN SUZANNE OTTERS Suzanne Otters is benoemd tot gedeputeerde van Noord-Brabant. Otters (VVD, 50) is de opvolger van Christophe van der Maat, die naar het kabinet Rutte IV ging als staatssecretaris van Defensie. Otters was voor haar benoeming voor de VVD lid van Provinciale Staten. RALPH DE VRIES Ralph de Vries stopt als griffier van Bergen. De Vries was in augustus benoemd tot griffier. Hij bekleedde daarvoor de functie van griffier in Heemskerk en Blaricum. Hij was eerder ook Statenlid en gedeputeerde in de provincie Utrecht en gedeputeerde in Noord-Holland. PETER OSKAM Peter Oskam (62) is op 22 december beedigd voor de tweede termijn als burgemeester van Capelle aan den IJssel. Zijn tweede termijn is ingegaan op 4 januari 2022. Hij is lid van het CDA en was van 2012 – 2016 lid van de Tweede Kamer. Eerder was hij onder andere vicepresident van de Rechtbank Rotterdam, de Rechtbank Gelderland en de Rechtbank Amsterdam. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 Foto: Nunspeet.nu PERSONALIA 49 PETRA DOORNENBAL Petra Doornenbal-van der Vlist wordt voorgedragen voor herbenoeming als burgemeester van Renswoude. Doornenbal (CDA. 50) is sinds september 2016 burgemeester van Renswoude. Eerder was ze van 2003 tot 2015 lid van de Provinciale Staten van Utrecht. FRANK VAN DER MEIJDEN De gemeenteraad van Laarbeek heeft besloten om Frank van der Meijden (CDA, 57) voor te dragen voor herbenoeming als burgemeester. HIj is sinds 2016 burgemeester van Laarbeek. In 2006 werd hij lid van de gemeenteraad van Bergeijk en in 2010 werd hij wethouder in die gemeente. BREUNIS VAN DE WEERD Breunis van de Weerd stopt in mei 2022 als burgemeester van Nunspeet. Van de Weerd (SGP, 59) is sinds mei 2016 burgemeester van Nunspeet. Eerder was hij onder ander heemraad bij het waterschap Vallei en Eem, statenlid van Gelderland en wethouder van Ede. JOHAN HAMSTER Johan Hamster (CU) is voorgedragen als gedeputeerde van de provincie Groningen. De huidige wethouder van Stadskanaal moet de opvolger worden van Henk Staghouwer, die is beëdigd als minister van Landbouw. Hamster begon in 2010 op zijn 28e als wethouder in Stadskanaal. OVERLEDEN: Oud-gedeputeerde en oud-Statenlid Aranka Goyert is overleden. Zij is 80 jaar geworden. Goyert werd in 1991 beëdigd als lid van Provinciale Staten van Noord-Holland namens het CDA. In 1999 werd zij benoemd als lid van Gedeputeerde Staten. Dit bleef zij tot begin 2002. Ze was lid van de Eerste Kamer in de periode 2007-2011. Harry Scheeper, oud-wethouder van Velsen, is op 74-jarige leeftijd overleden. Op 79-jarige leeftijd is Arie Roest overleden. Roest is meer dan een kwart eeuw actief geweest voor het CDA in Leiderdorp. Hij was van 1978 tot 1998 raadslid waarvan de laatste acht jaar fractievoorzitter. In 1998 werd hij wethouder van onder meer financiën. Dat bleef hij tot 2004. NIELS PEETERS Niels Peeters (CDA) is benoemd tot wethouder in Maastricht. Hij volgt daarmee wethouder Vivianne Heijnen (CDA) op, die als staatssecretaris Infrastructuur en Waterstaat toetrad tot het Kabinet Rutte IV. Peeters heeft een juridische achtergrond en was tot voor kort bestuursadviseur bij de provincie Limburg. VICTOR EVERHARDT De Amsterdamse wethouder Victor Everhardt (D66) stapt per 17 februari op. Hij wordt directeur-bestuurder bij de Stichting Platform 31 en het instituut voor verslavingszorg IVO. Everhardt trad aan in november 2019 als opvolger van de opgestapte Udo Kock. Daarvoor was hij negen jaar wethouder in Utrecht. BART-JAN HARMSEN Bart-Jan Harmsen (GemeenteBelangen Twenterand) stopt per 1 maart als wethouder van Twenterand. Hij kiest voor een maatschappelijke loopbaan. Hij staat wel op de kieslijst voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. Hij hoopt terug te keren als gemeenteraadslid. FELIX VAN BEEK Wethouder Felix van beek van Smallingerland heeft zijn ontslag ingediend. Hij was sinds de zomer van 2020 wethouder in Smallingerland. Eerder was de VVD’er Van Beek wethouder in Boarnsterim, Littenseradiel en Skarsterlân. Hij was ook directeur van het oude waterschap Boarn en Klif en raadsgriffier in Leeuwarden en Alkmaar. Oud-burgmeester Joop Worrell van Woudrichem is overleden. Van 1989 tot 2001 was hij burgemeester van Woudrichem. Eerder, tussen 1970 en 1978, was Worrell al lid van de gemeenteraad. Tussen 1971 en 1974 vervulde hij ook de functie van wethouder. CARLA KRANENBORG In Breda is Carla Kranenborg-van Eerd (VVD) benoemd tot wethouder. Ze volgt Greetje Bos op als wethouder. Bos stopte op 13 januari na vier jaar in Breda om raadsheer te worden aan het Gerechtshof Den Bosch. Kranenborg is sinds 2014 raadslid. JOLIE HASSELMAN In Best is Jolie Hasselman benoemd tot gemeentesecretaris. Zij begint op 1 maart 2022 in Best. Hasselman is momenteel gemeentesecretaris in Goirle. Op dit moment is Nicole van Hooy nog interim gemeentesecretaris. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia
Pagina 50
Vergroot betrokkenheid Citisens betrekt inwoners bij veranderingen in hun leefomgeving. Acht betrokkenheidsprofielen voor een gebiedsgerichte aanpak Ervaren team van onderzoekers en participatiespecialisten Big data inzichten op het gebied van communicatie- en participatievoorkeuren www.citisens.nl Meer weten? Bel Machteld Beekhuis 06-49785821 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 Foto: ANP-HH Foto: Jan Jong Fotografie PERSONALIA 51 MARLOES VAN RIJSWIJK Gemeentesecretaris van Sint-Michielsgestel en directeur van de ambtelijke fusieorganisatie MijnGemeenteDichtbij (Boxtel-Gestel) Marloes van Rijswijk stopt. Ze gaat aan de slag bij het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). WIM VAN TWUIJVER Gemeentesecretaris Wim van Twuijver verlaat per 1 september 2022 de gemeente Almaar. Hij trad op 1 april 2016 aan. Daarvoor was hij onder meer gemeentesecretaris in Hollands Kroon en adviseur bij het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. CASPAR VAN DEN BERG Caspar van den Berg is geïnstalleerd als lid van de Eerste Kamer namens de VVD. Omdat leden van adviesraden niet tegelijk ook lid van het parlement kunnen zijn, treedt hij terug als lid van de Raad voor het Openbaar Bestuur. De hoogleraar bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen was er sinds 1 juli 2019 lid van. CARLA KATS Per 15 februari wordt Carla Kats nieuw afdelingshoofd van de afdeling Risico- en Crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Noord- en OostGelderland (VNOG). Ze volgt hiermee Jeroen Wesselink op die per 1 januari gemeentesecretaris wordt van Son en Breugel. Kats was de afgelopen tien jaar gemeentesecretaris in Epe. TINEKE TOREN De gemeenteraad van Schiermonnikoog heeft Tineke Toren per 1 januari 2022 benoemd tot griffier. Ze volgt Marja van der Meer op. Toren was raadsgriffier in de voormalige gemeente Kollumerland c.a. en sinds een herindeling in 2019 adjunct griffier van Noardeast–Fryslân. Ook is zij locogriffier van de gemeente Ameland. BERRY VAN SCHIJNDEL Berry van Schijndel is per 14 januari 2022 aangewezen als interim-griffier van Maasdriel. Hij volgt Hermie van Ommeren op. Van Schijndel was hiervoor bestuursadviseur in Maasdriel. Eerder was hij als juridisch adviseur werkzaam bij Sint-Michielsgestel en Vught en als coordinator Vergunningen in Oosterhout. JOHAN REMKES Johan Remkes is de nieuwe voorzitter van Nationaal Programma Groningen. Remkes volgt René Paas op. Remkes was voorheen onder meer minister, vicepremier, staatssecretaris, commissaris van de Koning, waarnemend burgemeester en gedeputeerde. Recent was hij informateur van het huidige nieuwe kabinet en waarnemend gouverneur in Limburg. ESTHER ZIJL Esther Zijl is benoemd tot directeur van het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord (NHN). Zij volgt per 21 maart 2022 Thijs Pennink op, die met pensioen gaat. In de tussenliggende periode neemt Gerrit Valk, oud-commissaris van NHN, tijdelijk de functie van directeur waar. Zijl is sinds 10 jaar directeur-bestuurder van Stichting Forte Kinderopvang. PATRICK VAN DEN BEEMT Patrick van den Beemt is benoemd tot directeur Bedrijfsvoering van Molenlanden. Tot 14 februari is hij werkzaam als directeur van de gemeenschappelijke regeling de Bevelanden in Goes. Eerder werkte hij als directeur van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) in Den Haag. ANNA DAM Anna Dam is voorgedragen als griffier in Tytsjerksteradiel. Dam is nu nog adjunct-raadsgriffier van deze gemeente. Zij volgt Onno de Vries op, die per 1 maart griffier van Westerkwartier wordt. TEUN DE JONG Teun de Jong wordt aangedragen als nieuwe griffier van Terschelling. Hij is nu nog raadsgriffier van Dantumadiel. Hij volgt Janny Hofman die per 1 januari 2022 plaatsvervangend griffier is in de Fryske Marren. ADVERTENTIE Voorzitter en Leden Voor het Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers zoeken wij een Kijk voor uitgebreide informatie op www.publicspirit.nl GITA SALDEN Met ingang van 1 januari 2022 is Gita Salden herbenoemd als CEO van BNG Bank voor een termijn van 4 jaar. Salden kwam op 1 januari 2018 in dienst van BNG Bank als voorzitter van de Raad van Bestuur.
Pagina 52
Gemeente West Betuwe is een prachtige groene gemeente waar iedereen zich welkom voelt om te wonen en te werken. Certus Groep is namens de gemeente op zoek naar overheidsprofessionals binnen het fysieke domein. Toezichthouder Civiele Techniek 32-36 uur | schaal 8 • Toezicht kwaliteit en voortgang van het werk • Communicatie inwoners en belanghebbenden over uitvoering • Controleert uitgevoerde hoeveelheden • Voeren besteksadministratie Meer weten over een van deze vacatures? Neem contact op met Rosanne van Engelen | 06-18683010 | rosannevanengelen@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Vakspecialist Civiele Techniek 32-36 uur | schaal 9 • Begeleiding werkvoorbereiding, aanbesteding en uitvoering • Opstellen kostenramingen en deelopdrachten • Ophalen eisen en wensen betrokkenen (intern en extern) Adviseur Vastgoed en Grond 32-36 uur | schaal 10 • Aan- en verkoop vastgoed, gronden en ontwikkellocaties • Uitgifte van bouwkavels • Adviseren bestuur en organisatie over vastgoed en grond • Bijdrage aan beleidsvorming en -ontwikkeling Teamleider ICT Ontwikkeling en Beheer Coachende leider • Klantgericht • Vernieuwend • Resultaatgericht Adviseur Innovatie Netwerker • Innovatieve blik • Sparringpartner • Daadkrachtig Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl zoekt  Directiesecretaris  Organisatieadviseur  Clustermanager P&O, facilitair en secretariaat kijk op leeuwendaal.nl INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bergopwaarts Geerts & Partners | de GGD Zuid-Limburg Geerts & Partners | Gemeente Waalwijk Gemeente Alphen aan den Rijn Directeur-Bestuurder Afdelingshoofd Financiën Gemeentesecretaris Strategisch Financieel Adviseur, coördinator Planning & Control Gemeente Alphen aan den Rijn via Merwede Executive Search Manager Economie & Duurzaamheid Gemeente Beverwijk Gemeente Beverwijk Teammanager Openbare Ruimte Teammanager Advies Gemeente Breda Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Hoorn Gemeente Kampen Gemeente Vlaardingen Gemeente Voorschoten Gemeente Wageningen Leeuwendaal | Gemeente Noordwijk Leeuwendaal | Gemeente Noordwijk Leeuwendaal | VluchtelingenWerk Nederland Leeuwendaal | VluchtelingenWerk Nederland NHG via Rieken & Oomen Politie Provincie Noord-Holland Provincie Utrecht Secretaris | Onderzoeker Rekenkamer Breda Bestuursadviseur Regisseur Ondergrond en Afvalinzameling Beleidsmedewerker energietransitie Teammanager Veiligheid Beleidsmedewerker Onderwijshuisvesting Programmaleider Fitte Organisatie Directiesecretaris Organisatieadviseur Directeur Public Affairs Directeuren Dienstverlening Manager Ontwikkeling hoofd communicatie Strategisch Beleidsadviseur Ruimtelijke Ontwikkeling Senior Adviseur Grondzaken Directeur-bestuurder Agora VNG Realisatie FINANCIËN EN ECONOMIE Belastingdienst BMC Geerts & Partners | gemeente Culemborg Gemeente Almere Gemeente Dordrecht Gemeente Laarbeek Gemeente Velsen Meerinzicht ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Brielle Gemeente Eindhoven Gemeente Montferland Publiek Netwerk | Bisc Rijksoverheid Veiligheidsregio Kennemerland Accountmanager -Relatiebeheerder decentrale overheden (Senior) Beleidsmedewerker met financieel| analytisch profiel Tijdelijke opdracht: Bestuurlijk Adviseur Fiscaal medewerker team verhuld vermogen Consulent Beschermingsbewind Concerncontroller Business controller Brede adviseur Finance & Control Financieel Beleidsmedewerker Senior Adviseur Planning, Control en Advies Financieel adviseur Medewerker Digitaal Archiveren Strategisch Informatie Manager Chief Information Security Officer (CISO) Functionaris Gegevensbescherming Teamleider ICT Ontwikkeling en Beheer (Senior) beleidsmedewerker data en onderzoek Informatiemanager |business-architect Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Public Spirit | Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers Voorzitter en leden Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers Binnenlandsbestuur.nl PublicSpirit | Agora Rijksoverheid Rijksoverheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022
Pagina 54
54 INDEX JURIDISCH BMC Gemeente Houten Gemeente Oss MB-All PublicSpirit | Hoge Raad der Nederlanden Rijksoverheid MILIEU Gemeente Zoetermeer Interprovinciaal Overleg Provincie Drenthe Provincie Drenthe Provincie Drenthe Provincie Noord-Holland OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Den Helder Gemeente Noordoostpolder JS Consultancy | Gemeente Urk Rijksoverheid Servicepunt 71 OVERIGE Gemeente Amsterdam Provincie Noord-Holland Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Hoeksche Waard JS Consultancy JS Consultancy | Gemeente Haarlem Leeuwendaal | Gemeente Noordwijk Publiek Netwerk | Gemeente Haarlem Samenwerking Bedrijfsvoering RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep | Gemeente West Betuwe Certus Groep | Gemeente West Betuwe Certus Groep | Gemeente West Betuwe Erfgoedhuis Zuid-Holland Geerts & Partners | gemeente Overbetuwe Gemeente Altena Gemeente Eindhoven Gemeente Leiderdorp Gemeente Nijmegen Gemeente Súdwest-Fryslân JS Consultancy Publiek Netwerk | Gemeente Hoorn Waterschap Aa en Maas SOCIAAL Gemeente Alphen aan den Rijn Gemeente Barneveld Gemeente Barneveld Gemeente Barneveld Gemeente Deurne Gemeente Soest Publiek Netwerk | Cubiss VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Delft Gemeente Maasdriel Gemeente Noordwijk Provincie Utrecht Senior adviseur Participatiewet Teamleider Jeugd en Onderwijs (Sociaal Domein) Gespreksvoerder Jeugd Inkoopadviseur | Inkoper Sociaal Domein Beleidsondersteuner Maatschappelijke voorzieningen Beleidsadviseur Onderwijs Adviseur Innovatie Contractmanager Informatievoorziening Communicatieadviseur Adviseur Maatschappij (regionaal) jeugdbeleid Senior Communicatieadviseur Stikstof OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Beleidsadviseur Pleziervaart Programmasecretaris|assistent-projectleider Vechtplassen Teamondersteuner Teammanager Werk & Werkbedrijf HWwerkt Ervaren Adviseur Werving & Selectie Teammanager HR Services Clustermanager P&O, failitair en secretariaat Afdelingsmanager HRM Teamhoofd HRM Toezichthouder Civiele Techniek Vakspecialist Civiele Techniek Adviseur Vastgoed en Grond Senior Adviseur teammanager team Beleid Fysiek Beleidsadviseur Mobiliteit Senior Programmabeheerser Stedenbouwkundige Technisch projectmanager openbare ruimte en infrastructuur Senior Taxateur WOZ Ruimtelijke Ordening Professionals Senior Programmamanager Gebiedsontwikkeling Gebiedsadviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Pagina 56 Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Pagina 52 Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Beleidsadviseur Milieu met als Specialisme Gezondheid IPO senior projectleider IPO Medewerker B Kennis en validatie afval-grondstof Adviseur monitoring Landbouw Adviseur Ruimtelijke Economische Ontwikkeling en Stikstof Technisch medewerker natuur Beleidsadviseur duurzame economie Beleidsadviseur Openbare orde & Veiligheid Adviseur Veiligheid Senior Beleidsadviseur Integrale Veiligheid Adviseur brandveiligheid Informatiemanager bestuur en openbare orde en veiligheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Senior Jurist Bestuursrecht Jurist Grondzaken (Adviseur III) Vastgoedjurist Jurist Handhaving Manager bedrijfsvoering Sector civiel recht Privacy-officer Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 04 | 2022 Bekijk het eens van de andere kant Denk andersom en kies voor verzuimpreventie en vitale medewerkers www.everybodygroep.nl/andersom info@everybodygroep.nl 088-246 04 04
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsSenior Beleidsadviseur Integrale Veiligheid 36 uur | schaal 11 max. € 73.700,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren senior adviseur. Sterk in professioneel overtuigen en adviseren. Oog voor verschillende belangen op verschillende niveaus en politiek bestuurlijk sensitief. Staat stevig in de schoenen, is analytisch en communicatief goed ontwikkelt. Overzicht houden, stressbestendig, open en flexibele houding, verbinder, netwerker, actief luisteraar en beschikt over een gezonde dosis empathisch vermogen. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Ervaren Adviseur Werving & Selectie 32-40 uur per week Voor onze eigen organisatie zijn we voor onze business unit werving & selectie op zoek naar een senior adviseur, met standplaats Amsterdam en/of Den Haag. Floreer jij in een dynamische en commerciële omgeving en combineer jij oprechte interesse in mens en organisatie met resultaatgerichtheid die zich vertaalt in goede en verrassende matches, dan gaan we graag met je in gesprek! Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager HR Services 32 uur | vaste functie | max. € 67.856,- bruto per jaar obv 36 uur (incl. IKB) Ben jij de mensgerichte, energieke teammanager met oog voor resultaat én het team? Naast je ervaring op het gebied van salaris- en personeelsadministratie, krijg jij energie van het stimuleren, optimaliseren en digitaliseren van processen. Je denkt innovatief mee in veranderprocessen en beleeft plezier aan het beheer van processen en systemen dusdanig in te zetten dat de basis optimaal op orde blijft. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Ruimtelijke Ordening Professionals 24-36 uur | schaal 9-12 | tijdelijk of vast dienstverband (bespreekbaar) Kom ons team RO (interim)professionals versterken! Wij zijn in heel Nederland op zoek naar professionals op alle niveaus (inclusief afstuderend), die mee willen werken aan het mooier maken van de openbare ruimte. Je begeleidt o.a. initiatieven, bestemmingsplanprocedures, faciliteert inwoners en bedrijven in participatietrajecten. Wij bieden fijne collega’s, opleiding en ontwikkeling. Interesse? Bel Mariel van der Bilt 06 - 132 750 50 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 01-2022


Pagina 2
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 04 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 06-46285131 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel +31 20 2251209. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: Jaarabonnement € 249,- . Abonnementen voor de doelgroep (zie criteria website), raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Je denkt te moeten dansen naar de pijpen van de baasjes Rutte en Kaag’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. WETHOUDERS IN NIEUW KABINET FUNCTIE ELDERS Vol trots stonden een burgemeester, twee wethouders en vier gedeputeerden maandag op het bordes van paleis Noordeinde naast of achter premier Rutte. Tel je de rechtstreeks vanuit de lokale en provinciale politiek afkomstige nieuwkomers op bij de bewindslieden met een grijzer verleden daarin, dan kom je op een totaal van dertien uit. In Rutte III was dat er zelfs één meer. Het werd om die reden een wethouders-kabinet genoemd. Heb je daar als gemeenten wat aan? Je zou mogen verwachten van wel. Wie kent er nou beter de problemen waar je als eerste, want het dichtst bij de burgers staande overheid tegenaan loopt en waar ze in Den Haag doof dan wel blind voor zijn. Een greep: de gevolgen van de toeslagaffaire en de aardbevingen, de tekorten in de jeugdzorg. Welke wethouder of gedeputeerde heeft er niet zijn of haar handtekening gezet onder de zoveelste brandbrief aan het Binnenhof dat de rek eruit is, het geld op is of dat beloofde maatregelen uitblijven? En dan mag je naar Den Haag en kun je wat veranderen. YES! Als gezegd, Rutte III ging door het leven als wethouders-kabinet. Maar ondanks die oververtegenwoordiging van voorheen lokale bestuurders in Vak K (14 van de 26 bewindslieden!) heb ik de afgelopen decennia zelden zoveel gemok gehoord over de interbestuurlijke verhoudingen. Er moest halverwege de rit zelfs een arbitragecommissie aan te pas komen om het wethouders-kabinet erop te wijzen dat er wel degelijk plichten zijn jegens het lokaal bestuur. Dus nee, het zegt op zich weinig dat pakweg de helft van de bewindslieden wortels heeft in het lokale of regionale bestuur. Als sneeuw voor de zon verdwijnt de aandacht voor wat ze achterlaten en voegen de nieuwkomers zich naar de nieuwe mores. Het doorbreken daarvan vergt moed, ruggengraat en overtuigingskracht en het moet in de eerste 100 dagen gebeuren. Studies wijzen uit dat je daarna onderdeel wordt van het systeem. Anders gezegd, je raakt op je functie elders gesensibiliseerd en denkt te moeten dansen naar de pijpen van de baasjes Rutt, Kaag en vooruit, Hoekstra. En laat die nou hoegenaamd niks hebben met de eerste overheid. ADVERTENTIE HANS BEKKERS CHEF REDACTIE BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 INHOUD 05 16 COVERSTORY WETHOUDERSONDERZOEK Voor wethouders blijft de huidige collegeperiode er een van records. Nooit haakten zo veel wethouders het laatste jaar voor de verkiezingen tijdelijk of definitief af: om de dag stopte er minimaal een. 12 INTERVIEW ANNE THIELEN Ze hoefde van de Venrayse gemeenteraad niet weg als wethouder, maar vertrok wel. Want: ‘In deze afrekencultuur hoor ik niet thuis.’ Wie weet is de kou na de verkiezingen uit de lucht en keert het CDA-kopstuk terug in het college. 28 VANAF 16 MEEDOEN AAN VERKIEZINGEN 34 DIRECTEUR LAMMERS: MENSKRACHT RES ZORGPUNT Op papier zijn veel RES’sen klaar, maar volgens Kristel Lammers, directeur NP RES, gaat het echte werk nu pas beginnen: de uitvoering. 2022 is het Europees Jaar van de Jeugd. Stemmen voor jongeren van 16 en 17 jaar, zoals het European Youth Forum graag wil, gebeurt al in de landen om ons heen. Maar niet bij ons. Het argument: het Nederlandse puberbrein zou het niet aankunnen. IN MEER LANDEN MAG OOK JONGERE STEMMEN NIEUWS Vlissingen als enige nog onder curatele Niet alle RES’en door de raad ACHTERGROND Bedrieglijke digitale rust Essay: Regionale aanpak crisis een droom Greetje Bos: ‘Ik geloof sterk in preventie’ ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. Serie gemeenteraadsverkiezingen: Buiten Nederland kan puberbrein stemmen wel aan Eerst de mens, dan de regels Mega-verhuizing in de jeugdzorg ‘Heel wat meer dan een nieuw verkeersbord’ 6 7 20 22 26 28 31 38 41 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN PERSONALIA 7 9 10 19 40 46
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS Slechts één gemeente valt de eer te beurt dit jaar om financiële redenen onder curatele van de provincie te staan: Vlissingen. De nieuwe fusiegemeenten uitgezonderd, zijn verder alle begrotingen oké bevonden door de provinciale toezichthouders. VERSCHERPT TOEZICHT NEEMT AF VAN TWAALF NAAR ÉÉN GEMEENTE VLISSINGEN ALS ENIGE NOG ONDER CURATELE In 2021 vielen om financiële reden nog twaalf gemeenten onder preventief toezicht: Borsele, Brummen, Castricum, Delft, Grave, Haaksbergen, Montfoort, Stadskanaal, Vijfheerenlanden, Vlissingen, Westervoort en Woudenberg. Van dat rijtje is in 2022 dus alleen Vlissingen over. De begroting van die gemeente is volgens de provincie Zeeland nog steeds niet op orde. Borsele is van dat verscherpte toezicht verlost: de gemeente leverde in november een sluitende begroting in. Dat was onder meer mogelijk door wat bezuinigingen en extra geld van het rijk voor de jeugdzorg. In Drenthe, Flevoland, Limburg en Zuid-Holland blijft alles zoals het was: om financiële redenen hoeft in 2022 opnieuw geen enkele gemeente onder verscherpt toezicht te worden gesteld. In Utrecht verandert de situatie wel. Het verscherpt toezicht op Woudenberg, Montfoort en Vijfheerenlanden is geschrapt. Datzelfde geldt voor Noord-Holland. Daar zijn geen preventieve gemeenten meer, omdat ze allemaal een structureel en reëel evenwicht hebben kunnen aantonen voor 2022 of een herstel daarvan binnen de meerjarenraming. Dat geldt ook voor Castricum, die dat vorig jaar niet lukte. In Brabant staat de teller dit jaar op nul: het financieel zwakke Grave, in 2021 nog onder curatele van de provincie gesteld, ging op in de nieuwe fusiegemeente Land van Cuijk. In Groningen vallen dit jaar eveneens alle ‘We zien bij de meeste gemeenten meer reserves’ gemeenten onder repressief financieel toezicht van de provincie. Dat betekent voor Stadskanaal dat ze hun niet begrote uitgaven niet meer hoeven voor te leggen aan de provincie alvorens ze worden gedaan. De gemeente weigerde vorig jaar een sluitende begroting in te leveren en kwam daardoor onder preventief toezicht te staan. Onder meer omdat Stadskanaal uiteindelijk toch enkele bezuinigingsposten vond en van het rijk meer geld kreeg voor de jeugdzorg, is de financiële positie van de gemeente volgens de provincies voldoende verbeterd. In Friesland vallen in 2022 alle gemeenten weliswaar onder het repressieve toezicht, maar de provincie ziet zich toch genoodzaakt om twee gemeenten extra in de gaten te houden: Dantumadiel en Súdwest-Fryslân. Zij voldoen volgens de provincie niet volledig aan alle criteria. In Overijssel is Haaksbergen verlost van het preventief toezicht van de provincie. Ook alle andere gemeenten hebben een begroting of meerjarenraming die voldoen aan de wettelijke eisen. Maar de provincie stelt wel dat dat de financiën bij de gemeenten onder druk blijven staan door het sociaal domein en de gevolgen van de coronapandemie. ZORG: GEMEENTEFONDS In buurprovincie Gelderland vallen eveneens alle gemeenten in 2022 onder repressief toezicht. Het verscherpte toezicht op Westervoort en Brummen is per 31 december 2021 beëindigd. Met name door het eenmalig extra toegezegde geld van het rijk staan de Gelderse gemeenten er volgens gedeputeerde Jan Markink beter voor dan vorig jaar: ‘We zien bij de meeste gemeenten positieve begrotingen voor volgend jaar en meer reserves. Daar zijn we echt blij mee. Tegelijkertijd zijn er zorgen voor daarna.’ Ondanks dat het extra rijksgeld eenmalig is, mogen gemeenten in de meerjarenbegroting doen alsof dit geld ook voor de jaren erna is toegezegd. Markink: ‘Zonder deze fictieve bijdrage krijgt bijna geen gemeente het verhaal meerjarig sluitend. Dit laat wel weer zien dat ze niet eenmalig maar structureel extra geld moeten krijgen.’ Andere zorg is de voorgenomen herverdeling van het gemeentefonds. Volgens de laatste inzichten zal de helft van de 51 Gelderse gemeenten daar nadelig uitkomen. Lang niet al deze gemeenten houden daar volgens hem rekening mee in hun begroting. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA RUIMTE NIEUWS 07 De gemeenten Landsmeer, Montfoort en Brielle hebben niet ingestemd met de regionale energiestrategie (RES) in hun regio. Geplande wind parken van buurgemeenten of te forse energie-ambities vormen de voornaamste bezwaren. TE FORSE ENERGIE-AMBITIES NIET ALLE RES'EN DOOR DE RAAD De 30 energieregio’s dienden afgelopen zomer hun plannen in bij het rijk. Ze gaven daarin aan wat hun bijdrage is aan de nationale doelstelling van het Klimaatakkoord om in 2030 minimaal 35 terawatt aan energie uit wind en zon op land op te wekken. Opgeteld komen de plannen uit op een totaal van tussen de 35 en 45 terawatts, zo analyseerde het Planbureau voor de Leefomgeving vorige maand. Maar niet alle gemeenten stemmen ook met die plannen in. De gemeenteraad van Landsmeer keert CARTOON BEREND VONK zich tegen de Amsterdamse plannen voor windturbines vlak tegen de gemeentegrens van Landsmeer en wijst daarom de regionale energiestrategie af. De raden van Brielle en Montfoort vinden dat er in hun RES te veel duurzame opwek van de gemeente wordt verlangd. Als een raad voet bij stuk houdt en daardoor de doelstellingen van het Klimaatakkoord gevaar lopen, kan de zogeheten Route 35 worden toegepast. Die geeft een hoger overheidsorgaan de mogelijkheid de energieverdeling aan een gemeente op te leggen. Dit vanuit de gedachte dat alle decentrale overheden eerder met de ambities van het Klimaatakkoord hebben ingestemd en er dus ook voor aan de lat staan. ‘Wie die gesprekken voeren, is maatwerk per regio’, valt op de site van het nationaal programma RES (NP-RES) te lezen. Bieden die gesprekken geen, ‘dan doorlopen we uiteindelijk de formele juridische weg.’ Directeur Kristel Lammers van NP-RES maakt zich geen zorgen dat de weigerende gemeenten de doelstellingen van het Klimaatakkoord zullen bedreigen. ‘Er zijn in veel raden stevige gesprekken gevoerd. Dat vergroot het bewustzijn, maar ook het democratisch gehalte van het gehele proces. Maar niemand heeft de deur dichtgegooid. Niet aan gemeentekant, niet aan regiokant. Soms is er gewoon behoefte aan even wat meer tijd. Of om meer betrokkenheid van inwoners en volksvertegenwoordigers te organiseren.’ Daarnaast zijn er gemeenten die hun regionale energiestrategie amendeerden. Zo steggelen de buren Veenendaal en Renswoude over windturbines aan hun grens en wil Rijssen-Holten eerst het draagvlak voor de duurzame energieplannen onder de burgers onderzoeken. Lees verder op pag. 34.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 LAAT DEN HAAG LIEVER VETTE VISSEN LEVEREN Met welke opleiding start u volgend jaar? Om welk vakgebied het ook gaat: als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid en weten regelgeving kan zijn. Start het nieuwe jaar goed met een van onze verdiepende masterclasses of leergangen voor heldere en praktische handvatten. De donkere dagen na kerst zijn een goede gelegenheid om heilige huisjes op te ruimen. Zoals de vergroting van het lokale belastinggebied. Al decennia is dat een politiek geloofsartikel in het decentraal bestuur, beleden in vele rapporten. VNG-voorzitter Jan van Zanen zong er ooit de lof van in zijn karakteristiek soort beeldspraak: ‘Gemeenten willen geen vissen toegeworpen krijgen, maar hebben een hengel nodig.’ Vergroting van het eigen belastinggebied is zelfs een van de weinige successen van de VNG in het regeerakkoord. Althans, bij de nieuwe financieringssystematiek die het kabinet Rutte-IV uitwerkt, zal ‘de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied worden betrokken’. VNG Leergang: ‘Het maken van een Omgevings-plan’ 20 januari 2022 Masterclass:    2022 27 januari 2022 VNG Leergang: Urban Communication voor gemeenten tot 100.000 inwoners 17 maart 2022 Leergang: De gemeentejurist in een complexe bestuurlijke omgeving 10 april 2022 Aan de slag met onze opleidingen? Kijk op vngconnect.nl/academie Sinds ik zelf een paar jaar geleden de huizenmarkt betrad en mijn bezit sindsdien verbouwd en bevolkt heb, krijg ik een steeds beter beeld bij dat vergroten van het lokale belastinggebied. De gemeenteontvanger komt bij mij jaarlijks steeds hogere bedragen binnenhengelen. En anders dan bij de btw en de inkomstenbelasting die je vrij ongemerkt betaalt, irriteert de lokale heffing veel meer. Omdat het toch voelt als geld waar je ook wat anders mee had kunnen doen. Minister Zalm noemde de ozb zelfs de meest gehate belasting en met name door zijn toedoen is het ozb-deel voor gebruikers afgeschaft. De irritatiefactor was destijds ook gewoon het argument van de regering, naast de liberale ergernis dat linkse gemeentebesturen hardwerkende ondernemers dwars zouden zitten natuurlijk. Tegen de halvering van de ozb-grondslag spande de VNG een procedure aan. En dat is niet op voorhand logisch. Welke bestuurder gaat nu de barricaden op voor het mogen binnenhengelen van meer irritante belasting? Gebrek aan logica is voor de echte gelovige geen probleem. Maar wie twijfelt, zoals ik, heeft voor de wenselijkheid van de lokale belastingheffing meer bewijs nodig. In zijn recente oratie zet Arjen Schep helder en rustig de theorie achter het lokale belastinggebied uiteen. De hoogleraar lokale heffingen onderscheidt drie functies: versterking van de lokale democratie, verbetering van effectiviteit van de overheid en effectieve bekostiging van maatschappelijke opgaven. Met name die democratische functie springt in het oog. Irritatie over belasting is een opmaat naar democratisch burgerschap. Het idee is dat ik mij na een forse ozb-aanslag ga verdiepen in wat de gemeente allemaal doet voor dat geld en mijn stem bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen mede daarvan laat afhangen. De ozbaanslag is kortom een nogal prijzige stempas. Tegen die achtergrond is een vergroting van het ‘ Aan het verhogen van de ozb zit een grens’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN lokale belastinggebied het goede plan waar de VNG zo hartstochtelijk voor pleit. En het kan zelfs worden ingevoerd zonder grote gevolgen voor de lastendruk. Er liggen al uitgewerkte plannen op de plank om met gelijkblijvende koopkrachtplaatjes een paar miljard inkomsten niet meer via de inkomstenbelasting maar via extra ozb en een lokale ingezetenenheffing op te halen. Maar breekt dan de democratische lente aan? Voor mij voelt dat niet zo en wetenschappelijk bewijs kan er nauwelijks voor vinden. Weliswaar is er een verband tussen de politieke kleur van een gemeenteraad en de hoogte van de ozbheffing, maar een enorme opkomst bij de raadsverkiezingen in gemeenten met een hoge ozb, zie ik vooralsnog niet in de cijfers. Terwijl er bij een verschuiving van nationale naar lokale belastingheffing wel iets fundamenteels op het spel staat. De verdeling van het geld via het gemeentefonds is niet neutraal maar ‘verevent’ waardoor – idealiter – alle gemeenten in staat zijn om een gemiddeld voorzieningenniveau te realiseren. Minder verevening via het gemeentefonds betekent meer verschillen. Niet alleen in lokale belastingdruk maar uiteindelijk ook in voorzieningen omdat er grens zit aan het verhogen van de ozb, analyseerde het onderzoeksbureau B&A in 2019. Plaatselijk minder bibliotheken en zwembaden dus. En dat soort verschillen zullen maatschappelijk niet geaccepteerd worden, waarschuwden de onderzoekers. Misschien moet Van Zanen dus maar niet om die hengel blijven vragen, maar zich beperken tot de leveringszekerheid van vettere vissen.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 10 NIEUWS IN BEELD ENERGIETRANSITIE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA ALTERNATIEF VOOR GAS WARMTENET MEEST GEKOZEN In stedelijke, dichtbebouwde, gebieden ligt de keuze voor een warmtenet voor de hand. Dat betekent in de praktijk dat de meeste Nederlandse woningen op een warmtenet met midden- tot hoge temperatuurbron moeten worden aangesloten: ruim 2,5 miljoen. Voor 1 miljoen stadswoningen heeft een warmtenet met lage temperatuurbron de voorkeur, veelal gecombineerd met een collectieve warmtepomp om de gewenste temperatuur voor verwarming en warm water te verkrijgen. In het landelijke gebied zal meestal worden gekozen voor de optie groen gas of all-electric. A W Aantal woningen per voorkeursoptie warmte Warmtenet met een middentot hoge temperatuurbron Groen gas 2.502.000 2.278.000 All-electric Warmtenet met lage temparatuurbron Onbekend 2.018.000 108.000 1.082.000 Voorkeursoptie warmte per type eigenaar 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 413.000 1.639.000 327.000 552.00 899.000 1.035.000 394.000 62.000 139.000 23.000 ZUID-HOLLAND KOPLOPER 1.254.000 520.000 159.000 Eigenaar bewoner Groen gas Warmtenet met lagetemperatuurbron Warmtenet met een middentot hogetemperatuurbron All-electric Woningcorporatie Particuliere investeerder 37.000 Tweede woning Zuid-Holland is onder de provincies koploper met het aandeel woningen dat op een warmtenet kan worden aangesloten. In veel wijken in Rotterdam en Den Haag is dat zelfs al gebeurd. De hoge score van plattelandsprovincie Groningen is te verklaren door de geschiktheid van het huizenbestand in de stad Groningen voor een warmtenet. Buurprovincie Drenthe is het sterkst aangewezen op groen gas: meer dan 60 procent van de Drentse huizen moet er straks mee worden verwarmd. All-electric, de oplossing met een individuele warmtepomp, komt het vaakst voor in Zeeland. 153.000 51.000 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 NIEUWS IN BEELD 11 In 2050 moeten alle woningen in Nederland van het aardgas af zijn. Het Planbureau voor de Leefomgeving bracht vorig jaar met de Startanalyse in beeld welk alternatief in een bepaalde wijk het meest voor de hand ligt. Die gegevens vertaalt het Kadaster nu door naar aantallen woningen. Hoeveel komen er voor een warmtenet met hoge temperatuurbron in aanmerking? Hoeveel kunnen er toe met een warmtebron met lagere temperatuur? Ook de opties all-electric en groen gas worden doorgerekend. HUISEIGENAAR AAN GROEN GAS Woningen in het buitengebied zijn veelal in handen van particulieren. Voor hun aansluiting op groen gas zullen ze hun huis goed moeten isoleren, maar kan de cv-ketel in veel gevallen behouden blijven. Woningcorporaties daarentegen staan voor grotere investeringen om hun woningen geschikt te maken voor aansluiting op een warmtenet. Ook kleinere groepen eigenaren, zoals tweedewoningbezitters en particuliere verhuurders, worden vaker op een warmtenet aangesloten. Warmtenet met een middentot hoge temperatuurbron Groen gas Aantal woningen per voorkeursoptie warmte 2.502.000 2.278.000 All-electric Warmtenet met lage temparatuurbron Onbekend 108.000 2.018.000 1.082.000 Aandeel woningen per alternatieve warmtevooziening Zuid-Holland Groningen Flevoland Noord-Holland Zeeland Noord-Brabant Utrecht Limburg Overijssel Friesland Gelderland Drenthe Warmtenet met een midden- tot hogetemperatuurbron Warmtenet met lagetemperatuurbron 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Groen gas All-electric VERDUURZAMEN IS NOODZAAK Bijna vier miljoen Nederlandse woningen zijn nog voor het jaar 1975 gebouwd. Slechts een op de vijf van deze huizen heeft nu al het straks min of meer noodzakelijke energielabel B. Hoe nieuwer de huizen, hoe beter het met de isolatiemaatregelen is gesteld. Toch verwacht het Kadaster dat naar schatting ruim vier miljoen woningen de komende jaren nog een ingrijpende verduurzamingsopgave wacht om zo de nieuwe warmtebron mogelijk te maken. Volop werk aan de winkel dus voor de bouwwereld of voor handige zelfklussers.
Pagina 12
12 INTERVIEW ANNE THIELEN DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES Anne Thielen hoefde van de Venrayse gemeenteraad niet weg als wethouder, maar ze vertrok wel. Want: ‘In deze afrekencultuur hoor ik niet thuis.’ Wie weet is de kou na de raadsverkiezingen uit de lucht en keert het CDA-kopstuk Thielen terug in het college. OPGESTAPTE CDA-WETHOUDER VENRAY ANNE THIELEN ‘DIE LETTERTJES ACHTER JE NAAM HELPEN NIET’ beetje de nestor. Wij willen na alles wat is gebeurd weer het baken van rust en stabiliteit zijn. Er was nooit gedoe in Venray.’ Omroep Venray weet het na de ‘Venrayse bijltjesdag’ op 30 juni zeker: wethouder Anne Thielen (CDA) is ‘uit de Venrayse politiek gestapt’. De gemeenteraad heeft niet alleen Thielens glanzende carrière in de lokale politiek van Venray getorpedeerd, maar ook die van collegawethouder Jan Loonen (CDA). Vijf maanden later is het de beurt aan burgemeester Luc Winants (CDA). (Thielen: ‘Die drie lettertjes achter je naam helpen niet.’) De laatste twee bestuurders zien we niet terug in de Venrayse politiek, maar Anne Thielen? ‘Als we weer zo groot worden, kom ik na de gemeenteraadsverkiezingen graag terug als wethouder’, zegt Thielen (30). Het CDA is al jaar en dag de grootste partij in het Noord-Limburgse Venray (ruim 44.000 inwoners) en Anne Thielen de populairste politicus. De partij heeft nu negen raadszetels; tweede partij Venray Lokaal heeft er vijf (in een raad van 27). Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 kreeg Thielen als niet-lijsttrekker 1.148 voorkeursstemmen. Daarmee verbrak ze het record van ‘Mister Venray’ Grad Schols, die als niet-lijsttrekker in 1962 1.099 voorkeursstemmen kreeg. En straks in maart? Lijsttrekker Thielen: ‘Ik ben best hoopvol. De campagne gaat er professioneel uitzien – een goed programma, mooie foto’s, mooie filmpjes. We hebben een kandidatenlijst met jonge mensen, veel twintigers. Ik ben op mijn 30ste zo’n STAGIAIRE Limburger van verdienste en CDA-coryfee in Venray, Fred Welschen, vond dat ze zijn partij niet moest aanvoeren. In het weekblad Peel en Maas zei hij afgelopen zomer: ‘De partij zit in een neerwaartse spiraal en Anne Thielen gaan we vragen zich terug te trekken als lijsttrekker. Het roer moet om, andere gezichten zijn nodig.’ De nauwe familiebanden in de Venrayse politiek zaten hem ook dwars. En, heeft Welschen zich gemeld? Thielen: ‘Ik heb hem uitgenodigd voor een gesprek en hem gezegd dat ik niet van plan was om mij terug te trekken. Hij was bang dat het met de nieuwe kandidatenlijst meer van hetzelfde zou zijn. Ik heb hem verteld over de vele nieuwkomers op onze lijst. Van de twintig kandidaten zitten er nu twee in de gemeenteraad. Dat stelde hem gerust.’ En de nauwe familiebanden? ‘Voordat ik wethouder werd, was pap afdelingsvoorzitter en vorig jaar kort interim-voorzitter van het CDA in Venray omdat de oude voorzitter gemeentesecretaris was geworden. Mijn moeder is ruim twintig jaar ambtenaar in Venray. Zij heeft een ambtelijk hart, mag ik dan als kind geen wethouder worden?’ En dat werd Anne Thielen in september 2017; op haar 26-ste de jongste wethouder in Limburg. ‘Als raadslid had ik daar nooit over nagedacht. Ik was bestuursadviseur bij de provincie in Maastricht. Mijn voorganger stopte plotsklaps voor de zomer van ‘Als die mafkees het kan, dan kan ik het ook’ 2017. “Zou je het niet leuk vinden?”, vroeg de partij mij. Ik zou een zomercursus in Amerika doen, en die heb ik ook gedaan. Je kijkt naar het Witte Huis, en je denkt: als die mafkees het kan, dan kan ik het ook. Een beetje Pippi Langkous-achtig, hè? Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan. Natuurlijk wist ik dat het een sprong in het diepe was, maar het was prachtig en het ging goed. Je zag mensen wel kijken hoor – o, okay, bijzonder. Ik was eens op een bestuurdersdag van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en Herman Tjeenk Willink was er ook. Je zag hem denken: ‘Wat doet dat grietje hier?’ Ze was niet verontwaardigd? ‘O nee, ik vond het wel geinig. Ik genoot ervan als mensen dachten dat ik meekwam als stagiaire.’ GRONDDEAL Het CDA wint in 2018 de gemeenteraadsverkiezingen en Anne Thielen keert terug in het college als wethouder Leven. Na de kerst van 2020 gaat het rommelen in politiek Venray. Het weekblad Peel en Maas heeft een oude gronddeal van wethouder Jan Loonen met het waterschap Limburg tegen het licht gehouden, maar BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 INTERVIEW 13 CV ANNE THIELEN (Den Haag, 1991) studeerde bedrijfskunde aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven. Op haar 17e werd ze lid van het CDA. Thielen liep in 2011/2012 stage bij CDA-Tweede Kamerlid Ger Koopmans. In 2013 werd ze voorzitter van de nieuw opgerichte afdeling CDJA NoordLimburg. Ze werd in 2014 raadslid voor het CDA in Venray. In 2016 en 2017 was ze assistent van de CDA-gedeputeerden Patrick van der Broeck en Hubert Mackus. Thielen was van september 2017 tot juli 2021 wethouder in Venray. Ze is bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart lijsttrekker van het CDA in Venray. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022
Pagina 14
INTERVIEW 15 besluit na contact met burgemeester Winants en het waterschap te wachten met publicatie. NRC Handelsblad wacht niet. Loonen, sinds 2010 wethouder voor het CDA, sloot in 2016 namens zijn familie een gronddeal met het waterschap over de aankoop van 37 hectare grond in het Loobeekdal in Merselo (gemeente Venray). Waarnemend dijkgraaf Ger Driessen maakte het akkoord feitelijk met partijgenoot Loonen rond. De krant concludeert dat Loonen is bevoordeeld. En hoe zat het met belangenverstrengeling? Burgemeester Winants zegt ‘zijn hand in het vuur te steken’ voor wethouder Loonen. Anne Thielen heeft niets met de gronddeal te maken, maar als CDA-gezicht in Venray heeft ze alles te maken met de politieke fall-out en het imago van haar partij. ‘We vonden het prima dat er een integriteitsonderzoek zou worden gedaan. We vertrouwden erop dat het goed zou komen. Maar dan merk je dat het niet mogelijk is om binnen de coalitie een gesprek te hebben over de beschuldigingen. We communiceerden niet meer open met elkaar. De sfeer in de coalitie gaf mij geen vertrouwen in de samenwerking, ook niet toen Bureau Berenschot in juni concludeerde dat er geen waarheid zat in de beschuldigingen.’ Berenschot meldt op 24 juni in zijn onderzoeksrapport naar de handelwijze van wethouder Loonen in het Loobeekdal geen feiten en omstandigheden te hebben geconstateerd dat er daadwerkelijke belangenverstrengeling heeft plaatsgevonden. Loonen sloot simpelweg een goede deal omdat hij goed onderhandelde. Wel waren er volgens Berenschot drie risicovolle situaties waarbij Loonen ‘onvoldoende alert is geweest zodat enige schijn van belangenverstrengeling is ontstaan.’ VOGELVRIJ Als niet-ingewijde in de Venrayse politiek zou je kunnen denken: een tik(je) op de vingers, niet meer doen, en doorgaan tot de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 2022. Maar dan ken je Venray niet. Thielen: ‘Zonder dat er een feitelijke grond voor was, nam de gemeenteraad het politieke besluit om mijn collega weg te sturen.’ Op 30 juni steunen 18 raadsleden een motie van wantrouwen tegen wethouder Loonen. Het CDA, in de raad geleid door Loonens broer Toon, stemt tegen. ‘Niemand die objectief oordeelt kan goedpraten dat ik vanavond naar huis gestuurd word. De gemeenteraad kiest daarmee voor een nieuwe bijltjesdag in Limburg. Dit is een politieke afrekening’, zegt Loonen die avond. Een dag later dient hij zijn ontslag in. Dat doet zijn partijgenoot Thielen ook. ‘Ik ‘Ik ben op mijn 30ste zo’n beetje de nestor’ heb een grens getrokken. Zo gaan we niet met elkaar om. Ik wil niet werken in een afrekencultuur waarin bestuurders vogelvrij zijn.’ Thielen trekt de vergelijking met de ‘afrekening’ eerder in 2021 in het gouvernement in Maastricht, waarbij alle gedeputeerden opstapten en de commissaris vertrok nadat een motie van wantrouwen tegen hem was ingediend. Anne Thielen: ‘Hoor en wederhoor is er niet meer bij in de politieke arena. De conclusies liggen al klaar, een gesprek is niet mogelijk. Johan Remkes zei bij zijn afscheid als waarnemend commissaris in Limburg dat we op basis van feiten en bevindingen moeten discussiëren, en niet op basis van fake news en vooringenomenheid. Dat was volgens hem gebeurd bij de provincie, en dat is volgens mij in Venray gebeurd.’ MOE Als het rapport van Berenschot objectief gezien geen reden geweest kan zijn om wethouder Loonen naar huis te sturen, wat was dan wél de reden? Thielen draait er niet omheen: ‘Voor sommigen gold dat ze al langer genoeg hadden van de wethouder, die overigens had gezegd na de raadsverkiezingen te zullen stoppen. Als ik kijk naar onszelf, dan denk ik dat andere partijen moe van ons waren geworden. Sinds de oprichting van het CDA zijn we niet weg te denken uit het bestuur in Venray. Wij bepaalden met wie we een coalitie vormden. Ik heb niet het gevoel dat we daardoor arrogant waren geworden, maar het kan bij sommigen wel zo zijn overgekomen. Aan de andere kant: we zijn de grootste partij omdat wij het dichtst bij de inwoners van Venray staan. Zij maken het CDA bij de gemeenteraadsverkiezingen de grootste. Het is prima dat je het dan tóch zonder ons wilt doen, maar dan ga je niet zo met mensen om.’ Ook burgemeester Winants komt niet zonder kleerscheuren uit de affaire Loonen. De raad neemt een motie van afkeuring tegen hem aan. Winants zegt daarover ‘luchtig te doen’. De lichtgeraakte raad is wederom in zijn wiek geschoten. Winants biedt zijn excuses aan, maar het kwaad is al geschied. De vertrouwenscommissie van de gemeenteraad zegt hem de wacht aan. Eind november kondigt Winants zijn vertrek aan. De vertrouwenscommissie is een paar dagen later ook boos op Remkes, die het op de laatste dag als waarnemer in Maastricht opneemt voor Winants. Dat de fractievoorzitters de positie van Winants onhoudbaar vinden, vindt Remkes ‘uit een oogpunt van goed werkgeverschap jegens burgemeester Winants zéér (nadruk van de Remkes, red.) ongewenst.’ ‘Het is een drama voor Luc Winants’, concludeert Thielen. ‘Ik ben er oprecht van geschrokken. Hoe kun je een burgemeester na twee jaar al afschrijven? Na zijn excuses had het klaar moeten zijn. Winants beleefde veel plezier aan Venray en deed oprecht zijn best. Hij had net een huis gekocht.’ VERHARD Ondanks de politieke vijandigheid van het afgelopen jaar hoopt Thielen dit voorjaar te kunnen terugkeren als wethouder. ‘Het is aan de kiezer, maar als ik er vertrouwen in heb dat we de bitterheid achter ons kunnen laten, dan ga ik graag door. Door corona zijn de verhoudingen verhard. Zoveel is op afstand en onpersoonlijk. Volgens minister Kaag wordt in Nederland politiek bedreven door koffie te drinken. Dat vond ze maar niks. Ik mis zó die kopjes koffie in Venray.’ Omdat Thielen zich iets kan voorstellen bij de frustratie in de raad over de dominantie van haar partij, zou in Venray afgerekend moeten worden met het klassieke coalitieakkood. Anne Thielen: ‘Laat de gemeenteraad een hoofdlijnen akkoord sluiten. Zonder een dichtgetimmerd akkoord komen de fracties beter tot hun recht en zou je kunnen werken met wisselende meederheden. Raadsleden praten mee over de inhoud van het beleid en zijn er ook medeverantwoordelijk voor. Je kunt het dan eindelijk over de inhoud hebben en niet meer over de poppetjes.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022
Pagina 16
16 ONDERZOEK WETHOUDERS DOOR: HENK BOUWMANS Voor wethouders blijft de huidige collegeperiode er een van records. Nog nooit haakten zo veel wethouders het laatste jaar voor de verkiezingen tijdelijk of definitief af: om de dag stopte er een. Vooral om gezondheidsredenen of vanwege de keus voor een andere baan. Daartegenover staat dat politieke valpartijen in 2021 slechts 59 wethouders de kop kostten. Een laagterecord. WETHOUDERSONDERZOEK 2021 OM DE DAG STOPT ER EEN WETHOUDER Opnieuw is vorig jaar een recordaantal wethouders gestopt met het wethouderschap. Al dan niet vrijwillig, tijdelijk of definitief stopten 199 wethouders, waaronder 38 vanwege herindeling van hun gemeente. Dat blijkt uit het Wethoudersonderzoek 2021 dat in opdracht van Binnenlands Bestuur werd uitgevoerd door De Collegetafel. Het betekent dat er omgerekend vorig jaar om de dag minimaal een wethouder stopte. Dat aantal van 199 is bovendien een recordaantal in het laatste jaar voor de raadsverkiezingen. Daarmee wordt de lijn van de andere jaren in de huidige collegeperiode doorgetrokken: vanaf 2018 is er elk jaar een recordaantal wethouders gestopt van respectievelijk 175 in 2018 (waaronder 115 vanwege herindeling), 205 in 2019 en 228 in 2020. Minder goed nieuws voor wethouders is ook dat voor het derde jaar op rij een recordaantal wethouders om gezondheidsredenen tijdelijk of definitief is gestopt. In 2021 ging het om 29 wethouders waardoor in de huidige collegeperiode al 90 wethouders om gezondheidsredenen tijdelijk of definitief afhaakten. Ter vergelijking: over een gehele collegeperiode waren dat er tot nog toe nooit meer dan 54 (periode 2006-2010). De hoge werkdruk, de druk van (sociale) media en de fitheid van de wethouder wordt steeds meer een aandachtspunt bij de selectie. Voor de formatie van de nieuwe colleges na de raadsverkiezingen van 16 maart is dat een belangrijk signaal: het wethouderschap is topsport en vereist fitte wethouders die goed uitgerust zijn en over voldoende weerstand beschikken. Om zich vervolgens voor vier jaar te verbinden aan een tijd rovende, belastende functie in het college van burgemeester en wethouders. IN 2021 VERTROKKEN, DAN WEL TIJDELIJK OF DEFINITIEF TEN VAL GEKOMEN WETHOUDERS Politiek Burgemeester Andere zakelijke werkkring Andere politieke functie Persoonlijk Zwangerschapsverlof Gezondheid Einde interimschap Herindeling Overlijden Totaal 2021: 199 wethouders tijdelijk of definitief ten val gekomen of vertrokken 59 13 26 12 15 0 29 7 38 0 ANDERE BAAN Er werd in 2021 nóg een record gevestigd: nooit eerder besloten zo veel wethouders de handdoek in de ring te gooien en te kiezen voor een andere baan, buiten de politiek. Maar liefst 26 wethouders lieten hun gemeenteraad weten hun energie niet langer te besteden aan de gemeentepolitiek maar een nieuwe uitdaging aan te gaan in een andere, vaak minder tijdrovende en belastende reguliere baan. “Wethouder is een gave baan, maar het vraagt privé wel bizar veel van je”, zo verklaart de Zoetermeerse VVD-wethouder Marc Rosier zijn overstap naar de functie van hoofdverantwoordelijke voor de afdeling openbaar vervoer van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Rosier is een van de 44 wethouders in de huidige collegeperiode die ervoor heeft gekozen heeft de volle termijn te laten voor wat hij is en de voorkeur te geven aan een baan buiten de politiek. Opvallend is dat de overgrote meerderheid van hen die in 2021 voor een andere baan kozen, bijna twee of meer periodes als wethouder hadden volgemaakt. De langstzittende tussentijdse overstappers waren de TilBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ONDERZOEK 17 Er hoeft weinig of geen beroep op wachtgeld te worden gedaan REDEN VAN POLITIEKE VALPARTIJ (IN AANTALLEN WETHOUDERS) Verstoorde verhoudingen in coalitie 12 Breuk in coalitie Gebrekkige bestuursstijl Breuk met eigen fractie 18 9 6 Falende projectverantwoordelijkheid 6 Breuk in college Breuk met burgemeester Financiële verantwoordelijkheid Breuk met de raad Integriteit POLITIEK TEN VAL NAAR POLITIEKE KLEUR IN 2021 Lokaal CDA VVD GroenLinks ChristenUnie D66 SGP PvdA Lokaal/GroenLinks SP SGP/ChristenUnie Lokaal/VVD Politieke afspraak 15 11 8 9 3 4 1 4 1 1 1 1 burgse wethouder Berend de Vries en de Rucphense wethouder Martien de Bruijn: zij waren bijna drie periodes wethouder. Deze aantallen vroegtijdige vertrekkers tonen dat het gebruik begint te worden dat wethouders al tijdens hun wethouderschap rondkijken naar een andere functie, en niet wachten tot het einde van hun wethouderschap. Ter vergelijking: in de eerste duale collegeperiode 2002-2006 waren er slechts 14 wethouders die vroegtijdig kozen voor een baan buiten de politiek. Bij die 26 wethouders blijft het deze periode niet; er zijn al acht wethouders die de komende weken ook een dergelijke stap zetten, nog voor het voltooien van de collegeperiode dus. Onder deze acht zijn de Amsterdamse wethouder Victor Everhardt en de Bredase wethouder Greetje Bos. Maar ook anderen volgen hun voor0 0 1 0 6 1 ben, slechts drie van de 26 vroegtijdig overgestapte wethouders van een lokale partij is. Alleen Debbie Heesakkers (VLP, Beesel), Bert Groot Wesseldijk (Gemeentebelangen, Lochem) en Hans Marchal (PCG, Wijk bij Duurstede) verruilden het wethouderschap vroegtijdig voor een functie bij een corporatie, samenwerkingsverband of publiek bedrijf. beeld en wachten niet om met vele honderden afzwaaiende wethouders na de verkiezingen op een baan te azen. Een belangrijk voordeel van een dergelijke stap is dat er geen of nauwelijks een beroep op wachtgeld gedaan hoeft te worden. ADVIESBUREAU Opvallend is wel dat deze vroegtijdig overstappende wethouders niet alleen kiezen voor directeurs-, advies-, management- of bestuursfuncties in samenwerkingsverbanden, non-profitorganisaties of adviesbureaus maar ook overstappen naar een ambtelijke klus bij een gemeente. Berend de Vries (Tilburg) werd concerndirecteur Gezond Stedelijk Leven bij de gemeente Utrecht, Hans de Graaf (Tynaarlo) financieel adviseur bij de gemeente Emmen, Maureen Sluiter (Doetinchem) gemeentesecretaris in Westervoort en Marleen Damen (Leiden) is gestart als directeur maatschappelijke ontwikkeling bij de gemeente Den Bosch. Opvallend is ook dat 9 van de 26 wethouders die vroegtijdig overstapten naar een andere baan actief waren als wethouder in een grote stad. Met uitzondering van Sven de Langen (Rotterdam, CDA), die na drie jaar wethouderschap bestuurder werd bij een ouderen zorginstelling, maakten die grootstedelijke wethouders allemaal de keuze voor een zakelijke werkkring. Het meest opmerkelijke is dat daar waar lokale partijen de meeste wethouders hebCORONA Het goede nieuws voor wethouders is dat er nooit minder wethouders ten val kwamen door een politieke vertrouwensbreuk dan in het afgelopen jaar. Slechts 59 kwamen er politiek tussen de wielen, waarna er uiteindelijk 43 wethouders definitief moesten vertrekken. Ook dat is een laagterecord (zie pagina 18 voor de vergelijkende aantallen). De verklaring voor dit lage aantal politieke vertrouwensbreuken is vooral dat er nauwelijks gemeenten waren waar verstoorde verhoudingen en coalitiebreuken de relaties verziekten. Lag dat aan de wethouders die hun leven hebben gebeterd? Misschien. Lag het aan het feit dat in het eerste deel van de huidige collegeperiode juist in een recordaantal gemeenten wethouders ten val kwamen vanwege verstoorde verhoudingen en coalitiebreuken? Dat speelt absoluut een belangrijke rol, want waar coalities en colleges bij de formatie in 2018 niet goed in elkaar zijn gezet, zijn de politieke correcties in de eerste helft van de collegeperiode al snel uitgevoerd. Heeft corona er wat mee te maken? Dat is niet direct aanwijsbaar. Slechts twee wethouders – Michel Rog (CDA, Haarlem) en Winnie Prins (Leefbaar Zeewolde) – moesten het veld ruimen vanwege een politieke vertrouwensbreuk, ontstaan naar aanleiding van respectievelijk verzet (weigeren QR-code te tonen) en kritiek (het uiten van persoonlijke opvattingen op Facebook over de coronavaccinaties). Wel lijkt het erop dat het online vergaderen door gemeenteraden mogelijk een dempend effect heeft op het aantal valpartijen. Bekend is dat raadsleden het een groot gemis vinden dat zij bijna het gehele jaar thuis vanachter een pc met elkaar moeten vergaderen. Ze missen het persoonlijke contact in raadszaal en wandelgangen om zaken te bespreken. Daar
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 18 ONDERZOEK WETHOUDERS TOTAAL POLITIEK TE WETHOUDERS PER J N VAL GEKOME JAAR* 2002 (vanaf GR) 2003 waar een fysieke vergadering in de raadszaal kan ontaarden in een onvoorspelbare leeuwenkuil, schept digitaal vergaderen afstandelijkheid. Tegelijkertijd is het niet zo dat in de periode na de zomervakantie, toen er een paar maanden weer volop fysiek werd vergaderd, ineens een groot aantal wethouders politiek is afgerekend. VERTROUWEN Elke valpartij over een politieke vertrouwensbreuk trekt de aandacht en raakt wethouders. Spraakmakend is de tweede coalitiebreuk in deze periode in Arnhem. Waar een coalitiebreuk in de regel voldoende is om tijdens een collegeperiode de verhoudingen te verbeteren, gaat het in Arnhem in 2021 voor de tweede keer mis. Dit keer komt de coalitie ten val als VVD, GroenLinks en PvdA de stekker uit de samenwerking trekken met D66. De Democraten wordt verweten dat zij in een debat over het rapport over ongelijke, discriminerende behandeling in het personeelsbeleid op het stadhuis een motie van de oppositie steunen tegen PvdA-wethouder Martien Louwers. Het luidt het einde in van het wethouderschap van D66’er Hans de Vroome. Een vertrouwd beeld is dat integriteitskwesties, zoals gebruikelijk, de meest spraakmakende valpartijen te zien geven. En opnieuw moeten enkele wethouders tot hun schande ervaren dat er geen juridisch volmaakt bewijs nodig is van niet-integer handelen. Een schijn van niet-integer handelen of een schijn van belangenverstrengeling is voldoende, zo moeten in het afgelopen jaar CDA-wethouder Jan Loonen in Venray en de Somerense wethouder Guido Schoolmeesters ervaren. Loonen sneuvelt op een omstreden gronddeal met het waterschap. Hij heeft volgens onderzoeksbureau Berenschot gehandeld conform de gemeentelijke integriteitscode, maar heeft ook de schijn van belangenverstrengeling gewekt. Voor de raad is de maat vol, want ‘deze wethouder lijkt te denken dat alles is toegestaan dat niet bij wet verboden is’, zegt VVD-raadslid Bas Künen. Schoolmeesters wordt door de Somerense raad weggestuurd vanwege mogelijk niet-integer handelen bij het toedelen van een nieuwbouwwoning aan zijn zoon. Schoolmeesters moet met ontslag worden gestuurd omdat hij de betekenis van een aangenomen motie van wantrouwen 2004 2005 88 89 58 77 121 96 42 2006 58 2007 77 2008 121 2009 2010 42 2011 91 2012 112 2013 75 2014 31 2015 87 2016 119 2017 79 2018 46 2019 125 2020 109 2021 59 * Het voorlaatste jaar voor de raadsverkiezingen is in oranje gedrukt Het wethouderschap is topsport weigert te aanvaarden. Hij vecht tot op de dag van vandaag zijn ontslag aan. ONGEWENST GEDRAG Andere spraakmakende integriteitskwesties tonen dat er nog steeds wethouders zijn die niet beseffen dat voorbeeldgedrag belangrijk is, en dat zij zich in de ivoren toren van de lokale macht niet alles kunnen permitteren. De Amsterdamse wethouder Laurens Ivens (SP) en Frank van Wel (VVD) in Loon op Zand maken zich schuldig aan ongewenst gedrag jegens ambtenaren. Ivens blijkt dat al jarenlang te doen, maar op zijn vertrek wordt pas aangestuurd als er eindelijk aangifte is gedaan. Van Wel blijkt ‘te volhardend kameraadschappelijke betrekkingen’ te hebben aangeknoopt met een ambtenaar, maar wast bij zijn vertrek zijn handen in onschuld: ‘Er is niets gebeurd wat ik thuis niet wil of kan uitleggen.’ Dat macht het wethouderschap beïnvloedt, toonde ook het aftreden van Robert Scholten (De Nieuwe Lijn) in Epe. Hij blijkt niet alleen te jokken over de vraag of hij wist dat er bij een bedrijven terrein twee uitritten moesten worden aangelegd. Volgens Scholten was het een oprechte vergissing. ‘Als ik doelbewust had gelogen, zou ik hier nu niet meer zijn. Dat is een politieke doodzonde.’ Hij blijkt bovendien de appjes en andere berichten op zijn telefoon regelmatig te wissen om te voorkomen dat hij later bij mogelijke WOB-verzoeken allerlei informatie moet overhandigen. Volgens Scholten was dat onhandig, ging het om huis-, tuin- en keukenappjes en worden er tegen hem en zijn partij politieke spelletjes gespeeld. VERANTWOORDING Het Wethoudersonderzoek 2021 is uitgevoerd door DeCollegetafel in opdracht van Binnenlands Bestuur. De gegevens zijn verzameld op basis van publicaties op websites van dagbladen, nieuwsmedia, politieke partijen en alle gemeenten. Voor details: zie rubriek Personalia. Voor meer informatie, zie: www.decollegetafel.nl Bron: De Collegetafel, Wethoudersonderzoek 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 19 Na enkele grensoverschrijdende gedragingen IN DE CLINCH wordt een ambtenaar voorwaardelijk ontslagen. In zijn proeftijd gaat hij weer de fout in. Maar zijn die valse opmerkingen over zijn teamleider zo ernstig dat het ontslag daadwerkelijk moet worden uitgevoerd? PROEFTIJD: GEEN PLAATS VOOR NIEUWE FOUTEN Jan* is sinds 1991 werkzaam bij de gemeente Amstelveen. Hij is kennelijk niet de meest betrouwbare ambtenaar, omdat het college nogal wat foute gedragingen constateert. Zo verlaat Jan, tijdens zijn dienst, zeer regelmatig zijn wijk om niet-werkgerelateerde redenen. Verzamelt hij bedrijfsafval in ‘in ruil voor’ een kop thee of koffie. ‘Verdoet’ hij veel werktijd met deze activiteiten en pauzeert dus aanmerkelijk meer dan is toegestaan. En hij maakt ongefundeerde en kwetsende opmerkingen over collega’s en leidinggevenden. Voor het college zijn dat genoeg aanleidingen hem, wegens plichtsverzuim, de disciplinaire straf van voorwaardelijk ongevraagd ontslag op te leggen, met een proeftijd van één jaar. Die straf wordt niet ten uitvoer gelegd als Jan zich gedurende de proeftijd niet schuldig maakt aan soortgelijk of ander ernstig plichtsverzuim. Een half jaar later is het echter zo ver. Jan laat zich wederom beledigend en beschuldigend uit over andere medewerkers. Zoals over zijn teamleider, die volgens Jan een donkere collega zou voortrekken vanwege diens uiterlijk, dat zou beantwoorden aan de (seksuele) voorkeur van de teamleider. Het college wil vanwege dit gezagsondermijnende gedrag, wat plichtsverzuim oplevert, het voorwaardelijke strafontslag omzetten in een onvoorwaardelijk ongevraagd ontslag. De rechtbank Amsterdam houdt dat echter tegen. De opmerking van Jan over zijn teamleider is kwetsend en daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan ‘soortgelijk ‘De opmerking over zijn teamleider is kwetsend’ Wel heeft deze belangenafweging beperkte betekenis. Alleen onder bijzondere omstandigheden kan van het college worden verlangd dat het afziet van tenuitvoerlegging als de voorwaarde voor die tenuitvoerlegging is vervuld. Er moet vooral worden gekeken of de voorwaarde (niet nóg eens plichtsverzuim) is geschonden. Daarnaast is geen plaats voor een evenredigheidstoetsing. Dat Jan zich heeft schuldig gemaakt aan plichtsverzuim’ als bedoeld in het ontslagbesluit. Maar dit is echter niet zo zwaarwegend dat het college, gelet op de belangen van Jan, het ontslag mag doorzetten: ontslag is niet evenredig aan het plichtsverzuim. Tegen die uitspraak gaat het college in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep zegt: beoordeeld moet worden of de gestelde voorwaarde voor de tenuitvoerlegging is vervuld en, zo ja, of het college de voor die tenuitvoerlegging in aanmerking te nemen belangen heeft afgewogen en in redelijkheid tot die tenuitvoerlegging heeft kunnen komen. ADVERTENTIE inzicht in de maatschappij atlasresearch.nl Welke kansen bieden stedelijke regio’s aan hun bevolking? En waarom presteert de ene regio beter dan de andere? ‘soortgelijk plichtsverzuim’ is ook toerekenbaar, omdat hij de ontoelaatbaarheid van dat gedrag kon inzien en ernaar kon handelen. Jan brengt in dat hij nog last heeft van een eerdere hypofyseoperatie: hij kampt met stemmingswisselingen en een verhoogde prikkelgevoeligheid. Maar dat kan hooguit het gedrag van Jan verklaren, aldus de Raad in zijn uitspraak van 17 december 2021, maar niet dat hij de ontoelaatbaarheid van de gedraging niet kon inzien. Daarmee is voldaan aan de voorwaarde dat hij zich niet opnieuw schuldig zou maken aan plichtsverzuim. Het college kon in redelijkheid het voorwaardelijk strafontslag uitvoeren. Een evenredigheidstoetsing kan achterwege blijven. De vraag die de rechtbank eerder opwierp (is het plichtsverzuim zwaarwegend genoeg om over te gaan tot strafontslag) is dus niet aan de orde. Ook Jans leeftijd en de duur van zijn dienstverband zijn onvoldoende zwaarwegend. Het college mag Jan ontslaan. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:3218
Pagina 20
20 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: ALEXANDER LEEUW BEELD: SHUTTERSTOCK De voorspelde rampen met Log4j bleven tot nu toe uit. Maar aanvallers zijn alweer op zoek zijn naar andere vormen van toegang. Scannen, patchen en beveiligen blijft voor gemeenten de komende jaren het motto. ‘Incidentbestrijding is nog geen sluitende, vanzelfsprekende, systematisch ingebouwde reflex.’ ONVEILIGHEID NEEMT VERDER TOE BEDRIEGLIJKE DIGITALE RUST Kwetsbaarheden in software zijn steeds vaker een manier voor aanvallers om digitaal bij organisaties binnen te dringen. Deze conclusie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid zou niet actueler kunnen zijn. Maar het komt uit een rapport over de beveiligingslekken die ontstonden bij duizenden organisaties vanwege de kwetsbaarheden in Citrixsoftware. Dat begon rond de jaarwisseling van 2019 naar 2020 en nog steeds gebruiken aanvallers deze kwetsbaarheden. Nu, twee jaar later, is er wederom geruchtmakende kwetsbaarheid: Log4j. Deze is echter veel wijdverspreider. ‘Blijf alert, ook tijdens de feestdagen’, adviseerde het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Log4j is onderdeel van veel verschillende applicaties en apparaten en de inschatting is dat iedere gemeente ermee te maken heeft. Op het moment van schrijven zag het NCSC nog slechts kleinschalig misbruik, maar ‘de verwachting is dat dit misbruik zal toenemen. Daarom blijven we waarschuwen voor aanvallen met een potentieel grote impact en adviseren organisaties nog steeds om zich voor te bereiden op dergelijke scenario’s.’ Log4J is een loggingtool voor Java, waarbij Java de programmeertaal van de software is. Het wordt vrijwel overal voor gebruikt en het is makkelijk uit te buiten. Dat maakt de kwetsbaarheid een wereldwijd probleem dat vrijwel elke sector treft. Zelfs als een gemeente voor de eigen organisatie BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 21 ‘ We blijven waarschuwen voor aanvallen met potentieel grote impact’ twee derde van gemeenten en provincies. Het is onbekend hoeveel organisaties zijn getroffen, omdat de meeste niet naar buiten treden als ze zijn aangevallen, maar het totaal is ‘in potentie groot’: toen de aanvallen in januari 2020 begonnen, waren er ruim vijfhonderd servers waar aanvallers relatief eenvoudig konden binnenkomen. geen Log4j gebruikt, kun je worden geraakt als je zaken doet met een partij die wel Log4j hanteert. Wanneer een gemeente informatie verwerkt in een kwetsbare cloudapplicatie, dan loopt die informatie risico. En zwakheden op ‘losse’ systemen van thuiswerkers kunnen worden uitgebuit om de netwerksecurity van het hele bedrijf aan te tasten. De bekendste kwetsbaarheid die naar voren kwam was Log4Shell. De ‘log’ staat voor het loggen oftewel vastleggen van gebeurtenissen. Wanneer iemand bijvoorbeeld op een link klinkt die niet werkt, komt er een foutmelding. De webserver waarop die website draait, noteert met Log4J die gebeurtenis ten behoeve van de gebruikers en eigenaars. Log4j is dus slechts bedoeld om informatie vast te leggen, maar het blijkt informatie die op een bepaalde manier wordt geformuleerd op te vatten als commando’s. Met de juiste code kunnen aanvallers servers opdrachten geven en ze overnemen. De eigenaar wordt buitengesloten en alleen de aanvaller kan er dan nog bij. Misbruik en afpersing worden zo makkelijk. KWETSBAAR Zoiets gebeurde ook met Citrix. ‘Direct in de weken na de bekendmaking van de softwarekwetsbaarheid drongen aanvallers de digitale systemen van verschillende organisaties binnen’, schrijft de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het onlangs verschenen rapport. Op 17 december 2019 maakte de Amerikaanse softwarefabrikant bekend dat een aantal van hun softwareproducten kwetsbaar waren en op 17 januari adviseerde het NCSC Nederlandse gebruikers hun Citrix-servers uit te zetten. De software werd gebruikt door ‘Bekend zijn dat een gemeente, ziekenhuis en verschillende overheidsorganisaties getroffen waren.’ ‘Organisaties hebben steeds minder tijd om kwetsbaarheden te verhelpen voordat servers wereldwijd worden aangevallen’, concludeert de Onderzoeksraad. Aanvallers kunnen organisaties bovendien ook raken via de ketenpartners – de keten is zo sterk als de zwakste schakel. De Onderzoeksraad wijst op ‘opvallende overeenkomsten’ tussen de onderzochte voorvallen: organisaties, en mensen die van deze organisaties afhankelijk zijn, waren digitaal onveilig omdat zij kwetsbare software gebruikten. Uit de reacties van fabrikanten, gebruikers en incidentbestrijders blijkt verder dat ‘incidentbestrijding nog geen sluitende, vanzelfsprekende, systematisch ingebouwde reflex is’. In veel gevallen bereikten de waarschuwingen de organisaties niet. En (vrijwillige) beveiligingsonderzoekers spelen ‘een cruciale rol’ in de incident bestrijding. ONVEILIG Een van de lessen is volgens de Onderzoeksraad dat het gebruik van software ‘inherent onveilig’ is. Gebruik gaat altijd gepaard met risico’s en onkwetsbare software bestaat niet. Hoe ouder de software wordt, hoe meer kwetsbaarheiden er ontstaan. Softwarefabrikanten bouwen voort op bestaande producten en voegen functies toe die de software complexer maken. Ook de programmeertaal, hergebruik en (inconsistente) lagen in de architectuur kunnen zorgen voor kwetsbaarheden. ‘De ongelijke verhouding tussen fabrikanten en afnemers van softwareproducten dwingt te weinig af dat fabrikanten zich inspannen om de veiligheidsrisico’s te beheersen.’ Wet- en regelgeving biedt weinig mogelijkheden om fabrikanten te dwingen, afnemers vinden het moeilijk om eisen te stellen en veel afnemers hebben niet de juiste kennis en capaciteit om eisen te stellen en te controleren. ‘Daarmee worden kwetsbaarheden in software een probleem van de afnemer.’ Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Onderzoeksraad, geeft in gesprek met AG Connect een mogelijke oplossing voor de relatie met leveranciers: een niet-commercieel, centraal orgaan met breed mandaat dat wél contact op kan nemen met kwetsbare partijen. Al moet die intermediair niet een nieuwe tussenlaag zijn die tijd opslokt. Ook plaatst Dijsselbloem Citrix in een langere traditie: ‘Het is eigenlijk begonnen bij DigiNotar.’ Iraanse hackers vielen die certificaatuitgever in 2011 aan en gebruikten de systemen van het Nederlandse bedrijf om valse certificaten te verstrekken voor Google-domeinnamen, onder meer om mailverkeer te kunnen aftappen. De Onderzoeksraad onderzocht die hack. Later, in 2018, onderzocht de Onderzoeksraad de cybersecurity in de zorg vanwege ransomware-aanvallen op ziekenhuizen waardoor de spoedeisende hulp tijdelijk werd gesloten en operaties niet konden worden uitgevoerd. ‘Dus dit is nu het volgende rapport in een reeks.’ RUSTIG En dan nu Log4j. De Informatiebeveiligingsdienst (IBD) laat weten dat Log4j veel wijdverspreider is dan Citrix: ‘Log4j zit in tienduizenden softwarepakketten en hardwarecomponenten. Het maakt Log4j-kwetsbaarheden urgent voor alle organisaties. Niet alle organisaties maken gebruik van Citrix.’ Volgens de IBD zijn gemeenten vanaf het begin voortvarend met de kwetsbaarheid aan de slag gegaan en de feestdagen zijn dan ook digitaal rustig verlopen. ‘Er zijn ons geen gevallen van succesvol misbruik of andere incidenten betreffende Log4j bekend.’ Er was wel een nieuwe kwetsbaarheid ontdekt tussen kerst en oud & nieuw en daarvoor is een nieuwe patch gekomen. Zo blijven organisaties bezig met scannen, patchen en beveiligen. En zo blijven aanvallers zoeken naar een ingang en, eenmaal binnen, naar manieren om hun toegang uit te breiden. Mogelijk nog jarenlang.
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 22 ESSAY CORONACRISIS FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP-HH FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY REGIONALE AANPAK CRISIS EEN DROOM Het kabinet maakte bij de tweede lockdown, najaar 2020, bekend te moeten afwijken van de regionale aanpak van de corona-crisis. Kort daarvoor had het kabinet juist ingezet op het inpassen van lokale en regionale besluiten, zodat het virus lokaal de kop in kon worden gedrukt. Toen de besmettingen weer opliepen werd teruggegrepen op nationale regie. Dat was de start van gerommel tussen rijk en regio. De economie heeft volgens Jurian Edelenbos en drie van zijn EUR-collega’s baat bij een gedifferentieerde aanpak, maar dat blijkt vanuit bestuurskundig perspectief lastig uit te voeren. In Nederland zijn taken en verantwoordelijkheden traditioneel belegd bij verschillende bestuurlijke lagen. We zijn een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Hoe de verschillende bestuurlijke lagen zich tot elkaar verhouden is al langer onderwerp van gesprek. Denk bijvoorbeeld aan: “je gaat erover of niet” (Regeerakkoord, 2010) en “werken als één overheid” (Studiegroep IFV, 2020). De verhoudingen tussen de lagen worden zo besproken, aangepast en ingevuld. Volgens de studie Droomland of Niemands land (Raad voor het Openbaar Bestuur, 2021) met uitgangspunten voor regionaal bestuur zou er ruimte moeten zijn voor bestuurlijk maatwerk waarbij regio’s ruimte moeten krijgen om opgaven op te pakken op een wijze die past bij het gebied. Maar hoe zit dit in de dagelijkse praktijk van de COVID-19 crisis? Is regionaal maatwerk daarin onrealistische droom of een mogelijke realiteit? Met name tijdens en na de zomer van 2020 speelde het vraagstuk van regionaal maatwerk om adequaat te kunnen reageren op economische en maatschappelijke effecten als gevolg van corona. Eerst leken er beleidsinstrumenten in de gereedschapskist van de regio te komen waarmee regionaal maatwerk kon worden gerealiseerd, maar na de zomer van 2020 werden toch weer landelijke maatregelen genomen. Waarom de stap naar regionaal maatwerk niet werd gezet en wat hierbij de overwegingen van het kabinet waren blijft tot nu toe onduidelijk. Kort na het begin van de coronacrisis werd duidelijk dat het coronavirus niet landen trof, maar regio’s binnen landen. Per regio kon het aantal besmettingen enorm verschillen. In Nederland werden ongeacht het aantal besmettingen alle regio’s onderworpen aan dezelfde landelijke aanpak en regels die daarmee gepaard gingen. De impact van de maatregelen op de regio’s waar de besmettingsaantallen relatief beperkt waren, was hierdoor onevenredig groot. Hierdoor groeide de vraag naar regionaal maatwerk. DIFFERENTIËREN Begin september 2020 stelde het kabinet voor om te differentiëren per regio. Afhankelijk van het aantal besmettingen konden dan bepaalde maatregelen worden toegepast. Premier Rutte kondigt aan dat het kabinet bij het nemen van maatregelen de regionale situatie als uitgangspunt neemt. Hij zegt daarbij: ‘Die regionale en lokale aanpak is de kern van onze strategie, we willen het virus zo hard en precies mogelijk raken met zo min mogelijk negatieve gevolgen voor de economie en de samenleving.’ Het aantal besmettingen loopt echter hard op. Regio’s nemen zelf niet het initiatief tot extra maatregelen. De rijksoverheid kondigt op 18 september extra maatregelen aan voor een zestal veiligheidsregio’s. Als het aantal besmettingen nog verder oploopt, wordt op 28 september het einde van de regionale strategie aangekondigd. In de woorden van minister De Jonge: ‘We schalen de regionale aanpak dus tijdelijk op naar een landelijke, om het virus voor te blijven en de pas af te kunnen snijden.’ In juni 2021, bijna een jaar na het opschalen naar een landelijke aanpak, komt de ontevredenheid tussen het rijk en de regio’s bovendrijven. De Jonge meldt dat het kabinet voortaan per regio lockdownmaatregeESSAY 23 len afkondigt in geval dat het coronavirus weer mocht oplaaien. Hij voegt daaraan toe: ‘De les van vorig jaar is dat je niet moet zeggen: “Kijk zelf maar wat verstandig is.” Dan zie je dat men het in die regio’s spannend vindt om maatregelen te nemen.’ De burgemeesters voelen zich in hun hemd gezet. Blijkbaar heeft het rijk geen vertrouwen in de regionale capaciteit om adequaat te handelen. Deze discussie heeft tot nu toe niet geleid tot het veranderen van de landelijke aanpak. Het regionale schaalniveau is om meerdere redenen een wenselijk vertrekpunt om de COVID-19 crisis aan te pakken (droomland), maar tot nu toe komt dit niet van de grond (niemandsland). Vanuit ons onderzoek willen wij graag een aantal observaties delen dat mogelijk ten grondslag ligt aan het niet kunnen realiseren van regionaal maatwerk in de COVID-19 crisis. OVER DE SCHUTTING Zowel het kabinet als de burgemeesters wilden meer mogelijkheden voor regionaal maatwerk. Er zou meer autonomie bij de regio’s komen, maar daarop werd door het kabinet niet meteen enthousiast gereageerd. Aan de andere kant waren of werden de burgemeesters niet goed voorbereid op de overgang van een landelijke naar een regionale aanpak. Zij hadden het gevoel dat het stokje over de schutting naar de regio werd gegooid zonder een specifieke invulling van de verantwoordelijkheden: zo, nu zijn de regio’s aan zet. Zo hebben rijk en regio bijvoorbeeld niet gezamenlijk toegewerkt naar een duidelijk verhaal en een gedeeld plan van aanpak voor de transitie van een landelijke naar een regionale aanpak. Er werd wel gewerkt aan de routekaart, met een regionaal dashboard ‘ Er is niet gezamenlijk toegewerkt naar een duidelijk verhaal’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022
Pagina 24
Een woning voor opa Cees Omdat zijn hart bij zijn kleinkinderen ligt We willen graag dat opa Cees in de buurt van zijn kleinkinderen kan wonen. Dat is belangrijk voor opa Cees, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Den Haag of Diemen? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt ESSAY 25 ‘ Burgemeesters voelden zich vol in de wind gezet’ JURIAN EDELENBOS IS HOOGLERAAR BESTUURSKUNDE IN HET BIJZONDER INTERACTIEVE VORMEN VAN BESTUUR AAN DE AFDELING BESTUURSKUNDE EN SOCIOLOGIE VAN DE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM en een gereedschapskist die uitkomst zouden moeten bieden voor regionaal maatwerk. Een ‘gereedschapskist’, gevuld met gerichte maatregelen waarmee de burgemeesters snel en plaatselijk kunnen ingrijpen om de brandhaarden adequaat te kunnen bestrijden, dacht het kabinet in de zomer van 2020. De meeste politieke energie ging echter naar het aanslingeren van het testbeleid en de discussies over de coronawet die de noodverordeningen, die sinds maart 2020 van kracht waren, moet vervangen. Pas in augustus begon het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met het uitwerken van een regionaal dashboard. Het duurde tot 23 september voordat de eerste versie van de ‘gereedschapskist’ werd verspreid. Dat is één dag voordat het kabinet door de oplopende besmettingen nog maar één uitweg zag: het invoeren van landelijke maatregelen, strak geregisseerd vanuit Den Haag. De urgentie om vanuit landelijk oogpunt om instrumenten te ontwikkelen voor regionaal maatwerk lijkt te ontbreken. Daarnaast lijkt het houden van snelheid ook belangrijker te zijn geweest. De observatie dat de overgang van een landelijke naar een regionale aanpak nog onvoldoende was uitgevoerd toen de praktijk erom vroeg blijft daardoor overheersen. HETE AARDAPPEL Toen het kabinet in september 2020 aangaf dat de regio’s nu aan zet waren, voelden de burgemeesters zich door het kabinet vol in de wind gezet. Het bestuurlijke instinct zegt namelijk dat je aan dit dossier je handen kan branden. Dan zou het verstandiger kunnen zijn om de hete aardappel op het bord van het kabinet te laten liggen. Daarnaast is de uitvoerbaarheid van regionale differentiatie lastig: je doet als burgemeester niet snel beloftes waarvan je weet dat je die niet kan waarmaken. De situatie kan ontstaan dat maatregelen in de ene regio strenger zijn dan in een naastgelegen regio. De druk van ondernemers en bewoners op bestuurders neemt dan toe. Het creëren van regionale verschillen gaat in tegen het principe van gelijke behandeling. Dat voelt onrechtvaardig. Leg dat maar eens uit aan burgers en ondernemers. Daarnaast heb je nog het waterbedeffect: ruimtelijke neveneffecten van plaatsgebonden maatregelen. Mensen trekken naar regio’s waar ze datgene kunnen doen wat in hun eigen regio op dat moment niet tot de mogelijkheden behoort, bijvoorbeeld om daar te winkelen en naar het café te gaan. Dat maakt het noodzakelijk dat er overleg plaatsvindt tussen regio’s waarbij hun bestuurlijke vermogen op de proef wordt gesteld. Bij het nemen van besluiten op landelijke of regionale schaal hoort eindverantwoordelijkheid. Er was besluiteloosheid vanuit het rijk over wie op welke wijze eindverantwoordelijk zou worden bij regionaal maatwerk. Het kabinet keek naar de burgemeesters en de burgemeesters keken naar het kabinet. Ze stonden in een impasse. Geen van de partijen bracht de afstemming tussen rijk en regio op gang. Over de overdracht van landelijk naar regio was te weinig nagedacht en er was niet gehandeld om dit proces gezamenlijk aan te gaan. Toen de coronabesmettingen in september 2020 opliepen, liep de kar die van landelijk naar regionaal moest rijden vast in de bestuurlijke modder. HECHT BLOK Vanaf het begin van de pandemie heeft het rijk de regie strak in handen. De crisissituatie vroeg daarom en over het algemeen, met de ervaringen van de intelligentie lockdown, was er geen directe reden om dat aan te passen. De strakke regie door het rijk heeft wel tot gevolg dat de regiobestuurders moeilijk in beeld konden komen. Op centraal niveau was een hecht machtsblok ontstaan met de Ministeriele Commissie Crisis Beheersing (MCCB), de Interdepartementale Commissie Crisis Beheersing (ICCB) en het Outbreak Management Team (OMT). Het MCCB is het kernteam, en bestaat uit de ministers die uiteindelijk de politieke beslissingen nemen. De MCCB heeft een belangrijke rol in de besluitvorming. Er is in aanloop overleg, met RIVM-directeur Jaap van Dissel, met de coalitiefracties in de Tweede Kamer en met burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen, die de 25 veiligheidsregio’s vertegenwoordigt. Voor lokale bestuurders was het hechte blok slecht toegankelijk. De MCCB en vooral minister De Jonge van Volksgezondheid konden aanwijzingen blijven geven richting de regio’s en daarmee centraal sturen. Lokale keuzes en mogelijkheden tot regionaal gedifferentieerde maatregelen bleven beperkt. De 25 regioburgemeesters met de minister van Veiligheid en Justitie kwamen (op maandagen na het centrale overleg) wel samen in het Veiligheidsberaad, maar ruimte en tijd voor inbreng en discussie was er niet of nauwelijks. De maatregelen werden medegedeeld en sommige burgemeesters communiceerden na afloop de hoofdlijnen aan hun collega’s in de regio zodat die konden anticiperen. Anderen pas na het kabinetsbesluit dinsdag, omdat er nuanceverschil kan zijn tussen maandag en dinsdag. Alles stond in het teken van de uitvoering van landelijk afgekondigde maatregelen. De roep om regionale differentiatie is dikwijls te horen, de acties en maatregelen zijn vooralsnog (overwegend) landelijk. We hebben drie observaties gedeeld die verklaren waarom regionale differentiatie in tijden van corona vooralsnog een droom blijft: de wens om snel en efficiënt te kunnen handelen, de moeizame dialoog tussen rijk en regio over corona als politiek heet hangijzer, en de gesloten besluitvormingscultuur zijn belangrijke verklaringen waarom regionale differentiatie in de corona-aanpak niet van de grond is gekomen. Het rijk wil graag ‘in control’ blijven, er vindt weinig dialoog en afstemming tussen rijk en regio plaats behalve als het gaat om het doorgeleiden van rijksmaatregelen naar regionaal en lokaal bestuurs niveau. De regio is afwachtend als het gaat om het overpakken van verantwoordelijkheid en zit niet aan de overlegen beslistafel die vooral op rijksniveau staat. Een crisis vraagt vaak om een centrale aanpak, maar dat betekent niet dat dit vanzelfsprekend de beste aanpak is. De centrale aanpak die vanaf het begin van de crisis is gevolgd, is eigenlijk stilaan gecontinueerd. De interactie tussen rijk en regio komt niet vanzelfsprekend tot stand. Het bestuurlijk vermogen schiet op dit vlak nog te kort. Jurian Edelenbos schreef dit essay samen met de onderzoekers Jitske van Popering-Verkerk, Marijn Stouten en Mattijs Taanman BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022
Pagina 26
26 ACHTERGROND GREETJE BOS DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: ERALD VAN DER AA / ANP-HH Breda gelooft in inzet van inwoners bij het veilig en leefbaar houden van de gemeente. Er is al tien jaar een groot buurtpreventienetwerk. Scheidend wethouder leefbaarheid en wijkveiligheid Greetje Bos (VVD) blikt terug op de behaalde resultaten. ‘Na elke campagne gaat het aantal meldingen omhoog.’ GREETJE BOS OVER BREDASE AANPAK WEERBARE STAD ‘ IK GELOOF STERK IN PREVENTIE’ Hoe veilig en leefbaar is Breda nu? Bos: ‘We hebben een behoorlijk leefbare en veilige stad. Als ik weleens over de stadsgrenzen kijk, dan hebben we hier niet te klagen. Onze problematiek bestaat uit digitale ongelukken en ondermijnende criminaliteit. En er is ook een groeiende tweedeling tussen het noorden en de rest van de stad.’ Is het veiliger en leefbaarder dan voor u aantrad? Bos: ‘Ik ben niet zo hoogmoedig om te denken dat het door mij komt. Ik heb mazzel met de ambtenaren in het team weerbare stad. Zij zijn heel gemotiveerd en toegewijd en stonden open voor mijn kennis en visie op digitale buurtpreventie. Nu werken we met cyberambassadeurs en ik heb Jonathan van Eerd, beleidsmedewerker cybercrime [die bij het Teams-interBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 27 ‘Er is een duidelijke verschuiving naar online criminaliteit’ view zit, red] nodig om dat om te zetten in klinkende munt. Die combinatie werkt: mijn visie en het team.’ Is het aantal inbraken vorig jaar opnieuw gedaald? Bos: ‘Specifieke cijfers heb ik niet, maar het aantal inbraken blijft op een redelijk laag niveau. Als het ergens oppopt, dan volgt meteen verhoogde inzet van ons, de politie en de buurtpreventie. Dan is er ook snel resultaat. Door met elkaar op te letten, kunnen we de trend keren.’ In hoeverre heeft corona – de lockdowns en het thuiswerken – daar invloed op gehad? Bos: ‘Nu mensen meer thuiszitten, groeit de animo voor het buurtpreventienetwerk alleen maar. Sommigen moeten zelfs even wachten. Een deel van het succes van deze aanpak is dat mensen het zelf doen en wij het oppakken. Wij duwen ze de markt in. Ze krijgen allemaal instructies en informatie en worden daar ook bij geholpen. Hoe let je goed op? Wat zijn signalen?’ Als de inbraken dalen, zou de criminaliteit kunnen verschuiven naar andere plekken. Bos: ‘We zien een duidelijke toename van online criminaliteit. Het verdienmodel van de crimineel verandert. Fysieke inbraken zijn onzeker, de buurt let op, terwijl online de pakkans een stuk kleiner is.’ Van Eerd: ‘Mensen zijn alert en schakelen snel als ze een busje zien staan of een verdacht persoon.’ U hebt in 2019 de cyberambassadeur gelanceerd. Wat doen zij precies? Bos: ‘Betrokken inwoners krijgen een gratis opleiding van vijf avonden. Ze doen daar fantastische kennis op. Het zijn topavonden met vertegenwoordigers van de gemeente, politie en de Avans Hogeschool.’ Van Eerd: ‘Eerst leren we hen globaal: wat is cybercrime? Wie zijn die cybercriminelen? En dan gaan we door naar het handelingsperspectief: hoe kunnen we cybercrime voorkomen en meer mensen erover informeren? Daarna gaan de ambassadeurs hun opgedane kennis verspreiden. Ze gaan bij scholen langs en zijn bij de start van buurt preventiegroepen.’ Een ander onderdeel van de weerbare stad aanpak is ondermijningssignalering. Daarbij is de opvolging van de meldingen de cruciale succesfactor. Dat lukt nu niet altijd? Bos: ‘Niets is zo ontmoedigend als een melding die niet wordt opgevolgd. Burgers willen wel iets zien. We besteden daar veel aandacht aan door het ‘rond sluiten’ van de keten. Eerst doen we campagnes. Via artikelen in de krant geven we vervolgens terug wat er is gebeurd. Dat leverde mooie successen op. Na elke campagne gaat het aantal meldingen omhoog. We hebben nu e-learning ontwikkeld en als het weer kan, rijdt een safetyhopper door de wijken, waar inwoners informatie kunnen krijgen. Bij de buurtpreventienetwerken stond de laatste keer ondermijning op de agenda. Dat werd heel erg gewaardeerd.’ Wat wel werkt implementeren we in onze lange termijnaanpak, wat minder goed werkt laten we liggen, liet u eerder weten. Wat heeft u laten liggen? Bos: ‘Fysiek contact is heel belangrijk. Dat geeft een bepaalde dynamiek. E-learning of een webinar kan goed werken, maar daarvoor hebben we nieuwe skills nodig. Je moet het actief brengen en er echt aandacht aan besteden. Anders is het een mooi product, maar slijt het ook weer snel.’ Welke impact heeft de ondermijnende criminaliteit op de ontwikkelkansen van de Bredase jeugd? ‘ Geef gemeenten meer middelen voor jeugdprojecten’ Bos: ‘Dat is een moeilijke vraag. Je weet namelijk niet wat je niet weet. Je ziet dat kwetsbare jeugd gevoelig is voor ronselpraktijken en subtiele verleidingstactieken om hand- en spandiensten te verrichten voor de drugsindustrie, zoals pakketjes wegbrengen. Daar is meer nodig dan awareness. Het jongerenwerk is hierin sterk, de gevoelssprieten in de wijken staan aan. De jeugd moet iets anders doen dan met deze ‘stoere jongens’ mee te gaan. We hebben succesvolle projecten moeten wijzigen wegens corona. Daar lopen we tegen dezelfde beperkingen aan als iedereen, maar het is van belang om wel door te blijven gaan. Hier ligt een belangrijke opgave voor de landelijke politiek.’ U vraagt om extra structureel geld uit Den Haag. Waar zou dat naartoe moeten gaan? Bos: ‘Het belang van preventie onder de jeugd moet echt op de agenda komen. Er moeten meer middelen naar gemeenten om goed werkende jeugdprojecten toe te rusten. Je wordt niet gelukkig van een leven in de georganiseerde criminaliteit. Je gaat eraan dood. Dat gun ik ze niet. Er zijn hier allerlei projecten voor, zoals ‘de grote broer en zus-aanpak’. Het moet systemisch, met respect voor de groep. Laat hen meedenken over wat er moet gebeuren. Ik zag eens dat een jongere die een regel had overtreden een sanctie werd opgelegd door de groep: hij werd een rang teruggezet. Dat soort ingrediënten heb je nodig. We moeten the wisdom of the crowd gebruiken: statusverwerving, beloning, trots, erkenning van kwaliteiten. Preventie is een mooi woord, maar moeilijk meetbaar. Toch geloof ik er sterk in. Als je echt investeert in het voorkomen dat jeugd crimineel wordt, dan heb je ook geen zaken. Dan hoeft er ook aan de repressieve kant niks te gebeuren. Dat moeten we meer gaan zien. Laten we daar veel middelen voor inzetten.’ Greetje Bos wordt half januari raadsheer bij het gerechtshof Den Bosch.
Pagina 28
28 SERIE VERKIEZINGEN DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: EVERT ELZINGA/ANP-HH 2022 is het Europees Jaar van de Jeugd. Stemmen voor jongeren van 16 en 17 jaar, zoals het European Youth Forum graag wil, gebeurt al in de landen om ons heen. Maar niet bij ons. Het argument: het Nederlandse puberbrein zou het niet aankunnen. EUROPESE JONGEREN NAAR DE STEMBUS BUITEN NEDERLAND KAN PUBERBREIN STEMMEN WEL AAN In Griekenland, Duitsland, Oostenrijk, België, Estland, Wales, Schotland en op Malta kunnen jongeren al vanaf hun zestiende naar de stembus. Deze landen hebben allemaal regelingen voor volledig of gedeeltelijk – bijvoorbeeld lokaal of regionaal – passief en actief kiesrecht. Malta spant in Europa de kroon. Want daar mogen jongeren vanaf 16 jaar behalve stemmen, ook gekozen wórden en hun zetel innemen. En dat geldt op Malta voor álle verkiezingen. ‘Jongeren betalen vanaf 16 jaar ook belasting als ze werken. Dus moeten ze ook kunnen stemmen. We geloven dat jongeren opener zijn dan volwassenen en minder te verbergen hebben en dat ze juist vanwege hun jonge leeftijd minder gevoelig zijn voor belangenverstrengeling. Ze zijn niet corrupt’, zegt Samuel Azzopardi, regionaal bestuurder van het bij Malta horende eiland Gozo, en lid van het Comité van de Regio’s. LOCO VAN 18 Zo werd Illona Fenech (nu 20) op 17-jarige leeftijd gekozen voor Labour in de gemeente Sliema, gelegen aan de oostkust van Malta: ‘We hebben in BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 SERIE 29 RAADSVERKIEZINGEN In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart zoomt Binnenlands Bestuur met name in op de jongeren. Deel 1: jongeren en stemrecht. ‘ We hebben in Malta zelfs een locoburgemeester die op zijn 17e gekozen werd’ niveau van de deelstaat en/of het lokale bestuursniveau. Of neem Wales en Schotland. Daar mogen 16- en 17-jarigen op lokaal niveau en voor hun nationale parlementen stemmen. In Griekenland stemmen kiezers van 16 en 17 jaar bij de Europese verkiezingen. Malta zelfs een locoburgemeester die op zijn 17e gekozen werd. Die kandidaat kreeg voor zijn partij de meeste stemmen en werd daardoor verkozen als locoburgemeester. In de raad kon hij meteen plaatsnemen, maar het locoburgemeesterschap moest even wachten tot hij 18 was. Want hij was nog niet tekeningsbevoegd voor de bank. Dat zijn geen bestuurlijke regels maar bankregels.’ Voor Illona Fenech was de corruptie op het eiland een reden om de politiek in te gaan, vertelt ze. En juist vanwege die corruptie hebben veel jongeren geen geloof in politiek. Corruptie is een groot probleem op het eiland. Malta deelt met onder meer Italië de 52e plaats op de Corruption Perceptions Index van Transparancy International. Nederland staat in diezelfde index op de achtste plaats. Of haar brein – in Nederland het punt van discussie – het aan kan? ‘Ik denk dat we betere keuzes kunnen maken dan volwassenen. Toen ik net gekozen was, hield ik mij soms stil. Maar nu ik weet hoe het werkt, spreek ik mij gewoon uit.’ Andere EU-lidstaten bewegen eveneens in dezelfde richting, alhoewel het daar vooral om passief kiesrecht gaat. Zo geldt in Oostenrijk een volledig passief kiesrecht voor 16- en 17- jarigen sinds 2007. Voor een zetel moeten ze 18 zijn. België gaat de Europese verkiezingen van 2024 openstellen voor jongeren vanaf 16 jaar, na een experiment voor stemmers van 16 en 17 jaar in Gent. En in Duitsland heeft meer dan de helft van de deelstaten jongerenregelingen voor verkiezingen op het EXPERIMENTEREN In Nederland is dat voorlopig uitgesloten. De kiesgerechtigde leeftijd staat stevig verankerd in de Grondwet. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) heeft het kabinet geadviseerd de Grondwet op dat punt te wijzigen, maar daar wil de regering niet aan: het hecht aan bepaalde zogeheten levensloopzaken in de Grondwet. ‘Dat betekent dat je niet kunt experimenteren, zoals in de landen om ons heen’, zegt Sarah de Lange, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en voormalig lid van de ROB. Precies daartegen liepen de provincies Zeeland en Friesland in 2018 aan toen ze met gezamenlijke ideeën kwamen om de Provinciale Statenverkiezingen voor kiezers van 16 en 17 jaar open te stellen. Minister van Binnenlandse Zaken Ollongren gaf destijds in het AD aan dat de Grondwet geen ruimte biedt voor experimenten. Sindsdien is het stemmen voor pubers wat de provincies betreft een gelopen race. Wel beloofde het kabinet in 2019 al om te werken aan meer vormen van burgerparticipatie voor jongeren. Dat gebeurt door een jongerenparlement dat de Tweede Kamer moet adviseren. En verder krijgt wet- en regelgeving een generatietoets. Sarah de Lange is echter van mening dat de kiesgerechtigde leeftijd uit de Grondwet kan worden gehaald. Wanneer de leeftijd in de ‘gewone’ kieswet wordt opgenomen, kan die bij nieuwe wetenschappelijke inzichten eenvoudiger worden aangepast. Voor 1972 stond de kiesgerechtigde leeftijd, die toen nog 21 was, ook niet in de Grondwet. Nu is het in beton gegoten: voor een Grondwetswijziging is een extra zware procedure nodig. Als de Eerste en Tweede Kamer een Grondwetwijzingingsvoorstel aannemen, wordt de Tweede Kamer ontbonden en volgen verkiezingen. Het idee daarachter is dat zo het volk zich over de Grondwetswijziging kan uitspreken. Na de verkiezingen leest het parlement het voorstel opnieuw en moet de nieuwe Grondwet met twee derde meerderheid worden aangenomen. GEMISTE KANS Een Grondwetswijziging is uiteraard niet onmogelijk. Zo deconstitutionaliseerde de Staten-Generaal eerder de aanstellings wijze van de burgemeester. Maar de kiesgerechtigde leeftijd eruit halen, ziet de regering niet zitten. En dat is volgens Sarah de Lange een gemiste kans. In Nederland loopt de discussie altijd weer vast op het puberbrein dat het niet aan zou kunnen, stelt ze. Opmerkelijk is daarbij dat de Kieswet wel ruimte biedt voor mensen om vóór hun 18e verjaardag op een kieslijst te gaan staan. Als ze gekozen worden, mogen ze die positie vervolgens innemen als ze 18 worden. ‘Dus de wetgever vindt dat je wel volwassen genoeg bent om je verkiesbaar te stellen als je 16 of 17 bent, maar pas met 18 ben je volgens de wetgever geschikt om ook te stemmen of een zetel in te nemen’, zegt De Lange. Volgens haar is het belangrijk dat jongeren mogen stemmen, omdat zij een ander perspectief en een ander belang hebben dan volwassenen bij thema’s als het klimaat en migratie. Volgens haar kunnen jongeren prima hun eigen keuze maken. Tegelijk moeten jongeren wel bij hun stem worden geholpen door ouders of school, zegt De Lange en daarbij is ongelijkheid een zorg. ‘Uit onderzoek blijkt dat hoger
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 30 SERIE VERKIEZINGEN opgeleide jongeren meer politiek zelfvertrouwen hebben dan lager opgeleide jongeren. En daarbij geldt in Nederland ook nog eens dat in het lager voortgezet onderwijs minder uren aan burgerschapskunde worden besteed dan op het vwo.’ Oostenrijks onderzoek toont dat kinderen waarvan de ouders grote politieke belangstelling hebben, zelf ook een hogere interesse aan de dag leggen. Volgens onderzoek van de Universiteit in Wenen blijkt dat burgerschapskunde voor Oostenrijkse jongeren belangrijk is: werkende jongeren hebben minder politieke kennis dan nog schoolgaanden. De oorzaak is volgens de onderzoekers gelegen in het feit dat er minder aandacht voor burgerschapskunde is in het middelbaar beroepsonderwijs. BELANGRIJK Ook Christine Huebner van de Nottingham Trent University noemt de school belangrijk. Zelf deed ze onder meer onderzoek in Wales, en daaruit blijkt dat 16‘ Ruim 10 procent van onze 1.200 leden is onder de 18’ en 17-jarigen niet veel verschillen van oudere stemmers. Iets wat ook in Oostenrijk is vastgesteld. Een lagere kiesgerechtigde leeftijd geeft volgens haar veel voordelen en dat gevoel leeft breder. De Duitse Bertelsmann Stiftung constateert een duurzame stijging van opkomstcijfers, omdat jonge mensen die stemmen ook op latere leeftijd blijven stemmen en schreef daarom: ‘Was Hänschen lernt, verlernt Hans nimmermehr.’ Hoewel je bij kiesrecht normatief de vraag kunt stellen wie tot de burgerij behoort – en in Malta horen de 16-jarigen daarbij – , en wie dus zou moeten mogen stemmen, is de afweging om uit te breiden er in de praktijk vooral een van politiek-opportunistische aard, denkt Huebner. ‘In Schotland was de nationalistische partij, de SNP, vooral voorstander van uitbreiADVERTENTIE ding van het kiesrecht omdat werd gehoopt op meer stemmen voor het onafhankelijkheids referendum.’ Jongeren zijn zeker belangrijk voor politieke partijen, beaamt de Fryske Nasjonale Partij bij monde van fractieleider Sijbe Knol. ‘We richten ons in onze ledenwerving vooral op hen. Ruim 10 procent van onze 1.200 leden is onder de 18. Die hebben veel frisse ideeën. Op persoonlijke titel zie ik graag een uitbreiding van het kiesrecht.’ Hoewel het nog lang kan duren, denkt Sarah de Lange dat Nederland uiteindelijk ook het kiesrecht gaat uitbreiden. ‘We zullen uiteindelijk meegaan op de golven in de ons omringende landen’, zegt ze. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. Democratie maak je. Experts in het openbaar bestuur Onderzoek Advies Interim-inzet DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: MARCO DE SWART / ANP-HH SOCIAAL ACHTERGROND 31 De gedupeerden van de toeslagenaffaire hebben voor hun herstel meer nodig dan alleen financiële compensatie. Daarom bieden gemeenten aanvullende hulp op allerlei leefgebieden. Tegelijkertijd wordt er nog volop aan de hersteloperatie gesleuteld. GEMEENTEN HELPEN GEDUPEERDEN TOESLAGENAFFAIRE EERST DE MENS, DAN DE REGELS JANET RAMESAR staat de pers te woord Het liefst zou Janet Ramesar dichter bij haar zoon wonen. Bijna drie jaar geleden werd hij uit huis geplaatst, toen Ramesar kampte met zware financiële en mentale problemen nadat de Belastingdienst onterecht 30.000 euro aan kinderopvangtoeslag bij haar terugvorderde. Maar verhuizen is geen optie, gezien de oververhitte woningmarkt. In plaats daarvan gaat de gemeente Den Haag haar nu helpen met het verven van haar huis. Dat klinkt misschien als een schrale troost, maar voor Ramesar heeft het betekenis. ‘Ik heb veel moeite gehad met mensen in mijn huis ontvangen. Op deze manier kan ik van mijn huis een thuis maken.’ De gemeente bood zelfs aan om de verf te betalen, zonder dat Ramesar daarom vroeg. ‘Doordat mijn consulent goed naar mijn verhaal heeft geluisterd, weet ze dat ik nu weinig geld over heb omdat ik mijn schulden heb afgelost.’ Terwijl de Belastingdienst druk is met de financiële compensatie van slachtoffers van de toeslagenaffaire, bieden gemeenten aanvullende hulp om de levens van gedupeerden weer op orde te krijgen. Het gaat bijvoorbeeld om ondersteuning bij problemen rondom schulden, gezondheid, werk, wonen of opvoeding. Omdat elke gedupeerde een ander verhaal heeft, wordt het hulpaanbod op maat gesneden, zoals ook bij Janet Ramesar. De 36-jarige Ramesar – inmiddels bekend door haar optreden in de documentaire Alleen tegen de Staat – heeft wel lang BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 32 ACHTERGROND SOCIAAL gewacht op hulp vanuit de gemeente. Al in januari 2020, zo’n twee jaar geleden, kaartte ze het in een interview met lokale krant De Posthoorn aan. ‘Ik zou graag willen dat er een casemanager wordt aangesteld door de gemeente voor de Haagse slachtoffers van de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst’, zei ze toen. ‘Iemand die naar alle betrokken instanties fungeert als aanspreekpunt.’ De Belastingdienst kan immers niet alle hulp bieden die toeslagenouders nodig hebben, legt Ramesar uit. ‘De Belastingdienst kan alleen maar geld innen en uitbetalen. Maar in veel gezinnen is er sprake van multi-problematiek. De gemeente is de enige die het totaalpakket in huis heeft om daarbij te helpen.’ Op die manier hoeven gedupeerden maar één keer hun verhaal te doen, en hoeven ze niet zelf bij allerlei verschillen loketten aan te kloppen. PILOT Na dat interview zou het nog een hele tijd duren voordat de gemeentelijke ondersteuning op gang kwam. In april 2020 zet de Belastingdienst een pilot met drie gemeenten op om te onderzoeken hoe de ondersteuning moet worden ingericht. Halverwege 2020 worden er in verschillende gemeenteraden, waaronder Den Haag, moties aangenomen die oproepen een gemeentelijk steunpunt voor gedupeerden in te stellen. Maar de samenwerking tussen gemeenten en de Belastingdienst loopt in de maanden daarna stroef (zie kader). En nog steeds lopen gemeenten tegen de traagheid van de Belastingdienst aan, zegt wethouder Petra Molenaar (armoedebestrijding, SP) van Nijmegen, een gemeente die 291 gedupeerde ouders kent. ‘De Belastingdienst moet duidelijk zijn in de communicatie. Er worden allemaal dingen beloofd die niet worden waargemaakt.’ Als voorbeeld noemt ze de belofte van toenmalig staatssecretaris Alexandra van Huffelen (D66) dat alle gedupeerden die zich vóór 15 februari meldden uiterlijk 1 mei hun compensatie binnen zouden hebben. Die deadline werd uiteindelijk niet volledig gehaald. Moeizame samenwerking Sinds het begin van de hersteloperatie voor slachtoffers van de toeslagenaffaire zijn er spanningen tussen gemeenten en de Belastingdienst. In september 2020 is onenigheid over de financiële compensatie voor de hulp aan gedupeerden. Wethouder Peter Heijkoop, die namens de VNG het woord voert op dit onderwerp, toont zich ontdaan en teleurgesteld in de Belastingdienst die weigert beloftes te doen over de kosten van de ondersteuning. ‘We willen het leven van de gedupeerden zo snel mogelijk op de rit krijgen en we hoeven er geen euro aan over te houden’, aldus Heijkoop. ‘Maar dit kunnen we er niet even bij doen. Deze ellende is door de Belastingdienst veroorzaakt.’ Na Heijkoops uitspraken komt er binnen een paar dagen een akkoord over de financiering. Maar het volgende probleem dient zich al snel aan. Gemeenten hebben grote moeite om gedupeerde inwoners op te sporen. Ze willen inzage in de gegevens van mensen die zich bij de Belastingdienst als gedupeerde hebben gemeld. Volgens de Belastingdienst kan dat niet vanwege privacyregels. Over dat knelpunt worden afspraken gemaakt, maar ook daarna loopt het nog niet bepaald soepel. Begin februari 2021 noemt Heijkoop de hersteloperatie een ‘race tegen de klok’. Nog steeds zijn niet alle gedupeerden in beeld. Bovendien is er nog geen duidelijkheid over wat er gebeurt met de schulden van gedupeerden. De Catshuisregeling, die 30.000 euro compensatie belooft aan alle slachtoffers, is inmiddels aangekondigd, maar er is nog geen regeling om schulden van slachtoffers kwijt te schelden, waardoor het risico bestaat dat het compensatiebedrag in de zakken van schuldeisers verdwijnt. Dat zorgt voor vertraging in het herstelproces, waarschuwt Heijkoop. In het najaar van 2021 ziet de VNG zich wéér genoodzaakt aan de bel te trekken. Eind oktober kondigt het kabinet aan dat de hersteloperatie aanzienlijk wordt uitgebreid: ook kinderen en ex-partners van toeslagenouders komen in aanmerking voor compensatie. De VNG vindt dat het kabinet te hard van stapel loopt. Zorg eerst dat de bestaande hersteloperatie goed loopt voordat je nieuwe beloftes maakt, is de boodschap. ‘Niets is frustrerender voor gedupeerde ouders dan het presenteren van nieuwe plannen en regelingen die later toch weer niet uitvoerbaar blijken te zijn’, schrijft de VNG. ‘Dat schaadt het delicate proces van herstel van vertrouwen.’ Dat beeld bevestigt Mathilde Makris, een van de medewerkers bij het Nijmeegse steunpunt voor gedupeerden. ‘Ik begeleid een vrouw die haar werk heeft verloren en diep in de put zit. Die ligt nu bij de psychiater op de bank, met name omdat de Belastingdienst zo traag is met het bieden van duidelijkheid. Ik kan haar niet verder helpen zolang de Belastingdienst niet meewerkt.’ Het steunpunt voor toeslagenouders werkt vanuit de zogenaamde doorbraakaanpak. ‘Dat betekent dat we alle leefgebieden coveren’, legt wethouder Molenaar uit. ‘Ik hoor dat we daar best uniek in zijn.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 33 De doorbraakaanpak is bedoeld om verschillende soorten problemen in één traject aan te pakken, en sluit daarom goed aan bij de behoeften van toeslagenouders. Die kampen immers vaak met multi-problematiek, zoals Janet Ramesar al twee jaar geleden constateerde. Molenaar: ‘Onze aanpak is gestoeld op kijken naar de totale persoon. Gedupeerden hebben vaak heel diverse hulp nodig. Behalve schulden hebben ze ook vragen over het contact met de Belastingdienst, huisvesting, opvoeding, uithuisplaatsing van kinderen of gezondheidsklachten. Het doet nogal wat met mensen.’ SLOGAN ‘Het credo is: eerst de mens, dan de regels’, vult hulpverlener Mathilde Makris aan. Om die slogan waar te maken, is het belangrijk om goed te luisteren naar de gedupeerden, weten de medewerkers van het team inmiddels. Ramesar bevestigt dat: ‘Mijn zaakbehandelaar bij de Belastingdienst heeft nooit naar mijn verhaal gevraagd. Maar mijn consulent bij de gemeente heeft echt geluisterd. Superfijn.’ Ramesar raadt gemeenten aan om ruim de tijd te nemen voor gesprekken met toeslagenouders. ‘Plan een kwartiertje extra in. Het is belangrijk om zo’n gesprek niet af te raffelen. Als mensen het gevoel hebben dat er niet wordt geluisterd, komen ze niet meer terug.’ Een andere manier om gedupeerden de kans te geven hun verhaal te doen, is door ze in contact te brengen met lotgenoten. De gemeente Nijmegen heeft daarom een lotgenotengroep opgezet, die inmiddels door de gedupeerden zelf wordt gerund. ‘Het is mooi om te zien hoeveel steun ze aan elkaar vinden’, aldus teammanager Trude Ariaans. Ook in Den Haag is er interesse in zo’n praatgroep, ziet Janet Ramesar. ‘Ik ben er zelf ook uitgekomen door te praten met anderen. Het praten is echt ontzettend belangrijk.’ Om de eerdergenoemde problemen in de samenwerking tussen gemeenten en de Belastingdienst op te lossen, heeft er inmiddels een ‘herijking’ van de herstelaanpak plaatsgevonden. ‘Dat was nodig omdat de hele operatie vastgelopen was’, zegt wethouder Peter Heijkoop, die namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de afspraken maakte over die herijking. Dat de operatie vastliep, kwam vooral door het grote aantal gedupeerden. De teller staat inmiddels op bijna vijftigduizend aanmeldingen. ‘Het aantal ouders dat zich meldt is vele malen groter dan oorspronkelijk gedacht’, schreef staatssecretaris Van Huffelen daarover. Tegelijkertijd lijkt een groot deel van die melders niet binnen de doelgroep van de compensatieregelingen vallen, hoewel ze soms wel ‘reële problemen met de overheid’ hebben, ziet Van Huffelen. VOORRANG In de aangekondigde herijking moeten de zwaarst gedupeerde ouders voorrang krijgen. Dat betekent dat gemeenten eerder in het proces worden betrokken en urgentie voor bepaalde cases kunnen doorgeven aan de Belastingdienst. ‘De doelstelling is dat gemeenten meer in the lead zijn wat betreft de zwaarst gedupeerden’, aldus Heijkoop. Daarvoor heeft hij namens de VNG wel een aantal randvoorwaarden gesteld. De belangrijkste: ‘Alle niet-gedupeerden moeten worden afgewezen en uit het proces worden gehaald. En ook met licht gedupeerden, die verder geen hulp nodig hebben, dient snel een afrondend gesprek te worden gevoerd. Dan kunnen wij ons richten op de hulp aan de zwaarst gedupeerden. Tot voor kort was de staatssecretaris daar niet toe bereid. Verder willen wij op casusniveau mee kunnen kijken met de Belastingdienst. Als een inwoner bij ons in een schuldentraject zit, en er komt een uitkering vanuit de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen aan, dan moeten we dat weten. Op dit moment loopt dat niet goed.’ De gegevensdeling tussen de Belastingdienst en gemeenten moet sterk worden uitgebreid. Tot nu toe was de privacywetgeving vaak een blokkade voor de uitwisseling van dossiers. Heijkoop: ‘Ik ben ervan overtuigd dat de Autoriteit Persoonsgegevens maximaal mee wil denken. En in het kabinet is er bereidheid om dit van een wettelijke grondslag te voorzien.’ En er zijn nog drie randvoorwaarden. Zo mogen de nieuw taken voor gemeenten niet zorgen voor onnodige administratieve verantwoordingsdruk. Ook moeten alle kosten worden vergoed door het rijk. Ten derde: ‘De communicatie naar gedupeerden en naar de samenleving, dat doen we in overleg. Eerlijke en duidelijke communicatie is echt belangrijk’, aldus Heijkoop. Zo had hij eerder kritiek op de manier waarop nieuwe regelingen voor onder andere kinderen van toeslagenouders werden aangekondigd voordat ze goed en wel waren uitgewerkt. ‘En de betrokkenheid van ouders moet ook echt anders’, vindt Heijkoop. ‘Zij kunnen veel toevoegen aan het herstelproces als zij op basis van gelijkwaardigheid worden betrokken. Onder leiding van Prinses Laurentien is daar onlangs een goed rapport over verschenen: Gelijkwaardig herstel.’ GOED BEGIN Het feit dat de Belastingdienst en de VNG onlangs met een gezamenlijk persbericht over de herijking van de hersteloperatie naar buiten kwamen, lijkt volgens Heijkoop een goed begin van de hernieuwde samenwerking. De sfeer in de bestuurlijke overleggen is dan ook verbeterd. ‘Ik merk dat er meer bereidheid is om verbinding te zoeken met de gemeenten. De sfeer is constructief en positief. Dat is in het verleden wel eens anders geweest.’ Voordat de herijkte herstelaanpak in de praktijk kan worden gebracht, moet er nog wel een uitvoeringstoets worden gedaan. Vervolgens moet de Tweede Kamer zich erover buigen. ‘Dus het is niet van vandaag op morgen geregeld. Maar het laatste wat we kunnen gebruiken is dat het weer té snel gaat en het vertrouwen bij gedupeerden wordt geschaad. De Kamer heeft immers ook aangegeven: het moet snel, maar ook zorgvuldig.’ De hersteloperatie is een proces van lange adem. Het einde is nog niet in zicht. Dat geldt ook voor het herstel van Janet Ramesar. Ze is, elf jaar nadat de toeslagenellende voor haar begon, nog steeds met haar dossier bezig. ‘Voor de Commissie Werkelijke Schade moet ik nu een inschatting maken van de schade die ik heb geleden. Ik vind dat echt heel moeilijk. Wat moet ik invullen voor het verliezen van mijn baan, mijn huis, mijn zoon?’ Liever zou ze het op een andere, snellere manier oplossen. ‘Als je onterecht in de gevangenis terecht komt, krijg je als compensatie een vast bedrag per dag dat je hebt vastgezeten: 80 euro. Als ik dat krijg voor die elf jaar, dan hoef ik niet weer mijn hele dossier door te lichten en kan ik verder. Ik word binnenkort 37, ik was 25 toen dit begon. Ik wil het graag afsluiten.’
Pagina 34
34 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: SERGE LIGTENBERG Met de ingediende RES’en 1.0 liggen de dertig regio’s op papier op schema om de duurzame energiedoelstellingen voor 2030 te halen. Nu wacht de uitvoering, in tijden van toenemend verzet tegen windturbines en een overbelast stroomnetwerk. Kristel Lammers, directeur NP RES: ‘Het echte werk gaat nu pas beginnen.’ DIRECTEUR NP RES KRISTEL LAMMERS: ‘ DE EERSTE KEER IS ALTIJD INGEWIKKELD’ In december kwam het Planbureau voor de Leefomgeving voor de verandering eens met positief nieuws over de energietransitie. In de dertig beoordeelde ‘RES’en 1.0’ staan volgens het PBL meer dan voldoende duurzame energieplannen om de doelstelling van het Klimaat akkoord te halen. De totale duurzame energie-opwek zou de komende tien jaar kunnen oplopen tot meer dan 50 terawatt, waarvan het PBL verwacht dat tussen de 35,4 en 46,4 terawatt ook daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. Dat biedt een veilige marge ten opzichte van het streefcijfer van 35 terawatt in 2030. Een pluim dus voor alle regionale, duurzame ambitie. ‘Toen we begonnen had niemand durven denken dat het PBL met een dergelijke BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 35 ‘We hebben enige speelruimte om hobbels op te vangen’ analyse zou kunnen komen. We zijn tevreden met wat er in een dikke twee jaar allemaal is gebeurd’, reageert directeur Kristel Lammers van het nationale programma NP RES. ‘Tegelijk signaleren we dat het echte werk pas begint met de uitvoering. Daar gaan we nog genoeg hobbels in tegenkomen. Maar we hebben nu enige speelruimte om die hobbels op te vangen.’ KRITISCH De eerste twee hobbels dienen zich volgens het PBL in datzelfde rapport al aan. De Raad van State is kritisch over de door het rijk gehanteerde milieuregels bij de plaatsing van windturbines en wil aanvullend onderzoek. Dat zorgt nu al voor uitstel van plannen. En mocht het tot strengere normen komen, dan resteert er nog minder ruimte voor de vaak toch al zo omstreden plannen voor wind op land. ‘Het PBL heeft met deze kwestie al rekening gehouden in het rapport’, zegt Lammers. ‘Dus ondanks deze hobbel kunnen we volgens het PBL die 35 terawatt nog steeds halen. Tegelijk zien we dat de uitspraak van de Raad van State wel degelijk een effect heeft. Het rijk moet aan de bak, want er moet alsnog een uitgebreid milieuonderzoek plaatsvinden voor deze landelijke regels. En gemeenten zullen voorlopig zelf milieunormen moeten voorstellen, willen ze de uitvoering van hun plannen kunnen continueren.’ De uitspraak van de Raad van State raakt volgens Lammers vooral ver gevorderde energieprojecten met drie of meer windturbines. ‘In de ambities van de dertig regio’s voor de langere termijn zit veel minder windenergie en vooral zon op daken en zon op land. Daar heeft die uitspraak geen effect op.’’ Een tweede concrete hobbel ziet het PBL in het overbelaste elektriciteitsnet, waardoor er in steeds meer regio’s nauwelijks ruimte is voor nieuwe energie-opwek. Lammers: ‘We zijn daar al langer met netbeheerders, departementen en de decentrale koepels over in gesprek.’ De oplossing zit volgens haar in ‘programmeren en prioriteren’, zowel nationaal als regionaal. ‘We zullen niet zeggen dat bepaalde nieuwe energie-initiatieven moeten afvallen, wel dat ze wat later in de tijd komen. Zodat we eerst de doelstellingen voor 2030 kunnen realiseren.’ Daarnaast wil Lammers inzetten op technologische innovatie en slimme koppelingen. ‘Daar waar je energie kunt besparen, hoef je ook minder op te wekken. Daar waar je opwekt en de energie meteen lokaal inzet, heb je minder netbelasting nodig.’ Veel regio’s geven aan dat ze moeilijk kunnen sturen op de ingediende energieplannen vanwege het verplicht te hanteren principe van ‘first come, first served’. Lammers: ‘Dat is een Europese regel, wat het extra uitdagend maakt. Iedereen worstelt hiermee, zowel het rijk als de netbeheerders als de decentrale overheden. Ik verwacht dat men het Europees gaat aankaarten. In de tussentijd moeten we naar een oplossing blijven zoeken. Bijvoorbeeld door met initiatiefnemers aan de voorkant hun vergunning te bespreken en daar – met respect voor de Europese afspraak – de randen van het mogelijke in op te zoeken. Wellicht kun je onderling afstemmen wanneer een initiatiefnemer een vergunning aanvraagt. Want aanpassing van de Europese regels is niet een, twee, drie geregeld.’ VERSCHILLEN Wie de dertig RES’en eens langs de meetlat legt, ziet onderling grote verschillen. In een aantal regio’s is meer dan de helft van de plannen voor 2030 al uitgevoerd of zitten die concreet in de pijplijn. In andere regio’s bestaat de doelstelling nog vrijwel uitsluitend uit een stuk vagere ‘ambities’. Die verschillen zijn volgens Lammers niet vreemd. ‘We zijn niet met een blanco blad begonnen, hè. In Flevoland waren voor het oude, nationale Energie akkoord al ambities ten aanzien van duurzame energie-opwek. Die zijn inmiddels bijna allemaal gerealiseerd. Met het Klimaatakkoord is de beweging gemaakt om het voortaan regionaal op te pakken, in het hele land, zodat lasten en lusten beter in balans zouden zijn. We wisten dat er daarmee diversiteit zou ontstaan. Dat zien we nu in de praktijk gebeuren. Je moet als regio niet alleen kijken naar energie-opwek, maar ook naar de landschappelijke waarden en naar andere functies in een bepaald gebied.’ In hoeverre worden regio’s straks aan de door hen ingediende energieplannen gehouden? ‘We hebben een nationaal doel voor 2030. Daar dragen al die dertig regio’s aan bij. Juist vanwege de hobbels die we nog voorzien, moet iedereen z’n RES nu maximaal gaan uitvoeren. Vergeet niet: al die RES’en zijn vastgesteld door gemeenteraden en Provinciale Staten en de algemeen besturen van de waterschappen. Daarmee bestaat de politieke intentie om die ambitie gerealiseerd te krijgen. Tegelijk is er bewust ingezet op overprogrammering, zodat we tegenslagen kunnen opvangen. Het Klimaatakkoord stopt niet in 2030. Dus ja, het is mogelijk dat een deel na 2030 zal worden gerealiseerd. De RES in Zuid-Limburg bestaat bijna alleen uit ambitie. Of dat helemaal gaat lukken, dat gaan we ontdekken.’ Niet alle gemeenteraden hebben de RES overgenomen. Onder meer Landsmeer en Montfoort bijvoorbeeld niet. Wat moet daar gebeuren? ‘Praten. Er zijn in veel gemeenteraden stevige gesprekken gevoerd. Dat vergroot het bewustzijn, maar ook het democratisch gehalte van het gehele proces. Maar niemand heeft de deur dichtgegooid. Niet aan gemeentekant, niet aan regiokant.’ Wat waren de argumenten voor de raden om niet met de RES in te stemmen? ‘De situatie is per regio anders, dus ook de argumenten van de raad. Soms is er gewoon behoefte aan even wat meer tijd. Of om meer betrokkenheid van inwoners en volksvertegenwoordigers te organiseren.’ PARTICIPATIE Daarmee raakt Lammers een gevoelig punt: de mate van burgerparticipatie bij de diverse RES’en. In een rapport van de Noordelijke Rekenkamer werden
Pagina 36
Kompas 2022 3 februari Echt contact met inwoners De rol van bestuurders wordt steeds publieker. Burgers weten hen steeds beter te vinden en bestuurders hechten er grote waarde aan te weten wat er onder inwoners leeft . Daar is echt contact voor nodig. Denk bijvoorbeeld aan het optreden van bestuurders bij demonstraties of aan de soms verhitte discussies op sociale media. En de coronacrisis heeft nog eens extra beroep gedaan op de communicatieve skills van de bestuurder. Tijdens deze editie van Kompas/ Beste Bestuurder gaan we dieper in op het contact tussen bestuurder en inwoner. Hoe ervaren bestuurders het contact met de burgers? Wat zijn hun tips en tricks? En hoe zorg je ervoor dat je als bestuurder écht contact met je inwoners maakt? Bekendmaking Beste Bestuurder 2021 Tijdens deze bijeenkomst worden voor de 12e keer de Beste Bestuurder, de Beste Jonge Bestuurder en de Beste Bestuurder van een kleine gemeente bekendgemaakt. Mis het niet en meld u nu gratis aan! www.BBkompas.nl in samenwerking met: Dé loopbaanadviseur voor bestuurlijk Nederland livestream BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 37 ‘ Er zijn in veel gemeenteraden stevige gesprekken gevoerd’ daar eind vorig jaar kritische noten over gekraakt: 80 procent van de inwoners van Friesland en Groningen had nog nooit van de RES gehoord, terwijl die verregaande invloed zal krijgen op de toekomstige inrichting van hun provincie. ‘Bij het inleveren van de concept-RES’en in 2020 hebben de regio’s aangegeven dat ze meer op participatie zouden inzetten’, reageert Lammers. ‘Bij de RES 1.0 hebben ze dat ook echt meer gedaan. Er zijn talloze enquêtes uitgevoerd. Regio’s zijn in de weer geweest met participatieve waarden-evaluaties. En in bijna alle regio’s zit Jong RES aan tafel om ook jongeren beter te betrekken bij de keuzes. Op allerlei manieren is geprobeerd de burger bij het proces te betrekken. Gemeenten nemen daarin het voortouw. Wij zeggen vanuit NP RES: ga voor een permanente dialoog met inwoners en zorg dat je ook de stille meerderheid erbij betrekt.’ VLIEGWIEL Dat die inzet in het noorden minder is geland, is volgens Lammers niet vreemd. ‘Daar bestond de RES vooral uit het om armen van bestaand beleid. De participatie heeft er al eerder plaatsgevonden. En veel gemeenten noemen de RES ook niet bij naam. Regionale energiestrategie – dat klinkt minder interessant voor een inwoner. Het draait om wat er concreet verandert in zijn of haar leefomgeving. De RES’en waren tot nu toe vooral input voor regionaal beleid. Nu worden ze in de uitvoering ook voor de burger steeds concreter. Maar hoe bereik je de stille meerderheid? Wij zien de RES als vliegwiel voor vernieuwing in burgerbetrokkenheid. Daarom hebben we energieparticipatie.nl opgezet, een zo pragmatisch mogelijk platform. Niet alleen voor overheden, maar ook voor initiatiefnemers.’ Een belangrijke manier om burgerbetrokkenheid te organiseren is lokaal eigenaarschap. De helft van alle energie-initiatieven zou in 2030 mede in handen van de lokale bevolking moeten zijn. Wie controleert of dat lukt? ‘Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft daarvoor een monitor. Maar gemeenten staan ervoor aan de lat om te zorgen dat lokaal eigenaarschap meeweegt in de gunningsprocessen. Samen met de koepels helpen we om het beleidsmatig goed te verankeren, zodat het niet bij een papieren doel blijft.’ Hoe kan een gemeente dat lokale eigenaarschap meer gaan stimuleren? ‘Als ze het opnemen in de eigen beleidskaders, wordt het een stuurmiddel in de vergunningverlening. Maar ook de markt vindt lokaal eigenaarschap belangrijk en omarmt het. Dat zie je nu al terug in de gedragscodes die de zonne- en windsector voor zichzelf heeft opgesteld. Daarin is dit onderwerp geborgd.’ Al met al komt er als gevolg van de RES’en de komende jaren veel werk op gemeenten af. Hebben ze daarvoor voldoende capaciteit? ‘Nee, dat hebben ze niet. En dat is een ADVERTENTIE grote zorg. Wij zien het water bij gemeenten aan de lippen staan. En dan maakt de krappe arbeidsmarkt het nog extra ingewikkeld. Je kunt als gemeenten misschien wel een zak geld krijgen van het nieuwe kabinet, maar er zijn te weinig mensen beschikbaar die ervaring hebben met de fysieke leefomgeving: met omgevingsplannen maken, het lokaal eigendom verankeren of participatieprocessen aangaan met de stille meerderheid. Dat vraagt op de eerste plaats kennis, en veel menskracht.’ Maakt de Omgevingswet dat proces straks eenvoudiger of moeilijker? ‘In die wet zit een kansrijk instrumentarium als het programma waarbij de samenwerking in de regio makkelijker kan verlopen dan nu in de Wro. De Omgevingswet gaat ook uit van een dynamische beleidscyclus die meebeweegt met de opgaven die op je afkomen. In theorie vormt de RES met de woningbouwopgave een van de eerste maatschappelijke opgaven waar je de Omgevingswet kunt gebruiken voor het versnellen van de besluitvorming. Aan de andere kant: de eerste keer iets doen is altijd ingewikkeld. En de capaciteitsproblemen zijn met de komst van de Omgevingswet natuurlijk niet weg. Ook die opgave vraagt menskracht. Niet alleen bij de overheden, ook bij netbeheerders, ontwikkelaars en energiecoöperaties. We kunnen een tijdje aan deeltijdwerkers vragen om meer uren te maken, maar die rek is er op een gegeven moment uit. Dus dit is echt een zorgpunt.’ DE EFFECTIVITEIT VAN JE LEIDERSCHAP VERGROTEN? Volg de training Effectief Leiderschap en vergroot jouw impact. Communiceer helder, creëer samenwerking en inspireer écht. Ga naar AlexvanGroningen.nl/BB BEOORDEELD MET 9.2 BRON: SPRINGEST.NL
Pagina 38
38 ACHTERGROND JEUGDZORG DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: FRANK MULLER / ANP-HH Sinds 1 januari moet de rekening voor de jeugdzorg worden betaald door de gemeente waar de jongere woont. Niet langer is de woonplaats van de ouder leidend. Zo’n tienduizend jeugdzorgcliënten moeten daarom administratief worden verhuisd. ‘We zijn bang dat jongeren tussen wal en schip gaan vallen.’ NIEUW WOONPLAATSBEGINSEL MEGA-VERHUIZING IN DE JEUGDZORG Bij de invoering van de Jeugdwet in 2015 werd ook het zogeheten woonplaatsbeginsel jeugd van kracht. ‘Eigenlijk waren er van meet af aan twijfels over de toepasbaarheid ervan’, zegt Truus Vernhout, die zich als projectleider bezighoudt met de invoering van de Wet wijziging woonplaatsbeginsel jeugd. Dat doet ze vanuit het Ketenbureau i-Sociaal domein. Het ‘oude’ beginsel hield kortgezegd in dat de rekening van de jeugdzorg moest worden betaald door de gemeente, waar de gezagsdrager (zoals een ouder) woont van het kind dat jeugdzorg krijgt. In de praktijk leidde dit beginsel al snel tot problemen. Als de gezagsdrager naar een andere gemeente verhuisde, moest de nieuwe gemeente de rekeningen gaan betalen. Dat leverde gepuzzel en administratieve rompslomp op. ‘Neem een kind dat al jarenlang in een pleeggezin in Alkmaar woont, maar waarvan de gezagsdrager vanuit Groningen naar Breda verhuist en later weer naar een andere gemeente. De financieel verantwoordelijke gemeente wisselt continu. Daar komt bij dat het moeilijk te achterhalen is waar een gezagsdrager naar toe verhuist.’ Regelmatig is het ook lastig te achterhalen wie de gezagsdrager van de jongere met jeugdzorg is. Gedoe en onduidelijkheid, kortom. De nieuwe wet moet daar een eind aan maken. Vanaf 1 januari geldt dat de gemeente waar het kind bij de start van de jeugdhulp in de basisregistratie personen (BRP) staat ingeschreven, financieel verantwoordelijk is voor de jeugdzorg voor deze jongere. ‘Neem de casus Groningen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 39 ‘ Vaak moet je ver terug in de geschiedenis’ Als het kind daar staat ingeschreven en in een intramurale jeugdzorginstelling verblijft, maakt het niet uit waar de gezagsdrager naartoe verhuist. De gemeente Groningen blijft verantwoordelijk’, verduidelijkt Vernhout. Het maakt ook niet uit of het pleeggezin uit Alkmaar verhuist – Groningen blijft de pleegzorg betalen. ‘De nieuwe wet moet leiden tot minder administratieve lasten. Ook voor de aanbieders is het fijner. De factuur kan altijd naar een en dezelfde gemeente worden gestuurd.’ GEEN SINECURE Het klinkt eenvoudig, maar het is een hele operatie om de nieuwe systematiek toe te passen. De invoering van de wet is niet voor niets twee keer uitgesteld. Voor jongeren die vanaf 1 januari voor het eerst jeugdzorg krijgen, is er geen probleem. Die vallen meteen onder de nieuwe regels. Voor jongeren die voor 1 januari jeugdzorg met verblijf kregen − soms al jaren en soms zelfs al ver voor de decentralisatie jeugdzorg in 2015 − is het een ander verhaal. Het gaat in totaal om zo’n tienduizend jongeren. ‘Vaak moet je ver terug in de geschiedenis. Sommige jongeren zitten al vanaf 2003 in jeugdzorg. Gemeenten moeten uitzoeken in welke gemeente de verblijfszorg voor de jeugdige is gestart’, aldus Vernhout. Dat is geen sinecure gebleken. Als eenmaal is achterhaald welke gemeente vanaf 2022 financieel verantwoordelijk is, moet de zogeheten ‘latende’ gemeente de jongere in een speciaal ontwikkelde tool afmelden en de ‘ontvangende’ gemeente moet deze jongere overnemen en een nieuwe zorgtoewijzing afgeven. Deze ‘ontvangende’ gemeente moest per 1 januari 2022 nieuwe contracten sluiten met de aanbieder. Ook dat klinkt simpel, maar is het niet. Jeugdzorg Nederland trok in oktober aan de bel. ‘We hebben toen onze zorgen geuit over de financiële risico’s die op 1 januari zouden ontstaan voor jeugdzorgorganisaties. Nog niet alle gemeenten hadden destijds de verhuizende jeugdigen in beeld. Slechts enkele aanbieders waren op de hoogte gebracht en contractafspraken werden vrijwel nergens gemaakt. Daarnaast waren er voorbeelden van toewijzingen die werden ingetrokken, zonder dat er duidelijkheid was over het vervolg van het traject’, aldus een woordvoerder van Jeugdzorg Nederland. Peter Paul Doodkorte, die vanuit het zogeheten Regioteam gemeenten en aanbieders ondersteunt bij het ‘inregelen’ van de nieuwe wet, deelt die zorgen. ‘Diverse ‘latende’ gemeenten lieten vorig jaar aanbieders weten vanaf 1 januari de rekening niet meer te betalen, terwijl de ‘ontvangende’ gemeenten nog geen nieuwe toewijzing had afgegeven of nog geen contract met de aanbieder hadden gesloten’, legt Doodkorte uit. ONDUIDELIJK Die zorgen van aanbieders zijn volgens Doodkorte weggenomen door de zogenaamde ‘1-november-maatregel’, die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van VWS vorig jaar overeenkwamen. Alle gemeenten hebben ermee ingestemd. Via deze maatregel neemt de ‘latende’ gemeente de financiële verantwoordelijkheid op zich voor een jongere die nog niet is overgedragen aan de toekomstige gemeente. De jongere behoudt de zorg, de aanbieder blijft die geven en krijgt zijn facturen betaald. Later verrekenen beide gemeenten de kosten van de verleende zorg. Het is op dit moment niet duidelijk hoeveel jongeren administratief van de ene naar de andere gemeente zijn verhuisd. Jeugdzorg Nederland is er niet helemaal gerust op. De branchevereniging is op zich blij met de 1-november-maatregel, maar blijft erop toezien dat deze ook daadwerkelijk wordt nageleefd. ‘Er is de laatste weken van 2021 veel werk verzet, maar onduidelijk is nog hoe het er nu precies voorstaat en of er de laatste weken een inhaalslag is gemaakt die voldoende comfort biedt aan alle partijen. Dit zal de komende weken moeten blijken’, aldus de woordvoerder. ‘De meeste gemeenten zijn vrij laat begonnen met de voorbereidingen op de nieuwe wet’, stelt Doodkorte. ‘Ze onderschatten wat er allemaal moet worden geregeld of hebben veel ander werk.’ Dat constateert ook Charlotte Vanderhilt, adviseur Jeugd bij Stimulansz, die gemeenten juridisch advies geeft over de uitvoering van de Jeugdwet, waaronder de toepassing van het woonplaatsbeginsel. ‘De druk op gemeenten is in alle opzichten groot. De invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel vraagt veel, waarschijnlijk meer dan aanvankelijk gedacht. De bedoeling van de wetswijziging is dat het voortaan makkelijker is om te bepalen welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor jongeren die jeugdhulp krijgen. Dat is ook zo voor ambulante jeugdhulp, maar voor jeugdhulp met verblijf neemt het vaak meer tijd in beslag voor alles is geregeld. Dit vraagt om afstemming, maar vaak ook overeenstemming tussen gemeenten.’ Via de juridische helpdesk Jeugd van Stimulansz kwamen de afgelopen periode veel uiteenlopende vragen binnen. ‘Bij een paar gemeenten is nog niet duidelijk wat de nieuwe definitie van woonplaats is en daarmee welke gemeente financieel verantwoordelijk is. Dan is er nog veel werk te verzetten.’ Ook komt het wel eens voor dat de ‘latende’ en ‘ontvangende’ gemeenten de wet anders interpreteren, en daarmee anders denken over welke gemeente financieel verantwoordelijk moet blijven of worden. MELDPUNT Voor dergelijke situaties is medio september een speciaal meldpunt in het leven geroepen dat onder de vlag van het Ketenbureau opereert. ‘We willen lange discussies voorkomen en snel hulp bieden’, verduidelijkt Vernhout. De regioadviseurs ‘bemiddelen’ vervolgens tussen gemeenten onderling of tussen gemeenten en aanbieders. Tot de kerst waren er twintig meldingen bij het meldpunt binnengekomen, waarvan de meeste inmiddels zijn opgelost. ‘Een van de twee meest voorkomende meldingen gaan over gemeenten die per 1 januari de jeugdzorgtoewijzing intrekken, terwijl de nieuwe gemeente de jongere nog niet heeft overgenomen. Dat mag niet. De andere meldingen gaan over de overdracht van jongeren van de ene naar de andere gemeente, waarbij de ‘ontvangende’
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 40 ACHTERGROND JEUGDZORG gemeente weerspreekt dat zij voortaan financieel verantwoordelijk is.’ Naast het uitzoekwerk over welke gemeente voortaan de rekening moet betalen, moet de ‘nieuwe’ gemeente contracten afsluiten met aanbieders waarmee ze vaak nog geen contract heeft. Complicerende factor is dat de ene gemeente een ander tarief hanteert en een andere contractvorm heeft dan de andere. In de wet is een overgangsrecht opgenomen: de jongere heeft een jaar het recht op dezelfde jeugdzorg van dezelfde aanbieder. Tarief en contractvorm mogen dit niet ‘tegenwerken’. Via een breed gedragen motie van het GroenLinks-Tweede Kamerlid Lisa Westerveld is dat overgangsrecht min of meer verlengd. ‘In die motie wordt gesteld dat jongeren met jeugdzorg de zorg moeten blijven behouden als de zorgvraag niet wijzigt en het zorgtraject nog niet is afgerond, ook na die overgangstermijn van een jaar’, licht Vernhout toe. Naast de discussie over welke gemeente via de nieuwe wet financieel verantwoordelijk is voor de jongere met jeugdzorg, trekken gemeenten en aanbieders vooral over de tarieven aan de bel. ‘Het levert de COLUMN JAN VERHAGEN ‘ Zorgaanbieders en gemeenten mogen niet in financiële problemen komen’ meeste zorgen en discussie op’, zegt Doodkorte, ‘maar het gaat in het algemeen over minimale verschillen.’ Hij verwacht na herindicatie ook geen grote problemen. ‘Zowel zorgaanbieders als gemeenten mogen niet in de financiële problemen komen’, verzekert Vernhout. BANG De budgetten die gemeenten nu voor de jeugdzorg krijgen, worden als gevolg van de nieuwe wet herverdeeld. ‘Er zijn veel verschuivingen, maar die moeten voor gemeenten kostenneutraal uitpakken.’ Het optimisme van Vernhout en Doodkorte wordt niet door iedereen gedeeld. ‘We zijn bang dat jongeren tussen wal en schip vallen, als gemeenten de financiële verantwoordelijkheid niet op zich willen nemen’, stelt de woordvoerder van Jeugdzorg Nederland. Ook Vanderhilt is er niet helemaal gerust op, mede gezien de vragen die in toenemende mate bij de helpdesk van Stimulansz binnenkomen. Die gaan voornamelijk over ingewikkelde en uitzonderlijke situaties, maar die zullen er ook onder de nieuwe wetswijziging blijven. ‘De wetswijziging is voor jongeren die ambulante jeugdhulp krijgen een verbetering. Bij jeugdhulp met verblijf, zeker bij een lange zorggeschiedenis, kan het lastiger zijn om te bepalen welke gemeente financieel verantwoordelijk is’, aldus Vanderhilt. ‘Voorkomen moet worden dat de zorg voor kinderen in de knel komt. Regel eerst de zorg en kijk pas daarna wie de rekening moet betalen. Het belang van het kind moet leidend zijn. Daar kan geen meningsverschil tussen gemeenten tegen op.’ VERVELEND namelijk 2 tot 3 promille van het fonds. Dat vindt het ministerie veel en vervelend. Die kosten moeten omlaag. Eind vorig jaar verscheen de evaluatie van het btw-compensatiefonds. Dat is een fonds van het ministerie van Financiën waar de gemeenten hun btw kunnen declareren. De evaluatie ging over 2016 tot en met 2020. In die vijf jaar is er ruim 17 miljard euro btw-compensatie gegeven. Dat komt neer op 1.000 euro per inwoner. Dat bedrag rechtvaardigt een goede, onafhankelijke evaluatie. Maar niks daarvan. Het ministerie heeft de evaluatie van het fonds zelf uitgevoerd. Wat is de aanbeveling van de evaluatie van deze 17 miljard euro? Wel, het ministerie vindt dat er heel veel menskracht aan wordt besteed. Die mensen kosten allemaal geld, Ik vind vervelend dat het een slechte evaluatie is. De evaluatie moet nagaan of het rijk het goede bedrag in het btw-compensatiefonds stopt. Het btw-compensatiefonds moet elk jaar groeien met twee bedragen: met de verwachte btw over nieuwe taken, en met compensatie voor het accres van het gemeentefonds. Wat die nieuwe taken betreft: in die vijf jaar heeft het rijk daarvoor 483 miljoen euro in het fonds gestopt. Of dat bedrag correct is, is niet te controleren. De reden: het rijk weigert in de evaluatie toe te lichten waarom hij welke bedragen erin heeft gestopt. De data blijven geheim. Uit de evaluatie blijkt dat ook het ministerie van Financiën zelf niet weet of die compensatie correct is. Helaas is dat niet uitgezocht in de evaluatie. Het ministerie maakt zich zorgen over de btw-com‘ 420 miljoen euro te weinig’ pensatie voor nieuwe taken, met een merkwaardige redenering. Als het rijk te veel btw in het fonds stopt voor nieuwe taken, dan krijgen de gemeenten te veel compensatie. En als het rijk te weinig btw in het fonds stopt, dan krijgen de gemeenten volgens de evaluatie óók te veel compensatie. Wie dit snapt, mag het zeggen. En wat het accres betreft: uit de cijfers van de evaluatie blijkt dat het rijk in die vijf jaar 420 miljoen euro te weinig accres in het btw-compensatiefonds heeft gestopt. Dat staat er niet letterlijk in, dat moet je zelf afleiden uit de cijfers. De gemeenten hebben dus 420 miljoen euro te weinig gekregen. Dát vind ik het vervelendste van alles. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 DOOR: KATJA KEUCHENIUS FOTO: LAURENS VAN PUTTEN / ANP-HH RUIMTE ACHTERGROND 41 Dit jaar zijn er een stuk minder vervuilende vrachtwagens en ook personen- en bestelauto’s welkom in de Nederlandse binnensteden. Gemeenten scherpen hun milieuzones aan als opmaat naar de zero emissie-zones voor stadslogistiek. Maar gebeurt dat ook een beetje geharmoniseerd? GEMEENTEN BREIDEN AANTAL MILIEUZONES UIT ‘ HEEL WAT MEER DAN EEN NIEUW VERKEERSBORD’ Het was voor Utrecht echt pionieren in 2015. Naast een milieuzone voor vrachtauto’s, die al bestond sinds 2007, begon het als eerste gemeente acht jaar later met het weren van oude personen- en bestelauto’s. Het vereiste creativiteit. Specifieke verkeersborden hiervoor bestonden toen nog niet. Rondom de binnenstad hing daarom onder de bestaande C6borden met de tekst ‘gesloten voor motorvoertuigen’, een onderbord met een uitleg voor welke voertuigen dit verbod allemaal gold. Dat leek Utrecht de moeite waard, want een milieuzone was volgens onderzoek van Royal HaskoningDHV een van de effectiefste manieren om de luchtkwaliteit in de binnenstad te verbeteren. Utrecht scherpte in de jaren daarna de toegangseisen tot de milieuzone verder aan. Vanaf begin dit jaar moeten alle vrachtwagens en zelfs ov-bussen en touringcars aan de hoogste emissieklasse (6) voldoen om het centrum in te mogen. Nog steeds loopt Utrecht daarin voorop, maar de stad hoeft dat inmiddels niet meer te doen met houwtje-touwtje-werk. Er bestaan nu duidelijk herkenbare milieuzone-borden,
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 OO O C / 42 ACHTERGROND RUIMTE ‘Onze software moet op de nieuwe want het milieuzone-beleid is onder leiding van het rijk geharmoniseerd. In zo’n vijftien steden hangen inmiddels dezelfde borden, met bijna dezelfde eisen. Die harmonisatie is vooral prettig voor professionele weggebruikers, zegt AnneMarie Nelck, beleidsadviseur van branchevereniging Transport en Logistiek Nederland (TLN). Je zou misschien verwachten dat deze vertegenwoordiger van vrachtauto’s en bestelbussen dwarsligt bij de uitrol van milieuzones, maar dat is niet zo, verzekert Nelck. In TLN’s eigen duurzaamheidsambitie uit 2017 was een van de drie pijlers Zero Emission binnenstad. Nelck praat ook al jaren mee in de landelijke werkgroep milieuzones, waar ze met andere brancheverenigingen en alle gemeenten ‘heel plezierig’ samenwerkt. Zo spraken ze over de geharmoniseerde eisen in alle milieuzones voor vrachtauto’s. Sinds dit jaar moeten die emissieklasse 6 regels worden aangepast’ hebben of überhaupt niets meer uitstoten. Dat sluit aan op de TLN’s visie, zegt Nelck. Maar er is een probleem: de levertijden voor deze emissie-armste auto’s zijn enorm opgelopen. ‘Veel onderdelen komen uit China en die hebben veelal vertraging’, zegt Nelck. ‘Covid heeft hierop natuurlijk ook impact gehad.’ OPLOSSINGEN De werkgroep bedacht oplossingen voor bedrijven die hier tegenaan lopen. Vrachtvervoerders die maar sporadisch op een bouwlocatie in de milieuzone hoeven te komen, kunnen dagontheffingen krijgen. Bedrijven die meerdere keren per week in de stad komen om supermarkten te bevoorraden, kunnen een langdurige tijdelijke ontheffing aanvragen in verband met langere levertijden van EURO IVtrucks. Toch gaat dat nog niet goed, vindt Nelck. Bij de aanvraag is nog geen sprake van harmonisatie. Ondernemers moeten dat doen bij individuele gemeenten met verschillende aanvraagprocedures. Nelck: ‘Soms is het op de website van gemeenten moeilijk of zelf niet te vinden hoe je dat moet doen. Dat is helemaal lastig voor bedrijven die in meerdere steden komen. Als je pech hebt moet je bij acht verschillende gemeenten acht verschillende formulieren invullen.’ Dat kán volgens Nelck makkelijker, ook al is het juridisch ingewikkeld. Veel ontheffingen mogen immers alleen worden verleend door colleges van B&W, die elkaars ontheffingen niet zomaar kunnen erkennen. Nelck denkt nu aan een digitaal systeem waarbij een ondernemer online één FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 ACHTERGROND 43 ‘ Bij de aanvraag is nog geen sprake van harmonisatie’ formulier invult dat dan automatisch bij verschillende aangevinkte gemeenten wordt ingediend. ‘Als je er samen over nadenkt, is dat een puzzel waar je uit moet kunnen komen.’ Voor gemeenten is het niet de enige puzzel die ze moeten leggen. Bij de invoering en handhaving van milieuzones komt nog veel meer kijken. Berco Verhoek, projectleider milieuzone bij de gemeente Rotterdam, weet er alles van. ‘Zijn’ milieuzone beliep de afgelopen jaren een hobbelige weg. In 2015 besloot de stad de bestaande milieuzones voor vrachtauto’s uit te breiden. De zone werd geografisch groter en er werden niet alleen vrachtauto’s, maar ook oude bestel- en personenauto’s geweerd. Op 1 januari 2016 gingen de nieuwe regels in. Overtreders kregen via een camerasysteem automatisch een waarschuwingsbrief thuisgestuurd. Pas in mei werden dat boetes. Rotterdammers mochten eerst nog even wennen aan de nieuwe regels, onder aanmoediging van een campagne voor schonere lucht en grote displays langs de weg die lieten zien of een voertuig welkom was of niet. Aanvullend op de milieuzone werd een bestaande sloopsubsidie voor voertuigen aangepast aan de toelatingseisen van de binnenstad. Mocht je voertuig niet meer het centrum in? Dan kon je die gesubsidieerd laten slopen en een moderner voertuig kopen. OPSCHONING Alle maatregelen samen leidden al snel tot een opschoning van het stedelijke wagenpark, maar ook tot grote verontwaardiging van sommige Rotterdammers. Er werd zelfs de Stichting Rotterdamse Klassiekers opgericht, om de rechten van klassieke auto’s in de binnenstad te verdedigen. Ook individuele Rotterdammers tekenden bezwaar aan. Zo volgde een gerechtelijke procedure tot aan de Raad van State. Op 14 juni 2018 oordeelde de rechter dat de gemeente niets fout had gedaan. ‘Dat was voor ons goed nieuws’, zegt Verhoek. ‘De erkenning dat wat wij deden, los van de politieke keuzes, inhoudelijk een goed verhaal was en bleef.’ De opluchting en rust voor de Rotterdamse verkeersambtenaren was van korte duur. Nog in diezelfde maand werd er een coalitieakkoord gesloten tussen GroenLinks en de VVD. De stad zou blijven werken aan schonere lucht en minder CO2 -uitstoot, maar de milieuzone voor bestel- en personenauto’s werd weer afgeschaft. ‘Roerige tijden’, zegt Verhoek. ‘Vanaf 2020 mochten oude bestel- en personenauto’s er weer in en wij moesten dat implementeren.’ Inmiddels is er wéér een nieuwe aanpassing gemaakt. De harmonisatie van milieuzones vereist dat vanaf dit jaar ook in de Rotterdamse binnenstad alle vrachtauto’s voldoen aan emissieklasse 6 of zero emissie. Dat was in Rotterdam hiervoor emissieklasse 4. ‘Dat klinkt misschien niet als een heel grote verandering, maar dat is het wel, hoor’, lacht Verhoek. ‘Het is meer dan alleen de verkeersborden vervangen. Dit betekent juridisch weer een nieuw verkeersbesluit en een nieuw ontheffingsbesluit. Onze software moet ook weer op de nieuwe regels worden aangepast en er moet een mailing uit naar alle eigenaren van te oude vrachtauto’s.’ MINDER UITSTOOT Alle inspanningen van Verhoek en zijn collega’s om vervuilende auto’s uit het centrum te weren hebben overigens wel geleid tot minder voertuiguitstoot in de stad, meldt een Vervolgevaluatie Koersnota Luchtkwaliteit van de gemeente in 2018. De gegevens komen voornamelijk van een wagenparkscan, dus een telling van auto’s en een berekening van hun uitstoot. De lucht zelf is niet gemeten, omdat die te veel wordt beïnvloed door het weer en andere omgevingsfactoren. De berekende roetuitstoot van het wagenpark in Rotterdam bleek in van 2015 tot 2017 harder afgenomen dan de uitstoot van het nationale wagenpark. Dat laat zien dat de maatregelen effect hebben gehad, legt Verhoek uit. ‘Het nationale wagenpark ondergaat ook een ‘autonome verschoning’, vanwege bijvoorbeeld nieuwe leaseregelingen, meer elektrische auto’s en überhaupt meer aandacht voor schone lucht. Met een milieuzone of zero emissiezone versnel je de verschoning plaatselijk. Dan heb je in die periode dus wel CO2 bespaard en de luchtkwaliteit en gezondheid van mensen verbeterd.’ De nieuwe nationale eis aan vracht auto’s in milieuzones bereidt vervoerders voor op de komst van zero emissiezones in 2025. Volgens het Klimaat akkoord uit 2019 moeten vanaf dan minstens dertig steden emissievrij worden bevoorraad met uitsluitend uitstootvrije vrachtwagens en bestelbusjes. Dat begint met een overgangstermijn voor de hoogste emissieklassen. Hoe die zero emissiezones voor stadslogistiek er precies uit gaan zien is alleen nog steeds niet bekend. Dat baart vooral TLN zorgen, zegt Nelck. ‘Het is nog lang niet duidelijk waar die milieuzones komen te liggen en wat de contouren precies zijn. Voor onze ondernemers is het wel belangrijk om de grenzen van de zones tijdig te kennen, zodat ze bijvoorbeeld kunnen berekenen hoeveel nieuwe voertuigen er nodig zijn.’ Met die informatie moeten niet alleen vervoerders, maar ook energieleveranciers zich op de nieuwe milieuzones voorbereiden. Nelck: ‘Voor emissievrije bevoorrading van steden is ook voldoende laadinfrastructuur en netcapaciteit nodig.’ ‘Klopt’, zegt Verhoek. Die laadinfrastrucuur is volgens hem niet alleen nodig ín het centrum, maar ook bij de herkomstplekken van de voertuigen. ‘Rotterdam is nu in regionaal verband bezig met gemeenten als Barendrecht en Ridderkerk, waar de bestelbusjes ‘s nachts laden.’ TIJDIG BEGINNEN Tijdig beginnen is dus handig voor bewoners en bedrijven, maar ook voor de gemeente zelf. Daarbij moeten gemeenten ook niet te lichtzinnig denken over camerasystemen om de nieuwe regels te handhaven, tipt Verhoek. ‘Het kost natuurlijk tijd om alles op te hangen en vervolgens te onderhouden, maar er gaat ook veel aan vooraf. Kentekens worden bijvoorbeeld gezien als persoonsgegevens. Dan moet je werken met protocollen en verwerkersovereenkomsten afsluiten met leveranciers van camerasystemen om de privacy te waarborgen. Al die procedures duren zo een half jaar.’ Als het eenmaal zover is, adviseert Verhoek verder om een team klaar te hebben zitten voor vragen van burgers en bedrijven, want die gaan er volop komen. ‘Bellen werkt zo veel beter dan mailen of vage Q&A’s op de website. Je kweekt er enorm veel goodwill mee. In een tijd dat de overheid onder een vergrootglas ligt, kan een milieuzone een mogelijkheid zijn om de relatie met bewoners te verbeteren.’
Pagina 46
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 Foto: Rob Voss 46 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: HENK BOUWMANS In het coronajaar 2021 kwamen slechts 59 wethouders tijdelijk of definitief ten val als gevolg van een politieke vertrouwensbreuk, een laagterecord! Tegelijkertijd kozen meer wethouders dan ooit voor een overstap naar een andere baan. Dat blijkt uit onderzoek van De Collegetafel. INTEGRITEITSKWESTIES LAURENS IVENS (SP, Amsterdam) stapt op wegens grensoverschrijdend gedrag in mails en ander berichtenverkeer. Ivens spreekt van ‘lichte klachten’ maar erkent zijn fouten. Hij was al eerder gewaarschuwd, maar de exit komt in beeld wanneer in 2021 formele meldingen over zijn gedrag worden gedaan. ROBERT SCHOLTEN (De Nieuwe Lijn, Epe) zegt dat hij niets weet van de verplichting om twee uitritten aan te leggen, maar blijkt later wel op de hoogte. Bovendien zegt Scholten ‘regelmatig eventjes de geschiedenis te wissen’ op zijn telefoon om de dans te ontspringen bij WOB-verzoeken. Hij stapt op. BREUK MET EIGEN FRACTIE FRANK VAN WEL (VVD, Loon op Zand) stapt op na een beschuldiging van ongewenst gedrag. Hij zou ‘te volhardend kameraadschappelijke betrekkingen’ hebben aangeknoopt met een ambtenaar die daar niet van was gediend. De vrouw diende een formele klacht in. JAAP BORG (VVD, Midden-Groningen) handelt in strijd met de beleidsregel over wonen in een recreatieverblijf. Hij heeft het college verzuimd te informeren over de tweede recreatiewoning die hij bezit en verhuurt. Hij stapt pas op als duidelijk wordt dat de raad de opvatting van het college deelt dat hij moet vertrekken. GUIDO SCHOOLMEESTERS (Gemeenschapslijst, Someren) wordt ontslagen door de raad. Aanleiding: een integriteitsrapport over de beschuldiging dat hij zijn zoon bij het toedelen van een nieuwbouwwoning heeft bevoordeeld en ook een bouwbedrijf heeft voorgetrokken. JAN LOONEN (CDA, Venray) verdwijnt na een aangenomen motie van wantrouwen. Aanleiding: vermeende belangenverstrengeling over een omstreden deal met het waterschap. Loonen heeft gehandeld volgens de gemeentelijke integriteitscode, maar heeft wel de schijn van belangenverstrengeling gewekt. MAARTEN VAN VIERSSEN (D66, Apeldoorn) stopt nadat drie van de vier D66-raadsleden boos uit de partij stappen, waarbij het partijbestuur de kant koos van het achterblijvende raadslid dat volgens de drie weg moest. GERARD BRUIJNIKS (GemeenteBelangen, Loon op Zand) vindt dat het college een goed voorstel heeft over de bouw van de nieuwe Wetering, maar zijn fractie is verdeeld over het nieuwe dorpshuis in Loon op Zand. Hij stapt op door deze breuk. SJAAK VAN DEN BERG (NZLokaal, Noordwijk) stapt op omdat een groot deel van zijn eigen fractie het vertrouwen in hem heeft opgezegd. Er zijn klachten over zijn gebrekkige wijze van communiceren en men wil hem niet meer op de kieslijst. EDO KOOIMAN (Texels Belang, Texel) treedt af na een motie van wantrouwen van zijn eigen partij Texels Belang. Kooiman wordt verweten dat hij ‘geen invoelingsvermogen heeft met de gemeenschap’. JOHN COENEN (CDA, Vaals) vertrekt omdat hij zich niet meer kan vinden in de koers van zijn partij, het CDA. ‘Ik mis de menselijke maat. (..) Ik ontwaar steeds meer vervreemding tussen mijn beelden en idealen en de nieuwe, huidige koers.’ MAARTEN MINER (GroenLinks, Weesp) stapt op vanwege onenigheid met zijn fractie over het plaatsen van windmolens. Anders dan Miner wil GroenLinks pertinent geen windmolens in de Bloemendalerpolder. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 Foto: Elvike Imelman Foto: Ernst Klip PERSONALIA 47 BESTUURSSTIJL PETER VAN BOEKEL (CDA, Bernheze) stoort zich aan het verharde politieke klimaat waarin steeds meer op de persoon wordt gespeeld en kleine zaken worden uitvergroot. Het past niet bij zijn stijl van wethouderschap. LIESBETH BOERSEN (De Blaricumse Partij, Blaricum) stapt op vlak voordat de raad wil debatteren over haar functioneren: Broersen wordt verweten Blaricum negatief in het nieuws te brengen en dat zij vragen over bouwdossiers onvoldoende beantwoordt, en dat maakt haar controleren moeilijk. PAUL HEIJMERINK (P21, Bunnik) stapt op na een aangenomen motie van afkeuring. Heijmerink wordt verweten onvoldoende rekening te houden met wat de raad wenst en dat hij zich onvoldoende heeft ingespannen om de bouw van windmolens door Zeist te voorkomen. ANDRÉ LANDWEHR (VVD, De Bilt) zegt te vertrekken volgens afspraak maar geen fractie kent ‘deze geheime deal’ met de uitzendwethouder die al maanden overhoop ligt met de raad. De ophef over zijn legitieme beroep op wachtgeld doet de deur dicht. GEERT RITSEMA (GroenLinks, Ede) neemt ontslag. Hij wil meer werk maken van de groene en sociale ambities in Ede, maar ergert zich dat de coalitiefracties hem in die ambities niet willen steunen. Zijn ambitie om tot een zero emissiezone te komen verwatert daardoor. SANDRA DIEPSTRATEN (CDA, Gilze Rijen) stopt drie maanden voor de verkiezingen omdat de bestuurlijke samenwerking in ABG-verband (Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze-Rijen) na twee jaar proberen nog niet beter wordt. ‘Als de stukken niet worden aangeleverd, is het lastig functioneren.’ BESTUURSSTIJL COALITIEBREUK MICHAEL ROG (CDA, Haarlem) neemt ontslag na de reuring over zijn principiële weigering om zijn QR-code te laten zien bij een wijkraadsvergadering. Rog die de kritiek van staatssecretaris Mona Keijzer op de coronapas deelt, krijgt een motie van afkeuring aan de broek. JEANNETTE HOFMAN (Lokaal OP1, Krimpenerwaard) stapt per direct op nadat haar partij zich uit de coalitie terugtrekt. ‘We willen niet met modder gooien, maar gaandeweg is er wrijving ontstaan waarbij de chemie is verbleekt’, verklaart Lokaal Op1. LIA DE RIDDER (D66, Wassenaar) treedt terug omdat zij haar ambities niet kan waarmaken met een parttime aanstelling van 0,6 fte. ‘Alles overwegende ben ik tot de conclusie gekomen dat ik in de huidige omstandigheden niet langer de juiste persoon op de juiste plaats ben’. WINNIE PRINS (Leefbaar Zeewolde, Zeewolde) wordt weggestuurd met een motie tot ontslag. Prins houdt haar persoonlijke opvattingen niet voor zichzelf. In 2017 en 2019 was Prins daarvoor al eens gewaarschuwd en de maat is dit keer vol als zij op Facebook stelt dat er rond de coronavaccinaties ‘niet zo veel vrijheid meer is’. HANS DE VROOME (D66, Arnhem) is geen wethouder meer nadat voor de tweede keer in deze collegeperiode de stekker uit de coalitie gaat. Aanleiding is het stemgedrag van D66 in het debat over het rapport over ongelijke behandeling in het personeelsbeleid op het stadhuis. D66 steunt, tot onvrede van de andere coalitiepartijen, een motie tegen wethouder Martien Louwers. PAUL VERBRUGGEN (PvdA, Alkmaar) en Christian Baak (GroenLinks, Alkmaar) dienen hun ontslag in. Aanleiding is een aangenomen motie van wantrouwen, ingediend door coalitiepartners VVD, CDA en D66, omdat volgens deze partijen PvdA en GroenLinks hen niet hadden geinformeerd over het houden van een extra raadsvergadering over de opvang van asielzoekers.
Pagina 48
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 PERSONALIA 49 BREUK IN COALITIE PETER VERHEIJ (SGP, Alblasserdam) stapt op als duidelijk wordt dat de breuk in de coalitiesamenwerking van SGP, CDA en PvdA definitief is. Aanleiding: het besluit van de gemeenteraad over de inzet op zondag van een shuttlebus naar Kinderdijk. ‘Voor ons is de positie van de zondag een principieel punt’, aldus de SGP. ELINE VAN BOXTEL (PvdA, Dongen) stapt op omdat zij het onderwijshuisvestingsbeleid niet de dupe wil laten worden van de discussie over de verlaging van de gemeentelijke schuldpositie. De PvdA is het eens met haar wethouder en trekt zich terug uit de coalitie met VVD en Volkspartij Dongen. BREUK IN COALITIE ALBERT KONING (Lijst Kras, Edam-Volendam) geeft er de brui aan. Aanleiding: een verschil van inzicht op het dossier nieuwbouwwijk Lange Weeren in Volendam, vooral over het aantal te bouwen woningen. ‘Het verschil van inzicht is voor mij een principekwestie. Daarom zie ik mij genoodzaakt om direct te stoppen.’ MICHIEL WIERSINGA (De Nieuwe Lijn, Epe) stopt er na drie maanden mee en krijgt 1,5 ton wachtgeld. Wiersinga trekt de integriteit van een collega-wethouder in twijfel nadat zijn voorganger vanwege integriteit weg moest. Zijn partij twijfelt over een opvolger en dat leidt er uiteindelijk toe dat De Nieuwe Lijn zich terugtrekt uit de coalitie. TOON BOSMANS (PvdA, Heeze-Leende) stopt twee weken nadat zijn partij zich uit de coalitie heeft teruggetrokken. ‘Stoppen vind ik de meest integere beslissing. Toch blijven zitten, past niet bij mij. Ik houd de eer aan mijzelf en treed terug.’ SANDER VAN ’T FOORT (ChristenUnie, Renswoude), regionaal trekker voor de energiestrategie, stapt op als zijn gemeenteraad tegen het collegevoorstel stemt om op de Emminkhuizerberg twee windmolens te plaatsen. De ChristenUnie verlaat vervolgens de coalitie. PROJECTVERANTWOORDELIJKHEID JEROEN OOIJEVAAR (GroenLinks/PS, Schiedam) moet ontslag nemen als GroenLinks en Progressief Schiedam het vertrouwen in de coalitie opzeggen omdat de coalitiepartijen het oneens blijven over de duurzame verstedelijking van Schiedam. KIM SCHMITZ (GroenLinks, Sittard-Geleen) geeft haar wethouderspost op als haar fractie uit de coalitie stapt. Aanleiding is een aangenomen motie die de komst van een windmolenpark in Holtum Noord vertraagt. De indieners willen nieuwe landelijke regels afwachten, wat volgens GroenLinks onnodig is. URSULA BEKHUIS (GB/VVD, Tubbergen) stapt op nadat haar fractie uit de coalitie is gestapt. Aanleiding: het besluit van het CDA, dat in Tubbergen de absolute meerderheid heeft, om voor de bouw van een nieuw gemeentehuis, het Glashoes, te stemmen (kosten elf miljoen euro). CLAUDIA BISSCHOPS (CDA, Valkenburg) moet vertrekken als Algemeen Belang Valkenburg en Progressieve Groene Partij het vertrouwen opzeggen in coalitiepartner CDA. Aanleiding: het CDA houdt zich niet aan het besluit van de gemeenteraad om het zwembad in de Polfermolen te sluiten. HANS BUIJTELAAR (VVD, Amersfoort) treedt per direct af. Aanleiding: het vastgelopen project inzake de westelijke ontsluiting. ‘De aanbesteding van de westelijke ontsluiting heeft geleid tot frictie in de coalitieverhoudingen. (...) Door nu zelf opzij te stappen, wil ik ruimte creëren zodat de blik weer naar voren gericht kan worden.’ PATRICK VAN DER VELDEN (GBWP, Bergen op Zoom) houdt de eer aan zichzelf en stapt op. Aanleiding: de stevige kritiek van de raad op 1,4 miljoen euro aan coronasteun die het college heeft gestoken in de reorganisatie van het eigen cultuurbedrijf. Het college besloot om 5 ton hiervan te gebruiken voor het inhuren van topambtenaren.
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 50 PERSONALIA CARRIÈRE PROJECTVERANTWOORDELIJKHEID ANDERE BAAN BERT VAN ALPHEN (GroenLinks, Den Haag) stapt op vanwege de gang van zaken bij de Energieacademie, die kwetsbaren kansen moest geven op de arbeidsmarkt. Aanleiding: het onderzoeksrapport van Berenschot waaruit blijkt dat in de planvorming en uitvoering veel is misgegaan. ‘De gemeente had vanuit haar bijzondere rol als vertegenwoordiger van het algemeen belang en subsidieverstrekker, zorgvuldiger en scherper moeten zijn.’ ROELOF SIEPEL (ChristenUnie, Dronten) biedt zijn ontslag aan omdat hij de emoties in de raad over de geplande woonwijk in Swifterbant onvoldoende heeft onderkend. ‘Helaas heb ik moeten constateren dat het vertrouwen rond mijn ambt en werkwijze ter discussie is komen te staan, in het bijzonder met betrekking tot het dossier Swifterbant-Zuid.’ ERIK STRUIJLAART (VVD, Enkhuizen) stapt op vanwege het verzet tegen de komst van een geitenhouderij aan de rand van de wijk Kadijken. Bewoners waren het oneens met de komst en dienden bezwaar in bij de gemeente. In de raad is ergernis dat het besluit om de geitenhouderij te bouwen twee weken is achtergehouden. JIM JANSSEN (SPM, Senioren Partij Maastricht) stapt op vlak voor het geplande debat over de kwestie ‘interimdirecteur Dekkers’. Dekkers was ingehuurd om orde op zaken te stellen in het sociaal domein en jeugdzorg. Hij kreeg voor een half jaar werk een kwart miljoen euro, terwijl de gemeente kampt met forse bezuinigingen. ROY VAN DER BROEK (CDA, Beekdaelen) verruilde het wethoudersambt voor de functie van directeur van afvalbedrijf RD Maasland in Midden-Limburg. DEBBIE HEESAKKERS (VLP, Beesel) stopte als wethouder en ging aan de slag bij de woningcorporatie Woonwenz in Venlo. ANDERE BAAN MIRJAM HAAGH (PvdA, Breda) stopte als wethouder en ging aan de slag bij BrabantZorg als voorzitter van de raad van bestuur van de Brabantse organisatie voor ouderenzorg, thuiszorg, welzijn en zorg op maat in Oost-Brabant. PAUL DE BEER (D66, Breda) verruilde het wethouderschap voor de functie van programmamanager voor de Zuidwestelijke Delta, een belangrijk onderdeel van het Deltaprogramma. MAUREEN SLUITER (VVD, Doetinchem) stapte over van het wethouderschap naar de functie van gemeentesecretaris bij de gemeente Westervoort en adjunctdirecteur van 1Stroom, de ambtelijke organisatie van de gemeenten Duiven en Westervoort. MARTIEN DE BRUIJN (RVP, Rucphen) begon een eigen bedrijf: West Brabant Prefab voor het leveren van houtskeletten voor bouwpakketten van huizen waarmee hij zo snel als mogelijk wil beginnen, en daarom niet de collegeperiode vol wil maken. HARRIËT TIEMENS (GroenLinks, Nijmegen) verliet het wethoudersambt en gaat aan de slag als directeur bij Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen, de opvolger van de regio Arnhem-Nijmegen, een samenwerkingsverband tussen 18 regiogemeenten voor wonen, werken en mobiliteit. BART NOOTEBOS (PvdA/GroenLinks, Stedebroec) verruilt het wethouderschap voor de functie van projectleider Ruimtelijke Ordening bij adviesbureau Eelerwoude, dat zich richt op landschap en natuurontwikkeling en streeft naar 100 procent natuur inclusief. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 Foto: Ariane Kok PERSONALIA 51 ANDERE BAAN GEERT MEIJERING (CDA, Kampen) verruilde het wethouderschap voor de functie van manager public affairs bij het team van de regiodirectie Noord-Oost van de NS. RAMON LUCASSEN (CDA, Landgraaf) trad af als wethouder en ging in dienst als adviseur van de directie van de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg in Maastricht. ANKIE VAN TATENHOVE (ChristenUnie, Lansingerland) stopte als wethouder voor de overstap naar een nieuwe functie bij BMC, een adviesbureau voor de publieke sector. MARLEEN DAMEN (PvdA, Leiden) stopte als wethouder en werd directeur Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Den Bosch. ERIK VAN BEURDEN (GroenLinks-PvdA, Leusden) verruilde het wethouders voor de functie van adviseur bij bureau Over Morgen, dat advies geeft over duurzame leeromgeving. BERT GROOT WESSELDIJK (Gemeentebelangen, Lochem) verruilde het wethouderschap voor de functie van interim-directeur bij Tribuut, het centrale belastingcentrum voor Lochem, Apeldoorn, Epe, Voorst en Zutphen. PAUL DE ROOK (D66, Groningen) stopte als wethouder en ging aan de slag als directeur organisatie- en onderwijsontwikkeling bij Noorderpoort. MARC ROSIER (VVD, Zoetermeer) stopte als wethouder en wordt hoofdverantwoordelijk voor de afdeling openbaar vervoer van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). SVEN DE LANGEN (CDA, Rotterdam) stapte over van wethouder naar de functie van bestuurder bij PZC Dordrecht, een instelling voor ouderenzorg. HARRY MATSER (GroenLinks, Zutphen) verruilde het wethouderschap voor het lidmaatschap van het College van Bestuur bij Conexus, een scholenkoepel met 31 scholen in de regio Nijmegen. HILDE NIEZEN (GroenLinks, Gouda) stopte als wethouder en werd directeur van de Stichting RIONED, de koepelorganisatie voor stedelijk waterbeheer. MARIEKE VAN DIJK (D66, Waterland) verruilde het wethouderschap voor de functie van senior-adviseur sociale economie bij adviesbureau KplusV. MARIO JACOBS (GroenLinks, Tilburg) stapte over van het wethouderschap naar de functie van dijkgraaf in het waterschap Aa en Maas. HANS MARCHAL (PCG, Wijk bij Duurstede) stopte als wethouder en gaat aan de slag in het bedrijfsleven als projectmanager in gebiedsontwikkeling. GITTA LUITEN (PvdA, Hardenberg) verruilde het wethouderschap voor de functie van partner Cultuur en Erfgoed bij BMC. IRMA VAN DER SLOOT (GroenLinks, Kampen) stopte en begint in januari aan een nieuwe baan. BEREND DE VRIES (D66, Tilburg) verlaat het wethouderschap en wordt concerndirecteur Gezond Stedelijk Leven voor de gemeente Utrecht, na elf jaar wethouderschap. HANS DE GRAAF (ChristenUnie, Tynaarlo) beëindigde het wethouderschap om financieel adviseur bij de gemeente Emmen te worden. ADVERTENTIE Vooruitlopend op de gemeenteraadsverkiezingen adviseren wij u tijdig te oriënteren op uw toekomst. Ons Pre-APPA programma ondersteunt u hierbij! Start de Quick Scan. www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 3030 630
Pagina 52
Voor onze organisatie zijn wij op zoek naar een: Directeur-bestuurder Bergopwaarts is een dynamische woningcorporatie die in regio Deurne en Asten zo’n 5000 woningen beheert. Samen met onze 35 medewerkers zijn wij actief binnen een sterk veranderende werkomgeving. Wij zijn een betrokken organisatie en luisteren goed naar onze huurders en geluiden vanuit de samenleving die nieuwe oplossingen bieden voor bestaande en toekomstige vraagstukken. www.bergopwaarts.nl Voor meer informatie over de organisatie verwijzen wij naar www.bergopwaarts.nl Voor de uitgebreide vacaturetekst en de sollicitatieprocedure verwijzen wij naar www.cbk.org www.cbk.org Afdelingsmanager HRM Verandermanager met visie • Zakelijk • Energiek • Ondernemend • Verbindend Afdelingsmanager Innovatie Projecten en Advies Directie Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte Coachend leiderschap • Samenwerkingsgericht • Daadkrachtig • Bruggenbouwer Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl Senior Beleidsmedewerker Onderwijs Integraal Huisvestingsplan (IHP) 36 uur per week | schaal 11 • Toekomstbestendige huisvesting PO en VO •Werkt nauw samen met schoolbesturen • Beheert budgetten, adviseert portefeuillehouder • Neemt deel aan diverse overleggen Larissa Plantinga | 06-24863093 Larissaplantinga@certusgroep.nl Technisch Coördinator Maatschappelijk Vastgoed 36 uur per week | schaal 11 • Coördineert gemeentelijk vastgoed • Conditie en onderhoud van vastgoed • Verduurzaming van de portefeuille • Schakel tussen team en teamleider Verkeerskundig Ontwerper 32-36 uur per week | schaal 10 • Adviseren • Integraal ontwerpen • Nieuwe stukken stad • Creativiteit binnen complexe context www.certusgroep.nl Bas Auckel | 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT BeljonWesterterp | Gemeente Apeldoorn BeljonWesterterp | Gemeente Apeldoorn Bergopwaarts Bestman | Gemeente Emmen Bestman | Gemeente Voorne aan Zee i.o. CAOP De Buch via Merwede Executive Search Gemeente Beverwijk Gemeente Breda Gemeente Den Haag Gemeente Dijk en Waard Gemeente Eindhoven Gemeente Hengelo via Aardoom & de Jong Gemeente Horst aan de Maas Gemeente Meppel Gemeente Roosendaal Gemeente Schiedam via Aardoom & de Jong Gemeente Waddinxveen Manager Vastgoed & Grond Manager Vitaal Ondernemend Apeldoorn Directeur-bestuurder Griffier Kwartiermaker/(beoogd) gemeentesecretaris Secretaris Openbaar Bestuur en Veiligheid Domeinmanager Bedrijfsvoering (regio Noord-Holland) Adviseur Participatiewet / Klantmanager Beleidsadviseur Jeugd Beleidsadviseur sociale, digitale en fysieke toegankelijkheid Bestuursadviseur Programmamanager stationsdistrict & stedelijke opgaven Concernmanager Aandachtsgebied Sociaal Domein Beleidsadviseur VTH Manager Financiën & Belastingen Bestuursadviseur Teammanager Vastgoed en Grondzaken Senior beleidsadviseur Jeugd Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Manager Publiekszaken Pool Management | Gemeente De Fryske Marren Raeger Autismecentrum Rijksoverheid UWV Veiligheidsregio Utrecht Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Werkorganisatie HLTsamen Provincie Flevoland FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Amsterdam Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Scherpenzeel Gemeente Steenbergen Teammanager Bestuur- en Concernadvies Bestuurssecretaris Hoofd cluster Inspecties Business Adviseur Directeur Informatievoorziening Facilitair Bedrijf Adviseur bestuurlijke zaken en accountmanagement Teamleider Personeel en Organisatie/ Managementondersteuning Senior beleidsmedewerker Maatschappelijke Ontwikkeling Strategisch Adviseur Samenwerkingsverband Regio Zwolle Senior financieel adviseur Projectcontroller Regionaal Coördinator Europese Aangelegenheden Griffiemedewerker Adviseur Economie en Ruimte Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022
Pagina 54
54 INDEX Veiligheidsregio Kennemerland Rijksoverheid Concerncontroller JS Consultancy | Gemeente Emmen ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Beverwijk Gemeente Enschede JS Consultancy | Regionaal Historisch Centrum Eindhoven JURIDISCH Gemeente Apeldoorn Gemeente Dordrecht Gemeente Scherpenzeel Gemeente Scherpenzeel JS Consultancy | COA Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Provincie Utrecht MILIEU Gemeente Steenbergen Gemeente Steenbergen Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Waternet OVERIGE Gemeente Amsterdam Gemeente Harderwijk Rijksoverheid PERSONEEL EN ORGANISATIE Cedris Publiek Netwerk | Gemeente Haarlem Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Zeelenberg | Gemeente Almelo RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER BMC Certus Groep | Gemeente Leiden Certus Groep | GemeenteNissewaard Certus Groep | Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Heumen Gemeente Losser Gemeente Moerdijk Gemeente Utrechtse Heuvelrug Kadaster Provincie Utrecht Publiek Netwerk | Gemeente Amsterdam SOCIAAL BMC Gemeente Den Haag Gemeente Eindhoven Gemeente Waddinxveen Gemeente Zwijndrecht JS Consultancy | Gemeente Venray Meerinzicht VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Lelystad Rochdale Adviseur Grondprijzen Verenigingsadviseur Sport Afdelingsmanager Verpleging en Verzorging Projectleider Inclusieve arbeidsmarkt Afdelingsmanager HRM Corporate Recruiter Ontwikkelgerichte manager team HR Traineeship Fysiek Domein Verkeerskundig Ontwerper Senior Beleidsmedewerker Onderwijs Integraal Huisvestingsplan (IHP) Technisch Coördinator Maatschappelijk Vastgoed Beleidsmedewerker ruimtelijke ordening Beleidsadviseur/projectleider Fysieke leefomgeving en wonen Projectleider energietransitie gebouwde omgeving Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling Manager team landinrichting (ruimtelijke ontwikkeling) Omgevingsmanager Afdelingsmanager Innovatie Projecten en Advies Afdelingsmanager Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) Junior beleidsmedewerker Sociale Basis Beleidsadviseur (thema werk, participatie en inkomen) Senior beleidsadviseur Participatie Ervaren Adviseur Sociaal Domein Teammanager Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsadviseur Participatiewet Teamleider Bestuursondersteuning en Communicatie Communicatieadviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Pagina 52 Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Integrale adviseur klimaatadaptie en water Adviseur Natuur en Landschap Adviseur Bodem en Bouwstoffen Senior Adviseur Toezicht en Handhaving Industrieel Senior Toezichthouder Bodem Senior Adviseur Toezicht en Handhaving Agrarisch Senior Adviseur Vergunningverlening Industrieel Assetmanager technische assets watersysteem Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Juridisch Beleidsadviseur Adviseur Onderwijshuisvesting Raadsadviseur/plaatsvervangend griffier Kwaliteitsmedewerker Sociaal Domein Jurist met privacy als aandachtsgebied Specialist Omgevingsveiligheid Jurist Natuur- en Omgevingsrecht Juridisch Adviseur Bestuurs- en Privaatrecht Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Adviseur digitalisering rijksvastgoed Teamleider Financiën Chief Information Security Officer (CISO) Adviseur informatiemanagement Adviseur Toezicht en Inspectie Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 02 | 2022 Bekijk het eens van de andere kant Denk andersom en kies voor verzuimpreventie en vitale medewerkers www.everybodygroep.nl/andersom info@everybodygroep.nl 088-246 04 04
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeamleider Financiën 36 uur | schaal 12 + AM-toeslag | max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren leidinggevende die meebouwt aan een organisatie en team in ontwikkeling. Echte inspirator die organisatorisch sterk is, mensen meekrijgt en duidelijk en koersvast is. Heeft voldoende affiniteit met de inhoud, maar gaat vooral voor de ontwikkelopgave. Is een uitstekende sparringpartner voor collega’s, MT en college. Is pro-actief en politiek sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Adviseur Toezicht en Inspectie 36 uur | schaal 10 max. € 63.123,- bruto per jaar (incl. IKB) Gedreven en ervaren adviseur met groot hart voor (digitale) archivering. In de rol van relatiemanager adviseren van klanten. Legt makkelijk contact met bestuurders, managers en medewerkers. Pro actieve houding, analytisch sterk en prioriteiten kunnen stellen. Initiëren van verbeteringen, optreden als vraagbaak en uitvoeren van inspecties en rapporteren aan klanten. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager Maatschappelijke Ontwikkeling 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren inspirerend en faciliterend manager met kennis van het Sociaal Domein. Zakelijke en resultaatgerichte stijl van leidinggeven. Bijdragen aan verdere ontwikkeling van het team en organisatie. Stelt duidelijke kaders en zorgt voor maximale ontwikkeling van medewerkers. Stuurt op resultaat, staat stevig in de schoenen, is overtuigend, politiek bestuurlijk sensitief, ambitieus en samenwerkingsgericht. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Jurist met privacy als aandachtsgebied 36 uur | vaste functie | max. € 64.902,- bruto per jaar (incl. IKB) Ben jij iemand die de verantwoordelijkheid neemt? Een aanpakker die resultaten het liefst samen met anderen behaalt? Wij zoeken een pragmatische en toekomst-gerichte Jurist, met als aandachtsgebied privacy (AVG ). Een stevige inhoudelijke adviseur, met een pioniers-mentaliteit en verbindende visie. Iemand die laveert in het krachtenveld met verschillende belangen en stakeholders (intern en extern). Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB JONG & ambtenaar 2022


Pagina 2
Gebruik je hoofd, volg je hart en maak samen met je collega’s het verschil bij onze opdrachtgevers. APF heeft een public talentprogramma ontwikkeld. Jij start jouw carrière als Young ANG Professional Public Finance (YAP PF) binnen de decentrale overheid of publieke organisatie. Ben je bijna/net afgestudeerd in een bedrijfseconomische richting (hbo/wo) en wil je een vliegende start maken? Kies voor het traineeship YAP PF vol energie, kennis en fun. Vergroot jouw inzicht – het talentenprogramma YAP PF waar jij blij van wordt: • een contract voor onbepaalde tijd • € 2.500 - € 2.750,- als startsalaris • bonus • loopbaanbegeleiding • lease auto, laptop en telefoonvergoeding • opdrachten bij verschillende organisaties • persoonlijke ontwikkeling en coaching • ontwikkeltraject • leuke gezamenlijke activiteiten • samenwerking met de Bestuursacademie Nederland Hard- en softskills, onder andere:     • rapporteren binnen een overheid • risicomanagement, rechtmatigheid en treasury/kasstromen            • politieke sensitiviteit • proactiviteit • klantgerichtheid • stressbestendigheid Word jij de nieuwe YAP’er PF? Bel, mail of app Roelof Kwant      r.kwant@agium.nl “Ik schets mijn eigen pad, omda mijn ambities en ontwikkeling hier centraal staan” Eric van Bennekum YAP’er PF n at n r DE MENSELIJKE MAAT ZIEN WIJ ZELF OOK GRAAG N iemand wordt vrolijk van de jaarlijkse (gemeentelijke) belastingaanslag of een boete voor foutparkeren. In een functie als de mijne, ambtenaar van de gemeentelijke belastingdienst, draaien de dagen om zulke financiële correspondentie en transacties. Want dit is wat wij doen: aanslagen opleggen en geld invorderen. Met een goede reden. Het geld dat we innen wordt ‘teruggegeven’ aan onze inwoners. In de vorm van een extra parkeergarages, grofvuil dat voor de deur wordt weggehaald en kades en straten die door onze collega’s worden onderhouden. De meeste brieven die wij schrijven, mogen dan automatisch gegenereerd worden door onze systemen, toch wil ik graag toevoegen dat bij ons bedrijfsonderdeel veel waarde gehecht wordt aan de factor Mens. Allereerst zijn wij als ambtenaren zelf ook mens, burger en consument. Wij balen er net zo goed van als we in de wacht hangen, of in een bureaucratische loop belanden – een eindeloos kringetje, waarin we nooit een stap verder komen. KAJ VAN BRUMMELEN JONGE AMBTENAAR VAN HET JAAR 2021 LEEFTIJD: 29 jaar BIJ: gemeente Amsterdam FUNCTIE: afdelingsmanager incasso en invordering belastingen OPLEIDING: hbo rechten, MBA leiderschap Hoewel we als overheid op grote schaal zijn overgestapt op digitale systemen, heerst bij ons het besef dat menselijk contact belangrijk is. Dat levert meer op voor zowel de organisatie als voor burgers. Niet altijd maar computer says no: als het systeem het niet wil, kan het niet. Het afgelopen jaar is het belang daarvan nog dieper doorgedrongen, onder meer door de Toeslagenaffaire. Kille bureaucratie, die heeft geleid tot menselijke tragedies. We zijn in Amsterdam een andere weg ingeslagen. Contact met de burger staat bij ons hoog in het vaandel. Zeker na deze twee voor iedereen lastige coronajaren, waarin intermenselijk contact op een lager pitje stond. In mijn gemeente zijn we bezig met wat we ‘sociaal incasseren’ noemen. Dat betekent nog steeds dat we geld ophalen, maar we realiseren ons nog meer dat extra aandacht en hulp soms nodig is – in de vorm van een persoonlijk e-mailtje, een gesprek met onze klantmanagers, of een ouderwets telefoontje. Onze systemen helpen ons te bepalen of dat nodig is. We hebben bijvoorbeeld sneller in de gaten als mensen problemen hebben met hun uitkering, of hulp nodig hebben bij het betalen van schulden. Soms ook worden die kwijtgescholden. Laten we het ook niet voorstellen alsof computers de wortel zijn van alle kwaad. Ze maken ons leven stukken gemakkelijker. Een tikkie na een etentje, geleende bibliotheekboeken digitaal verlengen en belastinggeld overmaken via digitaal verkeer. Die oude slogan – leuker kunnen we het niet maken, wel gemakkelijker – gaat nog steeds op. Natuurlijk zullen er altijd mensen achterblijven. Juist dan kunnen wij met menselijk contact het verschil maken. Als ambtenaren kunnen we hier een zinvolle bijdrage aan leveren. 3
Pagina 4
INHOUD 8 NIET DAT HEEL FORMELE 46 ONGELIJKHEID BESTRIJDEN Tabea Müller kan de Nederlandse werkcultuur wel waarderen: informeel en niet hiërarchisch. 39 SPIL VAN LOKALE DEMOCRATIE Plaatsvervangend griffier en van tijd tot tijd ook leraar. Jarno Groenveld vindt het een prachtige combinatie. Gelijkwaardigheid, diversiteit en inclusie. Daarvoor strijdt Riiziane Golamun met tomeloze inzet. EN VERDER 22 FOTODAGBOEK WATERSCHAP 32 STAGES IN HET BUITENLAND 33 ‘WORKATION’ IS EEN GUNST 52 KLARE TAAL 64 ARBEIDSVOORWAARDEN 86 TIPS VOOR HYBRIDE WERKEN 94 ZWEREN OF BELOVEN? 95 DE BESTE MOTIVATIEBRIEF 98 NETWERKEN PORTRETTEN 13 ROMKE JAN DE VRIES Archeoloog als ambtenaar 14 NEZJMA RAMDAS EN SABINE BALSEM-VAN DER VEEN zoeken talenten voor Amsterdam 16 LISA BOONS staat klaar voor nieuwkomers 20 ANOUK GOENSE maakt reclame voor Zeeland 29 JOHAN VAN ERP helpt start-ups op weg 30 MAURITS FOORTHUIS Digitale nomade 42 TOM MILTENBURG Mensgerichte cijferman 4 JONG&AMBTENAAR EXTRA JONG&AMBTENAAR 51 EEN MODERNE HANSJE BRINKER 92 METEEN AL CHEF STIKSTOF Jouke Sprij zoekt naar de zwakke plekken in onze dijken, om te voorkomen dat we natte voeten krijgen. 88 CIJFERS EN VIERKANTE WIELEN Van weetjes over vierkante wielen tot financiële rapportages: Dilara Ercan fixt het voor de provincie Utrecht. Tom Verputten werd als adviseur milieu meteen gebombardeerd tot Chef Stikstof. 45 KUBRA AKIN weet hoe wetten werken 69 JADE PETERS werkt aan een betere wereld 56 ANNIEK VAN DIJK Empatisch manager 61 ROXANE BANSEMA brengt Groningen naar de top 62 YANNICK GOD waakt over onze privacy 73 JELLY FRANKES betrokken bij de burger 78 MARIEKE DE BRUIN alles draait om de sport 81 LOTTE REIJMERINK werkt mee aan hét Huis van de Stad 5 82 JULIA BROERE bewaakt de bouwkwaliteit 84 AMY VAN EIJK Strijdster tegen woningnood 90 HELEEN HENNEKE beschermt privégegevens
Pagina 6
INHOUD PRESENTATIES PRESENTATIE Op ontdekkingsreis binnen de Rijksoverheid STARTERSPOOL VOOR VEELBELOVENDE KANDIDATEN GEEN AFVALLER, MAAR VEELBELOVENDE STARTER Afgewezen, als één van velen. Misschien heb je als kandidaat nét naast dat plekje in het felbegeerde Rijks traineeprogramma gegrepen. En toch ben je waarschijnlijk uiterst geschikt voor een andere startersfunctie binnen de Rijksoverheid. Voor zulke kandidaten is er sinds kort een starterspool. J aarlijks solliciteren 2000 pas afgestudeerden op het Rijkstrainee programma, vertelt project-recruiter Barbara Suijker van de Uitvoerings organisatie Bedrijfsvoering Rijk/ Personeel. Daarvan worden er 155 aangenomen, dus er zijn meer dan 1800 afvallers. ‘Het trainee programma blijkt een populaire start voor een carrière bij de Rijksoverheid’, zegt Barbara. ‘Met zoveel belang stelling zijn we superblij vanwege de enorme keuze die we hebben. Maar er zijn meer geschikte kandidaten dan traineeplekken. Met andere woorden: tussen de afgevallen sollicitanten zit veel potentieel. Mensen die succesvol een stevige procedure hebben doorlopen en alle assessments haalden. Voldoende bewijs dat het geschikte kandidaten zijn voor andere functies binnen de Rijksoverheid. We onderzoeken wat nodig is om meer starters aan te nemen en gaan die actief matchen.’ De afvallers worden na hun instemming opgenomen in een starterspool. ‘In de loop van de tijd willen we deze pool uitbreiden met starters vanuit andere hoeken.’ VERRAST DOOR VERSCHEIDENHEID Barbara is telkens verrast door de verscheidenheid aan kandidaten. ‘We hebben de te verwachten opleidingen, zoals politicologen, bestuurskundigen en juristen. Maar ook mensen die lucht- en ruimtevaarttechniek hebben gestudeerd, geografie, wijsbegeerte, gezondheidswetenschappen of LatijnsAmerikadeskundigen. De vaardigheden die ze opdeden tijdens hun studie kunnen op veel verschillende plekken van pas komen.’ Dat ‘actief matchen’ is een sleutelbegrip. Het is niet zo dat wie meedoet als naam of cv op een lijst komt waar weinig tot niks meer mee gebeurt, aldus Barbara. ‘Daar geloof ik niet in. De kandidaten die tot de allerlaatste ronde zijn gekomen gaan we stuk voor stuk intensief spreken. Wie zijn ze, wat zijn hun talenten, wat kunnen ze verwachten, wat zijn goede instapfuncties?’ Barbara vervult daarbij een gidsrol: ‘Voor veel mensen is de Rijksoverheid een grote black box. Er werken ruim 120.000 mensen. Daarbinnen kennen we zoveel rollen en onderwerpen, dat voor buitenstaanders moeilijk is dat te doorgronden. Functies waar ze misschien zelf nooit aan gedacht zouden hebben, maar die na goede uitleg goed bij hen passen. We nemen die talenten mee de organisatie in. We coachen ze en managen hun verwachtingen. We gaan met hen op zoek naar startersplekken en matchen ze op openstaande vacatures. We kijken met hen mee naar vacatures en betrekken hen bij netwerkgesprekken als daar hun interesse ligt. We benaderen managers om te vragen of ze open staan voor deze starters.’ TOT LEVEN BRENGEN Dat werkt volgens Barbara goed. ‘Als je een concreet persoon tot leven brengt, spreekt dat meer aan dan wanneer je als manager tien cv’s ziet. Mensen zonder ervaring schuif je misschien snel aan de kant, terwijl het mogelijk een uitstekende kandidaat is voor je vacature. ‘We merken gelijk dat er positiever gereageerd wordt op een starter uit onze pool.’ Niet altijd is het in één keer raak: ‘We gaan op ontdekkingsreis binnen de Rijksoverheid’. Sommige kandidaten zijn elders aan de slag gegaan, maar waren zeer positief over starterspool. Vooral vanwege de coaching, waardoor ze voor zichzelf helder kregen wat ze zoeken. Soms plukt een andere organisatie daar de vruchten van. Niet erg: vanuit de rol als goed werkgever is het voor de Rijksoverheid prettig om daaraan bij te dragen. PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE ‘ MODIS TECH ACADEMY BEGRIJPT HOE JE JONG TALENT BINDT AAN DE PUBLIEKE SECTOR’ Technologische veranderingen, digitalisering en informatisering hebben impact op werkend Nederland. De banen van vandaag worden morgen anders ingevuld. Dat vraagt om aanpassingsvermogen en talent dat niet bang is voor verandering. Modis Tech Academy (hierna: MTA) begeleidt en stoomt jong talent en organisaties klaar voor de toekomst. Zij gelooft dat iedereen talenten heeft en kijkt daarom naar de potentie van young professionals en adviseert haar partners hoe zij dit talent optimaal kunnen benutten. Zo matcht MTA jong talent en overheidsorganisaties binnen de vakgebieden RPA, Finance, Informatiemanagement, ICT & Engineering. ‘D e grootste ontwikkeling die wij zien, is de nieuwe manier van werken. In korte tijd zijn we van altijd op kantoor naar een volledig digitale werksituatie gegaan,’ vertelt Pascal Alberts, directeur van MTA. ‘Het was hierdoor voor onze partners een uitdaging om met starters aan de slag te gaan. Maar jonge talenten weten juist van nature hoe zij digitaal samenwerken. Zij zijn in een digitale wereld opgegroeid.’ ‘ Het jonge talent opent mijn ogen ook nog iedere dag.’ Daarnaast krijgen overheidsorganisaties te maken met veranderende doelstellingen die zij domeinoverstijgend moeten oppakken. Pascal: ‘Dat vraagt om adaptief vermogen en leergierigheid, eigenschappen die wij zoeken in onze consultants. Om het juiste talent te vinden, kijken we met onze partners naar de criteria van een functie, maar vooral naar de toekomst: waar wil de organisatie naartoe? Welk type persoon heb je daarvoor nodig? Wij geloven dat vakinhoudelijke skills aan te leren zijn. Hoe je als persoon omgaat met veranderingen, samenwerkt en communiceert, de zogeheten soft skills, is wat wij met name belangrijk vinden. Deze open mindset willen we onze partners meegeven.’ Ook adviseert MTA overheidsorganisaties over hoe zij jong talent het beste kunnen inzetten en aan zich kunnen blijven binden. Bijvoorbeeld door samen te kijken naar de groeimogelijkheden in een functie of door trainingen in up- en reskilling voor gehele teams, zodat ook zij mee kunnen groeien met de organisatie. MTA biedt haar consultants persoonlijke begeleiding en ontwikkelmogelijkheden via e-learning, contact met medeconsultants, een eigen Talent Manager en een op maat gemaakt ontwikkeltraject. Zo is zij dé partner voor het ontwikkelen van (jong) talent. Dat MTA naar de mens achter het cv kijkt, ervaart consultant Tom Scheepstra ook. Vorig jaar kwam hij in contact met MTA. Sindsdien heeft hij als Informatiemanager bij Rijkswaterstaat gewerkt en binnenkort start hij aan een nieuwe opdracht die aansluit bij zijn wensen en ambities. ‘MTA denkt met je mee. Ik heb interesse in de politiek en ben actief als jongerenvoorzitter van het CDA. Dit vraagt om een flexibele insteek. MTA gaat hierin mee en zoekt met mij naar een flexibele functies.’ VAN FLOORWALKER TOT ZWEEFVLIEGER In gesprek met Dinant Riks, werkzaam in de IT bij Gemeente Amersfoort V ier jaar geleden was hij nog bezig met een studie in de neurowetenschappen in Oxford. Toen dat niet beviel besloot hij terug naar Nederland te gaan. Dinant Riks vertelt: “Ik wist niet zo goed wat ik dan wel wilde….iets met samenwerken en maatschappelijk belang.” Toen ik de vacature bij Gemeente Amersfoort zag bij een IT-team twijfelde ik, maar het bleek een goede match te zijn. Waar ben je in je vrije tijd het liefst? Mijn grote passie is zweefvliegen. Ik ben na negen jaar in 2018 ook instructeur geworden. Elk weekend dat het kan, ben ik wel op het vliegveld te vinden, om zelf lange vluchten te maken of juist om nieuwe leden veilig te leren vliegen. Wat doe je bij Gemeente Amersfoort? Drie jaar geleden ben ik als floorwalker begonnen met het ondersteunen van collega’s bij digitaal werken. Inmiddels ben ik functioneel beheerder van ons nieuwe zaaksysteem. Dat zaaksysteem maakt het makkelijker om vanuit data op processen te sturen. Wanneer een inwoner aan de gemeente bijvoorbeeld vraagt om een vergunning, dan zien we via het zaaksysteem hoe lang het duurt tot hij of zij antwoord krijgt. Daardoor zien we hoe en waar het bijvoorbeeld sneller en beter kan. Het vormgeven van die processen hoort bij mijn werk. Vanuit een multidisciplinair team ondersteunen we collega’s in de hele organisatie, omdat het ook echt een andere manier van werken is. Wat is leukst aan jouw werk? Het is leuk om mensen in hun werk te helpen en om te vernieuwen. De combinatie van persoonlijk contact en het bedenken van slimme oplossingen, spreekt me aan. Digitale ondersteuning is door de pandemie alleen maar belangrijker geworden. Daarnaast is het hybride werken een interessante uitdaging. Hoe zie je het maatschappelijk belang in je werk? Het bestuur, inwoners en ondernemers hebben te maken met complexe opgaves, bijvoorbeeld op het gebied van woningbouw of in het sociaal domein. Door collega-ambtenaren te ondersteunen bij slimmer digitaal samenwerken, draag ik bij aan verbetering van de dienstverlening. Wat speelt er nog meer rond digitalisering? Met de pandemie is cybercrime toegenomen. Als gemeente heeft Amersfoort een rol in het voorkomen en bestrijden daarvan. Vaak blijkt niet de techniek maar de mens de zwakste schakel. Nog snel in de trein vertrouwelijke mailtjes verwerken, of een collega helpen terwijl je eigen tablet nog open staat. Cybercriminelen spelen daar handig op in. Een aantal bevlogen collega’s werkt aan het verbeteren van de digitale veiligheid. Nieuwsgierig? volg Gemeente Amersfoort op LinkedIn of check amersfoort.nl/vacatures Vrijblijvend komen praten over werken aan digitalisering? Neem contact op met afdelingsmanager Wim Vreeman, e-mail GW.Vreeman@amersfoort.nl Met de beste collega’s op hun terrein aan de slag in de hoofdstad VAN STAGE NAAR WERKEN VOOR AMSTERDAM Amsterdam werkt aan een aantrekkelijke hoofdstad, dicht bij de mensen. Van cultuur en economie tot ruimtelijke omgeving: dat vraagt op alle fronten om flexibele en betrokken ambtenaren, die zich doorlopend willen ontwikkelen om hun gemeente nog beter te maken. Hier ontmoet je er twee: planoloog Alan Dekker (27) en Jorine Noordman (35), specialist Natuurinclusief Bouwen. Beide werken ze op het snijvlak van duurzaamheid en innovatie. ‘ GROEN ONTSTRESST IN EEN CHAOTISCHE WERELD’ A l jong moeder worden, en dan ook nog van een tweeling. Aan studeren kom je dan pas later toe, vertelt Jorine Noordman (35). Ze wilde in haar werkende leven veel tekenen en koos voor hbo bouwkunde, met als afstudeerrichting stedenbouwkunde. Maar was dat het wel? ‘In Amsterdam liep ik stage in het Team Waterfront, als stedenbouwkundige. De gemeente als organisatie en wat je daar allemaal kunt doen verraste me zo, dat ik besloot daar sowieso te willen werken.’ Jorine werkte eerst, net als Alan nu, bij Ruimte en Duurzaamheid, als ontwerper Openbare Ruimte. Vooral in het stadsdeel Zuidoost. Ze verkaste naar het Ingenieursbureau, waar ze specialist Natuurinclusief bouwen is. Een relatief jong vakgebied binnen de bouwkunde, maar voor haar niet nieuw. ‘Tijdens mijn opleiding was ik al bezig boompjes, plantjes en beestjes een plek te geven in stedenbouwkundige plannen. Later, in Zuidoost, vond ik het superleuk om uit te zoeken wat voor planten goed waren om bepaalde diersoorten aan te trekken.’ ECHT PIONIEREN Natuurinclusief bouwen was toen net een onderwerp dat op begon te komen. ‘Binnen de gemeente pionierden we met een soort natuurclubje, met collega’s van verschillende afdelingen.’ Een van de uitkomsten was het inspiratieboekje Natuurinclusief bouwen in 20 ideeën, dat ook binnen andere organisaties wordt gebruikt. ‘Ik maakte visuals daarDE DYNAMIEK VAN DUO+ Duo+ is de ambitieuze samenwerkingsorganisatie van- en voor drie unieke gemeenten gelegen tussen het Groene Hart en de metropool Amsterdam. Dit zijn de gemeente Ouder-Amstel (ruim 14.000 inwoners), gemeente Diemen en de gemeente Uithoorn (beiden ruim 29.000 inwoners). Duo+ doet álles op het gebied van interne bedrijfsvoering. Ook de inrichting en het beheer van de openbare ruimte en de uitvoeringstaken in het klantcontact, veiligheid, toezicht en handhaving en het Sociaal Domein zijn aan Duo+ toevertrouwd. Duo+ is er voor professioneel advies en uitvoering, in het belang van de bijna 75.000 inwoners en vele duizenden bedrijven. Patty Nahon, P&O Partner, Kim Hulsman, P&O adviseur en Ingeborg van Vliet, expert Werving & Selectie, nemen je graag mee achter de schermen van de dynamiek van Duo+. DE SAMENLEVING VOOROP Betekenis geven aan de samenleving en de verbinding met elkaar: dat zijn de drijfveren waar de collega’s van Duo+ voor gaan. Dit doen ze door de gemeenten Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel te helpen met het waarmaken van hun lokale opgaven. Elke Duo+’er doet dat weliswaar vanuit een eigen expertise, maar vooral met elkaar. ALTIJD IN BEWEGING EN OP ZOEK NAAR VERBINDING Kim: “Duo+ is als samenwerkingsorganisatie een ‘continu lerende organisatie’, waar enorm veel talent, kennis en ervaring aanwezig is. Vanuit Duo+ werk je voor één van de drie gemeenten, of voor Duo+ zelf. De samenleving is bij alle drie de gemeenten divers en in beweging. De uitdaging voor hen zit vooral in het verbinden met, en het contact hebben en onderhouden met die samenleving. Vragen die hierbij een rol spelen zijn: Hoe verbind je je als gemeente met de diverse leefstijlen en achtergronden? Hoe verbind je je met de kwetsbare mensen in de samenleving? Hoe zorg je voor een aantrekkelijke leefomgeving, waarin iedereen zich prettig voelt? En hoe ga je als relatief kleine gemeente om met grootstedelijke en maatschappelijke uitdagingen? Bij alle drie de gemeenten geldt dat het contact tussen een bestuurder en een (beleids-)professional snel is gelegd. Hierdoor leer je het politieke speelveld en de samenleving van heel dichtbij kennen. Doordat de drie gemeenten elk hun eigen identiteit hebben en elk een eigen (veranderende) dynamiek in de samenleving kennen, is voor jou als medewerker van Duo+ geen dag hetzelfde.” JIJ ALS PROFESSIONAL Patty: “Als Duo+’er sta je heel dicht bij het bestuur en de inwoners en organisaties uit de gemeente waarvoor je werkt. Het delen van kennis en kunde vinden we daarom belangrijk. Wat gebeurt er in jouw samenleving, hoe speel je daar als professional op in? Hoe kan een collega bij de andere gemeente van de samenwerking van jouw ervaring leren? Hoe leer jij van jouw collega? Maar ook: hoe halen we het sentiment uit de samenleving naar binnen? Hoe monitoren we wat er leeft en speelt? Hoe springen bestuur en beleid in op de sentimenten van de samenleving? Welke keuzes maken we daar met elkaar in? Veel vragen die ruimte bieden voor ontwikkeling; ontwikkeling van jezelf als professional en ontwikkeling van Duo+ als organisatie.” DE SAMENLEVING ALS SPIEGEL VAN ONZE ORGANISATIE(S) Patty: “Samen met de drie gemeenten willen we een afspiegeling zijn van onze samenleving. We vinden het belangrijk dat iedereen die bij ons werkt of wil 10 18 24 26 34 10-12 Geen afvaller, maar veelbelovende starter 18-19 ‘Modis Tech Academy begrijpt hoe je jong talent bindt aan de publieke sector’ 24 Van floorwalker tot zweefvlieger 26-28 Van stage naar werken voor Amsterdam 34-35 De dynamiek van DUO+ COLOFON Binnenlands Bestuur Extra - JONG & ambtenaar is een uitgave van Binnenlands Bestuur BV, onderdeel van Sijthoff Media Groep. Uitgaven onder de titel Binnenlands Bestuur Extra vallen niet onder verantwoordelijkheid van de redactie van Binnenlands Bestuur. SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE Martin Hendriksma Yvonne Jansen Mans Kuipers REDACTIE Yvonne Jansen Dave Schut Aart Verschuur VORMGEVING VRHL Content en Creatie FOTOGRAFIE Henriëtte Guest Shutterstock MARKETING EN DISTRIBUTIE Lindsay Duijm SALES Sandra de Vries TRAFFIC Gerda Bruggeman Annet van Vliet VERSPREIDING JONG & ambtenaar wordt verspreid via hogescholen en universiteiten, uitgereikt op beurzen en congressen en verstuurd naar de abonnees van Binnenlands Bestuur die student zijn en/of jonger dan 35 jaar. 6 ABONNEMENT BINNENLANDS BESTUUR www.binnenlandsbestuur.nl/ abonnementen BESTELLEN marketing@binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES EN PRESENTATIES Bellen: 06-46285131 Mailen: traffic@binnenlandsbestuur.nl Deze uitgave is gratis verkrijgbaar voor laatstejaarsstudenten aan hogescholen en universiteiten. JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR Foto: Jan van der Ploeg JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR Foto: René van der Horst Studio Topixx JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE “ PERSOONLIJK LEIDERSCHAP IS EEN COMBINATIE VAN STEVIG IN JE SCHOENEN STAAN ÉN KWETSBAAR DURVEN ZIJN.” ALS VERGUNNINGVERLENER LAAT JE DROMEN UITKOMEN Persoonlijk leiderschap is een belangrijke vaardigheid voor iedereen die bij de gemeente Rotterdam werkt. Wat het betekent voor jezelf, voor het vak van ambtenaar en voor de stad, daar praten we over met gemeentesecretaris Vincent Roozen. Hij deelt een ervaring die hem als leider sterk veranderde en vertelt wat voor werkgever de gemeente Rotterdam is en wil zijn. Een plek waar je als jonge ambtenaar de ruimte krijgt om te ontwikkelen, waar je de vrijheid én verantwoordelijkheid hebt om te groeien. GROEI BIJ DE BUCH IN JOUW WERK, ALS MENS ÉN ALS AMBTENAAR Klaar met je studie? Maar nog lang niet klaar met leren? Kom dan werken bij de BUCH. Daar leer je namelijk elke dag: van de mensen, de trainingen die je kan volgen, de projecten waar je aan werkt en de kansen die je krijgt. Zo groei je in jouw werk, als mens én als ambtenaar. asper Borghs startte in 2018 bij ons als trainee. Twee jaar later hadden we het geluk dat-ie bij ons in dienst kwam als applicatiebeheerder. En nu is hij doorgegroeid tot informatie adviseur. Jasper: ‘Wat me heel erg aanspreekt in de BUCH is dat het zo’n brede organisatie is. Met heel veel verschillende dingen. Zo heb ik zelfs meegewerkt aan onze eigen tv-programma’s tijdens corona. Ik wil mezelf ook kunnen ontwikkelen naar functies buiten de ICT. Bij de BUCH houd je alle mogelijkheden open. Als je kiest voor bijvoorbeeld IT-consultant stel je je carrière vast. Ik heb de ambitie om door te groeien tot teammanager. En wie weet word ik uiteindelijk wel burgemeester ;)’ Eline Akkermans kwam in 2014 vanuit jeugdhulp bij de gemeente werken. J Ze is nu kwaliteitsmedewerker Jeugd. Eline: ‘Ik denk dat mijn pad én mijn leven er heel anders hadden uitgezien als ik binnen jeugdhulp was gebleven. Dat merkte ik al meteen. Ik ben nog altijd heel erg blij dat ik ben gaan werken voor een gemeente. Het is heel divers en uitdagend. In de jaren dat ik hier werk heb ik allerlei uitstapjes gemaakt. Denk aan: tijdelijke opdrachten, projectleider, wijkmakelaar, in de regio. Daar heb ik veel van geleerd. Maar het zijn allemaal taken, rollen of tijdelijke dingen. En ik wilde verder. Geen stappen opzij meer, maar stappen vooruit. En die stappen neem ik liever binnen de BUCH dan buiten de BUCH.’ Jasper die wil doorgroeien en Eline die stappen vooruit wil zetten, daar wil je als organisatie iets mee. Wij geloven in de kracht van onze eigen mensen. En helpen ze graag om te groeien en zichzelf te ontwikkelen. Worden we zelf ook alleen maar mooier van. Daarom zijn we gestart met het ontwikkeltraject. Een intensief traject voor tien collega’s die willen doorgroeien tot coördinator, programmamanager, projectleider, procesregisseur, teamof domeinmanager. In vier maanden leren zij meer over: leiderschap, politieke sensitiviteit, communicatie, participatie, de organisatie en last but not least: zichzelf. Eline: ‘De timing was perfect. Ik ben hier nu klaar voor: privé en op het werk. Door mijn hulpverleningsachtergrond ben ik heel erg gericht op persoonlijke effectiviteit. Maar altijd op het werk en mijn specialisme. Nu op mezelf en mijn Het nieuws staat er vol van: Nederland moet méér bouwen. Wie zijn de ambtenaren die daaraan meewerken? Wij stellen je voor aan Chris Peet. Chris begon zijn carrière als bouwkundig tekenaar bij een architectenbureau. Hij stapte over naar de functie vergunningverlener bij Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ).” Van het bedrijfsleven naar de overheid overstappen. Jij deed het, vertel? “In het bedrijfsleven ben je jezelf heel erg aan het profileren. Bij de overheid moet je het werk goed doen, maar je hoeft jezelf niet te verkopen. Het gaat om de inhoud. En dat past veel beter bij mij. Ik heb bij OZHZ ook meer zekerheid, ik kan mijzelf blijven ontwikkelen en ik werk met leuke collega’s samen. Ook is het werk erg divers. Geen aanvraag is hetzelfde.” En als ik met jou door Dordrecht loop, wat is voor jou interessant? “De Voorstraat. Daar bedenken architecten creatieve bouwkundige oplossingen voor twee historische panden. Daarbij moeten ze zich aan strengere wet- en regelgeving houden. Dit maakt het toetsen van de vergunning voor mij complex maar ook uitdagend. Met het werk als vergunningverlener verwezenlijk ik soms toch een beetje dromen. Je hebt mensen die al hun hele leven naar een bouwproject toewerken. Hun droomhuis bijvoorbeeld of een grote renovatie. Ik heb misschien een kleine rol. Maar als je dan tot een vergunning komt, dan help je met hun droom.” Over huizen gesproken, de woningnood. Wat merk jij daarvan? “Ha, nou! Als vergunningverlener zie ik de woningnood in de aanvragen terug. Doordat het lastig is om een huis te vinden, verbouwen mensen meer. Ik denk wel eens van ‘het kan niet gekker’ en dan komt het toch langs. Bijvoorbeeld een dakopbouw op een al bestaande dakopbouw, als een soort toren. Het wordt steeds creatiever, en soms kan het ook gewoon.” Tot slot. Raad je het aan? Overstappen naar de overheid? “Ja, absoluut! De overheid klinkt misschien een beetje stoffig, maar je hebt met zoveel verschillende partijen te maken. Ik moet niet alleen qua wetgeving op de hoogte zijn, maar ook juridisch en bouwkundig. Dat maakt het beroep zo leuk en veelzijdig.” WIST JE DAT WIJ BIJ OZHZ… Regiobreed werken? Dus voor de provincie Zuid-Holland en 10 gemeenten: Hoeksche Waard, Zwijndrecht, Hendrik–Ido–Ambacht, Alblasserdam, Molenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Sliedrecht, Papendrecht en Dordrecht. Expert zijn op het gebied van: leefomgeving, milieu, bouw, APV en natuur? We voeren controles uit, verlenen vergunningen en adviseren. Jong OZHZ hebben, die regelmatig leuke activiteiten organiseert? Trainees aannemen? 75% van onze trainees groeit door naar een vaste functie bij OZHZ of een gemeente in de regio. Vaak op zoek zijn naar nieuwe enthousiaste collega’s? Scan de QR-code en bekijk hoe het is om bij ons te werken. G emeente Stichtse Vecht is met 64.000 inwoners de derde gemeente in de provincie Utrecht, gelegen tussen Utrecht en Amsterdam. In ons gemeentehuis en vanuit huis werken ruim 400 ondernemende collega’s. Wij werken dagelijks aan maatschappelijke vraagstukken die invloed hebben op de leefomgeving van onze inwoners. De lijnen zijn kort en de mogelijkheden groot. JONGE EN DYNAMISCHE ORGANISATIE Met ruim een kwart van de collega’s onder de 35 jaar is onze organisatie zowel jong als dynamisch. De achtergrond van collega’s is divers. Het maakt niet uit welke culturele achtergrond, geslacht, geaardheid, leeftijd, talenten of beperkingen je hebt. Ook kijken we verder dan diploma’s en werkervaring en benutten het talent van iedere medewerker. Bij Stichtse Vecht werken naast breed inzetbare adviseurs ook topspecialisten in hun vakgebied. De verbondenheid van collega’s met de organisatie en de gemeente is groot. Naast hard werken is er ook ruimte voor gezelligheid, persoonlijke ontwikkeling en een mooie wandeling langs de Vecht. WERKEN MET EN VOOR DE SAMENLEVING Door samen te werken met inwoners, ondernemers en partners maken we onze plannen voor de toekomst waar. Grote opgaven als groen en landschap, wonen, mobiliteit en duurzaamheid brengen we samen met regiogemeenten, provincie en het Rijk naar een volgend level. Daarvoor zoeken wij betrokken en flexibele medewerkers Een jonge gemeente met lef! BOUW MEE AAN STICHTSE VECHT WERKEN BIJ EEN GROEIENDE EN BLOEIENDE GEMEENTE BEST Impact hebben op de samenleving én volop kansen om jezelf te ontwikkelen: dat heb je als je werkt bij de ambitieuze gemeente Best. B ijdragen aan vooruitstrevende projecten rondom wonen, mobiliteit, duurzaamheid en natuurontwikkeling. En concreet iets betekenen voor het welzijn van 30.000 inwoners. Bij de gemeente Best heb je absoluut een baan met impact. En dat niet alleen: je laat behalve de gemeente ook jezelf groeien. We hebben ambitie en willen vooruit. Daarom krijg je als medewerker volop kansen om je te ontwikkelen. STAD EN DORP IN ÉÉN De grote onder de kleine, of de kleine onder de grote. Het is maar net hoe je het bekijkt. Feit is dat de gemeente Best ideaal is als je er als medewerker toe 36 40 44 48 54 36-38 ‘Stevig in je schoenen durven staan’ PRESENTATIE WATERSCHAP SCHELDESTROMEN, WERKT AAN ZEELAND Is het de robuuste kust, de unieke Delta of toch de balans tussen werk en privé die het werken voor waterschap Scheldestromen zo bijzonder maakt? Wat je ook aanspreekt, het werk bij Scheldestromen is niet alleen leuk maar ook maatschappelijk relevant! WERK AAN DIJKEN NOOIT AF Na een paar jaar werken in de Randstad wist hij het zeker: hij wilde terug naar Zeeland. Jelle-Jan Pieterse (34) koos bewust voor waterschap Scheldestromen. Hij is er technisch adviseur waterkeringen. “Dit is echt zo mooi. Ik rijd in mijn vrije tijd op mijn racefiets over de veilige dijken waar ik aan werk.” Hij is ongelofelijk trots op wat ‘zijn’ waterschap allemaal doet. “De zorg voor veiligheid staat natuurlijk bovenaan, maar één plus één wordt hier vaak drie. Kijk naar de hele kustlijn tussen Breskens en Cadzand, hoe die is opgewaardeerd. Van een saaie dijk is het nu een aantrekkelijk gebied geworden met een jachthaven, een mooi natuurgebied en prachtige fiets- en wandelpaden.” De komende jaren is er werk genoeg. Jelle-Jan: “Voor 2023 beoordelen we de veiligheid van 425 kilometer primaire waterkering. Ondertussen verbeteren we waar nodig de waterveiligheid, waarbij we steeds de beste oplossing zoeken voor alle betrokkenen.” BRAK WATER: EXTRA UITDAGEND Ook Marieke van den Broeke (34) koos bewust voor Zeeland. Ze verruilde Gouda voor een dorp aan de Zeeuwse kust. “Toen onze tweede dochter werd geboren, vroegen we ons af of we dit haastige leven wilden houden. Nu wonen we heerlijk rustig en gaat mijn dochter lopend naar school.” Marieke werkt sinds een aantal maanden bij Scheldestromen als beleidsmedewerker waterkwaliteit en emissies. “In mijn werk heb ik te maken met diverse belanghebbenden zoals boeren en overheden, maar ook met verschillende eisen en wensen voor de waterkwaliteit. Ook zijn er extra uitdagingen omdat het water brak is.” Ze roemt de goede mogelijkheden tussen werk en privé en de ontspannen sfeer. “Het is een open organisatie met collega’s die passie hebben voor hun vak. Iedereen is heel makkelijk toegankelijk en je kunt zelf sturing geven aan je werkzaamheden.” KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE: • 475 medewerkers • Werk flexibel tussen 7-19 uur • Veel ruimte voor training en opleiding • Ontwikkel jezelf: € 6000 per 5 jaar voor vitaliteit en loopbaan • • Startsalaris hbo: € 3306 bruto per maand (schaal 10) Startsalaris wo: € 3658 bruto per maand (schaal 11) • Laptop, tablet en telefoon van de zaak • Actieve personeelsvereniging • Werk thuis of op kantoor in Middelburg, naast het station • Werk genoeg! In 2021 hadden wij ruim 50 (in- en externe) vacatures Jorit Jongetjes PASSEND SPORT- EN BEWEEGAANBOD VOOR ALLE INWONERS Het ene moment zit Jorit bij een wijkbewoner die wat eenzaam is en graag zou willen bewegen. Dan weer overlegt ze met ambtenaren over nieuwe sport- en beweegplekken in de wijk. Op straat gaat ze in gesprek met jongeren om de wensen en behoeften van urban sporters in Amersfoort in beeld te krijgen. Wat doe je eigenlijk als buurtsportcoach? ‘Ik ben een sport- en beweegprofessional. In mijn opleiding sport, gezondheid en management nu ‘sportkunde’ heb ik geleerd hoe je mensen met een ongezonde leefstijl door middel van gedragsverandering kunt helpen naar een gezonde(re) leefstijl. Zo kan het zijn dat ik op een werkdag in de ochtend mee ga op huisbezoek met een medewerker van het wijkteam, om een cliënt te bezoeken die de deur niet meer uitkomt. In de middag bezoek ik bijvoorbeeld een fysiotherapeut, die een groep mensen begeleidt in een traject Gecombineerde Leefstijl Interventie. Mijn aandeel in beide situaties is mensen te informeren over het sport- en beweegaanbod in de wijk. Ze te enthousiasmeren om structureel te gaan bewegen en hen te helpen naar passend aanbod.’ ‘Een deel van mijn werk bestaat uit netwerken om verschillende partijen bijeen te brengen en het belang van sport en bewegen op het programma te krijgen. De verschillende beleidsadviseurs bij een gemeente bekijken zaken vanuit hun eigen professionele invalshoek. Het is belangrijk te zoeken naar gezamenlijke belangen, zodat we samen mensen in beweging krijgen.’ Wat zijn jouw belangen dan? ‘Zoveel mogelijk mensen in beweging krijgen. De helft van mijn uren ben ik het aanspreekpunt voor alle vragen omtrent sport en bewegen voor bewoners en professionals in de wijk. Ik ben op de hoogte van het bestaande aanbod en de wensen en behoeften van bewoners en speel signalen over nieuwe sport- en beweegplekken door aan de gemeente. Ik heb dus een FULL-SERVICE PARTNER VOOR GEMEENTELIJK VASTGOED www.scheldestromen.nl/vacatures Ook voor open sollicitaties, stages en tijdelijke banen bij ons Ingenieursbureau. SRO beheert, onderhoudt en exploiteert gemeentelijk vastgoed, zoals zwembaden, sportaccommodaties, MFA’s en monumenten voor diverse gemeenten in de regio Amersfoort en Haarlem. Daarnaast zet SRO sportservice in als middel om maatschappelijke opdrachten waar te maken. Dit doen zij onder andere met de inzet van buurtsportcoaches en vakleerkrachten. Werken bij SRO betekent dat je er samen voor zorgt dat alles functioneert en creëer je de optimale condities om jong en oud zorgeloos en met veel plezier te laten bewegen en sporten. Dit betekent dat SRO weet wat er speelt, zij meedenken en vooruitdenken over hoe ze gemeenten en gebruikers zo goed mogelijk blijven ontzorgen. Hier hebben ze met meer dan 450 medewerkers alle disciplines onder één dak. Meer weten? Bezoek www.sro.nl. verbindende rol tussen de verschillende partijen. De andere helft ben ik werkzaam als buurtsportcoach urban sports.’ Urban sport klinkt heel modern. ‘Het gaat bij urban sports om creativiteit, een ongedwongen karakter zonder structuur en sporten wanneer het jou uitkomt. Een kenmerk is dat alle leef tijden en sporten door elkaar kunnen lopen. Urban sport is een “vrije sector”, waarin iedereen van elkaar leert, waar iedereen mag meedoen en alle niveaus geaccepteerd worden. Iedereen pakt z’n eigen deel en eigen verantwoordelijkheid en zaken worden onderling geregeld en opgelost. Het trekt vooral jongeren aan. We merken dat jongeren uitvallen bij sportverenigingen, dus urban sports zijn interessant om jongeren in beweging te houden.‘ Hoe krijg je voor elkaar dat zo’n urban sportterrein wérkt? ‘De energie, creativiteit, inspiratie, deskundigheid en het enthousiasme zit bij de gebruikers zelf - van steppers, bmx’ers en skaters tot inliners. Je moet rekening houden met alle verschillende behoeftes, want steppers hebben iets anders nodig dan skaters. Het is belangrijk om gebruikers te betrekken en ook verantwoordelijkheid te geven. Maar de gemeente en urban sporters spreken niet altijd dezelfde taal. Als buurtsportcoach is heb ik de rol van een verbinder, netwerkbouwer en ambassadeur. BEUNINGEN MAKEN WE SAMEN I n de gemeente Beuningen werken we veel samen met inwoners, organisaties en bedrijven. Dit sluit aan bij de organisatievisie ‘Beuningen maken we samen’. Ook op het gebied van veiligheid staan we niet stil. Het is belangrijk dat de meldingsbereidheid onder inwoners hoog is, zodat de gemeente met andere overheidspartners vroegtijdig complexe problemen kan herkennen en aanpakken. Deze proactieve houding is kenmerkend voor gemeente Beuningen. Net als in andere gemeenten, kan er in Beuningen afbreuk worden gedaan aan de veiligheid door georganiseerde criminaliteit. In de gemeente Beuningen werken we hard aan een veilige en leefbare gemeente. Een veilige en leefbare gemeente valt samen met de inwoners en andere overheidspartners onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester en afdeling openbare orde en veiligheid. De lijnen tussen het bestuur en de organisatie zijn kort. Dat maakt het werk extra persoonlijk. Als beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid ben ik breed inzetbaar. Of het nu gaat om het praktisch regelen van de sluiting van een drugspand, of het adviseren op tactisch niveau aan de burgemeester; je bent van alle markten thuis. Als jong professional bij onze gemeente krijg je ook dit vertrouwen en de bijbehorende verantwoordelijkheid. Veiligheid houdt zich niet aan openingstijden van het gemeentehuis, daarom ben ik samen met andere medewerkers van afdeling openbare orde en veiligheid flexibel inzetbaar. Gemeente Beuningen kent een medewerkersgroep van alle leeftijden. Dit zorgt voor een leuke dynamiek tussen jong en oud. Er is ruimte voor persoonlijke groei en creativiteit. Zo volg ik naast mijn baan een opleiding bestuurskunde aan de Radboud Universiteit. Hierdoor blijf ik mezelf ontwikkelen en neem ik nieuwe kennis terug naar de gemeente. Een win-win situatie. Er blijven veel uitdagingen op de organisatie afkomen, bijvoorbeeld de verschuiving van fysieke criminaliteit naar cybercriminaliteit. Of denk aan de groei van synthetische drugslabs in Nederland. Dit is geen ver-van-ons-bed show. Als jonge ambtenaar zie ik deze ontwikkelingen haarscherp. Het is daarom extra prettig dat je ondanks de zware thema’s als volwaardig adviseur aan tafel zit. Dat is de kracht van gemeente Beuningen. Beuningen maken we samen veiliger. KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE De gemeente Beuningen zorgt voor ruim 25.000 inwoners en ligt in het rijk van Nijmegen. Bij gemeente Beuningen werken 185 medewerkers. Ruim 20% van de medewerkers is jonger dan 35 jaar. De groep jonge ambtenaren zoekt elkaar regelmatig op. Er heerst een prettige en informele werksfeer in onze organisatie. In welke (junior) functie jij ook terecht komt, je kunt rekenen op een uitdagende baan. Door de kleinschaligheid die onze organisatie kenmerkt krijg je al snel veel verantwoordelijkheid. Daarnaast krijg je binnen onze organisatie een breed takenpakket, dus ontwikkeling binnen jouw vakgebied in de breedste zin van het woord is zeker aan de orde. We verwachten dan ook een hoge mate van samenwerken, verantwoordelijkheid nemen en flexibiliteit van jou, dit zijn de kerncompetenties binnen de Beuningse gemeenteorganisatie. Als hbo-/ wo-starter word je bij ons meestal in schaal 8 of 9 geplaatst. Interesse om in een kleinere gemeente te werken? Laat je dan verder inspireren door onze werving- en selectievideo waarin onze eigen (jonge) mensen aan het woord komen: https://youtu.be/FeK2SHgOlPk. Neem ook vooral een kijkje op onze website www.beuningen.nl voor meer informatie en onze vacatures. HOE MAAK JIJ IMPACT BIJ GOOISE MEREN? Ben jij op zoek naar een jonge organisatie waar nog niet alles in beton is gegoten? Een organisatie waar ambitie, lef en daadkracht wordt gewaardeerd? En waarin jij als (jong) talent de vrijheid, verantwoordelijkheid en de ontwikkelmogelijkheden krijgt om écht het verschil te kunnen maken? Dan is werken bij Gooise Meren iets voor jou! FACTS & FIGURES Standplaats in Bussum, Noord-Holland. Het hart van het Gooi Jonge gemeente (fusie in 2016) 420 medewerkers in dienst Ruim 58.000 inwoners HET VERSCHIL MAKEN… Hoe fijn is het als jouw werk ertoe doet en jij écht het verschil kunt maken? Of het nu gaat om een schone, veilige leefomgeving, het vergroten van de zelfredzaamheid van kwetsbare mensen óf het creëren van een gloednieuwe wijk van 1300 woningen in Muiden; jouw werk bij gemeente Gooise Meren heeft direct effect op het woon- en leefplezier van al onze inwoners! Dít motiveert onze collega’s om bij Gooise Meren te werken. Bij binnenkomst is deze passie en gedrevenheid om van meerwaarde te zijn meteen merkbaar. VAN A TOT Z INVLOED UITOEFENEN Het mooie van Gooise Meren is de schaalgrootte. We zijn niet erg groot, maar zeker niet klein. Dit maakt dat je een breed takenpakket hebt en je veel collega’s persoonlijk kent. Lisa Vos (29 jaar, Beleidsadviseur Sport) ziet dit als een groot pluspunt in haar werk: “Je krijgt volop de ruimte om zelf met initiatieven te komen en om van A tot Z invloed uit te oefenen bij (nieuw) beleid en projecten.” Dit wil jij: 1 jaar ontdekken, zien waar je talent ligt en gaan als een raket! Talentvolle starters lees meer op werkenbijgooisemeren.nl Doordat verantwoordelijkheden laag liggen en we vanuit vertrouwen samenwerken, krijg jij de kans om je stempel te drukken binnen jouw vakgebied. Dit geeft energie! RUIMTE VOOR VERNIEUWING Onze gemeente is vrij jong, nog niet alles is in beton gegoten. Nissewaard heeft het beste van twee werelden: het stadse en het landelijke. Een stad met bijbehorende faciliteiten waar je blij van wordt tot de mooie, rustige en idyllische dorpen met boerderijen. Nissewaard heeft alles in huis. N LEER! En dat zie je ook terug in onze organisatie: we leren elke dag bij en staan daarvoor open. We willen vooruit en kijken liever naar dat wat wel kan, dan ieuwkomers zijn vaak positief verrast door alles wat we te bieden hebben. Wat voor de nuchtere Nissewaarders heel gewoon is, is voor anderen bijzonder. We hebben iets te bieden, maar we zijn vaak bescheiden en niet zomaar tevreden. We vinden dat het altijd beter kan. naar iets dat niet kan. Hoe we dat doen? We ontwikkelen onze vakmanschap en zijn betrokken. Met persoonlijke aandacht voor elkaar zijn we makkelijk te benaderen. We zoeken altijd naar creatieve ideeën en oplossingen voor maatschappelijke problemen en blijven leren van elkaar. En tot slot sta je er niet alleen voor in onze organisatie, want we helpen elkaar en natuurlijk onze inwoners, ondernemers en organisaties. JA! NISSEWAARD IN CIJFERS We zijn jong: 6 jaar geleden werden Spijkenisse en Bernisse de gemeente Nissewaard. Met ongeveer 800 collega’s werken we voor 85.000 inwoners. 104 medewerkers zijn jonger dan 35 jaar Gemiddelde leeftijd: 48 jaar Dus daarom zeggen we bijna altijd ‘ja’ als je een opleiding wilt doen en krijg je 5 procent van je werktijd de ruimte om je te ontwikkelen. We zeggen ‘ja’ tegen vitale en gezonde medewerkers en ‘ja’ bij goede ideeën voor een mooier Nissewaard. ONTDEK! Dat is het ontdekken waard, dus neem eens contact op met manager Dienstverlening Margo Stolk of recruiter Natasja van Hummel. Bel naar 14 0181, stuur een e-mail naar gemeente@nissewaard.nl of kijk op www.nissewaard.nl. Dan bespreken we wat we voor elkaar kunnen betekenen en wellicht drinken we binnenkort een kop koffie om kennis te maken. WERKEN VOOR EEN MOOIER NISSEWAARD 40-41 Groei bij de BUCH in jouw werk PRESENTATIE 44 Vergunningverlener maakt dromen waar PRESENTATIE 48-49 Bouw mee aan Stichtse Vecht PRESENTATIE 54-55 Groeiende & bloeiende gemeente Best PRESENTATIE 57 58 60 66 68 57 Scheldestromen werkt aan Zeeland 58-59 Sport- en beweegaanbod voor iedereen 60 Beuningen maken we samen 66-67 Hoe maak ik impact bij Gooise Meren? 68 Werken voor een mooier Nissewaard PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE PRESENTATIE MEPPEL IN HET KORT: D e Gemeente Meppel is een groeiende stad met circa 34.085 inwoners en bestaat uit Broekhuizen, Meppel, Nijeveen, Rogat en de Schiphorst. Gelegen in het zuiden van Drenthe, onderdeel van de regio Zwolle. Meppel is een bijzondere stad aan het Meppelerdiep. Opmerkelijk en uitnodigend is het geluk dat de bewoners daar telkens weten te vinden en te delen. Een geluk diep van binnen dat zich op mooie manieren laat zien en ook tegen een stootje kan. Meppel diep geluk. Kernwaarden: geluk, gastvrij, ondernemend, knooppunt, groen, karakteristiek. Met de samenleving willen we Meppel neerzetten als gelukkigste en meest gastvrije stad. GEMEENTE MEPPEL IN CIJFERS: • Ongeveer 325 medewerkers • 14 verschillende teams • Gemiddelde leeftijd van medewerkers: 48 jaar • Ongeveer 16% van de medewerkers is jonger dan 35 jaar DE GEMEENTE MEPPEL ALS WERKGEVER: Koers in de organisatieontwikkeling In Meppel varen we een koers die de bedoeling van de vraagstukken centraal stelt. We zijn een betrouwbare samenwerkingspartner in de stad en werken samen flexibel aan de dienstverlening naar onze inwoners. Er heerst een open, informele en collegiale werksfeer. Werken voor de gemeente Meppel betekent dat je aan de slag gaat met innovatieve veranderingen in de samenleving. Je zoekt verbinding met inwoners, instellingen en ondernemers over vraagstukken en je stelt je flexibel op. Voor de complexe en meervoudige vraagstukken komt het aan op goed samenspel tussen gemeenteraad, College van B&W en de ambtelijke organisatie. Ontwikkeling Bij de gemeente Meppel staat jouw ontwikkeling hoog op de agenda. We bieden je een concernopleidingsplan met verschillende trainingen die aansluiten bij de organisatieontwikkelingen. Ook kun je trainingen volgen die je bespreekt met je manager in het jaarlijkse goede gesprek. Daarnaast krijg je een Individueel Keuze Budget van 17,05% waarbij je gedeeltelijk zelf kan kiezen hoe je dit budget wilt inzetten. Gemeente Meppel is aangesloten bij Talentenregio en bij Vooruit in Drenthe. Dat betekent dat je werkt bij een organisatie die zich inzet voor jouw talent. Als jij je talent volop kunt inzetten dan komt dit jou, de organisatie en uiteindelijk de gemeente en inwoners ten goede. “ZEELAND ZOEKT TALENT” B WERKEN BIJ DE GEMEENTE MEPPEL: Heeft deze advertentie jouw interesse gewekt en wil je meer weten over werken bij de gemeente Meppel? Kijk dan eens op www.meppel.nl, www.vooruitindrenthe.nl of www.talentenregio.nl voor een geschikte vacature. Of volg ons op LinkedIn. innen onze organisatie maken we samen het verschil door te werken in netwerken. Met andere overheden, bedrijven en instellingen werken we aan het beste voor Zeeland en de Zeeuwen. Dit betekent werken aan wettelijke taken en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Dat doe je met ruim zeshonderd collega’s, vanuit huis, ons prachtige Provinciehuis of vanuit een steunpunt. Van kantonniers tot medewerkers informatieveiligheid, van interne jobcoaches tot beleidsmedewerkers. We zorgen voor een goede bereikbaarheid via boot, Westerscheldetunnel en Zeelandbrug. Door wegen aan te leggen en te onderhouden werken we aan de mobiliteit van Zeeland. We werken aan een strategie voor klimaatadaptatie en energietransitie. We stellen een omgevingsvisie op voor het gebruik van onze ruimte en werken aan het terugdringen van stikstof en het robuust maken van de Zeeuwse natuur. Daarnaast zetten we ons in voor het behouden en versterken van onze Zeeuwse economische structuur: een provincie met een sterke regionale economie en duurzame economische ontwikkeling. Je krijgt bij de Provincie Zeeland alle ruimte om te leren en verder te ontwikkelen. We vinden het belangrijk dat jij je talenten kan inzetten voor de uitdagingen in onze Zeeuwse samenleving. Daarbij mag je zijn wie je bent. In onze organisatie werken we met veel verschillende collega’s. Ons bedrijfsrestaurant wordt bijvoorbeeld helemaal gerund door collega’s die extra ondersteuning op de arbeidsmarkt nodig hebben. Daarnaast hebben we veel aandacht voor vitaliteit en gezondheid, wekelijks kun je deelnemen aan sport en bewegingsactiviteiten en we organiseren ieder jaar een sportdag voor de hele organisatie. Naast deze gezonde activiteiten is er ook tijd om kennis te delen met anderen op onder andere themabijeenkomsten. MENSEN MAKEN Tilburg gaat voor een inclusieve stad en organisatie. Een omgeving waarin iedereen zich veilig voelt en gezien. Waar oog is voor elkaars talent en waarin iedereen mee kan doen en zichzelf mag zijn. Met eigenheid, gelijkheid en respect als rode draad. En waar verbinden het werkwoord is. Want mensen maken de stad, we hebben elkaar nodig. D Wij staan open voor jong talent! We werken mee aan het programma Talent voor Zeeland, waarin trainees bij verschillende werkgevers aan de slag gaan. De Provincie Zeeland is één van deze werkgevers. Ook doen we mee aan het programma Talent Tech jobs. Als hbo student in Zeeland kun je solliciteren naar een bijbaan in jouw vakgebied bij de Provincie of andere organisaties die bij dit programma zijn aangesloten. Als je bij ons als jong talent werkt kun je contacten leggen binnen ons eigen jongeren netwerk JatZee, het Jonge Ambtenarennetwerk Zeeland en onze personeelsvereniging. Deze netwerken organiseren jaarlijks leuke en leerzame activiteiten. Als medewerker bij de Provincie Zeeland ontvang je vanuit de cao een Persoonlijk Ontwikkel Budget van 5000 euro. Dit bedrag is vijf jaar geldig. Het bedrag kun je inzetten voor je huidige werk, maar ook voor toekomstig werk. Ons jaarlijkse aanbod vind je in onze eigen e-academy. Wil je meer weten? Kijk dan op www.zeeland.nl Op zoek naar een leuke stage of baan? Schrijf je in via www.werkenbijprovinciezeeland.nl e gemeente Tilburg vindt het belangrijk dat mensen het gevoel ervaren dat ze er toe doen. Dat ieders talent telt. En dat de diversiteit aan mensen en unieke kwaliteiten de kracht zijn van de stad en de organisatie. Inclusie als voorwaarde meenemen op de verschillende beleidsterreinen is dan ook een logisch gevolg. Net als de gesprekken met de werknemers en de stad. OMGANG De inclusieve ambitie is afhankelijk van de manier waarop je met elkaar Als organisatie streven we naar een werkomgeving waarin iedereen zich thuis voelt en zichzelf kan zijn. Een diversiteit aan ervaringen, achtergronden en talenten in teams levert een belangrijke bijdrage aan oplossingen voor de maatschappelijke uitdagingen in onze stad. We vinden elkaar in onze gezamenlijke kernwaarden: verbindend, daadkrachtig en vernieuwend, dat is typisch Tilburgs. BUURTBEWONERS ALS PROGRAMMAMAKERS “Geen vooraf uitgestippelde plannen, maar een open gesprek met de buurt. Want zij weten als geen ander wat er speelt in de wijk en waar behoefte aan is”, vertelt Fleur Hubregtse (omgevingsmanager gemeente Tilburg) gedreven. “Andere vragen stellen en uitgaan van de kracht van de wijk, geeft een heel ander gesprek. Laat je als gemeente zien in de wijk en neem bewoners serieus. Geef hen de ruimte en zie tot wat voor moois dat kan leiden. Het maakt talenten zichtbaar, versterkt het eigenaarschap bij bewoners en is de motor voor onderlinge verbinding. Mensen voelen zich veel meer verantwoordelijk en betrokken en helpen elkaar. Een enorme impuls voor N ederlanders hebben een sterke band met water. Dat geldt zeker voor de unieke regio van Waterschap Rivierenland, tussen de grote rivieren. Dat water biedt zoveel moois, maar maakt ook kwetsbaar. Met een tekort aan schoon water kunnen gewassen niet groeien. En kunnen we niet veilig zwemmen en varen. Te veel water kan huizen doen overstromen en de natuur schade toebrengen. Hoe zorgen we voor een goede balans met het water? Geen makkelijke opgave. Bij Waterschap Rivierenland werken we met z’n allen aan veiligheid, schoon oppervlaktewater, optimale waterstanden en sterke dijken. Water is krachtig en flexibel. Dat zijn wij ook. Als het water zich tegen ons keert tonen we onze kracht. Bij hevige regenval of vervuiling bijvoorbeeld. Dan weet iedereen wat hem of haar te doen staat. We zijn aanpakkers: met de handen uit de mouwen aan de slag. Tegelijkertijd zijn we flexibel. Altijd op zoek naar verbetering van onze organisatie, onze mensen en ons werk. De wereld om ons heen verandert snel. Klimaatverandering heeft enorme gevolgen voor ons landschap. Initiatieven van burgers, bedrijven en overheden raken vaker ons werk. En het belang van data en omgaat. De gemeente pakt hierin een voorbeeldrol. Gemeentesecretaris Aly van Berckel: “Iedereen brengt eigen competenties mee en levert een bijdrage aan onze organisatie en onze stad. Om die bijdrage te leveren, is het van belang dat alle collega’s zich senang en veilig voelen, dat ze met plezier aan het werk zijn en dat ze de ruimte voelen en krijgen om hun talent te ontwikkelen. Dat vertrouwen en die veilige omgeving vind ik van groot belang.” WIJ ZIJN WATER; DIVERS EN UNIEK! nieuwe technologie neemt razendsnel toe. We zullen samen moeten uitvinden wat al deze ontwikkelingen precies voor ons betekenen. Daartoe halen we doorlopend nieuwe kennis en kunde naar binnen. Het succes van onze organisatie staat of valt met de kwaliteit én de diversiteit van onze mensen. Rollen, talenten en drijfveren staan bij ons centraal. Iedereen werkt dáár waar ze vanuit hun talent de grootste bijdrage kunnen leveren aan de organisatie. Ieder mens is anders en levert een unieke bijdrage aan ons waterschap. Het maakt niet uit wat je geslacht, leeftijd, etniciteit of seksuele voorkeur is. Bij Waterschap Rivierenland willen we die verschillen erkennen en waarderen. Wij geloven in de kracht van diversiteit en inclusie, daarom is dit één van onze strategische speerpunten. Ons doel? Een organisatie zijn waar iedereen zichzelf kan zijn, waar iedereen gelijke kansen krijgt en alles uit zichzelf kan halen. Want als wij ons werk goed doen helpen we iedereen in ons gebied. Zo zijn wij elke dag in beweging om te zorgen voor de juiste balans in één van de mooiste waterrijke gebieden van Nederland. WERKEN AAN EEN FANTASTISCHE PROVINCIE UTRECHT Wij willen dat iedereen in de provincie Utrecht fantastisch woont, werkt en leeft. Daar werken we aan bij de provincie Utrecht. Door bij te dragen aan een fijne en gezonde leefomgeving, met waardevolle natuur en schoon water, levendige steden en dorpen, veilige en duurzame mobiliteit, duurzame energie voor iedereen én met een sterke economie. Elke collega draagt bij aan ons gezamenlijke resultaat. Jij straks ook? e werkt bij de provincie voor het middenbestuur, tussen het Rijk en de gemeenten in. Veel provinciale taken zijn onderwerpen die een regionale aanpak nodig hebben. Denk aan natuur, landbouw, milieu, energie, klimaat, ruimtelijke ordening, economie, recreatie, cultuur, erfgoed, openbaar vervoer, regionale (vaar)wegen, verkeersveiligheid en het toezicht op gemeenten. We werken op deze onderwerpen veel met elkaar samen. Niet alleen intern, maar ook buiten de organisatie werken we veel samen met gemeenten, het Rijk, waterschappen, organisaties, bedrijven en inwoners. Bijvoorbeeld door scholen te helpen met het aanleggen van zonnepanelen op het dak, bushokjes te verduurzamen, en ons ervoor in te zetten J dat nieuwe woningen op een duurzame, toekomstbestendige en energieneutrale manier worden gebouwd. WERK AAN JOUW TOEKOMST BIJ DE PROVINCIE UTRECHT! Je krijgt bij ons de ruimte voor jouw ontwikkeling. Er is een persoonlijk ontwikkelbudget, en we bieden genoeg doorgroeimogelijkheden. Om jonge collega’s met elkaar in contact te brengen is er speciaal voor medewerkers onder de 36 jaar de personeelsvereniging Jongstleden. Regelmatig start er een nieuwe lichting trainees bij de provincie. Als trainee volg je een uniek programma gericht op jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling, terwijl je werkt op een plek in de organisatie die bij jou past. Ook buiten het traineeship om werken er veel getalenteerde en gedreven jonge mensen bij onze organisatie. Sommigen van hen startten ooit als stagiair(e). Op zoek naar een interessante (afstudeer)stage? Stuur ons je open sollicitatie! Bekijk www.werkenbijprovincieutrecht.nl voor meer informatie over onze vacatures, stages en het traineeship! 72 74 76 80 96 72 Meppel in het kort 74-75 Zeeland zoekt talent 76-77 Tilburg gaat voor een inclusieve stad 7 80 ‘Wij zijn water; divers en uniek!’ 96 Werken aan een fantastisch provincie Utrecht
Pagina 8
JONG&AMBTENAAR TABEA HEEFT EEN HELIKOPTERBLIK Integraal adviseur bij omgevingsdienst Tabea Müller is nog maar vrij kort in ons land en spreekt al perfect Nederlands. Bijna vier jaar geleden trok ze naar Nederland, de liefde achterna. Als geboren en getogen Duitse ging ze hier op een afdeling sales werken, bij een commercieel bedrijf. Dan leer je de taal snel. Toen kwam een traineeship voorbij, bij de Omgevingsdienst in Dordrecht. Dat paste beter bij haar opleiding Public Health. Als trainee werkte Tabea eerst anderhalf jaar op verschillende afdelingen van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ). ‘Ik heb een halfjaar bij toezicht en handhaving gewerkt, een halfjaar bij advies en een halfjaar bij de afdeling vergunningen. Zo kon ik kijken welk thema het best bij me paste. Het integrale milieuteam waar ik nu zit, wilde ik graag. En er was gelukkig een functie vrij’, vertelt ze. HELIKOPTERVIEW ‘Het is afwisselend werk’, vervolgt Tabea. ‘Ik schrijf adviezen voor gemeenten, maar ben ook vaak projectleider voor gemeentelijke of provinciale projecten. Hierbij zijn meerdere expertises betrokken. Als integraal adviseur heb ik geen diepgaande kennis van één vakgebied. Ik ben bijvoorbeeld geen geluidsdeskundige. Ik heb meer algemene kennis en moet alle specialistische kennis van anderen in de juiste context plaatsen. Ik heb dus vooral een helikopterview.’ Als voorbeeld noemt ze wijzigingen in gemeentelijke bestemmingsplannen. Denk aan een plek waar horeca of woning8 bouw zou moeten komen. Zijn alle wettelijke eisen op het gebied van milieu meegenomen in de plannen, is aan alles gedacht? Tabea: ‘Ik kijk naar alle aspecten die daarmee te maken hebben. Geluid, lucht, ecologie, bodem, duurzaamheid. Vanuit dat perspectief beoordeel ik plannen.’ Integraal betekent soms met andere organisaties samenwerken: de veiligheidsregio, de dienst gezondheid en jeugd, het waterschap of andere omgevingsdiensten. NAAM: Tabea Müller LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE: omgevingsadviseur, integraal advies BIJ: Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ), Dordrecht OPLEIDING: Public Health, University of Applied Science, Fulda ZELFSTUREND Wat vindt Tabea het mooist aan haar werk? Dat is nog moeilijk te zeggen, vertelt ze. Pas sinds maart 2021 is ze integraal adviseur. ‘Alles is nog interessant, ik leer elke keer weer nieuwe dingen. Het is leuk dat ik met veel verschillende mensen in contact ben en met veel verschillende onderwerpen te maken heb. Je moet snel kunnen schakelen.’ Wat ze zeker fijn vindt, is de Nederlandse werkcultuur. ‘In 9 Duitsland heb je echt met hiërarchie te maken, in Nederland hebben we plattere organisaties. In Duitsland heb je een leidinggevende, die heeft weer een leidinggevende boven zich, enzovoorts. Maar bij OZHZ hebben we zelfsturende teams. Wij hebben alleen een team, een middenmanager en een directeur. Als team probeer je alles te klaren, de lijnen zijn veel korter en informeler. Ik mág zelfstandiger zijn. En daar ben ik heel blij om.’
Pagina 10
JONG&AMBTENAAR VEELBELOVENDE STARTER Op ontdekkingsreis binnen de Rijksoverheid STARTERSPOOL VOOR VEELBELOVENDE KANDIDATEN GEEN AFVALLER, MAAR Afgewezen, als één van velen. Misschien heb je als kandidaat nét naast dat plekje in het felbegeerde Rijks traineeprogramma gegrepen. En toch ben je waarschijnlijk uiterst geschikt voor een andere startersfunctie binnen de Rijksoverheid. Voor zulke kandidaten is er sinds kort een starterspool. J aarlijks solliciteren 2000 pas afgestudeerden op het Rijkstrainee programma, vertelt project-recruiter Barbara Suijker van de Uitvoerings organisatie Bedrijfsvoering Rijk/ Personeel. Daarvan worden er 155 aangenomen, dus er zijn meer dan 1800 afvallers. ‘Het trainee programma blijkt een populaire start voor een carrière bij de Rijksoverheid’, zegt Barbara. ‘Met zoveel belang stelling zijn we superblij vanwege de enorme keuze die we hebben. Maar er zijn meer geschikte kandidaten dan traineeplekken. Met andere woorden: tussen de afgevallen sollicitanten zit veel potentieel. Mensen die succesvol een stevige procedure hebben doorlopen en alle assessments haalden. Voldoende bewijs dat het geschikte kandidaten zijn voor andere functies binnen de Rijksoverheid. We onderzoeken wat nodig is om meer starters aan te nemen en gaan die actief matchen.’ De afvallers worden na hun instemming opgenomen in een starterspool. ‘In de loop van de tijd willen we deze pool uitbreiden met starters vanuit andere hoeken.’ VERRAST DOOR VERSCHEIDENHEID Barbara is telkens verrast door de verscheidenheid aan kandidaten. ‘We hebben de te verwachten opleidingen, zoals politicologen, bestuurskundigen en juristen. Maar ook mensen die lucht- en ruimtevaarttechniek hebben gestudeerd, geografie, wijsbegeerte, gezondheidswetenschappen of LatijnsAmerikadeskundigen. De vaardigheden die ze opdeden tijdens hun studie kunnen op veel verschillende plekken van pas komen.’ Dat ‘actief matchen’ is een sleutelbegrip. Het is niet zo dat wie meedoet als naam of cv op een lijst komt waar weinig tot niks meer mee gebeurt, aldus Barbara. ‘Daar geloof ik niet in. De kandidaten die tot de allerlaatste ronde zijn gekomen gaan we stuk voor stuk intensief spreken. Wie zijn ze, wat zijn hun talenten, wat kunnen ze verwachten, wat zijn goede instapfuncties?’ Barbara vervult daarbij een gidsrol: ‘Voor veel mensen is de Rijksoverheid een grote black box. Er werken ruim 120.000 mensen. Daarbinnen kennen we zoveel rollen en onderwerpen, dat voor buitenstaanders moeilijk is dat te doorgronden. Functies waar ze misschien zelf nooit aan gedacht zouden hebben, maar die na goede uitleg goed bij hen passen. We nemen die talenten mee de organisatie in. We coachen ze en managen hun verwachtingen. We gaan met hen op zoek naar startersplekken en matchen ze op openstaande vacatures. We kijken met hen mee naar vacatures en betrekken hen bij netwerkgesprekken als daar hun interesse ligt. We benaderen managers om te vragen of ze open staan voor deze starters.’ TOT LEVEN BRENGEN Dat werkt volgens Barbara goed. ‘Als je een concreet persoon tot leven brengt, spreekt dat meer aan dan wanneer je als manager tien cv’s ziet. Mensen zonder ervaring schuif je misschien snel aan de kant, terwijl het mogelijk een uitstekende kandidaat is voor je vacature. ‘We merken gelijk dat er positiever gereageerd wordt op een starter uit onze pool.’ Niet altijd is het in één keer raak: ‘We gaan op ontdekkingsreis binnen de Rijksoverheid’. Sommige kandidaten zijn elders aan de slag gegaan, maar waren zeer positief over starterspool. Vooral vanwege de coaching, waardoor ze voor zichzelf helder kregen wat ze zoeken. Soms plukt een andere organisatie daar de vruchten van. Niet erg: vanuit de rol als goed werkgever is het voor de Rijksoverheid prettig om daaraan bij te dragen. 10 JONG&AMBTENAAR Inmiddels zijn al meerdere starters aan de slag bij het Rijk of uitgenodigd voor een sollicitatie op een reguliere (starters)vacature. Wil jij weten wat jij als starter bij de Rijksoverheid kan doen? Kijk hier! ‘ RICHTING GEVEN AAN MAATSCHAPPELIJKE VRAAGSTUKKEN’ ‘Ik zou het mooi vinden om richting te kunnen geven aan grote maatschappelijke vraagstukken’, zegt Massoud Razegh, een van de kandidaten in de starterspool van de Rijksoverheid. I n zijn eigen Haagse Schilderswijk zag Massoud in 2014 jongeren zwaaien met IS-vlaggen. Dezelfde zomer als waarin de ramp met de MH17 plaatsvond. Onze veiligheid is niet vanzelfsprekend, besefte hij. Zijn eigen (Afghaanse) achtergrond versterkte dat. Dat was het moment dat hij besloot zich in te schrijven bij de Nationale Politie. Nuttig en mooi werk, vindt hij nog steeds. Maar na vijf jaar ‘blauw’ wil Massoud graag meer de beleidsmatige kant op. Bij de Rijksoverheid hoopt hij verder zijn vleugels uit te kunnen slaan. Een beleidsfunctie sluit ook goed aan bij zijn bachelor Bestuurskunde en master Crisis and Security management. Tijdens een stage bij de Directie Veiligheidsbeleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken snuffelde Massoud al eerder aan de Rijksoverheid. Later, na zijn sollicitatie voor het Rijkstraineeprogramma, viel hij bij het ministerie van Veiligheid en Justitie net buiten de boot. Hij rekende nergens meer op, toen tot zijn verrassing in zijn email een uitnodiging landde om opgenomen te worden in de Starterspool (ook wel Talentenpool). OPERATIONELE ERVARING ‘Wanneer je solliciteert op beleidsfuncties hebben kandidaten met meer ervaring een streepje voor’, is Massouds indruk. Daarom vindt hij de Starterspool een tof idee. ‘Die beleidservaring heb ik nog niet’. Maar ik denk dat ik met mijn operationele ervaring echt wat extra’s inbreng, ook op beleidsniveau. Het goede aan die Starterspool is verder dat je de ruimte krijgt om specifieke eigen interesses te ontwikkelen.’ Of opname in de pool voor hem wat gaat opleveren, weet hij op het moment van dit gesprek nog niet, maar hij heeft goede hoop. ‘Ik weet zeker dat ik wil werken voor de publieke zaak. Er zijn meerdere grote maatschappelijke vraagstukken waar ik me graag voor wil inzetten. Rondom veiligheid, migratievraagstukken, polarisatie, radicalisering, etnisch profileren, ondermijning, om er een paar te noemen. Onderwerpen waar ik affiniteit mee heb, en die dicht bij mijn opleiding liggen.’ 11
Pagina 12
JONG&AMBTENAAR ‘ DE BREEDTE VAN DE ORGANISATIE FASCINEERT MIJ’ Via de Starterspool van de Rijksoverheid vond Juliette van der Leest (24) haar baan. Ze heeft net haar eerste werkdagen erop zitten. Intensief, maar verrassend, zegt ze. Niet in het minst omdat ze aan de gang kan in een zeer actueel werkterrein: hybride werkvormen ontwikkelen, bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. N a een ‘best wel kleine’ bachelor Bestuurs- en Organisatiewetenschap deed Juliette haar master International Management. Ze plakte er een master Europese Studies achteraan, richting Europees beleid. En alsof dat niet genoeg was een minor in Dublin, richting sociologie. Helemaal klaar voor een functie bij de overheid, kortom. ‘Opgavesecretaris’ is officieel Juliettes huidige functienaam. ‘Dat klinkt administratief, maar het houdt meer in dan dat’, doet ze uit de doeken. ‘Ik werk nauw samen met de opgavemanager en zorg voor overzicht binnen het programma. Ik houd ook de voortgang van pilots in de gaten. Daarnaast zijn we niet het enige departement dat met dit onderwerp bezig is, dus ik leg verbindingen tussen onderdelen en teams en zorg ervoor dat zaken in gang worden gezet.’ Het wiel is nog niet 100 procent uitgevonden op het gebied van hybride werken - gedeeltelijk thuis en op kantoor, en ook mobiel. ‘Voor de overheid is dit ook een leerproces ’, aldus Juliette. ‘Ons programma loopt de komende jaren en zal zich doorlopend ontwikkelen. Het is belangrijk dat er goed wordt samengewerkt en dat alles wordt bijgehouden.’ PROFIJT VAN TRAINEESOLLICITATIE ‘Ik vond mezelf goed passen in een functie als Rijkstrainee”, zegt ze over haar eerdere sollicitatie. ‘Tegelijk besefte ze dat zoveel talent zich aanmeldt, dat ze ook niet aangenomen zou kunnen worden. Behalve dat de Starterspool haar in tweede instantie haar huidige baan opleverde had ze ook profijt van het eerdere sollicitatietraject: ‘Vooral in de vorm van nuttige feedback. Er is duidelijk gemaakt wat er nog aan ontbrak en waar ik nog aan moet werken.’ Niet lang daarna volgde een verzoek om toestemming om haar in het bestand te houden. 12 ‘Wat mij fascineert is de breedte van de organisatie, maar ook het besef hoe groot de invloed van de overheid is op het leven van mensen’, zegt Juliette over de Rijksoverheid. ‘Ik haal er energie uit dat ik eraan mag bijdragen dat bepaalde groepen in de samenleving vooruit komen.’ Het ouderwetse verheffingsideaal? ‘Ja, daar lijkt het wel op’ lacht Juliette. ‘Sommigen vinden me idealistisch. Bij mijn laatste sollicitatie kreeg ik terug hoe ik dat idealisme kan vertalen in werken voor de overheid, en niet om er altijd voor een ander te willen zijn.’ JONG&AMBTENAAR VAN GELUIDSWAL TOT GEMEENTEBEGROTING Als Romke Jan de Vries iets zou willen zeggen tegen jongeren die een carrière als ambtenaar overwegen, is het dit: ‘Om een baan bij de overheid te krijgen, hoef je echt geen bestuurskunde te hebben gestudeerd. Altijd als ik zeg dat ik archeologie heb gedaan, vinden mensen dat vreemd. Maar dat kan gewoon.’ NAANA M: LE LEEFT AM Romke Jan de Vries TIJD: 30 jaar FUNCFUNCTIE: de senior beleidsmedewerker bestuurlijke zaken BIIJ J: provincie Zuid-Holland ST S DIE:TUD wo, bachelor: a eologie; wo, master: rcche a eologie rcchhe Romke Jan is senior beleidsmedewerker Bestuurlijke Zaken bij de provincie Zuid-Holland. ‘Ik koos voor de provincie omdat ik het rijk te ver van de inwoners af vond staan, en gemeenten weer te dichtbij. Ik wilde overstijgende onderwerpen behandelen, zoals de energietransitie en regionale samenwerking.’ Hij viel met zijn neus in de boter. ‘Ik werkte al snel met uiteenlopende thema’s. Klimaatadaptatie. Gemeenteraadsverkiezingen. We hadden een team van zo’n tien mensen en een uitstekende werksfeer. Iedereen had een eigen visie. Ik heb daar echt veel geleerd.’ CONTACT MET GEMEENTEN Het traineeship beviel zo goed dat Romke Jan besloot te solliciteren toen er vaste plekken vrijkwamen. ‘Inmiddels onderhoud ik het contact met de gemeenten in de Haaglanden, zoals Delft en Zoetermeer. Ik bereid de werkbezoeken voor van gedeputeerden en de commissaris van de Koning.’ Romke Jan is de vaste contactpersoon. ‘Als een gemeentesecretaris iets van de provincie wil weten, kan die bij mij terecht. Laatst was er onder bewoners en in een gemeenteraad onrust over geluidswerende schermen. Dat ging om een 13 provincieweg, dus moest dat via ons. Het is aan mij om dan het bestuur op de hoogte te stellen. Daarna belt de gedeputeerde eventueel de desbetreffende wethouder. Ik wil het contact zo goed mogelijk houden.’ SLUITENDE BEGROTING Een ander belangrijk dossier zijn de financiële tekorten. ‘We merken steeds vaker dat gemeenten moeite hebben om hun begroting sluitend te krijgen. Daarom nemen ze soms maatregelen zoals het sluiten van een bibliotheek of zwembad. Als provincie willen we dat voorkomen. Daarom vragen we hier vaak aandacht voor bij de Rijksoverheid. En ik help gemeenten met het bedenken van een plan om er weer bovenop te komen.’ Naast zijn werk bij de provincie is Romke Jan ook nog gemeenteraadslid in Rijswijk, zijn eigen stad. ‘Ik heb een tijdje geprobeerd om dat naast mijn fulltime baan te doen, maar dat vond mijn vriendin niet zo leuk. Dus toen ben ik maar een dag minder gaan werken.’ Waar die ambitie vandaan komt, is voor hem geen lastige vraag. ‘Ik wil iets betekenen voor de inwoners, voor de mensen om me heen. Als je er zo in staat, is het eigenlijk meer een hobby.’
Pagina 14
JONG&AMBTENAAR N NAAAM: Neezzjmmj a RRammddasas LLEEEFTIT JJD: 3344 jaaar FUFUNNCCTTIIE:E: advviseuur Caarrrièèrrececenentrt umm BIB JJ:: ggeememeenntete Amsm terddr amm OOPPLLEIIDDINNG:G: leeraarer noplpleieidingng Engn ele s AMSTERDAM ZOEKT AMBTENAREN IN DE SCHOOLBANKEN De gemeente Amsterdam geldt als een populaire werkgever, maar desondanks dient zich in sommige vakgebieden een personeelstekort aan. Om die reden begint de gemeente al vroeg met het interesseren van potentiële kandidaten: in de schoolbanken. D 14 ie taak ligt in handen van Nezjma en Sabine, die sinds een jaar als tandem het ‘campus recruitment team’ van het Amsterdamse Carrièrecentrum vormen. ‘Als werkgever zijn we niet altijd even bekend onder jongeren’, zegt Nezjma. ‘We zijn een grote en complexe organisatie, waardoor het voor studenten niet altijd duidelijk is wat we te bieden hebben en hoe groot de keuze aan JONG&AMBTENAAR ‘ We willen elk studiejaar een zaadje planten’ NA NAAMAM: Saba ine BaB lslsem - vav n deder VVeene LLEEEFTITIJDD: 35 jaaj aar FUUNCNCTITIEE:: advdvissi euur Carra irir èèrrececenentrrt umum BIB J:J gemme eee ntn e Ammsttere dam OPLELEIDDI INNG:G HRH M recruitment is een goede aanvulling. Wij sluiten aan bij het curriculum van opleidingen en werken inhoudelijk met leerlingen en studenten samen. Door gastcolleges en excursies te organiseren, of door studenten mee te laten denken over échte vraagstukken in de stad. De inrichting van een braakliggend kavel, of de beste aanrijroutes voor vrachtwagens met zwaar materiaal.’ Volgens de twee ontstaat er door de nieuwe aanpak ‘op een natuurlijke manier’ kennisuitwisseling tussen onderwijsinstellingen en de gemeente, en krijgen de studenten gedurende hun onderwijsloopbaan een beter beeld van de mogelijkheden. ‘In het eerste jaar onder andere met “Techniek in de Stad”. Dit is een nieuw evenement voor studenten van verschillende technische opleidingen. In het tweede jaar kunnen ze aan de slag met een concreet vraagstuk en geven we gastcolleges. In het derde jaar kunnen ze stage komen lopen en in het vierde jaar bij ons afstuderen.’ KWEEKVIJVER functies bij ons is. Zij denken niet zo snel aan technisch adviseur, developer of handhaver. Voorheen vertelden we studenten in hun laatste studiejaar over baanmogelijkheden, vlak voordat ze de arbeidsmarkt opgingen. Maar dan hebben zij vaak hun keuze al gemaakt. We kiezen er nu voor om jongeren actiever te benaderen, juist in vakgebieden waar tekorten dreigen te ontstaan, zoals de techniek, ict of de zorg. We doen dat op alle niveaus: middelbaar onderwijs, vmbo, hbo en wo, en zelfs al in het basisonderwijs.’ VERWEVEN MET OPLEIDINGEN ‘Campus recruitment’ noemen de twee hun aanpak. ‘We willen met de opleidingen verweven raken en elk leer- of studiejaar een zaadje planten. Als het goed uitpakt, hebben studenten aan het eind van de school- en studiecarrière een compleet beeld van de mogelijkheden bij ons’, zegt Nezjma. Jaarlijks biedt de gemeente Amsterdam meer dan 1.000 stageplekken aan, vult Sabine haar collega aan. ‘Sommige stagiairs blijven werken bij de gemeente. ‘Maar campus 15 De gewenste kweekvijver blijft niet beperkt tot techniek. ‘Er worden ook handhavers gezocht door de gemeente Amsterdam’, vertelt Sabine. ’En we zijn net gestart met het vakgebied Groen, waarbij we ons richten op mbo-studenten. Hen enthousiasmeren we voor groene plekken in onze stad. Daar zijn er genoeg van. Denk aan het Amsterdamse Bos, (sport)parken, begraafplaatsen en schooltuinen.’ Veel gemeentelijke teams hebben inmiddels contact gelegd met scholen en opleidingen. ‘Maar zij spreken dan meestal voor hun eigen afdeling’, aldus Nezjma. ‘Voor studenten is dat verwarrend, als eerst Verkeer en Openbare Ruimte langskomt en daarna het Ingenieursbureau. Het is efficiënter hierin samen op te trekken en goed voor onze herkenbaarheid als potentiële werkgever.’ WEG MET VOOROORDELEN Werpen de inspanningen al vruchten af? Een jaar na de start is dat misschien iets te veel verwacht, maar Nezjma ziet het eerste groen gloren. ‘Aan het begin van dit studiejaar was ik bij de handhavingsopleiding. Veel studenten op deze opleiding willen later bij de politie werken. Tijdens ons gesprek lieten we handhavers vertellen over hun persoonlijke ervaringen en konden we vooroordelen wegnemen. Na dat gesprek hadden sommigen hun beeld bijgesteld. Tijdens de afgelopen vacatureronde hadden we enkele sollicitaties door laatstejaars studenten van deze opleiding. Dus campus recruitment werkt zeker!’
Pagina 16
NNAAAMA : Lisas Boooonns LLEEEFTIT JD: 29 FFUUNCN TIE:E belleidsmedeeweerkkerre sosociiaaa l domein BIJIJ: geemmeee ntn e BeeB st STS UDDIIEE: hbo, bacchelorr: socociaale sts uddu iiees; woo, massa tter: socciaalee wweettenssn hchc apappepen 16 JONG&AMBTENAAR ‘Ik wil iets toevoegen’ LISA STAAT KLAAR VOOR NIEUWKOMERS Lisa Boons heeft altijd de behoefte gevoeld om mensen te helpen die op een of andere manier achtergesteld zijn. Als ze dat met iemand deelde, kreeg ze keer op keer dezelfde reactie: je kúnt niet iedereen helpen. ‘Dat frustreerde mij enorm. Volgens mij kun je op z’n minst je best doen om naar iemand te luisteren.’ e koos voor een master sociale wetenschappen omdat ze toen al wist dat ze bij de gemeente wilde werken. ‘Ik wilde iets toevoegen. Dat is ook in mijn huidige functie mijn doel. Als beleidsmedewerker heb je veel te maken met regels, maar je moet ook creatief zijn. Lef tonen. Buiten de kaders denken.’ Bij de gemeente Best doet ze veel voor nieuwkomers. ‘Vanaf 1 januari 2022 komt er een wetswijziging waardoor het inburgeringstraject wordt uitgebreid. Momenteel zijn nieuwkomers nog zelf verantwoordelijk om de taal te leren, maar uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken blijkt dat ze daar vaak helemaal niet toe in staat zijn. In 2022 gaan gemeenten meer voor ze regelen.’ SNEL INTEGREREN Het is aan Lisa om dat voor Best te organiseren. ‘Ik wil ervoor zorgen dat nieuwkomers zo snel mogelijk integreren, zodat ze kunnen deelnemen aan onze samenleving. We gaan straks uitgebreide intakes doen. Drie of vier gesprekken met iedere nieuwkomer. Dan stellen we vragen als: wie ben je, wat zijn je interesses, wat is je leervermogen, je gezinssituatie. Op basis daarvan zorgen we ervoor dat ze een passend inburgeringstraject volgen. We proberen de juiste taalles voor ze te vinden en hopen ze uiteindelijk aan het werk te krijgen.’ Vaak worden die twee thema’s – taal en werk – met elkaar gecombineerd. ‘Dan gaat een nieuwkomer bijvoorbeeld helpen bij een kringloopwinkel. Zodat ze echt op de werkvloer Nederlands leren.’ Daarnaast heeft Lisa veel gedaan voor mensen die een uitkering hebben. ‘Ik ben altijd heel nieuwsgierig naar wat mensen beweegt. Of wat ze juist niet beweegt. Er is vaak veel meer met iemand aan de hand dan je in eerste instantie denkt. En je merkt dat ze zich beter gaan voelen zodra ze werk hebben.’ 17 Z LAAGGELETTERDHEID Lisa heeft ook nog andere taken binnen het sociaal domein. Zo houdt ze zich bezig met laaggeletterdheid en coördineert ze het subsidiebeleid van de gemeente Best. ‘Ik vind het leuk om met verschillende thema’s te werken. Ik ben ook van mening dat beleidsmedewerkers dat nodig hebben. Als je alleen op je eigen terrein zit, ga je denken vanuit je eigen koker. Dat moet je voorkomen.’ Inburgeren is moeilijk Het is de bedoeling dat nieuwkomers in de Nederlandse samenleving sneller aan het werk gaan en ondertussen de taal leren. Voorheen moesten zij hun eigen inburgeringscursus inkopen, eventueel met geleend geld. Daarmee worden ze overvraagd, bleek al spoedig. Vanaf volgend jaar zijn gemeenten verantwoordelijk voor het onderwijsaanbod. Ook gaan ze statushouders minimaal een half jaar ‘ontzorgen’, zodat ze niet meteen op zichzelf zijn teruggeworpen. Bijvoorbeeld bij het regelen van de financiën. Zo’n steun in de rug is nodig. Vaak hebben statushouders lang in een asielzoekerscentrum gewoond, met wat daggeld, voeding en kleding. Eenmaal toegewezen aan een gemeente moeten ze opeens alles zelf regelen. Dan gaat het vaak mis en niet zelden raken ze in de schulden. Ambtenaren als Lisa, maar ook vrijwilligers, helpen nieuwkomers om snel hun weg te vinden in de lokale en voor hen vaak ingewikkelde maatschappij.
Pagina 18
JONG&AMBTENAAR ‘ MODIS TECH ACADEMY BEGRIJPT HOE JE JONG TALENT BINDT AAN DE PUBLIEKE SECTOR’ Technologische veranderingen, digitalisering en informatisering hebben impact op werkend Nederland. De banen van vandaag worden morgen anders ingevuld. Dat vraagt om aanpassingsvermogen en talent dat niet bang is voor verandering. Modis Tech Academy (hierna: MTA) begeleidt en stoomt jong talent en organisaties klaar voor de toekomst. Zij gelooft dat iedereen talenten heeft en kijkt daarom naar de potentie van young professionals en adviseert haar partners hoe zij dit talent optimaal kunnen benutten. Zo matcht MTA jong talent en overheidsorganisaties binnen de vakgebieden RPA, Finance, Informatiemanagement, ICT & Engineering. ‘D e grootste ontwikkeling die wij zien, is de nieuwe manier van werken. In korte tijd zijn we van altijd op kantoor naar een volledig digitale werksituatie gegaan,’ vertelt Pascal Alberts, directeur van MTA. ‘Het was hierdoor voor onze partners een uitdaging om met starters aan de slag te gaan. Maar jonge talenten weten juist van nature hoe zij digitaal samenwerken. Zij zijn in een digitale wereld opgegroeid.’ ‘ Het jonge talent opent mijn ogen ook nog iedere dag.’ Daarnaast krijgen overheidsorganisaties te maken met veranderende doelstellingen die zij domeinoverstijgend moeten oppakken. Pascal: ‘Dat vraagt om adaptief vermogen en leergierigheid, eigenschappen die wij zoeken in onze consultants. Om het juiste talent te vinden, kijken we met onze partners naar de criteria van een functie, maar vooral naar de toekomst: waar wil de organisatie naartoe? Welk type persoon heb je daarvoor nodig? Wij geloven dat vakinhoudelijke skills aan te leren zijn. Hoe je als persoon omgaat met veranderingen, samenwerkt en communiceert, de zogeheten soft skills, is wat wij met name belangrijk vinden. Deze open mindset willen we onze partners meegeven.’ Ook adviseert MTA overheidsorganisaties over hoe zij jong talent het beste kunnen inzetten en aan zich kunnen blijven binden. Bijvoorbeeld door samen te kijken naar de groeimogelijkheden in een functie of door trainingen in up- en reskilling voor gehele teams, zodat ook zij mee kunnen groeien met de organisatie. MTA biedt haar consultants persoonlijke begeleiding en ontwikkelmogelijkheden via e-learning, contact met medeconsultants, een eigen Talent Manager en een op maat gemaakt ontwikkeltraject. Zo is zij dé partner voor het ontwikkelen van (jong) talent. Dat MTA naar de mens achter het cv kijkt, ervaart consultant Tom Scheepstra ook. Vorig jaar kwam hij in contact met MTA. Sindsdien heeft hij als Informatiemanager bij Rijkswaterstaat gewerkt en binnenkort start hij aan een nieuwe opdracht die aansluit bij zijn wensen en ambities. ‘MTA denkt met je mee. Ik heb interesse in de politiek en ben actief als jongerenvoorzitter van het CDA. Dit vraagt om een flexibele insteek. MTA gaat hierin mee en zoekt met mij naar een flexibele functies.’ 18 JONG&AMBTENAAR onze werkwijze op lange termijn. Een leuke mix van rollen. Via het persoonlijke ontwikkelingtraject van MTA deelde ik ervaringen met mijn begeleider en andere consultants. Bijvoorbeeld over omgaan met stress, de balans tussen werk en thuis bewaken of wat doe je als iemand niet reageert.’ ‘ Modis Tech Academy biedt een totaalpakket: relevante werkervaring, trainingsaanbod en persoonlijke aandacht.’ Tom: ‘Bij Rijkswaterstaat maakte ik kennis met de wereld van Informatiemanagement. Binnen mijn functie beheerde ik het documentmanagementsysteem, trainde ik (nieuwe) teamleden en hield de informatiestromen in de gaten. Ook dacht ik mee over de rol van het documentsysteem en Ook Marjolein de Graaf, consultant Functioneel Beheer bij Gemeente Kampen, maakte via haar traineeship kennis met een nieuw vakgebied. ‘Ik dacht dat functioneel beheer vooral technisch was; dat ik zelf applicaties moest programmeren. Maar het is veel socialer. Soft skills blijken in mijn rol essentieel. Als functioneel beheerder maak je de vertaalslag van de applicatie naar de gebruiker en andersom. Het is belangrijk dat ik contact leg met leveranciers, afdelingshoofden, beleidsmedewerkers en gebruikers en dat ik mij in hen kan verplaatsen. Zodat ik snap hoe zij een applicatie gebruiken. Ik merk dat ik als young professional een frisse blik heb op zaken. Ik ben leergierig en stel vragen die mensen die wat langer in de organisatie werken niet stellen.’ ‘ Binnen functioneel beheer is contactleggen met een ander belangrijker dan hoe goed je bent met computers.’ 19 ‘Bij de gemeente was de rol van functioneel beheerder al een tijd niet ingevuld. Dit gaf mij vrijheid om zelf invulling te geven aan de functie. Een grote uitdaging, waarbij de adviezen van mijn Talent Manager en alle vakinhoudelijk studie mij enorm hielpen. Door de e-learning modules over de publieke sector begreep ik bijvoorbeeld beter hoe een gemeente werkt. Zo vormt MTA een vangnet bij je eerste baan.’
Pagina 20
JONG&AMBTENAAR Speciaal traineeprogramma TOFFE BANEN IN ZEELAND PROMOTEN Als geboren en getogen Zeeuwse – ze komt uit het dorpje Ovezande – heeft Anouk voor haar studie communicatie een half jaar stage gelopen in Amsterdam. Maar ze merkte al meteen dat wonen in de grote stad niets voor haar is. e onpersoonlijk, vindt ze de grote stad. In Zeeland ken je je buren en maak je altijd wel een praatje. Nu woont ze in de Zak van Zuid-Beveland en is ze adviseur arbeidsmarkt bij de provincie. Zeeland heeft veel arbeidskrachten nodig en Anouk doet er alles aan om mensen voor die vacatures te vinden. Dat kunnen Zeeuwen zijn, maar ook mensen van buiten. Daarom moet Zeeland worden gepromoot, en dat kan Anouk heel goed. Is het binnen het volle, drukke en lawaaiige Nederland in Zeeland beter toeven dan elders? ‘EIk eiland heeft z’n eigen karakter en andere natuur, en overal is rust en ruimte. En Zeeuws-Vlaanderen is wat bourgondisch, omdat het tegen Vlaanderen ligt. Dat is een mooi geheel en maakt Zeeland uniek. Steden als Vlissingen, Middelburg en Goes zijn altijd in de buurt, terwijl je met een uurtje rijden in Antwerpen of Rotterdam zit.’ T iets voor teruggekregen, met het Delta-Kenniscentrum, een grootschalig justitieel complex met een extra beveiligde rechtbank en een juridisch kenniscentrum tegen ondermijnende criminaliteit.’ Ook krijgt de provincie binnenkort een snellere treinverbinding van en naar de Randstad én naar Brabant. Dus Zeeland maakt toch een mooie stap. ‘ Elk eiland heeft z’n eigen karakter en overal is ruimte’ EEN MOOIE STAP Anouks Team Arbeidsmarkt wil alle Zeeuwen en mensen van buiten ‘zo goed en fijn mogelijk’ aan werk helpen en Zeeuwse bedrijven stimuleren voldoende aandacht te schenken aan om- en bijscholing. Zoals gezegd heeft Zeeland last van krapte op de arbeidsmarkt. Vacatures vind je in de horeca en het toerisme, en ook in de technische sector, het onderwijs en de zorg zijn veel tekorten. Hoeveel last heeft Zeeland daarbij van zijn perifere imago? Het ligt best ver weg, voor veel mensen. Promotie van Zee land zal er niet makkelijker op zijn geworden, nadat de mariniers weigerden hun kazerne in de Utrechtse bossen te verruilen voor de Zeeuwse dijken. Anouk: ‘We hebben daar 20 BETAALDE BIJBAAN Binnen dit bredere arbeidsmarktverhaal richt Anouk zich vooral op jongeren. ‘Het is mijn taak jongeren te boeien en binden aan Zeeland. Veel jongeren verlaten de provincie om elders te studeren. Begrijpelijk, want we hebben slechts een beperkt aantal opleidingen. Des te belangrijker is het dat jongeren weten welke opleidingen er wél zijn en welke kansen de provincie biedt.’ ‘We hebben voor de komende drie jaar een plan gemaakt om jongeren te vertellen wat Zeeland zoal te bieden heeft. Met een speciaal traineeprogramma “Talent voor Zeeland”, net als met het programma “Talent tech jobs”, waarmee technische studenten van de Hogeschool Zeeland een betaalde bijbaan kunnen krijgen tijdens hun studie, en binnen hun werkveld.’ NNAAAAMM: Anoukk Goeensn e LLEEFTTIJDDJ : 244 jaaar FFUUNCNCTTIE:E advvisi euur ZeZeeue wsw e aarbeeiddi ssmmaarkttk BIJJ: prrp ovinncic e Zeelland OOPPLELEIDDI INNG: hbbo cooc mmmunici atie
Pagina 24
JONG&AMBTENAAR VAN FLOORWALKER TOT ZWEEFVLIEGER In gesprek met Dinant Riks, werkzaam in de IT bij Gemeente Amersfoort V ier jaar geleden was hij nog bezig met een studie in de neurowetenschappen in Oxford. Toen dat niet beviel besloot hij terug naar Nederland te gaan. Dinant Riks vertelt: “Ik wist niet zo goed wat ik dan wel wilde….iets met samenwerken en maatschappelijk belang.” Toen ik de vacature bij Gemeente Amersfoort zag bij een IT-team twijfelde ik, maar het bleek een goede match te zijn. Waar ben je in je vrije tijd het liefst? Mijn grote passie is zweefvliegen. Ik ben na negen jaar in 2018 ook instructeur geworden. Elk weekend dat het kan, ben ik wel op het vliegveld te vinden, om zelf lange vluchten te maken of juist om nieuwe leden veilig te leren vliegen. Wat doe je bij Gemeente Amersfoort? Drie jaar geleden ben ik als floorwalker begonnen met het ondersteunen van collega’s bij digitaal werken. Inmiddels ben ik functioneel beheerder van ons nieuwe zaaksysteem. Dat zaaksysteem maakt het makkelijker om vanuit data op processen te sturen. Wanneer een inwoner aan de gemeente bijvoorbeeld vraagt om een vergunning, dan zien we via het zaaksysteem hoe lang het duurt tot hij of zij antwoord krijgt. Daardoor zien we hoe en waar het bijvoorbeeld sneller en beter kan. Het vormgeven van die processen hoort bij mijn werk. Vanuit een multidisciplinair team ondersteunen we collega’s in de hele organisatie, omdat het ook echt een andere manier van werken is. Wat is leukst aan jouw werk? Het is leuk om mensen in hun werk te helpen en om te vernieuwen. De combinatie van persoonlijk contact en het bedenken van slimme oplossingen, spreekt me aan. Digitale ondersteuning is door de pandemie alleen maar belangrijker geworden. Daarnaast is het hybride werken een interessante uitdaging. Hoe zie je het maatschappelijk belang in je werk? Het bestuur, inwoners en ondernemers hebben te maken met complexe opgaves, bijvoorbeeld op het gebied van woningbouw of in het sociaal domein. Door collega-ambtenaren te ondersteunen bij slimmer digitaal samenwerken, draag ik bij aan verbetering van de dienstverlening. Wat speelt er nog meer rond digitalisering? Met de pandemie is cybercrime toegenomen. Als gemeente heeft Amersfoort een rol in het voorkomen en bestrijden daarvan. Vaak blijkt niet de techniek maar de mens de zwakste schakel. Nog snel in de trein vertrouwelijke mailtjes verwerken, of een collega helpen terwijl je eigen tablet nog open staat. Cybercriminelen spelen daar handig op in. Een aantal bevlogen collega’s werkt aan het verbeteren van de digitale veiligheid. Nieuwsgierig? volg Gemeente Amersfoort op LinkedIn of check amersfoort.nl/vacatures Vrijblijvend komen praten over werken aan digitalisering? Neem contact op met afdelingsmanager Wim Vreeman, e-mail GW.Vreeman@amersfoort.nl 24 JONG&AMBTENAAR ALTIJD AANDACHT VOOR START-UPS NAAMM: Johhan vana Erpp LEEFTIJD: 34 FUNCTIE: start-up offficcerer BBIIJ:J: geeg meem enentete Einindhhd ovvo enn SSTTUDDU IEE: hboob , bab chhc elle orro : wererkkttuiu gbbououwkkw unnu dede; wow , bacacheh lor:: soocciooi logigie; wo,o masa teter:r: belle ieie dssosociic olologgiei Er zijn maar een paar gemeenten in Nederland met een zogeheten start-up officer. Eindhoven is daar een van, en Johan van Erp (34) mag die functie tot zijn grote plezier vervullen. ‘Ik help start-ups aan het juiste netwerk.’ E indhoven is bij uitstek een stad waarin moderne bedrijven opbloeien, vertelt Johan. ‘We hebben hier fantastische onderwijsinstellingen, met onder meer de Technische Universiteit, Fontys Hogescholen en de Design Academy, een van de beste design-academies van Europa. Steeds vaker neigen studenten naar ondernemerschap, en de bedrijven die daaruit voortkomen willen we graag vasthouden.’ Een van de succesverhalen uit de regio is Lightyear. ‘Ook zij begonnen ooit als studententeam. Ze deden mee aan een World Solar Challenge in Australië, met auto’s die op zonne-energie rijden. En dat is nu een bedrijf. De eerste auto’s zijn waarschijnlijk komend jaar klaar voor gebruik. Ja, dat vind ik heel mooi.’ ECOSYSTEEM VOOR START-UPS Toch hebben jonge ondernemers vaak genoeg hulp nodig. En daarvoor kunnen ze bij Johan terecht. ‘Wij hebben als gemeente een breed netwerk opgebouwd, een soort ecosysteem voor start-ups. Ik probeer ze aan de juiste partij te koppelen.’ Als voorbeeld noemt hij huisvesting. ‘Kantoorruimte wordt ook in Eindhoven duurder en duurder. Daarom hebben we 25 samen met vastgoedbedrijf Twice naar mogelijkheden gezocht. Sinds kort bieden zij start-ups een kantoor aan voor een laag tarief. Jaarlijks gaat dat bedrag omhoog, tot ze na een jaar of vier de commerciële markt op kunnen. Zo krijgen start-ups de kans om te groeien – precies wat wij graag steunen.’ Een samenwerking tussen start-up en gemeente gaat ook weleens verder dan alleen doorverwijzen. ‘Neem Amber Mobility, een start-up voor deelauto’s. Negentig procent van de auto’s staat stil, dus hebben we in principe zelf geen auto nodig. Amber wilde auto’s op openbare plekken zetten, maar liep tegen allerlei wet- en regelgeving aan. De gemeente heeft toen gezegd: wij geloven in dit initiatief, dus we staan het toe. Eindhoven werd daarmee de eerste stad in Nederland waar je zo’n deelauto overal mocht parkeren. Zo rijden er uiteindelijk minder auto’s door het centrum, wat meteen een van onze doelstellingen is: een schonere binnenstad.’ Om zo nauw mogelijk contact te houden met start-ups, is Johan vaak op plekken te vinden waar deze bedrijfjes zitten. ‘Ik wil weten waar ze mee bezig zijn. Als ik met eigen ogen zie wat ze maken, en met hoeveel passie – dat vind ik ontzettend gaaf. En dat geeft weer energie om zelf ook harder voor ze te werken.’
Pagina 26
JONG&AMBTENAAR Met de beste collega’s op hun terrein aan de slag in de hoofdstad VAN STAGE NAAR WERKEN VOOR AMSTERDAM Amsterdam werkt aan een aantrekkelijke hoofdstad, dicht bij de mensen. Van cultuur en economie tot ruimtelijke omgeving: dat vraagt op alle fronten om flexibele en betrokken ambtenaren, die zich doorlopend willen ontwikkelen om hun gemeente nog beter te maken. Hier ontmoet je er twee: planoloog Alan Dekker (27) en Jorine Noordman (35), specialist Natuurinclusief Bouwen. Beide werken ze op het snijvlak van duurzaamheid en innovatie. ‘ GROEN ONTSTRESST IN EEN CHAOTISCHE WERELD’ A l jong moeder worden, en dan ook nog van een tweeling. Aan studeren kom je dan pas later toe, vertelt Jorine Noordman (35). Ze wilde in haar werkende leven veel tekenen en koos voor hbo bouwkunde, met als afstudeerrichting stedenbouwkunde. Maar was dat het wel? ‘In Amsterdam liep ik stage in het Team Waterfront, als stedenbouwkundige. De gemeente als organisatie en wat je daar allemaal kunt doen verraste me zo, dat ik besloot daar sowieso te willen werken.’ Jorine werkte eerst, net als Alan nu, bij Ruimte en Duurzaamheid, als ontwerper Openbare Ruimte. Vooral in het stadsdeel Zuidoost. Ze verkaste naar het Ingenieursbureau, waar ze specialist Natuurinclusief bouwen is. Een relatief jong vakgebied binnen de bouwkunde, maar voor haar niet nieuw. ‘Tijdens mijn opleiding was ik al bezig boompjes, plantjes en beestjes een plek te geven in stedenbouwkundige plannen. Later, in Zuidoost, vond ik het superleuk om uit te zoeken wat voor planten goed waren om bepaalde diersoorten aan te trekken.’ ECHT PIONIEREN Natuurinclusief bouwen was toen net een onderwerp dat op begon te komen. ‘Binnen de gemeente pionierden we met een soort natuurclubje, met collega’s van verschillende afdelingen.’ Een van de uitkomsten was het inspiratieboekje Natuurinclusief bouwen in 20 ideeën, dat ook binnen andere organisaties wordt gebruikt. ‘Ik maakte visuals daar26 JONG&AMBTENAAR voor’, vertelt Jorine. ‘Daarnaast hielp ik bij het ontwerp van de natuurzoom. Dat is een verbinding voor dieren, met als doelsoort de ringslang. Die loopt van het Diemerpark naar het Abcoudemeer. We stelden 46 knelpunten vast om de ringslang van A naar B te krijgen. Hoe leg je een poel aan? Hoe maak je dwars door een dijk een faunapassage? Dat soort vraagstukken geven mij enorm veel energie. Anderen met wie ik samenwerkte merkten dat op.’ Toen na twee jaar haar contract afliep, wilde de gemeente haar niet kwijt. ‘De teamleider Water, Groen en Milieu van het Ingenieursbureau nodigde me uit om te solliciteren. Nu mag ik me specialist Natuurinclusief bouwen noemen, een titel die voorheen niet eens bestond.’ NATUUR MAAKT GELUKKIGER Jorines grote passie is ‘iedereen die maar wil luisteren’ voor haar specialisme te winnen. Inmiddels al drie jaar. Ze tekent én praat veel. ‘Met collega’s, maar ook ontwikkelaars, buurtbewoners, ecologen en biologen, het onderwijs en wetenschappers.’ Met als doel meer natuur in de stad. ‘Die is rommelig, maar biedt ook veiligheid, voedsel en verstopplekken waar roofdieren niet bij kunnen. In onze gemeente hebben we 10.000 diersoorten tegenover 45.000 in heel Nederland. Dat is echt veel!’ Maakt groen gelukkiger? ‘100 procent zeker!’, beweert Jorine. ‘Zonder groen geen leefbaarheid. Maar daar moet je dan wel op sturen.’ De coronapandemie liet dat zien: iedereen wilde het park of bos in. ‘De verbinding met de natuur is zo belangrijk voor ons hoofd, nu we het allen stinkend druk hebben. Het ontstresst ons in een chaotische wereld en houdt ons zowel psychisch als lichamelijk overeind. Daarnaast verkoelt groen en helpt het tegen droogte, wateroverlast en plaagdiersoorten.’ Over het verdwijnen van soorten en de aantasting door opwarming lezen we dagelijks in de media. Vijf voor twaalf, maar voor Jorine is dat een aanmoediging. ‘We zitten in een transitieperiode. Het besef dat het anders moet wordt steeds sterker, gelukkig. In Amsterdam doen we er alles aan om die transitie de goede richting te geven. Ik vind het fantastisch om daar een steentje aan bij te dragen.’ ‘ EEN STAGE IS EEN MEGA-AANRADER OM IN DE KEUKEN TE KIJKEN’ A lan Dekker heeft in Amsterdam een dubbelfunctie: als duurzaamheidsadviseur en als planoloog in het strategische team van de directie Ruimte en Duurzaamheid. Alan studeerde sociale geografie (bachelor) en planologie (master). Wat hij daarmee in zijn beroepsleven zou willen en kunnen, had hij niet scherp voor ogen. Tijdens een meewerkstage bij de gemeente werden de contouren duidelijker. ‘De tekortkoming van de universiteit is dat je de praktijk niet leert. Zeker vakgebieden als planologie en duurzaamheid leer je in doen en ontdekken. Een stage is een mega-aanrader om in de keuken te kijken. Ik denk dat ik in die tijd meer leerde dan op de universiteit!’ GROTE STEDELIJKE OPGAVEN Zes thema’s kleuren nu Alans beroepspraktijk. Niet toevallig dé grote stedelijke opgaven van dit moment. ‘Kijkend naar duurzaamheid zien we dat er op zes thema’s veel verandert. Allereerst is er de giga-operatie van de energietransitie: naar goede alternatieven voor fossiele brandstoffen. In Amsterdam willen we circulair bouwen: beschikbare materialen moeten in een cirkel door de stad gaan, in plaats van ze continu aan te voeren en eruit gooien. Mogelijkheden 27
Pagina 28
JONG&AMBTENAAR genoeg om van afval weer grondstof te maken. Een ander belangrijk vraagstuk is de klimaatverandering. De stad lijdt onder extreme hitte en droogte, maar moet ook heftiger regenval verwerken. Dat vergt een aanpassing van de openbare ruimte en gebouwen waar we in wonen en werken. Verder is er nog het biodiversiteitvraagstuk, het behouden en bevorderen van soortenrijkdom, ook in de stad. Wat ik nog niet noemde: het planologische verhaal. De stad groeit, verdicht en begint hier en daar te knellen. De vraag is hoe we als inwoners ons grondgebied het best kunnen delen en benutten.’ Een antwoord op alle opgesomde vraagstukken is er niet altijd. ‘Nee, het is een zoektocht’ legt Alan uit. ‘We hebben bedacht wat er moet gebeuren, maar nog niet hoe. Dat betekent uitproberen: wat werkt en wat niet?’ Hij is geen alarmist, maar gevoel van urgentie moet er volgens hem wel zijn. ‘In 2050 worden we geacht klimaatneutraal te zijn. De gemeente heeft de ambitie in 2030 meer dan de helft CO2 bespaard te hebben, ten opzichte van 1990. Nog maar negen jaar te gaan! In korte tijd zijn flinke stappen gezet. Maar het zal veel vragen om dat jaartal te halen.’ VAN AARDGASVRIJ NAAR CIRCULAIR In zijn eerste jaar hield Alan zich veel bezig met het onderwerp ‘aardgasvrij’, met aandacht voor de nieuwe stadswarmtenetten. ‘We hadden daar weinig kennis van, vooral niet van de bronnen die eraan gekoppeld moeten worden. Nu is dat vooral een afvalverbrandingsinstallatie. Maar warmte kun je ook uit de ondergrond, de lucht en water halen. Op dat gebied hebben we veel kennis vergaard en wordt langzaam maar zeker overgestapt naar de uitvoering.’ Zijn aandacht gaat nu weer meer uit naar circulair bouwen. ‘Kunnen we stenen die elders in de grond liggen nog een keer gebruiken en zo ja, blijft de kwaliteit dan goed? Waar sla je de materialen fysiek op, als ze elders nog niet nodig zijn?’ Aan een antwoord op de laatste vraag werkt Alan nu onder andere. ‘Een circulaire hub, een online marktplaats waar je ziet wat er aan materialen beschikbaar is of komt.’ Al in de ontwerpfase kan zo circulariteit worden meegenomen, lang voor de eerste schop de grond in gaat. ‘Op papier hebben we dit al bedacht. Waar ik nu in Amsterdam-Noord mee bezig ben, is het principe praktisch en concreet uitproberen. Onder meer langs de IJ-oever speelt het, met oude industriële complexen en wat ruigere openbare ruimte. Er liggen stelconplaten. Mooi om te hergebruiken, maar we moeten uitvinden of die betonnen platen niet te vervuild of kwetsbaar zijn. Ze mogen niet uit elkaar vallen als we ze uit de grond halen. Evengoed kan het zijn dat alleen de hogedrukspuit erover moet. De komende tijd gaan we dat ontdekken.’ Samen met ontwerpers en gebiedsontwikkelaars van de gemeente Amsterdam zet Alan bevindingen om in beleid. ‘Mijn beeld van overheidsorganisaties was dat die bureaucratisch en traag zijn. Maar voor de mensen waar ik direct mee werk geldt dat zeker niet. Iedereen werkt vanuit maatschappelijke motivatie en met veel energie.’ Benieuwd naar meer verhalen over werken bij Amsterdam en naar openstaande vacatures? Kijk dan op amsterdam.nl/werkenbij 28 JONG&AMBTENAAR LEKKER VEEL AFWISSELING MET DE MEIDEN Ramona Bendt is allround communicatiemedewerker bij DUO+, de uitvoeringsorganisatie van de gemeenten Ouder-Amstel, Diemen en Uithoorn. Sinds februari 2021 zit ze op deze plek, daarvoor deed Ramona baliewerk (ook via DUO+) bij burgerzaken en werkte ze in het klantcontactcenter, KCC. D UO+ doet voor Ouder-Amstel (ruim 14.000 inwoners), Diemen en Uithoorn (beide ruim 29.000 inwoners) de interne bedrijfsvoering en houdt zich daarnaast bezig met de inrichting en het beheer van de openbare ruimte, klantcontact, veiligheid, toezicht en handhaving en ook het sociaal domein. Ramona is vrij toevallig bij de uitvoeringsorganisatie terechtgekomen. Tot 2017 werkte ze in de horeca. Ramona: ‘Toen Bussum, Naarden en Muiden gingen fuseren, heb ik daar als gastvrouw gewerkt tijdens alle feestelijkheden rondom de fusie. Ik had me daarvoor, via een uitzendbureau, aangemeld. Toen dat werk afgelopen was, belde het uitzendbureau me met de vraag of ik geïnteresseerd was in een baan bij DUO+.’ AFWISSELEND Zo ging Ramona voor burgerzaken en het contact center werken, voor Uithoorn en Ouder-Amstel. Diemen heeft daar eigen afdelingen voor. ‘Het betekende dat ik de ene dag op de ene locatie zat, en de andere dag elders. Afwisselend werk, met een klein groepje meiden draaide ik balies en had ik telefoondienst.’ Nu, als allround communicatiemedewerker, werkt Ramona weer met een groepje meiden. Belangrijk deel van haar werk is het bijhouden van de gemeentepagina van Ouder-Amstel, en ook de wekelijkse gemeentekrant valt onder haar verantwoordelijkheid. ‘Voor de krant moet ik gemeentelijke informatie verzamelen, het contact onderhouden met de opmaakstudio en alles accorderen.’ WEBCARE ‘Verder doe ik de webcare, dus ik let op wat er bij inwoners leeft en speelt op de sociale media. Waar reageren mensen op, welke discussies worden gevoerd? Mensen kunnen via sociale media hun vragen stellen, die moet ik dan beantwoorden. Vragen die vroeger via het klantcontactcenter werden gesteld, krijg je nu meer via sociale media. Dus ik heb veel aan mijn kennis en ervaring bij het KCC.’ 29 NNAAMAM: RaR monaan Bennddtt LEEFTIJDDJ : 31 jajaarr FUNCTIE:: commmuum niin caatiemedewerkkerr BIJ: DUO+,, Uitthoorrn,n Diemeem n en Ouderr-AAmsstet l OPLEIDI INNG:G: ROCO , inni ternnata i-i onnale hahandelle en grg ooo ththana deed l Tussen al die werkzaamheden doet Ramona ook nog mee aan het Jong Talenten Programma (JTP) van DUO+. ‘Twee jaar lang kom je dan met een groep jonge ambtenaren van onze drie gemeenten bij elkaar. We volgen verschillende trainingen, cursussen en inspiratiesessies, met als doel je zo goed mogelijk te ontwikkelen . Zowel op werkgebied als persoonlijk.’ ‘In het JTP mag je alles in de groep gooien, en daarover geeft iedereen zijn of haar feedback of mening. Het is aan jezelf wat je daar vervolgens mee doet. Zo helpen, ondersteunen en leren we van elkaar. In het JTP groei je als mens, zo ervaar ik het.’
Pagina 30
JONG&AMBTENAAR MAURITS IS EEN DIGITALE NOMADE Geef Maurits Foorthuis een opdracht, een laptop en hij zoekt een prettige werkplek met betrouwbaar internet. Soms in de Limburgse heuvels of een Twents vakantiehuis, dan weer op een steenworp afstand van het Onafhankelijkheidsplein in Kyiv . O p het moment dat we elkaar spreken is Maurits’ ‘hoofdkwartier’ Den Haag, waar hij als VNG-trainee is gedetacheerd op de griffie van de Haagse gemeenteraad. Een (bijna afgeronde) opdracht, waar zijn fysieke aanwezigheid soms gewenst is. ‘Tijdens de lockdown zat ik bij commissievergaderingen met de voorzitter in de raadszaal, terwijl gemeenteraadsleden via Teams deelnamen.’ Een vol kantoor maakte hij zijn werkende leven lang nog nooit mee, ‘iets wat ik ook eens hoop te ervaren.’ Inmiddels is hij al weer doorgestoomd naar zijn vertrouwde Groningen, waar hij in het kader van zijn traineeship als beleidsmedewerker werk maakt van internationale studentenhuisvesting. Maurits filosofeerde er weleens over hoe zo’n bestaan als digitale nomade zou zijn. ‘Dan kwam ik niet verder dan reisverslaggever, ict’er of influencer. Versneld door de coronacrisis, kun je nu veel soorten werk op afstand doen.’ Hij vertelt over een bevriende collega, die Oekraïne als thuisbasis heeft. ‘Zijn vriendin werkt op de ambassade in Kyiv en hij verhuisde mee. Eens in de twee maanden of zo komt hij met zijn laptopje naar Nederland.’ Voorafgaand aan het zomerreces, zonder politieke vergaderingen, vroeg Maurits zijn leidinggevende of hij vanuit Oekraine (waar zijn lief vandaan komt) mocht werken. ‘Eerst keek die raar op. Maar als ik niet in quarantaine hoefde en zonder andere beletsels zag hij er geen bezwaar in. We woonden bij mijn schoonouders, op anderhalf uur reizen van Kyiv. Collega’s die ik sprak via Teams wisten vaak niet eens dat ik in Oekraïne zat! Mijn vriendin en ik hebben samen met mijn broer en zijn vriendin ook weleens gewerkt vanuit vakantiehuisjes in Twente en Zuid-Limburg. Lekker een ander uitzicht NODIG BEHALVE LAPTOP: VEEL DISCIPLINE Digitale nomade zijn vraagt meer dan lekker met de laptop op een strandje of bij het zwembad zitten. Wat heb je nodig, behalve een laptop, telefoon en betrouwbaar internet? • Focus en discipline. Niets zo verleidelijk als een brommertje huren en je tijdelijke omgeving verkennen. • Houd rekening met opstarttijd, om te wennen aan je nieuwe omgeving. Het is handig als je je nieuwe verblijfoord al een beetje kent, bijvoorbeeld van vakantie. • Denk aan tijdverschillen. Verlies niet uit het oog dat het geplande overleg in Nederland misschien plaatsvindt na het happy hour op je verblijfplek. Eén keer met een stuk in je kraag meedoen en er komt vermoedelijk snel een eind aan de vrijheid. • Je inkomen, levensstijl en verblijfplaats moeten matchen. In Vietnam of op Bali kun je met minder leefgeld toe dan in Sydney, Moskou of Californië. Het kost daar meer dan thuis om rond te komen. • Heb je een vette studieschuld (hoera leenstelsel)? Besef dat twee jaar na je studie de aflosfase begint. De hoogte van het af te lossen bedrag hangt onder meer af van je opleidingsniveau. Breng verder goed in kaart welke verzekeringen moeten doorlopen en wat je op kunt zeggen. Informeer ook hoe het met de belastingen zit. • Houd er rekening mee dat thuis regels gelden en sommige uitgaven doorlopen. Een woning aanhouden kost veel geld. Verder laten hypotheekverstrekkers en verhuurders vaak niet toe dat je je woning verhuurt aan een ander. En voor de gemeentelijke Basisregistratie Personen moet je jaarlijks minimaal vier maanden fysiek op je adres thuis verblijven. 30 JONG&AMBTENAAR NAAAM: Mauuriits Fooro thuis LLEEEFTIT JD: 28 WWERKKR ZAZ AMM BIJJ: VNGG Cononneen ctt, trraia neneesshih p OOPLEEIDDINING: wo ininteernnatatioonnale betreekkkk inni gegen en een andere supermarkt!’ Zijn huidige trainee-opdracht op de Haagse griffie is afwisselend en leuk. Maar op den duur wil Maurits graag een opdracht of baan die aansluit bij zijn studie. ‘Misschien als projectmanager via VNG International. Dan kan ik ook mijn talenkennis – ik spreek behalve Nederlands ook Engels, Russisch, Frans en Duits – gaan gebruiken.’ Tip van Maurits voor wie ook naar het buitenland wil om te werken: ‘Wees gedisciplineerd. Onderneem buiten werktijd de leuke dingen die je normaal tijdens je vakantie doet. In mijn geval zwemmen in de rivier of een toeristisch uitstapje maken.’ 31
Pagina 32
WORKATION GEEN RECHT MAAR GUNST Werken vanuit het buitenland. Dat kan soms ook bij de overheid. Niet omdat je op een buitenlandse post gestationeerd bent, maar omdat je er zelf voor kiest om ‘thuis’ te werken over de grens. er zijn individuele afspraken met de medewerkers gemaakt. Haar indruk is dat gemeenten ‘relatief soepel’ met dergelijke verzoeken omgingen. Ze sluit niet uit dat er meer vraag naar zal komen. Maar van een trend is nog geen sprake. De coronacrisis speelde een rol bij de proefprojecten. Toen moest immers voortdurend thuis gewerkt worden. Dan maakt het immers niet zoveel uit of je je in de Provence of op Curaçao bevindt, of in Nederland. M edewerkers van de gemeente Amsterdam mochten vanaf september 2020 met toestemming van hun leidinggevende thuiswerken vanuit EU-landen en het Caraïbisch deel van Nederland. Het ging om een proef die door de gemeente nog geëvalueerd moet worden. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de juridische en fiscale gevolgen van het werken in het buitenland. Aan de proef deden zo’n dertig medewerkers mee. De meeste deelnemers hebben volgens de gemeente vier tot twaalf weken in het buitenland gewerkt, en in een enkel geval zes maanden. INDIVIDUELE AFSPRAKEN Slechts een handvol andere gemeenten bood z’n ambtenaren ook de mogelijkheid om in het buitenland ‘thuis’ te werken. Volgens de FNV zou het gaan om onder andere Zwolle, Breda en Hoorn. Waar het speelt, is volgens Marieke Manschot, FNV-bestuur gemeenten en rijk, per geval bekeken en 32 GEEN RECHT De gemeente Breda kreeg wel veel verzoeken van medewerkers die tijdelijk vanuit het buitenland wilden werken, liet een medewerkster in NRC Handelsblad weten. Vaak betrof het een workation: ‘Mensen die een paar weken bij familie in het buitenland wilden logeren, een tweede huis hebben of wat langer op hun vakantieadres wilden blijven hangen’, zei ze. Zo’n 35 werknemers experimenteerden daarom met ‘plaatsonafhankelijk’ werken. De gemeente wilde zien of het functioneert, wat eventuele belemmeringen zijn of elders werken onderdeel moet worden van de secundaire arbeidsvoorwaarden. Van een recht om thuis te werken in het buitenland, is vooralsnog geen sprake. Werken vanuit het buitenland is aan regels gebonden. De aard van het werk moet het natuurlijk toelaten. Verder moet er een veilige en betrouwbare internetverbinding zijn. Vanuit een echt huis, niet vanuit een gammele caravan. Een werkgever heeft immers de plicht een veilige en gezonde werkplek te garanderen. En de over de grens werkende medewerkers moesten goed bereikbaar zijn voor leidinggevenden. Met een groot tijdsverschil is dat buiten Europa niet altijd even makkelijk. JONG&AMBTENAAR Stages en traineeships van Athene tot Ljubljana en Praag BRUSSEL LIGT DICHTERBIJ DEN HAAG DAN GRONINGEN Weleens gedacht aan stage lopen in Europa? Bij bezoek van Nederlandse studenten aan Brussel is de animo voor een loopbaan in de Europese ‘hoofdstad’ meestal gering. Zelfs als ze Europese Studies of Internationale Betrekkingen studeren. J ammer dat ‘Europa’ een stoffig imago heeft, want er zijn instellingen en agentschappen op veel vakgebieden, waarvan er vast wel een aansluit bij jouw studieachtergrond. Jaarlijks krijgen meer dan 1.900 jongeren de kans om via een stage of traineeship ervaring op te doen, hun talenten te ontwikkelen en hun kennis van de Europese Unie te vergroten. De meeste EU-instellingen (er zijn er ruim dertig) organiseren stages voor afgestudeerde jongeren, die gewoonlijk drie tot vijf maanden duren, maar ook weleens een jaar. Matchmaker is EPSO, dat namens de EU zowel algemene als zeer gespecialiseerde kandidaten selecteert. OOK DETACHERINGEN Behalve stages zijn er mogelijkheden voor traineeships, juniorprogramma’s of mogelijkheden voor detachering. Ook medewerkers die al ambtenaar zijn, bijvoorbeeld bij een ministerie, gemeente of provincie, kunnen tijdelijk werken voor Europa. Hun eigen organisatie kan ze detacheren als nationaal expert, bijvoorbeeld op het gebied van landbouw, milieu of regionale ontwikkeling. Het werk is sterk afhankelijk van de dienst waarbij je stage gaat lopen, en daar speelt je specialisme en opleiding vaak wel een rol. Het kan bijvoorbeeld gaan om mededingingsrecht, personeelszaken of voedselveiligheid, maar ook om milieubeleid, communicatie of cyberveiligheid. 33 Pas afgestudeerden en studenten kunnen ook (betaald) aan de slag bij het EASA, het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart. In dat geval niet in Brussel, maar in Keulen. Zoek je het liever nog hogerop, dan kun je het proberen bij EUSPA in Praag, dat gaat over de Europese wereldwijde satellietnavigatiesystemen. Of bij ESA, dat het Europese ruimtevaartprogramma uitvoert. Alweer niet in Brussel, maar in Parijs. Bij veel agentschappen en organen kun je na een tijdelijk contract een vaste aanstelling krijgen. SELECTIEPROCEDURE De EU-instellingen en -agentschappen hebben allemaal hun eigen selectieprocedure. Een voordeel: de meeste Europese stages zijn betaald. Rijk word je er niet van. De vergoeding is vaak aangepast aan de kosten van levensonderhoud op je standplaats. Zit je op een dure locatie, dan verdien je misschien, maar vliegt het geld ook sneller je portemonnee uit. Wil je rondsnuffelen of er iets voor jou bij is? Kijk op de website van Epso. Daar vind je een uitrolmenu met agentschappen waar je je eigen interesse kunt vinden, plus de vacatures van dat moment. epso.europa.eu @EU_careers
Pagina 34
JONG&AMBTENAAR DE DYNAMIEK VAN DUO+ Duo+ is de ambitieuze samenwerkingsorganisatie van- en voor drie unieke gemeenten gelegen tussen het Groene Hart en de metropool Amsterdam. Dit zijn de gemeente Ouder-Amstel (ruim 14.000 inwoners), gemeente Diemen en de gemeente Uithoorn (beiden ruim 29.000 inwoners). Duo+ doet álles op het gebied van interne bedrijfsvoering. Ook de inrichting en het beheer van de openbare ruimte en de uitvoeringstaken in het klantcontact, veiligheid, toezicht en handhaving en het Sociaal Domein zijn aan Duo+ toevertrouwd. Duo+ is er voor professioneel advies en uitvoering, in het belang van de bijna 75.000 inwoners en vele duizenden bedrijven. Patty Nahon, P&O Partner, Kim Hulsman, P&O adviseur en Ingeborg van Vliet, expert Werving & Selectie, nemen je graag mee achter de schermen van de dynamiek van Duo+. DE SAMENLEVING VOOROP Betekenis geven aan de samenleving en de verbinding met elkaar: dat zijn de drijfveren waar de collega’s van Duo+ voor gaan. Dit doen ze door de gemeenten Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel te helpen met het waarmaken van hun lokale opgaven. Elke Duo+’er doet dat weliswaar vanuit een eigen expertise, maar vooral met elkaar. ALTIJD IN BEWEGING EN OP ZOEK NAAR VERBINDING Kim: “Duo+ is als samenwerkingsorganisatie een ‘continu lerende organisatie’, waar enorm veel talent, kennis en ervaring aanwezig is. Vanuit Duo+ werk je voor één van de drie gemeenten, of voor Duo+ zelf. De samenleving is bij alle drie de gemeenten divers en in beweging. De uitdaging voor hen zit vooral in het verbinden met, en het contact hebben en onderhouden met die samenleving. Vragen die hierbij een rol spelen zijn: Hoe verbind je je als gemeente met de diverse leefstijlen en achtergronden? Hoe verbind je je met de kwetsbare mensen in de samenleving? Hoe zorg je voor een aantrekkelijke leefomgeving, waarin iedereen zich prettig voelt? En hoe ga je als relatief kleine gemeente om met grootstedelijke en maatschappelijke uitdagingen? Bij alle drie de gemeenten geldt dat het contact tussen een bestuurder en een (beleids-)professional snel is gelegd. Hierdoor leer je het politieke speelveld en de samenleving van heel dichtbij kennen. Doordat de drie gemeenten elk hun eigen identiteit hebben en elk een eigen (veranderende) dynamiek in de samenleving kennen, is voor jou als medewerker van Duo+ geen dag hetzelfde.” JIJ ALS PROFESSIONAL Patty: “Als Duo+’er sta je heel dicht bij het bestuur en de inwoners en organisaties uit de gemeente waarvoor je werkt. Het delen van kennis en kunde vinden we daarom belangrijk. Wat gebeurt er in jouw samenleving, hoe speel je daar als professional op in? Hoe kan een collega bij de andere gemeente van de samenwerking van jouw ervaring leren? Hoe leer jij van jouw collega? Maar ook: hoe halen we het sentiment uit de samenleving naar binnen? Hoe monitoren we wat er leeft en speelt? Hoe springen bestuur en beleid in op de sentimenten van de samenleving? Welke keuzes maken we daar met elkaar in? Veel vragen die ruimte bieden voor ontwikkeling; ontwikkeling van jezelf als professional en ontwikkeling van Duo+ als organisatie.” DE SAMENLEVING ALS SPIEGEL VAN ONZE ORGANISATIE(S) Patty: “Samen met de drie gemeenten willen we een afspiegeling zijn van onze samenleving. We vinden het belangrijk dat iedereen die bij ons werkt of wil 34 JONG&AMBTENAAR VAN LINKS NAAR RECHTS: KIM HULSMAN, PATTY NAHON, INGEBORG VAN VLIET je vooral uitgenodigd om te solliciteren. Wij vinden het belangrijk dat je bij ons veel kunt leren en ervaring kunt op doen. werken, zichzelf kan zijn binnen onze organisaties en zich veilig voelt. Open staan voor elkaars levensstijl, inzichten en zienswijzen betekent ook dat we beter in staat zijn ons te identificeren met onze samenleving. Diversiteit en inclusie zijn onderwerpen die hoog staan op alle bestuurlijke agenda’s. We maken samen continu stappen om diversiteit en inclusie onderdeel te laten zijn van de keuzes die we met elkaar maken.” JOUW ONTWIKKELING VOOROP Kim: “Als Duo+’er sta je aan het roer van jouw eigen ontwikkelschip. We zetten actief in op jouw ontwikkeling. Vanuit Duo+ spijkeren we de nodige kennis over systemen en procedures geregeld bij via interne informatiesessies. Ook is er een scala aan professionele seminars/ webinars op vakinhoud waar je je op in kunt schrijven. Dit allemaal naast een ontwikkeltraject dat je samen met jouw leidinggevende afspreekt. Daarnaast bieden wij je veel vrijheid en flexibiliteit bij het plannen van je werk. Wij vinden het namelijk erg belangrijk dat er een goede balans is tussen je werk voor Duo+ en andere activiteiten die bijdragen aan je geluk en persoonlijk groei.” JONG TALENT Kim: “ Bij Duo+ kan je als jonge ambtenaar bijvoorbeeld meedoen aan het ‘Jong Talent Programma’. Dit programma is bedoeld voor jonge ambtenaren en wordt georganiseerd door de gemeente Diemen. In het programma staat het ontwikkelen van jezelf centraal en krijg je de mogelijkheid diverse trainingen te volgen waaronder bijvoorbeeld de training ‘jezelf presenteren’. Maar ook intervisie in groepsverband en persoonlijke coaching zijn een onderdeel.” DE VOLGENDE CARRIÈRESTAP: SAMEN IN BEWEGING! Ingeborg: “Op een bepaald moment ben je toe aan een volgende stap in jouw carrière. Het grote voordeel van werken bij Duo+ is de onderlinge samenwerking van de vier DUO-organisaties (Duo+, Ouder-Amstel, Uithoorn en Diemen) op het gebied van loopbaan- en talentontwikkeling. Als je bij één van de vier organisaties een interessante nieuwe kans ziet, dan word Intern doorstromen hoeft niet perse binnen jouw vakgebied te zijn. Kun je je snel en goed ontwikkelen, dan is er de mogelijkheid om ook op een functie te solliciteren die niet in de lijn van jouw vakgebied ligt. We kijken samen met jou naar ontwikkelafspraken om je te ondersteunen in jouw nieuwe functie. Zo blijven we samen in ontwikkeling en beweging!” WE HETEN JE VAN HARTE WELKOM Ingeborg: “Als jij ‘betekenis geven aan en verbinden met de samenleving’ belangrijk vindt, graag dichtbij het politieke vuur zit, jezelf wilt ontwikkelen en niet schroomt om kansen pakken, verwelkomen we je heel graag als nieuwe collega bij Duo+.“ CONTACT MET DUO+ Je kunt op diverse manieren contact met ons opnemen. Wil je eerst een vrijblijvend gesprek? Ingeborg en Patty Nahon staan je graag te woord. Je kunt contact opnemen met Ingeborg via: telefoon 020-3043363 of via e-mail: ingeborg.van.vliet@duoplus.nl. Je kunt contact opnemen met Patty via: telefoon: 020-7548256 of e-mail: patty.nahon@duoplus.nl Je mag ons ook een open sollicitatie sturen, waarin je vermeld wie je bent, wat je zoekt en wat jou in beweging brengt naar: personeelsadministratie@duoplus.nl. Alle vacatures die wij uitzetten, vind je op de website van Werken in het Westen. 35
Pagina 36
JONG&AMBTENAAR Foto: Jan van der Ploeg “ PERSOONLIJK LEIDERSCHAP IS EEN COMBINATIE VAN STEVIG IN JE SCHOENEN STAAN ÉN KWETSBAAR DURVEN ZIJN.” Persoonlijk leiderschap is een belangrijke vaardigheid voor iedereen die bij de gemeente Rotterdam werkt. Wat het betekent voor jezelf, voor het vak van ambtenaar en voor de stad, daar praten we over met gemeentesecretaris Vincent Roozen. Hij deelt een ervaring die hem als leider sterk veranderde en vertelt wat voor werkgever de gemeente Rotterdam is en wil zijn. Een plek waar je als jonge ambtenaar de ruimte krijgt om te ontwikkelen, waar je de vrijheid én verantwoordelijkheid hebt om te groeien. 36 JONG&AMBTENAAR DIT GESPREK GAAT OVER PERSOONLIJK LEIDERSCHAP EN WELKE ROL DIT SPEELT BINNEN DE GEMEENTE ROTTERDAM. WAT BETEKENT PERSOONLIJK LEIDERSCHAP VOOR JOU? “Kijk, het begint er allemaal mee dat je gevoel hebt voor de publieke zaak. Iedereen die hier werkt, wil Rotterdam vooruithelpen. En wil dat de stad zich ontwikkelt op allerlei gebieden. Zo zijn er ontzettend veel thema’s waar je binding mee kunt hebben. Bijvoorbeeld dat mensen zich veilig voelen, een dak boven hun hoofd hebben, dat kinderen gezond geboren worden, dat ouderen niet eenzaam zijn. En als je die binding voelt, dan is werken bij de overheid het mooiste wat je kunt doen. Welk ander bedrijf heeft zo’n sterke binding met z’n core business? Persoonlijk leiderschap zegt voor mij dat wat je functie ook is, je je hersens blijft gebruiken. Of je nu algemeen directeur bent of in de uitvoering zit. We werken binnen de gemeente in een systeemwereld: volgens vastgelegde regels en procedures. Het is belangrijk altijd te blijven toetsen of die ook kunnen zorgen voor wat in de praktijk nodig is. Je moet je dus durven uitspreken. Als je die ruimte voelt en pakt, en dat combineert met hart voor de publieke zaak, dan zit je hier echt op je plek. Persoonlijk leiderschap is een combinatie van stevig in je schoenen staan - weten waar je zelf voor staat - én kwetsbaar durven zijn. Want als je je durft uit te spreken, kun je het ook mis hebben. Zo wil ik vanuit mijn functie uitstralen dat de organisatie bij mij in goede handen is, terwijl ik ook niet altijd het antwoord heb. Dat ik weet waar we naartoe bewegen. En dat ik me ook laat bijsturen door anderen.” “ Om te peilen of je de menselijke maat niet uit het oog verliest, kun je jezelf afvragen: kan ik dit op de voorpagina van de krant uitleggen?” DE GEMEENTE ROTTERDAM TELT ZO’N VEERTIENDUIZEND MEDEWERKERS. HET KAN NIET ANDERS DAN DAT ER VEEL REGELS EN PROCEDURES ZIJN WAAR JE ALS JONGE, NIEUWE AMBTENAAR MEE TE MAKEN KRIJGT. HEB JE TIPS HOE JE HIERMEE OMGAAT? “We moeten natuurlijk vanuit kaders werken, anders wordt het een chaos. Maar onze systeemwereld mag het nooit winnen van de menselijke maat. Menselijke maat wil zeggen dat in complexe levens, met een complexe wetgeving, we de mens niet uit het oog moeten verliezen. We kunnen ons aan alle wetten hebben gehouden, en precies uitleggen waarom het aan de persoon zelf ligt, maar als iemand dan aan het einde van de rit zonder eten voor de kinderen de deur uitgaat, dan moet er iets gebeuren. Menselijke maat betekent: zorgen dat we niet accepteren dat mensen met problemen blijven zitten die op te lossen zijn. En aan de andere kant hoort er ook bij dat we helder zijn. Dat nee-zeggen ook een antwoord is. Ten opzichte van de ‘oude’ ambtenarij waar de kaders en regels de boventoon voerden, hebben we gezegd: dat moet een andere balans worden. Om te peilen of je de menselijke maat niet uit het oog verliest, kun je jezelf afvragen: kan ik dit op de voorpagina van de krant uitleggen?” OM TE GROEIEN NAAR DE FUNCTIE VAN HOOGSTE AMBTENAAR BIJ GEMEENTE ROTTERDAM, MOET IEMAND WEL EEN BEPAALDE GRONDHOUDING HEBBEN. WAS ER EEN SPANNEND EN MISSCHIEN WEL CRUCIAAL MOMENT IN JOUW CARRIÈRE WAAR JE VEEL VAN HEBT GELEERD? “Zeker; een heel bepalend moment. Een tijd geleden was ik directeur Stads37
Pagina 38
JONG&AMBTENAAR ontwikkeling bij onze gemeente. Dat heb ik lang gedaan. Ik verstond mijn vak; was er in opgeleid en jaren in opgegroeid. Ik mocht voorop met ‘t vaandel, was projectleider, kortom, ik was ‘t mannetje. Toen werd ik directeur van de GGD. Tijdens een werkbezoek hadden we een ontmoeting met meisjes die het slachtoffer waren van ‘loverboys’. Ik keek in de ogen van zo’n meisje en zag bij dat kind geen enkele hoop. Ik zag niks in die ogen waarom ze eigenlijk nog zou willen leven. Ik was totaal van de kaart en dacht: dit meisje is ook mijn verantwoordelijkheid! Na dat bezoek wist ik gewoon niet wat ik moest doen. Dan ga je óf naar bed en je komt niet meer onder je kussen vandaan, óf je gaat praten met je omgeving. Iedere ambtenaar wordt omringd door een netwerk van professionals, met veel kennis. Toen werd me duidelijk gemaakt dat het niet mijn werk is om dat meisje te gaan helpen. Mijn werk is om te zorgen dat de hulpverleners van de GGD hun werk optimaal kunnen doen. Dus als je het hebt over persoonlijk leiderschap: durf op momenten dat je zelf langs het randje gaat, hulp te vragen. Durf je kwetsbaar op te stellen, aan te geven dat je ergens in vastloopt. Ga op zoek naar wat jij met je kennis en ervaring toe kunt voegen. Het helpt de samenleving vooruit en verrijkt jezelf!” “ Moet je eens opletten wie de lange bon en wie de korte bon vraagt in de supermarkt.” DE BEWONERS VAN ROTTERDAM ZIJN ENORM DIVERS. DE MEDEWERKERS VAN DE GEMEENTE ROTTERDAM OOK. OP WELKE MANIER WERKT PERSOONLIJK LEIDERSCHAP MEE AAN INCLUSIVITEIT? “Ik spreek veel met trainees over hoe inclusief onze organisatie nou echt is. Het is een trigger voor mij, ik weet heel goed dat ik volledig aan het clichéplaatje voldoe. Een witte man boven de vijftig, hetero, getrouwd, twee kinderen. Het probleem van inclusie is niet het probleem van de mensen die zich niet inclusief voelen, het is een opgave voor mij. Een tijdje geleden schreven een paar trainees mij een open brief. Dat was rond de tijd dat Black Lives Matter speelde. De boodschap was: Vincent, neem positie in, spreek je uit! Dit raakte mij in het hart, dat was zo’n moment dat duidelijk was dat ík hier iets mee moest. Deze brief had echt impact in de hele organisatie. Soms heb je eye-openers nodig, je weet gewoon niet alles. Zoals op een bijeenkomst toen een sociaal ondernemer aan het gezelschap vroeg: neemt u bij de kassa in de supermarkt de lange bon of korte bon? Iedereen zei: ‘korte bon’. Nou, zei hij, moet je eens opletten hoe mensen van kleur, zoals ik, dat doen. Die vragen allemaal de lange bon, want ze kunnen na de kassa extra gecontroleerd worden. En dat zijn allemaal mensen die net zo Rotterdams zijn als jij en ik.” DE BURGEMEESTER VAN ROTTERDAM IS ONLANGS VERKOZEN TOT BESTE BURGEMEESTER TER WERELD. OP WELKE MANIER HEEFT PERSOONLIJK LEIDERSCHAP DAARTOE BIJGEDRAGEN? “Hij durft zich uit te spreken op maatschappelijke thema’s. Zoals bij de coronarellen op de Beijerlandselaan en na Charlie Hebdo. Die uitspraken doet hij helemaal zelf, dat komt uit zijn hart. En hij draagt als geen ander het thema ‘de menselijke maat’ uit in onze systeemwereld. Dat is voor hem top prioriteit. Dat helpt ons ook, zo weet je dat je gesteund wordt. De prijs die hij kreeg, droeg onze burgemeester op aan de mensen die elke dag vanaf ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat de stad schoon, heel en veilig maken. Mooi toch?” 38 JONG&AMBTENAAR DE SPIL VAN DE LOKALE DEMOCRATIE Een nieuwe start na een samenvoeging van twee gemeenten in de Alblasserwaard. Voor een beginnend ambtenaar ideaal, vindt Jarno Groenveld. Sinds 2019 maakt hij deel uit van het griffieteam in Molenlanden. l jong wist Jarno wat hij wilde worden: leraar. Die wens is uitgekomen: anderhalf jaar geleden voltooide hij zijn lerarenopleiding en met veel plezier staat hij van tijd tot tijd voor de klas als vervangend geschiedenisdocent. ‘Het vak bevat een behoorlijke component staatsinrichting en politiek. Onderwerpen die eraan bijdroegen dat ik politiek actief werd in mijn woonplaats Houten. Daar merkte ik hoe belangrijke de griffie is om het democratische proces goed te laten verlopen. De griffie is de spil van de lokale democratie. Toen ik de vacature op de griffie in Molenlanden zag, dacht ik: die is mij op het lijf geschreven.’ HERBEZINNING ‘Bij een gemeente die al jarenlang in de huidige vorm bestaat, hebben veel zaken al vorm gekregen. Het mooie is dat Molenlanden openstaat voor nieuwe ideeën. De herindeling gaf daar een extra impuls aan. Op dat moment staat de gemeente stil bij: wat doen we en waarom doen we het op die manier?’, vertelt Jarno over de start van zijn loopbaan. ‘Een soort herbezinning, die een jonge ambtenaar zoals ik kansen biedt voor frisse input. Daar voel ik me prettig bij.’ Jarno heeft behalve met gemeenteraadsleden contact met de burgemeester, de ambtelijke organisatie en ‘de samenleving’. Een greep uit zijn werkzaamheden: ‘Adviezen opstellen voor de raad, geraadpleegd worden door een individueel raadslid of door iemand uit de ambtelijke organisatie. Daarnaast organiseer ik informatiebijeenkomsten over thema’s waar de raad mee aan de slag wil, al of niet met een externe spreker. Bijvoorbeeld over huiselijk geweld of over zoönosen: ziekten die overgaan van dier op mens. Binnen ons griffieteam heb ik het meest affiniteit met digitale zaken. Tijdens de coronaperiode ben ik dan ook druk geweest om het digitaal vergaderen mogelijk te maken. Maar ik help ook bij praktische zaken, zoals wanneer raadsleden een probleem hebben met hun iPad.’ Bij griffier denkt menigeen aan de persoon die alles op schrift zet, maar dat is volgens Jarno een verouderde voorstelling 39 NNAAMMA : JaaJ rnrno GGroeo nveeld LEEEFTIIJDJD: 25 FUFUNNCTIIE:E raar dada sas dvd isseuue r eenn ppllaaaatssverrvvanangeg ndnd griifff iei r BBIJ: gememeeenntte MoMoleenln annddeen OOPPLEEIDDI INING:G leraarrene oppleei-i dinggn geseschhc ieei deeninis (hbob ) ene masterr geeschhc ieedeninis (wwo) A van zaken. ‘Inmiddels werken we veel met audio- en videoverslagen. In vacatures voor griffiefuncties zie je vaak dat men zoekt naar mensen met een bestuursrechtelijke of bestuurskundige achtergrond. Maar communicatie is minstens zo belangrijk voor een gemeenteraad, evenals in contact staan met je inwoners. Ik denk dat een griffie als team gebaat is bij een mooie samensmelting van politieke sensitiviteit, juridische kennis, aandacht voor de omgeving en communicatieve vaardigheden.’ Binnen de nieuwe gemeenteraad is volgens Jarno geen sprake van bloedgroepenstrijd, los van politieke verschillen. ‘Er heerst een gemeenschapsgevoel, geworteld in de Alblasserwaard. Het politieke debat is soms hard op de zaak, maar altijd met respect voor personen.’
Pagina 40
GROEI BIJ DE BUCH IN JOUW WERK, ALS MENS ÉN ALS AMBTENAAR Klaar met je studie? Maar nog lang niet klaar met leren? Kom dan werken bij de BUCH. Daar leer je namelijk elke dag: van de mensen, de trainingen die je kan volgen, de projecten waar je aan werkt en de kansen die je krijgt. Zo groei je in jouw werk, als mens én als ambtenaar. asper Borghs startte in 2018 bij ons als trainee. Twee jaar later hadden we het geluk dat-ie bij ons in dienst kwam als applicatiebeheerder. En nu is hij doorgegroeid tot informatie adviseur. Jasper: ‘Wat me heel erg aanspreekt in de BUCH is dat het zo’n brede organisatie is. Met heel veel verschillende dingen. Zo heb ik zelfs meegewerkt aan onze eigen tv-programma’s tijdens corona. Ik wil mezelf ook kunnen ontwikkelen naar functies buiten de ICT. Bij de BUCH houd je alle mogelijkheden open. Als je kiest voor bijvoorbeeld IT-consultant stel je je carrière vast. Ik heb de ambitie om door te groeien tot teammanager. En wie weet word ik uiteindelijk wel burgemeester ;)’ Eline Akkermans kwam in 2014 vanuit jeugdhulp bij de gemeente werken. J Ze is nu kwaliteitsmedewerker Jeugd. Eline: ‘Ik denk dat mijn pad én mijn leven er heel anders hadden uitgezien als ik binnen jeugdhulp was gebleven. Dat merkte ik al meteen. Ik ben nog altijd heel erg blij dat ik ben gaan werken voor een gemeente. Het is heel divers en uitdagend. In de jaren dat ik hier werk heb ik allerlei uitstapjes gemaakt. Denk aan: tijdelijke opdrachten, projectleider, wijkmakelaar, in de regio. Daar heb ik veel van geleerd. Maar het zijn allemaal taken, rollen of tijdelijke dingen. En ik wilde verder. Geen stappen opzij meer, maar stappen vooruit. En die stappen neem ik liever binnen de BUCH dan buiten de BUCH.’ Jasper die wil doorgroeien en Eline die stappen vooruit wil zetten, daar wil je als organisatie iets mee. Wij geloven in de kracht van onze eigen mensen. En helpen ze graag om te groeien en zichzelf te ontwikkelen. Worden we zelf ook alleen maar mooier van. Daarom zijn we gestart met het ontwikkeltraject. Een intensief traject voor tien collega’s die willen doorgroeien tot coördinator, programmamanager, projectleider, procesregisseur, teamof domeinmanager. In vier maanden leren zij meer over: leiderschap, politieke sensitiviteit, communicatie, participatie, de organisatie en last but not least: zichzelf. Eline: ‘De timing was perfect. Ik ben hier nu klaar voor: privé en op het werk. Door mijn hulpverleningsachtergrond ben ik heel erg gericht op persoonlijke effectiviteit. Maar altijd op het werk en mijn specialisme. Nu op mezelf en mijn 40 JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR DE BUCH IN HET KORT: De BUCH werkt voor de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. We hebben 840 mensen in dienst. Mooi aan hun werk vinden zij: werk met inhoud, werkplezier, verantwoordelijkheid en veel kansen om te leren en ontwikkelen. We zijn een jonge organisatie. Dus je hebt nog volop kans mee te denken over van alles en écht een verschil te maken. We weten dat veel van ons werk ook vanuit huis kan. Natuurlijk niet een paspoort uitgeven of het afval ophalen. Wel veel kantoorwerk. Maar ontmoeten willen we elkaar nog steeds. Samen met collega’s kijken we daarom naar de voordelen van werken thuis en op kantoor. Zo krijg je the best of both worlds. Leer andere jonge collega’s kennen via jongerennetwerk de BUCH JONG! Vacatures en stages vind je op werkeninnoordhollandnoord.nl Volg de BUCH op LinkedIn. Wil je meer weten? Neem dan vooral contact met ons op. eigen pad. Mijn grootste uitdaging is niet mijn vaardigheden en kwaliteiten, maar mijn zelfwaardering. Dat ik voor mezelf erken: ik kan die dingen. En het wordt me door dit traject duidelijk dat ik daar voor mag staan. Het is geloven in wat je al hebt en daar op verder bouwen.’ Jasper: ‘Als je veiligheid creëert binnen het team kan je heel veel bereiken. Dat is één van de dingen die we leren, maar ook meteen zien bij dit traject. Collega’s vanuit de hele organisatie, maar ook collega’s met dezelfde functie volgen dit traject. En er is gewoon geen competitie. We zien elkaar niet als concurrenten. We helpen elkaar. En dan kom je als groep zoveel verder. Mijn buddy is een gemeentesecretaris. Zo leer ik ook meteen meer over politiek en het bestuur. Zelf zit ik heel erg op de bedrijfsvoering vanuit mijn functie. Natuurlijk werken we allemaal voor inwoners, maar daar heb ik weinig mee te maken. Eline kan in haar werk veel directer iets betekenen voor de mensen. Dat staat soms iets verder van mij af. Dit traject maakt het voor mij ook weer heel duidelijk dat de BUCH echt voor inwoners en ondernemers is. Dat vergeet ik af en toe: dat we heel mooi werk doen. Eline: ‘Terwijl jij ons daar in ondersteunt.’ AAN DIT ONTWIKKELTRAJECT KUNNEN TIEN COLLEGA’S PER KEER DEELNEMEN. GELUKKIG DOEN WE MEER. ZO: kan je elk jaar een training volgen, leer je meer van collega’s over circulaire economie, informatieveiligheid en participatie, leer je in projecten meer van leveranciers en andere overheidsinstellingen, en kan je via onze de BUCH Academie meedoen met algemene trainingen, zoals: schrijven in duidelijke taal, netwerken en focusmanagement. 41
Pagina 42
JONG&AMBTENAAR Senior auditor Tom Miltenburg EEN MENSGERICHTE CIJFERMAN Een moordende werkdruk en weinig vrije tijd; gemiddeld 58 uur per week draaien accountants bij commerciële kantoren. Nou is Tom Miltenburg niet vies van hard werken. Maar een betere balans tussen werk en privé lonkte wel. Daarbij kwam dat een gemeente hem een boeiende, complexe organisatie leek. Tom is senior auditor bij de gemeente Nissewaard. Dat betekent dat hij niet zozeer de boekhouding en de jaarrekening samenstelt, maar zelfstandig interne controles uitvoert en daarover rapporteert aan management en bestuur. Hij is zowel theoretisch als praktisch afgestudeerd. ‘Het enige wat nog moet plaatsvinden, is het afleggen van de eed. Wanneer dit formele onderdeel plaats heeft gevonden, mag ik de titel Register Accountant, RA, voeren.’ De wet- en regelgeving voor accountants is de afgelopen jaren stukken strenger geworden. Op zich is daar niks op tegen, vindt Tom. ‘Maar dat moet allemaal tussen het andere werk door, zonder dat daar extra capaciteit voor is. Is het dat allemaal waard, gezien het feit dat je naast je werk ook nog een privéleven hebt? Ik vond dat de balans te veel doorsloeg naar het werk.’ ‘BLAUWE PERSOONLIJKHEIDSKENMERKEN’ Zoals veel accountants neigt Tom, zo zegt hij over zichzelf, naar ‘blauwe persoonlijkheidskenmerken. Iemand wiens dominante gedragsstijl consciëntieus en taakgericht is, en die graag op basis van feiten en argumenten beslist en zoekt naar oplossingen. ‘Maar tijdens mijn stage en eerdere banen merkte ik dat ik ook echt mensgericht ben. Natuurlijk controleer ik cijfers, maar naar aanleiding van die cijfers ging ik in gesprek met mensen, om de juiste verbanden te leggen en vast te stellen of de gegeven verklaringen overeenkomen met de cijfers. Bij een accountantskantoor kom je bij veel verschillende soorten bedrijven over de vloer. Daar werken verschillende types mensen, met uiteenlopende functies. Van magazijnmedewerker tot financieel directeur. Met iedereen moet je om weten te gaan. Eigenlijk vond ik dat nog leuker dan het puur controleren zelf. Wat ook bijzonder is: vaak weet je eerder wat er speelt in een bedrijf dan de medewerkers zelf. Bijvoorbeeld of er een reorganisatie op komst is.’ Nadat hij bij twee grote accountantsorganisaties had gewerkt en daar zijn praktijkstage afgerond had, stapte hij over naar Nissewaard. ‘In de vacaturetekst stond onder meer dat ze iemand met een RA-titel zochten. Die had ik op dat moment nog niet, maar de gemeente was bereid nog even te wachten. Pas een half jaar na mijn sollicitatie ben ik begonnen. Ik heb dertien jaar gestudeerd om die titel te halen, dus ik wilde een functie die bij dat niveau en mijn titel past.’ ‘ Ik heb dertien jaar gestudeerd om die titel te halen’ FINANCIËLE RISICO’S Als senior auditor beoordeelt hij de mate waarin de gemeentelijke bedrijfsvoering op orde is en waar het beter kan, en waar mogelijk (financiële) risico’s schuilen. En hij adviseert daarover ook het gemeentebestuur en de ambtelijke top. ‘Dat is dus anders dan bij een accountantskantoor, waar advies en controle bij sommige klanten, zeker de beursgenoteerde, gescheiden moeten zijn’, aldus Tom. 42 NAAM: Tom Milttenburg LEEFTIIJD: 31 jaar FUNCTIE: senior auditor BIJ: gemeente Nissewaard OPPLEIDING: hbo accountancy; wo (post) master accountancy
Pagina 44
JONG&AMBTENAAR ALS VERGUNNINGVERLENER LAAT JE DROMEN UITKOMEN Het nieuws staat er vol van: Nederland moet méér bouwen. Wie zijn de ambtenaren die daaraan meewerken? Wij stellen je voor aan Chris Peet. Chris begon zijn carrière als bouwkundig tekenaar bij een architectenbureau. Hij stapte over naar de functie vergunningverlener bij Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ).” Van het bedrijfsleven naar de overheid overstappen. Jij deed het, vertel? “In het bedrijfsleven ben je jezelf heel erg aan het profileren. Bij de overheid moet je het werk goed doen, maar je hoeft jezelf niet te verkopen. Het gaat om de inhoud. En dat past veel beter bij mij. Ik heb bij OZHZ ook meer zekerheid, ik kan mijzelf blijven ontwikkelen en ik werk met leuke collega’s samen. Ook is het werk erg divers. Geen aanvraag is hetzelfde.” En als ik met jou door Dordrecht loop, wat is voor jou interessant? “De Voorstraat. Daar bedenken architecten creatieve bouwkundige oplossingen voor twee historische panden. Daarbij moeten ze zich aan strengere wet- en regelgeving houden. Dit maakt het toetsen van de vergunning voor mij complex maar ook uitdagend. Met het werk als vergunningverlener verwezenlijk ik soms toch een beetje dromen. Je hebt mensen die al hun hele leven naar een bouwproject toewerken. Hun droomhuis bijvoorbeeld of een grote renovatie. Ik heb misschien een kleine rol. Maar als je dan tot een vergunning komt, dan help je met hun droom.” Over huizen gesproken, de woningnood. Wat merk jij daarvan? “Ha, nou! Als vergunningverlener zie ik de woningnood in de aanvragen terug. Doordat het lastig is om een huis te vinden, verbouwen mensen meer. Ik denk wel eens van ‘het kan niet gekker’ en dan komt het toch langs. Bijvoorbeeld een dakopbouw op een al bestaande dakopbouw, als een soort toren. Het wordt steeds creatiever, en soms kan het ook gewoon.” Tot slot. Raad je het aan? Overstappen naar de overheid? “Ja, absoluut! De overheid klinkt misschien een beetje stoffig, maar je hebt met zoveel verschillende partijen te maken. Ik moet niet alleen qua wetgeving op de hoogte zijn, maar ook juridisch en bouwkundig. Dat maakt het beroep zo leuk en veelzijdig.” WIST JE DAT WIJ BIJ OZHZ… Regiobreed werken? Dus voor de provincie Zuid-Holland en 10 gemeenten: Hoeksche Waard, Zwijndrecht, Hendrik–Ido–Ambacht, Alblasserdam, Molenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Sliedrecht, Papendrecht en Dordrecht. Expert zijn op het gebied van: leefomgeving, milieu, bouw, APV en natuur? We voeren controles uit, verlenen vergunningen en adviseren. Jong OZHZ hebben, die regelmatig leuke activiteiten organiseert? Trainees aannemen? 75% van onze trainees groeit door naar een vaste functie bij OZHZ of een gemeente in de regio. Vaak op zoek zijn naar nieuwe enthousiaste collega’s? Scan de QR-code en bekijk hoe het is om bij ons te werken. 44 JONG&AMBTENAAR VOOR KUBRA KENT DE WET GEEN GEHEIMEN Kubra Akin was altijd al maatschappelijk betrokken. Als tiener keek ze graag naar politieke debatten op tv. Of ze hielp mensen die niet zo goed Nederlands konden om brieven te schrijven. gemeenten te solliciteren. ‘Om dichter bij de burger te komen’, aldus Kubra. ‘Duo+ was meteen raak.’ Duo+ is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel. Kubra is daar allround juridisch adviseur. ‘Ik behandel Wob-verzoeken voor de gemeente Diemen, ben secretaris van de bezwaarschriftencommissie van diezelfde gemeente, en beantwoord juridische vragen van onze medewerkers.’ NNAAAAMM: Kububrara Akin LLEEEFTIIT JDJ : 25 FUNCTIE: allllroun juridisc adv seur FUNCT E: adviiseur STU E re STUDIE: wo, t g und ju i o bache echtsgelee dh i wo mas staats- en bestuursrecht e rdheid; wo, master achelor: ;, r: r: sch INFORMATIE OPVRAGEN Wob-verzoeken zijn vooral bekend uit de journalistiek, maar ook burgers hebben de mogelijkheid om informatie op te vragen, legt Kubra uit. ‘Burgers doen bijvoorbeeld een Wob-verzoek wanneer ze het oneens zijn met een besluit. Stel dat iemand een restaurant wil openen, en de gemeente weigert dat. Dan kan diegene een Wob-verzoek indienen om te achterhalen hoe dat besluit tot stand is gekomen. Het is dan aan mij om die informatie te verstrekken. In principe moet de overheid transparant zijn; dat is mijn uitgangspunt. Bij hoge uitzondering weiger ik een verzoek, maar daar moeten echt goede redenen voor zijn.’ Als secretaris van de bezwaarschriftencommissie is haar afstand tot de gemeente wat groter. Dan is ze onderdeel van een onafhankelijke commissie. ‘Stel dat een bedrijf vier parkeerplaatsen aanlegt, terwijl er drie waren toegestaan. Dan legt de gemeente een dwangsom op. Het bedrijf zou vervolgens bezwaar kunnen indienen, en dat bezwaarschrift komt bij mij terecht. Wij beoordelen als een soort rechter of het besluit op een juiste manier tot stand is gekomen.’ D ie betrokkenheid was een van de redenen dat ze rechten ging studeren. ‘Daarnaast heb ik heb bij een advocatenkantoor gewerkt, bij een commercieel bedrijf, en ook nog een zomervakantie bij een trustkantoor. In mijn derde jaar liep ik stage bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.’ Daar vond ze haar roeping. ‘De stage beviel zo goed dat ik uiteindelijk een master staats- en bestuursrecht koos. Ik wilde voor de overheid werken.’ Daarna besloot ze bij verschillende 45 GEZICHTSBEDEKKENDE KLEDING Daarnaast zit Kubra’s mailbox vol met juridische vragen van collega’s. ‘Ik doe de publiekrechtelijke kwesties. Het was bijvoorbeeld een tijdje verboden om met gezichtsbedekkende kleding de gemeentehuizen binnen te komen. Daar hadden onze medewerkers vragen over. Hoe konden ze dat verbod het beste handhaven? Toen heb ik de wet bestudeerd om tot een advies te komen. Mijn werk is soms ontzettend lastig, maar ik leer echt iedere dag.’
Pagina 46
JONG&AMBTENAAR LIEVER MALCOLM X DAN GOUDVISSEN Ze is een politiek gedreven professional die vanuit beleid maatschappelijke verandering wil bewerkstelligen. Met kansen voor iedereen, gelijkwaardigheid, diversiteit en inclusie. Die strijd voert Riiziane met een tomeloze inzet. NAAAA MM:: RiRiiziziaai nne Gollamun LEEFTFT JIJDD:: 266 jaaaa r FUNNU CTCTIEIE: addvivises urr incluul ssiie BIJI : minnissi tet rir e vav n Ondeerwwijssj , Cuullttuuur eennWetenscchah p OPLEEIIDDIINGNG: hbhbo bebessttuurrsskkunde enne ovev rhheie dsmmaanan gemeentn 46 JONG&AMBTENAAR orig jaar kreeg ze van onderwijsminister Van Engelshoven een ECHO-award uitgereikt, de diversiteitsprijs voor studenten met ondernemende instelling. Nu werkt Riiziane bij het ministerie van OCW als adviseur. V Zat het adviseurschap bij de prijs inbegrepen? Riiziane: ‘Nee, wel een summer course aan de universiteit van Los Angeles. Die kon door corona nog niet doorgaan. Aan de UCLA wil ik me verdiepen in Amerikaans lobbywerk, dat is daar meer ontwikkeld dan hier. Ik vind diversiteit en inclusie in het onderwijs belangrijk, daarom deed ik een oproep in mijn ECHO-netwerk dat ik een adviseurschap ambieerde.’ Waar komt je gedrevenheid vandaan? ‘Van huis uit kreeg ik mee dat je, op welke plek je ook zit, die beter moet achterlaten dan je ‘m aantreft. Ik ben me daar van jongs af aan van bewust. Niet dat ik toen politiek actief was – ik organiseerde geen demonstraties, zoals middelbare scholieren nu. Maar als ik een werkstuk moest maken, ging het over Malcolm X. En bij mijn klasgenoten over goudvissen.’ Formuleer jouw boodschap eens voor ons. ‘Ik ben religieus, en voor mij is het evident dat je hier op aarde bent met een doel. Een algemeen doel én een persoonlijk doel. Voor mij is dat niet elke plek waar ik kom voor mezelf leuk maken, maar ook voor de mensen na mij. Of de plek voor méér mensen toegankelijk maken. Want de maatschappij werkt nu vaak niet optimaal; niet iedereen is immers een succesvolle, witte, mannelijke vijftiger. De kunst van je inzetten voor diversiteit en inclusie is dat je – ongeacht of de ontvanger jouw boodschap ter zake doende vindt – altijd scherp voor ogen moet hebben dat er machtsonevenwicht bestaat in de samenleving, dus óók op de plek waar je werkt.’ Waarom ga je de politiek niet in? ‘Ik ben een klein jaar beleidsmedewerker geweest van de Haagse Stadspartij, waar ik raadsleden ondersteunde. Van jongs af aan heb ik de ambitie gehad om de politiek in te gaan. Maar ik weet nog niet wanneer. Ik ben erg praktisch ingesteld, dus ik zou bij een politieke partij alleen op een verkiesbare plek willen staan. Dat klinkt misschien wat pervers, maar zo gedreven ben ik. Ik heb een goede boodschap en als partijen me willen, moeten ze mijn boodschap serieus nemen.’ DIVERSITEIT EN INCLUSIE BIJ RIJK EN GEMEENTEN Bij de rijksoverheid hebben alle ministeries en enkele landelijke overheidsdiensten het charter diversiteit ondertekend, waarin een werkgever belooft ‘effectief diversiteitsbeleid te bevorderen’. Dit via maatregelen die elke organisatie zelf mag formuleren. Dat heeft geleid tot plannen, met onder andere aandacht voor in- en doorstroom, behoud van medewerkers met een niet-westerse migratieachtergrond, bewustwording en het voorkomen van (onbewuste) vooroordelen. Gemeenten hebben gezamenlijk het programma Divers & Inclusief opgezet, een initiatief van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, VNG. Het initiatief helpt gemeenten op praktische wijze bij het zoeken naar ‘de juiste manier om op de groeiende diversiteit in te spelen’. Het programma ondersteunt lokale bestuurders door het bespreken van vraagstukken en dilemma’s, geeft inspirerende voorbeelden en biedt concrete handvatten. Zo is er de portfolio ‘De nieuwe verscheidenheid’, waarin wethouders persoonlijk toelichten voor welke dilemma’s ze soms staan en welke concrete acties ze dan ondernemen. Via een interactieve kaart van Nederland hebben lokale ambtenaren toegang tot deze interviews, de projecten en de praktijkvoorbeelden. Meer weten? KIJK BIJ VNG.NL. ZOEK OP: DIVERSITEIT EN INCLUSIE. 47
Pagina 48
JONG&AMBTENAAR Een jonge gemeente met lef! BOUW MEE AAN STICHTSE VECHT G emeente Stichtse Vecht is met 64.000 inwoners de derde gemeente in de provincie Utrecht, gelegen tussen Utrecht en Amsterdam. In ons gemeentehuis en vanuit huis werken ruim 400 ondernemende collega’s. Wij werken dagelijks aan maatschappelijke vraagstukken die invloed hebben op de leefomgeving van onze inwoners. De lijnen zijn kort en de mogelijkheden groot. JONGE EN DYNAMISCHE ORGANISATIE Met ruim een kwart van de collega’s onder de 35 jaar is onze organisatie zowel jong als dynamisch. De achtergrond van collega’s is divers. Het maakt niet uit welke culturele achtergrond, geslacht, geaardheid, leeftijd, talenten of beperkingen je hebt. Ook kijken we verder dan diploma’s en werkervaring en benutten het talent van iedere medewerker. Bij Stichtse Vecht werken naast breed inzetbare adviseurs ook topspecialisten in hun vakgebied. De verbondenheid van collega’s met de organisatie en de gemeente is groot. Naast hard werken is er ook ruimte voor gezelligheid, persoonlijke ontwikkeling en een mooie wandeling langs de Vecht. WERKEN MET EN VOOR DE SAMENLEVING Door samen te werken met inwoners, ondernemers en partners maken we onze plannen voor de toekomst waar. Grote opgaven als groen en landschap, wonen, mobiliteit en duurzaamheid brengen we samen met regiogemeenten, provincie en het Rijk naar een volgend level. Daarvoor zoeken wij betrokken en flexibele medewerkers 48 JONG&AMBTENAAR WERKEN VOOR STICHTSE VECHT BETEKENT Werken in een prachtige, groene omgeving aan de Vecht, of thuis! Centraal in Nederland. Veel vrijheid en ruimte voor eigen initiatief. die durven uit te blinken. Je krijgt de vrijheid om aan doelen te werken die er voor jou toe doen. Volgens ons 70-20-10 principe kun je naast 70% aan je functie ook 20% aan teamoverstijgende projecten en 10% aan innovatie besteden. GEMEENTE IN BEWEGING Stichtse Vecht is nieuwsgierig, ondernemend en altijd in beweging. Succesvol zijn op het snijvlak van politiek, samenleving en de gemeentelijke organisatie is een flinke uitdaging. Onze inwoners voelen zich betrokken bij hun gemeente en denken graag actief mee. Dat vraagt om een brede blik en frisse ideeën. Onze kernwaarden zijn daarom: respectvol, open en lef! Nieuwsgierig geworden naar onze organisatie? Ga voor meer informatie of vacatures naar werkenbijstichtsevecht.nl. Uitdaging en afwisseling in je werk. Ruime mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling. Informele werksfeer en gezellige collega’s. Diversiteit in mensen en organisaties waarmee je samenwerkt. Veel flexibiliteit in je werk-privébalans, met goede thuiswerkfaciliteiten. 49
Pagina 50
VERBINDEN VERTELLEN VERTOLKEN VAN DE JONGE AMBTENAAR Zet je netwerk op de kaart en meld je aan voor de nieuwsbrief op FUTUR.nl JONG&AMBTENAAR JOUKE ZOEKT ZWAKKE PLEKKEN Jouke Sprij zoekt dagelijks naar zwakke plekken in onze dijken. Als specialist bij het Waterschap Rivierenland gebruikt ze met haar team modellen om te voorspellen hoeveel risico we lopen. ‘Ik denk dat wij in Nederland heel veilig wonen. Zeker in vergelijking met andere deltalanden. Maar ik kan niet beloven dat er nooit iets zal gebeuren.’ E r bestaan in totaal negen verschillende faalmechanismen, vertelt Jouke. ‘Op basis daarvan bepalen we wat er mis zou kunnen gaan. Zo kan het water bijvoorbeeld hoog komen te staan. Vandaag zijn onze dijken hoog genoeg, maar hoe zit dat in 2050? Dat rekenen we dan uit.’ Overstromen is nog een relatief eenvoudig faalmechanisme, zegt ze. ‘Er zijn ook complexere varianten. Er kan een kanaaltje ontstaan dat onder een dijk doorgaat. Piping, noemen we dat. Als er alleen water doorheen gaat, is er nog niets aan de hand, maar als er zand wordt meegevoerd, gaat de dijk zichzelf uithollen. Dan wordt het gevaarlijk. En het kan nog ingewikkelder: soms treden verschillende faalmechanismen tegelijkertijd op. Voor dat soort situaties goede adviezen schrijven, dat is de grootste uitdaging van ons werk.’ MODELLEN Jouke en haar collega’s doen de meeste berekeningen met behulp van modellen. ‘De Universiteit Utrecht heeft een groot landelijk model van de ondergrond van Nederland. Sowieso ligt ons kennisniveau enorm hoog. Daarom doen we het als Nederland zo goed in waterveiligheid. We hebben er ook het geld voor over. We willen weten wat er op ons afkomt, om grote schade en slachtoffers te voorkomen.’ Toch valt er nog genoeg te leren, voegt ze daaraan toe. ‘Wat er eerder dit jaar in Limburg is gebeurd, is voor dijkspecialisten bijvoorbeeld heel interessant. Er hing een soort regenwolk lange tijd op dezelfde plek, en daardoor stroomden de kleine beekjes over. Het is lastig om zoiets in een model te verwerken, maar dat is wel ons doel.’ VEREERD Jouke heeft naast haar rol als dijkspecialist nog een andere functie. Ze is teamleider van maar liefst twintig mensen; ecologen en andere dijkspecialisten. ‘De vorige teamleider doet zeven maanden een andere klus, en ik mocht hem vervangen tot het einde van het jaar. Volgens mij ben ik de 51 jongste teamleider van onze organisatie. Ik ben vereerd dat ik deze kans heb gekregen. Waterschap Rivierenland heeft me hier ook echt in gestimuleerd. En ik word voortdurend opgeleid. Daar ben ik heel trots op. Ik vind het echt een unieke werkgever.’ NNAAAMMA : JoJoukku e SpS ririj LLEEFTITIJDD: 29 FFUUNCCN TITIE:E: dijkksppecce iaai lil sts en tteeammleel iddi erre BIJ: waterschap Rivierenland STUDIE: bachelor: aardwetenschappen; master coastal dynamics & fluvial systems
Pagina 52
JONG&AMBTENAAR Direct duidelijk zijn helpt iedereen MAKKELIJK DOEN ALS HET OOK MOEILIJK KAN Waarom zou je moeilijk doen als het ook makkelijk kan? Door je duidelijk uit te drukken ben je een betere ambtenaar. 52 JONG&AMBTENAAR TIPS VOOR HELDER COMMUNICEREN Communiceren per brief of mail kost veel tijd. Soms werkt een telefoontje beter. Ook kun je andere middelen inzetten, als je boodschap niet persoonlijk gericht is. Een filmpje op Facebook bijvoorbeeld. Bepaal wat je verwacht van je lezer (wat moet de lezer na afloop doen of juist laten?) Bedenk hoe je je opa of de caissière iets zou vertellen. Dan vloeit er bijna vanzelf begrijpelijke taal uit je pen. Zet het belangrijkste uit de boodschap die je wilt overbrengen voorop. De lezer hoeft dan niet eerst door vier alinea’s te ploeteren. Bijna altijd kun je jargon omschrijven, of vervangen door andere woorden. Het kost wel wat meer moeite. Meer hulp nodig? Kijk op directduidelijk.nl om aan informatie te komen. Nee, ze gingen ‘informatie ophalen’. Ze beweerden ‘dicht bij de klant te staan’ (onverstandig in coronatijd). Klanten? Waar anders kun je een nieuwe kliko aanvragen of een paspoort kopen? D e overheid heeft er een handje van om zaken moeilijker op te schrijven dan nodig is – vooral in brieven, maar ook in voorlichtingsfolders of websiteteksten. Daarmee sluit zij burgers en inwoners uit. Niet alleen laaggeletterden, maar ook burgers met een lichte verstandelijke beperking, of mensen die met een andere taal opgroeiden. Daarmee heb je al een grote groep te pakken. Sinds 2019 is er de campagne ‘Direct Duidelijk’, om ambtenaren te helpen bij het verbeteren en begrijpelijker maken van teksten. Vaak ligt heldere taal echt voor de hand. Voorbeelden kun je vast zelf bedenken. Niet ‘paraferen’, maar een handtekening zetten. Geen ‘andermaal’, maar ‘opnieuw’ of ‘weer’. ‘Regels afschaffen’ of ‘regels simpeler maken’, in plaats van ‘dereguleren’. En noem het samenwerken met collega’s van andere afdelingen niet ‘ontschotten’. Bij het maken van dit magazine kwamen we de nodige voorbeelden tegen. Soms van ambtenaren die nog maar net begonnen waren in hun vak. Zij wisselden niet van gedachten 53 FRIS BEGINNEN ‘Veel jonge mensen die aan de slag gaan bij de overheid beginnen fris, maar binnen drie maanden schrijven ze heel ambtelijk’, zegt Lodewijk van Noort tegen de Taalunie. Hij is gemeenteambtenaar in Den Haag en voormalig campagneleider van Direct Duidelijk. ‘Simpelweg omdat ze denken dat het zo moet. En dan is het moeilijk om je uit die wereld te tillen.’ Zijn idee is dat ambtelijke taal voortkomt uit het feit dat overheidsmedewerkers zich dagelijks omringen met mensen die dezelfde taal spreken. Een soort eigen stam. De mensen over wie het gaat of voor wie iets bedoeld is, verliezen ze daarbij uit het oog. Vooral ict’ers en juristen hebben moeite om hun taalgebruik aan te passen. Van juristen is het nog een beetje te begrijpen. Maar van ambtenaren uit het sociaal domein al minder. Vaker dan de gemiddelde ambtenaar hebben zij te maken met kwetsbare mensen. Ook onderling spreken ze soms merkwaardig. Ze willen inwoners die ‘in hun eigen kracht staan’. Ze hebben het over ‘een integrale aanpak’. Als startende ambtenaar kun je een bijdrage leveren aan betere communicatie. Zeker als je direct contact hebt met het publiek. Gewoon door er vandaag mee te beginnen.
Pagina 54
WERKEN BIJ EEN GROEIENDE EN BLOEIENDE GEMEENTE BEST Impact hebben op de samenleving én volop kansen om jezelf te ontwikkelen: dat heb je als je werkt bij de ambitieuze gemeente Best. B ijdragen aan vooruitstrevende projecten rondom wonen, mobiliteit, duurzaamheid en natuurontwikkeling. En concreet iets betekenen voor het welzijn van 30.000 inwoners. Bij de gemeente Best heb je absoluut een baan met impact. En dat niet alleen: je laat behalve de gemeente ook jezelf groeien. We hebben ambitie en willen vooruit. Daarom krijg je als medewerker volop kansen om je te ontwikkelen. STAD EN DORP IN ÉÉN De grote onder de kleine, of de kleine onder de grote. Het is maar net hoe je het bekijkt. Feit is dat de gemeente Best ideaal is als je er als medewerker toe 54 JONG&AMBTENAAR Foto: René van der Horst Studio Topixx Foto: René van der Horst Studio Topixx Foto: Michiel Wasmus Photography JONG&AMBTENAAR KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE • Zowel onze gemeente als ook onze organisatie is volop in beweging. We zijn daarom nadrukkelijk op zoek naar collega’s die niet bang zijn om te veranderen en een (positief!) kritisch geluid laten horen. Is persoonlijk leiderschap jou op het lijf geschreven, heb je oog en oor voor je collega’s (ook op andere afdelingen) en wil jij het verschil kunnen maken? Dan zou je zo maar eens een goede match met onze organisatie kunnen zijn! • Je krijgt veel ruimte en vrijheid om jouw functie in te vullen. Uiteraard binnen de gestelde (ruime) kaders en passend binnen onze visie om te werken ‘volgens de bedoeling’. • Onze organisatie heeft een platte organisatiestructuur, 6 afdelingen en een directie. Binnen de afdelingen zijn teamleiders aangesteld, waardoor de span of attention optimaal is om jou als medewerker goed te kunnen begeleiden. • We werken met circa 240 medewerkers. Voor onze jonge medewerkers hebben we een netwerkgroep JONG! Zij brengen de belangen specifiek van deze doelgroep onder de aandacht van het MT en organiseren diverse activiteiten. wil doen. We hebben met onze omvang en voorzieningen (het gemeentehuis ligt op loopafstand van het NS station) een stedelijke allure en maken deel uit van een de slimste regio’s ter wereld (Brainport). Tegelijkertijd zijn en blijven we een mooie plattelandsgemeente met een dorpse sfeer. De voordelen voor jou? Je werkt bij een groeigemeente met ambitie en mogelijkheden. Bent in onze relatief kleine organisatie van a tot z bij projecten betrokken. En staat dicht bij de inwoners, zodat je echt iets voor ze kunt betekenen. Bovendien initiëren we als financieel gezonde gemeente toonaangevende projecten, zoals de bouw van nieuwe groene woonwijken en de doorontwikkeling van het stationsgebied. JOUW IDEEËN ZIJN WELKOM! Snel goed contact met collega’s en korte lijntjes. Ook dat kenmerkt onze organisatie. Plus veel vrijheid, en het vertrouwen van leidinggevenden dat je je uitdagingen aankunt. Zeg nou zelf, dat zijn toch de beste omstandigheden om te groeien en met ideeën te komen? Heb je een innovatieve oplossing of zie je kansen om processen te verbeteren? Kom maar op! We horen graag hoe jij de gemeente verder wilt brengen. En jezelf natuurlijk. Daarbij krijg je de ondersteuning die je nodig hebt, zoals een mooi opleidingsbudget. Is je interesse gewekt? Kijk voor onze vacatures op https://www.gemeentebest.nl/vacatures 55
Pagina 56
JONG&AMBTENAAR EEN MODERNE, EMPATHISCHE MANAGER Wie Anniek van Dijk (35) over haar werk hoort praten, denkt aan een coach. Ze gunt haar team zo veel mogelijk vrijheid. ls teammanager informatie en interne dienstverlening bij de gemeente Meppel wil Anniek haar collega’s vooral ondersteunen en motiveren. ‘Ik vind het leuk om mee te denken, maar ik probeer ze uiteindelijk altijd zelf verantwoordelijkheid te laten nemen. Ze moeten vooral niet het idee krijgen dat ze bij mij moeten komen omdat ik nu eenmaal de teammanager ben. Ik neem een faciliterende rol aan. Dat vind ik de fijnste manier van werken.’ Dat is voor haar collega’s soms best schakelen, vertelt ze. ‘Het heeft natuurlijk z’n voordelen als iemand je een probleem meteen uit handen neemt. Maar toch. Als je ze eenmaal helpt inzien hoeveel ze zelf kunnen en mogen – en als je ze die vrijheid ook echt geeft – dan gaan ze ervoor. Op de lange termijn krijgen ze daar ook meer plezier in hun werk door’, is haar overtuiging. A JOODSE EIGENDOMMEN Onder informatie en interne dienstverlening vallen onder meer ict, facilitaire zaken en het archief van de gemeente. Daarnaast houdt het team van Anniek zich bezig met onder andere een nieuwe belastingpakket en de Omgevingswet. Momenteel is haar afdeling met iets bijzonders bezig. ‘Er komt een groot, onafhankelijk, historisch onderzoek naar de omgang van de gemeente Meppel met Joodse eigendommen tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog. Omdat wij verantwoordelijk zijn voor de archieven, is het aan ons om dat onderzoek voor te bereiden.’ Hier komt haar studie geschiedenis in terug, en dat bevalt haar zeer. ‘Ja, ik vind dit een heel mooi project. Samen met collega’s bedenken we hoe we deze opdracht zo zorgvuldig mogelijk kunnen uitvoeren en welke partijen dit onderzoek wat ons betreft het best kunnen doen. En we schrijven alvast wat onderzoeksvragen, die we ter illustratie mee kunnen geven aan de historici.’ VERLOF OPNEMEN Ook buiten inhoudelijke vraagstukken om vindt Anniek het van groot belang om haar team vrijheid te geven. ‘Een paar collega’s waren het bijvoorbeeld gewend om aan mij te 56 N NAAAMAM: AnAnniin ekek vanna Dijijk LLEEEFTIJDD: 35 jajaarra FUUNCCTTIIE:E: teaeammmmanna ageerr iinfof rmmaattiie en iinnteet rnrne dieennstts - vverllr ene inng BIJ: gemeente Meppel OPLEIDING: geschiedenis, bachelor; cultureel erfgoed, master vragen of ze een halve dag vrij mochten hebben. Ik ga ervan uit dat iedereen daarin zelf een goede afweging maakt. Tuurlijk, ik vind het goed om te weten dat ze vrij nemen, maar gek om er toestemming voor te moeten geven.’ Op de vraag of ze daarin ook weleens is teleurgesteld, reageert ze helder. ‘Dat is in het verleden weleens gebeurd, ja. Maar ik vind niet dat je door zo’n incident je hele systeem van leidinggeven moet aanpassen.’ JONG&AMBTENAAR WATERSCHAP SCHELDESTROMEN, WERKT AAN ZEELAND Is het de robuuste kust, de unieke Delta of toch de balans tussen werk en privé die het werken voor waterschap Scheldestromen zo bijzonder maakt? Wat je ook aanspreekt, het werk bij Scheldestromen is niet alleen leuk maar ook maatschappelijk relevant! WERK AAN DIJKEN NOOIT AF Na een paar jaar werken in de Randstad wist hij het zeker: hij wilde terug naar Zeeland. Jelle-Jan Pieterse (34) koos bewust voor waterschap Scheldestromen. Hij is er technisch adviseur waterkeringen. “Dit is echt zo mooi. Ik rijd in mijn vrije tijd op mijn racefiets over de veilige dijken waar ik aan werk.” Hij is ongelofelijk trots op wat ‘zijn’ waterschap allemaal doet. “De zorg voor veiligheid staat natuurlijk bovenaan, maar één plus één wordt hier vaak drie. Kijk naar de hele kustlijn tussen Breskens en Cadzand, hoe die is opgewaardeerd. Van een saaie dijk is het nu een aantrekkelijk gebied geworden met een jachthaven, een mooi natuurgebied en prachtige fiets- en wandelpaden.” De komende jaren is er werk genoeg. Jelle-Jan: “Voor 2023 beoordelen we de veiligheid van 425 kilometer primaire waterkering. Ondertussen verbeteren we waar nodig de waterveiligheid, waarbij we steeds de beste oplossing zoeken voor alle betrokkenen.” BRAK WATER: EXTRA UITDAGEND Ook Marieke van den Broeke (34) koos bewust voor Zeeland. Ze verruilde Gouda voor een dorp aan de Zeeuwse kust. “Toen onze tweede dochter werd geboren, vroegen we ons af of we dit haastige leven wilden houden. Nu wonen we heerlijk rustig en gaat mijn dochter lopend naar school.” Marieke werkt sinds een aantal maanden bij Scheldestromen als beleidsmedewerker waterkwaliteit en emissies. “In mijn werk heb ik te maken met diverse belanghebbenden zoals boeren en overheden, maar ook met verschillende eisen en wensen voor de waterkwaliteit. Ook zijn er extra uitdagingen omdat het water brak is.” Ze roemt de goede mogelijkheden tussen werk en privé en de ontspannen sfeer. “Het is een open organisatie met collega’s die passie hebben voor hun vak. Iedereen is heel makkelijk toegankelijk en je kunt zelf sturing geven aan je werkzaamheden.” KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE: • 475 medewerkers • Werk flexibel tussen 7-19 uur • Veel ruimte voor training en opleiding • Ontwikkel jezelf: € 6000 per 5 jaar voor vitaliteit en loopbaan • • Startsalaris hbo: € 3306 bruto per maand (schaal 10) Startsalaris wo: € 3658 bruto per maand (schaal 11) • Laptop, tablet en telefoon van de zaak • Actieve personeelsvereniging • Werk thuis of op kantoor in Middelburg, naast het station • Werk genoeg! In 2021 hadden wij ruim 50 (in- en externe) vacatures www.scheldestromen.nl/vacatures Ook voor open sollicitaties, stages en tijdelijke banen bij ons Ingenieursbureau. 57
Pagina 58
JONG&AMBTENAAR Jorit Jongetjes PASSEND SPORT- EN BEWEEGAANBOD VOOR ALLE INWONERS Het ene moment zit Jorit bij een wijkbewoner die wat eenzaam is en graag zou willen bewegen. Dan weer overlegt ze met ambtenaren over nieuwe sport- en beweegplekken in de wijk. Op straat gaat ze in gesprek met jongeren om de wensen en behoeften van urban sporters in Amersfoort in beeld te krijgen. Wat doe je eigenlijk als buurtsportcoach? ‘Ik ben een sport- en beweegprofessional. In mijn opleiding sport, gezondheid en management nu ‘sportkunde’ heb ik geleerd hoe je mensen met een ongezonde leefstijl door middel van gedragsverandering kunt helpen naar een gezonde(re) leefstijl. Zo kan het zijn dat ik op een werkdag in de ochtend mee ga op huisbezoek met een medewerker van het wijkteam, om een cliënt te bezoeken die de deur niet meer uitkomt. In de middag bezoek ik bijvoorbeeld een fysiotherapeut, die een groep mensen begeleidt in een traject Gecombineerde Leefstijl Interventie. Mijn aandeel in beide situaties is mensen te informeren over het sport- en beweegaanbod in de wijk. Ze te enthousiasmeren om structureel te gaan bewegen en hen te helpen naar passend aanbod.’ ‘Een deel van mijn werk bestaat uit netwerken om verschillende partijen bijeen te brengen en het belang van sport en bewegen op het programma te krijgen. De verschillende beleidsadviseurs bij een gemeente bekijken zaken vanuit hun eigen professionele invalshoek. Het is belangrijk te zoeken naar gezamenlijke belangen, zodat we samen mensen in beweging krijgen.’ Wat zijn jouw belangen dan? ‘Zoveel mogelijk mensen in beweging krijgen. De helft van mijn uren ben ik het aanspreekpunt voor alle vragen omtrent sport en bewegen voor bewoners en professionals in de wijk. Ik ben op de hoogte van het bestaande aanbod en de wensen en behoeften van bewoners en speel signalen over nieuwe sport- en beweegplekken door aan de gemeente. Ik heb dus een FULL-SERVICE PARTNER VOOR GEMEENTELIJK VASTGOED SRO beheert, onderhoudt en exploiteert gemeentelijk vastgoed, zoals zwembaden, sportaccommodaties, MFA’s en monumenten voor diverse gemeenten in de regio Amersfoort en Haarlem. Daarnaast zet SRO sportservice in als middel om maatschappelijke opdrachten waar te maken. Dit doen zij onder andere met de inzet van buurtsportcoaches en vakleerkrachten. Werken bij SRO betekent dat je er samen voor zorgt dat alles functioneert en creëer je de optimale condities om jong en oud zorgeloos en met veel plezier te laten bewegen en sporten. Dit betekent dat SRO weet wat er speelt, zij meedenken en vooruitdenken over hoe ze gemeenten en gebruikers zo goed mogelijk blijven ontzorgen. Hier hebben ze met meer dan 450 medewerkers alle disciplines onder één dak. Meer weten? Bezoek www.sro.nl. verbindende rol tussen de verschillende partijen. De andere helft ben ik werkzaam als buurtsportcoach urban sports.’ Urban sport klinkt heel modern. ‘Het gaat bij urban sports om creativiteit, een ongedwongen karakter zonder structuur en sporten wanneer het jou uitkomt. Een kenmerk is dat alle leef tijden en sporten door elkaar kunnen lopen. Urban sport is een “vrije sector”, waarin iedereen van elkaar leert, waar iedereen mag meedoen en alle niveaus geaccepteerd worden. Iedereen pakt z’n eigen deel en eigen verantwoordelijkheid en zaken worden onderling geregeld en opgelost. Het trekt vooral jongeren aan. We merken dat jongeren uitvallen bij sportverenigingen, dus urban sports zijn interessant om jongeren in beweging te houden.‘ Hoe krijg je voor elkaar dat zo’n urban sportterrein wérkt? ‘De energie, creativiteit, inspiratie, deskundigheid en het enthousiasme zit bij de gebruikers zelf - van steppers, bmx’ers en skaters tot inliners. Je moet rekening houden met alle verschillende behoeftes, want steppers hebben iets anders nodig dan skaters. Het is belangrijk om gebruikers te betrekken en ook verantwoordelijkheid te geven. Maar de gemeente en urban sporters spreken niet altijd dezelfde taal. Als buurtsportcoach is heb ik de rol van een verbinder, netwerkbouwer en ambassadeur. 58 JONG&AMBTENAAR NAAM: Jorit Jongetjes LEEFTIJD: 28 jaar FUNCTIE: buurtsportcoach, SRO OPLEIDING: sport, gezondheid en management bij Hanzehogeschool in Groningen NAAM: Peter Woelders LEEFTIJD: 36 jaar FUNCTIE: projectleider technische dienst, SRO OPLEIDING: Werktuigbouwkunde mbo 4, Deltion in Zwolle, IWT (International Welding Technologist), NIL Zoetermeer Peter Woelders VEILIGHEID EN CONTINUÏTEIT VAN DE BEDRIJFSVOERING STAAN VOOROP Peter is op zijn 17e begonnen als monteur in de machinebouw. Daarna was hij betrokken bij de bouw van lasstraten voor de auto-industrie. Hij ging vervolgens bij een theater werken als hoofd techniek, later als operationeel theaterdirecteur en sinds 1 juni 2021 als projectleider technische dienst bij SRO. Wat doe je precies? ‘Als projectleider pak ik het technische gedeelte van onze zwembaden op. Ik heb met veel partijen te maken, van technisch medewerkers waar ik nauw mee samenwerk tot aan bedrijfsleiders en ambtenaren van de gemeente. Verder heb ik te maken met vastgoedbeheer. Ik werk samen met mijn collega’s aan complexe technische vraagstukken. De veiligheid moet kloppen, dat onderwerp spreekt me erg aan.’ Wat maakt het interessant om hier te werken? ‘Tot nu toe is mijn werkdag bijna elke dag anders. Ik ben gestart met diverse klussen voor de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). In opdracht van de gemeente voert de technische dienst van SRO de bouwkundige en technische aanpassingen uit. Hierna ben ik begonnen met een inventarisatie van de huidige processen, materialen en installaties: veiligheid en continuïteit van de bedrijfsvoering staan hierbij voorop. Ik vind het leuk om uit te zoeken waar dingen beter kunnen. Ik vraag dan alle servicerapporten op, praat met medewerkers en installateurs. Ook ben ik samen met mijn collega’s bezig de storingsopvolging in de avonden en weekenden strak te trekken. Er is veel kennis binnen SRO en men werkt op een prettige manier samen. Persoonlijk vind ik het een uitdaging om overal de verbinding op te zoeken. Op deze manier leer ik onze organisatie en mijn collega’s snel kennen. Er wordt hard gewerkt met aandacht voor elkaar, we kunnen blindelings op elkaar vertrouwen. De lijnen zijn kort en duidelijk.’ Zo te horen zit je goed op je plek. ‘Ja, met al het technisch denkwerk voel ik me heerlijk hier. Hiervoor stond ik te ver weg van de techniek. Nu ben ik constant bezig een goed technisch overzicht te krijgen van onze zwembaden, een mooi onderdeel van ons gemeentelijk vastgoedpakket.’ 59
Pagina 60
JONG&AMBTENAAR BEUNINGEN MAKEN WE SAMEN I n de gemeente Beuningen werken we veel samen met inwoners, organisaties en bedrijven. Dit sluit aan bij de organisatievisie ‘Beuningen maken we samen’. Ook op het gebied van veiligheid staan we niet stil. Het is belangrijk dat de meldingsbereidheid onder inwoners hoog is, zodat de gemeente met andere overheidspartners vroegtijdig complexe problemen kan herkennen en aanpakken. Deze proactieve houding is kenmerkend voor gemeente Beuningen. Net als in andere gemeenten, kan er in Beuningen afbreuk worden gedaan aan de veiligheid door georganiseerde criminaliteit. In de gemeente Beuningen werken we hard aan een veilige en leefbare gemeente. Een veilige en leefbare gemeente valt samen met de inwoners en andere overheidspartners onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester en afdeling openbare orde en veiligheid. De lijnen tussen het bestuur en de organisatie zijn kort. Dat maakt het werk extra persoonlijk. Als beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid ben ik breed inzetbaar. Of het nu gaat om het praktisch regelen van de sluiting van een drugspand, of het adviseren op tactisch niveau aan de burgemeester; je bent van alle markten thuis. Als jong professional bij onze gemeente krijg je ook dit vertrouwen en de bijbehorende verantwoordelijkheid. Veiligheid houdt zich niet aan openingstijden van het gemeentehuis, daarom ben ik samen met andere medewerkers van afdeling openbare orde en veiligheid flexibel inzetbaar. Gemeente Beuningen kent een medewerkersgroep van alle leeftijden. Dit zorgt voor een leuke dynamiek tussen jong en oud. Er is ruimte voor persoonlijke groei en creativiteit. Zo volg ik naast mijn baan een opleiding bestuurskunde aan de Radboud Universiteit. Hierdoor blijf ik mezelf ontwikkelen en neem ik nieuwe kennis terug naar de gemeente. Een win-win situatie. Er blijven veel uitdagingen op de organisatie afkomen, bijvoorbeeld de verschuiving van fysieke criminaliteit naar cybercriminaliteit. Of denk aan de groei van synthetische drugslabs in Nederland. Dit is geen ver-van-ons-bed show. Als jonge ambtenaar zie ik deze ontwikkelingen haarscherp. Het is daarom extra prettig dat je ondanks de zware thema’s als volwaardig adviseur aan tafel zit. Dat is de kracht van gemeente Beuningen. Beuningen maken we samen veiliger. KENGETALLEN EN FEITELIJKE INFORMATIE De gemeente Beuningen zorgt voor ruim 25.000 inwoners en ligt in het rijk van Nijmegen. Bij gemeente Beuningen werken 185 medewerkers. Ruim 20% van de medewerkers is jonger dan 35 jaar. De groep jonge ambtenaren zoekt elkaar regelmatig op. Er heerst een prettige en informele werksfeer in onze organisatie. In welke (junior) functie jij ook terecht komt, je kunt rekenen op een uitdagende baan. Door de kleinschaligheid die onze organisatie kenmerkt krijg je al snel veel verantwoordelijkheid. Daarnaast krijg je binnen onze organisatie een breed takenpakket, dus ontwikkeling binnen jouw vakgebied in de breedste zin van het woord is zeker aan de orde. We verwachten dan ook een hoge mate van samenwerken, verantwoordelijkheid nemen en flexibiliteit van jou, dit zijn de kerncompetenties binnen de Beuningse gemeenteorganisatie. Als hbo-/ wo-starter word je bij ons meestal in schaal 8 of 9 geplaatst. Interesse om in een kleinere gemeente te werken? Laat je dan verder inspireren door onze werving- en selectievideo waarin onze eigen (jonge) mensen aan het woord komen: https://youtu.be/FeK2SHgOlPk. Neem ook vooral een kijkje op onze website www.beuningen.nl voor meer informatie en onze vacatures. 60 JONG&AMBTENAAR IN DRIE JAAR NAAR DE TOP Roxane Bansema en haar collega’s van de afdeling Burgerzaken hebben een missie: de gemeente Groningen moet een van de meest vooruitstrevende gemeenten van Nederland worden. ‘We zijn al op de goede weg.’ ls adviseur Burgerzaken is het aan Roxane om haar afdeling scherp te houden. ‘Ik moet van alle belangrijke technologische en maatschappelijke ontwikkelingen op de hoogte zijn. Onze grootste uitdaging is nu de digitalisering. Papierloos werken.’ Wanneer iemand in Groningen een verhuizing, huwelijk of andere aanvraag wil indienen, gaat dat via haar afdeling. ‘Vroeger moest iedereen naar het gemeentehuis komen, maar tegenwoordig gaat bijna alles digitaal.’ Dat heeft grote gevolgen voor de mensen achter de balie, legt ze uit. ‘Want de aanvragen die nog wél op het loket A worden gedaan, zijn de complexe gevallen. Iemand die Nederlander wil worden, bijvoorbeeld. Of een buitenlandse overlijdensakte die moet worden goedgekeurd. Daarom zijn we voortdurend bezig om onze medewerkers hierin op te leiden.’ ENGELSTALIG PORTAAL Ook online moet Burgerzaken met haar tijd mee, vindt Roxane. ‘Vorige week zijn we live gegaan met een Engelstalig burgerportaal. We zijn een studentenstad met ontzettend veel internationale jongeren. Volgens mij zijn we de eerste gemeente van Nederland met zo’n Engels portaal.’ Daarnaast zit Roxane óók nog eens in het juridisch team. ‘Samen met drie collega’s ben ik verantwoordelijk voor bezwaar- en beroepszaken. Stel dat iemand een verhuizing twee maanden te laat doorgeeft, dan is er een goede kans dat wij dat verzoek weigeren. De aanvrager kan vervolgens bezwaar aantekenen, en dan is het aan mij om een verweerschrift te schrijven; aan een onafhankelijke commissie, of misschien zelfs voor de rechter. Dus ik moet niet alleen van alle technologische ontwikkelingen op de hoogte zijn, maar ook van de constant veranderende wet- en regelgeving.’ Om al die informatie binnen te krijgen, werkt ze veel samen met andere instanties. ‘Ik zit in veel projectgroepen. Zowel binnen de gemeente als bij organisaties daarbuiten, zoals het ministerie van Algemene Zaken. Ik woon ook vaak lezingen bij. Het is mijn taak om al die informatie uit het land over te dragen aan mijn leidinggevende. En dan bespreken we samen met onze directeur waar we ons op gaan richten.’ NNAAMMA : Roxoxanane BBaansn emema LLEEEFTIT JJD: 31 FUFUNCN TITIE:E: adda viiv sseuur Burrggeerzzakenen BBIJ::J geemmeentet Groor niin nggn enen SSTTUDU IEE: hbob , bbachhelelorr: rece hthtene HALVE ICT’ER Dat ze zo veel verschillende verantwoordelijkheden heeft, vindt Roxane geen enkel probleem. Ze geniet ervan. ‘Geen dag is hetzelfde. Ik doe juridisch werk, bedrijfsontwikkeling, digitalisering, software – soms ben ik ineens een halve ict’er. Ik zit hier nu drie jaar en ben van allround medewerker doorgegroeid tot de hoogste functie binnen onze afdeling. Daar ben ik heel dankbaar voor.’ 61
Pagina 62
JONG&AMBTENAAR ‘We kijken of technologie legitiem is’ WAKEN OVER DE PRIVACY VAN DE BURGER Technologie op zichzelf is niet goed of slecht. Hoe en waar we haar toepassen kan wel ethisch of juist onverdedigbaar zijn. Yannick God onderzoekt de ethische kanten van beleidskeuzes en adviseert daarover collega’s. B egin 2021 stond Yannick in de finale van de wedstrijd ‘Jonge ambtenaren van het jaar’, uitgeschreven door FUTUR, netwerk voor jonge overheidsprofessionals. Gedreven vertelde hij tijdens zijn pitch hoe hij wil bijdragen aan meer vertrouwen in de overheid, dat onder meer door de toeslagenaffaire toch wat gebutst is. In zijn huidige werk kan hij dat streven goed toepassen, vindt hij. ‘De impact van beleid telt voor mij. Op dat snijvlak heb ik geprobeerd toegevoegde waarde te leveren. Die staat onder meer in de visie digitale stad die de Utrechtse gemeenteraad heeft vastgesteld. Van de eerste letter tot de huidige versie heb ik daaraan meegewerkt.’ Camera’s in het publieke domein om de veiligheid te vergroten. Sensoren om verkeersstromen inzichtelijk vloeiender te maken. Of een digital twin: een virtuele kopie van de stad, die ‘gevoed’ wordt met informatie uit het echte leven, met het doel mobiliteit of ruimtelijke ordening te verbeteren, of menselijk gedrag in te schatten. ‘Door digitalisering kunnen we bepaalde doelen op een snellere en betere manier bereiken of voorspellen. Als je daar als overheid voor kiest, moet dat het beter maken van de stad dienen’, is de overtuiging van Yannick. ‘En heeft technologie impact op het leven van inwoners, dan moeten we ons afvragen: kunnen we dit met goed fatsoen uitleggen aan onze inwoners? Als overheid worden we ons daar steeds bewuster van.’ Hij noemt het 62 voorbeeld van een handhaver (BOA) met bodycam. ‘Als de BOA die draagt vanwege z’n veiligheid, hoe is het dan met de privacy van de persoon die iets verdachts of ongeoorloofds doet, of een passant die toevallig in beeld komt?’ ‘UTHIEK’ Samen met zijn collega’s voert Yannick zogeheten ‘Uthiek’ (Utrechtse ethiek)-assessments uit, waarbij onder meer privacy, gezondheid, menselijke waardigheid, veiligheid en rechtvaardigheid als toetsstenen gelden. ‘Met een multidisciplinair team kijken we welk doel we willen bereiken en of het gebruik van nieuwe technologie daarbij legitiem is. Daarna zeggen we niet dat iets goed of fout is. Maar is bijvoorbeeld de privacy onvoldoende gewaarborgd, dan kunnen we de projectleider adviseren dat het verstandig is het onderwerp te bespreken met de functionaris gegevensbescherming, of zelfs de Autoriteit Persoonsgegevens.’ Hoewel van oorsprong Maastrichtenaar, is Utrecht Yannicks ‘stadsie’. ‘Het is in veel opzichten een verbindende stad. Fysiek, met z’n positie in het spoornetwerk. En daarnaast een stad die ondanks grootstedelijke problematiek ook een prettig dorps gevoel uitstraalt.’ Waar en als wat ziet hij zichzelf werken in de toekomst? Na even peinzen: ‘Gemeentesecretaris, liefst van Utrecht. Maar zou mijn geboortestad Maastricht mij vragen, dan zou ik ook geen nee zeggen.’ NAN AMM: Yaannnin ckk God LLEEFTIIJDD: 28 FUFUNCN TIE:: ssttrar teeeg CIO Office BIB J::J gemmeente Utrecht OPPLEIDDINI G: mmaaster bestuurskuundede
Pagina 64
JONG&AMBTENAAR NIET SNEL RIJK, WEL VEEL VRIJE DAGEN OF EEN FIETS We zeggen het maar meteen: als startende ambtenaar moet je niet bij de overheid zijn als je grootverdiener wilt zijn. In veel functies zal je salaris vermoedelijk lager zijn dan in het bedrijfsleven. Zeker in private sectoren waar het bedrijfsleven moet knokken om schaarse specialismen. D at loonverschil is er vrijwel zeker met private sectoren waar het bedrijfsleven moet knokken om schaarse specialismen. De secundaire arbeidsvoorwaarden zijn bij de overheid wel tamelijk goed. En je kunt er je vleugels uitslaan. De hoofdprijs krijg je niet, maar het is ook weer niet zo dat je beroerd verdient. Om te beginnen is er bij de overheid minder onderhandelingsruimte dan in het bedrijfsleven. Uiteenlopende functies zijn gekoppeld aan salarisschalen, vastgelegd in een cao. De salarissen bij rijksoverheid, provincies, gemeenten en zelfstandige bestuursorganen zijn niet hetzelfde. De inschalingsmethodiek wijkt ook wat af. Voor rijksambtenaren is net een nieuwe cao afgesloten. Het principeakkoord over een nieuwe cao voor gemeenteambtenaren krijgt waarschijnlijk een definitieve status kort na publicatie van dit magazine. De bedragen die hieronder genoemd worden, zijn dus in gunstige zin indicatief, want er zijn salarisverhogingen afgesproken. RIJKSOVERHEID Ga je bij de rijksoverheid werken, dan ben je rijksambtenaar en val je onder een van de ministeries. Ook medewerkers van Rijkswaterstaat, RIVM, IND, DUO, CBS, RVO, KVK, KNMI, ACM en ZINL vallen eronder. Functies zijn ingedeeld in functiegroepen. Binnen die groepen kunnen medewerkers op verschillende niveaus werken. De zwaarte van je functie en de opgedragen werkzaamheden bepalen welke salarisschaal bij jouw werk hoort (zie hiernaast) . Bij goed functioneren kom je financieel elk jaar een trede hoger op de salaristrap. Door de recente cao-afspraken zijn de genoemde bedragen in dit artikel overigens indicatief, zowel die van het rijk als van de gemeenten. Een aparte positie is er voor rijkstrainees. Die krijgen een aanstelling voor twee jaar gedurende het traineeprogramma. 64 Het startsalaris is voor alle rijkstrainees gelijk. Je start in schaal 10. Je werkt in principe 36 uur per week, maar 32 uur per week is soms mogelijk. Naast je salaris ontvang je een individueel keuzebudget (IKB), waarmee je een deel van je arbeidsvoorwaarden zelf kunt samenstellen. Wil je minder werken om werk en privé beter op elkaar te laten aansluiten? De rijksoverheid biedt ruime mogelijkheden voor parttime werken, verkorte werkweken of verlofregelingen. HET STARTSALARIS BIJ DE RIJKSOVERHEID IS AFGELEID VAN HET OPLEIDINGSNIVEAU DAT VOOR DE FUNCTIE IS VEREIST. MBO VEREIST: € 2.224,82 – € 2.891,36 (SCHAAL 6) HBO VEREIST: € 2.623,34 – € 3.546,17 (SCHAAL 8) UNIVERSITEIT VEREIST: € 2.756,75 – € 4.430,97 (SCHAAL 10) GEMEENTEN Hoe zit het bij gemeenten? Ook daar maken ervaring, vooropleiding en (zwaarte van) je functie het verschil. Ben je net klaar met je studie, dan verdien je vanzelfsprekend minder dan de collega die al een aantal jaren ervaring heeft. Op de pagina hiernaast geven we je een aantal voorbeelden van functies en wat deze ambtenaren ongeveer verdienen per maand, gebaseerd op het aantal jaren ervaring. Een voordeel van werken bij de overheid, zowel bij het rijk als bij gemeenten en provincies, is het hiervoor al genoemde IKB, een soort cafetariasysteem. Een deel van je arbeidsvoorwaardenpakket mag je zelf invullen. Je kunt bijvoorbeeld een deel van je maandinkomen omzetten in verlof. Of je kunt je IKB-budget gebruiken voor fiscaal vriendelijke doelen, speciale bestedingsmogelijkheden. Bij het rijk mag je bijvoorbeeld tot aan een gemaximeerd bedrag een fiets aanschaffen voor woon-werkverkeer, al dan niet elektrisch. TOEZICHTHOUDER (BOA), GEEN ERVARING: € 2.700 BRUTO PER MAAND WMO-CONSULENT, 1 JAAR ERVARING: € 2.450 BRUTO PER MAAND AMBTENAAR BOUWVERGUNNINGEN, 2 JAAR ERVARING: € 2.750 BRUTO PER MAAND JURIDISCH MEDEWERKER, 3 JAAR ERVARING: € 2.900 BRUTO PER MAAND STEDENBOUWKUNDIGE, 4 JAAR ERVARING: € 3.200 BRUTO PER MAAND BELEIDSMEDEWERKER, 5 JAAR ERVARING: € 3.600 BRUTO PER MAAND geldt een structurele thuiswerkvergoeding van 2 euro netto per thuiswerkdag. Voor het inrichten van een thuiswerkplek is een vergoeding van 750 euro per vijf jaar beschikbaar. In de CAO voor gemeenten zit het IKB weer anders in elkaar dan bij het rijk. Maar je kunt er onder meer bovenwettelijke vakantie-uren mee kopen, laten uitbetalen, of een opleiding van volgen die niet door de werkgever vergoed wordt. IMPACT Ga je veel thuiswerken? Voor 2021 wordt (naar rato van het aantal gewerkte maanden) een eenmalige thuiswerkvergoeding van 430 euro netto uitgekeerd. Met ingang van 2022 65 Heb je al in dit magazine zitten lezen, dan zal je opvallen dat veel jonge ambtenaren niet zozeer gaan voor het geld. Natuurlijk, ze willen na hun studie graag geld gaan verdienen. Maar ‘werk van betekenis’ staat hoog genoteerd bij drijfveren. In veel gesprekken die we voerden vielen de begrippen ‘impact’ of ‘publiek belang’. Met andere woorden: het leven van anderen, of de samenleving als geheel een beetje mooier, beter of slimmer maken. Niet alles is kennelijk uit te drukken in geld; ook voldoening is een beloning.
Pagina 66
JONG&AMBTENAAR HOE MAAK JIJ IMPACT BIJ GOOISE MEREN? Ben jij op zoek naar een jonge organisatie waar nog niet alles in beton is gegoten? Een organisatie waar ambitie, lef en daadkracht wordt gewaardeerd? En waarin jij als (jong) talent de vrijheid, verantwoordelijkheid en de ontwikkelmogelijkheden krijgt om écht het verschil te kunnen maken? Dan is werken bij Gooise Meren iets voor jou! FACTS & FIGURES Standplaats in Bussum, Noord-Holland. Het hart van het Gooi Jonge gemeente (fusie in 2016) 420 medewerkers in dienst Ruim 58.000 inwoners HET VERSCHIL MAKEN… Hoe fijn is het als jouw werk ertoe doet en jij écht het verschil kunt maken? Of het nu gaat om een schone, veilige leefomgeving, het vergroten van de zelfredzaamheid van kwetsbare mensen óf het creëren van een gloednieuwe wijk van 1300 woningen in Muiden; jouw werk bij gemeente Gooise Meren heeft direct effect op het woon- en leefplezier van al onze inwoners! Dít motiveert onze collega’s om bij Gooise Meren te werken. Bij binnenkomst is deze passie en gedrevenheid om van meerwaarde te zijn meteen merkbaar. VAN A TOT Z INVLOED UITOEFENEN Het mooie van Gooise Meren is de schaalgrootte. We zijn niet erg groot, maar zeker niet klein. Dit maakt dat je een breed takenpakket hebt en je veel collega’s persoonlijk kent. Lisa Vos (29 jaar, Beleidsadviseur Sport) ziet dit als een groot pluspunt in haar werk: “Je krijgt volop de ruimte om zelf met initiatieven te komen en om van A tot Z invloed uit te oefenen bij (nieuw) beleid en projecten.” Dit wil jij: 1 jaar ontdekken, zien waar je talent ligt en gaan als een raket! Talentvolle starters lees meer op werkenbijgooisemeren.nl Doordat verantwoordelijkheden laag liggen en we vanuit vertrouwen samenwerken, krijg jij de kans om je stempel te drukken binnen jouw vakgebied. Dit geeft energie! RUIMTE VOOR VERNIEUWING Onze gemeente is vrij jong, nog niet alles is in beton gegoten. 66 JONG&AMBTENAAR Wees welkom Leer onze gemeente kennen, dan kijken we samen waar jouw talent ligt! Daarna verdiep je je kennis, volg je relevante trainingen en/of opleidingen en stroom je door naar een functie binnen een vakafdeling, bijvoorbeeld als Wabo vergunningverlener, junior beleidsadviseur of consulent binnen het sociaal domein. Talentvolle starters lees meer op werkenbijgooisemeren.nl Onze directeur Margriet van Schaik (48 jaar) staat dan ook met beide benen in de maatschappij en gaat voor vooruitgang en vernieuwing: “Door ervaring te koppelen aan jong talent met een frisse blik, krijg je beweging en vernieuwing in je organisatie.” BETROKKEN, HARTELIJK EN ONDERNEMEND Nieuwe collega’s benoemen één ding als typisch kenmerkend voor Gooise Meren. Dit is voelbaar, zodra je ons gemeentehuis of één van de gemeentewerven binnenloopt; het warme bad waarin je terecht komt. De onderlinge betrokkenheid bij elkaar, behulpzaamheid, de korte lijntjes én drive om samen mooie resultaten te behalen worden steeds opnieuw benoemd. Er wordt hard gewerkt binnen onze organisatie. Steeds kijken we met onze inwoners hóe we iets waardevols kunnen neerzetten of een maatschappelijk vraagstuk kunnen oplossen. Dit maakt ons trots. FRONTOFFICE ALS KWEEKVIJVER VOOR NIEUW TALENT Onder het mom “practise what you preach” is onze Frontoffice (voorheen Klantcontactcentum) gestart met een pilot om talentvolle starters aan te trekken en intern op te leiden. Ervaren krachten krijgen nieuwe energie en inzichten op de afdeling en jongeren krijgen de kans om grote stappen in hun (loopbaan)ontwikkeling te maken. Win-win dus. HOE HET ONTWIKKELTRAJECT ERUITZIET In het ontwikkeltraject “Kweekvijver voor nieuw talent” krijg je als starter de kans om in ongeveer 1 jaar tijd de fijne kneepjes van het vak te leren op een doorstroomplek die bij jou past. Het eerste half jaar start je bij onze Frontoffice. Door alle binnenkomende vragen en meldingen van inwoners te beantwoorden leer je in korte tijd de gemeente in de volle breedte kennen. Zo weet je snel wat we als gemeente doen, waarom we dit doen én voor wie we dit doen. VOLOP INVESTEREN IN ONTWIKKELMOGELIJKHEDEN Om jou als jonge ambtenaar te laten groeien, investeert Gooise Meren fors in een toekomstproof opleidingsbeleid. Deze investering zie je terug in o.a.: • Onze GroeiMee! Academie. Hierbij bieden we intern allerlei trainingen, cursussen en workshops op maat aan waarop je je als collega kunt inschrijven. • We hebben interne coaches op het gebied van loopbaanbegeleiding, individuele en/of teamontwikkeling. • Ruim opleidingsbudget voor het volgen van een relevante studie, opleiding of persoonlijk ontwikkeltraject. Dit geeft jou de kans om je binnen je eigen functie of daarbuiten te ontwikkelen naar jouw gewenste droombaan. MEER WETEN Wil je meer weten over onze organisatie of je aanmelden voor een Job-Alert? Kijk dan op werkenbijgooisemeren.nl. 67
Pagina 68
WERKEN VOOR EEN MOOIER NISSEWAARD Nissewaard heeft het beste van twee werelden: het stadse en het landelijke. Een stad met bijbehorende faciliteiten waar je blij van wordt tot de mooie, rustige en idyllische dorpen met boerderijen. Nissewaard heeft alles in huis. N LEER! En dat zie je ook terug in onze organisatie: we leren elke dag bij en staan daarvoor open. We willen vooruit en kijken liever naar dat wat wel kan, dan ieuwkomers zijn vaak positief verrast door alles wat we te bieden hebben. Wat voor de nuchtere Nissewaarders heel gewoon is, is voor anderen bijzonder. We hebben iets te bieden, maar we zijn vaak bescheiden en niet zomaar tevreden. We vinden dat het altijd beter kan. naar iets dat niet kan. Hoe we dat doen? We ontwikkelen onze vakmanschap en zijn betrokken. Met persoonlijke aandacht voor elkaar zijn we makkelijk te benaderen. We zoeken altijd naar creatieve ideeën en oplossingen voor maatschappelijke problemen en blijven leren van elkaar. En tot slot sta je er niet alleen voor in onze organisatie, want we helpen elkaar en natuurlijk onze inwoners, ondernemers en organisaties. JA! NISSEWAARD IN CIJFERS We zijn jong: 6 jaar geleden werden Spijkenisse en Bernisse de gemeente Nissewaard. Met ongeveer 800 collega’s werken we voor 85.000 inwoners. 104 medewerkers zijn jonger dan 35 jaar Gemiddelde leeftijd: 48 jaar Dus daarom zeggen we bijna altijd ‘ja’ als je een opleiding wilt doen en krijg je 5 procent van je werktijd de ruimte om je te ontwikkelen. We zeggen ‘ja’ tegen vitale en gezonde medewerkers en ‘ja’ bij goede ideeën voor een mooier Nissewaard. ONTDEK! Dat is het ontdekken waard, dus neem eens contact op met manager Dienstverlening Margo Stolk of recruiter Natasja van Hummel. Bel naar 14 0181, stuur een e-mail naar gemeente@nissewaard.nl of kijk op www.nissewaard.nl. Dan bespreken we wat we voor elkaar kunnen betekenen en wellicht drinken we binnenkort een kop koffie om kennis te maken. 68 JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR JADE PLANT ZAADJES VOOR EEN BETERE WERELD De wens om de wereld beter te maken voor mens en milieu zat er al jong in bij Jade (Xiong) Peters. In 2005 overhandigde ze de toenmalige koningin Beatrix een tekening namens het Earth Charter, een mondiale beweging voor een duurzame en rechtvaardige wereld. ‘B ij dat evenement waren meerdere wereldleiders aanwezig. Dat ik erbij mocht zijn en de koningin ontmoette, vormde een leidraad in alle keuzes die ik later maakte’, zegt Jade. Haar overtuigingen zette ze om in studie en werk. Zo werkte ze onder meer als vrijwillig fundraiser voor Warchild en bij een consultancybureau dat specialist is op duurzaamheidsgebied en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Lokaal roerde ze zich ook: ‘Ik zat in het inwonerspanel klimaat. In die tijd zag ik de vacature voorbijkomen van het werk dat ik nu doe. Van het internationale bedrijfsleven naar me inzetten voor de regionale en lokale community.’ ‘In mijn dagelijkse bezigheden draait het om de eigen bedrijfsvoering van de gemeente. In plaats van dat ik contact heb met bedrijven, help ik mijn collega’s om duurzaamheid in de praktijk brengen. De gemeente is immers ook een bedrijf.’ Een van haar taken is het in kaart brengen van de CO2 -uitstoot. ‘Om te bepalen of je de rijksdoelstellingen haalt, moet je eerst een nulmeting doen. Die hebben we bijna afgerond. Alle data zijn verzameld: van het wagenpark, de gebouwen, zakelijk vervoer, van alles waar direct of indirect energie bij wordt uitgestoten. Pas dan kun je zien waar je je kunt verbeteren.’ Verder kijkt Jade over de schouder mee bij inkoopprocessen. ‘We zijn nu bezig met bedrijfskleding van de mensen in de groenvoorziening en de medewerkers van de begraafplaats. Dat is prima circulair aan te besteden: polo’s, truien en andere kledingstukken van hergebruikt textiel in plaats van virgin katoen. Maar circulair kan ook gaan om asfalt, ict, zonnepanelen. Van sommige zonnepanelen weet ik dat ze uit een regio in China komen, waar slavenarbeid is. Daar wijs ik op.’ Het zijn relatief kleine bijdragen aan de oplossing van grote problemen, maar de inspanningen lonen. ‘Ik zie het als zaadjes die ik plant. Die kunnen uitgroeien tot iets groters en zich verspreiden. Ze weten me inmiddels te vinden in de organisatie en vragen me om mee te denken.’ En dat werpt vruchten af, merkt ze. Zo stuurde personeelszaken tot voor kort collega’s bij bijzondere gebeurtenissen nog snijbloemen, 69 N NAAMM: Jaadde Peterss LLEEFTIT JDD: 28 jajaara F N T E: projje tleider FUNCTIE: pro ect e klimaat e tra limaatneutraal en ci circulaiir opdrac tgev pdrachtgevers h p schap BIIJ: BUCH werkorganisatie gemeenten Bergen, Uitgeest, J BUCH (werk rgan a Uiit Castricum, Heiloo) OPLEIDING: Fair Trade Management (nu: Sustainable Value Chain Development), hbo t terwijl de teelt daarvan vaak vervuilend is. Jade stuurde een lijstje alternatieve ideeën. De collega’s hadden zelf de beste inval, vertelt ze trots: ‘Wordt er nu een baby geboren, dan krijgt de medewerker een geboorteboompje.’
Pagina 72
JONG&AMBTENAAR MEPPEL IN HET KORT: D e Gemeente Meppel is een groeiende stad met circa 34.085 inwoners en bestaat uit Broekhuizen, Meppel, Nijeveen, Rogat en de Schiphorst. Gelegen in het zuiden van Drenthe, onderdeel van de regio Zwolle. Meppel is een bijzondere stad aan het Meppelerdiep. Opmerkelijk en uitnodigend is het geluk dat de bewoners daar telkens weten te vinden en te delen. Een geluk diep van binnen dat zich op mooie manieren laat zien en ook tegen een stootje kan. Meppel diep geluk. Kernwaarden: geluk, gastvrij, ondernemend, knooppunt, groen, karakteristiek. Met de samenleving willen we Meppel neerzetten als gelukkigste en meest gastvrije stad. GEMEENTE MEPPEL IN CIJFERS: • Ongeveer 325 medewerkers • 14 verschillende teams • Gemiddelde leeftijd van medewerkers: 48 jaar • Ongeveer 16% van de medewerkers is jonger dan 35 jaar DE GEMEENTE MEPPEL ALS WERKGEVER: Koers in de organisatieontwikkeling In Meppel varen we een koers die de bedoeling van de vraagstukken centraal stelt. We zijn een betrouwbare samenwerkingspartner in de stad en werken samen flexibel aan de dienstverlening naar onze inwoners. Er heerst een open, informele en collegiale werksfeer. Werken voor de gemeente Meppel betekent dat je aan de slag gaat met innovatieve veranderingen in de samenleving. Je zoekt verbinding met inwoners, instellingen en ondernemers over vraagstukken en je stelt je flexibel op. Voor de complexe en meervoudige vraagstukken komt het aan op goed samenspel tussen gemeenteraad, College van B&W en de ambtelijke organisatie. Ontwikkeling Bij de gemeente Meppel staat jouw ontwikkeling hoog op de agenda. We bieden je een concernopleidingsplan met verschillende trainingen die aansluiten bij de organisatieontwikkelingen. Ook kun je trainingen volgen die je bespreekt met je manager in het jaarlijkse goede gesprek. Daarnaast krijg je een Individueel Keuze Budget van 17,05% waarbij je gedeeltelijk zelf kan kiezen hoe je dit budget wilt inzetten. Gemeente Meppel is aangesloten bij Talentenregio en bij Vooruit in Drenthe. Dat betekent dat je werkt bij een organisatie die zich inzet voor jouw talent. Als jij je talent volop kunt inzetten dan komt dit jou, de organisatie en uiteindelijk de gemeente en inwoners ten goede. WERKEN BIJ DE GEMEENTE MEPPEL: Heeft deze advertentie jouw interesse gewekt en wil je meer weten over werken bij de gemeente Meppel? Kijk dan eens op www.meppel.nl, www.vooruitindrenthe.nl of www.talentenregio.nl voor een geschikte vacature. Of volg ons op LinkedIn. 72 JONG&AMBTENAAR Burgerzaken als passie WERKEN MET MENSEN VAN VLEES EN BLOED Digitalisering en veranderende wetgeving: op de afdelingen Burgerzaken van wordt het werk veelomvattender en specialistischer. Een kolfje naar de hand van Jelly Frankes. ie zou ooit gedacht hebben dat burgers zonder al te veel omhaal administratief het geslacht dat in hun geboorteakte staat, kunnen wijzigen? Lijkt simpel, maar aan de ‘achterkant’ van zo’n ogenschijnlijk kleine wijziging moet het nodige geregeld worden in de Basisregistratie Personen (BRP). Jelly leidt in de Friese gemeenten dit soort veranderingen in goede banen. Daarnaast heeft ze een detachering als (junior) adviseur kwaliteit/accountmanager gemeenten bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens. En dan is de behendige Friezin (ze is een topper in acrogym, een acrobatische vorm van gymnastiek) ook nog eens docent Burgerzaken. ‘Van een akte van de burgerlijke stand tot een verhuisaangifte: steeds meer kan digitaal geregeld worden door inwoners zelf’, legt ze uit. ‘Daar moeten wel de systemen klaar voor zijn. De collega’s in het vakgebied moeten goed geïnformeerd zijn. Technisch gebeurt er ook veel.’ In een kleine gemeente komen veel taken neer op de ambtenaren van Burgerzaken. ‘Op dit moment spelen bijvoorbeeld ook de voorbereidingen op de gemeenteraadsverkiezingen van 2022.’ In haar gemeente kunnen inwoners de aanvraag voor een reisdocument inmiddels deels digitaal doen. ‘Je gegevens staan daarna klaar en je hebt betaald. De afspraak staat ingepland. Rest nog een bezoekje aan het gemeentehuis voor je handtekening en pasfoto.’ Jelly wist tijdens haar opleiding dat ze ‘niet alleen teksten wil uitpluizen’, maar liefst werkt met mensen van vlees en bloed. ‘Wat als een Marokkaanse man met een Turkse mevrouw in Nederland trouwt en die twee samen een kindje krijgen in het buitenland? Dat soort complexe vraagstukken vond ik superinteressant.’ Na een periode op een schuldhulpverleningsfunctie verlangde ze terug naar zulke juridische puzzeltjes. ‘Tot mijn verrassing kwam mijn huidige functie voorbij als vacature. In mijn eigen woongemeente nog wel! Mensen vinden het vaak fijn geholpen te worden door een bekende en dan ook nog eens in het Fries.’ 73 W NAAM M: Jelly F ankes LEEFT JD 5 FUNCTIIE: Fran TIJD: 25 T E: beh eheerder er basisreg st BIJ: 8KT erk giistratiei person KTD (A h ka Tytsjerl r ste rsonen Achtkarspe n eradie pelen en OPLEIDING: hbo sociaal juridische dienstverlening Begin 2021 kreeg Jelly de publieksprijs tijdens de verkiezing Jonge ambtenaar van het Jaar. ‘De boel ontplofte daarna, zoveel belangstelling’, vertelt ze. ‘De jury vroeg onder meer bij welke organisatie ik graag in de keuken zou willen kijken. Daar hoefde ik niet over na te denken: de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, waar onze wet- en regelgeving vandaan komt.’ Haar wens bleef niet onopgemerkt: ‘Na een dagje meelopen belde de Rijksdienst of ik op detacheringsbasis wegens zwangerschapsverlof van medewerksters wilde bijspringen.’ Beide functies doet ze nu 50/50 van haar werktijd. ‘Gelukkig heb ik een teamleider die steunt dat ik me wil ontwikkelen en de uitdaging graag opzoek.’ Een nieuwe uitdaging dient zich aan: ‘Ik heb één dag ontslag genomen bij de gemeente en ga aan de slag als docent Burgerzaken. Cursussen en trainingen ontwikkelen. Wie weet groeit dat uit tot een eigen bedrijfje.’
Pagina 74
JONG&AMBTENAAR “ZEELAND ZOEKT TALENT” B innen onze organisatie maken we samen het verschil door te werken in netwerken. Met andere overheden, bedrijven en instellingen werken we aan het beste voor Zeeland en de Zeeuwen. Dit betekent werken aan wettelijke taken en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Dat doe je met ruim zeshonderd collega’s, vanuit huis, ons prachtige Provinciehuis of vanuit een steunpunt. Van kantonniers tot medewerkers informatieveiligheid, van interne jobcoaches tot beleidsmedewerkers. We zorgen voor een goede bereikbaarheid via boot, Westerscheldetunnel en Zeelandbrug. Door wegen aan te leggen en te onderhouden werken we aan de mobiliteit van Zeeland. We werken aan een strategie voor klimaatadaptatie en energietransitie. We stellen een omgevingsvisie op voor het gebruik van onze ruimte en werken aan het terugdringen van stikstof en het robuust maken van de Zeeuwse natuur. Daarnaast zetten we ons in voor het behouden en versterken van onze Zeeuwse economische structuur: een provincie met een sterke regionale economie en duurzame economische ontwikkeling. Je krijgt bij de Provincie Zeeland alle ruimte om te leren en verder te ontwikkelen. We vinden het belangrijk dat jij je talenten kan inzetten voor de uitdagingen in onze Zeeuwse samenleving. Daarbij mag je zijn wie je bent. In onze organisatie werken we met veel verschillende collega’s. Ons bedrijfsrestaurant wordt bijvoorbeeld helemaal gerund door collega’s die extra ondersteuning op de arbeidsmarkt nodig hebben. Daarnaast hebben we veel aandacht voor vitaliteit en gezondheid, wekelijks kun je deelnemen aan sport en bewegingsactiviteiten en we organiseren ieder jaar een sportdag voor de hele organisatie. Naast deze gezonde activiteiten is er ook tijd om kennis te delen met anderen op onder andere themabijeenkomsten. Wij staan open voor jong talent! We werken mee aan het programma Talent voor Zeeland, waarin trainees bij verschillende werkgevers aan de slag gaan. De Provincie Zeeland is één van deze werkgevers. Ook doen we mee aan het programma Talent Tech jobs. Als hbo student in Zeeland kun je solliciteren naar een bijbaan in jouw vakgebied bij de Provincie of andere organisaties die bij dit programma zijn aangesloten. Als je bij ons als jong talent werkt kun je contacten leggen binnen ons eigen jongeren netwerk JatZee, het Jonge Ambtenarennetwerk Zeeland en onze personeelsvereniging. Deze netwerken organiseren jaarlijks leuke en leerzame activiteiten. Als medewerker bij de Provincie Zeeland ontvang je vanuit de cao een Persoonlijk Ontwikkel Budget van 5000 euro. Dit bedrag is vijf jaar geldig. Het bedrag kun je inzetten voor je huidige werk, maar ook voor toekomstig werk. Ons jaarlijkse aanbod vind je in onze eigen e-academy. Wil je meer weten? Kijk dan op www.zeeland.nl Op zoek naar een leuke stage of baan? Schrijf je in via www.werkenbijprovinciezeeland.nl 74
Pagina 76
JONG&AMBTENAAR MENSEN MAKEN Tilburg gaat voor een inclusieve stad en organisatie. Een omgeving waarin iedereen zich veilig voelt en gezien. Waar oog is voor elkaars talent en waarin iedereen mee kan doen en zichzelf mag zijn. Met eigenheid, gelijkheid en respect als rode draad. En waar verbinden het werkwoord is. Want mensen maken de stad, we hebben elkaar nodig. D e gemeente Tilburg vindt het belangrijk dat mensen het gevoel ervaren dat ze er toe doen. Dat ieders talent telt. En dat de diversiteit aan mensen en unieke kwaliteiten de kracht zijn van de stad en de organisatie. Inclusie als voorwaarde meenemen op de verschillende beleidsterreinen is dan ook een logisch gevolg. Net als de gesprekken met de werknemers en de stad. OMGANG De inclusieve ambitie is afhankelijk van de manier waarop je met elkaar Als organisatie streven we naar een werkomgeving waarin iedereen zich thuis voelt en zichzelf kan zijn. Een diversiteit aan ervaringen, achtergronden en talenten in teams levert een belangrijke bijdrage aan oplossingen voor de maatschappelijke uitdagingen in onze stad. We vinden elkaar in onze gezamenlijke kernwaarden: verbindend, daadkrachtig en vernieuwend, dat is typisch Tilburgs. BUURTBEWONERS ALS PROGRAMMAMAKERS “Geen vooraf uitgestippelde plannen, maar een open gesprek met de buurt. Want zij weten als geen ander wat er speelt in de wijk en waar behoefte aan is”, vertelt Fleur Hubregtse (omgevingsmanager gemeente Tilburg) gedreven. “Andere vragen stellen en uitgaan van de kracht van de wijk, geeft een heel ander gesprek. Laat je als gemeente zien in de wijk en neem bewoners serieus. Geef hen de ruimte en zie tot wat voor moois dat kan leiden. Het maakt talenten zichtbaar, versterkt het eigenaarschap bij bewoners en is de motor voor onderlinge verbinding. Mensen voelen zich veel meer verantwoordelijk en betrokken en helpen elkaar. Een enorme impuls voor omgaat. De gemeente pakt hierin een voorbeeldrol. Gemeentesecretaris Aly van Berckel: “Iedereen brengt eigen competenties mee en levert een bijdrage aan onze organisatie en onze stad. Om die bijdrage te leveren, is het van belang dat alle collega’s zich senang en veilig voelen, dat ze met plezier aan het werk zijn en dat ze de ruimte voelen en krijgen om hun talent te ontwikkelen. Dat vertrouwen en die veilige omgeving vind ik van groot belang.” 76 N JONG&AMBTENAAR DE STAD de buurtgemeenschap. Ik ben er trots op om dat te zien gebeuren in de praktijk.” VERRIJKING “Diversiteit maakt Nederland zo’n mooi en sterk land”, gaat Younes Nahnahi (wijkregisseur en OR-lid gemeente Tilburg) verder. “Diversiteit gaat niet om overtuigen. Het is een gegeven, een vanzelfsprekendheid. Maar onbekend maakt onbemind. En daarom vind ik het fijn om als OR-lid vaste structuren bespreekbaar te kunnen maken. Zoals meer variabele feestdagen. Het Suikerfeest is voor mij als niet-christen bijvoorbeeld belangrijker dan Hemelvaartsdag. Meer diversiteit in de top van de organisatie is een ander voorbeeld. Ik vind het mooi dat dit soort zaken allemaal bespreekbaar zijn binnen onze organisatie.” Younes besluit zijn verhaal met een wijsheid van Victor Hugo (Franse schrijver 1802 – 1885) dat alles zegt. ‘Het opperste geluk in het leven is de overtuiging bemind te worden om wie je bent, of liever bemind wordt ongeacht wie je bent’. 77
Pagina 78
JONG&AMBTENAAR SNEL EEN STAP VERDER OP DE CARRIÈRELADDER Na haar stage dacht ze: tussen twee studies door tijdelijk aan de slag bij de gemeente Stichtse Vecht. Inmiddels werkt Marieke de Bruin daar bijna zes jaar, in vier verschillende functies. ‘ I k vind sporten leuk en heb aanleg voor bijna alle sporten. Maar er is geen sport waar ik echt in uitblink’, legt Marieke uit. Een carrière als beroepssporter zat er dus voor haar niet in. Maar zaken rondom sportbeoefening vormen een rode draad in haar carrière tot nu toe. ‘Tijdens mijn bachelor deed ik bij Stichtse Vecht onderzoek naar de sport- en beweegbehoefte van middelbare scholieren’, vertelt ze. ‘Toen ik klaar was, kreeg ik de vraag of ik niet wilde blijven, eventueel tijdelijk. Ik was van plan een master te doen, maar die bleek vol. Daarop besloot ik voorlopig te blijven en het volgende jaar mijn studie weer op te pakken.’ Ze werd consulent sport en sociaal domein. ‘Sport inzetten als middel om mensen verder te helpen op het gebied van werk, zelfredzaamheid of een gezonder leven. En ze mee te laten doen op diverse terreinen’, legt ze uit. UITDAGING ERAF Na een tijdje ging de uitdaging er wat af, en Marieke keek verder. ‘Ik hoefde dat amper aan te geven, of er werd mij wat nieuws aangeboden. Ik mocht me bezighouden met gebiedsontwikkelingen waar sportparken bij betrokken zijn en het realiseren van nieuwe sportaccommodaties. Daarnaast hield ik mij bezig met beleidstaken zoals de minimaregelingen voor sport. Die zorgen dat gezinnen met een laag inkomen ook de kans hebben om te sporten of een zwemdiploma te behalen.’ In een volgende functie maakte de (financiële) bedrijfsvoering 78 deel uit van Mariekes werk. ‘Onder meer het beheer van alle sportkredieten: het geld dat omgaat in sport, van investeringen in accommodaties tot aan sportstimulering. Al snel breidde dit zich uit met het stroomlijnen van de plannings- en verantwoordingsinformatie van het brede sociaal domein, alle door ons uitgevoerde wetten die te maken hebben met (jeugd)zorg, maatschappelijke ondersteuning, werk en straks ook inburgering.’ Dat werk doet ze nog op het moment dat we elkaar spreken, maar Marieke rent alweer door naar de volgende halte. Met een tussentijds behaalde master bestuurskunde op zak gaat ze zich nu voor de organisatie als geheel inzetten, als adviseur organisatieontwikkeling, niet uitsluitend voor het sociaal domein. ELKE KEER EEN STAP Marieke schrijft haar afwisselende loopbaan binnen één organisatie deels toe aan het 70-20-10 principe. ‘Dat komt erop neer dat je 70 procent van je tijd besteedt aan je primaire functie, 20 procent elders binnen de organisatie en 10 procent voor innovatie of persoonlijke ontwikkeling.’ Telkens gaf die regeling haar loopbaan een zetje. ‘Iedere keer als ik dacht dat ik misschien wat anders moest gaan doen, kreeg ik de mogelijkheid om er 20 procent van mijn werktijd iets totaal anders naast te doen. Om vervolgens door te stromen naar die functie. Zo maakte ik elke keer een stap.’ De laatste stap is wat Marieke betreft voorlopig nog niet gezet. NAAAM: Marieke de Bruuinn LEEFTIJD: 26 jaaarr FUNCTIE: advisseuur organisatieontwwikkeling BIJ: gemeeente Sttichtse Vecht OOPLEIDING: spportmanagement, hbo; bestuur- een organisatieweetteenscchhappep n, minor; besttuuu rrsskuundn e, master.
Pagina 80
JONG&AMBTENAAR WIJ ZIJN WATER; DIVERS EN UNIEK! nieuwe technologie neemt razendsnel toe. We zullen samen moeten uitvinden wat al deze ontwikkelingen precies voor ons betekenen. Daartoe halen we doorlopend nieuwe kennis en kunde naar binnen. N ederlanders hebben een sterke band met water. Dat geldt zeker voor de unieke regio van Waterschap Rivierenland, tussen de grote rivieren. Dat water biedt zoveel moois, maar maakt ook kwetsbaar. Met een tekort aan schoon water kunnen gewassen niet groeien. En kunnen we niet veilig zwemmen en varen. Te veel water kan huizen doen overstromen en de natuur schade toebrengen. Hoe zorgen we voor een goede balans met het water? Geen makkelijke opgave. Bij Waterschap Rivierenland werken we met z’n allen aan veiligheid, schoon oppervlaktewater, optimale waterstanden en sterke dijken. Water is krachtig en flexibel. Dat zijn wij ook. Als het water zich tegen ons keert tonen we onze kracht. Bij hevige regenval of vervuiling bijvoorbeeld. Dan weet iedereen wat hem of haar te doen staat. We zijn aanpakkers: met de handen uit de mouwen aan de slag. Tegelijkertijd zijn we flexibel. Altijd op zoek naar verbetering van onze organisatie, onze mensen en ons werk. De wereld om ons heen verandert snel. Klimaatverandering heeft enorme gevolgen voor ons landschap. Initiatieven van burgers, bedrijven en overheden raken vaker ons werk. En het belang van data en Het succes van onze organisatie staat of valt met de kwaliteit én de diversiteit van onze mensen. Rollen, talenten en drijfveren staan bij ons centraal. Iedereen werkt dáár waar ze vanuit hun talent de grootste bijdrage kunnen leveren aan de organisatie. Ieder mens is anders en levert een unieke bijdrage aan ons waterschap. Het maakt niet uit wat je geslacht, leeftijd, etniciteit of seksuele voorkeur is. Bij Waterschap Rivierenland willen we die verschillen erkennen en waarderen. Wij geloven in de kracht van diversiteit en inclusie, daarom is dit één van onze strategische speerpunten. Ons doel? Een organisatie zijn waar iedereen zichzelf kan zijn, waar iedereen gelijke kansen krijgt en alles uit zichzelf kan halen. Want als wij ons werk goed doen helpen we iedereen in ons gebied. Zo zijn wij elke dag in beweging om te zorgen voor de juiste balans in één van de mooiste waterrijke gebieden van Nederland. 80 JONG&AMBTENAAR MEEWERKEN AAN HET ALLERLEUKSTE PROJECT Niet alleen naar het stadhuis voor een paspoort of rijbewijs, maar ook voor schuldhulp, een baan of een kop koffie. ‘Het nieuwe Huis van de Stad wordt een ontmoetingsplek voor onze inwoners’, zegt Lotte Reijmerink-Kester. N NAAM: Lotte Reijmerink-Kester EEFTIJD: LLE 33 FFUUNCTIE: projectmanager pprrogramma’s en projecten BIJ: gemeente Amersfoort OPLEIDING: TU bouwkunde, richting vaastgoedontwikkeling I n Amersfoort werkt Lotte aan de voorbereiding van de bouw van dit voor de gemeente beeldbepalende gebouw. En monumentaal gaat het zeker worden, want het ontwerp komt van het befaamde Kraaijvanger Architects. ‘Ik ben een generalist in een technische wereld’, zegt Lotte. Volgens haar ‘kruipt het bloed waar het niet gaan kan.’ Na andersoortige vraagstukken is ze terug in het ruimtelijk domein. ‘Toen ik hoorde ik dat het project Stadhuis doorging, dacht ik: dit is het beste en leukste project waar ik aan kan meewerken.’ Behalve de al genoemde publieksbalie en andere instellingen (UWV, zorg- en welzijnsinstellingen) biedt het stadhuis straks plaats aan de raadszaal, werkruimten voor burgemeester en wethouders, en gemeenteambtenaren. En horeca. ‘De locatie is bij het spoor en het station, echt een prominente plek’, aldus Lotte. Als er niks tegenzit, kan in 2025 de eerste schop de grond in. Maar voor het zover is, moet er nog veel gebeuren. En Lotte heeft daarin een cruciale rol, als projectmanager. Op haar bureau komt heel veel samen. ‘Mijn taak is de gebruikerscoördinatie. Ik zette het participatieproces op en verzamel de wensen van collega’s, inwoners, bestuurders, raadsleden en andere gebruikers en houd hen op de hoogte.’ De informatie van de architect ‘vertaalt’ ze naar de gebruikers – en vice versa. Daarnaast is ze het 81 aanspreekpunt voor de organisatie en Amersfoorters. ‘Hebben ze vragen, dan komen die bij mij.’ ZO OPEN MOGELIJK ‘Het idee was dat in het programma van eisen het woord “renovatie” vervangen zou kunnen worden door “nieuwbouw”, maar zo eenvoudig is het niet. Er ontbrak een relatie met de visie op wat we willen zijn als gemeentelijke organisatie. Over hoe de relatie is met inwoners, ondernemers en instellingen, en de ambities die we hebben. Bij een onderhoudsrenovatie is dat minder aan de orde.’ Lotte hoopt dat het nieuwe stadhuis zo open mogelijk wordt. ‘Niet dat de medewerkers met een pasje achter de deur verdwijnen en je niks meer van hen ziet. Dat stimuleert niet bepaald de ontmoeting tussen overheid en inwoners.’ Rekening houdend met veiligheid en privacy moet het gebouw transparant worden. Vastgoedontwikkeling trok haar altijd aan, meer dan winkelcentra of commerciële kantoorgebouwen. ‘Ik zocht altijd werk in het onderwijs, de zorg en nu dan de gemeente. Vastgoed als beleggingsmiddel vind ik niet zo interessant. Gebouwen kunnen dienend zijn aan andere maatschappelijke doelen. Met die ambitie ben ik bij de gemeente gekomen.’
Pagina 82
JONG&AMBTENAAR Kwaliteitbewaker Julia Broere LOEIDRUK TIJDENS DE LOCKDOWN Wie in de gemeente Gooise Meren een dakkapel wil laten plaatsen, zou zomaar eens met Julia Broere (23) in contact kunnen komen. Julia is secretaris van de commissie ruimtelijke kwaliteit en erfgoed. S amen met twee architecten beoordeelt zij of zo’n dakkapel – of een ander kleinschalig bouwproject – in het straatbeeld past. Julia begon bij de gemeente als student, op een heel andere afdeling. Toen ze haar scriptie schreef, was ze op zoek naar een bijbaan en belandde op het klantcontactcentrum van Gooise Meren. ‘Ik wist niks over gemeentes,’ vertelt Julia, ‘behalve dat je er een rijbewijs of paspoort kon ophalen. Al snel kwam ik erachter dat de gemeente véél meer doet.’ Na het klantcontactcentrum kreeg ze een functie op de afdeling vergunningen. ‘Ik had aangegeven dat ik graag wilde doorgroeien. Ik wilde meer verdieping.’ En nu is ze dus secretaris. ‘ Ik zou ineens iets heel anders kunnen doen’ FEESTCOMMISSIE Julia’s sterke kant zit vooral in organiseren. ‘Dat vind ik gewoon het leukst. Ik doe het ook in mijn vrije tijd. Ik kom uit een heel groot gezin, met negen kinderen, en ik ben in mijn eentje de feestcommissie. Ik organiseer bijeenkomsten, een pubquiz, of een speciale verjaardag met een speech.’ Die liefde voor organisatie komt terug in haar werk als 82 secretaris. ‘Ik doe de voorbereiding van de bespreking, ik schrijf de notulen, en ik werk de adviezen van de architecten uit en handel ze af.’ LOEIDRUK Tijdens de lockdown werd het voor de commissie loeidruk. Haast iedereen wilde verbouwen. ‘En die mensen komen allemaal bij ons terecht. Zij doen een aanvraag en wij nodigen ze uit. Het is dus ook mogelijk om erbij te zijn als wij de aanvraag bespreken.’ Inmiddels is Julia alweer bezig met haar volgende stap binnen de gemeente. Ze wordt opgeleid tot casemanager Wabo. ‘Een casemanager begeleidt een vergunningsaanvraag en onderhoudt nauw contact met de aanvrager. Die toetst het plan aan de regels die gelden in onze gemeenten. We hebben veel beschermde dorps- en stadsgezichten, zoals we dat noemen, dus moet de casemanager heel goed onderzoek doen. En uiteindelijk stuurt hij of zij een advies naar de commissie waar ik momenteel secretaris van ben.’ Julia’s werk heeft haar blik op dorpen en steden veranderd, zegt ze. ‘Als ik wandel, vallen me andere dingen op. Ik krijg meer verstand van gebouwen, monumenten, hoe een straat is ingedeeld. Daardoor wordt het steeds interessanter.’ En ook de gemeente als werkgever bevalt haar zeer. ‘Wat ik hier zo fijn vind, is dat ik alle kanten op kan. Ik zou ineens iets heel anders kunnen doen. Binnen het sociaal domein werken, bijvoorbeeld. Misschien word ik ooit afdelingsleider. Die mogelijkheden zijn er, en worden hier ook echt gestimuleerd. Daarom heb ik niet de drang om voor een grotere overheidsinstantie te werken. Ik zit hier goed.’ NAAAMMA : JuJulilia Brroeoereer LEEEFTITIJDDJ : 23 FUUNCNCTIT E:E sece reer tataris commissiee ruiiu mtm ele ijjke kwalil teitti en erre fggoeo d BBIJ: geememeene tete Gooooisise MeMereren STTUDIEEI : owo, bbaachhc elorr Europese e sttuddieies
Pagina 84
JONG&AMBTENAAR AMY BINDT DE STRIJD AAN MET WONINGNOOD Haar vader zit in de bouwwereld, dus de appel valt niet heel ver van de boom. ‘Maar waar hij bezig is met de technische kant, vind ik zelf vooral de sociale kant fascinerend’, vertelt Amy van Eijk, junior projectleider ruimtelijke ontwikkeling. D at verklaart waarom ze na haar bachelor haar studie een andere richting gaf. ‘Ik was altijd al geïnteresseerd in architectuur, maar kwam er snel achter dat het niet zozeer de bouwkunst zelf is die me aanspreekt, maar de stad, de wijk, het dorp eromheen’, zegt Amy. ‘Ruimte heeft zo veel aspecten: de bebouwing, maar ook de mensen, het groen, hoe de straat ligt, de sociale achtergrond, de historie van een plek.’ Alle facetten waar ze op de universiteit mee bezig was, komen bijeen in haar huidige functie als junior projectleider ruimtelijke ontwikkeling. Amy, die eerder stage liep in Amsterdam, ziet in het werken voor een relatief kleine gemeente veel voordelen. ‘De contacten zijn informeel. Je kunt bij de wethouder binnenlopen, mocht dat nodig zijn. En je staat dicht bij de inwoners. De lijntjes zijn kort, wel zo prettig.’ HOGE NOOD In de regio Arnhem-Nijmegen kan ze zich de komende jaren professioneel uitleven. Er zijn tot 2050 zo’n 50.000 extra woningen gepland, waarvan 15.000 tot 18.000 sociale huurwoningen. De nood in de steden is hoog, weet Amy, die eerst in Nijmegen woonde. Deze studentenstad staat in de top-drie van steden met het grootste woningtekort van Nederland. ‘Maar in de dorpen spelen de tekorten net zo goed, vooral voor starters en senioren’, zegt Amy erbij. ‘Veel huizen in onze kleine kernen worden bewoond door ouderen, die geen kleinere woning vinden. Dat zet een rem op de doorstroming, waardoor jongeren weer langer bij hun ouders 84 NAAM: Amy van Eijkk LEEFTIJD: 25 jaar FUNCTIE: junior projectleidder ruimtelijke ontwikkeliingn BIJ: gemeente Beuningen OPLEIDDIING: ruimtelijke ordene ing en planologie, bachelor; sociale geoogrg affiee, master; stedenboouww en arcr hitectuur, Acade imim e voorr Bouuo wkw unsst, miinorr. JONG&AMBTENAAR wonen. Zo loopt het hier aan alle kanten vast.’ Beuningen gaat voor een plaats van die omvang een stevig aandeel leveren in de regionale bouwproductie: ‘De gemeente wil van 26.000 naar 30.000 inwoners in 2040. Een kwart van de nog te bouwen woningen moet sociale huur zijn. Als gemeente proberen we te sturen op betaalbaarheid van woningen. Dat is iets waar ik me vanuit mijn werk graag hard voor maak. Het draait het om het algemeen belang; minder op geld in het laadje krijgen.’ CLUBJE Een mooie ontwikkeling vindt Amy het steeds meer voorkomende collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO). Een clubje toekomstige bewoners laat dan samen woningen bouwen. Ze organiseren zich in een stichting of vereniging, en zijn van meet af aan betrokken bij de ontwikkeling en bouw. ‘Vaak zijn CPO-projecten erop gericht om inwoners voor het eigen dorp te houden’, legt ze uit. Zelf heeft ze er een onder haar hoede. ‘Maandelijks zit ik daar aan tafel. Vaak gaat het over procedures. Ik kijk hoe het gaat, of de toekomstige bewoners tegen obstakels aanlopen, en of ik ze ergens bij kan helpen. Als gemeente bouwen we niet zelf, maar we hebben wel een faciliterende rol.’ Zelf woont ze niet in nieuwbouw. ‘Nee, wij hebben een klushuis gekocht’, vertelt ze. Kijk, en dan komt het mooi uit dat je, zoals Amy, veel van bouwen en wonen weet. 85
Pagina 86
TIPS VOOR HYBRIDE WERKEN ZAK NIET IN, PRAAT EROVER! Hoewel de treinen zich in de loop van het jaar weer vulden en de snelwegen weer lekker volgelopen zijn met woon-werkverkeer, is inmiddels wel bijna iedereen ervan doordrongen dat thuiswerken blijvend onderdeel zal uitmaken van ons werkend leven. Hybride werken, dus zowel thuis als op kantoor, wordt het nieuwe normaal. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben aangegeven dat de overheid ambtenaren gaat stimuleren vaker thuis te werken. Veel werkenden zien de voordelen, maar ervaren het in sommige opzichten ook als last. Het scheelt al, dat voor de meeste kenniswerkers niet meer de hele tijd in de werkkamer thuis of aan de keukentafel doorgebracht hoeft te worden, maar dat we een deel van de werktijd naar kantoor mogen. Aan de positieve kant staat dat thuiswerken reistijd spaart, en 86 dat we onze tijd flexibeler kunnen invullen en soms productiever zijn. Maar een van onderdelen van het hybride werken die sommigen kunnen missen als kiespijn, is het digitaal vergaderen. Jonge en vrouwelijke ambtenaren zijn er negatiever over dan anderen, leert onderzoek van de Radboud Universiteit en Binnenlands Bestuur onder vijfduizend ambtenaren. TEAMS-GEVOEL Velen gaven bij de beantwoording van de vragen aan dat het werkplezier soms lijdt onder het ‘Teams-gevoel’. Een praatje op de gang of bij de koffieautomaat is voor ons als sociale JONG&AMBTENAAR MENTAAL GEZOND Zorgen voor je mentale gezondheid is net zo belangrijk als voor je fysieke gezondheid. Als je je goed voelt, helpt dat je om beter om te gaan met de onzekerheid van deze tijd. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Creëer regelmaat en structuur. Zorg voor het behoud van je dagelijkse structuur door op een normale tijd op te staan en te gaan slapen, te douchen en je aan te kleden. Eet en drink op je gebruikelijke momenten. Houd zo goed mogelijk vaste werktijden aan. Stop op tijd zodat je niet het gevoel hebt dat het werk nooit ophoudt. Maak een goede planning, stel doelen voor de dag en probeer je daar zo veel mogelijk aan te houden. Neem regelmatig pauze en wissel activiteiten af. Het afwisselen van concentratietaken en andere activiteiten helpt om een goede balans te houden. Ook regelmatig pauzeren is belangrijk om het vol te houden. Zet pauzes gewoon in je agenda! Werk als het kan in een aparte ruimte. Daar is rust waardoor je effectiever en geconcentreerder kunt werken. Praat met anderen over wat je bezighoudt. Vraag hulp als je denkt dat je mentaal aan het ‘inzakken’ bent. Spreek regelmatig (online) af met collega’s om een goede band te houden. Vraag om professionele hulp als je denkt dat dit nodig is. Schaam je niet: je leidinggevende of werkgever zit niet op ziekmeldingen te wachten. Maak afspraken met huisgenoten. Wanneer je samenleeft met anderen, maak dan goede afspraken. THUISTIPS Voor werkgevers bij de overheid wordt het nog een hele klus om het hybride werken op termijn naar ieders tevredenheid in te richten. Zelf kun je er ook aan bijdragen dat het lekker loopt zodat je je minder ‘overgeleverd’ voelt aan veranderde omstandigheden. Het Arboportaal van de rijksoverheid heeft tips voor je. 1. 2. 3. 4. 5. Plan je dag. Begin de dag zoals je altijd doet; zet je wekker, sta op en volg je dagelijkse routine. Probeer op een vaste tijd te beginnen met werken. Zorg voor een goede planning: stel jezelf duidelijke taken en baken je tijd af. Neem vaak een korte pauze. door regelmatig pauze te nemen houd je het werk beter vol. Beweeg voldoende. Verander regelmatig van zithouding en neem daarbij een korte pauze van bijvoorbeeld 20 seconden. Sta zeker ieder uur op en loop dan bijvoorbeeld even rond of haal wat te drinken. Doe tussendoor iets ter ontspanning. Dit helpt je los te komen van je werk. Maak eventueel gebruik van een app voor ontspanningsoefeningen. Laat de hond uit als je die hebt of loop een ommetje. Houd contact met je collega’s en leidinggevende. Maak afspraken over wat er precies van je wordt verwacht. Geef aan je leidinggevende aan of je knelpunten ervaart in je werk. Zorg ook voor persoonlijk contact met collega’s. Organiseer bijvoorbeeld een online koffiemomentje of een vrijdagmiddagborrel. dieren kennelijk belangrijker dan we voorheen beseften. Vooral vrouwen blijken minder positief over de spontaniteit van digitaal overleg, zeggen de onderzoekers. Zulke vergaderingen blijken energieslurpers. Meer dan mannen zijn vrouwen verder van oordeel dat digitaal overleggen ten opzichte van fysiek overleggen een negatieve invloed heeft op de fysieke gezondheid. Ook jongere respondenten zijn kritisch, aldus de onderzoekers. Zij zijn vaker dan hun oudere collega’s van mening dat de creativiteit lijdt onder het digitaal overleggen. Er komt naar hun idee minder uit brainstormen. Daarnaast vinden zowel jongeren als vrouwen het lastig zich te profileren voor het scherm. VERTROUWEN EN LOSLATEN Voor leidinggevenden betekent het thuiswerken ook een 87 hele omslag. Niet alleen omdat ze het zelf vaker moeten doen, maar ook omdat ze hun aansturing moeten veranderen. Geen ‘management by walking around’ dus. Dat is niet iets wat je bedenkt en de volgende dag meteen vlekkeloos uitvoert, zegt Gonny Vink, oprichter en trainer van Work21. Dit bureau helpt en adviseert organisaties bij digitalisering van werkprocessen en nieuwe vormen van samenwerken. Het heeft Gonny verbaasd hoe snel mensen en organisaties zich aanpasten aan de nieuwe realiteit. ‘Het is een keuze, waarbij je elkaar moet vertrouwen, moet durven loslaten, en moet bedenken wie jij wilt zijn als leider’, schrijft ze in haar in boek Leidinggeven op afstand (2019). Eerste voorwaarde is natuurlijk dat de technologie op orde is. Heldere afspraken moeten het werkbaar maken voor alle betrokkenen.
Pagina 88
JONG&AMBTENAAR Data-analist Dilara Ercan MEER POWER MET PYTHON Van het voorkomen van vierkante tramwielen tot financieel toezicht van de provincie op gemeenten. De vraagstukken waar data-analist Dilara Ercan bij de provincie Utrecht haar tanden in zet, zijn telkens anders. G rote hoeveelheden complexe informatie analyseren en daar nieuwe inzichten uit putten. Als consultant bij een Big Four-kantoor hield Dilara zich daar al mee bezig. Een half jaar geleden kreeg ze een nieuwe baan bij de provincie Utrecht. De cultuur bij de overheid is anders dan in de consultancy, merkte ze, maar stond ook niet heel ver van haar af: ‘Als consultant hield ik me onder meer bezig met advies aan overheden en overheidsorganen. De mensen die ik in die periode tegenkwam, vond ik meteen sympathiek.’ Haar team ‘Data Kennis en Inzicht’ voelde dan ook als een warm bad: ‘Mijn collega’s zijn echt een voorbeeld van hoe de overheid zich positief ontwikkelt. Ons team is jong en dynamisch. We werken er samen aan dat datagedreven werken de norm wordt binnen de provincie. We passen ook nog eens goed bij elkaar, wat karakter en vaardigheden betreft.’ Een van interne opdrachtgevers waar Dilara verhoudingsgewijs veel tijd in stopt, is het provinciaal trambedrijf: de trams naar Nieuwegein, IJsselstein en de Uithof. ‘Beheer en onderhoud daarvan vallen onder de provincie. Dat werk vult een groot deel van mijn week en vraagt dagelijks om allerlei verschillende types analyses. Het trambedrijf beschikt over enorm veel data. Eén tram heeft al bijna duizend sensoren, die van alles meten. En ook de rails zitten er vol mee.’ VIERKANTE WIELEN Eenmaal geanalyseerd leveren de data allerlei inzichten op. ‘Bijvoorbeeld antwoord op de vraag waarom tramwielen last 88 krijgen van slijtage, ook wel “vierkante wielen” genoemd. Er zijn ongelooflijk veel externe en interne factoren die een rol kunnen spelen. Aan mij dan de vraag om te kijken wat de belangrijke indicatoren zijn die op de oorzaak wijzen. Dat kan veel geld kan besparen, en ook schelen in overlast.’ ‘ Eén tram heeft bijna duizend sensoren, die van alles meten’ De analysesoftware Power BI en de programmeertalen SQL en Python zijn Dilara’s ‘gereedschap’. Haar werk gaat van hard programmeren tot analyses maken, met de belangrijkste indicatoren overzichtelijk gepresenteerd voor eindgebruikers. ‘Met Power BI kunnen collega’s zelf op onderzoek uit met mijn analyses. Is er veel rekenkracht nodig, dan programmeer ik met Python.’ Een ontwikkeling waar ze echt naar uitkijkt, is de introductie van natural language processing. Een combinatie van taalkunde en kunstmatige intelligentie, die op schrift gestelde menselijke taal begrijpt en produceert. Met bij wijze van spreken één druk op de knop kan software stapels documenten doorploegen. Dilara ziet alweer de winst: ‘Dat gaat collega’s veel tijd besparen.’ NAAAMA : Dilara Ercr ann LEEFTIJDJ : 25 jaaj ara FUUNCTIE:E data-analisst BBIJ:J prrp ovincie Utrer chc t OOPPLEIDDINNG:G Internationo al Buusiinen sss Admmd ini istrratiooi n, ba-chele or. InInfof rmmatta ionManageg - ment, mmaastter. Data Sciene cec , post-masa ter. Internatioonnal PPooliitical Economy,y mini orr.
Pagina 90
JONG&AMBTENAAR WAKEN OVER DE PRIVACY VAN INWONERS Burgers mogen dan zelf soms losjes omgaan met hun privacy en persoonsgegevens, de overheid en het bedrijfsleven kunnen zich dat niet veroorloven. Heleen Henneke, trainee bij de gezamenlijke werkorganisatie van de Noord-Hollandse gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo, waakt daarover. S inds 2018 geldt in de hele EU dezelfde privacywetgeving voor overheden en bedrijven: de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Een wet die organisaties de nodige zweetdruppels opleverde. Maar een paar jaar verder zijn de meeste een stuk verder in de toepassing ervan, ervaart AVG-specialist Heleen Henneke. ‘Verbeteringen waren hard nodig en veel organisaties hebben daar echt hun best voor gedaan. Er is veel meer kennis van de wet- en regelgeving. Organisaties kunnen nu groeien en zich meer richten op bewustwording. Zo ook de BUCH-gemeenten, waar we echt bezig zijn met de volgende stappen.’ Heleens werk gaat veel verder dan het checken van vinkjes die aan en uit staan bij de verwerking van gegevens in gemeentelijke systemen. ‘Mijn werk is zo divers als je maar bedenken kunt: van adviseren op bepaalde processen die de gemeenten willen inrichten, zoals bijvoorbeeld de nieuwe Wet inburgering die in 2022 ingaat en waarvan gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering, tot het geven van presentaties aan collega’s. Ik overleg en wissel kennis uit in regionetwerken. Verder buig ik me over verzoeken van inwoners die inzage willen in gegevens of verwijdering daarvan. Of over vergunningaanvragen waar collega’s of inwoners iets over willen weten met betrekking tot de AVG. Dat het werk elke dag anders is, maakt het ook zo leuk.’ VLUCHTELINGENWERK Tijdens haar opleiding sociaal juridische dienstverlening aan de Hogeschool van Amsterdam wist Heleen al dat ze niet 90 voortdurend bezig wilde zijn met wetteksten en de toepassing daarvan. ‘Die opleiding is heel veelzijdig en mijn interesses zijn breed. Maar ik wist al snel dat ik er vooral voor mensen wilde zijn.’ Die voorkeur bracht ze al in de praktijk tijdens haar stage en later tijdens vrijwilligerswerk bij Vluchtelingenwerk. ‘Ik heb veel affiniteit met de doelgroep en kreeg er energie van dat ik er voor asielzoekers en vluchtelingen kon zijn in een moeilijke periode.’ Ze gaf voorlichting aan nieuwe bewoners over de asielprocedure en ondersteunde hen tijdens het contact met de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Vluchtelingen die in Nederland mochten blijven, ondersteunde ze met aanvragen voor gezinshereniging. Bij Vluchtelingenwerk bouwde Heleen meteen aan een stevig fundament voor haar huidige baan: ‘Ik deed onderzoek naar JONG&AMBTENAAR NNAAAMMA : HeH leleeenn Heennneneke LELEEFTIT JDD: 24 FUNCT E: tra nee pr officeofficer de AVG en de manier waarop die in drie asielzoekerscentra werd uitgevoerd. Toen drong tot me door dat ik privacy een interessant werkgebied vind. Dus eenmaal afgestudeerd heb ik gezocht naar een functie die daar bij past. Bij Vluchtelingenwerk had ik direct contact met de nieuwkomers. Nu vind ik het mooi om er voor de inwoners en collega’s te zijn.’ EÉN VAKGEBIED Waar trainees vaak van opdracht naar opdracht hoppen, beperkt Heleens traineeship zich tot de AVG en privacy. ‘Het vakgebied op zich is al zo divers. Je moet van elk gemeentelijk proces en vakgebied binnen de gemeente een beetje kennis hebben. Maar je moet ook goed kunnen netwerken en de juiste mensen benaderen om bepaalde adviezen voor te leggen. Voor mij is het uitstekend dat het 91 UNCTIE: traine privac cy BIJ: BUCH (werkorganisatie gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum, Heiloo) OPLEIDING: hbo sociaal juridische dienstverlening, traineeship is gericht op één gebied, in plaats van een beetje op meerdere vakgebieden. Dat geeft me de kans tot verdieping.’ Heleen wil na haar traineeship liefst bij haar huidige werkgever blijven. ‘Ook al omdat ik niet voor één maar voor vier gemeenten werk, met allemaal hun eigen gemeenteraad en college – en dus ook hun eigen wensen. Er is voldoende uitdaging en er zijn mogelijkheden voor groei. Mijn inbreng en ideeën doen ertoe en ik kan mijn talenten inzetten.’
Pagina 92
JONG&AMBTENAAR ‘Je moet je moment pakken’ METEEN MAAR GEBOMBARDEERD TOT CHEF STIKSTOF Tom Verputten is nu ruim een jaar adviseur milieu bij de gemeente Tilburg. Daarvoor werkte hij bij de Omgevingsdienst Zuid-Oost Brabant als adviseur fysieke leefomgeving. De sfeer en de begeleiding waren daar prima, maar het werk was vooral uitvoerend. Tom is ook een beleidsman. N et als bij de Omgevingsdienst houdt Tom zich in Tilburg bezig met een veilige en gezonde leefom geving, met thema’s als stikstof, luchtkwaliteit, geluid, gevaarlijke stoffen. Maar nu is hij meer integraal met deze onderwerpen aan de slag. Hij wil ook bij de allereerste plannen van gemeentelijke afdelingen meteen meepraten, zodat daarin al vanaf het begin rekening gehouden wordt met het milieu en de gezondheid van de Tilburgers. Tom: ‘Meestal worden bij gemeenten eerst plannen gemaakt en wordt daarna het team milieu erbij betrokken, om te kijken of alles vanuit milieu-oogpunt mag. Met als gevolg dat wij vaak “nee” verkopen, vanwege alle wetten en regels. De milieuadviseur moet dan steeds politieagent spelen. Daarom wil ik liever eerder meepraten.’ GEVAARLIJKE LPG-TREINEN Als voorbeeld noemt hij de Tilburgse woningbouwopgave. Tot 2030 moeten er binnen de gemeentegrenzen 15.000 woningen worden gebouwd. Hoe kan dat op een veilige en gezonde manier? Tom: ‘Groot probleem in Tilburg is, net als in veel andere steden, dat de plekken waar nog ruimte is voor woningen moeilijke locaties zijn. Dus langs het spoor, 92 waar onder andere gevaarlijke lpg-treinen rijden, of naast de snelwegen, met veel lawaai en uitstoot.’ Een ander voorbeeld is het nieuwe gemeentelijke verkeersplan waar hij bij betrokken wil zijn. Dat plan moet tot 2040 gelden. Het team Mobiliteit ontwikkelt dit plan nu en Tom wil dat gezondheid en milieu gelijk worden meegenomen. ‘Dit doen we door te berekenen wat de effecten van de verschillende scenario’s en alternatieven uit het plan zijn op de lokale geluidoverlast en luchtkwaliteit. En kun je Tilburgers letterlijk in beweging krijgen, op de fiets of lopend, als je sleutelt aan het plan? Zo kunnen gezondheid en milieu uiteindelijk worden meegewogen in de besluitvorming.’ STIKSTOFCRISIS Het blijft allemaal nog wat onwennig voor de andere teams, het team Milieu dat proactief meepraat bij het maken van plannen op dit schaalniveau. ‘Je moet inderdaad je moment pakken’, zegt Tom daarover. ‘Als “politie-agent” word je niet meteen overal met open armen ontvangen. Behalve als zich onderwerpen aandienen waar werkelijk niemand iets van afweet, zoals nu met de stikstofcrisis. Over dat onderwerp weet iedereen binnen de gemeente mij te vinden, ik ben meteen “benoemd” tot chef stikstof in Tilburg.’ NAAMA : Tom Verpputten LEEFTIJD: 28 jaar FUNCTIE: adviseur milieu BIJ:J gemeente Tilburg OPLEIDING: consn trruction management and engineering, TUU Einndhd oven
Pagina 94
JONG&AMBTENAAR Zweren of beloven kan ook online BEËDIGING IS GEEN FOLKLORE Kies je voor een functie als ambtenaar? Dan moet je als nieuwe medewerker een formele handeling verricht: de eed of de belofte afleggen. ijdens de eed- of belofteaflegging worden de normen en waarden die voor jou als ambtenaar gelden expliciet onder de aandacht gebracht. Een formeel moment dus, met de bedoeling je bewust te maken van de integriteitsrisico’s van je functie. Als ambtenaar heb je een bijzondere positie in de samenleving. Met het afleggen van de eed of belofte benadrukt je nog eens extra dat je dit ook zult doen. Onkreukbaar en betrouwbaar moet je zijn. Je mag je bijvoorbeeld niet laten omkopen of beïnvloeden. Als ambtenaar beloof/zweer je onder meer dat je je zult houden aan de Nederlandse wetten, dat je onpartijdig bent, dat je geen misbruik maakt van je positie, dat je zorgvuldig omgaat met informatie (die andere mensen misschien nog niet hebben), dat je het vertrouwen dat burgers in je hebben niet zult beschamen, en dat je je afvraagt of je handelen moreel ook door de beugel kan. T VERSCHIL EED EN BELOFTE Je hebt de keus tussen de eed en de belofte. Je mag zelf kiezen welke je aflegt. Het verschil heeft te maken met je levens- en geloofsovertuiging. Bij een eed zweer je op de Bijbel en God; bij de belofte niet. Het letterlijke verschil zit hem vooral in de laatste zin van de eed of belofte. Bij de eed is dit: ‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig’. Bij de belofte spreek je uit: ‘Dat verklaar en beloof ik.’ Beide formules zijn juridisch gelijk. De eed of belofte wordt zo snel mogelijk, in ieder geval binnen drie maanden na indiensttreding, afgenomen bij medewerkers met een vast of tijdelijk dienstverband. Medewerkers die niet in dienst zijn bij de gemeente, zoals inhuurkrachten, ondertekenen een verklaring. Daarin staat dat zij de integriteitsregels zullen naleven. Vaak maakt de beëdiging deel uit van een introductiebijeenkomst. Hoe moet dat als je door corona thuis moet werken en niet op kantoor mag komen? Sommige organisaties stellen de eedaflegging uit. Maar steeds vaker zorgen ze ervoor dat 94 de beëdiging ook online kan plaatsvinden. Bauke Jonkmans en Johri Maat, allebei integriteitscoördinator bij de Rijksoverheid, zeggen hierover: ‘Online betekent geen afscheid van details: de woordkeuze, in de camera kijken en de juiste formule zijn van belang.’ JUISTE HOUDING IS BELANGRIJK In een gezamenlijke blog benadrukken zij ook de juiste houding: ‘Bij de eed moet de rechterhand met de wijs- en middelvinger worden opgestoken (tenzij fysiek niet mogelijk), als verwijzing naar God en (vader)land.’ Jonkmans en Maat benadrukken dat het not done is de eed of belofte af te raffelen. ‘Juist de hoorbaarheid voor collega’s vormt een meerwaarde. De collega conformeert zich hiermee aan de mores van het collectief.’ JONG&AMBTENAAR MET CV EN MOTIVATIEBRIEF MAAK JE HET VERSCHIL De strijd om talent mag dan op de arbeidsmarkt in alle hevigheid losgebarsten zijn, voor je droombaan moet je toch echt goed je best doen. N aast het zoeken van vacatures moet je ook een mooi cv opstellen, en een goede motivatiebrief schrijven. En dat vinden de meesten toch nog best moeilijk. We helpen je een handje. En we vertellen ook wat je niet moet doen! INTERVIEW JEZELF Kijk naar de vacature en houd een interview met jezelf. Wat lijkt je leuk aan de baan en waarom zou die jou op het lijf geschreven zijn? Wat vind jij belangrijk in het leven, wat houd je bezig? Antwoorden op die vragen moeten aan bod komen in je motivatiebrief. Je kunt daarvoor jezelf interviewen, of een huisgenoot serieus vragen laten stellen. Schrijf mee met de antwoorden. SIMPEL EN NIET OVERDADIG Ben je een hartstochtelijk tafeltennisser, of ga je in je vrije tijd graag diepzeeduiken? Iets prijsgeven over wat je privé doet, is niet verboden. Maar recruiters kijken toch echt het liefst naar reacties die ingaan op de vacature en je eigen kwaliteiten en competenties. Als je het kort kunt houden, noem dan ook eventuele prestaties. Dat je op hoog niveau sport of een expert bent op het gebied van zeepaardjes, kun je vast nog een keer aan de collega’s te vertellen, als je eenmaal aangenomen bent. • Maak er geen opstel van, maar wees bondig. Twee of drie alinea’s zijn genoeg. • Zorg dat je je alinea’s goed benut en val niet in herhaling. • Probeer een beetje origineel te zijn. Niet met een gepimpte motivatiebrief, maar door standaardzinnetjes te vermijden. Neem de lezer van je brief (je weet niet wie dat zal zijn) mee en schrijf pakkende (niet te lange) zinnen. • Gebruik informatie uit de vacature en zeg waarom die jou aanspreekt. LET OP DETAILS EN VERMIJD TAALVOUTJES Let op spelling, maar ook op details zoals het goed schrijven van de naam van de persoon tot wie je je moet richten. Eén of keer ‘s’ in Jansen? Hoort er ‘van’ tussen voor- en achternaam? 95 Schrijf je een open sollicitatie? Probeer dan de naam van de personeelsfunctionaris te achterhalen (al wordt dat door de privacywetgeving steeds lastiger). Degene die het info-adres beheert, heeft meer te doen dan jou aan werk helpen. SNEL SCANNEN CV Een cv moet snel te scannen zijn. Daar wordt met een schuin oog overheen gegaan, maar het moet er wel piekfijn uitzien en liefst een beetje in het oog springen. • Het cv moet één, maximaal twee A4’tjes beslaan. Noem zo veel mogelijk de skills die relevant zijn voor de vacature. Al je bijbaantjes hoeven er niet bij. • Laat een goede, neutrale foto maken en zet die bovenaan je cv. Niet te groot, en geen showportret of vakantiekiekje. • Zorg dat je cv mooi opgemaakt is. Een kleurtje, een verzorgde lay-out. • In je cv mag je wel iets kwijt over je vrijetijdsbesteding. Hier wordt juist je maatschappelijke betrokkenheid bij het Rode Kruis zeer gewaardeerd, of je schaakkunst op hoog niveau. • Als je net een mondje vakantie-Duits kent, wek dan niet de indruk dat je native speaker bent. Poch en overdrijf nergens over. Regelrecht liegen kan je later opbreken en, bij een echte leugen, zelfs op ontslag komen te staan!
Pagina 96
JONG&AMBTENAAR WERKEN AAN EEN FANTASTISCHE PROVINCIE UTRECHT Wij willen dat iedereen in de provincie Utrecht fantastisch woont, werkt en leeft. Daar werken we aan bij de provincie Utrecht. Door bij te dragen aan een fijne en gezonde leefomgeving, met waardevolle natuur en schoon water, levendige steden en dorpen, veilige en duurzame mobiliteit, duurzame energie voor iedereen én met een sterke economie. Elke collega draagt bij aan ons gezamenlijke resultaat. Jij straks ook? e werkt bij de provincie voor het middenbestuur, tussen het Rijk en de gemeenten in. Veel provinciale taken zijn onderwerpen die een regionale aanpak nodig hebben. Denk aan natuur, landbouw, milieu, energie, klimaat, ruimtelijke ordening, economie, recreatie, cultuur, erfgoed, openbaar vervoer, regionale (vaar)wegen, verkeersveiligheid en het toezicht op gemeenten. We werken op deze onderwerpen veel met elkaar samen. Niet alleen intern, maar ook buiten de organisatie werken we veel samen met gemeenten, het Rijk, waterschappen, organisaties, bedrijven en inwoners. Bijvoorbeeld door scholen te helpen met het aanleggen van zonnepanelen op het dak, bushokjes te verduurzamen, en ons ervoor in te zetten J dat nieuwe woningen op een duurzame, toekomstbestendige en energieneutrale manier worden gebouwd. WERK AAN JOUW TOEKOMST BIJ DE PROVINCIE UTRECHT! Je krijgt bij ons de ruimte voor jouw ontwikkeling. Er is een persoonlijk ontwikkelbudget, en we bieden genoeg doorgroeimogelijkheden. Om jonge collega’s met elkaar in contact te brengen is er speciaal voor medewerkers onder de 36 jaar de personeelsvereniging Jongstleden. Regelmatig start er een nieuwe lichting trainees bij de provincie. Als trainee volg je een uniek programma gericht op jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling, terwijl je werkt op een plek in de organisatie die bij jou past. Ook buiten het traineeship om werken er veel getalenteerde en gedreven jonge mensen bij onze organisatie. Sommigen van hen startten ooit als stagiair(e). Op zoek naar een interessante (afstudeer)stage? Stuur ons je open sollicitatie! Bekijk www.werkenbijprovincieutrecht.nl voor meer informatie over onze vacatures, stages en het traineeship! 96 JONG&AMBTENAAR PROVINCIEMEDEWERKERS AAN HET WOORD NAAM: NAAM: Nicolette LEEFTIJD: 28 WOONPLAATS: Amsterdam NAAM: NAAM: Mark LEEFTIJD: 23 WOONPLAATS: Nijmegen FUNCTIE: Beleidsmedewerker Burgemeestersaangelegenheden “In mijn werk adviseer ik de commissaris van de Koning over ontwikkelingen in het ambt van burgemeesters. Ik draag bij aan het onderhouden van contact met onze 26 gemeenten op het gebied van (her)benoemingsprocedures, klankbordgesprekken en algemene advisering. Mijn proactieve en resultaatgerichte werkhouding komt hierbij goed van pas!” “Ik ben bij de provincie begonnen als trainee. Door het traineeship vergroot je niet alleen je kennis, maar werk je ook aan je persoonlijke vaardigheden. Zo heb ik door mijn werk nog meer kunnen leren over openbaar bestuur en hoe beleid tot stand komt!” FUNCTIE: Trainee Omgevingsmanagement “Ik werk voor het programma Gezond en Veilig aan een meer integrale en gebiedsgerichte aanpak. Mijn werk is inhoudelijk erg breed: bereikbaarheid, luchtkwaliteit, geluidsoverlast van verkeer en duurzaamheid komen allemaal aan de orde. We adviseren gemeenten bij hun plannen en omgevingsvisies. De provincie is met de komst van de Omgevingswet zoekende naar haar rol. Hoe passen we onze kennis en kunde het beste toe, en hoe kunnen we gemeenten helpen met hun verbrede takenpakket?” “Ik vind het fijn om als trainee bij de provincie te werken. Ik heb een startersfunctie binnen mijn team en kan daar ervaring opdoen en leren van collega’s, maar tegelijkertijd zit ik ook in een groep met andere jonge mensen. En je krijgt bij de provincie veel ruimte om zelf je rol vorm te geven.” 97
Pagina 98
JONG&AMBTENAAR Netwerken en gezelligheid met leeftijdgenoten OP DEZELFDE GOLFLENGTE Jonge ambtenaren komen graag in contact met generatiegenoten die ook voor de overheid werken. Ze willen een netwerk opbouwen; om professionele, maar zeker ook om sociale redenen. anou Albers, Jorieke Nielen en John Posthumus kunnen hierover meepraten. Ook zij hadden ooit die behoefte, en inmiddels zijn ze alle drie lid van zo’n netwerk. Janou zit bij Hartmans Netwerk, een landelijk en klein netwerk. ‘Ik kwam er terecht via een collega. Die was zelf ook lid geweest en was er heel enthousiast over. Ze raadde me aan om te solliciteren.’ Omdat Hartmans de groep liever klein houdt, kan niet iedereen zich zomaar aansluiten, legt ze uit. ‘We hebben een clubje van 21 mensen, verdeeld over drie lichtingen. Elk jaar stromen zeven leden door naar het volgende jaar. Door die kleinschaligheid leer je elkaar ook echt goed kennen. Het coronajaar hebben we trouwens niet mee laten tellen, dus ik ben straks stiekem vier jaar lid geweest.’ Hartmans is voor Janou een manier ‘om buiten het gemeentehuis te treden’. ‘Omdat het een landelijk clubje is, komen de leden uit alle hoeken van Nederland. Zo kan ik mijn horizon verbreden. Nieuwe mensen leren kennen. De wereld is groter dan Alphen aan den Rijn.’ DEZELFDE GOLFLENGTE Met leeftijdsgenoten zit ze vaak op dezelfde golflengte, zegt ze. ‘En het is een club vol ambitieuze mensen. Dat inspireert. Het is inhoudelijk waardevol – want je kunt ideeën en klussen verzamelen – maar ook gezellig. Zoals je vroeger misschien bij een studentenvereniging zat, kun je nu een borrel doen bij je netwerk. Met mensen die je anders nooit had ontmoet.’ Tijdens de hevigste coronaperiode werd veel digitaal gedaan, maar inmiddels ontmoeten de leden elkaar weer fysiek. ‘Zo hebben we bijvoorbeeld een tweedaags congres, 98 J met zowel workshops als sociale activiteiten. Er zijn vaak externe sprekers. En na afloop doen we een drankje. Dat deden we tijdens de lockdown trouwens ook, maar digitaal. Toen kregen we een wijnproeverijpakket thuisgestuurd.’ Wie lid wordt van Hartmans, kan niet achteroverleunen. ‘Er zijn geen passieve leden’, aldus Janou. ‘Je bent echt onderdeel van het team. Je krijgt geen programmaatje voorgeschoteld, nee, je moet er zelf een toffe dag van maken. Dat stimuleert ook anderen om eens een weekend te organiseren. Iedereen is heel betrokken.’ Janou gaat persoonlijk nog een stapje verder; volgend jaar wordt ze voorzitter van Hartmans. ‘Voor mij is dat een kans om nóg dieper in het netwerk te duiken. Dan mag ik de ambassadeur zijn van onze club. Ik wil extra aandacht geven aan onze communicatie naar buiten. Het is goed om te laten zien wat de meerwaarde is van ons netwerk.’ Gevraagd naar wat juist Hartmans zo bijzonder maakt, komt ze terug op de spreiding over Nederland. ‘Er zijn niet zoveel landelijke netwerken voor jonge ambtenaren. Meestal zijn die regionaal; in de provincie of zelfs binnen de eigen gemeente. Ik vind juist de schaal van heel Nederland zo mooi.’ De ambitie van de leden komt volgens Janou nooit in de weg te staan van het persoonlijk contact. ‘Het is een combinatie van werk en privé. Met de een heb je natuurlijk altijd meer dan met de ander, maar als iemand even wat minder lekker in zijn vel zit, dan is daar aandacht voor. Als mensen gaan trouwen, verhuizen, als ze baby’s krijgen. We komen niet allemaal bij elkaar over de vloer, maar zulke dingen worden zeker gedeeld.’ NNAAAM: Jannouu Albbere s LEEFTIT JDD: 31 FUNCUNCTIE: adv seur domomeindomein dviseur soc aociaal BIJ: gemeente Alphen aan den Rijn OPLEIDING: wo, bachelor: Nederlands; wo, master: moderne letterkunde NAAM Jor k N e LE TIJD: 29 AAM: J rieke Nielen EEFT D 9 F NCTI m nagage p ojectFUNCTIE: manager project beheersing BIJ: waterschap Rivierenland OPLEIDING: wo, bachelor: aardwetenschappen; wo, master: marine sciences NANAAMA : JooJ hnn Poso thumumussu LEEFTIT JDD: 32 FFUNCCTIIE:E adviseur infformatitiebeheerehheee BIJ: gemeente Vlaardingen OPLEIDING: hbo, bachelor: kunstacademie; wo, bachelor: geschiedenis; wo, master: geschiedenis Wie juist wel wat dichter bij huis wil blijven, kan zich aanmelden bij een regionaal netwerk, of misschien bij een netwerk van de eigen organisatie. Die laatste mogelijkheid heeft Jorieke Nielen met beide handen aangegrepen. Zij is momenteel plaatsvervangend voorzitter van de jongerenorganisatie binnen het waterschap. ‘Als je jonger bent dan zesendertig en je komt bij ons werken, dan zit je automatisch ook bij JIP,’ vertelt ze, ‘Jongeren In Positie.’ Uiteraard zijn er ook mensen die zich liever afzijdig houden. ‘Sommigen hebben wat minder behoefte aan zulk contact. Dat is natuurlijk prima. Maar als je het andersom doet – wachten tot iemand zich aanmeldt – vergeten mensen het misschien. Daarom vragen we steeds een lijst op bij personeelszaken en nodigen iedereen uit voor het volgende evenement.’ 99 SERIEUZE VRAAGSTUKKEN Hoewel er ook een tak is binnen JIP die luchtige activiteiten organiseert – ‘borrels en dat soort dingen, binnenkort gaan we lasergamen op ons hoofdkantoor’ – houdt Jorieke zich bezig met serieuze vraagstukken. ‘Ik probeer te achterhalen waar jonge ambtenaren in onze organisatie behoefte aan hebben. En vervolgens presenteren we dat aan de leiding.’ Als voorbeeld noemt Jorieke de doorstroomkansen. ‘Mijn jonge collega’s weten niet altijd welke mogelijkheden ze hebben om zich te ontwikkelen. Dat kwamen we te weten via een enquête. Vanuit de leiding wordt vaak gezegd dat we initiatief moeten tonen – en terecht – maar dan moeten we wel weten waar de kansen liggen.’ Toen ze de feedback had verzameld, ging ze ermee naar HR. ‘We stelden het aan de kaak. Daarna hebben we samen bedacht wat we konden doen. We gaan nu een bijeenkomst
Pagina 100
JONG&AMBTENAAR houden met verschillende afdelingshoofden. Laatst hadden we zelfs de directeur op bezoek.’ En bij kletsen alleen blijft het niet, als het aan Jorieke ligt. ‘We moeten ook echt iets doen,’ zegt ze. ‘Praten is makkelijk; de vraag is hoe je verandering teweegbrengt.’ LOOPBAANCOACH Het initiatief van JIP moet uiteindelijk dus een concreet resultaat opleveren. ‘Misschien gaan we op termijn een loopbaancoach voor jongeren regelen. Als ambtenaar heb je een persoonlijk budget, dus iedereen kan ook zelf zo’n coach opzoeken, maar op deze manier kunnen we de drempel verlagen. Het waterschap kan altijd méér voor jongeren betekenen. Wij zijn er om – waar nodig – met een kritische blik naar de organisatie te kijken.’ Jorieke wil benadrukken dat ze zeer tevreden is over haar werkgever. Dat het waterschap openstaat voor de suggesties van JIP, bewijst dat volgens haar alleen maar. En ze is al helemaal tevreden over het jongerennetwerk. ‘Ik ben blij dat JIP er is. En dat ik erin werd meegezogen.’ ONWIJS VEEL ENERGIE John Posthumus zat eerst bij een lokaal netwerk. Maar hij wilde verder kijken. ‘Ik vind het belangrijk om in contact te staan met generatiegenoten’, zegt hij. ‘Daar krijg ik onwijs veel energie van. Bij mijn eigen gemeente had ik dat ook wel, maar dat vond ik toch beperkt. Er is zóveel meer.’ Via een collega leerde hij Futur kennen, een overkoepelende organisatie voor alle jonge ambtenaren-netwerken in Nederland. ‘Futur onderscheidt zich van een lokaal of regionaal netwerk. Juist daarom voelde ik mij ertoe aangetrokken.’ ‘Ik begon als secretaris,’ vertelt hij. ‘Vorig jaar ben ik voorzitter geworden. Ik vind het een eer om het verhaal van Futur aan de buitenwereld te mogen vertellen. Ik geloof ook echt in de meerwaarde van de jonge ambtenaar. Jonge ambtenaren kunnen de publieke sector uitdagen en vernieuwen. Nu, waar kan ik dat verhaal beter vertellen dan hier?’ Volgens John is het belangrijk om mensen van buiten je eigen organisatie te spreken. ‘De publieke sector is heel breed. Er gebeurt echt ontzettend veel. Wanneer je je alleen op je eigen werkveld focust, mis je van alles. Een netwerk verruimt je wereld. Daarnaast is het goed om te zien dat je als generatie tegen dezelfde problemen aanloopt. Je staat niet alleen.’ John noemt zijn leeftijdsgenoten ‘een mooie generatie’. ‘Over het algemeen werken bij de overheid veel ouderen. Het is fijn om soms het geluid van jongere collega’s te horen. En dat geluid is heel divers. Het kan per organisatie en per werkveld verschillen. We zijn in ieder geval een leergierige generatie. We doen veel aan zelfontwikkeling, willen graag nieuwe dingen leren, nieuwe inzichten opdoen.’ Ook bij Futur is door corona het een en ander aangepast, het afgelopen jaar. ‘Veel evenementen zijn helaas niet doorgegaan. Gelukkig zijn we dit jaar weer gestart om elkaar fysiek te ontmoeten. We moeten natuurlijk flexibel zijn, ook de digitale wereld moeten we volledig benutten, maar er is toch echt behoefte aan fysiek contact. Jonge ambtenaren wonen nog niet in een groot huis met twee kantoren. Die zitten weleens krap.’ BEETJE LEF HEBBEN John raadt het iedere jonge ambtenaar aan om zich bij een netwerk aan te sluiten. Of om gewoon eens een evenement bij te wonen. ‘Je moet een beetje lef hebben, maar doe het gewoon. Ook via een digitaal event kun je met mensen in contact komen. Zoek een van de sprekers na afloop even op via LinkedIn. Trek de stoute schoenen aan en stuur een berichtje. Laat weten dat je het interessant vond en vraag door. Dan komt de rest vanzelf.’ 100
Pagina 102
NETWERKEN VOOR JONGE AMBTENAREN GEMEENTE A Alkmaar Almere Alphen aan den Rijn Alphen-Chaam, Baarle Nassau en Gilze Amersfoort Amstelveen en Aalsmeer Amsterdam Apeldoorn Arnhem B Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk Barneveld Berkelland Bernheze Best Bronckhorst C D BUCH (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo) Coevorden Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert, St Anthonis, Boxmeer Delft Den Haag De Ronde Venen Dijk en Waard Dongen Drechtsteden (Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht) Dronten E Ede Eindhoven Emmen Enschede G Goeree-Overflakkee Gorinchem Groningen E-MAIL jongbeleg@alkmaar.nl jongalmere@almere.nl jrengers@alphenaandenrijn.nl michelleHillebrand@abg.nl jongamersfoort@amersfoort.nl jaaa@amstelveen.nl jan@amsterdam.nl JAN@apeldoorn.nl jongarnhem@arnhem.nl Young@bar-organisatie.nl JAN@barneveld.nl B-Young@gemeenteberkelland.nl m.swanenberg@bernheze.org gemeente.best@gembest.nl jongbronckhorst@bronckhorst.nl buchjong@debuch.nl newyoungcoevorden@coevorden.nl Marietta.denotter@landvancuijk.nl youngprofessionals@delft.nl jongdenhaag@denhaag.nl jong@derondevenen.nl jonghhwld@dijkenwaard.nl donald.meulensteen@dongen.nl Young.drechtsteden@drechtsteden.nl jongdronten@dronten.nl poemas@ede.nl 040volt@eindhoven.nl jong@emmen.nl p.breukers@enschede.nl k.vanmarion@goeree-overflakkee.nl jagg@gorinchem.nl jongerennetwerk@groningen.nl 102 JONG&AMBTENAAR GEMEENTE E-MAIL H Haarlem Haarlemmermeer Harderwijk Heerlen Helmond Hilversum Hollands Kroon Hoorn Houten Huizen K Krimpenerwaard L Leiden Leidschendam-Voorburg Leudal MMaassluis Maastricht Meierijstad Midden-Delfland N Nederweert Nieuwegein Nijmegen Noardeast-Fryslân O Oldambt Ommen-hardenberg Oss P R Purmerend Reimerswaal Rijswijk Rotterdam S Schiedam ‘s-Hertogenbosch Sittard-Geleen Soest T U V Stichtse Vecht Tiel Tilburg Twenterand Uden Utrecht Utrechtse Heuvelrug Venlo Vlaardingen Voorst WWaalwijk jonghaarlem@haarlem.nl JAM@haarlemmermeer.nl jongeambtenaren@harderwijk.nl challenge@heerlen.nl hyp@helmond.nl judok@hilversum.nl info@hollandskroon.nl jongesteen@hoorn.nl jonghouten@houten.nl jong@huizen.nl adonk@krimpenerwaard.nl jongleiden@leiden.nl fam.matveld@leidschendam-voorburg.nl info@leudal.nl m.roblesdemedina@maassluis.nl yam@maastricht.nl JAM@meierijstad.nl jongeambtenaren@middendelfland.nl jongeren@nederweert.nl nieuwegeineratie@nieuwegein.nl jongerennetwerk@nijmegen.nl next@noardeast-fryslan.nl joa@gemeente-oldambt.nl jong@ommen-hardenberg.nl jop@oss.nl yup@purmerend.nl jongin@reimerswaal.nl wgijzel@rijswijk.nl jongr@rotterdam.nl jonge-ambtenaren@schiedam.nl jongbosch@s-hertogenbosch.nl insight@sittard-geleen.nl jans@soest.nl vooruit@stichtsevecht.nl frisenfruitig@tiel.nl jam@tilburg.nl jagt@twenterand.nl jong@uden.nl jau@utrecht.nl januh@heuvelrug.nl impuls@venlo.nl jongeambtenaren@vlaardingen.nl jongvoorst@voorst.nl dna@waalwijk.nl 103 JONG&AMBTENAAR
Pagina 104
GEMEENTE Wageningen E-MAIL Weert Westland Winterswijk Z Zaanstad Zoetermeer Zwolle HOOGHEEMRAADSCHAP Hollands Noorderkwartier Jong Rijnland Stichtse Rijnlanden Schieland en de Krimpenerwaard MINISTERIE Binnenlandse Zaken Buitenlandse Zaken Defensie Economische Zaken en Klimaat Financiën Infrastructuur en Milieu Justitie en Veiligheid Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Sociale Zaken en Werkgelegenheid Volksgezondheid, Welzijn en Sport NETWERK Jong leefomgeving Young Urban and Regional Professionals Interdepertementaal Trainee Overleg (ITO) Rijkstrainees Rijksoverheid Jong Rijk Sociaal Domein YoHoCo (Hoge Colleges van Staat) OVERHEIDSORGAAN Regionaal samenwerkingsverband Werken in het Westen Autoriteit Consument en Markt Belastingdienst BMC CBS Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) Gezondheidsraad Interprovinciaal overleg (IPO) baazis@wageningen.nl level@weert.nl jongwestland@gemeentewestland.nl jaw@winterswijk.nl zaansgroen@zaanstad.nl sweet@zoetermeer.nl jongzwolle@zwolle.nl E-MAIL jong@hhnk.nl jongrijnland@rijnland.net post@hdsr.nl vers@hhsk.nl E-MAIL jongbzk@minbzk.nl verybz@minbuza.nl jongdefensie@mindef.nl jongel@minezk.nl jongfinancien@minfin.nl jim@minienm.nl nextvenj@minjenv.nl jongel@minezk.nl jongocw@minocw.nl jongszw@minszw.nl jongvws@minvws.nl E-MAIL info@jongleefogeving.nl yurps@platform31.nl ito@werkenvoornederland.nl communicatie@jongrijk.nl jongsociaaldomein@gmail.com bestuur.yohoco@gmail.com E-MAIL join@werkeninhetwesten.nl Jong.ACM@acm.nl jong@belastingdienst.nl jongbmc@bmc.nl jong@cbs.nl jongduo@duo.nl info@gr.nl communicatie@ipo.nl 104 JONG&AMBTENAAR OVERHEIDSORGAAN E-MAIL Jong Verkeer- en Watermanagement Kadaster Kamer van Koophandel Koninklijke Bibliotheek Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit Nederlandse ZorgAutoriteit Onderwijsinspectie Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) Rijksvastgoedbedrijf Rijkswaterstaat UWV VNG VNG (Jong Willemshof) Waternet PERS Nieuwspoort POLITIE Rijnmond PROVINCIE Brabant Drenthe Flevoland Fryslan Gelderland Groningen Limburg Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland REGIONAAL Achterhoek Twente UNIVERSITEIT Technische Universiteit Delft Universiteit Leiden Erasmus Universiteit Rotterdam jongvwm@rws.nl jong.kadaster@kadaster.nl jong@kvk.nl jongkb@kb.nl jongnvwa@nvwa.nl jong@nza.nl join@owinsp.nl PBLYoung@pbl.nl postbus.rvb.jong@rijksoverheid.nl jongrws@rws.nl jong@uwv.nl gemeentetrainee@vng.nl jongwillemshof@vng.nl jong@waternet.nl E-MAIL jongnieuwspoort@gmail.com E-MAIL d00jongblauw@rijnmond.politie.nl E-MAIL jong@brabant.nl aanz@drenthe.nl jaf@flevoland.nl jongeambtenaren@fryslan.nl jong.gelderland@gelderland.nl jongerenplatform@provinciegroningen.nl linkjongeren@prvlimburg.nl fris@noord-holland.nl mojo@overijssel.nl jongstleden@provincie-utrecht.nl jatzee@zeeland.nl prozha@pzh.nl E-MAIL info@jongeambtenarenachterhoek.nl info@twentsejongeambtenaren.nl E-MAIL youngdelft@tudelft.nl jong@leidenuniv.nl timmermans@abd.eur.nl 105 JONG&AMBTENAAR
Pagina 106
VAKBOND E-MAIL CNV Jongeren FNV Jong WATERSCHAP Brabantse Delta De Dommel Delfland Rijn en IJssel Hollandse Delta Hunze en Aa's Rivierenland Noorderzijlvest Scheldestromen Vallei-veluwe Vechtstromen Aa en Maas Limburg Wetterskip Fryslân Drents Overijsselse Delta Zuiderzeeland OVERIG Adviesbureau BMC Koninklijk Nederlands Waternetwerk Stichting Jonge Ambtenarendag Sociale Verzekeringsbank Jonge ambtenaren Noord-Nederland Jong A2 Hartman Young Professionals for Europe Uitvoeringsorganisatie UBR Eiffel s.eski@cnvjongeren.nl info@fnvjong.nl E-MAIL e.vangroesen@brabantsedelta.nl info@dommel.nl jongdelfland@hhdelfland.nl frescowrij@wrij.nl waterhoos@wshd.nl waterschap@hunzeenaas.nl JIP@wsrl.nl jongnzv@noorderzijlvest.nl info@scheldestromen.nl jong@vallei-veluwe.nl jong@vechtstromen.nl saamen@aaenmaas.nl stroomopwaarts@waterschaplimburg.nl jongwf@wetterskipfryslan.nl w-young@wdodelta.nl nieuwzzl@zuiderzeeland.nl E-MAIL jongbmc@bmc.nl jongwaternetwerk@gmail.com info@jongeambtenarendag.nl EXYoungSVB@svb.nl jannbestuur@gmail.com jonga2@a2samenwerking.nl hypenetwerk@gmail.com ubr.jong@rijksoverheid.nl 106 JONG&AMBTENAAR Wij zijn op zoek naar jou! SRO: dé full-service vastgoedpartner voor gemeenten Samen creëren wij de optimale condities om jong en oud zorgeloos te laten bewegen en sporten. SRO beheert, onderhoudt en exploiteert sportaccommodaties, zwembaden en ander gemeentelijk vastgoed zoals monumenten. Wij hebben alle disciplines onder één dak. SRO voor jou: • Een werkgever die zich herkent in de waarden: betrokkenheid, samen, vooruitstrevend, gezondheid, (werk)plezier, ontwikkeling en inspiratie. • Behalve een werkplek binnen een maatschappelijk betrokken organisatie, bieden we je ook een aantrekkelijk pakket aan arbeidsvoorwaarden. • Professionaliteit en zelfontwikkeling zijn bij SRO erg belangrijk. We zien                   pakket aan opleidingen, cursussen en trainingen die wij hebben ondergebracht in onze eigen digitale leeromgeving, de SRO Academie. • Een team van collega’s waarin je samen bijdraagt aan een sportieve en vitale            en ontspanning. Scan de QR-code en ga direct naar onze website en vacatures. Vragen? Stuur een mail naar hrm@sro.nl NV SRO @NVSRO
Pagina 108

BB 24-2021


Pagina 2
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 04COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Dat moeten we ons vooral niet laten aanpraten’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. VERKEERDE DISCUSSIE WEG MET DE TWEEDELING Als er een woord is dat ik in het oude jaar wil achterlaten, dan is dat het woord tweedeling. Iedereen waarschuwde er het afgelopen jaar voor. Tweedeling op de woningmarkt, doordat jongeren niet aan een woning kunnen komen terwijl de oudere generatie vrijwel voor niets in villa’s woont. Tweedeling in het onderwijs, waar kinderen van rijke ouders worden gepamperd met privélessen terwijl de kroost van minder gefortuneerden het nakijken heeft. Tweedeling in de gezondheidszorg, waar groepen patiënten buiten de boot vallen omdat ongevaccineerden de ic’s bevolken. Tweedeling in de samenleving, waar ongevaccineerden aan de deur worden geweigerd. En tweedeling, zo weten we, leidt tot afnemende solidariteit, tot polarisatie, tot onbegrip. Maar is het hier werkelijk zo slecht gesteld? Socioloog Godfried Engbersen kan zich niet vinden in het begrip tweedeling, zo zei hij onlangs in Binnenlands Bestuur. Eerder ziet hij een ‘complexe verdeeldheid’ langs verschillende soorten breuklijnen. Geen tweedeling maar een meerdeling. Dat verschil lijkt niet groot, maar kan grote consequenties hebben. Door te hameren op een tweedeling in de samenleving bestaat het risico dat de maatschappelijke discussie zich voornamelijk afspeelt aan de uiterste flanken. In talkshows zien we have’s en have nots tegenover elkaar gesteld, mensen die zich van alles buitengesloten voelen tegenover degenen die overal bij kunnen. Maar de grootste groep bevindt zich tussen die uitersten. Die groep is misschien minder interessant voor een pittige discussie, maar wel het meest representatief voor de samenleving. Een samenleving waarin nog altijd een groot solidariteitsbesef is, met een pensioensysteem waar de meeste landen jaloers op zijn. Met een gezondheidszorg waar weinigen aan kunnen tippen. Met een levensniveau dat in de wereldtop staat. Goed, laten we vooral niet ontkennen dat er grote problemen zijn. In het onderwijs, op de woningmarkt, in de zorg. Maar laten we vooral niet doen alsof er in al die sectoren totaal verschillende belangen gelden van groepen die welhaast vijandig tegenover elkaar staan. Dat is niet zo, en dat moeten we ons ook vooral niet laten aanpraten. ADVERTENTIE ERIC DE KLUIS HOOFDREDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 INHOUD 05 25 COVERSTORY LICHTPUNTJES De focus bij nieuws ligt vaak bij wat er niet goed gaat. Onderwerpen zijn er te over: de toeslagenaffaire, de hacks, de groeiende polarisatie, het gasloos maken van wijken. In deze special nu eens de lichtpuntjes, hoe klein soms ook. 12 COMMANDANT CORONA WILLEM WOELDERS Een deel van Nederland vierde in 2021 zijn woede over de coronamaatregelen bot op de politie. En dan moet oudjaar nog komen. En wat brengt de nieuwe lockdown ons? Interview met politiecommandant corona Willem Woelders. 10 LAAGTERECORD VROUWELIJKE BENOEMINGEN 17 WET OPEN OVERHEID WOO VERVANGT WOB In mei treedt de Wet open overheid in werking. Dat is méér dan een opgepoetste Wet openbaarheid van bestuur. Ook de mindset van ambtenaren moet anders. Het eerste magazine van Binnenlands Bestuur in 2022 verschijnt op vrijdag 14 januari. ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ONGEKENDE DIP IN AANTAL BURGEMEESTERSVACATURES Sinds Binnenlands Bestuur in 2014 begon met het bijhouden van burgemeestersvacatures was het aantal nooit zo laag als dit jaar: 21 slechts. Dat is minder dan een derde van het recordjaar 2019 (67). NIEUWS Veiligheid vaak ook belegd bij wethouder VNG eist nieuw verdeelmodel gemeentefonds SPECIAL Met succes muiten tegen de Participatiewet Meer prefab, meer hout en meer geld Statushouder bouwt zijn eigen huis Essay: de dappere ambtenaar Grave gaat blijmoedig ten onder Nijmegen viert succes ‘heel klein begin’ Hulde voor openheid Hof van Twente Samen verder na het nulpunt 40 miljard RRF-geld naar gemeenten...in Italië 26 32 35 40 44 49 54 56 62 6 7 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 7 9 10 21 51 65 68
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 06 NIEUWS BESTUUR DOOR: WOUTER BOONSTRA Een kwart van de Nederlandse gemeenten heeft een wethouder met veiligheid, handhaving of openbare orde in de portefeuille. Vaak gaat het om handhavingstaken, maar ook om preventie, coördinatie en taken rondom het sociaal domein. VERSTEVIGING VAN LOKAAL VEILIGHEIDSBELEID VEILIGHEID VAAK OOK BELEGD BIJ WETHOUDER Dat blijkt uit onderzoek van het Expertisecentrum Veiligheid van Avans Hogeschool in opdracht van de Wethoudersvereniging. De onderzoekers adviseren gemeenten een wethouder veiligheid niet te gebruiken als brevet van onvermogen tegen de burgemeester, maar als een door de burgemeester begrepen versteviging van het lokale veiligheidsbeleid. ‘Zorg ervoor dat taken van de wethouder veiligheid duidelijk zijn, dat er goede samenwerking met de burgemeester is of kan ontstaan en dat de persoon geschikt is voor de functie, onder andere door goede screening.’ Eind 2020 hebben 96 gemeenten een wethouder veiligheid. Het gaat om 108 wethouders, waarvan 87 man en 21 vrouw. Lokale partijen (38 procent) en de VVD (25 procent) leverden de meeste van deze wethouders. De provincie Friesland heeft het hoogste percentage gemeenten met een wethouder veiligheid (39 procent), Zeeland het laagste (15 procent). Wethouders veiligheid houden zich met veel onderwerpen bezig, zoals straatintimidatie, inzet van drones en camera’s, eerwraak, prostitutie, kindermishandeling en verslaafdenopvang. Er zijn twee belangrijke discussies over de wethouder veiligheid: één over de taakverdeling tussen een wethouder veiligheid en het college of de burgemeester en één over de democratische controle vanuit de gemeenteraad: kan een wethouder veiligheid niet beter dan een burgemeester verHandhaving blijft exclusieve taak voor burgemeester antwoording afleggen over het veiligheidsbeleid in en aan de raad? Handhaving van de openbare orde is een exclusieve taak van de burgemeester die daarvoor niet overdraagbare repressieve bevoegdheden krijgt. Maar een wethouder veiligheid kan zich wel bezighouden met sociale en fysieke veiligheid, informatieveiligheid en handhaving. PREVENTIE De meeste door de onderzoekers geïnterviewde wethouders en burgemeesters vinden dat veiligheid niet het domein is van de burgemeester, maar van het hele college. Wethouders veiligheid kunnen helpen om veiligheid te verbreden. Zij lijken zich vooral bezig te houden met preventie en zijn zo actief op veel terreinen: van jeugdzorg tot woningbouw. Bij externe partijen kan de aanwezigheid van een wethouder veiligheid tot vraagtekens leiden, vooral wie nu precies waarover gaat. Verder zijn wethouders en burgemeesters het redelijk eens over het uitgangspunt dat je over veiligheid ‘niet al te veel politieke discussie moet voeren’. Goede redenen voor het aanstellen van een wethouder veiligheid zijn: een grotere bewustwording van het belang van veiligheid, een betere coördinatie tussen collegeleden, directe steun voor de burgemeester en een democratischer gelegitimeerd veiligheidsbeleid. Risico’s zijn: twee (beperkt samenwerkende) kapiteins op hetzelfde schip, afschuifgedrag van andere collegeleden, een politiek(er) veiligheidsbeleid en terughoudendheid vanuit de veiligheidspartners ten opzichte van de wethouder. Het succes van een wethouder veiligheid hangt bovenal af van zijn of haar relatie met de burgemeester. Zij moeten met elkaar door een deur kunnen en elkaar op het veiligheidsdomein de ruimte geven. Advies aan wethouders veiligheid is dan ook om veel te investeren in relaties, met de collega-wethouders en de burgemeester. Volgens Jeroen van Gool, directeur van de Wethoudersvereniging, kan veiligheid in de portefeuille van een wethouder impact hebben op de dynamiek in het college en in de samenwerking tussen burgemeester en wethouders. ‘Met dit onderzoek naar de voor- en nadelen van een wethouder veiligheid in handen kunnen de onderhandelaars na de gemeenteraadsverkiezingen hierover een weloverwogen keuze maken.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 DOOR: HANS BEKKERS FINANCIËN NIEUWS 07 Binnenlandse Zaken moet met een nieuw verdeelmodel voor het gemeentefonds op de proppen komen. De wijze waarop demissionair minister Ollongren het rijksgeld over de gemeenten wil verdelen is ‘achterhaald en verouderd’, aldus het VNG-bestuur. VOORSTEL OLLONGREN ‘ACHTERHAALD’ VNG EIST NIEUW VERDEELMODEL GEMEENTEFONDS Het bestuur van de koepelorganisatie stelt dat in een resolutie waar de gemeenten tijdens een speciale ledenvergadering voor of tegen kunnen stemmen. Tot die vergaande resolutie besloot het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten na enkele bijpraatsessies met gemeentebestuurders. Die werden vorige week ingepland. Dat gebeurde direct nadat Binnenlandse Zaken CARTOON BEREND VONK duidelijk maakte, ondanks zware kritiek van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB), onverkort te zullen vasthouden aan invoering per 2023 van het verdelingsvoorstel. Onverantwoord, aldus de ROB, onder andere omdat het grote steden op onverklaarbare manier bevoordeelt ten koste van kleinere gemeenten. Slechts als wordt voldaan aan vier harde randvoorwaarden, kan worden overgaan tot een andere verdeling van 30 miljard euro over de gemeenten. Dat de demissionair minister zich weinig tot niets van die kritiek aantrekt, doet volgens het VNG-bestuur geen recht aan het ROB-advies. Met name de gebrekkige uitlegbaarheid en de twijfels of wel voldoende gekeken is naar de kosten in het sociaal domein, schreeuwen om een nieuw verdeelmodel ter vervanging van het huidige model dat ‘achterhaald en verouderd is.’ Het VNG-bestuur stelt dat een nieuw verdeelmodel pas kan worden ingevoerd als het in lijn is met de aanbevelingen van het ROB-advies ‘en de koek is vergroot.’ Met dat laatste wordt bedoeld dat het rijk via het gemeentefonds meer geld richting gemeenten moet laten vloeien. Als dat betekent dat het verdeelmodel niet per 1 januari 2023 wordt ingevoerd, dan staat het VNG-bestuur erop dat de gemeenten die daar financieel nadeel van ondervinden te compenseren ‘tot het moment dat het verdeelmodel in lijn met de aanbevelingen van het ROB-advies is aangepast.’
Pagina 8
Een praatje kan ook met de feestdagen het verschil maken. Meer dan de helft van de 75-plussers voelt zich eenzaam. In het programma Eén tegen eenzaamheid werken gemeenten met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan lokale aanpakken tegen eenzaamheid. Dat doen zij door eenzaamheid eerder te signaleren en het bespreekbaar te maken. Laat je inspireren door praktische voorbeelden en ontdek hoe bijvoorbeeld sport, kunst & cultuur en het fysieke domein eraan kunnen bijdragen dat mensen zich minder eenzaam voelen. Kijk op eentegeneenzaamheid.nl/mijn-gemeente BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN09 VOORT MET EEN BAAS ZONDER GEZAG Met welke opleiding start u volgend jaar? Om welk vakgebied het ook gaat: als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid en weten regelgeving kan zijn. Start het nieuwe jaar goed met een van onze verdiepende masterclasses of leergangen voor heldere en praktische handvatten. Het kabinet-Rutte IV komt er dus toch, en in ieder geval Rutte zelf is daar blij mee. De onvermoeibare optimist beloofde een kabinet met nog meer elan dan het oude. Of het dat heeft, moet de lezer zelf maar beoordelen. Maar een brandpunt van politieke hoop is het volgens mij nog niet geworden. Misschien wordt dat anders als de miljarden uit het coalitieakkoord straks het land in klotsen. VNG Leergang: ‘Het maken van een Omgevings-plan’ 20 januari 2022 Masterclass:    2022 27 januari 2022 Ondertussen is er wel een ander probleem aan het ontstaan: de gerafelde politieke geloofwaardigheid van Rutte tast het constitutionele gezag van de minister-president aan. De gretigheid om Rutte een schending van de Grondwet in de schoenen te schuiven is zorgelijk groot geworden. Voor mijn vak lijkt dat goed nieuws. Staatsrechtgeleerden slaan immers doorgaans nauwelijks een deuk in het pakje boter van de politieke opportuniteit. Politici die toch al tegen waren, zetten daar het tandje van de constitutionele kritiek bij. ‘Voorzitter, het voorstel is ook nog eens in strijd met de Grondwet!’ Maar politici die voor zijn, pareren de kritiek met een staatsrechtgeleerde die iets anders heeft gezegd. Of ze wuiven de hele zaak weg met de bezwering dat er écht goed naar is gekeken. Dat ook de Raad van State hierover geen opmerkingen heeft gemaakt. Om vooral zo snel mogelijk over te gaan tot de orde van de dag. VNG Leergang: Urban Communication voor gemeenten tot 100.000 inwoners 17 maart 2022 Leergang: De gemeentejurist in een complexe bestuurlijke omgeving 10 april 2022 Aan de slag met onze opleidingen? Kijk op vngconnect.nl/academie Constitutionele zuiverheid is uiteindelijk maar één van de aspecten van de brede afweging die een politicus moet maken, bekende een senator mij ooit. En daar heb ik mij inmiddels bij neergelegd. Dus verraste het mij toen deze zomer de technische kritiek op de dubbelbenoemingen van de Kamerleden Yesilgöz, Wiersma en Van Weyenberg tot staatssecretaris opeens zoveel politieke tractie kreeg. De kwestie werd hoog opgenomen. Met de Grondwet mocht niet gesold worden! Zelfs nadat de Raad van State nog geprobeerd had kool en geit te sparen, moest en zou de meest precieze lezing van de Grondwet gevolgd worden. De staatssecretarissen legden hun lidmaatschap van de Kamer neer en vestigden zo het bindende precedent voor de toekomst. Een terechte conclusie, wat mij betreft. Maar zou de uitkomst van deze discussie hetzelfde zijn geweest als Rutte minder aangeschoten wild was geweest? Ik denk dat het eerlijke antwoord ontkennend luidt. Ik denk dat Rutte in staatsrechtelijke kwesties inmiddels structureel op achterstand staat. Hij is de tweedehands autoverkoper van het Binnenhof geworden. Zelfs als het klopt, geloof je het niet. De kritiek op de wijze waarop Mona Keijzer werd ‘ Rutte is de tweedehands autoverkoper van het Binnenhof geworden’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN ontslagen komt nog wel een keertje terug en het gemak waarmee elke gebrekkige informatievoorziening aan de Kamer in één moeite zowel de Rutte-doctrine heet als een schending van artikel 68 Grondwet is, zal ook nog wel even aanhouden. En ongetwijfeld zullen meer discussiepunten oplieren tot een schending van de Grondwet. Is dat een probleem? Uiteindelijk wel. Grondwetsinterpretatie is in Nederland het samenspel tussen regering en Staten-Generaal, al dan niet voorgelicht door de Raad van State. Het idee daarvan is dat iedere actor daarbij zijn eigen partijtje zo hard mogelijk mee blaast, zodat uiteindelijk de beste interpretatie overblijft. Een minister-president die er in zaken van constitutionele zuiverheid niet meer geloofwaardig tussen kan komen, verstoort dit evenwicht. En dat is niet in landsbelang. De nestor van de Nederlandse staatkunde, Joop van den Berg, voorspelde weinig toekomst voor dit kabinet. Als het twee jaar zit, dan is dat veel, voorspelde hij. Twee jaar is voor Rutte voldoende om de langstzittende premier van Nederland te worden en dat gun ik hem. Maar daarna moeten we echt snel door naar een minister-president die niet alleen missionair is maar ook weer constitutioneel gezag heeft.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 B 10 NIEUWS IN BEELD BURGEMEESTERSBENOEMINGEN DOOR: JOSÉ SALHI EN MARTIN HENDRIKSMA BURGEMEESTER BLIJFT ZITTEN LAAGTERECORD VACATURES Nog nooit waren er zo weinig vacatures voor burgemeesters als in 2021. Het lage aantal kan te maken hebben met de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen. Wellicht wachten burgemeesters met opstappen tot er een nieuw college zit (al was dat voorafgaand aan de vorige gemeenteraadsverkiezingen van 2018 minder aan de hand). Een andere mogelijke verklaring is het recordaantal vacatures van 2019 dat de vrijkomende burgemeestersbanen in de aansluitende jaren dempt. 67 Aantal burgemeester vacatures 35 36 32 21 37 44 39 2021 2020 2019 2018 2017 2016 2015 2014 Politieke voorkeur 10% 10% 33% 27% 18% 7% 22% 27% 19% 38% 13% 20% 20% 20% 29% 29% 33% 36% Meer dan de helft van de in 2021 benoemde burgemeesters was lid van de VVD of het CDA. De liberalen blijven de grootste leverancier. Anders dan bij de PvdA, die in het aantal benoemingen in navolging van de Kamerverkiezingen een vrije val doormaakt, houdt het CDA lokaal nog stand. Wel werden in 2021 vier partijloze burgemeesters benoemd, een record. Lokale partijen zijn bij de burgemeestersbenoemingen nauwelijks een factor. centage van totale aantal benoemde burgemeesters percentage van totale aantal 26% 26% 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 29%* 24% 30% 35% VEELAL VVD OF CDA, PVDA ZAKT WEG BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 K 51 21 NIEUWS IN BEELD 11 Sinds Binnenlands Bestuur in 2014 begon met het bijhouden van burgemeestersvacatures was het aantal nooit zo laag als dit jaar: 21 slechts. Dat is minder dan een derde van het recordjaar 2019 (67). De nieuwe burgemeester blijft overwegend een man van CDA- of VVD-huize, afkomstig uit het openbaar bestuur en nog net geen vijftig jaar. Jongste nieuwe burgemeester was Magda Jansen van Woudenberg (33). Oudste nieuwkomer: Gerhard van den Top (60) die in 2022 in Hilversum begint. Beroepsverleden BEKEND TERREIN Ruwweg zo’n driekwart van de sollicitanten op burgemeestersvacatures is afkomstig uit het openbaar bestuur. Dat pe wisselt de laatste drie jaar nog m lijks. De twee jaren daarvoor leek de t van meer buitenstaanders te worden i zet. Steeds minder besturen geve gens nog aan wat de achtergrond i sollicitanten op burgemeestersva kom ercentage maar nauweek de trend rden ingeen overid is van de acatures. 2021 2020 2019 2018 72%* 77% 73% 69% 69% 2016 2015 75% 80% centage dat centage dat maakte vanuit het openbaar bestuur 78% Geslacht * percentage van totale aantal benoemde burgemeesters 2021 2020 2019 2018 2017 2016 2015 2014 71%* 29% 65% 35% 68% 32% 63% 37% 66% 33% 70% 30% 32% 31% Man Vrouw 68% 69% LAAGTERECORD VROUWEN Niet alleen in absoluut aantal maar ook procentueel werden er sinds 2014 nooit zo weinig vrouwelijke burgemeesters benoemd als in 2021. In totaal gaat het om zeven benoemingen, ofwel 29 procent van het totaal. Het leek met het hoge percentage vrouwen in 2018 definitief de goeie kant op te gaan, maar sinds de 37 procent van dat jaar is de tendens weer dalende.
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 12 INTERVIEW WILLEM WOELDERS DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: JAN LANKVELD Een agressief deel van Nederland vierde in 2021 zijn woede over de coronamaatregelen bot op de politie. En dan moet oudjaar nog komen. En wat brengt de nieuwe lockdown ons? Eén voordeel: ME-eenheden kunnen zonder gepalaver onmiddellijk naar brandhaarden worden gestuurd. POLITIECOMMANDANT CORONA WILLEM WOELDERS: ‘DE COCKTAIL MET OUDJAAR IS LINK’ ditiegetrouw op Urk. Daar waren ze maar meteen begonnen met het bekogelen van de politie en werd en passant een GGDtestlocatie in de fik gestoken. Woelders: ‘In dat weekend was het spannend. Omdat we alles vanuit de landelijke crisisorganisatie in Driebergen coördineerden, konden we de inzet van de ME sturen. Hoe verdeel je de pelotons? Waar zijn ze het meest nodig? Het kwam er echt op aan.’ ‘Ik moet er niet denken wat er was gebeurd als we dit crisisjaar geen nationale politie hadden gehad’, zegt Willem Woelders. Woelders (63) is geen burgemeester in de provincie, dat moge duidelijk zijn. Hij is hoofd operatiën bij de Landelijke Eenheid van de politie en nationaal commandant corona in Driebergen. ‘We kunnen heel snel inspelen op alle ontwikkelingen. In het hele land zijn meerdere ME-secties onmiddellijk inzetbaar. Als korpsen het niet redden met hun eigen mensen, dan is één telefoontje genoeg. Hoeveel pelotons ME heb je nodig? Twee, prima. Een uur later gaan ze de weg op. In de oude situatie had je van iedere burgemeester die in een regio over de politie ging toestemming nodig om politiemensen te kunnen verplaatsen.’ En dat had in 2021 heel vaak moeten gebeuren en wie weet net zoveel voeten in de aarde gehad. De politie heeft het afgelopen jaar namelijk heel veel corona-ellende te verstouwen gehad. Demonstraties, opstotjes, rellen, veldslagen. Iedereen herinnert zich de recente veldslag op de Coolsingel na een manifestatie tegen het coronabeleid. Het lijkt een eeuwigheid geleden, maar eind januari ontaardden avondklokdemonstraties in talloze steden ook in rellen en plunderingen. De aftrap was traADVISEREN De landelijke crisisorganisatie van de politie adviseert Den Haag ook over de handhaving van de coronamaatregelen. Woelders: ‘Als het kabinet weer nieuwe maatregelen bedenkt, en dat gebeurt helaas heel vaak, dan komt dat een paar dagen, maar ook wel een paar uur, van tevoren bij ons binnen. Is dit te handhaven? In het begin van de crisis kregen we van alles uit Den Haag op ons af, uitvoerbaar of niet. We zaten aan de achterkant; drie maanden later zaten we aan de voorkant, waar we behoren te zitten.’ Vroeg geraadpleegd of laat, een politiek besluit wordt wel uitgevoerd. Woelders: ‘De landelijke crisisorganisatie vertelt de collega’s in de korpsen in een handelingsinstructie wat ze met de nieuwe coronabesluiten moeten. Hoe gaan we te werk? Met welke beschermingsmiddelen? Dat heeft twee kanten: hoe voer je je taak in de samenleving uit én welke veiligheidsmaatregelen neem je zelf. Je hebt collega’s die zijn gevaccineerd en collega’s die niet zijn gevaccineerd. Stap je met elkaar in dezelfde politieauto?’ Heeft de politie sinds maart 2020 ook tegen politiek Den Haag gezegd: dit is een onzalig plan? Onwerkbaar. De algemeen politiecommandant corona: ‘Oh ja, we zeggen vaak genoeg: dit is niet te handhaven. Dat doen we in samenspraak met het ‘Het kwam er echt op aan’ Openbaar Ministerie. Een voorbeeld was het idee om mensen tijdens de coronapiek te verbieden om verder dan twee kilometer van huis te gaan. De politie handhaaft niet en het OM vervolgt niet. En dan nog wat: je kunt vinden dat de oplossing in het strafrecht zit, maar is het niet beter om bestuurlijk te handhaven? Een mooi voorbeeld was de sluitingstijd van de horeca. In het begin werd gezegd: overtreding is een strafbaar feit en het OM vervolgt. In principe was dat geen politietaak, maar iets voor de gemeente. Dat geldt ook voor de lockdownmaatregelen die tot half januari zijn genomen voor de detailhandel, horeca en scholen. We gaan niet actief op zoek naar mensen die met z’n drieën op straat lopen. Maar als het nodig is en mensen niet luisteren, dan kunnen we beboeten, net als voor de anderhalvemeterregel en de mondkapjesplicht. Als je je daar niet aan houdt, bega je een strafbaar feit.’ Soms weten lokale dienders het ook even niet meer. Op vrijdag 10 december controleert de politie in Huizen steekproefsgewijs of mensen in een winkel een mondkapje dragen. Op haar Facebookpagina schrijft de politie in Huizen: ‘Een persoon droeg geen mondkapje en hij werd daarover aangesproken en kreeg ook een bekeuring. Achteraf gesteld vinden wij dat deze bekeuring niet geschreven had moeten worden De politie is het sluitstuk van handhaving en dan vooral bij excessen en niet bij het begin. Wij bieden hiervoor onze excuses aan en treden in contact met de persoon die geen mondkapje droeg.’ ‘Agenten INTERVIEW 13 CV WILLEM WOELDERS (Amsterdam, 1958) behaalde in 1981 zijn master bestuurskunde aan de Politieacademie. Daarna werkte hij 26 jaar bij de politie Amsterdam-Amstelland. Van 2007 tot 2011 was Woelders plaatsvervangend korpschef in Utrecht. Van 2011 tot 2012 was hij korpschef in Gooi en Vechtstreek. Woelders was van 2013 tot 2017 plaatsvervangend eenheidschef in MiddenNederland. Woelders werd in 2017 plaatsvervangend politiechef/hoofd operatiën bij de Landelijke Eenheid in Driebergen. Hij is sinds vorig jaar ook nationaal commandant corona. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 14
Een woning voor opa Cees Omdat zijn hart bij zijn kleinkinderen ligt We willen graag dat opa Cees in de buurt van zijn kleinkinderen kan wonen. Dat is belangrijk voor opa Cees, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Den Haag of Diemen? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt INTERVIEW 15 mogen verbaliseren’, reageert Woelders. ‘In onze handelingskaders over mondkapjes staat dat we daar in eerste instantie niet in optreden. Ik ken deze zaak niet. Misschien waren er al eerder problemen in die winkel, misschien kwamen er mensen die in iedere winkel zeggen: “Zoek het maar uit, ik doe geen mondkap op.” Als dat niet zo was, dan snap ik wel dat de collega’s hun excuses aanbieden. We gaan niet actief op zoek naar mensen zonder mondkapje.’ ‘We gaan niet actief op zoek naar mensen zonder mondkapje’ COCKTAIL Werd ons landje begin dit jaar geplaagd door de avondklokrellen en vorige maand door de G2-rellen in Rotterdam, oud en nieuw belooft ook onrustig te worden – vuurwerkverbod of niet. Burgemeesters houden hun hart vast voor de explosieve cocktail van illegaal vuurwerk en corona. ‘Ik ben niet zo somber over oud en nieuw’, zegt Woelders. ‘Dit jaar is een kopie van vorig jaar en toen ging het relatief goed, met zeventig procent minder vuurwerkslachtoffers in het ziekenhuis. Wat ik wèl link vind, zijn de thema’s die er dit oudjaar bijkomen. Het is niet alleen vuurwerk en corona, het is ook de klimaatcrisis, de woningcrisis, woede over asielzoekers. Allemaal vlammetjes die bij elkaar kunnen komen. We hebben dat ook met de recente demonstraties gezien. Oproerkraaiers mengen zich tussen goedwillende demonstranten en kapen een demonstratie.’ Met het vuurwerkverbod is de legale vuurwerkhandel platgelegd, maar de illegale niet. Die bloeit als nooit tevoren. Mortierbommen en flashbangers met meer dan honderd gram knalpoeder zijn populair en levensgevaarlijk. De al jaren verboden Cobra’s zijn er kleintjes bij. En je bestelt ze gewoon online. Aan de deur bezorgd. Was het daarom niet beter geweest om de jeugd legaal vuurwerk te gunnen? ‘Want jij denkt dat ze dat zware vuurwerk dan niet afsteken?’, lacht de politietopman. ‘Kijk naar wat er is gebeurd in Rotterdam, kijk naar de voetbalrellen. Het is echt niet normaal. Leg dit zware vuurwerk onder een auto en hij vliegt de lucht in. Dat vuurwerk hou je niet buiten de deur, vuurwerkverbod of niet. We zetten grote rechercheonderzoeken op leveranciers en transporteurs van vuurwerk. We hebben in 2021 meer vuurwerk dan ooit in beslaggenomen. Is daarmee het illegale zware vuurwerk van de straat? Natuurlijk niet. Dus reken erop dat wij onze collega’s voorbereiden op het zware vuurwerk.’ Gelukkig sta ik als liefhebber van festiviteiten rond oud en nieuw niet met lege handen. De burgemeesters in Overijssel en Drenthe vinden nog steeds dat ik mij, weliswaar zonder publiek en zonder wedstrijden, moet kunnen storten op het nationale erfgoed van het carbidschieten. Opmerkelijk, toch? ‘Daar zitten twee kanten aan’, zegt Woelders diplomatiek. ‘Hoe leg je uit dat je geen vuurwerk mag afschieten maar wel carbid, terwijl ze allebei klappen geven? Sommige collega’s en de bestuurders in de regio’s waar carbid wordt geschoten, zeggen: “Laat het hier nou toe, want daardoor blijft de openbare orde op rust.” Ik ben voorstander van lokaal maatwerk. De burgemeester van Den Haag vindt een vreugdevuur op het strand onacceptabel, de burgemeester van Kampen vindt carbidschieten acceptabel. Het is prima dat een driehoek daarover beslist.’ Voordeel van ‘rust’ in de regio is dat politieagenten naar de grote steden kunnen om daar rellen te beteugelen. Tegelijk is dat een veelgehoorde klacht, vooral in de provincie: te weinig agenten en de prioriteiten worden ver weg gesteld. Schuld van de nationale politie. Het ambt van burgemeester is erdoor gedevalueerd. Hij is onderdanig geworden aan het centrale gezag en van zijn ordebevoegdheid ontdaan. Eerder deze maand concludeerde oud-burgemeester en emeritus hoogleraar staats- en bestuursrecht Hubert Hennekens in een column op de website van het Centrum voor Postacademisch Juridisch Onderwijs: ‘Door de invoering van de nationale politie is de facto aan het gezag van burgemeester over de politie en haar optreden in hoge mate afbreuk gedaan.’ Het beheer van het korps ligt inderdaad niet meer bij de regioburgemeester, en dat is maar goed ook, vindt Woelders, maar dat wil niet zeggen dat de rol van de burgemeester is uitgespeeld. ‘Het is trouwens de vraag of burgemeesters zoveel zouden hebben aan de beheerrol van de politie. Maar als het gaat om wat in hun gemeente gebeurt, dan heeft alleen de burgemeester de bevoegdheid om noodbevelen en noodverordeningen vast te stellen. Die bevoegdheid ligt niet bij de minister en niet bij de korpsleiding, die ligt op lokaal niveau. Natuurlijk hoor ik ook de klachten van burgemeesters, en waar gaat het dan om? Dat burgemeesters zich storen aan afspraken die op kabinetsniveau worden gemaakt. Dat staat los van de politie.’ ELLENDE De politie bepaalt dus zelfstandig of een ME-peloton bij nieuwe lockdownrellen of tijdens oudjaar uit pak ‘m beet Zeeland-West-Brabant naar Den Haag of Rotterdam gaat. ‘En het is aan de lokale politiechef om dat met zijn bestuurders en het Openbaar Ministerie te communiceren. Als er onverwachte dingen gebeuren, dan moet iedereen wel weten dat er minder personeel beschikbaar is.’ Daarmee staat de gebiedsgerichte politiezorg toch onder druk? Woelders: ‘De basispolitiezorg is tot nu toe altijd gewaarborgd. Een eenheidschef zal altijd kijken naar wat hij nodig heeft om de eerste noodhulp te kunnen verlenen en de eerste opsporing op te pakken. Die blijft altijd in de lucht. De buffer daarboven heb je nodig om andere dingen te doen. En verder: een burgemeester in Zeeland of Drenthe weet óók dat er heel snel hulp komt van andere eenheden als híj een keer ellende heeft’, zegt Woelders. Dat wil niet zeggen dat het hoofd operatien bij de Landelijke Eenheid van de politie fluitend het nieuwe jaar ingaat. De politie heeft er veel taken bijgekregen die niet gelijk opliepen met de financiering. En waar de klagende burgemeesters helemaal gelijk in hebben: agenten in de regio worden ingezet voor landelijk bewaken en beveiligen. Woelders: ‘Dat werk wordt nu fulltime door politiemensen gedaan die in hun normale leven gewoon op straat liepen. Dat onderwerp komt ook regelmatig in het overleg met de burgemeesters ter sprake. Deze collega’s zouden weer op hun oude plek aan het werk moeten kunnen. Dat zal het nieuwe kabinet echt moeten financieren.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 16
Eén gezin, één plan, één Suite4Sociale Regie In het sociaal domein komt een probleem soms niet alleen. Hoe geef je inwoners dan de ondersteuning die ze nodig hebben? Hulpverlening aan gezinnen met meervoudige problematiek vraagt een geregisseerde aanpak vanuit meerdere disciplines. Op basis van één gezin, één plan en één regisseur. Daarvoor is er Suite4Sociale Regie, speciaal ontwikkeld voor samenwerking binnen multidisciplinaire teams, buurtnetwerken, zorg- en wijkteams. Suite4Sociale Regie biedt alle tools voor integrale hulp aan inwoners en hun omgeving. Zo krijg je samen grip op sociale regie.  Integraal klantbeeld  Regievoering en planvorming  Samenwerking in de keten  Van eenvoudige aanvraag tot complexe case  Flexibel in te richten Meer weten over de integrale aanpak van sociale regie? Bekijk het ebook op centric.eu/regie DOOR: MICHEL KNAPEN BEELD: SHUTTERSTOCK JURIDISCH ACHTERGROND 17 Over een half jaar treedt de Wet open overheid in werking. Dat is méér dan een opgepoetste Wet openbaarheid van bestuur. Informatiehuishouding, archiefbeheer, uitzonderingsgronden, de mindset van ambtenaren: alles wordt anders. WET OPEN OVERHEID TREEDT OP 1 MEI 2022 IN WERKING ‘ AMBTENAAR MOET NIET BANG ZIJN VOOR DE WOO’ Hij begon het vooral te merken in de tweede week van oktober. De Eerste Kamer had net ingestemd met deWet open overheid (Woo), en de verzoeken van gemeenten om tekst en uitleg druppelden binnen. Advocaat Cornelis van der Sluis, gespecialiseerd in de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) én de Woo, traint al lang gemeenteambtenaren over ‘openbaarheid’. En na een jarenlang voortraject – de eerste contouren van de Woo werden in Den Haag al tien jaar geleden besproken – komt het er nu echt van: de Woo treedt op 1 mei 2022 in werking. Dat maakt gemeenten wat zenuwachtig, want de Woo verschilt op één punt wezenlijk van de Wob: zij moeten een groot aantal documenten actief openbaar maken, dus niet wachten tot een burger daar om verzoekt. Wát ze moeten openbaren, is complex. Van der Sluis wijst op het overgangsrecht: niet alles hoeft op 1 mei op de websites van gemeenten te vinden zijn, daarvoor hebben ze nog acht jaar de tijd, ze kunnen zich er voldoende op voorbereiden. Op die actieve openbaarmaking ligt bij veel ambtenaren de focus, maar het afhandelen van verzoeken van burgers om informatie en documenten – dat gaat gewoon door. De Woo is geen Wob 2.0, daarvoor zijn de verschillen te groot. Van der Sluis: ‘Het is nog steeds: op verzoek informatie zoeken, bepaalde passages lakken en dan kan het eruit. Maar er gelden andere afwegingen: wat mag wel en wat mag niet naar BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 18
18 ACHTERGROND JURIDISCH ‘Burgers moeten de overheid kunnen controleren’ buiten. Ambtenaren moeten niet te snel denken dat de Woo hetzelfde is als onder de Wob. Onder de Woo moet bij documenten ouder dan vijf jaar beter worden gemotiveerd waarom deze niet kunnen worden verstrekt. Er moet op worden gelet dat anderen niet onevenredig hard worden geraakt bij een openbaarmaking én – dat is een nieuw criterium – de overheid moet toch goed kunnen blijven functioneren.’ Op dit punt geldt géén overgangsrecht: een verzoek dat binnenkwam als Wob-verzoek gaat eruit als Woo-besluit. Daarover bestaat nog de nodige onduidelijk, zegt Van der Sluis. Daar komt bij dat bestuursorganen nu sneller moeten openbaren: vier weken en vier weken extra wordt vier weken en twee weken extra. En als bepaalde informatie niet meer bij een overheid is maar GROOTSTE UITDAGING: MINDSET VAN AMBTENAREN Donovan Karamat Ali, informatiecommissaris gemeente Utrecht ‘Als – ‘s lands eerste – informatiecommissaris ben ik actief bezig met de open en transparante gemeente. We zijn sinds 2019 met het programma Open Utrecht bezig, voor kleinere gemeenten is het lastig om voor te sorteren op de Woo. Mogelijk realiseren zij zich niet volledig wat er op hun afkomt. En dat is behoorlijk wat. Het is veel meer dat alleen die elf categorieën van documenten die gemeenten verplicht moeten openbaren. De nieuwe wet heeft impact op de totale informatiehuishouding. In de geest van de Woo hebben we enkele pilots uitgevoerd. Zo zijn er al veiligheidsconvenanten openbaar gemaakt. Het kostte vooral veel tijd om de informatiehuishouding die daarachter zit structureel op orde te krijgen. Maar zelfs na deze voorbereiding, ook op G4-niveau, lukt het niet met één druk op de knop voldoende documenten – van de juiste kwaliteit – openbaar te maken. Niet alles blijkt even goed beheerd of gearchiveerd. Daar hebben we nog wel wat aan te doen. De wet stelt eisen maar daarnaast hebben we onze eigen ambities. Bij het Wob-proces publiceren we alle documenten met informatiewaarde. Maar wat de Woo minimaal vraagt is niet altijd de kern wat een burger wil weten. Dat is niet het besluit maar de bijlagen en rapporten daarachter. Juist dát wil je met de stad delen. We willen dus meer doen dan de wet van ons vraagt. Omdat we weten dat daar de informatiebehoefte vanuit de stad ligt. De passieve openbaarmaking, op verzoek van burgers, dat loopt wel, daar hebben we ervaring mee. Op dit moment verkennen we wat we nodig hebben, zoals extra mensen die kennis hebben van informatiebeheer. Het Woo-team zal waarschijnlijk groter zijn dan het Wob-team. De grootste uitdaging: de mindset van alle ambtenaren. Wat wij hebben is niet alleen van de gemeente maar van de hele stad – los van beperkingen als privacy en concurrentiegevoelige informatie. De primaire reactie is toch vaak: spannend als iets naar buiten gaat. En: moeten we dit wel willen. Ja, is mijn antwoord. Zo hebben we een jaar geleden ons algoritmenregister – met 48 algoritmes – vrijgegeven. Dat neemt al veel zorgen bij burgers weg. De grootste omslag wordt van reactief naar proactief openbaar maken. Ook daarvoor is extra capaciteit nodig én die mindset weer. Ook moeten we beter archiveren, dan pas kun je voldoen aan de Woo. Eerdere pilots lieten zien dat we daar nog een slag moeten maken. Desondanks zijn Utrecht en de andere drie grote steden koploper. We hebben een voorbeeldfunctie om de lessons learned door te geven aan de kleinere gemeenten. De Woo gaat diep in de organisatie maar gaat de stad ook veel brengen. Met name het vertrouwen dat burgers in de overheid hebben zal omhoog gaan.’ wel bij een vergunninghouder of adviseur, dan kan deze een last onder dwangsom worden opgelegd zodat hij de documenten afgeeft. Van der Sluis spreekt over ‘stiekem toch veel nuanceverschillen’. PERSOONLIJKE BELEIDSOPVATTINGEN Annemarie Drahmann, universitair hoofddocent staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden wijst op een andere verandering: de stukken ten behoeve van intern beraad. ‘Hoofdregel wordt – en dat is ingevoerd na de toeslagenaffaire – dat alle documenten met persoonlijke beleidsopvattingen die worden gebruikt voor ‘formele bestuurlijke besluitvorming’ in principe altijd geanonimiseerd openbaar worden. Dat betreft alle documenten die hebben geleid tot een beslissing of beleid van een wethouder, burgemeester of het college. Hoewel ze openbaar worden zijn ze niet tot personen herleidbaar. Dat is een omkering met de Wob. Nu zijn persoonlijke beleidsopvattingen geheim, tenzij. Dat wordt dus: openbaar, tenzij. En het ziet ook op documenten gemaakt voor 1 mei 2022.’ Daar kunnen ambtenaren van schrikken, maar Drahmann zegt: ‘Ze zouden niet bang moeten zijn voor de Woo. Deze wet wil zorgen voor een cultuurverandering. Geheimhouding past niet in een democratie, burgers moeten de overheid kunnen controleren. Als je als ambtenaar dat als startpunt neemt en vervolgens nadenkt hoe je de overheid beter kunt maken, dan is het niet erg als jouw visie in een bepaalde kwestie geanonimiseerd openbaar wordt gemaakt. Ambtenaren kunnen er nu al in hun schrijfstijl rekening mee houden. Ze kunnen bijvoorbeeld in een memo een apart kopje maken: persoonlijke beleids opvatting.’ Ook moeten ambtenaren de uitzonderingsgronden anders inkleden, zegt Drahmann. Voorheen konden meerdere uitzonderingsgronden tegelijkertijd worden aangevoerd. Bijvoorbeeld: deze passage mag niet openbaar want dat zou de gemeente onevenredig benadelen én het is bedrijfsvertrouwelijke informatie. Onder de Woo mag je niet meer voor beide ankers liggen. De onevenredige benadeling is een restcategorie en die kan niet meer als een ‘sacrale’ reden worden ingeroepen om openbaarmaking te weigeren. Áls ervoor wordt gekozen, dan mag niet ook een andere uitzonderingsgrond worden gebruikt.’ CONTACTPERSOON In het oorspronkelijke wetsvoorstel stond nog dat alle overheidsdocumenten openbaar of opvraagbaar moesten BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 ACHTERGROND19 zijn, maar dat bleek te duur en werd ingeslikt. Daarvoor in de plaats is de ‘contactpersoon’ gekomen, die iedere gemeente hoort te hebben. Die moet ervoor zorgen dat Woo-verzoeken adequaat worden afgehandeld. Klinkt mooi, maar Van der Sluis wijst op een onvermoed probleem. ‘Mogelijk wordt met het benoemen van zo’n functionaris een apart bestuursorgaan gecreëerd die zelf ook besluiten neemt over openbaarmaking. Dat had men niet scherp voor ogen toen de contactpersoon werd bedacht. Goed dat er iemand is die burgers helpt, op de termijnen let en later ook de actieve openbaarmaking aanjaagt. Maar een bestuursorgaan, moet je dat willen?’ Hoewel het ‘echte’ actieve openbaar maken nog even duurt – het rijk verwacht in 2023 deels klaar te zijn, voor gemeenten is de einddatum 2030 – is het volgens Van der Sluis verstandig nu al daarover te acteren. ‘Welke documenten, welke uitzonderingen gelden er. Neem beschikkingen, die moeten op termijn actief openbaar en liever niet openbaren – maar dat is juist niet de bedoeling van de Woo.’ ARCHIEFBEHEER Een belangrijke uitdaging ziet Drahmann verder in de manier waarop overheden hun stukken archiveren – de huidige systemen zijn vaak verouderd. ‘Documentmanagementsystemen van overheden zijn vaak niet up to date. Veel gemeenteambtenaren slaan e-mails op in hun persoonlijke mailbox en notities worden gemaakt. Die raken ook aan belangen van personen, er kunnen bedrijfsgeheimen in het geding zijn. Daarom is er een lange lijst met weigeringsgronden. Dat wordt een heel gepuzzel.’ Of neem andere belanghebbenden: die kunnen weer bezwaar aantekenen en een voorlopige voorziening vragen om openbaarmaking te voorkomen. Dat leidt tot juridificering van de relaties. De kans bestaat dat gemeenten op safe gaan spelen ADVERTENTIE en memo’s op hun eigen harde schijf. Als ze uit dienst gaan, gaat die informatie verloren. Gemeenten moeten nu nagaan: hoe is mijn archiefbeheer, is er een centraal systeem? Daarvoor kan software worden aangekocht. Als iedereen keurig dat systeem gebruikt, dan wordt actieve openbaarmaking ook eenvoudiger. Dat de Woo nu grote veranderingen eist, komt ook omdat de software verouderd is. Als nu wordt gewerkt aan een digitaliseringslag en als dat wordt gekoppeld aan een opleidingsprogramma, dan is implementeren van de wet relatief eenvoudig.’
Pagina 20
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 51 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 21 Als een ambtenaar van het ministerie van IN DE CLINCH Binnenlandse Zaken (BZK) in de zomer haar kerstcadeau van een half jaar eerder nog niet heeft gekregen, stapt ze naar de rechter. Ze eist dat de minister een dwangsom moet verbeuren. Gaat de rechter ook zo ver? KERSTCADEAU IS VEEL TE LAAT OVERHANDIGD Het is zomer 2018 wanneer BZK-ambtenaar Kiki de Lier* bij haar minister bezwaar maakt tegen het feit dat ze het haar toegezegde kerstcadeau (van 2017) nog steeds niet heeft gekregen. Het betreft een VVVbon ter waarde van 50 euro. Tegelijk stelt De Lier de minister in gebreke vanwege het niet tijdig feitelijk verstrekken van het kerstcadeau. Bijna drie maanden laten verklaart de minister dat bezwaar niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang: De Lier heeft het kerstcadeau van 2017 inmiddels ontvangen. Daarmee is de kous niet af, omdat De Lier in die tussentijd in beroep is gegaan bij de rechtbank Den Haag tegen het niet tijdig feitelijk verstrekken van het kerstcadeau van 2017. Ook verzoekt ze de rechtbank een dwangsom vast te stellen. Dat laatste doet de rechtbank niet: in april 2018 heeft de minister immers toegezegd dat het kerstcadeau (over 2017) zal worden verstrekt, het komt er dus aan, een dwangsom is niet nodig. Over de feitelijke (niet) verstrekking van het kerstcadeau had De Lier best even zelf contact kunnen opnemen met de minister. Zij laat het daar niet bij zitten. Bij de Centrale Raad van Beroep herhaalt De Lier haar eis: een dwangsom voor de minister. Die had wel toegezegd het kerstcadeau van 2017 te zullen verstrekken, maar hij is vervolgens niet tijdig tot die feitelijke verstrekking overgegaan. De Raad is het deels met De Lier eens: de minister heeft het kerstcadeau van 2017 feitelijk niet tijdig – Het betreft een VVV-bon ter waarde van 50 euro dus te laat – verstrekt. De toezegging was op rechtsgevolg gericht, De Lier zou de VVVbon immers pas na verstrekking kunnen besteden. De verstrekking van de bon is daarmee een feitelijke handeling jegens een ambtenaar, en dat wordt – op grond van de Algemene wet bestuursrecht – gelijkgesteld met een besluit, zodat bezwaar en beroep mogelijk is. De feitelijke handeling mag niet onredelijk laat worden verricht. Tussen de ADVERTENTIE toezegging (23 april 2018) dat het kerstcadeau van 2017 zou worden verstrekt en de daadwerkelijke verstrekking (28 augustus 2018) zat vier maanden: onredelijk laat, aldus de Raad (uitspraak 18 juni 2021). Het beroep bij de rechtbank – twee weken vóór de feitelijke verstrekking – was dus terecht ingediend. Dat wil echter niet zeggen dat De Liers beroep gegrond is. De Raad is het namelijk niet eens met het standpunt van De Lier dat de minister een dwangsom verschuldigd was. Niet dat het misschien niet nodig was de minister achter de broek te zitten, maar omdat de structuur van de Algemene wet bestuursrecht dit niet toelaat. Tegen een feitelijke handeling als deze staat wel bezwaar en beroep open, maar de bepalingen over het verbeuren van een dwangsom bij niet tijdig beslissen zijn niet van overeenkomstige toepassing verklaard op deze feitelijke handeling. Dit betekent dat de minister, op juridische gronden, geen dwangsom hoefde te betalen. In een andere zaak die De Lier had aangespannen tegen de minister (over haar ontslag, over een ambtsjubileumgratificatie en over het missen van een afscheidsreceptie) had ze gevraagd of ze rente vergoed kon krijgen over de te laat uitgekeerde kerstbon. Maar omdat dat minder is dan 10 euro hoeft de minister ook dat niet te betalen. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:1484
Pagina 22
Pagina 26
26 SPECIAL LICHTPUNTJES DOOR: ADRIAAN DE JONGE BEELD: SHUTTERSTOCK Steeds meer gemeenten zoeken met eigenwijze experimenten de grenzen op van de Participatiewet. Wethouders zetten ongehoorzaamheid in als middel om een doorbraak in de landelijke wetgeving te forceren. Wat blijkt: veel experimenten leiden in de praktijk tot positief resultaat. GEMEENTEN IN OPSTAND TEGEN HAAGSE REGELS MET SUCCES MUITEN TEGEN PARTICIPATIEWET ‘Onacceptabel’ vond staatssecretaris Dennis Wiersma (Sociale Zaken & Werkgelegenheid) het besluit van de gemeente Utrecht. ‘Tegen de wet ingaan is nooit de oplossing’, liet hij weten aan de Volkskrant. Wiersma reageerde op de aankondiging van wethouder Linda Voortman (werk en inkomen, GroenLinks) dat Utrechtse jongeren voortaan niet meer eerst vier weken naar werk hoeven te zoeken voordat ze in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering. Voortman legde uit dat kwetsbare jongeren vanwege de verplichte zoektermijn uit beeld raken, dat ze zich soms in de schulden steken of ‘het verkeerde pad’ op gaan. Maar dat vond Wiersma geen reden om de regels van de Participatiewet, die de zoektermijn voor jongeren tot 27 jaar voorschrijft, aan de laars te lappen. Utrecht is niet de enige gemeente die met lokaal bijstandsbeleid de randen van de wet opzoekt. Sterker nog: de eigenwijze experimenten springen als paddenstoelen uit de grond. Alleen al de afgelopen drie maanden kwamen er, naast Utrecht, nog vier andere opmerkelijke voorbeelden voorbij – hoewel de staatssecretaris daar niet zo fel op reageerde als in het geval van Utrecht. Zo lanceerde de gemeente Eindhoven begin oktober een uniek experiment genaamd het Bouwdepot, opgezet door Stichting Zwerfjongeren Nederland. Daarbij krijgen dertig kwetsbare jongeren tussen 18 en 21 jaar een uitkering ‘vanuit vertrouwen’ (zie kader op pagina 29 en verder). De aanpak moet voorkomen dat deze jongeren vast komen te zitten in schulden of dakloosheid. Staatssecretaris Wiersma vindt het weliswaar een ‘BASISBAAN LEIDT TOT BLIJE MENSEN’ Al sinds maart 2020 creëert de gemeente Groningen zelf banen voor mensen in de bijstand die al lang niet aan het werk komen. De zogeheten basisbaan bestaat uit maatschappelijk relevant werk, dat de leefbaarheid van Groningse wijken moet vergroten, en vervangt de uitkering. Eerder dit jaar bleken de eerste resultaten van de proef positief te zijn. Deelnemers gaan er qua welzijn en inkomen op vooruit, meldde de gemeente Groningen. In februari dit jaar ging het nog om 25 basisbanen, inmiddels zijn er al 46 gerealiseerd, vertelt wethouder Carine Bloemhoff (werk en participatie, PvdA). ‘We zijn gestaag verder gegaan met de uitrol. Ik kan alleen maar zeggen dat er nog meer blije mensen bijgekomen zijn.’ Uit een recente evaluatie, die nog niet openbaar is, blijkt bovendien dat het ziekteverzuim bij deelnemers laag is. ‘Het ligt rond de 4,5 procent. Bij vergelijkbare groepen is dat 9 procent’, aldus Bloemhoff. Het bevestigt het beeld dat de basisbaan een positieve invloed heeft op gezondheid en welbevinden. Uit eerder onderzoek bleek al dat de basisbanen vanuit maatschappelijk oogpunt winstgevend zijn. ‘Dus het kan uit’, concludeert Bloemhoff. ‘Alleen liggen de kosten bij de gemeente terwijl de winst vooral ligt bij de deelnemers, het rijk en de zorgverzekeraars.’ Inmiddels is de wethouder met woningcorporaties en een zorgverzekeraar in gesprek over een bijdrage aan de basisbanen. ‘Maar degene die er het meeste baat bij heeft is uiteindelijk het rijk, die geen uitkering meer hoeft te betalen’, aldus Bloemhoff, ‘dat scheelt 14.000 euro per jaar’. Om die scheve verhouding tussen kosten en baten recht te trekken, zou Bloemhoff graag zien dat het mogelijk wordt om een deel van het budget voor uitkeringen in te zetten als loon voor de basisbanen. Daarvoor is wel een wetswijziging nodig. Of die er komt, hangt van het uiteindelijke regeerakkoord af. ‘Ik zit met smart te wachten’, aldus Bloemhoff. Veel gemeenten vinden de wet te streng en rigide sympathiek en interessant project, maar of het wettelijk is toegestaan moet nog worden uitgezocht. Wiersma laat de landsadvocaat onderzoek doen naar die vraag. Gemeenten mogen namelijk geen lokaal inkomensbeleid voeren dat tegen de Participatiewet ingaat. En het is mogelijk dat deze aanpak schuurt met een aantal principes van de Participatiewet. Inkomsten uit werk worden niet ingehouden op de uitkering, en er is geen plicht om direct op zoek te gaan naar werk. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 e SPECIAL 27 Daarnaast liet de gemeente Amsterdam weten de bijverdienpremie (een bonus voor bijstandsgerechtigden met een bijbaan) die sinds maart van dit jaar geldt, door te zetten tot eind 2023. Ook dat zou in strijd met de Participatiewet kunnen zijn – de bijverdienpremie is weliswaar toegestaan, maar alleen als tijdelijke bonus, niet als structureel inkomensbeleid. In Tilburg mogen bijstandsgerechtigden binnenkort samenwonen ‘op proef’ zonder korting op de uitkering, ook een tijdelijke uitzondering op de gebruikelijke regels. In onder andere Groningen en Amsterdam is er interesse om een soortgelijke proef op te zetten. En Rotterdam werkt aan een pilot waarbij jongeren van 21 tot 27 jaar worden vrijgesteld van de kostendelersnorm – wat betekent dat ze bij iemand met een bijstandsuitkering kunnen inwonen zonder dat dat gevolgen heeft voor de hoogte van de uitkering. ONVREDE Waar komt die ambtelijke ongehoorzaamheid vandaan? Volgens wethouder Carine Bloemhoff (werk en participatie, PvdA) van Groningen heeft dat vooral te maken met groeiende onvrede over de Participatiewet, die veel gemeenten te streng en rigide vinden. Bovendien worden gemeenten steeds ongeduldiger. De gemeente Groningen, die meedeed aan een landelijk bijstandsexperiment en een pilot met zogenaamde basisbanen heeft opgezet (zie kader links), pleit al lang voor een versoepeling van de regels en een verruiming van het budget voor de Participatiewet. Het is immers al twee jaar geleden dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een vernietigend rapport uitbracht over die wet. En iets daarna kwamen de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en de commissie-Borstlap met adviezen die vergaande implicaties hadden moeten hebben voor de inrichting van het arbeidsmarktbeleid. ‘Maar het wordt al twee jaar vooruit geschoven’, zegt Bloemhoff. ‘Eerst zei het ministerie: dat is een politieke keuze, en er zijn bijna verkiezingen. Daarna was het maandenlang wachten op een nieuw kabinet.’ De Utrechtse wethouder Voortman kan zich vinden in het ongeduld van haar Groningse collega. ‘We kunnen tegen jongeren die nú een probleem hebben toch lastig zeggen: nog even geduld, er komt een nieuw kabinet aan?’, zegt ze in de Volkskrant. Peter Heijkoop, CDA-wethouder in Dordrecht die op dit onderwerp ook namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) spreekt, sluit zich in dezelfde krant daarbij aan. ‘In 2020 hebben we al aangegeven dat de Participatiewet niet effectief en menselijk is. Toen is gezegd: we laten het aan een volgend kabinet. Inmiddels is het bijna 2022 en heeft corona de kwetsbare mensen alleen maar kwetsbaarder gemaakt.’ De wethouders werk en inkomen van de vier grote steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) lieten onlangs in een opiniestuk in Trouw ook al een alarmerend geluid horen. ‘Op vele fronten beperkt de huidige strenge Participatiewet de ruimte voor maatwerk’, schreven ze. Daarnaast is er een dringend tekort aan financiering, waardoor niet alle inwoners de begeleiding ‘ Het is echt Kafka, zoals die lagen niet op elkaar aansluiten’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 28
VAN ONZE KENNISPARTNER SPECIAL 29 krijgen die ze nodig hebben. ‘Dat dwingt ons als gemeenten om te kiezen tussen kwetsbare mensen. Concreet: we kunnen geen gelijke kansen bieden aan gelijke mensen in gelijke situaties. En dat is een zeer pijnlijke constatering.’ De wethouders concluderen: ‘We kunnen de doelgroep alleen ondersteunen als de Participatiewet wordt aangepast én als het tekort aan geld – recent becijferd op 1,5 miljard euro – structureel wordt opgelost.’ MAATWERK Jeugdwethouder Renate Richters (GroenLinks) in Eindhoven vindt het experiment in haar gemeente geen kwestie van muiterij tegen het rijk. Het is juist een logisch, vanzelfsprekend onderdeel van de uitvoering van de gedecentraliseerde taken die gemeenten hebben gekregen. ‘We zijn verantwoordelijk voor verschillende wetten’, legt Richters uit, ‘de Participatiewet, de Jeugdwet en de Wmo [Wet maatschappelijke ‘Laat jongeren vaker op hun bek gaan’ ‘Wat is de laatste miskoop die u heeft gedaan?’ Die vraag stelt social designer Manon van Hoeckel vaak aan gemeenteambtenaren als ze vertelt over het Bouwdepot – een experiment, vormgegeven door Stichting Zwerfjongeren Nederland en Van Hoeckel zelf, waarbij dertig kwetsbare jongeren tussen 18 en 21 jaar een uitkering ‘vanuit vertrouwen’ krijgen. Of zoals de initiatiefnemers het liever noemen: een bouwbudget. De jongeren bouwen immers aan hun toekomst. Dat bouwbudget houdt in: elke maand 1.050 euro, een jaar lang. Alle inkomsten daar bovenop mogen de deelnemers houden. Geen verplichte tegenprestatie, ook geen sollicitatieplicht, maar wel een individueel ontwikkelingsplan, opgesteld door de jongere zelf. Er zijn regels verbonden aan het bouwbudget, maar die mogen de deelnemers zelf bedenken. In eerste instantie was er vanuit gemeenten weinig enthousiasme over de methode. Maar nadat de eerste pilots veelbelovende resultaten hadden laten zien – de deelnemende jongeren zetten flinke stappen richting werk, opleiding en zelfstandig wonen – kwam er steeds meer interesse. De gemeente Eindhoven is de eerste gemeente die zelf een experiment met de Bouwdepotaanpak financiert. ‘De jongere mag zelf de regie nemen’, legt verantwoordelijk wethouder Renate Richters (GroenLinks) uit. ‘Door hun behoefte centraal te stellen, krijg je een ander uitgangspunt.’ Het doel is om te voorkomen dat deze jongeren vast komen te zitten in schulden of dakloosheid. Op Van Hoeckels vraag komen altijd grappige antwoorden, want iedereen doet wel eens een miskoop. Toch houden we er andere verwachtingen op na als het gaat om jongeren met een uitkering. Die moeten hun uitgaven constant rechtvaardigen, het gaat immers om gemeenschapsgeld. Van Hoeckel probeert ambtenaKANS Een van de centrale principes van het Bouwdepot is dat jongeren de kans moeten krijgen om ‘op hun bek te gaan’ en te leren van hun fouten, vertelt Van Hoeckel. Want in de huidige situatie is er geen enkele ruimte om fouten te maken, zeker niet op financieel gebied. Jongeren tussen de 18 en 21 jaar krijgen niet meer dan 255 euro per maand aan bijstandsuitkering; bij lange na niet genoeg om zelfstandig van te kunnen leven. Gaat verder op pagina 31 ADVERTENTIE Wob wordt Woo! De Wet open overheid treedt per 1 mei 2022 in werking. Capra Advocaten neemt u mee in de veranderingen. Onder meer met online pauze-webinars waar we in een kwartier inzoomen op één onderwerp. Wilt u meer weten? Bezoek capra.nl/woo ondersteuning, red]. Bij de laatste twee word je aangemoedigd om maatwerk te leveren, om rekening te houden met omstandigheden. De Participatiewet is meer controle gedreven. Dat conflicteert soms.’ Met andere woorden: de uitvoering van de ene wet leidt tot een overtreding van de andere. Richters wijst op het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). ‘Wij geven invulling aan vrijwel ren een spiegel voor te houden: waarom stellen we strengere eisen aan jongeren die afhankelijk zijn van een uitkering dan aan onszelf, of aan onze eigen kinderen? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 30
SPECIAL 31 Vervolg van pagina 29 Maar ook beleidsmakers mogen wel eens wat vaker ‘op hun bek gaan’, vindt Van Hoeckel. ‘Politici houden ervan om lang te overleggen over beleidskeuzes. Een ontwerper had in de tussentijd al lang en breed tien testen gedaan.’ Met andere woorden: het zou goed zijn als er wat minder angst was om nieuwe methoden uit te proberen. Kees Dorst, hoogleraar Transdisciplinary Innovation aan de University of Technology Sydney, die ook meedenkt over de Bouw depotmethode, is het daarmee eens. ‘We zijn allemaal bang om verantwoordelijkheid te nemen, om fouten te maken, om ruimte te nemen om te leren. En die angst slaat om in een structureel wantrouwen naar alles. In dit geval zorgt dat voor angst dat jongeren dingen doen met gemeenschapsgeld waar het niet voor bedoeld is, zonder dat we weten in hoeverre dat het geval is. En vervolgens richten we het hele systeem in op iets wat misschien helemaal niet speelt.’ Het wantrouwen vanuit de overheid richt zich niet alleen op jongeren en andere burgers, ziet Dorst, maar ook op de lokale overheden die het decentrale beleid uitvoeren. De reactie van staatssecretaris Wiersma op het Eindhovense experiment is een treffend voorbeeld daarvan. ‘Het is echt wel Kafka, zoals die lagen niet op elkaar aansluiten’, aldus Dorst. ‘De overheidslaag die nota bene verantwoordelijk is gemaakt voor dit beleidsterrein, wordt op z’n nek gezeten door de laag die er niet meer verantwoordelijk voor is.’ OMWENTELING Dorst denkt dat het Bouwdepot een aanzet kan zijn voor een grotere omwenteling. ‘Ik hoop dat het inspiratie biedt om op een andere manier met mensen om te gaan.’ Wel denkt hij dat een elk doel in dat actieplan. Eigenlijk is dit het gewone werk, de manier waarop we het zouden moeten doen. Daartoe heeft het ministerie ons uitgedaagd.’ Maar de uitvoering van een opdracht van het ene ministerie (VWS) zorgt voor weerstand bij een ander departement (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die verantwoordelijk is voor de Participatiewet). In het Actieprogramma Dak- en Thuisloze regeling zoals het Bouwdepot, die rust op vertrouwen in de ontvanger, alleen op lokaal niveau kan worden vormgegeven. ‘Het kan nooit te groot worden, want je hebt vertrouwen nodig.’ Manon van Hoeckel vergelijkt het met een broodfonds, waar de groep deelnemers ook niet al te groot mag worden. Wel kunnen de verschillende broodfondsen samen een groter geheel vormen. ‘Een broodfonds is vaak onderdeel van een groot systeem, maar de uitvoering gebeurt uiteindelijk in kleine, lokale clubs’, aldus Van Hoeckel. Daarbij is het belangrijk dat het overkoepelende systeem niet zozeer bestaat uit regels, maar uit principes, zegt Dorst. ‘Als er zo veel verschillende persoonlijke situaties zijn, dan gaan regels nooit werken. Als je een regel maakt, dan gooi je de situatie weg. Maar principes werken wel.’ De afwezigheid van regels betekent niet dat alles kan en alles mag, benadrukt Dorst. ‘Er is niets los of slordigs aan het Bouwdepot. Het is gebaseerd op heel heldere principes.’ Jongeren wordt bijvoorbeeld gesproken over ‘helpende regels’. ‘Geen enkele jongere wordt dak- en thuisloos als gevolg van tekortschietende (uitvoering van) regels’, valt te lezen. Toch wordt het Eindhoven door Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) niet in dank afgenomen dat de gemeente iets probeert te doen aan ‘tekortschietende regels’. Ook is het opvallend dat de staatssecretaris van SZW kritisch is over ADVERTENTIE kennissessie: RES en Transitievisies Warmte zijn een feit, wat nu? aanmelden kan via stichtingbuurkracht.nl/webinars het Bouwdepot- experiment, terwijl de collega’s van VWS subsidie verleenden aan een eerdere pilot met precies dezelfde methode. Richters: ‘Of ik continu de grenzen aan het opzoeken ben? Ik vind dat ik op Jeugd en Wmo precies doe wat er wordt gevraagd. Ik wil dat deze jongeren volwaardig inwoner van Eindhoven kunnen zijn. Ik vind dat niet zo enorm grensverleggend.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 32
32 SPECIAL LICHTPUNTJES DOOR: HANS BEKKERS FOTO: SHUTTERSTOCK Het woningtekort neemt nog steeds toe, de huizenprijzen blijven stijgen en de nieuwbouwproductie blijft achter bij de vraag. Maar er is hoop: het aantal afgegeven bouwvergunningen stijgt al en het nieuwe kabinet belooft gemeenten en corporaties achter de broek aan te gaan zitten om de opgehoogde doelstelling van 100.000 nieuwe woningen per jaar te halen. VERSNELLING WONINGBOUW MEER PREFAB, MEER HOUT EN MEER GELD De vraag naar woningen was dit jaar onverminderd hoog, de rente was laag en de huizenprijzen zijn sterker gestegen dan ooit: de sterkste groei in twintig jaar zelfs. In juli lagen de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld liefst 16,3 procent hoger dan in juli 2020 en in de maanden daarna zette deze jaar-op-jaar stijging door. Een gemiddeld huis werd in slechts een jaar tijd naar schatting zo’n 55.000 euro duurder. Het woningaanbod en het aantal verkochte woningen namen gedurende 2021 verder af, zo blijkt uit de NVM-woningmarktcijfers van het derde kwartaal. Met ruim 32.000 verkochte woningen in het derde kwartaal is dat een daling van circa 29 procent ten opzichte van een jaar eerder. In dezelfde periode stonden er 16.500 woningen te koop aangeboden. Dat is een afname van 44 procent in een jaar tijd. De woningmarkt is ongekend krap en dat zal op korte en middellange termijn ook zo blijven, volgens de Outlook Grondexploitaties 2022 van Metafoor. Maar de woningprijzen lijken volgens directeur Erik Berkelmans van het adviesbureau langzamerhand wel een plafond te bereiken. Hij voorziet dat de stijging op middellange termijn afvlakt naar een stabiel niveau. ‘De schaarste aan materiaal lijkt langzaam af te nemen waardoor verwacht mag worden dat, ook met het op gang komen van logistieke stromen, ook de stijging van de woningbouwkosten komende jaren langzaam zal afvlakken’, aldus Berkelmans. ‘Voor zowel woningbouwkosten als de woningprijzen wordt eenzelfde soort trend verwacht.’ PRIJSDRUKKEND De bouwsector heeft wel nog steeds te maken met materiaal- en personeelstekorten. Maar de orderportefeuilles van bedrijven in de sector zijn wel aan het afnemen. Als de concurrentie daardoor toeneemt, kan dat zomaar een prijsdrukkend effect gaan krijgen. Berkelmans plaatst daar wel een kanttekening bij. Niet alleen blijft de krapte op de arbeidsmarkt naar verwachting op termijn aanhouden, maar daarnaast zijn er sterke stijgingen te zien in de gas- en energieprijzen. ‘Dat leidt weer tot een opstuwend effect op de prijzen van bouwmaterialen, zoals beton, bakstenen en cement waarvan de productie veel energie vereist.’ En ook de indirecte, door marktwerking beïnvloede bouwkosten spelen een rol. ‘Strenge duurzaamheidseisen leiden tot meerwerk voor aannemers, omdat deze duurzame oplossingen moeten worden ingepast in het eindproduct’, aldus Berkelmans. Daarnaast kan ook de grote vraag naar nieuwbouwwoningen ervoor gaan zorgen dat aannemers de opdrachten voor een hogere prijs in de markt kunnen zetten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 SPECIAL 33 ‘ Het had een paar miljard meer mogen zijn’ Kijkend naar het regeerakkoord, ziet hij op onderdelen toch redelijk wat positieve ontwikkelingen die de spanning op de woningmarkt wat laten afnemen: het verlengen van zowel de investeringsimpuls voor woningbouw als het volkshuisvestingfonds, extra geld voor het met openbaar vervoer, fiets en auto bereikbaar maken van bouwlocaties. Voor dat laatste trekt het nieuwe kabinet 7,5 miljard euro uit. ‘Dat had een paar miljard meer mogen zijn’, zegt Berkelmans, verwijzend naar twee onderzoeken die aangaven dat daarvoor eigenlijk een investering van ruim 30 miljard nodig is. Een prijsdempende werking verwacht hij ook van de aankondiging in het regeerakkoord om de zogeheten jubelton af te schaffen – de belastingvrije schenking van een ton belastingvrij van ouders aan hun kinderen voor de aankoop van een eigen woning. Die schenkingsvrijstelling verhoogde immers de ruimte om hoger te bieden dan anderen. En dat heeft als zodanig een prijsopdrijvend effect. VERGUNNINGVERLENING Voordat die maatregelen echt merkbaar effect gaan sorteren, zijn we minimaal een jaar verder. Een positieve ontwikkeling is inmiddels wel dat het aantal afgegeven bouwvergunningen stijgt. Weliswaar nog onvoldoende om in de groeiende woningbehoefte te voorzien, maar toch. De vergunningverlening trok in de eerste helft van 2021 sterk aan en de verwachting is dat het totale aantal verleende vergunningen voor nieuwbouwwoningen rond de 80.000 woningen uit gaat komen in 2021. Dat betekent dat na het dieptepunt van 2019 (60.000 vergunningen) er in zowel 2020 (70.000 vergunningen) als 2021 een toename van 10.000 vergunningen per jaar is gerealiseerd. De ambities van het nieuwe kabinet zijn nog groter. ‘We versnellen de woningbouw tot rond de 100.000 woningen per jaar’, zo staat in het vorige week gepresenteerde coalitieakkoord. Die sprong van 75.000 naar 100.000 wil Rutte IV onder andere doen door innovaties te versnellen, zoals het opschalen van het bouwen van prefabwoningen en het transformeren van kantoren tot woningen. Gemeenten en provincies krijgen te maken met prestatieafspraken die de nieuwe minister voor Volkshuisvesting & Ruimtelijke Ordening met hen zal opstellen. En bindende prestatieafspraken komen er eveneens met woningcorporaties. In ruil voor de geleidelijke afschaffing van de gewraakte verhuurderheffing wordt van ze verwacht dat ze die daarmee geschapen investeringsruimte van 1,7 miljard euro gebruiken voor met name de bouw van flexwoningen en betaalbare huurwoningen, zo staat het in het coalitieakkoord. ‘Een goede stimulans voor de volkshuisvesting’, noemt voorzitter Martin van Rijn van de woningcorporatiekoepel Aedes het regeerakkoord om die reden. Er bestaan overigens gerede twijfels of de daadwerkelijke voorraad nieuwe koopwoningen zo snel zal toenemen. De woningproductie schommelt immers al een paar jaar rond de 71.000 woningen. En het EIB – het Economisch Instituut voor de Bouw – sprak eerder de verwachting uit dat het aantal opgeleverde woningen pas in 2024 zal toenemen richting de 80.000. Volgens de NEPROM, de vereniging van projectontwikkelaars, is de ambitie van het kabinet om de woningproductie fors op te schroeven – zeker onder regie van een aparte minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening – wel degelijk haalbaar. ‘Wanneer we werkelijk gaan samenwerken en inzetten op slimme bouwsystemen met meer productie in woningfabrieken, dan moeten die ambities kunnen slagen’, aldus voorzitter Desirée Uitzetter van de belangenvereniging. PREFAB EN HOUTBOUW Ook Berkelmans denkt dat de mogelijkheid tot versnelling van de woningbouw deels in de hoek van de creatieve bouwoplossingen moet worden gezocht. Bouwbedrijven, zo constateert hij, zetten steeds BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 34
34 SPECIAL LICHTPUNTJES meer in op digitalisering en industrialisering. Om de bouwproductie op te schalen maken ze steeds vaker gebruik van prefab modules. Die modules worden op grote schaal in fabrieken voor-geproduceerd en hoeven vervolgens op locatie alleen nog te worden gemonteerd. ‘Wanneer prefab bouwen de norm wordt, kunnen er grote schaalvoordelen optreden die een prijsdrukkend effect hebben op de bouwkosten. Daarnaast kunnen prefab woningen relatief snel worden gemonteerd. Hierdoor kan de woningbouwproductie opgeschaald worden ondanks het tekort aan bouwpersoneel.’ Ook maken bouwbedrijven steeds meer gebruik van houtoplossingen in bouwconstructies. Houten constructies gelden als relatief goedkoop en duurzaam alternatief voor beton- en staalconstructies. ‘Zeker wanneer er schaarste is aan dat soort bouwmaterialen, is hout een interessant alternatief.’ Op dit moment lopen er allerlei hoogbouwprojecten in Nederland. Voordeel is dat er relatief weinig vierkante meters grond nodig zijn voor het creëren van veel woningen. Dat is op het oog een ideale oplossing om het woningtekort op te lossen. Toch lijken torens boven de 70 meter té hoog gegrepen. De reden? Boven de 70 meter bouwen is complexer, er gelden andere regels en er zijn andere vereisten. In de praktijk leidt dit meestal tot duurdere woningen. Voor betaalbaar wonen zijn woontorens tot 70 meter IMPULS WONINGBOUW Binnenlandse Zaken steunt 33 gemeenten met 253 miljoen euro om sneller tienduizenden betaalbare woningen te bouwen. Die woningen zijn bedoeld voor starters of mensen met een middeninkomen. Opgeteld gaat het om 44.277 nieuwe huizen, verdeeld over 36 projecten. Die komen nu te traag van de grond omdat ze financieel nog niet rond zijn. Het geld van het rijk kan worden gebruikt om bijvoorbeeld vervuilde grond te saneren, bedrijven uit te plaatsen of toegangswegen aan te passen. Gemeenten en provincies zijn verantwoordelijk voor de rest van de kosten. Onder de gehonoreerde projecten vallen relatief veel bouwlocaties rond stationslocaties. Vijftien keer draait het om transformaties van bedrijventerreinen. Ook in bestaande verouderde wijken komen nieuwe huizen. Bij drie projecten gaat het om bouwprojecten buiten de bestaande woonplaatsen. Het is de derde keer dat het ministerie voor dit doel geld beschikbaar stelt. Tot nu toe zijn volgens Binnenlandse Zaken bijna 140.000 nieuwbouwwoningen versneld gebouwd. Het nieuwe kabinet verlengt de woningbouwimpuls, zo staat in het vorige week gepresenteerde coalitieakkoord. ADVERTENTIE wellicht een geschiktere oplossing. Bovendien leiden hoge woontorens niet zelden tot controverse. In Utrecht gold mede om dat te voorkomen jarenlang de ongeschreven regel om niet hoger te bouwen dan de Domtoren. Dat daar binnenkort toch van zal worden afgeweken is volgens Erik Berkelmans niet ondenkbaar met de woningopgave die er ligt. Al voorziet hij dat het fenomeen buiten de G4 steden voorlopig nog bij incidenten blijft. Een woning voor bakker Roy Omdat zijn hart bij ons verse brood ligt We willen graag dat Roy in zijn eigen buurt kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Roy, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Oosterhout of Eindhoven? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: SAKE RIJPKEMA LICHTPUNTJES SPECIAL 35 Statushouders komen niet makkelijk aan een woning. Laat staan aan eentje die ze kunnen kopen. Bij het sociale project Steenvlinder renoveren ze hun eigen appartement. Samen met onder meer starters en zzp-ers. ‘We kunnen 10 tot 20 procent van het woningtekort oplossen.’ MOEILIJKE GROEPEN KRIJGEN EEN KOOPWONING STATUSHOUDER BOUWT ZIJN EIGEN HUIS Het appartement van de Syrische statushouder Ayoub Modrek is nog niet bewoonbaar. Achter metalen strips zit steenwol tegen de wanden en er loopt een wirwar van pvc-buizen voor elektra over het plafond. De verschillende kamers liggen nog vol met bouwmaterialen. Maar de ruimte – die over een half jaar zal bestaan uit een grote woonkamer, een slaapkamer en een keuken en badkamer – is voor een 21-jarige best riant. Een makkelijke klus is de verbouwing niet: de woning krijgt geen gasaansluiting, dus er moet flink worden geïsoleerd. In de ruimte staat bovendien een kloeke, manshoge warmtepompinstallatie. De aanleg van een warmtesysteem is geen probleem, zegt hij. ‘Ik volg een opleiding tot elektromonteur. Hier doe ik alles in de praktijk.’ Modrek is niet de enige klusser in het gebouw De Nijverheid, net buiten de binnen
Pagina 36
36 SPECIAL LICHTPUNTJES stad van Leiden. In het voormalige schoolgebouw, en op een aantal kavels op het terrein, worden 75 nieuwe woningen gebouwd. Niet door een projectontwikkelaar of andere grote opdrachtgever, maar door de bewoners zelf (of door de aannemer die ze in sommige gevallen hebben ingeschakeld). Van hen vallen 25 onder de INC-regeling die projectontwikkelaar Steenvlinder gebruikt om mensen die geen hypotheek kunnen krijgen, toch hun eigen woning te laten bouwen. Ze kunnen eerst een paar jaar huren en later de woning tegen een gereduceerde prijs kopen. Daarnaast ligt er een bouwbudget van maximaal 30.000 euro klaar en houdt een toezichthouder een oogje in het zeil. Hij controleert op bouw- en brandveiligheid van het werk van de klussers en fungeert als vraagbaak. Maar de bewoners vragen ook veel aan elkaar, zegt Modrek. ‘Mijn bovenbuurman is wat later begonnen dan ik, dus die komt nog wel eens vragen hoe hij iets moet doen.’ Lachend: ‘Hij leert van mijn fouten.’ ZELFBOUWERS Met Marnix Norder, directeur van de sociale projectontwikkelaar Steenvlinder, zijn we niet toevallig de woning van Modrek binnengelopen. Norder was eerder wethouder, gedeputeerde en voorzitter corporatiekoepel Aedes. Hij wil laten zien wat de INC-regeling kan betekenen voor mensen die normaal gesproken geen kant op kunnen in de huidige woningmarkt. Dat geldt niet alleen voor statushouders, maar ook voor andere starters op de woningmarkt, zzp-ers of mensen die een woning zoeken na een scheiding. ‘Mensen als Ayoub, daar doen we het voor.’ De meeste woningen in het project worden overigens gekocht door mensen die wél een hypotheek kunnen betalen, zelf hun verbouwing betalen of een aannemer inschakelen. Maar er is een grote diversiteit aan bewoners, zegt Norder later in de steenkoude hal van de voormalige huishoudschool. ‘Er zitten heel verschillende mensen tussen. Van mensen die een huis bouwen met de INC-regeling tot mensen die een dubbele kavel kopen en een heel groot huis neerzetten. Maar ze zijn gelijk in hun betrokkenheid bij het project. Het zijn allemaal zelfbouwers. En dat zijn vaak leuke mensen.’ Zelf legde Norder zijn functie als voorzitter van Aedes vorig jaar neer om aan de slag te gaan bij Steenvlinder. Hij richtte de organisatie zes jaar geleden op met collega Hans Sparreboom, net als Norder lange tijd werkzaam bij de gemeente Den Haag. Voor veel mensen kwam zijn plotse vertrek als een verrassing. ‘Maar de mensen die me goed kennen waren niet verbaasd. Die snapten het wel.’ Sinds vorig jaar is hij fulltime bestuurder van de ontwikkelaar. De Leidse huishoudschool is niet het eerste project dat Steenvlinder op deze manier ontwikkelt. De organisatie heeft inmiddels al tientallen projecten, veelal in de Randstad, op vergelijkbare wijze gerealiseerd. Overal ontstaat iets extra’s, denkt Norder, dat je in andere projecten niet zo snel ziet. ‘Ik ging laatst bij een vriend langs in een appartementengebouw in de stad. Het viel me meteen op dat eigenlijk niemand in de centrale hal van het gebouw elkaar groet. Mensen lopen langs elkaar heen. Ze wonen er, en dat is het. Dat is bij onze projecten echt anders. Bewoners hebben vaak tegelijk gewerkt aan hun eigen woning, en hebben bij de buren wel eens een boormachine of spijkers geleend. Door die gedeelde ervaring ontstaat een gemeenschap. Het zijn echt niet allemaal vrienden, maar er is geen anonimiteit. Iedereen groet elkaar.’ DROOM Maar een kluswoning is niet voor iedereen, erkent Norder. ‘Bij de start van een project is vaak al goed te zien of iemand het ziet zitten. Als de ogen gaan glimmen als ze door een gebouw rondlopen tijdens een open dag, bijvoorbeeld. Voor veel mensen is het een droom om één keer in je leven zelf een huis te bouwen. En voor veel nieuwkomers is het zelfs de gewoonste zaak van de wereld.’ Als ontwikkelaar zorgt Steenvlinder ervoor dat een project, veelal een voormalig utiliteitsgebouw, wordt voorzien van de noodzakelijke randvoorwaarden, zoals een geïsoleerde buitenmuur, dak, aansluitingen en trappenhuizen. Binnen de woning moet de bewoner alles zelf doen. ‘Wij houden geen spijker voor ze vast.’ In het geval van mensen die onder de INC-regeling vallen, gaat daar nog wel een selectie aan vooraf waarin wordt gekeken of geïnteresseerden in staat zijn om in een woning te klussen en of ze de woning, op termijn, kunnen kopen. ‘Er zijn veel redenen waarom het kopen eerst niet lukt, maar later wel. En als je in een huis woont dat je zelf hebt gebouwd, is de motivatie om het te bezitten alleen maar groter. Het werk dat je erin hebt gestopt, maakt de woning meer waard.’ Om dit soort projecten van de grond te krijgen, bestaat de Steenvlinder-organisatie eigenlijk uit twee delen: een projectorganisatie met investeerders die gewoon winst moet maken, en een stichting zonder winstoogmerk waar de INC-regeling is ondergebracht. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 SPECIAL 37 Zonder subsidie, benadrukt Norder. Voor veel gemeenten kunnen dit soort projecten aantrekkelijk zijn, denkt hij. ‘Uiteindelijk hebben we een gebouw nodig dat we gewoon kopen van de gemeente. En daar krijgen ze gewoon het afgesproken bedrag voor.’ Maar in deze tijd staan voor oude scholen, gymzalen of gemeentekantoren wel meer projectontwikkelaars te trappelen om te verbouwen. ‘Klopt,’ zegt Norder. ‘Maar bij veel traditionele ontwikkelaars krijg je veel van dezelfde woningen, meestal in het duurdere segment, en wordt het gebouw, als het even kan, gesloopt. Als een gemeente wil dat er goedkoper wordt gebouwd, dan moet er alleen maar meer standaard worden gemaakt. Wij doen dat anders. In veel projecten willen we de ziel van het gebouw behouden. Het moet in de buurt passen, en ook vanuit de omwonenden moet er steun zijn.’ GOED VOORBEELD De voormalige huishoudschool in Leiden is daar een goed voorbeeld van, vindt hij. ‘Het oorspronkelijke plan zag er heel anders uit, maar daar zag de buurt maar weinig in. Dat hebben we, met hun inbreng, aan‘ Door die gedeelde ervaring ontstaat een gemeenschap’ gepast.’ Waarmee Norder niet wil zeggen dat andere ontwikkelaars geen goede projecten bouwen. ‘We werken ook met grotere ontwikkelaars samen. Maar juist de groep mensen die er op de woningmarkt weinig kansen heeft, komt er bij de meeste nieuwe projecten ook niet tussen. Terwijl meer woningen voor deze groepen in veel gemeenten bovenaan de agenda staat.’ Een zelfbouwproject met een regeling zoals INC is niet overal de oplossing, maar Norder denkt dat het vaker kan dan veel gemeenten denken. ‘We komen niet in de plaats van de traditionele bouw. Het is één van de oplossingen om het woningtekort terug te dringen.’ En hij is ambitieus: ‘Van het huidige tekort aan woningen kan 10 tot 20 procent volgens mij op deze manier worden ingevuld.’ Dan is er wel wat extra’s nodig. Zo is het ADVERTENTIE lastig om investeerders te vinden voor de INC-regeling. Banken staan niet te springen om geld te lenen, of rekenen hoge rentes. Het is een van de redenen waarom Norder het plan heeft opgevat om de sociale poot van Steenvlinder om te vormen tot woningcorporatie. ‘Voor corporaties is financiering van dit soort projecten veel makkelijker.’ Daarnaast is het steeds moeilijker om nieuwe plekken te vinden. ‘Het aantal leegstaande gebouwen neemt af, dus het starten van nieuwe projecten wordt moeilijker. In veel gemeenten is ons concept nieuw. Vaak kiest een ambtenaar dan toch voor de traditionele, veilige optie. Ik snap dat best. Ik heb ook aan de andere kant van die tafel gezeten.’ En dan zit het Norder nog mee: zijn bekende naam zal de deur in het gemeentehuis wellicht eerder op een kier zetten. Grappend: ‘Of ze gooien hem meteen dicht.’ presenteert Digitale infrastructuur en data-economie Wie gaat erover? Overheid, markt of allebei? 20 januari 2022 Webinar - Data-economie 16.00 - 16.45 uur 10 februari 2022 Webinar - Energietransitie 16.00 - 16.45 uur 10 maart 2022 Voorjaarscongres (invite only) Meld u aan en praat en       onze digitale infrastructuur. Volledig programma, informatie over de sprekers en aanmelden: congresdigitaleoverheid.nl in samenwerking met: Dutch Digital Infrastructure Associaon BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 38
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 40 SPECIAL LICHTPUNTJES BEELD: SHUTTERSTOCK ESSAY DE DAPPERE AMBTENAAR Ook van de grootste fouten kun je leren. Om een nieuwe toeslagenaffaire te voorkomen, is het belangrijk om ambtenaren te trainen in moed. Dappere ambtenaren verdienen bescherming. Het nieuwe kabinet doet er goed aan om de wet- en regelgeving op dit punt nog eens onder de loep te nemen, stelt Paul Strijp. beter niet met de bewindspersonen delen, vonden de bazen. De ambtenaren waren loyaal, beten op hun lippen en konden geen kant op. Alles bleef zoals het was. Frederik gaat nog even door. ‘Laten we niet vergeten dat ambtenaren naast een loyaliteit aan de ambtelijke lijn ook een loyaliteit aan de samenleving horen te hebben.’ Om dat te laten volgen door de metafoor van het ‘opzij kijken’. Ambtenaren hebben niet alleen een verantwoordelijkheid om omhoog, naar boven te kijken. Naar bazen en bewindspersonen. Nee, zij moeten ook de samenleving dienen. In de toeslagenaffaire ontbrak deze maatschappelijke loyaliteit te enen male. De ambtelijke loyaliteit was allesverzengend. De vraag is dan ook: kan dit allemaal weer gebeuren? Anders gesteld: wat heeft het kabinet ondernomen om een herhaling van deze doofpot te voorkomen? ‘En waarom besloot niemand van de Belastingdienst om buiten de hiërarchische lijntjes te kleuren: de pers in te lichten of een Kamerlid te bellen?’ De verbazing spat er van af bij Jesse Frederik, auteur van het boek Zo hadden we het niet bedoeld. Hierin reconstrueert hij de gang van zaken in de toeslagenaffaire. Ambtenaren van de Dienst Toeslagen van de Belastingdienst kenden de ellende van veel gezinnen. Zij meldden die ook bij hun superieuren maar vonden geen gehoor. Waarom niet? Faillissementen, uithuisplaatsingen, sociaal isolement, psychische stress en echtscheidingen: dat geeft politiek alleen maar gedoe. Gedoe kun je STEVIG PAKKET De toeslagenaffaire kent een complex aan oorzaken. Zoals ingewikkelde wetgeving, onrechtmatige algoritmische besluitvorming en een overheid die moeilijk in staat is om echt naar haar burgers te luisteren. Voor de versterking van de positie van ambtenaren diende demissionair minister Ollongren van Binnenlandse Zaken in juni van dit jaar een wetsvoorstel in. Onder de nieuwe Wet bescherming klokkenluiders kunnen ambtenaren die misstanden constateren direct naar het Huis voor de Klokkenluiders. Hun superieuren kunnen dat niet blokkeren. Een verbetering zogezegd, niemand hoeft meer op zijn lippen te bijten. In de ontslagbrief aan de Tweede Kamer een half jaar eerder kondigde het kabinet een maatregelenpakket aan. Met maar één doel: nooit meer een toeslagenaffaire. Dat pakket doet recht aan de meervoudigheid van oorzaken van deze affaire en is zonder meer stevig. In het licht van de oproep van Frederik om ook opzij te kijken, springt één maatregel in het oog: de versterking van het ambtelijk vakmanschap. Het kabinet stelt dat ambtenaren moeten kunnen omgaan met tegenspraak en direct contact met burgers. Zij moeten de maatschappelijke opgave centraal stellen en over organisatiegrenzen heen werken. Wat zegt het kabinet hiermee nu eigenlijk? SERVIELE HOUDING Ambtelijk vakmanschap en opgavegericht werken zijn pogingen om de potentiële spanning tussen het politieke primaat en dat wat maatschappelijk nodig is, onder ogen te zien. En om de loyaliteit aan de minister te combineren met die aan de samenleving. Deze pogingen zijn betekenisvol omdat de loyaliteit van ambtenaren van oudsher zeer hoog is. Dat is een groot goed. De minister moet uit de wind worden gehouden, de minister moet door de Kamer worden geloodst, de beeldvorming rondom de minister mag niet lijden onder wat dan ook. Elke ambtenaar heeft wel een leergang ‘politiek-bestuurlijke effectiviteit’ gevolgd. Deze mindset is diepgeworteld. Ooit had ik een departementaal directeur die zijn medewerkers opdroeg een serviele houding naar de minister aan te nemen. Opzij kijken kwam niet in zijn repertoire voor. Maar deze loyaliteit heeft een keerzijde: het risico dat de spanning tussen politieke en maatschappelijke wenselijkheid verdampt. Ambtelijk vakmanschap en opgavegericht werken zijn concepten die juist beogen om publieke waarde toe te voegen. Om ambtenaren te behoeden voor een blinde uitvoering van een regeer- of coalitieakkoord. Daarvoor mogen regels en procedures desnoods SPECIAL 41 ‘ Laat maar gaan, met klokkenluiders loopt het altijd verkeerd af’ wijken, daarvoor zijn belangen en grenzen van organisaties niet maatgevend. Alleen functionarissen die echt iets toevoegen, die een opgave als bijvoorbeeld energietransitie verder brengen, komen aan tafel. Voor de rest is geen plaats. BEETJE MOEDIG En daar zit je dan als ambtenaar in het post-toeslagenaffaire-tijdperk. Je leidinggevende organiseert een themadag. Onderwerp: nooit meer een toeslagenaffaire, wat betekent dat voor jou? In de ochtend passeren keurig alle juridische aspecten de revue. De hoofdstukken 13 en 14 van de CAO Rijk. Daarin staat wat je moet doen om een misstand te melden en op welke bescherming je mag rekenen. In de middag draaft een aantal hoogleraren op. Met prachtige beschouwingen over ambtelijk vakmanschap en opgavegericht werken. Ondertussen dwalen de gedachten van onze ambtenaar af. Hij is op de hoogte van een aantal misstanden in zijn maatschappelijk domein. Maar waar begin je aan als je deze meldt? Met een onbestemd gevoel in zijn onderbuik mijmert hij: laat maar gaan, met klokkenluiders loopt het altijd verkeerd af, ik heb genoeg andere dingen te doen. Het einde van de themadag krijgt hij al niet meer mee. En dan verschijnt Dick Schoof, secretaris-generaal van het ministerie van Justitie en Veiligheid, ten tonele. ‘Je moet als ambtenaar wel een beetje moedig blijven’, liet hij onlangs in de Volkskrant optekenen. Zomaar een zinnetje in de zaterdagkrant. Een beetje moedig, op het oog een bijzaak. Dat is niet het geval, moed is hoofdzaak. Waarom? Ambtelijk vakmanschap en opgavegericht werken zijn cognitieve concepten, uitgevonden door en voor het hoofd. Terwijl onze ambtenaar in het post-toeslagenaffairetijdperk pijn in zijn buik voelt. Hij wil zijn baas of de minister misschien wel tegenspreken maar hij durft niet. Eenzelfde angst voelt hij bij het melden van missstanden. Het ontbreekt hem eenvoudigweg aan moed. Hoe erg is dat? Moet elke ambtenaar moedig zijn? Of is moed alleen iets voor helden? Als dat laatste zo is dan ziet het er niet goed uit voor de publieke dienst. Helden immers zijn dun gezaaid in dit leven. Gelukkig is moed iets wat je kunt trainen. Moed is een deugd. Meer dan tweeduizend jaar geleden leerde Aristoteles ons dit al. Volgens hem zijn er twee typen deugden: intellectuele en karakterdeugden. Voor de goede orde: ambtelijk vakmanschap en opgavegericht werken vallen in de eerste categorie. Niks mis mee, hartstikke belangrijk, vooral mee doorgaan. Moed ofwel dapperheid is een karakterdeugd. Dat wil zeggen: een kwaliteit om goed met anderen te kunnen omgaan. Zoals alle deugden van Aristoteles bevindt moed zich in het midden van twee uitersten. Met lafheid aan de ene kant. Je kent de maatschappelijke misère van de gezinnen maar je kijkt weg. En roekeloosheid en vermetelheid aan de andere kant. Je hebt te veel lef, je informeert je baas op een net iets te dwingende toon over maatschappelijke misstanden.
Pagina 42
VAN ONZE KENNISPARTNER SPECIAL 43 GOUDEN MIDDEN PAUL STRIJP IS AMBTENAAR VAN DE PROVINCIE NOORD-HOLLAND EN PUBLICIST. HIJ SCHREEF DIT ESSAY OP PERSOONLIJKE TITEL Het juiste midden staat niet vast, is niet in beton gegoten. Dat midden is afhankelijk van beroep, functie en context. Voor een directeur van een beleidsdirectie heeft moed een andere betekenis dan voor een medewerker in de buitendienst. Toch kunnen beiden op zoek gaan naar dat midden. De wijsheid om dat te vinden noemde Aristoteles phronesis. Zou het geen idee zijn als het kabinet aan haar maatregelenpakket de phronesis voor ambtenaren toevoegt? En dat leidinggevenden in gesprek gaan met hun medewerkers en de vraag stellen: hoe bewegen we naar het gouden midden van Aristoteles? Wat is laf, wanneer toonde jij laf gedrag en waarom, heb je je ook al eens roekeloos getoond en wat was daarvan het effect, wat heb je nodig om moedig te zijn? Dit zijn vragen van de onderbuik, niet van het hoofd. Vragen over angst en ongemak. Zou het dan als tegenwicht voor alle juridische regelarij geen idee zijn om een jaarlijkse prijs uit te reiken aan de dapperste ambtenaar? Voor alle duidelijkheid: dit is niet alleen een opgave voor de rijksoverheid. Een nieuwe toeslagenaffaire kan zich ook zo voordoen bij gemeenten, provincies en waterschappen. Zie wat er speelt in het sociaal domein in de gemeente Enschede. IN HET ONGEWISSE In de toeslagenaffaire faalde het hele systeem. Niet alleen de uitvoering maar ook de wetgever en de rechtspraak. Dat gegeven roept de vraag van Jesse Frederik in herinnering. ‘En waarom besloot niemand van de Belastingdienst om buiten de hiërarchische lijntjes te kleuren: de pers in te lichten of een Kamerlid te bellen?’ Het is niet te hopen en het is ook niet te verwachten maar stel nu toch eens dat … dat zich in de toekomst een nieuwe toeslagenaffaire voordoet. In welke vorm ook. Met wederom een collectief falen van het hele systeem. En stel dat ook de rechtsbescherming voor de ambtenaar die een misstand meldt faalt. Nogmaals: onwaarschijnlijk want iedereen heeft plechtig beterschap beloofd. Maar een reprise is niet uitgesloten, toch? Wat hangt onze ambtenaar dan boven het hoofd? De ambtenaar die er onder die omstandigheden voor kiest om door het systeem heen te breken en naar buiten te treden? Door zijn verhaal bij het programma Jinek te vertellen. De toekomst voor deze ambtenaar in het ‘ Helden zijn dun gezaaid in dit leven’ post-toeslagenaffaire-tijdperk blijft in dat geval buitengewoon ongewis. Waarom? POLITIEKE GEVOELIGHEID In antwoorden op kamervragen stelde demissionair minister Ollongren onlangs dat ambtenaren tot op zekere hoogte over de vrijheid van meningsuiting beschikken. Het eerste lid van artikel 10 van de Ambtenarenwet bepaalt dat zij hun gedachten en gevoelens mogen uiten. Tenzij dat het goed functioneren van hun functie of de openbare dienst in gevaar brengt. Voor de beoordeling van dat functioneren heeft de minister eind vorig jaar criteria vastgesteld. Deze zijn opgenomen in de herziene Aanwijzingen voor de externe contacten van rijksambtenaren. Wat bepalen de Ambtenarenwet en de Aanwijzingen voor de ambtenaar die aanschuift bij Jinek? Eigenlijk bieden beide geen duidelijk houvast voor situaties als de toeslagenaffaire. Immers, daarbij faalde de overheid op een dramatische wijze. Van goed functioneren was allerminst sprake, dat kun je dus ook niet in gevaar brengen door je mening te laten horen. De criteria om de ambtenaar te beoordelen die bij Jinek is geweest laten veel ruimte. Maar één ding is duidelijk: vóór alles ademen zij de geest van de bescherming van de minister. Zo zal het bevoegd gezag bij de beoordeling van de uitspraken kijken naar de politieke gevoeligheid, naar het tijdstip, naar de wijze waarop deze zijn gedaan en naar de problemen die de uitspraken kunnen hebben voor de openbare dienst. Een criterium als de wijze waarop de ambtenaar moed heeft getoond door zich bij collectief systeem falen maatschappelijk verantwoordelijk te tonen, zoek je vergeefs. Zou het het nieuwe kabinet niet sieren om hier nog eens naar te kijken? Zorg voor een ventiel in het systeem. Stimuleer laf noch roekeloos gedrag. Maar weeg de moed van ambtenaren mee. Aristoteles zal tevreden spinnen. Met dank aan Renée Bergkamp voor haar commentaar op een eerdere versie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 44
44 SPECIAL LICHTPUNTJES DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO’S: FLIP FRANSSEN / ANP-HH Grave, de meest belegerde vestingstad van Nederland, houdt per 1 januari op te bestaan als zelfstandige gemeente. De gemeente, met nog geen 8.700 inwoners, gaat op in het Land van Cuijk. Jarenlang werd over het al dan niet opgeven van haar zelfstandigheid gesoebat. De stem van de inwoners gaf de uiteindelijke doorslag. VESTINGSTAD SNEL OPGENOMEN IN LAND VAN CUIJK GRAVE GAAT BLIJMOEDIG TEN ONDER Echt op het allerlaatste moment is Grave alsnog opgenomen in het herindelingsvoorstel tot het Land van Cuijk. Het plan om Boxmeer, Cuijk, Sint Anthonis en Mill en Sint Hubert per 2022 samen te voegen had al groen licht van de Tweede Kamer gekregen en lag ter finale besluitvorming bij de Eerste Kamer. De vier gemeenten hadden Grave er al meteen graag bij gehad, net als de provincie Noord-Brabant, maar de uitgestoken hand werd lange tijd genegeerd. De coalitie van Lokale Partij Grave (LPG) en VVD – ondersteund door Keerpunt 2010 – wilde onverkort vasthouden aan zelfstandigheid. Na een inwonerspeiling onder Gravenaren in maart, gehouden gelijktijdig met de Kamerverkiezingen, werd dat standpunt losgelaten en ging een vrijwel unanieme raad overstag. Bij een opkomst van bijna 80 procent gaven bijna zeven op de tien kiesgerechtigde inwoners van Grave in die peiling aan geen heil te zien in een zelfstandig voortbestaan; een krappe 32 procent wel. ‘Daar konden en wilden we als politiek niet omheen’, blikt LPG-fractievoorzitter Astrid Bannink terug. Daags na de uitslag besloot de gemeenteraad de zelfstandigheid van het bijna 800 jaar oude stadje op te geven en zo snel als mogelijk bij het Land van Cuijk aan te sluiten. Dat zou eigenlijk pas per 2026 kunnen, maar in een op initiatief van de LPG ingediende motie werd het college gevraagd dit eerder mogelijk te maken. Door de welwillendheid van de overige vier gemeenten, SINDS 1250 AL STADSRECHTEN De geschiedenis van Grave begint in de twaalfde eeuw, de tijd van Godefridus en Herman van Cuijk, meldt het Brabants Historisch Informatie Centrum (BIHC). Na jarenlange verbanning keerden de mannen in 1137/1138 terug naar hun heerlijkheid. Omdat hun Cuijkse burcht was verwoest, bouwden zij een nieuw kasteel. Daaromheen ontstond geleidelijk aan het stadje Grave. Rond 1250 kreeg Grave stadsrechten van de hertog van Brabant. De gemeente Grave omvat het stadje Grave, de voormalige gemeenten Velp en Escharen (sinds 1942) en de kern Gassel (sinds 1994). Grave telt nu nog geen 9.000 inwoners. Het Land van Cuijk gaat zo’n 90.000 inwoners tellen en uit 33 kernen bestaan. De gemeente wordt, gemeten naar oppervlakte, de grootste van Noord-Brabant. de provincie en minister Ollongren van Binnenlandse Zaken is dat gelukt. Via een novelle (een aangepast wetsvoorstel) waarmee ook Tweede en Eerste Kamer instemden, is Grave meteen bij de start onderdeel van de nieuwe gemeente. De gevoelens over de fusie zijn wisselend, maar voorzichtig optimisme overheerst bij de mensen die Binnenlands Bestuur sprak. Dat zijn enkele politici, maar ook betrokken en actieve Gravenaren. Fervente tegenstanders zijn er nog steeds, zoals Ben Litjens, fractievoorzitter van de eenmansfractie Keerpunt 10. Tijdens de ceremoniële afscheidsraad noemde hij de fusie ‘een slechte ontwikkeling voor de gemeenschap Grave. De gemeenschap zal grotendeels uiteenvallen omdat er geen verbinding meer is.’ STEVIGER ‘Het verenigingsleven gaat niet verwateren’, stelt Peter Linders vol overtuiging. Hij is een van de organisatoren van de vele activiteiten waarmee de inwoners van Grave deze maand afscheid van hun zelfstandige gemeente nemen. ‘Dat verenigingsleven wordt juist steviger. We waren ooit de hoofdstad van het Land van Cuijk. Dat gevoel gaat niet weg.’ Gravenaren zijn daarnaast trots op hun stad, de geschiedenis en de vele monumenten die het stadje rijk is. ‘Daar moet iedereen vanaf blijven, die zijn van ons’, lacht Linders. Altijd zijn er Gravenaren te porren om samen een evenement op te zetten, weet hij uit ervaring. En die zijn groots, zoals historische spektakels en defilés waar de geschiedenis van het stadje met geuren en kleuren, en zelfgemaakte historische kostuums, binnen de vestingmuren tot leven wordt gebracht. ‘Gravenaren, jong en oud, doen altijd aan iets mee, ook al moeten ze er altijd eerst even over nadenken.’ De strijd om zelfstandigheid versus herindeling is hard gespeeld, ook binnen de gemeenschap zelf, weet Linders. ‘Het vasthouden aan zelfstandigheid had ik wel stoer BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 SPECIAL 45 gevonden, maar dat was niet vol te houden. Schaalvergroting is nodig om alle taken goed te kunnen uitvoeren.’ Zorgen maakt hij zich wel over de kernendemocratie die nog gestalte moet krijgen, en waarvan het de bedoeling is dat alle kernen zich in het grote Land van Cuijk gehoord voelen. Ook stadsgenoot Leo Burgers, een actieve en betrokken vrijwilliger, is daar bezorgd over. ‘Een bestuurder of ambtenaar uit Boxmeer heeft geen idee wat hier speelt en leeft. We worden een gigantisch grote gemeente.’ De voormalige tegenstander van herindeling gaat echter ‘vol goede moed de toekomst in. Ik was tegen, maar je moet echter realistisch zijn: je komt er eigenlijk niet onderuit. We moeten er het beste ervan maken.’ Ook Gravenaar Geert Jan Derks hoopt dat het nieuwe gemeentebestuur zijn belofte waarmaakt om alle 33 kernen die de nieuwe gemeente gaat tellen, inbreng te geven. KAMPIOEN Derks kan niet wachten tot het nieuwe Land van Cuijk van start gaat. Denk niet dat hij een ‘buitenstaander’ of een ‘nieuwkomer is’, zonder hart voor de stad. Graafser kan de Gravenaar haast niet zijn. Derks woont in de vesting, aan de gracht en ‘ Het verenigingsleven gaat hier niet verwateren’ zijn familie woont al eeuwen in Grave. Als ondernemer is hij al jaren actief in verschillende ondernemersverenigingen. ‘Als werkgever vind ik dat Grave te weinig ambitie had om zich ondernemend op te stellen. Grave is kampioen in het missen van kansen.’ Dat is volgens Derks eigenlijk al sinds 1921 zo, toen Grave bedankte voor de komst van een NS-station. Boxmeer greep die kans wel, en dat heeft de gemeente in de ogen van Derks geen windeieren gelegd. Ook de kans die er al geruime tijd lag om zich aan te sluiten bij het Land van Cuijk heeft Grave pas op het nippertje gepakt. ‘Grave is veel te lang te eigenwijs geweest om aan zelfstandigheid vast te houden.’ Toen de Graafse politiek eind maart eindelijk besloot te fuseren, heeft Derks dan ook een flesje champagne opengetrokken. ‘Ze hadden echter meteen moeten aansluiten. Nu zijn ze op een rijdende trein gesprongen en zijn veel belangrijke besluiten voor de nieuwe gemeente al genomen. Dat is niet echt een lekkere uitgangspositie.’ Derks beseft dat hij ‘nogal scherp van tong is’, maar hij wil zo graag een mooie toekomst en rol voor Grave, ook in de nieuwe gemeente. ‘Er liggen hier unieke kansen voor economische ontwikkeling.’ Hoewel LPG-fractievoorzitter Bannink zich jarenlang met hand en tand heeft verzet tegen herindeling, heeft ze vertrouwen in de nieuwe gemeente en zin in een nieuwe raadsperiode in een nieuwe raad. De partij van Bannink is na de verkiezingen met één zetel een kleintje in de 37 zetels tellende raad. De afgelopen raadsperiode was de LPG met zes van de vijftien zetels veruit de grootste. ‘We hadden gehoopt op twee zetels, maar we zijn blij met één’, zegt BanHet centrum van Grave met de Sint-Elisabethkerk BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 46
DE KWALITEIT VAN KANTOOR NU OOK VOOR THUIS Een dag thuiswerken in plaats van op kantoor is de afgelopen jaren steeds populairder geworden en nu soms zelfs noodzakelijk. Des te meer reden om aandacht te besteden aan een goede thuiswerkplek. Bekijk ons aanbod bureaus en bureaustoelen op: www.gispen.com/thuiswerken-binnenlandsbestuur BESTEL EENVOUDIG ONLINE JE ERGONOMISCH VERANTWOORDE THUISWERKMEUBILAIR. Vraag uw werkgever naar de mogelijkheden voor declaratie. Meer weten? Neem contact met ons op www.gispen.nl | info@gispen.nl SPECIAL 47 nink. Ze kijkt terug op ‘hele pittige jaren’. Vol energie gaat ze zich storten op het raadwerk voor het Land van Cuijk. ‘Er liggen flinke thema’s waar ik me hard voor wil gaan maken.’ Extra en betaalbare woningen voor jong en oud en geen lastenverhoging bijvoorbeeld. ‘We moeten daarnaast zorgvuldig naar het verenigingsleven blijven kijken. Grave heeft een bruisend verenigingsleven. Ik wil niet dat daar de kam doorheen gaat.’ TROPENJAREN Het CDA, de voormalige coalitiepartner van de LPG, komt met maar liefst dertien zetels in de nieuwe raad. Toch zal de huidige fractievoorzitter Alex van Megen daar geen deel van uitmaken. ‘Het zijn tropenjaren geweest.’ Daarnaast heeft de nieuwe gemeente een andere bestuurscultuur nodig. Daarvoor zijn in zijn ogen nieuwe raadsleden nodig die met frisse energie aan de slag kunnen gaan. ‘De herindeling is heel goed voor Grave en ik heb er alle vertrouwen in.’ Door de overtuiging van het CDA dat Grave moest opgaan in het Land van Cuijk, klapte begin vorig jaar de coalitie. Het CDA stapte eruit en de VVD, voorstander van zelfstandigheid, nam de plek van de christendemocraten in, gesteund door Keerpunt 10. ‘Als CDA richten we onze blik al jaren op het Land van Cuijk. Wij vinden dat een robuuste gemeente in het belang van de inwoners is.’ Na een periode van felle debatten werd eind maart dit jaar het historische raadsbesluit tot opheffing van Grave genomen. Inmiddels zijn bij de meeste mensen de wonden gelikt en Historische kanonnen langs de Maaskade ‘ Een robuuste gemeente is in het belang van de inwoners’ is de blik op de toekomst gericht. Niet bij fractievoorzitter Litjens. ‘Mijn overtuiging is dat het laatste woord over de opheffing van Grave nog niet is gesproken’, stelde hij tijdens de ceremoniële raadsvergadering vorige week dinsdag. Hij was de enige fractievoorzitter die zijn frustratie over het opgeven van de zelfstandigheid tijdens de afscheidsraad niet onder stoelen of banken stak. Ondertussen zijn Linders en Derks druk bezig met de vele activiteiten om Grave feestelijk uit te luiden. Ze hebben er zichtbaar pleADVERTENTIE zier in en vertellen vol enthousiasme over wat er de komende weken op het programma voor de Gravenaren staat. ‘We blijven Grave, ook na 1 januari, positief op de kaart zetten’, bezweert Derks. ‘En we zijn en blijven nog altijd de enige stad in het Land van Cuijk’, benadrukt Linders met een knipoog. Waarnemend burgemeester Toon van Asseldonk luidde aan het slot van de ceremoniële afscheidsraad zelfstandig Grave uit. ‘Met pijn in het hart dragen we Grave als een trotse zelfstandige gemeente ten grave.’ Ontdek t/m 31 maart gratis de digitale leeromgeving op www.delerendeambtenaar.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 48
VAN ONZE KENNISPARTNER DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: BERT BEELEN LICHTPUNTJES SPECIAL 49 Bij de herbouw van Jerusalem wordt deze Nijmeegse wijk grotendeels losgekoppeld van het aardgas. Daarmee is de buurt een van de eerste in Nederland die van het gas afgaat. Hoezee! Maar niet iedereen vindt de Nijmeegse aanpak een voorbeeld voor andere gemeenten. VOORBEELDWIJK JERUSALEM ALS EERSTE VAN HET GAS NIJMEGEN VIERT SUCCES ‘HEEL KLEIN BEGIN’ Na twintig jaar in het Nijmeegse wijkje Jerusalem te hebben gewoond is zestiger Coen Vernooij een half jaar geleden in zijn nieuwe woning getrokken. Die staat op exact dezelfde plek. Toch is de woning, vindt Vernooij, ‘onvergelijkbaar’ met de vorige. Niet alleen omdat de nieuwe woning anderhalve meter langer is dan de vorige, die stamde uit begin jaren vijftig. ‘Als ik eerder een uurtje wegging en ik zette de verwarming op 15 graden, dan wás het ook 15 graden als ik terugkwam’, zo schetst hij de situatie in voorgaande winters. Nu woont hij, net als 87 andere huurders, in een woning met energielabel A+ waar de vloerverwarming voor een constante behaaglijke temperatuur zorgt. ‘Met name mijn vrouw vindt het fijn, want die heeft reumatische klachten en die zijn nu een stuk minder.’ ‘Wat we hebben bedacht, is eigenlijk heel eenvoudig’, zegt projectmanager Sietse Jager van woningcorporatie Talis even later met een blik op de installatieruimte in een identieke modelwoning in Jerusalem. ‘Twee zonnecollectoren op het dak warmen het water in de zonneboiler op en dat wordt elektrisch naverwarmd. Het systeem is qua techniek niet bijzonder, maar het wordt heel weinig toegepast.’ Vaak worden in nieuwbouw warmtepompen aangelegd, ‘maar daar zit veel meer onderhoud en beheer aan’, aldus Jager. ‘Als je meer warmtevraag zou hebben, is een warmtepomp zuiniger. Maar deze huizen verbruiken zo weinig energie. Dan werkt dit systeem net zo zuinig.’ De woningen hebben naast twee zonnecollectoren ook acht zonnepanelen op ‘Financieel kán dit gewoon helemaal niet’ het platte dak liggen. Door de combinatie van energiezuinig bouwen en installatietechniek was het mogelijk de woningen van het gas af te koppelen. Daarmee is Jerusalem in 2023, als alle 220 woningen zijn vervangen, de eerste buurt in Nederland die zo goed als aardgasvrij is gemaakt. LOFTROMPET Politici en bestuurders steken de loftrompet over de aanstaande aardgasvrije voorbeeldwijk. ‘Wij zijn blij dat we met onze investering bijdragen aan betaalbare én duurzame woningen. Daar willen we vol op inzetten de komende jaren!’, jubelde Gelders gedeputeerde energietransitie Jan van der Meer vorig jaar bij de oplevering van de eerste modelwoning op de website van bouwer Dura Vermeer (de provincie heeft subsidie verleend voor de wijk). De inmiddels vertrokken Nijmeegse wethouder Harriët Tiemens zei dat ze trots was op de aardgasvrije woningen. ‘Dit hebben we samen gedaan – met de bewoners, woningcorporatie, provincie en gemeente. Het is een mooie start van een vernieuwde en verduurzaamde buurt.’ En in de Tweede Kamer noemde Rob Jetten tijdens de laatste algemene politieke beschouwingen Jerusalem een geslaagd voorbeeld van het aardgasvrij maken van een wijk. Daar kijkt directeur Ronald Leushuis van Talis heel anders tegenaan. ‘Je kunt wel zeggen: dit is een goed voorbeeld, maar dit ís dus helemaal geen goed voorbeeld’, zegt hij met een vleugje wanhoop in zijn stem – hij heeft het inmiddels al zo vaak gezegd. ‘Want financieel kán dit gewoon helemaal niet.’ Het herbouwproject kost Talis in totaal 61,5 miljoen euro; 280.000 euro per woning. Dat oogt prijzig als je bedenkt dat de grond al eigendom is van Talis en de bestaande funderingen worden gebruikt. Gemiddeld bedragen de stichtingskosten van een Nederlandse corporatiewoning 188.000 euro. Bij Jerusalem is dat 191.500 euro. De Jerusalem-woningen zijn deels duurder omdat eerst het sloopbedrijf moet worden betaald. Het effect van sloop is bovendien kapitaalvernietiging. De woningen staan voor 85.000 euro per stuk in de boeken van Talis en die waarde moet worden weggestreept. ‘Dat heet in jargon waardemutatie’, legt Leushuis uit. Hij benadrukt dat het bouwproces van de houtskeletwoningen betrekkelijk goedkoop is. Aannemer Dura Vermeer BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 50
50 SPECIAL LICHTPUNTJES ‘We hebben nu dubbel werk gedaan’ maakt de woningen grotendeels in de fabriek en monteert een woning binnen een paar weken ter plekke. MEER HUUR De 61,5 miljoen euro kan Talis maar beperkt terugverdienen via de huur die Jerusalem opbrengt. Huurders die er al lang wonen en nog een lage huur betalen, gaan meer huur betalen. Huurders die er kort wonen, betalen al een hogere huur. Sommigen gaan straks minder betalen. De tekorten moet Talis terugverdienen met de huurinkomsten van de pakweg 15.000 woningen die Talis in eigendom heeft. Daarmee komt de rekening linksom of rechtsom bij de huurders te liggen. Het betekent dat uiteindelijk óf de huur omhoog moet óf Talis woningen moet verkopen om de verduurzaming te betalen. Als het aan Talis had gelegen, was Jerusalem niet van het aardgas afgekoppeld. Talis wilde energiezuinige woningen met een gasketel bouwen. ‘Op zich was dat niet verkeerd geweest’, meent projectmanager Jager. ‘Met de gasketel kun je tien tot vijftien jaar toe en dan kon je daarna alsnog kijken.’ Maar toen de gemeente Nijmegen lucht kreeg van de plannen, stuurde die aan op het aardgasvrij maken van de wijk. Leushuis: ‘Ik heb iedere keer uitgelegd: dat kun je wel willen, maar het kan gewoon niet.’ Wethouder Tiemens drong echter aan en in de Tweede Kamer werden vragen gesteld over het project. Talis zou listig willen uitkomen onder de verplichting om de nieuwbouw in Jerusalem aardgasvrij te maken. De woningcorporatie wees erop dat, nu de fundering bleef liggen, er volgens het Bouwbesluit geen sprake is van nieuwbouw en het dus niet verplicht is de woningen van het aardgas af te halen. Uiteindelijk rolde er een compromis uit voor de financiering van de 2,3 miljoen euro die nodig was om 220 woningen aardgasvrij te maken. Talis heeft een groot deel van de korting op de verhuurdersheffing (een ‘beloning’ voor nieuwbouw) ingezet, de provincie is voor het resterende tekort van 650.000 euro over de brug gekomen. Eind goed, al goed? Niet helemaal. Toen Jetten Jerusalem aanhaalde als succesvoorbeeld, schoot dat bij Leushuis in het verkeerde keelgat. Hij stuurde een brief naar de fractievoorzitters van de Tweede Kamer AARDGAS NIET HELEMAAL WEG Niet alle woningen in Jerusalem zijn van het gas af. Op dit moment zijn er twee huurders met in hun nieuwe woning een cv-ketel op gas. Volgens Sietse Jager gaat het om bewoners die zich enerzijds tegen de nieuwbouw gekeerd hebben en anderzijds bezorgd zijn over een mogelijk hogere energierekening en zodoende voor de oude, vertrouwde gasketel hebben gekozen. om de penibele financiële situatie uit te leggen die het aardgasvrij maken oplevert. ‘Er wordt gesuggereerd dat wij nu makkelijk gasloos kunnen worden met zo’n project als Jerusalem, maar het tegenovergestelde is waar. Zelfs als je alles goed doet kan het financieel gewoon niet uit’, licht hij zijn brief toe. ‘Ik roep politici op kennis te nemen van dit project, want als wij nu al zeggen dat dit een goed voorbeeld is, dan gaan wij er niet komen.’ ONBEGAANBAAR PAD Talis, zo valt uit Leushuis’ woorden op te maken, wordt een onbegaanbaar pad opgeduwd. Als woningen niet meer voldoen, zoals in Jerusalem, dan is vervanging nodig. Maar binnenstedelijke herstructurering zoals bij Jerusalem ‘is altijd buitengewoon kostbaar, tijdrovend en heel ingewikkeld.’ De bottleneck zit niet alleen zit bij het aardgasvrij maken van woningen, geeft de corporatiedirecteur toe. Het gaat om ‘het stapelen van ambities die allemaal tegelijkertijd verwezenlijkt moeten worden.’ Woningen moeten niet alleen aardgasvrij zijn, maar ook circulair, energiezuinig, klimaatbestendig en betaalbaar. En dus moet op een project als Jerusalem veel geld worden toegelegd. ‘Alle corporaties hebben projecten van sloop-nieuwbouw in de pijplijn waar alle vraagstukken zich weer zullen voordoen’, voorspelt de corporatiebestuurder. ‘Er zit een einde aan het geld dat we kunnen lenen en dus zit er een einde aan de ambities die we kunnen betalen.’ Corporaties hebben de verhuurdersheffing die nu nog naar het rijk moet worden overgemaakt hard nodig voor verduurzaming. Ondanks de waarschuwingen van Leushuis vindt de gemeente Nijmegen het aardgasvrij maken van Jerusalem toch reden voor een feestje. ‘We hebben 80.000 of 90.000 gebouwen in Nijmegen staan. Dit is een heel klein begin, maar wel een succes om te vieren omdat het dus wel mogelijk is om woningen van het aardgas af te halen’, zegt strategisch omgevingsmanager energietransitie Pieternel Blankenstein. Maar wat als de corporaties over een paar jaar geen geld meer hebben voor projecten als Jerusalem? ‘Het is groter dan de corporaties die zeggen: dit is niet te betalen’, ‘Kostbaar, tijdrovend en heel ingewikkeld’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 SPECIAL 51 De Duindoornstraat in Jerusalem reageert ze. ‘Ik heb daar de oplossing niet voor. Ik kan alleen maar dit soort projecten bij het rijk neerleggen en met elkaar delen.’ Wel benadrukt zowel Talis als de gemeente het belang van samenwerken. ‘Het hele aardgasvrije hadden we eerder duidelijk moeten hebben’, vindt projectmanager COLUMN JAN VERHAGEN BOOS, BOZER, BOOST, BOOSTER Nog een week, en dan begint het nieuwe jaar. Nog elf weken, en dan zijn er verkiezingen voor de gemeenteraden. De verkiezingsprogramma’s zijn geschreven, de kandidaatraadsleden en kandidaat-wethouders zijn bekend. Veel huidige raadsleden en wethouders zullen jaloers zijn op de nieuwe kandidaten. Ze konden niet doen wat ze wilden. Vier jaar hebben ze continu moeten bezuinigen. Vier jaar hebben ze zich voortdurend boos moeten maken over tekorten. Vier jaar hebben ze steeds elk dubbeltje drie keer moeten omdraaien. Ze hebben arbitrage ingeroepen voor tekorten. Ze zijn op het Binnenhof gaan protesteren voor meer geld. Ze hebben aan vele onderzoeken meegewerkt, om keer op keer aan te tonen dat ze tekortkwamen. Nog bozer waren de gemeenten over de tekorten op de jeugdzorg. De Raad van State zei al in maart dat het rijk in strijd met de wet handelde door de gemeenten te weinig geld voor jeugdzorg te geven. En toch duurde het tot juni voor het rijk dat verplichte geld ook echt gaf. En alleen nog maar voor één jaar. De komende vier jaar zullen anders worden. De gemeenten krijgen namelijk een financiële boost van het nieuwe regeerakkoord. Het geld klotst de komende vier jaar niet tegen de plinten, het klotst er overheen. De komende vier jaar krijgen de gemeenten 7 miljard euro meer dan ze dachten. Dat is 100 euro per inwoner per jaar. Plus extra geld voor de jeugdzorg. Met dat extra geld kunnen de nieuwe raadsleden en wethouders wel doen wat ze echt willen doen: hun gemeente verbeteren. Hun stad veiliger maken. Hun dorp mooier maken. Hun groen goed onderhouden. Hun jongeren helpen. Eindelijk. Geniet ervan. Doe er iets nuttig mee, en doe dat snel. De vier jaar van de raadsperiode ‘ Stop met praten over geld’ vliegen voorbij. Geniet ervan, zo lang het duurt. Geniet ervan om het niet steeds over tekorten en bezuinigingen te hoeven hebben. En stop alsjeblieft met voortdurend praten over geld. Schrap de najaarsnota – en liefst ook de voorjaarsnota. Ga het hebben over de gemeente. Over de inwoners, over de ouderenzorg, over het wegonderhoud, over het dorpshuis. Nog een week, en dan begint het nieuwe jaar. Ik wens u een mooi nieuw jaar, zonder boosheid over geld, en – als u wil – met een snelle booster! Jager van Talis. ‘Dat is er nu bijgekomen en heeft veel last veroorzaakt. We waren al bezig in de techniek en hebben nu dubbel werk gedaan.’ Blankenstein wijst op de Nijmeegse Warmtevisie uit 2018. ‘Daar zijn de corporaties bij betrokken geweest om ook een planning te maken: wanneer gaan we met welke wijk aan de slag?’, vertelt ze. ‘De input voor hoe gaan we van het aardgas af, dat hebben we samen gedaan met de corporaties. Maar ja, daar is Jerusalem vanuit Talis niet aangedragen.’ En het is aan de corporaties, stelt de omgevingsmanager, niet aan de gemeente, om woningen aardgasvrij op te leveren. Talis op zijn beurt wijst erop dat de gemeente Heseveld, de wijk waar het miniwijkje Jerusalem in ligt, niet had aangewezen als een van de wijken waar Nijmegen een collectieve warmteoplossing voor had bedacht. Zodoende lag de bal om aardgasvrij te gaan bij de corporatie. Om dit soort wrijvingen te voorkomen is ‘veel intensiever contact nodig’, aldus Jager. ‘Niet alleen tussen bestuurders. Ik heb nu ook een vast persoon bij de gemeente. Zo vinden we elkaar en kunnen we sneller afstemmen als er iets is.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 54
54 SPECIAL LICHTPUNTJES DOOR: ALEXANDER LEEUW BEELD: SHUTTERSTOCK In het duister van de digitale wereld zoeken criminelen naar zwakke plekken. Het kwetsbare Apache Log4j leert dat elke gemeente een potentiële Hof van Twente is. Al kunnen andere gemeenten leren van de openheid die in Twente werd betracht, analyseert BB-redacteur Alexander Leeuw. GEMEENTEN HOUDEN CYBERAANVALLEN VAAK GEHEIM HULDE VOOR OPENHEID HOF VAN TWENTE Hof van Twente kwam er niet genadig van af: de schade van de cyberaanval eind vorig jaar liep in de miljoenen, gevoelige data verdwenen en de ict-infrastructuur kon bij de schroot. Maar de gemeente besloot niet, zoals dat nog te veel gebeurt, de problemen stil te houden. Hof van Twente zocht de publiciteit. Pijnlijke conclusies werden getrokken, burgemeester Ellen Nauta gaf toe dat ze niet in control was terwijl ze dat wel dacht te zijn en een jaar lang was Hof van Twente het voorbeeld waarmee bestuurders bij de les van cyberbeveiliging werden gehouden. Zo kan de openheid van één gemeente de reden zijn dat een nog veel groter ict- debacle wordt voorkomen. Een jaar nadat de losgeldbrieven in Hof van Twente uit de printers rolden, dient een nieuwe dreiging zich aan. Elke gemeente heeft volgens een inschatting van de Informatiebeveiligingsdienst te maken met het kwetsbare Apache Log4j. Zelfs onervaren hackers kunnen gemakkelijk computers kapen. Het Nationaal Cyber Security Centrum publiceerde een lange lijst leveranciers bij wie de kwetsbare loggingtool wordt gebruikt. Online zoeken kwaadwillenden naar ingangen en de ransomware morrelt aan de deur. Als het nog niet duidelijk was dat elke gemeente een potentiële Hof van Twente is, moet het dat nu wel zijn. Uit de frequentie waarmee Hof van Twente wordt aangehaald, blijkt echter ook een manco: het blijft moeilijk om ict-problemen aan te kaarten. Een incident als Hof van Twente (en eerder in de gemeente Lochem) is tot op zekere hoogte bruikbaar, maar als de organisatie niet is doordrongen van het belang van goede cyberbeveiliging dan gebeurt er te weinig. Onlangs bleek uit onderzoek van de Eindhovense rekenkamercommissie dat het bestuur onvoldoende is betrokken en te weinig stuurt op privacy en informatiebeveiliging. Besturen moeten betrokken zijn én blijven. Niet slechts wanneer de dreiging gevoelsmatig even dichterbij lijkt. NIET OEFENEN Weinig gemeenten zijn openlijk zelfkritisch over de inzet voor cybersecurity. Om te achterhalen wat gemeenten werkelijk doen, vroegen AG Connect en Binnenlands Bestuur begin dit jaar 27 gemeenten naar hun maatregelen tegen cyberaanvallen. Bijna de helft blijkt niet te oefenen met aanvallen van buitenaf en bij een aanzienlijk deel ontbreekt een draaiboek voor wat te doen tijdens een cybercrisis. Slechts acht gemeenten deden in de afgelopen vijf jaar rekenkameronderzoek en zeven daarvan vonden kritieke kwetsbaarheden. Gemeenteraden moeten cyberbeveiliging aankaarten. Maar ict is een abstract en complex onderwerp dat minder op het geBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 SPECIAL 55 voel inwerkt dan bijvoorbeeld vluchtelingen of uitkeringen, dus bestaat het gevaar dat de overbezette raadsleden het onderwerp laten liggen. Het digitale is inmiddels echter zo alomtegenwoordig aanwezig dat problemen dáár kunnen resulteren in problemen overal. Niet voor niets heeft de toeslagenaffaire veel te maken met voortschrijdende techniek: de Belastingdienst heeft al jaren last van zwaar verouderde ict-systemen. En er is geen grip op de gegevensverwerking: begin deze maand legde de Autoriteit Persoonsgegevens de Belastingdienst een boete op van 2,75 miljoen euro omdat jarenlang gegevens (de dubbele nationaliteit van aanvragers van kinderopvangtoeslag) zijn verwerkt op discriminerende en onrechtmatige wijze. TWEEDE KAMER De Tweede Kamer wil het gebrek aan draaiboeken en protocollen verhelpen: in april nam ze een motie aan voor een cyberverdedigingsprotocol voor gemeenten. Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken, CDA) reageerde in oktober dat hij de motie uitvoert, maar zegt in dezelfde brief Erken de zwakke schakels en werk aan oplossingen dat hij niet inzet op één cyberverdedigingsprotocol, ‘omdat de ene situatie niet de andere is’. Eind oktober vragen Kamerleden Rajkowski en Strolenberg (beiden VVD) de staatssecretaris of hij niet alsnog werk wil maken van de aangenomen motie en voor een protocol wil zorgen. Knops, nooit om woorden verlegen, vertelt een verhaal dat hij werk maakt van de motie, maar dat één cyberverdedigingsprotocol geen goed idee is, en dat de huidige richtlijnen gemeenten eigenlijk al dwingen om dergelijke plannen op te stellen. Kort samengevat: ik ga het doen, maar ik doe het niet, en het is er al. Het resulteert niet in beter voorbereide gemeenten. De alternatieven die Knops aandraagt zijn oplossingen die niet de vinger op de zere plek leggen: kaders, bewustwording, kennisdeling. Het normenkader van de BIO, waardoor gemeenten driftig aan de slag kunnen met vinkjes zetten. De ENSIA-zelfaudits die niemand snapt. Het gaat om oefenen – dat benadrukte ook burgemeester Nauta van Hof van Twente in reactie op de onderzoeksresultaten van AG Connect en Binnenlands Bestuur. Knops heeft het in zijn suggesties wel over oefenen, maar hij heeft het over de overheidsbrede cyberoefening en oefenpakketten van Binnenlandse Zaken. Het valt te betwijfelen of dat oefeningen zijn die het vuur aan de schenen leggen. Gemeenten moeten op zoek naar manieren om de beveiliging écht te testen. Geef ethische hackers de vrijheid. Keer op keer komen ze binnen – zoals ook bleek uit het Utrechtse rekenkamerrapport ‘Zo sterk als de zwakste schakel’ – en pas wanneer zo’n rapport met zo’n titel de vinger op de zere plek legt, komt er verandering. RED TEAMING Oefen met situaties waarin het fout gaat. Burgemeester Kees van Rooij van Meierijstad, waar ze volgend jaar met red teaming willen beginnen, noemde een interessante reden om te oefenen: hij merkt dat het een tijd duurt voordat men doorheeft dat het een cyberaanval is. Spam en storingen zijn er immers voortdurend. Door het in de praktijk te ervaren, komen mensen tot dat soort inzichten. Er is een nieuw soort ondermijning bijgekomen, zei burgemeester Nauta, en daar moet je wel op oefenen. Oefenen is niet de oplossing, maar oefenen wijst uit of de oplossingen werken. Maatregelen als kaders, bewustwording, en kennisdeling zijn nodig, maar pas bij testen wordt duidelijk of het voldoende is. Plannen maken is belangrijk, maar de waarde blijkt pas in de praktijk. Het is zoals Mike Tyson zei: iedereen heeft een plan, totdat ze op hun bek worden geslagen. Hiervoor is openheid nodig. De bereidheid om de eigen organisatie echt te testen. Te vaak worden de resultaten van ethische hackers gemasseerd of stilgehouden. Erken de zwakke schakels en werk aan oplossingen. Laat die oplossingen weer testen. Wees open over wat er goed en fout gaat. Hof van Twente heeft dat afgelopen jaar gedaan en dat moet een voorbeeld zijn voor alle gemeenten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 56
56 SPECIAL LICHTPUNTJES DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: SHUTTERSTOCK In een leeg gemeentehuis vertelde het Aalsmeerse gemeentebestuur twee jaar geleden waarom zij de stekker trok uit de ‘ongelijkwaardige’ ambtelijke samenwerking met grote buur Amstelveen. De scherven werden opmerkelijk snel gelijmd. De gemeenten werken nu nauw samen én het Aalsmeerse gemeentehuis wordt straks weer bemenst. TWEEDE LEVEN VOOR AMSTELVEEN EN AALSMEER SAMEN VERDER NA HET NULPUNT ’t Kan verkeren, was de lijfspreuk van de zestiende-eeuwse Amsterdamse dichter Bredero. Ruim 400 jaar later wordt die spreuk weer bewaarheid. ‘Relatietherapie voor Aalsmeer en Amstelveen’ kopte Binnenlands Bestuur eind 2019. En laat die therapie onder leiding van twee ‘procesversnellers’ zowaar zijn geslaagd. ‘Niet eerder is het gelukt om een knellende ambtelijke samenwerking te behoeden voor een scheiding en het tij te keren. Aalsmeer krijgt weer een eigenstandige kern organisatie met volledige publieke dienstverlening uit eigen raadhuis én gezamenlijk behouden we de voordelen van de schaalvergroting. En dit alles binnen bestaande budgetten!’, zegt een enthousiaste burgemeester Oude Kotte van Aalsmeer. Hij was het die twee jaar geleden samen met zijn wethouder Robert van Rijn (VVD) de plannen voor ambtelijke samen werking de nek om draaide. Als we via beeldbellen spreken over hoe die hernieuwde samenwerking tot stand kwam, zijn de Aalsmeerse wethouders Van Rijn en Bart Kabout (CDA) en de Amstelveense wethouder Frank Berkhout (D66) aanwezig. Plus de beide gemeente secretarissen Sjoerd Vellenga van Aalsmeer en Bert Winthorst van Amstelveen. Waar precies lag de kiem van de hernieuwde samenwerking tussen het ‘dorpse’ Aalsmeer en de zoveel meer ‘stadse’ grote broer Amstelveen? In 2019 wilde Aalsmeer al een andere samenwerking, maar eerst moest een onafhankelijke geschillencommissie uitspraak doen over de toenmalige ‘ict-ruzie’. Kortweg kwam die erop neer dat Aalsmeer meer moest gaan lappen voor de Amstelveense investeringen in ict-uitbreiding. Het overgenomen advies van de commissie was dat Aalsmeer minder hoefde te betalen dan de 6,4 miljoen die Amstelveen verlangde. Maar dat het toch een substantiële ict-bijdrage moest leveren ten bedrage van 4,1 miljoen. Daarna konden de gemeenten een nieuwe vorm van samenwerken aangaan. NULPUNT ‘Dat was een nulpunt waarvandaan we verder konden’, vult Berkhout aan. Het rekensommetje van uit elkaar gaan was inmiddels ook gemaakt en dat viel niet mee. Uit elkaar gaan – samenwerking op ambtelijk niveau was er al vanaf 2013 – had grote maatschappelijke gevolgen en was voor beide gemeenten niet goed. De organisatie zou twee jaar op slot gaan. ‘We hebben toen naar elkaar uitgesproken: laten we kijken of er iets anders voor in de plaats kan komen. Dat was een mijlpaal in de discussie.’ De Aalsmeerse wethouder Kabout benadrukt het belang van de meerjarige afspraak (tot 2022) voor die Aalsmeerse ict-bijdrage. ‘Daar zat ook een voorziening voor onvoorziene kosten bij. Voordeel daarvan is dat je dan geen tussentijdse discussies, chagrijn en negativiteit hebt.’ De uitspraak deed recht aan de beide colleges. ‘En handig was dat er een goed uitgeruste ict-organisatie was tijdens de toen net uitgebroken corona pandemie’, zegt Berkhout. ‘We hadden het thuiswerken en de Tozo snel in de steigers en hebben van de nood ook een deugd gemaakt. We waren klaar voor de volgende stap.’ Van die eerste stap naar gelijkwaardigheid voor Aalsmeer is eerst een potloodschets gemaakt, vertelt Van Rijn. ‘We wilden per se zelfstandig blijven. De impact kan groot zijn als je gaat scheiden, maar de gemeenteraad zat er pittig in, zeker hier. Dat speelde ook mee.’ Beide raden stemden deze maand vrijwel unaniem in met de hernieuwde samenwerking. Alleen de Amstelveense GroenLinks-fractie stemde tegen. De Aalsmeerse raad was betrokken bij het maken van de potloodschets. ‘We wilden meer regie, grip en sturing vanuit Aalsmeer op financiën en op onze opgaven’, gaat Van Rijn verder. Ict, bedrijfsvoering en sociaal domein gingen goed en hoefden niet per se terug naar Aalsmeer. ‘We wilden eigen accenten leggen op onze unieke aandachtspunten op woningbouw en infrastructuur.’ Er komt in Aalsmeer een ambtelijke kernorganisatie van ongeveer 25 fte om het college te ondersteunen, waardoor de bijdrage voor dienstverlening aan Amstelveen 1,5 miljoen lager wordt. ‘En Aalsmeerders kunnen nu weer in hun eigen gemeemte terecht.’ Ook komen ambtenaren, in dienst van de ambtelijke AA-organisatie, op het Aalsmeerse raadhuis te werken. ‘Dat was al de afspraak, maar kwam er acht jaar lang niet van, mede vanwege de coronapandemie. Nu realiseren we dat. Het is fijn dat ze zichtbaar zijn. Loketten met eigen Aalsmeerse ambtenaren – we zijn er blij mee, maar het heeft lang geduurd.’ TOON EN TAAL Waarom duurde het lang? Er was iets nodig om Aalsmeer comfort te geven, zegt Berkhout. ‘Daar dient de ambtelijke aanwezigheid in Aalsmeer voor. Door die ictinvesteringen kan dat nu ook gemakkelijker dan vroeger. Het is minder belangrijk dat je in één kantoor zit.’ De duur van de gesprekBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 SPECIAL 57 ken zat volgens Berkhout ook in interpretatie en de gehanteerde taal over wat je samen wilt bereiken. ‘Hier zijn procesversnellers voor nodig, informateurs die onderzoeken waar de grenzen liggen.’ Dat waren Ben Kokx voor Amstelveen en Huib de Vet voor Aalsmeer. De eigen kernorganisatie bleek een goede stap, aldus Van Rijn. ‘Dat is waar Aalsmeer naartoe wil: nabijheid creëren voor inwoners en ondernemers en die dienstverlening gestalte geven.’ De procesversnellers hielpen met de juiste toon en taal: wat willen de partijen nou precies? ‘Zonder hen waren we niet zo ver gekomen.’ Berkhout: ‘Je hebt externen nodig om woorden op hun gewicht te schatten. Door gesprekken te voeren over welke punten wel en niet bespreekbaar waren, hebben we dat goed kunnen zetten.’ Berkhout denkt dat het wederzijds begrip groter zal worden als Amstelveense ambtenaren vaker in Aalsmeer aanwezig zijn. ‘Inwoners vinden het belangrijk’, vult Kabout aan. ‘Tussen Aalsmeerse bedrijven is meer aansluiting door deze manier van organiseren. En met Amstelveen zijn er minder snel conflicten, ook financieel, omdat meer op hoofdlijnen wordt gekeken en door de egalisatiereserve. We hoeven niet alles op detailniveau uit te vechten. De afspraken staan voor vijf jaar, al zullen we jaarlijks evalueren.’ Bij onvoorziene kosten heeft de gemeentesecretaris het mandaat om er snel over te ‘ Zonder de procesversnellers waren we niet zo ver gekomen’ beslissen. ‘We hoeven niet elke kleinigheid te bediscussiëren’, beaamt Berkhout. ‘Gemeentesecretarissen kunnen over fte’s en de meeste problemen beslissen, behalve als ze te groot worden.’ KLARE WIJN Die gemeentesecretarissen hebben het proces van dichtbij meegemaakt. Winthorst (Amstelveen) al van voor de ambtelijke samenwerking en Vellenga (Aalsmeer) als onderzoeker en sinds afgelopen januari als algemeen directeur. ‘Soms was het hard tegen hard’, zegt hij. ‘Het waren grote belangen, maar daar zijn we goed uitgekomen. Het zijn best langdurige onderhandelingen geweest, soms is het ook nodig om klare wijn te schenken, met hulp van buitenaf. Ik ben blij dat we er überhaupt samen uit zijn gekomen.’ Winthorst bevestigt dat het proces spannend is geweest, maar benadrukt dat er ook al acht jaar volledige samenwerking is. ‘Vanaf 2018 kwamen er andere colleges en gemeenteraden en ontstond de wens van Aalsmeer voor meer zichtbaarheid, nabijheid en comfort. We moesten het toch anders doen.’ Dat betekende over de eigen schaduw heenstappen en je verplaatsen in de ander. Het leidde tot een win-winsituatie, vervolgt Winthorst. ‘Wij hoefden niet volledig te ontvlechten en kunnen beide blijven profiteren van de schaalvoordelen, maar we creëerden wel meer gezamenlijke afstemmomenten. Ik ben blij dat we de samenwerking kunnen voortzetten. Externen waren nodig om de emotie eruit te krijgen. Ik ben er trots op dat de bestuurders dat hebben gedaan.’ LEGE HULS Vellenga noemt het belangrijk dat de gemeentesecretarissen elkaar wel zijn blijven opzoeken tijdens het hele proces. ‘We hielden de telefoon open, ook als we het niet leuk vonden.’ Hij heeft straks een eigen organisatie van ongeveer 25 mensen die echt in dienst zijn bij Aalsmeer en werken op het raadhuis en circa 60 personen die, regelmatig vanuit het raadhuis in Aalsmeer, voor beide gemeenten werken. Waarom vindt Vellenga die kernorganisatie eigenlijk zo belangrijk voor Aalsmeer? ‘Het is een mooi raadhuis, maar een lege BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 58
SPECIAL 59 ‘ Emoties moet je durven laten liggen’ huls’, aldus Vellenga. ‘Er heerst oorverdovende stilte en dat is eigenlijk heel raar.’ Straks is er een klein compact team op de beleidsvelden van de wethouders. ‘Ze kunnen daardoor eigen prioriteiten stellen.’ Andere ambtenaren komen ook vaker naar Aalsmeer. ‘Niet als corvee, maar om hier af te spreken. Er zijn vaak gebiedsvergaderingen. Dat hoeft straks niet allemaal meer in Amstelveen.’ Vellenga benadrukt dat het niet is bedoeld ‘om je eigen weg te gaan’, maar om elkaar te versterken. ‘Dat willen we prominenter naar voren brengen. We moeten de collega’s verleiden. De politiek denkt dat het al klaar is, maar wij zijn er nog druk mee bezig.’ Cultuurverschillen zijn er ook op ambtelijk niveau, maar de ambtenaren zijn ‘al acht jaar samen aan het werk’, relativeert Winthorst. ‘Er zijn verduidelijkte afspraken. Natuurlijk zijn er cultuurverschillen, maar de meeste processen zijn hetzelfde. In Aalsmeer was er van oudsher wellicht meer contact met de inwoners. Aalsmeer heeft een hechtere gemeenschap, wij hebben meer expats. Dan dien je als ambtenaar inlevingsvermogen te hebben: zo gaat het in Aalsmeer. Ik bepleit dat ook hier: samen, snel en bereikbaar. We gaan naar dezelfde voorzieningen.’ Vellenga is niet zo bang voor culturele verschillen, maar heeft meer zorgen over het verwachtingenmanagement naar de gemeenteraad. ‘We kunnen niet voor gemeente spelen met 25 mensen. Je moet de relativiteit ervan zien. Er is beperkte slagkracht. We moeten goed aangesloten blijven Gemeentesecretaris Bert Winthorst (Amstelveen) Gemeentesecretaris Sjoerd Vellenga (Aalsmeer) met Amstelveen. Niet alles is anders. Het is hard werken en we moeten het waarmaken. Het is een spannend proces om te bewerkstelligen.’ De gemeentesecretarissen hebben het mandaat over een substantieel potje geld, aldus Vellenga, om over fte’s en problemen te beslissen. ‘Dat kunnen we samen oplossen. Het staat in de begroting, het is slimme haarlemmerolie.’ Winthorst noemt het potje ‘belangrijk’. ‘Het is fijn dat we het hebben en dat niet alles meer naar de bestuurlijke tafel hoeft te gaan.’ Er is weliswaar de verdeelsleutel van 25/75 voor gezamenlijke kosten, maar ‘je kunt het niet met een schaartje knippen’. ‘We hebben een hele diverse organisatie. Daarvoor is dat potje.’ VERWACHTINGEN Hoe kan dit samenwerkingsproces een voorbeeld zijn voor andere ambtelijke samenwerkingen? Volgens Winthorst zijn duidelijke afspraken en het goed creëren van verwachtingen erg belangrijk. ‘Durf een stip ADVERTENTIE Risicoanalyse integriteit wethouder? Integriteitskwesties zorgen voor instabiel bestuur. Capra Advocaten kent de risico’s en de regels. Met de Risicoanalyse integriteit wethouder bevordert u bestuurlijke integriteit. Wilt u meer weten? Bezoek capra.nl/grv2022 op de horizon te zetten en wees duidelijk of er een bestuurlijke fusie of herindeling moet komen. Bij ons ging dat mis met de wisselende colleges, maar wij hebben het toch weten te redden.’ Daarnaast is het belangrijk om steeds met elkaar in gesprek te blijven. ‘Emoties moet je durven laten liggen. Dat lukt voornamelijk bij de ambtenaren, in de politiek is van nature meer emotie.’ Vellenga benoemt eveneens het helder zijn over afspraken. ‘Het was ongetwijfeld met goede bedoelingen, maar we hebben er wel last van gehad dat het niet altijd gebeurde. Het helpt enorm als je daar scherp in bent.’ En recht doen aan de wederzijdse culturen is ook belangrijk. ‘Ik heb veel fusies meegemaakt. Je moet alles zo realistisch mogelijk omschrijven en bij beide partijen niet te hoge verwachtingen wekken. Bestuurders zijn vooral bezig met de bestuurlijke agenda en de actualiteit. Ambtelijk moet je dan scherp durven te adviseren. Dat zal er bij ons niet aan ontbreken.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 60
60 ACHTERGROND EUROPA DOOR: CRISTINA BELLON EN SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK De Vereniging van Nederlandse Gemeenten zal er likkebaardend naar kijken: van de 222 miljard euro die Italië uit Brussel krijgt aan coronaherstelgelden, gaat ruim 40 miljard naar gemeenten. ‘Dit is een unieke kans’, zegt voorzitter Antonio Decaro v ANCI – de Italiaanse zusterorganisatie van de VNG. BIJNA 20 PROCENT VAN EU-HERSTELFONDS KRIJGT LOKALE BESTEMMING 40 MILJARD RRF-GELD GEMEENTEN…IN ITALIË Gemeenten zijn de essentiële motor in de herinrichting van Italië na covid en burgemeesters zijn de grootste architecten in dit plan. Antonio Decaro, Italiaans ingenieur en politicus, is er perfect van op de hoogte. Als burgemeester van Bari en voorzitter van de ANCI, de Nationale Vereniging van Italiaanse Gemeenten, staat Decaro aan het roer van een zware missie: optreden als bemiddelaar tussen de behoeften van de gemeenten en de wil van de Italiaanse regering. Antonio Decaro, hoe stelt u zich de steden van de toekomst voor? ‘Voor het eerst sluiten de Europese doelstellingen voor herstel perfect aan bij het regionale beleid. We kunnen eindelijk zeggen dat onze steden het ‘Europa van de toekomst’ zijn, omdat hier het strategische beleid wordt geconcentreerd dat gericht is op het opnieuw inrichten van het leven na corona. Beter bewegen in steden en tussen steden, minder vervuilen. Minder energie verbruiken. Nieuwe, schone en duurzame energie produceren. Optimaliseren van de afval cyclus. Het grondgebied veiligstellen, het grondgebruik verminderen en het bestaande natuurlijke erfgoed opwaarderen. Herwaardering en herontwikkeling van stedelijke gebieden. Investeren in schoolen opleidings activiteiten. De schoonheid van ons land vergroten door middel van grote culturele en landschappelijke attracties. Tijd en middelen investeren in de kwaliteit van het leven van de burgers via de plaatsen en de manieren waarop zij leven. Dit zijn de doelstellingen die Europa heeft gekozen om zijn ‘volgende generatie’ te lanceren en dit zijn precies de doelstellingen van ons dagelijks werk: eindelijk gaan we allemaal in dezelfde richting, dit is een unieke kans.’ Wat is het bedrag van het Herstelfonds voor gemeenten? Hoe zal het worden geïnvesteerd? ‘Van de 222 miljard euro, verdeeld over Europese en nationale fondsen, is meer dan 40 miljard bestemd voor gemeenten. Een wezenlijk deel, omdat wij de belangBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 van D Ë BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 ACHTERGROND 61 ‘ Onze vrees geldt vooral de ministeriële en regionale tussenpersonen’ NAAR rijkste publieke investeerders van het land zijn, met een bestedingscapaciteit die veel groter is dan die van enig ander overheidsniveau. In 2019 werd 25 procent van alle nationale middelen voor openbare werken uitgegeven door de gemeenten. En zelfs in 2020, toen alles door covid leek te worden tegengehouden, slaagden de gemeenten erin de uitgaven voor openbare werken met 20 procent te verhogen ten opzichte van 2018. We zijn ons bewust van het grote bedrag dat op ons wacht en we zijn er niet bang voor. Integendeel, wij moeten die rol opeisen en zo goed mogelijk kunnen invullen.’ Hebben gemeenten invloed op wat voor soort plannen en de financiering daarvan? Hoeveel krijgen ze? ‘Om de 40 miljard euro die voor de gemeenten zijn bestemd snel te besteden, stelde de ANCI rechtstreekse financiering zonder tussenpersonen voor, met een minimalisering van de formele en bureaucratische stappen om de fondsen uit te betalen. Bovendien stelden wij een snelle en efficiënte selectie en uitvoering van projecten voor, met een catalogus van procedures en regels die moeten worden gestandaardiseerd en toegepast in verband met het herstelinvesteringsprogramma. Ik noem er slechts enkele, zoals de automatische toewijzing van een bijdrage op basis van de demografische klasse van de gemeenten; de herfinanciering van programma’s die al waren gestart; de co-financiering van nationale programma’s, voor bijvoorbeeld de aanleg van boomkwekerijen, voor verdere bebossing in stedelijke gebieden en voor de herinrichting van historische dorpen.’ Het meest delicate keerpunt in het Italiaanse herstelplan is momenteel de weg die de fondsen moeten afleggen voordat zij bij de gemeenten terechtkomen. Wat stelt u voor om dat proces te verbeteren? ‘Onze vrees geldt vooral de ministeriële en regionale tussenpersonen. Onze ervaring heeft ons geleerd dat deze tussenpersonen IN VOORJAAR NEDERLANDS HERSTELPLAN, VOLGENS BRUSSEL DAN Nederland gaat in het voorjaar een corona-herstelplan indienen in Brussel om de 5,8 miljard op te halen die daar klaar ligt. Dat meldde Eurocommissaris Valdis Dombrovskis aan het Europees Parlement in Straatsburg. Het Europarlement sprak vorige week met de Raad en de Europese Commissie over de voortgang van het Europese herstelplan van 723 miljard euro. Nederland heeft als enige lidstaat nog geen plan ingeleverd. Nederland moet rond de zomer in Brussel een plan inleveren om geen geld mis te lopen en dat moet een stevig plan worden, zo schreef demissionair minister Hoekstra van Financiën in november al aan de Tweede Kamer. Van 22 EU-lidstaten zijn de ingediende herstelplannen inmiddels goedgekeurd. Volgens Eurocommissaris Paolo Gentiloni (Economie) is dat samen goed voor 450 miljard van de 723 miljard euro die Europa gezamenlijk investeert. Van die 723 miljard is 338 miljard een gift en 385 miljard een lening. Er blijkt inmiddels 54 miljard euro uitgekeerd. Vier landen hebben nog geen goedkeuring voor hun plannen. Bulgarije, waarmee de gesprekken volgens Dombrovskis ‘goed lopen’ en Zweden waar wordt gewacht op de oriëntatie van de nieuwe regering. Ook Polen en Hongarije moeten wachten en dat kan lang duren, omdat de landen niet voldoen aan rechtstatelijke eisen. ‘Orbán krijgt geen geld want Orbán is corrupt’, zei de Duitse Groene Europarlementariër Daniel Freund. In Polen zijn grote zorgen om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Er zijn ook andere grote zorgen in het Europees Parlement. In Italië wordt geklaagd dat er vooral in het toch al het rijke noorden wordt geïnvesteerd in infrastructuur en niet in het veel armere zuiden. tijd rekken (of verspillen) en obstakels opwerpen voor de uitvoering van het programma. Een voorbeeld: in oktober werd de aanbesteding voor het zogeheten ‘Nationaal Herstelplan missie 2’ gepubliceerd. Het ging om ongeveer 2 miljard voor ‘de energie-efficiëntie van het openbaar erfgoed’. Het plan omvat ongeveer twaalf stappen voor de toewijzing van het fonds. Hoe gaan we dat geld volgens schema uitgeven? We moeten allemaal een tijdschema voor ogen hebben; uiterlijk in juni 2022 moeten de ministeries de procedures hebben afgerond, of het nu gaat om rechtstreekse aankondigingen of opdrachten aan gemeenten. En uiterlijk in december 2023 moeten de bouwplaatsen open zijn.’ ‘Lange en langdurige procedures belemmeren ons die termijnen te halen. Het is onaanvaardbaar dat voor de uitvoering van een financieringsmaatregel zo veel tijd nodig is. Ik bedoel: eerst een ministerieel besluit, dan de toewijzing van een fonds aan de gewesten en vervolgens moeten de gewesten aanbestedingen uitschrijven, de programmering doen en een volgend ministerieel besluit uitvaardigen om de definitieve verdeling onder de gewesten te beheren. Ten slotte wijzen de gewesten de aanbestedende diensten aan.’ Dit betekent dat de uitdaging waarvoor Italië staat nog niet helemaal wordt begrepen! ‘Over twee of drie jaar zal het niet meer mogelijk zijn om tegen de gemeenten te zeggen “voer het werk uit, u bent aanbestedende dienst”, want dan moeten de uitgaven al worden gemeld. De burgemeesters zullen waarschijnlijk, zoals gewoonlijk, met de lucifer in de hand blijven zitten. Daarom werken wij samen met de ministeries aan de vaststelling van de maatregelen, waarbij wij onze bijdrage leveren om de regels te vereenvoudigen. Wij hebben al enkele resultaten bereikt voor vergunningen, voor contracten en aanbestedingen en voor mogelijke geschillen na aanbesteding. Het is niet alles wat we hadden gevraagd, maar het is een revolutionaire daad, ook al blijft het beperkt tot de werkzaamheden van het herstelplan.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 62
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 63 FINANCIËLE LASTEN DOOR DE EEUWEN HEEN DE KOSTEN? DIE ZIJN VOOR DE OVERHEID Het bijbelboek Prediker leerde ons al dat er niets nieuws onder de zon is. Dat wordt weer eens bevestigd in Nederland in last. Vijfhonderd jaar overheidsfinanciën in de Lage Landen. Een kleine vijftien auteurs geven in evenzoveel hoofdstukken een schets van praktijken en lessen uit de overheidsfinanciën sinds 1500. Neem het relaas van Hugo Landheer over de kosten die de overheid zich moest getroosten rond 1813/1814, toen geallieerde troepen het met de Lage Landen opnamen tegen de Fransen. Die geallieerden moesten natuurlijk wel eten en drinken en vorderden daarom de benodigde levensmiddelen en andere materialen, maar zonder te betalen. Om een volksopstand enerzijds of plunderingen anderzijds te voorkomen, werd tijdens de oorlog snel een bevoorradingsorganisatie opgezet met centrale inkoop en een uitgekiende logistiek. Inkopen onder druk én een zekere chaos, de link met de mondkapjes en andere medische hulpmiddelen is in de actuele covidcrisis snel gelegd. En inderdaad werd ook in 1813/1814 de overheid geconfronDe mondkapjes werden ook toen al duur betaald teerd met aanbiedingen die ondanks de hoge nood buitensporig werden beprijsd. Tot ver na het einde van de crisisperiode werd nog voor miljoenen aan bonnetjes ingediend door leveranciers, aannemers en andere dienstverleners. Claims die tot ernstige bedenkingen leidden bij de verantwoordelijke commissie, regering en Rekenkamer en uiteindelijk ook lang niet altijd in volle omvang werden uitbetaald, maar prijzig bleef het wel. De mondkapjes werden ook toen al duur betaald. Een andere geschiedenis laat zien hoe de financiering van infrastructuur, in het bijzonder dijkaanleg en dijkherstel, stap voor stap veranderde van een private in een publieke aangelegenheid. Na iedere storm en watersnood bleek een beroep op collectieve middelen onvermijdelijker en betrad de overheid het domein van de bedijking en inpoldering. Maar ook hier: niets nieuws onder de zon. Want omdat de kosten van de werkzaamheden steeds weer verder onderschat, moesten vaak al tijdens de uitvoering van de werkzaamheden nieuwe en aanvullende bronnen van inkomsten worden gezocht om de projecten definitief te realiseren. Ook dat zien wij nog steeds terug bij grote complexe projecten. Een detail tot slot. Oud-secretaris-generaal van Financiën Jan Postma refereert aan de begrotingsspelregels in het begin van de 19e eeuw. We kenden toen even een 10jarige begroting. Dat zou voor deze moderne tijd misschien te lang zijn, maar de uitvoering van het beleid zou ook nu nog enorm zijn gediend met een meerjarige begroting, in plaats van de hijgerige en vluchtige werkwijze die we tegenwoordig kennen. Een historische bundel, kortom, met veel stof tot nadenken. CITAAT UIT HET BOEK NEDERLAND IN LAST. ‘Beide kooplieden werden in Den Bosch hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor achterstallige betalingen van hun thuisstad Leiden, een willekeurige stedeling kon destijds aansprakelijk worden gesteld voor een publieke schuld’ VIJFHONDERD JAAR OVERHEIDSFINANCIËN IN DE LAGE LANDEN Victor Enthoven (redactie) Primavera Pers Leiden, 2021 Prijs: ¤29,90 ADVERTENTIE
Pagina 64
publiekdomein.nl Blijf relevant Om relevant te blijven in je werk bij de overheid, helpen wij jou graag met het ontwikkelen van de “Future Skills” die je vandaag al toe kunt passen in je werk. Kom 10 februari proeven van ons aanbod aan leerinterventies van 21e eeuwse skills die geschikt zijn voor projectleiders, teams en management in het publiek domein. Publiek Domein presenteert het nieuwe trainingsaanbod met korte workshops van 45 minuten waarin je kennis maakt met de thema’s en de nieuwe leervormen ervaart. Kies 2 van de onderstaande thema’s en meld je direct aan. Digi Duurzaam We nemen je mee in de wereld van de digitale transformatie die invloed heeft op mens, organisatie en maatschappij. Heb jij al kennis van de impact en mogelijkheden van artifi cial intelligence, machine learning en blockchain op de overheidsopgaven waar jij aan werkt? En, loop je ervoor weg of verken je de mogelijkheden? In deze proeverij laten we je zien wat ze betekenen voor jouw werk en wat de mogelijkheden en toepassingen zijn bij de overheid. Flexibiliteit & Wendbaarheid Veranderingen bij de overheid gaan steeds sneller en vragen aanpassingsvermogen. Wat is agility in de praktijk en hoe fl exibel en wendbaar is jouw team? Hoe fl exibel en wendbaar ben jij zelf eigenlijk en durf je dat te testen in onze simulatie? We laten met een unieke Meld je hier aan!! De proeverij vindt plaats op 10 februari van 15.00 tot 17.00 uur en wordt online gegeven. Meld je aan middels het formulier op de homepage van onze website www.publiekdomein.nl en geef in het aanmeldformulier aan welke 2 workshops je wilt volgen. Je ontvangt dan van ons een uitnodiging. Aan deelname zijn geen kosten verbonden. werkvorm zien wat agility is en hoe je jouw fl exibiliteit en wendbaarheid in de dagelijkse praktijk kunt vergroten. Team acceleratie Bij de overheid krijg je steeds vaker te maken met wisselende multi disciplinaire teams, projectteams en agile teams waarin je vaak tijdelijk samenwerkt aan het realiseren van doelen en projecten. Je maakt in deze workshop kennis met de principes van “accelerated teamwork” en de dynamiek van deze tijdelijke teams. Je leert op basis van de laatste inzichten in snelle teamontwikkeling op welke teamdimensies je als team afspraken moet maken om succesvol te zijn. Veerkracht De druk op ambtenaren wordt steeds groter in onze snel veranderende Gratis online workshop. www.publiekdomein.nl wereld. Die druk zal niet minder worden dus je kunt er maar beter mee leren omgaan. We helpen je optimaal te functioneren op mentaal, fysiek, emotioneel en spiritueel vlak. Ben jij klaar voor deze workshop die jouw werkbeleving wel eens behoorlijk kan veranderen? Design Thinking Je hebt er vast al eens van gehoord maar wat is design thinking nu precies en wat kun je met deze methodiek in jouw werk voor de overheid. In deze workshop lichten we een tipje van de sluier op. Bij welke complexe vraagstukken is design thinking uitermate geschikt en welke stappen doorloop je? Na deze workshop ga je met nieuwe creativiteit en tools de complexe vraagstukken te lijf.
Pagina 68
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 68 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Jan de Jong stopt per 1 april 2022 als griffier van Westerkwartier. De Jong is ruim 44 jaar werkzaam geweest bij gemeenten in de provincies Groningen en Drenthe. Hij was 16 jaar als griffier werkzaam, eerst in Tynaarlo en daarna in Westerkwartier. MAGDA JANSEN Magda Jansen–van Harten is benoemd tot burgemeester van Woudenberg. De benoeming gaat in op 11 januari 2022. Jansen–van Harten (33) is lid van het CDA. Zij is momenteel griffier van Roosendaal. Op dit moment is Yvonne van Mastrigt (PvdA) waarnemend burgemeester van Woudenberg. Zij neemt waar sinds het vertrek van Titia Cnossen (ChristenUnie, 63), die in juni 2021 stopte. PIETER PAANS Met ingang va 20 januari 2022 is Pieter Paans benoemd tot burgemeester van Krimpenerwaard. Paans (55) is lid van het CDA. Hij is momenteel wethouder in Papendrecht. Paans volgt Roelf Cazemier (VVD, 62) op als burgemeester van Krimpenerwaard. JORRIT JAN EIJBERSEN Jorrit Jan Eijbersen is benoemd tot burgemeester van de gemeente Hellendoorn. De benoeming is ingegaan op 20 december 2021. Eijbersen (46) is lid van de VVD. Hij was tot zijn benoeming wethouder in Gooise Meren. Hij volgt Anneke Raven (CDA) op. Raven gaat met pensioen. JOERIE MINSES Met ingang van 13 januari 2022 is Joerie Minses is benoemd tot burgemeester van Heumen. Minses (41) is geen lid van een politieke partij. Hij is momenteel burgemeester van Alphen-Chaam. Hij volgt Marriët Mittendorff (CDA) op, die met pensioen gaat. BEN VISSER In Eemsdelta is Ben Visser benoemd tot burgemeester. De benoeming gaat in op 15 januari 2022. Visser (40) is lid van de ChristenUnie. Hij is momenteel docent aan de PZ Scholengemeenschap en zelfstandig consultant. Gerard Beukema (PvdA) is waarnemend burgemeester in Eemsdelta, sinds het ontstaan van de gemeente per 1 januari 2021. PAULA JORRITSMA De gemeenteraad van Voorst draagt Paula Jorritsma–Verkade voor als burgemeester. Jorritsma (PvdA, 53) is sinds januari 2019 wethouder van de heringedeelde gemeente Altena en was daarvoor sinds mei 2014 wethouder in Woudrichem (één van de 3 later gefuseerde gemeentes). In Voorst volgt ze Jos Penninx (PvdA) op, die in augustus met pensioen ging. Renske HelmerEnglebert (SP) is waarnemend burgemeester. KOMEN & GAAN PETER DE BOER Vanaf 10 januari 2022 is Peter de Boer raadsgriffier in Lochem. Hij wordt de opvolger van Miranda Veenbergen die griffier is geworden in Bronckhorst. De Boer was hiervoor raadsadviseur / plaatsvervangend griffier in dezelfde gemeente. PIETER ZONDERVAN Pieter Zondervan stopt per 1 februari als gemeentesecretaris van Súdwest-Fryslân. Hij bekleedde deze functie sinds september 2015. Zondervan kiest opnieuw voor het zelfstandig ondernemerschap, zoals in de periode 20022015. Zijn eerst opdracht is bij de provincie Fryslân. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 PERSONALIA 69 POLITIEKE KLEUR BURGEMEESTERS De politieke kleur van de (kandidaat-) burgemeesters, die voorgedragen of benoemd zijn na hun sollicitatie op een vacature in 2021, is divers. ROELOF BLEKER De gemeenteraad van Enschede VVD 6 CDA 5 D66 2 Partijloos 4 PvdA 2 CU 1 lokale partij 1 draagt Roelof Bleker voor als burgemeester van Enschede. Bleker (partijloos, 54) is voorzitter van het college van bestuur van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Daarvoor was Bleker dijkgraaf van het waterschap Rivierenland, wethouder en raadslid in Enschede. GERHARD VAN DEN TOP Gerhard van den Top (60, partjiloos) is door de gemeenteraad van Hilversum voorgedragen als opvolger van burgemeester Pieter Broertjes (PvdA). Van den Top werd in 2014 dijkgraaf van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Daarvoor was hij bestuursvoorzitter van waterleidingbedrijf Vitens. OVERLEDEN: Ed van Thijn is op 87-jarige leeftijd overleden. Van Thijn (PvdA) was lid van de gemeenteraad van Amsterdam van 1962 tot 1971 en burgemeester van 1983 tot 1994. Verder was hij van 1967 tot en met 1981 Tweede Kamerlid. In 1981 werd hij benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken in het tweede kabinet-Van Agt. Na zijn burgemeesterschap werd hij opnieuw minister van Binnenlandse Zaken. Ook was hij van 1999 tot 2007 lid van de Eerste Kamer. LEONTIEN KOMPIER In Venray is Leontien Kompier (PvdA, 63) benoemd tot waarnemend burgemeester. Kompier neemt waar na het vertrek van burgemeester Luc Winants (CDA). Kompier is momenteel waarnemend burgemeester in Langedijk. Eerder was Kompier burgemeester van Vlagtwedde. WIMAR JAEGER Wimar Jaeger (D66, 56) is de nieuwe waarnemend burgemeester van Scherpenzeel. Jaeger volgt Eppie Klein (SGP) op, die twee maanden geleden werd ontslagen door commissaris van de koning John Berends na een vertrouwensbreuk. Jaeger was eerder waarnemend burgemeester van Oostzaan, wethouder in Hilversum en interim-wethouder in Muiden. JAN NIEUWENBURG De gemeenteraad van Hoorn heeft Jan Nieuwenburg (PvdA, 54) voorgedragen voor herbenoeming tot burgemeester. Nieuwenburg is sinds 17 mei 2016 burgemeester van Hoorn. FRITS BROUWER In Heemskerk is Frits Brouwer (CDA) benoemd tot wethouder. Hij volgt Krijn Rijke op. Brouwer is sinds 2001 actief binnen het CDA Heemskerk en was gemeenteraadslid van 2002 tot 2006. DUNCAN RUSELER In Woudenberg is Duncan Ruseler benoemd tot gemeentesecretaris. Hij volgt per 1 maart 2022 Boudewijn Marinussen op. Marinussen is sinds het vertrek van Simone van de Marck interim-gemeentesecretaris. Ruseler is op dit moment wethouder in Schiedam. ADVERTENTIE Vooruitlopend op de gemeenteraadsverkiezingen adviseren wij u tijdig te oriënteren op uw toekomst. Ons Pre-APPA programma ondersteunt u hierbij! Start de Quick Scan. www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 3030 630
Pagina 70
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 Foto: Stephan van Leiden PERSONALIA 71 RAAD VAN STATE LIZET KEYZERS Met ingang van 1 januari 2022 is Lizet Keyzers benoemd tot gemeentesecretaris van Bodegraven-Reeuwijk. Keyzers was al aangesteld als interim gemeentesecretaris. Zij is vanaf 2005 in verschillende rollen werkzaam bij de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Ze is de opvolger van Johan de Jager. MARTIN DE GRAAF Martin de Graaf neemt per 1 januari afscheid als griffier van De Ronde Venen en gaat met pensioen. Hij bekleedde het griffierschap vanaf 2011. Daarvoor was hij vanaf 1978 werkzaam bij de gemeenten Wilnis, Nederhorst den Berg en Vinkeveen en Waverveen. Kees Bangma, Jannigje Willems en Hilal Benek worden staatsraad in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bangma is senior raadsheer en voorzitter van de teams Ambtenarenzaken en Internationale kamer bij de Centrale Raad van Beroep, Willems is senior rechter en kwaliteitscoördinator van het team handel van de rechtbank Den Haag en Benek is raadsheer bij de Centrale Raad van Beroep, werkstroom Ambtenaren, Voorzieningen en Internationale kamer. SANDRA DIEPSTRATEN Sandra Diepstraten (CDA) heeft haar ontslag ingediend als wethouder van Gilze en Rijen. In de ontslagbrief aan de gemeenteraad stelt Diepstraten dat zij onvoldoende ruimte en vertrouwen ervaart in de ambtelijke ondersteuning op organisatieniveau om de verantwoordelijkheden voor haar portefeuille te kunnen dragen. BRIEVEN OORZAAK EN GEVOLG Bij het lezen van het redactioneel van Wouter Boonstra in BB22 voelde ik een toenemende drang om dit niet onweersproken te laten. Zoals zo vaak bij goede teksten die boeien, zijn het niet zozeer de woorden zelf, die nopen tot reactie, maar de suggesties die erachter schuil gaan. Zo ook hier. Het stuk gaat over oorzaken en gevolgen, zoals de titel kernachtig weergeeft. Het wringt op meerdere plekken. Boonstra stelt de overigens zinnige vraag naar oorzaak en gevolg. Zijn analyse is, dat de oorzaak van het ‘idiote’ geweld in Rotterdam, het corona-beleid van de regering is. Althans die suggestie wekt hij sterk. Ik moet de eerste weldenkende medeburger nog tegenkomen, die deze link voor zijn of haar rekening durft te nemen. Omdat het stuk rept over ‘vertrouwen in de overheid’, ‘korter wordende lontjes’, en ‘sterkere stellingnames’ wekt de schrijver de suggestie, dat het Rotterdams geweld daarmee op één lijn zou staan. Natuurlijk niet. Zijn zin ‘Marktdenken, doorgeslagen consumentisme, ‘de klant is koning’. (inderdaad een onaffe zin), suggereert dat hij daarmee de belangrijkste oorzaken van het geweld benoemt. Vervolgens citeert hij Koetsenruijter , die het benoemt als ‘onafhankelijke, mondige burger, (..) gericht op eigen belang (..) maatschappelijk ongehoorzaam’. We worden het niet eens, vrees ik. Wat Boonstra beschouwt als doorgeslagen vormen van kritisch, maar overigens net en normaal gedrag, zie ik als opkomend uit een verderfelijke bron van haat en vernietigingsdrang. De dingen bij elkaar noemen, suggereert dat ze ook bij elkaar horen. Ik kan het niet meemaken. Mag iemand dan niet zeggen en schrijven wat hij of zij denkt en vindt? Zeker. Maar dit past niet in een redactioneel van een blad voor binnenlandse bestuurders. Gert den Hertog RENGER STARKE Gemeentesecretaris Renger Starke treedt op 1 maart 2022 terug. Omdat zijn pensioendatum in zicht komt, zou hij na de verkiezingen van 16 maart maar kort kunnen samenwerken met het nieuwe college dat daarna aantreedt. Zijn carrière bij de gemeente Lochem bestrijkt op zijn pensioendatum precies 25 jaar. Vanaf 2014 is hij gemeentesecretaris. RICHARD WIELINGA Richard Wielinga vertrekt als gemeentesecretaris van Almere. Wielinga gaat aan de slag als lid van de raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. Wielinga was ruim 5 jaar gemeentesecretaris. Daarvoor was hij onder andere gemeentesecretaris in Ede en directeur bedrijfsvoering bij de gemeenten Deventer en Epe. YVONNE BIESHAAR Met ingang van 1 januari 2022 versterkt Yvonne Bieshaar BMC als partner arbeidsmarkt. Bieshaar was hiervoor onder meer directeur sociaal domein in Eindhoven, directeur sociale dienst bij het samenwerkingsverband van de Drechtsteden, directeur arbeidsmarkt en sociale zaken in ’s-Hertogenbosch en manager regie arbeidsmarktbeleid en directeur werkmaatschappij in Amsterdam Zuidoost. ARCO HOFLAND Burgemeester Arco Hofland (CDA, 63) stopt als burgemeester van Rijssen-Holten. Hij wil niet in aanmerking komen voor herbenoeming. Hofland was raadslid en wethouder in Dalfsen. In 2005 werd hij benoemd tot burgemeester in Zwartewaterland. In 2010 begon hij in Rijssen-Holten. Hoflands ambtsperiode eindigt op 1 juni 2022. Hij blijft daarna aan als waarnemend burgemeester. MARJA VAN BIJSTERVELD De gemeenteraad van Delft heeft Marja van Bijsterveld voorgedragen voor herbenoeming tot burgemeester. Van Bijsterveld (CDA, 60) was eerder onder meer wethouder van Almere, burgemeester van Schipluiden, staatssecretaris, minister en lid van de Tweede Kamer. Ze is burgemeester van Delft sinds september 2016.
Pagina 72
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 PERSONALIA 73 ANS HOENDERDOS KOEN VAN VEEN Koen van Veen stopt per 1 januari als gemeentesecretaris en algemeen directeur van Soest. Hij start vanaf 1 januari bij Geerts&Partners als interim manager en senior adviseur. Van Veen was voor Soest gemeentesecretaris in de gemeenten Opsterland, Hattem en Baarle-Nassau. LEONTINE VERMOND Leontine Vermond is per 1 januari benoemd als gemeentesecretaris en algemeen directeur ad interim van Soest tot 1 januari 2023. Zij is op dit moment hoofd van de afdeling Dienstverlening in Soest. Ans Hoenderdos volgt per 1 maart 2022 Jan de Ridder op als voorzitter van de NVRR. Hoenderdos is op dit moment bestuurder-directeur van de Randstedelijke Rekenkamer. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia SYLVIA VOS Sylvia Vos is op 1 december begonnen als directeur in Krimpenerwaard. Ze is een van de drie nieuwe directeuren en geeft leiding aan het publiek domein. Zij was eerder afdelingsmanager bestuurs- en managementondersteuning en financiën en afdelingsmanager vergunningen, toezicht en handhaving bij dezelfde gemeente. ADVERTENTIE MARIËLLE DE WAARD Op 1 december is Mariëlle de Waard gestart als directeur bij de gemeente Krimpenerwaard. Ze is een van de drie nieuwe directeuren (naast algemeen directeur Jurian Hennip) en geeft leiding aan het ruimtelijk domein. De Waard was hiervoor afdelingsmanager in Krimpenerwaard. SYLVIA VAN DER RUIT Vanaf 1 december is Sylvia van der Ruit aan de slag als directeur bij de gemeente Krimpenerwaard. Ze is een van de drie nieuwe directeuren (naast algemeen directeur Jurian Hennip) en geeft leiding aan het sociaal domein. Eerder was ze onder andere afdelingsmanager sociaal domein. Onze opleidingen geven je niet alleen een stevig fundament op bedrijfseconomisch vlak, je werkt ook aan je vaardigheden om soft controls in te zetten en je bewustzijn voor maatschappelijke waardecreatie.
Pagina 74
Kompas 2022 3 februari Echt contact met inwoners De rol van bestuurders wordt steeds publieker. Burgers weten hen steeds beter te vinden en bestuurders hechten er grote waarde aan te weten wat er onder inwoners leeft . Daar is echt contact voor nodig. Denk bijvoorbeeld aan het optreden van bestuurders bij demonstraties of aan de soms verhitte discussies op sociale media. En de coronacrisis heeft nog eens extra beroep gedaan op de communicatieve skills van de bestuurder. Tijdens deze editie van Kompas/ Beste Bestuurder gaan we dieper in op het contact tussen bestuurder en inwoner. Hoe ervaren bestuurders het contact met de burgers? Wat zijn hun tips en tricks? En hoe zorg je ervoor dat je als bestuurder écht contact met je inwoners maakt? Bekendmaking Beste Bestuurder 2021 Tijdens deze bijeenkomst worden voor de 12e keer de Beste Bestuurder, de Beste Jonge Bestuurder en de Beste Bestuurder van een kleine gemeente bekendgemaakt. Mis het niet en meld u nu gratis aan! www.BBkompas.nl in samenwerking met: Dé loopbaanadviseur voor bestuurlijk Nederland livestream Senior Planeconoom 36 uur | schaal 12 Beleidsmedewerker Riolering en Waterhuishouding 36 uur | schaal 11 •      •    •        BBV) •      Bas Auckel | 06 14826889  •       •        •         •          Nico Oudhof | 06 33822196  Ontwerper Riolering en Waterhuishouding 36 uur | schaal 10 •        •       •          •           Nico Oudhof | 06 33822196  www.certusgroep.nl werving en selectie interim development MANAGER VITAAL ONDERNEMEND APELDOORN STRATEGISCH, BESLUITVAARDIG EN VERBINDEND MANAGER VASTGOED & GROND ENERGIEK, RESULTAATGERICHT EN KUNDIG Ontwerpleider Projecten Openbare Ruimte 36 uur | schaal 10 •         •    •        •          Nico Oudhof | 06 33822196  • • • • • • • • Kij k op beljonwesterterp.nl voor volledig functieprofi el en tij dsplanning Eindhoven Enschede Groningen Heerenveen Utrecht Zwolle beljonwesterterp.nl
Pagina 76
Afdelingshoofd Strategie en Beleid Directie Afval en Grondstoffen Strategisch • Bestuurlijk sensitief • Resultaatgericht • Planmatig Senior Accountmanager Interim Overheid Proactief • Relatiemanager • Organisatorisch sterk • Bemiddelaar Business Controller Nieuwsgierig • Analytisch • Proactief • Organisatiesensitief Senior Programmamanager Gebiedsontwikkeling Strategisch • Integrale visie • Netwerker • Boegbeeld Inspirerend en Verbindend Leider Voor de afdeling Beleid Samenleving Senior Beleidsadviseur Cultuur en Media Regisseur • Ontwikkelingsgericht • Coördinator • Verbindend Afdelingsmanager Innovatie Projecten en Advies Directie Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte Coachend leiderschap • Samenwerkingsgericht • Daadkrachtig • Bruggenbouwer Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl a INDEX 77 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Beljon Westerterp | Gemeente Apeldoorn Beljon Westerterp | Gemeente Berg en Dal Castanho | Gemeente Ede Geerts & Partners | Gemeente Molenlanden Gemeente Enschede Gemeente Harderwijk Gemeente Purmerend Publiek Netwerk | Gemeente Amsterdam Publiek Netwerk | SED Organisatie Publiek Netwerk | SED Organisatie Rijksoverheid Rijksoverheid Rijksoverheid Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen Technische Universiteit Delft (TU Delft) VNG FINANCIËN EN ECONOMIE Certus Groep | Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Gouda JS Consultancy | Gemeente Emmen JS Consultancy | Gemeente Houten Provincie Zeeland Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland Publiek Netwerk Publiek Netwerk | Accres Rijksoverheid ICT EN AUTOMATISERING Centric Centric Centric Centric M&I/Partners/ JURIDISCH Gemeente Houten Gemeente Noordoostpolder JS Consultancy |COA MILIEU Certus Groep | Gemeente Alphen aan den Rijn Certus Groep | Gemeente Alphen aan den Rijn Gemeente Ermelo Gemeente Montferland JS Consultancy |Gemeente Westerkwartier Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Brabant Noord Jurist Grondzaken (Adviseur III) Juridisch Beleidsadviseur Ruimtelijke Ontwikkeling Jurist met privacy als aandachtsgebied Beleidsmedewerker Riolering en Waterhuishouding Ontwerper Riolering en Waterhuishouding Beleidsadviseur/Projectleider | Groen en Landschap Adviseur Klimaatadaptatie Beleidsmedewerker Natuur Senior Adviseur Toezicht en Handhaving Industrieel Senior Toezichthouder Bodem Senior Adviseur Toezicht en Handhaving Agrarisch Senior Adviseur Vergunningverlening Industrieel ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 80 Pagina 75 Pagina 75 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Manager Vitaal Ondernemend Apeldoorn Opgavemanager Afdelingsmanager beleid Sociaal Domein Spelverdeler Programmamanager Wet Open Overheid Teamleider Bestuur & Organisatie Directeur Bedrijfsvoering en diensten Afdelingshoofd Strategie en Beleid Afdelingshoofd Beleid Samenleving Inspirerend en Verbindend Leider Algemeen directeur CIBG Manager Projectbeheersing Strategisch beleidsadviseur Concernmanager AI Initiative Programmasecretaris Medior Beleidsmedewerker Gebouwde Omgeving Senior Planeconoom Afdelingshoofd Financiën Teamleider Financiën Concerncontroller Financieel Statenadviseur Toezichthouder Gemeentefinanciën Beleidsadviseur opdrachtgeverschap en financiën Senior Accountmanager Interim Overheid Business Controller Senior inkoopadviseur beheer, onderhoud en huisvesting Informatie Analist Lead Developer Software Tester Junior Application Specialist IB&P-Traineeship voor de zorg en overheid Pagina 75 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 76 Binnenlandsbestuur.nl Pagina 76 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 75 Binnenlandsbestuur.nl Pagina 80 Pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 76 Pagina 76 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021
Pagina 78
78 INDEX PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Zoetermeer RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Beljon Westerterp | Gemeente Apeldoorn Castanho | Gemeente Nieuwegein Certus Groep | Gemeente Alphen aan den Rijn Certus Groep | Gemeente West Betuwe Certus Groep | Gemeente West Betuwe Certus Groep | Gemeente West Betuwe Certus Groep | Gemeente West Betuwe Gemeente Amsterdam Gemeente Montferland Gemeente Montferland Gemeente Zaanstad Publiek Netwerk | Gemeente Amsterdam Publiek Netwerk | Gemeente Hoorn SOCIAAL Gemeente Montferland Gemeente Scherpenzeel Gemeente Urk JS Consultancy | Gemeente Venray Werkse Werkorganisatie HLTsamen VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Urk Publiek Netwerk | Gemeente Leidschendam-Voorburg Beleidsmedewerker Sociaal Domein met coördinerende taken Beleidsmedewerker Sociaal Domein Klantmanager/ Consultent Participatie (werk en Inkomen) Teammanager Maatschappelijke Ontwikkeling Manager Ontwikkeling Senior Medewerker Onderwijshuisvesting Communicatieadviseur Senior Beleidsadviseur Cultuur en Media OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 76 P&O-adviseur JS Consultancy | Gemeente- en Waterschapsbelastingen HR Adviseur Manager Vastgoed & Grond Afdelingshoofd Ruimtelijk Domein Ontwerpleider Projecten Openbare Ruimte Toezichthouder Civiele Techniek Vakspecialist Civiele Techniek Medewerker Water Openbare Ruimte Adviseur Vastgoed en Grond Teamleider Uitstootvrije Mobiliteit Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling Planoloog Toezichthouder Bouwen en Ruimtelijke Ordening Afdelingshoofd Fysieke Leefomgeving Afdelingsmanager Innovatie Projecten en Advies Senior Programmamanager Gebiedsontwikkeling Stichting Openbaar Primair Onderwijs Haarlemmermeer Adviseur Huisvesting Binnenlandsbestuur.nl Pagina 80 Pagina 75 Binnenlandsbestuur.nl Pagina 75 Pagina 78 Pagina 78 Pagina 78 Pagina 78 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 76 Pagina 76 Binnenlandsbestuur.nl Gemeente West Betuwe is een prachtige groene gemeente waar iedereen zich welkom voelt om te wonen en te werken. Certus Groep is namens de gemeente op zoek naar overheidsprofessionals binnen het fysieke domein. Toezichthouder Civiele Techniek 32-36 uur | schaal 8 • Toezicht kwaliteit en voortgang van het werk • Communicatie inwoners en belanghebbenden over uitvoering • Controleert uitgevoerde hoeveelheden • Voeren besteksadministratie Vakspecialist Civiele Techniek 32-36 uur | schaal 9 • Begeleiding werkvoorbereiding, aanbesteding en uitvoering • Opstellen kostenramingen en deelopdrachten • Ophalen eisen en wensen betrokkenen (intern en extern) Medewerker Water Openbare Ruimte 32-36 uur | schaal 9 • Begeleiden interne -en externe projecten met focus op water • Borgen van het onderwerp ‘water’ in programma’s van eisen • Opstellen van projectopdrachten samen met collega’s Meer weten over een van deze vacatures? Neem contact op met Rosanne van Engelen | 06-18683010 | rosannevanengelen@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Adviseur Vastgoed en Grond 32-36 uur | schaal 10 • Aan- en verkoop vastgoed, gronden en ontwikkellocaties • Uitgifte van bouwkavels • Adviseren bestuur en organisatie over vastgoed en grond • Bijdrage aan beleidsvorming en -ontwikkeling BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 51 | 2021 Denk andersom en kies voor vitale medewerkers www.everybodygroep.nl/andersom info@everybodygroep.nl 088-246 04 04/06 19 52 60 08
Pagina 80
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeamleider Financiën 36 uur | schaal 12 + AM-toeslag | max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren leidinggevende die meebouwt aan een organisatie en team in ontwikkeling. Echte inspirator die organisatorisch sterk is, mensen meekrijgt en duidelijk en koersvast is. Heeft voldoende affiniteit met de inhoud, maar gaat vooral voor de ontwikkelopgave. Is een uitstekende sparringpartner voor collega’s, MT en college. Is pro-actief en politiek sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 HR Adviseur 36 uur | schaal 11 max. € 74.705,- bruto per jaar (incl. IKB) Allround HR adviseur die op alle niveaus opereert. Begeleidt veranderingsprocessen, werkt aan strategische thema’s, maar staat ook met de voeten in de klei. Voelt zich thuis in een compacte en moderne organisatie die onlangs de prijs ontvangen heeft voor beste (thuis) werkgever van Overijssel. Uitstekende adviseur en sparringpartner die besluitvaardig en klant- en samenwerkingsgericht is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Jurist met privacy als aandachtsgebied 36 uur | vaste functie | max. € 64.902,- bruto per jaar (incl. IKB) Ben jij iemand die de verantwoordelijkheid neemt? Een aanpakker die resultaten het liefst samen met anderen behaalt? Wij zoeken een pragmatische en toekomstgerichte Jurist, met als aandachtsgebied privacy (AVG ). Een stevige inhoudelijke adviseur, met een pioniersmentaliteit en verbindende visie. Iemand die laveert in het krachtenveld met verschillende belangen en stakeholders (intern en extern). Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager Maatschappelijke Ontwikkeling 36 uur | schaal 12 tot max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren Inspirerend en faciliterend manager met kennis van het Sociaal Domein. Zakelijke en resultaatgerichte stijl van leidinggeven. Bijdragen aan verdere ontwikkeling van het team en organisatie. Stelt duidelijke kaders en zorgt voor maximale ontwikkeling van medewerkers. Stuurt op resultaat, staat stevig in de schoenen, is overtuigend, politiek bestuurlijk sensitief, ambitieus en samenwerkingsgericht. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Beleidsmedewerker Natuur 24 uur | schaal 10 max. € 62.000,- (ft/incl. IKB) Mooie rol voor een bevlogen beleidsmedewerker die ervoor zorgt dat de ambities op het gebied van natuur, landschap en landbouw waar worden gemaakt en die zo een bijdrage levert aan de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit van het veelzijdige landschap en de natuur in het Westerkwartier. Verbinder die leergierig is en draagvlak creëert. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Concerncontroller 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren controller die zorgdraagt voor de doorontwikkeling van de P&C-cyclus, maar die vooral ook een echte verbinder en sparringpartner is voor directie, college en management. Schakelt makkelijk tussen verschillende echelons en krijgt mensen mee. Houdt van de combinatie van cijfers, strategie en mensen. Is stevig, empathisch, scherp, oplossingsgericht en politiek sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 23-2021


Pagina 2
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 04 COLOFON REDACTIONEEL ‘De schoorsteen zal en moet roken’ Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ONDERMAATS TOEZICHT SLIKKEN EN STIKKEN Het onderzoek naar vergunningverlening, toezicht en handhaving bij Tata Steel, Stof tot nadenken, is verkozen tot het beste rekenkamerrapport. De meesten van ons zullen het niet hebben gelezen. Eén tip: doe dat wel! Laat je vooral niet weerhouden door de omvang van liefst 245 pagina’s, want vanaf de eerste bladzijden grijpt het je naar de keel. Sec en minutieus leggen de onderzoekers bloot hoe de systeemwereld de gezondheid van de omwonenden offert aan de economische belangen van het grootkapitaal. Omwonenden kunnen klagen over de grafietregens die ze over zich uitgestort krijgen tot ze er letterlijk ziek – of erger – bij neervallen: de schoorsteen zal en moet roken. De Omgevingsdienst, die met te weinig mensen moet handhaven op het Tata-terrein van 1.500 voetbalvelden groot, blijkt gezondheidseffecten niet in het toezichtsmandje te hebben. De provincie kan op dat vlak nauwelijks regels stellen. Stof tot nadenken maakt niet alleen duidelijk dat het toezicht heeft gefaald, maar ook dat de mogelijkheden om gezondheid mee te wegen bij dat toezicht op lokaal en regionaal niveau heel beperkt zijn. De regelgeving blijkt voornamelijk op landelijk en Europees level vastgelegd. Heel beangstigend is het om te beseffen hoe omwonenden zo aan hun lot worden overgelaten en hun gezondheid wordt gereduceerd tot minder dan een bagatel. Je ziet het in en om Velsen, maar ook in bijvoorbeeld Nijmegen waar een asfaltcentrale in de stad al jaren veel meer giftige stoffen uitstoot dan de toegestane norm. De plaatselijke politiek en de regionale omgevingsdienst kunnen voor de verontruste bewoners blijkbaar niets betekenen. Wie waakt er in dit land wel over onze gezondheid? De Randstedelijke Rekenkamer stelt heel trefzeker dat de bevoegde instanties in ons land te veel handelen vanuit wat er allemaal niet kan. Ik kan niet wachten op een vervolgonderzoek, waarin de vraag wordt beantwoord waarom er door de bevoegde instanties niet is gezocht naar mogelijkheden wat er wél kan. Uit onmacht of uit labbekakkerigheid? Waar een wil is, zou toch een weg moeten zijn. Zeker in een land waar altijd en overal geitenpaadjes worden gevonden. ADVERTENTIE Op zoek naar een nieuwe griffier? Bel of app Marijke! 06 55 80 81 39 Werving en selectie www.necker.nl HANS BEKKERS CHEF REDACTIE BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 INHOUD 05 20 COVERSTORY CHINA Nog steeds zijn er gemeenten die blijven werken met technologie van Chinese techreuzen. Provincies zijn voorzichtiger blijkt uit een steekproef van AG Connect en Binnenlands Bestuur. Experts vinden het tijd voor duidelijke richtlijnen. 14 INTERVIEW ERIC VAN OOSTERHOUT Emmen bungelt onderaan in de woonaantrekkelijkheidsindex. De burgemeester ligt er niet wakker van. ‘Omdat de criteria niet zo relevant zijn. Laat de Atlas voor gemeenten aan de mensen zelf vragen wat zij belangrijk vinden.’ 32-43 SPECIAL EUROPA 28 TRANSPORTSCHAARSTE ONBENUTTE DAKEN In Brabant popelen bedrijven om zonnepanelen op hun daken aan te leggen. Ook de gemeenten juichen het toe. Maar krapte op het elektriciteitsnet zit de energietransitie in de weg. Kansen genoeg om je voordeel te doen met Europa. Dat vraagt wel om investeringen in tijd, aandacht en relaties. En soms om wat powerplay richting Den Haag om ervoor te zorgen dat het Brusselse geld ook in jouw regio terecht komt. Een goed netwerk helpt. OP PARTNERJACHT IN DE EUROPESE UNIE NIEUWS Omgevingswet twitstpunt bij raadsleden Brandweer onder andere paraplu Analyse: Lokale partijen blijven doorgroeien Rekenkamerrapport over Tata Steel beste ACHTERGROND Inschrijving non-binairen ‘discriminerend’ Essay: Ten strijde tegen de ondermijning ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL Samenwerken is kassa Vind de ideale partner Het omkatten van 6 miljard EU-subsidie Jan Markink, rapporteur digitalisering 32 36 40 42 6 7 10 11 18 24 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 7 9 12 23 39 45 48
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Raadsleden zijn sterk verdeeld over de invoeringsdatum van de Omgevingswet. Bijna de helft (45 procent) wil vasthouden aan 1 juli 2022. Ruim een derde deel (36 procent) is voor nieuw uitstel. De vrees voor chaos, komende zomer, leeft breed. ONDERZOEK BINNENLANDS BESTUUR EN RAADSLEDENVERENIGING OMGEVINGSWET TWISTPUNT BIJ RAADSLEDEN Dat blijkt uit een eind november uitgevoerd onderzoek van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en Binnenlands Bestuur. In totaal vulden bijna driehonderd raadsleden de enquête in. De grootste twijfel of de geplande invoeringsdatum een haalbare kaart is, zit bij kleinere en middelgrote gemeenten (tussen de 20.000 en 100.000 inwoners). Daar houden voor- en tegenstemmers onder de raadsleden elkaar vrijwel in balans. Bij de kleinste gemeenten (tot 20.000 inwoners) winnen de voorstemmers overtuigend , maar loopt ook het percentage dat het nog niet weet op tot een kwart. De meeste steun voor invoering van de Omgevingswet per 1 juli 2022 is te vinden onder de 100.000+gemeenten: iets meer dan de helft (52 procent) van raads leden van deze gemeenten staat achter de nu geplande invoeringsdatum. Naast de grootte van hun gemeente weegt de politieke voorkeur van raadsleden sterk mee in hun oordeel. Supporters van snelle invoering zitten vooral onder raadsleden van D66, CDA en Christenunie: meer dan de helft van hen wil nu geen uitstel meer. PvdA-raadsleden hebben de meeste bezwaren tegen de huidige invoeringsdatum, op de voet gevolgd door die van GroenLinks. Raadsleden van lokale partijen en de VVD lopen op dit punt ruwweg in de pas met de gemiddelde uitkomsten van het onderzoek. De steun voor de Omgevingswet als zodanig is breder verankerd: 63 procent van ‘Moet je koste wat kost vasthouden aan 1 juli 2022?’ de raadsleden is voor; tegenover een kwart dat de wet, los van de invoeringsdatum, überhaupt niet meer ziet zitten. VERKIEZINGEN Het door de raadsleden veruit meest aangehaalde bezwaar tegen de huidige invoeringsdatum is dat die te dicht op de gemeenteraadsverkiezingen van komend voorjaar zit (66 procent). Een ander vaak aangehaald bezwaar is dat de raad de financiële consequenties van de Omgevingswet slecht kan overzien. Het gebrekkig fungerende digitale stelsel, door onder meer Kamerleden gezien als voornaamste obstakel van de wet, komt voor de raadsleden pas op de vijfde plaats qua bezwaren. Nog na de vertraging die de wet mogelijk voor de woningbouw gaat opleveren en de vereiste cultuuromslag die er binnen de gemeente voor is vereist. Bij diegenen die willen vasthouden aan de huidige invoeringsdatum springen er twee argumenten duidelijk uit. Nieuw uitstel, het zoveelste, zal de urgentie om in de gemeentehuizen aan de wet te blijven werken doen wegebben (62 procent). Verder zal de wet de relatie tussen de raad en de inwoners straks verder versterken. Hoe zal de invoering komende zomer in de praktijk verlopen? We vroegen de raadsleden op een aantal stellingen te reageren. Wordt het in eerste instantie chaos straks, na 1 juli? Ruim 40 procent is het daar grotendeels of helemaal mee eens. Een beduidend hoger percentage dan de 28 procent die denkt dat het allemaal zal loslopen. En kunnen de gemeenten de Omgevingswet er qua werk last nog wel bij hebben na de eerdere decentralisaties in het sociaal domein? 40 procent vindt van niet, tegenover 34 procent die denkt dat het moet kunnen. De grote verdeeldheid over de invoeringsdatum roept de vraag op of het niet verstandig is om invoering uit te stellen tot 1 januari 2023. ‘Wanneer bijna de helft van de raadsleden chaos vreest, is de vraag of het verstandig is om koste wat het kost vast te houden aan 1 juli’, zegt Bahreddine Belhaj, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. ‘Wij denken dat niemand bij chaos is gebaat. Ook gezien de onduidelijkheid over de digitale processen en de kosten die er mee zijn gemoeid, lijkt ons uitstel verstandiger. Bovendien biedt dat de nieuwe gemeenteraden beter de kans om te ontdekken wat het effect van de Omgevingswet is op de relatie tussen raad en inwoners.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 DOOR: WOUTER BOOONSTRA ARBEIDSVOORWAARDEN NIEUWS 07 Per 1 januari neemt de Werkgeversvereniging Samenwerkende Veiligheidsregio’s (WVSV) het werk over van de Brandweerkamer van de VNG. De club wordt verantwoordelijk voor de arbeidsvoorwaarden van 27.000 medewerkers van de veiligheidsregio’s. CAO GEMEENTEN BLIJFT LEIDEND BRANDWEER ONDER ANDERE PARAPLU Vorig jaar besloot het Veiligheidsberaad dat veiligheidsregio’s de werkgeversrol centraal geregisseerd gaan spelen. De WVSV wordt verantwoordelijk voor afspraken over arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren (voorheen via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in het LOGA) en voor “brandweerhoofdstukken” (voorheen via de Brandweerkamer in het LOBA). De voorzitters van de veiligheidsregio’s vormen de ledenvergadering en vijf bestuurders uit de Bestuurlijke Advies Commissie Brandweer CARTOON BEREND VONK het bestuur. Die bestuurders, met drie vertegenwoordigers uit de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio’s, vormen de onderhandelingsdelegatie die met de vakbonden spreekt over de arbeidsvoorwaarden. Aanleiding is de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren. De veiligheidsregio’s zijn daarin nog niet meegegaan. Daarom moeten zij tot een eigen collectieve rechtspositieregeling komen. ‘De veiligheidsregio kent specifieke omstandigheden, zoals 24 uurs- en piketdiensten, die niet gelden voor andere gemeenschappelijke regelingen’, zegt de Bredase burgemeester en WVSV-bestuursvoorzitter Paul Depla. Collectieve afspraken voor brandweerlui en soms ook GHOR-personeel vallen straks dus niet meer onder de paraplu van de VNG, maar onder de WVSV. ‘We willen zoveel mogelijk aansluiten bij de gemeentelijke cao, zodat mobiliteit tussen veiligheidsregio en gemeenten eenvoudig blijft.’ Het is praktisch dat we een eigen werkgeversvereniging zijn, vult Wilma Mansveld, directeur van de Veiligheidsregio Groningen en lid van de onderhandelingsdelegatie van de WVSV aan. ‘Het is dan belangrijk dat alle veiligheidsregio’s eenduidige onderhandelingen voeren. Het zou raar zijn als er verschillen zijn tussen Winsum en Goeree. Er zijn nog wel lokale regelingen, maar die gaan we op termijn harmoniseren.’ Insteek wordt dat de arbeidsvoorwaardenregelingen voor 2021 worden meegenomen naar 2022. ‘Met de vakbonden is afgesproken dat de VNG-afspraken worden gevolgd. Voor 2022 komt er een aanvullend convenant.’ Later volgen onderhandelingen voor een zelfstandige arbeidsvoorwaardenregeling.
Pagina 8
Gezond leven met IZA. Even stilstaan en nieuwe energie opdoen. Werken aan jouw wendbaarheid en optimisme. Met een IZA zorgverzekering kun je gebruik maken van tal van apps, workshops en tips met IZA Gezond Leven. Zoals de digitale workshop ‘Minder Piekeren’ of de Mindfulness coach app. Ga aan de slag op een moment dat het jou uitkomt. Benieuwd welke voordelen IZA Zorgverzekering nog meer biedt? Ga naar: iza.nl/collectief-verzekerd d BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 DIEPSTE ZAKKEN EERST, ZEGT DE RECHTER Voor de ambtenaar van de toekomst Met een VNG Connect Trainee haalt u jong talent in huis met een frisse kijk. VNG Connect leidt trainees op tot de allround ambtenaar van de toekomst. En misschien wel het belangrijkste: zij staan klaar met innovatieve ideeën voor de organisatie en om projecten van de grond te krijgen. Een VNG Connect trainee: Verbindt verschillende werelden met elkaar Is inzetbaar op ieder moment Neemt opgedane kennis in andere organisaties mee naar de volgende opdracht Is in dienst van VNG Connect: geen werkgeverslasten, HR-zaken en WW-verplichtingen Op 26 november plaatste het Algemeen Dagblad maar weer eens een interview met Herman Tjeenk Willink. Niet omdat de beste man zoveel nieuws te melden had. Maar omdat het nieuws steeds beter aansluit bij wat de onderkoning van Nederland al veertig jaar verkondigt. ‘De overheid wordt gezien als een bedrijf met de burgers als klant’, legt hij uit. ‘Lange tijd vonden we dat vanzelfsprekend, maar deze coronacrisis maakt duidelijk dat als de nood aan de man is iedereen – de private sector voorop – van alles van de publieke sector verwacht.’ Het toenemend succes dat Tjeenk Willink met zijn boodschap oogst, suggereert dat er ook daadwerkelijk naar hem wordt geluisterd. Er zijn zelfs tekenen dat het tij aan het keren is en de overheid zijn politieke grip op het algemeen belang weer herpakt. Rotterdam gaat bijvoorbeeld vastgoedbeleggers uit bepaalde wijken weren en gemeenten willen kunnen bouwen voor de eigen inwoners. Dat zijn keuzes waar je voor of tegen kunt zijn. Maar dat de lokale politiek dit soort keuzes weer zelf maakt, lijkt mij goed nieuws. Toch vrees ik dat Tjeenk Willink de werkelijke ommekeer niet meer gaat meemaken. Want de rechtspraak is nog lang niet bekeerd van het economische denken over de overheid als een bedrijf met klanten. Aan de slag met onze trainees? Kijk op vngconnect.nl/ trainees Eveneens op 26 november wees de Hoge Raad een arrest waarin de overheid juist weer wat dieper in de mal van de economische marktordening werd geperst. Inzet was het oude gemeentehuis van Didam waar de plaatselijke Albert Heijn een oogje op had laten vallen. Maar de gemeente Montferland koos voor een centrumplan waarin een Coop zou doorverhuizen en zo plek zou maken voor een supermarkt uit een ander marktsegment: een Lidl of een Aldi. Een keuze waar je voor of tegen kunt zijn. Maar dat de lokale politiek voor zo’n centrumplan moet kunnen kiezen, lijkt mij vanzelfsprekend. Zolang het pand niet schandalig onder de marktprijs wordt verkocht, zou een gemeente toch met het eigen bezit moeten mogen doen wat hen politiek goeddunkt. Zou je denken. Toch oordeelde de Hoge Raad anders. In afwijking van het oordeel van het gerechtshof vond ons hoogste rechtscollege dat gemeenten niet zomaar voor een centrumplan mogen kiezen waar toevallig een Coop in zit. Bij transacties als deze moet er volgens het gelijkheidsbeginsel altijd ‘mededingingsruimte’ zijn: een openbare selectieprocedure met objectieve, toetsbare en redelijke criteria. Hoewel je technisch ook op andere manieren mag verdelen, is de hoofdboodschap dus weer: ‘ We zullen het nog jaren met de boodschap van Tjeenk Willink moeten doen’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN Gij zult aanbesteden. Dit keer niet omdat het van Brussel moet, of van de wetgever, maar omdat de Hoge Raad in het discriminatieverbod mededingingsruimte voor het grootwinkel bedrijf leest. In verschillende media werd aan deskundigen om een reactie gevraagd. Vaak waren dat aanbestedingsadvocaten. En die konden prima uit de voeten met deze nieuwe jurisprudentie. Ongewenste gevolgen voor de praktijk hoefde het arrest verder niet te hebben, legden ze uit, mits de gemeenten natuurlijk op tijd de juiste deskundigen zouden inschakelen. Ongetwijfeld is dat laatste waar. Maar het is precies ook de zwakte van dit soort marktordening. Wie de diepste zakken heeft, komt in dit speelveld in de regel het verste. En zelfs als we de burgerinitiatieven een zak subsidie zouden mogen geven om ook een goed plan te ontwikkelen, dan nog zal het niet eenvoudig zijn om hun maatschappelijke meerwaarde in de objectieve, toetsbare en redelijke criteria van de Hoge Raad te formuleren. Terwijl één ding mij in het arrest maar niet duidelijk wordt: waarom was de politieke keuze van de Montferland voor het centrumplan zonder de Appie in een functionerende democratie nou niet objectief, redelijk of toetsbaar? Zolang marktordening nog niet als zodanig hoeft te worden gerechtvaardigd, zullen we het nog jaren met de boodschap van Tjeenk Willink moeten doen.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 10 ANALYSE HERINDELINGSVERKIEZINGEN DOOR: YOLANDA DE KOSTER LOKALE PARTIJEN BLIJVEN DOORGROEIEN De versnippering is niet meer uit de politieke arena weg te denken, evenals de niet te stoppen opmars van lokale politieke partijen. Zijn de herindelings verkiezingen een opmaat voor de raadsverkiezingen in maart? Drie dagen lang mochten kiesgerechtigden uit elf gemeenten vorige maand hun stem uitbrengen voor de vier nieuwe gemeenteraden. De opkomst bij deze herindelingsverkiezingen was met een gemiddelde van 40,2 procent historisch laag, met een dieptepunt van 32,4 procent in Purmerend en Beemster. Dat blijkt uit analyse van de definitieve verkiezingsuitslagen. In maart 2018 – bij de laatste reguliere raadsverkiezingen – toog 55 procent van de Nederlandse kiezers naar de stembus. De opkomst bij herindelingsverkiezingen ligt vrijwel altijd lager dan bij reguliere gemeenteraadverkiezingen. Bij herindelingsverkiezingen in november vorig jaar bracht gemiddeld 49,1 procent van de kiezers zijn stem uit. Een jaar eerder, ook bij herindelingsverkiezingen, lag het opkomstpercentage met 46,7 procent nog lager. De lage opkomst bij de meest recente herindelingsverkiezingen is desondanks zorgwekkend. In Purmerend en Beemster ging nog geen derde van de kiesgerechtigden naar de stembus. Met een zo klein kiezersmandaat mogen de kersvers gekozen Purmerendse politici zich toch wel even achter de oren krabben. Ook in Dijk en Waard (het huidige Heerhugowaard en Langedijk) was het opkomstpercentage met 36 procent wel erg mager. Voor de raad van Maashorst (Uden en Landerd) gingen 42,4 procent van de kiezers naar de stembus. In Land van Cuijk was de opkomst met 49,9 procent het hoogst. De versnippering die zowel landelijk als lokaal al een aantal jaar gaande is, heeft ANALYSE CDA ziet fors deel aanhang verdampen partijen. Elf daarvan hebben geen zetel gehaald; 42 wel. Het Land van Cuijk telt twee grote fracties; het CDA met dertien van de 37 zetels, gevolgd door Team Lokaal met acht zetels. Dan volgen zeven (veel) kleinere fracties. Ook drie andere gemeenteraden tellen veel kleine fracties met slechts een, twee of drie zetels. In Maashorst komen maar liefst negen van de elf fracties niet boven de drie zetels uit. Coalitievorming wordt een crime . Het gedoe bij het landelijke CDA deed voor de herindelingsverkiezingen het ergste vrezen bij de lokale CDA-afdelingen. Denk aan de niet foutloos verlopen lijsttrekkersverkiezingen waar Hugo de Jonge nipt als winnaar uit de bus kwam. Later nam Wopke Hoekstra alsnog het lijsttrekkerschap op zich, waarmee hij Pieter Omtzigt passeerde die een paar maanden eerder in de tweestrijd om het lijsttrekkerschap van De Jonge had verloren. Daarop volgde het forse zetelverlies van de christendemocraten bij de Kamerverkiezingen, het opstappen van het CDA-bestuur en de ‘functie elders’ voor Omtzigt, die uit het CDA stapte. De onrust binnen het landelijke CDA, die er nog steeds is, lijkt ook af te stralen op de lokale afdelingen. zich verder doorgezet. Gemiddeld tellen de vier raden die begin 2022 van start gaan 10,5 fracties, variërend van negen (Land van Cuijk) tot twaalf (Purmerend). Na de reguliere raadsverkiezingen van maart 2018 kwam het gemiddelde uit op zeven fracties per raad. LOKALE PARTIJEN Ook de opmars van lokale partijen lijkt niet te stuiten. Bijna vier op de tien kiezers (38 procent) stemden eind vorige maand op een lokale partij. Bij de reguliere raadverkiezingen van 2018 deed 33 procent dat en vier jaar eerder 28 procent. In drie van de vier nieuwe gemeenten is een lokale fractie nu de grootste in de raad. De kiezers hadden op 22, 23 en 24 november dit jaar de keuze uit in totaal 53 FLINK VERLOREN Ook al is het CDA in het Land van Cuijk de grootste en in Maashorst de op een na grootste fractie; per saldo heeft het CDA in drie van de vier gemeenten flink wat kiezers verloren die in 2018 nog wel op het CDA stemden. In het Land van Cuijk stemde dit jaar ruim een op de drie kiezers op het CDA. In Dijk en Waard deed slechts 5,4 procent van de kiezers dat, terwijl in 2018 in Heerhugowaard en Langedijk nog ruim 20 procent op de christendemocraten stemde. In Purmerend en Beemster zakte de CDA-aanhang ten opzichte van 2018 met 10 procentpunt, net zoals in Landerd en Uden. Deze uitslagen zullen de CDA-fracties die straks in maart aan de raadsverkiezingen meedoen niet vrolijk stemmen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 DOOR: HANS BEKKERS FOTO: LEX VAN LIESHOUT / ANP-HH ONDERZOEK NIEUWS 11 Het onderzoek van de Randstedelijke Rekenkamer naar de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving bij Tata Steel is uitgeroepen tot beste reken kamerrapport. Het onderzoek blonk met name uit qua actualiteit en doorwerking. ZELDZAAM GROOT IMPACT ONDERZOEK REKENKAMERRAPPORT OVER TATA-STEEL BESTE Dat is het oordeel van de jury onder voorzitterschap van burgemeester Koos Janssen van Zeist. De Randstedelijke Rekenkamer startte het onderzoek nadat er de laatste jaren vanaf het Tata Steelterrein meerdere keren uitstoten van grafiet waren geweest die in de nabije omgeving terechtkwamen. De centrale onderzoeksvraag in Stof tot nadenken was hoe de uitvoering van de zogeheten VTH-taken op het industriecomplex verliep en welke verbeteringen daarbij mogelijk waren. De conclusie was dat met name het toezicht heeft gefaald en het vertrouwen van de omgeving in het handelen van de bevoegde instanties – de provincie en de omgevingsdienst – daardoor een flinke deuk heeft opgelopen. Dat laatste blijkt vooral gevoed door het feit dat klachten van omwonenden over overlast van de industrie niet naar tevredenheid werden afgehandeld. De rekenkamer constateerde verder dat TOP 5 Op de shortlist stonden behalve het rapport van de Randstedelijke Rekenkamer nog vier andere onderzoeken: het rapport ‘Verdeling onder hoogspanning’ van de Noordelijke Rekenkamer over de verdeling van de lusten en lasten van wind- en zonneparken, het nazorgonderzoek ‘Toegang tot de Wmo’ van de rekenkamer Nijmegen, het onderzoek naar de informatieveiligheid bij de gemeente van de rekenkamer Utrecht en het onderzoek naar ondermijning en weerbaarheid van de rekenkamercommissie van de gemeente Borger-Odoorn. De jury lette vooral op de doorwerking en de impact van de 17 voor de prijs ingediende rekenkamerrapporten. Alle aanbevelingen van de Randstedelijke Rekenkamer aan Gedeputeerde Staten werden unaniem aangenomen. Daarnaast neemt ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid het rapport mee in een nog niet afgerond onderzoek naar de wijze waarop burgers in Nederland worden beschermd (of niet) tegen de risico’s van soms jarenlange schadelijke industriële uitstoot en lozingen. Daarbij wordt onder meer specifiek de situatie rondom Tata Steel onderzocht. de provincie Noord-Holland en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied meer hadden kunnen doen om de uitstoot van schadelijke stoffen vanaf het industrieterrein binnen de perken te houden. Met name de omgevingsdienst zou vaak handelen vanuit wat er niét kan en zoekt niet voldoende naar de mogelijkheden die er wél zijn. Daarnaast hebben geconstateerde overtredingen in een aantal gevallen lang kunnen voortduren, voordat de omgevingsdienst uiteindelijk overging tot het opleggen van dwangsommen. AANSCHERPING VERGUNNING Naar aanleiding van de bevindingen in Stof tot nadenken heeft verder ook Tata Steel acties en verbetermaatregelen ingezet, die in lijn zijn met de aanbevelingen van de rekenkamer. En tenslotte hebben Noord-Holland en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied onlangs aangekondigd de vergunning aan Tata Steel aan te scherpen. Ook de overige vier rapporten [zie kader links] scoorden overigens goed qua impact en doorwerking. Volgens jurylid Klaartje Peters, bijzonder hoogleraar lokaal en regionaal bestuur aan de Universiteit van Maastricht, viel het rapport over Tata Steel met name ook in de prijzen omdat de rekenkamer erin slaagde het complexe onderwerp goed te ontrafelen. ‘En daarbij is het belangwekkend: de problematiek speelt op diverse plekken in het land’, aldus Peters.
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 12 NIEUWS IN BEELD VUURWERK DOOR: HANS BEKKERS STIL AFSCHEID VAN 2021? MEERDERHEID VOOR VERBOD Een ruime meerderheid (63 procent) van de Nederlanders is nog altijd voor een particulier verbod op het afsteken van vuurwerk. Dat percentage is sinds januari 2020 stabiel. Daarvoor was hier aanzienlijk minder steun voor. Bijna zeven op de tien zijn nog steeds voorstander van een professionele vuurwerkshow door de gemeente. Slechts 43 procent onderschrijft de stelling dat ‘het afsteken van vuurwerk een mooie traditie is die we in stand moeten houden’. Ter vergelijking: in 2018 vonden zes op tien dit nog. Inmiddels vinden acht op de tien 65-plussers dat het particulier afsteken van vuurwerk helemaal moet worden verboden. Dat is een (lichte) significante toename ten opzichte van vorig jaar toen 74 procent dit van mening was. De overige leeftijdsgroepen zijn overigens ook in meerderheid voor een verbod. Stellingen over vuurwerk N = 1.188 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70% 75% 3 3 4 4 5 5 6 6 7 7 2015 2016 2017 2018 2019 jan-20 nov-20 2021 De gemeente moet bij de jaarwisseling op een centrale plaats een professionele vuurwerkshow organiseren Het afsteken van vuurwerk door particulieren moet helemaal worden verboden Het afsteken van vuurwerk is een mooie traditie die we in stand moeten houden MILIEU, DIEREN EN DE ZORG Redenen vuurwerk-onthouding Geef weinig om vuurwerk om dieren niet te belasten om milieu niet te belasten om de zorg niet te belasten om kosten te besparen 38% 38% 7% 5% 27% 25% 71% Milieu en dieren zijn belangrijkere redenen om geen vuurwerk af te steken dan overbelasting van de zorg. Zeven op tien Nederlanders die aangeven geen vuurwerk te zullen afsteken, zeggen dat vuurwerk hen überhaupt ii dt. Andere redenen die vaak worden genoemd t willen belasten van milieu en dieren. Ongewart zegt de zorg niet te willen overbelasten. de tien van alle Nederlanders gaven aan er voor t het afsteken van vuurwerk ook dit jaar zou ten worden verboden om ervoor te zorgen dat de overbelast raakt. Een op vier is het hier (gro) mee oneens. Vorig jaar was de steun voor deze g sterker. Toen vond vier op vijf dat vuurwerk en moest worden om de zorg te ontlasten. we zi oe het n d t h ten w zorg n et de ) elling verb de BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 021 NIEUWS IN BEELD 13 Hoe stil is het buiten bij de komende jaarwisseling? Wie vanwege het vuurwerkverbod had gehoopt op een knalvrije overgang naar 2022 kan beter op zoek naar wat oorkleppen en hond en kat binnenhouden: ongeveer een op tien Nederlanders geeft aan toch van plan te zijn om met oud en nieuw vuurwerk af te steken. Dit en meer blijkt uit de traditionele vuurwerkpeiling van I&O Research voor Binnenlands Bestuur. VACCINATIESTATUS SPLIJTZWAM De vaccinatiestatus heeft zich de afgelopen maanden ontwikkeld tot splijtzwam in de samenleving. Over tal van onderwerpen (stemgedrag, vertrouwen in de overheid) lopen de meningen van gevaccineerde en niet-gevaccineerde Nederlanders uiteen. Ook over een mogelijk vuurwerkverbod denken de groepen verschillend. Twee op de drie gevaccineerde Nederlanders zijn voor een algeheel verbod voor particulieren. Bijna de helft van de groep nietgevaccineerden is tegen een verbod. ‘Per saldo zijn er meer niet-gevaccineerden tegen een vuurwerkverbod dan voor’, aldus Peter Kanne van I&O Research. Het afsteken van vuurwerk door particulieren moet helemaal worden verboden (naar vaccinatiestatus) Totaal Gevaccineerd Nietgevaccineerd 63% 67% 39% (helemaal) mee eens (helemaal) mee oneens weet niet ens 47% 31% 6% 29% 4% 14% Stelling 2021: “Ik ben zeker of waarschijnlijk van plan vuurwerk af te steken dit jaar” * Totaal Nederland k 11% Noord (Groningen, Friesland, Drenthe) Oost (Overijssel, Gelderland, Flevoland) Amsterdam, Den Haag, Rotterdam West, excl. 3 grote steden Zuid (Zeeland, Noord-Brabant, Limburg) 9% 11% 11% VERANTWOORDING Vrijdag 19 november kondigde het kabinet af dat ook deze jaarwisseling het particulier afsteken van vuurwerk verboden is. Het weekend daarvoor voerde I&O Research een representatief onderzoek uit onder Nederlanders om te peilen of zij van plan waren vuurwerk af te steken, hoe zij zouden reageren op een mogelijk verbod en hoe zij tegenover een algeheel verbod staan. Het onderzoek vond plaats van vrijdagmiddag 12 tot maandagochtend 15 november 2021. Er werkten in totaal 1.188 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. 15% 17% * De peiling werd afgenomen net voordat het kabinet een vuurwerkverbod afkondigde.
Pagina 14
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 14 INTERVIEW ERIC VAN OOSTERHOUT DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: MARTINE SPRANGERS Emmen bungelt weer onderaan in de woonaantrekkelijkheidsindex. Burgemeester Eric van Oosterhout ligt er niet wakker van. ‘Omdat de criteria niet zo relevant zijn. Laat de Atlas voor gemeenten aan de mensen zelf vragen wat zij belangrijk vinden.’ BURGEMEESTER ERIC VAN OOSTERHOUT VAN EMMEN: ‘ZIT GELUK DAN IN ZES MUSEA?’ Amsterdam staat natuurlijk weer op de eerste plaats in de woonaantrekkelijkheidsindex van de Atlas van de vijftig grootste gemeenten, uitgebracht door onderzoeksbureau Atlas Research. En natuurlijk is Emmen dit jaar weer hekkensluiter. Een columnist van het Dagblad van het Noorden ziet het zo: ‘Je wilt er niet wonen, je kunt er niet komen, er is geen cultuur en lekker eten kan ook al niet.’ ‘Het gaat vervelen, hè?’, reageert burgemeester Eric van Oosterhout (60). ‘Als je niets aan de criteria verandert en niet nadenkt over wat een gemeente écht tot de beste maakt, dan kan ik je voorspellen waar we volgend jaar staan, en het jaar daarop ook. We doen mee aan een wedstrijd waarbij de een drie dobbelstenen heeft en de ander één. Zo kom je er nooit.’ Terwijl het in Emmen (107.000 inwoners) gewoon aangenaam vertoeven is, en niet alleen voor hem, zegt burgemeester Van Oosterhout in The Dinner Club op het Marktplein. Amsterdam is er niks bij. ‘Mensen wonen hier fijn, veilig en zijn gelukkig. Dat bleek wel toen we een paar jaar geleden in het Atlastheater gaststad waren van de Atlasconferentie over geluk. Op dat thema scoort Emmen bovengemiddeld hoog. Daaruit zou je kunnen afleiden dat de criteria die Atlas Research belangrijk vindt voor de aantrekkelijkheid van een gemeente, níet de criteria zijn waarop mensen zitten te wachten. Laat Atlas nou eens aan de mensen zelf vragen wat zij belangrijk vinden als het om wonen gaat. Dus niet wat jij van de Atlas voor gemeenten in Amsterdam belangrijk vindt. Met podiumkunsten of het aantal musea raak je toch niet de kern van een gelukkig leven? Ik heb nog nooit iemand gehoord die tegen mij zei: “Burgemeester, ik word ongelukkig omdat we hier geen zes musea hebben, ik verhuis naar Amsterdam.”’ UNDERDOG De gemeente houdt op de sociale media bij hoe mensen reageren op de laatste plek voor Emmen in de woonaantrekkelijkheidsindex. Burgemeester Van Oosterhout: ‘Eén helft reageert knorrig, zo van: donder toch op, we weten het nu wel. De andere helft prijst Emmen. Ik reageerde vorige week in het Dagblad van het Noorden op de Atlas. “Heel goed burgemeester, belachelijk die laatste plaats”, was de reactie op het Marktplein. Je bent toch de underdog hè? In die zin versterkt die laatste plaats de gemeenschapszin. Ga straks anders het Marktplein op en vraag hoe mensen het leven hier vinden. Laat je niet afschrikken als ze zeggen: ‘‘t Kun minder”, want dat betekent: het gaat goed. Zo zijn Drenten, ze zijn trots en bescheiden tegelijk. Ik wil wedden dat negen van de tien Emmenaren zullen zeggen dat ze het hier prima naar hun zin hebben. Ik vermoed zomaar dat je die respons niet krijgt op de Dappermarkt in Amsterdam.’ Overigens: niks tegen de hoofdstad, al jaar en dag nummer één in de woonaantrekkelijkheidsindex. Nou ja, wel wat tegen die ‘poenerige voetbalclub in dat sfeerloze stadion’. Van Oosterhouts middelste dochter werkt en woont er. ‘Voor 1.500 euro in ‘Je woont hier in Emmen op eredivisieniveau’ de maand in een tweekamerappartement van vijftig vierkante meter in Oud-West. Met een hond. Voor dat geld hoef je met hem in Emmen niet naar een parkje. Het bos is om de hoek.’ En denk nou niet dat Oud-West een rijkeluisbuurt is. Van Oosterhout: ‘Je hebt er extremere vormen van armoede dan in Emmen, maar het gemiddelde wordt opgekrikt door Oud-Zuid en de grachtengordel.’ Eric van Oosterhout begrijpt als vader van drie dochters dondersgoed dat een jonge meid (of vent) na de studie in Amsterdam of Utrecht (nummer twee op de Atlaslijst) blijft plakken. En tien jaar later neerstrijkt onder de rook van die steden. Waar het zo betaalbaar ook niet meer is. Van Oosterhout: ‘Zo zit het ook met mijn vrienden. Maar als ze hier komen, kijken ze hun ogen uit. De vrijheid, de natuur en de huizenprijzen! Met mijn burgemeestersalaris vind ik in de Randstad niets speciaals, hier heb ik iets bijzonders, vind ik zelf. Een enorme tuin met een voetbaldoel erop. Je woont hier op eredivisieniveau.’ DELTAPLAN Burgemeester Van Oosterhout verwacht dat Randstedelingen onder invloed van corona andere woonkeuzes gaan maken. ‘Daar mikken we ook op in het Deltaplan voor het Noorden. Als beleidsambtenaar ’ INTERVIEW 15 CV ERIC VAN OOSTERHOUT (Breda, 1961) studeerde Nederlands in Groningen. Hij werkte na zijn studie bij de gemeente Veendam en bij het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Van Oosterhout was raadslid voor de PvdA in Veendam, maar moest het raadslidmaatschap opzeggen toen hij in die gemeente hoofd van de afdeling welzijn en onderwijs werd. In 2005 werd hij er gemeentesecretaris. In 2007 werd Van Oosterhout burgemeester van de Drentse gemeente Aa en Hunze. In maart 2017 werd hij burgemeester van Emmen. Eric van Oosterhout is ook secretaris van de VNG. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 16
Kompas 2022 3 februari Echt contact met inwoners De rol van bestuurders wordt steeds publieker. Burgers weten hen steeds beter te vinden en bestuurders hechten er grote waarde aan te weten wat er onder inwoners leeft . Daar is echt contact voor nodig. Denk bijvoorbeeld aan het optreden van bestuurders bij demonstraties of aan de soms verhitte discussies op sociale media. En de coronacrisis heeft nog eens extra beroep gedaan op de communicatieve skills van de bestuurder. Tijdens deze editie van Kompas/ Beste Bestuurder gaan we dieper in op het contact tussen bestuurder en inwoner. Hoe ervaren bestuurders het contact met de burgers? Wat zijn hun tips en tricks? En hoe zorg je ervoor dat je als bestuurder écht contact met je inwoners maakt? Bekendmaking Beste Bestuurder 2021 Tijdens deze bijeenkomst worden voor de 12e keer de Beste Bestuurder, de Beste Jonge Bestuurder en de Beste Bestuurder van een kleine gemeente bekendgemaakt. Mis het niet en meld u nu gratis aan! www.BBkompas.nl in samenwerking met: Dé loopbaanadviseur voor bestuurlijk Nederland livestream INTERVIEW 17 bij een ministerie woon je in een duur huis in een randgemeente van Den Haag. Maar wat nu als je drie dagen in de week vanuit digitaal vanuit huis kunt werken? Corona laat zien dat het kan. Dan koop je toch zo’n huis als de burgemeester van Emmen heeft? Met de overwaarde van je huis in Voorburg verricht je hier wonderen. Je hebt hier het prachtige dierenpark Wildlands, er is echt een rijk cultureel leven, bijvoorbeeld in het Atlastheater waar je voorstellingen kunt zien die je ook in andere grote steden ziet. Er is glasvezel, er is een ziekenhuis en iedere wijk of dorp heeft een of meerdere basisscholen.’ De geboren en getogen Emmenaar Bouke Arends vertrok eind 2018 naar het westen. Gevraagd naar zíjn visie op Emmen als ‘s lands onaantrekkelijkste grote woongemeente, zegt de oud-wethouder in Emmen en huidig burgemeester van Westland: ‘Johnny Jordaan zong in de jaren 50: ‘Liever in Mokum zonder poen dan in Parijs met een miljoen.’ Eigenlijk gaat dat liedje over Emmen. Niet een theater op elke hoek van de straat of sterrenrestaurants in overvloed zorgen voor geluk, maar elkaar letterlijk en figuurlijk de ruimte geven en klaarstaan voor elkaar maakt mensen gelukkig. Geluk zit niet in allerlei grote dingen maar juist in de bekendheid en geborgenheid van het elkaar kennen in de gemeenschap.’ ‘Wij noemen dat hier naoberschap. In de woonaantrekkelijkheidsindex kom je dat niet tegen, maar we staan wel bovenaan in de lijst van gemeenten waarin wordt omgezien naar elkaar’, reageert Arends’ collega in Emmen. Dat klinkt mooi, maar is dat naoberschap anno 2021 niet vooral sentiment? Van Oosterhout: ‘Iedere burgemeester, van Drenthe tot Gelderland, heeft het erover, maar het is echt meer dan een bestuurlijk praatje. Nieuwe inwoners nodigen we een paar keer per jaar uit. En dan vraag ik altijd: “Hoe ben je hier nou in de buurt opgevangen?” Dan hebben ze allemaal een verhaal. Je komt hier bijna nooit anoniem wonen.’ STEEN Toen de Van Oosterhouts in het dorp Weerdinge (562 inwoners) kwamen wonen, kwam Dorpsbelangen langs. De burgemeester van Emmen: ‘We hebben toen iedereen in het dorpshuis ontmoet. Het is traditie om een steen mee te nemen. Die leg je op de berg die er al ligt. Dat is toch mooi? Je bent letterlijk onderdeel van de gemeenschap. Je helpt elkaar, je groet elkaar. Daarvan word je toch gelukkiger dan van zes musea? En als je geen behoefte hebt aan dat naoberschap, ook goed. Er gaat echt geen baksteen door je ruit met ‘Als we niet oppassen kapseist het schip’ oud en nieuw. Er is hier sowieso heel weinig agressie. Emmen behoort al jaren tot de veiligste grote gemeenten van Nederland.’ Toonbeeld is de aanhang van de plaatselijke FC. ‘Komt ook niet voor in de woonaantrekkelijkheidsindex.’ Van Oosterhout, in zijn glorietijd rots in de branding op het middenveld van het Nederlands burgemeesterselftal: ‘Publiek is even niet welkom in de voetbalstadions; overal leidt dat tot rellen en geweld tegen de politie. Hier niet. Een paar fans proberen bij FC Emmen door de hekken te kijken, en daarna gaan ze gewoon weer naar huis. We hebben hier eigenlijk nooit gesodemieter. We vierden in 2018 de promotie van FC Emmen naar de eredivisie. De volgende dag rapporteerde de politie over de schade. Het was zorgelijk: een lantarenpaal was verbogen. Toen FC Emmen dit jaar degradeerde, hadden we allemaal een kater, maar niemand vond het nodig om de boel kort en klein te slaan. Het zijn echt geen koorknapen, maar ze voelen dat hun club het uithangbord van Drenthe is. De club verbindt mensen.’ ARMOEDE Dat Emmen al jaren onderaan in de woonaantrekkelijkheidsindex bungelt, is zoals het is. Met de laagste plek op de sociaal economische index is dat anders. Van Oosterhout: ‘Aan die criteria van de Atlas heb je wat. Daar hebben we een opdracht.’ Tegelijk: een sinecure is dat niet. Van Delfzijl tot Heerlen is werk aan de winkel op het gebied van armoede, werkgelegenheid en laaggeletterdheid. Van Oosterhout: ‘Het gaat voor een groot deel goed in de Randstad en slecht aan de oostkant. Alles wordt meer in de Randstad, hier wordt het minder. Als we niet oppassen kapseist het schip.’ Van Oosterhout interviewde onlangs journaliste Floor Milikowski over haar nieuwe boek Een klein land met verre uithoeken – ongelijke kansen in veranderend Nederland. ‘Ze schrijft dat Emmen langzaam leegloopt en vergrijst. Dat willen we niet. Er zijn zevenduizend bedrijven in Emmen. We zijn de grootste maak-industriekern van Noord-Nederland. We willen meer werkgelegenheid en onze onderwijsvoorzieningen versterken. Dan wil je niet te boek te staan als de onaantrekkelijkste grote gemeente van Nederland.’ Tegelijk was dat wel een belangrijke drijfveer voor Van Oosterhout om er burgemeester te willen worden. ‘Ik ben mijn carrière begonnen in Noordoost-Groningen en ik heb een bewuste keuze gemaakt om in het oosten van Nederland te blijven werken. Het is hier niet af. Als het gemeentehuis in Emmen sluit, hebben veel mensen echt een probleem. Als het gemeentehuis in Wassenaar dichtgaat, moet je je paspoort ergens anders halen. Dat is lastig, maar een echt probleem zal het niet zijn. Waarom werken er duizend mensen bij de gemeente Emmen? Zij houden zich bezig met sociaal beleid, met inkomensversterking, verbetering van huisvesting, onderwijs, veiligheid. Er is hier gewoon veel te doen.’ FLATJE Dus toen Van Oosterhout in 2000 in beeld kwam om voor de PvdA in de Tweede Kamer te gaan zitten, bedankte hij voor de eer. ‘Ik moet er niet aan denken. Zit je van maandag tot vrijdag in een flatje in Scheveningen, terwijl je hier heerlijk woont en nuttig werk kunt doen. In Emmen kunnen mensen je steun gebruiken. Ik geef inwoners die door het noodlot worden getroffen altijd mijn 06-nummer. Bel maar, misschien kan ik helpen.’ Zo is de Neerlandicus en oud-leraar ook al zijn hele werkzame leven lang verbonden aan projecten om laaggeletterden te helpen. Van Oosterhout: ‘Ik denk erover om een dag in de week voor de klas te gaan staan of om in een buurthuis mensen te gaan helpen met lezen en schrijven. Dat is Emmen. Je ziet het ook bij FC Emmen: aanpakken. Let maar op: ze gaan weer promoveren!’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 18
18 ACHTERGROND DIENSTVERLENING DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: OLAF KRAAK / ANP-HH Er moet een eind komen aan de ‘vernederende, nutteloze en tijdrovende omweg’ die non-binaire mensen moeten afleggen om in de Basisregistratie Personen (BRP) te worden opgenomen. Dat stelt de Almeerse wethouder Froukje de Jonge. De gemeente en de Almeerse student Panda Wezeman gaan daarom in hoger beroep in een zaak waarbij de rechter Wezeman al in het gelijk stelde. WETTELIJKE REGELING NODIG VOOR BASISREGISTRATIE INSCHRIJVING NON-BINAIREN ‘DISCRIMINEREND’ Gelijk krijgen en toch in hoger beroep gaan. Het klinkt wat vreemd, maar het hoger beroep in de zaak die de 26-jarige Almeerse ict-student Panda Wezeman aanspande dient een hoger doel. ‘Ik ben niet de enige voor wie dit belangrijk is. Er moet een wettelijke regeling komen’, vindt Wezeman, daarin gesteund door wethouder Froukje de Jonge (inclusie, CDA). Wezeman is tien jaar non-binair. Na lang aarzelen besloot Wezeman in 2019 een advocaat in de arm te nemen en naar de rechter te stappen. Dat is tot nu toe de enige manier om de geslachtsregistratie te kunnen laten wijzigen in de BRP, en van daaruit in het paspoort. De rechter oordeelde in de zaak van Wezeman dat ‘met terugwerkende kracht het ge’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 ACHTERGROND 19 ‘ Het is een inbreuk op het privéleven’ slacht bij de geboorte niet is kunnen worden vastgesteld’. Meerdere rechters hebben dat inmiddels gedaan, zich beroepend op artikel 19d van het Burgerlijk Wetboek. In overleg hebben Wezeman en Almere besloten tegen deze uitspraak in hoger beroep te gaan. Omdat ze het te gek voor woorden vinden dat een gang naar de rechter nodig is om als genderneutraal te worden erkend. ‘Het is belangrijk om jezelf te kunnen zijn. Nu voel je je niet gezien zoals je bent’, vertelt Wezeman. ONNODIG ‘Een rechtszaak kost alle partijen tijd en geld’, stelt De Jonge. En het is ook nog eens onnodig, omdat de rechter eigenlijk altijd het verzoek van een non-binair persoon inwilligt, aldus de wethouder. Gemeenten moeten vervolgens de aanpassing in de BRP gaan regelen. ‘Dat willen we uiteraard doen, maar we vinden dat dit zonder tussenkomst van de rechter moet kunnen’, aldus De Jonge. ‘Het is belastend om te moeten leuren voor wie en wat je bent en waar je erkenning voor wilt. Bespaar mensen deze ellende. Regel deze derde genderbeleving.’ Transgenders kunnen sinds 2014 bij de gemeente aankloppen om de geslachtsregistratie te veranderen, vertelt Eric Gubbels, voorzitter van de commissie persoonsregistratie van de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB). Non-binaire mensen moeten daarvoor echter nog steeds de gang naar de rechter maken. In 2007 oordeelde de Hoge Raad dat de huidige wetgeving rechters geen ruimte laat om een verzoek om als genderneutraal in de BRP te worden opgenomen, te honoreren. Met andere woorden: dit hiaat in de wet zou moeten worden opgevuld. Dit is tot op heden niet gebeurd. GOLFJE Elf jaar later zorgde een uitspraak van de rechtbank Limburg voor ‘een golfje aan verzoeken aan rechters’, weet Gubbels. Deze rechters stelden in hun uitspraak uit 2018 niet alleen dat in de BRP moet worden opgenomen dat ‘het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’. Zij stelden daarnaast dat door het ontbreken van de mogelijkheid van genderneutrale mensen om hun geboorteakte te laten aanpassen, sprake is van ‘een inbreuk op het privéleven, het zelfbeschikkingsrecht en de persoonlijke autonomie van belanghebbende.’ De rechters wezen daarbij onder meer op internationale verdragen, waarin genderneutraliteit inmiddels is geregeld. Nederland heeft deze verdragen ondertekend, maar de nationale wetgever moet die internationale afspraken wel in eigen wetten opnemen. ‘Vanuit de NVVB zien we de druk toenemen van mensen die als non-binair willen worden geregistreerd in de BRP. Wij vinden dat we deze mensen niet nog eens tien jaar naar de rechter moeten sturen. Dat ADVERTENTIE BOUWEN AAN VERTROUWEN De uitdagingen voor de digitale overheid • Onderzoek: omgaan met Chinese technologie • Heeft de AP nog wel autoriteit? • Commissie Digitale Zaken betaalt zich nu al uit Lees de Overheid Special 2021 kun je hun niet aandoen’, stelt Gubbels. Het is in de ogen van de NVVB de hoogste tijd dat de wetgever dit gaat regelen. Ook voor ambtenaren van de burgerlijke stand is duidelijkheid gewenst, stelt Gubbels. In hun uitspraken geven rechters tot nu toe drie verschillende ‘opdrachten’ mee aan de gemeente die de BRP van een genderneutrale inwoner moet aanpassen. De geboorteakte wordt helemaal doorgehaald en er komt een nieuwe; de geboorteakte wordt met terugwerkende kracht aangepast of de geboorteakte wordt aangepast vanaf de datum van de uitspraak van de rechter. PIJNLIJK Het Transgender Netwerk Nederland wil zo snel mogelijk af van een gang naar de rechter voor non-binaire mensen. ‘De weg via de rechtbank is belastend, pijnlijk en discriminerend’, stelt beleidsadviseur Sophie Schers. Transgenders kunnen tegenwoordig eenvoudig hun vermelding laten wijzigen. ‘Ook voor non-binaire mensen moet dit op eenzelfde laagdrempelige wijze worden geregeld.’ Volgens de laatste cijfers van het Transgender Netwerk hebben tot nu toe negen non-binaire mensen hun geboorteakte, na een gang naar de rechter, laten aanpassen. Als tussenkomst van de rechter niet meer nodig is, verwacht Schers een toename van het aantal non-binaire mensen dat de geboorteakte wil laten wijzigen.
Pagina 20
20 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: SJOERD HARTHOLT EN ALEXANDER LEEUW FOTO: ERIK VAN ’T WOUD / ANP-HH Nog steeds zijn er gemeenten die blijven werken met technologie van Chinese techreuzen als Huawei. Provincies zijn voorzichtiger. Dat blijkt uit een steekproef van AG Connect en Binnenlands Bestuur. Experts vinden het de hoogste tijd voor duidelijke richtlijnen. ONDERZOEK AG CONNECT EN BINNENLANDS BESTUUR CHINA NOG VAAK WELKOM BIJ GEMEENTEN POPULAIRE DRONE De drone van de Chinese fabrikant DJI is marktleider in Europa BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 ACHTERGROND 21 Twee gemeenten betrekken ict-diensten bij de techreus Huawei Kennis stelen van universiteiten en achterdeurtjes aanbrengen voor spionage: Europa en de VS zijn de laatste jaren Chinese partijen steeds maar gaan wantrouwen. Nederland moet niet naïef zijn, maar ook niet in een kramp schieten waar het China betreft, stelde het kabinet in 2019 toen de nationale ‘China-strategie’ werd gepresenteerd. Ook gemeenten en provincies worden zich beter bewust van de groeiende risico’s van samenwerken met Chinese partijen. Maar elke decentrale overheid hanteert daarbij haar eigen regels, zo blijkt uit onderzoek van AG Connect en Binnenlands Bestuur. En ook haar eigen risicobeleid – áls ze dat al hebben. Van de vijftig voor ons onderzoek benaderde gemeenten deden er 27 mee. Acht van die gemeenten – dus bijna één op de drie – geven aan op dit moment nog steeds samen te werken met Chinese organisaties. Houdt uw organisatie bij samenwerkingen met Chinese partijen extra rekening met digitale spionage?, luidde een van de vragen van het onderzoek. ‘Vanuit de gemeente Capelle is dit niet het geval’, reageert bijvoorbeeld de gemeente Capelle aan den IJssel. Eindhoven meldt dat er ‘vooralsnog’ geen actief beleid is ingezet om Chinese partijen te weren bij aanbestedingen. ‘Dit is in strijd met aanbestedingsregels, tenzij we kunnen refereren aan beleid vanuit de EU.’ Twee gemeenten (Amsterdam en Enkhuizen) betrekken nog steeds ict-diensten bij de van spionage verdachte Chinese techreus Huawei. Een viertal gemeenten geeft aan vanwege dat spionage-risico daar niet al te lang geleden mee te zijn gestopt of – zoals datzelfde Enkhuizen – nu met stoppen bezig te zijn. De Noord-Hollandse gemeente betrekt een aantal ict-diensten samen met zes andere gemeenten van een shared service center. ‘Een aantal onderdelen voor de ict-infrastructuur en telefonie zijn van het merk Huawei’, geeft Enkhuizen aan. ‘Uit het oogpunt van het risico van digitale spionage worden of zijn deze al vervangen.’ Gemiddeld geeft ongeveer één op de drie gemeenten aan sinds de China-strategie van het rijk voorzichtiger te zijn geworden in contacten met Chinese ondernemingen. Bij provincies is het beeld significant anders. Alle tien provincies die meededen aan het onderzoek melden behoedzamer te opereren. ‘Er worden extra maatregelen genomen voor het ‘bewaken’ van het netwerkverkeer vanuit een aantal risicolanden’, aldus een woordvoerder van de provincie Drenthe. De provincies hebben allemaal samenwerkingen met China in de vorm van stedenbanden en uitwisselingen. Maar zij nemen geen diensten af van Chinese ict-aanbieders en wachten op informatie vanuit het rijk voor wat betreft het al dan niet beëindigen van samenwerkingen en vriendschapsbanden. RICHTLIJNEN Volgens Clingendael-onderzoeker Ties Dams is het tijd voor landelijke richtlijnen als het gaat om samenwerken met China en het gebruik van Chinese technologie. Hij is als onderzoeker bij het Clingendael China Center gespecialiseerd in China’s geopolitieke strategie. De conclusie van Binnenlands Bestuur en AG Connect dat er grote verschillen zijn tussen lokale overheden in de omgang met Chinese partijen, herkent Dams uit eigen onderzoek. ‘Ik denk dat het erg moeilijk is voor gemeenten en provincies om hierover goede inschattingen te maken. Zij kunnen de strategische belangen van China niet goed overzien.’ Maar waarom zou Beijing geïnteresseerd zijn in de gemeente De Wolden of Nunspeet en er heimelijk informatie van willen onderscheppen? Daarvoor bestaan volgens Dams diverse redenen. ‘Om te beginnen wordt China van oudsher gemotiveerd door een zekere angst om niet mee te kunnen draaien in de wereldorde. Die angst stamt al vanuit de jaren vijftig, toen China onder communistisch leiderschap voor het eerst diplomatieke relaties aanging met de wereld. Het land doet sinds de jaren zeventig en tachtig alles aan om niet opnieuw ‘ontkoppeld’ te kunnen worden van de hedendaagse wereld.’ Er geldt ook een andere, meer risicovolle motivatie, legt Dams uit. ‘De Chinese economie is verworden tot een mondiale machine van kennis opslurpen. Het doel is om tot grootmacht uit te groeien en dat te blijven. Daarbij moet China echt leidend worden op technologisch en academisch vlak. Decentrale overheden uit andere landen kunnen daarbij een heel belangrijke kennispartner zijn. Dit zagen we bij de haven van Shanghai, niet lang geleden een kleine haven, die bij Havenbedrijf Rotterdam aanklopte om te leren hoe je ondergrondse tunnels bouwt.’ China ziet lokale overheden als poort naar hoogwaardige kennisinstellingen en bedrijven. VERDIENMODELLEN Achter kennisoverdracht hoeft geen kwaadaardige opzet te zitten. Maar Nederland moet volgens Dams wel in de gaten houden dat China groot en kapitaalkrachtig genoeg is om met de kennis ook verdienmodellen van Nederland over te nemen. ‘Wij zullen die kennis moeten beschermen, anders worden we voorbijgelopen.’ Een ander risico bestaat volgens Dams uit spionage en heimelijke overFEITEN UIT HET ONDERZOEK • 11 organisaties nemen China mee in aanbestedingen, 6 organisaties doen dit niet. Van de 27 gemeenten werken er • 8 samen met China. • 2 gemeenten blijven ict-diensten afnemen bij Chinese bedrijven. • Alle provincies werken samen met China, maar gebruiken geen van alle Chinese technologie • Slechts 7 gemeenten van de 27 kunnen melden welke maatregelen ze hebben genomen sinds de China-strategie van het rijk. Alle 10 provincies die meewerkten, melden wel maatregelen te hebben genomen. • Eén op de drie gemeenten is voorzichtiger geworden met banden met China
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 22 ACHTERGROND DIGITAAL CHINESE DRONES Niet alleen bij lokale overheden loopt het beleid rond Chinese technologie uiteen. Zo toonden Trouw, EenVandaag en de Groene Amsterdammer aan dat drones van het Chinese bedrijf Da Jiang Innovations (DJI) duizenden keren werden gebruikt door de politie, terwijl Defensie diezelfde drones eerder in de ban deed. Uit beveiligingsonderzoek kan niet worden uitgesloten dat de data op Chinese servers belandt. Tijdens het vliegen slaan de drones niet alleen camerabeelden op, maar ook data als vlieghoogte en gps-coördinaten. De drone wordt bovendien bestuurd via een app die op een telefoon, tablet, of controller van DJI staat. Daarbij viel op dat die app grote hoeveelheden data verzamelde en naar servers van Chinese bedrijven stuurde. Die data varieerden van de helderheid van het telefoonscherm tot het serienummer van de sim-kaart en dat van alle andere telefoons in hetzelfde wifi-netwerk. ‘ Gemeenten kunnen de strategische belangen van China niet goed overzien’ dracht van technologie. Chinese bedrijven gaan daarbij volgens Dams strategisch te werk, bijvoorbeeld door zich voor te doen als gemeente of provincie, terwijl het in werkelijkheid een bedrijf is dat op zoek is naar kennis. ‘Het kan gebeuren dat er via een gemeente een Chinese delegatie komt kijken bij een haven en dan snel met de scanner langs een bepaald apparaat gaat.’ De provincie Gelderland bereidt handelsmissies naar China daarom voor met informatie afkomstig uit rapportages van de NCTV en de AIVD. Daarbij wordt specifiek gekeken naar bedrijfsrisico’s als digitale spionage en copyright. Een ander risico is politieke beïnvloeding. Dams: ‘China heeft een groot apparaat voor het beïnvloeden van buitenlandse prominenten en bestuurders. Nu China steeds meer wordt geconfronteerd met een wantrouwend Europa, gaan die connecties een grotere rol spelen.’ Dit risico noemt Dams ‘klein, maar wel aanwezig’. ‘Wanneer een overheid ervoor kiest om zich vijandiger tegenover China op stellen, heb je baat bij bestuurders met wie je goede banden onderhoudt. China heeft grote partijorganisaties, die soms exclusief gericht zijn op politieke beïnvloeding. Onder huidige president Xi Jinping zijn dat type organisaties in korte tijd veel belangrijker gemaakt.’ Dams staat niet alleen in zijn oproep om richtlijnen. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) komt tot de conclusie dat er ‘veel behoefte is aan betere informatievoorziening vanuit het rijk. Om zo up-to-date informatie te krijgen over de status van de relatie met China’, zo zegt een woordvoerder. Gemeenten hopen daarnaast op één contactpunt dat een actueel overzicht heeft van alle decentrale China-banden. Ook zouden daar alle vragen omtrent delegatieverzoeken vanuit China aan kunnen worden gericht. Toch ziet de VNG de alertheid onder gemeenten al toenemen. ‘Sinds 2019 neemt de onderlinge uitwisseling tussen decentrale overheden over China toe. Men weet elkaar steeds beter te vinden. En ook vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken is er steeds meer oog voor decentrale belangen en behoeften.’ ARGUSOGEN Anderzijds begrijpt Clingendael-onderzoeker Dams dat kleinere gemeenten de ‘strijd’ tussen de VS, Europa en China enigszins met argusogen bekijken. Harde bewijzen voor afluisterpraktijken door Huawei zijn er nog altijd niet. En overschakelen naar een andere leverancier voor telefonie, hardware en 5G-technologie is vaak kostbaar. ‘Ik begrijp het perspectief van gemeenten, maar vraag me wel af of zij wel breed genoeg kijken. Het probleem is dat spionage en heimelijke kennisoverdracht pas kan worden bewezen wanneer het al te laat is.’ Met een nationale China-strategie zou ook meer duidelijk moeten worden over aanbestedingen, stelt Dams. Er zijn zes overheden die stellen dat zij Chinese partijen niet meer meenemen, terwijl elf andere organisaties – zoals Eindhoven – aangeven dit wél te doen omdat zij volgens de aanbestedingsregels niemand kunnen uitsluiten. ‘Het is belangrijk dat provincies en gemeenten zelf de afweging kunnen blijven maken. Maar elke gemeente heeft te maken met andere omstandigheden. Ze nemen andere diensten af of beschikken over een heel ander type industrie. Juist met zulke grote verschillen is het zaak om nationale kaders te stellen.’ ‘WE MOETEN IN EUROPA NIET NAÏEF ZIJN’ Het Europees Parlement wil een ‘een assertievere, meer omvattende en samenhangendere EU-strategie ten aanzien van China’, die Europese kernwaarden verdedigt, maar ook ‘onderstreept dat China een samenwerkings- en onderhandelingspartner voor de EU is’. Tegelijkertijd is China ‘een economische concurrent en een systemische rivaal op steeds meer gebieden’. Zo verwoordde het parlement het sentiment in september in een resolutie voor een nieuwe China-strategie. Het parlement wil onder meer een EU-brede audit om te kijken ‘hoe afhankelijk de EU is van China in bepaalde strategisch belangrijke en kritieke sectoren’. De strategie van de EU in de toekomst moet instrumenten en gegevens verschaffen ‘om het hoofd te bieden aan de politieke, economische, sociale en technologische dreigingen die uitgaan van China’. Een manier om de dreigingen te bestrijden, stelt het Parlement, is het ontwikkelen van wereldwijde standaarden voor technologieën als 5G- en 6G-netwerken. Ze wil ‘waarborgen dat bedrijven die niet aan de veiligheidsnormen voldoen, worden uitgesloten’. ‘We moeten niet naïef zijn als het om China gaat’, zei de Belgische rapporteur Hilde Vautmans (Renew Europe) nadat de resolutie met 570 stemmen voor, 61 stemmen tegen en 40 onthoudingen werd aangenomen. China is volgens Vautmans niet alleen een belangrijke handelspartner, maar ook een rivaal die ‘een uitdaging vormt voor onze manier van leven’. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 23 Een ambtenaar is het niet eens met zijn IN DE CLINCH salarisspecificatie en gaat daartegen in bezwaar. Volgens het college is geen sprake van een officieel besluit, zodat dit rechtsmiddel niet eens open staat. Kan de man klagen over de hoogte van zijn salaris? SALARISSTROOK BEVAT GEEN NIEUW BESLUIT Rein Waaldorp* werkt sinds 1983 bij de gemeente Vlissingen. Op 15 september 2017 meldt hij zich voor één dag per week ziek. Zes maanden later laat het college weten dat zijn bezoldiging per 15 maart 2018 wordt gekort – zo is dat geregeld in de arbeidsvoorwaardenregeling CAR/UWO. In dat besluit staat dat hij dan 90 procent ontvangt van het salaris voor het gedeelte dat hij arbeidsongeschikt is. Het kortingspercentage wordt voor het eerst toegepast in april 2018. Tegen die salarisspecificatie maakt Waaldorp bezwaar, dat niet-ontvankelijk wordt verklaard. Het college vindt dat de salarisspecificatie geen officieel besluit is, zodat Waaldorp daartegen niet eens bezwaar kan instellen. In de salarisstrook zijn immers geen wijzigingen in de salarisbetaling opgenomen dan die reeds uit het eerste besluit voortvloeiden. Bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant komt Waaldorp niet verder. Die concludeert hetzelfde als het college: de salarisspecificatie is een integrale uitwerking van het besluit waarbij Waaldorp met ingang van 15 maart 2018 met 10 procent wordt gekort. De salarisspecificatie maakt de korting weliswaar inzichtelijk, maar dat betekent niet dat sprake is van een nieuw element. De salarisspecificatie is feitelijk een herhaling van het besluit over de salariskorting, niet gericht op een zelfstandig rechtsgevolg – en dus geen nieuw besluit. Waaldorp kón er niet eens tegen in bezwaar (en beroep) gaan. Dat probeert Waaldorp toch bij de Centrale Het salaris blijft zoals het was – klagen kan niet Raad van Beroep, die moet oordelen of de salarisspecificatie een besluit is zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Is het inderdaad zo’n formeel besluit, dus gericht op een rechtsgevolg, dán kan daartegen bezwaar worden gemaakt en beroep ingesteld bij de bestuursrechter. Volgens vaste rechtspraak ligt aan elke – meestal maandelijkse – salarisbetaling een besluit ten grondslag. Dit besluit kan zichtbaar worden in een salarisspecificatie, waartegen in beginsel bezwaar kan worden aangetekend. Als over een element van de ADVERTENTIE 25% KORTING OP ONLINE LEREN Flexibel en op maat leren met onbeperkt e-learnings, podcasts en artikelen voor financials. Profiteer nu van een jaar toegang tot FinanceHub.nl Premium. Ga naar FinanceHub.nl/BB Deze actie is geldig tot en met 17 december 2021. salarisvaststelling eerder een besluit is genomen en daarin bij een periodieke betaling geen wijziging optreedt, is in het algemeen slechts sprake van een herhaling van het eerder genomen besluit. Zo’n herhaling is niet gericht op een (ander) rechtsgevolg, en kan dan niet worden aangemerkt als een Awbbesluit. Er is dan geen bezwaar mogelijkheid. Volgens Waaldorp bevat de salarisspecificatie ten opzichte van het besluit (over de korting) wel nieuwe elementen. Begin maart 2018 is hij door een herseninfarct volledig uitgevallen. In plaats van één dag per week krijgt hij nu voor vijf dagen in de week 90 procent van zijn salaris. Toch krijgt hij de Raad niet mee. Die oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geconstateerd dat de salarisspecificatie van april 2018 een integrale uitwerking is van het besluit over de korting. Het klopt dat Waaldorp na 15 maart niet meer heeft gewerkt vanwege zijn herseninfarct. Er kon daarom geen sprake zijn van doorbetaling van bezoldiging over de uren waarop werkzaamheden zijn verricht. In de salarisspecificatie van april komen dus geen nieuwe elementen tot uiting ten opzichte van wat al was besloten in het eerdere besluit. De salarisspecificatie is een herhaling van dat besluit en is dus geen zelfstandig besluit waartegen bezwaar open staan. Het salaris blijft zoals het was – klagen kan niet. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:2298 25% korting
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 24 ESSAY VEILIGHEID FOTO: ROB ENGELAAR / ANP-HH FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY TEN STRIJDE TEGEN DE ONDERMIJNING In de strijd tegen ondermijning en de vermenging van boven- en onderwereld spelen gemeenten een cruciale rol. Gemeenten die wegkijken en niets doen – onder het mom van ‘dat gebeurt hier niet’ – bieden volgens Jean Paul Gebben en Wessel Groot onbewust voedingsbodem aan het zich nestelen en ontwikkelen van ondermijning. Daarmee zijn gemeenten uiteindelijk verwijtbaar facilitator. De bovenwereld speelt een belangrijke rol in het faciliteren van ondermijning. Wanneer we inzoomen op overheden in het algemeen en gemeenten in het bijzonder, zien we dit ook. Zo geven gemeenten informatie, subsidies en vergunningen uit die van groot belang zijn voor criminelen. Gemeenten kunnen ondermijning faciliteren door juist níets te doen of zelfs een oogje toe te knijpen. Er rust een verantwoordelijkheid bij gemeenten om zich hiertegen te wapenen en de organisatie dusdanig in te richten dat barrières worden opgeworpen met als doel ondermijning tegen te gaan. ‘Ondermijnende criminaliteit is voor een niet te onderschatten deel afhankelijk van de wijze waarop de overheid op dat handelen reageert: beperkingen oplegt dan wel ruimte biedt’, aldus hoogleraar criminologie Emile Kolthoff. Aandacht voor de gevaren en de negatieve gevolgen van ondermijning voor de samenleving worden steeds breder uitgemeten. De rol die gemeenten te spelen hebben in het voorkomen hiervan eveneens. In de praktijk zijn er echter grote verschillen tussen gemeenten te zien in de aanpak van ondermijning, los van regio en schaalgrootte. Er zijn vijf aspecten waar elke gemeente rekening mee moet houden. FEESTJE Bij het komen tot een succesvolle aanpak van ondermijning is ten eerste erkenning van de problematiek een cruciaal startpunt. Risicoblindheid of wegkijken (‘Dat gebeurt hier niet’) of verstoorde politieke verhoudingen zijn gevaren die ondermijning kans geven zich te nestelen of te ontwikkelen. Een vervolgstap in de aanpak is bewustwording binnen de organisatie, het management en het bestuur. De aanpak van ondermijning is en mag niet het ‘feestje’ zijn van de veiligheidsprofessional. Bewustwording, net als de aanpak, dient daarom organisatiebreed te zijn en de aanpak integraal. Ten derde is ook bestuurlijk en ambtelijk commitment in de vorm van aandacht, capaciteit en middelen van belang. Vaak gehoorde bezwaren zijn hier prioritering of tekorten (middelen/capaciteit) om een aanpak van ondermijning te formuleren. Hierdoor blijft men incidentgericht bezig en ook dat biedt ondermijning kansen. Om vervolgens effectief te zijn moet het bestuurlijk instrumentarium op orde zijn. Een actueel Bibob-, Damocles- en apvbeleid inclusief handhavings- en juridische capaciteit, kennis en kunde om hier uitvoering aan te kunnen geven, is noodzakelijk. De laatste, maar meest cruciale factor is de organisatiecultuur. Fraude, bestuurlijke of ambtelijke corruptie, een angstcultuur of zelfs tegenwerking in de eigen organisatie frustreren een effectieve aanpak. Dit kan zich ultimo uiten in vermenging van de onder- en bovenwereld en het ontbreken (van vertrouwen in) het gemeentelijk integriteitsbeleid. VOORWAARDEN Om effectief tegen ondermijning op te treden, dienen alle vijf de voorwaarden aanwezig te zijn en goed ingevuld te worden. Op basis van deze verschillen kunnen gemeenten worden gecategoriseerd in grofweg vier categorieën die tezamen kunnen ESSAY 25 worden gezien als een glijdende schaal. De Groene Aanpakker: heeft haar zaken op orde. Denkt in kansen en niet in problemen. Zij acteert proactief in haar aanpak en kijkt waar extra inzet wenselijk is. Bestrijdt ondermijning. De Gele Beginner: heeft goede intenties, maar heeft ook blinde vlekken. Kan onbewust ondermijning faciliteren. De Oranje Onverschillige: wanneer een gemeente bewust passief acteert. Hoogleraar Kolthoff noemt dit ‘ondermijnend, maar niet strafbaar’: niet optreden als het geboden is, belangenverstrengeling zonder dat er duidelijk sprake is van corruptie. Draagt verwijtbaar bij aan ondermijning. De Rode Facilitator: een organisatie die chantabel is, biedt ruimte aan ondermijning en kan dit zelfs faciliteren. KRITIEK KANTELPUNT Gemeenten zijn zich ervan bewust geworden dat ze iets moeten doen aan ondermijning. Dat komt door de ondermijningsbeelden (opgesteld door het Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC) en het Landelijk Informatie en Expertise Centra (LIEC)), de aandacht voor het onderwerp vanuit media en rijksoverheid (versterkingsgelden), de moorden op onder andere advocaat Derk Wiersum en journalist Peter R. de Vries en de inspanningen van de verschillende RIEC’s. Veel gemeenten zijn momenteel nog ‘Gele Beginners’. Dat houdt in dat zij ‘iets’ met het thema ondermijning moeten, kwetsbaar zijn, maar nog geen concrete stappen hebben genomen. Dat moment is kritiek, omdat het een keuzemoment vormt waarin de gemeente bepaalt hoe zij tegen ondermijning aankijkt en hoe zij hiermee wil omgaan. Ontkent de gemeente de problematiek, handelt zij niet of alleen in de reactieve sfeer, stelt zij geen middelen ter bestrijding beschikbaar, dan is het risico groot dat zij afglijdt naar ‘De Oranje Onverschillige’ en ‘ Veel gemeenten zijn nu nog Gele Beginners’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 26
26 ESSAY VEILIGHEID JEAN PAUL GEBBEN, BURGEMEESTER VAN DRONTEN WESSEL GROOT SENIOR BELEIDSMEDEWERKER ONDERMIJNING IN DRONTEN daarmee een verwijtbare facilitator wordt van ondermijning. Met andere woorden: niets doen is geen optie. Veel gemeenten zullen dus actie moeten ondernemen om ondermijning aan te pakken en te voorkomen dat de criminaliteit in hun regio vaste grond onder de voeten krijgt. Wat kunnen gemeenten dan doen? Behalve het op orde brengen en voldoen aan de bovengenoemde voorwaarden kunnen gemeenten nog veel meer doen. Zeker kleine gemeenten hebben niet altijd de middelen voorhanden om wat betreft capaciteit zwaar in te zetten op ondermijning. Toch kunnen ook zij veel doen door regionaal op te trekken (specialiseren en uitwisselen van kennis), scherp te prioriteren en integraal samen te werken. Verdere succesfactoren zijn een daadkrachtige bestuur, ethisch en voorbeeldig leiderschap en een zogenaamde ‘stamoudste’ als vertrouwenspersoon binnen de gemeentelijke organisatie. In tegenstelling tot het doorgeslagen ‘integritisme’ gaat dit over een veilige omgeving waarin mogelijke integriteitskwesties bespreekbaar zijn. Ze worden getoetst op een manier dat een ‘stamoudste’ dat zou doen: niet rigide, maar met oog voor de omstandigheden. GROTE ROL Gemeenten kunnen onbewust een grote rol spelen bij het faciliteren van ondermijning. Hoewel het een illusie is dat gemeenten ondermijning compleet kunnen uitbannen, is een goede aanpak wel degelijk ADVERTENTIE ‘ Een goede aanpak begint bij bewustzijn en aandacht’ effectief. Die begint altijd bij bewustzijn en aandacht voor het thema, waarna de juiste vervolgstappen kunnen worden genomen. Ondanks de uitdagingen die gepaard gaan met aanpakken van ondermijning, is zo’n aanpak voor elke gemeente mogelijk en bereikbaar. Niets doen is nu geen optie meer, daarmee glijdt een gemeente af tot verwijtbare facilitator van ondermijning. Een integere gemeente is zich daarom bewust van ondermijning en heeft of maakt haar zaken op orde. Een woning voor bakker Roy Omdat zijn hart bij ons verse brood ligt We willen graag dat Roy in zijn eigen buurt kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Roy, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Oosterhout of Eindhoven? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: ANP-HH RUIMTE ACHTERGROND 27 In West-Brabant popelen bedrijven om zonnepanelen op hun daken aan te leggen. Ook de gemeenten juichen het toe. Maar krapte op het elektriciteitsnet zit de energietransitie in de weg. ‘We zijn overvallen door de transportschaarste.’ TRANSITIE STRANDT OP VOL STROOMNET MOERDIJKSE DAKEN BLIJVEN NODELOOS LEEG KAAL DAK Veel dakcapaciteit in de Moerdijk blijft onbenut Hoewel een klimaat dat op hol slaat daadkrachtig optreden vereist, blijven honderden hectares daken de komende jaren verstoken van zonnepanelen. Waarom? Omdat er geen ruimte is op het energienet om de geproduceerde zonnestroom terug te leveren. Die honderden hectares betreffen alleen West-Brabant. ‘Deze effecten zullen op nationale schaal nog vele malen groter zijn’, waarschuwt adviseur leefomgeving Sander Eland van de gemeente Moerdijk in de notitie Transportschaarste op het elektriciteitsnet: een vloek of een zegen voor de energietransitie? Eland schreef zijn notitie naar aanleiding van het opstellen van de regionale energiestrategie (RES) voor West-Brabant, waaraan hij namens zijn gemeente deelnam. De RES is klaar, maar lukt het om op een vol net 2,2 terawatt-uur duurzame stroom te leveren in 2030? Een rondrit over het uitgestrekte industrieterrein van de gemeente Moerdijk maakt duidelijk waar zijn zorgen vandaan komen. ‘Daar…’, wijst Eland vanuit zijn auto naar de zoveelste bedrijfshal. ‘Allemaal hectares dakoppervlak waar nog geen zonnecel op ligt.’ Een blik op Google Earth, met foto’s van ‘21-04-2020 of later’, laat zien dat praktisch alle daken akelig kaal zijn. Terwijl de bedrijven op het
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 ROB ENGELAAR / ANP-HH 28 ACHTERGROND RUIMTE ‘Allemaal hectares dak oppervlak waar nog geen zonnecel op ligt’ industrieterrein staan te trappelen om hun daken met zonnepanelen te bedekken. ‘Er is afgelopen jaren voor pak ‘m beet honderd megawatt SDE-subsidies zon op dak afgegeven’, aldus Eland. ‘Die subsidies verdampen, want er is geen aansluitcapaciteit om die daken aan te sluiten.’ Het stroomnet is namelijk vol. Hoewel de gemeente geen bemoeienis heeft met zon op dak, rekent Moerdijk er wel op. ‘Die honderd megawatt is onderdeel van onze regionale energiestrategie.’ ROOD Hoe weinig plek er op het stroomnet is voor nieuwe duurzame initiatieven blijkt uit een kaart op de website van netbeheerder Enexis die de transportschaarste op het net aangeeft. Op die kaart is Noord-Brabant in een jaar tijd van geruststellend wit (= transportcapaciteit beschikbaar) en geel (= transportcapaciteit beperkt beschikbaar) verkleurd naar overwegend oranje (= congestieonderzoek) en rood (= geen transportcapaciteit beschikbaar). Uit congestieonderzoek kan óf blijken dat initiatieven voor zon of wind met kunst- en vliegwerk toch kunnen doorgaan óf dat er toch geen aansluitruimte meer is, waarna het betreffende district alsnog verschiet naar rood. De rij initiatiefnemers die geen grootzakelijke aansluiting kan krijgen om duurzame stroom aan het net te leveren groeit. In Brabant omvat die inmiddels ‘ruim 500 initiatieven’ voor meer dan duizend megawatt, laat de Enexis-woordvoerder weten. Ondanks de oranjerode transportschaarste kaart is Sander Eland optimistisch. Enexis heeft beloofd, zo zegt hij, dat er voor 2030 voldoende capaciteit is om de RES-doelen waar te maken. ‘Maar de vraag is of dat voldoende is voor de autonome groei? De productievermogens van zonnepanelen gaan steeds harder omhoog. Over vijf jaar kan het voor de daken zomaar het dubbele zijn wat aangesloten zou kunnen worden.’ De energietransitie is een roerige tijd, bedoelt hij maar te zeggen, waarin balletjes nu eenmaal heel anders rollen dan je van tevoren had bedacht. Voor gemeenten is het lastig om in de turbulentie van de energietransitie initiatieven voor duurzame energie te sturen in de richting die de gemeente wenst, zegt Eland. Dat komt omdat ze geen inzicht hebben in aansluitingen en belasting van het stroomnet. Stel, zo begint de adviseur leefomgeving uit te leggen, er zijn partijen die zon op dak willen realiseren en partijen die zon op land willen realiseren. Als hij zou weten dat er in een gebied beperkte transportcapaciteit is, dan zou de gemeente beleid kunnen maken dat zon op dak voorrang geeft, om zo het buitengebied te sparen. ‘Dat is onze beperkte sturingskracht. Maar wij zijn in deze regio overvallen door de transportschaarste. We wisten onvoldoende hoe de situatie bij Enexis en TenneT was. Dan kun je daar ook niet op sturen’, legt hij uit. IN DE WACHT Buurgemeente Steenbergen heeft het zekere voor het onzekere genomen. De gemeente had voor 93 hectare zon op land beleid gemaakt, waarvan al 60 hectare is vergund. Er is nog geen zonnepaneel geplaatst, vertelt duurzaamheidsadviseur Yvonne de Rooij. Een project van 35 hectare is opgeschort door de initiatiefnemer omdat materialen nu erg duur blijken te zijn. ‘Wij vinden de vertraging niet erg, want het dichtstbijzijnde hoogspanningsstation is in Bergen op Zoom. Enexis doet daar nu congestie-onderzoek, maar wij verwachten dat dat station vol zit’, vertelt ze. In afwachting van de uitkomst van het onderzoek heeft het gemeentebestuur alle zon op land in de wacht gezet, in elk geval tot eind dit jaar. ‘Alle ruimte die er nog is’, verduidelijkt De Rooij, ‘willen we graag reserveren voor zon op dak.’ De vloek van de transportschaarste, waar Eland in zijn notitie op duidt, is inmiddels belicht. Hoe zit het met de zegen van transportschaarste? ‘Het huidige systeem heeft de eigen grenzen bereikt’, schrijft Eland daarover. ‘Het kantelpunt is hier en nu. Dat zie ik als een zegen van transportschaarste.’ Daarvoor is wel, verduidelijkt hij in een overlegkamertje in het stadhuis, aanpassing van de wet nodig. ‘Je hebt radicale transparantie nodig. Ik vergelijk het met verkeersmodellen uit de mobiliteit. Als je in de stad een kruispunt afsluit, kun je met zo’n verkeersmodel simuleren wat er op de snelweg vier kilometer verderop gaat gebeuren’, illustreert hij. ‘Zoiets hebben we ook nodig voor het elektriciteitsnet. Als ik hier een zonnepark van 20 megawatt inplug, wat heeft dat voor een effect elders op het transportnet?’ Hoewel de transportschaarstekaart van Enexis op steeds meer plekken rood kleurt, is er nog volop ruimte op het stroomnet. Dat klinkt vreemd en behoeft uitleg. Veel duurzame initiatieven zijn in het verleden aangesloten op piekvermogen. Voor zonnepanelen zijn dat die paar dagen in het jaar dat de zon op zijn felst schijnt en er ook nog eens geen wolken zijn, voor windturbines is dat die ene ideale winddag. Daarop is hun reservering van het stroomnet gebaseerd. Het is alsof je een stuk weg continu afsluit voor de vrachtwagens van een transportbedrijf, ook al zijn er dagen waarop het transportbedrijf niks transporteert. ‘Een aantal jaar geleden was het vrij gebruikelijk dat nieuwe zonneparken op het volledige vermogen werden aangesloten’, laat de Enexis-woordvoerder weten. ‘Inmiddels zien we daar een duidelijke kentering.’ Hij wijst op een convenant tussen de netbeheerders en de zonne-energiesector om zonnepanelen aan te sluiten op 70 procent van het piekvermogen. Dat volstaat grofweg om 354 dagen per jaar alle geproduceerde stroom af te voeren. Op elf dagen piekt de productie hoger en kan een deel van de BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 ACHTERGROND 29 bedrijfsniveau. Wel zijn er sinds kort open geaggregeerde datasets beschikbaar. Bovenstaande trucs om het net efficiënter te maken zijn nodig om de energietransitie betaalbaar te houden. ‘De RES’en vergen een investering in infrastructuur van tenminste 2,4 miljard euro’, meldt een factsheet van de gezamenlijke netbeheerders. ‘Door het net efficiënter te benutten, kan hierop door alle stakeholders samen tot wel 60% worden bespaard. De maatregelen per stakeholder werken in samenspel en zijn afhankelijk van de situatie in de regio. De netbeheerder gaat hierover per regio in gesprek.’ Zonnepalen in het tuinbouwgebied bij Zevenbergen stroom niet naar het net. Wil een initiatiefnemer wel op piekvermogen aansluiten, dan moet Enexis dat overigens gewoon doen. ‘Als netbeheerder hebben wij een wettelijke aansluitplicht. Simpel gezegd: de klant krijgt de aansluiting die hij wil.’ NIET GEBRUIKT Maar of zonnevelden nu voortaan wel of niet op piekvermogen aansluiten, er is hoe dan ook ruimte op het net. Vanwege aansluitingen op piekvermogen uit het verleden. En omdat ook aansluiting op 70 procent lang niet altijd benut wordt: er zijn ook dagen dat de zon niet schijnt of het niet waait. ‘Het klopt dat er ruimte op het net is die niet altijd wordt gebruikt’, bevestigt Enexis. ‘Maar hoe groot is die ruimte? Daar is onmogelijk een getal op te plakken.’ Een van de manieren om het net efficiënter te gebruiken is cable pooling. Daarbij delen een zon- en een windpark samen een aansluiting. Als het hard waait, is er doorgaans minder zon en als de zon fel schijnt, houdt de wind zich meestal rustig. Cable pooling wordt nog maar mondjesmaat toegepast. Ook het direct leveren van stroom uit zon of wind aan nabijgelegen grootverbruikers zou op industrieterrein Moerdijk een oplossing kunnen bieden, aldus Eland. De gemeente Moerdijk zou partijen willen koppelen, maar moet dan wel de juiste kandidaten vinden. Eland: ‘Netbeheerders mogen die data niet delen met ons.’ Enexis bevestigt dat het geen data mag delen op ENEXIS WACHT OP TENNET ‘De energietransitie zal (...) niet in gevaar komen’, belooft het Investeringsplan 2022 van Enexis, maar dat wordt prompt gevolgd door de bijsluiter: ‘Alleen zal een deel van de projecten mogelijk later gerealiseerd worden.’ Bij 80 procent van de investeringen die Enexis moet doen om knelpunten in de capaciteit op te lossen, knelt de capaciteit tevens in het bovenliggende hoogspanningsnet van TenneT. Het oplossen van de TenneT-knelpunten kost veel tijd en zal daarom leiden tot structurele verstoppingen, waarschuwt Enexis. Zolang TenneT zijn opstoppingen in het hoogspanningsnet niet aanpakt, is Enexis niet van plan alvast eigen knelpunten aan te pakken, aldus het investeringsplan. De zin ‘Afstemming met TenneT heeft niet in alle gevallen geleid tot uitsluitsel van de omvang en opleverdatum van benodigde investeringen in het hoogspanningsnet’, voegt een flinke scheut onzekerheid toe voor wie een strakke planning wil maken om een wind- of zonnepark te realiseren. ‘Technisch kan er heel veel,’ weet ook Sander Eland, ‘maar mag heel weinig. Je moet de probleemeigenaar zien te vinden. De oplossing zit bij heel veel verschillende partijen. Iedereen heeft een klein deel van de oplossing. We moeten zorgen dat we de neuzen dezelfde kant op krijgen.’ In zijn regio zit hij inmiddels regelmatig aan tafel met Enexis, de RES-organisatie, buurregio Hart van Brabant en de provincie. ‘TenneT staat wat meer op afstand.’ En Eland herhaalt een aantal keer: ‘Ik wil het graag positief blijven benaderen.’ Elk nadeel heb immers, weten Cruijff-adepten, z’n voordeel. Eland formuleert het als volgt: ‘Bij een transitie hoort chaos. Die chaos hebben we nu te pakken.’ XXXL Eland sluit de rondrit af in een kale polder waar bulldozers in de weer zijn met grondwerkzaamheden voor een uitbreiding van het bedrijventerrein met logistieke bedrijven, maatje XXXL. Hier staat binnenkort een gebouw van 20 hectare. Het bedrijf zou 40 megawatt zonnestroom aan het net willen leveren, maar het naburige stroomstation kan maar 4,5 megawatt aan, legt Gert Slager van het havenbedrijf Port of Moerdijk uit. ‘Wij kunnen er relatief weinig in betekenen, behalve benadrukken dat er netverzwaring moet komen’, zegt hij. Niet alleen omwille van duurzame energie. ‘Grote chemische bedrijven die willen verduurzamen gaan naar een vervijfvoudiging van het stroomverbruik. Dat kan het net niet aan’, weet Slager. ‘Den Haag moet nadenken over vervanging van het net, anders komt die verduurzaming er niet van.’
Pagina 32
32 SPECIAL EUROPA DOOR: HANS BEKKERS Ameland haalde per inwoner sinds 2014 van alle Nederlandse gemeenten de meeste Europese subsidie binnen: 251 euro. Met eigenlijk maar één project. Kampioen breed de kassa laten rinkelen is Rotterdam: de havenstad tikte met 42 projecten bijna 40 miljoen euro binnen. ROTTERDAM WEET HET BESTE DE WEG IN EU SAMENWERKEN IS KASSA Met behulp van een geavanceerde database van ERAC is te zien waar in Nederland Europese subsidies precies terechtkomen. Twee jaar geleden voerde het in Den Bosch gevestigde bureau voor Binnenlands Bestuur eenzelfde exercitie uit. Net als toen blijkt dat het merendeel van de EU-subsidies die richting Nederland vloeien, terechtkomen in de Randstad. De provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht halen met 4,7 miljard euro meer dan de helft van dat totaalbedrag van 8,5 miljard binnen. Om het in perspectief te plaatsen: de drie noordelijke provincies blijven steken op iets meer dan 700 miljoen euro. Het gaat allemaal om in de programmaperiode 2014-2020 aangevraagde EU-subsidies. Een van de belangrijkste redenen dat de Randstad zo hoog scoort, is het feit dat in die provincies veel universiteiten huizen. Via het HORIZON 2020-programma slepen die heel veel EU-subsidies in de wacht. Dat verklaart deels ook de hoge positie van Gelderland op de ranglijst: mede dankzij de universiteiten van Wageningen en Nijmegen landde ruim 1 miljard euro in die provincie. Zoomen we verder in op de Randstad, dan valt op dat Zuid-Holland – onder aanvoering van Rotterdam – Noord-Holland aftroeft. De gemeente Rotterdam alleen al is goed voor bijna 40 miljoen euro aan EU-subsidies. Daarmee stoot de havenstad, in vergelijking met twee jaar geleden, Amsterdam van de troon. Rotterdam roert zich van alle Nederlandse gemeente ook het meest actief op de Europese subsidiemarkt. De gemeente participeert in maar liefst 42 EU-projecten. Wat de onderzoekers opvalt, is dat de score in Zuid-Holland nog veel hoger had kunnen uitvallen als meer gemeenten zich wat internationaler zouden oriënteren. Brussel honoreert ter bevordering van de Europese eenwording sinds het verdrag van Lissabon in 2007 met name interregionale en stedelijke partnerschappen. Uit een verdiepingsstudie van ERAC blijkt dat Rotterdam en Delft veel van zulke banden aangaan, maar voor het overige zien de onderzoekers op dat vlak verrassend veel witte vlekken op de kaart van Zuid-Holland. Steden als Gouda en Gorinchem doen in vergelijking met centrumgemeenten van dezelfde omvang in andere provincies weinig tot niets aan deelnames in Europees gefinancierde projecten. BANDEN AANKNOPEN EU-kabinetschef Diederik Samsom zei het eerder dit jaar al in Binnenlands Bestuur. ‘Voor gemeenten kan Brussel een bron van subsidies en kennisuitwisseling zijn. Niet elke gemeente maakt daar werk van. Wat ik zo graag zou willen, is dat ze zich interesseren voor wat er elders in Europa gebeurt.’ Daarmee is niet gezegd dat er in het ‘Zuid- Holland zou het in Lombardije moeten zoeken’ Zuid-Hollandse niets gebeurt. Het kan alleen beter. ‘We hebben de deelname in negen Europese subsidieprogramma’s onder de loep genomen en daarbij gekeken in hoeverre die aansloten bij de vastgestelde internationaliseringsstrategie van Zuid-Holland. Regio’s waarmee de provincie de meeste relaties blijkt te hebben, zijn Île de France – zeg maar Parijs en omgeving – en Brussel, zegt ERAC-adviseur Robert Smeets. ‘Maar kijk je naar regio’s die het beste aansluiten op de internationaliseringsstrategie van Zuid-Holland, dan zou je het in Lombardije moeten zoeken. En met die meest verwante regio rondom Milaan zijn juist minder connecties gelegd.’ Consortia in Zuid-Holland hebben daar wel behoefte aan, zoekend als ze zijn naar nieuwe partners na het wegvallen van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. ‘Ik geef geen oordeel over goed of fout’, zegt Smeets. ‘Wat onze studie aangeeft, is dat er kansen liggen.’ Waar het stimuleren van de regionale economie zo’n tien jaar geleden van het rijk is gedecentraliseerd naar de provincies, zou Zuid-Holland daarin zeker wat kunnen betekenen. Een aansprekend voorbeeld is volgens ERAC-directeur Vincent Ketelaars NoordBrabant. Uiteraard heeft Brabant als grensprovincie van nature meer relaties met Vlaanderen, maar ook elders in Europa zijn vanuit Den Bosch gaandeweg steeds meer banden aangeknoopt met verwante regio’s. ‘Zo wordt nauw samengewerkt met het Zuid-Duitse Beieren, onder andere vanwege de daar gevestigde krachtige high-tech en automotive-industrie – sectoren die in en rond Eindhoven ook sterk aanwezig zijn. De provincie heeft in München zelfs een vaste BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 1. SPECIAL 33 Ameland € 251 TOP-10 EU-SUBSIDIE VOOR GEMEENTEN ALS PERIO S SUBS PER INW ONT ANGER INW NER OVER DE 2 * peildatum 1-9-2021, Dit jaar zijn ook nog subsidies uitgekeerd die vorig jaar of eerder al waren aangevraagd. € 72 2. € 77 a Zaltbommel 10. € 70 enlo € 92 4. Middelburg € 132 ddelburg € 132 burg € 133 € 129 AMELAND EN HENGELO In 2019 voerde Hengelo de ranglijst aan van gemeenten die er als organisatie in slaagden de meeste euro’s per inwoner aan EU-subsidies binnen te halen. Nu, ruim 2,5 jaar later is die positie overgenomen door Ameland. De teller, die de gehele programmaperiode 2014-2020 omvat, staat er op 251 euro per gemeente. De eilandgemeente neemt deel in vier EU-programma’s. Het meeste geld in het laatje komt uit één project uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) in de vorm van een aanvulling op het sociaal domein. Zo bezien is Ameland minder geëuropeaniseerd dan gemeenten die een veel bredere spreiding qua deelname aan programma’s en projecten hebben, zoals bijvoorbeeld Breda. Iedere gemeente krijgt immers via de arbeidsmarktregio zo’n aanvulling uit het ESF. Het Overijsselse Hengelo slaagde erin zich te handhaven in de top 3. Het gros van het EU-geld kwam binnen via de Connecting Europe Facility (CEF), een potje dat stukken moeilijker is te kraken. Bestemming van het geld is het opwaarderen van de binnenhaven. Verrassende nummer 3 is het Brabantse Someren dat net als Ameland ruim wist te profiteren van een ESF-bijdrage, maar ook een bijdrage uit ELFPO binnenhaalde. Op 4 en 5 staan Middelburg en Kerkrade. Middelburg wist goed te scoren in het Interreg-fonds en participeerde daar in liefst negen projecten. ‘Overigens acht keer niet als penvoerder, zegt Robert Smeets. ‘Middelburg werd steeds door anderen als partner gevraagd. Dat is ook een kwaliteit.’ Kerkrade completeert de top 5. De Limburgse gemeente wist voor de bouw van circulaire woningen een Europese bijdrage te krijgen uit het Urban Innovative Action-fonds, een potje voor stedelijke innovaties. ‘Dat geldt zo ongeveer als de hoofdprijs in gemeenteland’, aldus Smeets. o Hengelo € 152 7. Groningen € 78 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 34
FUTUR 2022 GEMEENTE UTRECHT GEMEENTE DEN HAAG HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN FUTUR.NL/JAVHJ Verkiezingsevenement met bekendmaking van de ook via de livestream SPECIAL 35 GEMEENTEN, DEELNAME AAN AANTAL PROJECTEN EN HOOGTE GEÏNDE EU-SUBSIDIE 2014-2020 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Gemeente Rotterdam Amsterdam Groningen Den Haag Breda Eindhoven Utrecht Hengelo Tilburg Venlo Aantal projecten 42 34 23 17 20 22 26 8 14 20 Europese subsidie € 39.333.991 € 36.697.047 € 17.201.656 € 16.194.473 € 14.173.268 € 13.706.913 € 13.116.873 € 12.219.206 € 11.493.242 € 9.319.807 EU-SUBSIDIE PER PROVINCIE, 2014-2020 Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord-Brabant Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland Total € 77.924.084 € 102.662.853 € 102.218.060 € 1.040.546.373 € 539.794.261 € 467.247.075 € 959.625.514 € 1.562.788.080 € 458.320.452 € 846.388.888 € 140.994.822 € 2.293.242.544 € 8.591.753.007 EU-SUBSIDIE PER PROVINCIEINWONER 2014-2020 Groningen Utrecht Zuid-Holland Noord-Holland Gelderland Limburg Overijssel Noord-Brabant Zeeland Flevoland Drenthe Friesland *Bron: ERAC € 925 € 659 € 628 € 555 € 508 € 418 € 399 € 382 € 370 € 252 € 158 € 158 medewerker gestationeerd die continu op zoek is naar partners voor het Brabantse bedrijfsleven’, zegt Ketelaars. De rol van oud-commissaris Wim van de Donk van Brabant mag in die strategie niet worden onderschat. De huidige voorzitter van de Universiteit Tilburg was jarenlang de grote animator van internationale contacten. ‘Hij verkondigde niet voor niets altijd dat Brabant veel meer had aan Brussel dan aan Den Haag’, zegt ERAC-adviseur Bas van den Barg. ‘Het zou mij niets verbazen als de universiteit van Tilburg volgend jaar skyhigh scoort in de EU-subsidie ranglijst.’ CONTINUÏTEIT LOONT Daarmee willen hij en zijn collega’s aangeven dat succes hebben in Europa, hoe formeel en bureaucratisch de EU als organisatie dan ook moge zijn, vooral mensenwerk is. Zonder persoonlijke steun vanuit het college, een wethouder lukt het niet er iets voor elkaar te boksen. Maar minstens zo cruciaal is de aanwezigheid van deskundigheid op de werkvloer. ‘Waarom denk je dat toch geen supergrote gemeenten als Breda en Groningen zo goed scoren in de ranglijst?’, mengt Van den Bargs collega Pieter Liebregts zich in het gesprek. ‘Doordat een en dezelfde ambtenaar al jarenlang als coördinator op de portefeuille Europa zit! Continuïteit betaalt zich uit. De lat ligt hoog om EU-projecten goedgekeurd te krijgen. Het zijn vaak lange, trage processen. Dat kan een drempel zijn om eraan te beginnen. Maar zoals bij zoveel dingen, gaan de kosten voor de baat uit. Dat zie je onder andere in Breda. De gemeente heeft een deelname in maar liefst twintig projecten. Dat zijn er meer dan bijvoorbeeld de G4-stad Den Haag.’ ‘ Zoals bij zoveel dingen, gaan de kosten voor de baat uit’ De meetmethodiek van ERAC is dusdanig dat niet alleen per provincie, maar bijvoorbeeld ook per gemeente, waterschap en andere types organisatie kan worden vastgesteld hoeveel Europese euro’s er precies belanden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 36
36 SPECIAL EUROPA DOOR: SIMON KOOISTRA FOTO: SHUTTERSTOCK Nederland is een grootgebruiker van EU-subsidies voor wetenschap, technologie en innovatie: het ontvangt meer dan het betaalt. Maar resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Er zijn kapers op de kust en nieuw Europees beleid noopt tot het verzetten van de bakens. Hoe speel je optimaal in op nieuwe regelingen en fondsen? AWTI: ‘BEPERK JE NIET TOT DE EIGEN REGIO’ VIND DE IDEALE PARTNER In de regio’s gebeurt het. Dáár bundelen bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties hun krachten voor vernieuwende initiatieven voor bijvoorbeeld geneeskunde, ict en energietransitie. Eerder dit jaar bracht de adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (AWTI) een advies uit over de samenwerking tussen rijk en regio om innovaties te bevorderen. Het nieuwe advies over de Europese dimensie, dat medio 2022 wordt verwacht, is daarop een logisch vervolg. Koenraad Debackere, Vlaams hoogleraar technologie-, innovatiemanagement en innovatiebeleid aan de KU Leuven en sinds 2016 lid van de onafhankelijke adviesraad voor regering en parlement, is bij beide adviezen betrokken. ‘Regio’s hebben niet alleen een financieel , maar ook een inhoudelijk belang bij het Europese WTI-beleid’, stelt Debackere. ‘Laten we niet onder stoelen of banken steken dat fondsenwerving een belangrijke drijfveer is om bij Brussel aan te kloppen. Maar beperk je daarbij niet tot de eigen regio. Zoek samenwerking met partners uit andere nationale en Europese regio’s die met dezelfde vernieuwende thema’s bezig zijn. Door aan best practice sharing te doen kun je betere plannen indienen en maak je samen meer kans op financiering. De Europese programma’s stimuleren het vormen van internationale consortia en werken daardoor als hefboom voor innovaties.” Een goed voorbeeld is de regeneratieve geneeskunde met baanbrekend weefselonderzoek. Debackere: ‘Op dit gebied werken Vlaanderen en Nederland goed samen. Daarbij zijn zowel universiteiten als clusters van bedrijven uit onder andere Leiden, Utrecht, Eindhoven en Maastricht betrokken die zich op specifieke, complementaire kennis organiseren. Sterk vertakt, maar toch gecoördineerd. Door hun expertise gezamenlijk in te zetten kunnen ze betere plannen maken met meer kans op competitieve financiering door de Europese Commissie. Daarmee voorkomen ze ongezonde concurrentie, waarbij regio’s in de strijd om schaarse middelen elkaar vliegen proberen af te vangen.’ Een ander succesvol voorbeeld van bovenregionale samenwerking is de PhotonDelta, gestart in Eindhoven en uitgebreid met kennisinstellingen, bedrijven en overheden in Twente, ‘ Nederlandse voorstellen scoren bovengemiddeld hoog op kwaliteit’ BIIN BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 NNENL NDS BE TUUR SPECIAL 37 ‘ Het rijk moet niet de baas spelen over de regio’s’ Nijmegen, Delft en Alkmaar. Die houden zich bezig met fotonica, een energiezuinige en snelle manier om informatie te versturen. Deze technologie wordt onder meer toegepast in beeldschermen, verlichting, lasers, zonnecellen, sensoren en glasvezelnetwerken. JUISTE MATCH VINDEN De kunst bij dergelijk geavanceerd onderzoek is het vinden van de juiste match. In zijn eerste advies “Samen de lat hoog leggen. Regio en rijk bundelen krachten voor innovatie”, dat afgelopen voorjaar uitkwam, constateert de AWTI versnippering van regionale initiatieven, overlap en concurrentie in plaats van samenwerking. ‘Zo ontstijgen initiatieven het regionale niveau vaak niet en blijven ze te specifiek gericht op één sector.’ Daarom pleit de adviesraad voor ecosysteem-agenda’s, waarmee partners binnen één regio focus kunnen aanbrengen in hun onderzoeks- en innovatie-inspanningen. Op basis daarvan kunnen ze samenwerking zoeken met andere ecosystemen. De AWTI beschouwt het als taak van het rijk om de regio’s daarin te faciliteren. Zo zouden de acht regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zich kunnen ontwikkelen tot innovatiesupportcentra voor het regionale bedrijfsleven. Het demissionaire kabinet heeft inmiddels positief gereageerd op dit advies, maar laat de financiële consequenties over aan een nieuw kabinet. Debackere: ‘Het rijk moet niet de baas spelen over de regio’s, maar stuwend optreden door te zorgen dat ze over de juiste informatie beschikken en een beroep kunnen doen op gerichte coaching. Daarmee kunnen ze het nodige inzicht verwerven in regionaal aanwezige kennis en talent en vervolgens hun eigen specialisatie-strategieën ontwikkelen. Ze moeten hun lot in eigen hand nemen en zich niet a priori door het rijk in een bepaalde richting laten sturen, maar wel openstaan voor krachtenbundeling en landelijke afstemming waar nuttig en relevant.’ BRAINPORT EINDHOVEN ‘Er zijn grote verschillen in maturiteit om deze processen vorm te geven’, vervolgt de Vlaamse hoogleraar. ‘Geen enkele regio staat hier blanco in.’ Een van de nationale toppers is Brainport Eindhoven, dat een ecosysteem heeft met heel alerte, actieve actoren met goede bruggen naar de kennisinstellingen, waarbij de ROM een belangrijke rol speelt. Honderden vertegenwoordigers van regionale bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen en overheden hebben in samenspraak de Brainport Agenda opgesteld met een looptijd tot 2038 en elke vijf jaar een herijking van de afgesproken opgaven op het gebied van innovatie, technologie, ondernemen, arbeidsmarkt en vestigingsklimaat. Hiertegenover staan regio’s die nog wat fragmentarisch bezig zijn. Ze zijn volgens de AWTI niet onderscheidend genoeg, missen focus en brengen verschillende opgaven onvoldoende samen. Ook ontbreekt vaak een echte investeringsagenda met afspraken over wie welke middelen vanuit een investeringsperspectief in gaat zetten. Gevraagd naar voorbeelden van regionale samenwerkingsverbanden waar meer uit te halen valt, noemt Debackere het Samenwerkingsverband Noord-Nederland en de regio Zwolle. ‘Die hebben weliswaar doordachte en ambitieuze plannen, maar de uitdaging is de gezamenlijkheid vast te houden in de uitvoering.’ Zulke regio’s hebben dan ook het meeste winnen bij het vorige en komende advies van de AWTI. Overigens betekent dit niet dat regio’s die al excellent presteren, zoals Eindhoven, op hun lauweren kunnen gaan rusten, willen ze in aanmerking blijven komen voor Europese steun. Debackere: ‘Ze zullen alle zeilen moeten bijzetten om de aansluiting bij de top te behouden. Er is veel competitie in Europa.’ HORIZON EUROPE Het meeste Europese geld voor WTI komt uit het Kaderprogramma Horizon Europe, een voortzetting van Horizon 2020. Voor de periode 2021-2027 heeft de EU 85 miljard euro uitgetrokken voor aanvragen uit alle lidstaten. Het Rathenau Instituut becijferde vorig jaar dat de publieke onderzoeksfinanciering in Nederland voor 12 procent afkomstig was uit het Horizon-programma, waarvoor in de hele EU afgelopen zeven jaar 67,5 miljard euro beschikbaar was. Nederland BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 EEK 49
Pagina 38
Bouw mee aan een nieuw land Op 1 januari 2022 gaat de nieuwe gemeente Land van Cuijk van start, die is ontstaan door het samengaan van vijf gemeenten in Noordoost-Brabant. Voor deze nieuwe gemeente zijn we op zoek naar nieuwe medewerkers, naar pioniers, aanpakkers en doorzetters. We zoeken stevige krachten met kennis en kunde die ons helpen de nieuwe gemeente in te richten. We hebben veel uitdagende vacatures, in alle vak- en interessegebieden. Ben jij de waardevolle kracht die ons ‘land’ komt versterken? Veel uitdagende vacatures! Kom werken voor een nieuw land! Maak het mee De nieuwe gemeente heeft één krachtig bestuur. Als grotere gemeente hebben we meer invloed in de regio en in de provincie. De organisatie is volop in ontwikkeling. Bij ons maak je het mee: er is veel ruimte voor eigen inbreng en verantwoordelijkheid. We bouwen aan een nieuwe gemeente, voor én met de inwoners van het Land van Cuijk. We hebben een open werksfeer, waar medewerkers volop de kans krijgen om te doen waar ze goed in zijn, vanuit eigen kracht en eigen talent. Binnen de gemeente kun je werken aan projecten en opdrachten die jou voldoening geven. Het resultaat ervan zie je direct terug in de samenleving. Zo blijven jij en de gemeente groeien. We werken hard aan het uitbreiden van onze teams. Iedere maand starten er nieuwe collega’s. Er zijn uitdagende vacatures te vervullen, nu en in de komende maanden. Interessant voor mensen met en zonder gemeentelijke ervaring. Je komt te werken in een nieuwe, unieke organisatie, met veel mogelijkheden om te groeien en te blijven ontwikkelen. Ben je geïnteresseerd geraakt in onze nieuwe organisatie en vacatures? Kijk op werkenbijlandvancuijk.nl of scan de QR-code Grootste van Brabant De gemeente Land van Cuijk ligt in een groene omgeving waar het uitgestrekte landschap, het water en de rijke historie hand in hand gaan met een actief verenigingsleven, ondernemerschap, innovatie en techniek. De gemeente is in oppervlakte de grootste van Brabant, maar in onze dienstverlening staan we dichtbij inwoners. De 90.000 inwoners in de 33 kernen voelen zich hier thuis. Voor hen zijn wij iedere dag in touw. SPECIAL 39 is een grootverbruiker van dit programma, dat volledig is gericht op WTI: het ontvangt meer dan het bijdraagt. Volgens Debackere heeft Nederland een uitmuntende reputatie op het gebied van wetenschap, technologie en innovatie. Nederlandse voorstellen scoren bovengemiddeld hoog op kwaliteit en innovatief karakter. Maar dit is geen garantie voor een blijvend hoog aandeel in de EU-bijdrage voor WTI-beleid. Het Verenigd Koninkrijk was een andere grootgebruiker, die door de Brexit is weggevallen. Debackere verwacht een inhaalslag van andere grote landen als Frankrijk en Duitsland, die tot nu toe minder ontvingen dan betaalden. Bovendien rukken Centraal- en Oost-Europese lidstaten steeds verder op met goede plannen. Verder kent het nieuwe Horizonprogramma een aantal accentverschuivingen ten opzichte van het oude. Bij de verdeling van de budgetten is er meer aandacht voor EUprioriteiten als klimaatadaptatie, kankeronderzoek en duurzame voeding. Hierbij geldt: nieuwe ronde, nieuwe kansen. COLUMN JAN VERHAGEN Bijna tien keer zoveel geld als binnen Horizon circuleert, gaat naar de regiofondsen van de EU, maar hiervan wordt slechts een beperkt deel besteed aan directe WTI-activiteiten. Bovendien ontvangt Nederland minder dan 1 procent van het totale budget, omdat dit is bedoeld voor de armste regio’s en daarvan zijn er in Nederland niet zoveel. De uitverkoren regio’s ontvangen het geld uit deze fondsen rechtstreeks van de EU en bepalen zelf hoeveel hiervan ze als hefboom inzetten voor wetenschap, technologie en innovatie. Nieuw is de derde categorie van omvangrijke programma’s als Green Deal en het herstelprogramma voor de coronacrisis Recovery & Resilience Facility en NextGenerationEU, die voor iets minder dan de helft uit subsidies bestaan en voor de rest uit leningen. CENTRALE DATABASE Met het Europese klimaat- en milieubeleid is 503 miljard euro gemoeid tot 2031 en met het herstelprogramma ruim 800 miljard euro tot 2027, waarvan 83 miljard voor het post-covid deelprogramma NextGenerationEU. Plannen die inspelen op EU-prioriteiten als verduurzaming van mobiliteit en infrastructuur maken de meeste kans. Ook deze fondsen kunnen als hefboom voor WTI- beleid worden gebruikt. Het is zacht gezegd een uitdaging om bij de verwerving van innovatiegelden zulke uiteenlopende fondsen te benutten, die allemaal hun eigen criteria en betalingstermijnen hanteren. Doel van het WTI-advies is Nederlandse regio’s in staat te stellen hiervan optimaal gebruik te maken. Maar hoe vind je de weg in dit doolhof? AWTI-stafmedewerker Hamilcar Knops verwijst naar een instrument dat België hiervoor in het leven heeft geroepen. Daar geldt al langer de verplichting alle nationale en internationale projecten en subsidies te registeren in een centrale database. Zo kun je zien wat bedrijf X of kennisinstelling Y heeft binnengehaald voor een bepaald onderzoek. Knops: ‘Met dat inzicht kun je sneller zien of regelingen elkaar versterken. Bijvoorbeeld dat de ene regeling werkt als springplank voor een andere of dat ze juist hand-in-hand gaan, waardoor ze fungeren als een hefboom. Een soortgelijke database kan in Nederland ook van pas komen, zeker met de uitbreidingen en verschuivingen in het EU-beleid. Je kunt die bijvoorbeeld onderbrengen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.’ LOONSVERHOGING Vanaf volgend jaar krijgen alle medewerkers van de gemeenten minstens 14 euro per uur salaris. Dat staat in de concept-cao. De leden van de vakbonden mogen daar tot en met 19 december over stemmen, en ook de gemeenten mogen hierover stemmen. Ik zeg: Doen! Vóórstemmen! De laagste loonschalen bij de gemeenten zijn nu al hoger dan het minimumloon. De gemeenten hebben maar weinig medewerkers die nu minder dan 14 euro per uur verdienen. En dat is maar goed ook. 14 euro is namelijk te weinig om rond te kunnen komen. Dus zo’n loonsverhoging is hard nodig. Ook al is het op het eerste gezicht een dure maatregel met weinig effect. Erg inefficiënt. Want door deze loonsverhoging daalt de algemene heffingskorting, daalt de huurtoeslag, daalt de zorgtoeslag. Door deze loonsverhoging moeten de medewerkers meer inkomstenbelasting aan het rijk betalen. Ten slotte krijgt het rijk via de btw ook nog een deel van de netto loonsverhoging. Al met al krijgt het rijk meer dan 80 procent van de loonsverhoging en houden de medewerkers zelf minder dan 20 procent over. Met deze loonsverhoging sponsoren de gemeenten dus vooral het rijk. Toch ben ik een voorstander van deze loonsverhoging. En dat is niet alleen om, lekker gemakkelijk, een sociaal gezicht te tonen. Ik heb er ook een strategische reden voor. Nu de gemeenten 14 euro minimumloon bieden, kunnen de andere overheden moeilijk achterblijven. Dus ik denk dat het minimumloon bij de ministeries ook naar 14 euro gaat. En bij de provincies, waterschappen, scholen, defensie en zorg ook. Is het niet volgend jaar dan wel in 2023. Daarna zullen bedrijven snel volgen. Sterker nog, ik sluit niet uit dat deze 14 euro in het regeerakkoord en in de wet ‘ Gemeenten sponsoren het rijk’ komt. De verhoging van het minimumloon leidt tot extra rijksuitgaven, waarvan de gemeenten – trap op – meeprofiteren. Met een hoger minimumloon sponsort het rijk ook de gemeenten. Bovendien besparen de gemeenten geld op het minimabeleid door een hoger minimumloon. Met een hoger minimumloon wordt Nederland een beetje socialer en een beetje mooier. Niet alleen voor de ‘werkende armen’ levert het hogere minimumloon wat op maar de gemeenten kunnen eraan verdienen. Geld dat de gemeenten goed kunnen gebruiken om Nederland nóg een beetje extra mooier te maken. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 40 SPECIAL EUROPA DOOR: HANS BEKKERS BEELD: SHUTTERSTOCK Het ministerie van Financiën en dat alleen bepaalt de EU-agenda van Nederland. Zo ook de invulling van het corona-herstelplan, waarvoor bijna 6 miljard euro klaar ligt in Brussel. Provincies en gemeenten kunnen piepen wat ze willen. HOEKSTRA DRAAIT AAN DE KNOPPEN HET OMKATTEN VAN 6 MILJARD EU-SUBSIDIE En piepen doen ze, de bestuurders van de decentrale overheden. Al maanden klinkt uit diverse regio’s het verontwaardigde geluid dat ze niet worden betrokken bij de opstelling van het zogeheten RRFherstelplan (Recovery and Resilience Facility). Argumenten om te worden aangehaakt, zijn er voldoende. Het eerste argument is dat de pandemie niet alleen het rijk, maar ook de lokale en regionale overheden geld heeft gekost door bijvoorbeeld een minderopbrengst van heffingen. Het Comité van de Regio’s becijferde dat nadeel onlangs op 2,7 miljard euro. Flevolands gedeputeerde Michiel Rijsberman (Europa, D66) was een van de eersten die van zich liet horen dat de provincies door Den Haag niets werd gevraagd over schriftelijke bijdragen aan een herstelplan. Zelfs op ambtelijk niveau lukte het volgens hem maar niet om daarover in gesprek te komen. We schrijven dan februari 2021. IJDELE HOOP Negen maanden later is er weinig veranderd, zo blijkt uit een aansporend schrijven van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan demissionair minister Hoekstra van Financiën. Tot nog toe, zo foetert de koepelorganisatie hebben gemeenten – net als de provincies – nog steeds nul inbreng gehad bij het opstellen van een nationaal coronaherstelplan. ‘De voorstellen zijn zonder betrokkenheid van de decentrale overheden opgesteld en maandenlang vertrouwelijk geweest’, laat de VNG weten. Zij doelen op de contouren van de ‘verkenning’ die door Hoekstra begin november naar buiten werd gebracht in een brief aan de Tweede Kamer. Die werd mede verstuurd op aandringen van de Kamerleden Laurens Dassen (Volt) en Tom van der Lee (GroenLinks). Bij motie hadden zij de regering gevraagd ‘per direct’ te starten met de consultatie van decentrale overheden. De motie Dassen/Van der Lee riep Hoekstra verder op om nog voor het kerstreces te rapporteren hoe die input van provincies en gemeenten zal worden verwerkt. Het is nog geen kerst, er is dus nog hoop. Maar veel, zo niet alles, wijst erop dat die ijdel is. Heel misschien was het anders geweest als Economisch Zaken de penvoerder was gebleven. De verzamelde provincies dienden bij toenmalig staatssecretaris Keijzer al in september 2020 een uit te werken Herstelplan Regionale Economie in. Dat ministerie werd echter ras van de bak gebeten door Financien. Van het IPO-Herstelplan is sindsdien niets meer vernomen. ‘Kaltgestellt’, weten de insiders. Het is business as usual aan het Korte Voorhout. Bij Financiën is het adagium sinds de dagen van Gerrit Zalm niet voor niets: centraal wat centraal kan, decentraal alleen wat echt decentraal moet. Onder Hoekstra is het Het is nog geen kerst, er is dus nog hoop niet veel anders. Eerder worden onder zijn leiding de touwtjes er nog strakker aangetrokken. Wat hij ermee opschiet de regie over de RRF-gelden volledig naar zich toe te trekken? Het creëert financiële ruimte op de rijksbegroting. In het door Brussel bekostigde herstelplan kan hij allerlei rijksprojecten en -uitgaven onderbrengen, waardoor er opeens bijna 6 miljard euro dekking is. Zo maakt bijvoorbeeld de verduurzaming van militaire kazernes à raison van 1,2 miljard euro – van het ministerie van Defensie – onderdeel uit van het concept-herstelplan in wording. BETROKKENHEID De Europese Commissie heeft de lidstaten bij diverse gelegenheden aangemoedigd om belangrijke actoren op regionaal en lokaal niveau te betrekken bij de voorbereiding en uitvoering van de herstelplannen SPECIAL 41 NEDERLAND LAATSTE Nederland heeft als enige EU-lidstaat nog geen coronaherstelplan. Dat is volgens demissionair minister Hoekstra aan een nieuw kabinet: ‘Tot rond de zomer van volgend jaar kan er in Brussel nog een plan worden ingediend zonder dat het gevaar bestaat dat Nederland geld misloopt.’ Het plan heeft alleen kans van slagen als lokale en regionale overheden rechtstreeks worden betrokken bij de voorbereiding van de plannen, volgens een vorige week door het Comité van de Regio’s aangenomen advies van rapporteur Rob Jonkman, wethouder van Opsterland. Nauwe betrokkenheid tussen alle bestuursniveaus en sociale partners voorkomt volgens hem ook eventuele overlappingen met andere EU-fondsen. om de uitrol ervan te vergemakkelijken en de nationale betrokkenheid te vergroten. Nou, hoe mooi past de verduurzaming van al die kazernes daar bijvoorbeeld niet in? Die staan immers verspreid over het land, dus profiteren de regio’s er ook van. Een ander voordeel voor de rijksbegroting is dat voor het RRF-potje Hoekstra zelfs reeds gedane corona-uitgaven (vanaf februari 2020) mag opvoeren, tot wel 50 procent toe. ‘Voor zover in het Nederlandse plan gekozen wordt voor investeringen waartoe al is besloten en die reeds gedekt zijn in de nationale begroting, zorgt de bijdrage uit de RRF voor het vrijspelen van incidentele middelen uit de nationale begroting die vrij kunnen worden ingezet, bijvoorbeeld om het invoeren van hervormingen te faciliteren of voor incidentele uitgaven buiten de reikwijdte van de RRF’, aldus Hoekstra in de Kamerbrief. Het omkatten van Brusselse subsidies naar begrotingseuro’s wordt dit door sommigen ook wel genoemd. INPUT Over wie de input voor het plan-in-wording heeft geleverd, laat Financiën geen onduidelijkheid bestaan. Het bestaat uit twee ‘bouwstenen’: reeds gedekte investeringen en hervormingen van februari 2020 tot april 2021 (samen 144 pagina’s) en een lijst van 46 nieuwe investeringen ter waarde van liefst 13,5 miljard euro. ‘Tijdens de verkenning naar nieuwe investeringen konden alle departementen projecten indienen.’ Ho, ho, ho. Vindt Brussel dat allemaal goed? Komt Nederland daarmee weg? Nee, natuurlijk niet, piepen tal van lokale bestuurders in koor. De EU zou namelijk als ‘harde voorwaarde’ hebben gesteld dat lokale overheden worden betrokken bij de planvorming en de uiteindelijke bestemming van de bijna 6 miljard euro. Daarmee brengen ze hun tweede argument in stelling. Gedeputeerde Rijsberman is daarmee intussen de boer op gegaan. In het Comité van de Regio’s heeft hij het in een vraag verpakte argument voorgelegd aan Eurocommissaris Elisa Fereira: hoe gaat de EU handhaven als nationale overheden de andere stakeholders niet betrekken? Dat was immers wel de afspraak, zo betoogt hij. Ook de VNG wijst in haar aanmaningsbrief Hoekstra op de verplichting uit de RRF-verordening om decentrale overheden bij de totstandkoming van het herstelplan te betrekken. Maar hoe hard is dat? Die zogeheten verplichting tot overleg met de decentrale overheden blijkt niet als zodanig in de eronder liggende wettekst terug te vinden. Ja, in de Memorie van Toelichting staat het als ‘dwingend voorschrift’ vermeld. Maar met zo’n term, op die plaats, kun je volgens ingewijden in de praktijk niets afdwingen. Zie het veeleer als een ‘warme aanbeveling.’ Anders gezegd, het is facultatief. Je kunt wijzen op andere landen als Duitsland, België en Finland, die het wat de lokale betrokkenheid wel hebben begrepen. Maar evengoed kun je Slovenië al als voorbeeld aanhalen. Die regering van die lidstaat diende een herstelplan in met nul inbreng vanuit de regio. Inmiddels staat er gewoon een groene stempel op: de EU-ministers van Financiën keurden het in juli al goed. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 42
42 SPECIAL EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: BERT BEELEN De Raad van Europa in Straatsburg krijgt volgend jaar een rapport over digitalisering op tafel van Gelders gedeputeerde Jan Markink. Hij schrijft het rapport Smart Cities, Smart Regions met een Schots raadslid Tony Buchanan. Samen zijn ze lid van het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa. GEDEPUTEERDE BUIGT ZICH VOOR RAAD VAN EUROPA OVER SMART CITIES JAN MARKINK RAPPORTEUR DIGITALISERING U gaat een rapport schrijven voor de Raad van Europa. Waar gaat het over? ‘Het rapport Smart Cities en Smart Regions kijkt aan de hand van verschillende thema’s naar hoe steden en regio’s op een goede manier verder kunnen digitaliseren. Bijvoorbeeld publieke dienstverlening, burgerparticipatie, omgang met data, veiligheid en grensoverschrijdende samenwerking. Risico’s en kansen en de ethische vraagstukken worden daarvoor in beeld gebracht. Daarnaast kijkt het rapport naar de gevolgen van Covid. Hierdoor is digitalisering in een stroomversnelling gekomen. Andere belangrijke focus is de ongelijkheid in de samenleving door digitalisering. Een groot risico. Daar ligt een belangrijke taak voor de overheid. Digitale ongelijkheid is een kernthema. We leven in een democratie en iedere inwoner heeft recht op toegang tot de overheid en de kansen van digitalisering. Dit gaat niet altijd vanzelf en waar mensen of groepen buiten de boot vallen, is overheidsaandacht in mijn ogen een must.’ Ongelijkheid waarin, in skills, of in beschikbaarheid van technologie? ‘Beide. De technologie en technologische infrastructuur vormen de basis en die is zeker niet in alle delen van Europa goed beschikbaar. Zelfs in Nederland, ondanks ons 5G netwerk, het mobiele bereik in de grensgebieden lang niet overal optimaal, ook in Gelderland. Toch worden die verschillen kleiner en zijn het vooral de skills, het vertrouwen in de overheid en de nadelige effecten van digitale technologie die aandacht vragen. Wantrouwen in de overheid leidt tot afwijzing en niet mee willen gaan. Dit is een breed verschijnsel, maar speelt ook hier een rol. De rol van digitalisering wordt groot in ieders leven en op Europees niveau zijn de verschillen groot bijvoorbeeld tussen stad en platteland en opleidingsniveau. Of iedereen mee kan komen, moet in de toekomst blijken. Daar ligt wel onze taak. Als we dat niet goed doen, krijg je een grotere tweedeling in onze samenleving en een verzwakking van onze democratie. Dat moeten we voorkomen. Dit rapport zal ook handvatten geven hiervoor. Welke, daar kom ik graag komend najaar op terug.’ Waar ligt de grootste uitdaging van de provincie als het gaat om ethiek? ‘Ethiek is Chefsache. We moeten en willen digitaliseren, maar wel op een democratisch verantwoorde en doelgerichte manier. Hoe ver ga je? Hoe snel ga je? De uitdaging is dat je niet op je smoel gaat met bijvoorbeeld een toeslagenaffaire, waarbij het algoritme heilig was. We moeten werken aan het vertrouwen door openheid en goede omgang met persoonsgegevens. De uitdaging is om continue mee te bewegen met de ontwikkelingen en snel te leren.’ Wat gaat dit rapport doen als het klaar is? ‘Door kansen en risico’s in kaart te brengen zal het een leidraad zijn voor een brede digitaliseringsaanpak van steden en regio’s op zo’n wijze dat niemand wordt uitgesloten. Hiermee kunnen steden en regio’s stappen zetten naar een goed democratisch geborgde digitalisering van hun organisatie en dienstverlening. De aanbevelingen zijn trouwens ook van belang voor nationale overheden. De overheid moet immers meer en meer als één opereren.’ Hoe zou een digitale overheid in Gelderland vorm moeten krijgen? ‘Door beter samenwerken. Met datagedreven werken verbeteren we ons beleid. Door nieuwe technologieën verbeteren we onze participatie en dienstverlening. Gemeenten werken aan digitale loketten en de rijksoverheid aan een digitale identiteit. Als middenbestuur willen we informatie beter deelbaar maken. Digitale veiligheid en ethiek vormen een overkoepelend thema. We worden hopelijk ook echt transparanter. Let wel, zonder de juiste intentie verbetert digitalisering hierin niets. Overigens is de digitale overheid van morgen een andere dan die van overmorgen. Dit is constant in ontwikkeling. Veel overheden worstelen met deze vraag. Het rapport van de Raad van Europa zal inspiratie geven.’ Zit er veel kennis in Gelderland op dit thema? ‘Er gebeurt heel veel in Gelderland. Het NatiBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 SPECIAL 43 ‘ Ik moet eerlijk zijn dat ik niet degene ben die het meest vooruit loopt hierin’ onaal Centrum voor Veiligheid en Digitalisering in Apeldoorn is een belangrijk kennisinstituut voor onderzoek en opleiding gedaan in digitale veiligheid en fraude. Bart Jacobs van de Radboud Universiteit in Nijmegen speelt internationaal een belangrijke rol in ‘Privacy By Design’ dat mede basis biedt voor de European Identity Wallet. Ook ondersteunt hij de ontwikkeling van een alternatief sociaal netwerk. Daarnaast hebben we de AI hub Oost-Nederland. Die kijkt naar toepassingen voor de samenleving van kunstmatige intelligentie en OnePlanet werkt onder andere aan kansen van digitalisering voor agro en voeding.’ Wat is nodig om het Gelderland van de toekomst digitaal vorm te geven? ‘In het algemeen: ruimte voor innovatie. Vanuit Europa moet er duidelijke regelgeving komen, die door vertaald wordt in Nederland. Ook de fondsen hebben we nodig om te innoveren en te investeren. Daarnaast is de democratische check van de Raad van Europa belangrijk. Vanuit de rijksoverheid hebben we coördinatie en voldoende middelen nodig. Een coördinerend bewindspersoon zou goed zijn. Rijk, provincies en gemeenten moeten een enorme slag maken, dat kan niet zonder investeren. Gemeenten hebben het momenteel al heel druk en zwaar. Dit is echt een zorg. Een voorbeeld? In de Omgevingswet, die hopelijk in 2022 in werking treedt, zijn er veel digitale uitdagingen. In vergunningverlening en handhaving en toezicht bijvoorbeeld. Daarvoor moet de hele IT op de schop. Er zijn gemeenten die daarin al ver zijn, maar er zijn ook gemeenten die nog niet zo ver zijn. Het zou goed zijn als gemeenten daarvoor hulp krijgen van het rijk en dan praat je over vele miljoenen die nodig zijn. Het zou verder goed zijn als alle gemeenten in hun coalitieakkoord aandacht besteden aan digitalisering. De uitdaging is enorm.’ Wat moet een bestuurder nu van digitalisering en business processen weten wat vroeger bijvoorbeeld bij de IT-afdeling lag? ‘Het is een volledige verandering van inzicht en rol die ik daarin heb. Tien jaar geleden liet ik als bestuurder IT over aan de provinciesecretaris. Inmiddels is digitalisering een van de belangrijkste thema’s in mijn portefeuille aan het worden. Ik verdiep me in de digitale transformatie en de gevolgen voor onze democratie, veiligheid en verbondenheid van onze burgers en bedrijven, maar ook op de kansen voor economische ontwikkeling. En ja, ook een hack van vertrouwelijke dossiers bij een extern bedrijf laatst, komt op mijn bord. We hebben een apart portefeuilleberaad digitalisering in het leven geroepen. Digitalisering is een van de fundamentele technologische ontwikkelingen en raakt alle maatschappelijke uitdagingen en portefeuilles, daarin moeten we coördinatie hebben. Daarbij zorg dat ik betrokken ben bij dit onderwerp door mijn rapporteurschap met het rapport Smart Cities, Smart Regions.’ Hoe digitaal bent u zelf eigenlijk? ‘Ik moet eerlijk zijn dat ik niet degene ben die het meest vooruit loopt hierin. Maar ik ben heel digitaal vaardig geworden, na een steile leercurve. Dat had alles te maken met COVID. Ik denk dat ik nu een stukje boven het gemiddelde zit maar ik loop nog steeds af en toe tegen problemen aan, net als veel mensen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 44
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA BOEK RECENSIE 45 HOE HET VERDER MOET MET ONS DWARSDENKERS OVER NEDERLAND Komt het nog goed met Nederland? Of het nu gaat om de coronacrisis, de windmolens of het reduceren van de stikstofuitstoot, steeds zitten maatschappelijke tegenstellingen en zwabberend bestuur een kordate aanpak in de weg. En dat kunnen we ons met urgente opgaven als de woningbouw en de klimaatcrisis niet langer veroorloven. Het moet anders, maar hoe? Journalist Bas Mesters biedt het formerende kabinet inspiratie. Voor Het herstel van Nederland interviewde hij een dozijn dwarsdenkers die de ondertitel van zijn boek mogen waarmaken: Twaalf oplossingen voor een land in crisis. Mesters laat een bont gezelschap van onder meer economen, historici en psychiaters aan het woord die achtereenvolgens het veld (hoe staat het er in sectoren als het onderwijs of de zorg voor?), het onderliggende systeem en onze gezamenlijke waarden fileren. Wat de twaalf delen, is een afkeer van het neoliberalisme. Doorgeschoten marktwerking reduceerde de burger tot anonieme cliënt en sloeg de samenleving uit het lood. ‘Er wordt veel te veel gesproken over de BV Ze delen een afkeer van het neoliberalisme Nederland. Een verschrikkelijke term’, zegt econoom Dirk Bezemer. Wat we missen, vat psychiater Cobie Groenendijk samen, is een ‘holding environment’: ‘zekerheid op het gebied, recht op een woning, goede toegang tot zorg, goed onderwijs.’ Mesters is een vaardig interviewer, zo blijkt uit deze gesprekken die in verkorte vorm vaak al in andere media verschenen. Docent Ton van Haperen mag zijn revolutie prediken in het onderwijs, waarbij alle schoolbesturen worden ontslagen, scholen worden onteigend en ‘het ministerie ervoor zorgt dat de tweehonderdduizend werkenden in het onderwijs de twee miljoen kinderen weer fatsoenlijk les bieden.’ Andere geïnterviewden gaan minder ver. Woningcorporatiebestuurder Bernard Smits ziet in ‘coöperatief wonen’ (lees: woongroepen) een uitweg uit de huizencrisis en het bedachtzame betoog van rechter Marc Fierstra is eigenlijk vooral een pleidooi voor meer geld voor de in zijn ogen uitgeklede rechtspraak. Met korte tussenstukjes rijgt Mesters de in ambitie en realiseerbaarheid nogal ongelijksoortige betogen soepel aaneen. ‘Veel professionals en burgers voelen zich tekort gedaan en niet gehoord’, schrijft hij in het slotwoord. ‘Het draait minder om relaties, minder om gemeenschap, meer om het individu, transacties en winst.’ En: ‘Bijzonder opvallend is dat vrijwel alle geïnterviewden omhoogkijken, naar de overheid, naar het kabinet, naar de premier, die visie moeten tonen en zich niet moeten laten leiden door de korte termijn.’ Wellicht krijgen we tegen de kerst dan eindelijk antwoord. CITAAT UIT HET BOEK ‘De mensen die minder hard schreeuwen, komen onvoldoende aan het woord’ HET HERSTEL VAN NEDERLAND TWAALF OPLOSSINGEN VOOR EEN LAND IN CRISIS Bas Mesters uitgeverij Balans, 2021 Prijs: ¤ 21,99 ADVERTENTIE
Pagina 48
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 48 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Helga van Limbeek is benoemd tot interim-griffier in Tubbergen. Ze volgt Laurens Legtenberg op, die zijn functie op 1 november 2021 heeft neergelegd. Van Limbeek was eerder tot maart 2018 ook al griffier in Tubbergen. ANGELA VAN DER PUTTEN Angela van der Putten is per 1 januari 2022 benoemd tot hoofdinspecteur Jeugd en Maatschappelijke Zorg bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Ze volgt Korrie Louwes op. Op dit moment is zij hoofdinspecteur bij de Inspectie Justitie en Veiligheid. Daarvoor werkte Van der Putten onder meer als directeur Veiligheid bij de gemeente Utrecht en als hoofd Gezondheidsbescherming bij de GGD. MARCEL VAN DAM De gemeenteraad van Eindhoven heeft Marcel van Dam aangewezen als interim-griffier. Hij is de opvolger van Jeanke Verbruggen, die in Valkenswaard manager ruimtelijk beleid wordt. Van Dam is zelfstandig politiek-bestuurlijk adviseur en was eerder onder meer interim-griffier in Haarlem, Rotterdam en Zoetermeer. WIM HILLENAAR Wim Hillenaar wordt waarnemend burgemeester van de nieuwe gemeente Land van Cuijk. Land van Cuijk ontstaat per 1 januari 2022 uit de gemeenten Grave, Cuijk, Boxmeer, St. Anthonis en Mill en St.Hubert. Hillenaar (CDA, 53) is sinds 2011 burgemeester van de huidige gemeente Cuijk. Hij begon daar in 2011 na een loopbaan bij onder meer de Landmacht, de VNG en Berenschot. Hij was ook lid van de gemeenteraad van Gouda. PAUL RÜPP Paul Rüpp is met ingang van 1 januari 2022 benoemd tot waarnemend burgemeester van de nieuwe gemeente Maashorst. Maashorst ontstaat per 1 januari 2022 uit de fusie van de gemeenten Landerd en Uden. Rüpp (CDA, 64) was eerder wethouder in Uden en gedeputeerde in Noord-Brabant. Tot afgelopen zomer was hij bestuursvoorzitter van Avans Hogeschool. PETER REHWINKEL Peter Rehwinkel is benoemd tot waarnemend burgemeester van de nieuwe gemeente Dijk en Waard. Per 1 januari 2022 ontstaat Dijk en Waard na een fusie van de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk. Rehwinkel (PvdA, 57) was eerder waarnemend burgemeester van Bergen en Zaltbommel. Daarvoor was hij burgemeester van Groningen, lid van de Eerste Kamer, burgemeester van Naarden en lid van de Tweede Kamer. KOMEN & GAAN EVA DE RAADT Eva de Raadt is benoemd tot wethouder in Haarlem. De Raadt (CDA, 40) volgt Michel Rog op, die eind oktober opstapte nadat er kritiek was gekomen op zijn standpunt over de coronapas. De Raadt is jurist en ondernemer en was tot haar benoeming raadslid. LUC WINANTS Luc Winants stapt op als burgemeester van Venray. Winants (CDA) stapt op nadat een vertrouwenscommissie aangaf op zoek te willen naar een nieuwe burgemeester. Winants was eerder burgemeester van Brunssum, waar hij moest vertrekken vanwege een conflict met de wethouders. DION SCHNEIDER Dion Schneider is aangesteld als waarnemend burgemeester van Simpelveld. Schneider (VVD, 51) was sinds 2013 wethouder in Kerkrade. In de jaren voor zijn wethouderschap was hij onder meer werkzaam als financieel specialist en zelfstandig ondernemer. Schneider volgt in Simpelveld tijdelijk Richard de Boer op, die benoemd is tot burgemeester van Landgraaf. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 PERSONALIA 49 WEINIG VACATURES BURGEMEESTERS RHODIA MAAS Op de 21 burgmeestersvacatures uit 2021 hebben in totaal 537 personen gesolliciteerd. 352 mannen en 157 vrouwen. Van 28 kandidaten is onbekend wat hun geslacht is. 2021 21 burgemeestervacatures RUUD VAN DEN BELT Burgemeester Ruud van den Belt is herbenoemd tot burgemeester van Steenbergen. Van den Belt begint aan zijn tweede termijn. Van den Belt (VVD, 59) was eerder directeur en wethouder in Geertruidenberg. mannen: 352 vrouwen: 157 onbekend: 28 totaal 537 personen CHRISTINE VISSER In Almere is Christine Visser benoemd tot loco-griffier van de gemeenteraad. Visser was al in Almere werkzaam als strategisch adviseur. Daarvoor was ze contractmanager sociaal domein, ook in Almere. ARJEN VAN DER LUGT Arjen van der Lugt is per 1 december 2021 de nieuwe griffier van de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp. Daar volgt hij Berend Sepers op die de overstap maakte naar de Zuid-Hollandse statengriffie. Van der Lugt was de afgelopen vijf jaar raadsgriffier in Oudewater. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia AREND CASTELEIN Met de benoeming van Arend Castelein heeft Veendam een nieuwe gemeentesecretaris. Met ingang van 1 februari 2022 volgt hij Martin Schomper op die met pensioen gaat. Castelein was tot de gemeentelijke herindeling gemeentesecretaris van Appingedam. Momenteel is hij clusterdirecteur interne en externe dienstverlening in Eemsdelta. Eerder was hij gemeentesecretaris van Veendam. CHRIT WOLFHAGEN Chrit Wolfhagen is op 24 november 2021 toegetreden tot het algemeen en dagelijks bestuur van Waterschap Limburg. Wolfhagen was eerder acht jaar fractievoorzitter Ongebouwd bij het voormalige Waterschap Roer en Overmaas en acht jaar wethouder in Roerdalen. Wolfhagen volgt Har Frenken op die op 3 november zijn ontslag aanbood. RENÉ PAAS Provinciale Staten van Groningen hebben commissaris van de koning René Paas voorgedragen voor herbenoeming. Paas (CDA, 55) was eerder raadslid en wethouder in de gemeente Groningen en voorzitter van het CNV en Divosa. Hij is cdk in Groningen sinds april 2016. Rhodia Maas wordt directeur-generaal Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. De benoeming gaat in op 1 februari 2022. Maas is sinds november 2016 algemeen directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarvoor was zij onder andere algemeen directeur Dienst Terugkeer & Vertrek bij het ministerie van Veiligheid en Justitie en directeur Stafdirectie Uitvoeringsbeleid bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. JEROEN WESSELINK Met ingang van 1 februari 2022 is Jeroen Wesselink benoemd tot gemeentesecretaris van Son en Breugel. Hij volgt Rien Schalkx op. Wesselink is op dit moment plaatsvervangend directeur bij de Veiligheidsregio Noorden Oost-Gelderland (VNOG). Harry Meeuwsen is nu nog waarmened gemeentesecretaris.
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 50 PERSONALIA CARRIÈRE JAN MARKINK Gelders gedeputeerde Jan Markink is benoemd als rapporteur op het onderwerp digitalisering voor de Raad van Europa. Daarmee haalt hij een belangrijke Europese adviespost binnen voor Nederland. De Raad van Europa is een internationale organisatie die mensenrechten, democratie en rechtstaat in Europa beschermt. Inmiddels zijn er 47 landen lid. Belangrijk onderdeel van de Raad is het Congres van Lokale en Regionale Overheden. MARC KNAAPEN Marc Knaapen is op 1 december 2021 gestart als interim gemeentesecretaris van Culemborg. Hij volgt Gerard Vlekke op die directeur wordt van de Omgevingsdienst Rivierenland. Knaapen heeft reeds 19 jaar ervaring als (ad interim) directeur en gemeentesecretaris van kleine tot middelgrote gemeenten. Knaapen werkte als interim gemeentesecretaris bij de gemeenten Oisterwijk, Overbetuwe en Reusel-De Mierden. Daarvoor was hij gemeentesecretaris in Weert. OVERLEDEN Oud-wethouder Joost van Roosmalen is op 77-jarige leeftijd overleden. Van Roosmalen was 14 jaar wethouder in Berlicum en later na de herindeling in 1996 nog twee jaar van Sint-Michielsgestel. Als wethouder namens de lokale partij Aktie ‘74 in Berlicum vond hij dat er in de nieuwe gemeente Sint-Michielsgestel een stevige lokale partij moest komen. Dit werd de PPA (Plaatselijke Politieke Alliantie), een samengaan van 5 lokale partijen uit Berlicum, Den Dungen en Sint-Michielsgestel. BAUKJE KRAMER Baukje Kramer is met ingang van 1 januari 2022 benoemd tot directeur beleid en uitvoering in Molenlanden. Het betreft zowel het fysiek als het sociaal domein in de gemeente. Tot 1 januari is zij werkzaam in Zaanstad als afdelingshoofd fysieke leefomgeving. Daarvoor werkte Kramer in verschillende functies voor de gemeenten Velsen, Bodegraven-Reeuwijk en Uithoorn. MIRANDA VEENBERGEN Miranda Veenbergen wordt voorgedragen als de nieuwe griffier van de gemeenteraad van Bronckhorst. Zij wordt in de raadsvergadering van 16 december 2021 geïnstalleerd en start haar werkzaamheden vanaf het nieuwe jaar. Ze volgt griffier Mirjam van Bergen op. Op dit moment is Veenbergen raadsgriffier in de gemeente Lochem. MICKEL BECKERS Mickel Beckers begint op 1 januari 2022 als gemeentesecretaris in Lansingerland. Hij is nu nog directeur Sport, Onderwijs en Cultuur bij de gemeente Rotterdam en bekleedde daarvoor bij diezelfde gemeente nog andere managementfuncties. Hij volgt Lucas Vokurka op, die secretaris-directeur is geworden bij de gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland. CORRECTIES EN AANVULLINGEN In het artikel ‘Jeugdzorg is goudmijn’ (BB22) zijn per abuis de VOF’s meegenomen in de analyse waarbij de winst per omzetklasse in kaart is gebracht. Bij deze rechtsvorm moet, net zoals bij eenmanszaken, anders naar het winstpercentage worden gekeken. De conclusie dat zes op de tien jeugdhulpaanbieders meer dan 10 procent winst maken, is daardoor niet gerechtvaardigd. Bij een aanzienlijk deel van jeugdzorgaanbieders worden weliswaar winsten gemaakt die niet in verhouding staan tot percentages die in de zorgsector als norm gelden, maar het gaat om een minder groot deel dan in het artikel zijn vermeld. Als de VOF’s en eenmanszaken buiten beschouwing worden gelaten, blijkt dat 32 procent van de jeugdzorgaanbieders meer dan 10 procent winst maakt. In de zorgsector is een winstpercentage van 3 tot 7 procent de norm. Hoge winst is een van de bijna tien indicatoren die kunnen wijzen op onrechtmatigheid. Uit de analyse blijkt dat bij 17 procent van de jeugdzorgaanbieders signalen zijn van onrechtmatigheid. In het artikel ‘Deze kar had wel gemogen’ (BB21) werd vermeld dat de gemeente Wijdemeren in de zogenaamde boodschappenaffaire naast een terugvordering ook een boete heeft opgelegd aan de betrokken inwoner. Dat klopt niet; hoewel een boete gebruikelijk is bij een schending van de inlichtingenplicht, heeft de gemeente daar in dit geval van afgezien. Met 15 modules stel je zelf het start- of inwerkprogramma samen. Klaar voor de start? De nieuwe raad snel aan de slag met het inwerkprogramma van het Periklesinstituut Kennis van besluitvorming, oefenen met het eigen vergadermodel, werken zonder last en bestuurlijke verhoudingen. Maar ook gemeentefinanciën en raadsinstrumenten. Gezamenlijke start van de nieuwe bestuursperiode Werken aan kennis, vaardigheden én de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenteraad Maak afspraken over bestuurscultuur, participatie en de samenwerking tussen raad en college Meer weten? Kijk op www.periklesinstituut.nl/GR2022 Met de ervaringen van de Mystery Burger
Pagina 52
Teamleider Sociaal 36 uur | schaal 12 • Operationele personeelsbeleid • Ontwikkeling Zeeuwse samenwerking • Geeft het ‘Plan van Aanpak Artikel 12’ vorm Kars Martin | 06-38322974 karsmartin@certusgroep.nl Manager uitvoering sociaal domein 36 uur | schaal 12 • Aansturing Loket Samenleving en Zorg • Transformatie binnen sociaal domein • Uitvoering operationele personeelsbeleid Verkeerskundig Ontwerper 32-36 uur | schaal 10 • Adviseren • Integraal ontwerpen • Nieuwe stukken stad • Creativiteit binnen complexe context Medewerker Verkeer 32-36 uur | schaal 9 • Communicatief vaardig • Contact stakeholders • Meedenken ontwerpen • Zelforganisatie Kars Martin | 06-38322974 karsmartin@certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl                           www.publieknetwerk.nl INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman | Gemeente Eindhoven Bestman | Gemeente Eindhoven Geerts & Partners | de GGD Zuid-Limburg Gemeente Beekdaelen Gemeente Delft via Merwede Executive Search Gemeente Den Haag Gemeente Hof van Twente Gemeente Koggenland Gemeente Losser Gemeente Oostzaan Gemeente Tiel Gemeente Tiel Gemeente Tilburg Leeuwendaal | Vervoerregio Amsterdam Provincie Flevoland Sociale Verzekeringsbank Sociale Verzekeringsbank Waterschap Aa en Maas Waterschap De Dommel Waterschap Vallei en Veluwe Zeelenberg | Gemeente Roosendaal Zeelenberg | Waterschap Noorderzijlvest FINANCIËN EN ECONOMIE Geerts & Partners | Gemeente 's-Hertogenbosch Geerts & Partners | Gemeente 's-Hertogenbosch Gemeente Delft Gemeente Gennep Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem JS Consultancy | Gemeente Houten Provincie Flevoland ICT EN AUTOMATISERING Publiek Netwerk | Haagse Hogeschool Samenwerking Kempengemeenten JURIDISCH Gemeente Pijnacker-Nootdorp Waterschap Aa en Maas Gemeente Urk MILIEU Gemeente Assen Gemeente Nieuwegein Gemeente Zoetermeer JS Consultancy | Natuur Stad JS Consultancy | Sportvisserij Limburg Publiek Netwerk | Gemeente Amsterdam Adviseur Milieu en Omgeving Parkbeheerder Natuurkwartier Beleidsadviseur klimaatadaptatie en circulaire stedelijke ontwikkeling Afdelingsmanager Educatie en Participatie Belangenbehartiger / Adviseur Afdelingshoofd Strategie en Projecten Afval en Grondstoffen ADVERTENTIES OP DE HOOGTE BLIJVEN VAN HET ACTUELE NIEUWS BINNEN UW VAKGEBIED? www.binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven Meld je GRATIS aan voor de dagelijkse nieuwsbrief van Binnenlands Bestuur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Pagina 56 Pagina 52 Jurist Senior juridisch adviseur en coördinator Juridisch Beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Administrateur Senior financieel adviseur Strategisch adviseur Afdelingsmanager Bedrijfsvoering/concerncontroller Medior Coördinator Planning en Control Senior Coördinator / Adviseur Kaderstelling, Planning en Control Concerncontroller Senior Beleidsadviseur Windenergie Zeelenberg | Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland Business controller Informatiemanager Bedrijfsvoering Functioneel applicatiebeheerder Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Plaatsvervangend Griffier / Senior Raadsadviseur Griffier Afdelingshoofd Financiën Manager Sociaal Afdelingshoofd Beleidsadviseur(s) Integratie Regiemanager I&A / Kwartiermaker Afdelingshoofd Dienstverlening Raadsadviseur Extern Lid Rekenkamercommissie Afdelingsmanager Mens en Samenleving Afdelingsmanager Inwoners Teammanager Bestuursondersteuning Senior Regisseur Smart Mobility - Vervoerregio Amsterdam (VRA) Beleidsadviseur Energietransitie Bestuursadviseur Strategisch Bestuursadviseur Beleidsadviseur Waterveiligheid Externe voorzitter Rekenkamercommissie Subsidie Adviseur Verbindende, vernieuwende griffier Dijkgraaf Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021
Pagina 54
54 INDEX OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Helmond PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Noordoostpolder Gemeente Steenbergen Publiek Netwerk | Drents Overijsselse Delta RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep | Gemeente Dordrecht Certus Groep | Gemeente Schouwen-Duiveland Certus Groep | Gemeente Leiden Certus Groep | Gemeente Leiden Federatie Ruimtelijke Kwaliteit Gemeente Heerenveen Gemeente Land van Cuijk Gemeente Lelystad JS Consultancy JS Consultancy | Provincie Overijssel Provincie Zeeland SOCIAAL Certus Groep | Gemeente Vlissingen Certus Groep | Gemeente Schouwen-Duiveland Gemeente Nieuwegein Gemeente Nieuwegein Gemeente Súdwest-Fryslân Gemeente Stichtse Vecht Gemeente Lelystad VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Steenwijkerland Manager Veiligheid en Naleving Teamleider Klant Contact Centrum (KCC) Ervaren P&O adviseur Strategisch HR Beleidsadviseur Projectleider Openbare Ruimte Senior Beleidsmedewerker Wonen Medewerker Verkeer Verkeerskundig Ontwerper Beleidsadviseur Ruimtelijke Kwaliteit Beleidsadviseur Wonen Vergunningverlener Senior bestemmingsplanregisseur Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling Sr. Projectleider Infrastructurele Projecten Adviseur Regionale bereikbaarheid Teamleider Sociaal Manager Uitvoering Sociaal Domein Procesondersteuner Sociaal Professional Beleidsadviseur Onderwijshuisvesting Beleidsadviseur Jeugd Beleidsadviseur Sociaal Domein JS Consultancy | Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel Teamleider Bedrijfsvoering Sociaal Domein Online content specialist ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Pagina 52 Pagina 52 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl presenteert Digitale infrastructuur en data-economie Wie gaat erover? Overheid, markt of allebei? 20 januari 2022 Webinar - Data-economie 16.00 - 16.45 uur 10 februari 2022 Webinar - Energietransitie 16.00 - 16.45 uur 10 maart 2022 Voorjaarscongres (invite only) Meld u aan en praat en       onze digitale infrastructuur. Volledig programma, informatie over de sprekers en aanmelden: congresdigitaleoverheid.nl in samenwerking met: Dutch Digital Infrastructure Associaon BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 49 | 2021 Andersom denken Geen verrassingen meer bij zieke medewerkers ‘Andersom Denken in Werk & Gezondheid’ is een nauwe samenwerking tussen bedrijfsartsen, huisartsen, leefstijlgeneeskundigen, fysiotherapeuten en leefstijlcoaches. Everybody Groep neemt de kosten van arbodienstverlening en verzuimbegeleiding over voor een vast maandbedrag. Voor dat bedrag ontvangt u een totaalpakket, waarin u ontzorgd wordt op het gebied van preventie en ziekteverzuimbegeleiding. Kortom, u kunt rekenen op vitale medewerkers én verlaging van het ziekteverzuimpercentage. 088-246 04 04 info@everybodygroep.nl www.everybodygroep.nl/andersom Everybody Groep: uw all-in-one partner voor werk en gezondheid.
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsConcerncontroller 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren controller die zorgdraagt voor de doorontwikkeling van de P&C-cyclus, maar die vooral ook een echte verbinder en sparringpartner is voor directie, college en management. Schakelt makkelijk tussen verschillende echelons en krijgt mensen mee. Houdt van de combinatie van cijfers, strategie en mensen. Is stevig, empathisch, scherp, oplossingsgericht en politiek sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Teamleider Bedrijfsvoering Sociaal Domein 36 uur | schaal 12 | max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) achtkarspelen tytsjerksteradiel tegearre selsstannich & Mooie functie voor een ervaren (team)leider die zowel de bedrijfsvoering in de vingers heeft als de uitdagingen binnen het sociaal domein oppakt. Koppelt strategie aan uitvoering. Is een echte verbinder die mensen meeneemt in de cultuurverandering en die integraal denkt en handelt. Is toegankelijk, politiek sensitief en brengt stevigheid en een frisse blik. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Belangenbehartiger / Adviseur 36 uur | schaal 10 (BBRA) Teamspeler met visie op het werkveld van Sportvisserij Limburg. Op enthousiaste wijze aangesloten hengelsportverenigingen proactief ondersteunen, van binnenuit versterken en stimuleren tot interne en externe samenwerking. Uitbreiden en onderhouden van netwerk en samenwerking met verschillende organisaties zoals waterschappen, provincie, natuurorganisaties en Sportvisserij Nederland. Daarnaast stimuleren van vrijwilligers en andere organisaties gericht op samenwerking. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Sr. Projectleider Infrastructurele Projecten 36 uur | schaal 13 max. € 92.869,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren projectleider die verantwoordelijk is voor uitdagende, complexe en aansprekende infrastructurele projecten. Is sparringpartner en intermediair tussen ambtelijk opdrachtgever, lijnorganisatie en project. Stuurt het projectteam aan. Is resultaatgericht, maar staat ook voor het team. Ervaring met IPM is een mooie plus. Is verbindend, bestuurlijk sensitief, analytisch en scherp. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Afdelingsmanager Educatie en Participatie 36 uur | schaal 11 max. € 71.642,- bruto per jaar Enthousiaste, krachtige en maatschappelijk ondernemende afdelingsmanager die samen met het team verandering in de organisatie doorvoert om strategie daadwerkelijk te realiseren. Moderne stijl van leidinggeven medewerkers, enthousiasmeren en motiveren voor vernieuwing en sturen op resultaat. Netwerker die vanuit passie voor duurzaamheid zakelijke samenwerking met partners aangaat. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling Ben jij een enthousiaste en bevlogen adviseur of projectleider RO? Wil jij samen met ons bijdragen aan de maatschappelijke vraagstukken binnen de ruimtelijke ontwikkeling? Voor jou als starter maar ook als ervaren professional hebben we uitdagende opdrachten klaarliggen bij diverse opdrachtgevers. JS Consultancy biedt jou een contract met uitstekende arbeidsvoorwaarden en veel ontwikkelmogelijkheden. Interesse? Bel Guido Termont 06 - 33 32 19 61 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 22-2021


Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 04 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘Het is gemakkelijker om gewoon ‘idioten’ te roepen’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. TOENEMENDE AGRESSIE OORZAAK EN GEVOLG Als socioloog ben je dezer dagen niet te benijden. Moord en brand hoor je te schreeuwen. Niet de boel nuanceren, van een andere kant bekijken en al helemaal niet naar oorzaken zoeken als ‘idioten’ een stad vernielen. Onze demissionair premier ‘haat’ het zoeken naar sociologische oorzaken. Het is inderdaad gemakkelijker om gewoon ‘idioten’ te roepen. Waarom zou je willen weten waarom het vertrouwen in de overheid of in diezelfde premier bij een meerderheid van de Nederlanders weg is? Allemaal lastig, want dan moet je je eigen beleid gaan evalueren. En daar wordt niemand vrolijk van: tekorten aan verpleegkundigen, politieagenten, boa’s, leraren… Nee, Rutte kijkt liever naar de gevolgen, zoals historicus Mathieu Segers laatst opmerkte in De Groene Amsterdammer, en roept ‘schande’. Maar eigenlijk wilde ik het hebben over agressie. ‘Zeker in deze coronatijd merken we dat lontjes korter worden en stellingnames sterker’, aldus de Leidse gemeentesecretaris Pim van Vliet in een artikel in dit nummer over het beveiligen van gemeentehuizen. Agressie zit al lang in de Nederlandse samenleving, beschreef Caroline Koetsenruijter onlangs in Het agressieparadijs. En het begint steeds meer te wringen. Waar komt die agressie toch vandaan? Marktdenken, doorgeslagen consumentisme, ‘de klant is koning’. Volgens Koetsenruijter heeft de overheid gezaaid wat we nu oogsten: een onafhankelijke, mondige burger, volledig gericht op het eigen belang en die maatschappelijk ongehoorzaam kan zijn. ‘Ik maak het zelf wel uit.’ Zie daar, de link tussen het beleid van de kabinetten-Rutte en de ‘idioten’. Zij uiten agressie op straat. Maar het probleem zit dieper. Agressie zit door alle lagen heen, maar heeft misschien wel meer impact als het van boven komt, stelt Koetsenruijter. Publieke professionals hebben vooral last van hoogopgeleide, intimiderende personen. Het type ‘kort lontje’ komt daar veel voor. Gevolgen te over, maar kijk eerst eens naar de oorzaken. Hè, bah, ben ik ongemerkt toch weer de socioloog aan het uithangen! ADVERTENTIE OP DE HOOGTE BLIJVEN VAN HET ACTUELE NIEUWS BINNEN UW VAKGEBIED? www.binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven Meld je GRATIS aan voor de dagelijkse nieuwsbrief van Binnenlands Bestuur WOUTER BOONSTRA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 INHOUD 05 40 COVERSTORY ZORGFRAUDE Ruim de helft van de jeugdzorgaanbieders behaalt een winstmarge van (veel) meer dan 10 procent, terwijl 3 tot 7 procent winst in de zorg de norm is. Dat blijkt uit onderzoek van Kurtosis op verzoek van Binnenlands Bestuur. 12 INTERVIEW BEN VISSER DE EERSTE IN EEMSDELTA Ben Visser wordt de eerste kroonbenoemde burgemeester van Eemsdelta. De raad ziet de oud-burgemeester van Scherpenzeel en huidig leraar op Urk helemaal zitten. ‘De leerlingen vinden het jammer dat ik vertrek.’ 22 OMGEVINGSDIENST WIL ROBUUSTER WORDEN 17 VEILIG GEMEENTEHUIS PAALTJES EN NOODKNOPPEN Baliemedewerkers hebben geregeld last van agressie. In Waalre en Nijkerk werden zelfs aanslagen op gemeentehuizen gepleegd. Welke maatregelen kunnen gemeenten nemen? Een adviescommissie kraakte het functioneren van omgevingsdiensten. Hoe moet het verder met ons stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving nu ‘zeer zorgwekkende stoffen’ moeilijk beheersbaar blijken en het wantrouwen van burgers groeit? HANDHAVERS OP ZOEK NAAR MEER MANDAAT NIEUWS Wethouders: bescheidenheid voorkomt val Duizenden kregen eerder hulp bij schulden Corona vraagt iets anders ACHTERGROND Luisteren, loslaten en verbinden Europa wil weer voorop in de AA-IE De huizen die geen gemeente wil ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL Elke maand een kaartje van je gemeente Rechters niet op stoel gemeente Essay: bezint terwijl ge begint ‘U past niet in ons thema’ 44 48 52 56 6 7 8 27 31 34 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 7 9 10 21 37 61 63 66
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 06 NIEUWS BESTUUR DOOR: WOUTER BOONSTRA Als wethouders minder inzetten op persoonlijk succes kunnen zij de nadruk op hun fouten verminderen en bijdragen aan een meer ontspannen verhouding tussen raad en college. Dat kan het debat verdiepen en uit de dynamiek van ‘afrekening’ halen. ONDERZOEK ONDER 150 WETHOUDERS STOP MET DE AFREKENCULTUUR Dat concludeert de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) in het essay ‘Aftreden of optreden?’, na onderzoek onder 150 wethouders in opdracht van de Wethoudersvereniging. In 2020 traden 231 van de 1.450 wethouders af (15 procent). Daarin valt de mate op waarin wethouders persoonlijke schuld wordt verweten. Een wethouder moet altijd ‘in control’ zijn, anders is het zijn eigen fout. ‘Dat is vanuit bestaande onderzoeken de eenvoudig te destilleren redenering’, aldus NSOB-onderzoekers. Zij zien hierin ‘een sterk maakbaarheidsidee’. Het gaat over ‘falen, zwakte en tekortschieten’ en dat de meerderheid van de raad dit niet aanvaardt. ‘Wethouders worden dan beoordeeld of eigenlijk afgerekend op hun prestaties.’ Voor tegenvallende prestaties wordt de wethouder vaak verantwoordelijk gehouden. Maar zijn verantwoordelijkheid wordt te gemakkelijk gezien als schuldaansprakelijkheid, niet als de risicoaansprakelijkheid die het feitelijk is. Alles wat misgaat is ook meteen zijn schuld, ‘want hij was degene die het had kunnen of moeten zien en dus ook had kunnen of moeten voorkomen’. Het wethouderschap is een ambt dat politieke verantwoordelijkheid draagt. ‘De waardigheid blijft altijd verbonden met het ambt, niet met de persoon.’ De politieke ‘schuldvraag’ stellen focust op de persoon, terwijl bij het wethouderschap de focus ook meer op het ambt kan liggen. Politiek is immers een ‘symbolische orde van geweldloze omgang met strijd en conflict’. Aftreden van wethouders kan alleen goed worden begrepen in het licht van die symbolische orde. ‘Aftreden is daarmee een rituele daad’, de knieval van De waardigheid blijft verbonden met het ambt De helft van de wethouders zegt bij fouten van de voorganger juist aan te blijven en op te treden om die fouten op te lossen. Wethouders treden eerder af om redenen die de persoon betreffen. Dat ‘gepersonaliseerd leiderschap’ zorgt voor een zichzelf versterkende dynamiek. ‘Het gaat niet om de wethouder, maar om deze wethouder.’ Door succes te claimen werken wethouders zelf in de hand dat de gemeenteraad zoekt naar hun persoonlijk falen. Maar door het vele aftreden om de persoon raakt de betekenis van het aftreden omwille van het ambt ondergesneeuwd. het bestuur voor de samenleving, omdat er iets heel erg is misgegaan en iemand daarvoor de politieke, symbolische, risicoaansprakelijke verantwoordelijkheid moet nemen. SYMBOLISCHE WAARDE Wethouders hechten aan het aanblijven en optreden ook sterke symbolische waarde: een signaal dat zij verantwoordelijkheid nemen om fouten te herstellen en te zorgen dat het straks beter gaat. Zowel optreden als aftreden kunnen een betekenisvolle keuze zijn, ‘mits die bijdraagt aan herstel van de symbolische orde’. In totaal 90 procent van de wethouders vindt een aangenomen motie van wantrouwen reden voor aftreden. Bijna driekwart is bereid af te treden vanwege een eigen fout, maar absoluut niet om een fout van een voorganger (4 procent). ‘Zo leggen wethouders zelf stevige nadruk op de persoonlijke kant van het wethouderschap en personalisering van politiek leiderschap.’ IN TWIJFEL Marcelle Hendrickx, voorzitter Wethoudersvereniging: 'We zien dat gezag over de hele linie steeds minder vanzelfsprekend wordt. Iemands rol en positie wordt snel in twijfel getrokken of bediscussieerd. Willen wij hier iets aan doen, zullen we gezamenlijk de symboliek moeten herstellen. Met dit onderzoek constateren we dat we veel zaken te persoonlijk maken, dat is ook een resultaat van de tijdgeest. Dit is de manier waarop mensen in het ambt geplaatst worden. Een verandering in hoe we hier mee omgaan kan alleen als we met elkaar het gesprek voeren over het aanzien en het gezag van het ambt. Dit een duivels dilemma, omdat de kloof tussen politiek en samenleving schreeuwt om deze te dichten. En die herstel je niet door je symbolischer op te stellen, maar door je menselijker op te stellen. Daarmee leg je niet de nadruk op het ambt maar op de mens. Werken aan wederzijds vertrouwen helpt enorm.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 DOOR: ADRIAAN DE JONGE SOCIAAL NIEUWS 07 De inzet op vroegsignalering van schulden lijkt vruchten af te werpen. Nieuwe cijfers wijzen erop dat in 2021 minstens vijfduizend mensen eerder hulp van de gemeente hebben gekregen dankzij vroegsignalering. VROEGSIGNALERING WERKT DUIZENDEN KREGEN EERDER HULP BIJ SCHULDEN Sinds 1 januari 2021 zijn gemeenten verplicht om actief op zoek te gaan naar inwoners die mogelijk met problematische schulden kampen. De regeling houdt in dat vier soorten schuldeisers, de zogenaamde vaste lasten partners (energieleveranciers, drinkwaterbedrijven, zorgverzekeraars en verhuurders) bij de gemeente melding maken van klanten die betalingsachterstanden hebben. De geCARTOON BEREND VONK meente heeft vervolgens een wettelijke plicht om de betreffende inwoner een hulpaanbod te doen. Hoe dat wordt aangepakt, is aan de gemeente zelf. Divosa, de vereniging voor gemeentelijk directeuren in het sociaal domein, monitort de uitvoering ervan. In de eerste drie kwartalen van dit jaar blijken minstens 250.000 signalen van betalingsachterstanden zijn binnengekomen bij gemeenten. Het werkelijke aantal ligt hoger, omdat niet alle gemeenten gegevens aanleveren voor de monitor. De data zijn gebaseerd op 139 gemeenten die ruim de helft van de bevolking vertegenwoordigen. Iets meer dan de helft van alle signalen kwam vanuit zorgverzekeraars. Die signalen hebben geleid tot zo’n 154.000 meldingen bij gemeenten (in één melding kunnen meerdere signalen verwerkt zijn, van verschillende vaste lasten partners of over meerdere maanden). Bij 17 procent van de meldingen wist de gemeente succesvol contact te leggen met de inwoner. Van de bereikte inwoners heeft vervolgens 21 procent een hulpaanbod geaccepteerd. Dat kan betekenen dat er direct een oplossing voor de achterstanden wordt gezocht, of dat de inwoner wordt doorverwezen naar schuldhulpverlening. Dat betekent dat een kleine 4 procent van alle meldingen heeft geleid tot concrete hulp bij geldproblemen. Dat zijn ruim 5.500 mensen – een onderschatting, gezien het feit dat niet alle gemeenten meedoen aan de monitor.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 08 NIEUWS BESTE BESTUURDER DOOR: WOUTER BOONSTRA De beste bestuurders in Gelderland, Flevoland en Noord-Holland zijn communicatief, betrokken en toegankelijk. In Drenthe, Limburg en Zuid-Holland draait het om ‘harde’ eigenschappen als analytisch, daadkrachtig en deskundig. COMPETENTIES BESTE BESTUURDER CORONA VRAAGT IETS ANDERS Dat blijkt uit onderzoek van Necker van Naem naar competenties die het afgelopen jaar in provincies aan ‘Beste Bestuurders’ werden toegekend. In de overige provincies worden genomineerde bestuurders vaak een combinatie van beide soorten eigenschappen toegedicht. Zo zijn de meest genoemde eigenschappen in Groningen bijvoorbeeld ‘deskundig’ en ‘betrokken’ en in Utrecht ‘daadkrachtig’ en ‘communicatief’. In een aantal provincies worden bepaalde eigenschappen uitzonderlijk vaak genoemd. Drenthe is de enige provincie waar genomineerde bestuurders vaak zijn getypeerd als ‘analytisch’ en ‘beloftegetrouw’. Limburg en Zuid-Holland zijn juist de enige provincies waarin genomineerde bestuurders een behoorlijk aantal keer zijn omschreven als ‘eerlijk’. Weinig genomineerde bestuurders zijn gekenmerkt als transparant, maar dit gebeurde relatief vaker in Flevoland, Utrecht en Zuid-Holland. Maar welke competenties zijn tussen 2014 en 2020 nu belangrijk en minder belangrijk geworden? In de afgelopen edities van De Beste Bestuurder zijn genomineerde bestuurders het vaakst getypeerd als daadkrachtig, betrokken en communicatief. En het minst vaak als analytisch, effectief en transparant. UITSTRALING Daarmee lijken eigenschappen die samenhangen met uitstraling en de manier waarop bestuurders zich verhouden tot anderen belangrijker dan eigenschappen die reflecteren op deintrinsieke kwaliteiten van bestuurders en de manier waarop ze inzicht geven in hun werkwijze, constateert onderzoeker Daan Jacobs van Necker van Naem. Het percentage genomineerde bestuurders dat getypeerd werd als communicatief en transparant, is sinds 2014 sterk ADVERTENTIE afgenomen. Anderzijds worden genomineerde bestuurders steeds vaker getypeerd als empathisch en eerlijk. Hoewel deze trend volgens Jacobs met een zekere voorzichtigheid moet worden geduid, lijkt het dat de laatste twee eigenschappen in toenemende mate bepalen of iemand een goede bestuurder is. De afgelopen editie van De Beste Bestuurder liet ook grotere verschuivingen zien. Zo werden de genomineerde bestuurders ten opzichte van het jaar daarvoor aanzienlijk vaker getypeerd als toegankelijk, deskundig en analytisch en beduidend minder vaak als daadkrachtig. Gezien het feit dat dit de eerste editie van De Beste Bestuurder was die plaatsvond tijdens de coronapandemie, ligt het volgens Jacobs voor de hand dat een deel van deze verschuivingen hiermee samenhangt. Een goede bestuurder zijn in coronatijd vraagt derhalve om andere vaardigheden dan voorheen het geval was. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 DE FUIKEN VAN DE BELASTINGDIENST Voor de ambtenaar van de toekomst Met een VNG Connect Trainee haalt u jong talent in huis met een frisse kijk. VNG Connect leidt trainees op tot de allround ambtenaar van de toekomst. En misschien wel het belangrijkste: zij staan klaar met innovatieve ideeën voor de organisatie en om projecten van de grond te krijgen. Een VNG Connect trainee: Verbindt verschillende werelden met elkaar Is inzetbaar op ieder moment Neemt opgedane kennis in andere organisaties mee naar de volgende opdracht Is in dienst van VNG Connect: geen werkgeverslasten, HR-zaken en WW-verplichtingen Twee jaar geleden wond ik mij op deze plaats op over het rapport van de commissie-Donner. Donner legde de toeslagenaffaire volledig op het bordje van de Belastingdienst. Dus niet bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid of de Raad van State, beide plekken waar Donner zelf de scepter had gezwaaid. Donner had met de hem kenmerkende bluf zelfs een titel bedacht waar Pilatus ooit trots op zou zijn geweest. Op de kaft stond Omzien in verwondering. Terwijl daar natuurlijk Schamen in een hoekje had moeten staan. Aan de slag met onze trainees? Kijk op vngconnect.nl/ trainees Of Donner eind 2019 nog werkelijk dacht dat de bestuursrechtspraak zich buiten de opstekende storm kon houden, valt moeilijk te geloven. In ieder geval is die verwachting niet uitgekomen. Na de snoeiharde kritiek van de Parlementaire Ondervragingscommissie, kwam de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vol in de vuurlinie. Wetenschappers die zich nooit eerder met de kinderopvangtoeslagen hadden bezig gehouden, fileerden alsnog de jurisprudentie van de Afdeling. Iedereen die zich in de afgelopen twintig jaar had opgewonden over iets onrechtvaardigs in de jurisprudentie van de Afdeling, greep de kans om dat nog eens nadrukkelijk uit te venten. Zelfs dikke advocaten van de Zuidas meldden zich met klachten over het gebrek aan privacy voor het grootwinkelbedrijf, in hun ogen net zo’n vorm van ongekend onrecht als vermorzelde toeslagenouders. Ten laatste meldde zelfs Aleid Wolfsen zich bij het naoorlogse verzet: de Autoriteit Persoonsgegevens vond dat de Raad van State medeplichtig was aan discriminatie. We hebben in Nederland helemaal geen gebrek aan macht en tegenmacht. Het probleem is alleen dat ze hier nooit gelijktijdig werken. Hoe dan ook, de Afdeling incasseerde alle terechte en onterechte verontwaardiging manmoedig in een reflectieprogramma. Afgelopen vrijdag leverde dat een rapport op. En hoewel het niet op de kaft staat, is het wel de samenvatting: schamen in hoekje. De Afdeling had de gewraakte alles-of-niets-lijn eerder kunnen en dus moeten verlaten. Waarvoor excuses. Aan het reflectierapport zitten vele interessante en unieke aspecten. Maar er is één tabel die er voor mij het meest uitspringt. En dat is een overzicht van de groei van de onevenredigheid in de terugvordering. Aan het begin ging het om ouders die van de ontvangen 60.000 euro slechts 1.600 konden verantwoorden. En waaraan van alles mis was. Dat waren de zaken waarin de Afdeling accepteerde dat de Belastingdienst het hele bedrag ging terughalen. Daarna is die verWe hebben helemaal geen gebrek aan macht en tegenmacht GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN houding over de jaren heen gaan schuiven tot het omgekeerde: iemand die slechts 1.600 van de 60.000 niet kon verantwoorden, ging ook voor het totaalbedrag de schuldhulpverlening in. De Afdeling zelf spreekt van een juridische fuik waar ze in gezwommen zijn en ze nemen zich voor om niet meer zo snel en niet meer zo stellig een algemene lijn uit te zetten. Dat is mooi. Maar ondertussen mag niet worden vergeten dat deze fuik werd uitgezet door de Belastingdienst. Het vergt een bewuste processtrategie om eerst in evidente gevallen een gewenste lijn in de jurisprudentie uit te lokken en dan stapsgewijs steeds onbeschaamder misbruik te maken van het rechtszekerheidsbeginsel. Die strategie vergt een reeks beslissingen over de jaren heen en kan niet worden afgewenteld op een groepje fanatieke invorderaars. De toeslagenaffaire gaat dus ook over de vraag wat de staatsmachten over en weer van elkaar mogen verwachten. In de staatsrechtelijke doctrine is dat het leerstuk van de ‘constitutionele hoffelijkheid’. Het voor elkaar uitzetten van fuiken past daar niet bij. Nu dat toch op deze schaal is gebeurd, wordt het tijd om meer nadrukkelijk te kijken naar de processtrategie van overheid. Kortom, inmiddels is het tijd het weer over de Belastingdienst te gaan hebben. En niet alleen de Belastingdienst. Welke beginselen van behoorlijk procederen volgen uit het behartigen van het algemeen belang?
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 10 NIEUWS IN BEELD LEEFBAARHEID DOOR: HANS BEKKERS WAAR HET FIJN WONEN IS VAN AAMSTERDAM TO EMMEN T E Amsterdam v de woonaant voert net als voorgaande jaren trekkelijkheidsindex aan, or Utrecht en Amstelveen. ar de ontwikkeling op deze inAtlas-onderzoekers op dat en aantal jaren op rij dichter in n Amsterdam komt. Emmen is nde jaar op rij de minst popuom in te wonen, zowel wat benaantrekkelijkheid als op gevolgd doo Kijkend naa dex valt de At Utrecht al ee de buurt van voor het tien laire plaats o treft de woo sociaal- econ zijds te maken m in de bijstan ongeschikth laagopgeleide rende vrouw aantal banen en he lijke diensten baarheid spe nomisch gebied. Dat heft ener en met het aantal me nd zit, werkloosheid, a heid, armoede, het per den, het aantal partici wen in de gemeente, h n en het percentage z n. Maar ook de berei eelt daarbij een rol. 7 8 10 6 2 9 1 3 5 1. Amsterdam 2. Utrecht 3. Amstelveen 4. Haarlem 5. Amersfoort 6. Den Haag 7. Dordrecht 8. Den Bosch 9. Nijmegen 10. Leiden 4 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 NIEUWS IN BEELD 11 Amsterdam blijkt wederom de aantrekkelijkste gemeente om in te wonen. Dat is te lezen in de Atlas voor gemeenten 2021 van onderzoeksbureau Atlas Research. De atlas geeft informatie over het wel en wee van de 50 grootste gemeenten van Nederland op het gebied van thema’s als sociaal-economische positie, muziekaanbod, aanwezigheid van cafés en restaurants en woonaantrekkelijkheid. Binnenlands Bestuur zet er een aantal op een rij. POPCONCERTEN Muziek is wat het leven leuk kan maken. Steden met veel aanbod aan popconcerten bijvoorbeeld scoren relatief hoog op de woonaantrekkelijkheidsindex. In de hoofdstad komen muziekliefhebbers het best aan hun trekken met verreweg de meeste concerten per duizend inwoners. 1. Amsterdam (1)* 2. Utrecht (2) 3. Hengelo - o (28) 4. Groningen (23) 5. Nijmegen (9) * Plek op de woonaantrekkelijkheidsindex 5 ECHTSCHEIDING 1. Heerlen (42)* 2. Sittard-Geleen (49) 3. Alkmaar (30) 4. Lelystad (39) 5. Zoetermeer (31) * plek op de woonaantrekkelijkheidsindex Wat opvalt is dat het aandeel gescheidenen relatief groot is in de minst aantrekkelijke steden. Dit kan er volgens de onderzoekers van Atlas Research op duiden dat de meest aantrekkelijke steden te duur worden voor mensen die gescheiden zijn.
Pagina 12
12 INTERVIEW BEN VISSER DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: MARTINE SPRANGERS Ben Visser wordt de eerste kroonbenoemde burgemeester van Eemsdelta. De raad ziet de oud-burgemeester van Scherpenzeel en huidig leraar op Urk helemaal zitten. ‘Het is jammer dat in ons systeem wethouders niet ook hun zegje kunnen doen.’ BEN VISSER NAAR EEMSDELTA: ‘DANKBAAR VOOR DEZE KANS’ ‘LEKKER, WEER BURGEMEESTER’ ik wel. Jaap Kroon was in mijn tijd als wethouder burgemeester op Urk. Zelfs als we met het college een soepje aten, zeiden we u en burgemeester tegen hem. Jaap kreeg ik niet uit mijn strot. Toch was er niet meer of minder afstand, het was een teken van respect’, zegt Visser. Mijnheer Visser (vooruit, Ben als de leerlingen van de Pieter Zandt scholengemeenschap hem in de Jumbo tegen het lijf lopen) staat na de kerstvakantie niet meer voor de klas. De leraar aardrijkskunde, economie en Duits op Urk vindt het leraarschap mooi, maar één ding nog mooier: het burgemeestersambt. Ben Visser (40) was al eens burgemeester van Scherpenzeel, maar dat avontuur liep niet goed af. ‘Ik wilde misschien té veel een goede burgemeester zijn en nam daardoor te veel hooi op mijn vork. De batterij raakte leeg en ik moest stoppen. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Ik heb er veel wroeging over heb gehad. Pijn in mijn hart. Het is toch alsof je je gemeente in de steek laat. Dat gaat mij niet weer gebeuren!’ De geboren en getogen Urker Visser strijkt begin volgend jaar neer in het Noordoost-Groningse Eemsdelta (46.000 inwoners). Hij wordt de eerste kroonbenoemde burgemeester van de fusiegemeente die op 1 januari van dit jaar werd gevormd door Appingedam, Delfzijn en Loppersum. ‘En dan ben ik wéér een mijnheer’, lacht Visser. ‘Voor iedereen die het wil ook gewoon Ben, maar ik ben niet verplicht Ben. Ik zal mensen er niet toe dwingen om mij te tutoyeren, want dat werkt niet. Sommige mensen zullen altijd mijnheer de burgemeester willen zeggen. Dat begrijp PRIVÉ ZWAAR Na vier jaar raadslidmaatschap en drie jaar wethouderschap op Urk, kiest de 32-jarige Visser in 2013 voor het burgemeesterschap van het Gelderse Scherpenzeel. Hij is meteen ‘s lands jongste burgemeester. Visser: ‘Scherpenzeel is klein maar absoluut geen startersgemeente’, weet de wijzer geworden Visser. ‘Er waren veel conflicten. Daarvan is in mijn tijd niet zoveel naar buiten gekomen. Ze werden vooral achter de schermen uitgevochten. Ik heb veel van de lokale politieke conflicten kunnen beheersen.’ Visser gaat niet kopje onder in die politieke strijd, maar hij legt uiteindelijk wel het loodje. ‘Na het wegvallen van wethouders was ik een half jaar verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening, en ik was er echt pas. “Kom maar op met die portefeuille”, zei ik. Dat had ik misschien niet moeten doen. De burgemeester is er niet voor de politieke inhoud van beleid. Vooral het laatste jaar was uitputtend. Het was privé zwaar geweest en in de gemeente werd ook het nodige van mij gevraagd. Te lang, te veel tegelijk.’ In het najaar van 2017 legt Visser zijn taken neer en een half jaar later stopt hij in Scherpenzeel. Voor hetzelfde geld was híj een paar jaar later de gebeten hond of de held van Scherpenzeel geweest. Hoe kijkt de oud-burgemeester aan tegen de strijd tegen de opgelegde fusie met Barneveld, die de kleine gemeente voerde en vorige ‘Ik sta onbevoegd voor de klas’ maand won van de provincie? Visser: ‘Ik had in Scherpenzeel een soort akkoord met de toenmalige commissaris Cornielje: wij laten ons er niet mee in en we laten ons er niet over uit. Dat was wijsheid. Alleen de gemeenteraad gaat over zijn bestuurlijke toekomst. Kroonbenoemde bestuurders, burgemeesters en commissarissen, doen er goed aan dat politieke primaat te respecteren. Omdat je als burgemeester een verbindende verantwoordelijkheid hebt, moet je ook niet te snel op de barricade klimmen als dat onderwerp in de gemeente is gepolariseerd. Je vervreemdt je dan namelijk van een deel van de gemeenteraad. Je bent tenslotte burgemeester voor iedereen.’ VOOR DE KLAS Na Scherpenzeel gaat Visser als directeur en interim-vestigingsleider aan de slag bij recyclingbedrijf Remondis, maar als corona toeslaat is er voor de zzp’er uit Urk geen plaats meer. Visser: ‘Ik dacht: waarom maak ik mij niet nuttig? De Pieter Zandt scholengemeenschap staat bij ons in de wijk en ik wist dat ze een lerarentekort hadden. Ik sta onbevoegd voor de klas. Ik was in september aan de lerarenopleiding begonnen voor mijn acte economie. Maar ook zonder krijg ik lovende kritieken. De leerlingen vinden het jammer dat ik vertrek. Ik zal hen en mijn collega-docenten ook missen. We hadden het goed met elkaar. Ik had vanochtend een exitgesprek BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 INTERVIEW 13 CV BEN VISSER (Urk, 1981) volgde van 2002 tot 2007 aan de hogeschool Windesheim in Zwolle de hbo-opleiding international business & languages. Visser was van 2006 tot 2010 voor de ChristenUnie lid van de gemeenteraad van Urk en er vervolgens van 2010 tot 2013 wethouder. Van september 2013 tot april 2018 was hij burgemeester van de Gelderse gemeente Scherpenzeel. Visser was toen de jongste burgemeester van het land. Eerst trad hij wegens ziekte in oktober 2017 tijdelijk terug, in april 2018 werd zijn vertrek definitief. Visser werd in juni 2018 directeur bij Remondis Nederland. In juni 2020 ging hij aan de slag als leraar op de Pieter Zandt scholengemeenschap op Urk. Op 28 oktober 2021 droeg de gemeenteraad van Eemsdelta Ben Visser voor als nieuwe burgemeester. Visser wordt begin volgend jaar geïnstalleerd. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 14
INTERVIEW 15 met mijn leidinggevende. Hij baalt er ook van. Het werk ligt mij en ik geniet er ook van. Soms niet hoor: dertig pubers met onbeperkte energie. En jij, veertiger met vijf kinderen. Dat winnen ze altijd. Maar weet je, de liefde voorop; dan komt het goed.’ En welke inzichten houdt de burgemeester in spe over aan 2 mavo? Visser: ‘Oog hebben voor de mens, het belang van een relatie voor een prestatie.’ Urk. Een paar dagen voor onze ontmoeting in De Basiliek in Appingedam is bij een gezin in het vissersdorp op zondagochtend een vuurwerkbom door de bus gegooid. En o ja, er werd weer eens een politiebusje beklad. En bij de beruchte rotonde aan de Akkers een caravan in de fik gestoken. In september liepen pubers in nazi-uniform door het dorp en brachten op straat de Hitlergroet. ‘Een paar van mijn leerlingen werd door de media gevraagd wat ze ervan vonden. Ik was buitengewoon ontevreden over hun reactie. Ik kwam ze tegen op het schoolplein. “Meekomen.” Waarom moet je zo niet reageren, wat moet je wel doen?’ Wat is dat toch op Urk? Visser: ‘Baldadigheid, jongeren die niet weten wat ze met hun tijd moeten; drank, drugs. Het is ook een groepscultuur: elkaar opjutten. Hun ouders liggen ‘s avonds naar het plafond te staren; zij weten ook niet hoe ze die opgeschoten jongens onder controle moeten krijgen. En ze hebben er nóg vier rondlopen. Op Urk hebben we veel grote gezinnen. Vader op zee, moeder staat er dan alleen voor.’ VERBINDEN Geen gemeente heeft zoveel coronabesmettingen en zo weinig coronavaccinaties als Urk. Aankomend ChristenUnieburgemeester van Eemsdelta Visser is niet een van hen. ‘Ik ben gevaccineerd; ik heb als leraar toch een contactberoep? Ik ben dankbaar voor de medische wetenschap en heel pragmatisch: als het nodig is, dan vaccineer ik mij. Ik vind dat ik daarover als leraar en toekomstig burgemeester open en eerlijk moet zijn, maar ik wil níet bijdragen aan de tweedeling die in Nederland is ontstaan tussen gevaccineerden en nietgevaccineerden. Twee kampen die elkaar niet willen begrijpen. Als christen begrijp ik waarom mensen zich niet willen laten inenten, terwijl ik ook de mensen begrijp die het wel willen. In dit verhitte en gepolariseerde debat wil ik mensen niet van ‘De burge meester is er niet voor de politieke inhoud’ elkaar scheiden maar met elkaar verbinden.' Urk en Scherpenzeel hebben we gehad, nu Eemsdelta. Het begin in NoordoostGroningen is goed, voelt Visser. ‘Ik ben zo dankbaar dat ik deze kans krijg. Lekker, weer burgemeester. Ik ben unaniem voorgedragen, dat vind ik fijn. Burgemeesters die niet unaniem zijn voorgedragen, kunnen daar later last van krijgen.’ Visser gebruikt zijn vrije dinsdagen voor de kerst om in zijn nieuwe gemeente te leren en te luisteren. Op ferme uitspraken over de gaswinning zit niemand te wachten. Als de foto wordt gemaakt bij de hangende keukens boven het Damsterdiep, drukt een enthousiast raadslid van Gemeentebelangen Eemsdelta Visser de hand. ‘Ik heb hem bedankt voor zijn vertrouwen. Verbinden is niet alleen je kerntaak, het is je plicht als burgemeester. Oog in oog met de bevolking, met de raad, met de ambtenaren, met het college. Een dienende houding en het zoeken naar consensus en evenwicht zijn wat mij betreft de ingredienten voor een goed burgemeesterschap.’ BOERENDOCHTER De drie vakken die mijnheer Visser op de Pieter Zandt scholengemeenschap geeft – economie, aardrijkskunde en Duits – lijken gemaakt voor het burgemeesterschap van Eemsdelta. Visser: ‘Alles wat ik interessant vind, komt hier bij elkaar. De maritieme economie, ik was havenwethouder op Urk. Duitsland om de hoek. De gaswinning. De cultuurhistorie en het uitgestrekte agrarische landschap. Mijn moeder is een boerendochter. Op vakantie gingen we altijd naar een boerderij.’ Visser haalt zijn telefoon tevoorschijn en toont een prachtige woonboerderij in Eemsdelta. De familie is al wezen kijken. ‘Dit is toch een droom? Dat rode baksteen. Typisch Groningen, prachtig hè?’ De klik is er met de raad, voelt Ben Visser. Maar hoe zit dat met de wethouders? ‘Het is jammer dat zij in ons systeem niet hun zegje kunnen doen over een nieuwe burgemeester’, zegt Visser. Hij schrijft erover in zijn masterscriptie ‘Het vakmanschap van burgemeesters’, die hij net heeft afgerond aan de TIAS Business School in Utrecht en waarvan een samenvatting verschijnt in het eerstkomende Burgemeestersblad. Visser: ‘Wethouders en burgemeester gaan het meest met elkaar door één deur, maar ze hebben niets over elkaar te vertellen.’ Dat is gevaarlijk in een gepolariseerd en versnipperd politiek klimaat, meent hij. ‘We zien steeds vaker dat wethouders het vertrouwen in burgemeesters opzeggen, terwijl deze figuur formeel niet bestaat. Andersom kunnen burgemeesters hun zorgen over wethouders niet kwijt zonder dat het politiek gedonder oplevert.’ JAARGESPREKKEN Burgemeesters hebben jaargesprekken, maar voor wethouders is er geen enkele procedure. Regel daarom jaargesprekken voor wethouders met een vertrouwenscommissie, zou Visser zeggen, ‘waarin ook de burgemeester zijn inbreng kan hebben.’ Om de wethouders en de burgemeester met elkaar te verbinden en ‘eigenaarschap’ te creëren, zouden wethouders volgens de toekomstige burgemeester van Eemsdelta ook stemrecht moeten krijgen bij de werving en selectie van burgemeesters. Andersom zouden burgemeesters een stem moeten krijgen bij de werving en selectie van wethouders. Wat bij zijn sollicitatie in Eemsdelta ook niet ter sprake kwam, is zijn lidmaatschap van de ChristenUnie. Ben Visser: ‘Uit de bevolking hoor ik nu wel: “Moet dat nou?” Dat begrijp ik best. Ik kan mijn voorstellen dat je het als PvdA’er vreemd vindt dat iemand van de ChristenUnie de eerste kroonbenoemde burgemeester van Eemsdelta wordt. Op Urk zou men ook zo reageren als daar een PvdA’er zou worden voorgedragen. Ineke Bakker van de VVD werd in 2019 waarnemer op Urk. Moet dat nou? Het was koudwatervrees. Ze werd op een schild weggedragen. Ik hoop dat dat mij ook overkomt na een lang en mooi burgemeesterschap in Eemsdelta.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 16
INGEZONDEN MEDEDELING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: GINOPRESS /ANP-HH ACHTERGROND 17 Baliemedewerkers van gemeenten hebben geregeld last van agressie of intimidatie. In Waalre en Nijkerk werden zelfs aanslagen op gemeentehuizen gepleegd. Welke maatregelen nemen gemeenten om hun medewerkers beter te beschermen, zonder daarbij de vrije toegankelijkheid voor burgers uit het oog te verliezen? BEVEILIGING GEMEENTEHUIZEN NIET MEER ZO OPEN ALS VOORHEEN PAALTJE Oud-burgemeester Brenninkmeijer bij het in 2018 heropende gemeentehuis van Waalre - met paaltje. Het monumentale gemeentehuis in Waalre werd in de zomer van 2012 geramd door twee auto’s die vervolgens in brand werden gestoken. Het pand raakte grotendeels verwoest. Er is nooit iemand voor veroordeeld. De gemeente bouwde het pand weer op en bood geschrokken medewerkers nazorg. Vorig jaar reed een 50-jarige man uit Nijkerk zijn gemeentehuis binnen met een pick-uptruck. Naar eigen zeggen was het een zelfmoordpoging. Dit leek hem de enige manier om aandacht te krijgen voor zijn psychische nood. De man werd veroordeeld tot twaalf maanden cel, waarvan acht voorwaardelijk. De pui van het gemeentehuis raakte zwaar beschadigd en de man moest een schadevergoeding betalen van in totaal 64.000 euro. Voor het gemeentehuis in Waalre zijn grote stenen neergelegd om herhaling te voorkomen. Ook Nijkerk nam maatregelen (zie kaders op volgende pagina). Wat doen andere, nog niet getroffen gemeenten om zich te wapenen tegen boze of wanhopige burgers? De VNG laat weten hier gemeenten geen advies over te geven en verwijst naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en zelfs de NCTV. Vanuit het ministerie laat Anne Jet Plat, coördinator Weerbaar Bestuur, weten dat er kosteloos woningscans bij decentrale bestuurders worden gedaan door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Zij kunnen dan aanspraak op preventieve beveiligingsmaatregelen maken.
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 18 ACHTERGROND VEILIGHEID Er komen bij het CCV ook steeds meer vragen over de veiligheid van gemeentehuizen, al is er geen zicht op concrete aantallen. ‘Soms is er een scan van het gemeentehuis aan voorafgegaan, een andere keer wordt de beveiliging meegenomen tijdens een verbouwing.’ In december 2019 begon de pilot brede beveiligingsaanpak gemeenten, waar negen gemeenten en openbaar lichaam Saba aan deelnamen. Plat vertelt dat bij een integrale beveiligingsaanpak alle thema’s in samenhang worden bekeken, dus ook de fysieke beveiliging van gemeentehuizen. ‘Dat kan met poortjes en passen, maar als je toch iedereen erdoor laat, ben je misschien niet zo effectief.’ Ook mogelijke risico’s rond de raadszaal worden meegenomen. ‘Je moet beide waarden – veiligheid en transparantie – naast elkaar bekijken. Een gemeentehuis moet er niet gaan uitzien als een beveiligde rechtbank.’ Lessen uit de pilot integrale beveiligingsaanpak worden volgende maand gelanceerd met een platform waarop lessen zijn gebundeld van de samenwerkende gemeenten. ‘ Een gemeentehuis moet er niet gaan uitzien als een beveiligde rechtbank’ LONTJES ‘Toevallig gaan we het met een aantal gemeentesecretarissen en collega’s van BZK hebben over veilige publieke dienstverlening en weerbaarheid van bestuur’, vertelt Pim van Vliet. Zij is gemeentesecretaris in Leiden en voorzitter van de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS) die een coördinerende rol spelen als het gaat om de veiligheid in het gemeentehuis. ‘Zeker in deze coronatijd merken we dat lontjes korter worden en de stellingnames sterker.’ Hoe gemeente hun gemeentehuizen daarop instellen verschilt per gemeenteschaal. ‘In de grotere gemeenten zit de publieke dienstverlening vaak los van bestuur en raad in aparte stadskantoren. Bij kleinere gemeenten zit vaak iedereen bijeen in het gemeentehuis. Hier in Leiden WAALRE GAAT HET GESPREK AAN Waalre nam bij de bouw van het nieuwe gemeentehuis wel beveiligingsmaatregelen, maar die zijn geen belemmering voor de bereikbaarheid en toegankelijkheid van het gebouw, aldus de gemeente. Het gemeentehuis is gevestigd in een openbaar gebouw waarin ook de bibliotheek, een grandcafé en ruimtes voor verenigingen gevestigd zijn. ‘Het gebouw is toegankelijk voor iedereen en voldoet aan de eisen van bereikbaarheid en toegankelijkheid’. Na de aanslag van 2012 is nazorg aan de medewerkers aangeboden. ‘Onder begeleiding zijn gesprekken met hen gevoerd om de gevoelens die er op dat moment leefden te bespreken.’ De gemeente heeft en kent geen cijfers waaruit blijkt dat agressie tegen ambtenaren in het gemeentehuis de laatste jaren is toegenomen. ‘Agressief gedrag heeft altijd impact op onze medewerkers. We tolereren agressie absoluut niet en beschermen medewerkers waar nodig. Daarom volgen zij agressietrainingen. Bij agressief gedrag richting onze medewerkers voeren we, eventueel samen met politie, stopgesprekken of doen aangifte.’ Met de meeste inwoners heeft de gemeente een goed contact. ‘Boze en soms agressieve inwoners zijn, gelukkig, nog steeds uitzonderingen. Door in contact te blijven en het gesprek aan te gaan kunnen we boosheid vaak ombuigen en agressie voorkomen.’ NIJKERK KRIJGT ‘BEVEILIGINGSSCHILLEN’ In het stadhuis van Nijkerk zijn in de directe dienstverlening de laatste jaren verschillende aanpassingen gedaan, zoals het aanbrengen van alarmeringsknoppen. Delen van het gemeentehuis zijn alleen toegankelijk voor medewerkers; werkafspraken en procedures worden periodiek tegen het licht gehouden en aangepast als dat nodig is. Vanuit het ‘interventieprotocol’ kan worden opgeschaald, zodat de politie er zo snel mogelijk kan zijn. Tijdens het incident van maart 2020 trad dat interventieprotocol in werking. Met direct ingrijpen van het interventieteam is de omgeving ontruimd en is er geen toenadering gezocht om verdere escalatie te voorkomen. Medewerkers die aanwezig waren zijn later die dag bijeengekomen met de burgemeester en gemeentesecretaris. Ook is er slachtofferhulp aangeboden en was er een bijeenkomst in de kantine voor al het personeel. Voor de nazorg op langere termijn is een extern bureau ingeschakeld waar medewerkers geruime tijd een beroep op konden doen. Na het incident zijn er fysieke maatregelen getroffen ter bescherming van het stadhuis, zoals het plaatsen van extra betonblokken bij de publieksingang. Ook is extra personeel aanwezig in de publieke ruimte tijdens openingstijden om bij incidenten in te grijpen en het algemeen gevoel van veiligheid in de publieke ruimte te vergroten. Tegelijk treden zij niet erg op de voorgrond als het niet nodig is. Bij het ontwerp van het toekomstige gemeentehuis (2023) zijn maatregelen in het ontwerp verwerkt, zoals verschillende ‘beveiligingsschillen’ met ieder een eigen beveiligingsniveau, variërend van cameratoezicht en toegangscontrole tot alarmeringssystemen. hebben we een vrij toegankelijke inloop, maar zijn er wel beveiligingsmaatregelen. Zo zit er in sommige kamers een rode knop onder de tafel voor moeilijke gesprekken.’ Gemeentelijke gastheren en gastvrouwen maken de binnenkomers wegwijs. Daarnaast lopen er beveiligers rond die in de de-escalerende modus zijn getraind. ‘Alle gemeentehuizen hebben een publiek deel en een kantoordeel, waar een pasje voor nodig is. Daar moeten we ook streng in zijn in het kader van informatiebeveiliging.’ Een paar jaar geleden was er in Leiden oproer rond Zwarte Piet. Een groep mensen kondigde aan naar de raadsvergadering te komen. Van Vliet: ‘Toen hebben we wel een draaiboek gemaakt: wie heeft welke rol? Je wilt dan wel het goede doen en zorgen dat er geen grimmige sfeer ontstaat.’ Grotere gemeenten hebben dat vaker bij de hand, dus die zullen een dergelijk draaiboek nog wat vaker moeten toepassen, vermoedt Van Vliet. ‘Kijk hoe je zo lang mogelijk open kunt zijn. Het tegengeluid moet in een democratie altijd kunnen klinken, maar je moet ergens een grens trekken. Als je niet meer kunt instaan voor de veiligheid, ga je beperkende maatregelen nemen.’ Het Leidse stadskantoor zit in een nieuw pand dat de gemeente zelf heeft verbouwd. ‘Je probeert een goede balans te vinden tussen beveiliging en transparantie. Met barricaderen versterk je het grimmige beeld. Een open omgeving werkt op zichzelf ook al de-escalerend.’ NIEUWE ERVARINGEN Er kunnen volgens Van Vliet altijd individuele burgers zijn die zich niet gehoord voelen of radeloos zijn en bij hun gemeente verhaal komen halen. ‘Je kunt dat goed, gericht op het individu, de-escalerend opvangen.’ Dat is anders bij groepen die boos zijn. ‘Dat vraagt verschillende benaderingen.’ Van Vliet heeft niet het idee dat de agressie toeneemt in het Leidse gemeentehuis. ‘Bij ons merk ik het meer anoniem, via de mail, de sociale media of telefoon. Het is niet zo dat mensen vaak fysiek verhaal komen halen.’ Ze hoort vanuit andere gemeenten dat (groepen) mensen soms bij het stadhuis komen. ‘Dat zijn nieuwe ervaringen. Net als toen met de boeren voor het Groningse provinciehuis. Dat was heftig.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 foto: Koen van Weel / ANP-HH ACHTERGROND 19 Het in 2012 uitgebrande gemeentehuis van Waalre Alleen boa’s en mensen in de beveiliging krijgen nu een agressietraining. ‘Maar we kijken ook breder hoe we kunnen leren over gedrag. We zijn in gesprek met het Kennisinstituut Psychologie en Economisch Gedrag. Er zijn werkprocessen waar we vaker te maken hebben met boze inwoners. Misschien kunnen we ons arsenaal aan communicatiemiddelen uitbreiden en zelf leren hoe we het beste communiceren met verschillende burgers.’ Weerbaarheid vergroten is één ding, maar je kunt ook anders luisteren of communiceren. ‘Iemand is niet zomaar boos. Los van mensen met complottheorieën zijn er ook oprechte zorgen en ergernissen. We ADVERTENTIE moeten dus niet alleen inzetten op weerbaarheid, maar ook beter leren hoe we zelf moeten reageren. Er zitten twee kanten aan de zaak.’ Bij de aanpak van bestuurlijke weerbaarheid is aandacht voor de motieven van de boze burger van belang. Daarom werkt Binnenlandse Zaken nauw samen met Justitie en Veiligheid, ook als het gaat om maatschappelijke onrust, vertelt Plat. ‘Je moet de agressor de juiste reactie geven. Als er sprake is van frustratieagressie, kun je daarvan leren. Bij een ondermijningssignaal, zoals een indringend verzoek om een bepaalde vergunningscontrole niet door te laten gaan, is het goed om te weten waar dat vandaan komt.’ Ook het regelmatig voeren van zogenaamde ‘stopgesprekken’ is een manier om met ‘boze burgers’ om te gaan. ‘Je mag demonstreren of boos zijn, maar er zijn grenzen. Dat signaal moet je als overheid duidelijk afgeven. Beide kanten, zowel burger als gemeente, kunnen daarvan leren.’ Een woning voor juf Selma Omdat haar hart bij onze kinderen ligt We willen graag dat Selma in de buurt van haar school kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Selma, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Diemen of Groningen? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 21 Na haar ontslag komen een Amsterdamse ambIN DE CLINCH tenaar en het college een regeling overeen: ze moet tijdelijk werk accepteren. Door haar medische toestand en een slechte ervaring met haar nieuwe leidinggevende vindt ze het aanbod niet passend. Waarom moet ze toch boeten? ONTSLAG NA WEIGEREN VAN PASSENDE FUNCTIE Als Paulien Drongen* achttien jaar bij de gemeente Amsterdam werkt, krijgt zij een nieuwe functie – het betreft een proefplaatsing. Dat wordt negen maanden niet omgezet in een definitieve plaatsing. Wel wordt ze ontslagen wegens ongeschiktheid voor de functie, anders dan door ziekte. Het college krijgt wel een tik op de vingers: ontslag kan niet, zegt de Centrale Raad van Beroep in een eerste procedure, Drongen had moeten terugvallen op haar eerste functie. In december 2017 komen Drongen en het college een minnelijke regeling overeen. Zij wordt vrijgesteld van werkzaamheden in haar eerste functie en beiden spannen zich in om voor haar een passende functie binnen of buiten Amsterdam te vinden. Ook kan zij binnen de gemeente voor tijdelijke werkzaamheden worden ingezet. Met ingang van 1 juni 2018 wordt haar dan ontslag verleend. Weigert zij die passende werkzaamheden, dan kan het ontslag eerder ingaan. Tot slot is overeengekomen dat, indien ze onvoldoende uitvoering geeft aan het outplacementtraject, het college de kosten hiervan bij haar in rekening kan brengen. Als Drongen vervolgens in januari 2018 zonder goede redenen twee concrete aanbiedingen voor passende, tijdelijke werkzaamheden binnen de gemeente weigert, wordt de ontslagdatum vervroegd: 1 maart. Het reeds betaalde salaris over maart wordt teruggevorderd en zij moet 560 euro betalen voor de niet-afgeronde outplacement. De bedrijfsarts zegt dat het prima lukt De rechtbank Amsterdam kan die lijn van het college volledig volgen. Werk geweigerd? Dan vervroeging van de ontslagdatum. De functie was niet passend, zoals Drongen beweert? Dat heeft ze niet onderbouwd. Ze kan het werk niet doen om medische redenen? De bedrijfsarts zegt dat het prima lukt. Het ontslag is terecht en het college mocht het salaris over maart 2018 terughalen. En omdat alleen het ondertekenen van de offerte onvoldoende is om te spreken van ‘meewerken aan het outplacementtraject’ en Drongen bovendien dit traject zelf heeft afgebroken, mocht het college ook de ADVERTENTIE gemaakte kosten van het outplacementtraject terugvorderen. De Centrale Raad van Beroep kan zich weer vinden in de lijn van de rechtbank. Drongen voert nog aan dat het volgens de regeling eigenlijk de bedoeling was – dus ook van het college – dat zij niet daadwerkelijk werkzaamheden voor de gemeente zou gaan verrichten. Maar dat het college een andere intentie zou hebben dan in de regeling is vastgelegd, maakt Drongen niet aannemelijk. Ter zitting van de Raad zegt Drongen nog dat de aangeboden functie niet passend is, omdat zij dan moet werken onder leiding van een adviseur die in het verleden betrokken was bij het opstellen van een – naar haar mening – onterecht negatieve beoordeling over haar. Er kan niet worden verwacht dat zij deze functie gaat vervullen. Maar zij komt met dit gegeven pas in hoger beroep, dus te laat in de procedure. Het college heeft zich hierop niet kunnen voorbereiden en dat schaadt de goede procesorde. De minnelijke regeling is correct uitgevoerd, aldus de Raad (uitspraak 4 november 2021). De terugvordering van het salaris over maart 2018 mocht doorgaan en omdat Drongen aangaf dat er geen acute financiële noodsituatie was, is er geen dringende reden om van de terugvordering af te zien. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:2741
Pagina 22
22 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: LEX VAN LIESHOUT De adviescommissie VTH kraakte het functioneren van omgevingsdiensten. Maar gemeentekoepel VNG is niet over alle voorstellen tot verbetering enthousiast. Hoe moet het verder met ons stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving nu ‘zeer zorgwekkende stoffen’ moeilijk beheersbaar blijken en het wantrouwen van burgers groeit? OMGEVINGSDIENST OP ZOEK NAAR MIDDELEN EN MANDAAT HANDHAVEN IN HET LUCHTLEDIGE Vrijblijvend en gefragmenteerd. Een commissie onder leiding van Jozias van Aartsen velde afgelopen voorjaar een hard oordeel over het functioneren van omgevingsdiensten. Ze kunnen ‘hun rol niet invullen zoals de bedoeling is’. In een begeleidend interview met Binnenlands Bestuur deed Van Aartsen er een schep bovenop: ‘Wat we hebben gevonden, heeft ons verbaasd en verontrust. Het deed de alarmbellen rinkelen.’ Twintig jaar na de cafébrand in Volendam en de Enschedese vuurwerkramp lijken burgers nauwelijks beter tegen gezondheidsbedreigende incidenten beschermd. De omgevingsdiensten gingen vanaf 2012 van start als uitvloeisel van de commissieMans, die zich in 2008 al eens over het gebrekkige VTH-stelsel had gebogen. Met de adviezen van Mans was, afgezien van de oprichting van de nieuwe diensten, weinig gedaan. ‘Het systematisch vastleggen van incidenten gebeurt niet’, sprak Van Aartsen in datzelfde BB-interview. ‘Dus weten de diensten vaak van elkaar niet wat ze doen, wat de bevindingen zijn bij incidenten en hoe daar in bredere zin van IJMUIDEN Tata Steel vormt een serieus gezondheidsrisico voor omwonenden BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 ACHTERGROND 23 ‘ Gemeenten moeten jeugdzorg afwegen tegen omgevingsdienst’ te leren valt. Dat’, sprak hij koeltjes, ‘heeft ons enigszins verbijsterd.’ Zijn commissie kwam met tien maatregelen om kennis, capaciteit en doorzettingsmacht van de 29 omgevingsdiensten (een paar te veel, vond Van Aartsen) te verbeteren. Ze moesten een minimale omvang krijgen, meer budget en een sterkere onafhankelijkheid ten opzichte van hun opdrachtgevende gemeenten en provincies. Van Aartsens maatregelen werden deze zomer door de omgevingsdiensten zelf in hun gepresenteerde Impulsprogramma VTH-stelsel 2030 omarmd. Maar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ziet sommige voorstellen minder zitten. Met name de landelijke normen over minimale omvang en budget die gemeenten als voornaamste geldschieters van omgevingsdiensten opgelegd zouden krijgen, zijn tegen het zere been. In tijden van financiële krapte zet dat de gemeentelijke begroting extra onder druk. Maar het eventuele wegvallen van de norm slaat de bodem uit Van Aartsens plan. Hoe moet het dan wél verder met ons VTH-stelsel? DIVERSITEIT Voor Loes de Maat, directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, kwam de kritiek van Van Aartsen niet onverwacht. ‘In termen van organisatieontwikkeling zijn de omgevingsdiensten pas zes, zeven jaar oud. We moeten het stelsel en de organisatie van ons werk robuuster maken.’ Dat is niet voor alle diensten even makkelijk. Er is, erkent ze, een ‘enorme diversiteit, bijvoorbeeld in omvang maar ook in mandaat en daarmee onafhankelijkheid’. De Maat: ‘Van Aartsen raadt aan om elke dienst hetzelfde basistakenpakket te geven. Ik fronste mijn wenkbrauwen: is dat ergens nog niet op orde, dan? Nou, bij zes omgevingsdiensten blijken de basistaken acht jaar na oprichting nog steeds niet overgedragen, terwijl dat wel wettelijk zo is voorgeschreven. Ook het mandaat verschilt. Ik voel me vrij om eigenstandig besluiten te nemen over de taken die wij uitvoeren namens onze opdrachtgevers, maar dat is niet vanzelfsprekend voor alle diensten.’ Pieter-Jan van Zanten, directeur van omgevingsdienst IJsselland en voorzitter van Omgevingsdienst NL, de landelijke vereniging van de diensten, oppert dat een eerste oplossing zou kunnen zijn om de kleinere broeders onder de omgevingsdiensten te laten fuseren. ‘Zeker bij diensten die toch al intensief samenwerken. Een bepaalde kritische massa maakt het halen van kwaliteit makkelijker. In Gelderland heb je nu zeven diensten. Daar zijn, weet ik, bewegingen om samen te gaan.’ Een grotere dienst zou, in theorie, ook sterker kunnen staan tegenover zijn opdrachtgevers: provincies en vooral gemeenten. Was Van Zanten wat dat betreft niet teleurgesteld in de reactie van de VNG? ‘Nee, hoor. De meeste gemeenten zeggen tussen de regels door ook dat de kwaliteit van de diensten omhoog moet. Maar ze willen dat niet in de vorm van gedecentraliseerde rijksdiensten. Ik heb wethouders horen zeggen: “Straks gaat het rijk via normfinanciering bepalen wat wij moeten betalen, wat het basistakenpakket is en welk mandaat wij moeten geven. Ik mag als gemeente tekenen bij het kruisje, maar ben wel verantwoordelijk voor de hele dienst.”’ De Maat: ‘Gemeenten moeten de jeugdzorg afwegen tegen hun ruimtelijke inrichting en het budget voor ons. Daar knelt het.’ ONGEWENST KIND Het plaatst omgevingsdiensten in een lastige positie, erkent Van Zanten. ‘Ze waren in de meeste regio’s een opgelegde regeling en hebben nog steeds met die erfenis te dealen. Ze zijn een ongewenst kind dat nu in sommige regio’s nog hard moet werken om een gewaardeerd kind te worden. Je komt gemeenten tegen die nog steeds denken: het was verrekte makkelijk toen ik die drie ambtenaren zélf in huis had. Dat sentiment moeten we snel voorbij.’ Volgens De Maat is het probleem onlangs ‘heel helder neergelegd’ bij het ministerie van I&W en het IPO. ‘Spreek de betreffende besturen aan daar waar afspraken over overdracht van taken niet worden nageleefd. Het is echt zorgelijk.’ In één moeite kon De Maat bij I&W nog eens een pleidooi houden voor meer budget om de broodnodige investeringen te kunnen doen in datakwaliteit en landelijk uniforme registratie. De data die omgevingsdiensten van gemeenten en provincies erfden was soms ronduit ‘bagger’, zegt Van Zanten. ‘Of analoog’, vult De Maat aan. ‘Soms stuiten we op een overtreding die teruggrijpt op een vergunning van 21 jaar geleden. Dat komt voor de buitenwereld vreemd over, maar vínd die vergunning nog maar eens. Die is dan in een doos vol papier overgekomen. Dat is de realiteit waar wij in zitten.’ Ook rond de invoering van de Omgevingswet is extra geld hard nodig. Volgens Van Zanten zijn de omgevingsdiensten er op zich klaar voor, ‘maar we moeten wel flink veranderen. We zullen meer toezicht moeten gaan houden of wat een bedrijf meldt wel klopt. En je merkt dat onze milieukennis nu veel breder nodig is voor het milieudeel van omgevingsvisies en omgevingsplannen. Je wordt van vergunningverlener en toezichthouder ook adviseur. Daar moeten we toe in staat worden gesteld, in de vorm van opleiding, mandaat én financiering. Niet alle omgevingsdiensten hebben daarvoor voldoende middelen.’ MISVERSTAND Enkele omgevingsdiensten sloegen onlangs bij Binnenlands Bestuur alarm over de toetsing van de Wet natuurbescherming. Die valt – in tegenstelling tot de Wet milieubeheer – niet altijd onder verantwoordelijkheid van de omgevingsdienst, maar onder die van de provincie. Een bron van misverstand, blijkt. Een boer die voor zijn nieuwe stal een milieuvergunning van de omgevingsdienst heeft gekregen, moet daarna een extra rondje maken langs de provincie. Dat gebeurt niet altijd en dan is het leed voor de
Pagina 24
Jij zorgt voor Nederland. IZA zorgt voor jouw gezondheid en zorg. Dé zorgverzekering voor gemeenten, provincies, waterschappen en de brandweer. Jouw voordelen: Basisverzekering IZA Basis Keuze 119,84 incl. 5% collectiviteitskorting  Collectiviteitskorting voor het hele gezin  Al aanvullend verzekerd vanaf € 4,76*  Ruime vergoedingen voor onder andere fysiotherapie en mantelzorg  Razendsnel declareren via de IZA Zorg app  Gezond Leven: gratis webinars, apps en tips Bekijk alle voordelen en bereken je premie op: iza.nl/collectief-verzekerd * inclusief 20% collectiviteitskorting n, p ps d BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 ACHTERGROND 25 ’ Onze normen zijn niet ingericht op cumulatie’ natuur vaak al geschied. Ook Van Zanten hoort dat het bij zijn eigen dienst in Overijssel ‘weleens’ verkeerd gaat, net als in andere provincies. ‘Maar ik vang geen signalen op van grootschalige misstanden.’ Volgens hem moet de omgevingsdienst bij de aanvraag van de milieuvergunning direct doorverwijzen naar de provincie voor het natuurdeel. ‘Zeker bij een agrarisch bedrijf ga ik ervan uit dat onze vergunningverleners daar scherp op zijn. In Nederland hebben we het redelijk gesegmenteerd georganiseerd, maar die segmenten moeten als één overheid de samenleving bedienen. Achter de schermen vraagt dat veel inspanning en afstemming.’ Soms gaat het mis, bijvoorbeeld door vaagheden in de stelselverantwoordelijkheid. Het rijk wil dat er vanwege de gezondheidsrisico’s op lange termijn beter wordt gehandhaafd op asbest en legt dat als basistaak bij de omgevingsdiensten. Maar als die uitrekenen wat dat kost, weigeren gemeenten nogal eens om de rekening te betalen. Niet gek, want tenslotte was het hun prioriteit niet en dan zou het afgaan van wat wél hun prioriteiten zijn. Zo dwingen ze de OD’s om er net zo weinig aan te doen als zij. Wie ergens meer van wil, vinden de omgevingsdiensten, zou daarvoor ook meer moeten betalen. Daarbij zweeft het toezicht op de omgevingsdiensten een beetje in het luchtledige. Van Zanten: ‘Wie is daarvoor verantwoordelijk: is dat nou de provincie via de gemeente? Of het rijk via de wet? Beide, is ons gevoel, ontkennen dat een beetje. Van Aartsen heeft het voorstel gedaan om dat bij de Inspectie Leefomgeving en Transport neer te leggen. Maar dat is een samenwerkingspartner van ons op het gebied van transport van gevaarlijke stoffen. Het toezicht op het financiële deel ligt nu al bij BZK. Het zou wat ons betreft logisch zijn ook het inhoudelijke deel bij Binnenlandse Zaken neer te leggen.’ GEURBELEID Ook op uitvoerend niveau valt in de samenwerking tussen omgevingsdiensten en overheden nog veel te verbeteren. ‘Neem een thema als geur’, oppert De Maat. ‘Daar komen bij ons in het Noordzeekanaalgebied de meeste overlastmeldingen over binnen. Dan organiseren wij een omgevingstafel en blijkt er dat er Loes de Maat Pieter-Jan van Zanten maar één gemeente is met een specifiek geurbeleid. De rest heeft dat niet. Daar kunnen wij als omgevingsdienst niet anders dan de landelijke geurnormen hanteren, waar lokaal weinig kracht van uitgaat. Dan begrijpen de burgers natuurlijk niet waarom ze wél geregeld geuroverlast ervaren, terwijl het bedrijf volgens de autoriteiten keurig binnen de normen blijft.’ Bij de categorie ‘zeer zorgwekkende stoffen’ blijft het rijk in gebreke. ‘Die stoffen vormen echt een hoofdpijndossier voor de omgevingsdiensten’, aldus Van Zanten. ‘Er staan bijna 1.500 stoffen op de lijst. Bijna elke dag komen er stoffen bij en gaan er andere af. Van een heleboel zijn de eigenschappen onvoldoende bekend, een normering wordt daarmee nog moeilijker.’ Het rijk moet met die normering komen, en snel. ’We kunnen niet eerst vijf jaar op een norm studeren voor we die doorvertalen in vergunningen. Dat duurt allemaal veel te lang. Emoties in de samenleving lopen over dit soort onderwerpen hoog op. Aan ons als omgevingsdiensten de taak om met feiten en cijfers te proberen enige rust te brengen. Je zou eigenlijk moeten zeggen: zolang er geen geldende norm is, moet je de zeer zorgwekkende stoffen gewoon verbieden. Dat is dan maar helder.’ Van Zanten rakelt een ander gevoelig dossier op: de asfaltcentrales. ‘Daar zie ik een nieuw fenomeen de kop opsteken. Als je kijkt naar de immissie, naar wat bewoners aan stoffen inademen, dan zegt de GGD: dat is op grond van onze normen niet slecht voor de gezondheid. Maar de burger die onder de pijp van een asfaltcentrale woont, vertrouwt de GGD-cijfers voor geen meter. Dat is een nieuw fenomeen waar we als samenleving mee te maken hebben: dat normen ter discussie worden gesteld en dat begrijpen wij heel goed.’ De Maat: ‘Je kunt als bedrijf aan een milieunorm voldoen en toch een schadelijk gezondheidseffect veroorzaken. Milieunormen zijn gemiddelden, terwijl je bij zware industrie vaak een enorme cumulatie op een klein gebied ziet. Onze normen zijn niet ingericht op cumulatie. En het betreft vaak ook jaargemiddelden, waardoor pieken in de uitstoot, bijvoorbeeld door een ongewoon voorval, worden afgevlakt. Milieunormen voldoen dus niet voor een gezonde leefomgeving. Dat gat zullen we met de beleidsmakers moeten dichten.’ URGENTIE Volop werk aan de winkel, dus. Hoe zorgen ze ervoor dat het deze keer wel tot een beter functionerend VTH-stelsel leidt? De Maat: ‘We zijn als omgevingsdiensten opgericht na de cafébrand van Volendam en de vuurwerkramp van Enschede. Om kennis te bundelen, op afstand van de politiek. De urgentie van ons werk is door de klimaatopgave en de stikstofproblematiek alleen maar groter geworden. De kracht van het rapport van Van Aartsen zit in de samenhang van de tien aanbevelingen. Het is niet alleen dat geld of dat mandaat – het is de combinatie van de tien die maakt dat het gaat werken. Met een of twee komen we er niet. Dan hebben we over tien jaar een nieuwe commissie nodig.’
Pagina 26
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 DOOR: HANS BEKKERS FOTO: SHUTTERSTOCK ORGANISATIE ACHTERGROND 27 De responsieve ambtenaar. De term is er al en ook het begin van een landelijk netwerk voor deze professional die écht van betekenis wil zijn voor inwoners door naast ze te staan en van daaruit gezamenlijk op te trekken. ‘Het begint met luisteren.’ OMGAAN MET COMPLEXE MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN LUISTEREN, LOSLATEN EN VERBINDEN Vraag gemeentesecretarissen wat zij als grootste uitdaging zien voor hun gemeente en in de helft van de gevallen komt het antwoord min of meer op hetzelfde neer. Nee, niet de gemeentelijke tekorten of het nijpende gebrek aan personeel. Een veel grotere uitdaging zien ze in het opereren vanuit het perspectief van de inwoner. Alexander Meijer, de hoogste ambtenaar van de gemeente Schagen, stelde de vraag aan zestien collega’s en tekende hun visies op in zijn recent verschenen boek Het geheim van de gemeentesecretaris. Gelukkig voor de geïnteresseerde lezer laten die geïnterviewden het niet bij die constatering en de noodzaak ermee aan de slag te gaan, ze geven vaak ook richtingen aan hoe dat doel te bereiken. Dagmar van Deurzen, kwartiermaker in de nieuwe gemeente Maashorst en één van de geïnterviewden, legt het belang uit van een mensgerichte benadering. Ze kiest er daarom bewust voor niet te mailen, maar face-to-face of telefonisch het gesprek aan te gaan met inwoners of ondernemers. ‘Als je goed kunt uitleggen waarom je een afweging maakt, kunnen ze het nog steeds niet met je eens zin, maar zal er wel respect zijn’, stelt ze. ’Ik vind het belangrijk om signalen van buiten de organisatie op te vangen. Dat luisteren neem ik heel letterlijk. Ik ga echt naar mensen toe om hun verhalen te horen. Wat ervaren inwoners? Waarom ervaren ze dat? Is daarin een rode draad te bespeuren? Met die informatie kunnen we de organisatie nog beter laten
Pagina 28
Samenwerking tussen sociale initiatieven en lokaal bestuur dóet ertoe Door de coronacrisis zijn veel Nederlanders in (diepere) eenzaamheid, armoede en psychische problemen beland. Wanneer de maatschappij weer van het slot gaat, verdwijnen deze gevolgen niet vanzelf. Onze samen leving zal deze nog lang voelen. En moet er alles aan doen om deze aan te pakken. Naast alle inzet vanuit de overheid zijn ook sociale initiatieven onmisbaar om het roer om te gooien. Het Oranje Fonds wil de aandacht vestigen op het belang van, nog sterkere, samenwerking tussen lokale bestuurders en sociale initiatieven. In de afgelopen periode lieten sociale initiatieven hun enorme (veer)kracht zien. Juist voor deze stichtingen en sociale ondernemers, die werken met veel vrijwillige inzet, waren de laatste anderhalf jaar uitdagend. Ze deden méér, bereikten meer mensen met minder mensen, in moeilijke omstandigheden. Voor onze samenleving is het enorm waardevol om deze veerkracht van dit momentum te behouden. Ze verdienen een structurele plek in onze gemeentes. Natuurlijk in samenwerking met bestaande uitvoerende organisaties en partners. Dit is, zeker in het begin, niet altijd eenvoudig. Maar samen optrekken dóet ertoe. Als grootste sociale fonds van Nederland zet het Oranje Fonds zich in voor het versterken en verbinden van sociale initiatieven. Met financiering voor het oplossen of verzachten van eenzaamheid en armoede. En voor vrijwillige zorg vanuit lokale netwerken en samenwerkingsverbanden. Het Oranje Fonds initieerde het Corona sociaal herstelfonds, dat extra financiering beschikbaar stelt. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport was in de zomer van 2021 de eerste partner die dit herstelfonds steunde, zodat we samen met initiatieven iets kunnen doen tegen eenzaamheid die door de coronacrisis ontstaan of verergerd is. Kennis delen en uitwisselen Maar sociale initiatieven hebben naast financiering ook andere zaken nodig. Allereerst verdienen zij de ruimte om te doen waar ze goed in zijn. En de kans om daar steeds beter in te worden en te groeien. Daarom vinden wij het belangrijk om mensen en organisaties samen te brengen voor kennisdeling en -uitwisseling. Om te onderzoeken wat werkt en dat vervolgens te delen met de rest van het werkveld. En om bewustwording te creëren over de (veer)kracht van sociale initiatieven in het werken aan oplossingen. Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld ook met de recente campagne #jijdoetertoe. Met een boodschap die precies vertelt hoe het Oranje Fonds kijkt naar de initiatieven én de mensen voor wie zij zich inzetten. Samen doe je ertoe Want die mensen dóen ertoe, ondanks dat de maatschappij ze vaak niet opmerkt - een onfortuinlijk gevolg van hun isolement. En de initiatieven doen er al evenzeer toe. Door deze mensen wél te zien en te helpen. Maar om er echt structureel toe te doen, is een krachtige samenwerking met overheid en lokale partijen onmisbaar. Er zijn talloze voorbeelden waar informele initiatieven onderdeel vormen van een zorgketen of waar ze bijvoorbeeld samen met professionele (zorg)organisaties een gezamenlijke intake doen en een aanvullende rol pakken naast benodigde reguliere zorg. Of waar zij onderaannemer zijn van de Wmo-uitvoerder en ertoe doen binnen de mobiliteitsaanpak van de gemeente. Maar er zijn ook nog veel voorbeelden van vraagstukken binnen gemeentes waar deze samenwerking nog een uitdaging is. Het Oranje Fonds stimuleert deze samenwerking graag en ziet hierin een sleutelrol voor lokale bestuurders. Daarom nodigen we bestuurders en beleidsmakers van harte uit om de mogelijkheden (verder) te verkennen, door lokale sociale initiatieven op te zoeken en uit te nodigen. Want een kans om er lokaal nóg meer toe te doen, is de moeite meer dan waard. Op oranjefonds.nl/bouwenaansociaalherstel is meer te lezen over de mogelijkheden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 ACHTERGROND 29 functioneren.’ Uit de gemeentehuizen in Diemen, Elburg en Ridderkerk klinken van haar collega’s dezelfde geluiden. GOED ANALYSEREN Contact zoeken met de burger, bedrijven, organisaties en medeoverheden is nodig voor gemeenten, dat is ook de rode draad in een ander boek dat tegelijkertijd op de markt verscheen: BEgrip. Inderdaad, met de hoofdletters BE. Het moet het belang accentueren van luisteren naar elkaar en rekening houden met ieders belangen bij complexe opgaven waaraan de gemeente werkt. Volgens de auteurs Herrie Geuzendam en Angela Riddering zijn tal van maatschappelijke vraagstukken dermate comples, dat ze niet meer vanuit het gemeentehuis alleen zijn op te lossen. Neem de grote transities en transformaties als van het gas af moeten, de economie circulair maken, een alternatief zoeken voor de intensieve landbouw. Dergelijke opgaven vragen om een meervoudige benadering, het bieden van ruimte aan verschillende perspectieven. En dat allemaal vanuit het inzicht dat de kennis om tot gedragen oplossingen te komen niet enkel binnen de muren van een gemeentehuis te vinden is. Zeker bij serieus ingewikkelde vraagstukken gaat het erom verbinding tot stand te brengen met de buitenwereld, het gesprek aangaan met inwoners, bedrijven en het maatschappelijk middenveld. ‘Zo’n gesprek moet je open ingaan’, zegt Angela Riddering. ‘Je moet je in elkaar verdiepen, geïnteresseerd zijn in wat andere partijen denken. Het begint met luisteren’, vult Geuzendam aan. Een voorbeeld waar het lastig is goed invulling te geven aan dat luisteren, is de energietransitie waar ‘we’ met z’n allen aan zullen moeten. Het doel, de ambitie moet volgens Riddering uiteraard overeind blijven, ‘maar hoe je dat doel bereikt, dat moet je als organisatie loslaten.’ Zo zou het in een aantal gebieden wel eens niet zo zinvol kunnen zijn om er van het gas af te gaan, en zijn er mensen die de middelen niet hebben om de omslag te maken. ‘Wil je op dergelijke complexe dossiers echt vooruitkomen, dan zul je dat met elkaar moeten doen en daarbij onderweg momenten van evaluatie en reflectie inbouwen.’ En dat is verrekte lastig, zegt Geuzendam, ‘gewend als we zijn om vooral hard te rennen.’ Dat loslaten kan eng zijn. Je denkt misschien dat het daardoor allemaal trager gaat, dat je je gestelde doel dan niet op tijd haalt. Niets is volgens Alexander Meijer minder waar. ‘Ik beweer het tegenovergestelde: als je mensen vooraf meeneemt, naar elkaar luistert, en daar iets mee doet, dan gaat het juist sneller en ben je zelfs ‘We zijn vooral gewend om hard te rennen’ NETWERK Op initiatief van Angela Riddering (PRCS voor organisaties van morgen), Landelijk Contact Gemeentelijk Welzijnsbeleid (LCGW), Platform 31 en Binnenlandse Zaken wordt een netwerk opgericht voor mensen die responsief (willen) werken’. Centraal staat het werken vanuit de bedoeling om burgers beter van dienst te kunnen zijn. eerder bij je doel dan anders.’ Nu is lang niet alles complex en vallen een boel gemeentelijke taken – gelukkig – onder werk dat op een reguliere manier kan worden uitgevoerd. Maar zaak is het voor organisaties wel dat onderscheid goed aan te brengen door het op tafel liggende vraagstuk vooraf goed te analyseren en daar vervolgens de manier van organiseren en werken op af te stemmen. In alle gevallen geldt: stel de inhoud voorop en stel daarna je structuur vast. Er wordt, zegt Geuzendam, helaas nog te veel vanuit afdelingen en vermaledijde kokers gewerkt. ONTEVREDEN BESTUURDERS Maar goed, als eenmaal wel duidelijk is dat je als gemeente te maken hebt met een maatschappelijk complexe opgave en je richt je structuur van de organisatie daarnaar, dan nog ben je er niet. Het gaat er ook om de juiste medewerkers op de klus te hebben. Dat luisteren, schakelen en omgaan met ‘buiten’ vereist specifieke vaardigheden die niet elke ambtenaar in huis heeft. ‘Hoeft ook niet’, zegt Angela Riddering. ‘Er zijn genoeg reguliere taken die zonder die competenties kunnen en moeten worden uitgevoerd.’ Vaardigheden die volgens haar nodig zijn om in een context met complexe opgaven te werken, zijn het tot stand kunnen brengen en onderhouden van verbindingen. Dat vraagt vooral persoonlijk leiderschap. Dat is, zo valt te lezen in het boek, op basis van grondige zelfkennis regie en richting kunnen geven aan je leven. Weten wat je waarden en talenten zijn en die vervolgens verbinden met je persoonlijke missie. En dat alles bij elkaar zet je in voor het doel waarin je gelooft. Maar het gaat er vooral om dat je weet dat er meer smaken en perspectieven zijn dan de jouwe. Anders gezegd, je moet uit je eigen bubbel kunnen stappen. Vervolgens is het de kunst die verschillende standpunten samen te voegen. Gemeentesecretaris Jan Dick de Kort van Diemen verwoordt het in Het geheim van de gemeentesecretaris zo: op zoek gaan naar wat kan, naar de rek en niet te gemakkelijk terugvallen op regels. ‘Omgevingssensitiviteit is een belangrijke kwaliteit voor ambtenaren, als je dat niet hebt, heb je bij een gemeente niets te zoeken’, stelt hij. En niet in de laatste plaats moet je als responsieve ambtenaar tegen een stootje kunnen. Luisteren en omgaan met inwoners gaat immers niet altijd van een leien dakje. Weerstand mag je het van Herrie Geuzendam eigenlijk niet noemen, maar als je een wijk mag vertellen dat ze van het gas af moeten staat – eufemistisch gezegd – bepaald niet iedere wijkbewoner te juichen. Gemeentesecretaris Henk Klaucke van Ridderkerk noemt het in Meijers’ boek de participatieparadox: hoe meer je mensen betrekt, des te ontevredener ze vaak worden. ‘Je kunt het niet iedereen naar de zin maken’, zegt hij. En ja, dan kan het zijn dat je allerlei boosheid en verwensingen naar je hoofd geslingerd krijgt, zo mocht Meijer zelf onlangs ervaren toen hij naar inwoners ging luisteren in een dorpshuiskwestie in één van de kernen in zijn gemeente. Niet iedereen kan daar tegen, zoals ook niet iedere ambtenaar is gezegend met andere voor complexe maatschappelijke opgaven benodigde competenties. ‘Probleem is vaak dat medewerkers het zelf niet durven te zeggen dat ze eigenlijk niet voldoen – en collega’s evenmin – en je er als leidinggevende daarom vaak pas laat achter komt. Hoe? Nou, bijvoorbeeld omdat je telkens extra herstelwerk moet verrichten of dat je ontevreden bestuurders krijgt die vinden dat iets te lang duurt’, zegt Meijer. ‘Ik haal medewerkers van het dossier af als ze dat niet kunnen. Anders blijft het aanklooien en boet de gemeentelijke overheid nog verder aan betrouwbaarheid en professionaliteit in.’ BEgrip. Werken met complexiteit voor de publieke professional. Angela Riddering en Herrie Geuzendam. Boom uitgevers. Het geheim van de gemeentesecretaris. Alexander Meijer.
Pagina 30
INGEZONDEN MEDEDELING Connect kennis ⏐ netwerk ⏐ ontwikkeling BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 DOOR: ALEXANDER LEEUW BEELD: SHUTTERSTOCK EUROPA ACHTERGROND 31 Kunstmatige intelligentie biedt grote kansen én risico’s. De Europese Unie wil het proces in goede banen leiden en tegelijk een belangrijke speler worden op de wereldmarkt. Het zal gevolgen hebben voor lokale overheden, als de toezichthouders en aanjagers van technische innovatie. VS EN CHINA MAKEN DE DIENST UIT EUROPA WIL WEER VOOROP IN DE AA-IE Meer data in Europa. Dat is wat de Europese Unie wil. De Verenigde Staten en China maken nu de dienst uit op datagebied, wat niet alleen betekent dat Europa geld misloopt, maar ook dat er geen grip is op hoe er met data wordt omgesprongen. In het komende ‘digitale decennium’ wil de EU de achterstand inlopen. Er zijn veel initiatieven om dat doel te bereiken. Er komen wetten en strategieën aan voor digitale markten, digitale diensten, privacy, de media, digitale financiering, digitale identiteit en ga zo maar door. De Europese Unie komt binnenkort met een voorstel voor de Data Governance Act, die gegevensuitwisseling in de EU moet verbeteren. Het gaat bijvoorbeeld om het hergebruiken van overheidsgegevens, ‘wanneer die gegevens onderworpen zijn aan rechten van anderen’, en gegevens deling tussen bedrijven tegen een vergoeding. Op 1 december zou het voorstel er moeten zijn. Wat er al ligt, is het wetsvoorstel voor kunstmatige intelligentie – de Artificial Intelligence Act. De maatschappij evolueert snel, schrijft de EU, en systemen van kunstmatige intelligentie (AI) bieden allerlei voordelen. Ze kunnen uitkomst bieden bij het oplossen van maatschappelijke problemen. Volgens Europa Decentraal kunnen lokale overheden ze goed gebruiken: ‘Door slim gebruik te maken van AI bij onder andere infrastructuur, afval en toezicht, kunnen steden efficiënter en duurzamer worden ingericht. Zo kan AI worden ingezet bij het effectiever regelen van verkeersstromen.’ De technologieën brengen ook grote risico’s met zich mee. Het kan ‘leiden tot vormen van discriminatie, schending van privacy en persoonsgegevens of inbreuk op sommige vrijheden’. Om die reden werd in februari 2020 het gebruik van anti-fraudesysteem SyRI door de rechtbank verboden. Het zou ‘onvoldoende controleerbaar’ zijn en het vormde een te grote inbreuk op de privacy van burgers. De Europese Commissie ziet dergelijke risico’s ook en heeft daarom een paar jaar geleden een aantal ‘ethische richtsnoeren’ opgesteld: AI moet wettig, ethisch en robuust zijn uit zowel technisch als sociaal oogpunt, omdat AI-systemen ondanks goede bedoelingen toch schade aan kunnen richten. RISICO’S In de huidige regelgeving komen de risico’s te weinig naar voren, vindt de Commissie, dus kwam ze in april met een nieuwe aanpak. Het wordt gezien als een ambitieus voorstel dat probeert een nieuwe markt te creëren en een wereldwijd domino-effect te veroorzaken. ‘Gezien de snelheid van de technologische veranderingen en de mogelijke uitdagingen, is de EU vastbesloten te streven naar een evenwichtige aanpak’, schrijft de Commissie. ‘ De wetgeving werd een wereldwijde standaard’ ‘Het is in het belang van de EU om haar technologische leiderspositie te behouden en ervoor te zorgen dat Europeanen kunnen genieten van nieuwe technologieen, ontwikkeld en functionerend volgens de waarden, grondrechten en beginselen van de Unie.’ Een Europese voorloper van dit voorstel is de General Data Protection Regulation (GDPR), in Nederland vertaald als de AVG. Het verschil daarmee illustreert ook waar AI om draait: de GDPR gaat over privacy en beveiliging bij het verzamelen en verwerken van data. De AI-regulering gaat om de technieken die worden losgelaten op die verzamelingen data – algoritmen die de onderliggende data gebruiken. ‘Het grote plaatje voor de Europese Unie in één zin is: we willen meer data in Europa’, zegt Kalliopi Spyridaki, chief privacy strategist bij analytics- en AI-specialist SAS. ‘We willen data pools, we willen innovatie en we zullen wetten creëren om dat mogelijk te maken. Momenteel zijn de Verenigde
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 32 ACHTERGROND EUROPA Staten en China de grote spelers en Rusland is opkomend. De Europese Unie wil een omgeving waarin innovatie mogelijk is, maar waar mensen ook worden beschermd.’ Belangrijk aan de wetgeving is dat die kijkt naar risico. Er is AI met beperkt risico, met hoog risico en met onaanvaardbaar risico. Voor die indeling kijkt de EU naar de impact van de AI-toepassingen op veiligheid, mensenrechten en vrijheden. Bij het gebruik van een chatbot is bijvoorbeeld slechts sprake van beperkt risico. Systemen met een hoog risico zijn biometrische identificatie, rechtshandhaving of systemen ‘die bedoeld zijn om door of namens overheidsinstanties te worden gebruikt om te beoordelen of natuurlijke personen in aanmerking komen voor overheidsuitkeringen en -diensten’. Er is veel maatschappelijke discussie over. ONAANVAARDBAAR Een onaanvaardbaar risico kan ontstaan bij systemen die kwetsbaarheden van mensen uitbuiten, bij systemen die worden gebruikt voor onbeperkte surveillance of bij systemen die worden gebruikt voor social scoring. Denk bij die laatste aan systemen van sociaal krediet zoals China die heeft. En in de Verenigde Staten zijn kredietscores heel belangrijk. Deze wetgeving bepaalt dat dergelijke scores niet mogen worden gebruikt om onderscheid te maken tussen burgers, bijvoorbeeld door te bepalen wie waar mag wonen. Zo probeert de EU Amerikaanse toestanden te voorkomen. De op risico gebaseerde aanpak plaatst de bewijslast bij de ontwikkelaars, gebruikers en toezichthouders. Zij zullen moet onderzoeken en onderbouwen in welke categorieën hun systemen vallen. Dat kan lastig zijn als ze voor meerdere doeleinden kunnen worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld de software die SAS ontwikkelt. ‘Onze software is niet ontwikkeld voor een bepaald type gebruik’, zegt Spyridaki. ‘De meeste bedrijven in de b2b-sector opereren zo. Hoe kunnen we aan de voorschriften voldoen als we geen controle hebben over hoe onze software wordt gebruikt?’ Er zijn bedrijven die de voorschriften te complex vinden, weet Spyridaki, maar zo denkt SAS er (nog) niet over. Het succes van de wetgeving zal afhangen van hoe goed de aanjagersrol werkt. Sommigen ervaren Europese wetgeving als een hindernis, maar de EU rekent erop dat de AI-verordening een standaard wordt. Zo ging het ook bij de GDPR (AVG). Een Australisch bedrijf vertelde Spyridaki: als ‘ Wetgeving heeft alleen zin als er toezicht en handhaving is’ je de GDPR aanhoudt, zit je overal ter wereld goed. ‘De wetgeving werd overal overgenomen en daarmee een wereldwijde standaard, ook vanuit een filosofisch en menselijk perspectief. Deze verordening moet dat bewerkstelligen voor AI.’ Toch is er twijfel bij Spyridaki. ‘Het blijft een goed doordachte wet, zonder grote gaten, maar het proces verloopt langzaam. Zolang het Europees Parlement er niet mee aan de slag gaat blijft het bij lijstjes afvinken en komt er geen debat.’ In het hart van het proces, wanneer het parlement het bespreekt en er wellicht nog duizenden amendementen binnenkomen, wordt het makkelijker in te schatten wat de juridische aspecten en praktische toepassingen van de wetgeving zullen zijn. Zodra de regulering wordt aangenomen, zal Nederland de bepalingen in nationale wet- en regelgeving moeten doorvoeren. ‘Wat het voorstel voor een Europese AI-verordening precies inhoudt voor decentrale overheden is nog niet bekend’, schrijft Europa Decentraal. ‘Ook is het nog onduidelijk wat de Nederlandse plannen concreet zijn op het gebied van AI-wetgeving.’ AANJAGERS Overheden zullen als gebruikers en handhavers met de wetgeving te maken krijgen. Overheden zijn belangrijke aanjagers geweest van technologische vernieuwing, zoals toen Rotterdam SyRI in gebruik nam, wat leidde tot het verbod begin 2020. Eerder dit jaar beboette de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) Enschede omdat het een wifi-trackingsysteem BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 ACHTERGROND 33 gebruikte om burgers te volgen. Enschede benadrukte dat de verzamelde gegevens niet terug te leiden zou zijn tot personen, maar de AP was het daar niet mee eens. Enschede omschreef zichzelf als ‘een stad waar technologie, innovatie en creativiteit tot de culturele traditie behoort’ en stelde dat de AP de voortrekkersrol bestrafte. Daar ging de AP niet in mee, vertelde vicevoorzitter Monique Verdier. ‘Innovatie is geen rechtvaardiging om aan de voorkant dan maar niet voldoende naar privacy te kijken.’ Toezicht en handhaving van de Europese AI-regulering kan een struikelpunt zijn, zegt Spyridaki. ‘Helaas krijgen de lidstaten de flexibiliteit om de toezichthoudende autoriteiten te kiezen. Ik zeg helaas omdat het in sommige landen de mededingingsautoriteit kan zijn en in andere landen de gegevensbeschermingsautoriteit en in weer andere landen de regelgevende instanties voor bijvoorbeeld telecommunicatie.’ Europese coördinatie is dan moeilijk. Een sectorale benadering is ook een mogelijkheid. ‘In de financiële dienstensector kun je bijvoorbeeld bestaande regelgevers voor financiële diensten de bevoegdheid geven om toezicht te houden op AI-systemen die door banken worden gebruikt.’ Wat kunnen Nederlandse overheden en ambtenaren doen? ‘Zij bevinden zich waar de wetten effect krijgen’, zegt Linnet Taylor, sinds oktober hoogleraar International Data Governance aan de Tilburg Universiteit. ‘Wetgeving heeft alleen zin als er toezicht en handhaving is. Er is veel debat over hoe dit gaat gebeuren. Sommige formele controle, zoals audits, zullen worden uitbesteed aan de grote bedrijven. Maar overheden moeten ook aan de slag. Er zullen geen teams uit het niets komen om de wetgeving te handhaven.’ Zodra de Europese regulering wordt ADVERTENTIE aangenomen, moet in alle landen het debat plaatsvinden over hoe het nationale wetgeving wordt. Taylor verwacht dat dat debat over AI in Nederland zal leiden tot botsingen, omdat Nederland een innovatievriendelijk land is en de publieke en private sectoren de grenzen opzoeken van wat mogelijk is. Wie het toezicht moet houden, krijgt er een flinke taak aan. Taylor: ‘Mijn inschatting is dat er geen nieuwe instituties komen voor toezicht, maar nieuwe vormen van samenwerking. Een complex netwerk van toezicht, ombudsmannen en compliance officers. Er zal een hoop nieuwe expertise nodig zijn om te zorgen dat het toezicht effectief is. Ik verwacht dat overheden daarom een stuk meer gaan samenwerken met de academische wereld. Niet alleen om problemen op te lossen, maar ook om problemen te voorkomen. Ze moeten niet wachten totdat het allemaal misgaat.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 34
34 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP-HH Gemeenten zijn verplicht om plek te maken voor nieuwe woonwagens, maar in de afgelopen 20 jaar kwam er geen standplaats bij. Gaat het mis bij de kosten en procedures, of speelt er meer? ‘We horen er nog steeds niet bij.’ WAAROM WOONWAGENBEWONERS EINDELOOS WACHTEN DE HUIZEN DIE GEEN GEMEENTE WIL BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘Minister De bewoners van een klein woonwagenkamp in het Zuid-Hollandse Waddinxveen steggelen al 25 jaar met de gemeente en de woningcorporatie. Volgens de familie die in de wagens woont, weigert de gemeente nieuwe plaatsen aan het kampje toe te voegen, om zo meer plek te bieden voor familieleden. En aan de woonwagens wordt door de corporatie, waarvan ze huren, geen onderhoud uitgevoerd. Wat de ergernis nog groter maakt: de gemeente heeft de vrije plekken op het kamp zelfs vol gelegd met betonnen rioolbuizen, om te voorkomen dat de plaatsen worden ingenomen door caravans. De bewoners zijn het zat. Ze hebben gemeente en corporatie inmiddels voor de rechter gedaagd. Niet alleen in Waddinxveen borrelt het. In Kampen, Eindhoven en Wijk bij Duurstede protesteerden woonwagenbewoners de afgelopen twee maanden ook tegen het gebrek aan nieuwe standplaatsen. Als gemeenten al een standplaatsenbeleid hebben, dan draaien de ambtelijke molens traag. Gemeenten zijn volgens het landelijk Beleidskader woonwagen- en standplaatsenbeleid uit 2018 verplicht om ruimte te bieden aan de cultuur van woonwagenbewoners. Ze moeten zorgen voor voldoende plaatsen om in de behoefte te voorzien. Dat betekent een draai van 180 graden ten opzichte van, pakweg, tien jaar geleden. Veel gemeenten voerden toen nog een uitsterfbeleid. Vaak werden plekken voor woonwagens juist verwijderd. Maar volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens was dat beleid in strijd met de rechten van woonwagenbewoners, Roma en Sinti, en het recht op een eigen cultuur. Die uitspraak leidde tot nieuw landelijk beleid: Om te beginnen moesten gemeenten gaan inventariseren hoeveel standplaatsen er nu eigenlijk zijn, en hoeveel er extra bij moeten komen. Onderzoeksbureau Companen inventariseerde de huidige standplaatsen van alle gemeenten: naar schatting tussen de 9.000 en 10.000. Om aan de vraag te voldoen, moeten er nog zeker 3.000 bij. In mei van dit jaar geeft minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) toe dat het nog niet erg opschiet. In de eerste twee jaar na invoering van de nieuwe beleidslijn is er ondanks een Ollongren mag wat strenger zijn voor gemeenten’ beschikbare subsidiepot van 50 miljoen euro nog geen enkele plek bijgekomen. ALTIJD WAT ‘Er wordt altijd wel iets door gemeenten op gevonden’, zegt Piet van Assendorp, voorzitter van de Vereniging Behoud Woonwagencultuur in Nederland, en zelf woonwagenbewoner. ‘Criminaliteit, de buurt wil het niet, het is te duur. Dat zijn de excuses die we altijd horen. Voor veel bewoners is dit de zoveelste teleurstelling. Veel mensen hadden na de uitspraak van het Europese Hof goede hoop dat ze nu eindelijk serieus zouden worden genomen. Maar er gebeurt niets. Voor ons bevestigt dat alleen maar dat de gedachte: we horen er nog steeds niet bij.’ Het vroegere beleid heeft de argwaan van woonwagenbewoners tegen de plaatselijke overheden alleen maar groter gemaakt. ‘Maar laten we eerlijk zijn, de relatie tussen mensen in woonwagens en het lokale gezag was sinds het ontstaan van de eerste groepen reizigers aan het eind van de negentiende eeuw al niet goed. Wij hebben altijd het gevoel gehad dat we als woonwagenbewoners op elkaar zijn aangewezen. Daarom zijn de familiebanden in onze cultuur ook zo sterk. We willen bij elkaar op het kamp blijven wonen. Bij gebrek aan nieuwe plaatsen wonen jonge gezinnen soms dan maar in het schuurtje achter de woonwagen, waar de wasmachine staat.’ Tijdens het uitsterfbeleid van de afgelopen jaren zijn woonwagenbewoners verhuisd naar reguliere woningen. Maar volgens Van Assendorp wachten ook die mensen gewoon op een plek voor een woonwagen. ‘Ze willen allemaal terug naar het kamp, 100 procent. Sterker nog, ook al wonen ze inmiddels ergens anders, ze komen nog steeds iedere dag naar de plek waar de familie woont.’ Dat het onderwerp bij veel gemeenten niet hoog op de agenda staat, blijkt volgens Van Assendorp uit de respons van gemeenten op het onderzoek van Companen. ‘Veel gemeenten hadden nog niet eens geteld hoeveel plekken ze eigenlijk hebben, of hebben helemaal niet meegewerkt aan het onderzoek. Ik geloof best dat minister Ollongren ons wil helpen, maar ze mag wat strenger zijn voor die gemeenten. Het is duidelijk wat er nu moet gebeuren. Daarvoor moet alles uit de kast worden gehaald.’ NIET SERIEUS Volgens Van Assendorp kunnen gemeenten direct beginnen met het maken van plaatsen. ‘Er worden overal duizenden nieuwe woningen gebouwd, maar het maken van een paar nieuwe standplaatsen is te moeilijk? Haal om te beginnen eerst die betonblokken en rioolbuizen eens weg van plaatsen waar eerder woonwagens hebben gestaan. In tientallen gemeenten zijn die neergelegd tot grote ergernis van de bewoners. Met die betonblokken laat je als gemeente zien dat je woonwagenbewoners niet serieus neemt.’ Toch is er een aantal gemeenten waar het uitbreiden van standplaatsen wel hoog op de agenda staat. In Arnhem heeft het stadsbestuur het standplaatsenbeleid serieus aangepakt. Al voordat het rijk met het nieuwe beleidskader kwam, zegt wethouder Ronald Paping (wonen, GroenLinks). ‘We hebben een onderzoek gedaan waaruit bleek dat er zo’n honderd plekken in de gemeente nodig zijn. Daarna hebben we met de huurdersorganisatie van woonwagenbewoners een plan van aanpak gemaakt. Vorig jaar zijn we gaan onderzoeken op welke plekken mogelijkheden voor uitbreiding waren en waar nieuwe locaties konden komen. In Arnhem hebben we geen groot woonwagenkamp meer, maar zijn de woonwagens verdeeld over zo’n vijftien kleine kampen. Omdat we zagen dat het bouwen van nieuwe plaatsen niet in één keer ging lukken, hebben we een onderverdeling gemaakt in standplaatsen die we nu zo snel mogelijk willen realiseren, en plaatsen waarbij wat meer tijd nodig is. Op twee pilotlocaties willen we op korte termijn gaan beginnen met zo’n negen plekken. Op de middellange termijn moeten daar nog zo’n twaalf plekken bijkomen.’ Uitbreiding van het aantal woonwagens is geen makkelijke klus, weet Paping. ‘Je moet een plek vinden. Op sommige plaatsen is er ook weerstand van omwonenden. We
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 ACHTERGROND 37 zijn er als college voor om met die kritiek en eventuele procedures om te gaan, maar eigenlijk valt het in Arnhem met de tegengeluiden enorm mee. Wat het neerzetten van nieuwe woonwagens op nieuwe plekken vooral moeilijk maakt zijn de hoge kosten. De bouw van een woonwagen is voor een woningcorporatie relatief duur en ze worden veel sneller afgeschreven dan een stenen woning. Bovendien is het grondgebruik groter: voor een standaard woning is een kavel nodig van 120 vierkante meter. Een woonwagen vraagt al snel om 200. Al met al is dat een forse onrendabele top.’ Paping hoopte daarom op een financiële tegemoetkoming van het rijk uit die pot van 50 miljoen, zodat er snel gebouwd kon worden. ‘Maar uiteindelijk bleek dat die subsidie neerkomt op 5.000 euro per woonwagen. Dat gaat niet helpen.’ MOEIZAAM Directeur Bram Klouwen van Companen constateert een groot verschil in aanpak tussen de verschillende gemeenten. ‘Veel grotere gemeenten hebben wel enige vorm van standplaatsenbeleid. In kleinere gemeenten ligt dat vaak anders. COLUMN JAN VERHAGEN ‘ Je kunt je ook afvragen: wíl de gemeente wel?’ Het gaat soms ook maar om een paar plaatsen.’ Op de vraag waarom het maken van nieuwe plekken zo moeizaam gaat, zijn de antwoorden meestal hetzelfde, ziet Klouwen. ‘Het gaat dan om moeilijke procedures, bezwaarmakers vanuit de wijk ernaast, de beschikbaarheid van grond en de kosten. Voor een groot deel is dat ook waar. Maar je kunt je ook afvragen: wíl de gemeente wel? Vaak hoor je: “Er is al een tekort aan woningen en voor één woonwagen kunnen we twee woningen bouwen.’ Maar die argumenten hoor je zelden als het om andere projecten gaat, zoals hippe tiny houses.’ Voor de meeste aangedragen obstakels in het proces zijn vaak best oplossingen te vinden, denkt Klouwen. ‘Maar de kosten zijn wel een serieus probleem. Wij zijn bezig met verder onderzoek naar de investeringen die gemeenten en corporaties moeten doen, en die lijken echt wel een stuk groter. Wat zich ook wreekt is dat er veel minder woningen worden gebouwd in grote woningbouwlocaties. Op een dergelijke locatie is het relatief makkelijker om plek te vinden. Dan vallen de extra kosten ook sneller weg tegen de grote hoeveelheid nieuwbouwwoningen.’ In de Arnhemse nieuwbouwwijk Schuytgraaf wil wethouder Paping precies dat gaan doen: tussen de meer dan zesduizend geplande woningen moet ook plek komen voor acht woonwagens. Paping erkent: die woonwagens staan er niet vandaag of morgen. ‘We doen echt ons best, maar ik kan me heel goed voorstellen dat de woonwagenbewoners het wachten helemaal zat zijn. Dat is nog het meest frustrerende: dat we al zo lang aan het praten en plannen zijn, maar dat er nog steeds geen schop de grond in is gegaan.’ WINST! De Vereniging van Nederlandse Gemeenten stuurde deze maand aan het kabinet een ‘Factsheet Financiële positie gemeenten’. Daarin formuleert de VNG een nieuwe financiële claim: ‘Om financieel gezond te blijven moeten gemeenten gemiddeld elk jaar 1,5 procent overhouden op de exploitatie, omdat er anders niet voldoende financiële buffer overblijft om schommelingen in de uitgaven op te vangen en om te kunnen blijven investeren zonder zich te diep in de schulden te steken.’ De afgelopen jaren was de VNG al blij als alle kosten van de gemeenten werden gecompenseerd. Nu zijn de ambities hoger: 1,5 procent overhouden. Dat is veel geld. Daarom heb ik veel vragen. Vraag één: 1,5 procent overhouden op de exploitatie, wat is dat? Schrik niet: dat is een miljard euro per jaar, niet om uit te geven voor nuttige dingen voor u en mij, maar overschot. Winst! Vraag twee: waarom is gemiddeld een miljard euro per jaar nodig om af en toe verliezen op te kunnen vangen? Daarvoor is immers al voldoende dat de gemeenten elk jaar gemiddeld evenveel geld binnenkrijgen als ze uitgeven. Vraag drie: waarom zouden de gemeenten niet meer geld mogen lenen voor nieuwe wegen, voor nieuwe schoolgebouwen, enzovoort? Wanneer zijn de schulden te hoog, zoals de VNG vreest? Daar bestaat geen norm voor. Als de rente laag is, mogen schulden hoog zijn. Vraag vier: als de gemeenten echt een miljard euro per jaar winst – 1,5 procent – nodig hebben, waarom verplicht de Gemeentewet dat dan niet? De wet vindt het voldoende dat de inkomsten even hoog zijn als de uitgaven. Vraag vijf: De gemeenten hebben nog nooit een miljard winst per jaar begroot. En hoeveel gemeenten ‘ Accepteren de inwoners het?’ zijn er de afgelopen honderd jaar failliet gegaan? Geen enkele. Vraag zes: Als een gemeente minder dan 1,5 procent over heeft, moet de provincie dan streng toezicht gaan houden? Wil de VNG dat? En ten slotte vraag zeven: zouden de inwoners het accepteren als de gemeenten jaar op jaar een miljard euro zelf houden, en niet gebruiken voor nuttige dingen? Dit miljard is een kansloze claim. Een schadelijke kansloze claim. Want het nieuwe kabinet zal niet alleen deze kansloze claim weglachen, maar tegelijk wellicht ook alle andere financiële claims van de gemeenten die wel redelijk zijn.
Pagina 38
Schulinck Opleidingen Sociaal Domein Het sociale domein staat nooit stil. Zo zijn er altijd nieuwe ontwikkelingen in uw vakgebied, de Participatiewet, Inburgering, Schuldhulpverlening, Jeugd en Wmo. Onze opleidingen geven u een helder zicht op de toekomst. Wij praten u bij over de laatste actuele stand van zaken en daarnaast behandelen wij veel casuïstiek. Een greep uit ons opleidingsaanbod: • Actualiteitendag werk in uitvoering voor re-integratie 9 december 2021 Het is voor de uitvoering van groot belang om op de hoogte te zijn van de mogelijkheden voor de specifi eke doelgroepen, zoals de banenafspraak en beschut werk, denk aan het Breed Offensief en Simpel Switchen in de Participatieketen. Tijdens deze dag informeren wij u over de complexe wetgeving rondom banenafspraak en beschut werken. • Tweedaagse specialist Jeugdwet 9 en 16 december 2021 Bij de uitvoering van de Jeugdwet is het belangrijk om op de hoogte te zijn van actuele wet- en regelgeving en jurisprudentie en hoe dit in de praktijk moet worden toegepast. De jurisprudentie over deze jeugdhulpplicht van gemeenten is op gang gekomen. Hierdoor worden de grenzen en de invulling van de ‘speelruimte’ van gemeenten in het kader van de Jeugdwet steeds duidelijker. Tijdens deze verdiepende cursus komt dit uitvoerig aan bod. • Het indiceren van Wmo begeleiding 14 december 2021 Tijdens deze dag bespreken we handvatten om te komen tot een zorgvuldige onderbouwing van deze maatwerkvoorziening. Deze training is bestemd voor professionals die op huisbezoek gaan en de maatwerkvoorziening begeleiding indiceren. Na het volgen van deze training is de cursist beter in staat om de beperkingen van de burger te vertalen naar doelen voor de begeleiding. Hierdoor wordt de Wmo consulent een volwaardige gesprekspartner van de zorgaanbieder. • Masterclass sociaal domein van de toekomst 17 februari 2021 Tijdens deze trainingsdag neemt Ray Geerling u op een interactieve wijze mee langs alle te verwachten ontwikkelingen en vertaald deze voor u naar een reële toekomst verwachting. Wat zijn trends op het gebied van bijvoorbeeld re-integratie/participatie, voorzieningen en zorg en hoe worden deze trends vormgegeven door middel van het integraal werken. Wat mag de burger van de gemeente en andere uitvoeringsinstanties in het Sociaal Domein verwachten. Alle open trainingen kunnen ook als incompany opleidingen gegeven worden. Onze incompany opleidingen zijn Cedeo erkend. SKJ erkend opleidingsaanbod De opleidingen van Schulinck Jeugd zijn opgenomen in het ‘SKJ Kwaliteitsregister Jeugd’. De SKJ-punten zijn ook toepasbaar op onze Incompany opleidingen. Bekijk alle opleidingen: schulinck.nl/opleidingen Schulinck Opleidingen Schulinck Opleidingen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 FOTO: BESART BELULI/ ANP-HH SOCIAAL SPECIAL 39 SCHULDEN VROEGSIGNALERING IN DE PRAKTIJK 44 SPECIAL SOCIAAL PROBLEMEN STAPELEN ZICH OP HET ROER MOET OM WMO RECHTER GRIJPT IN ZONDER POLITIEK TE BEDRIJVEN 48 MENSELIJKE MAAT? KLOOF TUSSEN AMBTENAAR EN BURGER 56 Het piept en kraakt in het sociaal domein. Zowel inhoudelijk als financieel stapelen de problemen zich op in de jeugdzorg en de Wmo. Vriend en vijand zijn het eens dat het roer om moet. Ook waar het gaat om het aangehaakt houden van de onderkant van onze samenleving, zal er uit een ander vaatje moeten worden getapt. En alsof dat niet genoeg is, komt daar zo de inburgering nog eens bij als gemeentelijke taak.
Pagina 40
40 SPECIAL SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER Ruim de helft van de jeugdzorgaanbieders behaalt een winstmarge van (veel) meer dan 10 procent, terwijl 3 tot 7 procent winst binnen de zorg de norm is. Dat blijkt uit onderzoek van Kurtosis op verzoek van Binnenlands Bestuur. Vooral bij bv’s bestaan veel signalen van onrechtmatigheid. ONDERZOEK NAAR JAARREKENINGEN JEUGDZORG IS EEN GOUDMIJN Er zit nogal wat kaf onder het koren van jeugdzorgaanbieders. Dat blijkt uit een analyse van alle jaarrekeningen uit 2019 die bij het ministerie van Volks gezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verplicht moeten worden aangeleverd. Het gaat in totaal om 2.107 jeugdzorgaanbieders. De analyse is op verzoek van Binnenlands Bestuur uitgevoerd door Kurtosis. Vooral bij veel WINST IN DE JEUGDZORG Kurtosis analyseerde de winst naar omzetklasse van alle jeugdzorgaanbieders. Van hen maakt 60 procent meer dan 10 procent winst. In de zorgsector is een winstpercentage van zo’n 3 tot 7 procent normaal. Winst onder 0% 10.000 -100.000 omzet 11% 100.000 - 1.000.000 omzet 9% 1.000.000+ omzet Totaal 38% 17% UITGAVEN VERSUS LOONKOSTEN Winst tussen 0-10% Winst hoger Winst hoger Winst per omzetklasse voor jeugdzorgaanbieders (uitgezonderd eenmansbedrijven) Omzet Totaal 8% dan 10% 9% 23% 15% 19% 15% 43% 22% dan 20% 72% 53% 3% 41% Bijna driekwart van alle jeugdzorgaanbieders besteedt minder dan 70 procent van alle uitgaven aan het loon voor de medewerkers. Omzet 10.000 -100.000 omzet 100.000 - 1.000.000 omzet 1.000.000+ omzet Totaal Onder 50% loonkosten 85% 68% 12% 54% Tussen 50-70% Meer dan 70% Meer dan 100% Loonkosten per omzetklasse voor jeugdzorgaanbieders (uitgez. eenmansbedrijven) loonkosten 5% 18% 28% 19% loonkosten 7% 13% 53% 24% loonkosten 3% 1% 7% 3% bv’s (55 procent) zijn signalen van onrechtmatigheid ontdekt. Het gaat daarbij veelal om bv’s zonder een raad van toezicht (38 procent). De beperkte persoonlijke aansprakelijkheid die bij deze rechtsvorm hoort kan een oorzaak zijn, zo stelt Kurtosis. Meer dan de helft van alle onderzochte jeugdzorgaanbieders (uitgezonderd de eenmanszaken) maakt meer dan 10 procent winst. In de zorgsector is een winstpercentage van zo’n 3 tot 7 procent normaal, maar veel organisaties zitten daar dus ver boven. Ruim vier op de tien (41 procent) komt zelfs boven de 20 procent winst uit. ‘Een normale winst duidt erop dat het geld daadwerkelijk aan zorg wordt besteed’, verduidelijkt Wolter van Dam, partner van Kurtosis. Vooral bedrijven met een omzet tussen de 100.000 euro en een miljoen euro hebben percentages die daar (ver) boven uitstijgen. ‘Deze bedrijven maken de hoogste winsten, met uitschieters van 50 procent of meer’, zegt Van Dam. ‘Het gaat vaak om aanbieders voor dyslexie, zorgboerderijen en gezinshuizen.’ De grote aanbieders, met een omzet vanaf een miljoen euro, maken gemiddeld 2 tot 3 procent winst. ‘Het gaat om de zogeheten systeemaanbieders, zoals instellingen die ggz, crisishulp of jeugdzorg met verblijf bieden’, aldus Van Dam. Bij hoge winstpercentages hoeven niet altijd alle alarmbellen te gaan rinkelen, nuanceert Van Dam. ‘Forse winstpercentages duiden niet altijd op malversaties.’ Gemeenten of inkoopregio’s moeten hierover wel het gesprek met de aanbieder aangaan, vindt hij. ‘In een inkoopregio zijn tarieven vaak gestandaardiseerd. Sommige aanbieders, vooral de wat grotere met meer overhead, zullen die tarieven krap vinden. Andere, bijvoorbeeld een vrijgevestigde psycholoog die vanuit huis werkt, komt daar zo ruim mee uit dat er behoorlijk wat winst kan worden behaald.’ Dif‘ De aanpak van fraude in de jeugdzorg is een hot item’ 100% 100% 100% 100% Totaal 100% 100% 100% 100% BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 SPECIAL 41 ‘ In zorgsector moet het grootste deel van het budget aan loonkosten worden besteed’ ferentiatie in tarieven voor vrijgevestigden en instellingen is wat Van Dam betreft voor gemeenten een optie ter overweging. ROTTE APPEL Bijna driekwart van alle jeugdzorgaanbieders besteedt minder dan 70 procent van alle uitgaven aan het loon voor de medewerkers. Een opvallende uitkomst, vindt Van Dam. ‘De zorgsector is een arbeidsintensieve sector. Je mag dan verwachten dat het grootste deel van het budget aan loonkosten wordt besteed.’ Lage loonkosten duiden ook niet altijd op een rotte appel, maar inkoopregio’s moeten hier wel alert op zijn en hierover de aanbieder aan zijn jasje trekken, benadrukt Van Dam. Ook hier valt op dat het vooral aanbieders zijn met een omzet tot een miljoen euro die (veel) minder dan 70 procent van hun budget aan personeelskosten besteden. Hoge winsten en lage loonkosten zijn twee belangrijke indicatoren die kunnen wijzen op onrechtmatigheid, verduidelijkt hij. Kurtosis heeft zo’n tien indicatoren ontwikkeld, waaronder winstpercentage, omzet, loonkosten per fte, de verhouding tussen loonkosten en winst en de salariëring van de bestuurder. Ook de juistheid van de geleverde cijfers en opvallende fluctuaties door de jaren heen worden als ‘meetlat’ gebruikt om vast te stellen of er sprake is van onrechtmatigheid. Dat winstpercentage moet het liefst onder de 7 procent blijven. Op basis van het percentage van het totale budget dat aan personeelskosten wordt uitgegeven, kan worden beoordeeld of er voldoende zorggeld aan de cliënt wordt besteed. De loonkosten per fte zijn een indicatie of personeel met het juiste niveau wordt ingezet. Ook om de financiële risico’s in kaart te brengen, worden de gegevens uit de jaarrekeningen van jeugdzorgaanbieders door Kurtosis aan een tiental indicatoren getoetst. Het gaat onder meer om omzet, liquiditeit, solvabiliteit en vorderingen op debiteuren. Maar ook wordt gekeken naar het personeelsverloop en ziekteverzuim, inhuur extern personeel en de overhead. Teruglopende omzet kan het begin van financiële malaise betekenen en een hoog percentage niet-betalende debiteuren kan duiden op problemen. De facturering en inning loopt bijvoorbeeld niet lekker, en dat kan weer leiden tot liquiditeitsproblemen. Een hoog ziekteverzuim is een indicatie voor werksfeer en gezondheid en bij grote uitstroom kan de vraag worden gesteld of er nog voldoende bevlogen personeel is en of kennis voor de organisatie behouden blijft. De percentages op beide indicatoren moeten respectievelijk onder de 5 procent en onder de 8 procent blijven. NIET SERIEUS Bij 17 procent van de jeugdzorgaanbieders zijn signalen van onrechtmatigheid. Dat is veel, vindt Van Dam. ‘Al lopen aard en omvang wel uiteen.’ Een aantal aanbieders heeft zijn jaar rekening niet goed of onvolledig ingevuld. ‘De verantwoording van zorggeld wordt niet altijd serieus genomen.’ Maar bagatelliseren wil hij zeker niet, want veel aanbieders scoren ronduit slecht op indicatoren die op onrechtmatig handelen wijzen. ‘Contract managers van inkoopregio’s moeten hier alert op zijn.’ Opvallend is dat het percentage jeugdzorgaanbieders dat onrechtmatig handelt in 2019 wat terugliep ten opzichte van de twee voorafgaande jaren. Als naar de hele zorgsector wordt gekeken, neemt dat percentage frauduleuze instellingen juist toe; van 20 procent in 2017 naar 22 procent in 2019. ‘De aanpak De ‘flitspaal’ van Amersfoort De inkoopregio Amersfoort is al een aantal jaar gespitst op fraudesignalen in de zorg. Stevig contractmanagement ziet zij als belangrijk middel om fraude tegen te gaan dan wel zo snel mogelijk op te sporen. ‘Het is nu ondoenlijk om al die aanbieders goed te controleren’, stelt Nynke Dijkstra, senior beleidsregisseur de afdeling Samen Leven van Amersfoort. Nu heeft de regio contracten met ruim 300 aanbieders die jeugdzorg, Wmo of beiden leveren. De regio is net gestart met de voorbereidingen voor de inkoop van jeugdzorg en Wmo vanaf 2023. Veel is nog onduidelijk, maar wat wel als een paal boven water staat, is dat met minder aanbieders gecontracteerd zullen worden. Sinds 2019, de ingangsdatum van de nu aflopende contractperiode, houdt de gemeente voor de hele inkoopregio continu informatie bij over indicatie- en realisatiecijfers van aanbieders. Gekeken wordt naar onder andere de duur van indicaties, het declaratiegedrag en sterke groeiers in omzet. Bij opvallende uitkomsten gaan bij wijze van spreken de alarmbellen van het zelf ontwikkelde dashboard rinkelen en gaan de accountmanagers naar de aanbieder toe om tekst en uitleg te vragen. ‘We noemen dat hier het flitspaaleffect.’ De regio wil haar contractmanagement verder professionaliseren en fraudeurs buiten de deur houden. In aanloop naar die nieuwe contractperiode wilde de regio daarom ook weten hoe het zit met de (on)rechtmatigheid en de financiële risico’s van de huidige gecontracteerde aanbieders. Amersfoort heeft, voor de hele inkoopregio, al haar aanbieders voor zowel de jeugdzorg als de Wmo door een ‘zeef’ laten halen, zoals Dijkstra de Zorgscan van Kurtosis noemt. De resultaten vielen haar mee. ‘Er zaten weinig ‘foute’ aanbieders bij. Bij een handjevol aanbieders kwamen signalen van onrechtmatigheid en financiële risico’s naar boven’, aldus Dijkstra. Opvallend vindt ze wel dat onder de aanbieders bij wie onrechtmatigheden of financiële risico’s naar boven kwamen, relatief veel kleine aanbieders zitten ‘die soms onbedoeld ook niet goed administreren. Dat bevestigt ons in ons voornemen om met minder partijen zaken te willen doen.’ Met een aantal, vooral grotere, partijen waarbij vanuit de scan onregelmatigheden naar voren kwamen, zijn gesprekken gevoerd. ‘De meeste opvallende bevindingen konden prima worden verklaard. We hebben geen afscheid hoeven nemen van aanbieders.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 42
VAN ONZE KENNISPARTNER MOVISIE SPECIAL 43 ZORGSCAN van fraude in de jeugdzorg is een hot item’, verklaart Van Dam. ‘Al een aantal jaar zetten inkoopregio’s hier fors op in.’ Is het mogelijk dat die 17 procent van jeugdzorgaanbieders met signalen van onrechtmatigheid het topje van de ijsberg zijn? ‘Dat zou zeker goed kunnen’, stelt Van Dam. ‘Er zijn constructies te bedenken waarmee winst kan worden weggesluisd. Op dat moment zijn de organisaties bij ons niet in beeld. Denk aan het opzetten van een cluster aan BV’s met werkmaatschappijen van waaruit de dienstverlening plaatsvindt in combinatie met organisaties met veel vastgoed, of die personeel in huis hebben die als ‘externen’ kunnen worden ingehuurd. Op die manier kan er binnen een groep via huur en extern personeel met de winst worden geschoven. Deze netwerken brengen we nu in beeld.’ Diverse gemeenten nemen inmiddels concrete maatregelen in een poging de zorgcowboys buiten de deur te houden, of hebben die op stapel staan. Ze stellen bijvoorbeeld maxima aan te behalen winstpercentages, zetten stevig in op contractmanagement of gaan met minder aanbieders in zee zodat controle Kurtosis heeft de indicatoren waarmee de (on)rechtmatigheid en financiële risico’s in kaart kunnen worden gebracht, in een zelf ontwikkelde Zorgscan verwerkt. Vervolgens heeft het daar de relevante gegevens uit de jaarrekeningen van alle jeugdzorgaanbieders, die hun jaarrekening bij VWS moeten indienen, toegevoegd. Met een spreekwoordelijke druk op de knop wordt zichtbaar hoe (on)betrouwbaar een zorginstelling is en hoe zij er financieel voor staat. Voor Binnenlands Bestuur is een overall-analyse van alle jeugdzorginstellingen in Nederland gemaakt. op de overgebleven aanbieders behapbaar wordt. Zeker dat laatste wil Van Dam andere gemeenten ook adviseren. ‘We zien veel organisaties met hoge winsten en lage personeelskosten. Het gaat vooral om aanbieders met een omzet tot een miljoen euro en wat vaker bv’s, vooral zonder toezichthouder. Het lijkt daarmee verstandiger om met minder partijen zaken te gaan doen en vooral met grotere aanbieders die een raad van toezicht hebben. Als gemeente hou je dan overzicht en kun je de aanbieders beter in de gaten houden. Als inkoopregio’s met honderden partijen zakendoen, is het heel lastig om in de gaten te houden of het zorggeld goed wordt besteed.’ JEUGDZORGAANBIEDERS MET OF ZONDER RISICO’S (IN %) Signalen van onrechtmatigheid 2017 2018 2019 19 19 17 ADVERTENTIE Signalen van financiële risico’s 11 12 13 Risico op beiden 2 1 1 Geen risico 68 68 69 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 44
44 SPECIAL SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE BEELD: SHUTTERSTOCK Het actief opzoeken van mensen met betalingsachterstanden biedt kansen: het kan de gemeente kosten besparen en de burger nodeloos leed. Sinds begin dit jaar is deze vroegsignalering wettelijk verplicht. Welke methode werkt? VROEGSIGNALERING VAN SCHULDEN ELKE MAAND EEN KAARTJE VAN JE GEMEENTE Sinds kort valt bij ruim honderd inwoners van de gemeente Nissewaard elke maand een kaartje op de deurmat. De tekst op de voorkant: ‘Hallo, hoe gaat het?’ De achtergrond verandert elk seizoen, op de meest recente variant prijkt een vrolijke verzameling herfstbladeren. Op het eerste gezicht is het niet te zien dat de gemeente de afzender is. Maar wie het kaartje omkeert, vindt een vriendelijk en vrijblijvend aanbod voor hulp bij financiële problemen, met het telefoonnummer van de gemeente erbij. De kaart gaat naar inwoners die een betalingsachterstand hebben op een van de vaste lasten. Energieleveranciers, drinkwaterbedrijven, verhuurders en zorgverzekeraars geven aan de gemeente de gegevens door van klanten met betalingsachterstanden. Die inwoners worden vervolgens benaderd met een hulpaanbod van de gemeente. De samenwerking tussen vaste-lastenpartners en gemeenten is begin 2021 vastgelegd in wetgeving: het signaleren en opsporen van mensen met mogelijk problematische schulden is sindsdien een wettelijke verplichting. Het doel is om schuldproblemen zo snel mogelijk op te lossen. Als dat lukt, kunnen grotere financiële problemen en zwaardere schuldhulptrajecten worden voorkomen. Hoewel alle gemeenten verplicht zijn om inwoners met betalingsachterstanden te benaderen, staat het hen vrij om te kiezen hoe ze dat doen. Door het hele land worden verschillende methodes uitgeprobeerd. Het laagdrempelige kaartje van Nissewaard is één van die pogingen. De kaart is ontworpen door ervaringsdeskundige Daniela de Sido, die ooit zelf schuldproblemen had. ‘Als je niet goed in je vel zit en al te maken hebt met allerlei verplichtingen vanuit de gemeente, dan kan een brief een extra stressfactor zijn’, weet De Sido. Daarom moest het kaartje vooral niet te zakelijk overkomen. STIJGENDE LIJN Hoewel weinig mensen meteen op de kaart reageren, komt er na twee of drie pogingen soms wel contact. Daarom wordt het ontwerp elk seizoen weer aangepast, zodat de gemeente niet steeds dezelfde kaart hoeft te sturen. Inmiddels is er een stijgende lijn in het aantal reacties, zien de medewerkers. Tegelijkertijd voert de gemeente Nissewaard een campagne om het taboe rondom schulden te doorbreken. Ook dat moet inwoners stimuleren om eerder hulp te accepteren. Ook voorafgaand aan de wetswijziging deden sommige gemeenten al aan vroegsignalering van schulden, maar sinds 1 januari van dit jaar zijn vrijwel alle gemeenten ingestapt. Zo’n 320 van de 352 gemeenten hebben zich aangesloten bij het zogenaamde ‘ondertekenportaal’ van de NVVK, de vereniging van schuldhulpverleners. Via dat portaal kunnen gemeenten gebruikmaken van gestandaardiseerde afspraken met vaste-lastenpartners over hoe ze de signalen gaan uitwisselen. Handig, omdat elke gemeente al snel met minimaal vijftig verschillende partners heeft te maken. Die partners, op hun beurt, zijn vaak actief in tientallen gemeenten. Inmiddels zijn er meer dan 15.000 overeenkomsten tussen gemeenten en vaste lasten partners gegenereerd. Wat levert de inzet op vroegsignalering op? Het is te vroeg voor harde conclusies, maar er zijn signalen dat de nieuwe aanpak vruchten afwerpt. Dat blijkt uit cijfers over 2021 van de Monitor Vroegsignalering Schulden van Divosa, de vereniging voor gemeentelijk directeuren in het sociaal domein. Sinds het begin van dit jaar zijn er minstens 154.000 meldingen van betalingsachterstanden binnengekomen bij gemeenten. In 17 procent van de gevallen kreeg de gemeente contact met de inwoner. En in een kleine 4 procent van de gevallen leidde dat ertoe dat de inwoner daadwerkelijk hulp van de gemeente accepteerde. Een laag percentage, maar wel een groep die eerder nog nauwelijks in beeld was bij de gemeente. Bovendien zijn er voor vroegsignalering geen extra middelen beschikbaar gesteld vanuit het rijk. Met andere woorden: gemeenten doen het ‘erbij’. In die zin is elke nieuw bereikte inwoner ‘winst’. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 SPECIAL 45 INGEWIKKELD ‘We moeten accepteren dat het een ingewikkelde opgave is’, zegt lector schulden en incasso Nadja Jungmann, van de Hogeschool Utrecht. ‘Je moet niet denken dat je vanzelfsprekend het merendeel van de mensen bereikt. Maar ook als het niet-gebruik hoog is, kun je een belangrijke bijdrage leveren. Dat is alleen niet altijd makkelijk om uit te leggen aan de politiek.’ Daarom, vindt Jungmann, moeten gemeenten zich de komende tijd bezinnen op de vraag: wanneer is vroegsignalering succesvol? ‘We moeten beseffen dat deze aanpak nog in de kinderschoenen staat en niet te makkelijk het kind met het badwater weggooien.’ Aan de andere kant moeten gemeenten keuzes maken: er is een limiet aan tijd en energie die je in vroegsignalering kunt stoppen. ‘Wat doen we als we iemand niet bereiken? Wat is de maximale inspanning? Waar ligt ons omslagpunt? Niet iedereen is klaar voor hulp. Dat vinden we niet leuk om te horen, maar dat is wel zo.’ Eén van de vragen die Divosa met de monitor wil gaan beantwoorden, is: hoe kunnen gemeenten vroegsignalering zo efficiënt mogelijk organiseren? De cijfers over de ‘ Niet iedereen is klaar voor hulp’ eerste drie kwartalen van 2021 geven een begin van een antwoord. Zo blijkt dat het bellen van inwoners of op huisbezoek gaan vaker succesvol is dan een brief of een kaart sturen. Een telefoontje leidt in 31 procent van de gevallen tot contact, bij een huisbezoek BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 46
SPECIAL 47 ‘Op brieven is dat 36 procent. Op brieven reageert slechts 9 procent van de inwoners. Daarbij moet worden vermeld dat gemeenten vaak combinaties van methodes gebruiken, waardoor niet altijd duidelijk is wat het effect is van elk afzonderlijk instrument. DICHT Opvallend genoeg zien de medewerkers van het preventieteam in Nissewaard de toegevoegde waarde van huisbezoeken nog niet. De deur blijft vaak dicht, vertelt medewerker van het preventieteam Sharda Scharbaai. ‘Misschien denken mensen dat we van een deurwaarderskantoor zijn.’ Onlangs zijn ze begonnen met een nieuwe tactiek: van tevoren een dag en tijdstip aankondigen waarop de medewerkers langskomen. Dat lijkt al iets beter te werken. Voorlopig zet het team in Nissewaard vooral in op bellen en het sturen van de seizoen-gerelateerde kaarten. Gemiddeld worden er elke maand zo’n 70 belletjes gepleegd en 130 kaarten verstuurd. Ongeveer één op de vijf inwoners kan bereikt worden per telefoon, schat ervaringsdeskundige Daniela de Sido. Het is wel arbeidsintensief: soms hangt ze een uur aan de telefoon. Maar het betaalt zich ook terug, vindt De Sido. ‘Achteraf zijn mensen allemaal dankbaar dat de gemeente die moeite heeft genomen. Ook als ze in het begin sceptisch waren.’ Gina Zwanenburg, een andere medewerker van het preventieteam, beaamt dat. ‘Ook al bereik je een klein aantal mensen, het loont. Omdat je erger kunt voorkomen.’ Zo heeft het team onlangs een ontruiming kunnen voorkomen. Bovendien is er bijvangst: inwoners blijken ook met andere problemen te zitten waar de gemeente bij kan helpen. Of de inwoner blijkt nog geen gebruik te maken van toeslagen of minimaregelingen, terwijl dat wel kan. Dat soort ondersteuning is niet direct schuldhulp, maar kan wel voorkomen dat problemen verergeren. ‘Het is nu al de moeite waard’, vat Scharbaai samen. Suzanne Olthof, beleidsadviseur bij de gemeente Barneveld, ziet in haar gemeente de resultaten van vroegsignalering nog niet. Dat komt volgens haar omdat er vanwege de coronamaatregelen nauwelijks huisbezoeken plaatsvonden. ‘Wij zitten in een gebied waar de vaccinatiegraad redelijk laag is’, legt Olthof uit. De gemeente heeft wel gebeld en brieven verstuurd naar inwoners met achterstanden, maar de respons was laag. Olthof: ‘Eén keer een brief of een belletje is niet genoeg. Ik ben ervan overtuigd dat huisbezoek echt nodig is. We moeten investeren in persoonlijk contact.’ ONMISBAAR Joke de Kock, al twintig jaar manager schuldhulpverlening in de gemeente Tilburg, vindt huisbezoeken ook onmisbaar. ‘Het meest succesvolle is dat je langsgaat bij mensen. Dat je aanbelt en vertelt: we hebben begrepen dat u een achterstand heeft. Kunnen we iets betekenen? Hoe je mensen aanspreekt is wel belangrijk. Neem geen laptop of blocnote mee, dat schrikt alleen reageert slechts 9 procent van de inwoners’ maar af.’ In Tilburg gingen de bezoeken ondanks corona wel door, maar dan in de vorm van voordeurgesprekken. Ook timing is belangrijk, zegt De Kock. ‘Je moet beseffen dat je op het goede moment moet aanbellen. Als je aankomt bij iemand met één maand achterstand op de energie of het water, word je uitgelachen. Dat is zonde van je tijd. Maar drie maanden achterstand op energie of water, of één maand huur, dan gaat het om serieuze bedragen.’ Daarom raadt De Kock aan om in elk geval alle meldingen van huurachterstand serieus te nemen, omdat de kans groot is dat daar inderdaad iets aan de hand is. Cijfers uit de monitor van Divosa ondersteunen dat beeld. Bij huursignalen reageerde 27 procent van de inwoners op de uitnodiging van de gemeente, tegenover een gemiddelde van 17 procent over alle meldingen. In de toekomst zou De Kock graag signalen van meer verschillende soorten betalingsachterstanden ontvangen, zoals bij de hypotheek, belasting of toeslagen. ‘Vooral als mensen een regeling met de Belastingdienst hebben en die niet nakomen. Dan gaat er iets mis.’ De Belastingdienst is er voorlopig niet klaar voor om signalen te delen, maar achterstanden op de hypotheek en de gemeentelijke belastingen worden wellicht binnenkort toegevoegd aan het arsenaal. Vanaf 2022 gaan vijftien gemeenten ermee experimenteren. Tilburg doet ook mee en gaat aan de slag met de hypotheekachterstanden. Of die nieuwe signalen de vroegsignalering verrijken, moet de komende jaren gaan blijken. TERUGVERDIENEN IS MOGELIJK Of de investering in vroegsignalering van schulden zichzelf voor gemeenten terugbetaalt in besparingen op schuldhulp, zorg en ondersteuning, is nu nog niet te zeggen. Dat is echter wel de aanname. Gemeenten krijgen er daarom geen extra geld voor. Onderzoek suggereert ook dat het mogelijk is. De gemeente Amsterdam wist in 2013 – op basis van signalen van woningcorporaties, energiebedrijven, een zorgverzekeraar en de gemeentelijke belasting – zesduizend inwoners met betalingsachterstanden te bereiken. Onderzoeksbureau Panteia voerde een maatschappelijke kostenbatenanalyse uit, waaruit blijkt dat de methode een sterk positief rendement opleverde. Elke geïnvesteerde euro leverde 2,22 euro voor de gemeente Amsterdam op, en 2,46 euro voor de maatschappij als geheel. Lector schulden en incasso Nadja Jungmann denkt dat het onderzoek een degelijke maatstaf is voor de baten van vroegsignalering. Het is zelfs mogelijk dat de opbrengst nog hoger is. Gezondheidswinst wordt in het onderzoek namelijk niet meegenomen, terwijl het oplossen of voorkomen van schulden wel degelijk een positief effect heeft op mentale en fysieke gezondheid. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 48
48 SPECIAL SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER BEELD: SHUTTERSTOCK Gemeenten worden door bestuursrechters niet in hun beleidsvrijheid rondom de Wmo beknot, zo ontdekte promovendus Eline Linthorst. Wel snapt ze het chagrijn van gemeenten. Ze worden regelmatig met huiswerk teruggestuurd. En bij hardleerse gemeenten beslist de rechter alsnog welke ondersteuning een inwoner moet worden geboden. ONDERZOEK WMO-RECHTSZAKEN WIJST UIT: RECHTERS NIET OP STOEL GEMEENTE aanbod aan te bieden, brengt ze in herinnering. ‘In de Wmo 2015 is echt een andere werkwijze geëxpliciteerd.’ Meer dan 600 uitspraken van bestuursrechters over de Wmo 2015 heeft promovendus Eline Linthorst onder de loep genomen. Het gaat om uitspraken die tussen 2015 en 2020 op rechtspraak.nl zijn gepubliceerd. Een selectie dus door de beroepsgroep zelf, maar dat is volgens Linthorst geen beperking. Het zijn veelal uitspraken die een ‘jurisprudentievormend karakter’ hebben. Richtinggevend dus, om het plat te zeggen, met een uitgebreide motivering van de uitspraak. Het onderzoek naar rechtszaken is een onderdeel van het promotieonderzoek van Linthorst waarin maatwerk centraal staat; een belangrijk beleidsconcept dat ten grondslag ligt aan in de Wmo 2015. ‘Ik hou me in mijn onderzoek vooral bezig met hoe de wet in de praktijk uitpakt. De Wmo 2015 is zo’n eigensoortige wet geweest, vooral omdat het idee van het bieden van maatwerk – in de vorm van passende ondersteuning – daarin zo centraal staat’, aldus Linthorst. Gemeenten zijn sinds 2015 wettelijk verplicht te kijken naar wat een individu nodig heeft, in plaats van uniforme regels te hanteren en standaard Een van de deelonderzoeken van haar promotieonderzoek gaat over de juridische kant van maatwerk. ‘Wat zegt de rechter als een gemeente stelt dat er maatwerk is geboden, maar een inwoner het daar niet mee eens is? Wat voor eisen stelt de rechter aan dat maatwerk en aan de weg die is afgelegd om tot de vaststelling van het benodigde maatwerk te komen?’, aldus Linthorst, die sinds 2017 vanuit de sectie recht en gezondheidszorg van de faculteit gezondheidswetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) met haar onderzoek bezig is. MOPPEREN Ze startte met gesprekken met heel veel gemeenteambtenaren. ‘Onder veel van hen leeft de perceptie dat de bestuursrechter een sta-in-de-weg is. Ze mopperen op uitspraken. Ambtenaren stellen dat ze vernieuwend willen werken, maar dat rechters hen terugfluiten. Ik wilde weten wat er van dat beeld klopt’, verduidelijkt Linthorst. Ook wilde ze achterhalen of die rechtelijke uitspraken tot ongewenste effecten leiden, zoals het niet meer aandurven om iets nieuws te proberen uit angst dat de rechter de gemeente later zal terugfluiten. Linthorst onderscheidt op basis van die vele ‘ Ik snap het chagrijn van gemeenten wel’ gesprekken met gemeenten drie soorten reacties op de uitspraken die bestuursrechters sinds de invoering van de Wmo 2015 hebben gedaan. Ten eerste zijn er de gemeenten die huiverig zijn geworden en liever nog even de kat uit de boom kijken voordat ze nieuw beleid gaan invoeren. ‘Dan heb je de gemeenten die een piepsysteem hanteren. Pas als een burger bezwaar maakt, gaan ze de beschikking herzien om te voorkomen dat het gemeentelijk beleid later bij de rechter zal sneuvelen. Of wordt er met de burger een schikking getroffen in de gevallen dat er al sprake is van een procedure bij de rechter.’ Dan heb je nog de gemeenten die net buiten de lijntjes kleuren. ‘Het zijn “strijdvaardige” gemeenten die iets gaan proberen en kijken waar het schip strandt. De uitkristallisering van belangrijke wettelijke begrippen is bij een nieuwe wet op zich niet ongebruikelijk, maar de manier waarop die nu bij de Wmo 2015 plaatsvindt, leidt er bijvoorbeeld toe dat het voor de burger lang onduidelijk is waar hij aan toe is. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 L SPECIAL 49 Ook gebeurt het dat bepaalde werkwijzen van gemeenten volledig moeten worden teruggedraaid, zoals in het geval van resultaatgericht beschikken. Ik vind dat ongewenste effecten van de wisselwerking tussen gemeentelijke beleidsmakers en rechters.’ BELEIDSVRIJHEID Het idee van gemeenten dat ze door de uitspraken steeds meer aan handen en voeten worden gebonden, en dat er daardoor van de beloofde beleidsvrijheid eigenlijk geen sprake meer is, is Linthorst gaan toetsen. ‘Ik snap het chagrijn van gemeenten wel, want het is natuurlijk frustrerend als je iets nieuws probeert en de rechter daar later een streep door zet. Veel gemeenten krijgen het gevoel dat sprake is van recentralisatie.’ Uit analyse 609 uitspraken (zie kader) bleek dat de bestuursrechter, vooral in de beginjaren, veel tikken uitdeelde omdat gemeenten het onderzoek niet goed hadden uitgevoerd. ‘Van 172 uitspraken waarin de burger gelijk kreeg van de bestuursrechter in eerste aanleg, gingen er 120 over de wijze waarop het onderzoek was verricht door de gemeente.’ Dat onderzoek start officieel op het moment als een burger met een hulpvraag bij de gemeente aanklopt en eindigt op het moment als de gemeente een beslissing heeft genomen over het al dan niet toewijzen van ondersteuning, zoals huishoudelijke hulp, persoonlijke begeleiding of een woningaanpassing. Die oplossing moet maatwerk zijn. ‘De wetgever heeft in zijn Memorie van Toelichting op de Wmo 2015 gesteld dat maatwerk staat of valt bij goed onderzoek. De wetgever wil willekeur voorkomen; een gemeente moet goed kunnen uitleggen hoe zij tot een maatwerkbeslissing is gekomen. Het onderzoek moet zorgvuldig gebeuren en de vraag achter de vraag moet in kaart worden gebracht. Veel rechters zien toe op die zorgvuldigheid; waarbij ze vaak moeten constateren dat gemeenten het niet goed doen.’ Later ziet ze een kanteling in de uitspraken. De rechter stelde aanvankelijk vooral dat het onderzoek niet goed was gedaan en dat de gemeente dit opnieuw moest doen. Gemeenten kregen een herstelmogelijkheid. Later zie je dat rechters vaker een eigen inhoudelijk oordeel vellen over de hoeveelheid en type ondersteuning die een bepaalde burger nodig heeft. ‘Rechters sluiten bijvoorbeeld aan bij de laatst gegeven indicatie.’ Vier uur huishoudelijke hulp bijvoorbeeld, of zes uur persoonlijke begeleiding. Rechters gaan dus eigenlijk op de beleidsstoel van gemeenten zitten. Logisch toch dat gemeenten daarvan balen? Linthorst snapt die wrevel, maar plaatst die ontwikkeling in de context van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) uit 2018; de hoogste bestuursrechter. De eerste ging over het kunnen objectiveren van maatwerk aan de hand van deskundig en onafhankelijk onderzoek; de zogeheten KPMG-normen. Daarin werd vastgelegd hoeveel tijd en intensiviteit nodig is om een woning schoon een leefbaar te houden. De tweede uitspraak ging over het zogeheten stappenplan. ‘Daarin benadrukt de CRvB het belang van een gedegen en volgordelijk onderzoek. Pas als de problematiek in volle omvang vaststaat, kan bijvoorbeeld worden gevraagd of iemand uit de naaste omgeving met bijvoorbeeld de was kan helpen. Als je als gemeente halverwege dat stappenplan begint en meteen vraagt wie er kan helpen, kan er uit dat onderzoek nooit maatwerk volgen.’ Of als de hulpvraag niet goed is vastgesteld, kan hieruit ook nooit de ondersteuningsbehoefte op juiste wijze worden afgeleid. KANS VERSPEELD Sinds die uitspraken van de CRvB kijken rechters nog kritischer naar dat onderzoek, weet Linthorst. Gemeenten zijn dus ‘gewaarschuwd’ om een goed onderzoek te doen. En als ze dat niet doen of niet goed kunnen uitleggen waarom een bepaalde beslissing passend is voor de inwoner, gaan rechters zelf op zoek naar een passende oplossing. ‘Die rol wordt ook steeds meer van de bestuursrechter verlangd: hij wordt geacht tot een definitieve oplossing van het geschil te komen’, aldus Linthorst. Gemeenten hebben hun kans gehad, en verspeeld. ‘Het is soms misschien wel vervelend voor gemeenten, maar het is wel iets om rekening mee te houden.’ Het is ook geen kwestie van ‘gemeente-pesten’ door de bestuursrechter, benadrukt Linthorst. ‘Het is niet zo dat rechters zo graag gemeenten de les willen leren. Het ligt ook aan de wijze waarop wet in elkaar steekt en waarin sterk de nadruk op dat onderzoek ligt.’ Een derde belangrijke uitspraak is die van de CRvB over resultaatgericht beschikken, van oktober 2018. Daaruit werd duidelijk dat gemeenten niet meer mogen indiceren op een ‘schoon en leefbaar huis’ (resultaat), BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 50
VAN ONZE KENNISPARTNER KENNISCENTRUM SPORT & BEWEGEN SPECIAL 51 ‘Er bestaat geen rechtsvrije ruimte voor maar een concreet aantal uren ondersteuning moeten toekennen. Linthorst: ‘De rechter greep hierbij naar de meer fundamentele rechtsbeginselen. Als de wet zelf niet duidelijk is, dan doet de rechter dat om individuele rechtsbescherming te bieden. De rechter oordeelde in dit geval dat de rechtszekerheid moet prevaleren.’ De uitspraak sloeg in als een bom, omdat resultaatgericht beschikken in die tijd helemaal ‘hot’ was in gemeenteland. ‘Dergelijke uitspraken hebben impact op de wijze waarop de gemeenten hun organisatie hebben ingericht.’ Linthorst zegt daarmee niet dat rechters anders moeten oordelen, maar vindt wel dat rechters in rechtsvormende uitspraken rekening moeten houden met de uitvoerbaarheid van een uitspraak. Een minpuntje vindt ze ook dat uitspraken, zoals die over het stappenplan en over het objectiveren WMO-UITSPRAKEN RECHTER* Rechtbank totaal 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Totaal nietontvankelijk tussen uitspraak voorlopige voorziening ongegrond gegrond 17 03932 45 238725 65 17514 84 01429 58 11819 83 7 352 11 5 20 18 52 25 97 *Uitspraken Wmo 2015 (2015 tot 2021) bestuursrechter (eerste aanleg) per jaar en per uitspraak UITSPRAKEN IN HOGER BEROEP* Hoger beroep totaal nietontvankelijk voorlopige voorziening ongegrond gegrond 2015 00000 2016 40013 2017 2018 2019 2020 23 78 81 71 Totaal 257 2 3 2 8 15 1 0 2 8 11 11 50 57 42 161 9 25 20 13 70 *Uitspraken Wmo 2015 (2015 tot 2021) Centrale Raad van Beroep per jaar en per uitspraak 38 50 29 28 172 gemeenten’ van maatwerk via onafhankelijk onderzoek, ertoe kunnen leiden dat ambtenaren toch lijstjes gaan afvinken en zich achter beslisbomen kunnen verschuilen. ‘Dat staat haaks op wat we willen met maatwerk.’ VERKEERDE ADRES Terug naar de vraag waarmee Linthorst haar deelonderzoek naar de rechtszaken startte: wordt de beleidsvrijheid van gemeenten door de bestuursrechter beknot? ‘Nee. Als je baalt van wat de rechter doet, ben je aan het verkeerde adres. Je moet bij de wetgever zijn. Die heeft in de wet neergelegd dat de rechter moet kijken of maatwerk is geleverd in een individuele casus. Daaruit vloeit voort dat de rechter vol kan toetsen hoe de gemeente te werk is gegaan. Er bestaat geen rechtsvrije ruimte voor gemeenten.’ Binnen de kaders van de wet hebben gemeenten in de ogen van Linthorst echt wel ruimte om hun eigen beleidskeuzes te maken. En rechters denken ook heus wel mee met gemeenten, ziet ze in uitspraken. Inwoners die cru gezegd het onderste uit de kan willen, komen van een koude kermis thuis. ‘Een rechter oordeelt bijvoorbeeld dat een gemeente de goedkoopst adequate voorziening mag bieden. Gemeenten kunnen zeggen dat de bomen niet tot in de hemel groeien als inwoners iets willen dat het budget overstijgt, terwijl een goedkopere oplossing net zo passend is. Daar is de rechter best redelijk in.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 52
52 SPECIAL SOCIAAL FOTO: BERT BEELEN / ANP-HH ESSAY BEZINT TERWIJL GE BEGINT Voor een goede inburgering zijn alle ogen gericht op de gemeenten, die hierover vanaf 1 januari de regie krijgen. Dat is een stuk beter dan nu, is de communis opinio. Maar gemeenten krijgen daardoor wel weer een extra taak op hun bordje, bovenop de taken die ze er door de drie decentralisaties al bij kregen. Het succes van de nieuwe inburgeringswet hangt volgens Monique Kremer grotendeels af van de uitvoering. Een ‘lerend en adaptief stelsel’ vraagt een antwoord op vijf in dit essay gestelde, fundamentele vragen. Eerst maar eens het goede nieuws. Inburgering kan niet slechter uitpakken dan het al was. Sinds 2012 moesten ‘zelfredzame’ asiel- en gezinsmigranten zelf hun inburgering regelen. Daardoor floreerden malafide taalscholen, met gratis laptops in de aanbieding, gevoed door belastinggeld van DUO. Het stelsel was sterk gericht op boetes, om mensen te motiveren, waardoor inburgeraars massaal kozen voor taalles op het lage verplichte taalniveau. Tegelijkertijd werden door allerlei ontheffingen hele groepen uitgesloten van inburgering, en was er weinig focus op betaalde arbeid. Alles bij elkaar betekende dat een weinig succesvol inburgeringsstelsel, met lage slagingspercentages, een laag taalniveau, een lage arbeidsdeelname en hoge schulden voor mensen zelf. Het kan dus alleen maar beter worden. Hoe gaat het er dan, kortweg, uitzien? Statushouders krijgen een ‘brede intake’ en er wordt met hen een persoonlijk plan gemaakt (Plan Inburgering en Participatie). De opties zijn drie leerroutes: B1-, Onderwijs- en Zelfredzaamheidsroute. De B1-route komt tegemoet aan de kritiek dat veel nieuwkomers op een te laag niveau onderwijs kregen. In de onderwijsroute zijn er taalschakeltrajecten die aansluiten op het reguliere onderwijs en de zelfredzaamheidsroute zorgt ervoor dat iedereen een traject krijgt, gericht op taal, activering en participatie. Daarnaast is er meer aandacht voor duale trajecten, waar taal wordt geleerd op het werk. Ervaringen uit Zweden en Duitsland lieten zien dat dit zijn vruchten afwerpt. Voor gezinsmigranten verandert er overigens maar heel weinig. Over de nieuwe inburgeringswet zijn overal in het land de broodnodige ‘uitlegsessies’ en ‘experimenteerpilots’. Ondanks een bestuursakkoord zijn gemeenten en het rijk nog in gesprek omdat veel taalscholen aangeven niet te kunnen lesgeven voor de afgesproken bedragen. Voldoende budget is cruciaal, want een ezel stoot zich niet vier keer aan dezelfde decentralisatiesteen. Inburgering kan nu eenmaal geen koopje zijn: het is een investering in de migrant zelf én in de samenleving. Maar naast de urgente praktische zaken van vandaag, blijft het nodig om continu te reflecteren op ons inburgeringsbeleid. WANNEER SLAAGT INBURGERING? Wat doe je als je buurvrouw een kindje heeft gekregen? Met rust laten, een kaartje sturen of aanbellen? Ik zou het eerlijk gezegd niet weten, maar het is wel een vraag uit een inburgeringsexamen. Hangt dat niet af van de relatie met je buurvrouw en wat je zelf prettig vindt? Wie wel eens een inburgeringsexamen heeft gedaan, valt op dat de antwoorden ook voor geboren en getogen Nederlanders lastig kunnen zijn. En dat het vaak gaat over ‘normen en waarden’ en ‘sociaal wenselijk gedrag’, en veel minder over je burgerschapsrechten en -plichten. Vergeleken met andere landen, schrijven veel onderzoekers, is de Nederlands inburgering sterk gericht op culturele aanpassing. Hoogleraar Han Entzinger, die ooit aan de wieg stond van het inburgeringsbeleid, zei bij zijn afscheidscollege in 2013 dat inburgering te veel van het oorspronkelijk doel is afgeweken. De vraag is of het nieuwe doel van inburgering, meedoen aan de maatschappij, voldoende van de grond komt. En wat dat dan is. Uit expertpanels van nieuwkomers zelf komen steevast twee punten naar voren: betaald werk en contact hebben met Nederlanders. Dat eerste is zeker een belangrijk doel van de nieuwe inburgeringswet. En een grote zorg. Hoe komen de duale trajecten (lerend werken) BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 SPECIAL 53 van de grond en zijn er lokaal voldoende nauwe relaties met werkgevers? En staan werkgevers wel voldoende open om migranten aan te nemen? De tegenvallende resultaten van de Participatiewet stellen niet erg gerust. In Duitsland met meer asielmigranten aan het werk, is de institutionele verbinding met regulier arbeidsmarktbeleid veel sterker. En als betaald werk het nieuwe doel is, waarom verlangen we dan nog een onmogelijk antwoord op de quizvraag of je bij je buurvrouw in kraamtijd aanklopt? Inburgering is in Nederland ook een voorwaarde voor het Nederlanderschap. Maar de lat daarvoor wordt elke keer een stukje hoger gelegd. Een wetsvoorstel dat momenteel op behandeling wacht, eist voor migranten taalniveau B1, wat niet makkelijk is, zeker als je ongeschoold of ouder bent. Hele categorieën worden uitgesloten om staatsburger te worden, waarschuwden rechtsfilosofe Tamar de Waal en de ACVZ al. Oudkomers zijn hiervoor nooit gewaarschuwd. En weten nieuwkomers wel dat door het volgen van de zelfredzaamheidsroute zij misschien nooit Nederlander kunnen worden? En meer fundamenteel: kun je alleen Nederlander zijn als je slaagt voor een optelsom van scores op spreken, lezen, schrijven en andere examens? HOE VERGROOT JE VERBINDING? Inburgeringsbeleid zou niet alleen migranten moeten ondersteunen, maar ook de verbinding vanuit de ontvangende samenleving moeten vergroten. Inburgering, schrijft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, is een tweezijdig proces. Migranten, zoals ze zelf zeggen, voelen zich meer thuis als ze naast betaald werk contacten hebben met Nederlanders. Mo Hersi, auteur van het boek ‘De inburgeringscursus voor witte mensen’ vertelt dat zijn inburgering in Dedemsvaart soepel verliep ‘doordat iedereen ons met van alles hielp en allerlei tips gaf’. Wat van je verwacht wordt in de buurt leer je van je buurman. Wat je op je werk nodig hebt, leer je van je collega. Het is niet de overheid, taalschool of gemeente die nieuwkomers ‘inburgert’; het zijn de mensen in de samenleving, die ook een stap te zetten hebben. Zetten gemeenten wel voldoende in op wederzijdse contacten en ontmoetingsplekken? Denk aan welkomstcentra zoals in Canada maar ook ‘warme plekken’ in buurten en bedrijven. Het zijn immers buren, kennissen, ‘ Hele categorieën worden uitgesloten’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 54
SPECIAL 55 MONIQUE KREMER IS VOORZITTER VAN DE ADVIESRAAD MIGRATIE (ACVZ) EN HOOGLERAAR ACTIEF BURGERSCHAP, UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM. MET DANK AAN HUUB VERBATEN (ACVZ) pas een taaleis op zijn vroegst na 5 jaar, als voorwaarde voor een permanente verblijfsvergunning. Als een vluchteling een hoog taalniveau haalt (C1) wordt zij of hij beloond met een permanente vergunning na 3 in plaats van 5 jaar. De kosten zijn ook lager. Voor een gezinsmigrant zou 700 uur les uitkomen op 1.540 euro en een gratis examen. In Duitsland behaalde in 2019 51 procent B1 niveau, in Nederland was dat 3 procent. Waarom staan vrijwilligheid en verleiden niet in het Nederlands inburgeringswoordenboek? onderwijzers en werkgevers die het verschil moeten maken. Het gevaar dreigt dat door de focus op inburgering van ‘de migrant’ het brede vraagstuk van verbindingen maken, ook via organisaties in het maatschappelijk middenveld, uit beeld raakt. HOE HAAL JE HET BESTE BOVEN? Halleh Ghorashi, ooit uit Iran gevlucht en nu hoogleraar aan de Vrije Universiteit, hekelt de veronderstelling dat vluchtelingen bij voorbaat niet actief of zelfredzaam zijn. ‘Mensen hebben in het land van herkomst van alles bereikt, een zware weg afgelegd naar Nederland. En dan aangekomen in ons land zien we alleen maar ‘achterstanden’. Waarom kunnen we ze niet zien als mensen met talenten?’ In de nieuwe inburgeringswet is er meer ruimte voor maatwerk, inmiddels een behoorlijk sleets sleutelwoord, dat pas waarde krijgt door de invulling ervan. Overheidsvoorzieningen hebben immers de neiging om zich te voegen naar de middelmaat. En dat terwijl de verscheidenheid in nieuwkomers groot is. Hebben kleinere gemeenten wel voldoende middelen en kennis in huis over arbeid, taal en gezondheid om echt te differentiëren? Een Afghaanse tolk wil meer bereiken dan B1-niveau, terwijl een ander dagelijks worstelt met psychische problematiek. Het maatwerk wordt bovendien ingesnoerd doordat de nieuwe inburgeringswet gebaseerd blijft op een verwrongen en eenzijdig beeld op wat mensen drijft, namelijk: boetes en sancties in plaats van positieve prikkels. Er zijn maar liefst negen sanctiemomenten, met disproportionele boetes die kunnen oplopen tot 2.400 euro. Anders dan een vluchteling die het inburgeringsaanbod vergoed krijgt, heeft een gezinsmigrant aanzienlijke kosten. Die betaalt makkelijk voor 700 lesuren 9.450 euro en voor iedere examenpoging 350 euro. Hoe anders is dat in Duitsland, waar verleiden en belonen kernwoorden zijn. Duitsland heeft VOOR WIE IS INBURGERING? Inburgering is verplicht voor een select gezelschap van nieuwkomers, namelijk asielmigranten en gezinsmigranten. Waarom is er alleen aandacht voor hen? De meeste migranten komen inmiddels uit Polen. Een deel van hen gaat terug als het werk ophoudt, maar een deel blijft. Een nieuwe generatie van kinderen die tolken voor hun ouders ziet het licht. Ook de hoger opgeleide arbeidsmigranten uit India of Zuid-Korea, die dan expats heten, hoeven evenmin Nederlands te leren. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid schrijft daarom dat er ontvangsten inburgeringsvoorzieningen moeten komen voor álle migranten. In Duitsland, zijn die inburgeringsvoorzieningen er voor iedereen. Naast gemeenten zouden werkgevers daaraan best een bijdrage kunnen leveren: zij halen deze mensen immers naar Nederland. Dat draagt niet alleen bij aan de loopbaanperspectieven van arbeidsmigranten maar ook aan de veiligheid en goede samenwerking op de werkvloer. Kortom, er is behoefte aan inburgering voor een bredere groep migranten, terwijl de aandacht op dit moment juist verengd tot de nieuwe asielmigranten. HOE BORG JE KWALITEIT? De inkoop en kwaliteit van het inburgeringstraject is bij gemeenten in betere handen dan het individu. Maar wie borgt dat gemeenten goede, op maat gemaakte, inburgeringstrajecten ontwikkelen? En hoe voorkomen we dat een nieuwkomer veel beter af is in gemeente X dan in Y? Grote gemeenten kunnen leunen op hun ervaring met grotere groepen nieuwkomers. Maar bij ons gaat het om kleine en ook nog eens onvoorspelbare aantallen, zeggen ze bijvoorbeeld in Venlo en Helmond. De medewerkers die nu druk bezig zijn met ‘het inregelen’ weten vaak veel van de Participatiewet maar wat weten ze over sociaal domein, gezondheidszorg of, niet onbelangrijk: het onderwijs? De kennis over en ervaring met inburgering van nieuwkomers, schrijft het SCP, moet bij gemeenten grotendeels opnieuw worden opgebouwd. Er is niet alleen inzet nodig van alle betrokkenen, ook van de nieuwkomers, om kennisontwikkeling goed te organiseren, maar ook om (lerend) toezicht te garanderen. Rotterdam ontwikkelde zelf een systeem voor kwaliteitsborging, waar veel buurgemeenten aan meedoen. Het private keurmerk Blik op werk, doet al geruime tijd dienst om het kaf van het koren te scheiden. Maar waarom is er – net als in het onderwijs aan onze kinderen of de gezondheidszorg – geen landelijke lerende inspectie op het terrein van inburgering? Er is immers wel sprake van een nationaal boetebeleid en nationale inburgeringsexamens, en die moeten worden gehaald om Nederlander te worden. Het verkrijgen van het staatsburgerschap mag toch niet afhankelijk zijn van de professionaliteit van de inkopers in jouw gemeente? De nieuwe inburgeringswet heeft tijd nodig om vorm te krijgen in gemeenten. Maar voor goede uitvoering is het onverstandig alle fundamentele reflectie op te schorten: bezint terwijl ge begint. Deze vijf cruciale vragen moeten we gezamenlijk blijven stellen om tussentijds, indien nodig, nationale of lokale aanpassingen te durven maken. ‘ In Duitsland zijn verleiden en belonen kernwoorden’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 56
56 SPECIAL SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: ARIE KIEVIT / ANP-HH De ‘menselijke maat’ moet terug in de sociale zekerheid – het is sinds de toeslagenaffaire een populaire leus. Er is steeds meer aandacht voor wetgeving die te hard uitpakt voor burgers. Maar wordt er wel echt naar die burgers geluisterd? DE KLOOF TUSSEN AMBTENAAR EN BURGER ‘ U PAST NIET IN ONS THEMA’ Er duiken steeds meer verhalen op van burgers die vast komen te zitten tussen de tandwielen van het overheidsapparaat. Uitgerekend het apparaat dat hen zou moeten helpen. Toeslagen aanvragen, werken naast je bijstandsuitkering, met je volwassen kind samenwonen, een tas boodschappen aannemen van je moeder – het kan allemaal voor serieuze geldproblemen zorgen. Ook als de wet dat nooit zo heeft bedoeld. Gerard Sangers weet er alles van. Hij zit al jaren in de bijstand zit en schreef er twee boeken over. Hij deelt dan ook graag zijn mening over wat er allemaal beter kan in het sociaal domein. Maar hij begint met een waarschuwing vooraf: zijn ideeën zijn radicaal. Hij weet niet zeker of de lezers van Binnenlands Bestuur die wel willen horen. Het zal namelijk niet de eerste keer zijn dat hij stuit op weerstand vanuit wat hij ‘de systeemwereld’ noemt. De zin ‘ze luisteren niet’ loopt als een rode draad door zijn tweede boek De mening van… een uitkeringstrekker. Waar het eerste boek vooral ging over zijn De zin ‘ze luisteren niet’ loopt als rode draad door het boek Gerard Sangers BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 A’ SPECIAL 57 om te bewijzen dat die echt kapot is, een vrouw uit Wijdemeren die wordt gekort op haar uitkering omdat haar moeder boodschappen voor haar doet – voor Sangers zijn het verhalen die getuigen van een ernstig gebrek aan empathie vanuit de systeemwereld. Maar ook logisch redeneren is aan ambtsbekleders niet besteed, als je het Sangers vraagt. Als kruidenier leerde hij denken in kosten en baten. In het publieke domein, zo leerde Sangers, draait het niet om kosten en baten, maar om de vraag: staat het op de begroting? Sangers: ‘Als een pilot van een miljoen euro mislukt, is er niemand die zich daar zorgen om maakt. Het stond immers in de begroting. Dat is voor mij niet te volgen. Het is een hele rare wereld.’ eigen ervaringen in de bijstand, is het tweede meer een uiteenzetting van Sangers’ ideeën over het sociaal domein. Aan die boeken verdient hij zelf overigens niets – de opbrengsten worden immers van zijn uitkering afgetrokken. De kloof die Sangers ervaart tussen de leefwereld en de systeemwereld is een terugkerend thema in zijn werk. De zestiger heeft het zijn missie gemaakt om die werelden dichter bij elkaar te brengen. ‘Ik probeer binnen te komen bij de systeemwereld’, zegt Sangers vanuit zijn huiskamer in Middelharnis, Goeree-Overflakkee. Zijn grijswitte haar zit strak achterover en hij rookt een zelf gerolde sigaret. ‘Maar ik word geweerd.’ Via allerlei kanalen probeert hij zijn boeken aan de man te brengen bij bestuurders, ambtenaren en andere insiders, maar dat wil niet altijd lukken. ‘Als ik vraag of ik naar congressen mag komen, dan hoor ik: “U past niet in ons thema”, “Er is geen ruimte in het programma”, of: “U bent welkom als u 490 euro exclusief btw wilt betalen.”’ ANDERE PLANEET Er zijn ook successen: zo heeft Sangers onlangs zijn boek aangeboden aan oudstaatssecretaris Jetta Klijnsma, mocht hij spreken op een congres over het basisinkomen, en kennen steeds meer mensen uit de systeemwereld zijn naam en zijn werk. Toch blijft er een haast onoverbrugbare afstand tussen zijn wereld en die van de ambtenaren, bestuurders, begrotingen en beleid. Die afstand heeft volgens Sangers te maken met het verschil tussen theoretisch en praktisch opgeleiden, tussen IQ en EQ. ‘Daar zit gewoon een Berlijnse muur tussen.’ ‘Ik krijg steeds meer het idee dat sommige ambtenaren van een andere planeet zijn’, schrijft Sangers in zijn tweede boek. ‘Een planeet waar normen en waarden, de menselijke maat, empathie, logisch denken niet van toepassing is.’ Een vrouw uit Tilburg die haar kapotte stofzuiger naar het gemeentehuis moet brengen Het sentiment dat Sangers uitdraagt, lijkt ook in de rest van de samenleving te groeien. Nog geen drie op tien Nederlanders hebben vertrouwen in de landelijke overheid, bleek onlangs uit onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De lokale overheid geniet nog iets meer vertrouwen – 37 procent – maar ook dat is geen cijfer om trots op te zijn. We leven in een ‘laag-vertrouwensamenleving’, concluderen de onderzoekers. KLOOF Amma Asante, de voorzitter van de Landelijke Cliëntenraad, die de belangen behartigt van mensen die voor hun inkomen of ondersteuning afhankelijk zijn van de overheid, kent de kloof tussen de systeemwereld en de leefwereld. Maar Sangers’ klacht dat ‘ze’ niet luisteren, deelt ze niet zonder meer. ‘Vanuit cliëntperspectief begrijp ik dat gevoel’, zegt ze. ‘Maar ik zie: ze luisteren wel, ze zijn alleen niet altijd bij machte om te doen wat ze willen voor hun inwoners.’ Naar Asante wordt de laatste tijd juist steeds meer geluisterd. ‘Nog vaker dan voorheen worden we gevraagd om mee te denken over allerlei dingen. We worden door tout Nederland benaderd.’ De problemen rondom uitkeringen en toeslagen zijn inmiddels ook bij de gemiddelde Nederlander bekend, merkt Asante. ‘Door bijvoorbeeld de boodschappenaffaire en de kinderopvangtoeslagaffaire ziet de hele samenleving hoe erg het is. Mensen zijn niet meer zo zeker of we het wel zo goed geregeld hebben.’ Zelfs minister Koolmees (D66) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) geeft gehoor aan die signalen. Op basis van gesprekken met gemeenten is hij tot de conclusie gekomen dat de regels rondom de bijstand meer ruimte zouden moeten bieden voor vertrouwen en de menselijke maat. De Participatiewet, die sinds 2015 de bijstandsuitkering regelt, pakt soms onevenredig hard uit, ziet de minister. Hij bereidt daarom een aantal mogelijke aanpassingen van die wet voor, maar de uiteindelijke beslissing laat hij over aan zijn opvolger in een nieuw kabinet. Ook Asante ziet de Participatiewet als een belangrijke bron van de problemen die ze in haar dagelijkse werk tegenkomt. ‘Mensen die onder de Participatiewet vallen, komen er niet meer uit. Niet meer met de uitkering, niet meer met de zoektocht naar werk. En ze staan vaak tegenover de gemeente, terwijl ze eigenlijk de gemeente als belangrijkste partner zouden moeten hebben.’ AANNAMES Het probleem zit ‘m niet zozeer in de bedoeling van de wet, maar meer in de aannames waarop het beleid is gebaseerd, denkt Asante. ‘Wetten worden niet gemaakt met het doel om inwoners in de problemen te brengen. Maar met deze wet worden bepaalde aannames gedaan – over hoe je mensen activeert, hoe je handhaaft, hoe je fraude opspoort – die niet stroken met de realiteit, de leefwereld van de burger.’ Die aannames zijn gestoeld op een mensbeeld dat burgers wantrouwt, maar ook hoge verwachtingen heeft van de zelfredzaamheid van diezelfde burger. ‘Het gaat uit van het idee dat je mensen die een uitkering aanvragen goed in de gaten moet houden, omdat ze anders een loopje nemen met het systeem. Dat vertaalt zich in hard sanctiebeleid. En het systeem gaat aan de andere kant uit van een bepaald doenvermogen: het wordt van je verwacht dat je zelfstandig kennis neemt van alle voorwaarden van beleid, alles doet wat nodig is om je leven op de rails te krijgen. Je kunt je afvragen of dat wel realistisch is.’ Aan de andere kant gaat het fout in de uitvoering van de wet. Zo heeft de Landelijke Cliëntenraad onderzoek laten doen naar het verrekenen van inkomsten uit werk met onder meer de bijstandsuitkering. Wat bleek? In meer dan de helft van de gevallen zorgde de combinatie van werk en een uitkering voor concrete geldproblemen, zoals het niet meer kunnen betalen van de vaste lasten. Asante: ‘Het loont dus niet om vanuit een uitkeringssituatie te gaan werken. Omdat je er vaak financieel op achteruit gaat en er veel administratieve rompslomp bij komt kijken.’ En soms zorgen pogingen van ambtenaren om die problemen op te lossen voor nog meer verwarring, weet Asante. ‘Dan bel je met de gemeente, leg je de situatie uit, en BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 58
SPECIAL 59 dan wordt er gezegd: “Waarom ga je dan werken naast je uitkering? Doe niet zo moeilijk.” Die burger snapt er niks van: de overheid wíl toch dat ik ga werken?’ BEJEGENING Hoewel Asante ziet dat de wetgeving knelt, waardoor ambtenaren vaak niet het beleid kunnen voeren dat ze zouden willen voeren, vindt ze wel dat er veel ruimte voor verbetering is in de uitvoering. Dat begint al bij de bejegening. ‘Dat ene telefoontje waarin je laat merken dat je snapt wat er aan de hand is, dat is al een belangrijke stap.’ ‘Maar ik mis ook assertiviteit’, zegt Asante. ‘Er is zo veel ruimte in de uitvoering om hardvochtigheid te dempen en wreedheid te voorkomen. Daar wordt te weinig blijk van gegeven. Ik mis de assertiviteit om uit te gaan van de goede bedoelingen van de wet en daarnaar te handelen. Het is te makkelijk om te zeggen: ik moet handhaven, dat moet van de wet. We hebben nog altijd de beginselen van behoorlijk bestuur in dit land.’ Een andere problematische aanname: het idee dat iedereen uiteindelijk een eigen inkomen kan verdienen. ‘Sommige mensen kunnen dat niet’, aldus Asante. ‘Als inwoners vrijwilligerswerk doen, ze doen dat goed en het levert maatschappelijke rendement op, laat ze dan alsjeblieft met rust. Ga niet lopen pushen: je moet van die uitkering af. We moeten accepteren dat niet iedereen in staat is om een eigen inkomen te verdienen via arbeid, dus dat we voor sommigen een vangnet moeten blijven bieden.’ Ook in dat opzicht kunnen gemeenten nadrukkelijker hun verantwoordelijkheid nemen, vindt Asante. ‘Ik zou graag zien dat gemeenten niet alleen een financiële claim neerleggen bij het rijk. Niet alleen: we willen meer geld. Maar ook: we willen meer ruimte om invulling te geven aan wat wij verstaan onder participatie.’ Wat dat betreft geeft de gemeente Groningen het goede voorbeeld. Daar is een ambitieus experiment met basisbanen opgezet. De gemeente creëert op maat gemaakte, maatschappelijke relevante banen voor de bijstandsgerechtigden, en betaalt geen uitkering maar minimumloon. ‘Het is niet overal kommer en kwel’, aldus Asante. ‘Maar die experimenten blijven tijdelijk van aard. Ze moeten uiteindelijk wel een plekje krijgen binnen het stelsel. Hoe lang kun je blijven experimenteren?’ Amma Asante ADVERTENTIE SCHONE LEI Wat is Asante’s eindoordeel over de Participatiewet? Zijn er inmiddels zo veel problemen aangetoond dat de hele wet de prullenbak in moet? ‘Dat is uiteindelijk aan de Tweede Kamer’, begint Asante diplomatiek. ‘Maar ik heb wel het idee: de wet moet op zo veel punten worden aangepast… Ik kan me voorstellen dat we beter kunnen beginnen met een schone lei.’ Gerard Sangers is nog duidelijker in zijn antwoord op die vraag. Wat hem betreft moet de Participatiewet zo snel mogelijk worden afgeschaft, en de Toeslagenwet er ook meteen bij. Wat ervoor in de plaats moet komen? Simpel: een basisinkomen. Maar Sangers betwijfelt of de systeemwereld daar al klaar voor is. De Participatiewet pakt soms onevenredig hard uit BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 Jean-Pierre Jans / ANP-HH
Pagina 60
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 OPINIE 61 MINIMAAL 100 MILJOEN EURO SCHADE PER JAAR BESTRIJD ZORGFRAUDE MET CONTRACTMANAGEMENT De Wet Toelating Zorgaanbieders (WTZA) moet het gemeenten makkelijker maken om zorgcowboys aan te pakken. Maar zolang gemeenten zowel hun contractmanagement als hun toezicht en handhaving niet aanscherpen, gaat zorgfraude onverminderd door. Met ingang van volgend jaar moeten alle zorgaanbieders een openbare jaarverantwoording afleggen over hun financiën en bedrijfsvoering. Nieuwe zorgaanbieders mogen alleen nog aan de slag met een vergunning. Vooral gemeenten kunnen hier baat bij hebben. Zij lijden namelijk zwaar onder de hardnekkige zorgfraude, waarover jaarlijks meer dan zeshonderd keer alarm wordt geslagen en die voor minimaal honderd miljoen euro per jaar aan schade zorgt. Vooral in jeugdzorg, thuiszorg, en wijkverpleging is dit een groot probleem. Bepalingen in de WTZA over financiële en bedrijfsmatige transparantie kunnen helpen om meer grip te krijgen op (malafide) zorgaanbieders. De gedachte is dat financiële en bestuurlijke informatie eerder bedrog van zorgcowboys aan het licht brengt. Het is echter twijfelachtig of zorgcowboys zich laten afschrikken door een handvol wettelijke regels. De verplichting tot transparantie garandeert geenszins dat zij informatie overdragen die bijdraagt aan het juiste inzicht, al helemaal niet als de zorgaanbieder iets te verbergen heeft en er grote financiële risico’s bestaan. ROBERTO TESSARO ‘Er vallen miljoenen te besparen’ Gemeenten moeten daarom ook kijken naar andere aspecten van zorgaanbieders, zoals de organisatiestructuur. Is die helder of wordt het zicht op eigendom, kosten en rendementen vertroebeld door een ingewikkeld netwerk van BV’s en onderaannemers? Wie trekt er op de achtergrond daadwerkelijk aan de touwtjes? Zijn er rode vlaggen, zoals een ‘onopvallende’ bestuurswisseling bij de zorgleverancier, waarmee een stroman misschien vlak na het afsluiten van het contract met de gemeente vertrekt? Dit soort aspecten blijft dikwijls onderbelicht en wordt een zorgaanbieder enkel doorgelicht op het moment dat een contract afgesloten moet worden. Nadat al het papierwerk is afgerond, wordt doorgaans niet meer structureel gemonitord hoe een zorgaanbieder zich ontwikkelt en welke wijzigingen zich voordoen. In het volle takenpakket van gemeenten is actief contractmanagement echter essentieel om de juiste inzet van publieke gelden te garanderen. En met de ethische stukken die de komende jaren op de overheidsagenda staan is het relevanter dan ooit. Schade van zorgfraude loopt in de miljoenen en is maatschappelijk gezien onaanvaardbaar. Door semi-openbare data te gebruiken en UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. bronnen te combineren kunnen gemeenten doelgericht onderzoek uitvoeren naar zorgaanbieders. Dan zijn ze in staat om informatie op de goede manier te interpreteren en uiteindelijk het gesprek aan te gaan en de juiste vragen te stellen. Aanbieders screenen voorafgaand aan de inkoop van zorg en ze tijdens hun contract blijven monitoren, zodat indicatoren van fraude eerder aan het licht komen, kan grote schade voorkomen. Daarnaast zal ook de toezicht en handhaving gerichter ingezet moeten worden op het aanpakken van zorgfraude. Gemeenten hebben voor deze taken toezichthouders die binnen de lokale verordeningen moeten handelen. Deze vorm van toezicht en handhaving is complex, vanwege de zorgcomponent en de daarbij behorende privacybe-scherming. Is het gemeenten menens met de aanpak van zorgcowboys, laat ze dan investeren in zowel daadkrachtig contractmanagement als toezicht en handhaving. Er vallen miljoenen te besparen. Roberto Tessaro, senior consultant publieke sector bij Graydon
Pagina 62
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 63 GEBREKKIGE AFHANDELING SCHADEREGELINGEN SCHULD ERKENNEN BLIJFT LASTIG Een heel goed boek ook over een erg ongemakkelijk onderwerp. Dat is de kortst mogelijke duiding van het onderzoek van Christiaan Ruppert naar 44 regelingen voor collectieve schade, situaties waarin de overheid slachtoffers op enigerlei wijze materieel of immaterieel compenseert. Steeds vaker lijkt de overheid namelijk te maken te hebben met de noodzaak aantoonbaar geleden schade te vergoeden aan slachtoffers, veelal voortvloeiend uit het doen of nalaten van diezelfde overheid. Moeiteloos inventariseert Ruppert, die zelf eerder als onderzoeker was betrokken bij de kwestie van de Joodse tegoeden en het seksueel misbruik en geweld in de jeugdzorg, zo’n 44 regelingen voor collectieve schade uit het recente verleden. Sommige schaderegelingen hebben hun oorsprong in WOII, Indië of defensieoptredens; andere zijn van vandaag en gisteren, zoals de compensatieregelingen na de toeslagenaffaire. Maar ook de Q-koorts, de Bijlmerramp en de schietpartij in Alphen aan den Rijn komen voorbij, plus overstromingen in Limburg en Chroom-6 uitkeringen. Het initiatief ligt vaak bij de slachtoffers zelf Ruppert stelt dat soms sprake is van restitutie, maar veel vaker vindt financiële compensatie plaats en in heel beperkte mate ook een passende vorm van erkenning. Hij constateert, het geheel beschouwend, dat de laatste decennia het aantal regelingen voor collectieve schade snel is gegroeid, maar dat de overheid nog steeds niet adequaat is georganiseerd. Er is geen algemeen kader voor de regelingen, het initiatief ligt vaak bij slachtoffers zelf en andere betrokken partijen, de gevolgde procedures om tot gehele of gedeeltelijke compensatie over te gaan en de uitkeringshoogtes variëren sterk. En het belangrijkste: ondanks hun aantal en variëteit leiden al deze regelingen lang niet altijd tot de beoogde ‘erkenning’ van en bij de slachtoffers, waardoor ondanks financiële compensatie zaken betrokkenen misschien onnodig lang of zelfs blijvend lijden aan immateriële schade. Slachtoffers worden volgens Ruppert daarvoor te weinig betrokken bij de opzet en uitvoering van de regelingen, hetgeen een verklaring hiervoor kan zijn. Er wordt vaker óver hen en minder mét hen gesproken. Het goed formuleren van een excuus blijkt tenslotte nog steeds een enorme opgave te zijn. Daarom bepleit Ruppert een meer georganiseerde aanpak van de compensatieregelingen met enige uniformering en een veel betere rol voor slachtoffers, met meer oog voor de noodzakelijke erkenning van de door hen geleden schade. Een minister van compensatie, zoals wel is bepleit door Folkert Jensma, in de NRC gaat misschien wel ver, maar meer orde is zeer welkom. CITAAT UIT HET BOEK REGELINGEN VOOR ‘De ad-hocbenadering van de overheid komt de consistentie en de effectiviteit van de regelingen niet ten goede’ COLLECTIEVE SCHADE. GEEF SLACHTOFFERS ERKENNING Christiaan Ruppert Boom juridisch, 2021 Prijs: ¤ 32,50 ADVERTENTIE
Pagina 64
DE L&D MONITOR 2022 KOMT ERAAN Vragenlijst, check! Uitnodigingsmailtjes, check! Projectteam, check! We zijn helemaal klaar voor de Studytube Learning & Development Monitor 2022, hét jaarlijks onderzoek dat de stand van leren & ontwikkelen weergeeft in Nederland. Zou er veel zijn veranderd sinds vorig jaar? Welke impact heeft de coronacrisis gehad op onze leerstrategie? Wat is de populairste leervorm? Welke leeroplossingen gebruiken organisaties tegenwoordig en waar ligt de verantwoordelijkheid bij het uitvoeren van de leerstrategie? Vragen waar je binnenkort antwoord op krijgt. Het onderzoek De Learning & Development Monitor is een kwantitatief onderzoek van leerplatform Studytube, uitgevoerd door onderzoeksbureau Motivaction (label Sparkey – HR Strategy & Insights). Het doel: een stand van zaken geven op het gebied van leren en ontwikkelen bij Nederlandse organisaties, en op lange termijn L&D-trends ontdekken en duiden. “Dit is de tweede keer dat we dit onderzoek doen,” aldus Robert van den Eeckhout, Head of Content Marketing bij Studytube. “Het leuke is dat we nu de resultaten kunnen vergelijken met die van vorig jaar. De wereld is – mede door de crisis – erg veranderd. De vraag is of dat ook zijn effect heeft gehad op leren & ontwikkelen binnen organisaties.” Belangrijkste resultaten van vorig jaar Het is precies een jaar geleden dat Studytube haar eerste Learning & Development Monitor presenteerde. Heel Nederland … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Studytube NOOIT EEN PROBLEEM, ALTIJD EEN UITDAGING GASTVRIJ WERKEN IN HET SOCIAAL DOMEIN Stress beperkt het denkvermogen Wist je dat? Of het nu gaat om stress over geld, tijd of zorgen over gezondheid van jezelf en je naasten. Het heeft allemaal invloed op hoe we te werk gaan. Inwoners die afhankelijk zijn van ondersteuning ervaren stress Dat komt door de zorgen die hen leidt naar de ondersteuning. En ook door de manier waarop die ondersteuning aangeboden en georganiseerd wordt. Dat is jammer. Bertil Kuipers was ruim 33 jaar werkzaam geweest in ‘overheidsland’, zoals hij het zelf noemt. Zowel bij gemeenten als bij waterschappen. Eerst als administratief-juridische medewerker, later als teamleider. Hij genoot van zijn werk. Dienstbaar Bertil: “Ja, werken in teamverband voor de gemeenschap, dat vond én vind ik nog steeds het allerleukste! Een functie waarbij je dienstbaar bent voor inwoners past gewoon bij mij. In mijn laatste tien jaren in dienstverband vervulde ik mijn rol als teamleider ook ten dienste van het welzijn en optimaal functioneren van de werknemers. Persoonlijk vind ik het faciliteren van de collega’s belangrijk, want je moet met een glimlach naar het werk komen en glimlachend weer huiswaarts gaan. Collega’s konden altijd bij mij terecht, omdat ik een luisterend oor had en altijd gezamenlijk wilde werken aan oplossingen. … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ EverybodyWorks Door die stress is de kans groter dat de ondersteuning niet het gewenste effect heeft Inwoners houden zich niet aan afspraken of komen niet tot belangrijke keuzes. Wij geloven dat er een wereld te winnen is door ondersteuning in het sociaal domein gastvrij aan te bieden. Je zet digitalisering in om de stress over de ondersteuning te verminderen Meer weten? Lees er alles over op pinkroccadelocalgovernment.nl/actueel Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ PinkRoccade WORKS BESPARING CO2 MET CONNECTED LED-VERLICHTING VERANTWOORD GEBRUIK VAN AI STAAT BOVENAAN DE AGENDA Door de sterke toename van artificial intelligence (AI) die in allerlei facetten van de samenleving worden toegepast wordt ethiek steeds belangrijker. Publieke bewustwording, persaandacht en aankomende regelgeving dwingen organisaties en de data science-community om na te denken over de ethische implicaties van AI. Versnelling transitie bespaart 553 miljoen ton CO2 Signify pleit voor een snelle overgang naar connected led-verlichting om de decarbonisatie te versnellen en de digitalisering voor bedrijven en consumenten te bevorderen. Nu de wereldwijde CO2-uitstoot blijft stijgen en de energieprijzen over de hele wereld ongekende hoogten bereiken, is het volgens het lichtbedrijf urgenter dan ooit dat wereldleiders en bedrijfsleiders op COP26 in Glasgow zich verbinden om klimaatverandering aan te pakken. Green Deal Signify pleit voor een snelle overgang naar energiezuinige, connected led-verlichting om de decarbonisatie te versnellen en de digitalisering voor bedrijven en consumenten te bevorderen. ‘Wereld- en bedrijfsleiders zouden zich moeten concentreren op het aanbrengen van veranderingen die snel resultaten opleveren en die zowel de professionele als de consumentenverlichtingsmarkt beïnvloeden’, … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Signify De behoefte aan het verantwoord gebruik van AI staat bovenaan op de agenda. Gartner heeft ‘’Smarter, Responsible and Scalable AI’’ benoemd als de belangrijkste markttrend voor data en analytics in 2021. In april 2021 publiceerde de Europese Commissie een voorstel voor een verordening voor AI. Dit is niet zomaar weer een voorbeeld van EU-regelgevingswoede. Veel regeringen over de hele wereld ontwikkelen vergelijkbare kaders voor AI. We moeten vragen stellen over: De kwaliteit van de data die we gebruiken voor het trainen van machine learningmodellen. • Hoe kunnen we vooroordelen (bias) die tot discriminatie leiden beperken. • De uitlegbaarheid van voorspellingen en beslissingen die algoritmen maken. • De rol van menselijk toezicht bij het monitoren van de rechtvaardigheid en transparantie van AI-toepassingen. Afgezien van het algemeen belang en de maatschappelijke verantwoordelijkheid staat een succesvolle toepassing … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ SASInstitute OMGEVINGSWET ERKENT URGENTIE VAN KLIMAATADAPTATIE Klimaatadaptatie is van iedereen en daardoor van niemand. Het raakt aan alle andere opgaven waarvoor u zich gesteld ziet, het is een thema dat door alle transities heen loopt. Van woningbouw tot energie, van mobiliteit tot duurzaamheid. Het besef van de noodzaak van klimaatadaptatie is er ook, al wisselt het gevoel van urgentie. Tegelijkertijd is het thema ongrijpbaar, omdat het in gemeentelijke organisaties vaak, ook budgettair, niet als integrale verantwoordelijkheid is belegd. De Omgevingswet biedt de kans en de instrumenten om daar verandering in te brengen. Een integrale aanpak die opgaven verbindt, laat zien waar het wringt en waar de winst zit. Voor de leefbare en gezonde straat, wijk en stad van de toekomst. Hittestress die vaker en ernstiger wordt, en tegelijk een toenemende overstromingskans: de feiten zijn onweerlegbaar en het besef … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ RoyalHaskoningDHV
Pagina 66
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 66 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Janny Hofman stopt als griffier van de gemeenteraad van Terschelling. Zij gaat op 12 januari 2022 aan de slag als raadsadviseur en plaatsvervangend griffier in De Fryske Marren. Hofman begon in september 2013 als griffier van de Terschellingse raad. INGE NIEUWENHUIZEN Inge Nieuwenhuizen is met ingang van 16 december benoemd tot burgemeester van De Wolden. Nieuwenhuizen (VVD, 56) is momenteel wethouder in Bodegraven-Reeuwijk, en was dat eerder in IJsselstein en Voorschoten. Ze volgt Roger de Groot (CDA) op, die naar Noordoostpolder is vertrokken. In de tussentijd is oud-PvdA-gedeputeerde en oudPvdA-Eerste Kamerlid Jannie Vlietstra waarnemend burgemeester in De Wolden. RICHARD DE BOER Richard de Boer is met ingang van 23 november benoemd tot burgemeester van Landgraaf. De Boer (41) is lid van de VVD. Hij is momenteel burgemeester van Simpelveld. Eerder was hij wethouder in Brunssum. In Landgraaf volgt hij Raymond Vlecken (CDA) op, die burgemeester werd in Weert. Jan Schrijen (partijloos) was na het vertrek van Vlecken waarnemend burgemeester in Landgraaf. ROB VAN WUIJTSWINKEL Rob van Wuijtswinkel is benoemd tot interim gemeentesecretaris van Altena. Hij volgt in deze tijdelijke functie oudgemeente secretaris Annette van der Werf op die net na de zomer in 2021 een andere functie heeft aanvaard. Van Wuijtswinkel was onder andere werkzaam bij de landelijke overheid en bij de gemeenten Nijmegen en Arnhem. Bij deze laatste gemeente was hij vijf jaar gemeentesecretaris. MAGDA JANSEN De gemeenteraad van Woudenberg heeft besloten Magda Jansen–van Harten (33)voor te dragen als nieuwe burgemeester van Woudenberg. Jansen is momenteel werkzaam als raadsgriffier in Roosendaal. Daarvoor werkte ze bij de politie, als adviseur van de voorzitter van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en ze onder meer als strategisch adviseur orde en veiligheid in Soest en als interim- manager. GERRIT JAN KOK Gerrit Jan Kok (VVD, 61) is aangesteld als waarnemend burgemeester van Losser. Burgemeester Cia Kroon (VVD) is ziek en heeft het ambt daarom voor onbepaalde tijd neergelegd. Kok (VVD) was eerder burgemeester van Ommen, waarnemend burgemeester van Haaksbergen en Staphorst, gedeputeerde voor de provincie Overijssel en wethouder in Enschede. BAS VAN DEN TILLAAR Burgemeester Bas van den Tillaar is door de gemeenteraad van Vlissingen voorgedragen voor herbenoeming. Van den Tillaar (CDA, 54) werd op 22 april 2016 in Vlissingen geïnstalleerd. Daarvoor was hij burgemeester van Gulpen-Wittem en wethouder in Mierlo, na een gemeentelijke herindeling in 2004, GeldropMierlo. KOMEN & GAAN TITIA CNOSSEN Met ingang van 1 november 2022 is Titia Cnossen (ChristenUnie, 64) benoemd tot wethouder in Lansingerland. Ze volgt Ankie van Tatenhove op. Cnossen is in juni 2021 gestopt als burgemeester van Woudenberg. Daarvoor was ze onder meer wethouder in Berkel en Rodenrijs en in Woerden. BEN PIKULA Ben Pikula stopt in maart 2022 als griffier van de gemeenteraad van Losser. Hij gaat met pensioen. Pikula begon in 2002, toen de functie werd geïntroduceerd, als plaatsvervangend griffier in Losser, in 2008 volgde hij raadsgriffier Jan Bouke Zijlstra op. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 PERSONALIA 67 RUTHGER SCHOONDERBEEK Ruthger Schoonderbeek is benoemd tot gemeentesecretaris van Aa en Hunze. Hij werkte als strategisch projectleider in Noardeast-Fryslân. Daarvoor werkte hij ook al als gemeentesecretaris in Marum, Kollumerland en Nieuwkruisland. Schoonderbeek volgt Marleen Tent op. JELMER MULDER Jelmer Mulder is met ingang van 1 januari 2022 benoemd tot gemeentesecretaris van Hoogeveen. Hij is nu nog gemeentesecretaris van Smallingerland. Eerder was hij gemeentesecretaris in Appingedam. Mulder volgt Jan Scholten op, die 1 februari aantrad als interim-gemeentesecretaris en tot eind van dit jaar blijft. ASTRID KRAAL Astrid Kraal neemt per 1 februari 2022 afscheid als gemeentesecretaris van Boxtel. Zij wordt netwerkmanager bij de KB, de Koninklijke Bibliotheek. Voor zij in mei 2018 gemeentesecretaris werd, was zij teammanager bij MijnGemeenteDichtbij. Huug Derksen gaat Kraal tijdelijk vervangen. JACQUELINE VROLIJK Jacqueline VrolijkGevaert is benoemd tot griffier van Heemskerk. Zij is nu nog raadsgriffier in Uitgeest. Daarvoor was zij plaatsvervangend griffier in Heemstede. Vrolijk begint 1 december 2021 in Heemskerk, als opvolger van Ralph de Vries die sinds 16 augustus 2021 griffier in Bergen (NH) is. OVERLEDEN: Jan Hendrikx is op 77-jarige leeftijd overlden. Hendrikx was raadslid en wethouder in Someren en burgemeester in Baarle-Nassau van 1990 tot 2012. Ed Figee is op 75-jarige leeftijd overleden. Als lobbyist behartigde hij in Den Haag de belangen van Overijssel en Gelderland. Figee was journalist voor hij in Den Haag als lobbyist de belangen van de regio vertegenwoordigde. Nadat hij was gestopt als lobbyist promoveerde hij aan de Universiteit Twente. Hij deed onderzoek naar belangenbehartiging op regionaal en decentraal niveau. Ook was hij in de gemeente Enschede voorzitter van de Rekenkamer. NICO VAN DEN BERGH In Lelystad wordt Nico van den Bergh per 1 januari 2022 interim gemeentesecretaris. Van den Bergh heeft ervaring als interimmer. Hij is nu nog interimgemeente secretaris in Enkhuizen en bekleedde de functie in 2019 ook al in Lelystad. Ook was hij kort interimgemeente secretaris in Nuth, in 2018. Van den Bergh neemt waar voor Arjen Schepers, die eerder dit jaar zijn functie neerlegde. BJÖRN LUGTHART Met ingang van 17 januari 2022 is Björn Lugthart benoemd tot burgemeester van Pijnacker-Nootdorp. Lugthart (41) is momenteel wethouder in de gemeente Rijswijk namens de lokale partij Wij. Rijswijk. FEMKE KOEKOEK Femke Koekoek is begonnen als interim-raadsgriffier in Borger-Odoorn. Zij vervangt daar Cees Vos die sinds januari 2021 interim-griffier was. Hij verving Henriëtte van Olst die met ziekteverlof was en per 1 april 2021 als griffier is gestopt. SMALLINGERLAND Met ingang van 1 januari 2022 zullen Siebren van der Berg en Koen Eekma de tweehoofdige directie vormen van Smallingerland. Beiden werken op dit moment als concerndirecteur bij Smallingerland. Van der Berg wordt gemeentesecretaris en algemeen directeur. Hij volgt Jelmer Mulder op, die naar Hoogeveen vertrekt. Eekma wordt concerndirecteur/1e loco-gemeentesecretaris. JOSÉ VAN AKEN José van Aken stopt als gemeentesecretaris van Roermond. Er is verschil van inzicht ontstaan over de koers van de gemeente en de wijze waarop men deze wil vormgeven. Van Aken begon op 1 september 2020 in Roermond. Harry Werkman, sinds april 2007 griffier van de gemeenteraad van Emmen, is plotseling overleden. Hij was afwezig sinds medio 2021 maar zou na Kerstmis zijn werk weer oppakken. Werkman was 61 jaar. WIETSKE HEEG Gemeentesecretaris Wietske Heeg van Wijdemeren is per 1 november vertrokken. Vanaf 1 januari wordt ze senior interim-manager bij bureau Zeelenberg. Heeg werkte sinds 2011 voor Wijdemeren. Eerst als afdelingshoofd Dienstverlening en daarna als afdelingshoofd Sociaal Domein. Sinds 2017 was zij gemeentesecretaris. ANITA SMITS OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia ADVERTENTIE Anita Smits stopt per 1 januari 2022 als gemeentesecretaris van Mook en Middelaar. Zij gaat met pensioen. Smits is dan precies 10 jaar gemeentesecretaris geweest, daarvoor was zij hoofd centrale staf en locogemeente - se cretaris in Druten. Vooruitlopend op de gemeenteraadsverkiezingen adviseren wij u tijdig te oriënteren op uw toekomst. Ons Pre-APPA programma ondersteunt u hierbij! Start de Quick Scan. www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 3030 630
Pagina 68
INDEX 69 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT BIJ12 Gemeente Elburg Gemeente Vijfheerenlanden Gemeente Woudenberg Rekenkamercommissie Gemeente Roermond Rijksoverheid Rijksoverheid Stichting ERM Waterschap Limburg Directiesecretaris Beleidsmedewerker collecties Lid voor de Rekenkamer Beleidsadviseur Milieu & Afval JS Consultancy / Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Teammanager Toezicht ProDemos - Huis voor democratie en rechtsstaat Projectleider Digitale Programma's Extern Lid / Beoogd Voorzitter Adviseur laadinfrastructuur Coördinator laadinfrastructuur Directeur Manager projectbeheersing Hoogwaterbeschermingsprogramma Zeelenberg namens Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland Secretaris-Directeur Rijksoverheid FINANCIËN EN ECONOMIE BMC Gemeente Amsterdam Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Vlissingen Gemeente Vlissingen Provincie Utrecht ICT EN AUTOMATISERING Brandweer Flevoland Publiek Netwerk / De Haagse Hogeschool Servicepunt71 JURIDISCH Gemeente Hilversum Gemeente Oss Gemeente Roosendaal MILIEU Gemeente Etten-Leur Gemeente Harderwijk OVERIGE BMC Publiek Netwerk Adviseur Duurzaamheid en Milieu Strategisch beheerder Afval/Grondstoffen & Reiniging Jobcoach doelgroepregister Senior Accountmanager Interim Overheid ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Senior Juridisch Adviseur Omgevingsrecht Senior Juridisch Adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling Juridisch adviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Hoger Veiligheidskundige/senior adviseur veilig werken op hoogte Strategisch financieel adviseur Strategisch Financieel Adviseur Teamleider financiële administratie Senior Financieel Adviseur Beleidsmedewerker financiën Financieel adviseur Financial Controller Specialist Informatievoorziening Informatiemanager Bedrijfsvoering Information Security Officer Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 72 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 70 Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021
Pagina 70
70 INDEX PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Hoeksche Waard Publiek Netwerk / Accres RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente Dordrecht Certus Groep / Gemeente Oegstgeest Certus Groep / Gemeente Oegstgeest Certus Groep / Gemeente Schouwen-Duiveland Gemeente Culemborg Gemeente Eindhoven Gemeente Krimpenerwaard Gemeente Oosterhout Gemeente Zaanstad JS Consultancy / Provincie Overijssel JS Consultancy / Natuurstad Rotterdam Provincie Utrecht de BUCH SOCIAAL BMC Gemeente Eindhoven Gemeente Woudenberg Specialist Learning & Development HR Business Partner Projectleider Openbare Ruimte Senior Beleidsmedewerker Verkeer Senior Adviseur RO Senior Beleidsmedewerker Wonen Stedenbouwkundige Medior inkoopadviseur Ruimtelijk Domein WABO vergunningsverlener Strategisch adviseur openbare ruimte / mobiliteit Adviseur Gemeentelijke Watertaken Senior Projectleider Infrastructurele Projecten Afdelingsmanager Educatie en Participatie Operationeel Omgevingsmanager Projectleider civiel Casusregisseur Jeugd | Jeugdconsulent Beleidsadviseur Jeugd Beleidsadviseur sociaal domein JS Consultancy / Gemeenten Achtkarspelen & Tytsjerksteradiel Teamleider Bedrijfsvoering Sociaal Domein Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) Rijnvicus Rijnvicus Afdelingshoofd Expertise / MT-lid Afdelingsmanager Productie Afdelingsmanager Ontwikkeling VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Harderwijk Politie Beleidsadviseur Wonen hoofd communicatie Zeeland-West-Brabant OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl pagina 70 pagina 70 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 70 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 72 pagina 72 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 72 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Projectleider Openbare Ruimte 32-36 uur | schaal 11 Senior Beleidsmedewerker Wonen 32-36 uur | schaal 11 • Verantwoordelijk realisatie projecten openbare ruimte • Formuleren van programma tot en met eindoplevering • Sturen en volgen in tijd, budget, kwaliteit en integraliteit Rosanne van Engelen | 06-18683010 | rosannevanengelen@certusgroep.nl • Strategische advisering woonbeleid • Ontwikkelen en herstructureren woningbouwprojecten • Initiëren, implementeren, uitvoeren en monitoren • Bijdragen aan toekomstbestendige woningvoorraad Rosanne van Engelen | 06-18683010 | rosannevanengelen@certusgroep.nl www.certusgroep.nl                     Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 47 | 2021 l 0 0 l l 0 l l l l l 2 2 l l l l l 2 l l l l l Mensen zijn leuker dan brood Rudolf Stooker is begonnen aan zijn tweede carrière bij Everybody Groep. Vanaf 1 september 2021 werkt hij als recruiter. Het is een dag en nacht verschil met zijn vorige carrière, toen hij 28 jaar bij een bakkerij werkte. Stooker: “In die 28 jaar wordt het werken op de automatische piloot. Je voelt je geleefd door de fysieke arbeid en raakt ook emotioneel afgestompt. Op den duur was de uitdaging ook weg, omdat er geen groei in mijn functie mogelijk was.” Werken in de bakkerij is fysiek zwaar werk, niet alleen door de werkzaamheden maar ook door de nachtdiensten. Wetenschappelijk onderzoek heeft meermalen aangetoond, dat nachtdiensten een negatief effect op de gezondheid hebben. Lichamelijke klachten in combinatie met nachtdienst zorgden ervoor dat Rudolf tijdelijk in de Ziektewet belandde. “Als je dan ook geen uitdaging meer ervaart in je werk, dan heb je verandering nodig.” Na deze periode kwamen zijn werkgever en hijzelf tot dezelfde conclusie: “Het kan ook anders”. Stooker: “Ik kreeg toen van mijn werkgever een “Nu van Werk naar Werk”- traject aangeboden, waardoor ik de gelegenheid kreeg om iets aan mijn werksituatie te doen. Het begon met een intakegesprek om te achterhalen wat ik wilde en wat ik voor werk zou kunnen doen. Aanvankelijk stond ik er sceptisch tegenover. Dit klonk eigenlijk te mooi om waar te zijn! Want mijn contract voor onbepaalde tijd zou eenop-een overgenomen worden. Daarbij zou ik mijn salaris, werkuren en zelfs mijn vrije dagen Rudolf Stooker behouden. Ik twijfelde, maar ging me verdiepen in de organisatie Everybody Groep.” Het duurde uiteindelijk 4 maanden, voordat Rudolf de knoop doorhakte. Stooker: “Ja, je verlaat toch iets vertrouwds en duikt in een onbekende diepte. Mijn motto is “Je moet zelf in beweging zijn om vooruit te komen”. Dus ik belde mijn contactpersoon bij Everybody Groep op een vrijdagmiddag op en ik zei “Ik ga ervoor!”. En hoe gaat het nu met Rudolf? “Ik heb er geen dag spijt van gehad, dat ik de sprong heb gewaagd. Vanaf 1 september 2021 ben ik als recruiter in vaste dienst bij Everybody Groep. Vind het heerlijk werk om mensen, die hetzelfde meemaken zoals ik destijds, te kunnen helpen en ondersteunen in hun carrière! Ik geef hen mijn ervaring als advies mee: je moet zelf ook echt willen en in beweging komen, anders gebeurt er niks. Maar je doet het niet alleen, want als begeleider van Everybody Groep loop ik met je mee. “ Vragen aan Rudolf? rudolf@everybodygroep.nl Everybody Groep www.everybodygroep.nl 088-246 04 04
Pagina 72
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsSenior Projectleider Infrastructurele Projecten 36 uur | schaal 13 max. € 92.869,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren projectleider die verantwoordelijk is voor uitdagende, complexe en aansprekende infrastructurele projecten. Is sparringpartner en intermediair tussen ambtelijk opdrachtgever, lijnorganisatie en project. Stuurt het projectteam aan. Is resultaatgericht, maar staat ook voor het team. Ervaring met IPM is een mooie plus. Is verbindend, bestuurlijk sensitief, analytisch en scherp. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Teamleider Bedrijfsvoering Sociaal Domein 36 uur | schaal 12 | max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie functie voor een ervaren (team)leider die zowel de bedrijfsvoering in de vingers heeft als de uitdagingen binnen het sociaal domein oppakt. Koppelt strategie aan uitvoering. Is een echte verbinder die mensen meeneemt in de cultuurverandering en die integraal denkt en handelt. Is toegankelijk, politiek sensitief en brengt stevigheid en een frisse blik. achtkarspelen tytsjerksteradiel tegearre selsstannich & Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager Toezicht 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren Inspirerend en faciliterend manager die met een moderne stijl van leidinggeven medewerkers meeneemt in de veranderende organisatie. Academisch werk- en denkniveau en ervaring in een maatschappelijke, bestuurlijke en politieke omgeving. Ondernemend en netwerker die een relatienetwerk weet te onderhouden en bouwen. Strategisch en met helicopterview over de verschillende vakgebieden heen kunnen kijken. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Afdelingsmanager Educatie en Participatie 36 uur | schaal 11 max. € 71.642,- bruto per jaar Enthousiaste, krachtige en maatschappelijk ondernemende afdelingsmanager die samen met het team verandering in de organisatie doorvoert om strategie daadwerkelijk te realiseren. Moderne stijl van leidinggeven medewerkers, enthousiasmeren en motiveren voor vernieuwing en sturen op resultaat. Netwerker die vanuit passie voor duurzaamheid samenwerking met partners aangaat om de organisatiedoelen te realiseren. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 21-2021


Pagina 2
Arbeidscontractovername bij boventalligheid, conflicten, ziekteverzuim of reorganisatie PROFIELSCHETS FUNCTIEPROFIEL MATCHEN VOORSTELLEN PLAATSEN Met onze Nu van Werk naar Werk trajecten nemen wij arbeidscontracten over tegen nagenoeg dezelfde condities. Wij bieden medewerkers een contract aan voor onbepaalde tijd. Benieuwd hoe wij dat doen? Download de whitepaper op www.nuvanwerknaarwerk.nl 088-246 04 55 contact@everybodygroep.nl Onderdeel van Everybody Groep www.everybodygroep.nl “Eindelijk werken aan echte gezonde zorg voor werknemers” Marieke Bon, 20 jaar huisarts en moeder van twee jongens, kent verschillende kanten van een werkend leven. Toen zij twintig jaar geleden de huisartsenpraktijk van haar vader overnam, ‘maakte’ zij deel uit van het leven van haar cliënten. Aanvankelijk voelde ze tijd en ruimte om ook daadwerkelijk met mensen te praten in plaats van gestandaardiseerd te werken. Later werd Marieke zich meer bewust van de algemeen aanvaarde huisarts-cliëntrelatie. Elleboogklacht wel of geen RSI-geval? Marieke: “In feite neemt de huisarts heel vaak een paternalistische houding aan: ik weet het wel. Komt u met een zere elleboog? Dan ‘lost’ de dokter dat probleem op met een verwijzing, een pilletje of een doorsnee advies. Het medisch-analytisch denken is aangeleerd, maar wordt helaas ook in stand gehouden door de ‘lopende band’-cultuur in de zorg. Er wordt teveel gewerkt vanuit symptoombestrijding, terwijl er meer tijd en ruimte nodig is om juist dieper te graven. Is die zere elleboog, alleen een zere elleboog, of speelt er meer?” In de zorg wordt ook steeds meer de discussie gevoerd over de huidige nadruk op symptoombestrijding bij ziekten en aandoeningen. Tegelijkertijd wordt er te weinig geïnvesteerd in voorkomen van ziekten of onderzoeken waar de oorzaak van het probleem ligt. Preventieve zorg Marieke: ”Ja, zelfs een simpele en oprechte vraag zoals ‘Hoe is het met jou?’ kan heel wat verborgen oorzaken van de klacht tevoorschijn halen. Momenteel ligt de focus binnen de zorg teveel op richtlijnen en protocollen in plaats van op de mens, de individu en zijn of haar leven.” Toen Marieke tijdelijk als patiënt zelf aan de andere kant van de medische tafel kwam te zitten, realiseerde zij twee dingen. Allereerst dat werk een substantieel deel uitmaakt van het dagelijks leven van een individu; niet alleen qua werkuren en -belasting, maar ook zeer zeker in tegenspoed. Wie helpt dan de medewerker en de werkgever? Hadden bepaalde zaken niet voorkomen kunnen worden. En ten tweede wilde Marieke Bon als huisarts echt aan de preventieve kant van de zorg staan. Voor de werknemer, waarbij zij indirect ook de werkgever kon helpen. Daarom sloot zij zich aan bij Everybody Groep, waar er echt aandacht is voor preventieve zorg en (na)zorg. Nu van Werk naar Werk Marieke: “Bij Everybody Groep gaat het niet om lijstjes afvinken en pilletjes voorschrijven. Hier gaan we samen met de werknemer uitzoeken waar de knelpunten zitten. Wij willen met de werknemer doorgronden wat er, naast klachten, nog verbeterd kan worden om lekker in haar of zijn vel te zitten. Dit zorgt voor een oplossing op korte én op langere termijn, dus werkt preventief! Stel dat de werknemer, er om welke reden dan ook, door heen zit…dan biedt Everybody Groep nog andere sociaal-medische en praktische trajecten voor zowel werknemer als werkgever. Daarom voel ik me bij Everybody Groep ook om mijn plek: geen zieke zorg, maar echte gezonde zorg.” Huisarts Marieke Bon Everybody Groep biedt aan werkgevers ook Nu van Werk naar Werk trajecten aan, mochten werknemer en werkgever toch afscheid van elkaar moeten nemen. Juist deze win-win aanpak van Everybody Groep maakt het voor werknemer en werkgever bespreekbaar om echt naar oplossingen te gaan. Meer informatie? Everybody Groep www.everybodygroep.nl contact@everybodygroep.nl 088-246 04 04
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 04 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Jan van den Brink VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Aan ons als redactie de taak om de feiten te laten spreken’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. GEPOLARISEERD DEBAT TEGENWIND NPO2 vertoonde onlangs de Human-documentaire Tegenwind. Het verdriet van de Veenkoloniën. Het leverde schrijnende beelden op van hoe de plaatsing van windturbines bij het Groningse dorp Meeden door rijk en provincie werd doorgedrukt. De steeds wanhopiger bewoners kregen bij hun protest steevast nul op het rekest. Ze gingen uiteindelijk tot sabotage van de windplannen over en stortten asbest op de beoogde plek van de turbines. De voor de bouw verantwoordelijke aannemers werden in anonieme brieven bedreigd. Je voelde als kijker mee met de wanhoop van de bewoners, al had iets meer compassie met de slachtoffers van hun sabotage gemogen. De documentaire past in een bredere trend: uit het winddebat lijkt elke nuance verdwenen. Je bent voor of tegen, en daarmee vriend of vijand van windenergie. We maakten het als redactie zelf mee toen onderzoeker Van Hoof (Universiteit Twente) ons zijn kritiek deelde op een tweetal RIVM-onderzoeken naar gezondheidseffecten van windturbines. Hij vond, met allerlei argumenten omkleed, dat de wind-industrie er een te groot stempel op had kunnen drukken. Al wisten we dat Van Hoof zich als betrokken Twents burger tegen de komst van windturbines in zijn regio had gekeerd, toch besloten we er in het vorige nummer van Binnenlands Bestuur over te schrijven. Het ging hier per slot om de inhoudelijke argumenten die hij als wetenschapper aanvoerde, niet over hoe hij privé over windturbines dacht. Het RIVM pareerde in een reactie een deel van Van Hoofs kritiek, maar zeker niet alles. Dat één van de twee door het RIVM geraadpleegde reviewers van het onderzoek zelf nauwe banden onderhoudt met de windindustrie is discutabel. Net zoals het feit dat door de windindustrie (mede) gefinancierde onderzoeken voor de auteurs van het RIVM-rapport een zelfde status hebben als onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Bij een dossier waar de emoties zo hoog oplopen, moeten de onderMARTIN HENDRIKSMA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR liggende rapporten vrij zijn van zelfs maar de schijn van belangenverstrengeling. Het winddebat is al gepolariseerd genoeg. Aan ons als redactie de taak om de nuance te zoeken en de feiten te laten spreken. ADVERTENTIE Op zoek naar een nieuwe griffier? Bel of app Marijke! 06 55 80 81 39 Werving en selectie www.necker.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 INHOUD 05 12 COVERSTORY BEDREIGING Het Winterswijkse raadslid Loes ten Dolle heeft de strijd aangebonden met de verharding in de lokale politiek en bedreigingen op sociale media. Zij vindt de burgemeester aan haar zijde. ‘Een raadslid met de dood bedreigen vinden we normaal.’ 18 ESSAY SAMEN GAAT HET BETER Burgerpanels vernieuwen de democratie en leveren inhoudelijke inzichten op. Hiska Ubels en Bettina Bock beschrijven hoe burgers overheidsbeleid kunnen verrijken. ‘Ze kijken anders naar de toekomst dan overheden.’ 22 RUIMHARTIG BELEID VOEREN MAG WEL DEGELIJK 31 PLEIDOOI IN GLASGOW LOKALE KLIMAATPLANNEN De schijnwerpers in Glasgow waren gericht op Biden, niet op wethouder Schouten van Nieuwegein. ‘In steden komt 90 procent van het klimaatbeleid tot uitvoering en dat kost ook geld.’ PARTICIPATIEWET BIEDT GEMEENTEN VOLOP RUIMTE Gemeenten geven graag de van bovenaf opgelegde regels de schuld van streng beleid in het sociaal domein. Maar de wet biedt volop ruimte, stelt hoogleraar socialezekerheidsrecht Gijsbert Vonk. Ook bij de beruchte boodschappencasus in Wijdemeren. NIEUWS Ruim helft eens met gemeente cao Duurzaam beheer vaak nog wensdroom ACHTERGROND Halt aan de pandjesbaas Hoe kaalplukken ouderen te voorkomen De nieuwe flat is van hout ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. 04_Broodtekst_en_verder 6 7 16 28 33 XX VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 7 8 10 25 33 37 40
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS EN WOUTER BOONSTRA Het gros van de gemeenteambtenaren kan leven met de nieuwe cao. Een peiling van Binnenlands Bestuur wijst uit dat het bereikte principeakkoord tussen vakbonden en werkgevers bijval geniet van 57 procent van de ambtenaren. PEILING ONDER AMBTENAREN RUIM HELFT EENS MET GEMEENTE CAO De peiling werd gestart daags na de bekendmaking van het principeakkoord, vorige week donderdag. Van de bijna 600 respondenten (582) gaf 57 procent aan in te stemmen met het akkoord. 37 procent van de respondenten vindt het bereikte resultaat te weinig. De rest, 6 procent, geeft aan het (nog) niet te weten. Het principeakkoord houdt onder andere in dat gemeenteambtenaren per 1 december 2021 een loonsverhoging krijgen van 1,5 procent. Per 1 april volgend jaar stijgt het loon nog eens met 2,4 procent. Daarnaast komt er een eenmalige uitkering van 1.200 euro. Daarvan is 300 euro een corona onkostenvergoeding. Anders dan rijksambtenaren krijgen gemeenteambtenaren geen thuiswerkbudget van 750 euro. Dat bedrag zit verstopt in de ‘bonus’ van in totaal 1200 euro. Van 1 januari 2022 tot 1 januari 2023 gaan medewerkers een thuiswerkvergoeding ontvangen van 2 euro netto per dag. Het minimum uurloon gaat naar 14 euro. Daarvan profiteren volgens de bonden zo'n 10.000 gemeenteambtenaren. Daarnaast is in het principeakkoord afgesproken het bovenwettelijk verlof te harmoniseren. Daarmee komt er een einde aan de verschillen tussen gemeentelijke organisaties en tussen verschillende (groepen) medewerkers. Vanaf 1 januari 2023 heeft elke medewerker 6 bovenwettelijke vakantiedagen per jaar. Die 6 dagen in de cao komen in de plaats van lokale bovenwettelijke vakantie-uren, lokale feestdagen en lokale vormen van verlof. Lokaal kunnen er straks geen extra bovenwettelijke uren meer worden afgesproken. Ook blijft de sociale zekerheid gehandhaafd. De arbeidsongeschiktheidsregeling blijft op drie jaar staan en de na-wettelijke VOOR- EN TEGENSTANDERS OP BB-ONLINE VOOR ‘Als deze werkgever je niet bevalt ga je weg of laat je je omscholen. In deze CAO zit een geweldige IKB waar elke werknemer in het bedrijfsleven of flexwerker alleen maar van kan dromen. Daarnaast werk je voor de overheid in het belang voor de inwoner/ondernemers. Niet alleen maar voor je eigen winst belang. 90% van de gemeente ambtenaren hebben ook nog eens een vast contract. Wees blij me wat je heb.’ ‘Doodziek word ik van die lui die keer op keer lopen te zeiken over werkdruk, leegloop, karige arbeidsomstandigheden en voor slecht betaald. Als het allemaal droevenis is. Waarom werk je nog bij de gemeente? Probeer nog iets van jouw leven te maken en ga... Ga weg!’ ‘Probeer maar een baan te vinden met hetzelfde salaris, teruggerekend naar 36 uur en inclusief IKB. Vele mensen in Nederland krijgen NIETS aan verhoging omdat ze geen eens een CAO hebben.’ ‘Wat de een genoeg vindt, vindt de ander te weinig, maar ik vind dit een goed resultaat. Ook de 14,00/uur als minimum is een goede stap! En wat betreft de opmerkingen over terugwerkende kracht tot 1-1-21; er is toch een eenmalige uitkering van € 1.200 dit jaar, 2021? Nogmaals, dankzij de bonden is er iets werkloosheidsuitkering blijft ook bestaan. De partijen gaan samen nut en noodzaak van de huidige aanvullingen op de sociale zekerheid voor arbeidsongeschikte medewerkers onderzoeken. Het gaat hierbij om de bijdrage van de cao-afspraken aan zowel inkomenszekerheid als re-integratie van arbeidsongeschikte medewerkers. Tot slot kunnen alle werknemers vanaf 1 januari 2022 gebruikmaken van verlofsparen en komt er meer keuzevrijheid bij het inzetten van ouderschapsverlof. TEGEN ‘Ik mis betere regelingen om jongeren aan de gemeenten te binden. Ik zie ze nu allemaal na enkele jaren weer vertrekken om vervolgens als consultant weer ingehuurd te worden met een leasebak en een mooier salaris dan de oud gediende medewerker.’ ‘Brandhout. De bonden hebben een jaar op hun handen gezeten wat dus ruim is te merken. Dus per 01-12-2021 een paar kruimels en voor 2022 nog niet eens prijscompensatie laat staan vooruitgang. Indien deze CAO als einddatum 01-01-2022 had gehad, dan was het acceptabel geweest.’ ‘Het inflatiepercentage in oktober 2021 bedroeg 3,7% (op jaarbasis 2021 - 2,7%). Voorkomend jaar: voorspellingen van 3,5% tot 3,9%. Tel je zegeningen. Het lijkt mooier dan het is.’ ANDERS ‘Hoog tijd voor een meer tijdgebonden systeem: één cao voor rijk, provincie en gemeenten. Looptijd 1 jaar, uiterlijk bv. 1 maart van dat jaar gereed. En niet steeds met grote achterstand zoals nu. Eenmaal de huidige cao’s laten harmoniseren, door een bindende arbitragecommissie, net als bij de jeugdzorg is gebeurd.’ De bonden hebben het principeakkoord met een positief advies voorgelegd aan de leden. Die kunnen er van 22 november tot en met 19 december over stemmen. Daaraan voorafgaand organiseert FNV Overheid nog een drietal online informatiebijeenkomsten over het principeakkoord. Aan de kant van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten wordt het principeakkoord overigens pas op 27 januari 2022 voorgelegd. Dan pas namelijk is de vergadering van het VNG-bestuur. bereikt. Niet alleen voor hun leden, maar voor iedereen!’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA BESTUUR NIEUWS 07 Gemeenten willen inrichting en beheer van de openbare ruimte graag integraal aanpakken, maar hun huidige werkwijze is nog sterk verkokerd. De kosten zijn leidend. Maar de switch om de gebruikers- en beleefwaarde centraler te stellen lijkt aanstaande. ENQUÊTE ROYAL HASKONING EN BINNENLANDS BESTUUR DUURZAMER BEHEER VAAK NOG WENSDROOM Dat blijkt uit een onderzoek van Binnenlands Bestuur en Royal Haskoning/ DHV. De cijfers zijn relevant nu gemeenten bij hun nieuwe infrastructuur stevige ambities hebben op het gebied van onder meer energie, klimaat en circulariteit. Verder wacht gemeenten een grote vervangingsopgave van infrastructuur uit de jaren zestig en zeventig, zoals bruggen en wegen. Ook daar is de doelstelling dat CARTOON BEREND VONK de projecten zo duurzaam mogelijk worden aangepakt, met minder belastende effecten voor het milieu en royalere participatie van burgers. Zo’n 80 procent van de respondenten onderschrijft de stelling dat ‘beheer het nieuwe onderwerpen is’. Negen van de tien respondenten ziet een (zeer) grote impact van maatschappelijke ontwikkelingen op de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Maar dat vertaalt zich nog weinig in concreet gemeentelijk beleid. Het gros van de respondenten geeft aan zoekende te zijn hoe de afdelingen beleid, beheer & organisatie en realisatie beter kunnen samenwerken. Nu overheerst nog de ‘silo-mentaliteit’. Daarbij is het ‘financiële plaatje’ leidend bij de afwegingen en spelen de gebruikers- en beleefwaarde een ondergeschikte rol. In de toekomst, voorziet een grote meerderheid, zullen juist die waarden een veel belangrijker rol gaan spelen. Hoe komt die toekomst dichterbij? Als oplossingen worden gesuggereerd dat de houding van medewerkers en management meer gericht moet zijn op samenwerken (zowel met elkaar als met externen). Daarbij moet het management het voortouw nemen door te zorgen voor een integrale aanpak over afdelingen en groepen heen. Kennis- en informatieoverdracht speelt een sleutelrol. Ook wordt het tonen van begrip en de bereidheid te luisteren naar anderen gezien als noodzakelijke eerste stap naar gedragsverandering.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 STIFTEN OP Z’N SCHERPENZEELS Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Ons aanbod Leergang: Gemeentelijke Regie Gezondheid start 22 november De BAG de Baas 27 januari 2022 Leertraject: Onderwijs 2021 8 februari 2022 Van gelijk hebben naar gelijk krijgen, door effectief communiceren 10 maart 2022 Masterclass: Sociaal Domein Verandermanagement 16 maart 2022 Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Een van de vele bijdragen van Jiskefet aan onze collectieve verbeelding is het kaartspelletje stiften. In de klassiek geworden reeks van stift, dubbelstift en jack in the box! – met de elleboog op tafel – wordt meneer Edgar compleet uitgekleed. De sketch is ook heel bruikbaar in het staatsrecht onderwijs. Hij laat namelijk precies zien wat er gebeurt als het onderscheid vervaagt tussen het spel en de regels. Het is een universele waarschuwing dat een spel zonder spelregels uiteindelijk helemaal geen spel meer is. Maar een ordinaire beroving. Ik weet niet precies hoe de commissaris van de koning van Gelderland het ontslag heeft aangezegd bij de waarnemend burgemeester van Scherpenzeel. Het schijnt wel in persoon te zijn gebeurd. Maar ik denk niet dat meneer John ook zijn elleboog op het bureau van meneer Eppie heeft geplant. Toch had dat prima gepast. Want dit was natuurlijk wel degelijk het betere inter bestuurlijke stiften. De Gemeentewet spreekt alleen over het ‘voorzien in waarnemers’ waar dat in het belang van de gemeente nodig is. In een ontslagregeling van deze waarnemers is verder niet voorzien. Ook de regels die er wel zijn, lijken er niet vanuit te gaan dat een commissaris zijn waarnemers ook weer naar welgevallen kan ontslaan. Dat is een nogal magere grondslag voor het ontslag van een ambtsdrager dat niet plaatsvindt op eigen verzoek of na een aanbeveling van de raad maar na een conflict met degene die de ontslagbevoegdheid claimt. Nu is er op zichzelf weinig mis met een beetje staatsrechtelijk stiften in de politiek. Sterker nog, in de interbestuurlijke verhoudingen wordt voortdurend gestift. Vage voorschriften in je eigen voordeel uitleggen en dan met grote stelligheid een politiek feit creëren om de zaak jouw kant op te trekken. Zo schikken en plooien wij de bestuurlijke verhoudingen al eeuwen. Bovendien levert dat trekken en duwen tussen de verschillende bestuurslagen ook nog eens een verticale machtsbalans op. Ik ben dus niet zo tegen dat stiften. Maar de sketch van Jiskefet laat zien waar de grens ligt. Als de verhoudingen ongelijkwaardig en de belangen groot zijn, dan creëert stiften geen machtsevenwicht maar machtsmisbruik. Het politieke spel moet dus ingekaderd blijven in de beginselen van de rechtsstaat. Bijvoorbeeld het beginsel van machtsevenwicht. Als de één stift, moet de ander terug kunnen stiften. De ene partij mag niet zomaar het kleed onder de andere partij weg kunnen stiften. Om deze reden zijn de regels van het kiesrecht Ik denk niet dat meneer John zijn elleboog op het bureau van meneer Eppie heeft geplant GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN zo akelig gedetailleerd uitgewerkt. Stiften over een verkiezingsuitslag is immers bloedlink, zagen we pas nog in Amerika. En om dezelfde reden moeten we heel omzichtig omgaan met ontslagbevoegdheden in het openbaar bestuur. Die mogen namelijk geen onderdeel van het spel worden. Volstrekt terecht daarom dat de Tweede Kamer bijna unaniem een motie heeft aangenomen om de kennelijk gevoelde behoefte om een waarnemer te kunnen ontslaan fatsoenlijk wettelijk te regelen. Voor Klein zelf zal die wettelijke regeling te laat komen. Zijn hoop is gevestigd op de rechter, maar die houdt zich vanouds graag afzijdig bij inter bestuurlijk stiften. Bij het ontslag van wethouders, pepert de Gemeentewet de rechter zelfs nog wat extra terughoudendheid in. De rechter treedt niet in de beoordeling van de gronden van het ontslag, bepaalt artikel 50 zekerheidshalve. Rechters zullen daarom niet staan te trappelen om een oordeel te vellen over de vraag wie precies wanneer welke mail heeft gestuurd en of dat wel of niet een interventie in enig democratisch proces was. Zeker niet in een voorlopige voorziening. Maar het zou wel mooi zijn als de rechter voorkomt dat ambtsdragers elkaar zomaar hun kantoor uit kunnen stiften.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 10 NIEUWS IN BEELD ARBEIDSMARKT DOOR: HANS BEKKERS SOCIAAL WERK IN DE PUT DREIGENDE LEEGLOOP Bijna één op de vijf respondenten zegt zeker niet meer als sociaal werker te willen werken en over vijf jaar een ander beroep te hebben vanwege bijvoorbeeld te hoge werkdruk, gebrek aan intellectuele uitdaging of demotivatie door alle problemen van cliënten. 40 procent twijfelt. ‘Het nodigt nadrukkelijk uit om in te zetten op oplossingsrichtingen die dit tij kunnen keren, zoals zorgen dat sociaal werkers meer tijd kunnen besteden aan de inhoudelijke kern van het werk. De verbondenheid van sociaal werkers met de mensen waarmee en waarvoor ze werken is groot. Maar liefst 70 procent van de sociaal werkers voelt zich heel erg verbonden met de doelgroep’, aldus onderzoeker Sonja Liefhebber. OVER VIJF JAAR IS NOG WERKZAAM ALS SOCIAAL WERKER 42% 40% TWIJFELT OF ZE DAN NOG SOCIAAL WERKER ZIJN 18% WERKT ZEKER NIET MEER ALS SOCIAAL WERKER FINANCIEEL TEKORT IN GEMEENTE WEET NIET 8% 30% NEE LAST VAN GELDTEKORT 62% JA Een meerderheid van 62 procent van de sociaal werkers geeft aan dat er financiële tekorten zijn in de gemeente waar ze werken. De financiële tekorten hebben een negatieve invloed op de uitoefening van het werk. Veel professionals noemen dat bij bezuinigingen het werk met minder professionals moet worden uitgevoerd. Dat leidt tot overbelasting, met verzuim als gevolg. Tegelijkertijd heeft dat ook invloed op de kwaliteit van de hulp- en dienstverlening: sociaal werkers kunnen bijvoorbeeld onvoldoende aandacht besteden aan het vinden van een passende oplossing voor een inwoner. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 NIEUWS IN BEELD 11 Veel sociaal werkers zijn ontevreden. Movisie onderzocht in ‘De grote raadpleging van het sociaal werk 2020’ hoe dat komt en wat de invloed daarvan is op hun beroepsuitoefening is. Wat blijkt? Opvallend veel werknemers willen binnen vijf jaar de sector verlaten. En nog meer sociaal werkers spelen met die gedachte. ONZEKERHEID AANBESTEDING AANBESTEDING WERK Bijna zes op de tien organisaties waarbij de sociaal werkers in dienst zijn heeft te maken met aanbestedingen. Het aanbesteden brengt volgens het Movisie-onderzoek spanningen met zich mee voor welzijns organisaties, professionals, inwoners en samenwerkingspartners. De aanbestedingen leiden tot veel onzekerheid in het werk. Onzekerheid of de opdracht voor de organisatie opnieuw wordt gegund. Maar ook tot onzekerheid over het behouden van je baan, waardoor de continuïteit van de ondersteuning en hulpverlening aan cliënten en inwoners in gevaar komt. Sociaal werkers geven ook aan dat zij veel tijd moeten investeren om een aanbesteding opnieuw te krijgen. Dat gaat ten koste van het inhoudelijke werk met inwoners en cliënten. WEET NIET 15% 59% 26% NEE JA ERVAREN WERKDRUK PASSEND, ACCEPTABEL 34% 3% 1% LAAG ERG LAAG TE HOOG 17% 45% HOOG WERK- EN REGELDRUK Meer dan 60 procent van de sociaal werkers heeft te maken met een hoge of zelfs zeer hoge werkdruk. Veel genoemde energieslurpers binnen de eigen organisatie zijn het ervaren van regeldruk, het ervaren van beperkingen om het werk goed te kunnen doen, bureaucratie, continue veranderingen, interim-management, verloop van collega’s, beperkte betrokkenheid of onrealistische verwachtingen.
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 12 INTERVIEW LOES TEN DOLLE EN JORIS BENGEVOORD DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: JAN VAN DEN BRINK Het Winterswijkse raadslid Loes ten Dolle heeft de strijd aangebonden met de verharding in de lokale politiek en bedreigingen op de sociale media. Zij vindt burgemeester Joris Bengevoord aan haar zijde. ‘Een raadslid met de dood bedreigen vinden we normaal.’ BURGEMEESTER EN RAADSLID WINTERSWIJK ‘WE ZIJN DE BEDREIGINGEN SPUUGZAT’ Je kunt maar beter geen jong én vrouwelijk én ambitieus raadslid zijn, want je krijgt de drek rijkelijk over je uitgestort. Anoniem het liefst. En je kunt ook maar beter geen jonge én openlijk homoseksuele én ambitieuze burgemeester zijn, want scheldpartijen zijn je deel. ‘Flikker!’ Ook liefst anoniem. ‘Ik was al elf keer dood geweest’, zegt D66-raadslid in Winterswijk Loes ten Dolle (26) over de doodsbedreigingen die haar dit jaar ten deel vielen. ‘Als voorzitter van het juridisch spreekuur in de gevangenis Arnhem-Zuid kreeg ik meer respect en minder erge dingen naar mijn hoofd dan in de samenleving. Ik ben het spuugzat. Vanaf nu doe ik aangifte van bedreigingen en smaad op de sociale media en via de mail.’ Loes ten Dolle wond er in de raadsvergadering eind oktober geen doekjes om: het gescheld en het gedreig op de sociale media en de mail loopt de spuigaten uit. ‘Het is nog nooit zo erg geweest en het beïnvloedt echt de kwaliteit van de politiek, nu en in de toekomst’, aldus Ten Dolle. ‘Toen ik in 2018 als raadslid begon, was het: “Wat is zíj dom en waarom doet ze dit?” Nu is het: “Ik hoop dat ze tegen een boom rijdt” en “Haar kop moet rollen”. Dat doet wat met jou én met je familie. Mijn vader wist niet waar hij het zoeken moest. Ik hoor zo vaak, als ik vertel wat ik nu weer in de mailbox vond: “Jij hebt gekozen voor de politiek, wat verwachtte je dan?” Ik vind: dit soort bedreigingen is niet normaal. Er zijn weinig bestuurders en raadsleden die zich erover durven uit te spreken, maar het is echt tijd om er duidelijk iets over te zeggen. Als iedereen het voor zich houdt, verandert er niets.’ Burgemeester Joris Bengevoord (37) had kunnen denken: laat het enige D66-raadslid zich vooral druk maken, aan dat hete hangijzer ga ik mijn vingers niet branden. Dat deed Bengevoord niet. Na afloop van de raadsvergadering zei hij tegen De Gelderlander: ‘Ik vind het heel dapper van Loes ten Dolle dat ze dit nu eens aankaart. Ik sta er helemaal achter.’ Bengevoord nu: ‘Juist bij dit onderwerp mag je niet wegkijken. Het is goed dat een raadslid erover begint en zegt dat ze genoeg heeft van de bedreigingen en beledigingen. Zij geeft mij met haar hartenkreet ook de kans om te zeggen: zo ga je niet met elkaar om. Het is toch niet normaal dat bij de opening van een regenboogzebrapad in Winterswijk op internet staat dat de burgemeester natuurlijk een flikker is? Of dat je voor landverrader wordt uitgemaakt als je op Facebook een poster van de horeca plaatst over het scannen van de QR-code? Mijn zusje belde op: “Gaat het met je?” Ze had gelezen dat Winterswijk altijd al een NSB-burgemeester had. ‘Als wij het voorbeeld niet zijn, wie dan nog wel?’ De reacties die je op de website van De Gelderlander leest op wat ik doe en zeg. Ik denk wel eens: wie durft mij nog op te volgen als ik stop?’ HUISARREST Verbeter de wereld, begin bij jezelf, vindt raadslid Ten Dolle. En met jezelf bedoelt ze de gemeenteraad van Winterswijk (29.000 inwoners). De 21 volksvertegenwoordigers moeten een belangrijke rol (willen) spelen in het debat over de verruwing en vulgarisering van de politiek. En het goede voorbeeld geven. En dat doet de raad volgens Ten Dolle niet. Eind vorig jaar hekelde de D66-aanvoerder al de omgangsvormen in de raad van Winterswijk. ‘Door de ego’s gaat het niet meer om de inhoud maar om de poppetjes’, zei ze tijdens een digitale raadsvergadering. Ego’s die in de knel waren gekomen door de val van het college begin 2019, toen Winterswijks Belang het CDA, de grootste partij in de gemeente, inwisselde voor VVD, GroenINTERVIEW 13 CV LOES TEN DOLLE (Winterswijk, 1995) studeerde politicologie en rechten in Nijmegen. Ten Dolle is ambtelijk secretaris van de ondernemingsraad van het streekziekenhuis koningin Beatrix in Winterswijk en fractiemedewerker van D66 in Gelderland. Ten Dolle is sinds maart 2018 raadslid voor D66 in Winterswijk. In 2020 stond ze bij de Tweede Kamerverkiezingen 35ste op de kieslijst van D66. CV JORIS BENGEVOORD (Winterswijk, 1984) studeerde Business Studies in Tilburg. Bengevoord werd in 2011 raadslid voor GroenLinks in de gemeenteraad van Tilburg; in 2013 werd hij er fractievoorzitter. In april 2017 werd Bengevoord burgemeester van Winterswijk, de jongste van het land. In 2019 werd hij door Binnenlands Bestuur uitgeroepen tot beste bestuurder van een kleine gemeente. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021
Pagina 14
INTERVIEW 15 Links en PvdA. Ten Dolle: ‘Je merkt daar nog steeds de stuiptrekkingen van. De manier waarop raadsleden op de sociale media op elkaar reageren! Als ik zo’n reactie zou plaatsen, had mijn moeder mij een week huisarrest gegeven. Als wij het voorbeeld niet zijn, wie dan wel?’ Burgemeester René Verhulst van Ede zei vorige maand in Binnenlands Bestuur dat bestuurders van alles vinden van wat op de sociale media over hen wordt gezegd, maar dat ze dat binnenskamers houden ‘Want anders ben je een klager, een zeur. Laat mij dan maar zeuren. Je moet iets zeggen als het de spuigaten uitloopt.’ ‘En je moet niet zeggen: het is online, dus daar gaan we niet over’, vult zijn Winterswijkse collega aan. ‘Je moet het debat met de samenleving én de raad niet schuwen. In afspraken en regels geloof ik niet. Ik ga niet 14 artikelen toevoegen aan ons reglement van orde wat je digitaal wel en niet mag zeggen. Voor integriteit hebben we ook regels, zwart op wit, maar bijna alle integriteitsgevallen zijn grijs. Het gaat om de cultuur: wat accepteer je wel en wat niet. Dat begint bij het goede voorbeeld in Den Haag. Ik hoop ook dat Loes in de Tweede Kamer gaat inspreken. De landelijke politiek geeft namelijk het slechte voorbeeld. Ze maken elkaar in Den Haag uit voor rotte vis, dus is het okay, maar dat is het niet.’ COMMISSIE Er is volgens burgemeester Bengevoord maar één manier om de verharding in de politiek en op de sociale media tegen te gaan: het erover hebben. ‘Bij ons in de raad hebben we wat nagepraat over de hartenkreet van Loes. Er moest een commissie komen. Daar geloof ik niet in. Het moet echt uit onszelf komen. Zolang wij onze mond houden en wegkijken, kan de terreur op de sociale media gewoon doorgaan.’ Met wie het erover hebben? De kankerpit op zolder? Uitnodigen op het gemeentehuis? Burgemeester Bengevoord: ‘In het begin van corona heb ik geprobeerd om een keer in de maand met kritische Winterswijkers te gaan wandelen. Ze wilden geen mondkapje op, dus in het gemeentekantoor kon niet. Het leek een goed idee, maar de wandelingen werkten niet. Het werd zó persoonlijk, zo op mij gericht. Dat lok je kennelijk uit met een uitnodiging om te komen praten.’ Raadslid Loes ten Dolle en burgemeester Joris Bengevoord kunnen wel vinden dat ‘Ik werk als een rode lap op een stier’ schelden en bedreigen niet normaal is, maar is dat op de sociale media niet het nieuwe normaal? Wen er maar aan. ‘Als we het probleem niet onder ogen willen zien, dan vrees ik dat het die kant opgaat’, zegt Ten Dolle. ‘En dan wil ik niet verder’, reageert Bengevoord. ‘Dan begin ik wel weer een familiepretpark’, lacht de beste bestuurder van een kleine gemeente in 2019. Hij vervolgt: ‘Corona heeft laten zien dat de kloof tussen overheid en inwoners groter is dan we dachten. Ik zie dat een grote groep inwoners zijn middelvinger opsteekt naar alles wat overheid is. Daar moeten we wat mee. Het begint ermee dat we in de politiek op een normale manier met elkaar omgaan. Door al dat geruzie wordt het vertrouwen in de politiek niet groter.’ Ten Dolle vult aan: ‘Het is niet zo gek dat mensen het vertrouwen in de overheid verliezen als wij het verkeerde voorbeeld geven.’ ONDOENLIJK De onsympathieke omgangsvormen in de lokale politiek en tirades op de sociale media hebben niet alleen invloed op het politieke reilen en zeilen nú, maar beinvloeden ook de lokale politiek van morgen. Ten Dolle: ‘Alle partijen zijn bezig met de kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen. Door de verharding en polarisatie is het lokaal bijna ondoenlijk om leden te werven en kieslijsten samen te stellen. Daarom heb ik de verharding ook nu aangekaart. Bij ons zijn potentiële lijstduwers uit de agrarische wereld afgehaakt. “Als ik zie wat jij naar je hoofd gesmeten krijgt. Elke dag die ellende, dat gaat mij niet gebeuren. De buren hoeven niet te weten dat ik lid van D66 ben.” Zelfs tegen hun vrienden en familie durven ze niet te zeggen dat ze lid zijn van D66.’ De burgemeester: ‘Zoiets hoor ik ook van ondernemers die best een bijdrage willen leveren, maar die bang zijn dat hun eigen boterham in gevaar komt door een raadlidmaatschap. We hebben een lekenbestuur, maar dan moeten er wel leken zijn die erin willen.’ Het raadslid: ‘Jonge mensen hebben zoiets van: is dat mijn toekomst? Blijf ik alleen overeind met een dik harnas aan? Dat is toch niet normaal?’ In Winterswijk brengen vooral Ten Dolle en Bengevoord de reaguurders tot razernij. Wat is dat? Ten Dolle doet daar niet moeilijk over. ‘Ik werk als een rode lap op een stier. Ik ben jong en ik ben een vrouw. Ik heb mij wel vaker hard uitgesproken in de gemeenteraad. Dat is doodeng. En ik hou van leuke kleertjes. Daar vinden mensen altijd wel iets van. Vrouwen zijn een makkelijker doelwit, net als homoseksuelen. Even wat anders dan de witte, bijna gepensioneerde man. Ik ben ook van dezelfde partij als Sigrid Kaag, en als je ziet hoe zij wordt gehaat.’ Ten Dolle heeft nog nooit aangifte gedaan. Dat gaat veranderen. ‘Ik heb er met de politie over gesproken. Je twijfelt namelijk ook. Wat is dit? Een verwensing, smaad, bedreiging? De grens is niet haarscherp. Als we in de politiek blijven zeggen dat het ‘erbij hoort’ – geen podium geven, schouders ophalen en doorgaan – dan schuift die grens op. Uit de talloze appjes die ik heb gekregen van raadsleden uit het hele land, maak ik op dat velen die zorg delen.’ HIMMLER Burgemeester Bengevoord heeft de afgelopen jaren ook heel wat naar zijn hoofd geslingerd gekregen, maar ook hij heeft nooit aangifte gedaan. Waarom niet? Bengevoord: ‘Je zou willen dat het anders was, maar mensen mogen je Himmler of Mussert noemen. Het raakt mij, als burgemeester en als geboren en getogen Winterswijker. In het begin van de oorlog woonden hier 287 joden; na de oorlog keerden er ruim 50 terug. Ik probeer mensen aan te spreken op hun uitspraken. Dat zouden hun buren ook kunnen doen, als ze online zien dat de buurman een raadslid of de burgemeester uitmaakt voor nazi. Je kunt denken: ik klik weg, maar je kunt ook denken: ik bel even aan. Als de buurman een naaktfoto van zichzelf post doen ze dat wel. “Waar ben jij nou mee bezig?” Maar een raadslid met de dood bedreigen vinden we normaal. Hij is boos, laat maar.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021
Pagina 16
16 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: SAKE RIJPKEMA Huizenprijzen rijzen de pan uit in de vroegere Haarlemse probleembuurt Schalkwijk. Zeker nu de gemeente op grote schaal in de leefomgeving investeert. Hoe houd je beleggers buiten en blijft de wijk toegankelijk voor mensen met een smalle beurs? HAARLEM DRINGT HUIZENBELEGGERS IN SCHALKWIJK TERUG HALT AAN DE PANDJESBAAS De Europaweg is de langste straat van Schalkwijk en vast ook een van de langste van heel Haarlem. ‘Wist je dat er geen enkel woonadres aan de Europaweg ligt?’, vertelt gemeentelijk ontwikkelmanager Hein Schouwenaars. ‘Ik meen alleen twee benzinepompen.’ De vierbaansweg voert als een slagader voor gemotoriseerd verkeer door Haarlem-zuidoost. Aan beide zijden van de Europaweg verrees in de jaren zestig een saaie mix van kantoorpand en flatgebouw. Schouwenaars: ‘Schalkwijk is opgezet als klassieke wederopbouwwijk. Vier deelwijken rond een overdekt winkelcentrum. Alles was ingesteld op de auto.’ We hebben op onze fietsen afgesproken aan de noordrand van Schalkwijk. Achter een vale strook bosjes blijkt een groot sportcomplex schuil te gaan. ‘Dat groen willen we veel intensiever laten gebruiken en voor meer Schalkwijkers toegankelijk maken’, wijst Schouwenaars. Aan de overzijde van de weg komt een nieuwe ‘mobiliteitshub’, om zo bussen uit het krappe stadscentrum te weren. Nog ingrijpender plannen volgen een paar minuten fietsen verder, aan de Europaweg. De vier rijbanen worden op termijn teruggebracht tot twee. De inmiddels merendeels leegstaande kantoorpanden ondergaan een transformatie tot appartementen. Vrijwel de hele oostzijde van de weg zal zo BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 ACHTERGROND 17 De koopstarter vist nu achter het net dwingen. ‘Die duurdere woningen bouwen in Schalkwijk, dat lukt wel’, zegt Roduner. voor woningbouw worden bestemd. ‘In plaats van een anonieme snelweg’, roept Schouwenaars boven een langs gierende ambulance uit, ‘moet de Europaweg een levendige corridor worden. Een weg die Schalkwijk samenbrengt in plaats van doormidden snijdt.’ En dat is nodig. Het tegenwoordig snelst groeiende stadsdeel van Haarlem was decennia probleemgebied. De somber stemmende statistieken over criminaliteit en werkloosheid verhulden de kwaliteiten die Schalkwijk ook heeft: het is de groenste wijk van Haarlem, het ligt niet ver van het centrum en met de af en aan rijdende snelbussen sta je zo op Schiphol of aan de Amsterdamse Zuidas. Daarom was het niet vreemd dat toen de woningmarkt een jaar of acht geleden begon aan te trekken, Schalkwijk zich weldra onder de koplopers bevond. De huizenprijzen waren jarenlang gedempt door het matige imago van de wijk. Nu rezen ze de pan uit. BELEGGERS Het bleef niet zonder gevolgen. Voor de gemeente Haarlem, zegt Schouwenaars, vormden de hoge woningprijzen ook een kans om serieus in de wijk te investeren: ontwikkelaars stonden in de rij. En inderdaad: overal op onze fietstocht zien we kranen en bouwputten. Maar de koopstarter die op de overspannen regionale woningmarkt altijd nog voor twee ton in Schalkwijk terechtkon, die vist nu achter het net. Want ook beleggers zien er hun kans schoon. Voor de gemeente reden om onderzoek door het Kadaster te laten doen. Dat bracht de recente ontwikkelingen op de Haarlemse woningmarkt scherp in beeld. Wat bleek: het percentage koopwoningen dat in de Europawijk (onderdeel van Schalkwijk) naar beleggers gaat, steeg van 6 procent in de periode 2009-2013 naar 13 procent de laatste drie jaar. Daarmee onttrekken ze inmiddels één op elke zeven verkochte woningen aan de markt. Met die hoge score komt de Europawijk na het Haarlemse centrum en het statige Zijlwegkwartier op de derde plaats van de 21 onderzochte buurten. Daar blijft het niet bij. Een neveneffect van de vele opkopers is dat de huizenprijzen in de wijk extra stijgen. Ook het deel van de woningen dat niet in hun handen valt, wordt voor mensen met een smalle portemonnee moeilijk bereikbaar. Verder blijkt uit cijfers van het Kadaster dat inwoners van wijken met veel particuliere verhuur hun wijk grosso modo lager waarderen dan wijken met overwegend kopers. Werk aan de winkel dus voor de gemeente. Want de tienduizend woningen die Haarlem in de komende vier jaar wil bouwen, moeten in de woorden van wethouder Floor Roduner (ruimtelijke ontwikkeling, PvdA) méér dan alleen de woningnood verlichten. ‘Het biedt ons ook de kans om te kijken: wat is de instroom van mensen die je in elke wijk wilt hebben? Want wij willen als Haarlem een stad zijn voor iedereen: van de verpleegkundige tot de chirurg en van de elektricien tot de ict-er. Maar hoe doe je dat?’ 40-40-20 Overall, zegt Roduner, hanteert Haarlem het gegeven 40-40-20. Dat betekent dat bij elk nieuwbouwproject in principe 40 procent in de categorie sociale woningbouw valt, 40 procent onder middelduur en 20 procent vrij (‘Dat wordt dan meestal duur’). Per wijk kan ervan worden afgeweken. De wethouder geeft een voorbeeld. ‘In Haarlem-West zit relatief weinig sociale woningbouw. Daar zeggen we nu: 50 procent van de nieuwbouw moet er sociaal zijn om de boel beter in balans te krijgen. Sommige delen van Schalkwijk kennen juist heel véél sociale woningbouw. Daar heb je behoefte aan meer middenhuur of vrije sector. Zo streef je naar de ideale mix per wijk.’ Maar de markt laat zich niet zo makkelijk ‘Je moet echter voorkomen dat beleggers die woningen opkopen en in appartementen opdelen. Woning splitsing is in sommige delen van de stad nu al verboden. Dat gaan we ook uitrollen over Schalkwijk.’ Daarnaast zal Haarlem per 1 januari in de hele stad aan opkoopbescherming gaan doen. Wie een huis koopt, moet daar de eerste vier jaar zelf wonen (uitzonderingen als ouders die een appartement kopen voor hun kind daargelaten). Roduner: ‘Deze week is er een motie over aangenomen in de gemeenteraad. Het is spannend, want het gaat allemaal ineens heel snel. Maar we willen als gemeente echt grip op de woningmarkt krijgen.’ Voor de handhaving van de nieuwe regels is alvast budget uitgetrokken. ‘Je kunt ons woz-bestand combineren met kadastrale gegevens. Zo kan worden nagegaan welke woningen in een bepaalde periode van eigenaar zijn gewisseld en wie er nu in die huizen woont. Steekproefsgewijs zullen we controleren welke woningen nieuw worden verhuurd’, stelt Roduner. ‘Vervolgens kun je checken of er wel een vergunning voor die verhuur is verleend.’ Daarnaast verwacht de gemeente meldingen van Haarlemmers te gebruiken om illegale verhuur op te sporen. ENORME PIEK De vraag is of dat straks allemaal nog nodig is. De verhoging van de overdrachts belasting voor investeerders, eerder dit jaar, sorteert volgens Roduner al effect. ‘Je zag een enorme piek in beleggersaankopen toen die belasting werd aangekondigd. Ze hebben nog snel hun slag op de woningmarkt geslagen. Daarna zie je hun aantal hard achteruitgaan.’ Toch twijfelt Roduner niet aan de noodzaak van de aanvullende gemeentelijke maatregelen. ‘Het zijn extra hindernissen die de aankoop voor een belegger minder aantrekkelijk maken, omdat z’n rendement erdoor wegzakt. Hij zal dus ook minder voor zo’n huis kunnen bieden. Dat dempt de prijsontwikkeling. En ik spreek hier in Haarlem nog zo veel jongeren die dolgraag een huis willen kopen. Een woning is een grondrecht, geen beleggingsrecht.’
Pagina 18
18 ESSAY BURGERPARTICIPATIE FOTO: BER FOTO: CORBIS / H.H. T JANSSEN / ANP-HH ESSAY SAMEN GAAT HET BETER Burgerpanels vernieuwen de democratie en leveren inhoudelijke inzichten op. Zo bleken de Groningers die meededen aan het project Toukomst groot belang te hechten aan het versterken van natuur en landschap, alsmede aan cultuur en identiteit. Zij willen hiervoor ook de handen uit de mouwen steken. Hiska Ubels en Bettina Bock beschrijven hoe burgers het overheidsbeleid kunnen verrijken. Burgers kennen hun leefomgeving van binnenuit en bekijken deze met een holistische blik. Dit bleek uit de resultaten van het participatieve experiment Toukomst in de provincie Groningen waarbij een burgerpanel advies mocht uitbrengen over de besteding van 100 miljoen euro. Laten we beginnen met een korte schets van Toukomst (Gronings voor toekomst). De aanleiding voor dit project ligt in de grote schade die gaswinning, aardbevingen en bodemdaling in een groot deel van de provincie hebben aangericht. Tot op de dag van vandaag gaat het hierbij niet alleen om huizen en gebouwen, maar ook om het fysieke en mentale welzijn van de bewoners die al jarenlang te maken hebben met gevoelens van onveiligheid en onzekerheid. De trage en ondoorzichtige afhandeling van de versterkingsopgave en de schade heeft in Groningen bovendien het vertrouwen van burgers in de overheid sterk ondermijnd. Het project Toukomst is ontstaan vanuit het Nationaal Programma Groningen (NPG), een bestuursakkoord uit 2018 tussen het rijk, de provincie Groningen en de Groningse gemeenten om te bouwen aan betere toekomst. Met de 1,15 miljard vanuit het rijk beoogt het NPG de vitaliteit van de provincie te versterken door investeringen in de economie, werken en leren, leefbaarheid, natuur en klimaat. Met een deel van de middelen (100 miljoen euro) is het Toukomst-investeringsfonds ingericht om de ideeën en initiatieven van de Groningse inwoners te financieren. UNIEK PROJECT In de zomer van 2019 heeft het NPGbestuur het stedenbouwkundige en landschapsarchitectuurbureau West 8 uit Rotterdam de opdracht gegeven een project te ontwerpen dat de Groningse burger de gelegenheid zou geven om een toekomstvisie te ontwikkelen en daarbij initiatieven om deze te verwezenlijken. Het resultaat is een uniek project. Zo was niet alleen de omvang van de beschikbare middelen, maar ook de mate van de (getrapte) burgerparticipatie uitzonderlijk groot. Allereerst hebben Groningers in het vroege voorjaar van 2020 vanuit de hele provincie via een daartoe ingerichte website ruim negenhonderd ideeën ingediend. In de zomer van 2020 zijn alle indieners door West 8 uitgenodigd om naar mogelijkheden tot samenwerking tussen projecten te zoeken. Daaruit zijn 59 ‘gebundelde’ projecten ontstaan. In de nazomer van 2020 zijn de inwoners van Groningen via huis-aan-huiskranten gevraagd om deze gebundelde projecten te beoordelen. Dit kon door toekenning van een score van een één tot vijf sterren en het geven van inhoudelijke argumenten die het burgerpanel kon meewegen. Dit heeft rond 30.000 publieksbeoordelingen opgeleverd die zijn ingediend door rond 6.000 inwoners. In dezelfde periode heeft West 8 de ruim 900 ideeën en 59 gebundelde projecten beoordeeld. BUNDELSESSIES Op basis van de ‘bundelsessies’ met indieners en gesprekken met inwoners en maatschappelijke organisaties – zoals het Groninger Gasberaad, de Groninger Bodem Beweging en de Vereniging Groninger Dorpen – hebben zij samen met het organisatieadviesbureau Draaijer+partners de projecten nader onderzocht. Men heeft het burgerpanel geïnformeerd over de te verwachten haalbaarheid van projecten, de benodigde omvang en vorm van financiering en in hoeverre indieners professionele hulp nodig zouden hebben bij de realisering van hun project. Tegelijkertijd werd het Toukomstpanel opgericht om advies uit te brengen over de te selecteren projecten en de besteding van het Toukomstinvesteringsfonds. In het voorjaar van 2020 zijn Groningers opgeroepen om zich hiervoor kandidaat te stellen. Uit de 240 inwoners die zich hebben aangemeld, zijn in de zomer twintig leden door gestratificeerde loting geselecteerd, waarbij rekening is gehouden met verschillende beroepsgroepen, leefBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 ESSAY 19 tijden, gender en woonplaatsen. Het panel is na vijftien bijeenkomsten (op locatie en vanwege Covid-19 ook online) onder professionele begeleiding (onafhankelijke voorzitter, ambtenaren, inhoudelijke experts en tekstschrijvers) tot het Advies Toukomstpanel gekomen. BIJZONDER De inhoud van dit advies is op verschillende punten bijzonder te noemen en laat zien dat burgers op een aantal aspecten anders kijken naar de toekomst van Groningen dan overheden dat doen. Zo hechten ze groot belang aan het Groningse landschap, de specifieke Groningse identiteit en de hiermee verbonden kunst en cultuur. Net als de overheid geven ze daarnaast veel aandacht aan het versterken van menselijk kapitaal en bestrijden van sociale ongelijkheid. Opvallend is ook dat de deelnemers van het panel goed in staat waren steeds vanuit het collectieve belang te denken en het belang van de verschillende thema’s en initiatieven voor de toekomst van Groningen in samenhang te bekijken. Daarbij speelt een belangrijke rol dat men voortdurend constructief met elkaar in gesprek is gebleven, ook als men het onderling niet eens was. Het Toukomstburgerpanel heeft de geselecteerde projecten gepresenteerd langs de lijnen van de drie thema’s ‘Ons verhoal’, ‘Mien laand’ en ‘Mit mekoar’: verhalen vertellen, aandacht voor landschap en samendoen. De thema’s en bijbehorende projecten vullen elkaar aan en versterken elkaar: ‘We vertellen ons verhoal op ons laand, mit mekoar.’ Bij ‘Ons verhoal’ staat de Groningse identiteit centraal. Opvallend is dat men een positieve wending wil geven aan de recente geschiedenis en de trots op Groningen en de Groninger eigenheid wil delen. Het is ze‘ Burgers kijken anders naar de toekomst dan overheden’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021
Pagina 20
Zo bereik en betrek je inwoners. Inzicht in participatie- en communicatievoorkeuren met de acht Citisens betrokkenheidsprofielen Meer weten? Bel Nicolette Ouwerling 06-26512770 ESSAY 21 HISKA UBELS IS SENIOR ONDERZOEKER LECTORAAT LEEFOMGEVING IN TRANSITIE, KENNIS CENTRUM NOORDERRUIMTE, HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN BETTINA BOCK IS BIJZONDER HOOGLERAAR BEVOLKINGSDALING EN LEEFBAARHEID, RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN tieven die op terreinen liggen die bij uitstek tot de verantwoordelijkheden van de overheid behoren: armoede en onderwijs, zorg, cultureel erfgoed, openbaar vervoer, circulaire economie en vernieuwing van de democratie. Daarmee laat het Advies Toukomstpanel zien dat burgers niet alleen leuke dingen willen organiseren. Men heeft de overheid op belangrijke kwesties gewezen én aangeboden zelf bij te dragen aan de grote opgaven van de provincie. ker niet de bedoeling de aard bevingsschade te negeren of verhullen maar men wil ook vooruitkijken en het positieve versterken. VERBONDENHEID Indrukwekkend is verder hoe sterk de relatie is die men legt tussen identiteit, geschiedenis, cultuur en landschap. Tezamen voedt dit het de verbondenheid met Groningen en het thuisgevoel. Daarbij vallen twee zaken op: enerzijds de grote waardering voor en sterke gehechtheid aan het Groninger landschap. En anderzijds de onderkenning van het belang van landschap voor brede welvaart. In beide weerklinkt zowel de emotionele verbondenheid met het landschap, als de wens en oproep er als collectief beter voor te zorgen. Hiervoor heeft men maar liefst een derde van alle Toukomstmiddelen gereserveerd. Nieuw is ook dat men het landschap als een burgerbelang benoemt, als een ankerpunt voor identiteit en emotionele verbondenheid wat aanzet tot inzet en initiatief – niet vanuit particuliere belangen en om de eigen achtertuin te beschermen (nimby) – maar vanuit de collectieve zorg om en voor het gezamenlijke ‘thuis’ dat het representeert – het is ‘Mien laand’ waar men zich ‘Mit mekoar’ om bekommert. Landschap is daarmee veel meer dan de ‘fysieke leefomgeving’ of infrastructuur van wonen en werken. De emotionele betekenis van het landschap uit zich in de gekozen projecten en de argumenten waarmee het panel deze keuzes heeft onderbouwd en weerklinkt ook in de argumenten waarmee men projecten afwijst: men vreest nadelige gevolgen voor het landschap of vindt plannen niet passen in wat men juist wil waarderen en behouden – de rust en weidsheid, en de open toegankelijkheid voor inwoners en toeristen. Men wil wel een landschap waarbinnen geleefd en gewerkt wordt, geen gesloten natuurparken. Daarnaast bevat het Toukomstadvies initiaVOORWAARDEN Deze uitkomsten hadden niet tot stand kunnen komen als er niet voldaan was aan bepaalde voorwaarden in de organisatie van het proces. Allereerst waren de door inwoners aangedragen ideeën en beoordelingen onontbeerlijk omdat ze weerspiegelen wat onder de bevolking leeft. Maar ook de door experts ingebrachte kennis en expertise waren noodzakelijk om gezamenlijk aan de slag te kunnen met voldoende informatie. De synthese van de kennis, beleving en ervaring van inwoners en de kennis en expertise van professionals is essentieel geweest voor de vernieuwende en breed toegejuichte Toukomstvisie en -advies. Voor een integrale afweging van doelen en belangen was ook de diversiteit van de panelleden belangrijk en de verschillende perspectieven en ervaringen die zij meebrachten. De panelleden kwamen uit verschillende delen van de provincie, en uit verschillende sectoren, zoals onderwijs, landbouw, politie, kunstwereld en de zorg. Verder bleken de goede moderatie en (ambtelijke) ondersteuning en een veilige en voor invloeden van buitenaf afgeschermde omgeving cruciaal. Dit om alle argumenten vanuit verschillende invalshoeken, voorkeuren, meningen en ervaringen de ruimte te geven, rustig te beschouwen en herhaaldelijk te bediscussiëren, zodat er van elkaar geleerd kon worden en men op elkaars redeneringen kon voortbouwen. Voor de politiek-bestuurlijke acceptatie was stevige politieke en bestuurlijke inbedding en ook de durf en het lef om de uitkomsten los te laten nodig, zolang als het advies maar zou voldoen aan de vooraf gestelde NPG-kaders. Het is onmiskenbaar dat Toukomst een uniek experiment is in zowel de aanleiding, opzet, omvang, complexiteit als de ongebruikelijk grote zak geld achter de finish lijn. Elk burgerpanel en de omstandigheden er om heen zijn weer anders en ervaringen zijn nooit zomaar kopieerbaar. We kunnen wel meer leren over wat een burgerpanel kan bereiken en welke voorwaarden daarvoor van belang zijn. Toukomst laat zien dat inwoners belangrijke nieuwe ideeën en initiatieven willen en kunnen ‘ Het landschap is een ankerpunt voor de identiteit’ aandragen en ook zelf aan de slag willen gaan. Ze zijn bereid om verantwoordelijkheid te dragen, mits ze daarvoor de ruimte krijgen, de juiste ondersteuning krijgen en serieus genomen worden. Anders dan de meeste beleidsmakers redeneren burgers niet vanuit separate sectoren, maar bekijken hun leefomgeving als een samenhangend geheel. Ze gaan uit vanuit hun dagelijkse praktijk, maar denken ook aan de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen. Velen voelen zich emotioneel verbonden met Groningen en willen zorg dragen voor de toekomst van wat letterlijk en figuurlijk hun thuis is. HUIVERIG Het potentieel van actieve burgerbetrokkenheid in beleidsvorming en -uitvoering is in Nederland nog maar mondjesmaat onderkend. De overheid is vaak huiverig en bezorgd over de verstoring van beleidsprocessen. De ervaringen met Toukomst laten zien burgerpanels juist voor een verrijking van beleidsagenda’s kan leiden, zeker als het gaat vraagstukken die de leefwereld en toekomst van burgers direct raken. Ook dat burgers in staat en bereid zijn gezamenlijke belangen te onderkennen en die centraal te stellen en daarbij ieders inbreng te respecteren. Om daadwerkelijk het verschil te kunnen maken is oprecht commitment vanuit de overheid wel een conditio sine qua non. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021
Pagina 22
22 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: LEX VAN LIESHOUT / ANP-HH Gemeenten geven graag de van bovenaf opgelegde regels de schuld van streng en repressief beleid in het sociaal domein. Maar de wet biedt volop ruimte, stelt hoogleraar socialezekerheidsrecht Gijsbert Vonk. Ook bij de beruchte boodschappencasus in Wijdemeren. DEZE KAR HAD WEL GEMOGEN PARTICIPATIEWET BIEDT GEMEENTEN RUIMTE OM AF TE WIJKEN De overheid is de ‘menselijke maat’ uit het oog verloren. Die klacht klinkt steeds luider, vooral wat betreft de dienstverlening aan mensen die afhankelijk zijn van uitkeringen en toeslagen. Als het gaat om de bijstand, waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn, wordt de schuld veelal gelegd bij strenge wetgeving vanuit ‘Den Haag’. De Participatiewet, die in 2015 werd ingevoerd, dwingt gemeenten om hardvochtig beleid te voeren richting hun inwoners, klinkt het vaak. Denk bijvoorbeeld aan de casus in de gemeente Wijdemeren waarbij een bijstandsgerechtigde te maken kreeg met een terugvordering van 7.000 euro en een boete omdat haar moeder regelmatig boodschappen voor haar deed. De betrokBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 ACHTERGROND 23 Het gemeentebestuur moet wel lef en verantwoordelijkheid tonen schappen inderdaad mochten worden aangemerkt als ‘middelen’ waarover de inwoner kon beschikken, waardoor de bijstand mocht worden ‘afgestemd’ (lees: gekort). Dat de rechter aangeeft dat dat mag, beteken wethouder legde uit dat ze niet anders kon: de gemeente was van rijkswege verplicht om de terugvordering en de boete op te leggen. Is dat wel zo? Hebben gemeenten echt zo weinig ruimte om beleid te voeren met oog voor de menselijke maat? Gijsbert Vonk, hoogleraar socialezekerheidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, betwijfelt het. Vonk stond dit jaar aan het hoofd van een onafhankelijke commissie die onderzoek deed naar de uitvoering van het sociaal domein in de gemeente Enschede. Daaruit bleek dat de gemeente inderdaad streng beleid heeft gevoerd, waarvan uitkeringsafhankelijke inwoners de dupe werden. En dat was niet alleen omdat de Participatiewet dat voorschreef: Enschede zocht zelf ook de grenzen van de wet op. En ging er soms zelfs overheen. Maar gemeenten kunnen ook de grenzen aan de andere kant van het spectrum opzoeken, betoogt hoogleraar Vonk. Sterker nog: het systeem biedt gemeenten volop ruimte om de wet genereuzer of ruimhartiger te interpreteren. Maar daarvoor moet het gemeentebestuur wel lef en verantwoordelijkheid tonen. MISVERSTAND Vonk legt uit hoe dat werkt. ‘De Participatiewet geeft een minimum aan. Hardvochtiger beleid voeren, mag niet. Maar ruimhartiger beleid voeren, met meer oog voor de menselijke maat, dat mag wél.’ Gemeenten zijn zich echter vaak niet bewust van die ruimte. Dat komt door een misverstand over hoe de wet moet worden geïnterpreteerd, zegt Vonk. Rechters toetsen de wet namelijk aan de ondergrens die de Participatiewet aangeeft, maar dat wil niet zeggen dat die ondergrens de enige juiste wetsinterpretatie is. Om de boodschappenzaak als voorbeeld te nemen: de rechter besloot dat de boodkent echter niet dat het ook móet. Vonk: ‘De vraag over hoe streng je mag zijn, die wordt door de rechter getoetst. Maar de vraag of het wat liberaler mag, is niet het voorwerp van de wettelijke toets.’ Met andere woorden: ‘Jurisprudentie gaat over het minimum, niet over het maximum’, aldus Vonk. Als gemeenten zich daar niet van bewust zijn, en ze beschouwen de jurisprudentie als dwingend, dan is het gevolg dat ze de strengst mogelijke versie van het beleid voeren. Dat zorgt voor een spiraal waarin het beleid met elke uitspraak van de rechter strenger wordt. Vonk beschreef die trend al jaren geleden, nog voor de invoering van de Participatiewet, en bedacht er een naam voor: de repressieve verzorgingsstaat. Hij heeft er dan ook een missie van gemaakt om het misverstand over de betekenis van jurisprudentie recht te zetten. ‘Een wet is nooit hermetisch gesloten. Er is niet één meest zuivere manier waarop die moet worden toegepast. Het is altijd een kwestie van interpretatie. Maar het beeld is ontstaan dat de allerstrengste wetstoepassing de juiste manier is.’ WILLEKEUR Ruimhartiger beleid voeren mág dus, maar dan moet dat beleid wel in duidelijke regels worden vastgelegd. Zo niet, dan ligt willekeur op de loer. Het probleem is echter dat veel gemeenten niet werken op basis van eigen beleid, maar volgens ‘ingesleten werkwijzen’ en een ‘gestolde wetstoepassing’. Dat was ook het geval in Enschede, constateerde de onderzoekscommissie onder leiding van Vonk. Daarover schreven de onderzoekers: ‘Er is dus ruimte om in de wetstoepassing af te wijken van vaste routines. Dit is van belang om weg te geraken van standaardreflex: “we doen het zo omdat het wettelijk kader dat nu eenmaal zo gebiedt”. Waar deze reflex zowel de beleidsvorming, de uitvoering en ten langen leste ook de rechtspraak stuurt, ontstaat een gesloten keten van ingesleten werkwijzen, zonder dat iemand zich nog afvraagt of het resultaat hiervan wenselijk en noodzakelijk is.’ Een van de belangrijkste adviezen aan Enschede was dan ook: leg het gewenste beleid vast in eigen beleidsregels. Dat is een taak voor het hele gemeentebestuur – de raad én het college – benadrukt de commissie. En die aanbeveling moeten andere gemeenten zich net zo goed aantrekken, zegt Vonk: ‘Voor 90 procent van de gemeenten geldt: er zijn ingesleten werkwijzen die niet in beleid vastliggen, en het zou goed zijn als die worden vastgelegd.’ Daarvoor is wel een portie lef en doorzettingsvermogen nodig. ‘Het blijft moeilijk om maatwerk te bieden’, weet Vonk. ‘Het is een proces van trial and error. Maatwerk moet je organiseren.’ Pogingen om meer maatwerk in te bouwen, kunnen bovendien stuiten op verzet vanuit de organisatie. Dat maakte Vonk zelf ook mee toen hij hoofd van de afdeling juridische zaken was van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). ‘Ambtenaren vinden maatwerk van nature eng. Dat gaat tegen hun loyaliteit in.’ Het toepassen van maatwerk vraagt om ervaring en ‘intellectuele autonomie’ van ambtenaren, aldus Vonk. Het is aan het management om dat te stimuleren: ‘Je moet niet alleen leuk roepen ‘menselijke maat’, ambtenaren moeten ook de vrijheid en de plicht ervaren om er iets mee te doen.’ Maar dat moet gemeenten er niet van weerhouden hun verantwoordelijkheid te nemen, vindt Vonk. ‘Gemeenten moeten ophouden alleen maar naar Den Haag te kijken. De gemeenteraad is ook medewetgever. Dat vraagt om verantwoordelijkheid nemen.’ BEPERKINGEN Natuurlijk zijn er beperkingen aan hoe ruimhartig een gemeente kan optreden. Al was het alleen maar omdat de budgetten niet eindeloos zijn. Een opgelegde bezuinigingsopgave vanuit het rijk speelde in Enschede dan ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van het hardvochtige beleid. Vonk: ‘Als je zegt: het moet zo goedkoop mogelijk, we willen de uitgaven minimaliseren, dan krijg je perverse prikkels die leiden tot dit soort beleid. Dus voldoende financiering is echt een randvoorwaarde voor maatwerk.’ Ook lag de Inspectie SZW, van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voorheen nog wel eens dwars. ‘De Inspectie SZW heeft afgelopen tien jaar niks anders gedaan dan kijken of gemeenten wel streng genoeg waren’, aldus Vonk. ‘Maar toen kwam de toeslagenaffaire, en nu zie je dat de mindset verandert. Plotseling komt diezelfde inspectie met een rapport waaruit blijkt dat gemeenten
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 24 ACHTERGROND SOCIAAL misschien wel te streng zijn.’ Die veranderende mindset biedt dus kansen. Waar de meer genereuze gemeenten in het verleden nog wel eens werden teruggefloten door de minister, is die kans in het huidige klimaat, waarin demissionair minister Koolmees (D66) van Sociale Zaken zijn mond vol heeft van de menselijk maat, veel kleiner geworden. ‘Knappe minister die daar nu nog wat van gaat zeggen’, aldus Vonk. Wat betekent dit in de praktijk? Wat had bijvoorbeeld de gemeente Wijdemeren anders kunnen doen om de ‘verplichte’ boete en terugvordering bij de boodschappenzaak te voorkomen? EIGEN INTERPRETATIE Hoogleraar Vonk somt maar liefst vijf mogelijkheden op. Zo kan de gemeente zelf invulling geven aan de definitie van ‘middelen’. Vonk: ‘Je kunt zeggen: we gaan niet achter elke boodschappenkar gaan zitten snuffelen. Of: middelen in de familiaire sfeer laten we vrij.’ Ook aan de zogenaamde inlichtingenplicht kan de gemeente een eigen interpretatie geven. Die plicht houdt namelijk in dat bijstandsgerechtigden melding moeten maken van ‘alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand’. Het woord ‘redelijkerwijs’ is daarbij een nogal flexibel begrip. Vonk: ‘Tot mijn grote verbazing zie ik vaak dat mensen ‘redelijkerwijs’ worden geacht om dingen te snappen ‘Gemeenten moeten ophouden alleen maar naar Den Haag te kijken’ waarvan ik – een hoogleraar socialezekerheidsrecht in het laatste deel van zijn carrière – me nog geen begin van een voorstelling kan maken. Hoe is het mogelijk dat je niet op je kleinkinderen mag passen, of boodschappen van je moeder mag aannemen?’ De gemeente kan bovendien keuzes maken in de handhaving. Niet elk signaal hoeft te worden opgevolgd. Daarnaast kan de gemeente strengere eisen stellen aan haar eigen bewijslast bij het vaststellen van ADVERTENTIE fraude. Vonk: ‘In Wijdemeren werd meteen de hele periode in de bijstand in twijfel getrokken. “Gaat u maar bewijzen dat u geen boodschappen heeft ontvangen.” Ik zie nergens in de Memorie van Toelichting staan: bij de minste of geringste overtreding moet het complete verleden ter discussie gesteld worden.’ Overigens werd de terugvordering in Wijdemeren inderdaad verlaagd omdat de rechter vond dat de gemeente niet voor de volledige periode voldoende bewijs had geleverd. Tot slot bestaat er zoiets als ‘buitenwettelijk begunstigend beleid’. De gemeente kan bijvoorbeeld een eigen beleidsregel opstellen die bepaalt dat terugvorderingen of boetes niet worden opgelegd als daar ‘dringende redenen’ voor zijn, bijvoorbeeld omdat het ‘onevenredig ingrijpend is in het dagelijks leven van de belanghebbende’ – een voorbeeld uit een beleidsregel die Vonk zelf invoerde bij de SVB. Vonk: ‘De rechter ligt daarbij geen strobreed in de weg. Zolang het ten gunste is van de burger, wordt het gehonoreerd. Tenzij er sprake is van willekeur.’ Kortom: mogelijkheden genoeg. Vonk is dan ook optimistisch over de toekomst van de sociale zekerheid. Ook omdat de maatschappelijke wind inmiddels een heel andere kant op waait dan een aantal jaar geleden. ‘Ik geloof dat de schellen van ieders ogen aan het vallen zijn. Het thema sociale zekerheid is weer helemaal terug. Daarom ben ik ontzettend optimistisch. Ik heb vertrouwen in de veerkracht van Nederland.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 25 IN DE CLINCH Een gemeenteambtenaar met thuis iets te veel wiet en hennepplanten wordt ontslagen. De strafzaak wordt geseponeerd, de rechtbank wijst erop dat er geen zero-tolerance-beleid is. Blijft het strafontslag in stand? HENNEPPLANTJES IN HUIS: DIRECT ONTSLAG Het is april 2019 wanneer de politie het huis van Antoine Zondert* doorzoekt, na een anonieme melding. Het resultaat: vijf gram netto gedroogde hennep, 71 gram hennep, vele gripzakjes en twaalf hennepplanten in de tuin. Het bestuur van de ABG-organisatie (de ambtelijke organisatie van AlphenChaam, Baarle-Nassau, en Gilze en Rijen) schorst Zondert direct – hij is er sinds 2001 werkzaam. Het Openbaar Ministerie begint een strafzaak. Hoewel hij strafbare feiten heeft begaan, wordt de zaak geseponeerd: door de schorsing is hij al genoeg gestraft. Die ‘meevaller’ wordt weer tenietgedaan door zijn ongevraagde ontslag. Zondert heeft zich, aldus het bestuur, schuldig gemaakt aan ernstig plichtsverzuim: al die hennep thuis, en bovendien had hij de kwekerij en het speedlab niet aan de gemeente gemeld. De rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt het ontslag- én het schorsingsbesluit. Het plichtsverzuim is te zwaar bestraft. Niet is gebleken van een zero-tolerancebeleid ten opzichte van drugs, en ook niet dat het voor Zondert duidelijk moet zijn geweest hoe zwaar het bestuur tilt aan het niet naleven van de meldingsplicht. Hij is niet eens eerst gewaarschuwd. Tegen dat oordeel gaat de ABG-organisatie in beroep. De Centrale Raad van Beroep vindt het schorsingsbesluit wel correct. Voor een schorsing moet het bestuursorgaan beschikken over voldoende gronden voor het ontslagvoornemen. Daarbij geldt niet de eis dat ‘ Aan het aanzien van de organisatie is schade toegebracht’ die gronden ook het voorgenomen ontslag moeten kunnen dragen. De strafrechtelijke stukken en gespreksverslagen leverden een concrete verdenking van plichtsverzuim op, waardoor aan de integriteit van Zondert moest worden getwijfeld. Op die grond kon het bestuur redelijkerwijs besluiten dat het onaanvaardbaar was dat hij zijn werkzaamheden zou hervatten. Zelf vindt Zondert dat het onderzoek naar plichtsverzuim onzorgvuldig is geweest, omdat het bestuur onvoldoende zelfstandig heeft onderzocht of strafbare feiten zijn gepleegd. Dat veegt de Raad van tafel: het bestuur kan best gebruik maken van uit een strafrechtelijk onderzoek naar voren gekomen gegevens. ADVERTENTIE Zondert zelf betwist de beschuldigingen niet – wel dat dit plichtsverzuim is. Wat hij deed valt toch onder het gedoogbeleid? Nee dus – hij had meer dan de toegestane gebruikershoeveelheid hennep voorhanden. Vanaf vijf gram volgt een strafrechtelijke sanctie. Hij had ook twaalf hennepplanten en dan is sprake van beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Zondert handelde in strijd met de Opiumwet, en dat levert plichtsverzuim op. En ondanks zijn beperkingen op cognitief gebied en zijn ‘disharmonisch intelligentieprofiel’ had Zondert moeten inzien dat zijn handelen ontoelaatbaar was. De Raad (uitspraak 21 oktober 2021) let op de ernst en aard van de gedragingen, de betekenis hiervan voor het functioneren van hem binnen de ABG-organisatie en de door het bestuur gestelde eisen van integriteit, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid aan ambtenaren. Dan is het ontslag niet onevenredig aan het gepleegde plichtsverzuim. Bovendien was Zondert na een eerdere drugsaffaire door het bestuur erop gewezen dat hij niet nogmaals met de politie in aanraking mocht komen. Het vertrouwen in hem is ernstig geschonden en aan zijn aanzien en dat van de ABGorganisatie is schade toegebracht. Dat hij niet expliciet is gewaarschuwd dat een overtreding van de Opiumwet tot onvoorwaardelijk strafontslag kan leiden, doet daaraan niet af. Hij had kunnen en moeten beseffen dat het bestuur dit hoog zou opnemen. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:2642
Pagina 26
Pagina 28
28 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: ROGER DOHMEN/ANP-HH Ouderen zijn een makkelijk doelwit voor mishandeling en uitbuiting. Zeker nu ze langer thuis wonen, ook als ze hulpbehoevend zijn. De lokale aanpak van dit probleem stokt juridisch vaak bij vroege signalering. Tijdelijke bewindvoering wordt nog weinig ingezet. VAAK TE LATE AANPAK MISBRUIK HOE KAALPLUKKEN OUDEREN TE VOORKOMEN Een alleenstaande, dementerende man, die emotioneel wordt gechanteerd door een veel jongere vrouw met kinderen. Zij weet flink op zijn gemoed in te werken. Lang blijft het misbruik onopgemerkt, tot een lid van het wijkteam melding doet van een vermoeden van misbruik. Het slachtoffer, hoewel aanvankelijk vermogend, eindigt in de schulden. ‘Zij kon lange tijd doorgaan met bedragen opnemen en spullen bestellen. Je kon het zo gek niet bedenken of ze deed het’, zegt Jeroen van Mierle, wijkagent Senioren en Veiligheid (‘Ik behoor wat leeftijd betreft bijna zelf bij de doelgroep’) in Dordrecht. Het beschreven geval is niet de enige schrijnende casus die Van Mierle op zijn bureau krijgt. Samen met andere ketenpartners neemt de politieman deel aan een lokale alliantie tegen ouderenmishandeling. Alleen al in de regio Drechtsteden worden daar jaarlijks honderden aangiftes van gedaan. Daar zitten dan wel de aangiften sociale mediafraude – de beruchte whatsappjes van ‘zoon of dochter’ die om geld verlegen zit – bij inbegrepen. Nu het streven is ouderen, eventueel met ondersteuning, zo lang mogelijk thuis te laten wonen, zijn meer mensen kwetsbaarder voor misbruik en geweld. Ouderenmishandeling heeft overeenkomsten met andere afhankelijkheidssituaties, zoals kindermishandeling en partnergeweld. Maar sommige aspecten zijn typerend voor senioren. Zo krijgen of verlenen zij vaker mantelzorg, waarbij de relatie aan de kant van zowel de verzorger als de verzorgde kan ontsporen. Door geestelijke of lichamelijke achteruitgang kunnen ouderen verder hun eigen zaken niet altijd meer altijd zelf behartigen. Hun netwerk is door het wegvallen van familie en vrienden soms beperkt. Schaamte kan ook een rol spelen: je eigen kind of partner geef je niet makkelijk aan. Verwaarlozing komt ook voor: een oudere financieel ‘kort houden’, met te weinig geld om van te leven. Uit angst om hulp te verliezen of familierelaties te beschadigen laten ouderen ongewenste situaties vaak voortduren. Ten slotte speelt mee dat ouderen digitaal niet altijd even handig zijn. Dat maakt ze een makkelijke prooi voor vormen van misbruik die lang worden verheimelijkt. NIET PLUIS-GEVOEL Landelijke cijfers over ouderenmishandeling liegen er niet om. Naarmate de vergrijzing doorzet zal het er niet minder op worden. Een studie van onderzoeksbureau Regioplan, uitgevoerd in Boxtel, Rotterdam en Tilburg, geeft aan dat naar schatting een op de twintig thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ooit te maken krijgt met mishandeling. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) neemt aan dat het feitelijk aantal gevallen hoger ligt. Financieel misbruik komt het meest voor, gevolgd door psychische en lichamelijke mishandeling. Op lokaal niveau moeten gemeenten zorgen voor een ‘sluitende keten’ van bewustwording en preventie, evenals hulpverlening en nazorg. Maar bij tijdige signa - lering gaat het al mis, zoals ook blijkt uit het relaas van de wijkagent en de bewindvoerder. Professionals in de (gezondheidsen thuis-)zorg, maatschappelijke ondersteuning en welzijn hebben een meldcode en moeten bij een sterk vermoeden ouderenmishandeling, huiselijk geweld en (financiële) mishandeling melden bij Veilig Thuis of de politie. In veel regio’s worden lokale of regionale allianties tegen ouderenmishandeling gevormd, waarin veel partijen – zowel publiek als privaat – een rol kunnen hebben. Zo wordt notarissen en banken ook gevraagd alert te zijn op misbruik, bij het opstellen en veranderen van testamenten die een ‘niet pluis-gevoel’ geven, of vragen oproepende omstandigheden bankopnames. TIJDELIJKE BEWINDVOERING Hoe eerder wordt ingegrepen, hoe beter. ‘Maar bij financiële uitbuiting van ouderen lopen we meestal achter de feiten aan’, is Van Mierles ervaring. ‘Het idee is om in te grijpen zo gauw er een gegrond vermoeden is. Dat kan door bijvoorbeeld tijdelijke bewindvoering in te laten stellen door de kantonrechter. Zulke pogingen stranden echter vaak bij gebrek aan bewijs. In het beschreven geval was het medische dossier onvoldoende onderbouwd. Een rapportage van een geriater ontbrak. Aan de mogelijkheid van het aanvragen van een spoed-onderbewindstelling is toen niet gedacht.’ Een andere mogelijke interventie is een tijdelijk huisverbod, de mogelijkheid om BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 ACHTERGROND 29 (vermeende) plegers van misbruik de toegang tot een woning te ontzeggen. Zo kan slachtoffers direct bescherming worden geboden en escalatie worden voorkomen. In de tussentijd kunnen maatregelen worden getroffen. Die bestuurlijke maatregel wordt echter nog weinig toegepast bij ouderenmishandeling, schrijft de VNG. Een onder bewind gestelde kan niet meer over zijn of haar goederen en vermogen beschikken. Meestal bekijkt de rechter of een familielid de rol van bewindvoerder kan vervullen. Is dit niet mogelijk of onwenselijk (in het merendeel van de gevallen van ouderenmishandeling is de pleger partner of familie), dan kan een externe professionele bewindvoerder worden aangesteld. FAMILIERECHT ‘De meeste slachtoffers zijn opgelucht als zo’n maatregel wordt ingesteld’, weet Dimitri Tsimarakis, jurist en zelfstandig bewindvoerder in Gorinchem. Hij heeft zich gespecialiseerd in financieel misbruik, vooral van senioren. Zijn schatting is dat in 80 tot 90 procent van de zaken met ouderen die op zijn bureau komen sprake is van een vorm van misbruik. ‘Wat zeer zou helpen is bescherming van slachtoffers in een vroeg stadium’, vindt ook hij. Een strafrechtelijk traject wordt lang niet altijd ingezet, tenzij klip en klaar sprake is van diefstal of verduistering. Tsimarakis ‘ Bij financiële uitbuiting lopen we meestal achter de feiten aan’ staat op het standpunt dat opsporingsinstanties niet alleen misdrijven moeten vervolgen, maar net zo goed een taak hebben bij het tijdig stoppen of voorkomen ervan. ‘Vervolging en bescherming zijn vervlochten, maar kennen hun eigen juridische weg. Het personen- en familierecht biedt voldoende aanknopingspunten om dit te realiseren. Ook een officier van justitie is bevoegd om beschermingsbewind aan te vragen. En het ene hoeft het andere niet uit te sluiten. Met andere woorden: als je niet kunt opsporen of vervolgen, wil dat niet zeggen dat je een bestaande situatie niet kunt stoppen.’ De kantonrechter kan volgens hem het bewind limiteren, terwijl tussentijds op proportionaliteit en subsidiariteit (inzet van het minst ingrijpende middel) kan worden getoetst. ‘Verzoeker zou dan binnen twee maanden aan moeten tonen of de maatregel verlengd dient te worden.’ Kantonrechters zijn niet ongenegen mee te werken, maar voor beschermingsbewind moet een beroep worden gedaan op de juiste wettelijke grondslag: problematische schulden, verkwisting en psychische of lichamelijke beperking. Het aantonen van de noodzaak van een maatregel op basis van de gronden kost volgens Tsimarakis veel tijd, en is soms zelfs onmogelijk. Andere vormen van stelen komen ook voor: onrechtmatig spullen verkopen, of aankopen doen tegen de wil van het slachtoffer. Soms worden ouderen gedwongen hun testament of wilsbeschikking te wijzigen of worden ze financieel kort gehouden en verwaarloosd, terwijl er voldoende geld beschikbaar is. ‘Ik ben wel eens een heel weekeinde druk geweest omdat ik wilde dat een verduisterde auto van een cliënt terugkwam’, put hij uit zijn praktijk. ‘Uiteindelijk lukte dat, omdat het voertuig door de politie gesignaleerd werd.’ Lang niet alle bewindvoerders zijn even happig op zulke tijdrovende zaken. MEDISCHE VERKLARING Bij onderbewindstelling wegens mentale problemen is een medische verklaring nodig. ‘Dan nog is het moeilijk bewijzen dat betrokkene op het moment dat het misbruik plaatsvond niet heeft
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 30 ACHTERGROND SOCIAAL ‘ Ouderen zijn digitaal niet altijd even handig’ ingestemd met het meenemen van goederen of het opnemen van geld. Of dat het slachtoffer ten tijde van het misbruik ook al dementeerde.’ Een andere ingang biedt het Algemeen Burgerlijk Wetboek, waar bescherming als grondslag volstaat. Meestal is bij ouderenmishandeling sprake van een glijdende schaal: van kwaad tot erger. ‘Signalen kunnen zijn dat kinderen of andere familieleden die zich voorheen weinig lieten zien opeens vaak op bezoek komen’, aldus Tsimarakis. ‘Een thuishulp of vrijwilliger wordt gevraagd te pinnen en neemt meer op dan afgesproken, of houdt geld achter bij het boodschappen doen. Na verloop van tijd ontstaan schulden en wordt de huur niet meer betaald. Dan trekt de corporatie aan de bel.’ Juist in zulke gevallen bewijst een keten van signalering en zorg z’n waarde. Het misbruik stopt pas als er geen financieel voordeel meer is te behalen, of als de dader is betrapt. ‘Soms is het al voldoende als de dader beseft dat hij of zij in de gaten gehouden wordt’, weet Van Mierle. Na Kamervragen over ouderenmishandeling heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toegezegd een ‘expertpool’ op te zetten, waar gemeenten en regio’s expertise kunnen inhuren, ter ondersteuning bij de aanpak van ouderenmishandeling. ‘Met een inhoudelijke focus die bij de lokale context past’, voegt een woordvoerster van het ministerie toe. EXPERTPOOL Zo’n maatwerkaanpak is nodig, omdat elke gemeente het lokale veld anders organiseert. De beoogde expertpool kan volgens de woordvoerster met enige ADVERTENTIE vertraging later dit jaar met zijn werk beginnen. ‘De uitwerking van een passende financiële constructie en de concretisering van het type ondersteuning, en hoe die praktisch kan worden ingevuld, vraagt extra tijd’, zegt ze. ‘Op die manier wordt ingezet op een goede match tussen de inzet van experts en lokale en regionale behoeften. Zo kunnen gemeenten die nog werken aan een goede basis voor de aanpak van ouderenmishandeling de expertpool inzetten als onder andere kwartiermaker. En gemeenten die al een goede basis hebben, kunnen een stap verder gaan in het toespitsen van hun aanpak, bijvoorbeeld door het versterken van lokale samenwerking, met hulp van de expertpool.’ Met de regio’s is volgens haar het onderwerp besproken. Het wachten is nu op een voortgangsrapportage, half december. Handboek soldaat voor de gemeenteraad DOOR: SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK OPENBAAR VERVOER De schijnwerpers op de klimaattop in Glasgow waren gericht op Joe Biden, Boris Johnson en Mark ‘actie-actie-actie’ Rutte, niet op wethouder Marieke Schouten van Nieuwegein. Zij was er wel degelijk. ‘Steden zijn de eerste overheid en daar komt uiteindelijk 90 procent van het klimaatbeleid tot uitvoering. Neem ons dus serieus.’ GRATIS OPENBAAR VERVOER IN MEER LANDEN MEER GELD NODIG VOOR LOKALE KLIMAATPLANNEN GroenLinks-wethouder Schouten van Nieuwegein was namens het Comité van de Regio’s op de internationale klimaattop in het Schotse Glasgow. Dat Comité is aangesloten bij ICLEI, een associatie van 2.500 lokale en regionale besturen die zich inzet voor duurzame ontwikkeling. In Nederland zijn onder meer Nijmegen en Utrecht aangesloten. ICLEI doet aan politieke belangbehartiging en ondersteunt leden als Nijmegen en Utrecht met kennisuit wisseling en het zoeken naar geld. Veel natiestaten doen dat immers niet voor hun lokaal bestuur. Nieuwegein kan dat geld wel gebruiken. De gemeente werkt aan de meest duurzame binnenstad van Nederland, waarin ze nauw samenwerkt met ontwikkelpartners als het waterleidingbedrijf, het Waterschap, de provincie Utrecht, projectontwikkelaars, de woningcorporatie en lokale ondernemers. Een greep uit de plannen: de realisering van 2.500 woningen die in hun eigen warmte kunnen voorzien via een collectief warmte/koudesysteem, duurzame mobiliteit (voetgangers, fietsers, hoogwaardig OV en elektrische deelauto’s) en een prominente plek voor stadsgroen. Dat alles kost – behalve innovatief samenwerken met veel partners – geld. Hoeveel is nog niet duidelijk. ‘Neem de boombunkers om de wortels, waarmee we wortels dwingen diep te groeien. Dat spaart het OOSTENRIJK: INVESTEREN IN DE LAATSTE MIJL Overal in de Europese Unie worden openbaar-vervoersoplossingen gezocht die het klimaat kunnen redden. Oostenrijk voerde op 26 oktober het Klimaticket Ö in waarmee Oostenrijkers voor ruim duizend euro een jaar gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer: bus, tram en trein. De deelstaten en de bondsregering investeren in het openbaar vervoer en dat zal op lokaal niveau merkbaar zijn, volgens plaatsvervangend deelstaatleider Ingrid Felipe. Tirol – dat al sinds 2017 een vergelijkbaar klimaatticket kent voor de deelstaat – gaat vooral in het lokale verkeer investeren. Dat wordt niet de grote bus die immers niet altijd passend is. Volgens Felipe worden concepten als een deeltaxi uitgerold, en ook het delen van elektrische auto’s, want ook in de afgelegen en bergachtige gebieden moet de zogeheten ‘last mile’ goed worden aangeboden. Tirol werkt verder aan een beter aanbod in de avonden, nachten en weekenden. Verder wil de Oostenrijkse deelstaat dat het verkeer voor toerisme en vrijetijd meer afgewikkeld gaat worden met het openbaar vervoer. Het Tirolse Klimaticket zorgde al voor een jaarlijkse toename van de toeristenstroom, met uitzondering van de tijd van de coronapandemie. Overigens is niet iedereen daar blij mee. De burgemeesters van steden als St. Pölten zijn bang dat het openbaar vervoer door de enorme populariteit in de steden zal gaan vastlopen. ACHTERGROND 31 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 32 ACHTERGROND OPENBAAR VERVOER ‘Met het geld dat mensen besparen kunnen ze andere leuke dingen doen’ wegdek maar de wortels houden ook water vast. Die kosten zo tussen de 5.000 en 7.000 per stuk en we hebben 30.000 bomen. Als we daarvan een deel een boombunker willen geven, kost dat veel geld’, aldus Schouten. VERGROENEN Gino van Begin, de Belgische secretaris-generaal van ICLEI, maakt zich zorgen dat de staten onvoldoende inzetten op klimaatverandering zodat een maximale toename van anderhalve graad in 2050 niet wordt gehaald wordt en de aarde sneller opwarmt. Zo heeft ZuidKorea samen met de lokale en regionale over heden de handen ineen geslagen en een klimaatplan ontwikkeld, maar in Polen houdt de centrale regering zo lang mogelijk vast aan kolen terwijl lokale overheden sneller willen vergroenen, zegt hij. Tegelijk wordt wereldwijd wel fors geïnvesteerd – alleen de Europese Green Deal kost honderden miljarden euro’s per jaar. Zaak is het volgens Marieke Schouten dat lokale en regionale overheden ook bij dat geld moeten kunnen komen. Of, in de woorden van de burgemeester Marvin Rees van Bristol: ‘We hebben als lokale overheden geen t-shirts en affiches meer nodig, maar projectmanagers en financiële mensen die met excelsheets een project vorm geven en de benodigde financiering binnen halen.’ CO2 -NEUTRAAL IN 2029 Neem Turku dat worstelt met de klimaatverandering. Ook in de Finse stad komen steeds langere hittegolven voor door de stijgende temperatuur. De Oostzee is minder lang bevroren en er is minder sneeuw. ‘Dat is een probleem, want er zijn bijvoorbeeld diersoorten die daar‘We hebben als lokale overheden geen t-shirts en affiches meer nodig’ door hun toevlucht noordelijker in Finland zoeken, door de stijgende temperatuur’, zegt Niina Ruuska, programmamanager van Circular Turku. De gemeente zet in op het aanbrengen van meer groen in de stad. Dat houdt ook water vast. Om die reden mag er maar 40 procent van de jaarlijkse aangroei van bossen worden gekapt. Daarmee ging Turku verder dan het oorspronkelijke plan waarin 60 procent zou mogen worden gekapt. Bomen absorberen immers water. Afkoppeling van het hemelwater, dat ook in Nederland al decennia als oplossing wordt gepresenteerd, is niet meer afdoende, denken ze in Turku. ‘De regenval gaat zo hard stijgen, dat afvoerpijpen geen oplossing meer bieden, denken wij’, zegt Ruuska. Ook werkt de gemeente aan oplossingen die ervoor zorgen dat voedingstoffen niet in het water terechtkomen, om zo blauwalg te voorkomen, en wordt er geïnvesteerd in mobiliteit, energie en het CO2 -neutraal maken van bouwplaatsen. Alles met een doel: Turku CO2 -neutraal maken voor 2029, waar 2050 de EU-norm is. GRATIS OV Aan de andere kant van de Finse golf ligt de Europese Groene Hoofdstad van 2023 Tallinn. Die titel sleepte de hoofdstad van Estland in september volgens de jury met name in de wacht vanwege haar gratis openbaar vervoersysteem. Tallinn heeft sinds 2013 gratis openbaar vervoer voor een deel van haar inwoners. Aanvankelijk was het openbaar vervoer er alleen voor jongeren, ouderen en mensen met een handicap gratis. Dat geldt nu, na een referendum, voor meer mensen en 96 procent van de ritten. 75 procent van de stemmers stemde voor uitbreiding van het gratis openbaar vervoer. Volgens Grigori Parfjonov van de afdeling verkeer van Tallinn is het niet zomaar een politieke geste. De vraag kwam op vanuit de bevolking na de economische crisis van 2008. ‘De gemeenteraad kreeg talloze verzoeken om het openbaar vervoer gratis te maken.’ De gemeente vindt dat gratis openbaar vervoer mensen de gelegenheid geeft zich te verplaatsen, ook als ze een laag inkomen hebben. ‘Tegelijk creëert het een gezamenlijk stuk openbare ruimte voor alle segmenten in de samenleving, terwijl alle mensen met het geld dat ze besparen andere leuke dingen kunnen doen’, aldus Parfjonov. Hoewel de uitslag anders doet vermoeden, was het vooraf zeker geen gelopen race, zegt hij. Tegenstemmers waren bang dat gratis openbaar vervoer de investeringen in het OV onder druk zou zetten. Maar niets is volgens hem minder waar. Alle bus- en tramlijnen zijn in stand gehouden en het lukt zelfs om meer te investeren. Zo is de gemiddelde leeftijd van de bussenvloot gedaald van 6 jaar gemiddeld naar BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 ACHTERGROND 33 5,5 jaar, zegt Parfonov. Verder heeft de gemeente vrije busbanen aangelegd om de reistijd te verminderen. Overigens gelden die vrije banen ook voor de fiets: steeds meer wegen krijgen een rode loper voor fietsen en elektrische steps. CONTROLE Gratis openbaar vervoer betekent overigens niet dat er niet op tickets wordt gecontroleerd, want er zijn ook mensen die wel moeten betalen. Maar dat gaat volgens hem heel ontspannen. Boetes worden er meestal niet uitgedeeld voor een rit die anderhalve euro kost. Alleen wie resoluut weigert om een kaartje te kopen als de controleur daarom vraagt, moet de portemonnee trekken. Wel klinkt er ook kritiek op het gratis openbaar vervoer. De nationale rekenkamer heeft volgens de nieuwssite err.ee becijferd dat het gratis openbaar vervoer namelijk niet resulteert in minder autoritten. Ook stelt de rekenkamer vraagtekens bij de houdbaarheid van het systeem, waarvan de kosten zouden oplopen van 21 miljoen in 2017 naar 64 miljoen euro COLUMN JAN VERHAGEN REGIONALE VERSCHILLEN In theorie is het simpel. Als je regionale verschillen goed vindt, of accepteert, dan moet je een taak aan provincies of gemeenten overlaten. Als je regionale verschillen niet accepteert, dan moet het rijk het beleid uitvoeren. Was het in de praktijk ook maar zo simpel. Vrouwen van 50 tot 75 jaar krijgen om de twee jaar een uitnodiging voor onderzoek naar borstkanker. Heel nuttig, het voorkomt ongeveer duizend sterfgevallen per jaar. Er is geen enkele reden om daarbij verschil te maken tussen provincies of gemeenten. Het is daarom landelijk beleid. Maar al meer dan twee jaar – dus al vóór corona – zijn er wel degelijk aanzienlijke regionale verschillen. Dat komt omdat er te weinig medewerkers zijn. In sommige regio’s lukt het nog om iedereen om de ongeveer twee jaar te onderzoeken, hooguit een maandje later, maar in andere regio’s duurt het bijna drie jaar voordat iedereen onderzocht kan worden. Het rijk erkent ‘dat de gezondheidswinst daardoor minder is’. In begrijpelijk Nederlands: dit kost veel levens. In regio’s waar het bijna drie jaar duurt, kost het natuurlijk veel meer levens dan in regio’s waar het onderzoek nog om de twee jaar kan plaatsvinden. Als dit een provinciale of een gemeentelijke taak was geweest, dan had iedereen moord en brand geschreeuwd over de regionale verschillen. En terecht! Als in de jeugdzorg in sommige regio’s de wachtlijsten te lang oplopen, noemt iedereen dat onacceptabele regionale verschillen. Als een gemeente achterligt met het huisvesten van asielzoekers, dan wapperen de provincie en het rijk direct met hun vingertjes van regionale gelijkheid. Als in de ene gemeente de ozb hoger is dan in de andere gemeente, dan wordt er al gemop‘ Kijk niet naar de theorie’ perd. Want alles moet overal gelijk in dit land. Maar als het rijk zelf bij letterlijk levensbelangrijke zaken grote regionale verschillen creëert, wat in sommige regio’s veel meer doden oplevert dan andere, wat dan? Officieel gebeurt dan niets. Hup hup regionale politici, commissarissen van de koning, burgemeesters, gedeputeerden, wethouders, Statenleden en gemeenteraadsleden, kom voor jullie bevolking op! Wijs het rijk op de verplichte regionale gelijkheid. En als het rijk daar niet in slaagt, vraag dan dit te decentraliseren. Daar wordt dit onderzoek namelijk een stuk gelijker van. Kijk niet naar de theorie, maar kijk naar de praktijk. in 2024. En veel bussen rijden er bovendien nog op biogas, een brandstof die niet als groen wordt gezien. Maar volgens Par fjonov is dat binnenkort verleden tijd: tegen 2035 wil Tallinn een volledig milieuvriendelijke vloot hebben. De gemeente werkt aan elektrische bussen, en mogelijk ook bussen op waterstof. De doelstelling is 40 procent emissiereductie in 2030 en uiteindelijk 0 procent emissie in 2050. Als Groene Hoofdstad tikt Tallinn 600.000 euro binnen die het kan investeren in deze verdere vergroening van het openbaar vervoer. Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie
Pagina 34
34 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: JAN EVERHARD / ANP-HH Het bouwen met ‘biobased’ materialen als hout en hennep werd lang weggezet als luchtfietserij. Klimaatplannen en ecologische wijken brengen daar voorzichtig verandering in. Waarom is de woningbouw dan nog steeds zo’n festival van staal en beton? REGELS BELEMMEREN BIOBASED BOUWEN DE NIEUWE FLAT IS VAN HOUT ‘U loopt verkeerd’, wijst een vriendelijke vrouw in de deuropening van haar grote houtbetimmerde woning. ‘Het pad naar de watertoren ligt aan de andere kant van het huis.’ Het is niet altijd makkelijk om de weg te vinden in de ecologische wijk EVA-Lanxmeer. De paden zijn niet allemaal bestraat. Op een mistige herfstochtend kan een wandelaar zomaar een privétuin inlopen, tot het pad wordt geblokkeerd door een composthoop. Toch is de wijk beslist een wandeling waard. Lanxmeer bevindt zich naast het station van Culemborg. De circa tweehonderd woningen liggen in verschillende blokken en op vrije kavels, langs een door de bewoners onderhouden wijkpark, een boomgaard en de oude watertoren. Je vindt er een rijke schakering aan bouwvormen, gebruikte materialen en aan huizen. Dit is geen gewone wijk. Niets maakt dat duidelijker dan de afwezigheid van auto’s: die staan allemaal aan de rand van de wijk geparkeerd. Het is op zich geen nieuwe gedachte: een autovrije wijk die is opgetrokken uit biologische materialen en veel groen en waarbij de bewoners vanaf de eerste plannen mee mogen praten. Verkeersarm en groen was ook de grondslag voor veel ‘bloemkoolwijken’ uit de jaren zeventig. In de jaren tachtig ontstonden de eerste ecodorpen, waar bewoners vaak zelf de bouw van hun duurzame woningen ter hand namen. Zeer idealistische bewoners vooral. De wijkjes werden dikwijls opgericht door hechte gemeenschappen met een gedeelde levenswijze die vooral graag iets níet wilden zijn: een gewone burger in een doorzonwoning. Lanxmeer moest begin deze eeuw iets anders worden dan een ecodorp: die benaming werd bewust vermeden. De nieuwe wijk moest een voorbeeld zijn van circulariteit: het sluiten van kringlopen door hergebruik van materialen en afval. Ook de lokale woningcorporatie bouwde er woningen. Lanxmeer liet volgens de initiatiefnemers zien wat er inmiddels mogelijk was: moderne, eigentijdse bouw, zonder de verspilling die bij een moderne woonwijk hoort. Een wijk als Lanxmeer zou in iedere gemeente gebouwd kunnen worden, dacht men. Misschien is het concept niet voor iedereen geschikt, maar wel voor een breder publiek dan een groep idealisten. MEER WEERKLANK De boodschap die van Lanxmeer uitgaat vindt steeds meer weerklank in een tijd waarin klimaatverandering centraal is komen te staan. Maar twintig jaar na de start van de bouw van de eerste woningen heeft het Culemborgse initiatief nauwelijks navolging gekregen. Woningen worden tegenwoordig gasloos en steeds CO2 -armer gebouwd. Maar behalve energieneutraal moet de Nederlandse woning in 2050 ook circulair zijn. Toch komt het gebruik van circulaire toepassingen, zoals materialen die herbruikbaar zijn of ‘terug in de keten’ komen, slechts mondjesmaat van de grond. Niet-circulair beton en staal is nog steeds het mantra van de woningbouw. In de metropoolregio Amsterdam willen ze het biobased bouwen nu een zetje geven. Vorige maand spraken de gemeenten in de regio met marktpartijen in de bouw, ingenieurs, ontwikkelaars en woningcorporaties in een Green Deal af dat in 2025 een vijfde van de nieuw gebouwde woningen in Amsterdam grotendeels uit hout of andere biobased materialen moet bestaan. Een voorbeeld is Haut, een appartementengebouw van 21 verdiepingen langs de Amstel, waarvan de draagstructuur grotendeels bestaat uit kruislaaghout (CLT), een houtproduct waarmee veel grotere en hogere constructies te bouwen zijn dan bij traditionele houten gebouwen. Ook op andere plekken in de stad worden plannen gemaakt om met hout te bouwen. Volgens de Amsterdamse wethouder Marieke van Doorninck (ruimte, GroenLinks) is het niet meer dan logisch om hier afspraken over te maken. ‘Beton zorgt voor 40 procent van de uitstoot van CO2 in de bouw. Het heeft allerlei voordelen om materialen als hout te gebruiken. In de eerste plaats blijft de CO2 bij het gebruik in een gebouw in het hout. Maar biobased gebouwen zijn ook lichter dan beton en staal, waardoor minder fundering nodig is. En er komt minder stikstof vrij bij de verwerking ervan.’ Om het gebruik van circulaire materialen te stimuleren geeft de gemeente bij het beoordelen van sommige bouwinitiatieven een hogere score aan ontwerpen met een biobased oplossing. ‘Met de Green Deal willen we de schaalvergroting stimuleren die nodig is om bouwpartijen te laten investeren in dit soort technieken.’ ZORGEN Mathew Vola, directeur vastgoed bij ingenieurs- en adviesbureau Arup, is blij met de initiatieven van gemeenten als Amsterdam. Arup heeft meegewerkt aan het ontwerp van Haut, en is een van de ondertekenaars van de Green Deal. Toch maakt hij zich ook zorgen over het gebrek aan snelheid in de overgang naar houtBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Beton zorgt voor 40 procent van de uitstoot van CO2 in de bouw’ HOOG HOUT Het appartementengebouw Haut in Amsterdam bouw. ‘Die 20 procent in 2025 is best een grote ambitie. Zeker als je bedenkt dat op dit moment hooguit 1 procent van de woningen in hout wordt gebouwd. Maar het is wel nodig als we de klimaatdoelen willen halen. Beton kun je met heel veel moeite misschien bijna klimaatneutraal maken. Maar hout is in feite CO2 -opslag in het gebouw. En met technieken als CLT is het mogelijk om met hout gebouwen te realiseren die vroeger ondenkbaar waren.’ Maar als zowel een gemeente als de bouwwereld met hout aan de slag wil, wat staat dan een toekomst van vooral houtgebouwde woningen nog in de weg? De regelgeving, zegt Vola. ‘In de huidige beoordeling van een houten gebouw staat een berekenbare levensduur van slechts 75 jaar. Daarna moet je ervan uitgaan dat het gebouw wordt gesloopt en het hout wordt verbrand. Maar die 75 jaar is een erg korte
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 36 ACHTERGROND RUIMTE periode. In de meeste gevallen gaat hout veel langer mee, kijk maar naar de bouw uit de jaren dertig. Bovendien kan houtbouw demontabel worden uitgevoerd, waardoor het herbruikbaar is. Maar de bouwregels zorgen er nu voor dat het grootste deel van de CO2 ‘Hout is vooralsnog voor de meeste gebouwen duurder’ -winst van hout in een ontwerp niet mag worden meegerekend. Daarmee heeft een houten gebouw dus op papier geen voordelen ten opzichte van beton en staal, materialen die bovendien ook nog eens zijn uitgesloten van de CO2 -heffing.’ En in een keuze tussen een project uitvoeren in hout of in beton wint het laatste meestal: het bouwen met biobased materialen is nog altijd 5 tot 10 procent duurder. ‘Uiteindelijk gaat het erom of de opdrachtnemer er een businesscase van kan maken. Als de bouwsom gelijk blijft, wordt het moeilijk om dat met hout te doen.’ Gemeenten moeten zich realiseren dat ze invloed kunnen hebben op die businesscase, stelt Vola. ‘Je kunt als gemeente niet om een gebiedsontwikkeling met houtbouw vragen, als je verder alles hetzelfde doet als je altijd deed. Uiteindelijk moet je erkennen dat het voor de meeste gebouwen vooralsnog duurder is. Dus moet er voor een ontwikkelaar een manier worden gevonden om die extra kosten ergens anders terug te verdienen.’ Vola kan die manier wel bedenken. ‘Gemeenten hebben de grondprijs vaak in eigen hand.’ BRANDVEILIGHEID Ook de regels uit het Bouwbesluit bemoeilijken het gebruik van circulair bouwmateriaal, aldus Vola. ‘Als je in hout bouwt, moet je vaak extra maatregelen nemen voor de brandveiligheid, omdat het materiaal zich nu eenmaal anders gedraagt dan steen of beton. Op zich mag je in een ontwerp van de regels afwijken als het om innovatieve bouwmethodes gaat. Maar bij gemeenten en brandweerkorpsen is niet altijd genoeg kennis van die nieuwe methoden voorhanden. Ze houden zich ADVERTENTIE aan het Bouwbesluit als aan een recept uit een kookboek. Uiteindelijk zal dat kennisniveau omhoog moeten. Misschien moet het Bouwbesluit ook worden aangepast.’ Volgens wethouder Van Doorninck is biobased bouwen niet zozeer duurder, maar moeten de systemen in de bouwwereld nog worden ingericht op andere materialen. ‘Als gemeente kun je daarbij helpen door bij meer projecten biobased bouwmateriaal voor te schrijven. Maar je moet vooral ook aan de markt vragen hoe je het zou kunnen doen. Dan krijg je vanzelf de partijen aan tafel die dit graag willen.’ Volgens Van Doorninck moeten gemeenten het positieve van biobased bouwen laten zien. ‘Het is gewoon heel logisch om dit te doen. Hoge ambities zijn nodig, maar ook goede voorbeelden, die laten zien hoe fijn het is om in zo’n woning te wonen.’ Een woning voor Mark en Iris Omdat hun hart bij de toekomst ligt We willen graag dat Mark en Iris in hun eigen buurt kunnen blijven wonen. Dat is belangrijk voor Mark en Iris, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Utrecht of Oosterhout? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 37 BUNDEL UIT 2020 NOG STEEDS ACTUEEL DE DILEMMA’S NA CORONA Interessante antwoorden op lastige vragen Inbreuken op burgerlijke vrijheden tijdens de coronacrisis zijn verdedigbaar maar ‘vanuit een rechtstatelijk perspectief (…) niet minder schokkend’, schrijft burgemeester Femke Halsema van Amsterdam in Na de quarantaine. Het boek bestaat uit essays van wetenschappers, denkers en bestuurders, die zich begin april 2020 op uitnodiging van Halsema in de ambtswoning bogen over de oorzaken en gevolgen van de coronacrisis. Twee maanden later kwam dit boekje uit. Het voelt als een eeuwigheid geleden. In ‘het nieuwe normaal’ van de crisisbestrijding is ‘het verzet tot nu toe echter opvallend beperkt’ constateert Halsema zelf in de bundel. Ruim een jaar later is duidelijk hoezeer dat verzet tegen de maatregelen vanuit een kleine minderheid van de bevolking een factor is geworden bij de beleidsvorming. De maatschappelijke omstandigheden zijn in de tussentijd drastisch veranderd, maar de inhoud van de bundel lijkt daardoor alleen maar relevanter geworden. De Amsterdamse hoogleraar ethiek Beate Roessler somt vijf democratische principes op die kunnen helpen bij het beoordelen van beleidsvoorstellen: gelijkheid, sociale rechtvaardigheid, solidariteit, vertrouwen en als laatste: transparantie en publieke legitimering van politieke besluiten. Het publieke debat over ‘de legitimering van besluiten’ vormt ‘het hart van de democratische burgermaatschappij’. Die vaststelling is ruim een jaar later nog steeds cruciaal. De destructieve invloed van desinformatie – bijvoorbeeld over vaccins – plaatst onze samenleving blijvend voor fundamentele dillema’s. Staf Depla, burgemeester van Breda, waarschuwt Den Haag om de oplossingen te veel centraal te zoeken. Juist op lokaal niveau worden interessante antwoorden op lastige vragen geformuleerd. Daarbij gaat het om ‘initiatieven die de veerkracht, saamhorigheid en creativiteit van de lokale gemeenschap aantonen’. Overheden kunnen aan de coronacrisis ‘een hernieuwd mandaat’ ontlenen, concludeert Halsema in haar slotwoord. Voor hun bemoeienis bestaat nu eenmaal geen alternatief, maar wel moet ‘de verhouding tussen professionals en bureaucraten die hen aansturen en controleren’ opnieuw worden geijkt. Dat betekent volgens de Amsterdamse burgemeester onder andere dat ‘de bureaucratische en vaak zeer fijnmazige controle moet plaatsmaken voor bestuurlijk en ambtelijk vertrouwen’ in bijvoorbeeld professionals in zorg en onderwijs. Hoe dat moet gebeuren wordt niet beschreven in de bundel, maar wel worden prikkelende denkrichtingen aangereikt die niets aan actualiteit hebben ingeboet. CITAAT UIT HET BOEK ‘Het was zelden zo duidelijk dat gezondheid en welzijn direct verband houden met sociale omstandigheden’ ADVERTENTIE De effectiviteit van je leiderschap vergroten? Communiceer helder, creëer samenwerking en inspireer écht. Volg de training Effectief Leiderschap en vergroot jouw impact. Bekijk het programma op AlexvanGroningen.nl/BB NA DE QUARANTAINE Diverse auteurs uitgeverij Balans, 2020 Prijs: ¤ 9,95 BEOORDEELD MET 9.2 BRON: SPRINGEST.NL
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 foto Robin van Linkhuijsen ANP-HH foto Erwin Goossens 40 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Wethouder Michel Rog (CDA) van Haarlem heeft zijn wethouderschap neergelegd vanwege discussies die zijn ontstaan over zijn standpunt over het coronabeleid. Rog was sinds december 2020 wethouder in Haarlem. EMILE ROEMER Emile Roemer wordt de nieuwe commissaris van de koning in de provincie Limburg. De benoeming gaat in op 1 december 2021. Roemer (SP, 59) begon zijn politieke carrière als raadslid en later wethouder in Boxmeer. Na zijn periode in de Tweede Kamer, tussen 2006 en 2018, was hij waarnemend burgemeester in Heerlen en Alkmaar. Roemer volgt Theo Bovens (CDA) op. Op dit moment is Johan Remkes (VVD) waarnemend commissaris van de koning. PIETER PAANS Pieter Paans wordt de nieuwe burgemeester van Krimpenerwaard. De gemeenteraad heeft hem voor benoeming voorgedragen. Paans (CDA) is sinds 2014 wethouder, eerst in Cromstrijen en sinds 2018 in Papendrecht. In Krimpenerwaard wordt hij de opvolger van Roel Cazemier (VVD). BEN VISSER De gemeenteraad van Eemsdelta heeft Ben Visser (ChristenUnie, 40) voorgedragen als burgemeester. Visser was eerder onder andere burgemeester in Scherpenzeel en wethouder op Urk. De nieuwe gemeente Eemsdelta ontstond op 1 januari 2021 uit de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum. Gerard Beukema (PvdA) werd met ingang van 1 januari 2021 de waarnemend burgemeester van Eemsdelta. JOERI MINSES De gemeenteraad van Heumen heeft Joeri Minses voorgedragen als nieuwe burgemeester. Minses (41) wordt de opvolger van Marriët Mittendorff, die met pensioen gaat. De partijloze Minses is nu nog burgemeester in Alphen-Chaam, waar hij in november 2014 begon. Eerder was hij raadslid in Heythuysen en Leudal, waar Heythuysen in opging. JORRIT JAN EIJBERSEN Jorrit Jan Eijbersen is door de gemeenteraad van Hellendoorn voorgedragen voor benoeming als burgemeester. Eijbersen (VVD) is sinds 2019 wethouder in Gooise Meren. Daarvoor was hij van 2010 tot 2019 wethouder in Bunnik. In Hellendoorn wordt hij de opvolger van Anneke Raven (CDA) die op 14 december 2021 met pensioen gaat. EDO HAAN Edo Haan, burgemeester van Maassluis is herbenoemd voor een nieuwe termijn. Haan (PvdA, 64) is sinds 2 november 2015 burgemeester van Maassluis. Eerder was hij raadslid en wethouder in Zoetermeer. Ook werkte hij lange tijd als rijksambtenaar. Haan is behalve burgemeester ook voorzitter van de Vereniging van Burgemeesters van Gemeenten in Zuid-Holland en lid van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. KOMEN & GAAN RICHARD WISKERKE Met ingang van 1 januari 2022 is Richard Wiskerke de nieuwe gemeentesecretaris in Vlissingen. Wiskerke is nu nog hoofd is van de afdeling Financiën van de provincie Zeeland. Daarvoor werkte hij onder meer bij de gemeenten Borsele en Goes. In Vlissingen wordt hij de opvolger van Martin van Vliet. NIENKE HOMAN Nienke Homan stopt per 1 december als gedeputeerde van de provincie Groningen. Homan wil haar kennis en ervaring op het gebied van energie, industrie en klimaat nu ook buiten Groningen inzetten. Ze was zeven jaar gedeputeerde en daarvoor drie jaar Statenlid. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 PERSONALIA 41 VACATURES BIJ GEMEENTEN MILÈNE JUNIUS 8.230 9.058 2e kwartaal 2021 3e kwartaal 2021 7.978 1e kwartaal 2021 Milène Junius (CDA, 60) is voor de tweede termijn herbenoemd tot burgemeester van Hellevoetsluis. De herbenoeming geldt in principe voor een periode van 6 jaar, maar in de praktijk eindigt ze op 1 januari 2023. Dan fuseert Hellevoetsluis met Brielle en Westvoorne en ontstaat de nieuwe gemeente Voorne aan Zee. CEES BIJL Cees Bijl (PvdA, 66) wordt met ingang van 1 december waarnemend burgemeester in Midden-Drenthe. Burgemeester Mieke Damsma (D66,57) kondigde eerder haar vertrek aan. Bijl is nu nog gedeputeerde in Drenthe. Daarvoor was hij burgemeester van achtereenvolgens Leeuwarderadeel, Meppel en Emmen. OVERLEDEN: Oud-wethouder Oene de Vries is op 86-jarige leeftijd overleden. Veehouder De Vries speelde een belangrijke rol in de Amelander gemeentepolitiek. Hij werd in 1966 raadslid voor de CHU, een partij die later opging in het CDA. Hij was wethouder van 1970-1978 en van 1990-2002. PIETER VAN DE STADT In Lansingerland is Pieter van de Stadt herbenoemd tot burgemeester. Van de Stadt (VVD, 52) is aan zijn tweede termijn begonnen. Voor hij naar Lansingerland ging, was Van de Stadt raadslid en wethouder in Heemstede. GREGOR RENSEN In Brielle is burgemeester Gregor Rensen (PvdA, 64) herbenoemd. Zijn tweede termijn begon op 28 oktober 2021 en eindigt op 1 januari 2023; dan gaat Brielle met Westvoorne en Hellevoetsluis op in de nieuwe gemeente Voorne aan Zee. Voor hij in 2015 officieel werd beVACATURES IN 2021 Het aantal door gemeenten geplaatste vacatures is in het derde kwartaal van 2021 afgenomen tot 8.230. Toch ligt het aantal vacatures nog steeds op een hoger niveau dan voor corona. Bron: AenO fonds gemeenten noemd, was Rensen al een jaar waarnemend burgemeester van Brielle. Rensen was eerder onder meer van 2006 tot 2014 wethouder in LeidschendamVoorburg. KLAAS SMID Met ingang van 1 november 2021 is Klaas Smid (PvdA, 61) herbenoemd tot burgemeester van Noordenveld. Hij begint aan zijn tweede termijn. Smid volgde in 2015 burgemeester Hans van der Laan op. Daarvoor kende Smid al een lange politieke carrière, die in 1990 begon als raadslid in Hoogeveen. Later werd hij voor de gemeenten Hoogeveen en Ommen wethouder. MARIANNE BESSELINK Marianne Besselink is herbenoemd tot burgemeester van Bronckhorst. De tweede termijn is ingegaan op 21 oktober 2021. Besselink (PvdA, 49) was eerder onder andere lid van provinciale staten van Drenthe, lid van de Tweede Kamer en gedeputeerde in Groningen voor ze burgemeester van Bronckhorst werd. ROBERT DEFILET Met ingang van 1 november is Robert Defilet de nieuwe griffier van Steenbergen. Na de benoeming van Lenneke van der Meer tot griffier in Bergen op Zoom in augustus 2020 heeft Defilet heeft griffierschap in Steenbergen al waargenomen. Hij was eerder al raadsadviseur en plaatsvervangend griffier in Steenbergen. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 42 PERSONALIA CARRIÈRE FRANK DALES De gemeenteraad van Velsen heeft burgemeester Frank Dales (D66, 64) aanbevolen voor een tweede termijn. Voordat Dales in 2016 burgemeester van Velsen werd, was hij directeur van de Dierenbescherming. Eerder was hij onder meer wethouder in Alphen aan den Rijn en burgemeester van Breukelen. CHRISTINE ESKES In Rotterdam is Christine Eskes (CDA) benoemd tot wethouder. Eerderwerkte Eskes in verschillende functies voor Stichting Leger des Heils, Jeugdbescherming & Reclassering. In 2014 werd zij burgerraadslid en in 2018 raadslid en fractievoorzitter voor het CDA. Ze volgt in Rotterdam Sven de Langen op. MOHAMED EL MOKADDEM Mohamed el Mokaddem is door het bestuur van Cedris voorgedragen als nieuwe voorzitter. Hij volgt Job Cohen op. El Mokaddem is ondernemer en was eerder onder andere wethouder in Westland en programmadirecteur Werkoffensief in Den Haag. MARC ROSIER Marc Rosier gaat per 1 januari 2022 leiding geven aan de afdeling OV van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Hij is de opvolger van Christel Mourik. Rosier is op dit moment, binnen de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de MRDH, portefeuillehouder OVontwikkeling. In Zoetermeer is hij vanaf 2014 wethouder. ADVERTENTIE GEA BOERMA Op 1 november 2021 is Gea Boerma gestart als concerndirecteur van de provincie Groningen. Boerma was kabinetschef van de commissaris van de koning en gaf leiding aan de Concernstaf. Eerder werkte ze onder andere bij de gemeente Groningen als bestuursadviseur en bij de Rijksuniversiteit Groningen. HANS JANSSEN Hans Janssen is voor de derde termijn benoemd tot burgemeester van Oisterwijk. Voor hij in Oisterwijk aantrad was Janssen gemeenteraadslid, fractievoorzitter en wethouder namens het CDA in Tilburg. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 foto: Martijn Gijsbertsen PERSONALIA 43 ANNELIES DAALDER Annelies Daalder wordt voorgedragen als nieuwe directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam. Ze volgt Jan de Ridder op. Daalder is op dit moment hoofd van de afdeling Extern Wetenschappelijke Betrekkingen en plaatsvervangend directeur van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum. JACOBINE GEEL Jacobine Geel is benoemd tot voorzitter van de Raad van Commissarissen (RvC) van woningcorporatie Stadsgenoot. Ze volgt Ingrid Hissink op. Geel is sinds 1 september voorzitter van het College voor de rechten van de Mens. Daarnaast is ze voorzitter van de RvC bij woningcorporatie Vivare in Arnhem. PETER VAN VUGT Peter van Vugt wordt met ingang van 1 januari 2022 de nieuwe griffier van Veenendaal. Hij volgt Franske van Hooijdonk op, die in juli afscheid nam vanwege haar vertrek naar Provinciale Staten van Gelderland. Sindsdien is Anita van Meerveld interim-griffier in Veenendaal. PETER OSKAM De gemeenteraad van Capelle aan den IJssel heeft burgemeester Peter Oskam (CDA, 61) aanbevolen voor herbenoeming. De eerste termijn van Oskam eindigt op 4 januari 2022. Voor hij in 2016 burgemeester werd, was Oskam lid van de Tweede Kamer. FRED VEENSTRA Burgemeester Fred Veenstra (CDA, 59) van De Fryske Marren is voorgedragen voor herbenoeming. Eerder was hij burgemeester van Franekeradeel, tegenwoordig onderdeel van de gemeente Waadhoeke. Daarvoor was hij acht jaar wethouder in Smallingerland. Hij is ook raadslid geweest in Smallingerland en Enschede. MICHIEL UITDEHAAG De gemeenteraad van Texel heeft burgemeester Michiel Uitdehaag voorgedragen voor herbenoeming, per 21 januari 2022. Uitdehaag is sinds januari 2016 burgemeester van Texel. Eerder was hij raadslid en wethouder in Wageningen. Hij is lid van D66. BRIEVEN GEMEENTE WERKT HARD AAN KWALITEIT INBURGERINGSONDERWIJS In het artikel ‘’Zorgen over de kwaliteit taalonderwijs aan inburgeraars’ (BB20) van Yvonne van de Meent uiten de Rotterdamse taalschoolhouder Payman Moghaddam en voorzitter Monique Kremer van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken hun zorgen over de kwaliteit van inburgeringslessen in de nieuwe Wet inburgering die per 1 januari ingaat. Van der Meent schetst een beeld van gemeenten die vooral bezig zijn met het opwerpen van barrières voor malafide taalscholen en niet met de kwaliteit van het inburgeringsonderwijs. De gemeente Rotterdam herkent zich hier niet in. Om de kwaliteit zoveel mogelijk te waarborgen, werkt de gemeente Rotterdam sinds november 2020 met het Kwaliteitsconvenant Taal en Inburgering. In samenspraak met 28 deelnemende regionale taalscholen aan het convenant stelde de gemeente kwaliteitseisen op zodat inburgeraars binnen het huidige en nieuwe stelsel zo goed mogelijk inburgeringsonderwijs krijgen. Daarbij gaat het vooral om de kwaliteit van de lessen. Het Kwaliteitsteam Taal en Integratie met daarin NT2-gecertificeerde kwaliteitsadviseurs van de gemeente, geeft na lesobservaties bij taalaanbieders feedback aan de docenten en taalschoolhouders om de kwaliteit van en differentiatie in de lessen te verbeteren. Deze adviserende rol waarderen de taalaanbieders. Dat blijkt uit de diverse vragen die het team van zowel taalscholen als regiogemeenten krijgt. Daarnaast heeft het kwaliteitsteam ook een informerende en verbindende rol. Bijvoorbeeld door de taalaanbieders te attenderen op de doorlopende leerlijn vanuit de Wet educatie beroepsonderwijs (WEB). Ingeburgerde nieuwkomers kunnen doorstromen naar de gratis (non)-formele taaltrajecten van de gemeente en op die manier blijven werken aan de taalontwikkeling. Of door de taalaanbieders te stimuleren een verschillend inburgeringsaanbod aan de verschillende inburgeringsgroepen te doen. Inmiddels ontwikkelt een aantal taalaanbieders specifieke vaktaalmodules voor inburgeraars. De intensieve samenwerking in het convenant heeft er ook toe geleid dat taalaanbieders en welzijnsorganisaties met vrijwilligers elkaar beter vinden. De inburgeraar wordt niet alleen verwezen naar best passende taalaanbod, maar wordt bovendien gekoppeld aan een taalmaatje. Het kwaliteitsteam controleert uiteraard of de taalscholen aan de gestelde kwaliteitseisen voldoen, zodat het niet-integere of financieel instabiele taalaanbieders kan herkennen en kan weren uit het convenant. Maar zoals hierboven geschetst, zijn de andere rollen even belangrijk. Met de diverse rollen van het kwaliteitsteam Taal en inburgering begeleidt de gemeente Rotterdam samen met de taalaanbieders inburgeraars zo goed mogelijk in hun inburgering. Zodat zij op een zo hoog mogelijk taalniveau en zonder boetes en schulden zich een plek in de Rotterdamse samenleving kunnen verwerven. Winfred Schop, programmadirecteur Integratie en Samenleven, en Alice Hendriks, teamleider kwaliteitsteam Taal en Integratie, gemeente Rotterdam
Pagina 44
Senior Beleidsmedewerker Verkeer 32-36 uur | schaal 11 Senior Adviseur RO 32-36 uur | schaal 12 • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Verantwoordelijkheid strategie, koers gemeente • Regionaal vertegenwoordigen • Creativiteit binnen complexe context Koen Salet | 06-42267005 | koensalet@certusgroep.nl • Strateeg en verbinder • Verantwoordelijkheid strategie, koers gemeente • Complexe gebiedsontwikkelingen • Inspireren en coachen team Koen Salet | 06-42267005 | koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Geerts & Partners namens Gemeente Molenlanden Geerts & Partners namens Gemeente West Betuwe Gemeente Breda Gemeente Hilversum Gemeente Hoeksche Waard Gemeente Krimpen aan den IJssel Gemeente Medemblik Gemeente Noordoostpolder Gemeente Tilburg Gemeente Tubbergen Gemeente Veere Gemeente Veere Gemeente Vlaardingen Gemeente Waardlanden Instituut Fysieke Veiligheid Instituut Fysieke Veiligheid Instituut Fysieke Veiligheid Instituut Fysieke Veiligheid Instituut Fysieke Veiligheid Instituut Fysieke Veiligheid Necker van Naem namens Gemeente Tyaarlo Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant FINANCIËN EN ECONOMIE BEL Combinatie Gemeente Amstelveen Gemeente Culemborg Gemeente Scherpenzeel JS Consultancy Provincie Utrecht Publiek Netwerk / Veiligheidsregio Kennermerland Wetterskip Fryslân Zeelenberg namens Gemeente Terneuzen ICT EN AUTOMATISERING BEL combinatie Gemeente Montferland Noord-Hollands Archief Provincie Noord-Holland VNG JURIDISCH Gemeente De Ronde Venen Gemeente Schouwen-Duiveland Gemeente Uitgeest MILIEU Publiek Netwerk namens Omgevingsdienst Haaglanden Teamleider Milieu & Overlast JS Consultancy / Sportvisserij Limburg Belangenbehartiger / Adviseur ADVERTENTIES ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. Pagina 46 Pagina 48 Juridisch Adviseur Raadsadviseur / plaatsvervangend griffier Griffier Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Directeur Bedrijfsvoering Programmamanager Senior beleidsadviseur Cultuur Adviseur Subsidies Strategisch Adviseur Team Strategie Beleidsadviseur Gemeentesecretaris/Algemeen Directeur extern lid van de rekenkamercommissie Coördinator Begroting Griffier Bezwaarschriftencommissielid Klachtencommissielid Strategisch bestuursadviseur regionale samenwerking Afdelingsmanager Planvorming Manager Staf Manager Veiligheidsregio Diensten Centrum Manager Centrum voor Opleiding en Vorming Brandweer Manager Centrum Ondersteuning Landelijke Slagkracht Wetenschappelijk directeur Manager Nederlandse Academie Crisisbeheersing en Brandweerzorg Griffier Directiesecretaris (plv.) / Concernjurist Teamleider Financiën Controller Concerncontroller Strategisch accountmanager Financieel Adviseur Financieel Adviseur Senior Financieel Business Partner Vakgroepleider control, financiën en inkoop Concerncontroller Informatiemanager/Chief Information Security Officer (CISO) Adviseur DIV met coördinerende taken Specialist informatiemanagement Adviseur informatiebeheer (DIV) Senior Beleidsmedewerker Digitale Veiligheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 42 Pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021
Pagina 46
46 INDEX PERSONEEL EN ORGANISATIE Belastingsamenwerking West-Brabant Sr. HR-adviseur Publiek Netwerk namens Omgevingsdienst Haaglanden Teamleider Intake & Procedure RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Gemeente Den Haag Gemeente Steenbergen Gemeente Steenbergen Gemeente Steenbergen INretail JS Consultancy JS Consultancy / VNG JS Consultancy / VNG Maaskoepel Provincie Utrecht Provincie Utrecht Samenwerkende Kempengemeenten SOCIAAL Bazalt Wonen Gemeente Den Haag Gemeente Gouda Gemeente Tilburg Gemeente Zoetermeer Projectleider Smart Mobility Senior vergunningverlener APV en Bijzondere Wetten Junior/medior vergunningverlener APV en Bijzondere Wetten Beleidsmedewerker Natuur, Water en Landschap Adviseur ruimtelijke ordening Adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling Adviseur Leefomgeving Landelijk Gebied Adviseur Leefomgeving Bodem en Ondergrond Beleidsmedewerker Projectleider Verkenning en Studie Adviseur Mobiliteitsdata en Modellen Coördinator voor het team Vergunningen Werken in Haaglanden i.o.v. Gemeente Midden-Delfland Bouwplantoetser & Toezichthouder Projectleider Leefbaarheid & Wonen Beleidsadviseur huiselijk geweld en kindermishandeling Onderzoeker en Handhaver Sociaal Domein Teammanager Ondersteuning & Zorg, afdeling Sociaal Regisseur inkomen bijzondere taken OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 Pagina 44 Pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 48 Pagina 48 Pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIE Teammanager Milieu en Overlast Teammanager Intake en Procedure Senior Financieel Business Partner Stevige gesprekspartner • Proactief • Analytisch • Omgevingssensitief Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2021 Nooit een probleem, altijd een uitdaging Bertil Kuipers is ruim 33 jaar werkzaam geweest in ‘overheidsland’, zoals hij het zelf noemt. Zowel bij gemeenten als bij waterschappen. Eerst als administratief-juridische medewerker, later als teamleider. Hij genoot van zijn werk. Dienstbaar Bertil: “Ja, werken in teamverband voor de gemeenschap, dat vond én vind ik nog steeds het allerleukste! Een functie waarbij je dienstbaar bent voor inwoners past gewoon bij mij. In mijn laatste tien jaren in dienstverband vervulde ik mijn rol als teamleider. Collega’s konden altijd bij mij terecht, omdat ik een luisterend oor had en altijd gezamenlijk wilde werken aan oplossingen. Mijn lijfmotto’s is niet voor niks: “Er is nooit een probleem, er is altijd een uitdaging!” Reorganisatie Desondanks kreeg Bertil een klap te verwerken tijdens een gemeentelijke reorganisatie. Bertil: “In oktober 2019 kreeg ik te horen, dat ik boventallig was geworden en er dus geen plek meer voor mij was in de nieuwe organisatie.” Bertil had bij deze mededeling een ambivalent gevoel: het gevoel van teleurstelling én het gevoel van een kans om iets nieuws te doen. Er was een Sociaal Statuut en dat bood de mogelijkheid om binnen 2 jaar in het kader van Werk naar Werk een nieuwe uitdaging te zoeken. Helaas raakte Bertil verzeild in een onzekere periode, omdat hij een sterke binding heeft met werken binnen een overheidsdienst en dan met name management. Via LinkedIn werd hij benaderd door Hans van der Berg van Everybody Groep. Hij wilde Bertil, op basis van zijn profiel en “boventallige” situatie, graag spreken. Win-win-winsituatie Bertil: “Dat was in oktober 2020. Ik kreeg het aanbod om iets nieuws te proberen binnen de kaders van een vaste dienstbetrekking bij Everybody Groep! Het aanbod was overname van mijn arbeidscontract bij de gemeente voor hetzelfde salaris, een vaste dienstbetrekking en een pensioenregeling. Na een intaketraject zorgde Everybody Groep voor een arbeidscontractovername van mijn werkgever.” Vanaf 1 januari 2021 startte hij als adviseur/consulent arbeidscontractovername in vaste dienst bij Everybody Groep. “Ik richt mij vooral op het noorden van ons land, waar ikzelf ook woon. Een duidelijke win-win-winsituatie voor alle betrokken partijen.” Als ervaringsdeskundige helpt Bertil werknemers én werkgevers om gezamenlijk te zoeken naar duurzame en waardige oplossingen voor de werknemers. Bertil: “Het is fijn, om samen te kijken waar er kansen liggen voor een werknemer die – om uiteenlopende redenen – ‘vastzit’ in zijn huidige baan of boventallig wordt. Een werkgever kan verschillende Everybody Groep-opties bekijken om de bestaande arbeidsrelatie netjes te beëindigen. Met de werknemer wordt een ontdekkingsreis gestart waarbij uiteindelijk de werknemer werkzaam blijft binnen Everybody Groep, gedetacheerd kan worden of ondersteund wordt bij het opzetten van een zelfstandige onderneming. Dit alles vanuit de zekerheid van een vaste aanstelling met gelijke salariëring. Menig werkgever zal natuurlijk kijken naar de win-win situatie, maar Bertil Kuipers kan het ook terecht zien als onderdeel van goed werkgeverschap. Kortom, Everybody Groep is een expert in het faciliteren van kansen en het zoeken naar nieuw perspectief. Meer informatie? Everybody Groep www.everybodygroep.nl contact@everybodygroep.nl 088-246 04 04
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsAdviseur Leefomgeving Landelijk Gebied 32 - 36 uur | schaal 11 max. € 72.139,- bruto per jaar (incl. IKB) Je adviseert gemeenten op landelijk gebied, verbindt partijen met elkaar zodat ze samen aan de slag kunnen en lobbyt om zo de gemeentelijke belangen te behartigen. Adviseur Leefomgeving Bodem en Ondergrond 32 - 36 uur | schaal 11 max. € 72.139,- bruto per jaar (incl. IKB) Jij vervult de spilfunctie voor gemeenten en de Haagse praktijk op het gebied van jouw inhoudelijk kennis over bodem en ondergrond. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling Ben jij een enthousiaste en bevlogen adviseur RO? Wil jij samen met ons bijdragen aan de maatschappelijke vraagstukken binnen de ruimtelijke ordening? Voor jou als starter maar ook als ervaren professional hebben we uitdagende opdrachten klaarliggen bij diverse opdrachtgevers. JS Consultancy biedt als kennispartner uitstekende arbeidsvoorwaarden en ontwikkelmogelijkheden. Interesse? Bel Ingrid de Bruijn 06 - 303 381 03 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Belangenbehartiger / Adviseur 36 uur | schaal 10 (BBRA) Teamspeler met visie op het werkveld van Sportvisserij Limburg. Op enthousiaste wijze aangesloten hengelsportverenigingen proactief ondersteunen, van binnenuit versterken en stimuleren tot interne en externe samenwerking. Uitbreiden en onderhouden van netwerk en samenwerking met verschillende organisaties zoals waterschappen, provincie, natuurorganisaties en Sportvisserij Nederland. Daarnaast stimuleren van vrijwilligers en andere organisaties gericht op samenwerking. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Financieel Adviseur Als starter of ervaren professional aan de slag als financieel adviseur of businesscontroller? Werken vanuit een bureau met meer dan 25 jaar ervaring binnen de overheid met uitstekende arbeidsvoorwaarden en opleidingsmogelijkheden. Businesspartner van organisatie, management en bestuur. Meer dan cijfers. Is adviesvaardig, een sterke teamspeler en vernieuwend. Flexibel en bestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Ingrid de Bruijn 06 - 303 381 03 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 20-2021


Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 04COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘Journalisten zijn – uitzonderingen daargelaten – gewoon tuig van de richel’, zo twitterde PVV-voorman Geert Wilders in juni. Het bericht werd onmiddellijk bevestigd door FvD-leiderThierry Baudet. Dat deze beide politici er geen been in zien de media als geheel in een kwaad daglicht te zetten wanneer het ze uitkomt, zal weinigen verrassen. Dat Gedeputeerde Staten (GS) van Gelderland hetzelfde doen, zij het in andere bewoording, verbaast wel. Al jaren volgen diverse media, waaronder Binnenlands Bestuur, de omstreden herindeling van Scherpenzeel en Barneveld. De strijd liep hoog op. Direct nadat minister Ollongren een streep zette door de door de provincie gewenste herindeling, werd de waarnemend burgemeester door de Gelders commissaris van de koning ontslagen. Genoemde media raadpleegden in die tijd talloze bronnen. Ook de verantwoordelijk bestuurders kwamen meermaals aan het woord. Zoals gebruikelijk in een democratisch bestel waren de artikelen dikwijls aanleiding voor Statenfracties om vragen te stellen aan GS. Op veel van die vragen kwam een standaard antwoord: ‘Deze vraag is gebaseerd op publicaties in de media. Wij communiceren niet via de media en in het verlengde daarvan reageren wij niet op de vele (suggestieve) berichtgeving.’ Een democratisch orgaan dat zich niet wil laten controleren door de media, zelfs niet door Provinciale Staten op basis van berichtgeving in de media, en de berichtgeving ook nog eens wegzet als suggestief, zonder daar enig voorbeeld of enige onderbouwing voor te geven. Het kan blijkbaar in deze tijd. Een tijd waarin journalisten steeds vaker in een kwaad daglicht worden gezet, bedreigd en geconfronteerd met geweld. Een tijd waarin Omroep Gelderland geen verslaggevers meer naar voetbalwedstrijden stuurt omdat ze daar gevaar lopen. Dat GS het in zo’n tijd geen probleem vindt de media als geheel af te serveren en de berichtgeving als suggestief neer te zetten, is zorgelijk. Om goed te kunnen participeren in een democratie moet de burger vooral goed geïnformeerd zijn. Zonder media kunnen burgers de autoriteiten niet controleren. Democratie en vrije media zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het is te hopen dat GS van Gelderland ook tot dit inzicht komt. ADVERTENTIE ‘ Democratie en vrije media zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. GELDERLAND BEWIJST VRIJE WOORD GEEN DIENST SUGGESTIEF ERIC DE KLUIS HOOFDREDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 INHOUD 05 42 COVERSTORY PERSONEELSTEKORT De krapte op de arbeidsmarkt raakt gemeenten hard. Met name HR-afdelingen zullen op de grote trom moeten slaan, willen ze voldoende medewerkers weten aan te trekken en te houden. Een bredere oplossing is slimmer werken. 14 ARIE TEEUW INTERVIEW Raadsleden moeten de ruimte hebben om te kunnen kiezen voor bezuinigingen. ‘Hoe eerder ze moed vatten, des te groter is hun keuzevrijheid’, zegt bezuinigingsadviseur Arie Teeuw. 18 RIVM-RAPPORTEN ONDER DE LOEP 28 HERVORMING JEUGDZORG AGENDATIPS VAN EXPERTS Drie wetenschappers geven advies over wat er nodig is om te komen tot een kwalitatief goed en financieel houdbaar jeugdstelsel. TWIJFELS OVER ZUIVERHEID ONDERZOEK WINDTURBINES Het RIVM liet zich bij rapporten over gezondheidsschade door windturbines volgens een onderzoeker van de Universiteit Twente om de tuin leiden door de wind-industrie. Het RIVM wijst de aantijgingen van de hand: van beïnvloeding is geen sprake. NIEUWS Conferentie toekomst Europa grote onbekende Burgers ‘eisen’ steeds vaker Wmo-hulp Inspectie op Belastingdienst ACHTERGROND Essay: Afstoffen van de erfpacht Rood team tegen cybercrimineel Groen stadhuis nog ver weg Zorgen over kwaliteit taalonderwijs Omgaan met burgers in de weerstand ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL ARBEIDSMARKT Oei, laagterecord aan baanzoekers Rijk dijt verder uit ‘Uitdagen, origineel en creatief werven’ In Italië zijn ze pas oud! Doelmatiger met deeltijders 6 7 9 22 26 32 36 65 48 53 53 54 62 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK 7 GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 11 12 21 39 69 72
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 06 NIEUWS EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL De conferentie van wat? Meer dan tweederde van de lokaal en regionaal bestuurders in Nederland kent de Conferentie over de Toekomst van Europa niet. Tegelijk vindt ruim drie kwart van hen dat ze onvoldoende invloed hebben op het EU-beleid. VEEL LOKALE BESTUURDERS HEBBEN ER NOG NOOIT VAN GEHOORD CONFERENTIE TOEKOMST EUROPA GROTE ONBEKENDE Dat blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd is in opdracht van het Comité van de Regio’s (CvdR), het Brussels adviesorgaan van lokale en regionale overheden. De onbekendheid ligt stukken tientallen procenten hoger dan het Europees gemiddelde van 46 procent. Met de Conferentie over de Toekomst van Europa kan iedereen en vooral de burger meepraten over de instituties en het beleid van de Europese Unie. De Conferentie is een initiatief van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. Die drie instellingen zullen naar de burgers luisteren en aan de slag gaan met de aanbevelingen die de Conferentie oplevert. In het voorjaar van 2022 zal de Conferentie conclusies en richtsnoeren aannemen. KLIMAAT De Zwolse wethouder René de Heer (VVD, economie) en lid van het CvdR, denkt dat de onbekendheid zowel aan de afzender als de ontvanger ligt. ‘Misschien is de Europa awareness sowieso laag. Des te meer reden juist wel over de toekomst van Europa te praten. Immers veel van de grote opgaven zoals klimaat, energie, werk en veiligheid hebben een stevige Europese component’, zegt hij. ‘Het blijft voor Europa en de instituties lastig om goed duidelijk te maken wat Europees beleid betekent voor de inwoners. En aan de andere kant is de oriëntatie van de meeste mensen vaak lokaal of regionaal gericht. En is het vaak onduidelijk hoeveel effect ‘Europa’ daar heeft.' LAK AAN RECHTSSTAAT? EXIT! Ruim drie kwart van de Nederlanders vindt het belangrijk dat de Europese Unie de rechtsstaat beschermt. Acht op de tien van hen vindt dat landen die zich daar niet aan houden, uit de EU moeten stappen. Uit hetzelfde onderzoek van het Comité van de Regio’s blijkt eveneens dat 70 procent van de Nederlanders wil dat de grenzen beter worden beschermd en 72 procent van hen vindt dat ook als dat betekent dat meer mensen moeten worden teruggestuurd naar onveilige landen. 69 procent wil een Europese immigratiedienst die vluchtelingen eerlijk verdeelt over de EU-lidstaten. Ook de leider van de Nederlandse delegatie in het CvdR, burgemeester Ellen Nauta van Hof van Twente, ziet dat de conferentie nog niet echt leeft. ‘Ik denk dat dit ligt aan het feit dat de conferentie centraal is gelanceerd. Het CvdR heeft vanaf het begin aangegeven dat debatten over de toekomst van Europa in de lokale gemeenschappen moeten worden gevoerd, door inwoners van de EU zelf.’ Europarlementariër Malik Azmani (VVD) zegt het een probleem te vinden dat het lokaal bestuur zo slecht op de hoogte is. ‘Daarmee wordt de kans ontlopen dat Nederlandse inwoners een bijdrage kunnen leveren aan hoe de toekomst van Europa er uit moet zien. Het gaat om de grootste uitdagingen dicht bij hen, zoals veiligheid, migratie en klimaat. Niet alleen inwoners van zuidelijke landen moeten meedoen. Ons lokaal bestuur moet betrokken worden.’ BURGERDIALOOG Er zijn wel initiatieven in Leeuwarden, Maastricht, Rotterdam en Utrecht maar het kan beter, vinden Overijsselse bestuurders die Europees actief zijn. Daarom gaat Nauta samen met De Heer en Overijssels gedeputeerde Eddy van Hijum en de Enschedese wethouder Jeroen Diepemaat een evenement voor jongeren opzetten. Want een debat over de toekomst moet je met de generatie van de toekomst voeren, aldus De Heer. Nauta: ‘We hebben het initiatief genomen om alle jongerenraden in Overijssel te vragen deel te nemen aan een debat over de toekomst van Europa. Zonder inbreng van de jongeren vinden wij het een gemiste kans. We zijn nu bezig met de voorbereiding. Die heeft nog geen definitieve vorm, want er zijn veel creatieve ideeën, van een festival tot een roadshow langs scholen, maar we moeten met elkaar nog wel bekijken wat echt haalbaar is.’ Intussen komt ook de nationale burgerdialoog op gang. Via de site Kijkopeuropa.nl hebben sinds september 10.000 mensen hun mening gegeven over de EU. De eerste stap was een panelonderzoek waarop zo’n 4.000 mensen hun mening gaven; 68 procent van de Nederlanders gaf daarbij aan dat de EU een leidersrol op het gebied van klimaat moet hebben. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER SOCIAAL NIEUWS 07 Gemeenten zijn het afgelopen jaar nog kritischer geworden op het Wmo-abonementstarief. Het is moeilijker mensen te bewegen voor hulp de eigen omgeving in te schakelen en mondige burgers beroepen zich steeds vaker op hun ‘recht’ tot ondersteuning. AMBTENAAR NOG KRITISCHER OVER WMO-ABONNEMENTSTARIEF BURGERS ‘EISEN’ STEEDS VAKER WMO-HULP De drijfveer om een beroep te doen op het eigen netwerk of de eigen kracht is met de invoering van het abonnementstarief kleiner geworden. Dat concluderen onderzoekers in de derde monitor Wmoabonnementstarief (over 2020) op basis van gesprekken met gemeentelijke (beleids)medewerkers Wmo. Terwijl dat een belangrijk uitgangspunt van lokaal beleid CARTOON BEREND VONK is. Het gesprek aan de keukentafel was voorheen een goed middel om te kijken welke hulp echt nodig was. ‘Daarmee was de hoge(re) eigen bijdrage een sterkere prikkel voor inwoners om te kijken naar alternatieven voor de Wmo-voorziening’, aldus de onderzoekers. Het abonnementstarief – de inkomensonafhankelijke eigen bijdrage – is in 2019 voor maatwerkvoorzieningen en in 2020 voor algemene voorzieningen ingevoerd. Inwoners beroepen zich ook vaker op hun ‘recht’ tot ondersteuning dan voor de invoering van het-abonnementstarief, merken ambtenaren. Vooral als het om hulp bij het huishouden gaat. ‘Cliënten denken goed te weten waar ze recht op hebben en lijken op dit gebied tevens mondiger te zijn.’ Daarnaast weten burgers goed ‘wat ze wel en niet moeten zeggen’ om een voorziening te kunnen afdwingen (…) of welke hulp of ondersteuning er nog vanuit het netwerk ingezet kan worden.’ Op verschillende manieren proberen gemeenten de toegang tot Wmo-voorzieningen te bemoeilijken, onder meer vanwege de tekorten. Cliënten en cliëntorganisaties snappen dat, maar maken zich tegelijkertijd zorgen. Mondige burgers zullen eerder hulp krijgen of weten af te dwingen dan minder assertieve burgers. Dit kan tot een tweedeling leiden, zo is de vrees. Dat mensen met hogere inkomens vaker voor Wmo-hulp aankloppen, roept ook weerstand op. Gemeenten moeten dan bezuinigen ten koste van kwetsbare doelgroepen of mensen met een laag inkomen.
Pagina 8
VAN ONZE KENNISPARTNER MOVISIE BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 DOOR: ADRIAAN DE JONGE ORGANISATIE NIEUWS 09 Een nieuwe inspectie gaat erop toezien dat de Belastingdienst 'op een fatsoenlijke manier' met burgers omgaat. Die toezichthouder, die begin 2022 van start gaat, onderzoekt patronen achter de signalen van burgers en uitvoerende ambtenaren. NIEUWE TOEZICHTHOUDER TER BESCHERMING RECHTEN BURGERS INSPECTIE OP BELASTINGDIENST ‘Het gaat Kees van Nieuwamerongen is aangesteld als kwartiermaker om de nieuwe Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane (IBTD) op te zetten. Zijn werkplek bevindt zich op de 28e verdieping van een Haagse kantoortoren. Maar, zo benadrukt hij, de nieuwe toezichthouder moet vooral niet in een ivoren toren zitten, maar midden in de samenleving staan. ‘Onze belangrijkste input komt vanuit burgers en het bedrijfsleven.’ Het besluit om de inspectie in het leven te roepen werd in 2020 genomen door het ministerie van Financiën, onder druk van de Tweede Kamer. De blauwdruk voor de IBTD, die toezicht houdt op drie diensten die voorheen onder de Belastingdienst vielen, werd gelegd door een groep externe deskundigen die door het ministerie om advies was gevraagd. Verschillende kwesties rond de bescherming van de rechten van burgers vormden de aanleiding voor de nieuwe inspectie. De kinderopvangtoeslagenaffaire is daarvan de meest bekende, maar ook de omstreden Fraude Signalering Voorziening (FSV), die werd afgeschaft vanwege problemen rondom privacy, speelde een rol. De IBTD moet dienen als een onafhankelijke ‘tegenkracht’ om dat soort problemen te signaleren. Van Nieuwamerongen: ‘De toezichthouder gaat kijken of de dienst rechtsstatelijk correct werkt.’ In minder ambtelijke taal: ‘Het gaat erom dat je op een fatsoenlijke manier met je burgers omgaat.’ Waarom is een nieuwe toezichthouder eigenlijk nodig? In theorie zijn er immers al checks and balances die problemen in de uitvoering zouden moeten signaleren. Denk bijvoorbeeld aan de ombudsman, erom dat je op een fatsoenlijke manier met je burgers omgaat’ die fouten bij de kinderopvangtoeslag al in 2017 aankaartte, maar zich niet gehoord voelde. ‘We doen wat anders dan de ombudsman’, legt Van Nieuwamerongen uit. ‘We zijn er niet voor individuele klachtbehandeling. Wij kijken naar dingen die op structuurniveau misgaan.’ En hoe zit het met controle vanuit de organisatie zelf? Van ambtenaren op de werkvloer wordt verwacht dat ze aan de bel trekken als ze merken dat burgers in de knel komen. Zij voelen zich echter, zo bleek onlangs uit onderzoek, vaak niet veilig genoeg om misstanden te melden. Eén van de taken van de IBTD is dan ook om die interne tegenkracht, die nu niet goed functioneert, te herstellen. De deskundigen die het advies over de nieuwe toezichthouder uitbrachten, schreven al dat toezicht op zichzelf 'geen wonderolie' is. ‘Het kan niet alle huidige en toekomstige problemen in de domeinen oplossen of voorkomen. Daarvoor is allereerst nodig dat de interne checks and balances, cultuur en informatievoorziening binnen de Belastingdienst, Toeslagen en Douane op orde zijn.’ De inspectie heeft dan ook in eerste instantie een mandaat van vijf jaar. Daarna wordt bezien of het nodig is om het toezicht voort te zetten. EFFICIENCYDENKEN De IBTD spoort dus potentiële misstanden op, maar onderzoekt ook de onderliggende structuren. Daarbij kan het ook waarschuwen voor de onbedoelde effecten van bepaalde politieke tendensen, legt Van Nieuwamerongen uit. ‘Als je enorm gericht bent op het bestrijden van fraude, kan het zijn dat mensen van goede wil vermorzeld worden in de raden van die fraudebestrijding.’ Dat voorbeeld zullen de decentrale overheden ook herkennen, verwacht hij. ‘Lokaal bestuur gaat over diensten die heel direct contact hebben met burgers. Daarin is de afgelopen jaren noodgedwongen de nadruk komen te liggen op de letter van de wet in plaats van het belang van de burger. Efficiencydenken is de boventoon gaan voeren, ten koste van de menselijke maat.’ Van Nieuwamerongen is sinds mei van dit jaar bezig met het samenstellen van het team van zo’n 25 medewerkers dat de IBTD zal vormen. De zoektocht naar de toekomstige Inspecteur-generaal (IG), die het boegbeeld van de toezichthouder wordt, is onlangs begonnen. Zelf heeft Van Nieuwamerongen zich als kandidaat al uitgesloten. Hij heeft liever iemand die van buiten ‘Den Haag’ komt. Een beetje Haagse kennis is niet onhandig voor de nieuwe IG. Belangrijker is een sterk netwerk in de samenleving. Zie ook pagina 11.
Pagina 10
GEERTEN BOOGAARD COLUMN11 EEN INSPECTEUR VOOR DE AFPAKJESDAGEN Voor de ambtenaar van de toekomst Met een VNG Connect Trainee haalt u jong talent in huis met een frisse kijk. VNG Connect leidt trainees op tot de allround ambtenaar van de toekomst. En misschien wel het belangrijkste: zij staan klaar met innovatieve ideeën voor de organisatie en om projecten van de grond te krijgen. Een VNG Connect trainee: Verbindt verschillende werelden met elkaar Is inzetbaar op ieder moment Neemt opgedane kennis in andere organisaties mee naar de volgende opdracht Is in dienst van VNG Connect: geen werkgeverslasten, HR-zaken en WW-verplichtingen Dit weekend stond de advertentie alvast in de krant. Het ministerie van Financiën zoekt een Inspecteur-generaal voor de nieuwe Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane. Een serieuze functie, want wie instapt op schaaltje 18 van de rijksoverheid kan rustig uitbollen naar 10.000 euro per maand, exclusief van alles. Veel geld, maar iedereen begrijpt wat er hier op het spel staat: nieuwe toeslagenaffaires voorkomen. Iemand moet op de deur komen bonzen als er ergens weer afpakjesdagen worden georganiseerd. En dat gaat dus een Inspecteur der Inspecteurs doen. Aan de slag met onze trainees? Kijk op vngconnect.nl/ trainees Deze nieuwe Inspectie wordt echter nogal opvallend ingeregeld. Voor een deel is dat logisch, maar voor een deel ook niet. Daar vertroebelt de verontwaardiging het staatsrechtelijke beoordelingsvermogen. De logische afwijkingen van de Aanwijzingen voor de Rijksinspecties hebben te maken met het feit dat de nieuwe Inspectie hoofdzakelijk eigen vlees moet gaan keuren. De Belastingdienst, de Dienst Toeslagen en de Douane zijn immers ook onderdelen van het ministerie van Financiën. Allemaal vallen ze onder dezelfde ministeriële verantwoordelijkheid. Daarom wordt de Inspectie in een ander pand gevestigd en is er reden om – in goed Haags jargon – de onafhankelijkheid extra te borgen. Het werkprogramma mag de minister van Financiën bijvoorbeeld alleen afkeuren als het ondeugdelijk tot stand is gekomen en de Inspectie maakt veel meer zelf actief openbaar. Alles om te voorkomen dat de stukken van de nieuwe Inspecteur-generaal ooit het lot van het memo Palmen treft. Allemaal logische versterkingen, kortom, van de zogenaamde institutionele onafhankelijkheid van de minister. Minder logisch, in elk geval, dan wat de Tweede Kamer voor zichzelf in gedachten heeft. Die wil helemaal geen afstand bewaren maar het zo regelen dat ze de politieke vinger voortdurend aan de inspecterende pols kan houden. De Inspecteur-generaal en het liefste ook al zijn of haar ambtenaren dienen bijvoorbeeld zo vaak te verschijnen als de Kamer dat nodig acht op gelegenheden die de Kamer passend acht. Daar mag de gedachtenwisseling dan niet beperkt blijven tot feitelijke informatie, maar ook de onderzoeken zelf kunnen inhoudelijk worden besproken. Dat is een vergaande vorm van Lubberiaans meedenken, maar de minister van Financiën zegt het allemaal gewillig toe. Uit angst wellicht voor nieuwe toorn van Leijten en Omtzigt. Toch raken de parlementaire verhoudingen zo wel zoek. Staatsrechtelijk grijpt de invloed van de volksvertegenwoordiging aan op de bevoegdheid De parlementaire verhoudingen raken zo zoek GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN van de bewindspersoon. Omdat een minister overal over gaat, kan die overal op worden aangesproken. Een Inspectie optuigen waar de minister niet over gaat maar waar de Kamer van alles vindt, is een fundamentele kortsluiting op dit systeem. Want waar kan een Kamer nog terecht, als ze de Inspectie wil bijsturen? Niet bij de minister, die gaat er dus nadrukkelijk niet meer over. En niet bij zichzelf, want het is geen Inspectie van de Kamer. Terwijl dat laatste dus helemaal zo’n gek idee niet is: een eigen inspectie. Een van de grote lessen uit de toeslagenaffaire die de Tweede Kamer zichzelf mag aanrekenen, is de absurde verwaarlozing van de eigen ondersteuning. Een gemiddeld Kamerlid heeft simpelweg de mogelijkheden niet om iets te laten uitzoeken. Controleren is daardoor vooral veel vragen stellen, in de hoop dat iemand anders tijd heeft de antwoorden te lezen. Met een eigen Parlementaire Inspectie kan de Kamer zelf feiten verzamelen, zeker als de minderheid mee mag doen met het schrijven van het werkprogramma. Een van de functies elders die de VVD destijds voor Pieter Omtzigt had bedacht, was een soort Algemeen Rijksinspecteur. Hij mocht op elke deur gaan bonzen waarachter hij een rekenfout rook. Maar die functie heeft hij al. Net als zijn 149 collega’s. Er moeten alleen nog wat schaaltjes-18 in de ondersteuning bij. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 12 NIEUWS IN BEELD DIGITAAL DOOR: HANS BEKKERS ONLINE PARTICIPATIE Digitale deelname ONLINE OF FYSIEK PARTICIPEREN? Half februari 2021 zette Citisens een online enquête uit onder 10.000 leden van het eigen panel. 2983 inwoners van Nederlanders vulde hem in. 882 van de invullers (30 procent) gaf aan sinds het voorjaar van 2020 te hebben deelgenomen aan een online participatie-activiteit van de gemeente en ook aan wélke activiteit ze hebben deelgenomen. De icoontjes laten zien welk betrokkenheidsprofiel het vaakst heeft deelgenomen aan de activiteit. Aan invullers die eerder (vóór corona) ook deelnamen aan een fysieke participatieactiviteit is gevraagd wat de voorkeur heeft: online of (toch) fysiek participeren. Wat blijkt? Over de hele linie gaat tóch de voorkeur uit naar fysiek op locatie (51 procent). Online enquête Webinar Online bewonersbijeenkomst Online platform 17% 6% 10% 86% ACHT TYPEN NEDERLANDERS Ook vóór corona bestond bij gemeenten al het besef dat je tijdens de traditionele fysieke bewonersavond vooral in gesprek gaat met het geijkte clubje inwoners dat de weg naar het gemeentehuis prima weet te vinden. Uiteraard moet je de inbreng van deze groep waarderen, maar het risico dat je zo slechts meningen ophaalt van een deel van je inwoners is groot. Om goed zicht te krijgen op wie de usual dan wel unusual suspects zijn, ontwikkelde Citisens een segmentatiemodel met 8 betrokkenheidsprofielen, dat Nederlanders indeelt op basis van big én small data. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 NIEUWS IN BEELD 13 In 2020 gingen we ‘massaal digitaal’ in het bereiken en betrekken van inwoners. Niet per se omdat het kon, maar misschien vooral omdat het moest (corona). Onderzoeksbureau Citisens peilde bij een representatieve groep Nederlanders hun mening en ervaringen rondom de vraag: ‘Is participatie inclusiever geworden wanneer online georganiseerd, of sluiten we juist groepen mensen uit?‘ Binnenlands Bestuur zet de belangrijkste resultaten op een rij. INBRENG ZORGEN EN VRAGEN Op de stelling ‘mijn zorgen en vragen kan ik even goed inbrengen tijdens een online bewonersbijeenkomst (of webinar) als tijdens een fysieke bijeenkomst op locatie’ geeft het merendeel van de invullers aan dat dit even goed kan (55 procent). Geïnformeerde Gezinsdrukte en Stadsnomaden waren het het vaakst eens met de stelling. 55% 15% Waardering: prettig of niet? Online enquête 73% 23% 4% Webinar 69% 11% 21% Online bewonersbijeenkomst 65% 16% 20% Online platform 77% 16% 7% prettig neutraal onprettig PARTICIPATIE IS INCLUSIEVER Op basis van het onderzoek is de conclusie dat participatie inclusiever is geworden als deze, in verband met corona, uitsluitend online wordt georganiseerd. Te zien is ien dat er in de afgelopen corona-periode een meer diverse groep inwoners deelneemt aan de uitgelichte participatie-activiteiten. Ook inhoudelijk lijkt de balans positief uit te slaan. Met de stelling ‘ik doe eerder mee aan een participatie-activiteit van mijn gemeente als deze online is dan als deze fysiek op locatie plaatsvindt’, is 52 procent het (zeer) eens en 22 procent het (zeer) oneens, de rest stemt neutraal. 30% Ruimte voor kritische noot (zeer) oneens neutraal (zeer) eens
Pagina 14
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 14 INTERVIEW ARIE TEEUW DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ARIE KIEVIT Raadsleden moeten de ruimte hebben om te kunnen kiezen voor bezuinigingen. ‘Hoe eerder ze moed vatten, des te groter is hun keuzevrijheid’, zegt bezuinigingsadviseur Arie Teeuw. ‘Soms heb je iemand nodig die ze daarbij een handje helpt.’ BEZUINIGINGSSPECIALIST ARIE TEEUW: ‘DE KINDERBOERDERIJ GAAT NOOIT DICHT’ Eigenlijk zou je als gemeente Arie Teeuw niet over de vloer moeten willen hebben. Gezellig is het wel. Een gulle lach, grijze krullenbol en steevast kleurrijk gekleed (overigens, voor de insiders: niet zo zwaar meer, want 40 kilo lichter), maar de gelouterde bezuinigingsadviseur doet wél wat het gemeentebestuur kennelijk niet is gelukt: acceptabele bezuinigingen bedenken. Teeuw: ‘De eerste keer dat bezuinigd moet worden, maakt het college de begroting even technisch dicht, de tweede keer hebben ze een eigen project gedaan en de derde keer hebben ze hulp nodig. Ik zie dat niet als een brevet van onvermogen. Ze kunnen moeilijk anders als je ziet wat het rijk over gemeenten uitstort.’ Bezuinigingsadviseur Arie Teeuw (65) loopt al heel wat jaren mee in gemeenteland. De afgelopen jaren speurde hij voor zo’n veertig gemeenten naar (acceptabele) bezuinigingen. Van klein (Scherpenzeel, komen we nog op, Harlingen), tot groot (Amersfoort, Delft). Sinds de zomer van 2020 is Teeuw concerncontroller bij de Zuid-Hollandse gemeente Krimpenerwaard. Over zijn ervaringen, en om gemeenten op weg te helpen, heeft hij een onderhoudend boek geschreven: Komt een man bij de gemeente. Zelfs een alfa kan het begrijpen. Teeuw: ‘Het boek gaat over moed. Raadsleden en gemeentebestuurders hebben moeite om te kiezen. Dat is terecht, want het gaat om wat ze belangrijk vinden. Je moet ze het comfort en de ruimte geven om te durven kiezen. Hoe eerder ze moed vatten, des te groter is hun keuzevrijheid.’ Raadsleden en wethouders zoeken liever niet op eigen houtje naar ingrijpende bezuinigingen, weet Teeuw. ‘Het is vaak makkelijker om iemand van buiten te laten vertellen wat de pijnlijke keuzes zijn. Je kunt externen de schuld geven, hè? Dat is in het bedrijfsleven niet anders. Als zij moeten saneren, huren ze een bedrijvendokter in.’ Een excuustruus? ‘Daarmee doe je gemeenten tekort. Ze doen hun uiterste best om bezuinigingen te vinden, maar soms lukt het gewoon niet. Colleges zitten vast, ambtenaren zijn gericht op hun eigen projecten en opdrachten. Soms heb je iemand nodig die een handje helpt. En ik weet hoe pijnlijk het is om de subsidie aan de scouting te halveren. Moet je dat willen? Je kunt heel technisch zeggen: dit kan wel wat minder, maar hoe belangrijk is de scouting voor die gemeenschap?’ DUPEREN Moet je op voorzieningen voor kinderen willen bezuinigen? Arie Teeuw schrijft op de achterflap van zijn boek dat je dat maar beter uit je hoofd kunt laten. ‘De kinderboerderij gaat nooit dicht.’ Hij vertelt: ‘Het was 2007, 2008, en ik deed een bezuinigingsoperatie in Waddinxveen. De gemeente vond dat de kinderboerderij zijn eigen geld moest gaan verdienen. De consequentie was dat de kinderboerderij dicht zou gaan. Bij de begrotingsbehandeling diende een raadslid een motie in om de kinderboerderij eenmalig voor één jaar subsidie te geven. Konden ze een jaar langer zoeken naar inkomsten. Voor zover ik weet bestaat ze nog steeds met behoud van subsidie. En dat is zó begrijpelijk. Een politicus gaat niet besluiten om de kinderen van de gemeente te duperen. Zou ik ook niet doen. We hebben toen bedacht om tol te heffen bij de hefbrug over de Gouwe. Vijf euro, en daarvoor mocht je dan een dag gratis parkeren in het centrum. Dat doet niemand, want ze rijden door, maar je verzint van alles om die kinderboerderij open te houden. We hebben dat voorstel ‘Soms moet je kiezen voor meer en niet voor minder’ van die tol overigens niet gepresenteerd aan het college.’ Bezuinigingsadviseur Teeuw weet dus: van de kinderboerderij blijf je af, maar er zijn lokaal meer volstrekt onrendabele doch essentiële gemeentelijke taken. Hij noemt het voorbeeld van het Hannemahuis, het gemeentemuseum in het hartje van Harlingen. Het leukste havenstadje van Noordwest-Europa, in zijn woorden. Hij werd ingehuurd om de gemeente aan bezuinigingen te helpen. ‘Dat schattige museum is je eerste doelwit. Ze gaven drie ton per jaar uit voor drieduizend bezoekers. Op ieder kaartje zit dus 100 euro kosten. Sluiten, denk je. Nee, dat is de essentie van het stoere Harlingen. Liever nog wat geld erbij om tentoonstellingen te kunnen organiseren. Soms moet je kiezen voor meer en niet voor minder. En nu hoor je het Hannemahuis op de radio. Ook in andere gemeenten blijkt telkens weer dat lokaal erfgoed een essentiële taak van de gemeente is. In fusiegemeenten is dat minder, daar is de ziel een beetje verdwenen.’ SCHAALVERGROTING Harlingen is klein (bijna 16.000 inwoners), maar houdt halsstarrig vast aan haar zelfstandigheid. Daar houdt Teeuw van. Schaalvergroting is niet aan hem beINTERVIEW 15 CV ARIE TEEUW (Leiden, 1956) studeerde enkele jaren geschiedenis en voltooide zijn studies aan de Sociale Academie (cultureel werk) en de Radboud Universiteit (rechten). Teeuw was hoofd financiën en directeur middelen van Venray en van Renkum en stadscontroller van Nijmegen. Als adviseur en interimmanager heeft hij voor zo’n zestig gemeenten gewerkt. Ook was hij raadslid voor de PvdA in de gemeente Nuenen. Hij heeft een eigen bedrijf als adviseur/interimmanager. Teeuw is thans concerncontroller bij de gemeente Krimpenerwaard en voorzitter van de rekenkamers van Arnhem en Hoogeveen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 16
INTERVIEW 17 steed. ‘Het monster van de alsmaar doordenderende schaalvergroting zet zijn tanden in gemeenten. Herindelingen zouden tot grote kostenbesparingen leiden. Maar het monster is een liegbeest’, zegt hij. Teeuw heeft het drama rond de voorgenomen fusie van het nog kleinere Scherpenzeel (minder dan 10.000 inwoners) met Barneveld daarom op de voet gevolgd. De provincie Gelderland vond dat ‘één sterke gemeente ervoor kan zorgen dat over pakweg tien jaar de voorzieningen en de gemeentelijke dienstverlening een goede kwaliteit hebben.’ Flauwekul, aldus Teeuw, die ook in Scherpenzeel heeft geadviseerd. ‘Als er één gemeente was die wist wat ze deed, dan was het wel Scherpenzeel.’ Minister Ollongren schrapte de fusie begin deze maand, maar schreef wel: ‘Scherpenzeel blijft kwetsbaar.’ SCHERPENZEEL Arie Teeuw is een hartstochtelijk pleitbezorger van de kleine gemeente. Fusie kan organisch gebeuren, en dan is dat goed, maar is vaak onnodig, en zelfs schadelijk voor het vertrouwen in de politiek, vindt hij. ‘Het principe moet zijn: niet herindelen, tenzij, en niet: wel herindelen, tenzij. De inwoners dreigen te vervreemden van een grote gemeente. Groter is bijna altijd duurder en niet per se beter. Als een kleine gemeente ergens voor staat, dan kunnen ze heel veel. Scherpenzeel is echt één dorp. Mensen zorgen er voor elkaar. Laat ze. Ik weet nog goed, ik kwam er en kreeg te horen dat ze tien thuiszorginstellingen hadden. Tien? Om het oneerbiedig te zeggen: als jij vrijgemaakt gereformeerd buiten verband bent, dan laat je je billen niet wassen door iemand die vrijgemaakt gereformeerd binnen verband is. Dat begrijp ik; dat past binnen die gemeenschap, dus zoeken ze op hun schaal een oplossing die de inwoners recht doet.’ Met Teeuw over de vloer wordt er heel veel gepraat in het gemeentehuis. ‘Ik lees de begroting, praat met Financiën, met de wethouder, met de gemeentesecretaris. En dan houd ik heel veel gesprekken met ambtenaren, soms wel tachtig. De meeste ambtenaren zijn superdeskundig. Ik wil het over de inhoud hebben, pas in de laatste instantie over geld. Daar belast ik een ambtenaar ook niet mee. Ik maak in het begin een rondje langs de wethouders. Tijdens het zoeken naar bezuinigingen heb ik geen gesprekken met wethouders. Ik wacht tot het einde, en dan heb ik ze collectief. Ze houden elkaar dan in evenwicht. De ene wethouder heeft belang bij de scouting, de ander bij waterpolo. Zij moeten er met elkaar uitkomen. Ik zeg bestuurders wel altijd dat ze op iedere kerntaak kunnen bezuinigen door het werk slimmer, soberder of efficiënter te doen.’ Dat is bij gemeenten gemakkelijker gezegd dan gedaan. ‘Weinig ambtelijke organisaties zijn echt doelmatig. Ze vinden het lastig om zich af te vragen waarom ze er zijn en hoe ze zo efficiënt mogelijk kunnen doen wat ze moeten doen. Dat is denk ik de enige reële kritiek die je op gemeenten kunt hebben’, zegt hij. Risicomijdend gedrag ligt daaraan mede ten grondslag. Teeuw: ‘Ambtenaren hebben geleerd om risico’s te mijden. Dat kan vertragend en daardoor kostenverhogend werken. Tegelijk: ze moeten risico’s wel vermijden. Wethouders hebben de schurft aan financiële problemen die zijn veroorzaakt door een ambtenaar die het beter wist. Een ambtenaar moet wel de ruimte en het lef hebben om de wethouder te wijzen op een manier om de wet soepeler en goed koper uit te voeren.’ WEINIG VERSTAND Teeuw kijkt niet alleen als bezuinigingsadviseur naar gemeenten, hij beoordeelt als rekenkamerlid ook de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van hun uitgaven. Teeuw is voorzitter van de rekenkamers van Arnhem en Hoogeveen. Dat is geen pretje, als we emeritus hoogleraar en rekenkamerlid Harrie Verbon mogen geloven. Hij zei eerder dit jaar in Binnenlands Bestuur: ‘Uit ieder reken kameronderzoek blijkt dat de informatie vanuit B&W niet in orde is. Niet volledig, niet tijdig, onjuist, gekleurd. De rekenkamer zegt: zorg ervoor dat informatie deugt. Doe dat op die en die manier. De raad zegt: prima, en vervolgens wordt er niets gedaan.’ Nyenrode-hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer wist in Binnenlands Bestuur ook wel waardoor dat komt: bestuurders hebben te weinig verstand van geld. Het zit anders, denkt Teeuw. ‘Ze wíllen het soms niet snappen. Ze hebben andere belangen en doelen. Geld komt op de tweede plaats. Je kent de wet van Fitzgerald? Elk project heeft twee ‘Rekenkamers hebben relatief veel invloed’ fasen: in de eerste fase is het te vroeg om te zeggen wat een project precies gaat kosten en in de tweede fase is het te laat om er nog wat aan te doen. En een wethouder denkt: voordat die tweede fase aanbreekt, ben ik allang weg.’ Teeuw is niet cynisch geworden van zijn werk bij de rekenkamers. ‘Het rekenkamerwerk is ontzettend leuk; ik begrijp niet waarom Verbon zo bitter is. De auditcommissie vindt het leuk om met ons te sparren. Rekenkamers hebben relatief veel invloed. Als wij een rapport over ondermijning in Arnhem publiceren, dan luistert de politiek. Je moet als rekenkamer natuurlijk wel de inhoud en de presentatie op elkaar afstemmen zodat je boodschap aankomt. Een leuk filmpje, een stadsdichter in de raad, een mooie placemat.’ Rekenkamerlid Verbon zet in Binnenlands Bestuur ook vraagtekens bij de onafhankelijkheid van rekenkamers. Hij zegt: ‘De rekenkamers worden bevolkt door ambtenaren. Hoe kun je volhouden dat de rekenkamer onafhankelijk is?’ Teeuw: ‘Zeist heeft daar iets op bedacht. Zij halen er voor de duur van een onderzoek burgerrekenkamer leden bij. Dat is een prima oplossing. Maar onafhankelijkheid zit natuurlijk in je hoofd, niet in je werkplek.’ Of het nu als rekenkamervoorzitter of bezuinigingsadviseur is, Teeuw is dol op de gemeente. ‘Ze doen onbeschrijfelijk veel goed werk voor mensen. Het is jammer dat hun inwoners dat niet altijd zien of willen zien. En het helpt ook niet als de grootste partij van Nederland de gemeente een soort uitvoeringsorgaan van het rijk vindt. En de ellende die het rijk gemeenten aandoet! Zogenaamd bezuinigen op de jeugdzorg door het geld over te hevelen, maar niet de bevoegdheden. De Wmo overhevelen en vervolgens de spelregels veranderen. Ik vind het beschamend.’ ‘Komt een man bij de gemeente’ is verschenen bij 202publishers in Steenwijkerland. Prijs €22,50. Het boek is ook te bestellen via www.arieteeuw.nl. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 18
18 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA BEELD: SHUTTERSTOCK Het RIVM liet zich bij rapporten over gezondheidsschade door windturbines volgens onderzoeker Joris van Hoof om de tuin leiden door de wind-industrie. Zo werden verwijzingen naar door de windsector zelf beïnvloede rapporten zonder disclaimer overgenomen. Het RIVM wijst de aantijgingen van de hand. BELANGENVERSTRENGELING BLEEF ONVERMELD WINDSECTOR BEÏNVLOEDDE RIVM-RAPPORT BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND 19 Onderzoeker Joris van Hoof van de Universiteit Twente stort zich graag op onderwerpen waarover een gepollariseerd maatschappelijk debat woedt. Eerder onderzocht hij hoe drankproducenten de gevolgen van geregeld drinken in wetenschappelijke onderzoeken probeerden te verdoezelen. Onlangs kwam een volgend heet gemeentelijk hangijzer op zijn pad: de maatschappelijke discussie rond de energietransitie. ‘Als je je in dat onderwerp verdiept’, vertelt hij, ‘kom je al snel uit bij het RIVM. Hun rapporten over de gezondheidseffecten van windenergie worden door veel bestuurders als basis gebruikt.’ Dit betreft Health effects related to wind turbine sound uit 2017 (samen met de GGD Amsterdam geschreven) en Health effects related to wind turbine sound: an update uit 2020. Van Hoof viel de ‘heel positieve toon’ op die daarin over windenergie wordt gebezigd. ’Ik had inmiddels gezien dat een groeiende groep Nederlandse artsen zich ernstig zorgen maakt over de gezondheidsgevolgen van windturbines op land. Ze doen dat onder de naam Windwiki. Daar vond ik bij het RIVM niets van terug.’ Het was reden voor Van Hoof om eens met een kritisch oog naar de rapporten te kijken. ‘Ik stuitte daarbij al snel op een veelgeciteerd artikel over windturbines: ‘Gezondheidseffecten van windturbines: review van de literatuur’ uit 2011. Als je het originele verhaal downloadt, zie je er meteen een zogenaamd ‘conflict of interest’ bij vermeld staan: ‘The authors are actively working in the field of wind turbines.’ Toen ben ik in het RIVMrapport gaan kijken hoe zij met die commerciële belangen omgingen.’ In de alcoholwereld bestaan daar strenge spelregels voor, weet Van Hoof uit eigen ervaring. ‘Het is uitgesloten dat drankproducenten en gezondheidsinstituten met elkaar samenwerken. Dat zijn gescheiden werelden. Daar zijn discussies over ‘conflict of interest’ eerder uitgebreid aan de orde geweest. Ik was verbaasd dat het RIVM daar in hun twee windenergie- rapporten niks mee deed. De door de windindustrie beïnvloede artikelen hebben in de RIVM-rapporten precies dezelfde status als onderzoek door onafhankelijke wetenschappers.’ CONFLICTS OF INTEREST Van Hoof kwam tot twaalf door het RIVM aangehaalde bronnen met een serieuze ‘conflict of interest’, ongeveer 10 procent van het totale aantal door het RIVM aangehaalde wetenschappelijke publicaties. ’Ik heb daarbij slechts naar de zwaarste categorieën conflicten gekeken. Wat me het meest heeft verbaasd, is dat dat ze er in het rapport helemaal niks over melden. Bij één artikel was de samenvatting nagenoeg woordelijk in het RIVM-rapport overgenomen, maar het zinnetje over de sponsoring door de energie-industrie was als enige weggelaten. Dat vind ik dubieus. Waarom is dat gedaan? Daar kiest het RIVM dus kennelijk bewust voor.’ Een andere kwestie vindt Van Hoof zo mogelijk nog kwalijker. Het is gebruikelijk dat concept-rapporten van wetenschappers worden voorgelegd aan zogenaamde reviewers. Zij gaan er dan nog eens kritisch doorheen en geven suggesties voor aanpassingen, zo ook bij het eerste rapport dat het RIVM (mede) publiceerde. ‘Een van de twee reviewers, ontdekte ik, was op dat moment voor de energie-industrie werkzaam. Van de andere reviewer kon ik dat niet met zekerheid vaststellen, maar het is wel zeker dat zij voor de industrie had gewerkt en er wellicht nog steeds banden mee onderhield. Dat vind ik echt onbegrijpelijk. En onverantwoord. Ik heb het RIVM gevraagd of ik de feedback van die twee reviewers mocht zien, maar dat wilden ze niet. Ik raad iedereen aan om dat eens te gaan Wobben.’ Van Hoof vindt de gang van zaken bizar. ‘Stel ik doe als overheid wetenschappelijk onderzoek naar alcoholmarketing en geef het conceptrapport eerst aan Heineken en Bacardi voor inhoudelijke feedback. Dat kan niet. In hun hoofdstuk over de gehanteerde methodiek geeft het RIVM bovendien niks prijs over de precieze opdracht die ze hebben gegeven aan die reviewers. Wat die twee aan feedback hebben gegeven en wat daarmee vervolgens door het RIVM is gedaan – het is één grote blackbox.’ Het RIVM heeft bij de twee rapporten grote steken laten vallen, vindt hij, maar het werkelijke probleem is volgens hem breder: de grote invloed van de windindustrie op het maatschappelijk debat. ‘Ze hebben zich overal naar binnen gewerkt.’ IMPACT ‘Steeds meer artsen waarschuwen, op persoonlijke titel, voor de effecten van die enorme molens op de gezondheid’, aldus Van Hoof. Hij vergelijkt het met de discussie over roken en longkanker. ‘Begin twintigste eeuw werd daar door artsen voor het eerst een verband tussen gelegd. Het is de tabaksindustrie vervolgens veertig jaar gelukt om die relatie te verdoezelen. Het lag eerst zogenaamd aan de REVIEWERS MET (VOORHEEN) DUBIEUZE BANDEN Wie zijn de reviewers van het rapport van de GGD Amsterdam en het RIVM uit 2017? Geoff Leventhall is sinds 1993 consultant op het gebied van ruis, trillingen en akoestiek en werkt internationaal op het gebied van geluidsproblemen. Dr. Leventhall (niet professor, zoals in het RIVM-rapport staat) is een man van uitgesproken meningen. ‘Er is geen bewijs voor wat de critici van windenergie zeggen. Het is allemaal verzonnen, vergezocht en ze proberen iets te vinden om tegen te zijn. Het is propaganda en het is zeer, zeer effectief’, zei hij in 2013 tijdens een hoorzitting van de Vermount Senate committee. In 2017 publiceerde Leventhall gelijktijdig met het review-werk voor het RIVM een artikel met de oprichter van Hessler Associates, een consultancybureau dat werd opgericht om advies te geven aan de energie-industrie. Kerstin Persson Waye is sinds 2009 hoogleraar (professor) aan de Universiteit van Gotenburg in Zweden, bij de School of Public Health and Community Medicine. Haar expertise is Environmental Medicine, met een focus op geluid. Ze heeft een stevig track record qua aantal wetenschappelijke publicaties en onderzoeksprojecten. Tot 2008 heeft ze enkele onderzoeken gedaan die gefinancierd waren door de Swedish Energy Agency, waaronder twee studies uit 2007 die in het RIVM-rapport staan. Vanaf 2008 is er geen door de branche betaald onderzoek bekend. Persson Waye heeft geen afstand gedaan van de artikelen die door de branche zijn gefinancierd en verwijst er nog steeds naar. ONAFHANKELIJKHEID GEBAAT BIJ MELDING CONFLICTS OF INTEREST’ De onafhankelijkheid van onderzoeksrapporten wordt vergroot als er een overzicht van mogelijke ‘conflicts of interest’ aan wordt toegevoegd. Dat stelt Marieke Fransen, hoogleraar communicatiewetenschap aan de Radboud Universiteit. Ze wil niet specifiek op de onderbouwing van de twee RIVM-rapporten ingaan, maar kan wel de gebruikelijke gang van zaken bij wetenschappelijke reviews beschrijven. ‘Daarin geef je voor alle in het rapport of artikel opgenomen studies aan of er een risico op bias, vertekening van de werkelijkheid, is. Bijvoorbeeld door aan te geven of de onderzoekers wisten in welke hoedanigheid de auteurs de onderliggende studies schreven en of er ook data uit zijn verwijderd. Op die manier heeft de lezer meer inzicht in de kwaliteit van de gerapporteerde onderzoeken en dus ook in de kwaliteit van de conclusies.’
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 20 ACHTERGROND RUIMTE luchtverontreiniging als gevolg van de Industriële Revolutie. Toen aan de gebruikte gifgassen in de Eerste Wereldoorlog. Toen kwam de grieppandemie uit 1918 in beeld als oorzaak van kanker. En daarna lag het aan het toenemende gebruik van asfalt. Let wel: dat is door de lobby van de tabaksindustrie allemaal bewust zo gedaan.’ Van Hoof heeft het RIVM zijn bevindingen voorgehouden. ‘Hun reactie was: we hebben de artikelen geselecteerd op inhoud en niet op mogelijke belangenverstrengeling. Maar waaróm ze die verstrengeling in hun rapporten niet meldden, hebben ze mij niet aangegeven.’ Iets soortgelijks kreeg hij te horen over de reviewers. Namelijk, dat de twee waren geselecteerd op basis van hun expertise in het vakgebied. ‘Als ik onderzoeksleider was geweest in een onafhankelijk onderzoek, zou het naar mijn opvatting onbestaanbaar zijn om reviewers te vragen die de schijn van partijdigheid oproepen of die zelfs aantoonbare belangen hebben.’ Van Hoof vindt dat er, in navolging van onder meer de drank- en tabaksindustrie, ook kritisch gekeken moet worden naar spelregels om de invloed van de windsector te beperken. ‘Het is een nieuw domein, die industrie bestaat in Nederland misschien tien jaar. Wat is haar reikwijdte? De tabakslobby mag bijna niks, niet eens een Kamerlid opbellen. En er zijn ook regels voor hun reclame-uitingen. Die discussie moeten we rond windenenergie ook gaan voeren. Is het wel gewenst dat die sector maar overal aan tafel zit?’ En decentrale bestuurders die nu voor de plaatsing van windmolens staan, waar moeten die zich op baseren? Kunnen de RIVM-rapporten de prullenmand in? Van Hoof: ‘Er moet allereerst openheid komen over wat die reviewers precies hebben gezegd en wat het RIVM met hun bevindingen heeft gedaan. En verder moeten REACTIE RIVM: GEEN SPRAKE VAN BEÏNVLOEDING Het artikel schetst het beeld dat het RIVM literatuHinuronderzoek beïnvloed zou zijn door de windindustrie. Wij kunnen ons niet vinden in deze conclusie. Opdrachtgever van beide literatuuronderzoeken (2017, 2010) was de Zwitserse overheid. Zij hebben de aanpak, selectie van studies of conclusies niet beïnvloed. In het artikel komen verschillende niveaus van conflict of interest (COI) aan bod: COI bij geselecteerde artikelen en het betrekken van beoordelaars (2017). RIVM volgde bij de uitvoering van het onderzoek standaard internationale protocollen, die de wetenschappelijke kwaliteit waarborgen. Daartoe behoort ook dat a priori geen artikelen worden uitgesloten die een COI rapporteren of die (mede)gefinancierd worden vanuit het bedrijfsleven. Volgens Dr. van Hoof zijn er twaalf publicaties opgenomen met expliciete of impliciete belangenverstrengeling. Zes hiervan werden gefinancierd door de overheid, twee door overheid en de private sector. Vier artikelen noemen COI expliciet in verband met banden met de sector. HINDER De in het artikel gewekte suggestie dat dat financiering door de overheid, een marktpartij of de branche zou leiden tot voor de sector gunstige resultaten, delen wij niet. Dit blijkt evenmin uit de analyse. Tien artikelen vinden dat een toename van WT-geluid samenhangt met een toename in hinder, slaapverstoring, hoorbaarheid, negatieve attitude of perceptie. Op grond van alle geselecteerde artikelen concludeerden we dat er een significant verband is tussen WT-geluid en hinder en wisselend bewijs met slaapverstoring, mogelijk samenhangend met lange termijn gezondheidseffecten. Van de twee beoordelaars van het eerste rapport wordt gesuggereerd dat zij verborgen belangen zouden hebben. Beiden zijn gevraagd op grond van hun wetenschappelijke expertise en toonaangevende publicaties in het veld. Professor Leventhall is een zeer vooraanstaand adviseur die werkt voor alle partijen en sluit de windsector hierbij niet uit. Professor Persson Waye is expert op het gebied van omgevingsgeluid, waaronder van windturbines. Haar onderzoek werd gefinancierd door het Zweedse Energie Agentschap, eigendom van de overheid. De beoordelaars hebben commentaar gegeven op feitelijke onjuistheden, leesbaarheid, onvolledigheden en onduidelijkheden en geen invloed gehad op de conclusies in het rapport . NADER ONDERZOEK RIVM concludeert dat er nog geen volstrekte duidelijkheid is over sommige gezondheidseffecten van het wonen in de buurt van een windturbine. Dit kan betekenen dat er geen relatie is, er nog onvoldoende onderzoek gedaan is, het onderzoek van lage kwaliteit is, of dat er tegenstrijdige resultaten zijn. Het RIVM adviseert om die reden nader onderzoek te doen. regionale bestuurders zich realiseren dat in steeds meer ons omringende landen wetgeving van kracht wordt dat windturbines niet mogen worden geplaatst binnen een ADVERTENTIE omtrek van tien keer de hoogte van de windmolen. Dat zijn ook de adviezen van onafhankelijke buitenlandse en Nederlandse experts. ’ BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 43 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 21 Als een Haagse ambtenaar met een tijdelijke IN DE CLINCH aanstelling solliciteert op een vacature, maakt het college enkele procedurele fouten. Die moet het herstellen door de sollicitant gedurende zes maanden te wijzen op interne vacatures. Is die periode niet te kort? INTERNE SOLLICITANT KREEG GEEN VOORRANG Omdat zijn stage en zijn tijdelijke aanstelling (een half jaar) bij de gemeente Den Haag goed zijn bevallen, besluit Frans Heldering* te solliciteren op dezelfde functie die net vacant is – weer een tijdelijke maar nu voor een jaar. Hij wordt echter afgewezen. Daartegen gaat hij in bezwaar en nadien in beroep bij de rechtbank Den Haag. Die constateert dat het afwijzingsbesluit in strijd is met de vereiste zorgvuldigheid en de motiveringsplicht. De sollicitatieprocedure is niet correct verlopen: eerst had die van Heldering moeten worden afgerond voordat de vacature extern voor trainees mocht worden opengesteld. Het college had als goed werkgever extra zorgvuldig met de sollicitatieprocedure van Heldering moeten omgaan, nu hij al tijdelijk in die functie was aangesteld en een voldoende ontwikkeling doormaakte. Ook had het Haagse college de afwijzing van Heldering meer inhoudelijk moeten motiveren. Er lag een advies van de Algemene bezwarencommissie personeelsbesluiten en daar is te lichtvaardig vanaf geweken. Na deze terechtwijzing zegt het college Heldering toe dat het gedurende zes maanden in de gaten zal houden of er een vacature voor die functie vrijkomt, en hem daarop zal wijzen. Voor de beoordeling van de geschiktheid van alle kandidaten zal een onafhankelijk assessment worden afgenomen. Bij de rechtbank verklaarde het college ook dat Heldering bij een sollicitatie wordt uitgenodigd voor een gesprek. Een probleem is dat de functie inmiddels is vervallen Heldering vindt dat alles te mager en gaat hiertegen in beroep. Die periode van zes maanden: veel te kort. En dat het college Heldering wijst op vacatures: die kan Heldering zelf ook wel vinden. De gespreksgarantie en een assessment? Dat is wel toegezegd maar in het nieuwe collegebesluit komt dat niet meer terug. Kortom: er zijn volop motiveringsgebreken. Maar omdat er in die zes maanden geen vacatures zijn geweest, is Heldering door deze gebreken niet in zijn belangen geschaad, oordeelt de rechtbank. Bij de Centrale Raad van Beroep betoogt ADVERTENTIE Heldering dat het college hem alsnog en met voorrang in aanmerking moet brengen voor een volgende vacature. Dat de zoekperiode van zes maanden te kort is, gaat er bij de Raad niet in. De rechtbank heeft niet immers bepaald hoe lang die inspanningsverplichting moet duren. Ook is er geen geschreven of ongeschreven rechtsregel die het college verplicht tot een bepaalde duur van de inspanningsverplichting. De Raad vindt dat het college in redelijkheid mocht uitgaan van de duur van de tijdelijke aanstelling van Heldering (zes maanden) en de eerdere stageperiode buiten beschouwing mocht laten. Een probleem is verder dat de functie inmiddels is vervallen. Het college had hem op vacatures voor een vervangende functie moeten wijzen, vindt Heldering. Nee hoor, stelt de Raad: die andere functie bevat coachende aspecten waarvoor meer vaardigheden zijn vereist. En waarom heeft de rechtbank geen gevolgen verbonden aan de constatering dat het college de aan Heldering gegeven gespreksgarantie en de garantie dat zijn geschiktheid door middel van een assessment zou worden bepaald, niet in het besluit heeft opgenomen? Hier zegt de Raad hetzelfde (uitspraak 1 oktober 2021) als de rechtbank: door dergelijke motiveringsgebreken is Heldering niet in zijn belangen geschaad nu er in de periode van zes maanden geen vacatures voor die functie waren. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:2421
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 22 ESSAY GRONDBELEID FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. VAN DE ERFPACHT ESSAY HET AFSTOFFEN Er zouden in ons land zo’n miljoen huizen bij moeten komen. Tegelijkertijd is er onzekerheid over de bevolkingsontwikkeling en er is het vraagstuk van de kwalitatieve woningbehoefte: eengezins- of meergezinswoningen, groter of kleiner? Binnenstedelijk bouwen kan beperkt en de bodemkwaliteit levert in. Dat betekent nadenken over bouwen in uitleggebieden. En daarmee staat volgens Johan de Kruijff grondpolitiek en -gebruik weer op de agenda. Grondgebruik voor de gebouwde omgeving in klassieke zin betekent voor de lange termijn bouwen en dus ook voor de lange termijn beslag op grond. Uit CBS-cijfers over 2020 valt op te maken dat er nog circa 3,5 miljoen (45 procent) woningen zijn die zijn gebouwd in de periode tussen 1905 en 1975. Die woningen staan er dus al zeker 50 jaar en de laatste 10 jaar is dat aantal met ongeveer 1 procent afgenomen. Het daaruit voortvloeiende ruimtebeslag is een gegeven. Mocht herontwikkeling of functieverandering van die woningvoorraad nodig zijn, vanwege structurele leegstand of niet meer passend aanbod, dan blijkt dat herontwikkeling of functieverandering moeilijk tot stand komt. Daarbij spelen emotionele redenen – mensen zijn gebonden aan hun vertrouwde buurt – maar ook zakelijke redenen rondom eigendomsverhoudingen en de waarde van de onderliggende grond een rol. Met de opkomst van nieuwe – meer flexibele – bouwtechnieken lijkt het dat opbouwen, weer afbreken en elders weer opbouwen van woningen makkelijker en minder milieubelastend kan zijn. Dat veronderstelt wel dat er geen economische motieven overblijven om woningen leeg te laten staan. En daar zit met het huidige denken over grondpolitiek nu juist een knelpunt. De eigenaar van de grond verliest geld wanneer bij functieverandering van een woonwijk de grond weer een natuuur- of waterbergingsfunctie of een agrarische bestemming krijgt. Immers, grond bestemd voor bebouwing is meer waard dan grond voor andere doeleinden. Omdat er veel onzekerheid is over de kansen en risico’s bij woningbouw in nieuwe uitbreidingsgebieden, is herbezinning op grondpolitiek en de gevolgen van functieverandering van grond wenselijk. Centrale vraag daarbij is wat te doen om het extra ruimtebeslag voor de komende 10 jaar op de lange termijn (50+ jaar, of korter indien nodig) makkelijker van functie te laten veranderen zonder al te hoge kosten? Het ruimtebeslag van de huidige gebouwde omgeving blijft buiten beschouwing omdat het moeilijk is om eenmaal gevestigde rechtsverhoudingen te veranderen. De waarde van grond is afhankelijk van het soort gebruik en de evenutele investeringen in de grond. Voor grond die nog niet eerder bebouwd was, betekent dit de kostprijs voor aankoop van landbouwgrond, verhoogd met de kosten voor het bouwrijp maken. Vervolgens ontstaat winst bij een hogere verkoopprijs dan de kostprijs. Hoe dat technisch precies werkt is voor deze bijdrage minder relevant. Bij grond die al bebouwd was ontstaat overigens vaak verlies vanwege sloop- en saneringskosten. Na de verkooptransactie ontstaat in gewilde gebieden nog verdere papieren (ongerealiseerde) waardestijging door de wetten van vraag en aanbod. Deze waardeverandering raakt zowel eigenaren van koopwoningen als eigenaren van huurwoningen. Die laatsten zullen, vaak na verloop van tijd (circa 15 tot 20 jaar), woningen doorverkopen aan bewoners die vervolgens de risico’s van onderhoud en waardeveranderingen gaan dragen. Juist na die periode van 15 tot 20 jaar gaan risico’s als gevolg van veranderende woningbehoefte optreden. Verlies nemen is voor eigenaren geen aantrekkelijke optie en bemoeilijkt vervolgens het realiseren van herontwikkeling of functieverandering. Voorbeelden daarvan zijn te vinden in nu al bestaande krimpregio’s. PASSIEF GRONDBELEID Het huidige grondbeleid van gemeenten is veelal passief en faciliterend, mede als gevolg van de bovenmatige winstverwachtingen rondom grondexploitatie die, na de financiële crisis van 2008, niet meer reëel waren. Gevolg van dat passieve beleid is dat er alle ruimte is voor de markt om strategische grondposities op te kopen en zo een sterke onderhandelingspositie richting gemeente te verkrijgen. Niet alleen de gemeente merkt dat, maar ook potentiële kopers zijn daarmee afhankelijk van die ESSAY 23 ‘ Kopers betalen hoge prijzen voor grond en bebouwing’ marktpartijen en betalen hoge prijzen voor grond en bebouwing. Op de korte termijn lijkt er allemaal niet veel aan de hand: in de neo-liberale filosofie doet de markt gewoon zijn werk. Maar is dat wel zo? Als er zoveel onzekerheid is over de toekomstige behoefte aan woningen en bedrijfsruimten (denk aan decentrale winkelgebieden met veel leegstand), is er dan uiteindelijk geen sprake van private korte termijn winsten en vervolgens maatschappelijke lasten op lange termijn om eigenaren uit te kopen, te herontwikkelen en eventueel grond terug te geven aan de natuur? In theorie hebben gemeenten via de Wet voorkeursrecht gemeenten de mogelijkheid om het eerste recht van koop voor een bepaald gebied vast te leggen. Dit instrument zorgt ervoor dat de gemeente die dit wil actief kan sturen op de ontwikkeling van de gebouwde omgeving in plaats van alles aan de markt over te laten. In de discussies over de uitkoop van boeren, om redenen van milieubescherming of om doelstellingen voor woningbouw te realiseren, kan het voorkeursrecht van gemeenten een belangrijke rol spelen. Wanneer gemeenten via de Wet voorkeursrecht zelf weer een actieve rol in het grondbeleid gaan nemen, zijn ook andere keuzes rondom de invulling van het areaal mogelijk. Dat kan het bereiken van maatschappelijke doelen vergemakkelijken. Alleen actief grondbeleid in combinatie met verkoop van grond is eigenlijk meer van hetzelfde. Het lost de problemen die kunnen ontstaan bij eventuele toekomstige functieveranderingen niet op omdat de waardeontwikkeling van de grond maar ook de versnippering van eigendom van de grond in stand blijft. SPECULATIE Daarom zou ik een lans willen breken voor het aloude instrument erfpacht. Als de grond in handen is van de samenleving, dan is het uiteindelijk makkelijker om toekomstige functieverandering te realiseren omdat de ongerealiseerde waardestijging van de grond geen rol meer speelt bij de besluitvorming. De gemeente waardeert bezittingen en ook grond volgens de huidige boekhoudregels op basis van de oorspronBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 24
Kom het verschil maken bij BMC! BMC is op zoek naar nieuwe, betrokken collega’s die impact willen maken. Collega’s die willen bijdragen aan het oplossen van vraagstukken binnen de complexe context van de publieke sector. Oplossingen die ertoe doen voor inwoners, leerlingen en cliënten. Al 35 jaar zetten wij onze expertise en innovatiekracht in voor een maximaal maatschappelijke resultaat. Ons doel: van toegevoegde waarde zijn, in ideeën en uitvoeringskracht. Doe jij met ons mee? Meer weten of zelf aan de slag met een opdracht waarmee jij écht impact maakt? Kijk dan op www.bmc.nl/vacatures-loopbaan Partners in verbetering Een woning voor Bart Omdat zijn hart bij zijn eigen buurt ligt We willen graag dat Bart in zijn eigen buurt kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Bart, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Diemen of Eindhoven? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt ESSAY 25 JOHAN DE KRUIJF UNIVERSITAIR DOCENT BESTUURSKUNDE RADBOUD UNIVERSITEIT/VOOR RAAD & BESTUUR. treffende grondexploitatie biedt de mogelijkheid om eeuwigdurend de erfpacht af te kopen. In materiële zin is afkoop vergelijkbaar met het kopen van de grond. In eerste instantie vonden grondtransacties plaats met afkoop van de erfpacht. De laatste paar jaren is een verschuiving te zien: nieuwe gronduitgifte gaat zonder afkoop maar via de jaarlijkse canon. Met andere woorden: een verschuiving van privaat waarderisico naar maatschappelijk kostendekkingsrisico, mogelijk ingegeven door de wens van de betrokken marktpartijen om wat voorzichtiger te zijn met de beschikbare liquiditeiten. kelijke kostprijs of lagere marktwaarde. Dat betekent dat bij waardestijging van bezittingen geen winst maar een zogenaamde stille reserve ontstaat. Pas bij daadwerkelijke verkoop ontstaat een boekwinst of eventueel -verlies en komt er geld op de bankrekening. Onder commerciële boekhoudregels – bijvoorbeeld zichtbaar bij woningcorporaties – geldt juist dat de waardering van vastgoed en grond tegen marktwaarde plaatsvindt. Dat betekent dat de waarde inclusief de stille reserve in de boeken staat, een papieren winst ontstaat en dat terwijl er geen euro op de bankrekening is toegevoegd. Deze papieren winst heeft wel gevolgen voor de beeldvorming over de rijkdom van vastgoedeigenaren. De commeriële private partij speculeert juist op die papieren waardestijging: het is vaak een belangrijk onderdeel van het verdienmodel. Bij woningcorporaties versluiert het juist het zicht op de resultaten uit de exploitatie van huurwoningen. Een erfpachtconstructie draagt bij aan het tegengaan van grondspeculatie en heeft voor de gebruiker van de grond als voordeel dat er geen financiering voor aankoop van grond nodig is. Daar staat een jaarlijkse kostendekkende vergoeding tegenover, die ook invloed kan hebben op de leencapaciteit voor een hypotheek. Bij overdracht van het vastgoed speelt onder erfpacht de waarde van de grond geen rol meer: de prijs van de grond ligt vast via de erfpachtconstructie en dat voorkomt dat de koper een waarderisico gaat lopen op de ondergrond van de woning of het bedrijfspand. Omdat de gemeente als eigenaar de grond tegen historische kosten in de boeken heeft staan, is er daar ook geen waarderisico. Het kan toeval zijn, maar in een grondexploitatie die ik al een aantal jaren volg en waar erfpacht van toepassing is, is een opvallende ontwikkeling te zien. De desbeTINY HOUSES In de beweging uit de casus zit in meer algemene zin ook een kans. De onzekerheid over toekomstige ontwikkelingen in de gebouwde omgeving maakt dat partijen wellicht meer dan voorheen moeten nadenken over de levensduur van gebouwde objecten. Voor kantoren en bedrijfsgebouwen komt dat tot uitdrukking in de verkorting van afschrijvingstermijnen. Voor woningen kan dat op een andere manier. Waarom zou bij concepten als tiny houses, herbruikbare gebouwen of tijdelijke benutting van ruimte, een risico op waardeverlies op de onderliggende grond nodig zijn? Biedt een vaste, redelijke vergoedig gedurende de gebruiksduur dan niet meer zekerheid voor de eindgebruiker? En levert dat voor de samenleving een voordeel op dat wanneer functieverandering nodig blijkt te zijn, dat met minder ingewikkelde opkoopprocedures en tegen redelijke kosten kan plaatsvinden? Een neveneffect van deze denkrichting is dat met name verhuurders van flexibele woonconcepten meer kapitaal beschikbaar houden voor investeringen en zo een grotere bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van tekorten op de woningmarkt. Vanuit het perspectief van de gemeente zorgt een erfpachtstelsel voor de nu nog te ontwikkelen grondposities voor stabiele kasstromen via de jaarlijkse canon. De eenmalige jubelmiljoenen die nu bij de verkoop van grond op basis van de – nauwelijks aan de gemeenteraad uitlegbare – commerciële winstnemingsregels van de Commissie BBV ontstaan, komen te vervallen. Dat verstoort weliswaar op korte termijn het verdienmodel van sommige gemeenten. Maar is dat erg als tegelijkertijd eigenlijk een spaarpot nodig is om de kosten van een toekomstige functieverandering te kunnen afdekken? Zou er een gemeenteraad zijn die bij de huidige gemeentelijke gronduitgiftes een spaarpot voor over 30 jaar noodzakelijke kosten rondom functieveandering van grond ‘ De eenmalige jubelmiljoenen komen te vervallen’ aanhoudt? Vanuit het perspectief van eerlijk verdelen van de lasten over verschillende generaties zou dat tenminste een debat waard zijn. ANDERE BESTEMMING Woningbouw betekent traditioneel ruimtebeslag voor de lange termijn. De vraag is of de huidige bouwopgave ook op lange termijn daadwerkelijk nodig is voor de dan bestaande woningbehoefte. Met de huidige grondpolitiek van gemeenten en de waardeveranderingen van grond door functieverandering is het moeilijk om eenmaal voor de bebouwde omgeving gebruikte grond weer een andere bestemming te geven. Erfpacht kan een instrument zijn om het vraagstuk van waardeverandering van grond te omzeilen. Zouden we gegeven de onzekerheden over het lange termijn grondgebruik in Nederland een debat moeten voeren over het gemeentelijke grondbeleid? Kan actief grondbeleid met erfpacht een rol spelen om private lusten en publieke lasten anders te verdelen en zo het grondgebruik te verduurzamen? *Met dank aan L. Carton (Universitair docent Planologie Radboud Universiteit) voor haar reflectie op de hoofdlijnen van dit essay. BIININ ENL NDS ES UUT UTUUR - WEEK 43 | 2021 BINNEN A DSBESTUUR WEEK43 BINNENL NDS B 43 | 02
Pagina 26
26 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO: SHUTTERSTOCK Overheden hebben niet altijd door hoe digitaal kwetsbaar ze zijn. En ze vinden het tijdens een crisis moeilijk de situatie in te schatten. Oefenen met red teaming helpt, een simulatie die teruggrijpt naar de Koude Oorlog. ONMACHT EN ONGEMAK TIJDENS EEN DIGITALE CRISIS ROOD TEAM TEGEN CYBERCRIMINEEL Een waterschap belt in paniek op. Er loopt een tunnel onder water, maar de controlesystemen laten niets zien. Ze bellen een ander waterschap om te vragen hoe het daar is, maar die hebben nergens last van. Is er sprake van een cyberaanval? Er blijkt een kwetsbaarheid in Microsoft Office te zitten die door kwaadwillenden is misbruikt om medewerkers een gecompromitteerd document te sturen. Zo kregen de hackers toegang tot meerdere gemalen. De klok tikt en beslissingen moeten worden genomen. Wat te doen? De deskundigen buigen zich over de penibele situatie van dit fictieve waterschap. Om hen heen, in het midden van de Jaarbeurs in Utrecht, zitten zeshonderd mensen die soms moeten meebeslissen. Af en toe loopt de spelleider met een microfoon het publiek in. Er is een chat waar mensen ideeën kunnen spuien – soms behoorlijk kritisch. Het is 2019, het eerste jaar dat de overheidsbrede cyberoefening plaatsvindt en de eerste keer dat zo veel overheidspartijen op deze manier met elkaar oefenen. ‘Het eerste jaar maakte heel veel los’, vertelt projectmanager Margot van der Linden van ICTU, dat jaarlijks namens het BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND 27 ‘ Er komt veel op je af, dus waar ga je je op richten?’ den zoals de gemeente Hof van Twente.’ Zoek nou eens uit waar bij medeoverheden behoefte aan is, vroeg BZK eind 2018 aan ICTU. Het bleek dat de bewustwording begon te komen – inmiddels wisten de meesten wel dat openbare wifi niet veilig is en dat sterke wachtwoorden belangrijk zijn (alhoewel ernaar handelen een ander verhaal is). Maar medeoverheden hadden moeite het college te bereiken en er was onzekerheid over wat te doen als het misministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) de overheidsbrede cyberoefening organiseert. ‘De slogan was: wat zou jij doen? Telkens kreeg het publiek die vraag voorgelegd en dan moesten ze kiezen uit verschillende mogelijkheden.’ Komende maandag vindt de derde editie plaats. Sinds de vorige oefening is alleen maar duidelijker geworden dat overheden kwetsbaar zijn. Neem bijvoorbeeld de ingrijpende hack van Hof van Twente en de kwetsbaarheid van de controlsystemen van overheden, waar Binnenlands Bestuur en AG Connect onderzoek naar deden. Met deze SCADA-systemen besturen overheden bijvoorbeeld verkeerslichten, rioleringen en sluizen, dus zo’n scenario dat een tunnel onder water loopt is zeer relevant. Alle reden om te oefenen. Wat zou de organisatie in petto hebben? VERRASSING ‘Ik kan er niet al te veel over vertellen, want het moet wel een verrassing blijven voor de deelnemers’, vertelt Van der Linden. Er zijn 1.240 aanmeldingen, waarvan een groot deel van gemeenten komt, en dat aantal blijft toenemen. ‘Ook dit jaar proberen we het zo realistisch mogelijk te doen. We hebben een scenario laten ontwikkelen waarin een fictieve overheidsorganisatie wordt getroffen door ransomware en dit jaar ligt de nadruk op business continuity. Er komt veel op je af, dus waar ga je je op richten? Natuurlijk hebben we gekeken naar praktijkvoorbeelgaat. Een oefening zou een manier zijn om een complex onderwerp onder de aandacht van het bestuur te brengen. En oefenen is de beste manier om de onmacht en het ongemak van een crisissituatie te ervaren. Gemeenten die alvast zelf aan de slag willen, kunnen beginnen met red teaming, een simulatie van een realistische digitale aanval. In aanloop naar de cyberoefening publiceerden de partijen achter de oefening een whitepaper hierover. Het is een oefening waarbij het rode team uit de titel de organisatie aanvalt, aan de hand van aanvalscenario’s gebaseerd op actuele dreigingsinformatie. Het blauwe team verdedigt, het witte team coördineert. ‘De term red team vindt zijn oorsprong in de Koude Oorlog’, legt de whitepaper uit. ‘In oorlogssimulaties van het Amerikaanse leger was het red team de groep die de agressor speelde en het blue team de groep die de verdediging op zich nam. De agressor probeerde daarbij buiten de bestaande paden te treden om de verdediging te verrassen.’ Mooi detail: ‘De kleur rood zou zijn gekozen omdat dat de kleur van de vlag van de Sovjet-Unie was. Ook de Sovjet-Unie hield overigens dergelijke oefeningen, waarbij de kleur van de agressor blauw was en de verdediger rood.’ KILL CHAIN Een red-team-oefening is diepgaander dan bijvoorbeeld een penetratietest, want de oefening is organisatiebreed en behalve de techniek worden ook de beveiligingsprocedures, het gedrag van het personeel, de reactie op de aanval en de herstelfase onder de loep genomen. ‘De opdracht voor het red team kan hierbij bijvoorbeeld zijn om toegang tot de kroonjuwelen van een organisatie te krijgen.’ Eén zwakheid kan tijdens de oefening voldoende zijn, net zoals het voor een hacker voldoende kan zijn om van daaruit verder te werken. Het rode team gebruikt de stappen die een aanvaller ook zou nemen – de zogeheten kill chain. De eerste fase: verkenning, ontwikkeling, hacken en social engineering (mensen manipuleren om infor matie prijs te geven). De tweede fase: binnen het netwerk bewegen. De derde fase: met ransomware de aanval uitvoeren en bedrijfsgeheimen versleutelen. ‘Volgend jaar willen wij in onze regio met red teaming oefenen’, zegt burgemeester Kees van Rooij van Meierijstad. ‘Ik heb begrepen dat het een heel waardevolle oefening is.’ Van Rooij is een van de momenteel zeventien cyberburgemeesters in het land die het digitale overheidsbeleid proberen aan te scherpen. Ze pleiten bijvoorbeeld voor één bewindspersoon en één beleidsdepartement die de landelijke regie voeren op dit gebied. Een van de andere cyber burgemeesters, Iris Meerts van Wijk bij Duurstede, benadrukte de problematiek in een webinar in aanloop naar de overheidsbrede oefening: het is moeilijk voor een kleine gemeente om een expert te worden op dit gebied, overheidscommunicatie komt altijd te laat en een coördinerende rol van het rijk is onontbeerlijk. UITDAGING Van Rooij onderschrijft wat Meerts zegt. ‘Voor elke gemeente is het een uitdaging om het eigen huis op orde te hebben, om geëquipeerd te zijn en de gevolgen te bestrijden. Met het vele thuiswerken is het nog belangrijker om te zorgen voor digitale veiligheid. Daarom pleiten we voor structurele financiering. De zwakste schakel bepaalt de sterkte van de keten.’ Oefenen dan maar. Van Rooij was bij de vorige editie van de overheidsbrede cyberoefening in 2019 en zal ook maandag die van dit jaar volgen. ‘Ik verwacht te horen wat de nieuwe ontwikkelingen zijn, de nieuwe trends. En wat de ervaringen van een aantal sprekers zijn. Als burgemeester kijk ik er dan naar wat men in het eerste uur doet. Ik zie vaak, bijvoorbeeld tijdens oefeningen, dat het een tijd duurt voordat men onderkent dat het een cyberaanval is. Storingen en spam zijn er continu, dus hoe herken je dat het om een cyberaanval gaat? Bij elke oefening haal je zo weer allerlei leerpunten op. Wat mij betreft kan er bij dit onderwerp niet voldoende worden geoefend.’
Pagina 28
28 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR YOLANDA DE KOSTER Er wordt hard gewerkt aan de hervormingsagenda jeugd die moet leiden tot een kwalitatief goed en financieel houdbaar jeugdstelsel. Een aantal adviesrapporten wordt daarbij als ‘onderlegger’ gebruikt. Binnenlands Bestuur trok rode draden uit die adviezen en legde ze voor aan drie wetenschappers. WETENSCHAPPERS OVER TOEKOMST RODE DRADEN VOOR DE JEUGDZORG Even het geheugen opfrissen. Eind december vorig jaar kwam AEF met het lang verwachte onafhankelijk onderzoek naar de financiële tekorten in de jeugdzorg. Daaruit bleek dat gemeenten in 2019 1,6 tot 1,8 miljard euro meer hadden uitgegeven aan jeugdzorg dan ze daarvoor van het rijk kregen. Overleg over extra geld tussen rijk en gemeenten liep spaak, waarop de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) arbitrage inriep om een einde te maken aan het langslepende conflict. Deze ‘commissie van wijzen’ kwam in juni met haar uitspraak. Tot zeker 2028 moet er extra rijksbudget naar gemeenten voor de jeugdzorg, te beginnen met 1,6 miljard voor 2022. Daarnaast moeten rijk en gemeenten uiterlijk 1 januari met een ontwikkelagenda komen. Die is inmiddels door beide partijen omgedoopt tot hervormingsagenda, waar naast gemeenten en rijk ook aanbieders, professionals en cliëntorganisaties aan werken. Zoals de planning er nu uitziet, verschijnt die hervormingsagenda eind januari. Een nieuw kabinet stelt de agenda begin volgend jaar vast. De werkgroepen die de komende maanden met verschillende thema’s aan de slag gaan, hoeven niet al het huiswerk opnieuw BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND 29 ‘Modder niet te lang aan in wijkteams’ rechter legt jongeren maatregelen op. We moeten garanderen dat die maatregelen worden uitgevoerd. Deze hulp staat zwaar onder druk.’ De plannen die er nu leven om de verantwoordelijkheid voor deze vormen van te doen. Er ligt inmiddels veel. AEF en de arbitragecommissie hebben al flink wat suggesties gedaan. Dan is er het lijvige advies van de stuurgroep maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet, het tienpuntenplan voor betere jeugdzorg van FNV en Stichting Beroepseer en een (eerste) advies van de Sociaal-Economische Raad (SER). De adviezen liggen deels mijlenver uiteen, maar deels ook dicht bij elkaar. De belangrijkste gemene delers uit die adviezen heeft Binnenlands Bestuur voorgelegd aan wetenschappers, waarbij aan hen de vraag werd gesteld of het zinvolle maatregelen zijn of dat er iets heel anders moet gebeuren. We spraken Mariëlle Bruning (hoogleraar jeugdrecht aan de Universiteit Leiden), Jan-Kees Helderman (universitair hoofddocent bestuurskunde en gespecialiseerd in bestuur en beleid van de gezondheidszorg aan de Radboud Universiteit) en Annemiek Harder (bijzonder hoogleraar op de leerstoel wetenschappelijk onderbouwde jeugdzorg aan de Erasmus Universiteit). SPECIALISTISCHE JEUGDZORG VAN GEMEENTEN NAAR RIJK ‘De zwaarste vormen van jeugdzorg en specialistische jeugdzorg moeten op rijksniveau worden belegd’, stelt Mariëlle Bruning resoluut. Het gaat daarbij vooral om jeugdbescherming en -reclassering. Dat is wat haar betreft het allerbelangrijkste dat moet gebeuren. ‘De jeugdzorg van gemeenten aan regio’s over te dragen, gaan haar niet ver genoeg. ‘Dan krijg je toch verschillen en hou je veel bureaucratische rompslomp.’ Aanbieders moeten dan nog steeds met verschillende regio’s contracten afsluiten en prijsafspraken maken. Niet doen, adviseert Bruning. Maak het rijk verantwoordelijk en hanteer een vast landelijk tarief. Annemiek Harder sluit zich volledig aan bij dit pleidooi. ‘Het gaat om complexe zorg. Het is lastig om dat alle gemeenten te laten organiseren, waarbij ook nog eens verschillende tarieven worden gehanteerd. Dat is echt bizar. Om een einde te maken aan de versnippering moet het rijk deze zorg inkopen en voor zijn rekening nemen.’ Hetzelfde geldt voor de jeugd-ggz. Ook dat moet worden weggehaald bij gemeenten en op het bordje van het rijk worden gelegd, vinden Bruning en Harder. BEGRENZING VAN DE REIKWIJDTE VAN DE JEUGDZORG ‘Ik zie aan een kant het belang van inperking van de reikwijdte, maar hoe bereik je die. Je wilt ook geen kinderen aan hun lot overlaten’, stelt Jan-Kees Helderman. Hij vindt dat moet worden ingezet op normaliseren en demedicaliseren. ‘Daarvoor is een sterke toegang nodig, met generalisten als basis. Zij geven lichte ambulante, beschikkingsvrije ondersteuning. Specialisten moeten in de nabijheid van de toegang (het wijkteam) worden gepositioneerd.’ De generalisten moeten daarnaast een netwerk opbouwen met onder meer het onderwijs en het zogeheten voorliggende veld; algemene en vrij toegankelijke voorzieningen in een wijk of gemeente, aldus Helderman. Met ouders, scholen en professionals moet het gesprek worden aangegaan wat echt nodig is, en vervolgens of die hulp vanuit de jeugdhulppot van de gemeente moet worden betaald. ‘Er moet kritisch naar het aanbod worden gekeken’, vindt Harder. ‘Kijk goed naar wetenschappelijk bewezen effectieve interventies. Het kaf moet van het koren worden gescheiden. Gemeenten moeten niet alles vergoeden.’ In haar ogen is het belangrijker om eerst goed te kijken naar het probleem en om te kijken of en wat er nodig is om dat probleem te verhelpen. ‘Een goede triage is belangrijk. Geef niet meteen hulp, maar kijk het af en toe ook even aan. Soms lost een probleem zichzelf op, soms hoort een probleem bij het opgroeien. Zet deskundige mensen bij de voordeur die kunnen beoordelen wat een normaal probleem is en wat een zorgwekkend probleem.’ Gedragswetenschappers, zoals orthopedagogen en ontwikkelpsychologen moeten wat haar betreft aan die toegangspoort staan, in plaats van bijvoorbeeld maatschappelijk werkers nu. ‘Wijkteams en gemeenten kunnen zelf de reikwijdte bepalen, dat hoeft niet wettelijk te worden geregeld’, stelt Bruning. ‘Neem complexe scheidingen. Dat slurpt een groot deel van het budget op. Hulpverleners moeten niet te snel de verantwoordelijkheid van de ouders overpakken. Wijkteams en gemeenten moeten samen bepalen aan welke vormen van jeugdhulp het beschikbare budget wordt besteed en daar veel strenger in zijn.’ INKOMENSONAFHANKELIJKE EIGEN BIJDRAGE ‘Dit zou niet mijn eerste keuze zijn’, stelt Harder. ‘Waar ga je de grens leggen.’ In haar ogen is het belangrijker om te bekijken of de hulp gaat bijdragen aan het oplossen van een probleem. Het vragen van een eigen bijdrage is bovendien complex, ook administratief. ‘Welke hulp moet wel en niet onder de eigen bijdrage vallen. Het wordt volgens mij nodeloos ingewikkeld, waarbij ik me afvraag of de baten wel tegen de kosten opwegen.’ Bruning vindt dat een groter beroep op ouders moet worden ge
Pagina 30
Vergroot betrokkenheid Citisens betrekt inwoners bij veranderingen in hun leefomgeving. Acht betrokkenheidsprofielen voor een gebiedsgerichte participatieaanpak Ervaren team van onderzoekers en participatiespecialisten dat ruim 100 participatietrajecten begeleidde Big data inzichten op het gebied van communicatie- en participatievoorkeuren www.citisens.nl Meer weten? Bel Nicolette Ouwerling 06-26512770 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND31 ‘ Gemeenten moeten niet alles willen meten’ daan die hulp zelf kunnen betalen. Als dat niet werkt en het gemeenten ook niet lukt de deur dicht te gooien voor bepaalde vormen van ‘vage’ jeugdhulp kan de invoering ervan, voor bepaalde vormen van jeugdhulp, worden overwogen. INZETTEN OP PREVENTIE ‘Wat werkt moet je zeker blijven doen, maar uit onderzoek blijkt ook dat preventie niet leidt tot vermindering van de vraag naar jeugdhulp. Dus ja het is nodig, maar reken je niet rijk’, stelt Bruning. Harder is kritisch over preventie. ‘Wat is dat precies. Er wordt vol op ingezet, maar wat levert het op. Wanneer is hulp en ondersteuning nodig en wanneer niet. Hou liever de vinger aan de pols en als blijkt dat het echt niet goed gaat, kan snel worden opgeschaald. Heb en hou een lijntje. Zorg voor continuiteit in de jeugdzorg, zorg ervoor dat een vast persoon de ruimte heeft om jongeren en hun gezinnen te volgen. Stop met een interventie hier en een interventie daar, in de vorm van een assertiviteitstraining of sociale vaardigheidstraining.’ Als er hulp nodig, moet die er wel echt komen. ‘Dan moet niet te lang worden aangemodderd in het voorveld of in de wijkteams. Als het echt nodig is, moet meteen naar de gespecialiseerde tweedelijns zorg worden doorverwezen.’ BEVORDEREN VAN UITSTROOM Heel belangrijk, stellen Bruning en Harder. Bruning: ‘Daar is echt heel veel winst te behalen. Vaak zie je dat indicaties keer op keer zonder meer worden verlengd. Bij een aantal gemeenten zie ik dat ze daar heel strikt op zijn en echt willen weten hoe het met die verlenging zit. Als het beter gaat met een jongere moet de zorg worden afgeschaald of stopgezet.’ Dat vindt ook Harder. ‘Je moet niet eindeloos doorgaan, maar kritisch blijven kijken.’ MEER PRAKTIJKONDERSTEUNERS JEUGD-GGZ BIJ HUISARTSEN ‘Net als bij de gemeentelijke toegang tot jeugdzorg kunnen pedagogen en psychologen hier een belangrijke rol in spelen’, stelt Harder. De praktijkonderBETERE MONITORING ‘Het is belangrijk om goed te monitoren, maar die monitoring moet veel interactiever georganiseerd worden dan nu vaak de praktijk is. Met alleen een dashboard komen we er niet’, stelt Jan-Kees Helderman. ‘Een continue monitorings- en kwaliteitscyclus op de verschillende niveaus houdt alle betrokken partijen scherp’, schreef hij eerder met een aantal collega’s in het advies ‘Eigenwijs transformeren’, aan het ministerie van VWS. Het moet een continu proces zijn waarbij zowel de data als duiding belangrijk zijn. Dat moet niet alleen binnen een gemeente worden opgepakt, maar ook samen met jeugdhulpaanbieders. ‘Zo houden ze de vinger aan de pols, kunnen tijdig bijsturen waar nodig en bouwen alsmaar meer kennis op’, aldus een passage uit Eigenwijs transformeren. Annemiek Harder is terughoudender. ‘Gemeenten moeten zuinig monitoren en niet alles (willen) meten. Het is vooral de taak van de aanbieder om effectiviteit en tevredenheid in kaart te brengen, omdat met die kennis de hulp verbeterd kan worden. Het klantenperspectief moet daarbij centraal staan. Maar al dat monitoren komt bovenop het gewone werk; het gaat ten koste van de geboden hulp, dus is het belangrijk om daar wel zuinig in te zijn.’ ‘Monitoren is essentieel om tot verbetering te komen’, stelt Mariëlle Bruning daar tegenover. KWALITEIT EN EFFECTIVITEIT VAN DE ZORG Dit zou in de ogen van Harder met stip op een moeten staan. ‘Dit is echt het allerbelangrijkste. Er is zo veel bekend over effectief bewezen jeugdinterventies. Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) heeft hier een speciale databank voor. Gemeenten moeten daar echt gebruik van maken en niet alleen kijken naar de kosten, maar vooral ook naar de kwaliteit van interventies.’ Wel erkent ze dat lang niet alle zorgvormen op effectisteuners (poh’s) kunnen de jongere en zijn of haar ouders vragen het probleem even aan te zien, en over even paar weken terug te komen. Even de vinger aan de pols houden dus, zonder meteen de jongere door te verwijzen. Ook Helderman en Bruning onderschrijven het belang van poh’ers. viteit zijn getoetst. Juist daarom is Bruning huiverig om alleen wetenschappelijk beoordeelde interventies vanuit de jeugdhulp te vergoeden. ‘Niet doen. Er is nog te weinig wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van vele vormen van jeugdzorg beschikbaar. Daarnaast is veel aanbod in ontwikkeling. Het zou zonde zijn om innovaties geen kans te geven.’ ANDERS Jan-Kees Helderman is kritisch op de rode draden die we hem voorleggen, die hij weliswaar herkent uit de vele adviezen. ‘Deze lijstjes gaan niet werken. Daarnaast kun je er niet een maatregel uitpakken. Het moet in samenhang worden bezien.’ Een aantal ingrediënten die in zijn ogen bijdragen aan een houdbaar jeugdstelsel ontbreken bovendien. Het allerbelangrijkste in zijn ogen: een sterke basis die beschikkingsvrij lichte ambulante ondersteuning biedt. Gemeenten moeten door het afsluiten van langdurige contracten met aanbieders een partnerschap aangaan. Door hen te financieren op basis van lump sum (een ‘zak geld’) op populatiebekostiging ‘maak je aanbieders medeverantwoordelijk voor zowel goede jeugdhulp als voor de juiste besteding van het beschikbare budget.’ En om hooggespannen verwachtingen van die hervormingsagenda nog verder te temperen – hij heeft er al een hard hoofd in – stelt Helderman dat we er nog lang niet zijn als die agenda er begin volgend jaar ligt. ‘Het is een continu proces.’
Pagina 32
32 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: ROB VOSS / ANP-HH De verduurzaming van gemeentelijk vastgoed komt moeizaam van de grond. Meer urgentie is hard nodig. Gemeenten die niet aan de energielabelplicht voldoen, dreigen anders hun eigen kantoren te moeten sluiten. VERDUURZAMING MAATSCHAPPELIJK VASTGOED GROEN STADHUIS NOG VER WEG GESTRIPT Het gemeentehuis van Voorst wordt heropgebouwd na te zijn gestript. Het krijgt een ijskelder van 12 bij 4 meter en zonnepanelen (foto december 2020) BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND 33 Veel gemeenten richten zich op ‘laaghangend fruit’ Voor een tweede groep, 42 procent van de gebouwen, is een versnelling nodig. Dit zijn de gebouwen die volgens de normale cyclus nog niet toe zijn aan vervanging of renovatie, maar vanwege de CO2 Dit artikel gaat over uw werkplek en hoe die samenhangt met klimaatverandering. Nou ja ... dat geldt in elk geval als uw werkplek zich bevindt in een gemeentehuis of stadskantoor. Die vallen namelijk onder het kopje ‘gemeentelijk maatschappelijk vastgoed’. De verduurzaming daarvan gaat, blijkt uit recente rapportages, te traag. De lat voor maatschappelijk vastgoed ligt nu op een CO2 - reductie van 49 procent in 2030 en 95 procent in 2050 (ten opzichte van 1990). Maar terwijl u dit leest, in elk geval vanaf 31 oktober, wordt op de mondiale klimaattop in Glasgow gepraat over wat nodig is om de aarde leefbaar te houden en de temperatuurstijging te beperken tot anderhalve graad Celsius. De opgetelde ambities van alle landen voldoen op dit moment namelijk niet om onder die anderhalve graad te blijven. De EU heeft wetgeving in de maak om het doel voor 2030 aan te scherpen. En dus moet dat vastgoed straks wellicht een stuk sneller worden verduurzaamd dan nu al niet lukt. Verwarrend? Dan eerst maar even terug naar het Klimaatakkoord, dat in 2019 is afgesloten door overheden en tal van maatschappelijke en brancheorganisaties. Dat bevat afspraken over onder andere vermindering van CO2 -uitstoot door de gebouwde omgeving. Een deel van die gebouwde omgeving is het maatschappelijk vastgoed. Dat vastgoed is verdeeld over twaalf sectoren, waaronder de gemeenten. Voor elke sector is een routekaart opgesteld om tot verduurzaming te komen. Namens de gemeente publiceerde de VNG vorig jaar april de Sectorale Routekaart Gemeentelijk Maatschappelijk Vastgoed. NORMALE CYCLUS Volgens dit document zijn er 36.187 gebouwen in bezit van gemeenten en vervangen gemeenten tussen 2020 en 2050 ongeveer 40 procent van hun vastgoed door nieuwbouw. Dat heeft niks te maken met klimaatinspanningen, maar met de levensduur van gebouwen; gemeenten vervangen jaarlijks nu eenmaal gemiddeld 1,33 procent van hun vastgoed. -reductie op. Ergo, voor 18 procent is ‘geen aanvullende verduurzaming nodig is en kan worden volstaan met het aardgasvrij maken’. Om dit collectieve pad te bewandelen maakt elke gemeente haar eigen routekaart. Daarin zet ze op een rijtje hoe het gemeentelijk maatschappelijk vastgoed ervoor staat en hoe ze haar doel bereikt van 95 procent CO2 -doelen is dat nu wel nodig. Deze combi van normale cyclus en versnelling levert volgens de routekaart 95 procent CO2 en zorgt ervoor dat de grootste en minder rendabele investeringen worden uitgesteld. Op deze manier komen de grote investeringen meer aan het einde van de verduurzamingsopgave, in plaats van deze investeringen voor verduurzaming over meerdere jaren te kunnen verdelen.’ De VNG-woordvoerder mailt dat er wel degelijk gemeenten zijn met een gemeentelijke routekaart: Utrecht, Tilburg, Eindhoven, Oss en Oldambt. Desgevraagd laten Oldambt, Eindhoven en Oss weten dat ze geen gemeentelijke routekaart hebben. Tilburg mailt van wel. Utrecht heeft geen antwoord op de vraag. -reductie en alle gebouwen aardgasvrij in 2050. Elke vier jaar, is het idee, stelt de gemeente haar routekaart bij. Vervolgens gaat de VNG met de input van deze gemeentelijke routekaarten elke twee jaar een tussenrapportage maken. Volgend jaar verschijnt de eerste. Of die inzicht geeft in de (geplande) verduurzaming van het vastgoed is de vraag. Het opstellen van de gemeentelijke routekaart blijkt bepaald niet appeltje-eitje. WORSTELING Directeur Michiel Otto van HEVO, dat afgelopen jaren tientallen gemeenten heeft geadviseerd en begeleid bij verduurzaming van vastgoed, verwoordt het als volgt: ‘Als gemeente heb je bijvoorbeeld 15 scholen uit alle leeftijdscategorieën, 10 buurthuizen, 3 multifunctionele accommodaties, een gemeentehuis en misschien nog ergens een welzijnsvoorziening. Allemaal verschillende type gebouwen, allemaal uniek en je moet voor elk gebouw beslissen wat voor maatregelen je daar moet treffen om de energieprestatie te verbeteren om uiteindelijk in totaal op een bepaalde CO2 -reductie uit te komen. Dat is een hele worsteling.’ Het leidt voorlopig tot een weinig hoopgevende tussenstand. ‘Weinig tot geen gemeenten werken op dit moment vanuit (...) een integrale portefeuille aanpak’, constateert adviesbureau Brink dat dit jaar in opdracht van de VNG een nulmeting deed naar de verduurzaming van gemeentelijk maatschappelijk vastgoed. Met andere woorden: er zijn amper gemeenten die een eigen routekaart hebben opgesteld. Veel gemeenten richten zich op het goedkope ‘laaghangend fruit’, aldus Brink. ‘De focus op deze maatregelen is niet altijd efficiënt, GEEN DEADLINE Wat de verduurzaming niet helpt, is het ontbreken van een harde planning. Een deadline voor het aanleveren van de gemeentelijke routekaarten ontbreekt, zo geeft Anja Buisman, procesregisseur verduurzaming maatschappelijk vastgoed bij de VNG, toe. Die gemeentelijke routekaarten zijn essentieel om de vinger aan de pols te houden over de voortgang van de verduurzaming van gemeentelijk vastgoed. Op dit moment werkt de VNG nog vooral met modelmatig berekende informatie. Buisman: ‘In 2022 hebben we bij de voortgangsrapportage veel betere informatie nodig van gemeenten over de echte projecten en de echte werkelijkheid en minder uit modellen.’ Gemeenten en de VNG zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de informatie. De voortgangsrapportages worden niet inhoudelijk getoetst door de rijksoverheid. ‘Ik zal ze heus wel lezen en er iets van vinden, maar ik ga niet alle getallen controleren’, zegt Selina Roskam, coördinerend beleidsmedewerker energietransitie utiliteitsbouw van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Volgens adviesbureau Brink mogen de teugels van verduurzaming wel wat aangetrokken worden. Het vertalen van de ambities uit het Klimaatakkoord naar een eigen gemeentelijke routekaart voor maatschappelijk vastgoed wordt, aldus de onderzoekers, ‘vaak als vrijblijvend ervaren. Regelgeving, bindende afspraken of resultaatsverplichtingen helpen gemeenten om meer urgentie te kweken en actie te ondernemen. Het geeft richting, waarover een gemeente anders (in een politieke omgeving) zelf moet beslissen.’ Oftewel, zolang niemand met de vuist op tafel slaat, blijft het pappen en nathouden.
Pagina 34
            Webinar 2 - Energietransitie        Webinar 3           (invite only)    De digitale infrastructuur in Nederland behoort tot een van de beste ter wereld. Maar de noodzakelijke versterking ervan staat                                                  en techbedrijven over de regels voor vestiging en noodzakelijke energietransities. Nederland heeft een heldere visie nodig. Meld u aan en praat en denk mee over de toekomst              in samenwerking met: Dutch Digital Infrastructure Associaon BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND35 AMBITIES Helaas verklapt de nulmeting van Brink niet welke CO2 -reductie het maatschappelijk vastgoed vanaf 1990 voor elkaar heeft geschopt. Volgens een presentatie (uit 2019) van het ministerie van Binnenlandse Zaken is de CO2 -uitstoot van de gehele utiliteitsbouw tussen 1990 en 2018 met 11 procent gedaald. Als datzelfde percentage geldt voor maatschappelijk vastgoed, dan moeten gemeenten tot 2030 dus nog een vermindering van 38 procent CO2 -uitstoot voor elkaar boksen. Met de gemeentelijke ambities op zichzelf is weinig mis, vindt Michiel Otto van HEVO. ‘Bij alle gemeenten waar ik kom en waar we het hebben over maatschappelijk vastgoed staat duurzaamheid hoog op de agenda. We merken dat gemeenten de ambitie hebben om verder te gaan dan de puur wettelijke verplichtingen.’ Maar mooie woorden alleen volstaan niet. ‘Ik maak me zorgen of men die ambitie omgezet krijgt in concrete resultaten. Om en nabij 80 procent van de gemeenten heeft moeite financieel rond te komen. Als ze geld tekort komen hebben ze ook weinig geld om te investeren in duurzaamheid.’ Het gebrek aan geld bij gemeenten is, zegt de VNG-woordvoerder, voor de VNG een reden om geen ‘harde afspraken te maken over het opstellen van een portefeuilleroutekaart’ en het te laten bij ‘een dringende oproep’. Ronald Wolvekamp van adviesbureau BBN suggereert een andere benadering om de drempels bij verduurzaming te nemen. ‘Je moet kijken: is het een financieringsvraagstuk, een organisatorisch vraagstuk of een technisch vraagstuk? Je kunt op al die onderdelen samenwerking zoeken met andere partijen.’ Kijk bijvoorbeeld naar energieservicecontracten (esco’s), stelt hij voor. ‘Dat je de verduurzaming niet zelf doet, maar door marktpartijen laat doen.’ De gemeente betaalt in dat geval een bedrag zo hoog als haar energierekening, terwijl een marktpartij investeert in de verduurzaming van gebouwen. Ze financiert dat met de energiebesparing die die verduurzaming oplevert. UIT ZICHT Door de nadruk op routekaarten, raken de meetbare prestaties uit zicht. De in juni verschenen VNG Monitoring energieverbruik werpt enig licht op die meetbare prestaties. In dit rapport van Republiq constateren de onderzoekers dat de verduurzaming nog niet is begonnen. Hoewel ze dat zelf wat anders formuleren: ‘Er zijn nog geen grote sprongen in het energiegebruik van gemeentelijk maatschappelijk vastgoed zichtbaar.’ Wat blijkt? Van 2018 tot en met 2020 is het gasverbruik van gemeentelijk vastgoed jaarlijks afgenomen met 1,1 procent, het elektriciteitsverbruik met 1,8 procent. Dat zou je kunnen kwalificeren als een autonome besparing, een besparing die vanzelf optreedt door periodiek onderhoud. Dit terwijl het doel uit het klimaatakkoord gemiddeld 3,3 procent per jaar bedraagt. Meevaller voor gemeenten is overigens dat Republiq nog maar 31.964 gebouwen heeft geturfd die vallen onder gemeentelijk maatschappelijk vastgoed. Volgens de VNG is dat te danken aan ‘verbetering van de onderliggende databronnen.’ Een andere indicator van de verduurzaADVERTENTIE Totaaloplossing voor gemeentelijk vastgoed Meer weten? Ga naar www.sro.nl of volg ons op social media Lees onze artikelen ook op www.binnenlandsbestuur.nl/SRO ming van gemeentelijk vastgoed biedt het energielabel. Vanaf 1 januari 2023 is voor kantoren minimaal energielabel C verplicht. Hoewel die verplichting al in 2012 is vastgelegd in het Bouwbesluit, voldoet nog slechts 45 procent van de gemeentelijke kantoren aan deze eis, zo valt te lezen in VNG Monitoring energieverbruik. Een gemeentehuis zonder verplicht label A, B of C mag vanaf 1 januari 2023 niet meer in gebruik zijn als kantoor. BLAMAGE ‘Sommige gebouwen zitten er niet ver vanaf en dan kun je het met relatief eenvoudige maatregelen bereiken, bijvoorbeeld zonnepanelen plaatsen’, zo wijst Otto gemeenten op een mogelijkheid om te ontsnappen aan de blamage om het eigen gemeentehuis te moeten sluiten. Werk aan de winkel dus. En dan is nog niet ter sprake gekomen dat op menige vastgoedafdeling de kennis tekortschiet om deze verduurzamingsklus te klaren, zoals de VNG in haar sectorale routekaart constateert. Wat zijn alle duurzaamheidsambities eigenlijk waard als het geld en de kennis er niet is om ze waar te maken? ‘Dit is een spel dat gespeeld wordt. Als je de lat niet hoog legt, dan kom je ook nergens’, reageert Otto. ‘Door de lat hoog te leggen komt er, denk ik, een politieke discussie op gang die ervoor zorgt dat er wel geld komt voor verduurzaming. Technisch is het mogelijk de vastgoedportefeuille in 2035 verduurzaamd te hebben.’ Zolang niemand met de vuist op tafel slaat, blijft het pappen en nathouden
Pagina 36
36 ACHTERGROND INBURGERING DOOR: YVONNE VAN DE MEENT FOTO’S: SABINE JOOSTEN / ANP-HH De lat voor inburgeraars gaat per 1 januari omhoog. Nu doet bijna iedereen taalexamen op niveau A2, als nieuwe inburgeringswet is ingevoerd moet dat B1 worden. Gemeenten gaan de taalcursussen inkopen, maar kunnen de taalbureaus de ambities waarmaken? NIEUWE WET INBURGERING ZORGEN OVER KWALITEIT TAALONDERWIJS BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND 37 ‘Je leert over koetjes en kalfjes praten. Daar vind je geen baan mee’ Shumaila Anwar schaamt zich een beetje. Ze woont al acht jaar in Nederland, maar spreekt de taal nog steeds niet goed. Terwijl ze haar inburgeringsexamens al lang heeft gehaald. Pas nu ze een opstapbaan heeft als projectmedewerker bij Movisie zit er schot in haar taalontwikkeling. ‘Ik ontmoet op kantoor mensen waarmee ik Nederlands spreek. Zo leer ik elke dag een paar nieuwe woorden.’ De uit Kashmir afkomstige mensenrechtenactiviste was acht maanden zwanger toen ze in 2013 naar Europa kwam voor een training. Ze werd al langer bedreigd omdat ze zich inzette voor de onafhankelijkheid van Kashmir en actievoerde voor vrouwenrechten. Tijdens haar afwezigheid nam de dreiging toe. ‘Ik was in Pakistan niet meer veilig.’ Toen haar toeristenvisum was verlopen vroeg ze politiek asiel aan. Ze kwam met haar pasgeboren zoontje in het aanmeldcentrum Ter Apel terecht. Na twee maanden verhuisde ze naar het azc Dronten, waar ze een jaar verbleef voor ze een huis in Utrecht kreeg. Het leven als statushouder betekende een enorme omschakeling. In Pakistan had ze een luxeleven. Anwar komt uit een welgestelde familie, deed een master internationale betrekkingen en werkte op een ambassade in Islamabad. In Utrecht belandde ze in een vochtig schimmelhuis, moest ze voor het eerst van haar leven zelf een huishouden runnen en had ze financiele zorgen. Ze wilde Nederlands leren, maar had veel narigheid aan haar hoofd. ‘In het azc ben ik heel depressief geworden. Ik had geen geestelijke rust.’ MASTER Na een jaar voegde haar man zich bij zijn gezin. Anwar kreeg een tweede kind, volgde een Engelstalige master politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en bleef zich vanuit Nederland actief inzetten voor de mensenrechten in Kashmir. Daarnaast volgde ze inburgeringscursussen voor hoger opgeleiden. Ze wisselde een paar keer van taalbureau omdat het les programma tegenviel of het lesrooster niet aansloot bij haar andere bezigheden. Toen na drie jaar het eind van haar inburgeringstermijn in zicht kwam besloot ze het makkelijke taalexamen (op A2-niveau) te doen. Omdat ze de 10.000 euro die statushouders kunnen lenen voor taalcursussen nog niet had opgebruikt, dacht ze dat ze nog geld over had om later taallessen op B1-niveau te volgen. Dat het niet zo werkt, ontdekte ze toen het al te laat was. Een baan vinden op haar niveau lukte niet. Inmiddels hebben Anwar en haar man wel twee Kasmir-restaurants. Haar man heeft de leiding in de keuken, Anwar heeft het bedrijfsplan geschreven dat nodig was om een starterslening te krijgen. ‘Ik heb het in het Engels geschreven en met Google Translate vertaald in het Nederlands’, zegt ze trots. Het gezin heeft de schimmelwoning verruild voor een nieuwbouwhuis in Leidsche Rijn. Dankzij haar opstapbaan bij Movisie heeft Anwar nu eindelijk de kans om haar Nederlands te verbeteren. ‘Ik wil het graag en vind het nu ook leuk. Ik hoop binnenkort net zo vloeiend Nederlands te spreken als Engels.’ Het verhaal van Shumaila Anwar staat niet op zichzelf: 95 procent van de statushouders haalt op tijd z’n inburgeringsdiploma’s, maar slechts 14 procent doet examen op B1- of B2-niveau. De rest, 86 procent, blijft net als Anwar steken op A2. Dat is onvoldoende om een opleiding te kunnen volgen of in een Nederlandstalige omgeving te werken. De leerstof is bovendien gericht op wat wel en niet hoort in Nederland, stelt Payman Hanifi Moghaddam, eigenaar van het Rotterdamse taalschool Hamrah (Perzisch voor metgezel). ‘De lesboeken zijn opgebouwd rond huis-, tuinen keukenthema’s. Je leert in drie jaar over koetjes en kalfjes te praten, maar daar vind je echt geen baan mee.’ DEMOTIVEREND Moghaddam weet uit eigen ervaring dat niets zo demotiverend is als een taalcursus volgen die niet aansluit bij je behoefte en ambitie. De Iraniër kwam 33 jaar geleden als uitgenodigd vluchteling naar Nederland. Hij volgde een taalcursus van een half jaar voor hij aan een studie in Wageningen begon. ‘Mijn eerste college was voortgezette statistiek. Ik verstond er helemaal niets van, had geen idee waar de docent het over had.’ De nieuwe inburgeringswet die op 1 januari 2022 moet daar verbetering in brengen. Inburgeraars doen voortaan op B1-niveau examen, tenzij uit een leerbaarheidstoets blijkt dat het (veel) te hoog gegrepen is. Die forse ambitieverhoging is mogelijk omdat de gemeenten de inburgering weer gaan regisseren. Voor statushouders kopen zij vanaf januari taalcursussen in en ze gaan hen intensief begeleiden bij het vinden van een passende opleiding of (vrijwilligers)werk. Statushouders hoeven geen geld meer te lenen om zelf een inburgeringscursus in te kopen op de ondoorzichtige cowboymarkt waar talloze malafide aanbieders actief zijn. Dat geldt niet voor gezinsmigranten die de helft uitmaken van de 18.000 inburgeringsplichtigen die er jaarlijks bijkomen. Migranten blijven zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. VOORUIT Dat er een eind komt aan de doorgeschoten nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van statushouders, is een stap vooruit, vindt Jaco Dagevos, hoogleraar integratie en migratie bij de Erasmus Universiteit en wetenschappelijke medewerker bij het Sociaal en Cultureel Panbureau. Maar het is de vraag of gemeenten de hoge ambities waar kunnen maken. De ervaringen van de Stichting Nieuw Thuis Rotterdam (SNTR) die de afgelopen jaren voor ruim 200 Syrische gezinnen een integraal integratieprogramma verzorgde, stemmen niet hoopvol. Het SNTR-programma wordt gefinancierd door het vermogensfonds De Verre Bergen dat jaarlijks 20 miljoen euro uittrekt voor sociale programma’s die ‘Rotterdam beter en sterker maken’. Dankzij de extra middelen die de filantropen beschikbaar stelden kon SNTR de Syrische statushouders een intensief programma aanbieden met onder andere vier dagdelen in de week taalonderwijs in kleine klassen. Aanvankelijk was het de bedoeling dat alle deelnemers op B1-niveau zouden inburgeren, maar dat idee is al snel losgelaten. In opdracht van De Verre Bergen volgde de onderzoeksgroep van Dagevos de integratie van de tweehonderd Syrische gezinnen. Uit het eindrapport dat in mei verscheen blijkt dat het intensieve inburgeringsprogramma er niet voor heeft gezorgd dat de taalbeheersing en zelfredzaamheid van SNTR-deelnemers sneller
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 38 ACHTERGROND INBURGERING is toegenomen dan die van andere Rotterdamse statushouders. Dat heeft onder meer te maken met de taalaanbieders die SNTR inhuurde. ‘SNTR had drie taalscholen geselecteerd op kwaliteit, maar zij leverden niet wat je zou mogen verwachten. Daarom heeft de stichting in 2019 een eigen taalschool opgezet’, vertelt Dagevos. ‘In 2015 gingen we er vanuit dat veel Syrische asielzoekers hoger opgeleid zijn. Daarom had SNTR een taalschool in de arm genomen die deze groep in kort tijdsbestek op B1-niveau zou brengen. Van die route werd nauwelijks gebruik gemaakt omdat de deelnemers veel lager opgeleid waren dan verwacht.’ Een tweede taalschool ging failliet en het contract met de derde aanbieder werd beeindigd omdat de kwaliteit van het aanbod onder de maat was. ‘Dit zijn natuurlijk problemen waar gemeenten ook tegenaan kunnen lopen’, stelt Dagevos. ‘Met aanbesteden haal je de rotte appels er misschien tussenuit, maar ik ben er niet van overtuigd dat gemeenten beter op kwaliteit selecteren. Voor 2013 waren ze ook verantwoordelijk voor de inkoop en toen ging het aanbesteden van taalcursussen heel moeizaam. Inmiddels is de kennis over de inburgeringsmarkt weg. Gemeenten moeten weer helemaal opnieuw beginnen.’ SCEPSIS De scepsis van Dagevos is niet uit de lucht gegrepen. Rotterdam heeft samen met de regiogemeenten al twee van de drie nieuwe leerroutes aanbesteed. De B1-route waaraan zestig procent van de inburgeraars gaat deelnemen, is gegund aan twee grote, landelijk opererende taalaanbieders die al meer aanbestedingen hebben gewonnen. Een van de twee is de taalschool waar SNTR zo ontevreden over was dat de samenwerking werd opgezegd. Rotterdamse inburgeraars die de Zelfredzaamheidroute gaan volgen omdat wordt verwacht dat ze het A2-niveau niet zullen halen, krijgen vanaf januari les van de SNTR-taalschool. De aanbesteding van de Onderwijsroute, die 18- tot 28-jarige statushouders klaarstoomt voor een studie in het mbo of hoger onderwijs, dreigt in Rotterdam net als elders in het land te mislukken. Mogelijke aanbieders van taalschakelprogramma’s (mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten) schrijven niet in op de aanbestedingen omdat ze het beschikbare budget ontoereikend vinden, blijkt uit onderzoek dat Anderson Elffers Felix half oktober afleverde. Shumaila Anwar is de eerste om toe te geven dat zij acht jaar geleden misschien te gestrest was om Nederlands te leren. Maar de kwaliteit van de inburgeringscursussen die ze volgde schoot ook te kort. Het lukte haar docenten vaak niet om de lessen af te stemmen op de verschillende niveaus van de cursisten in de groep. ‘Ik had twee of drie keer in de week een les van 1,5 tot 2,5 uur. Dat is te weinig. Er was ook weinig tijd om te oefenen. ‘Het mag niet van je woonplaats afhangen of het lukt om in te burgeren’ Ik heb wel grammatica geleerd, maar je zou ook spreeklessen moeten hebben.’ ‘Het inburgeringsonderwijs is vaak te schools, te weinig praktijkgericht en sluit ook niet aan bij behoefte van de cursisten, stelt Jaco Dagevos. Op papier is er in het nieuwe systeem meer ruimte voor maatwerk en voor leren in de praktijk. ‘Er wordt veel verwacht van duale trajecten waarbij statushouders de taal leren op een werkplek. Maar die trajecten blijken in de praktijk heel lastig vorm te geven, leert de ervaring bij SNTR.’ STANDAARD Taalschool-eigenaar Payman Moghaddam vreest dat het nieuwe inburgeringsaanbod een variatie op het oude zal worden. ‘Gemeenten laten de invulling van de routes over aan de taalscholen die de aanbesteding hebben gewonnen. Zij hebben waarschijnlijk een scherp aanbod gedaan. Het zal er daarom op neerkomen dat het lesgeven met standaard leerboeken wordt in plaats van maatwerk. En de taalaanbieders zullen met groepen van 15 tot 20 personen moeten werken om het rendabel te houden. In grote groepen kun je als docent geen rekening houden met individuele leerbehoeften.’ Wat Moghaddam het meest verontrust is dat gemeenten vooral bezig zijn met het opwerpen van barrières voor malafide taalscholen en het voorkomen van fraude. ‘Rotterdam heeft een kwaliteitsconvenant gesloten met alle taalscholen en daarin draait het vooral om het controleren van de eisen die aan taalscholen gesteld worden.’ Terwijl het gesprek zou moeten gaan over hoe je het leerproces van statushouders kunt verbeteren, vindt hij. ‘Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat je een tweede taal veel effectiever leert als je uitleg BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND 39 krijgt in je moedertaal. Daarom werken wij bij Hamrah met moedertaalcoaches. Nederlands zit heel anders in elkaar dan het Farsi, Turks of Russisch. Het helpt als een moedertaalspreker een grammaticale kwestie kan uitleggen.’ Moghaddam zou graag experimenteren met taalcursussen die toegespitst zijn op het vak dat een statushouder wil gaan beoefenen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat de meeste inburgeraars het B1-niveau kunnen halen als je de taalcursus afstemt op hun vak. Iemand die in de bouw gaat werken moet niet alleen bouwtechnische termen in het Nederlands kennen, maar ook juridische taal om bouwvoorschriften te begrijpen. Het moet dus maatwerk zijn. Dat zou je kunnen leveren als je met Nederlandse praktijkdocenten uit het beroepsonderwijs zou werken, maar dat kan niet omdat alle inburgeringsdocenten een NT2-diploma moeten hebben’, verzucht hij. VERWAARLOOSD ‘Iedereen vindt inburgering heel belangrijk, maar er is heel weinig aandacht voor de kwaliteit van de inburgeringscursussen’, stelt Monique Kremer, voorzitter van de AdviescommisCOLUMN JAN VERHAGEN ‘ Gemeenten moeten weer helemaal opnieuw beginnen’ sie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ). ‘De onderwijskant van de inburgering is extreem verwaarloosd. Dat zie je ook aan de manier waarop het toezicht op de kwaliteit is georganiseerd’, stelt Kremer. Er is veel kritiek op keurmerkverlener Blik op Werk die de kwaliteit aanvankelijk controleerde aan de hand van slagingspercentages, tevredenheidscores en de aanwezigheid van een klachtenregeling. Vier jaar geleden is daar toezicht in de klas bij gekomen, maar dat systeem is onvoldoende gericht op het verbeteren van de onderwijskwaliteit, vindt Kremer. ‘Het is weer een controlesysteem’, stelt Payman Moghaddam. ‘Ze komen in de klas kijken naar de uitvoering van de lessen, maar je krijgt geen feedback op je onderwijsaanpak.’ ‘Je kunt er ook niet vanuit gaan dat gemeenten goede kwaliteitsafspraken maken met taalaanbieders, vindt Kremers. ‘Het is de vraag of gemeenten daarvoor de kennis en expertise in huis hebben. Dat zal in een aantal grote gemeenten misschien wel in orde komen, maar er zijn ook veel gemeenten waarvoor dat niet geldt.’ ‘Wij vinden dat het niet mag afhangen van de gemeente waar je woont of je passend inburgeringsonderwijs krijgt aangeboden. Het gaat wel over het staatsburgerschap. Als je het inburgeringsexamen niet haalt, kan je geen Nederlander worden.’ Daarom pleit de ACVZ voor het inschakelen van de Onderwijsinspectie. ‘Taalonderwijs is een cruciaal onderdeel van de inburgering, het is een publieke taak en dat zou onder publiek toezicht moeten staan.’ Het mag niet van je woonplaats afhangen of het lukt om goed en tijdig in te burgeren, daar is Jaco Dagevos het roerend mee eens. ‘Daarom dring ik erop aan dat gemeenten de invoering van de wet heel kritisch gaan volgen om erachter te komen wat wel en niet werkt. Want de wet is op papier prachtig, maar de uitvoering wordt heel ingewikkeld.’ BLOEDBAD Een bloedbad – dat is het oordeel, vorige week dinsdag, van de Raad voor het Openbaar Bestuur over het nieuwe verdeelmodel van het gemeentefonds. Vlijmscherp fileerde de raad elk onderdeel van het nieuwe verdeelmodel. Sabelt de hele onderzoeksmethode neer. Geeft dertig onvoldoendes. Noemt verder twee onderdelen ‘niet goed’ en drie ‘onverklaarbaar’. Schrijft vier keer ‘niet overtuigend’. Geeft ‘vijf contra-indicaties die leiden tot gerede twijfel’. Wil veel nader onderzoek. Eist veel wijzigingen. Wijst op een cirkelredenering. En gebruikt daarbij zelfs militaire termen: schiet tekort (zes keer), schiet zijn doel voorbij (twee keer), doorgeschoten, en ‘overshoot’. Heeft de adviesraad dan niks positiefs te melden over het nieuwe verdeelmodel? Jawel: het onderdeel van de riolering en de reiniging vindt de raad wel goed. Maar dat is dan ook echt het enige. Is dit oordeel de doodsteek voor het nieuwe verdeelmodel? Jazeker. En het mes werd op 1 juli 2019 aangereikt door de Centrale Raad van Beroep. Die oordeelde toen over het nieuwe verdeelmodel van de bijstand. Hij maakte daarbij onderscheid tussen enerzijds een verdeelmodel en anderzijds het toepassen van dat verdeelmodel. Als een nieuw verdeelmodel door de Tweede Kamer is goedgekeurd, betekent dat nog niet dat een minister het voor alle gemeenten mag toepassen. Eerst moet de minister dan nog oordelen of het voor elke individuele gemeente kan worden toegepast. Dat oordeel is aan te vechten bij de rechter. Sinds 1 juli 2019 geldt dit voor alle nieuwe verdeelmodellen. Dus ook van het gemeentefonds. Als dit nieuwe verdeelmodel toch wordt ingevoerd, dan gaan tientallen gemeenten naar de rechter. En door dit dodelijke oordeel van de Raad ‘ Dertig onvoldoendes’ voor het Openbaar Bestuur is de kans groot dat veel gemeenten die juridische strijd dan gaan winnen. Toch trekt minister Ollongren het nieuwe verdeelmodel nog niet in. Dat laat ze aan haar opvolger over. Laf. Als ze geen beslissingen meer wil nemen, kan ze beter aftreden. Nu blijven de gemeenten in onzekerheid. Die blijven energie steken in het bestrijden van dit verdeelmodel – terwijl ze liever nuttige dingen doen. Gemeenten willen geen jarenlang juridisch steekspel met het rijk. Maar ze willen evenmin de dupe worden van een dodelijk slecht nieuw verdeelmodel. Als de nieuwe minister dit nieuwe verdeelmodel van het gemeentefonds toch doorzet, wordt het een juridisch bloedbad.
Pagina 42
42 SPECIAL ARBEIDSMARKT DOOR: HANS BEKKERS BEELD: SHUTTERSTOCK Kraptes op de arbeidsmarkt zijn een regelmatig terugkerend fenomeen. Maar die van nu raakt gemeenten harder dan ooit. Met name HR-afdelingen zullen op de grote trom moeten slaan, willen ze nog voldoende personeel weten aan te trekken en te houden. Een andere, bredere oplossing is slimmer werken. DE ARBEIDSMARKTKRAPTE TE LIJF HR MOET IN DE BENEN Bernheze begin dit jaar. Nieuwe bouwaanvragen worden niet meer in behandeling genomen. Personeelstekort op de afdeling ruimtelijke ordening is de reden. Er staan op die afdeling acht vacatures open en daarnaast is er nog eens een structureel tekort van zo’n vier tot vijf fte in het ruimtelijk domein. Burgers die een zogeheten principeverzoek indienen om te mogen bouwen moeten – helaas, helaas – maar een paar maanden wachten. In ieder geval drie, zo krijgen ze te horen. In de gemeente Elburg lopen de wachttijden eveneens op vanwege lastig in te vullen vacatures voor vergunningverleners en bouwambtenaren. ‘Ze blijken niet voorhanden’, verzucht gemeentesecretaris Piet Wanrooij. ‘Dat zou kunnen betekenen, zo hebben we de volksvertegenwoordigers uitgelegd, dat er bij ze over wordt geklaagd dat de aanvraagprocedures langer duren.’ Ook voor financiële functies zijn overigens moeilijk mensen te krijgen, zo vult hij aan. ‘Mijn voorspelling is dat we daar de komende jaren nog wel last van blijven houden. We krijgen in onze vergrijsde gemeentelijke organisaties te maken met een enorme vervangingsvraag.’ Bernheze en Elburg zijn geen uitzonderingen: veel gemeenten hebben last van de krapte op de arbeidsmarkt of waarschuwen ervoor [zie kader]. Er staan bij gemeenten nu 8.230 vacatures open, blijkt uit een nieuw overzicht van het A&O fonds gemeenten. Vergeleken met het derde kwartaal in 2020 betekent dat een toename van 61 procent. Deze grote getallen verdienen nuancering. In de praktijk doet het probleem zich niet in elk deel van ons land in dezelfde mate voor en evenmin speelt het in alle lagen van de organisatie even sterk. Om met dat eerste te beginnen: gemeenten in de meer verstedelijkte gebieden hebben minder moeite hun vacatures ingevuld te krijgen dan hun collega-gemeenten in de randen van Nederland. Deels heeft dat te maken door het wegtrekken van veel jongeren uit die gebieden richting stad. En inzoomend op de vraag in welke lagen van de gemeente de arbeidsmarktkrapte zich het meest laat gelden, valt op dat het met name nog relatief gemakkelijk is om de topfuncties in de gemeente ingevuld te krijgen, zeg maar de liga van gemeentesecretarissen en directeuren. Het probleem zit ‘m vooral in het middensegment. Dan hebben we het over het niveau van de teammanagers, afdelingshoofden, project- en programmadirecteuren in de overheidssalarisschalen 11 tot en met 13. ‘In die categorie is sprake van een enorme krapte’, aldus Cees Zeelenberg. ‘Extremer dan dat ik het ooit heb meegemaakt.’ Zeelenberg, directeur van het gelijknamige bureau zit 25 jaar in het vak. CARRIÈRESWITCH En toch. Aan mensen komen is lastig, maar volstrekt hopeloos is de situatie niet. ‘Het is ook de manier waarop je naar het probleem kijkt’, zo zegt hij. ‘Kijk eens naar het bedrijfsleven. Dat heeft natuurlijk ook last van de krapte op de arbeidsmarkt. Het verschil is dat ze in die sector – en dan heb ik het vooral over de grote ondernemingen – veel meer aan personeelsbeleid doen dan bij overheden. Die overheden stellen maar al te vaak nog traditionele eisen aan kandidaten. Tja, dan vind je nieuwe medewerkers een stuk moeilijker. Of niet. Je kunt veel beter kijken naar persoonlijkheidskenmerken, talent en ontwikkelingsmogelijkheden. Niet naar het al dan niet hebben van ervaring als leidinggevende. Heb je daar geen oog voor, dan laat je een hoop geschikte kandidaten lopen – die van buiten, maar ook die van binnen je eigen organisatie.’ Door meer oog te hebben voor wat een kandidaat wél zou kunnen in plaats van wat deze misschien mist aan ervaring, wordt de vijver waarin je als gemeentelijk werkgever vist opeens een stuk groter. Dan kan, als het opleidingsniveau voldoende is, bijvoorbeeld een AH-teamchef van 30 of een jonge accountmanager bij de Rabobank heel goed de carrièreswitch maken. Als gezegd, Cees Zeelenberg ziet dat het weinig, te weinig gebeurt. Tuurlijk, met trainees beginnen ze overal. Ze binnenhalen lukt. Maar ze vasthouden, dat lukt of gebeurt dan weer vaak niet, zo moet hij constateren. ‘Je moet die trainees doorontwikkelen naar programmadirecteuren of projectleiders. Het is toch zonde van de investering als je dat niet doet. “Sorry”, zeggen ze dan in adviescommissies die daar vaak mee over gaan, “hij of zij heeft nog nooit leiding gegeven.” Of, vanuit de verontwaardiging: “Ja zeg, dan had ik het zelf ook wel gekund.” Het is die traditionele manier van kijken, van oordeelsvorming bij werving en selectie waardoor onnodig veel talent verloren gaat.’ En, vult hij daar op aan, het heeft er ook mee te maken dat afdelingen goede, talentvolle BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 SPECIAL 43 ‘Extremer dan dat ik het ooit heb meegemaakt’ mensen niet graag zien vertrekken naar collega-diensten of andere gemeenten. Het is met name de HR-tak die hier steken laat vallen. Zeelenberg: ‘Ik zeg het misschien wat scherp, maar op HR-gebied schieten veel gemeenten tekort. Een lange termijn strategische personeelsplanning? Is er vaak niet. Doorontwikkelingsmogelijkheden voor talent? Evenmin. Kijk eens naar de NS, bijvoorbeeld. Die doen dan veel beter, die hebben oog voor de lange termijn. Zo gaan overheden jammer genoeg niet met talent om, op de wat grotere provincies en gemeenten na misschien.’ WAAN VAN DE DAG Volgens Piet Wanrooij, die de hoogste ambtenaar was in diverse gemeenten, is het hebben van een strategische personeelsplanning inderdaad eerder uitzondering dan regel in gemeenteland. Dat roept vragen op. Bijvoorbeeld deze: lang en breed kon BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 44
SPECIAL 45 iedereen toch zien aankomen dat waar je te maken hebt met een vergrijsd personeelsbestand zich een vervangingsvraag zou aandienen? ‘Sterker nog’, zegt hij. ‘In 2000 waarschuwde een commissie onder voorzitterschap van Martin van Rijn – toen nog secretaris-generaal op Binnenlandse Zaken – al voor het ontstaan van die problematiek in de collectieve sector. Door de kredietcrisis en het naar achter schuiven van de aow-leeftijd voltrekt het probleem zich alleen iets later.’ Dat er niet of nauwelijks naar is gehandeld, door bijvoorbeeld aan strategische personeelsplanning te doen, komt doordat veel overheidsorganisaties zich laten leiden door de waan van de dag. ‘Er is altijd wel iets dat urgenter is’, zegt de huidigemeentesecretaris van Elburg. Dat de HR-taak de afgelopen jaren op uitvoeringsniveau is terechtgekomen, helpt volgens Cees Zeelenberg wat dat betreft niet. Ook hij moet vaststellen dat de huidige HR-afdelingen te veel door de waan van de dag worden gedreven. ‘Ze zijn eigenlijk louter operationeel bezig. Ze hebben of krijgen weinig ruimte. En als HR al plannen maakt, worden ze uiteindelijk vaak niet door de top gedragen.’ HR moet op een hoger niveau in de organisatie worden belegd. Liefst op directieniveau, vindt hij. ‘ SPP? Er is altijd wel iets dat urgenter is’ Gezien de ernst van de problematiek is volgens Zeelenberg op hoger niveau actie nodig. Daarmee doelt hij op de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Die koepelorganisatie zou bijvoorbeeld initiatief kunnen nemen om in regionaal verband ‘iets’ op te zetten of anderszins actie te ondernemen. ‘Nu is het moment om daar naar te kijken, en dat niet alleen, er ook iets mee te doen.’ WERKBOEK Toeval of niet, precies vorige week is de VNG in samenwerking met het A&O fonds Gemeenten en de vakbonden en de PERSONEEL ALS RISICO IN BEGROTINGEN 2022 NIJMEGEN: Door de krapte op de arbeidsmarkt is het lastig vacatures in te vullen hetgeen leidt tot hoge inhuurkosten. Met een groeiende productie is dit een risico. Het risico bestaat dat de formatie van de GGD niet op orde is en de afgesproken prestaties niet kunnen worden geleverd. Daarnaast nemen de kosten om leemtes in de planning te ondervangen met tijdelijke inhuur van medewerkers toe en is de inspanning die geleverd wordt om het verloop van medewerkers op te vangen groot. OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND, GOOI- EN VECHTSTREEK: Als gevolg van de aantrekkende economie is het voor de specialistische functies uiterst moeilijk personeel te werven. Ook het behouden van het huidige personeel bij de huidige arbeidsmarkt vraagt meer aandacht en inzet dan voorheen. De groeiende krapte op de arbeidsmarkt heeft als reëel gevolg: een mogelijke hogere inschaling voor de specialistische functies. De genoemde risico’s zijn hoog. Zowel op het vinden en behouden van personeel als op de ‘concurrentie strijd’ ingezet door hogere waardering in functies of arbeidsmarkttoelages. Dit wordt geschat op € 80.000. Geschat wordt dat er gemiddeld 10 medewerkers in een schaal hoger zullen worden geplaatst. MIDDEN-DELFLAND: Op dit moment zijn er taken waar de personele bezetting niet voldoende is ten opzichte van de hoeveelheid werk. Uit onderzoeken en signalen blijkt ook dat medewerkers over de hele linie een hoge werkdruk ervaren. Dit geldt ook voor taken die als speerpunten in het coalitieakkoord en collegewerkprogramma zijn benoemd. De inzet van medewerkers voor grotere projecten is hierdoor nauwelijks te realiseren, ook als die projecten leiden tot verbetering: slimmer en makkelijker werken of betere dienstverlening. Daardoor zitten we regelmatig in een spagaat. Om een objectiever beeld te krijgen van onze formatie, voeren we benchmark uit voor het in kaart brengen van onze formatie ten opzichte van andere gemeenten. Op de arbeidsmarkt concurreert Midden-Delfland uiteraard ook met de omliggende gemeenten die vanwege hun inwonertal vaak een hoger salaris kunnen bieden. HOOGEVEEN: Door de krapte in de arbeidsmarkt is het erg moeilijk om goed personeel te vinden. Op extern uitgezette vacatures volgt weinig tot geen respons. Om enigszins aan een kwalitatief geschikte kandidaat te komen, worden er detacheringsbureaus ingezet. Hier tegenover staat een prijs die betaald moet worden. Daarnaast blijven deze medewerkers op korte termijn bij de gemeente, waardoor er geen sprake is van duurzame relatie naar de organisatie toe. We benutten de kans om hogescholen te bezoeken en meer in te zetten op stageplekken. Vereniging van Gemeentesecretarissen op de proppen gekomen met een speciaal werkboek Succesvol de arbeidsmarkt op, een route voor gemeentelijk werkgevers. Die was wenselijk vanwege onder andere een wat ouder personeelsbestand en een erg hoog aantal vacatures en daarbinnen ook een aantal zeer moeilijk te vervullen vacatures. Doel is ‘het inspireren tot actie om tot een goed doordacht beleid te komen.’ In een uitgebreid stappenplan wordt in het werkboek uiteengezet hoe je als gemeente tot een strategisch personeelsplan kan komen met een horizon van zo’n vijf jaar. Dat BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 Foto: Peter Hilz / ANP-HH
Pagina 46
SPECIAL 47 allemaal om ervoor te zorgen dat je als gemeente aan voldoende goede mensen komt om je taken uit te voeren en je ambities waar te maken. Startpunt van de route is het organiseren van denkkracht, het scherp krijgen van de opgaven tot en met het omschrijven van de cultuur van de organisatie, het in beeld brengen van de financiële positie en het formuleren van de arbeidsmarktvraagstukken die je als gemeente wil aanpakken. Daarna zijn opties uit te werken op de ‘aanvalsgebieden’ instroom, behoud en uitstroom. Als het arbeidsmarktplan in concept klaar is, volgt de stap naar beslissers die er zich vervolgens achter moeten stellen. Één tip: zorg ervoor dat de urgentie van voldoende budget voor de uitvoering onder de aandacht van het college en gemeenteraad komt. ‘Bijvoorbeeld door ze te wijzen op de risico’s van te weinig juiste medewerkers’. PRODUCTIVITEITSGROEI Jaring Hiemstra, strategisch adviseur bij Hiemstra&De Vries, betwijfelt of het voornamelijk inzetten op het binnenhalen van van meer mensen wel de juiste strategie is. Er is, zo stelt hij, simpelweg onvoldoende aanbod. ‘Ik denk dat je andere keuzes moet maken dan nog weer eens zes advertenties plaatsen. Waarom niet gekeken naar mogelijkheden om meer productiviteitsgroei te realiseren?’, zo vraagt Hiemstra zich af. Hij zou overheden willen oproepen om niet alleen na te denken waar extra middelen en formatie bij moeten, maar ook in deze goede tijden na te denken waar het slimmer kan. ‘Als overheden nu niet een visie hebben waar ze de productiviteitsverbeteringen willen realiseren en daarmee aan de slag gaan, wordt het straks ouderwets ‘reorganiseren en bezuinigen’. En dat lijkt me niet de beste weg.’ Volgens Hiemstra moeten gemeenten af van de dominante stroom in het handelen: extra taken betekent extra geld en extra geld betekent extra personeel. ‘Bij digitale transformatie zie je vooral een nieuwe CIO, een data-scientist, data engineers, maar ontbreekt een discussie en focus over waar we dan productiviteitswinst verwachten. Maar al te vaak wordt er voor een extra opgave iets naast gezet terwijl de bestaande organisatie gewoon blijft staan. Er is sprake van ontwijkingsgedrag op deze vraag. Het denken in termen van productiviteitsverbetering, doelmatigheid en efficiency loopt van de tafel. Het is een grote plus-supermarkt.’ Op diverse vlakken liggen er mogelijkheden. ‘Er is nog een onbenut competentiepotentieel’, zegt hij. Opsommend: minder beleid, het voorkomen van uitstroom door beter werkgeverschap (meer autonomie, hogere beloning en minder werkdruk) en meer investeren in opleiden en omscholen – ‘ook ‘ Er is nog een onbenut competentiepotentieel’ DIVERSITEIT ALS OPLOSSING? Uit recent onderzoek van Berenschot, Performa en AFAS Software onder meer dan tweeduizend HR-professionals, blijkt dat een kwart van hen aandacht voor diversiteit en inclusie ziet als een mogelijke oplossing voor het probleem om geschikte mensen te vinden. Tegelijkertijd onderneemt slechts 22 procent van de Nederlandse organisaties actie om tot meer diversiteit en inclusie te komen. ‘Hoewel bijna een kwart vindt dat er meer aandacht naar diversiteit binnen de organisatie zou moeten gaan, is het ondernemen van actie iets dat vaak ontbreekt. Op het prioriteitenlijstje van de HR-professionals staat het topic op een twaalfde plek. Vorig jaar nam het topic dezelfde plek in’, aldus Hans van der Spek, manager kenniscentrum HCM bij Berenschot. Uit het onderzoek blijkt overigens dat het openbaar bestuur ver voorop loopt ten opzichte van andere sectoren. 42 procent van de HR-professionals binnen het openbaar bestuur stuurt actief op diversiteit. Terwijl dat percentage in heel Nederland met 22 procent veel lager ligt. voor de categorie 30+. En waarom zetten werkgevers niet in op het verleiden van deeltijders om meer uren te maken?’ Die markt slinkt echter. Werkenden die meer uren zouden willen werken, worden blijkens nieuwe CBS-cijfers van vorige week namelijk steeds schaarser. Er is een tegengestelde ontwikkeling gaande. Steeds meer werkenden willen juist mínder uren gaan maken. Net als in vrijwel alle sectoren is die trend ook waarneembaar in het openbaar bestuur: tegenover 230.000 ambtenaren die meer in deeltijd zouden willen werken, staan slechts 17.000 collega’s die meer uren zouden willen draaien. Maar goed, niet geschoten is altijd mis. En, niet in de laatste plaats is er volgens Hiemstra winst te halen door meer in te zetten op digitale innovatie en standaardisatie. Veel valt volgens hem te leren van de manier waarop de Denen hun digitale overheid aansturen. ‘Denemarken heeft een centraal aangestuurd digitaliseringsmodel met een goede regie. Er zijn duidelijke kaders en een helder overlegmodel, waarin ook private partijen tijdig participeren.’ Ook volgens Wanrooij is er door goed gebruik te maken van ict en open dat veel winst te behalen. ‘In sommige gemeenten heb je binnen 20 uur een parkeervergunning. Waarom moet dat in andere gemeenten vier tot zes weken duren?’ vraagt Piet Wanrooij zich af. ‘Op basis van je BSN-nummer kunnen ze toch alles van je weten, zelfs in welke auto je rijdt. Hoeveel ambtelijke tijd dat wel niet scheelt als je die formulieren niet meer hoeft in te sturen en laten verwerken! Nee, we moeten bij gemeenten echt de banken achterna die van automatisering een primair proces hebben gemaakt. Maar ja, daar moet je wel slimme lui voor aantrekken … en die zijn er nu even niet.’ MEER BETALEN Waar het aantrekken van personeel in deze krappe arbeidsmarkt al een lastige opgave is, geldt dat ook voor het vasthouden van medewerkers. Steeds vaker zien gemeenten personeel weglopen richting detacheringsbureaus. Zo ook Piet Wanrooij. ‘Daar is de waardering hoger. In die zin is het intens triest dat er na en jaar onderhandelen nog steeds geen nieuwe cao gemeenten ligt.’ Dat getuigt volgens hem van ‘weinig urgentie’ van werkgeverszijde. De partijen praten weer, maar het meest recente loonbod van de VNG – minder dan de inflatie – biedt weinig hoop op een goede afloop. De bonden hebben in elk geval al aangegeven door te gaan met het voorbereiden van acties. En hoe zit het ondertussen in Bernheze? De gemeente gaat aan strategische personeelsplanning (SPP) doen. Dit om in de toekomst tijdig te kunnen inspelen op bijvoorbeeld toenemende krapte op de arbeidsmarkt, pieken- en dalen en vergrijzing. Het reeds bestaande complexe stelsel van losse modules en systemen bij diverse aanbieders gaat in de prullenbak. Een nieuw, volledig op de organisatie afgestemd personeelsinformatiesysteem moet leiden tot een medewerkersbestand dat flexibel genoeg is om te kunnen inspelen op de ontwikkelingen van de toekomst en stelt de gemeente in staat beter te sturen op behoud en verloop van personeel. Inzet van het SPP-instrument kost Bernheze 15.000 euro extra per jaar. Dat is klein bier afgezet tegen wat de gemeente dit jaar uitgaf voor het aantrekken en begeleiden van nieuwe medewerkers: ruim een miljoen euro. Maar daardoor blijken inmiddels wel de meeste vacatures ingevuld en is de dienstverlening richting de inwoners weer op peil. Alle binnenkomende bouwaanvragen zouden in elk geval weer tijdig kunnen worden behandeld. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 48
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 48 SPECIAL ARBEIDSMARKT DOOR: HANS BEKKERS Het aantal door gemeenten geplaatste vacatures is in het derde kwartaal van dit jaar afgenomen tot ruim achtduizend. Geeft dat enige lucht? Niet bepaald. Het aantal vacatures zal naar verwachting straks gewoon weer verder groeien. En de vijver waaruit gemeenten personeel kunnen putten wordt steeds kleiner. LICHTE DALING AANTAL GEMEENTEVACATURES IN DERDE KWARTAAL OEI, LAAGTERECORD AAN BAANZOEKERS De daling van 9 procent in het aantal door gemeenten geplaatste vacatures ten opzichte van het tweede kwartaal wordt gesignaleerd in de derde vacaturemonitor 2021 van het A&O fonds Gemeenten. Dat komt, zo stellen de onderzoekers, omdat het derde kwartaal vanwege de zomervakantie altijd een zwakker kwartaal is. De grootste dip zat in augustus. Maar volgens het A&O fonds valt niet uit te sluiten dat het aantal vacatures de komende kwartalen gewoon weer verder zal toenemen. ‘We horen namelijk vanuit gemeenten nog geen geluiden dat er een kentering op korte termijn op de gemeentelijke arbeidsmarkt te verwachten valt.’ En daarmee handhaaft de ontwikkeling van het aantal vacatures binnen de gemeentelijke sector zich op een hoger niveau dan voor de coronapandemie. In vergelijking met een jaar eerder, toen Nederland voorzichtig uit de eerste lockdown kwam, ligt het aantal vacatures binnen de gemeentelijke sector immers nog altijd 61 procent hoger. KAPERS Als één van de grootste bedreigingen wordt gezien dat gemeenten mensen tekort gaan komen op de arbeidsmarkt. ‘Het ene vacaturerecord na het andere record sneuvelt op dit moment’, aldus het A&O fonds. En wat extra zorgen baart is dat de vraag naar personeel nog nooit zo groot is geweest en tegelijkertijd het aanbod van actieve baanzoekers een laagterecord heeft bereikt. De onderzoekers wijzen op de laatste cijfers van de Intelligence Group daarover: het aandeel personen dat actief op zoek is naar een baan is verder gedaald van 11,1 naar 10,7 procent. Bovendien is het aandeel mensen dat helemaal niet op zoek is naar (ander) werk ook gestegen. Uit diezelfde analyse van de Intelligence Group blijkt dat werkgevers te maken hebben met kapers op de kust. Meer dan één op de drie werkende Nederlanders is afgelopen kwartaal ten minste één keer benaderd door een andere werkgever of recruiter voor een nieuwe baan. ‘Of mensen wanneer de onzekerheid vanwege corona op de arbeidsmarkt steeds meer op de achtergrond verdwijnt wel een overstap durven te maken, is koffiedik kijken. Het maakt het voor gemeenten nodig om nu al slim op deze krappe arbeidsmarkt te opereren’, aldus het A&O fonds. VRAAG NAAR TRAINEES Ook in het derde kwartaal van 2021 blijven leidinggevende functies de meest gevraagde algemene functies, zo leert de vacaturemonitor. Veel geadverteerd wordt er door gemeenten voor stage- en afstudeerplaatsen. De vraag naar die plekken is na een eerdere terugloop als gevolg van de coronapandemie inmiddels volledig hersteld. Vergeleken met het tweede kwartaal was de vraag 15 procent minder, hoogstwaarschijnlijk speelt daarin het seizoenseffect een belangrijke rol. Vanwege de vakanties werven gemeenten liefst voor de zomer. Daarnaast proberen ze het aanbod aan trainee ships af te stemmen op het afstudeermoment van hun doelgroep, in juni. Meer vraag blijkt er bovendien naar beleidsmedewerkers in de sociaal-culturele hoek. Sterke terugloop in vraag naar ict’ers Er is zelfs sprake van een verdubbeling van de vraag naar die beroepsgroep. En daarmee is die vraag groter geworden dan die voor de beroepsgroep functioneel applicatiebeheerder. De ontwikkeling duidt enerzijds op de extra benodigde menskracht en investeringen in het sociale domein, en anderzijds op een teruggang in de vraag naar ict. Een plausibele verklaring zou volgens het A&O fonds kunnen zijn dat meer gemeentemedewerkers terugkeren naar kantoor, waardoor digitale dienstverlening minder urgent wordt. Dat drukt de vraag naar ict’ers: de beroepsgroep ‘automatisering/ict’ laat in vergelijking met het tweede kwartaal een bovengemiddeld sterke terugloop zien van 21 procent. ZUID-HOLLAND KOPLOPER De krimp van 9 procent in het aantal vacatures op landelijk niveau is terug te zien op provincieniveau. Er is slechts één uitzondering: Groningen. In die provincie nam het aantal vacatures van het tweede op het derde kwartaal met 13 procent toe. Die provincie heeft daarmee zijn sterke groei uit het vorige kwartaal vastgehouden, waarschijnlijk het gevolg van de vorming van de nieuwe gemeente Eemsdelta per 1 januari 2021. Van de resterende provincies vallen vooral Zeeland, Limburg en Gelderland op, waar de arbeidsvraag van kwartaal op kwartaal met meer dan 20 procent kromp. Utrecht was SPECIAL 49 9.058 8.230 7.978 AANTAL NIEUW GEPLAATSTE VACATURES PER KWARTAAL 6.950 5.926 5.849 5.109 4.770 2019 Q4 2020 Q1 2020 Q2 2020 Q3 2020 Q4 2021 Q1 2021 Q2 2021 Q3 AANTAL NIEUW GEPLAATSTE VACATURES VOOR DE DERDE KWARTALEN VAN 2020 EN 2021, NAAR BEROEPSGROEP Ruimtelijke ordening/milieu Algemene functies Financieel/economisch Bouwkunde/civiele techniek Welzijn/jeugdzorg Sociale zaken/Werkgelegenheid Burger-/publiekszaken Automatisering/ICT Bestuurlijk Juridisch 0 100 200 300 400 500 600 2020-Q3 2021-Q3 700 AANTAL NIEUW GEPLAATSTE VACATURES PER PROVINCIE IN HET TWEEDE EN DERDE KWARTAAL VAN 2021 Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Aantal vacatures in 2021-Q2 155 281 137 469 170 958 922 1857 2108 195 1130 676 Aantal vacatures in 2021-Q3 175 245 117 400 169 728 888 1646 2105 138 1123 494 ook in het derde kwartaal van 2021 de provincie waar het meeste aantal vacatures per inwoner uitstond, met één vacature per 1.128 inwoners. Ook in Zuid-Holland lag het aantal vacatures per inwoner relatief hoog, met één vacature voor elke 1.483 inwoners. Noord-Holland telde ongeveer één vacature per 1.748 inwoners. Daar tegenover staat de provincie Drenthe, waar één gemeentelijke vacature te vinden was per 4.229 inwoners. In de Randstedelijke provincies stonden in het derde kwartaal de meeste vacatures per gemeente uit. Koploper is Zuid-Holland, dat 40,5 vacatures per gemeente telde. In Noord-Holland en Utrecht lag dit aantal op respectievelijk 35,0 en 34,2. Het laagste aantal vacatures per gemeente stond uit in Drenthe, gemiddeld 9,8 vacatures per gemeente. Ook in Zeeland bleef het aantal vacatures per gemeente beperkt, met een gemiddelde van 10,6. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 50
HOEZO KRAPTE OP DE ARBEIDSMARKT De huidige markt vraagt om een andere benadering. Via de bekende weg mensen vinden, lukt niet meer. En is dat eigenlijk nog wel passend in deze tijd? Een tijd waarin nieuwe technologieën, andere organisatiee r ormen en verandeende opgaven vragen om andere talenten en vaardigheden. Dat vraagt een andere aanpak in de zoektocht naar de juiste kandidaat. Anders willen kijken naar kandidaten is de eerste stap. Die wordt regelmatig wel gezet. Maar écht anders selecteren als puntje bij paaltje komt, dat blijkt toch spannend. De krapte zit in de benadering “Je moet een sprong durven wagen”, zegt Wouter Nijland. “We werken dagelijks met (selectie) commissies en zien dat men vaak naar het oude vertrouwde neigt. ‘Harde eisen’ zoals opleiding, kennis en werkervaring zijn leidend. Begrijpelijk, want dat geeft toch een gevoel van veiligheid en zekerheid. Iemand heeft het al eens eerder gedaan, weet hoe de hazen lopen. Dus vertrekt er iemand? Dan ligt de focus op de bestaande functie en taken. We gaan op zoek naar iemand met vergelijkbare kennis en ervaring. Een grote tot bijna onmogelijke uitdaging in de huidige markt. En dat terwijl de opgaven voor de toekomst een wezenlijk andere benadering vragen.” “Er wordt vaak nog door een klassieke verrekijker naar de arbeidsmarkt gekeken”, stelt Methanie van der Lee. “We zoomen in op een klein gedeelte en zoeken naar de perfecte kandidaat. Deze manier van kijken vervormt en beperkt het zicht. Laat je dat los? Dan heb je een veel groter spelersveld.” Kijk buiten de kaders Niet functies, maar rollen. Dat is waar wij van uitgaan. Welke persoonlijkheid sluit aan bij de mensen en de opgave? Gaat het om bouwen en ontwikkelen? Inventariseer dan wat daarvoor nodig is. Dingen als goede energie neerzetten, ambitie en drive zijn dan van belang. Iemand die graag iets ontwikkelt in plaats van op de winkel past. “Daarvoor moet je de organisatie en haar context goed doorgronden”, vervolgt José Brus. “Dit doen we door diep in de organisatie te duiken en veel mensen te spreken. Ophalen wat er leeft en speelt en wat er écht nodig is. Geen snelle procedures, maar dieper gaan.” “Verbreed je blik en sta open voor talent” Vaak leeft het gevoel dat alles een ‘must have’ is. We zoeken het schaap met de vijf poten. Maar is dat echt nodig? Zoom je uit en kijk je naar het grotere geheel, dan is een functie slechts een onderdeel daarvan. Niet een op zichzelf staande plek. Laat je de kaders van de functie los, dan ontstaan mogelijkheden. Dit vraagt een andere manier van kijken. Vooral gericht op: wat brengt iemand mee aan potentie, persoonlijkheid en mogelijkheden? Zo ontstaat ruimte om een rol anders in te vullen. Een open blik “Als je niet aankunt op opgedane ervaring is dat spannend.” zegt Wouter. “Ons advies is dan: kijk met een open blik naar mensen. Te vaak wordt nog met de ‘rode pen’ naar cv’s gekeken. é W a o i J r u u N o t s B j l s n d Dat er krapte heerst op de (publieke) arbeidsmarkt, behoeft geen verdere uitleg. Toch? Of is het tijd om op een andere manier te kijken naar het aanbod? Kan een andere blik hierin zorgen voor meer ruimte? “Absoluut!”, zeggen de adviseurs van Zeelenberg. Stel je oordeel uit, kijk en onderzoek vanuit nieuwsgierigheid. Hou vast aan waar je naartoe wilt als organisatie maar durf andere keuzes te maken. Een goede match is namelijk meer dan de juiste papieren.” Sta open voor jong talent en verbreed je blik. Zoek binnen andere branches, kijk naar andere persoonlijkheden en ervaringsniveaus. “Het kan”, zegt Methanie. “Als bureau hebben we verschillende succesvolle matches gemaakt met kandidaten die niet het geijkte profiel hebben, maar wél de persoonlijkheid en bevlogenheid om de stap te zetten. Dit heeft mooie, maar vooral duurzame resultaten opgeleverd.” De onwaarschijnlijke kandidaat Als we persoonlijkheid centraal stellen, betekent dat een andersoortig functieprofiel. Eén waarin vooral de cultuur, de opgaven, de gezochte drijfveren en waarden naar voren komen. Op die manier bereiken we een doelgroep die zich herkent in het mensprofiel; die daarop toegevoegde waarde levert. De gesprekken krijgen dan ook een andere insteek: meer mensgericht, minder toetsend. We maken de match op de mens, in de context van het geheel. Er zijn veel mensen met managementtalent die graag de stap naar (overheids)management willen maken. Zij lopen vaak tegen een muur aan: ze hebben niet het juiste profiel of passen niet in het ervaringsplaatje. Ondanks dat zij wel de potentie hebben; de drive die past bij waar de organisatie naartoe wil. Dat is veel waard. Het brengt je verder dan het oude bekende. Een frisse blik en nieuwe energie kan je losmaken van bestaande patronen. “Dat kan een enorme versnelling geven voor de opgave”, zegt José. “Dit is talent waarin je zou moeten investeren, juist ook op managementposities.” v Verborgen talent Laten we niet alleen met een andere blik naar buiten, maar ook naar binnen kijken. Veel talent blijft verborgen in organisaties. Mensen die misschien wel alles in huis hebben voor een managementfunctie, maar qua ervaring nog vijf jaar missen. “Er is niet altijd een opleidingsprogramma dat ze klaarstoomt om die cruciale managementposities te gaan vervullen”, zegt Wouter. “Toch wil je voorkomen dat jong talent bij ‘de buren’ in managementposities komt. Dat is zonde.” Als bureau hebben we tools in huis om dit potentieel zichtbaar te maken. Met de Talentscan creëren we bijvoorbeeld inzicht in iemands talenten. Wij zijn geen leverancier van mensen, maar matchmakers. De krapte is er natuurlijk gewoon, dat is een feit. De manier waarop er naar kandidaten gekeken wordt, draagt daar zeker aan bij. Daar liggen nog veel mogelijkheden. Wij doen het anders Mensen maken het verschil, dát is waar wij voor staan. Wij staan klaar voor zowel kandidaten als organisaties om het verschil te maken in de arbeidsmarkt. Nieuwsgierig? Wij denken graag mee over uw wervingsvraagstukken. Ook komen we graag in contact met kandidaten die toe zijn aan een (management)vervolgstap. Bel 073 – 612 06 55 of kijk op zeelenberg.nl M e e L t h r a d n i n e a e e
Pagina 52
INGEZONDEN MEDEDELING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 DOOR: HANS BEKKERS ARBEIDSMARKT SPECIAL 53 De totale omvang van de werkgelegenheid bij het rijk is het afgelopen jaar gegroeid met 3,1 procent: op 1 januari 2021 stond de teller op 311.353 fte. In vergelijking met 1 januari 2020 is dat een stijging met ruim 9.300 fte. De komende jaren komen daar naar verwachting nog eens ruim 3.000 voltijdsbanen bij. TOT 2025 3.000 BANEN EXTRA RIJK DIJT VERDER UIT Dat blijkt uit de deze maand gepresenteerde inventarisatie spreiding rijkswerkgelegenheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De stijging vloeit volgens demissionair staatssecretaris Knops voort uit de verhoging van de uitgaven van een aantal sectoren. Zo kent het gevangeniswezen (DJI) een stijging van ruim 9 procent. Ook de zelfstandige bestuursorganen (zbo’s) groeien als kool, zoals de werkgelegenheid bij het UWV met 8 procent. Verder is de formatie van de Nationale Politie met bijna 3 procent toegenomen. Op grond van de huidige prognoses neemt de rijkswerkgelegenheid volgens Knops de komende jaren nog verder toe. Voor de periode tot en met 2025 gaat het om een groei met 3.000 fte. De stijging van de rijkswerkgelegenheid ten 2021 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg 11.881 6.727 7.682 13.822 32.413 4.491 45.879 47.258 91.014 2.776 33.632 11.967 Niet toe te delen 1.810 Totaal 311.353 2025 11.880 6.761 7.862 13.925 32.848 4.517 47.131 47.921 90.256 2.731 34.554 12.151 1.839 opzichte van vorig jaar is in alle provincies zichtbaar. Maar de mate waarin varieert. Relatief het grootst is de stijging in Groningen, Flevoland, Utrecht, Zuid-Holland en Zeeland. In Drenthe, Noord-Holland en Limburg blijft de stijging beperkt tot 1 procent. De stijging in Groningen (7 procent) is grotendeels toe te schrijven aan de groei van de organisatie van de Nationaal Coördinator Groningen, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en het UWV. De stijging in Flevoland bedraagt in absolute zin ruim 200 fte verdeeld over een aantal organisaties. Daarin hebben DJI, Rijkswaterstaat en het UWV het grootste aandeel. In Zeeland is de werkgelegenheid gestegen bij Rijkswaterstaat, de Belastingdienst en het UWV. Het overzicht met de prognoses voor de Ontwikkeling 2021–2025 in percentage 0% 1% 2% 1% 1% 1% 3% 1% -1% -2% 3% 2% 2% 314.376 1% periode tot eind 2025 laat in de meeste provincies een verdere stijging van de rijkswerkgelegenheid zien. Maar de provincies Zuid-Holland en Zeeland vormen daarop een uitzondering. ‘De voorziene tijdelijke daling in Zeeland is het gevolg van fluctuaties in de formatie van Rijkswaterstaat’, aldus Knops. Een deel van de effecten van het compensatiepakket voor Zeeland en Vlissingen en de extra rijkswerkgelegenheid als gevolg van de komst van het Law Delta-complex valt buiten de huidige prognoseperiode. Die worden pas vanaf 2026 volledig zichtbaar in de cijfers over de werkgelegenheid bij de rijksoverheid. De extra rijkswerkgelegenheid die samenhangt met het Law Delta-complex loopt op tot circa 500 fte als de vestiging volledig in bedrijf is.
Pagina 54
54 SPECIAL ARBEIDSMARKT DOOR: WOUTER BOONSTRA BEELD: SHUTTERSTOCK Gemeenten zijn dringend op zoek naar personeel. Maar hoe krijg je nou de beste ambtenaren van buiten? En hoe onorthodox moet je te werk gaan om mensen te vinden? In Breda en Hollands Kroon laten ze competenties, drijfveren, persoonlijkheid en gedrag zwaarder wegen dan achtergrond, cv of werkervaring. ‘Solliciteren doet een beroep op jouw creativiteit als mens.’ TALENT ZOEKEN MET ONORTHODOXE METHODEN ‘ UITDAGEND, ORIGINEEL EN CREATIEF WERVEN’ ‘We begonnen in 2013 met De stem van Hollands Kroon (The Voice). Dit jaar hadden we de gemaskerde editie (The Masked Singer). We willen blijven vernieuwen, uitdagen en origineel blijven.’ Aan het woord is strategisch organisatieadviseur Corine Hansen van de gemeente Hollands Kroon die enthousiast de nieuwe manier van solliciteren bij de gemeente over het voetlicht brengt: anoniem. ‘Voor de nieuwe lichting trainees bedenken de trainees van vorig jaar iets nieuws wat dan weer hip and happening is. We willen laten zien dat niet elke gemeente hetzelfde is, want het imago is best stoffig.’ En dat terwijl gemeenten juist naarstig op zoek zijn naar personeel, nadat er vaak jarenlang op de formatie is bezuinigd. Voor de nieuwe opgaven en ambities van de energietransitie en woningbouw moeten snel nieuwe mensen worden aangetrokken. En ook om de werkdruk op de huidige krappe formatie te verminderen, zo luidde onlangs een aanbeveling aan het gemeentebestuur van Gemert-Bakel van adviesbureau & Van de Laar. Maar dat is nog geen sinecure, merkte de gemeente Twenterand. Er was dit jaar bijna een miljoen euro beschikbaar voor het aantrekken van nieuw personeel. Een probleem: mensen zijn er niet te vinden. Dat heeft weer zijn weerslag op de dienstverlening van de gemeente. Twenterand kijkt nu meer vooruit: met opleidingsinstituten samenwerken, meer ruimte bieden voor stageplekken, sneller jonge mensen werven. ‘We gaan ook op een andere manier werven en willen tegelijk bestaand personeel zo goed mogelijk binnenboord houden. We breken ons hoofd over hoe we een aantrekkelijke werkgever kunnen blijven’, zei een bezorgde manager bedrijfsvoering Dick Lammertink onlangs tegen Binnenlands Bestuur. Dat is geen verkeerde gedachte. Twee derde van de gemeenten voert geen actief beleid om jonge medewerkers vast te houden, blijkt uit onderzoek van het A&O fonds Gemeenten, en dat percentage verandert al jaren amper. Intussen regent het bij gemeenten in alle provincies vacatures. ONHERKENBAAR Ook in Hollands Kroon merken ze de schaarste op de arbeidsmarkt, zegt Corine Hansen, zeker in bepaalde branches, zoals ruimtelijke ordening en ict. ‘Maar er zijn nog wel voldoende kandidaten die bij ons solliciteren. Zeker voor de traineeships. Daarvoor hadden we dit jaar evenveel kandidaten als twee jaar geleden: 85. De animo is constant, het zijn vaak jonge afstudeerders met weinig werkervaring.’ Een van de zes gelukkigen is Claudine Schuyt die eerst op een andere functie bij de gemeente had gereageerd. ‘Traineeships zijn populair en vooral voor starters. Daarom ‘ Het imago van “de gemeente” is best stoffig’ reageren er zoveel mensen op’, verklaart ze. ‘Bij andere functies hoor je vaak dat je niet genoeg werkervaring hebt. Bij een traineeship hoeft dat niet.’ Sterker nog, er werd niet eens naar gevraagd. De wervingsmethode van Hollands Kroon ging dit jaar uit van anonimiteit, want de gemeente kijkt naar competenties en drijfveren en niet naar uiterlijk, achtergrond of cv. ‘We willen weten wie je écht bent.’ Om dat kracht bij te zetten konden kandidaten vormvrij en incognito op het traineeship solliciteren. Tijdens de eerste (online) sollicitatieronde werd hen gevraagd een masker op te zetten, zodat ze niet werden herkend. Het idee is dat een masker meer kan vertellen over je persoonlijkheid. Kandidaten konden bijvoorbeeld een eigen masker maken. ‘Ik stelde me ook voor aan de hand van een voorwerp’, vertelt Schuyt. ‘Ik koos een schilderij met een berg in Nepal. Een berg is altijd een mooie metafoor. Een berg beklimmen staat wat mij betreft symbool voor doorzettingsvermogen, samenwerking en lef.’ Solliciteren doet een beroep op je creativiteit als mens, zegt organisatieadviseur Stasja Olejniczak. ‘Er wordt bij ons meer creativiteit verwacht dan bij andere gemeenten.’ De eerste sollicitatieronde gaat altijd over wie je bent als persoon en of je bij de organisatie past, aldus Hansen. Het vakgebied alleen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 k SP gebrek aan doorgroeimogelijkheden. Eén op de drie gemeenten noemt dat als belangrijkste oorzaak van uitstroom van jonge medewerkers in de Personeelsmonitor 2020 van A&O fonds Gemeenten. Uit ander A&O-onderzoek bleek dat de wens snel door te groeien vooral wordt belemmerd door gebrekkige transparantie. Bijna de helft vindt die onvoldoende en dat zijn met name de nieuwe ambtenaren. ‘Je moet je onderscheiden en doen wat je zegt en zijn wie je pretendeert te zijn’, antwoordt Hansen op de vraag hoe de gemeente jonge mensen binnenboord houdt. Hollands Kroon zet in op interne mobiliteit, vult Olejniczak aan. ‘Dat percentage is bij ons 8 procent, veel hoger dan landelijk. We zeggen: doe iets waar je wel gelukkig van wordt. We hebben ook een lagere gemiddelde leeftijd. In de landelijke benchmark vergenodigt mensen niet uit, er zijn selecteurs die het andere gesprek voeren met kandidaten. ‘Wij geloven erin dat wie je bent als mens bepaalt hoe succesvol je bent. Het gaat om je drive, je passie. Daar proberen we achter te komen in de eerste ronde. Dat is wel anders dan in andere organisaties.’ Niet iedereen past dus ook bij Hollands Kroon. ‘We kijken of je beschikt over het HK-dna, of je past bij onze zes kernwaarden: vertrouwen, lef, bevlogenheid, contact, innovatie en respect’, zegt Olejniczak. Het is net zo subjectief als werk, opleiding en ervaring, stelt Hansen. ‘We merken het echt als mensen niet bij ons passen. Dan vragen we: wie heeft die aangenomen?’ VERADEMING Schuyt past wel bij de organisatie. Ze had de gemeentewebsite bekeken en zag op sociale media waar de organisatie voor staat. ‘Past dit überhaupt bij me?’, vroeg ze zich af. De filmpjes werden veel gedeeld en ik heb me er toen meer in verdiept. Mijn moeder werkt bij een andere gemeente. Daar gaat het solliciteren heel traditioneel. Dit voelde als een verademing, het kan dus anders en het gaat ook anders.’ Het gesprek met masker nodigde uit om over jezelf te vertellen, waarbij niet wordt gekeken naar je achtergrond, merkte Schuyt. ‘Dat maakte het bij voorbaat al meer comfortabel.’ Na een dag online mini-assessments volgde een gesprek met de directie, waarna de zes overgebleven kandidaten als trainees een zelfsturend team mochten vormen en een individuele en gezamenlijke opdracht mogen uitvoeren. ‘Deze manier van solliciteren nodigt uit om het er met anderen over te hebben. De één is heel enthousiast, de ander reageert op een manier van: wat is dit raar en gek? Bij sommige mensen werkt het niet’, aldus Schuyt. Zelfs als je mensen afwijst, zeggen ze nog: we vonden het fantastisch, vult Hansen aan. ‘Ze doen contacten op en houden er zelfs vrienden aan over.’ Jonge mensen aannemen is wat anders dan jonge mensen vasthouden. Jongeren blijken vaak af te haken bij gemeenten vanwege een lijkbare gemeenten is dat 48,1, wij zitten op 45,2. We zijn gericht op jongeren en mbo’ers.’ De gemeente is ook een springplank voor trainees naar grotere organisaties. ‘We zijn een relatief kleine gemeente. We zijn blij als talentvolle mensen uitvliegen, dat maakt ons trots.’ DUURZAAM Uitvliegen naar een grotere gemeente bijvoorbeeld. De gemeente Breda zoekt mensen met specifieke skills en besloot de werving en selectie van nieuwe klantmanagers anders aan te pakken. Niet op basis van diploma’s en ervaring, maar op gedrag en competenties, in de hoop zo nieuw talent aan te boren. Ook in Breda zoeken ze sinds de decentralisaties meer personeel, omdat er nu eenmaal meer werk is. Het werd echter steeds lastiger om inhuurkrachten te vinden. En inhuurkrachten van goede kwaliteit langdurig op een opdracht zetten is kostbaar en tijdelijk. ‘We willen liever mensen duurzaam aan ons verbinden’, zegt Nella Zwartbol, teamleider in de keten participatie. Dat leidde tot een extra team, een community, waarbij mensen ‘op een vernieuwende, creatieve manier zijn geworven’. ‘De wereld verandert, dus als BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 56
VAN ONZE KENNISPARTNER SPECIAL 57 ‘ We breken ons hoofd over hoe we een aantrekkelijke werkgever kunnen blijven’ gemeente veranderen wij mee.’ Die werving en selectie staat los van opleiding, kennis en ervaring bij gemeenten, maar is gericht op competenties, persoonlijkheid en je bijdrage aan de dienstverlening. ‘Een kandidaat moet een goed gesprek kunnen voeren, doorpakken, en doen wat nodig is om het verschil te maken voor inwoners en ondernemers.’ Mensen konden anoniem solliciteren en thuis gamebased assessments spelen. ‘Er waren meer dan 200 kandidaten. We maakten competenties van mensen inzichtelijk. Daaruit volgde een uitgebreid profiel. Van de beste kandidaten kregen we een uitgebreid rapport van het assessment. Aan de voorkant konden we opgeven wat belangrijk is in de functie. Dit is nieuw voor Breda.’ Er zijn ook sollicitatiegesprekken gehouden met meerdere mensen. ‘Het blijft natuurlijk een momentopname, dus we combineerden online gaming met gerichte selectiegesprekken. We keken naar future work skills, zoals innovatief kunnen denken en snel mee kunnen schakelen op complexe wetgeving en systemen.’ De meerwaarde van de community is dat zij vragen breed oppakken. Omdat er minder kennis en ervaring is, is het werken en leren tegelijk. Er is een coachingen ontwikkeltraject van anderhalf jaar. ‘Dit team is een aanvulling op het bestaande team. We werken in de hele gemeente met gedreven mensen die allemaal aan hetzelfde doel werken en klant gericht zijn. Binnen de community worden nieuwe werkvormen ontwikkeld met als doel een nog betere dienstverlening.’ DIVERSITEIT Na de eerste community van tien mensen komt er straks een tweede community. ‘Deze nieuwe manier van w&s en werken is een succes: er zit veel diversiteit in het team. Zowel de gemeente als sollicitanten ervoeren het anoniem solliciteren als een grote meerwaarde. We konden heel gericht selecteren op competenties en gedrevenheid in het vak.’ Een aantal komt uit de commerciële hoek, anderen uit het onderwijs of van een woningcorporatie. Er zat ook BREDA Teamleider Nella Zwartbol met haar eerste community. een supermarktmanager tussen, aldus Zwartbol. ‘Zij willen zich graag meer maatschappelijk inzetten, maar vanuit hun positie is het normaal gesproken lastig om bij de gemeente te komen werken. Met deze nieuwe systematiek is dat wel mogelijk.’ De gemeente haalt op haar beurt ander perspectief binnen, mensen die met frisse blik naar werkprocessen kunnen kijken. De methodiek is ook gebruikt in het hogere management en op één andere afdeling, weet Zwartbol. Nadeel is dat het heel arbeidsintensief is. ‘Daarom is het goed om de tijd te nemen voor begeleiding, coaching en het opzetten van een werk- en leer traject.’ Nieuwe medewerkers kunnen laagdrempelig binnenkomen in het Bredase, maar houd je ze ook in de organisatie? ‘Dit traject is voor anderhalf jaar. De bedoeling is dat we er dan duurzaam inzetbare medewerkers bij hebben die breed opgeleid zijn in kennis en ervaring. In tegenstelling tot meer traditionele functies zijn ze dan ook volop in de breedte inzetbaar. Ze kunnen op vernieuwende manieren werken binnen de afdeling en regie nemen op hun eigen loopbaan en op het leerproces.’ De intentie is dat de nieuwe medewerkers zich kunnen ontwikkelen naar een plek die het beste bij hun competenties past. ‘Begeleiding en ontwikkeling in de community leidt daar toe: waar zit je kracht, hoe kun je de organisatie het beste vooruit helpen?’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 58
Met realistische ambities weer de arbeidsmarkt op POSG begeleidt ex-wethouders naar werk Wethouders werken snoeihard. Ze slagen erin mensen mee te krijgen, bepalen mede de koers van de gemeente en dragen eindverantwoordelijkheid voor maatschappelijk zeer relevant werk. Toch worden ze niet met open armen ontvangen als ze na hun eer de arbeidsmarkt opgaan. marktleider op het gebied van arbeidsmobilit t publiek t hen een loopbaanstap te t duurzaam per e vier jaar zullen ook de gemeenteraadsen van maart 2022 voor veel wethouders onder spannend verlopen. Naast de groep die zich erkiesbaar stelt, zullen anderen te weinig en, of in de college-onderhandelingen tste eind trekken. ‘Er zal een fl inke thouders plaatsvinden’, weet Lydia senior managing consultant bij POSG. ft een groot deel zich weer op de aar het hen vaak niet meevalt om e vinden.’ er wethouders t namelijk dat er nog al wat er wethouders zijn. Ze zijn eigenwijs, e eigen dunk en staan vooral op om er maar enkele te noemen. In de praktijk oep baat bij een goede loopbaancoach. en oud-wethouder valt onder de APPAecht op wachtgeld, meestal voor ee maanden. Daar is altijd hulp tiebureau voor het vinden van een e baan bij inbegrepen. ‘Ze mogen zelf het bureau omen dan bijvoorbeeld bij ons terecht.’ zamenlijk traject oel maakt het daaropvolgende traject t een voorbeeld uit haar praktijk. ‘Een d na anderhalve termijn gedwongen ege de ontstane verhoudingen in het de zich bij ons, het klikte en ze gaf mij en om gezamenlijk dit traject in te gaan.’ as duidelijk dat ze bijzonder ontdaan ertrek. Woede, machteloosheid en Lydia van der Poel Senior managing consultant Uitstroom politiek bestuurders In 2020 zijn diverse voormalig politiek bestuurders, waaronder wethouders, door de loopbaanadviseurs van POSG naar ander werk begeleid. Ons slagingspercentage: 90%. Hieronder een greep uit die nieuwe functies: • Burgemeester • Voorzitter brancheorganisatie in het onderwijs • Programmadirecteur provincie • Senior Adviseur Public Affairs bij een ROC • Projectleider gemeente • Programmamanager Recreatieschap • Directeur P&O bij een landelijk detacheringsbedrijf • Wethouder bij een andere gemeente • Zzp’er in fi nancieel management en control • Een of meerdere toezichthoudende functies bij maatschappelijke organisaties Meer voorbeelden op www.posg.nl/ecc Afkicken van wethouderschap Als wethouder heb je een spilfunctie in het lokale bestuur en kun je echt een verschil maken in je directe leefomgeving. Bovendien krijg je veel ondersteuning, zoals een secretaresse, een woordvoerder en ambtenaren. Het is een uitdagende, gevarieerde functie die veel van je vraagt. ‘Als deze hele specifi eke functie afl oopt, moet je daar echt even van afkicken. Weer met beide benen op de grond komen. Dat is zeker lastig’, stelt Van der Poel. ‘Sommigen hebben concrete ervaringen nodig voor dat besef, bijvoorbeeld als sollicitaties niet lukken omdat ze verkeerd of te hoog inzetten. Gedurende het traject bij ons, zie je hun ambities realistischer worden, daar help ik ze bij.’ Aan de andere kant stellen oud-wethouders ook zeker eisen aan een nieuwe werkomgeving. Het gaat niet enkel om de positie en inhoud van een functie, maar ook bijvoorbeeld om de mensen die er werken, de bedrijfscultuur: ‘Vanzelfsprekend moet een nieuwe functie aansluiten bij zijn of haar morele kompas.’ verdriet vochten om voorrang. ‘We hebben als eerste gerefl ecteerd op haar vertrek, en haar aandeel hierin. Vervolgens was het belangrijk om haar weer vitaal te krijgen. Door alle emoties was ze afgevallen en sliep ze slecht. Door haar te stimuleren om te doen waar ze van houdt, zoals wandelen en in de tuin werken, knapte ze zichtbaar op.’ Investeren in werkneembaarheid Tegelijkertijd werd het tweede spoor ingezet, hoofdonderdeel bij POSG: investeren in werkneembaarheid. Dat betekent je eigen kwaliteiten zien, de mogelijkheden onderzoeken, richting kiezen en regie pakken. Solliciteren en netwerken. ‘Haar grote droom was burgemeester worden. Hoewel dit behoorlijk ambitieus was, zeker voor de korte termijn, hebben we dit een kans gegeven. Met als bijkomende afspraak dat ze managementervaring zou gaan opdoen, wat ze nog niet had en waar ze in elke bestuurlijke functie profi jt van heeft.’ Nadat ze bij twee sollicitaties voor het burgemeestersambt al doordrong tot de gespreksrondes met de vertrouwenscommissie, kreeg de ex-wethouder vanuit haar eigen netwerk de vraag om bij een maatschappelijke organisatie een management opdracht te doen. ‘In deze managementrol moest ze haar invloed op een andere manier aanwenden, dan dat ze gewend was als wethouder, en dat was wel even wennen.’ Snel daarna volgde een derde sollicitatie naar een burgemeestersfunctie, die ze samen met POSG voorbereidde. En dit keer won ze. ‘Naast een droombaan heeft ze hiermee haar loopbaan een duurzame impuls gegeven en geleerd om de regie over haar carrière te behouden.’ Aan iets nieuws beginnen De wachtgeldperiode is in de regel voldoende voor wethouders om een nieuwe baan te vinden. ‘Buitenstaanders zullen dat lang vinden’, realiseert Van der Poel zich. ‘Maar als je bijvoorbeeld zelf niet wilde vertrekken, heeft dat impact op je. Daar moet je echt van herstellen, voordat je weer in je kracht staat om enthousiast aan iets nieuws te beginnen. Het zwaartepunt van de begeleiding ligt, ervaren wij, wel in het eerste jaar, daarin moet het eigenlijk gebeuren. Hoe snel je succesvol bent is verder afhankelijk van de kennis en werkervaring die je vóór het wethouderschap hebt opgedaan. ’ Daarnaast spelen ook competenties en leeftijd een rol. Voor zestigplussers is het lastiger om nog een vaste hoofdfunctie te vinden. Van der Poel: ‘Dat vertellen we hen ook. Zelf heb ik een achtergrond in werving en selectie, ik weet wat wel en niet werkt. Zestigplussers maken wel goede kans op toezichthoudende nevenfuncties bij maatschappelijke organisaties. Hiermee komen ze vaak niet volledig uit het wachtgeld, maar kunnen ze toch een mooi pakket aan werkzaamheden verzamelen.’ Over POSG POSG is marktleider op het gebied van arbeidsmobiliteit in de publieke sector. We bieden diverse mobiliteitsoplossingen, zoals APPA begeleiding, contractovername, outplacement en begeleiding bij andere loopbaanvragen. Aandacht, creativiteit en daadkracht zijn de kernwaarden die we daarin voorleven en uitdragen. POSG verbindt de doelstellingen van organisaties met professionals die een loopbaanstap realiseren met een duurzaam perspectief. We maken deel uit van de GrowWorkGroup, één van de grootste HR-dienstverleners in het publieke domein, en hebben hierdoor een breed landelijk netwerk. Onze zusterbedrijven: GrowWork Healthcare, InterWork, JS Consultancy en Roler, zijn werkzaam in respectievelijk de sectoren zorg, woningcorporaties, overheid en onderwijs. Mobiliteitsadvies | Loopbaancoaching | Interim | Werving & Selectie posg.nl
Pagina 60
DOOR: CRISTINA BELLON ARBEIDSMARKT SPECIAL 61 De Nederlandse overheidssector geldt als vergrijsd. De gemiddelde leeftijd van medewerkers bij gemeenten is 47,7, bij provincies is dat 48,6 jaar. Nee, dan Italië. Daar ligt de gemiddelde leeftijd van de ambtenaar inmiddels op 54 jaar. 300.000 GAAN ER BINNEN DRIE JAAR MET PENSIOEN GRIJZE AMBTENAREN? IN ITALIË ZIJN ZE PAS OUD In Nederland was, als gevolg van de aanwas van nieuwe, veelal jonge medewerkers, de laatste jaren een daling van de gemiddelde leeftijd van medewerkers te zien bij de decentrale overheden. Maar het naar verhouding nog steeds sterk vergrijsde personeelsbestand betekent voor de komende jaren extra uitstroom van personeel. Anders gezegd, de organisaties staan voor een enorme vervangingsvraag. En dat is, gelet op de almaar krapper wordende arbeidsmarkt, een grote uitdaging. Niet dat het ook maar iets helpt, maar het kan altijd nog erger. In Italië is de situatie in de publieke sector zelfs rampzalig te noemen. In sommige gemeenten dreigt het personeelstekort verscheidene diensten stil te leggen. In de afgelopen tien jaar hebben het ‘stabilisatiebeleid’ en het decreet van de ‘herziening van de uitgaven’ de collectieve uitgaven verminderd, maar tegelijkertijd is een monster geschapen:150.000 overheidsbanen gingen verloren. Voor elke vier gepensioneerde werknemers werd er maar één nieuwe aangenomen. Vanwege allerlei bureaucratische belemmeringen duurt het bovendien drie tot vijf jaar voordat nieuwe wervingen plaatsvinden. Van de 3,2 miljoen ambtenaren in Italië zullen er de komende drie jaar ten minste 300.000 met (vervroegd) pensioen gaan. In 2021 zullen er volgens de Dienst Overheidsfuncties slechts 119.000 nieuwe medewerkers worden aangetrokken, voortvloeiend uit aanbestedingen. De totale vrijval van het ‘verloop’, dat wil zeggen de mogelijkheid om een nieuwe werknemer aan te nemen voor elke werknemer die met pensioen gaat, zal onvoldoende zijn om een generatiewisseling te bewerkstelligen en de lacunes op te vullen. SLECHT OPGELEID De Italiaanse overheidsambtenaar is over het algemeen vrij oud (gemiddeld 54 jaar), en slecht opgeleid (gemiddeld 1,2 opleidingsdagen per werknemer per jaar). Zij hebben volgens recente onderzoeken moeite om bedrijven en burgers adequate diensten te verlenen – 76 procent van de Italianen vindt de dienstverlening ontoereikend, terwijl 51 procent van de Europeanen ontevreden is over die van hen. En dat terwijl de overheid de motor van het herstel na corona zou moeten zijn. ‘Wij hebben een Inspectiedienst voorgesteld om de verschillende organische tekortkomingen van elk lokaal bestuur te kunnen controleren en vervolgens een plan uit te stippelen om sneller personeel aan te werven, bijvoorbeeld door de regelgeving te wijzigen om zo de moeilijkste situaties aan te pakken. Wij moeten oplossingen vinden om te voorkomen dat hele overheidssectoren worden overgeleverd aan particuliere ondernemers’, stelt algemeen secretaris Sandro Colombi van de Italiaanse vakbond van ambtenaren (UILPA) voor. Eerdere ervaringen hebben Italië er bewust va gemaakt dat de overheid een dienst verleent tegen gecontroleerde prijzen, terwijl particuliere ondernemers legitiem winst nastreven. ‘Als wij willen transformeren van een overheid die verstikt is door de cultuur van formele regeltjes naar een overheid van het delen van resultaten en nastreven van doelstellingen, dan hebben wij nieuwe vaardigheden nodig, zoals die van geschikte leidinggevenden’, zegt Gianni Dominici, algemeen directeur Forum PA, een bedrijf dat zich bezighoudt met de innovatie van het openbaar bestuur. Davide Galimberti, burgemeester van het Noord-Italiaanse Varese (80.000 inwoners) vult dat aan. ‘En dan is het ook nodig overheidsbanen aantrekkelijk te maken, zowel door passende bezoldigingen als door een bespoediging van de wervingsprocedures. De nieuwe beroepsvaardigheden zullen van doorslaggevend belang zijn om ons land nieuw leven in te blazen, vooral in de komende vijf jaar.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 62
62 SPECIAL ARBEIDSMARKT DOOR: HANS BEKKERS Er bestaan fikse verschillen in productiviteit tussen de kerndepartementen – soms wel tientallen procenten groot. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is het meest doelmatig. Opvallend: deeltijdwerk levert een bijdrage aan de kostenreductie. ONDERZOEK ARBEIDSPRODUCTIVITEIT MINISTERIES DOELMATIGER MET DEELTIJDERS Dat blijkt uit het rapport Kosten en prestaties kerndepartementen in kaart van het Instituut voor Publieke Sector Efficiëntie Studies (IPSE Studies). Zo’n onderzoek naar kerndepartementen was nog niet eerder uitgevoerd. In de bovenste regionen qua productiviteit zitten behalve Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ook Algemene Zaken, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en Defensie. Justitie en Veiligheid is het minst doelmatig. Uit een vergelijking in de tijd (2012-2019) blijkt dat de productiviteit voor alle kerndepartementen gezamenlijk constant is gebleven. Opvallend is wel de productiviteitsdaling bij Defensie in de laatste jaren. Bij Binnenlandse Zaken is precies de omgekeerde beweging zichtbaar: aanvankelijk is er sprake van en lage kostendoelmatigheid, maar dat verbetert gedurende de onderzoeksperiode. BUREAUCRATISERING Voor de uitkomsten geldt een verzameling verklarende factoren. Vooral een hoog ziekteverzuim, weinig werk in deeltijd, veel externe inhuur van personeel en hoge materiaalkosten dragen volgens de onderzoekers Jos Blank en Alex van Heezik bij aan een lage kostendoelmatigheid. Een hoge instroom van nieuw personeel zorgt daarentegen voor een hoge kostendoelmatigheid. De uitkomsten geven belangrijke aanwijzingen voor mogelijkheden om de doelmatigheid te verbeteren. Per saldo geldt dat voor alle kerndepartementen de productiviteitsgroei in de tijd ongeveer gelijk is aan nul. Dat wil zeggen, ze zijn niet in staat geweest hetzelfde werk te doen met minder middelen. ‘Dat is zorgelijk, omdat de verwachting is dat kerndepartementen vanwege de aard van het werk sterk moeten kunnen profiteren van ict-innovaties. ‘ Kijk met een kritische blik naar externe inhuur’ Het is goed denkbaar dat dit soort innovaties wel plaatsvinden, maar het effect hiervan teniet wordt gedaan door verdergaande bureaucratisering of een steeds verdergaande complexere materie, waardoor de afhandeling van dossiers steeds lastiger wordt’, aldus de onderzoekers. AFREKENEN Vanwege de permanent aanwezige intrinsieke druk om de bureaucratie uit te breiden en beschikbare budgetten op te maken, zijn er in hun ogen weinig prikkels voor de ambtelijke leiding om die ruimte te benutten. Dat kan het daarom het beste maar van bovenaf, door de politiek, worden afgedwongen om vervolgens het management erop aan te spreken dan wel af te rekenen. In veel productiviteitsonderzoek is volgens hen aangetoond dat krimp van budgetten daarbij als het meest effectieve instrument geldt. ‘Uiteraard moet het voor het management van de kerndepartementen wel duidelijk zijn dat er ook ruimte is om met minder geld toe te kunnen’, zo nuanceren Blank en Van Heezik hun aanbeveling. Maar inzichten uit hun onderzoek zouden behulpzaam kunnen zijn. Niet alleen omdat daaruit naar voren komt bij welke kerndepartementen de meeste doelmatigheidswinst is te behalen, maar ook omdat wordt gewezen op waar kostenreducties vooral te behalen zijn: terugdringen van het ziekteverzuim, het met een kritische blik kijken naar de externe inhuur en het stimuleren van deeltijdwerk. Met name het positief effect van deeltijders op de arbeidsproductiviteit noemen de onderzoekers een opvallend resultaat. Een van de verklaringen zou kunnen zijn dat mensen in deeltijd productiever zijn, omdat zij juist de laagproductieve uren van de dag of de week niet werken. Daar staat tegenover dat er per gewerkt uur meer overheadkosten worden gemaakt voor bijvoorbeeld kantoorruimte, hrm-diensten en de salarisadministratie. HACHELIJKE ZAAK Het onderling vergelijken van departementen of het volgen van ontwikkelingen in de tijd is overigens wel een hachelijke zaak. De onderzoekers stuitten op boekhoudingen die allesbehalve uniform zijn en tegelijk ook allerlei inconsistenties kennen. Bovendien otnbreken nogal eens verklaringen voor substantiële wijzigingen in de uitgaven. Zo blijkt dat niet alle departementen hetzelfde verstaan onder apparaatskosten en wordt slordig omgegaan met verrekeningen in de sfeer van shared services. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 SPECIAL 63 Volgens Blank en Van Heezik kan er het nodige worden geleerd van het bedrijfsleven. Daar is een goede boekhouding niet alleen een wettelijk vereiste voor een verantwoording naar aandeelhouders of voor de aangifte bij de Belastingdienst, maar op zichzelf een belangrijk sturingsinstrument voor het management om de bedrijfsvoering te verbeteren en kosten te beheersen. ‘De overheidsboekhouding schiet hier ernstig tekort’, moeten ze op basis van hun onderzoek concluderen. De belangrijkste omissie in hun ogen is dat er nauwelijks zicht bestaat op de prestaties die worden geleverd. Over de geleverde prestaties wordt nagenoeg helemaal geen verantwoording afgelegd. Dat is des te opvallender, omdat de rijksoverheid uitvoeringsorganisaties op dat punt wel de maat ADVERTENTIE neemt en stringente regels voorschrijft. ‘Zo bevatten de jaarverslagen van de ministeries steeds uitgebreide overzichten van de prestaties van de agentschappen. Een dergelijke presentatie raden wij ook aan voor de kerndepartementen, evenals een verbeteringsslag in de huidige registraties. Een inventarisatie van tekortkomingen daarin, zou een mooi startpunt zijn.’ Werving en selectie Noortje Burger SENIOR RECRUITER t: 0182 - 23 99 91 (ook whatsapp) e: info@latentis.nl www.latentis.nl Latentis als je anders wil… Remco Knubben SENIOR CONSULTANT Peter Luijters SENIOR CONSULTANT Foto: Peter Hilz/ANP-HH
Pagina 64
mijn stem stemhulp MijnStem Het grootste bereik Meest gekozen door gemeenten Als enige 100% stabiel & veilig www.mijnstem.nl Meer weten? Bel Anne van de Meerakker 06-47871895 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: LAURENS VAN PUTTEN / ANP-HH VEILIGHEID ACHTERGROND 65 Nederlanders zijn kampioen in agressie tegen werkenden, concludeert conflictexpert Caroline Koetsenruijter. En agressors zijn niet alleen mensen uit ‘de wijken’, maar ook ‘kakkers’ uit ’t Gooi. ‘We moeten erop reageren. Veiligheid op het werk is geen luxeproduct.’ PLEIDOOI OM VERHUFTERING IN NEDERLAND TE STOPPEN OMGAAN MET BURGERS IN DE WEERSTAND Jaarlijks maken drie miljoen mensen in Nederland zich schuldig aan agressie. Steeds vaker is die ook gericht tegen ambtenaren en bestuurders. Agressie kost 600 miljoen euro per jaar, becijferde TNO in 2014. Het laat zich raden dat dit in 2021 niet minder is. Intimiderende zinnen als ‘Ik weet waar je woont’ en ‘Zal ik jouw kind ophalen?’ worden twee miljoen keer per jaar tegen verpleegkundigen, leerkrachten, politieagenten en ambtenaren geuit. ‘Intimidatie naar ambtenaren en bestuurders is een heel lelijk probleem’, zegt Caroline Koetsenruijter, die na een studie bestuursrecht bij het ministerie van Justitie en Veiligheid kwam werken, waar zij met bezwaarindieners moest omgaan. Ze trainde duizenden mensen in het voorkomen en aanpakken van agressie en schreef de norm tegen agressie en geweld voor politieke ambtsdragers. Koetsen
Pagina 66
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 66 ACHTERGROND VEILIGHEID ‘ Voor sommige burgers is het gewoon een verdienmodel’ ruijter publiceerde in 2020 het boek Jij moet je bek houden. Volgende week verschijnt de opvolger Het agressieparadijs, mede gebaseerd op haar eigen ervaringen bij het ministerie. ‘Ambtenaren worden getraind op inhoud, wetskennis, maar er is weinig belangstelling voor de moeilijke kant van het ambtenaar zijn: burgers in de weerstand, soms gefrustreerd en soms heel intimiderend’’, vertelt Koetsenruijter. ‘Mediation-technieken hebben meerwaarde bij moeilijke situaties tussen overheid en burger, maar schieten hier tekort. Mensen die jou aansprakelijk stellen als ze geen vergunning krijgen, die na een afwijzing van Wmohulp zeggen: als mijn moeder valt, komt dat door jou. Stop dan met het credo ‘luisteren, samenvatten en doorvragen’ en geef een corrigerende reactie. Ik ben zelf conflictvermijdend en oplossingsgericht, ik wil de burger verder helpen. Het is dan heel frustrerend om te horen dat ‘ze me uit de buik van mijn moeder hadden moeten snijden’. Zulke dingen gebeuren jaarlijks 2,25 miljoen keer in alle sectoren, vaak jegens ambtenaren en bestuurders. We moeten daarop reageren.’ Waar komt al die agressie vandaan? ‘Voor sommige burgers is het gewoon een verdienmodel. In your face. Aan de balie, tijdens het keukentafelgesprek laat je het zien. “Ik bepaal zelf wel hoe ik mij gedraag.” Men toont geen empathie, is individualistisch en zit heel erg op rechten. Natuurlijk, er gaat ook veel mis bij de overheid. Maar dezelfde burger heeft ook plichten. Als je over die grens gaat, heeft dat gevolgen voor weerbaarheid en dat is onacceptabel. Die gedragingen leid ik terug naar die ontwikkelingen. De overheid heeft de verzorgingsstaat afgebouwd. De eerste vraag is nu: kunt u het zelf oplossen? Dat bijt ons in de staart. Houd je poot stijf, vertellen we elkaar nu. Dat het gedrag strafbaar is, wordt vergoelijkt: “Het was even nodig.” Maar niemand heeft ervoor getekend om te worden uitgescholden of bedreigd. En indirect krijgen ook collega’s het mee. Een ambtenaar valt er eerder door uit. Er is veel verzuim door agressie, dat kost honderden miljoenen euro’s. Ambtenaren gaan vermijdend gedrag vertonen. Ze zijn eerder geneigd te denken: geef mijn portie maar aan Fikkie. Indirect zijn er Of een wooncorporatiemedewerker die vond dat een keukenkastje nog twee jaar meekon. De deur ging op slot: u gaat pas weg als het is gefikst. Dreigen heeft effect.’ Intimidatie is strategisch, rationeel en calculerend gedrag, schrijft u. Het heeft AGRESSIE-EXPERT Caroline Koetsenruijter niets met emotie te maken. ‘Een ambtenaar kijkt vaak vergoelijkend naar agressief gedrag. Vaak krijgt de burger het voordeel van de twijfel. Iemand zegt: die lelijke dikke kutcollega van jou moet uitkijken, die ram ik voor haar bek! Ja, zeggen ze dan: die meneer had het zwaar, zijn zoon zit in de problemen, hij heeft geld nodig. Ze verklaren het uit onmacht, emotie en frustratie, terwijl er een dreiging in de opmerking zit. Die is normoverschrijdend, onbetamelijk, zelfs strafbaar. Winst zou zijn: kijk eens wat er nou gebeurt met dit contact met die medewerker en met de gemeente of provincie.’ Gebeurt het ook niet omdat de overheid en bedrijven niet altijd leveren wat ze beloven? nog veel meer ambtenaren bij betrokken. Er is geen politieke ambtsdrager te vinden die in zijn carrière niet met agressie te maken heeft gehad.’ U zoomt in op intimidatie. Waaruit blijkt dat, zoals u schrijft, mensen voor dit gedrag worden beloond en ermee wegkomen? ‘Kijk naar burgemeesters die met intimidatie te maken hebben. Uit onderzoek van Pieter Tops en Emile Kolthoff blijkt dat twee derde van de burgemeesters anders gaat besturen na bedreiging en intimidatie. Je gaat denken: is het mij waard om op te treden tegen mensen die moeite hebben met Bibob en banden hebben met criminele geldstromen? Voor bestuurders is er gelukkig het Netwerk Weerbaar Bestuur. Dit zou er ook voor ambtenaren moeten zijn. Voorbeelden te over. Een Limburgse verkeersdeskundige werd gebeld door een moeder: het komt straks door jou dat mijn kind wordt doodgereden, tenzij er een flitspaal komt. Dat is werk van de politie, maar daar had ze niets mee te maken. Ze zou wel even naar de wethouder gaan, zodat de verkeersdeskundige kon fluiten naar zijn baantje. De ambtenaar staat erbij en kijkt ernaar. De burger neemt geen er genoegen mee en de flitspaal staat er nu toch. ‘Veel frustratie-agressie wordt niet als agressie ervaren, maar als emotie. Je kunt niet zeggen dat 75 procent van de agressie intimidatie is, maar intimidatie heeft wel meer impact: jij komt vanavond niet meer thuis. Schelden heeft ook impact. Maar we leggen het terug bij individuele ambtenaren. Of je maar even communicatieve evenwichtskunstenaar wilt zijn. Maar ambtenaren gaan misschien wel contacten vermijden of anders beslissen. Veiligheid op het werk is geen luxeproduct.’ We gedogen agressie tegen werkenden, schrijft u. We laten de normen steeds verder vervagen en de omgangsvormen verharden. En we doen er verder niets aan. ‘Vraag eens aan een ambtenaar: waar kun je agressie melden? En wat gebeurt er na die melding? Er wordt mensen geen strobreed in de weg gelegd en zij herhalen hun gedrag. Een heel slecht teken is dat eind 2016 het landelijke programma Veilige Publieke Taak (VPT) is gestopt, omdat het gedachtegoed ingebed zou zijn binnen gemeenten en publieke organen. Bureau Beke heeft onderzocht wat er is overgebleven van de richtlijnen. De kennis is ondermaats. Doe maar eens aangifte met meldcode VPT. Je wordt glazig aangekeken, maar je hebt dan onder meer recht op BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 ACHTERGROND67 prioriteit in opsporing. Naar Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) hoef je al helemaal niet te vragen, die kent bij wijze van spreken niemand nog. BZK heeft destijds besloten tot het afschroeven, want ‘er was geen landelijke regie meer nodig op veiligheid van ambtenaren’. Als je ziet hoe de cijfers zich ontwikkelen, was dat een heel verkeerd moment om het met ‘couleur locale’ in te vullen. We moeten beide in ere herstellen en de minister moet zich hier hard voor maken.’ U maant ook werkgevers. Flexwerken draagt tegen wil en dank bij aan het ik-tijdperk, schrijft u. Zij zetten wegwerpmedewerkers in de frontoffice. ‘Het staat letterlijk in het Burgerlijk Wetboek en in de Arbowet: de veilige werkplek U benoemt eveneens agressieve ‘kakkers’ als probleem. We zagen dat onlangs nog bij de Groningse studentenvereniging Vindicat. Hoe erg is het dat agressie vaak ook uit die rijker bedeelde hoek komt? ‘Het is een hardnekkige mythe dat het bij agressie altijd gaat om personen “waar iets mis mee is”, die geen opleiding hebben of een migratieachtergrond. Verwey-Jonker vroeg publieke professionals van welke groep ze het meeste last hebben. Wat blijkt: dat is de hoogopgeleide, intimiderende persoon. Die zegt: ik ga direct naar de burgemeester en jij regelt het maar. Het type ‘kort lontje’ komt veel voor in de middenklasse, bij hoger opgeleiden. Ouders die niet lager dan een gymnasiumadvies voor hun kind willen, anders lijden ze gezichtsverlies. Ze zeggen: weet je wel waar ‘ Vraag eens aan een ambtenaar: waar kun je agressie melden?’ is een recht. Maar men komt ermee weg. Bij veel klantcontactcentra werken flexkrachten. Jacques Wallage zei ooit dat je de beste krachten vooraan moet zetten. Je kunt dan duidelijk zijn over rechten, plichten en omgangsvormen. Maar een goedkope oplossing is om het voetvolk het veldwerk te laten doen. Zij melden agressie vaak niet, want dat geeft gedoe en ze zijn afhankelijk van hun uitzendbaantje. Met een vast contract is melden lastig, laat staan als flexkracht. Wie frustratieagressie wil verminderen, moet kijken hoe vaak het misgaat. Je ziet dat mensen niet inhoudelijk verder worden geholpen, maar de flexkracht doorgeefluik is, ertussen gezet om de gevestigde ambtenaar te beschermen. Leer van agressie en kijk wat je daar als bestuurlijke organisatie anders moet doen. Luister maar eens een dagje mee.’ ik golf? Geef nou maar, die vergunning, anders lig jij eruit. Agressie gaat door alle lagen van de bevolking heen, maar het heeft misschien wel meer impact als het van boven komt.’ Politieke ambtsdragers zijn steeds vaker slachtoffer van agressie, maar politici gooien ook olie op het vuur. Hoe schadelijk is dat? ‘Goed voorbeeld doet goed volgen, slecht voorbeeld slecht. Het is heel kwalijk dat Thierry Baudet ‘doxing’ introduceerde: hij zette het adres en telefoonnummer van een stembureauvoorzitter op Twitter. Waarom zou ik mij dan nog netjes gedragen? Als zij intimiderend of ‘doxend’ bezig gaan, dan sijpelt het gemakkelijk door, zeker binnen de eigen geledingen. Veel kiezers vinden het gedrag inspirerend. Het is volksvertegenwoordiger-onwaardig gedrag. Je ADVERTENTIE verwacht dat er een ander geluid komt en krijgt het tegenovergestelde. Dat is diep triest en beschamend. Dan zie je dat agressie een verdienmodel is, want het levert iemand zetels op.’ Hoe moet je als gemeente met die agressie omgaan? U pleit onder meer voor een veiligheidsofficier in de organisatie, die binnen 48 uur op een incident reageert. ‘Ja, maar eerst moeten mensen agressie melden. Zij moeten steun krijgen, bescherming, opvang en dan komt een corrigerende reactie naar de agressor. We zijn nu heel gemakkelijk met ‘laat maar’. Het voeren van een ‘stopgesprek’ werpt drempels op om op hetzelfde adres opnieuw agressief te doen. Houd het niet voor jezelf, meld het. Daar ligt heel veel verantwoordelijkheid bij de werkgever. Maak duidelijk dat agressief gedrag onacceptabel is. De meeste mensen zijn geen agressor. Versterk die norm: het is niet oké om een tekening te maken met Sharon Dijksma aan een galg of dat een burgemeester niet meer met zijn kinderen kan wonen. Dit gedrag is voor losers. Je overschrijdt niet alleen de norm van de ambtenaar, maar van de gemeenschap. We kunnen veel meer doen dan we nu doen. We moeten de moed niet in de schoenen laten zakken, want anders staat ons nog wat te wachten. Dan is het einde zoek.’ ‘Het agressieparadijs’. S2 Uitgevers. Prijs: € 20,00
Pagina 68
Wij zijn Necker van Naem en Citisens Twee bureaus inderdaad, vanuit een gedeeld pand in Utrecht, en vooral met één en dezelfde drive. We werken aan een democratie die tegen een stootje kan, en aan een goed functionerend openbaar bestuur. Dit doen we met tools, onderzoek en advies. Én met getalenteerde collega’s die behalve het werk ook elkaar zien staan. Wij zijn op zoek naar... ...een Interim professional Een vliegende start als interim-professional bij gemeenten en provincies! (WO starter, 32-40 uur) Bij Necker van Naem werk je aan uitdagende interim-projecten. Telkens bij nieuwe opdrachtgevers. De gemene deler is de politiekbestuurlijke context. De kneepjes van het vak leer je in maandelijkse opleidingsdagen. Met inhoud, reflectie en natuurlijk een borrel. 32/40 uur | WO Master | Utrecht is je thuisbasis, je werkt door heel Nederland ...een Onderzoeker maatschappelijke vraagstukken Draai jij je hand niet om voor het verwerken van grote datasets en werk je graag aan betekenisvolle projecten? Citisens vergroot betrokkenheid met kwantitatief onderzoek naar thema’s als klimaat & energie, leefomgeving en participatie. 32/40 uur | WO Master | Utrecht ...startende Integriteitsonderzoekers Bij Necker van Naem vul je je rugzak in rap tempo, met alles wat er nodig is om een vlijmscherpe onderzoeker te worden. Zo raak je thuis in de context van het lokaal bestuur én leer de onderzoeksmethodieken van a tot z. Maar ook: direct op pad én rechtstreeks contact met de opdrachtgever. Want daar leer je van. Utrecht | 32/40 uur | WO Master Meer weten? www.necker.nl/vacatures Nieuwsgierig naar de vacatures? Scan de QR-codes! ...een punctuele Projectondersteuner De energie spat ervan af, we schakelen snel en werken aan zichtbaar resultaat. Zo werkt het in de staf van Necker van Naem. Stuk voor stuk slimme regelaars die met onze adviseurs bijdragen aan een betere democratie. En als versterking van ons team zijn we op zoek naar…jou? 24/40 uur | HBO+ | Utrecht BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 69 EUROPESE UNIE ALS ‘REGELSUPERMACHT’ DIT WORDT DE EEUW VAN EUROPA De strijd om Europa is een strijd tussen twee politieke systemen: de westerse liberale wereldorde en de autocratie van China, schrijft Rob de Wijk in De slag om Europa. China speelt een hoofdrol in dit boek maar de Leidse hoogleraar internationale betrekkingen beschrijft ook uitgebreid hoe Rusland en de Verenigde Staten proberen ‘ons continent uit elkaar te spelen’. De Chinese president Xi Jinping ziet Europa als een wingewest en koopt al jaren invloed op de Balkan om zo verdeeldheid te zaaien binnen de Europese Unie. Rusland voelt zich vooral bedreigd en vanuit dat sentiment voert Poetin geheime operaties uit, bijvoorbeeld door het verspreiden van desinformatie om verkiezingen te beïnvloeden, met als belangrijk doel de NAVO te ontwrichten. Trump maakte het de Russen en Chinezen intussen makkelijk door zich van zijn trouwste Europese bondgenoten af te keren. Biden lijkt dat te willen repareren maar zet de harde handelspolitiek tegenover China voort. Ook deelt hij Trumps wrevel dat de Europese Commissie regels en torenhoge boetes kan opMilitaire macht is minder bruikbaar instrument leggen aan Amerikaanse techbedrijven. Europa weet dat Trump of een vergelijkbare politicus straks zomaar terug kan keren als president. Het maakt de VS voor Europa een onbetrouwbare partner en dwingt de EU zich onafhankelijker op te stellen. Al deze machtsblokken delen de overtuiging dat een sterke Europese Unie hun ambities in de weg staat. ‘Blijft de EU een speler in de wereld of wordt het continent de speeltuin van de wereldmachten?’ luidt de centrale vraag van het boek. Tot zijn eigen verbazing komt De Wijk met een optimistisch antwoord. Hij stelt vast dat de globale spelers de afgelopen jaren hun tanden op Europa stukbeten. Brussel zet economische macht namelijk om in regelmacht. Precies die regelmacht en de toegang tot de grootste geïntegreerde markt ter wereld vormen de sterkste wapens van de EU. Militaire macht is een steeds minder bruikbaar instrument. De echte macht ligt bij landen die economische macht omzetten in regels met mondiale impact. Om die reden denkt De Wijk dat dit weleens de eeuw van Europa kan worden en niet de eeuw van China, hetgeen vaak wordt beweerd. Zo schetst De Wijk zijn persoonlijke visie op het geopolitieke machtsspel van vandaag. In het slothoofdstuk benadrukt hij dat zijn boek geen pleidooi is om ‘tegenover China en Rusland’ of om een ‘nieuwe Koude Oorlog’ te ontketenen. Toch leest het boek – tussen alle politieke analyses door – wel degelijk als de beschrijving van een keiharde oorlogsstrategie, niet in de eerste plaats met wapens maar vooral met de Europese Unie als ‘regelsupermacht’. CITAAT UIT HET BOEK ‘Chinezen vertrouwen de Europese standaarden, niet die van hun eigen land’ DE SLAG OM EUROPA. HOE CHINA EN RUSLAND ONS CONTINENT UIT ELKAAR SPELEN Rob de Wijk Balans, 2021 Prijs: ¤ 23,99 ADVERTENTIE Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de 5-delige online masterclass Digitale Fitheid voor Ambtenaren. Start 11 november 2021 5-delige online masterclass Martijn Aslander Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid
Pagina 72
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 Foto: Robin van Lonkhuijsen/ANP-HH Foto: Norbert Waalboer 72 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Esther Apeldoorn-Feijts is de nieuwe griffier van Peel en Maas. Zij volgt Nick Jansen op. Apeldoorn was hiervoor bestuurssecretaris in Venlo, eerder was zij ruim tien jaar raadsgriffier in Beesel. EMILE ROEMER Emile Roemer is voorgedragen als commissaris van de koning in Limburg. Roemer (SP, 59) begon zijn politieke carrière als raadslid en later wethouder in Boxmeer. Na zijn periode in de Tweede Kamer, tussen 2006 en 2018, was hij waarnemend burgemeester in Heerlen en Alkmaar. PETRA VAN WINGERDEN Petra van Wingerden wordt waarnemend burgemeester in Reimerswaal. Zij vervangt komende tijd José van Egmond, die ziek is. Van Wingerden (VVD, 67) was eerder raadslid en wethouder in Borsele. In 1998 werd ze burgemeester van Groenlo. Dat bleef ze tot 2004, waarna ze veertien jaar lang burgemeester was in Rheden. In 2019 was ze nog even waarnemend burgemeester in Apeldoorn. MIEKE DAMSMA Burgemeester Mieke Damsma (D66, 57) van Midden-Drenthe legt haar ambt per 15 november 2021 neer. De moeizame relatie tussen haar en de gemeenteraad is daar debet aan. Damsma werd in december 2017 burgemeester van Midden-Drenthe. Daarvoor was raadslid en wethouder in Maastricht. ARJAN WISSEBORN In Stichtse Vecht is Arjan Wisseborn (VVD) benoemd tot wethouder. Hij volgt de teruggetreden Jeroen Willem Klomps op. Wisseborn was tot voor kort fractievoorzitter van de VVD in de gemeenteraad van Stichtse Vecht. Sinds april 2018 was hij raadslid. Klomps trad terug omdat de noodzakelijke positieve energie en motivatie om als wethouder de gemeente te besturen, niet meer in balans was met de voldoening die het hem gaf. KOMEN & GAAN PETER KOEKOEK Peter Koekoek is benoemd tot gemeentesecretaris van Tynaarlo. Hij begint daar als opvolger van J ohannes van Nieukerken die eind 2020 vertrok. Sindsdien wordt de functie waargenomen door Oeds de Jager. ARJEN SCHEPERS Arjen Schepers, gemeentesecretaris van Lelystad, heeft zijn functie neergelegd. Schepers was tot de conclusie gekomen dat zijn toekomst niet in Lelystad ligt. Hij is twee jaar gemeentesecretaris van Lelystad geweest, sinds 1 oktober 2019. Daarvoor was hij directeur van de Veiligheidsregio IJsselland. GERDA BLOM Gerda Blom begint op 1 januari 2022 als gemeentesecretaris van Zaanstad. Momenteel bekleedt ze dezelfde functie in Purmerend waar ze in 2017 begon. Blom werkte van 2001tot 2017 voor Almere waar ze onder meer programmadirecteur, adjunct-directeur en directeur stedelijke ontwikkeling was. Ze wordt in Zaanstad de opvolger van Cis Apeldoorn. HERMI WELAGE Hermi Welage begint op 1 januari 2022 als interimgemeentesecretaris in de nieuwe gemeente Purmerend. Die ontstaat na een fusie van het huidige Purmerend met Beemster. Welage volgt Gerda Blom op die gemeentesecretaris van Zaanstad wordt. Welage is sinds 2020 gemeentesecretaris van Beemster. In het verleden was ze al eens eerder een periode waarnemend gemeentesecretaris in Purmerend. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 Foto: Marc van Zuylen PERSONALIA 73 MARIANNE MUIJZER In Papendrecht is Marianne Muijzervan der Meijden begonnen als griffier. Zij volgt Cecile Bus op. Gerard van Egmond heeft de functie tijdelijk waargenomen. Muijzer was hiervoor raadsadviseur en plaatsvervangend griffier in Hoeksche Waard, daarvoor was zij dat in Binnenmaas. MARK VAN OOSTERWIJK Met ingang van 18 oktober is Mark van Oosterwijk de nieuwe griffier van Zundert. Hij volgt daar Jan Jaap Rochat op, die met pensioen gaat. Van Oosterwijk is nu raadsadviseur en plaatsvervangend griffier in Oisterwijk. Daarnaast is hij raadslid voor een lokale partij in Goirle. RALPH DE VRIES In Bergen (NH) is Ralph de Vries de nieuwe griffier. Hij was hiervoor griffier in Heemskerk en Blaricum. Hij was ook Statenlid en gedeputeerde in de provincie Utrecht en gedeputeerde in Noord-Holland. In Bergen wordt hij de opvolger van Anne Idema die in februari 2020 gemeentesecretaris van Vlieland werd. ELLEN GOOSSENS Ellen Goossens wordt de nieuwe griffier van Schouwen-Duiveland. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 2022 wordt zij de opvolger van Teun van Oostenbrugge, die met pensioen gaat. Goossens werkt al bij de gemeente Schouwen-Duiveland. Zij is sinds januari 2021 ook locoraadsgriffier. GERARD VLEKKE Gemeentesecretaris Gerard Vlekke van Culemborg vertrekt. Hij wordt op 1 december directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland. Vlekke trad op 1 september 2017 aan in Culemborg. Eerder was hij onder meer directeur bij de ABG-organisatie, die werkt voor AlphenChaam, BaarleNassau en Gilze en Rijen. MARTIJN VROOM De gemeenteraad van Krimpen aan den IJssel heeft besloten burgemeester Martijn Vroom aan te bevelen voor herbenoeming. Vroom (CDA, 46) begint op 9 december 2021 aan zijn tweede termijn. Eerder was Vroom wethouder in Waddinxveen en Noordwijk en gemeenteraadslid in Schiedam. MAGDA JANSEN Magda Jansen-van Harten is benoemd tot raadsgriffier in Roosendaal. Ze volgt Elsbeth van Straaten op. Jansen werkte hiervoor bij de politie, als adviseur van Theo Weterings, die naast burgemeester van Tilburg ook voorzitter is van de Veiligheidsregio Middenen West-Brabant. Daarvoor werkte ze onder meer als strategisch adviseur orde en veiligheid bij de gemeente Soest en als interim-manager. HENSKE GLOUDEMANS Henske Gloudemans is de nieuwe plaatsvervangend griffier van Uden. Ze krijgt dezelfde functie bij de gemeenteraad van Landerd. Beide gemeenten bevinden zich in een herindelingstraject tot de beoogde gemeente Maashorst per 1 januari 2022. Hiervoor was Gloudemans werkzaam als raadsadviseur en plaatsvervangend griffier van de gemeenteraad van Veghel, en als Statenadviseur en jurist van Provinciale Staten van NoordBrabant. TONNY NIJMEIJER Tonny Nijmeijer wordt staatsraad in buitengewone dienst in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Nijmeijer is hoogleraar bestuursrecht, in het bijzonder omgevingsrecht, aan de Radboud Universiteit. Hij is met ingang van 1 oktober 2021 staatsraad advocaat-generaal. De hoofdfunctie van Nijmeijer blijft hoogleraar bestuursrecht. Staatsraden in buitengewone dienst hebben geen vaste taak bij de Afdeling bestuursrechtspraak. BOUDEWIJN STEUR Boudewijn Steur wordt met ingang van 1 november 2021 directeur Kennis, Internationaal, Europa en Macro-economie (KIEM) bij het ministerie van BZK. Hij is momenteel programmadirecteur Strategie en Kennis COVID-19 bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Daarvoor werkte hij als programmamanager Versterking bij de directie Democratie en Bestuur van BZK. Hij is tevens voorzitter van de Rekenkamer van Alphen aan den Rijn en Rijswijk. HARMEN VAN WIJNEN Het ABP-bestuur heeft Harmen van Wijnen benoemd tot voorzitter van het uitvoerend bestuur van ABP per 1 januari 2022. Het fonds wordt aangestuurd door een algemeen bestuur bestaande uit drie uitvoerend bestuurders en een niet-uitvoerend bestuur met een toezichthoudende rol. Van Wijnen is sinds 1 mei 2020 algemeen directeur van ABP. Voor zijn komst naar ABP was Harmen voorzitter van het College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Ede. NICOLE RAMAEKERS Nicole Ramaekers is gestopt als gemeentesecretaris van Beekdaelen. Zij gaat aan de slag bij organisatieadviesbureau Geerts & Partners. Ramaekers is gemeentesecretaris sinds het ontstaan van de nieuwe gemeente Beekdaelen op 1 januari 2019. Een jaar eerder begon zij al als projectleider om de samenvoeging van Onderbanken, Nuth en Schinnen voor te bereiden. Daarvoor werkte zij bij de gemeenten Roermond en Eindhoven en bij de provincie Limburg.
Pagina 74
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 Foto: Robbin van Turnhout Foto: Helene de Bruijn O 74 PERSONALIA CARRIÈRE FRANC WEERWIND In Almere is Franc Weerwind herbenoemd tot burgemeester. Weerwind (D66) begon daar op 9 september 2015 als burgemeester. Voordat Weerwind in Almere aantrad, was hij gemeentesecretaris van Wormerland en burgemeester van Niedorp en Velsen. LOES VAN DER MEIJS De gemeenteraad van Doesburg heeft burgemeester Loes van der Meijs (VVD, 60) voorgedragen voor herbenoeming. Van der Meijs’ eerste termijn eindigt op 18 december 2021. Voor ze burgemeester in Doesburg werd, was ze raadslid en wethouder in Doetinchem. MICHIEL PIJL De gemeenteraad van Drechterland heeft burgemeester Michiel Pijl voorgedragen voor herbenoeming. Pijl (CDA, 42) had eerder zelf al te kennen gegeven voor herbenoeming als burgemeester in aanmerking te willen komen. Pijl was eerder raadslid en wethouder in Hoorn. WYTZE SPOELSTRA Wytze Spoelstra is benoemd tot raadsgriffier van de gemeenteraad van Meppel. Spoelstra is was plaatsvervangend griffier van Steenwijkerland. Sinds mei van dit jaar was hij al actief als interim-griffier in Meppel, als opvolger van Femke Koekoek. GÖRAN WINTERS Vanaf 20 december 2021 is Göran Winters de nieuwe griffier van Berg en Dal. Hij wordt de opvolger van Jan van Workum, die met pensioen gaat. Winters was tot maart 2021 raadsgriffier in Zutphen, daarvoor bekleedde hij die functie in Warnsveld en Ruurlo. HENK VREESWIJK In Wijk bij Duurstede is Henk Vreeswijk (PCG, 62) benoemd tot wethouder. Hij volgt Hans Marchal op. Vreeswijk was van 2011 tot 2019 wethouder in Scherpenzeel en eerder zes jaar wethouder voor de SGP in de gemeente Neder-Betuwe, van 2002 tot 2008. MARLEEN DAMEN Marleen Damen is benoemd tot directeur van de sector Maatschappelijke Ontwikkeling van Den Bosch. Damen is momenteel wethouder in Leiden. Daarvoor was ze directeur van Cedris. Van 2003 tot 2008 maakte ze deel uit van de directie Arbeidsmarkt van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ze volgt Miriam Nienhuis op, die eerder dit jaar de overstap maakte naar de provincie Gelderland, waar ze provinciesecretaris/algemeen directeur is. ANNE DE BAAT Anne de Baat is op 4 oktober 2021 als interim-gemeentesecretaris van Hendrik-Ido-Ambacht begonnen. Hij volgt Dré Martens op, die op 1 september gemeentesecretaris in Drimmelen is geworden. De Baat was tot 1 januari 2021 gemeentesecretaris in Capelle aan den IJssel, waar hij in 2016 begon. Daarvoor vervulde hij diezelfde functie twaalf jaar lang in Rijswijk. CHRISTINE MADERN Christine Madern is sinds 1 oktober 2021 griffier van Heemstede. Zij is de opvolger van Irma Hesp, die regisseur regionale samenwerking Zuid-Kennemerland is geworden. Madern was eerder onder meer commissiegriffier in Delft en commissiegriffier/plaatsvervangend raadsgriffier in Krimpen aan den IJssel. WILMA ATSMA Wilma Atsma is benoemd tot interim-gemeentesecretaris van Lansingerland als tijdelijk opvolger van Lucas Vokurka. Atsma was tot voor kort interimgemeentesecretaris in Maassluis. Daarvoor was ze gemeentesecretaris van Bloemendaal, Voorschoten en Wassenaar. KARIN HANDSTEDE In Almelo is Karin Handstede op 1 september begonnen als interim-griffier als tijdelijk opvolger van Corrie Steenbergen. Eerder was ze onder meer griffier in Rotterdam, directeur Leefbaarheid in Tilburg, gemeentesecretaris in Schiedam en wethouder in Geertruidenberg. ADVERTENTIE JOHANNES VAN NIEUKERKEN De OVER-gemeenten, de ambtelijke organisatie van Wormerland en Oostzaan, hebben Van Nieukerken aangesteld als directeur. Hij leidde eerder de samengevoegde ambtelijke organisatie van Pekela en Veendam en was gemeentesecretaris van Tynaarloo. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia Vooruitlopend op de gemeenteraadsverkiezingen adviseren wij u tijdig te oriënteren op uw toekomst. Ons Pre-APPA programma ondersteunt u hierbij! Start de Quick Scan. www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 3030 630 Foto: OVER gemeenten Cur financials in de publiek Ontwikk Heb je vragen? Bel of mail ons, wij helpen je graag! 020 246 71 00 / info@nbaopleidingen.nl Bekijk het cursusaanbod op nbaopleidingen.nl/academie-publieke-sector * leden/niet leden
Pagina 76
76 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Gemeente Harlingen Geerts & Partners / Gemeente Molenlanden Gemeente Breda Gemeente Hilversum Gemeente Hoeksche Waard Gemeente Veere Gemeente Veere Necker van Naem en Citisens Necker van Naem en Citisens Necker van Naem en Citisens Provincie Flevoland Provincie Overijssel Provincie Utrecht Rijksoverheid Rijksoverheid FINANCIËN EN ECONOMIE Certus Groep / Gemeente Zoetermeer Certus Groep / Gemeente Zoetermeer Gemeente Amstelveen via Merwede Executive Search Gemeente Tilburg JS Consultancy / Waterschap Drents Overijsselse Delta JS Consultancy / Provincie Noord-Holland Provincie Utrecht Provincie Zeeland Zeelenberg / Gemeente Terneuzen ICT EN AUTOMATISERING BEL combinatie Certus Groep / Dienstverlening Drechtsteden Provincie Noord-Holland JURIDISCH DCMR Milieudienst Rijnmond DCMR Milieudienst Rijnmond Gemeente De Ronde Venen Gemeente Eindhoven Gemeente Gouda Gemeente Oosterhout Gemeente Schouwen-Duiveland Veiligheidsregio Utrecht PERSONEEL EN ORGANISATIE BMC BMC Veiligheidsregio Utrecht 12 Senior Jurist Handhaving Jurist Handhaving Juridisch Adviseur Juridisch energiestrateeg Afdelingshoofd Centraal Juridische Afdeling Juridisch medewerker Sociaal Domein Raadsadviseur / plaatsvervangend griffier Adviseur Juridische Zaken Life-Job Coach HR adviseur Junior Beleidsadviseur HRM Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Griffier Directeur Bedrijfsvoering Senior beleidsadviseur Cultuur Beleidsadviseur Sport Strategisch Adviseur Team Strategie Klachtencommissielid Bezwaarschriftencommissielid Interim professional Integriteitsonderzoekers Projectondersteuner Coördinator Strategische Betrekkingen Beleidsadviseur Coördinerend Rijksheer Nordrhein-Westfalen Senior Manager Projectbeheersing Senior beleidsmedewerker exportcontrole en strategische goederen Strategisch adviseur Senior Planeconoom Planeconoom Financieel Adviseur Coördinator Jaarrekening Senior Financieel Adviseur Strategisch Financieel Adviseur Financieel Adviseur Financieel Statenadviseur Concerncontroller Informatiemanager/Chief Information Security Officer (CISO) Senior Adviseur Online Dienstverlening JS Consultancy / Regionaal Historisch Centrum Eindhoven Adviseur Informatiebeheer Gemeenten Adviseur informatiebeheer (DIV) Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 68 Pagina 68 Pagina 68 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 78 Pagina 78 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 78 pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021 INDEX 77 RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER CBR Certus Groep / Gemeente Gouda Certus Groep/ Gemeente Hoorn Gemeente Hoeksche Waard Gemeente Terneuzen Gemeente Tholen JS Consultancy / Gemeente Houten JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Leiden JS Consultancy / Gemeente Uithoorn JS Consultancy / Gemeente Westerkwartier JS Consultancy / Waterschap Zuiderzeeland Provincie Utrecht SOCIAAL Gemeente Gouda Gemeente Den Haag Gemeente Nieuwegein Gemeente Tilburg Necker van Naem en Citisens VOORLICHTING EN COMMUNICATIE JS Consultancy / Gemeente Lansingerland Onderzoeker en Handhaver Sociaal Domein Senior Juridisch adviseur OCW, specialist WMO en Jeugdwet Senior adviseur Armoede- & Schuldenpreventie Teammanager Ondersteuning & Zorg, afdeling Sociaal Onderzoker maatschappelijke vraagstukken Strategisch Communicatieadviseur - Woordvoerder OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 68 pagina 80 Adviseur Bestuur en Beleid Toezichthouder Senior Projectmanager Vastgoed Teammanager Ruimtelijke Projecten en Grondzaken Adviseur Omgevingsvergunningen Adviseur / Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling Teammanager Ruimtelijke Ontwikkeling Adviseur Strategie en Innovatie Verkeerscoördinator - Verkeerskundige Senior Adviseur Ruimtelijke Ordening Beleidsmedewerker Natuur Afdelingsmanager Waterbeheer Adviseur Mobiliteitsdata en Modellen Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 78 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 pagina 80 pagina 80 pagina 80 pagina 80 pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 43 | 2021
Pagina 78
Senior Projectmanager Vastgoed 36 uur | schaal 13 • De Poort van Hoorn • Zet ontwikkelopgaven op de markt • Aanspreekpunt voor externe partijen • Van initiatieftot en met de aanbestedingsfase Senior Adviseur Online Dienstverlening 32 – 36 uur | schaal 11 • Signaleert kansen in de ontwikkeling van publieksdienstverlening, met nadruk op online dienstverlening • Vertaalt kansen naar beleid en concrete acties • Levert een belangrijke bijdrage aan het vormgeven van de strategie • Belangrijk sparringpartner en adviseur voor MT • Vanuit ervaring en kunde een mentor voor collega’s Bas Auckel | 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl Mieke Metz | 06-38164589 miekemetz@certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl Senior Planeconoom Planeconoom 32 – 36 uur | schaal 12 • In verbinding met omgeving • Draagt zorg voor strategie • Complexe binnenstedelijke projecten • Inspirator en coach team 32 – 36 uur | schaal 11 • In verbinding met omgeving • Pro-actief en vernieuwend • Complexe binnenstedelijke projecten • Bouwen aan het team ‘Ik voel mij leeg’ ‘Ik weet het even niet meer’ Snel je burn-out de baas? Inlevingsgesprek Plan van aanpak Start traject Dagbehandeling op maat Ontspanning Re-integratie Dagbehandeling Werk Wist je dat het behandelen van een burn-out meer is dan alleen erover praten? Wij bieden verschillende alternatieve trajecten zodat je weer de baas wordt over lichaam en geest. Ben je benieuwd hoe wij dit doen? www.everybodygroep.nl 088-246 04 04 Onze burn-out trajecten zijn een samenwerking van Huisarten Schiphol, Checkgezondheid en Everybody Lifestyle Centers allen onderdeel van Everybody Groep
Pagina 80
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsIn verband met verdere groei van JS Consultancy zijn we op zoek naar kandidaten die ons eigen team komen versterken. Wij zoeken kandidaten voor de volgende functies: Adviseurs en Recruiters Ben jij geïnteresseerd om een (vervolg) stap te maken in het publieke domein? Kijk dan snel op onze website naar de vacatures. Hieronder tref je alvast een aantal actuele vacatures aan: Afdelingsmanager Waterbeheer, Waterschap Zuiderzeeland Teammanager Ruimtelijke Ontwikkeling, Gemeente Houten Senior Financieel Adviseur, Waterschap Drents Overijsselse Delta Strategisch Financieel Adviseur, Provincie Noord-Holland Kijk voor alle actuele functies op www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Verkeerscoördinator – Verkeerskundige, Gemeente Leiden Senior Adviseur Ruimtelijke Ordening, Gemeente Uithoorn Adviseur Strategie en Innovatie, Gemeente Dordrecht Strategisch Communicatieadviseur – Woordvoerder, Gemeente Lansingerland Adviseur Informatiebeheer Gemeenten, Regionaal Historisch Centrum Eindhoven Beleidsmedewerkers Natuur, Gemeente Westerkwartier

BB 19-2021


Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 04 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Wie wordt er in Nederland nu écht uitgesloten?’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ONGELIJKHEID EN DISCRIMINATIE 99 PROBLEMS Onderwerpen als gelijkheid en inclusiviteit zijn traditioneel gezien het terrein van linkse partijen. Maar sinds kort blijkt dat ook vertegenwoordigers van rechtse partijen, zoals het CDA en Forum voor Democratie, zich ernstige zorgen maken over uitsluiting, discriminatie en een groeiende tweedeling in de samenleving. Waarom? Omdat de sociale zekerheid steeds soberder wordt? Omdat het aantal daklozen in tien jaar tijd is verdubbeld? Omdat driekwart van de bijstandsontvangers risico loopt op armoede? Omdat ruim tweehonderdduizend mensen met betaald werk niet rond kunnen komen? Omdat het minimumloon al jaren achterblijft bij de gemiddelde loonontwikkeling? Omdat mensen met een lage sociaaleconomische status 15 jaar minder lang in goede gezondheid leven, en 7 jaar eerder overlijden, dan mensen met een hoge sociaaleconomische positie? Omdat gemeenten verplicht zijn om bijstandsgerechtigden de schulden in te jagen wanneer iemand boodschappen voor ze doet? Omdat een onbedoeld foutje bij de aanvraag van toeslagen voor jaren van bestaansonzekerheid kan zorgen? Omdat 27 procent van het private vermogen in bezit is van de rijkste 1 procent? Omdat mensen met een migratieachtergrond nog steeds een aanzienlijk zwakkere arbeidsmarktpositie hebben dan mensen zonder migratieachtergrond? Omdat een kwart van de mensen met een arbeidsbeperking in armoede leeft? Omdat slechts de helft van de vrouwen in Nederland financieel onafhankelijk is? Nee. Twaalf keer nee. Deze volksvertegenwoordigers en bestuurders bedienen zich van woorden als ‘onderdrukking’ en ‘discriminatie’ om zich af te zetten tegen de zogenaamde ‘QR-maatschappij’. Een samenleving waarin mensen die om wat voor reden dan ook een effectief, ongevaarlijk en gratis vaccin hebben geweigerd, tijdelijk worden verplicht om een eveneens ongevaarlijke en gratis coronatest te doen voordat ze een café, restaurant of theater betreden. Nou wil ik niet betogen dat er over het QR-code-systeem niet gediscussieerd moet worden. Allesbehalve. Maar ik zou de criticasters wel willen oproepen om nog eens goed na te denken over wie er in Nederland nou écht wordt uitgesloten. Want als het gaat om ongelijkheid en discriminatie heeft dit land wel degelijk 99 problems. Maar de QR-code ain’t one. ADVERTENTIE 23 september Martijn Aslander ADRIAAN DE JONGE REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 INHOUD 05 18 COVERSTORY SECURITY Systemen waarmee onder meer sluizen en verkeerslichten worden aangestuurd, blijken zeer kwetsbaar. Dat blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect. De problemen nemen alleen maar toe, zeggen securityexperts. 14 INTERVIEW RENÉ VERHULST De burgemeester schreef een satirisch boekje over een platform voor kritische burgers in Ede. Nu is hij de kwaaie pier. ‘Ik had niet gedacht dat serieuze journalisten het zouden opvatten als kritiek op hun werk, want dat is het niet.’ 39-53 SPECIAL ENERGIETRANSITIE 34 ONDERZOEK HRM IN TIJDEN VAN CORONA Er is veel aandacht voor de percepties van ambtenaren over hun werk sinds de coronacrisis. Ondergesneeuwd is de rol van de afdeling hrm. Niet iederren blijkt daar onverdeeld positief over. Onderzoek van I&O Research en Binnenlands Bestuur wijst op draagvlak om meer werk te maken van klimaatbeleid. Maar hoe geef je dat vorm als gemeente? In Rotterdam wiizen coaches de weg. Groningen paart nieuwe energie aan investeringen in leefbaarheid. DUURZAME AMBITIES EN LASTIGE DILEMMA’S NIEUWS Blinde vlekken in bestuursland Zaanse actie tegen energie-armoede ACHTERGROND Gezondheidskloof vraagt om ‘beleid via de band’ 22 Essay: De waarde van reclassering Friesland is meer dan landschap De digitale gemeente is er al...in Estland ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL Burger wil meer groene ambitie zien Mensen wakkker schudden met getallen lNieuwe energie en meer sociale warmte ‘We hopen op een koude winter’ 40 43 46 51 26 30 36 6 8 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK 7 GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 11 12 25 49 55 58
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 06 NIEUWS BESTUUR DOOR: WOUTER BOONSTRA Kiezers weten nauwelijks wat provincies en waterschappen precies doen en kennen hun bestuurders ook niet. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Twente en de Universiteit Utrecht. ‘Er is een hoop werk aan de winkel.’ BURGER KENT BETEKENIS PROVINCIE EN WATERSCHAP NIET BLINDE VLEKKEN IN BESTUURSLAND ‘Geen idee, heb totaal geen feeling met de provincie. Wat doen ze eigenlijk? Waarom bestaan ze? Heb echt geen idee wat ze doen en waarom ze er zijn.’ Zo beantwoordt een van de deelnemers aan het allereerste Provinciale en Waterschapskiezersonderzoek (PWKO), samengesteld door wetenschappers van de Universiteit Twente en de Universiteit Utrecht, de vraag waarom hij geen idee heeft van het belangrijkste probleem in zijn provincie. Hij staat niet alleen. Slechts enkele deelnemers aan het kiezersonderzoek in provincies en waterschappen konden najaar 2020 heel specifiek aangeven wat het belangrijkste probleem is dat speelt in hun provincie of waterschap. Meer dan de helft van de ruim 2.600 deelnemers had geen enkel idee. Provincies en vooral waterschappen zijn voor inwoners onbekend. Veel inwoners beantwoorden vragen erover dan ook niet. De namen van de commissaris van de koning en het waterschap zijn bij slechts 17 procent van de inwoners bekend. In Drenthe en Friesland valt dat nog mee met respectievelijk 56 en 50 procent die Jetta Klijnsma en Arno Brok kunnen noemen, maar Andries Heidema (Overijssel, 9 procent), Hans Oosters (Utrecht, 8 procent) en Jaap Smit (Zuid-| Holland, 7 procent) zijn totaal onbekend. Ouderen kennen hen beter dan jongeren. ‘Onbekend maakt onbemind’, suggereerde een deelnemer. En dat lijkt te kloppen. De interesse in provinciale en waterschapspolitiek is beperkt en de verbondenheid met provincies en vooral met de waterschappen is relatief laag. Iets meer dan een vijfde van de deelnemers weet de juiste naam van het waterschap te noeEen op de vijf burgers weet naam van eigen waterschap men. 80 procent blijkt niet geïnteresseerd in de waterschapspolitiek. Verder is bijna zeven of de tien inwoners niet geïnteresseerd in provinciale politiek. VERBONDENHEID Kijkend naar de mate van verbondenheid met provincies en waterschappen dan is die met provincies (50 procent) en vooral waterschappen (20 procent) fors lager dan met Nederland (84 procent) en gemeenten (60 procent). Het gevoel van verbondenheid is wel veel sterker in Zeeland (72 procent), Friesland (71 procent), Groningen (69 procent) en ook Limburg (63 procent) dan in de randstedelijke provincies Utrecht (43 procent), NoordHolland (41 procent), Zuid-Holland (39 procent) en Flevoland (34 procent). Wat het functioneren van de democratie betreft, krijgen provincies en waterschappen minder waardering dan gemeenten voor de tevredenheid met het functioneren van de democratie, het vertrouwen in personen en instellingen en tevredenheid met hoe volksvertegenwoordigers hun rol vervullen (zie grafiek). Waar waterschappen een voldoende scoren in de aanpak van problemen (onder inwoners die zo’n probleem kunnen noemen), behalen provincies een onvoldoende. In Drenthe en Friesland blijkt het vertrouwen in Provinciale Staten relatief hoog (60 procent resp. 64 procent), evenals in Gedeputeerde Staten (51 procent resp. 57 procent) en de commissaris van de koning (54 procent resp. 60 procent). In Flevoland, ZuidHolland en Limburg blijkt het vertrouwen juist wat lager. Gemiddeld genomen krijgen Statenleden een 5,0 op een schaal van 0 tot en met 10, terwijl algemene bestuursleden van waterschappen gemiddeld een 5,1 krijgen. Dat is lager dan het gemiddelde van 5,4 dat gemeenteraadsleden in een vergelijkbaar onderzoek uit 2019 kregen. Het aandeel kiezers dat een 6 of hoger geeft aan gemeenteraadsleden is met 45 procent duidelijk hoger dan bij de leden van Provinciale Staten (30 procent) en algemeen bestuur (29 procent). Veel inwoners kunnen, vooral over hun waterschap, niet zeggen in welke mate ze dat waarderen. Onbekend maakt dus vooral meningloos, lijkt de conclusie. Uit het oordeel van de inwoners met een mening erover, blijkt dat provincies en waterschappen minder bemind zijn dan gemeenten. De vraag is echter of ze minder waardering krijgen, omdat ze minder bekend zijn. BOODSCHAP Alle factoren wegend zien de onderzoekers een bescheiden verband tussen bekendheid en waardering. Dat wijst erop dat voor provincies en waterschappen onbekend inderdaad onbemind maakt, of iets positiever gezegd: bekender maakt wat meer bemind. BESTUUR NIEUWS 07 Provinciale Staten Algemeen bestuur Gemeenteraad Gedeputeerde Staten Dagelijks bestuur College B&W cdk dijkgraaf burgemeester *percentage burgers dat aangeeft 'tamelijk veel' of 'heel veel' vertrouwen in die persoon of instelling te hebben. ‘Dat is allereerst de boodschap van het onderzoek, vindt Hans Vollaard, universitair hoofddocent Nederlandse en Europese Politiek aan de Universiteit Utrecht, en met Giedo Jansen van de Universiteit Twente penvoerder van het kiezersonderzoek. ‘Er is een hoop werk aan de winkel voor provincies en waterschappen om te laten zien wat hun betekenis is voor de inCARTOON BEREND VONK woners van Nederland.’ Ze hebben daar wel een ruggensteuntje nodig, vindt hij. ‘Er is hierin ook een belangrijke rol weggelegd voor de volksvertegenwoordigers. Inwoners weten vaak niet wat ze van hen vinden en als ze het weten, dan zijn ze erg zuinig. Er ligt hier een belangrijke taak voor hen om die schakel te kunnen zijn tussen de bestuursorganen.’ Vertrouwen in het decentraal bestuur 50* 39 55 41 39 56 43 36 63 Tegelijkertijd met het kiezersonderzoek verscheen de Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2020, waarin volksvertegenwoordigers en bestuurders in provincies en waterschappen over hun ambt spreken, uitgevoerd door de Universiteit Twente en Sabine van Zuydam van Tilburg University. Hier valt op dat hoewel ambtsdragers in het middenbestuur positief zijn over hun loopbaan binnen het openbaar bestuur, zij minder optimistisch zijn over hun loopbaan erbuiten. Dat speelt vooral bij provinciale ambtsdragers: een minderheid van de GS-leden (44 procent) en PS-leden (37 procent) vindt het eigen ambt bevorderlijk voor een loopbaan buiten het openbaar bestuur. Bijna een derde van hen noemt het vervullen van het eigen ambt zelfs schadelijk voor een loopbaan buiten het openbaar bestuur. Vollaard ziet dat zij onder tijdsdruk staan en met ‘die opofferingsgezindheid voor de publieke zaak’ ook hun carrièreperspectieven weggeven. ‘Ze hebben er naar eigen zeggen wat voor over, maar ze geven niet alleen tijd, maar ook de snelheid van carrière op. Ze doen het toch maar even voor die publieke zaak, terwijl ze er niet altijd even vriendelijk voor worden gewaardeerd.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 08 NIEUWS FINANCIËN DOOR: ELISABETH VAN DEN HOOGEN Zaanstad wil de energietransitie betaalbaar houden voor mensen met een smalle portemonnee. Het samenbrengen van bestuurders en ambtenaren uit verschillende domeinen werpt daarbij zijn vruchten af. Vooral nu de gasprijs de pan uitrijst. KOPPELING SOCIAAL EN RUIMTELIJK DOMEIN ZAANSE ACTIE TEGEN ENERGIEARMOEDE Hoe maak je de energietransitie betaalbaar voor mensen met een laag inkomen? Zaanstad heeft de afgelopen maanden een intensieve zoektocht naar de antwoorden achter de rug. Het samenbrengen van bestuurders en ambtenaren uit verschillende domeinen levert creatieve oplossingen op, zegt Ruben Zondervan, regisseur duurzaamheid. ‘En dan blijk je met de bestaande ambtelijke molen ver te kunnen komen.’ Neem de witgoed-regeling in de bijzondere bijstand van de gemeente Zaanstad. De vergoeding is een standaardbedrag, vertelt Ruben Zondervan. ‘Koop je bijvoorbeeld een goedkopere koelkast, dan mag je de rest van het geld houden. Begrijpelijk als je dat doet, maar die koelkast is dan wel energieverslindend.’ Hoe kan een gemeente dit soort perverse prikkels uit het beleid halen? Dat was een van de vragen die op tafel kwamen bij een onderzoek dat de gemeente door Hiemstra & De Vries liet uitvoeren. Zondervan: ‘We wilden weten in welke wijken energiearmoede speelt en hoe we verduurzaming betaalbaar kunnen maken voor huurders en eigenaren die geen geld hebben om te investeren.’ Een belangrijke zoektocht voor de Zaanse wethouder Annette Baerveldt (energietransitie, D66). ‘We vinden het cruciaal om iedereen mee te nemen in de energietransitie. Dus ook en vooral inwoners met een krappe beurs. Het gaat om draagvlak en rechtvaardigheid.’ Daar komt nu ook nog de actualiteit ‘ We ontkomen er niet aan om iets te doen’ bij. Niet alleen minister en Tweede Kamer komen nu in actie door de hoge gasprijzen, ook gemeenten kunnen versnellen, weet Baerveldt: ‘We ontkomen er niet aan iets te doen. Niemand wil dat mensen in de winter de kachel uitdoen omdat ze de rekening niet kunnen betalen.’ CREATIEVE VERBINDINGEN Terug naar het onderzoek van Hiemstra & De Vries: dat leverde bouwstenen op, die vervolgens werden besproken in groepen met wethouders en ambtenaren van verschillende domeinen, sociale wijkteams, partners in de wijken én met inwoners. Steeds in een andere samenstelling en met een ander thema. Zondervan: ‘Juist door die gemengde samenstelling kwamen creatieve verbindingen tot stand, waarmee we echt verder konden.’ De groepsgesprekken leverden 36 ideeën op, zoals goedkope leningen, het verhuren van witgoed aan minima en het collectief inkopen van energie. Zondervan: ‘Het gaat hier niet om staand beleid, het is een verkenning van de handelingsopties. Wel kunnen we veel ideeën verwerken in bijvoorbeeld de herijking van het armoedeprogramma. En soms was meteen duidelijk dat een idee niets extra’s zou kosten of dat er een klein afwegingspunt voor nodig was. Je kunt heel ver komen met de bestaande ambtelijke molen.’ Een ander ‘product’ van de groepsgesprekken is een routekaart die intern gebruikt kan worden om koppelkansen te benutten. Zoals de energiearmoede opnemen in de opdracht aan de wijkteams en prioriteit geven aan de woningkwaliteit van oude huurwoningen. Energiecoaches heeft Zaanstad al. ‘Maar bij een evaluatie constateerden we dat niet alle inwoners de tips opvolgden. Ook al lijken het simpele dingen zoals reflectiefolie achter de radiator plakken, wat erg veel warmte scheelt. Er zit duidelijk een stap tussen weten en doen.’ Voor deze stap haalde Zaanstad inspiratie uit Amsterdam: de energiefixer. Die begint waar de energiecoach eindigt en helpt huishoudens om de kleinere isolerende maatregelen uit te voeren. ‘De energiefixer kan uit een reintegratietraject komen en kunnen we betalen Europese subsidie. En zo brengen we tegen minimale extra kosten herintegratie, armoedebeleid en duurzaamheid samen.’ Pagina 39-53: special energietransitie Tot wel 98% hergebruik van materiaal. En slimme deelmobiliteit die aanzet tot meer beweging. Hierdoor ontstaat een groene gezonde stadswijk, die energieneutraal is en klimaatadaptief. En krijgt ons thema ‘Gedurfde duurzaamheid’ vorm in een innovatief verticaal stadspark en een ‘waste transformer’ die organisch afval omzet in schone energie. VERRAS AD Een gezonde, duurzame wereld realiseren, vraagt om anders kijken en doen. Zeker nu. Zo bieden wij in het Bajeskwartier verrassende oplossingen op gebied van duurzaamheid en circulariteit. Zoals innovatieve vormen van energieopwekking en -verdeling. Het Bajeskwartier toont dat we maatschappelijke vraagstukken niet zien als abstracte opgaven, maar als een kans om concrete vragen van mensen om te zetten in duurzame en gezonde omgevingen om in te wonen, werken en recreëren. Wat dat voor u kan betekenen? am.nl/gedurfdeduurzaamheid AM maakt samen met AT Capital en Cairn haar thema ‘Gedurfde duurzaamheid’ waar in het Bajeskwartier: een duurzame, gezonde stadswijk met een rijke historie. Completer kan niet.
Pagina 10
GEERTEN BOOGAARD COLUMN 11 WAT WIL DE HORDE ONTEVREDENEN? Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Ons aanbod Leergang: De Gemeentejurist in een complexe bestuurlijke omgeving start 5 november 5-daagse masterclassontwikkellab: Bestuursadviseur start 11 november Leergang: Gemeentelijke regie Gezondheid 22 november Masterclass: Effectief regisseren 23 november VNG Congres:  29 november Training: Omgevingsveiligheid voor planmakers 2 december Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl In de zoektocht naar een vitale lokale democratie is meer autonomie vaak het doel. Democratievernieuwers hameren op een gebrek aan zeggenschap voor burgers en pleiten voor meer rechtstreeks invloed. ‘De burgers aan het roer in hun leefwereld!’ tamboereerde de Raad voor het Openbaar Bestuur. ‘Directe invloed op klimaatbeleid gewenst’ concludeerde de commissie-Brenninkmeijer. En zo zijn er gemakkelijk meer te noemen. Maar waar blijven de burgers die zo graag zeggenschap willen? Partijen hebben grote moeite om kandidaten te vinden voor hun lijsten in de gemeenteraad. Natuurlijk mankeert er van alles aan de politiek. Zeker nu ze in Den Haag nieuwe wijn uit oude zakken proberen te tappen, is er alle reden om het lokale windjack aan de wilgen te hangen. Ga er maar aan staan, straks bij het tochtige winkelcentrum. Maar voor wie echt invloed wil, blijft de campagne toch een klein offer. Vanaf elke individuele raadszetel valt immers serieuze invloed uit te oefenen. Dus wie werkelijk aan het roer wil komen, kan zich melden. Ook wie zonder verkiezingsdeelname invloed uit wil oefenen, heeft inmiddels ruime mogelijkheden om dat te doen. Aan elke vorm mankeert natuurlijk wel iets, maar er zitten zeker initiatieven tussen met serieuze mogelijkheden voor zeggenschap. Toch loopt het daar niet per se storm. Een gemiddelde groep gelote burgers selecteert zichzelf toch weer redelijk snel uit tot dezelfde usual suspects die we al in het systeem hadden. Zelfs als we daar alle praktische verklaringen voor meenemen, blijft de veronderstelde behoefte aan invloed schril afsteken tegen de feitelijke opkomst en de betrokkenheid van de deelnemers. Er gebeurt in die participatieve democratie natuurlijk veel moois dat een broodnodige aanvulling blijft voor de vertegenwoordigende democratie. Maar de veronderstelde hordes ontevreden burgers die macht willen uitoefenen staan kennelijk ook niet aan de poort van de participatieve democratie te rammelen. Alle reden dus, om verder te blijven zoeken naar nieuwe manieren om invloed te organiseren. Dat geldt zeker voor kleinschalige referenda waarvoor allerhande slimme inpassingen denkbaar zijn. Maar het is ook een goede gelegenheid om nog eens kritisch te kijken naar de democratische onvrede. Wat zit er nou precies achter die redelijk stabiele 40 procent steun die het SCP al jarenlang peilt voor de stelling dat het goed zou zijn als burgers meer konden meebeslissen bij belangrijke politieke kwesties? Studenten en docenten van de Thorbeckeacademie van de Hogeschool Leeuwarden De onvrede vereist niet alleen het openzetten van poorten GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN deden de afgelopen jaren lang en breed onderzoek naar democratisering bij de gemeente Heerenveen. Verschillende experimenten werden vrij gedetailleerd gevolgd en geanalyseerd op de website democratie0513.nl. Onlangs haalden ze op een symposium meer abstract het net van hun bevindingen op. En wat bleek? Achter de roep om invloed gaat een wereld schuil die veel geschakeerder is dan een simpele greep naar de macht. Serieus genomen worden, ideeën kunnen aandragen of mee mogen praten zijn op papier de lagere treden van de participatieladder maar in de praktijk voor veel burgers precies wat ze zoeken en als invloed ervaren. Want beslissen in grotere kwesties komt in de praktijk met een gevoelige verantwoordelijkheid voor het organiseren van draagvlak en het beslissen in kleine kwesties gaat al snel over concrete buren. Voor het eerste sta je dan al snel weer bij dat winkelcentrum te kleumen en het tweede kan de verhoudingen langdurig verstoren. Burgers kunnen best ergens zelf een klap op geven, maar dat is lang niet altijd waar ze voor komen. En als het wel de bedoeling is, moet je dat goed organiseren met heldere kaders en georganiseerde schaarste. Anders overheerst de lieve vrede en belanden kool en geit allebei in het besluit. De democratische onvrede vereist dus niet alleen het openzetten van poorten. Misschien gaat de zoektocht naar een vitale democratie wel veel meer over ramen en over loketten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 12 NIEUWS IN BEELD LIEFDADIGHEID DONATIEBEREIDHEID Toestemming voor orgaandonatie in Donorregister, 2021 REGIONALE VERSCHILLEN In acht gemeenten, Oirschot, Goirle, Beek, Voerendaal, Stein, Sint-Michielsgestel, Gulpen-Wittem en Nuenen lag de donatiebereidheid het hoogst; daar had 81 procent van de bevolking van 18 jaar of ouder een eigen keuze ingevuld in het Donorregister. Het laagste aandeel volwassenen dat een eigen keuze heeft ingevuld in het Donorregister was op Vlieland (64 procent), op Urk (65 procent) en in Amsterdam (67 procent). De gemeenten met het hoogste aandeel mensen die toestemming gaven voor orgaandonatie zijn Oost Gelre en Rozendaal (beide 46 procent) en Hilvarenbeek (45 procent). De gemeenten met het laagste aandeel mensen die toestemming gaven voor orgaandonatie zijn Urk (15 procent) en Neder-Betuwe (21 procent). De gemeenten met het hoogste aandeel mensen die geen toestemming gaven voor orgaandonatie zijn Neder-Betuwe (42 procent), Tholen (40 procent), Rotterdam, Alblasserdam en Ridderkerk (39 procent). Hilvarenbeek, Reusel-De Mierden en Rozendaal zijn de gemeenten met het laagste aandeel dat geen toestemming gaf (alle drie 20 procent). BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 NIEUWS IN BEELD 13 Op 1 juli 2021 hebben 10,6 miljoen Nederlanders van 18 jaar of ouder een eigen keuze ingevuld in het Donorregister. Dat is 75 procent van de bevolking van 18 jaar of ouder. 4,8 miljoen mensen gaven toestemming voor orgaandonatie. Dat is ten opzichte van begin 2020 een stijging van bijna een miljoen. Het aantal mensen dat expliciet geen toestemming voor orgaandonatie gaf nam ook toe, van 2,3 miljoen in 2020 naar 4,3 miljoen in 2021. Dat blijkt uit cijfers van het CBS en het Donorregister. EIGEN KEUZE VAN 49 NAAR 75% In de nieuwe Donorwet van 1 juli 2020 is geregeld dat alle inwoners van Nederland van 18 jaar of ouder, wanneer zij zelf geen keuze vastleggen, in het Donorregister worden opgenomen met de registratie ‘geen bezwaar tegen orgaandonatie’. In de oude Donorwet moest expliciet een keuze worden gemaakt. Vanaf de invoering van de nieuwe donorwet geven meer mensen hun eigen keuze door. Begin 2020 heeft 49 procent van de bevolking van 18 jaar of ouder een eigen keuze ingevuld in het Donorregister, op 1 juli 2021 was dat 75 procent. Op 1 juli 2021 gaf 45 procent van de mensen die zelf een keuze hadden gemaakt toestemming voor orgaandonatie, 41 procent gaf geen toestemming en 14 procent wenste de keuze hierover aan een nabestaande of een aangewezen persoon te laten. Registratie in Donorregister Toestemming Geen toestemming Iemand anders beslist Geen bezwaar 0 0,5 1 juli 2021 1 1,5 2 Begin 2020 2,5 3 3,5 4 4,5 5 mln personen van 18 jaar of ouder Registratie in Donorregister, 2021 Totaal 18 tot 20 jaar 20 tot 30 jaar 30 tot 40 jaar 40 tot 50 jaar 50 tot 60 jaar 60 tot 70 jaar 70 tot 80 jaar 80 jaar of ouder 0 204060 Geen bezwaar Geen toestemming Toestemming Iemand anders beslist 80 100 % VROUWEN GENEREUZER Vooral jongeren hebben nog geen keuze gemaakt. 41 procent van de 18- tot 20-jarigen had op 1 juli 2021 nog geen keuze gemaakt en stond geregistreerd in het Donorregister met geen bezwaar tegen orgaandonatie. Van de 50-plussers was dat 17 procent. Vrouwen hebben vaker dan mannen een keuze geregistreerd in het Donorregister (79 procent tegen 71 procent), en geven ook vaker toestemming voor orgaandonatie (38 procent tegen 31 procent).
Pagina 14
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 14 INTERVIEW RENÉ VERHULST DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: JAN LANKVELD Burgemeester René Verhulst heeft een satirisch boekje geschreven over een platform voor kritische burgers in Ede. En nu heeft hij het misdaan. ‘Ik had niet gedacht dat serieuze journalisten het zouden opvatten als kritiek op hun werk, want dat is het niet.’ EDE'S BURGEMEESTER VERHULST ONDER VUUR ‘IK PRIKKEL MET DAT BOEKJE’ Denk je met Stakende stemmen een geestig en leerzaam boekje over lokaal (nep)nieuws geschreven te hebben, krijg je dat. De mediachef van een kritische avondkrant vindt het een ‘ongepaste reprimande’, Kamerleden stellen vragen aan twee ministers en een verslaggeefster van een kritische ochtendkrant vindt dat je het vrije woord attaqueert. ‘Die commotie had ik niet verwacht’, zegt burgemeester van Ede René Verhulst (61) over de felle reacties op zijn boekje Stakende stemmen. ‘Ik had niet gedacht dat serieuze journalisten mijn boekje zouden opvatten als kritiek op hun werk, want dat is het niet.’ In Stakende stemmen verhaalt burgemeester/ schrijver Verhulst in twintig kluchtige hoofdstukjes over het wel en wee bij het denkbeeldige onlineplatform EdeCity. De redactie bestaat uit vier boze mannen, die met hun columns de gemeente stelselmatig neerzetten als ondoorzichtig en onbetrouwbaar. Vooral de paranoïde Mo, een (anonieme) gemeenteambtenaar met een burn-out door het thuiswerken, grossiert in nepnieuws. Zijn motto: ‘verdeeldheid en twijfel zaaien, zodat de mensen de gemeente niet geloven, maar ons.’ Verhulst: ‘Communicatie is een machtig wapen. Het is een groot goed dat je je commentaar altijd en op alles en iedereen kunt geven, maar ook een groot gevaar. Kijk om je heen: de complottheorieën vliegen je om de oren. Ik kreeg vorig jaar mailtjes en ik las: het coronavirus bestaat niet, Rockefeller heeft het bedacht. Mensen geloven dat. Je reageert op die mails en je schrijft een column in de plaatselijke krant, maar na de zoveelste scheldpartij houdt het een keer op. En het nepnieuws woekert maar door.’ Het idee achter Stakende stemmen was geboren. ‘Ik noem de sociale media de zesde macht, naast de trias politica, de journalisten en de ambtenaren. Iedereen communiceert maar raak, zonder enige terughoudendheid en zonder hoor en wederhoor. Dat gebeurt ook op het lokale digitale platform in Ede, EdeDorp. Daar plukken we onze informatie vanaf en gebruiken die informatie ook naar anderen toe. Digitale platforms slingeren nepnieuws de wereld in. Ik heb meer dan een jaar aan het boekje gewerkt en ik zag mijn beeld alleen maar versterkt. Op anti-vaccinatieplatforms strijden zogenaamde verzetshelden tegen nazipraktijken. Op de Dam in Amsterdam dragen demonstranten een Jodenster. Moet ik dat normaal vinden? Op de A12 hing een spandoek: ‘Hugo de Jonge Nazi’. Ik ben daarmee bezig, ik wind mij daarover op. Ik ben een oude man van 61; ik zit 21 jaar in het openbaar bestuur – was raadslid en wethouder, ben nu burgemeester. Ik wil geen kleurloze figuur zijn. Ik wil niet alleen van sommige dingen in de samenleving wat vinden, ik wil er ook iets over zeggen.’ VERBANDJE Burgemeesters, wethouders en raadsleden vinden natuurlijk van alles van de sociale media en wat er lokaal over hen wordt gezegd en geschreven, maar ‘dat houd je binnenskamers’, ervaart burgemeester Verhulst. ‘Want anders ben je een ‘Je kunt niet op alles een verbandje leggen’ klager, een zeur. Laat mij dan maar zeuren. Je moet iets zeggen als het de spuigaten uitloopt, en dat geldt ook voor de digitale platforms in de eigen gemeente.’ Dat doet Verhulst niet in een opinieartikel (‘Hoe wordt het ontvangen, wat doen ze ermee?’), maar in een boekje. ‘Dan houd je het in eigen hand, en het is nog leuk werk ook.’ Verhulst: ‘Ik heb dat niet met het college of de gemeenteraad overlegd. Want dan schrijf je het niet en wordt het een beleidsnota. Iemand zei tegen mij: “Werkt dit nou verbindend?” Nee, dit boekje werkt niet verbindend. Ik ben een verbinder pur sang, maar je kunt niet op alles een verbandje leggen. Een anonieme columnist kan op het digitale platform in Ede schrijven dat de burgemeester ‘experimenteert op mensen’. Wie experimenteerde ook alweer op mensen? Daarover wil ik niet mijn schouders ophalen.’ Na de publicatie van Stakende stemmen deze zomer is het even stil, totdat de mediachef van het NRC Handelsblad eind september over het boekje begint. Hij schrijft de ‘burgemeesterlijke bijval in de strijd tegen nepnieuws hartverwarmend’ te vinden, maar vindt het boekje toch ‘vooral een ongepaste reprimande vanuit het gemeentehuis’ aan een stel lastige burgers met een weblog. Twee Kamerleden van de SP hebben de krant gelezen en stellen pertinente INTERVIEW 15 CV RENÉ VERHULST (Kapelle, 1960) studeerde rechten in Utrecht. Na zijn studie werd hij directiesecretaris van de Stichting Sociale Woningbouw Utrecht. Vervolgens werkte Verhulst bij het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond. In 1992 werd hij secretaris van het college van bestuur van de Nyenrode Business Universiteit. In 1994 werd hij lid van de gemeenteraad van Utrecht voor het CDA. In januari 2001 werd Verhulst wethouder in Utrecht. Op 31 maart 2005 trad hij af en keerde hij terug naar Nyenrode. Van 2006 tot 2010 was Verhulst directeur bedrijfsvoering van de faculteit economie en bedrijfskunde aan de UvA. In december 2010 werd hij burgemeester van Goes. In september 2017 werd hij burgemeester van Ede. Verhulst publiceerde verschillende boeken. Deze zomer verscheen ‘Stakende stemmen’. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 16
INTERVIEW 17 ‘Check de feiten gewoon voor je ze opschrijft’ vragen aan twee ministers. Of het tweetal het ‘gepast’ vindt dat ‘een burgemeester in een boek een kritisch weblog op de hak neemt’. De Volkskrant treft een week later op bezoek in Ede bij EdeDorp ‘betrokken dorpscolumnisten’ die ‘geen onvertogen’ woord in het blog zetten. Als de burgemeester ‘in zijn schuttersputje’ last heeft van het platform, dan vindt de verslaggeefster dat een compliment voor het platform. ONRECHT René Verhulst schrijft op de achterflap van Stakende stemmen dat zijn EdeCity een ‘denkbeeldig digitaal platform voor kritische bewoners is, dat zich met verve toelegt op het aan de kaak stellen van plaatselijk onrecht.’ Maar hoe denkbeeldig is EdeCity als het sprekend lijkt op het bestaande ‘platform voor kritische burgers’ EdeDorp? Dat ook een Latijns motto heeft en dat ook de gemeente en haar boegbeeld hekelt? De Edese journalist Marc van der Woude concludeert op zijn weblog: ‘Hij [Verhulst, red.] kiest bewust voor de gemeente waar hij zelf burgemeester is, zet het gemeentehuis prominent op de cover, en richt zijn pijlen op het meest kritische medium in zijn eigen stad dat bijna iedereen (her)kent. Daarmee schiet hij de parodie voorbij.’ ‘Ik prikkel met het boekje, het is satire. Het heeft een hoog Jiskefet-gehalte’, reageert burgemeester Verhulst. ‘Maar het heeft zeker een serieuze ondertoon. Sommige dingen horen niet, ook niet op een lokale website. Je behoort op je platform geen ruimte te geven aan iemand die anoniem wil blijven. Twee van de vier hoofdpersonen in mijn boekje worstelen daar ook mee. De derde gaat gewoon vol voor zijn idealen.’ Columnist Mo is in Stakende stemmen anoniem, net als columnist Mo van Ede van het bestaande EdeDorp. Waarom dezelfde naam? Waarom in Ede? Lijkt Stakende stemmen dan niet op een afrekening? Verhulst: ‘Nee joh. Ik gebruik totaal andere karakters en intriges. Er komt zelfs een Iraanse vrouw in voor. Dat men het één op één op zichzelf betrekt hoort er kennelijk bij. Ik houd de columnisten van EdeDorp een spiegel voor. Ik schrijf in Stakende stemmen zoals zij ook schrijven. Ik ken Ede. Ik had voor een andere gemeente kunnen kiezen, ik had er ook een kunnen verzinnen, maar je zou dezelfde reacties hebben gehad. Het was altijd een lokaal platform geweest, iedereen in Ede had de anonieme columnist herkend en EdeDorp had het altijd stemmingmakerij gevonden.’ VRIJHEID De pennenvruchten van de columnisten van EdeDorp zitten de burgemeester kennelijk hoog. ‘Ze maken stemming en verdraaien met regelmaat de feiten op hun platform. Een columnist schrijft dat alle bomen in Ede in de biomassacentrale verdwijnen. Zij hebben de vrijheid om dat te schrijven, maar mag ik dan de vrijheid hebben om een parodie te maken op het webplatform?’ Heeft hij de heren van EdeDorp ooit op de man af aangesproken? Verhulst: ‘Ik ben nooit met ze in gesprek geweest. Ze hebben mij wel gevraagd om columns te schrijven voor EdeDorp. Mijn antwoord was: zolang iemand bij jullie anoniem columns kan schrijven, schrijf ik geen columns.’ Zou hij dat tóch niet moeten doen? Als je columns onveranderd worden geplaatst, dan kun je toch bijna onmiddellijk reageren op wat jij nepnieuws en stemmingmakerij vindt? In de buik van het beest. Verhulst: ‘Dat was misschien een goed idee geweest. Ik wilde er niet naast staan. Dat was mijn gedachte. De hoofdredacteur begreep dat wel.’ Stakende stemmen heeft de Haagse politiek en de randstedelijke kwaliteitsjournalistiek bereikt, hoe staat het met Ede (bijna 120.000 inwoners) zelf? Heeft de gemeenteraad de burgemeester al op het matje geroepen? De burgemeester: ‘Tijdens de laatste raadsvergadering begin oktober kwam het boekje niet ter sprake. Ik weet van een paar raadsleden dat ze het hebben gelezen en dat ze het wel leuk vonden. Maar als raadsleden er iets over willen zeggen, dan moeten ze dat zeker doen. De rol van de sociale media en ongefundeerde beweringen in de lokale politiek is een discussie waard. Zo’n gesprek ga ik niet uit de weg. Als je zo’n boekje schrijft, dan moet je niet voor de reacties weglopen. De raad weet hoe ik in elkaar steek. Ik vind wel: lees het boekje eerst voordat je er iets van vindt.’ PIJLEN Over de pijlen die landelijk op hem zijn afgeschoten over Stakende Stemmen, schreef Verhulst vorige week op zijn LinkedIn: ‘Eigenlijk gebeurt er voor een deel, realiseer ik mij nu, wat ik in het boekje als persiflage heb beschreven.’ Dat behoeft uitleg. Verhulst: ‘In mijn boekje leidt een klein voorval bij Mo thuis tot een grote lokale crisis omdat buurtbewoners elkaar napraten over een misverstand. Mensen vinden ook wat van het boekje zonder dat ze het gelezen hebben. De chef media van NRC Handelsblad had het boekje volgens mij niet gelezen. Ik heb hem maar een exemplaar gestuurd. Zouden de twee Kamerleden die vragen hebben gesteld het boekje hebben gelezen? De Volkskrant-verslaggeefster die mij in het gemeentehuis een cursus journalistiek gaf en vertelde hoe ik een boek moest schrijven, had maar een paar hoofdstukken gelezen. Ze vond dat ik in Stakende stemmen een aanval pleeg op serieuze journalisten, maar als je het boekje hebt gelezen, dan weet je dat dat niet zo is.’ De verslaggeefster, die op 6 oktober in de Volkskrant rapporteert over ‘hoe een burgemeester een kritisch dorpsblog aanpakt met een ‘leuk’ boekje’, was volgens Verhulst trouwens op haar plaats geweest bij EdeCity. Hij pakt zijn telefoon en leest voor uit haar verslaggeverscolumn: ‘Misschien een leuk moment om nog even te vermelden dat de gemeente Ede volgens de eigen site een communicatieafdeling van 35 personen heeft. Vijfendertig! Ja, iedereen communiceert maar raak. Ook daarom dus: Leve EdeDorp.’ Verhulst steekt zijn telefoon weer weg. ‘Op onze communicatieafdeling werken 22 mensen, voor 18 fte’s. Zij maken deel uit van de afdeling bestuur & communicatie, en die bestaat uit 35 mensen. Dat aantal heeft de verslaggeefster uit een advertentietekst of zo gehaald. Check de feiten gewoon voor je ze opschrijft. Maar ja, een lekkere uitsmijter is ook wat waard, hè?’ ‘Stakende stemmen’ is verschenen bij uitgeverij Het Paard van Troje in Goes. Prijs €15. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 18 ONDERZOEK ICT DOOR: SJOERD HARTHOLT EN ALEXANDER LEEUW FOTO: AS MEDIA / ANP-HH Controlesystemen waarmee onder meer rioleringen, sluizen en verkeerslichtsystemen worden aangestuurd, blijken zeer kwetsbaar. Dat blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect. De problemen nemen alleen maar toe, zeggen securityexperts. CONTROLESYSTEMEN EENVOUDIG TE HACKEN ALS DE BRUG SPONTAAN OP HOL SLAAT Met speels gemak krijgt de hacker via de zoekmachine SHODAN op het Internet of Things toegang tot een rioleringssysteem van een grote gemeente. De chief information security officer (ciso) van de desbetreffende gemeente schrikt zich een hoedje. Er wordt direct van alles in werking gesteld om het gat te dichten, maar daarvoor is een ‘patch’ nodig van de leverancier. Die moet eerst nog ontwikkeld worden. De ethische hacker wordt na het tekenen van een geheimhoudingscontract bedankt voor zijn werk, maar het duurt uiteindelijk nog een half jaar voordat het gat is gedicht. Ciso’s, experts en wetenschappers herkennen het zojuist genoemde voorbeeld dat door één van de ciso’s met Binnenlands Bestuur en AG Connect wordt gedeeld. Het merendeel stelt zelfs dat dat problemen met dit soort controlesystemen bij overheden groter worden. Dat zit hem met name in de vrijgave van patches die niet tijdig voorhanden zijn. De achterstand bij overheden is groot en veel systemen werden nog voor de komst van internet gebouwd. Ze zijn daardoor een blok aan het been voor de verantwoordelijke ambtenaren geworden. Het ‘SCADA-probleem’ is groot maar wordt tussen alle spectaculaire ransomware en DDOS-aanvallen onderschat. SCADA, kort voor Supervisory Control and Data Acquisition Software, is software waarmee bijvoorbeeld makkelijk meetgegevens worden uitgewisseld. Een overkoepelende term voor verschillende van deze controlesystemen is ICS (Industrial Control Systems oftewel industriële controlesystemen). Bij alle overheden zijn SCADA-systemen te vinden die toezicht houden op kritieke industriële processen. Bij een gemeente gaat het al gauw om duizenden systemen zoals verkeerslichten en de besturing van bruggen en sluizen. ERNSTIG Provincies hebben er vermoedelijk nog meer, zegt Jeroen Schipper van gemeente Den Haag. De gevolgen van een hack kunnen bij zo’n systeem ernstig zijn. Rioolgemalen die buiten werking treden, bruggen die op hol slaan of verkeerslichtsystemen die door kwaadwillenden worden bestuurd. Met name de oudere systemen geven problemen. Sommige zijn twintig of misschien wel dertig jaar geleden gebouwd. Wat ciso’s merken is dat het doorvoeren van updates daardoor erg traag gaat en lastig is. ‘Er is niet altijd rekening gehouden met een regelmatige update. In het geval van ICS en SCADA-systemen zal deze soms op locatie moeten worden gepatcht’, zegt Schipper. Het verhaal van Schipper wordt herkend door andere ciso’s. Om veiligheidsredenen willen organisaties meestal niet bij naam worden genoemd. ‘Het is algemeen bekend dat de bedrijven die deze systemen aanbieden een achterstand hebben als het gaat om informatieveiligheid’, vertelt Leon Post, ciso bij de gemeente Hardenberg. ‘Dat is simpelweg nooit hun core business geweest. Ook wij hebben daarmee te maken. Gebouwen en de beheerssystemen gaan vaak langer mee dan software die hierbij geleverd wordt.’ Wat Post betreft hebben overheden een taak om veiligheidsmaatregelen te nemen, goede afspraken te maken en standaarden af te dwingen. ‘Ook moeten we ons afvragen of deze systemen wel aan het internet moeten worden gehangen.’ Een andere ciso vertelt dat er momenteel hard wordt gewerkt om een achterstand weg te werken: bij een inventarisatie kwamen diverse kwetsbaarheden bovendrijven. GROOT PROBLEEM Een ciso werkzaam bij de rijksoverheid spreekt van een groot probleem dat met name niet voldoende prioriteit krijgt bij leveranciers en fabrikanten. ‘Het is vaak te duur om een proces af te sluiten voor een update. Daarnaast zijn veel systemen niet ingericht om veelvuldig te worden voorzien van nieuwe firmware. Vaak is ook fysieke toegang nodig en in grote processystemen is dat niet altijd mogelijk zonder hoge kosten.’ Vroeger werden de systemen niet met beveiligingssoftware verscheept. ‘Nu vaak wel’, aldus ethisch hacker Wouter van BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 ONDERZOEK 19 Dongen, ‘maar die wordt niet geüpdatet.’ Hij heeft het meegemaakt dat bij een waterschap een SCADA-systeem op Windows XP draaide waarbij de firewall al meer dan tien jaar was uitgeschakeld. Het systeem moest offline voor een update, wat lastig is, en niemand wist hoe het geconfigureerd was. ‘Tegenwoordig zijn er wel schaduwsystemen, die op zo’n moment de taken even kunnen overnemen, maar in de praktijk groeien die systemen uit elkaar. Misschien wordt er niet goed gedocumenteerd. En dan hebben mensen zoiets van: laten we er maar vanaf blijven want dan wordt het probleem nog groter.’ Cybersecurityadviseurs proberen het onderwerp meer bij bestuurders op de kaart te krijgen. Zo ook Berenschot-adviseurs Reterink en Kenter, die in 2019 een whitepaper erover schreven. Volgens Reterink groeien de risico’s rondom industriële controlesystemen omdat met het Internet of Things (IoT) steeds meer apparaten op internet worden aangesloten. ‘Er komen meer IoT-toepassingen en de industrie groeit steeds meer toe naar gekoppelde systemen. Cv-installaties, laadpalen en dergelijke zijn straks overal verbonden met backoffices die negen van de tien keer op internet staan en dus kunnen worden gehackt. De afhankelijkheid van deze systemen wordt steeds groter en daarmee ‘ We moeten ons afvragen of deze systemen aan het internet moeten worden gehangen’ ook de mogelijkheid voor hackers om er financiële voordelen mee te behalen door middel van ransomware.’ GEVOLGEN Wanneer hackers SCADA-systemen in handen krijgen, kan dit grote gevolgen hebben. Ethische hackers Wesley Neelen en Jeroen van Duijn lieten de wereld in 2020 tijdens een demonstratie op hackersevenement DEF CON zien hoe zij toegang wisten te krijgen tot de bediening van verkeerslichten van een Nederlandse gemeente. Helaas een behoorlijk reëel scenario. KPN Nederland nam de situatie rondom ICS en SCADA-systemen in maart 2021 nog onder de loep. Daarbij werden zo’n drieduizend kwetsbaarheden in industriële omgevingen aangetroffen, waarvan tweehonderd zeer ernstig van aard. Jordi Scharloo, security researcher bij KPN, blikt daarop terug. ‘De aanleiding van ons onderzoek was een gehackte waterzuiveringsinstallatie in de VS. Hackers konden daarmee al bijna een gevaarlijke dosis van een bepaald goedje in het water opschroeven. Het is één van de vele voorbeelden van gehackte industriële controlesystemen. De schrikbarende zaken zoals deze komen bovendrijven, maar heel veel blijft onder de radar.’ Het gaat niet alleen om de kwetsbaarheid van een SCADA-systeem zelf. Via een kwetsbaar systeem kan een hacker verder komen. De beveiliging van de airco in een gemeentehuis biedt mogelijkheden tot volgende stappen. Zoals een medewerker, die kan worden misleid, en zo toegang geeft tot andere systemen. Zo bouwt een hacker het stapje voor stapje op. Deze problemen komen overal ter wereld voor. Eén van de bekendste gevallen rond
Pagina 20
Een woning voor opa Cees Omdat zijn hart bij zijn kleinkinderen ligt We willen graag dat opa Cees in de buurt van zijn kleinkinderen kan wonen. Dat is belangrijk voor opa Cees, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Den Haag of Diemen? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 Sem van der Wal / ANP-HH ONDERZOEK 21 ‘Bij een om gehackte SCADA-systemen stamt uit 2010, toen het kernprogramma van Iran ernstige vertraging opliep omdat centrifuges van een kerncentrale in Iran op hol sloegen nadat aanvallers toegang kregen met behulp van de Stuxnet-malware. Een ander bekend en actueler voorbeeld is een via een SCADA-systeem lamgelegde Amerikaanse oliepijplijn waarmee 2,5 miljoen vaten olie worden vervoerd. Volgens Scharloo geldt over het algemeen: hoe welvarender het land, hoe meer er geïnvesteerd wordt in beveiliging en hoe meer deze op orde is. Maar ook in Nederland zijn er volgens Scharloo voorbeelden van systemen die makkelijk online zijn te vinden. ‘Voorbeelden waarvan ik denk: jongens, jongens, jongens. Je zou deze systemen heel makkelijk in ieder geval online ontoegankelijk kunnen maken. En dan heb ik het nog niet over de standaardwachtwoorden en de vaak verouderde versies die nog draaien.’ LASTIG Volgens Scharloo is het lastig om een generieke oplossing te vinden voor problematiek rondom SCADA en ICS. ‘Er zijn in Nederland systemen op internet te vinden die daar niet te vinden zouden mogen zijn. Met striktere wetgeving en normering kan nog meer winst behaald worden. Ik kijk dan onder meer naar de ISO-normering 2760. Nu zijn protocollen vaak ongeautoriseerd, de informatie wordt gemeente gaat het al gauw om duizenden systemen’ online al weggegeven en is soms zelfs te vinden in Google of met SHODAN. Een overheid die zo’n kwetsbaarheid heeft moet deze in ieder geval uit het zicht halen van internet. Dat scheelt al een hoop. Zorg ook dat iedereen die een kwetsbaarheid vindt het makkelijk kan melden: responsible disclosure. En wat ik helaas nog vaak tegenkom zijn standaardwachtwoorden. Bij inkoopgesprekken kunnen overheden tegenwoordig afdwingen dat deze niet mogen worden gebruikt.’ Maar inkoopgesprekken met SCADA- en ICS-leveranciers zijn geen een-tweetje. Een bemoeilijkende factor is volgens CISO Schipper de beperkte markt. ‘Er zijn één of twee grote leveranciers die bijvoorbeeld verkeerssystemen leveren. Uiteraard kun je met leveranciers afspraken maken over ISO-normeringen of de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), maar wanneer je wil overstappen is er niet snel een andere leverancier gevonden die van de ene op de andere dag even alle verkeerssystemen van een gemeente vervangt. Dat maakt het probleem complexer.’ Patchen en updaten van systemen gaat vaak moeilijk, constateren ook Reterink en Kenter. ‘Men installeert de systemen en vergeet ze daarna een beetje. Bij bepaalde machines wordt nog steeds Windows XP gebruikt, bijvoorbeeld. Vaak vinden mensen het doodeng om eraan te komen. Upgraden kan enorm veel gevolgen hebben. Meestal geldt: als je ervan afblijft, werkt het wel. Eigenlijk zou iedere organisatie moeten beginnen met patchen naar een hogere versie van Windows en een beveiligde communicatie met SCADA. Maar dit wordt vaak onhandig gevonden: je moet vanaf dat moment extra handelingen gaan verrichten bij het beheer.’ Kenter vult aan: ‘Wat het ook lastig maakt is dat de systemen vaak niet kunnen worden uitgezet omdat het gaat om kritieke processen voor het bedrijf. Bij een patch is een korte periode uitzetten vaak nodig. En dat kan hele grote gevolgen hebben.’ FYSIEKE SCHADE Siemens, één van de grootste leveranciers is op gebied van SCADA-systemen bij de overheid, merkt dat updates en patches voor SCADA-systemen vaak trager worden uitgevoerd in vergelijking met die voor ict-systemen. ‘Siemens stelt de patches in meeste gevallen kosteloos beschikbaar’, schrijft het bedrijf in een reactie. Maar vanwege eisen zoals continue beschikbaarheid ‘worden patches en updates in de praktijk niet altijd op regelmatige basis uitgevoerd’. Ook wordt er over het algemeen minder geïnvesteerd in vergelijking met ict-systemen. Siemens adviseert om een duidelijk beleid hiervoor te definiïeren (net als in de ict-wereld gebruikelijk is), met risicoanalyses, heldere verantwoordelijkheden, beschikbare budgetten en een duidelijk plan. Er is werk aan de winkel, concludeert ethisch hacker Van Dongen. Hij heeft verschillende testen uitgevoerd bij waterschappen en het is hem altijd gelukt om de volledige controle te krijgen. ‘Als het misgaat met SCADA-systemen dan is het misschien wel een groter probleem dan ransomware. Door ransomware kan een organisatie stilliggen, maar als bij waterschappen alle systemen verkeerde lezingen geven dan is er meteen fysieke schade.’ Binnenlands Bestuur en AG Connect spraken voor dit achtergrondverhaal de afgelopen maanden met wetenschappers, cybersecurityexperts van KPN en Berenschot en dertien ciso’s van diverse overheden.
Pagina 22
22 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: KIM VAN DAM/ANP-HH Het coronavirus heeft laten zien dat gezondheidsrisico’s ongelijk zijn verdeeld onder de bevolking. Herstel van die gezondheidsachterstanden vraagt om investeringen in leefomgeving en bestaanszekerheid. ‘Vroeger kon een postbode zijn gezin onderhouden, nu moet je met z’n tweeën fulltime pakjes bezorgen.’ ‘SOMS IS SCHULDHULP DE BESTE VORM VAN JEUGDZORG’ GEZONDHEIDSKLOOF VRAAGT OM ‘BELEID VIA DE BAND’ Leven in bestaansonzekerheid betekent vaak leven in slechte gezondheid. In de podcastserie Herstart van Binnenlands Bestuur, die de afgelopen weken verscheen, kwamen twee opvallende verhalen aan bod die de verwevenheid tussen gezondheid en bestaanszekerheid illustreren. Zo vertelt Gerard Sangers, bijstandsgerechtigde en auteur van het boek Met dank, door MijnOverheid, bij de Voedselbank, dat hij in één jaar negen hartstilstanden heeft gehad. Daarvan is er minimaal één veroorzaakt door het stressvolle leven in de bijstand, denkt Sangers. Hij geeft toe dat hij die claim niet volledig hard kan maken, maar weet wel dat er stevig wetenschappelijk bewijs is dat een sterk negatief verband aantoont tussen armoede en gezondheid. De twintigjarige Maaike worstelde al vanaf haar elfde met depressie. Ze woonde in haar tienerjaren in verschillende zorginstellingen. Ze wilde zich laten opnemen in een kliniek om te werken aan haar mentale gezondheid, maar wist dat dat tot financiële onzekerheid zou leiden. Na het afronden van de therapie zou ze op zoek moeten naar een zelfstandige woonruimte zonder werk, opleiding of uitkering. Pas toen ze via het experiment Het Bouwdepot een jaar lang verzekerd was van een onvoorwaardelijk inkomen, kon ze zich veroorloven om bij de kliniek in therapie te gaan. In het ene geval is geldstress dus de directe oorzaak van de gezondheidsproblemen, in het andere geval is het een belemmering voor herstel. Beide suggereren een samenhang tussen armoede en gezondheid. En dat verband wordt onderschreven door wetenschappelijk onderzoek. Sterker nog: het blijkt dat mensen in een lage sociaaleconomische positie gemiddeld zeven jaar korter leven dan mensen in een hoge sociaaleconomische positie. Het verschil in levensjaren in goede gezondheid is zelfs vijftien jaar. En die achterstanden beginnen letterlijk in de wieg: baby’s van rijkere ouders hebben vier maanden na de geboorte al een aanzienlijk kleinere kans op overgewicht dan hun leeftijdsgenootjes met minder welvarende ouders. CHRONISCHE STRESS Die verschillen kunnen ontstaan door allerlei factoren, zoals slechte huisvesting of ongezonde arbeidsomstandigheden. Maar ook geldzorgen spelen een belangrijke rol, weet Nadja Jungmann, lector schulden en incasso aan de Hogeschool Utrecht. ‘Wie geldzorgen heeft, ervaart vaak veel stress’, legt Jungmann uit. ‘Wie veel stress ervaart, heeft een stresssysteem dat continu aanstaat. En we weten dat het chronisch aanspreken van je stresssysteem kan leiden tot allerlei gezondheidsklachten. Want je immuunsysteem gaat als het ware even on hold. En dan zie je dat mensen die chronische stress ervaren bijvoorbeeld vaker een voorhoofdholte-ontsteking of een keelontsteking hebben. En er is ook een relatie met hart- en vaatziekten en met overgewicht.’ Bovendien beperkt de constante stress het vermogen om verstandige beslissingen te nemen, wat het oplossen van de problemen nog moeilijker maakt. Jungmann: ‘We weten ook dat geldzorgen iets doen met je functioneren, waardoor je meer bij de dag gaat leven, meer moeite hebt om langetermijnbeslissingen te nemen, meer moeite om je emoties te reguleren, je verlangens te reguleren, om überhaupt te plannen, te organiseren, nieuwe dingen te leren. Dus je wordt er niet alleen fysiek ziek van, je gaat ook onhandige dingen doen en soms je problemen in stand houden.’ RISICO In dat licht is het geen verrassing dat een levensbedreigende ziekte als COVID-19 de huishoudens met lagere ‘ Gezondheidsvoorlichting heeft vooral de midden- en hogere klassen bereikt’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 ACHTERGROND 23 inkomens harder raakt. Nog afgezien van de economische impact van de lockdowns, dragen de laagste inkomensklassen ook het grootste risico om te overlijden aan een coronabesmetting. Mensen in het laagste inkomenskwintiel lopen dubbel zoveel risico op sterfte door COVID-19 als mensen in de hoogste inkomensgroep, berekende het CBS. Dat geldt althans voor de groep die niet sowieso al zorg nodig had. De verschillen zijn nog groter als wordt gekeken naar de groep jonger dan 70: daar lopen de laagste inkomens bijna drie keer zoveel risico als de hoogste. De discrepantie kan deels worden verklaard door verschillen in leefstijl, zoals rook- en eetgedrag, stellen de CBS-onderzoekers. Ook zou een krappere behuizing in het geval van het coronavirus een rol kunnen spelen. Daarnaast is het mogelijk dat mensen met een lager inkomen vaker in sectoren werken waar thuiswerken niet of minder goed mogelijk is. De verschillen in het corona-sterfterisico zijn niet verrassend, constateert het CBS. Dergelijke verschillen worden immers ook gevonden bij andere doodsoorzaken. De pandemie heeft de kloof dus niet vergroot, maar heeft bestaande ongelijkheden wel opnieuw blootgelegd. Het dichten van de gezondheidskloof vraagt om ‘beleid via de band’. Dat vindt althans Erik Dannenberg, voorzitter van Divosa, de vereniging voor gemeentelijk directeuren in het sociaal domein. Dannenberg is ook lid van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving en werkte in die functie mee aan een advies aan de overheid over het terugdringen van de gezondheidsachterstanden. Met ‘beleid via de band’, een verwijzing naar biljarten, bedoelt Dannenberg dat een interventie op het ene terrein een probleem op een ander gebied kan oplossen. Gezondheidsverschillen moet je niet bestrijden met meer zorg, vindt Dannenberg, maar eerder met investeringen in de leefomgeving en de bestaanszekerheid. Hij vergelijkt het met de grote historische doorbaken in de gezondheidszorg: ‘Toen we grote ziektes als tyfus, cholera, difterie en dysenterie hebben bestreden, was ook niet de oplossing: alsmaar ziekenhuizen bouwen en meer dokters en verpleegkundigen erbij. De oplossing was: het riool en schoon drinkwater.’ Ook investeringen in de volkshuisvesting, het onderwijs en de sociale zekerheid hebben zich terugbetaald in gezondheidswinst. FUNEST Het beleid wat betreft volksgezondheid heeft zich echter de afgelopen jaren vooral gericht op het stimuleren van gezond gedrag op individueel niveau. PODCAST Dit artikel is gebaseerd op interviews voor de podcastserie Herstart van Binnenlands Bestuur. Die serie onderzoekt in vier afleveringen hoe de samenleving er na anderhalf jaar coronacrisis voorstaat, en hoe het in de herstelfase verder zal gaan. In de vierde aflevering deelt Erik Dannenberg zijn visie daarop. Lees meer op binnenlandsbestuur.nl/herstart. ‘Maar het blijkt dat gezondheidsvoorlichting vooral de midden- en hogere klassen heeft bereikt’, aldus Dannenberg. ‘Je moet gezond eten. Je moet goed bewegen. Maar als je leven één lange keten is van overleven, dan ben je helemaal niet bezig met gezond leven. Dan ben je bezig met: hoe krijg ik volgende maand de huur betaald? Hoe overleef ik deze dag weer? Hoe vind ik mijn volgende baan weer?’ In plaats daarvan zou het beleid zich meer moeten richten op het verbeteren van de omstandigheden waarin veel mensen aan de onderkant van de samenleving leven. Door ongezonde huisvesting aan te pakken, bijvoorbeeld. Maar ook op het gebied van bestaanszekerheid is winst te boeken, wat Dannenberg betreft. ‘Vroeger kon je als postbode met één inkomen je hele gezin onderhouden: de huur betalen, kleding
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 24 ACHTERGROND SOCIAAL kopen voor je kinderen en ze naar school laten gaan. Tegenwoordig moet je met z’n tweeën fulltime pakjes of maaltijden bezorgen. En als één van tweeën drie weken ziek is, kun je volgende maand de huur niet meer betalen. Daarin zit heel veel bestaansonzekerheid en die leidt tot chronische stress. En dat is funest voor het planvermogen op de middellange termijn. En dat is ook funest voor de mentale en fysieke gezondheid.’ De stress zorgt bovendien voor spanningen binnen gezinnen, waar kinderen de dupe van worden. Daarom is schuldhulpverlening soms de beste vorm van jeugdhulp, zegt Dannenberg. ‘In gemeenten zien we steeds vaker de interactie tussen die dingen.’ Op landelijk niveau zou het ook goed zijn als gezondheidsproblemen meer in samenhang met andere thema’s worden aangepakt. Dannenberg: ‘De ministeries zouden beter moeten samenwerken op dit soort grote maatschappelijke vraagstukken. Want dit zit vaak bij het ministerie van VWS ‘ Veel bestaansonzekerheid leidt tot chronische stress’ [Volksgezondheid, Welzijn en Sport, red.], terwijl de aangrijppunten misschien wel bij Economische en bij Sociale Zaken zitten.’ MENSBEELD Het bij elkaar brengen van die twee beleidsterreinen – zorg en welzijn aan de ene kant, werk en inkomen aan de andere kant – zou ook een realistischer mensbeeld op kunnen leveren, hoopt Dannenberg. ‘Voor de Wmo ben je een kwetsbaar iemand die geholpen moet worden. Voor de Participatiewet ben je een potentiële fraudeur, en moeten we alles toetsen op rechtmatigheid. Eigenlijk zou je willen dat de wetten in het sociaal domein meer geharmoniseerd worden vanuit mensenbeelden.’ Ook moet er meer ruimte komen voor de professionals in de uitvoering om te bepaADVERTENTIE len welk mensbeeld in welk geval passend is, vindt Dannenberg. ‘Want in de praktijk zien we: bij de ene inwoner moet je er met de mattenklopper achteraan en bij de ander moet je er met een verbandtrommeltje naartoe. Laat dat onderscheid nou echt aan de vakmensen over.’ Uiteindelijk, hoopt Divosa-voorzitter Erik Dannenberg, blijft er misschien maar één wet in het sociaal domein over, waarin arbeidsmarktbegeleiding, uitkeringen, jeugdzorg, gezondheid en schuldenproblematiek allemaal bij elkaar komen. ‘Zodat je niet tig loketjes hebt met allemaal hun eigen dynamiek, maar dat je gewoon met dat ene huishouden samen tot een plan kunt komen. Ongehinderd door al die hokjes, vakjes, schotjes en financieringsstroompjes. Dat lijkt me een mooie ontwikkelingsrichting.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 25 Een Zoetermeerse leerplichtambtenaar in IN DE CLINCH opleiding schrijft een werkstuk over van een medestudent. Of stuurde hij per ongeluk de verkeerde versie naar de examinator? Hij wordt ontslagen, ook omdat hij op een andere leugen is betrapt. LEERPLICHTAMBTENAAR PLAGIEERDE WERKSTUK Leerplichtambtenaar Sjoerd Valking* werkt sinds 2016 bij de gemeente Zoetermeer. Hij volgt de verplichte Leergang Leerplicht/ RMC bij het Studiecentrum voor Publieke Veiligheid (SPV). In juni 2019 meldt het SPV aan het college dat Valking een onvoldoende heeft gehaald voor zijn eindopdracht. Maar hij krijgt een vervangende toets, die uiterlijk op 3 mei 2019 moet zijn ingeleverd. Op 14 mei laat Valking het SPV weten dat hij de opdracht niet heeft kunnen maken omdat hij in het buitenland verblijft. Hij krijgt enige uitstel: het móet zijn ingeleverd op 22 mei, om 12.30 uur. Uiteindelijk levert Valking zijn werkstuk 32 minuten te laat in. Hoewel dat formeel overtijd is, doemt een ander probleem op: de ingeleverde eindopdracht komt voor 90 procent overeen met een werkstuk van een medestudent. Pla giaat, dus fraude, zegt het SPV. Die laat het college weten dat in de algemene voorwaarden staat dat de cursist recht heeft op één herexamen en dat Valking daarom geen twee herkansing krijgt. Hij wordt uitgesloten van verdere deelname aan de opleiding. Vervolgens ontslaat het college hem met onmiddellijke ingang wegens plichtsverzuim. Valking geeft toe dat hij deze eindopdracht niet zelf heeft gemaakt. Wat hij inleverde was voor hem een ‘vingeroefening’ die hij hier en daar wat had aangepast. Het was een foutje om deze in te sturen. Hij had wel een ‘correct’ werkstuk maar mocht dat van het SPV nadien niet meer insturen. Valking Er waren wel ‘wat overeenkomsten’ vindt dat sprake is van vooringenomenheid. Verwijtbaar plichtsverzuim? Helemaal niet. Het strafontslag vindt hij veel te zwaar, en stapt naar de rechter. Maar ook de rechtbank Den Haag constateert dat Valkings eindopdracht voor 90 procent geplagieerd lijkt. Toen het SPV Valking hiermee confronteerde, bagatelliseerde hij dat: er waren wel ‘wat overeenkomsten’, maar zeker niet zoveel als het SPV concludeerde. Het SPV liet Valking telefonisch weten dat hij heeft gefraudeerd en dat hij daarmee is gezakt. Valking kan wel stellen dat hij ADVERTENTIE misschien de verkeerde versie heeft ingestuurd maar dat blijkt nergens uit, oordeelt de rechtbank. Uit mailtjes van Valking blijkt juist dat hij zijn document nog had nagekeken. Het correcte document, volgens Valking dan, heeft hij twee weken na de examendeadline gestuurd, maar toen was niet meer vast te stellen of dit op 22 mei al klaar was – reden dat het werd geweigerd. Dit komt voor rekening en risico van Valking. Kortom, het college heeft op goede gronden kunnen vaststellen dat sprake is van plagiaat en dat dit kan worden aangemerkt als plichtsverzuim. Ook al staat er in de algemene voorwaarden niets over fraude, dat maakt niet dat het SPV Valking niet heeft mogen uitsluiten van de opleiding. De hem geboden eenmalige herkansing is door het toerekenbare plichtsverzuim ten einde gekomen. Het college mocht Valking een disciplinaire straf opleggen, en het ontslag was niet onevenredig aan de aard en ernst van het plichtsverzuim (uitspraak 15 september 2021). Juist van een leerplichtambtenaar mag worden verwacht dat hij de voor deze functie vereiste integriteit en betrouwbaarheid bezit én kan aantonen. Daar komt bij dat Valkings reden van uitstel (‘ik zit in het buitenland’) een leugen was. Volgens het werkdagen- en werkafsprakenoverzicht was hij gewoon in Nederland. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBDHA:2021:10252
Pagina 26
26 ESSAY SOCIAAL FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY DE WAARDE VAN RECLASSERING De toename aan taken voor gemeenten vraagt om verschillende vormen van expertise en samenwerking met veel partijen. Waar vooral wordt gekeken naar taakstelling, effectiviteit en kosten, is er snel minder aandacht voor mogelijke maatschappelijke waarde. Dat proces doet zich ook voor bij de terugkeer van ex-gedetineerden in de samenleving. Daardoor raken maatschappelijke baten van de reclassering ten onrechte uit beeld, aldus Michel Linnenbank en Attila Németh. Na een detentieperiode is het belangrijk dat een ex-gedetineerde op een goede manier kan re-integreren in de samenleving. Om daarvoor te zorgen is er een bestuursakkoord opgesteld tussen het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). In dit akkoord worden enkele basisvoorwaarden voor een goede re-integratie genoemd. Het belangrijkste is dat een ex-gedetineerde een geldig ID-bewijs heeft en na detentie huisvesting heeft. Daarnaast is het van belang dat ex-gedetineerde een vorm van inkomen heeft en weer aan het werk kan komen. En mochten er schulden zijn dat een ex-gedetineerde hulp krijgt bij wegwerken daarvan. Op het gebied van zorg is het belangrijk dat een ex-gedetineerde op zijn minst een zorgverzekering heeft. Daarbij is het van belang dat tijdens de detentie de gedetineerde de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft en dat deze zorg, indien nodig, kan worden gecontinueerd na detentie. Om dat te kunnen realiseren werken gemeenten samen met de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en de drie reclasseringsorganisaties. LEEFGEBIEDEN De nazorgtaak voor ex-gedetineerden wordt per gemeente anders ingevuld. De gemeenten met een groot aantal (ex-) gedetineerden hebben vaak een Gemeentelijke Coördinator Nazorg (GCN) die zorg draagt voor het re-integratietraject. De gemeenten waar doorgaans weinig tot geen (ex-)gedetineerden zijn, kiezen vaak voor maatwerk. Daarbij valt op dat vooral wordt gekeken naar de formele taakstelling en niet zozeer naar hoe het re-integratietraject zo kan worden ingericht dat het zoveel mogelijk maatschappelijke waarde kan opleveren voor de samenleving. Hoewel er aandacht is voor de verschillende leefgebieden in de Handreiking Bestuurlijke Nazorg Ex-gedetineerden wordt dat maar met een beperkte blik gedaan. De rol van de reclassering is alleen vanuit een justitieel kader ingericht. Er is in de handreiking weinig aandacht voor de expertise die de reclassering heeft op de verschillende leefgebieden en hoe zij kunnen helpen in het voorkomen van strafbaar gedrag, zowel in formeel als informeel kader. De noodzaak om verder te kijken dan de formele taakstelling zien we ook terug in projecten als Koers en kansen én Reclasseren in de buurt. Grof gezegd hebben al deze typen projecten als doel om strafbaar gedrag verder te voorkomen. Vaak wordt daarbij gesproken over de noodzaak van samenwerken. We zien echter ook dat die samenwerking niet zonder meer succesvol is. Het is in de praktijk vaak nog best lastig om verder te kijken dan het eigen organisatiebelang. BEPERKTE MIDDELEN Gemeenten hebben beperkte middelen en moeten een goede afweging maken waaraan deze middelen worden toegewezen. Dat kan betekenen dat gemeenten andere keuzes maken in het re-integratietraject van ex-gedetineerden omwille van een ander maatschappelijk belang. Het belang van een goede re-integratie kan conflicteren met andere gemeentelijke belangen. Dat kan zorgen voor een spanningsveld tussen de gemeente en de samenwerkende partijen. Dat geldt natuurlijk ook voor de andere organisaties die zijn betrokken bij het re-integratietraject van een ex-gedetineerde. Zij kunnen vanuit hun organisatiebelang BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 ESSAY 27 of andere belangen andere keuzes maken waardoor de samenwerking onder druk komt te staan. In praktijk vertaalt dit zich nog wel eens naar een ‘patstelling’ in wie waarvoor verantwoordelijk is of verantwoordelijk kan worden gehouden. Als er keuzes moeten worden gemaakt door de betrokken organisaties, worden die vaak niet gemaakt op basis van het zoeken naar een zo groot mogelijke meerwaarde van de samenwerking, maar op basis van de eigen organisatiebelangen. Dat heeft als mogelijk gevolg dat de mogelijke meerwaarde van een samenwerking snel verdwijnt. Bovendien worden de transactiekosten voor het samenwerken tussen diverse organisaties in een re-integratietraject vaak over het hoofd gezien. Samenwerken kost namelijk veel tijd en vraagt om structureel onderhoud van de relaties. Naarmate de noodzaak ontbreekt, gegeven de prikkels binnen de verschillende betrokken organisaties om samen te werken, zullen deze relaties meer onderhoud vragen of zullen processen moeizamer verlopen. Vaak zijn het goedwillende professionals die de samenwerking in stand houden en het belangrijk vinden dat re-integratietrajecten op een goede manier verlopen. Zeker bij gemeenten die geen GCN hebben zal dat vervolgens ten koste gaan van andere werkzaamheden die de professional minder belangrijk vindt. Dat laatste leidt tot een afname van maatschappelijke waarde door de andere werkzaamheden die minder of zelfs geen aandacht hebben gekregen. Het succes en mogelijke meerwaarde van het totaal is dan afhankelijk van de opvatting van de professional over zijn professie. Het belang voor de gemeente is niet alleen het succesvol laten re-integreren van een ex-gedetineerde, maar ook om onder aan de streep een relevante meerwaarde te creëren voor de maatschappij. MEERWAARDE Om (zoveel mogelijk) maatschappelijke meerwaarde te creëren zullen gemeenten dus verder moeten kijken dan de formele taak bij de re-integratie van een ex-gedetineerde. Dat wordt ook onderkend in de handreiking van VNG door expliciet te noemen dat aandacht moet zijn voor de ‘ Samenwerking vraagt om structureel onderhoud van de relaties’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 28
VAN ONZE KENNISPARTNER KENNISCENTRUM SPORT & BEWEGEN ESSAY 29 MICHEL LINNENBANK IS ALS SENIOR-ONDERZOEKER VERBONDEN AAN HET LECTORAAT MODELLEREN VAN MAATSCHAPPELIJKE IMPACT BIJ SAXION ATTILA NÉMETH IS ALS LECTOR VERBONDEN AAN HET LECTORAAT MODELLEREN VAN MAATSCHAPPELIJKE IMPACT BIJ SAXION leefgebieden van een ex-gedetineerde. De reclassering schenkt veel aandacht in hun werkwijze aan deze leefgebieden om strafbaar gedrag te voorkomen bij hun cliënten. Onderzoek van het lectoraat Model leren van Maatschappelijke Impact bij Saxion naar de maatschappelijke waarde van de drie reclasseringsorganisaties laat zien dat de jaarlijkse vermeden veiligheidszorgkosten van meer dan 300 miljoen euro de kosten van de reclassering met 239 miljoen al lijken te overtreffen. Daarbij gaat het erom dat door de inzet van de reclassering er strafbaar gedrag in de toekomst wordt vermeden, waardoor kosten voor preventie, opsporing, vervolging, berechting, tenuitvoerlegging, ondersteuning van verdachten/ daders en ondersteuning van slachtoffers worden voorkomen. ANDERE BATEN Daarnaast is er een aantal andere baten die samen ook een dergelijke omvang hebben. Als eerste de baat participatie met als belangrijkste bijdrage de toename aan productiviteit door de uitvoering van werkstraffen en de toename aan productiviteit van mensen die weer aan het werk komen met hulp van de reclassering. Met name de mate waarin mensen aan het werk komen heeft direct gevolgen voor gemeenten ten aanzien van de (uitvoerings)kosten van uitkeringen. Iemand wordt een bron van inkomsten voor een gemeente in plaats van een bron van uitgaven. Op de tweede plaats draagt de inzet van de reclassering bij aan het vertrouwen in het rechtssysteem en het sociaal vertrouwen in de samenleving, wat een positief effect heeft op het economische vertrouwen wat resulteert in een grotere economische groei. Ten derde lijkt er een relevante besparing te zijn – met name op de lange termijn – ten aanzien van gezondheidskosten. Ook relevant om te noemen is de waardering van de kwaliteit van leven zelf van cliënten, (vermeden) slachtoffers en de maatschappij als geheel. De omvang daarvan is nog niet becijferd, maar betreft wel een relevant aspect voor een gemeente. Vooral wanneer de aantallen groter worden. Door meer aandacht te schenken aan de leefgebieden van ex-gedetineerden gericht op het voorkomen van strafbaar gedrag zien we een grote maatschappelijke waarde ontstaan. Dat legitimeert dat er vanuit de gemeente meer aandacht is voor het terugdringen van strafbaar gedrag. Vanuit Reclassering Nederland lopen verschillende experimenten binnen het programma met Reclasseren in de buurt om eerder strafbaar gedrag te voorkomen. Reclassering Nederland probeert met deze manier van werken dichter bij de burger te staan om meer maatschappelijke impact te creëren. Dat doet zij door actief aanwezig te zijn in de buurt en door te proberen om een vorm van samenwerking aan te gaan met de lokale partijen. Vanuit onderzoek van het lectoraat Modelleren van Maatschappelijke Impact komt naar voren dat die manier van werken potentie heeft om maatschappelijke meerwaarde te creëren. Maar het onderzoek laat ook zien dat samenwerken niet per definitie succesvol hoeft te zijn en kan leiden tot minder maatschappelijke waarde. Het is daarbij van belang goed te kijken naar de randvoorwaarden. De transactiekosten die worden gemaakt bij intensieve en soms complexe samenwerking kunnen juist zorgen voor een maatschappelijk verlies. Dat vraagt dus om extra aandacht in welke vorm een samenwerking wordt geregeld. Het potentieel aan maatschappelijke waarde dat de reclassering creëert, rechtvaardigt om vanuit de gemeente te zoeken naar meer samenwerking met de reclassering. Als gemeenten de expertise van de reclassering volop benutten kan er meer maatschappelijke waarde worden gecreëerd voor de samenleving en kunnen daarbinnen meer beleidsdoelen van een gemeente worden gehaald. AFSPRAKEN Bij samenwerken wordt vaak impliciet veronderstelt dat alle betrokken partijen dezelfde noodzaak voelen om samen te werken. Dat veronderstelt wederzijdse afhankelijkheid tussen betrokken partijen en dat er op zeker mate van gelijkwaardigheid kan worden samengewerkt. In de praktijk ontbreekt die wederzijdse afhankelijkheid vaak, waardoor samenwerken vaak lastig is. Het organisatiebelang is groter dan het samenwerkingsbelang. Daardoor lopen de verwachtingen van de samenwerking vaak uit op wat de één vooral moet doen voor de ander. De vraag is dan ook of je moet ‘ Er lijkt een relevante besparing te zijn qua gezondheidskosten’ samenwerken of dat je juist beter kunt gaan voor een opdrachtgever en opdrachtnemer ‘relatie’ waarin duidelijke afspraken kunnen worden gemaakt. Voor een gemeente zit de maatschappelijke meerwaarde er vooral in om een ex-gedetineerde te laten re-integreren in de samenleving in samenwerking met de reclassering in formele en informele trajecten. Die samenwerking komt het beste tot zijn recht als de expertise van de reclassering wordt benut en dus verder gaat dan het gedwongen kader. De maatschappelijke waarde voor een gemeente zit dus niet in de samenwerking met de reclassering maar het benutten van haar expertise. De gemeente als opdrachtgever en de reclassering als opdrachtnemer. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 30
BINNENL NDS BE DS ES BINNENLANDSB STUUR - WEEK4WEE 41 ND BESTUUR - WEEK 41 | 2021 20 30 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: ASTRID HUIS / ANP-HH De provincie Friesland lijdt aan ‘showbestuur’. Intussen gaat het landschap naar de gallemiezen. Aldus Geert Mak in het vorige BB-magazine. Burgemeester Ellen van Selm van Opsterland en voorzitter van de plattelandsgemeenten P10 pakt de handschoen op. ELLEN VAN SELM REAGEERT OP GEERT MAK ‘ FRIESLAND IS MEER DAN LANDSCHAP’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 ACHTERGROND 31 ‘ Het platteland is bij de uitrol van glasvezel gewoon vergeten’ Met de aanleg van dat snelle internet ging het de afgelopen jaren geregeld mis. Ze heeft Hoe God verdween uit Jorwerd herlezen. Ellen van Selm houdt het boek omhoog, vol gele plakkertjes. Geert Mak liet 25 jaar geleden zijn zaklantaren op het Friese dorp schijnen en toonde zo de onttakeling van boerencultuur en dorpseconomie. En derhalve ook het falen van regionale besturen om die schrijnende trend te keren. Jorwerd werd synoniem voor veel plattelandsdorpen in Nederland (en Europa) waar deze verborgen revolutie zich voltrok. In de vorige editie van Binnenlands Bestuur sprak Mak over hoe het Jorwert (nu met Friese t) sindsdien verging. De onttakeling van het dorpsleven kwam tot stilstand, maar de weg omhoog lijkt nog niet gevonden. Het Friesland van nu, oordeelt Mak, is een economisch ‘probleemgebied’ waar elk debat wordt gesmoord en het landschap door gebrek aan bestuurlijke aandacht ‘naar de gallemiezen’ gaat. Stevige taal. Opsterlands burgemeester Van Selm is het niet met alles eens maar herkent er veel in. ‘Het klopt wat Geert Mak zegt over het dorpsleven’, trapt ze af. ‘De massale sluiting van winkels en scholen zoals die zich voor 1996 voltrok, is nu wel zo’n beetje achter de rug. Wat we niet goed weten, is wat de gevolgen zullen zijn van de vergrijzing. Dát het platteland vergrijst, staat vast. Om goed mee te blijven doen, is het nodig dat er snel internet komt. Het is een voorwaarde voor de gezondheidszorg, voor de dienstverlening van gemeenten, maar ook voor startende ondernemers en boeren die met precisielandbouw in de weer zijn.’ ‘Het platteland’, zegt Van Selm onomwonden, ‘is bij de uitrol van glasvezel gewoon vergeten. Dat was voor markpartijen niet interessant, want er zat door het geringere aantal aansluitingen geen businesscase in. In Opsterland hebben we nu eindelijk in de buitengebieden glasvezel, door de provincie georganiseerd. Nu moeten de dorpskernen er nog op over.’ Ze merkt dat de urgentie van het probleem inmiddels tot Den Haag is doorgedrongen. ‘Er worden door de overheid nu bij 5G combi-kavels aanbesteed. Als je als energieleverancier de 5G-voorziening van een stadswijk doet, dan moet er een stuk platteland bij. Daar hebben wij in Den Haag voor geijverd en dat is gelukt.’ ONTWERPBRIL Een ander probleem dat Mak signaleert is de energietransitie. Jorwert kende twee bescheiden windmolens, de ene was omgewaaid en de andere verdwenen. De vaart zit er dus bepaald niet in. En dan moeten de omstreden grote turbines en zonneparken nog komen. Hoe krijg je het platteland daar warm voor? ‘Veel vraagstukken vragen primair om een technische oplossing’, reageert Van Selm. ‘Het stikstofprobleem, het klimaatvraagstuk en, ja, ook de energietransitie. Er moet duurzame energie worden geproduceerd en dat gaan we doen via zonnepanelen of windmolens op het platteland. En dan is het probleem zogenaamd opgelost. Maar die technische oplossing is niet genoeg. Waar moet die windmolen staan? Dan komen er planologen bij en wordt de ontwerpbril opgezet. Wat ik altijd roep is: er wonen ook nog mensen! Zorg dat je de dorpsgemeenschappen en gemeente besturen er tijdig bij betrekt. Anders krijg je uiteindelijk enorme problemen met de leefbaarheid.’ De energietransitie ziet Van Selm daarom niet zozeer als een technisch of ontwerpvraagstuk, maar als ‘een vraagstuk om het platteland bij elkaar te houden’. Dat betekent ‘dat wij er als gemeenten voor moeten zorgen dat we een serieuze gesprekspartner zijn voor zowel landschapsarchitecten als techneuten. En dat we vormen die in de REACTIES OP UITSPRAKEN GEERT MAK De uitlatingen van Geert Mak over de plattelandsproblematiek en het Friese bestuursklimaat leverden op onze website en op sociale media veel reacties op. Een greep daaruit: • ‘ Friesland lijdt aan showbestuur, oftewel een symptoom van illusiepolitiek: bestuurders zoeken beleid dat lekker klinkt, maar niets oplost. Scherpe inzichten van Geert Mak, die overigens ook buiten Friesland herkenning oproepen.’ • ‘ De enige manier om hier uit te komen is een fundamentele discussie voeren en dan een referendum. Inclusief nut en noodzaak. Dat moet wel diepgravend zijn en dat is niet makkelijk. Een voorbeeld: een dubbeldeks hogesnelheidstrein die via Groningen, Bremen, Hamburg naar Kopenhagen rijdt is milieuvriendelijker dan vijf vliegtuigen. Maar als dit leidt tot forensen die werken in de Randstad en wonen in het noorden komen er miljoenen vervuilende reizigerskilometers bij. En hoe goed je het openbaar vervoer ook maakt, zodra je ruimte maakt voor de auto wordt die meteen opgevuld, want de auto is voor het individu altijd handiger.’ • ‘ Geert Mak is dúdlik: de lelyline sil nea rendabel wurde. En soargje earst foar goed ynternet.’ • ‘ Optisch gezien ziet Friesland er in ieder geval veel mooier uit dan de Randstad. De wegen zijn beter onderhouden, de huizen zijn groter en mooier. Friesland doet het beter dan de Randstad. De Randstad is het echte achterstandsgebied. Laten ze in Friesland blij zijn met hun ruimte en de schone lucht.’ • ‘ Geert Mak trekt de juiste conclusies: (1) kansen benutten en ontwikkelen moet je doen op de juiste locaties. (2) eerst (groot) denken en dan pas huizen bouwen Nieuwbouw en infrastructuur realiseren waar werkgelegenheid is dan wel komt. Niet overal een paar nieuwbouwwoningen neerplempen. (3) De sociale infrastructuur van de noordelijke provincies is matig en reikt niet (veel) verder dan die van de grote steden. Dit geeft onder meer aan dat er in Friesland iets niet goed gaat.’
Pagina 32
Vacature Ben jij onze ervaren aanbestedingsjurist voor leveringen en diensten? Waarom? De afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken (BJZ) en team Inkoop zijn samen op zoek naar een ervaren aanbestedingsjurist voor leveringen en diensten. Als aanbestedingsjurist ben je onderdeel van de afdeling BJZ. De medewerkers van de Afdeling BJZ adviseren binnen de provincie over juridische vraagstukken. Aanbestedingsrechtelijke kennis is bij de juristen binnen BJZ aanwezig, maar jij bent dé specialist op dit gebied. Veel van je dagelijkse werkzaamheden verricht je samen met team Inkoop. Team Inkoop maakt geen onderdeel uit van BJZ, maar valt onder de afdeling Financiën. Team inkoop adviseert over (complexe) Europese en meervoudig onderhandse aanbestedingen voor een grote diversiteit van leveringen en diensten. Team Inkoop verzorgt het inkoop- en aanbestedingsbeleid voor de hele organisatie. Daarnaast coördineert team Inkoop Social Return, het contractbeheer, contractmanagement en het digitale inkoopsysteem. De aanbestedingen van werken vallen niet onder de werkzaamheden van team Inkoop. Deze worden verzorgd door een ander organisatieonderdeel. Wegens het vertrek van de aanbestedingsjurist zijn wij op zoek naar een ervaren opvolger die wil werken aan het verder ontwikkelen en professionaliseren van team Inkoop en die vraagbaak kan zijn voor collega’s van BJZ bij aanbestedingsrechtelijke vraagstukken. Wat? Jij wordt een belangrijke speler binnen team Inkoop. De inkoopadviseurs van team Inkoop zijn inhoudelijk en procedureel verantwoordelijk voor de aanbestedingen vanaf voorbereiding tot en met gunning. Zij zijn ook verantwoordelijk voor de uitvoering. Jij adviseert de inkoopadviseurs in individuele dossiers over aanbestedingsrechtelijke vraagstukken. In complexe dossiers ben jij verantwoordelijk voor de juridische en procedurele begeleiding en de toetsing van de aanbesteding. Verder draag je samen met de strategisch inkoopadviseur zorg voor het tot stand komen van inkoop- en aanbestedingsbeleid, beleidsregels aanbesteden, inkoopvoorwaarden, etc. Daarnaast toets je of de motivatie voor afwijkingen past binnen de kaders van het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Je bent daarnaast verantwoordelijk voor de juridische kwali teitszorg binnen team Inkoop. Dit betekent dat je verantwoordelijk bent voor: • het adviseren met betrekking tot het up-to-date houden van formats voor aanbestedingen en contracten vanuit juridisch perspectief; • het intern voorlichten, sparren en beantwoorden van vragen met betrekking tot aanbestedings- en contractrechtelijke vraagstukken; • het in de gaten houden van ontwikkelingen in wet/jurisprudentie/markt op het gebied van (Europees) aanbesteden. Behalve voor team Inkoop werk je voor BJZ. Jouw rol binnen BJZ is: • als specialist optreden over aanbestedingsrechtelijke vraagstukken (waaronder het vraagstuk overheidsopdracht of subsidie); • deel uitmaken van het klachtenmeldpunt voor aanbestedingen; • bijdragen en meedoen aan de (kennis-)bijeenkomsten van de afdeling BJZ. Hoe? Je werkt nauw samen met de collega’s binnen team Inkoop. Daarnaast heb je veel te maken met een grote diversiteit aan collega’s (van medewerkers t/m managers) in de rol van aanbestedingsjurist. Je hebt ook regelmatig contact met jouw collega’s binnen BJZ, waarvoor je aanspreekpunt bent voor ingewikkelde aanbestedingsrechtelijke vraagstukken. Wie? Je beschikt over een afgeronde WO-opleiding Recht, aangevuld met relevante opleiding op het gebied van aanbestedingsrecht. Je hebt ook drie jaar ervaring (opgedaan in de periode 2016 – 2021) met het vervullen van de functie van aanbestedingsjurist. Bij voorkeur van (of ten behoeve van) een aanbestedende dienst. Onze wensen op het gebied van competenties: • Je bent scherp in je analyses; • Je bent zelfstandig, proactief en leergierig; • Je stuurt op inhoud en op proces; • Je kunt goed samenwerken, ook in multidisciplinaire teams; • Je bent een sterke en prettige gespreks- en sparringpartner met veel overtuigingskracht; • Je hebt een goed ontwikkelde bestuurlijke en organisatiesensitiviteit;         • Je bent ondernemend. Je durft met creativiteit en een gezonde afweging van risico’s en belangen risico’s te nemen binnen juridisch aanvaardbare grenzen, zonder dat de aanbestedingsregels in het geding komen. Wij bieden een tijdelijke arbeidsovereenkomst aan met uitzicht op een vast dienstverband bij goed functioneren. Salarisindicatie is schaal 12, circa € 4000 tot € 5700 per maand bij 36 uur per week. Voor meer informatie kun je contact opnemen met Nelleke Compaijen, tel 026 359 8331 email: c.compaijen@gelderland.nl, teammanager bij de afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken. Sollicitaties indienen uiterlijk 3 november 2021 en richten aan provincie Gelderland, t.a.v. Wilma Weeber-Rikken, via email adres post@gelderland.nl. De sollicitatiegesprekken zullen op maandag 15 november 2021 plaatsvinden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 ACHTERGROND 33 ‘Er wordt hier gewoond én gewerkt. En dat moet zo blijven’ praktijk goed blijken te werken, zoals een energiecoöperatie in een dorp, beter leren faciliteren.’ Dat de transitie nog onvoldoende van de grond komt, is volgens Van Selm deels een praktisch probleem: de beperkte netcapaciteit. Daarnaast speelt volgens haar een meer principiële discussie: ‘De gedachte bij het rijk is dat alle energie-opwek opschaalbaar moet zijn. Hoe groter, hoe beter. En ja, wat schieten we dan als Nederland op met die kleine energiecoöperatie in Nij Beets? Ik volg die gedachtegang niet. Ik denk dat je veel beter kunt accepteren dat de vele kleinschalige toepassingen op het platteland tezamen óók een oplossing zijn. Respecteer regionale verschillen in de energie-opwek. En zorg er als gemeenten voor dat de energie- exploitant een deel van de winst verplicht in de dorpen investeert.’ DOORSTROOM Wonen, dan. Honderdduizend nieuwe woningen zou het noorden voor zijn rekening kunnen nemen, geholpen door een hsl-trein tussen Amsterdam, Groningen en Hamburg om het forensen te vergemakkelijken. ‘Illusiepolitiek’, volgens Mak. ‘Die trein komt er nooit.’ Ook Van Selm pleit op het platteland voor beperkte nieuwbouw, passend bij de schaal van elk dorp. ‘Zodat er jonge mensen bijkomen en er een grotere doorstroom ontstaat.’ Maar begin eerst met het aanpakken van leegstaande boerderijen en bedrijfspanden. ‘Daar is veel aanbod van, vaak met onderhoudsachterstand. Deel die op in kleinere in de landbouw leidt volgens Mak zelfs tot Ellen van Selm ‘agrarische industrieterreinen’, getoonzet door eindeloos raaigras. ‘Daar heeft Geert op zich gewoon gelijk in’, zegt Van Selm, die ook de teloorgang van kievit en grutto memoreert. ‘Maar Friesland bestaat niet alleen maar uit landschap, er moet ook worden geleefd. Dat wordt weleens vergeten.’ Ze begint over het Panorama Nederland, wooneenheden. Dat mes snijdt aan twee kanten. Je krijgt meer woningen en je gaat verloedering en ondermijnende activiteiten tegen.’ Net als Mak ziet Van Selm dat mensen sinds corona minder aan hun werklocatie zijn gebonden, waardoor de vraag naar huizen op het platteland stijgt. Het bezorgt haar gemengde gevoelens. ‘In hoeverre integreren deze mensen ook in een dorp? Sluiten ze zich aan bij de lokale sportvereniging? Doen ze hun boodschappen bij de dorpssupermarkt? Doen ze, met andere woorden, echt mee? Vooral bij de talloze tweedehuisbezitters moet je dat eerst nog maar even zien.’ Al te fors doorgevoerde nieuwbouwplannen vormen een bedreiging voor het Friese cultuurlandschap, dat toch al zo onder druk staat. De ingezette schaalvergroting ADVERTENTIE ‘een prachtig document, maar erg op landschap gericht. Dan heb je feitelijk alleen de boeren te pakken. Er zitten hier ook ontwerpbedrijfjes, thuiskappers, nagelstylistes. Er wordt hier gewoond én gewerkt. En dat moet zo blijven.’ Lastige landschappelijke keuzes, kortom. Mak mist daarover node een maatschappelijk debat. De mienskip, de Friese gemeenschapszin, geeft vrijdenkers weinig kans en lijkt elke discussie als een deken te verstikken. Van Selm: ‘In Friesland zijn de fysieke afstanden groot, maar de bestuurlijke klein. Je ziet dat waterschap, provincie en gemeenten elkaar veel opzoeken, omdat we gezamenlijk de uitdagingen moeten aangaan.’ Vorige week nog kondigden Leeuwarden en Opsterland een samenwerking met UN Habitat aan, als wereldwijd voorbeeld van een gezamenlijke gebiedsaanpak van stad en platteland. Van Selm: ‘Dus ja, je komt elkaar werkelijk overal tegen. Ik ben het met Mak eens dat je elkaar daarbij niet naar de mond moet praten omwille van de lieve vrede. Maar ik heb die ervaring hier niet zozeer.’ Lachend: ‘Van het gebrek aan tegenspraak op recepties, zoals Geert dat signaleert, heb ik absoluut geen last.’
Pagina 34
34 ACHTERGROND ORGANISATIE DOOR: HANS BEKKERS FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP-HH Er is veel aandacht voor de percepties van ambtenaren over hun werk en organisatie sinds de coronacrisis. Meestal gaat het over geforceerd telewerken, de werk-privé balans en hoe de organisatie daarin ondersteunt. Ondergesneeuwd is de rol van de afdeling hrm. De hrm’er blijkt opvallend positiever over zijn betekenis dan de medewerker. ONDERZOEK: PERSONEELSZAKEN IN CORONATIJD WAT HEB JE EIGENLIJK AAN HRM? Eerlijk zeggen. Wat voor rapportcijfer zou je jezelf geven qua werkprestaties? En welk cijfer geef je je collega’s van die andere afdeling? Uit diverse onderzoeken komt naar voren dat werknemers zichzelf een hogere score geven dan hun naaste collega. Rick Borst, bestuurskundige van de Universiteit Utrecht, was benieuwd hoe medewerkers die zich bezighouden met human resources management (hrm) en ict-voorzieningen om de werk-privébalans en het telewerken in goede banen te leiden, aankijken tegen hun ondersteuning sinds de covid-19 uitbraak. En, minstens zo interessant, in hoeverre dat verschilt van de perceptie van medewerkers die de ondersteuning ontvangen. Borst legde via het netwerk van Binnenlands Bestuur die vragen voor aan 169 medewerkers binnen voornamelijk hrm-afdelingen die ondersteuning verstrekken en daarnaast rond de 4.000 medewerkers die de ondersteuning ontvangen. Door het sinds maart 2020 geforceerde telewerken zijn de digitale informatie- en communicatietechnologieën (ict) de werkomgeving van ambtenaren nog meer gaan domineren. Hrm-afdelingen konden aan de bak: zij moesten niet alleen spoorslags gaan nadenken over hoe ict-middelen beschikbaar te stellen aan medewerkers en die zich te laten ontwikkelen in het gebruik, maar zich ook bekommeren over de gevolgen van het onbegrensde gebruik ervan voor het welzijn van het personeel. Dat wordt ook wel het tele-klimaat genoemd: de afspraken over digitale communicatie, risicobewustzijn en de beschikbaar gestelde middelen inzake ict. Over de afspraken rondom digitale communicatie binnen het tele-klimaat blijken hrm-afdelingen een stuk positiever dan de ontvangers, zeg maar hun collega’s. Zo blijken hrm’ers de afspraken over wat en wanneer er digitaal wordt gecommuniceerd nog een 3,1 te geven op een schaal van 1 tot 5. Maar het personeel komt niet verder dan een 2,8. Interessant om daarbij op te merken is dat zowel de hrm’ers als het personeel van het rijk veel positiever zijn over deze afspraken dan hun gemeentelijke collega’s. RISICO’S Over het risicobewustzijn binnen het tele-klimaat blijken hrm-afdelingen ook een stuk positiever dan het overige personeel. Hrm’ers geven een 4 aan hun bewustzijn over risico’s voor het welzijn van medewerkers als gevolg van het steeds bereikbaar zijn door ict. Bij niet-hrm’ers ligt dat met een score van 3,2 een stuk lager. Een verklaring voor die discrepantie kan zijn dat hrm relatief weinig aan de direct leidinggevenden communiceert dat het verlangen van continue bereikbaarheid van medewerkers gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Hrm’ers blijken ten aanzien van hun communicatie over deze risico’s ook maar matig tevreden over zichzelf: zij geven zichzelf een 3 op een schaal van 1 tot 5. Tot slot geven hrm’ers een score van een 3,5 aan de door hen verstrekte middelen zoals cursussen voor (bij)scholing in ictgebruik en efficiënte digitale communicatie en middelen voor de inrichting van de thuiswerkplek. Medewerkers komen echter niet verder dan een 3,2. Borst: ‘Al met al is het tele-klimaat binnen de overheid volgens de medewerkers slechter dan volgens hrm’ers. De score is over het algemeen maar net aan voldoende. Er valt dus nog wel een wereld te winnen voor hrm in de afspraken over digitale communicatie, risicobewustzijn en de inzet van ict-middelen, zeker als telewerken een vaster onderdeel blijft in de werksituatie van ambtenaren.’ Zo gaf bijvoorbeeld een gemeenteambtenaar aan: “Ik zou zo graag willen dat er aandacht kwam voor thuiswerken! Het blijkt dat ik op mijn thuiswerkplek veel effectiever ben dan op de gemeente. Zeker twee dagen in de week zou ik thuis willen werken. Beter voor alles; werk, persoon, ontspanning etc.” WERK-PRIVÉ Door het gedwongen thuiswerken wordt er ook meer dan ooit aanspraak gemaakt op arbeidsvoorwaarden gericht op werkBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Voor een goede werkgever is het welzijn van medewerkers een doel op zich’ privé balans zoals ouderschapsverlof, flexibel werken en parttime werken. Hrmafdelingen spelen een belangrijke rol in het verstrekken van dergelijke arbeidsvoorwaarden. Uit het onderzoek blijkt dat ze daar behoorlijk tevreden over zijn: ze geven zichzelf een 4,1 op schaal van 1 tot 5. De medewerkers zijn minder enthousiast. Zij geven de mogelijkheden om gebruik te maken van deze maatregelen een 3,6. Het lagere enthousiasme over hr-maatregelen wordt ook door bijvoorbeeld een gemeenteambtenaar gedeeld, die zegt: “Ik vind het kwalijk dat nog steeds [4 januari 2021, red.] geen thuiswerkvergoeding is geregeld!!! Heb extra elektra en gaskosten.” Ondanks de relatief lagere beoordeling van arbeidsvoorwaarden en het tele-klimaat door medewerkers ten opzichte van de hrm’ers, blijken beide wel belangrijke factoren in het verhogen van de bevlogenheid en het verlagen van burn outverschijnselen onder medewerkers. Bovendien laat het onderzoek zien dat een goed tele-klimaat ambtenaren helpt om te gaan met de coronaregels en -richtlijnen. Daarmee worden ook indirect burnoutverschijnselen beperkt. Maar het onderzoek laat volgens Rick Borst tegelijkertijd zien dat de prestaties van ambtenaren niet door de arbeidsvoorwaarden en het teleklimaat worden beïnvloed. ‘Maar voor een goede werkgever is het welzijn van medewerkers een doel op zich. Bovendien is medewerkerswelzijn ook een middel om prestaties constant te houden’, zegt hij. Uit eerder promotieonderzoek van Brenda Vermeeren kwam al naar voren dat wanneer medewerkers meer hrm-activiteiten ervaren, zij tevredener zijn met hun werk. En dat draagt over het algemeen positief bij aan de prestaties van de organisatie. Borst: ‘Nu thuiswerken een meer structurelere positie lijkt te gaan innemen in de publieke werkomgeving, doen hrm’ers dan ook goed aan om het tele-klimaat en de arbeidsvoorwaarden tegen het licht te houden en te kijken hoe ze deze kunnen laten aansluiten op de wensen van medewerkers,’ adviseert hij. GESPREKSPARTNER Om die aansluiting te creëren, is het nodig dat hrm een stevige gesprekspartner is van de algemeen directeur bij het ontwikkelen van de strategie. Borst: ‘Willen publieke organisaties het aloude imago van modelwerkgever behouden, dan moeten de organisatiestrategie en hr-strategie goed op elkaar worden afgestemd.’ En die positie als gesprekspartner van het hoger management blijkt op basis van de enquête bij de ontwikkeling en invoering van de hr-richtlijnen tijdens corona slechts als neutraal te worden beoordeeld door hrm-ers. Borst: ‘Dat moet wel anders als het hybride werken doorzet; dat verandert immers de hele werkomgeving binnen veel overheden.’ Bovendien moeten de direct leidinggevenden bij het doorzetten van hybride werken goed worden geadviseerd door hrm’ers. Borst: ‘Leidinggevenden nemen tegenwoordig veel hr-taken op zich door het nauwe contact met medewerkers. Daarvoor is goede communicatie tussen hrm en direct leidinggevenden nodig. En juist die communicatie blijkt op basis van de enquête op dit moment dus niet al te best binnen de verschillende overheden.’ VERANTWOORDING Het onderzoek werd gehouden tussen 20 oktober 2020 en 6 januari 2021. Aan het onderzoek deden 169 medewerkers mee vanuit voornamelijk hrm-afdelingen met een vertegenwoordiging van 50 procent van de provincies, 42 procent van alle ministeries, 21 procent van alle gemeenten en voor het overige enkele afdelingen personeelszaken van de politie, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 36
36 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK Esten reageren verbaasd op de vraag wanneer ze voor het laatst in het gemeentehuis zijn geweest. ‘Een paar jaar geleden om mijn identiteitsbewijs op te halen?’ Vrijwel alle overheidsdiensten in Estland zijn inmiddels digitaal. Zelfs stemmen kan vanaf 2023 vanuit de kroeg of de tram. OVERHEIDSDIENSTEN GROTENDEELS ONLINE DE DIGITALE GEMEENTE IS ER AL, ... IN ESTLAND ‘ We geloven dat dit makkelijker is’ Alleen voor trouwen en scheiden moet je in Estland naar het gemeentehuis, en om je identiteitsbewijs op te halen. Dat identiteitsbewijs is trouwens ook een klantenkaart in winkels, zodat je geen tien loyalty-kaarten op zak hoeft te hebben. En zo zijn er nog meer toepassingen: het is ook je zorgverzekeringsbewijs. En er is bovendien een versie voor de mobiele telefoon, zodat je met je toestel zelfs een huis kunt kopen en de notariële akte kunt laten passeren. Zo kon het Estse parlementslid Mart Võrklaev toen hij nog burgemeester was van de naast de hoofdstad Tallinn gelegen gemeente Rae in Brussel bij vergaderingen van het Comité van de Regio’s gewoon met zijn mobiele telefoon officiële stukken ondertekenen. ‘Dat is veel veiliger dan stukken heen en weer e-mailen want je weet dat je hetzelfde stuk hebt, er is er maar BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 ACHTERGROND 37 De helft van de burgers stemt al via de computer één van’, zegt Võrklaev – nu gemeenteraadslid in Rae. Dat kan dankzij de eID, een elektronisch identiteitsbewijs. Ook in het bedrijfsleven is die eID, die in de rest van de Europese Unie op termijn moet worden ingevoerd, in gebruik. In Estland is je identiteit verbonden met een pincode van vier cijfers. Met een tweede pincode onderteken je al je financiële transacties, zoals een huis kopen, allemaal online. De eID zoals ze die in Estland gebruiken, is veel betrouwbaarder dan de werkwijze in veel andere landen, zegt de Nederlandse ondernemer Erwin Wassenaar. Hij heeft in Estland zeventien kaaswinkels en een franchiseketen van zeventig kaaswinkels in Oekraïne plus een aantal winkels in Letland. ‘Je weet wat je tekent en je weet ook dat de counterpart hetzelfde document tekent. Mailen of faxen is veel onveiliger.’ INTERNETSTEMMEN Sterker nog, je moet in Estland hard zoeken naar een faxapparaat, grinnikt Mart Võrklaev. De samenleving is digitaal in Estland. Dat heeft het voordeel dat je informatie aan overheden maar één keer hoeft door te geven: bij de inschrijving in het bevolkingsregister. Autoriteiten – ook de lokale overheden – moeten wettelijk adresgegevens uit dat bevolkingsregister halen, als ze het nodig hebben. En dat opent mogelijkheden voor alle vormen van interactie. Waar Nederland bijvoorbeeld nog met een rood potlood stemt, hopen ze in Estland met ingang van de nationale verkiezingen in 2023 internetstemmen te hebben uitgebreid naar de mobiele telefoon. ‘Zodat je vanuit de kroeg of de tram kunt stemmen’, zegt Võrklaev. De helft van de burgers stemt al via de computer. Problemen met de veiligheid of privacy zijn er naar verluidt niet. Waar bij het briefstemmen in Duitsland en Nederland soms de kritiek wordt geuit dat de kiesgerechtigde te beïnvloeden is als er andere mensen bij aanwezig zijn, wordt dat in Estland niet als een probleem gezien. Wassenaar: ‘Denk je dat handmatig stemmen en handmatig tellen wel veilig is en dat daar geen fouten kunnen worden gemaakt? Dat is hier uitgesloten.’ Võrklaev: ‘Als je hier stemt en iemand helpt je en adviseert gelijk een bepaalde stem op iemand uit te brengen, dan kun je je stem later voor het sluiten van de stembussen wijzigen.’ BOUWPLANNEN Estland is het eerste land ter wereld waar de digitale Staat is gebouwd. Alle diensten zijn verbonden via de zogeheten X-Road dat alle systemen met elkaar verbindt. Iedereen beheert een stukje van de informatie en niemand heeft meer dan nodig is. De informatieautoriteit RIA houdt toezicht, spoort internetcriminelen op en voorziet de gebruikers van waarschuwingen als er iets loos is. En er is meer: Võrklaev laat het GISsysteem zien, het geografisch informatiesysteem. Een eerdere versie daarvan ontwikkelde de gemeente zelf en is nog steeds te koop. Zelf stapte de gemeente later over naar een commercieel systeem. Mensen kunnen het GIS op hun mobiel of hun computer raadplegen en de buurten zien waar ontwikkelingsplannen zijn. En die zijn er volop in Rae: het is een gemeente die flink aan het uitbreiden is met veel jonge inwoners. Dus zijn er volop bouwplannen. Op je mobiel kun je precies zien wat die plannen behelzen en kun je er ook direct op reageren. ‘Vroeger zetten we een advertentie in een krant en nodigden we mensen uit om op het gemeentehuis de plannen in te zien. We geloven dat dit makkelijker is’, zegt hij. Ook voor ambtenaren, want die kunnen bij ontwikkelingsplannen de directe buren gelijk een bericht sturen met de vraag wat ze ervan denken. Dat maakt participatie niet alleen sneller, je krijgt volgens Võrklaev ook meer ideeën. Mensen kunnen wel nog steeds naar het gemeentehuis om plannen in te zien en een traditionele brief schrijven. ‘Natuurlijk zijn er mensen die liever iemand spreken, en dat kan. We willen in Estland dat mensen de beste participatiemogelijk heden hebben.’ En de digitale samenleving is reuze handig qua planning. Een geboorte geef je digitaal door. De kleuterschool krijgt een notificatie en weet hoeveel leerlingen er over een jaar of zes zullen zijn. Die kan dus beter plannen. ‘We willen het leven makkelijker maken en procedures sneller’, zegt Võrklaev. Een ander voordeel is dat de servicegerichtheid beter wordt. Op het GIS-systeem is bijvoorbeeld te zien waar de vuilnisbakken staan en waar je het beste heen kunt gaan met afval. Er wordt nog gewerkt aan smart-vuilnisbakken: in de toekomst moet je kunnen zien welke vuilnisbak of container vol is zodat je een andere kunt uitzoeken. EXPORTPRODUCT Op het stadhuis veranderen de werkwijzen eveneens. Mensen hoeven niet meer met papier heen en weer te sjouwen, kopieën te maken en dat scheelt veel tijd. Dat betekent overigens niet dat er minder mensen werken door de digitalisering. ‘We leren onze mensen andere dingen. Ze kunnen meer aandacht besteden aan de mensen die dat nodig hebben’, legt Võrklaev uit. ‘En je ambtenaren slimmere werkzaamheden te laten doen, zoals meer beleidsontwikkeling.’ Hij is net als veel Esten tevreden met de digitale Staat op lokaal, regionaal en nationaal niveau, hoewel er ook mensen zijn die anderen om hulp moeten vragen, want niet iedereen kan meekomen. Võrklaev doet niet badinerend over andere landen die nog geen digitale overheid hebben. Het biedt mogelijkheden. Maar wat graag exporteert Estland e-estonia. Dat gebeurt inmiddels naar onder meer Oekraïne, IJsland en delen van Duitsland. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 40
40 SPECIAL ENERGIETRANSITIE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Er moet een tandje bij in ons nationale klimaatbeleid. Aldus een krappe meerderheid van burgers. De rol van gemeenten en provincies daarin wordt voor hen iets minder vaag, maar er leven nog veel vragen, zo blijkt uit onderzoek van I&O Research en Binnenlands Bestuur. ONDERZOEK I&O RESEARCH EN BINNENLANDS BESTUUR BURGER WIL MEER GROENE AMBITIE ZIEN Is het een doorbraak? Voor het eerst vindt meer dan de helft van de Nederlanders dat de regering te weinig ambitie vertoont ten aanzien van haar klimaatbeleid. Het is weliswaar een krappe meerderheid van 52 procent, maar wel substantieel meer dan de uitkomsten van 2019 (44 procent) en 2020 (38 procent). En toch, geeft onderzoeker Milan Driessen van I&O Research aan, moet je je als overheid met duurzame ambities nu niet meteen rijk rekenen. ‘We zagen iets vergelijkbaars rond het Klimaat akkoord van 2019. Toen dat er nog niet was, vond 44 procent dat de regering meer aan klimaatbeleid moest doen. Toen het er eenmaal wel was, schrok een aantal mensen van de inhoud terug en daalde het percentage meteen sterk. Dat mechanisme zul je waarschijnlijk ook zien als er straks een nieuw kabinet komt met een ambitieus klimaatprogramma.’ Daarom vindt Driessen dat je beter kunt kijken naar dezelfde statistiek voor gemeenten. Daar zie je, stelt hij nuchter vast, dat de aandelen voor- en tegenstanders van een ambitieuzer lokaal klimaatbeleid de laatste drie jaar ongeveer gelijk blijven. Voor ruwweg een derde van de burgers is hun gemeente zo al ambitieus genoeg. Van een even grote groep mag er nog wel een schepje bovenop. Dat schepje zou bijvoorbeeld kunnen bestaan uit beter communiceren wat burgers zelf nu al kunnen doen, zoals isoleren. Ook wordt er door voorstanders gepleit voor een sterkere gemeentelijke rol als investeerder, bijvoorbeeld in de verduurzaming van het openbaar vervoer, het subsidiëren van windmolens of zonnepanelen of het aanleggen van meer gemeentelijk groen. Met die gelijkblijvende percentages lijkt het of burgers weinig merken van wat gemeenten de laatste jaren op het gebied van de energietransitie doen. Dat klopt niet helemaal. Het VIER SUGGESTIES VAN BURGERS: ‘Gemeenten dwingen mensen van het gas en dat moet je zo niet doen. Je moet beginnen met een gemotiveerde kopgroep om de problemen bij invoering op te lossen en met die ervaring breder gaan.’ ‘Particulieren helpen bij het opzetten van een meerjarenplan qua onderhoud, waarbij klimaatzaken op het juiste moment zijn ingepast.’ ‘Informatieposters maken over hoe de omgeving impact heeft, bijvoorbeeld over een complete versteende achtertuin.’ ‘Voorlichting meer aanpassen aan de diverse bevolkingsgroepen en sneller bijeenkomsten organiseren wanneer er zich in bepaalde wijken mogelijkheden ter verbetering of juist optredende gevaren voordoen.’ aantal burgers dat geen enkel beeld heeft van de gemeentelijke inspanningen daalt van 36 procent in 2019 naar 32 procent nu. De recente provinciale inspanningen komen nog ietsje beter uit de verf. In 2019 had de helft van de burgers daar geen idee van, nu is dat gedaald tot 40 procent. ‘Er is de laatste tijd geregeld aandacht geweest voor de regionale energiestrategieën’, geeft Driessen aan. ‘Ik denk dat dat de reden is dat vooral provincies onder burgers opvallend beter scoren.’ VERTROUWEN Hoe staat het intussen met die burger zelf? Gaat die al een beetje van het gas af of denkt hij of zij daar op z’n minst al over na? Een derde van de huurders zegt – via de verhuurder – bezig te zijn van het gas af te gaan of de eerste voorbereidingen daartoe te hebben gedaan. Een mooie score, vindt Driessen. ‘Al moeten we nog zien of al die verhuurders dat doorzetten. Maar de grootste opgave voor gemeenten zit ‘m natuurlijk bij de koophuizen.’ Daar ligt het aandeel algasloze huizen lager, maar het percentage mensen dat met een gasloze toekomst bezig is significant hoger. Zij het dan dat de meeste huiseigenaren zich nog in de oriënterende fase bevinden. Een opvallende uitkomst voor Driessen is dat burgers bij hun oriëntatie het meeste vertrouwen hebben in de adviezen van hun gemeente. Bijna de helft van alle burgers zegt die adviezen ‘volledig of grotendeels’ over te nemen. Dat is een beduidend hogere score BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 E SPECIAL 41 In welke mate heeft u een beeld van wat de regering, uw gemeente of uw provincie doet om klimaatverandering tegen te gaan? 16% 15% 29% 26% 31% 36% 34% 43% 48% 43% 12% 10% Regering 8% 5% 24% 5% 22% 6% 26% 2019 2020 2021 2019 2020 2021 Gemeente 3% 3% 3% 15% 15% 2019 2020 2021 Provincie Van wie zou u adviezen over wat te doen als u van het gas af moet vertrouwen en overnemen? 17% Helemaal geen beeld Wel iets, niet concreet In grote lijnen Duidelijk beeld 38% 39% 33% 36% 18% 36% 35% 32% 49% 47% 40% Gemeente Energie adviesbureau Energiebedrijf Woningcorporatie Buurtbewoners Volledig of grotendeels Twijfels Niet In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende stellingen? Ik ga pas over op een alternatief voor gas als ik weet dat ik de kosten daarvoor vergoed krijg Als de meerderheid van mijn wijk instemt met een alternatief voor gas, ga ik daarin mee. Als de overheid mij meer zou helpen en informatie zou geven, zou ik mij duurzamer gedragen Gemeenten moeten burgers kunnen verplichten tot een andere energievorm dan gas dan bij de adviezen van hun energiebedrijf of woningcorporatie. Buurtbewoners scoren als mogelijke adviseur voor energiezaken zelfs nog weer slechter. Uiteindelijk, vat Driessen samen, draait het voor burgers bij de energietransitie nog steeds om het kostenplaatje – en dan met 6% 16% 18% 63% 4% name onder burgers die niet van het gas af willen. ‘Dat komt ook hier sterk naar voren.’ De helft van de burgers wil pas van het gas af als alle kosten worden gecompenseerd. En bijna twee derde vindt dat gemeenten burgers niet moeten kunnen verplichten hun gas vaarwel te zeggen. Toch is diezelfde burger minder onwrikbaar dan hij lijkt. Een stijgend percentage wil wel degelijk van het gas af als de meerderheid van zijn buurt dat ook wil (inmiddels is bijna vier op de tien die mening toegedaan). En datzelfde aandeel zegt zich ook best duurzamer te willen gedragen. Mits de overheid ook een handje uitsteekt. 49% 27% 17% 7% 43% 28% 17% 12% 39% 29% 26% Eens Neutraal Oneens Weet niet Weet niet BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 48% 44% 38% 34% 33% 28% 26% 36% 25% 32% 10% 15% 16% 13% 14% 14% 15% 12% 29% 21%
Pagina 44
44 SPECIAL ENERGIETRANSITIE ‘Wat doe je ‘s avonds als je naar bed gaat?’, wil Van Bochove weten. ‘Ik laat hem ‘s avonds op 23 graden staan; ik ben ziek geweest. Ik ga niet onder twee dekbedden liggen. En anders word ik weer ziek.’ ‘Ik snap dat je niet ziek wil worden, maar je kunt wel ‘s nachts de radiators in de woonkamer en keuken dichtdraaien. Dat zou een besparing moeten opleveren.’ Volgens Jebli, die alleen woont, werkt dat niet in zijn appartement. Met de renovatie van een paar jaar geleden is een nieuw ventilatiesysteem in de woning geïnstalleerd. ‘De nieuwe ventilatie zuigt alle warmte weg’, klaagt hij. ‘Ze hebben alle deuren ingekort.’ Hij vreest dat de automatische ventilatie ‘s nachts koude lucht vanuit de woonkamer de slaapkamer inzuigt. Van Bochove is niet voor één gat te vangen. Er valt op meer fronten energie te besparen. Ze wil weten of Jebli de stroomverbruiksmeter, die ze bij het eerste bezoek heeft achtergelaten, al gebruikt heeft. Die meet het stroomverbruik van individuele apparaten. ‘Dan weet je hoeveel een apparaat in de stand-bystand verbruikt’, legt de energiecoach met een blik op de tv uit. ‘Ik heb deze tv in 2008 gekocht en ik heb ‘m bijna nooit aangehad’, zegt Jebli. ‘Ja, maar hij staat nu wel aan’, wijst ze op het rode stand-bylampje.’ ‘Zou die dan zo veel verbruiken?’ ‘Meten is weten.’ TWEE VLIEGEN Zoals Van Bochove met vier of vijf bezoekjes Jebli helpt energie te besparen, zo moet dat komende tijd veel meer gebeuren in Rotterdam. Dit voorjaar is de gemeente een actie gestart om honderd vrijwillige energiecoaches te werven. Aanleiding is het ‘ambitieuze klimaatbeleid’, aldus wethouder Arno Bonte (energietransitie, GroenLinks), dat als doel heeft de uitstoot van CO2 -uitstoot in de periode 2019-2030 te halveren. Daarbij hoort ook verminderen van energiearmoede. Energiecoaches kunnen twee vliegen in één klap slaan. Bonte: ‘Bij mensen die in slecht geïsoleerde woningen wonen wordt veel energie verspild, maar het is ook een flinke belasting op de portemonnee.’ Energiearmoede speelt echter vooral in huurhuizen. Structurele maatregelen zoals isolatie liggen daar niet in handen van de bewoners, maar van de eigenaren. ‘Dat klopt’, zegt Bonte. ‘Je merkt dat mensen makkelijker iets aannemen van iemand die op hen lijkt’ ‘Daarom hebben we een bredere aanpak met afspraken met woningcorporaties.’ Van een stormloop op het aanbod om vrijwillig energiecoach te worden, is vooralsnog geen sprake. Bovenop de 29 energiecoaches die er al waren in Rotterdam, hebben zich in een half jaar tijd 28 energiecoaches gemeld. Toch is de wethouder ervan overtuigd dat de teller eind december op honderd staat. Het werven en opleiden van de coaches heeft hij uitbesteed aan Samen010, een organisatie die vrijwilligers inzet bij zorg, armoede en sociaal isolement. Die had al eerder, samen met netbeheerder Stedin de Energiebank opgezet om Rotterdammers met een laag inkomen te helpen energie te besparen. Iedereen kan coach worden, vertelt Elske Thomassen van Samen010. ‘We werven door de hele stad. Wel kijken we of we mensen kunnen werven die uit de doelgroep laag inkomen komen, omdat die soms een makkelijker ingang hebben bij huishoudens dan coaches met een goede baan en geen geldzorgen.’ ENERGIELOKET Rotterdam is niet de enige gemeente die met energiecoaches aan de gang is. ‘In het Klimaatakkoord is afgesproken dat iedere gemeente een energieloket heeft met een vraagbaak en een telefonische helpdesk om mensen te helpen met hun vragen over het verduurzamen van hun huis’, vertelt Puk van Meegeren van MilieuCentraal. Het organiseren van energiecoaches is een logische BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 SPECIAL 45 afhankelijk te zijn van de corporatie.’ Omdat zich in Diemen uiteindelijk maar vier huurders hadden aangemeld om energiecoach te worden, is de geplande training afgeblazen. SME probeert nu via de woningcorporatie en persoonlijk contact huurders te werven. ‘Als iemand zegt: dat is echt iets voor jou, dan groei je een beetje’, meent Tegels. ‘Dat hebben we tot nu toe te weinig gedaan.’ Overigens hoeven volgens I&O coach en klant qua geslacht, leeftijd en woonsituatie niet op elkaar te lijken om toch een connectie te maken, schrijven de onderzoekers in ‘Praktijkstudie vrijwillige energiecoaches’ (september 2020). Volgens hen is de gedeelde interesse in energiebesparing en duurzaamheid belangrijker om een goed gesprek te kunnen voeren. Klanten geven verder aan dat ze een coach waarderen als deze kennis heeft over lokaal beleid, subsidieregelingen en vertrouwde installatiebedrijven. vervolgstap daarop. Hoeveel er in Nederland rondlopen, weet Van Meegeren niet. ‘Ik heb een keer een schatting gehoord van 500 tot 1.500 vrijwillige energiecoaches.’ In veel gevallen zijn dat hoogopgeleide, gepensioneerde mannen, blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van MilieuCentraal. ‘Vaak met een technische achtergrond’, licht Van Meegeren toe. ‘Vaak hebben ze zelf wat gedaan aan hun eigen woning en die kennis en ervaring willen ze overdragen aan anderen.’ Vermoedelijk zijn relatief veel coaches woningeigenaar. Sommige gemeenten menen dat meer variatie in coaches nodig is, om beter bij andere doelgroepen aan te sluiten. Toen de gemeenten Diemen huurders wilde coachen en bureau SME opdracht kreeg deze te werven en te trainen, ging SME op zoek naar huurders, vertelt SME-adviseur bewoners en gedrag Imke Tegels. ‘Je merkt gewoon dat mensen makkelijker iets aannemen van iemand die op hen lijkt. Als je daar een particulier neerzet die zijn hele huis heeft verduurzaamd en daarvoor de kennis en de kunde en de financiën voor heeft, is het best lastig om daar als huurder naast te staan en MOSKEEËN In Rotterdam wil de gemeente dit jaar tweehonderd huishoudens met een laag inkomen bereiken met de nieuwe energiecoaches. Dat is niet makkelijk, vertelt Thomassen. ‘Het is een doelgroep die haast persoonlijk gevraagd moet worden.’ Vorig jaar gedaan heeft de Energiebank in 2.200 voedselpakketten een ledlamp en een flyer van de Energiebank gestopt. ‘Daar hebben we nul reactie op gehad.’ Nu probeert de Energiebank de doelgroep onder andere via leidende figuren binnen moskeeën en via beschermings bewindvoerders te bereiken, ‘zodat het beter landt dan wanneer wij een flyer in de bus duwen.’ Of het project volgend jaar verder zal gaan en hoe het er dan uitziet, ‘dat is onduidelijk’, aldus Thomassen. ‘De gemeente heeft het gefinancierd voor één jaar en heeft daarbij aangegeven nog niet te kunnen zeggen of dat volgend jaar door kan lopen.’ Wethouder Bonte geeft aan dat hij ‘minimaal in hetzelfde tempo’ wil doorgaan, maar houdt tegelijkertijd een kleine slag om de arm. Eind dit jaar evalueert de gemeente het project. ‘Ik ben een paar keer mee geweest met een energiecoach en ik ben er enthousiast over. Als dat beeld straks bevestigd wordt in de evaluatie wil ik wel opschaling.’ Dat energiecoaches energiebesparing en reductie van CO2 -uitstoot opleveren lijkt evident. ‘We komen nog regelmatig bij huishoudens waar mensen gezellig alle deuren laten openstaan omdat het zo prettig is voor de hond of de kat om heen en weer te lopen’, vertelt Thomassen. SME-adviseur Tegels begint over de workshops die ze geeft. ‘Dan hoor je: nee, mijn dochter krijg ik écht niet onder de douche uit. Als ik dan zeg dat elke dag 30 minuten douchen per jaar 750 euro kost, dan krijgen ze die puber er wél onderuit. Als je er getallen aan plakt, worden mensen wakker en krijgen ze de neiging om iets te doen.’ Wethouder Bonte stelt dat een huishouden door energiecoaching jaarlijks zijn CO2 -uitstoot met 100 kilo kan verminderen en 60 tot 100 euro per bespaart. Dat is het potentieel van een aantal gratis energiebesparende hulpmiddelen, zoals radiatorfolie en ledlampen, die deelnemers aan energiecoaching krijgen. Toch ontbreken, volgens Van Meegeren van MilieuCentraal, keiharde cijfers over de energiebesparing en CO2 -reductie die de coaches bereiken. ‘Dan moet je een soort veldexperimenteel onderzoek doen’, legt hij uit. Dat vereist twee groepen soortgelijke mensen in soortgelijke woningen, waarbij de ene groep gecoacht wordt en de andere niet, en vervolgens meten wat het verschil is maatregelen en verbruik. ‘Dat kost gewoon heel veel geld en is ook ingewikkeld.’ SLIMME METER Ingewikkeld zijn soms ook heel eenvoudige zaken. In het appartement van Mostafa Jebli wil Sanne van Bochove een blik in de meterkast werpen, waar ook de cv-ketel hangt. De meterkast, die zich in het gemeenschappelijke trappenhuis bevindt, is op slot en Jebli kan de sleutel niet vinden. Bochove vraagt of Jebli een slimme meter heeft. ‘Ik heb werktuigbouwkunde gestudeerd, maar ik kan niet lezen wat ik verbruik’, klaagt Jebli over de meter. ‘We doen even een rondje’, zegt ze even later en loopt naar de radiator onder het raam in de woonkamer aan de achterkant van de woning. ‘Wat lastig is’, zegt ze en klopt op de bank, ‘is dat je radiator eerst de bank verwarmt.’ ‘Ik denk niet dat dat een probleem is’, reageert Jebli. Hij blijkt vooral last te hebben van het keukenraam aan de voorkant van de woning. ‘Als het winter is, is dit heel erg koud’, tikt hij op het raam. ‘Dat blijft, maar ik denk niet dat er veel kou door naar binnenkomt’, zegt Van Bochove. ‘Het is dubbelglas.’ Dan houdt ze een pleidooi om radiatorfolie achter de radiator onder het keukenraam te plakken. ‘Dat kan best wel wat gebruik schelen.’ Binnenkort komt ze terug met de radiatorfolie, kondigt ze vast aan. ‘Wil je dan kijken voor het sleuteltje van de meterkast? Dan kan ik uitleggen hoe de slimme meter werkt.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 46
46 SPECIAL ENERGIETRANSITIE DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: REYER BOXEM Met de aanleg van een warmtenet meteen de riolering in een wijk aanpakken. Of de verbetering van het groen. Of de leefbaarheid. Koppelkansen, in modern gemeentelijk taalgebruik. Werkt zo’n brede aanpak ook? DE KOPPELKANSEN VAN DE ENERGIETRANSITIE NIEUWE ENERGIE ÉN MEER SOCIALE WARMTE De vernieuwing van de Groningse wijk Selwerd is sinds vorig jaar duidelijk merkbaar: straten liggen open en woningen worden gesloopt. Een deel van de oude portiekflats wordt gerenoveerd, een ander deel gesloopt. In de plaats daarvan komen gloednieuwe, energiezuinige woningen. De wijkvernieuwing moet Selwerd van een achterstandswijk opstuwen naar een wijk waar mensen gezonder zijn, waar ze in de wijk kunnen blijven wonen als ze wooncarrière willen maken, en waar de omgeving groener, fijner, levendiger en veiliger is. Je zou bijna vergeten dat de wijk ook nog van het gas af gaat en een warmtenet krijgt. Maar toch is het feit dat Selwerd een van de eerste proeftuinwijken is die op korte termijn geen aardgas meer zal gebruiken, een belangrijke aanzet geweest voor de wijkvernieuwing. De gemeente Groningen heeft, samen met de woningcorporaties in de wijk, besloten om bij de inwoners geen brief in de bus te doen met een datum voor een afspraak met een energiecoach. In plaats daarvan werd ervoor gekozen om inwoners, ondernemers, sportverenigingen, maat‘ Het vergt een enorm goede regie van de gemeente’ schappelijke en culturele organisaties te vragen wat zij als probleem ervaren, wat ze willen veranderen in de wijk, en op welke manier. Al die groepen en belangen werken mee met Sunny Selwerd, een gezamenlijke aanpak voor de wijk. De aanpak krijgt in een aantal gemeenten al navolging, waaronder in Groningen zelf. In de tweede ronde van de aardgasvrije wijken is in een andere naoorlogse Groningse wijk, De Weijert, ook voor een brede wijkaanpak gekozen, waarbij de wijk zelf een deel van de regie voert. Voor iedere gemeente zal de warmtetransitie de komende dertig jaar een kluif worden. Eind dit jaar moet iedere gemeente in de Transitievisie Warmte al aangeven welke alternatieven voor aardgas in een wijk mogelijk zijn, en waar zal worden begonnen met de eerste aardgasvrije wijken. Veel gemeenten grijpen die gelegenheid aan om ook het lijstje met achterstallige publieke werken er eens bij te pakken. Om de warmtetransitie te realiseren moet de straat in de wijk open, en waarom zou je die gelegenheid niet aangrijpen om ook andere fysieke ingrepen in de wijk te realiseren? Zo kan de aanleg van een warmtenet prima worden gekoppeld met de renovatie van een riolering, de herinrichting van een straat of de aanleg van nieuwe parkeerplaatsen. Koppelkansen worden dat genoemd. In potentie schelen die vooral overlast en kosten: de straat ligt immers toch al open. GEZONDHEID Maar in gemeenten als Groningen, maar ook in Rotterdam, wordt verder gedacht: waarom zou je de verandering van een warmtesysteem niet meteen aangrijpen om ook andere, meer maatschappelijke en sociale vraagstukken aan te pakken. Kan een wijk niet veiliger, groener of socialer worden? Kunnen we de gezondheid van de wijkbewoners niet verbeteren, en hun toekomstperspectieven vergroten? Dat zijn precies de vragen die iedere gemeente zich moet stellen, vindt Maarten van Poelgeest, oud-wethouder en voorzitter van de klimaattafel Gebouwde Omgeving. ‘Als je het over ‘koppelkansen’ hebt, moet je vooral naar die tweede, sociale kant kijken. Maar vaak wordt die term juist gebruikt voor de eerste, technische kant. Het lijkt heel eenvoudig: een riool vervangen als je toch al een warmtenet aanlegt. Maar in de praktijk is die BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 SPECIAL 47 De Groningse wijk De Wijert kan wel een impuls gebruiken combinatie moeilijk, en werken de rioolbouwers veel sneller dan de bouwers van het warmtenet. Dat levert dan juist weer extra vertraging op, of het vergt een enorm goede regie van de gemeente op het werk.’ Bovendien heeft de wijkbewoner er maar weinig aan, denk Van Poelgeest. ‘Die zit vaak met heel andere vragen. Dus als een overheidsdienaar langs de deur komt om meer te vertellen over het warmtenet dat in de wijk wordt aangelegd, dan krijgt die ook te horen dat het vuilnis weer niet is opgehaald. Moet je als ambtenaar dan zeggen: ‘Sorry, maar ik ben van de transitie, niet van het vuil ophalen’? De warmtetransitie is een interventie in de wijk, en zo wordt dat in de wijk ook gevoeld.’ Daarom is de transitie volgens Van Poelgeest juist een moment om contact te zoeken met die bewoners. ‘Je moet het denken hierover omdraaien. Niet de transitie moet voorop staan, maar de wijk. De verduurzaming kan een onderdeel zijn van een veel bredere gebiedsgerichte aanpak, die is gericht op het verbeteren van BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 48
SPECIAL 49 de kwaliteit van de wijk en het leven van de wijkbewoners.’ En voor gemeenten is het een kans om de banden met de eigen inwoners aan te halen. ‘In de jaren tachtig hebben veel gemeenten samen met wijken en corporaties buurten enorm opgeknapt.’ BREDER Gemeenten willen graag dat die sociale en maatschappelijke koppelkansen worden benut, ziet Martijn van Lier, expert warmtetransitie bij adviesbureau Over Morgen. Hij adviseert gemeenten over de aanpak van de warmtetransitie en helpt bij aanmeldingen voor het programma Aardgasvrije Wijken. ‘Een van de beoordelingscriteria om aangewezen te worden als aardgasvrije wijk is dat je laat zien dat je de verduurzaming breder aanpakt. Vaak komt rioolonderhoud daarin terug of vergroening van de wijk. Je ziet in een aantal gemeenten dat men verder gaat en de transitie wil verbreden naar het sociaal domein, bijvoorbeeld door meer werkgelegenheid in de wijk te krijgen.’ Maar volgens Van Lier zijn succesvolle voorbeelden tot nu toe dun gezaaid. ‘De wil om de warmtetransitie te beschouwen als een onderdeel van een veel grotere wijkaanpak is er zeker, maar in de praktijk blijkt de uitvoeCOLUMN JAN VERHAGEN ring lastig.’ De gemeentelijke organisatie is daar mede debet aan, denkt hij. ‘Koppelkansen worden enthousiast genoemd in de aanvraag voor een aardgasvrije wijk, maar aan de opvolging schort het vaak. Dat komt vaak doordat zo’n aanpak dan verdeeld is over verschillende domeinen, en verschillende verantwoordelijke ambtenaren en bestuurders. De enige oplossing is om dat te doorbreken, om binnen de organisatie een breed programma in te stellen en duidelijk te maken dat het ieders verantwoordelijkheid is om die koppelkansen te zien en te benutten.’ Ook Anke van Hal, professor sustainable building aan Nyenrode Universiteit, ziet dat de schotten tussen de beleidsterreinen een sta-in-de-weg zijn bij een succesvolle integrale aanpak van het aardgasvrij maken van de wijk. ‘Het is lastig om die bestaande structuren te doorbreken, maar veel gemeenten zijn zich daar wel van bewust. Je moet het ook zien als een onderdeel van die transitie, van een lang proces waarin van alles zal gaan veranderen.’ De oplossing ligt niet in een nieuwe schets van de gemeentelijke organisatie, denkt Van Hal, maar in het opzoeken van de bewoners. ‘Ga eerst eens die wijk in, voordat je dingen op papier zet, en begin gewoon een gesprek: wat speelt hier nou? In sommige wijken speelt heel veel, maar de praktijk wijst uit dat dit vaak andere dingen zijn dan experts denken. Vervolgens kun je zorgvuldig kijken of je verbanden kunt leggen en dingen kunt combineren. Als je de bewoners daarbij betrekt, word je als gemeente veel serieuzer genomen en voorkom je dat mensen denken dat het allemaal voor hen wordt bepaald.’ FLEXIBEL Volgens Van Hal is het vooral zaak om flexibel te blijven in de lange weg die burgers en overheden nog hebben af te leggen in de warmtetransitie. ‘Overheden hebben de neiging om zaken technisch en financieel aan te vliegen. Er is een planning en die moet worden gehaald. Maar als uit gesprekken met een wijk blijkt dat het enthousiasme om van het gas af te gaan juist heel groot is, dan moet je die wijk vervolgens vooruit kunnen schuiven in de planning. Ook een goede voedingsbodem en enthousiasme is belangrijk.’ ROZENKRANS Voor katholieken is oktober rozenkransmaand. Voor drankliefhebbers is oktober wijnmaand. En voor gemeenten is oktober de maand van de eerste begrotingswijziging. Dat laatste is typisch Nederlands. In theorie gaat het als volgt. De wethouder van financiën komt in september met een ‘boekje’ met de begroting en de plannen voor het volgende jaar. Dan heeft de gemeenteraad eerst enkele weken om dat boekje te lezen en er vragen over te stellen. In oktober wordt het voorstel besproken in de commissies van de gemeenteraad. Vóór 15 november stellen alle gemeenten de begroting vast. Die datum staat in de wet. Vervolgens oordeelt de provincie voor 1 januari of de begroting ook sluitend is. In de praktijk gaat het anders. Inderdaad, de wethouder van financiën komt in september met het ‘boekje’ met de begroting en de plannen voor het volgende jaar. Maar dat is vaak al achterhaald als het van de drukker komt. De reden: Prinsjesdag. Op Prinsjesdag blijken gemeenten vaak veel meer of veel minder geld te krijgen dan in dat begrotingsboekje staat. In sommige jaren zijn geplande bezuinigingen in veel gemeenten alsnog overbodig – waarbij gemeenten zelfs al veel discussies hebben gevoerd over die bezuinigingen. In andere jaren zijn er opeens tekorten. In oktober komen veel wethouders dus met een eerste wijziging op de voorgestelde begroting. De gemeenteraden lezen daarom vaak de begroting niet maar wachten de eerste begrotingswijziging af. Want daarin staan de actuele cijfers. En de aangepaste jaarplannen. De gemeenteraden hebben vervolgens niet zes of zeven weken tijd, maar veel minder. Er zitten vaak maar drie of vier weken tussen de eerste begrotingswijziging en 15 november. Kan dat beter? Kan dat eenvoudiger? ‘ Maak 350 gemeenten een stuk efficiënter’ Kan dat efficiënter? Uiteraard! Geef de gemeenten tot 1 januari de tijd om de begroting in te dienen. Dan kunnen de wethouders Prinsjesdag afwachten en in één keer met een actueel voorstel komen. Dat maakt alle 350 gemeenten veel efficiënter. Okay, het leidt bij 12 provincies tot wat werkaanpassingen. Laten we dat nader bespreken. Maar laten we vooral zorgen dat alle 350 gemeenten voortaan een goede, democratische en efficiënte bespreking van de begroting en de jaarplannen kunnen maken. Daar heb ik deze maand wel een rozenkransje en een goede fles wijn voor over. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 50
VAN ONZE KENNISPARTNER DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: MARTINE SPRANGERS RUIMTE SPECIAL 51 Een open warmtenet gaat in de Apeldoornse wijk Kerschoten het aardgas vervangen. Hoe zorg je voor een sluitende businesscase en houd je buurtbewoners bij het langdurige proces betrokken? Binnenlands Bestuur volgt elk half jaar deze proeftuin uit het Programma Aardgasvrije Wijken. APELDOORNSE WIJK KERSCHOTEN GAAT VOOR OPEN WARMTENET ‘ WE HOPEN OP EEN KOUDE WINTER’ Ze is nog steeds ‘hartstikke trots’, zegt gemeentelijk projectleider Xandra van Lipzig. Eind van de zomer werd de samenwerkingsovereenkomst getekend tussen alle in Kerschoten actieve partijen. Daarin staat dat de Apeldoornse jarenzestigwijk een duurzaam open warmtenet zal krijgen. Alle wijkbewoners ontvangen tussen 2025 en 2030 een aanbod om op dat net aan te sluiten, waarbij de voorgestelde nieuwe energierekening niet hoger mag liggen dan de gasprijs van dat moment. Let wel: het aanbod verplicht de bewoner tot niets, behalve dan in huurcomplexen waar meer dan 70 procent van de bewoners wil meedoen. ‘Zo gaan we van vrijblijvendheid naar commitment’, vat Van Lipzig de betekenis van het document samen. Pas in 2023, dus over twee jaar, worden door de betrokken partijen definitieve knopen doorgehakt. Dan moet ook de businesscase rond zijn. ‘We zetten flink in op het aanboren van additionele fondsen. Daarvoor zitten we nu goed in de race. En we hopen ook nog bedrijven in de buurt te kunnen aanhaken.’ Alles wijst voorlopig dus op een open warmtenet voor Kerschoten. Daarmee volgt Apeldoorn de Gelderse trend die eerder al in onder meer Arnhem, Nijmegen en Wageningen werd ingezet. ‘Wij leggen als publieke partij de infrastructuur aan’, legt warmtenetontwikkelaar Theo Voskuilen van Allianderdochter Firan uit dat overal in Nederland bij de aanleg van energienetwerken is betrokken. ‘Het warmtenet is vervolgens beschikbaar voor verschillende warmteproducenten en leveranciers, net zoals dat nu bij het gas- en elektriciteitsnet het geval is.’ Hoewel in Gelderland dus steeds meer gemeenten deze optie kiezen, gebeurt dat elders in Nederland volgens Voskuilen nog vrij weinig. ‘Meestal hebben de warmteleveranciers zelf het netwerk in handen, soms ook de warmtebron. Daarmee hebben ze een monopolie. Bij een open warmtenet kun je meer partijen toelaten. Wij vinden het belangrijk dat er ruimte is voor verschillende modellen. Dus zowel voor geïntegreerde warmtenetten als voor open warmtenetten. Zo stimuleer je concurrentie. Dat komt uiteindelijk ten goede aan de consument.’ GEMAK En toch, relativeert Van Lipzig, ben je als gemeente niet meteen ‘gekke Henkie’ als je wel voor zo’n concurrentieloos gesloten warmtenet kiest. ‘Een gesloten net heeft ook z’n voordelen. Vanuit een gemeente geredeneerd is dat bijvoorbeeld meer gemak: je kunt alles in één keer uit handen geven aan een marktpartij. Er zijn er genoeg bij met ‘ Concurrentie komt ten goede aan de consument’ een goeie staat van dienst en referenties. We hebben er zelf ook naar gekeken. Uiteindelijk hangt het ervan af welke rol je als gemeente in de wijk wilt spelen.’ Volgens Voskuilen is ook de lokale energiesituatie een factor. ‘In een gemeente als Amsterdam hebben Vattenfall en Westpoortwarmte al jaren een sterke positie. Ze hebben in de stad hun warmtebronnen en warmtenetten, hun klanten en hun organisatie. Het vormt samen zo’n geïntegreerd systeem dat het ook voor een gemeente bijna onmogelijk is om er dan nog een ander bedrijf tussen te krijgen.’ Met een open warmtenet hou je als gemeente dus de vinger aan de pols. Maar zorgt die bemoeienis ook niet voor extra vertraging in de toch al zo moeizaam op gang komende energietransitie? Kan een marktpartij in haar eentje niet sneller meters maken? Dat hoeft niet, bezweert Voskuilen. ‘Voor ons is Zaanstad een goed voorbeeld. In twee jaar tijd is daar een open warmtenet gerealiseerd, waar naast tweeduizend bestaande woningen ook BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 52
‘‘ Mijn huis is energiezuinig en comfortabel’’ Corporaties moeten al hun woningen verduurzamen. Samen streven we ernaar dat in 2050 alle woningen CO2-neutraal zijn. Dat doen we door bijvoorbeeld woningen te voorzien van zonnepanelen, dubbelglas en goede isolatie. Waar mogelijk sluiten we woningen aan op een alternatieve warmtebron, bijvoorbeeld een warmtenet of een warmtepomp. Sloop-nieuwbouw: van tochtig naar energiezuinig Judith Dekker woont sinds eind 2018 comfortabel in haar volledig geïsoleerde huis, met driedubbele beglazing en zonnepanelen in Terneuzen. ‘De ligging van mijn huis is voor mij ideaal: in een hoek met alle rust en privacy. Beneden heb ik twee slaapkamers en een badkamer. Ik heb het samen met mijn jongste dochter ingericht, zij is styliste. Mocht ik later slechter ter been worden, dan kan ik hier altijd blijven wonen. Mijn dochters en kleinkinderen wonen in de buurt.’ wonendoenwesamen.nl ‘Mijn huidige huis is totaal anders dan mijn vorige huis in deze wijk. Dat was klein, gehorig en slecht geïsoleerd. De woningbouwcorporatie besloot 117 woningen in onze wijk te slopen, en er 95 nieuwe woningen voor terug te bouwen. Mijn huis werd ook gesloopt. Toen ik hoorde over de sloop-nieuwbouwplannen wist ik al gauw: ik wil terug naar de          In een bewonersklankbordgroep heb ik meegedacht over de nieuwe plannen. Mijn oude huis zat in de eerste van drie sloopfases en mijn nieuwe huis in de laatste bouwfase. Daarom heb ik twee jaar in een wisselwoning gewoond aan de andere kant van Terneuzen.’ ‘Ik betaal 650 euro per maand. Dit huis is heel energiezuinig, met mijn slimme meter zie ik hoeveel energie ik verbruik en hoeveel het huis opwekt. Met de vloerverwarming houd ik het hele huis continu op één temperatuur. Ook ’s nachts, ook op de slaapkamer. Dat kan ik niet meer per kamer zelf regelen. Koken op inductie vond ik ook erg wennen. Ik vind het heerlijk om te kokkerellen en ben gewend veel te wokken. Op inductie gaat dat anders, dus dat was wel even aanpassen.’ SPECIAL 53 een nieuwbouwwijk en een zwembad op worden aangesloten. Dat gaat zeker niet langzamer dan bij een geïntegreerd warmtenet als in Amsterdam.’ Toch gelden voor consumenten ook bij een open warmtenet een aantal beperkende voorwaarden. De vrijheid om te switchen van energieleverancier zal bijvoorbeeld pas na een aantal jaren gaan ontstaan. ‘Je moet beginnen met één energiebron, één warmteleverancier en een vaste groep klanten’, reageert Voskuilen. ‘Uiteraard zorgen we er daarbij wel voor dat de contracten transparant zijn en dat daarin wordt voorbereid op de komst van nieuwe leveranciers en nieuwe warmtebronnen.’ Om die eerste warmteleverancier de kans te geven zijn investeringen terug te verdienen, wordt volgens Van Lipzig in Kerschoten gedacht aan een verplichte verbintenis van vijftien jaar. ‘Dan weet de leverancier waar hij aan toe is als hij in ons project stapt. Maar het warmtenet ligt er natuurlijk voor veel langer dan die vijftien jaar.’ Op dit moment worden met drie energieleveranciers gesprekken gevoerd.’ Voskuilen: ‘De woningcorporaties en de energiewerkgroep van wijkbewoners hebben meegedacht over het programma van eisen. Zij praten nu met de drie geselecteerde partijen.’ DIK PAK Los van de leverancierkeuze stapelt het werk op voor de gemeente zich op. ‘De samenwerkingsovereenkomst moest worden getekend: een dik pak papier vol afspraken. Daar moesten de bestuurders van de partners wel goed over nadenken’, vertelt Uko Post van de Omgevingsdienst Veluwe-IJssel. Ook moet de gemeente Apeldoorn haar uiteindelijke rol in het warmteinfrabedrijf gaan bepalen. ‘We zullen de raad voorstellen om als gemeente daarin actief deel te nemen.’ Over de precieze voorwaarden moet uiteraard eerst uitgebreid worden gesproken. ‘We zullen een uitgangspuntennotitie opstellen’, zegt Van Lipzig. ‘En vervolgens in gesprek gaan met de raad over de mogelijke varianten, met name over de mate van zeggenschap. Hoeveel willen we als gemeente te vertellen hebben in dat warmte-infrabedrijf? Welke financiële bijdrage gaan we leveren en hoe zit het met risicoprofiel?’ Het gaat, vat ze samen, ‘in de discussie elke keer over de verhouding tussen maatschappelijk rendement, zeggenschap en risico.’ Nog voor de raadsverkiezingen van volgend voorjaar hoopt Van Lipzig dat er voldoende stappen zijn gezet. ‘Daarna weet je maar nooit hoe de vlag erbij hangt en kost het tijd om iedereen bij te praten.’ En dan is er ook nog het bestemmingsplan dat moet worden aangepast voor de energietransitie. Post: ‘Kerschoten is een naoorlogse wijk met cultuur-historische waarde. We moeten een nieuw plan maken dat aan de ene kant de woningen beschermt en aan de andere kant voor ons als gemeente enige bouw kundige ingrepen mogelijk maakt.’ Veel werk, dus, waar de gemiddelde Kerschotenaar lang niet altijd evenveel van mee krijgt. Hoe houd je die bij het proces in de wijk betrokken om te voorkomen dat de wijkbewoners zich aan het eind door de ge‘ De vrijheid om te switchen komt na 15 jaar’ nomen beslissingen overrompeld voelen? ‘We hebben begin dit jaar een tweede bewonersbijeenkomst gehad’, reageert Van Lipzig. ‘Daar hebben we iedereen bijgepraat. We hebben onze nieuwsbrieven. En we zitten ook in een traject met de RVO en het bureau Duwtje dat is gespecialiseerd in gedragsbeïnvloeding van burgers. Dit najaar roepen we opnieuw de wijkbewoners op hun keteltemperatuur op 70 graden te zetten. Zo kunnen ze zelf zien of hun huis goed genoeg is geïsoleerd voor het toekomstige warmtenet.’ Lachend: ‘We hopen op een koude winter.’ Om bewoners te verleiden om aan die actie mee te doen, worden ansichtkaarten verspreid met daarop wijkbewoners die het jaar daarvoor meededen. ‘Dus herkenbaar, peer to peer. Dat is cruciaal om de bewoners van Kerschoten erbij te houden.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021
Pagina 54
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 55 KOOT EN BIE’S JUINEN UITVERGROOT DE LEIDERS IN DE SCHADUW We kennen allemaal de wat verouderde uitdrukking dat ‘achter iedere sterke man een sterke vrouw staat’. NRC- journalist Kees Versteegh deed een poging patronen te ontdekken rond politieke leiders en de wijze waarop zij al dan niet worden gesteund door hun tweede man of vrouw. In die vraagstelling ligt besloten dat leiderschap in steeds mindere mate een individuele activiteit is en dat leiders, ook politieke, worden gesteund door een secondant of zoals Versteegh het noemt een schaduwleider; soms als ‘kingmaker’, soms als zelfbenoemde opvolger. Zo’n onderwerp biedt veel ruimte. Vanaf de Griekse tragedies zijn geschiedenissen bekend hoe de schaduwleider de macht verwerft ten koste van de oorspronkelijke leider, goedschiks of kwaadschiks. Het boek bevat een korte in- en uitleiding en een uitgebreide beschrijving van vier duo’s. De keuze voor deze duo’s is niet helemaal navolgbaar. Eerst is er een Amerikaanse president van meer dan honderd jaar geleden, Wood row Wilson, en daarna Ruud Lubbers met Jan de Koning, Diederik Samsom met Jeroen Dijsselbloem en tenslotte Mark Rutte met Edith Schippers. Dat lijken me ook na het lezen niet de Rutte en Schippers, Samsom en Dijsselbloem meest voor de hand liggende duo’s om de onderzoeksvraag te beantwoorden. De uitleiding van het boek geeft dan ook nauwelijks meer inzicht in de bijzondere dynamiek tussen de eerste en tweede man of vrouw. Hoewel Versteegh aangeeft geen wetenschappelijke pretenties te hebben, is de lezer aan het eind van het dikke boek ook in praktisch opzicht niet veel wijzer. Toch is het geen onaardig boek. Zeker de hoofdstukken over Samsom en Rutte geven interessante kijkjes achter de schermen. Zo leert het boek dat tussen Samsom en Dijsselbloem eigenlijk helemaal geen echte boven- of onderschikking was, maar dat ze in verschillende periodes in een verschillende onderlinge verhouding stonden. Soms prevaleerde Dijsselbloem, zoals toen hij als ervarener fractielid de jonge Samsom inwerkte. Later voerde Samsom als PvdA-partijleider de boventoon die Dijsselbloem op Financiën plaatste, waarna de daar sterk opererende Dijsselbloem als minister die ook in Europa potten wist te breken gaandeweg een steeds machtiger positie verwierf, wat Samson zeer frustreerde. Een meer diepgaande studie naar het verschijnsel van de schaduwleider blijft daarom welkom. Lubbers zou dan beter kunnen worden afgezet tegen Brinkman, een mooie recente tragedie, of Donald Trump tegen Mike Pence – die als ultieme daad zijn president niet langer wilde bijvallen – of naar een van de vele andere illustere duo’s die u als lezer in gedachten hebt. Want dat hier een thema is, mag duidelijk zijn. Iedere burgemeester kent wel zijn of haar eigen Hekking. CITAAT UIT HET BOEK SCHADUWLEIDERS ‘Meer dan de leider is de tweede man gevoelig voor haalbaarheid en uitvoerbaarheid van creatief klinkende constructies en wervende slogans’ ROLLEN EN INVLOEDEN VAN ‘TWEEDE MANNEN’ IN DE POLITIEK Kees Versteegh Boom 2021 Prijs: ¤ 25,00 ADVERTENTIE Digitale infrastructuur en data-economie Wie gaat erover? Overheid, markt of allebei? Gratis webinars: 25 november 2021 | 20 januari 2022 Voorjaarscongres: 10 maart 2022 Meld u nu aan via congresdigitaleoverheid.nl
Pagina 58
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 Foto: Stephan van Leiden Foto: Roger Coenders Ft Sd Zilt 58 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Burgemeester John Jorritsma van Eindhoven heeft laten weten dat hij geen tweede ambtsperiode ambieert. Jorritsma is sinds 2016 burgemeester. Eerder was hij ruim acht jaar commissaris van de koning(in) in Friesland. RENZE BERGSMA Renze Bergsma is benoemd tot burgemeester van Coevorden. De benoeming is ingegaan op 1 oktober 2021. Bergsma (CDA, 45) was tot zijn benoeming lid van de Provinciale Staten van Noord-Brabant. Eerder was hij onder andere tien jaar wethouder in de voormalige gemeente Woudrichem en gedeputeerde in Noord-Brabant. Hij volgt Bert Bouwmeester (D66, 62) op, die in oktober na een periode van bijna achttien jaar stopt. ASTRID HEIJSTEEBOLT Astrid Heijstee-Bolt is benoemd tot burgemeester van Kaag en Braassem. De benoeming gaat in op 3 november 2021. Heijstee (50) is lid van D66. Zij is momenteel wethouder in Weesp. Op dit moment is Marina van der Velde-Menting (VVD) burgemeester van Kaag en Braassem. Van der Velde gaat met pensioen. INGE NIEUWENHUIZEN De gemeenteraad van De Wolden heeft Inge Nieuwenhuizen (VVD, 56)) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Ze is nu nog wethouder in Bodegraven-Reeuwijk, en was dat eerder in IJsselstein en Voorschoten. Ze wordt de opvolger van Roger de Groot (CDA), die naar de gemeente Noordoostpolder is vertrokken. In de tussentijd is oudPvdA-gedeputeerde en oud-PvdA-Eerste Kamerlid Jannie Vlietstra waarnemend burgemeester. RICHARD DE BOER De gemeenteraad van Landgraaf heeft Richard de Boer voorgedragen als nieuwe burgemeester van Landgraaf. De Boer (VVD, 41) is nu nog burgemeester van Simpelveld. Eerder was hij wethouder in Brunssum. In Landgraaf volgt hij Raymond Vlecken (CDA) op, die burgemeester werd in Weert. Jan Schrijen (partijloos) is nu waarnemend burgemeester in Landgraaf. JON HERMANS Jon Hermans-Vloedbeld (VVD, 67) is op 4 oktober 2021 begonnen als waarnemend burgemeester van Tubbergen. De huidige burgemeester, Wilmien Haverkamp-Wenker, is ziek. Hermans heeft een lange staat van dienst in het lokaal bestuur: ze was tussen 2001 en 2016 burgemeester van achtereenvolgens Ouderkerk, Ridderkerk en Almelo. Daarna was ze waarnemend burgemeester in Oud-Beijerland, Noordwijk en op Terschelling. KOMEN & GAAN ARJEN VAN DRUNEN In Breda is Arjen van Drunen (PvdA) op 30 september benoemd tot wethouder. Hij volgt Miriam Haagh op die per 1 oktober aan de slag is gegaan als voorzitter van de Raad van Bestuur bij Brabantzorg. Van Drunen is 27 jaar en was sinds 2018 fractievoorzitter van de PvdA in de gemeenteraad van Breda. PAUL DE BEER Paul de Beer (D66) stopt op 22 oktober als wethouder in Breda. Op die datum start hij als Programmanager voor de Zuidwestelijke Delta, een belangrijk onderdeel van het Deltaprogramma. Hij was wethouder sinds 2015 en daarvoor fractievoorzitter in de gemeenteraad. HILDE NIEZEN Op 1 januari 2022 begint Hilde Niezen (GroenLinks) als nieuwe directeur van Stichting RIONED. Zij is nu nog wethouder in Gouda. Zij volgt Hugo Gastkemper op die na 22 jaar terugtreedt. In 2006 kwam Niezen in de gemeenteraad, in 2007 volgde ze Pierre Mehlkopf op als fractievoorzitter. In 2014 werd ze benoemd tot wethouder. Foto: Sandra Zeilstra BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 PERSONALIA 59 JAKOB WEDEMEIJER In Amsterdam is Jakob Wedemeijer (SP, 52) benoemd tot wethouder. Wedemeijer was hiervoor stadsdeelbestuurder in Zuidoost. Ook is hij twee jaar wethouder geweest in Eindhoven. Daarvoor is hij achttien jaar advocaat geweest op het gebied van asiel- en vreemdelingenrecht. Wedemeijer volgt Laurens Ivens op. ROELOF SIEPEL Wethouder Roelof Siepel (ChristenUnie) uit Dronten heeft ontslag genomen. Volgens Siepel kon hij niet langer op genoeg vertrouwen rekenen in de gemeenteraad. Hij kwam steeds meer onder vuur te liggen door diverse blunders in de behandeling van het plan voor nieuwbouwwoningen in Swifterbant. NANDA HELLINGMAN Nanda Hellingman wordt gemeentesecretaris van Enkhuizen. Zij volgt Nico van den Bergh op. Hellingman heeft diverse functies bekleed in de gemeenten Heerhugowaard en Waterland. Op dit moment werkt ze als interim manager bij de ambtelijke fusieorganisatie van de gemeenten Cuijk, Grave en Mill & Sint Hubert. ANNETTE VAN DER WERF Annette van der Werf-Bramer is in Kaag en Braassem gestart als gemeentesecretaris ad interim. Ze is daarmee de tijdelijke opvolger van Marja Spreij. Van der Werf was gemeentesecretaris in Altena. Eerder was ze gemeentesecretaris in Scherpenzeel en Rijnwoude en werkzaam in Alphen aan den Rijn. OVERLEDEN: Oud-burgemeester Bert Cremers is op 72-jarige leeftijd. Cremers is meer dan dertig jaar werkzaam geweest als docent economie. Hij was fractievoorzitter van de PvdA in Rotterdam en voorzitter van de Rotterdamse deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek. Met ingang van 1 juni 2009 werd Cremers burgemeester van Waddinxveen. Op 1 november 2017 werd hem ontslag verleend. Op 84-jarige leeftijd is Jan Leegwater overleden. Leegwater was burgemeester van Kloosterburen en Scheemda. Eerder was hij wethouder in Obdam. De grootste bekendheid kreeg hij als coach van het burgemeesterselftal. FONS LICHTENBERG Oud-burgemeester Fons Lichtenberg is op 79-jarige leeftijd overleden. Lichtenberg was van 1989 tot 2000 burgemeester van Duiven en van 1980 tot 1989 burgemeester van Millingen aan de Rijn. Daarvoor was hij onder andere gemeentesecretaris van Beuningen en Ewijk en ambtenaar bij de gemeenten Doetinchem, Rheden, Vorden, Uden en Beuningen. RABIN BALDEWSINGH Rabin Baldewsingh is met ingang van 15 oktober 2021 benoemd tot Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. De Nationaal Coördinator zal aan de slag gaan met een meerjarig nationaal programma tegen racisme en discriminatie. Baldewsingh is 12 jaar wethouder geweest in Den Haag. Daaraan voorafgaand was hij vanaf 1998 raadslid. ANNEMIEKE TRAAG Annemieke Traag treedt in dienst bij adviesbureau WagenaarHoes. Traag was waarnemend directeur in Amsterdam. Eerder was ze onder andere gedeputeerde in Gelderland en Overijssel en waarnemend burgemeester in Doetinchem. ERIC VAN DER BURG Eric van der Burg is benoemd tot voorzitter van de Federatie voor Gezondheid (FvG). Hij is sinds 2019 namens de VVD lid van de Eerste Kamer en was eerder wethouder en fractievoorzitter in Amsterdam. Hij volgt Jolande Sap op als voorzitter. JAN JAAP KOLPA Jan Jaap Kolpa is per 1 september benoemd als Concernstrateeg Economie in Lelystad. Hiervoor was hij strategisch adviseur Economische Zaken en Luchthavenzaken bij de gemeente Haarlemmermeer en onderzoekscoordinator Volkshuisvesting in Alkmaar. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia CORRECTIES & AANVULLINGEN In het interview met Marcel Thijsen (BB18) stond dat Hans Verheijen burgemeester is van Weert. Hij is burgemeester van Sittard-Geleen. ADVERTENTIE Mark van Oosterwijk is de nieuwe griffier van Gemeente Zundert. Proficiat! Werving en selectie door: www.necker.nl Experts in decentraal bestuur
Pagina 60
60 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Certus Groep / Gemeente Dordrecht Certus Groep / Gemeente Gouda Certus Groep / Gemeente Gouda Gemeente Amsterdam Gemeente Barneveld Gemeente Barneveld Gemeente Den Haag Gemeente Hattem JS Consultancy / Werkzaak Rivierenland Politie Provincie Overijssel Provincie Overijssel Provincie Utrecht Werkorganisatie Langedijk en Heerhugowaard BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Bestman namens de Gemeentelijke Ombudsman Rotterdam Gemeentelijke Ombudsman Gemeente Delft FINANCIËN EN ECONOMIE Akro Consult Gemeente Nieuwegein JS Consultancy / Drents Overijsselse Delta JS Consultancy / Aedes Provincie Zuid-Holland Public Search Provincie Noord-Holland JURIDISCH Meerinzicht Provincie Gelderland MILIEU Provincie Limburg Publiek Netwerk / Omgevingsdienst Haaglanden RUD Zeeland OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID RUD Zeeland Werkorganisatie HLTsamen OVERIGE BMC Gemeente Utrechtse Heuvelrug Provincie Utrecht Ketenregisseur overlast en jeugdcriminaliteit Financieel Adviseur Vastgoed- en Gebiedsontwikkeling Geerts & Partners namens Gemeente Valkenburg aan de Geul Business Controller Sociaal Domein Gemeente Barneveld Planeconoom Senior adviseur Subsidies Senior Financieel Adviseur Senior Belangenbehartiger / Financieel Specialist MT-lid personeelsmanagement Economie Teammanager Financiën & Belastingen Informatiemanager Senior Juridisch Beleidsmedewerker Aanbestedingsjurist Projectcoördinator gemeenschappelijk landbouwbeleid Teammanager Milieu en Overlast Specialist Bodem Beleidsmedewerker Toezicht en Handhaving Strategisch Beleidsadviseur Openbare Orde en Veiligheid Concern controller met MT-rol Beleidsmedewerker Onderwijshuisvesting Contractmanager ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 64 Pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 32 Binnenlandsbestuur.nl Pagina 61 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Adviseur Bedrijfsvoering Directievoerder Toezichthouder Junior Projectleider Grondzaken Adviseur Regiozaken en Economie Beleidsmedewerker Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Afdelingsmanager inburgering 2 leden van de commissies bezwaarschriften van de gemeenten Hattem, Heerde en Oldebroek Teammanager Beleid, Informatievoorziening en Kwaliteit adviseur regioburgemeester Zeeland-West-Brabant Directeur Bestuurs-en Concernzaken Directeur Natuur en Milieu Programmamanager Innovatieprogramma Gezonde Leefomgeving Strategisch adviseur financien Pagina 62 Pagina 62 Pagina 62 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021 INDEX 61 PERSONEEL EN ORGANISATIE Publiek Netwerk / Omgevingsdienst Haaglanden Veiligheidsregio Utrecht RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER BMC BMC BMC Certus Groep namens Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Amsterdam Gemeente Lopik JS Consultancy / Gemeente Houten Provincie Zuid-Holland Publiek Netwerk / Gemeente Haarlemmermeer SOCIAAL Certus Groep namens Gemeente Nissewaard Gemeente Nieuwegein Gemeente Nieuwegein Gemeente Nissewaard Gemeente Oss Gemeente Zoetermeer Publiek Netwerk / Gemeente Hoorn Publiek Netwerk / Gemeente Hoorn VOORLICHTING EN COMMUNICATIE BMC Teammanager Intake en Procedure Beleidsadviseur HRM Projectleider Energietransitie Planeconoom Jurist Handhaving Beleidsmedewerker Verkeer en Vervoer Gebiedsadviseur Maatschappelijke Voorzieningen Beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling Temammanager Ruimtelijke Ontwikkeling Senior beleidsmedewerker Mobiliteit Senior Projectmanager Ruimtelijke Projecten Strategisch Beleidsmedewerker Wmo (centrumtaken Zuid-Hollandse eilanden) Sociaal Professional Wmo Sociaal Professional Jeugd Senior Beleidsmedewerker Sociaal Domein Wmo Senior Beleidsadviseur Sociaal Domein Senior Beleidsadviseur Sociaal Domein / Re-integratie Procesregisseur Zorg Beleidsadviseur Sociaal Domein Projectmedewerker Omgevingswet OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Pagina 61 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Pagina 61 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina 61 Pagina 61 Binnenlandsbestuur.nl • • • • • • • • • • • • • • • BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 41 | 2021

BB 18-2021


Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 04 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Peter Hilz / ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Cristina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Er wordt met smart naar een nieuw kabinet uitgekeken Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. FINANCIËLE ONZEKERHEID GEMEENTEN DE ZWEEP EROVER Bijna iedereen is het zat dat er nog steeds geen nieuw kabinet is. Ook gemeenten balen. Prinsjesdag leverde hen dan wel wat extra geld op, maar het is slechts incidenteel geld. Noodzakelijke langjarige investeringen en verplichtingen kunnen niet worden aangegaan. ‘De Miljoenennota lijkt wel een sneak preview op wat er komen gaat. We kunnen niet wachten op de première’, stelde Paul Depla, voorzitter van het stedennetwerk G40 in een eerste reactie op de Miljoenennota. ‘We kunnen door, maar we kunnen niet echt doorpakken.’ Terwijl dat wel nodig is. Iedereen kent de grote opgaven voor de komende jaren, zoals het woningtekort, de klimaat- en energietransitie, de stikstofcrisis en de jeugdzorg. Ja, er komt komend jaar financiële ruimte voor gemeenten. Vooral omdat de rijksuitgaven stijgen, waaraan de algemene uitkering van het gemeentefonds is gekoppeld. Daarnaast krijgen gemeenten de al in juni toegezegde 1,3 miljoen euro extra voor de jeugdzorg. Nieuw in de Miljoenennota was de 70 miljoen euro voor de energietransitie. Een fractie van wat de decentrale overheden daarvoor nodig hebben, berekende de Raad voor het Openbaar Bestuur eerder. Het is op zich opmerkelijk dat een demissionair kabinet zo diep in de portemonnee tast. Maar omdat het eenmalig geld is, duurt de onzekerheid voor gemeenten voort. Pas een nieuw kabinet neemt structurele besluiten over de jeugdzorg, de energietransitie, het al dan niet schrappen van de door gemeenten verfoeide opschalingskorting en het Wmo-abonnementstarief. Er wordt kortom met smart naar een nieuw kabinet uitgekeken. Misschien moet er een maximale termijn voor de kabinetsformatie worden ingesteld. Druk kan geen kwaad. Ook niet voor gemeenten, overigens. Tot maart 2002 moesten gemeenten binnen twee maanden na de raadsverkiezingen een nieuw college hebben. Uit onderzoek van Groningse wetenschappers blijkt dat de gemeentelijke formaties in 2018 met gemiddeld 64 dagen veel langer duurden dan de 49 in 2014. Het is te hopen dat die trend zich na de verkiezingen van maart niet doorzet. ADVERTENTIE YOLANDA DE KOSTER REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 INHOUD 05 16 COVERSTORY JORWERT Een kwart eeuw geleden verscheen ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’. Het boek van Geert Mak zette de schijnwerper op het platteland. Hoe ging het er verder? ‘Het landschap interesseert Friese bestuurders geen bal.’ 12 MARCEL THIJSEN FLAPUIT IN STIL DRENTHE ‘Niemand zit te wachten op een nobody’, zegt de burgemeester van Tynaarlo, Marcel Thijsen. Zeker niet als het gaat over gevoelige kwesties als asielzoekers of het handhaven van de landelijke coronaregels. 27 RIJKSBELEID ZADELT GEMEENTEN OP MET TEKORTEN 30 SERIE KLIMAAT EINDHOVEN DE WARMSTE Eindhoven is de warmste stad van Nederland. Maar ook op Almere na het groenst. Er moet nog veel meer groen bij om de Bravantse hitte in de toekomst beter te beteugelen. De toename van inwoners die huishoudelijke hulp via de Wmo bij hun gemeente aanvragen, leidt tot financiële tekorten en wachtlijsten. Maar maatregelen om inwoners met een goed inkomen geen huishoudelijke hulp te geven, pikt minister De Jonge (VWS) niet HUISHOUDELIJKE HULP RAAKT IN DE KNEL NIEUWS Raad absent bij discussie over warmtekeuzes ACHTERGROND Zonder pas niet welkom op kantoor Kroniek van een mislukte verhuizing Vangnet voor jonge geldezels SPECIAL FINANCIËN ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ‘Samen in actie tegen tweedeling’ Investeren om schade te voorkomen Essay: van stress naar shock 41 46 50 20 24 34 6 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 7 9 10 23 49 55 58
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 06 NIEUWS RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS Gemeenteraadsleden moeten beter worden betrokken bij de Transitievisies Warmte. Nu gaan vooral ambtenaren en bestuurders daarover. Dat is fnuikend voor het publieke draagvlak, betogen Merel Ooms en Nico van Buren van Platform31. TRANSITIEVISIE WARMTE RAAD ABSENT BIJ DISCUSSIE OVER WARMTEKEUZES In de transitievisie warmte (TVW) geven gemeenten aan op welke manier ze denken het aardgasvrij maken van woningen en gebouwen aan te pakken. Bijvoorbeeld met welke wijken of buurten wordt begonnen en welke vormen van duurzame warmte geschikt zijn om op die plek te gebruiken als vervanging voor het aardgas. Maar ook moet worden gekeken naar betaalbaarheid voor bewoners, en de kansen om grote investeringen in warmte- en energie-infrastructuur te combineren met andere ruimtelijke en sociale opgaven. Eind dit jaar moet iedere gemeente een eerste versie van de transitievisie klaar hebben. Maar waar de Regionale Energiestrategie (RES) in veel gemeenten heeft geleid tot diverse inhoudelijke politieke discussies in de gemeenteraad – bijvoorbeeld over de plekken voor zonneparken en windmolens – komt de discussie over de TVW nog niet van de grond. De betrokkenheid van raadsleden is in het algemeen vrij laag. ‘De informatie die nu beschikbaar is over de transitievisie is vooral op ambtenaren gericht en wordt erg technisch aangevlogen’, zegt Merel Ooms. ‘Bestuurders en ambtenaren willen ‘de vaart erin houden’ en zien de raad meer als een lastige hobbel in een complex proces.’ Maar de gemeenteraad als volksvertegenwoordiging moet juist een centrale rol spelen in het maken van het beleid en keuzes maken voor de verschillende oplossingen, stellen Ooms en Van Buren. ‘Transitievisie Warmte is een politiek proces’ Vooral als het gaat om de keuzes die voor verschillende wijken, buurten en woningen moeten worden gemaakt. Van Buren: ‘Voor elk soort vastgoed kan een andere oplossing mogelijk zijn; of dat financieel haalbaar is, heeft te maken met de schaal waarop je dat doet. Dat geldt bijvoorbeeld voor een warmtenet. Maar of je uiteindelijk die keuze maakt voor zo’n warmtenet, of kiest voor een andere oplossing, is niet alleen gebaseerd op technische feiten. Het is ook een politiek proces.’ EERSTE VERSIE In de eerste versie van de transitievisie staat nog niet hoe alle woningen in een gemeente verduurzaamd moeten worden. De eerste wijken en buurten worden aangewezen die voor 2030 in beeld zijn om van het aardgas af te halen. En het zal nog tientallen jaren duren voordat iedere bewoner daadwerkelijk de woning verwarmt zonder aardgas. Toch waarschuwen Van Buren en Ooms ervoor dat ook aan het begin van het proces besluiten worden genomen die gevolgen hebben voor de rest van de energietransitie. Als een woning van het aardgas af gaat, dan is de kans groot dat de bewoner voor het verwarmen van de woning alleen kan aansluiten bij een eerder gekozen alternatief. Als wordt besloten om in de eerste aardgasloze wijk bijvoorbeeld geen warmtenet aan te leggen, dan wordt de kans dat het net er in de naastgelegen wijk wél komt, een stuk kleiner. Ooms: ‘En gemeenteraadsleden worden door hun kiezers aangesproken op dit soort keuzes. Dan is het des te belangrijker dat zij er ook een grote betrokkenheid bij hebben gehad en kunnen uitleggen waarom voor een bepaalde oplossing is gekozen.’ Van Buren: ‘Bovendien kunnen raadsleden nu nog afspraken maken met het gemeentebestuur over zaken als koppelkansen, door bijvoorbeeld het fysieke werk voor de energietransitie samen uit te voeren met de herinrichting en vergroening van de openbare ruimte. Zoiets moet je regelen voordat de weg opengaat. Maar de raad kan de eigen invloed ook vergroten door het stellen van kaders voor burgerparticipatie of betaalbaarheid. Daar kunnen ze later in het proces dan op toetsen.’ HARD NODIG Ambtenaren en bestuurders hebben de volksvertegenwoordiging hard nodig om dit proces succesvol af te ronden, zeggen Ooms en Van Buren. De warmteBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 RUIMTE NIEUWS 07 De raad kan een brug slaan naar bewoners transitie heeft gevolgen voor iedere inwoner van een gemeente, en de gemeenteraad kan juist aan de voorkant van het proces de brug slaan tussen bewoners en het gemeentelijk apparaat. Het optuigen van participatietrajecten is vaak een taak van ambtenaren. Raadsleden zijn vaak afwezig, terwijl zij juist de sleutel kunnen zijn naar wederzijds begrip. Ooms: ‘Ook als ze het niet eens zijn met het gemeentelijk beleid, kunnen ze bewoners wel uitleggen waarom die keuzes zijn gemaakt. En de andere kant op: raadsleden kunnen er ook op toezien dat tegengeluiden door de gemeente serieus worden genomen en waar nodig dit vertalen in kaders voor het optreden van College en ambtenaren.’ Het betrokken blijven van de gemeenteraad bij de transitievisie kan bovendien lastiger worden door de Omgevingswet, CARTOON BEREND VONK die medio volgend jaar (waarschijnlijk) zal worden ingevoerd. Onder die nieuwe regelgeving ligt de vaststelling van programma’s in eerste instantie bij het college van B&W. Officieel wordt de raad dan pas betrokken als er voor de juridische inbedding een omgevingsplan moet worden vastgesteld. Ooms: ‘Dat is wel heel laat voor een inhoudelijk inbreng op dit onderwerp. Op die manier wordt de grip van raadsleden alleen maar kleiner en moeten ze daarna zwaardere politieke druk inzetten om grip te houden. Het is wat dat betreft beter om de transitievisie voor eind dit jaar door de raad te laten vaststellen. Dat gebeurt ook in veel gemeenten.’ GRIP KRIJGEN Maar de gemeente moet raadsleden wel helpen bij het krijgen van grip op het onderwerp. In eerste instantie door het verstrekken van toegankelijke informatie over de (politieke) keuzes die gemaakt kunnen worden. Platform31 ontwikkelde hiervoor de Wegwijzers Warmtetransitie met basiskennis voor raadsleden. Ooms: ‘Het gaat over voldoende ambtelijke ondersteuning, maar ook dat raadsleden regelmatig worden bijgepraat door de wethouder en ambtenaren.’ Volgens Van Buren hoeven bestuurders en ambtenaren niet bang te zijn dat een complex onderwerp als de energietransitie de raadsleden boven de pet gaat. ‘Je kunt erop vertrouwen dat raadsleden prima hun eigen afwegingen kunnen maken.’
Pagina 8
INGEZONDEN MEDEDELING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 GRONDWETSGRAFFITI IS DE NIEUWE TREND Hoe houdt u regie op gemeente      het Rijk zijn net gepresenteerd. Maar wat betekent dat voor uw gemeente? Eén ding is duidelijk: de  blijven onder druk staan. Hoe houdt u de regie op   Wij zetten onze opleidin    u op een rij. Grotten beschilderen doet de mensheid al een tijdje. En de neiging om op de binnenkant van toiletdeuren te schrijven, zit kennelijk ook heel diep. Maar de wens om in raadszalen grondwetsartikelen in steen te beitelen, is volgens mij relatief nieuw. Toch is het een nieuwe trend. Althans, ik krijg steeds vaker persberichten van nieuwe onthullingen. Ons aanbod     wethouders 29 oktober   2 november Cursus:    medewerkers 5 november &   Workshop:  verantwoording 16 november VNG Congres  29 november Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Pas nog in Culemborg, waar men voor de Stadszaal van artikel 1 Grondwet een kunstwerk in de kleuren van de regenboog had laten maken. Meteen ook maar met de verboden gronden ‘handicap’ en ‘seksuele gerichtheid’ erbij, zag ik, hoewel het voorstel daarvoor pas in eerste lezing is goedgekeurd. Een beetje misleiding voor de goede zaak. In Apeldoorn kwam een vergelijkbaar voorstel niet uit de startblokken. Kunstwerken over artikel 1 suggereren een hiërarchie in grondrechten, terwijl die er staatsrechtelijk nadrukkelijk niet is, reageerde de VVD. Artikel 1 is evenmin de basis van de Grondwet, voegde de ChristenUnie daaraan toe. En dat klopt op zich. Het discriminatieverbod kreeg pas in 1983 zijn huidige vorm en plaats in de Grondwet. Ons oudste grondrecht is de godsdienstvrijheid, die met een beetje goede wil kan worden teruggeleid tot de Unie van Utrecht uit 1579. In Apeldoorn heeft het college dan ook de opdracht gekregen om meerdere grondwetsartikelen op de muur aan te brengen. Ondertussen slaat de grondwetsgrafitti over naar politiek Den Haag. Het Kamerlid Bosma probeerde Kamervoorzitter te worden met de belofte het inlichtingenrecht uit artikel 68 Grondwet in de muur te slijpen. En bij de laatste algemene politieke beschouwingen diende Omtzigt een motie in om de hele Grondwet op de muur van de plenaire zaal te schilderen. Inclusief dus het altijd inspirerende artikel 128: ‘Behoudens in de gevallen bedoeld in artikel 123, kan de toekenning van bevoegdheden, als bedoeld in artikel 124, eerste lid, aan andere organen dan die, genoemd in artikel 125, alleen door provinciale staten onderscheidenlijk de gemeenteraad geschieden.’ In Amerika, waar ze zich bij gebrek aan een fatsoenlijk koningshuis al veel langer moeten behelpen met het aanbidden van grondwetsteksten, circuleren mopperige academische stukken over dit verschijnsel. Al die kunstwerken en grondwetsbanken leiden niet tot een robuuste rechtsstatelijke cultuur, is de kritiek, maar tot een cult of constitutionalism. Een grondwetsartikel aan de muur is het eindpunt van de ontwikkeling van een gedeelde waarde. En meteen ook het beginpunt van het verval ervan. In het oog, uit het hart, zo gezegd. De norm is grafisch geworden. Wat mij betreft hangen we de publieke ruimte vol met grondwetskunst GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN Ik vind dat Amerikaanse gemopper echter allemaal zwaar overdreven. Ooit deed de Universiteit Leiden onderzoek naar de de opvattingen van gewone Nederlanders over onze Grondwet. Men was er uitermate content mee, bleek meteen al bij vraag 1. Maar men had geen idee wat erin stond. Bij zo’n vertrekpunt kan het alleen maar mooier worden. Al die blanco grondwetsliefhebbers kunnen tijdens hun wachttijd bij de balie van burgerzaken iets nuttigs over de Grondwet leren. Met een tekst uit de Grondwet op de muur. Of beter nog: met iets wat in de Grondwet had kunnen staan. Meer nog dan een stel aangekoekte spelregels uit het verleden is de Grondwet immers het brandpunt van de verwachtingen voor de toekomst. Wat mij betreft leeft elke gemeenteraad zich uit en hangen we de publieke ruimte vol met grondwetskunst. Historici spreken over de 19e eeuw als de eeuw van de grondwet, omdat we toen ons parlementair stelsel hebben gevormd. Voermans noemt de 20e eeuw de eeuw van de grondwet, omdat driekwart van de grondwetten ter wereld van na 1975 dateert. Maar als ze ooit de scherven van deze tijd opgraven, dan zullen ze zien dat de eeuw van de grondwet de 21e was.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 NOORD-HOLLAND ZUID-HOLLAND UTRECHT FLEVOLAND OVERIJSSEL GELDERLAND NOORD-BRABANT LIMBURG FRIESLAND GRONINGEN ZEELAND DRENTHE 10 NIEUWS IN BEELD ARBEIDSMARKT DOOR: HANS BEKKERS HET REGENT VACATURES GELDERLAND IN DE TOP 3 Opnieuw nam het aantal gemeentelijke vacatures in alle provincies kwartaal-opkwartaal toe. De meeste vacatures staan uit in Zuid- en Noord-Holland. Anders dan in eerdere edities van de Vacaturemonitor lag het aantal nieuw geplaatste vacatures in Gelderland dit keer hoger dan in Noord-Brabant. Normaal vormt Brabant samen met de provincies Zuid- en Noord-Holland de top3 in aantal vacatures. Groningen en Drenthe tellen opnieuw het laagste aantal vacatures, met het allerlaagste aantal in Drenthe. Het grootst was de groei Overijssel, Friesland en Groningen, respectievelijk 156, 126 en 84 procent. Daartegenover staan Brabant en Zuid-Holland, waar de groei zich beperkte tot respectievelijk 27 en 36 procent. Ook in Limburg bleef de groei – met 41 procent – verhoudingsgewijs beperkt. 38,1 36,9 33,2 28,2 27 19,7 16,3 16 15,8 15,8 14,9 11,4 De drie Randstedelijke provincies lopen voorop in het gemiddelde aantal openstaande vacatures per gemeente. In Noord-Holland waren dat er bijna veertig (zie grafiek hiernaast). In de provincie Utrecht stonden in het tweede kwartaal van 2021 het meeste aantal vacatures per inwoner uit: één gemeentelijke vacature per 1.575 inwoners. De noordelijke provincies telden het laagste aantal vacatures in verhouding tot het aantal inwoners, namelijk één op 3.714 in Groningen en één op 3.611 in Drenthe. Friesland vormt de uitzondering, met één vacature voor elke 2.286 inwoners. Ook in Overijssel lag het aantal hoog, één op 1.726. VACATURES PER GEMEENTE TABEL 1.3 AANTAL NIEUW GEPLAATSTE VACATURES PER PROVINCIE IN HET EERSTE EN TWEEDE KWARTAAL VAN 2021 Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Aantal vacatures in 2021-Q1 86 126 91 264 127 651 539 1.082 1.411 100 780 352 Aantal vacatures in 2021-Q2 158 285 137 676 169 1.004 864 1.793 1.921 194 993 496 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 NIEUWS IN BEELD 11 In het tweede kwartaal van 2021 zijn door gemeenten 8.757 vacatures op internet gepubliceerd. In het tweede kwartaal van 2021 lag het aantal door gemeenten geplaatste vacatures 40 procent hoger dan een kwartaal eerder en 173 procent hoger dan hetzelfde kwartaal in 2020. Uit de Vacaturemonitor tweede kwartaal 2021 van het A&O fonds Gemeenten blijkt dat de groei uit het eerste kwartaal doorzet. ACCENTEN VACATURES PER PROVINCIE NAAR BEROEPSGROEP NOORD-HOLLAND: ‘algemene functies’, ‘automatisering/ict’ en ‘ruimtelijke ordening en milieu’ FLEVOLAND: ‘financieel/ economisch’ en ‘algemene functies’ UTRECHT: ‘algemene functies’ en ‘financieel/ economisch’ ZUID ZUID-HOLLAND: ‘algemene functies’ en ‘financieel/ economisch’ GELDERLAND: ‘ruimtelijke ordening/milieu’, ‘automatisering/ict’ en ‘welzijn/jeugdzorg’ NOORD-BRABANT: ‘algemene functies’ en ‘ruimtelijke ordening/milieu’ ZEELAND: ‘financieel/ economisch’ en ‘buitendienst/ groenvoorziening’ MANAGERS VEELGEVRAAGD Gemeenten zijn het meest op zoek naar de invulling van algemene functies. Daaronder vallen bijvoorbeeld coördinatoren, team- en projectleiders en consultants. Waar in de eerste drie maanden van dit jaar binnen die categorie meer vraag bleek te zijn naar adviserende dan leidinggevende functies, is in het tweede kwartaal het beeld omgekeerd. Leidinggevende functies beslaan 43 procent van de vacatures voor algemene functies. Het aandeel voor adviserende functies ligt op 37 procent. De resterende 20 procent betreft de werving van beleids- en projectmedewerkers. LIMBURG: ‘welzijn/jeugdzorg’ en ‘automatisering/ict’ OVERIJSSEL: ‘automatisering/ict’ en ‘financieel/ economisch’ NOORD FRIESLAND: ‘bouwkunde/ civiele techniek’ en ‘buitendienst/ groenvoorziening’ Ameland Vlieland Terschelling Schiermonnikoog GRONINGEN: ‘administratief’ en ‘welzijn/jeugdzorg’ GRONINGEN DRENTHE: ‘welzijn/jeugdzorg’ en ‘verkoop/inkoop’
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 12 INTERVIEW MARCEL THIJSEN DOOR: MARTIJN DELAERE Marcel Thijsen is volgens het Dagblad van het Noorden een ‘markante volksburgemeester’. ‘Niemand zit te wachten op een nobody’, zegt de burgemeester van Tynaarlo zelf. Zeker niet als het gaat over gevoelige kwesties als asielzoekers of het handhaven van coronaregels. MARCEL THIJSEN, FLAPUIT TUSSEN DE DRENTEN ‘IK ZEG VRIJUIT WAT IK DENK’ ‘Ik neem geen blad voor de mond en ik kies niet altijd voor de gangbare weg, maar ben ik daarmee een Fortuynist? Een populist? Wat versta je daar trouwens onder? Is het een geuzennaam of een scheldnaam’, vraagt Marcel Thijsen (53), de opvallende burgemeester van de Drentse gemeente Tynaarlo. We hebben het over zijn, uit Gelderland overgewaaide, bijnaam ‘Rode Fortuyn’. ‘Het Fortuynisme verdeelt mensen’, zegt Thijsen. ‘Zo wil ik geen Fortuynist genoemd worden. Maar als het gaat om het begrijpen van de mensen en hen een stem geven, dan weer wel. En ja, rood, dat ben ik wel. Ik geloof in gelijke kansen en in gelijke behandeling. Ik heb niet voor niets bij de ingang van het gemeentehuis een groot raambiljet laten ophangen met daarop het eerste artikel van de Grondwet.’ Marcel Thijsen (53) is geen Drent, hij is een geboren en getogen Wijchenaar. En niet zomaar eentje. Thijsen is een politiek en bestuurlijk zwaargewicht in zijn geboorteplaats als hij in 2014 naar Drenthe verhuist. Niemand kan om hem heen in Wijchen. Hij begint er in 1994 als raadslid voor de PvdA en in 2006 wordt hij voor die partij wethouder. Dat blijft hij tot 2009 als hij Kernachtig Wijchen opricht. Bij haar eerste deelname aan de raadsverkiezingen in 2010 wordt de partij prompt de grootste in de raad. Thijsen keert terug in het college, nu dus voor Kernachtig Wijchen. Bij de raadsverkiezingen van 2014 gaat de partij onder zijn aanvoering van acht naar elf zetels (de raad van Wijchen heeft 27 raadszetels). Thijsen wordt weer wethouder in Wijchen. Maar eind 2014 wordt bekend dat hij bijna 200 kilometer verderop in het noorden van Drenthe burgemeester wordt. Bij zijn afscheid in Kasteel van Wijchen noemt burgemeester Hans Verheijen, thans burgemeester van Weert, Thijsen een ‘aaibare knuffelbeer’. Waarom hij uit Wijchen vertrok? Marcel Thijsen: ‘Ik kende Tynaarlo van vakantie. Een soort van vakantiegevoel bracht mij hier. Prachtige omgeving, aardige mensen. Ik vind de omgeving rond Trier in Duitsland trouwens ook heel erg mooi. Mocht daar een vacature komen, dan zou ik dat fantastisch vinden’, lacht Thijsen. Hij vervolgt: ‘Je kunt dat moeilijk over jezelf zegen, maar ik had in Wijchen veel invloed. Ik was er bijna tien jaar wethouder en in de regio was ik ook actief. Maar na tien jaar voeg je niet zo veel meer toe. De uiterste houdbaarheidsdatum komt in zicht. Je wordt nonchalanter. De goeie dingen van jezelf heb je al gegeven, dus gaan steeds meer mensen zich storen aan je minder goede kanten.’ RANDSTAD Het noorden van ons land stond heel hoog op zijn verlanglijstje, zegt Thijsen. ‘In een nieuwe regio kun je dan weer tien jaar het beste van jezelf geven. Een nieuw begin, een nieuw thuis.’ En dat met zíjn tongval en bourgondische inslag? Voelt hij zich niet lekkerder beneden de grote rivieren? Thijsen: ‘O nee, absoluut niet. De enige plek waar ik niet thuishoor, is in de Randstad. Ik hoor niet thuis in een stedelijke omgeving. Mevrouw Halsema heeft de kwaliteiten voor Amsterdam. Ik durf te zeggen dat ik voor Tynaarlo de beste kwaliteiten heb. Ik moet het hebben van de persoonlijke contacten en de benaderbaarheid.’ Drenthe, Brabant, Zeeland, maakt niet uit? Thijsen: ‘Het verschil tussen Drenthe en ‘Ik hoor niet thuis in een stedelijke omgeving’ Brabant of het zuiden wordt erg overdreven. Daar loopt de scheidslijn in Nederland niet. Die loopt langs de grootstedelijke cultuur in de Randstad en, zoals de Randstad enigszins denigrerend zegt, de provincie. Daar zijn de laatste jaren de échte cultuurverschillen ontstaan.’ Toch moet Thijsen in Vries, de hoofdzetel van Tynaarlo (bijna 34.000 inwoners), merken dat hij niet meer in Wijchen zit. De politieke mores zijn er vast anders. De in Drenthe geboren burgemeester van Doetinchem Mark Boumans zei een paar jaar geleden in Binnenlands Bestuur: ‘Drenten zijn net Achterhoekers. Een Drent zal nooit rechtstreeks communiceren. Hij is niet direct en zal je ook niet vertellen dat hij het niks vindt. Dat was voor mij dé overgang toen ik ging studeren in Groningen.’ Herkent Thijsen die overgang? ‘Wij zitten in de kop van Drenthe, hè, tegen Groningen aan. Maar ik ben denk ik van nature wat directer dan de Drent. Als een grens is overschreden blijf ik direct hoor, maar ik heb veel kunnen leren van de beleefdheid en de netheid van de Drenten.’ Zoals gezegd: Marcel Thijsen domineerde jaren lang de politiek van Wijchen, eerst als fractievoorzitter en later als wethouder. Dus laat aan hem maar de vergelijking over tussen de plaatselijke politiek daar en INTERVIEW 13 CV MARCEL THIJSEN (Wijchen, 1968) studeerde geschiedenis aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Van 1994 tot 2006 was hij leraar en werkte hij in het managementteam van het Ds. Pierson College in Nijmegen. Hij was in die jaren raadslid voor de PvdA in de Gelderse gemeente Wijchen. Van april 2006 tot december 2014 was Thijsen wethouder in Wijchen, eerst voor de PvdA en later voor Kernachtig Wijchen. Hij was in 2009 medeoprichter van deze partij. In december 2014 werd Marcel Thijsen burgemeester van de Drentse gemeente Tynaarlo. Vorig jaar december werd hij herbenoemd BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 14
Auditplicht: werk aan de winkel voor gemeenten met boa’s De verwerking van persoonsgegevens door buitengewoon opsporings ambtenaren (boa’s) valt gedeeltelijk onder de AVG en gedeeltelijk onder de Wet politiegegevens (Wpg). Maar wat betekent dit dan voor gemeenten die boa’s in dienst hebben? Alex Commandeur en Julius Duijts, managing consultants bij BMC, geven tekst en uitleg. Sinds 25 mei 2018 valt de verwerking van persoonsgegevens in het kader van opsporing door boa’s niet meer onder de AVG, maar onder de Wpg. ‘Er is nu één wettelijk regime voor de verwerking van persoonsgegevens in de strafrechtketen’, legt Alex Commandeur uit. Zijn collega Julius Duijts vult aan: ‘Voor het toezicht door boa’s valt de verwerking van persoonsgegevens nog steeds onder de AVG. Maar hebben we het over de verwerking van persoonsgegevens door boa’s in het kader van hun opsporingstaak, dan gaat het om de Wpg. Best ingewikkeld dus.’ Wpg-verplichtingen Commandeur en Duijts geven aan dat de werkgever van de boa’s verantwoordelijk is en blijft voor de verwerking van persoonsgegevens. ‘Voor gemeenten is dit het college van b en w. Zij zijn dus verantwoordelijk voor de gegevensverwerking en het voldoen aan de verplichtingen uit de Wpg.’ Maar wat zijn deze verplichtingen dan? Commandeur en Duijts geven een overzicht van de belangrijkste. ‘Ten eerste’, zo vertelt Duijts, ‘moet de verwerking van persoonsgegevens in het kader van opsporing duidelijk gescheiden zijn van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van toezicht.’ Commandeur vult aan: ‘Dit betekent ook dat er onderscheid moet worden gemaakt in autorisaties. Alleen als er een functionele noodzaak is om toegang te krijgen tot opsporingsgegevens, kan een autorisatie worden verleend.’ Verwijderingstermijnen Voor de persoonsgegevens die boa’s verwerken in het kader van opsporing gelden ook duidelijke verwijderingstermijnen. Commandeur: ‘In principe zijn politiegegevens voor de uitvoering van de dagelijkse politietaak gedurende een jaar breed beschikbaar. Daarna alleen via gericht zoeken. Na vijf jaar moeten de gegevens worden verwijderd.’ De Wpg verplicht de verwerkingsverantwoordelijke ook om elke vier jaar een externe IT-audit uit te laten voeren. ‘Deze audit moet op systematische wijze toetsen of de bepalingen van de wet op een adequate manier zijn uitgevoerd’, vertelt Commandeur. ‘Het gaat kortom om een volledige toets op de Wpg. De uitkomsten van de externe IT-audit moeten worden gerapporteerd aan de toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).’ Werk aan de winkel Commandeur en Duijts waarschuwen gemeenten dat zij in 2021 hun eerste externe IT-audit moeten uitvoeren. Daarnaast moeten ze elk jaar – dus ook in 2021 – een interne IT-audit doen. Duijts: ‘Een interne audit is een uitgelezen kans om te kijken waar gemeenten staan met de toepassing van de Wpg en welke verbeteringen er het afgelopen jaar zijn doorgevoerd. De uitkomsten moeten worden meegenomen in de externe audit. Er moet dus eerst een interne audit plaatsvinden, gevolgd door de externe audit.’ Er is kortom werk aan de winkel voor gemeenten die boa’s in dienst hebben. Commandeur: ‘Niet alleen moeten ze een interne audit uitvoeren voorafgaand aan de externe audit. Ook moeten gemeenten aan de slag met de implementatie van de Wpg, voor zover zij deze nog niet hebben afgerond.’ Meer weten? Veel gemeenten beschikken niet over de tijd of de kennis voor het implementeren van de Wpg of het uitvoeren van de verplichte IT-audits. BMC kan u hierbij helpen. Neem voor meer informatie contact op met onze adviseurs of download de informatiebrochure op www.bmc.nl/auditplicht. Alex Commandeur managing consultant alex.commandeur@bmc.nl 06 - 82 12 03 17 Julius Duijts managing consultant julius.duijts@bmc.nl 06 - 29 52 55 31 Partners in verbetering INTERVIEW 15 die in Tynaarlo. Thijsen: ‘In de gemeenteraad van Wijchen zijn de revolvers geladen als het over de belangrijke politieke onderwerpen gaat. Tijdens de raadsvergadering worden die leeggeschoten. Dan is het pang-pang-pang. In Tynaarlo wordt eerst een klein granaatje gegooid. De raad kijkt vervolgens wat het effect daarvan is. Als dat niet bevalt en de harmonie wordt verstoord, gaat niemand verder. Iedereen zoekt dan naar een oplossing – oppositie en coalitie. De politieke cultuur is daardoor indirecter, maar je hebt ook veel minder bijkomende schade.’ DIEPER Voor de burgemeester is het de kunst om in die (indirecte) politieke cultuur te zien wanneer een discussie tóch dieper moet, zegt Thijsen. ‘Als een raadsvergadering weinig vuurwerk oplevert, betekent dat namelijk niet automatisch dat iedereen daar blij mee is. Drenten zijn echt ongelofelijk netjes naar elkaar toe. Je moet de signalen leren lezen.’ Je kunt ook denken: zo is de politieke cultuur nu eenmaal, niets aan doen. Thijsen: ‘Zolang het geen kwaad kan, is dat waar. Maar als er ondergronds van alles speelt, dan moet ik dat als burgemeester wel naar boven halen.’ En daarin is Thijsen, blijkens de regionale media en wat zijn vakgenoten zeggen, dan toch weer een aparte vogel. Het Dagblad van het Noorden schrijft in de zomer van 2015: ‘Ze haalden ‘de Rode Fortuyn’ naar Vries, maar nu schrikken veel raadsfracties in Tynaarlo toch van de ongezouten uitspraken van burgemeester Marcel Thijsen.’ De burgemeester: ‘Dat schreef de krant naar aanleiding van de mogelijke komst van asielzoekers in Zuidlaren. Ik had gezegd dat asielzoekers die 35.000 euro hebben betaald om hier te komen zelf wel een hotelkamer konden bekostigen. Ik zei toen óók dat je asielzoekers niet moet willen opvangen in tenten en hallen met tussenschotten. Ik was blij met de ophef die ontstond over mijn uitspraken. Er mogen geen taboes zijn, en dat vind ik niet populistisch. Ik zeg wel vaker iets wat men niet normaal vindt. Ik zeg vrijuit wat ik vind, soms tot wanhoop van de gemeentevoorlichting. Mensen kunnen ook met alles bij mij terecht en ze krijgen geen ideologische preek.’ Een burgemeester moet zich volgens Thijsen laten zien en thema’s benoemen. ‘Het is niet je taak om zonder risico je jaren uit te zitten en je kaken op elkaar te houden, terwijl er van alles speelt onder de bevol‘Drenten zijn ongelofelijk netjes naar elkaar toe’ king. Niemand zit te wachten op een nobody. Je moet ergens voor staan. Als burgemeester van Tynaarlo moet je staan voor de inwoners Tynaarlo.’ Thijsen noemt het voorbeeld van de mogelijke komst vorig jaar van extra uitbehandelde tbs’ers naar het Witte Huis in Zuidlaren. ‘Je kunt niet zeggen: we maken van een psychiatrische instelling een forensische kliniek. Zo van: bij jou in het dorp is het lekker leeg, dus hier krijg je alle ellende. Dat kan niet. Dat wil niet zeggen dat je hier geen tbspatiënten kunt huisvesten, er zijn er nu ook vijftien extra, maar je kunt en mag je inwoners niet vergeten.’ WARM Een burgemeester is daarbij in de ogen van Marcel Thijsen voor 90 procent burgervader en voor 10 procent burgemeester. ‘Als meester, ik ben leraar geweest, moet je streng zijn, want anders verlies je de orde. Als je als vader niet warm bent, dan lopen de kinderen het huis uit.’ De burgemeester is er hoe dan ook níet voor inhoud van het beleid. Thijsen: ‘Je kunt adviezen geven, maar de inhoud is voor de politiek. Ik moet alle dossiers kennen, want anders kan ik de wethouders niet adviseren, maar ik bemoei mij niet met de besluitvorming. Het grootste gevaar in het openbaar bestuur is namelijk dat jouw waarheid dé waarheid wordt. Vroeger vond ik alleen wethouders goed die op mij leken, en nu denk ik: daar moet je er niet te veel van hebben. Eerlijk gezegd maakt het mij ook niet uit welke keuze wordt gemaakt. Als alles maar op tafel ligt. Ik leg het ook niet uit, die verantwoordelijkheid hebben de wethouders.’ Burgemeester Thijsen heeft dezer dagen wel één duidelijke verantwoordelijkheid: de Zuidlaardermarkt. Op dinsdag 19 oktober is het zover, voor de 820ste keer, met een warenmarkt, kermis op de Brink en natuurlijk de paarden. Voor hetzelfde geld bezoeken net als in 2019 150.000 mensen de grootste en oudste najaarsmarkt van Europa voor paarden. En het Dagblad van het Noorden weet het in de krant van 17 september zeker: burgemeester Thijsen gaat weer voor heisa zorgen. Immers: ‘Volksburgemeester Marcel Thijsen van Tynaarlo wil de sluitingstijd van cafés tijdens de Zuidlaardermarkt op 2 uur ‘s nachts zetten. Hij tart daarmee het regeringsbeleid en maakt het zijn collega’s moeilijk.’ DOOIE MUS Thijsen had de cafés in Zuidlaren inderdaad graag tot 2 uur gegeven. ‘We hadden vorige maand in Eelde het bloemencorso. Tot 2 uur werd alcohol geschonken in de feesttent. Dat ging hartstikke goed, ook met de coronabestemmingen.’ Maar die mooie tijd is voorbij. Om middernacht is het uit met de pret. Thijsen: ‘De coronaversoepeling is in werkelijkheid een beperking. De mensen zijn blij gemaakt met een dooie mus, inclusief ikzelf. Ik vind dat je dat als burgemeester moet kunnen zeggen en ook dat je de grenzen mag opzoeken, maar je mag er niet overheen.’ En dus komt er geen Zuidlaardernacht, maar een Zuidlaarderavond. Thijsen: ‘En dat vind ik echt ontzettend jammer.’ De paardenmarkt wordt ook kleiner. Er is geen export van paarden en er zijn alleen gereserveerde plekken voor de vaste handelaren. Maar beter een kleinere Zuidlaardermarkt dan helemaal geen markt, vindt Thijsen, en met hem gans Tynaarlo. ‘De markt is een knipoog naar het verleden, maar is ook van grote economische betekenis. De markt zit ingebakken in de cultuur van de streek’, aldus Thijsen, die er net na zijn benoeming voor pleitte om hem op de UNESCO-lijst van immaterieel erfgoed te zetten. Dat is niet gebeurd. Paardenmarkten liggen politiek gevoelig. Thijsen: ‘In sommige kringen worden paardenmarkten gezien als dierenmishandeling. Voor een deel hadden die mensen gelijk. Je moet geen paarden pal naast de kermis houden. Het is aan ons om te laten zien dat paardenmarkten ook diervriendelijk kunnen worden georganiseerd.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 16
16 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: DIETER TELEMANS / ANP-HH Precies een kwart eeuw geleden verscheen ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’. Het boek van Geert Mak zette voor het eerst de schijnwerpers op de onttakeling van het platteland. Hoe ging het er verder? ‘Het landschap interesseert Friese bestuurders geen bal.’ JORWERT, EEN KWART EEUW LATER ‘ SHOWBESTUUR’ GIJZELT HET PLATTELAND Een vlucht duiven stuift op van de klinkers bij het binnenrijden van Jorwert. Langs de weg vertellen borden dat er zondag in het dorpscafé wordt gekaart en er extra plaatsen beschikbaar zijn voor het Iepenloftspul, de voorstelling waar het halve dorp in figureert. Befaamd, in Friesland. Dat Jorwert met zijn boerenhuizen, de monumentale pastorie en de kerk uit elfhonderdzoveel niet alléén dat gezellige Swiebertje-dorp is, werd 25 jaar geleden pijnlijk duidelijk. Toen publiceerde Geert Mak het boek dat de stille revolutie op het platteland beschreef. Toen de machines kwamen, de subsidies en de banken, en wat er, als gevolg daarvan, allemaal verdween. God, ja, maar in diens voetspoor ook de winkels, de scholen, de boerencultuur. De leefbaarheid op het platteland bleek zwaar onder druk te staan en vrijwel niemand, ook niet in bestuurlijk Nederland, die het zag. Hoe God verdween uit Jorwerd (toen nog met een d) werd een bestseller. ‘Ik merkte gelijk dat ik een open zenuw had geraakt’, blikt Mak terug. Niet alleen in Nederland. ‘Het boek was populair in Duitsland; in Beieren werd het stukgelezen. In GrootBrittannië en Frankrijk heeft het ook veel gedaan. Het is een Europees boek geworden. Heel veel mensen op het platteland herkenden de situatie van dat kleine dorpje Jorwert, omdat overal in Europa in de kern dezelfde problematiek speelt.’ We hebben afgesproken om het vervolg door te nemen. Hoe is het een kwart eeuw later met het platteland gesteld? Nu de stikstofcrisis om zich heen grijpt en windmolens en zonneparken er een plek moeten krijgen. Om over de honderdduizenden woningen nog te zwijgen. Deze maand verschijnt een aangepaste versie van zijn boek, met actueel nawoord. Ook de auteur is in de tussentijd een tikje veranderd. De ras-Amsterdammer van 25 jaar geleden woont inmiddels (parttime) in Jorwert. Van outsider is Mak een insider geworden of, op z’n minst, direct betrokkene. KLEM GEGROEID Hij hoeft maar z’n raam uit te kijken om vast te stellen dat het boerenprobleem ‘alleen maar verder is geëscaleerd’. Drie boeren telt Jorwert anno 2021, dat waren er in 1996 nog zes, zeven. Mak: ‘Het drama van de boeren is dat ze klem zijn gegroeid. Dat piepkleine Nederland is het op twee na grootste exportland van agrarische producten. Het lijkt te mooi om waar te zijn – en dat is het ook. De prijs die daarvoor moet worden betaald, is te hoog.’ Hij doelt op de stikstofuitstoot, de verschraling van het landschap. ‘Er zijn veel boeren die verdomd goed doorhebben dat dit zo niet langer kan. Dat je geen worm meer ziet, als je een spade in de grond steekt. Dan gaan bij een echte boer alle alarmbellen af. Maar het is moeilijk om uit dat gareel te breken. Er bestaat een lobby van gevestigde belangen die dat op allerlei manieren blokkeert, variërend van toeleveranciers tot de Rabobank en de Ahold. Een vriend van mij die daartussen zit zegt: “Het is gewoon een vesting”.’ De vesting kent een vluchtweg: het uitkopen van boeren. Het zal vele miljarden kosten, en hoe krijg je de boeren in dat proces mee? Het zelfbewustzijn van de agrariërs lijkt door hun netelige positie slechts aangewakkerd. In zijn nawoord memoreert Mak het woord ‘trots’, dat een boer tegenwoordig op de lippen lijkt bestorven. Hij zegt: ‘Een kwart eeuw geleden nam geen enkele boer het in de mond. Trots was vanzelfsprekend, een natuurlijk zelfbewustzijn. Als je de hele tijd moet roepen: “Ik ben trots op mijn vak”, dan zit er iets niet lekker. Het is wanhoop. De financiële onafhankelijkheid van boeren is ondermijnd. Bij de klassieke boerenstructuur hoorde dat je zo min mogelijk schulden maakte, omdat je buffers nodig had met die grillige natuur. Nu zitten ze vaak tot hun nek in de schulden en gaat het minder om de natuur, maar vooral om wereldmarkten. Als China inklapt, zijn een heleboel Friese boeren de sigaar. En er is een sterke afhankelijkheid van de overheid. Een derde van het boereninkomen bestaat uit subsidies.’ De halvering van de boerenstand, zoals die zich sinds 1996 in Jorwert voltrok, ziet Mak overal in Nederland. Dus kijkt hij BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 17 ‘ Van de twee windmolens die we hadden is er eentje omgewaaid’
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 18 ACHTERGROND RUIMTE ‘ Het Friese cultuurlandschap is naar de gallemiezen geholpen’ niet vreemd op van woedende boeren op het Malieveld, ‘allemaal op hun allernieuwste trekkers. Het is één grote Landbouw RAI, ook weer gefinancierd met investeringssubsidies en belasting aftrek. Maar je moet wel beseffen dat gemiddeld een derde van die boeren over tien jaar geen boer meer zal zijn. En voor een boerenfamilie ligt dat anders dan voor een fietsfabrikant. Ze zijn vaak al generaties boer. Het zijn enorme breuken als er geen opvolging is, als een zoon of dochter ermee moet stoppen. Drama’s.’ SOCIAAL TRAUMA Het drama reikt verder dan de boeren alleen. Mak: ‘Hoewel Friesland een provincie is die op allerlei manieren probeert te vernieuwen, zetten boeren er vaak nog de toon. De massale sluiting van boerenbedrijven veroorzaakt dat er op het platteland iets ontstaat wat je ook ziet in Engelse mijnwerkersstadjes: een sociaal trauma. Dat gebeurt als door een noodzakelijke economische sanering tegelijk de kern van alle activiteiten in zo’n regio wegvalt. Niet alleen de economische activiteiten, ook verenigingsverbanden, politieke bewegingen, het complete bestaan. Daarom lopen de emoties ook zo hoog op. Er zijn na de oorlog enorme campagnes geweest dat de boer meer moest produceren, op het dolle af. Je kunt op dezelfde manier de andere kant op draaien. Door ervoor te zorgen dat een biologische boer met 45 tot 60 koeien ook een nette boterham kan verdienen. Boeren hebben bewezen dat ze het kunnen. De enige echt innovatieve sector in Friesland is de boerensector. Maar je moet wel met een Roosevelt- achtige dynamiek door de lobby’s heen durven beuken.’ En de Jorwerter dorpskern dan? Daar waar de verschraling een kwart eeuw geleden net zo hard leek te zijn toegeslagen met het sluiten van winkels en andere bedrijvigheid. De kindergeluiden vanuit de basisschool verdwenen, een recente aderlating, maar verder, stelt Mak, ‘heb ik dat wegzakken de afgelopen 25 jaar niet meer zo gezien. Dat was daarvóór. In Jorwert kún je ook geen bakker hebben, daar is het dorp domweg te klein voor. In omliggende kerndorpen zijn de winkelvoorzieningen redelijk op peil gebleven.’ Wel veranderde de gemeente. ‘Friesland is een paar jaar geleden op een puur ambtelijke en ahistorische manier als een oranjekoek opgesneden, maar allez, het zij zo.’ Het dorp Jorwert, in 1996 nog onderdeel van Littenseradiel, werd zo een stukje van de stad Leeuwarden. Toch vooruitgang, vindt Mak. ‘Je ziet de kwaliteit van bestuur met sprongen verbeteren. Het schoonmaken van de straat. Als er iets kapot is, komt er gelijk iemand. Littenseradiel was een heel kleine gemeente, dan krijg je niet het sterkste ambtenarenapparaat. Vaak was het ons-kent-ons. Een door de bestuursrechter in een naburig dorp opgelegde dwangsom werd bijvoorbeeld door de gemeente stomweg niet geïnd. Vriendjespolitiek. Wij kregen juist om de haverklap controle. Had je een populier getopt, kwam er iemand langs of het niet een beschermde boom was. En was er trouwens wel een vergunning voor dat kippenhok in de tuin? Zulke geintjes. Daar is sinds we onderdeel zijn van Leeuwarden geen sprake meer van.’ AANSPREEKBAAR De opschaling gaat volgens Mak ook niet gepaard met afnemende betrokkenheid vanuit het gemeentebestuur. ‘De dorpen zijn geen vergeten gebieden. Er is een ambtenaar die aanspreekbaar is. Leeuwarden beseft ook dat je dorpen anders moet benaderen dan een stadswijk. In Jorwert wordt veel door vrijwilligers gedaan, zoals het onderhoud van het sportveld en de bomen rond het kerkhof. Als je daar als gemeente een dorp voor beloont met een paar extra faciliteiten is iedereen blij.’ Maar wat voor faciliteiten? De komende decennia zal de energietransitie zich voor een niet onbelangrijk deel op het platteland voltrekken, waar immers meer ruimte is voor wind- of zonnepark. Tot nu toe gaat die transitie aan Jorwert voorbij. Mak, lachend: ‘Van de twee windmolens die we hadden is er eentje omgewaaid en de andere is volgens mij ook alweer verdwenen. Het Nimby-effect hebben we hier niet, maar ik begrijp het goed. Die turbines zijn waanzinnig groot. Als er een zo’n ding tweehonderd meter van je achtertuin komt te staan, is dat slikken. Mijn gevoelens zijn daarover zeer gemengd. Ik besef dat het nodig is. Maar als er een windpark naast je deur verschijnt, heeft dat een enorme invloed op de kwaliteit van leven. Dat geldt voor stadswijken als IJburg. Maar ook dorpen zijn zeldzaam kwetsbaar.’ WOEST PLAN En dan die andere opgave die elk dorp raakt, de woningbouw. Mak: ‘De noordelijke provincies bieden aan dat ze desnoods honderdduizend woningen willen bouwen. Het is een woest plan, maar tegelijk toch de vraag: waar? Het zal de provincies enorm kunnen veranderen. En waar moeten al die mensen werken? Het is niet voor niks dat de Randstad zo veel mensen trekt. Daar zit een boel dynamiek.’ Ja, als gevolg van corona werken meer mensen thuis en doen afstanden er minder toe, ‘maar die dynamiek schuift niet automatisch met de mensen mee’. Mak noemt de plannen om het noorden dankzij een hslverbinding door de polders beter te ontsluiten ‘illusiepolitiek’. ‘Die lijn is van zijn leven niet rendabel te krijgen. Ze zouden hem willen doortrekken naar Hamburg en Scandinavië, maar de Duitse minister van Transport ziet daar niks in. En als Duitsland niet meedoet, is zoiets kansloos.’ Om zich heen zag hij de afgelopen jaren ‘flink wat’ van dergelijke ‘droomplannen’. Mak: ‘Een regio die bezig is met een fundamentele overgang heeft de neiging tot showbestuur. Leeuwarden 2018 was daar een typisch voorbeeld van – kijk ons eens de Culturele Hoofstad van Europa zijn – terwijl wérkelijk bestuur vaak een heel saaie bezigheid is: met pijn en moeite een instelling overeind houden. Friesland was vroeger een rijke provincie omdat het een soort een uitgesmeerde stad was. In de kleinste dorpen zaten orgelbouwers en zilversmeden – je houdt het niet voor mogelijk. Ik zou zeggen: BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 19 pak dat als regionaal bestuur opnieuw op. Zorg om te beginnen dat je de beste internetverbindingen ter wereld hebt.’ De duizenden huizen om de woningnood een halt toe te roepen moeten wat Mak betreft beter worden gepland. ‘Begin niet met huizen bouwen, maar met mogelijkheden ontwikkelen. Bijvoorbeeld in Gaasterland of aan de Friese punt van de Afsluitdijk, beide nauwelijks een uur van Amsterdam. Hoe kun je door te clusteren bepaalde groepen mensen aantrekken die het leuk vinden om daar met elkaar te wonen? Hoe ontstaat zo’n voorstad zonder slaperig te worden? Wat voor voorzieningen heb je nodig?’ PROBLEEMGEBIED En Jorwert, kunnen daar nog mensen bij? Mak: ‘Het naburige Mantgum is geschikter. Dat heeft een net iets grotere kern en ligt aan de spoorlijn. Maar ook in dorpen als Jorwert kun je nog best een paar huizen neerzetten. Zo zou je wellicht de school net overeind kunnen houden.’ Nieuwe mensen en nieuwe activiteit zijn sowieso in Friesland hard nodig, bleek Mak. ‘Ik dacht dat het hier economisch aardig ging, totdat ik de statistieken en regio-analyses ging nalopen. Je schrikt je een biet. Het is een probleemgebied. Afgezien van de landbouw is er weinig innovatie. Geen snel groeiende bedrijven. De vergrijzing is verdubbeld, de jeugd trekt weg. Je snapt best dat de provincie van alles doet om het tij te keren.’ Het bestuur zet vooral in op infrastructuur en toerisme. Onvoldoende, vindt Mak. ‘Wil je het toerisme stimuleren, dan moet je de mensen iets bieden. Varen is hier fantastisch. Maar als je je kop boven het riet uitsteekt, heb je niet zelden het idee dat je door een agrarisch industrieterrein vaart. Je moet niet alleen de natuur bewaken, maar ook het landschap. Overal is het typische Friese cultuurlandschap de afgelopen 25 jaar naar de gallemiezen geholpen. Friese politici en bestuurders kunnen tranen met tuiten huilen als ze het over het landschap hebben – in werkelijkheid interesseert het ze geen bal.’ De Friese bestuurscultuur draagt volgens Mak ook niet aan een oplossing bij. ‘Er is hier, zoals in veel kleine gemeenschappen, ADVERTENTIE veel sociale corruptie. Men is hier niet al te kritisch, volgende maand kun je elkaar immers weer nodig hebben, op welke manier ook. Dat heeft grote invloed op het publieke debat en de regionale journalistiek. Als je een statement maakt, is het alsof je een steen in een emmer modder gooit. Plop, verder niks. Iedereen is erg tevreden met zichzelf en met elkaar. Kritiek wordt als gevaar gezien, in plaats van als verbetering. Neem de discussie rond de snelweg naar Dokkum. Een actiegroep verzamelde prima alternatieven, want het is mallotig om een vierbaansweg aan te leggen naar een stadje van 13.500 inwoners. Dat snapt iedereen in Nederland, behalve in Friesland. Had dat extra geld gebruikt om in die kwetsbare regio de voorzieningen overeind te houden, de scholen, een ziekenhuis. In zo’n situatie mist men de bestuurskracht om het roer om te gooien.’ Een aardige graadmeter volgens Mak is of de hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant of een regionaal bestuurder op een receptie wel minstens drie boze mensen op zich afkrijgt. ‘Als dat te weinig gebeurt, heb je een serieus probleem.’
Pagina 20
20 ACHTERGROND CORONA DOOR: CRISTINA BELLON FOTO: ANP/HH Italië neemt het voortouw in Europa: vanaf 15 oktober wordt de ‘Green Pass’ er verplicht voor alle werknemers, zowel in de publieke als in de particuliere sector. Wie zich er niet aan houdt, wacht een boete en een schorsing. Maar… niemand kan worden ontslagen. GREEN PASS OF CORONATEST VERPLICHT VOOR ITALIAANSE AMBTENAAR ZONDER PAS NIET WELKOM OP KANTOOR Italië telt 3,2 miljoen ambtenaren. In minder dan een maand zullen zij zich moeten aanpassen aan de nieuwe wetgeving die van kracht is tot eind dit jaar. Wie de regels overtreedt, riskeert een boete die kan oplopen tot 1.500 euro. Een ambtenaar die de gebouwen niet kan betreden, wordt beschouwd als een ‘ongeoorloofde afwezige’ tot de overhandiging van de groene kaart; na vijf dagen afwezigheid wordt de arbeidsverhouding tijdelijk opgeschort en wordt ook het salaris opgeschort – en dat geteld vanaf de eerste dag van afwezigheid. Het decreet bepaalt wel dat ‘er geen tuchtrechtelijke gevolgen zijn en dat het recht om de arbeidsverhouding te behouden gehandhaafd blijft’. De minister van Overheidsadministratie, Renato Brunetta, benadrukt dat ‘het in geen geval mogelijk is de werknemer te ontslaan’. Maar Sandro Colombi, algemeen secretaris van de Italiaanse Unie van Ambtenaren (UILPA), een democratische vakbond die lid is van International Public Services en van European Federation of Public Service, countert: ‘In de overheidsadministratie is BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 21 ‘ Dit alles dreigt echt onhanteerbaar te worden’ tietafel met de vakbonden duidelijk wordt hoe aan complexe situaties een einde kan worden gemaakt.’ een schorsing van de dienst een zeer ernstige daad. Het is een tuchtprocedure, het blijft in het persoonlijk dossier van de werknemer; en bijvoorbeeld een schriftelijke aanmaning is voldoende om de werknemer te beletten aan de economische vooruitgang deel te nemen.’ En wie zonder groene pas wordt aangetroffen, riskeert een boete van tussen de 600 en 1.500 euro. Voor de leidinggevenden die niet hebben gecontroleerd of de regels zijn nageleefd en die de controleprocedures niet hebben voorbereid, is een boete van 400 tot 1.000 euro voorzien. CONTROLES Het is de verantwoordelijkheid van de leidinggevenden om na te gaan of de voorschriften worden nageleefd en de werkprocedures vast te stellen om de controles te organiseren, ook al worden deze steekproefsgewijs uitgevoerd. Met het verwachte volgende decreet zullen meer specifieke richtlijnen worden vastgesteld wat betreft de controleacties. In ieder geval moeten de overheidsmanagers een afgevaardigde aanwijzen aan wie zij de controle toevertrouwen. ‘Als de systeemfouten niet worden opgelost, is er geen doorkomen aan: het risico is dat er een nieuwe technische en controledienst wordt opgericht. We hebben te maken met heel veel verschillende gevallen, aangezien we te maken hebben met 3.200.000 werknemers – iets wat heel moeilijk te managen is. Wij kennen medewerkers die op bureaucratische problemen stuiten en die, ondanks het feit dat zij gevaccineerd zijn, hun groene pas niet hebben kunnen krijgen. Hoe kan een manager voor hen beslissen?’, verklaart vakbondsman Colombi. Deze nieuwe regels leiden bovendien tot organisatorische problemen omdat geschorste werknemers, zij het tijdelijk, moeten worden vervangen. ‘Degenen die worden geschorst, worden intern vervangen door degenen die al een andere functie hebben. Dit alles dreigt echt onhanteerbaar te worden. Wij pleiten er al lang voor dat alleen door het hervatten van de vakbondsonderhandelingen en een confrontaTEST: 15 EURO Hoe kun je een groene kaart krijgen? Gevaccineerd zijn met ten minste een eerste dosis, maar de pas vervalt als men de tweede dosis niet krijgt; niet langer dan negen maanden genezen zijn van Covid; een snel uitstrijkje laten maken niet langer dan 48 uur van tevoren, wat nu 72 uur is geworden voor moleculaire tests, waaronder de speekseltest. Die test is niet gratis. Hij kost 15 euro (8 euro voor jongeren onder de 18). Een uitzondering wordt gemaakt voor personen met een gecertificeerd gezondheidsprobleem: die moeten een medisch document laten zien. ‘Het is ondenkbaar dat een werknemer de test moet betalen! Het is alsof iemand die op een bouwplaats gaat werken een helm en veiligheidsschoenen moet betalen’, zegt Sandro Colombi. ‘Er zit een fout in het besluit van de regering. Die had blijkbaar niet de moed om vaccinatie verplicht te stellen vanwege interne problemen bij de regeringspartijen. De emmer is vervolgens doorgeschoven naar de werk nemers.’ In 2017 heeft een wet vaccinaties voor kinderen onder de 16 jaar verplicht gesteld voor 4 tot 10-jarigen. ‘Dat voorbeeld is voor herhaling vatbaar’, zegt de vakbondsman. ‘De testkosten van ambtenaren moeten door de Staat worden gedragen, omdat de kosten een onderwerp van discriminatie onder werknemers dreigen te worden.’ Premier Draghi heeft het verzoek afgewezen met als argument dat hij de voortgang van de vaccinatie niet wenst af te remmen. Gratis tests voor werknemers zouden het doel kunnen ondermijnen dat de regering zich voor het najaar heeft gesteld, namelijk om 90 procent van de 12-plussers te laten vaccineren en zo groepsimmuniteit te bereiken. De groene pas is bedacht als compromis. Het verplicht je niet, maar het duwt je in een bepaalde richting. Degenen die niet zijn gevaccineerd, vinden een reeks hobbels op hun weg. Volgens minister Brunetta is dat een goede logica: wie wordt gedwongen om zich elke 48 tot 72 uur te testen, heeft behalve financiële kosten ook een psychologische last. Daarom kan het verhogen van de kosten de harde kern van degenen die zich niet willen laten vaccineren, verkleinen. POLARISATIE Waarom heeft de regering niet meteen besloten vaccins verplicht te stellen? Sommigen beweren dat het een democratische keuze was, hoewel art. 32 van de Italiaanse grondwet bepaalt: ‘De Republiek beschermt de gezondheid als een fundamenteel recht van het individu en het belang van de gemeenschap, en garandeert gratis medische zorg aan behoeftigen. Niemand kan tot een bepaalde gezondheidsbehandeling worden verplicht dan door de wet.’ Het Italiaanse Constitutionele Hof heeft dus geoordeeld dat gezondheid niet alleen een ‘recht van het individu’ is, maar ook een ‘collectief belang’. VOORKOMEN RIGIDE MAATREGELEN Het doel dat de Italiaanse regering zich heeft gesteld, is veiligheid op het werk en verhoging van het aantal vaccinaties. Na het gebod van begin september, dat de verplichte groene pas uitbreidde tot schoolpersoneel en werknemers in bejaardentehuizen, is het nieuwe decreet van medio september een nieuwe stap op een route die de regering-Draghi heeft uitgestippeld: het weer openstellen van het stadsleven, slimmer werken beperken door terug te keren naar de werkplek en het vermijden van rigide maatregelen om het coronavirus te bestrijden. Giorgi Gori, de burgemeester van de door corona zwaar getroffen stad Bergamo, kan de maatregel billijken: ‘Het is een recht om je veilig te voelen op het werk. Ik geloof dat de groene pas voor ambtenaren het instrument is om de voorwaarden te scheppen voor een terugkeer naar werken in overheidsgebouwen.’ De burgemeester waardeert slim werken als een model voor de ambtelijke organisatie. Hij was al met een dergelijk experiment begonnen voordat corona arriveerde en besefte hoe het in feite mogelijk is om zelfs vanuit huis goed te werken. ‘Maar ik denk dat dit model moet worden opgenomen in een ontwerp van een moderne manier van werken en dat het niet mag afhangen van een noodsituatie. De veiligheid in de openbare diensten geldt voor de medewerkers, maar ook voor de burgers die er betrekkingen mee onderhouden. Ik ben van mening dat de groene kaart wel degelijk nodig is.’ Wel wordt als gevolg van het nieuwe decreet een reactie verwacht uit de hoek van de ook in Italië actieve anti-vaxxers. De laatste tijd vallen die journalisten lastig, ze proberen virologen en politici met doodsbedreigingen te intimideren en ze belegeren krantenredacties.
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 22 ACHTERGROND CORONA ‘Wij weten dat vaccinatieplicht zou leiden tot een verdere Enerzijds beschermt deze regel de burger in zijn recht op gezondheid en in zijn vrijheid om behandelingen te kiezen, anderzijds erkent hij een openbaar en collectief belang wat de gezondheid betreft, dat voor het individu de verplichting kan meebrengen om zich te onderwerpen aan behandelingen die bij wet zijn geregeld en binnen de grenzen die worden opgelegd door de eerbiediging van de menselijke persoon. ‘Wij weten dat vaccinatieplicht zou kunnen leiden tot een verdere polarisatie van de standpunten op dit gebied. Het vormt een muur, een groef tussen degenen die ja zeggen en degenen die nee zeggen’, geeft de minister van Volksgezondheid Roberto Speranza toe. OVERPLAATSING Toch heeft de Raad van Ministers in april decreet nr. 44 goedgekeurd. Dat verplicht alle gezondheidswerkers zich te laten vaccineren. Het decreet voorziet polarisatie van de standpunten’ ook in de situatie waarin de werknemers zouden komen te verkeren indien zij de verplichte vaccinatie niet zouden willen ondergaan. Voor overtreders golden en gelden dan sancties of overplaatsing. Er zijn zelfs gevallen bekend van artsen en gezondheidswerkers die uit hun functie zijn ontheven. ‘Omdat ik de eerste, tweede en derde golf heb meegemaakt en leiding heb gegeven aan een intensivecareafdeling die het grootste aantal coronaviruspatiënten heeft opgevangen, ben ik voorstander van vaccinatie in alle omgevingen waar de mogelijkheid bestaat dat er mensenmassa’s zijn’, zegt Elena Bignami. Zij is hoogleraar anesthesie en reanimatie aan de universiteit van Parma en directeur van de tweede afdeling anesthesie en reanimatie van het ziekenhuis van Parma. Dat ligt op enkele ADVERTENTIE kilometers van Lodi, dat het epicentrum van het coronavirus in Italië was. ‘Vaccinatie is momenteel het enige middel dat beschikbaar is om zowel de rondgang van het virus als de klinische gevangenschap die erdoor wordt opgelegd te helpen verminderen. Op dit moment hebben we alleen preventie, onze therapeutische strategieën zijn niet goed genoeg bekend. Alles wat we hebben, zijn vaccins, maskers en afstand houden. Tijdens de vierde golf, die in feite gelijkloopt met de vaccinatiecampagne, hebben we – ook al hebben we de groepsimmuniteit nog niet bereikt – voordelen gezien’, zegt ze. ‘Momenteel is 95 procent van de patiënten die aan corona overlijden ongevaccineerd.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 23 Als tal van Limburgse ambtenaren overgaan IN DE CLINCH naar een gemeenschappelijke regeling, krijgen ze minder verlofuren. Dat wordt gecompenseerd met een afkoopsom. Te weinig, vindt een van hen. Deugt die overgangsregeling eigenlijk wel? AFKOOPSOM HOEFT NIET TE WORDEN AANGEVULD De oprichting in 2013 van de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg (RUD-ZL) heeft ook gevolgen voor gemeenteambtenaar Cindy Oudeweg*. De RUD-ZL is een gemeenschappelijke regeling voor vergunningverlening, toezicht, handhaving en milieuadvies voor de provincie Limburg en achttien gemeenten, waaronder die van Oudeweg. Vanaf dat moment is al het provinciale en gemeentelijke personeel (ook Oudeweg) op detacheringsbasis werkzaam op het RUD-kantoor in Maastricht, in afwachting van een definitieve plaatsing. In het sociaal plan staat dat eventuele verschillen tussen de arbeidsvoorwaarden van de oorspronkelijke gemeente en die van de RUD-ZL worden opgelost door de gemeente, aan de hand van een eigen sociaal plan of maatwerkafspraken. Als Oudeweg bij haar gemeente eervol wordt ontslagen, krijgt zij een afkoopsom van 1.385 euro bruto, ter compensatie van het geringere aantal verlof- en dienstvrije uren bij de RUD-ZL. Dat is zo bepaald in de Regeling overgang medewerkers naar RUD Zuid-Limburg. Dat vindt zij echter te weinig: de afkoopsom betreft de jaren 20192022, Oudeweg wil een afkoopsom ontvangen tot aan haar AOW-gerechtigde leeftijd. De rechtbank Limburg bepaalt dat de afkoopsom één jaar langer mag lopen, tot en met 2023. Nog steeds onvoldoende, vindt Oudeweg, en ze tekent hoger beroep aan. Ze verwijst naar het sociaal statuut van haar vorige (gemeentelijke) werkgever: dat gaat Het aantal vrije uren bij de RUD is geringer dan bij de gemeente uit van ‘gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden’ bij een organisatiewijziging. Omdat het aantal vrije uren bij de RUD-ZL geringer is dan het aantal uren dat voor Oudeweg zou gelden bij voortzetting van het dienstverband bij haar gemeente, lijdt zij groot nadeel, vindt zij. De gemeente moet het geringe aantal verlof- en dienstvrije uren tot aan haar AOW betalen. De Centrale Raad van Beroep wijst dat af. De rechter toetst of het besluit over de afkoopsom wel kan berusten op de Overgangsregeling, en of deze niet strijdig is met hogere regelgeving. Daarbij let de rechter op algemene rechtsbeginselen en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Alleen het feit dat er (eventueel) strijd is met het beginsel van zorgvuldige besluitvorming en het motiveringsbeginsel maakt niet dat de Overgangsregeling onverbindend is. Deze is ADVERTENTIE CLOUD SECURITY MAANDAG 11 OKTOBER 2021 DEN HAAG MELD JE GRATIS AAN VIA CLOUD-SECURITY.NL tot stand gekomen in het Georganiseerd Overleg tussen werkgever en vakbonden. Vijf medewerkers wezen dit af, waaronder Oudeweg. Maar de Lokale Advies- en Arbitragecommissie vond dat de rechtspositionele voorzieningen uit het Sociaal Plan redelijk zijn. Kortom, volgens de Raad is de Overgangsregeling niet strijdig met het Sociaal Statuut (uitspraak 9 september 2021). Daarin staat ook dat de nieuwe werkgever (RUD-ZL) een arbeidsvoorwaardenpakket aanbiedt dat in zijn totaliteit ten minste gelijkwaardig is aan het pakket dat bij de gemeente gold. Dat een bepaald aspect van dat pakket, zoals de afkoopsom voor minder vrije uren, financieel niet volledig gelijkwaardig is voor een bepaalde ambtenaar of groep van ambtenaren, is het gevolg van keuzes die bij de totstandkoming van het onderhandelingsakkoord zijn gemaakt. Het financiële nadeel dat Oudeweg zou hebben geleden, betekent niet dat om die reden aan de Overgangsregeling dermate ernstige gebreken kleven dat deze niet aan het besluit over de afkoopsom ten grondslag mocht worden gelegd. Ook hoefde het college niet te kiezen voor maatwerk afspraken met de individuele medewerkers in plaats van de Overgangsregeling. Het sociaal statuut biedt immers de vrije keuze aan de werkgever. Oudeweg hoeft niet te rekenen op een riantere afkoopsom. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:2235
Pagina 24
24 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO: SEM VAN DER WAL / ANP-HH Het is lastig om fouten toe te geven, ook op overheidsniveau. Dat zorgde ervoor dat de komst van de marinierskazerne naar Vlissingen, die een boost had moeten zijn voor Zeeland, eindigde in een sof. Een speciaal adviseur kwam langs om de boel te lijmen. Hoe kijken de betrokkenen terug? LESSEN VAN DE ZEEUWSE KAZERNE-AFFAIRE KRONIEK VAN EEN MISLUKTE VERHUIZING LEGE WEIDEN De plek waar de marinierskazerne had moeten komen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 25 aan lokale kennis. ‘Zeeland heeft sterke, maar ook zwakke punten’, gaat Polman verder. ‘Niet alleen wat betreft de inhoud, maar ook bestuurlijk. Je moet heel goed kijken waar de kracht zit en waar je rekening mee moet houden.’ Het rijk schiet hierin tekort. Soms is er onvoldoende belangstelling. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) stelde in het advies ‘Rol nemen, ruimte geven’ al vast ‘dat bij het rijk sprake is van te weinig inhoudelijke kennis over wat er speelt in de regio’s en te weinig blijk van intrinsieke belangstelling voor de zorgen en noden van de regio’s.’ Het was een dieptepunt in de relatie tussen Zeeland en het rijk. De mariniers kazerne kwam niet naar Vlissingen, terwijl de provincie daar wel op rekende. Zeven jaar eerder was de afspraak gemaakt, en Zeeland was al volop bezig met de voorbereidingen. Zonder overleg was het ministerie van Defensie achter de schermen bezig met een alternatieve locatie. Financiële schade en verzuurde relaties waren het gevolg. ‘Onder onze neus voerden ze een geheime operatie uit om zich niet aan het contract te houden’, fulmineerde de Vlissingse burgemeester Bas van den Tillaar in maart 2020 in Binnenlands Bestuur. ‘Dit kabinet heeft het beeld gesanctioneerd dat je niet in zo’n tweederangs provincie moet zijn.’ De komst van de kazerne was al een goedmakertje in ruil voor de uit de provincie verdwenen rijksdiensten, en ineens besloot het rijk wat anders te doen. Terwijl keer op keer werd bevestigd dat men zich zou houden aan de afspraken uit 2012. ‘Het geschade vertrouwen is groot’, zei de Zeeuwse commissaris van de koning Han Polman. Daar ging de werkgelegenheid. En wat te denken van de imagoschade? Meerdere overheden stelden het rijk in gebreke, die krijgen een deel vergoed en er komen honderden miljoenen naar de provincie. Maar sommige dingen zijn niet met geld te repareren. Hoe kon er zo’n gebrek aan open communicatie en eerlijkheid ontstaan? ‘Ook op rijksniveau zit je soms in zo’n modus dat je het goed wilt doen en concrete oplossingen wilt als er een probleem is’, zegt Polman, terugblikkend op het debacle van de kazerne. ‘Als er dan iets slecht loopt, als er een dilemma is, kan het lastig zijn om dat te vertellen. De werkelijkheid komt dan pas naar buiten wanneer de oplossing klaar is.’ Eerlijk zijn en op tijd fouten toegeven dus. Het rijk moet eerlijk zijn over het gebrek DEZELFDE UITKOMST Het is een bekend probleem, erkent staatssecretaris Raymond Knops (Binnenlandse Zaken, CDA). ‘Ik moet eerlijk zeggen dat ik het vaak heb gezien. In de afgelopen vier jaar, maar ook daarvoor, ben ik veel bezig geweest met grensoverschrijdende samenwerking. Heel vaak zag ik dat in Den Haag het beleid werd bedacht en dat er niet automatisch werd nagedacht over de regio. Heel simpel gezegd zit dat hem in de rekenmethodieken: wat in de regio gebeurt, is eigenlijk altijd minder rendabel en komt lager op lijstjes te staan. Het zijn telkens prikkels met dezelfde uitkomst.’ Iemand die de rijksoverheid met haar neus op de lokale feiten drukte, was speciaal adviseur Bernard Wientjes, die de boel moest lijmen. Hij was lokaal in Zeeland aanwezig en wist wat er speelde. ‘Hij was adviseur, maar kon ook tegenspreken’, zegt Knops. ‘Hij vroeg van plannen of ze wel echt iets bijdroegen. Zo’n oliemannetje in het veld met zo’n heel team eromheen – dat heeft een heel belangrijke rol gespeeld.’ Polman beaamt dat. ‘Hij kon ook richting Zeeland kritisch zijn en prikte zo door sommige voorstellen heen. Dat heb je nodig. Het is prettiger als een onafhankelijke dat doet in plaats van dat het rijk ergens gehakt van maakt. Tegelijkertijd moet die persoon ook kritisch kunnen zijn richting het rijk: “Dat zeg je nu wel, maar hoe ga je het doen?” Daar is een kritische buitenstaander voor nodig.’ Naar aanleiding van Wientjes’ advies over compensatie (in het rapport Wind in de zeilen) wordt er 650 miljoen euro in de regio gestoken, komt er een groot justitieel complex naar Zeeland, krijgt Vlissingen een Delta Kenniscentrum en komt er een snellere treinverbinding tussen Zeeland en Noord-Brabant en de Randstad. ‘Over tien jaar hadden er in Zeeland zo’n 1.800 mariniers kunnen werken en wonen en had Vlissingen, naast een trotse havenstad ook een bruisende mariniersstad kunnen zijn’, schreef Wientjes in het rapport. ‘Met het compensatiepakket is hier een minstens zo sterk perspectief voor teruggekomen.’ Mooi, maar het zou nog mooier zijn als zulke incidenten in de toekomst zouden kunnen worden voorkomen. Zeker omdat, zoals de staatssecretaris opmerkt, dergelijke samenwerking in de toekomst nog veel vaker zal voorkomen. Bijvoorbeeld bij de energietransitie, het woningtekort, de klimaatuitdagingen en de kansenongelijkheid in Nederland. ‘Allemaal grote zaken, en daarom hebben het rijk en de regio elkaar meer dan ooit nodig. Daar moet je afspraken over maken en dat kan alleen maar met vertrouwen.’ LESSEN Dat zijn alvast enkele lessen: op tijd fouten erkennen en zorgen voor vertrouwen. En lokale kennis. Een belangrijke les van deze affaire is volgens Polman dat die lokale kennis niet mogelijk is zonder dat de overheden in de regio nauw bij het proces betrokken blijven. ‘Ze moeten aan tafel zitten en geïnformeerd blijven. Zo zorg je dat de volksvertegenwoordigers meedoen.’ Want het gaat hier om de inwoners. ‘Ze trokken met bussen naar Den Haag om duidelijk te maken dat wat hier gebeurde, echt niet kon. De inwoners betrekken we er goed bij. Via alle overheden, om te zorgen dat wat we hebben afgesproken ook echt gebeurt. Nu groeit het vertrouwen weer, stap voor stap.’ Een centraal aanspreekpunt is belangrijk voor dat vertrouwen. ‘Er is toch verkokering door de verdeling in ministeries’, zegt Knops. ‘Maar je kunt het niet door een rietje bekijken. Door de coördinerende bevoegdheid bij één bewindspersoon te plaatsen, hebben we kunnen voorkomen dat Zeeland al die torens af moet lopen.’ Wind in de zeilen heeft volgens Knops en ‘ Soms komt de werkelijkheid pas naar buiten als de oplossing al klaar is’
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 foto: Marco de Swart / ANP-HH 26 ACHTERGROND BESTUUR Polman die verkokering doorbroken. Het hele kabinet nam de verantwoordelijkheid voor een samenhangende oplossing, maar er was één coördinerend bewindspersoon aangesteld die het aanspreekpunt was voor het kabinet én de regio. Hiermee onderschrijft het kabinet het advies van de ROB om in het nieuwe regeerakkoord de grote opgaven duidelijk aan te wijzen en daar dan één minister verantwoordelijk voor te maken. Waarom werd Knops eigenlijk de verantwoordelijke bij Wind in de zeilen, terwijl zo veel om Defensie draaide? ‘Er was natuurlijk sprake van een situatie met weinig vertrouwen. En Defensie had besloten dat ze niet naar Vlissingen zouden gaan. Dus werd er gezocht naar een plan B. Ik was in die tijd minister van Binnenlandse Zaken en de premier vroeg of ik dat wilde oppakken, vanwege mijn eerdere grensoverschrijdende samenwerking met Zeeland. Ik was al actief in die regio en er moet enig raakvlak zijn. Maar je moet ook het mandaat hebben, en daar zit het interessante, want normaal ligt de ministeriële verantwoordelijkheid bij de minister. Zeeland zei echter, en dat begrijp ik wel, dat ze een bestuurder aan tafel willen. Dus ik kreeg het mandaat van de ministerraad om namens alle departementen te kunnen spreken.’ VERTRAGING De samenwerking heeft ook de neiging doorbroken van ministeries om zoveel mogelijk opties open te houden. Deze neiging beschermt bewindspersonen, omdat ze kunnen wachten met de beslissing, maar besluiten worden hierdoor laat genomen. Dat levert vertraging op en zet druk op de samenwerking. Wientjes begon juist bij de ministers, om te zorgen voor hun betrokkenheid, en ambtenaren vulden dat vervolgens in. ‘Zo kon een proces dat normaal jaren zou duren in drie of vier BESTUURSAKKOORD Staatssecretaris Knops (links) en cdk Han Polman na het tekenen van het bestuursakkoord maanden worden afgerond’, zegt Knops. Bij de aankomende grote opgaven is ook vanaf het begin gezamenlijke bestuurlijke betrokkenheid nodig. ‘Zodra de urgentie afneemt en het op uitvoering aankomt, moeten bestuurders niet terugvallen op routines. Ook daarvoor is een centraal bestuurlijk aanspreekpunt namens het kabinet noodzakelijk.’ De aanwezigheid van Wientjes in Zeeland, ondersteund door rijks- en regioambtenaren, zorgde volgens de betrokkenen voor wederzijds begrip – zij waren er speciaal om de verkokering te bestrijden. En door niet te proberen de eigen oplossingen af te dwingen, maar te beginnen met de gedeelde belangen, konden ze uitkomen bij wat de ROB ‘de maatschappelijke meerwaarde’ noemt. Als voorbeeld noemen ze het Justitieel Complex Vlissingen: de regio had belang bij werkgelegenheid en Justitie en Veiligheid zocht een locatie voor een rechtbank. Of het inmiddels in Vlissingen gevestigde Strategisch Kenniscentrum voor Georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit. Polman: ‘Dit past goed bij de problemen waar de Zeeuwse havens tegenaan lopen.’ En de schade aan de imago’s? ADVERTENTIE Het ‘imagoverlies dat Zeeland heeft geleden’ was volgens de Vlissingse burgemeester Van den Tillaar ‘onbetaalbaar’. Is dat nu allemaal weer goed? ‘Dat is de kort door de bocht’, zegt Van den Tillaar. ‘Het pakket moet nog gerealiseerd worden. Maar het is een goed pakket. Er wordt een fors bedrag geïnvesteerd en het leidt tot veel banen in de regio. Wientjes heeft ook bewust gezegd dat hij geen losse flodders wilde, maar een samenhangend geheel. We zien vanuit de stuurgroepen ook echt wel dat er resultaten worden geboekt: er zijn afspraken over nieuwe treinverbindingen en er is een concrete locatie voor het kenniscentrum.’ ‘Toentertijd gaf ik aan dat het niet zo makkelijk rechtgezet zou kunnen worden. Ik merk echter wel dat het traject als een voorbeeld wordt gezien voor de samenwerking tussen rijk en regio. Terecht. De werkwijze haakt aan op de kenmerken van de regio, er was een aanspreekpunt in Wientjes, een coördinerend bewindspersoon in Knops, en het ging over de grenzen van ministeries en departementen heen. Het is een aanpak om vaker te gebruiken.’ Atlas voor gemeenten heet vanaf nu Atlas Research  Een nieuwe naam en huisstijl  Met nog steeds scherpe inzichten en analyses  Opdrachtgevers: gemeenten | provincies | overheidsorganisaties ministeries | bedrijven meer informatie: www.atlasresearch.nl ONDERDEEL VAN foto: Marco de Swart / ANP HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: PATRICIA REHE / ANP-HH SOCIAAL ACHTERGROND 27 De toename van inwoners die huishoudelijke hulp via de Wmo bij hun gemeente aanvragen, leidt tot financiële tekorten en lange wachtlijsten. Het Wmo-abonnementstarief is volgens gemeenten de boosdoener. Gemeentelijke maatregelen om inwoners met een goed inkomen geen huishoudelijke hulp te geven, pikt minister De Jonge (VWS) niet. GEVOLG INKOMENSONAFHANKELIJKE EIGEN BIJDRAGEN WMO HUISHOUDELIJKE HULP IN DE KNEL In Amsterdam is het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp de laatste twee jaar zo hard gestegen dat er forse wachtlijsten zijn ontstaan. Een Amsterdammer die in april aanklopte bij het Wmo-loket van de gemeente, kan over anderhalf jaar voor het eerst hulp krijgen. Als iemand zich begin 2022 meldt, mag hij in zijn handen wrijven als hij over drie jaar aan de beurt is. ‘Onhoudbaar en onwenselijk’, stelt wethouder Simone Kukenheim (zorg, D66). ‘De kwetsbare mensen in onze stad met een kleine portemonnee staan in de kou.’ Zij hebben geen geld om de wachttijd te overbruggen door zelf hulp te regelen en betalen; mensen met een be‘ Mensen met voldoende geld zijn voldoende zelfredzaam’
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 28 ACHTERGROND SOCIAAL ter inkomen wel, verduidelijkt ze. En juist bij die groep zit de groei. ‘Tot twee jaar geleden was het aantal Amsterdammers met hulp bij het huishouden stabiel. Sinds 2019 zien we een enorme groei in het aantal aanvragen in welvarende wijken als centrum, Zuid en Buitenveldert. Voorheen regelden en betaalden deze mensen particuliere hulp. Sinds de invoering van het Wmo-abonnementstarief is het voor hen financieel aantrekkelijk om de hulp via de Wmo te regelen’, aldus Kukenheim. De oorzaak van de toename in aanvragen (1.200 in de afgelopen twee jaar), ligt volgens het gemeentebestuur dan ook hoofdzakelijk of zelfs helemaal in het Wmo-abonnementstarief. Dat is de inkomensonafhankelijke eigen bijdrage van maximaal 19 euro per maand. De groei zorgde vorig jaar in Amsterdam voor een budgetoverschrijding van 4 miljoen euro; zo’n 10 procent van het totaalbudget. Als er niets gebeurt, lopen de overschrijdingen op tot bijna 14 miljoen euro in 2024. Eind dit jaar staan er naar verwachting 1.600 Amsterdammers op de wachtlijst, een jaar later zo’n 2.800. Er is in 2022 10,4 miljoen euro extra nodig om de verwachte wachtlijst weg te werken. ONHOUDBAAR Kukenheim heeft minister Hugo de Jonge (VWS) voor de zomer een indringende brief gestuurd over de situatie in Amsterdam. De hoofdbood‘We zitten in een patstelling die doorbroken moet worden’ schap: de situatie onhoudbaar. Het kabinet moet gemeenten compenseren voor de extra kosten die zij maken sinds de invoering van het abonnementstarief. De Jonge heeft nog niet gereageerd, maar er is sinds de brief wel ambtelijk overleg. ‘De houding van VWS wijzigt echter niet. Het ministerie stelt dat de Wmo een basisvoorziening is, waarbij het inkomen geen rol mag spelen. Het ministerie ziet geen aanleiding om gemeenten extra te compenseren. We zitten in een patstelling die doorbroken moet worden.’ Het Wmo-abonnementstarief is in 2019 voor Wmo-maatwerkvoorzieningen en in 2020 voor algemene Wmo-voorzieningen ingevoerd. Tot die tijd hing de hoogte van de eigen bijdrage af van het inkomen. De maatregel is tegen de zin van gemeenten ingevoerd; zij vreesden een flinke toeloop van Wmo-cliënten. Die vrees is uitgekomen. In 2018 kregen bijna 391.000 Nederlanders huishoudelijke hulp; in 2020 was dat toegenomen tot ruim 496.000, zo blijkt uit de meest actuele CBS-cijfers (mei 2021). Een deel van die groei komt op het conto van mensen met midden- en hoge inkomens, zo blijkt uit die cijfers (zie tabel). Eind november publiceert het CBS nieuwe gegevens over het Wmo-gebruik over de eerste helft van dit jaar, waarbij de nu nog voorlopige cijfers over 2020 worden bijgesteld. Al geruime tijd lobbyt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) voor afschaffing van het Wmo-abonnementstarief of om volledige compensatie door het rijk van de zogeheten aanzuigende werking. VNG-directeur Leonard Geluk hoopt dat dit aan de formatietafel voor een nieuw kabinet wordt geregeld. Over 2019 heeft de VNG een claim van 105 miljoen euro bij het kabinet neergelegd. Dit ter compensatie van minder inkomsten uit eigen bijdragen en meer uitgaven op vooral de huishoudelijke hulp. Een toenemend aantal gemeenten wacht niet af en neemt maatregelen om de groei in toekenningen aan mensen met een middenof hoger inkomen een halt toe te roepen. In Amsterdam is sinds oktober vorig jaar een instroombeperking ingesteld. Alleen de meest kwetsbare cliënten die dringend hulp bij huishouden nodig hebben, krijgen die hulp nog. Anderen, voor wie de hulp wel nodig, maar niet urgent is, komen op een wachtlijst terecht. Kukenheim werkt daarnaast aan een werkwijze om aanvragen van mensen die de hulp zelf zouden kunnen betalen af te wijzen. ‘Schaarse middelen moeten we inzetten voor mensen die het echt nodig hebben.’ MOREEL APPÈL Leusden weegt sinds april het inkomen mee bij de beoordeling van een Wmo-aanvraag, Krimpen aan den IJssel neemt het sinds juli ook mee bij de afweging van de maatwerkvoorziening. In Beesel is de raad medio juni akkoord gegaan met het voorstel een inkomenstoets te hanteren; waarbij een inkomensgrens van 150 procent van het bruto wettelijk minimumloon geldt. Alphen aan den Rijn wil vanaf januari een inkomenstoets invoeren. Verschillende gemeenten doen een moreel appèl op inwoners om de hulp uit eigen zak te betalen als ze dat best kunnen, zoals Voorschoten. Inwoners krijgen daar ook geen huishoudelijke hulp als zij eerder op eigen kosten een hulp hadden. In Goes geldt die regel ook. ‘Gemeenten zijn van nature niet geneigd om de grenzen van de wet op te zoeken. Dat ze dit toch doen, laat de financiële nood zien’, stelt Geluk. Net zoals in Amsterdam nemen ook in Beesel de kosten voor huishoudelijke hulp een ‘flinke hap uit de begroting’, aldus wethouder Bram Jacobs (Wmo, CDA). Hij zag het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp stijgen van 277 in 2018 naar 488 dit jaar. In 2018 bedroegen de uitgaven hiervoor 861.000 euro tegen bijna 1,3 miljoen euro vorig jaar. De totale begroting van de gemeente omvat 36 miljoen euro. Om het tij te keren, heeft ook Beesel eerder dit jaar een inkomenstoets ingevoerd. ‘Tijdens het keukentafelgesprek wijst de Wmo-consulent op de inkomenstoets en legt uit dat we de maatregel nemen om de kosten te beheersen. Met een handvol mensen is sinds de nieuwe maatregel inmiddels een gesprek gevoerd en er is alom begrip voor. Ze vonden het eigenlijk bij nader inzien volstrekt logisch om de hulp zelf te regelen.’ Deze mensen hebben na het keukentafelgesprek geen officiële aanvraag voor een voorziening ingediend. ‘Die mogelijkheid wordt hen wel geboden, zodat ze met een afwijzing in bezwaar kunnen gaan’, verzekert Jacobs. ‘We willen een vangnet kunnen blijven bieden voor de meest kwetsbare inwoners, ook in de toekomst.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 29 AANTALLEN WMO-CLIËNTEN MET HUISHOUDELIJKE HULP 2018 2019 86.545 237.490 50.290 15.445 < 15.000 euro 15.000-30.000 euro 30.000-50.000 euro > 50.000 euro Ook van de inwoners krijgt Jacobs veel bijval voor de inkomstentoets. ‘Er is breed maatschappelijk draagvlak. Veel mensen die ik spreek, zeggen dat het van de gekke is dat iemand die huishoudelijke hulp kan betalen, daar toch voor bij de gemeente aanklopt.’ Die ervaring heeft ook wethouder Hugo van der Wal (sociaal domein, SGP) van Krimpen aan den IJssel. ‘Ik word regelmatig, letterlijk, met applaus begroet.’ Zijn gemeente is samen met Leusden deze zomer door minister Hugo de Jonge (VWS) hard op de vingers getikt. De gemeenten handelen volgens de minister in strijd met de Wmo 2015, omdat het inkomen niet mag worden meegewogen. Beide gemeenten moeten hun besluit terugdraaien en als dat niet gebeurt, draagt De Jonge ze ter vernietiging aan de Kroon voor. Voor 15 oktober moeten de twee gemeenten hem laten weten wat ze doen. NIET TERUGDRAAIEN ‘Het college is niet van plan om de raad voor te stellen het besluit terug te draaien’, stelt wethouder Van der Wal vastberaden. ‘Volgens het gedachtegoed van de Wmo hebben gemeenten de plicht om inwoners te ondersteunen die niet zelfredzaam zijn. Als een inwoner voldoende inkomen heeft, kan hij of zij zelf huishoudelijke hulp regelen en betalen en is dus voldoende zelfredzaam.’ Ook de Leusdense wethouder Fenneke van der Vegte (zorg, GroenLinks-PvdA) is niet van plan in te gaan op het verzoek van de minister. ‘Wij vinden dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen.’ In haar gemeente zijn vier op de tien aanvragers naar schatting financieel draagkrachtig genoeg om zelf een hulp te regelen en te betalen. Als de minister gaat ingrijpen, gaat Krimpen aan den IJssel tegen het besluit tot vernietiging van de Wmo-verordening in beroep bij de Raad van State, stelt Van der Wal. De voorbereidingen daartoe worden al getroffen. Leusden zal zich op dat moment gaan beraden. ‘Als VNG steunen we gemeenten die 61.137 275.855 70.470 25.780 2020 65.680 303.280 89.980 35.855 maatregelen nemen volledig’, stelt VNG-directeur Geluk. Het gaat wel om morele steun. ‘Met het invoeren van een inkomenstoets of andere maatregelen die in de ogen van VWS wettelijk niet kunnen, lopen gemeenten risico. Wij vinden dat ze dat risico moeten nemen.’ Eind vorig jaar heeft de VNG gemeenten opgeroepen de grenzen van de wet op te zoeken. Dat was nadat uit de tweede monitor abonnementstarief Wmo bleek dat de invoering van de inkomensonafhankelijke eigen bijdrage heeft geleid tot een forse stijging van het beroep op vooral de huishoudelijke hulp. Het kabinet wil gemeenten daarvoor niet extra compenseren. In 2019 was er ten opzichte van 2018 een stijging van 17,4 procent, en vorig jaar daarop nog eens een stijging van 11,8 procent. ‘En mogelijk heeft corona een dempende werking op het aantal aanvragen gehad’, stelt Marc Timmerman, senior-adviseur van BDO. ‘Dat zou ook voor cijfers over 2021 kunnen gelden.’ Hij stelt dat het ‘aannemelijk’ is dat de stijging van het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp een-op-een verband houdt met de invoering van het Wmo-abonnementstarief. De vergrijzing neemt weliswaar toe, maar niet zo veel. BDO constateerde eerder dit jaar, op basis van de gemeentelijke jaar rekeningen over 2019, dat de nettolasten voor de Wmo in 2019 harder zijn gestegen dan die op de jeugdzorg. Een soortgelijk onderzoek over 2020 is volop aan de gang. GOED VERHAAL Wethouder Jacobs is niet bang dat minister De Jonge ook in Beesel gaat ingrijpen. ‘We hebben een goed verhaal. Het schaarse geld moet beschikbaar blijven voor de kwetsbaren in de samenleving. Mensen met voldoende geld zijn voldoende zelfredzaam. Gemeenten hebben volgens de Wmo 2015 alleen een zorgplicht voor inwoners die niet zelfredzaam zijn.’ Hij vindt, evenals andere wethouders en de VNG, dat gemeenten niet serieus worden genomen. ‘De minister blijft bij zijn argumenten en staat niet voor andere open’, aldus Van der Vegte. Het zit de gemeenten dwars dat het rijk met de invoering van het Wmo-abonnementstarief sturingsmogelijkheden van gemeenten heeft afgesneden, maar dat niet (voldoende) compenseert. Zij stellen tevens dat De Jonge telkens naar jurisprudentie verwijst, maar die is achterhaald. ‘De rechtelijke uitspraken dateren van voor de invoering van het Wmo-abonnementstarief’, benadrukt Van der Wal. Van der Vegte: ‘In tegenstelling tot wat er in de Memorie van Toelichting van de Wmo 2015 staat, heeft het rijk de eigen bijdrageregeling gewijzigd. Voorheen werd het inkomen wel meegewogen. Nu het kabinet dat heeft geschrapt, is er volgens ons juist ruimte ontstaan om het inkomen mee te wegen.’
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 30 SERIE KLIMAATCRISIS DOOR: RENÉ DIDDE FOTO: FLIP FRANSSEN / ANP-HH Eindhoven is de warmste stad van Nederland. Maar ook op Almere na de groenste. Er moet nog veel meer groen bij om de hitte beter te beteugelen. Slot van een drieluik over de gevolgen van de klimaatcrisis voor gemeenten. BERICHT UIT DE HEETSTE STAD EINDHOVEN MOET LEREN TOCHTEN HITTERECORD In Eindhoven werd op 24 juli 2019 het nationaal warmterecord verbeterd tot 39,3 graden Wie vanaf station Eindhoven over de Vestdijk het stadscentrum inloopt, ziet een breed fietspad dat aan beide zijden wordt geflankeerd door een groenstrook. Daarin zijn uitbundig groeiende siergrassen als zegge, het pijpenstrootje en vingergras te zien. De blauwviolette bossalie is een blikvanger, net als het blauwe longkruid. Dennen en berken vormen de hoge begroeiing. Het wegdeel voor de auto’s is betrekkelijk smal en in het midden opnieuw gescheiden door een verdiepte groenstrook. ‘Onder dit deel ligt een bergingsbassin voor regenwater’, wijst beleidsmedewerker water en klimaatadaptatie Luuk Postmes van de gemeente Eindhoven. ‘Waar mogelijk zijn regenpijpen van winkels en woningen hier afgekoppeld. Het water bezinkt in een bed van grind. We vangen hier het regenwater van de straat op. En de planten zijn uitgekozen omdat ze zowel goed tegen periodes van droogte als tegen nattigheid kunnen.’ Aan de andere zijde van het centrum loopt de Keizersgracht. Steen en asfalt overheersen. Het is de bedoeling dat de gemeente Eindhoven binnenkort ook deze verkeersader vergroent. Autoverkeer wordt gereduceerd. Klinkerstroken langs de weg transformeren tot robuuste groenvakken. Het in de herfst gevallen blad mag als compost blijven liggen tot vreugde van de insecten. Bewoners en winkeliers worden aangespoord en geholpen met de aanleg van geveltuintjes. Terug richting station lopen we langs nog enkele voorbeelden van de oude aanpak versus de nieuwe. Het voorheen grauwgrijze Clausplein waaraan de befaamde Witte Dame ligt, is vergroend met plantenperken en grasstroken. De uitbater van een café in dit voormalige Philips productiecomplex met kantoren heeft deze septemberdag het terras vol. Een eindje verderop liggen mensen op het heuvelachtige grasveld met bomen. ‘Deze vergroening heeft plaatsgevonden boven op de parkeergarage. Heuvels bieden voldoende ruimte voor de wortelvorming bij de bomen’, legt Postmes uit. Verderop zullen het Wilhelminaplein en Victoriaplein eenzelfde gedaantewisseling ondergaan. HITTE-EILANDEN De voorzieningen zijn niet alleen bedoeld voor berging van regenwater en bestrijding van de droogte. Ze dienen in de stenige binnenstad ook om de oplopende temperatuur en hittestress tijdens hittegolven te bestrijden. Want Eindhoven was tijdens de langdurige hittegolven in 2018, 2019 en 2020 al enkele keren de heetste stad van Nederland. ‘En dat is een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 SERIE 31 KLIMAATKEUZES K He kli De Ine Bi ge Ein Het IPCC-rapport maakt duidelijk dat het klimaat sneller verandert dan we dachten. De kans op extreem weer neemt toe. Ineen driedelige serie inventariseert Binnenlands Bestuur de gevolgen voor gemeenten. In deel drie: de warmste stad, Eindhoven. ten’ van asfalt en beton. Er ontstaan in dergelijke versteende plekken ‘hitte-eilanden’ waar de temperatuur omhoogschiet, zo blijkt uit ‘hittestresskaarten’, deels gebaseerd op satellietwaarnemingen. De armste wijken zijn de warmste wijken, heet het al. In de stad is het tijdens een hittegolf gemakkelijk acht graden warmer dan op het platteland. En ook binnen de stad zijn er grote verschillen tussen een lommerrijk park met waterpartijen en een stenig stadscentrum. Vijf graden hoger, in alle steden. Wie vanaf een koel park de stad in fietst of loopt, krijgt op hete dagen een warme dweil in het gezicht. Daar komt bij dat de luchtverontreiniging door autoverkeer langer blijft ‘hangen’ in een hete atmosfeer. Op het stadhuis legt Thijs de vergroeningsplannen uit die de hitte dragelijker moeten maken. Voor een enorme kaart van de stad wijst hij op drie groene wiggen die langs drie assen de stad in wijzen. ‘Brainport Park vanuit het noorden, de Karpen/Dommelpark in het oosten en de Genneper Parken vanuit het zuiden’, zegt hij. ‘Zij vormen samen Eindhovens groene longen en we werken eraan om de drie wiggen in het centrum te laten samenkomen, zodat er tijdens hittegolven luchtstromen zijn die de stad “doortochten” en zorgen dat er als het ware flinke ventilatiekanalen ontstaan.’ titel die we liever niet willen hebben’, zegt wethouder Rik Thijs (klimaat & energie, GroenLinks). Niet alleen behoort Eindhoven samen met Arcen, Venlo en Venray volgens de KNMI-cijfers gemiddeld tot de warmste steden van de laatste dertig jaar. De vijfde stad van Nederland (236.000 inwoners) is na Almere tevens de groenste stad van Nederland, en dat weerspiegelt de ambitie van de gemeente om zich te wapenen tegen de klimaatverandering. De stijging van de temperatuur komt vooral hard aan in grote steden, met dichtbebouwde stadscentra en ‘arbeidersbuurDERTIG VOETBALVELDEN Er is nog veel werk aan de winkel. Volgens de hittestresskaarten die Eindhoven zoals veel gemeenten heeft laten maken, beschikken liefst 41 van de 109 buurten en wijken van de stad over minder dan 75 vierkante meter openbaar groen. ‘Die wijken gaan we flink vergroenen en in de binnenstad geven we iedere projectontwikkelaar en bouwer de opdracht mee om bij elke woning acht vierkante meter groen aan te brengen. Dat is een eis’, zegt Thijs. Ongeveer 21.000 nieuwe woningen in het centrum zouden op die manier dertig voetbalvelden extra groen opleveren. Dat lijkt een onmogelijke opgave als je naar de woontorens kijkt die rond het NS-station zullen verschijnen. De gemeente denkt evenwel dat er met groene daken, groene balkons en groene gevels veel is te bereiken. Ook de eerste tien tot vijftien meter van zo’n woontoren kan worden ingericht als een groene plint, met hangende tuinen. Een voorbeeld daarvan wordt het nieuwbouwcomplex de ‘Nieuwe Bergen’, een vijftal gebouwen met 235 huur- en koopwoningen aan de westkant van de binnenstad met groene daken, in 2024 gereed. Over de extra kosten van de hittemaatregelen is de wethouder laconiek. ‘Veel ontwikkelaars en woningcorporaties hebben het licht gezien en maken een combinatieslag met de energietransitie. Als we de dwingende regelgeving gewoon overal en aan iedereen opleggen, krijg je een gelijk speelveld. Ze bouwen graag, hier in Eindhoven.’ Een van die corporaties is ’Thuis, met 3.600 sociale woningen in Eindhoven. ‘Voor het tegengaan van hittestress moet je rekening houden met de woonomgeving, de woning en bewoner’, zegt Olaf van Dijk, hoofd projecten van ’Thuis. In de oude arbeiderswijk Vredesplein zijn vierhonderd woningen uit 1920 gesloopt. ‘Het waren woningen met grote achtertuinen, oorspronkelijk door verlichte werkgevers bedoeld om groente te verbouwen en de was op te hangen’, zegt Van Dijk. In het nieuwbouwplan is er grond tussen corporatie en gemeente geruild, waardoor de versteende tuinen en nauwe straatjes zijn omgetoverd tot groenstructuren, aldus Van Dijk. ‘Deze groene vingers dragen bij aan koeltegebiedjes.’ De woningen zijn al in 2010 gasloos gemaakt. De warmte komt van een zogeheten warmte-koude-opslag in de bodem. Met een warmtepomp wordt in de winter de warmte uit de bodem opgewerkt. ‘En in de zomer zorgt het systeem voor koeling uit de bodem. Een airco is het niet, maar het scheelt wel een paar graden.’ MEDITERRAAN En dat brengt Van Dijk bij de bewoner. ‘Zij moeten nog steeds wennen aan het systeem. Als je tijdens een hittegolf ‘s ochtends de ramen en deuren openzet, is het effect van de warmtepomp nul.’ Mensen moeten met andere woorden leren in deze perioden ‘mediterraan’ te wonen. Ramen, deuren en gordijnen dicht. ‘Pas dan heeft koeling uit de bodem zin’, zegt ook Claudia Bouwens, programmaleider Klimaatadaptie en Natuur
Pagina 32
presenteert 3 gratis webinars + live event (invite only)     Webinar 1 Digitale soevereiniteit 7 oktober 2021 16.00 - 16.45 uur Webinar 2 Energietransitie    16.00 - 16.45 uur Webinar 3  20 januari 2022 16.00 - 16.45 uur Live event (invite only)    De digitale infrastructuur in Nederland behoort tot een van de beste ter wereld. Maar de noodzakelijke versterking ervan staat                                                  en techbedrijven over de regels voor vestiging en noodzakelijke energietransities. Nederland heeft een heldere visie nodig. Meld u aan en praat en denk mee over de toekomst              in samenwerking met: Dutch Digital Infrastructure Associaon BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 Foto: Sem van der Wal / ANP-HH SERIE 33 inclusief bouwen (KAN) namens de NEPROM, Bouwend Nederland en Woningbouwers.nl. ‘Iedereen weet dat je de ramen van je auto dicht moet houden als je de airco aan hebt.’ Dat simpele bewustzijn is belangrijk. Bouwens ziet een grote rol weggelegd om goed geïsoleerde nieuwbouw of gerenoveerde woningen milieuvriendelijk te koelen met koude uit de bodem. ‘Dat kan voor een blok woningen of hoogbouwappartementen met een collectieve voorziening als warmte-koude-opslag in de bodem. Of bij individuele woningen met een bodemwarmtepomp.’ Er is evenwel nog een slag te maken. ‘We weten dat zonwering werkt om de warmte buiten te houden, en dat begroeiing aan de gevel en een vegetatiedak, liefst in een dik pakket, de hitte dempt’, aldus Bouwens. Natuurlijk moeten bewoners hun tuin zo inrichten dat er veel groen in staat en water kan wegzakken. ‘Stenige tuinen zijn funest voor hitte en droogte.’ Nieuwe eisen in onder meer de provincie Zuid-Holland, metropoolregio Amsterdam en in Utrecht verordonneren gemeenten om te zorgen voor een koele plek binnen driehonderd meter van elk huis. Dat zal zijn weerslag hebben op de stedenbouw. ‘We zouden de huizen en straten bovendien zo kunnen oriënteren dat er altijd een verkoelend briesje kan waaien, een wijsheid die de Romeinen al in de praktijk brachten’, vertelt Claudia Bouwens. Ook de aandacht voor de keuze van het type en dichtheid van bomen is belangrijk. ‘Een te dicht beplante bomenrij houdt de verkoelende wind tegen.’ KWETSBARE GROEPEN Niet alleen stedenbouwkundigen, ook architecten moeten meer aandacht besteden aan temperatuuroverschrijding binnenshuis. De traditionele voorkeur voor veel glas bevordert ‘s zomers hittestress binnenshuis. Het kan leiden tot ernstige gezondheidsklachten bij bewoners. Hoge temperaturen leiden tot slecht slapen, agressie en verminderde arbeidsproductiviteit. Tijdens hittegolven gaan in Nederland volgens TNO ongeveer veertig mensen per dag extra dood, vooral ouderen. Ook kinderen, vooral baby’s, behoren tot de kwetsbare groepen. ‘Wie de stad in fietst, krijgt een warme dweil in zijn gezicht’ Voor heel Noord-Brabant maakt het team Gezondheid, Milieu en Veiligheid van de drie GGD’s in de provincie een omgevingsscan. ‘Daarin brengen we de ruimtelijke leefomgeving in verband met de beleving van bewoners en gezondheidseffecten’, zegt Rob van Aalburg van het team. ‘We voeren met alle gemeenten, waaronder Eindhoven, goede gesprekken in welke wijken de leefomgeving het beste kan worden vergroend om daarmee de vorming van hitte-eilanden in versteende stadswijken en pleinen tegen te gaan’, aldus Van Aalburg. De GGD wijst gemeenten ook op mogelijke risico’s van de vergroening in relatie tot de gezondheid van de inwoners. ‘Wat zijn de effecten van meer planten op mensen die gevoelig zijn voor hooikoorts? Wat betekenen wadi’s en waterpartijen voor de muggenplagen? En de aanleg van groenblauwe voorzieningen is één, maar beheer en onderhoud is minstens zo belangrijk.’ AANGENAAM Op het stadhuis is wethouder Rik Thijs zich daarvan bewust. Hij wijst trots op het Inwonersplein, de nieuwe ontsluiting van de hoogbouw van het gemeentehuis. Er is veel groen en ruimte voor regenwateropvang. Zelfs op de groene daken van bijgebouwen zijn omgevallen boomstammen neergelegd. ‘Op dat plein kan water verdampen, het biedt koelte en schaduw. Gaan we aan de voorzijde, bij het nu nog stenige plein ook doen. Niet ontwerpen met de vraag “waar kan hier nog een boom staan”, maar “hoe past het plein in de groene basis”.’ Achter het stadhuis verplaatst een bob-cat stapels grond. ‘We kiezen hier, langs de Dommel, in samenspraak met het waterschap voor groen dat past bij de begroeiing van het Dommeldal’, zegt Thijs. De gemeente gaat ook de Gender, een oude afgedamde beek, weer meer door het centrum laten lopen. Aanpassen aan de klimaatverandering is een transitie die tijd kost. ‘De stenen stad omvormen naar een groene stad moet nog meer tussen de oren komen’, zeggen Thijs en Postmes. ‘De rottijd van corona heeft veel bewoners bewust gemaakt dat de aandacht voor groen in de directe leefomgeving belangrijk is. Het zal straks nog veel meer mensen hier gaan opvallen dat het ook in het centrum van Eindhoven echt aangenaam en koel is geworden.’
Pagina 34
34 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: MAARTEN BRANTE / ANP-HH Veel burgerschapsdocenten in het mbo zien studenten met financiële problemen in hun klas. In de vier grootste steden geldt dat voor vier op de vijf docenten. Slechts 16 procent denkt dat 18-jarigen in staat zijn om juiste financiële keuzes te maken. Tijd voor actie, vinden Amsterdam en Rotterdam. DRINGEND BEHOEFTE AAN FINANCIËLE EDUCATIE MBO’ERS VANGNET VOOR JONGE GELDEZELS ‘Mijn nichtje mocht geen telefoonabonnement van haar ouders, dus toen heb ik het maar gedaan’, hoorde de Amsterdamse wethouder Marjolein Moorman (PvdA, onderwijs en armoede) onlangs van een jongere met schulden. ‘Dat is heel lief, maar toen zat zij dus vast aan twee abonnementen, wat ze niet kon betalen.’ Jongeren die in de financiële problemen raken, omdat ze verkeerde financiele keuzes maken, hebben niet alleen zichzelf daarmee, maar jagen gemeenten, verantwoordelijk voor de schuldhulpverlening, ook op kosten. Uit Nibud-onderzoek onder mbo-studenten (2015) blijkt dat bijna vier op de tien mbo’ers een schuld heeft. Maar de helft van hen ziet het financiële probleem niet. Ze maken zich ‘niet druk’, terwijl dat misschien wel nodig is om grotere financiële problemen te voorkomen. Tijdens de coronacrisis zijn die problemen alleen maar groter geworden, omdat jongeren relatief vaak te maken hadden met inkomstenverlies (Nibud 2020). Uit het onderzoek bleek dat het belangrijk is om aandacht te geven aan financiële educatie onder jongeren. Mbo-docenten Burgerschap spelen hierbij een belangrijke rol. De gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Wijzer in geldzaken, een voorlichtingsorganisatie die ressorteert onder het ministerie van Financiën, wilden weten welke aandacht deze docenten besteden aan financiële vaardigheden van hun studenten. Onlangs verscheen het rapport van onderzoeksbureau DUO. Bijna alle docenten geven aandacht aan het thema. Veel doen dat in een vaste periode van het schooljaar. De helft roert het aan op momenten als Prinsjesdag of rond de belastingaangifte. Gemiddeld besteden docenten elf uur per klas per schooljaar aan het onderwerp en vooral aan ‘kennis’ erover. Minder aandacht is er voor vaardigheden, gedrag en houding. De meeste docenten laten het liefst een expert een gastles geven. Voor twee derde van de docenten is daar (ruim) voldoende budget voor, maar een derde heeft geen of te weinig budget. Driekwart ziet in het aanbieden en financieren van educatieve activiteiten (workshops, gastlessen, voorlichting) een rol voor de gemeente. Die zou ook budgetgesprekken of inloopspreekuren voor studenten door budgetcoaches kunnen organiseren. Docenten verwijzen wel door naar de gemeente bij constatering van financiële problemen. Toch weten vier van de vijf niet of hun gemeente budget, lesmateriaal of tools over financiële educatie aanbiedt. SCHOKKEND Het meest opvallend is toch dat 64 procent van de docenten studenten in de klas ziet met financiële problemen met als uitschieter 82 procent in de vier grootste steden. Slechts 16 procent van de docenten acht studenten capabel om juiste financiële keuzes te maken. ‘Schokkend’, aldus de Rotterdamse wethouder Michiel Grauss (schuldenaanpak en armoedebestrijding, CU-SGP). ‘Maar toch heb ik liever wel cijfers, dan niet. Docenten hebben dit probleem goed in beeld. We zijn de armste stad van Nederland. We moeten harder aan de slag.’ Grauss is blij dat de cijfers zo duidelijk zijn, ‘want docenten hebben hierbij een taak’. Vooral studenten van de (lagere) niveaus 1 en 2 hebben minder goed overzicht over hun financiën en daardoor vaker problemen. Docenten zien als oorzaken armoede Jongeren met financiële problemen jagen gemeenten ook op kosten BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 35 in de gezinnen waar ze uitkomen en niet zelfredzame ouders. Sommige studenten hebben geen ouders om op terug te vallen. En soms maken studenten zelf onverstandige keuzes en daardoor schulden. Dat merken docenten doordat ze hun boeken of laptop niet kunnen betalen, niet meedoen met uitstapjes of altijd in dezelfde kleren naar school komen. Sommigen nemen geen lunch mee of zijn veel afwezig of moe door (nachtelijke) bijbaantjes, zoals Uber-chauffeur. Het aantal jongeren in de schulden is de afgelopen vijf jaar verdubbeld, en dat baart de Amsterdamse wethouder Moorman zorgen. ‘Het heeft levenslange effecten. Onbeheersbare schulden worden alleen maar groter, want ze krijgen boete op boete. Schulden geven stress en leiden weer tot andere problemen, zoals schooluitval, baanverlies, ggz-problematiek tot huisuitzetting aan toe. Voorkomen is natuurlijk beter, maar dit beeld valt me niet mee.’ DUBBEL Wijzer in geldzaken besloot twee jaar geleden al om het vizier meer op het mbo te richten. ‘Die leeftijd van 18 jaar is een cruciale fase in het leven, waarop je ook in de problemen kunt komen. Gemeenten doen veel aan schuldpreventie, Het aantal jongeren in de schulden is de afgelopen vijf jaar verdubbeld maar de mbo’s met de veelal autonome docenten zijn lastig te bereiken’, zegt Suzanne Elferink, programmamanager onderwijs van Wijzer in geldzaken. De onderzoeksresultaten noemt ze ‘dubbel’. ‘Het is fijn dat docenten het belangrijk vinden en er iets aan doen, maar het is schrikken dat ze zoveel financiële problemen zien.’ Veel docenten zijn onbekend met projecten over financiële educatie, onder meer van gemeenten. ‘Daar ligt een communicatievraagstuk.’ Ze vreest dat het aantal studenten in financiële problemen na de coronacrisis verder is gestegen. ‘Dat is ernstig, hun leven moet nog beginnen en het is moeilijk om eruit te komen.’ Met geldproblemen ben je sowieso kwetsbaarder voor het aanbod van gemakkelijk geld. Het fenomeen ‘geldezels’ is niet altijd bekend. ‘Als iemand hen benadert om even geld op hun rekening te zetten, weten ze dat er iets niet klopt, maar niet wat. Het puberbrein neemt gemakkeHebben mbo-studenten financiële problemen?* 4% Nee Weet niet Ja, ik onderneem geen actie Ja, ik onderneem actie 8% 56% Een mbo-student van 18 is in staat tot de juiste financiële keuzes.* 2% Helemaal mee eens Eens Neutraal Oneens Helemaal oneens Weet niet 5% 4% *Volgens burgerschapsdocenten 14% 38% 37% 32% lijk impulsbeslissingen. Als ze dan ook nog eens niet goed zijn voorgelicht, is zoiets zomaar gebeurd.’ Na aangiftes worden geldezels altijd gepakt, dus er zijn steeds weer nieuwe nodig, vervolgt Elferink. ‘Het staat vaak op Instagram-accounts: gemakkelijk geld verdienen. Veel gemeenten zijn ermee bezig.’ Er is ook veel uitwisseling tussen gemeenten over schuldpreventietrajecten, weet Elferink. ‘Maar het aanbod aan financiële educatie is erg versnipperd. Er zijn veel goede materialen en projecten, maar er is niet één fantastisch lespakket dat iedereen gebruikt. Ieder initiatief moet de scholen
Pagina 36
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 ACHTERGROND 37 weer zelf bereiken. Dat maakt het lastig.’ Rotterdam en Amsterdam bieden verschillende initiatieven rond schuldpreventie en financiële educatie op mbo’s, aldus Elferink. ‘Maar er zijn ook veel docenten in andere gemeenten die niet weten wat de gemeente hun kan bieden.’ In Rotterdam leeft 17,7 procent van de kinderen in armoede, het hoogste percentage van Nederland, ruim dubbel zoveel als het landelijk gemiddelde (8,5 procent, CBS). ‘De Stadsmarinier Schulden wijst mij op de verbanden tussen armoede, schulden en criminaliteit’, vertelt wethouder Grauss. Onlangs werden in Rotterdam bij een grote actie tientallen ‘geldezels’ aangepakt. ‘Zij lopen tegen de lamp, maar de misbruiker blijft buiten beeld. Dat is een zorg van politie, OM en reclassering, maar ook van ons.’ Grauss zag tijdens een zitting met eigen ogen wat er aan de hand is. ‘Zo’n jongere zit zo in de knel, dan hebben wij als gemeente een betere manier om eruit te komen.’ VERBETEREN Rotterdam heeft het Jongeren Perspectief Fonds, vertelt Grauss. ‘Daarin strijden we samen met jongeren om van de schulden af te komen. Daar staat dan een prestatie van de jongere tegenover.’ Grauss schrok ervan dat mbo-docenten gemeentelijke projecten niet goed weten te vinden en wil inzetten op meer samenwerking. ‘We hebben meer ervaringsdeskundigen nodig. Vorig jaar zijn er driehonderd online lessen gegeven, dat moeten we met andere partijen verbeteren.’ Het Albeda College en het Zadkine College zetten ouderejaars uit mbo of hbo in om relevante thema’s te bespreken, zoals schulden. ‘Dat is in your face, hoor. Ik vroeg een van hen of ze dit niet liever privé wilden bespreken. “Nee, want het loopt over mijn schoenen”, zei ze. “Ouderejaars heb‘Misschien moeten we bedrijven aanpakken die schulden aanjagen’ ben er verstand van, dus ga ik bij hen zitten met financiële vragen.” Op het Zadkine zeggen ze: neem die enveloppen maar mee, wij komen er wel uit.’ Amsterdam zet fors in op het voorkomen van schulden onder jongeren en investeert in financiële educatie, vertelt Moorman. Ook door de inzet van peers, vergelijkbare jongeren die voor de verleiding zijn bezweken en nu over hun ervaring vertellen. ‘Je moet oppassen dat je geen geldezel wordt, overzicht houden op jouw boekhouding en weten wat op krediet kopen betekent. Wapen je tegen verleidingen op sociale media met alleen mooie merkkleding.’ De gemeente Amsterdam stuurt alle 18-jarigen een verjaardagskaart met uitleg over wat er allemaal verandert voor hen, zoals de eigen zorgverzekering. ‘We zien daar ontzettend veel problemen. Ze betalen hun zorgverzekering niet, want “ze worden toch nooit ziek”, maar het is een verplichting. Soms wonen ze niet meer thuis, maar zijn ze ook niet ingeschreven en hebben jarenlang geen premie betaald. Dan heb je daarna een grote rekening.’ Ook Amsterdam heeft een schuldsaneADVERTENTIE ringstraject voor jongeren, waarbij hun schuld deels wordt kwijtgescholden en ze tegelijk ‘mijlpalen’ vaststellen, zoals een tentamen halen of werk vinden. ‘Zo kunnen ze na drie jaar een schuldenvrije nieuwe start maken.’ Zorgen zijn er over kwetsbare jongeren in instellingen. ‘Van hun zeventiende naar hun achttiende zijn er buddy’s die hen begeleiden in hun proces naar zelfredzaamheid. Dat helpt echt.’ Beter nog krijgen zij al op jongere leeftijd les over hoe met geld om te gaan en over risico’s van schulden. ‘Eigenlijk wil ik dat er op de basisschool bij rekenen praktijkvoorbeelden worden gegeven’, zegt Grauss. ‘Sommige dingen zijn heel duur. We hebben Het Gouden Ei-lessen, waarin de oudsten leren wat duur en goedkoop is. Ze organiseren een maaltijd en leren in de onderste schappen te kijken, waar goedkopere producten liggen.’ STRENGE LESSEN De prijs van schulden is hoog, weet wethouder Moorman. Ze wijst naar bedrijven die ervoor zorgen dat jongeren schulden krijgen. ‘Want wie is er nou schuldig? In Den Haag ziet men nu ook in dat het niet altijd de eigen schuld van mensen is. Is het normaal om zulke schulden te maken? Misschien moeten we dat beperken en aanjagende bedrijven aanpakken, zoals internetgokken, postorderbedrijven en op krediet afbetalen.’ Ze wil in gesprek met mbo’s om de gemeentelijke voorzieningen bekender te maken en gelooft in lessen door peers op middelbare scholen. ‘Dat zijn mooie, indrukwekkende lessen. Een jongen vertelde dat hij jarenlang had gezworven. Had hij een vast woonadres, dan kreeg hij brieven die hij nooit openmaakte, waarop hij weer vertrok. Dat zijn echt strenge lessen van zo’n stoere jongen die het leven heeft geleefd. Dat komt wel bij ze aan.’
Pagina 40
DOOR: WILMA VAN HOEFLAKEN BEELD: MARIETTE CARSTENS EN CHRIS KEULEN / ANP-HH FINANCIËN SPECIAL 41 Het begon met de burgemeesters van vijftien grote steden, maar inmiddels roepen vrijwel alle gemeenten het kabinet op om te investeren in kwetsbare gebieden en de sociale tweedeling aan te pakken. ‘Gemeenten kunnen dit niet alleen.’ OPROEP GEMEENTEN AAN KABINET: ‘SAMEN IN ACTIE TEGEN TWEEDELING’ ‘Voor de leefbaarheid en veiligheid van Nederland moet het nieuwe kabinet werken aan herstel en perspectief van kwetsbare stedelijke gebieden die te maken hebben met hardnekkige sociale problemen en achterstelling’, aldus vijftien burgemeesters van grote steden in een oproep aan het kabinet. In hun manifest ‘Dicht de kloof’ pleiten de burgemeesters voor extra investeringen in gebieden met een stapeling van problemen, zoals onderwijsachterstanden, werkloosheid, armoede, schulden en criminaliteit. Ze vragen het kabinet om jaarlijks 400 miljoen euro uit te trekken voor de zestien ernstige probleemgebieden in hun gemeenten – een van de gemeenten, Amsterdam, telt twee ernstige probleemgebieden. In mei presenteerden de vijftien burgemeesters hun manifest. Een maand later nam de Algemene Ledenvergadering van Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de motie-Hengelo aan, waarin fijntjes opgeroepen werd tot ‘het bevorderen van kansengelijkheid, leefbaarheid en veiligheid in alle 352 gemeenten’. De motie-Hengelo was ondertekend door bijna twintig grote gemeenten – waaronder Alphen aan den Rijn, Enschede, Maastricht, Nijmegen en Zoetermeer. Niet toevallig allemaal gemeenten die niet hoorden bij de ondertekenaars van het manifest ‘Dicht de kloof’. De motie-Hengelo roept het VNG-bestuur op om ‘een langjarige integrale landelijke aanpak met een passend structureel financieel arrangement te ondersteunen’. Zo kan een doorbraak geforceerd worden om kansengelijkheid, leefbaarheid en veiligheid te bevorderen, aldus de opstellers van de motie. De motie werd vrijwel unaniem aangenomen. ‘We onderstrepen de boodschap van de vijftien gemeenten’, zegt Peter Heijkoop (CDA), wethouder in Dordrecht, VNG-bestuurslid en voorzitter van de commissie Participatie, Schuldhulpverlening en Integratie (PSI) van VNG. ‘We staan vierkant achter een integralere aanpak op het gebied van veiligheid, leefbaarheid, armoede, onderwijs en wonen. Maar we zeggen wel: beperk je niet tot vijftien gemeenten, want deze problematiek speelt ook in andere steden. Het mag niet zo zijn dat iemand in een zeer kwetsbare positie wel wordt ondersteund als hij in gemeente A woont en niet als hij in gemeente B woont.’ GESTAPELDE PROBLEMATIEK ‘Dat gemeenten zich genoodzaakt voelden de motie-Hengelo in te dienen, betekent dat zij iets vinden van het feit dat vijftien gemeenten eigenstandig zijn opgetreden’, zegt Heijkoop. ‘Maar de motie is bedoeld om de boel weer bij elkaar te brengen. We ‘ Kinderen die het sowieso al moeilijk hadden, staan nog meer op achterstand’ nemen geen afstand van het manifest ‘Dicht de kloof’, maar we sluiten ons erbij aan.’ De gelederen zijn gesloten. ‘Ik juich toe dat het onderwerp kansengelijkheid zo duidelijk is geagendeerd’, laat de Hengelose wethouder Mariska ten Heuw (SP), lid van de VNGcommissie PSI, per e-mail weten. ‘Op inhoud zijn alle gemeenten het eens over de problematiek en wat er nodig is om deze aan te pakken.’ Jan Hamming (PvdA), burgemeester van Zaanstad en een van de ondertekenaars van het manifest, vindt dat het manifest en de motie elkaar versterken. ‘We trekken samen op.’ De Groningse burgemeester Koen Schuiling (VVD), eveneens ondertekenaar van het manifest, zegt: ‘Wij hebben in ons manifest de gestapelde problematiek naar voren gebracht. Ik vind het positief dat andere gemeenten het daardoor ook weer zwaar op de agenda hebben gezet.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 42
hét fullservicebureau Hoe maakt u Europees geld beschikbaar voor de ambities van uw organisatie? Kijk voor meer informatie op: vindsubsidies.nl/overheid SPECIAL 43 Op de vraag waarom de gemeenten niet van het begin af aan samen optrokken, zegt Schuiling: ‘Dat heeft een historische achtergrond. De zestien gebieden in de gemeenten die het manifest ondertekenden, waren door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) al geïdentificeerd als gebieden met een problematiek die vergelijkbaar is met die in Rotterdam-Zuid.’ ‘Het gaat om gebieden met gestapelde problematiek’, stelt Cor Lamers (CDA), burgemeester van Schiedam en ook een van de ondertekenaars van het manifest. ‘Gebieden waar je te maken hebt met onderwijsachterstanden, huisvestingsproblemen, sociale problemen en openbare ordeproblemen. Het cumuleert; dat maakt gebieden kwetsbaar.’ Hij voegt eraan toe: ‘We zijn er niet trots op dat Schiedam op dat lijstje staat.’ De burgemeesters van de vijftien gemeenten maakten in het kader van het programma Leefbaarheid en Veiligheid al eerder afspraken met de minister van BZK om de problemen in kwetsbare wijken integraal aan te pakken. De aanpak in Rotterdam-Zuid geldt daarbij als voorbeeld. OPLOPENDE SCHULDEN In het manifest ‘Dicht de kloof’ vragen de vijftien burgemeesters structureel om 400 miljoen euro per jaar voor de ernstige probleemgebieden in hun gemeenten en om 100 miljoen voor probleemwijken in andere gemeenten. ‘Je moet oog hebben voor de ‘ Wijken gaan ook achteruit doordat de ondermijnende criminaliteit er een vinger achter de deur krijgt’ problemen elders in het land’, zegt Lamers. ‘Nu staan wij op de lijst, maar over een paar jaar misschien een andere gemeente.’ Als het gevolg van de motie-Hengelo is dat het geld nu uitgesmeerd gaat worden over 352 gemeenten, is dat niet gunstig, vindt Schuiling. ‘Als je het zo gaat verdelen dat iedereen ongeveer hetzelfde krijgt, gaan we niet de effecten bereiken die we willen. Als andere gemeenten last hebben van dezelfde problematiek, moet de koek groter.’ Heijkoop is niet blij met de gevraagde jaarlijkse 400 miljoen euro voor de vijftien gemeenten en 100 miljoen euro voor andere gemeenten. ‘Dat doet geen recht aan de enorme kwetsbaarheid in veel wijken.’ De motie-Hengelo roept het VNG-bestuur op om in overleg te gaan met gemeenten en Binnenlandse Zaken om te komen ‘tot een passend programma waarin de criteria geobjectiveerd worden’. Zo kan recht gedaan worden aan het feit dat de problematiek in veel gemeenten om aanvullende ondersteuning van het rijk vraagt, aldus de opstellers van de motie. Ten Heuw: ‘De VNG vraagt om voldoende rijksbudget om gebiedsgerichte inzet te plegen op alle plekken, buurten en wijken in het land waar dit nodig is.’ Heijkoop zegt: ‘De VNG gaat ervan uit dat BZK afspraken maakt die in lijn zijn met de besluiten van de Algemene Ledenvergadering van de VNG.’ Volgens hem betekent dit dat niet dat alle gemeenten een beetje extra budget krijgen. Het idee is dat in kaart gebracht wordt welke problemen waar spelen, zodat duidelijk is welke wijken extra ondersteuning nodig hebben. ‘En dan gaat het niet om 400 miljoen euro plus 100 miljoen euro, maar om een substantieel bedrag om de problemen in de kwetsbare steden en wijken aan te kunnen pakken.’ Volgens Heijkoop loopt dat in de miljarden. Overigens deden de vijftien burgemeesters in juni 2020 op initiatief van Hamming ook al een beroep op het kabinet om maatregelen te nemen om een verdere tweedeling in hun BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 44
TROTS WERK. Als toonaangevend bureau op het gebied van projectcontrol zijn we trots op de bijdrage die we leveren aan grote en kleinere projecten in de fysieke leefomgeving. Wij zorgen er voor dat projectteams altijd over consistente informatie beschikken. Zo worden projecten op tijd en binnen budget gerealiseerd en worden publieksgelden effectief besteed. Benieuwd hoe wij trots werk leveren? Ga naar www.palladio.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 SPECIAL 45 steden tegen te gaan. Dat de andere VNG-gemeenten hier destijds niet op reageerden, komt volgens Heijkoop doordat het toen om een eenmalige financiële bijdrage ging. In hun manifest van 2020 wezen de vijftien burgemeesters op het rapport van de Tijdelijke Werkgroep Sociale Impact onder leiding van de Amsterdamse burgemeester Halsema, die de sociale gevolgen van de coronacrisis analyseerde. In dit rapport staat dat de coronacrisis tot meer sociale problemen leidt. Oplopende schulden kunnen leiden tot andere problemen zoals stress, eenzaamheid, huiselijk geweld, leerachterstanden of zelfs dakloosheid, aldus de Tijdelijke Werkgroep. KWETSBARE WIJKEN Inmiddels is het bijna anderhalf jaar later. Heeft corona de maatschappelijke tweedeling versterkt? Johan Hamster (CU), wethouder in Stadskanaal en Beste Lokale Bestuurder van 2020, heeft die indruk niet. ‘Bij ons niet. Misschien heeft corona in individuele gevallen de problemen vergroot, maar in onze regio is het voor veel mensen sowieso al lastig om de eindjes aan elkaar te knopen.’ Schuiling ziet de verscherpte tweedeling wel. ‘In Groningen ligt de vaccinatiegraad in kwetsbare wijken 6 procent lager dan in de rest van de stad, dat zegt wel wat.’ Ook Lamers signaleert dat de tweedeling is toegenomen. ‘Kwetsbare Schiedammers worden harder geraakt door de gevolgen van corona dan andere Schiedammers, zowel sociaal en economisch.’ Als voorbeeld noemt hij de kinderen die tijdens de lockdown niet naar school konden. Schiedamse basisschoolleerlingen kunnen de beschikking krijgen over een computer, maar toch heeft in de praktijk niet iedereen een computer in huis en niet alle ouders zijn in staat om hun kinderen te helpen. Lamers: ‘Een deel van de kinderen verdween van de radar, de leerkracht kon geen contact met hen krijgen. Dus kinderen die het sowieso al moeilijk hadden, staan nog meer op achterstand.’ Hamming zegt: ‘In Zaanstad raken we op een aantal fronten nog verder achterop. Jeugdproblematiek, huiselijk geweld, werkloosheid, armoede. Mensen in de wijkteams, onderwijspersoneel en politie zien dat gebeuren.’ ‘Gemeenten kunnen veel, maar niet alles’, zegt Lamers. ‘Er zijn problemen die we niet meer zelf aan kunnen.’ De bestuurders hopen op een regeerakkoord dat hen helpt om de problemen aan te pakken. ‘Het is een slechte zaak dat de formatie zo lang duurt’, vindt Hamster. ‘We hebben meer middelen nodig. Investeren is nagenoeg onmogelijk. We zouden graag een impuls willen geven aan de samenleving in plaats van weer te moeten bezuinigen.’ Vorig jaar weigerde Stadskanaal verdere bezuinigingen en koos de gemeente ervoor geen sluitende begroting in te dienen. Begin 2021 stelde de provincie de gemeente onder financieel toezicht. ‘De begroting sluitend krijgen gaat wederom niet lukken’, verwacht Hamster. Ten Heuw mailt: ‘Er zijn meerdere dossiers waarbij we als gemeenten moeten beschikken over toenemende budgetten, zoals jeugdhulp en WMO.’ Hamster: ‘Geef gemeenten de ruimte om te doen waar ze goed in zijn, namelijk de inwoners bedienen.’ LANGE ADEM Hamming benadrukt dat behalve geld ook ‘ontschotting’ nodig is. ‘We sluiten pacten met partijen in de kwetsbare wijken om het tij te keren. Dat kan niet zonder het rijk. Voor een sociaal offensief is het noodzakelijk om de verkokering te doorbreken tussen beleidsterreinen als onderwijs, werk, hulpverlening, wonen en ondermijning.’ Heijkoop zegt: ‘Gemeenten hebben een grote rol bij onderwijsachterstand, schuldenproblematiek en leefbaarheid in de wijken. Maar het is belangrijk dat er ook een link gelegd wordt met criminaliteit en veiligheid. Wijken gaan ook achteruit doordat de ondermijnende criminaliteit er een vinger achter de deur krijgt.’ Ten Heuw benadrukt dat de aanpak meerjarig moet zijn. ‘We hebben het over problemen die je niet van vandaag op morgen opgelost hebt. Er is langere tijd commitment en budget nodig.’ Hamming noemt zelfs een termijn van 20 jaar. ‘Dit is een zaak van lange adem. Je moet niet afhankelijk zijn van collegeperiodes of verkiezingen.’ Heijkoop zegt: ‘Daarom moet dit ook geen project worden, maar een nationaal programma.’ Hij is optimistisch over de afspraken die in het regeerakkoord gemaakt zullen worden. Het belang van een gebiedsgerichte integrale aanpak werd genoemd in de voorstellen van Rutte en Kaag en in de notitie van informateur Hamer. ‘Ik hoor links en rechts dat de partijen die gaan formeren veel aandacht hebben voor de kwetsbare wijken. De beleidsmakers in Den Haag hebben de urgentie goed op het netvlies. Iedereen beseft dat dit zo’n massieve opgave is, dat rijk en gemeente hier schouder aan schouder moeten staan.’
Pagina 46
46 SPECIAL FINANCIËN DOOR: DJAJA OTTENHOF Banken moeten meer doen dan leningen verstrekken en betalingsverkeer regelen. Ze hebben ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Nu Nederland uit de crisis komt, is een onderdeel van hun maatschappelijke taak om te helpen bij de aanpak van grote uitdagingen van de tijd. Zoals het woningtekort, de energietransitie en langdurige werkloosheid. MAATSCHAPPELIJKE TAAK BANKEN IN HERSTEL VAN CORONACRISIS INVESTEREN OM SCHADE TE VOORKOMEN ‘ De Rabobank heeft als maatschappelijke opgave de verduurzaming van de landbouw’ Na de crisis van 2008 kwam de financiële sector onder een vergrootglas te liggen. Er kwam een brede discussie op gang over de rol van de bank in de maatschappij en economie. De commissie-Wijffels concludeerde in 2013 dat banken tekort waren geschoten in hun dienstverlening en hun eigen belang boven dat van hun klanten hadden gesteld. Ze moesten het vertrouwen herwinnen en laten zien dat zij er zijn voor de klant en dat ze de belangen van de maatschappij in het oog houden. ‘Elke instelling vult het anders in, maar ik denk dat iedereen wel heeft geïdentificeerd dat ze een bredere maatschappelijk functie hebben gekregen. Je moet duidelijker maken waarvoor je er bent en waarom je iets doet’, zegt Gita Salden, bestuursvoorzitter van BNG Bank. Als instelling die de publieke sector bedient, stond maatschappelijke impact bij BNG Bank altijd al op de eerste plaats. Maar dat geldt voor iedere bank, stelt Salden. De coronacrisis was een eerste echte test hoe serieus banken die maatschappelijke rol nemen als het erop aankomt. De economie viel voor een deel stil en het zag ernaar uit dat de werkloosheid flink zou oplopen. ‘Het was een enorme klap. Als je kijkt naar de geschiedenis dan is dit een van heftigste recessies ooit geweest’, zegt Menno Middeldorp, econoom bij de Rabobank. Maar grootschalige overheidssteun heeft de schade beperkt, gaat hij verder. ‘We hadden hier een financiële crisis bovenop kunnen krijgen. Dat is niet gebeurd en dat komt in eerste instantie door beleidsingrepen om de vraagkant van de economie in stand te houden en ervoor te zorgen dat bedrijven niet meteen omvielen.’ AFNEMENDE INKOMSTEN Naast de overheid hebben banken meegeholpen om de effecten van de crisis te dempen. Ze gaven klanten die in de problemen kwamen betalingsuitstel en verstrekten noodkredieten. Tegelijkertijd hielden ze de reguliere kredietverstrekking op peil. Volgens de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is er in de ruim anderhalf jaar vanaf het begin van de crisis voor 64 miljard euro aan leningen verstrekt. De klanten van BNG Bank werden ook zwaar geraakt door de coronacrisis. Klanten in de zorg kregen het drukker, maar zagen ook inkomsten wegvallen, bijvoorbeeld doordat behandelingen niet doorgingen. Gemeenten kregen er taken bij zoals het opzetten van hulploketten en uitvoeren van regelingen, terwijl inkomsten uit parkeergelden en toeristenbelasting afnamen. Als de kredietverstrekker van deze partijen was de rol van BNG Bank om naast de klanten te blijven staan en ze waar nodig te steunen, vertelt Salden. ‘We zijn een stabiele financier die er was en blijft met financiering tegen aantrekkelijke voorwaarden. Maar we zijn ook een partner die met kennis en kunde kan meedenken. We hebben gewoon een langetermijnrelatie, for better or worse blijven we bij de klant in het publieke domein.’ Nu de crisis langzaam in de achteruitkijkspiegel verdwijnt, is het belangrijk dat investeringen worden gedaan voor de lange termijn, zegt Middeldorp. ‘We hadden een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 SPECIAL 47 goede startpositie en nu, post-corona, is er nog steeds een sterk argument voor gerichte investeringen om de langetermijngroei van de economie omhoog te brengen. Dan bedoel ik investeringen die in de toekomst extra economische groei opleveren, zodat je ze kunt terugverdienen, of investeringen om schade te voorkomen, bijvoorbeeld door financiering van de energietransitie.’ Hierbij denkt de econoom aan investeringen door de overheid, maar de financiële sector kan natuurlijk ook een bijdrage leveren. Die pakt de handschoen op. Sinds januari is volgens de Nederlandse Vereniging van Banken meer dan 30 miljard euro aan nieuwe leningen verstrekt. Daarnaast zijn er initiatieven speciaal voor bedrijven die hard zijn geraakt. ABN Amro, ING en Rabobank hebben met pensioenfonds ABP 400 miljoen euro beschikbaar gesteld voor bedrijven die willen investeren, maar er door de crisis financieel slecht voorstaan. NIEUWE LENINGEN BNG Bank verwacht dit jaar zo’n 11 miljard euro aan extra langlopende leningen te verstrekken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de financiering van investeringen door woningcorporaties om het woningtekort aan te pakken, maar ook van investeringen in verduurzaming. De rol van de bank moet hierbij verder gaan dan alleen maar die van geldverstrekker, denkt Salden. ‘Onze ambitie is om klanten in het publieke domein te helpen met hun maatschappelijke vraagstukken. Alle gemeenten en woningcorporaties en de meeste zorginstellingen bankieren bij ons. Onze klanten geven ons terug dat wij die kennis en kunde en dat netwerk kunnen inzetten, ook bij de departementen waar we komen.’ Ze vertelt over de aanleg van warmtenetten die BNG Bank heeft gefinancierd. ‘De kennis en kunde die we daarbij hebben verzameld, kunnen we bundelen en ter beschikking stellen aan andere klanten. Onze klanten vinden het plezierig om erover kunnen praten met een bank die dicht bij ze staat, die ze goed kent.’ Kunnen andere banken dezelfde rol spelen voor hun klanten als BNG Bank doet voor banken in de publieke sector? Absoluut, antwoordt Salden, die ook lid is van het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Banken. ‘Wij zijn krachtig en kundig in het publieke domein, ik denk dat bijvoorbeeld de Volksbank een krachtige propositie heeft met BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 48
VAN ONZE KENNISPARTNER SPECIAL 49 bankieren met de menselijke maat. De Rabobank heeft als maatschappelijke opgave de verduurzaming van de landbouw.’ LANGDURIGE WERKLOOSHEID Een ontwikkeling die aan het begin van de coronacrisis zeker niet was verwacht, is het ontstaan van grote krapte op de arbeidsmarkt. Het aantal vacatures is op dit moment groter dan het aantal werklozen. Dit is voor een deel het gevolg van de overheidssteun, legt econoom Middeldorp van de Rabobank uit. ‘Een gedeelte van de bedrijven die steun hebben gekregen, zou normaal gesproken failliet zijn gegaan. Dat is even verborgen gebleven door de brede steun. Het is eigenlijk nodig dat zij nu mensen loslaten, zodat die kunnen verschuiven naar de bedrijven die ze hard nodig hebben. Dat zou een gezonde ontwikkeling zijn.’ KRAPTE ARBEIDSMARKT De Raad van State mist in de vorige week gepresenteerde Miljoenennota van het demissionaire kabinet een belangrijk thema: de krapte op de arbeidsmarkt. Gezien de toenemende krapte en het structureel lagere arbeidsaanbod bij een grotere vraag naar arbeid, is meer aandacht daarvoor wenselijk. De adviesraad waarschuwt voor een mismatch op de arbeidsmarkt, zeker met het oog op uitdagingen op de lange termijn, zoals het klimaat, de woningmarkt, de tweedeling op de arbeidsmarkt en de uitvoeringsproblematiek. Met alleen arbeidsmarktarrangementen is die mismatch niet op te lossen. En dat terwijl die mismatch zich volgens de RvS op een recordniveau bevindt, daarbij verwijzend naar de arbeidsmarktindicator van ABN Amro. Die bank stelt dat die mismatch deels is veroorzaakt door de steunmaatregelen, aldus de Raad. ‘Die hebben een ontslaggolf voorkomen, maar hebben ook mobiliteit naar sectoren met een sterke vraag naar arbeid tegengehouden. Mogelijk neemt de arbeidsmarktkrapte weer deels af, na afbouw van de steunmaatregelen en de afname van het aantal coronagerelateerde banen. Desondanks bestaan er zorgen dat de krapte op de arbeidsmarkt ook wordt veroorzaakt door meer structurele elementen, zoals vergrijzing, het ontbreken van gereguleerde arbeidsmigratie en beletsels voor meer arbeidsparticipatie van vrouwen.’ COLUMN JAN VERHAGEN Salden herkent de problemen. Klanten van BNG Bank uit de zorgsector worstelen hier ook mee. Maar zij zou graag zien dat de krapte op de arbeidsmarkt wordt aangegrepen om langdurig werklozen aan de slag te helpen. ‘Er zit veel problematiek bij mensen die langdurig niet aan het werk zijn. Denk bijvoorbeeld aan het verlies van vaardigheden en van structuur. Gemeenten willen daar echt meer mee doen. Tegelijk zien wij dat als wij aan bestuurders in de zorg vragen wat voor hun top of mind is, ze allemaal het tekort aan arbeidskrachten noemen. Wij hebben zowel zorginstellingen als gemeenten als klant en kunnen hier de verbinding maken en het pleidooi om dit aan te pakken kracht bijzetten.’ Natuurlijk begint de maatschappelijke rol van een bank met het verstrekken van krediet en het goed laten verlopen van het betalingsverkeer. Maar het beschikbaar maken van kennis en kunde en het leggen van de verbinding tussen verschillende vraagstukken en domeinen hoort er ook bij, net als het houden van een pleidooi om een bepaald vraagstuk aan te pakken als de bank die noodzaak signaleert. Zo breed is de maatschappelijke rol die de financiële sector na de coronacrisis kan spelen. HET DAK OP De gemeenten gingen met Prinsjesdag uit hun dak toen ze hoorden dat ze volgend jaar veel extra geld krijgen. Ongeveer 700 miljoen euro erbij, omdat het rijk ongeveer 7 miljard euro per jaar extra uitgeeft voor het klimaat, en het gemeentefonds ‘trap op’ 10 procent meegroeit met de rijksuitgaven. Het rijk geeft volgend jaar echter niet alleen 7 miljard euro extra uit voor het klimaat, maar ook 7 miljard euro extra aan ProRail. Daarvoor krijgen de gemeenten er echter geen cent bij. 700 miljoen euro gemist. Hoe dat kan? ProRail is de organisatie die de spoorlijnen beheert. Dat is een publieke taak, maar ProRail is een privaatrechtelijk bedrijf, een besloten vennootschap. De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat wil ProRail omvormen tot een publieke organisatie, een zelfstandig bestuursorgaan. Dat is een ingewikkelde en dure operatie. Ten eerste moet ProRail door de omvorming miljarden aan omzetbelasting, vennootschapsbelasting en dividendbelasting afrekenen. Daarvoor geeft het Rijk miljarden extra subsidie aan ProRail. Ten tweede moet ProRail gaan voldoen aan allerlei overheidswetten: de Wet openbaar bestuur, de Mededingingswet, de Algemene wet bestuursrecht, de Archiefwet en de Wet Nationale Ombudsman. De hele administratie moet worden aangepast aan de eisen van een zelfstandig bestuursorgaan. Ook daarvoor krijgt ProRail extra subsidie. Ten derde is voor de omvorming een wet nodig, met juridische kosten. Als ProRail sinds zijn ontstaan in 2005 een zelfstandig bestuursorgaan zou zijn geweest, dan hadden alle subsidies in de afgelopen zestien jaar gewoon ‘trap op’ meegeteld voor het gemeentefonds. Dan hadden de gemeenten die 700 miljoen euro gewoon ‘ Trucje van 700 miljoen’ in de afgelopen zestien jaar gekregen – ruim 40 miljoen euro per jaar. Maar minister Hoekstra van Financiën heeft besloten dat de gemeenten geen 10 procent krijgen van de 7 miljard euro subsidie voor ProRail. De gemeenten kunnen het dak op. Dat doet hij met een technisch trucje, door deze subsidie ‘buiten het uitgavenplafond’ te zetten. Juridisch correct, moreel heel fout. Ik hou niet van zulke trucjes. Ik hou wel van eerlijk delen. Het geeft geen pas om de gemeenten, die de afgelopen jaren miljarden euro’s tekort zijn gekomen, met een trucje 700 miljoen euro te onthouden. Ook niet als de gemeenten toevallig dat jaar wél genoeg geld hebben. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 50 SPECIAL FINANCIËN ESSAY VAN STRESS, NAAR SHOCK De maatschappelijke en ecologische opgave voor gemeentelijke bezittingen is omvangrijk. Doordat het bezit vooral stamt uit de wederopbouw voldoet het niet meer aan de gebruiksen duurzaamheidseisen van vandaag. Dit essay van Teun van der Meulen gaat over de kunst van het herkennen van veroudering voordat het bezit onbruikbaar is. En vooral ook over wie vervolgens aan zet is: de gemeenten of het rijk? Er is één constante in onze maatschappij en dat is continue verandering. De wensen en eisen die we aan onze omgeving stellen, veranderen voortdurend. De evolutie ontstaat door een continue interactie tussen technologische ontwikkelingen, gebruikswensen en menselijk handelen. Zo had de Nokia 3310 mobiele telefoon uit 2000 een monochroom display met een resolutie van 240 x 320 pixels en was die alleen geschikt om te bellen. Bij de nieuwste iPhone 12 is de resolutie 2532 x 1170 pixels en lijkt bellen bijzaak. De extra technologische mogelijkheden hebben geleid tot een nieuwe standaard van de gebruiker, met een wegwerpmentaliteit als gevolg. Deze mentaliteit is niet van toepassing op gemeentelijke bezittingen zoals maatschappelijk vastgoed en openbare werken. Hiervoor is een mate van robuustheid vereist. Maar dat wil niet zeggen dat aanpassingen kunnen uitblijven. De naar huidige maatstaven beperkte ventilatiecapaciteit in scholen kan worden beschouwd als een direct gevolg van de coronapandemie. Het is tevens een uiting van de langzame, maar continue veroudering van het scholenbestand. Hoe nu te acteren op de continu veranderende eisen aan publiek bezit als gevolg van een veranderende maatschappij? In de 20ste eeuw zijn onze steden in de verschillende fases uitgebreid, van de wederopbouwperiode in de jaren vijftig en zestig tot aan de Vinex-locaties in de jaren negentig. Op dit moment is er opnieuw een focus op uitbreiding van de woningvoorraad door rijksbijdragen in de vorm van de Woningbouwimpuls. Tussendoor is in de stadsvernieuwingperiode van de jaren zeventig en tachtig de 19de-eeuwse stad drastisch aangepakt. Circa veertig jaar na de stadsvernieuwing en zeventig jaar na de wederopbouwperiode zijn de fysieke opgaven in de bestaande stad niet meer te ontkennen. Het conflict tussen verouderde woningen, rioleringen, buitenruimte, scholen en andere voorzieningen, in combinatie met de huidige comforteisen en de toekomstige duurzaamheidsambitie is groot. De luchtkwaliteit in schoolgebouwen is exemplarisch voor dit conflict. Het was normaal om in scholen die dateren van voor de oliecrisis de verwarming hoog te zetten en de ramen open. Inmiddels verlangen we vanuit duurzaamheidsambities goed geïsoleerde gebouwen, waardoor ventilatie direct van buiten onmogelijk is. Door de coronacrisis is de roep naar gezonde schoolgebouwen met voldoende ventilatie capaciteit groot. Maar een enkelvoudige oplossing is geen antwoord op de bredere opgaven voor scholen zoals de verouderde leeromgeving, laagwaardige isolatie en installatie en eventueel loden leidingen en asbest. Het publieke bezit verlangt in plaats van incidentele programma’s een structureel langdurig investeringsprogramma, een stadsvernieuwing 2.0, om een ‘nieuw normaal’ te realiseren. BEDREIGING Het continue proces van adaptatie, innovatie en samenwerking als antwoord op actuele probleemstellingen in de fysieke omgeving, kan worden beschouwd als stedelijk weerstandsvermogen. Een interventie creëert een nieuwe realiteit, die opnieuw een reactie oproept. Dit proces van doorlopende actie en reactie leidt tot een constant wijzigend evenwicht, met als doel om het risico op het falen van een systeem te voorkomen. De maatschappij loopt echter continu risico, die tot op zekere hoogte wordt geaccepteerd. Een risico dat zich traag ontwikkelt, wordt stress genoemd. Als gevolg van de stress kan het risico zich ontwikkelen tot een bedreiging. De ultieme uiting van een bedreiging is een shock, waardoor het nemen van maatregelen urgent wordt. Voorbeelden van weerstandsvermogen richten zich vaak op ingrepen om anders om te gaan met de effecten van klimaatverandering. Ruimte voor de rivier in Nijmegen of de waterkering in New York zijn ingrepen als gevolg van een stress die urgentie hebben gekregen door een shock. De ingrepen zijn doorgevoerd als reactie op de shock van het extreem hoogwater in 1993 en 1995 en de ontwrichting in New York als gevolg van storm Sandy. Bij het ontwerp van de vernieuwde waterkeringen in Nijmegen en New York is meer aandacht besteed aan socialeSPECIAL 51 en duurzaamheidsaspecten. Er heeft een evolutie plaatsgevonden in de verhouding tussen kosten, de fysieke ambitie, omgaan met de verhoogde waterstand, en de sociale ambities zoals ruimtelijke kwaliteit. Iedere ingreep is een afweging tussen deze drie aspecten. Dit is te beschouwen als het eeuwige ontwerpdilemma. ANTICIPEREN De essentie van weerstandsvermogen is het managen van het onbekende. Het anticiperen op toekomstige veranderingen staat in contrast met een tendens naar efficientie door het verwijderen van overmaat en alternatieven uit processen. Het eco-efficiëntie model heeft geleid tot just-in-time doelstellingen en lean-analyses om respectievelijk niet-essentiële voorraden en processtappen te elimineren. De IC-capaciteit wordt op dit moment weer heroverwogen als gevolg van de shock van de Covid-pandemie. Naast het zoeken van evenwicht in het ontwerpdilemma, bestaat iedere ingreep uit een afweging tussen eco-efficiëntie en marge om te anticiperen op het onbekende. De maatschappelijke en ecologische opgave voor gemeentelijke bezittingen is omvangrijk. Doordat het bezit vooral stamt uit de wederopbouwtijd voldoet het niet meer aan de gebruiks- en duurzaamheidseisen van vandaag. De exploitatietermijn is verstreken, maar een structurele vernieuwing blijft tot nu toe uit. Nationaal en internationaal hebben lokale overheden sinds de crisis van 2008 minder geïnvesteerd in bezittingen. De grip van de nationale overheid op de besteding is vergroot, terwijl de uitvoering en verantwoordelijkheid van taken is verschoven naar lokaal niveau. De beperkte investeringsruimte van lokale overheden staat haaks op de gedachte om te kunnen anticiperen op veranderingen, maar is te verklaren vanuit de interactie tussen verschillende overheidslagen. Uit een analyse van de structurele problemen in New Orleans (als gevolg van de orkaan Katrina van 2005), de wederopbouw van Tohoku, Japan (na de aardbeving en tsunami in 2011) en de aanpak van structurele leegstand in Liverpool (als gevolg van economisch verval van de regio), blijkt dat de centrale overheid aanvankelijk streeft naar herstel van de oude situatie. De centrale overheid voorziet in generieke technische oplossingen in plaats van specifieke maatregelen voor de lo‘ Een risico dat zich traag ontwikkelt, wordt stress genoemd’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 52
SPECIAL 53 TEUN VAN DER MEULEN WERKT ALS STRATEEG VOOR DE GEMEENTE ROTTERDAM EN ACTEERT DAARBIJ TUSSEN HET SOCIALE EN FYSIEKE DOMEIN kale context. Met de toekenning van incidentele middelen aan specifieke opgaven neemt de centrale overheid ruimte weg voor de lokale overheid om op basis van de lokale context te acteren. LOKALE POLITIEK Voor de lokale politiek is investeren in publieke voorzieningen niet attractief, omdat kortetermijndoelstellingen domineren in de strijd om de kiezer. Dat leidt ertoe dat lokale overheden de verantwoordelijkheid voor herinvesteringen neerleggen bij hogere overheden. Op basis van een mathematische speltheorie, waarin strategische interactie tussen spelers is bestudeerd, is in Noorwegen dat effect verklaard. De lokale overheid is zich ervan bewust dat hogere overheden financieel zullen compenseren op het moment dat de kwaliteit structureel niet op orde is. Op het niveau van de uitvoeringsorganisatie is er een continu spanningsveld tussen ambitie en financiële mogelijkheden. Uit een analyse van de ambities na bezuinigingen bij de NASA na het Apollo-tijdperk bleek deze organisatie niet in staat te zijn geweest om de ambities aan te passen aan het budget. De NASA is niet in staat geweest om te anticiperen op de veranderende omstandigheid. Het ruimteprogramma en de organisatie als geheel zijn hiermee in diskrediet gebracht. Om dat te voorkomen is het noodzakelijk om te reageren op veranderende omstandigheden en te signaleren dat de drie elementen (kosten, fysieke en sociale ambities) van het ontwerp dilemma niet op elkaar zijn afgestemd. In deze analyses is een zichzelf versterkend mechanisme te herkennen. Door het beperken van buffers op lokaal niveau ontstaat ruimte voor incidentele programma’s waar de nationale politiek het verschil kan maken. Op lager niveau ontbreekt de ruimte om met specifieke oplossingen te anticiperen op lokale tendensen. Met als gevolg dat de rijksoverheid stuurt met incidentele middelen als een shocktherapie. Voorbeelden zijn de Woningbouwimpuls, Blokhuisgelden en de aardgasvrije wijken. Op het niveau van de uitvoeringsorganisatie wordt niet gesignaleerd dat de ambities niet haalbaar zijn. Het is roeien met de riemen die je hebt. Het ontwerpdilemma wordt niet herkend. Ten slotte zal de lokale politiek, op het moment dat duidelijk wordt dat de doelstellingen niet haalbaar zijn, inzetten op extra bijdragen vanuit de centrale overheid. De drie lagen houden elkaar in stand en versterken de positie van de centrale overheid. Dat roept de vraag op, op welk niveau een slag om de arm wordt gehouden om te reageren op de actualiteit. Wie bezit weerstandsvermogen en in wiens belang? Weerstandsvermogen gaat over het anticiperen op het onverwachte. Uit de analyse van de interactie binnen de overheid kan worden geconstateerd dat de centrale overheid verantwoordelijkheid krijgt en neemt voor het financieel sturen in concrete maatregelen. Lagere overheden en uitvoeringsorganisaties kunnen enkel scherp zijn op maatschappelijke veranderingen. Of, om in de terminologie van het weerstandsvermogen te blijven: het is zaak de stress te detecteren en te agenderen vóór de shock komt. De stress kan worden veroorzaakt door een spanning als gevolg van sociale of fysieke ambities, de twee hoeken van het ontwerpdilemma. Om beleid te implementeren is het noodzakelijk de financiële randvoorwaarden voor de oplossing te verduidelijken, de laatste hoek van de driehoek. Op die manier blijft het niet bij het signaleren van de maatschappelijke of fysieke uitdagingen, maar worden de voorwaarden voor een oplossing geboden. De omvangrijke maatschappelijke en fysieke opgaven vragen toewijding op verschillende niveaus. Om de ambities te verwezenlijken, is een herziening van prioriteiten noodzakelijk. Op de vraag wie kan acteren, is de conclusie dat het rijk de financiële capaciteit heeft om weerstandsvermogen te organiseren, maar dat deze ver afstaat van de werkelijkheid en niet in staat is te anticiperen op de lokale context. De gemeente heeft niet de financiële capaciteit om te acteren, maar kan wel de stress verduidelijken. Een methode om keuzes inzichtelijk te maken is een scenariostudie, waarbij een beeld wordt gevormd van de consequenties van mogelijk toekomstig beleid als reactie op de veranderende omstandigheden. Door de scenario’s te voorzien van een toekomstbeeld en financiële consequenties, ontstaan keuzes voor een nieuwe werkelijkheid. SOCIALE AMBITIES Weerstandvermogen gaat over het reageren op een stress, een langdurig trend, of een shock, een incident dat een relatie kan hebben met die trend. Daarnaast is iedere actie, als reactie op een stress of shock, een afweging tussen fysieke en sociale ambities en financiële capaciteit. Ten slotte kan bij ‘ De centrale overheid neemt ruimte weg voor de lokale overheid’ iedere actie worden gevraagd wie de keuzes maakt en wiens belang wordt behartigd. Kortom, op welk niveau wordt de ruimte belegd om te reageren en voor wie? Aan de hand van observaties op drie niveaus in de besluitvorming – de centrale overheid, de gemeentelijke politiek en de uitvoeringsorganisatie – is te constateren dat er sprake is van een zelfbevestigend mechanisme dat de sturing van het rijk versterkt. De uitvoeringsorganisatie is niet geneigd om te signaleren dat de doelstellingen financieel niet haalbaar zijn. De gemeentelijke politiek stuurt aan op financiële compensatie vanuit de hogere overheid, met als gevolg dat die in sterke mate de ruimte krijgt en wenst om bij te sturen. Om verandering te bewerkstelligen, is het enerzijds noodzakelijk om het spanningsveld tussen de sociale en fysieke ambitie zoals de verduurzaming en de financiële ruimte te identificeren. Anderzijds moet worden erkend dat de financiële keuzes – en daarmee de inhoudelijke keuzes – worden genomen door de centrale overheid. Voor gemeenten, die worden geconfronteerd met omvangrijke maatschappelijke en verduurzamingsopgaven binnen het fysieke domein, is het gewenst om de opgave te verduidelijken en deze landelijk onder de aandacht te brengen. Door scherp te zijn op een stress kan geacteerd worden voor de onrust die ontstaat als gevolg van een shock. De hoop is dat het nieuwe leiderschap van mevrouw Kaag en de nieuwe bestuurscultuur van de heer Rutte op landelijk niveau resulteert in structurele oplossingen die de incidentele shocktherapie ontstijgen. Het dilemma tussen de financiële mogelijkheden en de maatschappelijke en fysieke ambities roept de vraag op welke maatschappij we willen vormen. Blijven bibliotheken, scholen en welzijnsplekken gehuisvest in gebouwen van voor het tijdperk van de mobiele telefoon, of zijn het plekken die de continu veranderende samenleving uitdrukken. Dit essay is een bewerking van een essay voor de Master City Developer aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 54
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 55 JAN TERLOUW LEZING DE RECHTSSTAAT ALS BORG EN HEELMEESTER? Waarborg de rechtsstaat en zorg voor een betrouwbare overheid. Dat zijn de sleutels tot een gezonde democratie aldus Gert-Jan Segers en Tim Hofman, die samen de Deventer Jan Terlouw Lezing voor hun rekening namen. Hun beider bijdragen zijn gebundeld in een klein boekje, en actueel nu een nieuw kabinet de opgaven van deze moderne tijd aan moet gaan. Segers toont zich een realist die zijn lesje heeft geleerd. In eerdere tijden beschikten christenen getalsmatig over de meerderheid, maar ze hebben die macht niet altijd even passend ingezet. Nu christenen en christelijke partijen een minderheid zijn geworden, doet hij daarom een appèl op het waarborgen van rechten van minderheden zoals de zijne, ook als er een democratische meerderheid is voor bepaalde opvattingen. Hij vreest de dwang van de meerderheid en zoekt ankers in de democratische rechtsstaat, bijvoorbeeld bij het waarborgen van de vrijheid van onderwijs. Tim Hofman houdt een pleidooi tegen de ontmenselijking, zoals die gestalte krijgt in het sterk wij-zij-denken rond migranten of Teleurstelling over de overheid bron van verzet corona. Opmerkelijk is dat hij ook waarschuwt om criticasters van het coronabeleid of vaccinatie, vaak weggezet als ‘wappies en complotdenkers’, te makkelijk te stigmatiseren of niet echt naar hen te luisteren. Achter hun wantrouwen, frustratie en denkbeelden moeten wel andere ervaringen, motieven of verlangens schuilen, aldus Hofman. Zaken die wij maar beter serieus nemen. Divers als deze groepen zijn, vermoedt hij dat er veel teleurstelling over de samenleving en de overheid achter hun protest zit. Daarom meent Hofman dat het waarborgen van de rechtsstaat en een betrouwbare toegankelijke overheid, die niet meegaat in de ontmenselijking van groepen – denk aan de toeslagenaffaire – een sleutel kan zijn tot meer begrip of op termijn tot enige verbinding. Geen verdere escalatie, maar de oprechte bereidheid om te luisteren naar het verhaal van criticasters is zijn credo, hoezeer sommigen ook het bloed onder de nagels vandaan kunnen halen met ongefundeerde beschuldigingen; luisteren en dialoog zijn te verkiezen boven uitsluiting. Hoewel de Jan Terlouw Lezing bedoeld is om een dialoog tot stand te brengen tussen de generaties en om in actie te komen voor een duurzame wereld, hebben de sprekers dit jaar buiten deze kaders durven opereren en een actueel thema gekozen. Met Tjeenk Willink en zo veel anderen agenderen zij terecht de samenhang tussen ons staatsidee, democratie, rechtsstaat en veel eigentijds ongenoegen hierover. Benieuwd of Segers ook zijn partij en anderen in Den Haag hiervoor weet te winnen. CITAAT UIT HET BOEK ‘Pal staan voor grondrechten: we hebben ze het hardste nodig op het moment dat ze ons níét goed uitkomen. Het grootste beroep op onze tolerantie wordt gedaan als de ander ons het meest irriteert.’ ADVERTENTIE Herstart Het land gaat steeds verder open en de economie veert terug. Maar profi teert iedereen daarvan mee? Podcast De podcastserie Herstart onderzoekt in vier afl everingen hoe de samenleving er na anderhalf jaar corona voor staat. Luister mee via binnenlandsbestuur.nl/podcast ZIE ALLE MENSEN JAN TERLOUW LEZING Gert-Jan Segers en Tim Hofman Uitgeverij de Kring Prijs: ¤ 8,99
Pagina 58
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 58 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Naar de functie van burgemeester van Hilversum hebben 25 personen gesolliciteerd: 17 mannelijke en 8 vrouwelijke kandidaten. Van deze kandidaten hebben 20 personen een functie in het openbaar bestuur, 5 personen hebben een functie daarbuiten. PATRICK VAN DOMBURG Burgemeester Patrick van Domburg van IJsselstein is voor zes jaar herbenoemd. Hij was eerder actief als gemeenteraadslid en als wethouder in Zoetermeer. Ook zat Van Domburg in het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap van Rijnland. KATINKA VONS Katinka Vons werd op 16 september 2021 door de gemeenteraad van West Maas en Waal benoemd als raadsgriffier. Vons volgt Joyce Satijn op, die deze maand raadsgriffier is geworden in Berkelland. Vons was tot haar benoeming raadsadviseur in Arnhem. THEO BOVENS Theo Bovens begint op 2 oktober als waarnemend burgemeester van Enschede. Hij volgt Onno van Veldhuizen op. Bovens was onder meer wethouder in Maastricht, kroonlid van de Sociaal Economische Raad (SER) en voorzitter van het IPO. Sinds 2011 was hij commissaris van de koning in Limburg. In april 2021 nam hij met alle gedeputeerden ontslag naar aanleiding van de integriteitsaffaire rond oud-CDAgedeputeerde Herman Vrehen. PETRA VAN HARTSKAMP Petra van Hartskamp-de Jong is door de gemeenteraad van Montfoort voorgedragen voor herbenoeming. Ze is sinds 2016 burgemeester in de Utrechtse gemeente. Van Hartskamp-de Jong was daarvoor onder meer raadslid en VVD-wethouder in Huizen en lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland. GOVERT VELDHUIJZEN Govert Veldhuijzen wordt met ingang van 1 oktober waarnemend burgemeester in Barendrecht. Hij volgt Jan van Belzen op die met pensioen gaat. Veldhuijzen was van 2015 tot en met 2019 waarnemend burgemeester in de gemeenten Gorinchem, Nissewaard en Hoeksche Waard. Verder was hij gedeputeerde in de provincie ZuidHolland en wethouder in Dordrecht MARTIN VAN ENGELSHOVEN Martin van Engelshoven-Huls is door de gemeenteraad van Diemen per 17 september 2021 benoemd als interimgriffier. Van Engelshoven-Huls was eerder griffier in diverse andere gemeenten, waaronder Weesp en Beverwijk. Hij volgt in Diemen Hans Nubé op, die gebruikmaakt van de pensioenregeling. CORRECTIES EN AANVULLINGEN In het artikel ‘De natste stad van Nederland’ (BB16) werd bij een luchtfoto gemeld dat dit Zoetermeer zou zijn, met op de achtergrond de Nieuwe Driemanspolder. Het was niet Zoetermeer, maar de Haagse wijk Leidschenveen. Eveneens in BB16 kwamen koplopende gemeenten bij de invoering van de Omgevingswet aan het woord. De gemeente Bronckhorst werd daarin abusievelijk zonder c geschreven. BINNENLANDS BESTUUR-CARTOONIST NICO VISSCHER (88) OVERLEDEN Voormalig huis-cartoonist van Binnenlands Bestuur, Nico Visscher, is op 88-jarige leeftijd in Groningen overleden. Zijn laatste tekening voor het magazine leverde hij in november 2020 aan. Visscher maakte ruim 1.300 cartoons voor Binnenlands Bestuur. Zijn eerste verscheen in 1989. Hij tekende daarnaast ook decennialang voor het toenmalige Nieuwsblad van het Noorden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 PERSONALIA 59 VEEL PROVINCIEAMBTENAREN MET PENSIOEN STEF STROUS Stef Strous blijft na zijn tweede termijn als burgemeester van Maasgouw, die op 8 februari 2022 zou aflopen, nog ruim een jaar aan als waarnemer. Hij zal stoppen per juli 2023. Daarna wil Strous zich elders in de samenleving inzetten. Hij was eerder PvdA-wethouder in Weert. CHRISTINE VAN BASTEN Burgemeester Christine van BastenBoddin mag door voor een tweede termijn als burgemeester van Beek (Limburg), ingaande februari 2022. Ze is er sinds februari 2016 burgemeester. Van Basten-Boddin was eerder kandidaat-raadslid in Valkenburg aan de Geul. OVERLEDEN: Teus den Breejen is op 78-jarige leeftijd overleden. Hij was van 1978 tot 1986 burgemeester van Meerkerk, Leerbroek en Nieuwland en na de gemeentelijke herindeling van 1986 nog 18 jaar burgemeester van Zederik. Pieter Beelaerts van Blokland is op 88-jarige leeftijd overleden. Hij was onder meer minister van VROM, cdk in Utrecht en burgemeester van Wolphaartsdijk, Vianen, Amstelveen en Apeldoorn. Ook was hij waarnemend burgemeester in Hengelo. JAN WYNIA Jan Wynia (GroenLinks) is de nieuwe wethouder duurzaamheid van de gemeente Nijmegen. Hij volgt zijn partijgenoot Harriët Tiemens die per 1 september aan de slag is gegaan als directeur bij de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen. Wynia werkte eerder onder meer als gemeentesecretaris in Heumen en Lingewaard. 26 43 GRIJZE VERTREKGOLF De leeftijd van de vertrekkende provincieambtenaar loopt op. Vorig jaar was meer dan de helft van de vertrekkers 60 jaar of ouder. Pensioen was bij 43 procent de vertrekreden. In 2019 was dat 26 procent. Bron: Personeelsmonitor HARRY DE VRIES Harry de Vries is benoemd tot waarnemend burgemeester in Montferland. Hij vervangt vanaf 1 oktober 2021 burgemeester Peter de Baat die ziek thuis zit en niet terugkeert. De Vries was eerder waarnemend burgemeester van Neerijnen en CDAfractievoorzitter in de Provinciale Staten van Gelderland. In 2012 moest hij opstappen als burgemeester van Lingewaard na gesjoemel met declaraties. Vorig jaar nam hij ontslag als waarnemend burgemeester van Scherpenzeel. MARK SLINKMAN Burgemeester Mark Slinkman van Berg en Dal begon 16 september aan zijn tweede termijn. Slinkman (CDA) was in 2015 de eerste burgemeester van de fusiegemeente, ontstaan na het samengaan van Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen. Slinkman was eerder burgemeester van Rijnwaarden en raadsgriffier in Berkelland en Oegstgeest. Daarnaast was hij lid van de Provinciale Staten van Gelderland. EMILE JAENSCH Burgemeester Emile Jaensch van Oegstgeest is door de gemeenteraad voorgedragen voor herbenoeming. Zijn tweede termijn gaat in op 15 februari 2022. Jaensch is sinds 2016 burgemeester van Oegstgeest. Hij was eerder dagelijks bestuurder en stadsdeelvoorzitter in het stadsdeel Amsterdam Oud-Zuid en van 2007 tot 2016 dagelijks bestuurder en vice-voorzitter van stadsdeel Amsterdam Zuidoost. BJÖRN LUGTHART Björn Lugthart is door de gemeenteraad van Pijn ackerNootdorp voorgedragen als nieuwe burgemeester. Op dit moment is Lugthart nog wethouder en eerste locoburgemeester in Rijswijk. Lugthart volgt Francisca Ravestein op, die met vervroegd met pensioen gaat om de nieuwe burgemeester de gelegenheid te geven vóór de gemeenteraadsverkiezingen te beginnen.
Pagina 60
Met 15 modules stel je zelf het start- of inwerkprogramma samen. Klaar voor de start? De nieuwe raad snel aan de slag met het inwerkprogramma van het Periklesinstituut Kennis van besluitvorming, oefenen met het eigen vergadermodel, werken zonder last en bestuurlijke verhoudingen. Maar ook gemeentefinanciën en raadsinstrumenten. Gezamenlijke start van de nieuwe bestuursperiode Werken aan kennis, vaardigheden én de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenteraad Maak afspraken over bestuurscultuur, participatie en de samenwerking tussen raad en college Meer weten? Kijk op www.periklesinstituut.nl/GR2022 Met de ervaringen van de Mystery Burger Werken op een eiland in beweging INDEX 61 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Gemeentelijke Ombudsman Gemeente Ameland Gemeente Apeldoorn Gemeente Apeldoorn Gemeente Barneveld Gemeente Berg en Dal Gemeente Den Haag Gemeente Den Haag Gemeente Hattem Gemeente Lelystad Gemeente Zuidplas JS Consultancy / Werkzaak Rivierenland Leeuwendaal / Gemeente Rheden NVRR Politie Provincie Overijssel FINANCIËN EN ECONOMIE Akro Consult Geerts & Partners / Gemeente Altena Geerts & Partners / Gemeente Moerdijk Geerts & Partners / Gemeente Valkenburg Gemeente Arnhem Gemeente Barneveld Gemeente Dalfsen Gemeente Ede Gemeente Enschede Gemeente Nieuwegein Provincie Zuid-Holland Public Search Publiek Netwerk / Accres ICT EN AUTOMATISERING Publiek Netwerk / De Nederlandsche Bank Publiek Netwerk / De Nederlandsche Bank beleidsadviseur informatiehuishouding adviseur informatiehuishouding ADVERTENTIES pagina 63 pagina 63 gemeentelijke ombudsman adjunct-directeur realisatie leden kamer algemeen leden kamer sociaal domein adviseur regiozaken en economie (opgave) manager kwartiermaker / projectleider heruitgifte erfpacht afdelingsmanager inburgering 2 leden van de commissies bezwaarschriften directievoerder civiel beheer bestuursadviseur teammanager beleid, informatievoorziening en kwaliteit manager leefomgeving en mt-lid voorzitter adviseur regioburgemeester zeeland-west brabant directeur bestuurs- en concernzaken financieel adviseur vastgoed- en gebiedsontwikkeling teammanager financiën teamleider financiën, juridische zaken en inkoop business controller sociaal domein strategisch financial controller planeconoom adviseur concern control belastingdeurwaarder afdelingshoofd financiële administratie senior adviseur subsidies mt-lid personeelsmanagement economie teammanager financiën & belastingen senior accounmanager gemeenten Binnenlandsbestuur.nl pagina 60 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021
Pagina 62
62 INDEX JURIDISCH GGD GHOR Meerinzicht Publiek Netwerk / Omgevingsdienst Haaglanden MILIEU Provincie Overijssel Provincie Zuid-Holland RUD Zeeland OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Delft Gemeente Hoeksche Waard werkorganisatie HLTsamen PERSONEEL EN ORGANISATIE Veiligheidsregio Utrecht juridisch beleidsmedewerker op het gebied van toezicht en handhaving senior juridisch beleidsmedewerker adviseur waterwet directeur natuur en milieu beleidsmedewerker zonne-energie | res-accounthouder specialist bodem ketenregisseur overlast en jeugdcriminaliteit adviseur integrale veiligheid strategisch beleidsadviseur openbare orde en veiligheid beleidsadviseur hrm RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep Holding / Gemeente Leidschendam-Voorburg beleidsmedewerker verkeer & vervoer Gemeente Amsterdam Gemeente Amsterdam Gemeente Lopik projectleider grondzaken medior plus junior projectleider grondzaken Gemeente Utrechtse Heuvelrug JS Consultancy / Gemeente Houten JS Consultancy / Gemeente Uithoorn Provincie Limburg Provincie Zuid-Holland Publiek Netwerk / Gemeente Amsterdam RUD Zeeland SOCIAAL Certus Groep Holding / Gemeente Nissewaard Divosa Gemeente Amsterdam Gemeente Barneveld Gemeente Nieuwegein Gemeente Nieuwegein Gemeente Nissewaard Gemeente Oss Gemeente Zoetermeer VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Neder-Betuwe Gemeente Westland JS Consultancy / Gemeente Lansingerland OVERIGE Provincie Utrecht beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling beleidsmedewerker onderwijshuisvesting teammanager ruimtelijke ontwikkeling senior adviseur ruimtelijke ordening projectcoördinator gemeenschappelijk landbouwbeleid senior beleidsmedewerker mobiliteit contractbeheerder parkeren beleidsmedewerker toezicht en handhaving senior beleidsmedewerker wmo (centrumtaken zuid-hollandse eilanden) procesmanager lerende ketens gebiedsadviseur maatschappelijke voorzieningen beleidsmedewerker wet maatschappelijke ondersteuning sociaal professional wmo sociaal professional jeugd senior beleidsmedewerker sociaal domein wmo senior beleidsadviseur sociaal domein senior beleidsadviseur sociaal domein / reïntegratie coördinator communicatie en participatie bestuursadviseur communicatie strategisch communicatieadviseur / woordvoerder contractmanager OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 62 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 Binnenlandsbestuur.nl pagina 62 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Beleidsmedewerker Verkeer & Vervoer 32 - 36 uur per week | schaal 11A • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Draagt zorg voor strategie • Integraal werken • Creativiteit binnen complexe context Koen Salet | 06-42267005 | koensalet@certusgroep.nl Senior Beleidsmedewerker Wmo (centrumtaken Zuid-Hollandse eilanden) 32-36 uur per week | Schaal 11 • Focus op Beschermd Wonen, Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang en Huiselijk Geweld • Bewaakt regiokoers en doorontwikkeling • Werkt nauw samen met regio collega’s. • Inhoudelijk vraagbaak en coach voor collega Larissa Plantinga | 06-24863093 | larissaplantinga@certusgroep.nl www.certusgroep.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 39 | 2021 IN VIJF DAGEN EEN BETERE CONTROLLER Werk je of ga je werken als controller? Volg de opleiding Controller in een Week en breng je fi nanciële en strategische inzicht naar een hoger niveau. Ervaren topdocenten  Personal Coaching  Inclusief e-learning Word een moderne controller. Ga naar AlexvanGroningen.nl • • • • • • • • • • • • • • •
Pagina 64
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeammanager Ruimtelijke Ontwikkeling 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren manager die empathisch is en stevigheid meebrengt. Weet medewerkers te enthousiasmeren en te ontwikkelen als individu en als team. Heeft visie, stuurt op hoofdlijnen, maar heeft voldoende affiniteit met RO-thema’s. Uitstekende sparringpartner. Voelt zich als een vis in het water in een politiek-bestuurlijke omgeving. Is verbindend, resultaatgericht en koersvast. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Senior Adviseur Ruimtelijke Ordening 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Binnen je vakgebied neem je met lef het voortouw en wijs je de organisatie de weg. Je ontwikkelt beleid en bereidt bestuurlijke keuzes voor waarbij je juiste prioriteiten stelt. Brede rol binnen een professioneel en gezellig team met veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Diverse disciplines spelen een rol; wonen, verkeer, duurzaamheid, milieu, communicatie. Pragmatisch, analytisch en oplossingsgericht. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager Beleid, Informatievoorziening en Kwaliteit 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren manager die met een moderne leiderschapsstijl leiding, richting, ruimte en ruggensteun geeft. Stellen van heldere kaders en sturen op resultaat. Werken naar een professioneel, excellent presterend en zelf organiserend team waar medewerkers hun talenten en expertise met plezier en trots ontdekken, inzetten en ontwikkelen met als doel de ambitie van de organisatie te realiseren. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Strategisch Communicatieadviseur / Woordvoerder 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Energiek, gedreven, creatief en ervaren strategisch adviseur. Adviseren op strategische communicatie vraagstukken en woordvoeder voor collegeleden. Inhoudelijk sterk en regie kunnen voeren op wat nodig is en hierin prioriteiten stellen. Verbinder met durf, lef en met open blik meebouwen aan de vernieuwing van de afdeling communicatie en collega’s hierin meenemen. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 17-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 02 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Ik vertrouw het woord ‘doorpakken’ niet’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. I-STRATEGIE DIK MAAR VAAG MENU Een beetje meer scepsis over nieuwe technologieën zou lekker zijn. Te vaak zijn de kansen en niet de risico’s leidend. Niet alleen ik denk er zo over – ook het Rathenau Instituut betoogde dat afgelopen zomer. Dus toen vorige week de I-Strategie van het rijk voor de komende vier jaar verscheen, zocht ik naar de scepsis. 128 pagina’s later ben ik nog steeds zoekende. Het begint met de ondertitel ‘Doorpakken op digitale transformatie’ op de eerste pagina. Ik vertrouw het woord ‘doorpakken’ niet. ‘We leven in uitdagende tijden’, begint de inleiding. Ik weet niet of die zin sceptisch is, maar hij is in ieder geval niet enthousiast te noemen. Mooi. De situatie is duidelijk. De problemen worden aangepakt: privacyrisico’s, internationale digitale wereldoorlogen, ongekend onrecht door toeslagen. Met deze strategie ‘pakken de CIO’s van het rijk samen de handschoen op om de veranderkracht van digitalisering verder te benutten’. Ondanks mijn scepsis kan ik niet ontkennen dat dat een goed idee is. Er volgen actielijnen, figuren, aandachtspunten, risico’s, scans, I-speerpunten en veel overleg. Er zijn tien thema’s en het eerste (overkoepelende) thema is ‘I in ‘t hart’: datamogelijkheden moeten geen sluitstuk zijn van beleid, maar een vertrekpunt. Bij ‘I in ’t hart’ hoort een ‘menu van maatregelen’ dat wordt samengevat in een figuur: een groot blok bestaand uit twee delen (beleid maken en uitvoeren) die naar elkaar verwijzen, vanwaar een grote pijl loopt naar het blok ‘Beleid (met I) evalueren’ vanwaar weer een pijl terugloopt naar het grote blok, met daaromheen kleine vierkantjes met teksten als ‘Gezamenlijk informatieplan’. U denkt misschien dat dit duidelijker wordt als u dit voor u ziet, maar dat is niet zo. ALEXANDER LEEUW REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Mijn aandacht begon te verslappen op pagina 32 bij de zin ‘Tussen de I-speerpunten en hun doelstellingen zitten relaties’. Tijdens het lezen bekroop mij vooral het gevoel: voor wie is dit? Misschien dat er beleidsmakers zijn die bij elke kans deze pagina’s gaan door nemen. Hopelijk zijn zij sceptisch. ADVERTENTIE In samenwerking met: BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY HERSTART Sinds de coronacrisis bestaan er zorgen over een toenemende tweedeling in de samenleving. Economisch herstel is niet genoeg om die kloof te dichten. De diepere oorzaken van de ongelijkheid moeten worden aangepakt. 10 INTERVIEW LOGOKENNER AMIT BISWAS Amit Biswas heeft een uniek boek geschreven over alle gemeentelogo’s in Nederland. ‘Waar jij niet bij stilstaat, valt mij als nieuwe Dutchie op’, zegt de Eindhovenaar uit Bangladesh. 28 PROGRAMMA VOOR BUIKPIJNCASUSSEN 18 LOKALE JOURNALISTIEK WIE GAAT OVER HET NIEUWS? Een toenemend aantal gemeenten richt een stimuleringsfonds voor lokale journalistiek op. ‘Politieke partijen en colleges moeten een lokaal mediabeleid ontwikkelen.’ Bij zo’n 5 procent van de mensen of gezinnen met een stapeling aan problemen loopt de hulpverlening spaak. Gemeenten en hulpverleners die hen willen helpen, krijgen te maken met beperkende regels en wetten. Er lonkt nu een nieuw geitenpaadje. ANDERE AANPAK GEZIN MET MULTI PROBLEMEN NIEUWS Bouwplannen provincies onder druk 55-plusser minst tevreden over organisatie 4 5 Persoonlijkheden politiek leiders bepalen koers EU 6 ACHTERGROND ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. De druugste stad van Nederland Elke ambtenaar moet participeren Bedrijvigheid sijpelt weg Den Haag massaal gehackt 23 26 32 35 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 5 7 8 17 37 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 04 NIEUWS RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Utrecht en Gelderland willen miljarden van het rijk om te investeren in mobiliteit. Anders kan er een streep door hun woningbouwplannen. Ze zijn het oneens met het PBL dat oproept na corona terughoudend te zijn met dergelijke investeringen. RIJK MOET EERST MILJARDEN INVESTEREN IN MOBILITEIT BOUWPLANNEN PROVINCIES ONDER DRUK Minimaal 170.000 nieuwe woningen heeft de provincie Utrecht tot 2050 in de plannen staan. Keihard nodig, aldus gedeputeerde Arne Schaddelee (mobiliteit, ChristenUnie). ‘Er zijn Utrecht waanzinnig veel mensen die geen woning kunnen vinden. Wij hebben Statenleden die op een studentenflatje zitten met een paar oud-studiegenoten. Schandalig.’ De provincie zet in op ‘gezonde verstedelijking’: de bouw van de nieuwe huizen moet worden geconcentreerd rond ovknooppunten, met name in de stad Utrecht en de gemeenten daar direct omheen: Nieuwegein, Houten, Zeist. ‘Maar ook in de regio Veenendaal/Food Valley en in Amersfoort.’ Ambitieuze plannen die volgens Schaddelee onhaalbaar zijn als er niet tegelijkertijd een ‘enorme investering’ van twee à drie miljard euro wordt gedaan in mobiliteit. Geld dat het rijk moet bijplussen. ‘De stad Utrecht heeft er in de jaren zeventig voor gekozen qua ov vooral op de bus in te zetten. Daar redden we het nu niet meer mee. De stad is qua inwoneraantal verdubbeld en gaat ook de komende jaren enorm uitbreiden. Het is de enige stad van de G4 met één intercitystation. Amsterdam heeft er vijf; Rotterdam en Den Haag drie of vier. Als de groei doorzet, vallen de mensen in 2030 op Utrecht Centraal bij wijze van spreken van de perrons. Dat moeten we voorkomen.’ De provincie wil daarom een schaalsprong maken in het ov. De recente Uit‘ Woningen moeten wel bereikbaar zijn’ hoflijn en de tramlijn naar Nieuwegein moeten deel uit gaan maken van een light rail-netwerk in de stad. Deels ondergronds, in de vorm van een metro. En met aansluiting op een tweede intercitystation in de stad om zo Utrecht Centraal te ontlasten. Schaddelee: ‘Dat soort sprongen kun je als regio nooit zelf betalen. Tel daar de hele discussie over de A27 bij op. Of je nou voor of tegen de verbreding bent – ik constateer dat er al vijftien jaar over wordt gepraat, maar dat er intussen door stikstof en door onenigheid nog geen millimeter asfalt is neergelegd. Terwijl we elk jaar duizenden woningen hebben gebouwd.’ GELDERLAND De provincie Utrecht staat niet alleen in haar zorgen. Ook Gelderland laat momenteel de gevolgen van haar woningbouwplannen onderzoeken. ‘Onze wegen, openbaar vervoer, fietspaden zijn al vol. We weten dat er een probleem komt: files, vol openbaar vervoer en onveilige fietspaden door drukte.’ ‘Ik heb het er gister nog met mijn collega uit Gelderland over gehad’, zegt Schaddelee. ‘En in andere provincies leeft dit thema ook.’ Maar wacht even, adviseerde het Planbureau voor de Leefomgeving vorige week niet om mobiliteitsplannen nog eens tegen het licht te houden? Sinds corona werken immers beduidend meer mensen thuis, wat de ochtend- en avondspits sterk ontlast. Schaddelee: ‘Ik mis in de PBLdiscussie de link met de woningbouw, met de groei die er nu al is. Stel dat inderdaad 20 procent van de werknemers blijft thuiswerken. Dat betekent minder file in de spits. Maar we hebben al vijftien jaar een enorme bevolkingsgroei in de stad en de regio en die gaat ook de komende twintig jaar door. Die groei impliceert dat je, los van de gevolgen van corona, sowieso een schaalsprong in het ov moet maken. Utrecht wordt altijd de draaischijf van Nederland genoemd. Maar die moet wel kunnen blijven draaien.’ En als het rijk niet met miljarden over de brug komt? ‘Dan gaan we die woningen ook niet bouwen. Dat zou een schande zijn, wat mij betreft. De plannen zijn er, er zijn locaties genoeg in de regio. Alle gemeenten staan in de startblokken om te bouwen, maar de woningen moeten wel bereikbaar zijn. Zolang er vanuit Den Haag geen boter bij de vis komt, kan het niet. Je ziet dat het rijk dol is op onderzoek, maar geen geld op tafel legt.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 DOOR: HANS BEKKERS CARRIÈRE NIEUWS 05 Ruim acht op de tien gemeenteambtenaren zijn tevreden met hun baan. Daarentegen blijken ze minder te spreken over de organisatie waar ze werkzaam zijn, een aanzienlijk stuk minder in elk geval dan hun collega’s bij de provincies en waterschappen. COMMUNICATIE GEMEENTELIJK WERKGEVER MINPUNT 55-PLUSSER MINST TEVREDEN OVER ORGANISATIE Bij gemeenten zijn nog geen zes op de tien ambtenaren tevreden over hun eigen organisatie, bij de andere decentrale overheden is dat aandeel om en nabij 70 procent. Dat blijkt uit de in opdracht van A&O fonds Gemeenten gemaakte analyse naar duurzame inzetbaarheid. Bij gemeenten lijkt er vooral winst te behalen door een betere communicatie. De tevredenheid over informatie en communicatie CARTOON BEREND VONK binnen de organisatie scoort namelijk laag: maar 35 procent is tevreden. Bij de provincies en de waterschappen ligt die tevredenheid tot wel 10 procent hoger. Er is bij gemeenten ook minder tevredenheid over de resultaatgerichtheid en mate van invloed die men heeft in de organisatie. Ook als het gaat om loopbaanmogelijkheden is bij gemeenten slechts 52 procent tevreden, minder dan bij provincies (64 procent) en waterschappen (63 procent). Één op de vijf medewerkers die bij gemeenten aangeeft op zoek te zijn naar een nieuwe baan, noemt loopbaanmogelijkheden als motief om te vertrekken. Vooral 55-plussers zijn over het algemeen minder tevreden over de organisatie. De tevredenheid ligt op dat terrein lager dan bij provincies en waterschappen. Dat komt met name naar voren bij de aandacht voor het persoonlijke welzijn en de mate van invloed binnen de organisatie. 55-plussers zijn ook minder tevreden dan jongeren over hun loopbaanmogelijkheden. Een lage werk-tevredenheid is een risicofactor met betrekking tot ziekteverzuim, aldus de onderzoekers van Regioplan. ‘In combinatie met de lage(re) mobiliteit vanaf 45 jaar is dit een potentieel risico voor deze medewerkers om inzetbaar te blijven tot hun pensioen.’ Het is overigens niet overal kommer en kwel bij gemeenten. Op drie aspecten is er sprake van grote tevredenheid: de mate van zelfstandigheid, de inhoud van het werk en de samenwerking met collega’s.
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 06 NIEUWS BESTUUR DOOR: SIMON TROMMEL Crisismanagement in de Europese Unie verloopt lang niet altijd rationeel. De persoonlijkheidskenmerken van politiek leiders spelen volgens de Utrechtse promovenda Marije Swinkels een voorname rol. PROEFSCHRIFT OVER EUROPEES CRISISMANAGEMENT PERSOONLIJKHEDEN POLITIEK LEIDERS BEPALEN KOERS EU Dat stelt de universitair docent aan het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap van Universiteit Utrecht. Swinkels onderzocht de ideeën van Europese leiders tijdens de eurocrisis en het ontstaan van de bankenunie na de crisis. Voor veel Europese crises – COVID, de klimaatcrisis, de vluchtelingencrisis van 2015 en de crisis die wellicht op ons afkomt vanwege Afghanistan – bestaan geen passende institutionele oplossingen. Bij crises ontbreken vaak regels, organisatiecapaciteit en gemeenschappelijk leiderschap: dat moet zich nog uitkristalliseren. Maar het zijn problemen die geen lidstaat alleen kan oplossen. Daarmee komt de verantwoordelijkheid in een systeem van eurotoppen te liggen bij politiek leiders, die hun eigen ideeën gebruiken om te navigeren op onontgonnen institutioneel terrein. Swinkels toont dat die ideeën deels worden gevormd door de persoonlijkheid van de leiders, zoals controledrang, en door hun economische ideeën. Leiders met vastberaden ideeën beperken de mogelijkheden voor besluitvorming. Interactie verkleint de verschillen. Een les voor ambtenaren kan zijn dat het zin heeft te onderzoeken hoe vast de politiek leider in de eigen ideeën gelooft, of dat het een retorische strategie is om een bepaald publiek tevreden te stellen. ‘Zo kom je te weten waar leiders staan en waar ruimte zit voor een compromis.’ Een voorbeeld van een politicus met flexibele ideeën bij verschillende publieken is premier Rutte. Binnenlands hield hij stevige verhalen over steun aan Zuid‘ Rutte is niet fundamenteel tegen meer EU’ delijk zagen de tegenstanders geen weg meer terug, zegt Swinkels. Haar onderzoek heeft ook implicaties voor lokale ambtenaren. Als je als ambtenaar weet waar de ideeën vandaan komen van de Europa tijdens de Europese budgetonderhandelingen. Swinkels: ‘Je zag een filmpje opduiken waarin een vuilnisman zei: niet al ons geld aan de Italianen geven hè? Dat zou hij niet doen. Maar hij ging toch akkoord. Rutte is niet fundamenteel tegen meer EU, zo bleek al in 2018 tijdens zijn pro-Europese toespraak in Berlijn.’ Die flexibiliteit hebben niet alle politici. De Duitse minister van Financien Schäuble stond zowel in Duitsland als in Europese gremia te boek als voorvechter van de ‘Zwarte Nul’ die van geen wijken wist. VERANDEREN Toch kunnen ook de meest rigide ideeen van leiders veranderen, bijvoorbeeld als alternatieve ideeën sterker worden. Dat gebeurt vaak bij wisselingen van de wacht. Na het aantreden van nieuwe leiders in Italië, Frankrijk, Spanje en de Europese Centrale Bank wonnen ideeën over de bankenunie aan invloed. Uiteinpolitiek leider voor wie je werkt en de setting waar die ideeën worden geuit, kun je volgens Swinkels ‘overzien hoe je jouw politiek leider kunt voeden met alternatieve ideeën om een breed palet aan keuzes te hebben bij de besluitvorming.’ Als je weet welke ideeën er leven in een complexe casus, dan kun je focussen op de verschillen in die ideeën en werken aan een constructieve dialoog. Ook biedt het inzicht in het bouwen van allianties binnen organisaties die ervoor zorgen dat jouw idee gaat reizen door de organisatie op weg naar acceptatie. Een voorbeeld uit haar eigen werkpraktijk: tijdens de migratiecrisis in 2016 worstelde ze met het ontbrekende beleid van de universiteit over acceptatie van vluchtelingen in het hoger onderwijs. Ze kwam met twee collega’s op een nieuw idee: extra stoelen in cursussen zodat vluchtelingstudenten konden participeren in het onderwijs. Daarbij waren lessen uit haar onderzoek relevant: ‘Analyseren bij wie ik moest zijn met mijn idee, hoe ik moest zorgen dat het op de juiste plekken komt en zich vervolgens weet te institutionaliseren. Met resultaat: ruim 600 vluchtelingstudenten deden één of meer cursussen. En zo werkt het in de basis ook op lokaal of Europees niveau.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 07 EEN LEVENSVATBAAR MINDERHEIDSKABINET Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Over minderheidskabinetten doen veel mooie theorieën de ronde. Ze zorgen voor wisselende meerderheden in het parlement en meer dualisme tussen regering en Staten-Generaal. Zij gaan ons verlossen van de verstikkende coalitiedwang waarmee volksvertegenwoordigers elkaars politieke keel afknijpen. En bovendien: in Denemarken doen ze het ook. Ons aanbod     medewerkers 7 oktober, 5 november & 7 december Online Leermodule: Klantreizen 2021 7 oktober & 4 november Online masterclasses: ‘Zo werkt de zorg binnen gemeenten’ 13 oktober & 17 november Tweedaagse training: Van gelijk hebben naar gelijk krijgen, door effectief communiceren 14 oktober & 4 november Leercirkel: Preventie dakloosheid start 14 oktober Masterclass: Sociaal domein Verandermanagement 26 oktober Eendaagse basiscursus:   wethouders 29 oktober Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Op die mooie theorieën valt natuurlijk van alles af te dingen. Maar dat neemt niet weg dat het best eens een goed idee zou kunnen zijn om in een versplinterend politiek landschap ervaring op te doen met een kabinet dat niet alleen in de Eerste Kamer maar ook in de Tweede Kamer meerderheden moet regelen en ritselen. Van mij mag dat minderheidskabinet er dus komen. Ik zie echter in de praktijk wel een probleem opdoemen. Niet bij wetgeving of bij de begrotingen. Daar vallen altijd wel politieke deals over te sluiten. Maar na een paar maanden gaat er ergens in het overheidsapparaat iets goed fout. Dat apparaat is namelijk vrij groot en er werken gewone mensen. Dus gaat er wel eens iets mis. Die missers halen op enig moment de krant en na het oplieren van de maatschappelijke verontwaardiging agendeert de Tweede Kamer een verantwoordingsdebat. Je kunt daarover mopperen als een ‘incidentgedreven verantwoordingscultuur’, maar zo werkt de democratie nu eenmaal. Aan het einde van zo’n verantwoordingsdebat dient altijd wel iemand een motie van wantrouwen in. En dan wordt het spannend. Of juist niet. Bij een kabinet dat structureel samenwerkt met een meerderheid in de Kamer, schiet aan het einde een matigend mechanisme in werking. De politieke aandeelhouders in een kabinet hebben immers een gedeeld belang. Vandaag staat de minister van een coalitiepartner te schutteren over een sterfgeval in een politiecel, morgen moet de eigen minister zien uit te leggen hoe het zit met burgerslachtoffers bij een militaire missie van jaren terug. En hoe terecht het ook moge zijn dat politici volle verantwoordelijkheid dragen voor de bevoegdheden die overheidsdienaren over ons uitoefenen, als we alles wat misgaat meteen persoonlijk met de bewindslieden afrekenen, gaat het wel heel hard. Nederland heeft een relatief open en flexibele vertrouwensregel. Hij is ongeschreven en bepaalt eigenlijk alleen dat áls wantrouwen bij een meerderheid in de Tweede Kamer blijkt, de minister moet opstappen. Hóe dat wantrouwen blijkt, hangt er vanaf. Een Kamer die een compleet begrotingshoofdstuk afzinkt of het salaris van de betrokken minister naar 1 euro amendeert, is wel duidelijk in zijn bedoeling. Maar een Kamer die ‘ Maar wat als bewindslieden permanente schietschijven worden?’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN vooral heel erg kwaad is dat het ergens zo mis heeft kunnen gaan? Misschien klinkt het maandelijks wegsturen van ministers ook als een mooie theorie en een extra reden om een minderheidskabinet te willen. Maar als bewindslieden permanente schietschijven worden, raakt het evenwicht tussen macht en tegenmacht in omgekeerde richting verstoord. Ik vraag mij daarom af of een levensvatbaar minderheidskabinet geen aanpassing van de vertrouwensregel vergt. Bijvoorbeeld door bij wet te bepalen dat destructief wantrouwen alleen kan blijken uit een motie die wordt aangenomen met tweederdemeerderheid. Dat betekent dat er, net als nu, altijd een coalitiepartner uit de rijen moet breken om een minister weg te sturen aan het einde van een verantwoordingsdebat. Natuurlijk blijft het in de tussentijd mogelijk voor gewone meerderheden om alles verder te blokkeren wat die meerderheden niet aanstaat. Als dat een complete begroting is, zal het minderheidskabinet alsnog snel zijn uitgeregeerd. Maar dat is dan de inzet van wisselende meerder heden in het parlement en het dualisme tussen regering en Kamer. Precies zoals de mooie theorieën voorspiegelen.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 08 NIEUWS IN BEELD RISICO-ANALYSE DOOR: HANS BEKKERS TOETS OP INTEGRITEIT UNIFORMITEIT VERSUS VRIJHEID Sinds 2010 worden er verschillende vormen van risicoanalyses integriteit uitgevoerd. Vaak door een bureau, soms voert de burgemeester zelf een light-variant uit. In de ene gemeente vindt het proces volledig achter gesloten deuren plaats, in de andere gemeente bespreekt een raadscommissie de resultaten met de wethouder of worden de conclusies zelfs openbaar. In 2019 heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken dat willen stroomlijnen door de handleiding Basisscan Integriteit op te stellen. Maar van belang was óók dat gemeenten op onderdelen keuzevrijheid zouden houden. Het vraagstuk ‘uniformiteit versus keuzeruimte’ komt ook nu weer naar voren. Na het verschijnen van het wetsvoorstel pleitten de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Wethoudersvereniging voor meer uniformiteit. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters zien juist graag meer ruimte voor lokale invulling. De risicoanalyse wordt nog vóór de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 verplicht, maar een concrete uitwerking laat nog even op zich wachten. De ministerraad heeft besloten dat later met een Algemene Maatregel van Bestuur aanvullende regels worden opgesteld. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 NIEUWS IN BEELD 09 Vóór de zomer is het wetsvoorstel ‘bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur’ besproken in de ministerraad. Het wetsvoorstel omvat belangrijke wijzigingen op het gebied van integriteit. Een ontwikkeling met veel impact met de gemeentereaadsverkiezingen van 2022 in aantocht is de verplichte risicoanalyse integriteit van kandidaat-bestuurders. Samen met Necker van Naem zet Binnenlands Bestuur de belangrijkste ontwikkelingen ten aanzien van de procedure op een rij. BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN Geen benoembaarheidsvereiste: het uitvoeren van de risicoanalyse wordt verplicht, maar er is geen sprake van een benoembaarheidsvereiste. Raad aan zet: waar in 2018 veel burgemeesters hun gemeenteraad alleen informeerden over het feit dat de risicoanalyse was doorlopen, komt de raad nu nadrukkelijker in beeld. De raad stelt de kaders voor de risicoanalyse, zowel op inhoud als voor wat betreft de vraag wie de risicoanalyse uitvoert. Openbaarheid: de conclusies, aanbevelingen en beheersmaatregelen worden openbaar gemaakt. Bij de benoeming beschikt de gehele raad dus over deze informatie. Rol van de burgemeester: de burgemeester ziet toe op de uitvoering van de risicoanalyse. De burgemeester heeft ook de mogelijkheid om de onderzoekers te bevragen over het proces. Vanuit de wettelijke taak van de burgemeester om de bestuurlijke integriteit te bevorderen heeft dat voordelen: zo wordt ook de basis voor de integriteitszorg gedurende de collegeperiode gelegd. Gezamenlijkheid: de instantie die de risicoanalyse uitvoert en de kandidaat-wethouder bespreken samen de te nemen maatregelen op basis van de gesignaleerde risico’s. INTEGRITEITSTOETSING INTEGER OP ALLE NIVEAUS Ook bij volksvertegenwoordigers en bewindslieden staat integriteit in de schijnwerpers. Vooralsnog gebeurt dat op een andere manier dan bij de wethouders. Volksvertegenwoordigers: de verantwoordelijkheid voor integriteitstoetsing van volksvertegenwoordigers ligt bij de politieke partij. Binnenlandse Zaken bracht er eerder al een handreiking over uit: de Handreiking Integriteitstoetsing van kandidaten voor decentrale politieke partijen. In 2018 hebben enkele gemeenten daarnaast voor hun nieuwe raadsleden een beknopte variant uitgevoerd van de risicoanalyse voor wethouders. Bewindslieden: voor kandidaat-bewindspersonen heeft het ministerie recent een self-assessment risicoanalyse integriteit kandidaat-bewindspersonen opgesteld. Opvallend is dat het self-assessment beknopter is dan de meeste risicoanalyses voor kandidaat-wethouders. De handreikingen waar in deze rubriek aan gerefereerd wordt, zijn te vinden op de website www.politiekeambtsdragers.nl.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 10 INTERVIEW AMIT BISWAS DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES Amit Biswas heeft een uniek boek geschreven over alle gemeentelogo’s in Nederland. ‘Waar jij niet bij stilstaat, valt mij als nieuwe Dutchie op’, zegt de Eindhovenaar uit Bangladesh, die de Vibe van zijn eigen stad toch echt het beste beeldmerk vindt. BOEK OVER ALLE GEMEENTELOGO'S ‘LOGOBOEK WAS BESTE CURSUS INBURGERING’ Dat je als Bengalees dol bent op de oer-Hollandse bitterbal is heel begrijpelijk, maar dat je ook weg bent van Nederlandse gemeentelogo’s? En dat je er vervolgens een kloek boek over maakt? Wonderlijk. ‘Juist niet. Waar jij niet bij stilstaat, valt mij als nieuwe Dutchie juist op. Zoals jij in Bangladesh naar dingen kijkt die ik allang niet meer zie en die mijn hersenen niet meer stimuleren’, lacht Amit Biswas (34) op het terras van de Eindhovense Brasserie Radegast040. Traditional Dutch fried ragouballs (8pcs) with fresh mustard op tafel. De kaart is in het Engels. Biswas: ‘Ik woon graag in Eindhoven; de stad is internationaal, levendig en inspirerend.’ Geen wonder dat Peter Kentie, directeur van Eindhoven365, een inleiding heeft geschreven in het (Engelstalige) boek van Biswas: ‘Logo Land; A compilation of all the municipality logos of the Netherlands.’ 216 pagina’s tekst over en beeld van alle 352 gemeentelogo’s in ons landje. Kentie liet de Virtual Design Agency bijna tien jaar geleden een nieuw gemeentelogo voor Eindhoven ontwerpen en het was dit beeldmerk dat Biswas aan het denken zette. Biswas: ‘Nadat ik vanuit Maastricht naar Eindhoven was verhuisd, vielen mij die drie rode golfjes op de informatiezuilen op. Gewoonlijk houden gemeenten hun logo verborgen. In Eindhoven is dat anders. Ik vroeg mijn hardcore Brabantse collega bij Nedschroef wat het logo betekende. Hij had geen idee. Even googelen en je hebt het. De golven, de vibes, beelden de krachten van technologie, design en kennis uit.’ Zijn collega haalt zijn neus niet op voor de betekenis van het Eindhovense beeldmerk. Biswas: ‘Nee, hij vond het interessant. Toen dacht ik: misschien zijn er wel meer gemeenten met een inspirerend logo. Op Bol.com kon ik een boek kopen over gemeentewapens, maar er was geen boek over gemeentelogo’s.’ Hij dacht in eerste instantie niet aan het maken van zo’n boek. ‘Ik wilde gewoon alles weten over gemeentelogo’s. Die speurtocht was verslavend. Ik had geen idee hoeveel gemeenten er waren. Je begint met Aa en Hunze. Ik kon de naam niet uitspreken, had er nog nooit van gehoord. Maar ik dacht: als het zo snel gaat als met Eindhoven, dan doe ik iedere avond na mijn werk een gemeente en ben ik in een jaar klaar. In Duitsland – mijn vrouw is Duits – is papier nog steeds koning, maar hier niet: hier hoef ik voor niets mijn huis uit. Alles kan digitaal.’ CITY BRANDING Biswas komt bedrogen uit. ‘Over het wapen van Aa en Hunze vond ik van alles, maar ik zocht tevergeefs naar de herkomst van het gemeentelogo.’ Aa en Hunze blijkt niet de enige gemeente die op de gemeentesite niets zegt over het gemeentelogo. Desinteresse, onwetendheid, politieke gevoeligheid? Biswas: ‘In 2019 had Leidschendam-Voorburg nog een webpagina over de introductie van een mooi nieuw logo en een nieuwe huisstijl. Die pagina is weg. Waarom? De communicatie‘De speurtocht was verslavend’ afdeling van de gemeente was erg coöperatief, maar wat kost het nou om die pagina op de website te houden? Niets. Waren het raadsvragen over de kosten? Was het de publiciteit? Want één ding heb ik geleerd: de media zijn geen vriend van city branding. Elk nieuw logo draaien ze het liefst de nek om.’ In elk geval geeft Amit Biswas uit Bangladesh meer om de gemeentelogo’s dan menig gemeente in Nederland. Wat een jaar had moeten duren, wordt een speurtocht van vier jaar. ‘Het was wel de best denkbare inburgeringscursus.’ Sommige beeldmerken blijken zo verouderd dat oudheidkundig graafwerk geboden is. ‘Gelukkig kon ik via Delpher en Waybackmachine in een tijdmachine naar de jaren reizen waarin de logo’s werden ontwikkeld. ‘Heerlen in ‘t nieuw’ schrijft het Dagblad voor Oostelijk Zuid-Limburg op 15 december 1989; ‘Nieuwe leeuw en Friese dichtregel voor huisstijl’ staat op 21 december 1990 in de Leeuwarder Courant. Ouder-Amstel en Veendam hadden niets over de geschiedenis van hun logo en ik heb ook niets kunnen vinden. Ik heb Veendam geschreven dat ik mijn eigen interpretatie aan het logo zou geven en ik heb ze die toegestuurd. Geen reactie. Opmerkelijk toch dat een ge’ INTERVIEW 11 CV AMIT BISWAS (Dhaka, 1987) studeerde van 2005 tot 2008 Business Administration aan de universiteit van Pune in India. In 2011 verhuisde hij naar Nederland. In 2012 behaalde Biswas zijn Master aan de Maastricht School of Management. Hij werkte van november 2012 tot september 2020 bij Nedschroef in Helmond. In 2018 werd hij Nederlander. Biswas woont en werkt in Eindhoven, waar hij het adviesbureau Oridoc opzette. Biswas is bij Oridoc marketing & strategie-adviseur. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021
Pagina 12
INTERVIEW 13 meente zo weinig om haar logo en daarmee haar imago en identiteit geeft?’ Ja, hoe verliep de communicatie met de gemeenten? Voor iemand van Binnenlands Bestuur kan het al een bezoeking zijn. Biswas: ‘Ik mailde de communicatieafdelingen van de gemeenten. Krijgen ze uit het niets een vraag over een gemeentelogo waar ze zelf ook niet bij stilstaan. Doorgaans krijgen ze mails over de vuilnis die niet is opgehaald of de straatverlichting die het niet doet. Daar komt bij: Amit Biswas is geen Nederlandse naam, hè? Sommige gemeenten, Rotterdam en Wageningen bijvoorbeeld, waren meteen enthousiast, maar soms duurde het weken voordat ik antwoord kreeg. Of er kwam helemaal geen reactie. Zó vaak kreeg ik non-stop negatieve reacties. We hebben geen informatie, we geven je geen informatie.’ BELEEFD Limburg was lastig, zegt Biswas. ‘Dat is eigenlijk best grappig, want mijn eerste contact met Nederland was in Maastricht. Mijn vader was in 2010 voor zijn werk in Maastricht, toen hij er een hersenbloeding kreeg. Een gelukje bij een ongeluk, want het Maastricht UMC schijnt het beste ziekenhuis voor hersenoperaties te zijn. We vlogen met het gezin naar Nederland. Ik was hier nog nooit geweest, Maastricht zei mij niets. Ik wist niet dat Nederlanders Engels spreken. Mijn vader lag twee maanden in het ziekenhuis. Tegenover het ziekenhuis is de Maastricht School of Management. Op een dag wandelde ik er naar binnen. Ik had in India een marketingopleiding gevolgd en ik vroeg mij af of ik in Maastricht een MBAopleiding kon volgen. Ik kreeg een gedeeltelijke scholarship, in 2012 studeerde ik af.’ De aanhouder wint, ook in Limburg. ‘Door beleefd te schrijven, niet door boos te worden of door te klagen. En als ik ten einde raad was door te bellen, mailen, appen – alles in één klap. Wat denk ik ook wel hielp, was een zinnetje in mijn mail dat zij toch niet wilden ontbreken in mijn boek?’ In Kerkrade lukte ook die aanpak niet. Biswas: ‘Ze hadden een nieuwe communicatieadviseur die de informatie over het gemeentelogo niet kon geven. Gelukkig had ik in Maastricht burgemeester Onno Hoes leren kennen toen de Maastricht School of Management zestig jaar bestond. Hij was zo vriendelijk en benaderbaar; in Bangladesh kom je niet binnen een straal van honderd meter bij de burgemeester. ‘Een gemeentelogo moet tijdloos zijn of aan de tijd zijn aangepast’ “Onno, jij kent de burgemeester van Kerkrade, kun je mij helpen?” “Daar ben je vrienden voor, ik zal je introduceren”, antwoordde hij. Burgemeester Petra Dassen van Kerkrade mailde mij kort daarop de informatie over het gemeentelogo.’ Kentie had die por niet nodig; hij benadert Amit Biswas op eigen houtje. ‘Ik schrok mij rot; wat heb ik verkeerd gedaan?’, lacht Biswas bij zijn vierde bitterbal. ‘Hij had op het platform voor ontwerpers en wetenschappers Pecha Kucha een presentatie over mijn speurtocht naar de gemeentelogo’s in Nederland gezien. Twintig plaatjes die elk twintig seconden blijven staan. Kort, maar lang genoeg voor Peter Kentie, die mij uitnodigde voor een ontmoeting. Mijn presentatie voor Pecha Kucha begon ook met het logo van Eindhoven, ik denk het beste gemeentelogo in Nederland.’ KRACHTIG Waarom het logo van Eindhoven zo goed is? ‘Omdat het schijnbaar heel eenvoudig, maar heel krachtig is. Het wordt constant gebruikt en verbeeldt de kracht van de stad’, zegt hij. Eindhoven heeft ook maar één logo. Biswas: ‘Er is een trend om er twee te hebben: één voor de inwoners en één voor de citymarketing. Den Bosch bijvoorbeeld. Dat vind ik verwarrend. Doe het in één keer goed. De Vibe van Eindhoven is ook het enige open-source gemeentelogo in Nederland. Het is van en voor iedereen. Nogal wat Eindhovenaren hebben de Vibe op hun lijf getatoeëerd.’ Pardon? Biswas: ‘Vorig jaar zomer kon je bij True Blue Tattoo in de Willemstraat op een zaterdag het stadslogo gratis laten tatoeëren. De eersten hadden op vrijdagnacht al hun tentje neergezet. De actie was een enorm succes. Ik heb begrepen dat de rij tot op het Wilhelminaplein stond. Nee, ik stond er niet tussen.’ Het logo van Eindhoven leeft in de stad; dat kun je van de meeste gemeentelogo’s niet zeggen. Wie kent het beeldmerk van zijn eigen gemeente? Het staat op het briefpapier van de gemeente, maar verder is het verstopt op de gemeentelijke website. Of zelfs dat niet. Het kan ook hopeloos verouderd of onbegrijpelijk zijn. Biswas: ‘Persoonlijk vind ik het logo van Laren in Noord-Holland erg verouderd. Ik weet niet wanneer het is ontworpen en het straalt niets uit. Het is niet tijdloos, maar ook niet aangepast aan de tijd. Het door Ben Bos van Total Design in 1973 ontworpen logo van Dronten, dát is pas tijdloos.’ HUISSTIJLBIJBEL Burgemeester van Den Haag en VNGvoorzitter Jan van Zanen heeft het voorwoord geschreven voor Logo Land. Deze week toog Biswas naar Den Haag om hem een exemplaar te geven. ‘Het zou een mooi relatiegeschenk zijn’, zegt Biswas, die de productie van het boek uit eigen zak heeft gefinancierd. ‘Zie het als de huisstijlbijbel voor gemeenten. Als ze een nieuw logo willen, dan kunnen hierin zien wie wat heeft gedaan en inspiratie opdoen.’ Dat Logo Land in het Engels is geschreven, doet daaraan niets af, gelooft hij. ‘Iedereen spreekt hier Engels. Ik wil een groot publiek bereiken en Nederland als voorbeeld stellen. Het is belangrijk dat mensen in Frankrijk en Duitsland het boek ook kunnen lezen. Duitsland heeft rond de elfduizend gemeenten. Gebruik Logo Land.’ Dat zou onze koning ook moeten doen, vindt hij. ‘Toen ik in 2018 Nederlander werd, kreeg ik een brief van koning Willem-Alexander. Daar was ik zó blij mee. We hebben hem ook uitgenodigd op onze bruiloft. Hij kwam niet, maar we kregen wel een brief van zijn secretariaat. Ik wil hem graag Logo Land geven. Misschien kan hij het besef uitdragen dat we de geschiedenis van gemeentelogo’s moeten vastleggen. Er waren ooit 1.100 gemeentelogos, nu zijn het er 352. Logo’s zijn kunst, honderden logo’s en onze identiteit zijn voor altijd verdwenen.’ Logo Land; A compilation of all the municipality logos of the Netherlands’, is verschenen bij uitgeverij Lecturis. Prijs €27,50. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021
Pagina 14
14 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE BEELD: SHUTTERSTOCK Al sinds het begin van de coronacrisis bestaan er zorgen over een toenemende tweedeling in de samenleving. Economisch herstel alleen zal niet genoeg zijn om die kloof te dichten. Daarvoor moeten de diepere oorzaken van de ongelijkheden worden aangepakt. Dit is een inleidend artikel bij de vierdelige podcastserie Herstart van Binnenlands Bestuur. CORONACRISIS VERGROOT TWEEDELING EEN SOCIAAL HERSTELBELEID IS HARD NODIG ‘We zitten met zijn allen in dezelfde storm, maar niet in dezelfde boot’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘Het coronavirus raakt ons allemaal’, sprak koning Willem-Alexander op 20 maart 2020, ongeveer een week nadat de eerste lockdown-maatregelen in Nederland waren genomen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Dat het virus de hele samenleving zou treffen, was toen wel duidelijk. Maar hoe het op de samenleving zou neerslaan, was minder goed te voorzien. Anderhalf jaar later kunnen we constateren dat COVID-19 weliswaar iedereen heeft geraakt, maar niet iedereen in gelijke mate. Het virus, en de economische en maatschappelijke schokken die daarmee gepaard gingen, hebben sommigen harder getroffen dan anderen. En het lijkt erop dat de grootste slachtoffers van de crisis de mensen zijn die het ook vóór de pandemie al zwaar hadden. Met andere woorden: de coronacrisis vergroot de sociaaleconomische verschillen in de samenleving. Het gevaar van een ongelijke verdeling van de klappen van de crisis werd ruim een jaar geleden al door vijftien burgemeesters erkend. ‘De tweedeling in onze gemeenschap en de kansenongelijkheid nemen nog verder toe’, schreven ze in een brief aan het kabinet. En ook afgelopen zomer, toen zeshonderd burgers in zogenaamde ‘dialoogtafels’ met elkaar in gesprek gingen op zoek naar ideeën voor herstel en vernieuwing na de coronacrisis, kwam de ‘toenemende tweedeling’ als belangrijk aandachtspunt naar boven. De deelnemers uitten zorgen over toegenomen en uitvergrote verschillen in de samenleving. ‘We zitten met zijn allen in dezelfde storm, maar niet in dezelfde boot’, vatte één van de deelnemers samen. SCHEIDSLIJN Hoe ziet die tweedeling er precies uit? Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat de scheidslijn vooral op het sociaaleconomische vlak ligt. Voor mensen met een lager inkomen en opleidingsniveau zijn de gevolgen van de crisis het zwaarst. Bij die groep is het aantal besmettingen hoger en is de kans op ernstige gezondheidsproblemen als gevolg van het virus groter. Daarnaast hebben mensen in deze groep vaker een flexibel of tijdelijk dienstverband, waardoor ze vaker hun werk zijn verloren. Ook lopen hun kinderen een verhoogd risico op leerachterstanden als gevolg van de scholensluiting. Tot deze groep behoren relatief veel jongvolwassenen, mensen met een niet-westerse migratieachtergrond en mensen met een arbeidsbeperking. Hoe vergaat het deze kwetsbare groep in het herstel na de crisis? Zullen de scheuren in de samenleving zich automatisch herstellen zodra de pandemie voorbij is? Dat lijkt onwaarschijnlijk. De crisis is immers niet de oorzaak, maar slechts een versterker van de problemen. Voor een duurzame oplossing moeten de structurele oorzaken van de kloof worden aangepakt. Niet alleen de effecten van de crisis zelf moeten worden bestreden. De herstelstrategie zal ook de tekortkomingen van het sociale beleid van vóór de crisis moeten repareren, willen we de kloof dichten. De tweedeling was namelijk ook voor de pandemie al duidelijk zichtbaar. In de jaren voor de coronacrisis was er sprake van sterke economische groei en hoge werkgelegenheid, maar de onderkant van de samenleving bleef achter. Het aandeel huishoudens dat onder de lage inkomensgrens leeft (ongeveer 6 procent) is al sinds 2011 stabiel. Het aandeel huishoudens met problematische schulden (zo’n 8 procent) is sinds 2015 vrijwel niet gedaald. Het aantal dak- en thuislozen is tussen 2009 en 2018 zelfs verdubbeld, en het aantal daklozen tussen 18 en 30 jaar is in die periode verdrievoudigd, net als het aantal daklozen met een niet-westerse migratieachtergrond. DIEPERE OORZAKEN Een aantal diepere oorzaken van de groeiende kloof is te vinden in het Deltaplan Bestaanszekerheid, een manifest dat wethouders Rutger Groot Wassink (GroenLinks) van Amsterdam en Peter Heijkoop (CDA) van Dordrecht onlangs opstelden. Daarin luiden ze de noodklok over grote groepen mensen die moeite hebben om rond te komen, geen hulp krijgen van de overheid en als gevolg daarvan een onzeker bestaan leiden. Ze roepen het nog te vormen nieuwe kabinet op om van bestaanszekerheid een topprioriteit te maken. ‘Ik kan de urgentie van dit vraagstuk echt niet voldoende benadrukken’, aldus Groot Wassink. De crisis heeft de situatie nog schrijnender gemaakt, zien beide wethouders. Maar ook zónder pandemie was er reden genoeg om een Deltaplan Bestaanszekerheid op te stellen, vindt Heijkoop. ‘Ook vóór de coronacrisis hadden wij al grote zorgen over de bestaanszekerheid.’ Groot Wassink: ‘We hebben in de afgelopen decennia een soort kaalslag van neoliberaal beleid gezien waarin de sociale zekerheid steeds verder werd afgebroken.’ De stagnatie van het minimumloon en de gekoppelde uitkeringen is daarvan het duidelijkste voorbeeld. ‘Boven alles is het de hoogste tijd om het sociaal minimum te verhogen naar een realistisch niveau’, schrijven de wethouders in hun deltaplan. Daarnaast zijn de regels die mensen moeten helpen om hun inkomen te verzekeren te complex geworden. De menselijke maat is verdwenen, constateren de wethouders. Het is voor bijstandsgerechtigden nauwelijks te begrijpen wat ze wel of niet bij de gemeente moeten melden, geeft Groot Wassink als voorbeeld, maar als ze een fout maken, worden ze al snel als een fraudeur beschouwd. ‘Dat heeft enorme repercussies voor mensen.’ HARDHEDEN De verantwoordelijk minister is inmiddels bezig om de ‘ongewenste hardheden’ uit de wet te halen, merkt hij op. ‘Maar ik zou zeggen: de gewenste hardheid is ook flauwekul, dus daar moet je ook mee kappen.’ Een ander structureel probleem dat de wethouders aankaarten is het gebrek aan budget om mensen uit de bijstand aan het werk te helpen. De wet die over werk en uitkeringen gaat heet weliswaar de Participatiewet, maar die naam is misleidend, vindt Heijkoop. Want juist het participeren, of het meedoen, wordt door die wet belemmerd. Heijkoop: ‘Bij de totstandkoming van de Participatiewet hebben we met elkaar afgesproken dat we gaan werken aan een inclusieve arbeidsmarkt waarin mensen allemaal mee kunnen doen. Maar er zijn miljarden bezuinigd, waardoor die inclusieve arbeidsmarkt heel ver weg is geraakt.’ De middelen voor de begeleiding naar werk zijn in zo’n tien jaar tijd dan ook meer dan gehalveerd. Groot Wassink: ‘Als 95 procent van het budget voor de Participatiewet bedoeld is voor de uitkering, betekent dat dat er maar een klein gedeelte is wat mensen verder helpt.’ Ten slotte signaleren de wethouders dat het systeem van sociale zekerheid zich niet heeft aangepast aan de flexibilisering van de arbeidsmarkt, een trend die ook al jaren gaande is. Daardoor vallen zelfstandigen en flexwerkers vaak door de gaten van het vangnet heen, terwijl dat juist een groep is die vaak moeite heeft om rond te komen. Ook voor de schuldenproblematiek – zo’n 650.000 Nederlandse huishoudens hebben problematische schulden – geldt dat de onderliggende oorzaken in het pre-pandemie-tijdperk liggen. Nadja Jungmann, lector schulden en incasso: ‘Als je kijkt naar wat we nu weten, denk ik niet dat corona het grote probleem is. Vóór corona hadden we al een aantal structuurproblemen’, zegt ze. Nummer één: ‘Een groot
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 16 ACHTERGROND SOCIAAL gedeelte van onze Nederlandse beroepsbevolking leeft op flexcontracten. Dus we hebben een kwetsbare arbeidsmarkt.’ Daarnaast is er een grote groep Nederlanders die geen financiële buffer heeft. Jungmann: ‘Dat liet de Nederlandsche Bank vorig jaar februari al weten.’ De derde factor is een oververhitte woningmarkt, waardoor vaste lasten stijgen. NAIEF Aangezien die drie structuurproblemen al voor de crisis bestonden, zou het naïef zijn om te denken dat de schuldenproblematiek zich in de herstelfase van de crisis vanzelf zal oplossen. Jungmann: ‘We hebben een ontzettend mooi, snel economisch herstel. Althans, met de kennis van nu lijkt dat zo te zijn. Maar het lijkt er wel op dat de verschillen tussen arm en rijk aan te vergroten zijn. Je ziet nu dat er veel werk is. Dat is positief, want inkomen is een belangrijke weg om uit de schulden te komen. Maar ik ben vanwege die structuurvraagstukken niet zo optimistisch dat ik denk dat het de komende jaren met de schuldenproblematiek wel mee zal vallen.’ ‘Die inclusieve arbeidsmarkt is heel ver weggeraakt’ Sterker nog: de vorige economische crisis leert dat schulden nog jarenlang kunnen dooretteren, ook als het economisch herstel al is ingezet. Vanaf 2010 begon de schuldenproblematiek als gevolg van de recessie te groeien, legt Jungmann uit. Maar twee jaar later werd er flink bezuinigd op de schuldhulpverlening: ‘In 2012 nam bij veel gemeenten het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening met 15 procent toe, terwijl hun budget met 30 procent afnam.’ Daarbovenop kwam de nieuwe ideologie van de participatiemaatschappij, die gepaard ging met begrippen als zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. Dat ADVERTENTIE nieuwe jargon gaf gemeenten instrumenten om inwoners die zich, om wat voor reden dan ook, niet voldoende inspanden te weren uit schuldhulptrajecten. Jungmann: ‘We zijn heel streng geworden aan de poort en dat maakt dat er een grote groep niet meer binnenkwam. Maar als je schulden problematisch zijn en de toegangspoort dicht gaat, dan kan de economie wel aantrekken, maar dan blijven jouw problemen bestaan. En dus zie je dat de helft van de groep die op 1 januari 2018 problematische schulden had, dat op 1 januari 2015 ook al had. Dat is gewoon een granieten bestand geworden.’ Het goede nieuws is dat de schuldhulpverlening er anno 2021 anders voorstaat dan zo’n tien jaar geldeden. ‘Gemeenten proberen de drempel voor de toegang te verlagen’, aldus Jungmann. ‘We gaan de komende tijd zien wat dat oplevert.’ Vanaf woensdag 15 september kunt u wekelijks een aflevering van de podcastserie Herstart beluisteren. Met o.a. schuldenexpert Nadja Jungmann en de wethouders Rutger Groot Wassink en Peter Heijkoop. Een woning voor bakker Roy Omdat zijn hart bij ons verse brood ligt We willen graag dat Roy in zijn eigen buurt kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Roy, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Oosterhout of Eindhoven? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Meerdere collega’s kennen verhalen over IN DE CLINCH seksueel getinte opmerkingen die een Nijmeegse ambtenaar zou hebben gemaakt. Het college straft hem hiervoor door hem over te plaatsen. Houdt dat stand bij de hoogste ambtenarenrechter? VAN HOREN ZEGGEN IS NOG GEEN HARD BEWIJS Otto Temmes* werkt sinds 2008 bij een leer-werkinstelling die onder de gemeente Nijmegen valt. Daar begeleidt hij ook stagiair(e)s. Een van hen vertelt op een dag tegen twee stagebegeleiders dat Temmes opmerkingen ‘met een seksuele connotatie’ heeft gemaakt over een stagiaire. Toen die stagiaire eens met hem in een dienstauto reed, maakte hij – volgens haar – ‘ongepaste’ opmerkingen over vrouwelijke passanten, waaronder jonge meisjes. Nadat het afdelingshoofd deze kwesties met Temmes heeft besproken, verzoekt het college de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de Decentrale Overheid (LKOG) de signalen over dit grensoverschrijdend gedrag te onderzoeken en erover te adviseren. De LKOG houdt hoorzittingen, spreekt met stagiaires en stagecoördinatoren, het afdelingshoofd, drie andere medewerkers en met Temmes zelf. Uiteindelijk overweegt de LKOG dat niet kan worden vastgesteld wat Temmes precies tegen wie heeft gezegd. Het is echter ‘niet aannemelijk’ dat Temmes de opmerkingen niet heeft gemaakt, het is ‘voldoende aannemelijk’ dat zijn gedragspatroon sterk is gericht op vrouwen, wat niet passend is binnen zijn functie. Dat zorgt voor een onprofessionele werksituatie. Volgens de LKOG heeft Temmes de grenzen van het toelaatbare in zekere mate overschreden en adviseert het college om de klachten over seksuele intimidatie ‘licht gegrond’ te verklaren en hem verder te begeleiden in de bewustwording van zijn gedrag. ‘Ongepaste’ opmerkingen over vrouwelijke passanten Het college plaatst hem over in een andere functie. Gelet op de leeftijd van de stagiair en haar afhankelijke positie heeft een stagebegeleider een zorgplicht, terwijl hij haar in een ‘onveilige’ situatie heeft gebracht. Temmes verzet zich tegen de overplaatsing. Maar ook de rechtbank Gelderland denkt dat hij in het bijzijn van de stagiaire seksueel getinte opmerkingen over vrouwen en jongere meisjes heeft gemaakt. Volgens het afdelingshoofd heeft Temmes dat ook zelf bevestigd. Verder hebben twee medewerkers verklaard dat hij bekend staat om dit soort opmerkingen. Ook denkt de rechtbank dat Temmes een seksuele opmerking jegens de stagiaire heeft gemaakt – dat had een andere stagiair weer gehoord. De straf van overADVERTENTIE plaatsing acht de rechtbank niet onevenredig aan de aard en de ernst van het plichts verzuim. De Centrale Raad van Beroep kijkt er toch anders naar: het gaat hier om één-op-éénsituaties en dan is het lastig vast te stellen wat woordelijk is gezegd. Dan moet op een andere wijze de overtuiging worden verkregen dat Temmes zich schuldig heeft gemaakt aan de verweten gedragingen. Temmes zelf heeft van aanvang af betwist dat hij de seksueel getinte opmerkingen heeft gemaakt. Dat in een gespreksverslag van het afdelingshoofd is vermeld dat Temmes de opmerkingen jegens andere vrouwen zou hebben bevestigd, maakt dit niet anders: later ontkent hij dat stellig. Andere opmerkingen die hij zou hebben gemaakt, zijn kennelijk anders gezegd in een andere context. Dat collega’s beweren dat hij bijzondere aandacht voor vrouwen zou hebben en eerder soortgelijke opmerkingen jegens vrouwen of meisjes zou hebben gemaakt, betekent nog niet dat hier sprake is van plichtsverzuim. De Raad is er niet van overtuigd dat Temmes de hem verweten gedragingen heeft begaan – het is te veel van horen zeggen (uitspraak 2 september 2021). Het college was dan ook niet bevoegd een disciplinaire straf op te leggen. Temmes eist schadevergoeding, daarover wordt in een andere procedure beslist. *De naam is gefingeerd ECLI:NL:CRVB:2021:2196 DISCOVER • LEARN • GROW MELD JE GRATIS AAN VIA FINANCEEXPO.NL
Pagina 18
18 ACHTERGROND MEDIA DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: PETER HILZ/ANP-HH Een toenemend aantal gemeenten richt een stimuleringsfonds voor lokale journalistiek op. ‘Politieke partijen en colleges moeten een lokaal mediabeleid ontwikkelen.’ GROEIEND AANTAL GEMEENTEN FINANCIERT MEDIAFONDS MEER JOURNALISTIEK, MINDER CLICKBAIT Woestijnland is Almere journalistiek gezien niet, maar schraal is de grond er wel. Tot 2003 verscheen er het Dagblad voor Almere, een kopblad van de Gooi en Eemlander, waarvan De Telegraaf eigenaar was. Bij gebrek aan abonnees ging de stekker eruit. Toen De Telegraaf uitverkoop hield in z’n huis-aan-huisblad-portfolio, sneuvelde in 2017 ook het nieuwsblad Almere Vandaag. Nu resteert nog Almere Deze Week, met onder meer het gemeentelijke katern Stadhuis- aan-huis. Verder zijn er lokale omroepinitiatieven, waarvan er een over de officiële omroeplicentie beschikt en door de gemeente (mede-)gefinancierd wordt. Een landelijk opererende webcrawler struint het internet af naar nieuwtjes uit de poldergemeente en presenteert die op een website. Een belangrijke nieuwsbron is verder de regionale en publiek gefinancierde Omroep Flevoland. Zo bezien valt het mee met het medialandschap in Almere. Toch wordt de gemeente in een handreiking van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) expliciet genoemd, als voorbeeld van een weinig pluriform medialandschap zonder ‘eigen’ journalistieke redactie van redelijke omvang. De gemeente zelf benoemde onlangs een ‘hoofdredacteur’ voor de afdelingen die content voor eigen en andere mediakanalen maken. Na journalistiek ongenoegen hierover werd de functienaam ingetrokken, maar de functie blijft. ‘Verschraling doet evident zo veel pijn, dat men het idee van marktwerking toch wat laat varen’, constateert Jaap de Jong, hoogleraar Journalistiek en Nieuwe Media aan de universiteit van Leiden. ‘Als gemeente BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 19 ‘ De gemeente mag helemaal over de knie gaan’ kun je je afvragen: moet je je eigen communicatieafdeling groter maken en steeds professionelere zendkanalen opzetten? Of maak je de analyse dat nu gemeenten verantwoordelijk zijn voor meer taken, je ook meer checks and balances moet organiseren? Best lastig, want ze krijgen vast wel eens een stuk aan hun broek waar ze chagrijnig van zijn. Als je daar als bestuurder niet tegen kan, ben je ongeschikt voor die baan.’ De mediaprofessor bepleit dat politieke partijen in hun programma voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 een mediaparagraaf opnemen. De kijk daarop hoort daarna volgens hem niet in een cultuur- of communicatienota, maar colleges moeten naar zijn mening een heldere visie op lokale journalistiek ontwikkelen. LAGE TARIEVEN Almere vormt geen uitzondering. Bij veel regionale dagbladredacties werken de helft minder journalisten dan twintig jaar geleden. Dagbladen huren op grote schaal freelancers in, die door lage tarieven gedwongen zijn ‘bij te klussen’ voor commerciële opdrachtgevers. Bijna geen enkel huis-aan-huisblad heeft nog een journalist in dienst. Dan zijn er nog lokale omroepen, voornamelijk door amateurs gemaakt. Waar landelijk het uitgevers-verdienmodel financieel drijft op abonnementen en advertenties, is er veel lokale nieuwshonger, maar beperkte bereidheid ervoor te betalen. Burgers worden, mede door sociale media, overspoeld met informatie, maar per saldo matig geïnformeerd over (politieke) ontwikkelingen in hun eigen woonplaats. ‘Tegelijk willen burgers ook kritische geluiden’, zegt De Jong. ‘Ze verwachten een neutrale en meerstemmige journalistiek. Bijvoorbeeld dat journalisten een beleidsstuk hebben nagelezen voordat ze erover schrijven en dat ze beschikken over dossierkennis en historisch geheugen.’ Door de verschuiving van ‘papier’ naar online is het bereik van internetjournalistiek exact meetbaar. Succes wordt zo bijna synoniem aan bereik. De verleiding clickbait te produceren wordt groter, terwijl verdieping door gedegen onderzoek vaak uitblijft. Geldgebrek noopt lokale media verder gratis prefab content te gebruiken. ‘Uit onderzoek dat we deden in Zuid-Holland en Leiden bleek dat communicatieprofessionals van gemeenten en bedrijven dat wel prettig vinden’, vertelt De Jong. ‘Maar ze realiseren zich ook dat hun teksten en foto’s worden geplaatst in een omgeving van andere knisperende persberichten.’ LOKAAL ANTWOORD De VNG liet een ‘expertiseteam’ onderzoeken wat gemeenten zelf kunnen doen om lokale media en journalistiek te steunen. De Jong zat in dat team, evenals Thomas Bruning, secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten. Het expertiseteam constateert dat gemeenten wel een communicatiebeleid voeren, maar meestal niks of weinig aan mediabeleid doen. Onterecht vertrouwen ze erop dat de markt ‘levert’. Afgezet tegen de stelselverantwoordelijkheid van rijk en gemeenten voor het goed functioneren van de lokale democratie zijn volgens de twee onafhankelijke en betrouwbare media onmisbaar. Een lokaal antwoord op de journalistieke verschraling is in sommige gemeenten de oprichting van een stimuleringsfonds. Onder andere Leiden, Delft, Den Haag, Amstelveen, Tilburg, Haarlem en de provincie Zuid-Holland hebben zo’n potje. In Almere haalde een voorstel van Leefbaar Almere voor het instellen van een lokaal mediafonds het niet. Onlangs is wel Arnhem aan het rijtje toegevoegd. Voorzitter van dit mediafonds is Paul Baeten, strategisch adviseur van de gemeente. Volgens hem is het potje bedoeld voor ‘onafhankelijke, bijzondere journalistieke producties die zonder een financieel zetje in de rug niet of moeizaam van de grond komen’. Het fonds moet volgens de oud-journalist niet worden uitgelegd als kritiek op het bestaande aanbod. Maar voor onderzoeksjournalistiek, vernieuwing en diversiteit blijkt weinig ruimte. En nieuwe makers komen er nauwelijks tussen. Voor Arnhem was het volgens Baeten geen moment punt van discussie dat de geldverALTIJD MAAR HOSSELEN ‘Ik kan het bijna niet meer horen dat journalisten de waakhonden van de democratie zijn’, verzucht Ard Zandbergen, hoofdredacteur van streekomroep Bollenstreek (‘BO’). ‘Wij waren altijd tandeloos. Geef ons voldoende middelen en we kunnen de waakhondrol waarmaken.’ Zandbergen ‘grijpt alle denkbare mogelijkheden aan’ om middelen los te weken uit mediafondsen en subsidie- en stimuleringsregelingen. Maar vrijwel altijd is het tijdelijk geld. Een groot deel van zijn tijd gaat op aan hosselen. Wat hij opbouwt, kan zomaar weer afgelopen zijn. BO deed mee aan een pilot van het landelijke Stimuleringsfonds voor de Journalistiek om lokale omroepen te professionaliseren. De regeling loopt tot december 2021. ‘Een jaar en negen maanden lang konden wij beschikken over 230.000 euro extra’, aldus Zandbergen.’ Een ongekende luxe, vooral gebruikt voor politieke verslaggeving. Daarnaast doet BO mee aan een project van de NOS, dat professionele journalisten detacheert bij lokale omroepen, waarbij de NOS als werkgever optreedt. Het verzorgingsgebied van BO omvat vier gemeenten (Noordwijk, Teylingen, Lisse, Hillegom). ‘Dat komt meer op 150 politieke vergaderingen per jaar’, rekent Zandbergen voor. ‘Ik kon altijd wel bewéren dat politieke verslaggeving veel kost, nu is het aangetoond. Goede politiek verslaggevers inhuren om de politiek te volgen in onze gemeenten kost 50.000 euro per jaar. Ontzettend veel op een normale omzet van 160.000.’ Met het geld van de stimuleringsregeling schakelde BO per gemeente een professionele, betaalde politieke verslaggever in, bij elkaar drie voltijdse ‘banen’. Deze freelancers spitten alle gemeentelijke stukken door. Het plan was hen raadsvergaderingen fysiek te laten bijwonen, maar door de pandemie pakte dat anders uit. Ondanks deze handicap leverde de pilot volgens Zandbergen betere bijdragen op. ‘Beschikken we ook straks over voldoende middelen, dan wil ik dat graag een vervolg geven met een politiek discussieprogramma.’ Volgens het Stimuleringsfonds moet het rijk de lokale omroep erkennen als spil in de in lokale nieuwsvoorziening en financieel boter bij de vis geven. De Raad voor Cultuur en de Raad voor het Openbaar Bestuur lieten zich eerder in vergelijkbare zin uit. Pilots worden als waardevol gezien, maar zorgen niet voor stabiliteit. De nieuwe minister moet besluiten over het advies.
Pagina 20
Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Het Jaarcongres Public Finance is dé plek om uw netwerk, kennis en vaardigheden een boost te geven! In het programma o.a.: Diverse masterclasses met onderwerpen als: • De belofte van wendbaarheid • Het grote geld ligt op straat! • Samen naar een betaalbare warme transitie • Leiderschap in de 21ste eeuw • Deep dive fi nancieringsinstrumenten Round table | Wat betekent moedig leiderschap voor jou? Samen met special guest Johan Hamster en Jeroen Dijsselbloem delen we onze ideeën en persoonlijke ervaringen met moedige leiders en moedig leiderschap. Voor wie durft: workshop koorddansen Al ruim 200 fi nanciële professionals en bestuurders hebben al een kaart gereserveerd. Wilt u hier ook kosteloos bij zijn? Reserveer dan snel een plek via PublicFinance.nl en we zien u graag 30 september! Ontmoet topsprekers als: Donatello Piras Dagvoorzitter en debatleider Jaarcongres Public Finance Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Johan Hamster Wethouder en 1e locoburgemeester Stadskanaal Catharina Adriaans Expert Lead Agile Coaching bij ING Jan Verhagen Beleidsmedewerker fi nanciële verhouding gemeente Den Haag Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Catheel Pino Juridisch adviseur publieke fi nanciering Gita Salden Chief Executive Offi cer van BNG Bank Menno Middeldorp Head of RaboResearch Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 21 strekker zich afzijdig houdt van de inhoud. ‘De gemeente mag helemaal over de knie gaan. Je kunt journalistieke inhoud goed afschermen van de financieringsbron.’ Bij het fonds ingediende plannen moeten volgens hem onderscheidend en aanvullend zijn, ‘niet méér van hetzelfde’. Verder moeten plannen voldoen aan eisen van journalistieke kwaliteit en integriteit. ‘En het moet het natuurlijk gaan over Arnhem en een goed bereik hebben.’ AMATEURS Een ‘second best oplossing’ noemt Thomas Bruning lokale of regionale mediafondsen. ‘Ik wil de goede wil van gemeenten niet ontmoedigen’ zegt hij. ‘Maar geef je mij de vloer dan zeg ik: breng eerst de basis op orde. Steun een goede lokale omroep. Kies voor een publieke of publiek gesteunde speler die niet uitsluitend met amateurs werkt.’ De NVJ-secretaris heeft er geen moeite mee dat, zoals in sommige gemeenten met een mediafonds gebeurt, geld naar bestaande commerciële media vloeit. ‘Als we erkennen dat private partijen een waardevolle rol vervullen in het totale spectrum, moeten zij wel zorgen dat dit geld bovenop het redactionele budget komt. Je moet het zodanig annoteren dat het niet als een extraatje naar België [hoofdvestigingen DPG en Telegraaf-kranten, red.] wordt overgemaakt.’ Voorwaarde moet naar het idee van Bruning zijn dat de gebruikelijke beroepscodes voor journalistiek worden gehanteerd en dat ‘professionele tarieven’ worden betaald. ‘Veel partijen zullen dan naar mijn verwachting dan al afhaken’, denkt hij. De NVJ-secretaris ziet meer in structurele ondersteuning dan af en toe een bedrag toesteken. ‘Als je het echt goed voor hebt met lokale media, steun die dan op een goede manier in hun rol. Bijvoorbeeld door te adverteren of banners te plaatsen.’ Daarnaast benadrukt hij het belang van extra structurele landelijke middelen. ‘Zorg ervoor dat de nieuwsvoorziening niet afhangt van wisselvalligheid en amateurs met te weinig middelen.’ Hij denkt aan instroomprojecten op redacties waarbij de overheid co-financier is of fiscale maatregelen voor onafhankelijke media. ADVERTENTIE ‘Hoe kleiner de projectjes die je honoreert, hoe minder het met journalistiek te maken heeft. Dit vak gaat over de langere termijn. Incidentele financiering past daar niet bij. Het is geen soort theaterproductie. Wat je in een lokale democratie wilt, is een journalistieke wijkagent die verbinding houdt tussen de straat en de raad.’ 200 EURO Als merit goods zou de overheid lokale media moeten zien, vindt zowel Bruning als De Jong: basisvoorzieningen die, net zoals een bibliotheek of zwembad, worden gesubsidieerd. De hoogleraar vertelt hoe gemeenten als adverteerders zo strak onderhandelen dat lokale media gedwongen hun tarieven laten zakken. ‘In Assen was ik met de gemeenteraad in gesprek over de mogelijkheid van een mediafonds. Toen ik vroeg hoeveel de gemeente betaalt voor een advertentiepagina, bleek dat 200 euro te zijn. Zo’n gemeente denkt iets goeds te doen door minder belastinggeld uit te geven. Maar wat er eigenlijk gebeurt, is dat het lokale medialandschap over de kling wordt gejaagd.’ Ondersteuning gemeenteraads - verkiezingen 2022 Op 16 maart 2022 vinden er weer gemeenteraadsverkiezingen plaats. Hiermee staan gemeenten opnieuw voor een huzaren stukje. De afdeling publiekszaken staat immers aan de lat voor de organisatie ervan. En dat zorgt voor een enorme piek in de werklast. BMC ondersteunt én ontzorgt gemeenten bij de organisatie van verkiezingen. We bieden hiervoor een uitgebreid palet aan diensten. Te denken valt aan: • het leveren van projectleiders en stembureauleden; • werving en training van vrijwilligers; • het doorlichten, toetsen en actualiseren van uw verkiezingsprotocol; • advisering over zaken die effectiever of effi ciënter kunnen. Meer weten? Neem voor meer informatie of een vrijblijvende afspraak contact op met Zohra el Haddaoui via onderstaande gegevens. Zohra el Haddaoui senior adviseur zohra.el-haddaoui@bmc.nl 06 83 43 71 78 Partners in verbetering
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 DOOR: RENÉ DIDDE FOTO: JOHN PETERS / ANP-HH KLIMAATCRISIS SERIE 23 De droogte manifesteerde zich deze zomer minder dan in voorafgaande jaren. Toch is de droogste stad van Nederland, Roermond, volop bezig met de bestrijding ervan. En de stad is met de ligging aan de Maas, de Roer en de Swalm ook nog eens kwetsbaar voor wateroverlast. ROERMOND WIL WATER BETER VASTHOUDEN DE DRUUGSTE STAD VAN NEDERLAND Nieuwe plantjes op het Munsterplein Roermond en omgeving geldt al vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw als de droogste streek van Nederland. Zowel in de langjarige neerslagreeks van 1981 tot 2010 als in de recent geactualiseerde gegevens in de periode 1991-2020 valt er te Midden-Limburg de minste neerslag, zo’n 750 millimeter per jaar. Dat is slechts twee derde van de neerslag in de natste stad van Nederland, Zoetermeer. De verklaring daarvoor is, aldus het KNMI en Weeronline, dat veel regen valt op het plateau van de Kempen in België en een stukje in Brabant. Door de overwegend zuidwestelijke windrichting is de meeste regen vanaf zee al gevallen eer de wolken het Maasdal hebben bereikt. Toch zijn er deze zomer geen geel gras en verdorde bomen te bespeuren in Roer‘De overheid is een mammoettanker’ Om water beter vast te houden in geval van droogte en tegelijk de overlast te beperken, meldt waterschap Limburg dat binnen een jaar tweehonderd zogeheten bermstuwen zijn aangelegd in de provincie, waarvan zes in Roermond. Wat boerenstuwtjes met eenvoudig bij te plaatsen plankjes doen langs boerenterrein, beogen de bermstuwen het water meer vast te houden langs gemeentelijke en provinciale watergangen. ‘Prima dat Roermond in nieuwbouwwijken water vasthoudt en in de grond laat zakken’, zegt bestuurder Har Frenken van het waterschap. ‘Goed dat de bermstuwen in Roermond nu vol staan in plaats van dat dit regenwater door de Roer wegstroomt.’ De bestuurder spreekt echter van de overheid als een ‘mammoettanker’. ‘Het gaat langzaam, heel langzaam om gemeenten en de provincie mee te krijgen. Dat komt vooral omdat de ruimte voor water conflicteert met economische belangen.’ Vijftien procent reserveren voor ‘groen en blauw’ is eigenlijk een must, maar het vergt ruimte op kavels waar ook lucratieve koopwoningen kunnen staan, bedoelt Frenken. ‘Wij zijn als waterschap nog al te vaak sluitpost en lossen de problemen op die gemeenten en ontwikkelaars eigenlijk kunnen voorkomen. Het af koppelen van regenwater van de riolering in bestaande bebouwing en op bedrijventerreinen is lastig, en daar mag in de hele provincie wel een tandje bij, inclusief Roermond.’ Met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van volgend voorjaar heeft waterschap Limburg een pamflet opgesteld voor gemeentelijke watermaatregelen. ‘We moeten ons beter voorbereiden op omgaan met extreem weer.’ De gebeurtenissen met de Geul bij Valkenburg tonen volgens het waterschap dat de beekdalen niet moeten worden bebouwd. In navolging van het programma Ruimte voor de rivier moet er een ‘ruimte voor de beek’ komen. Grote gebieden in de Peel, op de grens tussen Brabant en Limburg, moeten geschikt worden gemaakt om water te bergen en zo droogte te bestrijden. Frenken: ‘Limburg is 220.000 hectare groot. Wanneer we daar globaal tien centimeter water op weten vast te houden, dan gaat het om 220 miljoen kubieke meter. Dat is een flinke slok op de consumptie van boeren, bedrijven en consumenten.’ KLIMAATKEUZES Het IPCC-rapport maakt duidelijk dat het klimaat sneller verandert dan we dachten. De kans op extreem weer neemt toe. Ineen driedelige serie inventariseert Binnenlands Bestuur de gevolgen voor gemeenten. In deel twee: de droogste gemeente Roermond.
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 24 SERIE KLIMAATCRISIS mond. Trots toont wethouder Rens Evers enkele markante bomen die sinds 2017 in de binnenstad zijn geplaatst. ‘Ze zijn enorm gegroeid’, wijst de wethouder op een honingboom. Het plantgat is niet alleen vele malen groter dan gebruikelijk, maar vooral krijgt de boom voldoende water door een ingenieus krattensysteem dat het water vasthoudt en is omwikkeld met waterdicht doek. ‘Zo geven we bomen ruimte om te wortelen’, zegt Evers, die namens GroenLinks wethouder is van klimaat en infrastructuur in Roermond. Ook op het nabij gelegen Munsterplein is sterk vergroend, met grote borders met heesters. Nieuwe bomen als de mammoetboom en – toepasselijk naast het eertijdse kerkhof – een doodsbeenderboom flankeren samen met enkele oude esdoorns en lindes het monumentale plein rond de Munsterkerk. ‘Tot 2019 was dit een lastig begaanbaar kasseienplein’, zegt Evers. ‘Nu zijn de kasseien gehalveerd en verruwd. Maar helemaal naaldhakproof is het niet’, grijnst de wethouder. De vergroening van de versteende en dichtbebouwde binnenstad, inclusief ondergrondse watervoorzieningen, vormt de meest in het oog springende droogtemaatregel in de 58.000 inwoners tellende stad. Ook in de Kapellerlaan, even buiten het centrum, is de herstructurering van de straat aangegrepen om het groen meer ruimte te geven, inclusief prijzige watervoorzieningen, zo blijkt tijdens de rondleiding met naast de wethouder ook Freek van Geelen, beleidsbeheerder riolering en water, en Joep Ewalds, beleidsadviseur groen, natuur en landschap. ‘Zo’n maatregel is duur, maar we zorgen nu wel voor een duurzame groeiplaats waardoor de bomen een bijdrage leveren aan de biodiversiteit en aan bestrijding van de hittestress. Doordat de bomen beter wortelen, hebben we bovendien minder schadekosten van boomwortels die de trottoirtegels en het asfalt van wegen en fietspaden opdrukken’, zegt de wethouder. MACHTIGE MAAS Hoewel Roermond geldt als de droogste stad van Nederland zitten veel inwoners aan de westkant een paar ‘Ik mis een visie op het buitengebied’ Bij de Natuur en Milieufederatie Limburg in Roermond is directeur Ton Hermanussen een stuk kritischer, ook op het waterschap. ‘Er zijn in Limburg ontzettend veel grondwateronttrekkingen. Als je dat op een kaart afbeeldt, is de provincie bijkans het ezeltje dat helemaal is lek geprikt’, zegt Hermanussen. Limburg telt sinds de all-time recorddroge zomer van 1976 liefst 9.200 legale grondwaterputten, aldus het Landelijk Grondwaterregister (LGR). ‘En dat zijn dan alleen nog de legale onttrekkingen met een vergunning of melding bij provincie of waterschap. De illegale putten en het toenemend aantal putten van particulieren onttrekken zich echter aan het zicht van het gezag. Het waterschap mist al de capaciteit om de legale onttrekkingen te handhaven, laat staan dat ze aan de illegale zaken toekomen.’ Vooral de landbouw en de ruimtelijke ordening staan volgens de milieufederatie een doeltreffend waterbeheer in de weg. ‘Prima dat de gemeente Roermond water vasthoudt in wegbermen en wadi’s, maar ik mis een visie op het buitengebied. Moeten we daar wel bouwen? Moet je, zoals Venlo, wel een ziekenhuis willen langs de Maas? Moeten boeren mais verbouwen in de uiterwaarden of juist pal naast een nat natuur gebied?’ Hermanussen beantwoordt zijn retorische vraag in één adem. ‘Nee, we moeten bufferzones maken van minstens twee à drie kilometer naast natuurgebieden, of ze nu de beschermde Natura-2000 status hebben of niet. We kijken steeds minder naar de draagkracht van het landschap en lopen tegen de grenzen op, betoogt de directeur. ‘De verantwoordelijken voor de verdroging in het buitengebied zijn de boeren, de industrie en niet te vergeten het drinkwaterbedrijf. Zij zouden hun verantwoordelijkheid moeten nemen en kijken hoe ze hun vraag beperken of er op een andere manier in voorzien.’ Uitgedroogd maisveld net buiten Roermond keer per jaar letterlijk knel tussen het water. De stad ontleent zijn naam aan de vrolijk kronkelende rivier de Roer die in de Eifel ten zuiden van Aken ontspringt. Op Roermonds grondgebied meandert ook de Swalm, en dan zijn er nog allerlei zijtakken zoals de Hambeek. Bovenal is er de machtige Maas die vooral in het voorjaar flink zwelt door de winterregens. De rivier trad dit jaar op 15 juli buiten haar oevers als gevolg van het twee dagen durende noodweer nabij Valkenburg aan de Geul. In het vijftig kilometer noordelijker geleden Roermond moesten vijfhonderd huishoudens in een wijk aan de Hambeek hun huis onverwijld verlaten. De Limburgse stad moet kortom rekening houden met beide extremen, zowel ‘druugte’ als wateroverlast. Ondanks de recente onverwachte ontruiming meent wethouder Evers dat maatregelen die na de winterwateroverlast van 1993 en 1995 werden getroffen, hebben geholpen. Meer ruimte voor de Maas was een project van Rijkswaterstaat, maar volgens Evers is het een opgave van elke stad om beter rekening te houden met zowel een tekort als een overschot aan water. ‘Meer water vasthouden betekent direct de overlast beperken als er te veel water valt en tegelijk de droogte bestrijden als er te weinig valt.’ WADI Dat is op nieuwbouwlocaties makkelijker dan in de al eeuwen bebouwde kom. In de nieuwbouwwijk Oolderveste zijn regenpijpen van het riool afgekoppeld en stroomt het water in een wadi die als een ‘gracht’ om de wijk ligt en doorloopt in een groene slenk. In het toekomstig nieuwbouwproject Melickerveld (400 woningen) wordt de lichte glooiing in het terrein aanBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 FOTO: FRED HOOGERVORST / ANP-H SERIE 25 ‘Je moet beleid goed uitleggen’ gegrepen voor infiltratiemogelijkheden, leggen de ambtenaren en wethouder uit. Groene greppels voeren het regenwater langzaam naar het laagste punt waar een centrale ‘opvangwadi’ wordt gebouwd. Daar kan het water rustig de grond in sijpelen. Natuurbeleving en recreatie vormen de aantrekkelijke bijvangst van deze aanpak. Bang voor klachten over muggenoverlast bij al dat wadi-water of bezorgde ouders die vrezen voor de veiligheid van hun spelende kroost is de gemeente niet. ‘Als dergelijke reacties komen, luisteren we naar de bewoners en proberen we de plannen aan te passen.’ Maar aan het principe van ‘water vasthouden’ tornt Evers niet. ‘We moeten ons beleid gewoon goed uitleggen. Dat lukt, want we hebben in Roermond een betrokken bevolking die is begaan met de omgeving. Veel mensen zijn zelf aan de slag gegaan met de ontstening van hun tuin. We ontvangen de laatste jaren meer verzoeken om plantsoenen en graspartijen ruiger te laten, in plaats van het voorheen strak gemaaide biljartlaken.’ ADVERTENTIE Bedrijven worden niet overgeslagen in hun rol in de droogtebestrijding in Roermond. Er is een subsidieregeling voor afkoppeling van de regenpijpen van het riool. ‘Op het bedrijventerrein Roerstreek-Noord willen we overtollig regenwater benutten bij bedrijven, bijvoorbeeld voor koelwater. Anderzijds kan het dienen voor de aanvulling van grondwater tegen droogte of beschikbaarheid van bluswater in natuurgebieden’, zegt Evers, refererend aan de grote natuurbranden van 2020. De overtollige neerslag kan ook een functie hebben in het nabij gelegen Nationale Park Meinweg, aldus Evers. Dit 1.800 hectare tellende gebied is sterk onderhevig aan verdroging, onder meer door bruinkoolwinning aan Duitse zijde. Door het park loopt ook de befaamde IJzeren Rijn, een spoorlijn tussen Antwerpen en het Ruhrgebied. Roermond wil deze al lang geleden gesloten spoorlijn omvormen tot een fietspad. Evers: ‘Met behulp van Europese subsidies willen we in het stedelijk gebied starten dit kilometerslange tracé van twintig meter breed om te vormen tot een mooi leefgebied met ruimte voor klimaatadaptatie.’
Pagina 26
26 ACHTERGROND CARRIÈRE DOOR: WOUTER BOONSTRA BEELD: SHUTTERSTOCK Samenwerken met de buitenwereld vraagt ook om samenwerking binnen de gemeente. Gemeentelijk werkgevers zouden ambtenaren tijd en ruimte moeten geven om deel te nemen aan participatieprocessen. En dat geldt evengoed voor de beleidsambtenaar. ONDERSTEUNING AAN BEWONERSINITIATIEVEN ELKE AMBTENAAR MOET PARTICIPEREN Een wijkmanager wilde een groep bewoners ondersteunen bij het opzetten van een buurttuin. Het was gemeentegrond, goed voor de sociale cohesie en het groen sloot aan bij het beleid van de gemeente. ‘Maar de afdeling vastgoed wilde de grond niet gratis weggeven aan bewoners’, zegt de Tilburgse onderzoeker Wieke Blijleven, die op 17 september promoveert op haar proefschrift over de gemeenteambtenaar als publieke ‘bricoleur’. ‘Je kunt dan als ambtenaar in gesprek gaan met je collega van een andere afdeling of opschalen naar bestuurlijk niveau.’ Hier kwam de ambtenaar met een creatieve oplossing: we noemen het een volkstuin. Er gelden dan andere regels en toen viel het ook voor ‘vastgoed’ binnen de kaders. ‘Ze konden het uitleggen.’ Blijleven zag tijdens haar onderzoek veel van dergelijke creatieve oplossingen voorbijkomen. ‘Ook wanneer er spanningen tussen bewoners ontstaan of ambtenaren initiatieven wel wilden ondersteunen, maar er geen budget was.’ Bewonersinitiatieven kunnen leiden tot spanningen binnen gemeenten, afdelingen of zelfs tussen ambtenaren. ‘De groenafdeling kan een groeninitiatief waardevol vinden, maar vastgoed en verkeer niet. Soms verschillen ‘ruimte’ en ‘sociaal’ van mening. Uiteindelijk hebben ze elkaar wel nodig.’ Voor haar promotieonderzoek wilde Blijleven weten hoe participatiepraktijken van gemeenteambtenaren eruitzien en hoe zij die ervaren. Wat was de rol van de beleidsambtenaar: stedenbouwkundige, jurist of ecoloog. Hoe verhouden hun vakkennis en ideeën over de kwaliteit vanuit het vak zich met de participatiepraktijk? Hoe gaan zij om met spanningen en verwachtingen van BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 27 Deze publieke ‘bricoleurs’ verbinden mensen, ideeën en belangen En dan is het ook nodig om ‘buiten’ en bewoners en de ambtelijke organisatie? Blijleven deed uitgebreid onderzoek in zes gemeenten en onderscheidde vijf participatiepraktijken: de situatie in kaart brengen, relatiewerk, bemiddelen, ‘buiten en ‘binnen’ verbinden en praktisch ondersteunen. ‘Als je met bewonersinitiatieven gaat werken, weet je van tevoren het eindresultaat niet of hoe je het moet aanvliegen. Je moet eerst de situatie in kaart brengen: hoe kijken anderen ernaar?’ Het gaat daarbij niet alleen om bewoners. Je moet ook onderzoek doen in de ambtelijke organisatie: welke beleidskaders zijn er, waar liggen ruimtes en mogelijkheden? ‘Dit in kaart brengen van de basisvoorwaarden stopt niet, want dat beeld blijft zich doorontwikkelen.’ Dat vraagt ook om relatiewerk met bewoners: je hebt vertrouwen nodig. ‘Investeer in die relatie en leg zaken uit vanuit jouw perspectief. Alleen dan kun je verder.’ VAKKENNIS Regelmatig moeten ambtenaren bemiddelen tussen groepen bewoners en zoeken naar gedeelde oplossingen. Daarbij kan vakkennis een rol spelen. ‘Je kunt het niet altijd alleen aan de buurt overlaten. Je bent niet alleen neutrale facilitator, maar hebt als ambtenaar ook een inhoudelijke rol. Een verkeerskundige kan bijvoorbeeld actief meedenken over concrete oplossingen.’ ‘binnen’ te verbinden. ‘Je hebt een verbinding nodig met gemeentelijke processen. Dat is een belangrijke rol en kan intern dus spanningen opleveren.’ Uiteindelijk kom je uit waar je wilde zijn: praktische ondersteuning aan het bewonersinitiatief. ‘De angst bij participatie is vaak dat vakkennis niet belangrijk is, dat je alleen naar bewoners moet luisteren. Maar dat is niet zo in de praktijk. Vaak speelt vakkennis een grote rol bij ‘bemiddelen’ en bij het verbinden van ‘buiten’ naar ‘binnen’. Het kan een bron van spanning én een oplossing zijn. Bewoners kunnen een zebrapad willen op een plek die de verkeerskundige onlogisch vindt. Deze vakamb tenaar moet dan kunnen uitleggen waarom dat niet kan, maar kan vervolgens ook andere oplossingen aandragen.’ Hoe succesvol de processen waren kun je verschillend bekijken, vindt Blijleven. ‘Is het succesvol als er een project is, of als alle bewoners tevreden zijn?’ Vaak kwam het idee tot stand, maar er was ook een aantal processen waarin men gezamenlijk concludeerde dat het initiatief niet zo’n goed idee was. ‘Ambtenaren ervoeren dat niet als ‘falen’. Als je daar samen op uitkomt, zonder dat de relatie eronder lijdt, vinden zij dat toch een positieve uitkomst.’ MEEDENKEN Deze publieke ‘bricoleurs’ verbinden mensen, ideeën en belangen. ‘Niet alle ambtenaren zijn even intensief met participatie bezig. Het is wel noodzakelijk ADVERTENTIE om soms flexibel te zijn en mee te denken om te kunnen inspelen op ideeën. Alle ambtenaren zouden er een beetje mee bezig moeten zijn.’ Gemeenten dienen ambtenaren tijd en ruimte te bieden voor participatieprocessen en te investeren in samenwerking tussen afdelingen en ambtenaren. ‘Ambtenaren lopen tegen agenda’s aan vol met plannen en vooraf vastgelegde budgetten, terwijl ze ook iets met participatie en initiatieven moeten doen. Je kunt hiervoor een aantal uren of budgetten invoeren die niet aan een project zijn gekoppeld of – waar nodig – tijd en middelen voor participatie in kunnen bouwen in projecten. Hoeveel is nodig voor het participatieproces?’ Laat ambtenaren met elkaar spreken over wat ze willen met participatie en hoe ze daarin onderling zouden kunnen samenwerken, adviseert Blijleven. ‘De door mij onderzochte gemeenten hebben veel aandacht voor participatie in beleid en trainingen.’ Daarvoor is politiek-bestuurlijke steun belangrijk, want zelfs in gemeenten die ‘iets hebben’ met participatie lopen ambtenaren soms tegen de politiek aan. ‘Politiek en participatie kunnen elkaar doorkruisen. Als ambtenaar kun je het college erin meenemen en erbij betrekken. De verbinding leggen tussen de gemeente en de wijken is een rol voor de ambtenaar.’ Het gevaar is dat een gemeente alleen een apart participatiebeleid of aparte participatieafdeling opzet. Dat is de verkeerde weg, aldus Blijleven. ‘Geef participatie vorm in de gehele organisatie.’
Pagina 28
28 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO’S: HANS VAN RHOON / ANP-HH Bij zo’n vijf procent van de mensen of gezinnen met een stapeling aan problemen loopt de hulpverlening spaak. Gemeenten en hulpverleners die hen willen helpen, krijgen te maken met beperkende regels en wetten. Er lonkt nu een nieuw geitenpaadje. NIEUW PROGRAMMA VOOR MULTIPROBLEMATIEK EEN MEDICIJN VOOR MENIGE BUIKPIJNCASUS Van het kastje naar de muur. Tussen wal en schip. Verzuipen in de bureaucratische modder. Zo verwoorden wethouders en medewerkers van de gemeenten Weststellingwerf en Zoetermeer de zoektocht naar hulp aan mensen met multiproblematiek. Via een aantal concrete casussen maken ze duidelijk hoe mensen met een scala aan problemen op diverse leefterreinen dreigen te verzuipen. En met hen de hulpverleners en gemeenten die voor deze mensen een zorgplicht hebben en hen los daarvan simpelweg willen helpen. Begonnen als pilot in 2019 is er nu het programma Maatwerk Multiprobleemhuishoudens (PMM) waar gemeenten kunnen aankloppen als ze zelf alles al hebben geprobeerd, maar tegen onneembare barrières aanlopen. Het programma is een reddingsboei voor uiterst kwetsbare mensen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 29 ‘ Als college wil je naast mensen staan en ze ondersteunen’ met een stapel aan complexe problemen. En voor gemeenten die met de handen in het haar zitten. Je zou het ook een geitenpaadje kunnen noemen, maar dat is wat oneerbiedig als je kijkt naar de inzet en goede bedoelingen van alle betrokken partijen. ‘We proberen met dit programma voor complexe multiprobleemsituaties een beter begaanbaar pad aan te leggen voor professionals. Zodat zij het huishouden eerder en beter kunnen helpen’, zegt Marjan Jellema, die vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) programmaleider van PMM is. De pilot is gestart na een verkenning onder lokale en landelijke professionals. ‘Daaruit kwam naar voren dat het vooral bij de complexe multiprobleemsituaties knelt, waarbij op meerder leefdomeinen problemen zijn.’ Denk daarbij bijvoorbeeld aan een combinatie van werkloosheid, armoede, verslaving, schulden en gezondheidsproblemen. ‘Professionals zijn soms ontzettend lang met een huishouden aan het werk om het weer perspectief te bieden. Ze doen hun stinkende best, maar een oplossing blijft jaren uit en de problematiek verergert. Het gaat om situaties waar die professionals hand in hand met de inwoner in de bureaucratische modder staan.’ Om hen uit die modder te trekken is vanaf 2019 gebouwd aan een aantal instrumenten waar gemeenten een beroep op kunnen doen (zie kader ‘De instrumenten’). Daar wordt door onder meer Weststellingwerf en Zoetermeer dankbaar gebruik van gemaakt, net zoals de andere 58 gemeenten die bij het programma zijn aangesloten. Andersom maken de betrokken ministeries en uitvoeringsorganisaties (zie kader ‘Het programma’) gebruik van de ervaringen van gemeenten en professionals, om zo nodig wet- en regelgeving aan te passen. DOORBRAAK Zoetermeer heeft sinds 2019 zo’n tien tot vijftien casussen bij het zogeheten maatwerkloket ingebracht dat helpt een casus uit het slop te trekken. ‘Het programma biedt een oplossing voor vastgelopen casuïstiek. Als college wil je naast mensen staan en ze ondersteunen. Daarom doen we mee. Ook om er zelf van te leren: hoe doorbreek je een vastgelopen casus’, zegt wethouder Ingeborg ter Laak (coördinerend wethouder sociaal domein, CDA). Een casus was een wel hele complexe, want zelfs nadat de hulp van het maatwerkloket was ingeroepen, duurde het nog een jaar voordat een oplossing werd gevonden. Of, zoals Ter Laak het noemt, een doorbraak werd bereikt. Jørine Reuhman, procescoördinator sociaal domein van Zoetermeer, pakt de casus erbij van een echtpaar van 52 jaar met een licht verstandelijke beperking (lvb) en lichamelijke klachten. Beiden hebben veel wantrouwen naar hulpverleners, weinig inzicht in hun eigen handelen en grote angst voor het onbekende. Het echtpaar belandde in Zoetermeer nadat ze in Den Haag uit huis waren gezet. Toen kwam er een moment dat het been van de man moest worden geamputeerd. De man wilde dat wel, maar wilde per se bij zijn vrouw blijven die voor de benodigde zorg volledig op haar man is aangewezen. ‘Er ontstond een levensbedreigende situatie door medische verwaarlozing. Daarnaast dreigde een nieuwe huisuitzetting vanwege de stank die verspreid wordt door hun verwaarlozing’, aldus Reuhman. In een notendop het vervolg: hij wilde wel geopereerd worden, maar zijn vrouw moest dan wel mee naar de plaatselijke zorginstelling die een revalidatiecentrum heeft. Het ontbrak aan indicaties vanuit zowel de Wmo, de Zorgverzekeringswet (Zvw) als de Wet langdurige zorg (Wlz), en daarmee zicht op bekostiging van de zorg voor de HET PROGRAMMA Het Programma Maatwerk Multiprobleemhuishoudens PMM) is een initiatief van zes ministeries: Binnenlandse Zaken, Justitie en Veiligheid, Onderwijs (OCW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en VWS. Financiën is inmiddels ook aangesloten. Daarin werken de ministeries samen met gemeenten en uitvoeringsorganisaties zoals de Belastingdienst, CAK, UWV, DUO en SVB. Gemeenten kunnen bij het programma aankloppen als een casus in het sociaal domein is vastgelopen, waarbij verschillende partijen zijn betrokken. Op lokaal en regionaal niveau moet daarnaast al alles zijn geprobeerd om de vastgelopen casus uit het slop te trekken. zorginstelling. Samen met het ontbreken van kennis voor de zorg aan mensen met een lvb, dreigde dit een oplossing in de weg te staan. Het maatwerkloket zorgde voor het juiste contact bij het ministerie van VWS en het zorgkantoor, die op hun beurt bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aanklopten. ‘Uiteindelijk gaf NZa het verlossende woord: dit moeten jullie doen voor dit echtpaar, jullie krijgen onze fiat en het wordt bekostigd’, zegt Reuhman. Het is dus gelukt. ‘Deze mensen zijn er in hun welbevinden op vooruitgegaan en daar word ik heel blij van. De medewerkers trouwens ook, want je doet het voor je inwoners’, aldus Ter Laak. FUIK ‘Tot op heden zien we dat gemeenten, voordat ze bij ons aankloppen, vaak al heel erg lang rondlopen met dergelijke buikpijncasussen’, weet Jellema. ‘Het kan echt om een paar jaar gaan. Ik moet erkennen dat ook wij soms relatief lang bezig zijn met een oplossing, dus we moeten ook wel bescheiden blijven. Soms komen we ook in dezelfde fuik terecht.’ Het belang is echter groot om voor iedereen een maatwerkoplossing te vinden. Niet alleen voor de mensen zelf, maar ook vanuit kostenoogpunt. Zo’n vijf procent van hulpvragen van mensen met multiproblematiek verzandt, weet Jellema. ‘Relatief gezien gaat het om grote bedragen omdat deze mensen jaar in jaar uit op die rotonde zonder afslag blijven. Jaar in jaar uit krijgen zij dure voorzieningen, zonder dat er een doorbraak wordt bereikt.’ Ze is huiverig om er een concreet bedrag aan te hangen. Het Instituut voor Publieke Waarden schat in dat het de maatschappij jaarlijks tien miljard euro kost. Gemeenten lopen vaak aan tegen wet- en regelgeving. Maar zijn ook vaak te huiverig om de randjes van de wet op te zoeken of te kijken of deze niet anders kan en moet worden geïnterpreteerd, is de ervaring van Mariska Rikkers, wethouder sociaal domein (Weststellingwerfs Belang). ‘Er blijkt meer mogelijk dan je denkt, maar dan moet je de wet net even anders lezen of interpreteren. Vaak zijn we ook te bang om keuzes te maken.’ De gemeente doet net zoals Zoetermeer al vanaf het begin mee aan het programma. Veel casussen hebben
Pagina 30
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 31 ‘ Er blijkt vaak meer mogelijk dan je denkt’ ze nog niet ingebracht. ‘We zijn een beetje rebels’, lacht Rikkers. ‘We hebben een team dat heel graag kijkt naar wat wél kan in plaats van alleen maar wat niet kan. We kijken eerst naar een oplossing en pas dan naar welke wet en welk geldpotje daarbij past. Als je alles goed motiveert en uitlegt, hoef je in mijn ogen ook niet bang te zijn voor wet- en regelgeving, of voor rechters, staatssecretarissen of ministers.’ Toch is een reddingsboei in de praktijk nodig, vindt ze. ‘Het is fijn dat je ergens aan bel kunt trekken als je er niet doorkomt.’ KIP-EI Zo’n drie, vier keer heeft maatwerkfunctionaris Wouter Oud voor hulp bij het programma aangeklopt. In een van de casussen ging het, platgeslagen, om een kip-ei kwestie. Een alleenstaande vrouw die vanuit Duitsland naar Nederland ging verhuizen, kwam rond een aanvraag voor een kindgebonden budget klem te zitten bij de Belastingdienst. ‘Ze kreeg geen kinderbijslag omdat ze hier nog niet woonde en als je geen kinderbijslag krijg, krijg je geen kindgebonden budget. Het was een vicieuze cirkel’, zegt Rikkers. ‘Dankzij het maatwerkregister van het programma hebben we op korte termijn met de juiste persoon bij de Belastingdienst contact kunnen leggen’, aldus Oud. ‘Als we de letter van de wet zouden volgen, zouden we hier nooit zijn uitgekomen. De Belastingdienst heeft ervoor gekozen een bedrag voor te schieten zodat de feitelijke situatie daarna kloppend gemaakt kon worden. Anders was het een catch-22 geworden van heb ik jou daar. Je moet hier zijn want dan krijg je geld, maar je kunt hier pas komen als je geld hebt.’ Het vertrouwen in de professionals staat in het programma voorop, stelt Jellema. ‘Zij staan het dichtst bij de inwoners. Het idee achter het programma is dan ook om hen DE INSTRUMENTEN In PMM zijn verschillende instrumenten ontwikkeld die gemeenten moeten helpen vastgelopen casussen te doorbreken. Daarin zit een volgorde, te beginnen met het maatwerkregister. Dat is een soort telefoonboek met gegevens van contactpersonen van betrokken ministeries, gemeenten en uitvoeringsorganisaties. Gemeenten kunnen via dat register direct met de juiste persoon in contact komen. Als dat onvoldoende soelaas biedt, kan de casus worden aangemeld bij het maatwerkloket. Daarachter zitten de zes ministeries en uitvoeringsorganisaties van het rijk. Het loket helpt met concrete maatregelen. Een volgende stap is het landelijk escalatieteam dat een onafhankelijk voorzitter heeft. Als alle betrokken vinden dat er een doorbraak moet komen, maar het lukt niet met de inzet van het loket, roept dit team alle betrokkenen om tafel. Er is ook een overbruggingsprocedure. Die kan worden ingezet als iedereen het erover eens is welke hulp nodig is, maar de partijen steggelen over wie de rekening moet betalen. In een dergelijke situatie schiet het rijk het geld voor, of stelt zich garant. De inwoner kan dan direct worden geholpen en achteraf wordt bekeken uit welk potje de rekening moet worden betaald. Een aantal instrumenten is nog in onderzoek, zoals een time-out, waarmee een besluit van een landelijke uitvoerder tijdelijk kan worden opgeschort. Zo kan rust voor het huishouden worden gecreëerd en ondertussen naar een oplossing worden gezocht. Dit kan verdere escalatie voorkomen. Voor professionals wordt bekeken of er een algemene afwijkingsbevoegdheid in het leven kan worden geroepen, zodat zij van hun eigen wet kunnen afwijken. ADVERTENTIE voldoende comfort, rugdekking, positie, maar ook instrumenten en bevoegdheden te geven. Allemaal voor die specifieke situatie die meer vraagt van een professional dan het aflopen van een geëffend pad. We willen samen met gemeenten optrekken om een beter begaanbaar pad dwars over de kokers aan te leggen.’ Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid Online masterclass 23 september 2021 Martijn Aslander
Pagina 32
32 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: MAIKEL SAMUELS / ANP-HH Gemeenten zoeken plek voor nieuwe woningen binnen de stadsgrenzen. Een verouderd bedrijventerreinen is een makkelijk doelwit. Experts vrezen de gevolgen. ‘Het bedrijventerrein is het weeskind van de ruimtelijke politiek.’ GEMEENTEN KIEZEN TE MAKKELIJK VOOR WONINGBOUW BEDRIJVIGHEID SIJPELT WEG Van alle grote steden is Den Haag waarschijnlijk degene met de meest ambitieuze woningbouwplannen. De Haagse huizenmarkt staat al jaren onder druk. Er is een groot gebrek aan zowel sociale huurwoningen als aan koopwoningen in het goedkope en middeldure segment. Vanaf volgend jaar wil de stad jaarlijks vierduizend nieuwe woningen toevoegen. Dat is een forse ambitie, vooral als je bedenkt dat de stad vrijwel geen open bouwgrond heeft. De te realiseren woningen moeten worden gebouwd op grond die nu nog een andere bestemming heeft – in veel gevallen als bedrijventerrein. Een goed voorbeeld is de Binckhorst, vlak bij het Haagse centrum, waar al volop wordt getransformeerd. Lokale ondernemers worden in veel gevallen pas laat van de plannen van het stadsbestuur op de hoogte gesteld, en voelen zich gedwongen een locatie elders te zoeken. Als die plek er nog is. De ondernemers zijn het inmiddels zat. Voor de zomer verenigden zeven ondernemersorganisaties in Den Haag zich in de Stichting Bedrijventerreinen Haaglanden, om zo een sterkere stem te hebben in de herstructureringsplannen van de gemeente. Den Haag is geen uitzondering. In heel Nederland zoeken gemeenten naar plekken om de woningbouwopgave te realiseren en lijken bedrijventerreinen vaak een logische optie. Het gaat meestal om veel vierkante meters en er is weinig liefde voor FLEXWONEN TE WEINIG BENUT Flexibele woningen hoeven vaak aan minder omgevingsregels te voldoen, kunnen sneller worden gebouwd en komen vaak in kleinere hoeveelheden. Daardoor passen ze beter in een gecombineerd ruimtegebruik met bedrijven of op plekken die later worden gebruikt voor reguliere woningbouw. In de afspraken die overheden en rijk hebben gemaakt over de woningbouwdoelen zitten dan ook ook forse hoeveelheden flexibele woningen. Maar met de bouw ervan schiet het niet op, constateerde het Planbureau voor de Leefomgeving eind vorig jaar in een rapport. Volgens Wim van Veelen, projectleider flexibele woonlocaties bij de provincie Gelderland, vormt ‘flexibel wonen’ voor gemeenten een uitdaging. ‘Er is allereerst een gebrek aan locaties. Maar het is vaak ook moeilijk om de businesscase rond te krijgen, vooral als de woningen te snel weer weg moeten. Draagvlak speelt ook een rol: vaak zitten buurtbewoners of bedrijven niet te wachten op de doelgroepen waarvoor tijdelijke huisvesting wordt ingezet.’ onder de bevolking. Zeker de oudere terreinen staan vaak al jaren op het lijstje van de wethouder als probleemgebieden of plekken waar gemeentelijk ingrijpen noodzakelijk is. Dat heeft gevolgen, blijkt uit cijfers van de Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN). De afgelopen vijf jaar maakte 47 vierkante kilometer bedrijventerrein plaats voor woningbouw. SKBN-voorzitter Theo Föllings maakt zich zorgen. ‘In sommige gemeenten wordt alles aan de kant geschoven om maar zoveel mogelijk woningen te bouwen. Er wordt vaak nauwelijks gekeken naar de effecten van de verdwijning van werklocaties. Bestuurders staan onder grote druk om te bouwen, en vergeten dat ondernemers ook een belang hebben in de gemeente. Wat dat betreft is het bedrijventerrein een blinde vlek, het weeskind van het ruimtelijk beleid.’ Toch kunnen verplaatsbare woonunits een belangrijke rol spelen, denkt Van Veelen. ‘Het gaat om de huisvesting van statushouders, studenten en bewoners van instellingen die zelfstandig moeten gaan wonen. Maar ook starters, mensen die recent gescheiden zijn en tijdelijke arbeidsmigranten behoren tot de doelgroep.’ Om systematischer zicht te krijgen op potentiële locaties werkt Van Veelen samen met de provincie Utrecht en het Kadaster aan een pilotproject in regio Food Valley om bij gemeenten beter in beeld te krijgen waar tijdelijke huisvesting mogelijk zou kunnen zijn. Zo wordt een dashboard ontwikkeld waarin een gemeente selectiecriteria kan kiezen, waarna het systeem een digitale kaart en een adressenlijst met potentiële locaties levert. Volgens Van Veelen ben je er daarmee niet. ‘Het vraagt een zorgvuldig proces om plek voor plek te toetsen op geschiktheid. Randen van bedrijventerreinen kunnen kansen bieden. Maar uiteindelijk is de beoordeling van zo’n locatie een taak voor de gemeente zelf.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERG O HTERGRON 33 Nieuwe appartementen in het Haagse Energiekwartier LEVENDIGHEID Een gemeente kan zichzelf op lange termijn weleens in de vingers snijden, denkt Föllings. ‘Vergeet niet dat een derde van de werkende Nederlanders dat doet op een bedrijventerrein. Zo’n 40 procent van de belastinginkomsten wordt hier verdiend. En bedrijven hebben niet alleen een economische functie. In veel gevallen spelen ze een rol in het maatschappelijk leven binnen een gemeente, bijvoorbeeld door sponsoring van lokale sportverenigingen. Daarnaast zorgen werklocaties ook voor levendigheid en dynamiek. Dat kun je allemaal kwijtraken als die bedrijven moeten verkassen.’ Ook Cees-Jan Pen, lector De Ondernemende Regio bij Fontys Hogescholen, ziet dat de belangen van bedrijven in de ruimtelijke politiek van gemeenten te weinig aan bod komen. ‘Er wordt vooral veel over ondernemers op bedrijventerreinen gesproken, maar nauwelijks mèt hen. Daar wreekt zich ook een gebrek aan deskundigheid. Er zijn maar weinig ambtenaren die begrijpen hoe bedrijven denken. Door bijvoorbeeld aan te kondigen dat je een bedrijventerrein in de toekomst tot woningbouwlocatie wilt bestempelen, is de wil bij ondernemers om in die locatie te investeren meteen verdwenen. Je zet het ‘ Maar weinig ambtenaren weten hoe een bedrijf denkt’ terrein ineens op nul. In zo’n ruimtelijk proces vraag ik me wel eens af: wie komt er eigenlijk op voor het ondernemersbelang?’’ Ook Pen vreest dat gemeenten meer verliezen dan ze denken als te veel bedrijventerreinen verdwijnen. ‘Die bedrijven moeten ergens heen, maar over de impact op de werknemers hoor je niemand. Vaak kampen omliggende gemeenten ook met ruimtegebrek. Dan blijft er nog één optie open: bouwen in het open veld en het opofferen van waardevol groen om nieuwe ruimte voor bedrijven te maken.’ Volgens Pen moeten gemeenten minder rigide gaan denken in bestemmingszones en meer gemengde functies toestaan. ‘Het begint ermee dat je kijkt naar zo’n terrein: wat is hier allemaal mogelijk? Dat kan van alles zijn: behoud van bedrijven en dat combineren met eventueel flexibele en tijdelijke woningen en groen. Het betekent wel dat je daarvoor samen met de ondernemers om tafel moet gaan zitten en het bedrijfsleven moet organiseren, zonder direct de gewenste hoeveelheid woningen op tafel te leggen. Daarnaast moet je gewoon helder zijn dat er op echte industrie - ter reinen de komende twintig jaar geen woningen komen. Punt.’ REGIONAAL Bovendien is het een regionaal probleem, ziet zowel Pen als Föllings. ‘We constateren bij bedrijven en overheden vaak een ieder-voor-zich mentaliteit,’ zegt Föllings. ‘Bedrijven zouden veel meer gezamenlijk naar buiten moeten treden en meer initiatief moeten nemen in de gemeentelijke planvorming. Maar ook gemeenten overleggen onderling niet of nauwelijks over hun plannen. Terwijl een goede regionale overeenstemming juist veel problemen kan voorkomen. Het gebrek aan landelijk ruimtelijk beleid heeft helaas niet gezorgd voor meer regionale sturing. Het is tijd dat een nieuw kabinet dit probleem serieus gaat aanpakken. Dus alsjeblieft geen toekomstige minister van Wonen. We hebben een minister van Ruimte nodig.’
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO’S: PHIL NIJHUIS / ANP-HH DIGITAAL ACHTERGROND 35 Hackers vanuit de hele wereld nemen op 27 september Den Haag weer onder vuur. De gemeente verwelkomt het met Hâck The Hague. Chief information security officer Jeroen Schipper: ‘Als je nu nog dingen stil wilt houden, dan leef je echt tien, vijftien jaar terug in de tijd.’ GEMEENTE VERWELKOMT TIENTALLEN BINNENDRINGERS DEN HAAG MASSAAL GEHACKT De aanleiding voor de eerste Hâck The Hague was een kritisch rapport van de Algemene Rekenkamer? Jeroen Schipper: ‘Klopt. Een raadslid vroeg daarom aan toenmalig PvdA-wethouder Baldewsingh: joh, moeten wij onszelf niet eens laten hacken? Dat is toen opgepakt. Na een uitgebreide discussie. De eerste keer, in 2017, waren er 37 hackers die in totaal vier kwetsbaarheden vonden. In 2018 hadden we al 47 hackers en werden er 64 kwetsbaarheden gevonden en de laatste versie was in 2019. Toen hadden we 79 hackers en 102 kwetsbaarheden. Die kwetsbaarheden zitten natuurlijk ook bij de leveranciers van de gemeente.’ Hadden jullie in 2018 niet een grote kwetsbaarheid gevonden bij een leverancier? ‘Dat was een grote leverancier van printers uit Japan. De kwetsbaarheid was twee dagen voor het evenement gevonden, maar nog niet opgelost. De hacker die de kwetsbaarheid ontdekte, heeft dit aangemeld tijdens Hâck The Hague. Heel veel gemeenten en andere organisaties gebruikten dat systeem. Via de Informatiebeveiligingsdienst, het NCSC en het CERT-Japan kwam het nieuws bij de leverancier. In drie werkdagen was de patch beschikbaar.’ ‘Een groot deel van kwetsbaarheden komt bij leveranciers vandaan. De meeste zijn heel erg blij als we een kwetsbaarheid
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 36 ACHTERGROND DIGITAAL OP BEZOEK Hackers bij een eerdere editie van Hâck the Hague in het stadhuis melden. Normaal zul je altijd zien dat een hacker binnenkomt op zaterdagavond als er niemand bereikbaar is, terwijl ze daar dankzij Hâck The Hague op een maandagmiddag onder gecontroleerde omstandigheden achter komen. Zo kunnen ze op hun gemak werken aan oplossingen.’ ‘Er zijn nog steeds leveranciers die niet meedoen omdat ze het idee van hackers die aan de beveiliging rommelen eng vinden. Dat zijn typisch voorbeelden van organisaties die niet volwassen genoeg zijn. Pak die zorgplicht! Ga mee met je tijd! Als je nu nog dingen stil wilt houden dan leef je echt tien, vijftien jaar terug in de tijd. Niemand heeft me ooit aangesproken op het feit dat we in drie jaar van vier naar tweehonderd kwetsbaarheden zijn gegaan.’ Hoe gaan de hackers te werk tijdens het evenement? ‘Het begint met een verkenning. Na die verkenning gaan ze aan de deuren rammelen. De scope van het evenement is alles wat internet-facing is, dus alles wat door een hacker kan worden geraakt, inclusief systemen van leveranciers die meedoen. Zijn er bepaalde kwetsbaarheden die nog niet gepatcht zijn? Met welke kan ik een prijs winnen? Uiteindelijk kiezen ze en dan gaan ze er vol voor. Het is dus niet zo dat een hacker zegt: laat ik me nu eens richten op iets wat impactvol is voor de gemeente. Als een foutmeldingspagina bijvoorbeeld het versienummer van de server geeft, dan is dat al een kwetsbaarheid. Het heeft totaal geen impact, maar het is niet goed geconfigureerd en het wordt voor de vorm gemeld. Je zal er alleen geen prijzen mee winnen.’ Hoe is jullie voorbereiding? ‘We begonnen al in november met twee overleggen per maand en inmiddels zitten we op een overleg per week. In de week ervoor overleggen we iedere dag. We zorgen onder andere dat er ruimtes beschikbaar zijn, dat de communicatie goed loopt, dat de techniek niet omvalt en dat er een netwerk klaarligt. Dat doen we met tien tot vijftien mensen. Op de dag zelf zijn we met tientallen mensen bezig. De gemeente heeft aan de Leyweg een control room. Daar wordt 24/7 gemonitord, maar nu komt daarvan op het stadhuis aan het Spui een afsplitsing puur voor het evenement. Daar houden ze bijvoorbeeld in de gaten of er een brute force-aanval wordt gebruikt, wat volgens de rules of engagement niet mag. Zo’n aanval is een soort stormram en daardoor kan via ons de server van de leverancier overbelast raken. Daar hebben ook andere organisaties last van.’ Jullie loven tijdens Hâck The Hague prijzen uit voor de meest verrassende, de meest geavanceerde en de meest impactvolle hack. Hoe bepaalt de jury dat? ‘De meest impactvolle hack gaat vooral om hoeveel potentiële schade de kwetsbaarheid zou opleveren, hoeveel data er zou kunnen worden gelekt. Je kunt je voorstellen – en dat is nog nooit voorgekomen – dat het ergste voor een gemeente is dat een hacker bij de Gemeentelijke Basisadministratie komt. Het kan ook gaan om financiele schade, om imagoschade, maar ook gewoon dat een systeem een tijd lang niet gebruikt kan worden.’ Zoals bij Hof van Twente? ‘Ja. Volgens de gemeente zijn er geen data vrijgekomen, maar ze hebben wel de systemen stil moeten zetten en dat heeft gevolgen voor de dienstverlening. Daar zit met name de impact.’ En wat maakt een hack de meest verrassende? ‘Dat is iets voor specialisten binnen de jury. Ik ben zelf geen hacker dus voor mij is die lastig te beoordelen, maar zo’n hack kan bijvoorbeeld zijn dat iemand via een enorme omweg tóch binnenkomt. Iets waarvan hackers zeggen: dat had ik nooit bedacht. Het gaat net als bij de meest geavanceerde hack om de tools of the trade. Heb je bijvoorbeeld een programmaatje BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 ACHTERGROND 37 gedownload van het internet of heb je zelf iets geschreven voor die situatie?’ Ik las ergens dat het een losse sfeer is, met pizza en bier. Dat zal dit jaar anders zijn omdat het volledig online is. ‘Het is meestal niet bier, maar Club-Mate, een cafeïnedrankje dat je een paar keer geproefd moet hebben om te kunnen waarderen. Het is typisch iets dat hackers drinken, dus daar zorg je voor. We hebben ingezet op het binden van de hackergemeenschap aan het evenement, bijvoorbeeld met podcasts. We zijn al over de tweehonderd aanmeldingen uit ruim twintig verschillende landen. De sfeer blijft belangrijk, dus we hebben een dagvullend programma met een opening door verantwoordelijk wethouder Saskia Bruines, we vertellen de rules of engagement, we laten interviews zien met hackers en bestuurders, we tonen interessante data op het scherm, noem maar op.’ Wat doen jullie aan het eind van de dag, als de hectiek voorbij is? ‘De vorige keer waren er meer dan honderd kwetsbaarheden gevonden. Heel veel wordt in de eerste weken opgelost, maar er COLUMN JAN VERHAGEN ‘ Het heeft heel erg te maken met hoe volwassen een organisatie is’ blijft altijd een handvol over. Zo’n 10 tot 20 procent ervan is lastiger op te lossen. Als de kwetsbaarheid in een systeem zit dat wordt uitgefaseerd, ga je dan veel energie erin steken? Misschien is het risico acceptabel. Maar we laten het nooit zitten.’ Wat adviseren jullie gemeenten die zoiets willen organiseren? ‘Het heeft heel erg te maken met hoe volwassen een organisatie is. Soms is de eerste vraag hoeveel capaciteit het ons nou kost, terwijl ze het nog niet eens hebben afgestemd met een verantwoordelijk directeur of wethouder. Die moet er altijd achter staan. Het begint met de technische basis van je ict-organisatie. Is het patch-management op orde? Zijn de systemen up-todate? Als dat niet zo is dan heb je wat te doen. Naarmate je verdergaat kun je ook sneller reageren op patches, of informatie die uit hackercommunities komt.’ ‘Wat we daarbovenop hebben voor hackers is het coordinated vulnerability disclosureprogramma op onze website: “Beste hacker, je mag onze systemen hacken, maar je maakt niets kapot.” We noemen een hele rits afspraken en daar staat tegenover dat wij serieus omgaan met de melding en dat we ervoor betalen. Binnen gemeenteland is dat vrij uniek. In de hackergemeenschap zit de expertise om kwetsbaarheden te vinden en die moet je serieus nemen. Dat doe je met zo’n disclosure-programma. Ik zal niet zeggen dat je de criminelen altijd een stap voor bent zodra je dat doet, maar dan ben je in ieder geval aardig bij. Want het is een wapenwedloop.’ PRESTATIE Moet het rijk goede prestaties van gemeenten belonen of niet? En slechte prestaties financieel straffen? Daar kun je heel lang en heel principieel over discussiëren. En je kunt er een compromis over sluiten. Dat is allebei gebeurd bij de nieuwe Wet inburgering. Minister Koolmees van Sociale Zaken wil de gemeenten afrekenen op hun inburgerprestaties. Zijn wens: 25 procent van het gemeentelijke inburgerbudget hangt af van de inburgerdiploma’s die de inburgeraars halen. De gemeenten waren daar fel en principieel op tegen. Ze hebben wel invloed op de inburgerlessen, maar niet of de inburgeraars slagen voor de examens en een diploma krijgen. En ze vrezen dat hoog - op geleide inburgeraars voorrang krijgen bij de inburgerlessen. Na een jaar welles-nietes sloten de minister en de gemeenten een compromis. De nieuwe wet gaat in 2022 gelden. De eerste drie jaar tellen de behaalde diploma’s niet mee. Na drie jaar, dus in 2025, komt een onderzoek naar de kosten van de inburgering. Dan komt er nieuw overleg tussen minister en gemeenten. Pas daarna volgt eventueel prestatiebekostiging – op zijn vroegst dus in 2026. En de behaalde diploma’s tellen dan niet voor 25 procent mee maar voor 10 procent. Deze maand publiceerde de minister de officiële regels voor de inburgerbudgetten in het Staatsblad en de Staatscourant. En wat staat erin? “In de eerste jaren zal prestatiebekostiging nog geen rol spelen. Bij invoering van prestatiebekostiging zal het aantal afgeronde inburgeringstrajecten een gewicht krijgen van 10 procent van de prijs van de inburgerlessen.” Okay, dat is inderdaad de afspraak. Maar wat staat er nog meer in, in de kleine lettertjes? “In het eerste jaar dat prestatie‘ Gemeenten laten zich ringeloren’ bekostiging een rol speelt bij de budgetten, tellen alle diploma’s mee die de inburgeraars hebben gehaald vanaf de start van de nieuwe Wet Inburgering.” Dus de gemeentelijke prestaties in 2022, 2023 en 2024 tellen toch wél mee. Ze tellen meteen mee, maar worden pas later afgerekend – waarschijnlijk in 2026. In strijd met de afspraak dat de eerste drie jaar de prestaties niet zouden meetellen. De minister is erin geslaagd een duidelijk compromis totaal verkeerd te interpreteren – uiteraard bewust. Een hele prestatie. En de gemeenten hebben hier nog niet over geklaagd. Je zo laten ringeloren, ook dát is een prestatie.
Pagina 38
INGEZONDEN MEDEDELING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 39 GROEIENDE MACHT ONAFHANKELIJKEN DEMOCRATIE UIT HET LOOD Klimaatdoelen zijn politieke afweging Op basis waarvan mogen politici in Den Haag al die beslissingen nemen? Waarom mogen rechters bepalen wat anderen moeten doen? Wie heeft bedacht dat de Europese Centrale Bank besluiten mag nemen die invloed hebben op de welvaartsverdeling in ons land? Het zijn vragen die luider klinken in een tijd dat het vertrouwen in onze democratische rechtsstaat afneemt door schandalen als de Toeslagen affaire en de zich voortslepende kabinetsformatie. Volgens historicus en politicoloog Ruud Koole staat of valt alles bij een goede machtsverdeling. In Twee pijlers schetst hij hoe niet-electorale instituties steeds machtiger worden ten koste van electorale instituties. Terwijl het cruciaal is dat die twee elkaar in evenwicht houden. Koole was partijvoorzitter van de PvdA en jarenlang senator en is nu emeritus-hoogleraar politieke wetenschappen. In zijn boek vertelt hij vanuit welke ideeën de democratische rechtstaat zich heeft kunnen vormen. Om vervolgens vast te stellen dat de zwakheden in de ene pijler van die rechtstaat niet zomaar kunnen worden gecompenseerd door de andere pijler te versterken. Toch legt Koole de nadruk op versterking van de democratische pijler. De grootste verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij volksvertegenwoordigers en partijen zelf. De enorme doorstroom van Kamerleden zorgt voor een gebrek aan ervaring. Die is broodnodig voor een effectieve controle van de regering maar ook om weerstand te bieden aan lobbygroepen. Bovendien is de macht van ‘onafhankelijke autoriteiten’ explosief toegenomen. Daarbij gaat het om zelfstandige bestuursorganen als de Autoriteit Persoonsgegevens, die niet vallen onder de ministeriële verantwoordelijkheid. Ook zet Koole ‘vraagtekens’ bij gerechtelijke uitspraken als de Urgenda-zaak. De vraag hoe snel klimaatdoelen moeten worden gehaald, is volgens hem een politieke afweging. Binnen de geldende staatsrechtelijke regels mocht de rechter een uitspraak doen, maar het verstoort wel het evenwicht tussen de twee pijlers. Inbedding van de democratie in rechtstatelijke kaders is cruciaal. Zoals dijken overstromingen helpen voorkomen, zo ‘draagt de inbedding van de democratie bij aan het beheersbaar houden van maatschappelijke ontwikkelingen’, schrijft Koole. ‘Maar de rivier moet wel kunnen blijven stromen’. Want als ‘dijken dammen worden, blijft er van de rivier weinig over en zal het water zich uiteindelijk een andere baan forceren’. In een tijd waar fundamentele vragen over onze democratie in talkshows meestal worden beantwoord door Gordon en Britt Dekker is dit toegankelijke, maar deskundige boek een verademing. CITAAT UIT HET BOEK TWEE PIJLERS. HET WANKELE ‘Democratie en rechtsstaat zijn met elkaar getrouwd, ook al is het een verstandshuwelijk’ EVENWICHT IN DE DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT Ruud Koole rometheus, 2021 Prijs: ¤ 27,50 ADVERTENTIE
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 foto: Casper Rila foto: Prisca Visser ft Biit Bijl 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI 16 sollicitanten willen burgemeester van Enschede worden, onder wie één vrouw. De leeftijd van de kandidaten ligt tussen de 32 en 64 jaar. Elf kandidaten hebben ervaring in het openbaar bestuur. Er is grote politieke diversiteit. LARS VOSKUIL In Bergen (N-H) is Lars Voskuil benoemd tot burgemeester. De benoeming is ingegaan op 8 september 2021. Voskuil (53) is lid van de PvdA. Hij is momenteel mediator en coach. Daarnaast is hij fractievoorzitter van de PvdA in de provinciale staten van Noord-Holland. Hij volgt Hetty Hafkamp (GroenLinks) op als burgemeester van Bergen. Sinds haar vertrek in maart vorig jaar is Peter Rehwinkel (PvdA) waarnemend burgemeester. BERT WIJBENGA Bert Wijbenga-van Nieuwenhuizen is benoemd tot burgemeester van Vlaardingen. De benoeming gaat in op 9 september 2021. Wijbenga-van Nieuwenhuizen (57) is lid van de VVD. Hij is momenteel wethouder in Rotterdam. Hij volgt in Vlaardingen Annemiek Jetten (PvdA) op, die in december 2019 ontslag nam. Sinds die tijd is Bas Eenhoorn (VVD) waarnemend burgemeester van Vlaardingen. BERRY LINK Berry Link is met ingang van 15 september benoemd tot burgemeester van Veendam. Link (CDA, 56) is momenteel werkzaam als zelfstandig adviseur. Hij was tot maart 2019 burgemeester van Geldrop-Mierlo. Daarvoor was hij burgemeester van Schinnen en lid van provinciale staten van Noord-Brabant. In Veendam wordt hij de opvolger van Sipke Swierstra (VVD, 70) die al sinds 1 november 2013 waarnemend burgemeester is. SANDER DE ROUWE Met ingang van 1 oktober 2021 is Sander de Rouwe benoemd tot burgemeester van Kampen. De Rouwe (40) is lid van het CDA. Hij is momenteel gedeputeerde in de provincie Fryslân. Op dit moment is Bort Koelewijn (ChristenUnie) burgemeester van Kampen. CHRISTEL MOURIK Christel Mourik is benoemd tot secretaris-algemeen directeur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Mourik, nu nog manager openbaar vervoer van de MRDH, begint op 1 september. Ze volgt Wim Hoogendoorn op die per 1 augustus hoofddirecteur Personeelszaken op het ministerie van Defensie wordt. Eerder was Mourik onder andere wethouder in Spijkenisse en Nissewaard. JAKOB WEDEMEIJER De gemeenteraadsfractie van de SP draagt Jakob Wedemeijer voor als nieuwe wethouder van Amsterdam. Hij kan daarmee de opvolger worden van Laurens Ivens, die vorige maand opstapte. Wedemeijer is sinds 2018 stadsdeelbestuurder in Zuidoost. Eerder was hij wethouder in Eindhoven. KOMEN & GAAN STIJN KROPMAN In Landgraaf is Stijn Kropman (CDA) benoemd tot wethouder. Hij volgt Ramon Lucassen op. Met zijn 22 jaar is Kropman momenteel de jongste wethouder in Nederland. Vanaf 2018 is hij actief geweest als gemeenteraadslid waarvan de laatste jaren als fractievoorzitter van het CDA. MIRIAM HAAGH Miriam Haagh stopt als wethouder in Breda. Op 1 oktober begint ze als voorzitter van de Raad van Bestuur van Brabantzorg. Haagh is sinds 2014 als wethouder verantwoordelijk voor het zorgen gezondheidsbeleid. Ook was ze de afgelopen jaren actief bij de VNG en de G40. R r . foto: Birgit Bijl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 PERSONALIA 43 WILLEM NEDERMEIJER Willem Nedermeijer is met ingang van 1 september 2021 de nieuwe griffier van Laren. Hij is nu nog plaatsvervangend griffier in Utrechtse Heuvelrug. In Laren wordt hij de opvolger van Corry Holtslag, die de functie vijf jaar heeft vervuld en nu met pensioen gaat. MARTIN VAN VLIET Martin van Vliet is benoemd tot gemeentesecretaris van Bergen op Zoom. Hij vervult op dit moment dezelfde functie in Vlissingen. Hij volgt Theo Wingens op, die in januari 2021 vertrok. Sindsdien is Johan Rutten interimsecretaris. MATTHIJS VAN DER HORST OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia De gemeenteraad van Stede Broec heeft Matthijs van der Horst per 1 september 2021 aangewezen als nieuwe griffier. Hij werkt op dit moment in Hoorn als strategisch bestuursadviseur, regiocoördinator van het Pact van Westfriesland en projectleider VNG Jaarcongres in Westfriesland 2022. Hij volgt Yvonne Hermans op, die per 5 juli 2021 griffier van Hillegom werd. GOHDAR MASSOM Met ingang van 1 september 2021 is Gohdar Massom de nieuwe directeur van de directie Afval en Grondstoffen van Amsterdam. Gohdar werkte eerder bij het ministerie van Sociale Zaken, waar hij verantwoordelijk was voor het toezicht op bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen. Daarvoor was hij onder meer projectdirecteur bij de provincie Zuid-Holland en afdelingshoofd bij Rijkswaterstaat. OVERLEDEN Wethouder Eric Balemans (VVD) van Wijk bij Duurstede is op 59-jarige leeftijd overleden. Balemans begon in 1983 als redacteur van Liberaal Utrecht en was van 1994 tot 1998 voorzitter van de afdeling Utrecht. Daarna was hij achtereenvolgens lid van de Tweede Kamerfractie, lid van Provinciale Staten van Utrecht en wethouder in de gemeente Stichtse Vecht. GEERT ANDRINGA In Achtkarspelen is Geert Andringa voorgedragen als raadsgriffier. Andringa is nu nog manager dienstverlening en ondersteuning in Harlingen. Andringa start, na goedkeuring van de gemeenteraad, per 1 oktober met zijn werkzaamheden voor de gemeenteraad van Acht karspelen. ADVERTENTIE CORRECTIES EN AANVULLINGEN In BB. nr 16 stond in het artikel Veel lekken, weinig bewijs een fout in een passage. Er stond: ‘Mijn cliënt was eerder betrokken bij een drugszaak’, herinnert Starmans zich. ‘Tijdens dat strafrechtelijk onderzoek werd zijn telefoon getapt.’ Dat had moeten zijn: ‘Een cliënt van mij nam deel aan telefoongesprekken, die door de politie in een strafrechtelijk onderzoek tegen een derde werden afgeluisterd’, herinnert Starmans zich. ‘Een van de gesprekspartners van deze cliënt zou immers betrokken zijn bij een drugszaak, vandaar die tap.’ Esther Apeldoorn is de nieuwe griffier van gemeente Peel en Maas. Marianne Muijzer is de nieuwe griffier van gemeente Papendrecht. Proficiat beiden! werving & selectie door ADVERTENTIE www.necker.nl
Pagina 44
INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Provincie Zeeland Geerts & Partners / KempenPlus Gemeente Emmen Gemeente Gooise Meren Gemeente Schagen PublicSpirit / Het Juridisch Loket PublicSpirit / Waterschap Hollandse Delta VNG Utrecht BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Gemeente Houten Publiek Netwerk / SED Organisatie FINANCIËN EN ECONOMIE Aardoom & de Jong / Gemeente Utrecht DCMR Milieudienst Rijnmond Geerts & Partners / Gemeente ‘s-Hertogenbosch Gemeente Wageningen Het Kadaster Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Rijksoverheid Rijksoverheid ICT EN AUTOMATISERING BMC Gemeente Ede Rijksoverheid JURIDISCH Aardoom & de Jong / Gemeente ‘s-Hertogenbosch Aardoom & de Jong / Gemeente ‘s-Hertogenbosch Aardoom & de Jong / Gemeente ‘s-Hertogenbosch Gemeente Delft Gemeente Hoorn Gemeente Zandvoort Gemeente Zoetermeer Kennemerhart Provincie Zuid-Holland Rijksoverheid MILIEU IPO Provincie Limburg Provincie Noord-Holland voorzitter / lid rekenkamer zeeland manager bedrijfsvoering senior projectadviseur strategisch adviseur lid van de rekenkamercommissie voorzitter raad van toezicht twee heemraden medewerker secretariaat beleidsmedewerker publiekszaken afdelingshoofd publiekszaken senior ontwikkelaar investeringsvoorstellen senior business controller teamleider financiën senior financieel adviseur manager concerncontrol beleidsadviseur planning & control uitvoeringscoördinator senior uitvoeringscoördinator senior adviseur privacy informatiemanager (i-adviseur) data scientist juridisch medewerker omgevingswet senior jurist grondzaken juridisch beleidsmedewerker juridisch adviseur omgevingsrecht jurist bestuursrecht lid en plaatsvervangend lid adviescommissie raad jurist grondzaken en stedelijke ontwikkeling jurist bestuursrecht senior juridisch adviseur publiekrecht aanbestedingsjurist programmamanager stikstof / natuur adjunct clustermanager beleidsadviseur wonen en stikstof Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 pagina 44 pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 43 Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021
Pagina 46
46 INDEX Samenwerkende Kempengemeenten Samenwerkende Kempengemeenten STAB Waterschap Scheldestromen OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland PERSONEEL EN ORGANISATIE JS Consultancy RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Aardoom & de Jong / Gemeente ‘s-Hertogenbosch Aardoom & de Jong / Gemeente ‘s-Hertogenbosch Gemeente Ede Gemeente Heumen Gemeente Oldambt Gemeente Schouwen-Duiveland JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Uithoorn Leeuwendaal / Gemeente Noordwijk Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Publiek Netwerk / Gemeente Haarlemmermeer Publiek Netwerk / Gemeente Hoorn Waterschap Aa en Maas SOCIAAL BMC De Buch Geerts & Partners / Movisie Gemeente Amsterdam Gemeente Dalfsen Gemeente Noordoostpolder Gemeente Utrecht Gemeente Zeewolde Zeelenberg / Gemeente De Fryske Marren VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Leusden Gemeente Utrecht OVERIGE Aardoom & de Jong / Gemeente ‘s-Hertogenbosch beleidsmedewerker duurzaamheid beleidsmedewerker milieu proces technoloog senior projectleider strategisch adviseur senior adviseur werving & selectie senior planeconoom strategisch beleidsmedewerker mobiliteit baliemedewerker bouwen wonen en milieu beleidsmedewerker ruimtelijke ordening beleidsadviseur vastgoed & duurzaamheid senior beleidsmedewerker wonen teamleider handhaving, markten en brugbediening adviseur strategie en innovatie senior adviseur ruimtelijke ordening Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 44 pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 pagina 48 clustermanager ruimtelijke ontwikkeling, ruimtelijk beleid en regie Binnenlandsbestuur.nl teammanager bodem & bouw expertise senior projectmanager ruimtelijke projecten senior programmamanager gebiedsontwikkeling poort van hoorn adviseur ruimtelijke plannen wmo consulent strategisch beleidsadviseur jeugd senior onderzoeker basisvaardigheden senior ontwikkelmanager eenheidsmanager maatschappelijke ondersteuning beleidsadviseur sociaal domein beleidsadviseur inkomen met juridisch ‘touch’ beleidsmedewerker wonen & zorg (ervaren) programmamanager communicatieadviseur woordvoerder voor de burgemeester teamcoördinator archief OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 Senior Programmamanager Gebiedsontwikkeling Poort van Hoorn Strategisch • Integrale visie • Netwerker • Boegbeeld Senior Projectmanager Ruimtelijke Projecten Regisseur • Gedreven • Realisatiekracht • Verbindend Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 37 | 2021 FUTUR GAAT OP ZOEK NAAR DE JONGE EN ERVAREN AMBTENAAR VAN HET JAAR 2022 De inspirerende ambtenaar die jong én ervaren is. FUTURPROOF ORGANISATIE 2022 Een werkgever die op de ervaring van jonge ambtenaren vertrouwd en streeft naar kennisdeling. JONGE AMBTENAREN NETWERK 2022 Het netwerk dat ervaring opdoen stimuleerd. Netwerk Award Ben jij wie wij zoeken? Of weet jij meteen welke collega wij bedoelen? Werk jij bij een organisatie waar jij trots op bent of ken jij een organisatie die trots mag zijn? Nomineer je of een organisatie, hem of haar, of jezelf. Dit kan tot en met 26 september 2021 via futur.nl Ga naar futur.nl en nomineer jouw kandidaat of organisatie.
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeamleider Handhaving, Markten en Brugbediening 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren teamleider met moderne stijl van leidinggeven en strategisch sterk. Staat stevig in de schoenen, analytisch sterk en werkt graag aan praktische oplossingen rekening houdend met verschillende belangen. Samenwerker Pur Sang, betrokken bij wat er in de samenleving gebeurt. Kritisch, flexibel, creatief in het zoeken van oplossingen en het team verder professionalisering. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Adviseur Ruimtelijke Ordening 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Binnen je vakgebied neem je met lef het voortouw en wijs je de organisatie de weg. Je ontwikkelt beleid en bereidt bestuurlijke keuzes voor waarbij je juiste prioriteiten stelt. Brede rol binnen een professioneel en gezellig team met veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Diverse disciplines spelen een rol; wonen, verkeer, duurzaamheid, milieu, communicatie. Pragmatisch, analytisch en oplossingsgericht. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Adviseur Strategie en Innovatie 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren adviseur voor leefbare, veilige en economisch sterke wijken. Met voldoende lef en durf om met innovatieve en duurzame veranderingen te komen. Herkennen van kansen en strategische ontwikkelingen in de buitenwereld en deze weten te vertalen naar praktische toepassingen en werkwijzen. Makkelijk benaderbaar, communicatief sterk en beschikt over een gezonde dosis empathisch vermogen. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Adviseur Werving & Selectie 32 - 40 uur | vaste baan Als senior adviseur voer je exclusieve werving- en selectieopdrachten uit op het niveau van hogere staf- en management functies binnen de publieke sector. Je doet dit gedegen, zorgvuldig en planmatig en gaat voor kwaliteit, maar houdt ook “de vaart erin”. Je bent oprecht geïnteresseerd in mens en organisatie. Je bouwt lange termijn relaties op met opdrachtgevers en bent een echte businesspartner. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 16-2021


Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 04 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Hans van Rhoon/ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Een partijloze burgemeester is echt onafhankelijk’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. BURGEMEESTER ZONDER POLITIEKE KLEUR BEWUST PARTIJLOOS Partijloze burgemeesters worden niet aangesproken op hun partijachtergrond. Nooit kan bij hen het beeld ontstaan dat zij ‘hun’ partij meer ruimte geven in de raad. Een burgemeester met partijachtergrond staat ook boven de partijen, maar dat kan altijd de schijn oproepen dat zijn of haar politieke kleur een rol speelt. Dat kan een burgemeester kwetsbaar maken. Toen André Baars (CDA) vorig jaar opstapte als burgemeester van Ermelo – hij genoot niet langer het vertrouwen van de wethouders – zou zijn partijpolitieke achtergrond een rol hebben gespeeld. Als grootste raadsfractie was het CDA niet in het college gekomen. Eduard van Zuijlen kreeg er ‘last’ van dat hij werd gezien als (prominent) lid van GroenLinks. Hij zegde zijn lidmaatschap op en werd partijloos burgemeester van Enkhuizen. Andere burgemeesters vergroeien zo met hun ambt dat ze losgezongen raken van hun partij en hun lidmaatschap opzeggen. Zo kreeg Gerrit-Jan Kats als burgemeester van Veenendaal een ‘ander beeld op de samenleving’ en beëindigde zijn lidmaatschap van de SGP. Het partijlidmaatschap van een burgemeester staat los van het functioneren, vindt burgemeester Marco Out (Assen), maar hij wist dat er ‘voor velen toch een verbondenheid is’. Out voelde zich steeds vaker ‘ongemakkelijk’ als de letters ‘VVD’ aan zijn naam of functioneren werden verbonden. Gelet op zijn werk als burgemeester ‘is het onontkoombaar dat professie en privé door elkaar lopen’. Dat speelde bij het beëindigen van zijn lidmaatschap: een botsing met zijn professionele waarden en mening. De wijze waarop hij het ambt wilde invullen speelde een bepalende rol. Out gelooft niet in een ‘gepolitiseerde’ burgemeester, die mogelijk kan worden na de deconstitutionalisering. Hij werd ‘bewust partijloos burgemeester’. Partijlidmaatschap is uiteraard een recht en een persoonlijke keuze, maar na gesprekken met partijlozen lijkt het mij gemakkelijker opereren als je per definitie onafhankelijk bent en niet de schijn tegen hebt. Dat zou ook best eens en afweging mogen zijn bij de keuze voor een voorzitter van de gemeentekoepel die namens alle gemeenten onderhandelt met het kabinet. Wellicht is je onderhandelingspositie dan sterker. ADVERTENTIE De RREW helpt gemeenten op weg naar duurzaamheid Philips LED-lampen verlagen ‘in een hand - omdraai’ de CO2 WOUTER BOONSTRA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR -uitstoot en dragen bij aan het behalen van de klimaatdoelen voor 2050. Lees de advertorial op pagina 40. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 INHOUD 05 26 COVERSTORY KLIMAATCRISIS Uit de jongste weercijfers blijkt dat nergens in Nederland zo veel regen valt als in Zoetermeer. Hoe kun je als gemeente de bijbehorende overlast beperken? Deel één van een drieluik over de gevolgen van het veranderende klimaat. 14 INTERVIEW WILLEMIJN VERKOREN De Nederlander verdrinkt eerder in bad dan dat hij bij een terreuraanslag omkomt. Willemijn Verkoren pleit ter gelegenheid van twintig jaar 9/11 in haar boek ‘Uit de terreurspiraal’ voor meer nuchterheid. 43-65 SPECIAL OMGEVINGSWET 34 ONHANKELIJKHEID VOOROP PARTIJLOZE BURGEMEESTERS Er zijn inmiddels dertig partijloze burgemeesters. Die staan per definitie boven de partijen. Maar: ‘Je kunt niet terugvallen op een partij als het niet lekker zit.’ Invoering van de Omgevingswet werd voor de zomer weer uitgesteld. Hoe daar optimaal van te profiteren? Je kan bijvoorbeeld pogen via het omgevingsplan de energietransitie te versnellen. Zaak is te vermijden dat de urgentie in het stadhuis wegzakt? GEMEENTEN DOEN HUN VOORDEEL MET EXTRA TIJD NIEUWS Waterschappen tegen verplichte rekenkamer ‘Werk eens vaker mét aanziens des persoons’ ACHTERGROND Veel lekken, weinig bewijs Zomerserie (Slot): Addio! ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL OMGEVINGSWET Hoe er lokaal een duurzaam schepje bij te doen 44 Koplopers waken voor verslapping Essay: Raad moet aan de bak Korte metten met jargon 50 56 62 6 9 18 Contractmanagement als wapen tegen tekorten 29 Machteloos en emotioneel 32 38 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK 7 GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 11 12 23 28 69 71 74
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 06 NIEUWS BESTUUR DOOR: HANS BEKKERS De waterschappen betreuren de verplichte instelling van een onafhankelijke rekenkamer. Het leidt er mogelijk toe dat er rekenkamers komen die bij voorbaat niet effectief zijn, zo waarschuwen ze. EIND SEPTEMBER BESLIST TWEEDE KAMER WATERSCHAPPEN TEGEN VERPLICHTE REKENKAMER Ja, een rekenkamer voor de waterschappen heeft zeker zin. Maar om de instelling ervan verplicht op te leggen, dat gaat het bestuur van de Unie van Waterschappen (UvW) te ver. Toch is dat wat demissionair minister Ollongren van Binnenlandse Zaken beoogt met het wetsvoorstel versterking decentrale rekenkamers. Eind september wordt het wetsvoorstel behandeld door de Tweede Kamer. Volgens de Unie gaat het wetsvoorstel voorbij aan de verantwoorde keuzes die de waterschappen de afgelopen vijftien jaar al hebben gemaakt: 18 van de 21 waterschappen hebben inmiddels een rekenkamer. Zonder dat er een wettelijke verplichting was, zo benadrukt de koepelorganisatie in een reactie op het wetsvoorstel. De drie waterschappen die op dit moment nog geen rekenkamer hebben, hebben aanNVRR hekelt huidige lappendeken gegeven daar in deze bestuursperiode geen behoefte aan te hebben. Zij vinden zich ‘voldoende goed bediend door andere organen en met andere informatie om zich een beeld van de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van de beleidsuitvoering te vormen’, aldus de Unie. Zo wordt er verwezen naar de reeds geldende verplichting daar periodiek onderzoek naar te doen. ‘Verder nemen alle waterschappen actief deel aan een groot WATERKRING VÓÓR VERPLICHTING Leden van rekenkamers- en rekenkamercommissies bij waterschappen hebben zich gebundeld en vormen samen de Waterkring. De Waterkring beijvert zich al geruime tijd voor de instelling van een wettelijk verplichte rekenkamerfunctie bij waterschappen, zodat alle waterschappen op een eenduidige wijze van dit instrument gebruik gaan maken. Het voorliggende wijzigingsvoorstel juichen zij juist van harte toe. Een groot deel van de 21 waterschappen – 18 van de 21 – heeft al geruime tijd een rekenkamerfunctie. Omdat die echter op uiteenlopende wijze is ingericht, bijvoorbeeld in de vorm van een rekenkamercommissie, rekening-/ of auditcommissie, is een lappendeken ontstaan. Daardoor ontbreekt volgens de Waterkring een waarborg voor een goede invulling van een onafhankelijke rekenkamerfunctie bij waterschappen. Ook de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) heeft problemen met de lappendeken van oplossingen in de wereld van de waterschappen. ‘Dat is niet goed voor de professionalisering en kwaliteit van dit soort ondersteuning’, aldus de NVRR. ‘Het wetsvoorstel gericht op versterking van de lokale rekenkamers heeft ook de functie om duidelijkheid te creëren over wat er bij elke gemeente en provincie moet worden ingericht. Het is niet meer dan logisch dat ook voor waterschappen die duidelijkheid wordt gecreëerd.’ aantal benchmarks, waarmee zij zich aan elkaar spiegelen en elkaar scherp houden.’ BUDGET Volgens de waterschapskoepel kunnen de waterschappen zelf het beste beslissen of ze behoefte hebben aan een rekenkamer(functie) en, als dat zo is, zelf invulling geven aan wie daarin zitten, wat de taak is en wat het budget. Bij de wettelijke verplichting kunnen die eigen keuzes eigenlijk niet meer worden gemaakt, hetgeen ertoe kan leiden dat je rekenkamers krijgt die ‘niet passen.’ Zulke rekenkamers zijn op voorhand weinig effectief, zo voorziet de Unie. ‘Een rekenkamer(functie) zal vooral goed tot zijn recht komen als het bestuur de mogelijkheid heeft om het zodanig te organiseren, dat het optimaal past in de eigen, specifieke lokale context.’ Alleen dan zal een rekenkamer toegevoegde waarde hebben. EXTRA TIJD NODIG Verder stelt de Unie verrast te zijn in de concept-Nota van wijziging te hebben moeten lezen dat de dagelijkse besturen van de waterschappen moeten overgaan op het afleggen van een rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening. Zij onderschrijven de invoering ervan, maar waren er graag eerder over geïnformeerd en bij betrokken. Om zich goed te kunnen voorbereiden op de rechtmatigheidsverantwoording, moeten de waterschappen wel extra tijd krijgen. De gemeenten en provincies, waarvoor de verplichting ook geldt, zijn al BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BESTUUR NIEUWS 07 ‘Het moet optimaal passen in de lokale context’ enkele jaren bezig om zich klaar te maken voor de invoering ervan. De Unie ziet bij gemeenten en provincies dat de rechtmatigheidsverantwoording ertoe leidt dat de administratieve organisatie, interne beheersing en interne controle worden aangepast. En er zullen veranderingen in de jaarverslaggevingsstukken moeten worden doorgevoerd. Naast die ‘harde veranderingen' moeten volgens de Unie van Waterschappen ook de 'zachte veranderingen' niet worden onderschat. ‘Het dagelijks bestuur komt door de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording in een andere positie terecht. Nu controleert de accountant de rechtmatigheid en rapporteert de accountant daarover aan het algemeen bestuur. Met de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording leggen de bestuurders eerst zelf een verklaring af, die vervolgens CARTOON BEREND VONK door de accountant wordt gecontroleerd. Dit kan voelen als dat de besturen zelf onderwerp van controle worden. Dit betekent dat het belangrijk is dat er bewustwording wordt gecreëerd bij de leden van het dagelijks bestuur over de veranderingen die het instrument voor hen heeft.’ PAS IN 2026 Daar komt volgens de Unie bij dat er in 2023 waterschapsverkiezingen zijn, waardoor er een extra inspanning moet worden gedaan om ook de nieuwe leden van het algemeen en dagelijks bestuur mee te nemen. Er moet voldoende tijd zijn om hen in staat te stellen zich het instrument eigen te maken en om de interne organisatie op hun wensen te laten aansluiten. Extra voorbereidingstijd geeft bovendien de mogelijkheid te leren van de ervaringen van gemeenten en provincies. De koepelorganisatie stelt voor 2021 te gebruiken als oriëntatiejaar, de jaren 2022 tot en met 2024 zijn de jaren waarin de waterschappen zich op de rechtmatigheidsverantwoording voorbereiden en 2025 is dan het eerste jaar waarop de rechtmatigheidsverantwoording van toepassing is. Verder vraagt de Unie om financiële tegemoetkoming van het rijk voor zowel de verplichte invoering van de rekenkamers als de wijziging van de rechtmatigheidsverantwoording. Beide opgelegde wijzigingen brengen immers kosten met zich mee. Zo mogen waterschapsambtenaren niet meer voor de verplichte rekenkamer werken. ‘In de praktijk betekent dit dat het waterschap een of meer medewerkers in dienst moet nemen die exclusief voor de rekenkamer werken’, aldus de Unie.
Pagina 8
INGEZONDEN MEDEDELING BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 DOOR: YVONNE JANSEN SOCIAAL DOMEIN NIEUWS 09 Onze verzorgingsstaat staat ver af van het dagelijks leven van mensen met een hulpvraag. Regels bedoeld om ze te helpen, pakken vaak averechts en soms vernederend uit. Dat is een van de conclusies die historica Willemijn van der Zwaard trekt in haar proefschrift ‘Omwille van fatsoen. De staat van menswaardige zorg’. MENS RAAKT UIT BEELD IN REGELS VERZORGINGSSTAAT ‘ WERK EENS VAKER MÉT AANZIENS DES PERSOONS’ ‘De Nederlandse verzorgingsstaat wil een menswaardig bestaan voor iedereen garanderen, maar zet in dat streven diezelfde menselijke waardigheid onder druk’, zegt Van der Zwaard, senior adviseur bij de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. Tot op zekere hoogte is het een abstracte, technische operatie, waarin ‘de mens’ uit beeld raakt. Ideeën over wat een goed en menswaardig bestaan is worden door politiek en beleidsmakers gebruikt of alsof ze neutraal zijn, maar dat is geenszins het geval, vindt ze. ‘Terwijl discussies die we nu voeren juist gaan over de behoefte van burgers om meer gezien en gehoord te worden, waarbij we hun individuele situatie meewegen. Dat staat haaks op het gemak waarmee algemene gedachten over zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid worden gebruikt in parlementaire en beleidsdocumenten.’ Beleidstaal staat volgens haar bol van normatieve opvattingen. Mensen moeten actief meedoen en zich zo zelfstandig mogelijk staande houden, liefst zonder een beroep te doen op formele zorg. ‘Er is een overtuiging dat als je iets opschrijft en daarop stuurt, het ook zo gaat.’ Dat wensdenken klinkt vervolgens door in ontmoetingen tussen mensen met een hulpvraag en zij die ‘namens’ de gemeente zorg en ondersteuning verlenen. Aan de goede bedoelingen ligt het volgens haar niet. In de gemeente Utrecht was Van der Zwaard bij ontmoetingen tussen medewerkers van buurtteams en inwoners. Haar observaties spiegelde ze aan het werk van de filosoof Avishai Margalit, volgens wie er ‘Bureaucratie heeft een in potentie vernederende dynamiek’ vaak sprake is van ‘institutionele vernedering’. Haar eigen onderzoek geeft aanleiding tot optimisme, zegt ze. ‘Ik was onder de indruk van hoe medewerkers in zorg en ondersteuning in staat zijn om bureaucratische ballast los te laten. Ze doen hun best de kloof tussen papier en praktijk te overbruggen. Vanuit hun institutionele opdracht, die stelt dat ze moeten handelen zonder aanzien des persoons. In de praktijk lukt het ze toch om mét aanziens des persoons te handelen. In Utrecht nemen buurtteammedewerkers echt ruimte om zich een beeld te vormen van de mens die tegenover hen staat.’ DISCRETIONAIRE RUIMTE Haar optimisme ten spijt is Van der Zwaard kritisch op het functioneren van de verzorgingsstaat, waar het gevaar van vernedering volgens haar nooit ver weg is. ‘De normen van het papier werken door in de ontmoetingen tussen staat en burger. Maar ze verhouden zich lastig tot de werkelijkheid van het dagelijks bestaan van inwoners. Risico’s op institutionele vernedering zijn altijd aanwezig. Dat is ingebakken in de manier waarop instituties regels maken en het is goed als we dat beseffen.’ De promovenda pleit ervoor de discretionaire ruimte van professionals te eerbiedigen, zodat die om binnen het wetsgebied waarin ze opereren naar eigen professioneel goeddunken kunnen handelen. Volgens haar is dat een belangrijke waarborg tegen ‘kille bureaucratie’, waarvan de Toeslagenaffaire een voorbeeld is. ‘Bureaucratie die er niet meer in slaagt om het feit dat het over ménsen gaat mee te nemen in de afwegingen. Mensen in de frontlinie voelen niet meer de ruimte om met aanzien des persoons te handelen. In de Toeslagenaffaire hebben we verder te maken met het beeld dat iedere burger in potentie een fraudeur is. Dat levert een vervreemdende interactie op.’ Politici, beleidsmakers en bestuurders past volgens haar meer bescheidenheid. ‘Wat je ziet, bij de Toeslagenaffaire, de ‘boodschappenaffaire’ in Wijdemeren en eigenlijk bij elk incident, is dat iedereen roept: dit mag nooit meer gebeuren. Een holle frase, die de risico’s miskent die er altijd zijn in het sociale domein. Daar moet je niet heel zenuwachtig van worden, of bang zijn voor willekeur. Bureaucratie heeft een eigen, in potentie vernederende dynamiek. Hoe meer politici daar tot in detail grip op willen hebben, hoe moeilijker het wordt om in de ontmoeting met burgers het goede te doen.’
Pagina 10
GEERTEN BOOGAARD COLUMN 11 DEMOCRATIE BEGINT MET OMBUDSPOLITIEK Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Kijkt u mee wat ons Incompany aanbod over het volgende thema voor u kan betekenen? Ons Incompany aanbod Omgevingswet VNG Leergang ‘Het maken van een Omgevingsplan’ Leren werken met de Omgevingswet E-learning over Omgevingswet Omgevingswet in vogelvlucht voor ambtenaren Masterclasses over de Omgevingswet voor dienstenleveranciers Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl/ incompany De heilige graal van het gemeenterecht is een vruchtbare samenval van gemeente en gemeenschap. En een van de plekken waar daar naarstig naar wordt gezocht is in het bestuursmodel. Grof gezegd wordt het zoekgebied afgebakend door twee lijnen. Je kunt proberen de politiek dichter naar de burger te brengen en wijkraden laten verkiezen en aan wijkpolitiek laten doen. Je kunt ook juist het bestuur wijkgericht aanpakken en overal wijkkantoren openen waar burgers terecht kunnen. Technisch heet het eerste binnengemeentelijke decentralisatie, terwijl het tweede eigenlijk deconcentratie is. De meeste experimenten in de praktijk zijn combinaties van beide, maar vaak wel met een voorkeur. Amsterdam zoekt manieren om partijpolitiek uit de binnengemeentelijke decentralisatie te bannen, terwijl Arnhem hun wijkgerichte besturen uit ‘Van Wijken Weten’ beter op de raad wil aansluiten. Ook in Rotterdam wordt de onderste verdieping van het Huis van Thorbecke vertimmerd. ‘Wijk aan zet’ heten de plannen daar en het college vroeg mij mee te kijken naar de uitgangspunten. Dat deed ik graag en ik trof een heel interessante denkrichting aan die precies het midden hield tussen decentralisatie en deconcentratie: wijkendemocratie verbinden met de idealen van interactief besturen. Of Rotterdam het uiteindelijk ook zo gaat uitvoeren weet ik nog niet, maar van het ontwerp verwacht ik veel. Het is ook heerlijk simpel. Zorg dat de belangrijkste spelers uit een wijk in een wijkraad zitten, zowel de irritante wijkbaronnen als de stille vrijwilligers. Verplicht vervolgens wijkmanagers alle redelijke wensen van die wijkraad in te willigen, van achterstallig onderhoud van een specifiek speeltoestel tot slecht functionerende jeugdzorg. Als de wijkraad en de wijkmanager er samen niet uitkomen, escaleert de zaak naar het college en daarna naar de gemeenteraad. En zorg dat de leden van de wijkraad verantwoording moeten afleggen aan de inwoners van de wijk. Volgens mij gaat dat werken. Allereerst omdat een wijkraad die zich primair bezighoudt met de concrete gang van zaken in de wijk veel minder snel verzeild zal raken in de onvruchtbare concurrentie op de kaderstellende rol van de gemeenteraad die zoveel democratische experimenten frustreert. Het idee is daar telkens dat de gemeenteraad de hoofdlijnen vaststelt met opgaven enzo waarbinnen wijkraden dan wijkplannen kunnen vaststellen. Maar meestal werkt dat niet zo. Gemeenteraadsleden blijven niet op hun handen zitten en wijkraadsleden beperken zich niet tot de hen afgebakende ruimte. Daarom is het veel vruchtbaarder om de wijkraden niet in ‘ Zorg dat de belangrijkste spelers uit een wijk in een wijkraad zitten’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN een soort afgeleide plannenmakerij te positioneren maar primair aan te sluiten op het uitvoerend bestuur. Voor de gemeenteraad is dat bovendien een prachtkans om de controlerende en volksvertegenwoordigende rol in te vullen. Waar zit je als raadslid meer op de eerste rij dan bij het horen van de beroepen van burgers tegen het college? Maar de hoofdreden voor mijn enthousiasme is de kans dat dergelijke wijkraden de oerbron van de lokale democratie aanboren: gezonde ombudspolitiek. Gewone, dagelijkse ervaringen uit een wijk die bij wijkraadsleden terecht komen en wijkraadsleden die daar vervolgens wat mee kunnen. Niet altijd en niet altijd meteen, natuurlijk, maar waarschijnlijk verrassend vaak wel en nog snel ook. Kwestie van een ruim mandaat voor de wijkmanager en als dat niet voldoende is kan via een beroep op de raad altijd een uitzondering op de eigen regels worden gemaakt. Precies het maatwerk waar iedereen tegenwoordig zo vol van is. Ik geloof niet dat de lokale democratie alleen maar uit ombudspolitiek zou moeten bestaan. Maar ik geloof wel dat het ermee begint. Zoals Sir Percival uit de legendes van Koning Arthur de heilige graal aan zijn neus voorbij zag gaan omdat hij naliet naar de wonden van de Visserkoning te vragen. Pas na het tonen van simpele doch oprechte belangstelling in een concreet ander mens vond hij wat zocht en werd hij zelf de Graalkoning. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 12 NIEUWS IN BEELD SOCIAAL DOMEIN DOOR: HANS BEKKERS THUIS NIET ATLIJD VEILIG MELDINGEN EN ADVIEZEN PER 100.000 INWONERS IN 2020 MELDING /ADVIES PER GEMEENTE Tweemaal per jaar komen nieuwe gegevens beschikbaar over de afgegeven adviezen, de ontvangen meldingen en de daaruit voortvloeiende activiteiten bij Veilig Thuis. Het dashboard geeft een overzicht van die informatie. Naast inzicht in de ontwikkelingen door de tijd heen, biedt het dashboard de mogelijkheid regio’s en gemeenten met elkaar te vergelijken. Die informatie kan worden gebruikt bij gesprekken binnen regio’s, tussen regio’s en tussen regionale en landelijke partijen. Zo blijkt dat er in de regio Flevoland in 2020 relatief verreweg de meeste meldingen worden gedaan van huiselijk geweld en kindermishandeling: 1.304 per 100.000 inwoners. De gemeente met relatief de meeste meldingen is Almere. Helmond is de gemeente waar vorig jaar verhoudingsgewijs de meeste adviezen werden gestart. ALMERE: HEUSDEN: gestarte adviezen 336 meldingen 526 gestarte adviezen 1501 meldingen 1685 OPSTERLAND: ALKMAAR: Gestarte adviezen 1517 meldingen 868 gestarte adviezen 336 meldingen 420 HELMOND: gestarte adviezen 1791, meldingen 1352 VALKENBURG: gestarte adviezen 336 meldingen 428 NIEUWS IN BEELD 13 Het onderzoek ‘Beleidsinformatie Veilig Thuis’ levert beleidsinformatie op over het huiselijk geweld en kindermishandeling zoals dat in beeld is bij ‘Veilig Thuis’, het advies- en meldpunt van huiselijk geweld en kindermishandeling. Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het CBS een dashboard ontwikkeld. Dat is gebaseerd op de Beleidsinformatie Veilig Thuis. ADVIEZEN PER REGIO IN 2020 Nederland is verdeeld in zesentwintig Veilig Thuis-regio’s, die onderling met elkaar vergeleken kunnen worden. Op het kaartje de kerncijfers van alle Veilig Thuis-regio’s met als onderwerp gestarte adviezen over het jaar 2020. De regio waarin vorig jaar de meeste adviezen – 1.239 per 100.000 inwoners – zijn gestart is Flevoland, niet toevallig ook de regio met de meeste meldingen per 100.000 inwoners. De minste adviezen per 100.000 inwoners werden in 2020 gestart in West-Brabant (431), terwijl die regio toch een relatief hoog aantal meldingen kent: 863 per 100.000 inwoners. Periode: 2020 Niveau: Veilig thuis regio GESTARTE ADVIEZEN PER 100.000 INWONERS Geen data < 616 per 100.000 inwoners 616 tot 711 per 100.000 inwoners 711 tot 812 per 100.000 inwoners 812 tot 1239 per 100.000 inwoners > = 1239 per 100.000 inwoners Bron: CBS Sealine-kerncijfers GESTARTE ADVIEZEN PER 100.000 INWONERS 400 350 300 250 200 150 100 50 0 ADVIEZEN DOOR DE TIJD HEEN Nederland Amsterdam Amsterdam-Amstelland (VT) 1e halfjaar 2019 2e halfjaar 2019 1e halfjaar 2020 2e halfjaar 2020 Gestarte adviezen zijn een op de behoefte van de adviesvrager afgestemde set van aanwijzingen, raadgevingen en tips die Veilig Thuis met de adviesvrager deelt, met als doel de adviesvrager in staat te stellen zelf verder te kunnen handelen in situaties van huiselijk geweld en/of kindermishandeling of bij een vermoeden daarvan. De adviesvrager blijft zelf verantwoordelijk voor eventuele verdere stappen, Veilig Thuis onderneemt geen enkele verdere actie richting de directbetrokkenen bij het huiselijk geweld of de kindermishandeling In deze lijndiagram (links) is een vergelijking te zien van het totaal van de gestarte adviezen in Nederland ten opzichte van de gemeente Amsterdam en de Veilig Thuisregio Amsterdam-Amstelland. Voor elke gemeente of Veilig Thuis-regio is via het dasboard een vergelijking met een andere gemeenten of regio te maken, ook op andere onderwerpen. Zie daarvoor Dashboard Veilig Thuis: https://dashboards.cbs.nl/v3/ regionaaldashboardveiligthuis/ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 WEEK 35 21
Pagina 14
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 14 INTERVIEW WILLEMIJN VERKOREN DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: SAKE RIJPKEMA De Nederlander verdrinkt eerder in bad dan dat hij bij een terreuraanslag omkomt. Toch vinden we terrorisme een existentiële bedreiging. Willemijn Verkoren pleit ter gelegenheid van twintig jaar 9/11 in haar boek ‘Uit de terreurspiraal’ voor nuchterheid. WILLEMIJN VERKOREN: ‘TERREURDREIGING NIET OPBLAZEN’ Ligt je nieuwe boek over de dwaze oorlog tegen het terrorisme in landen als Irak en Afghanistan bijna bij de drukker, en wat gebeurt er? De Taliban (president Bush in 2004: ‘Taliban is no longer in existence’) nemen in een vloek en een zucht Afghanistan over en Kaboel in. Willemijn Verkoren, auteur van het deze week verschenen boek Uit de terreurspiraal; een nieuw perspectief op terrorisme, zag het einde van de regering in Kaboel naken na de aankondiging van het Amerikaanse vertrek, maar dat het zó snel zou gaan? Verkoren: ‘In de laatste drukproef mag je hier en daar een komma veranderen, maar ik kwam nog met hele alineas. Dat kon echt niet, vond de uitgever. Nu ja, ik troost mij met de gedachte dat alles in het boek wijst op de uitkomst zoals we die nu zien in Afghanistan in de zinloze War on Terror.’ De War on Terror begint, na de aanslagen op New York en Washington op 11 september 2001, op 7 oktober 2001 in Afghanistan. B-52 bommenwerpers strooien tonnen bommen uit over Al Qaeda de Taliban. Dat deden ze begin vorige maand trouwens nog steeds – allemaal voor niks. ‘In Afghanistan zijn twee dingen door elkaar gaan lopen’, zegt Verkoren (43) in het vredige Blauwe Theehuis in het Amsterdamse Vondelpark. ‘De oorlog tegen het terrorisme begon in Afghanistan omdat daar de leiding van Al Qaeda zou zitten. De Amerikanen hebben wel wat Al Qaeda-leiders weggebombardeerd en tien jaar later werd Osama bin Laden in Pakistan gevonden, maar de terreur stak in andere verschijningsvormen toch weer de kop op. Nu is IS de voornaamste terreurgroep, maar het is hetzelfde verhaal. Terrorisme is een veelkoppig monster. Je kunt een kop afhakken, maar er groeien steeds weer nieuwe aan. Je bereikt niets met bombardementen en liquidaties van leiders.’ De bombardementen en de latere drone-aanvallen op Afghanistan hebben niet alleen niets opgeleverd, ze waren volgens haar ook contraproductief omdat ze kwaad bloed zetten bij de Afghanen die het Westen nu juist wilde bevrijden van de Taliban. ‘De VN meldde in 2019 nog dat er meer Afghaanse burgers om het leven kwamen door Amerikaanse aanvallen dan door de Taliban. Het land is kapot. Jonge mannen zonder werk hebben geen andere keuze dan zich aan te sluiten bij de Taliban’, zegt de universitair hoofddocent Conflict Studies & International Relations in Nijmegen. MEDISCHE ZORG De Amerikanen gooiden bommen, en dat deden de Nederlanders ook met hun F-16’s, maar de Nederlandse militairen waren vooral in Afghanistan om de Afghanen te helpen met medische zorg en onderwijs. Ze ruimden mijnen en bekostigden weeshuizen en schooltjes voor jongens en meisjes. Met de beste bedoelingen en met het hart op de goede plek. Dat heeft de verslaggever niet van horen zeggen, hij stond er met zijn neus bovenop in Kaboel, Pol-e-Khomri en Tarin Kowt. Verkoren: ‘De militairen valt niets te verwijten; zij hebben fantastisch werk verricht. Het moet heel zuur zijn dat ze dat allemaal voor niets hebben gedaan. Maar je kunt in Afghanistan met een militaire operatie geen democratische samenleving maken. Ik zei dat in Afghanistan twee dingen door ‘Ik weet dat ik geen populaire boodschap heb’ elkaar liepen. Dat was het tweede: als we toch in Afghanistan zijn voor de War on Terror, dan gaan we er meteen gewapenderhand vrijheid en democratie brengen. De neoconservatieven onder Bush geloofden daar in. Dat geloof is er niet meer.’ We hebben de afgelopen twintig jaar niet alleen in Afghanistan en Irak het paard achter de wagen gespannen, dat hebben we op het thuisfront ook gedaan, aldus Verkoren. ‘In de strijd tegen de terreur zijn in het Midden-Oosten en Afghanistan vergeefse en zelfs contraproductieve oorlogen gevoerd en in het Westen zijn nieuwe problemen gecreëerd. Extreemrechts is opgekomen, moslims zijn gestigmatiseerd en er is een groeiend wantrouwen tussen burgers en de overheid. De overheid maakt profielen van ons op basis van ons digitale gedrag. We hebben er geen inzicht in. We krijgen geen toegang tot die informatie. Wie als radicaal wordt gezien, ook als diegene geen geweldgebruik voorstaat, wordt al snel in de gaten gehouden of ingeschreven voor een deradicaliseringstraject. Je mag niet radicaal meer zijn, terwijl geweldloze radicaliteit hoort bij een vrije samenleving. Er zijn minder concrete aanwijzingen nodig om iemand af te luisteren, te observeren of een gebieds- of contactverbod op te leggen. Niet alleen geweldgebruik, maar ook ondersteuning van terrorisme, breed gedefinieerd, is nu strafbaar. Het resultaat van deze maatregelen is dat steeds meer mensen die niets te maken ’ INTERVIEW 15 CV WILLEMIJN VERKOREN (Amsterdam, 1978) studeerde in 1996 en 1997 geschiedenis en politicologie aan de University of London en van 1998 tot 2003 aan de Universiteit van Amsterdam. Verkoren promoveerde in 2008. In datzelfde jaar werd ze universitair docent bij het Centrum voor Internationaal Conflictanalyse en Management (CICAM) van de Radboud Universiteit Nijmegen, waarvan ze tussen 2010 en 2019 directeur was. Op dit moment is Verkoren in Nijmegen universitair hoofddocent Conflict Studies & International Relations. Ook is ze actief als freelance onderzoeker en auteur. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 16
INTERVIEW 17 ‘Terrorisme is goed voor de kijk- en leescijfers’ hebben met terrorisme erdoor worden geraakt, met name moslims. Zo kweekt de overheid juist de polarisatie die ze moet willen voorkomen.’ HYSTERISCHE REACTIE Verkoren komt in haar boek al met al tot de ontnucherende conclusie dat onze rechtsstaat het slachtoffer is geworden van de ‘hysterische’ reactie op 9/11. Verkoren: ‘We hebben talloze vrijheden ingeperkt en maatregelen genomen, denk aan de rechtsbescherming voor terreurverdachten en toegenomen bevoegdheden van inlichtingendiensten, die op gespannen voet staan met de burgerlijke vrijheden die we nu juist zeggen te willen verdedigen. Het net is de afgelopen twintig jaar steeds breder uitgeworpen. Tijdelijke maatregelen worden omgezet in permanente wetten.’ Waarom we dat sinds 9/11 hebben laten gebeuren? Verkoren: ‘Omdat onze manier van leven zogenaamd in gevaar was. We waren in oorlog met het Kwaad. Heel verschillende kranten als Trouw en de Telegraaf zetten na de moord op Theo van Gogh hetzelfde op de voorpagina: ‘Kabinet verklaart de oorlog aan terreur’. Het AD schreef: ‘Het is oorlog’. Elke dag is die strijd tussen goed en kwaad erin geramd. Politici gebruikten oorlogstaal, in Amerika vooral, maar ook hier. Terrorisme is de dreiging nummer één. Aanvallen in Europa bevestigden dat beeld. Dat is best begrijpelijk, want de beelden waren heel indringend, maar als je nuchter naar de aantallen kijkt, dan zie je dat terrorisme buiten oorlogsgebieden heel weinig slachtoffers maakt. Het beeld komt niet overeen met de werkelijkheid. In Nederland zijn aanslagen door jihadisten tot nu heel beperkt gebleven. Tot dusver zijn hierbij gelukkig slechts enkele doden gevallen, Theo van Gogh en de vier slachtoffers van de schietpartij in de Utrechtse tram. De kans om in een westers land te sterven als gevolg van een terroristische aanslag is zo groot als de kans om geraakt te worden door de bliksem of te verdrinken in bad.’ Maar waar je twee decennia na 9/11 in de Lage Landen ook komt, elke dag word je geconfronteerd met terreurdreiging: betonblokken en controlepoorten bij gebouwen, controles op Schiphol. Alleen, om met terrorisme in aanraking te komen, moet je toch echt naar … Afghanistan of Irak. ‘De westerse invasies leidden in die landen tot meer en niet minder terrorisme.’ Verkoren begint haar boek ermee. Ze is in 2012 op bezoek in de stad Kirkuk in het noorden van Irak om tijdens een conferentie te spreken over geweld en geweldloosheid. Op weg naar een restaurant wordt een pick-uptruck in haar konvooi met daarin peshmerga-bewakers en twee docenten opgeblazen. Drie bewakers komen om het leven, acht mensen raken gewond. Willemijn Verkoren over die (auto)bom in Kirkuk: ‘Een wetenschapper uit Eri trea zei op weg terug naar het hotel: “Hier ga ik niet sterven. Dit is niet mijn conflict.” Hij had gelijk, maar dat gold niet voor mij. Mijn regering had niet alleen politieke steun verleend aan de invasie, maar ook militairen en helikopters voor de multinationale troepenmacht gestuurd.’ BURGEROORLOG Het gevolg van de invasie was een langdurige burgeroorlog, waarin Al-Qaedain-Irak opkwam en terroristische aanslagen aan de orde van de dag waren. ‘Voor die tijd was er van jihadistisch terrorisme in Irak nauwelijks sprake. In Afghanistan waren de Taliban fundamentalistisch, maar ze waren geen terreurorganisatie. Ze pleegden geen aanslagen op burgers, richtten hun pijlen niet op het Westen. Na de invasie zijn ze aanslagen gaan plegen. Zoals de gewapende escorte in Kirkuk de aandacht van terroristen trok, heeft Westers contraterroristisch geweldgebruik geweld uitgelokt.’ Bij de keuze voor contraterroristisch geweldgebruik heeft het Westen, en ook Nederland, zich volgens wetenschapper Verkoren laten leiden door angst. En dat is precies wat terroristen willen. Verkoren: ‘Een terroristische strategie komt neer op provocatie, het zaaien van angst en het uitlokken van overreacties. De terroristen kregen wat ze wilden. We hebben ons voor hun karretje laten spannen. Binnenlandse maatregelen hebben burgerrechten onder druk gezet en bijgedragen aan de stigmatisering van moslims. Door geweld met geweld te bestrijden en de ene na de andere harde maatregel af te kondigen, zijn we in een negatieve spiraal geraakt.’ Twintig jaar na 9/11 is het hoog tijd dat burgers, media en politici uit de spiraal komen. Ze moeten hun angst opzijzetten, de terreurdreiging nuanceren en weloverwogen beleid gaan maken, vindt Verkoren. ‘De oorlogstaal die nog steeds wordt gebruikt, vergroot alleen maar de angst.’ RELATIVERING De media spelen een grote rol bij het opkloppen van de terreurdreiging. ‘Terrorisme is goed voor de kijk- en leescijfers. Daar profiteren terroristen van. Zij zijn met hun provocaties uit op aandacht, en die krijgen ze. Terrorisme is ook geliefd in de populaire films, games en boeken, waardoor de discrepantie tussen perceptie en werkelijkheid nog meer wordt vergroot.’ En dat terwijl de terreurdiscussie juist dringend behoefte heeft aan relativering en de-escalatie. ‘We moeten ons niet uit onze tent laten lokken en onze rechtsstatelijkheid hoog blijven houden. Daarmee neem je terroristen de wind uit de zeilen. Zij kunnen de overheid dan niet langer als onderdrukker afschilderen.’ Denkt ze niet dat populistische websites en politici haar met haar genuanceerde boodschap zullen uitmaken voor terroristenknuffelaar? ‘Ik vind terrorisme verwerpelijk. Geweld tegen onschuldige burgers is nooit gerechtvaardigd. Ik weet dat ik geen populaire boodschap heb, maar om het terrorisme te kunnen aanpakken, moeten we het begrijpen. Dat wil niet zeggen dat ik het goedpraat. Mijn boek is er juist op gericht om terrorisme effectiever aan te pakken. Terrorismebestrijding is gebaat bij betere kennis van de drijfveren van terroristen. Politici en media moeten de terreurdreiging niet opblazen en met de onderbuik blijven reageren. Daarmee is het terrorisme de afgelopen twintig jaar niet minder maar erger geworden.’ ‘Uit de terreurspiraal; een nieuw perspectief op terrorisme’. Uitgeverij Boom. Prijs €24,90. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 18
18 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: MICHEL KNAPEN BEELD: SHUTTERSTOCK Het komt met enige regelmaat voor dat de naam van een burgemeesterskandidaat uitlekt. Niemand heeft dat natuurlijk gedaan. Hoe kan dat worden voorkomen? En hoe kunnen degenen die lekken toch worden aangepakt? ZIN EN ONZIN VAN ONDERZOEK NAAR UITLEKKEN BURGEMEESTERSKANDIDATEN VEEL LEKKEN, WEINIG BEWIJS Het gebeurde in Alkmaar. Het gebeurde in Kerkrade. In Den Haag. In Beekdaelen. Nijmegen. Den Bosch. Stichtse Vecht. Allemaal gemeenten waar de naam van een kandidaat-burgemeester vroegtijdig uitlekte. Het zijn maar enkele voorvallen in de laatste paar jaar – wie verder de geschiedenis induikt ontdekt nog vele andere voorbeelden. Lekken is ‘zo oud als de weg naar Kralingen’, zegt advocaat Jan Blanken, die vaak is betrokken bij integriteitsonderzoeken bij de overheid. Hij herinnert zich dat vroeger, wanneer een gemeentesecretaris werd ontslagen, de raad een besluit moest nemen over de financiële consequenties daarvan. De burgemeester legde daar geheimhouding op en vertelde dat schending daarvan strafbaar was. ‘Vrijwel standaard stond het de volgende dag in de krant.’ Blanken, verbonden aan Capra Advocaten, benadrukt dat er rond burgemeestersbenoemingen keurige procedures bestaan en dat mag worden verwacht dat deze worden nageleefd. Geheimhouding heeft een belangrijk doel: de ene kandidaat mag niet over meer informatie beschikken dan de andere. ‘Maar het blijft mensenwerk. Er kunnen nog zoveel regels, controle en toezicht zijn, dan nog worden er bewust of onbewust fouten gemaakt.’ Hij hoort raadsleden – zeker de nieuwe – wel eens zeggen: ik wist niet precies wát ik moest geheimhouden. ‘Maar er wordt veel aandacht besteed aan integriteit, en geheimhouding is daar een onderdeel van. Ook mogelijke sancties behoren ze te kennen.’ Het verweer ‘ik wist niet van die regel en ik wist niet dat het zo zwaar wordt aangerekend’ vindt hij niet geloofwaardig. Ook volgens Henk Bouwmans, directeur van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, worden gemeenteraden en vertrouwenscommissies goed voorgelicht over hun geheimhoudingsplicht. ‘Er zijn wel gemeenten waar onvoldoende tussen de oren zit dat het de raad is die bepaalt wie op gesprek komt en dat de raad de keuze maakt. Niet Den Haag, niet de commissaris van de koning. De raad stelt de Verordening Vertrouwenscommissie op, daarin staat ook wie er in zit – vaak fractievoorzitters – en dat de procedure geheim is. Iedereen wordt geacht te weten dat je niet mag lekken. Griffiers die het proces begeleiden, onderstrepen dat nog eens.’ STRAFZAAK Wie lekt begaat een misdrijf, waarop een maximale gevangenisstraf staat van één jaar of een geldboete van maximaal 21.750 euro. Maar wíe heeft ‘Niemand in de commissie zal toegeven dat hij heeft gelekt’ gelekt kan doorgaans niet worden achterhaald. Strafrechtelijke onderzoeken bloeden al snel dood, zo is de ervaring van Blanken. Dat wordt beaamd door strafrechtadvocaat Charles Starmans. ‘Het bewijs is moeilijk rond te krijgen. Niemand in de vertrouwenscommissie zal toegeven dat hij heeft gelekt.’ Starmans was raadsman van een van de twee verdachten die in 2014 lekten in de gemeente Stichtse Vecht. Ze brachten namen van kandidaten, de beraadslaging en de stemverhouding in de commissie naar buiten, en hoe kandidaten zich presenteerden tijdens het sollicitatiegesprek. Zelfs sollicitatiebrieven die weer bij de commissaris van de koning moesten worden ingeleverd werden achtergehouden. De een kreeg een werkstraf van 60 uur, de ander van 100 uur. ‘Mijn cliënt was eerder betrokken bij een drugszaak’, herinnert Starmans zich. ‘Tijdens dat strafrechtelijk onderzoek werd zijn telefoon getapt. Uit die gesprekken bleek dat hij over kandidaten had gesproken, maar dat was dus bijvangst. Anders kom je er heel moeilijk achter of iemand lekt.’ Wordt dat wel ontdekt, dan kunnen de straffen heel fors zijn. Dat merkte een wethouder van Den Bosch waar in 2017 een nieuwe burgemeester werd gezocht. De wethouder lekte de naam van de kandidaat die de vertrouwenscommissie op nummer één had gezet – twee keer zelfs: tijdens een wethoudersoverleg en later nog eens in een café, weer tegen collega-wethouders. Daarmee berokkende deze wethouder, aldus de rechtbank Oost-Brabant in de strafzaak, de integriteit van de benoemingsprocedure BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 19 ‘ Wie niet goud heeft, dus zilver, is eigenlijk de verliezer’ ernstige schade en deed hij afbreuk aan het op ordelijke wijze functioneren van het openbaar bestuur. Ook bracht deze wethouder zijn collega-wethouders in een lastig parket door vertrouwelijke informatie met hen te delen. Dat de wethouder veel negatieve publiciteit over zich heen had gekregen, betekende volgens de rechtbank niet dat hij een lagere straf verdiende. Het Openbaar Ministerie eiste een geldboete van 1.000 euro, maar dat vond de strafrechter te weinig: die maakte er een taakstraf van 40 uur van. Zoiets kan dienen als een voorbeeld, denkt Blanken. ‘Er wordt wel eens onderschat welke strafrechtelijke gevolgen lekken heeft. Je kan thuis worden gearresteerd, er kan een strafrechtelijk onderzoek komen, de strafzaak komt in de krant, de straf kan behoorlijk zijn. Daar schrikken ze wel van. De belangen om toch te lekken moeten dan wel heel groot zijn. Heb je dat ervoor over?’ AANGIFTE Toch komt het meestal niet zo ver. Advocaat Heleen van Soest, die zich bij Vijverberg Advocaten & Adviseurs bezighoudt met ambtenarenrecht en integriteit, wijst erop dat lekken van namen een zogeheten klachtdelict is: zonder aangifte door de betrokken persoon zal de Rijksrecherche geen onderzoek beginnen. Ze kent genoeg strafrechtelijke procedures over schendingen van het ambtsgeheim, maar specifiek van een burgemeesterslek: die zijn vrij zeldzaam. ‘Mogelijk komt dat omdat de kandidaat wiens naam is gelekt laat weten geen aangifte te willen. Zo iemand wil al die extra publiciteit niet, die heeft er meer belang bij dat het klein blijft.’ Ook Bouwmans van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en co-auteur van Onder burgemeesters, kent nauwelijks echte onderzoeken naar lekken. Logisch, zegt hij: ‘Lekken is meer uitzondering dan regel.’ Dat het toch voorkomt, ligt aan het politiek speelveld waarin mensen er belang bij hebben bepaalde namen te laten vallen, ‘zelfs van mensen die niet eens formeel in de procedure komen. Bij een procedure zijn veel mensen betrokken en dan is het een wonder dat er zo weinig uitlekt.’ Als advocaat verricht Van Soest, net als Jan Blanken, feitenonderzoeken, maar in het geval van een burgemeesterslek vindt zij dat niet zo zinvol: advocaten hebben niet de bevoegdheden die het Openbaar Ministerie heeft, zoals het opvragen van telefoons en e-mails. Ze kunnen niet méér doen dan praten met mensen, die doorgaans niet uit de school klappen. Van Soest wijst erop dat kandidaten zelf ook een rol kunnen spelen bij een lek. Wie solliciteert, wil wel eens iemand in de nieuwe organisatie bellen: wat speelt er, wat kan ik verwachten. ‘Degene die je te woord staat mag dat niet doorvertellen maar is daar mogelijk minder van bewust. De kans dat zoiets in de wereld komt is groter dan
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 20 ACHTERGROND BESTUUR ‘Een kandidaat wiens naam is gelekt zou een civiele procedure kunnen starten als deze schade heeft ondervonden’ bij een vertrouwelijk stuk van de gemeenteraad waar een dikke stempel ‘geheim’ op staat.’ Volgens Van Soest is het belangrijk dat de vertrouwenscommissie duidelijk op de strikte regels wordt gewezen en op eventuele consequenties van lekken. ‘Het feit dat er weinig strafrechtelijke onderzoeken worden gedaan betekent niet dat dit nooit gebeurt. Dus benadruk dat een veroordeling altijd mogelijk is. Wie dat overkomt kan zijn verdere carrière wel op zijn buik schrijven.’ REPUTATIE Strafzaak of niet, een gemeente waar is gelekt zal actie moeten ondernemen. Een gemeente kan de schade proberen te beperken door uitleg te geven over wat is gebeurd, adviseert Blanken. ‘Zwijgen heeft geen zin, het lek is al in de publiciteit geweest. Je kan de procedure en de regels nog eens toelichten en vertellen dat er onderzoek wordt gedaan, en: excuses aanbieden.’ De kandidaat wiens naam is gelekt kan het beste zelf met een verklaring komen, en tja – dan maar verder met z’n leven. ‘Vooral niet te veel aandacht vestigen op de kwestie. Aan de andere kant: je weet ook dat dit risico nu eenmaal bestaat als je kandidaat bent. Lekken gebeurt regelmatig, je weet dat er mensen zijn die zich mogelijk niet houden aan de geheimhouding. Het hoeft niet altijd een verrassing te zijn.’ Opperste discretie, dat is hét belangrijkste element in een wervingsproces voor een politieke benoeming, zegt reputatiedeskundige Paul Stamsnijder. Volgens de oprichter van de Reputatiegroep wordt een vertrouwenscommissie geacht sentimenten zoals draagvlak en acceptatie te laten meewegen, ‘maar het werkt averechts als daarin transparantie wordt aangebracht. Mensen om wie het gaat, komen daar al snel beschadigd uit. Wie niet goud heeft, dus zilver, is eigenlijk de verliezer. Wordt diens naam bekendgemaakt, dan kan zijn verdere carrière worden geschaad. Of het wordt op z’n minst erg ongemakkelijk.’ Als het gebeurt, zo is ook Stamsnijders advies, dan moet de gemeente de blunder ruiterlijk toegeven. ‘En principieel afkeuren dat dit is gebeurd én aangeven dat de lijntjes wat strakker worden aangetrokken zodat het niet nog een keer voorvalt.’ De kandidaat wiens naam is gelekt kan volgens Stamsnijder slechts ‘zouteloze statements’ uiten: ja, ik heb gesolliciteerd en ben het niet geworden. De redenen daarvoor liggen bij de vertrouwenscommissie. Ook de gemeente waar een naam naar buiten is gebracht – per ongeluk of opzettelijk – kan reputatieschade oplopen. ‘De gemeenteraad wil de best mogelijke burgemeester en die krijg je met een heel zorgvuldige procedure. Wordt een naam bekend, dan kan dat worden uitgelegd als: de procedure is niet serieus genomen, jullie willen kennelijk niet de beste kandidaat. Zorgvuldigheid is van groot belang. Een lek leidt tot meerdere verliezers: de gemeente, de kandidaat wiens naam nu bekend is maar die het niet is geworden, de persoon die wel burgemeester is geworden en zelfs het ambt van burgemeester.’ Dat ambt is gebaat bij de hoogst mogelijke discretie, aldus Stamsnijder. Degene wiens naam is gelekt, lijdt niet alleen reputatiepijn maar mogelijk ook schade. Zo verloor Ralf Krewinkel zijn baan. Als burgemeester van Heerlen solliciteerde hij in 2019 bij buurgemeente Kerkrade. Een journalist ving zijn naam op uit een besloten vergadering en bracht die naar buiten. In Kerkrade bleek Krewinkel niet op één te staan en omdat de Heerlense gemeenteraad verbolgen was over de sollicitatie, nam Krewinkel daar zijn ontslag. Van Soest: ‘Een kandidaat wiens naam is BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 21 gelekt zou een civiele procedure kunnen starten als deze schade heeft ondervonden. Dat is bij mijn weten nog niet voorgekomen. Als zo iemand hier komt, zouden we toch de mogelijkheid van een civiele claim onderzoeken.’ MOREEL APPÈL In de benoemingsprocedure zijn ook andere veiligheidskleppen ingebouwd. Zo mogen leden van een vertrouwenscommissie niet op eigen houtje informatie achterhalen over een kandidaat. Voorkomen moet worden dat anderen, via de zoekgeschiedenis op hun computer, die naam dan ontdekken. Die leden wéten ook dat zij niet mogen googelen, althans: ze worden geacht het te weten. Bouwmans (vereniging van raadsleden) geeft toe dat dit niet goed is te handhaven, met name omdat kandidaten ook op social media actief kunnen zijn. Bovendien wordt niet altijd bewust of met kwade opzet gelekt. Toeval kan een rol spelen: een journalist ziet eens een document in waarin een naam staat. Er kan ergens een microfoon openstaan – zoals in de zaak Krewinkel. Een kandidaat kan ook rondlopen in de gemeente waar hij gaat solliciteren en ook dat kan opvallen. Een kwetsbaar element blijft dat de kring van mensen die de naam van een kandidaat kennen groter is dan alleen de leden van de vertrouwenscommissie of gemeenteraad. De gehele informatiestroom rond een benoeming loopt via de commissaris van de koning. Die verzamelt en deelt alles over de kandidaat, wat publiekelijk te vinden is en wat niet publiekelijk is. Wie solliciteert in een andere provincie dan waar hij woont, krijgt bovendien te maken met twee commissarissen en een burgemeester: de commissaris bij wie moet worden gesolliciteerd vraagt informatie over de kandidaat aan de commissaris van de provincie waar de kandidaat woont. Die legt dat verzoek neer bij de burgemeester van de woonplaats van die kandidaat. Die burgemeester stelt zelf een pakketje aan informatie samen, of hij laat dat doen door een ambtenaar. Zo zijn er buiten de benoemingcommissie ook anderen die een kandidaat kennen. Ondertussen gaan journalisten ook op zoek, wat volgens Bouwmans in de grotere steden makkelijker is dan in kleine gemeenten: wie was elders burgeADVERTENTIE meester, wie is toe aan een promotie, wie verlaat de Tweede Kamer en heeft een nieuwe stoel nodig. Door slim te vragen komen er altijd wel namen bovendrijven. Bouwmans, nuchter: ‘Je kunt de benoemingsprocedure niet zo inrichten dat het nooit voorkomt dat een naam wordt gelekt. Ik ben er geen voorstander om het met nog meer regels verder dicht te timmeren.’ Daarom is het misschien verstandiger om te wijzen op de ethische kant, zegt advocaat Blanken. ‘Strikte procedures, goede voorlichting, controle, handhaving, sancties – niets lijkt te helpen. Maar wat een klein beetje kán helpen – dat blijkt uit psychologisch onderzoek – is een moreel appèl doen op mensen in zo’n commissie. De Belastingdienst doet dat ook: mensen moeten verklaren dat ze hun aangifte naar waarheid invullen. Dat werkt kennelijk beter dan mensen wijzen op mogelijke sancties.’ Met 15 modules stel je zelf het start- of inwerkprogramma samen. Klaar voor de start? De nieuwe raad snel aan de slag met het inwerkprogramma van het Periklesinstituut Kennis van besluitvorming, oefenen met het eigen vergadermodel, werken zonder last en bestuurlijke verhoudingen. Maar ook gemeentefinanciën en raadsinstrumenten. Gezamenlijke start van de nieuwe bestuursperiode Werken aan kennis, vaardigheden én de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenteraad Maak afspraken over bestuurscultuur, participatie en de samenwerking tussen raad en college Meer weten? Kijk op www.periklesinstituut.nl/GR2022 Met de ervaringen van de Mystery Burger
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 23 Een Amsterdamse ambtenaar runt een IN DE CLINCH eigen zwemschool en concurreert daarmee met een gemeentelijk zwembad waar hij werkt. In hoeverre is hier sprake van belangenverstrengeling? ZWEMLESSEN MOGEN NIET CONCURREREN Stijn Lavier*, als ambtenaar werkzaam in een Amsterdams zwembad, krijgt op een dag toestemming om – onder voorwaarden – nevenwerkzaamheden te verrichten. In zijn geval: het geven van zelfstandige zwemlessen. Als die nevenactiviteit wijzigt, moet hij dit melden aan zijn leidinggevende. En hij mag die zwemlessen niet geven in het zwembad waar hij werkt. Als Lavier zijn werkgever, tegen de afspraken in, niet op de hoogte houdt van zijn nevenwerkzaamheden wordt de toestemming ingetrokken. Het college ontdekt bovendien dat hij een eigen zwemschool heeft en dus concurreert met de afdeling Zwembaden in het aanbieden van zwemlessen. Daarbij kan hij, in de uitoefening van zijn ambtelijke functie, klanten van het gemeentelijke zwembad informeren over zijn eigen zwemschool. Daarover wil hij zijn werkgever niet informeren, ook niet na meerdere verzoeken. Die houding draagt niet bij aan de openheid en transparantie die van Lavier als ambtenaar kan worden gevraagd. Nu hij zijn nevenwerkzaamheden heeft voortgezet na intrekking van de toestemming, is de schijn van ontoelaatbare belangenverstrengeling ontstaan. Lavier wordt ontslagen. Het gaat de gemeente niet direct om het risico van concurrentie. Wel dat hij als ambtenaar in het gemeentelijke zwembad acquisitie kan plegen voor zijn eigen bedrijf. Voor derden is het daarmee onduidelijk in welke hoedanigheid hij optreedt. De rechtbank Amsterdam merkt het lang‘Hij had eerder een onvoldoende beoordeling gekregen’ durig weigeren om openheid van zaken te geven aan als (ernstig) plichtsverzuim. Het college was daarom bevoegd de toestemming in te trekken. Lavier had zich daaraan moeten houden. Dat hij zijn nevenwerkzaamheden desondanks voortzette is ook plichtsverzuim. Door niet transparant te zijn heeft Lavier de schijn van belangenverstrengeling laten bestaan – dat is het derde geval van plichtsverzuim. De opgelegde straf van onvoorwaardelijk ontslag acht de rechtbank evenredig aan dat plichtsverzuim. Van belang daarbij is dat het college diverse pogingen heeft ondernomen om met hem over de werkzaamheden in gesprek te komen. Die heeft dat herhaaldelijk geweigerd. Als het voor Lavier om financiële redenen onmogelijk was de nevenwerkzaamheden te staken, dan had hij met het college een oplossing ADVERTENTIE Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid 23 september moeten zoeken. Het college heeft hem daartoe uitdrukkelijk de gelegenheid geboden. In hoger beroep stelt de Centrale Raad van Beroep zelfs dat de toestemming had worden geweigerd als de nevenwerkzaamheden een zeker risico meebrachten voor de mogelijkheid van directe concurrentie tussen Laviers zwemschool en het gemeentelijke zwembad. De Raad rekent het Lavier zwaar aan dat hij voor zijn nevenwerkzaamheden een vof had opgericht, waardoor er sprake was van een bedrijfsmatige aanpak. Het college mocht in redelijkheid vragen periodiek openheid van zaken te geven over zijn nevenwerkzaamheden. Alleen zo kon worden beoordeeld of de toestemming onverkort kon blijven gehandhaafd. Dat mogelijk sprake was van moeizame communicatie en enige irritatie bij Lavier – hij had eerder een onvoldoende beoordeling gekregen – maakt niet dat hij de gevraagde informatie niet hoefde te verstrekken. Het college kon, na eigen onderzoek naar Laviers zwemschool, zich op het standpunt stellen dat de nevenwerkzaamheden van Lavier een onaanvaardbaar risico van belangenverstrengeling en een zeker risico voor de mogelijkheid van directe concurrentie meebrachten. Daarom mocht de toestemming voor het verrichten van nevenwerkzaamheden worden ingetrokken. Ook het strafontslag blijft om die reden in stand, aldus de Raad (uitspraak 4 juni 2021). * De naam is gefingeerd ECLI:NL:CRVB:2021:1336
Pagina 24
Pagina 26
26 SERIE KLIMAATCRISIS DOOR: RENÉ DIDDE FOTO: MARCO VAN MIDDELKOOP / ANP-HH Uit de jongste weercijfers blijkt dat nergens in Nederland zo veel regen valt als in Zoetermeer. Hoe kun je als gemeente de bijbehorende overlast beperken? Deel één van een drieluik over de gevolgen van het veranderende klimaat. ZOETERMEER WAPENT ZICH TEGEN HET WATER DE NATSTE STAD VAN NEDERLAND EXTRA WATERBERGING Zoetermeer met op de achtergrond de Nieuwe Driemanspolder Mooie naam wel, Zoetermeer. De gemeente is genoemd naar een zoetwatermeer uit lang vervlogen tijden. De laatste zestig jaar heeft het kleine dorpje zich ontwikkeld van een ‘groeikern’ tot de derde stad van de provincie Zuid-Holland, met 125.000 inwoners. Nu moet de gemeente ervoor waken dat ze niet opnieuw een zoetwatermeer wordt. Want volgens de eerder dit jaar bijgestelde langjarige neerslagstatistieken van het KNMI viel er gemiddeld genomen in de periode 1991-2020 nergens in Nederland meer regen dan in Zoetermeer: 972 millimeter per jaar. Ook andere Zuid-Hollandse gemeenten als Rotterdam, Den Haag en Voorschoten scoren hoog in de laatste neerslagcijfers. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 SERIE 27 IMAATKEUZES Het IPCC-rapport maakt duidelijk dat het klimaat sneller verandert dan we dachten. De kans op extreem weer neemt toe. Ineen driedelige serie inventariseert Binnenlands Bestuur de gevolgen voor gemeenten. In deel één: natste gemeente Zoetermeer. KLI Het I De driede Bestuu één: na klima e kan elige ur de atste k Die positie is relatief nieuw. In de periode 1981-2010 werd de omgeving van Apeldoorn, Deelen, Hoenderloo tot het natste deel van Nederland gerekend. Het KNMI en Weer-online denken dat de neerslagoverlast zich naar het westen heeft verplaatst doordat regenwolken vanaf de Noordzee eenmaal op land aangekomen snel ‘uitregenen’, vooral in het vroege voorjaar en de nazomer. ‘Dat effect wordt nog versterkt doordat het in de dicht bebouwde Randstad warmer is vanwege bebouwing, verhard oppervlak en industrie. Ook de hoogbouw fungeert als een soort gebergte dat wolken omhoog stuwt waardoor de waterdamp tot regendruppels condenseert’, aldus het KNMI. Het is geen verrassing dat het meer gaat regenen door de wereldwijde temperatuurstijging. Hoe warmer het is, hoe meer water verdampt uit zee. Vroeg of laat valt dat als regen naar beneden. Alleen: het gebeurt vaker dan vroeger in de vorm van extreme buien. VERRASSING Voor de gemeente Zoetermeer, de provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Rijnland komt de nieuwe ranking van natste gemeenten als een verrassing. ‘Het maakt eens te meer duidelijk dat we het water in de Nederlandse ruimtelijke ordening een plaats moeten geven, want anders neemt het water zijn plek’, zegt Rogier van der Sande, dijkgraaf van Hoogheemraadschap van Rijnland. Van der Sande, tevens voorzitter van de koepelorganisatie Unie van Waterschappen, doelt ook op de dramatische gebeurtenissen met extreme neerslag in Zuid-Limburg, België en Duitsland. Het komt mooi uit dat Rijnland, samen met de gemeente Zoetermeer en de provincie Zuid-Holland vorig najaar een enorme waterberging heeft gerealiseerd in de Nieuwe Driemanspolder, in het buitengebied van Zoetermeer richting Den Haag. ‘Dit is het putje van het gebied, al het water stroomt hier naartoe’, wijst Van der Sande. Het 350 hectare grote gebied kan 2,5 miljoen kubieke meter water bergen. ‘In tijden van extreme regenval kunnen we de waterstand in het uitgebreide stelsel van boezems en vaarten in de omgeving enkele centimeters verlagen en de overlast beperken. Het water kan hier anderhalve meter hoger komen’, wijst Van der Sande van de rand van het gebied. Kosten: 40 miljoen euro. Het is méér dan een voorziening van piekberging die door de lage ligging amper aanleg van kunstwerken vergde. Fietsers rijden er hun rondje, mensen lopen hard en laten er hun hond uit. ‘In de strenge vorstperiode van februari zag je hier volop mensen schaatsen’, weet Van der Sande. Daarnaast startte Zoetermeer het project ‘Moerasparels’. In totaal komen er zeven kleine ondiepe moerasgebieden met waterplanten langs de oevers van de Zoetermeerse plas, ofwel Noord A. Doel is om het water natuurlijk te filteren en de biodiversiteit te vergroten. Natuurvriendelijke oevers met rietplanten zuiveren het water van onder meer fosfaat. Tegelijk wordt de waterkwaliteit verbeterd en de blauwalg bestreden waardoor de recreatiemogelijkheden voor Zoetermeer en omstreken verbeteren. Dit ontslaat de gemeente niet van het treffen van voorzieningen in de bebouwde kom van de stad. GROTE OPGAVE Nu staat Zoetermeer bovenaan in de lijsten van natste steden, maar eigenlijk is heel Zuid-Holland drijfnat, zo blijkt uit de KNMI-reeksen. ‘Het is voor elke gemeente bekend dat de hoosbuien zullen toenemen, en dat is voor elke stad een grote opgave’, bevestigt Astrid de Wit, programmamanager klimaatadaptatie van Zuid-Holland. In het bestaand stedelijk gebied is alles al volgebouwd, en 70 procent van de huizen is in privaat bezit. Het is moeilijk om mensen mee te krijgen, want de kosten zijn relatief hoog. ‘Wij stimuleren daarom de zogeheten meekoppel‘Water en bodem moet het uitgangspunt worden’ kansen. Wordt een woningblok gerenoveerd ? Tref waterbergende voorzieningen. Is een gemeente toe aan vervanging van het riool of gaat een straat op de schop? Leg er een groenstrook langs, pas waterdoorlatende bestrating toe, of maak een verdiepte trottoirband of wadi’, somt De Wit op. De Zuid-Hollandse gemeenten hebben vrijwel allemaal een klimaatstress-test gedaan waarbij gevoelige plekken voor hitte, droogte, wateroverlast, verzilting en bodemdaling aan het licht kwamen. En wat is de top-5 van maatregelen in ZuidHolland volgens de programmamanager? ‘Vergroening, vergroening, vergroening, vergroening en technische maatregelen’, antwoordt ze. Wat dat laatste betreft, stimuleert de provincie onder meer innovaties en ondergrondse berging en hergebruik van regenwater. Een voorbeeld dat onder auspiciën van de provincie tot stand kwam, is het stadion van de Rotterdamse voetbalclub Sparta. Plensbuien op het dak van stadion, maar ook op de huizen in de buurt komen via een pijpenstelsel in een helofytenfilter terecht. Bladresten, zand en ander grof organisch spul blijft in het filter liggen, bacteriën op de wortels van het de rietknolletjes houden fosfaat en andere meststoffen vast. Het gezuiverde regenwater wordt veertien meter onder een Cruyffcourt in de bodem gepompt. In tijden van droogte wordt het weer bovengronds gehaald, en dient het onder meer voor beregening van de (kunst)grasvelden. Het wordt nu ook elders toegepast, vertelt De Wit. ‘In het Cromvlietpark in Den Haag levert het irrigatiewater voor een grote gemeenschappelijke moestuin en in Pijnacker-Nootdorp zet men het regenwater in tegen de bodemdaling.’ De Spaanse voetbalclub Real Valladolid heeft het idee nagevolgd voor het dak van het Zorrilla-stadion. ‘Zulke maatregelen zijn mooi, maar relatief duur’, zegt De Wit. ‘Gemeenten zetten volop in op klimaatadaptie, maar hebben weinig financiële armslag.’ Volgens haar is medefinanciering door het rijk onmisbaar. ‘Als we er niet in slagen de klimaatverandering tegen te gaan, dan zal het aanpassen een steeds grotere kostenpost worden voor de belastingbetaler
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 28 SERIE KLIMAATCRISIS en vastgoedeigenaren. Nu investeren zorgt voor een veilige en gezonde leefomgeving en beperkt de schadelast in de toekomst.’ Volgens haar zijn de maatregelen voor nieuwbouwprojecten wat eenvoudiger. ‘Je kunt daar met een schone lei beginnen. We hebben voor nieuwbouw een convenant ‘Klimaatadaptief bouwen’ gesloten met gemeenten, bouwers en ontwikkelaars. Meer dan vijftig partijen hebben toegezegd dat zij de klimaatadaptieve uitgangspunten in hun projecten opnemen, waaronder in Zoetermeer’, aldus De Wit. Natuurbeschermingsorganisatie het Zuid-Hollands Landschap bepleit meer vaart te maken met de aanleg van klimaatbuffers en bergingsgebieden voor water, die in tijden van droogte geleidelijk water kunnen afgeven. ‘Bijvoorbeeld om de verzilting tegen te gaan die via een zouttong in de Nieuwe Waterweg en de Hollandse IJssel oprukt’, zegt directeur Michiel Houtzagers. Hij vindt de piekberging zoals in de Nieuwe Driemanspolder een goed voorbeeld. ‘Laten we de klimaatverandering zien als een kans om meer mogelijkheden voor de natuur, ontspanning en recreatie te creëren’, zegt hij. ‘Zuid-Holland scoort met slechts 6 tot 7 procent natuur COLUMN JAN VERHAGEN Het is moeilijk om mensen mee te krijgen het allerslechtst van Nederland, terwijl de coronaperiode aantoonde dat de behoefte aan ruimte om buiten te ontspannen groot was’, aldus Houtzagers. CENTRALE REGIE Ondanks de stresstesten van de gemeenten vindt het Zuid-Hollands Landschap dat er nog te weinig bewustzijn is bij de inwoners. ‘Er is sprake van gestage bodemdaling in het veenweidegebied, maar de boeren zijn te weinig bereid om een hogere grondwaterstand te accepteren en het beleid doet te weinig aan compensatie en alternatieven. Inwoners zien hun huizen verzakken, maar leggen geen verband met het waterbeheer en bodemdaling. We moeten nog veel meer de mouwen opstropen’, vindt Houtzagers. Het Hoogheemraadschap is daarmee eens. Naast alle technische maatregelen waarmee steden zich kunnen aanpassen aan de klimaatverandering is ook ‘meer centrale regie op de randvoorwaarden’ vereist, bijvoorbeeld bij nieuwbouw. ‘Kijk’, zegt Van der Sande aan de rand van het waterbergingsgebied, ‘de beste bouwlocaties in dit druk bevolkte gebied zijn al bezet. We weten dat de bouwopgave van een miljoen woningen dus in suboptimale gebieden moet plaatsvinden. Daarom moeten we beter rekening houden met de geohydrologische situatie. Water en bodem moet het uitgangspunt worden. Het zou de centrale overheid sieren als er voor nieuwe woonwijken wordt voorgeschreven dat water een plek krijgt rond woningen of in de wijk. Projectontwikkelaars en woningcorporaties kunnen dan zelf kiezen hoe ze dit invullen. Plavuizen in plaats van een houten vloer en de elektriciteitskast op de eerste verdieping. Of drijvende woningen, woningen op palen, of infiltratiemogelijkheden van water in de diepere bodem.’ VOLWASSEN Sinds januari 2003 bestaat het btw-compensatiefonds. De gemeenten en provincies kunnen de btw die ze betalen, daaruit terugkrijgen. Is dat fonds in die 18 jaar volwassen geworden? Daarvoor heb ik eerst eens goed de regels gelezen. De wet op het btw-compensatiefonds bevat 15 artikelen, die aangeven welke btw de gemeenten en provincies kunnen terugkrijgen. Ook staat erin wat de minister van Financiën mag en wat de belastinginspecteur mag. Verder is er een algemene maatregel van bestuur, het ‘uitvoeringsbesluit’, die ook iets zegt over welke btw de gemeenten en provincies kunnen terugkrijgen. En er is een ministeriële regeling, de ‘uitvoeringsregeling’, met 11 artikelen. Die bepalen nog gedetailleerder welke btw de gemeenten en provincies kunnen terugkrijgen. Heel veel regels dus om te zorgen dat geen gemeente of provincie iets te veel krijgt. Maar wat ontbreekt, zijn regels over hoeveel de minister in het fonds moet stoppen. Geen letter daarover in wet, besluit of regeling. Daarom vind ik het fonds niet volwassen. Het btw-compensatiefonds lijkt op een kleedgeldafspraak met een puber waarvan pappie een deel van de kosten betaalt. Wat niet hielp bij de volwassenwording, is dat het fonds vroeg gestopt is met groeien. De eerste jaren groeide het fonds hard. In 2013, toen het fonds 10 jaar bestond, werd het een ‘ondergeschoven kindje’: geen zelfstandig fonds meer maar een onderdeel van het ministerie van Financiën. En het fonds is definitief gestopt met groeien in 2015, toen het fonds 12 jaar oud werd. Sindsdien is het een vast deel van de rijksuitgaven. Noch de accountant van het rijk noch de Algemene Rekenkamer kijkt of de minister van Financiën elk jaar voldoende geld in het btw-compensatiefonds stopt. De evaluaties ‘ Wel regels voor gemeenten, niet voor rijk’ van het btw-compensatiefonds gingen hier evenmin op in. En er zijn heel veel rechterlijke uitspraken over welke btw de gemeenten en provincies terugkrijgen maar geen enkele over de plicht van het rijk om geld in het fonds te stoppen. Een kind dat in januari 2003 geboren is, gaat wellicht in september 2021 studeren. Het begin van zijn volwassen leven. Laten wij hetzelfde doen, en gaan studeren hoe we kunnen beoordelen of het rijk voldoende geld in het btw-compensatiefonds stort. Dat moet een belangrijk onderdeel zijn van de lopende evaluatie. En dat begint met volledige openheid over alle beslissingen daarover. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BEELD: SHUTTERSTOCK SOCIAAL ACHTERGROND 29 Met strak contractmanagement wil de gemeente Westland zowel grip op de kosten als op de kwaliteit van de jeugdzorg en Wmo krijgen. Beleidsdoelen zijn vertaald in toetsbare prestaties. Gesprekrichtlijnen en dashboards boordevol data helpen de contractmanagers zakelijker met aanbieders om te gaan. ‘We hebben meer grip, maar er is nog veel werk aan de winkel.’ GRIP OP KWALITEIT EN KOSTEN CONTRACTMANAGEMENT ALS WAPEN TEGEN TEKORTEN Net zoals in veel gemeenten liep Westland de eerste twee jaar na de decentralisaties financieel nog in de pas. Vanaf 2017 begonnen de uitgaven voor de jeugdzorg echter behoorlijk op te lopen, vanaf 2018 ook die voor de Wmo. Het uitvoeringsprogramma sociaal domein, dat in aanloop na de decentralisaties in 2015 was opgesteld, liep ten einde. Een goed moment voor bezinning. Het bureau AEF, dat in 2020 de jeugdzorgtekorten voor alle gemeenten in kaart bracht, liet een jaar eerder zijn licht schijnen over de situatie in het Westlandse sociaal domein. ‘Een van de belangrijkste aanbevelingen aan ons was dat als je wilt sturen je eerst grip moet hebben. AEF constateerde tegelijkertijd dat we die grip niet hadden’, zegt Lucia van den Brande, strategisch regisseur sociaal domein van Westland. Ook in latere rapporten van de visitatiecommissie financiële houdbaarheid sociaal domein van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, op basis van de ‘doorlichting’ van diverse gemeenten, werd die boodschap luid en duidelijk verkondigd. Zonder grip kun je niet sturen. ‘Als je grip hebt, heb je het financiële probleem niet opgelost, maar je moet wel grip hebben om de problemen te kunnen gaan oplossen’, aldus Van den Brande. ‘Voor de decentralisatie hadden we als gemeente een flinke reservepot sociaal domein opgebouwd’, zegt wethouder Piet Vreugdenhil (sociaal domein, CDA). ‘Toen wij in 2018 als nieuw college aantraden, zagen we de kosten al snel oplopen en de reserves verdampen. Je kunt dan op je vingers natellen dat dit niet is vol te houden. Binnen het sociaal domein konden we de tekorten op een gegeven moment niet meer oplossen. We hebben toen het ambtelijk apparaat de opdracht gegeven het in orde te brengen.’ Zo liepen de kosten voor de jeugdzorg op van 14,1 miljoen euro in 2016 tot 23,1 miljoen euro in 2020. De kosten voor de Wmo bedroegen in 2016 en 2017 8,4 miljoen euro, maar stegen daarna naar 11,2 miljoen euro in 2020. ‘Na het rapport van AEF besloten we ons contract‘ Hoe meer je weet, hoe meer je ziet wat er nog gebeuren moet’
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 30 ACHTERGROND SOCIAAL management te gaan verbeteren om financieel meer grip te krijgen, maar ook om te zien of we de goede beleidsinterventies doen’, vult Van den Brande aan. VALKUILEN ‘Contractmanagement vervalt makkelijk in drie valkuilen: vaag, ongefundeerd en vrijblijvend’, weet Jelle Daalderop, die als extern adviseur sociaal domein werd ingehuurd. Neem vaag. ‘Als gemeente zeg je tegen een aanbieder: zet de cliënt centraal. Daar moeten aanbieders het mee doen. Maar wat betekent dat voor de aanbieder, wat moet die aanbieder doen? Met zo’n algemene beleidsterm kunnen aanbieders niet overweg en de gemeente kan er niet op sturen.’ En neem ongefundeerd. ‘Een gemeente zegt bijvoorbeeld tegen een aanbieder dat zijn totale kosten de afgelopen twee jaar zijn toegenomen. Wat zegt dat, wat vraagt de gemeente van de aanbieder, welk antwoord zoekt de gemeente daarbij?’, verduidelijkt Daalderop. Tot slot worden vaak zachte afspraken gemaakt onder de vlag van partnerschap. ‘Veel te vrijblijvend.’ Daalderop ging met de Westlandse contractmanagers jeugd en Wmo aan de slag om van vaag naar concreet te gaan, met behulp van dat data van ongefundeerd naar gefundeerd en van vrijblijvendheid tot harde afspraken te komen. ‘Om van vaag naar concreet te gaan, hebben we beleid vertaald naar concrete doelen en toetsbare prestaties die we van aanbieders verwachten. In lange sessies zijn we dat met elkaar gaan uitkauwen’, aldus Daalderop. Met behulp van data kan een goed gesprek met de aanbieder worden gevoerd, stelt hij. Als contractmanager moet je goed beslagen ten ijs komen. ‘Zeg niet tegen alleen tegen een aanbieder dat zijn totale kosten zijn toegenomen; je moet betere analyses kunnen maken. Stel dat je uit de cijfers haalt dat een aanbieder na een ingewikkeld en lang zorgtraject altijd dertig procent van zijn cliënten nog aanvullende hulp nodig heeft. Je kunt dan het gesprek aangaan of dat percentage niet kan worden teruggebracht naar vijftien, aan de aanbieder vragen wat hij kan doen om ervoor te zorgen dat er na een lang traject niet zo veel opvolgende hulp nodig is. In zes maanden hebben we een reis afgelegd van vaag, ongefundeerd en vrijblijvend naar heel concreet. Weten wat je wilt, dat kunnen funderen op data en signalen en daar proactief mee gaan sturen. Als je de gewenste prestaties op een rij gaat zetten en data daarover gestructureerd verzamelt en analyseert, en daarover het goede gesprek met aanbieders gaat voeren, ontstaat de grip die je wilt hebben.’ 10 24 HUISWERK De ‘reis’ zoals Daalderop het noemde, heeft vorig jaar een handboek opgeleverd, waarin alle stappen staan beschreven die leiden tot goed contractmanagement. Contractmanager jeugd Marianne Klop heeft aan de reis deelgenomen, en is nu met de opbrengst en het handboek aan de slag gegaan. Tijdens het traject zijn al verschillende producten opgeleverd, die continu worden aangevuld of fijngeslepen. Zoals een dasboard met data speciaal voor contractmanagers en een gespreksleidraad. ‘Als we voorheen signalen kregen dat bij een aanbieder de uitvoering niet zo lekker liep, ging ik vrij open het gesprek met die aanbieder in. Ik kreeg dan te horen wat er speelde en tegelijkertijd wat wij als gemeente niet goed deden. Bij wijze van spreken kwam ik met meer huiswerk terug dan ik huiswerk had meegegeven. We wilden echter als gemeente meer in de lead komen, maar tegelijkertijd de relatie goed houden. De gespreksleiddraad die we hebben ontwikkeld, helpt daarbij.’ In die leidraad staan de verschillende fases van een gesprek beschreven, zoals het begin‘ Data moeten het begin van een gesprek zijn’ nen met het benoemen van zaken die goed gaan en pas daarna eventuele knelpunten bespreken. ‘Het doel in die contractmanagementgesprekken is om uit die incidentenpolitiek te komen’, vult Daalderop aan. ‘Je moet toewerken naar een continue verbeteragenda die je samen hebt afgesproken. Wat zijn de belangrijke prestaties die we van jou als aanbieder verlangen, herken je die, welke verbeterpunten zien we daarin, welke dingen vinden we heel goed. En bij die verbeterafspraken moeten punten staan waar we de komende vier jaar over kunnen blijven praten.’ MUNITIE In het dasboard zijn min of meer alle beleidsdoelen van de gemeente geoperationaliseerd. Een fikse kluif, zegt Klop. ‘De beleidsdoelen probeer je zo concreet mogelijk te maken, zodat je daar ook echt op kunt sturen en kunt monitoren. Hoe ga je bijvoorbeeld ‘de cliënt centraal’ meten? Hoe ga je meten in hoeverre cliënten genoeg invloed op hun zorg kunnen uitoefenen? Je gaat kijken naar wat je belangrijk vindt, maar ook naar welke informatie beschikbaar is. En als data niet beschikbaar is, gaan we kijken of we die in het dasboard kunnen opnemen.’ Nu is onder meer zichtbaar of en hoeveel cliënten na een zorgtraject weer opnieuw aankloppen voor hulp, of aanbieders bij een verlenging echt goed kijken wat nodig is, of voor een standaard verlenging kiezen. Ook de wijze van op- en afschalen is inzichtelijk. ‘Met dit soort gegevens per BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 31 65 13 kosten dalen door andere inzet. ‘Dit vertaalt zich nog niet tot een trendbreuk, in de zin van verlaging van de totale kosten. ‘Maar de grip die we nu hebben en de mogelijkheden tot sturing zijn hiervoor belangrijke randvoorwaarden.’ Voor Vreugdenhil is de nieuwe wijze van contractmanagement bedoeld om zowel de kosten te beteugelen als grip te krijgen op de kwaliteit van zorg. Maar over die kwaliteit van zorg wil hij graag een maatschappelijk debat. ‘Wat is kwaliteit? We willen altijd het allerbeste, maar moeten we niet een keertje de vraag durven stellen of we geen genoegen moeten nemen met ongemak in het leven. Dat is een hele ingewikkelde en ethische discussie, maar ik vind wel dat we die moeten voeren. Ik nodig het kabinet uit om daar samen met gemeenten het maatschappelijk gesprek over te starten.’ zorgproduct en per aanbieder, hebben we meer munitie om het gesprek met de aanbieder te voeren’, aldus Klop. ‘We kunnen vragen waarom bij een aanbieder altijd de helft van zijn cliënten vervolghulp nodig heeft, terwijl dat bij een ander maar twintig procent is. Dat valt op. Het zegt niet direct iets, er is wellicht een plausibele verklaring voor, maar we kunnen er wel een gesprek over voeren. We kunnen beter onderbouwd het gesprek in gaan en de juiste vragen stellen.’ ‘Data moeten het begin van een gesprek zijn; je moet niet meteen naar conclusies ‘springen’. Ik zie dit: leg me dat eens uit’, vult Van den Brande aan. De gemeente heeft 165 aanbieders voor de jeugdzorg en zo’n 70 voor de Wmo. Er is, op basis van de ingezette koers op contractmanagement, nog geen afscheid van aanbieders genomen. ‘Om een contract op te zeggen, moet er echt wel wat aan de hand zijn’, aldus Vreugdenhil. ‘We hebben geen afscheid genomen, maar voeren wel gesprekken om tot nieuwe afspraken te komen. Zo zette een aanbieder altijd een middelzware vorm van hulp in, terwijl dat volgens de definities een lichte zorgvorm moet zijn. We zijn in gesprek gegaan hoe het tij kan worden gekeerd. De aanbieder heeft daartoe nu een voorstel ingediend’, zegt Klop. ‘Bij afzonderlijke aanbieders kunnen we de kosten inmiddels onderbouwd naar beneden krijgen’, vult Van der Brande aan. Na analyse van de data, en de bijzonderheden die daarin opvallen, volgen gesprekken met de aanbieder waarna de ADVERTENTIE NOOIT AF Op de vraag of er inmiddels de gewenste grip op kosten en kwaliteit is, antwoordt Vreugdenhil: ‘We zijn echt op de goede weg. Ik ga echt niet zeggen dat we al klaar zijn, maar we weten wat we moeten doen. De gesprekken zijn in toenemende mate op het goede niveau, dus we liggen op koers.’ ‘We hebben veel meer grip, maar er is tegelijkertijd nog heel veel werk aan de winkel’, vult contractmanager Klop aan. ‘Dat heeft er ook mee te maken dat de wereld om ons heen constant in beweging is.’ Dat beaamt Van den Brande. ‘We hebben meteen gezegd dat het nooit af is. De politiek verandert, je doelen veranderen. Je moet het continu bij blijven houden. Op het moment dat je meer weet, meer data tot je beschikking hebt, weet je ook dat je nog een heleboel niet weet.’ Vreugdenhil: ‘Hoe meer je weet, hoe meer je ziet wat er nog gebeuren moet.’ SRO CONGRES woensdag 03 november 2021 Bekijk ons programma en meld je aan! Ga naar www.sro.nl/congres of scan de QR-code
Pagina 32
32 ACHTERGROND AFGHANISTAN DOOR: SIMON TROMMEL Het schrikbewind van de Taliban is terug in Afghanistan. Het raakt het Flevolander PvdA-Statenlid Abassin Nessar. Nessar heeft Afghaanse roots en werkervaring in ontwikkelingssamenwerking in het land. ‘Nederland loopt vooral achter de NAVO aan.’ STATENLID ABASSIN NESSAR OVER DE SITUATIE IN ZIJN GEBOORTELAND AFGHANISTAN ‘ HET MAAKT MIJ MACHTELOOS EN EMOTIONEEL’ ‘Ik hoor regelmatig van mensen in Afghanistan dat ze mishandeld zijn door de Taliban. Pas weer, oud collega’s die behoren tot de Hazara-minderheid, die klappen kregen. Er worden mensen vermoord. Er zijn wraakacties in Jalalabad. Alles wat ik uit Afghanistan zie, maakt me machteloos en emotioneel’, zegt Abassin Nessar, Statenlid voor de PvdA van Flevoland en bestuurslid van de Unie van Afghaanse Verenigingen in Nederland (UVAVIN). Dat is een koepel van ongeveer 70 verenigingen, maar er zijn er veel meer die de circa 50.000 Afghanen hier bedienen. Nessar schat het totaalaantal op ruim 400. ‘Er gebeuren de ergste dingen nu in Afghanistan. Jonge vrouwen, meisjes nog, die als seksslaaf worden gebruikt, want ze worden ontvoerd en vervolgens aan Talibanstrijders uitgehuwelijkt. Ik hou mijn hart vast, voor mijn familie, vrienden en andere Afghanen en dat geldt voor iedereen die uit Afghanistan komt.’ Nessar weet: de toekomst is ongewis. Een collega van hem uit een ander land maar met Afghaanse roots, werd de toegang tot het vliegveld ontzegd door de Amerikanen. ‘Hij ziet er uit als een Afghaan, maar heeft een westers paspoort. Het gevolg is dat hij voor de avondklok de stad weer in moest en in een guesthouse belandde. ´s Avonds klopten de Taliban aan en die waren niet geamuseerd door een westers paspoort. Vervolgens betrokken ze zelf ‘GEMEENTE, STEUN AFGHANEN’ ‘Gemeenten, spreek je uit over de humanitaire catastrofe in Afghanistan. Toon medeleven met de Afghaanse gemeenschap in Nederland. Maak gebruik van de expertise van de lokale Afghaanse verenigingen en kaart het onderwerp ook aan in het Comité van de Regio’s.’ Dat is in een notendop de brief van de Unie van Afghaanse Verenigingen in Nederland UVAVIN die naar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is gestuurd. De burgers van Kabul en andere steden in Afghanistan verdienen de steun van Nederlandse gemeenten, vindt Abassin Nessar, bestuurslid van de Unie van Afghaanse Verenigingen in Nederland. ‘Als de VNG of bijvoorbeeld de G4 zouden laten weten dat ze de burgers van Afghaanse steden steunen, zou dat een enorme steun voor Afghanen daar en hier betekenen.’ Nessar: ‘We hebben zeker 50.000 Afghanen in Nederland wonen. Velen van hen zijn betrokken bij de Nederlandse samenleving. Ze zijn hoog opgeleid. Ook zijn er veel ondernemers bij. De zwarte markt in Beverwijk bestaat voor het grootste deel uit Afghanen die vaak nog maar vier of vijf jaar in Nederland zijn. Ze voelen zich betrokken bij Nederland en ze hebben familie in Afghanistan. Ze maken zich zorgen. Ook voor hen mag je zeggen dat we willen proberen hen te steunen met humanitaire hulp, goed bestuur daar. Zo is een boodschap aan de vrouwen en minderheden van Kabul ook een boodschap aan de Afghanen hier.’ En waarom zouden steden en regio’s geen eigen buitenlands beleid voeren, vraagt Nessar zich af. ‘Ze zijn toch ook vertegenwoordigd in de EU? En we hebben gezien dat rijksbeleid, als het gaat om Afghanistan, gefaald heeft. Waarom dan daar op wachten en niet zelf internationaal beleid voeren?’ Hij zegt dat zijn Unie van Verenigingen het verzoek gaat doen aan de VNG. De VNG laat weten dat het antwoord op het verzoek eerst naar de afzenders van de brief gaat. ook kamers daar. De situatie is uiterst gespannen. Er worden mensen vermoord op straat en op straat lopen met een westers paspoort is niet veilig: het westerse paspoort is natuurlijk ook geliefd.’ KUNSTENAARS Nessar werkte tussen 2009 en 2013 in zijn geboorteland, het land dat hij begin jaren negentig als negenjarige met zijn ouders ontvluchtte vanwege het geweld. Zijn vader had een oud diplomatiek paspoort, waarmee hij kon aantonen dat hij werd vervolgd. Het gezin belandde in Nederland en Nessar ging politicologie studeren, in Leiden. Later, in 2009 keerde hij terug in Kabul, om te werken voor een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 33 ‘ Burgers van Kabul verdienen de steun van Nederlandse gemeenten’ cultureel programma gericht op capaciteitsopbouw in cultureel erfgoed met onder andere de restauratie van een park, de Bargh- eBabur waar een mausoleum staat van een van de voorvaderen van de Mughal dynasty die de Taj Mahal bouwden in India. Dat was voor de AKDN, het Aga Khan Development Network, een internationale niet-gouvernementele organisatie. Tien miljoen mensen krijgen dankzij AKDN stroom, vijf miljoen mensen gezondheidszorg en ook bezoeken vijf miljoen mensen de parken die de organisatie heeft opgeknapt. Daaronder dus ook het in Kabul opgeknapte park en veel ander cultureel erfgoed zoals oud-synagogen, boeddhistische tempels en Perzische forten. Nessar was programmamanager in Kabul. Er werden kunstenaars ingevlogen, voor workshops. Een van de thema’s was under siege, onder belegering. ‘Daarmee richtten we ons op thema’s als mensenrechten en zelfcensuur van kunstenaars. Toen kon er heel veel. We hebben één incident meegemaakt. De minister van Informatie en Cultuur vond een kunstwerk niet passend bij de Afghaanse waarden. Dat was een kunstwerk met alledaagse Arabische teksten van vrouwen, waar bezoekers overheen konden lopen. En dat kan niet, want de Koran is in het Arabisch geschreven. Dat heeft de minister verboden. Een van de kunstenaars, een van de Hazara-minderheid, vroeg ‘waarom’ en is toen mishandeld door een beveiliger van de minister. Terwijl die minister een hele liberale man was, een wetenschapper die nota bene in de VS heeft gewoond.’ Hoe het nu met de kunstenaars en de kunst in Afghanistan gaat, is ongewis. VOOR DE VLUCHT Kleine Abassin met zijn ouders landse perspectieven in deze crisis. ‘In een Nederlandse krant las ik een analyse van een jonge journalist dat we onze waarden en normen daar niet moeten opleggen. Afghanistan was altijd verdeeld, altijd radicaal, was het verhaal. Daar klopt niets van. Kabul was in de jaren zeventig een hele mondaine stad. Afghanistan heeft vroeger nooit wahabisme gekend of andere strenge islamvarianten. Het soefisme was de leidende religie, een religie die werd beleden met zang en dans. Dan denk ik: wat weet je van Afghanistan? Het was een van de eerste beschavingen van de mensheid. In de Koude Oorlog is het misgegaan, dat is een ander verhaal dan dat we het over onszelf zouden hebben afgeroepen.’ FRUSTRATIE Afghanistan is volgens hem in de basis geen verdeeld land; het is verdeeld geraakt, de logische consequentie van oorlog. Hij maakt zich grote zorgen om de bevolking. ‘Het gaat nu om fysieke veiligheid. Maar wat als dit voorbij is, je mentale veiligheid, ben je daarin veilig? In de jaren negentig voerden de Taliban een cultureel schrikbewind. Iedereen kent het verhaal van de Boeddhabeelden uit de zesde eeuw in Bamiyan, die in 2001 werden opgeblazen. Muziek mocht niet meer worden gedraaid, films werden vernietigd. Medewerkers van het filmarchief verborgen historische films achter muren en gaven oude Bollywoodfilms af, vertelt Nessar. Hij heeft samengewerkt om die films te digitaliseren, met de dochter van de gevluchte president Ghani. Zij was projectmanager. Nu staan de films deels op youtube. Nessar ergert zich aan sommige NederDat ben je niet. Afghanistan is getraumatiseerd door decennia oorlogsgeweld.’ En dat betekent ook in Nederland frustratie, want het gaat om familie en vrienden van de Afghanen hier. Na de val van Kabul ging Nederland nog debatteren over wie we wel of niet zouden moeten helpen, terwijl er al maanden een Kamermotie lag. ‘En er is ook frustratie dat Nederland geen eigen buitenlands beleid heeft, Nederland loopt vooral achter de NAVO aan, en dat is de VS, hoe dankbaar we ook zijn voor de interventie in bijvoorbeeld Kunduz en Uruzgan die ook Nederlandse levens heeft gekost.’
Pagina 34
34 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: MARCEL VAN HOORN / ANP-HH Het aantal partijloze burgemeesters neemt toe. Het zijn er inmiddels dertig. Een partijloze burgemeester staat per definitie boven de partijen en is, inherent aan zijn ambt, onafhankelijk. Dat levert krediet op. Maar: ‘Je kunt niet terugvallen op een partij als het niet lekker zit.’ DE PARTIJLOZE BURGEMEESTER RUKT OP LIEVER VRIJE LOKALO DAN PARTIJTIJGER ‘Eigenlijk zouden er al honderd partijloze burgemeesters moeten zijn’, vindt burgemeester Gerrit Jan Gorter van Zeewolde, de langstzittende partijloze burgemeester (sinds 2007). Hij wijst op het aandeel stemmen voor lokale partijen bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen, bijna 30 procent. Toch mogen de ‘partijlozen’ niet klagen, want met dertig bekleden ze meer posten dan een grote landelijke partij als D66 (28). En ze bezetten niet de minste plaatsen. Onlangs kreeg Alkmaar Anja Schouten, voorheen korpschef van de politie Noord-Holland, als nieuwe burgemeester en ook de gemeente Waalwijk mocht een partijloze burgemeester begroeten in de persoon van Sascha Ausems, voorheen zorgbestuurder. Twee provinciehoofdsteden hebben een partijloze burgemeester: Assen (Marco Out, stapte tijdens zijn ambtsperiode uit de VVD) en Maastricht (Annemarie Penn-Te Strake, voorheen vicepresident van de rechtbank Maastricht en lid van het College van procureurs-generaal in Den Haag). Alleen al in de eerste helft van 2021 kwamen er een stuk of zes partijloze burgemeesters bij, aldus onderzoeker Sabine van Zuydam onlangs in Binnenlands Bestuur in een artikel over haar boek over onder meer burgemeestersbenoemingen. ‘Kleine verschuivingen, maar er is een kentering in gang gezet’, zei ze toen. Maar is er eigenlijk niet al een gróte verschuiving gaande? ‘Tja, waar zet je het tegen af?’, zegt ze nu. ‘Er zijn nu 352 burgemeesters, dus het is nog een klein deel, maar het is wel groeiende.’ Het beeld dat je lid moet zijn van een politieke partij, omdat je anders geen kans maakt om burgemeester te worden, geldt niet meer, constateert Van Zuydam. ‘Daarbij is de toename verklaarbaar, omdat lokale partijen een groot aandeel hebben in raden.’ Een deel van de partijloze burgemeesters was in een vorige gemeente wethouder van een lokale partij. ‘Vaak zijn ze niet lid van een landelijke partij, het benadrukken van partijonafhankelijkheid zou dan een symboolfunctie kunnen hebben.’ BOVEN PARTIJEN Een voordeel van de partijloze burgemeester kan zijn dat je steviger kunt onderst repen dat je boven de partijen staat. Je bent immers minder gebonden aan politieke kleur en opvatting. ‘Maar je neemt ook je eigen ideeën mee, dus die komen wel tot uitdrukking.’ Ook burgemeesters die wel lid zijn van een partij beroepen zich volgens Van Zuydam op BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ACHTERGROND 35 hun onafhankelijkheid. ‘Die profileren zich niet politiek.’ Eduard van Zuijlen werd als burgemeester vaak aangesproken op het feit dat hij een prominent partijlid was van GroenLinks. ‘Ik moest destijds acties verdedigen van de partij waar ik niet per se achter stond. Ik kreeg er last van.’ Daarop besloot Van Zuijlen zijn lidmaatschap op te zeggen. De huidige partijloze burgemeester van Enkhuizen sluit echter niet uit dat hij ooit opnieuw lid wordt van een politieke partij. ‘Ik vind dat een persoonlijke keuze. Het zou geen issue moeten zijn. Je moet boven de partijen staan als burgemeester. Ik ken weinig burgemeesters die veel aan partijactiviteiten meedoen.’ Bij zijn sollicitatie speelde het feit dat hij partijloos is geen rol, zover hij weet. ‘Het was geen issue in positieve zin, dat ik bijvoorbeeld meer onafhankelijk zou zijn, en niet in negatieve zin, dat ik geen netwerk in Den Haag zou hebben. Het kwam niet aan de orde. Ik vond dat wel mooi.’ Burgemeesters die wel lid zijn van een partij zouden gemakkelijker toegang kunnen hebben tot de Tweede Kamer of Provinciale Staten, maar dat is niet per se een gegeven, vindt Van Zuijlen. ‘Ik was al elf jaar burgemeester, dus je houdt de relaties in stand. Los van het partijlidmaatschap, moet je sowieso een netwerk opbouwen.’ Als hij wat breder kijkt, merkt Van Zuijlen dat vertrouwenscommissies meer naar persoonlijkheidskenmerken en competenties zoeken. ‘Het competentieprofiel speelt een hoofdrol, terwijl dat vroeger een papieren ‘ Eigenlijk zouden er al 100 partijloze burgemeesters moeten zijn’ tijger was. Ik denk dat nu veel meer gekeken wordt naar: met wie hebben we hier te maken?’ NETWERK In de profielschets is het hebben van een netwerk heel belangrijk, beaamt onderzoeker Van Zuydam. ‘Of dat snel kunnen opbouwen. De band met Den Haag wordt niet als eerste genoemd, misschien in een grotere gemeente net iets eerder wel. Het gaat vooral om de regio en daarna pas Den Haag en Europa. Welke vaardigheid heb je in het netwerken, heb je dat in eerdere ambten laten zien? Dat kan ook zonder partij. Je kunt dan op een specifiek thema of issue Kamerleden opzoeken in plaats van ideologisch gebonden.’ Van Zuydam ziet ook steeds vaker de lokale link met de burgemeester. Is deze opgegroeid in de gemeente of heeft de kandidaat binding met de streek. Een carrièreburgemeester, zoals Opstelten, zie je minder. De link met de lokale gemeenschap komt vaker terug.’ Zowel met haar netwerk in Den Haag als haar ‘roots’ kan burgemeester Nelly Kalfs van Lingewaard daarover meepraten. De sociaal-wetenschapper woonde haar hele jeugd in de streek en werkte later als ambtenaar op het ministerie van Verkeer en Waterstaat en bij de gemeente Amsterdam. Voor ze burgemeester werd, was ze hoofdingenieur-directeur bij Rijkswaterstaat Oost-Nederland. Inmiddels is ze bijna een jaar burgemeester, en partijloos. ‘Ik ben iemand die altijd probeert alle belangen mee te wegen. Onafhankelijkheid en de zaken op zijn merites bekijken, zit in mijn genen. Dat past bij een burgemeester: boven de partijen staan.’ Kalfs wilde nog een laatste carrièrestap maken en was daarvoor op zoek naar ‘iets heel anders’, buiten haar comfortzone. ‘Toen ik me aan het oriënteren was, kwam ik in contact met degene die voor de minister burgemeestersprocessen regelt. Die vroeg mij: zou je geen burgemeester willen worden? Ik zei: kan dat dan? Ik ben geen lid van een partij. Hij zei: denk er eens over na. Er komen steeds meer partijloze burgemeesters.’ Maastrichts partijloze burgemeester Annemarie Penn-Te Strake op het carnaval van 2019 GLIMLACH Kalfs was te laat voor het ‘burgemeestersklasje’ van het ministerie en besloot daarom zelf maar mee te lopen met de waar nemend burgemeester van Lingewaard. ‘Mijn man vertelde mij dat ik daarna thuiskwam met een glimlach van oor tot oor.’ Daarna ging ze bij de commissaris langs om te vragen of ze ‘benoembaar’ was.’ Kalfs kende de cultuur in Lingewaard, ze was er opgegroeid en volgens het profiel was een ‘zij-instromer’ mogelijk.
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 36 ACHTERGROND BESTUUR ‘ De acceptatie lijkt groter als je niet gelinkt bent aan een politieke partij’ ‘Politieke ervaring was een pre, maar geen must. Ze zochten een verbindend persoon, maar ze kregen met mij ook humor en een vakvrouw. Dat stond niet in de vacature, maar gaf de doorslag.’ Of het feit dat ze ‘partijloos’ is een rol heeft gespeeld, heeft Kalfs niet direct van de commissie gehoord. ‘Er is enig risico als je iemand kiest die niet uit de politiek komt, maar ze schatten mij wel in als politiek-bestuurlijk gevoelig en in staat om te leren.’ Zelf vindt ze het voordeel van ‘partijloos zijn’ dat ze niet aan een standpunt of partij wordt gelinkt. ‘Je hebt een onafhankelijke rol.’ Ze kan zich voorstellen dat een oud-wethouder eerst moet ‘ont-wethouderen’. De acceptatie lijkt groter als je niet gelinkt bent aan een politieke partij, maar dat is mijn eigen beeld.’ Aan het politieke spel moest ze wennen. ‘Nu begrijp ik het, maar in het begin had ik er moeite mee. Daar praat je dan veel over met het college om je rol als voorzitter goed te kunnen uitoefenen. Ik maakte kennis met alle raadsleden en vroeg ze waarom ze de politiek in waren gegaan en naar hun stijl. Vanuit die kennis kun je je rol beter vervullen, je weet dan wat er speelt.’ En als partijloos burgemeester kan ze boven de partijen hangen. ‘Zeker bij conflicten. Je bent van iedereen.’ Contacten in Den Haag heeft ze wel, ze kent er vooral de ambtelijke situatie goed. ‘Met een partijachtergrond is het misschien gemakkelijker om er potten te breken, maar je kunt er ook een wethouder op afsturen.’ ‘Ik zit 35 jaar in de politiek en heb maar één keer meegemaakt dat ‘landelijken’ wel ‘even naar Den Haag’ zouden gaan om iets te regelen. Nou, ze hebben niets voor elkaar gekregen’, memoreert Gerrit Jan Gorter. ‘Je moet lokaal het werk doen en onafhankelijk zijn.’ Gorter was nooit lid van een partij, maar wel lang bestuurder voor ‘KLEUR DOET ER MINDER TOE’ Twintig jaar geleden werd bij burgemeestersbenoemingen regelmatig fors afgeweken van het advies van de gemeenteraad, vertelt oud-Tweede Kamerlid en oud-waarnemend burgemeester Dick de Cloe (PvdA) die tot die tijd voor burgemeestersposten lobbyde voor zijn partij. ‘Ik heb eraan bijgedragen.’ Van de vertrouwenscommissie ging het voorkeurslijstje dan naar de cdk. ‘Die veranderde dan wel eens de volgorde en de minister soms ook. Hans Dijkstal was in Paars-2 de laatste minister van Binnenlandse Zaken die dat kon en hij week zelfs in 25 procent van de gevallen af van wat door de gemeenteraad werd aanbevolen. Je kunt je voorstellen dat gemeenten dan gebruuskeerd waren.’ Zelf was De Cloe er groot voorstander van om het zwaartepunt bij de gemeente te leggen. Hij diende daarvoor in 2002 een motie in. ‘Toen is die wet er gekomen. Via een amendement kreeg ik erdoorheen dat de aanbeveling ook openbaar werd, zodat de minister alleen op zwaareen lokale partij, waarvan hij aan de wieg stond en waar hij raadslid en wethouder voor was. Daarna was hij beleidsadviseur van een burgemeester en vroeg hij een aantal van hen hoe anders dat was dan het wethouderschap. ‘Ik moest eerst maar eens lid worden van een landelijke partij en met lobbyisten in de weer, anders zou het heel lastig worden.’ KWALITEIT In 2007 was hij een van de weinige ‘lokalo’s’. ‘Ze zochten iemand die boven de partijen en in het verenigingsleven stond met bestuurlijk en ambtelijke ervaring. Een schaap met vijf poten.’ In 2021 zit hij in zijn derde termijn en mag hij ‘aanstormende’ burgemeesters in het BZK-klasje vertellen wat je allemaal kunt meemaken als burgemeester. Hij ziet er steeds meer zij-instromers vanuit de politie, brandweer, de zorg. ‘Men kiest voor wegende gronden om de raad heen kon, niet vanwege politieke kleur. Daarna is nooit meer afgeweken van de wens van de gemeenteraad.’ De Cloe noemt het aantal van dertig partijloze burgemeesters ‘opmerkelijk, maar vanzelfsprekend’. ‘Het is iets van de laatste jaren. Daarvoor gebeurde het incidenteel dat een burgemeester bedankte voor het lidmaatschap van een politieke partij. Nu zien we de opkomst van niet-gebonden partijen en de vruchten van het nieuwe systeem: politieke kleur doet er minder toe. De gemeenteraad maakt het echt uit: wij willen de beste burgemeester voor onze gemeente. Een andere reden is dat grote politieke partijen minder aanhang krijgen. In gemeenteraden zie je ook veel meer kleine en lokale partijen en versplintering. Daardoor wordt de politieke kleur minder relevant en zijn minder wethouders gebonden aan een partij. Als ze het goed doen, kunnen ze ook burgemeester worden.’ Lijst partijloze burgemeesters Oebele Brouwer (Achtkarspelen) Anja Schouten (Alkmaar) Joeri Minses (Alphen-Chaam) Marco Out (tot 2018 VVD, Assen) Karen Heerschop (wnd, Beemster) Caroline van den Elsen (Boekel) Ronald van Meygaarden (Boxtel) Klaas Agricola (Dantumadeel) Lieke Sievers (Edam-Volendam) Wim Wouter (Eersel) Eduard van Zuijlen (voorheen GroenLinks, Enkhuizen) Dorine Burmanje (wnd, Ermelo) Marian Witte (Geertruidenberg) Nicole Ramaekers-Rutjens (Gulpen-Wittem) Arie van Erk (Hillegom) Marnix Bakermans (Landerd) Jan Schrijen (wnd, voorheen VVD, Landgraaf) Nelly Kalfs (Lingewaard) Annemarie Penn-Te Strake (Maastricht) Ester Weststeijn-Vermaat (Rozendaal) Dilia Blok (Someren) Jan ten Kate (Staphorst) Ap Reinders (Stichtse Vecht) Wilmien Haverkamp-Wenker (Tubbergen) Marcel Thijssen (voorheen PvdA, Tynaarlo) Daan Prevoo (voorheen SP, Valkenburg aan de Geul) Gert Jan Kats (voorheen SGP, Veenendaal) Sjors Fröhlich (Vijfheerenlanden) Sacha Ausems (Waalwijk) Gerrit Jan Gorter (voorheen Gemeentebelangen Raalte, Zeewolde) BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 Foto: Paul Vreeker / ANP-HH ACHTERGROND 37 Politiechef Anja Schouten werd partijloos burgemeester van Alkmaar kwaliteit. Niet meer op partij, want dat kan op je afstralen.’ In het klasje leren kandidaten over gemeenterecht en bevoegdheden van burgemeesters. ‘Beter dan leren vanuit partijdogma’s.’ Gorter ziet soms leuke combinaties voorbijkomen, zoals een burgemeester van een landelijke partij in een gemeente waar die partij geen of maar één zetel heeft. ‘Dat betekent dat je de beste kandidaat hebt gekozen.’ Hij adviseert wethouders van lokale partijen om zitting te nemen in VNG-commissies. ‘Wat is een netwerk in Den Haag? Is het echte netwerk niet de VNG? Als je daar een netwerk hebt, kun je meepraten over beleidsonderwerpen en advisering op wet- en regelgeving. Dat voordeel kun je gebruiken. Vanaf 1994 ADVERTENTIE heb ik meegepraat en over grenzen heen gekeken. Pak die voordelen, dan is er voor jou mogelijk ook kans om burgemeester te worden.’ Op de vraag wat de partijloze burgemeester kan toevoegen aan het politiek-bestuurlijke landschap, noemt Gorter de grote mate van onafhankelijkheid. ‘Het voorkomen van achterdocht in de omgeving waar je burgemeester bent. Je wordt niet in een hokje gestopt, niet met een partij geassocieerd of met de prestaties van de lokale tak van die partij. Maar je moet het zelf waarmaken. Je kunt niet terugvallen op een partij als het niet lekker zit. Je bent een selfmade man in een glazen huis.’ Van Zuydam vindt de partijloze burgemeester een uitdrukking van de professionalisering van het ambt. ‘Gegeven de vele opgaven die op het bordje van gemeenten liggen, kan de partijloze burgemeester een nuttige bijdrage leveren. Ook ten aanzien van de dualisering, de politieke fragmentering en de vele tegenstellingen. Zeker als partijloze burgemeesters van buiten de politiek komen, hebben ze vaak ook andere perspectieven op het openbaar bestuur.’ Beleidsmedewerker Verkeer & Vervoer 32-36 uur | schaal 11A Beleidsmedewerker Groen & Landschapsinrichting 30 uur | schaal 10A • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Draagt zorg voor strategie • Integraal werken • Creativiteit binnen complexe context • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Integraal werken • Impact gezonde, leefbare stad • Inspirerende projecten (Romeins erfgoed) Beleidsmedewerker Geluid & Lucht 30 uur | schaal 10A • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Samen met stakeholders • Impact gezonde, leefbare stad • Rekenen en meten Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl
Pagina 38
38 ZOMERSERIE TOERISME DOOR CRISTINA BELLON FOTO: SHUTTERSTOCK Door corona werd het zelfs in het door toeristen overlopen Venetië akelig rustig. Cruiseschepen meerden er een jaar lang niet aan. Sinds een maand mogen ze het kanaal Giudecca voor de San Marco niet meer oversteken. Dit ter bescherming van het milieu en het culturele erfgoed. VENETIË ZEGT CRUISESCHEPEN VAARWEL ADDIO!!! Zelfs Venetië, de Italiaanse mythestad, heeft ervaren wat eenzaamheid betekent. De Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeijffer omschreef het in zijn laatste bestseller Grand Hotel Europa als het Troje van Aeneas. “Deze stad, die vrijwel uitsluitend nog wordt bewoond door spoken uit het verleden, wordt vandaag de dag overspoeld door achttien miljoen toeristen per jaar”. Pfeiffer wist nog niet dat Covid een einde zou maken aan die stroom van miljoenen toeristen die “met hun stinkende slippers en gympen op de verzakkende stenen van een zinkende stad” stampen. “Velen van hen komen met een cruiseschip. Om hun duizenden passagiers geen onnodige ongemakken te bezorgen tijdens hun onvergetelijke bezoek aan Venetië, varen deze flatgebouwen van zestig meter hoog door Canale della Giudecca op enkele meters langs de historische monumenten om af te meren bij het San Marcoplein.” Maar de golfbeweging die door deze mammoetschepen wordt veroorzaakt, geeft trillingen die de funderingen aantasten en het verzakkingsproces versnellen. Het verkeer is een van de punten op de agenda van de Italiaanse regering. Er wor’Jarenlang hebben de schepen luchtvervuiling veroorzaakt’ den maatregelen bestudeerd om Venetië tegen de zee te beschermen en te voorkomen dat het wegzakt in de golven van de lagune, om het te behoeden voor zijn lot. Venetianen zijn vaak gewend om met laarzen en kruisvierkanten boven de planken door de steegjes te waden en daarbij hun rokken en broeken opgerold te houden. Volgens de huidige veiligheidsnormen is het niet gemakkelijk om het verleden van een historische stad te moderniseren zonder het te beschadigen of te vervangen, vooral wanneer “het verleden de enige bron van inkomsten is”, zoals Pfeijffer zegt. PROTESTEN Na jaren van pogingen, wachten, vertragingen, misverstanden, protesten, ongelukken, is het nu officieel: vanaf 1 augustus zullen grote schepen het kanaal BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 ZOMERSERIE 39 Giudecca voor de San Marco niet meer oversteken, om het milieu-, artistieke en culturele erfgoed van Venetië te beschermen. Op 13 juli heeft de Raad van Ministers – op voorstel van president Draghi, de minister van Duurzame Infrastructuur en Mobiliteit Giovannini, de minister van Cultuur Franceschini en in overleg met de minister van Toerisme Garavaglia – een wetsdecreet goedgekeurd waarbij dringende maatregelen worden ingevoerd voor de bescherming van waterwegen van cultureel belang en voor de bescherming van Venetië. Het decreet is ‘een besluit waarop de UNESCO heeft gewacht, evenals alle mensen die Venetië hebben bezocht en zich hebben laten overweldigen door de omvang van de schepen die door de kwetsbaarste en mooiste plek ter wereld varen’, aldus de minister van Cultureel Erfgoed, Franceschini. Het nieuwe doorvaartverbod in de beschermde gebieden van de lagune van Venetië heeft betrekking op schepen met een bruto tonnage van meer dan 25.000 GT, een romplengte op de waterlijn van meer dan 180 meter, een doorvaarthoogte van meer dan 35 meter, met uitzondering van schepen met een gemengde voortstuwing met zeilmotoren, het gebruik van brandstof tijdens het manoeuvreren die verontreinigende emissies veroorzaakt (met een zwavelgehalte van 0,1 procent of meer). ECONOMISCHE TOEKOMST In hetzelfde decreet zijn maatregelen voor de exploitanten in de sector opgenomen, zoals rederijen, terminalbeheerders en dienstverleners, die worden getroffen door het doorvaartverbod voor grote schepen in de lagune van Venetië. Daartoe is door het kabinet een specifiek fonds opgericht om de verliezen te compenseren en de werkgelegenheid te beschermen. Daarnaast is 157 miljoen euro geïnvesteerd om tijdelijke aanlegplaatsen voor grote schepen te realiseren in Marghera, de grote industriehaven. De omschreven Venetië-maatregel is een onderdeel van de bepaling dat alle waterwegen die tot nationaal monument zijn verklaard, beschermt. ‘Wij zijn ervan overtuigd’, aldus minister Giovannini, ‘dat de bescherming van Venetië en zijn lagune, in combinatie met aanzienlijke investeringen voor zijn economische en sociale toekomst, een troef is voor het hele land’. De ‘ideeënprijsvraag’ die eind juni door de Havenautoriteit van het noordelijk deel van de Adriatische Zee is gepubliceerd, moet ervoor zorgen dat de beste structurele oplossing wordt gevonden voor aanlandingen buiten de lagune: voldoen aan de behoeften van de bescherming van het erfgoed en aan de economische en sociale ontwikkeTOERISME NA CORONA Corona legde het internationaal toerisme lam. Maar bewoners van veel toeristenplaatsen haalden opgelucht adem. Binnenlands Bestuur belicht in een zomerserie de lokale bestuurlijke dilemma’s nu de grenzen weer openen. Deel 4: Venetië. ling van het hele gebied. Vanaf volgend jaar kan er worden aangemeerd in de haven van Marghera. De ingrepen van de regering ter bescherming en ontwikkeling van Venetië zijn een waaier. Minister Giovannini verwijst daarbij naar de middelen die beschikbaar zijn gesteld voor de voltooiing van het project van Mose – het ambitieuze systeem van mobiele dammen om Venetië tegen verdrinking te beschermen. De daarmee samenhangende landschapswerken en projecten voor het Venetië-gebied gaan in het zogeheten herstelplan gepaard aan ingrepen om de havencapaciteit te vergroten en de infrastructuur beter bestand te maken tegen de klimaatverandering. Daarvoor wordt 80 miljoen euro uitgetrokken, plus 90 miljoen, voor de elektrificatie van de dokken. Voorts is, in het kader van een overeenkomst met de regio, meer dan 131 miljoen euro uitgetrokken voor de aankoop van 62 marine-eenheden en de herinrichting van 37 veerboten en motorboten, alsook voor de aankoop en renovatie van mobiele drijvende pontons. Ten slotte legt de regering de laatste hand aan de spoorverbinding tussen Venetië en de internatioGOUDEN EIEREN Het Italiaanse toerisme draagt normaal gesproken voor meer dan 13 procent bijdraagt aan het BBP. Volgens gegevens van Eurostat daalde het aantal internationale toeristen in Italië in het coronajaar 2020 met 74,7 procent. Van de 7.926 waargenomen Italiaanse gemeenten zijn er 6.222 – dat is meer dan drie op de vier (78,5 procent) – van toeristisch belang, hetgeen bevestigt dat het toerisme een wijdverbreide Italiaanse strategische hulpbron is. nale luchthaven Marco Polo. Daags na het decreet begon in Venetië de zeeslag. Niet iedereen namelijk is blij met de regeringsmaatregel. Amerikaanse en luxe cruisemaatschappijen zijn tegen de maatregel. In de eerste plaats koos VTP (Venice Terminal Passengers) – de publiek-private onderneming, eigendom van de regio Veneto, die de concessie van de Marittima terminal tot 2025 heeft – partij tegen het decreet. Volgens een nota van de VTP ‘ontstaat de concessie in feite eenzijdig, waarbij de nationale en communautaire voorschriften ter bescherming van de concessiehouder worden geschonden’, omdat ‘gezien de aangegeven strenge beperkingen inderdaad vrijwel geen enkel schip dat in Venetië aanmeert, toegang zal kunnen krijgen tot de Marittima’. In aansluiting op dit besluit, zo vervolgt de nota, ‘wordt tevens uiteengezet dat er wordt voorzien in steun en schadevergoeding, alsmede in vormen van bescherming voor de betrokken werknemers, waarvan de beschikbare dekking echter niet bekend is. Het zijn cijfers waarop het toekomstperspectief voor alle bij de toeleveringsketen van deze industrie betrokken actoren mede is gebaseerd’. Het besluit van de regering, zo meent de VTP, ‘doet afbreuk aan een van de meest populaire cruisehavens ter wereld wat het niveau van de dienstverlening betreft, en stelt de verplaatsing van de cruiseactiviteiten naar Marghera uit tot een onbepaald tijdstip, met het concrete risico dat er een einde komt aan de Venetiaanse cruise-industrie’. LUCHTVERVUILING Maar het ‘No Grandi Navi Committee’, dat de strijd leidt om grote schepen uit het San Marco-bekken en de lagune te weren, antwoordt: ‘Jarenlang hebben de schepen de lagune geëxploiteerd, luchtvervuiling, elektromagnetische straling veroorzaakt en schade toegebracht aan de morfologie van de lagune, aan de funderingen en de stenen van de stad. Nu vergoeden de schepen niet alleen de schade niet, maar worden zij zelf gecompenseerd omdat zij niet voor de San Marco oversteken!’ Tussen de vele onzekerheden is er maar één zekerheid: het toerisme gedijt bij verplaatsing en als de infrastructuren niet worden verbeterd – in kwantitatief opzicht en qua werking – is het moeilijk de toeristenstromen te doen toenemen. Het toerisme moet echt het element worden dat de vervoersinfrastructuur en het toeristisch aanbod verbetert. Pas dan zal Venetië kunnen glimlachen als “een geliefde die op mij had gewacht”, schrijft Pfeijffer. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 40
In een handomdraai jouw Met LED kan het! De conclusie van het IPCC-klimaatonderzoek is glashelder: het is niet langer 5 voor 12, het is 12 uur. Dat betekent NU alles in het werk stellen om klimaatverandering tegen te gaan. Maar CO2 -neutraal vóór 2050 worden we niet zomaar. Het vergt grote oplossingen, maar ook kleine antwoorden op grote schaal. Je leest hier over zo’n oplossing en hoe je vanuit je eigen huis een bijdrage kunt leveren. Als we alle lichtpunten van woningen en overheids gebouwen in Nederland vervangen door LED-verlichting, dan besparen we jaarlijks 840 kiloton CO₂ en 310 miljoen euro. Bespaartotaal: Overheidsgebouwen 60 kiloton CO₂ € 25 mln 840 kiloton CO₂ De Europese Green Deal Het man-op-de-maan-moment van de EU De Europese Green Deal is ‘s werelds meest uitgebreide initiatief voor klimaatactie. De doelstellingen van het programma zijn ambitieus: Een CO2 -neutraal continent vóór 2050 Een herstelde economie, zonder de grondstoffen van onze planeet uit te putten Lonend voor iedereen Woningen 780 kiloton CO₂ € 285 mln w klimaatdoelen dichterbij? De Regeling Reductie Energiegebruik Woningen (RREW) is een eenmalige uitkering waarmee huiseigenaren en huurders tot 100 euro per woning in duurzaamheid kunnen investeren. De RREW is een goede manier om ervoor te zorgen dat lokale duurzaamheidsdoelen ‘in een handomdraai’ een stuk dichterbij komen! Philips LED Gemeenten kiezen in het kader van de RREW vaak voor het verstrekken van Philips LED-lampen aan huiseigenaren en huurders. Het is een zinvolle keuze: doorgaans kennen wij de lokale partners waarmee gemeenten samenwerken om de regeling uit te voeren. Ook kennen wij de bijkomende, belangrijke processen. Dit zorgt voor efficiency bij het bestellen en leveren van grotere aantallen Philips LED-lampen. Hier hebben gemeenten baat bij. Er is nog een reden om te kiezen voor Philips LED. Je weet zeker dat je kiest voor een duurzaam geproduceerd kwaliteitsproduct van een Nederlandse marktleider die al 130 jaar werk maakt van kwalitatief hoogstaande verlichtingsproducten. Weten hoe wij kunnen helpen bij het verlagen van de CO2 -uitstoot in jouw gemeente? Of wil je de RREW gebruiken voor Philips LED-lampen? Neem contact op met Thomas Leenders van Signify: thomas.leenders@signify.com
Pagina 42
Bent u al klaar voor de komst van de Omgevingswet? Schulinck Opleidingen Omgevingsrecht Natuurlijk wilt u als gemeente dat uw medewerkers goed op de hoogte zijn van alle ontwikkelingen rondom de Omgevingswet en het Omgevingsrecht. Met onze opleidingen zetten we de kernpunten van de wet en de betekenis voor vergunningverlening, toezicht en handhaving goed op een rij. Tijdens onze opleidingsdagen staan wij stil bij knelpunten in uw dagelijkse werk en bieden – daar waar het kan – oplossingen. Uiteraard praten wij u bij over de actuele stand van zaken en behandelen wij veel casuïstiek. Ook incompany mogelijk Wilt u met meer mensen in uw organisatie een van onze opleidingen volgen? Ook dat is mogelijk. Al vanaf acht deelnemers kunnen wij elke gewenste opleiding bij u incompany organiseren. Met een incompany opleiding kunnen uw opleidingswensen en behoeften nog meer op maat worden afgestemd. Daarnaast nemen wij graag uw gemeentelijk beleid mee bij de uitvoering van de opleiding. Wij stellen graag een opleiding(straject) samen op basis van uw wensen. Dit kan een klassikale training zijn, e-learning, maar ook in spelvorm. Wij denken uiteraard graag met u mee. Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Joyce Teurlincx via joyce.teurlincx@wolterskluwer.com of bel 077 – 390 2601. Lees direct wat wij voor u kunnen doen op https://www.schulinck.nl/omgevingsrechtincompany-opleidingen In één zin: een training met een WOW-eff ect door een goed samenspel tussen Schulinck en ons. Schulinck doet bij deze training een goede uitvraag. Het is een maatwerk programma geworden, onderdelen toegevoegd uit andere trainingen, waardoor het goed aansloot bij onze behoefte. Uit alles blijkt dat de wil er is om goed aan te sluiten bij wat er echt in de organisatie speelt en leeft (proactieve houding van de trainer). Goede en prettige samen werking en tussentijdse evaluaties waardoor training op een hoger level kwam. Een training zoals je graag elke training het liefst ziet die je als organisatie aanbiedt! Ted van Kralingen, projectleider en Judith Slagter, experimentencoach Omgevingswet | Gemeente Hoeksche Waard BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 Beeld: shutterstock OMGEVINGSWET SPECIAL 43 NIEUWE ENERGIE AMERSFOORT OEFENT MET OMGEVINGSPLAN 44 HOEZO UITSTEL? KOPLOPERS HOUDEN DE MOED ERIN 50 ESSAY RAAD MOET SNEL AAN DE BAK 56 SPECIAL OMGEVINGSWET EXTRA HALF JAAR TOT INVOERING HET UITSTEL BENUTTEN Invoering van de Omgevingswet werd voor de zomer weer uitgesteld. Hoe profiteer je daar optimaal van, als gemeente? Amersfoort wil via het omgevingsplan de energietransitie versnellen. Tilburg laat studenten de toepasbare regels herschrijven. Ook verdient het aanbeveling de raad bij de wet te betrekken. En: wat doen koplopers om te vermijden dat de urgentie in het gemeentehuis wegzakt?
Pagina 44
44 SPECIAL OMGEVINGSWET DOOR: MARTIN HENDRIKSMA BEELD: SHUTTERSTOCK Kun je het omgevingsplan aanwenden om de lokale energietransitie te versnellen? Amersfoort doet er met vallen en opstaan onderzoek naar in de vorm van een pilot. ‘Je gaat een creatief proces in met juristen. Dat is pittig.’ ZOEKTOCHT NAAR INZET OMGEVINGSPLAN ALS MOTOR VOOR ENERGIETRANSITIE HOE ER LOKAAL EEN DUURZAAM SCHEPJE BIJ TE DOEN inzetbaar is. Kun je langs deze route gemeentebreed regels opstellen voor de duurzame opwek van energie? Of voor de aansluiting van huizen op een warmtenet? En hoe dan? Purmerend kreeg het eind 2019 als eerste gemeente daadwerkelijk voor elkaar: een jarenvijftigbuurtje met 95 koopwoningen ging van het gas. Feest in de wijk Overwhere, en terecht. Al was er na de enorme inspanningen die de gemeente Purmerend zich ervoor had getroost ook een domper: een handjevol huiseigenaren deed niet mee. Voor hen moest alsnog een kostbaar gasnet light worden aangelegd. Pas met de nieuwe Warmtewet heeft de gemeente straks immers het juridische instrumentarium voorhanden om burgers die tegenstribbelen ten langen leste tot een bepaalde warmtebron te dwingen. Het duurt nog wel even voordat die wet er komt. Een conceptversie werd onlangs door de gemeenten afgewezen: te vrijblijvend om de energietransitie met vertrouwen ter hand te kunnen nemen. Nieuwe vertraging, dus. En dan moeten de Tweede en Eerste Kamer en de Raad van State er straks ook nog hun zegje over doen. Een gemeente met ambitieuze energiedoelstellingen kan daar niet op wachten. Daarom meldde Amersfoort, dat tussen 2030 en 2050 energieneutraal wil zijn, zich aan voor de pilot ‘Themagericht omgevingsplan energietransitie’. Om zo, vooruitlopend op de invoering van de Omgevingswet, te onderzoeken of het omgevingsplan als alternatief voor de Warmtewet Dat ze zich als gemeente daarmee heel veel werk op de hals haalden, viel vooraf al te vermoeden, begint wethouder Astrid Janssen (duurzaamheid, GroenLinks). ‘Maar ook dat er best veel mogelijkheden waren onder die Omgevingswet. Als je niks doet, laat je die allemaal liggen. We hebben in Amersfoort een sterke drive om de energietransitie te gaan regelen. Dat komt in deze pilot bij elkaar. Ja, je kunt in de energietransitie al stappen maken, maar dat gebeurt dan vaak in de vorm van allemaal losse projecten. Daarmee red je het op de lange termijn niet. Met de regels uit het omgevingsplan als instrument trek je de aanpak breder.’ LAKMOESPROEF ‘We zijn begonnen een plan van aanpak te ontwikkelen’, zegt gemeentelijk programmamanager energietransitie Nienke van Keimpema. ‘Wie werkt er binnen onze organisatie allemaal aan de Omgevingswet en wie hebben we straks nodig om daadwerkelijk stappen in de energietransitie te maken?’ Vanuit Binnenlandse Zaken volgen twee ambtenaren de pilot om te zien waar Amersfoort tegenaan loopt en hoe het rijk de gemeente over eventuele hobbels kan helpen – althans in theorie. ‘Tot nu toe merk ik dat we vooral in ons eentje het avontuur opzoeken’, stelt Van Keimpema. Daarbij wel voorzien van input van de belangrijkste lokale stakeholders, zoals burgerinitiatieven, de bedrijvenkring en inwoners van de stad die zich voor duurzaamheid inzetten. En ondersteund door Harm Borgers, adviseur bij KokxDeVoogd. ‘De energietransitie is een lakmoesproef voor het functioneren van de Omgevingswet’, vindt Borgers. ‘Als je deze transitie er niet mee van de grond krijgt, werkt de Omgevingswet straks bij andere onderwerpen ook niet. Een hamvraag bij deze pilot blijkt de rol die je als gemeente moet pakken: het louter stimuleren van transitie of – een stapje verder – verplichtend reguleren? ‘Zonne-energie is een mooi voorbeeld’, zegt Janssen. ‘Hoe krijg je het als gemeente voor elkaar dat steeds meer bewoners en bedrijven zonnepanelen op hun dak gaan leggen? Vanuit het rijk krijgen we signalen dat daar regels ‘De energietransitie is een lakmoesproef voor het functioneren van de Omgevingswet’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 SPECIAL 45 ‘ We zullen af en toe een paadje opwandelen dat doodloopt’ voor komen. Maar hoe kunnen we daar zelf nu al aan bijdragen, op lokaal niveau? Dit is nou een onderwerp wat je misschien wel in je omgevingsplan kunt regelen.’ Janssen stelt vast dat daar in Nederland verschillende juridische scholen in zijn. ‘Er is nog geen jurisprudentie. Er zijn nog geen uitspraken gedaan. Dat is voor ons als gemeente nog echt zoeken.’ Die zoektocht leidde voor Van Keimpema tot een opvallende constatering: ‘Vanuit burgerinitiatieven en ondernemers werd gezegd dat de gemeente via regelgeving de touwtjes in handen moest nemen. Ze zeiden letterlijk: “Jullie moeten ervoor zorgen dat die transitie echt gaat gebeuren.” Aan de ene kant willen ondernemers nooit tot iets door de gemeente worden gedwongen. En aan de andere kant zeggen ze nu: als jullie dat als gemeente niet doen, dan lukt die transitie gewoon niet.’ UPS EN DOWNS En dus spit de gemeente Amersfoort bestaande wetgeving door op mogelijk bruikbare nieuwe regelgeving zoals – bij het thema aardgasvrij maken van wijken – de Warmtewet en het Bouwbesluit. Het is niet altijd makkelijk. ‘In de rijksregels zitten veel gaten en ze passen allemaal ook niet even lekker op elkaar’, ziet Van Keimpema. ‘Dan zijn we een tijdje bezig en gaat de Warmtewet ineens weer van tafel en moet je opnieuw zoeken. Het gaat echt met ups en downs. Dat zorgt er ook weleens voor dat de werkgroep denkt: waar zijn we nou eigenlijk mee bezig? We gaan drie stappen vooruit en weer twee stappen terug.’ Janssen: ‘In het Bouwbesluit staan alle regels waaraan gebouwen moeten voldoen. Ook energieregels. Er is heel lang onduidelijk geweest of we daar als gemeenten onder de Omgevingswet lokaal een schepje bovenop mogen doen. Daar lijkt het inmiddels wel op. Maar het risico dat je loopt, is dat een aannemer per gemeente met andere bouwregels te maken krijgt. We zijn met de provincie, de stad Utrecht, een aantal kleinere gemeenten én een aantal bouwers aan het kijken: wat zijn nou aanscherpingen van het Bouwbesluit die je redelijkerwijs BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENL STUUR WE EEK 3 21
Pagina 46
SPECIAL 47 ‘ Denk niet dat je deze klus in een jaartje klaart’ regionaal kunt invoeren? Opdat niet iedere aannemer een consultant moet inhuren om te kijken of hij aan de gemeenteregels voldoet. Het omgevingsplan moet geen zoekplaatje voor bouwers worden.’ Zo zijn er vrijwel voortdurend nieuwe zaken waar Amersfoort in de pilot tegenaan loopt. ‘Denk niet dat je deze klus in een jaartje klaart’, vat Van Keimpema samen. ‘Het is niet even een project tussendoor. Je moet de ruimte nemen om het denkproces in de gemeente op gang te brengen. En ook dwarsverbanden leggen met andere projecten. Bij het vaststellen van de regionale energiestrategie en de Transitievisie Warmte hebben we bij verschillende clubs heel veel input opgehaald. Die gebruiken we nu ook in dit project.’ Wethouder Janssen: ‘Je gaat een creatief proces in met hoofdzakelijk juristen. Dat is pittig. Daarom heb ik al bij aanvang gezegd: we zullen af en toe een paadje opwandelen dat doodloopt. Maar dat is volstrekt okay. Daarvoor is het een pilot.’ Van Keimpema: ‘Er zitten ook mensen van communicatie in de werkgroep die het juridische jargon moeten vertalen in begrijpbare taal voor iedereen. Daar zit vaak een wereld tussen. Je hoort weleens van de verzuchting: we hebben nu al zo veel tijd in de pilot gestopt, het moet nu eens iets gaan opleveren. Maar zo werkt het niet.’ HOUTSTOOK Eind van dit jaar gaat de werkgroep met de eerste bevindingen uit de pilot naar de Amersfoortse raad. Die mag dan beslissen welke thema’s uit de energietransitie zich lenen voor stimuleren en faciliteren en bij welke onderwerpen Amersfoort de landelijke touwtjes regionaal strakker aantrekt. Niet alleen als het om energiekwesties als zonnepanelen gaat. ‘Het is ook interessant of je in het omgevingsplan iets kunt opnemen over houtstook’, vindt Janssen. ‘Er is daar al heel lang een discussie over met het rijk. De minister verwijst daarbij steeds terug naar de gemeenten. Maar die hebben op hun beurt geen instrumenten in handen om inwoners tegen rookoverlast te beschermen.’ Als ander punt noemt ze het aantal tankstations in de stad. ‘Kun je dat via het omgevingsplan op den duur verminderen?’ Het is een zoektocht waar Amersfoort met deze pilot nog middenin zit, maar met één voorlopige conclusie: ‘Er zitten veel meer mogelijkheden in dan alleen zonnepanelen of de warmtetransitie.’ MET OMGEVINGSWAARDEN VAN HET GAS AF Onderzoek als gemeente bij het omgevingsplan de ruimte die de landelijke regels wel degelijk bieden, zegt adviseur transitie Harm Borgers van KokxDeVoogd. ‘Stel dat je de duurzaamheid van een gebouw wilt vergroten en je dat volgens de bouwregels niet mag. De precieze juridische uitleg is: dan kun je dus niks veranderen. En de rekkelijke is: ik ga in eerste instantie niks aan dat gebouw doen, maar via het omgevingsplan wel nieuwe, duurzamere regels vaststellen voor het gebied waarin dat gebouw ligt. Hoe krijg ik dan als gemeente in dat gebied de gewenste verduurzaming voor elkaar? Door er te sturen op zonnepanelen, via een omgevingswaarde.’ Vervolgens kun je volgens Borgers wél afdalen op gebouwniveau. ‘Het gebod op grond van de omgevingswaarde wordt dan: zorg voor een zonnepaneel of een andere duurzame warmtebron. En doe dat voor een bepaalde datum. Bij een nieuw gebouw wat sneller dan bij een oud. Het is een andere vorm van denken: niet ‘bestemmen’ – dat is oud recht – maar ‘duurzaam benutten van de leefomgeving’. Dat is de noviteit van het omgevingsplan.’ Zo zou je volgens Borgers als gemeente ook moeten omgaan met mensen die weigeren van het gas af te gaan. ‘Je kunt gebieden aanwijzen waar straks geen gasnet meer is, gekoppeld aan een bepaalde tijdslijn. De opgave is: maak dat juridisch houdbaar en rechtszeker. Uiteraard moet je als gemeente op termijn zorgen voor volwaardige, duurzame alternatieven. Dan wordt uiteindelijk het maatschappelijk belang afgewogen tegen het individueel belang. Ga uit van omgevingswaarden en maak als gemeente een programma zodat de inwoners van een wijk weten: aha, dit gaan we doen en dit kan ik verwachten.’ Hij heeft drie tips voor gemeenten die het omgevingsplan willen inzetten voor verduurzaming. Eén: ‘Neem de raad actief mee bij alle stapjes die je zet. Waar sturen we op? Waar zit de spanning?’ Twee: ‘De Omgevingswet is simpel in zijn instrumentarium, de zes kerninstrumenten, maar zeer complex in het zoeken naar de toepassing ervan door de enorme hoeveelheid detailregels in de AMvB’s. Je moet dat onderwerp durven te problematiseren. Denk niet dat het eenvoudig is. Je gaat het pas zien als je het doorhebt.’ Drie: ‘Probeer het. Ga onbetreden paden in. Zet kleine stapjes. Zie niet gelijk de belemmering als het recht niet evident is. En kijk volop af bij andere gemeenten.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 48
Pagina 50
50 SPECIAL OMGEVINGSWET DOOR: HARRY PERRÉE BEELD: SHUTTERSTOCK De meeste gemeenten waren blij met het nieuwe uitstel van de Omgevingswet. Een minderheid baalt: zij die al in de startblokken stonden. Hoe houd je de urgentie in het gemeentehuis een extra half jaar overeind? Ervaringen in Bronkhorst, Súdwest-Fryslân en Hillegom. OP BEZOEK BIJ GEMEENTEN DIE OP SCHEMA LAGEN KOPLOPERS WAKEN VOOR VERSLAPPING Toen minister Ollongren van Binnenlandse Zaken op 27 mei jongstleden voor de derde keer de inwerkingtreding van de Omgevingswet uitstelde, klonk in menig gemeentehuis een zucht van verlichting. Lang niet alle gemeenten hebben immers al omgevingsplannen in de steigers staan, de ict-voorbereidingen afgerond of de werkprocessen voor vergunningaanvragen in elkaar geschoven. Toch zal in een aantal gemeentehuizen vooral het gesnoef van ergernis te horen zijn geweest. Ook al omdat er nog geen garantie is dat de Omgevingswet op de nieuwe beoogde invoeringsdatum van 1 juli 2022 wél echt in werking treedt. Pas eind dit jaar wordt duidelijk of het cruciale maar vermaledijde DSO (Digitale Stelsel Omgevingswet) eindelijk doet wat het moet doen en zodoende het startschot voor de Omgevingswet kan klinken. Hoe reageren koplopers, die juist hun stinkende best hebben gedaan om op tijd klaar te zijn, op het zoveelste uitstel? ‘Ik was niet verrast, maar ik vind het jammer’, zo klinkt de beschaafde reactie uit de mond van wethouder Willem Buunk (Omgevingswet, VVD) van de gemeente Bronkhorst. Buunk wil zijn gemeente aanvankelijk geen koploper noemen. ‘Toen ik hier drie jaar geleden kwam, hadden we niet echt een goed plan van aanpak voor alle stappen van voorbereiding.’ Maar daarna lag het traject om te werken aan de instrumenten (zoals het omgevingsplan), de organisatie, de ict en de cultuuromslag klaar. ‘We zijn nu op al die sporen bezig. In die zin zijn we misschien voorloper’, zegt hij voorzichtig. ‘We zaten nog steeds op het kritieke pad, dat we 1 januari van start konden. Dan kunnen de vergunningaanvragen gewoon ingediend worden. Dan hadden we wel nog wat hulpstructuren nodig om te kunnen draaien. Kijk, als mensen denken dat je helemaal klaar moet zijn voordat die wet er kan komen ... Helemaal klaar ben je nooit.’ ALLES OP ALLES ‘Het was rond, behalve de techniek van het digitale stelsel’, schetst wethouder Erik Faber (duurzaamheid, GroenLinks) van de gemeente Súdwest-Fryslân de situatie in zijn gemeente. ‘Die aansluiting moet natuurlijk wel goed zijn. Maar verder zijn wij er organisatorisch en qua visie en beleid klaar voor. We lagen goed op koers.’ En toen kwam het bericht dat het een half jaar verschoven werd. ‘Veranderkundig is dat natuurlijk een slechte zaak’, oordeelt Faber. ‘Als je een planning hebt met een bepaalde invoerdatum, dan zet je alles op alles. Je maakt er mensen en geld vrij voor, dan wil je ook op die datum invoeren. En het is ook voor de burgers van belang. Je wilt het allemaal simpeler, makkelijker en goedkoper maken voor de burgers. Dat wordt ook weer uitgesteld.’ ‘ We moeten heel goed de tussentijdse deadlines bewaken’ Ook in de gemeente Hillegom stond iedereen in de startblokken, laat wethouder Karin Hoekstra (Omgevingswet, CDA) weten. Toch baalt ze niet door het uitstel. ‘Dat komt omdat we ook nog bezig zijn met het omgevingsplan voor de hele gemeente. Dat verwacht ik halverwege volgend jaar klaar te hebben. Dat zou mooi aansluiten als halverwege volgend jaar de nieuwe wet wordt ingevoerd. Ik vind wel belangrijk dat er nu een nieuwe datum genoemd wordt en dat het daarna niet nóg een keer wordt verschoven.’ Goed, het uitstel wordt dapper, maar ook een tikkeltje geïrriteerd weggeslikt. Maar nu? Wat verandert er door het uitstel van de invoeringsdatum? Blijven de drie koplopers zich op dezelfde manier voorbereiden? Of is er kunst- en vliegwerk nodig om alles passend te maken? ‘De voorbereidingen gaan gewoon door’, aldus Buunk. ‘Alleen, BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 G SPECIAL 51 als uitstel ertoe leidt dat softwareleveranciers later softwarecomponenten gaan leveren, dan wordt het een selffulfilling prophecy. Dan leidt uitstel tot uitstel.’ Tegelijkertijd komt het goed uit dat Bronkhorst nu meer tijd heeft om aan het nieuwe omgevingsprogramma voor nieuwe bedrijventerreinen te werken, vertelt Buunk. ‘Gevaar is wel dat iedereen denkt: we hebben meer tijd, dus we kunnen er langer over doen. Want dan kost het meer tijd en geld om het voor elkaar te krijgen. We moeten heel goed de tussentijdse deadlines bewaken om de vaart er goed in te houden. Daar moet je streng zijn naar de organisatie.’ LANGER BEPRATEN In Súdwest-Fryslân gaan de ambtenaren volgens wethouder Faber onverdroten door op de ingeslagen weg, alsof de Omgevingswet per komende jaarwisseling wordt ingevoerd. ‘Die manier van werken gaan wij gewoon invoeren. Ik verwacht op dat punt geen probleem.’ Maar later geeft hij aan dat door het uitstel de situatie toch heel anders is. ‘Onder druk wordt alles vloeibaar. Als je tijdsdruk hebt, kun je dingen makkelijker voor elkaar krijgen. Als je geen tijdsdruk hebt, ga je dingen langer bepraten en ga je meer overwegen. Je hebt een soort van urgentie nodig om door te pakken.’ In het Gelderse Bronkhorst is dat volgens Buunk geen probleem. ‘Ik zeg gewoon: we moeten vol doorwerken want we hebben alle tijd hard nodig. Dat realiseert iedereen zich ook. Nu we bezig zijn, beseft iedereen hoeveel tijd het kost om je vertrouwd te maken met de nieuwe wettelijke structuur en de spelregels die daar gelden, met de andere manier van samenwerken en met het in één keer optrekken vanuit de verschillende domeinen van het omgevingsbeleid.’ In Hillegom probeert wethouder Hoekstra de urgentie in het gemeentehuis hoog te houden ‘op grond van de inhoud, op grond van de omgevingsvisie: dat is waar we naartoe willen. We willen op basis van de ‘ja-mits’houding kijken naar initiatieven. Dat is echt een enorme cultuurverandering, ambtelijk maar ook bij initiatiefnemers. Die zien: hé, we moeten een initiatief indienen dat past binnen de visie van Hillegom. We willen dat initiatieven laten zien: wat draagt dit nou bij?’ Volgens de wethouder voelen de ambtenaren de inhoudelijke drive daarvoor en zien ze ‘hoe leuk het is om integraal naar initiatieven te kijken.’ Daar zitten overigens wel grenzen aan. ‘Om dat echt goed neer te zetten hebben we dat digitale stelsel nodig. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 BINNENL S B TUUR -
Pagina 52
SPECIAL 53 DE PROVINCIE: URGENTIE EVEN DOWNSIZEN Waar talloze gemeenten al jaren meeliften op de mogelijkheden die de Crisis- en Herstelwet biedt om te experimenteren met de flexibeler normen van de Omgevingswet, deden provincies dat tot nu toe niet. Met de 23ste tranche van de Chw kunnen Utrecht en Gelderland die mogelijkheden wel benutten. Utrecht had vorig jaar maart juist de ontwerp-provinciale verordening klaar, toen de Omgevingswet voor de tweede keer werd uitgesteld, vertelt programmamanager Femke Laméris-Huis. ‘Toen hebben we in allerijl een interim omgevingsverordening gemaakt. We hadden de regels in eerste instantie geënt op het wettelijk kader van de Omgevingswet. Omdat die er niet kwam hebben we ze teruggeschreven naar het oude recht.’ Het leek Laméris destijds overdreven om dat voor zo’n korte periode te doen, maar nu, nu de invoering van de Omgevingswet opnieuw opgeschoven is, is ze er blij mee. Net als de wethouders van Bronkhorst, Hillegom en Súdwest-Fryslân is de programmamanager ‘niet blij’ met het uitstel, ‘maar ik zag wel dat het noodzakelijk was voor een goede dienstverlening voor onze inwoners en initiatiefnemers.’ Voor de provincie is het uitstel een nadeel dat deels tegelijk een voordeel is. ‘Als je naar zo’n slotakkoord van inwerkingtreding toewerkt, ontstaat een soort energie waarin je heel hard werkt richting eindstreep. Je blijft nu langer oefenen. Dat is tijd die anders, denk ik, na de inwerkingtreding nodig zou zijn geweest.’ Nu die energie van de eindsprint niet ontstaat, tapt Laméris met haar communicatie uit een ander vaatje. ‘Naar mijn collega’s intern ben ik even wat stiller over de implementatie van de Omgevingswet. Het was altijd “de Omgevingswet komt eraan; let op, ga je werk doen.” De collega’s worden toch wat sceptisch. Weet je wel: “Die wet die er nooit kwam ...”’ Toch probeert de programmamanager er de vaart in te houden. ‘Ons verhaal is dat we niet de Omgevingswet nodig hebben om te werken in de geest van de Omgevingswet. Het verhaal is dat we veel meer willen samenwerken met onze partners en de initiatiefnemer centraal stellen. Onze teamleiders geloven in die meerwaarde. Zo kunnen we als overheid beter aansluiten bij wat er in de samenleving speelt. We hebben te lang onze eigen wereld centraal gesteld.’ Wel is de interne communicatiecampagne, gepland voor het tweede halfjaar, voorlopig afgeblazen. ‘Er staat geen aftelklok in de hal, die we er anders wel neergezet zouden hebben. Wat urgentie betreft hebben we even gedownsized.’ Want het idee uiteindelijk is dat de dienstverlening voor de inwoners eenvoudiger wordt.’ de buidel tasten om het programmateam langer op de been te houden en softwarelicenties te bekostigen. ‘Over het algemeen geldt dat organisaties die verder zijn in hun transitie, meer kosten als gevolg van het uitstel ervaren’, schrijft het accountantskantoor. ‘Nou ... dat klopt wel voor een SOFTWARELICENTIES En dan is er nog het geld. Op 16 juni aanvaardde de algemene ledenvergadering van de VNG een motie van de gemeente Moerdijk die zegt dat de VNG zijn stinkende best moet doen om de minister ertoe te bewegen de gemeenten te compenseren voor het uitstel. Uit een KPMG-rapport van februari dit jaar blijkt dat uitstel met een jaar (naar 1 januari 2022, wat toen nog haalbaar leek) de gemeenten 150 miljoen euro extra kost aan invoeringskosten. Zo moeten gemeenten in deel’, reageert Buunk. ‘We hadden bijvoorbeeld voor deze raadsperiode 2 miljoen euro beschikbaar, incidenteel extra geld als voorbereiding op de Omgevingswet. Als het nog weer een jaar langer duurt, dan moet je wat aan die voorbereiding blijven doen. Dan ontstaat inefficiency; de urgentie is minder groot, het geld wordt wel besteed aan extra inzet en extra uren. Je kunt het niet precies berekenen, maar het kost wel extra geld.’ Toch wil hij ‘niet zomaar meehuilen met de wolven in het bos. Het kost gewoon tijd en geld om naar een nieuw wettelijk systeem te gaan. En waar besteed je dat aan? Aan een verandering van de werkprocessen die je toch een keertje moet veranderen.’ ‘Als je geen tijdsdruk hebt, ga je dingen langer bepraten’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 54
Pagina 56
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 56 SPECIAL OMGEVINGSWET BEELD: SHUTTERSTOCK ESSAY RAAD MOET AAN DE BAK De raadspolitiek faalde bij de decentralisaties van het sociaal domein. Aldus Douwe Jan Elzinga en Geerten Boogaard afgelopen voorjaar in een geruchtmakend essay in Binnenlands Bestuur. Zijn de raadsleden beter voorbereid op de volgende decentralisatie, die van de Omgevingswet? Trees van der Schoot doet een aantal aanbevelingen om een nieuw debacle te voorkomen. – staan de omgevingsvisie, omgevingswaarden en de instructieregels van rijk en provincie. Het tweede kwadrant – beleidsdoorwerking – bevat de programma’s. Het derde gaat over uitvoering: algemene regels (omgevingsplan en rijksregels) of concrete besluiten (omgevingsvergunningen en projectbesluiten). Het laatste kwadrant gaat over terugkoppeling: toezicht/handhaving, monitoring en evaluatie. En daarna begint de hele cyclus opnieuw. Aan de nieuwe opzet hangen specifieke bevoegdheden voor de raad. De raad stelt de omgevingsvisie en het omgevingsplan vast; het college de programma’s. Op omgevingsvergunningen kan de gemeenteraad sturen door ze in het omgevingsplan voor te schrijven. Als activiteiten in strijd zijn met het omgevingsplan moeten B&W altijd onderzoeken of er redenen zijn om ze toch toe te staan met een zogenaamde omgevingsvergunning voor ‘buitenplanse omgevingsplanactiviteiten’. Daarbij kan de gemeenteraad advies uitbrengen dat bindend is, mits hij vooraf de gevallen daarvoor heeft aangewezen. Achteraf moet de gemeenteraad de activiteit regelen door het omgevingsplan te wijzigen. Het wordt wennen voor raadsleden, als de Omgevingswet volgens de laatste planning per 1 juli 2022 wordt ingevoerd. Veel van de vertrouwde aanpak in het ruimtelijk domein gaat op de schop. Niet langer zijn er straks voor tien jaar vastliggende bestemmingsplannen van kracht, waaraan een sterke sturing ten grondslag ligt door de raad. De Omgevingswet werkt met kerninstrumenten in een beleidscyclus. De wet is daarmee een continu proces. Binnen dat proces is sprake van vier kwadranten. In het eerste – beleidsontwikkeling BREDER De term ‘inpassingsvergunning’ voor dit type omgevingsvergunning (die ik van de gemeente Barneveld heb overgenomen) maakt dat goed duidelijk. De inpassings‘ Zijn er wel voldoende generalisten?’ vergunning kan alleen worden ingezet voor ‘een evenwichtige toedeling van functies aan locaties’: het vastleggen welke activiteiten op een bepaalde locatie zijn toegestaan. Dat lijkt op het huidige bestemmen, maar is breder omdat een omgevingsplan bijvoorbeeld ook natuurgebieden, monumenten en te handhaven bomen kan aanwijzen. De gemeenteraad kan het omgevingsplan ook meteen wijzigen om de strijdige activiteit toe te staan.Ook voor andere doelen, zoals het regelen van de energietransitie, natuurinclusief bouwen of het opvangen van hemelwater, kan de raad het omgevingsplan wijzigen. Verder moet de gemeenteraad ervoor zorgen dat inwoners bij elk kerninstrument vroeg betrokken kunnen zijn. ‘Vroeg’ is in de ideeënfase, dus als er nog geen aanvraag, concreet plan of ontwerp-besluit ligt. Participatie en draagvlak zijn daarbij te onderscheiden. Participatie moet alle informatie boven tafel halen die nodig is om een zorgvuldig besluit te nemen. De intentie en hoop is dat het draagvlak oplevert. Zo niet, dan weegt dat mee bij het besluit. De gemeenteraad kan in principe dus veel en met name zijn eigen rol bepalen. Maar de analyse van Boogaard en Elzinga, dit voorjaar in Binnenlands Bestuur, is dan wel griezelig. Bij het sociaal domein lukte dat namelijk niet. HOOFDZAKEN De minister benadrukt steeds dat de raad er is voor ‘de hoofdzaken’ en op de rest kan bijsturen via de politieke verantwoordelijkheid. Kennelijk zijn programma’s geen hoofdzaken. Ik kan me voorstellen dat een raadslid dat anders ziet. Een programma kan bijvoorbeeld worden ingezet voor energiebeleid, verduurzaming van wonen, horecabeleid, woon beleid, verkeersbeleid, stedenSPECIAL 57 bouwkundige visies en openbare ruimte-plannen. Met een inpassingsvergunning kunnen functies – vooruitlopend op een omgevingsplanwijziging – worden toegedeeld aan locaties. Niet echt bijzaken dus. Toch werd de raad pas (bindend) adviseur na een amendement bij de Invoeringswet. Boogaard en Elzinga signaleren dat raadsleden nogal eens wordt verweten ‘op de stoel van de wethouder’ te zitten. Zij gaan niet over de uitvoering. Het staat bijna zo in de parlementaire stukken van de Omgevingswet. Terecht dat beide schrijvers dit beeld willen uitroeien en benadrukken dat de raad het ‘hoofd’ van de gemeente en dus eindverantwoordelijk is voor alles, inclusief de uitvoering. Lastig bij de fysieke leefomgeving is wel dat het achteraf controleren via het stelsel van politieke verantwoordelijkheid risicovol is. Kosten zijn gemaakt. Gebouwen staan er. Bomen zijn gekapt, een monument gesloopt en landschap en natuur aangetast. Wat heeft het naar huis sturen van een wethouder dan nog voor effect? Bovendien: het klimaat wacht niet totdat de lokale politiek op orde is. De doelen voor de transities zijn gesteld voor 2030 en 2050. De tijd dringt dus. Alle branden, watergolven en verdroging schreeuwen om actie. Ook ‘ruimte voor initiatief’ vraagt om actie. De gemeenteraad van de ‘hoofdzaken’ moet dus voorkomen dat hij achteraf voor voldongen feiten staat. Dat betekent vooraf nadenken waarover hij vanaf 1 juli 2022 wil gaan en hoe. Wat is hoofd- en wat is bijzaak? Sturen we juridisch of politiek? Wat is de balans tussen rollen pakken en effectiviteit? Niet echt gemakkelijk. EVALUEREN In een van mijn bijeenkomsten merkte een raadslid op dat het met omgevingsvisie, omgevingsplan en omgevingsvergunningen wel goed zou komen. Natuurlijk zou er discussie zijn, maar daar kwamen ze wel uit. Dat lag anders voor de terugkoppeling uit het laatste kwadrant. Structureel evalueren, monitoren en bijstellen: daar zijn geen werkprocessen voor. Ambtenaren en managers zitten er waarschijnlijk niet op te wachten. Voor collegeleden is het al gauw politiek gevoelig en ja … hoe evalueer je eigenlijk als gemeenteraad? Anderen voegden daaraan toe dat de cultuur zich er niet voor leent. De gemeente is een politieke organisatie, waar minstens eens in de vier jaar de tegenstellingen en mogelijke ‘miskleunen’ worden uitvergroot. Dat daagt niet uit om ‘terug te kijken’ en ‘op tijd bij te stellen’. Terugkoppeling vraagt om een andere cultuur. Het laten aankomen op het systeem van politieke verantwoordelijkheden past daar niet bij. Je moet mogen reflecteren. Je moet fouten kunnen maken en weer rechtzetten, liefst zo vroeg mogelijk. Voor een focus op het halen van doelen en daarop sturen, zijn afspraken met het college en de ambtenaren nodig en vooral: tussentijds rapporteren en overleggen of het gaat lukken en hoe het beter kan. Evalueren en bijstellen is heel wat anders dan achteraf politiek afrekenen. Boogaard en Elzinga stellen dat de grote decentralisaties in het sociaal domein maatwerk, integraliteit en nabijheid voor de burger beloofden. Dat zijn bij de Omgevingswet ‘verbeterdoelen’. De raad zou ruimte krijgen om aan politiek te doen. Die ruimte heeft de raad bij de Omgevingswet. De gemeenteBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 58
SPECIAL 59 ‘ De gemeenteraad kan zijn eigen rol gaan bepalen’ TREES VAN DER SCHOOT ADVISEERT GEMEENTEN OVER RUIMTELIJKE ORDENING EN DUURZAAMHEID. ZE PUBLICEERDE DIVERSE BOEKEN OVER DE OMGEVINGSWET EN IS COLUMNIST VAN BINNENLANDS BESTUUR. raad zou het eerste aanspreekpunt voor een ontevreden burger zijn. Bij de Omgevingswet is vroege participatie uitgangspunt. Bij het sociaal domein was het motto: ‘doen wat nodig is’. Bij de Omgevingswet heet dat ‘vertrouwen in burgers’ en ‘ruimte voor initiatief’. Maar de raden kregen geen grip op het sociaal domein en maakten er geen politiek van. MOEILIJK Bij de bijeenkomsten die ik heb gedaan met raadsleden is mij verteld hoe moeilijk zij het vinden om zelf de regie te pakken. De meeste wachten af waar het college mee komt. Dat anno 2021 bijna de helft van de Nederlandse gemeenten ‘feitelijk failliet’ is vanwege het sociaal domein, zal grote invloed hebben op de Omgevingswet. Gemeenten trekken het rijk nu al aan de jas over geld voor verduurzaming, energietransitie, vergroening van de economie, extra personeel en het digitale systeem. Gemeenteraden hadden bij het sociaal domein te weinig grip op regionale afspraken. Hoe groot is hun grip bij de regionale energiestrategieën? Aan de andere kant: windmolenplannen van gemeenten sneuvelen bij de rechter. Steeds vaker worden provincie en rijk opgeroepen om zelf de regie op vraagstukken te pakken. Boogaard en Elzinga deden drie aanbevelingen: alleen ruimte voor echte professionaliteit, uitvoering is ook politiek en weg met het begrip kaderstelling. Deze zijn ook belangrijk voor de Omgevingswet. Bij het sociaal domein waren er te weinig generalisten en te veel specialisten, waardoor de professionaliteit niet uit de verf kwam. Bij de Omgevingswet gaan we van een sectoraal georganiseerde wereld vol specialisten voortaan integraal en gebiedsgericht werken. Maar: zijn er hier wel voldoende generalisten? Evenals bij het sociaal domein is de autonomie van de burger, initiatiefnemer en ontwikkelaar groot en die van ambtenaren beperkt. Sterker nog, veel gemeenten zijn het liefst ‘faciliterend’ en besteden onder dat mom het doen van onderzoeken, het maken van keuzes en het schrijven van onderbouwingen uit. Dat is slecht voor de kennis binnen de organisatie en wekt de schijn van slagers die hun eigen vlees keuren. Voeg dat bij de vele personeelswisselingen van dit moment, dan zie je nu al in bij het fysiek domein hoe complex de verhouding is tussen lokale uitvoering en lokale politiek. De vraag welke ruimte de gemeenteraad en de gemeente hebben als burgers participeren en initiatief nemen, kreeg ik bij vrijwel alle bijeenkomsten voorgelegd. De politieke afbakeningsvragen bleven bij het sociaal domein buiten beeld, maar ze spelen nu al bij de Omgevingswet. EINDVERANTWOORDELIJK De raad is eindverantwoordelijk voor de uitvoering en kan wethouders, college en burgemeester altijd ter verantwoording roepen en zelfs wegsturen. Dat klopt, maar dat verlamt het (be)sturen. De opgaven waar we voor staan zijn te groot voor veel politiek gedoe. Het is ook niet goed voor het vertrouwen van inwoners in hun bestuurders. Die inwoners zijn juist nodig voor de transities. Er is inderdaad geen recht op autonome uitvoering door wethouders en colleges. Aan de andere kant: er moet wel bestuurd worden en goed ook. Het gaat immers met het woningaanbod fout. We halen de klimaatdoelen niet. We zijn niet ingericht op het grillige weer. Het gaat niet goed met de natuur. De landbouw moet anders. Europa zet ons onder druk. De raad gaat dan misschien wel over alles, maar moet het verschil tussen enerzijds zelf bevoegd of eindverantwoordelijk en anderzijds effectief zijn ook invullen. De beleidscyclus van de Omgevingswet is daarvoor een model. Hoe ga je binnen dat denkmodel per kerninstrument met elkaar om? Hoe wordt het werkbaar? Hoe waarborg je continuïteit? De raden kunnen dit allemaal nu invullen. De drie rollen – kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend – staan niet in de wet. Vooral het begrip ‘kaderstelling’ is volgens Boogaard en Elzinga een eigen leven gaan leiden. Alles wat geen kaderstelling inhield, zou niet meer van de raad zijn. De beleidscyclus bevat drie kaderstellende instrumenten: de omgevingsvisie en het omgevingsplan van de gemeenteraad en het programma van het college. Maar ook inpassingsvergunningen – en projectbesluiten van de andere overheden – kunnen kaderstellend zijn, ook al zijn het concrete besluiten. Bijvoorbeeld als er geen gebieds- of themabeleid ligt en ook het omgevingsplan nog niet definitief is. Daarom wil ik drie aanbevelingen aan die van Boogaard en Elzinga toevoegen. Als eerste: spreek nu de rolverdeling af. Nu is het moment om af te spreken wie na 1 juli 2022 welke rol speelt, hoe er tussentijds gerapporteerd, geëvalueerd en bijgesteld gaat worden en hoe de raad op termijn verder ‘naar de hoofdzaken’ kan. Dat voorkomt onnodig politiek gedoe zonder dat de controlerende rol een papieren exercitie wordt. Als tweede: word geen belangenbehartiger. Omdat het om concrete besluiten gaat, moet voorkomen worden dat volksvertegenwoordigers belangenbehartigers worden. Zij moeten belangen afwegen en werkbare keuzes maken. Dat is heel wat anders. Het advies om de mailbox open te zetten en inwoners te bevragen is heel goed, maar concentreer het richting de vroege participatie. Bij zaken als klimaatproblematiek, energietransitie en verduurzamen zullen er vele en vaak tegengestelde meningen en belangen zijn. De raad zorgt ervoor dat iedereen daarmee kan komen als het er nog toe doet, maar maakt uiteindelijk wel de afweging en de keuzes en houdt daaraan vast of stelt die later bij. Als derde: regel terugkoppeling vooraf. Het komt erop neer dat tussen nu en 1 juli ook het laatste kwadrant – terugkoppeling – al aandacht verdient. Dat is het kwetsbaarste deel van de beleidscyclus, zo leren de ervaringen met de eerdere decentralisaties. Het zou zonde zijn als de raden ook bij de Omgevingswet falen. Hopelijk telt een gewaarschuwde raad voor twee. BBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 60
Pagina 62
62 SPECIAL OMGEVINGSWET DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: HENRIËTTE GUEST / ANP-HH Het gortdroge jargon uit gemeentelijke verordeningen is amper geschikt voor menselijke consumptie. Toch vraagt de Omgevingswet dat burgers en bedrijven straks makkelijk een vergunning kunnen aanvragen of een melding kunnen doen. Tilburg liet haar ‘toepasbare regels’ door studenten vertalen. STUDENTEN HERSCHRIJVEN TOEPASBARE REGELS KORTE METTEN MET JARGON docent van de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Die vertelde me dat zij ook bezig waren met vragenbomen.’ De docent bracht de ambtenaar in contact met een collega van de Juridische Hogeschool in Tilburg die voor praktijkopdrachten op zoek was naar partners. ‘Zo is het balletje gaan rollen.’ Ook al zijn regels per definitie bedoeld om toe te passen, dat maakt van ‘toepasbare regels’ niet net zo’n pleonasme als witte schimmel. Althans niet volgens het programma Aan de slag met de Omgevingswet. ‘Ze zetten ‘toepasbare regels’ af tegen juridische regels, die niet altijd toepasbaar, begrijpelijk en logisch zouden zijn’, licht Luc Beckers van de gemeente Tilburg toe. Beckers is er sinds 2019 projectleider toepasbare regels. Ook in Tilburg was duidelijk dat de gemeente haar verordeningen niet zomaar in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) kon kieperen. De komst van de Omgevingswet is immers bedoeld om het aanvragen van een vergunning of het doen van een melding voor burgers en ondernemers makkelijker, overzichtelijker en sneller te maken. Daarom liet de gemeente vijftig studenten van de Juridische Hogeschool in Tilburg een deel van haar juridische regels vertalen naar toepasbare regels om zo initiatiefnemers via begrijpelijke en logische vragen door beslisbomen te leiden. Het idee om dat te doen wortelt in een verjaardagsfeestje, vertelt Beckers, die samen met wethouder Marcelle Hendrickx (inwoners participatie, D66) en medewerker vergunningen Nicole van Wanrooij voor een online interview klaarzit om uitleg te geven over het project toepasbare regels. Beckers: ‘Halverwege 2019 waren ‘toepasbare regels’ nieuw voor ons. Op een verjaardagsfeestje kwam ik in gesprek met een OPGETOGEN Wethouder Hendrickx is in haar nopjes met de samenwerking. ‘De Omgevingswet zit niet in mijn portefeuille, maar ik doe wel alles met participatie, nieuwe overheid, bestuur en onderwijs’, verduidelijkt ze haar positie. Als ‘moderne overheid’, zo licht ze de komst van de Omgevingswet toe, ‘moet je de vraag stellen: wat betekent dit voor onze omgeving en welke partners zijn hier relevant? Dat is de manier waarop we ons proberen te ontwikkelen. Dat is een van de redenen waarom we in 2019 de overheidsorganisatie van het jaar zijn geworden.’ Ook de manier waarop die samenwerking tot stand is gekomen, maakt haar opgetogen. ‘Dat is wat je wilt: dat ambtenaren zelf, vanuit de inhoud, naar partners zoeken. En niet dat dat bijvoorbeeld alleen maar opgelegd wordt vanuit een samenwerkingsconvenant van een college van bestuur.’ Terug naar de studenten. Die kregen de opdracht toepasbare regels te maken voor vijf activiteiten, zoals ‘een monument verbouwen’ (zie kader). ‘Uiteindelijk werkt het DSO op activiteitenniveau’, legt Van Wanrooij uit. ‘We hebben ze gevraagd de juridische regels om te zetten naar toepasbare regels voor die activiteiten.’ De studenten gingen in het laatste blok van afgelopen studiejaar in elf groepjes wekelijks een paar uur aan de slag met de klus. Hendrickx benadrukt de toegevoegde waarde van deze externe impuls. ‘Ik vroeg eerder aan Nicole: wat is nou het verschil tussen dit aan een groepje collega’s vragen of aan een groep studenten? Wat levert dit aan andere inzichten op? Dan zie je dat studenten, veel meer dan onze collega’s, denken als een inwoner. Maar ze kunnen ook breder denken, omdat ze een andere grondhouding hebben en ze gebruiken begrijpelijke taal. Dat betekent niet dat onze mensen dat niet kunnen. Maar als je heel erg in de vergunningen zit, dan wordt dat jargon zomaar een vanzelfsprekendheid.’ TECHNIEK De overgang naar de Omgevingswet is steeds meer naar één kant gaan hellen, klinkt het vanuit Tilburg. ‘Ik zie heel veel focus op de techniek’, zegt Beckers, terwijl volgens hem ‘partners opzoeken’ belangrijk is. Daarom trok het projectteam de docent die de studenten begeleidde bij hun opdracht verder de gemeentelijke organisatie in dan gebruikelijk. Niet alleen ‘voor een aantal afspraakjes om dat traject voor te bereiden’, aldus Beckers. De docent schuift aan bij de vergaderingen van de gemeentelijke projectgroep toepasbare regels en bij kwartaaloverleggen, krijgt de nieuwsbrief en is uitgenodigd voor de serious game Omgevingswet. Beckers: ‘Hij vond het fijn, omdat het hem voedt voor de vakken die hij geeft. Hij zei: op deze manier zijn we geen volger van innovatie maar deelnemer aan innovatie.’ Maar kleeft aan deze innovatie niet een hoop dubbel werk? Het rijk vult het DSO met zijn eigen regels; die hoeft de gemeente dus niet ‘toepasbaar’ te maken, maar voor de eigen verordeningen staan gemeenten zelf aan de lat. Gaat nu elke gemeente zelf het wiel uitvinden om tot toepasbare regels te komen? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 SPECIAL 63 ‘ Studenten denken als een inwoner’ ‘MAKKELIJKER VOOR DE BURGER’ Met vier medestudenten sleutelde Britt Norbart, tweedejaars student aan de Juridische Hogeschool Tilburg, aan toepasbare regels en beslisbomen. ‘De Omgevingswet is nu heel actueel en iets wat in de samenleving speelt’, motiveert ze haar keuze voor de opdracht van de gemeente Tilburg. Ook docent Ron Ritzen is blij dat de studenten werkten aan een zinvolle opdracht: ‘Uiteindelijk verdwijnt de opbrengst niet in een archief of prullenbak, maar wordt het ook echt in de praktijk gebruikt.’ Norbart vond het aanvankelijk lastig om de regels die haar groepje toebedeeld kreeg (een deel van de Monumentenverordening) om te zetten in tekst die voor burgers begrijpelijk is en tegelijkertijd hetzelfde zegt als in de wet staat. Als voorbeeld leest de student artikel 10 lid 4 van de Monumentenverordening: ‘Het college verleent met betrekking tot het monument met religieuze bestemming geen vergunning als bedoeld in het tweede lid dan in overeenstemming met de eigenaar indien en voor zover het een vergunning betreft waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het geding zijn.’ Maar wat zijn ‘wezenlijke belangen van godsdienstuitoefening’? ‘Wij hebben daarvan gemaakt’, vertelt ze: “Heeft het monument iets met godsdienst te maken?”, en dan een toelichting daarbij: “Denk bijvoorbeeld aan een kerk, synagoge of moskee”’. Een vervolgvraag geeft verdere duidelijkheid, zegt ze: ‘Zou uw activiteit ervoor kunnen zorgen dat mensen beperkt worden in de mogelijkheid in het monument hun godsdienst uit te voeren?’ en de toelichting die daarbij staat is ‘als mensen door de activiteit niet meer kunnen bidden.’ Op die wijze heeft haar groepje de regels afgewerkt. ‘Ik denk dat we het zo makkelijker hebben gemaakt voor de burger en alsnog de regel hebben behouden.’ ‘Als je een modelverordening van de VNG hebt overgenomen, zou je samen kunnen werken’, meent Van Wanrooij. ‘Maar als je helemaal je eigen regels hebt bepaald, dan moet je die zelf toepasbaar maken. Wij hebben geen regels die overeenkomen met andere gemeenten, voor zover ik weet, dus wij zullen het toch vooral zelf moeten doen. En wij lopen redelijk voorop. Er zijn niet veel gemeenten die al zo ver zijn, in ieder geval niet in deze regio, waarmee wij zouden kunnen samenwerken.’ Bovendien, meent de wethouder, gaat het niet alleen om de vraag of er regeloverlap is met andere gemeenten. De vertaling van regels moet passen bij de manier waarop de gemeente met haar inwoners communiceert. ‘Je moet het geschikt maken voor je eigen inwoners.’ Wel worden er, zegt Beckers, vanuit Aan de slag met de Omgevingswet voorbeelden gedeeld waarmee gemeenten hun voordeel kunnen doen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 64
De energietransitie is in volle gang! En TenneT draagt hier een flinke steen aan bij. Wil jij meewerken aan een mooiere toekomst? Lees dan snel verder. Adviseur Ruimtelijke Ordening en Milieu Dit is jouw uitdaging: Vanuit het team Licensing waarborg je de publiekrechtelijke positie van TenneT voor het mogen aanleggen, hebben en houden van het hoogspanningsnet. Een spilfunctie binnen projecten, want zonder ruimtelijk plan en/of vergunningen, kan een project niet worden uitgevoerd. Je houdt je onder andere bezig met: • Het (laten) onderzoeken en uitwerken van tracé mogelijkheden en bijbehorende onderzoeken. • Het verkrijgen van publiek recht op ruimte voor nieuwbouwplannen, inclusief afstemming met bevoegd gezag. • Waar nodig begeleiden en coördineren van bezwaar en beroepsprocedures in overleg met interne experts en stakeholders. • Regie voeren over planologisch en publiekrechtelijk proces zowel inhoudelijk als qua beleid, planning en budget, inclusief aansturen van externen en proactieve afstemming met collega-teamleden. • Afstemming zoeken met projectleiding, het leveren van input in risico- en planningssessies en het adviseren van projectmanagement over het vakgebied. • Uitvragen van diensten door onze contractpartners t.b.v. het verkrijgen van recht op ruimte (tracering, onderzoeken, bestemmingsplan, vergunningen, omgevingsmanagement) en de kwaliteitscontrole op de uiteindelijk geleverde producten. • Verstrekken van vakinhoudelijke informatie op informatieavonden en bij raadsbijeenkomsten. Dit neem jij mee: • Een HBO- of WO-diploma in de richting van bijvoorbeeld Planologie, Ruimtelijke Ordening of Omgevingsrecht. • Minimaal 3 jaar relevante ervaring, bijvoorbeeld bij een adviesbureau, Gemeente of Omgevingsdienst. • Je hebt kennis van de nieuwe Omgevingswet. • Een rijbewijs B. Dit krijg je ervoor terug: Je krijgt een uitdagende en verantwoordelijke functie binnen een internationale en dynamische werkomgeving. Daarnaast krijg je een uitstekend salaris in schaal 7 (€3232 - €5920) of schaal 8 (€3287 - €6746), afhankelijk van je level van senioriteit. We hebben goede secundaire arbeidsvoorwaarden (meer dan 40 vakantiedagen, 6% eindejaarsuitkering, 8% vakantiegeld, bijdrage aan je zorgverzekering van €60,- bruto per maand, prima pensioen en een vergoeding voor je sportabonnement. Uiteraard biedt TenneT je volop de mogelijkheid jezelf verder te ontwikkelen, onder meer door training en opleiding. Wil jij bijdragen aan de energietransitie? Solliciteer via ww.werkenbijtennet.eu. Vragen? Bel gerust met Lidewij van Steenoven +31610274648 SPECIAL 65 De bemoeienis van de Tilburgse studenten levert volgens de wethouder en haar ambtenaren profijt op voor burgers en bedrijven. Een deel van het studentenwerk kan straks zo in het DSO worden geplaatst, een ander deel moet nog worden bijgeschaafd. Beckers: ‘Ik denk dat de eindkwaliteit beter is.’ BREDER BELANG Hendrickx wijst nog eens op het bredere belang om samen te werken met de hogeschool. De lokale overheden krijgen steeds meer verantwoordelijkheden in hun schoenen geschoven. Dat gebeurde eerder in het sociale domein. Nu vraagt de Omgevingswet om een lokale en integrale aanpak, waarin gemeenten ook gezondheid moeten betrekken. ‘Dat betekent dat je een ander type kennis en medewerkers nodig hebt. Wij ‘Ik denk dat de eindkwaliteit beter is’ voelen ons medeverantwoordelijk om dat te organiseren, samen met onze opleidingen. Daarom hebben we daar een hechte kennisagenda op ontwikkeld. Omdat je niet wilt dat we straks dit moeten uitvoeren maar geen medewerkers hebben die het kunnen.’ Hoe zeer het project ook van een leien dakje ging, na enig aandringen weet het trio een paar hobbels te benoemen in het formuleren van toepasbare regels. Van Wanrooij: ‘Je moet een analyse van je eigen verordeningen en regels maken en vervolgens gaan schifADVERTENTIE ten: wat valt er wel onder de Omgevingswet en wat niet? Dat heeft veel tijd gekost.’ Hendrickx: ‘Wat deze wet met zich meebrengt en voor ons toch wel lastig is, is dat je vanuit veel meer perspectieven moet kijken, ook bijvoorbeeld gezondheid. Dat zijn verschillende afdelingen. Vanzelfsprekend proberen we integraal te kijken, maar soms is dat heel lastig’, aldus de wethouder. ‘Dat gaat niet altijd vanzelfsprekend. We hebben helaas ook nog hokjes hier en daar.’ Ook al vormen de toepasbare regels maar een klein deel van de Omgevingswet behelst, het wordt straks, aldus de wethouder, the proof of the pudding. ‘Via een dakkapel of tuinschuurtje gaat de inwoner ervaren of die overheid nu wel of niet op een makkelijker en toegankelijker manier jouw belang en het publieke belang tegen elkaar afweegt.’ Een woning voor juf Selma Omdat haar hart bij onze kinderen ligt We willen graag dat Selma in de buurt van haar school kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Selma, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Diemen of Groningen? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 66
Pagina 68
OPINIE 69 TIJD VOOR EEN DUURZAMERE OPZET OLYMPISCHE SPELEN: ENKELE LESSEN UIT TOKIO De Olympische Spelen van Tokio waren uniek. Er was namelijk geen publiek welkom. Desondanks heeft TeamNL met 36 medailles het beste resultaat ooit behaald. Er moeten lessen worden getrokken uit Tokio, zodat de Olympische Spelen bij de tijd blijven, betogen bestuurskundigen Dennis de Kool en Michel Lobzhanidze. DENNIS DE KOOL MICHEL LOBZHANIDZE Digitalisering maakt het bouwen van kolossale sportcomplexen overbodig FOTO: AFLO/ANP-HH De enorme kosten om de Olympische Spelen te organiseren zijn veel burgers een doorn in het oog. Een gangbare lezing is dat alleen het IOC, sponsoren, bouwbedrijven, projectontwikkelaars en autoritaire regimes ervan profiteren en dat burgers de rekening betalen. Zij zouden na de Olympische Spelen worden opgezadeld met ‘dure en nutteloze’ sportcomplexen. Het is evident dat de Spelen uit hun jasje zijn gegroeid en een megalomaan karakter hebben gekregen. Het organiseren van de Spelen in een gaststad is daarom een achterhaald idee. Daarom bepleiten wij een sobere benadering en een terugkeer naar de sportieve menselijke maat. Ook vanuit het oogpunt van duurzaamheid is het wenselijk om de Spelen niet te concentreren in één stad, maar de focus te verbreden naar een organiserend land of regio. Alle benodigde faciliteiten zijn dan niet geconcentreerd op een beperkt oppervlak en reeds bestaande faciliteiten, zoals het Olympisch Stadion en de Ziggo Dome in Amsterdam, kunnen dan optimaal benut worden. Incidenteel zouden de Spelen zelfs op een continent door verschillende landen georganiseerd worden, zodat de baten en lasten eerlijk kunnen worden verdeeld. Dat brengt bijvoorbeeld Olympische Spelen in Afrika of de Benelux-games dichterbij. In de ‘Olympic Agenda 2020’ van het IOC wordt terecht gewezen op het belang van duurzaamheid. Er zal daarom ingezet moeten worden op flexibele, modulaire en multifunctionele (sport)accommodaties. In een drijvend Olympisch dorp houden alle toekomstige Olympiërs hun voeten droog. Bestaande (luxe) cruiseschepen zouden ook prima voor dat doel kunnen worden ingezet. Tijdens de Amsterdamse Olympische Spelen in 1928 werd ook overnacht op schepen – geheel in lijn met onze maritieme traditie. Aangezien sportliefhebbers als gevolg van de coronacrisis niet welkom waren in Tokio werden de Olympische prestaties louter op afstand gevolgd. In Nederland werden sportliefhebbers op hun wenken bediend in de vorm van live-uitzendingen en uitgebreide samenvattingen. Ook via sociale media werd er veel Olympische content gedeeld. Los van corona zal er in de toekomst primair moeten worden ingezet op het creëren van een Olympische sportbeleving op afstand. Naar verwachting zullen de toekomstige Olympische Spelen een hybride karakter hebben, waarbij niet alleen de fysieke sportbeleving in UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. de sportarena’s, maar ook de digitale verbindingen worden gelegd met sportliefhebbers die het evenement op afstand volgen. Tijdens het Eurovisie Songfestival in Rotterdam zijn in dat kader waardevolle digitale lessen opgedaan. In de gedigitaliseerde samenleving zal de behoefte om massaal naar de Spelen af te reizen wellicht minder groot zijn, omdat sportliefhebbers met digitale tools als slimme camera’s de verrichtingen van hun helden intensief kunnen volgen en beleven. Het bouwen van kolossale sportcomplexen is daarom overbodig. Rijke landen hebben de Spelen niet nodig. Dit ontslaat het welvarende Nederland niet van de morele plicht om zelf een keer dit mondiale sportevenement te organiseren. Ook zonder Spelen zijn in Nederland grote investeringen nodig om urgente maatschappelijke vraagstukken op te pakken en de samenleving te revitaliseren. De Olympische boodschap van verbroedering en verbinding is momenteel actueler dan ooit. Dennis de Kool en Michel Lobzhanidze zijn bestuurskundigen en sportliefhebbers BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 70
Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Hoe halen we de overkant? De samenleving zit op slot, de economie draait op halve kracht en we besteden tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het einddoel is om met zoveel mogelijk mensen en met een minimum aan economische schade de overkant te halen. Het is als balanceren op een slap koord. Daar is moed, wendbaarheid en creativiteit voor nodig. Van u en van uw organisatie. En wat gaat u doen als we eenmaal de overkant hebben gehaald? Daarover gaan we met u en prominente bestuurders en experts in gesprek tijdens het Jaarcongres Public Finance. Mogen we een exclusieve toegangskaart voor u reserveren? Financieel eindverantwoordelijken, fi nancieel directeuren, fi nancieel managers, concern controllers en board members met een fi nanciële portefeuille werkzaam in het publieke domein melden zich gratis aan via PublicFinance.nl. Het jaarcongres Public Finance is de plek om uw netwerk, vaardigheden en kennis een boost te geven. Mis de masterclasses van de experts niet! Ontmoet topsprekers als: Donatello Piras Dagvoorzitter en debatleider Jaarcongres Public Finance Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Johan Hamster Wethouder en 1e locoburgemeester Stadskanaal Catharina Adriaans Expert Lead Agile Coaching bij ING Jan Verhagen Beleidsmedewerker fi nanciële verhouding gemeente Den Haag Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Catheel Pino Juridisch adviseur publieke fi nanciering Gita Salden Chief Executive Offi cer van BNG Bank Menno Middeldorp Head of RaboResearch Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 71 SCHILDERING VAN DE ISLAM ALLE KLEUREN VAN DE REGENBOOG Deze weken zijn we erg bezig met de ontwikkelingen in Afghanistan en de veranderingen die zullen plaatsvinden nu deTaliban het landsbestuur overnemen. We weten niet zoveel van hen, vrezen hen door wat we denken te weten en moeten ons wel tot hen leren verhouden. Goed beleid en bestuur vergt immers kennis van de historie, kenmerken en eigenschappen van wederpartijen of bestuurden. Dat was ooit een van de redenen dat de talentvolle Nederlandse onderzoeker Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) zich diepgaand bezighield met de islam en de zeer diverse volkeren die deze religie aanhangen. Zijn levensverhaal, uitvoerig opgetekend door Wim van den Doel, leest bijna als een avonturenroman. Het begint met een meerjarig verblijf in Mekka en zijn bekering als domineeszoon(!) tot de islam, overigens meer om tactische redenen dan vanuit innerlijke overtuiging. Daarna volgt een jarenlang verblijf als ambtenaar in de Indonesische archipel en het stichten van een gezin, mede om weer diepgaander kennis te krijgen van de mosOp de levenswandel van Snouck is veel af te dingen limgemeenschap in de indische context, Daarna volgt een adviseursrol naast generaal Van Heutz in het soms erg wrede militaire optreden op Atjeh om daar de wil van Nederland op te leggen, gevolgd door een terugkeer naar ons land. Snouck sticht hier een nieuw gezin en wordt als islamkenner hoogleraar en later rector-magnificus aan de Leidse universiteit. Op zijn levenswandel is natuurlijk veel af te dingen. De geveinsde bekering en het achterlaten van zijn gezin in Indonesië doen de wenkbrauwen van menigeen waarschijnlijk fronsen. Zijn enorme gedrevenheid daarentegen om als bestuursadviseur te komen tot een beter begrip van de islam en de levenswijze van moslims in verschillende culturen, is wel een enorm inspirerend voorbeeld, ook voor het bestuur van vandaag de dag. Als Snouck één ding laat zien, is het dat moslims in vele kleuren en smaken voorkomen en zeker niet over één kam kunnen worden geschoren; kennis van verschillen draagt enorm bij aan effectief beleid. Bijvoorbeeld bij vraagstukken rond emancipatie, participatie en integratie maar ook bij praktische actuele vragen als vaccinatiebereidheid. Alle vergen een genuanceerde kijk op nieuwe Nederlanders vanuit hun diverse achtergronden. Marokkaanse, Turkse, Eritrese, Syrische en Afghaanse groepen zijn ten opzichte van elkaar en onderling diverser dan vaak gedacht en kennis kan de sleutel zijn tot effectief beleid. De auteur levert met dit goed gedocumenteerde verhaal daarom een mooie bijdrage aan onze huidige bestuurlijke opgaven. CITAAT UIT HET BOEK SNOUCK. HET VOLKOMEN ‘Snouck was er daarbij van overtuigd dat iedereen zich aan de moderne tijd zou weten aan te passen, ook de moslims in de wereld’ GELEERDENLEVEN VAN CHRISTIAAN SNOUCK HURGRONJE Wim van den Doel Prometheus, 2021 49,99 euro ADVERTENTIE
Pagina 74
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 74 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Karel van Soest (VVD, 70) stopt als burgemeester van Boxmeer. Hij begon op 1 september 2003 als burgemeester in Boxmeer. Eerder was hij wethouder in Waddinxveen en burgemeester in Heel. HANS GAILLARD Hans Gaillard is herbenoemd tot burgemeester van Son en Breugel. Zijn nieuwe termijn gaat op 1 september in. Hij zal deze nieuwe periode van zes jaar niet volmaken, want in september 2025 wordt hij 70 en dat is de ontslagleeftijd voor burgemeesters. De VVD’er Gaillard begon op 1 september 2003 in Son en Breugel. Eerder was hij gemeenteraadslid en wethouder in Leusden en lid van provinciale staten van Utrecht. CEES BIJL Cees Bijl zal per 1 december 2021 terugtreden als gedeputeerde van de provincie Drenthe. De 66-jarige Bijl gaat dan met pensioen. Bijl (PvdA) begon 43 jaar geleden zijn politieke loopbaan als gemeenteraadslid en later als wethouder van Enkhuizen. Vervolgens was hij burgemeester van achtereenvolgens Leeuwarderadeel, Meppel en Emmen. In die laatste gemeente, waar hij 15 jaar burgemeester was, had hij al aangegeven geen vierde termijn te ambiëren. THEO VAN EIJK Theo van Eijk is benoemd tot wethouder in Waterland. Hij volgt Jelle Kaars op, die vanwege gezondheidsredenen zijn taken neerlegde. Van Eijk (CDA, 67 jaar) is in het verleden onder andere burgemeester geweest in Medemblik, waarnemend burgemeester in Aalsmeer, Hollands Kroon, Uitgeest en Montfoort. Daarnaast is hij wethouder geweest in de gemeente Hoorn. DEBBIE BRUIJN Debbie Bruijn-van den Berg begint op 1 oktober 2021 als gemeentesecretaris in Westerveld. Ze werkt nu nog in Meppel als manager sociaal domein. Eerder werkte ze onder meer bij de politie. Ook werkte ze als programmaregisseur Veiligheid in Hoogeveen, als regiocoördinator risicojeugd en jeugdgroepen bij het ministerie van Veiligheid en Justitie en als locosecretaris in Wierden. Van 2018 tot 2020 was ze raadslid in Hoogeveen namens de VVD. KOMEN & GAAN AD VAN DE LUIJTGAARDEN Per 1 augustus start Ad van de Luijtgaarden in Hoeksche Waard in de functie van specialist Cultuuren Civieltechniek. Hij werkte zo’n tien jaar voor Zwijndrecht. Hij begon er als senior adviseur Buitensportaccommodaties en werkte de laatste tijd als projectleider/coördinator Buitensportaccommodaties. MARLEEN TENT Gemeentesecretaris Marleen Tent van Aa en Hunze wordt per 1 november 2021 directeur van Welzijnsorganisatie Sedna in Emmen. Tent begon in oktober 2015 als gemeentesecretaris in Aa en Hunze, daarvoor had ze die functie in Zuidhorn. DEES MELSEN Dees Melsen is door de VVD-fractie voorgedragen als wethouder in Oosterhout. Hij zal Robin van der Helm opvolgen, die in september stopt. Van der Helm richt zich op een eigen onderneming. Hij was wethouder sinds 2016. Melsen (32) is elf jaar raadslid en sinds 2013 is hij fractievoorzitter. PETER VERHEIJ Wethouder Peter Verheij (SGP) heeft zijn wethouderschap in Alblasserdam neergelegd. Zijn taken zijn inmiddels overgedragen aan wethouder Kees Jongmans, wethouder Arjan Kraijo en burgemeester Jaap Paans. De SGP heeft de samenwerking met het CDA en de PvdA opgezegd. Directe aanleiding is de zondagsrust, waarover de coalitiepartners afspraken zouden hebben geschonden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 Foto: Rob Voss PERSONALIA 75 DEBBIE HEESAKKERS Debbie Heesakkers stopt per 1 oktober als wethouder van Beesel. Zij gaat aan de slag bij woningcorporatie Woonwenz in Venlo. Als tijdelijk opvolger wordt Luc Drost voorgedragen. Heesakkers (VLP) werd 5 jaar geleden wethouder en ze legt op 1 oktober haar functie neer. RONALD VENNIK Ronald Vennik is benoemd tot kwartiermaker en beoogd griffier van de nieuwe gemeente Dijk en Waard, waarin Heerhugowaard en Langedijk per 1 januari 2022 opgaan. Vennik is nu nog raadsgriffier in Langedijk. Daarvoor bekleedde hij die functie in Heiloo. Eerder was hij onder andere wethouder in Velsen. JORDAN DAANE Jordan Daane is met ingang van 15 september 2021 benoemd tot secretaris-directeur van waterschap Scheldestromen. Hij volgt Wies Vonck op. Daane was werkzaam in Terneuzen als directeur organisatie en adjunctsecretaris. Daarvoor was hij in diverse functies werkzaam bij de provincie Zeeland. BEREND SEPERS Berend Sepers, griffier in PijnackerNootdorp, wordt griffier van provinciale staten van Zuid-Holland. Eerder was hij raadsgriffier in Kaag en Braassem en plaatsvervangend griffier in Ridderkerk en Leiderdorp. Als statengriffier wordt hij de opvolger van Eric Meurs, die griffier van de Zwolse gemeenteraad werd. HEEZELEENDE Het college van burgemeester en wethouders in Heeze-Leende gaat verder met drie in plaats van vier wethouders. De vertrekkende wethouder Toon Bosmans (PvdA) wordt niet vervangen. Zijn portefeuille wordt verdeeld over de andere college-leden. Wethouders Jan de Bruijn (Lokaal Heeze-Leende) en Pieter van der Stek (D66) gaan fulltime werken. Frank de Win (CDA) was al fulltime in dienst als wethouder. HANS MARCHAL Wethouder Hans Marchal stapt na 27 jaar uit de politiek in Wijk bij Duurstede. Hij mist gebrek aan fatsoen en respect voor elkaar. Marchal is sinds 1994 actief namens de Protestants-Christelijke Groepering (PCG). In dat jaar volgde hij zijn vader op als wethouder in Langbroek. BOUDEWIJN MARINUSSEN Boudewijn Marinussen is in Woudenberg aangesteld als interim-gemeentesecretaris. Hij is daar de tijdelijke vervanger van Simone van der Marck. Marinussen was de afgelopen jaren onder meer interim-gemeentesecretaris in Lisse, Borger-Odoorn, Hof van Twente en Giessenlanden en gemeentesecretaris in Schiedam, Berkel en Rodenrijs en Valburg. AFELONNE DOEK Per 4 oktober wordt Afelonne Doek de algemene rijksarchivaris en algemeen directeur van het Nationaal Archief. Doek is sinds 2013 directeur collecties, data en digitale infrastructuur bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. Ook was ze directeur collecties en diensten bij NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Doek volgt Marens Engelhard op, die met pensioen gaat. ANDRÉ LANDWEHR In De Bilt hebben coalitiepartijen D66, GroenLinks en CDA het vertrouwen opgezegd in coalitiepartij VVD en gaan verder als ‘minderheidscollege’ of ‘raadscollege’. Aanleiding is de ‘buitengewoon onhandige communicatie’ van de VVD rond het aangekondigde vertrek van haar wethouder André Landwehr en de ‘geheime’ afspraken daarover. Er zou in 2018 een afspraak zijn gemaakt met de VVD-fractie om de functie van wethouder voor drie jaar te vervullen. JOYCE SATIJN Joyce Satijn is benoemd tot griffier van de gemeenteraad van Berkelland. Haar aanstelling gaat in op 1 september 2021. Satijn is sinds juli 2016 raadsgriffier in West Maas en Waal. In Berkelland volgt zij Andries Bannink op. MAARTEN VAN VIERSSEN Maarten van Vierssen (D66) is gestopt als wethouder van Apeldoorn. Hij vond het onmogelijk om te blijven functioneren door de grote crisis in zijn partij D66. Het college gaat verder zonder een vervanger. DEHLIA TIMMAN Dehlia Timman wordt voorzitter van stadsdeel Centrum. Zij volgt Mascha ten Bruggencate op, die burgemeester van Heiloo werd. Timman (D66) is raadslid sinds 2014, en werkte daarvoor als assistent van toenmalig stadsdeelvoorzitter Boudewijn Oranje (D66). ADVERTENTIE De Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland zoekt een Directeur Kijk voor uitgebreide informatie op www.publicspirit.nl
Pagina 76
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 76 PERSONALIA CARRIÈRE HANNY KEMNA Hanny Kemna is benoemd tot lid van de Kiesraad. Kemna volgt Peter Castenmiller op. Kemna is werkzaam als toezichthouder en bestuursadviseur. Zij is onder meer voorzitter van de Raad van Commissarissen van een pensioenuitvoerder en lid in buitengewone dienst van het College van de Algemene Rekenkamer. ELINE HUITING Eline Huiting wordt adjunct-directeur van Waterschap Zuiderzeeland. De afgelopen zestien jaar werkte ze bij Havenbedrijf Amsterdam. Samen met secretaris-directeur Wouter Slob vormt Huiting de directie van Waterschap Zuiderzeeland. OVERLEDEN: Frank Soutendijk is op 75-jarige leeftijd overleden. Hij was wethouder voor het CDA in Nuenen van 1982 tot 1990. Soutendijk was oud-rechter. Hij was ook betrokken bij het actiecomité tegen de herindeling van Nuenen met Eindhoven. Nico Janssens is na een kort ziekbed overleden. Hij werd in 1994 raadslid namens de VVD. Janssens was van 2000 tot 2006 wethouder in Rotterdam. Daarna was hij tot 2012 voorzitter van voetbalclub Excelsior. Hij is 75 jaar geworden. Alwin ter Voert, tot begin vorig jaar gemeentesecretaris van Helmond, is op 67-jarige leeftijd overleden. Ter Voert heeft zijn gehele loopbaan bij de lokale overheid gewerkt. De afgelopen twintig jaar als gemeentesecretaris in Vught, Horst aan de Maas en Helmond. Een jaar geleden ging Ter Voert aan de slag als tijdelijk directeur bij de gemeenten Wormerland en Oostzaan. JAAP DONKER Jaap Donker begint op 1 november als algemeen directeur van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Hij is nu nog interim directeur Publieke Gezondheid bij de GGD regio Utrecht (GGDrU). Donker volgt Peter Bos op. Sinds zijn vertrek neemt brandweercommandant Carolien Angevaren de honneurs als directeur waar. MARIËTTE VAN LEEUWEN Mariëtte van Leeuwen treedt toe als partner Jeugd bij BMC. Van Leeuwen is in Zoetermeer jarenlang wethouder met de portefeuille sociaal domein en jeugd geweest. Gedurende deze periode had zij binnen de VNG vier jaar lang de rol van voorzitter van de commissie gezondheid en welzijn. SEBASTIAAN BAAN De algemeen besturen van de GGD’en West-Brabant en Hart voor Brabant hebben Sebastiaan Baan benoemd tot nieuwe directeur voor de GGD West-Brabant en Directeur Publieke Gezondheid voor de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Hij volgt Annemieke van der Zijden op. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@ binnenlands bestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia ADVERTENTIE Maak jij het verschil in Venlo als teamleider Project- en Procesmanagement? GEEN INSPIRATIE Als teamleider Project- en Procesmanagement ben je samen met het team verantwoordelijk voor de voorbereiding van besluitvorming van grootschalige en/of complexe projecten in het ruimtelijk-fysieke domein. Je geeft richting en schept kaders, stelt middelen beschikbaar, houdt overzicht, daagt uit en stuurt bij. De belangrijkste eigenschap die je meeneemt is dat je anderen stimuleert en helpt groeien. Vanuit aandacht inspireer en motiveer je mensen en bereik je resultaten. Salaris: maximaal € 6.365,- bruto per maand (functieschaal 13) bij een fulltime dienstverband. Een arbeidsmarktoelage is bespreekbaar. Meer informatie: Twan Beurskens, algemeen directeur, 077-3596934, Simone van den Eertwegh, HR adviseur, 06-54750693. Interesse in deze vacature? Solliciteer dan vóór 23 september 2021 via www.banenpleinlimburg.nl.
Pagina 78
78 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Geerts & Partners / Gemeente Kampen Gemeente Den Haag Gemeente Haarlemmermeer Gemeente Hilversum Gemeente Hoorn Gemeente Noordoostpolder Gemeente Venlo Gemeente Zuidplas Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard afdelingshoofd bestuursadvisering strategisch beleidsadviseur bureau regioburgemeesters assistent-griffier burgemeester kwaliteitscontroller bestuurlijke besluitvorming beleidsadviseur fysieke leefomgeving secretaris rekenkamer venlo enthousiaste en verbindende bestuursadviseur manager bedrijfsvoering JS Consultancy / Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant teammanager Provincie Limburg PublicSpirit / IVBN Publiek Netwerk / GGD Amsterdam Publiek Netwerk / Provincie Utrecht Rieken en Oomen / Gemeente Den Haag BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Publiek Netwerk / SED FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Lansingerland Gemeente Utrecht Omgevingsdienst Haaglanden Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Amsterdam Gemeente Noordoostpolder JS Consultancy / Waterschap Vallei en Veluwe Publiek Netwerk / Gemeente De Bilt Rijksoverheid Servicecentrum Drechtsteden STAB JURIDISCH Ctgb Gemeente ‘s-Hertogenbosch Gemeente Delft Gemeente Den Haag Gemeente Den Haag beleidsmedewerker kennisinfrastructuur directeur transitiemanagers twee coördinatoren: cluster informatie- en cluster servicemanagement manager markten afdelingshoofd publiekszaken senior beleidsadviseur economie financieel adviseur adviseur planning & control adviseur planning & control teamleider data en onderzoek functioneel (applicatie) beheerder belastingen teamleider informatiemanagement adviseur data-analyse sociaal domein functioneel beheerder projectleider iv projecten proces technoloog teamleider juristen (bestuurlijk) juridisch adviseur bestuurszaken juridisch adviseur omgevingsrecht senior juridisch adviseur (specialist jeugd en wmo) senior planjurist ADVERTENTIES Bureau Ruimteerk is op zoek naar een Projectmanager ruimtelijke        Bureau Rekenruimte is op zoek naar een enior eno meior laneconoom     Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl pagina 75 pagina 79 pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 80 pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021 INDEX 79 Gemeente Lansingerland Gemeente Utrecht MILIEU Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente Capelle aan den IJssel Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Roosendaal Gemeente Venlo JS Consultancy / FUMO Omgevingsdienst Fryslân Provincie Limburg Provincie Limburg Provincie Utrecht TenneT SOCIAAL Gemeente Nieuwegein Gemeente Noordoostpolder Publiek Netwerk / Gemeente De Bilt VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Scherpenzeel OVERIGE Belastingdienst projectsecretaris douane OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl procesregisseur persoonsgerichte aanpak (pga) klantmanager wmo beleidsadviseur sociaal domein communicatieadviseur(s) Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 79 Binnenlandsbestuur.nl senior jurist grondzaken senior jurist beleidsmedewerker geluid & lucht JS Consultancy / Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden senior strateeg vergunningverlener/coördinator vuurwerkevenementen assetmanager vastgoed beleidsmedewerker verkeer & vervoer beleidsmedewerker groen & landschapsinrichting stedenbouwkundige teamleider project- en procesmanagement strategisch beleidsadviseur junior medewerker beheer medewerker beheer beleidsadviseur ruimtelijke ontwikkeling adviseur ruimtelijke ordening en milieu Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 37 pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 37 pagina 37 Binnenlandsbestuur.nl pagina 76 pagina 80 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 • • • • • • • • • • • • • • • • BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 35 | 2021
Pagina 80
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeammanager 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren Inspirerend en faciliterend manager die met een moderne stijl van leidinggeven medewerkers mee neemt in de veranderende organisatie. Academisch werk- en denkniveau en ervaring in maatschappelijke, bestuurlijke en politieke omgeving. Ondernemend en netwerker die een relatienetwerk weet te onderhouden en bouwen. Strategisch en met helicopterview over de verschillende vakgebieden heen kunnen kijken. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Strateeg 32 - 36 uur | schaal 12 cao SAW | max. € 83.105,- bruto per jaar (incl. IKB) Stijlflexibele en creatieve procesbegeleider met het talent om bestuurlijke agenda’s te beïnvloeden én te netwerken. Signaleert en vertaalt nieuwe ontwikkelingen naar het waterschap. Versterkt het strategisch vermogen van de organisatie en draagt bij aan een sterke samenwerking met verschillende stakeholders. Is oorspronkelijk,schakelt makkelijk, toont eigenaarschap en is politiek sensitief. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teamleider Informatiemanagement 36 uur | schaal 12 max. € 83.638,- bruto per jaar (incl. IKB) Coachend en faciliterend leidinggevende die verantwoordelijk is voor de doorontwikkeling van het team (ca. 45 fte), dat voor grote uitdagende ontwikkelopgaven staat. Heeft visie, stuurt op hoofdlijnen en weet de juiste vragen te stellen en veranderingen te realiseren. Heeft affiniteit met informatiemanagement en ICT. Is verbindend, pro-actief, koersvast, zakelijk, collegiaal en bestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Strategisch Beleidsadviseur 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie rol voor een adviseur die een invloedrijke bijdrage levert aan strategische onderwerpen, gericht op een veilige en schone leefomgeving in Friesland. Is strategisch sparringpartner van directie, management en bestuur. Houdt zich bezig met VTH-beleid en met organisatieontwikkelprogramma’s. Echte netwerker met vlotte pen, die verbindend, pro-actief en politiek-bestuurlijk sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 15-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL ‘ Mijn hoofd was waar ik zelf was’ Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Sjoerd Hartholt, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Hans van Rhoon/ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. EINDE SABBATICAL HARDE LANDING Voor het eerst in mijn werkzame leven genoot ik de luxe van een mini-sabbatical: twee maanden eruit. En dat eruit nam ik heel erg letterlijk. Het land uit, mijn werkmail uit, geen krant, geen twitter, geen tv, geen radio. Just me, myself and my wife. Ongekend, wat een rust dat dit me gaf. Vooral het niet dag en nacht met nieuws bezig zijn en te worden geleefd door ontwikkelingen buiten mij om, waar ik onwillekeurig een mening over denk te moeten vormen. Dat was er dus twee maanden lang niet. Gevolg: mijn hoofd was waar ik zelf was. Collateral advantage was er ook in de vorm van een duidelijke betere nachtrust. En ik betrapte me ook op een beter humeur. Daarbij, dat moet gezegd, elke dag geholpen door een uitbundige zon. Dat zou en wou ik graag vasthouden, zo nam ik me voor. Ook in een regenachtig Nederland, en ja, ook als de outlook-envelopjes onder in het scherm weer zouden oppoppen, de krantenkoppen me weer tegemoet zouden schreeuwen en de diarree van ongezouten meningen zich weer via alle mogelijke kanalen zou opdringen. Als die twee maanden me iets hadden geleerd, was het de betrekkelijkheid van de eigen mening – en die van anderen. Met name over die dingen waar we als individu toch geen invloed op hebben. U raadt het al, dat is niet vol te houden. Eigenlijk ging het op mijn eerste werkdag, maandag 9 augustus, al mis. De dag waarop het IPCC naar buiten bracht dat de opwarming van de aarde nog sneller gaat dan eerder was berekend. Een gezelschap van honderden klimaatweten schappers uit de hele wereld concludeert dat we ons bij ongewijzigd beleid moeten voorbereiden op extreem weer. Omdat die uitkomst in de lijn lag, werd ik er eigenlijk warm noch koud van. Maar toen ik ambtshalve de krant van wakker Nederland opende, brak de oude reflex acuut weer door mijn in de vakantie opgetrokken muur. Terwijl ze in Duitsland de laatste overstromingsslachtoffers borgen en Limburg nog aan het dweilen was, kregen een paar klimaatwappies ruim baan op de voorpagina. Ach, natuurlijk niet meer dan een mening. Maar toch… ADVERTENTIE HANS BEKKERS CHEF REDACTIE BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY SLAVERNIJ Het slavernijverleden is actueler dan ooit. Ook buiten de Randstad kijken steeds meer gemeenten naar hun eigen aandeel in de trans-Atlantische slavenhandel. Tijd voor zelfonderzoek, herdenking en een stadsbreed gesprek. 10 INTERVIEW GIDO OUDE KOTTE Gemeenten die niet uitkomen met hun budget voor jeugdzorg, moeten de belastingen verhogen of hun zorgambities bijstellen. ‘En niet meer geld vragen bij het rijk’, aldus burgemeester Gido Oude Kotte van Aalsmeer. 22 DE VELUWSE POSBANK DRUK OP DE NATUUR De lockdown dreef ons richting natuur. De drukte zorgde voor stress bij veiligheidsregio’s en beheerders, maar heeft ook tot nieuwe inzichten geleid over bezoekersmanagement. 34 PROGRAMMA BEREKENT BATEN BOOM GROEN RENDEMENT IN KOELE CIJFERS Dat bomen van alles bijdragen is inmiddels bekend. Maar hoe maak je daar als gemeente goed gebruik van? Het Amerikaanse programma i-Tree berekent allerlei cijfers over de baten van individuele bomen. Niet elke boom levert namelijk hetzelfde op. NIEUWS Ambtenaar mag half jaar vanuit buitenland werken 4 ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ESSAY Verplicht duurzaam ACHTERGROND Samsom bepleit zoeken samenwerking Hoe digitale trucs te vermijden Acrobatisch vermogen een pre 26 28 31 18 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 5 7 8 17 30 37 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 04 NIEUWS ARBEIDSVOORWAARDEN DOOR: HANS BEKKERS Medewerkers van de gemeente Amsterdam kunnen, als hun leidinggevende er tenminste mee instemt, zes maanden achtereen hun werkzaamheden vanuit het buitenland verrichten. PROEF IN GEMEENTE AMSTERDAM AMBTENAAR MAG HALF JAAR VANUIT BUITENLAND WERKEN Het gaat volgens het werkgeversteam van de gemeente om een proef voor medewerkers die in de corona-periode hun werkzaamheden al bijna volledig vanuit huis deden. Veel Amsterdamse ambtenaren doen dat al sinds maart 2020. Aanvankelijk ging het om een periode van drie maanden, maar de duur is inmiddels verlengd naar maximaal een half jaar. De gemeente start met de proef vanuit ‘goed en modern werkgeverschap’ en noemt het ‘een mooi gebaar. ‘Corona zorgt voor veel ellende, maar het levert ook mooie nieuwe initiatieven en kansen op. Gelukkige werknemers zijn productieve werknemers en wie weet wat voor mooie ideeën er ontstaan in het buitenland’, aldus de gemeente. VEILIG INTERNET Het klinkt misschien als een betaalde vakantie, thuiswerken in het buitenland, maar dat is het volgens het werkgeversteam zeer zeker niet. Om daar geen misverstand over te laten ontstaan, gelden er voorwaarden. Zo is het de leidinggevende die bepaalt of een medewerker toestemming krijgt om thuis te werken in STRANDEN In een toelichting stelt de gemeente Amsterdam duidelijk dat de thuiswerkregeling vanuit het buitenland niet gaat over gevallen waarin medewerkers op vakantie zijn en vast komen te zitten, omdat er bijvoorbeeld een lockdown in dat land wordt ingesteld. In dat geval is sprake van een tijdelijke situatie en is het afhankelijk van de omstandigheden of gestrande medewerkers het reguliere werk kunnen blijven doen. In die gevallen is er overleg met de leidinggevende en de P&O-adviseur. ‘Gelukkige werknemers zijn productieve werknemers’ het buitenland. ‘Het is geen recht waar een medewerker zich op kan beroepen. Maar als het mogelijk is, dan adviseert het werkgeversteam aan leidinggevenden om toestemming te geven.’ In principe kan volgens het werkgeversteam iedereen die sinds de start van de coronacrisis grotendeels thuiswerkt, ook thuiswerken vanuit het buitenland. ‘Immers, het werk gebeurt nu ook vanuit huis en het zou niet moeten uitmaken waar dat huis staat’, aldus de toelichting. Wel moet de aard van het werk het toelaten om het werk in het buitenland te verrichten. Verder dient, als medewerkers met vertrouwelijke gegevens werken, vooraf goed onderzocht te worden of er in het buitenland een veilige internetverbinding mogelijk is en of er nog andere maatregelen nodig zijn. CARAVAN TABOE Medewerkers die willen thuiswerken vanuit het buitenland worden geacht dat te doen in een huis. Dat betekent dus dat een medewerker een (vakantie) huis huurt, van huis ruilt of in huis bij familie/vrienden logeert. Het is niet toegestaan om vanuit een hotel, caravan of tent te werken. Ook is de medewerker verantwoordelijk voor het arboconform inrichten van de thuiswerkplek en voor goed werkend en beveiligd internet. De te maken kosten daarvoor komen voor eigen rekening. Dat geldt ook voor de eventuele extra verzekeringskosten. Een thuiswerkperiode in het buitenland duurt maximaal zes maanden. Een medewerker die langer wil blijven, neemt dan vakantie of onbetaald verlof op. Vakantieperiodes waarin de medewerker met zijn of haar gezin op vakantie is, bijvoorbeeld twee weken met kerst of zes weken in de zomer, zijn uitdrukkelijk niet bedoeld om thuis te werken vanuit het buitenland en maken geen deel uit van de proef. De normale regels die in Nederland gelden, zijn ook van toepassing als de medewerker vanuit het buitenland werkt. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ARBEIDSVOORWAARDEN NIEUWS 05 ‘ Geen recht waar een medewerker zich op kan beroepen’ Daaronder vallen in ieder geval het goed bereikbaar zijn voor leidinggevenden en collega’s en de regels rond ziek- en hersteld melden. EU-LIDSTATEN Een andere beperkende voorwaarde is dat het thuiswerken vanuit het buitenland met toestemming van de leidinggevende alleen mag binnen de 27 lidstaten van de EU, en binnen het Caraïbisch deel van Nederland. Dat is zo omdat voor landen binnen de EU geen werkvergunning/werkvisum nodig is. Er zijn vier landen waar zonder werkvergunning gewerkt mag worden die geen onderdeel de EU uitmaken, namelijk Zwitserland, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland. CARTOON BEREND VONK Buiten de EU mag een medewerker niet zomaar werken en dan wordt het verlenen van toestemming vanuit de werkgever dus juridisch gezien ingewikkeld, met mogelijk fiscale gevolgen. Medewerkers die van hun leidinggevende toestemming krijgen om aan de proef mee te doen, wordt gevraagd hun ervaringen bij te houden en te delen. Zij vullen voor vertrek, tijdens hun verblijf in het buitenland en na terugkeer een korte vragenlijst in die ze van P&O ontvangen. Hun leidinggevenden doen dat ook. Op die manier meet de gemeente de ervaringen. Die zijn onderdeel van de evaluatie, op basis waarvan de werkgever besluit of er beleid wordt opgesteld rond thuiswerken vanuit het buitenland. Door het negatief reis advies lag de proef een tijdje stil. De evaluatie vindt nu deze zomer plaats. TECHNISCHE ONDERSTEUNING De laptop/iPad en telefoon van het werk mogen mee naar het buitenland. Mochten er technische problemen zijn dan kan hulp worden gevraagd worden aan de Servicedesk van de gemeente Amsterdam. Mocht er een nieuwe laptop of telefoon nodig zijn, dan wordt deze vanuit Nederland opgestuurd. Omdat dat langer kan duren, is het advies een reserve privé- laptop en privé-telefoon mee te nemen, zodat er kan worden doorgewerkt. Als de medewerker niet kan werken, moet deze vrije dagen opnemen.
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN07 VERLOREN WEDSTRIJD, BIJ VOORBAAT Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Kijkt u mee wat dat voor het volgende thema betekent? Ons aanbod Fysieke leefomgeving Training: De BAG de Baas start 8 september Masterclass/Ontwikkel lab: Bestuursadviseur start 16 september Masterclass: Succesvol adviseren in een politiekbestuurlijke context start 17 september Masterclass: Effectief regisseren 30 september Incompany: VNG Leergang Het maken van een Omgevingsplan op aanvraag Incompany: Omgevingswet in Vogelvlucht op aanvraag Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl ‘Besturen is leed toebrengen’, schijnt Ad Geelhoed ooit te hebben gezegd. En voor wie daaraan twijfelt, is er op televisie het programma Opstandelingen. Sophie Hilbrand peurde afgelopen maanden weer als vanouds in lokale hoofdpijndossiers over windturbines, megastallen en volkswijken. Echte klappers in de categorie Bloemendaal (seizoen twee) of Bergen (seizoen een) zaten er dit jaar niet bij. Maar desondanks was het beeld ook nu weer weinig flatteus. Er deugde allemaal weinig van, constateerden de kijkers op sociale media en columnisten in regionale dagbladen. Gemeentevoorlichters, op hun beurt, ‘herkenden zich niet in het geschetste beeld’ of laakten ‘de eenzijdige informatie waar zij om privacyredenen helaas niet op konden ingaan’. Al sinds de eerste aflevering weet het lokaal bestuur maar moeilijk raad met het programma. Het is evident serieuzer en beter gemaakt dan het klassieke recept van Pieter Storms om onaangekondigd en met draaiende camera een verwilderde wethouder over tafel te trekken. Zo makkelijk kom je trouwens tegenwoordig ook een bestuursvleugel niet meer op. Anderzijds is het programma geen rijdende rechter of neutrale onderzoeksjournalistiek. Daarvoor is het frame veel te sterk en te eenzijdig. Het heet Opstandelingen, want het gaat over die opstandelingen. Elke horzel die een punt heeft, wordt geportretteerd als ware het Rosa Parks zelf. Kwestie van vakwerk. Een typische aflevering begint met dramatische beelden en dito muziek bij een paar stevige quotes van de opstandeling. ‘Waarom mag je in een land met zoveel woningnood niet wonen op een recreatiepark? Alleen omdat een of andere pipo op het stadhuis een regeltje niet wil aanpassen?’. En meteen daarna volgt de toon van het programma met een rocknummer uit de jaren 70: ‘No, you won’t fool the children of the revolution, no, no, no’. Dat is ook de eindtune van het programma. Ergens daartussen moet dan die pipo van het stadhuis het Bouwbesluit zien uit te leggen. Geen thuiswedstrijd dus. Burgemeester Hafkamp van Bergen, die het programma voor de eerste aflevering drie uur te woord had gestaan, trof zichzelf naar eigen zeggen terug als de harteloze capo van het Palermo van Noord-Holland. Ook andere gemeenten schrokken zich rot en weigerden in het tweede seizoen hun medewerking. Dat pakte in de vaardige handen van het programma echter zo mogelijk nog desastreuzer uit, zodat in het derde seizoen weer wel actieve bestuurders optraden. Terecht, wat mij betreft. Want juist bij een uitwedstrijd kun je respect verdienen. Wethouder Joost Reus van Culemborg fietste zelf naar de boze ‘ Elke horzel die een punt heeft, wordt geportretteerd als ware het Rosa Parks zelf’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN burgers om hen rechtstreeks onder ogen te komen. Toch kon hij de ‘children of the revolution’ natuurlijk niet voor de gek houden. Ze vraten hem niet meer. Wat is dan die revolutie uit het frame van het programma waar zoveel kijkers op aanslaan, maar waarin bestuurders zo slecht afsteken? En dan bedoel ik de wijze waarop het verhaal wordt verteld, de beelden die daarbij worden vertoond en de accenten die de muziek zet. Welk ideaal van lokaal bestuur wordt er uitgevent? Eigenlijk zou het programma systematisch moeten worden geanalyseerd door beeldwetenschappers met verstand van publieke verbeelding. Amateurs als ik kunnen niet meer doen dan alle afleveringen nog eens achter elkaar terugkijken. Maar dat levert al wel het vermoeden op dat het programma een democratisch ideaal uitdrukt waar een gemeenteraad als volksvertegenwoordiging eigenlijk nooit aan kán voldoen. Want we zijn er niet met minder netwerkcorruptie, ombudspolitiek en meer dualisme. De opstandeling uit het programma is de soevereine burger wiens individuele autonomie langzaamaan absoluut wordt. Nadeel dulden voor het algemeen belang is er dan niet meer bij. Absolute individuele autonomie klinkt als de ultieme democratie. Maar het is een revolutie die haar eigen kinderen opeet.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 08 NIEUWS IN BEELD SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER DATAGEBRUIK IN SOCIAAL DOMEIN HET BELANG VAN DATA Het werken met data is voor het werk van beleidsmedewerkers in het sociaal domein (jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en werk en inkomen) van (groot) belang, stelt driekwart van de respondenten. Slechts acht procent ziet er het nut niet van in. In hun dagelijkse werkzaamheden maakt 55 procent van de respondenten daadwerkelijk gebruik van data. Een procentje minder (54 procent) heeft daar ook succesvolle ervaringen mee. ‘Het is opvallend dat zoveel ambtenaren positief reageren op het gebruik van data en daar ook het belang ervan inzien’, stelt Lisa Zeestraten, een van de onderzoekers van Kurtosis. ‘Ook opvallend is dat doeleinden van datagebruik vooral op interne verantwoording zitten en minder op inhoudelijke verbetering, zoals beleid en dienstverlening.’ Belangrijkste doel om data in te zetten? Het informeren van de gemeenteraad. Met welk doel worden data ingezet* Het informeren van de raad Zicht en grip krijgen op uitgaven Informeren van het college Monitoren van beleid erbeteren dienstverlening cliënt/inwoner Inhoudelijk bijstellen van beleid e Controleren/aansturen aanbieders Ter inschatting toekomstige zorgvraag Hoogte van het budget bijstellen 15,7% 13,4% 12,8% 12,3% 10,1% 10% 8,9% 8,5% 8,2% *meerdere antwoorden waren mogelijk Belangrijkste reden om met data aan de slag te gaan ONVOLDOENDE BENUT 9% 27% 14% 3% 2% 40% Het college van B&W wil het Financiële noodzaak Onze directie/MT wil het Fraudesignalen De gemeenteraad wil het Weet niet De mogelijkheden van data worden in het sociaal domein echter nog onvoldoende benut, ziet Zeestraten uit de onderzoeksresultaten. De doeleinden van het datagebruik zijn divers, maar met stip op één staat de financiële noodzaak. Opmerkelijk vindt Zeestraten dat heel veel ambtenaren eigenlijk niet weten waarom ze met data aan de slag moeten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 NIEUWS IN BEELD 09 Nog lang niet alle gemeenten gebruiken data om grip te krijgen op het sociaal domein. De wil bij ambtenaren om met data te werken is er zeker wel, zo blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en Kurtosis. ‘Er is gretigheid om meer te doen met data, maar er zijn te weinig mogelijkheden’, stelt onderzoeker Johan Posseth. 9,4% ONVOLDOENDE GESCHIKTE DATA 12,8% 10% 18% Belangrijkste obstakels bij gebruik data* Het koppelen van gegevens is moeilijk/ondoenlijk Privacyaspecten Analyseren gegevens tijdrovend Gegevens krijgen van aanbieders is lastig We kunnen beschikbare data niet ontsluiten We hebben onvoldoende data tot onze beschikking *meerdere antwoorden waren mogelijk Prima met data overweg Het werken met data is makkelijk 45% 24% 31% (helemaal)eens: neutraal (helemaal)oneens Ik kan het werken met data me makkelijk eigen maken 61% 26% 13% Het kost teveel tijd om het werken met dat me eigen te maken 19% 25% 57% VERANTWOORDING ONDERZOEK Binnenlands Bestuur en Kurtosis hebben in mei een online-onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van en ervaringen met data in het sociaal domein. 282 ambtenaren die in het sociaal domein werken hebben de volledige vragenlijst ingevuld. STIMULEREN KAN BETER ‘De wil om met data te werken is er; grijp die kans’, stelt onderzoeker Johan Posseth. ‘Benut data voor zowel je beleid als de uitvoering.’ Je moet dan wel kort-cyclisch (wekelijks, maandelijks) monitoren en bijsturen. ‘Als je dat consequent doet, kun je sneller tot inzichten komen en dus meer resultaat hebben met het beleid.’ Het verhaal achter de cijfers is van belang, benadrukt Posseth. ‘Maar daarvoor heb je data nodig. Daar begint het mee.’ De organisatie kan haar medewerkers wel beter ondersteunen. Een kwart van de ambtenaren geeft namelijk aan dat er helemaal of vrijwel geen ondersteuning wordt geboden. Er is vooral behoefte aan extra tijd, training en inzicht in de mogelijkheden. Ook hulp van een data-analist is welkom, om onder meer de data te ontsluiten, te koppelen en te analyseren. 30,7% 19% Ambtenaren (35 procent) stellen dat er te weinig geschikte data voorhanden zijn om effectief beleid te kunnen voeren, zo blijkt uit het onderzoek. ‘Veel ambtenaren die in het sociaal domein werken, willen wel data gebruiken in hun dagelijkse werk, maar lopen daarbij wel tegen obstakels aan’, aldus Zeestraten. Het koppelen van gegevens blijkt een fikse kluif te zijn.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 10 INTERVIEW GIDO OUDE KOTTE DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: SAKE RIJPKEMA Stel dat gemeenten niet uitkomen met hun budget voor jeugdzorg. Dan moeten ze de lokale heffingen verhogen of hun zorgambities bijstellen. Wat ze vooral níét moeten doen, is om meer geld vragen bij het rijk. Aldus Gido Oude Kotte, burgemeester van Aalsmeer. AALSMEERS BURGEMEESTER GIDO OUDE KOTTE: ‘NIET BEDELEN BIJ HET RIJK’ Uitermate stellig en bij tijd en wijle fel is Gido Oude Kotte, burgemeester van Aalsmeer. Het rijk heeft niet oneindig diepe zakken en gemeenten hebben in zijn ogen voldoende ‘knoppen om aan te draaien’, aldus Oude Kotte, die tevens financiën in portefeuille heeft. Veel gemeenten doen dat niet en blijven in Den Haag maar op de deur bonken voor meer geld voor de jeugdzorg. ‘Hou daar toch eens mee op.’ Het is niet dat Aalsmeer bulkt van het geld en daarmee makkelijk praten heeft, zegt Oude Kotte. ‘Ook wij hebben een tekort en ook wij hebben uitdagingen.’ Op de jeugdhulp komt de gemeente structureel 1,5 tot 2 miljoen euro tekort. Aalsmeer kent een uitgebreid netwerk van wegen en bruggen, waar veel vrachtverkeer overheen dendert tussen de bloemenveiling en Schiphol. ‘Omdat er zoveel verkeer over gaat, vraagt dat serieus onderhoud en vervanging.’ Dan zijn er nog de tientallen jachthavens en het daarbij behorende grote recreatiegebied dat onderhoud behoeft en een bloeiend verenigingsleven dat ook gemeentelijke investeringen vergt. ‘Het zijn grote uitdagingen die in de gemeenteraad debat opleveren over waar je wel of niet geld aan uitgeeft.’ De begroting van Aalsmeer omvat 120 miljoen euro. Vanuit het gemeentefonds krijgt Aalsmeer jaarlijks 41 miljoen euro; 79 miljoen euro komt via lokale inkomsten de gemeentekas in. Aalsmeer krijgt per inwoner aanmerkelijk minder uit het gemeentefonds dan andere gemeenten. Dat landelijke gemiddelde ligt op 1.863 euro per inwoner. ‘Wij krijgen 1.147 euro per inwoner.’ Maar dat is eigen schuld, of, zoals Oude Kotte het liever zegt, eigen keuze. Want het zit ‘m met name in de lokale heffingen. ‘Het rijk zegt: u hebt veel mogelijkheden om lokaal te heffen. Dat doen wij niet. Wat betreft de ozb voor woningen zitten we op een gezond gemiddelde, maar wat betreft de ozb voor niet-woningen zitten we ontzettend laag. Als we dat zouden willen, zit daar dus heel veel ruimte in om structureel extra geld binnen te halen.’ KEUZES Het gaat om keuzes die een gemeente al dan niet maakt. Als keuzes niet worden gemaakt, moeten gemeenten zelf op de blaren zitten, vindt Oude Kotte. Ga als gemeente vooral niet bij het rijk uithuilen. Gemeenten kunnen zelf veel meer dan ze nu doen om de financiën op orde te krijgen. Als Aalsmeer de ozb voor niet-woningen bijvoorbeeld zou verhogen, levert dat meer eigen opbrengsten op. Aalsmeer kiest ervoor om dat niet te doen. ‘Het draait allemaal om de vraag hoe je je gemeente financieel op orde houdt.’ Keuzes maken dus, zoals Aalsmeer dat onder meer bij de jeugdzorg heeft gedaan. ‘We kunnen wel telkens naar het rijk wijzen vanwege de tekorten, maar wij geven op basis van de Jeugdwet en onze interpretatie daarvan ons beleid zo vorm dat we een enorme stijging zien in jeugdhulp. Wij kloppen daarvoor niet aan bij het rijk, maar plussen bij vanuit onze eigen middelen. Bij de decentralisaties in 2015 heeft het rijk gezegd dat we er als gemeenten grote verantwoordelijkheden bij kregen, maar ook dat we samen verantwoordelijk zijn voor de financiering ervan.’ De ozb-opbrengsten kunnen daarvoor worden ingezet, stelt Oude Kotte. ‘In gemeenteland wordt vaak gezegd dat de ozb die we lokaal heffen, lokaal kunnen uitgeven. Maar dat klopt niet. Ik vind dat echt ‘In de jeugdzorg durven veel gemeenten niet te kiezen’ een complete misvatting van veel bestuurders. Met de ozb-opbrengsten moeten ook taken worden gefinancierd die we vanuit het rijk hebben gekregen. Het gaat om cofinanciering, en daar valt ook jeugdhulp onder.’ Maar het rijk heeft de jeugdzorg toch in 2015 met forse budgetkorting naar gemeenten overgeheveld? ‘Misschien is het wel zo dat het rijk gemeenten te weinig geld voor de jeugdzorg heeft gegeven, maar ik denk dat we inmiddels meer aan jeugdhulp uitgeven dan voor 2015. We moeten ons achter de oren krabben waar hem dat in zit. De een zal zeggen dat het komt door de vormgeving van de Jeugdwet. Je kunt de wet zo lezen dat gemeenten de verantwoordelijkheid hebben om geen kind tussen wal en schip te laten vallen. Aan de andere kant zie ik ook de reflex dat we geen wachtlijsten accepteren. Als je op dat standpunt staat, vraagt dat nogal wat.’ ERG WIJD Gemeenten hebben de poorten tot de jeugdhulp wel heel erg wijd opengezet, vindt Oude Kotte. Dat mag, maar ook dan moet je als gemeente zelf de (financiële) consequenties dragen. ‘In mijn vorige gemeente Heerhugowaard [waar Oude Kotte wethouder financiën en jeugdhulp was, red.] INTERVIEW 11 CV GIDO OUDE KOTTE (Apeldoorn, 1980) studeerde bestuurskunde aan de Thorbecke Academie en rechten aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens en na zijn studie werkte hij tien jaar als jurist en partner bij een adviesbureau gespecialiseerd in omgevingsrecht en bestuursschades. Van 2010 tot en met 2013 was hij senior docent staats- en bestuursrecht aan de Thorbecke Academie en leidde hij samen met zijn broer een familiebedrijf in de recreatiesector gevestigd in Nederland en Kroatië. Vanaf 2010 was hij raadslid en fractievoorzitter van het CDA in Heerhugowaard. Van 2013 tot 2019 was hij er wethouder. Oude Kotte is sinds april 2019 burgemeester van Aalsmeer. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
Pagina 12
INTERVIEW 13 moest ik een paar miljoen euro op de jeugdhulp bezuinigen. We zijn toen vol op preventie gaan inzetten, net zoals veel gemeenten dat doen. We dachten als we jongeren aan de poort ‘afvangen’, we toe zouden kunnen met kortdurende en lichte hulptrajecten. Dat is een complete misvatting. We zeggen dat we jongeren die zware hulp nodig hebben, ambulant kunnen helpen. Ook dat is een complete misvatting. We krijgen aan de poort veel jeugd te pakken – met dyslexie, met adhd – en dat is prachtig, maar we weten niet of dit op termijn zwaardere en duurdere zorgtrajecten voorkomt. Wat ik wel weet, is dat als je als gemeente de ambitie hebt om kinderen in zo’n vroeg mogelijk stadium te helpen, dat dan de kosten stijgen. Als je als gemeente vindt dat dit de juiste weg is, moet je niet je hand ophouden bij het rijk. Als je dit belangrijk vindt, moet je gewoon fatsoenlijk je ambities bijstellen en geld voor je jeugd erbij leggen. Want wij als gemeenten bepalen het ambitieniveau voor de jeugd: hoe snel ze in een jeugdhulp traject komen.’ De noodkreten van veel gemeenten die zeggen dat ze vanuit de jeugdhulpplicht die de Jeugdwet hen oplegt, niet anders kunnen, wuift hij weg. ‘De Jeugdwet wordt breed geïnterpreteerd.’ Hij pleit er niet voor dat gemeente de poorten tot de jeugdhulp smaller maken, benadrukt Oude Kotte. ‘Maar als we de poort zo breed houden, moeten we wel zo volwassen zijn om daar ook uit eigen middelen geld bij te leggen. En dat betekent dat je andere ambities misschien moet laten varen of temporiseren. Of je kunt, als je dat niet wilt, de wachtlijsten iets laten oplopen. Ja, oké, de wet zegt er wel wat over, maar die zegt ook wat over op de opgave om woningen van het gas te halen en de opgave om asielzoekers op te vangen. Maar als je het geld er niet voor hebt, kan het niet. Als het om jeugd gaat, durven gemeenten die keuzes niet te maken.’ ONDANKBARE TAAK Op andere gebieden maken gemeenten volgens Oude Kotte die keuzes wel. ‘We durven bij de Wmo en de Participatiewet wel aan de knoppen te draaien. Ook als het gaat om de duurzaamheidsambities en de woningbouw ambities, de ambities op onze wegen. Waarom dan niet op jeugd? We moeten dat wel doen. Die ondankbare taak hebben we, maar ook dat is besturen.’ Zijn verhaal geldt niet voor alle gemeenten, verzacht Oude Kotte zijn ferme boodschap. Bij de verdeling van het gemeente‘Ik heb mijn jeugd zo lief dat ik andere ambities uitstel’ fonds moet veel gedetailleerder naar de jeugdzorgproblematiek in een gemeente worden gekeken. Op basis daarvan kan het budget dat via het gemeentefonds bij een gemeente belandt veel reëler worden vastgesteld, vindt hij. Ook vindt hij dat de kortingen waarmee het jeugdgeld naar gemeenten is overgeheveld, moeten worden gecorrigeerd. Zodra de basisfinanciering daarmee op orde is gebracht, moet de (financierings)systematiek op de schop. Het rijk moet een minimumniveau van jeugdzorg bepalen, dat alle gemeenten moeten leveren. Daarvoor moet een basisbudget komen, mede gebaseerd op de daadwerkelijke jeugdproblematiek in een gemeente. Willen gemeenten meer, dan moeten ze daarvoor eigen middelen vrijmaken. Wat de financiering van dat minimumniveau betreft, voelt Oude Kotte wel wat voor een systematiek à la het BUIGbudget, waaruit gemeenten bijstandsuitkeringen betalen. Bij grote tekorten is er een vangnetregeling van het rijk, met een eigen risico, waar gemeenten een beroep op kunnen doen. DIKKE REKENING Dat is de oplossingsrichting waaraan je moet denken, aldus Oude Kotte. ‘Ik zeg dus niet alleen dat gemeenten moeten ophouden met bedelen. Maar als het nieuwe kabinet niet structureel met extra budget voor de jeugdzorg wil komen, ook prima. Nou ja, ik ben wel voor de gek gehouden en in mijn hemd gezet. Telkens komt het rijk met incidentele oplossingen voor de tekorten en houdt het zich niet aan de trap­op­trap­af systematiek [waarbij het budget voor gemeenten meebeweegt met het rijksbudget, red.]. Het rijk presenteert een heel dikke rekening aan gemeenten. Maar ik zal je zeggen: ik heb mijn jeugd zo lief dat ik daarvoor andere ambities wil uitstellen, in overleg met de raad, om dit voor onze jeugd te doen.’ Binnen het college van Aalsmeer staan de neuzen dezelfde kant op, stelt de burgemeester. De raad zegt dat de Jeugdwet moet worden uitgevoerd, maar hikt wel aan tegen de hoge kosten. ‘We werken hier met veel verschillende aanbieders, waardoor we een waterhoofd aan contractmanagers hebben opgetuigd. We kunnen ervoor kiezen met een paar aanbieders te gaan werken. Dat scheelt hier al gauw een half miljoen. Aan de andere kant hebben we bedacht dat we ook kleine aanbieders een kans willen geven. Prima, maar dat kost iets. Dit is nu een keuze die we kunnen maken.’ TIJD Tijd is daarnaast een belangrijk sturings instrument, stelt Oude Kotte. ‘Je moet niet al je ambities tegelijkertijd willen realiseren. Kijk naar de klimaatambitie. Die hebben we als Aalsmeer wel degelijk, maar we gaan niet voor 2030, maar eerder voor 2050. Neem de verduurzaming van onze gemeentelijke gebouwen; dat gaat niet eerder gerealiseerd worden dan 2040. Dat kost miljoenen. We hebben een grote ambitie als het gaat om het onderhoud aan onze wegen. Maar moet je nu alles vervangen? Je kunt ook wat repareren en het in de tijd oplossen.’ Het loslaten of bijstellen van ambities doet gemeenten pijn, weet Oude Kotte. Niet alle gemeenten hebben de luxe om dat te doen, ‘omdat ze tot hun nek in de ellende zitten. Al is dat ook een resultaat van gemaakte keuzes. Sommige gemeenten zitten met een bepaalde erfenis die ze niet het hoofd kunnen bieden. Maar door de wijze waarop gemeenten de Jeugdwet interpreteren, geven ze zichzelf geen keuzeruimte. Veel gemeenten hebben geen keus, maar heel veel gemeenten hebben die wel. De meeste gemeenten kunnen aan voldoende knoppen draaien. Bij een gemeente hier uit de buurt klotst het geld tegen de plinten, maar ze klagen tegelijkertijd steen en been bij het rijk.’ Fel: ‘Hou op met zeuren. Stel dat geld beschikbaar voor jouw jeugd en ga niet lopen bedelen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
Pagina 14
14 ACHTERGROND HERDENKEN DOOR: JEROEN VAN DER SPEK FOTO: NICO GARSTMAN / ANP-HH Het Nederlandse slavernijverleden is actueler dan ooit. Ook buiten de Randstad kijken steeds meer gemeenten naar hun eigen aandeel in de trans-Atlantische slavenhandel. Tijd voor zelfonderzoek, herdenking en een stadsbreed gesprek. TERUGBLIKKEN OP HET SLAVERNIJVERLEDEN: ‘ WE MOETEN NIET BESTRAFFEND MET EEN VINGERTJE WIJZEN’ HOORN Tumult rondom het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen ’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ De rellen rondom het standbeeld van Coen kwamen natuurlijk niet uit het niets’ het Vlissingse onderzoek bekend. De 1 juli 2021 was in meerdere opzichten een gedenkwaardige dag. Nooit stonden zo veel gemeenten en organisaties stil bij Keti Koti, de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen. De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema excuseerde zich zelfs voor de betrokkenheid van het stadsbestuur bij de Nederlandse slavenhandel en raakte daarmee een gevoelige snaar in stad en samenleving. Een snaar die ook buiten de Randstad volop trilt, want in steeds meer gemeenten staat het slavernijverleden prominent op de politieke agenda. Groningen en Haarlem kondigden onlangs een onderzoek aan naar hun eigen rol in het slavernijverleden, in Amersfoort vond een ‘verzoeningsoptocht’ plaats en tijdens de eerste officiële Arnhemse herdenking van de trans­Atlantische slavernij hield burgemeester Ahmed Marcouch een vlammend betoog tegen ‘de giftige erfenis van slavernij’: racisme. Ook Vlissingen kijkt met een kritische blik naar zijn slavernijverleden. Begin dit jaar besloot de gemeenteraad om zijn rol in de trans­Atlantische slavenhandel te onderzoeken. ‘Zeeland heeft een prominente rol gespeeld in het koloniale en slavernijverleden’, zegt initiatiefnemer en raadslid Angélique Duijndam (Lijst Duijndam). ‘Het is belangrijk dat we dat verleden goed in kaart brengen. Niet om bestraffend met een vingertje te wijzen, maar om kennis te verzamelen en te zorgen dat deze periode niet wordt vergeten.’ Inmiddels zijn de eerste resultaten van ‘historiografische verkenning’ van professor Henk den Heijer en Gerhard de Kok laat onder meer zien dat Vlissingen in de tweede helft van de achttiende eeuw de onbetwiste hoofdstad was van de Nederlandse slavenhandel. Tussen 1750 en 1780 vervoerden Vlissingse schepen maar liefst 60.000 tot slaaf gemaakte Afrikanen – zes keer zoveel als de toenmalige stadsbevolking. Duijndam: ‘Dat is een heel schokkend verhaal, dat duidelijk maakt dat onze stad een flink deel van haar rijkdom heeft vergaard door mensen als productiegoederen te gebruiken. Het is belangrijk dat we dat feit onder ogen zien én erkennen dat de inzet van tot slaaf gemaakte Afrikanen onmenselijk en mensonterend was.’ Voor Duijndam hebben de onderzoeken een persoonlijke dimensie. Net als veel andere Nederlanders vormt het slavernijverleden een belangrijk deel van haar familiegeschiedenis. ‘Mijn overgrootvader is honderd jaar geworden. Hij wilde nooit over zijn eigen ervaringen als tot slaaf gemaakte spreken, maar we hebben later precies kunnen achterhalen waar zijn plantage lag, wie zijn eigenaren waren en welke familieleden aan een andere plantage zijn uitgehuurd. Dat verzwegen verleden is nog in de levens van veel mensen aanwezig. We mogen dat niet meer doodzwijgen.’ RELLEN De onderzoeken in Vlissingen, Haarlem en Groningen illustreren de toenemende bereidheid tot zelfreflectie. Ook in Hoorn, vorig jaar prominent in het nieuws vanwege protesten en rellen rond het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen, is zelfreflectie een belangrijk doel. De gemeente startte dit voorjaar een reeks ‘brede stadsgesprekken’ over inclusie, het koloniale en slavernijverleden. ‘De rellen rondom het standbeeld van Coen kwamen natuurlijk niet uit het niets,’ zegt Jan Nieuwenburg, burgemeester van Hoorn. ‘Wereldwijd richtten mensen op veel plaatsen hun agressie af op beelden uit het koloniale verleden. In die context hebben we ons afgevraagd wat er in onze samenleving aan de hand is en hoe we met elkaar een gesprek kunnen voeren over de vraag: hoe voelt iedereen zich thuis in onze stad? Zo is het idee ontstaan voor brede stadsgesprekken met bewoners, belangenorganisaties en buurtorganisaties.’ Die stadsgesprekken hebben geleid tot een serie uitzendingen op de lokale tv. In de eerste ronde ging een interviewteam op straat met inwoners in gesprek, in ronde twee wisselden inwoners ideeën uit in talkshowgesprekken en tijdens een reeks toekomstgesprekken blikten inwoners, lokale instellingen en partijen vooruit op de vraag hoe Hoorn de komende jaren een inclusieve stad kan worden. Een belangrijk onderdeel van de stadsgesprekken is het VOC­verleden, in Hoorn onlosmakelijk verbonden met het standbeeld van Coen. Jan Pieterszoon Coen, voormalig gouverneur­generaal van de VOC, maar ook bekend als ‘de slachter van Banda’, was negen jaar geleden al het middelpunt van een ‘rechtszaak’ in het West­Fries Museum, maar zijn standbeeld mocht van een meerderheid van de bezoekers blijven staan. De gemeenteraad van Hoorn denkt hier hetzelfde over. Nieuwenburg: ‘Ik begrijp heel goed dat het standbeeld van Coen voor sommige mensen een steen des aanstoots is, maar voor ons is het standbeeld juist een goede slijpsteen voor gedachtenvorming. Het beeld helpt ons bij het voeren van het noodzakelijke gesprek over het kolonialeen slavernijverleden.’ DISCRIMINATIE De burgemeester is blij dat de gesprekken niet beperkt zijn gebleven tot het koloniale -en slavernijverleden, maar ook actuele thema’s beslaan: discriminatie, racisme en inclusie. Nieuwenburg: ‘We hebben gezegd: alles mag aan tafel en óp tafel komen. Dus niet alleen Coen, maar ook vragen als: heeft iedereen in onze stad evenveel kansen en kan iedereen meedoen? Dat gaat net zo goed over de acceptatie van mensen op de werkvloer, als over de integratie van de 130 verschillende nationaliteiten die in Hoorn samenleven.’ Nieuwenburg hoopt dat de uitkomsten van de Hoornse stadsgesprekken een plaats krijgen in het onderwijs en dat de gesprekken de gemeente helpen bij het formuleren van een nieuwe bestuursopdracht. ‘Discriminatie en inclusie zijn natuurlijk al jaren een belangrijk thema, maar achteraf moeten we vaststellen dat
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 16 ACHTERGROND HERDENKEN het gesprek over deze thema’s enigszins dreigde te verzanden. De stadsgesprekken dwingen ons om opnieuw met alle betrokken organisaties te kijken hoe we vormgeven aan een inclusief Hoorn. En hoe we ervoor zorgen dat mensen zich niet terugtrekken op een eiland, maar met elkaar in gesprek gaan.’ PIJNLIJKE GESCHIEDENIS Waar Vlissingen en Hoorn zich richten op zelfonderzoek en -reflectie, kiest Tilburg een heel andere manier om stil te staan bij het slavernijverleden: herdenken. Vier jaar geleden kondigde burgemeester Theo Weterings de komst aan van een herdenkingsmonument voor ‘alle nazaten van slaaf gemaakten’. Het monument moet volgend jaar een plaats krijgen op het Johan Stekelenburgplein, aan de noordkant van het station. ‘Het slavernijverleden vormt een uiterst pijnlijke geschiedenis, die in Tilburg bij een grote gemeenschap leeft,’ zegt Early van der Geld, voorzitter van Gedeeld Verleden, Gezamenlijke Toekomst Tilburg. ‘We vinden het belangrijk dat daar meer ruchtbaarheid aan wordt gegeven. Dat er een zichtbare en herkenbare plek is waar je kan herdenken, samenkomen en elkaar ontmoeten.’ Dat Tilburg als eerste Brabantse stad een herdenkingsmonument krijgt, heeft volgens Van der Geld alles te maken met de fraters van Tilburg. ‘De fraters van Tilburg speelden een belangrijke rol in het koloniale en neokoloniale systeem op Curaçao en in Suriname, bijvoorbeeld door het stichten van scholen. Ook de bekendste pastoor van Tilburg, Peerke Donders, was actief in Batavia en Suriname. Hun aanwezigheid heeft ervoor gezorgd dat er in Tilburg relatief grote Antilliaanse en Surinaamse gemeenschappen zijn ontstaan, waar men zich steeds sterker bewust is van het slavernijverleden. Het is heel belangrijk dat we dat bewustzijn een plaats kunnen geven.’ Het Tilburgse gedenkteken wordt na Amsterdam, Rotterdam en Middelburg het vierde slavernijmonument in Nederland. Volgens Van der Geld voorzien de monumenten in een behoefte. ‘Ze vervullen een belangrijke rol bij herdenkingen als Keti Koti. Maar ze zijn ook waardevol voor toevallige voorbijgangers die een tekst op een gedenksteen lezen en zichzelf vragen beginnen te stellen over wat er in het verleden is gebeurd. Daarmee dragen de monumenten bij aan het verspreiden van kennis, bewustwording en wederzijds begrip.’ De verschillende initiatieven om stil te staan bij het slavernijverleden, laten zien dat steeds meer gemeenten van hun verleden willen leren. Dat ziet ook slavernij-onSURINAME De oude koffie- en cacaoplantage Frederiksdorp is tegenwoordig hotel/landgoed derzoeker Karwan Fatah-Black, universitair docent koloniale geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Fatah-Black: ‘Steeds meer gemeenten zijn bereid om hun eigen aandeel in de koloniale geschiedenis of de geschiedenis van de slavernij onder de loep te nemen. Ze gaan er terecht van uit dat je eerst gedegen empirisch onderzoek moet doen, voordat je het politieke besluit neemt om ruimte te maken voor herdenking of excuses. Als je niet goed scherp hebt wát je herdenkt, boet het herdenken zelf ook aan betekenis in.’ Volgens hem laten de onderzoeken duidelijk zien dat de slavenhandel niet alleen een overzeese aangelegenheid was, maar overal in Nederland zijn vertakkingen had. ‘De handel in en de inzet van tot slaaf gemaakten heeft overal sporen nagelaten. Van Harderwijk, waar de soldaten aanmonsterden voor de overtocht naar Suriname, tot Park Rusthoff in Sassenheim, een onderdeel van een voormalig landgoed dat is gefinancierd uit de opbrengsten van koffieplantages in Suriname en Guyana.’ VERRE VAN COMPLEET De onderzoeken die in verschillende gemeenten lopen, worden ondersteund door landelijke onderzoeksprojecten zoals Mapping Slavery, een publieksgeschiedenisproject dat zich richt op het Nederlandse slavernijverleden en het hieraan verbonden erfgoed. Dat neemt niet weg dat het beeld van de Nederlandse slavenhandel verre van compleet is. Fatah-Black: ‘Er is ontzettend veel dat we nog niet weten. In 2018 is er bij station Hoofddorp een herdenkingsstrook voor het slavernijverleden ingericht met de tekst: “Wat is gebeurd, is niet voorbij”. Zo’n gedenkplaats is natuurlijk heel waardevol, maar ik vind het jammer dat daar geen onderzoek aan vooraf is gegaan. In de Haarlemmermeer circuleert een verhaal dat de afschaffing van de slavernij destijds door Amsterdamse kooplieden is tegengehouden, met als argument dat ze het geld van de plantages nodig hadden voor de inpoldering van de Haarlemmermeer. Ik heb niet kunnen verifiëren of het waar is, maar het zou voor de gemeente Haarlemmermeer interessant zijn om te weten. En het zou zo’n herdenkingsplek ook een extra dimensie geven.’ Volgens Fatah-Black komt de toenemende aandacht voor het koloniale- en slavernijverleden niet uit de lucht vallen. De discussie over roofkunst en de excuses van koning Willem-Alexander voor het Nederlandse geweld in Indonesië lieten al zien dat er in Nederland een toenemende bereidheid is tot zelfreflectie op het koloniale verleden. De aandacht voor koloniale én hedendaagse misstanden werd vorig jaar bovendien stevig aangewakkerd door de Black Lives Matter-beweging. Toch moeten gemeenten er volgens Fatah-Black voor waken dat initiatieven die gericht zijn op het slavernijverleden, geen loos gebaar worden. ‘Je kunt als gemeente makkelijk zeggen: we huren een onderzoeksbureau in om ons slavernijverleden uit te zoeken. Dan toon je dat je bereid bent om naar het verleden te kijken, kun je bij wijze van spreken een jaar later je excuses maken en heb je aan je verplichtingen voldaan. Maar de grote vraag is natuurlijk: wat dóé je met de uitkomsten? Dan heb je het over het verband tussen geschiedenis en hedendaagse thema’s als raciale ongelijkheid en discriminatie in het dagelijks leven. Dáár moet je als stad het gesprek over voeren.’ ‘ Er is ontzettend veel dat we nog niet weten’ Foto: Frans Lemmens/ANP-HH] BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 33 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Als er ruzie in een rekenkamercommissie IN DE CLINCH uitbreekt, trekken vier leden zich terug. Een vijfde lid wil blijven. Hoewel dit lid niet direct schuldig is aan het conflict, wil de gemeenteraad toch het lidmaatschap beëindigen. Kan dat? ONGESCHIKT ALS LID VAN REKENCOMMISSIE Als het conflict binnen een rekenkamercommissie (RKC) begint op te laaien, licht Manuel Solinge* – een van de vijf leden – de gemeenteraad in. Die zet een ‘verkenner’ aan het werk om de achtergronden, mogelijke oorzaken en oplossingsrichtingen te onderzoeken. De voorzitter van het presidium verklaart het rapport van de verkenner voor geheim – reden dat de gemeente waar dit speelde niet is bekendgemaakt. Op basis van de Verkenning nemen vier van de vijf leden van de RKC vrijwillig ontslag. Solinge niet – die wordt er vervolgens door de gemeenteraad uitgezet, wat hij aanvecht. Zo wil hij niet dat hij wordt ‘ontslagen’, maar dat desnoods zijn ‘lidmaatschap wordt beeindigd’. De rechtbank Midden-Nederland buigt zich over deze zaak die, ondanks de geheimhouding, niet achter gesloten deuren plaatsvindt, zoals de raad wilde. Solinge vindt dat hij niet ongeschikt is als lid van de RKC. Dat blijkt immers nergens uit de Verkenning. Het conflict binnen de RKC kan hem niet worden verweten, hij probeerde slechts misstanden aan de kaak te stellen die juist waren ontstaan door de ongeschiktheid van andere RKC-leden. Solinge probeerde de grote onderlinge verschillen van mening en inzicht op te lossen. Volgens de gemeenteraad, die zich ook baseert op het advies van de commissie bezwaarschriften, valt er op Solinges inhoudelijke inbreng in de RKC niets aan te merken. Maar hij kan niet goed in de RKC samenwerken en soortgelijke problemen gaan zich De commissie functioneerde in totaliteit niet mogelijk ook voordoen met Solinge in een (nieuwe) RKC. Kortom: hij is niet langer geschikt als lid van de RKC, ook al wees de verkenner Solinge nadrukkelijk niet aan als de schuldige achter het conflict. De RKC functioneerde in totaliteit niet en de verkenner adviseerde de gehele RKC te vervangen. Daarop besloot de raad alle leden te ontslaan. Vier ervan vertrokken vrijwillig, het lidmaatschap van Solinge is nu wegens ongeschiktheid beëindigd – conform de Verordening Rekenkamercommissie. De rechtbank ziet het toch anders: er ontADVERTENTIE Masterclasses Succes met Europa a! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 30 september, 7 en 14 oktober, 4 en 11 november 2021 s informatie en aanmelden > succesmeteuropa.n n breekt in de ontslagmotivering een specifiek op Solinge toegesneden onderbouwing van zijn ongeschiktheid. De raad heeft immers betoogd dat Solinge slechts als lid van de toenmalige RKC ongeschikt is bevonden, maar niet als individu, los van de toenmalige RKC. Dan kan de Verordening niet worden ingeroepen om het lidmaatschap van Solinge te beëindigen. De rechtbank weegt het advies van de commissie bezwaarschriften wel zwaar. Daaruit blijkt dat Solinge vergaderingen van de RKC meermaals voortijdig verliet, dat hij tijdens vergaderingen en gesprekken een offensieve houding aannam en ondoordacht communiceerde. Daaruit mocht de raad concluderen dat Solinge niet (langer) geschikt is om lid van de RKC te zijn, zowel niet in de toenmalige als in een toekomstige. Met deze gedragingen beschikte Solinge niet over de noodzakelijke competenties (op het gebied van communicatie en samenwerking) die nodig zijn voor het lidmaatschap van een RKC. Dat hij het optreden van de RKC aan de kaak stelde, deed hij vast met de beste bedoelingen, maar dat gebeurde niet op een constructieve en passende manier. Zo had ook Solinge een aandeel in het disfunctioneren van de toenmalige RKC en daarvan moet hij de consequenties dragen, aldus de rechtbank (uitspraak 20 oktober 2020). Beëindiging van het lidmaatschap blijft in stand. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBMNE:2020:4461 livestream
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 18 ESSAY INKOOP FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY VERPLICHT DUURZAAM Sociaal en duurzaam inkopen is ook bij overheden nog lang geen staand beleid. Het wordt tijd de vrijblijvendheid te laten varen en te kiezen voor harde doelstellingen, vinden Mark Hillen, Fredo Schotanus en Jeroen Wegkamp. Alleen zo kunnen we de transitie naar een meer inclusieve en circulaire maatschappij een grote impuls geven. Nederland ligt niet op schema. Niet voor het behalen van de klimaatdoelen van Parijs, niet voor het realiseren van de sustainable development goals en niet voor het bereiken van een inclusieve en circulaire economie. Aan goede wil ontbreekt het niet. Organisaties, groot en klein, nemen maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) steeds meer op in hun strategie. Maar goede wil is niet voldoende. Voor de centrale en decentrale overheid ligt er een belangrijke taak om haar bijdrage aan het behalen van genoemde doelen te vergroten. Dat kan door een voor de private sector inspirerende voorbeeldpositie in te nemen en door randvoorwaarden te scheppen die bedrijven stimuleren om hun bedrijfsvoering te verduurzamen. Een impactvolle manier daarvoor is het aanpassen van de wijze waarop de overheid zelf inkoopt. Overheden kopen bij elkaar voor meer dan 300 miljard euro in gedurende een kabinetsperiode van vier jaar. Hoewel de mogelijkheden om duurzamer en socialer in te kopen ook binnen de politiek breed worden onderkend, getuige de programma’s voor maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI) van de afgelopen jaren en het Nationaal Plan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen 2021-2025, kan de 300 miljard euro duurzamer en socialer worden uitgegeven. Er zijn voldoende best practices die aantonen dat dit mogelijk is. Denk aan de inkoop van circulaire kleedgebouwen door de gemeente Utrecht en duurzame kleding door Defensie. Of aan een schoonmaakaanbesteding door de gemeente Leeuwarden, voorbehouden aan sociale ondernemingen. MINDER VRIJBLIJVEND Desondanks is sociaal en duurzaam inkopen nog niet de regel. De vraag is waarom maatschappelijk verantwoord inkopen zo langzaam voet aan de grond krijgt, en hoe beleidsmakers en politici duurzaam en sociaal inkopen in een stroomversnelling kunnen brengen. De Kamerbrief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat horend bij het Nationaal Plan geeft een belangrijke aanwijzing: ‘Daarnaast wil ik het plan minder vrijblijvend maken’. Minder vrijblijvendheid is precies de noodzakelijke voorwaarde om de vaart erin te krijgen. Voor we daar verder op ingaan, lichten we eerst kort toe waar de overheid nu staat met MVI. Onze overheid heeft al de stap gemaakt van inkopen op laagste prijs naar het – in de regel – inkopen op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding (BPKV). Ook heeft de huidige Aanbestedingswet een oplegger waarin ‘het doel’ van de wet wordt geformuleerd: het maximaliseren van maatschappelijke waarde. In de praktijk is het element maatschappelijke waarde meestal een randzaak die bijvoorbeeld wordt ingevuld via de uitvraag van keurmerken of een geringe social-return-verplichting. Het gunnen op basis van duurzame of sociale aspecten is impactvoller, maar duurzame gunningscriteria worden in Nederland niet consistent en in veel mindere mate gebruikt dan in landen als Frankrijk en Groot-Brittannië. Daarbij is de weging van deze criteria meestal laag. Het aanbieden van meer maatschappelijke waarde levert (sociale) ondernemers geen betere prijs of een grotere winkans op. De overheid kan de creatie van maatschappelijke waarde via inkopen dus meer en beter stimuleren. Binnen de rijksoverheid is een voorzichtig positieve trend zichtbaar, maar die stap zien we nog niet bij gemeenten. CAMPAGNES De afgelopen jaren is veel energie gestoken in inspiratie- en communicatiecampagnes gericht op de inkoopfunctie, zoals de rijksinkoopstrategie ‘Inkopen met impact’. Inkopers zijn inmiddels wel doordrongen van het belang van een inclusieve en circulaire economie. De verdere verspreiding van kennis en vaardigheden over MVI onder inkopers is een randvoorwaarde voor een brede adoptie. Inkopers zullen zich de nieuwe oriëntatie en methoden eigen moeten maken en we moeten voorkomen dat elke overheid het wiel gaat uitvinden. De grootste uitdaging zit niet in de inkoopkolom, maar bij het beleid en de doelen van de opdrachtgever, de interne ‘klant’ van de inkoper. De inkoper moet immers het beleid en de vraag van de business volgen, en daar komt nog beperkte aanmoediging vanESSAY 19 ‘ Directies opereren binnen hun begroting’ budgethouder. Vaak vallen de baten namelijk in een ander beleidsgebied. Als bijvoorbeeld de milieudienst een bijdrage levert aan arbeidsparticipatie, vallen de baten bij sociale zaken en werkgelegenheid. daan. Alle inspiratieprogramma’s ten spijt; het blijft vaak bij mooie woorden en wensen die vrijblijvend zijn. Een grotere prioriteit voor maatschappelijke waarde botst met de basale mechanismes binnen de overheid. Directies moeten opereren binnen hun jaarlijkse begroting. Een iets hogere inkoopprijs valt in het huidige budgetjaar, de lagere kosten in de daaropvolgende jaren zijn weinig zichtbaar en zijn vaak, voor bijvoorbeeld wethouders, pas zichtbaar na de ambtsperiode. Voor maatschappelijke waarde geldt dat in nog grotere mate. Het beperken van de opwarming van de aarde of het realiseren van een betere luchtkwaliteit vertalen zich pas na decennia in lagere kosten voor de overheid. Een hogere prijs is heel zichtbaar en de impact ervan is eenvoudig financieel kwantificeerbaar, maar aanmerkelijk grotere baten zoals een bijdrage aan de sustainable development goals zijn dat vaak niet. En zelfs als de baten wel direct financieel zijn, geeft dat niet meteen een motivatie aan de AANGESPROKEN Om daadwerkelijk progressie te maken, zal de business hierop aangesproken moeten worden en deze verantwoordelijkheid op zich moeten nemen. De vrijblijvendheid moet af van duurzaam opdrachtgeverschap. Dan zal de inkoopfunctie flink meer ‘vraag’ krijgen vanuit de business. Veel is vandaag al mogelijk. Wij pleiten dan ook allereerst voor praktische toepassingen die meteen kunnen worden gerealiseerd, en die dus binnen de bestaande wet- en regelgeving mogelijk zijn. Laat elke overheid dit jaar nog vaststellen wat de komende jaren de aanbestedingen zijn waarmee de meeste maatschappelijke waarde kan worden gecreeerd. Het rijk heeft dit gedaan door voor bijvoorbeeld kantoormeubilair, bedrijfskleding en ict-hardware aan te geven dat deze uiterlijk in 2023 circulair moeten worden ingekocht. Beleg deze prioriteringstaak niet primair bij de inkoopafdeling. De prioritering moet komen vanuit de opdrachtgevers binnen de overheid. Deze duurzaamheidsagenda geeft aanleiding en ruimte om met de markt in dialoog te gaan over hoe maatschappelijke waarde meer en consistenter terug kan komen in overheidsopdrachten. Daarbij is een grote betrokkenheid van de opdrachtgevers, de beleidsdirecties, essentieel om samen met inkoop en opdrachtnemers grenzen te verleggen. CONCRETE DOELEN Onder deze duurzaamheidsagenda zijn concrete doelen op de korte termijn nodig om tot resultaten te komen. Bijvoorbeeld door te stellen dat elke overheid in BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
Pagina 20
Cursussen speciaal voor financials in de publieke sector Ontwikkel je vaardigheden bij Academie Publieke Sector. 3 praktische programma’s voor jou Sabine Mur Eva van Wijngaarden Fred Teeven Heb je vragen? Bel of mail ons, wij helpen je graag! 020 30 10 330 / info@nbaopleidingen.nl Bekijk het cursusaanbod op nbaopleidingen.nl/academie-publieke-sector BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ESSAY 21 ‘ Wij pleiten allereerst voor praktische toepassingen’ MARK HILLEN VOORZITTER SOCIAL ENTERPRISE NL FREDO SCHOTANUS BIJZONDER HOOGLERAAR PUBLIEKE INKOOP UNIVERSITEIT UTRECHT; PRINCIPAL CONSULTANT SIGNIFICANT SYNERGY JEROEN WEGKAMP DIRECTOR SUPPLY CHAIN & PROCUREMENT PWC 2022 (maar liefst dit jaar al) ten minste 10 procent van haar inkoopvolume volledig of grotendeels gunt op basis van het maximaliseren van maatschappelijke waarde. Met daarbij de ambitie om het percentage uit te bouwen naar ten minste 50 in 2025. De hoogte van het percentage kan verschillen per productgroep en per overheid en moet vastgesteld worden door het bestuur en openbaar worden gepubliceerd en gemonitord. Overheden moeten wat aanbestedingen betreft niet alleen worden beoordeeld op de naleving van rechtmatigheid, maar ook op duurzaamheid. Net als rechtmatig inkopen mag duurzaam inkopen niet iets vrijblijvends zijn. Duurzaam en sociaal inkopen kan onder andere worden gedaan door alleen offertes bij duurzame en sociale ondernemers uit te vragen. Ook kan substantieel meer gewicht aan maatschappelijke gunningscriteria worden toegekend dan de vaak gebruikelijke 5 of 10 procent. De ondernemer die inclusiviteit of circulariteit heeft opgenomen als integraal onderdeel van zijn businessmodel, kan het gemakkelijkst invulling geven aan de maatschappelijke elementen van de uitvraag. Dergelijke ondernemers hebben daarmee dus een grotere winkans en duurzaam en sociaal ondernemerschap wordt hiermee gestimuleerd. Het effect reikt verder dan de opdracht. Om de complexiteit te verlagen, kan de aanbesteder randzaken die niet leiden tot meer inclusiviteit of circulariteit, zoals het uitvragen van keurmerken, (tijdelijk) beperken. Alle begin is moeilijk en het is niet efficient als elke inkoopafdeling nieuwe methodes gaat uitvinden. Zet daarom een programmabureau op om opdrachtgevers en inkopers te trainen en te helpen om volgens de laatste inzichten en meetmethodes te werken. Daarmee creëer je – samen met onder andere RIVM, TNO, hogescholen en universiteiten – een grote set aan landelijke of Europese meetmethodes voor maatschappelijke waarde en werk je aan kennisontwikkeling in de breedte. Ook kunnen inkoopsamenwerkingsgroepen, zogeheten buyer groups, worden opgestart met overheden met soortgelijke uitdagingen. WETTELIJKE STOK Met de bovenbeschreven aanpak kan vandaag worden begonnen. Het zal een groot aantal ervaringen opleveren, veel successen en ongetwijfeld ook een aantal moeilijkere trajecten waar lering uit getrokken kan worden. Op basis van deze ervaringen kan in de periode 2023-2025 verder invulling worden gegeven aan onder andere de rijksinkoopstrategie ‘Inkopen met impact’: ‘Toevoegen van maatschappelijke waarde is geen secundair doel of bijzaak. Het is de kern van ons werk.’ De Aanbestedingswet biedt voldoende ruimte voor duurzaam en sociaal inkopen, maar de wet is tegelijkertijd vrijblijvend. De ervaring leert dat voor blijvende verandering een wettelijke stok achter de deur nodig is. Zo werd inkopen op basis van BPKV pas gemeengoed nadat het als norm in een wet was verankerd. Maar tijd is kostbaar. Daarom willen wij niet wachten op een wetswijziging, maar voor sociaal en duurzaam inkopen de route van de Gids Proportionaliteit bewandelen. Wij stellen voor dat de wetgever een commissie instelt – waarin aanbestedende diensten, (sociale) ondernemers en onafhankelijke experts zijn vertegenwoordigd – met als taak de Gids Duurzaam en Sociaal Inkopen te formuleren. De Gids kan allereerst als baken dienen en kan na twee jaar worden geëvalueerd, verbeterd en bij Algemeen Maatregel van Bestuur verplicht worden gesteld. Bijkomend voordeel van een Gids is dat er ruimte is voor meer tekst en toelichting, voorbeelden en diagrammen en figuren. Inkopen op prijs-kwaliteit-maatschappelijke waarde wordt zo binnen drie jaar verplicht voor álle aanbestedingen volgens dezelfde ‘pas toe of leg uit’-werkwijze als nu wordt gehanteerd voor BPKV. Bij elke aanbesteding waarbij geen of onvoldoende expliciete aandacht wordt gegeven aan het gestelde in de Gids Duurzaam en Sociaal Inkopen, moet in de aanbestedingsstukken worden gemotiveerd waarom dat het geval is. Als er bijvoorbeeld geen gunningscriteria zijn die gericht worden op maatschappelijke waarde, moet dit worden gemotiveerd. Geïnteresseerde leveranciers kunnen vragen stellen, klachten indienen, naar de Commissie van Aanbestedingsexperts gaan of naar de rechter als een overheid ongemotiveerd geen expliciete aandacht geeft aan maatschappelijke waarde. Maatschappelijk bevlogen ondernemers krijgen zo de gelegenheid om hun toegevoegde waarde zeer nadrukkelijk naar voren te brengen. Daarnaast kan steekproefsgewijs onderzoek worden gedaan door bijvoorbeeld een monitoringscommissie. MVI wordt de norm, niet-maatschappelijk verantwoord inkopen wordt een risico. MEETBARE DOELEN De overheid kan haar inkoopkracht beter benutten voor het versnellen van duurzame transities en het realiseren van inclusiviteit in de economie. De afgelopen jaren is veel aandacht gegeven aan MVI, maar om maximale maatschappelijke waarde te realiseren zullen we de vrijblijvendheid achter ons moeten laten. Dus kiezen voor duidelijke en meetbare beleidsdoelen op de korte termijn waarbij een bepaald inkoopvolume volgens het principe ‘maximaliseren van maatschappelijke waarde’ in de markt wordt gezet. Binnen drie jaar kan een volgende brede stap worden genomen. Maatschappelijke waarde wordt voorgeschreven door de Gids Duurzaam en Sociaal Inkopen en wordt overal opgenomen in gunningscriteria met een ‘pas toe of leg uit’-clausule. Inkopers kunnen en willen wel, beleidsmakers en opdrachtgevers zijn nu aan zet.
Pagina 22
22 ZOMERSERIE TOERISME DOOR: MICHIEL MAAS FOTO’S: SAKE RIJPKEMA De sluiting van horeca, cultuurcentra en pretparken dreef de Nederlander tijdens de lockdown richting natuur. De drukte zorgde voor stress bij veiligheidsregio’s en beheerders, maar heeft ook tot nieuwe inzichten geleid over bezoekersmanagement. Bericht vanaf de Rhedense Posbank. NATUUR KAN DRUKTE NOG GOED AAN IN POLONAISE OVER DE POSBANK DRUK VERKEER E-choppers bij een uitzichtpunt op de Posbank Op een zonnige zomerdag is het levendig te noemen rondom de Posbank, de zuidelijke punt van het nationaal park De Veluwezoom. Racefietsers zoeven langs de Schietbergseweg de stuwwal af richting Rheden, anderen zwoegen omhoog. Boven, bij het paviljoen en uitkijkpunt, is de flinke parkeerplaats nog niet helemaal vol. Volgens de Gelderse Druktemonitor, waarop te zien is hoe druk specifieke natuurgebieden zijn, is het zelfs minder druk dan normaal op een doordeweekse dag. Maar overal op de heide, langs de bosranden en op de heuvels zijn wandelende en fietsende groepen mensen te zien. Op de stenen bank die in 1918 werd gebouwd ter ere van een van de oprichters van de ANWB, Gerard Pos, staat het opschrift: ‘Duizenden bracht hij in en tot de natuur.’ Honderd jaar later blijkt dat in dit deel van de Veluwe, dat inmiddels de naam van de bank heeft overgenomen, nog steeds waar. De Posbank is het zwaartepunt van de bezoekersstroom in de Veluwezoom. Al jaren stijgt het aantal bezoekers van dit bijzondere landschap met zijn grote hoogteverschillen, zandBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ZOMERSERIE 23 verstuivingen, heidevelden en bossen en zijn vergezichten over de IJsselvallei. Maar op sommige dagen kan de druk van bezoekers te groot worden. Dat was vooral merkbaar in de lente en het najaar van vorig jaar, toen de coronamaatregelen ervoor zorgden dat natuurgebieden zo ongeveer het enige weekendvertier konden bieden. Op de Posbank werd het zo druk dat afstand houden niet meer mogelijk was. Gemeenten en de veiligheidsregio moesten ingrijpen met verkeersmaatregelen en afsluitingen. ZO MOOI ‘Dat we hier zo veel bezoekers krijgen, is niet zo verwonderlijk’, zegt Jeroen de Koe, de beheerder van het nationaal park De Veluwezoom namens Natuurmonumenten. ‘Het is nergens op de Veluwe zo mooi als hier.’ Op het beheerkantoor laat hij een foto zien uit de jaren vijftig. Oude auto’s staan kriskras geparkeerd midden in de heidevelden. De aantrekkingskracht van de Posbank is altijd al groot geweest. Niet alleen vanwege het unieke landschap. De Posbank ligt op een steenworp van Arnhem en wordt doorsneden door een aantal kronkelende wegen die ook met de auto begaanbaar zijn. Het is voor de beheerders altijd een uitdaging geweest om de balans te vinden tussen het behouden van de natuur en mensen ervan te laten genieten, weet De Koe. ‘De Veluwezoom is een veel groter gebied, waarin we in sommige delen zo min mogelijk bezoekers willen hebben. We hoeven daar geen hekken neer te zetten: als we daar geen voorzieningen hebben, geen wandelroutes, parkeerplaatsen of en theehuis, dan komt er ook bijna niemand. Zo’n 85 procent van de bezoekers komt maar in 25 procent van het gebied. Maar juist deze strook mag drukker zijn.’ Maar waar ligt de grens van de drukte? Beter gezegd: wat kan de Posbank nog aan? Volgens De Koe, zelf opgegroeid en woonachtig in de regio, ligt het er maar aan hoe je ernaar kijkt. ‘Als ik het aan mijn buren vraag, dan zeggen ze dat het op de Posbank veel té druk is geworden. Maar die beleving kan totaal anders zijn voor dagjesmensen uit de Randstad.’ Op sommige momenten werd de grens vorig jaar wel bereikt, vindt De Koe. ‘Een jaar voor TOERISME NA CORONA Corona legde het internationaal toerisme lam. Maar bewoners van veel toeristenplaatsen haalden opgelucht adem. Binnenlands Bestuur belicht in een zomerserie de lokale bestuurlijke dilemma’s nu de grenzen weer openen. Deel 3: de Veluwe. corona hielden we er al rekening mee dat het aantal bezoekers in 2030 met 30 procent zou stijgen. Die toename hebben we vorig jaar al gehad. We hebben dus een voorproefje kunnen krijgen van de maatregelen die we straks nodig hebben.’ Natuurorganisaties en overheden maken zich zorgen over de gevolgen van de groeiende recreatiedruk voor de natuur en de biodiversiteit op de Veluwe. Het is een moeilijke afweging: bezoekers zijn ook belangrijk voor de lokale economie en moeten de natuur ook kunnen beleven. REGIODEAL Vorig jaar sloten provincies, gemeenten, beheerders, ondernemers en het rijk daarom de Regiodeal Veluwe, waarin 25 miljoen beschikbaar is voor maatregelen om het toerisme in goede banen te leiden en de natuurwaarden te versterken. Een deel daarvan gaat naar het aanpakken van de drukte in een aantal proefprojecten. De Posbank is daar één van. Bas Nijenhuis is provinciaal verbinder en probeert grondeigenaren, overheden, ondernemers en bewoners bij elkaar te brengen om de gebiedsplannen voor de Veluwe uit te voeren. De toename van het aantal bezoekers speelt niet alleen op de Posbank. Op de hele Veluwe is sprake van een grotere belangstelling. ‘Niet alleen van toeristen. Ook de bewoner trekt vaker naar de natuurgebieden vlakbij. En ook dat aantal zal toenemen: in de regio ten westen van de Veluwe en de regio Arnhem/Nijmegen komen er de komende jaren nog 250.000 inwoners bij. Tegelijkertijd is de Veluwe een belangrijk Natura 2000-gebied dat we in stand willen houden en blijven beschermen. Maar het is daarom ook belangrijk dat mensen het belang van die natuur kunnen beleven. Dat hoeft geen tegenstelling te zijn.’ Samen met de toerismebranche is de provincie daarom begonnen met een project om de drukte te meten in natuurgebieden en de bijna real-time gegevens, afkomstig uit mobiele telefoondata, te publiceren op de Druktemonitor. ‘Dat is in eerste instantie op corona gericht, maar het is een middel dat we ook daarna kunnen blijven inzetten.’ Eigenlijk hebben natuurgebieden als de Posbank op drukke momenten dezelfde regie nodig die wordt toegepast in een middelgrote stad op een zaterdag, vindt Nijenhuis. ‘In steden meten we alles, maar hier kunnen we niet zien hoeveel mensen er in het park zijn. Er zijn 250 ingangen in de Veluwezoom. Maar we willen een volgende ‘polonaise op de Posbank’ het liefst voorkomen. Dat kunnen we doen door mensen op een andere plek te laten beginnen, en te zorgen dat mensen zich sneller verspreiden. Dat kunnen overheden en natuurorganisaties niet alleen. Daar hebben we ook de medewerking van de ondernemers op de Veluwe voor nodig. En dat gebeurt ook steeds vaker. Iedereen ziet inmiddels het belang van gezamenlijk optrekken.’ ‘De waardering voor de Nederlandse natuur heeft een impuls gekregen’ STUREN Verschillende partijen maken daarom afspraken over onderwerpen die invloed kunnen hebben op het aantal bezoekers en de manier waarop ze bewegen. Nijenhuis: ‘Dan gaat het ook over communicatie en mensen een bepaalde richting op sturen, zonder dat ze zelf het gevoel hebben dat ze worden gestuurd.’ De Koe: ‘Je moet dingen soms anders doen dan je gewend bent, je soms wat meer verplaatsen in de bezoeker en ze proberen mee te nemen door routes op een
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 24 ZOMERSERIE TOERISME slimme manier te gebruiken.’ Nijenhuis: ‘Dat krijgen we steeds beter in de vingers.’ Zeker als afstand houden niet meer nodig is, is er volgens De Koe weinig bezwaar tegen veel meer bezoekers op de Posbank. Maar even buiten het bezoekerscentrum wijst hij op het grootste probleem van het gebied: veel bezoekers komen met de auto. ‘Dit weiland werd tot voor kort gebruikt om als overloop te dienen als de parkeerplaatsen vol zijn. Eigenlijk mocht het niet, maar met een tijdelijke vergunning kregen we toestemming om dat weiland een beperkt aantal dagen per jaar te gebruiken als parkeerplaats. Maar de vergunning is nu verlopen.’ Even verderop heeft Natuur monumenten een oude manege gekocht, die deels kan worden gebruikt als parkeervoorziening. Toch zal het nog wel even duren voor het zover is: de procedures moeten helemaal worden doorlopen voordat het houten gebouw mag worden gesloopt. Het liefst ziet De Koe dat bezoekers ook andere manieren vinden om het gebied te bereiken. ‘Hemelsbreed ligt het station Rheden hier nog geen vijfhonderd meter vandaan. Maar weinig mensen weten dat het zo dicht bij de Posbank ligt. We hopen de spoorwegen nog eens zover te krijgen dat het station Rheden/Posbank wordt genoemd. En dat er vaker een trein stopt. Op zondag is dat maar één keer per uur. Het zou mooi zijn als de trein vaker stopte, en bezoekers, zoals in de stad, vanaf het station met een huurfiets, e-bike of andere vervoermiddel naar boven kunnen rijden.’ Wat er in de natuurgebieden op de Veluwe gebeurt, is eigenlijk een landelijke trend, ziet Bastiaan Overeem, programmamanager Bestemmingsontwikkeling bij het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC). ‘Dat de aandacht voor de Nederlandse natuur in de lift zat, zagen we al een tijdje. Maar de coronamaatregelen hebben dat in een stroomversnelling gebracht. En in veel gevallen waren dat ook nog eens voornamelijk de eigen bewoners die de natuurgebieden in hun regio bezochten.’ Dat laatste maakte het voor het beheer ook moeilijker, denkt Overeem. ‘Toeristen van buiten laten zich vaak beter leiden. Ze zijn ergens voor het eerst en kiezen vrijwel altijd het pad dat voor ze is aangelegd. Maar bewoners zoeken vaker de haarvaten op: ze beschouwen een gebied vaker als hun achtertuin, en kennen de omgeving beter. Ze houden zich ook minder vaak aan de regels.’ Dat heeft beheerders flink wat werk opgeleverd. ‘Alle partijen zien inmiddels het belang van gezamenlijk optrekken’ BALANS De uiteindelijke balans van de plotselinge toename van bezoekers valt positief uit, denkt Overeem. ‘De waardering voor de Nederlandse natuur heeft een impuls gekregen. Er zijn mensen naar natuur gebieden gekomen die er voorheen nooit kwamen. Een deel daarvan komt weer terug, en wil meer weten over de plek die ze bezoeken. Je ziet bovendien dat daarop wordt ingespeeld door beheerorganisaties. Dat willen we voor de toekomst ook vasthouden: dat meer groepen te gast zijn in de natuur.’ De coronadrukte heeft beheerders en vooral overheden ook wakker geschud, denkt hij. ‘Het besef is nu wel gekomen dat je grote bezoekersstromen niet alleen in goede banen kunt leiden met bordjes en handhaving. Handhaving is eigenlijk het één na laatste middel dat je kunt inzetten BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ZOMERSERIE 25 Ook de bewoner trekt vaker naar de natuurgebieden vlakbij voordat je een gebied afsluit. Er moet vooraf al beter worden nagedacht over de doelen. Alle belanghebbenden in en rondom een natuurgebied moeten gezamenlijk optrekken. Wat doen we met het verkeer? Hoe voorkomen we overlast en onveiligheid? De regiodeal in de Veluwe is daar een mooi voorbeeld van, maar ook in het Limburgse heuvelland hebben ze dat goed opgepakt. Daar zagen ze dat de wegen volliepen met recreanten en hebben gemeenten samen met ondernemers en burgers, via participatietrajecten en digitale sessies, afspraken gemaakt over betere regulatie van het verkeer. Normaal een gevoelig onderwerp, maar daar is het snel gegaan.’ Zoals er op de Veluwe en in Limburg wordt samengewerkt, zo zou het ook op ADVERTENTIE andere plaatsen kunnen, denkt Overeem. ‘We moeten de inzichten die we het afgelopen jaar hebben gekregen zo goed mogelijk benutten. Vooral samenwerking is belangrijk, met name voor overheden. Als één enkele gemeente kun je niets.’
Pagina 26
26 ACHTERGROND EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL Voor gemeenten kan Brussel een bron van subsidies en kennisuitwisseling zijn. Niet elke gemeente maakt daar werk van. ‘Wat ik zo graag zou willen, is dat gemeenten zich interesseren voor wat er elders in Europa gebeurt’, zegt EU-kabinetschef Diederik Samsom. TE WEINIG MENSKRACHT KLEINE GEMEENTEN VOOR EU-PROJECTEN SAMSOM BEPLEIT ZOEKEN SAMENWERKING We hebben een gat in onze begroting, kunnen jullie helpen een subsidie aan te vragen? Vaak krijgt het team dat voor de gemeente Utrecht EU-projecten ontwikkelt, die vraag, zegt Roel Massink die met een team van negen mensen EU-subsidies voor de Domstad probeert binnen te halen. ‘Maar dat is nooit het juiste uitgangspunt. Europese projecten doe je om te leren, en met partners in je stad en daarbuiten om innovatieve aanpakken en ontwikkelingen mogelijk te maken’, vertelde Massink onlangs op het Binnenlands Bestuur-congres Succes met Europa (terug te zien op www.succesmeteuropa.nl.) Want gemeentelijke Europese projectplannen moeten een goede onderbouwing hebben en dat betekent veel werk. Je moet fijnmazig beschrijven wat het project over een tijdsverloop van een jaar of vijf, zes betekent. Daarbij zijn aanvragen zoals voor wetenschapsprogramma Horizon Europe, dat ook een pijler duurzame stad kent, competitief. Maar ook profijtelijk. Utrecht haalde met 44 partners in tien landen een bedrag van 18 miljoen euro binnen uit Horizon 2020, de voorganger van Horizon GEZAMENLIJKE AANPAK Diederik Samsom: ‘Andere landen kunnen leren van onze fietsenstallingen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 T BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 27 ‘ Nederland heeft te vaak een houding dat we het wel alleen kunnen’ Europe, op een projectbegroting van 21 miljoen euro om de stad duurzamer te maken. Zonnedaken, laadinfrastructuur, transitie van mobiliteit en 40.000 woningen van het gas af, daar draait het project om en daarbij leren de partners van elkaar. KENNIS ONTBREEKT Massink adviseert gemeenten die willen starten met Europa om vooral gebruik te maken van netwerken. Utrecht is bijvoorbeeld aangesloten bij Eurocities, een netwerk voor middelgrote steden. Er zijn ook andere organisaties zoals Eurotowns, vanaf 50.000 inwoners, en Energycities dat zich uitstrekt tot in Georgië en het Midden-Oosten. Maar vooral kleinere gemeenten hebben niet de menskracht om EU-subsidies aan te vragen, zo bleek tijdens het congres: ze hebben vaak geen subsidie-experts die projectplannen schrijven. Ook na het event kwam die boodschap uit het Huis der Nederlandse Provincies in Brussel. Volgens Ron Kervezee van de gemeente Alphen aan den Rijn moeten veel ambtenaren het aanvragen van EU-subsidie naast hun bestaande baan doen. Het gevolg: veel avonden en weekenden doorwerken om de programma-eisen te doorgronden en de aanvraag rond te maken en het project te managen. Het ontbreekt gemeenten, en wederom vooral de kleinere, niet alleen aan menskracht maar ook aan voldoende kennis. De ruim 500 deelnemers aan het digitale congres gaven hun eigen Europakennis vaak een drie en af en toe een zesje. ‘De samenvatting is: geen idee’, zegt Diederik Samsom, kabinetschef van vice- president Frans Timmermans van de Europese Commissie in een reactie daarop. Tegelijk zijn veel opdrachten gezamenlijke opgaves, ook voor decentrale overheden, benadrukt hij, die we alleen gezamenlijk kunnen oplossen. ‘Voorbeelden zijn migratie, energie, klimaat, natuur, aangeduwd door regels vanuit Europa en ook aangeduwd door fondsen. Maar Nederland heeft te vaak een houding dat we het wel alleen kunnen’, meent Samsom. Als voorbeeld noemt hij het Europees Herstelplan: er ligt 6 miljard euro klaar in Brussel als Nederland een coronaherstelplan inlevert. Maar het huidige demissionaire kabinet vond dat lang geleden al een zaak voor de nieuwe regering, waarvan de formatie op zijn zachtst gezegd niet erg vlot verloopt. Inmiddels heeft de Europese Commissie ons land hartelijk uitgenodigd om in 2022 wel een plan in te leveren. Samsom: ‘Wat ik zo graag zou willen, is dat gemeenten zich interesseren voor wat er elders in Europa gebeurt, op zoek gaan naar andere gemeenten om daar te kunnen leren, op het platteland van Bulgarije, of Kroatië, of Polen, of Spanje of Portugal. Daarvoor bieden we in Brussel de mogelijkheden. Op die bron van informatie zou je je moeten richten en daar wordt je gemeente beter van.’ Utrecht, dat al jaren de grachten gebruikt om de horeca te bevoorraden, kan dan leren van vervoer over water in andere landen. ‘En andere landen kunnen leren van die brisant gave fietsenstalling die onder het station is gebouwd’, zegt Samsom. Die stalling bij het Utrechtse Centraal Station is de grootste ter wereld. Er passen 12.500 fietsen in. ‘Dat is beter dan het binnenhalen van de snelste en goedkoopst mogelijke subsidiestroom.’ MASSA MAKEN Schaal is sowieso belangrijk om projectplannen te maken en subsidies binnen te halen, aldus Gert Jan Koopman, directeur-generaal Budget van de Europese Commissie. Hoewel de Europese Commissie er alles aan probeert te doen om de administratieve lasten te verlagen, kennen fondsen nog steeds een zware verantwoording. Met een grotere schaal kun je die lasten verdelen en dus de vaste kosten van een aanvraag verlagen, redeneert hij. En zijn advies is die schaal binnenlands eerst op te voeren door lokaal partners te zoeken. ‘Het heeft weinig zin in je eentje in Brussel te shoppen. Het beste kun je beginnen bij de ministeries en de zogeheten beheersautoriteiten in Nederland. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft veel kennis, evenals de Nederlandse leden van het Comité van de Regio’s (CvdR) – het EU adviesorgaan van lokale en regionale overheden.’ Ellen Nauta, burgemeester van de gemeente Hof van Twente en delegatieleider van de Nederlandse delegatie in het CvdR, herkent de problemen van kleinere gemeenten. Ze heeft een hele serie tips voor gemeenten waarvan de eerste een winstwaarschuwing is. Het betekent namelijk hard werken om subsidies binnen te halen. Het vereist doorzettingsvermogen. ‘Blijf volhouden’, zegt ze. En dat leidt tot de volgende tip: durf te investeren. En het is het verstandigst om dichtbij, in de eigen gemeente te beginnen. Soms bieden de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties een inhoudelijk aanknopingspunt, want de EU implementeert die doelen over gendergelijkheid, tegen armoede en voor schone energie, in al haar beleidsterreinen en nodigt ook andere overheden uit dat te doen. Ook kan een collegeprogramma aanknopingspunten bieden om over de grens te kijken en samen te werken. Daarnaast zijn de partners in de eigen regio’s van belang. Universiteiten en hogescholen hebben vaak al een trackrecord in internationale samenwerking en zijn dus belangrijk om ingangen te vinden in Brussel en bij Europese projectpartners. In Friesland gebeurt dat door de site europereadyfryslan.nl, waar ook kleinere partijen netwerkpartners kunnen zoeken om de weg naar andere lidstaten en Brussel te vinden. Het is belangrijk om massa te maken. ‘Ik heb niet de indruk dat ik in Brussel gezien word en daarom moet je massa maken’, zegt Nauta. Verder is het belangrijk te netwerken. Zo bieden de leden van het CvdR een aanknopingspunt, alsook de Europarlementariërs uit de eigen regio. Tom Berendsen (CDA) en Vera Tax (PvdA) zeggen wat dat betreft dat hun kantoren ook altijd gebeld of gemaild kunnen worden met vragen. De Europarlementariërs hebben overigens de Nederlandse decentrale overheden ook nodig. Als er wetsvoorstellen aan komen, is het voor hen belangrijk om voorbeelden te kennen uit de Nederlandse praktijk, zodat die wetsvoorstellen iets aangepast kunnen worden aan de Nederlandse situatie, waar Nederlandse decentrale overheden ook weer baat bij hebben. Tax verwijst naar de site europaomdehoek.nl voor een overzicht van projectideeën. In september en oktober heeft Binnenlands Bestuur een serie masterclasses gepland over subsidies. Het programma staat op succesmeteuropa.nl, waar ook het event van 24 juni is terug te zien. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 28
28 ACHTERGROND CYBERSECURITY DOOR: ALEXANDER LEEUW BEELD: SHUTTERSTOCK Het is moeilijk te zeggen wat sneller toeneemt: digitalisering of de criminaliteit die daarop inspeelt. Criminelen die op een digitale manier geld aftroggelen, hebben echter wel menselijke geldezels nodig. En hackers die Friese boeren terroriseren, zijn gebaat bij onwetende slachtoffers. Projecten door het land heen richten zich op wat telkens weer de zwakste schakel blijkt: de mens. TELKENS IS DE MENS DE ZWAKKE SCHAKEL HOE DIGITALE TRUCS TE VERMIJDEN ‘Breng me je pas of blijf blut.’ Naast die korte zin staan drie smileys met hun tong uit hun mond en dollartekens in plaats van ogen. De boodschap van dit bericht op sociale media is dat er makkelijk geld kan worden verdiend door even kort de pinpas uit te lenen. Het is misschien een vriend, familielid of kennis die het vraagt. Driehonderd jongeren klikten en kwamen op een webpagina die uitlegde waarom ‘money muling’, het dienen als geldezel, een vorm van witwassen is. Het was een online campagne van Haarlem die achtduizend jongeren bereikte. Veertien andere Noord-Hollandse gemeenten gaan verder met het geldezelproject, in samenwerking met zorg- en veiligheidspartners, onder de vlag van de City Deal Lokale Weerbaarheid Cybercrime. ‘We focussen ons op geldezels die worden ingezet door cybercriminelen en online fraudeurs’, zegt regionaal projectleider cybercrime Lynn van Meijgaard van de gemeente Haarlem. De campagne richt zich op jongeren, omdat uit onderzoek al was gebleken dat vooral jonge mannen van 15 tot 23 jaar, uit wijken met een sociaaleconomische achterstand, gevoelig waren voor de boodschap van snel geld verdienen. ‘De hiërarchie is dat het criminele netwerk bovenaan staat, daaronder de ronselaars en onderaan de geldezels.’ Het geld dat een crimineel van een slachtoffer heeft weten af te troggelen, bijvoorbeeld met phishing, gaat naar de rekening van de geldezel. Die pint het en zo wordt het fysiek vervoerd. ‘Een online fraudeur of cybercrimineel wil niet traceerbaar zijn. Die moet ervoor zorgen dat het geld niet te herleiden is. Daar zijn de geldezels voor.’ Criminelen zouden het geld ook kunnen steken in bitcoins of tegoedkaarten, maar dat zijn mindere oplossingen. ‘Met geldezels hebben criminelen gelijk cash in handen en ze zijn relatief betrouwbaar.’ Het is de geldezel die wordt aangepakt. Van Meijgaard: ‘Daar zijn grote gevolgen aan verbonden, zoals het sluiten van de bankrekening of vermelding op een zwarte lijst. Wie op een zwarte lijst komt, krijgt moeilijk een hypotheek. Daarnaast mogen banken nu ook de NAW-gegevens van de geldezels geven aan fraudeslachtoffers.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 29 SCHAAMTE ‘Het lijkt misschien heel leuk, even meewerken met de criminele wereld’, zegt burgemeester van Heemstede Astrid Nienhuis, ‘maar we wijzen de potentiële geldezels vooral op de risico’s.’ Nienhuis is bestuurlijk ambassadeur van het geldezelproject en is lid van de stuurgroep van de City Deal. De menselijke schakel, het creëren van bewustzijn, staat centraal in veel van de projecten die onder de paraplu van de City Deal vallen. In Breda is bijvoorbeeld een project met ambassadeurs in wijken voor mensen die niet digivaardig zijn. Een ander project gaat om een spel, HackShield, waarmee kinderen worden opgeleid tot cyberagenten. Zij moeten de kennis dan overbrengen op hun (groot)ouders. ‘Het is begonnen in mijn eenheid bij Noord Holland, Samen Veilig, en inmiddels doen meer dan zeventig gemeenten mee’, legt Nienhuis enthousiast uit. En in Oost-Brabant vertellen slachtoffers hun verhaal over wat hen overkomen is, om het bewustzijn bij ouderen en laaggeletterden te vergroten. Het valt op dat er nogal wat schaamte is rondom digitale incidenten die mensen ervan weerhoudt verhalen te delen. ‘Mensen denken dat ze dom worden gevonden, zegt Nienhuis. ‘Terwijl we geen enkele schaamte voelen als onze fiets wordt gestolen of bij ons in wordt gebroken. Maar ik kan me ‘ Een cybercrimineel moet ervoor zorgen dat het geld niet te herleiden is’ voorstellen dat er ideeën zijn over de mate waarin je in staat moet zijn om niet in digitale trucs te trappen.’ Zulke verhalen niet delen is volgens Nienhuis een gemiste kans. ‘Er is een bepaalde drempel waar je overheen moet en daar willen we mensen bij helpen met behulp van storytelling. Als je er open over bent, kun je wat van anderen leren. Zo niet, dan kunnen we ook niets doen tegen de computercrimineel. Het is een klein clubje mensen dat ons hiermee belaagt, dus laten we vooral met een grote groep de verhalen delen.’ WACHTWOORDGEBRUIK Hoewel het vaak genoeg voorkomt, is er ook bij agrariërs een gevoel van schaamte als ze het slachtoffer zijn van een ransomware-aanval. ‘Het is toch iets waar je geen antwoord op hebt’, zegt Sytse Zijlstra, docent informatietechnologie bij ROC Friese Poort. ‘Je wilt zo snel mogelijk verder en je wilt niet dat bekend wordt dat je hebt betaald. Gemeenten en onderwijs hebben een meldplicht, maar bij particuliere bedrijven is de schaamte groter.’ Boerenzoon Zijlstra ziet al sinds lange tijd dat de landbouw een van de meest innoverende sectoren is. ‘De nieuwste technieken worden er toegepast. Een slimme boer die vooruitstrevend is, heeft zo’n twintig, dertig systemen. Die genereren allemaal data. Ik zit zelf in de aardappelen en ik heb data over wat ik bemonster, over kruisingen, over de bloemetjes en de bijtjes – heel veel data. Voor kwaadwillenden kan het interessant zijn om dat in te zien.’ Zijlstra voert, samen met studenten die hij opleidt, ‘scans’ uit bij boerenbedrijven die de digitale kwetsbaarheid in beeld brengen. Hoeveel van de boeren die hij sprak zijn slachtoffer geworden van ransomware? ‘Ik heb zelf enkele tientallen scans uitgevoerd en ik vind het moeilijk om er een hard cijfer aan te verbinden, maar ik denk dat het bij een op de drie weleens is gebeurd. Betaald hebben ze overigens niet. De boeren die ik gesproken heb, hadden een back-up, dus die hebben de gegijzelde data uit het raam gegooid en zijn opnieuw begonnen.’ ‘We vragen in de scans hoe het zit met bijvoorbeeld back-ups, updates, firewalls, toegang en wachtwoordgebruik. Het eerste wat me opvalt, is dat de boer niet anders is dan de gemiddelde ambtenaar: ze gebruiken vaak dezelfde wachtwoorden. Wat wel anders is, is dat een boer veel erfbetreders kent. Er komen veel onbekenden op het erf, onder wie vertegenwoordigers van bedrijven bij van wie ze geen klant zijn. Vaak hebben de boeren geen zicht op wie dat zijn of welke bedoelingen ze hebben. Met een jasje en een pasje kan iemand zich vrij gemakkelijk voordoen als iemand anders. Dat kan een financieel doel hebben, maar boeren zijn ook steeds vaker het doelwit van activisme.’ Net zoals testen van cyberbeveiliging bij gemeenten meestal uitwijzen, is fysieke toegang tot de locatie gemakkelijk te verkrijgen. Dat maakt digitaal binnendringen ook makkelijker. ‘Je hoeft maar ergens toegang te krijgen tot de wifi en vanaf daar krijg je vrij simpel toegang tot het netwerk, of kun je een wachtwoord kraken.’ Helaas hebben veel boeren geen streng wachtwoordbeleid en blijven ze het wachtwoord gebruiken dat de monteur instelde. Soms, als de installatiemonteurs telkens hetzelfde wachtwoord gebruikten, waren die ook voor de wifinetwerken van verschillende bedrijven hetzelfde. ZORGPLICHT Nienke Hoeksma, directeur van de MKB Cyber Campus, ziet ook de kwetsbaarheden. ‘Een pluimveehouder in Drenthe had zijn wachtwoorden op een geeltje geschreven. Wie dat heeft, kan zo de temperatuur in de stal regelen en ervoor zorgen dat de kippen aan het eind van de dag niet meer rondlopen. Ergens anders waren we bij een aantal boeren in dezelfde straat; die gebruikten telkens hetzelfde wachtwoord. Toen we bij de derde boer aankwamen, kon ik vertellen wat het wachtwoord was van de wifi.’ Hoogste tijd voor wat bewustzijn.
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 30 ACHTERGROND CYBERSECURITY Als onderdeel van de City Deal wil Leeuwarden, in samenwerking met regionale onderwijsinstellingen als ROC en de MKB Cyber Campus, de weerbaarheid van de Friese agrarische sector verhogen. De scans zijn er onderdeel van. Een belangrijke, wederom menselijke, schakel in de keten is de leverancier. Hoeksma: ‘Een melkrobot is gekoppeld aan het netwerk van de boer, de apparatuur komt van de leverancier. Er worden op de apparatuur echter geen updates gedaan. Leveranciers hebben de digitale weerbaarheid niet tussen de oren, maar ze hebben een belangrijke zorgplicht. De voorbeelden van de pluimveehouder en de wachtwoorden die ik zojuist noemde, zijn gevallen waarbij leveranciers moeten helpen. We proberen elke schakel in de keten ervan bewust te maken dat ze een belangrijke rol hebben.’ De belangen zijn groot. ‘Het gaat hier om de grondleveranciers van voedsel en ze vormen een belangrijk onderdeel van de economie. Dat onderdeel is nu heel kwetsbaar.’ Nederland hoort bovendien bij de wereldtop. ‘Het is onvoorstelbaar wat er aan data wordt bijgehouden. Elke koe heeft al een chip en er wordt bijgehouden COLUMN JAN VERHAGEN ‘ Mensen denken dat ze dom worden gevonden’ welk gras die graast, welk voer die krijgt, hoeveel die drinkt, enzovoort. De snelheid van digitalisering is enorm, zeker met 5G, terwijl de bewustwording op het gebied van weerbaarheid heel laag is.’ Wat het bovendien lastig maakt voor boeren is dat privé en zakelijk door elkaar heenlopen, waardoor een boer ook in zijn privéleven kwetsbaar is. ‘Een van de belangrijkste adviezen is daarom om zakelijke en privénetwerken te scheiden.’ ‘De urgentie wordt gedeeld, maar de snelheid is een tweede. Er zijn er altijd die denken: we gaan zeker maatregelen nemen tegen de kwetsbaarheden, maar ik heb het nu even heel druk dus volgende week. We vinden allemaal dat we het moeten doen, maar we stellen het nog even uit.’ Het is volgens Hoeksma belangrijk dat gemeenten kijken naar wat er op hun terrein gebeurt. ‘Binnen de gemeente Leeuwarden zijn veel agrarisch ondernemers, dus moet de gemeente kijken hoe dat is geregeld. De ervaringen die ze daarmee opdoen, kunnen andere gemeenten gebruiken. Dat is het achterliggende idee van de aanpak: niet opnieuw het wiel uitvinden. De scan is ontwikkeld, die ga je dan toch gebruiken?’ Op 14 oktober worden de resultaten van de projecten gepresenteerd en beoordeeld op het City Deal Cybercrime-congres. Waarmee gaat men verder en waarvoor moet een andere oplossing komen? GROEI VRAAG Wat betreft de geldezels weet Van Meijgaard dat het probleem blijft groeien. ‘Ik hoop op een gegeven moment een daling te zien ten opzichte van andere regio’s, pas dan weet je of zo’n aanpak in de regio werkt.’ Maar het zal in absolute cijfers niet afnemen. ‘Zo lang digitale criminaliteit blijft stijgen, en dat doet het, zal de vraag naar geldezels meegroeien.’ DRAAI ‘De Raad van State heeft een ontwikkeling in denken doorgemaakt. In 2016 was de raad nog voorstander van arbitrage of bemiddeling bij geschillen tussen het rijk en de gemeenten. Maar in de gedecentraliseerde eenheidsstaat wil het rijk het laatste oordeel niet uit handen geven. Daar houdt de raad rekening mee. Dus nu keert de raad zich tegen arbitrage bij geschillen’. Dat zegt Jan Franssen in zijn afscheidsinterview als lid van de Raad van State. Hij draait er niet omheen: de Raad van State heeft een draai gemaakt. En hij geeft er ook de echte reden bij. Die eerlijkheid is te prijzen. En daardoor maakt hij verdere discussie mogelijk. Helaas ontstond na dat interview die discussie niet. Geen enkele burgemeester, geen enkele wethouder, geen enkel gemeenteraadslid reageerde op de draai. En dat is jammer. Want het argument tegen arbitrage ‘het rijk wil het niet’ is uiterst zwak. Sterker nog, dat argument toont juist de noodzaak van arbitrage aan! Het probleem in de relatie tussen rijk en gemeenten is namelijk dat het rijk zijn eigen belang te vaak voorop stelt. Niet het landsbelang maar het belang van de centrale overheid. Dat was bijvoorbeeld de aanleiding voor de toeslagenaffaire. En dat is ook de reden dat de gemeenten al jarenlang veel moeten bezuinigen. De enige arbitragezaak die er is geweest, over het jeugdzorgbudget, toont het nut van arbitrage. Des te fanatieker zouden burgemeesters, wethouders en gemeenteraadsleden voor arbitrage moeten pleiten. De argumenten waarmee de raad in 2016 arbitrage adviseerde bij geschillen tussen rijk en gemeenten, gelden nog steeds. De enige overweging tegen arbitrage blijkt: het rijk wil ‘ Geen enkele burgemeester reageerde’ het niet. Deze overweging getuigt niet van kracht en zelfbewustzijn van de Raad van State. Als die alleen maar adviseert wat het rijk wil horen, dan is hij volkomen overbodig. Sterker nog, dan brengt de Raad van State het landsbelang schade toe. Het rijk hoeft namelijk hierdoor niet in te gaan op de argumenten voor arbitrage, maar kan verwijzen naar het standpunt van de Raad van State dat arbitrage niet aan te raden is. Zo is een vicieuze cirkel in elkaar gedraaid. Het rijk is tegen omdat de Raad van State er negatief over adviseert, en de Raad adviseert negatief omdat het rijk tegen is. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: ROBIN VAN LONKHUIJSEN / ANP-HH BESTUUR ACHTERGROND 31 De burgemeester is het boegbeeld van de gemeente. Hoe zichtbaar ook, toch leven er misverstanden over rol en functie. Sabine van Zuydam schreef een boek over burgemeestersbenoemingen, vertrouwenscommissies en het ambt. Ook handig voor wie daarnaar solliciteert. EISEN AAN DE BURGEMEESTER ACROBATISCH VERMOGEN IS EEN PRE Van Zuydam, bestuurs- en organisatiewetenschapper en onderzoeker, adviseert en begeleidt vertrouwenscommissies namens Necker Van Naem. Dit bureau was betrokken bij ruim honderdvijftig benoemingsprocedures. Onder andere in de stad Utrecht, waar Sharon Dijksma de eindstreep haalde. Ook begeleidde het bureau Arnhem bij de zoektocht naar een nieuwe burgemeester (benoeming: Ahmed Marcouch). Evenals de provincie Overijssel, waar een nieuwe commissaris van de koning moest worden benoemd (benoeming: Andries Heidema). Tijdens het bijstaan van vertrouwenscommissies merkte Van Zuydam dat zelfs politiek betrokkenen niet altijd op de hoogte zijn van de regels en de procedure. Terwijl inwoners soms nog in de veronderstelling leven dat ‘Den Haag’ bepaalt wie de nieuwe burgemeester wordt, of zelfs de koning. ‘Er gebeurt iets achter de schermen, onder strikte geheimhouding. Dat op zichzelf leidt tot misverstanden en verhalen. Om daar een eind aan te maken heb ik dit boek geschreven. Om een inkijkje te geven in de procedure en wat een kandidaat te wachten staat als die daar instapt.’ Bestaande informatie over burgemeestersbenoemingen is volgens Van Zuydam tamelijk technisch. ‘Er is een gedetailleerde en supernuttige Handreiking burgemeestersbenoeming, waar ik zelf nog aan heb meegeschreven. Maar dat is meer een naslagwerk voor griffiers, die het werk van de vertrouwenscommissie tijdens de procedure in goede banen moeten leiden. Die informa
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 32 ACHTERGROND BESTUUR DUIKEN, VALLEN, OPSTAAN EN WEER DOORGAAN tie is minder toegankelijk voor een breed publiek.’ Haar boek – Burgemeester ben je. En je kunt het ook worden – is hybride, maar vooral praktisch. Met uitleg, passages uit het staatsrecht en de Gemeentewet, anekdotes en quotes en ervaringen van burgemeesters. Daarnaast gaat ze in op de voor- en nadelen van meerdere (mogelijk toekomstige) aanstellingswijzen, waarbij ook het fenomeen gekozen burgemeester voorbijkomt. ‘De voorbeelden verluchtigen niet alleen, maar maken het proces inzichtelijker en herkenbaarder. Zeker voor mensen die er verder vanaf staan. Daarnaast is een procedure mensenwerk. En het is niet zo dat als je er eentje hebt gezien, je ze allemaal hebt gezien.’ KLASJE Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters heeft een ‘burgemeestersklasje’. Grote politieke partijen helpen soms hun eigen kandidaten met voorbereiding op de sollicitatie. Een echte opleiding voor burgemeesters is er niet. Hoeft ook niet, vindt Van Zuydam. Zij tilt zwaarder aan bestuurskwaliteiten en vaardigheden, waarvan sommige aan te leren zijn. ‘Ook een niet in het openbaar bestuur doorgewinterde kandidaat kan die kwaliteiten ontwikkelen in andere functies, in het bedrijfsleven of bij maatschappelijke organisaties. De trend is dat zich mensen aandienen die niet het geijkte pad hebben afgelegd van raadslid en wethouder naar burgemeester, of als Kamerlid.’ De oud-journalisten Sjors Fröhlich en Pieter Broertjes zijn daarvan voorbeelden. ‘Alleen al in de eerste helft van 2021 kwamen er een stuk of zes partijloze burgemeesters bij op een totaal van dertien, eind 2020’, telde ze. ‘Kleine verschuivingen, maar er is een kentering in gang gezet. Ik kan niet zeggen of en hoe zich dat voortzet. Maar het type burgemeester dat als grijze bestuursmuis onzichtbaar z’n werk doet, wordt zeldzaam. Veel gemeenten geven in hun profielschets ook al aan dat ze dat niet willen.’ De lokale context speelt daarbij een rol, iets wat volgens Sabine van Zuydam steeds meer ruimte krijgt in profielschetsen. Wat voor gemeente is het? Wat voor mensen wonen er? Wat zijn de bestuurlijke uitdagingen of gevraagde accenten? Die kunnen van gemeente tot gemeente sterk verschillen. In haar boek noemt Sabine van Zuydam opvallende cases van burgemeestersbenoemingen, de dynamiek eromheen, of juist van hun vertrek. GLAZEN HUIS Jean Paul Gebben, burgemeester van Renkum, gaat in het voorjaar van 2016 stappen met de vriendengroep van zijn zoon. In het uitgaanscentrum van Arnhem wordt hij gefotografeerd met een meisje, dat hij lastig zou hebben gevallen. Achteraf blijkt de jonge vrouw een goede kennis. Weinig aan de hand, maar op sociale media is het oordeel al geveld. De burgemeester had verder tijdens zijn piketdienst een paar borrels op. Hij ziet geen andere uitweg dan aftreden. Hij is nu burgemeester van Dronten. FRIEZIN, GEEN HAAGSE Pauline Krikke redt het niet nog eens als burgemeester, na een eerder burgemeesterschap te Arnhem. Na een vernietigend rapport over het uit de hand lopen van te hoge vreugdevuren op het strand van Scheveningen tijdens de jaarwisseling van 20182019, ziet ze zich gedwongen op te stappen als burgemeester van Den Haag. De verwijten zijn dat ze weinig krachtdadig optrad en onduidelijke afspraken maakte. Ook wordt haar aangewreven dat ze empathie mist. ‘De Friezin werd nooit een Haagse’, kopt het Algemeen Dagblad. LUISTERVINKJE Ralf Krewinkel, op dat moment burgemeester van Heerlen en met verlof vanwege een ziek kind, solliciteert naar het burgemeesterschap van het kleinere Kerkrade. Dagblad De Limburger weet dat te melden, en ook dat hij het niet wordt. Is de geheimhouding geschonden en lekte iemand uit de vertrouwenscommissie of de besloten raadsvergadering? Kerkrade doet aangifte en gouverneur Theo Bovens beticht de krant van ‘afluisterpraktijken’. De toedracht blijkt banaler: de geluidsinstallatie in de zaal stond te hard. In een belendende ruimte hoefde de verslaggever alleen maar mee te schrijven. Heerlen blieft Krewinkel niet meer. Hij is nu directeur van een reinigingsdienst in de Mijnstreek. NUMMER TWEE In 2012 zingt in Nijmegen al de naam rond van Sharon Dijksma als beoogd burgemeester. Regionaal dagblad De Gelderlander schrijft dat de vertrouwenscommissie niet unaniem is in haar voorkeur, en peilt digitaal meningen van lezers. De uitkomst luidt dat Dijksma weinig aanhang geniet. Na een marathonvergadering geeft de gemeenteraad de voorkeur aan nummer 2 op de lijst, CDA’er Hubert Bruls, op dat moment nog burgemeester van Venlo. Een linkse kandidaat die het niet goed doet in ‘Havana aan de Waal’? Waarom, vraagt krant zich af. Heeft de raad zich laten beïnvloeden door de publieke opinie, of is dit een zuiver eigen oordeel? Raadsleden blijken niet voetstoots te kiezen voor een kandidaat van hun eigen partij, iets waar de krant kennelijk wel van uitging. Een groot deel van haar boek is bij uitstek geschikt voor leden van de vertrouwenscommissie. ‘Het kan zomaar zijn dat je twintig jaar in de raad hebt gezeten, maar nog nooit een benoemingsprocedure van nabij hebt meegemaakt. Laat staan dat je in de vertrouwenscommissie zat. Dat komt wel minder voor. Burgemeesters die twintig jaar zitten, zijn inmiddels op de vingers van één hand te tellen.’ Van Zuydam vindt dat gemeenteraden hun eigen rol soms te klein maken. ‘Bij de benoemingsprocedure moet de raad zich realiseren hoe belangrijk zijn eigen rol is. Je mag stevig zijn in wat je vraagt van een burgemeester. Het gaat ook om de toekomst van jouw gemeente. Zoek ook goede samenwerking met de commissaris der koning. Zie die niet als de vijand die een eigen voorkeurskandidaat heeft, maar als goede bron.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 33 tie en justitie en boegbeeld bij calamiteiten. Zoals Jan van Zanen bij de Utrechtse tramaanslag of recent Daan Prevoo tijdens de watersnood in Limburg.’ KOP VAN JUT Netwerker, sociaal werker, burgervader- of moeder, kanjer in het stroomlijnen van besluitvorming of het coachen van raadsleden: het verschilt per burgemeester waar het accent ligt, en ook heeft elke burgemeester een eigen bestuursstijl. Maar altijd moet de burgemeester een bestuurlijke evenwichtskunstenaar zijn. En soms als ambtsdrager een kop van Jut. ‘Je hebt op zoveel verschillende gebieden een rol te vervullen’, aldus Van Zuydam. ‘Ten opzichte van de samenleving, de regio, de gemeenteraad, de ambtelijke organisatie. Dan heb je nog taken op het gebied van openbare orde en veiligheid, zoals we tijdens de coronacrisis goed hebben kunnen zien. Verder is er nog de burgemeester in crisissituaties. Trooster en luisterend oor, maar ook hoofd van de driehoek met poli‘Op allerlei plekken wordt er aan je getrokken’, weet Van Zuydam. ‘Dat levert soms dilemma’s op. Al is het maar praktisch, over waar je je tijd aan besteedt. Je moet heel goed de balans bewaken.’ Zij raadt gemeenteraden aan niet te zoeken naar een schaap met vijf poten. ‘Ook al moet een burgemeester van veel markten thuis zijn vanwege het palet aan taken en de omvang daarvan, toch adviseer ik te prioriteren in wat echt belangrijk is. Niemand is overal even goed in. De gewenste sterke punten moeten in de profielschets terugkomen. Eigenschappen als stressbestendigheid, onafhankelijkheid en snel kunnen schakelen zijn basiscondities.’ GEZINSLEVEN De dubbelrol van voorzitter van de gemeenteraad en tevens voorzitter van het college kan de burgemeester in een spagaat doen belanden, beaamt Van Zuydam. ‘Die spanning zit ingebakken ADVERTENTIE sinds de dualisering.’ Slechts weinig burgemeesters zien dit volgens haar zelf als probleem: ‘De burgemeester is een linking pin. Binnen het college kan hij of zij ook het perspectief van de raad voor het voetlicht brengen en de wethouders erop attenderen als dat te weinig aan bod komt. Ik kan me wel voorstellen dat er versterking nodig is op onderdelen. Bijvoorbeeld door expliciet te investeren in het raadsvoorzitterschap en de zichtbaarheid van die functie.’ De rolwisseling kan tijdens de gemeenteraadsvergadering zichtbaar worden gemaakt. ‘Bijvoorbeeld door op het moment dat je als burgemeester als portefeuillehouder optreedt, van plaats te wisselen.’ Een gegeven van deze tijd is dat de burgemeester meer dan ooit in een glazen huis woont en dat de invloed van (sociale) media in de lokale samenleving groot is. Handig voor de profilering, maar soms ook vernietigend. ‘In alle gesprekken die ik voer, hoor ik dat terugkomen. Wil je burgemeester worden, dan moet je goed beseffen waar je aan begint en welke impact het heeft op je leven en dat van je gezin.’ IN VIJF DAGEN EEN BETERE CONTROLLER Werk je of ga je werken als controller? Volg de opleiding Controller in een Week en breng je fi nanciële en strategische inzicht naar een hoger niveau.  Ervaren topdocenten  Personal Coaching  Inclusief e-learning Word een moderne controller. Ga naar AlexvanGroningen.nl
Pagina 34
34 ACHTERGROND KLIMAAT DOOR KATJA KEUCHENIUS FOTO: SHUTTERSTOCK Dat bomen van groot nut kunnen zijn, is inmiddels bekend. Maar hoe maak je daar als gemeente goed gebruik van? Het Amerikaanse programma i-Tree berekent allerlei cijfers over de baten van individuele bomen. Niet elke boom levert namelijk hetzelfde op. BOMENBATEN BEREKENEN MET I-TREE GROEN RENDEMENT Het is volgens Leendert Koudstaal een Middeleeuwse wijsheid: de juiste boom op de juiste plek op de juiste groeiplaats. Dat wordt tegenwoordig vaak vergeten in gemeentelijk bomenbeleid, merkt hij. Koudstaal is voorzitter van de Intergemeentelijke Studiegroep Bomen en werkt als beleidsadviseur bomen en groen voor de gemeente Den Haag. ‘In elk coalitieakkoord staat wel: “Wij willen meer bomen”, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Wat er extra komt, is vaak heel schraal. Zeker als er een keer een storm of ziekte toeslaat.’ Hij wil daarom af van het simpele ‘stammetjes tellen’, dat nu nog veel gebeurt. Meer stammetjes brengen namelijk niet automatisch meer groene voordelen. Die voordelen komen pas als je de juiste bomen goed plaatst en de ruimte geeft. Koudstaal brengt de oude bomenwijsheid in praktijk met een heel modern hulpmiddel. Hij berekent wat individuele bomen precies bijdragen aan hun omgeving met het programma i-Tree. Het uit de Verenigde Staten afkomstige rekenprogramma kan vertellen hoeveel CO2 een individuele boom afvangt, hoeveel water die opvangt en hoeveel koelte die brengt. Sommige van die ‘ecosysteemdiensten’ zet het programma zelfs om in het aantal euro’s dat een gemeente daarmee bespaart. Die cijfers helpen ook bij discussies die ontstaan als ergens bomen moeten wijken. Koudstaal: ‘Misschien waren dat wel heel slechte bomen en kunnen in nieuwe projecten goede boomsoorten, onder goede omstandigheden en goede plantplaatsen veel beter presteren. Ook actiegroepen gaan daarin mee. Ze strijden niet meer voor de laatste krakkemikkige boom, maar voor groen in de stad.’ De gemeente Den Haag maakte zelf ook de overstap van stammetjes tellen naar het meten van kroonoppervlakte. Daarvan wil de stad de komende tien jaar 5 procent meer laten groeien. Het zijn immers de bladeren die zo’n 10 procent van het regenwater opvangen en direct weer laten verdampen. Dat scheelt de stad euro’s omdat het riool dan niet hoeft te worden aangepast op toekomstige piekbuien, of omdat de bestrating niet wegstroomt. Het zijn bovendien de bladeren die luchtvervuiling afvangen en schaduw brengen. En zo zijn er nog ruim twintig ‘diensten’ die goed groeiende bomen de stad of dorp leveren. KROONOPPERVLAKTE I-Tree werd ontwikkeld door de United States Forest Service, om te kwantificeren wat bomen bijdragen aan hun omgeving. Inmiddels kunnen in de Verenigde Staten al 24 ecosysteemdiensten van bomen worden omgezet in dollars. Die cijfers helpen volgens Koudstaal zo’n 200 steden wereldwijd om hun groenbeleid te bepalen. In Nederland zijn we nog niet zover. Het gebruik van i-Tree bleef tot nu toe beperkt tot pilot-studies. Verschillende gemeentes hielpen mee om i-Tree goed toepasbaar te maken onder Nederlandse omstandigheden, op basis van wetenschappelijk onderbouwde cijfers. Hier groeien immers andere boomsoorten in andere groeiomstandigheden en zijn niet alle besparingen precies evenveel waard als in de Verenigde Staten. Na jaren testen gaat Koudstaal nu graag verder met i-Tree. Zo ook zijn burgemeester. ‘Jan van Zanen is voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en een groot bomenliefhebber’, zegt Koudstaal. ‘Hij wil i-Tree nu ook eindelijk echt operationeel maken.’ De nieuwe bomen nota van de stad noemt naast 5 procent meer kroonoppervlakte ook de ambitie om de groei goed bij te houden. De stamdiktes van alle Haagse stadsbomen in de openbare ruimte zijn inmiddels gescand met een Lidar-scanauto. Dat kan worden aangevuld met satellietbeelden en gegevens van vrijwilligers, die metingen doen vanaf de grond en ziektes of plagen signaleren. Er liggen al verschillende offertes om al die gegevens in i-Tree te zetten, want dat is met zo’n 120.000 bomen nog een hele klus. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 e BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Het gaat niet meer sec om hoe leuk groen is’ LEUK GROEN In Alphen aan den Rijn staan alle 58.000 bomen al in i-Tree. Dat gebeurde onder de enthousiaste leiding van Niek van ’t Wout, beleidsmedewerker groen. Zo kan hij bomen eindelijk echt goed onder te aandacht brengen bij zijn collega’s. Van ‘t Wout voelde zich altijd een beetje Calimero als hij weer eens vertelde hoe belangrijk groen was. ‘Tja, god, daar heb je die ook weer’, hoorde hij zijn collega’s denken. Ondertussen zag hij dat bomen op steeds meer terreinen de wereld konden helpen. Van ’t Wout: ‘Maar hoe pak je dat aan als Calimero?’ I-Tree geeft niet alleen cijfers over klimaatadaptatie, maar ook over de bijdragen van bomen aan sociale cohesie en gezondheid, zoals minder ligdagen in het ziekenhuis. Van ’t Wout: ‘Je kunt de baten van bomen heel inzichtelijk maken. Het gaat niet meer sec om hoe leuk groen is, want dat weten we nou wel. We kunnen nu kijken welke positie groen heeft in al die vraagstukken die we hebben.’ Van de elf opgaven van zijn gemeente koppelde Van ’t Wout zes opgaven aan de baten van groen. Daarmee klopt hij nu aan bij de wethouders: ‘Ik kan iets voor jou betekenen’. Een voorbeeld is het Prinses IreneBos, een deel van een veertig jaar oud park van 24 hectare groot. ‘Dat representeert een half miljoen euro aan fijnstoffiltering, CO2 -opslag, watervasthoudend vermogen en schaduwwering. En als je het laat groeien, komt er jaarlijks 70.000 euro aan waarde bij’, zegt Van ‘t Wout. Ook voor de terreinen zorg & welzijn en educatie kan het bos veel betekenen. Denk bijvoorbeeld
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 36 ACHTERGROND KLIMAAT aan goed begaanbare paden voor inclusieve recreatie, natuurbeleving en zinvolle dagbesteding. Het bos werd vorig jaar opgeknapt en kreeg daarbij themaroutes en informatiepunten over eetbare planten, het klimaat en bijen. Het bos biedt bewoners bovendien een plek om te sporten en draagt bij aan de biodiversiteit. Voor steeds meer van deze functies heeft i­Tree de cijfers beschikbaar. TRUKENDOOS De i-Tree trukendoos werkt echter alleen als het bos goed wordt onderhouden, weet ook Van ’t Wout. Toen hij de afgelopen twee jaar de baten van bomen liet berekenen voor zijn gemeente, werd het hem steeds duidelijker wat het kost als we de verzorging van bomen niet serieus nemen. ‘Een boom die goed groeit, geeft een bepaald rendement’, zegt Van ’t Wout. ‘Maar een boom die slecht groeit en maar kort staat, levert weinig op.’ | Het heeft volgens hem daarom weinig zin om ‘voor de bühne’ extra bomen te planten. ‘Je moet een kwalitatief groenbeleid voeren. Erop toezien dat de kwaliteit wordt gehaald en daar ook consequenties aan verbinden.’ Vaak staan bij gemeenten de afspraken volgens Van ’t Wout wel goed op papier, maar gaat het in de uitvoering mis. ‘In een bestek staat hoe de aannemer het groen moet onderhouden. Genoeg snoeien, niet laten verdrogen, dat soort dingen. Opzichters buiten moeten daar beter op gaan letten. Het gaat bij groen niet meer alleen om dat er mooi uitziet. Een aannemer moet zich realiseren dat wij de CO2 ­compensatie niet halen als hij een boom slecht verzorgt. Dat kost ons geld.’ Het duurt volgens Van ‘t Wout nog wel zo’n dertig jaar voordat iedereen dat snapt. ‘Groen gif moet je langzaam toedienen’, grapt hij wel eens met andere natuurliefhebbers. ‘Je moet mensen de tijd geven om ‘Groen gif moet je langzaam toedienen’ mee te bewegen met de gedachte die jij hebt.’ Hij vertelde twee jaar geleden over i­Tree en nam bestuurders mee naar het park om ze te wijzen op voorbeelden van CO2 ­opslag en biodiversiteit. ‘Zo’n insteek werkt ook voor de acceptatie in de samenleving’, zegt Van ’t Wout. ‘Wie zal er nou tegen meer recreatiegebied zijn?’ BOUWOPGAVE In de aanloop naar een nieuw groen beleid liet Van ‘t Wout alle functies en waarden van de stadsbomen vastleggen. Met die cijfers bedacht hij een strategie voor de bouwopgave die van de provincie bínnen de gemeentegrens moet gebeuren. ‘Dat gaat vaak ten koste van groen, want dat is de enige ruimte waar je nog kunt bouwen’, zegt Van ’t Wout. ‘Zo maak je je impopulair bij bewoners en je verliest groen. Je kunt beredeneren dat je voor alles dat je weghaalt meer grond moet aankopen voor nieuw groen en recreatieve ruimte. Dan maak je geen groen kapot, maar zorg je dat we er meer van krijgen.’ Een ander voorbeeld: nu Van ’t Wout weet hoeveel CO2 er in het hout van bomen zit opgeslagen, wil hij die cijfers betrekken bij zoiets als huishoudens van het gas afhalen. ‘Goed groenbeleid kan ons tijd bieden om dit soort programma’s uit te voeren.’ Den Haag doet zijn best om de baten van bomen ook inzichtelijk te maken voor beADVERTENTIE woners. Die kunnen in een bomenapp zien hoe het gaat met de bladgroei in hun straat en ook in welke wijken het groen afneemt. ‘Die transparantie is misschien lastig’, zegt Koudstaal, ‘maar zo kun je veel beter bepalen en uitleggen wat van toepassing is in jouw stad. Je maakt inzichtelijk wat een boom oplevert als het gaat om over gezondheid, duurzaamheid en klimaatbestendigheid. En je kunt zeggen: het is ongewenst om in een achterstandswijk zo weinig bomen te hebben.’ Welke bomen in een stad nodig zijn, ligt ook aan de opgaven die je hebt. ‘Voor veel klimaatopgaven zijn snelgroeiende bomen aantrekkelijk’, zegt Koudstaal. ‘Er zijn populieren, nieuwe iepenrassen en esdoorns die na vijf jaar al halfvolwassen zijn met veel kroonoppervlakte. Maar je kunt ook kiezen voor bomen met een langere levensduur, die 150 jaar oud kunnen worden en die je dus minder snel hoeft af te schrijven.’ Wageningen University & Research werkt met behulp van i­Tree aan een keuzetabel die volgens Koudstaal werkt op een Booking.com­achtige manier. ‘Ik wil een bomenlaan, dicht bij zee, die veel schaduw geeft én de luchtkwaliteit verbetert.’ Zo kiezen gemeenten straks gemakkelijk én wetenschappelijk onderbouwd de juiste groeiplaats op de juiste plek voor de juiste boom. OPINIE 37 NEDERLAND DREIGT DE BOOT TE GAAN MISSEN INVESTEREN IN INNOVATIE IS BITTERE NOODZAAK De Nederlandse innovatiemotor hapert. Dat is de zorgwekkende conclusie na de meest recente update van de toonaangevende European Innovation Scoreboard. De rijksoverheid moet hard aan de bak om meer te investeren in innovatie met impact. Op het eerste gezicht kun je zeggen dat de vlag uit kan: Nederland is het op vijf na meest innovatieve land in de EU. Drie Nederlandse regio's – Utrecht, Noord-Brabant en Noord-Holland – zijn innovation leader in de Regional Innovation Scoreboard (RIS). Wie iets verder kijkt, ziet dat er onder de motorkap problemen opdoemen. Nederland stagneert, waar andere landen groeien. Een belangrijke graadmeter voor innovatie zijn de investeringen in research & development (R&D). De EU hanteert het strategische doel om 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) te besteden aan innovatie en R&D. In 2019 ging 2,2 procent van ons bbp naar R&D, een percentage dat sinds 2013 nagenoeg hetzelfde is. Ter vergelijking: de Duitse innovation leader BadenWürttemberg besteedt 5,7 procent van zijn bbp aan R&D. MARTIJN VAN GRUIJTHUIJSEN ROBERT STRIJK ILSE ZAAL Nu zeggen lijstjes niet alles. Nederland is nog steeds een sterke innovatiespeler en meerdere Nederlandse regio’s staan internationaal bekend als innovatieve krachten. De kracht van de Nederlandse innovation leaders schuilt in samenwerking. Kennisinstellingen, bedrijven met voldoende schaal en overheden werken daar samen, zodat kennis snel wordt ontwikkeld, verspreid én toegepast. Dat samenspel verdient het om ondersteund te worden en is een van de redenen waarom het kabinet het Nationaal Groeifonds heeft opgericht. Waar dit fonds startte met een scherpe focus op versterken van innovatie, sluipt de oer-Hollandse neiging er nu in, vooral te kijken naar eerlijke regionale verdeling. UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. De verleiding is groot om een one-size-fits-all beleid te ontwikkelen. Dat miskent regionale karakteristieken en regionale kracht. In Noord-Brabant zijn bedrijven de trekker van innovatie. Utrecht excelleert op academisch gebied. Richt rijksbeleid daarom op het maximaliseren van het innovatievermogen binnen de samenwerking tussen deze ecosystemen: verleidt ze om aanvullend aan elkaar te zijn in plaats van concurrerend, zodat ze als collectief bijdragen aan de internationale concurrentiekracht. De kanteling van marktgedreven naar missiegedreven innovatiebeleid is hiervoor een trigger. De komende jaren staan Nederland, Europa en de wereld voor gigantische opgaven. Verduurzaming van de energie- en voedselvoorziening, klimaatbestendigheid van de leefomgeving en de toenemende digitalisering van de economie en maatschappij. Hiermee zijn deze missies relevante markten geworden, waarbij bedrijven, overheden en kennisinstellingen elkaar nodig hebben. Met haar missie-gedreven beleid neemt de Europese Commissie inhoudelijk het voortouw. Terwijl in Den Haag wordt getreuzeld met de planvorming, denkt Brussel al aan vervolgstappen om toekomstige groei en impact te kunnen realiseren. Samenwerking en innovatie zijn de basis voor ons toekomstig verdienvermogen en de oplossing voor onze maatschappelijke uitdagingen. Alleen: onderzoek kost geld; samenwerking kost geld. Creëer een hefboomeffect en durf te kiezen voor innovatie, valorisatie en groei en ondersteun de clusters, regio’s en instellingen die de meeste impact genereren. Als we willen dat de innovatiemotor niet stil komt te staan, moet er nú brandstof bij. VINCENT JANNINK / ANP-HH Martijn van Gruijthuijsen, Robert Strijk en Ilse Zaal, gedeputeerden economie van respectievelijk Noord-Brabant, Utrecht en Noord-Holland. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
Pagina 38
DONDERDAG 9 SEPTEMBER 2021 LOW-CODE NO-CODE DEMO DAY UTRECHT Ga zelf aan de slag met platformen als Betty Blocks, Novulo, Thinkwise, OutSystems en Mendix om te ervaren hoe snel je met low-code no-code resultaat neerzet! Partners: LINKIT BUILDING IT TOGETHER Tijdens de Demo Day: Kun je kiezen uit diverse demo’s van 2,5 uur; Komt er een actuele case aan bod en ga je zelf aan de slag; Krijg je inzicht in de mogelijkheden van low-code/no-code platformen; Weet je wat low-code/no-code voor jou kan betekenen; Weet je welke stappen je moet zetten als je met low-code no-code aan de slag wilt gaan. MELD JE GRATIS AAN VIA LOWCODE-NOCODE.NL BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 39 DUIZEND JAAR RUIMTELIJKE ORDENING HOE WE ONS EIGEN LAND SCHIEPEN Al ruim duizend jaar zijn achtereenvolgende generaties in de weer om de Rijn-MaasScheldedelta ‘veilig, bewoonbaar en productief’ te maken, staat in het openingshoofdstuk van Ruimtelijke ordening. Geschiedenis van de stedelijke en regionale planning in Nederland, 1200 – nu. Even lang is Nederland een land van ordening en planning. Auteurs zijn Len de Klerk, emeritushoogleraar planologie aan de Universiteit van Amsterdam, en Ries van der Wouden, werkzaam bij het Planbureau voor de Leefomgeving. Zij beschrijven die intrigerende geschiedenis vanaf de late Middeleeuwen tot nu. Met als kernvragen: waar komt de sterke neiging tot ordening en planning vandaan? Hoe goed pakten die duizenden plannen in de loop der eeuwen uit? De eerste editie van dit boek verscheen in 1986 en kent sindsdien verschillende uitgaven met wisselende auteurs. De nieuwste editie heeft als extra een blik op de toekomst. Daarin komen de penvoerders tot de voor de hand liggende conclusie dat het land nooit af is, maar de onderbouwing in de voorgaande hoofdBij voorspoed kreeg planning een politiek karakter stukken zorgt ervoor dat je als lezer Nederland op een fundamenteel niveau leert begrijpen. Zo komt in beeld hoe de drooglegging van Nederland vanaf de zestiende eeuw werd gedreven door de zucht naar winst van kooplieden die polders zagen als ‘veilige belegging’. Tegen 1650 waren in Noord-Holland miljoenen guldens in drooggelegd land geïnvesteerd, waardoor het landbouwareaal van de Republiek met 40 procent toenam. Maar de auteurs beschrijven ook het drama van de ‘vrees voor onbereikbaarheid’. Nederlandse steden werden daarmee rond 1960 overvallen door het sterk groeiende autoverkeer. Vervolgens werden gruwelijke ‘offers’ gebracht met Hoog Catharijne in Utrecht als magnum opus van planmatige cityvorming tijdens de wederopbouw. Zo weerspiegelt de ruimtelijke ordening de maatschappelijke geschiedenis. De auteurs schetsen hoe in tijden van voorspoed plannen een meer politiek karakter hebben met ‘hoofddoelen’ als opheffing van armoede en de bestrijding van segregatie. Tegelijkertijd blijft de beheersing van rivieren een kernpunt van de Nederlandse planologie. De komende decennia zullen klimaatmaatregelen een stempel drukken op de ruimtelijke ordening. Daarbij is de vraag in hoeverre – ondanks maatschappelijke weerstand – landbouwgrond gebruikt kan worden voor windturbines en zonneweiden. Op de achterflap wordt dit boek ‘onmisbaar’ genoemd voor professionals. Het is in elk geval aanbevelenswaardig voor iedereen met een fascinatie voor de Nederlander als ‘schepper van het landschap’. CITAAT UIT HET BOEK Het zelfgemaakte landschap is niet alleen een morele, maar ook een politieke geografie, een geografie van verdeel en heers RUIMELIJKE ORDENING. GESCHIEDENIS VAN DE STEDELIJKE EN REGIONALE PLANNING IN NEDERLAND, 1200-NU Len de Klerk en Ries van der Wouden Nai010 uitgevers Prijs: ¤ 49,95 ADVERTENTIE Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid  23 september
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 Foto: Tamara Heck 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Naar het burgemeesterschap van Krimpenerwaard hebben 21 mensen gesolliciteerd, onder wie 7 vrouwen. In leeftijd variëren ze van 38 tot en met 63 jaar. Van de 21 sollicitanten zijn 16 sollicitanten (oud) wethouder dan wel (oud) burgemeester. JULES BIJL Jules Bijl wordt op 1 september 2021 waarnemend burgemeester van Leidschendam-Voorburg. Hij wordt de tijdelijke opvolger van Klaas Tigelaar, die voorzitter van het college van bestuur van de Laurentius Stichting wordt. Bijl (D66, 63) is sinds september 2020 wethouder in Vlaardingen en heeft veel ervaring in het lokaal bestuur. Van 1999 tot 2004 was hij burgemeester van Eemnes. DON BIJL Burgemeester Don Bijl (partijloos, 69) van Purmerend is herbenoemd. Bijl begon in juli 2009 als burgemeester in Purmerend. Purmerend is zijn derde post als burgemeester: Bijl was eerder waarnemend burgemeester in Schermer en burgemeester in Wijdemeren. Met het oog op de komende fusie van Purmerend en Beemster per 1 januari 2022 en een daarbij behorende nieuwe gemeenteraad, had Bijl eerder aangegeven open te staan voor een verlenging van zijn rol als burgemeester. DAFNE STRUIJK Met ingang van 1 september is Dafne Struijk benoemd tot gemeentesecretaris van Weesp. Dafne Struijk volgt Marije Roos op, die gemeentesecretaris in Leiderdorp is geworden. Struijk werkt als strategisch adviseur fysiek domein voor de gemeente Weesp. Eerder werkte ze voor de gemeente Amsterdam, eerst bij de Dienst Ruimtelijke Ordening en daarna bij Ruimte & Duurzaamheid. DRÉ MARTENS Dré Martens is benoemd tot gemeentesecretaris in Drimmelen. Hij is op dit moment gemeentesecretaris in Hendrik-Ido-Ambacht. Eerder werkte hij werkte onder meer als directeur bedrijfsvoering bij Gemeentebelastingen Rotterdam, als leidinggevende in Rozenburg en daarna werd hij hoofd bedrijfsvoering in de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht. In 2011 werd hij daar gemeentesecretaris. Hij volgt Jaap Liebregt op. VIVIAN POUW Vivian Pouw wordt de nieuwe gemeentesecretaris van Loon op Zand. Zij werkte hiervoor ruim 12,5 jaar bij de gemeente Rotterdam, het laatst als programmamanager ‘SBDOC’ (Strategie, Beleid, Data, Onderzoek en Communicatie) Corona bij de GGD/GHOR van de Veiligheidsregio Rijnmond. Pouw volgt Coen Derickx op, die sinds juli 2020 wethouder in Krimpen aan den IJssel is. Sindsdien wordt de functie waargenomen door Ad de Kroon. KOMEN & GAAN STELLA VAN GENT Stella van Gent is benoemd tot gemeentesecretaris van Harlingen. Ze volgt Saskia van den Broek op. Van Gent was wethouder in Súdwest-Fryslân, manager en ambtenaar in Leeuwarden, is adviseur in de publieke sector en zit in het landelijke partijbestuur van de PvdA. WINNIE PRINS Wethouder Winnie Prins van Leefbaar Zeewolde is na een motie van wantrouwen ontslagen. De motie was ingediend omdat zij haar persoonlijke mening niet voor zich kan houden. Zo beschuldigde Prins in oktober 2019 het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) van gegoochel met cijfers. MARLOES HAVEMAN Marloes Haveman is de nieuwe griffier van Ermelo. Ze begint op 1 september en wordt de opvolger van Anita van Meerveld, die in maart 2021 overstapte naar adviesbureau BMC. Sinds 1 maart 2021 is Lia Randsdorp interim-griffier bij de gemeenteraad van Ermelo. Haveman werkt op dit moment bij de Tweede Kamer als griffier van de commissie voor de Werkwijze en secretaris integriteit. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 Foto: Jitske Schols] PERSONALIA 43 PROVINCIES: WERKGELEGENHEID Provincies: werkgelegenheid In 2020 bedroeg de werkgelegenheid bij de provincies in totaal 10.415 fte; een groei van 391 fte ten opzichte van 2019 (10.024 fte). Dit is een toename van 3,9 procent. In 2019 was 56,5% van de werknemers man, 43,5 % vrouw. In 2020 was de verdeling 56 % man en 44 % vrouw. Bron: A&O-fonds provincies DIANE KASSING Diane Kassing wordt griffier van de Elburgse gemeenteraad. Ze werkte eerder als plaatsvervangend griffier van provinciale staten van Overijssel. In Elburg volgt zij Marianne Luiting op. Het griffierschap wordt tijdelijk waargenomen door Jeroen van Spijk. Werkgelegenheid: 2019: 10.024 fte 2020: 10.415 fte LISETTE DE LANGE Lisette de Lange-van Grootveld blijft griffier in Tiel. Ze bekleedt die functie al sinds juli 2020 op interimbasis, maar de gemeenteraad heeft besloten haar per 1 juni 2021 in vaste dienst te nemen. Ze volgt Wim Westerholt op. NOORDBRABANT VVD, CDA, D66, GroenLinks en PvdA vormen de nieuwe coalitie in de provincie Noord-Brabant. Het nieuwe college van GS zal naast de provinciesecretaris bestaan uit Ina Adema, Adema, commissaris van de Koning en de gedeputeerden Christophe van der Maat, Erik Ronnes, Anne-Marie Spierings, Hagar Roijackers, Stijn Smeulders, Martijn van Gruijt huijsen en Elies Lemkes-Straver. MUNISH RAMLAL Munish Ramlal is voorgedragen als nieuwe ombudsman van de metropoolregio Amsterdam. Ramlal zal op 2 september beginnen in zijn nieuwe functie. Ramlal is nu nog hoofd systeemtoezicht bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Hij volgt de huidige ombudsman Arre Zuurmond op, die per 1 september vertrekt, na acht jaar als ombudsman voor Amsterdam en de andere gemeenten in de metropoolregio: Almere, Zaanstad, Amstelveen, Diemen, Waterland en Landsmeer. Man: 2019: 56,5% 2020: 56% LIZET KEIJZERS Lizet Keijzers is benoemd tot interim-gemeentesecretaris in Vrouw: 2019: 43,5% 2020: 44% OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia Bodegraven-Reeuwijk. De tijdelijke benoeming volgt op het vertrek van Johan de Jager, die op 1 juli begint als interim-gemeentesecretaris in Hardinxveld-Giessendam. Keijzers werkt al vijftien jaar bij de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, waar ze nu nog strategisch adviseur is. Daarnaast is ze raadslid in Nieuwkoop, voor de lokale partij Samen Beter Nieuwkoop. JOHAN PAUL DE GROOT Johan Paul de Groot is per 1 juli 2021 benoemd tot griffier van Landsmeer. Hij wordt de opvolger van Saskia van Dijk, die griffier werd in Gilze en Rijen. Sindsdien is Femke Koekoek waarnemend griffier. De Groot was beleidsadviseur voor de Statenfractie van de ChristenUnie van de provincie Noord-Holland. Eerder was hij raadslid in Hollands Kroon en wethouder in Wieringermeer. BURGEMEESTERS VACATURE HILVERSUM Het burgemeesterschap van Hilversum is vacant per 15 februari 2022. De gemeente heeft circa 91.200 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 10.133,05 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 14 september 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 23 augustus 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant.
Pagina 44
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 Foto: Ruud Pos 44 PERSONALIA CARRIÈRE FRANSKE VAN HOOIJDONK Op 30 augustus 2021 start Franske van Hooijdonk bij de provincie Gelderland als interim-statengriffier. Ze was griffier in Veenendaal en vervangt Bob Roelofs die wethouder in Arnhem werd. Eerder was ze ook griffier in De Bilt. Van 2004 tot 2008 werkte zij ook al voor de Gelderse staten, als commissiegriffier. ALEXANDER MEIJER Alexander Meijer is gestart als interim-gemeentesecretaris in Schagen. Hij is daarmee de tijdelijke opvolger van Nico Swellengrebel, die na een verschil van inzicht met het college is vertrokken. Meijer was eerder onder meer interim-gemeentesecretaris in Heerhugowaard. LUCAS VOKURKA Lucas Vokurka is benoemd tot secretaris-directeur van het samenwerkingsverband Holland Rijnland. Hij volgt Loes Bakker op.Vokurka was eerder wethouder in Delft. Momenteel is hij gemeentesecretaris van Lansingerland. WIM HOOGENDOORN Algemeen directeur en secretaris Wim Hoogendoorn vertrekt bij de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en wordt per 1 augustus hoofddirecteur personeelszaken bij het ministerie van Defensie. Eerder vervulde hij diverse directiefuncties in Rotterdam en was hij directiesecretaris bij de VNG. ADVERTENTIE DAAN ROOVERS Met ingang van 1 juli is Daan Roovers benoemd tot lid van de Raad voor het Openbaar Bestuur. Roovers verwierf bekendheid als Denker des Vaderlands. Daarnaast is zij zowel aan de Universiteit van Amsterdam als de Erasmus Universiteit Rotterdam is zij docent filosofie. YVONNE HERMANS Yvonne Hermans is benoemd tot griffier van de gemeenteraad van Hillegom. Zij wordt daar de opvolger van Elma Hulspas-Jordaan, die gaat na 19 jaar met pensioen. Hermans is nu nog raadsgriffier in Stede Broec, sinds januari 2017. Daarvoor was zij commissiegriffier/ plaatsvervangend raadsgriffier in Noordwijk. Senior Beleidsmedewerker Wmo (centrumtaken ZuidHollandse eilanden) 32-36 uur | schaal 11 • Focus op Beschermd Wonen, Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang en Huiselijk Geweld • Bewaakt regiokoers en doorontwikkeling • Werkt nauw samen met regio collega’s. • Inhoudelijk vraagbaak en coach voor collega Larissa Plantinga | 06-24863093 larissaplantinga@certusgroep.nl Senior Beleidsmedewerker Onderwijs Integraal Huisvestingsplan (IHP) 24 uur | schaal 11 • Verantwoordelijk voor toekomstbestendige huisvesting voor PO en VO • Werkt nauw samen met schoolbesturen • Beheert budgetten en adviseert portefeuillehouder • Neemt deel aan diverse overleggen Larissa Plantinga | 06-24863093 larissaplantinga@certusgroep.nl Larissa Plantinga | 06-24863093 larissaplantinga@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Senior Beleidsadviseur Sociaal Domein 28-36 uur | schaal 11 • Focus op werkveld Wmo • Inhoudelijk vraagbaak voor collega’s • Adviseert en ontwikkelt (integraal) beleid • Neemt deel aan werkgroepen in aanloop van fusie Assetmanager Vastgoed 32-36 uur | schaal 11 • Verbindende schakel strategisch portfoliomanagement, beheer en onderhoud en contractmanagement • Aanspreekpunt gemeentelijke vastgoedorganisatie • Regiefunctie maatschappelijk vastgoed • Advisering integraal vastgoedbeleid Rosanne van Engelen | 06-18683010 rosannevanengelen@certusgroep.nl INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Aardoom & de Jong / Bedrijfsvoeringsorganisatie West-Betuwe strategisch business partner doorontwikkeling Gemeente Amstelveen Gemeente Dinkelland Gemeente Hilversum Gemeente Losser Gemeente Overbetuwe Gemeente Utrecht Gemeente Vlissingen Gemeente Zevenaar Hoogheemraadschap van Delfland Noord-Hollands Archief Provincie Noord-Holland PublicSpirit / Gemeente Maastricht Rijksoverheid Rijksoverheid Rijksoverheid Zeelenberg / Waterproef Zelenberg / Omgevingsdienst Rivierenland FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Amsterdam Gemeente Hoorn JS Consultancy / Aedes JS Consultancy / Aedes Provincie Limburg Rijksoverheid ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Amsterdam Rijksoverheid JURIDISCH BMC strategisch beleidscoördinator kunst en cultuur gemeentesecretaris dinkelland - algemeen directeur noaberkracht gemeentesecretaris / algemeen directeur raadsgriffier teammanager programmamanager ‘utrechts wervengebied’ gemeentesecretaris / algemeen directeur griffier (plaatsvervangend) lid voor de onafhankelijke bezwaarschriftencommissie JS Consultancy / Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden senior strateeg JS Consultancy / Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant teammanager medewerker educatie beleidsadviseur havens en economie gemeentesecretaris / algemeen directeur directiesecretaris programamanager ezk voor de caribische delen van het koninkrijk coördinerend beleidsmedewerker integriteit directeur directeur strategisch financieel adviseur teammanager planning en control senior belangenbehartiger / financieel specialist senior belangenbehartiger internal financial auditor teamcoördinator / beleidsmedewerker fondsen en financiën innovatiemanager smart mobility & digitalisering adviseur cio-office informatievoorziening consulenten bbz ADVERTENTIES Cedris zoekt per direct een Beleidsadviseur financiën voor de inclusieve arbeidsmarkt Meer informatie op www.binnenlandsbestuur.nl ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021
Pagina 46
46 INDEX BMC Gemeenschappelijke Regeling IJsselgemeenten Gemeente Amsterdam Gemeenten Woerden en Oudewater Gemeenten Woerden en Oudewater Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Provincie Flevoland Provincie Utrecht MILIEU Gemeente Capelle aan den IJssel Gemeente Haarlem Provincie Noord-Holland OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID CAOP Gemeente Lansingerland PERSONEEL EN ORGANISATIE BMC BMC RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep Holding / Gemeente Capelle aan den IJssel Gemeente Bunnik Gemeente Lansingerland Gemeente Zeist Gemeente Zoeterwoude JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Dordrecht Rijksoverheid SOCIAAL Certus Groep Holding / Gemeente Hellevoetsluis Certus Groep Holding / Gemeente Nissewaard Certus Groep Holding / Gemeente Nissewaard Gemeente Delft Gemeente Hilversum Gemeente Lansingerland PublicSpirit / Gemeente Hengelo VOORLICHTING EN COMMUNICATIE BMC Gemeente Amsterdam senior beleidsadviseur milieu adviseur regie op beheer openbare ruimte beleidsadviseur uitvoering natuur, milieu en veiligheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl integraal juridisch kwaliteitsmedewerker senior (juridisch) beleidsadviseur participatiewet portefeuillestrateeg functionaris gegevensbescherming privacy officer juridisch medewerker handhaving senior jurist bestuursrecht coördinerend juridisch adviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl secretaris openbaar bestuur en veiligheid teammanager veiligheid & apv Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl jobcoach jobhunter / accountadviseur assetmanager vastgoed beleidsadviseur verkeer & mobiliteit teammanager ruimtelijke economische strategie senior casemanager vergunningen beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling teamleider handhaving, markten en brugbediening teamleider wijk- gebieds- en accountmanagement adviseur programma asbest senior beleidsadviseur sociaal domein senior beleidsmedewerker wmo (centrumtaken zuid-hollandse eilanden senior beleidsmedewerker onderwijs integraal huisvestingsplan afdelingshoofd burgerzaken & vergunningen en vorderingen (sociaal domein) afdelingsmanager sociaal domein teammanager maatschappelijke opgaven manager ondersteuning & zorg integraal klantmanager senior communicatieadviseur OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 pagina 44 pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 33 | 2021 Kom het verschil maken bij BMC Greep uit onze vacatures: • Financieel adviseur • (Senior) adviseur beschermd wonen en zorg • (Senior) adviseur privacy • (Senior) adviseur informatiebeveiliging • (Senior) gedragswetenschapper jeugdhulp • (Senior) adviseur energietransitie • Strategisch adviseur gebiedsontwikkeling • Bestuursadviseur • HRM-adviseur • Verhuurmakelaar • Interim-directeur onderwijs Wil jij je carrière verdiepen en ben je op zoek naar een organisatie die hiervoor volop kansen biedt? Wij zijn op zoek naar nieuwe, betrokken collega’s die impact willen maken met hun bijdrage aan het oplossen van vraagstukken binnen de complexe context van de publieke sector. Oplossingen die ertoe doen voor inwoners, leerlingen en cliënten. Als BMC’er heb je een ondernemende mentaliteit, een nuchtere aanpak en wil je elke dag beter worden. Al 35 jaar zetten wij onze expertise en innovatiekracht in voor een maximaal maatschappelijk resultaat en om van toegevoegde waarde te zijn, in ideeën én uitvoeringskracht. Doe jij met ons mee? Meer weten of zelf aan de slag met een opdracht waarmee jij écht impact maakt? Kijk dan op www.bmc.nl/vacatures-loopbaan Of neem direct contact op voor een kennismaking met: Annemieke Hoefakker Senior consultant Annemieke.hoefakker@bmc.nl +31 (0)6 51 69 64 94 Partners in verbetering www.bmc.nl/vacatures-loopbaan
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeammanager 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren Inspirerend en faciliterend manager die met een moderne stijl van leidinggeven medewerkers mee neemt in de veranderende organisatie. Academisch werk- en denkniveau en ervaring in maatschappelijke, bestuurlijke en politieke omgeving. Ondernemend en netwerker die een relatienetwerk weet te onderhouden en bouwen. Strategisch en met helicopterview over de verschillende vakgebieden heen kunnen kijken. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Belangenbehartiger / Financieel Specialist 36 uur | max. € 90.510,- bruto per jaar (excl. overige arb. voorw.) Bedrijfskundige of financieel economische opleidingsachtergrond op academisch niveau met gevoel voor gewenste vernieuwingen en politiek Den Haag in relatie tot de belangen van woningcorporaties. Ervaring in projectmatig werken. Thuis voelen in rol van projectmanager van inhoudelijke en strategische complexe projecten. Communicatief sterk, durf, verbinder, netwerker en van nature gericht op samenwerken. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Teamleider Wijk- Gebieds- en Accountmanagement 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Nieuwsgierig, energiek en vooruitkijkend zet je je als ervaren manager in voor leefbare, veilige en economisch sterke wijken. Vanuit een verbindende rol breng je het team verder in ontwikkeling. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Senior Strateeg 32 - 36 uur | schaal 12 cao SAW | max. € 83.105,- bruto per jaar (incl. IKB) Stijlflexibele en creatieve procesbegeleider met het talent om bestuurlijke agenda’s te beïnvloeden én te netwerken. Signaleert en vertaalt nieuwe ontwikkelingen naar het waterschap. Versterkt het strategisch vermogen van de organisatie en draagt bij aan een sterke samenwerking met verschillende stakeholders. Is oorspronkelijk, schakelt makkelijk, toont eigenaarschap en is politiek sensitief. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Belangenbehartiger 36 uur | max. € 90.510,- bruto per jaar (excl. overige arb. voorw.) Analytisch sterke academicus met economische affiniteit. Ervaring in (semi) publieke sector en met complexe strategische vraagstukken onder politieke druk. Oog voor de belangen van woningcorporaties op terrein van woningwet, woningmarkt binnen de driehoek van beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van woningen. Initiatiefrijk, oplossings- en samenwerkingsgericht. Met flair overtuigen. Goede gesprekspartner, daadkrachtig en met helicopterview. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Teamleider Handhaving, Markten en Brugbediening 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren met moderne stijl van leidinggeven en strategisch sterk. Je staat stevig in de schoenen en weet zowel intern als extern op goede wijze verbinding met anderen te maken. Je bent samenwerkingsgericht en een verbinder. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 14-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL ++Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Zeedijken dreigden we te krijgen. Nergens voor nodig. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. VAN DROGE VOETEN NAAR ENERGIE LEREN VAN RIVIEREN ‘Een oorlog zonder bommen.’ Zo omschreef een inwoonster van Ahrweiler de modderstroom die haar Duitse dorp verwoestte. In België speelden zich bij Luik vergelijkbare taferelen af. En ja, ook bij ons leidden de langdurige zomerregens zeker in Zuid-Limburg tot grote schade en veel persoonlijk leed. Maar het algemene beeld is toch dat wij er in de Nederlandse delta genadig van zijn afgekomen. Het verschil in schade heeft met geologische factoren te maken. Het grote verval van de kronkelende Ahr voert de stroming sterk op. Dat maakte dat de getroffen Duitse dorpen door een vloedgolf werden overrompeld. Geen houden aan. Zeker de noordelijker delen van Limburg en de Betuwe kregen een paar dagen respijt om zich op in de inmiddels afgevlakte watermassa voor te bereiden. Hier vormde verzadiging van langdurig belaste dijken het grootste risico. Je kunt er met extra zandzakken behoorlijk op anticiperen, blijkt. Daarnaast is de relatief goede afloop een triomf voor ons waterbeheer: de Maaswerken en Ruimte voor de rivier. Ik dacht dezer dagen terug aan de situatie begin jaren negentig. Bewoners van veel karakteristieke rivierdorpen vonden de dijkverzwaringen die Rijkswaterstaat en de polderdistricten wilden doorvoeren maar onzin. Zeedijken dreigden we te krijgen. Nergens voor nodig. En dus gebeurde er jarenlang niks. Het hoge water van 1993 en 1995 vormde een wake-up call en een bindmiddel. Tegenstellingen werden overwonnen. Er kwam meer geld om de dijken landschappelijk in te passen en de rivier beddingen werden verbreed. Wie door het Rivierenland fietst of langs de Maas, ziet hoe schoonheid en veiligheid wel degelijk kunnen samengaan. MARTIN HENDRIKSMA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Nu staan burgers en overheid bij de energietransitie tegenover elkaar. De urgentie van gemeenten om van het gas af te gaan wordt door veel wijkbewoners niet gevoeld. Het ontbreekt gemeenten aan budget, aan regelgeving, aan een verhaal. Laten we ons oor te luister leggen langs onze rivieren. Wat zich daar na die beginperiode van verzet de afgelopen 25 jaar aan maatschappelijk gedragen gebiedsontwikkeling heeft voltrokken, kan als inspiratie dienen voor de energie-opgave. ADVERTENTIE BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY TERUG NAAR KANTOOR Werknemers mochten voor 50 procent terug naar de werkvloer, maar dat werd alweer teruggedraaid naar ‘zoveel mogelijk thuis’. Hoe moet het verder? Veel ambtenaren vinden het hybride werken in de praktijk wel prettig. 10 INTERVIEW JOHAN REMKES ‘ IK PAS NIET OP DE WINKEL’ Johan Remkes zwaaide drie maanden lang als eenmanscollege de scepter over het gouvernement in Maastricht. Hij formeerde noodgedwongen zelf een nieuw college en nam de bestuurscultuur op de schop. 36 32 CORONASTEUN CULTUURGELD BREED INGEZET Gemeenten kregen zo’n 500 miljoen euro van het rijk om de lokale cultuursector door de coronacrisis te helpen. Kunstinstellingen vrezen dat het geld niet op de juiste plek terechtkomt. BB IN DE ZOMER Het volgende nummer van Binnenlands Bestuur (BB15) verschijnt op vrijdag 20 augustus. ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ZOMERSERIE TOERISME NA CORONA DOMBURG WIL BADGAST DIE MEER BESTEEDT De zomerse bezoekersstroom had in Domburg in 2019 z’n maximum wel bereikt, vonden de inwoners van het Zeeuwse kustdorp. Sindsdien probeert de gemeente Veere te sturen op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Maar hoe doe je dat in coronatijd en erna? NIEUWS Thuiswerken lastig op lange termijn ACHTERGROND Voorzichtig terug naar het stadhuis Gemeenten hebben plots geld te veel Serie Ommen: Geen tweede Veenwieken Gemeentelijke risico’s te weinig in beeld Serie Lelystad: Net zo lief alleen Straatsburg wil na corona vergroenen 4 14 18 22 24 27 30 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 5 7 8 17 38 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 04 NIEUWS THUISWERKEN DOOR: ALEXANDER LEEUW Blijven thuiswerken na de crisis wordt een hele klus. Ambtenaren zijn er best over te spreken, maar er zijn zorgen – ook bij leiding gevenden – over de effecten op lange termijn, zo leert onderzoek van de Radboud Universiteit en Binnenlands Bestuur. ONDERZOEK GEEFT ZORGWEKKENDE SIGNALEN AF THUISWERKEN LASTIG OP LANGE TERMIJN De resultaten laten zien hoe de ervaringen met thuiswerken uit elkaar lopen, vertelt onderzoeker Peter Kruyen, universtair docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit. ‘Sommige werknemers ervaren het positief en sommige ervaren het negatief. Maar als je gaat kijken naar de groep die het wel fijn heeft, dan zie je ook daar signalen waardoor je je afvraagt: hoe houdbaar is het op de lange termijn?’ ‘Frappant is dat de leidinggevenden zich veel zorgen maken’, merkt Kruyen op. Zeven op de tien leidinggevende respondenten maken zich zorgen om de fysieke gezondheid van hun medewerkers en acht op de tien om de mentale gezondheid. ‘Zulke hoge percentages had ik niet verwacht.’ Mensen lijken meer over te werken. ‘Leidinggevenden wuiven die signalen niet weg. Werknemers moeten rust nemen, maar door de situatie is de verleiding groter om door te werken. Het is belangrijk mensen te coachen zodat ze hun werk en privé scheiden.’ Een grote groep respondenten geeft aan productief te zijn op de thuiswerkplek en wil ook na de crisis meer thuiswerken. ‘De verleiding is groter om door te werken’ Twee tot drie dagen. Het is echter zorgwekkend dat één op de vijf respondenten aangeeft dat de thuiswerkplek niet ‘arboproof’ is. ‘Wellicht hadden de organisaties meer financiële compensatie moeten bieden voor het thuiswerken’, schrijven de onderzoekers. ‘58 procent geeft aan (helemaal) geen compensatie te hebben gekregen, tegenover 34 procent die wel in enige of sterke mate is gecompenseerd.’ RUST ‘Een fijne werkplek stimuleert om thuis te blijven, maar tegelijkertijd mis je de afleiding die ervoor zorgt dat je op tijd rust neemt en afstand neemt van het werk’, vertelt Kruyen. ‘Soms is het goed om gestoord te worden en nieuwe ideeën Zorgen van leidinggevenden… 0,7% Over de mentale gezondheid van medewerkers 0,9% Over de fysieke gezondheid van medewerkers 10,1% *Op basis van de antwoorden van 685 respondenten 10,7% 21,5% 56,9% 6,1% 13,9% 16,9% 62,3% Geheel niet Niet Neutraal In enige mate In sterke mate op te doen. Het merendeel vindt het fijn dat ze niet naar het werk hoeven reizen, maar uit het onderzoek blijkt dat je door reizen afstand neemt en het werk laat bezinken.’ De coronacrisis maakt het een stuk moeilijker om werk goed te doen, vinden zes op de tien respondenten. Het werk gebeurde wel en ook kon de meerderheid snel schakelen en de vakkennis verder ontwikkelen. Maar het bleek moeilijker om nieuwe initiatieven te ontwikkelen. En een ruime meerderheid – acht op de tien respondenten – lukte het niet om informatie op te vangen ‘uit de wandelgangen’. Er zijn bovendien minder informele ontmoetingen en er is minder verbondenheid met de organisatie. Deze problemen maken thuiswerken op de lange termijn moeilijker. ‘Dit zijn bij uitstek factoren die op de langere termijn doorwerken op de motivatie, inspiratie en creativiteit, en daarmee op de productiviteit en kwaliteit van het openbaar bestuur op de langere termijn.’ Ook het digitale vergaderen is tegelijkertijd praktisch en problematisch. De respondenten zijn positief over de gebruikte digitale middelen en de vergaderingen worden gewaardeerd om de efficiëntie. WERKPLEZIER Tegelijkertijd heeft deze manier van vergaderen een ‘zeer negatieve impact’ op het werkplezier, het energieniveau, de ervaren kwaliteit van de vergadering en de ervaren mogelijkheid om te participeren. ‘Digitaal vergaderen is wel echt een ding’, zegt Kruyen. ‘Het is de meest prominente verandering van het thuiswerken en men ervaart het als efficiënter, maar het is niet echt plezierig. Vragen stellen, ideeën bedenken en persoonlijke informaBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 THUISWERKEN NIEUWS 05 Werk-privébalans 6,7% Tevreden met werk-privé balans 19,9% 24,3% 29,8% 19,3% 2,1% Werken in de vrije tijd 8,8% 8,3% 63% 17,9% tie delen gaat moeilijker.’ Er zijn ook motivatieproblemen: 15,3 procent is (zeer) ontevreden en 14 procent heeft (helemaal) geen zin om te werken. Al hoeft dat natuurlijk niet door het thuiswerken of de coronacrisis te komen. ‘Mogelijk waren ze voor die tijd ook ontevreden’, verduidelijkt Kruyen. ‘Maar het is natuurlijk wel een indicator dat het met sommige mensen thuis niet goed gaat. Een kwart van de mensen voelt zich geen onderdeel van de organisatie. 30 procent ervaart eenzaamheid. Dat is fors.’ Thuiswerken zorgt voor langdurige stress. Uit een regressieanalyse blijkt dat CARTOON BEREND VONK Geheel niet Niet Neutraal In enige mate In sterke mate stress over werk meer ervaren wordt door ‘vrouwen, jongere respondenten en mensen die thuiswonende kinderen hebben in de leeftijdscategorie 5 tot 18 jaar’. Samen met samenwonende respondenten en mensen met inwonende familieleden hebben ze vaker ‘een uitgeblust gevoel’. STRESS Het wordt Kruyen duidelijk dat er veel stress is. ‘Dat kun je linken aan het geen afstand kunnen nemen van werk, de onzekerheid die de toekomst brengt, het missen van sociale binding – dat werkt door op die stressbeleving. Het zijn risico-indicatoren. We weten niet hoe het was voor het thuiswerken, maar door het alleen zitten kunnen problemen wel extra opspelen. De situatie maakt kwetsbaren nog kwetsbaarder. Of ongemotiveerde mensen nog ongemotiveerder.’ Zo wordt duidelijk dat een juiste invulling van hybride werken, dus een mix van thuis en op kantoor, nog een grote uitdaging wordt. Kruyen: ‘De ervaringen liggen zo uit elkaar en er is onzekerheid over waar we met zijn allen naartoe gaan. De een kan ’s avonds ongestoord werken, maar voor een ander is het frustrerend dat die een collega overdag niet kan bereiken. Het kan vrijheid geven om ’s avonds nog mailtjes te kunnen behandelen, maar voor een ander kan het ontvangen van mailtjes een signaal zijn van: ik moet nog werken. ‘Onze belangrijkste aanbeveling is dan ook dat men samen terugblikt op de ervaringen met het thuiswerken, de ervaren voor- en nadelen bespreekt, en de verwachtingen en wensen uitspreekt. Om daarna afspraken te maken over de invulling van het hybride werken. Dit onderzoek werd gehouden in maart en april 2021. In totaal reageerden 5.059 ambtenaren. Zie ook pagina 14.
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN07 RAAD VAN STATE ZIT OP VERKEERDE STOEL Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Kijkt u mee wat dat voor het volgende thema betekent? Ons aanbod Sociaal Domein Online leermodule Klantreizen 2 en 30 september Leergang Gemeentelijk regie gezondheid start 6 september Online masterclasses ‘Zo werkt de zorg binnen gemeenten’ start 8 september Leertraject Onderwijs start 13 september Masterclass Bibliotheekbeleid 28 september Masterclass Effectief regisseren 30 september Online Leercirkel Preventie Dakloosheid start 14 oktober Kijk op vngconnect.nl/ academie Wilt u méér of minder deugdelijke motivering van de besluitvorming? Méér, méér, méér, roept u waarschijnlijk, want we leven tenslotte in een tijd waarin overheidsgezag niet meer top-down wordt geaccepteerd. En meer motivering zult u krijgen, als het aan de Raad van State ligt. Bestuur dat nog wil wegkomen met een machtswoord raakt verstrikt in een web van motiveringsplichten. En dat is natuurlijk mooi. Maar niets in het leven heeft alleen maar voordelen, dus ook hier is een keerzijde. De oprukkende motiveringsplichten in de jurisprudentie van de bestuursrechter leiden tot steeds zwaardere en kostbare onderzoekslasten voor het bestuur en tot verplichte, kunstmatige argumentaties van politieke organen. Laat mij dat toelichten. Stel: een groep vrienden wil democratisch beslissen waar de vakantie dit jaar heen voert. Het voorstel is om dit jaar naar Duitsland te gaan, maar niemand is blij. De één vindt het te ver weg, de ander juist te dichtbij. De volgende vindt het daar te koud, de vierde juist te warm. De vijfde vreest corona en de zesde wil überhaupt niet van huis. Enzovoorts. Ieder heeft zijn eigen reden maar het voorstel om naar Duitsland te gaan wordt met een ruime meerderheid verworpen. Zoals dat gaat in een democratie, zou je zeggen. Zo niet de Raad van State. Als de Afdeling Bestuursrechtspraak een dergelijk besluit zou mogen toetsen, zou er een dikke streep doorheen gaan. Schending van het motiveringsvereiste. Uit de discussie kan namelijk niet eenduidig worden afgeleid op grond van welke argumenten de groep heeft geweigerd naar Duitsland op vakantie te gaan. Dat geldt ook voor de stemverklaringen. Niet duidelijk is wat de afweging tussen de verschillende argumenten is geweest en wat daarbij doorslaggevend was. Er moet dus van alle tegenstrijdige argumenten één motivering worden gekookt die enerzijds voldoende nietszeggend is om tegenstrijdige argumenten met elkaar te verbinden en anderzijds voldoende inhoudelijk om het besluit te kunnen dragen. Dat is geen sinecure. De mensen die Duitsland te ver weg vinden en de mensen die Duitsland te dichtbij vinden zijn het bijvoorbeeld alleen eens over het feit dat Duitsland niet op de juiste afstand ligt. Maar hoe inhoudelijk is dat? Méér motivering is dus niet altijd beter. Zeker niet als die motivering wordt gevraagd van een bestuursorgaan dat primair een gekozen volksvertegenwoordiging is die in het openbaar een politiek besluit wil nemen. Zo logisch als het is om van een burgemeester te verlangen dat hij de sluiting van een drugspand deugdelijk motiveert, zo onlogisch is het om een openbaar raadsdebat Méér motivering is niet altijd beter GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN te toetsen alsof het de motivering van een parkeervergunning is. Toch is dat wat de raad van Enschede overkwam. Zijn besluit om het bestemmingsplan ‘Moskee Kuipersdijk 2020’ niet vast te stellen ging zonder pardon door de shredder. De Afdeling had in het formele raadsbesluit geen motivering aangetroffen, het raadsdebat was niet eenduidig geweest omdat ieder zijn eigen redenen had en uit de stemverklaringen was niet duidelijk geworden wat de doorslag gaf. Zoals dat gaat in een democratie, zou je zeggen. Onvoldoende gemotiveerd, aldus de Afdeling. Dus vernietiging. Op zich is in dit dossier enige rechterlijke argwaan gerechtvaardigd omdat niet elke zorg over de parkeerdruk tijdens het offerfeest even ruimtelijk relevant oogt. Maar de zaak op voorhand afzinken omdat een volksvertegenwoordiging haar besluit niet heeft gemotiveerd als een college van B&W, is wel weer het andere uiterste. Er wordt door politici veel onzin verkocht over een dikastocratie in Nederland. Gevaarlijke onzin zelfs, als daarbij het werk van de rechter als zodanig niet meer wordt gerespecteerd. Maar omgekeerd zou het dan ook wel aardig zijn als rechters wat meer ruimte lieten voor politieke processen als zodanig.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 08 NIEUWS IN BEELD CARRIÈRE -DOOR: MARTIN HENDRIKSMA VERJONGING ZET DOOR Verjonging zet door JONGER ÉN GRIJZER Gemeenten worden niet alleen jonger, maar vergrijzen tegelijkertijd. Het aandeel zestigplussers is de laatste tien jaar sterk toegenomen, zegt Patricia Honcoop, projectleider Arbeidsmarkt bij A&O fonds Gemeenten. Ze ziet dat ook als mogelijke oorzaak van de stevig doorzettende verjonging in 2020: een relatief groter percentage oudere ambtenaren dan voorheen stroomde uit vanwege leeftijd of pensioen of stopte met werken. Hun vertrek drukt de gemiddelde leeftijd van de gemeenteambtenaar. 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 46,5 46,9 47,5 48,1 48,3 48,3 48,3 48,1 48,0 47,7 Minder 45-55’ers Jonger dan 25 25-35 jaar 35-45 jaar 45-55 jaar 55-60 jaar 60 jaar en ouder 3.682* (+120%) 24.357 (+51%) 37.073 (+3%) 49.293 (-5%) 28.141 (+3%) 28.508 (+18%) *Vergelijking gemeentelijke bezetting van 2016 met 2020 UITSTROOM ROND DE VIJFTIG Het aandeel jongeren is bij gemeenten de afgelopen vijf jaar met afstand het sterkst gestegen. Dat is goed nieuws, maar in absolute aantallen blijven ze nog steeds ver achter bij de 35-plussers. De jongste categorie (onder de 25) komt vooral bij gemeenten in dienst als trainee of stagiair. Juist bij die categorieën bleven de aantallen in 2020 overigens achter: door het vele (verplichte) thuiswerken was het veel moeilijker om jongeren goed te begeleiden. Opvallend is ook dat het aantal ambtenaren tussen de 45 en 55 jaar als enige daalt. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 NIEUWS IN BEELD 09 Nadat de gemiddelde leeftijd van gemeenteambtenaren een aantal jaren stabiel bleef op 48,3, gaat die de laatste paar jaar langzaam maar gestaag naar beneden. In 2020 was de gemiddelde gemeenteambtenaar 47,7 jaar, zo blijkt uit de Personeelsmonitor 2020 van A&O fonds Gemeenten. Om verder verjonging te bewerkstelligen, zullen gemeenten er vooral beter in moeten slagen om jongere werknemers langer vast te houden. JONGERE MIST CARRIÈREKANS Het staat met afstand op één bij de redenen waarom jongeren bij gemeenten afhaken: te weinig doorgroeimogelijkheden. Maar liefst één op de drie gemeenten noemt dat als voornaamste oorzaak van de uitstroom van jonge medewerkers. Daarbij verbleken de andere aangereikte opties, zoals een ervaren cultuurverschil of ontevredenheid over de arbeidsvoorwaarden. ‘De jonge ambtenaar wil sneller doorgroeien dan de gemeente hem of haar kan bieden’, vat Honcoop samen. In een ander onderzoek van A&O fonds Gemeenten, Jong@Gemeenten, kwam naar voren dat de wens om snel door te groeien vooral belemmerd wordt door gebrekkige transparantie. Bijna de helft – en met name de nieuwe ambtenaren – zegt dat deze onvoldoende is. Ge Redenen uitstroom jonge medewerkers Onvoldoende carrièreperspectief Onvoldoende aansluiting bij organisatiecultuur Geen financiële ruimte bij gemeente O Ontevredenheid over arbeidsvoorwaarden Onvoldoende begeleiding 34% 6% 3% 3% 2% Aandeel gemeenten dat actief beleid voert om jonge medewerkers te behouden WEINIG ACTIEF 37% 63% Wel actief beleid Geen actief beleid Twee derde van de gemeenten voert geen actief beleid om jonge medewerkers vast te houden. Het is een percentage dat volgens Honcoop al jaren amper verandert. En dus zouden die gemeenten zomaar de kous op de kop kunnen krijgen als de verwachte uittocht van zestigers zich aandient. Waarom anticiperen veel gemeenten daar niet beter op? ‘Misschien omdat ze het te druk hebben met andere taken. Of omdat ze het in het verleden altijd hebben kunnen redden.’ A&O fonds wil de komende tijd in kaart brengen welke gemeenten wel of geen jongerenbeleid voeren. ‘Heeft dat te maken met gemeentegrootte, regio of interne cultuur? Daarover tasten wij nu in het duister.’
Pagina 10
10 INTERVIEW JOHAN REMKES DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES Johan Remkes zwaaide drie maanden lang als eenmanscollege de scepter over het gouvernement in Maastricht. Hij formeerde noodgedwongen zelf een nieuw college en nam de bestuurscultuur op de schop. ‘Ik pas hier niet op de winkel.’ JOHAN REMKES OVER ZIJN LIMBURGSE MISSIE ‘WAT IK DEED, HOORT NIET’ Limburg zal weten dat het een Groningse gouverneur heeft. Burgemeester Jos Hessels van Echt-Susteren woont al tien jaar in het naburige Montfort. Een burgemeester moet zich aan de wet houden en verhuizen naar de plaats waar hij burgemeester is, vertelt waarnemend gouverneur Johan Remkes (70) hem tijdens een ‘stevig gesprek’. Een week later staat Hessels’ huis op Funda. Oud-wiel renner Bennie Ceulen uit Berg en Terblijt ontving sinds 2013 meer dan drie ton om de Tour de France naar Limburg te halen. Wat hij voor dat geld heeft gedaan is onduidelijk, maar duidelijk is wèl dat het geen Touretappe heeft opgeleverd. Remkes stopt de betalingen. En o ja, de Nederlandse vlag wappert sinds kort standaard voor het gouvernement aan de Maas. Eerst gebeurde dat op bijzondere dagen en hingen alleen de Europese vlag en de leeuw van Limburg er altijd. ‘Het was mij niet opgevallen, maar ik werd erop geattendeerd.’ “We hebben hier een wat bijzonder regime.” “O, dan gaan we dat bijzondere regime afschaffen.”’ De nuchtere Remkes moet er zelf om lachen in zijn werkkamer in het gouvernement. Op een smal balkon dat uitziet over de Maas (op dat moment nog een onschuldige rivier) heeft zijn voorganger Theo Bovens voor hem een asbak neergezet. Dat is altijd wel een klus als Remkes ergens neerstrijkt: hoe zorgen we dat de verstokte roker zijn saffie kan opsteken. De Limburgse zender L1 brengt het nieuws over het rood-wit-blauw begin juli als volgt: ‘Waarnemend gouverneur Johan Remkes vindt dat Limburg onderdeel is van Nederland en heeft besloten dat de driekleur voortaan bij het gouvernement moet wapperen.’ Lees die zin gerust nog eens; hij zegt onwillekeurig wat over het sentiment in Limburg, waar Aken en Luik dichterbij zijn dan Holland – geografisch én cultureel. Dat vindt Holland trouwens ook. Remkes: ‘Natuurlijk ken ik de geschiedenis. De aansluiting van Limburg bij Nederland kon op weinig applaus rekenen, maar het is meer dan 150 jaar een fact of life. Het moet normaal zijn dat bij het provinciehuis de Nederlandse vlag wappert. We zijn toch onderdeel van Nederland?’ Grappig dat Remkes met een onvervalste Groningse tongval zegt dat ‘we toch onderdeel van Nederland’ zijn. ‘Ik ben hier waarnemend commissaris en dan is het natuurlijk dat je je met je nieuwe werkomgeving vereenzelvigt’, zegt Remkes. Commissaris, geen gouverneur? ‘Op mijn eerste dag hier heb ik gezegd dat ik mij gaarne voeg naar het regionale gebruik, maar dat ik mij zo nu en dan wel zou vergissen.’ Gouverneur en deputés in een gouvernement. Geeft dat niet de ‘status aparte’ van Limburg aan? ‘Als de regionale folklore de regionale identiteit ondersteunt, dan heb ik daar absoluut geen probleem mee.’ INCIDENTEN Oud-raadslid, Statenlid, Kamerlid, minister, staatssecretaris, commissaris en burgemeester Remkes lijkt het wel naar zijn zin te hebben als gouverneur, 350 kilometer van huis. Het kan verkeren, zoals Bredero zei. Het Dagblad van het Noorden wist het na een ‘zinderend slot’ als waarnemend burgemeester van Den Haag in de ‘We zijn toch onderdeel van Nederland?’ zomer van 2020 zeker: ‘De Groningse VVD-coryfee Johan Remkes stopt nu echt met het openbaar bestuur.’ ‘Dat was ook de bedoeling’, lacht Remkes. Maar dan bericht de luis in de pels van de Limburgse vriendjespolitiek Joep Dohmen in NRC Handelsblad in maart van dit jaar dat oud-gedeputeerde Vrehen (CDA) via zijn Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen subsidie van de provincie doorsluist naar zijn eigen bedrijven. Een paar dagen later stappen de CDA-gedeputeerden Koopmans en Mackus op, begin april gevolgd door de overige gedeputeerden én door gouverneur Bovens. De minister van Binnenlandse Zaken belt Groningen. Of de oude rot in het vak genegen is om naar Maastricht af te afreizen. Waarom hij? ‘Dat moet je de minister vragen, maar ik vermoed zomaar omdat ik het instituut provincie goed ken en weet wat een commissaris wordt geacht te doen en omdat ik ook in Noord-Holland en Den Haag na stevige incidenten aantrad. De hoogmogenden in Den Haag hadden wellicht het beeld dat die Remkes het in Den Haag niet zo slecht had gedaan.’ Na Den Haag was het liever ‘even niets’, zegt hij. ‘Ik was er mentaal niet op voorbereid. De fysieke afstand is vrij groot, maar dat is alles zo’n beetje als je domicilie kiest in Groningen, en de mentale afstand is dat ook. Maar als de minister belt, dan BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 INTERVIEW 11 CV JOHAN REMKES (Zuidbroek, 1951) werd in 1978 in de Provinciale Staten van Groningen en in de raad van de stad Groningen gekozen. Hij was tot 1982 raadslid. Zijn Statenlidmaatschap eindigde in 1993. Van 1982 tot 1993 was Remkes ook lid van Gedeputeerde Staten van Groningen. In 1993 werd hij lid van de Tweede Kamerfractie van de VVD. In 1998 werd hij staatssecretaris van VROM en in 2002 minister van Binnenlandse Zaken. Zijn ministerschap eindigde op 22 februari 2007. Eind 2006 ging hij weer in de Tweede Kamer zitten. Van 1 juli 2010 tot 1 januari 2019 was Johan Remkes commissaris van de koning(in) in Noord-Holland. Daarna werd hij voorzitter van het college dat het kabinet-Rutte III adviseerde over de stikstofproblematiek. Op 12 oktober 2019 werd hij waarnemend burgemeester van Den Haag. Op 9 april 2021 werd Johan Remkes waarnemend commissaris van de koning in Limburg. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021
Pagina 12
en presenteren: Succes met Europa! Masterclasses Europa stelt de komende zeven jaar miljarden beschikbaar voor thema’s als energietransitie, mobiliteit en de economie. Maar hoe kan een Nederlandse decentrale overheid gebruik maken van deze gelden voor regionale projecten? Waar te beginnen? Waar moet een project aan voldoen en wanneer is een project Europa-proof? Hoe bereikt u de juiste mensen in Brussel en hoe krijgt u de eigen organisatie mee in het Europese avontuur? In een spot-on masterclass krijgt u alle handvatten om te starten met een Europees traject voo uw provincie, gemeente o Kies één of meerdere m masecasses: ● Energietransitie en cir 16 september 2021 circul e ● Duurzame en slimme mbl 23 september 2021 ● Klimaatadaptatie 30 september 2021 ● Digitalisering en Sma 7 oktober 2021 ● Regionale arbeidsmar en economie 14 oktober 2021 ark Deelname aan deze masterclassreeks kost € 375 excl. btw per sessie. Volledig programma, informatie over de sprekers en aanmelden: succesmeteuropa.nl Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 livestream INTERVIEW 13 denk je op zijn minst serieus na. Ik snapte waarom de minister mij belde. Dan overleg je met je vrouw en dan zeg je: we gaan het avontuur aan.’ De plicht roept? ‘Het is gedrevenheid, betrokkenheid en een verantwoordelijkheidsgevoel.’ En ook omdat het leuk is? Remkes trekt een zuinig gezicht. ‘Nou, leuk is wat mij betreft niet het goede woord. Het is een uitdaging. Hoe heeft zich dat in Limburg nou precies voltrokken?’ ‘Het stuitte mij als democraat tegen de borst’ UNIEKE SITUATIE Het voltallige provinciebestuur is vertrokken als Remkes op 19 april in het gouvernement neerstrijkt. ‘Dan acteer je in de wonderlijke en voor Nederland unieke situatie dat alle bevoegdheden van het college van GS op jou zijn overgegaan.’ Je kunt als waarnemer denken: als het de Staten niet lukt om voor de zomer een nieuw provinciebestuur te fabriceren, dan wordt het wel erna. Tot die tijd houd ik het schip op koers en doe ik niets opvallends. Remkes: ‘Zo zit ik niet in elkaar; daarvoor moet je iemand anders bellen. Ik pas hier niet op de winkel. Ook als waarnemer kun je niet zeggen: ik laat het aan de politiek over. Je bent onderdeel van het besluitvormingsproces. Dat besef zie ik niet overal. Ik ben in mijn bestuurlijke leven burgemeesters tegengekomen die zeiden: “De moeilijk heden laat ik aan de politiek over.’” De nieuwbakken gouverneur wist het natuurlijk allang maar ervaart het nu aan den lijve: de rol van de provincie in Limburg is erg groot, veel groter dan die in Noord- en Zuid-Holland bijvoorbeeld. Remkes: ‘Het verschilde in Noord-Holland. In de metropoolregio Amsterdam keek men minder snel naar de provincie dan in West-Friesland. Anders dan in Holland heb je in Limburg geen echt grote gemeenten. Het is logisch dat men hier gemakkelijker en sneller naar Kwatta kijkt als er economisch of infrastructureel iets moet gebeuren. De provincie Limburg heeft meer dan vijftig verbindingen in de publiek-private sfeer. Dat kom je nergens anders tegen. Daaruit kun je afleiden dat de rol van de provinciale overheid in Limburg dominant is.’ En dan gaat het bij gelegenheid mis, zeker als je je bedenkt dat in Limburg de ons-kent-ons-cultuur en in de interne gerichtheid sterker is dan in de rest van Nederland. Onderzoeksjournalist Dohmen schrijft er al jaren over: de invloed van buiten is kleiner dan waar ook in Nederland en de vissenkom van ondernemers en politici die elkaar voortdurend tegenkomen ook. Remkes: ‘Dat kan op de achtergrond een rol spelen bij de integriteitsincidenten die hier hebben gespeeld, maar hoeft niet automatisch zo te zijn. Als er in de verbindingen fatsoenlijk wordt opgetreden, dan hoeft de ons-kent-ons-cultuur niet per se een probleem te zijn. Maar dat betekent wél dat wordt gespeeld volgens de spelregels, ook bij goedkeuring van benoemingen bijvoorbeeld vanuit dit huis.’ AFSPRAAK Remkes maakte een duidelijke afspraak met de minister over zijn benoeming: ‘Zolang kan het duren en niet langer. Benoemingsprocedures voor een opvolger hebben namelijk de neiging om in de tijd uit te lopen.’ Dat gevaar was niet denkbeeldig, want de Limburgse Staten maakten geen haast met de vorming een nieuw college. En dan te bedenken dat dat ook niet had gehoeven als de Staten zich een ‘goed werkgever’ hadden getoond. Remkes: ‘Twee gedeputeerden stapten in maart terecht op, maar de andere vijf en de commissaris hadden van mij niet weg gehoeven. Menselijkerwijs begrijp ik het, maar strikt analytisch was het niet nodig geweest. De debatten in de Staten op 2 en 9 april dropen van de vooringenomenheid. De Statenleden hadden moeten wachten tot alle feiten op tafel lagen. Het debat op de negende had nooit gevoerd mogen worden.’ Als het er op 9 april op lijkt dat een motie van wantrouwen wordt aangenomen, stapt het college op. Omdat de Staten er niet uitkomen, formeert gouverneur Remkes in juni – geadviseerd door Onno Hoes, maar wel op eigen houtje – een breed college van CDA, VVD, GroenLinks, D66, PvdA en Lokaal-Limburg. Remkes zoekt zelf de gedeputeerden. Het nieuwe college ziet op 2 juli het levenslicht. Voor de zomervakantie, precies wat hij wilde. Remkes kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn wonderlijke rol. ‘Het is op zijn pootjes terecht gekomen, maar wat ik hier moest doen hoort niet. Het stuitte mij als democraat tegen de borst. Maar er was geen alternatief. Er moesten besluiten worden genomen die je als eenhoofdig bestuur niet behoort te nemen. Ik heb in al mijn jaren in het openbaar bestuur niet meegemaakt dat de Staten er op eigen kracht niet in slaagden nieuwe gedeputeerden te kiezen. In het arbeidsvoorwaardengesprek met de minister is dit ook niet aan de orde geweest.’ De minister er wel even over gebeld? ‘Nee, en de minister heeft mij ook niet gebeld, zo van: “Waar ben je nou mee bezig?’” Het belangrijkste werk zit erop. Nog een paar maanden en dan kan Remkes terug naar Groningen. De bestuurscultuur behoeft nog wel een por. De parlementaire mores bijvoorbeeld zijn niet om over naar huis te schrijven, vindt Remkes. De Limburgse bestuurscultuur is overigens niet zo rot als een mispel, maar er moet wel ‘een fundament worden gelegd onder de omslag’ in het bestuurlijk denken. Gedeputeerden mogen geen nevenfuncties meer hebben met een directe relatie met de provincie. Een onafhankelijke commissie onderzoekt de bestuurscultuur en integriteitsschendingen en er is een meldpunt ingericht voor integriteitszaken. NIEUWE GOUVERNEUR En dan is het wachten op de nieuwe gouverneur, die tot 15 augustus kan solliciteren. ‘En hij of zij hoeft niet per se uit Limburg te komen’, zegt Remkes. ‘In de profielschets staat dat de nieuwe gouverneur de unieke Limburgse cultuur een warm hart toedraagt.’ Beter geen Limburger? Johan Remkes: ‘Er lopen uitstekende Limburgers rond en er lopen uitstekende mensen buiten Limburg rond. Mijn zorg is dat onvoldoende gekwalificeerde mensen een brief schrijven. Ik hoop niet dat ze zich laten afschrikken door wat hier is gebeurd. In Den Haag heb ik gezegd dat ik als waarnemend burgemeester mensen kon aanmoedigen om een brief te schrijven; dat is mijn houding hier ook.’ En? ‘Zal ik het daarbij laten? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021
Pagina 14
14 ACHTERGROND CARRIÈRE DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: REMKO DE WAAL / ANP-HH Werknemers mochten even voor vijftig procent terug naar de werkvloer, maar dat werd al snel weer teruggedraaid naar ‘zoveel mogelijk thuis’. Hoe moet het verder? Veel ambtenaren vinden het nieuwe, hybride werken wel prettig. Gemeentesecretarissen van Leiden en Haarlem aan het woord. HAARLEM EN LEIDEN VERKENNEN HYBRIDE WERKEN VOORZICHTIG TERUG NAAR HET STADHUIS Praatjes bij de koffieautomaat, een fysieke vergadering, inspirerende gesprekken met collega’s, het delen van lief en leed, brainstormsessies. Allemaal elementen van het werk van een ambtenaar die al bijna anderhalf jaar lang niet of nauwelijks voorkomen. Ook nu weer, terwijl de lokroep van het ‘terug naar de werkvloer’ heel duidelijk begon te klinken, blijft corona ons teisteren en wordt terug naar de werkvloer toch weer minder vanzelfsprekend dan het vlak voor de zomer leek te worden. Dat betekent niet dat het denken over terug naar de werkvloer stil heeft gestaan. ‘We hebben het er regelmatig over gehad binnen de vereniging tijdens de lunchuurtjes’, vertelt Pim van Vliet, voorzitter van de Vereniging van Gemeentesecretarissen en gemeentesecretaris/algemeen directeur in Leiden. Tijdens die digitale ‘lunchuurtjes’ bespraken de gemeentesecretarissen allerlei thema’s, zoals werken in coronatijd. ‘Je merkt dat het fijn is om erover te spreken. Hoe doe jij dat? Zijn er bijzonderheden? Iemand wilde twee weken naar een vakantiehuis in Duitsland en van daaruit werken. Hoe ga je daarmee om? Meestal gaat het in prima interactie met het college en de politiek. Soms gaat het wat stroever. Je hebt er van de conservatievere en van de rekkelijkere lijn.’ Het laatste overleg ging over het klaarmaken voor terug naar de werkvloer. Veel gemeenten hebben daar al lang plannen voor klaarliggen. Zo ook Van Vliet zelf. In 2020 maakte ze al een nieuwe visie op toekomstig werken. ‘Die heeft lang in de la gelegen, eerst was meer versoepeling nodig.’ Eigenlijk gold dat ook voor de andere gemeentesecretarissen. Ze waren bezig met verhuizingen naar nieuwe panden, flex-concepten en versnelling van het nieuwe werken met meer flexibiliteit. ‘Die plannen zijn vaak opgesteld met de ondernemingsraad en na enquêtes onder ambtenaren over hoe vaak ze naar kantoor willen komen.’ Dat geldt natuurlijk voor mensen die kunnen kiezen. Er zijn ook mensen die al die tijd al naar kantoor kwamen, omdat ze aan de balie of in de buitendienst werken. ‘Gemiddeld vinden mensen het fijn als er meer flexibiliteit is. Soms zijn er BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 - BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 15 tact met de direct leidinggevende en de directie? Dat bleek individueel bepaald en af te hangen van persoonlijke omstandigheden. ‘Voor sommige mensen kon thuiswerken simpelweg niet en daar is ruimte voor gecreëerd. In de toekomst laten we het afhangen van persoonlijke behoefte. Wij vertrouwen medewerkers daarin, voer het gesprek met je leidinggevende.’ uitschieters, maar de meesten zitten rond 50/50. Werkgevers zitten aan dezelfde kant’, aldus Van Vliet. Dat thuiswerken brengt goede dingen in de werk-privébalans, minder prikkels, maar er zijn ook zorgen over isolement. ‘Het is belangrijk dat je elkaar fysiek ziet. Het heeft heel duidelijk twee kanten. Daarom zeggen de werkgevers: we moeten de balans vasthouden. Dat betekent genoeg faciliteren voor de thuiswerkplek. Nagenoeg iedereen heeft daarin geïnvesteerd. En een hybride concept met vergadervoorzieningen. In de samenwerking moet je nadenken over hoe je leiding geeft op afstand.’ PRODUCTIEF Thuiswerkonderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen in samenwerking met Binnenlands Bestuur (zie ook pag 4 en 5) laat zien dat het nog een grote uitdaging wordt om een juiste invulling van hybride werken te kunnen formuleren en implementeren. ‘Veel respondenten geven aan thuis productief en geconcentreerd te kunnen werken, maar ook hun collega’s te missen’, constateren de onderzoekers. ‘Het is dan ook niet vreemd dat de meeste respondenten aangeven graag twee tot drie dagen per week naar kantoor te willen gaan, wanneer dat weer mogelijk is. Tegelijkertijd zijn diezelfde collega’s juist ook van plan om minder naar kantoor te komen. Interessant in dit verband is dat de waardering van de thuiswerkplek de enige voorspeller is voor het voornemen van hen om al dan niet vaker op kantoor te werken.’ De onderzoekers bevelen organisaties aan een open dialoog te hebben over wensen en ideeën ten aanzien van het hybride werken voordat men samen tot actie overgaat. De Haarlemse gemeentesecretaris Catrien Lenstra zag in de snelle omwenteling in maart 2020 ook een kans. ‘Het was eigenlijk een onvrijwillige pilot, waarbij moderniseren en eigentijds werken in een versnelling kwamen.’ De gemeente hield al een coronamonitor bij met vragen over hoe de inwoners de coronatijd ervoeren, maar voerde die ook uit in de eigen organisatie: hoe ervaar je het thuiswerken en het conZICHTBAARHEID Volgens Lenstra missen mensen de ontmoeting het meeste en wordt daar dus ruimte voor geboden op kantoor. ‘Je wilt gaan oefenen met vergaderruimtes, hoe werkt het om in te loggen op een groot scherm?’ Er is een projectgroep opgericht die eerst kijkt naar de korte termijn met anderhalve meter afstand. ‘De vraag is hoe we straks het nieuwe werken introduceren. Dat is meer dan de bureaus terugzetten. Het gaat om meer persoonlijke wensen, maar we willen ook meer zichtbaarheid van de organisatie in de stad.’ Het gesprek over wie wanneer thuiswerkt en op kantoor moet je met zijn allen voeren, aldus Lenstra. ‘Daarin heeft de leidinggevende een belangrijke rol. Als je een samenwerkingsopgave hebt als team, dan heb je dat gesprek zeker nodig, want dan ben je echt vaker op kantoor nodig.’ In Leiden werken ze momenteel met inschrijving, want voorlopig is de ruimte met de anderhalve meter afstand beperkt. ‘Er wordt per etage bepaald hoeveel mensen er kunnen zitten. Ook in teams zijn er quota per dag. Als die anderhalve-meterregel eraf gaat, hoeft dat niet meer’, vertelt Van Vliet. De gemeente Leiden hanteert nu nog een flexnorm van 0,7. ‘Bij de verwachting dat mensen 50/50 gaan werken, redden we dat dus sowieso wel op kantoor. Vaak zijn woensdag en vrijdag rustige dagen.’ Daarbij blijven de voordelen van digitaal werken bestaan. ‘Gebruik het kantoor vooral voor overleggen waarbij de ontmoeting belangrijk is. Daarvoor hebben we ook projectruimtes.’ Sommige mensen ervaren het kantoor als ‘eindelijk rust’, voor een ander is dat juist thuis. ‘Ik ben er voorzichtig in. Sommigen zeggen: rustig werken doe je maar thuis, maar dat kan niet altijd.’ In Leiden kunnen medewerkers binnen een team de eigen agenda inrichten. ‘Je moet het samen uitdokteren of met een ander team. Flexibiliteit moet daarbij niet tot starheid leiden. Dat je niet kunt komen, omdat je thuiswerkt. Werk en type werk staat voorop. Ik denk dat dit wel losloopt, maar het vraagt goed samenspel.’ In Haarlem is de flexnorm nu niet meer dan 0,5 en het kantoor gaat niet terug naar 100 procent. ‘We doen het per afdeling en kijken hoe we gaandeweg meer ruimte kunnen bieden, ook voor het transformeren’, aldus Lenstra. ‘Als het maximum is bereikt, komt er wel een schema voor het werken op kantoor.’ De ict-omgeving is nu ingericht op het thuiswerken, maar de verwachting is nog steeds dat na de zomer alles weer zou moeten kunnen. ‘We moeten de kans niet verliezen om het kantoor opnieuw neer te zetten. Van onze medewerkers wil 60 procent (deels) blijven thuiswerken. Daar moeten we ruimte voor bieden. Niemand wil 100 procent thuis zijn, eerder zijn er medewerkers die 100 procent op kantoor willen zijn. Dat percentage moeten we in overleg vaststellen.’ KOUDWATERVREES Beide gemeentesecretarissen bespeuren koudwatervrees bij sommige medewerkers. En dat moet je aandacht geven, vindt Lenstra. Tussen de eerste en tweede lockdown was er ook even meer ruimte, weet ze nog. ‘Toen kwamen andere mensen naar het werk en dan blijkt dat sommige mensen heel erg hechten aan bijvoorbeeld altijd een mondkapje. Anderen zijn daar gemakkelijker in. We zijn een afspiegeling van de maatschappij en die verschillen kunnen ook spanningen oproepen. Daarom moet je duidelijk zijn in de regels.’ Haarlem hanteert de overheidsrichtlijnen. ‘Als mensen angstig zijn, dan voeren we daar een gesprek over. Het kan best zijn dat mensen die kwetsbaar zijn voor het virus wat meer thuiswerken of in een afgeschermde ruimte.’ Van Vliet wijst erop dat Leiden ‘best wat jonge mensen’ heeft en dat veel begin juli hun vaccinatie nog niet hebben gehad. ‘Dan is er ook begrip als ze dat willen afwachten. Er is wel koudwatervrees, maar als het eerste schaap eenmaal over de dam is ...’ Toch kunnen er na corona nog steeds de nodige dilemma’s optreden op de werkvloer. Wat doe je bijvoorbeeld met ‘ Iemand wilde twee weken in een vakantiehuis in Duitsland werken’
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 l d h A 16 ACHTERGROND CARRIÈRE LIEVER THUIS Thuiswerkende ambtenaar in Dreumel mensen die verkouden zijn, maar toch naar het werk komen? Lenstra beaamt die spanning. ‘Komt het handen schudden weer terug? Ik weet het niet. Er zijn daarin verschillende stromingen: van “blijf thuis” tot “je bent toch niet van suiker?”. We blijven het in de gaten houden.’ Misschien komen er voor volgende winter wel aanbevelingen, bijvoorbeeld om de griepgolf in te dammen, denkt ze. ‘Je kunt thuiswerken en digitaal overleggen als je verkouden bent. Ik geloof in een eigen verantwoordelijkheid.’ Zolang nog niet een ruime meerderheid van de Nederlanders dubbel gevaccineerd is, blijft het coronaproof kantoor nog bestaan. ‘Looproutes, schermen, alles blijft tot september en daarna kan het weg, was het idee. Maar nu de cijfers weer oplopen, weet ik het nog zo net niet’, zegt Van Vliet. ‘Als je denkt dat je er bijna bent, val je toch weer terug. Het is steeds twee stappen vooruit en één terug.’ Daarbij is het ook zinvol na te denken over de veel bediscussieerde kantoortuin. ‘Als ik voor Leiden spreek: wij zijn nog maar kort voor de coronacrisis begonnen met herhuisvesting en zaten daardoor achteraan in de flexibele kantoorinrichtingen. Dat werkte in ons voordeel. We konden leren van organisaties die ons voorgingen en zeiden toen al: de kantoortuin is niet voor iedereen geschikt. Daar hebben we al rekening mee gehouden. Er zijn verschillende vormen: ‘ De vraag is hoe we straks het nieuwe werken introduceren’ samenwerkingsruimtes, stilteruimtes, kamers met gesloten deur en kantoortuinen.’ TUSSENFASE Lenstra heeft nog geen besluit genomen over wijziging van de inrichting, al kan ze zich voorstellen dat mensen die zich willen concentreren thuiswerken, en de kantoortuin de plek is waar je mensen treft. ‘We experimenteren met ontmoetingsruimten, teamsessies en hybride vergaderen. We willen meer ruimte voor ontmoetingen, maar initiëren nog geen fundamentele verandering.’ Uiteindelijk gaat het volgens Van Vliet om het aanbieden van goede voorzieningen, zowel thuis als op het werk. ‘We zitten nu in een tussenfase en kunnen experimenteren. Kom dus ook echt naar kantoor, je vindt nieuwe apparatuur, je kunt plannen in de agenda, het is één groot experiment. Ik vind het leuk en bere-interessant. Wat doet de mens?’ Goede hybride faciliteiten, leidinggeven op afstand, investeren in devices die medewerkers mee kunnen nemen is allemaal belangrijk. ‘We hebben nu bijna allemaal een mobiele werktelefoon. Dat zijn belangrijke randvoorwaarden.’ Het enige dat nog openstaat in de cao-onderhandelingen is: wat wordt de thuiswerkvergoeding? ‘We wachten in Leiden vooralsnog af wat er landelijk gebeurt.’ Ze stipt nog wel aan dat politici, ‘en ook wij’, moeten uitkijken met enkel de voordelen belichten. ‘Je hebt ook een verantwoordelijkheid voor degenen die thuiswerken niet leuk vinden, maar een sleur. Dat het rustig is, lijkt vooral bedacht door mensen met een ruim huis. Het is niet altijd een groot feest.’ Ook Lenstra ziet dat sommige mensen staan te springen om weer naar kantoor te gaan, waar andere het spannend vinden. ‘Ik hoor daar verschillende verhalen over. Wel belangrijk is dat je onderdeel bent van een team. Te geïsoleerd is niet goed. Voor sommigen is dat misschien een hobbeltje, maar het levert meer werkgeluk op.’ De meeste mensen kijken er erg naar uit, ziet ze. ‘Bij het afbemen van digitale ambtseden merk ik dat nieuwe medewerkers niet kunnen wachten. Ze willen eindelijk eens echte mensen zien in plaats van platte gezichten op het scherm.’ Marcel van den Bergh / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 30 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Een depressieve ambtenaar verscheen enkele IN DE CLINCH weken niet op kantoor, terwijl hij voor vijftig procent geschikt was te werken. Mocht de gemeente Utrecht hem ontslaan? Of kon de amtenaar de ontoelaatbaarheid van zijn afwezigheid zelf niet inzien? VERTROUW NIET ALTIJD OP DE BEDRIJFSARTS Jarenlang gaat het goed met Mark Semmels*, ambtenaar bij de gemeente Utrecht. Maar vanaf 2015 – hij is dan dertien jaar in dienst – is hij geregeld ziek, voornamelijk vanwege psychische klachten. Daarbij overtreedt hij meerdere keren de regels voor ziekteverzuim, wat hem enkele (disciplinaire) straffen oplevert. Als hij in 2017 over een periode van vier weken weigert zijn werk te hervatten, behoudens enkele dagen, volgt strafontslag met onmiddellijke ingang. Volgens de bedrijfsarts kon hij voor vijftig procent werkzaamheden verrichten. Maar was dit plichtsverzuim ook toerekenbaar? Het college erkent de psychische problematiek bij Semmels, maar van de bedrijfsarts en van een psychiater begrijpt het college dat Semmels ten tijde van het plichtsverzuim in staat was de gevolgen van zijn gedragingen (niet op het werk verschijnen) te overzien. Het plichtsverzuim is hem dus toe te rekenen. De rechtbank MiddenNederland is het daar niet mee eens: omdat er al vóór het ontslag aanwijzingen waren die konden duiden op mogelijk verminderde toerekenbaarheid, had het college dit beter moeten onderzoeken. Het straf ontslag wordt vernietigd, het college gaat in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Volgens vaste rechtspraak is sprake van toerekenbaar plichtsverzuim als een ambtenaar de ontoelaatbaarheid van het verweten gedrag heeft kunnen inzien en overeenkomstig dat inzicht heeft kunnen handelen. Zonder dit inzicht of het vermogen ernaar te Psychische problematiek onderschat handelen, kan het verweten gedrag de ambtenaar niet worden toegerekend. Als Semmels niet in staat was om in te zien dat hij die periode moest werken, dan valt het niet-verschijnen hem niet toe te rekenen. Zelfs al zou hij nog wel over (enig) gewetensbesef hebben beschikt en over (enig) vermogen om dienovereenkomstig te handelen, dan nog kan het zo zijn dat er meer aan de hand was dan door de werkgever is aangenomen, vindt de Raad. Dan kan het best zo zijn dat hij (psychisch) te ziek was om voor vijftig procent te kunnen werken. ADVERTENTIE Op advies van de bedrijfsarts werd in april 2016 een psychodiagnostisch onderzoek uitgevoerd. Daaruit bleek de zware problematiek en een of meerdere DSM-diagnoses, waarbij een multidisciplinaire aanpak binnen de specialistische GGZ noodzakelijk is. De werkgever besloot het behandelplan niet te laten uitvoeren: die wilde wel een snel herstel van Semmels, maar behandeling werd gezien als zijn eigen verantwoordelijkheid. De bedrijfsarts die het onderzoek kende, ging niet in op Semmels’ ‘zware problematiek’. De psychiater, die het onderzoek ook had gezien, zag wel de depressieve klachten maar vond dat niet is op te maken in hoeverre Semmels depressief was ten tijde van het niet-verschijnen op het werk, en ook niet of een depressie toen zijn gedrag heeft beïnvloed. Om na te gaan of Semmels in staat was de ontoelaatbaarheid van zijn gedrag in te zien en dienovereenkomstig te handelen, was aanvullend psychiatrisch en neuropsychologisch onderzoek nodig. Volgens de Raad mag een werkgever afgaan op adviezen van de bedrijfsarts. Maar in dit geval viel niet uit te sluiten dat de bedrijfsarts de psychische problematiek van Semmels had onderschat. Nu het college ervoor heeft gekozen het door de psychiater geadviseerde nadere onderzoek niet te laten uitvoeren, is het ontslagbesluit is terecht vernietigd, aldus de Raad (uitspraak 17 juni 2021). * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:1441 DISCOVER • LEARN • GROW MELD JE GRATIS AAN VIA FINANCEEXPO.NL
Pagina 18
18 ACHTERGROND FINANCIËN DOOR: WILMA VAN HOEFLAKEN BEELD: SHUTTERSTOCK Gemeenten kampen met structurele financiële tekorten. Toch meldt de ene na de andere gemeente een positief saldo over 2020. Hoe kan dat? ‘Onze jaarrekening geeft een vertekend beeld.’ MEEVALLERS CORONA IN JAARREKENING 2020 GEMEENTEN HEBBEN PLOTS GELD TE VEEL ‘Het is heel raar om met een positief saldo te komen als je tegelijkertijd forse bezuinigingen moet doorvoeren’, zegt Anita Vlam, wethouder van onder meer financiën (VVD) in Woudenberg en lid van de commissie financiën van Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Woudenberg staat onder preventief financieel toezicht van de provincie. Voornamelijk vanwege de kosten in het sociaal domein krijgt de gemeente haar begroting niet sluitend. Terwijl de gemeente met de inwoners een ‘bezuinigingsdialoog’ voerde om mogelijke besparingen in kaart te brengen, bleek dat de jaarrekening over 2020 een positief saldo laat zien van 123.000 euro op een begroting van 40 miljoen. Aanvankelijk hield de gemeente rekening met een tekort van 369.000 euro. Het positieve saldo is – behalve aan het ombuigen van de begroting en het bijsturen van de kosten in het sociaal domein gedurende het jaar – voor een groot deel te danken aan het feit dat vanwege corona allerlei activiteiten niet doorgingen. ‘Zo werd minder gebruik gemaakt van leerlingenvervoer’, zegt Vlam. ‘Omdat kinderen niet naar school gaan, houd je geld over. Dat is een situatie die je niet wilt.’ Het lijkt erop dat heel wat gemeenten over 2020 een positief saldo kunnen laten zien. ‘Het is maar één jaar, dat zegt niets over structurele tekorten’, zegt Victor Everhardt, wethouder financiën en economische zaken (D66) in Amsterdam en voorzitter van de commissie financiën van de VNG. ‘Bovendien is het een coronajaar, dat in alle opzichten anders was dan andere jaren. Er kwamen uitkeringen van het rijk, sommige activiteiten die je wel had begroot konden niet doorgaan. Er spelen allerlei factoren mee. Een positief saldo kan nooit een dekking zijn voor een structureel tekort.’ OPVALLEND Het is opvallend dat veel gemeenten juist in het jaar waarin de coronacrisis uitbrak geld overhouden. Hoe komt dat? Volgens Rein-Aart van Vugt van Deloitte, die als externe accountant betrokken is bij de jaarrekening van veel gemeenten, pakt een jaarrekening doorgaans sowieso positiever uit dan een begroting. ‘Dat is meestal niet bewust, maar er zit wel iets van voorzichtigheid achter.’ In de begroting houden gemeenten rekening met tegenvallers en zijn ze geneigd kosten hoger in te schatten. Ook zijn begrotingen vaak ambitieus. Uiteindelijk worden veel plannen in de praktijk in een lager tempo uitgevoerd, bijvoorbeeld doordat er te weinig mensen beschikbaar zijn of juridische procedures en burgerparticipatie meer tijd vragen. ‘De realisatie in de jaarrekening wijkt hierdoor vrijwel altijd positiever af van de begroting. Tussentijds monitoren en de gemeenteraad informeren zou vaak scherper kunnen’, vindt Van Vugt. ‘Ook meer aandacht voor goede planningen van activiteiten en die meer reBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 19 ‘ Er werd minder gebruik gemaakt van leerlingenvervoer’ alistisch begroten kan helpen om de afwijkingen te verkleinen.’ Wat volgens hem eveneens meespeelt, is dat er gedurende het jaar incidentele financiële meevallers ontstaan, zoals in de laatste maanden van het jaar aanvullende uitkeringen van het rijk. Maar corona is voor 2020 ook een belangrijke verklaring voor al die – vaak onverwachte – positieve saldo’s. Enerzijds konden veel activiteiten niet doorgaan vanwege de coronamaatregelen. ‘Daarnaast heeft het rijk de kosten en de daling van opbrengsten gecompenseerd’, zegt Van Vugt. Ook de Tozo-vergoeding van het rijk – de tijdelijke inkomenssteun voor ondernemers – kan resulteren in een positief resultaat op de jaarrekening. ‘Dat was een incidentele uitkering van het rijk die bij het opstellen van de begroting niet was geidentificeerd’, zegt Ricardo Kok van Exilo, een adviesbureau voor financiën, control en bedrijfsvoering in de publieke sector. ‘Er was lang onduidelijkheid over de hoogte van de uitkering. De voordelen van de Tozo-uitkering zie ik veel terugkomen. Maar dat is ook geld om kosten van te betalen die je in de toekomst maakt, voor het toezicht en de handhaving. Dus reken je zelf niet rijk.’ Volgens Kok heeft ook de teruggave van te veel betaalde btw bij re-integratie voor – soms forse – incidentele inkomsten gezorgd. MINIMA Corona zorgde voor andere inkomsten en uitgaven en dat is aan de jaarrekening te zien. Zo was Woudenberg niet alleen minder geld kwijt aan leerlingenvervoer, er werd ook minder gebruik gemaakt van de regelingen voor minima. Extra inkomsten waren er ook, aldus Vlam. ‘Bij de begrafenisrechten en de leges voor omgevingsvergunningen.’ Amsterdam – met een negatief saldo van 181 miljoen euro – liep juist heel veel inkomsten mis. ‘De gederfde parkeerinkomsten en toeristenbelasting is absoluut een oorzaak’, zegt Everhardt. ‘Het was een raar jaar’, zegt Ad Verbakel, concerncontroller in Eindhoven, waar eveneens sprake is van een positief saldo. ‘De algemene uitkering van het rijk is wat hoger uitgevallen. Een ander voordeel is dat we veel minder overheadkosten hadden. Minder opleidingskosten, minder kopieerkosten, de kachel hoefde niet aan. Ook speelde mee dat allerlei evenementen niet doorgingen.’ Het saldo mag dan positief zijn, Eindhoven heeft vanwege corona 15 miljoen euro uit de algemene reserve ingezet. ‘Dat geld hebben we gebruikt om de maatschappelijke infrastructuur overeind te houden. Naast het geld dat we gecompenseerd kregen van het rijk. Dat laatste was trouwens heel positief. Er werd echt gekeken naar wat we nodig hadden. Zo zou het altijd moeten gaan.’ INGETEERD Een positief saldo zegt niet alles, vindt Verbakel. ‘Het lijkt of er veel geld over is, terwijl je in feite ingeteerd kunt hebben op de financiële positie. Het is het verschil tussen je spaargeld en je lopende rekening. Als ik 50.000 euro spaargeld gebruik om een auto te kopen en ik houd regulier 20.000 over omdat ik niet met vakantie ga, dan zou ik in deze jaarrekeningsystematiek een voordeel hebben van 20.000 euro, terwijl ik er netto 30.000 euro op achteruit ben gegaan.’ Eindhoven kampte een paar jaar geleden met grote structurele tekorten in het sociaal domein. Een van de maatregelen die de gemeente heeft genomen is een volgens Verbakel meer dan gemiddelde verhoging van de gemeentebelastingen. ‘Het helpt dat de arbitragecommissie heeft bepaald dat het rijk gemeenten voor de kosten van jeugdzorg moet compenseren. Daarmee is een deel van het probleem opgelost, maar niet alles.’ Eind mei deed de arbitragecommissie een uitspraak in het geschil tussen VNG en het rijk. Zij oordeelde dat het rijk gemeenten moet compenseren voor het feitelijke tekort voor de jeugdzorg. Verbakel wijst op de groei van de stad en de noodzaak van veel woningbouw in het centrum, wat tot extra mobiliteit leidt en investeringen vraagt op het terrein van verkeer en openbaar vervoer. De stad groeit behoorlijk en ruimte om de gemeentelijke organisatie mee te laten groeien is er nauwelijks. ‘We hebben nagenoeg geen investeringsruimte’, zegt Verbakel. ‘De jaarrekeningen van gemeenten geven het beeld dat het goed gaat, maar ik zie de afgelopen 25 jaar vooral bezuinigingen. Verschraling van het voorzieningenni
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 21 veau, uitstel van onderhoud en verlenging van afschrijvingstermijnen. Dat zit allemaal onder de oppervlakte.’ Ook de vijf gemeenten die in 2022 Land van Cuyk gaan vormen – Boxmeer, Cuijk, Mill en Sint Hubert, Grave en Sint Anthonis – hebben positieve financiële resultaten. ‘Dat is lastig uit te leggen, want iedereen hoort en leest in de media dat gemeenten veel moeite hebben om hun begroting sluitend te krijgen’, zegt Lydia Verheijen, coördinator financiën in Sint Anthonis. ‘Er is een groot verschil tussen je structurele huishoudboekje en je spaarpotje. Wij hebben in Sint Anthonis veel resultaten uit grondexploitaties. Dat is positief voor de jaarrekening, maar het zijn geen structurele inkomsten waarmee je bijvoorbeeld de kosten in het sociaal domein kunt dekken. Opbrengsten van grondexploitaties kunnen enorm fluctueren. Het kan best het ene jaar een halve ton zijn en het jaar erop 3 miljoen. Je kunt daar wel iets eenmaligs mee doen, maar je kunt ze niet regulier inzetten.’ Grondexploitaties en andere incidentele mee- of tegenvallers hebben invloed op het jaarrekeningsaldo, maar gemeenten moeten hun begrotingssaldo corrigeren voor incidentele baten en lasten. De begroting moet structureel sluitend zijn. Het is net als een huishouden, stelt Verheijen. ‘Met je reguliere inkomen moet je je reguliere uitgaven kunnen betalen. Als je elke maand 2.000 euro hebt, moet je daarvan rondkomen. Het moet in balans zijn.’ De inkomsten maandelijks aanvullen met een beetje geld uit de opbrengsten van grondexploitaties werkt niet. ‘Dan kom je uiteindelijk niet uit, want je kunt niet blijvend vertrouwen op de opbrengsten van grondexploitaties. Als er een crisis komt zoals in 2008, ben je die inkomsten kwijt. Maar ondertussen heeft de jeugd wel zorg nodig.’ COMPLEX ‘Vertellen dat je een tekort hebt en vervolgens met een positief rekeningresultaat komen is complex’, zegt Ricardo Kok van Exilo ‘Je moet het duiden. Enerzijds je structurele resultaat, anderzijds je incidentele baten en lasten. Dan komt er per saldo een positief resultaat uit, maar dat is geen waarborg voor komende jaren.’ Volgens Van Vugt is dat soms ook aan de gemeenteraad lastig uit te leggen. ‘Bij de begrotingsbehandeling moet de raad nadenken over bezuinigingen of een verhoging van de on‘ Minder opleidingskosten, minder kopieerkosten, de kachel hoefde niet aan’ roerendezaakbelasting. Dan komt bij een jaarrekening met een positief saldo de vraag naar boven of bezuinigingen en belasting verhogingen wel nodig waren.’ ‘Aan de raad konden we goed uitleggen hoe het zit’, zegt Vlam. ‘We stevenden in de najaarsnota af op een fors tekort en onze jaarrekening laat een positief saldo zien. Maar om het aan de burgers uit te leggen, hebben we een persbericht gemaakt. We moeten bezuinigen, we staan onder preventief toezicht en dan is er opeens een positief resultaat. Dat moet je toelichten.’ Vlam vraagt zich af of corona uiteindelijk niet tot allerlei extra kosten gaat leiden. ‘Vanwege uitgestelde zorg die later terugkomt of door stijgende werkloosheid.’ Ook Verbakel houdt daar rekening mee. ‘Wat gebeurt er als de overheidssteun aan ondernemers wordt afgebouwd? Je ziet nu al veel leegstand. Misschien komen er straks meer faillissementen. Dan komen er ook meer mensen in de bijstand. Daar moeten we op voorbereid zijn en onze armslag is niet groot.’ Vanwege de decentralisatie van de jeugdzorg heeft elke gemeente in de afgelopen jaren keuzes moeten maken, zegt Everhardt. ‘Ze hebben extra bezuinigd of geput uit de algemene reserve. Het moet uit de lengte of uit de breedte. Normaal koers je op een algemene reserve van 1,0 ten opzichte van de risico’s en nu zie je hem terugvallen naar 0,5 of 0,6. Die reserve moet de komende jaren weer worden opgebouwd, zodat je de klap van een eventuele volgende crisis weer kunt opvangen. Daar heb je een algemene reserve voor.’ Hij wijst erop dat gemeenten structureel geld tekort komen voor de uitvoering van hun jeugdzorgtaken. ‘Dat is erkend door de arbitragecommissie. Er is 1,3 miljard euro toegekend. Met het nieuwe kabinet moeten we afspraken maken om dat structureel te maken. Daar hebben we als commissie financiën vertrouwen in.’ Op positieve saldo’s op de jaarrekeningen over 2020 moet men zich vooral niet blindstaren, vindt Vlam. ‘Die zijn niet representatief. Zo’n plusje wekt de indruk dat we geld overhouden en dat dat structureel is. Dat klopt niet. Het heeft voor een groot deel met corona te maken.’
Pagina 22
22 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: MARTINE SPRANGERS Met het goedkeuren van de regionale energiestrategieën door gemeenteraden gaat de energietransitie een nieuwe fase in. De raad van Ommen wil dat de gemeente controle houdt. Het windpark ‘de Veenwieken’ zit ze nog steeds niet lekker. OMMEN WORSTELT MET INVULLING RES GEEN TWEEDE VEENWIEKEN In het Klimaatakkoord is afgesproken dat gemeenten moeten streven naar duurzame energieprojecten waaraan de lokale bevolking en direct omwonenden kunnen deelnemen. Maar voor de Ommense raad is die afspraak tijdens een bespreking van de Regionale Energiestrategie (RES) veel te vaag. Wat betekent lokale deelname eigenlijk? ‘Een boer die in zee gaat met een ondernemer in zonnepanelen, dat is dus géén lokaal eigendom’, vindt PvdA-raadslid Hilbert Moerman. Uiteindelijk neemt de raad een motie aan: voor een vergunning aan een nieuw initiatief moet minstens vijftig procent lokaal eigendom zijn. Net als in veel andere gemeenten is de energietransitie in Ommen, die door BinBINNENLANDS BESTUUR - WEEK XX | 2021 ACHTERGROND 23 Hardenberg tien windmolens werden gebouwd. Vijf staan er in Ommen, vijf in Hardenberg. Het project De Veenwieken werd in 2019 in gebruik genomen, maar de turbines werden gebouwd onder het Wind Op Land-programma: de locatie werd eigenlijk door het rijk aangewezen. Het heeft in Ommen voor veel frustratie nenlands Bestuur wordt gevolgd, geen geruisloze oefening. De gemeente wil haar deel in de RES-regio West-Overijssel serieus oppakken. Dat betekent in de praktijk meer energie uit zonne-energie en windmolens. Maar de dilemma’s zijn dezelfde als in veel andere gemeenten. Grote windmolens wekken naast veel stroom ook weerstand op. En zonnevelden zien boeren en landbouworganisaties niet zitten. Bovendien heeft het stroomnet daarvoor voorlopig nog te weinig capaciteit. De besprekingen in de gemeenteraad zijn voor wethouder Bart Jaspers Faijer (duurzaamheid, ChristenUnie) een spannend moment. Want aan de bespreking en stemming over de RES in de raad is al een traject voorafgegaan van zo’n twee jaar van vergaderen, onderhandelen en informeren. De wethouder is bovendien ook voorzitter van de RES-regio. UITSLUITINGSGEBIED Maar waar deze discussies in andere gemeenten regelmatig leiden tot grote tegenstellingen in de raad, lijkt de beraadslaging in Ommen weliswaar kritisch maar toch vooral opbouwend. Het nut van de energietransitie wordt niet betwist. En zonnepanelen ziet iedere partij bij voorkeur op daken, en niet in het weiland. Maar de vraag of er windmolens in de Ommense weilanden moeten worden geplaatst, wordt vooralsnog vermeden. Er zijn nog geen plaatsen aangewezen: de gemeente heeft ervoor gekozen om geen zoekgebieden maar uitsluitingsgebieden aan te wijzen: gebieden waar in ieder geval géén maatregelen worden genomen. Hoewel een grote meerderheid van de gemeenteraad de RES-plannen steunt, is er ook wantrouwen over partijen van buiten de gemeente die straks profiteren van de exploitatie van zon- en windparken op Ommense grond. De raadspartijen vrezen dat dat averechts werkt in het vergaren van lokaal draagvlak. ‘Wij noemen het weleens het PIPgevoel’, verklaart Jaspers Faijer. Hij bedoelt daarmee het provinciaal inpassingsplan dat zorgde dat er op agrarische grond tussen Ommen en de naburige gemeente gezorgd. ‘Het voortraject speelde al voor mijn tijd. Ik was toen nog wethouder in Staphorst, en daar heeft de gemeenteraad gezegd: als het dan toch moet, doen we het zelf. Dat was de aanleiding voor het opzetten van een coöperatie, Wij Duurzaam Staphorst, waar de omwonenden aan konden deelnemen. Dat heeft erg goed gewerkt voor de acceptatie van de windturbines. Maar voor De Veenwieken en Ommen was dat helemaal omgedraaid: uit verontwaardiging over de provinciale aanwijzing heeft de gemeente de handen er helemaal van afgetrokken. Met als gevolg dat het windpark er toch is gekomen en wordt geëxploiteerd door commerciële windbedrijven. Iedere partij in de Ommense raad is er zich heel bewust van dat we dát niet meer willen.’ FALIEKANT TEGEN Raadslid Gerrit de Jonge van de lokale Volkspartij Ommen Vooruit (VOV) houdt spreekuur op de Ommense markt op dinsdag. Een mooie gelegenheid om de mening van de Ommenaar te peilen en om te horen wat er in de gemeente leeft. Zijn Culemborg nog eens terug te kijken. ‘Dat we dat gedonder in Ommen niet krijgen.’ De lokale partij heeft twee zetels in de raad van in totaal zeventien leden, en wilde op de raadsvergadering van 1 juli tijdens de stemming over de RES 1.0 een punt maken. De Jonge stemde voor, maar zijn collega Gerrit Middelkamp tegen. ‘We hebben ermee geworsteld, en ook de achterban was hier verdeeld over. Want we willen wel verder met de energietransitie en dit onderwerp. Maar we wilden ook een signaal geven dat de inwoners van Ommen meer betrokken moeten worden bij de ontwikkelingen. We vinden dat het nu te snel over grote windparken en zonnevelden gaat. Allerlei alternatieven, zoals kleinere windmolens of het benutten van de energie uit stromend water van de Vecht en de Regge komen niet op tafel.’ Volgens De Jonge is er in Ommen geen plek voor nieuwe, grote windturbines. ‘Binnen de RESregio kunnen ze best langs snelwegen. Maar dat zal in een andere gemeente zijn.’ Wethouder Jaspers Faijer wil graag gelegenheid bieden aan lokale initiatieven. ‘Een dorpsmolen waar de direct omwonenden in deelnemen is een mooi idee. Hetzelfde geldt voor initiatieven om daken van bedrijven en stallen te gebruiken voor zonnepanelen. En we scoren in Ommen natuurlijk al best hoog in de hoeveelheid opgewekte duurzame stroom, juist vanwege de windturbines van De Veenwieken.’ Hij weet ook dat er meer nodig is om het ‘ Het RES-proces voelt toch weer als van bovenaf opgelegde maatregelen’ partij is niet tegen de energietransitie, maar vraagt zich af in hoeverre de maatregelen op instemming van de Ommense bevolking kunnen rekenen. De partij is faliekant tegen een nieuw windpark als De Veenwieken. Maar De Jonge vreest dat zoiets er toch van gaat komen. ‘Partijen die eerst tegen waren, hebben door druk uit de regio een ommezwaai gemaakt. Het RES-proces voelt toch weer als van bovenaf opgelegde maatregelen. Veel wordt nu al regionaal afgestemd voordat het in de raad wordt besproken. Dat is niet zoals het hoort. Het hoort van onderaf: afspraken maak je eerst in de gemeenteraad.’ Tijdens de bespreking van de RES vroeg De Jonge zijn collega-raadsleden de uitzending van het BNNVARA-programma Opstandelingen over het verzet tegen windmolens in doel dat nu in de RES is afgesproken te halen. ‘Die doelen staan niet ter discussie, maar nu komt de periode waarin we onderzoeken op welke manier we die opdracht gaan invullen. Dat moeten we binnen onze gemeente doen, maar dat kunnen we niet alleen. Voor grotere projecten hebben we binnen de regio afgesproken om ‘grensontkennend’ te werken. Zonneweides en windmolens worden dus niet zomaar aangelegd aan de gemeentegrens zonder dat de buurgemeente en haar inwoners hierover meepraten. Uiteindelijk gaat de transitie niet alleen om techniek, het gaat ook om samenwerking.’ Maar de wethouder wil ook geen zoete broodjes bakken. ‘Als mensen ernaar vragen zal ik eerlijk zeggen: ja, het landschap zal op bepaalde plekken veranderen.’
Pagina 24
24 ACHTERGROND JURIDISCH DOOR: MICHEL KNAPEN BEELD: SHUTTERSTOCK Gemeentejuristen houden zich te veel bezig met ‘brandjes blussen’ en kunnen daarmee belangrijker juridische risico’s uit het oog verliezen. Dat blijkt uit een onlangs verschenen proefschrift. Toch zetten gemeenten de eerste stappen richting juridisch risicomanagement. JURISTEN ONTBEREN HELIKOPTERBLIK GEMEENTELIJKE RISICO’S TE WEINIG IN BEELD Gemeentejuristen doen keurig waarvoor ze zijn aangenomen. Ze gaan na of contracten op orde zijn, behandelen bezwaar- en beroepschriften, bekijken of de organisatie voldoet aan wet- en regelgeving en adviseren het college over juridische aspecten van ruimtelijke ordening, vastgoed en openbare orde. Dat is veel casuïstiek – ze gaan van de ene juridische kwestie naar de andere –, maar een overkoepelend beeld en systematische prioritering van risico’s ontbreekt vaak. Dat is een probleem, vindt onderzoeker Ivar Timmer. In maart promoveerde hij aan de Vrije Universiteit op een onderzoek waarin hij de vraag stelde hoe juridische afdelingen effectief en verantwoord kunnen bijdragen aan het risicomanagement van hun organisatie. Banken zijn, onder invloed van strenge regelgeving, verder op de weg naar volwassen juridisch risicomanagement, concludeerde Timmer, maar bij gemeenten staat het juridisch risicomanagement nog in de kinderschoenen. ‘Juridische afdelingen zouden vaker moeten uitzoomen’, zegt Timmer. ‘Wat komt er op ons af? Welke risico’s zijn daarmee gemoeid? En wat betekent dit voor de organisatie? Om vervolgens goed te prioriteren, moeten ze de feitelijke situatie analyseren en, waar mogelijk, kansen en gevolgen kwantificeren. Dat kunnen juristen niet zo goed.’ ‘Klassieke’ juristen werken volgens hem casuïstisch en kwalitatief. Om meer aan risicomanagement te doen, moeten ze systematisch, procesmatig en kwantitatief te werk gaan. ‘Juristen moeten meer oog krijgen voor risicomanagement, maar het aanwezige risicomanagement ook voor het juridisch perspectief.’ Dat juridisch risicomanagement bij gemeenten nog niet goed van de grond komt, komt volgens Timmer mede door de ‘relatief dun bezette’ juridische afdelingen. ‘Gemeentejuristen zijn druk en vooral bezig met brandjes blussen. Er is daardoor ook weinig tijd voor preventieve activiteiten of de helikopterblik.’ Méér juristen is volgens Timmer echter niet het hele antwoord. ‘Ik denk dat de capaciteit wel wat moet worden vergroot, maar er zijn vooral meer proactieve, organisatorisch sterke juristen nodig.’ Op de werkvloer wordt dit beeld herkend, maar er wordt ook benadrukt dat er al stappen zijn gezet om het juridisch risicomanagement vorm te geven. Neem Enschede, waar Malu Hertzdahl, senior strategisch adviseur en tevens juridisch Juristen worden vaak te laat ingeschakeld controller Timmers bevindingen best wil onderschrijven. En een oorzaak voor het probleem noemt: juristen worden vaak te laat ingeschakeld. ‘Interne afdelingen vinden dat juristen er vooral zijn voor damage control. Maar je kunt ze juist beter vroeg betrekken bij allerlei kwesties. Denk aan contractonderhandelingen, het maken van lokale wetgeving, de voorbereiding van grote projecten, het inschatten van ruimte voor maatwerk bij uitvoering van wetgeving. Dat vraagt om een andere houding van andere afdelingen, maar ook van de jurist.’ RISICO’S INDAMMEN In Enschede wordt dat ook van juristen verwacht, zegt Hertzdahl. ‘Hier wordt door de opdracht Versterken positionering en profilering adviseurs JZ in 2021 extra hard aan gewerkt. Eventuele acties om risico’s in te dammen of om de kwaliteit te verhogen worden opgenomen in een jaarplan JKZ (juridische kwaliteitzorg). Wij worden daarin ook gesterkt door onze organisatiecultuur – een lerende organisatie –, het rapport Ongekend Onrecht en de noties over ambtelijk vakmanschap.’ De juridische organisatie van Enschede telt, exclusief kwaliteitsmedewerkers en ondersteuning, 55 juristen van hbo- en wo-huize, deels centraal georganiseerd in een afdeling juridische zaken en deels decentraal, zoals de omgevingsrechtjuristen en de vastgoedjuristen. De gemeente zelf telt 160.000 inwoners. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 25 2 Intern de boer op, adviezen gaan verkopen, minder reactief.’ Nu ziet hij dat juristen steeds vaker de ‘kritische vriend’ zijn die tegenwicht bieden, maar wat hem betreft mogen ze nog meer autoriteit gaan pakken. afdelingen speelt, wat er op hen af komt, wat de lessen zijn die kunnen worden getrokken uit bezwaar, beroep, klachtbehandeling en Wob-procedures. Bij de gemeente Utrecht (358.000 inwoners) werken twintig juristen die zich bezighouden met bezwaar en beroep, 34 adviseren de gemeente over zaken als staatssteun, vastgoed en privacy en vijftig juristen zitten ‘decentraal’, zoals bij de afdelingen ruimte en publiekszaken. Concernjurist Erik Scholten richt zich vanuit de afdeling concerncontrol vooral op het systeem van juridische kwaliteitszorg, zoals: hebben de juiste juristen meegelezen bij bepaalde documenten en projecten. In Utrecht, zegt Scholten, zijn gemeentejuristen juridisch adviseur én controller, die gevraagd en ongevraagd advies produceren. Het juridisch risicomanagement wordt ingevuld doordat periodiek in kaart wordt gebracht wat er bij de verschillende DE BOER OP ‘Door proactief te adviseren proberen we risico’s te voorkomen’, zegt Scholten. ‘We zijn dus al enige tijd bezig met juridisch risicomanagement, als onderdeel van integraal risicomanagement. Dat laatste was financieel gedreven, nu maken we de slag naar inhoud.’ Maar heel snel gaat dat niet, erkent Scholten. ‘Vroeger’ hadden juristen sterke posities, op strategische functies zoals de directiesecretaris. ‘Een reorganisatie maakte de gemeente meer netwerkgericht, minder hiërarchisch met minder parafenrondes.’ Juristen hebben zich daar wat laat op aangepast, oordeelt Scholten. ‘Juristen werden niet meer automatisch aan tafel gevraagd, dat moesten ze meer gaan verdienen. Volgens Malu Hertzdahl (Enschede) maakt de klassieke rechtsgeleerde, ‘als stereotype’, langzaam plaats voor de ‘T-shaped gemeentejurist’. Het staande stokje van de T ziet op kennis van het recht, het liggende stokje op niet-juridische kennis en vaardigheden. Om dat in te kleuren heeft Enschede in 2020 leerlijnen ontwikkeld voor zes juridische rollen. Die zien enerzijds op vakkennis, organisatiekennis en omgevingskennis en anderzijds op rolvaardigheden, organisatievaardigheden en omgevingsvaardigheden. ‘Het proactief meedoen aan risicoanalyses, in bijvoorbeeld grote projecten of innovatieve technologische ontwikkelingen, vraagt naast kennis ook om bepaalde vaardigheden. Denk aan persoonlijke effectiviteit, multiblik, communicatie en helikopterview. Wij stimuleren de medewerkers binnen onze juridische functie om zich blijvend te ontwikkelen. Een op de leerlijnen aangepast scholingsaanbod is gedaan via onze Enschedese school.’ Het proefschrift van Timmer en aandacht voor juridisch risicomanagement dragen bij aan die ontwikkeling, zegt Hertzdahl.
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 26 ACHTERGROND JURIDISCH Spoedeisende casussen gaan altijd voor Risicomanagement is wat anders dan risico’s mijden. ‘Het is belangrijk om de risicobereidheid te schetsen. Soms is het nodig of bestuurlijk gewenst om weloverwogen risico’s te nemen. Daarbij is het wel van belang dat goed wordt ingeschat hoe groot de omvang van het risico is en welke beheersmaatregelen worden genomen.’ HERIJKING Juridisch risicomanagement? Dat begrip is in Zwolle wel bekend, zegt Onno Looijestijn, strategisch juridisch beleidsadviseur. Maar ook hier: het wordt vooral financieel ingestoken, want juridische risico’s worden veelal gezien als financiële risico’s. En die domeinen werken ook vaker samen. Sinds anderhalf jaar heeft Zwolle een apart control-overleg, met daarin financials, interne controle én het hoofd juridische zaken. Op de centrale juridische afdeling van Zwolle (130.000 inwoners) werken 23 juristen die zich bezighouden met bezwaar- en beroepsprocedures, algemeen juridisch advies en belastingen. Op de decentrale afdelingen (vastgoed, fysieke leefomgeving, vergunningen) zijn dat er 44. Het betreft hbo- en wo-juristen. Het juridisch risicomanagement in Zwolle houdt vooral in: het inventariseren van risicovolle projecten en daarbij de risico’s in kaart brengen, met name de financiële risico’s, zegt Looijestijn. ‘Denk daarbij aan vastgoedprojecten: gaan die langer duren dan gepland, vallen ze duurder uit.’ Dat gebeurt ook bij rechtszaken en lopende procedures, waarbij mogelijke schadevergoedingen worden ingeschat. In Zwolle zijn ze bezig met een ‘herijking’ van het juridische kwaliteitsbeleid om daarmee de risico’s verder te beperken. Ook dat wordt gezien als onderdeel van het juridisch risicomanagement. Toegegeven: van de ene juridische casus springen naar de volgende, het zat ook in Zwolle tussen de oren. Het juridisch kwaliteitsbeleid, dat zo’n twintig jaar geleden gestalte kreeg en als een voorloper kan worden gezien van het juridisch risicomanagement, bracht daarin voorzichtig verandering. Het heeft wel de basis gelegd voor juridische kwaliteit, die wijst naar allerlei kaders en andere juridische informatie waar de overige collega’s hun voordeel mee kunnen doen. In Zwolle halen op risicomanagement heeft wel effect.’ Dat heeft ertoe geleid dat ongevraagde adviezen van juristen belangrijker zijn geworden, én die worden gewaardeerd, zegt de Utrechtse concernjurist. En waar volgens hem juristen van de kleinere gemeenten vooral brandjes blussen, kan een grote gemeente als Utrecht vooruitlopen met juridisch risicomanagement. ‘Heb je honderden Wob- verzoeken en duizenden bezwaarschriften, dan zie je eerder een rode draad en kun je beter sturen op risicomanagement. Die rode draden moeten we intern wel nadrukkelijk uitvragen, want doorgaans is ieze veel uit het plan-do-check-act-principe. ‘De bedoeling is dat gemeentejuristen leren van eerdere zaken en dat ze die opgedane kennis vertalen naar de toekomst. Dan krijgen we nieuwe casussen beter in de vingers én we nemen het mee in de juridische inrichting van de gemeente. Zaken als staatssteun, toeslagen en de nieuwe Wet open overheid: we geven al aan de voorkant voorlichting om risico’s te voorkomen. We maken zo steeds meer de slag van individuele gevallen naar het totaalplaatje. De blik op één casus moet een helikopterview worden.’ De uitvoering daarvan is echter niet altijd gemakkelijk, zegt Looijestijn. ‘Het juridisch kwaliteitsbeleid ebt wel eens wat weg. Spoedeisende casussen gaan altijd voor. We hebben geen overcapaciteit aan juristen om altijd het risicomanagement op één te zetten. Maar de samenleving vraagt er wel om; reden dat we erop blijven hameren.’ KNELPUNTEN Of die ontwikkeling naar een krachtiger juridisch risicomanagement goed heeft uitgepakt voor de gemeente, is lastig meetbaar, zegt Erik Scholten (Utrecht). Wel worden problemen nu gesignaleerd vóór het advies al onderweg is naar het college. Daardoor komen knelpunten eerder naar boven. ‘Er is dan wat meer tijd om over een kwestie na te denken of andere wegen te verkennen. Dus sturen dereen bezig om de stapel op zijn bureau kleiner te maken. Je moet zo’n team af en toe in de helikopter zetten: we hebben drie maanden bezwaar, wat hebben we gezien? Of klachten rondom de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) – hebben we cijfermatig wat?’ SCHADECLAIMS Onno Looijestijn kent een belangrijke voorwaarde voor een sterk juridisch risicomanagement: juristen moeten goed contact houden met de controllers van de afdeling financiën: ‘Juist dán vind je de risico’s sneller.’ Het samen optrekken maakt dat ook de juridische risico’s meer in beeld komen. Of deze manier van werken al in de praktijk vruchten heeft afgeworpen in de vorm van minder schadeclaims, is onduidelijk. ‘Ik weet niet of we minder claims krijgen of minder aan schadevergoedingen hoeven te betalen. Op dat punt zie ik niet echt grote verbeteringen omdat we het al goed doen.’ Die verbinding tussen juristen en financials wordt ook in Enschede gezocht. Daar heeft de juridische controller sinds drie jaar een vaste plek aan tafel bij de risicogesprekken in het kader van de jaarrekening, samen met een jurist van de afdeling juridische zaken. Malu Hertzdahl: ‘Ook is de standaardagenda uitgebreid met vragen over risico’s bij onder andere de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming, red), aanbestedingen, staatsteun en integriteit. Sinds begin 2021 werken we aan een breder overzicht van procesrisico’s en aan een meer kwalitatieve analyse van onze verzekeringsportefeuille. Dat is wel een verbeterproces dat tijd nodig heeft.’ DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR ACHTERGROND 27 De Lelystadse gemeenteraad telt niet alleen veel fracties, maar ook bijna een handjevol eenmansfracties. Kunnen zij desondanks het verschil maken, een deuk in een pakje boter slaan? Zeker wel, stellen de eenpitters zelf. Al is dat niet altijd direct zichtbaar in de raadszaal. VIER EENMANSFRACTIES OP DE VIJFTIEN NET ZO L ALLEEN EN Na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 telde de 35-koppige raad van Lelystad veertien fracties. Ruim een jaar later was dat aantal door afsplitsingen gegroeid naar zeventien, waaronder zeven eenmansfracties. Ook na die tijd is een aantal verschuivingen geweest. Geen afsplitsingen meer, maar door samenvoegingen staat de fractieteller nu op vijftien. Vier daarvan zijn eenpitters: CDA, Denk, Forum voor de Ouderen en Forum voor Flevoland. Met drie van de vier sprak Binnenlands Bestuur over hun ‘eenzame’ raadswerk. De fractievoorzitter van Denk heeft niet gereageerd op een interviewverzoek. Het CDA begon in maart 2018 met twee zetels, net zoveel zetels als in de raadsperiode 2014-2018. Raadslid Eric van Luxemburg stapte echter in oktober 2018 uit de fractie en ging in zijn eentje verder als Lokaal Lelystad. CDA-fractievoorzitter Hans Maris bleef over, maar verliet een maand later de raad. De huidige fractievoorzitter Jelle Hijmissen nam in november 2018 het stokje van hem over. ‘Als eenmansfractie kan ik voldoende toevoegen’, stelt hij. ‘Als je er genoeg tijd in stopt, kun je goede voorstellen indienen.’ Hij doelt daarbij niet alleen op initiatiefvoorstellen, maar ook op moties en amendementen. Een groot aantal daarvan is aangenomen. ‘Ik heb me onder meer ingezet om startersleningen ook voor nieuwbouwwoningen te laten gelden.’ Een motie waartoe hij het initiatief nam, is door een raadsmeerderheid aangenomen. Via een amendement heeft hij het, samen met GroenLinks, voor elkaar gekregen dat de gemeente een voorbeeldfunctie gaat vervullen in de energietransitie. ‘Als overheid kun je wel tegen de inwoners zeggen dat ze van het gas af moeten, maar ik vind het belangrijk dat de gemeente zelf het goede voorbeeld geeft.’ Dit jaar moet het college met een plan komen hoe het gemeentelijk vastgoed binnen een redelijke termijn (tien jaar) van het gas gaat. Een initiatiefvoorstel waarbij het college aan de bak moet met een plan om, gezien de toenemende vergrijzing, ervoor te zorgen dat ouderen in Lelystad prettig oud kunnen worden, heeft het ook gehaald. ONVREDE Ferry Grin van Forum voor Flevoland keerde de PVV in juni 2019 de rug toe en begon zijn eigen fractie: Forum voor Flevoland. Onvrede over de koers van de PVV en het feit dat hij zijn ei niet kwijt kon over de aanpak van verkeersknelpunten waren de aanleiding van de overstap. Nu houdt hij zich volop bezig met verkeersknelpunten, waaronder bebording, waar hij zich druk om maakt. ‘Uit gesprekken met boa’s hoor ik dat ze vaak niet kunnen handhaven omdat de bebording niet goed is.’ Ook hij stelt dat een eenmansfractie wel degelijk het verschil kan maken. Is het niet in de raadszaal zelf, via moties en amendementen, dan wel op de achtergrond. Door bijvoorbeeld ambtenaren te overtuigen van fouten in het verkeersbeleid, of wijkagenten aan te spreken die alsnog het gewenste effect weten te bereiken. ‘Hoe langer en dieper je in de materie zit, hoe beter iedereen gaan luisteren’, aldus Grin. ‘Op de achtergrond kun je dingen veranderen, niet altijd in de raad.’ ‘Door aansluiting te zoeken bij andere fracties kun je het verschil maken’, ervaart Koen Dreesman, fractievoorzitter van Forum voor de Ouderen. Niet alleen hijzelf, maar ook zijn partij is sinds 2018 nieuw in de Lelystadse politiek. In het begin was het zoeken hoe hij in de politieke arena moest acteren, erkent Dreesman. Na een tijdje kreeg hij hulp van een fractie-assistent, zodat het raadswerk verdeeld kon worden. In Lelystad worden drie raadsessies tegelijkertijd gehouden. ‘Dat is lastig als eenmansfractie, want je kunt je nu eenmaal niet opsplitsen’, lacht Dreesman. Gaandeweg is hij aansluiting bij andere fracties gaan zoeken, zodat de informatie uit een gemiste raadssessie alsnog tot hem ‘ Als eenmansfractie kan ik voldoende toevoegen’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 28 ACHTERGROND BESTUUR ZETELVERDELING VVD Leefbaar Lelystad InwonersPartij PVV PvdA ChristenUnie GroenLinks JongLelystad CDA D66 SP DENK Lelystads Belang* Forum voor de Ouderen Totaal *Heet sinds maart 2020 Mooi Lelystad **Heette tot maart 2020 Lelystads Belang MAART 2018 6 4 3 3 3 3 2 2 2 2 2 1 1 1 35 JULI 2021 ZETELVERDELING 5 VVD 4 PVV 3 InwonersPartij 3 Leefbaar Lelystad 3 PvdA 3 ChristenUnie 2 GroenLinks 2 JongLelystad 2 Mooi Lelystad** 2 D66 2 SP 1 CDA 1 DENK 1 Forum voor de Ouderen 1 Forum voor Flevoland 35 Raadslid Van Luxemburg is toe aan zijn vierde partij ‘Ronde acht in de zeteldans’, twitterde de Lelystadse PvdA-fractievoorzitter Emiel van der Herberg in maart van dit jaar. Sinds de eerste afsplitsing in de raad (oktober 2018) houdt hij een stroomschema bij, waarin Van der Herberg aangeeft waar de stem van de inwoner na de raadsverkiezingen van maart 2018 is beland. Inmiddels zijn er acht afsplitsingen, samenvoegingen en overstappen genoteerd. ‘Dit is echt schadelijk voor het aanzien van het gemeentebestuur.’ Raadslid Eric van Luxemburg spant de kroon. Hij begon in 2018 bij het CDA, maar stapte in oktober van dat jaar uit de partij. Een jaar lang ging hij verder als de eenmansfractie Lokaal Lelystad. In december 2019 sloot hij zich aan bij de InwonersPartij Lelystad. Ook die partij heeft hij inmiddels verlaten, in oktober 2020, en sloot zich aan bij de PVV. Van der Herberg heeft hier geen goed woord voor over. ‘De stem op het CDA in 2018 is na diverse omzwervingen beland bij de PVV; toch een totaal andere partij.’ ‘Ik kan het iedereen uitleggen’, stelt Van Luxemburg in een reactie. Op de vraag of hier geen sprake van kiezersbedrog geeft hij een gemengd antwoord. ‘Aan de ene kant wel, maar ook het CDA pleegt kiezersbedrog.’ Hij kon het onder meer niet verkroppen dat het CDA solidariteit predikt, maar wel instemde met de komst van een asielzoekerscentrum in een wijk. ‘Dat vind ik niet solidair.’ Gedoe op inhoud en rondom samenwerking met de toenmalige CDA-fractievoorzitter, in combinatie met landelijke overwegingen, hebben hem na 20 jaar CDA-lidmaatschap doen besluiten de partij te laten voor wat zij is. ‘Ik vind dat ik dan integer weg mag gaan.’ Over dat besluit heeft hij lang nagedacht, benadrukt Van Luxemburg. Bij de start van zijn eenmansfractie was meteen de intentie om zich bij een andere fractie aan te sluiten. De InwonersPartij (‘fijne mensen’) bleek geen goede keuze. De val van de toenmalige coalitie, ingezet door de InwonersPartij, en onvrede over de inhoudelijke koers die hij wilde, maar niet kon varen, deden hem besluiten naar de PVV over te stappen. ‘Bij de PVV is de sfeer nog beter en mijn politieke ideeën komen zowel landelijk als lokaal zeer goed samen.’ Hij wil graag bij de komende raadsverkiezingen op de kandidatenlijst van PVV Lelystad komen te staan. De PVV is inmiddels de tweede partij in de Lelystadse raad. Dat komt door de meest recente overstap van Jos Erbé, die Leefbaar Lelystad verliet en zich aansloot bij de PVV. De coalitie heeft hiermee ook haar nipte meerderheid verloren. Na Van Luxemburg is ook Bart Schopman een ‘partij-hopper’. In april 2019 werd hij na een tweet uit de VVD- fractie gezet en ging hij verder als Lijst Schopman. In november van dat jaar sloot hij zich aan bij Lelystads Belang, dat vanaf maart vorig jaar Mooi Lelystad heet. De achtste zeteldans (niet in chronologische volgorde) staat op het conto van Freddy Grin. Hij stapte in maart 2019 uit de PVV en gaat sindsdien verder Forum voor Flevoland. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 29 kwam. Voor een initiatief om de huisvesting van ouderen prominenter op de politieke agenda te krijgen, heeft hij flink moeten lobbyen en ‘het zweet op de rug moeten werken’. Maar het is gelukt. Na de coalitiecrisis in 2020 en de komst van een nieuw college, waarvan Forum voor de Ouderen deel uitmaakt, is het politieke leven wel wat makkelijker geworden. ‘Sindsdien wordt er veel intensiever informatie uitgewisseld. Ook kunnen we onderwerpen beter verdelen, waardoor de werkdruk minder wordt.’ OVERSTAPPEN Dreesman heeft wel eens overwogen naar een andere partij over te stappen. ‘Ik heb ook wel informatieve gesprekken gevoerd, maar ik zag er uiteindelijk toch geen heil in. De programmatische verschillen zijn te groot.’ Ondanks het grote aantal fracties vindt hij dat de raad momenteel goed functioneert. ‘Ik zie dat er steeds meer balans komt. Er wordt vaker onderling overlegd, om bijvoorbeeld te proberen steun te krijgen voor een motie of amendement door de tekst iets aan te ‘ Door onderwerpen te verdelen, wordt de werkdruk minder’ passen.’ De afgelopen anderhalf jaar is er volgens hem meer oog voor de samenleving gekomen, in plaats van aandacht voor de fracties an sich. Hij benadrukt meerdere keren het belang van het zoeken van samenwerking en het elkaar niet naar het leven staan. ‘Ik zit niet in de politiek uit eigen belang, maar voor het belang van de inwoners.’ Luisteren is het motto voor Grin. Daardoor redt hij het in zijn eentje, stelt hij. Hij is tegen de inzet van fractie-assistenten, vooral omdat ze geld kosten. ‘Met assistenten breid je de raad uit. Dat vind ik geen goede ontwikkeling.’ Een broertje dood heeft hij aan raadsleden die weigeren zijn kennis, maar ook de kennis van anderen, te benutten. ‘Bij gebrek aan kennis luisteren ze toch vaak naar het advies van het college.’ Hij vindt ook dat raadsleden veel ADVERTENTIE meer op pad moeten en congressen moeten bezoeken om hun kennis op te vijzelen. ‘Als je als raadslid wat wilt betekenen, besteedt er dan tijd en aandacht aan.’ Hijmissen stelt dat er zeker ook voordelen zitten aan een eenmansfractie. ‘Je kunt snel handelen.’ In een grote fractie – al heeft hij daar zelf geen ervaring mee – is veel meer overleg en onderlinge afstemming nodig. Grin sluit zich daarbij aan. ‘Het voordeel is dat je niet door anderen wordt gehinderd om je mening te geven, zoals bij de PVV wel gebeurde.’ Het is als eenpitter wel noodzakelijk om met andere fracties samen te werken, stelt ook Hijmissen. Hij kan immers niet alle raadsbijeenkomsten zelf bijwonen. Wel heeft hij drie jonge fractieleden en een fractie-assistent die hem ondersteunen. ‘Ik kan niet alles in mijn eentje bijhouden.’
Pagina 30
30 ACHTERGROND EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: BART MAAT / ANP-HH Auto’s met dieselmotoren zijn vanaf 2025 of 2028 verboden in Straatsburg. De stad gaat meer fietsen en de tram gebruiken. Met investeringen in het klimaat herstelt de stad van de corona-pandemie. FRANSMAN MOET AAN DE FIETS STRAATSBURG WIL NA CORONA VERGROENEN Eurometropoolregio moeten betere spoorverbindingen worden gerealiseerd. Bovendien zal in samenwerking met de regio Grand-Est een snelspoornet worden opgezet. De totale investering in mobiliteit bedraagt 500 miljoen euro. Hoe zal Straatsburg er in de nabije toekomst uitzien? Als het aan locoburgemeester Syamak Agha Babaei ligt, is de toekomst grotendeels vrij van benzine- en dieselauto’s en met sneller en frequenter openbaar vervoer. De dieselauto zal worden verboden. Dat moet ruim vóór 2035 het geval zijn, wanneer de verkoop van alle verbrandingsmotoren in de hele Europese Unie aan banden moet worden gelegd. Straatsburg wil al in 2025 of 2028 van dieselauto’s af. Tegelijk investeert de stad fors in andere vervoersmiddelen. Straatsburg wil een fietsstad worden met bruggen over autowegen en spoorwegen en vrij liggende fietspaden. De Eurometropool – waarin 33 gemeenten samenwerken – investeert 100 miljoen euro in het stimuleren van fietsen. Er zijn plannen om 120 kilometer fietspad aan te leggen. Verwacht wordt dat het fietsgebruik tegen 2030 bijna zal zijn verdubbeld, van 11 procent van de verkeersbewegingen in 2019 tot 20 procent in 2030. Ook het openbaar vervoer moet verder worden ontwikkeld, aldus Syamak Agha Babaei. Drie tramlijnen zullen worden toegevoegd aan de zes lijnen van de stad. Er zijn ook nieuwe overstappunten gepland om het overvolle Homme de Fer in het stadscentrum te ontlasten, waar bijna alle tramlijnen samenkomen. In de hele HERSTELPLAN Door te investeren in een beter openbaar vervoer sluit Straatsburg zich aan bij de prioriteiten die het herstel van Europa moeten sturen. Frankrijk heeft bij Brussel een herstelplan van 40 miljard euro ingediend. Verwacht wordt dat de lidstaten deze zomer over het plan zullen stemmen. Hoeveel geld de stad Straatsburg van Parijs zal ontvangen, weet de gemeente nog niet: het blijft een verrassing. ‘Maar we hebben tenminste ons werk gedaan’, zegt Syamak Agha Babaei. In totaal bedragen de investeringen voor de gemeenten, de Eurometropool en de plaatselijke overheidsbedrijven 3,2 miljard euro. Dit geldt ook voor meer groen, renovatie van gebouwen, isolatie van sociale woningen en andere klimaatinvesteringen. De stad en de eurometropool Straatsburg zullen respectievelijk 850 miljoen euro en 1,5 miljard euro investeren. De regio is – in coronatermen – groen en dus veilig, meldt Syamak Agha Babaei. Het aantal coronabesmettingen neemt halverwege juli al wekenlang af, evenals het aantal ziekenhuisopnames. Ook al baart de deltavariant, die ook in de stad aanwezig is, zorgen. ‘Maar nu is Straatsburg veilig. Iedereen is welkom in onze mooie regio.’ Die oproep is hard nodig. Net na de heropening heeft de stad nog steeds te kampen met een daling van het aantal toeristen. Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten voor de hotels en restaurants. Er zijn in Straatsburg twee keer zoveel horecagelegenheden dan in andere steden van dezelfde omvang, met een bevolking van ongeveer 280.000 inwoners. Maar er wordt nog steeds niet veel gereisd. De Amerikanen, bijvoorbeeld, zijn nog niet aangekomen. ‘Als het mooi weer is, zie je plotseling veel Duitse toeristen, ze komen als mooie bloemen aan, tot wel honderd kilometer over de grens’, lacht een hotelmedewerker. Hun komst is noodzaak. De steunmaatregelen van de Franse regering lopen binnenkort af. Het valt nog te bezien welke bedrijven zullen overleven en welke niet. Dit baart Syamak Agha Babaei zorgen. Naar zijn mening mag de overheidssteun niet te vroeg worden stopgezet. MEER OVERHEID De pandemie heeft ons één ding geleerd, zegt de locoburgemeester. ‘We hebben meer openbare dienstverlening nodig, niet minder. Al degenen die er niet in geloofden of dachten dat het te duur was, hadden het mis. De pandemie heeft ons anders geleerd.’ Dit is ook het geval in Straatsburg, dat net als de rest van Frankrijk te kampen heeft gehad met grote lockdowns, zegt hij. De sociale contacten werden stopgezet, de ambtenaren gingen zoveel mogelijk naar huis om te werken, maar het stadsbestuur stuurde teams de straat op om te zien waar en wie voedselhulp nodig had. Een kwart van de bevolking van de stad, die luxe winkels in het centrum heeft, leeft onder de armoedegrens. Schoolrestaurants waar kinderen konden eten, waren gesloten. De gemeente investeerde in digitale middelen, zodat het thuisonderwijs zoveel mogelijk doorgang kon vinden. Ook werden zoveel mogelijk daklozen opgevangen. Er zijn er ongeveer 500 in de gemeente, legt Syamak Agha Babaei uit, BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 31 ‘ Als het mooi weer is, zie je plotseling veel Duitse toeristen’ Toeristengids zoekt klanten bij Straatsburgs kathedraal en dat betekende, net als in Nederland, hard werken om plaatsen te vinden. Intussen is permanente huisvesting gevonden voor 300 daklozen, en de komende jaren zullen daar nog eens 200 bijkomen. Straatsburg wil eerst werken aan huisvesting om ervoor te zorgen dat daklozen een verblijfplaats hebben, waarna zij verder kunnen gaan met hun leven en een baan kunnen vinden. In Frankrijk is de zorg voor daklozen officieel een taak van de nationale regering, legt Delphine Joly uit, directeur-generaal van de diensten van de stad Straatsburg. De stad neemt haar verantwoordelijkheid vrijwillig. De gemeente heeft ook programma’s van andere autoriteiten ondersteund, zoals die van de staat en het departement. Er werd afstand gedaan van de huur van bedrijven en er werden subsidies verleend aan bedrijven die tijdens de pandemie gesloten moesten blijven. Het moeilijkste deel was te leren hoe men zich moest organiseren, bijvoorbeeld om mondkapjes te kopen om de hele bevolking te bevoorraden. Maar er waren ook juridische obstakels, namelijk de vraag welke overheidsinstantie verantwoordelijk was voor welke taak. Frankrijk kent een groot aantal overheden: de staat, de regio’s, de departementen, de metropolen en de gemeenten. Syamak Agha Babaei zou graag een duidelijker verdeling van de verantwoordelijkheden tussen deze autoriteiten zien. Het moet eenvoudiger. PERMANENT Deze pandemie, met haar gevolgen op gezondheids-, economisch en sociaal gebied, is de grootste en meest langdurige sinds de Tweede Wereldoorlog. Syamak Agha Babaei herinnert zich een storm, jaren geleden, waarbij 13 mensen omkwamen en 200 gewond raakten. Delphine Joly herinnert zich ook de aanslag op de Straatsburgse kerstmarkt van 2018 waarbij 5 mensen omkwamen en 11 gewond raakten. Deze crisis is anders omdat zij permanent is. Het is de eerste keer dat alle sociale contacten moesten worden onderbroken, vertellen ze. Dat betekent ook dat uitzonderlijke middelen nodig zijn. Frankrijk zou ook zijn bestuur verder kunnen moderniseren. ‘De 21e eeuw is de eeuw van de steden’, aldus Syamak Agha Babaei. ‘Maar zij moeten ook bevoegdheden hebben, bijvoorbeeld om ziekenhuisbedden toe te voegen of te schrappen. Er is verder veel ervaring opgedaan die in de toekomst tot een meer proactief beleid zou kunnen leiden. Kwetsbare personen en hun behoeften zijn in kaart gebracht en er is een permanente dialoog tussen de gemeente en de universitaire ziekenhuizen van Straatsburg.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 32
32 ZOMERSERIE TOERISME DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO’S: SAKE RIJPKEMA. De zomerse bezoekersstroom had in Domburg in 2019 z’n maximum wel bereikt, vonden de inwoners van het Zeeuwse kustdorp. Sindsdien probeert de gemeente Veere te sturen op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Maar hoe doe je dat in coronatijd en erna? MAXIMUM AANTAL TOERISTEN BEREIKT DOMBURG ZOEKT NAAR EIGEN DNA Probeer je auto eens geparkeerd te krijgen in de buurt van het Domburgse strand. Je rijdt drie, vier rondjes door de smalle dorpsstraten. Langs het weelderige Badpaviljoen op de zeereep en hotels met aanlokkelijke namen als Duinlust en Bosch en Zee. Nergens lonkt ook maar een halve parkeerplek. En dan is het vandaag nog een bewolkte zomerdag met de dreiging van regen in de lucht. Hoe wanhopig wordt de rondrijdende strandganger niet als het volop zomert? ‘Het plafond is bereikt’, zegt burgemeester Rob van der Zwaag onomwonden in het gemeentehuis van Veere, een kilometer verwijderd van het Domburgse strand. ‘We hebben in de gemeente nu ruim vijf miljoen overnachtingen van toeristen per jaar. Er bestaat hier geen behoefte aan verdere uitbreiding. Dat proef je niet alleen onder de Domburgers zelf, maar zelfs onder lokale ondernemers die van het toerisme afhankelijk zijn.’ Een duidelijke waarschuwing sprak eind 2019 uit het onderzoek ‘Leefbaarheid en toerisme, integrale analyse gemeente Veere’. Zeven op de tien inwoners gaven daarin aan dat hun gemeente een ‘toeristische bestemming’ moest blijven, maar niet over hun rug. Drie op de vier misten een gevoel van betrokkenheid bij ontwikkelingen op toeristisch gebied. In het rapport wordt dan ook geadviseerd de zeggenschap van inwoners te vergroten. Er moest een TOERISME NA CORONA Corona legde het internationaal toerisme lam. Maar bewoners van veel toeristenplaatsen haalden opgelucht adem. Binnenlands Bestuur belicht in een zomerserie de lokale bestuurlijke dilemma’s nu de grenzen weer openen. Deel 2: Domburg. gemeentelijk meldpunt komen voor ervaren overlast. Toerisme en lokale leefbaarheid verdienden een betere balans. MAGISCHE DUIMEN De aanstichter van Domburgs populariteit staat in beeld gehouwen op terrassenplein ’t Groentje: Johann Georg Mezger. De beroemde masseur betrok eind negentiende eeuw een zomervilla in Domburg en hield er praktijk. Vanuit heel Europa treinde de elite naar de kop van Walcheren om zich over te geven aan Mezgers magische duimen. In het voetspoor van die rijke clientèle reisden schilders als Mondriaan en Jan Toorop naar Domburg, ook vanwege het lokale heldere licht en het eikenwoud in het nabijgelegen natuurgebied de Manteling. Het zijn lang vervlogen tijden, maar een tikje chic bleef Domburg wel. Een badplaats van stand. Beeldbepalende gebouwen als het Badpaviljoen en de adellijke villa Carmen Sylva overleefden de oorlog of werden gerestaureerd. Daardoor wordt de toon van het kustdorp met 1.500 inwoners anders dan de gemiddelde Nederlandse badplaats niet gezet door blokkendozen van beton. Van der Zwaag: ‘We spreken hier nog van badgasten in plaats van toeristen.’ Die zichtbare historie is een belangrijke asset in termen van toerisme-marketing. Maar als de badgasten steeds massaler komen, kan de allure van Domburg zomaar uitgroeien tot handicap. Dan geldt ook hier straks de wet van het grootste getal. De afgelopen jaren constateerde Van der Zwaag dat na de Duitsers en de Nederlanders ook de Vlamingen de Walcherse kust in het vizier kregen. ‘Hier heb je nog een natuurlijke duinenkust’, verklaart hij de Vlaamse opmars. ‘Je kunt in Domburg goed eten, dat waarderen Belgen.’ Sinds de opening van de Westerscheldetunnel zag hij het BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ZOMERSERIE 33 ‘Je kunt in Domburg goed eten, dat waarderen Belgen’ ALLURE De Domburgse boulevard met rechts villa Carmen Sylva aantal zuiderburen in Domburg jaarlijks met vijf procent toenemen. Dat betekende nog meer auto’s in het centrum. En ook dat de markt voor verhuur van woningen nog aantrekkelijker werd. Daar bestaan in Domburg strenge regels voor: kamers verhuren mag, een schuur in de achtertuin ook, maar je hele huis in de verhuur gooien is verboden. Zie dat als gemeente echter maar eens te handhaven. ‘De bewijslast is moeilijk’, erkent Van der Zwaag. ‘Het duurt lang om zo veel materiaal te verzamelen dat je het voor de rechter kunt winnen. Er gaan soms jaren overheen.’ SWITCH De toenemende drukte en het toerismerapport leidden in 2019 tot een switch in het toerismebeleid. Van der Zwaag: ‘We staren ons niet langer blind op totale aantallen badgasten, maar streven ernaar de bestedingen per badgast omhoog te krijgen. Daar heb je economisch meer aan. En het heeft minder negatieve consequenties voor de leefbaarheid.’ Leidraad is Domburgs statuur van vroeger, maar dan in een eigentijdse setting. Van der Zwaag somt de vier daarbij horende gemeentelijke speerpunten op: wellness, vitaliteit, zeecultuur en culinair. En zowaar, soms lijken de jaren van Mezger inderdaad weer terug. Trots begint de burgemeester over de club van fysiotherapeuten die Domburg als bestemming koos voor een congres. Ook heeft de badplaats zich aan weten te sluiten bij een Europees verbond van kuuroorden. ‘Dat betekent in Duitsland heel wat, maar in Nederland moeten we de gezonde kracht van badcultuur nog meer bekendheid geven.’ Bij de vier speerpunten bleef het niet. Er werd daarnaast ‘fors geïnvesteerd’ in de openbare ruimte. Er kwamen nieuwe tegels in het dorpscentrum, ook de boulevard ging op de schop, vertelt wethouder Adri Roelse (recreatie, DTV). Zijn burgemeester haakt in met de populaire ‘zeebalkons’: houten banken van zes, zeven meter breed met geweldig zicht op zee. Van der Zwaag: ‘De tegenwoordige toerist is op zoek naar authenticiteit en identiteit. Die wil hier in Domburg niet precies hetzelfde tegenkomen als in andere Zeeuwse kustplaatsen of elders aan de Nederlandse kust. Daarom hebben we een dna-fotoboek samengesteld van elk dorp in de gemeente Veere. Per kern staan er vijf foto’s met lokale kernwoorden erbij. Het dijkwerkersdorpje Westkapelle, het historische Veere en Domburg natuurlijk als moderne b adplaats. De uitdaging is nu om vast te houden aan dat dna.’ CORONAZOMER En toen kwam vorig jaar de coronazomer dwars door dat nieuwe beleid gefietst. De kust werd overstroomd door Nederlanders die niet naar het buitenland konden en dan was het ook nog eens een extreem lange én hete zomer. Her en der aan de Hollandse kust werd de stormbal gehesen, maar in de gemeente Veere vielen
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ZOMERSERIE 35 ‘We streven ernaar de bestedingen per badgast omhoog te krijgen’ de gevolgen wel mee. Mede dankzij een speciale strandapp die razendsnel in eigen huis werd ontwikkeld. Enthousiast legt wethouder Roelse zijn mobiel op tafel. Die vertoont een kaart van de punt van Walcheren, met alle stranden op groen. ‘Vandaag is het niet echt strandweer, maar vorig jaar kleurden onze stranden regelmatig rood. Vaak gebeurde dat bij Vrouwenpolder het laatst. Het strand daar is breed en het ligt wat verder van de grotere kernen. Dat werd door het publiek opgemerkt, want later kleurde ook Vrouwenpolder vaker rood.’ Zo kon de gemeente de bezoekersstroom in coronatijd lichtjes bijsturen en beter verspreiden. Tot nu toe is de app bijna een half miljoen keer geraadpleegd. Nou ja, app, het is eigenlijk gewoon een website, verklapt Roelse. ‘Een app maken als gemeente duurt veel te lang. Tegen de tijd dat je die klaar hebt, is het badseizoen voorbij. We hebben overal strandposten paraat die een aantal keren per dag de drukte aan de beheerder van de site doorgeven. En die past daarop eventueel de kleuren aan.’ Het systeem bevalt inmiddels zo goed dat de website ook na corona in de lucht zal blijven. Een ander voordeel wat de gemeente had: kort voor corona was de Domburgse Weststraat met al zijn kledingwinkels en horeca al autoluw gemaakt. Van der Zwaag: ‘Nu is het een wandelgebied met veel ruimte voor terrassen. Als eerste Nederlandse gemeente hebben we vorig jaar zomer coronacoaches ingezet om mensen op de anderhalve meter te wijzen. Dat zijn geen boa’s die handhaven, maar gastheren en gastvrouwen. Elke maandag evalueerden we het weekend. En dat doen we nu nog steeds. Hoe liep het en waar kan het nog beter? Zo houden we continu de vinger aan de pols.’ Dat geldt ook voor het strand. Voor corona voerde Rijkswaterstaat eens in de vijf jaar zandsuppleties uit, maar het effect daarvan was soms na drie jaar al voorbij. In tijden van corona zijn smalle stranden uit den boze. Vooral tussen Westkapelle en Dishoek was het volgens Van der Zwaag een paar keer spannend of de anderhalve meter te handhaven viel. Inmiddels hebben de Zeeuwse kustgemeenten de koppen bij elkaar gestoken en is er een fonds gecreëerd voor extra suppleties van recreatief zand: niet per se nodig voor de kustwering, wel voor de veiligheid van de badgast. En nuttig voor de horeca. Roelse, lachend: ‘Zonder strand geen klant.’ DUITSERS Hoe zal het deze zomer in Domburg gaan? Medio juli is Duits nog de voertaal in de Weststraat. Maar mocht Nederland op de Europese coronakaart langdurig rood kleuren, dan dreigt een groot aantal Duitse families alsnog te annuleren. Van der Zwaag: ’Nederlanders gaan wat makkelijker met coronaregels om, maar Duitsers niet. Die zouden na een bezoek aan Domburg thuis in quarantaine moeten. Dat is voor hen geen prettig perspectief.’ Zo maakt corona de economische kwetsbaarheid van kustplaatsen zichtbaar. Moet Domburg niet breder inzetten dan alleen op toerisme? Nee, vinden burgemeester en wethouder. ‘We werken heel goed regionaal samen met Middelburg, Vlissingen en de rest van Zeeland’, antwoordt Van der Zwaag. ‘Als er hier een bedrijf aanklopt dat zich met een groot kantoor wil vestigen, dan sturen we het echt door naar een andere gemeente. Onze belangrijkste asset is het landschap. Daarvoor komen de mensen. Dat moet je zo min mogelijk aantasten. En van links tot rechts in de politiek: iedereen is het daarover eens.’ Hij begint over de ‘slimme combinaties’ die Domburg leefbaar moeten houden. Zo is er het samen met andere Zeeuwse gemeenten en het HZ Kenniscentrum Kusttoerisme ontwikkelde concept Bed & Bike, waarbij de toerist een fiets bij zijn hotelkamer geleverd krijgt. Diens auto wordt tijdens het verblijf op een afgelegen parkeerplek geparkeerd. Het zorgt voor minder autoverplaatsingen en vermindert de parkeerdruk in het centrum. Een ander voorbeeld van slim combineren: bij noodzakelijke dijkversterkingen wordt voortaan breder gekeken. Zo kreeg de verhoogde dijk bij Westkapelle een geasfalteerd fietspad: de Panoramaweg. Van der Zwaag: ‘Er was in het begin nogal wat verzet: kom hier in Zeeland niet aan een dijk. Uiteindelijk is iedereen er trots op. Je hebt aan de ene kant de zee en aan de andere kant een schitterend natuurgebied.’ En wat bleek: niet alleen de badgast, ook de lokale bevolking fietst er graag. Zo houdt de dijk niet alleen het water tegen, maar schraagt die ook het draagvlak voor het toerismebeleid. En daar was het de gemeente Veere minstens zozeer om te doen.
Pagina 36
36 ACHTERGROND CULTUUR DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: BERT VERHOEFF / ANP-HH. Gemeenten hebben in totaal zo’n 500 miljoen euro van het rijk gekregen om de lokale cultuursector de coronacrisis door te helpen. Kunstinstellingen vrezen dat het geld niet terechtkomt waar het nodig is. ‘De situatie voor kleinere organisaties is het meest zorgelijk.’ GESLOTEN Het Amsterdamse Klederdrachtmuseum sloot definitief de deuren CORONAGELD NIET GEOORMERKT BLINDE VLEKKEN BIJ UITKERING CULTUURSTEUN Aan het begin van de coronacrisis heerste er een alarmerende sfeer in de cultuursector. Sommige poppodia, theatergezelschappen of debathuizen zouden binnen enkele maanden of zelfs weken failliet zijn als de overheid geen noodsteun zou regelen. Ook musea vreesden voor hun leven tijdens de eerste lockdown: volgens de Museumvereniging zouden honderd musea, bijna een kwart van alle leden van de vereniging, het geen jaar uithouden zonder overheidssteun. Inmiddels zijn allerlei steunmaatregelen opgezet en lijkt de schade voor de cultuurinstellingen – tot nu toe, althans – beperkt. Musea konden niet alle contracten van medewerkers verlengen in 2020, maar slechts drie musea sloten noodgedwongen de deuren. ‘Dus dat valt mee’, stelt Janneke Visser, woordvoerder van de Museumvereniging. ‘We zijn heel erkentelijk voor de noodsteun.’ Bastiaan Vinkenburg, sectorleider Kunst & Cultuur bij adviesbureau Berenschot, bevestigt dat beeld. ‘We zien de lokale culturele infrastructuur nog niet massaal instorten. De grote instellingen zijn alleBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 ACHTERGROND 37 maal gesteund en hebben 2020 overleefd.’ Toch maakt hij zich zorgen. De steunmaatregelen lijken namelijk niet alle onderdelen van de cultuursector te bereiken. Jan Brands, directeur van de Cultuurconnectie, de brancheorganisatie voor cultuureducatie en amateurkunst, sluit zich aan bij die conclusie. Vinkenburg en Brands, die zich beide vanuit de Taskforce culturele en creatieve sector bezighouden met de coronasteun voor de sector, zien dat de huidige steunmaatregelen op drie punten tekortschieten. Ten eerste lijkt het erop dat culturele instellingen in kleinere gemeenten minder makkelijk in aanmerking komen voor steun dan in de grotere steden. Ook worden organisaties die nog geen subsidierelatie hadden met de gemeente minder sterk gesteund. Bovendien worden de zzp’ers die afhankelijk zijn van de sector – zoals technici en horecapersoneel, maar ook artiesten – nogal eens uit het oog verloren. STOEPTEGELS Dat heeft veel te maken met de manier waarop de steun is geregeld. De circa 500 miljoen euro [zie kader voor een nadere uitsplitsing] die gemeenten te besteden hebben, is niet geoormerkt. Gemeenten mogen dus zelf beslissen waar het geld naartoe gaat. Niet alle gemeenten gaan daar even voortvarend mee om, vindt de Museumvereniging. Woordvoerder Janneke Visser: ‘Wij hebben in onze corona-enquêtes aan musea gevraagd in hoeverre zij steun krijgen van de gemeente. Dat blijkt nogal verschillend te zijn. Er zijn tientallen gemeenten die de noodsteun van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) daadwerkelijk hebben doorgesluisd naar musea of andere lokale culturele instellingen, zoals OCW dat heeft bedoeld. Tegelijk zien we ook dat lang niet alle gemeenten dat hebben gedaan. We blijven gemeenten daarom oproepen dat wel te doen.’ De angst bestaat zelfs dat gemeenten het geld aan heel andere zaken uitgeven dan kunst en cultuur. Wethouder financiën Alex Langius (ChristenUnie) van Almelo liet in het regionale dagblad Tubantia al doorschemeren dat het cultuurgeld wat hem betreft niet per se naar cultuur hoeft te gaan. Hij schaart het geld onder een breder pakket aan coronasteun dat verdeeld moet worden over ‘cultuur, jeugdzorg en ook onze eigen organisatie, waar net zo goed klappen vallen’. Het ministerie van OCW heeft er bewust voor gekozen om geen eisen aan de besteding van het geld te stellen, legt een woordvoerder uit: ‘Er is niet gekozen voor een specifieke uitkering met specifieke bestedingsvoorwaarden en verantwoordingsverplichtingen, met daarbij ‘Je moet verder kijken dan je gemeentelijke neus lang is’ meer administratieve rompslomp voor gemeenten én culturele instellingen. Gemeenten geven gezamenlijk jaarlijks circa 1,9 miljard euro uit aan cultuur en zijn zich bewust van het belang van cultuur voor de eigen gemeente. Zij weten goed welke culturele instelling de steun het hardst nodig heeft.’ ENORM VERSCHIL Volgens Vinkenburg en Brands was het echter juist makkelijker geweest om het geld aan cultuur te besteden als het wél was geoormerkt. Het komt namelijk terecht in de algemene middelen, waarmee het onderdeel van het politiek debat wordt. De cultuurwethouder moet dus de wethouder financiën en de gemeenteraad meekrijgen. Vinkenburg: ‘Cultuur is altijd onderwerp van discussie: gemeenten kunnen zich erop profileren, maar ze kunnen er ook makkelijk op bezuinigen.’ Daarom zou de volgende tranche van de gedecentraliseerde steun wél geoormerkt moeten worden, vindt Vinkenburg. Ondanks dat er geen harde eisen zijn voor de besteding van de middelen, heeft het ministerie wel in een brief aan alle gemeenten benadrukt dat het geld bestemd is voor cultuur. Minister Van Engelshoven (D66) heeft dan ook beloofd om persoonlijk te bellen met wethouders van gemeenten waarin het geld een andere bestemming lijkt te krijgen. Maar dat is tot nu toe nog niet nodig geweest, laat het ministerie weten. Het idee dat het geld aan ‘stoeptegels’ wordt uitgegeven, noemt de woordvoerder dan ook ‘ongefundeerd’. Brands en Vinkenburg zijn minder optimistisch gestemd. Hoewel er nog geen helder overzicht is van de bestemming van de gelden, zien zij wel signalen dat het niet overal goed gaat. Die signalen komen onder andere uit een enquête die vanuit de eerdergenoemde taskforce is uitgezet. ‘Wij zien een enorm verschil tussen de grote en de kleinere gemeenten’, aldus Brands. ‘Twee derde van de instellingen in grote gemeenten heeft noodsteun ontvangen, tegenover één derde in kleine gemeenten.’ Brands verwacht dat dat te maken heeft met de geringe ambtelijke capaciteit bij kleinere gemeenten op dit domein. ‘De grotere gemeenten hebben gewoon meer kennis en kunde in huis.’ Vinkenburg: ‘Bij sommige gemeenten is er maar één ambtenaar die zich een halve dag per week met de lokale cultuur bezighoudt.’ Bovendien hebben de kleinere instellingen meer moeite om bij het geld te komen dan de grotere. Brands: ‘De situatie voor kleinere organisaties, inclusief het amateurveld, is het meest zorgelijk. Die komen er vaak bekaaid vanaf. Dat zijn vooral de clubs die geen structurele subsidierelatie hebben met de gemeente.’ VERKNIPT BEELD Gemeenten kennen deze instellingen vaak minder goed, verklaart Brands. ‘De gemeente heeft soms een verknipt beeld van het culturele veld omdat ze alleen maar zicht heeft op wat ze subsidieert. Maar er is veel meer dan dat. Ook ongesubsidieerde organisaties behoren tot de cultuursector. Je moet verder kijken dan je gemeentelijke neus lang is.’ Maar de grootste blinde vlek van de regeling, volgens Vinkenburg en Brands, is de groep zzp’ers die hun brood verdient in de cultuursector – of dat in ieder geval voor de crisis deed. Vinkenburg: ‘De zzp’ers, die betalen de rekening van de coronacrisis. Dan gaat het bijvoorbeeld om arties500 MILJOEN VOOR CULTUUR In 2020 kregen gemeenten in totaal 120 miljoen euro via de algemene uitkering van het gemeentefonds om de lokale culturele infrastructuur te ondersteunen. Voor de eerste helft van 2021 kwam daar nog eens 150 miljoen euro bij. Voor het derde kwartaal van 2021 is er weer 51,5 miljoen euro toegevoegd. Daar bovenop is er (verspreid over beide jaren) drie keer 60 miljoen euro beschikbaar gesteld om gemeenten te compenseren voor de inkomstenderving die ze ondervinden door het kwijtschelden van de huur voor lokale cultuurorganisaties of buurthuizen. Alle bedragen bij elkaar tellen op tot ruim 500 miljoen euro. In opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) stelde Bastiaan Vinkenburg met collega’s van Berenschot in februari de informatiegids ‘Corona, cultuur en gemeenten’ op, waarin de verschillende regelingen zijn terug te vinden. De gids bevat ook tips voor gemeenten om het geld goed te besteden. Eén van de belangrijkste adviezen luidt: ga met de sector in gesprek.
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 FOTO ROGER DOHMEN / ANPHH 38 ACHTERGROND CULTUUR ten en muzikanten die in cafés en op festivals spelen, maar ook om de technici, de podiumopbouwers en het horecapersoneel.’ Er zijn inmiddels 166.000 zzp’ers die in de cultuursector werken, ze zijn goed voor zo’n 60 procent van de hele sector. CULTUREEL KAPITAAL Hoewel de meeste instellingen zelf overeind zijn gebleven, zijn de zzp’ers die voor hen werken hard geraakt. Tijdens de coronacrisis werd er maar liefst 55 procent ‘bezuinigd’ op zzp’ers, becijferde de Boekmanstichting. De coronasteun heeft die inkomensval dus niet kunnen voorkomen. Dat is zonde, vindt Vinkenburg, want de zzp’ers behoren ook tot het ‘ecosysteem’ van de sector. ‘Als de mensen achter de balie, de bar en de techniek geen werk en dus geen inkomsten hebben, dan lopen ze weg. Ze gaan de bouw, de ict of de zorg in. Dan ben je ze kwijt. Daarmee verlies je cultureel kapitaal.’ En dat heeft consequenties voor de toekomst, schreef Vinkenburg al eerder: als organisaties in ‘winterslaap’ gaan, bestaat het risico dat ‘delen van de sector helemaal niet meer wakker worden.’ Vinkenburg en Brands hopen dat het geld COLUMN JAN VERHAGEN OOK DICHT Het Haagse Humanity House sluit voorgoed dat voor het derde kwartaal van 2021 beschikbaar wordt gesteld wél geoormerkt wordt. Toch zal dat niet alle problemen oplossen. De regeling moet ook makkelijker uitvoerbaar zijn voor de kleinere gemeenten, vindt Brands. ‘Misschien moet je gemeenten met elkaar in een regio laten optrekken’. Ook vindt hij dat het rijk een sterkere rol mag claimen. ‘In Nederland financieren gemeenten het grootste deel van de culturele sector, maar er is geen regie, geen kader waar je naar kunt verwijzen. Ik vind dat de minister haar stelselverantwoordelijkheid wel wat meer mag laten zien. Ze kan het niet zomaar over de heg gooien en zeggen: daar ga ik niet over.’ VERDUBBELEN De provincies willen een nieuwe belasting. Niet om te betalen natuurlijk, maar om te innen. Dat komt omdat de belangrijkste provinciebelasting van nu, dat is de provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting, niet meer geschikt is. Er zijn te veel mensen die die niet hoeven te betalen, omdat ze géén auto hebben, of omdat ze een dure elektrische auto hebben, of een bestelauto. En over een aantal jaar wil het rijk de motorrijtuigenbelasting helemaal afschaffen – dan kun je ook geen opcenten meer vragen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft onderzoek gedaan naar de beste nieuwe provinciale belasting. Daarbij golden drie uitgangspunten. Ten eerste is gelet op de inkomensverdeling, mensen met een hoger inkomen moeten meer provinciale belasting betalen. Ten tweede moeten de opbrengsten stabiel zijn. En ten derde moet de opbrengst ongeveer evenredig over de provincies zijn. Daarnaast waren er nog wat praktische eisen. Ik vind dit wel logische uitgangspunten voor een decentrale belasting. Daarom heb ik ook eens gekeken of de belangrijkste gemeentelijke belasting eraan voldoen. De onroerendezaakbelasting, beter bekend met de afkorting ozb. Met een hoger inkomen woon je vaker in een duurder huis. Dus aan het eerste punt voldoet de ozb. De opbrengsten van de ozb zijn stabiel. Een huis kun je niet eventjes verplaatsen naar een goedkopere buurgemeente. Huizen zijn ook redelijk waardevast. Dus ook aan het tweede punt voldoet de ozb. Maar het derde punt, evenredig verdeeld over de provincies? Nee. De ozb is een Randstadbelasting. Een huis in de Randstad is, puur vanwege de ligging, gemiddeld meer waard dan een identiek huis buiten de Rand‘ De ozb is een Randstadbelasting’ stad. Dat waardeverschil wordt de komende jaren alleen maar groter. In de Randstad woont slechts 46 procent van de bevolking, maar er staat 52 procent van de waarde aan woningen en 51 procent van de waarde aan bedrijven. Een inwoner van de Randstad betaalt hierdoor ozb over gemiddeld 27 procent meer waarde – ik zal u de berekening besparen. En dat verschil neemt de komende jaren alleen maar toe. Bij de ene regionale belasting, die van de provincies, geldt een uitgangspunt dat niet geldt bij de andere regionale belasting, die van de gemeenten. Tijd om daar eens over na te denken voordat we de ozb gaan verdubbelen. FOTO: ROGER DOHMEN / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 39 BIOGRAFIE HANS VAN MIERLO VERSLAG VAN EEN RUSTELOOS LEVEN Sinds het voorjaar wacht Nederland op de vorming van een nieuw kabinet. Hoewel elke formatie uniek is, kan er toch wel wat worden geleerd van eerdere pogingen, zoals opgetekend in de recente biografie van Hans van Mierlo. Hij en zijn partij speelden al eerder een sleutelrol in voor ‘onmogelijk’ gehouden formatiepogingen. Hubert Smeets heeft ruim duizend bladzijden nodig om het bewogen leven van Van Mierlo te documenteren, wat heeft geresulteerd in een fraai boek, waarin ook veel aandacht is voor de maatschappelijke veranderingen sinds de jaren zestig. Van Mierlo maakte zich los uit een katholiek Brabants bankiersgeslacht en ontplooide zich na een opleiding bij de jezuïeten in Nijmegen tot journalist. Midden jaren ’60 voelde hij de maatschappelijke en persoonlijke behoefte aan democratische vernieuwing en richtte met een kleine groep D66 op. Hoewel de nieuwe partij succesvol begon, kan eigenlijk tot 1994 niet worden gesproken van echte doorbraken, noch onder zijn leiding, noch onder die van zijn meer realistische opvolger Jan Terlouw. Wie iets wil, levert het meeste in Van Mierlo kende een rusteloos leven met regelmatige geldnood, liefde voor de fles, een zwak gestel en ongelukkige relaties met vrouwen en uit die relaties geboren kinderen. Pas in de jaren ’90 bereikte hij een doorbraak met de vorming van het eerste en tweede paarse kabinet, waardoor de christendemocratische partijen buiten het bestuur werden gehouden. Hierdoor konden op een aantal immateriële onderwerpen spijkers met koppen worden geslagen. Tegenover die doorbraak stonden overigens minstens zoveel nederlagen of uitblijvende vernieuwingen, de kroonjuwelen van D66 zoals de gekozen ministerpresident en burgemeester – beide hebben nooit het Staatsblad bereikt. De beschrijving van de formatie in 1994, waarin zonder D66 geen meerderheidscoalitie kon worden gevormd, bevat interessante lessen voor nu. Ook toen waren persoonlijke verhoudingen tussen de sleutelfiguren als Kok en Bolkestein allesbehalve gunstig. Van Mierlo betitelde hen zelfs als ‘communicatiegestoord’. De achterban was verdeeld en de koningin zocht een misschien wel overactief sturende rol. Zijn credo werd: niet weglopen als het moeilijk wordt. Bij elke formatie komt het aan op feitenkennis, tactisch vernuft en strategisch inzicht, tekent Smeets op. Zo werd paars geboren. Degene die echter een coalitie het meest graag wil, moet daarvoor doorgaans ook een prijs betalen en genoegen nemen met minder interessante portefeuilles, leert dit boek. Maar het is ook een prachtig verhaal over een gepassioneerd politicus met heel veel menselijke trekjes. CITAAT UIT HET BOEK ‘Ik realiseer me dat het leven niet vanzelfsprekend is en dat verhoogt de waarde ervan’ EEN WONDERBAARLIJK POLITICUS. HANS VAN MIERLO 1931-2010 Hubert Smeets De Bezige Bij, 2021 Prijs: ¤ 39,99 ADVERTENTIE VERDIEP JE KENNIS IN FINANCE Profi teer van een jaar onbeperkt toegang tot FinanceHub.nl Premium. Vergroot je kennis met ruim 1000 uur aan onmisbare E-learnings, podcasts en artikelen. Nu voor slechts 595 euro. Ga naar FinanceHub.nl/BB 25% korting
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Alida Francis is benoemd tot regeringscommissaris van Sint Eustatius. Claudia Toeten is benoemd tot plaatsvervangend regeringscommissaris. Francis volgt Marnix van Rij op en was plaatsvervangend regeringscommissaris sinds februari 2020. ASTRID HEIJSTEE Astrid Heijstee-Bolt wordt de nieuwe burgemeester van Kaag en Braassem. De gemeenteraad draagt haar voor benoeming voor. Heijstee is nu nog wethouder (namens de Weesper Stads Partij) en locoburgemeester in Weesp. In Kaag en Braassem wordt zij de opvolger van Marina van der Velde die op 2 november 2021 met pensioen gaat. SANDRA KORTHUIS Sandra Korthuis wordt de nieuwe waarnemend burgemeester van de gemeente Ooststellingwerf. Korthuis (VVD) volgt Harry Oosterman op die na 16 jaar stopt als burgemeester van Ooststellingwerf. Op dit moment is Korthuis nog commissaris bij de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij en Rova NV. Die functies legt ze neer om zich op het burgemeesterschap te kunnen richten. RENSKE HELMER Renske Helmer-Englebert (SP) wordt op 16 augustus 2021 waarnemend burgemeester van Voorst. Ze volgt Jos Penninx (PvdA) op, die na vijftien jaar burgemeesterschap met pensioen gaat. Helmer was van 2014 tot en met 2020 wethouder in Nijmegen waar ze eerder ook raadslid was. Eerder werkte ze voor de Tweede Kamerfractie van de SP in Den Haag. ERIK VAN HEIJNINGEN Met ingang van 1 september is Erik van Heijningen (VVD, 59) benoemd tot waarnemend burgemeester van Bodegraven-Reeuwijk. Hij neemt waar voor Christiaan van der Kamp (CDA), die directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden wordt. Van Heijningen was eerder waarnemend burgemeester in de gemeenten Cromstrijen, Middelburg en Hellevoetsluis. Daarvoor was hij gedeputeerde in Zuid-Holland en wethouder in Dordrecht. KOMEN & GAAN MARIJE ROOS Marije Roos volgt per 1 september Herman Romeijn op als gemeentesecretaris in Leiderdorp. Roos is nu nog gemeentesecretaris in Weesp. Eerder was zij adviseur en uitvoerend secretaris van het college van Amsterdam. CORRIE STEENBERGEN Corrie Steenbergen stopt als raadsgriffier van Almelo. Steenbergen was dertien jaar lang griffier. Ze blijft als adviseur aan de gemeente verbonden. JAN JAKOB BOERSMA Jan Jakob Boersma (CU) is afgetreden als wethouder van Midden-Groningen. Hij is met pensioen gegaan. Boersma begon in 1994 als raadslid voor de ChristenUnie. Vanaf 2006 werd hij wethouder in de voormalige gemeente Slochteren. Sinds de start van de gemeente Midden-Groningen is hij daar ook wethouder. Oud-raadslid en fractievoorzitter van de ChristenUnie in Groningen, David de Jong, vervangt hem per 1 juli. TREES VLOOTHUIS Trees Vloothuis (niet partijgebonden) is benoemd tot wethouder in Tubbergen. Ze volgt de onlangs vertrokken wethouder Ursula Bekhuis op. Vloothuis was van 2002 tot 2018 politiek actief voor de WG (Wij geven om Oldenzaal) in Oldenzaal, waarvan 12 jaar als wethouder. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 PERSONALIA 43 LAURENS IVENS Wethouder Laurens Ivens heeft zijn ontslag aangeboden aan de Amsterdamse gemeenteraad. Hij legt in een brief uit dat hij grensoverschrijdende opmerkingen heeft gemaakt in de richting van vrouwelijke medewerkers. Daarmee heeft hij naar eigen zeggen gehandeld in strijd met de richtlijnen voor integer bestuur. JAAP BORG In Midden-Groningen is wethouder Jaap Borg (VVD) opgestapt. Het vertrouwen in hem werd opgezegd. De VVD verliet daarop de coalitie. Borg had het college niet geinformeerd over een recreatiewoning die hij in bezit heeft. De overgebleven coalitiepartijen, PvdA, CDA, ChristenUnie en SP, gaan met 4 wethouders door. MAUREEN SLUITER Maureen Sluiter is per 23 augustus 2021 benoemd tot gemeentesecretaris van Westervoort en tevens tot adjunct directeur van 1Stroom, de ambtelijke fusieorganisatie van de gemeenten Duiven en Westervoort. Sluiter was eerder onder andere wethouder in Doetinchem en projectmanager in de zorgsector. ALEID WOLFSEN Met ingang van 1 augustus wordt Aleid Wolfsen herbenoemd tot voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) voor een periode van vijf jaar. Wolfsen is sinds 2016 voorzitter van de AP. Wolfsen (PvdA) was eerder onder andere burgemeester van Utrecht en lid van de Tweede Kamer. OVERLEDEN: Voormalig wethouder Joop Linthorst is overleden. De man die door Bram Peper ‘de beste wethouder van het naoorlogse Rotterdam’ werd genoemd, is 72 jaar geworden. Linthorst was dertien jaar lang wethouder in Rotterdam. Na zijn vertrek uit de politiek in 1994 was Linthorst onder meer actief als commissaris bij ECT en bestuursvoorzitter van het UWV. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia RUTGER DEN HAAN Rutger den Haan is per 23 augustus 2021 benoemd tot gemeentesecretaris van Duiven en tevens tot adjunct directeur van 1Stroom, de ambtelijke fusieorganisatie van de gemeenten Duiven en Westervoort. Hij vervulde eerder onder andere directeursfuncties bij het ROC Nijmegen en de Hogeschool Leiden. RUUD BAKKER Ruud Bakker is benoemd tot gemeentesecretaris van Gouda. Hij volgt Martiene Branderhorst op, die algemeen directeur Dienst Stadsbeheer van Den Haag werd. De functie van gemeentesecretaris is de afgelopen periode op interim basis vervuld door Bas van Spréw. Momenteel werkt Bakker nog als directeur Maatschappelijke Ondersteuning bij de gemeente Rotterdam. PATRICK ROSSEN Patrick Rossen is vanaf 1 juni 2021 de nieuwe gemeentesecretaris van Twenterand. Hij volgt Henk ten Brinke op. Rossen was tot 2019 gemeentesecretaris in Staphorst. Daarna werkte hij op interim-basis voor de provincie Overijssel. JESKE LOUER In Waalwijk is Jeske Louer met ingang van 1 augustus de nieuwe griffier. Zij is in Waalwijk momenteel plaatsvervangend griffier en volgt Toon Cornelissen, griffier ad interim op. Cornelissen verving Guus Kocken, die met pensioen is gegaan. ADVERTENTIE HARRIËT TIEMENS Per 1 september start Harriët Tiemens als directeur van de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen. Zij volgt Anne Joustra op. Tiemens (GroenLinks) is sinds 2014 wethouder in Nijmegen. Daarvoor was ze wethouder in Rheden. COMMISSARIS VAN DE KONING VACATURE LIMBURG Het ambt van commissaris van de koning in de provincie Limburg is vacant sinds 19 april 2021. De bezoldiging bedraagt € 12.332,08 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 15 augustus 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 12 juli 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. BURGEMEESTER VACATURE ENSCHEDE Het burgemeesterschap van Enschede is vacant per 1 oktober 2021. De gemeente heeft circa 160.000 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 11.511,73 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 31 augustus 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 16 juli 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant.
Pagina 44
Afdelingshoofd Beleid en Leerplicht Verbinder • Daadkrachtig • Integrale visie • Inspirerend leider Manager Regionale Organisatie Zelfstandigen Netwerker • Inspirator • Peoplemanager • Slagvaardig Beleidsadviseur Economie Denker • Doener • Ontwikkelgerichte sparringpartner • Creatief Interim Afdelingsmanager Informatievoorziening Ervaring 100+ gemeente • Visie • Innovator • Bruggenbouwer Coördinator Cluster Servicemanagement Analytisch • Overtuigingskracht • Scherpzinnig • Procescoach Coördinator Cluster Informatie Management Motivator • Sparringpartner • Prioriteren • Bouwer Directeur Beleid en Uitvoering Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl Samen creëren en realiseren in de kop van Overijssel ‘Mooi man!’ INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BMC Certus Groep / Gemeente Bunnik De Buch Gemeente Apeldoorn Gemeente Apeldoorn Gemeente Delft Gemeente Ede Gemeente Ede Gemeente Enschede Gemeente Nissewaard Gemeente Nissewaard Gemeente Noordoostpolder Gemeente Schagen JS Consultancy JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Dordrecht JS Consultancy / Gemeente Zaanstad Omgevingsdienst Midden-Holland Provincie Limburg Publiek Netwerk / Gemeente Steenwijkerland Publiek Netwerk / Provincie Utrecht Publiek Netwerk / Provincie Utrecht Publiek Netwerk / ROZ Rijksoverheid STAB Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland Certus Groep / Gemeente Bunnik Certus Groep / Gemeente Sluis Publiek Netwerk / Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Publiek Netwerk manager leefomgeving senior medewerker backoffice burgerzaken bestuursadviseur juridisch adviseur commissievoorzitter algemeen lid voor de adviescommissie voor bezwaarschriften beleidsregisseur participatie, werk & inkomen hoofd hr verandermanager/coördinator fysiek domein senior medewerker burgerzaken klantmanager poort adviseur statistiek & onderzoek 2 teamleiders sociaal domein adviseurs en recruiters voor interim en werving en selectie teamleider wijk- gebieds- en accountmanagement teamleider handhaving, markten en brugbediening adviseur strategie en innovatie programmamanager mobiliteit teamleider internal financial auditor directeur beleid en uitvoering coördinator cluster servicemanagement coördinator cluster informatie management manager regionale organisatie zelfstandigen privacy officer team secretaresse teamleider personeel en organisatie / managementondersteuning twee beleidsmedewerkers financiën teamleider financiën beleidsadviseur economie interim afdelingsmanager informatievoorziening ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 pagina 44 pagina 44 pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 pagina 46 pagina 44 pagina 44 ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021
Pagina 46
46 INDEX Provincie Utrecht BIJ12 BIJ12 De Huurcommissie Omgevingsdienst Midden-Holland BMC Gemeente De Bilt Gemeente Voorschoten Gemeente Voorschoten Publiek Netwerk / SED juridisch beleidsmedewerker natuur (proces)coördinator acsg commissielid adviescommissie schade grondwater zittingsleden vergunninverlener wabo medewerker frontoffice jeugd junior beleidsadviseur onderwijshuisvesting beleidsmedewerker jeugd beleidsmedewerker preventie jeugd afdelingshoofd beleid en leerplicht OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 zittingsleden (m/v) Senior Medewerker Backoffice Burgerzaken 32-36 uur | Schaal 9 of 10 Twee Beleidsmedewerkers Financiën 20-36 uur | Schaal 10 • Bewaakt de kwaliteit van de BRP en voert mutaties uit. • Verricht de naturalisaties en inschrijvingen uit het buitenland. • Voert de zelfevaluatie BRP en PNIK uit. • Organiseert de aankomende gemeenteraadsverkiezingen. Matthijs van Dam | 06-43844726 matthijsvandam@certusgroep.nl • Geeft advies en stelt beleidsstukken op. • Eerste aanspreekpunt op financieel gebied. • Naast adviserende ook uitvoerende taken. • Sparringpartner voor bestuur, management en collega’s. Bas Auckel | 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl www.certusgroep.nl • Verantwoordelijk voor de aansturing van team Financiën. • Aansturen op processen en teamleden faciliteren op de inhoud. • Verantwoordelijk voor het operationele personeelsbeleid. • Grote rol in ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvoering en grootschalige projecten. Mieke Metz | 06-38164589 miekemetz@certusgroep.nl Teamleider Financiën 36 uur | Schaal 12 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 30 | 2021 Kom het verschil maken bij BMC Greep uit onze vacatures: • Financieel adviseur • (Senior) adviseur beschermd wonen en zorg • (Senior) adviseur privacy • (Senior) adviseur informatiebeveiliging • (Senior) gedragswetenschapper jeugdhulp • (Senior) adviseur energietransitie • Strategisch adviseur gebiedsontwikkeling • Bestuursadviseur • HRM-adviseur • Verhuurmakelaar • Interim-directeur onderwijs Wil jij je carrière verdiepen en ben je op zoek naar een organisatie die hiervoor volop kansen biedt? Wij zijn op zoek naar nieuwe, betrokken collega’s die impact willen maken met hun bijdrage aan het oplossen van vraagstukken binnen de complexe context van de publieke sector. Oplossingen die ertoe doen voor inwoners, leerlingen en cliënten. Als BMC’er heb je een ondernemende mentaliteit, een nuchtere aanpak en wil je elke dag beter worden. Al 35 jaar zetten wij onze expertise en innovatiekracht in voor een maximaal maatschappelijk resultaat en om van toegevoegde waarde te zijn, in ideeën én uitvoeringskracht. Doe jij met ons mee? Meer weten of zelf aan de slag met een opdracht waarmee jij écht impact maakt? Kijk dan op www.bmc.nl/vacatures-loopbaan Of neem direct contact op voor een kennismaking met: Annemieke Hoefakker Senior consultant Annemieke.hoefakker@bmc.nl +31 (0)6 51 69 64 94 Partners in verbetering www.bmc.nl/vacatures-loopbaan
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsProgrammamanager Mobiliteit 36 uur | max. € 90.000,- bruto per jaar (incl. IKB) Hoe houd je in 2040 de stad bereikbaar en leefbaar en hoe verdeel je de ruimte voor voetgangers, fietsers en auto’s? Als Programmamanager vertaal je het ambitieuze Zaans Mobiliteitsplan naar programmaplan en coördineer je de stap van beleid naar realisatie. Externe rol met functionele aansturing van team. Netwerker. Besluitvaardig. Uitstekende politiek bestuurlijke sensitiviteit. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Adviseurs en Recruiters voor Interim en Werving en Selectie 32 - 40 uur | uitstekende arbeidsvoorwaarden Het gaat goed met JS Consultancy! Daarom zoeken we versterking voor onze eigen organisatie. Ben jij commercieel, resultaat-, en zeker ook samenwerkingsgericht en breng jij kennis mee van de publieke sector? Dan gaan we graag met je in gesprek over de verschillende rollen bij onze mooie organisatie zowel voor starters als voor (zeer) ervaren adviseurs. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teamleider Wijk- Gebieds- en Accountmanagement 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Nieuwsgierig, energiek en vooruitkijkend zet je je als ervaren manager in voor leefbare, veilige en economisch sterke wijken. Vanuit een verbindende rol breng je het team verder in ontwikkeling. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Teamleider Handhaving, Markten en Brugbediening 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren met moderne stijl van leidinggeven. Je staat stevig in de schoenen en weet op goede wijze verbinding met anderen te maken, zowel intern als extern. Je bent een samenwerker Pur Sang. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Adviseur Strategie en Innovatie 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Adviseur die met lef en durf tot innovatieve en duurzame veranderingen komt. Je bent makkelijk benaderbaar, communicatief sterk en hebt een gezond empathisch vermogen. Je hebt een brede interesse, bent nieuwsgierig, ambitieus en enthousiast. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 13-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 02 COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverfoto: Sake Rijpkema VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. De slag is gewonnen, maar de strijd nog niet gestreden Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. LEREN VAN ONZE FOUTEN VOORBIJ CORONA Het is voorbij. Het is over. We hebben ’t hem weer gelapt. We hadden er lockdowns, thuiswerk en mondkapjes voor over, maar met succes. Het virus is verslagen, de pandemie is voorbij. Ik zag het bij vrienden waar ik dit weekend op bezoek was. Er werden handen geschud en er werd gekust. Ik zag het in de rij bij de supermarkt, waar niet alleen iedereen in zijn blote mond rondloopt, maar ook de anderhalve meter afstand weer gereduceerd is tot maximaal een halve meter. Ik zie het op tv. Feestende mensen, volle terrassen. Het kan weer, het is over, het is voorbij. Toch? Maar hoe veilig zijn we als meer dan de helft van de Nederlanders nog niet volledig is ingeënt. Als de Delta-variant om zich heen grijpt en als in ons omringende landen de maatregelen weer worden aangescherpt. Als het virus, dat in zomerse omstandigheden minder goed gedijt dan in koudere seizoenen, straks weer meer kans krijgt. Net als vorig jaar. En hoe zeker weten we dat het bij deze pandemie blijft? Dat er geen volgende op de loer ligt. Ik wil geen doemdenker zijn, maar tussen alle feestende en juichende mensen vraag ik me toch af of we de tussenliggende periode niet zouden moeten gebruiken om te kijken hoe we Nederland in de herstartmodus zetten en of we daarbij kunnen leren van de fouten uit het verleden. Wie waren de grootste slachtoffers van de afgelopen coronatijd en hoe kunnen we dat vermijden bij een volgende pandemie? Welke sectoren van de samenleving leden het hardst en wat kunnen we eraan doen om dat een volgende keer te voorkomen? Hoe is de besluitvorming verlopen en hoe kunnen we er in de toekomst voor waken dat democratische principes niet in botsing komen met noodzakelijke maatregelen? De slag is gewonnen, maar de strijd niet gestreden. We bevinden ons in een interbellum. Hoe lang dat zal duren en wanneer de volgende golf dan wel pandemie zich aandient die de samenleving in al haar facetten zal raken – dat weet niemand. Maar dat die er komt, daar durf ik mijn geld wel op in te zetten. Laten we voorbereid zijn, deze keer. ERIC DE KLUIS HOOFDREDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR ADVERTENTIE  23 september  Martijn Aslander Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY TOERISME NA CORONA Amsterdammers werden in coronatijd verlost van rolkoffers en dronken Britten. Hoe moet het verder met de buitenlandse bezoekersstroom nu de stad heropent? Deel één van een zomerserie over toerisme na corona. 10 WIEL DREESSEN (79) DE OUDSTE WETHOUDER Wiel Dreessen uit Bemelen was in 1966 de jongste en is in 2021 de oudste wethouder van Nederland. O ja, hij was ook ‘s lands langstzittende raadslid. ‘Ik zit vijftig jaar in de lokale politiek en daar ben ik trots op.’ 27 EENZIJDIG AANBOD, LAGE BEZETTINGSGRAAD 24 GEZONDHEIDSBELEID BURGERS IN BEWEGING Goed gedrag helpt bij het indammen van het corona virus. Alleen: hoe krijg je burgers zo ver? Het RIVM en gemeenten slaan de handen ineen. Ook nuttig voor na de coronacrisis. De Nederlandse warenmarkten krimpen, zowel in aantal als in omvang. Het is het gevolg van veranderd consumentengedrag, maar ook van Europees en lokaal vergunningenbeleid. Een terugtrekkende gemeente biedt een markt ook nieuwe kansen. HET EINDE DREIGT VOOR DE MARKT NIEUWS Lokale norm windmolens snel te bepalen Minister besluit over contactambtenaren EU ondersteunt voedselbank ACHTERGROND Cijfers van coronajaar toch op tijd Als je pc het ineens begeeft BB IN DE ZOMER Het volgende nummer van Binnenlands Bestuur (BB14) verschijnt op vrijdag 30 juli. ‘Je wilt geen kloof tussen burger en boer’ Provincie als investeerder Serie ministeries: van regentesk tot menselijke maat 4 5 6 18 22 30 34 36 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 5 7 8 17 29 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 04 NIEUWS RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Het aandeel windenergie staat in de pas opgeleverde regionale energiestrategieën 1.0 onder druk. Daar komt de Raad van State-uitspraak over ten onrechte niet meegewogen milieu-effecten van windturbines nog bij. Toch zien experts een uitweg. UITSPRAAK RAAD VAN STATE BIEDT MOGELIJKHEDEN LOKALE NORM WINDMOLENS SNEL TE BEPALEN Een half jaar vertraging kan het zomaar opleveren, schat directeur Olof van der Gaag van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE). Dat is de tijd die het rijk volgens hem minimaal nodig heeft om op last van de Raad van State een nieuwe landelijke norm vast te stellen voor de schadelijke gezondheidseffecten van windturbines. ‘Zonde’, vindt Van der Gaag. ‘We kunnen juist wel wat extra snelheid bij de energietransitie gebruiken.’ Tot nu toe konden gemeenten zich bij het vaststellen van bestemmingsplannen en de vergunningverlening aan windexploitanten beroepen op de algemene regels van het Activiteitenbesluit uit 2011. Van meet af aan waren er volgens advocaat Rachid Benhadi van Hekkelman Advocaten twijfels of het Europese Hof van Justitie daarmee akkoord zou gaan. Vorig jaar wees dat hof een vergunning voor een Belgisch windmolenpark af, vanwege het ontbreken van een milieubeoordeling waarin geluid, slagschaduw en lichtschittering separaat worden behandeld. De overwegingen uit die uitspraak gelden ook voor Nederland, oordeelde de Raad van State, eind juni. Volgens Ralph Frins, universitair docent omgevingsrecht aan de Radboud Universiteit, zal er nu eerst een milieu-effectrapportage (plan-MER) moeten worden opgesteld voor de windturbineregels uit het Activiteitenbesluit. Het hangt van de uitkomst van dat plan-MER af of de wind‘ In een paar weken kun je eigen regels vaststellen’ turbineregels ook daadwerkelijk zullen moeten worden aangepast. Als een aanpassing van het Activiteitenbesluit aan de orde is, moeten ook beide Kamers in de gelegenheid worden gesteld om daarover te kunnen meepraten. Op een tijdspad wil Frins zich niet vastpinnen, wel dat het traject zeker ‘de nodige tijd’ zal kosten. Benhadi: ’Je ziet aan de stikstofdiscussie dat zoiets makkelijk lang kan duren.’ Die loopt inmiddels al zo’n twee jaar en het einde is nog niet in zicht. IN EIGEN HAND Als alternatief voor die nationale route, zouden gemeenten het recht ook in eigen hand kunnen nemen door zélf normen vast te stellen waar nieuwe windturbines aan moeten voldoen. Een mogelijkheid die nadrukkelijk door de Raad van State wordt geopperd. ‘Maar die route is óók tijdrovend’, vreest Van der Gaag van de NVDE. ‘En gemeenten hebben het met alle maatschappelijke opgaven waarvoor ze moeten opdraaien al druk genoeg.’ Advocaat Benhadi is veel optimistischer over die lokale oplossing. Volgens hem kunnen gemeenten in principe ‘in een paar weken tijd’ eigen milieuregels voor windturbines vaststellen, mits ze daarvoor een gespecialiseerd adviesbureau inschakelen. Ook zouden gemeenten normen voor geluidshinder kunnen overnemen uit bijvoorbeeld lokale geluidregels die nu al gelden voor de industrie op een lokaal bedrijventerrein. Moet elke gemeente daarbij zelf het wiel uitvinden? ‘Juist niet’, adviseert Benhadi. ‘Trek samen op met buurgemeenten in de RES-regio, of met de provincie.’ DISCUSSIE Frins sluit zich bij Benhadi aan. ‘Met gezamenlijke normen die gelden voor meerdere gemeenten kunnen onnodige discussies worden voorkomen of beperkt. Als twee buurgemeenten afwijkende normen hanteren met betrekking tot geluidhinder door windturbines, kan daar discussie over ontstaan. Zeker als er geen goede onderbouwing voorhanden is.’ Bovendien voorkom je zo een ander probleem: dat bovenlokaal opererende windexploitanten kopschuw worden. Benhadi: ‘Als die te maken krijgen met uiteenlopende regels per gemeente, kan dat negatieve gevolgen hebben voor hun businesscase. En dan ben je als gemeente misschien nog verder van huis.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR NIEUWS 05 De Oekaze-Kok is sinds een paar maanden afgeschaft. Ambtenaren mogen rechtstreeks feitelijke informatie met Kamerleden bespreken. Maar de minister bepaalt welke ambtenaren dat zijn. Zijn de regels daarmee niet nog strikter dan voorheen? OPVOLGER VAN OEKAZE-KOK MINISTER BESLUIT OVER CONTACTAMBTENAREN Nee, de regels zijn niet strenger geworden, maar de nieuwe regels zijn nog niet bij iedereen bekend en de inhoud wordt soms verkeerd begrepen, schrijft Ollongren in antwoord op Kamervragen van de SP. In de zogeheten herziene Aanwijzingen staan de nieuwe regels, die er kort gezegd op neerkomen dat het contactverbod tussen rijksambtenaren en Kamerleden minder strikt wordt. Dat verbod CARTOON BEREND VONK stond bekend als de Oekaze-Kok die in 1998 in het leven werd geroepen. Het kabinet ‘doet er alles aan’ om ambtenaren bij te spijkeren, zodat zij weten welke contacten wanneer mogelijk zijn tussen ambtenaren en Kamerleden. Ook bewindslieden en Kamerleden krijgen een traject van bewustwording en kennisdeling, aldus Ollongren. Het kabinet heeft daarbij oog voor het ‘eventuele ongemak dat ambtenaren kunnen ervaren in een nieuwe rol waarin zij vaker rechtstreeks informatie verstrekken aan de Kamer.’ De SP vindt het vreemd dat de minister ambtenaren aanwijst met wie de Kamers contact kunnen leggen. Dat is echter bedoeld om hen te beschermen. Ambtenaren voelen zich wellicht ongemakkelijk ‘in een nieuwe rol waarin zij vaker rechtstreeks informatie verstrekken aan de Kamer’, aldus Ollongren. Het antwoord op de vraag van de SP waarom ambtenaren alleen feitelijke informatie mogen geven en geen persoonlijke beleidsinformatie is volgens de minister simpel: ambtenaren mogen geen politieke beslissingen nemen. Persoonlijke beleidsopvattingen die onderdeel zijn van het besluitvormingsproces, zullen te zijner tijd wel openbaar worden gemaakt. Dat is onderdeel van de op 1 juli in werking getreden beleidslijn actieve openbaarmaking. Daarmee wordt een einde gemaakt aan de zogeheten Rutte-doctrine, ingegeven door de toeslagenaffaire waarbij het kabinet de Kamer jarenlang onthield van cruciale informatie.
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 06 NIEUWS EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: SANDER KONING / ANP-HH Na jaren onderhandelen gaat het eindelijk gebeuren: Voedselbanken Nederland krijgt een noodpotje. Bovenop de 4 miljoen euro van het rijk ontvangt de voedselbank voor het eerst nu ook 12 miljoen uit Brussel, uit het nieuwe ESF+. 12 MILJOEN EURO UIT BRUSSEL EU ONDERSTEUNT VOEDSELBANK Bestuurslid Tom Hillemans van Voedselbanken Nederland is blij met de Europese steun. De 16 miljoen euro wordt achter de hand gehouden voor als de nood aan de man komt. Want bij een eventuele economische crisis wordt een extra toeloop op de voedselbanken verwacht. Op dit moment krijgen de voedselbanken voor 1,4 miljoen euro per week aan voedsel van bedrijven en instellingen. ‘Als we niks meer krijgen, is het geld met een week of twaalf op. Deze steun is dus een appeltje voor de dorst.’ In het eerste jaar van de pandemie steeg het aantal hulpzoekers met 7 procent – en in Amsterdam en Rotterdam zelfs met meer dan 25 procent. Hoewel de economie sneller lijkt te herstellen dan gedacht, is Hillemans er niet gerust op dat dit voor iedereen geldt. Ook stijgt het aantal mensen dat langer dan drie jaar afhankelijk is van de voedselbank. Bovendien houden de voedselbanken rekening met minder voedselaanvoer omdat in Nederland – net als elders in de Europese Unie – de voedselverspilling steeds meer aan banden wordt gelegd. Zo verkopen supermarkten producten die bijna aan de ‘tenminste houdbaar tot’-datum zitten, nu zelf met kortingstickers. Die ontwikkelingen geven reden tot grote zorg, zegt Hillemans. ‘Of hulpvraag met 20, 50 of 80 procent groeit, weten we niet. Maar we willen sowieso niet achteroverleunen.’ GROTER BEROEP Ook de ministeries van Sociale Zaken en Landbouw zien dat er in de toekomst wellicht een groter beroep op de voedselbank wordt gedaan. Daarom is de Europese subsidie meer dan welkom. Tot op heden maakte Nederland daar amper gebruik van. Ons land hing met Malta en Luxemburg in de staart. Nu zegt het kabinet dat het de signalen van de voedselbanken serieus neemt. Het houdt de vinger aan de pols voor de verADVERTENTIE wachte toename, antwoordt minister Koolmees (Sociale Zaken) op vragen van D66-Kamerlid Hülya Kat. Het kabinet vindt het daarnaast belangrijk dat de voedselbanken hun cliënten vragen om aan hun financiële problemen te werken. Dit indachtig het credo ‘geen pakket zonder traject’. Volgens het kabinet ligt de verantwoordelijkheid voor het lokaal armoedebeleid bij de gemeenten. Sommige gemeenten zetten het geld dat ze van Den Haag krijgen in voor de huisvesting van voedselbanken. Ook zijn er voedselbanken die samen met de gemeente en maatschappelijke initiatieven hun dienstverlening inzetten. Mocht de nood aan de man komen, dan hebben de voedselbanken nu in elk geval een financiële buffer. En 2020 was al een goed jaar voor Voedselbanken Nederland. De organisatie slaagde er dankzij extra giften in coronatijd in om zo’n 7,5 miljoen toe te voegen aan de reserves, zo blijkt uit het jaarverslag. Het bestuur spreekt dan ook van een exceptioneel gunstig financieel jaar. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 07 DE VERBORGEN RAMP VAN DE CORONACRISIS Voor welke opleiding kiest u? Als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid, wet- en regelgeving kan zijn. Met onze opleidingen sluiten we daarom aan op de doelstellingen van de VNG en zetten de inhoud om tot heldere en praktische opleidingen. Zo verbinden wij mens en kennis. Kijkt u mee wat dat voor de volgende thema’s betekent? Ons aanbod Gemeentefinanciën 5-daagse masterclass: De strategische financial start 15 september 2-daagse Basiscursus Strategisch Risicomanagement & Scenario denken 21 en 23 september Fysieke leefomgeving Training De BAG de Baas start 8 september Incompany VNG Leergang ‘Het maken van een Omgevingsplan’ binnenkort.Professionele ontwikkeling 5-daagse Masterclass / Ontwikkel lab Bestuursadviseur start 16 september VNG Leergang Urban Communication start 20 september Kijk op vngconnect.nl/ academie Het hoort bij deze laatste fase van een crisis, vertelde de crisiswetenschapper des vaderlands Marco Zannoni, dat we nu even alleen nog maar goed nieuws verdragen. Dalende besmettingscijfers willen we zien en berichten over een Route du Soleil die weer opengaat. Nu even geen nieuwe beroepsgroepen die óók nog geld moeten krijgen of analyses over een mutatie van het virus die ons dit najaar weer terug bij af brengt. Op vakantie willen we eerst, en daarna moeten we snel door met al die andere opgaven die nog op de plank liggen: stikstof, klimaat, woningbouw, enzovoorts. Zelfs het nationale herstelplan dat een paar maanden geleden nog zo nodig leek om ons uit de afgrond te houden, is vergeten. De formatie voelt feitelijk overbodig. Een kwestie van wachten tot Rutte geen actieve herinnering meer heeft aan de verkiezingen, zodat het kabinet weer op de oude normale voet verder kan. Ook het wetenschappelijk onderzoek naar de impact van de coronabestrijding op het binnenlands bestuur ontsnapt niet helemaal aan dit sentiment. Dé vraag van dit moment is: wat nemen we mee uit deze crisistijd. De regio’s? Het digitale vergaderen? Een centraler georganiseerde GGD? Die vragen lijken meer aandacht te krijgen dan de dingen waar we vooral niet te lang mee door moeten gaan, zoals de dominantie van bestuurders en deskundigen waar elke democratie in een crisistijd onder lijdt. Daar wordt ook wel voor gewaarschuwd, maar dat komt bij het natafelen over de crisis dus allemaal wat minder over het voetlicht dan het goede nieuws waar we te lang op hebben moeten wachten. Wellicht is het deze zomerroes van desinteresse in slecht nieuws die veroorzaakt dat ik zo weinig teruglees van de verhalen die wethouders met jeugd en onderwijs in hun portefeuille mij vertellen. Zij hebben het over een verborgen ramp die zich tijdens de tweede lockdown in het lager onderwijs heeft voltrokken. Wat de verpleeghuizen in de eerste lockdown overkwam, gebeurde de basisscholen in de tweede: ze trokken aan een ongelooflijk kort eindje. We herinneren ons nog wel het absurde argument dat het sluiten van de scholen goed was voor het thuis houden van de ouders. Minder bekend is dat het maximaal opschalen van het bron- en contactonderzoek bij de GGD ten koste ging van, jawel, de jeugd gezondheidszorg. Dat heel wat kinderen na de lockdown überhaupt niet meer terug zijn gekomen op school terwijl de capaciteit ontbreekt om hen weer op te sporen. Dat kinderen naar school terugkomen die zo dik zijn geworden dat ze nauwelijks meer te herkennen KidsRights verwacht dat Nederland gaat zakken op de relevante indexen GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN zijn. Enzovoort. En dat natuurlijk allemaal zwaarder en heftiger waar de gezinnen kwetsbaarder en de scholen zwakker zijn. Anders dan bij de verpleeghuizen zullen de effecten van deze verborgen ramp in het lager onderwijs nog jaren na-ijlen. Want met een zak geld is dit niet af te kopen, als het al zou lukken het geld op de juiste scholen te laten landen. De internationale kinderrechtenorganisatie KidsRights verwacht dat Nederland de aankomende jaren gaat zakken op de relevante indexen, omdat andere landen hun kinderen niet als biologische enkelbanden hebben ingezet. Sinds het begin van de crisis is een groep wetenschappers bezig met onderzoek naar corona als stresstest voor het binnenlands bestuur. De resultaten van dit onderzoek verschenen het afgelopen jaar op coronapapers.nl, waar ook het slotgesprek met onder anderen Marco Zannoni zal verschijnen. En ondertussen dient zich een nieuwe uitdaging aan: corona als stresstest voor de lokale democratie. Zullen de gemeenteraadsverkiezingen gaan over wat wij het liefste willen horen of over wat er echt in het lager onderwijs is gebeurd?
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 08 NIEUWS IN BEELD WONINGMARKT DOOR: MARTIN HENDRIKSMA ONTTROKKEN KOOPHUIZEN Trend neemt weer toe 2012 WAS HET KANTELMOMENT In totaal zijn de afgelopen tien jaar zo’n 62.000 keep-to-let-woningen aan de koopwoningmarkt onttrokken. De hoogste scores ziet adviseur Hans Wisman van het Kadaster in de periode tot 2012, toen je door de crisis op de huizenmarkt je oude woning moeilijk verkocht kreeg. Maar de laatste jaren is er ook weer een lichte stijging merkbaar. ‘Spaargeld levert weinig op. Dan kan een woning die je achterlaat een interessante belegging zijn. Zeker nu de huizenprijzen zo sterk stijgen.’ 6.1%* 6,0% 6,3% 4,8% 3,9% 3,9% 4,0% 3,7% 3,7% 3,7% 4,2% *percentage keep-to-let als onderdeel van totaal aantal woningmarkttransacties 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Rijwoning favoriet KLEINSTE HUIS VERHUURD 34% 23% rijwoning 43% De meeste mensen die een ‘keep-to-letwoning’ aanhouden, zijn stellen die gaan samenwonen. Ze trekken zelf in het grootste huis en verhuren het kleinste. Geen wonder dat het aandeel appartementen en rijwoningen onder ‘keep-to-let-woningen’ relatief sterk is vertegenwoordigd. Dat betekent dat de vaak toch al lastige positie van koopstarters in een gemeente zo nog eens extra wordt bemoeilijkt. appartement tweekappers of vrijstaand BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 NIEUWS IN BEELD 09 De woningmarkt is krap en het aanbod van koopwoningen is beperkt. Voor een deel komt dit doordat particulieren een nieuwe woning kopen en hun oude niet van de hand doen, maar behouden om mogelijk te verhuren. Deze zogenaamde ‘keep-to-letwoning’ dient vaak als beleggingsobject. Het Kadaster brengt die weer toenemende trend in beeld. VOORAL IN GROTE STEDEN Veruit de meeste keep-to-let-woningen bevinden zich in de grotere steden. Onder meer de regio Rotterdam, Den Haag en Utrecht springen eruit. Niet gek, vindt Hans Wisman. ‘In de steden bestaat grote schaarste aan woningen en er wonen relatief veel jonge mensen. Dat betekent dat er veel vraag is naar huurwoningen, met hoge huurprijzen voor de huishoudens en een gunstig rendement voor de verhuurder als gevolg.’ Amsterdam blijft bij de andere G4-steden achter. ‘Misschien liggen de prijzen daar al zo hoog dat het ondoenlijk is om twee huizen aan te houden.’ Utrecht en Rotterdam aan kop Utrecht Rotterdam Schiedam Den Haag Eindhoven 3,6%* 3,6% 3,1% 3,1% 3,0% *percentage keep-to-let als deel van de totale koopvoorraad Verhuurders honkvast 24% 59% 17% zelfde als nieuw gekochte woning andere gemeente, zelfde regio andere regio TWEEDE HUIS DICHTBIJ Bijna 60 procent van de mensen die hun tweede woning verhuurt, blijft in dezelfde gemeente wonen. Nederlanders zijn relatief honkvast. Ook zullen sommige verhuurders toezicht op het huis willen houden. Vaak is dan ook het prijspeil van de huizen vergelijkbaar. Wordt er verhuisd naar een dichtbij gelegen gemeente in dezelfde regio, dan ligt de waarde van het nieuw betrokken huis veelal hoger. Dat is in de helft van de gevallen aan de hand. Bij een verdere verhuizing komen de prijsklassen van beide huizen slechts in 20 procent van de gevallen overeen.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 10 INTERVIEW WIEL DREESSEN DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES Wiel Dreessen (79) uit Bemelen was in 1966 de jongste en is in 2021 de oudste wethouder van Nederland. Oh ja, hij was ook ‘s lands langstzittende raadslid. Een en al bezieling in Eijsden-Margraten. ‘Waarom bouwen we hier geen woonpark?’ WIEL DREESSEN, ‘S LANDS JONGSTE EN OUDSTE WETHOUDER ‘ELK AFSCHEID KOMT TE VROEG’ 1966. John Lennon roept dat The Beatles populairder zijn dan Jezus. Jo Cals is premier en LBJ president. De televisie is zwart-wit en vrouwen worden nog ontslagen als ze trouwen. En de 24-jarige Wiel Dreessen wordt raadslid en meteen wethouder in het 550 zielen tellende Zuid-Limburgse dorp Bemelen. ‘Bemelen was een groepje huizen met een gemeentehuis, maar zonder voorzieningen. De raad sprak voor die tijd vooral over veldwegen. Er was woningnood, we hadden geen aardgas en geen riolering, de harmonie had geen onderkomen en de school was verouderd. Ik grapte in die tijd weleens: “We zijn zo klein, we kunnen met z’n allen in een mooie flat gaan wonen”’, zegt wethouder in Eijsden-Margraten Wiel Dreessen (79) in Hotel Bergrust op de Bemelerberg. De vijftiger George Spauwen is in de jaren zestig burgemeester van het dorp op de helling van het Maasdal. Dat is hij al sinds 1946. Je denkt onwillekeurig aan de burgemeester uit Swiebertje. ‘Oh, zo’n burgemeester was hij niet hoor. Misschien wel een notabel maar geen aristocraat’, zegt Dreessen. ‘Hij kwam uit het dorp Amby, waarvan hij ook burgemeester was. Spauwen was ook advocaat. Eén keer in de week kwam de burgemeester naar Bemelen voor de vergadering met de twee wethouders. Je zou kunnen zeggen dat hij er twee burgemeesterschappen bij deed. Ik herinner mij dat Bemelen zijn hele salaris moest betalen nadat Amby in 1970 was ingelijfd door Maastricht. Dat was een derde van het gemeentebudget! Spauwen woonde toen al in Gulpen, waar hij zijn advocatenkantoor had. Dat vond Bemelen goed.’ Dreessen deed het wethouderschap in Bemelen er trouwens ook bij. Hij is tevens raadslid en werkt als adviseur en inspecteur bij de directie en inspectie volkshuisvesting provincie Limburg van het toenmalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Niet verwonderlijk dus dat de jonge wethouder van de lokale partij zich op de woningbouw stort. Dreessen: ‘Dat was toen net zo’n probleem als nu. Maar hoe pakten we dat aan, in 1966 hè? We lieten ons oog vallen op bouwgronden van twee ongehuwde zussen en hun ongehuwde broer op leeftijd. Ze zaten in een bejaardencentrum in Meerssen. Wij in de auto ernaartoe: de burgemeester, de secretaris, de andere wethouder en ik. Geen adviesbureau, geen ambtenaren; we deden het allemaal zelf. We hadden er een goed gevoel bij. Op de terugweg namen we er daarom eentje in Amby. Een paar maanden later kregen we de grond. Het was een goede koop. All-in kostten die zes sociale woningen 17.000 gulden per stuk. Ik heb er ook nog een jaartje in gewoond.’ KLEINSTE GEMEENTE Als koningin Juliana zes jaar later op het Binnenhof haar 25-jarige jubileum viert, zijn Wiel en zijn vrouw Yvonne van de partij. De koningin heeft ook de grootste én de kleinste gemeente van het land uitgenodigd. De Dreessens zitten aan tafel met de koninklijke familie. Wiel stelt zich voor als ‘wethouder van de kleinste gemeente van Nederland’. ‘Zegt prinses ‘We deden het allemaal zelf’ Beatrix: “Nee hoor, Katwoude is de kleinste gemeente, maar die hebben geen gemeentehuis”.’ Dat heeft Bemelen wel, en een nieuwe school, een gemeenschapshuis en riolering en gas. Rijp voor annexatie door Maastricht, vond George Spauwen al eerder, maar dat werd niets. Wiel Dreessen blijft tot 1982 wethouder van Bemelen, als het dorp met vijf andere kleine gemeenten de nieuwe gemeente Margraten wordt, die op haar beurt in 2011 fuseert met Eijsden tot Eijsden-Margraten. De CDA’er Dieudonné Akkermans wordt in dat jaar burgemeester van de fusiegemeente; Wiel Dreessen wordt fractievoorzitter van het Samenwerkingsverband Margraten (SVM). Het CDA is in Eijsden-Margraten met acht raadszetels de grootste partij, SVM heeft drie zetels en zit niet in het college. Maar Dreessen, bijna 70 en gepensioneerd, peinst er niet over het bijltje erbij neer te leggen, ook niet als zijn partij in 2014 weer buiten de collegeboot valt. In de lokale krant Van Harte Eijsden-Margaten waarschuwt Dreessen in 2015 de gemeente: ‘Ze moeten ons niet onderschatten. Ze zijn nog niet van mij af!’ De oude meester begrijpt goed dat hij die stoere woorden alleen met de SVM niet kan waarmaken. ‘Je kunt wel je best doen, maar je moet ook kansen creëren.’ Dat doet hij door samen te gaan met de Partij Groot Eijsden, aangevoerd door Chris Piatek uit Mariadorp. En warempel: hun INTERVIEW 11 CV WIEL DREESSEN (Bemelen, 1941) is sinds 2018 wethouder in de gemeente Eijsden- Margraten. Hij is de oudste wethouder van Nederland. Tot zijn benoeming in juni 2018 was hij sinds 1966 ononderbroken raadslid, eerst in Bemelen, waar hij meteen wethouder werd en dat tot 1982 bleef, later in Margraten en sinds 2011 in de fusiegemeente Eijsden-Margraten. Dat maakt Dreessen het langstzittende raadslid. In Eijsden-Margraten was hij van 2011 tot 2018 fractievoorzitter van Samenwerkingsverband Margraten (SVM). Hij werd in 2016 ereburger van Eijsden-Margraten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
Pagina 12
VAN ONZE KENNISPARTNER INTERVIEW 13 fusiepartij Eijsden Margraten Lokaal (EML) behaalt in 2018 zeven zetels, één minder dan het CDA. De twee gaan met elkaar in zee en Piatek en Dreessen belanden in het college. En dat op je 76ste. Waarom? ‘Alle belangrijke zaken komen uit het bestuur. De bestuurlijke passie had ik vijftig jaar geleden en die heb ik nog. Ik voel de drang om iets te bereiken voor de maatschappij.’ Dan is het maar goed dat waarnemend gouverneur Remkes niet bij de titelhouder uit Bemelen is langsgegaan in zijn zoektocht naar nieuwe deputés met Limburgse wortels. ‘Want misschien had ik op mijn 79ste nog ja gezegd ook, tot de Statenverkiezingen bijvoorbeeld. En ik kan hier niet worden gemist!’, schertst Dreessen. STEMPEL Als Dreessen op zijn 76ste weer wethouder wordt, is hij 52 jaar onafgebroken raadslid geweest. Dat doet niemand hem na. Zijn benoeming tot wethouder is trouwens ook uniek: hij is de oudste van het land. Dreessen had als wethouder in Bemelen volkshuisvesting en ruimtelijke ordening in zijn portefeuille en in Eijsden-Margraten pakt hij de draad op. ‘Ik heb gelukkig nog mijn stempel kunnen drukken op de woningvisie.’ Dat kan ook in een kleine gemeente (26.000 inwoners) waar het dualisme een relatief begrip is en de lijntjes kort zijn. ‘Het gebeurt wel dat ik als portefeuillehouder de afdeling op ga om te vragen hoe iets zit of waarom dit zus of zo is gedaan. Natuurlijk doe ik dat. Ambtenaren kunnen ook rechtstreeks op mij afstappen. Dat vind ik de gewoonste zaak van de wereld. Je toont daarmee ook je betrokkenheid’, zegt Dreessen. Burgemeester Akkermans stapt dit voorjaar in de nasleep van de affaire rond oud-directeur Vrehen van de Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen (IKL) op. De oppositie in EijsdenMargraten (6 van de 21 zetels) ziet haar kans schoon en schrijft waarnemend gouverneur Remkes een boze brief, want de coalitie ‘isoleert en kleineert de oppositie’ en vindt zichzelf ‘superieur en onaantastbaar’. En, schrijven ze: ‘Wanneer u zich gaat verdiepen in dat college zult u ontdekken dat twee wethouders al ruim twintig jaar die positie bekleden en een derde al meer dan een halve eeuw meedraait in de lokale politiek van deze gemeente. (…) Zoveel dienstjaren op dezelfde post is niet gezond en een risico voor onfrisse politieke praktijken. Inmiddels hebben wij een hele lijst dossiers waarbij grote 'Leeftijdsdiscriminatie is onacceptabel’ twijfels over integer handelen bestaan.’ Krijg je dat op je 79ste. Wiel Dreessen verliest niets van zijn goede humeur. ‘Ik zit inderdaad vijftig jaar in de lokale politiek, en daar ben ik trots op. Ik heb veel gedaan en hard gewerkt voor de gemeenschap. Ik ben in 2016 niet voor niets tot ereburger van Eijsden-Margraten benoemd. Ik heb er al die decennia voor gepleit om alles zorgvuldig en netjes te laten verlopen en te regelen. Daar heb ik zelf ook altijd naar geleefd. Intussen is gebleken dat niets van de aantijgingen overblijft. Ik wil er overigens op wijzen dat het maken van onterechte verdachtmakingen allesbehalve integer is. Leeftijdsdiscriminatie is trouwens ook onacceptabel en strijdig met onze democratische rechtsorde.’ LEEFBAAR Het Heuvelland heeft internationale allure, weet de zoon van Bemelen. De regio moet zijn bijzondere landschappelijke identiteit behouden en versterken, maar moet óók ‘passende ontwikkelingen’ bieden. Daarbij vindt wethouder Dreessen zijn collega’s uit Gulpen-Wittem en Vaals aan zijn zijde. Ze wisselden daarover vorige week nog van gedachten met de Belgische buren uit de Voerstreek. Vooral de Belgen zien een grensoverschrijdend landschapspark (het ‘Groene Hart drielandenpark’ tussen Aken, Luik en Maastricht) helemaal zitten om de leefbaarheid in de dorpen te vergroten en de ‘landschappelijke identiteit te versterken’. Dreessen heeft wel oren naar het Belgische plan: ‘Het Limburgse Mergelland wil niet voor niets graag een Unesco Geopark-status. De Zuid-Limburgse heuvels, de natuur en de dorpen maken het mergelland uniek.’ Om de dorpen in dat unieke mergelland leefbaar te houden, wil Eijsden-Margraten een woonparadijs zijn. ‘We moeten ook in dit Natura 2000-gebied ruimte bieden aan gepaste ontwikkelingen’, vindt Dreessen. Zo’n ontwikkeling zou de komst van de Einstein Telescoop naar het Heuvelland zijn. De Einstein Telescoop is een observatiecentrum om het universum te besturen door middel van zwaartekrachtgolven. Eind juni meldde het European Strategy Forum on Research Infrastructures (ESFRI) dat de 1,9 miljard euro kostende telescoop er echt gaat komen. Het Heuvelland is samen met Sardinië in de race als vestigingsplek. De detector wordt op een paar honderd meter diepte gebouwd in een driehoekige vorm met tien kilometer lange armen. Gaat je mooie landschap, gaat je rust. Dreessen: ‘Onze kernkwaliteiten zoals landschap, rust en cultureel erfgoed komen door de Einstein Telescoop juist níét in de knel. We krijgen in samenhang met kenniskapitaal de ruimte om als landelijke kwaliteitsregio, samen met de stedelijke ontwikkelingen in Aken, Luik en Maastricht, mee te kunnen groeien naar een internationale kennisregio.’ Ook als de Einstein Telescoop in 2025 niet naar het Heuvelland komt maar in de Sardijnse bodem belandt, zal Eijsden-Margraten meer moeten doen om de woningvoorraad te vergroten met passende en betaalbare woningen, vooral voor senioren, starters en jonge gezinnen via doorstroming, vindt de wethouder. Dreessen: ‘Zonder woningbouw kwijnen we weg. Dat hoeven niet allemaal nieuwe woonwijken te zijn. Waarom zou je hier niet permanent in een park kunnen wonen? Nu willen mensen op een recreatiepark gaan wonen, maar dat mag nog niet van de provincie. De provincie leeft in een tijd zonder woningnood. Bouw voor mensen die in een woonpark willen wonen. Geen verkeer, geen auto’s voor de deur, je loopt naar je huis, het is rustig, de gezondheid blijft goed, geen vervuiling. Dat is toch paradijselijk wonen?’ Het Wiel Dreessen Woonpark? Dreessen zal het (‘helaas’, vindt-ie zelf) niet meemaken als bestuurder. ‘Het zou niet goed zijn om volgend jaar weer mee te doen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Dan word ik 80, hè? Elk afscheid komt te vroeg, maar als je dat afscheid zelf in de hand hebt en ernaartoe leeft, moet het dragelijk zijn.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
Pagina 14
14 ZOMERSERIE TOERISME DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO’S: SAKE RIJPKEMA Amsterdammers werden in coronatijd verlost van ratelende rolkoffers en dronken Britten. Hoe moet het verder met de buitenlandse bezoekersstroom nu de stad heropent? Deel één van een zomerserie over toerisme na corona. ‘Leefbaarheid moet beslissend zijn.’ ZOMERSERIE BINNENLANDS BESTUUR STILTE VOOR AMSTERDAMSE ZOMERSTORM Het is grijs en mottig, deze vrijdagmiddag in Amsterdam. Een dag later zullen vrijwel alle resterende coronamaatregelen worden afgeschaft. De stad is nog stil. Geen rijen voor attracties als Madame Tussauds, Amsterdam Dungeon of het Anne Frank Huis. Het Leidseplein, ‘entertainment area’, is vernieuwd, maar nog onontdekt. Op De Wallen staan horecauitbaters buiten te roken, tevergeefs wachtend op klandizie. Een van hen verzucht in het Engels dat ze een lange dienst heeft. Ze verwacht de toeristen binnenkort wel terug, ‘al komen eerst de jongens uit België, Duitsland en Frankrijk langs’. Die waren er afgelopen zomer ook: wiet halen, snacken, rondjes rijden of hangen op de kades. Van een barman op het Leidseplein mag het wel een onsje minder met toeristen ten opzichte van voor corona, ook qua Airbnb-verhuur. Aan initiatieven om de Leidsebuurt leefbaar te houden, deden niet alle pand- en horecaeigenaren mee. De bestuursrechter keurde in maart het verbod op vakantieverhuur in drie centrumwijken af. De gemeente is in beroep gegaan. Vakantieverhuur mag met vergunning: jaarlijks maximaal dertig nachten aan hoogstens vier personen. Een ‘wetteloze jungle’ of ‘pretpark’ – benamingen van (oud-)centrumbewoners voor de Amsterdamse binnenstad die de afgelopen jaren ten prooi viel aan een niet aflatende stroom toeristen uit binnen- en buitenland. Elk jaar nam het met 7 procent toe, vertelt bewoner Jasper van Dijk, in juni 2020 een van de initiatiefnemers van een TOERISME NA CORONA Corona legde het internationaal toerisme lam. Maar bewoners van veel toeristenplaatsen haalden opgelucht adem. Binnenlands Bestuur belicht in een zomerserie de lokale bestuurlijke dilemma’s nu de grenzen weer openen. Deel 1: Amsterdam. kening om het thema op de raadsagenda te krijgen - waar 1200 handtekeningen al voldoende zouden zijn geweest. VERORDENING De raad ging ermee bezig en nu ligt er een verordening die stelt: kijk elk jaar drie jaar vooruit hoeveel toeristen naar de stad komen. Als het maximum wordt overschreden, moet het college een beleidsplan maken om de aantallen te verminderen. Idee was het aantal overnachtingen terug te brengen tot tussen de 10 en 14 miljoen. Het college vond dat het moest gaan over het totale aantal bezoekers, niet alleen over overnachtingen, en dat het aantal van 14 miljoen geen ‘harde grens’ moest zijn. ‘volksinitiatief’ om de binnenstad weer leefbaar te maken. De komende vijf jaar willen ze het aantal overnachtingen jaarlijks op ongeveer 12 miljoen houden. Het niveau van 2014, ‘toen het toerisme in Amsterdam nog beheersbaar was’. In 2019 werden het 22 miljoen overachtingen. ‘Die stijging is voorspelbaar. We waren verbaasd dat de gemeente er niet op anticipeerde.’ De petitie werd alleen via WhatsApp gedeeld. ‘Tot onze verrassing sloeg het heel snel aan.’ Ruim 30.000 mensen zetten hun handte‘Leefbaarheid’ moest beslissend zijn. Uiteindelijk komt de verordening uit op een bandbreedte tussen 10 en 20 miljoen overnachtingen per jaar met signaalwaarden tussen 12 en 18 miljoen. ‘Het liefst zien we minder overnachtingen, maar dit is een start’, aldus Van Dijk. Als het aantal overnachtingen buiten de signaalwaarden valt, het aantal dagbezoeken te hoog is of de toeristische draagkracht in een wijk onder druk staat, moet het college binnen zes maanden een nota aanbieden. Daarin zal het onder andere ingaan op regulering van vakantieverhuur in woningen en toeristenbelasting. Van Dijk noemt de verordening een belangrijke stap. ‘Eindelijk wordt toerisme op lange termijn bekeken, kijken wat de stad aankan. Dat gesprek is nooit gevoerd in Amsterdam.’ Wel krijgt het college op basis van de BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ZOMERSERIE 15 ‘ Het toerisme is niet meer bestuurbaar’ LEGE STRAAT Theater- en caféstraat de Nes zonder bezoekers verordening drie jaar de tijd om het aantal overnachtingen binnen de bandbreedte te krijgen. Op 8 juli stemt de raad erover. Volgens Van Dijk zal het ‘erom spannen’. De Amsterdamse toeristenindustrie zorgde vóór corona voor 10 procent van de werkgelegenheid, 70.000 directe banen. Wethouder Victor Everhardt (D66) kondigde onlangs een campagne aan om toeristen naar de stad te trekken. Niet de ‘zuip- en blowtoerist’ die alleen de Wallen bezoekt, maar toeristen die zich richten op ‘kunsten cultuur, culinair, verblijf, winkels en attracties’. Ook zeggen we geen toeristenindustrie meer, maar ‘bezoekerseconomie’. De gemeente investeert een ton, het bedrijfsleven en de culturele partners leggen 60.000 euro bij. Schamele bedragen die wenkbrauwen van critici doen fronsen. Die andere bezoeker komt ook niet morgen al, temperen Everhardt en Halsema alvast de verwachtingen van morrende binnenstadbewoners. Daar gaat enkele jaren overheen. Of, zoals Halsema het laatst in een commissievergadering zei: ‘Het gaat er niet om dat toeristen niet meer welkom zijn, maar dat ze komen voor de schoonheid van de stad en niet voor snelle consumptie, dat ze hier geen “morele vakantie” meer nemen. Dat zal tijd kosten.’ Op het terugdringen van het aantal toeristen richt de stad zich nu niet, zegt Halsema. ‘Wel op de aard van het toerisme dat naar de stad komt.’ DOVEMANSOREN Precies de reden waarom toerisme-expert Stephen Hodes zich terugtrok uit de toerismediscussie na tien jaar op de barricaden tegen ‘overtoerisme’ te hebben gestaan met zijn denktank ‘Amsterdam in Progress’. ‘Het was aan dovemansoren gericht. De gemeente wilde absoluut niet luisteren. Eberhard van der Laan was geïnteresseerd en betrokken bij het onderwerp, maar bij het huidige college en de ambtenaren is er geen wil om er iets aan te doen. Mijn grens is bereikt. De afgelopen tien jaar was een optelsom van incidentenpolitiek. Ze kijken niet naar de oorzaak, niet naar de lange termijn. Het zijn druppels op een gloeiende plaat. Ik doe dit uit liefde voor Amsterdam, maar bestuurlijk Amsterdam en de Metropoolregio willen niets doen.’ Door corona wordt het nog erger, vreest hij, ‘want de stad heeft economisch zo geleden, dus moeten we de horeca vol krijgen en de economie laten draaien. Ze zetten in op groei.’ Hodes vermoedt dat de huidige Passengers Terminal Amsterdam voor cruiseschepen niet verdwijnt en dat er in de haven een tweede terminal voor grotere cruiseschepen komt. ‘Denk ook aan lowcost carriers die naar Lelystad Airport moeten. Dat zijn heel onverstandige dingen die je niet moet stimuleren. Toeristen uit de terminal besteden het minst van iedere vorm van toerisme: gemiddeld 70 euro per bezoeker. Bij een hotel is dat gemiddeld 200 euro. Waarom zou je dat dure ding dan bouwen?’ Alle aandacht gaat nu naar blowende toeristen, maar crux van het probleem is de
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 16 ZOMERSERIE TOERISME vervreemding bij bewoners en tot ‘binnenstadmijders’. ‘Dat doet pijn, want Amsterdammers houden van hun stad.’ Amsterdammers vragen zich af wat de toekomst van de historische binnenstad nog is als deze niet meer als gemeenschappelijk centrum wordt gebruikt en vooral als pretpark functioneert, schrijft hij. In zijn werkkamer op Roeterseiland legt hij de oorzaak van de toerismegroei bij de smartphone. ‘Digitalisering heeft het toerismeverkeer zo aangewakkerd dat we moeten erkennen dat het niet meer bestuurbaar is.’ Hemel wijst op ‘de processie’ in de binnenstad van CS naar het Museumplein. ‘Dat is massatoerisme. Een massale middeleeuwse pelgrimage langs een aantal vaste attracties, waaronder het Red Light District. Dat kan in Amsterdam.’ Die route is in honderd jaar gevormd en bedacht door architect Pierre Cuypers die de eerste toeristen vanaf ‘zijn’ Centraal Station naar ‘zijn’ Rijksmuseum leidde. De stad wilde het hoofdstation in Zuid, maar toenmalig premier Thorbecke stond erop dat het in de havenmond kwam. ‘Je had anders door Berlage Zuid en langs de Academie van Beeldende Kunsten gelopen’, schetst Hemel. LOOPROUTE Over tien jaar verrijst in Zuid alsnog een van de grootste stations van Nederland. ‘Alle hsl’en stoppen op Zuid, niet meer op het CS. Je maakt een looproute van de Zuidas naar het Rijksmuseum, langs het Hilton. We kunnen de fout van toen herstellen, en er komt een bijzonder soort toerisme naar Amsterdam.’ Voor die tijd staat de stad wat te wachten. ANNE ZONDER RIJ Geen wachtenden voor het Anne Frankhuis scheve verhouding tussen aantal bewoners en aantal bezoekers, schreef Hodes in Het Parool. ‘Als we het volume niet aanpakken, zijn alle maatregelen dweilen met de kraan open. De aandacht moet naar beperking van toevoer en opvang van bezoekers. De rest is bijzaak.’ SP-fractievoorzitter Erik Flentge legde de maximering van aantallen toeristen voor aan Halsema. Het lijkt haar ingewikkeld, ‘omdat wij niet in staat zijn de stad ontoegankelijk te maken voor toeristen’. Tegelijk noemt ze de aantallen wel degelijk problematisch als de stijging doorzet. ‘Niet alleen omdat de stad dan overstroomt, maar ook omdat de afhankelijkheid van onze stedelijke economie ervan na corona niet even groot moet blijven als de afgelopen jaren.’ De Amsterdamse politiek is na corona wel doordrongen van de noodzaak van regulering van het toerisme. Onlangs introduceerde Halsema een drukteaanpak voor de zomer, in de breed gesteunde Aanpak Binnenstad staan 88 maatregelen en er ligt een ambitie om een erotisch centrum buiten de Wallen te ontwikkelen. BINNENSTADMIJDERS Planoloog Zef Hemel, hoogleraar grootstedelijke vraagstukken aan de Universiteit van Amsterdam, schreef in 2019 zijn ‘Visie op de binnenstad van Amsterdam 2040’ in opdracht van Halsema. Twee maanden lang sprak hij in de Oude Kerk met een rijk geschakeerd arsenaal (ex-)Amsterdammers. Hij constateerde dat de binnenstad steeds meer als economische ruimte functioneert en dat heeft geleid tot ‘De zakelijke reiziger blijft nog weg, dus KLM richt zich op de toeristenmarkt’, vreest Hemel. ‘Schiphol wordt “toeristenhub”. De bestuurbaarheid is gering. Je moet een langetermijnvisie hebben.’ Maar de raad kreeg Hemels visie niet eens. ‘Die kortademigheid is zorgelijk.’ Zijn visie wordt informeel wel omarmd. ‘Na de lancering reageerden veel ondernemers. Daar is animo, maar dan moet het wel mogelijk gemaakt worden.’ Eerst krijgt de binnenstadbewoner het zwaar, verwacht Hemel. ‘Ik schat dat 10 tot 15 procent van de winkels in de Kalverstraat en Nieuwendijk leegstaat en wellicht niet meer opent. De atmosfeer in de stad verandert: instortende kades en bruggen, winkelleegstand, leven in een bouwput en ongewenst toerisme.’ Intussen lopen later op de vrijdag de uitgaansstraten en terrassen vol. Om middernacht staan er lange rijen voor de clubs. De stad leeft weer. En de toeristen? Bij Madame Tussauds weten ze het zeker: die staan er over een paar weken weer. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 IN DE CLINCH Een ambtenaar rijdt met zijn veegmachine tegen een bloembak. De schade meldt hij niet. Zijn voorgeschiedenis is al niet brandschoon. Laat de hoogste ambtenarenrechter het strafontslag in stand? SCHADE ONDUIDELIJK NA AANRIJDING BLOEMBAK Op een dag in juni 2017 rijdt Dré Poeldijk*, sinds 2008 ambtenaar te Amsterdam, met zijn veegmachine tegen een bloembak. Hij gaat niet na of er schade is en hij meldt het incident niet aan zijn leidinggevende. Als het ter sprake komt, verklaart hij hierover wisselend. Ernstig plichtsverzuim, vindt het college. Hij wordt geschorst, zijn salaris wordt met een derde ingehouden, en omdat de verwachting is dat hij niet meer zal terugkeren: onvoorwaardelijk ontslag. Die zware sanctie staat niet op zichzelf. Eerder (2011) was Poeldijk al gewaarschuwd toen hij zich aan zijn werkzaamheden onttrok. In dat jaar werd voorwaardelijk strafontslag opgelegd toen hij drugs gebruikte onder werktijd. Een eerdere aanrijding met de veegmachine, waarschijnlijk onder invloed van drugs, leverde hem een schorsing op. Een keer (2016) met zijn veegmachine ongeoorloofd buiten zijn werkgebied: schriftelijke waarschuwing. Hij is vaker gewezen op mogelijke rechtspositionele gevolgen van zijn handelen. Dit ontslag vecht hij aan tot aan de Centrale Raad van Beroep. Er was, aldus de Raad, sprake van een concrete verdenking van ernstig plichtsverzuim. En gezien Poeldijks voorgeschiedenis heeft het college redelijkerwijs kunnen menen dat het niet aanvaardbaar was dat hij zijn werkzaamheden zou blijven verrichten. De schorsing was terecht. Dat geldt ook voor het inhouden van de bezoldiging: dat had Poeldijk niet eens aangevochten, zodat het salarisbesluit vaststaat. Poeldijk zei dat hij wel ‘iets’ had gevoeld gemeente. Een behoorlijke klap, vindt het college, waarbij het voertuig is beschadigd. Poeldijk ontkent dat: bij de dagelijkse schoonmaak is geen schade geconstateerd. De botsing krijgt hij pas vier weken later van zijn leidinggevende te horen. Het filmpje heeft Poeldijk, ook na meerdere verzoeken, nooit gezien. Of de veegmachine is beschadigd, kan de Raad niet vaststellen. Poeldijk zegt nee; het college zegt van wel, maar maakt dat niet hard. Waar het filmpje is, is onduidelijk. Onduidelijk is ook of Poeldijk het voorval had moeten melden – er zijn geen protocollen of werkinstructies over de meldingsplicht. Daarmee is de aanrijding én het niet melden daarvan geen plichtsverzuim. En die wisselende verklaringen? Poeldijk had niks gemerkt van de aanrijding maar toen hij hoorde van het filmpje zei hij dat hij Maar geldt dat ook voor het ontslagbesluit? Een maand voor de aanrijding was er wéér een akkefietje. Poeldijk bevond zich opnieuw buiten zijn werkgebied en heeft daar, met een collega – zo zag een teamleider – eendjes gevoerd. Wat er die dag precies gebeurde blijft onduidelijk, want Poeldijk legt verschillende verklaringen af. Dat is niet wat van een goed ambtenaar mag worden verwacht, en dat levert plichtsverzuim op. De aanrijding met de bloembak – de druppel die leidde tot het aangekondigde ontslag – is toevallig opgenomen door een burger, die het filmpje heeft opgestuurd naar de ADVERTENTIE ‘iets’ had gevoeld, maar dacht dat het weinig voorstelde. In tegenstelling tot het college en de rechtbank Amsterdam vindt de Raad (uitspraak 4 juni 2021) dit geen strafwaardig plichtsverzuim. Poeldijk werd er pas weken na de aanrijding op aangesproken, en dan is het denkbaar dat zoiets is vergeten. Poeldijk heeft dan wel een ‘verleden’, en was een maand voor de aanrijding ook niet brandschoon, maar onvoorwaardelijk ontslag is volgens de Raad te zwaar. Het college moet met een andere sanctie komen, Poeldijk heeft de gemeente al verlaten. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:1337
Pagina 18
18 ACHTERGROND FINANCIËN DOOR: WILMA VAN HOEFLAKEN De verantwoording over 2020 in de jaarstukken is lastig, dat merkt elke gemeente. Bij de Tozo-regeling moest zonder dralen worden betaald. De meeste gemeenten liggen toch op koers. ‘We hebben een puik stukje werk geleverd.’ VOORTGANG JAARSTUKKEN 2020 CIJFERS VAN CORONAJAAR TOCH OP TIJD Het was begin dit jaar allerminst zeker dat gemeenten hun jaarstukken over 2020 op tijd zouden inleveren en het accountantsoordeel tijdig rond zouden krijgen. Gemeenten hebben sinds maart vorig jaar een grote bijdrage geleverd aan de maatregelen om de financiële gevolgen van de coronapandemie voor bedrijven en burgers te beperken. ‘Tijdige ondersteuning bij deze maatregelen stond voorop. Dit heeft gevolgen voor het verslagjaar 2020 en de verantwoording en de accountantscontrole bij gemeenten’, waarschuwde minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) vorig jaar december al. Afgelopen februari presenteerde de commissie Bado (Bedrijfsvoering auditing decentrale overheden) een notitie met de effecten en risico’s van corona voor de jaarrekening over 2020. ‘De controle van de jaarrekening 2020 is een bijzondere in de bejegening van burgers, bedrijven en instellingen coulance te betrachten. Zo hebben veel gemeenten in 2020 subsidies verstrekt aan gemeentelijke instellingen, zonder dat daar een prestatie tegenover stond. ‘Het is voor gemeenten een pittig verantwoordingsjaar’, stelt de woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Toch lijkt het erop dat de overgrote meerderheid van de gemeenten erin slaagt voor de vereiste datum van 15 juli de jaarstukken in te dienen. ‘Er zijn elk jaar wel wat gemeenten die het niet halen en uitstel aanvragen’, aldus VNG. Eind juni heeft VNG echter nog geen signalen dat het er dit jaar meer zullen zijn. controle omdat zowel de opstellers van de jaarrekening als de controleurs daarvan rekening moeten houden met de implicaties van Covid-19 op de realisatie 2020 en de financiële positie’, aldus de commissie. Corona heeft gezorgd voor een situatie waarin de reguliere normenkaders niet meer passen. Niet alleen omdat gemeenten de steunmaatregelen van het rijk moesten uitvoeren en te maken kregen met andere geldstromen, maar ook omdat de pandemie grote gevolgen had voor het leven van alledag. De commissie Bado wijst erop dat het rijk een beroep deed op gemeenten om ‘Het is voor veel gemeenten een spannend traject geweest, maar ik ken geen gemeenten die 15 juli niet halen of met grote onzekerheden kampen’, zegt Ricardo Kok van Exilo, een adviesbureau voor financien, control en bedrijfsvoering in de publieke sector. Dit is ook het beeld van Rein-Aart van Vugt van Deloitte, die als externe accountant betrokken is bij de jaarrekening van veel gemeenten. ‘Het lukt de meeste gemeenten prima om een jaarrekening te maken. Wel zie je vertraging ontstaan door het thuiswerken en de extra werkzaamheden, waardoor het bestuurlijke traject niet altijd wordt doorlopen zoals gepland’, zegt Van Vugt. ‘De definitieve controleverklaring volgt soms na de behandeling in de commissies van de raad. Maar uiteindelijk gaan de meeste gemeenten 15 juli halen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 19 ‘ Ik ken geen gemeenten die 15 juli niet halen’ TOZO Het lastigste aspe jaarrekening ove schijnlijk Tozo, de T bruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers. ‘We moesten snel van start en ruimhartig Tozo-uitkeringen verstrekken, en gedurende dat proces werden de spelregels opgesteld’, zegt Pieter Paans, CDAwethouder financiën in Papendrecht. Over de controle van de jaarrekening maakt Paans zich geen zorgen, maar eind juni is de gemeente nog in afwachting van de rechtmatigheid van de Tozo-uitkeringen. ‘Enerzijds moet je snel uitkeren en niet te moeilijk doen, anderzijds is het land te klein als er een bonnetje ontbreekt.’ Hij vertelt dat de regionale sociale dienst, die de Tozo-uitkeringen voor zijn rekening nam, hard aan het werk is om de verantwoording rond te krijgen, zodat de deelnemende gemeenten ook voor dit onderdeel een goedkeurende verklaring krijgen. Paans: ‘Ondernemers waren content met de snelle actie, maar als je ten onrechte hebt uitgekeerd of als de invordering niet lukt, ligt het risico bij de gemeente.’ Ook in Capelle aan den IJssel zit het werk erop – op Tozo na. Het Regionaal Bureau Zelfstandigen in Rotterdam voert de regeling feitelijk uit voor verschillende gemeenten, waaronder Capelle aan den IJssel. ‘Dat deel van onze jaarstukken is nog niet helemaal definitief’, zegt concerncontroller Arend Ruijmgaart. Sint Anthonis huurde extra externe mederkers in voor de cone van Tozo. ‘Aan de rkant hebben we Tozo-registratie ed op orde, dus de nterne controle verliep vlot’, aldus Lydia Verheijen, coördinator financiën. ‘We verwachtten dat het moeilijk zou worden, dus we stonden op scherp.’ Ook Utrecht heeft geen proen met de verantWe hebben veel n de interne controle op de rechtmatigheid van de uitkeringen die we hebben gedaan’, zegt concerncontroller Katie Zwetsloot. ‘Wel hebben we lang op scherpe richtlijnen moeten wachten’, vindt Edwin Westphal, concernmanager financiën, inkoop en juridische zaken in Utrecht. ‘Het normen kader was pas in maart bekend.’ ‘Tozo was een spannend traject’, zegt Kok. ‘Het uitgangspunt was dat ondernemers niet zouden omvallen. Daarna kom je pas toe aan de verantwoording en de handhaving. Hoe weet je dat je geld hebt gespendeerd aan de juiste mensen? Bovendien was het lange tijd onduidelijk hoe dat beoordeeld zou worden.’ MEERKOSTEN Corona heeft bij elke gemeente geleid tot andere inkomsten en uitgaven vergelijking met voorgaande jare Ook dat maakte de verantwoording c plexer. ‘We hadden meerkosten voor de afvalinzameling, denk maar aan al die wachtrijen vorig voorjaar’, zegt Alexander van Dijk, unithoofd beleid en advies van de afdeling financiën in Capelle aan den IJssel. ‘Maar aan Wmo, leerlingenvervoer en subsidies voor evenementen gaven we weer minder uit’, zegt Ruijmgaart. In Sint Anthonis viel het mee met de afwijkende geldstromen. ‘We hadden wel zorg die doorliep zonder dat er prestaties geleverd werden en we hebben een steunfonds ingericht voor verenigingen, maar onze gemeente kent geen parkeergelden en we hebben geen museum, dus dat scheelt’, zegt Verheijen. Katie Zwetsloot zegt: ‘We maakten in Utrecht extra kosten, bijvoorbeeld voor de zorg, de bewegwijzering in de openbare ruimte en de handhaving van de anderhalve meter. Tegelijkertijd hadden we minder opbrengsten, waar we geen invloed op hadden, zoals parkeergelden en toeristenbelasting.’ Ook het beoordelen van subsidies over 2020 was lastiger dan in andere jaren. ‘Normaal heb je een redelijk beeld van de manier waarop organisaties omgaan met de subsidie die ze hebben gekregen’, zegt Van Dijk. ‘Nu hebben we een versnelde toets gedaan bij het Isala-theater, de bibliotheek en de peuteropvang, onze grootste subsidierelaties. Daardoor konden we de juiste bedragen verantwoorden in onze jaarrekening.’ Die versnelde toets is goed bevallen. Van Dijk: ‘Dit soort dingen willen we blijven doen, dus de hele situatie heeft ons ook goede dingen gebracht.’ Maar zijn collega Ruijmgaart geeft toe dat hij zich weleens zorgen heeft gemaakt over de verantwoording. ‘Een van de lastigste vragen is: heb je zicht op de volledigheid? Hoe weet je dat je alle kosten in beeld hebt en dat je niet met terugwerkende kracht met declaraties en facturen te maken krijgt?’ Hoe kom je daarachter? ‘Je kunt al je relaties expliciet bevragen Zeg: we wil
Pagina 20
Nederland staat voor grote opgaven Deze opgaven aanpakken kan niet zonder betrouwbaar onderzoek BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 21 ‘ Het land is te klein als er een bonnetje ontbreekt’ len geen verrassingen, laat weten wat we kunnen verwachten. We hebben geprobeerd 2020 nog scherper in beeld te krijgen dan andere jaren.’ SCENARIO’S In het voorjaar van 2020 maakte Utrecht al scenario’s. ‘Welke kosten moeten we maken, hoeveel inkomensderving kunnen we verwachten? Wat is de prognose? In het begin was dat onzeker, maar in de loop van het jaar werd het steeds duidelijker’, zegt Zwetsloot. ‘We brachten alles goed in beeld, waardoor we het in de jaarrekening ook konden verantwoorden. En je wilt alles natuurlijk ook in beeld brengen omdat je compensatie wilt van het rijk en wilt laten zien wat het allemaal kost.’ Ook in Sint Anthonis werden alle extra kosten van het begin af aan in kaart gebracht. ‘Die kosten hebben we gelabeld in onze administratie, zodat ze goed zichtbaar waren’, zegt Verheijen. ‘Al is het soms lastig om goed onderscheid te maken. Als je spatschermen koopt, weet je dat het vanwege corona is. Maar bij de inhuur van personeel is het lastiger om een precieze lijn te trekken.’ Sommige gemeenten namen een aparte coronaparagraaf op in de ja rekening. ‘Dat betekent extra we zegt Van Vugt. ‘Op bijna alle taa den van een gemeente is iets te m over corona. Al die informatie m op concernniveau verwerken. H veel aandacht om dat logisch op ri aar k’, ve jADVERTENTIE ven en een totaalbeeld te schetsen. Bovendien is er geen norm voor. Dat maakt het ook lastig.’ Capelle aan den IJssel is een van de gemeenten met een coronaparagraaf. ‘We informeerden de raad toch al steeds over de impact van corona, dus dan ben je die informatie vanzelf al aan het opbouwen’, zegt Van Dijk. Ook Utrecht schreef een coronaparagraaf. Daar geldt hetzelfde als in Capelle. ‘Omdat we de corona-effecten direct al rapporteerden, konden we daarop voortbouwen’, zegt Westphal. THUISWERKEN Niet alleen Tozo en de afwijkende geldstromen maakten de verantwoording lastig, het werken op afstand hielp ook niet mee. ‘De verantwoording over 2020 heeft veel energie gekost van de ambtelijke organisatie’, zegt Paans. ‘d rk hs, de acormaal aar binnen lijnen ‘Zeker bij complexe dossiers is dat ingewikkeld’, aldus Van Vugt. Volgens Van Dijk leidde het werken op afstand ertoe dat er strakkere afspraken werden gemaakt met de accountant. ‘Je moet zorgen dat je allemaal aangehaakt blijft.’ Hij plande twee keer per week een overleg met de medewerkers en de accountant om vragen te beantwoorden en prioriteiten te stellen. ‘Daardoor werkten we heel gestructureerd. Je zou kunnen zeggen dat werken op afstand heeft bijgedragen aan het controleproces’, vindt hij. Verheijen had weinig last van het werken op afstand. ‘Daar hadden we vorig jaar al ervaring mee opgedaan, dus we waren voorbereid.’ Wel begon ze eerder met de werkzaamheden, omdat ze opving dat de verantwoording een moeilijke klus zou worden. ‘Ingewikkelde dossiers hadden we al getackeld. In andere jaren wachtten we tot de accountant bezig was met de controle. Dan moet je soms in het heetst van de strijd nog een onderbouwing aanleveren. Omdat we de moeilijke vragen van tevoren hadden doorgenomen, verliep het proces heel soepel.’ Als Westphal hoort dat het de meeste gemeenten lukt hun jaarstukken or 15 juli in te dienen, is hij iet verbaasd. ‘Dat had ik wel erwacht. Er is een enorme drive om die wettelijke termijn te halen. Maar ik vind het wel een megaprestatie.’ Zo denkt de Papendrechtse wethouder Paans er ook over. ‘Gemeenten hebben een puik stukje werk geleverd onder moeilijke omstandigheden.’
Pagina 22
22 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: ALEXANDER LEEUW BEELD: SHUTTERSTOCK Cybersecurity is complex. Wie het niet snapt, moet de juiste vragen stellen. Wie het wel denkt te snappen, baseert zich mogelijk op ontoereikende informatie, zoals het geval was bij de hack van Hof van Twente. Hier acht vragen om het te snappen (of om erachter te komen dat u het nog steeds niet snapt). ACHT VRAGEN OVER CYBERSECURITY ALS JE PC HET INEENS BEGEEFT Hoe is de gemeente eraan toe wat betreft cybersecurity? Het kan moeilijk zijn om grip op dit onderwerp te krijgen – ten eerste om de juiste vragen te stellen en vervolgens om de antwoorden op die vragen te snappen. Waar te beginnen? Wat kan er misgaan? Wat betekent SOC? Is er een ‘hertest’ nodig? 1 WELK RISICO LOPEN WE? ‘Eigenlijk moet je dagelijks of wekelijks jezelf de vraag stellen: welk risico lopen we?’ zegt Esther Apperloo, Chief Information Security Officer (CISO) van Hof van Twente. De gemeente werd eind vorig jaar getroffen door een schadelijke hack. ‘Er zal niet één antwoord op zijn, maar de top vijf is het interessantst om op door te gaan. Welke maatregelen moeten op basis daarvan worden genomen?’ ‘Er is bijvoorbeeld altijd het risico op menselijk falen. De mens is de zwakste schakel; als medewerkers niet digitaal vaardig genoeg zijn, maakt het misschien niets uit dat alles goed is geregeld. Zorg voor opleiding en bewustwording. Vraag wat medewerkers zelf kunnen doen om de informatie te waarborgen.’ 2 HAD DE HACKER DE VRIJHEID? De penetratietest, ook wel de pentest genoemd, raakt steeds meer ingeburgerd. Daarbij checkt een ethische hacker op verzoek van de gemeente de beveiliging. Maar welke grenzen stel je aan die test? ‘Als je een pentester de ruimte geeft om kwetsbaarheden daadwerkelijk te misbruiken, dan kun je de (gelaagde) beveiliging goed in de praktijk testen’, vertelt ethisch hacker Wouter van Dongen, die zulke tests onder andere voor gemeenten uitvoert (en eigenlijk altijd het computersysteem binnenkomt). ‘Je wilt namelijk niet alleen weten of de voordeur dichtzit, maar ook of er aanvullende maatregelen zijn en of deze naar behoren werken.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 23 ‘ Vraag je af wat onder de back-up valt’ Remco Groet van de InformatiebeveiliLet op de vrijheid en kwaliteit van de pentester, beperk de onderzoekstijd niet te veel en zorg voor begrijpelijke rapportage. ‘Daarnaast is het belangrijk de reikwijdte niet te ver beperken.’ Soms krijgt Van Dongen verzoeken om zich te beperken tot bijvoorbeeld de beveiliging van het sociaal domein. Maar zo’n beperking heeft een onethische hacker natuurlijk niet. Tot slot vindt Van Dongen het belangrijk om een fatsoenlijke ‘hertest’ uit te voeren. ‘Heel vaak blijken de genomen maatregelen niet afdoende te zijn.’ 3 MONITOREN WE ONZE SYSTEMEN? Het hebben van een firewall tegen inbraken is één ding, maar daarbovenop hoort monitoring. In het geval van Hof van Twente was er bijvoorbeeld sprake van een aanval met brute force, wat inhoudt dat er grote hoeveelheden aanvallen op de systemen worden uitgevoerd. Met aanvullende monitoring had dit kunnen worden voorkomen. Cyberveiligheidsbedrijf NFIR oordeelde in het forensisch rapport over de hack, dat de gemeente hier tekortschoot: ‘Deze situatie had voorkomen kunnen worden door SOC-dienstverlening te introduceren die monitoring op beveiligingsniveau toepast.’ Het acroniem SOC (Security Operations Center) wordt vaak gebruikt, maar inmiddels is Managed Detection & Response de veelgebruikte term, laat Apperloo weten. ‘Elke organisatie hoort de systemen te monitoren, maar dit wordt vaak niet gedaan.’ 4 WAT ALS MORGEN OM 9 UUR DE COMPUTERS NIET MEER AANGAAN? ‘Maatregelen als tweefactorauthenticatie zijn heel belangrijk, maar er is geen heilige graal’, zegt gingsdienst van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). ‘Daarom raad ik CISO’s aan om deze vraag te stellen, want dan kom je op maatregelen waarmee je zo’n scenario kunt voorkomen: je gaat nadenken over je bedrijfscontinuïteitsplan, over de volgorde waarin je processen moet opstarten. Dan heb je het automatisch over de vele dingen die je moet doen en over de technische beveiligingsmaatregelen die daarbij horen.’ Voor een uitgebreide lijst maatregelen heeft de VNG twee mindmaps opgesteld, die te vinden zijn op haar website. ‘Leg die voor aan je CISO – hoe staat het hiermee? Als we hierin keuzes maken, wat moeten we dan als eerste doen? Dat hoeft niet voor elke organisatie hetzelfde te zijn. Volgens mij is de kunst voor bestuurders en directeuren om in control te komen van de risico’s. Met zo’n vraag kun je die risico’s veel beter doordenken.’ 5 IN WELKE MATE ZIJN DE SERVERS GESEGMENTEERD? Apperloo vergelijkt het segmenteren van servers met het beveiligen van een huis: het wachtwoord is de sleutel en als er daarna geen verdere hindernissen zijn, komt de inbreker helemaal tot in de kluis. Is er wel segmentatie, dan staat de inbreker ook als die binnen is, voor afgesloten deuren. Het is iets waar Hof van Twente nu meer gebruik van maakt tijdens de wederopbouw. Er zijn verschillende niveaus van segmentatie. ‘We ontdekten laatst dat alles van een grote applicatie voor financiën op één plek stond. Bij een hack zou dat allemaal kwijt zijn, dus we zijn nu segmentatie binnen de applicatie aan het aanbrengen. Sommige gemeenten zullen bijvoorbeeld alles van ‘Vaak zijn genomen maatregelen niet afdoende’ het sociaal domein op een plek hebben. De vraag of je moet segmenteren, is een kwestie van afwegen van de risico’s, de kosten, en welke maatregelen je kunt nemen. Je moet het niet te ingewikkeld maken.’ WAT STAAT ER PRECIES 6 IN DE RAPPORTAGE? ‘De ENSIA-zelfevaluatie is een manier om te kijken naar informatiebeveiliging’, zegt Groet. ‘Het is geen garantie dat je niet wordt gehackt; ook een auto met apk-keuring kan een week later met een kapotte accu staan. Doe je genoeg om de risico’s te verminderen? ENSIA is bedoeld om inzage te geven in de mate waarin je voldoet aan de normen voor informatiebeveiliging. Als je de ENSIA-rapportage ziet als een verantwoording richting de raad, dan zou het goed zijn als iemand in een besloten setting toelicht wat de vragen en de bijbehorende antwoorden betekenen.’ 7 WAT VALT ONDER DE BACK-UP? Hof van Twente was ook de werkschijf kwijt na de hack. Apperloo: ‘De grote brongegevens zijn landelijk, dus die krijg je terug. De eigen aantekeningen waren we kwijt en dat is niet fijn, maar gelukkig hebben we de data terug kunnen halen voor een deel van de getroffen vakgebieden als financiën en werk en inkomen. De G-schijf, waar iedereen op werkt, waren we echter helemaal kwijt.’ Vraag je dus af wat er allemaal onder de back-up valt, en of bijvoorbeeld de G-schijf daar ook bij hoort. Het enige lichtpuntje bij deze affaire, zegt Apperloo, is dat ze die schijf net aan het opschonen waren. ‘Wat dat betreft waren we dus in één keer in lijn met de AVG.’ 8 WAT HOUDT JOU ’S NACHTS WAKKER? ‘Wat de grootste zorg is, kan voor elke CISO anders zijn. Maar stel dat die zegt dat het om netwerksegmentatie gaat, of dat de backups niet goed zijn, of dat er geen tweefactorauthenticatie is, dan weet je dat het moet worden opgepakt. Het is een goede vraag om te stellen als je wilt weten wat je volgende week zou kunnen doen.’
Pagina 24
24 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: ERIK VAN DER BURGT Gedrag is medebepalend voor het indammen van het coronavirus. Het RIVM onderzoekt sinds maart vorig jaar welke factoren bijdragen aan het naleven en volhouden van coronamaatregelen. Die kennis kunnen wethouders, beleidsmakers en communicatiemedewerkers benutten. En de opgedane inzichten blijven ook na corona bruikbaar. RIVM-KIT HELPT GEMEENTEN BIJ GEZONDHEIDSBELEID FIT TIJDENS EN NA CORONA Een schatkist, noemt de Bossche wethouder Ufuk Kâhya (talentontwikkeling en welzijn, GroenLinks) de informatie die de Corona Gedragsunit van het RIVM sinds maart vorig jaar heeft verzameld en voor iedereen heeft ontsloten. ‘Met zijn allen kom je opeens in een onbekende situatie terecht. Als bestuurder wil je, en dat heb ik ook bij mijn collega’s gezien, alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat inwoners nog steeds mee kunnen doen. Ondanks de beperkingen door de geldende coronamaatregelen.’ Hoe je dat kunt doen en kunt leren wat werkt en wat niet werkt, hoe je daar beleid op voert en hoe je de communicatie met je inwoners daarop kunt afstemmen – de verrijkte informatie van het RIVM levert inzichten en inspiratie op, zo heeft Kâhya ervaren. ‘Dan ga je nadenken hoe je laagdrempelige activiteiten kunt organiseren, bijvoorbeeld sporten in de buitenlucht, waardoor je toch een gezonde zomer met elkaar kon hebben. En die inzichten zijn ook na corona bruikbaar.’ In maart 2020 heeft het RIVM zijn Corona Gedragsunit in het leven geroepen. ‘Het gaat namelijk niet alleen om het virus, maar ook om het gedrag. Met ons gedrag zorgen we ervoor dat het virus zich kan verspreiden. Omdat we bijvoorbeeld te dicht bij elkaar staan of omdat we de andere maat regelen onvoldoende opvolgen’, vertelt Mariken Leurs, die bij het RIVM verantwoordelijk is voor het team dat gedrags wetenschappelijk onderzoek uitvoert. ‘We wilden en willen met ons onderzoek actuele gedragsinzichten verzamelen voor beleidsmakers en beslissers als zij een volgende stap willen zetten. Wat kun je daarvan verwachten, waar moet je rekening mee houden, wat betekent dat voor je communicatieboodschap. We zetten gedragsexpertise in om de pandemie te bestrijden. Hoe kunnen we, door het gedrag dat we vertonen, helpen het virus zo snel mogelijk in te dammen.’ Dertien uitgebreide vragenlijsten zijn de afgelopen maanden door het RIVM in samenwerking met de GGD’en afgenomen. Daaraan namen 175.000 mensen deel. De vragen gaan over van alles; over de angst om ziek te worden of een ander te besmetten, over het al dan niet naleven van de dan geldende coronamaatregelen, over eenzaamheid, over het weer aangaan van sociale contacten. Maar ook over vertrouwen in de overheid, belemmeringen en motivatie om je al dan niet aan de maatregelen te houden. Per ‘ronde’ worden vervolgens zestig mensen uitgebreid geïnterviewd. ‘Al die gegevens hebben we naast elkaar gelegd en geanalyseerd. Het ging ons niet alleen om cijfers, maar ook om het verhaal erachter’, aldus Leurs. Die praktijkverhalen zijn dan ook een belangrijk onderdeel van het onderzoek. Daarin worden aan de hand van interviews met bijvoorbeeld medewerkers van dagbesteding, de zorg en het onderwijs vragen en dilemma’s in kaart gebracht. Ook wordt verteld hoe een werkbare oplossing tot stand is gebracht. DILEMMA’S Juist dat doorleven van een situatie is ontzettend waardevol, vindt Kâhya, die lid is van de expertgroep praktijkvoorbeelden, onderdeel van de Corona Gedragsunit. In die expertgroep zitten mensen van verschillende pluimage: wetenschappers, maar dus ook een lokale bestuurder. ‘Ik vind het belangrijk dat we vanuit verschillende perspectieven kunnen kijken naar wat er in de praktijk gebeurt. Als je alleen door een wetenschappelijke bril gaat kijken, mis je informatie’, verduidelijkt Leurs. ‘Voor mij als wethouder, maar ook voor beleidsmakers, is volgens mij niets belangrijkers dan de dilemma’s op de werkvloer te doorleven’, aldus Kâhya. Welke werkvloer dat ook is. ‘Wat betekenen de beperkingen voor de werkvloer, voor onze organisatie, voor bestuurders en voor de besluitvorming.’ Vorige zomer klopte een medewerker van de woningbouwcorporatie bij het Bossche college aan. ‘Hij vertelde 15.000 huurders te hebben die niet op vakantie kunnen en vroeg aan ons hoe zij in eigen stad op vakantie konden gaan. Uiteindelijk hebben we 400 activiteiten georganiseerd waar 15.000 mensen aan hebben deelgenomen. Binnen de regels, op een veilige ‘ Hoe kunnen we het virus snel indammen?’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 25 GELIJKE KANSENPLEIN Nieuw sportveld in Den Bosch manier, waar bijna elk plein en elk grasveldje is gebruikt.’ Een ander voorbeeld is het sporten in de buitenlucht, dat in coronatijd een flinke vlucht heeft genomen. Op veel plekken in ‘s-Hertogenbosch zijn door jongerenwerkers, maar ook spontaan door vrijwilligers, openlucht sportplekken ingericht. ‘Hoe hou je dat vast en wat betekent dat voor het vergroenen en het gezonder maken van de directe leefomgeving. Hoe te zorgen dat mensen sportief in beweging blijven komen; dat is een vraag die elke gemeente zich in verband met de Omgevingswet én lokaal gezondheidsbeleid moet stellen. Ik geef je op een briefje dat dit de komende jaren belangrijker dan ooit gaat worden’, aldus Kâhya. De wethouder wil maar zeggen dat de inzichten die nu door de Corona Gedragsunit worden verzameld, zeker ook voor de toekomst bruikbaar zijn. De dilemma’s vanuit zijn eigen werk, maar ook de dilemma’s van bestuurders uit de regio, heeft hij in de expertisegroep ingebracht. ‘Ook als we naar praktijkvoorbeelden keken, heb ik aangegeven welke vragen en dilemma’s er bij mij en mijn collega’ speelden. Op dit soort momenten ben je op zoek naar oplossingen, maar de gedragsunit wordt ook een beetje verliefd op een probleem. Net als bij een nieuwe liefde wil je er alles van weten, en het is belangrijk om daar aandacht aan te besteden.’ Het ‘probleem’ dat doorleefd moet worden, verschilt per periode. De ene keer is dat de kerstvakantie, dan de heropening van scholen en horeca, dan weer de komende zomervakantie. KENNIS DELEN De gedragskennis van het RIVM is bij veel gemeenten nog onbekend. Zodra de eerste onderzoeksgegevens bekend werden, heeft het RIVM de beschikbare kennis via zijn website gedeeld. ‘Er zijn maar weinig gemeenten die dit hebben opgepikt’, aldus Leurs. Gemeenten moesten heel veel ballen in de lucht houden, waardoor dit er mogelijk doorheen is geglipt, vermoedt ze. Daarnaast zit het benutten van gedragsexpertise niet standaard in de nationale crisisstructuur. ‘Dat betekent dat er ook geen gedragsdeskundigen worden uitgenodigd om mee te praten en informatie te geven.’ Sinds begin dit jaar is dat veranderd. Bij wijzigingen in de landelijke coronamaatregelen voert de Corona Gedragsunit tegenwoordig een gedragstoets uit. De uitkomst daarvan gaat rechtstreeks naar het Catshuis en de Tweede Kamer en is daarmee openbaar. Leurs heeft er geen zicht op of al die kennis met het Veiligheidsberaad is gedeeld, waarin de 25 burgemeesters zitten die elk voorzitter zijn van een veiligheidsregio. ‘Voor de communicatiemedewerkers van de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam hebben we een training verzorgd.’ Daaruit zijn verschillende campagnes ontstaan, waarbij gebruik is gemaakt van de tips die de Corona Gedragsunit hen heeft meegegeven, zo constateert Leurs. In Amsterdam ontvingen inwoners stickers om bezoekers uit te nodigen hun handen te wassen bij binnenkomst. ‘Het is iets heel kleins, maar we zagen uit ons onderzoek dat voor handen wassen minder aan
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 26 ACHTERGROND SOCIAAL ‘ Weinig gemeenten hebben dit opgepikt’ dacht was.’ Een ander voorbeeld is een brief van de Utrechtse burgemeester aan alle inwoners. ‘Die was laagdrempelig met een paar leuke voorbeelden. Zo’n brief komt aan. We hebben ook brieven gezien van andere gemeenten die stijf staan van ambtelijk jargon, waarvan wij ons afvragen hoe zo’n brief bij de mensen binnenkomt. Toonzetting en vorm zijn van invloed op het overkomen van je boodschap. Uit onderzoek weten we wat wel en niet goed werkt en kennen we de drijfveren van mensen om zich aan een maatregel te houden of aan de laars te lappen. We weten steeds meer over wat je als gemeente kunt doen om de vaccinatiedeelname te verhogen in wijken met lager opgeleiden waar de vaccinaties achterblijven. Veel verschillende factoren spelen een rol bij het gedrag van mensen. Als je als overheid inzicht hebt in wat er allemaal een rol speelt, kun je dat ook op andere momenten, na corona gebruiken. Maak gebruik van de beschikbare kennis’, zegt Leurs. INSPIRATIE Daar sluit Kâhya zich volmondig bij aan. Hij gunt iedere bestuurder een greep uit de schatkist. ‘De nu opgedane gedragskennis is relevant voor alle gemeenten. Niet alleen voor bestuurders, maar ook voor beleidsmedewerkers en uitvoerders. De inzichten kunnen worden gebruikt als inspiratie, of als naslagwerk. Het helpt je om scherper te kijken, om te reflecteren.’ Maar ook, zo benadrukt de wethouder, bevordert het dat iedereen kan meedoen en helpt het bij het terugdringen van het na-ijleffect van corona op de mentale gezondheid. ‘Er zijn nog heel veel ADVERTENTIE actuele vragen waar deze gedragsinzichten een belangrijke rol spelen.’ En dan is er nog de kans op een mogelijke opleving na de zomer, waar het Outbreak Management Team (OMT) voor waarschuwt. ‘Je moet als gemeente waakzaam blijven, laten zien dat je er bent voor de mensen’, benadrukt Leurs. De verwachting is dat het lokale oplevingen kunnen zijn. ‘Gemeenten moeten een plan B voorbereiden’, adviseert Leurs. Dat moeten zij samen met stakeholders doen. ‘Zodat winkeliers en andere partijen weten waar ze aan toe zijn. En zodat je samen de afweging kunt maken welke maatregelen het beste in jouw gemeenschap passen. Zorg dat je als gemeente zichtbaar bent en uitstraalt dat je ieders gezondheid wilt ondersteunen. En dat je dat met de juiste inzichten doet, uiteraard.’ en presenteren: Masterclasses Succes met Europa! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 20212027 In een spot-on masterclass krijgt u alle handvatten om te s een Europees traject voor een concreet plan of idee dat n uw provincie, gemeente of waterschap. Kies één of meerdere masterclasses: ● Energietransitie en circulaire economie 16 septembe ● Duurzame en slimme mobiliteit 23 september 2021 ● Klimaatadaptatie 30 september 2021 ● Digitalisering en Smart City 7 oktober 2021 ● Regionale arbeidsmarkt en economie 14 oktober 202 Deelname aan deze masterclassreeks kost € 375 excl. btw per sessie. informatie en aanmelden > succesmeteuropa.nl Meld u aan vóór 11 juli 2021 en profi teer van € 50 Early bird korting. livestream DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: KATRIEN MULDER / ANP-HH MARKTEN ACHTERGROND 27 De Nederlandse warenmarkten krimpen, zowel in aantal als in omvang. Het is het gevolg van veranderd consumentengedrag, maar ook van Europees en lokaal vergunningenbeleid. VERANDERD KOOPGEDRAG EN PROBLEMEN VERGUNNINGEN DE MARKT IN MINEUR En ineens was het begin vorig jaar over en uit met de markt op het Amsterdamse Bos en Lommerplein. Ondanks protesten van ondernemers en wijkbewoners ruimden kort voor de laatste jaarwisseling de resterende ambulante handelaren hun kramen voor de laatste keer uit. Vijf dagen per week vulde de markt gedeeltelijk het plein. Maar de bezettingsgraad was laag en het aanbod eenzijdig, vond de stadsdeelraad, die besloot de markt Markt Bos en Lommerplein redde het niet op te heffen, op deze locatie. De resterende ambulante ondernemers mochten nog een overgangsperiode blijven staan of ze kozen voor een financiële compensatie. Voor sommigen was er het vooruitzicht op verhuizing naar een standplaats elders. Oud-marktkoopman Henk Achterhuis zag het met pijn in het hart gebeuren. ‘Het stadsdeel en de eigenaar van het winkelcentrum wilden af van de markt op die plek. Ze lieten de markt gewoon verkommeren.’ De Twentenaar was jaren landelijk voorzitter van de Centrale Vereniging van de Ambulante Handel (CVAH). Daarnaast vertegenwoordigde hij de ambulante handel in onder andere het (inmiddels opgeheven) Hoofdbedrijfschap Detailhandel en bij MKB Nederland. Inmiddels is Achterhuis gepensioneerd, maar hij zit niet stil. Als zelfstandige adviseert hij over de ambulante handel, met als klanten onder andere gemeenten. En hij treedt hij op als lobbyist. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
Pagina 28
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 28 ACHTERGROND MARKTEN WIND TEGEN Een haring happen op de markt of een lap stof kopen aan de kraam is minder vanzelfsprekend dan vroeger. Uitzonderingen daargelaten, gaat het slecht met de sector en de beroepsgroep; warenmarkten hebben de wind tegen. De piek in het aantal ondernemingen lag rond 2009, met meer dan twaalfduizend aparte bedrijven. Maar tijdens de financiële crisis kwam de klad erin. Discountwinkels, online aankopen en vergrijzend publiek brachten minder animo voor het kopen op de markt, vooral kleding en textiel. In de sector food daarentegen kwamen er ondernemers bij. De warenmarkt valt in het gemeentelijke detailhandelbeleid soms tussen wal en schip, vindt de CVAH. Dat bleef niet onopgemerkt. De Tweede Kamer droeg staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken, CDA) in 2018 op met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) te overleggen over ‘schaarse vergunningen’, in het bijzonder over een redelijke duur van standplaatsvergunningen. ‘Ondernemers die in verschillende gemeenten op de weekmarkten staan, krijgen telkens te maken met een ander regime’, aldus Achterhuis. Daarbij geldt volgens hem soms ‘volstrekte willekeur’ en gelden soms zelfs binnen één gemeente andere regels per standplaats. Het succes van markten wordt allereerst bepaald door de kooplieden die er staan en hun aanbod, aldus Achterhuis. Maar gemeenten speelden volgens hem een belangrijke rol bij de neerwaartse spiraal, onder meer door hun lokale marktverordeningen. Om nieuwkomers een kans te geven en mededinging te bevorderen, verplicht de Europese Dienstenrichtlijn gemeenten om een einddatum te stellen aan schaarse vergunningen. De vergunningsduur bepalen zij zelf. Dat kan vijftien jaar zijn, maar ook tien of twee. Voor marktkooplieden brengt dat volgens Achterhuis veel onzekerheid met zich mee. Welke markthandelaar investeert flink, als hij er niet van op aan kan, zijn geld op termijn terug te verdienen? Ook kredietverstrekkers maakt het kopschuw. Zeker bij grotere leningen letten die op continuïteit voor de langere termijn. En het gaat vaak om groot geld: gemiddeld kost een verkoopwagen zonder koeling bijna 110.000 euro. De prijs van een visverkoopwagen bedraagt al gauw 180.000 euro. TERUGVERDIENTIJD Inmiddels heeft Keijzer onderzoeksbureau SEO laten uitzoeken wat de gemiddelde terugverdientijd is. Om op basis daarvan gemeenten ‘een adequate termijn voor marktplaatsvergunningen’ te Drukte op de Woenselse markt in Eindhoven laten bepalen, aan de hand van een lokaal in te vullen stappenplan. Volgens het recente rapport bedraagt de gemiddelde return on investment van ambulante handelaren minimaal negen en maximaal twaalf jaar. SEO weegt mee dat de ambulante ondernemer niet de hele winst kan gebruiken om te investeren. Een deel gaat naar levensonderhoud. De hoogte van goodwill, een bedrag dat bij verkoop geldt als vergoeding voor klantenkring en imago, is niet berekend, omdat die volgens het onderzoeksbureau te branche- en bedrijfsspecifiek is. Maar juist goodwill speelt bij bedrijfsoverdracht een rol, weet Achterhuis. ‘Als je stopt met je bedrijf, moet je je vergunning inleveren.’ Nadelig, want ondernemers zien de waarde van hun onderneming als oudedagsvoorziening. Hij pleit ervoor vergunningen niet te hangen aan de ondernemer, maar aan de onderneming. Gebeurt dat niet, dan zal de sector als geheel verder vergrijzen, een stelling die SEO onderschrijft. Eindhoven heeft niet op het SEO-rapport gewacht en schreef een visie op de ambulante handel. Na het zomerreces wordt die door de gemeenteraad behandeld. Eindhoven telt negen markten, zegt Marco Karssemakers, beleidsadviseur detailhandel, horeca en vrijetijdseconomie. Vier daarvan betitelt hij als ‘echt vitaal’. Uitschieter is de levendige Woenselse weekmarkt op zaterdag, een echte trekpleister. Maar ook die gaat achteruit, aldus Karssemakers: ‘Van ver over de honderd naar 106 kooplieden in 2016, inmiddels gedaald tot 73. We zagen dat het minder werd, maar de cijfers bleken ernstiger dan we beseften’, zegt hij. De afwegingen rondom de gemeentelijke rol bij de markt zijn volgens Karssemakers niet altijd even gemakkelijk. ‘Eindhoven wilde altijd bij de markt betrokken blijven’, vertelt hij. ‘Twee keer per jaar is er overleg met de marktbeleidscommissie, voorgezeten door de wethouder, met een vertegenwoordiging van de detailhandel en de bin‘Thuiswerkers herontdekten de markt’ nenstadmanager. In die commissie spreken we over grotere beleidskeuzes. Daarnaast is er wekelijks overleg met een vertegenwoordiging van de kooplieden, de marktmeesters en het hoofd van de afdeling, om praktische zaken door te nemen.’ BELANGRIJK VOOR STAD De coronacrisis leerde volgens Karssemakers hoe belangrijk markten zijn voor de stad. ‘We zagen hoe ze hun plekje heroverden bij de consument.’ Iets wat ook Achterhuis bevestigt: ‘De foodondernemers hadden het nog nooit zo druk. Thuiswerkers herontdekten de markt. Nu moeten we dit vasthouden en zorgen dat ook de non-food wordt meegezogen.’ ‘Voorwaarde is dat markten meegaan met de tijd en waar mogelijk nog iets toevoegen, bijvoorbeeld in de vorm van horeca’, vindt Karssemakers. ‘Zo kunnen we ondernemers verleiden om mee te draaien.’ Zijn gemeente denkt aan een ‘markt light’ in de wijken: ‘Als sommige markten echt door een ondergrens zakken, moeten we het misschien anders organiseren. Door er minder bemoeienis bij te hebben en ondernemers zelf meer te laten regelen. Die optie moeten we nog uitwerken.’ De Eindhovense ambtenaar vindt het mooi dat inwoners zelf niet aan de kant blijven staan. Hij noemt een burgerinitiatief in de kern Acht, met ‘een sterke gemeenschapszin’. ‘Het winkelbestand in dit kerkdorp is gaandeweg onderuitgegaan.’ De dorpelingen namen zelf het voortouw voor het organiseren van een weekmarkt. ‘Dat sluit Foto: Jos Lammers / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 29 goed aan op het markt light-concept. Er is in Acht iets neergezet dat de leefbaarheid en verzorging ten goede komt.’ Vergunningen zijn volgens Karssemakers in Eindhoven niet zo’n issue, zo lang er voldoende te vergeven zijn. ‘Dat vraagstuk is pas relevant zodra de vraag naar standplaatsen de beschikbare ruimte overtreft.’ Eindhoven dacht volgens hem aan een duur van vijftien jaar, ‘maar dan beginnen toch wat kooplieden ongemakkelijk op hun stoel te schuiven, want voor hen is dat een ingrijpende verandering. Stellen we daarbij een overgangs termijn van vijf jaar voor, dan kom je feitelijk uit op twintig jaar. Dat is voldoende tijd om een investering terug te verdienen. En wordt er opnieuw vergund, dan is het mogelijk het track record van zo’n ondernemer mee te nemen in de gunningscriteria.’ VERZELFSTANDIGING Complete verzelfstandiging van de markt in een aparte entiteit is een mogelijkheid die de CVAH nadrukkelijk bepleit. ‘Onder voorwaarden sturen ondernemers zelf de markt commercieel aan, onder leiding van een bedrijfsleider’, aldus Achterhuis. ‘Net als grote winkelcentra. COLUMN JAN VERHAGEN WEER EEN BEETJE De regels voor de gemeentefinanciën waren al erg ingewikkeld. Maar één regel was simpel. Gemeenten zijn financieel zelfstandig, behalve als ze tekorten hebben – dan houdt de provincie streng financieel toezicht. Maar helaas, ook deze regel is weer een beetje ingewikkelder geworden. Dit jaar houdt een provincie (Overijssel) namelijk voor het eerst streng toezicht op een gemeente die geen tekorten heeft (Haaksbergen). Dat is, zo zeggen de provincie en de gemeente, op vrijwillige basis. Het gaat me nu niet om dit concrete geval – ik ken de situatie in die gemeente niet. Het gaat me wel om het principe. Mag een provincie streng toezicht houden op een gemeente die geen tekorten heeft? Eind juni meldde minister Ollongren van Binnenlandse Zaken (D66) dat dit strenge toezicht volgens de Gemeentewet niet is toegestaan. Maar ze kon daar in dit geval toch wel begrip voor opbrengen. Want het zijn onzekere tijden. En vooral: want de gemeente vroeg er vrijwillig om. Dit is principieel heel erg fout. Sowieso al om juridische redenen. Als er in dit land iemand is die de Gemeentewet zou moeten handhaven, dan is het wel de minister van Binnenlandse Zaken. Maar niet deze minister. Haar boeit de Gemeentewet blijkbaar volstrekt niet. Ach, die Gemeentewet, dat is ook maar een mening, toch? Die wet geldt niet in onzekere tijden, toch? Maar het is ook om bestuurlijke redenen principieel heel erg fout. Want wat is vrijwillig? ‘Vrijwillig’ bestaat niet in het openbaar bestuur – een enkele uitzondering daargelaten. Veel bestuurders die zogenaamd vrijwillig aftreden, doen dat onder de dreiging gedwongen te moeten aftreden. Met vrijwillig aftreden is het gezichtsverlies minder. Daarom geldt ‘ Gemeentewet is ook maar een mening’ de wachtgeldregeling voor ex-bestuurders ook als die vrijwillig stoppen. Vrijwillig vragen om streng toezicht bestaat evenmin – opnieuw: een enkele uitzondering daargelaten. Toch hebben de provincies met de invoering van het ‘vrijwillig toezicht’ een nieuwe bevoegdheid gekregen. Deze winst aan autonomie van de provincies is het verlies aan autonomie van de gemeenten. Met deze nieuwe bevoegdheid voor de provincies hebben de gemeenten weer een beetje financiële zelfstandigheid verloren. Met haar laksheid heeft de minister weer een beetje gezag verloren. En met deze praktijk heeft de Gemeentewet weer een beetje belang verloren. Door de jaren heen hebben we toch al zo’n honderd markten op eigen benen gekregen.’ Een coöperatie of stichting krijgt de verantwoordelijkheid voor het management, adviseert over marktinschrijvingen en de indeling, int de marktgelden en regelt de marketing. De gemeente beperkt zich tot vergunningverlening, en mogelijk wat beheertaken. Op een zelfstandige markt kunnen volgens Achterhuis de overheadkosten sterk omlaag, met wel 25 tot 30 procent. ‘De kosten zitten vooral in schoonmaak en het feit dat ambtenaren iedere minuut die ze aan de markt besteden, moeten schrijven. Als je als ondernemers afspreekt dat de locatie tiptop wordt achterlaten en de gemeente er alleen nog met de stofzuiger overheen hoeft, kun je schoonmaakkosten halveren. Het bespaarde geld benut je om de marktgelden in de hand te houden, campagnes op te zetten en met andere binnenstadondernemers mee te doen aan citymarketing.’ Verzelfstandiging van de grote markten is volgens Karssemakers een brug te ver in zijn gemeente. ‘Markten leggen een behoorlijke claim op de openbare ruimte, ook op momenten dat ze er niet staan. Daar kun je geen andere dingen doen, bomen planten bijvoorbeeld. Daarom willen we er graag wat over te zeggen houden.’ Onder meer Arnhem heeft al een zelfstandige markt. De populaire vrijdag- en zaterdagmarkt hartje centrum valt onder een stichting die wordt bestuurd door marktmensen. De leiding is in handen van een manager ‘die met beide benen tussen de marktkooplieden staat’, volgens wethouder Jan van Dellen (VVD). De stichting is opdrachtgever van de marktmanager. Sommige kooplieden morren nog wat over standplaatstoewijzing en brancheverdeling en beweren dat de stichting onvoldoende transparant is, onder meer over de financien. Maar over de verzelfstandiging hoort de wethouder vooral tevredenheid. Volgens hem komt er weldra een evaluatie met de ondernemers over de verzelfstandiging. Zelf is hij in grote lijnen goed te spreken over de nieuwe structuur. ‘Het construct werkt’, zegt hij. ‘De communicatie met de gemeente is goed. Alleen op het gebied van veiligheid en bij vergunningverlening hebben wij nog het laatste woord. De ondernemers hebben zelf een grote verantwoordelijkheid, en nemen die.’
Pagina 30
30 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: HARRY PERRÉE FOTO’S: ERIK VAN DER BURGT Burgerwetenschappers gingen fijnstof meten in het Brabantse Sint Anthonis (meeste varkens per inwoner van Nederland). Dat bracht de gemeente tot een eigen meetnetwerk. Dat onthulde geen fijnstofbronnen. Wel bracht het burger en boer dichter bij elkaar. SINT ANTHONIS BRENGT GEZONDHEIDSRISICO’S IN BEELD ‘ JE WILT GEEN KLOOF TUSSEN BURGER EN BOER’ ‘Hier heeft-ie gestaan’, gebaart Harrie Gerrits naar een rijkelijk gevulde plantenborder bij een sappig grasveld waarop een sproeier een regenbuitje nabootst. Gerrits is samen met zijn vrouw uitbater van De Boergondische Tuijn in het buitengebied van Sint Anthonis, een weelderige siertuin met on the side een paar provisorische kassen waarin hij 180 tomatensoorten kweekt. ‘Iemand die iets met een mooie locatie wil, kan bij ons terecht’, zo vat hij de bedrijfsvoering samen, staand tussen kistjes biologische tomatenplantjes van eigen kweek. Wát er heeft gestaan? Gerrits doelt op een fijnstofmeter, onderdeel van een pilot van de gemeente Sint Anthonis om op een gebiedje van pakweg een vierkante kilometer fijnstofconcentraties te meten. Nadat de gemeente in 2019 een voorlichtingsavond voor alle inwonenden van het pilotgebied had georganiseerd, had Gerrits zich aangemeld. ‘Ik wilde er hier wel eentje. Ik was wel benieuwd.’ Wethouder Wouter Bollen (buitengebied, VVD) van de gemeente Sint Anthonis, twee steenworpen ten westen van Boxmeer, was ook benieuwd naar het fijnstof in zijn gemeente. Daarom liet de gemeente in 2019 in een pilotgebied een meetnetwerk van acht fijnstofmeetpunten opzetten, op neushoogte en in de buurt van vermeende fijnstofbronnen ‘zoals veehouderijen, locaties waar hout gestookt wordt en de provinciale weg’, zoals het meetrapport vermeldt. Aanvankelijk was het de bedoeling ook geur en ammoniak te meten, maar dat bleek technisch niet haalbaar. Dat is niet bezwaarlijk, meent de wethouder. ‘Je wilt naar die gezondheidsrisico’s toe. Als je fijnstof meet, heb je een goede indicatie van waar die risico’s hoger zijn.’ Aanleiding voor de fijnstofmetingen is de kloof tussen burgers en boeren, die het Brabantse platteland in tweeën begint te splijten. Hoewel zowel de boeren, de burgers als de wethouder het vervelend vinden om die kloof in duidelijke bewoordingen te benoemen. Maar soms kan het niet anders. ‘Als je per inwoner bekijkt, hebben we de meeste varkens’, vertelt Bollen in de collegekamer van het gemeentehuis in Sint Anthonis. ‘De natuurlijke kloof... nou ja, natuurlijk’, verbetert hij zichzelf. ‘De kloof die er is tussen burger en boer, wil je niet hebben.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 31 ‘ De agrarische sector is hier compleet verweven in de maatschappij’ oorsprong hebben ze allemaal een agrarische achtergrond’, zo verklaart Bollen. ‘Dat betekent dat er soms boerderijen zijn ingegroeid, dan wel heel dicht tegen een kern aanliggen. Daar zie je klachten toenemen. En dat leidt dan tot handhavingsverzoeken en scherpere verhoudingen. Bij een vergunningaanvraag komen van zo’n boer heel veel dingen op tafel. Dat leidt er dus toe dat je elkaar met oud en nieuw geen hand geeft en de verjaardagsfeestjes ook over zijn. Ik heb van de week een boer gesproken die nog steeds last heeft van wat jaren geleden is gebeurd. Dat de buurvrouw op het schoolplein een ommetje liep als ze hem zag.’ VERWEVEN Hoe groot die kloof is? ‘Dat valt nog mee. Iedereen heeft wel vrienden of familie die afhankelijk zijn van de agrarische sector. De agrarische sector is hier compleet verweven in de maatschappij. En toch’, zucht hij, ‘wringt dat links en rechts wel eens. Door te meten heb je in ieder geval iets op tafel liggen waarover je kunt spreken.’ Klachten van bewoners gaan onder meer over stank. ‘De dorpen zijn gegroeid. Van ‘We hebben een pilotgebied aangewezen waar allerlei functies bij elkaar komen. Op die vierkante kilometer kom je eigenlijk alles tegen wat je kunt bedenken’, vervolgt hij. Alle inwoners kregen een uitnodiging voor een voorlichtingsavond en een inlogcode voor een website waar alle gegevens werden gedeeld. Om dan maar meteen de clou prijs te geven: ‘Wat opvalt is de deken die we hier hebben.’ De wethouder had gehoopt om duidelijke fijnstofbronnen te vinden, maar in plaats daarvan ligt er een min of meer egale deken van fijnstof over het pilotgebied. De metingen die de gemeente door adviesbureau Connecting Agri & Food (CA&F) heeft laten uitvoeren, zijn een gevolg van de metingen die zogeheten burgerwetenschappers (zie kader) hebben gedaan. ‘Vlak bij een veehouderij zou de de fijnstofconcentratie extreem hoog zijn. Ver boven de vergunde waarde. Er werden meteen conclusies getrokken. Dat is niet de goede discussie, want een vergunning heeft een gemiddelde waarde waarop die is afgegeven, en inderdaad zitten er pieken in. Hoe moet je daar nou mee omgaan? Toen hebben wij CA&F gevraagd: hoe moet je de meetgegevens duiden?’ Heeft u niet gedacht: we halen ons iets op de hals? Die metingen leveren allerlei informatie op die op verschillende manieren wordt geïnterpreteerd. ‘Dat is precies de reden dat we twee sporen gekozen hebben. Dus niet alleen het spoor van de burgerwetenschappers. Die begonnen in de buitenwereld hun metingen kenbaar te maken. Daar worden soms ongenuanceerd conclusies aan verbonden. Toen we CA&F erbij betrokken, waren ondernemers toch geïnteresseerd om mee te doen. Terwijl de boeren in het begin bang waren voor de burgerwetenschappers. Want ja, dan meten ze bij hun bedrijf en dan krijgen ze een piekmeting en is de boer het haasje. Juist bij déze metingen hebben ze zich aangemeld.’ HOBBYBOER Een van die ondernemers is varkensboer René Jansen. ‘Hier stond-ie’, zegt Jansen, terwijl hij de hak van zijn werkschoen in de zandgrond voor zijn huis stampt om de exacte plek aan te duiden waar de fijnstofmeter heeft gestaan. ‘Dat hadden ze blijkbaar zo berekend, met de wind en zo en de weg.’ Jansen heeft een varkenshouderij aan de provinciale weg tussen Boxmeer en Sint Anthonis. Op een van de varkensstallen lacht een mansgroot, felroze varken van hout de bezoekers toe. Met driehonderd zeugen ‘ben ik eigenlijk een hobbyboer’, grapt hij half serieus. Waarom heeft Jansen meegedaan met de pilot? ‘Ik had gehoopt dat ik me met deze gegevens had kunnen verdedigen’, antwoordt hij. ‘Eigenlijk kan ik dat nu. Ze kunnen niet aantonen dat het fijnstof van mij komt.’ Maar, vult hij direct zelf aan, hij kan ook niet aantonen dat het níét van zijn bedrijf komt. Eigenlijk is er helemaal niks over te zeggen, concludeert hij. En wat er wél gemeten is? ‘Wie zegt dat de lucht die ze hier meten van mij komt? Misschien komt het van de auto’s hier’, knikt hij naar de drukke provinciale weg, ‘of van het Roergebied. Maar het moet wel een keer klaar zijn’, gebaart hij met zijn kin naar boven, als een bokser in de ring. ‘Ik heb al tonnen geïnvesteerd in luchtwassers en het zo bouwen van stallen dat ik zo weinig mogelijk uitstoot.’ Dat de metingen geen aanknopingspunten bieden om gerichte maatregelen te nemen tegen het fijnstof, wil zeker niet zeggen dat het fijnstofonderzoek voor niks is geweest, vindt wethouder Bollen. ‘Als gemeente nemen wij geen eigen maatregelen op het gebied van milieu. De milieuvergunning is provinciaal. Wij geven input. We hebben een structuurvisie over ons buitengebied waarin we voor deelgebieden de primaire
Pagina 32
Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Hoe halen we de overkant? De samenleving zit op slot, de economie draait op halve kracht en we besteden tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het einddoel is om met zoveel mogelijk mensen en met een minimum aan economische schade de overkant te halen. Het is als balanceren op een slap koord. Daar is moed, wendbaarheid en creativiteit voor nodig. Van u en van uw organisatie. En wat gaat u doen als we eenmaal de overkant hebben gehaald? Daarover gaan we met u en prominente bestuurders en experts in gesprek tijdens het Jaarcongres Public Finance. Mogen we een exclusieve toegangskaart voor u reserveren? Financieel eindverantwoordelijken, fi nancieel directeuren, fi nancieel managers, concern controllers en board members met een fi nanciële portefeuille werkzaam in het publieke domein melden zich gratis aan via PublicFinance.nl. Het jaarcongres Public Finance is de plek om uw netwerk, vaardigheden en kennis een boost te geven. Mis de masterclasses van de experts niet! Ontmoet topsprekers als: Donatello Piras Dagvoorzitter en debatleider Jaarcongres Public Finance Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Johan Hamster Wethouder en 1e locoburgemeester Stadskanaal Catharina Adriaans Expert Lead Agile Coaching bij ING Jan Verhagen Beleidsmedewerker fi nanciële verhouding gemeente Den Haag Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Henk Venema Partner bij Inspinity Basile Lemaire Partner bij Inspinity Menno Middeldorp Head of RaboResearch Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 33 functie aanwijzen. Hoe meer informatie, hoe beter je kunt sturen.’ Bovendien is wel een ander doel bereikt. ‘Je ziet dat er gesprekken zijn gevoerd die anders niet hadden plaatsgevonden. Dat ze elkaar weer wat gemakkelijker opzoeken. Dat is een van de belangrijkste dingen die we wilden zien.’ Nu het CA&F-rapport geen duidelijke fijnstofbronnen aanwijst, heeft de gemeente besloten het onderzoek te verdiepen en in de hele gemeente te meten. ‘Het is nieuwe materie, hè’, zo verklaart Bollen de aanpak. ‘Zo zijn we nog nergens bezig. Als ik zie hoeveel aandacht we krijgen van de provincie en Den Haag. Overal wordt Sint Anthonis erbij gevraagd omdat wij beschikken over onderbouwde data waarop wij onze mening geven.’ Wat raadt u andere gemeenten aan die zo’n netwerk overwegen? ‘Ga in gesprek met zowel burgers als boeren. Als je het goed regisseert, heeft het voor beide kanten voordelen. Beide kanten voelen zich gehoord. In die metingen kom je ook tot de ontdekking dat niet altijd de boer de schuldige is. Dat zijn ze nu vaak wel. Maar de boer denkt dan ook: sodeju, was ik dat?! Dan moet ik toch echt iets ‘ Misschien komt het van de auto’s hier’ gaan veranderen.’ Voor Sint Anthonis past het monitoringproject in de transitie van het buitengebied, die volop aan de gang is. Bollen: ‘Wij hebben 35 varkens per inwoner, maar ook heel veel kippen. Dus hier ligt echt wel een opdracht.’ Techneuten zoeken oorzaken fijnstof Buiten op de patio van een jarentachtigwoning in Boxmeer hangt onder de prozaïsche naam lopyprototype201902222 een wit apparaat aan de muur. Met een beetje verbeelding gaat het door voor een albino petroleumlamp. Het apparaat is een van de zeventien sensorkits waarmee Stichting Burgerwetenschappers Land van Cuijk het fijnstofgehalte de lucht continu monitort. Het levert grillige grafiekjes op, voor iedereen toegankelijk. Binnen zitten voorzitter Wim Aben, penningmeester Harrie van de Wetering en bestuurslid Joan Marsman rond de salontafel in de woonkamer van de voorzitter klaar om toe te lichten wat de burgerwetenschappers bezielt zich in hun vrije tijd op fijnstofmetingen te werpen. Het clubje ‘gepensioneerde techneuten’, aldus Van de Wetering, is in 2018 gestart met metingen. ‘De aanleiding? Nieuwsgierigheid naar onze leefomgeving en een beetje bezorgdheid. Wij wilden het wel eens weten’, aldus de penningmeester. ‘Er werd zo veel geroepen. Er is zo veel polarisatie in onze gemeenschap’, vult voorzitter Aben aan. ‘Wij zeggen: wat we meten, dat is wat er is.’ Twee jaar fijnstof meten heeft de burgerwetenschappers geen nieuw inzicht gegeven. Het beeld dat de metingen oplevert, sluit aan bij de beelden die het onderzoek van Connecting Agri & Food heeft opgeleverd en dat ook het RIVM schetst: er ligt Zegt u dat er dieren weg moeten? ‘Hier mag je de balans wel opmaken. Ofwel je lost het met techniek op, ofwel je doet iets met je dierenaantallen. We zitten hier aan de grens van wat nog haalbaar is.’ een deken van fijnstof over ons hele land. Aben: ‘We zien wel een tendens: in het weekend zakt de fijnstofconcentratie in en op maandag komt die dan weer op. Dan moet je je afvragen: waar komt dat vandaan?’ Snelle conclusies zijn ongepast, benadrukken ze. Wel valt op dat er in het weekend amper scheepvaart over de Maas is en dat er veel minder vrachtauto’s rijden. Het diffuse beeld nodigt de wetenschappers uit tot verder onderzoek. Marsman wil graag uitzoeken wat er aan de rand van de gemeentegrenzen aan fijnstof het gebied binnen waait, wat voegt de gemeente daar zelf aan toe en wat waait er aan de andere kant weer uit? Om daar beter zicht op te krijgen, doen ze sinds kort met een drone oefenmetingen. De drone vliegt tweehonderd meter de lucht in met een meetapparaatje op de rug. Aan de drone hangt een touw met daaraan om de vijftig meter een meetapparaatje. Idealiter levert dat een dynamische fijnstofkaart op. Ook het RIVM is geïnteresseerd, vertelt Marsman trots. De wetenschappers realiseren zich dat alle geproduceerde getallen niet voor zichzelf spreken. Van de Wetering: ‘We hebben twee jaar gemeten. We hebben heel veel getallen. Daar moeten we iets mee. We zoeken een popie-jopieachtige manier om te laten zien wat we hebben gemeten. Maar die methode hebben we eigenlijk nog niet.’ Marsman denkt al aan het volgende kennishiaat: ‘Wat meten we nu eigenlijk als we fijnstof meten?’, vraagt hij zich af. Daarom is hij op zoek naar een collegawetenschapper die beschikt over een elektronenmicroscoop. Want als je weet uit welke moleculen dat fijnstof bestaat, kun je ook iets zeggen over de herkomst ervan.
Pagina 34
34 ACHTERGROND FINANCIËN DOOR: HANS VAN DE VEEN De pilotfase van het Brabant Outcomes Fund (BOF) is nog niet afgerond, maar de provincie kondigt nu al een forse opschaling aan. Een nieuw fonds van 20 miljoen euro aan publiek én privaat geld moet bedrijven steunen die maatschappelijke doelen nastreven. De provincie neemt risicodragend deel. BRABANT VINDT NIEUWE WEGEN IN PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING PROVINCIE ALS INVESTEERDER HET FINANCIËLE PLAATJE De provincie streeft naar een fonds van 20 miljoen euro. Daarvan wordt 17 miljoen euro in de vorm van leningen beschikbaar gesteld aan circa 15 groeibedrijven. Daarnaast is 3 miljoen euro als werkkapitaal beschikbaar voor 5 jonge bedrijven. Het leningendeel is nieuw; het werkkapitaal is vergelijkbaar met de werkwijze in de eerste fase van het BOF. Noord-Brabant levert met 9,5 miljoen een flink deel van het benodigde kapitaal. Daarvan is 7 miljoen bestemd voor leningen en 2,5 miljoen voor resultaatbetalingen. De rest van het geld moet komen van vermogensfondsen en andere financiële instellingen. Lokale start-ups die bijdragen aan de energietransitie, een inclusieve arbeidsmarkt of de circulaire economie kloppen voor kredieten vaak vergeefs aan bij reguliere financiële instellingen. Omdat dergelijke ondernemingen bijdragen aan de gewenste duurzaamheidstransitie, zoekt Noord-Brabant naar manieren om hen te ondersteunen. In plaats van reguliere subsidieverlening kiest de provincie daarbij voor een constructie waarbij zij samen met de private sector in ondernemingen investeert. Beide partijen dragen daarbij gezamenlijk het financiële risico. Inspiratie voor deze aanpak haalt Brabant uit de social impact bonds, een uit het Verenigd Koninkrijk overgewaaid instrument van publiek-private samenwerking. Een tiental Nederlandse gemeenten doet hiermee inmiddels ervaring op, of bereidt dergelijke projecten voor. Ook het ministerie van Defensie ging vorig jaar in zee met particuliere investeerders in een project om langdurig zieke werknemers te begeleiden naar de arbeidsmarkt. Noord-Brabant is de eerste provincie die voor deze aanpak kiest. Bij een social impact bond is meestal 7 mln Totale omvang fonds 20 miljoen 10 mln 2,5 mln 0,5 mln bijdrage provincie 17 miljoen euro leningen voor 15 j groeibedrijven g werkkapitaal voor j 3 miljoen euro jonge bedrijven p BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Een innovatieve aanpak leidt tot discussie’ sprake van minimaal drie deelnemende partijen: de uitvoerder, die een goede oplossing heeft voor een maatschappelijk probleem, investeerders die de uitvoerder van werkkapitaal voorzien, en een publieke partij (hier de provincie) die de investeerders hun inleg terugbetaalt – plus een van tevoren afgesproken rendement als de doelen zijn behaald. RESULTAATCONTRACT In 2019 startte de eerste ronde van het BOF. Vier ondernemers sloten resultaatcontracten af; na drie jaar zouden zij worden afgerekend op in hun businessplan vastgelegde financiële én maatschappelijke doelen. Zij ontvingen daarvoor voorfinanciering van 1 miljoen euro van drie sociale investeerders (Oranje Fonds, Stichting Doen en Rabo Foundation). De provincie beloofde hun inleg terug te betalen als de ondernemers de vastgelegde resultaten zouden behalen, en financierde dit vanuit een subsidiepot. Astrid Kaag, beleidsadviseur internationalisering bij de provincie en BOF-projectleider, erkent dat de eerste fase van het BOF daarmee nog maar in beperkte mate voldeed aan het ideaalplaatje van publiek-private resultaatfinanciering, waarbij investeerders, overheid én ondernemers samen aan het stuur zitten én samen risico’s dragen. ‘In deze fase wilden we vooral de samenwerking van de grond krijgen. En leren hoe dit werkt, en of je zo kunt bijdragen aan systeemverandering.’ Een van de vier deelnemende sociale ondernemingen was Ctalents, dat doven en slechthorenden, blinden en slechtzienden begeleidt bij het vinden van een eerste baan of een succesvolle verdere stap in hun loopbaan. Sandra Ballij, oprichter en CEO, roemt de provinciale benadering: ‘Onze doelgroep woont verspreid over heel Nederland. Voor een goede aanpak zijn gemeentes te klein. Maar als je de hele provincie neemt, zijn de aantallen wel relevant.’ Ctalents was tot voor kort vooral actief in de Randstad, maar kon met de steun van het BOF in Brabant aan de slag. Wat Kaagr ook beviel aan de Brabantse aanpak is dat besparingen niet de belangrijkste drijfveer zijn: ‘Veel mensen met een visuele of auditieve beperking komen niet aan de bak, en hebben een uitkering. Dus als zij in een reguliere baan kunnen instappen, bespaart dat de publieke overheid geld. Maar voor de provincie staat de maatschappelijke impact voorop.’ RISICOANALYSE Nu de eerste ronde van het BOF op z’n eind loopt, wordt de stap naar een echte fondsconstructie gezet. Daarbij is de provincie niet alleen meer resultaatbetaler, maar ook mede-investeerder. Ze neemt dus een deel van het financiële risico voor haar rekening. Een risicoanalyse leerde dat in het ongunstigste scenario de provincie maximaal 1,5 miljoen euro zou moeten afboeken op haar investering van 7 miljoen. De private investeringspartners kunnen als tegenprestatie voor hun investering een rendement van 4,5 procent incasseren – mits de vooraf bepaalde doelen worden gerealiseerd. Ook het Europees Investeringsfonds (EIF) zal naar verwachting als co-investeerder betrokken zijn, en een deel van het risico afdekken. Het EIF investeerde eerder al 10 miljoen euro in de social impact bond van het ministerie van Defensie. Kaag: ‘Men gelooft daar in onze benadering, ze zijn op zoek naar goede projecten om in te stappen.’ Voor de leningen van het BOF komen bedrijven in aanmerking die moeilijk aan risicokapitaal kunnen komen, en daardoor beknot worden in hun groei. ‘Banken of pensioenfondsen focussen op financiële indicatoren’, zegt Kaag. ‘Wij kijken ook naar wat deze bedrijven voor de samenleving doen. Zo wil de provincie bijdragen aan de gewenste duurzaamheidstransitie – onder de voorwaarde dat andere partijen ook over de brug komen. Publiek en privaat moeten samen de risico’s delen.’ Gesprekken met potentiële investeerders zijn volop gaande. Dat is geen kwestie van tekenen bij het kruisje. ‘We gaan echt het gesprek aan. Het is zo nieuw wat we doen, we moeten ook verkennen wat de trigger voor investeerders is om in te stappen.’ ‘Publiek en privaat moeten samen risico’s delen’ SCEPSIS De hoop is dat de financiering na de zomer rond is. In de tweede helft van het jaar kunnen dan de eerste investeringen plaatsvinden. Ook daarover zijn al gesprekken gaande. ‘Maar we gaan niet in één keer met alle bedrijven van start, zoals in de eerste fase. Zie het meer als een proces. Met een maximale looptijd van het fonds van zeven jaar hoeven we niet te overhaasten.’ Het nieuwe BOF-fonds moest eerst de nodige scepsis in de provincie overwinnen. Het besluit kon slechts op een krappe meerderheid rekenen in de Provinciale Staten. Ook vanuit het ambtenarencorps kwamen veel vragen. Kaag: ‘Het is een innovatieve aanpak, dus dat leidt tot discussie. Dat moet ook. Ik hoop dat deze aanpak uiteindelijk een brug kan slaan tussen een eenzijdige focus op financieel rendement en het uitsluitend kijken naar maatschappelijke impact. Het brengt twee verschillende visies bij elkaar.’ Een andere vraag is of deze aanpak wel thuishoort op het bordje van de provincie. Zijn er kritische geluiden vanuit de gemeenten? Het antwoord is ontkennend. Een van de redenen is dat de schaal waarop de provincie dit kan aanpakken het een stuk aantrekkelijker maakt. ‘Onze insteek is dat provincies naast hun reguliere taken ook een aanjagende en stimulerende rol hebben’, zegt Kaag. ‘We nemen geen taken van gemeenten over, we proberen iets uit waar we later met z’n allen in de provincie hopelijk profijt van hebben.’ Andere provincies volgen de innovatieve aanpak met interesse, maar nog wel op afstand. Het is van de redenen waarom Noord-Brabant deelneemt aan de City Deal Impact Ondernemen. ‘Dat is voor ons een manier om te vertellen wat we aan het doen zijn. Door dat te blijven uitdragen, hoop ik dat op termijn andere overheden ook deze kant op gaan.’
Pagina 36
36 SERIE DE MINISTERIES DOOR: WIM VAN MEURS FOTO: BERT MAAT / ANP-HH In de slotaflevering van de serie over de ministeries staan we stil bij de bestuurscultuur. Hoe heeft die zich de afgelopen decennia ontwikkeld? Een historisch perspectief kan helpen om veranderingen en tegenstrijdigheden scherp te krijgen in wat wij verwachten van bestuurders, ambtenaren en overheden. WAT VERWACHTEN WIJ VAN ONZE BESTUURDERS? VAN REGENTESK TOT MENSELIJKE MAAT In zeven afleveringen hebben historici van de Radboud Universiteit Nijmegen biografische schetsen gegeven van verschillende ministeries en de bijbehorende beleidsterreinen. De inschatting dat ook de kabinetsformateur tegen het eind van deze reeks en voor de zomervakantie bij de vraag zou zijn aangekomen, welke bewindsman van welke partij bij welk departement hoort, bleek te optimistisch. Wel heeft de reeks laten zien dat elk ministerie als collectief met zijn talloze medewerkers een eigen cultuur heeft. De vroegere oververtegenwoordiging van militairen en adellijken onder de ambtenaren (en de bewindslieden) op Buitenlandse Zaken of Defensie is niet verrassend. Net zo vanzelfsprekend zijn de verschillen in rekrutering tussen bijvoorbeeld Justitie en Ontwikkelingssamenwerking. De cultuurverschillen zijn echter ook historisch bepaald, en alleen al daarom is het een gemis dat een nieuwbenoemde minister in het zogenoemde introductiedossier alleen over het organigram en de actuele beleidsdossiers bijgepraat wordt, maar niet over de geschiedenis en cultuur van zijn of haar ministerie. SCHELDWOORD Al een paar jaar staat de verhouding tussen politieke bewindslieden en ambtelijke medewerkers van overheidsinstellingen onder druk. In de publieke discussie over de Belastingdienst, het UWV en Justitie is de bestuurscultuur – en vooral de noodzaak om die te veranderen, op zoek naar ‘de menselijke maat’ – een scheldwoord geworden. Bestuurscultuur kent drie dimensies: ten eerste de houding van de overheid tegenover burgers, volksvertegenwoordigers en media; ten tweede de relatie van wederzijdse afhankelijkheid tussen minister en DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 8, slot: De bestuurscultuur ministerie, tussen dienstheer en ambtenaren; en als derde de corporate identity van een overheidsinstantie (inclusief de spanningen tussen afde lingen). In de actuele discussie is de term bestuurscultuur al bijna synoniem geworden aan intransparant of regentesk. De menselijke maat als oplossing voor deze problemen is net zo alomtegenwoordig. Een historisch perspectief kan helpen om de veranderingen en tegenstrijdigheden in wat wij verwachten van bestuurders, ambtenaren en overheden, scherp te krijgen. Bijvoorbeeld door de vraag te stellen of de ontsporing van de bestuurscultuur volgens de critici begon op 14 oktober 2010, met het aantreden van het kabinet-Rutte III. En of het regenteske een natuurlijke neiging van elk bestuursapparaat is of vooral een recente aberratie. Kortom, verandert vooral de attitude van de overheid of veranderen in de eerste plaats de verwachtingen van de burgers? Regentesk blijft een prachtige term hiervoor, omdat het woord in het Nederlands alleen gebruikt kan worden voor een hautaine bestuurder, ongevoelig voor de maatschappelijke realiteit of individuele lotgevallen, die zijn ambt als een privilege beschouwt dat hem toekomt. Volgens Van Dale is een regent immers ‘een eigenmachtig optredende, autoritaire bestuurder’. Het mag dus ook niet verbazen dat deze diskwalificaties in de Nederlandse pers voor het eerst in de jaren zestig gebezigd werden: en meestal als synoniem voor autoritair, van een schooldirecteur ‘een geschikte man, maar bij plotseling conflicten erg regentesk’ tot de D66-fractie in de Groningse gemeenteraad die de regentenmentaliteit van de burgemeester hekelde. Of de buitenwacht, die het optreden van de PvdA in de Amsterdamse gemeenteraad kwalificeerde als ‘arrogant, regentesk zelfs’ – als overtreffende trap dus. De wat meer verborgen lading van de term verwijst naar bekwaamheid in het besturen en de beleidsvorming, maar dan wel met tekortkomingen in empathie en openheid, vervreemd van de burgerij. Niet verrassend dus gezien de verwachting van betrokkenheid en openheid van politici in onze tijd dat deze verwijten zich opstapelen, hoewel de term regentesk passé is. HOED De ministeriële verantwoordelijkheid als nieuwe verworvenheid gaat (samen met de onschendbaarheid van de koning) terug op de Grondwetsherziening van Thorbecke in 1848. In de moderne BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 n BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 SERIE 37 Is het regenteske een natuurlijke neiging van elk bestuursapparaat? den om belangen of onvrede te articuleren? Manins toeschouwer-democratie wijst erop dat minstens een deel van de dynamiek tussen kiezer en gekozene noch het een noch het ander is. De burger is ook toeschouwer, gebiologeerd door het persoonlijke drama van de bewindspersoon die onder de wielen van sociale media en REALITY TV Geen aftreden meer zonder emoties tijd geldt het aftreden van de Britse minister van Buitenlandse Zaken Lord Carrington in 1982 als het schoolvoorbeeld van een minister die zijn hoed neemt, hoewel hem persoonlijk niets te verwijten valt. Een veelgeroemd voorbeeld dat zelden navolging vindt, of pas als de parlementaire en publieke verontwaardiging escaleert. De minister staat voor het handelen van zijn ministerie en ambtenaren en hij ziet het als zijn plicht om, hoe onmogelijk ook, van alles op de hoogte te zijn. Minister Wiebes formuleerde het bij het aftreden van het kabinet-Rutte III in januari net anders: hij voelde zich medeverantwoordelijk voor de toeslagenaffaire, ‘buitengewoon medeverantwoordelijk’ zelfs, maar gaf aan niet te weten wat hij redelijkerwijze had kunnen doen om dit te voorkomen. Het lijdt geen twijfel dat de frequentie van vallende bewindslieden in de Nederlandse politiek in de 21ste eeuw gestegen is. Wiebes, Hennis en de opeenvolgende bewindslieden op Justitie onderstrepen deze trend. De oorzaken zullen minder eenduidig zijn. De macht van sociale media en de maalstroom van geruchten, beschuldigingen en veroordelingen die voor crisismanagement, gedegen feitenonderzoek en damage control geen tijd of gelegenheid meer biedt. Terwijl zulke politieke crises vroeger nog weleens met een sisser afliepen, lijkt dat nu niet meer denkbaar en wordt ook de tijd korter die verstrijkt tussen het begin van de crisis en het laatste publieke statement van de bewindspersoon, meestal de avond voor het Kamerdebat. Ook zal de combinatie van een langzittende premier met een kwetsbare meerderheid het gevoel van machteloosheid bij de oppositie versterken, en dus het streven van de Kamer om zich als tegenmacht te profileren. KIEZER De Franse politicoloog en filosoof Bernard Manin heeft bovendien niet voor niets de term audience democracy geïntroduceerd. Ziet de burger zijn politieke rol in de eerste plaats als kiezer om langs die weg eens in de vier jaar af te rekenen met de representanten en nieuwe keuzes te maken? Of zijn inmiddels talloze andere kanalen van inspraak en publieke invloed ontstaan, die directere mogelijkheden biepartijpolitieke tactiek komt. Ook de politieke personages zijn deel geworden van deze vorm van reality tv. Geen aftreden meer zonder emoties van schuld, woede en vernedering. De Duitse socioloog Max Weber schetste een eeuw geleden het beeld van de ideale staatsdienaar die zonder aanzien des persoons en alleen op basis van het hem opgedragen regelwerk handelt. Voor Weber was dit een van de hoekstenen van een modern overheidsapparaat. De ambtenaar is loyaal aan in eerste instantie de staat als abstractie, als geheel van regels en wetten, rechten en plichten. Ook al heeft der Staat in het Duits een lading waar het Nederlandse ‘overheid’ niet aan kan tippen, toch geldt dit bestuurlijke ideaal van de 20ste eeuw ook in Den Haag. NEUTRALITEIT Deze aanname van neutraliteit is lang hooggehouden, niet alleen voor uitvoerende staatsdienaren, maar ook voor beleidsambtenaren. Sinds de jaren zestig is het voor kritische burgers en voor bestuurskundigen geen geheim dat topambtenaren een grote sturende invloed op beleid kunnen hebben, soms ter ondersteuning van ‘hun’ minister, soms in weerwil of buiten medeweten van de minister. De serie Yes minister uit de jaren tachtig markeerde dat inzicht. De actuele term ‘politiek-bestuurlijke sensitiviteit’ maskeert het probleem voor de onpartijdige ambtenaar. Terwijl deze topambtenaren zich
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 38 SERIE DE MINISTERIES volgens de conventies buiten de publiciteit hielden, waren ze nog wel met naam en toenaam te identificeren. De frustratie bij publiek en media bij de recente schandalen is dat in de burelen van de ministeries geen schuldige aan te wijzen viel. De eigen dynamiek van het besturen en administreren leek slachtoffers te maken, zonder dat iemand in deze burelen er aanwijsbaar op uit was om de burger het leven zuur te maken. Welke premier zijn naam ook aan het volgende kabinet zal geven, wat betreft de bestuurscultuur van de uitvoerende macht is de geest uit de fles. Gezien de snelle opeenvolging van schandalen in de afgelopen jaren is het alleszins begrijpelijk dat de Staten-Generaal zich als tegenmacht opwerpt en meer inzage in de beleidsvorming binnen ministeries, meer transparantie vordert. Tegelijk weten allen dat macht in een democratie om tegenmacht vraagt, maar dat macht ook een zekere mate van vertrouwelijkheid en ntransparantie nodig heeft. Gezien de rekrutering en opleiding van ambtenaren vandaag wordt niemand ambtenaar vanuit een regentesk verlangen om de burger te Het is een nieuwe dynamiek tussen burger en staatsdienaar schaden en te kleineren. Wel hebben grote instituties en complexe wettelijke regelingen hun eigen dynamiek. DYNAMIEK De geest van de politisering van ambtenaren en overheidsinstellingen is uit de fles. Juist omdat ze in media en publieke opinie in de hoek zitten waar de klappen vallen, spreken ambtenaren zich steeds vaker uit over de rondzingende beschuldigingen en oordelen. Het is een nieuwe dynamiek tussen burger en staatsdienaar, waar de minister maar moet zien dat hij of zij de teugels in handen houdt. De achterliggende vraag is, aan wie de ambtenaar loyaliteit verschuldigd is: aan de minister, aan het ministerie als abstractie, aan de burger of misschien zelfs aan nog grotere grondwettelijke principes van menselijkheid en rechtvaardigheid. Geen van deze loyaliteiten valt van de hand te wijzen, maar hoe ze in elkaar grijpen, is een nieuwe uitdaging voor ambtenaren, hun dienstheer, maar ook voor de burger. Kortom, zodra in de kabinetsformatie de contouren van een coalitie zich gaan aftekenen, wordt het tijd om de nummers 7 tot en met 12 van Binnenlands Bestuur erop na te slaan. Past het profiel van de beëdigde bewindspersoon bij het departement? Welke al dan niet stilzwijgende aanpassingen in de ruilverkaveling van de beleidsterreinen hebben er plaatsgevonden? En welke minister moet uiterst waakzaam zijn om niet binnen de kortste keren in de problemen te komen door de bestuurscultuur of het publieke imago van een overheidsinstelling waarvoor hij of zij de ministeriële verantwoordelijkheid draagt? BURGERPROTEST Demonstratie op het Binnenhof Foto: Laurens van Putten / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 39 VERANDEREND OOG VAN STADSPLANNERS RUIM BAAN VOOR KLEINSCHALIGHEID De boodschap die journalist Jane Jacobs in 1961 uitdraagt, is vrij helder: stop het slopen, leg nieuwbouwprojecten stil en geef de stad terug aan de mensen. Van haar hand verscheen in dat jaar The Death of Life of Great American Cities. Daarin verzet zij zich tegen de bulldozer-stedenbouw, waarbij historische stadsdelen plaatsmaken voor enorme bouwblokken en brede snelwegen. Tot op vandaag is het boek wereldwijd van bepalende invloed op de stadsplanning. Jacobs is ook de heldin van Gert-Jan Hospers, bijzonder hoogleraar transitie in Stad en Regio. Samen met geograaf Piet Renooy voerde hij de redactie van De wereld van de stad met de ondertitel Theorie, praktijk, toekomst. Elf auteurs geven daarin hun visie op de stad. In het openingshoofdstuk beschrijft Hospers zelf de geschiedenis van de stadsplanning, van de Grieken met hun Akropolis tot de Deense stedenbouwer Jan Gehl die uitgaat van ‘de stad op ooghoogte’. In het tweede hoofdstuk geeft Renooy een historisch overzicht van theorieën van sociologen, eveneens met ruime aandacht voor Jacobs en haar hartstochtelijke pleidooi voor gemengde wijken. Deze eerste twee hoofdstukken vormen de basis van een bundel die een mooie blik biedt op de geschiedenis van de Mooie blik op geschiedenis stedenbouw stedenbouw en de bijbehorende veranderende blik van stadsplanners en sociologen. Tegelijkertijd tonen deze eerste twee hoofdstukken een gebrek dat kleeft aan de bundel als geheel. De achterflaptekst meldt: ‘Dit boek biedt kennis, inzicht en toekomstperspectieven’, om daarna te beloven dat de verschillende auteurs van de bundel ingaan op ‘toekomstgerichte opgaven waarmee steden worstelen’. Deze belofte wordt in beperkte mate waargemaakt. De meeste hoofdstukken bieden – telkens vanuit een ander perspectief – een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis en de verschillende theorieën, maar het schetsen van scenario’s voor de toekomst is meestal beperkt tot een slotparagraaf. Een prettige uitzondering is het essay over de duurzame toekomst van steden, waarin ook uitgebreid wordt ingegaan op de Sustainable Development Goals van de VN. Hoe dan ook is het een lezenswaardige bundel die bijvoorbeeld ook een fascinerende blik biedt op de wisselwerking tussen verschillende vormen van vervoer en ruimtelijke ontwikkeling door de eeuwen heen. In zijn slotparagraaf stipt mobiliteitsexpert Arie Bleijenberg kort aan dat het cruciaal is dat financiën en bevoegdheden van het rijk overgaan naar lokale overheden die samenwerken, omdat binnen de grote steden de mobiliteitsproblematiek het grootst is. Verdere uitbreiding van de snelwegcapaciteit is zinloos en zelfs contraproductief. Ook in dit hoofdstuk klinkt de visie van Jane Jacobs door. Weg met megalomane plannen die altijd samengaan met meer asfalt. Ruim baan voor kleinschaligheid op straatniveau. CITAAT UIT HET BOEK DE WERELD VAN DE STAD. ‘Verdere uitbreiding van de snelwegcapaciteit is zinloos en zelfs contraproductief’ THEORIE, PRAKTIJK EN TOEKOMST Gert-Jan Hospes en Piet Renooy (red.) Berghauser Pont, 2021 Prijs: ¤ 29,90 ADVERTENTIE
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI In Achtkarspelen is Jellie van Hoppe gestopt als griffier van de gemeenteraad. Zij vervulde deze functie sinds 1 oktober 2015, daarvoor was zij griffier in Staphorst en in Littenseradiel. Van Hoppe gaat met pensioen. MASCHA TEN BRUGGENCATE Met ingang van 8 juli is Mascha ten Bruggencate benoemd tot burgemeester van Heiloo. Ten Bruggencate (48) is lid van D66. Zij is momenteel stadsdeelvoorzitter in Amsterdam. Op dit moment is Rob Opdam (VVD) waarnemend burgemeester van Heiloo. Hij neemt waar sinds het pensioen van Hans Romeijn (CDA). SACHA AUSEMS Sacha Ausems is benoemd tot burgemeester van Waalwijk. De benoeming gaat in op 8 juli 2021. Ausems (51) is geen lid van een politieke partij. Zij was tot voor kort directeur/bestuurder ad interim voor Stichting Sint Jozefoord. Op dit moment is Nol Kleijngeld (PvdA) burgemeester van Waalwijk. Kleijngeld gaat met pensioen. GERARD VAN DEN HENGEL Met ingang van 1 juli 2021 is Gerard van den Hengel benoemd tot burgemeester van Opmeer. Van den Hengel (57) is lid van de VVD. Hij was voorheen waarnemend burgemeester in Borne en wethouder in Barneveld. Op dit moment is Wim Groeneweg (CDA) waarnemend burgemeester van Opmeer. Hij neemt waar sinds het overlijden van burgemeester GertJan Nijpels (VVD). SANDER DE ROUWE De gemeenteraad van Kampen heeft Sander de Rouwe voorgedragen als burgemeester. De Rouwe (CDA, 40) is sinds 2015 gedeputeerde voor de provincie Fryslân. Daarvoor was hij Tweede Kamerlid. De Rouwe volgt Bort Koelewijn (ChristenUnie) op. LARS VOSKUIL De gemeenteraad van Bergen heeft Lars Voskuil voorgedragen als burgemeester. Voskuil (PvdA, 53) is momenteel Statenlid en fractievoorzitter in Noord-Holland. Hij volgt Hetty Hafkamp (GroenLinks) op als burgemeester van Bergen. Sinds haar vertrek in maart vorig jaar heeft waarnemend burgemeester Peter Rehwinkel (PvdA) de functie tijdelijk overgenomen. Hafkamp was twaalf jaar burgemeester van Bergen. RENZE BERGSMA In Coevorden heeft de gemeenteraad Renze Bergsma (CDA, 45) voorgedragen als burgemeester. Bergsma was onder meer tien jaar wethouder in de voormalige gemeente Woudrichem. Verder was hij gedeputeerde in Noord-Brabant en is hij momenteel Statenlid dezelfde provincie. Hij volgt Bert Bouwmeester (D66, 62) op, die in oktober na een periode van bijna achttien jaar stopt. KOMEN & GAAN MIRIAM NIENHUIS Miriam Nienhuis is benoemd tot provinciesecretaris in Gelderland. Ze werkt op dit moment als directeur maatschappelijke ontwikkeling in Den Bosch. Eerder werkte ze in Arnhem en was ze gemeentesecretaris in Ridderkerk. Nienhuis volgt Pieter Hilhorst op, die algemeen directeur werd bij het IPO. PIETER JAN MERSIE Pieter Jan Mersie, kabinetschef van de commissaris van de koning in Zeeland en tevens directeur Roosevelt Foundation, stopt per 1 juli aanstaande. Beide functies vervulde hij sinds 2012. Mersie gaat met pre-pensioen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 foto: Daan Noordhuizen foto: Casper Rila PERSONALIA 43 PROVINCIES: INSTROOM, DOORSTROOM EN UITSTROOM De instroom is bij provincies in 2020 licht toegenomen. De instroom was in 2020 11,6 procent (2019: 11,2 procent). De uitstroom lag met 6,5 procent, juist lager dan in 2019 (7,3 procent). De uitstroom naar leeftijd laat een duidelijke verschuiving zien in 2020. In 2019 was nog 41 procent van de uitstromers 60 jaar of ouder, in 2020 stijgt dit percentage naar 52 procent. Instroom: 2019: 11,2 % 2020: 11,6% BERT WIJBENGA De gemeenteraad van Vlaardingen heeft Bert Wijbenga-van Nieuwenhuizen (VVD, 57) aanbevolen als nieuwe burgemeester. Hij volgt waarnemend burgemeester Bas Eenhoorn (VVD) op Eenhoorn neemt waar nadat Annemiek Jetten (PvdA) aftrad. Wijbenga-van Nieuwenhuizen is op dit moment wethouder in Rotterdam. JAAP PAANS Burgemeester Jaap Paans is per 1 juli 2021 herbenoemd als burgemeester van Alblasserdam voor een tweede termijn van zes jaar. Eerder was Paans griffier van de gemeenteraden van Dordrecht en Rotterdam. Naast het burgemeesterschap is Paans lid van de Economic Development Board Drechtsteden. RAAD VAN STATE Marion Soffers, JanJoost van Gastel, Onno van Veldhuizen en Jan van Breda worden staatsraad in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Carla Sieburgh en Nastja van Strien worden staatsraad in buitengewone dienst in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. JAN SETON Burgemeester Jan Seton van BorgerOdoorn is met ingang van 1 juni herbenoemd. Hij begint aan zijn tweede termijn. Hiervoor was Seton onder meer wethouder in Groningen. BURGEMEESTERS VACATURE VOORST Het burgemeesterschap van Voorst is vacant per 2 augustus 2021. De gemeente heeft circa 24.800 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.620,48 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 28 augustus 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 6 juli 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. Doorstroom: 2019: 7,3 % 2020: 6,5 % CHRISTIAAN VAN DER KAMP Uitstroom (60 jaar of ouder): 2019: 41 % 2020: 52 % OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia Christiaan van der Kamp stopt na de zomer als burgemeester van Bodegraven-Reeuwijk. Hij begint op 1 september 2021 als directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden. Van der Kamp (CDA) is sinds 1 juli 2011 burgemeester en was de eerste kroonbenoemde burgemeester van de fusiegemeente Bodegraven-Reeuwijk. Daarvoor was hij wethouder in Schipluiden en Midden-Delfland. FENNEKE VAN DER VEGTE De fractie van GroenLinks-PvdA in Leusden draagt Fenneke van der Vegte voor als wethouder. Van der Vegte neemt in september de dan vrijgekomen wethouderszetel over van Erik van Beurden. Van der Vegte, nu werkzaam als strategisch adviseur stad en ontwikkeling bij de gemeente Amersfoort, is sinds 2018 lid van de gemeenteraad voor de fractie van GroenLinks-PvdA. BURGEMEESTERS VACATURE KANDIDATEN DE WOLDEN 32 belangstellenden hebben gesolliciteerd naar de functie van burgemeester in De Wolden, onder wie elf vrouwen.De vacature is ontstaan door het vertrek van burgemeester Roger de Groot per 1 juni. Van de belangstellenden zijn er acht lid van de VVD, vijf van het CDA, acht van de ChristenUnie, drie van D’66, één van GroenLinks, en zeven van hen zijn partijloos of hebben geen politieke partij genoemd. EEMSDELTA Twaalf personen hebben gesolliciteerd naar het ambt van burgemeester van Eemsdelta. De gemeente Eemsdelta is op 1 januari 2021 ontstaan door de samenvoeging van Appingedam, Delfzijl en Loppersum. Op dit moment is Gerard Beukema (PvdA) waarnemend burgemeester.
Pagina 44
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 44 PERSONALIA CARRIÈRE HELEEN KROMKAMP Met ingang van 16 augustus 2021 is Heleen Kromkamp de nieuwe gemeentesecretaris van Gorinchem. Op dit moment is zij nog clustermanager Stad in Dordrecht. Kromkamp volgt Caroline Bos op als gemeentesecretaris. Bos is sinds 1 april 2021 gemeentesecretaris van Schiedam. BRAM BOUWMAN In Grave is Bram Bouwman benoemd tot gemeentesecretaris. Bouwman bekleedde de afgelopen jaren leidinggevende functies in de gemeenten Oldenzaal en Mook en Middelaar. Zijn laatste functie was teamleider Financiën en Manager Bedrijfsvoering bij de Werkorganisatie CGM, het ambtelijk samenwerkingsverband van Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert. OVERLEDEN Voormalig wethouder Fons van Elderen is op 76-jarige leeftijd overleden. Van Elderen was acht jaar wethouder in Boxtel. Voor die carrière was hij directeur van de Angelaschool. PATRICK VERSTOEP Patrick Verstoep is de nieuwe gemeentesecretaris van Maassluis. Hij begint op 27 augustus aan zijn nieuwe baan. Hij volgt interimgemeentesecretaris Wilma Atsma op. Atsma nam in januari de ambtelijke leiding in Maassluis over van Sander Duijmaer van Twist die gemeentesecretaris in Capelle aan den IJssel werd. Verstoep werkt al in Maassluis als clustermanager stad. JAN HERMAN DE BAAS Jan Herman de Baas is de interim gemeentesecretaris van Arnhem. De Baas was eerder ook (interim-)gemeentesecretaris bij diverse gemeenten en hij was interimprovinciesecretaris van Zuid-Holland en Utrecht. In Arnhem vervangt hij Rob van Wuijtswinkel die per 1 augustus 2021 aan de slag gaat bij adviesbureau Geerts en Partners. SJOUKJE DEELSTRA In Veenendaal is met ingang van 1 september Sjoukje Deelstra benoemd tot gemeentesecretaris. Ze volgt Astrid van de Klift op. Deelstra is op dit moment directeur bij het Openbaar Ministerie. Zij heeft deze functie ruim 5 jaar bekleed. Daarvoor is zij 25 jaar in diverse functies werkzaam geweest bij de politie. ADVERTENTIE Jeske Louer is de nieuwe griffier van gemeente Waalwijk. Peter Pels is de nieuwe griffier van gemeente Enkhuizen. Proficiat beiden! werving & selectie door www.necker.nl BRIEVEN DOOR DE STROT GEDUWD Met genoegen, maar ook met ongenoegen (irritatie) heb ik de bijdragen over de RES en het fossiele beleggen van ABP in BB12 gelezen. De irritatie zit in de rol van een minderheid die het constant bepaalt in dit land. Een energietransitie die de burgers door de strot wordt geduwd. Tradities die door een absolute minderheid de nek om worden gedraaid door geschiedvervalsing. En nu weer wordt ABP gedwongen tot een andere beleggingskoers of Shell die godbetert een andere koers moet inslaan van de rechtbank vanwege druk van de milieusubsidieclubs. Dezelfde mensen die zelf een benzine- of dieselauto hebben! Te idioot voor woorden en een (deug)politiek die dit van harte ondersteunt. S.R. Strikwerda INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Aardoom & de Jong / Gemeente Utrecht BMC Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem JS Consultancy / Gemeente Venray OWO-Samenwerking Publiek Netwerk / Waterschap Drents Overijsselse Delta FINANCIËN EN ECONOMIE Belastingdienst Gemeente Haarlem Gemeente Tilburg JS Consultancy Aedes Provincie Noord-Holland ICT EN AUTOMATISERING Dienstverlening Drechtsteden JS Consultancy / rhc Provincie Noord-Holland Rijksoverheid JURIDISCH Ctgb Gemeente Haarlem Publiek Netwerk / Omgevingsdienst Midden-Holland MILIEU Certus Groep / Gemeente Maassluis Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Provincie Limburg Provincie Limburg Provincie Limburg OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Epe Gemeente Lansingerland RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Bestman / Gemeente Almelo Gemeente Assen hoofd strategie en bedrijfsbureau ontwikkelprogramma van uitvoering naar beleid planner planbeoordelaar procesmanager afdelingsmanager bedrijfsvoering owo-directiesecretaris senior adviseur bedrijfsvoering en ontwikkeling fiscalist team verhuld vermogen planeconoom planeconoom senior belangenbehartiger / financieel specialist senior controller senior adviseur online dienstverlening adviseur informatiebeheer gemeenten beleidsadviseur innovatie en digitale economie informatiemanager / iv-regisseur lid adviescommissie bezwaarschriften jurist vergunningen, toezicht en handhaving ervaren jurist beleidsmedewerker milieu beleidsadviseur groen en ecologie strateeg groenbeleid en ecologie beleidsmedewerker natuur (0,8 fte) beleidsmedewerker water beleidsmedewerker natuur teamleider beheer realisatie openbare ruimte senior beleidsadviseur veiligheid adjunct-directeur programma’s en stadsontwikkeling adviseur ruimte en omgeving ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021
Pagina 46
46 INDEX Gemeente Ede Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Leiden Gemeente Nissewaard Gemeente Schagen Gemeente Terneuzen JS Consultancy / Aedes JS Consultancy / Gemeente Westerkwartier Provincie Utrecht Rijksoverheid Samenwerking Kempengemeenten SOCIAAL BMC BMC BMC Certus Groep / Gemeente Hellevoetsluis VOORLICHTING EN COMMUNICATIE JS Consultancy / Gemeente Lansingerland Provincie Gelderland VNG Realisatie OVERIGE Rijksoverheid senior kennisadviseur portfoliomanager fysiek domein beleidsadviseur parkeren planningsadviseur gebiedsontwikkeling beleidsadviseur parkeren adviseur erfgoed beleidsadviseur kabels en leidingen beleidsadviseur mobiliteit ontwikkelstrateeg portfoliomanager fysiek domein planoloog juridisch adviseur vastgoed strategisch adviseur ruimtelijke ontwikkeling adviseur omgevingsvergunningen senior belangenbehartiger senior adviseur ruimtelijke projecten projectleiders wegen en fietspaden technisch adviseur buitenruimte / civiele techniek senior medewerker bag beheer medewerker expertiseteam jeugd klantmanager (nieuwe wet) inburgering jeugdconsulent senior beleidsadviseur sociaal domein strategisch communicatieadviseur / woordvoerder senior communicatieadviseur kabinet commissaris van de koning senior communicatieadviseur senior technisch beleidsmedewerker exportcontrole en strategische goederen OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Senior Beleidsadviseur Sociaal Domein 28-36 uur | schaal 11 Beleidsmedewerker Milieu 32-36 uur | schaal 10 • Focus op werkveld Wmo • Inhoudelijk vraagbaak voor collega’s • Adviseert en ontwikkelt (integraal) beleid • Neemt deel aan werkgroepen in aanloop naar fusie Larissa Plantinga | 06-24863093 | larissaplantinga@certusgroep.nl • A t/m z betrokken • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Milieukundige affiniteit • Innovatief vermogen Koen Salet | 06-42267005 | koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Ervaren Jurist Vaardig in bezwaar en beroepsprocedures • Zelfstandig • Overtuigend • Organisatiesensitief Senior Adviseur Bedrijfsvoering en Ontwikkeling Analytisch • Verbindend • Resultaatgericht • Sparringpartner Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 27 | 2021 De gemeenten Haarlem en Zandvoort staan voor ruimtelijke uitdagingen: de binnenstedelijke bouw van duizenden woningen, klimaatadaptatie, energietransitie en het werken met de Omgevingswet. Voor een succesvolle uitvoering is een sterke ambtelijke organisatie nodig. Daarom zijn wij op zoek naar jou! De organisatie van het Fysiek Domein is in beweging: naast beheer vinden we ontwikkeling ook steeds belangrijker. We willen meer focus aanbrengen en scherper prioriteren in het werk. Met als doel: meer fl exibiliteit, kortere doorlooptijden, minder werkdruk en meer werkplezier. Er zijn legio redenen te noemen waarom werken bij de gemeente aantrekkelijk is. Gemeenten zijn bijvoorbeeld direct betrokken bij heel urgente opgaven, zoals de klimaatadaptatie. Wil je echt het verschil maken? Kom dan werken bij Haarlem. We zijn groot genoeg voor serieuze uitdagingen en klein genoeg voor direct contact met bewoners en bestuurders. Er is geen centimeter in de stad waar wij als gemeente niet op een of andere manier bij betrokken zijn. We hebben hem ontwikkeld, vergund, vernieuwd of houden het schoon. Kortom: de ideale plek om je loopbaan te vervolgen! Portfoliomanager Fysiek Domein Beleidsadviseur Parkeren SCAN ME 36 uur | HBO| schaal 13 max € 6.365 per maand excl. IKB Ervaren portfoliomanager die in deze nieuwe functie binnen het fysiek domein, het portfoliomanagement van Haarlem en Zandvoort ontwikkelt en implementeert. Je hebt er plezier in om je analytische vaardigheden te gebruiken en om op het juiste moment goede vragen te stellen. Ook deel je graag jouw kennis van en ervaring met de collega’s waarmee je nauw samenwerkt. Je gaat gestructureerd en planmatig te werk en je weet met kernachtige en begrijpelijke adviezen en rapportages te komen. Je loopt graag voorop in de visie- en kennisontwikkeling van het vakgebied en weet dit om te zetten naar werkbare adviezen. Scan de QR code en lees de hele vacaturetekst. SCAN ME 36 uur | WO| schaal 11A max € 5.519 per maand excl. IKB Als ervaren beleidsadviseur ontwikkel je beleidstrajecten en ben je medeverantwoordelijk voor het opstellen en onderhouden van de gemeentelijke parkeervisie en strategie, waarbij je gebruik maakt van verschillende sturingsmiddelen om de openbare ruimte te reguleren via tarieven, parkeerzones en normen voor autodeelbeleid. Binnen je functie vertaal je de parkeervisie naar beleid en stel je regels en richtlijnen op voor de uitvoering. Ook denk je actief mee bij beleidstrajecten van andere afdelingen en programma’s, zoals het programma Duurzaamheid, de Omgevingsvisie en de ontwikkelvisies binnen de gebieden. De afdeling bestaat uit 60 personen en samen zijn we verantwoordelijk voor het opstellen én uitvoeren van onder andere het parkeerbeleid en regulering in Haarlem en Zandvoort. Scan de QR code en lees de hele vacaturetekst. www.werkenbijfysiekdomeingemeentehaarlem.nl
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsAfdelingsmanager Bedrijfsvoering 36 uur | schaal 14 max. € 98.238,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren manager met een moderne stijl van leidinggeven. Naast coachend leidinggeven sturen op het behalen van afgesproken resultaat. Brengt de basis verder op orde met visie naar de toekomst. Staat stevig in de schoenen, is een vernieuwer, innovator en weet anderen te enthousiasmeren. Zakelijk en beleid vertalen en verankeren in de organisatie. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Belangenbehartiger / Financieel Specialist 36 uur | max. € 90.510,- bruto per jaar (excl. overige arb. voorw.) Bedrijfskundige of financieel economische opleidingsachtergrond op academisch niveau met gevoel voor gewenste vernieuwingen en politiek Den Haag in relatie tot de belangen van woningcorporaties. Ervaring in projectmatig werken. Thuis voelen in rol van projectmanager van inhoudelijke en strategische complexe projecten. Communicatief sterk, durf, verbinder, netwerker en van nature gericht op samenwerken. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Senior Belangenbehartiger 36 uur | max. € 90.510,- bruto per jaar (excl. overige arb. voorw.) Analytisch sterke academicus met economische affiniteit. Ervaring in (semi) publieke sector en met complexe strategische vraagstukken onder politieke druk. Oog voor de belangen van woningcorporaties op terrein van woningwet, woningmarkt binnen de driehoek van beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van woningen. Initiatiefrijk, oplossings- en samenwerkingsgericht. Met flair overtuigen. Goede gesprekspartner, daadkrachtig en met helicopterview. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Senior Adviseur Ruimtelijke Projecten 32 - 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie rol bij de snelst groeiende gemeente in het noorden voor een adviseur die de regie voert op uitdagende en complexe ruimtelijke projecten. Denkt actief mee met ondernemers en inwoners over de realisatie van dromen, initiatieven en plannen. Is een inspirerende sparringpartner die rust brengt en verbindend, collegiaal en politiek sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Strategisch Communicatieadviseur / Woordvoerder 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Energiek, gedreven, creatief en ervaren strategisch adviseur. Adviseren op strategische communicatie vraagstukken en woordvoeder voor collegeleden. Inhoudelijk sterk en regie kunnen voeren op wat nodig is en hierin prioriteiten stellen. Verbinder met durf, lef en met open blik meebouwen aan de vernieuwing van de afdeling communicatie en collega’s hierin meenemen. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Adviseur Informatiebeheer Gemeenten 36 uur | schaal 10 max. € 63.123,- bruto per jaar (incl. IKB) Gedreven en ervaren adviseur met groot hart voor (digitale) archivering. In de rol van relatiemanager adviseren van klanten. Legt makkelijk contact met bestuurders, managers en medewerkers. Pro actieve houding, analytisch sterk en prioriteiten kunnen stellen. Initiëren van verbeteringen, optreden als vraagbaak en uitvoeren van inspecties en rapporteren aan klanten. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 12-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Ramon van Flymen / ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Geld voor extra handen is er nog steeds niet Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. MELDINGEN OPENBARE RUIMTE GEWOON DOORLUSSEN Door landelijke maatregelen werkt een groot deel van de bevolking nu al meer dan een jaar thuis. En op die zolderkamertjes en in die logeer kamers en keukens ergeren ze zich groen en geel aan geluidsoverlast door wegwerkzaamheden of klussende buren, aan losliggende stoeptegels en het vuilnis dat te laat wordt opgehaald. En wat doen burgers die overlast of slecht onderhoud ervaren? Ze bellen de gemeente. In heel Nederland worden de meldpunten openbare ruimte inmiddels platgebeld en platgemaild. In Amsterdam alleen al nam het aantal meldingen in coronatijd met 88 procent toe. Dat is dus bijna een verdubbeling. Voor het beantwoorden van al die telefoontjes en dat mailverkeer zijn ook mensen nodig. En daar hebben gemeenten een groot tekort aan. Sinds het mantra ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’ in Den Haag opgeld deed, heeft het rijk een flink pakket taken bij de gemeenten over de schutting gekieperd, dus het tekort aan ‘handjes’ is alleen maar toegenomen. Toch nam, volgens cijfers van de Kennisbank Openbaar Bestuur, het aantal gemeenteambtenaren sinds de decentralisaties in 2015 slechts in beperkte mate toe. Helemaal opvallend is dat het aantal rijksambtenaren niet afnam, maar harder steeg dan de bezetting van de gemeenten. Op de laatste ledenvergadering van de VNG bleek dat gemeenten het tekort aan menskracht en geld spuugzat zijn. De rijksoverheid ziet er geen been in om honderden miljoenen stuk te slaan op ongebruikte mondkapjes, maar geld voor extra handen in de gemeente is er nog steeds niet. Die dreigen nu de deur naar Den Haag dicht te gooien en nieuwe taken niet uit te voeren. Maar ook in Den Haag weten ze dat dit loze dreigementen zijn. Met het stoppen van de uitvoering raken gemeenten immers alleen hun eigen burgers. MICHIEL MAAS REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR Ik heb een beter idee voor de activistische gemeente die een gebaar wil maken: lus de telefoonlijn van het meldpunt openbare ruimte een dagje door naar het ministerie van uw keuze. Daar zitten ambtenaren zat. En die snakken vast en zeker naar een beetje contact met de burger. ADVERTENTIE EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven - t - n ’ - w BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY ENERGIESTRATEGIE De RES-regio’s komen voor 1 juli met een definitief plan voor de op te wekken duurzame elektriciteit. Dan moet de plek van windmolens en zonneparken worden bepaald. Burgers hebben nog nauwelijks kunnen meepraten. 10 JOHN JORRITSMA ‘IK BEN EEN WORKAHOLIC’ Eindhoven groeit en bloeit, maar dat gaat niet zomaar. Burgemeester John Jorritsma wil extra geld van het rijk. Een gesprek over de keerzijde van economisch succes en de Wet van de aardbeienjam. 28 VAN NO-GO-AREA TOT HOTSPOT 24 PIONIERENDE GEMEENTEN JEUGDZORG OP DE SCHOP Gemeenten onderzoeken de mogelijkheden om tot een financieel houdbaar jeugdstelsel te komen. Bericht uit drie pionierende gemeenten. Tientallen jaren zaten de deuren er stevig op slot. Maar een voormalig gevangenisterrein kan van een no-go-area veranderen in een hotspot met horeca, cultuur en bedrijven. Wethouders van Breda, Amsterdam en Haarlem over de gewenste ontwikkeling. EEN BRUISEND LEVEN VOOR DE GEVANGENIS NIEUWS Laat raad gaan over aantal wethouders ESSAY Ga anders formeren ACHTERGROND Help, Almere zakt de klein in ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. Onderwijs: van geldverdeler tot kop-van-Jut ‘Fossiel ABP moet anders beleggen’ SPECIAL EUROPA Meedoen belangrijker dan winnen Rapportage Europees geld is een rommeltje 42 45 18 22 32 37 4 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 5 7 8 17 47 50 52
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 04 NIEUWS BESTUUR DOOR: WOUTER BOONSTRA De gemeenteraad moet zelf kunnen bepalen hoeveel wethouders hij aanstelt. Ook zouden wethouders meer ondersteuning moeten krijgen. De Wethoudersvereniging wil snel maatregelen nu het aantal lokale bestuurders met een burn-out oploopt. TEGENGAAN VAN BURN-OUTS BIJ LOKALE BESTUURDERS ‘LAAT RAAD GAAN OVER AANTAL WETHOUDERS’ ‘Laat de gemeenteraad zelf bepalen hoeveel wethouders ze aanstellen’, oppert directeur Jeroen van Gool van de Wethoudersvereniging. Hij ziet het als manier om de zorgelijke aantallen uitvallende wethouders te stoppen. Het Wethoudersonderzoek van Binnenlands Bestuur en De Collegetafel toonde eerder aan dat 33 wethouders in 2020 afhaakten om gezondheidsredenen. Zij bereikten de grenzen van hun fysieke mogelijkheden. Daarmee volgt het lokaal bestuur de Haagse trend, waar Kamerleden zoals Pieter Omtzigt en minister Bruno Bruins en staatssecretaris Bas van ’t Wout onlangs ook afhaakten wegens ‘overspannenheid’. Den Haag wordt door sommigen dan ook een ‘burn-outfabriek’ genoemd, maar lokaal gaat het dus ook die kant op. De Wethoudersvereniging maakt zich daar zorgen over. ‘Het wethouderschap is vaak een meer dan fulltime baan. De omvang van taken, de complexiteit en het maatschappelijk afbreukrisico nemen alleen maar toe. Door corona zijn ook de “leuke, losse momenten” met inwoners of bij de koffieautomaat weg. Dat breekt wethouders op’, aldus directeur Jeroen van Gool, zelf CDA-raadslid in Alphen aan den Rijn. VALKUIL Onder druk van corona is ook de werkdruk toegenomen. Van Gool hoort van wethouders dat al dat digitale vergaderen kansen biedt, maar ook een valkuil is. ‘Veel overleggen achter elkaar is handig, ‘ Ons bestuur is door alle spanningen minder stabiel’ maar de keerzijde is dat je veertien uur per dag onafgebroken in dat soort vergaderingen zit.’ Dat vergt iets van de geestelijke flexibiliteit. Overleggen variëren van een stoep tegel tot het bereiken van klimaatdoelen en alles wat daartussen zit. ‘Er zijn geen mijmermomenten meer om je voor te bereiden. Er zijn minder kansen om te reflecteren. Voorheen gebeurde dat tijdens de reistijd of bij de koffieautomaat. Wethouders zijn gebaat bij contacten met mensen. Die leuke component is er niet meer en dan is het moeilijk vol te houden. De balans is volledig zoek.’ Corona gaat weer voorbij, maar voor corona was er al de financiële druk op schouders van wethouders, merkt Van Gool op. ‘Hoe moet je daarmee omgaan? Ieder extra gezin met een autistisch kind moet je helpen, maar steeds is dat een overschrijding van het budget. Het college is bepalend: of samen problemen het hoofd bieden of eenzaam blijven met je eigen portefeuille. Dit leidt tot spanningen in colleges en op wethouders.’ En dat leidt weer tot uitval van wethouders. Ze leggen het bijltje erbij neer of gaan langer door, met burn-outs tot gevolg. Als colleges de spanningen niet goed verwerken, kunnen ze leiden tot coalitiebreuken. ‘Ons bestuur is daardoor minder stabiel geworden.’ ZORGELIJK De stabiliteit van het openbaar bestuur is in het gedrang. En dat is zorgelijk. ‘Als je na 60 tot 70 uur werken nog niet alle uitdagingen hebt gedaan, dan gaat er dus iets mislopen op de langere termijn. Het gaat ten koste van de gezondheid.’ Dat geldt voor Kamerleden, bewindslieden en het geldt ook voor gemeenteland. ‘Ik ken persoonlijk al tien wethouders die uit de running zijn of met ziekteverlof of die zich hebben laten vervangen.’ De Wethoudersvereniging ziet dit niet alleen met lede ogen aan, maar probeert ook ‘bewustwording’ te creëren. ‘Op oriëntatiedagen wijzen we mensen die wethouder willen worden erop, de balans en vitaliteit te behouden. Ook tijdens intervisie wordt hierbij stilgestaan. We staan worstelende wethouders individueel bij en organiseren masterclasses, waarin we inzicht geven in een goede balans in werkdruk, zodat je kunt blijven functioneren.’ A . . r t n n n t BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 BESTUUR NIEUWS 05 ‘ Er zijn geen mijmermomenten meer om je voor te bereiden’ Een luisterend oor en ‘er zijn’ is al belangrijk. ‘Laat je door professionals begeleiden op heidagen of in collegevergaderingen. Ruim tijd voor elkaar in. Er was een lastige vergadering in de raad. Hoe gaat het nu? We zien iets op jouw dossier aankomen: hoe kunnen we je helpen? Je had een moeilijk gesprek met een ondernemer die zijn zaak moest sluiten. Hoe is het nu met jou? Er zit een persoon achter de wethouder. Gun hem of haar een uitlaatklep.’ GEMEENTERAAD De gemeenteraad kan daar als werkgever een rol in spelen, vindt Van Gool. ‘Goed werkgeverschap is ook vragen: college, hoe gaat het met jullie? Iedereen ziet hoe hard jullie werken om de boel draaiende te houden. Dat geldt ook voor de ambtelijke organisatie. Vraag in het presidium hoe het ervoor staat.’ CARTOON BEREND VONK Van Gool hoopt toch dat de meeste gemeenten kansen blijven benutten om met elkaar de hei op te gaan. ‘Even informeel, buiten de raadscyclus om, met een natje en droogje. Doe een midterm review. Hoe gaan we nu verder in de laatste fase? Heb oog voor persoon achter het ambt. Dat is heel gezond.’ Raadsleden kunnen ambtelijke ondersteuning krijgen via de griffie, maar in lang niet elke gemeente hebben wethouders bestuursondersteuners, constateert Van Gool. ‘En niet iedere gemeente biedt de broodnodige ruimte om wethouders opleidingen te laten volgen of intervisie te laten doen om stoom af te blazen. Dat kan helpen om als wethouder goed te functioneren.’ Verder hebben wethouders geen wettelijke vrije dagen, ook niet voor mantelzorg. ‘In coronatijd moest dat weleens en dan is daar geen regeling voor. Het zou goed zijn om daarover na te denken.’ Een ander idee is: vrijgeven hoeveel wethouders er zijn in een gemeente, want nooit is geregeld om meer wethouders aan te stellen om een klus te klaren. Van Gool: ‘Je mag met een deeltijdaanstelling voor 60 procent salaris 120 procent aan sturen draaien. Dat is geen gezonde constructie om het openbaar bestuur te waarderen. Daar is meer ruimte en versoepeling nodig. Thema’s als de energietransitie, de Omgevingswet, het sociaal domein en alle veranderingen door corona kunnen een rechtvaardiging zijn om extra wethouders aan te trekken. De Tweede Kamer kan wel een programmaminister voor corona regelen, maar een gemeente kan zoiets niet doen, want het aantal wethouders is gemaximeerd. Dat is krom.’
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN07 VERKEERD DEBAT OVER WINDMOLENS Voor de ambtenaar van de toekomst Met een VNG Connect Trainee haalt u jong talent in huis met een frisse kijk. VNG Connect leidt trainees op tot de allround ambtenaar van de toekomst. En misschien wel het belangrijkste: zij staan klaar met innovatieve ideeën voor de organisatie en om projecten van de grond te krijgen. Een VNG Connect trainee: Verbindt verschillende werelden met elkaar Is inzetbaar op ieder moment Neemt opgedane kennis in andere organisaties mee naar de volgende opdracht Is in dienst van VNG Connect: geen werkgeverslasten, HR-zaken en WW-verplichtingen Aan de slag met onze trainees? Kijk op vngconnect.nl/ trainees Het is een klassieke truc uit het opvoedboek: een peuter kun je bijna alles laten doen door hem een gesloten keuze te geven. In plaats te verordonneren dat er nu een keer kaas op brood moet in plaats van die eeuwige hagelslag, hoef je alleen maar te vragen: wil je kaas of worst? In een autonome roes van vrije wil zal het kind een van beide opties kiezen en de kaas opeten alsof het hagelslag is. Iedereen blij. Maar of het daarna fair is om je kind voortaan aan te kondigen als een kaasliefhebber is een andere vraag. Toevallig speelt zo’n vraag in mijn eigen achtertuin. Van daaruit kijk ik uit op een zoekgebied voor 200 meter hoge windturbines. En dat allemaal als uitdrukking van de volkswil, begreep ik uit het lokale krantje. Daarin stond een blije infographic van de gemeente dat slechts 17 procent tegen windmolens was. Journalist Bas Vermond, inwoner van een dorp uitkijkend op de voorgenomen plaats waar de windmolens zouden moeten komen, vond dat ook een opvallend percentage en hij trok via de Wob wat onderliggende documenten boven tafel. In de gemeentelijke stukken werd gesproken over een inwonersconsultatie met doelen als ‘informeren over de opgaven RES/creëren acceptatie RES’ en gehoopte opbrengsten als ‘een conversatie over de lokale gevolgen van de RES’. Dat wijst erop dat de enquête geen open onderzoek was naar ieders gewenste uitzicht, maar een gericht onderzoek naar de beweegredenen van het stille midden. Binnen beleidskeuzes die al gemaakt waren: ergens moesten die zonneweiden en windturbines komen. Verwachtingenmanagement was dus belangrijk, ‘niets doen geen optie’. En dat ging best ver. Bewust werd niet van windturbines gesproken, maar van windmolens en er werd lang gediscussieerd of ‘in de omgeving van uw woning’ minder heftig overkwam dan ‘in de buurt van uw woning.’ Soortgelijke vragen spelen in meerdere Nederlandse gemeenten, zo bleek onlangs uit een artikel in de Volkskrant. Inwoners wordt via een enquête gevraagd hun mening te geven over de aanleg van duurzame energiebronnen. Daarbij regent het klachten, zo bleek ook in Amsterdam, Bronckhorst, Marken, Waalwijk, Raalte, GemertBakel en veel meer gemeenten. Kern van de klacht is meestal dat de inwoners het gevoel hebben dat hen iets door de strot wordt geduwd. Inwoners kunnen kiezen tussen ‘zonneparken mogen zichtbaar zijn in het landschap’ en ‘zonneparken moeten verstopt worden in het landschap’, of er kan gekozen worden voor windmolens ‘dicht bij de natuur’ of ‘aan de randen van de stad.’ Kortom: wilt u de windmolens in uw De gemeente Alphen aan den Rijn kreeg de volle laag GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN voor- of achtertuin? In menige gemeente betogen inwoners dat enquêtes tendentieus zijn en beschuldigen het bestuur van manipulatie. De enquêtes suggeren steun, zo vindt men, maar dienen slechts ter ondersteuning van een vooraf vastgesteld doel. Naar het mij voorkomt is dit echter de verkeerde discussie. Er is niets mis met een instrumenteel, gericht onderzoek naar de opvattingen bij een specifieke groep binnen vooraf bepaalde kaders. Als dat informatie is die je wilt ophalen, dan moet je die ophalen. Dat er dan niets van zou deugen in termen van wetenschappelijke waarheidsvinding, doet niet ter zake. Dat was niet het doel. Het gaat pas mis als een dergelijk instrumenteel, ingekaderd onderzoek in de politiek wordt gebruikt als zelfstandig argument over draagvlak. Als er rond een percentage een democratische suggestie wordt geweven die tegenstanders van windturbines in de buurt van hun woning uit het proces drukt. Ik vind het geen probleem om specifiek bij bejaarden uit te vragen of men liever door de hond of door de kat wordt gebeten. Zelfs niet als men heel bewust spreekt van een ‘hondje’ om zo de associatie met een gevaarlijke vechthond te vermijden. Maar als vervolgens een meerderheid van de respondenten er uit arren moede voor kiest om dan maar door het hondje gebeten te worden, dan mag je niet constateren dat er draagvlak is voor de afschaffing van de muilkorfplicht. Want dat heb je niet onderzocht.
Pagina 8
08 NIEUWS IN BEELD VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DOOR: MARTIN HENDRIKSMA RAAD VERSUS DE STATEN Meest en minst genoemde drijfveren BETROKKENHEID IS LEIDEND De financiële vergoeding of het krijgen van waardering vormen zelden de motivatie voor raads- en Statenleden om zich verkiesbaar te stellen. Zij doen hun werk vooral uit maatschappelijke betrokkenheid: omdat ze een bijdrage willen leveren aan de samenleving of hun politieke ideeën willen uitvoeren. Het overgrote deel van de raadsen Statenleden (zo’n 80 procent) is na twee jaar tevreden over de bijdrage die zij daadwerkelijk hebben kunnen leveren. ‘Goed nieuws voor de aantrekkelijkheid van het ambt’, vindt onderzoeker Daan Jacobs van Necker van Naem. Bijdrage leveren aan de samenleving 81% 87% Uitvoeren van eigen politieke ideeën 47% 35% 35 Financiële vergoeding ële ding 1% 2% Waardering krijgen 0% 1% Statenleden raadsleden Ik ben trots op mijn werk 83% 86% Statenleden raadsleden EVEN TROTS Statenleden zijn net zo trots op hun werk als raadsleden dat een jaar eerder – voor de pandemie – waren. Ook zijn ze min of meer in dezelfde mate bereid zich weer verkiesbaar te stellen. Toch overweegt één op de vijf volksvertegenwoordigers na hun termijn te stoppen. Dit betreft relatief vaak nieuwkomers. ‘Daarmee is vooral de vraag hoe startende volksvertegenwoordigers een goed en realistisch beeld kunnen krijgen van wat het raads- en Statenwerk vraagt. Om zo te voorkomen dat de nieuwe aanwas ook weer snel afhaakt’, aldus Sabine van Zuydam van Necker van Naem. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 A BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 NIEUWS IN BEELD 09 Wat vinden raads- en Statenleden van de aantrekkelijkheid van hun ambt? Hoe staat het met de dualisering en welke integriteitsdilemma’s spelen er? Necker van Naem deed een midterm-onderzoek onder raadsleden in maart 2020 (net voor de coronapandemie) en onder Statenleden in maart 2021. De overeenkomsten tussen de volksvertegenwoordigers blijken groter dan de verschillen. COALITIE VEEL MEER TEVREDEN De samenwerking met het college wordt door raadsleden en Statenleden vrijwel gelijk beoordeeld: respectievelijk 59 en 57 procent is tevreden. Hier gaan echter grote verschillen achter schuil. Raads- of Statenleden van oppositiepartijen zijn substantieel minder tevreden over de wijze waarop zij hun rol kunnen uitvoeren dan vertegenwoordigers van coalitiepartijen. En Statenleden van oppositiepartijen zijn hier nog negatiever over dan oppositieraadsleden. Tevredenheid over taken Statenleden raadsleden 71%* 69% oppositie coalitie Statenleden 73% raadsleden 71% 45% 38% 22% 14% Controleren van bestuur Bepalen hoofdlijnen beleid *percentage (zeer) tevreden Voornaamste integriteitskwesties Respectloos INTEGRITEIT ONDER DRUK 41% omgaan met derden Niet correct declareren Meestemmen over zaken met persoonlijk belang Verstrengeling met belangen familie, vrienden etc. Optreden als adviseur bij geschil burger-bestuur Overige niet-integere gedragingen 2% 11% 17% 29% Statenleden raadsleden 17% 4% 12% 14% 10% 13% 30% Twee derde van de raads- en Statenleden zag in het voorgaande jaar niet-integer handelen bij een of meerdere collega’s. ‘Opvallend bij raadsleden is dat de gedragingen veelal te maken hebben met te nauwe relaties binnen de samenleving’, aldus Sabine van Zuydam. ‘Denk aan verstrengeling met eigen belangen of die van familie, vrienden en collega’s. Of het optreden als adviseur van burgers die een geschil hebben met de gemeente.’ Ook relatief veel Statenleden noemen het meestemmen over zaken waarbij iemand een persoonlijk belang heeft. ‘Maar vaker nog noemen zij het niet correct gebruiken van vergoedingen en declaraties.’
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 10 INTERVIEW JOHN JORRITSMA DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: LORAINE BODEWES De regio Eindhoven groeit en bloeit, maar dat gaat niet zomaar. Burgemeester John Jorritsma wil extra geld van het rijk. Een gesprek over de keerzijde van economisch succes, de ingrijpende gevolgen van corona en - niet te vergeten - de Wet van de aardbeienjam. EINDHOVENS BURGEMEESTER JOHN JORRITSMA: ‘IK LOOP TEGEN M’N GRENS AAN’ De kabinetsformatie mag op straat weinig tongen losmaken, in ‘s lands gemeentehuizen is dat wel anders. Menig burgemeester/wethouder smeedt een alliantie met regio- of lotgenoten om met een manifest of bod de aandacht van de kabinetsinformateur te trekken. Wie weet beland je met aantrekkelijke argumenten en veel publiciteit in het regeerakkoord van Rutte IV. ‘We zijn genoemd.’ Maar wat dan nog? ‘Eindhoven komt in het regeerakkoord van Rutte III wel zes keer voor. Daarvoor heb ik ongelofelijk gelobbyd. Maar in de bijlage heb ik geen cent teruggevonden’, zegt de burgemeester van Eindhoven John Jorritsma (64). Nu kan het er ook mee te maken hebben dat Eindhoven niet in de Randstad ligt. ‘Voor Den Haag zijn we ver weg, terwijl wij voor een groot deel de kurk zijn waarop de Nederlandse economie drijft’, zegt burgemeester Jorritsma. De Randstad, in het bijzonder de main ports Amsterdam en Rotterdam, kan niet zonder de brains van Eindhoven, aldus Jorritsma. ‘Eindhoven heeft een internationale positie verworven op het gebied van kennis, design, artificial intelligence, nanotechnologie, noem maar op. Het buitenland ziet dat. Al de interviews die ik gegeven heb over de focus en de samenwerking tussen kennisinstellingen, bedrijfssleven en overheid. Het buitenland kent de waarde van Eindhoven beter dan Nederland zelf.’ Eindhoven heeft ook nooit een cent gekregen uit het extra fonds van het gemeentefonds voor het voorzieningenniveau. Dat ging allemaal naar de G4-gemeenten. Jorritsma: ‘Ja, we hebben 370 miljoen euro uit de regio-envelop gekregen voor investeringen in de voorzieningen. In Den Haag krijg ik dat ook vaak te horen: “Je hebt toch maar mooi 370 miljoen gekregen, hè? Dan zeg ik: “Nee, dames en heren, dat is niet waar. Ik heb 130 miljoen van jullie gekregen, de resterende 240 miljoen hebben we als stad met de provincie en het bedrijfsleven gecofinancierd.” Dat vergeten ze erbij te vertellen.’ En dan is die 130 miljoen euro ook nog voor vier jaar. ‘Dat is iets meer dan 30 miljoen per jaar. Incidenteel, hè? Ik zeg altijd tegen de premier en de ministers: geef mij gewoon elk jaar 70, 80 miljoen euro. Dan ben ik tevreden. Maar doe het wel structureel, want ik kan geen stad bouwen op incidenteel geld. Nu noemen ze het in Den Haag serieel incidenteel geld; alsof dat wat uitmaakt.’ TRUCKS Corona of niet, Eindhoven groeit en bloeit. Onlangs schreef Binnenlands Bestuur al over de vruchtbare samenwerking tussen de overheid, de kennisindustrie en het bedrijfsleven in de regio zuidoost-Brabant. Jorritsma: ‘Voor corona hadden we een economische crisis en een financiële crisis, maar we hadden jaarlijks wel 4 tot 8 procent economische groei. Terwijl de rest van Nederland in het eerste kwartaal van 2021 door corona op nul of min bleef staan, schreef deze regio 2 procent economische groei. DAF bouwt hier 250 trucks per dag. Alleen al een bedrijf als ASML groeit per maand met zo’n 300 medewerkers. Ze gaan de komende jaren naar 20.000 medewerkers. Het mkb rond ASML groeit mee.’ ‘De veer staat strakker en strakker’ Die groei brengt Eindhoven ook in de problemen. Jorritsma: ‘Je moet de voorzieningen hebben. We moeten 4.000 woningen per jaar bouwen, er moeten scholen komen, cultuur en sport, infrastructuur. Dat kan ik niet alleen uit de WOZ-opbrengst financieren. De Zuidas is niet gebouwd vanuit de WOZ in Amsterdam. Dat is ook met geld uit de rijksinfrastructuur bekostigd.’ Eindhoven wil boter bij de vis. Brainport Eindhoven heeft de informateur en de fractievoorzitters in de Tweede Kamer daarom een heus Brainport Bid gestuurd. Het nieuwe kabinet zou jaarlijks minimaal 60 miljoen euro in de regio moeten investeren voor onder andere de ‘ontwikkeling van publiek-private innovatieprogramma’s’. Jorritsma: ‘Het kan in deze coronatijden niet op. Je kunt de krant niet openslaan of de televisie aanzetten of het kabinet heeft een miljard voor dit en een paar miljard voor dat uitgetrokken. Er is geen enkele rem. Natuurlijk gaat daar een einde aan komen. En juist dán moet je je geld investeren op de plek waar dit het meeste opbrengt voor het land. Dan hoef je niet ver te zoeken.’ AARDBEI Je zou kunnen denken: een stad die het al jaren beter doet dan welke andere stad in Nederland moet leren om zijn S - INTERVIEW 11 CV JOHN JORRITSMA (Bolsward, 1956) was van 1987 tot 1991 gemeente secretaris in Loenen aan de Vecht en van 1991 tot 1997 secretaris in de Brabantse gemeente SintOedenrode. Van 1994 tot 1998 was Jorritsma ook voor de VVD lid van de Staten van NoordBrabant. Van 1997 tot 2002 was hij burgemeester van de fusiegemeente Cranendonck. Van 2002 tot 2008 was Jorritsma directeur van de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij. In mei 2008 werd hij benoemd tot commissaris in Fryslân. Op 13 september 2016 werd John Jorritsma geïnstalleerd als burgemeester van Eindhoven. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 12
Volg je opleiding virtueel en/of klassikaal Start al in september!                    Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: • Burger- en publiekszaken • Sociaal domein • Ruimtelijk domein • Beleid, bestuur en management • Bedrijfsvoering • Persoonlijke ontwikkeling en vaardigheden •  • Openbare orde en veiligheid      INTERVIEW 13 eigen broek op te houden. ‘Dat is makkelijk gezegd, maar de bedrijven die crescendo gaan in de hightech en de machinebouw betalen niet mee aan de aanleg van wegen en betalen niet de verduurzaming van de stad. Ze bouwen voor mij geen huizen en bouwen voor mij geen cultuurtempels’, reageert Jorritsma. ‘Ik geloof niet dat in Amsterdam, Den Haag of Rotterdam bedrijven meebetalen aan de publieke infrastructuur. Rotterdam ontvangt jaarlijks uit de Rotterdamse haven 50 tot 70 miljoen euro dividend. Dat geld kunnen ze in de stad en de regio pompen. Wij hebben hier alleen een jachthaven. Ik heb in Eindhoven structureel geld van het rijk nodig om het verdienvermogen van Nederland te garanderen. Hier maken we de toekomst. Hier hebben we de kennis.’ Eindhoven is volgens John Jorritsma slachtoffer van de Wet van de aardbeienjam (de Wvda). ‘Op één witte boterham leggen wij in het egalitaire Nederland in het midden één aardbei. We prakken hem fijn en smeren hem uit. De boterham wordt lichtroze. Het smaakt nergens naar, maar iedereen heeft wat.’ Die aardbei zou gewoon op Eindhoven moeten worden gelegd, vindt Jorritsma. ‘En dan een hap nemen. Eindhoven is voor Nederland de kip met de gouden eieren, dus die moet het beste voer hebben. Ja, ja, maar als er geld naar Eindhoven gaat, dan moet er ook geld naar Zwolle en naar Enschede. Waarom? Ik misgun die steden niks en als burgemeester van Enschede zou ik ook prediken voor Enschede, maar nergens in Nederland is het verdienvermogen zo groot als in Brainport Eindhoven. Als politiek Den Haag ons weer eens ophemelt, dan zou ik willen zeggen: put your money where your mouth is.’ POLITIEKE WAAN Terwijl Eindhoven floreert en de woningen voor de whizzkids van ASML niet zijn aan te slepen, zakt een ander deel van de lichtstad steeds verder weg in bijstand, schoolverzuim en drugscriminaliteit. Reden waarom Jorritsma ook nu probeert in het regeerakkoord van Rutte IV te komen, maar dan wél met veertien andere burgemeesters van steden met chronische probleemwijken. En daar zitten ook de grote steden uit de Randstad tussen. Een onweerstaanbare alliantie. De burgemeesters verlangen in hun manifest Dicht de Kloof! van het rijk langjarige extra investeringen (400 miljoen per jaar voor de stedelijke vernieuwingsgebieden en 100 miljoen voor andere kwetsbare gebieden) en meer uitzonderingen in wetgeving en onorthodoxe maatregelen. In Eindhoven moet met zo’n programma de wijk Woensel-Zuid uit ‘Ik ben geen politicus; ik ben een bestuurder’ het slop worden gehaald. Jorritsma: ‘Duurzaam, hè. Weg van de politieke waan van de dag. Niet zoals gebruikelijk in de politiek: opportunistisch en hit and run.’ De rasbestuurder Jorritsma belandde in de wereld van de hit and run toen hij in najaar van 2016 van Leeuwarden naar Eindhoven verhuisde. Zijn bestaan als commissaris van de koning in Fryslân was kalm en overzichtelijk. Hoe zei de toen bijna 60- jarige Jorritsma het ook alweer bij zijn afscheid in Binnenlands Bestuur? ‘Ik had als commissaris een volle, maar geen drukke baan en ik had tot mijn 70ste op de automatische piloot verder kunnen gaan, maar dat zit niet in mij.’ En dus koos hij op zijn ‘ouwe dag’ voor de hectiek en dynamiek van Eindhoven. Jorritsma: ‘Boele Staal en Ed Nijpels waarschuwden: “Weet je wel waar je aan begint? Het is misschien één van de zwaarste bestuurlijke banen in Nederland. Realiseer je je dat?” Ik ben heel eerlijk: dat had ik mij onvoldoende gerealiseerd. Alle vergelijkingen tussen het commissariaat en het burgemeesterschap van zo’n grote stad gaan mank. We hebben ons huis in Frankrijk moeten verkopen. Dat ging gewoon niet. We konden pas later gaan of we moesten eerder terugkomen en als we er waren, werd ik constant gebeld.’ PETTEN De lichtstad leerde zijn burgemeester vooral in deze coronatijd goed kennen. Eerst in januari, toen hij wel ‘kon janken’ van het geweld dat anti-avond klok - relschoppers gebruikten tegen de politie, en vooral in april toen hij naar aanleiding van Koningsdag met zijn vrouw Georgette figureerde in de rubriek Buis & Haard in de VARAgids. Jorritsma: ‘Ik moet tot mijn schande bekennen dat ik die rubriek niet kende, maar het was superleuk. De reacties die ik daarop heb gekregen, in de supermarkt, bij de kapper! Dat maak je niet mee na een artikel in het FD hoor. Als ik bij Nieuwsuur ben, krijg ik daar wel wat reacties op, maar als ik bij RTL Boulevard ben geweest, krijg ik van iedereen commentaar. Dat past wel bij mijn streven om aanraakbaar te zijn, hoewel ik niet het type burgervader ben. Ik ga dat niet faken. Ik ben geen politicus; ik ben een bestuurder.’ Jorritsma jongleert in zijn eigen woorden ‘met petten’. Hij somt ze op: ‘Ik ben burgemeester van een grote stad, ik ben voorzitter van de veiligheidsregio, ik ben voorzitter van de metropoolregio, ik ben voorzitter van Brainport, ik ben regioburgemeester voor Oost-Brabant en covoorzitter van de Taskforce-RIEC. Ik heb geen kapsones en hou niet van poeha, maar ik ben wel een workaholic.’ En hij is voorzitter van de gemeenteraad. Een gemeenteraad die op zijn tandvlees loopt. Marathonzittingen zijn schering en inslag en de werkdruk is onverantwoord hoog. Zo ernstig dat de Eindhovense raad begin deze maand besloot om zes kant-en-klare voorstellen pas na de zomer te behandelen. Jorritsma: ‘De ambities van de stad houden geen gelijke tred met de capaciteit van de organisatie. We willen te veel voor wat we kunnen.’ En daar kwam corona ook nog eens bij. Jorritsma: ‘Dat vreselijke teamsvergaderen. Ik heb vergaderingen gehad die ‘s middags om twee uur begonnen en om elf uur ‘s avonds eindigden. De volgende dag ging de vergadering dan weer door. Zes wethouders en 45 raads leden, en als voorzitter moet je dat constant modereren. Heel verschrikkelijk, voor iedereen. Je krijgt veel irritaties door onder andere het digitale stemmen.’ Het laat Jorritsma ook niet onberoerd. ‘Ik sta nu 15 maanden 24 uur per dag aan. Iedereen vindt dat heel gewoon, maar ik merk dat ik tegen de grens aanloop. Ik geloof dat ik vanavond naar mijn 73ste veiligheidsberaad ga. De veer staat strakker en strakker. Ik kan niet wachten tot we weer normaal bij elkaar kunnen komen in de nieuwe raadszaal, maar ik wil wachten totdat iedereen volledig is gevaccineerd. Dus voor het zomerreces nog een paar van die vreselijke teamsvergaderingen en daarna gaan we los!’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 14
14 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: BERLINDA VAN DAM / ANP-HH De dertig RES-regio’s komen voor 1 juli met een definitief plan voor de op te wekken duurzame elektriciteit. Dan begint het echte werk: het bepalen waar windmolens en zonneparken worden geplaatst. Participatie van burgers is nog nauwelijks van de grond gekomen. BURGERS NAUWELIJKS BETROKKEN BIJ ENERGIESTRATEGIE WABLIEF, DE RES ? De mogelijke komst van windmolens in het IJmeer vlak voor de Amsterdamse wijk IJburg zorgde in maart van dit jaar voor een golf van protest. Het verpeste uitzicht, mogelijke geluidsoverlast en schade aan de natuur waren voor bewoners reden om in het geweer te komen. De druk op wethouder Marieke van Doorninck (duurzaamheid, GroenLinks) werd uiteindelijk zo groot, dat ze besloot IJburg uit de kaartenbak van ‘zoek gebieden’ te halen. In de verschillende RES-regio’s zoeken de samenwerkende partijen, overheden, maatschappelijke organisaties en netbeheerders naar ruimte voor de wind- en zonneparken die de benodigde duurzame stroom moeten opwekken. In Amsterdam moeten naar verwachting zo’n zeventien windturbines komen. Het was allerminst zeker dat die windmolens bij IJburg moesten worden geplaatst. Het was slechts een van de verschillende zoekgebieden rondom het IJ. Toch is IJburg een typisch voorbeeld van hoe het verkeerd kan lopen met burgerparticipatie in de regionale energiestrategieën. Dat speelt ook in andere regio’s, waar de doelen na maatschappelijk protest door gemeenten soms flink omlaag zijn bijgesteld. Amsterdam is zeker geen uitzondering, zegt Annie van de Pas van de Natuur- en Milieufederaties (NMF). De provinciale natuur- en milieufederaties zitten aan tafel in de verschillende RES-regio’s en maken met enkele andere maatschappelijke bewonersorganisaties onderdeel uit van de participatiecoalitie. Ze zetten zich in voor meer burgerparticipatie, zeggenschap over plannen en deelname in energieprojecten. ‘Er zijn RES-regio’s waar de participatie best goed is geregeld, maar in de meeste is dat niet zo. Voor een goed participatieproces wil je burgers informeren, betrekken en co-creëren. Maar op het eerste punt, het informeren van de burger, gaat het al niet goed. Er wordt te lang gewacht met het betrekken van omwonenden, en die worden op een informatieavond dan ineens geconfronteerd met een kaart met windmolens erop en de term “zoekgebieden”. Voor veel mensen komt dat als een donderslag bij heldere hemel.’ IDEAAL MOMENT Volgens Van de Pas heeft bestuurlijk Nederland de kans laten liggen bij de ondertekening van het Klimaatakkoord. ‘Het is daarna stil gebleven. Het was het ideale moment geweest om mensen veel beter te informeren waarom de energie transitie nodig is, en hoe we het gezamenlijk willen aanpakken. Maar het was bestuurlijk al zo ingewikkeld om het RES-systeem op te tuigen, dat participatie naar achteren is geschoven.’ Die achterstand is nog lang niet ingelopen, vindt Van de Pas. ‘We komen nu in een fase dat de burger er wel bij betrokken móét worden, maar in veel regio’s kwam dat proces pas kortgeleden echt op gang. Natuurlijk, we hebben door de coronamaatregelen ook niet alle mogelijkheden kunnen gebruiken, maar we hebben bij het Klimaatakkoord afgesproken om hard te H BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ Ik heb nergens een goed doorlopen proces gezien’ sturen op de doelen, maar zacht op het proces. We moeten bewonersgroepen er nu actief bij betrekken.’ Het creëren van maatschappelijk draagvlak was een van de voornaamste redenen om de energietransitie regionaal aan te pakken. Niet de rijksoverheid moest bepalen waar de windmolens kwamen en hoeveel het er moesten zijn. Juist van onderop, vanuit de gemeenten en de bewoners, moest die afweging worden gemaakt. Maar het lijkt erop dat in veel regio’s het traditionele pad van de ruimtelijke ordening wordt gevolgd: er wordt een plan gemaakt, er worden een paar informatieavonden georganiseerd door de gemeenten of het wordt aan de ontwikkelaars overgelaten. Van de Pas: ‘Tegenstand tegen plannen zul je altijd houden. Maar als je mensen vraagt of ze zich zorgen maken over klimaatverandering, zegt driekwart onomwonden “ja”. Mensen realiseren zich dat ze zelf moeten bijdragen aan een oplossing, al zien ze een windmolen in hun directe leefomgeving niet zitten. Maar de nut- en noodzaakdiscussie moeten we lokaal voeren. Als u die schone energie belangrijk vindt, dan moet dat ook in uw buurt. Zo voorkom je het denken vanuit schuttersputjes. Zoals Amsterdammers die zeggen: zet die windmolens lekker in het lege Drenthe. Of mensen in de regio die aangeven: laat ze in de stad lekker hun eigen energie opwekken.’ NIET VANZELF Een voorbeeld waar burgerparticipatie beter werd aangepakt, was in de RESregio Food Valley (Gelderland). Rob Rietveld van het Nederlands Platform Burgerparticipatie en Overheidsbeleid (NPBO) was er vanaf het begin bij betrokken. Ook daar ging het niet vanzelf, zegt hij. ‘Er was wel een stakeholderstafel met bedrijven, netbeheerders en organisaties. Maar daar was de burger niet bij.’ In Food Valley werd uiteindelijk een burgerforum samengesteld, door vijfduizend willekeurige burgers uit de acht verschillende gemeenten een uitnodiging te sturen. Uit de aanmeldingen werd een representatieve groep geselecteerd. PROTEST Burgers keren zich tegen windmolens bij IJburg ‘Daarnaast is gebruikgemaakt van een internetraadpleging van alle burgers uit de regio om aan te geven wat zij belangrijk vinden. Dat is allemaal meegenomen in het stakeholdersoverleg.’ Volgens Rietveld is het volwaardig meepraten van burgers in het proces een absolute vereiste. ‘Van begin tot eind. We moeten een gezamenlijk probleem gezamenlijk oplossen. We moeten niet denken dat we de stem van de burger kunnen reduceren tot een inspraakavond of klankbordgroepje. Daar kijken burgers dwars doorheen. Ik heb het idee dat mensen dat inmiddels beginnen te snappen, maar ik heb nog nergens een goed doorlopen proces gezien.’ Een manier om burgers meer bij duurzame energie-opwek te betrekken, is ze ervan te laten mee profiteren. Om die reden hebben de partijen in het Klimaatakkoord bedacht dat energieprojecten zo veel mogelijk moeten streven naar een deelname van 50 procent van omwonenden of burgers uit de regio. Dat kan in een energiecoöperatie, waarin geld van burgerinvesteerders niet alleen direct als winst wordt uitgekeerd, maar ook wordt geïnvesteerd in maatschappelijke doelen in de directe omgeving van een wind- of zonnepark. Daarmee profiteren alle omwonenden, of ze nu in de windof zonne-energie investeren of niet. Er is nog een tweede voordeel, stelt Siward Zomer van Energie Samen, de landelijke koepel van energiecoöperaties. ‘Je organiseert de positieve krachten. Het kantelt het beeld dat je in zo’n proces maar twee partijen hebt: de initiatiefnemers die eraan verdienen en degenen die tegen zijn. Bij deelname heb je een buurtgenoot die je kent en die op de fiets langskomt om meer informatie te geven. Dan ontstaat er een dialoog.’ TIJD Inmiddels worden er participatietrajecten in verschillende regio’s opgetuigd. Zomer: ‘Voor het oprichten van een energiecoöperatie is tijd nodig. Zeker bij de aanleg van zonneparken gaan de ontwikkelingen veel sneller dan bij een windmolenpark. Ik denk dat bij zon te veel te snel is ontwikkeld.’ Veel van het vereiste werk belandt op het bordje van gemeenten. Zeker de kleinere hebben niet de mensen en middelen om een gedegen proces uit te voeren. ‘Het is ook een kwestie van kennis en ervaring. Een ambtenaar bouwt nooit twee keer een windpark, dus veel van die opgedane kennis verdwijnt weer als die molens er staan.’ Volgens Zomer moeten de regio’s hun rol niet alleen bestuurlijk invullen, maar ook een groter deel van de uitvoering gezamenlijk ter hand nemen. ‘Dat doen sommige regio’s wel, maar in andere staan gemeenten er alleen voor in het uitvoeren van de participatie. Dat hadden we vier jaar geleden al kunnen zien aankomen.’
Pagina 16
Bent u al klaar voor de komst van de Omgevingswet? Schulinck Opleidingen Omgevingsrecht Natuurlijk wilt u als gemeente dat uw medewerkers goed op de hoogte zijn van alle ontwikkelingen rondom de Omgevingswet en het Omgevingsrecht. Met onze opleidingen zetten we de kernpunten van de wet en de betekenis voor vergunningverlening, toezicht en handhaving goed op een rij. Tijdens onze opleidingsdagen staan wij stil bij knelpunten in uw dagelijkse werk en bieden – daar waar het kan – oplossingen. Uiteraard praten wij u bij over de actuele stand van zaken en behandelen wij veel casuïstiek. Ook incompany mogelijk Wilt u met meer mensen in uw organisatie een van onze opleidingen volgen? Ook dat is mogelijk. Al vanaf acht deelnemers kunnen wij elke gewenste opleiding bij u incompany organiseren. Met een incompany opleiding kunnen uw opleidingswensen en behoeften nog meer op maat worden afgestemd. Daarnaast nemen wij graag uw gemeentelijk beleid mee bij de uitvoering van de opleiding. Wij stellen graag een opleiding(straject) samen op basis van uw wensen. Dit kan een klassikale training zijn, e-learning, maar ook in spelvorm. Wij denken uiteraard graag met u mee. Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Joyce Teurlincx via joyce.teurlincx@wolterskluwer.com of bel 077 – 390 2601. Lees direct wat wij voor u kunnen doen op https://www.schulinck.nl/omgevingsrechtincompany-opleidingen In één zin: een training met een WOW-eff ect door een goed samenspel tussen Schulinck en ons. Schulinck doet bij deze training een goede uitvraag. Het is een maatwerk programma geworden, onderdelen toegevoegd uit andere trainingen, waardoor het goed aansloot bij onze behoefte. Uit alles blijkt dat de wil er is om goed aan te sluiten bij wat er echt in de organisatie speelt en leeft (proactieve houding van de trainer). Goede en prettige samen werking en tussentijdse evaluaties waardoor training op een hoger level kwam. Een training zoals je graag elke training het liefst ziet die je als organisatie aanbiedt! Ted van Kralingen, projectleider en Judith Slagter, experimentencoach Omgevingswet | Gemeente Hoeksche Waard BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 25 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Een ambtenaar verhuurt in privétijd panden. IN DE CLINCH Als een gemeentelijke cliënt dakloos dreigt te worden, sluiten ze een huurovereenkomst voor een woning. Schijn van belangenverstrengeling, vindt het college. Maar de ambtenaar had zijn nevenactiviteit toch keurig gemeld? AMBTENAAR VERHUURT WONING AAN CLIËNT De ene dag voert Ad Slotweg* (dienst sociale zaken en werkgelegenheidsprojecten, gemeente Den Haag) een intakegesprek met een cliënt; twee weken later betrekt de cliënt een van de woningen die Slotweg verhuurt. Belangenverstrengeling, oordeelt het college: Slotweg sprak met de cliënt in zijn hoedanigheid van ambtenaar (een zakelijke relatie, de cliënt had een hulpvraag) en maakte er een persoonlijke (huur)relatie van. Dat is ernstig plichtsverzuim. Slotweg wordt eerst geschorst, met inhouding van zijn salaris. Als later alle feiten op tafel liggen: onvoorwaardelijk ontslag. Het is niet alleen deze verstrengeling van belangen die hem wordt verweten. Ook had hij zijn nevenwerkzaamheden moeten melden. Dan was er nog gedoe over het adresonderzoek naar die cliënt/huurder, wat Slotweg bleef ontkennen – dus erover loog, aldus het college. Door dat adresonderzoek bracht Slotweg de cliënt in een slechtere positie: het leidde ertoe dat hij ten onrechte werd uitgeschreven, waardoor zijn uitkering is stopgezet. Ook de rechtbank Den Haag stelt dat de verhuur van een woning aan een gemeentelijke cliënt de schijn van belangenverstrengeling wekt. Het niet melden van de verhuuractiviteiten is plichtsverzuim. Dat Slotweg dit wel heeft besproken met een voormalig leidinggevende maakt het minder ernstig, maar het niet melden van de verhuur aan deze cliënt is een serieuze zaak. Het adresonderzoek naar de cliënt ziet de rechtbank Cliënt werd ten onrechte uitgeschreven niet als plichtsverzuim, het liegen erover wel. Het ontslag is terecht – wat Slotweg aanvecht bij de hoogste ambtenarenrechter. De Centrale Raad van Beroep is er echter niet van overtuigd dat Slotweg het adresonderzoek heeft verricht. Dat blijkt immers niet onomstotelijk uit het systeem Key2Burgerzaken. Er is wel onderzoek gedaan naar de cliënt, maar wie dit deed is onduidelijk. Adresonderzoek: geen plichtsverzuim. Ook staat niet vast dat Slotweg in strijd met de Haagse Arbeidsvoorwaardenregeling heeft nagelaten zijn nevenactiviteiten als woningverhuurder te melden. Volgens de Gedragscode 2008 moeten alleen die nevenactiviteiten worden gemeld die raakvlakken hebben met de functie-uitoefening. Het was algemeen bekend dat Slotweg woningen ADVERTENTIE Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de gratis online masterclass Digitale Fitheid voor ambtenaren Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid 23 september verhuurde, wat ter sprake is gekomen in een formeel gesprek met zijn voormalig leidinggevende. Het college heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat Slotweg dit op een andere manier had moeten melden en dat hij daarvan op de hoogte had moeten zijn. Het niet melden van de woningverhuur: geen plichtsverzuim. Wél plichtsverzuim was dat Slotweg, die wist dat de cliënt dakloos dreigde te worden en op zoek was naar woonruimte, een pand aan hem verhuurde. Slotweg is een zakelijke relatie aangegaan met een persoon die op dat moment niet alleen een gemeentelijke cliënt was, maar ook van Slotweg in zijn functie. Daardoor nam Slotweg een dubbelrol aan als ambtenaar en als verhuurder, en wekte zo op zijn minst richting de cliënt de schijn van belangenverstrengeling. Dat hij dat niet heeft gemeld: ernstig plichts verzuim. Daarbij past het onvoorwaardelijk ontslag, oordeelt de Raad (uitspraak 20 mei 2021). Het college heeft de financiële gevolgen daarvan voor Slotweg meegewogen, maar zwaarder telt dat het vertrouwen van de gemeente in Slotweg en het vertrouwen van de burger in de gemeente door Slotwegs handelen ernstig is geschaad. Ook speelt mee dat Slotweg niet inzag dat zijn handelen (de schijn van) belangenverstrengeling heeft gewekt. * De naam is gefingeerd ECLI:NL:CRVB:2021:1228
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 18 ESSAY BESTUUR FOTO: PAUL VAN RIEL / ANP-HH FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY GA ANDERS FORMEREN Tijdens de verkiezingscampagnes staat de kiezer volop in de belangstelling én in de gunst van de politici. Maar als de formatie eenmaal begint, verdwijnt diezelfde kiezer vrijwel geheel uit beeld. Het primaat van het electoraat maakt dan plaats voor het primaat van de politiek. Dat kan en moet anders, betoogt Peter Polhuis. Als het politici ernst is om politieke en bestuurlijke vernieuwing tot stand te brengen, dan is het verstandig om te beginnen bij het belangrijkste politieke proces in ons bestel: de kabinetsformatie. Alleen de duur van kabinetsformaties geeft daartoe al aanleiding: gemiddeld duurt het na verkiezingen 94 dagen (dus ruim drie maanden) eer er een nieuw kabinet is gevormd. Een blik op het verleden stemt niet optimistisch. Sinds 1945 loopt het aantal dagen om een kabinet te formeren gestaag op. Nog vers in het geheugen ligt de formatie van Rutte III, die maar liefst 225 dagen (ruim zeven maanden) duurde en daarmee een lengterecord vestigde. De huidige formatie zal dit gemiddelde niet naar beneden bijstellen. Op de publicatiedatum van dit essay staat de teller inmiddels al ruim boven die 94 dagen. In Nederland is rond formaties weinig formeel geregeld. Wel zijn er conventies en rituelen die met een zekere regelmaat opduiken, maar gebondenheid daaraan is er niet. Anders geformuleerd: het politieke primaat heeft vrij spel. Mijn pleidooi is om die vrijblijvendheid in te perken door consensus te bereiken over nieuwe spelregels. Blijken die in de praktijk te werken, dan kunnen ze in de (grond)wet worden opgenomen. Een voor de hand liggende nieuwe spelregel is om de duur van kabinetsformaties te limiteren. Lukt het politici niet om binnen de vastgestelde termijn – en laten we in Nederland met een meerpartijenstelsel maar eens uitgaan van het huidige gemiddelde van drie maanden – een kabinet te formeren, dan wordt hun primaat weer terug gegeven aan de kiezer en volgen nieuwe verkiezingen. De ervaring leert dat een tijdshorizon heilzaam is voor de afronding van een onderhandelingsproces omdat onder druk alles vloeibaar wordt. Maar belangrijker is dat politici zullen ervaren dat het politieke primaat dat hun na de verkiezing is gegeven, een geleend primaat is en ten principale toehoort aan het electoraat. CONTINUERING Een tweede spelregel ontleen ik aan de VU-hoogleraar Gijs Kuypers, een van de grondleggers van de politicologie/ beleidsanalyse in Nederland. Hij bepleitte reeds in 1967 dat zittende kabinetten enkele maanden voor de verkiezingen nadenken over hun continuering. Komt zo’n continueringsbesluit tot stand, dan kan de eenvoudige regel worden gevolgd dat als de regeringspartijen na de verkiezingsstrijd in zeteltal gelijk blijven of groeien, die regering kan doorregeren. Let wel, het gaat hier niet om het vereiste van een absolute meerderheid in de Tweede Kamer. Ergo, deze spelregel zou ook heel goed werken in het geval van een minderheidskabinet. Deze regel is glashelder. Kiezers weten wat hun partij met welk programma in de komende vier jaar van plan is, en de gang van zaken na de verkiezingen is geen verrassing. Had het huidige demissionaire kabinet zo’n continueringsbesluit genomen (en was het niet vlak voor de finish gestruikeld over de toeslagenaffaire), dan zou met de winst van drie regeringspartijen het kabinet Rutte IV – zonder tussenkomst van verkenners, informateurs en formateurs – vrijwel meteen kunnen aantreden. Hooguit zou binnen een week bezien kunnen worden of het aantal ministers en staatssecretariaten aangepast moet worden om tegemoet te komen aan de gewijzigde onderlinge politieke krachtsverhouding. Dat zo’n continueringsbesluit serieus wordt verkend, wordt bevorderd door een aanvullende spelregel. Namelijk dat als zo’n besluit tot voortzetting van de coalitie niet tot stand komt, er een kabinet gevormd dient te worden met in elk geval de grootste oppositiepartij. Misschien zelfs door het leveren van de minister-president. WINNAARS EERST Een andere spelregel kan zijn dat na verkiezingen de partijen die electorale winst hebben geboekt – dus ook de nieuwkomers – als eerste worden uitgenodigd om te H.H . n n t t ESSAY 19 bezien of een coalitie kan worden gevormd. Niet alleen is meteen duidelijk wat de eerste stap in het formatieproces is, maar ook deze heldere spelregel komt tegemoet aan het gevoel dat winnaars van verkiezingen voorrang hebben bij de machtsvorming. Uitsluitingen van partijen – vanuit moreel-democratische en saamhorigheidsoverwegingen toch al moeilijk verdedigbaar – zijn dan niet meer aan de orde. Samenwerking is niet meer het gevolg van wilsovereenstemming van partijen, maar gewoon omdat het moet, wat overigens op allerlei niveaus in de samenleving normaal is. Toegepast op de laatste verkiezingsuitslag betekent dit dat VVD, D66, FvD, PvdD en de vier nieuwkomers meteen zouden worden uitgenodigd om de mogelijkheden van een nieuw kabinet te bezien. Ingeval een zittende regering geen continueringsbesluit neemt, zal een beroep moeten worden gedaan op een procesbegeleider. Sinds de Tweede Wereldoorlog zien we een uitbreiding van dit soort functionarissen. Waren er eerst alleen formateurs, toen verschenen er informateurs (1951) en sinds 1989 kennen we ook verkenners. Coalitievorming op lokaal en provinciaal niveau laat zien dat meestal met één (in)formateur kan worden volstaan. In elk geval is het heilzaam dat zo’n functionaris niet uit het centrum van de politieke arena wordt geplukt, zoals de vier verkenners in de formatie van 2021. Men zal verstand van en ervaring met politieke besluitvorming moeten hebben, maar ook een behoorlijke afstand tot het actuele politieke gewoel. BESLOTENHEID Ook de vanzelfsprekendheid van de beslotenheid van onderhandelingen bij kabinetsformaties verdient discussie. Openheid van (in)formatiegesprekken wordt meestal afgewezen met het argument dat politieke leiders in beslotenheid tegenover een verkenner of (in)formateur hun ‘ Limiteer de duur van kabinetsformaties’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 20
VERRAS Een gezonde, duurzame wereld realiseren, vraagt om anders kijken en doen. Zeker nu. Zo bieden wij in het Bajeskwartier verrassende oplossingen op gebied van duurzaamheid en circulariteit. Zoals innovatieve vormen van energieopwekking en -verdeling. Tot wel 98% hergebruik van materiaal. En slimme deelmobiliteit die aanzet tot meer beweging. Hierdoor ontstaat een groene gezonde stadswijk, die energieneutraal is en klimaatadaptief. En krijgt ons thema ‘Gedurfde duurzaamheid’ vorm in een innovatief verticaal stadspark en een ‘waste transformer’ die organisch afval omzet in schone energie. Het Bajeskwartier toont dat we maatschappelijke vraagstukken niet zien als abstracte opgaven, maar als een kans om concrete vragen van mensen om te zetten in duurzame en gezonde omgevingen om in te wonen, werken en recreëren. Wat dat voor u kan betekenen? am.nl/gedurfdeduurzaamheid AM maakt samen met AT Capital en Cairn haar thema ‘Gedurfde duurzaamheid’ waar in het Bajeskwartier: een duurzame, gezonde stadswijk met een rijke historie. Completer kan niet. 21 ESSAY BESTUUR ESSAY 21 Is het niet eerlijker als de kiezer na de verkiezingen kan volgen welke punten van met name de eigen partij echt hard zijn en welke onderhandelbaar? PETER POLHUIS IS POLITICOLOOG EN BESTUURSKUNDIGE. HIJ WAS MANAGER/ BESTUURDER OP GEMEENTELIJK EN PROVINCIAAL NIVEAU EN (IN) FORMATEUR VAN DE GEMEENTE LEEUWARDERADEEL. hart moeten kunnen luchten. Voorts wordt gesteld dat als onderhandelingen in het openbaar plaatsvinden, politici niet meer terug kunnen komen op eerder gestelde harde eisen. Bovendien wordt door meeluisterende burgers en media het delicate proces van coalitievorming verstoord. Deze argumenten hebben vanuit de onderhandelingstheorie een zekere geldigheid, zeker in de context van internationale diplomatie of bij strategische besluitvorming in het bedrijfsleven. De vraag is of ze ook in het openbaar bestuur zo vanzelfsprekend zijn. In het openbare bestuur gaat het niet alleen om resultaat, maar ook om de wijze waarop dat tot stand komt. Het voorvoegsel ‘openbaar’ is de laatste jaren op alle overheidsniveaus veel te veel verwaarloosd of als hinderlijk beschouwd. Mijn pleidooi is om dat openbare karakter van onze overheid weer centraal te stellen. Zouden er echt vreselijke ongelukken gebeuren als de onderhandelingen over coalitiepartners en over een regeerakkoord openbaar worden? Het gaat hierbij vooral om het belang van de kiezer. KLOOF Openbare formatieonderhandelingen voorkomen dat politici met doorzichtige argumenten en verbale constructies achteraf het gesloten compromis naar hun achterbannen verdedigen. Vooral met het argument dat toch heel veel van het eigen verkiezingsprogramma is gerealiseerd. Hier ligt een begin van de kloof tussen overheid en samenleving. Iedereen in dit veelpartijenland weet dat coalities en compromissen moeten worden gesloten en dat er dus ingeleverd moet worden op eigen standpunten. Laat dat dan ook maar zien, in alle openheid, zeker als het gaat om de hoofdlijnen van beleid dat ons allen direct raakt. Wellicht moet er één uitzondering op openbare coalitievorming gelden, namelijk in de laatste fase van de formatie als het gaat om de ‘poppetjes’ die het de komende vier jaar voor het zeggen krijgen. Daarbij zijn privacyoverwegingen van belang. Echter, als het gaat om de inhoud van het beleid is openbaarheid achteraf niet toereikend. Coalitieonderhandelingen dienen niet plaats te vinden in achterkamertjes, maar in openbaarheid. Het is eigenlijk vreemd dat wij aan politici de ruimte geven om achter gesloten deuren afspraken te maken die voor ons allen zo belangrijk zijn. Tot slot nog enkele opmerkingen hierover. Als formatie- of coalitieonderhandelingen openbaar worden, is het wenselijk dat coalitieakkoorden zich beperken tot de hoofdlijnen. In de tweede plaats zal het, in geval een (in)formateur wel nodig is, diens rol wijzigen en zal het wellicht moeilijker worden omdat er geen gelegenheid meer is om zich terug te trekken achter de veilige muur van geheimhouding. Natuurlijk zullen poADVERTENTIE ‘Uitruil van standpunten is een publieke zaak’ litici behoefte hebben aan vrijplaatsen voor gedachtenvorming en reflectie. Dat moet dan maar plaatsvinden binnen de eigen partij of fractie. Uitruil van politieke standpunten tussen partijen is echter een publieke zaak. TRANSPARANTIE Het grootste effect van openbare politieke onderhandelingen is dat tegemoet wordt gekomen aan de wens van transparantie van de overheid. Met name in een fase waarin de belangrijke speerpunten van beleid voor de komende vier jaren worden verkend en vastgelegd. Dat de leidende politici daarbij wat aan onderhandelingsvrijheid moeten inleveren, lijkt mij vanuit de kiezer gezien geen probleem, eerder een voordeel. Het is afscheid van oude politiek en een forse stap in de zo gewenste nieuwe bestuursstijl van macht en tegenmacht. Dat het in de praktijk kan werken, is bewezen in gemeenten als Achtkarspelen, Wageningen en Wijk bij Duurstede. Voor deze verandering zijn geen (grond) wettelijke procedures noodzakelijk, maar wel een cultuurverandering in ons politieke systeem. Op dit punt kan de landelijke overheid veel leren van de gemeentelijke praktijk. Politieke partijen en hun leiders zullen moeten erkennen dat het echte politieke primaat bij het electoraat ligt. Als die erkenning er eenmaal is, kan aan de uitwerking van bovenstaande voorstellen worden begonnen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 22
22 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MICHIEL MAAS Gemeenten met een slappe bodem geven twee keer zoveel uit aan herstel van wegen, riolen en openbare ruimte. Niet alleen de beruchte veengrond is de boosdoener. Ook sommige klei klinkt sterk in. En daar staat geen rijkscompensatie tegenover. BODEMDALING TREFT NIET ALLEEN VEENGEMEENTEN HELP, ALMERE ZAKT DE KLEI IN De Almeerse Regenboogbuurt ligt op een ongelukkige plek. Het westelijk deel van de Flevopolder zakt al sinds de drooglegging. Sinds de bouw van de eerste wijken van Almere is de snelheid van bodemdaling niet vertraagd. En dwars door Almere-Buiten loopt ook nog de oude bedding van de Eem. De Regenboogbuurt, gebouwd in de jaren negentig, ligt precies in die oude rivierbedding. Daar zakt de grond nog harder en ongelijkmatiger. Zo hard, dat de gemeente de openbare ruimte van de Regenboogbuurt al versneld moest ophogen en herstraten. ‘De woningen zakken natuurlijk niet, die zijn onderheid tot op een zandlaag,’ zegt Maarten van ‘t Eind, adviseur bij de gemeente Almere. ‘Maar op sommige plekken was de straat in 25 jaar meer dan een halve meter gezakt. Voordeuren stonden hoog boven de straat, en soms kwam zelfs de fundering van de woningen bloot te liggen. Met een voortuin is zo’n hoogteverschil nog wel een beetje op te lossen, maar als je voordeur direct op de straat uitkomt, levert dat grote problemen op.’ LAGE STOEP Verzakt trottoir in de Regenboogbuurt De verzakkingen zorgden ook voor schade aan ondergrondse gasleidingen en aansluiting van de riolering. In de loop van de jaren loste de gemeente de problemen op met kleinere werkzaamheden en knip- en plakwerk. Maar uiteindelijk moest Almere accepteren dat het nodig was om de straten op te hogen en leidingen te vervangen, ruim zeven jaar eerder dan gepland. Bij de eerste aanleg van Almere wist de overheid dat de slappe kleigrond van de Flevopolder zou inklinken, zegt Van ’t Eind. ‘Het is ook doorgerekend wat die bodemdaling zou zijn. Maar in de jaren tachtig had men haast. Er moesten grote hoeveelheden woningen bij. Daarom is er niet altijd gekozen voor de toekomstbestendige oplossing, zoals een langere BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 S BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 ACHTERGROND 23 Voordeuren stonden hoog boven de straat voorbelasting. En ook nu ziet Almere een grote woningbouwopgave op zich afkomen. De stad moet een groot deel van de woningen in de regio Amsterdam gaan bouwen.’ OPLOSSINGEN In een deel van Nederland is het fenomeen van bodemdaling niet nieuw. Met name in de gebieden met veengrond levert de slappe bodem problemen op. Door bebouwing erbovenop klinkt de grond snel in, en door het hoge grondwater moet water actief worden afgevoerd, wat de zetting vervolgens versterkt. Ook door verzakking lekkende riolen laten het grondwater zakken. Het zorgt voor steeds slechter begaanbare wegen, rioleringsproblemen en schade aan ondergrondse leidingen. Maar behalve in de veenweidegebieden treedt bodemdaling ook op in gebieden met een andere ondergrond, zoals de slappe zeeklei in Flevoland. Om toch wegen te kunnen bouwen op slappe grond zijn er wel oplossingen. De meest traditionele is het voorbelasten van de grond: door het storten van een flinke hoop zand wordt de slappe grond eronder ingedrukt. Als de zetting een bepaalde diepte heeft bereikt, wordt een deel van het zand weer weggehaald en de weg aangelegd. Hoe hoger het gewicht en hoe langer de voorbelasting er ligt, hoe meer de grond eronder wordt samengedrukt. Maar voorbelasten duurt vele maanden tot meer dan een jaar. In sommige nattere gebieden wordt daarom tegenwoordig ook het grondwater verlaagd met actieve drainage: de grond wordt niet alleen ingedrukt, maar met buizen wordt het water tegelijkertijd uit de ondergrond gepompt om het zettingsproces te versnellen. Maar de extra kosten voor het wegonderhoud voor zakkende gemeenten zijn zorgwekkend, vindt Jeroen Mekenkamp van het Platform Slappe Bodem. ‘Als het om bodemdaling gaat, hebben we het meestal over de veenweide in Noord- en ZuidHolland, Friesland en Groningen. Vooral de problemen met zakkende grond op het platteland krijgen daarbij veel aandacht. Voor de problemen van steden is dat al een stuk minder. De gebieden met slappe klei zijn helemaal onderbelicht gebleven, en gemeenten in die regio’s worden vaak niet gecompenseerd door het rijk met een extra uitkering uit het gemeentefonds.’ In samenwerking met het Platform Slappe Bodem vergeleken ingenieursbureaus Sweco en Deltares de kosten om wegen en riolering aan te leggen en te onderhouden in een gemeente met een vaste zandgrond en in een met slappe grond. ‘Dat was nog niet zo eenvoudig,’ zegt Arend van Woerden, een van de onderzoekers bij Sweco. ‘In veel gemeenten worden die kosten in verschillende uitgavenposten meegenomen. Je hebt het niet alleen over de grote investeringen, maar ook over kleine herstelwerkzaamheden. Uiteindelijk hebben we berekend dat een weg en het riool op slappe grond twee keer zo duur is. Dat komt vooral doordat de levensduur veel korter is. Waar een weg of een riool op een ondergrond van zand misschien wel zestig jaar mee kan, is dat op een slappe grond soms maar twintig jaar, of zelfs minder.’ OPLOPENDE KOSTEN Gemeenten hebben vaak niet de middelen om het dubbele te betalen voor het onderhoud van de openbare ruimte. ‘Je ziet dan dat de kwaliteitseisen worden bijgesteld: gemeenten gaan een klasse lager zitten om de kosten laag te houden. Maar dat betekent ook een lagere kwaliteit van de openbare ruimte.’ En de kosten zullen in de toekomst alleen maar oplopen, verwacht Van Woerden. Dat komt vooral door de manier waarop de weg- en rioolaanleg en het latere onderhoud wordt gefinancierd. ‘Veel van de nieuwe wegen in woonwijken worden betaald uit de ontwikkelingsbaten van de nieuwbouw. Vooral in de Vinex-tijd is er veel gebouwd. De wegen in die wijken komen nu in onderhoud.’ Met nieuwe technieken is het mogelijk om de levensduur van wegen te verlengen. In sommige gemeenten wordt de zandlaag onder het asfalt vervangen door korrels van licht vulkanisch materiaal (bims) of platen van EPS (piepschuim). Deze technieken zijn echter niet overal toepasbaar en ook niet voor iedere weg geschikt. Bovendien zijn ze duurder dan de traditionele weg op een zandlaag. In sommige gemeenten in veenweidegebieden is er zelfs voor gekozen de weg en het riool te onderheien. Een zeer dure oplossing, maar wel toekomstbestendig. LEEG TEKENVEL Gemeenten moeten het probleem niet vooruit blijven schuiven, denkt Van Woerden. ‘Zeker bij nieuwbouwmoet er al bij het ontwerp over worden nagedacht. Dan heb je nog een leeg tekenvel. Je kunt bijvoorbeeld de ondergrond afgraven en vervangen door zand of maatregelen bedenken om de zetting te versnellen. Of juist gebruikmaken van het water door een wijk op basis van drijvende principes te ontwikkelen.’ Al met al verwacht het Platform Slappe Bodem dat er landelijk 2,5 miljard extra aan investeringen nodig is voor de overstap naar duurzame en lichtgewicht materialen en om reconstructies mogelijk te maken. Jeroen Mekenkamp: ‘De compensatie uit het Gemeentefonds dekt hooguit 16 procent van de werkelijke kosten. En dat geldt alleen nog voor gemeenten die de vergoeding krijgen. Bovendien staat de vergoeding voor slechte bodemgesteldheid iedere keer dat er een herziening komt weer ter discussie.’ Volgens Mekenkamp moeten gemeenten door de zure appel heen bijten en kiezen voor een andere manier van afschrijving van de openbare ruimte. ‘Dat betekent dat gemeenten nu een relatief grote investering moeten doen, maar later veel beter beheersbare kosten krijgen. Dat is een lastige discussie. Het vraagt om een langetermijnvisie waarbij de kosten voor de baten uitgaan. En dat is in de gemeentepolitiek, gezien de al krappe begrotingen, geen gemakkelijk gesprek.’
Pagina 24
24 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: MARK KUIPERS / ANP-HH De komende jaren moeten maatregelen worden genomen om tot een (financieel) houdbaar jeugdstelsel te komen. Dat zijn het kabinet en de gemeentekoepel VNG overeengekomen. Diverse gemeenten zijn al druk bezig met het op de schop nemen van de jeugdzorg. We spreken er drie. GELD RESERVEREN VOOR MEEST KWETSBAREN SLEUTELEN AAN DE JEUGDZORG sieke motivatie om de jeugdzorg te verbeteren en tegelijkertijd te zorgen dat gemeenschapsgeld zo goed mogelijk wordt De gemeentelijke tekorten in de jeugdzorg nopen tot koerswijziging. De arbitragecommissie – die recent een uitspraak heeft gedaan in het langlopende conflict tussen rijk en gemeenten over het jeugdzorgbudget – heeft geoordeeld dat er voor 1 januari een ‘ontwikkelagenda’ 2022-2028 moet liggen. Daarin moeten concrete maatregelen staan die tot besparingen en tot betere sturingsmogelijkheden voor gemeenten leiden. Denk daarbij aan de beperking van de reikwijdte van de jeugdzorgplicht voor gemeenten, aan de invoering van een eigen bijdrage, tariefdifferentiatie of het bevorderen van de uitstroom. Het demissionaire kabinet en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben na het oordeel van de arbitragecommissie besloten er een hervormingsagenda van te maken, die ze samen met zorgaanbieders, professionals en cliëntorganisaties willen opstellen. Veel gemeenten zijn al bezig met veranderingen. Deels vanuit financiële noodzaak, waarbij de nadruk ligt op kostenbesparende maatregelen. Bij andere gemeenten, zoals Leeuwarden, vooral vanuit een intrinbesteed. ‘We hebben het geld voor vooral de meest kwetsbare kinderen nodig’, vertelt wethouder Hilde Tjeerdema (jeugd, D66). ‘De afgelopen jaren hebben we vanuit de algemene middelen dertig miljoen euro op de jeugdzorg bijgelegd.’ Dat is onhoudbaar, wil ze maar zeggen. Al tijden wacht de wethouder met smart op de begrenzing van vooral de specialistische jeugdzorg, maar omdat ‘Den Haag’ dat nog niet heeft gedaan, doet Leeuwarden dat alvast maar zelf. Samen met zeventien andere Friese gemeenten, die de inkoopregio Sociaal Domein Fryslân vormen. ‘We hebben ons de vraag gesteld wat nodig is om als gemeente aan de jeugdhulpplicht te voldoen’, zegt Tjeerdema. ‘De eerste jaren hebben we veel vertrouwen gegeven aan aanbieders. We hanteerden het open house-model, waarbij alle aanbieders die aan onze basiseisen voldeden, zich op de markt mochten begeven. Maar veel aanbieders geven hulp die niet nodig is om aan die jeugdhulpplicht te voldoen.’ Ook werd duidelijk dat het aanbod vaak niet aansloot op de behoefte van de jongere of diens gezin. De gehoopte keuzevrijheid voor kinderen en ouders viel dus eigenlijk tegen. Friesland telt nu meer 300 aanbieders. Nu wordt een aanbesteding voorbereid waarbij de gemeenten met minder aanbieders in zee gaan, die vooral verantwoordelijkheid nemen voor de zwaardere jeugdhulp. Voor ‘lichte’ problemen gaat de deur naar specialistische jeugdhulp dicht. ‘In de hoop uit de financiële stress te komen, gaan we nog meer dan we nu al doen investeren in het voorliggend veld’, aldus Tjeerdema. Denk aan de praktijkondersteuners jeugd bij huisartsen en de sociale wijkteams. Alleen specialistische jeugdhulp wordt regionaal gecontracteerd. Voor de zwaardere hulp willen de achttien Friese gemeenten meerjarige afspraken maken met een beperkt aantal aanbieders, waarbij partnerschap de kern van de inkoop is. In eerste instantie voor vier jaar, met een optie tot verlenging van nog eens vier jaar. Dit moet onder meer de innovatie ten goede komen. ZORGCOWBOYS ‘Aanbieders kunnen zich tot begin juli op twee percelen inschrijven: enkelvoudige problematiek (perceel A) of meervoudige problematiek (perceel B)’, legt Eric Schultz uit, strategisch adviseur van de centrumregeling Sociaal Domein Fryslân. ‘De aanbieders die per 2022 een ‘ Te veel kinderen die daar niet horen belanden in jeugdzorg’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 H e e i ACHTERGROND 25 GOED GESPREK Amsterdam-West zet jongerenstraatcoaches in als middel voor preventie contract krijgen, worden per traject betaald, met periodiek op aanbiedersniveau een afrekening op behaald resultaat. Vooraf worden de te behalen resultaten bepaald, aan de hand van een beperkt aantal profielen.’ Niet alle ondersteuning wordt vanaf 2022 nog geboden. Er gaat een streep door onder meer paardentherapie, een therapeutische hulphond, een vakantiekamp voor kinderen met een beperking, babythuiszorg en kindercoaching. De aanbieders moeten kwalitatieve verslagen maken, waardoor gemeenten beter en eerder zicht krijgen op de effectiviteit van het zorgtraject. De gemeenten kopen alleen jeugdhulp in die bewezen effectief is. Ook wordt paal en perk gesteld aan de winst die aanbieders mogen maken. ‘Vanuit de raad is er steun voor het bestrijden van de zorgcowboys’, aldus Tjeerdema. Ook Zutphen gooit het roer om. ‘We hebben ons de vraag gesteld voor wie we er echt willen zijn’, stelt wethouder Annelies de Jonge (jeugd, PvdA). ‘Het antwoord: voor de meest kwetsbare groep. En wat hebben zij dan nodig? Meer tijd, meer liefde en meer aandacht.’ Zo’n keuze betekent ‘ Het normale leven moet de kern zijn’ iets voor andere groepen, realiseert zij zich. ‘We moeten af van het problematiseren en medicaliseren van opvoed- en opgroeiproblemen bij kinderen. Te veel kinderen belanden in jeugdzorg die daar niet horen, waardoor kinderen met zwaardere problemen te lang op de juiste hulp moeten wachten.’ AFBAKENEN Net zoals Leeuwarden wil Zutphen met minder aanbieders meerjarige afspraken voor de gespecialiseerde jeugdzorg maken. Nu heeft de gemeente zo’n tweehonderd aanbieders. ‘Het zorgaanbod wordt anders; veel meer vraaggericht dan nu.’ Er worden ook grenzen gesteld aan zorgvormen waarvoor de gemeente betaalt. Samen met andere gemeenten wordt bekeken wat (juridisch) mogelijk is. Als een maatwerkvoorziening eigenlijk onder de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg valt, zal de gemeente de rekening niet meer betalen. Kortom: het zorgaanbod wordt afgebakend én het beleid aangescherpt. ‘We gaan richtlijnen opstellen wanneer een beroep op algemene voorzieningen aan de orde is en voorgaat op geïndiceerd maatwerk. Ook gaan we de duur en omvang van maatwerk waar mogelijk nader vaststellen’, aldus het Beleidsplan Jeugd gemeente Zutphen 2021-2024, dat nu ter besluitvorming bij de raad ligt. Daarnaast zet Zutphen vol op preventie in. De komende jaren wordt het budget daarvoor verdubbeld: van 15 naar 30 procent van het jeugdbudget in 2025. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om groepsaanbod voor opvoed- en opgroeiondersteuning en omgaan met een echtscheiding. Ook jongerenstraatcoaches worden in het kader van preventie ingezet en er wordt toegewerkt naar beschikkingsvrije, lichte hulpverlening. Daarnaast wordt de verantwoordelijkheid voor opgroeien en opvoeden gedeeld; met de ouders, het onderwijs en de gemeenschap. Het ver
Pagina 26
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 Foto: Joris van Gennip / ANP-HH ACHTERGROND 27 sterken van de pedagogische samenleving noemt Zutphen dat. Ook de eerste lijn wordt versterkt: zo wordt de samenwerking met onderwijs en huisartsen geïntensiveerd. Zutphen heeft, net als het gros van de gemeenten, een fors tekort op de jeugdzorg; 10 procent van de totale begroting. Twee jaar lang is wethouder De Jonge in gesprek gegaan met ouders, jongeren, scholen en aanbieders over een koerswijziging. Het beleidsplan is mede ‘van onderop tot stand gekomen’, vertelt een trotse wethouder. In die gesprekken zijn ideeën ontstaan als beschikkingsvrije jeugdhulp in de klas, waarmee nu al wordt gewerkt. ‘Leerkrachten voelen zich gesteund, ouders en kinderen voelen zich niet meer bijzonder [geen ‘stempel’, red] en wij besparen geld.’ Wel wordt goed in de gaten gehouden of deze aanpak niet tot een grotere zorgvraag leidt. ‘Het normale leven moet de kern zijn.’ Uiteindelijke doel van de koerswijziging is om in 2024 te komen tot een verhouding van 70 procent maatwerk en 30 procent algemene voorzieningen. DATA-ANALIST Directe aanleiding voor Schouwen-Duiveland om in te grijpen in de jeugdzorg was het tekort op het jeugdbudget dat in 2019 ontstond. ‘Dat kwam als een verrassing’, stelt wethouder Paula Schot (SGP), die sinds een half jaar wethouder sociaal domein is. Haar voorganger waarschuwde begin 2020 dat de gemeente afstevende op een tekort van 2,6 miljoen euro. ‘We zijn begonnen om bij zo’n 25 gezinnen te kijken waarom de kosten zo hoog waren.’ Een data-analist dook in de gegevens en kwam erachter dat er veel dubbelingen in de verleende zorg zaten – zorg die ook nog eens door heel veel verschillende hulpverleners werd gegeven. ‘Zo was een gezin met acht verschillende trajecten bezig’, zegt Schot. Onrustig voor het gezin, inefficiënt en duur voor de gemeente. Ook werden gesprekken met aanbieders gevoerd, omdat uit de data bleek dat bepaalde aanbieders altijd de duurste zorg gaven, terwijl anderen juist altijd laag inschaalden. ‘Als dure zorg nodig is, moet die worden gegeven. En een te lage inschaling is ook niet altijd goed voor het kind en het gezin. We hebben met beide typen aanbieders gesprekken gevoerd. We willen passende zorg, en op- en afschalen wanneer dat kan.’ Besloten is minder aanbieders te contracteren en ervoor te zorgen dat slechts één hulpverlener bij een gezin over de vloer komt, die het hele traject bij het gezin betrokken blijft. ‘Zo kunnen we eerder inADVERTENTIE grijpen en voorkomen dat duur maatwerk nodig is. Dat is beter voor iedereen’, stelt Schot. Tot nu toe heeft de gemeente zeven ton op jeugdzorg bespaard – een druppel op de gloeiende plaat, erkent de wethouder. Vorig jaar gaf Schouwen-Duiveland ruim 7,6 miljoen euro uit aan jeugdzorg, het jaar daarvoor 7,8 miljoen en in 2018 ‘slechts’ 6,8 miljoen. De maatregelen die de gemeente nu al heeft genomen en nog gaat nemen, leiden niet meteen tot enorme kostenbesparingen. Net als haar collega’s uit Leeuwarden en Zutphen vindt ook Schot dat het rijk veel meer geld moet vrijmaken. ‘De rek is eruit.’ ‘Om meer grip op de uitgaven, trends en ontwikkelingen te krijgen, is data bij ons het sleutelwoord’, stelt Schot. ‘Data geven inzicht in wat er gebeurt; we kunnen meteen ingrijpen als dat nodig is. Dat is ook voor de kwaliteit van de zorg heel belangrijk.’ Ze heeft dan ook een tip voor andere gemeenten: ‘Neem een data-analist aan.’ Atlas voor gemeenten heet vanaf nu Atlas Research  Een nieuwe naam en huisstijl  Met nog steeds scherpe inzichten en analyses  Opdrachtgevers: gemeenten | provincies | overheidsorganisaties ministeries | bedrijven meer informatie: www.atlasresearch.nl ONDERDEEL VAN
Pagina 28
28 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: ANKA VAN VOORTHUIJSEN FOTO: MARCO DE SWART / ANP-HH Tientallen jaren zaten de deuren stevig op slot en vaak staan er ook nu nog hoge muren omheen. Maar een voormalig gevangenisterrein kan van een no-go-area veranderen in een hotspot met horeca, cultuur en bedrijven. Wethouders van Breda, Amsterdam en Haarlem over de gewenste ontwikkeling van het voormalige ‘bajeskwartier’ in hun stad. NIEUWE FUNCTIE VOOR OUDE GEVANGENISSEN BEDRIJVIGHEID IN DE BAJES H BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 ACHTERGROND 29 BAJES TE KOOP De Dienst Justitiële Inrichtingen heeft een groot aantal penitentiaire inrichtingen afgestoten. Ze zijn verouderd of niet meer nodig. Het Rijksvastgoedbedrijf kijkt of een nieuwe bestemming mogelijk is, of verkoopt de complexen. Naast de drie voorbeelden uit dit artikel is bijvoorbeeld in het verleden de Blokhuispoort in Leeuwarden verkocht en herbestemd, en is vorig jaar koepelgevangenis De Berg in Arnhem verkocht. Onlangs werd bekend dat gebiedsontwikkelaar AM het Wolvenplein in Utrecht gaat kopen. In de toekomst komen de voormalige gevangenissen van Maastricht en Hoogeveen in de verkoop. Voor meer informatie: zie biedboek.nl Er is één klein probleem: het complex is niet van de gemeente, maar eigendom van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), en de gemeente Breda kan het niet (meer) kopen. De Beer: ‘Toen het RVB het een paar jaar geleden aan ons te koop aanbood, konden we dat écht niet doen. Er waren te veel vraagtekens en risico’s.’ Aan het begin van deze bestuursperiode, ‘waarbij we inzetten op binnenstedelijke herontwikkelingslocaties’, klopte De Beer bij het RVB aan: kon Breda de koepel alsnog kopen? ‘Helaas, die fase was gepasseerd, kregen we te horen.’ Dus staat PI De Boschpoort sinds half maart in de etalage op biedboek.nl, de verkoopsite van het Rijksvastgoedbedrijf. In de centrale hal van de koepelgevangenis in Breda wordt decor opgebouwd voor Zodiac de Musical ‘Het is een enorme meloen’, zegt de Bredase wethouder Paul de Beer (stedelijke ontwikkeling, D66) over de bijzondere vorm van koepelgevangenis De Boschpoort. Hij noemt het gebouw ook diverse keren ‘een icoon’. ‘Vanuit erfgoed-oogpunt is het gebouw al iconisch, de nieuwe invulling kan dat versterken.’ Als hij door zijn oogharen kijkt naar het terrein aan de rand van de binnenstad, ziet hij vooral kansen: ‘Deze context leent zich voor iets dat enorm verrijkend kan zijn voor Breda. De nieuwe invulling moet spicy worden, geen lauwe pasta.’ REGIE Toch is de gemeente de regie zeker niet kwijt, benadrukt De Beer. Met het RVB samen is een nota van uitgangspunten opgesteld, met randvoorwaarden die ‘de unieke kwaliteiten van deze plek’ moeten waarborgen. Ook de inwoners van Breda hebben via een participatietraject hun zegje kunnen doen over hun wensen voor dit gebied. ‘We willen hier een grote diversiteit aan activiteiten. We denken aan een combinatie van bedrijven in de toegepaste technologie, de creatieve industrie en hogeronderwijsinstellingen. Die samenwerking is er al en is enorm interessant. Dat zouden we graag op deze gave plek laten landen. We hopen dat de partij die dit koopt, dat in haar plannen opneemt. Maar we zijn geen eigenaar, dus we kunnen daar niet direct op sturen. We zullen als een soort oliemannetjes partijen met elkaar in contact gaan brengen.’ Dat er nieuwe woningen komen, ligt voor de hand, maar wat Breda betreft gaat een nieuwe eigenaar hier geen ‘woningen stapelen’. De Beer: ‘We willen als stad versnellen met woningbouw, maar kwaliteit is belangrijker dan snelheid. Er zijn veel plekken waar je gewoon veel woningen kunt bouwen, deze plek leent zich voor iets bijzonders.’ Een beoordelingscommissie, waarin ook de rijksbouwmeester en de directeur van het stedelijk museum van Breda zitten, zal de ingediende plannen beoordelen. ‘Wij willen als stad vooral kwaliteit, terwijl voor het RVB de opbrengst natuurlijk ook van belang is. We hebben dus het RVB gevraagd: stel dat de prijs lager uitvalt dan jullie hadden gehoopt, accepteren jullie dat dan? Daarop kregen we een bevestigend antwoord, dus daar gaan we dan maar van uit hè, als één overheid.’ UNIEKE KANS De gemeente Haarlem kocht het monumentale koepelcomplex aan de Harmenjansweg in 2016 wél (voor 6,4 miljoen euro) van het Rijksvastgoedbedrijf. Wethouder Floor Roduner (ruimtelijke ontwikkeling, PvdA): ‘Zo’n megaterrein dat vrijkomt in de historische binnenstad, met een beeldbepalend gebouw, dat is een unieke kans. Dan denk je direct: hoe kan dat een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van Haarlem?’ Het Spaarne verdeelt de stad in oost en west, waarbij de westkant de historische binnenstad is. ‘Maar de koepelgevangenis vormt nog een stukje van die historische binnenstad aan de vaak wat onderbelichte oostkant van het Spaarne. Nieuwe ontwikkelingen daar kunnen ervoor zorgen dat Haarlemmers “de sprong over het Spaarne” gaan maken, en dat dit stuk beter aangehaakt is op de binnenstad.’ Ook hier werd de jaren voor de verkoop een uitgebreid Programma van Eisen en Ambities opgesteld in overleg tussen gemeente en RVB. ‘Met alle stedenbouwkundige en monumentale randvoorwaarden, welke eisen je stelt aan woningbouw, commerciële en maatschappelijke functies. Zo’n nota is natuurlijk een belangrijk instrument om als gemeente te kunnen sturen op wat er na verkoop gaat gebeuren. Als je dat goed hebt geregeld met het RVB, maakt het denk ik niet zoveel meer uit of je zelf eigenaar bent of dat een andere partij er onder die randvoorwaarden mee aan de slag gaat.’ De inwoners van Haarlem kwamen na 2014, toen duidelijk werd dat de koepelgevangenis in de verkoop zou komen, met 1001 ideeën voor het gebouw en het ter‘ Wonen, werken en recreëren komen hier samen’
Pagina 30
Telt jouw gemeente veel arbeidsmigranten of buitenlandse studenten? En ben je veel tijd kwijt met de eerste inschrijving? Doe als Delft, Westland, Aalsmeer, Amstelveen, Wageningen en andere gemeenten en laat de werkgevers of onderwijsinstellingen je helpen. Zij geven alle beschikbare persoonsgegevens en bijbehorende documenten aan je door via de module Vestiging van Centric Burgerzaken. Die maakt daar een digitaal dossier van. En als de persoon aan jouw balie verschijnt, haal jij simpelweg het dossier op uit de wachtkamer. Je controleert de identiteit en de gegevens, reikt het BSN uit en klaar! Wil jij ook tijd besparen met de module Vestiging van Centric Burgerzaken? Neem contact op met Thomas Huijkman via thomas.huijkman@centric.eu of bel 06 42382159. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 Foto: Sabine Joosten / ANP-HH ACHTERGROND 31 rein. Uiteindelijk mocht de Stichting Panopticon het complex van de gemeente Haarlem kopen. Roduner: ‘Met een terugkoopoptie voor ons. We wilden ze graag een kans geven, maar als het niet zou lukken, wilden we het terugkopen.’ De verbouwing van het complex is inmiddels flink op streek. Er komt een Duitse private universitaire onderwijsinstelling, 350 studentenwoningen, horeca, een bioscoop. ‘De slogan van de stichting Panopticon is Open de Koepel, en dat zien we nu voor onze ogen gebeuren.’ Roduner is blij en misschien zelfs wel een beetje verbaasd, dat het allemaal lukt. ‘Het initiatief lag bij een groep competente en betrokken Haarlemmers, maar het is een enorm gebied, een ingewikkelde ontwikkeling, een rijksmonument. Het gaat er toch om dat je financiers vindt, afspraken met banken en bouwers kunt maken. We hebben die terugkoopoptie lang gehouden: we wilden zeker weten dat het zou lukken.’ Panopticon ging niet met de minsten in zee. Restauratiearchitect André van Stigt (onder meer bekend van De Hallen en het Conservatoriumhotel in Amsterdam) ‘doet’ de gebouwen, Faro Architecten ontwerpt de landschapsinrichting van het terrein. Nu al staat de koepel er opgefrist bij. Oude celramen zijn subtiel vergroot, zodat binnen mooie, lichte werkplekken ontstaan. Aanbouwen die in een later stadium tegen de koepel aan werden gezet, zijn afgebroken. Roduner: ‘Tot voor kort kwam je als Haarlemmer niet eens in de buurt van dit gebouw. Straks kun je eromheen lopen en hier een hapje en een drankje doen!’ Onder de open ruimte van de koepel werd een enorm gat gegraven: daar komt een bioscoop. Roduner: ‘Dat verzín je toch niet? Zo’n koepel heeft een onhandige ronde vorm, dikke muren, kleine cellen, een gigantische lege ruimte: ik vind het enorm veel complimenten waard, hoe de potentie van dit bijzondere gebouw wordt ingezet.’ ICONISCH Ook een bijzonder gebouw, maar iconisch op een hele andere manier: dat geldt voor de zes torens die sinds 1978 samen de Bijlmerbajes vormden langs het spoor aan de zuidoostkant van Amsterdam. Er staat nu nog één toren overeind, de rest werd het afgelopen jaar gesloopt. Het Rijksvastgoedbedrijf verkocht de voormalige gevangenis in 2019 aan ontwikkelaar AM, dat er onder de noemer Bajeskwartier een energie neutrale stadswijk van gaat maken. Het gebied van ruim een hectare krijgt 1.350 nieuwe woningen en bestaat uit drie ‘districten’. In het Central District komen woningbouw en voorzieningen, in het Bijlmerbajes wordt duurzame stadswijk VAN BEWAKER TOT BEGELEIDER Nederland kent drie koepelgevangenissen: Breda, Haarlem en Arnhem. De bijzondere koepelvorm werd eind achttiende eeuw bedacht door de Britse jurist Jeremy Bentham: zo kon één bewaker de hele gevangenis overzien vanuit het midden, het zogeheten panopticon-principe. De gevangenen zouden zich bekeken voelen en hun gedrag daarom aanpassen, was de gedachte. De Nederlandse koepels werden tussen 1882 en 1899 gebouwd door Johan Frederik Metzelaar. De in 1978 opgeleverde Bijlmerbajes stoelt op een heel ander principe en moest, in de geest van die tijd, een ‘humane’ gevangenis worden. Bewakers waren begeleiders. Er zaten geen tralies voor de celramen en de torens waren verbonden door een gang, de ‘Kalverstraat’. Het systeem bleek al snel niet te functioneren: er waren veel geslaagde ontsnappingen en de gevangenen gebruikten vrijuit en volop drugs. De Bijlmerbajes transformeerde al snel tot een traditionele gevangenis; in 2016 sloten de deuren. Amstel District is ruimte voor groen en ontspanning/sport en het Learning District krijgt een school voor voortgezet onderwijs (Spinoza College) en Hotel Jansen, een woonvoorziening voor internationale studenten. De enig overgebleven toren (de voormalige vrouwengevangenis) heet in de plannen de green tower. Daar is ruimte voor verticale stadslandbouw en galeries, zal veel worden gewerkt met duurzame energie, en op de bovenste etage willen de plannenmakers graag een panoramadek. Wethouder Marieke van Doorninck (ruimtelijke ontwikkeling, GroenLinks) is enthousiast: ‘Een duurzame en autoluwe wijk met een stads karakter. Wonen, werken en recreëren komen hier samen en er is ook ruimte voor de creatieve sector: dat past bij deze stad. Het zijn drie districten, maar het wordt één geheel, met goede verbindingen naar de omliggende wijken.’ Dat er één oude toren blijft staan, vindt ze mooi. ‘Zo blijft de historie zichtbaar, zij het in een aangepaste vorm, want de toren wordt deels opengebroken.’ HERGEBRUIK In de stedenbouwkundige plannen zitten allerlei referenties naar het verleden van dit gebied: soms letterlijk, zoals bij de toren, soms minder duidelijk en meer een knipoog. De voormalige celdeuren keren terug in de bruggen die het gebied krijgt. De voormalige tralies krijgen een tweede leven als balkonhekjes. Betonpuin wordt gebruikt voor de landschapsinrichting. 98 procent van het sloopmateriaal wordt hergebruikt. Van Doorninck: ‘Een aantal grotere zaken hebben we vastgelegd in het Programma van Eisen met het RVB. Dat een deel van de oude gevangenismuur blijft bestaan, net zoals de slotgracht en de kerk, het hoofdgebouw en het voorplein.’ Wat daar niet in stond, maar waar zij heel blij mee is: ‘In 2003 zijn voormalige cipierswoningen op het terrein gekraakt. De kunstenaars die daar sinds die tijd wonen, hebben een gemeenschap opgebouwd, onderhouden een moestuin, doen veel met de buurt. Ontwikkelaar AM had eerst andere plannen met de plek waar zij wonen, maar vond het wel interessant om zo’n initiatief te integreren in de nieuwe wijk.’ De gemeente kon een stuk grond van de nieuwe eigenaar kopen ‘en dat geven we als gemeente rechtstreeks aan deze groep in erfpacht. Zij gaan daar nu hun eigen woon-werk-complex bouwen. Zo is het voor hen behapbaar en als gemeente vinden we deze vorm van gebiedsontwikkeling, met wooncorporaties, interessant; dat ondersteunen we graag.’ Ziet Van Doorninck nog beren op de weg? ‘Niet echt. Maar je werkt met veel partijen, die samenwerking moet je goed zien te houden. En de ambities die we hebben, bijvoorbeeld met die green tower en verticale landbouw; daar moeten we nog wel een uitvoerder voor vinden.’ Binnenkort starten de bouwactiviteiten. ‘De komende zes jaar wordt het gefaseerd ontwikkeld en opgeleverd. De eerste woningen zijn in 2024 klaar.’
Pagina 32
32 SERIE DE MINISTERIES DOOR: WIM DE JONG FOTO: ANP Het is waarschijnlijk het meest besproken en meest omstreden ministerie van allemaal: dat van onderwijs. In de populaire beeldvorming doet het altijd óf te veel óf te weinig Deze bijdrage gaat in op de ontwikkelingen in het middel - baar onderwijs, ofwel ‘de sjoelbak’ van elk mensenleven. HET MINISTERIE VAN ONDERWIJS VAN GELDVERDELER TOT KOP-VAN-JUT houd van het onderwijs, hoewel de vrijheid van onderwijs daarbij altijd op zijn minst met de mond is beleden. Het ontstaan van een apart ministerie voor onderwijs kan niet los worden gezien van de zogeheten ‘pacificatie’ van 1917. In de Eerste Wereldoorlog bleef Nederland neutraal. Terwijl Europa in puin werd gelegd, benutten Nederlandse politici de tijd om een aantal langslepende politieke conflicten op te lossen, door een grote grondwetswijziging. Door deze update van het in 1848 door Thorbecke cum suis ingevoerde parlementaire stelsel kreeg het moderne democratische bestel van Nederland vorm. Het algemeen kiesrecht en het evenredig kiesrecht werden ingevoerd, evenals de financiële gelijkberechtiging van openbaar en bijzonder onderwijs. Orthodoxe protestanten en katholieken waren sinds eind negentiende eeuw bezig aan een emancipatiebeweging onder leiding van hun voormannen Kuyper en Schaepman. In het brandpunt van die mobilisatie stond de zogeheten ‘schoolstrijd’, die draaide om het recht scholen op te richten waar onderwijs werd gegeven volgens de eigen levensbeschouwing. Dit recht bestond al sinds midden negentiende eeuw, maar niet om deze scholen ook te laten bekostigen. Op dat laatste waren voorstanders van de ‘vrije school’ gebrand, om de vrijheid van onderwijs écht realiteit te doen worden. In 1917 bereikten ze dat het principe van gelijkberechtiging voor alle lagere scholen ging DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 7: Onderwijs gelden. Dat gaf de overheid veel meer te doen, wat een apart ministerie van onderwijs nodig maakte. Door de gelijkberechtiging viel te verwachten dat het toch al stormachtig groeiende bijzonder onderwijs nog groter zou worden, en de overheid moest erop toezien dat die scholen aan de stichtings- deugdelijkheidsnormen voldeden. Door hun overwinning hadden de confessionelen zich namelijk ook in het pak laten naaien: in ruil voor subsidie kreeg de overheid meer te zeggen over de deugdelijkheid van het onderwijs, hoewel niet over de inhoud. Scholen konden volgens wat later artikel 23 werd, zelf het onderwijs vormgeven als ze binnen een aantal zeer breed geformuleerde leerdoelen bleven. Toch opende dit in de honderd jaar daarna de deur naar steeds toenemende bemoeienis van het ministerie met de inCRISIS Zover was het in het interbellum nog niet. Het ministerie had de handen vol aan het managen van het almaar uitdijende bijzonder onderwijs, dat zich ook steeds meer op het middelbaar onderwijs ging richten, en aan het betaalbaar houden van het onderwijs toen de economische crisis zich eind jaren twintig aandiende. Bij docenten maakte het zich in die tijd niet populair: de vader van de schrijver Willem Frederik Hermans maakte in de jaren dertig maar liefst dertien loonsverlagingen mee. De dominantie van de katholieken en protestanten werd weerspiegeld in het feit dat ze tot de bezetting bijna alle ministers van onderwijs leverden. Het was dan ook van groot belang voor die partijen om de verworvenheden te beschermen en uit te bouwen. Bovendien moesten ze weinig hebben van inhoudelijk onderwijsbeleid: het was nu juist aan scholen zelf om dit te ontwikkelen. De openbare school moest zich vooral neutraal opstellen naar de vele minderheden die Nederland rijk was, en waar zij in de praktijk eigenlijk christelijk was, moest dat vooral zo blijven. In de Onderwijsraad, een orgaan dat het ministerie moest voeden met ideeën, leidde de weigering pedagogische of onderwijskundige ideeën toe te laten tot bittere strijd tussen de antirevolutionair Woltjer, en de progressieve pedagoog Philip Kohnstamm. Het gevecht dat daar geleverd werd gaat door tot op heden: bewindslieden van ‘confessionele’ partijen zoals het CDA of de ChristenUnie bewaken ‘artikel 23’ en geven feitelijk de voorkeur aan een ministerie dat zich niet al te veel op de BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 P d e r BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 SERIE 33 Op je dertiende wordt bepaald waar je in de rest van je leven uitkomt In het interbellum groeide een consensus dat hierdoor een chaotisch stelsel was ontstaan van schooltypen die niet logisch op elkaar aansloten. Bovendien leidde deze lappendeken tot een extreme vorm van vroege selectie. De rest van het leven werd gestempeld door de school waar een kind naartoe werd gestuurd, waarbij ideeën over de passende school voor een bepaalde klasse en sekse een grote rol speelden. Successievelijke ministers ontwierpen vanaf 1939 plannen om hier verandering in te brengen, zoals de ‘brugklasse’ in het schema van minister Gerrit Bolkestein. Vanwege de strikte visie op de vrijheid van onderwijs was het doorvoeren hiervan lang taboe. Het was evenwel de grote prestatie van minister Jo Cals (KVP) dat hij dit alles in 1963 samenbracht in een logisch systeem zoals we dat in grote lijnen nog steeds kennen, met algemeen vormend onderwijs (mavo en havo) en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo en gymnasium). Deze wijziging was zo enorm dat zij bekend werd als de Mammoetwet. De brugMAMMOETMAN Minister van Onderwijs Jo Cals (KVP) voorgrond stelt. Te pas en te onpas wordt daarbij de grondwettelijke vrijheid van onderwijs in stelling gebracht. Dit artikel is evenwel zo open geformuleerd, dat het ruimte laat om af en toe moderniseringen door te voeren. Toch krijgt het ministerie het met regelmaat aan de stok met orthodox-christelijke en islamitische scholen die van hun rechten gebruikmaken – conflicten die ook de komende jaren zullen blijven oplaaien. MAMMOET Een belangrijke taak van het ministerie is het vormgeven van een logisch en effectief stelsel van onderwijs. Naarmate steeds meer mensen steeds langer onderwijs gingen volgen, ontstond een lappendeken van middelbare en voortgezette vormen van onderwijs, van Meer Uitgebreid Lager Onderwijs (MULO) en Middelbare Meisjesschool (MMS) tot Hogere Burgerschool (HBS) en gymnasium. klas was daarin een echte innovatie, die de ‘doorstroming der begaafdheden’ sterk verbeterde, vooral vanwege de oprichting van steeds meer scholengemeenschappen, die het gemakkelijker maakten om kinderen bij het juiste schooltype uit te laten komen. Toch vonden velen in het onderwijsveld de Mammoetwet al bij invoering verouderd: nog steeds leidde de brugklas tot extreem vroege selectie. Pogingen in de jaren ‘70 van minister Jos van Kemenade (PvdA) om daar middels een middenschool verandering in te brengen, stuiten op groot verzet en liepen spaak. Daardoor is het Nederlandse onderwijs nog steeds een ‘sjoelbak’: op je dertiende wordt bepaald waar je in de rest van je leven uitkomt. TUNNELVISIE Het ministerie is zich de laatste decennia actief met structuur en innovatie van het onderwijs gaan bemoeien. Dat heeft geleid tot een aantal hervormingen met wisselend succes, zoals de basisvorming, het studiehuis en de invoering
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 SERIE 35 van het vmbo. In 2008 rekende de parlementaire commissie-Dijsselbloem hard af met al deze onderwijsvernieuwingen: politiek en ambtenaren werden geleid door tunnelvisie, en hadden met de praktische effecten van het ‘nieuwe leren’ nauwelijks rekening gehouden. Dit genas het ministerie van het uitstorten van nieuwe plannen over het onderwijsveld, afgezien van het ‘passend onderwijs’, waardoor vanaf 2012 kinderen met specifieke problematiek weer samen met de andere kinderen naar school gaan. De concentratie op onderwijsvernieuwingen is in de plaats gekomen van de rol van het ministerie in het managen van de financiële handel en wandel van scholen. Tot midden jaren tachtig zag het daar tot op vrij groot detail op toe. Dit veranderde onder invloed van bezuinigingen, deregulering en een ‘terugtredende overheid’. In 1995 werd de ‘lumpsum’-financiering ingevoerd in het middelbare, en in 2006 in het basisonderwijs: schoolbesturen gaan zelf over de praktische besteding van het geld. Hiermee gaf het ministerie veel macht uit handen om bijvoorbeeld direct salarissen te sturen. Er is daardoor een machtig systeem van PO- en VO-raden ontstaan, waarin schoolbesturen zitting hebben, die steeds meer scholen onder zich hebben met steeds minder bestuurders. Deze concurreren met elkaar en sturen op rendement, omdat hierdoor de financiering wordt bepaald. De kwaliteit van het onderwijs en de beleving van de leraar worden aan die logica ondergeschikt. CHAOS Sinds de eeuwwisseling is de rol van het ministerie dus beperkt. De vrijheid van onderwijs is voor met name confessionele bewindslieden ook een goede reden om niet te veel te willen interveniëren. Toch stapelen de laatste jaren de ADVERTENTIE SAVE THE DATE SRO CONGRES 03/11/2021 Meer informatie? Website: www.sro.nl/congres • Twitter: @NVSRO • LinkedIn: NV SRO Het onderwijs heeft een afkeer van centrale sturing problemen zich op: het lerarentekort en de daling van het onderwijsniveau in rankings van de OESO zijn reden tot zorg. De overheid heeft weliswaar vaste referentieniveaus ingevoerd voor bijvoorbeeld rekenen en taal, maar vindt het moeilijk te bereiken dat die ook worden gehaald. Zij overlegt met een chaotisch veld van besturen, lerarenbonden en tal van innovatieplatforms, die allemaal beleid afvuren op scholen. Die ontwikkelen volgens onderwijskundigen Geert ten Dam en Sietske Waslander hierdoor een zekere resistentie tegen beleid – terwijl er nu juist wél verbetering nodig is. Het trauma van mislukte onderwijsvernieuwingen en de mantra van deregulering leiden samen tot een afkeer van centrale sturing, ten faveure van wat beleidsmakers met een lelijk woord aanduiden als ‘lenige netwerksturing’. Dat viel tijdens de pandemie te merken aan de terughoudendheid van minister Slob om regie te nemen met betrekking tot coronamaatregelen. Door die afkeer richt het ministerie vooral projectbureaus op voor kwaliteitsverbetering, zonder concreet iets af te dwingen. Zij laat het effectief aan scholen zelf over of concepten als ‘gepersonaliseerd leren’ aan de kwaliteit bijdragen. Een kentering is wat dat betreft wel in zicht met betrekking tot bijvoorbeeld burgerschapsonderwijs: Slob onderkent dat het onderwijs meer moet doen om democratische kennis en waarden over te brengen. Een wet die scholen dwingt meer ernst te maken met burgerschapsonderwijs ligt nu bij de Eerste Kamer. In de regering die deze zomer wordt geformeerd, zien de bewindspersonen voor onderwijs zich dus geplaatst voor grote uitdagingen. Onder andere op het gebied van vrijheid van onderwijs, het stelsel, en de kwaliteit spelen problemen als kansenongelijkheid, segregatie, lerarentekort en niveaudaling. Overzicht houden is daarbij al lastig, maar nog lastiger zal het voor de nieuwe minister zijn om de regie terug te nemen ten opzichte van dit complexe veld. ‘Maatwerk’ en ‘draagvlak’ zijn vanzelfsprekend van belang, maar ontslaan de overheid niet van haar verantwoordelijkheid. Essentieel daarbij is de politieke wil om het ministerie zijn rol op te laten pakken.
Pagina 38
INGEZONDEN MEDEDELING Connect kennis ⏐ netwerk ⏐ ontwikkeling BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 ACHTERGROND 39 De Amsterdamse ambtenaren zullen ook aanwezig zijn, ook al had de vorige actie geen direct resultaat. ‘Het is niet dat je zegt: dit lukt niet, we stoppen ermee’, zegt Anne Hofstede, mede-initiatiefnemer van de petitie. Ambtenaren kunnen niet van pensioenfonds veranderen; daarom willen ze invloed uitoefenen op waar hun geld in wordt belegd. De vraag is niet óf ABP uit fossiele beleggingen stapt, want het fonds zelf geeft ook aan dat duurzaamheid niet ten koste hoeft te gaan van de resultaten. De vraag is: hoe snel? En is 2050 snel genoeg? KRITIEK Uit meerdere hoeken klinkt kritiek op de beleggingen van ABP. De Universiteit Maastricht riep in februari ABP per brief op om voor een aanpak te zorgen ‘waarbij het pensioenfonds op eerst mogelijke termijn zijn banden kan verbreken met sectoren die een verbintenis hebben met fossiele brandstoffen’. Hoogleraren en medewerkers van de Wageningen Universiteit riepen het bestuur van de universiteit begin maart op om bij ABP te eisen dat beleggingen in grote Braziliaanse vleesbedrijven zouden stoppen. Die bedrijven dragen bij aan de ontbossing van het Amazonegebied. Soortgelijke signalen kwamen van onder andere de TU Delft, Hogeschool Saxion en de Tilburg Universiteit. Ook de rest van het land roert zich. Meerdere universiteiten en hogescholen hebben in de afgelopen maanden kritiek geuit op de beleggingen van ABP. En verschillende organisaties ondersteunen de actie, zoals Klimaatcoalitie Parkstad (een samenwerkingsverband van onder andere Amnesty Parkstad en FNV Parkstad), Teachers for Climate NL (een grassrootsorganisatie van docenten), Fossielvrij Hoger Onderwijs Utrecht (studenten en medewerkers van zes Utrechtse hogeronderwijsinstellingen) en in ieder geval 1.575 medewerkers van waterschappen. ‘We raakten in gesprek met mensen van de gemeente Amsterdam en we vonden dat we ook iets moesten doen’, vertelt Wim van Vilsteren, adviseur bij waterschap Vallei en Veluwe. Samen met Ilja Frenken van waterschap De Dommel en Arjan van den Hoogen van Wetterskip Fryslân ging hij steun zoeken. Eind april boden ze ABP een petitie aan met 1.575 handtekeningen van medewerkers van alle waterschappen. ABP deed geen concrete toezeggingen. ‘Bij ABP is de situatie tot dusver nog niet gewijzigd. Maar er is reuring en de sneeuwbal wordt groter. En ik weet zeker dat bij ABP het nodige wordt rondgemaild.’ ‘We kunnen niet weg bij ABP, dat is het punt’, vervolgt Van Vilsteren. ‘Anders was ’ Ik weet zeker dat bij ABP het nodige wordt rondgemaild’ ik allang opgestapt. Wat we veel horen is: ABP vraagt helemaal niets over de beleggingen. De invloed die we hebben, is heel indirect en het verhaal dat ze pas in 2050 volledig fossielvrij willen zijn, strookt absoluut niet met ons dagelijkse werk. Wij worden elke dag geconfronteerd met de gevolgen van klimaatverandering. Daarmee kunnen we de fossiele beleggingen niet meer rijmen.’ De doelstelling van ABP om in 2050 een klimaatneutrale beleggingsportefeuille te hebben, is in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs. De reden dat het fonds niet sneller actie wil ondernemen, is dat het invloed wil uitoefenen op de organisaties waarin het belegt om de overstap naar duurzaam te maken. Het fonds wil vanaf 2025 niet meer beleggen in bedrijven die een groot deel van hun omzet uit kolenmijnen of teerzand halen en waarvan ABP verwacht dat ze de omslag niet of pas over lange tijd kunnen maken. Maar in bedrijven die de overstap wel kunnen en willen maken, wil het fonds blijven beleggen. Het sleutelwoord van ABP hierbij is ‘engagement’. CONTROVERSIEEL Shell is wat dat engagement betreft controversieel. Op de aandeelhoudersvergadering vorige maand onthield ABP zich weer van stemmen over een resolutie van Follow This, een groep activistische aandeelhouders, die Shell opriep om bindende doelen te stellen voor CO2 Dan is er nog het rapport van het Internationaal Energieagentschap (IEA) dat in NRC werd omschreven als ‘een frontale aanval’ op fossiele bedrijven. Het agentschap concludeert dat er een haalbaar pad is richting een klimaatneutrale energiesector, maar dat er een ‘ongekende transformatie’ nodig zou zijn van hoe energie wordt geproduceerd, vervoerd en gebruikt. Er is een ‘onmiddellijke en grootschalige inzet nodig van alle schone en efficiënte energietechnologieën, in combinatie met een wereldwijde stimulering van innovatie’. Dat lijkt niet te stroken met wachten tot 2025 om beleggingen in kolenmijnen of teerzand af te stoten. Een ABP-woordvoerder laat weten dat het fonds het rapport aan het bestuderen is. REUZENSTAPPEN ‘Zelfs het IEA, wat toch niet echt een -reductie in 2050. De resolutie haalde het niet. Het fonds meldde dat er meerdere wegen naar Parijs leiden en het wil Shell liever beinvloeden door de kritische dialoog met het bedrijf aan te blijven gaan. De vraag is of de uitspraak van de Haagse rechtbank, dat Shell voor 2030 zijn uitstoot van broeikasgassen met 45 procent moet beperken, invloed gaat hebben op die aanpak. ‘Er is geen enkele reden om Shell te vertrouwen als zij zeggen dat zij werken aan de energietransitie’, zegt Liset Meddens van Fossielvrij NL, dat de demonstratie van vrijdag organiseert. ‘En er is geen enkel bewijs dat de gesprekken met Shell enig resultaat hebben opgeleverd. ABP blijft zeggen: we hebben engagement. Maar de gesprekken vinden plaats achter gesloten deuren; dat is onacceptabel voor een fonds dat zoveel geld beheert.’ progressieve organisatie is, ziet de noodzaak om te stoppen met fossiel.’ Dat zegt de Amsterdamse wethouder Marieke van Doorninck (duurzaamheid, GroenLinks). Bij de overhandiging van de petitie in november had ze een boodschap: het is fijn dat ABP stapjes zet, maar klimaatverandering stopt men niet met stapjes. dat lukt alleen met reuzenstappen en ABP heeft ‘een reuzenverantwoordelijkheid’. De wethouder ging na de bijeenkomst bij het fonds langs voor een ‘goed gesprek’, maar Van Doorninck verbaast zich erover dat ABP vervolgens tegen de motie van Follow This stemde. ‘Dat is natuurlijk wel echt jammer. Hier had een grote stap gemaakt kunnen worden om te laten zien dat het ernst is. De noodzaak om te stoppen met fossiel wordt inmiddels ontzettend breed gedeeld. Dus het is heel goed dat gemeenten de actie voortzetten.’ Wat verwachten de deelnemers van de demonstratie? ‘Opnieuw een speldenprikje, media-aandacht, dat soort dingen’, zegt Van Vilsteren van waterschap Vallei en Veluwe – ze willen de sneeuwbal groter maken. ‘We leven op kosten van toekomstige generaties en zadelen hen met enorme problemen op.’ De Amsterdamse ambtenaar Hofstede weet niet zeker of ze concrete toezeggingen verwacht. ‘Maar ik hoop dat er ergens op de burelen van ABP een moment van helderheid aanbreekt. Dat ergens het kwartje valt: hier moeten we iets mee, dit kunnen we niet wegmanagen.’
Pagina 40
en presenteren: Succes met Europa! Masterclasses Europa stelt de komende zeven jaar miljarden beschikbaar voor thema’s als energietransitie, mobiliteit en de economie. Maar hoe kun je als Nederlandse decentrale overheid nu gebruik van maken van deze gelden voor regionale projecten? Waar moet je beginnen? Waar moet je project aan voldoen en hoe maak je dit project Europa-proof? Hoe bereik je de juiste mensen in Brussel en hoe krijg je de eigen organisatie mee in het Europese avontuur? In een spot-on masterclass krijg je alle handvatten om te starten met een Europees trajec leeft binnen jouw provincie Kies één of meerdere m ● Energietransitie en cir economie 16 september 2021 ● Klimaatadaptatie 23 september 2021 ● Duurzame en slimme 30 september 2021 ● Digitalisering en Smar 7 oktober 2021 ● Regionale arbeidsmar en economie 14 oktober 2021 Deelname aan deze masterclassreeks kost € 375 excl. btw per sessie. Volledig programma, informatie over de sprekers en aanmelden: succesmeteuropa.nl Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 Meld u aan vóór 11 juli 2021 en profi teer van € 50 Early bird EUROPA SPECIAL 41 EUROPEES SUCCES DECENTRALE OVERHEDEN DIE PROFITEREN 42 SPECIAL EUROPA FOUTJE BEDANKT REGISTRATIE EUROPEES GELD EEN ROMMELTJE 45 KENNIS, CONTACTEN EN GELD LEER BRUSSEL TE BENUTTEN Nu veel gemeenten worstelen met tekorten op hun begroting, lonken de Europese subsidiepotten. Maar hoe vind je in Brussel je weg? De provincie Overijssel en de gemeente Alphen aan den Rijn vertellen over de do’s en don’ts. Wie er in Nederland van Europa profiteert, valt intussen moeilijk op te maken. Uit onderzoek van Binnenlands Bestuur blijkt dat de registratie van subsidies hier een rommeltje is. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 FOTO: SHUTTERSTOCK
Pagina 42
42 SPECIAL EUROPA DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: BERLINDA VAN DAM / ANP-HH Op jacht naar Europese subsidies: een recept voor teleurstelling of hoe dan ook een verrijking? Winnen is belangrijk, maar meedingen levert ook al veel op, zeggen ervaringsdeskundigen. Drie voorbeelden uit de Nederlands-Europese subsidiepraktijk. MEER EUROPEAAN DANKZIJ SUBSIDIEPROGRAMMA’S MEEDOEN BELANGRIJKER DAN WINNEN ‘Wij Nederlanders worden bijna geboren op de fiets’, zegt Ronald Jorna, verkeersconsultant en ingehuurd door de provincie Overijssel als projectmanager bij een Europees project dat fietsgebruik wil stimuleren. Overijssel is lead beneficiary in een Europees consortium met negen partijen (overheden, kennisinstellingen, een belangengroep van fietsfabrikanten en een fietsleasebedrijf) waarin wordt gewerkt aan toepassingen op het gebied van fietsen en zogeheten intelligent transport systems (BITS, waarbij de B staat voor bicycles). Dit binnen een groter programma op het gebied van slimmere mobiliteit, verkeersveiligheid, de reductie van CO2 -uitstoot en gezondheid. Eerdere ideeën over ITS en fiets liepen voor de muziek uit, denkt Jorna. ‘Voorstellen gaan vaak over oplossingen met een chip. Tot voor kort was dat bijna altijd in relatie tot de auto’, weet hij. De fiets als (stedelijk) vervoermiddel wist zich nog geen noemenswaardige plek te verwerven in subsidieprogramma’s, terwijl het vervoermiddel juist prima past bij de Europese Green Deal. Een lacune die met BITS mooi wordt opgevuld, vindt Jorna. Zeker nu de fiets een van de weinige winnaars van de coronapandemie blijkt te zijn. Als slim vervoermiddel dankt het rijwiel zijn succes mede aan de smartphone: ‘Een fiets zet je neer bij het station. Daar zet je geen dure dingen op. Nu zit al die slimheid in je telefoon.’ VOORTREKKERSROL Het Overijsselse voorstel kreeg de goedkeuring van Interreg, een Europees subsidieprogramma voor ruimtelijke en regionale ontwikkeling. Het verbaast Jorna niks dat zijn provincie een voortrekkersrol kreeg – Nederland en Denemarken concurreren immers om het imago van hét fietsland van Europa. Nederland heeft een kennisvoorsprong: ‘Engeland en Duitsland liggen ver op ons achter.’ Maar ook een koploper kan volgens Jorna nog genoeg opsteken, vooral door uitwisseling van kennis over onderling uitgevoerde projecten. Van toepassingen op het gebied van verkeersveiligheid tot betere en gezondere routes en intelligente verlichting: ‘We doen interessante en toepasbare ideeën op. Verder helpt BITS Overijssel bij de visievorming rondom het slimmer maken van fietsverkeer. Vier landen testen en demonstreren verschillende systemen. Daardoor zien we wat werkt en wat niet, en waar we op moeten letten. Een mooie proeftuin. Daarnaast is meedoen aan zo’n Europees project ook goed voor je imago.’ Het technisch projectmanagement besteedt Overijssel uit aan Mobycon, het bureau waar Jorna werkt, terwijl een ander gespecialiseerd bureau het financieel-administratief management doet. ‘Aan Europese projecten kleven verschrikkelijk veel regeltjes, dus het is zaak zeer deskundig te zijn. Binnen Interreg moeten bijvoorbeeld uitbestedingen boven de 5.000 euro aan drie partijen worden ‘ Engeland en Duitsland liggen ver op ons achter’ uitgevraagd. Bij hogere bedragen gelden nationale of Europese aanbestedingsregels. Alleen publiceren is niet genoeg, de kosten verantwoorden ook. Je moet al je documenten bewaren, evenals de publicatiepagina. Tot vijf jaar na afloop.’ Waar het er eerst vooral over ging, meer mensen op de fiets te krijgen (‘in Engeland is dat nog steeds zo’), verschuift de scope steeds meer naar smart mobility. Aangetrapt door data, die aanvankelijk vooral bijvangst waren. ‘De aandacht voor data zie je ook in de strategie van de Europese Commissie met betrekking tot het vervoersbeleid.’ GROEN-BLAUWE TOEKOMST Alphen aan den Rijn ziet een ‘groen-blauwe’ toekomst voor zich. Het wil z’n stadsplanning stutten met meerdere pijlers: gezondheid, vergroenen, waterbeheer, schone en slimme stadslogistiek en de energietransitie. Het masterplan dat in 2020 geschreven is, moet de leefbaarheid vergroten en de lokale economie versterken, en bijdragen aan BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 H t - SPECIAL 43 De fiets past uitstekend in de European Green Deal de gezondheid van inwoners. De gemeente betrekt daar volgens Ron Kervezee, programmanager en ambtelijk secretaris van de stichting Greenport Boskoop, niet alleen het stadshart bij, maar ook de omliggende dorpen. Boskoop, met circa 600 boom- en plantenkwekerijen, geniet wereldfaam. ‘Het stadshart van Alphen aan den Rijn zelf is nogal stenig’, aldus Kervezee. ‘De tuinbouw kan een fundamentele bijdrage leveren aan de systeemverandering die op ons afkomt. Enerzijds door te vergroenen en anderzijds door steden te voeden.’ Onder andere gevelen stadstuinen, plantsoenen en bloemrijke wegkanten moeten de stad groener maken en verfraaien. Kwekers uit de regio kunnen groente, fruit en groen leveren. Met het lokaal geproduceerde voedsel worden voedselketens ingekort. Het groen helpt wateroverlast voorkomen, is goed tegen hittestress en vangt fijnstof en CO2 op. De subsidieadviseur maakte de gemeente erop attent dat elementen uit het lokale masterplan veel overeenkomsten hadden met het zogeheten Healthy Cities-concept. Met acht andere Europese steden werkt de Zuid-Hollandse gemeente nu samen in het URBACT Healthy Cities Network, dat een gezonde leefstijl wil bevorderen door die te koppelen aan stedelijke ontwikkeling. KENNIS UITWISSELEN Spijtig alleen is volgens Kervezee dat het een puur uitwisselings- en lerend netwerk is. Behalve een reiskostenvergoeding staat er volgens hem financieel weinig tegenover. ‘De nadruk ligt echt op het uitwisselen van ervaringen, zodat je niet allemaal het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. Jammer, er zouden naar mijn idee wat meer financiële middelen bij moeten, om de dingen die je bedenkt ook toe te kunnen passen in je gemeente. Al gaat het met de economie niet slecht, op dit moment is het overal Europa armoe troef wat gemeentefinanciën betreft.’ Naar zijn idee is de beoogde kennisuitwisseling tot nu toe ‘100 procent gelukt’. Zo pikte zijn gemeente veel kennis op van de manier waarop het Noord-Spaanse Vic hittestress aanpakt. De inrichting van de stad verleidt inwoners om meer bewegen en de auto vaker te laten staan. ‘Met ingrepen die heel basaal lijken, maar het niet zijn’, aldus Kervezee. Van vier Europese subsidies waar Alphen recent op inschreef, waren er twee niet succesvol. ‘Het kost veel geld om een aanvraag te doen: aan uren en experts die je inhuurt, terwijl succes niet gegarandeerd is’, waarschuwt Kervezee. ‘Winnen is één ding, maar daarna de subsidieaanvraag tot het eind managen en het geld uitgekeerd krijgen, is een vak apart’, is zijn ervaring. Niettemin vindt hij de ‘verloren’ Europese subsidieaanvragen geen verspilde moeite. ‘Je wordt wat meer Europeaan. Als het je lukt, levert het een waardevolle uitbreiding op van je netwerk. Win je niet, dan werk je intensief aan een gezamenlijk doel. Ook dat is een verrijking. Maar de organisatie waar je voor werkt moet wel een flink offer doen.’ Zowel het management als het college van B&W was daartoe bereid in het geval van URBACT. ‘Collega’s, bedrijven en inwoners haakten daarna aan.’ Zoals bij de meeste Europese projecten gooide de coronacrisis roet in het eten. Uitwisselingsreizen werden geschrapt en ook partijen in Alphen aan den Rijn trapten noodgedwongen op de rem. ‘Bij inwoners, ondernemers en vastgoedpartijen hoefde je het laatste half jaar niet aan te kloppen. Die hadden wel wat anders aan hun hoofd. Met de plannen zijn we ver gekomen, maar de uitvoering heeft vertraging opgelopen.’ SUBSIDIESCAN Eveneens uit Overijssel kwam een Europese subsidieaanvraag ten behoeve van herstel van het hoogveen in de Engbertsdijksvenen in Twente, een Natura 2000-gebied. In dit project, getiteld AddMire LIFE, werken de provincie en Staatsbosbeheer de komende jaren samen om het natuurgebied, met een oppervlakte van ongeveer 1.000 hectare, duurzaam te herstellen. Veenmos is een levende spons en vangt veel CO2 uit de lucht. Het mos groeit aan de bovenkant en sterft af aan de onderkant en kan zo’n tien tot veertig keer zijn eigen gewicht aan water opnemen. ‘De Engbertsdijksvenen zijn verdroogd en vermest’, legt Guus Ogink uit. Hij is bij de provincie verantwoordelijk voor het contractmanagement op programmaniveau. ‘Het gebied is “lek” als gevolg van de turfwinning van vroeger. Regenwater stroomt snel weg. Ook de landbouw in de buurt draagt bij aan lage grondwaterstanden.’ De oplossing die is bedacht: ‘We leggen dammen aan van zand BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 44
44 SPECIAL EUROPA en leem. Vergelijkbaar met het systeem dat je ziet in rijstvelden.’ Voor het project hadden de partijen 4,7 miljoen euro beschikbaar. Onvoldoende voor duurzaam herstel. ‘Uit een subsidiescan kwam dat LIFE de passendste subsidieregeling is.’ RVO keek ‘door de oogharen’ mee om te beoordelen of de aanvraag kansrijk was. De kans om het project gefinancierd te krijgen lag volgens Ogink tussen 20 tot 25 procent. Dan nog, zegt de Overijsselse provincieambtenaar, is meedoen zinvol: ‘Het voordeel is dat je tot een sterk plan van aanpak komt. Ook afstemming met andere organisaties die belang hebben bij jouw project telt mee. Dus zelfs als het niet lukt, heb je er geen nadeel van.’ De uitkomst was een aangename verrassing: ‘Een van de hoogste LIFE-subsidies toegekend in 2018. Gemiddeld bedragen die 1 miljoen tot 3 miljoen euro. Wij kregen 7 miljoen, een echte uitschieter!’ Ogink adviseert collega-overheden heel goed De Engbertsdijksvenen krijgen 7 miljoen van Europa te kijken naar de wijze waarop punten worden toegekend aan een aanvraag. ‘Het is een soort puntencompetitie, met criteria waar je in je plan van aanpak aandacht aan moet besteden.’ Dat betekent in zijn ogen dat de indiener met de vinger langs de maatstaven moet. ‘Je moet goed bedenken hoe je daar invulling aan wilt geven.’ De administratieve lasten vallen Ogink alleszins mee. ‘Europese subsidies binnenhalen is een vak apart. Er komt een heel pakket administratie bij kijken. Maar er wordt zeker niet ADVERTENTIE het onmogelijke gevraagd. Voor je projectaanvraag zet je vooraf veel op papier: beschrijving, ramingen, planningen, risicoanalyses. Daarmee heb je voor de latere administratie al een prima basis liggen. Als iedereen zich daaraan houdt, is dat het minste wat we kunnen doen om zo’n grote financiering te krijgen.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. Een woning voor Mark en Iris Omdat hun hart bij de toekomst ligt We willen graag dat Mark en Iris in hun eigen buurt kunnen blijven wonen. Dat is belangrijk voor Mark en Iris, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Utrecht of Oosterhout? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 Foto: Sijmen Hendriks / ANP-HH DOOR: SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK EUROPA SPECIAL 45 Wie wil weten welke Nederlandse bedrijven of overheden subsidie ontvangen van Europa en hoeveel, moet een tocht maken langs vier verschillende bureaus. En dan blijken de gegevens die boven tafel komen bepaald niet te kloppen. Sterker, ze zitten er geregeld een honderdvoud naast. ZOEKPLAATJE WIE IN NEDERLAND SUBSIDIES ONTVANGT RAPPORTAGE EUROPEES GELD EEN ROMMELTJE Zijn bij de automatische verwerking wellicht een paar komma’s verschoven? Maar liefst 41 miljoen euro zou de Stichting Haagbouw tussen 2014 en 2020 hebben gekregen uit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Daarmee voert Haagbouw, een bescheiden opleidingscentrum voor de bouwwereld, de officiële Nederlandse lijst aan van ontvangers van subsidies uit dat fonds. Directeur Olaf Polders schiet hard in de lach als Binnenlands Bestuur hem met de cijfers confronteert. Zijn stichting kreeg een aantal jaar terug een EU-subsidie van een paar ton voor de inrichting van een werkplaats. En dat was het dan. Als nummer twee uit het onderzoek, uitgevoerd door de Brusselse denktank CEPS, komt de Amsterdam Economic Board (AEB) uit de bus. Maar die kreeg bepaald niet de 30 miljoen euro waarover de onderzoekers reppen. Het ging, blijkt bij navraag, slechts om drie ton. Dat geld is bedoeld voor TechGrounds, dat IT-professionals opleidt waarbij de focus ligt op vrouwen en culturele diversiteit. De Amsterdam Economic Board laat weten dat het erg vervelend is dat stakeholders nu volstrekt onjuiste bedragen te horen krijgen – zowel in het onderzoek, als na publicatie van de onjuiste gegevens uit dat onderzoek eerder in Binnenlands Bestuur. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 46
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 46 SPECIAL EUROPA ‘ Er kan in de rapportage van Europese fondsenverdeling veel verbeterd worden’ Ook TNO staat hoog op het lijstje van CEPS, maar herkent zich niet in de 12 miljoen subsidie die daar wordt vermeld. ‘Dat lijkt me te hoog gegrepen’, zegt een bron bij TNO. Waar ligt de schuld van al die te hoge bedragen op de lijst? Oftewel: waar haalt de Brusselse denktank de data vandaan? Het onderzoek blijkt gebaseerd op de publiekelijk toegankelijke informatie over de fondsen. Die informatie is een wettelijke verplichting. Europa stelt als eis dat die op één enkele website te vinden is voor alle programma’s: ‘Om transparantie met betrekking tot de steun uit de Fondsen te waarborgen, houden de lidstaten of de beheersautoriteiten een lijst bij van concrete acties per operationeel programma en per fonds in een spreadsheetgegevensformaat, waarmee gegevens kunnen worden gesorteerd, doorzocht, geëxtraheerd, vergeleken en gemakkelijk op internet kunnen worden gepubliceerd, bijvoorbeeld in CSV- of XML-formaat.’ Maar erg betrouwbaar lijken die cijfers dus allemaal niet. GEFRAGMENTEERD Het onderzoek naar Europese subsidies is door CEPS uitgevoerd omdat het Europees Parlement wilde weten wie nou precies de twaalf miljoen landbouwsubsidieontvangers en de 600.000 cohesiefondsontvangers zijn. Op basis van die informatie kan immers nieuw beleid worden gemaakt. De informatie over de subsidies was tot dusverre slechts gefragmenteerd te vinden in driehonderd databases binnen de Europese Unie. CEPS brengt nu per EU-lidstaat de 50 grootste directe ontvangers en de 25 eindontvangers van cohesiegelden in beeld, zoals ESF+ en EFRO enerzijds en landbouwsubsidies anderzijds. Om het nog ingewikkelder te maken: de Nederlandse bedragen zoals vermeld in de Excelsheet, komen weer voort uit vier operationele programma’s voor West-, Noord-, Zuid- en Oost-Nederland. Ze zijn te vinden op de website europaomdehoek.nl. Desgevraagd geeft het ministerie van Economische Zaken aan dat dit inderdaad de verplichte site en de lijst is waar Europa op doelt. En die site is dus ook door CEPS gebruikt als nationaal rapportagesysteem. Maar die gegevens blijken bepaald niet te kloppen. Hoewel Brussel klip en klaar is over de publicatieverplichtingen, en wat daarmee moet kunnen gebeuren, mailt hoofd managementautoriteit Ruud van Raak van het EFRO-programma Kansen voor West dat hij het kwalijk vindt dat de lijst ook wordt gebruikt voor onderzoeksdoeleinden. Op de site staat daarom een disclaimer: onderzoekers en journalisten worden opgeroepen om de juistheid van de data te controleren bij de vier programma’s voor EFRO in Nederland, in het westen, zuiden, noorden en oosten. Europa om de hoek wordt gerund door het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN). Dat verband heeft geen eigen platform waarop gegevens over subsidies worden gedeeld, maar het verwijst door naar Europaomdehoek.nl. Volgens woordvoerder Floor Brenninkmeijer van Europa om de hoek en SNN is dat echter een site voor het brede publiek en toch niet dat verplichte nationale rapportagesysteem. ‘Voor het EFRO-fonds geldt dat er vier managementautoriteiten zijn (Noord, Oost, Zuid en West). Via de website Europaomdehoek voldoen de cohesiefondsen aan de wettelijk verankerde verplichting vanuit Brussel om het brede publiek te informeren over projecten die subsidie ontvangen. Voor het EFRO-fonds geldt dat alle projecten op de website staan. De overige cohesiefondsen tonen een aantal projecten als voorbeeld.’ Volgt u het nog? VERRAST Bij nader onderzoek naar de cijfers blijkt dat veel van de fouten voorkomen in het westen van het land. Het programma Kansen voor West laat weten dat het verrast is door de fout van TechGrounds in de rapportage over de Amsterdam Economic Board. ‘Er staat een goede en een foute versie onder verschillende namen op de site.’ Nadat Binnenlands Bestuur laat weten dat er in elk geval ook een fout over de subsidie aan Haagbouw in zit, zegt een woordvoerder dat hij gealarmeerd is. De fout is volgens hem ontstaan ‘in het ict-technische traject van samenvoeging van gegevens uit het bronsysteem, alvorens ze ingelezen zijn in de site’. Zijn bij de automatische verwerking wellicht een paar komma’s verschoven? Eerder werd door verschillende bronnen juist aangegeven - r n SPECIAL 47 dat alle data van West-Nederland handmatig zijn ingevoerd. Kansen voor West laat weten dat de fouten zijn aangepast en dat er uit voorzorg binnenkort een update komt. Rapportages aan Brussel over de subsidies zijn echter wél correct doorgegeven. Inmiddels is een aantal gegevens in de spreadsheet aangepast, waaronder de vermeldingen van Haagbouw, AEB en TNO. Ook het programma voor Oost-Nederland heeft inmiddels twee aanpassingen gedaan, zo ziet onderzoeker Willem Pieter de Groen van CEPS. De verbeteringen zullen in een corrigendum aan de CEPS-studie worden toegevoegd. NIET SYSTEMATISCH Het lijkt dus een rommeltje maar – schrale troost – de problemen in het Nederlandse subsidie-overzicht staan niet op zich. De ‘fragmentatie en onduidelijkheid’ in de financiele rapportage is volgens onderzoeker Willem Pieter de Groen van CEPS in lijn met die in de overige Europese lidstaten. ‘De onjuistheden op de website zijn verschillend van aard en niet systematisch, wat erop wijst dat de informatiehuishouding voor in ieder geval de publieke rapportage niet op orde is.’ Tijdens het onderzoek stelden De Groen en COLUMN JAN VERHAGEN NIET GEVRAAGD, NIET GEKREGEN U schrok dat 30.000 gezinnen minder geld hebben gekregen van de Belastingdienst dan waar ze recht op hadden, bij de kinderopvangtoeslag? Toch is dat – letterlijk – kinderspel. Maar liefst 170.000 gezinnen hebben in 2018 minder geld van de gemeenten gekregen dan waar ze recht op hadden, bij de bijstand. Omdat ze het niet hebben aangevraagd. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie SZW. De besparing, een miljard euro, was niet voor gemeenten maar voor het rijk. Van die 170.000 gezinnen die geen bijstand hebben gekregen omdat ze het niet hebben aangevraagd, is alles bekend. Hun leeftijd, hun herkomst, hun inkomen. Hoe lang ze al recht hebben op een bijstandsuitkering. En hun woongemeente. De Inspectie SZW berekent daarmee dat in zeventien gemeenten zelfs meer dan de helft van de gezinnen die recht hadden op bijstand, dat niet heeft aangevraagd. In andere gemeenten was dat minder dan een kwart. Dat heeft natuurlijk grote financiële gevolgen voor de gemeenten. De gemeenten die de bijstandswet goed uitvoeren, en actief gezinnen benaderen die recht hebben op een bijstandsuitkering, komen dus tekort. Als ze minder dan een kwart ondergebruik hebben, komen ze zelfs fors tekort. De gemeenten die daarentegen de bijstandswet slecht uitvoeren, en meer dan de helft ondergebruik hebben, houden veel over van het bijstandsbudget dat ze van het rijk krijgen. Dat is heel wat anders dan wat het rijk altijd beweerde. Het rijk beweerde namelijk dat gemeenten met tekorten te weinig bijstandsontvangers aan werk hielpen. Maar die factor speelt maar een kleine rol. Het ondergebruik is een veel grotere factor. Welke gemeenten voerden de bijstandswet goed uit, met weinig ondergebruik? En welke gemeenten deden het slecht, met veel on‘ Uitkomst van onderzoek weggelaten’ dergebruik? De Inspectie weet het precies. Want van die 170.000 gezinnen is alles bekend, ook de woongemeente. Precies deze uitkomst van het onderzoek laat de Inspectie echter weg in zijn onderzoek. Maar dit overzicht van gemeenten mag niet geheim blijven! Ik wil dat de Inspectie alsnog van elke gemeente het ondergebruik bekend maakt. En gemeenten die weinig ondergebruik hadden en daardoor grote tekorten, verdienen compensatie. Tot nu toe hebben de gemeenten zo’n compensatie niet aangevraagd bij het rijk. En dus niet gekregen. Bij deze vraag ik het aan. Voor al die gemeenten. Over 2018. En over alle andere jaren. andere CEPS-onderzoekers een groot aantal problemen vast met de publieke rapportage van landbouw- en cohesiegelden in de verschillende lidstaten. ‘Zo is de publicatie van cohesiegelden erg gefragmenteerd, wijken de namen van de ontvangers vaak in meerdere of mindere mate af van de officiële namen in de bedrijfsregisters en zijn er diverse gevallen van ruime over- of onderrapportage. In het rapport doen we daarom ook diverse concrete aanbevelingen om de rapportage in de toekomst te verbeteren. Zoals bijvoorbeeld het opnemen van officiële identificatienummers en het opzetten van een centraal rapportagesysteem.’ Europarlementariër Lara Wolters (PvdA) vindt het zorgwekkend dat een deel van de Nederlandse gegevens over eindontvangers van cohesiegelden nu ook onjuist blijkt. ‘Het laat zien dat in de rapportage van Europese fondsenverdeling nog veel verbeterd kan worden, ook in Nederland. Tegelijk toont het wat mij betreft opnieuw aan dat gegevens over eindbegunstigden van Europese fondsen digitaal inzichtelijk en openbaar moeten zijn. Zo kunnen volksvertegenwoordigers, journalisten en burgers de verdeling van Europees geld controleren. En komen niet alleen administratieve fouten, maar mogelijk ook andere misstanden, zoals fraude, makkelijker aan het licht.’ Over de publicaties in Nederland is ze verrast. ‘Ik wil dat iedereen inzicht kan krijgen in de eindbegunstigden van Europees geld met één Europese openbare database die volledig is. Het zou niet nodig moeten zijn om eerst een tour langs alle regionale instanties in Nederland te moeten maken. Dat is onnodig tijdrovend en maakt het niet overzichtelijker.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 50 RECENSIE BOEK DOOR: TON BESTEBREUR TJIBBE JOUSTRA BLIKT TERUG ALTIJD DIE DRANG TOT CONTROLE Hoewel het van Tjibbe Joustra zelf geen biografie mag heten, is het door een journaliste op basis van interviews over hem geschreven boek Crisis en controle een mooie schets van zijn leven als Haags ambtenaar. Als voormalig topman van het ministerie van Landbouw, Nederlands eerste coördinator terrorismebestrijding en voorzitter van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid heeft hij de afgelopen vier decennia een fikse rol gespeeld in het landsbestuur. Uit het boek rijst het beeld op van een man die graag zelf de gang der dingen bepaalt. Dat werkt ook door in het boek, dat een loopbaanschets geeft maar kritische reflecties ontbeert om Joustra’s kijk op de zaken wat betekenisvoller te maken. Daarvoor houdt Joustra waarschijnlijk de controle te graag zelf in handen. Vilein als hij zegt soms te kunnen zijn, benoemt hij in het boek bijvoorbeeld weer wel welke secretarissen-generaal er echt toe doen in Den Haag en welke volgens Jou stra ‘vooral bezig zijn met de facilitaire zaken’. Daarentegen spaart hij zijn politieke meerderen. Joustra laat ook veel vragen over Interessant is zijn terugblik op het functioneren van het ministerie van Landbouw, dat volgens hem in zijn tijd veel te diep vervlochten bleek te zijn met LNV-sectoren en waar te intieme contacten bestonden met de sector. Daardoor ontbrak volgens de daarvoor verantwoordelijke Joustra lange tijd het kritisch vermogen, zoals dat wel bestond bij de visserij. Hij gaat echter niet op de vraag in of dat inmiddels wezenlijk anders is. Joustra geeft een mooie terugblik uit eerste hand op de vele diercrises die hij bij Landbouw meemaakte en hoe hij daar zijn voordeel mee deed als Nationaal Coördinator terrorismebestrijding, maar laat ook veel vragen over. Dat is misschien onvermijdelijk bij aan veiligheid gerelateerde onderwerpen, maar wel jammer. Het spannendste stukje van het boek is daarom zijn kijk op zijn eigen gedwongen vertrek bij het UWV, waar toenmalig SZW-minister De Geus hem om discutabele en onheuse redenen wilde wegwerken (de toiletpotaffaire). Dankzij de enorme steun die Joustra ontving van ambtenaren en zelfs politici als Mark Rutte raakte uiteindelijk niet hij maar veeleer de minister beschadigd, waarna Joustra kort hierna weer zonder veel schade aan de slag kon in Den Haag. Het brengt hem tot het wijze inzicht dat men juist bij aanvallen steun verdient. ‘Als iemand lelijk in het nieuws komt, bel eens op. Houd contact, schrijf een briefje’. Goed dat Joustra hier ook de menselijke maat terugbrengt in zijn beschouwingen over bestuur en organisatie. CITAAT UIT HET BOEK ‘De aanpak van een crisis vergt maatregelen die niet of niet helemaal volgens de regels verlopen. Dat is niet erg maar je moet het achteraf wel kunnen verantwoorden’ CRISIS EN CONTROLE Tjibbe Joustra Prometheus, 2021 Prijs: ¤ 19,99 ADVERTENTIE R - a e 3 domeindirecteuren Dienstverlening, Ruimte en Sociaal www.geerts-partners.nl/vacatures/
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 Foto: Ilse Schuurmans 52 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Naar het burgemeesterschap van Pijnacker-Nootdorp hebben 19 kandidaten gesollicteerd, onder wie 8 vrouwen. De sollicitanten variëren in de leeftijd van 38 tot 63 jaar. Van de 19 sollicitanten hebben er 10 ervaring in het openbaar bestuur. ANJA SCHOUTEN Met ingang van 23 juni is Anja Schouten benoemd tot burgemeester van Alkmaar. Schouten (52) is geen lid van een politieke partij. Zij was politiechef van de Eenheid Noord-Holland en portefeuillehouder Zorg & Veiligheid Politie Nederland. Tot haar installatie was Emile Roemer (SP) waarnemend burgemeester van Alkmaar. Piet Bruinooge (CDA) was er tot oktober 2020 burgemeester. NADINE STEMERDINK Nadine Stemerdink is benoemd tot burgmeester van Voorschoten. Stemerdink (43) is lid van de PvdA. Zij was hiervoor wethouder in Leidschendam-Voorburg. Ze volgt Pauline Bouvy-Koene (VVD) op. Charlie Aptroot (VVD) was waarnemend burgemeester van Voorschoten. AART-JAN MOERKERKE Met ingang van 7 juni 2021 is Aart-Jan Moerkerke benoemd tot burgemeester van Moerdijk. Moerkerke (VVD, 56) was hiervoor burgemeester van Papendrecht. Daarvoor was hij vier jaar burgemeester in Strijen. Tussen 2002 en 2010 was hij wethouder in Capelle aan den IJssel, namens Leefbaar Capelle. In Moerdijk volgt hij Jac Klijs (CDA) op. CAROLINE VAN DEN ELSEN Met ingang van 1 juni is Caroline van den Elsen benoemd tot burgemeester van Boekel. Van den Elsen (52) is geen lid van een politieke partij. Zij was directeur participatie binnen IBN. Ze volgt Pierre Bos (CDA) op. Bos ging met pensioen. MASCHA TEN BRUGGENCATE De gemeenteraad van Heiloo heeft Mascha ten Bruggencate voorgedragen voor benoeming tot burgemeester. Zij is nu voorzitter van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam Centrum en was raadslid in Amsterdam en stadsdeel Centrum. Ten Bruggencate (D66) wordt in Heiloo de opvolger van Hans Romeijn (CDA) die per 1 juni 2021 met pensioen gaat. BERRY LINK De gemeenteraad van Veendam heeft Berry Link voorgedragen al burgemeester. Link (CDA, 55) was tot maart 2019 burgemeester van Geldrop-Mierlo. Daarvoor was hij burgemeester van Schinnen en lid van Provinciale Staten van Noord-Brabant. In Veendam wordt hij de opvolger van Sipke Swierstra (VVD, 70) die al sinds 1 november 2013 waarnemend burgemeester is. KOMEN & GAAN FLOOR VERMEULEN Met ingang van 18 juni 2021 is Floor Vermeulen benoemd tot burgemeester van Wageningen. Vermeulen (36) is lid van de VVD. Hij was tot zijn benoeming gedeputeerde in de provincie Zuid-Holland. Tot 1 juni 2021 was Geert van Rumund (PvdA) burgemeester van Wageningen. ERIK VAN BEURDEN In Leusden stopt wethouder Erik van Beurden met ingang van 1 september 2021. Hij wordt adviseur bij adviesbureau voor duurzame leefomgeving Over Morgen. Van Beurden is sinds 2014 wethouder in Leusden. HI 3 Foto: Ilse Schuurmans BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 Foto: Johannes Timmermans PERSONALIA 53 PIETER BROERTJES Burgemeester Pieter Broertjes (PvdA, 68) van Hilversum stopt in februari 2022. Hij is nu nog met ziekteverlof, maar hij verwacht komende september weer aan het werk te gaan. Sinds mei wordt de functie waargenomen door Charlie Aptroot. Broertjes is sinds juli 2011 burgemeester in Hilversum. Eerder was hij journalist. INEKE BAKKER Ineke Bakker (VVD, 67) is per 10 juni 2021 benoemd tot waarnemend burgemeester van Urk. Zij neemt tijdelijk de taken over van Cees van den Bos (SGP), die herstelt van corona. Bakker was eerder onder andere waarnemend burgemeester in Dinkelland en Dronten en gedeputeerde in Overijssel. ANNEMIEK JETTEN Met ingang van 7 juni is Annemiek Jetten benoemd tot waarnemend burgemeester van Papendrecht. Jetten (PvdA, 57) vervangt daar Aart-Jan Moerkerke (VVD) die burgemeester van Moerdijk wordt. Jetten was eerder burgemeester van Sluis en Vlaardingen. JAN SCHRIJEN Jan Schrijen is benoemd tot waarnemend burgemeester in Landgraaf. Hij volgt Raymond Vlecken (CDA) op. Schrijen (68, partijloos) was eerder burgemeester van Venlo en van Valkenburg aan de Geul. Ook was hij wethouder in Beek, gedeputeerde en dijkgraaf bij het Waterschap Roer en Overmaas. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia FREDERIK ZEVENBERGEN Frederik Zevenbergen is geïnstalleerd als gedeputeerde in Zuid-Holland. Hij volgt Floor Vermeulen op, die sinds 18 juni burgemeester van Wageningen is. Zevenbergen was Provinciaal Statenlid in Zuid-Holland. Eerder was hij jarenlang lid van de gemeenteraad van Leiden. DICK VAN HUIZEN Dick van Huizen is met ingang van 1 juli benoemd tot gemeentesecretaris van Nijkerk. Hij wordt daar de opvolger van interim-secretaris Lotte de Jong. Van Huizen is sinds februari 2020 algemeen directeur van de BUCH, de ambtelijke werkorganisatie van de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Daarvoor was hij al eens gemeentesecretaris van Gooise Meren, Bussum en Aalsmeer en loco-secretaris van De Bilt. BURGEMEESTERS VACATURE LANDGRAAF Het burgemeesterschap van Landgraaf is vacant sinds 25 mei 2021. De gemeente heeft circa 37.300 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.620,48 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 8 juli 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 16 juni 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. HELLENDOORN Het burgemeesterschap van Hellendoorn is vacant per 15 december 2021. De gemeente heeft circa 36.000 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.620,48 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 9 juli 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 17 juni 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. KRIMPENERWAARD Het burgemeesterschap van Krimpenerwaard is vacant per 20 januari 2022. De gemeente heeft circa 56.700 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 9.345,69 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 13 juli 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 21 juni 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. WOUDENBERG Het burgemeesterschap van Woudenberg is vacant sinds 1 juni 2021. De gemeente heeft circa 13.700 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 7.273,22 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 13 juli 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 22 juni 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. SJRAAR COX Sjraar Cos is benoemd tot waarnemend burgemeester van Eijsden-Margraten. Hij vervangt daar Diedonné Akkermans (CDA) die op 20 april 2021 per direct opstapte. De PvdA’er Cox was van 2006 tot 15 maart 2020 burgemeester van Sittard-Geleen, daarvoor was hij burgemeester van Diever, Nuth en Veldhoven. YVONNE VAN MASTRIGT Yvonne van Mastrigt is benoemd tot waarnemend burgemeester van Woudenberg. Van Mastrigt (PvdA, 55) was eerder waarnemend burgemeester van Stadskanaal, Stichtse Vecht en Hoorn. Eerder was zij onder meer gedeputeerde in Groningen en burgemeester van Hoogezand-Sappemeer en Winsum.
Pagina 54
54 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Waar BeljonWesterterp / Gemeente Westerveld Geerts en Partners / Gemeente Maashorst i.o. Gemeente Lansingerland Gemeente Sliedrecht Haagse Hogeschool JS Consultancy / Werkzaak Rivierenland roel&jasper / Gemeente Harlingen FINANCIËN EN ECONOMIE Waar Cedris Gemeente Amsterdam Gemeente Ede Gemeente Wageningen Groene Metropoolregio Arnhem Nijmegen Public Search / DUO+ ICT EN AUTOMATISERING Waar BMC Gemeente Delft Gemeente Hilvarenbeek en Goirle Provincie Utrecht JURIDISCH Waar Gemeente Deurne Gemeente Hoorn JS Consultancy / Gemeente Haarlemmermeer Publiek Netwerk / De Nederlandsche Bank MILIEU Waar Gemeente Houten OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Waar Gemeente Haarlemmermeer PERSONEEL EN ORGANISATIE Waar BMC RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Waar Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland Geerts & Partners / Gemeente Dronten Gemeente Ermelo Gemeente Gouda Functie gemeentesecretaris / algemeen directeur 3 domeindirecteuren ambtelijk opdrachtgever griffiemedewerker bestuursadviseur teammanager beleid, informatievoorziening en kwaliteit gemeentesecretaris / algemeen directeur Functie beleidsadviseur financiën sociaal domein en arbeidsmarkt financieel business partner adviseur bedrijfsadministratie senior financieel adviseur parttime controller groene metropool auditor / vic specialist Functie data analist in publieke sector afdelingshoofd applicatiemanagement privacy officer beleidsmedewerker economie (digitalisering) Functie juridisch adviseur senior juridisch adviseur ruimtelijke ordening juridisch adviseur subsidies coördinerend jurist woo Functie projectleider / beleidsmedewerker energietransitie Functie beleidsadviseur openbare orde en veiligheid Functie jobcoach doelgroepregister Functie teamcoördinator woz teammanager vergunningen, toezicht & handhaving senior beleidsadviseur / projectleider ruimtelijke ontwikkeling strategisch beleidsadviseur ruimtelijke ontwikkeling ADVERTENTIES Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl pagina 51 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 55 Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021 INDEX 55 Gemeente Hoorn Gemeente Nissewaard JS Consultancy / Gemeente Westerkwartier JS Consultancy / Gemeente Zaanstad Provincie Limburg Provincie Noord-Holland Rijkswaterstaat Woonkracht 10 SOCIAAL Waar BMC BMC BMC Cedris Gemeente ‘s-Hertogenbosch Gemeente Nissewaard Gemeente Veenendaal Sociale Dienst Oost Achterhoek Werkorganisatie Hltsamen Zeelenberg / Gemeente Venlo VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Waar Veiligheidsregio Haaglanden OVERIGE Waar Provincie Limburg senior juridisch adviseur ruimtelijke ordening senior beleidsmedewerker centrumtaken zuid-hollandse eilanden senior adviseur ruimtelijke projecten programmamanager mobiliteit senior grondverwerver beleidsmedewerker water Publiek Netwerk / Gemeente Hardinxveld-Giessendam senior beleidsadviseur ruimtelijk domein Publiek Netwerk / Gemeente Hardinxveld-Giessendam beleidsadviseur verkeer & vervoer afdelingshoofd dienstverlening nationale bewegwijzeringsdienst beleidsadviseur vastgoed Functie opleidingstraject allround klantmanager inkomen regio rotterdam jeugd & gezinscoach / jeugdconsulent medewerker uitkeringsadministratie beleidsadviseur financiën sociaal domein en arbeidsmarkt adivseur jeugd senior beleidsmedewerker centrumtaken zuid-hollandse eilanden teamleider beleid maatschappelijke ontwikkelingen manager re-integratie beleidsmedewerker mo, aandachtsgebied jeugd & veiligheid stevige teamleider maatschappelijk domein Functie teamhoofd communicatie Functie strategisch inkoopadviseur OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 56 pagina 51 Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl Pagina/web Binnenlandsbestuur.nl • • • • • • • • • • • • • • • • BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 25 | 2021
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsProgrammamanager Mobiliteit 36 uur | max. € 90.000,- bruto per jaar (incl. IKB) Hoe houd je in 2040 de stad bereikbaar en leefbaar en hoe verdeel je de ruimte voor voetgangers, fietsers en auto’s? Als Programmamanager vertaal je het ambitieuze Zaans Mobiliteitsplan naar programmaplan en coördineer je de stap van beleid naar realisatie. Externe rol met functionele aansturing van team. Netwerker. Besluitvaardig. Uitstekende politiek bestuurlijke sensitiviteit. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Senior Adviseur Ruimtelijke Projecten 32 - 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie rol bij de snelst groeiende gemeente in het noorden voor een adviseur die de regie voert op uitdagende en complexe ruimtelijke projecten. Denkt actief mee met ondernemers en inwoners over de realisatie van dromen, initiatieven en plannen. Is een inspirerende sparringpartner die rust brengt en verbindend, collegiaal en politiek sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager Beleid, Informatievoorziening en Kwaliteit 36 uur | schaal 12 max. € 82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren manager die met een moderne leiderschapsstijl leiding, richting, ruimte en ruggensteun geeft. Stellen van heldere kaders en sturen op resultaat. Werken naar een professioneel, excellent presterend en zelf organiserend team waar medewerkers hun talenten en expertise met plezier en trots ontdekken, inzetten en ontwikkelen met als doel de ambitie van de organisatie te realiseren. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Juridisch Adviseur Subsidies 32 - 36 uur | schaal 10 max. € 57.703,- bruto per jaar (incl. IKB) Ben jij als jurist in staat om alle subsidie gerelateerde vragen, op een rechtmatige, klantvriendelijke en vooral praktische manier af te ronden? Vanuit een juridische invalshoek buig jij je over processen en onderwerpen die betrekking hebben op subsidies. Je adviseert collega’s, MT en ambtelijke en politieke top hierover. Je past regelgeving aan, handelt de bezwaren af en schrijft raadsvoorstellen. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 11-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Katrien Mulder / ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Je bent het nooit eens met alle standpunten van die partij’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. KIEZEN OP THEMA’S BURGER ALS TEGENMACHT Macht en tegenmacht. Je hoort er veel over, maar er is iets geks mee aan de hand, want eenmaal aan de macht, wacht je niet op tegenmacht. Als coalitiepartij wil je niet dat ‘jouw’ fractieleden te veel hun best doen. Dat doet de oppositie maar. Je hebt toch de macht? In Nederland is ‘macht’ relatief: we hebben geen districtenstelsel, maar een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Dit jaar leverde dat zeventien partijen in de Tweede Kamer, inmiddels achttien. Daarom smeden we coalities, want om alles nou uit te gaan debatteren en op basis van een meerderheid besluiten te nemen… Hmmm, wacht eens even. Interessant is dan: wie doet aan politiek voor de macht en wie om de burger te vertegenwoordigen? En als puntje bij paaltje komt, wat is dan belangrijker: de partij of de burger? Of: het partijstandpunt of het coalitiestandpunt? Ik denk dat u de antwoorden wel weet. Burgers stemmen (idealiter) op een partij, omdat de standpunten hen aanstaan. Een partij wordt ‘de grootste’ vanwege de aantrekkelijke lijsttrekker, de aansprekende visie of de ‘bestuurlijke stabiliteit’. Of: er is één kwestie die een gemeente of land op dat moment het belangrijkst vindt. De partij die daar het beste campagne op voert, wint veel zetels. Wat die partij nog meer wil, doet er dan even niet toe. Toch wringt de democratische schoen daar het meest, want je bent het nooit eens met alle standpunten van die partij. Onlangs opperden Rudy van Belkom en Maarten Koningsveld ‘thematisch kiezen’: je stemt niet alleen op een partij, maar ook op thema’s door keuzes te maken uit vijf richtingen per thema. Daar komt een partij uit per thema. Zo kun je op inkomenspolitiek een VVD-standpunt hebben en op klimaat een GroenLinks-standpunt. Die uitkomsten kunnen partijen zwaar mee laten wegen tijdens debatten. Et voilà, daar is die tegenmacht. Niet van volksvertegenwoordigers, maar van burgers. Welke gemeente biedt zich aan om tijdens de gemeenteraadsverkiezingen met thematisch kiezen te experimenteren? ADVERTENTIE WOUTER BOONSTRA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 INHOUD 03 16 COVERSTORY KOSTENDELERSNORM Maatwerk is dé manier om te voorkomen dat mensen als gevolg van bijstandsregels op straat komen te staan. In schrijnende gevallen kan de gemeente de regels buiten werking stellen. Maar dat gebeurt bijna nooit. 12 MARCO PASTORS ‘IK BEN OPGESCHOVEN’ Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid is een lichtend voorbeeld voor burgemeesters die korte metten willen maken met chronische achterstanden in probleemwijken. Directeur Marco Pastors geeft advies. 28 TEGENSTRIJDIG NATUURBELANG PROVINCIE EN GEMEENTE 26 MEICIRCULAIRE BUDGETTEN NOG ONZEKER in de meicirculaire valt veel te bespreken. Over de herverdeling van het gemeentefonds zal het nieuwe kabinet belangrijke beslissingen moeten nemen. Nu overheerst onzekerheid. Na tien jaar samenwerking tussen De Fryske Marren en zandwinner Smals blies de gemeente een zandwinningseiland af. De Raad van State gaf de gemeente gelijk. Wat zegt die uitspraak over de positie van gemeenten bij een nationaal belang als zandwinning? DE LESSEN VAN EEN OMSTREDEN ZANDEILAND NIEUWS Gemeenten: andere aanpak kostendelers 4 ‘Geen discussie over invoering Omgevingswet’ 5 Analyse jeugdzorg: liefde moet nog komen Vullen van vacatures blijft lastig 7 8 ESSAY Maak lokale zorg politiek ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. 20 ACHTERGROND Digitaal vergaderen: plusplunten moeten blijven 32 Duurzame stroom uit eigen streek Serie ministeries: Binnenlandse Zaken Italië kleurt groen met EU-geld 36 38 41 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK OPINIE PERSONALIA 5 9 10 25 43 45 47 50
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 04 NIEUWS SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE Bij gemeenten is er weinig enthousiasme meer voor de kostendelersnorm, een regel die volgens hen kan bijdragen aan dakloosheid. De meeste gemeenten willen de regeling aanpassen; een behoorlijk aantal wil die liefst volledig schrappen. ONDERZOEK BINNENLANDS BESTUUR: GEMEENTEN: ANDERE AANPAK KOSTENDELERS De kostendelersnorm bepaalt dat een bijstandsuitkering steeds lager wordt naarmate de ontvanger met meer mensen op één adres woont. Gemeenten signaleren dat de regeling tot financiële problemen leidt en een oplossing voor dakloosheid in de weg kan staan. Zo goed als alle gemeenten willen daarom dat de wet wordt aangepast. Dat blijkt uit een rondgang bij gemeenten door Binnenlands Bestuur. Daarvoor werden alle 44 centrumgemeenten (die een regierol hebben in de aanpak van dakloosheid) benaderd. Daarvan reageerden 25 gemeenten, waaronder Amsterdam, Den Haag en Rotterdam en Utrecht (de G4). Een grote meerderheid van 92 procent van de respondenten vindt dat de kostendelersnorm niet in de huidige vorm zou moeten blijven bestaan. Het grootste deel van de gemeenten (58 procent) is voorstander van een alternatieve invulling van de regel, maar ook een aanzienlijk aandeel – een derde van de respondenten – wil de kostendelersnorm het liefst helemaal afschaffen. Het belangrijkste bezwaar tegen de regeling is dat de kostendelersnorm kan leiden tot dakloosheid. De regeling kan er namelijk voor zorgen dat ouders hun volwassen kinderen (de kostendelersnorm geldt vanaf 21 jaar) het huis uit moeten sturen omdat ze zich geen korting op de bijstandsuitkering kunnen veroorloven. De wet gaat ervan uit dat huisgenoten kunnen delen in de kosten van de woning WAT TE DOEN MET DE KOSTENDELERSNORM? Afschaffen: Aanpassen: Behouden: 33,3 % 58,3 % 8,3 % en het huishouden, maar in de praktijk is dat vaak niet zo, zien gemeenten. ‘Regelmatig worden jongeren door ouders uit de woning gezet als zij de 21-jarige leeftijd bereiken’, zegt de gemeente Venlo bijvoorbeeld. ‘Dit heeft te maken met te hoge kosten voor ouders waardoor zij vinden dat de jongere op eigen benen dient te gaan staan.’ Amsterdam bevestigt dat beeld: ‘De kostendelersnorm kan leiden tot dakloosheid, vermoeden we.’ En Rotterdam laat weten: ‘Wij worden dagelijks met de negatieve effecten van de kostendelersnorm geconfronteerd, zoals problematische schulden, ontwrichte gezinnen en dakloosheid.’ ALTERNATIEVEN Om dit soort problemen te voorkomen, zijn er aanpassingen van de kostendelersnorm denkbaar. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wil bijvoorbeeld de leeftijdsgrens van de kostendelersnorm verhogen naar 27 jaar, om te voorkomen dat jongeren op straat komen te staan. Ook onder andere respondenten van de rondgang bestaat er animo voor die optie. Ongeveer net zoveel gemeenten zien een oplossing in de zogeheten medebewonersnorm. Daarbij wordt de korting op de uitkering voor de hoofdbewoner geschrapt, maar krijgt de medebewoner een grotere korting dan nu het geval is. De hoofdbewoner gaat er dus niet op achteruit bij het delen van de woning, maar de medebewoner des te meer. Toch betekent dat volgens de gemeente Den Haag – een van de voorstanders van deze optie – een ‘de facto afschaffing’ van de kostendelersnorm. Het zorgt er in ieder geval voor dat hoofdbewoner geen prikkel meer heeft om medebewoners te weren of uit huis te zetten. Zo’n 60 procent van de ondervraagde gemeenten zou de kostendelersnorm het liefst aanpassen, waarbij de medebewonersnorm en de verhoging van de leeftijdsgrens tot 27 jaar de meest genoemde varianten zijn. Toch ziet een derde van de respondenten, waaronder Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Tilburg, de kostendelersnorm het liefst helemaal verdwijnen. ‘De kostendelersnorm zorgt voor meer ellende dan dat deze aan besparingen oplevert’, concludeert de gemeente Tilburg. Lees verder op pagina 16. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA RUIMTE NIEUWS 05 Weer een nieuwe invoeringsdatum van de Omgevingswet. Maar ook een nieuwe leiding bij het programma dat decentrale overheden bij die invoering ondersteunt. ‘Niemand heeft ons gezegd dat wij die Omgevingswet niet nodig hebben.’ NIEUWE LEIDING VOOR PROGRAMMA OMGEVINGSWET ‘GEEN DISCUSSIE OVER INVOERING’ 1 juli 2022 kwam uit de koker van het bestuurlijk overleg als nieuwe invoerdatum van de Omgevingswet. Een half jaar uitstel, dus. Een lastige puzzel, beaamt de in februari aangetreden directeur Cathelijn Peters van het programma Aan de slag met de Omgevingswet. ‘Een ideale datum voor 455 bevoegde gezagen is er niet. Het is de grootste gemene deler. Voldoende inregel- en oefentijd stond centraal. Van daaruit zijn we gaan rekenen.’ Dat de nieuwe datum midden in de zomer valt, met minder bezetting in het geCARTOON BEREND VONK meentehuis, en kort na de gemeenteraadsverkiezingen is niet ideaal, maar geen onoverkomelijk bezwaar. ‘Dit is primair een DSO-uitvoeringsvraagstuk en niet een politieke kwestie’, reageert de nieuwe directeur realisatie Digitaal Stelsel Omgevingswet Arco Groothedde. ‘De kleur van de wethouder maakt minder uit.’ Als het tenminste 1 juli 2022 wordt. Beide Kamers moeten daar hun zegje over doen. Het is nog onduidelijk wanneer dat gebeurt. Peters: ‘We starten al wel de dialoog. De Kamers bepalen vervolgens wanneer zij hierover debatteren.' Volgens Peters is het wenselijk dat er uiterlijk een half jaar voor de invoeringsdatum duidelijkheid komt. Dat kan dus nog relatief kort op de daadwerkelijke invoering worden, maar volgens haar zal er hoe dan ook niet op de gemeentelijke oefentijd worden beknibbeld. ‘Die bedraagt tenminste zes maanden. Nétto. Dus zonder feestdagen en vakanties.’ De afgelopen maanden leek de scepsis in veel gemeentehuizen over de Omgevingswet te groeien. Vooral vanwege de hobbels in het digitale stelsel, de oplopende invoeringskosten en de ingrijpend andere werkwijze, uitgerekend op een moment dat er met ruimtelijke opgaven vaart moet worden gemaakt. Peters: ‘Wij hebben met veel grote en kleine gemeenten, provincies, stedenbouwkundige bureaus en softwareleveranciers aan tafel gezeten. Eigenlijk herken ik dat beeld helemaal niet.’ Groothedde: ‘Uitvoeringsvraagstukken voerden de boventoon in die gesprekken. Je wilt dat het werkt van kop tot staart met de koppeling van de landelijke voorziening aan de lokale systemen naar leveranciers en gebruikers. Er is geen discussie geweest over steun voor de Omgevingswet. Dat voelt als wind in de rug.’
Pagina 6
RECHTMATIGHEIDSVERANTWOORDING? Zo doe je dat Eind 2021 moeten gemeenten een rechtmatigheidsverantwoording in de jaarrekening hebben. Met Eiffel krijg je inzicht hoe andere gemeenten dit hebben georganiseerd. We weten waar de blinde vlekken zitten en met onze best practices en team van specialisten lig je binnen no time op schema voor 2021. Lees onze bevindingen op eiffel.nl/rechtmatigheid Met Eiffel kijk je verder vooruit it BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER SOCIAAL ANALYSE 07 JEUGDZORG: KOU IS WEG LIEFDE MOET NOG KOMEN Eindelijk is er een akkoord tussen rijk en gemeenten over extra jeugdgeld. Voor een jaar. Het dossier kan nog lang niet worden gesloten. Daarnaast zijn er nog wat ‘losse eindjes’. ANALYSE Na jarenlang gesteggel tussen gemeenten en rijk over het budget voor de jeugdzorg, zijn beide partijen eindelijk tot een akkoord gekomen. Althans rondom extra geld voor 2022. Daarnaast gaan gemeenten en rijk aan de slag met een zogeheten hervormingsagenda. Hoewel de lucht tussen gemeentekoepel VNG en rijk nu (financieel) is geklaard, zal het vervolgtraject – het nemen van maatregelen om het stelsel houdbaar te krijgen – nog de nodige wrijvingen gaan opleveren. En er zijn nog wat ‘losse eindjes’. Al jaren pleiten gemeenten voor extra budget voor de jeugdzorg. Bij de overheveling van de taken in 2015 voerde het rijk meteen een forse korting door op het gemeentelijk budget voor de jeugdzorg. Gemeenten zouden die stukken goedkoper kunnen organiseren, omdat hulp en ondersteuning ‘dichtbij’ zou worden georganiseerd, er een groter beroep op de eigen sociale omgeving zou moeten worden gedaan en vol op preventie kon worden ingezet zodat duurdere hulp voorkomen kon worden. Dat viel vies tegen. Vanaf 2017 werden de tekorten op de jeugdzorg zichtbaar, die in rap tempo opliepen en bij steeds meer gemeenten genoteerd werden. Steeds vaker en krachtiger trokken gemeenten bij het rijk aan de bel. Ook provincies vroegen aandacht voor de penibele financiële situatie van een toenemend aantal gemeenten, veroorzaakt door met name tekorten op de jeugdzorg. ‘Den Haag’ gaf aanvankelijk geen sjoege. Gemeenten moesten zelf maar iets aan de tekorten doen, door beter te sturen of efficiënter in te kopen. Na lang aandringen werd er af en toe incidenteel extra budget Den Haag gaf aanvankelijk geen sjoege de ministerraad extra geld voor de jeugdzorg had geblokkeerd. De Vereniging van Nederlands Gemeenten (VNG) trok de rode kaart en zette, voor het eerst in de geschiedenis, arbitrage in. Deze Commissie van Wijzen moest een oordeel vellen in het conflict tussen rijk en gemeenten. Dat oordeel zou ‘zwaarwegend’ voor het nieuwe kabinet zijn. Het oordeel kwam er twee weken geleden en is klip en klaar. Gemeenten hebben jarenlang te weinig geld van het rijk gekregen voor de uitvoering van de Jeugdwet, het rijk moet de komende jaren miljarden bijlappen en er moet voor 1 januari een pakket aan maatregelen liggen om het jeugdstelsel (financieel) houdbaar te krijgen. Er zit geen woord Spaans bij. toegekend. Het rijk sputterde ook dat een structureel tekort niet onafhankelijk was aangetoond. NIET CHIC Eind december werd die Haagse droom de wereld uitgeholpen. Onderzoeksbureau AEF toonde aan dat gemeenten structureel tussen de 1,6 en 1,8 miljard euro op de jeugdzorg tekortkomen. Toch hield het kabinet ook toen nog de boot af en greep het de demissionaire status en de op handen zijnde Kamerverkiezingen aan om de hand op de knip te houden. Het is ‘niet chic’ om nu een besluit te nemen over extra budget voor gemeenten, zei verantwoordelijk staatssecretaris Blokhuis (VWS). Blijkbaar was het wel ’chic’ om tientallen miljarden uit te trekken voor onder meer de KLM en het onderwijs. Later bleek dat minister Hoekstra (Financiën) in GEEN DICTAAT Toch leek het er even op dat de geschiedenis zich zou herhalen. Blokhuis deed na de ministerraad van twee weken geleden nog geen concrete toezegging en stelde dat het oordeel van de arbitragecommissie geen ‘dictaat’ is. Diverse burgemeesters, wethouders, raadsleden, maar ook enkele Kamerleden, stonden meteen op hun achterste benen. In die ministerraad is ‘indringend’ over het oordeel van de arbitragecommissie gesproken, vertelde Blokhuis later, maar hij kreeg dit keer wel het mandaat om in ieder geval voor 2022 de nood te lenigen. Diverse lokale bestuurders hadden liever structurele zekerheid gehad, maar meer zit er nu even niet in. Het dossier jeugdzorg kan nog lang niet worden gesloten. Partijen moeten afspraken maken over onder meer de reikwijdte van de jeugdzorgplicht, over het al dan niet invoeren van een eigen bijdrage, over regionaal inkopen en het vereenvoudigen (standaardiseren) van verantwoordingseisen. Meningen daarover lopen ver uiteen. Het zit veel gemeentebestuurders ook nog dwars dat het rijk de opgelopen tekorten tot 2022 niet volledig wil compenseren. Het gaat om 4,4 miljard euro. Het is afwachten of gemeenten, bijvoorbeeld tijdens de Algemene Ledenvergadering van de VNG van woensdag, gaan pleiten voor actie op dit punt. De ergste kou is dan wel uit de lucht, maar nog niet alle meningsverschillen zijn uit de wereld.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 08 NIEUWS CARRIÈRE DOOR: WOUTER BOONSTRA Veel gemeenten hebben moeite met geschikte kandidaten te vinden. Vooral op gebied ruimtelijke ordening is het lastig: daar is bijna de helft van de vacatures ‘moeilijk vervulbaar’, blijkt uit de Personeelsmonitor Gemeenten 2020. VOORAL MEER MOEILIJK VERVULBARE VACATURES IN MIDDELGROTE GEMEENTEN VULLEN VAN VACATURES BLIJFT LASTIG Grote Bij 16 procent van de gemeenten nam de bezetting in 2020 af. Voornaamste reden: moeite met invullen van vacatures. Vooral in functiegebieden ruimtelijke ordening/milieu en bouwkunde/civiele techniek is het lastig geschikte kandidaten te vinden. Bijna de helft van die vacatures (47 procent) is ‘moeilijk vervulbaar’, blijkt uit de Personeelsmonitor Gemeenten 2020 van A&O fonds Gemeenten. In tegenstelling tot 2019 nam het aandeel moeilijk vervulbare vacatures toe, met 0,9 procentpunt tot gemiddeld 13,4 procent. Ruimtelijke ordening is het moeilijkste functiegebied om vacatures in te vullen. Dat kan Guido Termont, directeur van JS Consultancy, beamen. Hij noemt kernfuncties, zoals adviseur ruimtelijke ordening (maar ook financieel adviseurs), als ‘lastig te vullen vacatures’. ‘Zowel vast als tijdelijk.’ Hij merkt wel dat nu de coronacrisis zijn einde nadert, mensen weer in beweging durven te komen, wat vooral voor de vaste functies meer lucht betekent. Bij civiele techniek is er eigenlijk schaarste voor alle rollen, vult adviseur/partner Jotham Marco van Brandmannen aan. ‘Ook bij planologen, stedenbouwkundigen, verkeerskundigen en beleidsadviseurs ruimtelijke omgeving. En in het sociaal domein is een aantal vacatures moeilijker in te vullen, zoals jeugdconsulent en beleidsadviseur Wmo.’ Schaarste in het sociaal domein merkt ook directeur Elwin Spoel van Certus gemeenten hebben sterke employer brand Groep: ‘Bij beleidsmedewerkers welzijn en jeugdzorg en andere specialisten.’ CONCURRENTIE In functiegebied financieel/economisch is een derde van de vacatures moeilijk vervulbaar en in de automatisering/ict een kwart, meldt de Personeelsmonitor. Daar, en bij jurdisch, zit traditioneel schaarste, weet Spoel. ‘Instroom van startende professionals neemt daar af en je ziet concurrentie uit de private sector.’ Maar ook hij bespeurt vooral schaarste aan de ruimtekant, zoals voor beleidsmedewerkers verkeer en milieu. ‘En bij generalisten, zoals projectleiders ruimtelijke ontwikkeling. Veel gemeenten tegelijk hebben daar behoefte aan.’ Interessant is dat de stijging van het percentage moeilijk vervulbare vacatures vooral plaatsvindt in middelgrote gemeenten. ‘Dat is bij ons niet zo’, reageert Termont. ‘Bij kleinere gemeenten is het loongebouw lager en dan is het lastiger om mensen te vinden ten opzichte van middelgrote gemeenten.’ Marco constateert het verschil ook niet, maar gelooft het zo. ‘Ik denk dat kleinere gemeenten in de regio meer concurrentie ondervinden op arbeidscommunicatie; grote jongens hebben een sterke employer brand. Zij kunnen er beter tegen opboksen om eigen werknemers te werven. Ertussen zitten middelgrote gemeenten: er is veel concurrentie en ze hebben weinig budget voor hun eigen verhaal.’ SNELLE G4 Spoel ziet de G4 meer eigen wervingen marketingacties doen en sneller beslissingen nemen. ‘Als het niet lukt, pakken ze door: het is noodzakelijk, we zetten er een bureau of corporate recruiter op. Gemiddeld is er strakkere regie, focus en capaciteit dan bij middelgrote steden. Kleine gemeenten hebben unieke eigenschappen: meer solistische functies met korte lijnen en een breed takenpakket. Daarmee kunnen zij professionals enthousiasmeren.’ In die verklaringen kan Patricia Honcoop, projectleider arbeidsmarkt bij A&O fonds Gemeenten, zich wel vinden. Ze heeft nog een ander vermoeden. ‘Sommige gemeenten zijn verschoven naar een grotere gemeentegrootteklasse en krijgen dan hoogstwaarschijnlijk meer werk dan eerder, waardoor ze meer mensen nodig hebben. Dat merk je vooral op moeilijk vervulbare vacatures. Dat zijn groeipijntjes.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN09 WE DOBBEREN DOOR IN DE JEUGDZORG Ontwikkel u verder Kennis blijven delen, op de hoogte blijven van de laatste vaktrends en samen scenario’s verkennen en blijven verbinden. Dat is in deze tijd belangrijker dan ooit. Daarom focussen we juist nu met onze virtuele congressen en online opleidingen op wat u nodig heeft. Met inhoudelijke trainingen die aansluiten op de doelstellingen van de VNG, opleidingen die inspelen op vaardigheden voor uw persoonlijke ontwikkeling en sprankelende digitale evenementen. Ons aanbod Online leermodule: Klantreizen 2 en 30 september 2-daagse Leergang: Democratische Rechtsorde 14 en 30 september 5-daagse Leergang: Duurzame Inzetbaarheid start 13 september 5-daagse masterclass: De strategische financial start 15 september 12-daagse Leergang: Urban Communication start 21 september Online module: Ontslagrecht 21 september Masterclass: Effectief regisseren 30 september Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl In het civiele procesrecht heet een arbitrage waarop geen nationaal recht van toepassing is verklaard een ‘floating arbitration’. Bedrijven die geen zin hebben om bij hun vrijwillige geschilbeslechting per ongeluk onder Mexicaans vennootschapsrecht te vallen, sluiten dergelijke arbitrageclausules af. Floating ... Afgaande op een paar verkapte verzuchtingen in de motivering moet de commissie-Van Zwol zich soms zo hebben gevoeld. Dat is begrijpelijk. Want het conflict was dan wel glashelder (de overgebleven bonnetjes van de jeugdzorg) maar op basis waarvan moesten ze dat in vredesnaam beoordelen? Officieel zat Van Zwol een ‘commissie van wijzen’ voor. Hoewel die aanduiding nog in een enkele andere ministeriële regeling voorkomt, is de functie nergens helder omschreven. De hier bedoelde ‘wijzen’ lijken in elk geval niet dezelfde als de ‘goede mannen van redelijkheid en billijkheid’ die ze in het officiële arbitragerecht kennen. De taakomschrijving in het instellingsbesluit hielp ook niet verder. Inzet was een ‘zwaarwegend advies’ over ‘geschillen rond onderdelen die betrokken zijn bij de bestuurlijke weging en waarover Partijen niet tot overeenstemming komen.’ Zelfs de beroepsmatige kenners van de interbestuurlijke verhoudingen tasten bij zulke formuleringen in het duister. Dit is het betere floaten. Maar de commissie-Van Zwol zat er ondertussen maar mooi mee. De Rijdende Rechter kan op televisie elke onstuimige hoorzitting stil krijgen door zijn burgerlijk wetboek erbij te pakken en gewoon voor te lezen dat een boom niet te dicht op de erfgrens mag staan tenzij daar bij Algemene Plaatselijke Verordening anders in is voorzien. Maar de hier benoemde wijzen moeten eerst maar zien uit te vogelen of zij hun wijsheid bij Salomo zouden betrekken of toch uit de boeken van Harry Potter. Gelukkig werd de commissie geholpen doordat één van de partijen het wetboek erbij pakte. De VNG wilde de zaak hun kant op laten dobberen met artikel 108 lid 3 van de Gemeentewet. VNGvoorzitter Jan van Zanen zwaaide er in Buitenhof mee en VNG-directeur Leonard Geluk poetste het artikel regelmatig op. Op zich was dat begrijpelijk. Het bewuste artikel is de bepaling die alle andere artikelen over de financiële verhoudingen overbodig maakt. Er staat namelijk doodeenvouding: de kosten die gemeenten maken bij de uitvoering van medebewindstaken ‘worden door het rijk aan hen vergoed’. Als dát de norm is die moet worden toegepast, dan is dit conflict snel beslecht. Niemand betwist dat de jeugdzorg medebewind is. En over de omvang van het feitelijke tekort is men het ook eens: een dikke anderhalf Als iets te mooi klinkt om waar te zijn, dan is het vaak niet waar GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN miljard. Dus: dokken. Maar als iets te mooi klinkt om waar te zijn, dan is het vaak niet waar. Het artikel kán niet betekenen dat er een soort ongeclausuleerd declaratiestelsel voor alle medebewindstaken geldt. Dat alle gemeenten willekeurig welke kosten ze maken voor bijvoorbeeld het organiseren van verkiezingen simpelweg in Den Haag vergoed kunnen krijgen. Het artikel heeft dan ook een keerzijde en die noteert de commissie-Van Zwol onmiddellijk: het is slechts van toepassing op de gemeentelijke activiteiten die ‘rechtstreeks de uitvoering van de Jeugdwet betreffen’. Daar ontstaat een gevaarlijk boemerangeffect. Als de gemeenten zich op de consequentie van dit artikel kunnen beroepen, zal het rijk gaan hameren op de voorwaarden. En de grip op de uitvoering verstevigen. In de kern ligt deze deal al in het advies van de commissie besloten. Toepassing van artikel 108 activeert een ‘gezamenlijke verantwoordelijkheid’ om het tekort te gaan terugbrengen. Het rijk moet om te beginnen de reikwijdte van de jeugdhulpplicht objectiveren. En daarna volgt een ontwikkelagenda om de kosten structureel te beheersen. Met een stuurgroep en een onafhankelijk voorzitter die daarop toeziet en die kan opschalen naar het interbestuurlijk overleg. Met onafhankelijke monitoring enzovoort. Zo heeft de arbitrage op de korte termijn een probleem opgelost, maar voor de langere termijn vooral duidelijk gemaakt dat de onderliggende verhoudingen nog lang uit zijn uitgekristalliseerd.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 10 NIEUWS IN BEELD ZIEKTEVERZUIM DOOR: HANS BEKKERS MINDER VAAK ZIEK INVLOED CORONA OP VERZUIM TOP 5 MEEST GENOEMDE OORZAKEN ZIEKTEVERZUIM %* 52% 45% 43% Coronabesmettingen lijken een bescheiden invloed te hebben op het ziekteverzuim bij gemeenten. Corona werd in slechts 13 procent van de gevallen door bedrijfsartsen aangewezen als één van de belangrijkste oorzaken voor ziekteverzuim. De belangrijkste oorzaak van ziekteverzuim zijn volgens de bedrijfsartsen van gemeenten nog steeds fysieke en fysiologische aandoeningen. Toch worden in 2020 werkdruk en stress en psychische klachten vaker genoemd als oorzaak. De coronacrisis en alle maatregelen erom heen kunnen indirect hebben bijgedragen aan het ziekteverzuim door een hogere werkdruk, stress en de ontwikkeling van psychische klachten. 27% 13% Fysieke en fysiologische aandoeningen Werkdruk en stress Psychische klachten Privéomstandigheden Corona BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 NIEUWS IN BEELD 11 Het ziekteverzuimpercentage bij gemeenten is vorig jaar gedaald tot 5,5 procent. In 2019 was dat nog 5,8 procent. Waarschijnlijk heeft het vele thuiswerken in 2020 bijgedragen aan de lagere verzuimcijfers. De daling is waarneembaar in alle gemeentegrootteklassen, met uitzondering van gemeenten met 20.000 tot 50.000 inwoners. Daar bleef het ziekteverzuimpercentage stabiel. Dat blijkt uit de Personeelsmonitor 2020 van het A&O fonds Gemeenten. OPBOUW ZIEKTEVERZUIM NULVERZUIM NEEMT TOE Bij uitsplitsing van het ziekteverzuim naar de duur ervan, blijkt vooral dat in 2020 het kort verzuim (maximaal 7 kalenderdagen) is gedaald. Het extra lang verzuim van meer van een jaar, nam afgelopen jaar juist iets toe van 0,8 procent tot 1 procent. Opvallend is ook dat het verzuimpercentage voor lang ziekteverzuim (43 tot 365 dagen) licht is gedaald tot 3,1 procent. Dit in tegenstelling tot voorgaande jaren. Het nulverzuim, het aandeel van de gemeentelijke bezetting dat zich niet heeft ziekgemeld, nam het afgelopen jaar toe 44 naar 53 procent. Ook de meldingsfrequentie, het gemiddeld aantal keer dat gemeenteambtenaren zich per jaar ziekmelden, is gedaald van 1,06 naar 0,72 in 2020. 6,1% 0,8% 5,2% 1,1% 1,2% 1,1% 0,9% 5,5% 5,4% 5,2% 1,0% 5,5% TOTAAL 3,6% 2,7% 3,2% 3,0% 2,8% 3,1% 1,2% 0,4% 0,7% 0,5% G4 > 100.000 EXTRA LANG VERZUIM (MEER DAN EEN JAAR) 0,8% 0,5% 50.000 - 100.000 LANG VERZUIM (43 T/M 365 KALENDERDAGEN) 0,8% 0,6% 20.000 - 50.000 MIDDELLANG VERZUIM (8 T/M 42 KALENDERDAGEN) 0,8% 0,6% < 20.000 INWONERS KORT VERZUIM (MAX. 7 KALENDERDAGEN) *Het percentage geeft weer hoeveel procent van de potentieel beschikbare kalenderdagen in 2020 is verzuimd. 0,9% 0,5% ALLE GEMEENTEN N=195 VERDELING ZIEKTEVERZUIM* G4 > 100.000 inwoners 50.000 tot 100.000 inwoners 20.000 tot 50.000 inwoners < 20.000 inwoners Alle gemeenten Kort verzuim (max. 7 kalenderdagen) 6,8% 8,8% 8,3% 10,5% 11,4% 8,6% Middellang verzuim (8 t/m 42 kalenderdagen) 20,2% 14,4% 13,7% 15,3% 15,9% 16,2% Lang verzuim (43 t/m 365 kalenderdagen) 59,9% 53,3% 57,3% 54,5% 54,9% 56,4% * In afwijking van de CBS definities voor ziekteverzuim komt bij gemeenten een verzuimduur langer dan 2 jaar voor. Dit is hier opgenomen in het ‘Extra lang verzuim’. Extra lang verzuim (meer dan een jaar) 13,1% 23,5% 20,7% 19,7% 17,8% 18,8% n=195 GEMEENTE VERSUS LANDELIJK Hoewel het ziekteverzuim bij gemeenten hoger blijft dan het landelijke cijfer, is het verschil in 2020 wel kleiner geworden, mede omdat het landelijke ziekteverzuimpercentage iets steeg in 2020. Dat ging van 4,4 procent naar 4,8 procent.
Pagina 12
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 12 INTERVIEW MARCO PASTORS DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ARIE KIEVIT Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid is een lichtend voorbeeld voor de burgemeesters die korte metten willen maken met de chronische achterstanden in hun probleemwijken. Programmadirecteur Marco Pastors adviseert ze ‘te doen wat wij doen’. En ‘niet te braaf’ te zijn. MARCO PASTORS, DIRECTEUR IN ROTTERDAM-ZUID: ‘DIT IS GEEN NORMALE BAAN’ Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) zetelt niet op de zestiende verdieping van een office building op de Kop van Zuid, maar onder een jarenvijftigflat in de Tarwewijk. Geen magistraal uitzicht over de Nieuwe Maas en een Barista Café om de hoek, maar de metro bovenlangs en Ram’s Roti schuin tegenover. ‘We hebben écht voor deze plek gekozen. We zijn een samenwerkingsverband. Je moet dus niet bij één van de partijen gaan inzitten. Deze ruimte – het waren vroeger een paar winkeltjes – past perfect bij ons: midden in het gebied, toegankelijk én niet te groot. We hebben een minimale bezetting. Dat is een deel van het succes van het programma. Je wilt dat de partijen die meewerken de resultaten behalen. Dan helpt het dat wij met zo weinig zijn. Wíj kunnen het niet doen’, zegt de directeur van het NPRZ Marco Pastors (55). Lang onder de radar van de vaderlandse media en politiek, dook het Nationaal Programma Rotterdam Zuid afgelopen maand op in de krant en op de beeldbuis. Vijftien burgemeesters hadden in hun manifest Dicht de Kloof! gepleit voor een nationaal herstelprogramma om de achterstanden in hun steden te lijf te gaan. Want: ‘De meest kwetsbare stedelijke gebieden van ons land hebben te maken met armoede, werkloosheid, schulden, criminaliteit, en achterstelling in het onderwijs en gezondheid. Door de vele problemen die hun wijk teisteren en door tekortschietend overheidshandelen lopen veel bewoners van kwetsbare wijken vast.’ Het kan ook anders, weten de burgemeesters. ‘Met het Nationaal Programma Rotterdam Zuid wordt sinds 2012 gewerkt met een samenhangende en meerjarige aanpak van 20 jaar met gerichte ingrepen, duidelijke doelen en meetbare resultaten.’ Dat willen Zaanstad en Heerlen ook! Wie van de burgemeesters van het manifest Dicht de Kloof! is de afgelopen jaren níet langsgegaan bij het programmabureau, waar Pastors al sinds 2012 de scepter zwaait? Iedere week komt er wel een delegatie op bezoek: een gemeente, een schoolbestuur, een woningcorporatie. Gaandeweg is ‘NPRZ voor velen die werken in de stedelijke vernieuwing een lichtend voorbeeld’ geworden, schreven de onderzoekers Willem van Spijker en Pieter Tops onlangs in Het verhaal van NPRZ. ‘Daar zijn we enorm trots op, en dat geldt voor iedereen in het gebied’, glundert directeur Pastors. ‘Wij denken namelijk dat we hier doorbraken te pakken hebben die niet alleen in Rotterdam-Zuid werken.’ HARDSTE KLAPPEN En dat terwijl Van Spijker en Tops in Het verhaal van NPRZ nu juist zeggen: ‘Hoed je om NPRZ te willen kopiëren.’ Dat zouden ze wat Pastors betreft juist wél moeten doen. ‘Doe wat wij doen. Iedereen heeft het over maatwerk en bij ons is het anders, maar een mensenleven draait om school, werk en wonen. Iemand moet mij maar eens uitleggen waarom in ons soort ‘De beperking is onze kracht’ wijken tien uur extra les op de basisschool geen goed idee is, waarom een baangarantie een slecht idee is en waarom je de woningvoorraad niet moet verbeteren.’ De samenwerking op de terreinen school, werk en wonen is wel pas succesvol als het programma er niet van alles bij gaat doen. ‘De beperking is onze kracht’, zegt Pastors. ‘Je kunt niet op alle domeinen samenwerken en je moet niet alles willen coördineren. Er speelt van alles op het gebied van onderwijs en wonen en veiligheid en ga daar vooral mee door. Wij spreken hier een paar dingen af en daar houden we ons aan. Dat maakt het verschil en dat is ook voor iedereen acceptabel.’ Waar het projectbureau zich bijvoorbeeld niet mee bemoeit is de buitenruimte. Pastors: ‘De gemeente moet de buurt schoon en groen houden, maar daarin zit niet het verschil tussen wel of geen diploma of wel of geen werk.’ De strijd tegen schooluitval of bijstandsuitkeringen is voor Pastors echt een wedstrijd. ‘Het doel is om net zo werkend te worden als iedere andere grote stad. Dan zouden we in 2031 11.200 bijstandsuitkeringen moeten hebben; we hebben er nu 15.000. Deze week was erg goed, maar door corona hebben we wel een grote terugslag gehad. Tussen 2016 en 2019 wonnen we de wedstrijd, in 2020 kwamen we INTERVIEW 13 CV MARCO PASTORS (Beneden Leeuwen, 1965) studeerde bedrijfseconomie in Rotterdam. Daarna werkte hij voor Pim Fortuyn, PinkRoccade en als adviseur in de publieke sector. Pastors was van 2002 tot 2005 wethouder fysieke infrastructuur voor Leefbaar Rotterdam in Rotterdam. In 2006 richtte hij met LPF-parlementariër Joost Eerdmans EénNL op. De partij kwam net niet in de Tweede Kamer. Van 2006 tot 2012 was Marco Pastors raadslid voor Leefbaar in Rotterdam. Begin 2012 werd Pastors directeur van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021
Pagina 14
INTERVIEW 15 als laatste over de streep. We staan er nog steeds beter voor dan in het begin, maar de tik is heel hard aangekomen. En dat is fundamenteel verkeerd. Onze samenleving heeft de laagst opgeleiden in de hoek gezet waar de hardste klappen vallen.’ TWINTIG JAAR De gemeenten die op Zuid langskomen, krijgen naast het advies dat ze moeten doen wat het Nationaal Programma Rotterdam Zuid doet, ook te horen dat ze de tijd moeten nemen. Pastors: ‘Aan een programma van tien jaar heb je niets. Als je stappen vooruit wilt maken, dan moet je denken aan minimaal twintig jaar. Alle partijen die je wilt betrekken bij een programma moeten zich aan de programmaduur committeren, ook de gemeente. Je geeft geen garantie tot de hoek. De raad mag van samenstelling veranderen, het college ook, en er mogen nieuwe schoolbesturen komen, maar we houden ons aan de afspraken.’ En dan nog wat: wees niet te braaf. ‘Als je alleen maar binnen de lijntjes blijft, dan ga je er nooit komen.’ En dan nog kan het jaren duren voordat alle kikkers in de kruiwagen zitten. Pastors: ‘De basisscholen op Zuid doen voor het eerst met z’n allen ergens aan mee: aan die tien uur extra les. Normaliter spreek je zoiets af en dan vinden een paar scholen het een goed idee, de middenmoot zegt okay, en de rest doet niet mee. Meestal kom je daar pas later achter, zijn er nieuwe verkiezingen en begin je weer opnieuw. Wij hebben gekozen voor een basisinterventie van tien extra activiteitenuren; dus geen 26 maar 36 per week. Dat houden we vol zolang het nodig is. We hebben er twee en een half jaar over gedaan om de 29 scholen op Zuid zover te krijgen. Dat is de nettotijd van een gemeentebestuur.’ Is Marco Pastors daarmee de ‘krachtpatser’ die ‘door roeien en ruiten gaat’ om Zuid er bovenop te helpen? De grootste partij van Den Haag Hart voor Den Haag/Groep De Mos denkt dat alleen zo’n type, en Pastors is daarbij hun voorbeeld, de Haagse probleemwijk Zuidwest er bovenop kan helpen. Pastors: ‘Als je denkt aan iemand die met zijn vuist op tafel slaat en iedereen in het gelid dwingt, dan hebben ze het mis. Maar door roeien en ruiten gaan, dat herken ik wel. We zijn erg vasthoudend. We hebben dít afgesproken en dat gaan we doen. We vragen waarom het nog niet gelukt is en denken mee. Ik geloof niet dat ik daar vervelend in ben.’ Maar goed, er kan een moment komen waarop je dat wel moet zijn; als de laatste drie scholen bijvoorbeeld niet mee willen met die extra tien lesuren. ‘Wie heeft er geluld?’, roept Pastors lachend. ‘Zo ging ‘Het zou zomaar kunnen dat ik hier met pensioen ga’ het precies. De laatste drie wilden niet. Ik zie mijzelf nog staan. Het was de dag voor de vakantie, ik was thuis. Ik heb toen de drie schoolbesturen gebeld en gezegd: “Dit kan dus niet.” Tel je zegeningen, er hebben nog nooit zoveel scholen meegedaan, was hun antwoord. Hoe erg is het nou? Nou, de scholen 17 tot en met 26 deden het ook niet van harte, maar ze hebben wel ja gezegd. Als de laatste drie niet meedoen, dan breekt de samenwerkingscultuur. Dat is gelukkig goed gekomen.’ WONDER Het programmabureau en zijn directeur kunnen van alles willen, dwingen kunnen ze niemand. Dat het ‘machteloze’ Nationaal Programma Rotterdam Zuid niet allang een stille dood is gestorven, mag op het eerste gezicht dan ook een wonder heten, menen Van Spijker en Tops. In het klassieke organisatiedenken was het programma volgens het tweetal gedoemd te mislukken. ‘NPRZ heeft geen geld, niemand in dienst, geen bevoegdheden en geen aanwijsbare ‘eigen’ prestaties. Met een klassieke bril kijken levert een beeld op van NPRZ als een lege huls. Met een programmadirecteur als chef lege dozen.’ Die programmadirecteur: ‘Je maakt afspraken met alle partners: rijk, gemeente, corporaties, zorginstellingen, schoolbesturen, bedrijfsleven, politie en Openbaar Ministerie. Dat doe je omdat je hetzelfde wilt; wij zien erop toe dat de afspraken over interventies worden nageleefd. Als ik ergens niet uitkom, dan is er een bestuur dat ons hier heeft neergezet. Loop je niet dood maar escaleer het. Wij voeren hún programma uit.’ Het aardige is dat Pastors niet via een headhuntersbureau op Zuid is beland en na gedane arbeid in zijn Tesla op huis in een lommerrijke buurt aangaat, maar dat hij al meer dan twintig jaar in Hillesluis woont. Deze wijk in Feijenoord is met zijn overwegend allochtone inwoners en jonge leeftijdsopbouw een klassieke probleemwijk. Pastors: ‘Niemand van mijn vrienden woont hier. Ik woon er al sinds 1998 en mijn vriendin komt nog steeds regelmatig mopperend thuis. Voor de gemiddelde bewoner is er niet veel veranderd. Het is nog lang niet zoals het zou moeten zijn. Door de druk op de woningmarkt merk ik wel dat er meer studenten rondlopen en ook wat meer hoger opgeleiden. Er is perspectief gekomen, maar we zijn nog niet op het niveau van een gemiddelde stadwijk.’ VERANDERD Nog even en Marco Pastors zit tien jaar bij het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Kom daar eens om in (top)ambtenarenland. Is er iets mis met hem? ‘Ik heb net bijgetekend tot 2025. Het zou zomaar kunnen dat ik hier met pensioen ga’, lacht Pastors. ‘Dit is geen normale baan. We hebben twintig jaar nodig om een stap vooruit te zetten. Het is niet zo van: we hebben het vierde jaarverslag gehad of we hebben voor de tweede keer verkiezingen meegemaakt. Tijd voor iets anders. Dat is hier niet. Hier is het: wat is gelukt en wat nog niet en hoe gaan we de rest doen? Bijna iedereen zit hier al zo lang. En het voelt ook niet als zo lang.’ Het werk op Zuid heeft Marco Pastors wel veranderd. ‘Ik zie het gelijk van de mensen in de achterstandswijken. Het is hier op zo veel fronten minder dan waar ook in Nederland. Ik was altijd van de lijn: Nederland zit vol met kansen; je moet wel bukken om ze op te rapen, zoals Marcouch in Arnhem zegt. Dat vind ik nog steeds, maar ik ben mij gaan realiseren dat het voor sommige mensen echt heel lastig is om dat te doen. En dat is geen onwil. Bijna iedereen op Zuid kan een goede schoolcarrière hebben en aan het werk zijn, maar als het gaat om wat daarvoor nodig is, ben ik opgeschoven.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021
Pagina 16
16 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: HANS VAN DEN BOGAARD / ANP-HH Op papier is maatwerk dé manier om te voorkomen dat mensen als gevolg van bijstandsregels op straat komen te staan. In schrijnende gevallen zou de gemeente de regels buiten werking moeten stellen. Maar dat gebeurt in de praktijk bijna nooit. KOSTENDELERSNORM IS ‘STARRE REGELING’ STRAAT DREIGT VOOR JONGEREN Als het gaat om de kostendelersnorm, is maatwerk het toverwoord. De kostendelersnorm, die bepaalt dat een bijstandsuitkering steeds lager wordt naarmate de ontvanger met meer mensen op één adres woont, maakt het delen van een woning onaantrekkelijk. Daardoor kan de regeling bijdragen aan dakloosheid. In principe kunnen gemeenten in dat soort kritieke gevallen de kostendelersnorm buiten werking stellen. Het rijk – de wetgever – draagt daarom maatwerk aan als het wondermiddel om ongewenste gevolgen van de kostendelersnorm, zoals dakloosheid, te voorkomen. Maar gemeenten geven aan dat die ‘maatwerkoplossing’ te ingewikkeld is in de uitvoering. Bovendien weten de meeste geGEEN WONING Jonge dakloze in Amsterdam BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND 17 meenten niet hoe vaak ze daadwerkelijk een uitzondering maken. En bij die paar gemeenten die het wel weten, blijft het bij minimale aantallen. Zo ging het in Arnhem het afgelopen jaar om 23 gevallen. Utrecht gokt op 20 tot 25 en Den Haag schat dat het om ongeveer 10 personen gaat. Andere gemeenten geven antwoorden als ‘zelden of nooit’ (Doetinchem) en ‘niet vaak’ (Heerlen). Dit blijkt uit een rondgang van Binnenlands Bestuur onder alle 44 centrumgemeenten die een regierol hebben in de aanpak van dakloosheid. In totaal droegen 25 centrumgemeenten bij aan het onderzoek. Een flinke meerderheid van 63 procent, waaronder alle G4-gemeenten, ervaart knelpunten in het toepassen van maatwerk bij de kostendelersnorm. Dit ondanks dat de meeste gemeenten al wel gebruikmaken van een speciale handreiking die het toepassen van maatwerk gemakkelijker zou moeten maken. HAAGSE BUBBEL Dat de maatwerkoplossing in de praktijk tekortschiet, was op basis van signalen uit het werkveld al te verwachten. Dat beaamt Esmé Wiegman, directeur van Valente, de branchevereniging voor maatschappelijke opvang: ‘Wij hebben hetzelfde beeld, dat maatwerk weinig bekend is en weinig wordt toegepast.’ Marleen van der Kolk, programmamanager bij Stichting Zwerfjongeren Nederland, sluit zich daarbij aan: ‘Deze uitkomst verbaast me helemaal niet, en is ons een doorn in het oog. In onze Haagse bubbel hebben we bedacht dat maatwerk op papier goed werkt, maar de praktijk is veel weerbarstiger.’ Ook het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), dat verantwoordelijk is voor de wetgeving rondom de bijstand, herkent het beeld dat maatwerk ‘met terughoudendheid’ wordt toegepast door gemeenten. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), waar de aanpak van dakloosheid onder valt, voegt daaraan toe dat er workshops zijn georganiseerd in verschillende gemeenten om, op basis van de eerdergenoemde handreiking, de maatwerkoplossing onder de aandacht te brengen. Die sessies werden druk bezocht en hebben geleid tot ‘mooie voorbeelden van de invulling van maatwerk’, stelt VWS. Het merendeel van de gemeenten geeft in het onderzoek inderdaad aan dat ze gebruikmaken van de handreiking, hoewel veel gemeenten ook zeggen dat ze al langer volgens de principes van de handreiking werkten. Gemeenten kunnen echter niet aangeven of deze werkwijze de inzet van maatwerk heeft vergroot. Dat is weinig verrassend, aangezien noch de gemeenten noch de twee ministeries bijhouden hoe vaak de maatwerkoplossing daadwerkelijk wordt ingezet. ‘De effecten van het beleid zijn dus op geen enkele manier te toetsen’, concludeert Van der Kolk van Stichting Zwerfjongeren Nederland. Het ministerie van SZW zegt, gewezen op het gebrek aan inzicht in de werking van het beleid, dat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Participatiewet bij gemeenten ligt. Dat neemt echter niet weg dat het rijk systeemverantwoordelijk is, merkt Van der Kolk op. KATALYSATOR Problemen met de kostendelersnorm zijn de afgelopen jaren door verschillende maatschappelijke organisaties en politieke partijen aangekaart. Vakbond FNV startte eind vorig jaar een petitie om de kostendelersnorm uit de wet te schrappen. De petitie is ondertekend door een hele reeks belangengroepen en door de Tweede Kamerfracties van GroenLinks, PvdA, SP, Bij1, DENK en de PvdD. Volgens de ondertekenaars draagt de kostendelersnorm bij aan armoede en dakloosheid. Dat werd in november 2020 bevestigd door een onderzoek door Significant APE in opdracht van het ministerie van SZW. Daaruit bleek dat sinds de invoering van de kostendelersnorm in 2015 steeds meer jongeren in een huishouden met een bijstandsuitkering uit huis gaan in het jaar dat ze 21 worden – de leeftijd waarop de kostendelersnorm ingaat. Dat betekent ‘ De effecten van het beleid zijn niet te toetsen’ niet per se dat de kostendelersnorm dé oorzaak van dakloosheid onder jongeren is, maar toont wel aan dat de regeling kan bijdragen aan een kwetsbare situatie die uiteindelijk kan leiden tot dakloosheid. Bovendien kan de kostendelersnorm een oplossing voor dakloosheid in de weg staan. Woningdelen kan immers, zeker in tijden van krapte op de woningmarkt, een uitkomst bieden voor wie op straat komt te staan. Esmé Wiegman, directeur van Valente: ‘Er zijn op dit moment te weinig woningen. De oplossing is: woningen bouwen. Maar je bent zomaar tien jaar bezig om het tekort weg te werken. Daarom moeten we nu beter gebruikmaken van de bestaande woningvoorraad. Maar het is op dit moment niet aantrekkelijk om een woning te delen, terwijl er best mensen daartoe bereid zouden zijn.’ Wiegman denkt dat de kostendelersnorm een belangrijke verklarende factor is in de explosie van het aantal dakloze jongeren – tussen 2009 en 2018 is het aantal daklozen tussen 18 en 30 jaar verdrievoudigd. Ook gemeenten die meededen aan de rondgang van Binnenlands Bestuur zien een verband tussen de kostendelersnorm en dakloosheid. De kostendelersnorm is zelden de hoofdoorzaak van dakloosheid, geven verschillende gemeenten aan, maar staat wel oplossingen voor dakloosheid in de weg. De kostendelersnorm kan een katalysator zijn van andere sociale problematiek, zegt bijvoorbeeld de gemeente Utrecht. En de gemeente Rotterdam legt uit: ‘De kostendelersnorm gaat uit van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor vaste woonlasten, zonder dit nader te regelen. In de praktijk rust die verantwoordelijkheid veelal op hoofdbewoners, die voor tijdige betaling persoonlijk aansprakelijk zijn. Maandelijks moeten zij zien te regelen dat ze een evenredige bijdrage van hun medebewoners krijgen. Omdat dat niet altijd lukt, kunnen bij hoofdbewoners betalingsachterstanden en schulden ontstaan. Ter voorkoming daarvan kan een onwillige medebewoner de deur worden gewezen. Een dilemma, zeker waar dit speelt tussen ouders en kinderen. De financiële afhankelijkheid tussen mensen, ook wanneer alleen een gezamenlijke voordeur wordt gedeeld, is met de invoering van de kostendelersnorm zeer toegenomen.’ BEPERKTE RUIMTE In reactie op het onderzoek van Significant APE zei toenmalig staatssecretaris van Sociale Zaken Bas van ’t Wout (VVD) dat het ‘onwenselijk’ is dat bijstandsgerechtigden worden belemmerd in het delen van een woning. Toch wilde hij
Pagina 18
VAN ONZE KENNISPARTNER BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND19 KOSTENDELING IN CIJFERS Tussen 2009 en 2018 is het aantal daklozen tussen 18 en 30 jaar In totaal ontvangen 44.420 mensen een uitkering op basis van de kostendelersnorm (volgens de meeste recente cijfers). Dat is ongeveer een tiende van de hele bijstandspopulatie. e e s Er zijn naar schatting ruim 36.000 daklozen in Nederland. Dat aantal is sinds 2009 verdubbeld. 63 procent van de ondervraagde gemeenten ervaart knelpunten in het toepassen van maatwerk bij de kostendelersnorm. 12. udigd, 00 tot 00. verdrievoudigd, van 4.000 tot 12.600. 92 procent van de ondervraagde gemeenten wil de kostendelersnorm afschaffen of aanpassen. de kostendelersnorm in stand houden. Dat was volgens hem nodig om een stapeling van uitkeringen op één adres te voorkomen. Zonder de kostendelersnorm zou er in een huishouden met meerdere bijstandsuitkeringen zoveel geld binnenkomen dat het niet meer loont om te gaan werken. Dat past niet bij het ‘activerende karakter’ van de bijstand en zou het ‘draagvlak in de samenleving’ voor het sociale zekerheidsstelsel ondergraven. De oplossing voor de ongewenste effecten van de kostendelersnorm was daarom: maatwerk. ‘Met deze kabinetsreactie wil ik gemeenten comfort bieden dat zij de ruimte voor maatwerk mogen en soms ook moeten benutten. Niet alleen is er een bevoegdheid, ook is er een verantwoordelijkheid, zeker als het gaat om de meest kwetsbare mensen in onze samenleving’, schreef Van ’t Wout. Van ’t Wouts reactie lijkt te suggereren dat gemeenten om een of andere reden de mogelijkheden tot maatwerk niet goed benutten. Maar uit de rondgang bij gemeenten komt een heel ander beeld naar voren: gemeenten ervaren te weinig wettelijke ruimte om maatwerk toe te passen. ‘De kostendelersnorm in de huidige vorm is een ingewikkelde regeling voor burgers en medewerkers’, zegt de gemeente Utrecht. ‘Alleen in bijzondere situaties kan tijdelijk een uitzondering worden gemaakt. De ruimte is echter beperkt.’ Dat beaamt de gemeente Hoorn: ‘De regeling is star en kent, behoudens de crisissituaties, weinig tot geen ruimte om af te wijken van de standaard.’ ADVERTENTIE en presenteren Succes met Europa! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 ● Waar moet uw project aan voldoen ● Gaat u voor één project of twee tegelijk? ● Welke Europese subsidieprogramma’s zijn er? ● Welke samenwerkingspartners kiest u? ● Wie is uw contactpersoon in Brussel? ● Welke ondersteuning kunt u krijgen? informatie en aanmelden succesmeteuropa.nl 24 juni 2021 Maar ook de mogelijkheid om in crisissituaties af te wijken, is niet altijd voldoende, voegt Deventer toe: ‘We weten vaak pas dat er sprake is van een crisissituatie als er al het een en ander geëscaleerd is en de jongere op straat staat.’ Bovendien vraagt maatwerk veel van de gemeentelijke organisatie. ‘Maatwerk heeft als keerzijde dat je tijd nodig hebt om casussen met elkaar af te stemmen omdat je wilt voorkomen dat willekeur ontstaat’, aldus de gemeente Amsterdam. Kortom: gemeenten zien sociale problematiek ontstaan als gevolg van de kostendelersnorm, maar ze hebben te weinig mogelijkheden om in te grijpen. Geen wonder dat bijna alle gemeenten pleiten voor aanpassing of afschaffing van de kostendelersnorm. livestream
Pagina 20
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 20 ESSAY BESTUUR FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ZORG POLITIEK ESSAY MAAK LOKALE De verwachtingen in 2015 waren hooggespannen. Met de decentralisaties in het sociaal domein zou de raad weer ergens over gaan. Weinig raads politiek kwam echter van de grond. Om daar verandering in te brengen, dient de raad de hand in eigen boezem te steken, vinden Douwe Jan Elzinga en Geerten Boogaard. ‘Het begint allemaal met concrete ervaringen uit de gemeenschap omzetten in een standpunt in de lokale politieke arena.’ De verwachtingen waren in 2015 hooggespannen. De grote decentralisaties in het sociaal domein beloofden maatwerk, integraliteit en nabijheid voor de burger. Bovendien was het een mooie politieke belofte voor de lokale democratie. De raad zou weer ergens over gaan; het gemeentelijke budget steeg met maar liefst 45 procent naar 1.600 euro per inwoner. De raad zou echt de ruimte krijgen om aan politiek te doen. Géén gouden koorden, géén woud aan uitvoeringsregels. Fasten your seatbelts!, zei minister Plasterk dan ook op het VNG-jaarcongres van 2013 tegen de verzamelde gemeentebestuurders. Met de decentralisaties ‘wordt de gemeenteraad het eerste aanspreekpunt voor een ontevreden burger.’ Per saldo zou de lokale kiezer weer wat te kiezen krijgen, en dat is goed voor de gemeentelijke democratie. Kortom: wie zou niet juichen? De feiten van sindsdien zijn bekend. In het sociaal domein gebeurde van alles, maar een feest voor de democratie werd het niet. Bij de raadsverkiezingen van 2014 concludeerde Binnenlands Bestuur dat het onderwerp zorg wel belangrijk was voor de kiezer, maar dat de lokale partijen nog geen zorgvisie hadden ontwikkeld. En ook in 2018 lukte het niet om de kiezer bij dit onderwerp iets te kiezen voor te leggen. Verkiezingsprogramma’s bleven abstract en meldden grotendeels hetzelfde. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) constateerde in februari 2020 dat de raden geen grip op het sociaal domein hadden en er ook geen politiek van maakten. Ondertussen werden de kosten van het sociaal domein het koekoeksjong in de gemeentebegroting – en toen kwam het politieke spel wel op de wagen. Nauwelijks over de inhoud echter, maar vooral als collectief protest jegens het rijk. Anno 2021 is bijna de helft van de Nederlandse gemeenten feitelijk failliet, zijn de reserves weggesmolten en is autonome beleids- en financiële ruimte naar een onaanvaardbaar niveau weggezakt. EXTERNE OORZAKEN Er zijn de afgelopen vijf jaren veel oorzaken aangewezen voor dit gebrek aan echte raadspolitiek. Zo zou er te weinig beleidsruimte zijn om te sturen. Te weinig geld om te verdelen. En te weinig grip op de regionale schaal waarop de feitelijke organisatie vaak is georganiseerd. Al die oorzaken zullen zeker hebben bijgedragen aan de omvang van het probleem. Welk raadslid gaat er nu vrijwillig de markt op om campagne te voeren voor bezuinigingen in de jeugdzorg? Niemand. Raadsleden zijn er óók voor de kwetsbare kinderen en staan óók voor goede zorg. Dat maakt ze ook kwetsbaar voor andere krachten in het veld, zeker als die nationaal georganiseerd zijn. Het personeel in de thuiszorgbranche voerde een landelijk gecoördineerde actie tegen een paar individuele gemeenten; grote instellingen in de jeugdzorg kunnen ouders van kwetsbare kinderen mobiliseren zonder het over hun eigen disfunctioneren of exorbitante overhead te hoeven hebben. Bovendien blijkt Den Haag nauwelijks in staat op de handen te blijven zitten als in het sociaal domein een doodenkele keer wél aan lokale politiek wordt gedaan – bij de tegenprestatie in de bijstand, bijvoorbeeld. Een aantal gemeenten, onder aanvoering van Amsterdam, weigerde zich te lenen voor liberale symboolpolitiek. ‘Den Haag’ accepteerde dat niet. Wethouders dreigden te worden gekort op hun budgetten of mochten niet meedoen aan experimenten. Gemeenten die ergens het nieuws mee haalden, kregen al gauw Kamervragen aan de broek en de staatssecretaris of de minister aan de telefoon. Kortom, er zijn allerhande geldige redenen waarom de afgelopen vijf jaar in het sociaal domein weinig raadspolitiek van de grond is gekomen. Maar het gebrek aan lokale politiek is zeker niet alleen de schuld van anderen. Wij zien drie oorzaken en baseren daar onze aanbevelingen voor raadsleden op. ESSAY 21 AANBEVELING 1: LAAT ALLEEN RUIMTE VOOR ÉCHTE PROFESSIONALITEIT Een vaak gehoord motto bij de decentralisaties in het sociaal domein was de ruimte die de professional moest krijgen. In de Jeugdwet zit dat zelfs in de wet ingebakken. Daar hebben de huisarts en de gecertificeerde instellingen een eigenstandig recht om toegang tot de jeugdzorg te verlenen. Immers: zorgprofessionals weten het beste welke zorg nodig is. Van hen werd een matigend effect verwacht. Het ‘doen wat nodig is’ zou twee kanten op werken: enerzijds alles dóen wat nodig is; anderzijds alleen dat doen wat echt nódig is. In de praktijk blijkt van het motto ‘ruimte voor de professional’ vooral het eerste te lukken: er is inderdaad relatief veel ruimte gekomen om in wijkteams en aan keukentafels te ‘doen wat nodig is’. Maar de ambtenaren of ingehuurde private partijen die feitelijk aan de keukentafels zitten, voelen zich in de praktijk weinig geëquipeerd en gesteund bij de ingrijpende keuzes die ze moeten maken. De professionaliteit om ‘te doen wat nodig is’ ontstaat immers niet vanzelf. In de meeste wijkteams zitten geen generalisten, maar hulpverleners met eigen specialismen die naar buiten toe optreden als generalist. In de jeugdzorg komt daar nog de uitdaging bij om te ‘doen wat werkt’. Van veel interventies staat de effectiviteit nog niet wetenschappelijk vast. Veel professionaliteit is dus nog in ontwikkeling. Deze halve professionalisering (wel de ruimte, nog niet de echte professional) heeft in het sociaal domein een vermenging opgeleverd van de zorgsector met een (semi-)ambtelijke sfeer die functioneert op basis van geheel andere grondslagen. In de zorg kent de professional vanouds een grote mate van autonomie, terwijl die autonomie van ambtenaren in het overheidsbestel ‘ Van veel interventies staat de effectiviteit niet vast’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021
Pagina 22
Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Donatello Piras Dagvoorzitter Hoe halen we de overkant? De samenleving zit op slot, de economie draait op halve kracht en we besteden tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het einddoel is om met zoveel mogelijk mensen en met een minimum aan economische schade de overkant te halen. Het is als balanceren op een slap koord. Daar is moed, wendbaarheid en creativiteit voor nodig. Van u en van uw organisatie. En wat gaat u doen als we eenmaal de overkant hebben gehaald? Daarover gaan we met u en prominente bestuurders en experts in gesprek tijdens het Jaarcongres Public Finance. Mogen we een van de exclusieve toegangskaarten voor u reserveren? Financieel eindverantwoordelijken, fi nancieel directeuren, fi nancieel managers, concern controllers en board members met een fi nanciële portefeuille werkzaam in het publieke domein melden zich gratis aan via PublicFinance.nl. Ontmoet topsprekers als: Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Catharina Adriaans Expert Lead Agile Coaching bij ING Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl Een woning voor Bart Omdat zijn hart bij zijn eigen buurt ligt We willen graag dat Bart in zijn eigen buurt kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Bart, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen. Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Diemen of Eindhoven? Kijk op bpd.nl/woningfonds Bouwen aan het hart van de buurt ESSAY 23 GEERTEN BOOGAARD HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN UNIVERSITEIT LEIDEN (THORBECKE-LEERSTOEL) EN DOCENT STAATSRECHT DOUWE JAN ELZINGA HOOGLERAAR CONSTITUTIONEEL ORGANISATIERECHT RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN EN VOORZITTER VAN DE STAATSCOMMISSIE VOOR DUALISME EN LOKALE DEMOCRATIE traditioneel uiterst beperkt is. Het werken met ‘rechten’ in plaats van ‘voorzieningen’ is de geëigende werkvorm in de overheidssfeer, terwijl de decentralisaties van 2015 voorzagen in een veel autonomere werkwijze van de professionals, ook in het ambtelijke domein. Deze overgang en de onzekerheden die daaruit zijn voortgevloeid, compliceerden ook de verhouding tussen de lokale uitvoering, die ruimte zou moeten krijgen, en de lokale politiek, die niet meer rechtstreeks rechten kan vastleggen en vormgeven. Indien uitvoerders ruimte krijgen om te besluiten, wat is dan nog de precieze ruimte voor politici? De wezenlijke politieke afbakeningsvragen blijven zo buiten beeld. Het motto dat de zorg en de toegang daartoe vooral aan de professionals moet worden overgelaten, drukt meer politieke discussies weg dan te rechtvaardigen valt. Belangrijk is dan ook om de zoektocht naar nieuwe verhoudingen in het sociaal domein onverminderd voor te zetten, waarbij niet moet worden geschuwd om de bakens in de taakverdeling nog eens drastisch te verzetten. Is het bijvoorbeeld echt verantwoord om de kinder-psychiatrische dimensies van de jeugdzorg finaal over te laten aan 352 gemeenten? Het vereenvoudigen van het lokale sociale domein zou weleens een belangrijke impuls kunnen zijn om goede lokale politiek te kunnen voeren. AANBEVELING 2: UITVOERING IS ÓÓK POLITIEK Een gevoelig verwijt in de lokale politieke arena was in de afgelopen periode nogal eens de suggestie dat een raadslid ‘op de stoel van de wethouder’ ging zitten. Een raadslid moet goed weten waar hij wel én waar hij niet over gaat. Onder dat laatste moet dan in de eerste plaats de uitvoering worden begrepen. Er is veel aanleiding om dit beeld met wortel en tak uit te roeien. De gemeenteraad staat grondwettelijk nog altijd aan het ‘hoofd’ van de gemeente, en dat betekent om te beginnen dat via het maken van regels en beleid er aan de voorkant raadsinvloed is. Maar ook waar het gaat om collegebevoegdheden komt de raad via het stelsel van politieke verantwoordelijkheid invloed toe. Op ieder moment kan de raad wethouders, college en burgemeester ter verantwoording roepen; en als een raadsmeerderheid ontevreden is over de uitvoering, kunnen bestuurders worden weggestuurd. Een recht op autonome uitvoering door bestuurders bestaat derhalve niet. Vooral in het sociaal domein heeft een beroep op een vermeende uitvoeringsautonomie een desastreuze uitwerking. Bij gebrek aan politiek aan de voorkant ontstaan overal nietszeggende kadernota’s. ‘Goede zorg, zonder risico’s, tegen redelijke kosten’ – daar is iedereen voor, dus dat soort kaders wordt gemakkelijk met brede meerderheden vastgesteld. Waarna de raad door het college wordt gemaand op de handen te gaan zitten en uiteindelijk tekorten in de begroting op te vangen. Het is echter een ernstige misvatting dat de raad niet over de uitvoering gaat. De raad gaat, ook na de dualisering, nog steeds over alles. Alleen de vorm is in een aantal bestuurlijke taken verschoven van het zelf uitoefenen van de bevoegdheid naar het dragen van de eindverantwoordelijkheid. De raad is vrij deze eindverantwoordelijkheid naar eigen inzicht in te vullen. Er is geen natuurlijk recht van het college op afzijdigheid van de raad bij de dagelijkse politieke keuzes. En een beroep op het dualisme slaagt al helemaal niet. Deze vormen van dualisme-misbruik zijn schadelijk en stelselvijandig. Ook op landelijk niveau bestaat een dualistisch stelsel, maar ministers die aan het parlement zouden melden dat de Kamers zich niet mogen bemoeien met de exclusieve bevoegdheden van regering en bewindslieden, zullen daar vrijwel unaniem worden weggehoond. AANBEVELING 3: WEG MET HET BEGRIP KADERSTELLING Waarschijnlijk kan ieder raadslid opdreunen dat hij drie rollen heeft: kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend. Ondanks de normatieve stelligheid waarmee deze rollen tegenwoordig worden verkondigd, staan ze niet in de wet. Het zijn begrippen die na 2002 in zwang zijn gekomen om de positie van de raad te structureren en te karakteriseren na het herschikken van de bestuursbevoegdheden. In de praktijk heeft het begrip kaderstelling ‘ De raad gaat, ook na de dualisering, over alles’ een averechtse uitwerking gehad. Het suggereert namelijk dat de raad van alles en nog wat is kwijtgeraakt en dan als laatste redmiddel terug moet vallen op kaderstelling. Maar wat die zou moeten inhouden en op welke wettelijke grondslag deze is gebaseerd, is altijd een groot raadsel gebleven. Als hoofd van de gemeente kan de raad onder alle omstandigheden beleid maken of daarom vragen, met daarbij de vriendelijke maar dwingende opdracht aan de bestuurders om ervoor te zorgen dat het door de raad voorgestane beleid wordt uitgevoerd. Een van de nadelen van een al te stellig en normatief hanteren van bovengenoemde rollen is het geïsoleerd raken van de volksvertegenwoordigende rol, die vaak als derde wordt genoemd, zonder corresponderende bevoegdheden in de Gemeentewet. Met name het van elkaar loszingen van de volksvertegenwoordigende en de controlerende rol is gevaarlijk. De controlerende taak wordt zo gemakkelijk een papieren exercitie, terwijl de volksvertegenwoordigende rol als een vorm van permanente campagne en partijactiviteit begint te klinken. Vooral in het sociaal domein heeft een dergelijk onheilig verbond tussen de dualisering en het New Public Management schadelijke gevolgen. Het zaait namelijk twijfel over de legitimiteit van de oerbron van lokale politiek: concrete ervaringen uit de gemeenschap omzetten in een standpunt in de lokale politieke arena. Terwijl het daar begint. Open de mailbox. Vraag een inwoner naar zijn ervaringen. En maak er politiek van. Kortom: leve de lokale democratie, maar dan wel met een democratisch stelsel waarbij de volksvertegenwoordiging de dominerende instantie is, en bestuurders de sterren van de hemel moeten spelen om het de raad en de burgers van de gemeente naar de zin te maken. Dat geldt ook en wel heel speciaal voor het sociaal domein. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021
Pagina 24
Klaar voor de toekomst Zes competenties voor een wendbare gemeente De wereld om ons heen – en dus ook de wereld van gemeenten – is aan verandering onderhevig. Willen gemeenten hier goed mee omgaan, dan moeten zij zich hier succesvol op weten aan te passen. Dit betekent dat ze wendbaar moeten zijn. Lisa Kuiper, Caelly Kluver en Anne Willemsen, HR- en organisatieadviseurs bij BMC, onderzochten de belangrijkste competenties voor wendbare teams. Wendbaar werken vraagt om het tijdig signaleren van veranderingen, hierop anticiperen en strategische keuzes maken. Vanuit haar ervaring met het publieke domein ziet Anne Willemsen dat wendbaar werken voor gemeenten een grote uitdaging is. ‘Gemeenten houden vast aan veilige en bekende manieren van werken. Terwijl wendbaar werken nodig is als reactie op snelle en onvoorspelbare situaties. Denk aan toenemende digitalisering, individualisering en burgerparticipatie of ad hoc gebeurtenissen zoals de coronacrisis.’ Caelly Kluver vult aan dat het bij wendbaar werken om een stapje extra gaat. ‘Wendbaarheid gaat verder dan weerbaar of robuust zijn. Dit betekent dat gemeenten onverwachte gebeurtenissen en wanorde nog verder moeten omarmen en hiervan kunnen leren voor de toekomst. Hoewel de toekomst niet te voorspellen is, vinden wendbare medewerkers sneller een weg in onzekere en nieuwe situaties.’ Meerdere scenario’s Lisa Kuiper vergelijkt wendbaarheid met het onderhoud aan een huis. ‘Met een toekomstbestendig huis zijn de bewoners voorbereid op meerdere scenario’s, zoals grootschalig onderhoud, gezinsuitbreiding of kleine reparaties. Net als voor een toekomstbestendig huis is het voor een toekomstbestendige gemeente belangrijk om te anticiperen op toekomstscenario’s en te oefenen met het onbekende. Met onderhoud en vooruitkijken kunnen gemeenten constant blijven aansluiten bij snel veranderende maatschappelijke situaties en behoeften.’ Impact van mensen Kuiper, Kluver en Willemsen hebben samen onderzocht hoe gemeenten kunnen werken aan de wendbaarheid van hun organisatie. Processen en systemen, zoals sterk leiderschap en flexibele ict-systemen, zijn daarbij van groot belang. Maar mensen en hun competenties maken de meeste impact op de wendbaarheid van de organisatie, stelt Kluver. ‘Medewerkers zijn de kern van dienstverlenende organisaties zoals gemeenten. Hun competenties zijn het startpunt voor werken aan een wendbare organisatie. Het gaat niet alleen om individuele competenties, maar ook hoe deze competenties complementair zijn aan de competenties van het team.’ Zes competenties Welke competenties zijn dan belangrijk voor teams met het oog op de doorontwikkeling naar een wendbare publieke organisatie? Het onderzoek heeft zes kerncompetenties opgeleverd voor wendbare teams binnen gemeenten: veerkracht, eigenwaarde, probleemoplossend vermogen, communicatie, ondernemerschap en samenwerking. ‘Veerkracht zorgt ervoor dat mensen bestand zijn tegen verandering, en eigenwaarde voor zelfvertrouwen, wat kracht geeft in nieuwe of onzekere situaties’, legt Kuiper uit. ‘Toekomstige situaties vereisen meerdere oplossingen voor verschillende scenario’s. Het probleemoplossend vermogen van het team is daarom cruciaal. Sterk communicatievermogen en ondernemerschap, waarin creativiteit, initiatief en lef worden getoond, zijn ook belangrijke competenties. En uiteindelijk zorgt samenwerking voor het gezamenlijk bereiken van de beste resultaten en het optimaal benutten van al deze competenties.’ Genoeg mogelijkheden Het is voor gemeenten een flinke uitdaging om te investeren in de wendbaarheid van teams. Er is maar beperkte ruimte om risico’s te nemen en ze zijn gebonden aan democratische legitimiteit. Desondanks ziet Willemsen genoeg mogelijkheden. ‘Een startpunt is bijvoorbeeld dat gemeenten zich afvragen welke competenties al aanwezig zijn en welke competenties om extra aandacht vragen. Met zo’n eerste verkenning bevorderen gemeenten teamontwikkeling en zetten ze een stap dichter naar een toekomstig, wendbaar team.’ Over BMC BMC is specialist op het gebied van HRM, teamontwikkeling en wendbaar werken. Wij ondersteunen organisaties dan ook graag bij hun ontwikkeling op het gebied van wendbaarheid. Wilt u een verkennend gesprek over wendbaar werken in uw organisatie? Of bent u benieuwd naar hoe wij andere organisaties al hebben geholpen om met het thema wendbaar werken aan de slag te gaan? Neem dan contact op met Lisa Kuiper. www.bmc.nl/wendbaregemeente Lisa Kuiper HR- en organisatieadviseur 06 - 82 53 27 02 lisa.kuiper@bmc.nl Partners in verbetering BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 23 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 25 Een medewerker van de groenvoorziening IN DE CLINCH snoeit en kapt ten onrechte bomen en een struik. Het college plaatst hem in een andere functie met een lagere salarisschaal en houdt wat loon in. Laat de hoogste ambtenarenrechter dat in stand? LAGERE FUNCTIE NA KAP VAN VERKEERDE BOOM Als Steef Halgers 45 jaar in dienst is bij de gemeente Hellendoorn, gebeurt er iets waardoor het college stevig ingrijpt. Halgers wordt voor onbepaalde tijd geplaatst in een functie die twee salarisschalen lager ligt. Zijn bezoldiging wordt met één salarisschaal verminderd, én hij krijgt voorwaardelijk strafontslag opgelegd voor de duur van twee jaar – al trekt het college dat strafontslag later weer in. Halgers heeft in strijd met interne afspraken op een bepaald adres bomen geplant en daar ook een boom gesnoeid. Bij een ander adres heeft hij een boom en een struik onrechtmatig afgezaagd. Zelf noemt hij dat geen plichtsverzuim: hem is geen duidelijke werkinstructie of opdracht gegeven. Maar dat gelooft de Centrale Raad van Beroep niet. Op de inboetlijst van de najaarsbestelling 2017/2018 staat vermeld waar de bomen moesten worden geplant en Halgers is hier zonder overleg met zijn leidinggevende van afgeweken. Ook voor het snoeien van een boom aan dat adres ontbrak volgens Halgers een werkinstructie. Maar ook dat ziet de Raad anders. Hij moest bomen tussen de weide en het voetpad snoeien, maar Halgers heeft – weer zonder overleg – een beeldbepalende tak gesnoeid van een op particulier terrein staande boom aan de andere zijde van het voetpad. En dat zonder toestemming van de eigenaar. Niet alleen deze feiten leveren plichtsverzuim op, dat geldt ook voor het – in afwijking van de werkinstructie en zonder Zelf noemt Halders dat geen plichtsverzuim toestemming van de eigenaresse – afzagen van een boom en een struik aan een ander adres. De werkinstructie was misschien niet eenduidig (op het inrichtingsplan voor het plein bij dat adres waren niet alle bomen ingetekend die er daadwerkelijk groeiden), maar Halgers had kunnen en moeten beseffen dat de instructie om de groenstrook op het plein geheel leeg te halen, niet betekende dat een boom en een struik die deels op particuliere grond stonden – die door de erfafscheiding met dat adres waren gegroeid – zonder toestemming van de eigenaresse ADVERTENTIE EU-nieuwsbrief Meld u nu aan en ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven ook moesten worden gekapt. De professionele inschatting van Halgers dat het inrichtingsplan niet kon worden uitgevoerd als die boom en struik zouden blijven staan, kan wellicht juist zijn. Maar Halgers had met zijn leidinggevende moeten overleggen voordat hij een niet terug te draaien handeling verrichtte. Ook al deed Halgers dit alles met de beste bedoelingen – in het belang van het groen – het betekent niet dat dit geen plichtsverzuim was. Het college mocht Halgers dan ook disciplinair straffen. Overplaatsing voor onbepaalde tijd vindt de Raad (uitspraak 6 mei 2021), gezien de aard en ernst van de gedragingen en de door het college terecht gestelde eisen van betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid aan ambtenaren, niet onevenredig. Halgers heeft het in hem te stellen vertrouwen geschonden en schade toegebracht aan zijn eigen aanzien en aan dat van de gemeente. Halgers had, ook gelet op zijn lange dienstverband, een voorbeeldfunctie. Vermindering van de bezoldiging met één salarisschaal vindt de Raad, in combinatie met de overplaatsing, echter te zwaar. Halgers heeft, voordat zijn straf werd aangezegd, verantwoordelijkheid genomen door aan te bieden de schade te vergoeden. En ook van belang is dat Halgers geen voordeel van zijn handelen heeft ondervonden. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:1091
Pagina 26
26 ACHTERGROND FINANCIËN DOOR: ALEXANDER LEEUW De grote klapper is de 493 miljoen euro die gemeenten eenmalig krijgen ter compensatie van de jeugdzorgkosten, maar in de meicirculaire valt veel meer te bespreken. De herverdeling van het gemeentefonds is op komst en het nieuwe kabinet zal belangrijke beslissingen moeten nemen. Voorlopig overheerst onzekerheid. MEICIRCULAIRE IN TEKEN VAN ONZEKERHEID MILJARDENBAL IS BEGONNEN Een opvallende arbitrage-uitspraak, de herverdeling van het gemeentefonds en een wereldwijde gezondheidscrisis – er valt dit jaar een hoop te bespreken in de meicirculaire. ‘Het is wel extreem’, zegt gemeentefondsspecialist Dirk Jans die voor LiasPAUW de circulaire analyseerde. ‘Het komt nu allemaal samen. Maar het belangrijkste staat er niet in’, merkt Jans op. Er komt een nieuwe verdeling van het gemeentefonds aan en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft aangegeven er niet aan mee te werken als het te verdelen bedrag gelijk blijft. Vaak verwoord als: de koek moet groter. Onder andere als compensatie voor de extra kosten voor de jeugdhulp die gemeenten de afgelopen jaren maakten. ‘In feite is het incidentele bedrag in 2021 een voorloper van structurele compensatie’, zegt Jans. Dat incidentele bedrag, de 493 miljoen euro die gemeenten krijgen, is volgens Jans’ analyse ‘de klapper van deze circulaire’. Er is nu 438 miljoen euro van verwerkt. Buiten de 493 miljoen komt er nog 120 miljoen euro via specifieke uitkeringen. LAATSTE NIEUWS Vorige week overlegde de VNG met het rijk en het laatste nieuws ten tijde van schrijven was dat gemeenten 1,3 miljard euro krijgen ter compensatie van de tekorWijziging accr -126,5 mln -127,4 mln -111,3 mln -30,7 mln 2022 2023 2024 2025 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND 27 Vastzetten accres 2020 kost gemeenten 140 miljoen euro ten op de jeugdzorg, bovenop het geld dat eerder is toegezegd. Ze moeten echter ook 214 miljoen euro aan bezuinigingen op de jeugdzorg realiseren. Over de jaren erna zullen ook afspraken worden gemaakt, waarbij het oordeel van de arbitragecommissie zwaar zal wegen. Er is dankzij de arbitrage volgens Jans sprake van ‘een flinke doorbraak’. De arbitragecommissie oordeelde dat er na de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 sprake was van medebewind – een verplichting vanuit het rijk voor gemeenten dus, wat betekent dat alle kosten moeten worden vergoed. Onderzoeksbureau AEF berekende eerder dat gemeenten jaarlijks 1,7 miljard meer hebben uitgegeven dan ontvangen en de arbitragecommissie nam dat als een van de uitgangspunten. De ‘commissie der wijzen’ oordeelde dat er komende jaren miljarden euro’s structureel extra moeten komen, om te beginnen met 1,9 miljard euro voor 2022 (na indexatie van de eerdergenoemde 1,7 miljard). Opvallend is verder dat de accressen (de mate waarin het gemeentefonds meegroeit of -krimpt met de rijksuitgaven) voor de komende jaren allemaal negatief zijn (zie grafiek). BIJGESTELD In vergelijking met de vorige meicirculaire verwacht het Centraal Planbureau dat prijzen en lonen minder hard stijgen in de periode van 2022 tot en met 2025. Dat is een van de redenen dat het bedrag naar beneden wordt bijgesteld. Ook verwacht het rijk lagere afdrachten aan de Europese Unie en zouden er vanaf 2023 lagere rentelasten zijn als gevolg van lagere rentestanden. Omdat de coronacrisis uitbrak en gemeenten vanwege de onzekerheid behoefte hadden aan stabiliteit, werden de accressen voor 2020 en 2021 stilgezet. Zo werden wel schommelingen voorkomen, maar eind mei berekende LiasPAUW al dat dit waarschijnlijk nadelig voor gemeenten heeft uitgepakt. Het rijk gaf vorig jaar zo’n 9,9 miljard euro meer uit dan werd verwacht toen het accres werd vastgezet. Minus de coronakosten, die voor de gemeentefondsberekening niet meetellen, werd er 1,4 miljard euro meer uitgegeven dan verwacht, maar het accres stond vast en groeide dus niet mee. Het lijkt er dus op dat het vastzetten van het accres 2020 de gemeenten 10 procent van dat bedrag heeft gekost, ofwel 140 miljoen euro. VOLUMEAFSPRAAK Volgens de Raad voor het Openbaar Bestuur moet het accres voortaan voor een periode van vier jaar worden vastgezet. ‘In feite een volumeafspraak voor de duur van een kabinetsperiode’, schreef de Raad begin juni in een advies. De huidige manier van werken zorgt voor te veel onzekerheid bij gemeenten en deze wijziging zou dat verhelpen. De geraamde investeringsuitgaven van het Nationaal Groeifonds zouden hier ook in moeten worden verrekend. Maar eerst moet de ‘basis’ op orde zijn en daarom dringt de Raad aan op structurele oplossingen voor bijvoorbeeld de problemen bij de jeugdzorg. Een volgend heet hangijzer is de opschalingskorting. Kort na de introductie van de plannen voor het opschalen van gemeenten werden de plannen ‘Het komt er nu op neer dat gemeenten geen goede begroting kunnen maken’ in 2013 weer geschrapt. De korting, gebaseerd op het idee dat gemeenten efficiënter zouden werken en dus minder geld nodig zouden hebben, bleef echter. Dit kostte gemeenten in de jaren van 2015 tot en met 2021 cumulatief al 1,5 miljard euro ‘en daarnaast nog 150 miljoen euro als gemist accres over die opschalingskorting’, schrijft Jans. Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) zei begin mei dat in haar ogen de opschalingskorting uit de boeken moet. Er staat niets over in de meicirculaire en de beslissing is aan het nieuwe kabinet. Al met al is er veel onzekerheid. ‘Het komt erop neer dat gemeenten geen goede begroting kunnen maken’, zegt Jans. Als het kabinet akkoord gaat met het oordeel van de arbitragecommissie dan blijft er voor 2022 1,5 miljard euro over (1,9 miljard euro minus het voorschot van 300 miljoen euro en enkele andere verrekeningen). Maar er zijn voor de begroting van 2022 nog belangrijke beslissingen te maken, dus Jans adviseert om niet uit te gaan van structureel anderhalf miljard extra. ‘Tegelijkertijd kan er nooit zo veel afgaan dat het voorschot van 300 miljoen ook nog van tafel gaat, daar geloof ik niets van.’ OPVALLEND Wellicht opvallend in positieve zin is dat gemeenten zich niet zo’n zorgen maken over de coronacompensatie. In de meicirculaire staat dat de definitieve verdeling bekend zal worden gemaakt in de septembercirculaire (en online staat alvast een indicatie van het bedrag per gemeente). Het geld moet dus nog komen. ‘Dat vormt echter geen rem op de uitgaven’, zegt Jans. ‘Het rijk heeft laten zien op dit dossier ruimhartig te zijn.’ Spannend is het naderende eindrapport van de Raad voor het Openbaar Bestuur over het nieuwe verdeelstelsel voor het gemeentefonds. De kritiek op het voorstel van het ministerie van Binnenlandse Zaken was niet mals. Het noorden werd hard getroffen. Zonder ophoging geen herverdeling, stelde de VNG. Deze maand komt het eindadvies van de Raad. Het zal tot nieuwe voorlopige verdeelresultaten leiden, en dan begint de consultatie bij gemeenten. Die zullen er zeker wat over te zeggen hebben.
Pagina 28
28 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: MARTINE SPRANGERS De Raad van State zette een streep door een omstreden zandwinningseiland in het IJsselmeer. Winst voor gemeente De Fryske Marren. Verlies voor het rijk, dat bouwzand zag als nationaal belang. Wat zegt de uitspraak over huidige en toekomstige ruimtelijke verhoudingen? OMSTREDEN ZANDEILAND AFGEBLAZEN BOTSENDE BELANGEN AAN HET IJSSELMEER Een stout Fries Gallië. Zo ongeveer typeerde de Wageningse wetenschapper omgevingsrecht Fred Kistenkas onlangs in een geruchtmakend interview met Binnenlands Bestuur de gemeente De Fryske Marren. Al sinds 2008 waren de fusiegemeente en haar voorlopers met het bedrijf Smals in gesprek over een zandwinningseiland voor de kust van het IJsselmeer. In 2011 ondertekenden ze daartoe een intentieovereenkomst. Zeker dertig jaar lang mocht Smals er in de toekomst zand gaan delven: 46 weken per jaar, zes dagen per week. Jaarlijks ging het om twee miljoen ton industriezand en 700.000 kuub ophoogzand. Belangrijk zand, want de bouw zat erom verlegen. Maar na tien jaar van gezamenlijke voorbereiding trok De Fryske Marren in 2019 de stekker uit het project. Een meerderheid in de raad stemde op de valreep tegen het eiland. Smals kon hoog en laag springen, de Raad van State ging een jaar later met de argumentatie van de gemeente mee. Een schande, vond Kistenkas. De Fryske Marren vertoonde nimby-gedrag in plaats van haar bijdrage te leveren aan de landelijke opgaven. En waarom? De zandwinning in Natura2000-gebied het IJsselmeer was met verzachtende randvoorwaarden omgeven. Er kwam onder meer nieuwe natuur voor in de plaats, in de vorm van zeventien hectare aan zachte overgangen tussen land en water. In 2018 had de voor natuur verantwoordelijke provincie Fryslân nota bene een verklaring van geen bedenkingen afgegeven: als gevolg van de BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND 29 Na tien jaar voorbereiding trok De Fryske Marren de stekker eruit zandwinning waren er geen significant negatieve effecten op het Natura2000-gebied te verwachten. En toch bestelde de raad het eiland te elfder ure af. Als zomer 2022 de Omgevingswet in werking treedt en het dwingende rijksinpassingsplan zal worden verruild voor de vooralsnog onzekere werkelijkheid van het projectbesluit, dreigt volgens Kistenkas een vloedgolf aan gemeentelijke Fryske Marrens. Zijn stelling: ‘Die zo bewierookte beleidscyclus van de Omgevingswet zal gaan haperen.’ Of, zoals hij het in Binnenlands Bestuur begin dit jaar wat minder diplomatiek verwoordde: ‘We krijgen niks meer van de grond.’ VREEMD Tja, ze hadden in het gemeentehuis te Joure wel even vreemd naar dat interview zitten kijken, vertelt wethouder Roel de Jong (ruimtelijke ordening, PvdA). Ze herkenden zich in Joure niet in het door de Wageningse rechtswetenschapper geschetste, opstandige beeld. Gaf de Raad van State de Friese gemeente in de door de zandwinner aangespannen rechtszaak niet op alle punten gelijk? Tijd voor een tegengeluid. Om te beginnen een korte duik in de zandgeschiedenis. Het was nog onder een van de vorige, in De Fryske Marren opgegane gemeenten, Gaasterlân-Sleat, dat de intentieovereenkomst met Smals werd getekend. ‘Men vond het eiland toen in 2011 een mooie ontwikkeling: zandwinning en nieuwe natuur gingen hand in hand. Met brede steun schaarde de gemeenteraad zich achter het voorstel’, vertelt gemeentevoorlichter Jan van der Veen. Die steun begon zeven jaar later af te kalven, nadat het ontwerpbestemmingsplan in maart 2018 ter inzage lag. Er werden meerdere zienswijzen ingediend. De IJsselmeervereniging roerde publiekelijk de trom over de langdurige verstoring van de natuur in het gebied. Drinkwaterbedrijven vreesden voor troebeler water. Ook het bewonersverzet bundelde zich. Een petitie tegen de zandwinning leverde al snel vijftienduizend handtekeningen op. ‘Er kwam een steeds beter beeld van het eiland en van wat het zou betekenen voor de beleving van de IJsselmeerkust’, verklaart wethouder De Jong het aanzwellende protest. Hij kan zich voorstellen dat de oplaaiende discussie in buurgemeente Súdwest-Fryslân daarbij ook een rol speelde. Daar werd het Windpark IJsselmeer tegen de zin van gemeente en bewoners door rijk en provincie doorgedrukt. ‘Waarschijnlijk is men toen ook bij ons gaan denken: wat zien we straks in het landschapsbeeld terug van de zandwinning? Wat voor effecten heeft die op de waterkwaliteit en de natuurwaarden? Past het project wel bij onze streek?’ ‘Aan de Noordoostpolderkant staat al een hele rij windmolens’, verklaart Van der Veen. ‘Wanneer je vanuit Gaasterland over het IJsselmeer tuurt, kijk je daar tegenaan. De vrije horizon, of wat daar nog van over is, werd voor onze inwoners steeds meer waard. Moest dat zandeiland er ook nog bij?’ Maar het college zat al vast aan de intentieovereenkomst met Smals. ‘Dat betekende dat het college het voorstel naar de raad moest brengen. Die moest over de kwestie de knoop doorhakken.’ FAKE NEWS GAASTERLAND Het weidse uitzicht vanaf de Hege Gerzen Je merkte volgens Van der Veen dat er in de aanloop naar de beslissende raadsvergadering van februari 2019 over het zandeiland steeds meer fake news in De Fryske Marren rondzong. ‘Wilde geruchten. Het zouden enorme zandwinningsfabrieken worden. We hebben geprobeerd het debat terug te brengen tot de
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND 31 OORDEEL RAAD VAN STATE IS ‘TE GEMAKKELIJK’ Geplande locatie zandeiland tussen Friesland (boven) en de Noordoostpolder feitelijke informatie.’ Het raadsbesluit werd nog een keer doorgeschoven, maar uiteindelijk besloot coalitiepartij FNP het protest in de lokale samenleving niet te negeren en ondanks de intentieovereenkomst met Smals met de oppositie mee tegen het eiland te stemmen. Het betekende niet alleen einde zandwinning; het betekende ook einde college. De FNP stapte op; PvdA en GroenLinks stapten drie maanden later in. Brak de Fryske Nasjonale Partij met keiharde collegeafspraken? Niet echt. In het juni 2018 door de FNP met CDA en VVD gesloten coalitieakkoord van De Fryske Marren komt geen zandkorrel voor. Die beslissing was door eerdere colleges genomen. Wel gaf de FNP herhaaldelijk aan dat ze ‘wrakselde’ (worstelde) met het geërfde besluit. Door tegen te stemmen kon de FNP zich profileren als hoeder van het Friese landschap. Als gevolg van de uitspraak van de raad weigerde De Fryske Marren in april 2019 het bestemmingsplan ‘IJsselmeer – Industriezandwinning’ vast te stellen. Zandwinning zou volgens de gemeente leiden tot negatieve effecten op beschermde diersoorten in het IJsselmeer. Ook zou het landschap worden aangetast, was er sprake van geluidsoverlast en dreigde de toekomstige opgave voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening gevaar te lopen. Ook het Programma Aanpak Stikstof (PAS) gooide dat voorjaar roet in het eten: eerst moesten de stikstofeffecten van de zandwinning beter worden onderzocht. Na tien jaar samenwerking met de gemeente voelde zandwinner Smals zich door de wending van De Fryske Marren overrompeld. Het bedrijf vocht de kwestie aan bij de Raad van State. Die verklaarde het beroep van Smals in december 2020 ongegrond. Volgens de RvS mag een gemeente, mits gemotiveerd, een strengere natuurnorm hanteren dan een provincie met de Natura-2000-habitattoets. En ook al is zandwinning in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), de voorloper van de NOVI, aangemerkt als nationaal be‘De Afdeling gaat er mijns inziens iets te gemakkelijk van uit dat een gemeenteraad zijn eigen habitattoets bovenop die van de Wet natuurbescherming zou mogen zetten’, analyseert Fred Kistenkas de uitspraak van de Raad van State in het bestuursrechtelijk tijdschrift Gst. Het is volgens hem staatsrechtelijk de vraag of de Wet natuurbescherming zo’n aanvulling toelaat. ‘Omdat het als een uitputtende hogere regeling beschouwd kan worden, alwaar gemeenten geen bevoegdheden hebben gekregen anders dan voor houtopstanden binnen de bebouwde kom.’ Hoogleraar besluitvorming en rechtsbescherming in het omgevingsrecht Hanna Tolsma (Rijksuniversiteit Groningen) is het met Kistenkas oneens. ‘Die staatsrechtelijke problemen zie ik niet. De gemeenteraad van De Fryske Marren mag bij de besluitvorming over een bestemmingsplan met het oog op de goede ruimtelijke ordening zijn eigen afweging maken. Daarbij kunnen ook de ruimtelijke gevolgen van de ontwikkeling voor de natuurwaarden worden betrokken.’ Is het niet vreemd dat provincie en gemeente verschillende afwegingen maakten over de gevolgen van de zandwinning voor de natuur? Tolsma: ‘Dat lijkt zo, maar is vanuit juridisch perspectief wel uit te leggen. Het zandwinningsproject had voor verschillende activiteiten toestemming van de overheid nodig. De verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten is afgegeven in het kader van de procedure over de omgevingsvergunning. Die toets op grond van de Wet natuurbescherming is een andere toets dan die de gemeenteraad heeft gemaakt in het kader van het bestemmingsplan. Op lokaal niveau kan een gemeente via het ruimtelijk spoor ook waarden als natuur en landschap meenemen in de belangenafweging. Dan kan het dus voorkomen dat de Wet natuurbescherming niet in de weg staat, terwijl de vaststelling van een bestemmingsplan geweigerd wordt vanwege aantasting van natuurwaarden. Overigens blijf je ook onder de Omgevingswet gescheiden sectorale afwegingskaders voor activiteiten houden.’ lang, toch kunnen landschappelijke argumenten van een gemeente zwaarder wegen. ’Het Barro heeft ruimte gegeven voor die zandwinning, maar dat betekent voor een gemeente faciliteren, niet verplichten’, verklaart wethouder De Jong. Daarbij zal meespelen dat het bouwzand in 2008 bij de eerste eilandplannen nog een schaars goed was. Inmiddels is het royaler voorhanden en voor de komende jaren zijn bouwers voorzien. De Jong: ‘De rijksoverheid heeft op geen enkele manier druk op ons gezet. En de provincie ook niet.’ OP SLOT Wat zijn de lessen uit deze casus zandwinning? Hoe reëel is de vrees van Kistenkas dat nationale NOVI-belangen door onwillige gemeenten worden tegengewerkt? In de veertien jaar dat hij nu voor gemeenten in de Friese zuidwesthoek werkt, merkt gemeentevoorlichter Van der Veen dat het publieke debat over een zaak als natuur feller wordt. ‘Was dit project twee jaar geleden begonnen in plaats van twaalf, dan was het meteen heel anders gelopen. Dat komt ook door dossiers die hier spelen rond bijvoorbeeld de gaswinning. Ook daar speelt de tegenstelling tussen landelijke behoefte en lokale overlast. Burgers worden kritischer. En hun stem dringt door in de lokale politiek. Een besluit kan voldoen aan alle wetgeving, maar als de beleving onder de plaatselijke bevolking anders is, dan red je het niet meer.’ Hij ziet het niet als nadeel. ‘Het is mooi dat de gemeenteraad de ruimte heeft om die emotie mee te nemen.’ Maar hoe krijgen we de bouwopgave en de energietransitie dan nog van de grond? Wethouder De Jong: ‘Als het rijk straks onder de Omgevingswet op grond van nationale belangen een projectbesluit neemt, dan heb je je daar als gemeente nog steeds naar te schikken. Dat is niet anders dan bij een rijksinpassingsplan, zo heeft minister Ollongren in Kamervragen over de kwestie De Fryske Marren aangegeven. Ik weet niet of een project als dit zandeiland onder de Omgevingswet heel anders zou zijn verlopen. Hooguit aan de voorkant van de besluitvorming. Aan de omgevingstafels die je dan met alle betrokken partijen organiseert, komt de reikwijdte van zo’n plan beter in beeld. Dan zal ook het burgerbewustzijn in de gemeente vroeger op gang komen.’ Dat ziet De Jong als belangrijke winst. Hoopvol: ‘Het kan voorkómen dat je na tien jaar samenwerking moet besluiten een project als dit alsnog te beëindigen.’
Pagina 32
32 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: PETER HILZ ANP / HH Ideaal is het niet, digitaal vergaderen als volksvertegenwoordigers. Maar het is goed dat het democratische proces ondanks de beperkende coronamaatregelen kon doorgaan. Zonder meer terug naar de oude situatie willen de voorzitters van Eerste Kamer, Staten en raden overigens niet. De digitale pluspunten moeten behouden blijven. VOORZITTERS OVER VERGADEREN NA CORONA MAAR DEELS TERUG NAAR OUDE NORMAAL Eerste Kamervoorzitter Bruijn tijdens een plenaire vergadering in de Ridderzaal BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND 33 ‘ De besluitvorming heeft er niet onder geleden’ Ruim een jaar vergaderen gemeenteraden, Provinciale Staten en de Eerste Kamer inmiddels anders dan anders. Raden en Staten konden vanaf april vorig jaar digitaal vergaderen en besluiten nemen, via de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming. Voor de Eerste Kamer gold een ander verhaal. Om helemaal digitaal te kunnen vergaderen, zou de Grondwet moeten worden aangepast. ‘Dat was dus geen optie’, vertelt Jan Anthonie Bruijn, voorzitter van de Eerste Kamer. ‘Maar het proces van besluitvorming over wet- en regelgeving moest doorgaan.’ De Eerste Kamer zocht de balans tussen enerzijds het in acht nemen van maatregelen die voor iedere Nederlander golden en gelden, ‘om zo een bijdrage te leveren aan de veiligheid en aan het tegengaan van het virus’, aldus Bruijn. En anderzijds de noodzaak om het democratische proces te laten doorgaan. ‘Als eerste maatregel in maart 2020 hebben we besloten de plenaire vergadering voorlopig zoveel mogelijk te beperken tot spoedwetgeving.’ Vanwege de coronacrisis kwam er daarvan overigens veel op het bordje van de senaat terecht. Commissie- en fractievergaderingen en de wekelijkse vergaderingen van het college van senioren, het overleg van alle fractievoorzitters in de Eerste Kamer, gingen al snel digitaal. ‘Dat was interessant genoeg niet zo’n enorme ingreep, want de Eerste Kamer was ooit de eerste parlementaire Kamer ter wereld die, in 2011, digitaal ging werken door de invoering van de IPad’, memoreert Bruijn. Sinds 2019 werkt de senaat in de cloud. ‘Er moest wel veel werk worden verzet, maar die sprong in maart was niet zo heel groot naar het nog verder digitaliseren van de processen.’ Voor het geval er een totale lockdown zou komen, werd aan de Raad van State (RvS) gevraagd hoe in een dergelijke situatie gehandeld moest worden. Die oordeelde medio april vorig jaar dat fysiek vergaderen voor de Eerste Kamer het uitgangspunt moet zijn, omdat dat de ‘beste waarborg voor de kwaliteit van het democratische besluitvormingsproces biedt’, aldus de RvS. Onder een hele trits aan technische randvoorwaarden zou de plenaire vergadering digitaal kunnen plaatsvinden, zonder dat daarvoor de Grondwet zou moeten worden gewijzigd. Als de nood aan de man zou komen, was er dus een uitwijkmogelijkheid. Wel maakte dat advies de weg vrij voor het zogeheten digitaal quorum. ‘Dat hebben we in oktober ingevoerd. Aanvankelijk moesten alle Kamerleden op dinsdag naar Den Haag toe om zich voor aanwezigheid in te schrijven. Ook als ze die dag niet het woord hoefden te voeren in een plenair debat’, verduidelijkt Bruijn. Na invoering van dat digitale quorum konden Kamerleden uit waar dan ook in het land zich voor aanvang van de vergadering digitaal melden om tot het quorum te komen. RIDDERZAAL ‘De plenaire vergaderingen zijn we fysiek blijven doen. Dat leverde wel andere uitdagingen op’, aldus Bruijn. Een geschikte ruimte bijvoorbeeld, waar iedereen de anderhalve meter afstand kan naleven, maar ook het regelen van hoofdelijke stemmingen. ‘Bij een gemiddeld debat zijn alle woordvoerders of fractievoorzitters aanwezig. Dat zijn er tegenwoordig vanwege het aantal fracties ook al vijftien. Maar als er hoofdelijk moet worden gestemd, moeten alle leden in de zaal aanwezig kunnen zijn.’ Dus moest er hoe dan ook een ruimte komen waar alle 75 senatoren coronaproof in konden. ‘We zijn uitgekomen op de Ridderzaal. Die is ruimer. Om op anderhalve meter afstand te werken, heb je vier vierkante meter per persoon nodig. Dat past uitstekend. Tot op de dag van vandaag vergaderen we vanwege de coronabeperkingen in de Ridderzaal.’ Hoofdelijke stemmingen zijn een verhaal apart. Ieder Kamerlid heeft het recht zo’n stemming aan te vragen. ‘De usance is dat een week van tevoren aan te vragen, maar dat hoeft niet. Het kan zijn dat een lid acuut aanleiding ziet om op het laatste moment om een hoofdelijke stemming te vragen. Als voorzitter kan ik zo’n verzoek conform de Grondwet niet weigeren, maar ik stel dan nu bijvoorbeeld wel voor om twee uur te wachten, zodat alle leden uit het land de gelegenheid hebben er te kunnen zijn.’ De niet aanwezige senatoren moeten dan subiet in trein of auto springen om binnen twee uur aan de hoofdelijke stemming te kunnen deelnemen. ‘Als er meer tijd nodig is, zal ik dat zeker toekennen.’ Medio februari is zo’n verzoek op de dag zelf ingediend door de PVV, die een streep wilde zetten door de behandeling van het voorstel Tijdelijke wet beperking vertoeven in de openlucht covid-19. Het verzoek werd een paar uur later, na hoofdelijke stemming, verworpen. GEDOE Van dergelijk ‘gedoe’ hebben de voorzitters van gemeenteraden en Provinciale Staten geen last. Nou ja, één keer moesten de Staten van Zuid-Holland, toen er nog niet digitaal mocht worden vergaderd, uitwijken, vertelt commissaris van de koning Jaap Smit en voorzitter van het Interprovinciaal Overleg (IPO). Het werd de Ridderzaal. ‘De provincie Zuid-Holland heeft oude rechten op de vergaderzaal van de Eerste Kamer. Omdat die uitweken naar de Ridderzaal, zijn wij er ook terechtgekomen’, aldus Smit. De gemeenteraad van Alphen aan den Rijn hoefde niet te verkassen, zoals andere raden wel hebben moeten doen, weet Liesbeth Spies, burgemeester van Alphen aan den Rijn en voorzitter van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB). Zo week de raad van Leiden uit naar Naturalis; andere gemeenten huurden sportzalen of musea af. Prinsjesdag 2020 ‘dreigde’ vanwege de benodigde vierkante meters voor duizend gasten overigens op het Malieveld gehouden te moeten worden, ‘maar dat vonden we niet zo stemmig’, aldus Bruijn droogjes. De Ridderzaal was te klein. Het werd uiteindelijk een
Pagina 34
De Jonge Ambtenarendag wordt op 25 juni live uitgezonden vanaf Maastricht. Laat je inspireren door workshops en sprekers, praat mee over de (veranderende) toekomst en wat dit betekent voor ons werk als ambtenaar. Kijk voor meer informatie op www.jad.nl. Sinds 2007 vindt de JAD elk jaar plaats op een andere locatie. Voor 2022 hebben we nog geen aanmelding ontvangen en dat is hartstikke zonde! Waarom de JAD organiseren? De JAD is hét moment om jouw stad te laten zien aan honderden jonge ambtenaren. Bij de laatste edities waren er telkens meer dan 600 deelnemers en stond de betreffende stad maandenlang in de schijnwerpers bij jonge ambtenaren verdeeld over het hele land. Heb je interesse? Neem vrijblijvend contact op met onze voorzitter Rik van Laake via voorzitter@jad.nl. Organiseer jij de Jonge Ambtenarendag 2022? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Digitaal vergaderen kan een blijvertje zijn’ sobere Prinsjesdag, met driehonderd mensen, in de Grote Kerk. ‘Dat was echt een moeilijk moment’, aldus Bruijn. ‘Ik moest als voorzitter van de Verenigde Vergadering de keuze maken tussen het laten prevaleren van de traditie, de geschiedenis, met heel weinig aanwezigen, of de democratie waarbij alle Kamerleden bij de vergadering aanwezig konden zijn.’ Voor dat laatste is uiteraard gekozen. HANDJES OPSTEKEN Terug naar de digitale vergaderingen van raden en Staten. Zowel Smit als Spies zeggen dat het goed gaat, maar dat het verre van ideaal is. ‘Het is buitengewoon efficiënt’, stelt Smit. ‘Je bespaart heel veel mensen een reis. De besluitvorming heeft er niet onder geleden en we zijn er inmiddels aan gewend geraakt. Maar het haalt het niet bij het daadwerkelijk met elkaar in een zaal zijn.’ Dat beaamt Spies volmondig. ‘Het is een uitkomst om het werk te kunnen blijven doen en het is absoluut beter dan niets. Maar je mist, en dat is het allerbelangrijkste, het persoonlijk contact.’ Dat missen alle volksvertegenwoordigers, weten de voorzitters. ‘Het is buitengewoon klinisch. Je geeft mensen letterlijk een beurt, je kunt niet door elkaar praten, je moet je digitale handje opsteken. Het gaat netjes, maar de olie zit er niet in’, stelt Smit. De wandelgangen, elkaar (boos) in de ogen kunnen kijken, even een schorsing, of zomaar een praatje van mens tot mens; het is er nu niet en het wordt allemaal gemist. Toch maakt Smit er het beste van. Na elke digitale Statenvergadering plaatst Ivar Lingen, verslaggever van Omroep West, een compilatie van de ‘openingsceremonie’ van de Statenvergadering, want zo mag je het wel noemen als je de filmpjes bekijkt. Smit moet wettelijk elk van de 55 Statenleden en de zes gedeputeerden horen en zien om hun digitale aanwezigheid te checken. Dat doet hij op een luchtige, humoristische manier. Voor elk Statenlid heeft hij een rake opmerking of kwinkslag paraat. ‘Zo zit ik in elkaar, maar ik vind het ook prettig om op die manier een goede sfeer neer te zetten en de vergadering op een prettige manier te starten. Over het algemeen wordt dat zeer gewaardeerd. Het levert in ieder geval altijd een hilarisch filmpje op.’ Die filmpjes worden duizenden keren bekeken. Liesbeth Spies De kwaliteit van de besluitvorming is door de coronamaatregelen niet in het geding gekomen, stellen de drie voorzitters. De Eerste Kamer heeft, vanwege de corona-gerelateerde spoedwetten, meer wetten dan ooit behandeld en daar ook de tijd voor genomen. De senaat heeft vele en lange plenaire vergaderdagen achter de rug. Bruijn: ‘In de eerste maanden van 2021 hebben we anderhalf keer zo vaak en ruim twee keer zo lang vergaderd in vergelijking met de eerste maanden van 2020.’ Ook bij provincies en gemeenten zijn er geen hiaten in de besluitvorming ontstaan. Toch snakken vooral Smit en Spies, en hun Staten- en raadsleden, naar het einde van het digitale vergadertijdperk. Althans, het louter en alleen digitaal vergaderen. ‘Deo volente, of beter gezegd, corona volente, is de Statenvergadering van 14 juli weer fysiek. We huren daarvoor een royale, coronaproof ruimte. Het is de eerste keer sinds een jaar dat we elkaar weer fysiek treffen’, aldus Smit. De raad van Alphen aan den Rijn heeft besloten tot juli digitaal te blijven vergaderen. Samen met Bruijn vinden Smit en Spies dat de pluspunten van het digitaal werken behouden moeten blijven. ‘Er zijn ook positieve ervaringen met digitaal vergaderen’, aldus Spies. Dat hoort ze ook van veel collega’s terug. ‘Het levert tijdwinst op, het scheelt veel reistijd en het is efficiënt’, stelt Smit. AFWISSELING Spies en Smit zouden een afwisseling van fysiek en digitaal vergaderen toejuichen, wat Smit betreft zeker voor collegevergaderingen. Ook het ophalen van een profielschets voor een nieuwe burgemeester kan gemakkelijk digitaal, vindt hij. Spies ziet extra mogelijkheden bij onder meer informatieve vergaderingen van Jaap Smit gemeenschappelijke regelingen. Als die allemaal digitaal worden, kunnen veel meer raadsleden uit alle betrokken gemeenten aanhaken. Dat geldt ook voor lokale bijeenkomsten die een meer informatief of technisch karakter hebben. Momenteel wordt bekeken of de tijdelijke Wet digitale beraadslaging en besluitvorming omgezet kan worden in een blijvende wet. ‘Voor mij staat als een paal boven water dat digitaal vergaderen een blijvertje kan zijn in de lokale en provinciale democratie. Vanuit het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) zijn we daar voorstander van’, stelt Spies. Het IPO heeft daar nog geen standpunt over ingenomen, weet Smit. ‘Na afloop van de crisis zullen we rustig evalueren en kijken welke zaken we weer fysiek willen gaan doen en welke zaken hybride of digitaal’, stelt EK-voorzitter Bruijn. Spies vindt dat er dan wel in een goede digitale infrastructuur moet worden geïnvesteerd. ‘De afgelopen periode is overduidelijk gebleken hoe afhankelijk we zijn van die digitale infrastructuur.’ Haperingen hebben in diverse gemeenten tot (tijdelijke) problemen geleid. Vergaderingen moesten worden geschorst totdat de digitale euvels waren opgelost. Gemeenten hebben echter geen geld voor extra investeringen. Het rijk moet bijspringen, vindt Spies. ‘Als het gemeentefonds toereikend zou zijn, hoeven we onze hand niet op te houden.’ Dat is echter niet het geval. Ondanks alle mitsen en maren, kinderziektes, de omslachtigheid bij stemmingen voor de benoeming van een wethouder of gedeputeerde en het gemis aan persoonlijk contact, zijn alle drie het over een ding volmondig eens: het is goed dat het democratische proces altijd heeft doorgelopen.
Pagina 36
36 ACHTERGROND ENERGIE DOOR: HARRY PERRÉE FOTO: THEO KOCK Waar menige gemeente en regio langlopende contracten afsluit om duurzame energie in te kopen, tapt de Achterhoek uit een ander vaatje. Niet aanbesteden bij marktpartijen, maar inbesteden bij het eigen energiebedrijf is hier het devies om over te stappen naar duurzame energie. DE ACHTERHOEK DOET HET HELEMAAL ZELF DUURZAME STROOM UIT EIGEN STREEK Stroom opwekken uit opborrelend gas met een generator, bij Langenberg Elke gemeente zou een euro per inwoner per jaar bijdragen, zo herinnert Doetinchems wethouder Frans Langeveld (duurzaamheid, GroenLinks) zich de oprichting van de Achterhoekse Groene Energiemaatschappij (Agem) in 2013. Vanzelfsprekend was het destijds zeker niet voor de gezamenlijke gemeenten om een eigen energiemaatschappij op te richten. ‘We hadden net van de Nuon afscheid genomen’, memoreert Langeveld. ‘Er was discussie: wat is de meerwaarde van het oprichten van een eigen energiemaatschappij? Wat gaat het opleveren?’ Inmiddels melden zich collega-bestuurders bij Langeveld die de Achterhoekse route naar een duurzame energievoorziening willen afkijken. Met Agem willen de Achterhoekse gemeenten een spin in het web hebben die alle facetten van de energietransitie stuurt. Op de eerste plaats zijn hier de gemeentelijke energieloketten ondergebracht, waar burgers energieadvies kunnen krijgen. Op de tweede plaats ondersteunt Agem projecten om duurzame energie op te wekken, bijvoorbeeld van regionale energiecorporaties. En op de derde plaats zorgt Agem voor levering van energie. Deze strategie komt voort uit het akkoord van Groenlo uit 2008. Hierin spraken gemeenten, bedrijfsleven en maatschappelijke ondernemingen in de Achterhoek af om in 2030 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND 37 Niet iedereen is blij met het Achterhoekse model zelfleveringsmodel.’ Niet iedereen is overigens blij met het model, constateert de projectleider. ‘Als je 100 adviseurs vraagt, zeggen 98: “Dat moet je niet doen”. Waarom? Er zitten verdienmodellen achter aanbesteden. Ze verdienen daar geld aan. Plus waar de aanbestedingen terechtkomen; die verdienen er ook aan. Dus dit model is disruptief.’ energieneutraal te zijn. Langeveld: ‘Het idee was: het energieverbruik terug te dringen en wat er nog nodig is duurzaam op te wekken via lokale productie.’ Dat de lat hoog is gelegd in Groenlo, beaamt Langeveld. ‘Zeker. Daarom hadden we Agem nodig.’ Opwekking en verbruik moesten aan elkaar geknoopt worden. ‘Daarom is toen besloten de groene energiemaatschappij op te richten. Dan heb je tijdelijk alle facetten in beeld en kun je regelen dat mensen zeker weten dat de energie die ze gebruiken uit de Achter - hoek komt.’ GOEDE VOORBEELD Al snel werd duidelijk dat gemeenten niet aan burgers en bedrijven een duurzaam doel konden opleggen zonder zelf het goede voorbeeld te geven door lokaal duurzame energie in te kopen. Dus werd binnen de Agem een aparte bv gecreeerd: Achterhoek Gemeentelijke Energie (Age). Die voorziet vijfduizend gemeentelijke aansluitingen (zoals gemeentehuizen, zwembaden, sportparken, buurthuizen en openbare verlichting) van stroom. Deze constructie had nogal wat voeten in de aarde, legt Langeveld uit. ‘Als we met acht gemeenten samen energie zouden kopen, moesten we dat in verband met de Europese regels openbaar aanbesteden en dat wilden we niet. We wilden het juist lokaal kunnen inkopen. Dat hebben we bereikt door het apart te zetten in die bv.’ Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Agem heeft over deze aanpak een apart congres georganiseerd. ‘Inkopers en juristen vinden prachtig hoe we dat hebben geregeld’, vertelt projectleider innovatie Albert Jonathans van Agem, die de Achterhoekse constructie aanduidt als ‘quasi-inbesteding’. ‘Wij worden veel benaderd, omdat heel veel partijen geïnteresseerd zijn in dat FLINKE KLUS Wat vertelt Langeveld zijn collegawethouders over het Achterhoekse model? ‘Wat bestuurders vooral willen weten is: mag dat wat wij doen? In de Achterhoek’, zo gaat hij in op zijn eigen vraag, ‘hebben we iets bedacht wat er niet is. Het feit dat we daarin samenwerken met energiecorporaties, werpt meteen nieuwe vragen op. Dan verbreden we ons draagvlak en dan blijkt dat we iets voor onze eigen inkoop moeten bedenken. Het kan allemaal, maar het moet allemaal ontdekt worden en je hebt er nieuwe ontwikkelingen bij nodig. Dat lukt wel, maar het kost tijd en energie.’ De komende jaren ligt er nog een flinke klus te wachten voor Agem. In de RES (Regionale Energiestrategie) is vastgelegd dat een energieverbruik van 1,35 terawatt-uur (1,35 miljard kilowattuur) verduurzaamd moet worden. ‘Het doel is dat Agem daar minimaal 25 procent van gaat oppakken’, aldus de wethouder. ‘De opzet is om steeds meer lokaal zelf te ontwikkelen en aan jezelf te leveren’, licht Jonathans toe. ‘We zijn begonnen om te kijken of het model werkt. Of de levering goed gaat. Eerst kochten we alles op de markt. We hebben nu een eerste project van een 0,5 gigawatt.’ Bij dat project wekt een bewonerscorporatie op een oude stortplaats elektriciteit op uit stortgas. Jonathans: ‘Een commerciële partij heeft daar vijftien jaar lang met subsidie uit het gas dat daar opborrelde met een compressor en generator stroom gemaakt. Na vijftien jaar stopte de subsidie en dan stopt die commerciële partij gewoon. Maar er zat nog voor zes jaar gas in. Wij hebben ervoor gezorgd dat de bewoners die tegen die stortplaats aankijken met z’n allen een iets kleinere motor gekocht hebben, waarmee ze zes jaar stroom opwekken. De gemeente heeft gezegd: wij staan garant, want die halve gigawatt stroom gaan wij nu inzetten voor lantaarnpalen en een sporthal. Door die constructie, doordat de gemeente zegt: doe mij die stroom, kon dat project ook doorgaan.’ De Achterhoekse aanpak geeft mogelijkheden om de energietransitie lokaal te sturen en de duurzame energieopwekking organisch te laten groeien, stelt Langeveld. ‘Het voordeel is dat wij het meer in eigen hand houden. Het nadeel is: je moet op een gegeven moment extern kapitaal binnenhalen om de grote stap te gaan zetten.’ Immers, waar sommige regio’s hun duurzame energie in één klap inkopen, moet de Achterhoek zelf aan de bak om de lokale duurzame energieopwekking drastisch omhoog te krikken. ‘We zitten nu in die fase: hoe kunnen we opschalen om de volgende stap te zetten? Dan kom je in de boze buitenwereld terecht, die heeft zijn eigen dynamiek. Het model dat wij hanteren is een andere manier van economie, waarbij niet de groei vooropstaat.’ Voor Langeveld is de Achterhoekse aanpak vooral een reis waarvan het doel vastligt, maar de route daarnaartoe allerminst. ‘Doordat Agem is ontstaan, werd het voor ons als gemeente mogelijk kennis te verwerven die nodig is om lastige dingen op te lossen. En dat je lokale initiatieven van inwoners ondersteunt en kijkt hoe lokale opwek ook lokaal besteed kan worden. Dat loopt via de gvo’s [garanties van oorsprong voor duurzame opgewekte elektriciteit, red.], maar dan moet je ze wel inkopen. Dat loopt allemaal via Agem. We proberen te sturen op lokaal opwekken en lokaal leveren, maar de techniek die daarvoor nodig is en dat het ook mag conform weten regelgeving ... Dat’, zo concludeert hij, ‘hadden wij nooit kunnen bedenken.’
Pagina 38
38 SERIE DE MINISTERIES DOOR: MIEL GROTEN FOTO: JACO KLAMER / ANP-HH Ooit waren het twee prestigieuze reuzendepartementen: Binnenlandsche Zaken en Koloniën. In de twintigste eeuw slankten beide ministeries echter zo ver af, dat hun overgebleven taken verrassend goed bij elkaar passen. BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EEN CURIEUZE COMBINATIE De combinatie van binnenlandse zaken met de aangelegenheden van juist ver buiten Nederland gelegen gebieden roept de vraag op hoe deze beleidsterreinen in hetzelfde ministerie zijn beland. Inderdaad vielen ze oorspronkelijk beide onder hun eigen ministerie, en niet het minste: ‘Binnenlandse Zaken’ was in het verleden verantwoordelijk voor een zeer brede portefeuille en ‘Koloniën’ was een prestigieus departement met een duidelijke Indische invloed. Het ministerie van Binnenlandse Zaken wordt traditioneel het ‘moederdepartement’ genoemd: veel beleidsterreinen die nu hun eigen, gespecialiseerde ministerie hebben – cultuur, onderwijs, economische zaken, volksgezondheid, landbouw – waren oorspronkelijk onderdeel van dit ene ministerie. Vanaf de vestiging van het Koninkrijk der Nederlanden in 1813-1815 kreeg het departement immers zeggenschap over alle terreinen die niet van oudsher tot het takenpakket van de overheid behoorden (en onder de ministeries van Buitenlandse Zaken, Oorlog en Financiën vielen), maar wel de verantwoordelijkheid van de nieuwe natiestaat werden. En zo waren in 1815 de ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk voor het toezicht op het binnenlands bestuur, onderwijs, landbouw, kerkelijke zaken en de openbare gezondheid. De basis voor de vele verantwoordelijkheden van het ministerie was gelegd in de Bataafse en Franse tijd. Met de eerste Nederlandse grondwet, of Staatsregeling, van 1798, waren drie agentschappen opgericht voor de binnenlandse aangelegenheden van de Bataafse Republiek. Daaronder vielen niet alleen het dijktoezicht en de economie, maar ook het beschermen van de republiek tegen mogelijke samenzweringen en het handhaven en verbreiden van de nieuwe liberale ideeën, zoals de persvrijheid. In 1801 werden de agentschappen samengevoegd tot het departement van Binnenlandse Zaken, waarmee het latere ministerie werd geboren. Het takenpakket bleef in de basis hetzelfde, maar in de rumoerige Bataafse en Franse tijd werden regelmatig beleidsterreinen toegevoegd en (weer) onttrokken. Het nieuwe ministerie van Binnenlandse Zaken van 1815 hield in de eerste jaren van zijn bestaan niet alleen het brede takenpakket in ere, maar ook de vele reorganisaties. Dit kwam deels door het piepjonge staatsbestel, in een tijd waarin men in Europa überhaupt nog moest aftasten hoe een moderne staat precies moest functioneren. Maar het is ook op het conto te schrijven van de ijverige micromanager koning Willem I, altijd op zoek naar manieren om ’s lands bestuur doelmatiger te maken. In ieder geval bleef vanaf 1825 de naam ‘Ministerie van Binnenlandsche Zaken’ ongewijzigd. DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 6: Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties UITDIJEND PAKKET Het takenpakket van het departement werd na de Belgische revolutie van 1830 stabieler. Toch bleef het, langzaam maar zeker, groeien. In de loop van de negentiende eeuw was of werd het ministerie verantwoordelijk voor binnenlands bestuur, waterstaat, nationale nijverheid (vanaf 1841), milities en schutterijen, onderwijs, kunsten en wetenschappen, het armenwezen, en voorts nog voor een reeks kleinere taken waaronder de bosbouw, de jacht, de spoorwegen en de gevangenissen. De bekendste minister uit deze tijd moet Thorbecke zijn, die – zoals lang gebruikelijk was – het ministerie bestierde tijdens zijn drie premierschappen en in 1872 in het harnas stierf. Thorbecke had het uitgedijde takenpakket van het ministerie nog hartstochtelijk verdedigd vanuit het idee dat het ministerie, en daarmee de premier, tegenmacht moest kunnen uitoefenen versus de meer specialistische ministeries, het parlement en de vorst. In de kringen van politiek en bestuur kwam eind negentiende eeuw echter steeds sterker het idee op dat één minister nooit al die uiteenlopende beleidsterreinen de aandacht kon geven die ze verdienden, in lijn met de veranderende opvattingen over de rol van de staat. En zo begon het grote afstoten: in 1877 verdwenen de zorg voor waterstaat, de spoorwegen en de nijverheid (waaronder een groot deel van het landbouwbeleid) naar hun eigen ministeBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 SERIE 39 Na Thorbecke begon het grote afstoten van taken VOORBEELD Hans Dijkstal (VVD) met verre voorganger Thorbecke rie, gevolgd door de zeggenschap over de landbouw in 1901. In 1918 kregen Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen hun eigen, gelijknamige, departement, en het jaar erop verloor Binnenlandse Zaken ook de volkshuisvesting. In 1937 werd Algemene Zaken opgericht, waarmee ook de connectie tussen de premier en Binnenlandse Zaken verdween. De kerntaak van het ministerie kwam hierdoor te liggen op het Nederlandse openbare bestuur zelf, in plaats van op specifieke beleidsterreinen en maatschappelijke of economische kwesties. Overigens betekende dit niet dat het ooit zo machtige moederdepartement nu ook ‘stiefmoederlijk’ behandeld werd: het bleef verantwoordelijk voor het openbaar bestuur en voor de politie- en veiligheidsdiensten, en sommige beleids- terreinen zouden later nog weleens naar het ministerie terugkeren, al was dat vaak tijdelijk. De oorspronkelijke koppeling tussen de minister-president en het ministerie betekende dat enkele markante politici Binnenlandse Zaken op enig moment hebben geleid, waaronder de gereformeerde Abraham Kuyper, de liberale Pieter Cort van der Linden en de katholieke Charles Ruijs de Beerenbrouck. Na het verdwijnen van de koppeling in 1937 lijken het afgenomen belang en de minder specialistische aard van het ministerie ertoe te hebben geleid dat er relatief weinig bewindspersonen zijn geweest die langere tijd hun stempel op Binnenlandse Zaken drukten, hoewel onder andere Louis Beel (1945-1946, 1952-1956; KVP) en Edzo Toxopeus (1959-1965; VVD) wel degelijk meerdere kabinetten uitzaten. Misschien was de minister die het nadrukkelijkst een eigen invulling gaf aan Binnenlandse Zaken wel Ien Dales (19891994; PvdA), wier aandacht voor integriteit bij de overheid en de wet gelijke behandeling bij uitstek pasten bij de kerntaak van het ministerie. KOLONIËN Ook de grondslagen van het ministerie van Koloniën werden gelegd in de Bataafse en Franse tijd. Hadden de koloniën in Oost en West tot die periode onder het particuliere gezag van de VOC, de WIC en de Sociëteit van Suriname gestaan, ze werden onder de Bataafse Republiek onder overheidsgezag geplaatst en onder Lodewijk Napoleon voorzien van een minister van Koophandel en Koloniën. Met het nieuwe Nederlandse koninkrijk bleef die titel gehandhaafd, hoewel ook in dit geval in de eerste decennia na de vestiging van het koninkrijk diverse naams- en functiewijzigingen plaatshadden. Tot 1848 had de koning het opperbestuur over de koloniën en werkte het ministerie dus in feite voor de vorst; met de nieuwe grondwet kreeg ook het parlement invloed op het koloniale beleid. Het ministerie in Nederland werkte als het opperbestuur van de koloniale overheden en was bijna een overheid-binnen-de-overheid, met aparte afdelingen voor de financiën, buitenlandse zaken, justitie, defensie, economische en ‘binnenlandse zaken’ van de koloniën. Wel werd veel van de uitvoering overgelaten aan de koloniale overheden en gouverneurs, vooral in Nederlands-Indië waar, zeker in de twintigste eeuw, het gouvernement een sterke machtspositie had. Smalend noemden ambtenaren in Indië hun collega’s in Den Haag ‘nalezers’, die vanuit hun positie aan de andere kant van de wereld vooral reageerden op de gebeurtenissen. INDISCHE INVLOED Dat neemt niet weg dat er juist sterke banden waren tussen het ministerie en het Indische bestuur. De afdelingen van het ministerie in Den Haag vormden de evenknie van de Indische departementen en vaak werden Indische ambtenaren en militairen tijdelijk bij het ministerie gedetacheerd. Dat leidde er in de twintigste eeuw toe dat uiteindelijk bijna alle hogere functies op het ministerie door voormalige Oost-Indische ambtenaren bekleed werden. Dat gold niet voor de ministers zelf, hoewel enkele bekende namen als Jacob Theodoor Cremer (1897-1901), Alexander Idenburg (1902-1905 en 1908-1909) en Hendrik Colijn (1933-1937) wel veel Indische ervaring hadden – respectievelijk als ondernemer, gouverneur-generaal en militair. De potentieel belangrijkste ervarings
Pagina 40
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 40 SERIE DE MINISTERIES deskundigen, Indonesiërs, waren niet vertegenwoordigd op het ministerie. Door de grote instroom van voormalige Indische ambtenaren en militairen had het ministerie een nogal conservatief perspectief; eenmaal in Den Haag aangekomen hadden zij de neiging vast te houden aan hun beeld van de kolonie zoals ze die in het verleden gekend hadden. Het ministerie gold als een prestigieuze, maar tegelijk niet al te dynamische werkomgeving. Het was een vrij ambtelijk departement waar relatief weinig politieke discussie gevoerd werd, omdat over het koloniale beleid in grote lijnen consensus bestond. Het ietwat bedaagde ministerie werd door de Tweede Wereldoorlog echter flink opgeschud. De naam ‘Koloniën’ werd in 1945 veranderd in ‘Overzeese Gebiedsdelen’, zoals dat in bijvoorbeeld Frankrijk al eerder gebeurd was. In de bloedige Indonesische onafhankelijkheidsoorlog verviel echter het Nederlandse gezag over de belangrijkste kolonie. In 1953 werd het ministerie omgedoopt in dat van Overzeese Rijksdelen. Daaronder vielen nog Suriname, de Nederlandse Koloniën was lang een bedaagd, conservatief ministerie Antillen en Nieuw­Guinea – laatstgenoemde rijksdeel sinds 1954 in een nieuw ‘Statuut’ en met een grotere mate van zelfbestuur verenigd met Nederland in het Koninkrijk der Nederlanden. Een lang leven was dit ministerie echter niet beschoren: in 1959 werd het opgeheven. VEELKOPPIG Het bestuur over Nieuw-Guinea, het laatste resterende stukje NederlandsIndië dat drie jaar later naar Indonesië zou overgaan, werd overgeheveld naar Binnenlandse Zaken; het bestuur over de ADVERTENTIE Antillen naar een nader te bepalen minister. Daarvoor werd een apart Kabinet voor Surinaamse en Nederlands­Antilliaanse Zaken opgetuigd, dat zich na de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975 puur op de Antillen richtte. In 1998 vonden Binnenlandse Zaken en de Antilliaanse zaken elkaar, toen ze verenigd werden in het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dat nog altijd bestaat. Ook dit onderging de nodige wijzigingen. In 2010 zijn de politie, brandweer en rampenbestrijding naar het nieuwe ministerie van Veiligheid en Justitie verplaatst en kwam volkshuisvesting weer ‘terug’, na een kleine eeuw eerder afgescheiden te zijn. In 2017 is ook ruimtelijke ontwikkeling bij het ministerie gekomen – het veelkoppige karakter van Binnenlandse Zaken is nooit helemaal verdwenen. Zowel het terrein van de binnenlandse aangelegenheden als dat van de Koninkrijksrelaties zijn de op het openbaar bestuur toegespitste overblijfselen van eerdere departementen – binnen Nederland, en daarbuiten. Zo gek is deze combinatie dus niet. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 DOOR: CRISTINA BELLON FOTO: ARIE KIEVIT / ANP-HH EUROPA ACHTERGROND 41 In Italië vindt met behulp van Brussels geld de komende decennia een groene revolutie plaats. Tientallen miljarden uit het door Europa beschikbaar gestelde corona-herstelfonds gaan onder andere richting duurzame landbouw, hernieuwbare energie en waterstof. MILJARDEN CORONA-HERSTELFONDS VOOR DUURZAAMHEID ITALIË KLEURT GROEN MET EU-GELD De groene revolutie gaat een slordige 70 miljard euro kosten. Daarvan komt ruim 59 miljard uit het EU-fonds Next Generation en nog eens ruim 9 miljard uit een aanvullend fonds dat goedkoper lenen mogelijk maakt. Voor deze mega-operatie wordt een nieuw ministerie van Ecologische Transitie opgetuigd, het vroegere ministerie van Milieu. Aan het hoofd daarvan staat geen politicus, maar een wetenschapper die eerder het Italiaanse Instituut voor Technologie leidde: Roberto Cingolani. Premier Mario Draghi koos hem uit om een radicale verandering op gang te brengen. ‘Binnen zestig jaar zal de leefbaarheid van de planeet in het geding komen. Dat is geen verre toekomst, we kunnen ons geen fouten veroorloven’, zegt minister Cingolani, terwijl hij de vier pijlers illustreert die zijn opgenomen in het nationale herstel- en veerkrachtplan: circulaire economie en duurzame landbouw (5 miljard); hernieuwbare energie, waterstof, netwerk en duurzame mobiliteit (24 miljard); GROEN BOEREN Een agriturismo, gevestigd in een twaalfde-eeuws kasteel, maakt gebruik van zonne-energie
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 f Cl kk A 42 ACHTERGROND EUROPA energie­efficiëntie en opwaardering van gebouwen (15 miljard); grondgebied en de bescherming van waterbronnen (15 miljard). ‘We stellen nu met grote zorg het programma voor de eerste vijf jaar vast, als betreft het een raket die opstijgt. Het opstijgen bepaalt de koers. Maar vergeet niet dat de reis lang zal duren’, aldus Cingolani. In de eerste plaats moet Italië de bureaucratische rompslomp overwinnen die zich meestal voordoet bij infrastructurele projecten, en die de ontwikkeling van installaties voor hernieuwbare energie of afvalverwerking kan vertragen. Om die vertraging te voorkomen, heeft Cingolani het ontwerp van het vereenvoudigingsdecreet voorgelegd aan het kabinet van de premier. ‘Ik was zeer streng: eerst is er een bureaucratische transitie nodig, voordat we überhaupt een ecologische stap kunnen zetten!’ Toen onlangs bedrijven konden inschrijven om 1,8 gigawatt aan duurzame energie te installeren, werd slechts voor 470 megawatt ingetekend. ‘Het betekent dat ondernemers niet geloven in onze te lange inschrijvingen.’ Ter vergelijking: bij recente duur zame biedingen in Spanje was het aanbod drie keer zo groot als de vraag. AFVAL Beter afvalbeheer is een van de speerpunten in het Italiaanse plan. Daarbij moet onder meer de kloof tussen het rijke noorden en de rest van het land wor‘ Eerst is een bureaucratische transitie nodig!’ PLASTIC ZONNESCHERM Gerecyclede flesjes als middel tegen de Italiaanse zon den overbrugd. Momenteel wordt ongeveer 1,3 miljoen ton afval verwerkt buiten de regio’s van oorsprong. Met zogenoemde vlaggenschipprojecten moet de circulaire economie een boost krijgen. Italië streeft ernaar, 55 procent van de elektronische apparatuur te recyclen en 85 procent van papier en karton. In de textiel sector moet de terugwinning zelfs 100 procent zijn. Om alle sectoren geleidelijk koolstofarm te maken, zijn tal van maatregelen in voorbereiding. Bijvoorbeeld om de ontwikkeling ITALIË GAAT BUREAUCRATIE TE LIJF Voor de hervorming van het Italiaanse openbaar bestuur trekt minister Renato Brunetta, van origine econoom, 9,75 miljard euro uit. Dat geld is afkomstig van de Next Generation EU, het corona-herstelplan van de Europese Unie. ‘We hebben behoefte aan grootschalige vereenvoudiging van bureaucratische regels – en aan nieuwe mensen om die eenvoudiger regels toe te passen’, zegt Brunetta. Veel Italiaanse ambtenaren zijn het afgelopen decennium met pensioen gegaan. ‘Het gaat dus niet alleen om een hervorming van de regelgeving, maar ook van de organisaties op het gebied van technologie, mensen en technische bijstand.’ De eerste stap daarin is de herziening van de werving van personeeel: die moet eenvoudiger en doelgerichter, en ook de doorstroming moet beter. Brunetta zet in op het vergroten van vaardigheden, kennis en gelijke toegang voor mannen en vrouwen. Om de projecten van het herstelplan te realiseren, zullen universiteiten en centra voor hoger onderwijs en beroepsverenigingen worden ingezet om te assisteren bij snelle selectie en werving. Het belangrijkste punt van het hervormingsplan is het vereenvoudigen van regels en procedures, het wegnemen van bureaucratische belemmeringen, en een efficiënter ambtelijk optreden om zo tijd en kosten voor burgers en bedrijven te verminderen. Veel draait om een vergaande digitalisering. Het ambtenarenapparaat zal moeten geloven aan een ‘cloud first’­aanpak, gericht op de migratie van gegevens en toepassingen van afzonderlijke overheidsdiensten naar een cloud­omgeving. Om die omvangrijke klus te klaren, heeft het ministerie van Technologische Innovatie en Digitale Overgang een speciaal team opgericht. Geactualiseerde gegevens van burgers en bedrijven zullen straks automatisch worden weergegeven door de brondatabanken voor elke ‘vragende’ dienstverlener. Er komt een ‘nationaal gegevensplatform’; een door overheidsdiensten te raadplegen centrale catalogus. Op die manier hoeven burgers dezelfde informatie niet meer verschillende keren aan verschillende overheidsdiensten te verstrekken. De overheid wil de lange aankoopprocedures voor ict vernieuwen. Zo komt er een ‘witte lijst’ van gecertificeerde leveranciers en een ‘fast track’­programma dat een snelle selectie mogelijk maakt. Al die investeringen worden gevolgd door maatregelen ter ondersteuning van de digitale vaardigheden van burgers. Dit om de digitale geletterdheid van het land te waarborgen. van hernieuwbare energiebronnen op te voeren en het potentieel van elektriciteitscentrales (die qua kosten al kunnen concurreren met fossiele bronnen) beter te ontsluiten. Bij sectoren waar het lastig is om de uitstoot te verminderen (staal, cement, papier en textiel) zullen radicale maatregelen getroffen worden: van kolenovens wordt overgestapt op elektrische systemen. De tweede fase van de transitie moet leiden tot een verdere vermindering van uitfoto: Clemens Rikken / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 ACHTERGROND43 stoot van broeikasgassen door gebruik van meer geavanceerde technologieën. ‘We hebben berekend dat we tegen 2030 ongeveer 70 gigawatt aan hernieuwbare elektriciteit moeten produceren.’ Het ontwikkelen van een slimme en duurzame landbouw- en voedselvoorzieningsketen is een ander punt van de Italiaanse routekaart. Om de boerderijen wat betreft energiebehoefte zelfvoorzienend te maken, moeten er zonnepaneeldaken op de grote schuren komen. Op de grond komen verticaal geplaatste zonnepanelen, zodat het akkerbouwareaal niet wordt verkleind. En speciale vergistingstechnologie moet ervoor zorgen dat dierlijk afval en biomassa worden omgezet in biogas dat boeren kunnen gebruiken om hun landbouwmachines aan te drijven. GROTE ACCU’S Tegelijkertijd heeft het ministerie van Cingolani een ambitieus programma voor het vergroten van het aantal oplaadpunten langs de rijkswegen en in de stad. ‘Over tien jaar bestaat er een energiemix van verschillende bronnen die elkaar aanvullen: windenergie die werkt als er wind is, zonne-energie die werkt als er COLUMN JAN VERHAGEN GEEN CENT EXTRA Eerst kregen de gemeenten 600 miljoen euro extra voor de jeugdzorg in 2021. Een paar weken later zelfs 1,3 miljard euro extra voor de jeugdzorg in 2022, zo maakte staatssecretaris Blokhuis van VWS bekend. Dat zal toch niet waar zijn? Ik hoop dat er geen cent extra komt voor de jeugdzorg! Ik bedoel, die extra 1,9 miljard euro is rechtvaardig, maar daar mag geen cent van naar de jeugdzorg. De gemeenten hebben namelijk de afgelopen jaren overal op bezuinigd behalve op jeugdzorg. Ze gaven miljarden euro meer uit aan jeugdzorg dan ze daarvoor van het rijk kregen. Ze bezuinigden op zwembaden, op wegonderhoud, op bibliotheken. Ze verhoogden de ozb, de hondenbelasting, de toeristenbelasting. Als je dan extra geld krijgt en je geeft het ook meteen weer uit aan de jeugdzorg, dan blijft je tekort even groot. Dat schiet dus niet op. Waar moet die 1,9 miljard euro dan wel voor gebruikt worden? Voor zwembaden, voor wegonderhoud, voor bibliotheken. Voor een lagere ozb, lagere hondenbelasting, lagere toeristenbelasting. Waar bemoeit die staatssecretaris van VWS zich eigenlijk mee? Hij is niets anders dan een dubieuze debiteur die zijn rekeningen jarenlang weigerde te betalen. Sterker nog, hij heeft de rekeningen van de jeugdzorg tot en met dit jaar nog steeds niet volledig betaald, en is ook niet van plan dat nog te gaan doen. Als hij dan volgend jaar, eindelijk, zeven jaar na de decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten (zeven jaar!), voor het eerst zijn rekening wel gaat betalen, dan is hij wel de allerlaatste die zich mag bemoeien met de besteding daarvan. Als hij iets extra’s met de jeugdzorg wil, dan moet hij extra betalen. Oude rekeningen betalen telt daarvoor niet. Dus bij deze een oproep aan staatssecretaris Blokhuis: blijf met je vingers van de 1,9 mil‘ Blokhuis is een dubieuze debiteur’ jard euro van de gemeenten af. Bemoei je er niet mee. Het is niet van jou. Het is van de gebruikers van het zwembad, van de weggebruikers, van de ozb-betalers. Waag het niet om eisen te stellen aan de besteding van die 1,9 miljard euro, of om zelfs maar te vrágen het aan de jeugdzorg te besteden. En een oproep aan de gemeenten: behandel het rijk zoals het verdient om behandeld te worden, namelijk als een dubieuze debiteur. Die geef je geen inspraak op de besteding van de achterstallige betalingen. Die blijf je vervolgen totdat hij al zijn oude rekeningen heeft betaald. licht is en gas als stabilisator. Maar dan moeten we ook een slim elektriciteitsnet hebben, dat in staat is de energiestroom te beheren door het verbruik te optimaliseren, zelfs op momenten van maximale vraag.’ Voor dergelijke slimme netten is een investering nodig van ruim 5 miljard. In overeenstemming met de waterstofstrategie van de EU zal Italië waterstof opnemen in de plannen voor de vervoerssector: schepen, treinen en vrachtwagens voor grote trajecten. Er zijn grote investeringen op het gebied van onderzoek gepland. Intussen zullen dertig waterstofopslag- en tankpunten worden gebouwd langs het wegennet, waardoor je straks elke 250 kilometer kunt tanken. Een ander belangrijk punt in het programma is het verbeteren van de energieefficiëntie van gebouwen, een van de effectiefste manieren om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Italië kampt met enorme energieverspilling omdat 60 procent van alle gebouwen ouder is dan 45 jaar. De zogenaamde ‘superbonus’-regeling die de aftrek van gemaakte isolatiekosten verhoogt, is verlengd van juli 2020 tot juni 2022. Verder komen er stimuleringsmaatregelen voor stadsverwarming, waarbij warmte die door industriële complexen wordt geproduceerd, gebruikt wordt om honderdduizenden woningen te verwarmen. De bescherming van de bodem verdient een apart hoofdstuk in de groene revolutie. Het tegengaan van aardverschuivingen, de bescherming van biodiversiteit, het wegwerken van water- en bodemverontreiniging en de verbetering van de waterinfrastructuur zijn volgens Cingolani essentieel om de gezondheid van de burgers te garanderen. En het is ook nog eens goed voor de economie, omdat hiervoor investeringen nodig zijn. Tot slot heeft de minister een fonds in gedachten voor de educatie van de jonge generaties. Er moeten op scholen bewustwordingsprogramma’s worden gerealiseerd, want ‘als vader van drie kinderen en als burger geloof ik dat dit soort mondiale bewustwording alleen wordt bereikt door te investeren in kinderen vanaf zes jaar, die te maken zullen krijgen met de milieuproblemen die wij hen zullen nalaten.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 44
De stikstofcrisis en de toekomst van de landbouw, versnellen van de woningbouw, de energietransitie: wie werkt met ons mee aan deze grote maatschappelijke opgaven. Wie floreert in een overheidsorganisatie waar menselijk talent en ruimte om te experimenteren centraal staan? Wij zoeken twee juristen Ter versterking van de afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken zoeken wij twee enthousiaste juristen (junior, medior of senior) die het uitdagend vinden om in een dynamische, politiek bestuurlijke omgeving te werken. Als jurist ontwikkel, stuur en werk je mee aan belangrijke vraagstukken en opgaven die spelen binnen de Gelderse samenleving. Wij zoeken juridische professionals die bij uitstek kunnen aansluiten bij de denkwereld van anderen, op een begrijpelijke wijze juridische aspecten kunnen inbrengen, de verbinding leggen met andere invals– hoeken en denken in mogelijkheden. Wij vinden het essentieel dat kandidaten willen investeren in hun persoonlijke ontwikkeling en in hun communicatieve, procesmatige, vakinhoudelijke en digitale kennis en vaardigheden. Kandidaten hebben een afgeronde academische opleiding (mr, Master) Nederlands recht en zijn breed inzetbaar. Wij zoeken juristen die kennis hebben van en ervaring met: • algemeen bestuursrecht • omgevingsrecht • contracten-, subsidie- en staatssteunrecht • samenwerkingsvraagstukken, zowel publiekpubliek als publiek-privaat • financieringsvraagstukken in combinatie met governance Kennis van en ervaring met EFRO-programma’s is een pré. Onze wensen op het gebied van competenties: • Je hebt een goed ontwikkelde bestuurlijke en organisatiesensitiviteit; • Je bent ondernemend en kan goed samenwerken in multidisciplinaire teams; • Je bent scherp in je analyses; • Je bent leergierig en proactief; • Je stuurt op inhoud en op proces; • Je bent je bewust van de rol die de provincie vervult in verschillende projecten en stemt jouw inbreng daarop af; • Je bent flexibel, stressbestendig en hebt doorzettingsvermogen. Het betreft een arbeidsovereenkomst voor één jaar met uitzicht op een vast dienstverband bij goed functioneren. Salarisindicatie: schaal 10 circa € 3000,00 (junior) tot schaal 12 circa € 5.700,00 (senior) per maand bij 36 uur per week. Voor meer informatie kun je contact opnemen met Marc van Hemmen, tel 026 359 92 31 email: m.van.hemmen@gelderland.nl , teammanager bij de afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken. Sollicitaties met cv kunnen tot en met 4 juli 2021 gemaild worden aan provincie Gelderland, via email adres post@gelderland.nl. Reactie richten aan: afdeling BJZ, t.a.v. Wilma Weeber-Rikken. De sollicitatiegesprekken zullen in de week van 12 tot 16 juli 2021 plaatsvinden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 45 ELF BVD-LEIDERS GEPORTRETTEERD ALTIJD DIE LASTIGE RECHTSSTAAT Op 23 maart 1968 verschijnt Andries Kuipers als hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst in de Tweede Kamer bij het debat over zijn organisatie. Het is de eerste keer dat het grote publiek een hoofd van de geheime dienst hoort praten en ziet bewegen. ‘Het viel een beetje tegen’, schrijft een Volkskrant-columnist. Achteraf gezien is het een historisch moment in de geschiedenis van de veiligheidsdienst, concludeert Paul Abels in Spionkoppen. Inlichtingenleiderschap in elf portretten. De BVD-baas had het uiterlijk van een saaie ambtenaar, niet van een ‘filmfiguur met een regenjas en gleufhoed’. Zelf werkt Abels al sinds 1984 voor de BVD (tegenwoordig: AIVD) en is bijzonder hoogleraar veiligheidsdiensten in Leiden. In zijn boek beschrijft hij de geschiedenis van de geheime dienst aan de hand van de elf bazen sinds de oprichting in 1945. De meesten van hen wilden zoveel mogelijk in de schaduw opereren. Het is Arthur Docters van Leeuwen die na de ineenstorting van het communisme in 1989 de verstofte organisatie omgooit en met zijn markante verschijning breekt met Abels geeft af op privacywaanzin in Nederland de traditie van kleurloze BVD-bazen. Een terugkerend knelpunt is de gespannen relatie met bewindslieden en in het verlengde daarvan: de moeizame verhouding tot de rechtsstaat. In dat kader kwam Abels onlangs zelf negatief in het nieuws, als hoge chef bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. NRC onthulde dat de NCTV jarenlang zonder wettelijke grondslag privacygevoelige informatie verzamelde en met nepaccounts burgers online volgde. Met daarin een hoofdrol voor Abels, die zich weinig aantrekt van interne kritiek en op Twitter onder zijn eigen naam afgeeft op de ‘privacywaanzin’ in Nederland. Volgens NRC eiste hij verwijdering van delen uit het artikel. ‘Voor de veiligheid van je bronnen’ konden bepaalde zinsneden beter worden verwijderd. Inmiddels kondigde minister Grapperhaus van Justitie een disciplinair onderzoek aan. Zo krijgen de analyses van Abels in Spionkoppen extra lading. Bijvoorbeeld als hij Louis Einthoven, het eerste diensthoofd van de veiligheidsdienst, omschrijft als iemand die ‘overtuigd is van zijn gelijk en het belang van zijn taak’ en die ‘zich door niets en niemand [laat] tegenhouden’. Het kan voor Abels nauwelijks als negatieve typering gelden, denk je nu. Hoe dan ook is het een lezenswaardig en vlot geschreven boek, voor iedereen die geïnteresseerd is in de politiek-bestuurlijke geschiedenis van de Nederlandse veiligheidsdienst. Misschien maken de onthullingen over Abels het boek zelfs wel extra spannend, wat goed past bij een publicatie over spionnen. CITAAT UIT HET BOEK ‘De BVD-baas had het uiterlijk van een saaie ambtenaar’ SPIONKOPPEN Paul Abels Prometheus, 2020 24,99 euro ADVERTENTIE
Pagina 46
OPINIE 47 HELP INITIATIEVEN VAN BEWONERS OPSCHALEN WIJKAANPAK: VERGEET DE BUURTBEWONERS NIET De wijk aanpak draait vrijwel volledig om overheidspartijen die meer geld en invloed willen om lokale leefbaarheidsproblemen op te lossen. Maar buurten zijn in de eerste plaats van buurtbewoners. Begin daarom bij hen. LUCIEN STÖPLER Tientallen wijkinitiatieven hebben zich landelijk verenigd Buurtbewoners zijn afhankelijk geraakt van de overheid. Voor veiligheid is de politie, voor sociale problemen een keur aan zorgvoorzieningen en voor leefbaarheid een uitdijend gemeentelijk apparaat. Een veilige en leefbare buurt is met name sociaal, vertrouwd en vriendelijk: dat zijn geen kwaliteiten die overheidsdiensten kunnen inbrengen, met alle respect voor hun bijdrage. Bovendien is de terugtrekkende en steeds verder gekorte overheid niet in staat om voor veiligheid en leefbaarheid te zorgen. Hoeveel tijd kost het om zwerfafval in je straat op te laten ruimen door de gemeente, overlast te helpen indammen, je gestolen fiets terug te krijgen? Het is tijd voor iets nieuws. De wijkenaanpak kan rekenen op de bijdrage van talloze veiligheidsinitiatieven die ons land rijk is: buurtbewoners die zich willen inzetten om het toezicht en de sociale controle in de wijk te vergroten. Tientallen van deze initiatieven hebben zich landelijk verenigd. Ze organiseren jaarlijks een congres, leren met elkaar en krijgen ondersteuning bij ledenwerving, verhouding met politie en gemeente en effectieve werkwijzen. Deze vereniging en professionalisering kan niet los gezien worden van de structurele problemen en een overheid die steeds minder kan oplossen. Veiligheidsinitiatieven van burgers starten vanuit de kwaliteiten in de buurt. Stabiele en betrokken bewoners, bewoners met technische en sociale vaardigheden, die geloven in UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. de buurt en deze beter willen maken. Iedere buurt kent dergelijke personen. In buurten waar ze verbinding maken met andere buurtbewoners en enige ondersteuning krijgen bij organisatie, groeit de leefbaarheid en de veiligheid van de bewoners. Bewoners krijgen meer vertrouwen en gevoel van saamhorigheid. De wijkenaanpak kan niet slagen zonder de inzet van burgers, en gemeenten helpen het beste door welwillende bewoners te ondersteunen in hun organisatie. De organisatie van veiligheidsinitiatieven is veel werk: leden werven, activiteiten plannen, communiceren naar medebewoners, overleg met partners en de analyse van de verzamelde meldingen en signalen. Gemeenten kunnen personeel in dienst nemen voor deze ondersteuning of voor hun gemeente enkele uren ondersteuning inhuren die bewoners van de kant helpt om hun buurt veiliger en leefbaarder te maken. Gemeenten die dit doen, hoeven bijvoorbeeld niet meer zelf alle jeugdoverlast op te lossen – wat ze niet kunnen – of te verzuchten dat bewoners óók aan zet zijn. Ze helpen sterke, duurzame initiatieven van betrokken bewoners ontstaan die bijvoorbeeld deze jongeren een plek geven in de buurt en hen medeverantwoordelijk maken voor de sfeer en de activiteiten. Buurtbewoners kunnen het ook veel sneller: van straatafval opruimen tot overlast verhelpen. Alle partners zullen zien dat bewoners een eigen rol hebben, die een aanvulling is op die van politie, zorg en gemeentelijke handhaving en toezicht. Help bewonersinitiatieven voor veiligheid en leefbaarheid opschalen door ze te ondersteunen in hun organisatie. FOTO: BRANKO DE LANG / ANP-HH Lucien Stöpler, voorzitter van de landelijke vereniging Veiligheidsinitiatief BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 50 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Klaske Piebenga volgt Koos Mirck op als bestuurssecretaris van de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen. Mirck gaat met pensioen. Piebenga heeft eerder gewerkt bij onder meer bij de Reed Elsevier Groep en Noordhoff Uitgevers. MIEKE BALTUS Mieke Baltus is met ingang van 24 juni benoemd tot burgemeester van Lelystad. Baltus (CDA, 53) is momenteel burgemeester van Heemskerk. Henry Meijdam (VVD) is waarnemend burgemeester. Hij neemt waar sinds de benoeming van Ina Adema (VVD, 53) tot commissaris van de koning in Noord-Brabant. Baltus was voor haar burgemeesterschap in Heemskerk daar wethouder. Daarvoor was ze burgemeester in Uitgeest. ROGER DE GROOT Roger de Groot is benoemd tot burgemeester van Noordoostpolder. De benoeming gaat in op 1 juni 2021. De Groot (55) is lid van het CDA. Hij was burgemeester van De Wolden. Hij volgt in Noordoostpolder Harald Bouman (partijloos) op, die in oktober 2019 opstapte. Sindsdien is Jan Westmaas (CDA) waarnemend burgemeester. MARJON DE HOON Marjon de Hoon– Veelenturf (CDA, 60) is herbenoemd tot burgemeester van Baarle-Nassau. Ze begon haar eerste termijn als burgemeester op 1 juni 2015. Eerder was ze wethouder in Zundert. SICKO HELDOORN In Heemskerk is Sicko Heldoorn (PvdA, 64) benoemd tot waarnemend burgemeester. De huidige burgemeester Mieke Baltus wordt burgemeester in Lelystad. Er is voor gekozen pas na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 de nieuwe procedure op te starten. Heldoorn was waarnemend burgemeester van de gemeenten Waterland, Huizen en Dantumadiel. Hij was burgemeester van Assen en Opsterland en gedeputeerde van de provincie Fryslân. KOMEN & GAAN ROALD VAN DER LINDE In Amersfoort is Roald van der Linde (VVD, 52) benoemd tot wethouder. Hij was de afgelopen acht jaar lid van de Tweede Kamer. Hij volgt Hans Buijtelaar op. Buijtelaar stopte vanwege het vastgelopen dossier van de westelijke ontsluiting. PAUL DE ROOK De Groningse wethouder Paul de Rook (D66) heeft een nieuwe baan en neemt afscheid als wethouder van Groningen. Hij wordt per 1 augustus directeur Organisatie- en Onderwijsontwikkeling bij onderwijsinstelling Noorderpoort in Groningen. De Rook was sinds 2014 wethouder. CHARLIE APTROOT In Hilversum is Charlie Aptroot (VVD, 70) benoemd tot waarnemend burgemeester. Pieter Broertjes is wegens ziekte gedurende enige tijd niet in staat zijn functie uit te oefenen. Aptroot was onlangs waarnemend burgemeester van Voorschoten. Daarvoor was hij vanaf 2012 burgemeester van Zoetermeer. Van 2003 tot 2012 was hij Lid van de Tweede Kamer. ONNO VAN VELDHUIZEN Burgemester Onno van Veldhuizen van Enschede vertrekt. Van Veldhuizen (D66, 58) is sinds 2015 burgemeester van Enschede. Eerder was hij burgemeester van Hoorn (2003-2015) en van Nieuwkoop (1999-2003). BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 Foto: provincie Zuid-Holland PERSONALIA 51 GEMEENTEN: INSTROOM, DOORSTROOM EN UITSTROOM Het instroompercentage in 2020 is gelijk aan het percentage van 2019, namelijk 13,4 procent. De doorstroom steeg van 5,7 procent naar 6,2 procent. Het uitstroompercentage steeg licht: van 8,2 procent in 2019 naar 8,4 procent in 2020 Bron: A&O Fonds, Personeelsmonitor gemeenten 2020 Instroom: 2019: 3,4% 2020: 3,4% Doorstroom: 2019: 5,7% 2020: 6,2% Uitstroom: 2019: 8,2% 2020: 8,4 % BURGEMEESTERS VACATURE EDITH JACOBS OVERLEDEN: Oud-burgemeester Marianne Burgman is op 68-jarige leeftijd overleden. Burgman was van 1995 tot 2002 burgemeester van Maarn. Daarna werd ze de burgemeester van De Ronde Venen. Vanaf 2011 was ze waarnemend burgemeester van die gemeente omdat de fusie met Abcoude nog niet was afgerond. Voor het burgmeesterschap was Burgman wethouder in Amersfoort. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia Edith Jacobs is met ingang van 25 mei benoemd tot gemeentesecretaris van Cranendonck. Ze volgt José van Aaken op, die in september vorig jaar gemeentesecretaris van Roermond werd. Jacobs is nu nog directeur en loco-gemeentesecretaris in Deurne. Naast gemeentesecretaris is Jacobs straks roulerend voorzitter van de directieraad van de A2 Samenwerking. DICK EMMER Dick Emmer is met ingang van 15 oktober benoemd tot gemeentesecretaris in Zwolle. Hij is nu nog gemeentesecretaris in Hilversum. Emmer heeft de afgelopen vier jaar voor Hilversum gewerkt. Eerder was hij wethouder in Zaanstad en algemeen directeur en gemeentesecretaris in Velsen. Emmer volgt Ingrid Geveke op, die directeur bij BMC werd. Liesbeth Borsboom was in de tussentijd interim gemeentesecretaris. EEMSDELTA Het burgemeesterschap van Eemsdelta is vacant. Deze gemeente is per 1 januari 2021 ontstaan door samenvoeging van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum. Derhalve is de burgemeesterspost sinds 1 januari 2021 vacant. De gemeente heeft circa 45.600 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 9.345,69 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 26 juni 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 4 juni 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant. DE WOLDEN Het burgemeesterschap van De Wolden is vacant sinds 1 juni 2021. De gemeente heeft circa 24.400 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 8.620,48 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 28 juni 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 4 juni 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. PETER KÜPPERS Peter Küppers is de nieuwe gemeentesecretaris van Landsmeer. Küppers was tot voor kort projectleider fusie bij de werkorganisatie van de fuserende gemeenten Langedijk en Heerhugowaard. Eerder was hij gemeentesecretaris van Schiermonnikoog. Hij volgt Sabine van Geffen op, die naar Dalfsen is gegaan. JAAP SMIT Jaap Smit, commissaris van de koning in Zuid-Holland, is per 1 juni de nieuwe voorzitter van het bestuur van het Interprovinciaal Overleg (IPO). De voorzittersfunctie van het IPO bestuur werd op 15 april vacant na het vertrek van gouverneur Theo Bovens. Vanaf dat moment was commissaris van de koning Han Polman tijdelijk voorzitter. JANNEKE HAKKERT Met ingang van 1 september 2021 is Janneke Hakkert benoemd tot secretaris–directeur van Regio Rivierenland. Hiermee volgt zij Huug Derksen op, die met pensioen gaat. Hakkers is op dit moment werkzaam als manager contractgestuurde dienstverlening binnen Regio Rivierenland. HARRY MATSER Wethouder Harry Matser (GroenLinks) vertrekt per 1 juni als wethouder van Zutphen. Hij gaat aan de slag als lid College van Bestuur bij scholenkoepel Conexus in Nijmegen. Matser was eerder directeur en bestuurder in de rechtspraak en de gezondheidszorg, waarna hij in 2018 wethouder werd.
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 Foto: Marieke Balk Fotografie 52 PERSONALIA CARRIÈRE BERT SCHOUTEN Bert Schouten is begonnen als waarnemend griffier in Wijk bij Duurstede. Hij neemt waar vanwege het vertrek van Marcelle van Esterik, die griffier in Soest wordt. Schouten was al eerder interim griffier in Wijk bij Duurstede. Hij was eerder ook interim-griffier in onder meer Amstelveen, Wassenaar en Papendrecht. ANNE-JO VISSER Met ingang van 15 augustus wordt Anne-Jo Visser de nieuwe directeur van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC). Zij volgt Egbert de Vries op die sinds januari wethouder is in Amsterdam. Visser is vanaf 2017 programmadirecteur Energietransitie van de gemeente Utrecht. RECTIFICATIE: Saskia van den Broek en Saskia van Dijk In Binnenlands Bestuur nr. 10 stond de foto van Saskia van Dijk per abuis ook bij de vermelding van Saskia van den Broek. Bij deze de foto’s van beide Saskia’s. Saskia van den Broek wordt directeur/commandant van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland en Saskia van Dijk is de nieuwe griffier van Gilze en Rijen. Saskia van Dijk GERARD BAKKER Gerard Bakker wordt inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De benoeming gaat in op 16 augustus 2021. Bakker is sinds 2018 hoofddirecteur Dienst Justitiële Inrichtingen bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. MENNO DE GRAAF Menno de Graaf wordt per 1 juli 2021 hoofd financiën medeoverheden bij de directie Bestuur, Financiën en Regio’s van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hij volgt Teun Eikelboom op. De Graaf is momenteel plaatsvervangend afdelingshoofd bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Nelly Kalfs is de nieuwe voorzitter van de Vereniging Nederlandse Riviergemeenten. Zij volgt Jos Penninx op die deze zomer met pensioen gaat als burgemeester. Jos Penninx is benoemd tot erevoorzitter van de VNR. Kalfs is sinds september 2020 burgemeester van Lingewaard. NELLY KALFS Saskia van den Broek BRIEVEN ‘GROENLINKS HERKENT ZICH NIET IN INTERVIEW MET KAREN KAMPS’ Het interview met Karen Kamps (BB09) was door gebrek aan wederhoor pijnlijk eenzijdig. De afdeling GroenLinks Doetinchem werd er zeer negatief in afgeschilderd. Maar de feiten liggen anders. Zeven maanden geleden zegde de fractie van GroenLinks Doetinchem na jarenlang moeizame samenwerking het vertrouwen op in toenmalig fractievoorzitter Karen Kamps. Tot de zomer van 2020 was er altijd enige vorm van overleg mogelijk geweest, maar vervolgens verkondigde Kamps zowel in de media als in de raadszaal haar persoonlijke standpunten in naam van de fractie. Voor de overige fractieleden werd dit onacceptabel. Omdat eerdere pogingen om met elkaar in gesprek te gaan niet door Kamps werden opgepakt en omdat een poging vanuit het bestuur om ons hierbij te helpen door Kamps werd uitgelegd als een spreekverbod in plaats van de bedoelde vereniging, bleef er geen andere optie over. Na het vertrek van Kamps zijn we, net zoals daarvoor, blijven aandringen op het spoedig en zorgvuldig opruimen van de ruim 1.300 vaten met PFOS-houdend blusschuim van Rutgers Milieu. Dit is na veel juridisch getouwtrek tussen de gemeente en de eigenaren van de vaten en de grond inmiddels gelukt. Vervolgens hebben we aangedrongen op een onderzoek naar de oorzaak van dit probleem. Dit onderzoek was voor ons erg belangrijk. Natuurlijk om herhaling van milieuschade te voorkomen, maar ook om duidelijkheid te krijgen over de bewering van Kamps over de niet integere rol van GroenLinks-wethouder Langeveld. De fractie vond dat ze een afweging over de rol van de wethouder alleen kon maken op basis van feiten. Onderzoeksbureau Pro Facto heeft afgelopen april haar onderzoek gepresenteerd. Hieruit blijkt dat de problemen rondom het niet handhaven van de milieuvergunning van Rutgers Milieu zijn ontstaan in de periode 2011-2013 bij zowel de provincie als de gemeente. Vervolgens heeft de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA, opgericht in 2013) eerder genomen besluiten niet kritisch tegen het licht gehouden. Uit het onderzoeksrapport blijkt dat de aantijging van Kamps in de richting van Langeveld, wethouder sinds 2014, ongegrond is. Tijdens de meningsvormende raad eind april gaven 25 van de 31 raadsleden aan dat de wethouder niet persoonlijk verantwoordelijk is voor het gebrek aan handhaving bij Rutgers Milieu. Wel wordt het college door de gehele raad aan het werk gezet om met een plan van aanpak te komen en verbeteringen in het proces rondom de milieuhandhaving door te voeren. Wat ons betreft was die raadsvergadering de afsluiting van de discussie over de integriteit van wethouder Langeveld en indirect ook de integriteit van de fractieleden die hem bleven steunen totdat het tegendeel bewezen kon worden. Uit het artikel in Binnenlands Bestuur blijkt echter dat die discussie misschien wel voor ons, maar nog niet voor Kamps is afgesloten. Zij heeft recht op haar beleving en op haar mening. De huidige fractie wil echter aangeven zich niet te herkennen in het beeld dat wordt neergezet. Wij hebben haar met open armen ontvangen toen ze na haar vertrek bij de PvdA politiek dakloos was geworden. In een fractie moet je echter ook samen kunnen werken en naar elkaars mening kunnen luisteren. GroenLinksers zijn geen jaknikkers en dat levert levendige discussies op. Veel mensen voelen zich daarom bij ons thuis. Anderen duidelijk niet. Marcella Heerenveen, fractievoorzitter GroenLinks Doetinchem
Pagina 54
54 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Castanho / Gemeente Ede Gemeente De Wolden Gemeente Delft Gemeente Eemsdelta Gemeente Kampen Gemeente Kampen Gemeente Lelystad JS Consultancy / Gemeente Maassluis Leeuwendaal / Gemeente Noordwijk Necker Van Naem / Gemeente Peel en Maas Publiek Netwerk / Cubiss Rijksoverheid VNG Realisatie FINANCIËN EN ECONOMIE Bar-Organisatie Gemeente Almelo Gemeente Hengelo Gemeente Schagen Haute Equipe JS Consultancy / Gemeente Oude IJsselstreek Provincie Utrecht ICT EN AUTOMATISERING Provincie Zuid-Holland VNG Realisatie JURIDISCH Gemeente Amersfoort Hoogheemraadschap van Delfland juridisch adviseur privacy sociaal domein juridisch adviseur Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard juridisch adviseur privaatrecht Provincie Gelderland twee juristen OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard adviseur arbo & veiligheid teamchef business expert manager hr & organisatie ADVERTENTIES Politie PERSONEEL EN ORGANISATIE Provincie Utrecht Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 innovatie en verbindende concerndirecteur burgemeester strategisch organisatieadviseur burgemeester afdelingshoofd bestuursadvisering afdelingshoofd advies en bedrijfsvoering teamleider stadstoezicht senior strategisch concernadviseur clustermanager klantcontactcentrum en communicatie griffier organisatieadviseur voor bibliotheken senior beleidsmedewerker somalië innovatiemakelaar senior adviseur planning & control financieel adviseur inkoopanalist teamleider financiën medior financieel adviseur / financial controller adviseur ao/ic financial controller specialist informatiemanagement adviseur markt en overheid Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021 INDEX 55 RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Certus Groep / Gemeente Maassluis Gemeente Almelo Gemeente Almelo Gemeente Best Gemeente Hendrik Ido Ambacht Gemeente Maasdriel JS Consultancy / Gemeente Haarlemmermeer JS Consultancy / Gemeente Oude IJsselstreek JS Consultancy / Provincie Overijssel Leeuwendaal / Gemeente Noordwijk NCOI Provincie Utrecht Publiek Netwerk / Gemeente Amsterdam Publiek Netwerk / Gemeente Medemblik Waterschap Scheldestromen SOCIAAL Certus Groep / Gemeente Sluis De Buch Public Spirit / Gemeente Hengelo Public Spirit / Gemeente Hengelo Publiek Netwerk / Gemeente Edam-Volendam VOORLICHTING EN COMMUNICATIE 8ktd Gemeente Delft strategisch adviseur regio teamleider locatieontwikkeling beleidsmedewerker verkeer Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl beheerder / beleidsmedewerker groen, recreatieve voorzieningen en reiniging Binnenlandsbestuur.nl senior projectleiders civiel/cultuurtechniek beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling beleidsadviseur wonen beleidsadviseur verkeer senior beleidsadviseur wonen beleidsmedewerker ruimtelijke ordening manager projectbeheersing infrastructurele projecten clustermanager beheer, onderhoud en projecten openbare ruimte programmamanager ruimtelijk domein senior ecoloog adviseur parkeren projectleider ruimtelijke ontwikkeling verkeerskundige teamleider porthos domeinmanager samenleven afdelingsmanager maatschappelijke strategie & ontwikkeling afdelingsmanager ondersteuning & zorg beleidsmedewerker wmo maatwerkvoorziening senior adviseur communicatie senior communicatieadviseur & woordvoerder OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 56 pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 55 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Teamleider Porthos 36 uur | Schaal 10 • Verantwoordelijk voor de aansturing van het team Porthos • Voert het operationele personeelsbeleid uit • Realiseert een taakstelling en ontwikkelt stuurinformatie • Vertaalt beleidsplannen in kansen Kars Martin | 06-38322974 | karsmartin@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Adviseur Parkeren Overtuigend • Enthousiast • Pro-actief • Verbindend Organisatieadviseur voor Bibliotheken Ondernemend • Overtuigend • Innovatief • Resultaatgericht Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 23 | 2021
Pagina 56
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? Senior Strategisch Concernadviseur 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Sturen en bijdragen aan concernbrede strategische opgaven. Uitstekend in staat vanuit een ander perspectief en op creatieve, frisse wijze te kijken naar oplossingen. Durf en lef waar nodig. Kritisch en signaleert gevraagd en ongevraagd. Daadkrachtig toe werken naar concrete resultaten. Flair, pragmatisch, netwerker en deelt kennis. Strategisch adviseur naar concern en bestuur. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Manager Projectbeheersing Infrastructurele Projecten 36 uur | schaal 12 max. € 82.750,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie uitdagende functie voor een manager projectbeheersing die de kwaliteitsbewaker en het “geweten” is van aansprekende en omvangrijke infrastructurele projecten. Brengt de projectstructuur en -financiën op orde en zorgt ervoor dat een project “in control” is. Is de “luis in de pels” die coacht, verbindt en analytisch, daadkrachtig en bestuurlijk sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Senior Beleidsadviseur Wonen 36 uur | schaal 12 max. € 82.476,- bruto per jaar (incl. IKB) Wil je bijdragen aan diversiteit in woningaanbod bij een jonge gemeente met stedelijke architectuur en hightech multinationals? Je vervult een coördinerende rol en levert input aan regionale opgaven. Je gaat graag aan de slag met sociaal strategische ontwikkelingen en bent in staat om binnen een complex krachtenveld met externe partijen te excelleren. Verbindend | Overtuigingskracht | Teamspeler. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Beleidsmedewerker Ruimtelijke Ontwikkeling 36 uur | schaal 10 max. € 63.123,- bruto per jaar (incl. IKB) Mooie rol voor pragmatische beleidsadviseur die samen met inwoners, ondernemers en belangenorganisaties, bestemmingsplannen maakt en, samen met collega’s, beleid ontwikkelt. Adviseur AO/IC 36 uur | schaal 9 max. € 56.858,- bruto per jaar (incl. IKB) Adviseur die een bijdrage levert aan de interne controle en de ontwikkeling van de interne beheersing. Adviseert over inrichting van processen en verbetermaatregelen. Draagt bij aan rechtmatige besteding van financiële middelen. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 10-2021


Pagina 2
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 04COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Arenda Oomen VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ De bijzondere bijstand wordt ook per gemeente anders ingevuld’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. HULP AAN TOESLAGENOUDERS DE ROMMEL OPRUIMEN Het regende ontstemde reacties van Binnenlands Bestuur-lezers toen Dordrechts wethouder Peter Heijkoop namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn mening gaf over de ‘Rotterdamse aanpak’ van de compensatie voor gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire. Wethouder Michiel Grauss had het eigenwijze plan opgevat de toeslagenouders in zijn stad te hulp te schieten, in afwachting van de regeling die staatssecretaris Van Huffelen beloofde te treffen. Het ging om gevallen die in een schuldentraject zitten en vaak al jaren op het bestaansminimum leven. ‘Het wachten op een oplossing duurt te lang’, vond Grauss, dus begon hij zelf met het kwijtschelden van de openstaande schulden. Heijkoop vreest dat die aanpak leidt tot rechtsongelijkheid. Rotterdamse gedupeerden krijgen immers een andere behandeling dan elders. ‘Alle gedupeerden moeten dezelfde slechte behandeling krijgen, liefst inclusief dezelfde vernederingen’, klonk een van de cynische reacties op sociale media. Een ander: ‘Is er eindelijk een gemeente die aan de kant van de bewoners staat en oplossingsgericht te werk gaat, krijg je dit…’ Aangezien een zekere mate van rechtsongelijkheid inherent is aan decentraal bestuur, leek Heijkoops punt inderdaad een gelegenheidsargument. De bijzondere bijstand wordt ook per gemeente anders ingevuld. Een ander argument van Heijkoop was interessanter. ‘Uiteindelijk moet het kabinet wel hun eigen ellende oplossen’, zei hij. Met andere woorden: gemeenten moeten niet opdraaien voor de schade die het rijk aanricht. Er lijkt een diepere frustratie onder zijn woorden te liggen. Want al jaren hebben gemeenten het gevoel de rommel van het rijk te moeten opruimen. De sociale gevolgen van rijksbeleid belanden al tijden op hun bordje. Inwoners die slachtoffer worden van hardvochtig Haags beleid – een starre fraudewet, een onzekere arbeidsmarkt, een genadeloze kostendelersnorm, een niet-bestaand inburgeringsbeleid, een krap minimumloon, een karige bijstandsuitkering – kloppen uiteindelijk bij de gemeente aan voor hulp. Frustratie daarover is begrijpelijk. Of toeslagenouders daar de dupe van moeten worden, lijkt mij een andere vraag. ADVERTENTIE ADRIAAN DE JONGE REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven - , - g s . BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 INHOUD 05 14 COVERSTORY JOYCE SYLVESTER Ze verhuist van Amsterdam naar Paramaribo en keert weer terug. Ze ervaart ongelijkwaardigheid en onrechtvaardigheid, maar schopt het wel tot eerste zwarte vrouwelijke burgemeester. ‘Mensen zagen mij als een pionier.’ 24 AARDGASVRIJE WIJK APELDOORN WIL DRAAGVLAK De Apeldoornse wijk Kerschoten werd geselecteerd voor de tweede tranche van het Programma Aardgasvrije Wijken. Binnenlands Bestuur volgt de komende jaren de ontwikkelingen. In deel één: de zoektocht naar draagvlak. 28 ONDERZOEK BINNENLANDS BESTUUR/AG CONNECT 47 BETREKKEN INWONERS IN DEBAT OVER EUROPA Verplicht is het niet, gewenst wel: elke gemeente zou met haar inwoners in debat moeten gaan over de toekomst van Europa. De grote zorg is of er wat met de uitkomsten ervan gebeurt. Gemeenten oefenen weinig met cyberaanvallen. Rekenkameronderzoeken leggen kwetsbaarheden bloot, maar worden weinig gehouden, leert eigen onderzoek. Realiseert de gemeentelijke top zich wel hoe kwetsbaar gemeenten zijn? CYBERSECURITY: NOG VEEL WERK TE DOEN NIEUWS VNG matigt verhoging contributie Gemeenten vatbaar voor cybercrime Ambtenaar: vaker thuiswerken ACHTERGROND Nijmegen zet bijl in keukentafelgesprek EZ: Dominante boys die alles regelen SPECIAL ICT ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ‘Bescherming gegevens moet in ieders hoofd’ 33 De mens moet in beeld blijven Essay: kosten en kansen van ict 38 42 ACHTERGROND Sociaal stelsel steeds kariger 50 18 20 6 7 9 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK 7 NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK OPINIE PERSONALIA 10 13 23 49 53 55 58
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 06 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS De contributie voor de Vereniging van Nederlandse Gemeenten gaat in 2022 minder omhoog dat gepland. Vanwege de precaire financiële situatie waarin veel gemeenten zich bevinden, gaat een streep door de eerder voorziene extra verhoging van 1 procent. 2020 BIJZONDER SLECHT JAAR VOOR CONGRES- EN STUDIECENTRUM VNG MATIGT VERHOGING CONTRIBUTIE Over het voorstel af te zien van die verhoging, bedoeld om in te groeien naar een volledige dekking van de kosten van de kernorganisatie van de VNG, mogen de leden zich tijdens de Algemene Ledenvergadering op 16 juni uitspreken. Eerder was afgesproken dat de jaarlijkse contributieverhoging zou worden gebaseerd op twee componenten. Enerzijds zou gelijke tred worden gehouden met de compensatie voor de loon- en prijsontwikkeling, en anderzijds zou er elk jaar 1 procent bovenop komen voor de groei naar een volledige dekking van de kernorganisatie vanuit de contributie. Van die laatste component wil het VNG-bestuur volgend jaar afzien. In eerdere ledenvergaderingen gaf het bestuur al aan ‘zich zeer bewust te zijn van de grote financiële problemen bij gemeenten.’ Vandaar dat voor het begrotingsjaar kritisch is gekeken naar de eigen begroting in relatie tot de contributie. Omdat het bestuur het wel van groot belang vindt dat de VNG zich richting het kabinet tot het uiterste blijft inspannen om toereikende budgetten voor gemeenten zeker te stellen, is het hoe dan ook nodig voldoende financiële middelen te hebben. BELEGGINGSPORTEFEUILLE Die dekking wordt gehaald uit het afbouwen van de beleggingsporte feuille tot een minimale reserve. Het geld uit de reserve dat door de afbouw beschikbaar komt, wordt dan Stijging beperkt tot 1,7 procent ingezet voor de kerntaken van de VNG. Het bestuur houdt wel vast aan het laten meebewegen van de contributie met de loon- en prijsontwikkeling. Die compensatie leidt tot en een contributiestijging van 1,7 procent. Dat betekent voor de te betalen contributie in 2022 het volgende bedrag per inwoner: grote steden met meer dan 200.000 inwoners betalen 68 cent per inwoner, de grootste categorie (gemeenten met 25.000 tot 200.000 inwoners) dragen 1,37 euro per inwoner af, kleinere gemeenten 1,59 euro en de allerkleinste – die met MEER PERSONEEL De kernorganisatie van de VNG telde eind 2020 een bezetting van 295 fte. Dat zijn er 26 meer dan in het jaar daarvoor. Blijkens het financieel jaarverslag stroomden er vorig jaar wel veel meer mensen uit vergeleken met 2019. In 2020 was dat 13 procent, in 2019 8 procent. Wat verder opvalt in de personeelsgegevens is een hoger ziekteverzuim bij de koepelorganisatie. Dat steeg van 2,6 procent in 2019 naar 3,4 procent in 2020. minder dan 5.000 inwoners – zijn met 1,73 euro het duurst uit. Het VNG-bestuur stelt van mening te zijn dat met het beperkte contributievoorstel 2022 ‘een goede balans’ is gevonden tussen het rekening houden met de financiële problemen van veel gemeenten en het behoud van de slagkracht van de VNG organisatie om zich in te spannen ten behoeve van de leden. ZWARE KLAPPEN Hoewel corona volgens het bestuur geen noemenswaardige invloed gehad heeft gehad op het financieel resultaat van de vereniging – 0,16 miljoen euro negatief, een verbetering van 0,300 miljoen ten opzichte van 2019 – is er op één post sprake van een behoorlijke tegenvaller: de gedaalde inkomsten bij het Congres- en Studiecentrum van de VNG. Het dochterbedrijf, zo blijkt uit het financieel jaarverslag over 2020, kreeg vorig jaar zware klappen door het stilvallen van de bezoekerseconomie. Het grootste deel van de fysieke congressen en trainingen moest worden afgelast, of online worden georganiseerd. Dat leidde tot meer werk en veel minder opbrengsten. Het resultaat? 1,8 miljoen euro lager ten opzichte van 2019. Het resultaat van Congres- en Studiecentrum B.V. voor belastingen bedroeg bijna 2 miljoen euro negatief ten opzichte van een winst van ruim 4 ton een jaar eerder. De tegenvaller werd vrijwel geheel goedgemaakt door positieve beleggingsresultaten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 DOOR: ALEXANDER LEEUW EN SJOERD HARTHOLT BESTUUR NIEUWS 07 Gemeenten oefenen amper met cyberaanvallen van buitenaf. Ook bij de rekenkamers staat informatiebeveiliging niet hoog op de agenda. Dat blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect waar 27 gemeenten aan meededen. ONDERZOEK BINNENLANDS BESTUUR EN AG CONNECT GEMEENTEN VATBAAR VOOR CYBERCRIME Bij een aanzienlijk deel van de gemeenten ontbreekt een draaiboek voor een digitale crisis. Dat is opvallend in een tijd dat de geruchtmakende cyberincidenten zich opstapelen. Ict-deskundige Brenno de Winter noemt de uitkomsten ‘erg teleurstellend’. Uit de antwoorden blijkt volgens hem ‘dat oefenen met cybersecurityaanvallen lang niet vanzelfsprekend is voor gemeenten. SomCARTOON BEREND VONK mige geven aan dit wel van plan te zijn, andere laten het volledig afweten.’ Zes van de 27 gemeenten oefenen niet met simulaties van digitale aanvallen en elf doen het gedeeltelijk of zijn dergelijke oefeningen nu pas aan het voorbereiden. ‘Dit past bij het beeld dat in plaats van een echte test voorkeur wordt gegeven aan vrijblijvende bijeenkomsten waar iemand een toespraakje houdt.’ Ongeveer een op de drie gemeenten verrichten in de afgelopen vijf jaar rekenkameronderzoek naar informatiebeveiliging. De onderzoekers vonden bij interne penetratietesten vrijwel altijd kritieke kwetsbaarheden. ‘In de praktijk lukt het vrijwel altijd om tijdens een fysieke inlooptest binnen te komen’, is de ervaring van een onderzoeker. Dat er weinig rekenkameronderzoek naar informatiebeveiliging wordt verricht, komt volgens De Winter mogelijk doordat rekenkamers dergelijk onderzoek moeilijk vinden omdat de relevante kennis ontbreekt. Uit de vragen blijkt verder dat gemeenten niet graag openheid van zaken geven over dit onderwerp, bijvoorbeeld als het gaat om het budget voor penetratietesten. ‘Openheid van zaken geven hierover is juist belangrijk’, zegt De Winter. Volgens de Informatiebeveiligingsdienst doen gemeenten dit niet omdat het een uitnodiging zou kunnen zijn voor ‘talloze commerciële aanbiedingen’. Lees verder op pag. 28
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 DOOR: HANS BEKKERS ORGANISATIE NIEUWS 09 Driekwart van de gemeenteambtenaren wil ook na corona enkele dagen thuis blijven werken. Eind 2020 was dat nog geen 40 procent. Dat is een van de uitkomsten van onderzoek van HEVO onder ruim 1.000 medewerkers eind vorig en begin dit jaar. POST-CORONA AMBTENAAR: VAKER THUIS WERKEN Wat opvalt in vergelijking met eind vorig jaar is dat met betrekking tot het thuisvoordeel het percentage ‘geconcentreerd, productief en efficiënt werken’ flink omhoog is gegaan: van circa 30 naar bijna 50 procent. De onderzoekers vermoeden dat dat mede komt omdat medewerkers een betere modus hebben gevonden om thuis te kunnen werken. En omdat ze daar in de loop van de tijd ook beter in worden ondersteund door de werkgever, op zowel technologisch vlak als qua afspraken rond verwachtingen. Uit het onderzoek blijkt verder dat medewerkers zich steeds comfortabeler voelen om thuis te werken. En datzelfde geldt voor de organisaties. Met name gemeenten die pre-corona al meer stuurden op resultaat dan op aanwezigheid hebben er nu duidelijk minder moeite mee dat me‘ De noodzaak full-time naar kantoor te gaan is verdwenen’ dewerkers thuiswerken, aldus onderzoekster Kim Vermeulen. ‘Daar staan echter ook gemeenten tegenover die aanwezigheid juist wel belangrijk vinden en er nu ook al op sturen dat medewerkers postcorona meer naar kantoor gaan. Overigens zijn zelfs die gemeenten er wel van overtuigd dat de noodzaak om weer fulltime naar kantoor te gaan verdwenen is.’ Wat volgens de respondenten minder ADVERTENTIE Abonneer en beluister via In onze 6-delige podcastserie gaan we in gesprek met ‘Griffiers van het eerste uur’ over lokale democratie en het vak van de griffier. goed blijkt te gaan is het digitaal brainstormen met collega’s. Daarbij blijft er sterk de behoefte om fysiek bij elkaar te zitten. ‘Ze zien dat bij digitaal brainstormen bepaalde mensen het voortouw nemen en anderen juist amper deelnemen. Bij fysiek brainstormen is het volgens hen eenvoudiger om iedereen er zoveel mogelijk bij te betrekken’, aldus Vermeulen. Verder valt het verschil op tussen jongeren en ouderen. Bij jongeren worden de antwoorden over wat wel en niet goed gaat bij thuiswerken mede bepaald door hun thuissituatie. Daarnaast hebben jongeren duidelijk een grotere behoefte dan ouderen om naar kantoor te gaan om daar collega’s fysiek te ontmoeten: jongeren willen graag de steun hebben van oudere collega’s en hebben ook de behoefte met hen te kunnen klankborden. PODCAST Democratie maak je.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 10 NIEUWS IN BEELD PERSONEEL DOOR: HANS BEKKERS WEER MEER COLLEGA’S Bezetting per 1.000 inwoners fte 15 15,4 15,7 16,5 16,9 10,5 7,6 8,4 8,1 7 6,3 7,7 8,5 8,3 7,1 6,3 7,87,6 6,1 8,4 8,3 7,97,5 6,4 8,6 8,07,7 8,7 6,8 6,9 2016 2017 G4 > 100.000 inwoners 50.000 tot 100.000 inwoners 20.000 tot 50.000 inwoners 2018 < 20.000 inwoners Alle gemeenten Ontwikkeling van de gemeentelijke bezetting * Alle gemeenten 2016 2017 2018 2019 2020 137.930 157.290 160.810 140.980 163.650 144.750 168.500 149.460 171.050 151.890 * Inclusief medewerkers in gemeentelijke samenwerkingen. Gemeenten in gemeentelijke samenwerkingen tellen in de Personeelsmonitor mee als één organisatie. In personen In fte’s 2019 2020 VOORAL IN STAD TOENAME FTE’S Net als in 2019, was de stijging in de bezetting vorig jaar met 6,6 procent het grootst bij gemeenten met 50.000 tot 100.000 inwoners. Ook bij gemeenten met meer dan 100.000 inwoners, exclusief de G4, was de stijging hoog (6,3 procent). Bij gemeenten met tussen de 20.000 en 50.000 inwoners vond er een lichte daling plaats, van -0,4 procent. Voor de gemeenten met minder dan 20.000 inwoners is een grote daling waarneembaar (-39,6 procent). Dat komt volgens de onderzoekes ‘door een vernieuwing van de wegings methode voor die grootteklasse.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 NIEUWS IN BEELD 11 Eind vorig jaar waren in totaal 171.050 personen in dienst bij deze gemeenten. De bezetting is met 1,5 procent gestegen ten opzichte van 2019. Daarmee zet de trend van de afgelopen jaren zich voort. Dat blijk uit de Personeelsmonitor Gemeenten 2020 van het A&O fonds Gemeenten. Top 3 redenen van toename bezetting MEER TAKEN, GROTER BUDGET Bijna driekwart van gemeenten geeft aan dat de bezetting in 2020 is toegenomen. Net als in 2019 gelden nieuwe taken/deprivatisering en een stijging van het budget als belangrijkste redenen voor de toename. In 2020 kwamen er bovendien nog corona-gerelateerde taken bij. 16 procent van gemeenten geeft aan dat de bezetting in 2020 is afgenomen. Dat komt dan vooral omdat ze moeite hebben met het invullen van vacatures. Met name in de functiegebieden ruimtelijke ordening/milieu en bouwkunde/civiele techniek zijn lastig geschikte kandidaten te vinden. 1 2 3 Nieuwe taken/deprivatiseren Toename budget Afname externen 8% 25% 21% Top 3 redenen van afname bezetting 1 2 3 Verwachte ontwikkeling van de bezetting De bezetting zal het komende jaar gelijk blijven 46% De bezetting zal het komende jaar lager uitvallen 47% De bezetting zal het komende jaar hoger uitvallen ‘RUIMTEVOLK’ ERG SCHAARS 7% Bijna de helft van de gemeenten verwacht dat de formatie dit jaar verder zal toenemen. 46 procent van de gemeenten verwacht dat deze gelijk zal blijven. Slechts een handvol gemeenten verwacht dat de formatie afneemt. Groei wordt vooral verwacht in de functiegebieden ruimtelijke ordening/ milieu (!), welzijn/jeugdzorg en automatisering/ict. Binnen de functiegebieden dienstverlening/ facilitair en burger/publiekszaken wordt juist krimp verwacht. Niet ingevulde vacatures Fusie Afstoten taken/ privatiseren 6% 6% 34%
Pagina 12
INGEZONDEN MEDEDELING GEERTEN BOOGAARD COLUMN 13 RAP TERUG NAAR ANDERE TIJDEN Ontwikkel u verder Kennis blijven delen, op de hoogte blijven van de laatste vaktrends en samen scenario’s verkennen en blijven verbinden. Dat is in deze tijd belangrijker dan ooit. Daarom focussen we juist nu met onze virtuele congressen en online opleidingen op wat u nodig heeft. Met inhoudelijke trainingen die aansluiten op de doelstellingen van de VNG, opleidingen die inspelen op vaardigheden voor uw persoonlijke ontwikkeling en sprankelende digitale evenementen. Ons aanbod 2-daagse training: Van gelijk hebben naar gelijk krijgen, door effectief communiceren 3 en 17 juni Week van de participatie Regio Noord: start 7 juni Regio Midden: start 15 juni Online module: Ontslagrecht 15 juni 2-daagse leergang: Democratische Rechtsorde 8 juni en meerdere data in het najaar Diverse masterclasses: Zo werkt de zorg binnen gemeenten 9 juni en 7 juli Online workshop: Werken met de geheimhoudingsplicht: Aandachtspunten voor de praktijk 22 juni Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Op de rommelzolder van het decentralisatierecht, tussen alle andere oude zooi, ligt de zogenaamde driekringenleer te verstoffen. Volgens deze leer behartigt elke bestuurslaag zijn eigen typische taken en behoren overheden de autonomie van elkaars kring te respecteren. Het reguleren van jaarmarkten is bijvoorbeeld typisch een taak voor de gemeenten, terwijl defensie nou juist weer iets is wat alleen het rijk zinvol kan. Gaat de rijksoverheid zich toch met jaarmarkten bemoeien dan heeft dat eenvoudig geen rechtskracht, aldus de driekringenleer. Om nog maar te zwijgen over de lokale aanschaf van een tank. Staatsrechtelijk is deze theorie perfect. De lokale autonomie stelt dan immers echt wat voor. Het gemeentelijk domein wordt onaantastbaar voor Haagse bemoeizucht. Het probleem is alleen dat overheidstaken niet zo makkelijk aan één bestuurslaag zijn toe te wijzen. Eigenlijk begint de ellende al meteen na de twee evidente voorbeelden van de jaarmarkten en defensie. Is woningbouw een typisch gemeentelijke zaak waar het rijk niets mee te schaften heeft? Zijn bejaardenoorden en bibliotheken typisch iets voor de provincie? De drie exclusieve kringen die het staatsrecht voor zich zag, blijken in de bestuurskunde niet te bestaan. De praktijk laat een scala aan gedeelde verantwoordelijkheden zien, met meer of minder beleidsruimte voor de verschillende bestuurslagen. Maar omdat de theorie van de drie kringen in al zijn eenvoud toch zo aanlokkelijk blijft, wordt die nog altijd wel even gememoreerd in de handboeken. Onlangs nog, in het solide boek van Hansko Broeksteeg. Maar ook hij sjouwt de theorie na een paar alinea’s met enige spijt naar zolder. ‘De idee van de driekringenleer werd al heel snel verlaten,’ schrijft hij, ‘zij bleek onhoudbaar.’ Waar het staatsrecht zich dus moet neerleggen bij de weerbarstige praktijk van het openbaar bestuur, lijkt er in de bestuurskunde een theorie op stoom te komen die inmiddels trekjes van de driekringenleer begint te vertonen: het integraal opgavegericht werken. De verschillende overheidsverbanden moeten, als één overheid, in elkaar schuiven om samen een maatschappelijke opgave aan te vatten. En dan niet met dat eindeloze gepolder, maar met een helder mandaat van alle deelnemers en effectieve doorzettingsmacht voor het collectief. Sowieso doen formele verhoudingen er niet zoveel toe. ‘Structure follows strategy.’ En democratie? Dat wordt een kwestie van draagvlak organiseren. Naar het mij voorkomt, is dit ultieme opgavegerichte werken even onhoudbaar als die oude driekringenleer. Zomin je het openbaar bestuur uit ‘ Klimaat-, woning- en stikstofcrisis dromen allemaal van een periodiek Catshuisoverleg’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN elkaar kunt trekken in drie volstrekt gescheiden kringen, zomin kun je het volgens mij verdelen in losse maatschappelijke opgaven met ieder hun eigen doorzettingsmacht. Uiteindelijk botsen al die verschillende opgaven keihard op elkaar en moeten de belangen tegen elkaar worden afgewogen. En dat kan alleen als decentrale volksvertegenwoordigingen zinvolle ruimte hebben om een integrale afweging te maken. Wordt die ruimte opgeknipt en herverkaveld om aparte maatschappelijke opgaven door te zetten, dan valt er niet meer wezenlijk aan lokale politiek te doen. Discussies over draagvlak voor de resultaten zijn dan nog het maximaal haalbare. Ongetwijfeld overdrijf ik. Maar dat is nodig voor de waarschuwing. Om corona te bestrijden staat ons land feitelijk al een jaar in de stand van dit opgavegerichte werken. Samen tegen corona. En dat werkt. Maar we ondervinden ook al een jaar de nadelen: weinig integrale afweging en weinig ruimte voor (lokale) democratie. Dus gaat het vooral nog over het draagvlak voor de maatregelen. Nu de coronacrisis af begint te lopen, lonken allerlei andere belangen meer of minder opzichtig naar de vrijkomende crisisstructuur. De klimaatcrisis, de woningcrisis, de stikstofcrisis en zo voort dromen allemaal van een periodiek Catshuisoverleg. Maar als we voortaan alleen maar opgavegericht crises bestrijden, wordt het nooit meer normaal. Het doorgedreven opgavegericht werken moet snel weer naar zolder. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 14
14 INTERVIEW JOYCE SYLVESTER DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ARENDA OOMEN Joyce Sylvester verhuist van Amsterdam naar Paramaribo en keert weer terug. Ze ervaart ongelijkwaardigheid en onrechtvaardigheid, maar ze schopt het wel tot senator en tot ‘s lands eerste zwarte vrouwelijke burgemeester. ‘Mensen zagen mij als een pionier.’ JOYCE SYLVESTER SCHRIJFT GESCHIEDENS EN AUTOBIOGRAFIE ‘KLEUR BETEKENT NIETS VOOR MIJ’ waarna ze begin 2016 substituut ombudsman in Den Haag wordt. Joyce Sylvester is net senator. Buiten de vergaderzaal van de Eerste Kamer loopt ze VVD-senator barones Schimmelpenninck van der Oije tegen het lijf. Stralend zegt de barones: ‘Wat leuk om u te ontmoeten. Mijn over-overgrootvader had slaven in Suriname. Daarom komt Suriname ook voor in het boek dat wordt geschreven over onze familie.’ De doorgaans niet op haar mondje gevallen Sylvester is sprakeloos. ‘Dat haar geschiedenis voor mij weleens heel kwetsend kon zijn, kwam blijkbaar niet in haar op. Wat háár familie rijkdom en voorspoed had gebracht, betekende voor mijn voorouders armoede, verdriet en vernedering’, schrijft Sylvester in Bent ú de burgemeester? Autobiografie van een pionier. Inmiddels al weer een paar jaar ex-senator Sylvester (55) sprak afgelopen week nog met de barones. ‘Je kunt verontwaardigd blijven, maar je kunt veel beter in gesprek gaan. Dat deed ik. Ik ben van het verbinden. Met grote ogen vertelde de barones dat ze mij totaal niet had willen kwetsen. Mijn ouders hadden lachend hun schouders opgehaald. Niets nieuws onder de zon, gewoon doorgaan.’ En dat doet Sylvester. Ze komt zeer tegen de zin van het partijbestuur in 2007 met voorkeursstemmen terug in de senaat en is tussen de bedrijven door een maand of acht waarnemend burgemeester in Anna Paulowna en daarna meer dan zes jaar in Naarden. In juni 2015 vertrekt Sylvester uit de senaat, “Waarom schrijf jij het verhaal niet over de weg die je hebt afgelegd?”, vraagt een uitgever. Joyce Sylvester: ‘Ik dacht: wat heb ik te vertellen? Gaandeweg viel het kwartje: een zwarte vrouw in Nederland die burgemeester wordt. Waar is het perspectief? Zo’n boek staat bij niemand in de boekenkast. Misschien had ik tóch wel een verhaal te vertellen. Mijn vader stierf in 2012. Dat was erg aangrijpend. Hij liet een schoenendoos met foto’s na van de familie, hier in Nederland en in Suriname. Ik ben gaan graven in mijn geschiedenis. Er kwam een rode draad uit. En toen was het boek zo geschreven.’ ZWARTE SKODA'S Die rode draad is dat ze niet tegen onrecht kan en voor mensen wil opkomen, zegt Sylvester thuis in Huizen. ‘In mijn jeugd heb ik ongelijkwaardigheid en onrechtvaardigheid ervaren. Mijn Cito-score was 86 procent, hoog genoeg voor het vwo. Maar mijn schooladvies was lager huishoud-en nijverheidsonderwijs. We waren thuis even ontredderd. Uiteindelijk kregen mijn ouders bij de Christelijke Scholengemeenschap Oost in Amsterdam gedaan dat ik in het eerste jaar mocht laten zien wat ik kon. Je mag even klagen en uithuilen, maar je gaat door. Dat zeg ik ook tegen mijn nichtjes. Die worden moedeloos als de Belgische BinckBankbaas zwarte vrouwen vergelijkt met zwarte Skoda’s ‘die wel lekker rijden, maar waarmee je niet gezien wilt worden.’ “Tante, we werken hard, we doen mee. Waar hebben we dit aan te danken? Stopt dit nooit?” Gewoon doorgaan, zeg ik dan. Laat je niet uit de tent lokken en vaar je ‘We moeten mensen insluiten en niet uitsluiten’ eigen koers, zei mijn vader altijd.’ Zet door. Die boodschap wil Sylvester aan de hand van haar eigen ervaringen en overwinningen overbrengen in haar Bent ú de burgemeester? ‘Ik wil een inspiratiebron zijn voor mensen die niet meetellen of zich ongelijkwaardig behandeld voelen. We moeten mensen insluiten en niet uitsluiten.’ Haar eigen inspiratiebron? Sylvester, resoluut: ‘Ed van Thijn. Hij is mijn politieke vader en inspiratiebron. Hij is mij al die jaren blijven steunen en is gelukkig nog gezond en scherp van geest. Zijn ogen twinkelen. Ik overhandig hem dit weekeinde mijn boek. Zonder poespas hoor.’ Sylvester leert de burgemeester van Amsterdam in 1985 kennen, het jaar waarin ze begint met haar politicologiestudie aan de UvA (het vwo bleek niet te hoog gegrepen voor de ambitieuze Joyce). Niet via de universiteit, maar via haar moeder Margo. ‘Ze was voorvrouw bij de Dienst Was en Schoonmaak, Bad en Zweminrichtingen van de gemeente en het uitzendbureau had voor haar een nieuwe baan gevonden: assistent van de huismeester van de burgemeester aan de Herengracht. Toen de huismeester met pensioen ging, vroeg Ed van Thijn in het voorbijgaan of ze wilde solliciteren. Mijn ouders zegden de huur op en binnen een paar weken woonden ze BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 INTERVIEW 15 CV JOYCE SYLVESTER (Amsterdam, 1965) studeerde culturele antropologie, politicologie en communicatiewetenschap aan de UvA en de Universiteit Utrecht. Ze promoveerde in 2000 aan de VU. Joyce Sylvester werkte als sportjournalist bij Het Parool en als programmamaker bij Migranten Televisie Amsterdam. Daarna werkte ze van 1992 tot 1994 als controller bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat en van 1994 tot 1998 als stafmedewerker bij de gemeente Amsterdam. Van 1998-2003 was ze bij TwynstraGudde als senior consultant eindverantwoordelijk voor het Centrum Overheid en Markt. Sylvester was van 10 juni 2003 tot 9 juni 2015 voor de PvdA lid van de Eerste Kamer. Van 1 oktober 2008 tot en met 31 mei 2009 was ze waarnemend burgemeester van Anna Paulowna. Van 14 september 2009 tot en met 31 december 2015 was Joyce Sylvester waarnemend burgemeester van Naarden. Sylvester is sinds februari 2016 substituut ombudsman bij de Nationale ombuds man. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 16
Volg je opleiding virtueel en/of klassikaal Start nog vóór de zomer!                    Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: • Burger- en publiekszaken • Sociaal domein • Ruimtelijk domein • Beleid, bestuur en management • Bedrijfsvoering • Persoonlijke ontwikkeling en vaardigheden •  • Openbare orde en veiligheid      INTERVIEW 17 met mijn zus onder één dak met de burgemeester. ‘s Avonds vroeg hij mijn vader soms om te komen biljarten.’ ‘Ik heb mij nooit met Zwarte Piet geassocieerd’ TOILET Ed van Thijn en Joyce Sylvester komen elkaar bijna twintig jaar later weer tegen – aan het Binnenhof. Van Thijn is sinds 1999 lid van de Eerste Kamer, Sylvester wordt dat in 2003. ‘Op weg naar mijn eerste vergadering zag ik hem komen aanlopen. Hij was in gedachten verzonken dus ik onderdrukte mijn neiging om hem te roepen. Toen hij de gang opliep, bleef hij stokstijf staan. Hij draaide zich om en keek mij indringend aan: “Ik ga nu naar het toilet, Joyce. Dát wil ik echt even alleen doen.” Ik was betrapt. We barstten in lachen uit. De boodschap was helder. Ik moest mijn eigen boontjes doppen.’ Sylvester is Eerste Kamerlid als commissaris van de koning Borghouts in NoordHolland haar in 2008 belt. ‘Of ik wilde solliciteren op het burgemeesterschap van Anna Paulowna. Dat leek mij wel wat. Het senatorschap is prima te combineren met het burgemeesterschap. Het is zelfs een pre.’ Zonder het zelf te weten schrijft ze geschiedenis. Cameraploegen en journalisten staan op de stoep van het gemeentehuis. ‘Ik was verbaasd. Ik was net begonnen. Waar kwam die belangstelling vandaan? Ik had echt geen idee dat ik de eerste vrouwelijke waarnemend burgemeester van Surinaamse afkomst was’, lacht ze. ‘Maar het was wel zo, in 2008, hè? ‘Joyce Sylvester, eerste vrouwelijke allochtone burgemeester’, kopte Binnenlands Bestuur. Mensen zagen mij als een pionier. Natuurlijk was ik daar wel trots op, maar het verbaasde mij ook. Ik had er geen moment bij stilgestaan. Kleur betekent niets voor mij.’ Voor de buitenwereld betekent haar kleur wel heel wat. Dat merkt de nieuwbakken burgemeester een maand na haar aantreden, als Sinterklaas en zijn Zwarte Pieten hun opwachting maken in Anna Paulowna. Sylvester: ‘Hoe haalde ik het in mijn hoofd om mee te werken aan zo’n racistische traditie? Ik was mij van geen kwaad bewust. Ik heb mij nooit met Piet geassocieerd. Wij waren thuis heel alert op discriminatie, maar deze heb ik niet gezien. De samenleving was inmiddels natuurlijk veranderd, dus begreep ik het ook weer wel. Ik heb er niets mee, maar als burgemeester kijk je niet alleen vanuit jezelf naar kwesties. Je moet kijken naar wat voor de lokale gemeenschap het beste is. Als het feest niet leuk meer is, dan moet je er iets aan doen. Maar dat maakt mij niet tot een Zwarte Pietactivist.’ NATURALISATIE Of ze wil of niet, haar uiterlijk blijft een thema, en lang niet altijd negatief. Sylvester: ‘Diversiteit betekent in het ambt van burgemeester heel veel. Er stond een naturalisatie van een 3-jarig jongetje gepland. Zijn vader kwam uit Anna Paulowna, zijn moeder had een Afrikaanse achternaam. Je kunt wel een officiële tekst uitspreken en een bos bloemen geven, maar daar heeft zo’n jongetje niets aan. Dus liet ik een rode speelgoedtractor kopen en zette ik de meubels opzij om met hem te kunnen spelen. Zijn ouders hadden hem in een smoking gehesen. Hij kwam heel verlegen en met betraande ogen binnen, maar toen hij mij zag, sprong-ie in mijn armen. Hij zag een zwarte vrouw! Zou-ie bij een blanke mijnheer in de armen zijn gesprongen? De Polderbode maakte er een foto van.’ Sylvester haalt de foto tevoorschijn. ‘Moet je kijken, die ogen, die afro! Mijn vader zei: “Het is net je kind.”’ Weer belt commissaris Borghouts. Of ze wil verkassen naar Naarden, waar de burgemeester naar Groningen vertrekt en er gedoe is over de fusie met Bussum, Muiden en Weesp. ‘De eerder opgedane fusie ervaring in de Noordkop kwam van pas’. Ook in Naarden zijn de fractievoorzitters unaniem positief over haar komst. Sylvester begint in september 2009. ‘Maar niet iedereen bleek blij met mijn komst. Ik was niet alleen vrouw, maar ook nog eens van de verkeerde partij en zwart bovendien’, zegt Sylvester. ‘Dat maakte de mijnheer wel duidelijk die mijn werkkamer binnenstormde en op hoge toon eiste dat ik zijn parkeerbon zou intrekken. “Weet u wel wie ik ben? Ik woon rietgekapt.”’ De rietgekapte mijnheer wist in elk geval dat Sylvester de burgemeester was, dat kon een andere Naardense mijnheer maar moeilijk geloven. ‘Hij bekeek mij tijdens een receptie in het gemeentehuis van top tot teen en zei toen: “Bent ú de burgemeester? Dat gelóóf ik niet!” Ik had mijn ambtsketen om. Op zo’n moment realiseer je je dat wat voor jou heel gewoon is, dat voor anderen helemaal niet is. Best raar, want de Nederlandse samenleving was in 2009 al heel divers. Dat ik niet voldeed aan het geijkte beeld van een burgemeester, moet het openbaar bestuur zichzelf aanrekenen. Dat moet aansluiten bij de mensen en op alle niveaus en diverser worden. Dan heb ik het niet alleen over etniciteit. Het gaat om een afspiegeling van de samenleving: mannen en vrouwen, mindervaliden, verschillende etnische afkomsten en culturen. Het zal toch niet gebeuren dat het nieuwe kabinet zo homogeen is als het huidige? Maak er een club van waarin mensen zich kunnen herkennen en zich vertegenwoordigd voelen.’ TREINONGELUK In 2015 verlaat Sylvester de senaat en Naarden. Ze kiest niet voor een nieuw burgemeesterschap, maar voor de Nationale ombudsman. Joyce Sylvester: ‘Ik heb altijd willen opkomen voor mensen. Voor álle mensen. Dat doe je bij de Nationale ombudsman. Mensen moeten kunnen vertrouwen op de overheid, op de drie pilaren van de rechtsstaat. Maar ze moeten ook kunnen vertrouwen op de professionals, op de artsen en de leraren. Zonder vertrouwen van burgers zakt de rechtsstaat in elkaar. Wat er na de Nationale ombudsman komt, weet ik niet. Ik heb in 1992 bij Hoofddorp een vreselijk treinongeluk overleefd. Vijf mensen kwamen om het leven. Voor die tijd was ik een planner. In een paar seconden is alles weg. Ik heb het amper overleefd. Daarna heb ik niets meer gepland.’ Bent ú de burgemeester. Autobiografie van een pionier is deze week verschenen bij uitgeverij Atlas Contact. Prijs €19.99. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 18
18 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YVONNE JANSEN BEELD: SHUTTERSTOCK Lange wachtlijsten, te veel bureaucratie en een doelgroep met onderling grote verschillen. Nijmegen gaat het radicaal anders doen in het sociaal domein en schaft de generalistische sociale wijkteams ‘van 0 tot 100-jarigen’ af. SOCIALE WIJKTEAMS AFGESCHAFT, NIET MEER EERST INDICEREN NIJMEGEN ZET BIJL IN KEUKENTAFELGESPREK Het keukentafelgesprek, dat bij gemeenten vanaf het begin van de decentralisaties bijna gold als panacee, moet er in Nijmegen aan geloven. ‘Dat keukentafelgesprek bestond vaak voor een groot deel uit vragenlijsten invullen, een indicatie doen, en herindiceren als het probleem na een half of een heel jaar nog niet opgelost was’, zegt wethouder Grete Visser (zorg en welzijn, D66). De balans opmakend over de afgelopen jaren: ‘Voortaan gaan we meteen aan de slag, zonder indicatie. Zelfs als het betekent dat zwaardere zorg moet worden ingezet.’ De nieuw te vormen teams zullen basishulp en de toegang naar aanvullende zorg bieden. Vooral het afschaffen van de indicaties is volgens Visser een innovatieve stap. ‘Als het even slecht met je gaat, krijg je direct alle hulp die nodig is. Indien nodig wordt bij de zorg voor jeugd en jongeren het hele gezin meegenomen, en ook de school of sportclub. Gaat het beter, dan schalen we af. Mocht het weer slechter gaan, dan is één telefoontje genoeg om bij dezelfde professional terecht te komen. Ouders hoeven niet meermaals hun verhaal te doen. Dit is echt de goede beweging.’ WACHTLIJSTEN De wethouder wil er niet aan dat de sociale wijkteams een totale mislukking zijn, zoals wel wordt beweerd. ‘Ze hebben hun opdracht goed uitgevoerd, maar die bleek te bureaucratisch. Onze inwoners hebben de weg naar de sociale wijkteams gevonden. Gemiddeld zijn er zevenhonderd tot duizend nieuwe aanmeldingen per maand.’ Daarmee is volgens haar ‘het fundament voor zorg dichtbij in de wijk gelegd’. De doorlooptijd vanaf het eerste contact naar het verlenen van hulp is echter lang, waardoor problemen verergeren. Verder joeg de vaak specialistische jeugdzorg die hulpvragers kregen de gemeente op kosten, hetgeen in belangrijke mate bijdroeg aan een financieel tekort van 7,5 miljoen euro over 2020. ‘Wachttijden moeten korter, hulp moet beter afgestemd met school en kinderopvang. De samenwerking met het informele wijknetwerk kan versterkt worden’, aldus Visser. Dat geldt zowel voor de jeugdteams als voor hulp en ondersteuning aan volwassenen. Het streven is de banden aan te halen met het (informele) wijknetwerk, behalve de huisartsen ook woningcor poraties en bewonersorganisaties. Nieuw te vormen ‘Buurtteams Jeugd en Gezin’ en ‘Buurtteams Volwassenen’ moeten het nu overnemen van de sociale wijkteams. ‘Als er kinderen in het spel zijn, is andere expertise nodig dan bij volwassenen’, aldus de wethouder. Visser heeft grote verwachtingen van de nieuwe constructie. Volgens haar gaat er een nieuwe wind waaien in het sociaal domein, die de meeste uitvoerders zullen verwelkomen: ‘De nieuwe organisatie legt veel verantwoordelijkheid bij de professionals zelf. Zij kunnen weer het vak uitoefenen waarvoor ze ooit hebben gekozen. Na vijf jaar evalueren en bijschaven constateerden we dat er te veel tijd ging zitten in de keukentafelgesprekken en indicatiestellingen. Zo kwamen er wachtlijsten en duurde het te lang voordat mensen eindelijk geholpen werden.’ Ook de kosten liepen uit de hand. ‘Veel ouders duurden de zes weken totdat ze aan de beurt waren te lang’ RODE CIJFERS Net zoals andere gemeenten constateerde Nijmegen dat vooral de alternatieve en vaak gebruikte verwijsroute voor jeugdzorg via de huisarts de gemeente in de rode cijfers joeg. ‘Veel ouders duurden de zes weken totdat ze aan de beurt waren bij het wijkteam te lang’, aldus Visser. Met vaak terecht de verwachting dat de huisarts sneller zou doorverwijzen. Soms naar veel zwaardere en duurdere vormen van zorg, zoals de jeugdpsychiatrie. ‘Dan medicaliseer je soms niet alleen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 BINNENL NDS BESTUUR - EEK 2 ACHTERGROND 19 ‘Ze hebben hun opdracht goed uitgevoerd, maar die bleek te bureaucratisch’ onnodig, maar ook heb je als gemeente het nakijken en mag je de rekening betalen. Mijn overtuiging is echt: goede ondersteuning is niet per se de duurste.’ Volgens recente CBS-cijfers starten de meeste jeugdhulptrajecten in de spreekkamer van de huisarts. In haar gemeente wordt volgens Visser nu 60 procent van de jeugdigen via een arts doorverwezen naar een zorgaanbieder, en 40 procent door de wijkteams. De ambitie is, dat straks 80 procent van de jeugdigen die nu nog door de wijkteams naar een zorgaanbieder worden doorverwezen, door de basisteams wordt afgehandeld en 20 procent door een zorgaanbieder. Datzelfde streven geldt voor de Buurtteams Volwassenen. Bij een zorgbehoefte die het basisteam niet kan leveren, wordt direct een zorgaanbieder met expertise ingezet. ‘Voor de tweedelijnsvoorzieningen wordt het wel een schralere koek’, voorziet de wethouder. Het verwijsrecht van artsen blijft ongewijzigd: het staat hen vrij naar (hoog)specialistische jeugdhulp te verwijzen. ‘Maar huisartsen zijn partner in de wijk, waarmee de buurtteams samenwerken’, benadrukt Visser. Lokaal is een preventie-akkoord gesloten, dat door ook door de huisartsen is ondertekend. Praktijkondersteuners Huisarts-Jeugd (POH-jeugd) die aan huisartsenpraktijken zijn verbonden (vaak orthopedagogen of psychologen met ervaring in de Jeugd-GGZ of kinder- en jeugdpsychiatrie) krijgen op het gebied van jeugdhulp een spilfunctie. Ouders kunnen er terecht voor snelle, kortdurende hulp, bij lichte gedragsproblemen, of vragen over gezin en opvoeding. ‘Dat lost al veel problemen op’, zo is haar verwachting. De herstructurering van het sociale domein is volgens Visser geen bezuinigingsoperatie, al is de hoop wel dat die uiteindelijk tot flinke besparingen leidt. Het bundelen van geld- en financieringsstromen moet bijdragen aan betere uitkomsten. ‘We kennen nu allemaal kleine subsidietjes die we gaven aan onder andere de GGD, jeugdzorgwerkers, de school als speelplaats, passende kinderopvang. Dat hebben we allemaal op een hoop gegooid.’ In het volwassenendomein gebeurt dat ook. INCLUZIO De partij die na een aanbesteding de jeugdzorg moet gaan uitvoeren, is een nieuwe organisatie gevormd door vier aanbieders, waarvan een uit Utrecht, als ‘kennispartner’. Samen vormen ze de stichting Buurtteams Jeugd en Gezin. Dit is een samenwerkingsverband van Bindkracht 10 (welzijn, maatschappelijk werk), Entrea Lindenhout (jeugdhulp), Driestroom (hulp bij beperking) en ten slotte het Utrechtse Lokalis (buurtteams) als ‘kennispartner’. Halverwege de zomer zullen de sociale wijkteams per buurt worden gesplitst in een Buurtteam Jeugd en Gezin, en een Buurtteam Volwassenen. Ook daar is sprake van een nieuwe organisatie. ‘Aanvankelijk dacht ik dat we de sociale wijkteams organisch tot een andere manier van werken konden bewegen. Maar er is echt een nieuwe wind nodig.’ Bij de teams voor volwassenen betreft het voor een deel dezelfde lokale instellingen Driestroom en Bindkracht 10. Het in verschillende regio’s opererende Incluzio (sociale wijkteams, thuishulp, wijkbedrijven, wijkcentra) krijgt na de aanbesteding het voortouw. Verder zijn bij de volwassenenteams het landelijk opererende Ixta Noa (ervaringsdeskundigheid) en het Zelfregiecentrum (Wmo en Participatie) betrokken. Zij starten per 1 januari 2022. De nieuwe organisaties nemen een deel van de zittende medewerkers uit de wijkteams over en krijgen een langjarig contract. Het Buurtteam Jeugd en Gezin vooralsnog 3,5 jaar, met daarna een optie tot verlenging van drie keer drie jaar. ‘De stichtingen krijgen per stadsdeel een zak geld. Daar moeten zij het mee doen. Op prijs hebben we niet geconcurreerd, wel op kwaliteit.’
Pagina 20
20 SERIE DE MINISTERIES DOOR: JONNE HARMSMA FOTO: KOEN SUYK / ANP-HH Belangenbehartiger van ondernemers en stem van het bedrijfsleven. Het ministerie van Economische Zaken (EZ) richt zich sinds jaar en dag op het stimuleren van de bedrijvigheid. Zal de vreemde toevoeging ‘klimaat’ de kabinetsformatie overleven? ECONOMISCHE ZAKEN ALS BELANGENBEHARTIGER VAN HET BEDRIJFSLEVEN DOMINANTE BOYS DIE ALLES REGELEN In 1845 ontstond het ministerie van Handel en Nijverheid, waaraan in de tweede helft van de negentiende eeuw achtereenvolgens de beleidsgebieden Waterstaat, Landbouw en Arbeid tijdelijk werden toegevoegd. Onder invloed van de crisis van de jaren dertig vond er op het gebied van economische politiek een grote transitie plaats. Er gingen steeds meer stemmen op om de traditionele laissez-faire benadering los te laten en de overheid een actieve rol te laten spelen in het bevorderen van groei en werkgelegenheid. De naamswijziging van het departement in Economische Zaken in 1932 liet zien dat deze moderne benadering juist hier wortel schoot. Terwijl Financiën en de centrale bank er conservatieve ideeën op na bleven houden, werd op EZ een moderne economische politiek ontwikkeld. Hans Hirschfeld, die als secretaris-generaal in de oorlogsjaren de scepter zwaaide op het departement, sprak in dit verband over een ‘verlicht liberalisme’. De vrije markt bleef uitgangspunt in de visie van het departement, maar overheidsingrijpen werd omarmd om ongewenste ontwikkelingen te corrigeren en het particuliere initiatiefwaar nodig te ondersteunen. In de periode direct na de oorlog was de greep van de overheid op het maatschappelijke leven groot. Oorlogshandelingen en bezetting hadden hun tol geëist en overheidsingrijpen was nodig om de wederopbouw vorm te geven en schaarse goederen te distribueren. Hoewel velen deze mate van overheidsingrijpen zagen als tijdelijke noodzaak, werd centrale ‘planning’ van de economie door andere ambitieuze economen en politici juist gehuldigd als een blijvend kenmerk van de naoorlogse wereld. Was het niet juist de vrije markt die geleid had tot de ineenstorting van de economie in de jaren dertig, DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 5: Economische Zaken waaruit de totalitaire verschrikkingen van de jaren veertig voort waren gekomen? Breed gedragen was het idee dat de overheid op basis van moderne wetenschappelijke inzichten de conjunctuur in goede banen kon leiden. CENTRAAL PLANBUREAU Deze planningsgedachte leek ook op het departement voet aan de grond te krijgen, toen de sociaaldemocraat Hein Vos in juni 1945 minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart werd (de naamswijziging dateerde uit 1940). Onmiddellijk richtte Vos het Centraal Planbureau op en installeerde zijn partijgenoot Jan Tinbergen als directeur. Zijn ambitieuze wederopbouwplan leed echter schipbreuk, waarna het economische beleid tussen 1946 en 1952, onder de katholieke ministers Gerardus Huysmans (1946-1948) en Jan van den Brink (19481952), met krachtige hand op het oude spoor werd gezet: de overheid had zonder meer een belangrijke taak in de wederopbouw van het land, maar moest het particuliere bedrijfsleven vooral indirect steunen en stimuleren. In de jaren vijftig industrialiseerde Nederland in rap tempo, waarbij de industrialisatienota’s van EZ een beleidsmatig raamwerk boden. Het waren drie economen die als minister achtereenvolgens hun hand tekening onder deze nota’s zetten. Na Van den Brink waren dit de ARP’er Jelle Zijlstra (1952-1959) en de CHU’er Jan de Pous (1959-1963). Van directe planning vanuit het DG Industrialisatie was geen sprake. Het beleid was voorwaardenscheppend, door bijvoorbeeld industrieterreinen te bouwen, en stimulerend door investeringen te faciliteren via belastingaftrek en kredietverstrekking. Dit beleid kon zowel in de ministerraad als de Kamer op bredere politieke steun rekenen. Wel hield de overheid de lonen en prijzen in deze periode stevig in de greep om op die manier de concurrentiepositie van Nederland te verbeteren en de export aan te jagen. Op EZ volgde de directie Prijzen de prijsontwikkeling per productklasse nauwgezet. Waar nodig werd ingegrepen, al gaf het ministerie de voorkeur aan overleg met het bedrijfsleven. Stap voor stap vergrootte het ministerie de vrijheid van het bedrijfsleven. Dit kwam ook in de Prijzenwet van 1958 naar voren. MOOISTE WET In deze periode kwamen ook verschillende wetten voor het middenen kleinbedrijf (MKB) tot stand, een beleidsterrein dat politiek gezien veel minder aandacht dan prijzen en industrialisering trok en waarvoor tussen 1948 en 1989 steeds een staatssecretaris verantwoordelijk was. Vanuit ordeningsperspectief was vooral de Wet economische mededinging BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 SERIE 21 Stap voor stap vergrootte het ministerie de vrijheid van het bedrijfsleven INDUSTRIEPAUS Joseph Molkenboer tijdens de verhoren voor de RSV-commissie (WEM, 1958) belangrijk, waarin het kartelbeleid werd vormgegeven. Hoewel de overheid de instrumenten kreeg toebedeeld om prijsafspraken tussen bedrijven en monopolievorming tegen te gaan, bleef de bewegingsvrijheid voor het bedrijfsleven groot. Kartel- en monopolievorming hoorde bij het moderne economische leven, aldus Zijlstra. De minister noemde de WEM later zijn ‘mooiste’ wet. Het harmoniemodel, waarop de wederopbouw na de oorlog in grote mate was gestoeld, was in de loop van de jaren zestig gestrand. Lonen en prijzen stegen, inflatie stak de kop op en het aantal beleidsterreinen waarop de politiek met nieuwe welvaart- en welzijnsambities de pijlen richtte, nam sterk toe. Ook in het economische beleid was de aandrang groot om nieuwe doelstellingen na te streven. Dit kwam tot uiting in het regionale beleid, de spreiding van rijksdiensten en de selectieve investeringsregeling (SIR), waarbij investeringen in ‘oververhitte’ regio’s als de Randstad zou moeten worden tegengegaan ten gunste van achtergebleven gebieden. Het progressieve kabinet-Den Uyl (19731977), dat in deze verwachtingsvolle sfeer aantrad, werd echter na een halfjaar geconfronteerd met de oliecrisis. Het (dreigende) tekort aan aardolie zorgde allereerst voor allerlei crisismaatregelen zoals benzinedistributie, aanscherping van het prijsbeleid en invoering van de autoloze zondag. RECESSIE De sterke prijsstijging zorgde bovendien voor een wereldwijde recessie en wakkerde de inflatie aan. Voor sectoren zoals scheepsbouw en textielnijverheid, die al langer onder druk stonden door toenemende concurrentie uit het buitenland, namen de problemen hand-over-hand toe. Om banen te behouden ontstond een defensief industriebeleid waarbij EZ grote bedragen in verliesgevende sectoren pompte en waarvan directeur-generaal Joseph Molken boer als ‘industriepaus’ het symbool was. In dezelfde periode trok de directie Algemene Economische Politiek (AEP) op EZ steeds meer macht naar zich toe. Direct ressorterend onder de secretaris-generaal was AEP in 1952 opgericht als braintrust van het ministerie. Deze rol kreeg grote betekenis toen de economische problemen in de loop van de jaren zeventig toenamen en het keynes iaanse beleidsdenken onder druk kwam te staan. Onder secretaris-generaal Frans Rutten omarmde AEP de aanbodfilosofie: in plaats van het conjunctureel stimuleren van de vraag was de economie gebaat bij een structurele verbetering van het ondernemingsklimaat. Alleen via lagere loonkosten en hogere winstgevendheid konden groei en banen worden gerealiseerd. Deze macro-economische visie kreeg op EZ vorm in de ‘Nota selectieve groei’ van minister Lubbers. De zogenaamde WIR-regeling die hieruit voortkwam, leverde het bedrijfsleven tussen 1978 en 1988 meer dan 46 miljard aan fiscale vrijstelling op, met alleen al honderden miljoenen in het beruchte ‘WIR-weekend’. De jaren zeventig vormden de opmaat voor een nieuwe dominantie van EZ in de jaren tachtig en negentig. Dit bleek niet alleen uit de economische visie die de kabinetten in deze periode uitdroegen maar ook uit het feit dat de minister van EZ in de eerste kabinetten-Lubbers en
Pagina 22
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 22 SERIE DE MINISTERIES het kabinet-Kok-II vicepremier was. Bovendien oefende AEP via de Centrale Economische Commissie (CEC) grote invloed uit op het interdepartementale overleg. Niet alleen was de machtige SG Frans Rutten voorzitter van de CEC, ook werden de vergaderingen door ‘zijn’ AEP voorbereid. Zo bevorderden en bewaakten de Rutten-boys van EZ in de jaren tachtig en negentig de neoliberale beleidslijn, met loonmatiging, exportbevordering, deregulering en privatisering als sleutelwoorden. KLIMAAT Tussen 2010 en 2021 werden in de kabinetten-Rutte voor het eerst weer (tijdelijk) nieuwe beleidsterreinen aan het ministerie van EZ toegevoegd. Dat ging in eerste instantie kort om Landbouw en in Rutte-III om het beleidsterrein milieu dat, omgedoopt tot Klimaat, werd overgeheveld naar EZ. Het is de vraag of deze toevoeging in het volgende kabinet wordt gehandhaafd. Het is een vraagstuk dat onlosmakelijk is verbonden met de wijze waarop de politiek in de komende jaren om zal gaan met heikele thema’s als kliLITERATUURLIJST J.A. de Bruijn, Economische zaken: Profiel van een ministerie (Den Haag 1989) P.E. de Hen, Actieve en re-actieve industriepolitiek in Nederland: De overheid en de ontwikkeling van de Nederlandse industrie in de jaren dertig en tussen 1945 en 1950 (Amsterdam 1980) Rob Hoppe, Economische zaken schrijft een nota: Een onderzoek naar beleidsontwikkeling en besluitvorming bij nonincrementeel beleid (Amsterdam 1983) Stephan Raes, Jarig van Sinderen, Pieter van Winden en Guido Biessen, ‘Het maken van economisch beleid: de rol van AEP in de afgelopen 50 jaar’, in: TPE (2002) 24:1, p. 7-50 Jeroen Touwen, Coordination in transition: The Netherlands and the world economy, 1950-2010 (Leiden 2014) bedrijfsleven gezet, waarbij ook EZ een actieve rol speelde. Het is dan ook zeer de vraag of de politiek erin zal slagen deze beeldvorming te doorbreken en integrale visie op economische groei, milieubeleid en klimaatverandering te ontwikkelen. De komende maanden zullen uitwijzen of die levensgrote taak primair tot het takenpakket van Economische Zaken en Klimaat (EZK) blijft behoren of niet. Deze paradigmaverandering zal het uiterste vragen van het ministerie. Hoewel het departement een voortrekkersrol had bij de nieuwe beleidsvisies in de jaren dertig, vijftig en zeventig, vraagt deze transitie het ongeclausuleerde streven naar groei, winst en werkgelegenheid los te laten. Of het DG Klimaat en Energie binnen de muren van het departement blijft of niet, deze fundamentele heroriëntatie zal sowieso op het bordje van de nieuwe minister liggen. maatverandering, stikstofproblematiek en energietransitie. In het verleden werden milieu- en klimaatbeleid steevast lijnrecht tegenover de belangen van de economie, de burger en het ADVERTENTIE * Jonne Harmsma is onderzoeker bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen en docent politieke geschiedenis aan de Univer siteit Utrecht BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 23 Een ambtenaar van het ministerie van FinanIN DE CLINCH ciën spaart een groot aantal reisdeclaraties op en dient ze dan in één keer in. Dat gebeurt minstens een half jaar nadat de reizen zijn gemaakt. Krijgt hij ze nog vergoed? REISKOSTENDECLARATIE WEL OP TIJD INDIENEN Op twee dagen in december 2018 dient Ewoud Vlonder*, werkzaam bij het ministerie van Financiën, dertig declaraties in voor gemaakte reiskosten over de periode 31 januari 2018 tot en met 28 augustus 2018. Totaal bedrag: 815 euro. Dat wordt gelijk met zijn salaris over december op zijn rekening gestort. Maar twee maanden later wijst de staatssecretaris deze declaraties alsnog af en wordt dit bedrag verrekend met de eerstvolgende salarisbetaling. De reden: Vlonder heeft de declaraties te laat ingediend. Dat moet gebeuren binnen drie maanden na de maand waarop het verzoek betrekking heeft. Nu hij niet binnen drie maanden na de gemaakte reis de kosten declareert, krijgt hij op grond van het Reisbesluit Binnenland de reiskosten niet meer vergoed. Maar Vlonder ontdekt nog een opening: in het Reisbesluit staat ook dat de minister van deze regeling kan afwijken als er ‘bijzondere’ omstandigheden zijn. Maar die ziet de rechtbank Oost-Brabant, waar het geschil al is beland, niet. Ook heeft hij niet aangetoond dat verschillende teamleiders op verschillende manieren omgaan met declaraties die te laat zijn ingediend, wat de staatssecretaris overigens betwist. Vlonder procedeert verder bij de Centrale Raad van Beroep. Die verwijst naar een eerdere uitspraak waaruit blijkt dat bij korte overschrijdingen van de indieningstermijn (vijf, zes maanden ‘te laat’) uitbetaling plaatsvindt op basis van de hardheidsControle vindt steekproefsgewijs plaats clausule. Deze werkwijze wordt nog steeds bij het ministerie gehanteerd en daarom moet de staatssecretaris – die niet heeft kunnen uitleggen waarom dit in Vlonders geval niet is toegepast – declaraties van dienstreizen die hebben plaatsgevonden binnen vijf tot zes maanden na indiening alsnog vergoeden. Dat deel heeft Vlonder nu binnen. Maar er liggen ook nog declaraties die ouder zijn dan zes maanden na indiening. Vlonder stelt met zijn declaratiewijze een spaarpot te willen maken – maar dat dit onder collega’s ‘gebruikelijk’ zou zijn weet hij niet hard te maken. Bovendien vindt de Raad dit sparen geen ‘bijzondere omstandigheid’. Verder wíst hij dat deze declaraties niet voor vergoeding in aanmerking ADVERTENTIE kwamen, omdat het P-Direkt-systeem bij te laat declareren de volgende melding geeft: ‘De reiskosten die u wilt declareren zijn langer dan drie maanden geleden gemaakt. Dit is een reden voor uw manager om uw reisdeclaratie af te keuren. Vul de reden waarom uw reisdeclaratie ouder is dan drie maanden in onder ‘Toelichting voor uw manager’.’ Vlonder doet dan een beroep op het vertrouwensbeginsel. Maar de Raad ziet nergens toezeggingen of andere uitlatingen of gedragingen waaruit Vlonder redelijkerwijs kon en mocht afleiden dat de declaraties zouden worden betaald. Dat andere ‘te late’ declaraties in het verleden wel zijn goedgekeurd, betekent niet dat deze ook worden geaccepteerd. Controle vindt steekproefsgewijs plaats of bij een bijzondere aanleiding. In dit geval was het bedrag dermate hoog dat achteraf controle heeft plaatsgevonden. Dat Vlonder de declaraties in december uitbetaald kreeg, wil niet zeggen dat dit definitief is. Volgens vaste rechtspraak mag een bestuursorgaan een gemaakte fout met terugwerkende kracht herstellen, zeker nu Vlonder redelijkerwijs had kunnen begrijpen dat het oorspronkelijke besluit onjuist was. De declaraties van dienstreizen die niet zijn gemaakt binnen vijf of zes maanden na indiening worden niet meer vergoed. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:948
Pagina 24
24 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: MARTINE SPRANGERS Kerschoten gaat van het gas. De Apeldoornse jarenzestigwijk werd geselecteerd voor de tweede tranche van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW). Binnenlands Bestuur volgt de komende jaren de ontwikkelingen. In deel één: de zoektocht naar draagvlak onder de wijkbewoners. NIEUWE SERIE OVER AARDGASVRIJE WIJKEN EERST HET VERTROUWEN ONTWIKKELEN Kerschoten is een geliefde, een tikje vergrijsde buurt aan de noordrand van Apeldoorn. Grasvelden en vijvers omzomen de huurflats, de rijtjeshuizen en de enkele rij bungalows. De huizen zijn er nog betaalbaar. Op een steenworp afstand ligt zowel het winkelcentrum als Paleis Het Loo. Dat het een wijk is met veel mensen met lagere inkomens zie je niet in het straatbeeld terug. Geen vuil op straat, vrijwel overal nette tuinen. ‘De mensen zijn hier overwegend tevreden’, vat gemeentelijk projectleider Xandra van Lipzig de wijk samen. Kerschoten lijkt af – als die ene gaskwestie er niet was. De afgelopen jaren volgde Binnenlands Bestuur de energietransitie in het Purmerendse Overwhere. Een kleine honderd woningen gingen er met veel pijn, moeite en gemeentelijke inspanning van het gas: de eerste huizen van Nederland. Voor een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 ACHTERGROND 25 ‘ Op de simpelste vragen heb je nog geen antwoord’ paar notoire ‘gasklevers’ in de buurt kwam er alsnog een duur gasnet light. Tijd voor een volgende serie. Kerschoten is een van de wijken die werd geselecteerd voor de tweede tranche van het Programma Aardgasvrije Wijken. Opschalen is hier het voornaamste leerdoel. De ruim 3.600 wijkbewoners moeten zoveel mogelijk worden aangesloten op een warmtenet, gevoed door een nabijgelegen rioolzuiveringsinstallatie van waterschap Vallei en Veluwe. Hoe krijg je de bewoners mee bij de ingrijpende operatie in hun dierbare wijk? ‘Sinds 2012 zijn we hier al bezig met verduurzaming’, verklaart Van Lipzig de gemeentelijke voorkeur voor Kerschoten. ‘Toen waren we een van de eerste wijken in Nederland waar werd onderzocht hoe je een wijkaanpak organiseerde. Er lag al een routekaart naar een energieneutrale wijk. Bijna de helft van de woningen is in bezit van wooncorporaties. Zij zijn de aanjagers van de transitie. Inmiddels hebben we een sterke organisatie en ook de bewoners erbij betrokken. Samen zetten we de schouders eronder.’ ENERGIEREGISSEUR Een van die wijkbewoners is Marjolein Tillema, die sinds 2014 door de gemeente voor twee dagen in de week als energieregisseur wordt ingehuurd ‘om bewoners in beweging te krijgen’. Dat liep goed, blikt ze terug. Wijkbewoners gingen in de beginjaren graag aan de slag. Er kwamen ruilbeurzen voor kleding en speelgoed, er werd geïsoleerd en bespaard. ‘Het kapstokje was duurzaamheid, maar dan in brede zin. In die tijd is er ook een zonnecoöperatie ontstaan, met twee collectieve daken. Veel buurtbewoners hebben daar panelen ingekocht.’ Gesterkt door dat enthousiasme organiseerde ze in 2018 een ambitieuze vervolgavond. Voormalig minister van Economische Zaken Wiebes had net aangekondigd dat de Groningse gaskraan dichtging. Tijd voor actie, vond Tillema. Kon Kerschoten niet van het gas af? ‘Ja’, lacht ze. ‘Xandra vroeg zich af of het in dat prille stadium van de energietransitie nou wel zo verstandig was, direct zo’n avond. Maar er kwamen maar liefst vijftig bewoners op af om erover te praten.’ Het is de spagaat waar niet alleen Apeldoorn maar vrijwel elke gemeente in belandt. Je wilt bewoners in een vroeg stadium betrekken bij de energieplannen, maar hoe doe je dat als er nauwelijks nog een plan ís? Daarmee stel je jezelf immers kwetsbaar op. ‘Dat klopt’, beaamt Tillema. ‘We hebben vorig jaar maart voor de bewoners van Kerschoten een informatieavond gehouden, omdat we de proeftuinaanvraag wilden doorzetten. Het zou raar zijn om dat plan niet vooraf in de wijk kenbaar te maken. Maar zoiets roept bij bewoners meteen vragen op. Pas hadden we een tweede, digitale bijeenkomst. Op de simpelste vragen van ongeruste wijkbewoners heb je nog geen antwoord. Zoals: wat gaat er nou in mijn huis gebeuren? Waar komt die warmte - wisselaar? Hoe gaat het buizenwerk lopen? We weten het gewoon allemaal nog niet.’ Zou het niet handiger zijn om als gemeente eerst een paar stappen vooruit te zetten, alvorens de burgers bij te praten? Nee, vindt Van Lipzig. Als voorbeeld van de Apeldoornse openheid geeft ze de warmtewerkgroep met zo’n vijftien betrokken burgers, waar ook Marjolein Tillema deel van uitmaakt. ‘Alles wat wij als gemeente in de projectgroep bespreken met de wooncorporaties, het waterschap, Liander en infrabeheerder Firan komt ook beschikbaar voor die werkgroep van burgers. Wel met de eis van vertrouwelijkheid, natuurlijk. Het moet niet zo zijn dat informatie zonder begeleidende context de wereld ingaat.’ BELANGRIJKE KWESTIES Het zijn belangrijke kwesties die de komende maanden op tafel liggen. Xandra van Lipzig: ‘We zitten nu in de ontwikkelingsfase. Eind volgend jaar hopen we die af te ronden met een principebesluit over de aanleg van het warmtenet. We hebben nu bijvoorbeeld nog geen warmteleverancier aan boord. Het selectieproces is recent opgestart, een Europese aanbesteding. Die is, als het goed is, begin volgend jaar voltooid. Dan zal de gekozen partij zich moeten verdiepen in de details van Kerschoten en haar aanbod formuleren aan bewoners en bedrijven.’ Hoe houd je als bewoners bij dit soort ingrijpende en ingewikkelde besluitvorming over je wijk de vinger aan de pols? Tillema: ‘Die warmteleverancier is voor bewoners een cruciale partij. Daar ga je straks immers je individuele energie-overeenkomst mee aan. En toch merk ik dat men bij de maandelijkse vergadering in de warmtewerkgroep denkt: het zal wel. Het abstractieniveau van het proces gaat veel wijkbewoners boven de pet.’ Ze vermoedt, zegt Tillema, dat gemeenten en overige betrokken partijen het belang van burgerparticipatie scherper zien dan een deel van de wijkbewoners in de werkgroep. ‘Die realiseren zich niet hoe belangrijk zij zijn. Ze zijn zich niet bewust van hun eigen belangrijke rol. Toch zit er ook veel kennis en kunde in de werkgroep, met name als het gaat om de zaken gerelateerd aan de eigen woning. Die kennis is onmisbaar voor het slagen van dit project.’ Hoe krijgt de gemeente de bewoners van Kerschoten straks mee aan boord? ‘Door het aantrekkelijke warmteaanbod’, reageert Van Lipzig. ‘We beseffen wel dat het niet alleen over geld moet gaan. We willen de bewoners ook zoveel mogelijk ontzorgen met maatwerkadviezen, toegesneden op hun huis. Dat ze precies komen te weten welke aanpassingen nodig zijn. We onderzoeken of we daarbij als gemeente een marktplaats kunnen inrichten waar de vraag van wijkbewoners en het aanbod van leveranciers elkaar ontmoeten. Het belangrijkste is dat we met elkaar vertrouwen ontwikkelen.’ Tillema: ‘En dat je als wijkbewoner de garantie krijgt dat het straks binnen warm genoeg is. Er zullen knopen moeten worden doorgehakt over de financiën. Je hebt de nieuwe energierekening, maar je moet als wijkbewoner ook een ander fornuis kopen en soms een bijdrage betalen voor de aansluiting van de afleverset. Als je iedereen in Kerschoten mee wilt nemen, ook mensen met een smalle beurs, zul je misschien alles moeten vergoeden. Dat is best veel geld.’ Van Lipzig: ‘Ons aanbod moet niet alleen financieel kloppen, maar ook sociaal. En ja, dat is op meerdere fronten voorlopig nog een zoektocht.’
Pagina 26
Eén gezin, één plan, één Suite4Sociale Regie In het sociaal domein komt een probleem soms niet alleen. Hoe geef je inwoners dan de ondersteuning die ze nodig hebben? Hulpverlening aan gezinnen met meervoudige problematiek vraagt een geregisseerde aanpak vanuit meerdere disciplines. Op basis van één gezin, één plan en één regisseur. Daarvoor is er Suite4Sociale Regie, speciaal ontwikkeld voor samenwerking binnen multidisciplinaire teams, buurtnetwerken, zorg- en wijkteams. Suite4Sociale Regie biedt alle tools voor integrale hulp aan inwoners en hun omgeving. Zo krijg je samen grip op sociale regie.  Integraal klantbeeld  Regievoering en planvorming  Samenwerking in de keten  Van eenvoudige aanvraag tot complexe case  Flexibel in te richten Meer weten over de integrale aanpak van sociale regie? Bekijk het ebook op centric.eu/regie BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 ICT SPECIAL 27 ONDERZOEK IS BEWAPENING TEGEN CYBERAANVALLEN OP ORDE? 28 SPECIAL ICT DIGITALISERING VRAAGT OM BELEID SECUUR OMGAAN MET DATA PRIVACY GEGEVENSBESCHERMING MAG ONSJE MEER 33 STUREN MET DATA NOOIT ZONDER PUBLIEKE VERANTWOORDING 38 Gemeenten wapenen zich amper tegen cyberaanvallen, leert onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect. En er is meer te doen op data-gebied. De Autoriteit Persoonsgegevens constateert dat veel gemeenten een potje maken van gegevensbescherming. De Raad voor het Openbaar Bestuur roept gemeenten die willen sturen met data op om dat te doen met respect voor de publieke waarden.
Pagina 28
28 SPECIAL ICT DOOR: ALEXANDER LEEUW EN SJOERD HARTHOLT BEELD: SHUTTERSTOCK Zoals gemeenten oefenen met brand, moeten ze ook oefenen met cyberaanvallen. Dat gebeurt weinig. Rekenkameronderzoeken leggen kritieke kwetsbaarheden bloot, maar ze worden weinig gehouden, leert nieuw onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect. Realiseert de gemeentelijke top zich wel hoe kwetsbaar gemeenten zijn? GEEN OEFENINGEN, DRAAIBOEKEN EN REKENKAMERONDERZOEKEN CYBERSECURITY: NOG VEEL WERK TE DOEN December 2020: nadat hackers vrij spel kregen om computernetwerken van de gemeente Hof van Twente te betreden, lag de dienstverlening lange tijd helemaal plat. De forensische rapportage vond veel tekortkomingen en privacydeskundige Brenno de Winter wees op tekortschietende sturing. Waar het een jaar eerder in Lochem fout ging en op het nippertje kon worden voorkomen dat de gemeente ten prooi viel aan ransomware, leed de gemeente Hof van Twente uiteindelijk een miljoenenschade. Sinds de geruchtmakende zaken zou het in gemeenteland alarmfase één moeten zijn als het gaat om digitale weerbaarheid. Toch is nog maar weinig te merken van die noodzaak, zo komt naar voren uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en AG Connect waaraan 27 gemeenten deelnamen. Gemeenten nemen ondanks duidelijke waarschuwingen uit de praktijk weinig maatregelen tegen cyberaanvallen. Bijna de helft (45 procent) oefent niet met aanvallen van buitenaf en bij een aanzienlijk deel ontbreekt een draaiboek voor een digitale crisis. Slechts acht van de 27 deden rekenkameronderzoek in de afgelopen vijf jaar. Bij één op de vijf gemeenten is er geen draaiboek aanwezig voor het geval er een digitale crisis uitbreekt. Ook wordt duidelijk dat bij 11 procent het onderwerp cybersecurity niet structureel op de agenda bij B&W staat en de agendering hangt vaak af van de sturings informatie die in Hof van Twente tekortschoot. Dat veel gemeenten nog altijd niet oefenen met aanvallen van buitenaf, vindt De Winter Bijna de helft oefent niet met aanvallen van buitenaf ‘erg teleurstellend’. ‘Uit de antwoorden blijkt dat dit lang niet vanzelfsprekend is voor gemeenten. Sommige geven aan dit wel van plan te zijn, andere laten het volledig afweten. Dit past bij het beeld dat in plaats van een echte test de voorkeur wordt gegeven aan vrijblijvende bijeenkomsten waar iemand een toespraakje houdt.’ Hij trekt een vergelijking met ontruimingsoefeningen voor het geval er brand uitbreekt. ‘Je oefent ook jaarlijks een situatie met brand. Dan hoor je dit ook te oefenen, zodat je weet hoe het verloopt wanneer het mis gaat. Die ervaring is op die momenten onmisbaar.’ CYBERDREIGING Naast oefeningen met aanvallen van buitenaf, zijn ook andere extra maatregelen onder gemeenten nog geen gemeengoed. En dat terwijl digitale incidenten rondom gemeenten zich de afgelopen jaren in rap tempo opstapelden. Begin mei stelde de Autoriteit Persoonsgegevens de gemeente Hellevoetsluis nog onder verscherpt toezicht vanwege zorgen over de bescherming van gevoelige gegevens van inwoners. De Cyber Security Raad waarschuwde vorige week in zijn jongste rapportage voor toenemende cyberdreiging. Uit het rekenkamerrapport getiteld ‘Zo sterk als de zwakste schakel’ bleek in april dat de gemeente Utrecht met name van binnenuit zeer kwetsbaar is: het bleek eenvoudig de kantoorpanden te betreden en toegang te krijgen tot gemeentelijke systemen. Acht gemeenten, waaronder Utrecht, geven aan in de afgelopen vijf jaar dergelijk onderzoek naar informatiebeveiliging gedaan te hebben. Zeewolde leverde een uitzonderlijke prestatie: zowel van buiten als van binnen lukte het hacker-onderzoekers niet om ongeautoriseerde toegang tot het netwerk te krijgen. De Flevolandse gemeente is uitzonderlijk omdat bij de overige gemeenten die vergelijkbaar onderzoek deden van binnenuit wel kritieke kwetsbaarheden werden gevonden. Sommige denken dat gemeenten ‘gewoon’ hun beveiliging op orde hebben, omdat er in principe niemand fysiek binnen kan dringen. Maar uit de rekenkameronderzoeken blijkt dat vrijwel altijd toegang tot het gemeentehuis kan worden verkregen. Zelfs in Zeewolde, leren de ervaringen van de onderzoekers: ‘Tijdens de inlooptest is gebleken dat het mogelijk was om fysieke toegang te verkrijgen tot niet-openbare werkplekken en toegang te krijgen tot dossiers en toegang te krijgen tot dossiers en poststukken. Dit komt overeen met de ervaring van Hoffmann bij andere gemeenten. In de praktijk lukt het vrijwel altijd om tijdens een fysieke inlooptest binnen te komen.’ In Nijkerk bleek dat het interne netwerk ‘eenBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 n SPECIAL 29 Hoe vaak laten jullie de beveiliging testen en hoe doen jullie dat (in aantallen gemeenten)? Jaarlijks pentest Vaker pentest Geen pentest Jaarlijks pentest aker pentest Geen pentest Geen commentaar 0 5 Geen commentaar 12 3 5 6 10 15 15 20 Hoeveel budget is er jaarlijks voor testen van de beveiliging door pentesters/ethisch hackers? Hoeveel budget is er jaarlijks voor testen van de beveiliging door pentesters/ethisch hackers? Geen aparte cijfers Geen commentaar 18.000-20.000 eur Geen aparte cijfers Geen commentaar 18.000-20.000 euro 0 Is er in de afgelopen 5 jaar een r geweest naar informatiebeveiliging? Ja Nee Komt eraan Komt eraan 0 1 5 10 10152 15 20 Oefent de gemeente met simulaties van cybersecurityaanvallen? Oefent de gemeente met simulaties van cybersecurityaanvallen? Ja Ja Nee Gedeeltelijk Komt eraan Gedeeltelijk Komt eraan 0 Heeft de gemeente een draaiboek voor digitale crises? Ja Nee Gedeeltelijk Komt eraan Gedeeltelijk Komt eraan 0 3 2 5 10 510 15 15 20 20 6 Heeft de gemeente een draaiboek voor digitale crises? 16 2 9 5 10 101520 15 20 6 10 8 18 2 5 Is er in de afgelopen 5 jaar een rekenkameronderzoek geweest naar informatiebeveiliging? 10 510 15 15 20 20 6 17 17 Hoe vaak laten jullie de beveiliging testen en hoe doen jullie dat (in aantallen gemeenten)? voudig toegankelijk was voor iedereen die fysieke toegang heeft tot het pand’. ‘Meerdere kritieke kwetsbaarheden’ zijn aangetroffen. In een zin die de situatie voor Nijkerk misschien enigszins relativeert maar die de situatie voor overige gemeenten minder rooskleurig doet voorkomen, wordt over de interne kwetsbaarheid opgemerkt: ‘Dit komt overeen met de situatie die Hoffmann bij veel andere gemeenten aantreft. Nijkerk scoort op dit punt dan ook gemiddeld.’ Ook bij Breda, Leeuwarden en Noardeast-Fryslân werden grote aantallen kwetsbaarheden gevonden. Voor de duidelijkheid: het gaat hier om de acht van de 27 gemeenten die in het onderzoek aangaven in de afgelopen vijf jaar rekenkameronderzoek naar informatiebeveiliging te hebben gedaan. Zij lopen wat dit betreft voor op de rest. De Winter begrijpt echter wel dat er weinig rekenkameronderzoek wordt gedaan. ‘Rekenkameronderzoek naar cybersecurity is best ingewikkeld. Ik ben zelf functionaris voor de gegevensbescherming bij een aantal gemeenten. Dit soort thema’s vinden BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 30
VAN ONZE KENNISPARTNER SPECIAL 31 ze ingewikkeld en eng. Het vergt kennis die er vaak niet is.’ Het gebrek aan technische kennis is een veel voorkomend probleem, ook bij besturen en gemeenteraden. Die moeten dus goed op de hoogte worden gehouden. Het is daarom niet ideaal dat ruim een derde van de gemeenten aangeeft dat informatiebeveiliging niet periodiek wordt geagendeerd of dat er vooral wordt vertrouwd op de ENSIA-beveiligingsaudits. De Winter schreef daar in zijn duidend rapport voor Hof van Twente over dat dit vanwege het hoge technische gehalte onvoldoende geschikt is als stuurinformatie. ‘Ik concludeerde al dat bestuurders echt niet in de smiezen hebben wat er gaande is in hun netwerken. Dit onderstreept het gewoon’, zegt hij nu. ‘ENSIA is heel nuttig maar het is niet een vrijbrief om te roepen dat je de zaak op orde hebt.’ PENETRATIETEST Een draaiboek voor een digitale crisis is bij gemeenten vaak niet aanwezig, zo blijkt verder uit de resultaten. Bij bijna een op vijf gemeenten ligt dit niet klaar. ‘Opvallend: zo’n draaiboek hadden ook Lochem en Hof van Twente niet toen bij hen een crisis uitbrak. In algemene zin ontbreekt het vooral bij kleinere gemeenten’, aldus de Winter. ‘En als je niet oefent met aanvallen van buitenaf, gaat dat draaiboek er ook niet komen. Je wilt een oefening draaien waarin alles in het honderd loopt, zodat er na afloop een gevoel ontstaat van: daar moeten we iets mee.’ Vrijwel alle gemeenten geven verder aan minimaal jaarlijks een penetratietest oftewel pentest te laten uitvoeren. Volgens De Winter is dat bij een stabiele situatie goed, zolang daarbovenop ook continu wordt gescand op veranderingen en gevoeligheden. Maar er kan naast een pentest meer worden gedaan. ‘Een pentest is vooral een gelegenheid om dieper in de beveiliging te graven.’ Inzicht in hoe aanvallen binnenkomen bij gemeenten, geeft het volgens hem niet. ‘Soms worden ze matig uitgevoerd. Om echt inzicht te krijgen dient er ook geoefend te worden met aanvallen van buitenaf.’ Dát er jaarlijks een pentest plaatsvindt, zegt dus niet alles. Het gaat om hoe diep en hoe lang er is gekeken. Daarom is er gevraagd naar het budget voor pentesten. Dertien gemeenten geven aan, soms verwijzend naar advies van de Informatiebeveiligingsdienst (IBD), dat deze informatie vertrouwelijk is en niet kan worden beantwoord. De IBD laat weten inderdaad gemeenten te hebben geGeheimzinnigheid wordt zo gekoppeld aan onkunde adviseerd geen informatie te geven over de budgetten voor pentesten omdat dat een uitnodiging zou kunnen zijn voor ‘talloze commerciële aanbiedingen’. ‘Hoezo kun je die vraag niet beantwoorden?’, reageert De Winter. ‘Een bedrag kan variëren, maar zegt niks over de uiteindelijke rapportages. Openheid van zaken geven hierover is juist belangrijk. Een volwassen organisatie kan prima verantwoording afleggen over deze vraag. Dat zij dit niet doen, rechtvaardigt bij mij de vrees dat er niet zo heel veel energie in wordt gestoken.’ Geheimzinnigheid wordt volgens hem zo gekoppeld aan onkunde, of vice versa. ‘Ze hoeven er niets over te zeggen en ze komen ermee weg. Ik heb bijvoorbeeld in mijn werk voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ervoor gezorgd dat de onderzoeken naar de CoronaMelder openbaar zijn gemaakt. Openheid en concreetheid gaan hand in hand. Als je dat niet kunt geven, dan moet je je zorgen maken.’ Hij verwijst hierbij naar het rekenkameronderzoek van de gemeente Utrecht, waar de kwetsbaarheden begin april zeer concreet werden gemaakt. ‘Je ziet het in hun beantwoording van de vragen in het onderzoek – ze zijn heel concreet in wat ze doen.’ ONVOLWASSEN GEDRAG Eén grote gemeente gaf bijvoorbeeld aan dat de zogeheten segmentering van het netwerk nog niet op orde is, maar dat hier wel aan wordt gewerkt. Het gevaar van slechte segmentering is dat je in één keer alles kwijt bent wanneer een partij binnen is. Vrijwel alle andere gemeenten gaven aan dat deze informatie ‘vertrouwelijk’ is of niet kon worden gedeeld volgens IBD-advies. De Winter: ‘Dan denk ik: leg eens uit waarom het je als gemeente kwetsbaar maakt? Als er al geen antwoord komt op deze vragen, hoed je dan maar voor de vragen die komen als het écht misgaat. Dit wekt een beeld alsof die gemeenten het maar gezeur vinden en zelf niet door hebben hoe kwetsbaar ze zijn.’ Besturen vinden het accepteren van kwetsbaarheid vaak nog moeilijk. De ethische hacker Wouter van Dongen vertelde in januari aan Binnenlands Bestuur dat zijn rapporten bij sommige organisaties leiden tot politieke spelletjes. Men gaat vingerwijzen en sommige werknemers krijgen een andere positie. ‘Ik snap dat ze geïrriteerd zijn, dat het lijkt alsof ze hun werk niet goed doen, maar daar gaat het niet om’, aldus Van Dongen. De Winter zei naar aanleiding van zijn duidend rapport over Hof van Twente uit mei dat het stilzwijgen van problemen nog veel gebeurt, dat hij bij partijen komt die niet met problemen naar buiten willen treden. ‘Dat is niet goed.’ Hij vindt het dan ook kwalijk dat veel gemeenten bij sommige vragen geen openheid van zaken geven. ‘Een belangrijk deel van informatiebeveiliging is verantwoording afleggen van wat je aan het doen bent en hoe je organisatie is ingericht. Daar zijn normen voor. Op geen enkele vraag in het onderzoek hoef je exact aan te geven welke maatregel er wordt genomen. Als je gecoördineerd gaat roepen dat dit de veiligheid in het geding brengt, moedig je onvolwassen gedrag aan. Wanneer je de antwoorden niet geeft , kun je deze ook niet aan een gemeenteraad geven. Het lijkt me verstandig dat gemeenteraadsleden van deze gemeenten in actie komen omdat dit een signaal is dat het wel eens niet goed kan zitten.’ Alle gemeenten werken hard aan hun informatiebeveiliging, laat de IBD in een reactie weten. ‘De voorbeelden in dit artikel zijn herkenbaar, maar het is een beetje selectief winkelen. Dit artikel wekt de schijn dat het bij gemeenten in het bijzonder slecht is gesteld, terwijl de maatschappij als geheel een been zou moeten bijtrekken. Gemeenten zijn transparant over hun incidenten en bestuurders zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheden rondom digitale veiligheid.’ De IBD benadrukt het belang van prioriteiten stellen: niet alles kan en zeker niet tegelijk. ‘Oefenen op incidenten is essentieel en daarom ontwikkelde de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een Cyberoefenpakket.’ Verantwoording: voor dit onderzoek zetten Binnenlands Bestuur en AG Connect vragen uit bij 50 gemeenten en 27 van hen reageerden. Vanwege de gevoeligheid van het onderwerp zijn hun namen niet vermeld. Het onderzoek vond plaats in april. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: ROB ENGELAAR/ANP-HH ICT SPECIAL 33 Net als iedere andere organisatie moeten gemeenten voldoen aan de regels van de Algemene verordening gegevensbescherming. Maar het komt nog te vaak voor dat ze een potje maken van de privacy. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) vindt dat gemeenten beter hun best moeten doen. AUTORITEIT PERSOONSGEGEVENS MAANT GEMEENTEN TOT ACTIE ‘ BESCHERMING GEGEVENS MOET IN IEDERS HOOFD’ De gemeente Hellevoetsluis had dit jaar de twijfelachtige eer de eerste ge meente te zijn waar de Autoriteit Persoonsgegevens het toezicht verzwaarde. Na een onderzoek door de eigen rekenkamer bleek dat de gemeente niet genoeg deed om gevoelige informatie van haar eigen burgers te beschermen. Een eigen privacybeleid had de gemeente niet, en de regels werden meerdere keren overschreden. En de gemeente had beter moeten weten. In 2019 bleek dat Hellevoetsluis een datalek had in het eigen systeem; documenten en gegevens van burgers waren openbaar bereikbaar. In een eigen bekendmaking over het verzwaren van het toezicht noemde de AP Hellevoetsluis overigens niet bij naam. Dat was een bewuste keuze, zegt Monique Verdier, vicevoorzitter van de privacywaakhond. ‘We wilden met het bericht vooral een signaal geven: zorg goed voor de gegevens van de eigen burger. Neem het onderwerp niet pas serieus als het te laat is en je wordt geconfronteerd met een datalek of een hack.’ Maar de AP rolde ook even met de spierballen. De Autoriteit heeft sinds de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) bevoegdheden gekregen om in te grijpen als organisaties – dus ook overheden – zich niet houden aan de privacyregels. Verscherpt toezicht, waarbij een gemeente regelmatig moet rapporteren aan de AP, is daar één van. Maar er kunnen ook zware boetes worden opgelegd. Toch bestrijdt Verdier dat Hellevoetsluis als voorbeeld werd gesteld. ‘We hebben dat niet zomaar gedaan. Er is daar echt wat aan de hand.’ ONDUIDELIJKE GRENS Hellevoetsluis is beslist niet de enige gemeente waar de AVG, van kracht sinds 2018, nog niet heeft geleid tot een beter uitgewerkt privacybeleid. Vorige week bleek uit een onderzoek door de NHL Stenden Hogeschool dat gemeenten in het online volgen van de eigen burgers soms best ver gaan. Ze houden sociale media als Facebook en Twitter in de gaten om beter te anticiperen op ongeregeldheden bij demonstraties of speuren naar bijstandsfraude op Marktplaats. Daarbij wordt in een aantal gemeenten zelfs gebruik gemaakt van nepaccounts, bijvoorbeeld om toegang te krijgen tot besloten Facebookgroepen. Volgens de onderzoekers is de grens tussen wat wel en niet mag voor ambtenaren vaak onduidelijk. Verdier: ‘Gemeenten, of andere overheden, mogen mensen absoluut niet zomaar volgen. Alleen in uitzonderlijke gevallen en onder strikte voorwaarden is dat toegestaan. Wij kennen zo geen voorbeeld wanneer een gemeente dat wel zou mogen. In de meeste gemeenten wordt geen gebruik gemaakt van een protocol voor het online monitoren van burgers.’ De gevolgen van het verzamelen van persoonsgegevens of het lekken ervan kunnen groot zijn, zelfs als het op het eerste oog niet om heel gevoelige informatie gaat. Verdier: ‘Stel je eens voor dat een gemeente een mail over de aanvraag van een dakkapelvergunning heeft gelekt. Dat lijkt misschien geen gevoelige informatie, maar het kan wel gebruikt worden door een crimineel om zich bijvoorbeeld voor te doen als ambtenaar en de aanvrager op te lichten. En die gevoeligheid is nog veel groter als het om het sociaal domein gaat. In Finland werden ouders gechanteerd door criminelen nadat dossiers van de jeugdzorgorganisatie door een datalek waren bemachtigd. Gemeenten zetten de veiligheid van de eigen burger bovenaan. Als de riolering overloopt, dan komt men direct in actie. Dat moet ook gelden voor de digitale veilig‘ Veel FG’s hebben, naast hun rol als toezichthouder, vaak nog andere verplichtingen’
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 SPECIAL 35 zijn over de belastingen. We leggen uit hoe we ermee werken, om te laten zien dat we wel degelijk fatsoenlijk met het geld van de burger omgaan. Voor de privacy geldt hetzelfde: fatsoen!’ heid. Als je goed zorgt voor de burger, zorg je ook goed voor zijn persoonsgegevens.’ DUBBELE PET Toch blijven veel gemeenten worstelen met de AVG. De nieuwe wetgeving stelt duidelijke regels, maar in veel gemeentelijke organisaties heerst het gevoel dat ze de beweegruimte van de gemeente beperken. Mag je nog wel overleggen met externe organisaties over specifieke zorgbehoevende burgers? Of met corporaties over overlastgevende inwoners? Die worsteling ziet Wilmar Hendriks, bestuurder van de stichting Privacy First, ook. ‘In veel organisaties, ook in de gemeentelijke organisatie, willen mensen gewoon hun taak goed en efficiënt uitvoeren. Als ze dan ineens worden geconfronteerd met de AVG, dan kost dat veel extra moeite. Dat wordt opgevat als tegenstrijdige regelgeving, maar dat is de verkeerde benadering. Uiteindelijk gaat het om bewustwording: we zijn er in de loop van de jaren aan gewend geraakt dat we naar de burger transparant Dat vergt een andere manier van denken over het inrichten van processen. Zowel Verdier als Hendriks wijzen erop dat bij het introduceren van nieuwe werkwijzen, tools en functies in de gemeentelijke gegevensverwerking vaak pas achteraf wordt nagedacht over de privacywetgeving. Maar ‘privacy by design’ moet het uitgangspunt worden. Hendriks: ‘Het zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens hoeft de efficiency helemaal niet in de weg te zitten. We hebben een gemeente geholpen met het trainen van leerplichtambtenaren om het invoeren van gegevens te beperken tot het strikt noodzakelijke. Uiteindelijk bleek dat het 10 procent van hun werktijd scheelde.’ Maar om te bepalen of, en op welke manier, persoonsgegevens kunnen worden gebruikt, moet de onafhankelijke Functionaris Gegevensbescherming (FG) een centrale rol hebben in de organisatie. Verdier: ‘Uiteindelijk zijn wij als autoriteit geen vraagbaak voor de gemeente. De FG moet intern toezicht houden op de naleving van de AVG. Maar dat betekent wel dat die in de juiste positie moet zijn om dat toezicht uit te oefenen, met rechtstreekse toegang tot het gemeentebestuur en de gemeentesecretaris.’ Aan die onafhankelijke positie schort het vaak. FG’s hebben vaker, naast hun toezichthoudende rol, nog een andere functie in de gemeente. Die dubbele pet is niet wenselijk, vindt de AP, omdat dat de onafhankelijkheid bedreigt. Ook woordvoerder Remco Groet van de Informatiebeveiligingsdienst voor gemeenten (IBD) merkt dat de positie van de FG in veel gemeenten moeilijk ligt. ‘Veel FG’s hebben naast hun rol als toezichthouder nog andere verplichtingen. Regelmatig moeten ze ook uitvoerende taken verrichten, of wordt hun taak door anderen opgevat als: ‘regel jij de privacy even’. Die verschillende petten maken het moeilijk om als onafhankelijke toezichthouder te werken.’ PERSOONLIJKE INFORMATIE Volgens Verdier moeten gemeenten zich er extra bewust van zijn dat ze met gevoelige gegevens werken. ‘Bij een bedrijf kun je kiezen of je er zaken mee doet, en of je persoonlijke informatie met ze deelt. Maar bij een gemeente heeft een inwoner die keuze niet. Het gaat er niet alleen om of je voldoet aan de AVG, het gaat ook om het besef dat privacy belangrijk is, dat werkprocessen worden bedacht met gegevensbescherming in ieders hoofd en dat er binnen de organisatie onafhankelijk toezicht is. Bescherming van persoonsgegevens hoort een belangrijk uitgangspunt van de organisatie te zijn, en de FG moet dat blijven toetsen en in een vroeg stadium betrokken worden. Als de Autoriteit Persoonsgegevens als toezichthouder moet optreden, ben je eigenlijk al een station te ver.’
Pagina 36
Pagina 38
38 SPECIAL ICT DOOR: ELISABETH VAN DEN HOOGEN De voortschrijdende digitalisering grijpt steeds meer in op het leven van burgers. Het openbaar bestuur moet private partners ter verantwoording roepen, vindt Martiene Branderhorst van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). En als gemeenten zelf gaan sturen met data, dienen ze dat te doen binnen publieke waarden. PUBLIEKE WAARDEN DOOR DATA ONDER VUUR DE MENS MOET IN BEELD BLIJVEN daarmee is het goed.’ Data-analyse biedt volop kansen, weet Branderhorst, ‘maar bespreek dus ook de mogelijke ongewenste effecten.’ IN GESPREK ‘We moeten veel meer gaan handelen vanuit publieke waarden. Techniek is niet beleidsneutraal, er zijn politieke keuzes nodig,’ zegt Martiene Branderhorst, lid van de Raad voor het Openbaar Bestuur. ‘En de focus in het debat moet verschuiven. Het gaat nu vaak over de kansen van sturen met data, maar we moeten ons ook op de keerzijde richten.’ Branderhorst was voorzitter van de werkgroep die onderzoek deed voor het rapport ‘Sturen of gestuurd worden’ dat 28 mei verscheen (zie volgende pagina]. In haar presentatie eind mei tijdens het congres ICT & Overheid van Binnenlands Bestuur en iBestuur meldde Branderhorst een omslag te zien. ‘Jaren geleden werden bij overheden nog dataprodukten naar binnen gerold waar weinig over was nagedacht. De bewustwording over het belang van legitimiteit van het sturen met data komt nu wel op gang, al is er nog veel handelingsverlegenheid: hoe kan ik er in mijn gemeente op een goede manier aandacht aan besteden?’ Dat kan volgens Branderhorst door het gesprek te starten en daarbij de goede vragen te stellen: voor welk doel worden de data verzameld, is er geen bias in de dataset met kans op discriminatie, wie legt verantwoording af? ‘En vergeet ook niet te vragen of er voorzien is in menselijk contact om de uitkomst te duiden en eventueel te heroverwegen. Je kunt immers niet zeggen: het systeem draaide, dit was de uitkomst en De lijst met vragen die de Raad in het advies biedt, is geen afvinklijstje, waarschuwt Branderhorst. Overheden moeten volgens haar steeds in gesprek blijven, en werken aan een waardegedreven strategie. Zo is ze enthousiast over het ethisch beraad dat in Enschede is opgericht met gemeenteambtenaren, wetenschappers, ethici, experts en inwoners. Een dataproject met een ingewikkeld ethisch vraagstuk? Eerst beraad, om echt stil te staan bij de gevolgen, en dan pas aan de slag. Een voorbeeld van een waardegedreven strategie is ook te vinden in een manifest van de gemeente Nijmegen, dat is gemaakt samen met inwoners en instellingen. Hierin staan afspraken over publieke waarden. Een voorbeeld? ‘Wanneer de gemeente Nijmegen met een dataproject aan de slag gaat, zal het altijd een mens zijn die de duiding doet.’ In een vorige functie bij de gemeente Gouda nam Branderhorst het initiatief tot een datawerkplaats. Gouda werkte hierbij samen met andere gemeenten, de provincie Zuid-Holland, wetenschappers en experts. ‘Zeker de ‘ Bespreek de mogelijke ongewenste effecten’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 SPECIAL 39 goed was en of de inwoners er wat aan hadden. Nog een mooie opbrengst van de datawerkplaats: Het Data Deelkader. ‘Als je data deelt met een andere partij, een private partner of een instelling, wat betekent dat dan, wie is er verantwoordelijk voor, is er steun uit de top? Het Data Deelkader helpt de juiste vragen te stellen.’ SCHOLING universiteit kon ons helpen met reflectie en met expertise. We wilden geen dikke rapporten, maar instrumenten die ons handelen verder konden brengen.’ Een van de resultaten was een ‘datateamstart’. Aan de start van elk dataproject bekeek het team of er genoeg kennis en kunde in huis was, of de politiek goed was aangehaakt, de structuur en de legitimiteit Het samenwerken met de wetenschap is Branderhorst goed bevallen. Nu ze, behalve lid van de Raad, ook algemeen directeur stadsbeheer is bij de gemeente Den Haag, heeft ze wederom plannen om kennisinstellingen te betrekken bij datavraagstukken. Het helpt onder meer om de medewerkers de nodige kennis op te laten doen. Branderhorst raadt HR-afdelingen van overheden aan om meer werk van scholing te maken. En medewerkers moeten meebewegen: ‘Ik kom veel enthousiasme tegen, maar medewerkers vinden het ook spannend. Wat gebeurt er met mijn baan door al die technologische ontwikkelingen? Zelf denk ik dat het werk wel verandert, maar dat het niet minder wordt. Blijf leren, dan hou je genoeg werk.’ Binnen de gemeente Den Haag houdt Branderhorst zich bezig met de openbare ruimte, een wereld vol met data: ‘De riolering, verkeerslichten, afvalcontainers. Ook hierover ben ik weer vragen aan het stellen. Wat willen we? Hebben we de kennis en kunde? Verantwoorden we ons op een goede manier, weten we wat er gebeurt met de data die we delen?’ Het delen van data tussen overheden en externe partners vraagt trouwens om extra aandacht. In het rapport ‘Sturen of gestuurd worden’ roept de Raad het openbaar bestuur op om de rol als opdrachtgever steviger in te vullen. Branderhorst: ‘Als je gaat samenwerken met private partijen, moet je duidelijk maken wat je belangrijk vindt bij het gebruik van data. Bijvoorbeeld dat je wilt dat iedereen op dezelfde manier behandeld wordt, dat het transparant is wat je doet en hoe de algoritmes werken. Je moet het afspreken, ook contractueel, en je moet toetsen of het gebeurt.’ Bij de gemeente Den Haag houdt een wethouder zich actief bezig met digitalisering en datahuishouding. Dat is nog niet overal het geval, vandaar de aanbeveling in het rapport ‘Sturen of gestuurd worden’ om politieke portefeuilles te creëren. Op landelijk niveau zou er een permanente commissie in de Tweede Kamer moeten komen voor digitale zaken en datahuishouding en een ‘bijpassende’ minister. De dataminister legt dan verantwoording af in een data-jaarverslag. Dezelfde adviezen gelden voor lagere overheden. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 40
SPECIAL 41 TIJD VOOR MEER TEGENMACHT Onafhankelijke toezichthouders, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens, moeten een steviger positie krijgen en meer capaciteit om daadkrachtig te kunnen optreden tegen techbedrijven. Voor meer tegenmacht is ook extra wetgeving nodig. ‘Momenteel zijn er maar beperkte mogelijkheden om techbedrijven publiekelijk ter verantwoording te roepen en ze, indien nodig, sancties op te leggen die ook echt pijn doen’, zo schrijft de Raad voor het Openbaar Bestuur in het rapport ‘Sturen en gestuurd worden’ dat op 25 mei verscheen. Volgens de Raad is de huidige ontwikkeling van de digitalisering er een van ‘disruptieve proporties’. En het openbaar bestuur staat daarbij op grote achterstand. ‘Wat weten we over deze machtige spelers, over hun werkwijze en over hun motieven?’ In het rapport staat de transparantieparadox treffend beschreven: ‘Partijen die sturen met data weten steeds meer over burgers, maar burgers weten steeds minder over hen.’ Het is de hoogste tijd de ‘black box’ van techbedrijven te openen, vindt de Raad. Maar het probleem is dat democratische organen als de Tweede Kamer en gemeenteraden private bedrijven niet kunnen dwingen om publieke verantwoording af te leggen over hoe zij sturen met data. ‘Door hun private karakter voelen ze zich daartoe ook niet verplicht of geroepen.’ Wellicht is het een kwestie van tijd. Het valt de Raad namelijk op dat private partijen in het buitenland steeds vaker worden opgeroepen om zich te verantwoorden, zoals Facebook en Amazon bij de Europese Unie. In Nederland zouden in elk geval de onafhankelijke toezichthouders hierin een stevige rol moeten vervullen, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens en de Autoriteit Consument en Markt. Om hen in staat te stellen private partijen met gezag ter verantwoording te roepen, bij bijvoorbeeld privacygevoelige zaken, zijn volgens de Raad wel meer bevoegdheden nodig en meer medewerkers. Bij de Autoriteit Persoonsgegevens is dat laatste onlangs toegezegd door de Tweede Kamer: het aantal medewerkers zal in 2022 ruim verdubbelen. De Europese Unie is overigens niet alleen bezig om techgiganten zich publiekelijk te laten verantwoorden over hun data-activiteiten, er is ook een strengere juridische aanpak in de maak. Zo gaan twee recente wetsvoorstellen van de Europese Commissie over het beperken van de machtspositie van grote techbedrijven. En er ligt een voorstel voor een Data Governance Act. De Act moet het delen van data tussen landen en sectoren gemakkelijker maken, maar biedt ook meer bescherming aan burgers en bedrijven en meer zeggenschap over het gebruik van hun data. De Raad beveelt het openbaar bestuur in Nederland aan om bij deze juridische ontwikkelingen aan te sluiten en er inspiratie uit te halen. In ieder geval ‘dienen bestuurders en volksvertegenwoordigers het juridisch kader te versterken om transparantie en een open cultuur van verantwoording af te dwingen’. DRINGENDE OPROEP In haar rapport benadrukt de Raad de urgentie. Het is geen gebruikelijk advies, zo is te lezen, maar een ongevraagd rapport met een dringende oproep om snel aan de slag te gaan met ‘publieke verantwoording’. De lat ligt hoog, volgens de Raad, omdat er een forse kennisachterstand is vergeleken met de kennis bij techbedrijven. Bovendien is voor het juiste politieke debat niet alleen kennis nodig over data-technologie, maar ‘ook over het inbedden van publieke waarden en doelen in het ontwerp van technologie’. Het geïntroduceerde Data Debat Denkkader, een ‘ Begin gewoon eens met een project’ handreiking met concrete vragen, is een van de instrumenten om het openbaar bestuur daarbij op weg te helpen. ‘Maak het niet te groot.’ Zo luidt het relativeADVERTENTIE en presentere Succes met Europa! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 ● Waar moet uw project aan voldoen ● Gaat u voor één project of twee tegelijk? ● Welke Europese subsidieprogramma’s zijn er? ● Welke samenwerkingspartners kiest u? ● Wie is uw contactpersoon in Brussel? ● Welke ondersteuning kunt u krijgen? informatie en aanmelden succesmeteuropa.nl 24 juni 2021 rende advies van Branderhorst aan mensen in het openbaar bestuur die aan de slag willen met publieke verantwoording. ‘Begin gewoon eens met een project. Kijk in je eigen context: is mijn gemeente of mijn ministerie bezig met een dataproject of een digitaliseringstraject? Stel daar dan vragen over, over wat het doel is, wat het voor burgers oplevert, welke gegevens met externe partijen worden uitgewisseld en of er genoeg kennis en kunde en capaciteit is. Een eenvoudige interventie, maar ik ben ervan overtuigd dat je daar een aantal vraagstukken uithaalt waar je verder mee kunt.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 livestream
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 42 SPECIAL ICT FOTO: SHUTTERSTOCK KANSEN VAN ICT ESSAY KOSTEN EN De opkomst van digitalisering en data biedt publieke organisaties waardevolle mogelijkheden. Van scanauto’s voor parkeercontroles tot e-loketten. Ict en informatievoorziening verschuiven steeds meer van overhead naar primaire functies: van het ondersteunen van ambtenaren naar uitvoering van taken. Maar gek genoeg moeten ict-verantwoordelijken volgens Mark Huijben, Johan Posset en Jeroen Wismans praten als Brugman voor extra budget. Een rondgang langs gemeenten leert dat de ict-kosten onder een vergrootglas liggen. Het gesprek over het belang ervan ontaardt snel in een Babylonische spraakverwarring. Er is behoefte aan een helder verhaal over de bijdrage van ict aan maatschappelijke opgaven, onderbouwd met cijfers. ‘Het is moeilijk de juiste woorden te vinden. Of het is niet concreet genoeg. En als ik het concreter maak, is het te technisch’, verzucht een CIO. We zitten met zeven hoofden ict in een digitale leerbijeenkomst van Vensters voor Bedrijfsvoering. De spraakverwarring ontstaat vooral doordat het onderscheid tussen ict en primaire processen vervaagt. Ict is integraal onderdeel van dienstverlening en bedrijfsvoering, wat de sturing erop bemoeilijkt. ‘Ons wordt gevraagd aan de business uit te leggen waarom we meer middelen nodig hebben, om iets te ondersteunen waar ze zelf om hebben gevraagd.’ De afweging tussen het met of zonder digitale middelen uitvoeren van een proces vereist partnerschap tussen ict en de business. Maar angst speelt een rol: gaat digitalisering ten koste van banen? ‘Je zit toch met de kalkoen het kerstdiner te bespreken.’ Het management moet het voortouw nemen, met een belangrijke rol voor HR. Het gaat vooral om het werven en ontwikkelen van medewerkers qua digitale vaardigheden en om veranderbereidheid. De samenwerking tussen IT en HR is vaak nog niet optimaal: ‘Als IT-manager denk ik soms, ben ik nu voorloper of Don Quichot?’ Het gevolg is dat dominant wordt gestuurd op kosten, niet op de waarde van ict. Die waarde moet veel duidelijker worden gemaakt in nauwe samenwerking tussen ict’ers en medewerkers in het primaire proces. Dat vereist heldere taal over de ontwikkeling van de organisatie als geheel, met ict en data als onlosmakelijk onderdeel daarvan. Het vraagt om het gezamenlijk onder de loep nemen van processen. Het management moet sturen op zowel de ict- als de HR-kant, om te waarborgen dat de gemeente met haar tijd meegaat en van waarde blijft voor burgers en bedrijven. PRODUCTIEFACTOR De nadruk op kosten gaat voorbij aan de digitale transformatie van gemeenten. Steeds meer wordt ict een productiefactor, een proces dat al langer gaande is in andere sectoren als banken en webwinkels. Tussen 2016 en 2020 zijn de apparaatskosten van gemeenten gestegen van 622 naar 736 euro per inwoner. De ict-kosten stegen net iets sneller: van 63 naar 86 euro per inwoner. Het aandeel ict in de apparaatskosten nam toe van 10,1 procent in 2016 tot 11,6 procent in 2020. We zien dus een kleine verschuiving van arbeid naar ict, maar minder dan verwacht. En de toename van ict-kosten gaat als verwacht gepaard met een lagere overhead. Dat roept vragen op. Moet je niet ruimhartiger zijn als het gaat om ict-investeringen? En juist strakker sturen op de apparaatskosten als geheel? Interessant is dat de werkgelegenheid bij gemeenten in dezelfde periode met 8 procent is toegenomen. De angst dat werk verdwijnt, is dus onterecht. Wel verandert het werk. ‘We wilden een manager digitale evenementen gaan werven. Waarop ik zei: maar we hebben toch al een evenementenmanager? Laten we die dan bijscholen.’ Dat beeld sluit aan bij de constateringen van het A&O fonds Gemeenten: hoewel de technologische ontwikkelingen snel gaan, verloopt de digitale transformatie langzamer dan verwacht. Ook is de impact op de arbeidsinhoud en werkgelegenheid minder ingrijpend dan gedacht. Bij gemeenten verdwijnt het routinematig werk in de publieke dienstverlening. Verwacht wordt dat dit ook zal gebeuren bij andere klantcontactcentra en financiële administraties. Tegelijkertijd is te zien dat er complexer werk voor terugkomt, waarvoor meer vaardigheden nodig zijn. Nieuwe functies in klantcontactcentra zijn volgens het A&O fonds die van communitymanager, contentregisseur, programmeur en chatbotspecialist. Het werk van beleidsmedewerkers verandert doordat zij meer datagedreven gaan werken. En er ontstaan nieuwe banen, bijvoorbeeld op het terrein van data-analyse, algoritmegebruik, digitale ethiek en cybersecurity. BELANGRIJKE TRENDS Achter de stijgende ict-kosten in de afgelopen jaren gaan belangrijke trends schuil. Zoals de digitalisering van de dienstverlening aan burgers (e-formulieren, zaaksystemen, DigiD, koppeling met backoffice) en digitalisering van de manier van werken: de SPECIAL 43 papierstroom wordt vervangen door digitale processen. Covid heeft dat proces versneld. Deze trend versterkt het plaats- en device-onafhankelijk werken. Er is ook sprake van een toename van functies op het gebied van privacy en beveiliging: privacy officer, security specialist, CIO/CISO, functionaris gegevensbeheer. Daarnaast zie je de opkomst van datafuncties: in datalabs worden maatschappelijke vraagstukken opgepakt. Data worden steeds meer los van applicaties beheerd. Dat vraagt om standaardisering van gegevensbeheer. En eveneens is er een toename van software-as-a service en cloudsoftware waarneembaar. Software vormt dan ook een steeds groter aandeel in de totale ict-kosten. Tot slot zien we de trend van het verbeteren van de informatievoorziening tussen organisatieonderdelen en het beter inrichten van informatieprocessen, onder andere door een cio-office. Gemeenten geven zelf aan nog een flinke slag te moeten maken in hun digitale transformatie. Feitelijk ondergaat elke medewerker die nu vooral individueel. De ict en informatievoorziening bieden elke functie weer andere mogelijkheden om het werk beter in te richten, of het nu gaat om de vergunningverlener of de financieel controller. VERBETERPLANNEN Laten we het, in groter verband, eens bezien voor de gemeentelijke afdelingen. Wij vroegen de ict-verantwoordelijken om zo helder mogelijk hun belangrijkste verbeterplannen uiteen te zetten en welke waarde die hebben voor medewerkers en burgers. De nadruk lag bij hen tot dusverre op de digitale dienstverlening en op privacy. Informatiegestuurd werken, gegevensmanagement en digitale vaardigheden van medewerkers hadden een lagere prioriteit. Investeringen zijn zowel gericht op de dienstverlening aan de burger als op het verbeteren van interne processen. Gemeenten leggen de lat hoger, vooral omdat ze nog veel mogelijkheden zien voor verbetering. In het fysieke domein ligt de nadruk vooralsnog op het realiseren van wettelijke vereisten, zoals het aansluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Dat moet sneller duidelijkheid geven over vergunningsaanvragen, op basis van betere informatie. Daarnaast draait het in het dit domein om betere informatie voor het beheer van de openbare ruimte. Bijvoorbeeld veeg‘ De ict-kosten per inwoner zullen blijven stijgen’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 44
Advertorial Zelfs de meest ervaren ict’er kan slachtoffer worden van een digitale aanval                                                  Slechts 27% van de medewerkers maakt zich zorgen over cybercrime Ten onrechte, want in 2019 is ruim 25% van alle bedrijven                                                                               meer doen? Altijd optimaal beschermd                                                                              Houd werk en privé gescheiden                                                                    SPECIAL 45 ‘ De angst dat werk verdwijnt, is dus onterecht. Het werk verandert wel’ JOHAN POSSETH MANAGEMENTADVISEUR VENSTERS VOORBEDRIJFSVOERING/ PARTNER DATABEDRIJF KURTOSIS JEROEN WISMANS MANAGEMENTADVISEUR VENSTERS VOOR BEDRIJFSVOERING / VNG REALISATIE de hoge kosten die daarmee gepaard gaan. Qua bedrijfsvoering richten gemeenten zich op het digitaliseren van financiële en HR-processen. Meer transparantie, betere sturingsmogelijkheden en lagere kosten zijn het doel. Ook moeten basis- en kerngegevens beter worden ontsloten voor datagedreven werken. Gemeenten werken aan het verbeteren van digitale vaardigheden, om zo de aansluiting tussen mens en techniek te versterken. Ze investeren in voorzieningen die het plaats- en device-onafhankelijk werken ondersteunen. Dat stelt extra eisen aan informatieveiligheid en privacy, die tegelijk worden meegenomen. Verder werken gemeenten aan een veilige en uniforme gegevensuitwisseling met ketenpartners op basis van Common Ground. MARK HUIJBEN MANAGEMENTADVISEUR VENSTERS VOOR BEDRIJFSVOERING EN AUTEUR ‘HOE WORD JE DE BESTE OVERHEIDSORGANISATIE?’ machines die bijhouden wanneer welke straat moet worden geveegd. Bij de gemeentelijke klantcontactcentra gaat het om het van begin tot eind digitaliseren van processen en om het realiseren van digitale identificatie. In het sociaal domein is het centrale doel de kosten te beheersen en beter aan de hulpvragen te voldoen. Dat vereist veel meer inzicht bij gemeenten dan er nu is. Daarnaast willen gemeenten een aantal interne processen beter regelen. Om zo incidenten en datalekken te voorkomen, alsmede OVERHEAD Kosten en waarde zijn gedetailleerd te kwantificeren, ook op een hoger abstractieniveau. Er vindt een verschuiving plaats van arbeid naar ict. Goede ict leidt ertoe dat het werk minder tijd kost en beter verloopt. Dat maakt het zinvol om een aantal algemene indicatoren te volgen, zoals de tevredenheid van burgers, medewerkerstevredenheid, de tevredenheid over ict en bedrijfsvoering, de apparaatskosten en het percentage overheadformatie. Dat laatste zal als het goed is verder afnemen, doordat ict steeds meer taken van mensen overneemt. Dankzij ict kunnen medewerkers zaken zelf afhandelen, waar in het verleden ondersteuning van bijvoorbeeld een administratief medewerker nodig was. Bij elke indicator is naast het cijfer ook het ADVERTENTIE verhaal erachter belangrijk. De totale apparaatskosten worden immers beïnvloed door andere factoren, zoals extra taken. En de overheadkosten nemen niet alleen af door digitalisering, maar kunnen ook toenemen door extra kwaliteitseisen. De waarde van ict-investeringen moet helder worden gekoppeld aan de doelen en maatschappelijke opgaven van de organisatie als geheel. Wat wil een gemeente bereiken voor de burger en de samenleving? En hoe kan zij ambtenaren optimaal ondersteunen en processen efficiënter maken? Niet onbelangrijk, aangezien 80 procent van de apparaatskosten bestaat uit personele kosten. Dat vereist een helder verhaal, in elk geval voor de belangrijke gemeentelijke domeinen: het sociaal domein, het fysiek domein, het klantcontactcenter en de dienstverlening. En voor de eerdergenoemde bedrijfsvoeringaspecten. Het vereist ook een onderbouwing met de zojuist genoemde cijfermatige indicatoren. De ict-kosten per inwoner zullen blijven stijgen, net als het aandeel ict-kosten in de totale apparaatskosten. Dat kan aanvaardbaar zijn, zolang we deze kosten goed blijven monitoren en benchmarken. Het vereist samenwerking tussen ict, HR en de business. En het moet worden gemanaged. De productiefactor ict moet een vast onderdeel worden van programma’s, naast geld en mensen. Dit essay kwam tot stand op basis van ictleersessies met Almelo, Breda, Delft, Doetinchem, Haarlemmermeer, Helmond en Den Bosch vanuit Vensters voor Bedrijfsvoering. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 48
48 ACHTERGROND EUROPA Gedeputeerde Van Hijum wil mkb-ondernemers meenemen naar Brussel Toekomst van Europa’, zegt hij. En zonder betrokkenheid van het lokale en het regionale niveau lukt de oefening in democratie die de Conferentie over de Toekomst van Europa moet zijn, niet, vindt president Apostolos Tzitzikostas van het Comité van de Regio’s (CvdR). Hij roept gemeenten op er werk van te maken, via bijvoorbeeld burgerdialogen in de tweede helft van dit jaar. Van de bijna zeshonderd evenementen die in de tweede helft van mei op het platform van de Conferentie staan, waren er tot op het moment van schrijven van dit artikel vijf in Nederland gepland. Die worden allemaal georganiseerd door maatschappelijke organisaties; lokale en regionale overheden ontbreken nog. Delegatieleider van de Nederlandse delegatie in het CvdR en burgemeester van Hof van Twente, Ellen Nauta, laat weten dat er momenteel ‘hard wordt nagedacht’ over lokale evenementen zoals burgerdialogen. Wat opvalt is dat het kabinet participatie door gemeenten aan de Conferentie tot dusver niet promoot. In de Kamerbrief over de Conferentie die het kabinet in april naar de Tweede Kamer stuurde wordt met geen woord gerept over de rol die gemeenten kunnen pakken. Nauta kwalificeert dat als ‘een gemiste kans’. Gemeenten hadden eerder namelijk juist aangegeven een rol te kunnen spelen vanwege hun lokale netwerken. De conferentie is volgens haar belangrijk omdat de EU zich eens in de zoveel tijd opnieuw moet uitvinden. ‘Mede door de pandemie en de grote digitale en groene transities zijn in de verschillende lidstaten een aantal belangrijke vragen gesteld: welke bevoegdheden moet de EU hebben? Wie neemt welk besluit in de EU? Hoe democratisch is de EU? En waar liggen de grenzen? Dan is het een goede ambitie om daarover eerst een breed gesprek te starten. Tegelijk is het dan de kunst dat gesprek te voeren op plekken waar het er echt toe doet. En dat is waar de Europese Unie met de voeten in de klei staat: gemeenten, provincies en regio’s.’ VER VAN HET BED Gedeputeerde Van Hijum heeft voor in zijn provincie al concrete plannen. Hij wil Overijsselse mkb-ondernemers beter bij Europa betrekken. Vaak hebben ze geen idee wat de EU voor hen kan betekenen als het gaat om subsidies en grensoverschrijdende samenwerking, zegt hij. CvdR-lid Van Hijum wil daar verandering in brengen door met hen in gesprek te gaan en hen ook in het najaar mee te nemen naar Brussel. Tegelijk snapt hij dat zijn collega-bestuurders de Conferentie een ver-van-hun-bedshow vinden. De Conferentie is in zijn woorden nogal ongericht. ‘Juist daarom maak ik het concreet door mij te richten op een specifiek deel van mijn portefeuille.’ De grote uitdaging van de Conferentie is hoe de burger meer bij de instituties en het EU-beleid te betrekken, zegt ook Gonny Willems, directeur van Studio Europa Maastricht. In Studio Europa werken de universiteit van Maastricht, de gemeente Maastricht en de provincie Limburg samen om burgerdialogen en de wetenschap samen te brengen rondom Europese samenwerking. ‘Het betrekken van de tussenlaag van gemeenten en provincies is daarvoor onmisbaar’, aldus Willems De Conferentie moet gaan over een weerbare Europese democratie met participatie van de burger en een goede verantwoording van politici en bestuurders, meent ze. Eeuwige debatten over meer of minder Europa, wat Europarlementariër Michiel Hoogeveen (JA21) onlangs in De Telegraaf suggereerde, of over de vestigingsplaats van het Europees Parlement in Straatsburg waar PvdA-Euroafgevaardigde Vera Tax vanaf wil, passen daar minder in meent Willems. Over die eeuwige debatten zegt ze dat mensen natuurlijk sceptisch mogen zijn, maar niet cynisch. Want met cynisme breng je geen werelden bij elkaar en dat is wat zij graag wil met Studio Europa. MEERTALIG Studio Europa loopt zich warm voor de Conferentie, net zoals meer lokale en regionale overheden en maatschappelijke organisaties in de EU. ‘Het gaat ons om het verbinden van de lokale en regionale dimensie met de Europese dimensie. Dit door Europese thema’s als digitalisering en de Green Deal te verbinden aan de lokale situatie.’ In Maastricht staat op 1 juli het eerste event gepland in samenwerking met het CvdR: Werkplaats Europa. Studio Europa brengt dan wetenschappers, beleidsmakers, het maatschappelijk middenveld en politici bij elkaar. Dat gebeurt door gesprekken via de zogeheten open space‘Het betrekken van gemeenten en provincies is onmisbaar’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 ACHTERGROND 49 methode, waarbij gesprekspartners samen de onderwerpen bedenken en ook samen bepalen hoe die worden besproken. Later in het jaar en in het voorjaar van 2022 zal Studio Europa aandacht besteden aan het dertigjarig bestaan van het Verdrag van Maastricht, dat werd ondertekend in 1992. En bij die activiteiten komt de Conferentie eveneens ter sprake. Studio Europa organiseert dat soort bijeenkomsten vaker. In 2019 vond bijvoorbeeld het Spitzen-kandidatendebat plaats, in de aanloop naar de Europese verkiezingen. In de zaal waren duizend mensen aanwezig en buiten bij de videoschermen stonden nog eens duizend mensen. Dat debat was in het Engels. De uitdaging van deze tijd wordt het om de dialogen meertalig te maken, zegt de Bertelsmann Stiftung. De Duitse denktank die het CvdR ondersteunt, heeft daar al ervaring mee in de EU, waaronder in Den Haag. De stichting werkt al jaren aan concepten om de burger meer bij de Europese Unie te betrekken en die methodes komen ook online beschikbaar, zegt projectmanager Dominik Hierlemann. De Bertelsmann Stiftung gaat tien tot twintig regio’s en gemeenten ondersteunen met experimenCOLUMN JAN VERHAGEN MOOIE WOORDEN Of de gemeenten willen of niet, ze moeten de taken uitvoeren die het rijk hun oplegt. Daar bestaat een mooi woord voor: ‘medebewind’ – al zie ik daar niets ‘mede’ in. Er zijn ook taken waartoe het rijk zichzelf heeft verplicht. Daar bestaat echter geen mooi woord voor. Wat voorbeelden van verplichte taken die het rijk zelf moet uitvoeren: het rijk moet zorgen voor voldoende juffen en meesters op school, zodat al onze kinderen goed les krijgen. Het rijk moet zorgen voor onze defensie. En voor voldoende politie, zodat we veilig over straat kunnen. Er moeten voldoende ziekenhuizen zijn, met voldoende bedden en goed opgeleid personeel. Voldoende tandartsen. We moeten ons rijbewijs kunnen verlengen. De belastingdienst moet goed functioneren, zodat niemand te weinig betaalt – en ook niemand te veel. De automatisering van het rijk moet tiptop zijn, zodat we veilig onze privégegevens bij het rijk kunnen achterlaten. Het rijk moet zorgen voor voldoende woningen. Asielzoekers moeten snel te horen krijgen of ze mogen blijven of niet. Verdachten moeten snel een vonnis krijgen – ook prettig voor de slachtoffers. En de Tweede Kamer moet dat allemaal kunnen controleren. Maar helaas. Op al deze punten heeft het rijk de afgelopen jaren compleet gefaald. De achterstanden zijn alleen maar opgelopen. Wel zijn er de afgelopen vier jaar bij het rijk 28 procent meer communicatiemedewerkers gekomen. Dus hoe reageert het rijk op zijn falen? Meer mooie woorden, maar geen daden. Acceptatie. Want te weinig budget. Geldgebrek wordt aanvaard als reden voor het falen. Maar o wee als een gemeente zich niet houdt aan een medebewindstaak! Dán weet het rijk heel goed wat een verplichting inhoudt. Dan wordt er strak gehandhaafd. O ‘ Geldgebrek wordt aanvaard als reden’ wee als een gemeente geen huishoudelijke verzorging meer wil geven aan rijke ouderen. O wee als de wachtlijsten voor de jeugdzorg te lang worden. O wee als een gemeente de bijstand niet volledig volgens alle regels uitvoert. Geldgebrek? Niets mee te maken, wet is wet, verplichting is verplichting. Er zijn dus twee soorten verplichte taken. Echt verplichte taken, die moeten de gemeenten uitvoeren, dat heet medebewind. En taken die alleen op papier verplicht zijn maar in werkelijkheid niet. Die doet het rijk zelf – of doet het rijk niet. Logisch dat voor die taken geen mooi woord bestaat. ten op dit gebied. Decentrale overheden, ook uit Nederland, kunnen daar via het CvdR naar solliciteren. GROTE ZORG Volgens Hierlemann zijn drie zaken belangrijk om een echt democratisch debat te krijgen via burgerdialogen. Ten eerste werkt de Bertelsmann Stiftung met toevallig uitgekozen burgers om de usual suspects te vermijden, deelnemers die altijd op dit type bijeenkomsten af komen. Die deelnemers worden uit mail- en telefoonregisters gehaald en dat betekent veel mail en telefoonwerk om deelnemers te krijgen. Want niet iedereen zit op deelname te wachten: voor een deelnemer moeten zeker tien mensen worden benaderd, dus als de groep uit 200 mensen bestaat dan betekent dat 2.000 pogingen. Daarbij staat diversiteit bovenaan de lijst met criteria om een echte veelvoud aan meningen te krijgen. Dat betekent net zoveel mannen als vrouwen, er wordt gelet op een evenwichtige leeftijdsverdeling en ook diversiteit in socio-economische achtergronden. Een ander belangrijk punt is dat er echte dialogen tot stand komen door de inzet van verschillende gesprekstechnieken. Het doel is dat aan het eind van het event iedereen wat heeft gezegd, zegt Hierlemann. ‘Het is dus niet zo dat politici het grootste deel van het event vullen en dat er een paar reacties uit de zaal komen.’ Als derde punt is het belangrijk dat er wat met de resultaten van de deliberatie gebeurt en dat de belangrijkste aanbevelingen voor gemeenten in het eindrapport van de Conferentie komen te staan. Met name dat laatste vormt een grote uitdaging. Ook voor Eddy van Hijum is dat de grote zorg. Hij denkt dat vraagtekens daarover voor gemeenten een belemmering kunnen zijn om de gewenste activiteiten te organiseren. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 50
50 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: SHUTTERSTOCK Sinds de jaren tachtig is de Nederlandse verzorgingsstaat voortdurend strenger en soberder geworden. Uitkeringen werden lager, korter en selectiever dan voorheen. Die ontwikkeling ging gepaard met lagere collectieve uitgaven, maar ook met oplopende armoede. ONDERZOEK NAAR 35 JAAR UITKERINGSBELEID SOCIAAL STELSEL STEEDS KARIGER Ons stelsel van sociale bescherming is in 35 jaar tijd stapje voor stapje kariger en selectiever geworden. Dat is de centrale bevinding van het onderzoek van bijzonder hoogleraar Cok Vrooman (Universiteit Utrecht). ‘Het gaat om allerlei kleine veranderingen die vaak ieder voor zich niet zo veel betekenen’, legt Vrooman uit. ‘Maar 35 jaar aan kleine veranderingen betekent toch dat we een bepaalde richting op gaan.’ Voor die hypothese was wellicht al het nodige anekdotische bewijs, maar Vrooman levert een systematische en cijfermatige onderbouwing voor de stelling. ‘De maatschappelijke consequenties van het institutionele pad. Regelingen voor werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en bijstand, 19802015’, luidt de titel van zijn onderzoek. Hij analyseerde alle wettelijke veranderingen in de regelingen in die jaren. Daarbij keek hij enerzijds naar de hoogte en de lengte van de uitkeringen, en anderzijds de selectiviteit daarvan. Dat laatste wordt bepaald door de afbakening van de doelgroep (wie komt wel en niet in aanmerking voor een uitkering?) en de geldende uitkeringsvoorBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 ACHTERGROND 51 ‘ We schuiven op richting Amerikaanse en Duitse systeem’ de armoede bij werkenden kan bijvoorbeeld ook te maken hebben met de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Maar in algemene zin lijken de aanpassingen aan het stelsel wel iets gedaan te hebben met de samenleving.’ Vrooman beschrijft de ontwikkeling van het Nederlandse stelsel ook wel als een verschuiving van ‘tamelijk sociaaldemocratisch’ naar ‘karig corporatistisch’. Wat dat betekent, wordt duidelijk aan de hand van een assenstelsel met drie zogenoemde ideaaltypen van sociale stelsels: sociaaldemocratisch, corporatistisch en liberaal. Rechtsboven in het assenstelsel bevindt zich het sociaaldemocratische model, dat zich kenmerkt door hoge uitkeringen die ten goede komen aan een brede groep. waarden (welke plichten zijn aan de uitkering verbonden?). Uniek aan Vroomans analyse is ook dat die inzicht geeft in de maatschappelijke consequenties van de veranderingen aan het stelsel. Zo blijkt onder andere dat de ontwikkelingen samengingen met lagere overheidsuitgaven en minder uitkeringsontvangers. Ook hangen de veranderingen samen met toenemende armoede, onder zowel werkenden als uitkeringsontvangers. Armoede onder uitkeringsontvangers nam tussen 1980 en 1994 toe van 12 tot 28 procent en viel vervolgens terug tot 16 procent in 2015. Het aandeel werkende armen was in 2015 anderhalf keer zo hoog als in 1980. WERKENDEN Dat een versobering van uitkeringen ook werkenden raakt, is te verklaren door de verkleining van de groep uitkeringsontvangers, legt Vrooman uit. ‘Er zijn verhoudingsgewijs minder mensen met een uitkering, maar die zijn wel ergens gebleven.’ Met andere woorden: iemand die in de jaren ‘80 nog in aanmerking kwam voor een uitkering, kan tegenwoordig aangewezen zijn op onzeker werk dat slecht betaalt. Wel benadrukt Vrooman dat het hier gaat om een correlatie tussen het sociale stelsel en armoede die niet per definitie een oorzakelijk verband aantoont. ‘De toenemen‘Het traditionele Zweedse stelsel komt daar bijvoorbeeld dichtbij’, aldus Vrooman. Rechtsonder ligt het corporatistische stelsel, met hoge uitkeringen die zich richten op een selectieve groep. ‘Denk aan Frankrijk en Duitsland in de jaren ‘80’, aldus Vrooman. Het grote verschil tussen die twee is dat het eerste model meer ‘universalistisch’ is. ‘Dat stelsel is erop gericht om iedereen weer terug de arbeidsmarkt op te brengen, maar ze wel goed te beschermen als dat niet haalbaar is’, legt Vrooman uit. ‘Het corporatistische stelsel gaat meer uit van het principe dat uitkeringsrechten zijn gekoppeld aan sociale status. Dat kan zich bijvoorbeeld kenmerken door betere rechten voor beroepsgroepen met meer aanzien, een langer arbeidsverleden of een grotere premie-inleg.’ Ten slotte is er, aan de andere kant van het spectrum met de laagst en kortst mogelijke uitkeringen, het liberale stelsel. Vrooman: ‘Denk aan de Verenigde Staten na de herzieningen onder de presidenten Reagan en Clinton.’ MINISTELSEL In 1980 leek het Nederlandse systeem nog enigszins op het sociaaldemocratische ideaaltype, blijkt uit Vroomans onderzoek. ‘Maar in de 35 jaar daarna zie je dat we opschuiven richting zowel het Amerikaanse als het Duitse systeem.’ Opvallend daarbij is dat de beweging naar het versoberen van de uitkeringen vooral tijdens de kabinetten Balkenende plaatsvond, terwijl er onder de eerste kabinetten Rutte met name een verplaatsing naar meer selectieve uitkeringen te zien is. Wat kunnen we hieruit opmaken over de toekomst van de sociale zekerheid? Het meest waarschijnlijke scenario, denkt Vrooman, is dat de ingezette trend zich doorzet. Dat betekent dat we op de lange termijn uitkomen, bij een soort ‘selectief ministelsel’ waarbij uitkeringen zowel laag als exclusief zijn. Toch ziet Vrooman ook kansen voor een omgekeerde beweging. ‘Je proeft dat het sociale investeringsdenken aan het opkomen is’, aldus Vrooman. ‘Ik merk bij beleidsmakers meer openheid om na te denken over een beweging naar rechtsboven. Er lijkt meer gehoor te zijn voor het idee dat je er niet alleen komt met het zo slank mogelijk maken van uitkeringen en het zoveel mogelijk prikkelen van mensen om zelf initiatief te nemen.’ KANTELING De verschillende experimenten met de Participatiewet, waarbij gemeenten de bijstand soepeler of ruimhartiger proberen in te richten, passen wat Vrooman betreft in de trend richting van het sociaaldemocratische ideaaltype. Ook de groeiende aandacht voor de basisbaan (een op maat gemaakte baan voor mensen die op eigen kracht niet aan het werk kunnen komen) bevestigt de kanteling in het denken. ‘Ik zou de discussie wel wat breder willen trekken dan alleen de basisbaan’, nuanceert Vrooman. ‘Dat kan een goede oplossing zijn voor het bijstandssegment, maar het is belangrijk om naar het hele systeem te kijken. Daar moet je dus ook de WW en de arbeidsongeschiktheidsregelingen bij betrekken. Het blijft belangrijk dat mensen periodes van werkloosheid kunnen overbruggen zonder dat ze er zo sterk in inkomen op achteruitgaan dat ze bijvoorbeeld hun huis moeten verkopen, en dat er een adequate voorziening is wanneer mensen niet meer tot werken in staat zijn.’ Vrooman heeft al ideeën voor een vervolgonderzoek. Daarin wil hij nagaan welk deel van de correlatie tussen het sociale stelsel en de maatschappelijke uitkomsten oorzakelijk is. ‘Op die manier kan ik exacter becijferen wat de versobering van de uitkeringen in de samenleving teweeg heeft gebracht.’
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 53 THEORIE VS PRAKTIJK IN OMGAAN MET RISICO’S ALTIJD WEER DIE GAPENDE KLOOF Nederland is zich weer aan het oprichten, nu de grootste zorgen over de coronapandemie verdwijnen. Na tien miljoen prikken en het openen van de terrassen kijken we weer vooruit naar de zomervakantie en de verdere normalisering van ons leven. Toch is het goed de komende tijd ook om te kijken en lessen te trekken wat ons allen is overkomen. Wat hebben we over het hoofd gezien? Welke signalen hebben we gemist? Hebben we risico’s onvoldoende ingeschat of te weinig voorbereidingen getroffen voor als het echt misgaat? Auteur Wimjan Bos probeert in zijn boek Als het er echt om gaat een analyse te maken over besturen en het managen van risico’s. Want het zetten van doelen en uitvoeren van plannen alleen is een te smal idee van goed bestuur. Ook het nadenken over het onvoorziene, het ongewenste of zelfs het ondenkbare behoort tot de opgave van goed bestuur en goede bestuurders. Anders dan Cassandra, die in de Griekse mythologie catastrofes kon voorzien maar door niemand werd geloofd, kunnen bestuurders wel handelend optreden en We reflecteren zonder lessen te trekken risico’s onderzoeken, op waarde schatten en proberen deze te beperken. Bos laat via zijn eigen ervaringen als adviseur en via een tiental interviews zien dat er een kloof gaapt tussen de theorie van goed risicomanagement en de praktijk. Overheid en bedrijfsleven lijken beide nog niet altijd voldoende bekwaam hierin. Voormalig overheidsmanagement van het jaar Gerard Bakker, die het gevangeniswezen leidt, heeft van de recente crisis vooral geleerd dat het denken in risico’s gesprekken vergt op alle niveaus van de organisatie: strategisch, tactisch en operationeel. Voormalig minister en burgemeester Annemarie Jorritsma komt tot het inzicht dat we na een crisis vooral niet in de ‘regelreflex’ moeten schieten en na ieder incident nieuwe regels uitvaardigen. Ze zegt: ‘Ik vind dat het na een ramp of na een crisis en jaar lang verboden zou moeten zijn om nieuwe wet- of regelgeving te maken.’ Verstandige woorden van Jorritsma, concreter dan bespiegelingen van onder meer oud-minister-president Jan-Peter Balkenende en anderen die in het boek vooral reflecteren op risico’s zonder heel concreet lessen te trekken. Zo er uit het boek al een conclusie is te trekken dan deze: de recente pandemie prikkelt ons allen in het bestuur om behalve met goede moed vooruit te kijken ook tijd te nemen voor reflectie, lessen trekken en concrete verbeteringen in onze risicobeheersing. Als we niets van de pandemie leren, betalen we de volgende keer een even hoge prijs. Wat dat betreft stellen de interviews in het boek niet heel gerust. CITAAT UIT HET BOEK ‘Ik vind dat het na een ramp of na een crisis en jaar lang verboden zou moeten zijn om nieuwe wet- of regelgeving te maken’ ALS HET ER ECHT OMGAAT. PERSOONLIJKE GESPREKKEN MET TOPBESTUURDERS OVER BESTUUR EN RISICOMANAGEMENT Wimjan Bos, Haystack 2021 24,95 euro ADVERTENTIE
Pagina 54
Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Hoe halen we de overkant? De samenleving zit op slot, de economie draait op halve kracht en we besteden tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het einddoel is om met zoveel mogelijk mensen en met een minimum aan economische schade de overkant te halen. Het is als balanceren op een slap koord. Daar is moed, wendbaarheid en creativiteit voor nodig. Van u en van uw organisatie. En wat gaat u doen als we eenmaal de overkant hebben gehaald? Daarover gaan we met u en prominente bestuurders en experts in gesprek tijdens het Jaarcongres Public Finance. Mogen we een exclusieve toegangskaart voor u reserveren? Financieel eindverantwoordelijken, fi nancieel directeuren, fi nancieel managers, concern controllers en board members met een fi nanciële portefeuille werkzaam in het publieke domein melden zich gratis aan via PublicFinance.nl. Het jaarcongres Public Finance is de plek om uw netwerk, vaardigheden en kennis een boost te geven. Mis de masterclasses van de experts niet! Ontmoet topsprekers als: Donatello Piras Dagvoorzitter en debatleider Jaarcongres Public Finance Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Johan Hamster Wethouder en 1e locoburgemeester Stadskanaal Eric de Kluis Hoofdredacteur Binnenlands Bestuur Jan Verhagen Beleidsmedewerker fi nanciële verhouding gemeente Den Haag Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Henk Venema Partner bij Inspinity Basile Lemaire Partner bij Inspinity Menno Middeldorp Head of RaboResearch Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl OPINIE 55 TWEE JAAR NA DE PAS-CRISIS MET STIKSTOF OPKOPEN KOMEN WE ER NIET Sinds het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in 2019 failliet werd verklaard, zoeken overheden naar nieuwe manieren om de uitstoot van stikstof terug te dringen. Volgens Maarten van Vierssen is het inzetten op gebiedsprocessen daarbij essentieel. Mijn kinderen waren door het dolle heen. Negen edelherten, drie moeflons en een wild zwijn. Zomaar, in onze achtertuin. Dé achtertuin van Nederland: de Veluwe. Maar als we niet oppassen behoren mijn kinderen tot de laatste generaties die dit mogen meemaken. Want twee jaar na de uitspraak van de Raad van State is de stikstofuitstoot in Nederland nauwelijks verminderd en is de natuur er nog even slecht aan toe. Rijk en provincie streven naar snelle stikstofreductie, door agrariërs die willen stoppen uit te kopen. Daar profiteert de natuur van, maar genoeg is het niet. De huidige aanpak is gericht op de korte termijn. Waar het ons lukt om op een bepaalde plek de stikstofuitstoot te verminderen, zoeken we naar manieren om direct weer nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Als een koorddanser balanceren we langs de kritische waarden die de natuur nog net aan kan. Zo belanden we in een concurrentiestrijd om de verdeling van schaarse stikstofruimte. Een structurele oplossing blijft vooralsnog uit. MAARTEN VAN VIERSSEN Onze blik verleggen van de juridische werkelijkheid naar onze directe leefomgeving Hoe kunnen we onze blik verleggen naar een oplossing voor de lange termijn? Volgens mij kan dat door in te zetten op gebiedsprocessen. Daarin werken inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en overheden op lokale schaal samen aan de inrichting van een gebied. Op een manier die aansluit bij de wensen en die de leefbaarheid ondersteunt. De agrariër die wil stoppen met zijn bedrijf is dan niet meer het doel maar het startpunt. Want hoe gaan we de vrijkomende grond vervolgens herbestemmen? In sommige gebieden is behoefte aan woningbouw of de uitbreiding van bedrijven. Op andere plekken zijn er kansen voor de ontwikkeling van natuur en natuurinclusieve landbouw of de aanleg van een zonnepark. Als wethouder zie ik een belangrijke rol weggelegd om al die belangen bij elkaar te brengen. Zo werken we stapsgewijs aan de transities die nodig zijn om de stikstofdeken op de Veluwse natuur structureel omlaag te brengen. Een integrale blik is niet alleen nodig op het platteland, maar ook in natuurgebieden. Stikstofdepositie is slechts één van de belastende factoren op de natuur. Ook de toenemende droogte is een groot probleem. Als gevolg van klimaatverandering valt er minder regen. En als het regent, valt het in grotere horten en stoten. Terwijl we van oudsher ingericht zijn op het afvoeren van water, moeten we er nu voor zorgen dat we UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. water vasthouden. Daarnaast is de natuur versnipperd geraakt door uitbreiding van dorpen en steden. Wanneer we natuurgebieden weer aan elkaar verbinden, zijn planten en dieren beter in staat om zich aan te passen aan een veranderend klimaat. Zo wordt stikstofreductie één van de factoren in het systeemherstel van de Veluwse natuur. Een korte termijn aanpak is nodig, maar een lange termijn aanpak is essentieel. Laten we niet vergeten dat we er bij andere milieuproblemen al in zijn geslaagd. Er is geen zure regen meer en de gaten in de ozonlaag zijn sterk verminderd. Ook het stikstofprobleem kunnen we oplossen, als we verder kijken dan opkopen alleen. Onze blik verleggen van de juridische werkelijkheid naar onze directe leefomgeving. Samen met betrokkenen toewerken naar een nieuw systeem voor landbouw en natuur. Zodat we de bijzondere Veluwse natuur in ere herstellen. Dat is wat we onze kinderen, en de generaties na hen, verschuldigd zijn. Maarten van Vierssen, wethouder duurzaamheid in de gemeente Apeldoorn BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 foto: kina / anp-hh
Pagina 56
HET BELANG VAN SPORT EN BEWEGEN Europees kampioen zitten wordt wereldkampioen bewegen! WMO CLIENTEN ARNHEM TEVREDEN OVER HULP Hoe ervaren cliënten doorgevoerde beleidsveranderingen in de dagelijkse praktijk? I&O Research onderzocht dit in opdracht van de gemeente Arnhem. In aanvulling op het kwantitatieve cliëntervaringsonderzoek Wmo voerde I&O Research interviews uit onder Arnhemse cliënten die begeleiding of huishoudelijke ondersteuning kregen. Er is nagenoeg niemand meer die het belang van sport en bewegen onderschat. De Nederlandse Sportraad adviseerde in november 2020 om sport en bewegen te zien als een publieke voorziening, zodat dit een verantwoordelijkheid van de overheid wordt. De Sportraad is een onafhankelijk adviesorgaan dat zich richt op het versterken van de betekenis van sport voor de samenleving. De vraag is of iemand vindt dat het geen verantwoordelijkheid van de overheid is. Alle gemeenten hebben toch (eigen) sportvoorzieningen en ondersteunen sportorganisaties? De Sportraad vindt dit nog steeds te vrij blijvend. Gemeenten kunnen immers op ieder moment beslissen geen zwembaden meer te bouwen of om buurtsportcoaches niet meer te subsidiëren. Er is geen wetgeving die gemeenten verplicht sportvoorzieningen aan te leggen of buurtsportcoaches te faciliteren. Er is nu alleen een verplichting om bewegingsonderwijs mogelijk te maken. … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/SRO Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ IenOResearch Tot dit jaar waren gemeenten verplicht om voor het jaarlijkse cliëntervaringsonderzoek (ceo) Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) kwantitatief onderzoek te doen. Vanaf 2021 hebben gemeenten meer vrijheid gekregen bij het vormgeven van het ceo. Zo kunnen gemeenten het ceo inrichten op een manier dat zij het meeste hebben aan de resultaten van het onderzoek. Nu het verplichte kwantitatieve deel is losgelaten, kan het ceo dus ook een kwalitatieve vorm aannemen, bijvoorbeeld in de vorm van diepte-interviews met cliënten. … DATALAB OF BI COMPETENCE CENTER? Bij veel organisaties vindt de laatste jaren een grootschalige verandering plaats naar meer data gedreven werken. Data gedreven werken heeft veel voordelen, waaronder niet in de minste plaats het vergroten van de efficiëntie. Om meer data-volwassen te worden moet niet alleen de focus liggen op de IT-applicaties: ook de organisatie en de mensen eromheen zullen mee moeten groeien. Om dit mogelijk te maken is het opzetten van een datalab en/of een Business Intelligence Competence Center (hierna te noemen: BICC) essentieel. Ze helpen organisaties door te groeien naar volgende fase van data-volwassenheid en zo nog meer voordeel te halen uit gebruik van data. Op basis van een uitgebreide deskresearch en onze ervaring uit de praktijk beschrijven we in dit artikel de verschillen tussen een datalab en een BICC, en in welke fase van data volwassenheid ze het beste kunnen worden ingezet. In het stuk refereren we regelmatig naar het volwassenheidsmodel van Gartner. Voor meer informatie over dit model verwijzen we graag naar onze recent gepubliceerde whitepaper “Dashboard Sociaal Domein o.b.v. het volwassenheidsmodel”. Datalab Voor organisaties die in de beginfase van data-volwassenheid zitten (eerste twee niveaus van het model van Gartner), is de implementatie van een datalab een goede stap. Kenmerkend voor de beginfase is dat business intelligence en data-analyses ad hoc worden uitgevoerd en er weinig of … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ VanDamOosterbaan RIJK STIMULEERT PROVINCIES EN GEMEENTEN TOT AANPAK ASBESTDAK Het verwijderen van asbest uit onze leefomgeving blijft belangrijk voor ieders veiligheid en gezondheid. Ook zonder wettelijk verbod is sanering of vervanging van asbestdaken nodig. Want hoe ouder een asbestdak, hoe groter de kans dat asbestvezels vrijkomen in de lucht en uiteindelijk terechtkomen in onze longen, de bodem en het grondwater. Het Rijk stimuleert daarom provincies en gemeenten om het voor particuliere dakeigenaren zo eenvoudig en aantrekkelijk mogelijk te maken om hun asbestdak aan te pakken. Hiervoor stelt ze een Rijksbijdrage beschikbaar van 12 miljoen euro. Sanering of vervanging asbestdak voor iedereen mogelijk Niet iedereen met een asbestdak of -gevel heeft financiële mogelijkheden om dit te laten saneren of vervangen. Overheden kunnen hierbij helpen door bijvoorbeeld financiële regelingen (leningen) aan te bieden. Het Rijk ondersteunt graag gemeenten en provincies om financieringen aan te bieden aan particuliere eigenaren van asbestdaken die voor een reguliere lening niet terecht kunnen bij een bank of verzekeraar. … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/SVn ‘SHARED SPEED’ ALS NIEUWE ONTWERPSTRATEGIE VOOR STEDELIJKE MOBILITEIT Een stad zo ontwerpen, dat alle manieren van vervoer gelijkwaardig aan elkaar zijn. Of je nou loopt, fietst, autorijdt of het OV pakt; bij ‘shared speed’ heeft iedereen in de stad, ongeacht de snelheid waarmee hij zich beweegt, evenveel ruimte. Door dit nieuwe perspectief, waarin gemotoriseerd verkeer in de stad niet meer de hoofdrol speelt, kunnen bewoners zich vrijer en gezonder bewegen. In haar nieuwste Urban Insight rapport ‘Healthy options for our streets and cities’ introduceert ingenieursadviesbureau Sweco ‘shared speed’ als nieuwe ontwerpstrategie voor stedelijke mobiliteit. Door in de straten te werken met verschillende snelheidsniveaus, voorspellen de Zweedse en Noorse schrijvers van het rapport niet alleen lagere emissies, minder ongevallen en minder stress; stedenbouwkundigen en architecten worden op die manier ook gedwongen om op nieuwe manieren naar de stad te kijken, waarbij dagelijkse voorzieningen dichtbij zijn. Buurtschap Te Veld Een plek in Nederland waar dit principe terug te zien is, is Buurtschap Te Veld in Eindhoven. Sweco ontwikkelde voor deze nieuwe wijk, waar zo’n 670 huurwoningen in het goedkope en middeldure segment in groepjes (‘kamers’) verspreid in het … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Sweco Het anonimiseren of lakken van informatie is een groot onderdeel van het huidige Wob proces. Met de invoering van de Woo zal dat niet anders zijn. Ondanks de vele discussies over het wel of niet anonimiseren of lakken van persoonlijke beleidsopvattingen zal er waarschijnlijk niet heel veel veranderen. Ook onder de Woo is het belangrijk en verplicht om bepaalde informatie te lakken, te anonimiseren of te beschermen. De nieuwe uitzonderingen zijn vastgelegd in hoofdstuk 5 van het wetsvoorstel voor de Woo. Ten opzichte van de Wob verandert er niet heel veel. In het kort de belangrijkste wijzigingen: • Er komen twee nieuwe absolute uitzonderingsgronden, art. 5.1.1d (Persoonsgegevens, De bescherming van bijzondere persoonsgegevens) en 5.1.1e (Identificatienummers, De bescherming van bijzondere persoonsgegevens) al is 5.1.1d niet echt nieuw. • Er komt een nieuwe relatieve uitzonderingsgrond voor het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke … Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ZyLAB DE WET OPEN OVERHEID (WOO). UITZONDERINGEN
Pagina 58
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 58 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI In Zutphen is Amresh Dewkalie de nieuwe griffier. Hij volgt Göran Winters op. Jules Vullings was interim-griffier. Dewkalie is sinds 2010 griffier in Beuningen. Eerder was hij directiesecretaris bij de provincie Utrecht en raadsgriffier in Neerijnen. JAN TEN KATE Met ingang van 28 mei 2021 is Jan ten Kate benoemd tot burgemeester van Staphorst. Ten Kate is 57 jaar. Hij is momenteel wethouder in Hardenberg namens een lokale partij. Op dit moment is Gerrit Jan Kok (VVD) waarnemend burgemeester van Staphorst. Kok nam waar sinds het vertrek van burgemeester Theo Seger (CU), die burgemeester in Molenlanden werd. JAAP KUIN Jaap Kuin is met ingang van 1 juni 2021 benoemd tot burgemeester van Pekela. Kuin (PvdA, 52) is sinds 2015 waarnemend burgemeester van Pekela, omdat een gemeentelijke fusie met Veendam en Stadskanaal boven de markt hing. Hij verving Meindert Schollema (PvdA) die met pensioen ging. In 2020 werd duidelijk dat de herindeling niet doorging. Voor Kuin in 2015 naar Pekela ging, was hij wethouder en raadslid/ fractievoorzitter in Assen. MARVIN POLAK In Oostzaan is Marvin Polak benoemd tot burgemeester. De benoeming gaat in op 1 juni 2021. Polak (43) is lid van de VVD. Hij was tot voor kort algemeen directeur van de Mica Groep. Eerder was hij wethouder in Uithoorn. In Oostzaan wordt hij de opvolger van Rob Meerhof (PvdA) die na zijn eerste termijn niet voor herbenoeming in aanmerking wenste te komen. Op dit moment is Wimar Jaeger (D66) waarnemend burgemeester van Oostzaan. SACHA AUSEMS De Waalwijkse gemeenteraad draagt Sacha Ausems (51) voor als nieuwe burgemeester. Zij volgt Nol Kleijngeld (PvdA, 67) op die op 2 juli met pensioen gaat. Ausems was de laatste jaren bestuurder bij grotere zorginstellingen. Eerder werkte zij in het bedrijfsleven. WILMA VAN DE WERKEN Wilma van de Werken is met ingang van 1 juli benoemd tot gemeentesecretaris van IJsselstein. Van de Werken is nu nog gemeentesecretaris in Scherpenzeel. Eerder heeft zij in diverse rollen als directeur, concerncontroller en manager gewerkt voor de gemeenten Wijk bij Duurstede en Utrecht. Ze volgt Erik Luchtenberg. op die per 1 januari 2021 vertrokken is. Piet van Elteren vult de functie van gemeentesecretaris tot 1 juli a.s. ad interim in. KOMEN & GAAN HENNY VAN DEN BORN Henny van den Born (ChristenUnie) is benoemd tot wethouder financien van Tynaarlo. Hij volgt daarmee partijgenoot Hans de Graaf op, die het wethouderschap inruilt voor een baan als senior financieel adviseur bij de gemeente Emmen. Van den Born was al raadslid in Tynaarloo. URSULA BEKHUIS Ursula Bekhuis stopt als wethouder van Tubbergen. Haar positie was onhoudbaar geworden nadat de fractie GemeenteBelangen/VVD besloot uit het college te stappen. Aanleiding voor de breuk was het feit dat het CDA akkoord ging met de komst van het Glashoes, een nieuw gemeentehuis. BAS MEIJS Bas Meijs is benoemd tot directeur Stadsontwikkeling in ‘s-Hertogenbosch. Hij volgt Rob Kleijwegt op. Meijs begon zijn loopbaan bij het toenmalige ministerie van VROM. In 2008 begon hij als afdelingshoofd bij het ISMH, de voorloper van de Omgevingsdienst Midden Holland. In 2013 werd hij directeur ruimtelijk domein bij de gemeente Gouda. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 Foto: German Vilafane Foto: Veiligheidsregio Fryslân PERSONALIA 59 EMINE ÖZYENICI Emine Özyenici wordt hoofddirecteur Bedrijfsvoering, tevens Chief Information Officer (CIO) bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Özyenici was hiervoor CIO bij de Sociale Verzekeringsbank en directeur Informatievoorziening en Inkoop, tevens plaatsvervangend CIO bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. PETER STEIN Peter Stein wordt met ingang van 15 juli 2021 afdelingshoofd bij de Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie in Brussel. Hij is in die rol ook MT-lid van de directie Buitenlandse Financiële Betrekkingen bij het ministerie van Financiën. Sinds oktober 2020 is hij interim-afdelingshoofd bij de directie Wonen bij het ministerie van BZK. BART VAN LEEUWEN Bart van Leeuwen is werkzaam als supervisor Ruimtelijke Kwaliteit bij de gemeente Assen. In deze functie adviseert hij de gemeente over actuele stedenbouwkundige opgaven in Assen waar diverse grote ruimtelijke uitdagingen aan de orde zijn. Van Leeuwen blijft daarnaast stedenbouwkundige. PETER PELS Peter Pels is per 1 juni 2021 benoemd tot griffier van de gemeenteraad van Enkhuizen. Hij is op dit moment manager Communicatie in het Flevoziekenhuis in Almere. Tot 2019 was hij fractievoorzitter en lid van provinciale staten van Flevoland. Hij volgt Erik Lankman op. THOMAS ETERMAN Per 1 juni 2021 start Thomas Eterman bij BNG Bank als beoogd Chief Commercial Officer (CCO). De CCO-rol is een nieuwe functie binnen BNG Bank. In deze functie zal Eterman deel gaan uitmaken van het Executive Committee van de bank, samen met Gita Salden (CEO), Olivier Labe (CFO), Cindy van Atteveldt (CRO) en Jaco van Goudswaard (beoogd COO). SASKIA VAN DEN BROEK Saskia van den Broek volgt per 1 augustus directeur/ commandant Hilda Raasing van Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (VrZW) op. Raasing neemt op 1 juli afscheid van VrZW na een carrière van 43 jaar overheidsdienst. Van den Broek is momenteel gemeentesecretaris in Harlingen. Daarnaast heeft ze als operationeel leider bij Veiligheidsregio Fryslân ervaring opgedaan bij diverse grote incidenten en crises. Bij deze veiligheidsregio is ze ook manager Crisisbeheersing geweest. ERIK BOOG Burgemeester Erik Boog is herbenoemd tot burgemeester van Diemen. Boog (D66, 49) begint aan zijn tweede termijn. Eerder was hij raadslid en wethouder in Hilversum. STEPHAN NIENHUIS In Heerde is Stephan Nienhuis (CDA) benoemd tot wethouder. Hij is de opvolger van Jan Berkhoff, die recent heeft besloten te stoppen in zijn functie. VIVIANNE VAN WIEREN In Veldhoven is Vivianne van Wieren (VVD, 34) benoemd tot wethouder. Ze volgt Daan de Kort op, die lid is geworden van de Tweede Kamer. ADVERTENTIE Femke Koekoek is de nieuwe interim griffier van Gemeente Landsmeer. Proficiat! Detachering door www.necker.nl JAN-FRANS MULDER Jan-Frans Mulder (CDA) is herbenoemd tot burgemeester van Hulst. De nieuwe ambtstermijn van de burgemeester start op 1 juni 2021. Mulder werd op 1 juni 2003 benoemd als burgemeester van Hulst. Op 1 juni 2021 start zijn vierde ambtstermijn. Gelet op zijn leeftijd (66 jaar) kan de burgemeester geen volledige ambtstermijn meer uitdienen. De burgemeester heeft aangegeven dat hij de huidige raadsperiode wil afronden. BURGEMEESTERS VACATURE HEUMEN Het burgemeesterschap van Heumen is vacant per 13 januari 2022. De gemeente heeft circa 16.600 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 7.930,11 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 17 juni 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 26 mei 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant.
Pagina 60
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021 60 PERSONALIA CARRIÈRE JOLANDA KROON Jolanda Kroon is vanaf 1 mei 2021 de nieuwe gemeentesecretaris van Bloemendaal. Zij is de opvolger van Wilma Atsma. De functie werd waargenomen door Jan Willem Kradolfer. KARIN WEGEWIJS Karin Wegewijs is benoemd tot gemeentesecretaris van Uithoorn. Sinds september 2020 is ze al waarnemend gemeentesecretaris, als vervanger van Maurits Voorhorst. OVERLEDEN: Oud-griffier Huub Kolen is overleden. Kolen was griffier in Noordwijk vanaf 2008. Tussen 1982 en 1990 was hij raadslid en wethouder in de voormalige gemeente Sint Maarten. NIC DUSINK Met ingang van 1 juni is Nic Dusink benoemd tot gemeentesecretaris van Brummen. Dusink is op dit moment gemeentesecretaris van Westerveld. In Brummen is hij de opvolger van Marcel Klos. MARIELOUISE VAN ZON Marie-Louise van Zon is door de gemeenteraad van Reimerswaal benoemd tot griffier. Ze werkt al in Reimerswaal, als gemeentejurist. Jeroen van Spijk was sinds januari interim-griffier. Militza Connell-Maduro, griffier van de eilandsraad van Sint Eustatius, is op 47- jarige leeftijd overleden. Voor zij in februari 2021 tot griffier werd benoemd, vervulde zij sinds 1996 veel andere functies in het openbaar bestuur van de ‘bijzondere gemeente’ Sint Eustatius. Watze de Boer is overleden. De Boer was bestuurslid van meerdere rekenkamers en van de NVRR, de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies. Hij startte in 2001 als voorzitter van de Rekenkamercommissie Utrecht. JOHAN DE JAGER In Hardinxveld-Giessendam is Johan de Jager benoemd tot interim gemeentesecretaris. Hij volgt hiermee Robert ‘t Hoen op die in januari 2021 bij de gemeente vertrok. De Jager is nu nog interim gemeentesecretaris in BodegravenReeuwijk. De Jager begint op 1 juli in HardinxveldGiessendam. SASKIA VAN DIJK De gemeenteraad van Gilze en Rijen heeft Saskia van Dijk aangewezen als nieuwe griffier. Ze wordt de opvolger van Joep Timmermans die binnenkort met pensioen gaat. Van Dijk was griffier in Landsmeer. Daarvoor vervulde zij diverse functies bij gemeenten en was zij ruim zes jaar raadslid en fractievoorzitter in de gemeenteraad van IJsselstein. MARCEL MEIJS Marcel Meijs is als strategisch adviseur begonnen bij BMC. Meijs combineert zijn aanstelling bij BMC met zijn promotieonderzoek naar beleidmaken en beleiduitvoeren in het sociaal domein. Meijs was hiervoor gemeentesecretaris in Tilburg. Enschede en Sittard-Geleen. Daarnaast was hij onder meer voorzitter van de Vereniging voor Gemeentesecretarissen en lid van verschillende commissies van de VNG. OPROEP Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia ADVERTENTIE Beleidsmedewerker Wmo Maatwerkvoorzieningen Bruggenbouwer • Flexibel • Klantgericht • Organisatiesensitief Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling Gedreven • Betrokken • Verbinder • Pro-actief • Flexibel Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl INDEX 61 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Belastingdienst Bestman / Provincie Zuid-Holland Caop Geerts & Partners / Gemeente Molenlanden Gemeente Altena Gemeente Dordrecht Gemeente Eindhoven Gemeente Groningen Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Heumen Gemeente Nieuwegein Gemeente Pijnacker-Nootdorp Gemeente Zuidplas Interprovinciaal Overleg JS Consultancy / Gemeente Venray JS Consultancy / Waterschap Vallei en Veluwe Meerinzicht Meerinzicht Necker van Naem / Gemeente Borger-Odoorn Necker van Naem / Gemeente Zundert Publicspirit / Provincie Utrecht Stimuleringsfonds Voor De Journalistiek Waterschap Scheldestromen FINANCIËN EN ECONOMIE BMC Gemeente Assen Gemeente Purmerend Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Omgevingsdienst Brabant Noord Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland ICT EN AUTOMATISERING CeresRecruitment / Omgevingsdienst Brabant Noord Gemeente Delft Gemeente Lelystad Gemeente Nijmegen Gemeente Veenendaal Servicecentrum Drechtsteden MILIEU Bij12 Provincie Noord-Brabant Provincie Zuid-Holland Spaarnelanden OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Hoeksche Waard PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Moerdijk Provincie Zuid-Holland RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Certus Groep / Gemeente Leidschendam-Voorburg Certus Groep / Gemeente Maassluis Gemeente Apeldoorn Gemeente Ermelo Gemeente Lelystad Gemeente Molenlanden Gemeente Molenlanden coördinerend bestuursadviseur statengriffier secretaris openbaar bestuur en veiligheid directeur bedrijfsvoering organisatieadviseur projectmanager kwartiermaker publiek warmtebedrijf secretaris / onderzoeker rekenkamer raadsadviseurs / commissiegriffiers burgemeester bestuurssecretaresse burgemeester clustermanager bedrijfsvoering programma- en projectondersteuner ida teammanager teamleider bedrijfsvoering en orgenisatie afdelingsmanager complexe & regionale vraagstukken afdelingsmanager kwaliteit griffier griffier proces- & verandermanager algemeen directeur secretaris-directeur business controller senior adviseur economie teammanager financiën & control adviseur verzekeringen financieel adviseur business controller senior strategisch adviseur planning en control teamleider middelen functioneel beheerder vth-applicatie chief preservation officer stadsarchief delft informatiemanager sociaal domein strategisch informatie adviseur concern information security officer business consultant digitalisering adviseur natuur contractmanager natuur senior beleidsmedewerker energietransitie - warmte teamleider afval en grondstof 2x adviseur integrale veiligheid strategisch hr adviseur hr adviseur teamleider locatieontwikkeling strategisch adviseur regio beleidsmedewerker verkeer senior ontwerper openbare ruimte programmamanager (strategisch) adviseur wonen adviseur ruimtelijke ordening junior adviseur ruimtelijke ordening Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 62 pagina 62 pagina 62 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 62
62 INDEX JS Consultancy / Gemeente Haarlemmermeer JS Consultancy / Gemeente Uithoorn Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Platform31 Platform31 Platform31 Provincie Noord-Holland Publiek Netwerk / Gemeente Medemblik Van de Groep & Olsthoor / Koninklijke Smals Waterschap Drents Overijsselse Delta SOCIAAL BMC BMC Colourful People / Gemeente Eindhoven Gemeente Nissewaard Gemeente Utrecht Meerinzicht Publiek Netwerk / Gemeente Edam Volendam Publiek Netwerk / Gemeente Edam-Volendam VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Nissewaard Leeuwendaal / Nidos Publiek Netwerk / Over-Gemeenten OVERIGE Gemeente Nissewaard senior inkoopadviseur OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl senior beleidsadviseur wonen strategisch adviseur ro senior toezichthouder industrie en mkb senior projectleider leefbare wijken projectleider toekomstbestendige woningmarkt senior én medior projectleider duurzame ontwikkeling beleidsadviseur omgevingswet en omgevingsverordening projectleider ruimtelijke ontwikkeling senior manager gebiedsontwikkeling beleidsadviseur waterveiligheid beleidsadviseur welzijn en subsidies strategisch adviseur maatschappelijke ontwikkeling interim (programma) manager werk en inkomen beleidsmedewerker manager sociaal domein voor team leerlingzaken afdelingsmanager wmo senior beleidsmedewerker wmo beleidsmedewerker wmo maatwerkvoorzieningen ervaren communicatie- en participatieadviseur senior communiciatieadviseur senior communicatieadviseur pagina 64 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 60 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 60 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Teamleider Locatieontwikkeling 32-36 uur | Schaal 12 Beleidsmedewerker Verkeer 32-36 uur | Schaal 10 • Integraal manager • Affiniteit verandermanagement • Coachen van professioneel, ambitieus team • Werken gemeente met keurmerk: ‘beste werkgever’ • A t/m z betrokken • Allrounder met veel verantwoordelijkheid • Verkeerskundige affiniteit • Innovatief vermogen Strategisch Adviseur Regio 32-36 uur | Schaal 12 • Regionale profilering gemeente • Integraliteit bevorderen • Kennis van Ruimtelijk Domein • Werken gemeente met keurmerk: ‘beste werkgever’ Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Koen Salet | 06-42267005 koensalet@certusgroep.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 21 | 2021
Pagina 64
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsTeamleider Bedrijfsvoering en Organisatie 36 uur | schaal 12 max. € 83.638,- bruto per jaar (incl. IKB) Coachend en faciliterend leidinggevende die verantwoordelijk is voor de doorontwikkeling van het team, dat voor een aantal grote uitdagende ontwikkelopgaven staat. Heeft ervaring met veranderopgaven en integrale bedrijfsvoering. Affiniteit met financiën en digitale transformatie is een pre. Is verbindend, koersvast, een “bouwer”, resultaat- en ontwikkelingsgericht en bestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Senior Beleidsadviseur Wonen 36 uur | schaal 12 max. € 82.476,- bruto per jaar (incl. IKB) Wil je bijdragen aan diversiteit in woningaanbod bij een jonge gemeente met stedelijke architectuur en hightech multinationals? Je vervult een coördinerende rol en levert input aan regionale opgaven. Je gaat graag aan de slag met sociaal strategische ontwikkelingen en bent in staat om binnen een complex krachtenveld met externe partijen te excelleren. Verbindend | Overtuigingskracht | Teamspeler. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Teammanager 36 uur | schaal 12 max. €82.478,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren Inspirerend en faciliterend generiek manager die met een zakelijke en resultaatgerichte stijl van leidinggeven bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van het team en organisatie. Stelt duidelijke kaders en zorgt voor maximale ontwikkeling van medewerkers en stuurt daarbij op resultaat. Staat stevig in de schoenen, is overtuigend, omgevingsbewust, ambitieus en ziet samenwerking als vanzelfsprekend. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Strategisch Adviseur RO (2 fte) 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Binnen je vakgebied neem je met lef het voortouw en wijs je de organisatie de weg. Je ontwikkelt beleid en bereidt bestuurlijke keuzes voor waarbij je juiste prioriteiten stelt. Brede rol binnen een professioneel en gezellig team met veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Diverse disciplines spelen een rol; wonen, verkeer, duurzaamheid, milieu, communicatie. Pragmatisch, analytisch en oplossingsgericht. Interesse? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 09-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Samen Jeugdwet negeren uit eigen belang Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. WIE GRIJPT BIJ WIE IN AAN LAARS GELAPT Het kan verkeren. Zo liggen het ministerie van VWS en gemeenten met elkaar in de clinch over de regelgeving binnen de Wmo en zo zijn VWS en gemeentekoepel VNG het roerend met elkaar eens over het bewust overtreden van de Jeugdwet. Te beginnen met de Jeugdwet. Over een structurele verhoging van het jeugdbudget voor gemeenten loopt momenteel een arbitrageprocedure. VWS en gemeenten kwamen er onderling niet uit. Een dezer dagen wordt het oordeel van deze ‘commissie van wijzen’ verwacht. Over extra incidenteel jeugdgeld voor 2021 zijn beide partijen het wel eens geworden. Gemeenten krijgen er 613 miljoen euro extra bij, maar wel onder tamelijk strikte bestedingsvoorwaarden. Op een aantal punten wordt gemeenten wel ruimte geboden. Daar zit een hele bijzondere tussen. ‘Gemeenten gaan (verder) aan de slag met maatregelen die binnen de huidige wet- en regelgeving mogelijk zijn.’ Het gaat om, en hier komt ‘ie: ‘het versmallen van de medische verwijsroute door enkel te verwijzen naar gecontracteerd aanbod’. Dit is echter ronduit in strijd met artikel 2.6 van de Jeugdwet. Kort gezegd komt dat artikel erop neer dat gemeenten zich niet hebben te bemoeien met een doorverwijzing door een huisarts of andere medische specialist. Negeren VWS en de VNG dit uit eigen belang? Dat gebeurt niet bij de toekenning van huishoudelijke hulp. De kosten hiervoor rijzen de pan uit. Veel ‘rijken’ zetten sinds het schrappen van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage hun eigen hulp buiten de deur en kloppen hiervoor aan bij hun gemeente. De VNG roept gemeenten op het inkomen wel te laten meetellen bij aanvragen voor huishoudelijke hulp. Dat is in strijd met de Wmo, zegt minister De Jonge (VWS), die zich beraadt op ingrijpen bij gemeenten die dit (willen gaan) doen. De VNG ziet het anders. Als er voldoende geld is om zelf een hulp te betalen, is sprake van zelfredzaamheid. En bij voldoende zelfredzaamheid mag een aanvraag worden afgewezen. Het wachten is op de eerste rechtszaak. Of op ingrijpen van de minister. Maar wie fluit de minister én de VNG terug als het gaat om de Jeugdwet? ADVERTENTIE YOLANDA DE KOSTER REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY CRISISHERSTEL De regio Eindhoven maakte verschillende economische crises mee. Die van begin jaren negentig leidde tot massaontslagen bij Philips en DAF. Ook latere crises kwam de regio door nauw samen te werken te boven. 10 INTERVIEW KAREN KAMPS Al jaren staan in Doetinchem gifvaten te lekken. De nieuwbakken fractievoorzitter van GroenLinks Karen Kamps eist actie van de eigen milieuwethouder. Het lokale partijbestuur wil dat ze haar mond houdt. Dat doet ze niet. 28 MARGINALE ROL BIJ KABINETSFORMATIES 25 VREES VOOR LEEGSTAND STADSCENTRA NA CORONA De coronacrisis veroorzaakt lege binnensteden. Voor centra die het toch al moeilijk hadden, lijkt het de druppel. Bericht uit Deventer en Roosendaal. Defensie en Buitenlandse Zaken horen al eeuwen bij de zekerheden van elke kabinetsformatie. Die schijn van onveranderlijkheid bedriegt: Europese integratie en andere naoorlogse ontwikkelingen lieten wel degelijk hun sporen na in deze aloude instituties. BUITENLANDPOSTEN WAREN EENS VAN DE HOGE HEEREN NIEUWS Thuiswerken kost miljoenen Gemeenten moeten ‘nee’ leren zeggen ESSAY Positieve veiligheid ACHTERGROND Afrekenen op resultaat op z’n retour ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. 18 22 Bewindvoerders: strakkere band met gemeenten 31 Brussel richt pijlen op regeldruk Buffer redt Bargerveen 34 36 4 5 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE PERSONALIA 5 6 9 17 33 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 04 NIEUWS FINANCIËN DOOR: HANS BEKKERS Gemeenten zullen vanwege het thuiswerken van hun personeel structureel moeten investeren in digitalisering. Dat brengt extra kosten met zich mee, die overigens deels worden gecompenseerd omdat minder kantoorruimte nodig is. INVESTERINGEN GEMEENTEN IN DIGITALISERING THUISWERKEN KOST MILJOENEN Onderzoeksbureau AEF heeft in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten middels een enquête onder gemeenten de verwachting geïnventariseerd omtrent het thuiswerken na corona en daar ook een kostenplaatje aan gehangen. Nauwelijks een verrassing is dat de verwachting breed wordt gedeeld dat ambtenaren meer dan voor de crisis gaan thuiswerken. ‘Ook wanneer de versoepelingen zijn doorgevoerd en iedereen weer naar kantoor mag, denken gemeenten dat thuiswerken onderdeel blijft van hun werkgeverschap’, aldus de onderzoekers. Dat betekent volgens AEF wel dat gemeenten structureel zullen moeten investeren in digitalisering. Naast de aanschaf van laptops, softwarelicenties en dergelijke, voorzien gemeenten namelijk ook structurele extra kosten voor ict-ondersteuning en digitale beveiliging. In het eerste kwartaal van dit jaar gaven gemeenten circa 3,5 tot 5,5 miljoen euro extra uit aan digitalisering. Het afgelopen jaar is er blijkens de enquête bij veel gemeenten versneld gedigitaliseerd. ‘De benodigde stappen in het aanschaffen van software (bijvoorbeeld Microsoft Teams) en hardware (laptops) om zo goed mogelijk thuis te kunnen werken, zijn bijna volledig gezet. Doordat er meer apparatuur en software in omloop is, groeien ook in 2021 de licentiekosten en kosten voor ondersteunende diensten’, aldus de onderzoekers. Dezelfde uitgaven worden verwacht in het tweede kwartaal, zodat de teller uitkomt op zo’n 11 miljoen euro. Soms blijkt er ook bespaard op opleidingen EXTRA KOSTEN Blijkens het onderzoek hebben gemeenten de eerste maanden zo’n 14 miljoen euro extra kosten gemaakt voor ondersteuning en overhead. Dat zit ‘m deels in de extra kosten om de coronamaatregelen te communiceren naar burgers. En ook maatregelen op het gemeentehuis leiden tot extra kosten leiden, zoals de inkoop van beschermingsmiddelen. Bovendien hebben sommige gemeenten extra personeel ingehuurd, zoals medeDEN BOSCH: 1,5 MILJOEN VOOR THUISWERKEN Om ambtenaren naar behoren te kunnen laten thuiswerken, trekt de gemeente Den Bosch in 2020 en 2021 anderhalf miljoen euro uit. Het gaat dan onder andere om het aanpassen van thuiswerkplekken. Om het thuiswerken te faciliteren zijn er extra ict-kosten zoals het uitbreiden van de server- en geheugencapacteit, de aanschaf van het programma Microsoft Teams en het kopen van extra thuiswerklicenties. Daarnaast zijn er meer laptops en schermen ter beschikking gesteld. Dat blijkt uit de vierde coronarapportage van de gemeente. Het thuiswerken levert Den Bosch ook geld op. Door een aantal vaste werkplekken te schrappen, bespaart de gemeente 1 miljoen euro. werkers voor het dossier corona, op burgerzaken en bij het subsidieloket. Die kosten zullen in het tweede kwartaal ongeveer van dezelfde omvang zijn, zodat halverwege het jaar sprake is van een extra kostenpost van circa 28 miljoen euro. De extra kosten worden overigens naar verwachting voor een deel gecompenseerd door lagere uitgaven aan de fysieke werkomgeving en een woon-werkverkeervergoeding. ‘Mogelijk kunnen gemeenten ook besparen op kantoorruimte, hoewel dit sterk afhankelijk is van bestaande contracten’, aldus de onderzoekers. Zij becijferen dat er tot en met juni sprake zou kunnen zijn van een besparing van zo’n 20 miljoen euro op de werknemersuitgaven. Zo hebben de meeste gemeenten – net als in 2020 – de afgelopen maanden minder uitgegeven aan catering en andere facilitaire zaken. Soms blijkt er ook bespaard op de opleidingen van medewerkers, omdat die zijn uitgesteld of geannuleerd. De reiskosten van medewerkers zetten sommige gemeenten om in een thuiswerkvergoeding. Bij enkele gemeenten is ook er op bespaard. HUISAFVAL Een van de andere gevolgen van het vaker thuiswerken is dat er een verschuiving van kantoor- naar huisafval plaatsvindt. Verder zal er in het algemeen meer leegstand zijn van kantoren, niet alleen bij de gemeente zelf. Dat kan negatief zijn voor het toekomstperspectief van bestaande kantoorgebieden, maar ook mogelijkheden bieden tot herontwikkeling en het verlichten van de woningnood. Lees ook pag. 6 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR NIEUWS 05 Gemeenten kunnen niet alle problemen van inwoners oplossen. Ze moeten op zoek naar een ‘houdbare balans’ om de tekorten in het sociaal domein binnen de perken te houden. Hoe? Door hun kerntaken op bescheiden en realistischer wijze in te vullen. VISITATIECOMMISSIE SOCIAAL DOMEIN: GEMEENTEN MOETEN ‘NEE’ LEREN ZEGGEN ‘Veel gemeenten willen veel zaken oppakken om inwoners zoveel mogelijk te ondersteunen en allerlei soorten problematiek op te lossen. Dit is een mooi streven, maar een streven dat niet lijkt te lukken binnen de financiële mogelijkheden van de gemeente.’ Dat stelt de visitatiecommissie financiële houdbaarheid sociaal domein in haar vierde tussenrapportage. Vooral bij de jeugdzorg worsteCARTOON BEREND VONK len gemeenten met hun verantwoordelijkheid en die van de ouders en hun directe omgeving. Die zoektocht naar een houdbare balans en verdeling van verantwoordelijkheden moeten gemeenten samen met ouders en de samenleving oppakken. Een heldere focus op een beperkt aantal activiteiten is daarnaast belangrijk. Als die ontbreekt, is de kans groot dat beoogde resultaten op zowel maatschappelijk als financieel vlak niet worden bereikt. Er moeten dus (lastige) keuzes worden gemaakt. Op gezette tijden moeten op bestuurlijk niveau de koppen bij elkaar worden gestoken om te bepalen hoe de schaarse middelen het beste kunnen worden ingezet. ‘Wanneer is ‘goed’ ook goed genoeg? In hoeverre accepteren we het risico op klachten? Wanneer is het op scherp zetten van de relatie met inwoners of aanbieders van de gemeente gerechtvaardigd?’ Antwoorden op dergelijke vragen zouden bij voorkeur in gemeentelijke visies moeten worden vastgelegd. Gemeenten doen er goed aan een afwegingskader te maken, waaruit duidelijk wordt wat voor gemeente ze willen zijn, in het licht van de verdeling van beperkte budgetten. Duidelijk moet worden welke kwetsbare burgers altijd hulp zullen krijgen en welke hulp en ondersteuning niet meer via de gemeente wordt betaald. Op eigen verzoek hebben inmiddels 23 gemeenten zich door de visitatiecommissie laten bezoeken. Dit jaar volgen er nog zeven. Daarna volgt een eindrapportage.
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 06 NIEUWS IN BEELD BEDRIJFSVOERING DOOR: HANS BEKKERS ICT EN DE WERKVLOER € 86 € 75 € 63 € 68 € 79 2015 2016 2017 2018 2019 ICT-KOSTEN STIJGEN SNELLER Iets wat al langer gaande is in andere sectoren, zoals banken en webwinkels, gebeurt nu ook bij gemeenten: ict wordt steeds meer een productiefactor. Tussen 2016 en 2020 zijn de apparaatskosten van gemeenten gestegen van 622 naar 736 euro per inwoner. De ict-kosten stegen nog net iets sneller: van 63 naar 86 euro per inwoner. Het aandeel ict-kosten in de apparaatskosten nam toe van 10,1 procent in 2016 naar 11,6 procent in 2020. Er is dus een kleine verschuiving te zien van arbeid naar ict bij gemeenten, maar minder dan verwacht. De ontwikkeling roept vragen op. Moeten gemeenten niet ruimhartiger zijn als het gaat om ict-investeringen? En juist strakker sturen op de apparaatskosten als geheel, om verdere stijging daarvan te voorkomen? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 NIEUWS IN BEELD 07 Al vijf jaar voor de coronacrisis nam het aantal vierkante meters kantoorruimte per werknemer in gemeentehuizen af. Die trend is door het vele gedwongen thuiswerken versneld, zo blijkt uit Trends bij Gemeenten vanuit de benchmark Vensters voor Bedrijfsvoering. Ict drukt steeds nadrukkelijker een stempel op de werkprocessen. AFNAME VAN DE OVERHEAD Door digitalisering van overheadfuncties neemt het percentage overheadformatie af. Dit is een ontwikkeling die was voorzien. Wat begon met het schrappen van administraties, met hr-selfservice en met een digitaal archief, zet zich door naar de gehele bedrijfsvoering. Medewerkers in het primair proces kunnen steeds meer overheadtaken zelf uitvoeren, ondersteund door ict-oplossingen. De digitalisering leidt overigens niet tot afname van werkgelegenheid bij gemeenten. De totale formatie van gemeenten neemt al jaren toe. 30,3% 30,5% 28,9% 28,9% 28,5% 3 3 2 2 2 2015 2016 2017 2018 2019 RUIMTEBESLAG HET AANTAL VIERKANTE METERS VERHUURBAAR VLOEROPPERVLAK KANTOORRUIMTE UITGEDRUKT PER FTE MINDER VIERKANTE METERS 29m2 29m2 26m2 25m2 24m2 2015 2016 2017 2018 2019 Al vijf jaar voor de coronacrisis was het aantal vierkante meters kantoorruimte aan het afnemen. Interessant is hoe deze ontwikkeling zich doorzet, nu medewerkers massaal zijn gaan thuiswerken. We zien dat veel organisaties en managers voor de coronacrisis nog niet zo voorstander waren van thuiswerken en dit vaak belemmerden. Dit is aan het veranderen. In het Vensters-webinar – terug te kijken op www.vensters.net – gaan de Amsterdamse gemeentesecretaris Peter Teesink en Mary-José van Overveld, directielid Waterschap Brabantse Delta, in op deze en andere trends.
Pagina 8
Van complexe opgaven naar concreet handelingsperspectief Drie online kennissessies voor gemeenten De roep om een sterke en verbindende overheid, die over meer uitvoeringskracht beschikt, wordt steeds luider. Ook voor gemeenten geldt dit in belangrijke mate. Zij staan voor grote uitdagingen, onder meer op het gebied van gebiedsontwikkeling, onderwijsachter standen en financiën. Daarom organiseert BMC drie online kennissessies, die u verdieping én een eerste aanzet tot een oplossing bieden. Bent u als burgemeester, wethouder of gemeentesecretaris verantwoordelijk voor een van deze thema’s in uw gemeente? En wilt u de stap zetten van complexe opgaven naar concreet handelingsperspectief? Verzeker u dan nu van een plek bij deze kennissessies via www.bmc.nl/kennissessies. U kunt zich aanmelden voor één of meerdere sessies. Voor in uw agenda! Donderdag 10 juni · 16.00 - 17.00 uur Gebiedsontwikkeling: schakelen en makelen in een complexe werkelijkheid Donderdag 17 juni · 16.00 - 17.00 uur OnderwijsAlliantie: publiek­private samenwerking tegen kansenongelijkheid Donderdag 24 juni · 16.00 - 17.00 uur Herijking van het gemeentefonds: kans of bedreiging? Kijk voor meer informatie op onze website www.bmc.nl/kennissessies Partners in verbetering www.bmc.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 ONGELUKKIG HUWELIJK FUSIES EN DEMOCRATIE Ontwikkel u verder Kennis blijven delen, op de hoogte blijven van de laatste vaktrends en samen scenario’s verkennen en blijven verbinden. Dat is in deze tijd belangrijker dan ooit. Daarom focussen we juist nu met onze virtuele congressen en online opleidingen op wat u nodig heeft. Met inhoudelijke trainingen die aansluiten op de doelstellingen van de VNG, opleidingen die inspelen op vaardigheden voor uw persoonlijke ontwikkeling en sprankelende digitale evenementen. Ons aanbod Online basiscursus: Aansprakelijkheid en verzekeringen 1 juni Week van de participatie Regio Noord: 7 - 14 juni Regio Midden: 15 - 22 juni Regio Zuid: medio september Leergang: Gemeentelijke Regie Gezondheid 7 juni Masterclass: Omgevingsplan in één dag 7 en 10 juni 2-daagse Leergang: Democratische Rechtsorde 8 en 24 juni Masterclass: Scenariodenken 17 juni Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Tijdens het college over gemeentelijke herindelingen vallen vaak warme woorden over de huiselijkheid van een kleinschalige democratie, het belang van lokale journalistiek en de aangeboren betrokkenheid van hun gemeentenaren bij hun gemeente. Studenten voelen doorgaans heel goed aan wat hun docent wil horen. Maar als het te lyrisch wordt, organiseer ik een quiz. Herken een raadslid uit je eigen gemeente. Op welke zender zit de regionale omroep? En wat merk je eigenlijk van de gemeente? De uitkomsten zijn jaarlijks ongeveer hetzelfde. Studenten decentralisatierecht verschillen weinig van hun leeftijdsgenoten met een andere hobby. Een enkeling herkent een raadslid, de meesten zijn al trots op het noemen van de naam van hun burgemeester – maar dat heeft dan weer weinig met democratie te maken. Naar een lokale nieuwszender kijken ze hoofdzakelijk als ze dronken thuiskomen en betrokkenheid bij de gemeente definiëren ze als de afstand die ze moeten fietsen om hun nieuwe paspoort op te halen. Zijn de democratische bezwaren tegen herindelingen dan voorbeelden van ‘de dogma’s en de taboes’ waar we volgens Thom de Graaf vanaf moeten? De vice-president van de Raad van — State trapte onlangs in dit blad zijn oude paarse brommertje weer aan: bestuurskracht organiseren. En snel een beetje, desnoods van bovenaf, op initiatief van de provincie. Vanuit Den Haag is dat allemaal evident. Er liggen immers ‘grote maatschappelijke opgaven’ te wachten. En dat klopt. Dus hoe zit dat dan? Feit is dat meer mensen romantische beelden koesteren over de lokale democratie dan er burgers bereid blijken zich ervoor in te zetten. Bovendien ben ik niet altijd evenveel onder de indruk van de democratische bezwaren uit een villadorp dat bij een stad wordt gevoegd. Ik snap de protesten tegen de verwachte stijging van de OZB en het verlies van het eigen gemeentehuis. Bovendien blijkt steeds weer dat herindelingen geen efficiencyvoordelen realiseren, terwijl dat verhaal toch telkens opduikt. Maar democratie gaat over identiteit. Zou iemand in het buitenland écht zeggen dat hij uit Leiderdorp komt en niet uit Leiden? Of het bij het uitchecken toch even wil rechtzetten: ‘No, no, I go back to Oegstgeest now’? Feit is echter ook dat de opkomst bij raadsverkiezingen daalt na herindelingen. En pas bleek nog iets anders: herindelingen hebben ook effect op de opkomst voor de Kamerverkiezingen. En dat klinkt niet op voorhand logisch. Want waarom zou je stoppen met stemmen voor de Tweede Kamer als je oude gemeente niet meer bestaat? De grote gemeenterechtman Alfons Dölle was Steeds weer blijkt dat herindelingen geen efficiencyvoordelen realiseren GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN ook socioloog en had voor dit verschijnsel een verklaring: identiteitsconversie. Landelijke en lokale vraagstukken lopen voortdurend in elkaar over. Daardoor wordt vaak geklaagd over landelijke thema’s die de lokale verkiezingen overschaduwen, maar het werkt ook andersom. ‘Het beeld dat een burger heeft over de politiek als verschijnsel wordt in belangrijke mate bepaald door de invulling die die politiek krijgt op het plaatselijk niveau,’ schreef hij. ‘Vindt die invulling plaats vanuit een geconstrueerde en op afstand geplaatste gemeentelijke overheid, dan zullen de mogelijk daaraan ontleende gevoelens van ongenoegen snel vertaald worden naar de andere politieke niveaus.’ Plaatselijk gevoelde betrokkenheid hoeft zich niet altijd per se om te zetten in fanatieke deelname aan de lokale politiek, maar kan zich ook vertalen in constructieve landelijke politiek. De quiz die ik studenten voorschotel is niet alleen flauw. Hij klopt ook niet. De jaren van sterke regie op herindelingen (1984-2002) laten inderdaad een dalende opkomst bij de Kamerverkiezingen zien. Hoewel het aantal gemeenten is blijven dalen, stijgt de opkomst inmiddels weer. De vraag is echter van welk soort betrokkenheid die stijging het resultaat is. Het politieke ongenoegen in de uitslagen neemt gestaag toe. Sommigen zeggen dat populisten eigenlijk willen dat de overheid beter presteert. Misschien is dat zo. Maar als we daarom bestuurskracht via herindelingen willen gaan realiseren, dreigt een vicieuze cirkel.
Pagina 10
10 INTERVIEW KAREN KAMPS DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: THEO KOCK Al jaren staan in Doetinchem gifvaten te lekken. De nieuwbakken fractievoorzitter van GroenLinks Karen Kamps eist actie van de eigen milieuwethouder. Het lokale partijbestuur wil dat Kamps haar mond houdt. Dat doet ze niet. ‘Ik vertegenwoordig de inwoners, niet het bestuur.’ KAREN KAMPS: EEN PIETER OMTZIGT IN GELDERLAND ‘ALLES VOOR DE WETHOUDER’ Karen Kamps klautert afgelopen zomer op een twee meter hoge stelling om een open vat met giftig blusschuim te kunnen fotograferen op het bedrijventerrein aan de Voltastraat in Doetinchem. Ze heeft ze voor het uitkiezen: er staan honderden vaten. ‘Bedwelmd door de chemische lucht’ dondert de fractievoorzitter van GroenLinks in Doetinchem van de stellage en breekt een ruggenwervel. ‘De chemische stank in dat vat was net zo bedwelmend als het gif in de GroenLinks-fractie’, zegt Kamps op het bomvolle terras van Stadscafé Simons op het Simonsplein in Doetinchem. ‘Maar ik heb geluk gehad, het was een stabiele breuk.’ Karen Kamps wordt na de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 fractievoorzitter van GroenLinks. De partij heeft er een zetel bijgekregen en levert weer een wethouder in een gemêleerd college. Dat ze zonder ervaring als raadslid meteen fractievoorzitter wordt, verbaast Kamps zelf nog het meest. ‘Ik was tegen de sollicitatiecommissie duidelijk geweest over wat ik wel en wat ik niet wilde. Dat sloeg kennelijk aan. Ik vond het een probleem dat de afdeling van GroenLinks heel erg naar binnen was gekeerd. De rollen liepen ook volledig door elkaar. In de vorige periode was wethouder Frans Langeveld bijvoorbeeld voorzitter van de fractievergaderingen. En dat deedie heel dominant. Het bestuur was ook erg overheersend. Ik vond: iedereen in zijn eigen hok. Natuurlijk ben je van GroenLinks en dat je je wilt profileren is begrijpelijk, maar je hebt wel verschillende taken. Een wethouder zit de fractievergadering niet voor.’ Fractievoorzitter Kamps gaat de fractievergaderingen voorzitten. De wethouder bestuurt, de fractie controleert. Het werd tijd, vond Kamps. ‘Er heerste een cultuur van ons-kent-ons. Het was erg klef. Mensen kenden elkaar door en door en kwamen bij elkaar over de vloer. De halve fractie en het bestuur waren onder behandeling bij de echtgenoot van een raadslid. Ik kan mij heel goed voorstellen dat de bestuursleden dachten: wat kom jij hier doen? De sollicitatiecommissie wilde een cultuurverandering en meer aandacht voor sociaal. Dat was er in de voorgaande periode totaal bij in geschoten. Het aardige is dat ik een sociale achtergrond heb, maar de sollicitatiecommissie schatte in dat ik met groen en milieu ook wel overweg kon.’ Dat hebben ze geweten. DUIZEND GIFVATEN Als Kamps in het voorjaar van 2018 fractievoorzitter van GroenLinks wordt, heeft ze geen idee dat aan de Voltastraat al jaren meer dan duizend gifvaten zijn opgeslagen. Kamp: ‘Ik ben ervan overtuigd dat de meeste raadsleden dat ook niet wisten.’ Dat wordt anders als de Gelderlander in het najaar van 2019 gewag maakt van een zitting bij de Raad van State. Afvalbedrijf Rutgers Milieu kan niet leven met de dwangsommen die de gemeente hem wil opleggen. Als de gemeente voet bij stuk houdt, gaat Rutgers failliet. Rienko Rutgers heeft een methode bedacht om uit blusschuim bodemverbeteraar te toveren. Er zijn alleen geen kopers. En ondertussen lekt het kankerverwekkende perfluoroc‘Ik zag meteen dat de vaten lekten’ taansulfonzuur (PFOS) uit de vaten in de bodem van het Doetinchemse bedrijventerrein. Van de provincie Gelderland mogen er tien blusschuimvaten staan, het zijn er dertienhonderd. Kamps neemt poolshoogte aan de Voltastraat, maar de vaten staan uit het zicht. Ze stelt ook raadsvragen. ‘Het bijzondere was dat de burgemeester antwoord gaf, terwijl GroenLinks-wethouder Frans Langeveld milieu in zijn portefeuille had’, zegt Kamps. ‘Wel apart, maar daar heb ik toen niets achter gezocht. Wat op het bedrijventerrein gebeurde kon echt niet, vond de burgemeester. Er zou gelijk wat aan worden gedaan. Ik vertrouwde erop dat dat zou gebeuren.’ Een half jaar later staan de gifvaten er nog steeds en meldt de Gelderlander dat Rutgers Milieu failliet is. ‘Toen gingen bij mij alle alarmbellen af. Binnen de fractie van GroenLinks en de afdeling was er niets aan de hand.’ Op verzoek van de grondeigenaar neemt ze voor het eerst een kijkje óp het terrein. ‘Ik zag meteen dat de vaten lekten en besloot om landelijk aandacht te vragen voor de gifvaten. Ik heb contact opgenomen met GroenLinks Kamerlid Suzanne Kröger en met Statenlid Charlotte de Roo. “En jouw wethouder dan? Vroeg of laat kom je toch bij hem uit. En hij is wel van ónze partij”, zei Charlotte.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 INTERVIEW 11 CV KAREN KAMPS studeerde aan de Fontyn Hogeschool in Eindhoven cultureel en maatschappelijk werk en sociaal-juridische dienstverlening. Ze werkte als casemanager bij de Jeugdzorg. Kamps was van maart 2018 tot oktober 2019 fractievoorzitter van GroenLinks in de gemeenteraad van Doetinchem. Op 16 oktober 2020 leverde ze haar zetel voor GroenLinks in. Vorige maand zegde zij haar lidmaatschap van GroenLinks op. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021
Pagina 12
INTERVIEW 13 ‘Maar de wethouder dook weg voor zijn verantwoordelijkheid’, zegt Kamps. ‘Ook in de fractievergaderingen toonde hij geen enkele betrokkenheid. Hij had Doetinchem en GroenLinks een dienst kunnen bewijzen door een stap naar voren te doen, maar hij bleef staan.’ VERVELEND GESPREK En niemand vroeg: “Frans, hoe zit dat?” Kamps: ‘Toen nog niet, dat kwam later. Het was vorig jaar zomer. Ik vroeg een gesprek met hem aan. Nog steeds niets aan de hand, totdat ik zei dat de gifvaten toch ook zíjn verantwoordelijk waren. Toen ging het mis. Het werd een heel vervelend gesprek. Ik zei: “Ik respecteer het dualisme, maar ik spreek jou nu aan als partijgenoot. Kunnen we niet…” Nee, nee, nee. Hij voelde het als een motie van wantrouwen. Ik zei: “Ik zal je verdedigen als je een stap naar voren zet.” Hij wilde de verantwoordelijkheid niet. Hij was niet tegen het verwijderen van de gifvaten, hij wilde er alleen niet over praten.’ De fractievoorzitter en de wethouder van GroenLinks weten in de zomer waar ze aan toe zijn. ‘Hij wist dat ik niet zou los laten.’ Karen Kamps stelt weer raadsvragen. ‘Ook in de Staten en in de Tweede Kamer zouden GroenLinksers vragen stellen. Hiervoor moesten we ons hard maken. Waar ben je anders GroenLinkser voor?’ Tien dagen na het gesprek met de wethouder krijgen de raadsleden van GroenLinks een mail van het lokaal bestuur. Kamps: ‘De fractie mocht niet meer over de gif vaten beginnen. Er moest een communicatiepauze komen. Geen raadsvragen, niet twitteren, geen interviews. Want daarmee werd de wethouder geschaad. Alles voor de wethouder. Wat zouden we nou krijgen? Een raadslid mag niets zeggen over een milieudelict omdat dat de wethouder niet uitkomt? Kent het bestuur de grondwet wel, over last en zo? Op de officiële partijkanalen wilde ik best mijn mond houden, maar geen raadsvragen stellen? En natuurlijk sta ik de media te woord. Ik vertegenwoordig de inwoners, niet het bestuur.’ De voorzitter van GroenLinks in Gelderland en ook het landelijk bestuur gaan zich met de zaak bemoeien. Kamps: ‘“Je hebt volkomen gelijk”, zeiden ze in Den Haag. “Dit kan niet; we gaan het regelen.” Maar er gebeurde niets. “We hebben nu geen tijd; er is meer aan de hand.” Het was mij wel duidelijk dat het in Doetinchem niet meer goed zou komen. Om die reden ging ik akkoord met een interview voor De Monitor van KRO-NCRV. De burgemeester ontkende in de zomer nog dat de gifvaten lekten. Hij wist dat ze wél lekten. De raad werd onjuist geïnformeerd. Maar het komt ‘Er heerste een cultuur van ons-kent-ons’ van twee kanten, hè? Je laat het toe; kennelijk wil je het verhaal niet horen. Ik hoor het de huidige fractievoorzitter van GroenLinks nog zeggen: “Als de burgemeester zegt dat de vaten niet lekken, dan lekken ze niet”.’ OPHEF Daags na de uitzending van De Monitor zegt de fractie van GroenLinks in Doetinchem op 13 oktober het vertrouwen in haar fractievoorzitter op. Karen Kamps: ‘De andere partijen in de gemeenteraad en ook het college hebben mij niet tegengewerkt. Dat deed mijn eigen partij.’ De fractie wil haar niet meer, maar Kamps heeft haar zin. ‘De pers zat nu boven op de lekkende gifvaten. Zonder de media was er niets gebeurd, daar ben ik van overtuigd.’ De ophef die ze heeft veroorzaakt, kost haar wel haar raadszetel. ‘Daar heb ik zelf voor gekozen; ik had kunnen blijven zitten. Dat heb ik niet gedaan. Ik vond het vanzelfsprekend dat mijn zetel terugging naar de partij. Je krijgt als persoon stemmen omdat je een partij vertegenwoordigt. Bovendien: er zitten elf partijen in de raad, op een twaalfde zat niemand te wachten.’ In april van dit jaar zegt Kamps ook haar lidmaatschap van GroenLinks op. ‘Ik onderschrijf nog steeds de uitgangspunten van de partij, maar ik ben erg teleurgesteld in de partij-organisatie. De partij draait veel te veel om marketing.’ De gifvaten aan de Voltastraat zijn inmiddels opgeruimd. Het blusschuim is opgeslagen in, naar verluidt, lekvrije silo’s en de plastic vaten zijn vernietigd. Had het ook anders gekund? Verwijt ze zichzelf iets? Kamps: ‘Ik ben in het begin wellicht naïef geweest. Ik heb onderschat dat er zo weinig ruimte zou zijn voor dualisme. Maar ik denk niet dat ik andere keuzes zou hebben gemaakt. Ik had mij persoonlijk en als GroenLinkser nooit kunnen neergeleggen bij de milieuvervuiling in onze gemeente. Ik heb wel degelijk in de afdeling ruggensteun georganiseerd, maar die mensen zijn weggepest. Ik had de steun van mijn twee partijgenoten in de raad, tot het cruciale gesprek met de wethouder. Zij kozen de kant van de wethouder. GroenLinks zit in de coalitie en levert de wethouder, dus we houden onze mond.’ Als de gemeenteraad van Doetinchem in april van dit jaar het gifvatendrama bespreekt, zegt wethouder Langeveld dat het ‘verbijsterend is om te zien hoe het is gegaan. Dat wil je gewoon niet.’ Kamps is verbijsterd dat de wethouder zegt verbijsterd te zijn. ‘De wethouder heeft laten gebeuren dat die vaten daar zo lang konden lekken. Hij is sinds 2014 wethouder. Hij wilde zijn handen er niet aan branden. Rutgers Milieu was een lieveling van de politiek omdat het mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in dienst nam. Milieuregels kwamen Rutgers slecht uit. Natuurlijk, ze zouden de boel in orde maken, maar rustig aan. De gemeente belde de provincie dat het goed zou komen.’ DAKLOOS De Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) handhaafde vervolgens jarenlang niet aan de Voltastraat. ‘De pijlen zijn nu op de ODA gericht. De handhaving heeft gefaald. Nee, de politiek heeft gefaald. De politiek trekt bij de ODA aan de touwtjes. De Achterhoekse gemeenten en de provincie zitten in het bestuur. Wethouder Langeveld zit er namens Doetinchem in. De voorzitter van GroenLinks in Doetinchem is er toezichthouder.’ De milieuwethouder van GroenLinks heeft de gifvatenaffaire overleefd. Eind vorige maand werd een motie van afkeuring van de SP met 25 tegen 6 stemmen verworpen. Karen Kamps zit thuis en is politiek dakloos. ‘Maar ik ben er trots op dat ik als raadslid niet ben bezweken onder de druk van bestuurders en collega-raadsleden. Op zoek naar volksvertegenwoordigers die tegengas durven geven aan de regerende partijen, noemde de Gelderlander mij vorige maand een ‘echte Pieter Omtzigt’. Dat vind ik een grote eer. Ik zit liever in de ‘Omtzigtclub’ dan in de club van jaknikkers.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021
Pagina 14
14 ACHTERGROND ECONOMIE DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: BART VAN OVERBEEKE / ANP-HH De regio Eindhoven maakte verschillende economische crises mee. Die van begin jaren negentig leidde tot massaontslagen bij Philips en DAF. Ook latere crises kwam de regio door nauw samen te werken te boven. Is dat ‘recept’ ook bruikbaar voor de coronacrisis, en voor andere regio’s? SAMENWERKING HELPT REGIO DOOR CRISIS GEHEIM WAPEN REDT BRAINPORT EINDHOVEN LUNCH OP DE STRIP Medewerkers van de High Tech Campus ontmoeten elkaar BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ In de tijd dat je crisis hebt, moet je innoveren’ samenwerking. ‘Het fonds heeft ervoor gezorgd dat partijen zijn samengebracht om na te denken over de wijze waarop de regio de economische structuur kan versterken. Alleen al dat samenkomen was een vorm van economische structuurversterking.’ De regio Eindhoven staat ook wel bekend als Brainport Eindhoven. Overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven − samen de triple helix − werken er nauw samen om als innovatieve regio niet alleen voor forse economische groeicijfers te zorgen, maar ook zowel hoog- als laagopgeleiden van werk te voorzien. Om te voorkomen dat de regio ooit weer zo aan de rand van de afgrond zou komen te staan als tijdens de massaontslagen van begin jaren negentig, werden in de jaren daarna de handen ineengeslagen. Toenmalig burgemeester Rein Welschen van Eindhoven, toenmalig voorman Theo Hurks namens de industriële bedrijven en toenmalig collegevoorzitter van de Technische Universiteit Eindhoven, Henk de Wilt staken de koppen bij elkaar. Meer samenwerking moest leiden tot versterking van de economie. Alle 21 gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant haakten snel aan en stortten jaarlijks 11,50 gulden per inwoner (ruim 5 euro) in een regionaal stimuleringsfonds. Daar werd Europees geld aan toegevoegd. ‘Voorstellen tot economische versterking die uit dat fonds werden gefinancierd – en dat is het meeste unieke deel van dit concept − kwamen niet vanuit de overheid, maar vanuit een gemengde commissie van bedrijfsleven en kennisinstellingen’, vertelt Rob van Gijzel, oud-burgemeester van Eindhoven. Deze crisis maakte hij weliswaar niet als burgemeester mee, maar als Kamerlid had hij hierover vaak contact met zijn PvdA-partijgenoot Welschen. ‘Die commissie gaf vanuit dat fonds subsidie, dat helemaal uit overheidsgeld bestond. De overheid stelde het geld beschikbaar, maar had er geen zeggenschap meer over. Dat is heel bijzonder.’ Er waren wel criteria, waarvan de voornaamste was dat het om generieke, economisch versterkende maatregelen moest gaan. Met in totaal zo’n 5,5 miljoen euro per jaar had het fonds een omvang van niets, stelt Van Gijzel. De winst zat in de onderlinge ECOSYSTEEM ‘De hechtheid in de onderlinge contacten is een soort onderlegger geworden in het netwerk dat wij kennen. Die hechtheid is uiteindelijk uitgegroeid tot Brainport’, vertelt Van Gijzel. De van oudsher sterke sociale structuur die er bij Philips was, is in de regio altijd belangrijk geweest. ‘Toen die uit elkaar viel, wisten we elkaar toch te vinden.’ Burgemeester Remco Bosma van Bladel, een van de 21 Brainport-gemeenten (en economie in zijn portefeuille), heeft het over het bijzondere ecosysteem van de regio. ‘Er zijn veel onderlinge relaties en die koesteren wij. Dat betekent dat we samen die crisis uit moeten kunnen komen. En daar geloven wij ook in.’ ‘De gezamenlijke strategie, waar niemand de baas van is, is een kracht van de regio’, zegt Paul van Nunen, directeur van Brainport Development. Samen met de focus op de hightech sector. Na de eerste crisis begin jaren negentig diende zich in 2000 de volgende crisis aan, toen de internetbubbel uit elkaar klapte. Mede daardoor raakte chipfabrikant ASML in zwaar weer en dreigde om te vallen. Alle toeleveranciers dreigden in de ellende te worden meegezogen. ‘Voorkomen moest worden dat de hele keten zou instorten’, aldus Van Gijzel, die ook deze crisis van een afstand meemaakte. Alle partijen gingen om tafel om een oplossing te bedenken. Weer die gezamenlijkheid, die solidariteit, ondanks dat bedrijven deels ook concurrenten van elkaar zijn. Tijdens de kredietcrisis in 2008 was Van Gijzel als Eindhovens burgemeester direct betrokken bij de aanpak ervan. ‘In de week dat de Lehman Brothers omviel, heb ik de captains of industry gebeld om snel bij elkaar te komen. Ze kwamen allemaal. We hebben met elkaar besproken wat er aan de hand was, wat het betekent en wat wij als regio zouden moeten doen.’ Er werden onder meer in ‘Den Haag’ exportkredietgaranties geregeld, zodat bedrijven konden blijven exporteren. De door Zuidoost-Brabant aangedragen deeltijd-ww werd landelijk ingevoerd, waardoor werknemers een deel van hun tijd konden gebruiken om zich bij- en om te scholen. Ook werd een kenniswerkersregeling uit de grond gestampt om te voorkomen dat alle knappe koppen de regio zouden verlaten en de innovatiekracht zou verdwijnen, wat een blijvende aderlating voor de economie van Brainport zou betekenen. De regio pleitte in Den Haag voor een nationale innovatiesubsidie, die er is gekomen. ‘In de tijd dat je crisis hebt, moet je innoveren. Zodra de markt weer opengaat, kun je die innovatie meteen op de markt zetten. Dat was onze gedachte’, aldus Van Gijzel. Dat is de bedrijven in Brainport gelukt. GEZAMENLIJK BELANG ‘In het diepe dal hebben we onze voorsprong gerealiseerd. We hebben echt slechte jaren gehad. In 2009 hadden we te maken met een economische krimp van bijna 10 procent; het jaar daarna hadden we alweer een groei van meer dan 11 procent. Sinds die tijd zijn we de snelst groeiende economie van Nederland’, aldus Van Gijzel, niet zonder trots. Tot aan zijn vertrek als burgemeester in september 2016 heeft hij de gesprekken met de captains of industry in het Eindhovense stadhuis erin gehouden. Lange tijd wekelijks, later werd de frequentie afgeschaald, maar men bleef elkaar vasthouden. ‘We hebben een gezamenlijk belang. Niet een enkelvoudig economisch belang voor een bedrijf, maar een gezamenlijk belang.’ Het elkaar makkelijk kunnen vinden en een sterke focus op de hightechindustrie is belangrijk, benadrukken ook Van Nunen en Bosma. ‘Die focus op de hightechindustrie, het continu investeren in innovatie, de exportgedrevenheid en het triple helix samenwerkingsmodel dat we hebben, zijn succesfactoren voor deze regio’, stelt Van Nunen. Hij heeft er alle vertrouwen in dat Zuidoost-Brabant ook de economische deel van de coronacrisis kan ‘bezweren’. ‘Als er één regio is die weet hoe belangrijk een gezamenlijke toekomststrategie is om te herstellen van een crisis dan is het Brainport’, staat te lezen in de Brainport Meerjarenagenda van juli 2020, nog aan het begin van de coronacrisis. ‘Koersvast doorgaan met die innovatie in de high
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 16 ACHTERGROND ECONOMIE ‘ Er zijn veel onderlinge relaties en die koesteren wij’ tech-sector is van belang’, benadrukt Van Nunen. ‘Zo kunnen we ervoor zorgen dat in elk geval de trekkende kracht van onze economie eraan gaat bijdragen dat mensen straks weer geld kunnen verdienen om uit te geven op de terrassen.’ De hightechsector wordt niet door de coronacrisis geraakt, maar net zoals in de rest van Nederland krijgen ook in Zuidoost-Brabant de horeca, de vrijetijdsindustrie en de winkeliers klappen, stellen Van Nunen en Bosma. De Brainportregio heeft hiervoor geen kant-en-klare oplossing. ‘Nee, ik moet niet net doen of ik daar de toverdrank voor heb. Maar het is wel belangrijk om de koppen bij elkaar te steken’, aldus Van Nunen. ‘Stick together en zoek elkaar op.’ Dat is ook echt regio eigen, denkt Van Nunen. ‘We hebben hier toch het gevoel dat we het met elkaar moeten doen. Als er sectoren in problemen zijn, toveren we niet zo maar weg, maar iedereen is bereid om samen om tafel te gaan zitten en om mee te denken. Kunnen we iets doen, kunnen we iets verzinnen.’ HERSTELFONDS Om de coronacrisis in ZuidoostBrabant te lijf te gaan, hebben de 21 Brainportgemeenten vorig jaar een herstelfonds in het leven geroepen, vertelt Bosma. In dat fonds is geld gestort dat over de jaarschijf 2019 in Brainportverband niet was besteed en normaliter zou terugvloeien naar alle gemeenten. Het ging om een bedrag van zo’n 2 miljoen euro. ‘We hebben daarvoor plannen gemaakt die nu worden uitgevoerd.’ Er is onder meer vol ingezet op de digitalisering van het mkb. Daarnaast zijn door de arbeidsmarktregio en het UWV mensen van werk naar werk begeleid; van sectoren die in de problemen zitten en te veel personeel hebben naar sectoren waar veel vraag naar personeel is. Zonder de intensieve samenwerkingsverbanden die de regio heeft, was dit volgens Bosma niet gelukt. Ook op andere terreinen heeft het gezamenlijk optrekken geleid tot hulp aan kleine(re) bedrijven, die net niet de goede bedrijfscode hadden om voor een ondersteuningsregeling in aanmerking te komen, zoals startups. ‘Terwijl die belangrijk zijn voor de voeding van het ecosysteem. We zorgen hier voor elkaar, ook voor de kleine spelers die in de hele keten van heel groot belang zijn om in de toekomst te kunnen innoveren.’ Toch is het nu vooral zorgen dat bedrijven niet omvallen, over het echte herstel van de economie moet de regio nog in conclaaf. ‘Het is lastig te voorspellen wanneer de crisis echt voorbij is en alles weer open kan. Maar: we weten elkaar goed te vinden’, aldus Bosma. Op de vraag of andere regio’s wat van de aanpak van Brainport kunnen leren, zijn Van Gijzel, Van Nunen en Bosma het eens. Zet mensen bij elkaar en blijf innoveren. Maar de intensieve samenwerking die er in Zuidoost-Brabant is, is niet van de ene op de ander dag ontstaan, maar door de jaren heen gegroeid en sterker geworden. ‘Andere regio’s kunnen er wel wat leren en er geïnspireerd door raken’, vindt Bosma. ‘Onze collectieve, coöperatieve cultuur is wel heel belangrijk.’ Dat valt niet zomaar ADVERTENTIE te kopiëren. Het zit hem echt in die gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, zo komt uit de gesprekken met de drie mannen naar voren. FORSE KRITIEK Van Gijzel heeft forse kritiek op de huidige aanpak in Nederland. ‘Bij ondernemers is er angst dat het alleen maar slechter wordt. Je moet hun hoop geven, de verwachting dat het beter wordt. Maar ik zie dat nu gewoon niet gebeuren’, zegt hij fel en met ongeloof in zijn stem. ‘Je kunt lokaal, regionaal en landelijk partijen bij elkaar zetten.’ Om arrangementen te maken voor toekomstige klanten van cafés, restaurants, bioscopen, theaters en musea. ‘En hoe is het in godsnaam mogelijk dat wij een van onze belangrijkste impulsen in de economie, de woningbouw, verslonzen. Ga met de bouwers en gemeenten om tafel zitten en ga bouwen. Mensen kunnen kopen, huren, een huis inrichten. Er moeten scholen en winkels komen; er komt een hele economie uit voort.’ Verontwaardigd: ‘Maar we doen er niets aan! Men neemt gewoon geen initiatief. Wij zeiden destijds als overheden: we moeten partijen bij elkaar brengen, om in kaart te brengen wat nodig is en hoe we dat georganiseerd krijgen. Vanuit de overheid komt er geen enkel initiatief op het gebied van woningbouw. It’s a shame!’ De overheid moet in zijn ogen daarnaast niet met alleen overlevingsgeld komen, zoals zij nu doet, maar met ‘dynamiseringsgeld’, zoals Van Gijzel het noemt. ‘Men staat veel te veel in de overlevingsstand.’ Online kennissessie Gebiedsontwikkeling: schakelen en makelen in een complexe werkelijkheid Donderdag 10 juni, 16.00 - 17.00 uur Het woningtekort is voor veel gemeenten een bekend én complex vraagstuk. De voor de hand liggende aanpak – bouwen, bouwen, bouwen – kan niet zomaar. Tijdens dit webinar gaan we op zoek naar hoe gemeenten in deze complexe werkelijkheid tot werkbare, uitvoerbare en innovatieve oplossingen kunnen komen. Meld u kosteloos aan voor deze online kennissessie! Inschrijven & informatie: www.bmc.nl/kennissessies Partners in verbetering BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 IN DE CLINCH Een Amsterdamse gemeenteambtenaar wordt ontslagen omdat hij ongepast en bot communiceert met leidinggevenden en collega’s. Is dat gedrag wel voldoende om hem op straat te zetten? MIDDELVINGER DEED DE EMMER OVERLOPEN Als de afdelings- en teammanager aan Kees* vragen of hij een recent verlof wil verwerken in het personeelssysteem, weigert hij dat. Gevraagd om uitleg spreekt hij met stemverheffing en loopt boos weg. Bij een volgend gesprek wordt Kees hierop – en op eerdere voorvallen – aangesproken. Zijn reactie: hij steekt zijn middelvinger op. Onacceptabel, en Kees wordt eervol ontslagen, na 39 jaar bij de gemeente Amsterdam. Bij werkloosheid op de ontslagdatum is aan hem een uitkering gegarandeerd, overeenkomstig de Werkloosheidswet. Kees vindt het maar niks, en procedeert erover tot aan de Centrale Raad van Beroep. Uit de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) blijkt dat een ambtenaar kan worden ontslagen als het belang van de gemeente dringend eist dat hij zijn functie op een andere wijze vervult. Volgens vaste rechtspraak kan deze ontslaggrond worden toegepast als een verstoorde arbeidsverhouding of een impasse in de weg staat aan vruchtbare verdere samenwerking, en voortzetting van het dienstverband redelijkerwijs niet van het college kan worden verlangd. Wel moet, toen het ontslagbesluit werd genomen, het duidelijk zijn dat herplaatsing elders binnen de gemeente niet mogelijk is of dat van (verdere) inspanningen geen resultaat is te verwachten. Het college heeft, aldus de Raad, aannemelijk gemaakt dat sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding. Al in een beoordelingsgesprek in 2013 is aandacht besteed Hij is niet bereid zijn stijl van communiceren te veranderen aan de wijze waarop Kees communiceert. Daarover zijn afspraken gemaakt. Maar ook in de jaren daarna communiceert hij ongepast en ondermijnend jegens leidinggevenden en collega’s. Verder heeft Kees geweigerd bepaalde taken op te pakken en aan een cursus deel te nemen, terwijl dit van hem mocht worden verwacht. Zijn gedrag tijdens het ‘middelvinger-gesprek’ was voor het college de druppel die de emmer deed overlopen. Met dit gedrag, dat andere aanwezigen als beangstigend hebben ervaren, heeft hij het gezag van zijn leidinggevenden verder ondermijnd. Kees echter wijst op verklaringen van voormalig leidinggevenden ADVERTENTIE UITDAGENDE TIJDEN VRAGEN OM UITZONDERLIJK LEIDERSCHAP Breng jouw team naar een hoger niveau en creëer meer draagvlak. Volg de online masterclass Leiderschap in uitdagende tijden. Bekijk het programma op AlexvanGroningen.nl/BB en vroegere collega’s, die een ander licht op de zaak moeten werpen. Dat is voor de Raad echter te lang geleden. Maar was het wel duidelijk, toen Kees werd ontslagen, dat herplaatsing elders binnen de organisatie niet mogelijk was? Een detachering bij een andere afdeling is met onmiddellijke ingang beëindigd, vanwege zijn manier van communiceren met collega’s. Kees zegt dat ‘hij is wie hij is’ en is niet bereid zijn communicatiestijl te veranderen. Het college heeft terecht geconcludeerd, aldus de Raad in zijn uitspraak (22 april 2021) dat van herplaatsingsinspanningen geen resultaat is te verwachten. Voortzetting van het dienstverband kon redelijkerwijs niet van het college worden verlangd. Dan wil Kees het over geld hebben. Wordt een ambtenaar wegens een verstoorde arbeidsverhouding of een impasse ontslagen, dan maakt hij geen aanspraak op een bovenwettelijke uitkering bij werkloosheid – zo luidt de regel. Wel kan bovenop de werkloosheidsuitkering een compensatie worden toegekend, tenminste als het college een overwegend aandeel heeft gehad in het ontstaan en het voortbestaan van de situatie die tot het ontslag heeft geleid. Maar in dit geval lag de oorzaak van de verstoorde verhoudingen primair in het gedrag van Kees. Omdat het college geen overwegend aandeel had in de verstoorde verhoudingen kan Kees die compensatie wel vergeten. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:906
Pagina 18
18 ESSAY LEEFBAARHEID FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY POSITIEVE VEILIGHEID Tien jaar werkte hij in diverse rollen bij de politie. Dat leerde Richard de Vries dat een veiligere leefomgeving niet ontstaat door hard ingrijpen. Zachtere methoden kunnen veel efficiënter en effectiever zijn. Dat hanteren van positieve veiligheid vereist wel een omslag in denken bij beleidsmedewerkers en professionals. Het is ongeveer vijf jaar geleden dat ik tijdens mijn dagelijkse surveillanceronde op mijn dienstfiets door de Haagse Schilderswijk fietste en de meldkamer via mijn oortje hoorde zeggen “13-01 wilt u naar de Schalk Burgerstraat gaan, daar staat een aantal jongeren met een bal tegen een muur te schoppen, bewoners hebben daar last van.” Als een goed diender betaamt, ben ik ter plaatse gegaan en trof drie jongens aan die in het zonnetje aan het voetballen waren. Ruimte is schaars in de drukbevolkte Schilderswijk en een zijmuur van een flat wordt dan al snel een geschikt object. Nadat ik de jongens had uitgelegd dat de hoekbewoner hoofdpijn kreeg van het gebonk en de jongeren had verzocht om ergens anders te gaan voetballen, vervolgde ik mijn wijkronde. Na ongeveer vijftien minuten kreeg ik de melding om naar de Delagoa-straat te gaan, om de hoek bij de Schalk Burgerstraat. Daar zou nu een aantal jongeren met een voetbal tegen een muurtje aan het schoppen zijn. Gedurende mijn dienstjaren bij de politie werd het steeds duidelijker. De werkwijze van wegsturen, beboeten of aanhouden is geen efficiënte manier voor het creëren van een veiligere leefomgeving. Overlast verplaatst zich door de wijk: een heengezonden arrestant wordt de volgende dag weer aangehouden en de beboete persoon rijdt een week later weer te hard. Je kunt hier spreken van een waterbedeffect. Je drukt ergens een probleem weg, maar dat probleem komt elders net zo hard weer omhoog. Bovengenoemde werkwijze houdt zichzelf in stand in een vicieuze cirkel van wegdrukken-verplaatsen en weer wegdrukken. Veranderkundige Hans Vermaak spreekt over werkingsmechanismes die zichzelf fixeren. Vastgeroeste handelingspatronen die elkaar in stand houden. De legitimiteit van die werkwijze wordt nog eens versterkt door enkelvoudige perspectieven zoals ‘deze manier werkt al jaren’ en bevestigende verhalen (anekdotische kennis), waarbij het aantal uitgeschreven proces-verbalen en het aantal arrestaties middels staafdiagrammen wordt gekoppeld aan de mate van veiligheid in de wijk. ANDERS De manier waarop in het algemeen met veiligheid wordt omgegaan kan anders. Zou het niet mooi zijn als de sociale en fysieke omgeving veiligheid stimuleert? Dus niet repressie en regelgeving als motivator maar een intrinsieke motivatie die ervoor zorgt dat een gemeenschap zich veilig, prettig en verbonden voelt met zowel de sociale als de fysieke omgeving. Deze manier van het creëren van veiligheid wordt ook wel positieve veiligheid genoemd. Het gaat hierbij om het stimuleren van de zachtere principes van samenleven waarin zaken als verbinding, empathie, eigenaarschap en betrokkenheid een prettige en veilige omgeving creëren. Volgens Marc Schuilenburg – een filosoof en jurist die doceert aan de afdeling strafrecht en criminologie van de Vrije Universiteit Amsterdam – ontstaat veiligheid door verbinding, betrokkenheid, empathie en zorg. Sociale waarden dragen bij aan de ervaring van een prettige en veilige omgeving. De dominante visie op veiligheid gaat uit van het bestrijden van onveiligheid door handhaving van wet- en regelgeving. Dit beeld over veiligheid komt voort uit het mensbeeld van Thomas Hobbes, een Engelse filosoof uit de zestiende eeuw. Hij zag de mens als een van nature kwaadaardig, egoïstisch wezen dat uit is op zelfbelang. Om deze kwade inborst in bedwang te houden moeten wetten en strafrechtelijke uitvoeringen strikt worden gehandhaafd. Alleen dan kan de veiligheid voor de maatschappij worden gegarandeerd. Het gedachtegoed van Hobbes is van grote invloed geweest op de manier waarop naar veiligheid wordt gekeken. Als we echter gaan kijken naar de betekenis van het woord veiligheid is daar een hele andere betekenis van af te leiden. Het Oudfriese woord ‘felig’, waar het woord veiligheid van afgeleid is, betekent beschut zijn en verwijst naar trouw en dierbaar. Deze positievere connotatie met het woord veiligheid wordt gedeeld door de Franse filosoof Matthieu Ricard. In meerdere onderzoeken heeft hij aangetoond dat er weinig tot geen wetenschappelijk bewijs is BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ESSAY 19 voor het gewelddadige mensbeeld van Hobbes. Uiteraard kent de mens gewelddadig gedrag, maar de rode draad is vreedzaam samenwerken om een veilige samenleving te creëren. Bioloog Frans de Waal omschrijft in The Age of Empathy dat een samenleving is gebaseerd op verbindingen. Het vormen van verbinding is diep verankerd in evolutionaire processen. Binnen deze verbinding zijn van nature voorgeprogrammeerde gedragseigenschappen als empathisch vermogen, zorg voor de ander, en hulp bieden belangrijke aspecten bij het vormen van gemeenschappelijke verbanden, zoals historicus Rutger Bregman aantoont in zijn bestseller De meeste mensen deugen. THUIS VOELEN Dit betekent dat veiligheid zich net zo goed vormt rondom zachtere principes van samenleven en hierin kunnen bijdragen aan een prettige en veilige omgeving. Het ervaren van empathie, het gevoel ergens bij te horen, en zorg behoren tot diepgewortelde behoeften van de mens. Dit vertaalt zich in het ergens thuis voelen, binding hebben met je woonomgeving, en relaties met andere bewoners. Je kunt bij positieve veiligheid beter spreken van het versterken van een veilige omgeving door te faciliteren, dan het bestrijden van onveiligheid door regelgeving en handhaving. We leven tegenwoordig in een wereld waarin meerdere groepen zich buitengesloten voelen en het gevoel missen een volwaardig deel van de samenleving te zijn. Je ziet dat terug in protesten van Black Lives Matter en berichten over gentrification. De overheid wil een inclusieve samenleving, een samenleving waarin iedereen meedoet en zich niet buitengesloten voelt. In de praktijk zie je dat het reguliere veiligheidsbeleid juist leidt tot exclusie. Bepaalde bevolkingsgroepen worden buitengesloten, denk hierbij aan daklozen, hangjongeren en ongedocumenteerden. Steeds meer groeperingen keren zich af van de overheid (gele hesjes, Viruswaanzin) en etnisch profileren in achterstandswijken was enige tijd geleden een hot topic. Al die groepen hebben behoefte aan de van nature voorgeprogrammeerde positieve gedragseigenschappen als ergens bijhoren (verbinding), gehoord worden (empathie) en het gevoel dat er iemand voor hen zorgt. Regelgeving is niet het beste middel bij het verwezenlijken van deze sociale basisbehoeften. Hoe zorg je voor geborgenheid, zorg en vertrouwen? Een praktijkvoorbeeld. Stel je een straat voor met aan de ene zijde oude arbeiderswoningen en aan de ander zijde de achterkanten van winkels met dichtgetimmerde ramen vol graffiti. In de straat ervaarden de bewoners erg veel overlast van uitgaande en schoolgaande BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021
Pagina 20
en presenteren: Succes met Europa! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 ● Hoe komt u erachter welke Europese subsidieprogramma’s er zijn? ● Waar moet uw project aan voldoen om in aanmerking te komen voor Europese fi nanciering? ● Gaat u voor één project of twee tegelijk en met welke samenwerkingspartners? ● Wie is uw contactpersoon kunt u daarbij krijge Tijdens het livestream-e vertegen woordigers van d verantwoordelijken voo de Europese subsidiebudge Europese bestuurders e Europa-deskundigen u eerste antwoorden geve U krijgt adviezen en tips kennis met succesvolle Ne projecten uit verschillen regio’s, op het gebied van belangrijke Europese th zoals duurzaamheid, smart cities, mobiliteit, klimaat en arbeidsmark 24 juni 2021 Ellen Nauta Met: Burgemeester Hof van Twente en oorzitter van de Nederlandse delegatie an het Comité van de Regio’s Gert-Jan Koopman Directeur generaal Begrotingen bij het directoraat-generaal van de Europese Commissie Tom Berendsen Lid Europees Parlement Vera Tax Lid Europees Parlement informatie en aanmelden > succesmeteuropa.nl livestream gratis ESSAY 21 RICHARD DE VRIES ADVISEUR POSITIEVE GEDRAGSBEÏNVLOEDING EN LEEFBAARHEID BIJ HET ADVIESBUREAU URBAN SENSES IN VLAARDINGEN. daadwerkelijk uitstraalde, werd de overlast aanzienlijk minder en voelden bewoners zich veiliger. Zelfs de graffiti die de gemeente voorheen maandelijks liet verwijderen keerde niet meer terug. Overlastgevers kregen het gevoel dat er sociale controle in de straat was en gingen zich positiever gedragen. Je ziet in bovenstaand voorbeeld dat met een paar simpele creatieve toepassingen een gevoel van trots en eigenaarschap kan worden gecreëerd en het vertrouwen in de gemeente verbeterd. Iets dat met regelgeving, toezicht en handhaving niet is gelukt. Vermaak benoemt deze kleine slimme interventies als small wins, kleine stapjes die als een ware olievlek grotere verbeteringen in beweging zetten. jongeren die hun straat gebruikten om te wildplassen, gestolen goederen te stallen, alcohol te drinken en graffiti te spuiten. De straat zag er vies en smoezelig uit en volgens de bewoners werd hun steeg regelmatig vergeleken met een achterbuurt. Trots voor de straat was zowel door de bewoners als de mensen die er doorheen liepen ver te zoeken. De straat straalde geen eigenaarschap en toezicht uit. Bewoners hielden hun gordijnen dicht om zo min mogelijk mee te krijgen van wat er buiten gebeurde en overlastgevenden deden waar ze op dat moment zin in hadden. STICKERS Diverse reguliere middelen waren ingezet om de overlast te verminderen. Zo zijn er camera’s opgehangen en is de politie frequenter gaan surveilleren. Niets bleek echter te helpen en de bewoners waren het vertrouwen in de gemeente verloren. Totdat de gemeente een innovatiever middel ging inzetten, positieve gedragsbeinvloeding. In co-creatie met bewoners en een adviesbureau zijn diverse stickers ontwikkeld die op de dichtgetimmerde ruiten werden geplakt. Het waren stickers van net onderhouden woningen waarbij bewoners trots uit de ramen keken. Het gevolg van deze kleine ingreep was groot. De straat kreeg een verzorgde indruk en straalde eigenaarschap en toezicht uit. De straat communiceert nu ‘wij zijn trots op de straat en houden toezicht’. Dit gevoel van eigenaarschap straalde ook uit op de bewoners. Ze kregen weer het gevoel van dit is onze straat, we zijn daar zuinig op. Dat de bewoners het eigenaarschap terugkregen van de straat bleek onder andere uit het feit dat zij de gemeente hadden gevraagd om een potje verf, zodat ze samen met de buurt de graffiti konden overschilderen. Omdat de bewoners het gevoel van eigenaarschap terugkregen en de straat dat ook 1,2 MILJARD Het huidige veiligheidsbeleid kost de overheid niet alleen veel, het levert ook veel op. De veiligheidsindustrie is een miljardenindustrie. Alleen al de tien grootste particuliere beveiligers hadden in 2019 een totaalomzet van 1,2 miljard euro. Daar komen dan nog de leveranciers bij van veiligheidsapparatuur als alarmsystemen, sloten en camera’s. Maar ook de overheid verdient veel geld aan het huidige veiligheidsbeleid. In 2013 alleen al 1,1 miljard euro aan verkeersboetes. Je ziet dus dat er aan het vasthouden van reguliere veiligheidsmethodieken economische voordelen kleven en dat het in stand houden van onveiligheid en onveiligheidsgevoelens voor veel partijen belangrijk is. Vasthouden aan het vertrouwde kan ook meespelen. Het aanpassen van de visie op veiligheid is een tweede orde verandering, met een onzekere uitkomst. Als beleidsmedewerker moet je je begeven op onontgonnen terrein. Het veiligheidsbeleid van de afgelopen decennia is sterk bepaald door het beteugelen van slechte menselijke eigenschappen. De negatieve gevolgen van dit beleid zijn de laatste jaren pijnlijk zichtbaar geworden en uiten zich in verdeeldheid, het gevoel buitengesloten te worden en een verminderd veiligheidsgevoel. Etnisch profileren en de Black Lives Matter-beweging zijn hier voorbeelden van. De rek is eruit, burgers zijn regelmoe en de legitimiteit van de overheid staat onder druk. Er zijn te veel factoren die bijdragen aan het veiligheidsprobleem, zoals armoede, laaggeletterdheid, verslavingsproblemen en werkloosheid. Gelukkig zijn er ambassadeurs opgestaan als De Waal, Ricard en Schuilenburg, die een positief tegengeluid hebben laten horen. Zachtere methoden die een gevoel van verbinding, eigenaarschap en zorg stimuleren zijn veel effectiever. Veiligheid die niet met regelgeving wordt gerealiseerd, maar door ‘ Zelfs de graffiti keerde niet meer terug’ een positieve en sociale omgeving. Een omgeving die ervoor zorgt dat we vanuit een intrinsieke motivatie veilig en overlastvrij met elkaar omgegaan. INTRINSIEKE MOTIVATIE In het begin van dit betoog stelde ik de vraag: zou het niet mooi zijn als de sociale en fysieke omgeving veiligheid stimuleert? Ik denk dat het tijd wordt om het anders te doen. Een veiligheidsbeleid dat zijn kern vindt in zachtere, natuurlijke, positieve gedragseigenschappen. Als we deze natuurlijke menselijke behoeften kunnen verankeren in een veiligheidsbeleid, gaan mensen vanuit hun intrinsieke motivatie veiliger gedrag vertonen en zal vanzelf het vertrouwen in de overheid groter worden. Ik kan inzien dat het kiezen van andere sturingsmechanismes beangstigend kan zijn. Je begeeft je op onbekend terrein, waarbij de uitkomst niet vaststaat. Het is echter op vele punten zichtbaar dat het huidige veiligheidsbeleid tegen zijn grenzen aanloopt en niet meer matcht met de behoeften en vraagstukken uit de samenleving. Als we gezamenlijk willen strijden voor een leefbare samenleving, en dat is toch vaak de intrinsieke motivatie van een veiligheidsprofessional, is de omslag van denken nodig en wat mij betreft een logische keuze. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021
Pagina 22
22 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER In het coronajaar 2020 sloten veel minder gemeenten nieuwe contracten af voor de Wmo en de jeugdzorg. Het aantal gemeenten dat overstapte naar resultaatgerichte bekostiging is gekelderd; een trendbreuk. Steeds vaker worden zorg producten ‘opgeknipt’. Een crime voor aanbieders. ONDERZOEK INKOOP JEUGDZORG EN WMO AFREKENEN OP RESULTAAT OP Z’N RETOUR Jaarlijks nemen Niels Uenk en Madelon Wind van onderzoekscentrum PPRC de gemeentelijke inkoopcontracten voor de Wmo en jeugdzorg onder de loep. De resultaten van dat speurwerk belanden in de Monitor gemeentelijke zorg inkoop, waarin trends en ontwikkelingen worden gesignaleerd. Ook de contracten die vorig jaar zijn afgesloten, of zouden worden afgesloten, zijn bestudeerd. ‘Het is een atypisch jaar geweest’, concludeert Wind. Het jaar 2020 begon als vanouds. Gemeenten die per 2021 nieuw contracten moesten afsluiten, gingen aan het werk om de inkoop en aanbesteding voor te bereiden. Aanbestedingen werden gepubliceerd en, aanvankelijk, niet terugBekostigingsvorm Inspanningsgericht Resultaatgericht Populatiebekostiging Onbekend / overig* 2018 60% 31% 2% 7% 2019 70% 16% 6% 8% Jeugdhulp 2020 56% 41% 2% 1% 2021 91% 7% 2% 0% getrokken toen de coronacrisis in het vroege voorjaar tot de eerste lockdown leidde. ‘De hoop bleef dat per januari 2021 nieuwe contracten konden ingaan’, vertelt Wind. Die hoop bleek al snel ijdel. ‘Meer en meer zag je chaos ontstaan. Bij gemeenten, maar ook bij aanbieders.’ Beide partijen moesten alles op alles zetten om de zorg zo veel als mogelijk, maar coronaproof, voort te zetten. Over inkomstenderving moesten compensatieafspraken worden gemaakt. Bij gemeenten noch aanbieders was er ruimte om over nieuwe contracten te overleggen, offertes te maken of in te tekenen op aanbestedingen. ‘Veel gemeenten stelden daarom hun inkooptrajecten uit, vooral bij de complexere procedures met veel interactie tussen gemeente en zorgaanbieder’, aldus Wind. KELDERING Aanvankelijk voor een paar maanden, maar vaak werden de procedures voor langere tijd opgeschort. Uiteindelijk werden vorig jaar voor de jeugdzorg 171 nieuwe contracten per 2021 getekend, tegen 334 het jaar daarvoor. Bij de Wmo zijn op 1 januari 123 nieuwe contracten ingegaan, terwijl het per 2020 om 308 nieuwe overeenkomsten met aanbieders ging. Een flinke keldering. ‘Veel bestaande contracten zijn met een aantal maanden of een jaar verlengd’, ziet Wind. ‘Het ging zeg maar om noodcontracten, waarbij de nog vigerende contracten zijn gekopieerd en waarbij hooguit een prijsindexatie is doorgevoerd’, vult Uenk aan. Inmiddels zijn inkooptrajecten weer opgestart, met online dialoogsessies en dito marktconsultaties. Die kunnen bijvoorbeeld per juli of per 2022 tot nieuwe contracten leiden. De gemeenten die vorig jaar wel een nieuw inkoopcontract afsloten, hebben vaak voor BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ACHTERGROND 23 het open house instrument gekozen. Opvallend, vindt Uenk, omdat die inkoopmethode – waarbij alle aanbieders die aan de gemeentelijke eisen voldoen hulp en zorg mogen verlenen – op zijn retour bleek te zijn. ‘Veel gemeenten willen het aantal aanbieders terugdringen.’ Dat hopen ze via een overheidsopdracht (een zogeheten selectieve aanbesteding) te bewerkstelligen. Andere gemeenten stellen binnen een open house meer criteria, ziet Uenk echter ook. Ook daardoor vallen aanbieders af. Maar van afname in het gebruik van het open house instrument is vorig jaar geen sprake geweest, zo blijkt uit het onderzoek. Bij de jeugdzorg is zelfs sprake van een forse stijging: 76 procent van de nieuwe contracten per 2021 is via open house afgesloten. Per 2020 ging het om slechts 23 procent. Bij de Wmo werd meer dan de helft van de contracten (53 procent) die per 2021 zijn ingegaan, via open house afgesloten. Bij de inkoop voor 2020 lag dat op hetzelfde percentage. ‘Het was te complex om in deze coronatijd selectief in te kopen’, denkt Wind. ‘Als er geen corona was geweest, vermoeden we dat er bij de Wmo veel minder via open house zou zijn ingekocht en dat er bij de jeugdzorg sprake zou zijn van een lichte afname’, stelt Uenk. ONDER VUUR Open house ligt al langer onder vuur, stellen beide onderzoekers. Minister De Jonge (VWS, CDA) is er van meet af aan fel tegenstander van geweest. Ook bij staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS, ChristenUnie), die vorig jaar het dossier jeugdzorg van De Jonge heeft overgenomen, gaan de handen er niet voor op elkaar. ‘Recenter wordt het verband gelegd tussen de toename van de kosten voor jeugdhulp en de grote tekorten daarop. Tot op heden is die relatie niet door betrouwbaar onderzoek vastgesteld’, stelt Uenk. Toch verwachten beide onderzoekers dat gemeenten door dergelijke berichten nog terughoudender zullen worden om voor open house te kiezen. De Jonge is al snel na zijn aantreden eind 2017 de strijd aangegaan tegen de verplichte Europese aanbesteding voor de jeugdzorg en Wmo. Daarvoor heeft hij ook in Europa gepleit, maar krijgt het daar vooralsnog niet voor elkaar. Recent heeft het kabinet een wetsvoorstel tot het schrappen van het zogeheten emvi-criterium bij de Kamer ingediend. Gemeenten moeten tot nu toe bij aanbestedingen in zee gaan met de economisch meest voordelige inschrijving (emvi). Nu die verplichting eraf gaat, is er meer ruimte voor onderhandelingen tussen gemeenten en aanbieders. Het maakt aanbestedings‘ Dit wordt een grote chaos voor aanbieders’ Bekostigingsvorm Inspanningsgericht Resultaatgericht Populatiebekostiging Onbekend / overig* Wmo 2018 62% 35% 3% 0% 2019 68% 25% 0% 7% procedures zonder offertefase mogelijk. Het is niet duidelijk wanneer de nieuwe Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015 van kracht wordt; Tweede en Eerste Kamer moeten zich er nog over buigen. ‘Het is wel een interessante beweging als gemeenten en aanbieders meer kunnen onderhandelen’, vindt Uenk. Als aanbesteden wat makkelijker wordt, of de uitkomst ervan in ieder geval meer aan de wensen van de aanbestedende gemeente voldoet, laten mogelijk meer en meer gemeenten open house links liggen, zo hoopt het kabinet. Uit de cijfers over 2020 lijkt op het eerste gezicht dat gemeenten veel meer dan voorheen de uitbesteding van Wmo en jeugdzorg zijn gaan subsidiëren. ‘Het is simpelweg het gevolg van Covid-19. Anders dan veel andere inkooptrajecten, liepen inkoop met subsidie-instrument voor 2021 daarom onverminderd door. Dit vertekent het beeld per 2021’, aldus Wind. Een flinke trendbreuk zien Wind en Uenk wel in bekostigingsvormen (zie grafieken). Aan de ingezette trend om van inspanningsgerichte financiering over te stappen naar ‘outputgerichte’ bekostiging is vorig jaar een abrupt einde gekomen. Aanbieders worden daarbij op het vooraf afgesproken resultaat afgerekend, en niet op hun inspanningen om een resultaat te bereiken (prijs maal hoeveelheid). De laatste 2020 28% 2021 84% 35% 7% 21% 16% 0% jaren lag het percentage Wmo-voorzieningen dat op concrete output (resultaat) werd bekostigd, stabiel op een derde. ‘Vooral bij de jeugdzorg was outputgerichte bekostiging met een opmars bezig’, stelt Uenk. Van de in 2019 afgesloten jeugdzorgcontracten werd bij nog slechts 16 procent gekozen voor ‘afrekenen op resultaat’; een jaar later was dat aandeel gestegen naar 41 procent. ‘Voor de 2021-contracten keldert de toepassing van outputgerichte bekostiging. Nog slechts 7 procent van de nieuwe Wmo- en jeugdzorgcontracten voor 2021 zijn outputgericht bekostigd. Gemeenten lijken massaal terug te vallen op inspanningsgerichte contracten’, aldus Uenk. TE COMPLEX Corona zal daaraan hebben bijgedragen, vermoeden de onderzoekers. Veel gemeenten hadden plannen om over te gaan op resultaatgerichte financiering of speelden met de gedachte taakgerichte bekostiging (populatiebekostiging) in te voeren, maar durfden de overstap naar een nieuw financieringsmodel niet aan. ‘Ze vonden dat mogelijk te complex in een crisisjaar of hebben hier meer tijd voor nodig’, vermoedt Wind. Maar ook de financiële tekorten van gemeenten spelen mee om af te zien van een nieuwe financieringssystematiek, denkt Uenk. ‘Vooral bij de jeugdzorg was de afgelopen jaren in10%
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 24 ACHTERGROND SOCIAAL novatie, flexibiliteit en geen kind tussen wal en schip het leidmotief bij de inkoop. Nu staat kostenbeheersing met stip op nummer één.’ Gemeenten willen grip en controle op de kosten krijgen en boven tafel krijgen waar ‘het lek’ zit. ‘En o ja, de cliënt staat ook nog centraal’, voegt Uenk daar cynisch aan toe. Een laatste opvallende trend is het ‘segmenteren’ van de jeugdhulp: het opnieuw indelen van de ondersteuningsvormen, in geheel andere segmenten dan voorheen bij inkoop gebruikelijk waren. Gemeenten kopen vervolgens deze verschillende segmenten op verschillende manieren in. Wmo en jeugdzorg werden voorheen weliswaar apart ingekocht, maar wel grotendeels met dezelfde inkoopprocedure en bekostigingsvorm. ‘In de beginjaren van de decentralisatie hanteerden gemeenten een one size fits all voor de inkoop van Wmo-ondersteuning en jeugdzorg’, aldus Uenk. ‘We zien gemeenten nu de inkoopstrategie differentiëren per ondersteuningsvorm.’ Lichte ambulante ondersteuning wordt bijvoorbeeld via open house ingekocht, terwijl specialistische jeugdzorg via een selectieve ‘ Veel bestaande contracten zijn verlengd’ aanbesteding wordt geregeld waarbij een paar aanbieders aan de slag mogen, maar wel met een budgetplafond. Voor gecertificeerde instellingen (GI’s, jeugdbescherming en -reclassering) wordt weer een subsidie-tender uitgeschreven. CHAOS ‘Als er een logische indeling wordt gehanteerd die aansluit bij bestaande structuren die gemeenten in afgelopen jaren hebben opgetuigd, is dit een positieve ontwikkeling. Dan passen gemeenten maatwerk toe bij het inkopen’, zegt Uenk. ‘Maar daar wringt de schoen. We zien dat jeugdhulpregio’s een nieuwe segmentering op te rigide wijze doorvoeren, met te weinig oog voor effecten op het contracteren.’ Aanbieders die verschillende zorgvormen leveren, moeten dus voor verschillende ADVERTENTIE segmenten meedingen en zich voor evenzo veel zorgvormen verantwoorden. ‘Dit draagt niet bij aan administratieve lastverlichting’, stelt Uenk. ‘Dit wordt een grote chaos voor aanbieders’, vreest Wind. Een interessante ontwikkeling vinden de onderzoekers het inkopen op basis van de omvang van de ondersteuningsbehoefte. Voor cliënten met enkelvoudige zorgbehoefte hanteert de gemeente daarbij een andere inkoopstrategie dan voor cliënten met multi-problematiek. Wind: ‘Gemeenten hanteren dan bijvoorbeeld een open house voor de ‘enkelvoudige’ problematiek, en een taakgerichte bekostiging van hoofdaannemers die zich moeten richten op de multi-problematiek.’ Uenk: ‘Als gemeenten heel doordacht maatwerk toepassen bij hun inkoopmethodiek heeft het grote voordelen.’ Balanceren op het slappe koord 30 september 2021 Hoe halen we de overkant? De samenleving zit op slot, de economie draait op halve kracht en we besteden tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het einddoel is om met zoveel mogelijk mensen en met een minimum aan economische schade de overkant te halen. Het is als balanceren op een slap koord. Daar is moed, wendbaarheid en creativiteit voor nodig. Van u en van uw organisatie. En wat gaat u doen als we eenmaal de overkant hebben gehaald? Daarover gaan we met u en prominente bestuurders en experts in gesprek tijdens het Jaarcongres Public Finance. Mogen we een van de exclusieve toegangskaarten voor u reserveren? Financieel eindverantwoordelijken, fi nancieel directeuren, fi nancieel managers, concern controllers en board members met een fi nanciële portefeuille werkzaam in het publieke domein melden zich gratis aan via PublicFinance.nl. Donatello Piras Dagvoorzitter Ontmoet topsprekers als: Jeroen Dijsselbloem Voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Mathijs Bouman Econoom, journalist en huiseconoom van Nieuwsuur Albert Jan Kruiter Oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Volledige programma en reserveren via PublicFinance.nl DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: FLIP FRANSSEN / ANP-HH RUIMTE DOOR ACHTERGROND 25 De coronacrisis veroorzaakt lege binnensteden. Voor centra die het toch al moeilijk hadden, lijkt het de druppel. Maar ook voorheen populaire binnensteden lijden onder het gebrek aan bezoekers. Hoe krijg je het centrum straks weer bruisend? Bericht uit Deventer en Roosendaal. CORONA DWINGT GEMEENTEN TOT SCHERPER CENTRUMBELEID REANIMATIE VOOR HET STADSHART LEGE TERRASSEN Het centrum van Deventer, wachtend op heropening en lente
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 26 ACHTERGROND RUIMTE DOOR Pleinen waar voorheen kon worden geparkeerd, werden omgevormd tot terras Peter Brouwer groet tientallen keren een passant tijdens een wandeling door het centrum van Deventer. De binnenstadmanager kent de winkeliers, de pandeigenaren en de gemeenteambtenaren die rond het middaguur door de oude binnenstad lopen. De winkeliers hebben ook tijd om hem te groeten; begin april blijft het winkelbezoek nog beperkt tot winkelen op afspraak, en de winkelstraten zijn leeg. Brouwer wijst op een koffiebar ‘net deze week geopend’ en laat zien wat er is verfraaid aan het straatwerk en de gevels. ‘Er zijn de afgelopen tijd duizenden liters verf tegenaan gegaan.’ Brouwer startte als binnenstadmanager van de Hanzestad na het faillissement van V&D. Het vertrek van het warenhuis liet een gat achter in een prominente winkelstraat in de stad. Ook op andere plekken in de binnenstad stonden grote oppervlaktes winkelvastgoed leeg. Gemeente, winkelbedrijven en vastgoedeigenaren wezen vooral naar elkaar voor de oplossing van het probleem. Brouwer wist de partijen bij elkaar te krijgen om Deventer als een gezamenlijk project, als één merk, weer op de kaart te krijgen. ‘Met de ondernemers en vastgoedeigenaren hebben we een businessplan geschreven waarin we duidelijke keuzes maakten over welke kant het op moet met de binnenstad. De gemeente was ook enthousiast.’ De keuzes waren fors: het totale oppervlakte aan winkelruimte moest omlaag, en het winkelgebied moest worden beperkt. Oude winkelstraatjes werden bestemd tot woongebied. Pleinen waar voorheen kon worden geparkeerd, werden omgevormd tot terras. Het verdwijnen van parkeerruimte zorgde wel voor wat discussie, erkent Brouwer. ‘Maar de sfeer in de stad is er door dit soort maatregelen zeker op vooruit gegaan.’ Inmiddels is het bijna vijf jaar later en is een hoop veranderd in de stad. Terwijl grote winkel- en vastgoedbedrijven zich terugtrokken, kwamen er veel lokale eigenaren voor in de plaats. Dat is positief voor de betrokkenheid van de ondernemers bij de stad, vindt Brouwer. ‘Die liefde heb je echt nodig.’ Ook werd het wonen in de leegstaande ruimte boven winkels gestimuleerd. ‘De medewerking van de gemeente is essentieel.’ Brouwer wijst op de Keizerstraat, de entree naar het winkelgebied. ‘De aantrekkelijke inrichting van zo’n straat maakt het verschil voor de beleving van een stad. Als ik een mooi verzorgd tuinpad zie, kan ik al veel zeggen over hoe de woning er van binnen uitziet.’ Naast de voormalige V&D zit inmiddels een supermarkt. ‘Een binnenstad met meer bewoners kent ook een andere dynamiek: mensen die hier wonen moeten ook gewoon hun dagelijkse boodschappen doen.’ Maar toen kwam corona. INVESTERING In recent onderzoek van Andersson Elffers Felix (AEF) naar de financiële gevolgen van de coronacrisis voor gemeenten wordt de binnenstad expliciet als risico benoemd. ‘De verwachting vanuit de meeste gemeenten is dat er, ondanks de huidige steun vanuit rijk en gemeenten, op middellange termijn zaken zullen verdwijnen uit het straatbeeld. Dit schaadt de inkomsten uit ozb, zowel door de waardedaling van commerciële pande n als door de toename aan dubieuze debiteuren. Ook vermindert het inkomsten uit parkeren, toeristenbelasting en precariobelasting.’ AEF ziet bij een aantal gemeenten de wens ontstaan om de komende jaren een substantiële investering te doen in de binnenstad. ‘Wel is dit voornemen logischerwijs alleen voorbehouden aan gemeenten die verwachten ook na de coronacrisis in goede financiële gezondheid te zijn.’ De coronacrisis heeft de al langer bestaande trend slechts versterkt. Veel binnensteden hebben sinds begin deze eeuw last van toenemende leegstand in winkelcentra. Belangrijkste oorzaak is de enorme vlucht die het online winkelen heeft genomen. Bovendien groeide het winkeloppervlak in veel binnensteden in de jaren van 1990 tot 2005 nog fors, waardoor faillissementen na de financiële crisis in 2008 vervolgens voor nóg grote gaten zorgden. Maar niet alleen de markteconomie speelt een rol: veel gemeenten hielden zich de afgelopen dertig jaar opvallend afzijdig als het ging om de koers van de eigen centra. Ze waren terughoudend in het stellen van eisen aan het soort detailhandel in straten en aan het uiterlijk van de winkels. Dat zorgde ervoor dat veel binnensteden ouderwets bleven en niet meer aansloten bij de wensen van de huidige consument. Funshoppers weken uit naar hippere steden. De centra met veel leegstand raken zo in een neerwaartse spiraal: er worden steeds minder eisen gesteld aan nieuwe ondernemers die – eindelijk – een leegstaand winkelpand vullen en er is steeds minder geld beschikbaar om de openbare ruimte aantrekkelijk te houden. De effecten verschillen per binnenstad, zo blijkt uit rapporten van onder meer het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). In de grote steden en in aantrekkelijke regionale centra is de leegstand beheersbaar. Maar steden buiten de Randstad met alleen een regionale winkelfunctie hebben het moeilijk. Zoals Doetinchem, Oss, Emmen én Roosendaal. FACILITEREND In de West-Brabantse gemeente staat inmiddels meer dan een kwart van de vierkante meters winkeloppervlak leeg. Al in 2013 vroeg Roosendaal aan stedenbouwkundige Riek Bakker om de binnenstad grondig door te lichten en de stad weer aantrekkelijk te maken. Aan dat plan, waarin Bakker onder meer adviseerde om het winkelgebied fors in te krimpen, de openbare ruimte te verfraaien en autoverkeer in een vaste route om de binnenstad te sturen, houdt wethouder Cees Lok (binnenstad, VVD) nog steeds vast. ‘We hebben ons in het hele proces als gemeente vooral faciliterend opgesteld. Riek Bakker heeft met iedereen gesproken, van bewoners en winkelend publiek tot winkeliers, pandeigenaars en horecaondernemers. Ze had echt een onafhankelijke stem, we wilden als gemeente niet de trekker zijn.’ Het resulteerde ook in een onafhankelijk binnenstadsbestuur dat richting moet geven aan de ontwikkeling van het centrum en het uitvoeren van het plan-Bakker. Inmiddels gaan de plannen verder. Onlangs reageerde de gemeenteraad positief op het initiatief om van de Dr. Braberstraat voortaan een woonstraat te maken. Een symbolische stap, want de straat ligt midden in het traditionele winkelgebied en was vroeger vooral bekend door het immense gebouw van V&D. En waar het warenhuis teloorging door de veranderende tijd, moet ook de straat, waar inmiddels vrijwel alle panden leeg staan, veranderen. Er komt plek voor zo’n tweehonderd woningen. Ook elders in de binnenstad ontstaat meer gelegenheid voor wonen, zegt Lok. ‘Inmiddels hebben we de strikte bestemming van winkelpanden losgelaten. Overal mag nu alles. Dat betekent dat ook in leegstaande plinten van hoogbouw, waar vroeger nog een bestemming voor detailhandel of kantoor op zat, voortaan gewoond kan worden.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 Credit: Erald van der AA / ANP-HH ACHTERGROND 27 ‘ Inmiddels hebben we de strikte bestemming van winkelpanden losgelaten’ Het proces in Roosendaal is acht jaar na de plannen van Riek Bakker nog steeds niet af. Volgens Lok is herontwikkeling van een binnenstad een zaak van lange adem. ‘Veel praten. Soms succesvol, soms niet. Om ondernemers zo ver te krijgen dat ze een winkelpand buiten de compacte binnenstad verlaten en zich erbinnen gaan vestigen is niet altijd makkelijk. Je moet ze verleiden en soms zachte dwang toepassen.’ CORONA Zo maken Deventer, Roosendaal en tal van andere grote en kleinere steden plannen voor een vernieuwing van de binnenstad. Maar door de coronacrisis is het voorlopig onduidelijk of maatregelen effect zullen hebben. Zet de leegstand niet alleen maar harder door? Door het verdwijnen van het funshoppen hebben ook voorheen ‘sterke’ binnensteden het inmiddels moeilijk. Het grote voorbeeld is Amsterdam, waar het wegvallen van de toeristen een zware wissel trekt op de winkelgebieden. Anderzijds profiteren sommige binnensteden die het moeilijk hadden nu van de wens om tijdens de pandemie vooral lokaal boodschappen te doen en te winkelen. Cijfers die over de gevolgen van de coronacrisis voor winkelcentra uitsluitsel moeten geven, tonen vooralsnog een vertekend beeld. Het aantal faillissementen ligt opvallend laag, vanwege de overheidssteun aan noodlijdende bedrijven. Volgens een verkenning van het PBL van december 2020 moet de grote klap nog komen. De leegstand kan, als de winkels weer geheel op eigen benen moeten staan, oplopen tot 40 procent, waarschuwt het planbureau. Toch adviseert het PBL gemeenten om nuchter te blijven: dynamische binnensteden komen er over het algemeen wel weer bovenop. En de binnensteden die het voor coronacrisis al moeilijk hadden? Volgens Marcel Evers van INretail, de brancheorganisatie voor de detailhandel, is het voor die geADVERTENTIE meenten zaak een duidelijk beleid te voeren. Hij verwacht dat na de coronacrisis op termijn 10 tot 20 procent van de winkelruimte zal verdwijnen. ‘We verwachten niet dat de verkoopcijfers zullen terugkomen op het niveau van daarvoor. Een deel van de groei van de internetverkopen zal blijven. Die gaat ten koste van de winkelstraat. Dat betekent dat gemeenten een visie moeten hebben op de toekomst van de binnenstad. Welke voorzieningen hebben we echt nodig? Wat zal er vermoedelijk verdwijnen?’ Maar de beantwoording van dergelijke vragen moet volgens Evers niet beperkt blijven tot de gemeenten die nu al te maken hebben met veel leegstand. ‘Ook in Amsterdam zie je dat binnen de gemeente nu anders over het centrum wordt gedacht. De eigen binnenstad moet ook beter leefbaar worden gemaakt voor de eigen inwoners. Er moet creatiever worden gekeken naar functies die verder gaan dan detailhandel; naar meer groen, meer openbare ruimte en bestemmingen als wonen.’ Het zijn moeilijke keuzes, zowel voor veel politici als voor ondernemers. En als die keuzes zijn gemaakt en de revitalisering van de binnenstad in gang is gezet, blijft het onvoorspelbaar hoe de detailhandel en horeca uit de coronacrisis zullen komen. Dat is ook een overpeinzing van Peter Brouwer in de binnenstad van Deventer. ‘We hebben er de afgelopen jaren voor gezorgd dat de kaalslag in onze binnenstad is uitgebleven. Ik hoop echt dat ik dat over een half jaar nog steeds kan zeggen.’ Online kennissessie Herijking van het gemeentefonds: kans of bedreiging? Donderdag 24 juni, 16.00 - 17.00 uur Het gemeentefonds is de belangrijkste inkomstenbron van gemeenten. De herijking van het gemeentefonds heeft dan ook grote gevolgen. Tijdens dit webinar analyseren we de impact. Wat betekent een toename of afname van budget en wat kunt u hiermee? En wat betekent dit voor de complexe opgaven waar gemeenten mee te maken hebben? Meld u kosteloos aan voor deze online kennissessie! Inschrijven & informatie: www.bmc.nl/kennissessies Partners in verbetering
Pagina 28
28 SERIE DE MINISTERIES DOOR: WIM VAN MEURS Angelsaksische analisten spreken van ‘de drie Ds’ – Defence, Diplomacy, Development. De eerste twee horen als ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken al eeuwen bij de zekerheden van elke kabinetsformatie. Alleen Ontwikkelingssamenwerking is van recente datum. Die schijn van onveranderlijkheid bedriegt: Europese integratie en andere naoorlogse ontwikkelingen lieten wel degelijk hun sporen na in deze aloude instituties. MARGINALE ROL BUITENLANDPOSTEN BIJ KABINETSFORMATIES BUZA, EENS SPEELPLAATS VAN DE HOGE HEEREN Zoals in deze reeks al eerder ter sprake kwam, drukken sommige ministeries een duidelijk stempel op de gewenste beroepservaring van potentiële portefeuillehouders. Lange tijd was het in Nederland gebruikelijk om op Buitenlandse Zaken een militair of een diplomaat te benoemen, maar net zo lief ook een koopman of bankier. Voorbeelden hiervan zijn generaalmajoor Joannes Josephus van Mulken in de jaren 1870 of de diplomaat Frans Beelaerts van Blokland rond 1930. Een adellijke titel was geen voorwaarde, maar wel een pré voor een benoeming op deze post. Terwijl Buitenlandse Zaken nog lang daarna duidelijk meer adellijken in dienst had dan andere ministeries, was Carel Godfried Willem Hendrik baron van Boetzelaer van Oosterhout direct na de oorlog de laatste adellijke minister. In de negentiende eeuw kende elke onafhankelijke staat naast een ministerie van Buitenlandse Zaken ook over een ministerie van Oorlog. Benamingen als ‘Kriegsministerium’ in Berlijn of het ‘ministero di guerra’ in Rome wonden er evenmin doekjes om. In Parijs wisselde de benaming sinds de afschaffing van het ‘Ministère de la Guerre’ in 1948 tussen ‘Ministère des Armées’ en ‘Ministère de la Défense’. Deze laatste, thans wereldwijd gebruikelijke benaming werd in Nederland in het kader van de neutraliteitspolitiek al in 1928 ingevoerd en het ministerie van Oorlog werd na de Tweede Wereldoorlog in 1959 opnieuw omgedoopt. Het mag geen verrassing zijn dat onder ministers van Oorlog sinds Thorbecke enige baronnen en jonkheren te vinden waren en vanzelfsprekend ook hoge officieren; bijvoorbeeld luitenants-generaal Menno David van Limburg Stirum in de jaren 1870 en Willem Frederik ridder van Rappard een kwart eeuw later. De traditie om voor deze portefeuille, ongeacht politieke kleur, een ervaren militair te benoemen hield iets langer stand dan de benaming ‘ministerie van Oorlog’. De laatsten waren Piet de Jong en Willem den Toom in de kabinetten De Jong en Zijlstra (1966-67; 1967-71). Net zozeer in het tijdsbeeld paste Jeanine Hennis als eerste vrouwelijke minister in het kabinet-Rutte II. Opvallend is dat bij de niet weinige formaties sinds het kabinet-Den Uyl (1973-1977) voor Plein 4 steeds een CDA-er of een VVD-er werd gekozen, met Hans van Mierlo (D66) en Relus ter Beek (PvdA) als uitzonderingen. Wellicht is het typisch Nederlands dat deze post minder vaak de opmaat naar een prominente politieke loopbaan is. Wim van Eekelen als latere secretaris-generaal van de West-Europese Unie en Frits Bolkestein als liberale fractievoorzitter en Eurocommissaris zijn voor de afgelopen halve eeuw uitzonderingen die deze regel bevestigen. INGESLETEN WANTROUWEN Ook op het beleidsterrein van de ontwikkelingssamenwerking laat een kleine Europese rondvlucht zien dat de naamgeving weinig variatie kent. In Berlijn is het Bundesministerium für wirtschaftliche Zusammenarbeit und Entwicklung in de wandelgangen bekend als BMZ. Door de dekolonisatie en de solidariteitsbewegingen met ‘de Derde Wereld’ werd ontwikkelingshulp en later ontwikkelingssamenwerking sinds de jaren zestig een beleidsterrein dat een eigen ministerie of minstens een eigen afdeling binnen een ministerie verdiende. Het BMZ werd in DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 4: Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking. 1966 in Bonn ingericht, niet toevallig tijdens de eerste regering van de sociaaldemocratische SPD. Ook in Londen was het de Labour-regering van Harold Wilson die in dezelfde periode een Ministry of Overseas Development creëerde. Hieruit ontstond het Department for International Development (DFID), geleid door een staatssecretaris. Nederland kende dezelfde constructie: een minister zonder portefeuille en Ontwikkelingssamenwerking als zelfstandige eenheid binnen het ministerie van Buitenlandse zaken: Directoraat-generaal voor Internationale Samenwerking (DGIS). De katholieke premier Cals tekende hiervoor in 1965, al hadden de PvdA-jongeren geen goed woord over voor het ‘partijpolitieke gemarchandeer’ met deze belangrijke nieuwe post en daarom ook niet voor de eerste minister, de katholiek Theo Bot, die van Onderwijs kwam. Ook de recente keuze om ontwikkelingssamenwerking meer te integreren in en samen te voegen met internationale handel is een Europese BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 Foto: NATIONAAL ARCHIEF SERIE 29 ‘ Een adellijke titel was geen voorwaarde, maar wel een pré’ trend. Buitenlandse Handel werd met het kabinet-Rutte II overgeheveld van Economische Zaken. In het kabinet-Rutte III was Sigrid Kaag minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Zoals de oorspronkelijke benaming in 1965 met ‘Minister voor Hulp aan Ontwikkelingslanden’ nog een paternalistische toonzetting had, signaleert de fusie met buitenlandse handel een afbouwen van de uitzonderingspositie van de vroegere ‘Derde Wereld’. Sinds de Tweede Wereldoorlog onderscheiden de bewindslieden in deze driehoek van internationale beleidsterreinen zich nauwelijks meer van elkaar in sociale afkomst, opleiding of carrière. Hun politieke wil tot samenwerking in het belang van Nederland en de wereld zegt niet alles. Nu misschien minder dan vroeger, maar decennialang was het vanzelfsprekend dat een ministerie van Defensie andere medewerkers rekruteerde dan het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Het gevolg was vaak een diep ingesleten wantrouwen tussen bijvoorbeeld diplomaten en ontwikkelingswerkers, waar geen coalitieakkoord of regeringswisseling iets aan leek te kunnen veranderen. Ook internationaal is dit een bekend probleem. Het Berlijnse Außenministerium en het BMZ voor ontwikkelingssamenwerking hadden bijvoorbeeld decennialang deze reputatie. Of BMZ nu in handen van de SPD of van de conservatieve CSU was en zelfs toen Die Grüne de minister van Buitenlandse Zaken leverden (1998-2005). Tegelijkertijd zijn er steeds meer internationale vraagstukken die een coherente gezamenlijke strategie van militaire missies, diplomatie en ontwikkelingspolitiek vereisen. Institutionele antipathieën en isolationisme tussen de relevante ministeries is hiervoor het slechtst denkbare uitgangspunt. Een Duitse studie naar de prestaties van de ministeries in Berlijn, Washington, Londen en Den Haag, maar ook de vergelijkbare instituties van de Europese Unie en de Verenigde Naties leverde al jaren geleden een verrassend resultaat op. Juist in de landen met een koloniaal verleden – Engeland en Nederland – bleken deze ministeries het best op elkaar ingespeeld. Institutionele rivaliteit is er altijd, maar ze werd in Berlijn, Washington en Brussel veel nadrukkelijker als groot en onoplosbaar euvel beschouwd. Ontvangst en beëdiging nieuwe ministers door koningin Juliana. Ministers Beyen (links) en Luns (2 september 1952; Soestdijk, Utrecht) EUROPESE ZAKEN Voor de ‘staalkaart’ van de ministeries, waar van kabinetsformatie tot kabinetsformatie meestal niet veel aan veranderde, was het proces van Europese integratie een uitdaging. Sinds de oprichting van de Europese Gemeenschappen in de jaren vijftig werd het al snel onmogelijk om ‘Europa’ simpelweg onder buitenlandse betrekkingen te vatten. De betrekkingen met de vijf, en later acht en zelfs elf andere lidstaten werden steeds intensiever. Bovendien vergde de omgang met de Europese instituties bijzondere expertise waarover niet elke diplomaat en elke ministeriële ambtenaar beschikte. Het feit dat Europese besluiten directe uitwerking hadden op Nederlands beleid maakt de zaak niet eenvoudiger. De klassieke scheiding tussen binnenlands en buitenlands hield hier geen stand. De aanpassing aan deze nieuwe werkelijkheid begon in veel landen al in de jaren vijftig met een aparte afdeling Europese Zaken binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken. Nederland begon hier met een eenmalige en unieke constructie: de partijloze Wim Beyen was minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Drees III, maar de KVP-er Joseph Luns was dat ook. Om de eindeloze competentieconflicten uit de weg te gaan, richtte Beyen zich op de Europese integratie en speelde een sleutelrol in de totstandkoming van de Europese Economische Gemeenschap en het Verdrag van Rome (1957). Sindsdien werd voor de eenvoudigere oplossing van een aparte staatssecretaris van Europese Zaken gekozen, die tot de formatie van het kabinet-Rutte II zou blijven bestaan. Net als toen geldt dat de politieke herschikking in 2012 niets veranderde aan de ambtelijke organisatie met een Directeur-generaal Europese Samenwerking (DGES). Alleen landen die ernaar streven om lid te worden van de Europese Unie, kennen
Pagina 30
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 Foto: André van den Heuvel/ANP-HH 30 SERIE DE MINISTERIES een apart ministerie voor Europese Zaken, soms zelfs een ministerie voor Europese Integratie. Zeker voor kleinere kandidaat-lidstaten vormen de onderhandelingen met Brussel over de verschillende toetredingshoofdstukken van het acquis (Gemeenschapsrecht) een grote ambtelijk-organisatorische uitdaging. Een dergelijk ministerie met voldoende staf en in-house deskundigheid is absoluut noodzakelijk om de onderhandelingen in goede banen te leiden. Tegelijk moet elk ministerie voor specifieke beleidsterreinen input leveren voor de onderhandelingen: van milieuwetgeving tot hygiëne in slachthuizen, van de onafhankelijkheid van het Openbaar Ministerie tot minderhedenpolitiek. Er is immers nauwelijks een beleidsdossier dat Brussel niet interesseert. ‘ Er is nauwelijks een beleidsdossier dat Brussel niet interesseert’ Zo kent Kroatië, het laatste land dat in 2013 toegetreden is, nu een ministerie voor Buitenlandse en Europese Zaken, maar in het heetst van de strijd om het kandidaat-lidmaatschap (2000-2005) was er een heus ministerie voor Europese Integratie. In de praktijk zullen de taken van het voorafgaande Regeringsbureau voor Europese integratie niet veel anders geweest zijn en ook niet toen het ministerie in 2005 opgenomen werd in Buitenlandse Zaken. Voor de eerste pro-westerse premier Ivica Ra an en president Stjepan Mesi was het een belangrijk politiek signaal om Kroatië’s commitment te onderstrepen. Ook in Oekraïne, Albanië, Georgië en Servië is Europese integratie nu ondergebracht in een zelfstandig ministerie. KABINETSFORMATIE De ministersposten horen pas aan het einde van de formatie te worden verdeeld, zo is de ongeschreven politieke regel die in de afgelopen weken voor veel reuring zorgde. Op het moment van schrijven zijn nog geen contouren van een nieuwe regeringscoalitie zichtbaar. De hier onder de loep genomen beleidsterreinen van internationale handel en diplomatie, Europese integratie, ontwikkelingssamenwerking en defensie lijken slechts in de marge een rol te gaan spelen in het politieke schaakspel. Zoals de geschiedenis leert, maken de betitelingen en indeling van deze drie ministeries zelden of nooit deel uit van het wisselgeld waarmee de laatste pijnpunten tussen verkiezingsuitslag, coalitieverhoudingen en ministersposten passend gemaakt worden. Tenzij uiteindelijk een heel verrassende coalitie tot stand komt, zijn ook opwaarderingen van beleidsterreinen door een eigen staatssecretaris of minister niet te verwachten. Frans Beelaerts van Blokland ADVERTENTIE * Wim van Meurs is hoogleraar Politieke Geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen Online kennissessie OnderwijsAlliantie: publiek-private samenwerking tegen kansenongelijkheid Donderdag 17 juni, 16.00 - 17.00 uur De kansenongelijkheid neemt toe, maar wat kunnen gemeenten hier samen met scholen in het primair onderwijs nu concreet aan doen? Tijdens dit webinar gaan we in op de succesvolle aanpak van de OnderwijsAlliantie. Hoe ziet hun aanpak eruit, wat levert dit op en welke rol kan de gemeente hierin spelen? Meld u kosteloos aan voor deze online kennissessie! Inschrijven & informatie: www.bmc.nl/kennissessies Partners in verbetering BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: DAVID ROZING / ANP-HH SOCIAAL ACHTERGROND 31 Het beschermingsbewind van mensen in een kwetsbare financiële positie vormt voor gemeenten een flinke kostenpost. Is het goedkoper om de bewindvoering dan maar zelf uit te voeren? Dat lijkt makkelijker gezegd dan gedaan. OM OPLOPENDE SCHULDHULPKOSTEN TE BESTRIJDEN BEWINDVOERDERS: STRAKKERE BAND MET GEMEENTEN Gemeenten lijken beschermingsbewind steeds vaker als een oncontroleerbare kostenpost te zien. Wie de cijfers erop naslaat, snapt waarom. Het beschermingsbewind is een vorm van hulpverlening voor mensen die hun eigen boekhouding niet meer kunnen overzien, vaak vanwege grote schulden. Een bewindvoerder neemt tijdelijk de boekhouding over om orde op zaken te stellen. Zo’n bewindvoerder wordt doorgaans betaald door de gemeente, uit het budget voor de bijzondere bijstand. De uitgaven aan bijzondere bijstand stegen tussen 2012 en 2019 van 348 miljoen tot 582 miljoen euro. Het aandeel dat wordt besteed aan bewindvoerders is bovendien de afgelopen jaren flink gegroeid. In 2018 ging 20 procent van het budget op aan beschermingsbewind, in 2019 al 27 procent. De absolute uitgaven aan beschermingsbewind
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 32 ACHTERGROND SOCIAAL ‘We worden neergezet als commerciële jongens’ stegen in één jaar met bijna de helft. De klachten over het dure beschermingsbewind bestaan al langer. Divosa, de vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein, signaleerde het probleem bijvoorbeeld al in 2016. ‘Deze kosten rijzen echt de pan uit’, klaagde de toenmalige Arnhemse SP-wethouder Gerrie Elfrink in hetzelfde jaar. ‘In 2009 gaven we hier nog 300.000 euro aan uit en nu zijn we er bijna 3 miljoen aan kwijt.’ Daarnaast is er kritiek op de effectiviteit van het beschermingsbewind. Zo schreef De Groene Amsterdammer in 2018: ‘Sommige bewindvoerders lossen de schulden van hun cliënten helemaal niet af. Integendeel: bewindvoerders zijn er financieel bij gebaat om schulden in stand te houden, zodat de cliënt langer bij het kantoor blijft. Vaak lopen de schulden zelfs verder op. Fraude en roof zijn geen zeldzaamheid.’ Ook wethouder Elfrink zag kwalijke gevolgen: ‘Onderbewindstelling is in veel gevallen een te zware maatregel, die mensen maakt tot een financieel kasplantje.’ KEURMERK In een aantal partijprogramma’s van de verkiezingen van dit jaar komt het onderwerp terug. Zo wil D66 een keurmerk voor bewindvoerders, ‘zodat malafide bewindvoerders worden geweerd’. Volgens GroenLinks moeten gemeenten de mogelijkheid krijgen ‘om bewindvoering zelf te organiseren in plaats van dit verplicht te moeten uitbesteden aan private partijen’. Ook de PvdA vindt dat bewindvoerders dichter naar gemeenten toe moeten: ‘Gemeenten krijgen de regie over bewindvoering.’ De uitvoering van het beschermingsbewind naar gemeenten toe trekken, lijkt een logische oplossing. Zo krijgen gemeenten in één klap meer grip op de uitgaven én meer controle op de kwaliteit. Toch is het zo simpel nog niet, stelt Gert Boeve, voorzitter van Horus, de branchevereniging die bewindvoerders vertegenwoordigt. Bewindvoering is immers een vak, benadrukt Boeve. Wat hem betreft moeten gemeenten bewindvoerders, net als bijvoorbeeld gespecialiseerde zorgaanbieders in de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteubranche niet bestond om ervoor te zorgen dat mensen in kwetsbare posities niet verder in de problemen kwamen, zouden de kosten voor zorg en welzijn ontploffen. In die zin is 300 miljoen echt peanuts.’ ning) of de jeugdzorg, zien als deel van hun uitvoeringscapaciteit. ‘Hoe verstandig zou het zijn als de gemeente al het Wmo-werk zelf ging doen? Daar stellen we de vraag ook niet’, zegt Boeve, die eerder in zijn carrière wethouder zorg en welzijn in Amersfoort is geweest. ‘Net als de zorg is de wereld van bewindvoering privaat georganiseerd in een publiek domein. De branche is zich ervan bewust dat dat een bijzondere positie is. Maar wij worden nog wel eens neergezet als de commerciële jongens. Ik hoor dat geluid minder over aanbieders van zorg en welzijn.’ Boeve snapt wel dat gemeenten zich zorgen maken over oplopende kosten. Aan de andere kant zouden gemeenten ook oog moeten hebben voor de baten, vindt Boeve. ‘De bewindvoering bespaart kosten, die stelling durf ik wel aan. Voor slechts 300 miljoen per jaar voert deze branche iets uit van enorme waarde – dat zeg ik ook met mijn pet van oud-wethouder op. Als deze TE WEINIG GELD Of de gemeente hetzelfde werk tegen lagere kosten kan uitvoeren? ‘Ik geloof er niks van’, aldus Boeve. ‘Vanuit mijn ervaring in het openbaar bestuur weet ik dat bewindvoerders zowel efficiënt als effectief werken. Ze moeten wel. Gemeenten zijn door de bank genomen echt duurder. Als ik alleen al kijk in welke schaal gemeenten bewindvoerders inschalen – dat kan het gemiddelde bewindvoerderskantoor niet betalen. En gemeenten hebben ook nog meer overhead. Het probleem is niet zozeer dat bewindvoerders te veel kosten. Het probleem is dat gemeenten te weinig geld krijgen voor de bijzondere bijstand. Het rijk moet gemeenten daarvoor fatsoenlijk betalen.’ Een deel van de kritiek op bewindvoerders herkent Boeve wel. Hij ziet dat er een potentieel perverse prikkel in het betalingssysteem zit, waardoor het voor bewindvoerders voordelig kan zijn om klanten DEVENTER DACHT TE KUNNEN BESPAREN Wethouder Rob de Geest (inkomen, welzijn, PvdA) van Deventer gelooft in samenwerking tussen bewindvoerders en de gemeente. In 2017 dacht zijn gemeente daar echter nog heel anders over. Toen besloot Deventer om van het beschermingsbewind dat de gemeentelijke organisatie BAD (Budget Adviesbureau Deventer) aanbood, een voorliggende voorziening te maken. Daardoor hadden inwoners geen recht meer op vergoeding uit de bijzondere bijstand wanneer ze van de diensten van een externe bewindvoerder gebruikmaakten. Het idee achter dat besluit was dat de gemeente 150.000 euro aan uitgaven aan bijzondere bijstand zou kunnen besparen. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) oordeelde echter dat er sprake zou zijn van oneerlijke concurrentie, en besloot dat de gemeente de kosten voor externe bewindvoerders toch moest vergoeden. Inmiddels heeft de gemeente een schadevergoeding moeten betalen aan een bewindvoerderskantoor dat klanten kwijtraakte door het besluit van de gemeente. Ook leidde de verandering van de werkwijze tot problemen met de administratieve verantwoording, waardoor de rechter besloot dat de gemeente tot juli 2021 geen nieuwe cliënten meer mag aannemen. Sinds eind 2019 heeft de gemeente een andere route ingeslagen, legt de dat jaar aangetreden De Geest uit. ‘We hebben gemerkt dat de voorliggende voorziening niet werkt zoals we dat bedoeld hadden. We zien ook ontevredenheid bij externe bewindvoerders. Daarom hebben we gezegd: we gaan een andere aanpak proberen. We hebben het gevoel dat we met samenwerking verder kunnen komen. We hebben de externe partijen ook gewoon nodig, dat is in het belang van de inwoners.’ De Geest wil gaan werken met convenanten tussen bewindvoerders en de gemeente. ‘Daarbij maak je afspraken over instroom en uitstroom. Als we tot een convenant komen, dan verlaten we de voorliggende voorziening. Dat convenant is er nog niet, maar dat is wel het voornemen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 AC 3333 langer onder bewind te houden dan nodig. ‘Als je kwaad wil, zou het ertoe kunnen leiden dat iemand te lang in bewind zit’, aldus Boeve. ‘Als dat nodig is, lijkt het me prima om dat anders in te regelen.’ Ook is er winst te behalen in de samenwerking tussen bewindvoerders en schuldhulpverleners – die vaak wel in dienst van de gemeente zijn. Maar daarvoor hoeft de gemeente de bewindvoering niet binnen de eigen organisatie te halen, vindt Boeve. ‘Ik sta ervoor open om de wet zo aan te passen dat gemeenten en bewindvoerders worden verplicht om meer samen te werken. Veel gemeenten werken ook al met convenanten. Daar zijn wij voorstander van. Ik ben niet vies van meer gemeentelijke regievoering.’ COLUMN JAN VERHAGEN GRONINGEN BESPAART HALF MILJOEN De gemeenten Groningen en Den Bosch voeren het beschermingsbewind momenteel zelf uit. Inwoners van die steden kunnen daarom geen beroep meer doen op de bijzondere bijstand voor het vergoeden van externe bewindvoerders. Anders dan in Deventer, hebben de gemeenteraden van Groningen en Den Bosch het beschermingsbewind als economische activiteit in het algemeen belang aangemerkt. Daardoor gelden de concurrentieregels waarmee Deventer worstelde niet. Den Bosch is pas dit jaar begonnen met de nieuwe aanpak en laat weten dat er nog weinig te zeggen is over de voorlopige resultaten. Groningen werkt al vanaf 2018 op deze manier. De Rekenkamer Groningen concludeerde onlangs dat de verwachte besparing van een miljoen euro in 2021 waarschijnlijk niet wordt gerealiseerd. Wel verwacht de Rekenkamer een besparing van ongeveer de helft van dat bedrag. Ook een deel van de inhoudelijke doelstellingen is behaald. Of inwoners dankzij de werkwijze ook vaker worden doorverwezen naar lichtere en goedkopere vormen van ondersteuning, zoals budgetbeheer, is niet duidelijk, omdat de gemeente daarover geen gegevens bijhoudt. TIJD Over anderhalf jaar, op 1 januari 2023, moeten alle grotere kantoorgebouwen minstens energielabel C hebben. Daarvan zijn er 63.000. 22.000 kantoren voldoen al aan die eis, 41.000 nog niet. De gemeenten hebben de taak gekregen om te controleren of alle kantoren op 1 januari 2023 aan de eis voldoen. Dat is weinig tijd voor veel kantoren. Hup hup, aan de slag! Alleen: controleren kost geld. Vorig jaar april heeft Binnenlandse Zaken laten berekenen hoeveel dat kost: 13,1 tot 15,8 miljoen euro. Ongeveer 350 euro per kantoor. En hoeveel krijgen de gemeenten daarvoor? De VNG meldde op 4 december dat de gemeenten 12,5 miljoen euro krijgen. Dat komt neer op 300 euro per kantoor. Onduidelijk is nog waarom de gemeenten niet alle kosten vergoed krijgen. Van die 12,5 miljoen euro hebben de gemeenten vorig jaar 0,5 miljoen euro officieel gekregen van het ministerie. En de overige 12 miljoen euro? De VNG kan wel iets zeggen maar de gemeenten wachten natuurlijk op de officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken van dat bedrag. Maar in december 2020 kwam geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. En dus geen geld. Daardoor kunnen de gemeenten nog niet beginnen met de controle. In januari 2021 geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. De tijd begint te dringen. In februari 2021 geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. In maart 2021 geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. In april 2021 geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. In de eerste helft van deze maand mei nog steeds geen officiële bevestiging van Binnenlandse Zaken. Terwijl grote haast geboden is, terwijl de gemeenten ‘ Maand na maand na maand’ van start móéten, kúnnen ze niet starten – want Binnenlandse Zaken wacht al een half jaar met een simpele bevestiging van een klein bedrag. Weet u wat Binnenlandse Zaken de afgelopen weken wel deed? De stand van zaken laten onderzoeken. En beteuterd opmerken dat het lijkt alsof de gemeenten hier nauwelijks geld voor hebben gekregen. De financiële verhouding tussen het rijk en de gemeenten gaat niet alleen over geld. Het gaat ook over elkaar goed informeren. Elkaar volledig, eerlijk en op tijd informeren. Niet 12,5 miljoen euro geven als het 13,1 tot 15,8 miljoen euro kost. En niet een halfjaar wachten met een bevestiging van het bedrag.
Pagina 34
34 ACHTERGROND EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK De groene en digitale revoluties vereisen betere regels. Daarom roept de Europese Commissie lokale en regionale overheden op om samen regels die de transities in de weg staan, aan te passen. Een regel erin betekent een andere regel eruit. WENSEN GEMEENTEN WORDEN BETER MEEGENOMEN BRUSSEL RICHT PIJLEN OP REGELDRUK De Europese Commissie stelt voor om de administratieve lasten te verminderen door bij verhoging van een administratieve last ook een vermindering in te voeren. Als die vermindering niet lukt, dan moet die in het volgende jaar worden gehaald. Lukt dat ook niet, dan is een ander beleidsterrein aan de beurt. Dat is vooral bedoeld om het midden- en kleinbedrijf te ontzien. Ook pleit de Europese Commissie voor een betere aansluiting van regels bij de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties. Het principe dat nieuwe regels en maatschappelijke veranderingen geen kwaad mogen doen, zoals burgers armer maken, wil de Europese Commissie uitbreiden van de green deal naar alle beleids terreinen. Het is niet alleen een topdown verhaal van de Europese Commissie. Ook bottom-up moet er wat veranderen. Het zogeheten Have-Your-Say-portal – Uw mening telt! – waarop burgers en belanghebbenden hun mening kunnen geven, wordt daarom uitgebreid. Gevraagde en ongevraagde meningen worden gecombineerd tot een ‘single call for evidence’. En iedereen die input geeft, krijgt straks antwoord. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Een technocratische schaamlap om te verhullen dat er om politieke redenen niets wordt gedaan’ MINIMALE HANDHAVING Tegelijk is niet iedereen tevreden. Europarlementariër Sophie in ´t Veld (D66) vindt dat de Europese Commissie eerst maar eens in eigen huis moet beginnen. ‘Het klinkt leuk ‘better law-making’, maar het is en blijft een politiek proces. Met bijbehorende politieke verhoudingen. Wanneer de Europese Commissie een verzoek krijgt van de Europese Raad voor een initiatief, dan gaat zij meteen aan de slag. Zelfs wanneer er nauwelijks rechtsgrondslag is. Maar wanneer het verzoek van het Europees Parlement komt, dan zijn er allerlei beren op de weg. ‘Better law-making’ is dan een technocratische schaamlap om te verhullen dat er om politieke redenen niets wordt gedaan. Een recent voorbeeld, de Commissie wil niets doen aan dure PCRtests in de EU, terwijl zij daar als marktmeester wel de bevoegdheden voor heeft.’ Het gaat volgens haar ook niet om betere wetgeving maar om better law enforcement, vindt zij. ‘De Europese Commissie handhaaft de Europese wet minimaal en die handhaving wordt ook steeds minder. Dat is uit angst voor lidstaten die moeten worden aangesproken op het breken van de Europese wet of op gebrekkige inspanning van hun handhavingstaken.’ Daar zeggen Brusselse bronnen over dat de handhaving vanuit Brussel zo proportioneel mogelijk is met de middelen die er zijn. Bij het principe een regel erin, een regel eruit om lasten te verminderen, plaatst In ’t Veld wel vraagtekens. ‘De Europese Commissie pusht allerlei wetgeving en internationale akkoorden die domweg niet de toets van wettelijkheid doorstaan. Met name op het gebied van politie- en justitiesamenwerking en het delen van data. Daar houdt de Europese Commissie zich gewoon niet aan de wet. Het zou mij verbazen als de Commissie de één-in-één-uit-regel op dit beleidsterrein gaat toepassen bijvoorbeeld. Je ziet daar voortdurend nieuwe initiatieven; nieuwe wetten, nieuwe bevoegdheden voor politie en ga zo maar door. Daar zit geen enkele rem op en ik moet maar zien of die er met deze regel wel komt. De andere instellingen vragen om ‘betere wetgeving’ staat in schril contrast met wat de Commissie zelf doet op justitie en binnenlandse zaken. Sterker nog, de Commissie past op dit beleidsterrein systematisch geen impact-assessments toe.’ Daar is wel iets op af te dingen: de Europese Commissie heeft onlangs een impact assessment gedaan over Europol. De communicatie van de Europese Commissie over betere regelgeving betekent overigens niet dat er minder wetten nodig zijn, stelt In ‘t Veld. ‘De rechten van burgers hebben meer bescherming nodig; denk aan twaalf jaar vastzittende wetgeving over discriminatie of aan meer openbaarheid van bestuur. Better law-making komt wel heel vaak neer op ‘minder regeldruk voor bedrijven’, wat op zich prima is, maar blijkbaar niet op betere wettige bescherming van burgers en hun rechten.’ AMBTELIJKE NETWERKEN Verder werkt de Europese Commissie eraan om de mening van lokale en regionale overheden beter mee te nemen. Bij consultaties wil de Europese Commissie duidelijker categorieën gaan onderscheiden van de respondenten. Daardoor kan de Commissie beter rekening houden met de perspectieven van de lokale en regionale overheden in de beleidsvoorbereiding, en dat ook communiceren, zo laat een bron bij de Europese Commissie weten. Ook in het zogeheten Fit4Future platform, dat zich bezighoudt met de versimpeling van Europese wetgeving, krijgen de lokale en regionale overheden meer zetels. Dat gaat van een naar drie. In het platform, onder leiding van eurocommissaris Maroš die ook de Better Regulation-inspanningen leidt, zitten verder vertegenwoordigers van de lidstaten en Europese sociale partners. Fit4Future krijgt ook input van RegHubs 2.0, een set van 46 lokale en regionale ambtelijke netwerken in de EU waarin lokale en regionale ambtenaren knelpunten van Europese regelgeving op het lokale niveau beoordelen. Het Nederlandse netwerk bestaat uit ambtenaren van zes provincies en vier gemeenten die onlangs vanuit Brussel de vraag kregen welke belemmeringen ze op het gebied van vergunningverlening vanwege Europese regels zien. Daarnaast worden de territoriale impact assessments versterkt, zodat met de behoeften van regio’s beter rekening kan worden gehouden. Met die assessments wordt de impact van regelgeving op regio’s ingeschat. Het Comité van de Regio’s (CvdR) is verheugd met de voorstellen om het lokale niveau op deze manier beter aan te sluiten op Brussel. Liever hadden officials overigens gezien dat de verslagen van de wetgevende onderhandelingen tussen EC, Europees Parlement en de lidstaten ook openbaar zouden worden. Maar dat is niet gehonoreerd. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) noemt de samenwerking van de Europese Commissie met het CvdR veelbelovend. Tot op heden werden gemeenten vaak als stakeholders gezien, terwijl gemeenten in Brussel juist al lang pleiten voor interbestuurlijke samenwerking, zo laat een VNG-woordvoerder weten. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. GEMEENTELIJKE BUREAUCRATIE Architect Bastiaan van de Kraats van het Amsterdamse restauratie-architectenbureau 1meter98 hoopt dat vermindering van regeldruk zich vanuit Brussel uitbreidt over Nederlandse gemeenten. Zijn bureau ontwerpt en restaureert monumentale gebouwen, met aandacht voor verduurzaming. Werkzaamheden waarvan je nu zou zeggen dat ze onder de renovation wave van eurocommissaris Frans Timmermans vallen. In het gemeentelijk vergunningsproces mag wat hem betreft de administratieve last flink omlaag en de processnelheid omhoog. ‘Wij hebben te maken met enorme vertragingen door bureaucratie. Het zijn complexe projecten met vele ac - to ren, maar we hebben bij twee projecten in de vergunningprocedure nu circa een jaar extra vertraging opgelopen – ongekend. In Amsterdam is verlenging van de beslistermijn van de reguliere procedure standaard. Als vanuit Europa vereenvoudiging en bespoediging doorgevoerd kan worden, is dat een enorme vooruitgang.’
Pagina 36
36 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: MARTINE SPRANGERS Boeren en natuurbeheerders hielden elkaar rond het Drentse Bargerveen in de houdgreep. Intussen dreigde het unieke hoogveengebied te verdrogen. Herverkaveling lost het probleem op. Verbetering voor landbouw én natuur. HERVERKAVELING BOEREN EN NATUURBEHEERDERS BUFFER REDT BARGERVEEN Het fietspad oogt vers. Zand van de aanleg stuift op over het beton. De blanco paddenstoel aan het begin wacht op plaatsnamen, kilometers. Nu lijkt de fietsroute slechts te voeren naar de Duitse windmolens in de verte. Toch belichaamt dit ogenschijnlijk naar niets leidende beton een markante scheiding. Links ervan glimmen de natte plassen van het Bargerveen in de lentezon. Rechts draait een boer op een tractor zijn rondjes over de akkers. Twee werelden op amper vijftig meter van elkaar, die elkaar tot voor kort vooral via de rechter spraken. Het Bargerveen geldt als een van de laatste hoogveengebieden in West-Europa. Het ontsnapte in de vorige eeuwen aan winning van het bruine goud: turf. Er leven op de ruim tweeduizend hectare zompig veen honderden soorten vogels en vlinders en allerhande slangen en hagedissen. ‘Een luilekkerland voor natuurliefhebbers’, jubelt eigenaar Staatsbosbeheer. Maar: een verdrogend luilekkerland. Door de hoge ligging van het veen gutst het water eruit. Je ziet het aan de horizontale pijpen die de omliggende beek klaterend bevoorraden. Het droogvallend veen stoot veel CO2 uit. En daar blijft het niet bij. Want het water dat uit het veen verdwijnt, belandt op de akkers van de nabijgelegen boeren en belemmert hun bedrijfsvoering. Een tussenliggend scherm van klei dat het veen meer water moest bezorgen en de boeren minder overlast, bood geen uitkomst. Zo kwam een nieuwe, duurzame oplossing in beeld. Een vochtige bufferzone van vijfhonderd meter breed die het leeglopende veen, Natura2000-gebied, van tegendruk moet voorzien. Maar wel aan te leggen op 220 hectare van de direct aangrenzende boerengrond. Opstand in zuidoost-Drenthe! Zeker tien boeren vochten in 2009 het inrichtingsplan aan bij de rechter. Ze wilden voorkomen dat er een groot stuk van hun smalle, langgerekte huiskavels werd geknipt. En dan ook nog voor een betwiste ‘oplossing’. De boeren vreesden een kletsnat nieuw reservoir van waaruit het water nog steeds naar hun gekortwiekte akkers kon doorsijpelen. Ze procedeerden tot aan de Raad van State – tevergeefs. In die roerige tijd begon de bestuurscommissie BargerveenSchoonebeek met als opdracht de verbeten verhoudingen in het gebied door middel van herverkaveling vlot te trekken. GROOT OFFER ‘We waren er allemaal van overtuigd dat er iets moest gebeuren in het Bargerveen’, blikt Nynke Houwing terug. Als toenmalig wethouder van de gemeente BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 ACHTERGROND 37 Emmen (landinrichting, VVD) werd ze in 2013 voorzitter van de bestuurscommissie en is dat sindsdien altijd gebleven. ‘Iedereen, ook de boeren, erkende dat het Bargerveen een waardevol gebied is. Maar als je dat moet beschermen ten koste van jouw boterham, wordt het een ander verhaal. We wisten dat we vooral van de boeren aan de zuidkant van het veen, bij het dorp Nieuw-Schoonebeek, een groot offer zouden vragen. Maar tegelijk was het gebied slecht ontwaterd en zaten ze van oudsher hutjemutje op elkaar.’ Landinrichting door middel van herverkavelen dient van oudsher vooral de boeren. Sinds 1985 kan het middel ook worden ingezet voor andere functies in het landelijk gebied, zoals natuurontwikkeling en klimaatadaptatie. De provincies zijn hiervoor na de decentralisatie via de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg) in 2007 aan zet, maar passen herverkaveling slechts mondjesmaat toe. Het is arbeidsintensief, vrezen ze, het neemt vele jaren in beslag en de door de rechter afdwingbare ruil kan de toch al vaak lastige verhoudingen tussen boeren en natuur beheerders in een gebied verder op scherp zetten. De bestuurscommissie BargerveenSchoonebeek begon in 2013 wijselijk aan de noordkant van het natuurgebied. Daar was in het verleden al veel boerengrond aangekocht door Prolander, de uitvoeringsorganisatie van de provincies Groningen en Drenthe. De nieuwe bufferzone moest in de ogen van de commissie niet alleen het water vasthouden, maar ook een verbinding leggen tussen het Bargerveen en de dorpen Zwartemeer en Klazienaveen. Niet zozeer de boeren lagen er dwars, maar Staatsbosbeheer. ‘Ze wilden zo weinig mogelijk mensen toelaten in het gebied’, vertelt Houwing. ‘Die verstoren immers de natuur. Daardoor leefden de dorpen met hun rug naar het Bargerveen. Je kwam er vrijwel nooit en had er vooral last van vliegen.’ Dat veranderde door de nieuwe bufferzone. ‘De invulling is in samenspraak met de dorpsbewoners tot stand gekomen. Aan de noordkant kwam een oude pastorieboerderij terug in de vorm van een kunstwerk. Het is nu een populaire trouwlocatie. ‘ Je had er vooral last van vliegen’ En er zijn veel meer fietspaden aangelegd, in en rond het Bargerveen. Daarin hebben we Staatsbosbeheer echt een beweging zien maken.’ Hoogtepunt vormde in 2018 de opening van de nieuwe schaapskooi, de grootste van Nederland, door WillemAlexander. Houwing: ‘Na afloop greep een dorpeling me bij de arm: de koning is bij ons geweest! Je zag de trots in de dorpen groeien.’ WENSZITTING Toen begon de echte klus, die aan de zuidkant van het Bargerveen. Het gebied waar 220 hectare grond in bezit van boeren voor de buffer moest wijken. ‘We hebben een wenszitting gedaan waar alle grondeigenaren hun wensen konden uitbrengen’, vertelt Gerjan Meijer, senior projectleider bij het Kadaster, dat als onafhankelijke organisatie gebiedsontwikkelingsprocessen begeleidt. Een lastige NIEUWE NATUURZONE Op voormalige boerengrond wordt een natte buffer gecreëerd die het Bargerveen (bovenste helft van de kaart) voor leeglopen moet behoeden. Bron: Royal HaskoningDHV
Pagina 38
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 38 ACHTERGROND RUIMTE ‘ Boeren gaven aan: wij blijven liggen waar wij liggen’ puzzel omdat volgens de Wilg een boer er bij herverkaveling per saldo niet op achteruit mag gaan. Dat bleek hier alleen mogelijk door de smalle kavels te verbreden. Zo kon het aan de buffer verloren eindstuk in de breedte worden gecompenseerd. Om aan die extra grond te komen, dienden vijf boeren hun bedrijf naar elders te verplaatsen. Meijer: ‘Veel boeren gaven aan: wij blijven liggen waar wij liggen.’ ‘Je hebt altijd mensen die specifiek opkomen voor hun eigen belang en die weinig oog hebben voor dat van de buren’, zegt medewerker gebiedsontwikkeling Dirk-Jan Leeuwerik van Prolander. ‘Dat moeten wij steeds zelf in de gaten houden.’ Toen de herverkaveling stilviel, stak de provincie er extra geld in. Onder meer om verhuizende boeren te kunnen laten begeleiden door een adviseur. ‘Je tovert kaarten tevoorschijn waarop staat dat de boeren de grond toch echt kwijt zullen raken’, zegt Meijer. ‘Een van de boeren had op een andere locatie al wat gebouwen staan en wilde daar uiteindelijk wel uitbreiden. Een andere boer kon naar een plek met betere grond worden verplaatst. Vergeet niet: het is hier kleinschalige landbouw. Daardoor dachten veel boeren: we moeten wat, willen we dit gebied nog een agrarische toekomst geven.’ ‘Alle landbouwbedrijven zijn er door de herverkaveling op vooruit gegaan’, stelt projectmanager Jacomijn Pluimers van Prolander. ‘En door dit proces hebben we niet alleen de bufferzone, maar het hele gebied verbeterd. De schaapskooi trekt veel bezoekers. De nieuwe fietspaden worden goed gebruikt. Dit was altijd een uithoek van het land. Deze herverkaveling geeft een impuls aan het zuidoosten van Drenthe.’ Het wordt beaamd door Emmens wethouder Robert Kleine (recreatie, CDA). ‘Ik heb vorig jaar zomer een rondje gedaan langs de kleine campings rondom het Bargerveen. Die zijn van hobbyisten uitgegroeid tot ondernemers. In de feedback die zij krijgen van bezoekers zie je een groot verschil met tien jaar geleden.’ PIJN De Drentse aanpak, waarbij naast de genoemde organisaties ook de provincie en waterschap Vechtstromen waren betrokken, lijkt een manier om de tegenstelling tussen boeren en natuurbeheer op te lossen. Is die ook naar andere delen van Nederland te kopiëren? ‘Misschien niet een op een’, denkt commissievoorzitter Nynke Houwing. ‘Maar wel in de basis. Ga met alle partijen praten en zoek wat je deelt. Zorg dat je als commissie in het gebied voortdurend zichtbaar bent. En luister naar de mensen. Van een van de verplaatste boeren zat de familie al generaties lang op die plek. Hou rekening met de pijn. En als er voor miljoenen in een gebied wordt geïnvesteerd, is het rechtvaardig dat de mensen er ook zelf wat aan hebben. Dat het meer is dan alleen natuurontwikkeling.’ ‘Het gaat ook over het vergroten van leefbaarheid’, beaamt Kleine. ‘Over het aanhaken van dorpen op het gebied van recreatie en toerisme. Meer reuring, meer economisch perspectief. Het succes van de schaapskooi maakte verdere discussies overbodig.’ Volgens Gerjan Meijer van het Kadaster is herverkaveling een ‘heel goed middel’ om de stikstofdiscussie vlot te trekken. Hij ziet dat inmiddels meer provincies hun reserves laten varen. ‘In Friesland wordt aan twee, drie projecten gewerkt, in Zuid-Holland ken ik er ook eentje.’ Niet gek, vindt hij. ‘Als je de boeren had onteigend, was de hele landbouw in het gebied NieuwSchoonebeek om zeep geholpen. Dat zijn kostbare processen die zomaar tien jaar lopen. Hier zaten de boeren binnen drie jaar op hun nieuwe grond.’ Voorwaarde is volgens hem dat je als overheid wat beschikbare ruilgrond nodig hebt én de bereidheid bij een enkele boer om te verhuizen. Hij ziet het niet als grote obstakels. ‘Zo’n 60 procent van de boeren ouder dan 55 jaar heeft geen opvolger. Als je dat proces allemaal maar z’n gang laat gaan, raken de boeren hun grond straks aan de straatstenen niet kwijt. Je kunt herverkaveling ook gebruiken om de landbouw in Nederland een betere positie te geven.’ ‘ VOOR EEN BOER IS DIE GROND WEG’ Jan Horring schoof in 2013 bij de bestuurscommissie aan als afgevaardigde van LTO. ‘Het was lastig om iemand te vinden die namens de boeren wilde optreden. Het kost veel tijd. En commissieleden wordt weleens nagedragen dat je er vooral voor je eigen voordeel zit.’ Dat speelde bij Horring geen rol. ‘Ik was gestopt als akkerbouwer en woonde niet in het gebied. Dan kun je afstand nemen.’ Toen Horring als commissielid begon, was de omstreden buffer al ingepland. Tijdens wenszittingen moesten boeren kenbaar maken hoe ze hun toekomst zagen. ‘We werden kritisch gevolgd. Een aantal boeren gaf aan: we zien elkaar voor de rechter.’ Horring kon zich er iets bij voorstellen. ‘Het is voor een boer niet niks om in een gebied van 1.500 hectare landbouwgrond zo’n 220 op te geven voor natuur. Voor een boer is die grond weg.’ Ook bestond er scepsis over de werking van de buffer. ‘In 1998 stroomde het hele gebied vanuit het Bargerveen bijna onder. Moesten we het dan nóg natter maken? Vanuit mijn achterban is geregeld gezegd: wij stoppen ermee. Maar dan wordt er alleen over je gesproken en heb je niks in de melk te brokken.’ Een paar maanden na de wenszittingen werd duidelijk dat nog eens een drietal boeren bedrijven moest worden uitgeplaatst om de rest een kansrijkere toekomst te bieden. ‘Het proces heeft een jaar stilgelegen tot er extra geld kwam van de provincie.’ Twee boeren kozen eieren voor hun geld en verkasten. ‘Uiteindelijk gaat het om de toekomst van je bedrijf. Waar het precies ligt, maakt niet zo veel uit.’ Nog steeds geeft volgens Horring een aantal boeren aan dat de herverkaveling nooit had mogen gebeuren. ‘Ze maken zich zorgen over de buffer en kunnen zich moeilijk voorstellen hoe het gebied er straks uit komt te zien. Ik hoop dat de boeren na de aanleg zullen zeggen: dit had jaren eerder moeten gebeuren.’ Zelf is Horring positiever over het proces. ‘Dat we als boeren veel grond hebben moeten inleveren is spijtig, maar gezien het nieuwe natuurbeleid een gegeven. Daar moet je niet in blijven hangen. Ik ben best een beetje trots op wat we als commissie in dit gebied tot stand hebben gebracht.’ OPINIE 39 PLEIDOOI VOOR MEER BARMHARTIGHEID INZAKE VERANTWOORDING RIJK ZET GEMEENTEN KLEM IN SOCIAAL DOMEIN Terwijl alle gemeenten druk bezig zijn om hun jaarrekeningen over 2020 af te ronden, blijft het rijk in de eerste maanden van dit jaar een stroom aan regels, handleidingen en aanbevelingen sturen waaraan de gemeenten nog moeten voldoen. Een soepelere opstelling zou meer recht doen aan de ingewikkelde situatie waarin gemeenten zitten. GEA WIELINGA MARK DE MAN ‘ Gemeenten zouden de harde lijn van SZW ook wel eens andersom willen toepassen’ Begin februari eerst de hardheidsclausule Tozo 1, vervolgens een handreiking over de speciale coronaparagraaf en in de laatste week van februari een actualisatie van de juni-notitie over de rechtmatigheid van de betaalde omzetgaranties aan aanbieders in het sociaal domein. Het rijk gaat daarbij volledig voorbij aan het feit dat de meeste gemeenten de boeken al lang gesloten hebben en het regelingen betreft die in juni 2020 al zijn afgerond. Terwijl – inmiddels demissionair – minister Koolmees de gemeenten al ruim een jaar maant tot spoed en ruimhartige uitvoering van de regelingen bij de uitvoering van tijdelijke ondersteuningsmaatregelen voor zelfstandig ondernemers (Tozo 1,2,3 en 4), meldt hij in officiële stukken heel wat anders. Gemeenten en de Tweede Kamer worden er vooral op gewezen dat fouten worden afgestraft. De letterlijke tekst van de toelichting bij de beleidsregel over de hardheidsclausule luidt: “De hardheidsclausule wordt niet toegepast voor kosten die als fout of onzeker verantwoord zijn vanwege fundamentele rechtmatigheidseisen. Die kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.” Dat is nogal wat voor een ondersteuningsmaatregel die in maart 2020 met stoom en kokend water moest worden opgetuigd en uitgevoerd door de gemeenten. Tijdens het jaar werden de gemeenten voortdurend geconfronteerd met strengere uitvoeringsregels en strakkere richtlijnen. Niet voor niets telt de handreiking Tozo van Stimulansz van medio 2020 maar liefst 154 bladzijden. Het devies van de minister: vooral ruimhartig en zeer snel uitvoeren en bij fouten of onzekerheden UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. FOTO: SHUTTERSTOCK korten op het budget. De gemeenten zouden deze harde lijn van het ministerie ook wel eens andersom willen toepassen. De rijksdienst Sociale verzekeringsbank (SVB) voert bijvoorbeeld de administratie van de persoonsgebonden budgetten (pgb’s) uit. Als er bij de SVB sprake is van fouten of onzekerheden bij de uitvoering, dan komen de kosten niet voor vergoeding in aanmerking door de gemeenten. Naar wij hebben begrepen zal de SVB over het boekjaar 2022 hoogstwaarschijnlijk voor het eerst sinds zeven jaar een goedkeurende accountantsverklaring ontvangen. Voor de jaren 2015 tot en met 2020 liggen er geen goedkeurende verklaringen van de accountant vanwege fouten en onzekerheden. Daarom zal de VNG de totale gemeentelijke kosten van de pgb’s over die jaren bij het rijk terugvorderen. Dat er fouten en onzekerheden kunnen optreden in de uitvoering van regelingen is nu eenmaal niet te vermijden. De praktijk is dat bij het vaststellen van de jaarrekening niet alle feiten op tafel kunnen liggen, bijvoorbeeld doordat er nog onderzoek loopt. Een jaarrekening zonder onzekerheden is dus echt een unicum. Een gemeente hierop afrekenen (zonder naar de achtergrond te kijken) is onterecht. Het ministerie van SZW moet beter weten en zich niet zo onwrikbaar opstellen. Daarom: bij ruimhartige en snelle steunmaatregelen hoort het rijk ook centraal de strenge en knellende landelijke regels buiten werking te stellen. Bij een barmhartige gemeente hoort ook een barmhartige opstelling van het rijk. De gemeenten moeten door het rijk niet worden gedwongen om knellende landelijke regels strak uit te voeren en daarvan burgers en bedrijven de dupe te laten worden. Gea Wielinga en Mark de Man, wethouders van Súdwest-Fryslân, respectievelijk portefeuillehouder Wmo/arbeidsparticipatie en Jeugdzorg. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Garrelt de Graaf is begonnen als beoogd griffier voor de nieuwe gemeente Maashorst en als griffier van Uden. De Graaf is nu nog raadsgriffier in Heerhugowaard, daarvoor was hij dat in Langedijk en (waarnemend) in Bloemendaal. JANNY VLIETSTRA Janny Vlietstra (PvdA, 73) is benoemd tot waarnemend burgemeester van De Wolden. Vlietstra was ook in 2011 en 2012 waarnemend burgemeester van De Wolden. Ze neemt waar vanwege de benoeming van Roger de Groot (CDA) als burgemeester van Noordoostpolder. Eerder was Vlietstra waarnemer in Marum en Haren, lid van de Eerste Kamer, gedeputeerde in Drenthe, burgemeester van Winschoten en wethouder in Leeuwarden. GERARD VAN DEN HENGEL Gerard van den Hengel (VVD, 57) is voorgedragen als burgemeester van Opmeer. Hij was van april 2019 tot januari 2020 waarnemend burgemeester in Borne, na het vertrek van Rob Welten, die burgemeester werd in Haaksbergen. Daarvoor was hij wethouder in Barneveld. In Opmeer wordt hij de opvolger van GertJan Nijpels (VVD), die vorig jaar overleed. Op dit moment is Wim Groeneweg (CDA) waarnemend burgemeester. AART-JAN MOERKERKE Aart-Jan Moerkerke is door de gemeenteraad van Moerdijk voorgedragen als burgemeester. Moerkerke (VVD, 56) is nu nog burgemeester in Papendrecht, waar hij in 2016 begon. Daarvoor was hij vier jaar burgemeester in Strijen. Tussen 2002 en 2010 was hij wethouder in Capelle aan den IJssel, namens Leefbaar Capelle. ANTOINETTE LAAN In Schiedam is Antoinette Laan (VVD) benoemd tot wethouder. Ze volgt Fahid Minhas (VVD) op, die Tweede Kamerlid is geworden. Laan was tot de verkiezing lid van de Tweede Kamer voor de VVD. Laan was eerder wethouder in Rotterdam en lid van het dagelijks bestuur van deelgemeente Kralingen-Crooswijk. FRANS BASTIAENS In Maastricht is Frans Bastiaens (SPM, 60) benoemd tot wethouder. Hij was eerder raadslid en fractievoorzitter van de PvdA; en sinds 2018 (bestuurs)lid van de Seniorenpartij Maastricht. Hij volgt Jim Janssen op. Janssen besloot op te stappen als wethouder vanwege de rekening die de gemeente ontving van een interim-directeur die verbeteringen in het Sociaal Domein (Wmo en Jeugdzorg) moest zien te bewerkstelligen. ERIK STRUIJLAART Wethouder Erik Struijlaart van Enkhuizen heeft zijn functie neergelegd. De commotie rondom de nieuwe geitenhouderij aan de buitenrand van een woonwijk heeft er mede voor gezorgd dat de wethouder heeft besloten om zijn functie aan een ander over te dragen. Struijlaart was sinds april 2017 wethouder. Er wordt geen opvolger benoemd, de beide nog zittende wethouder verdelen de taken. KOMEN & GAAN LENY VAN LEERSUM Leny van Leersum is interim-griffier van Landerd. Zij vervangt daar Elsa Weijenberg die raadsgriffier wordt in Buren. Van Leersum was eerder onder andere (plaatsvervangend) griffier in Zaltbommel en Bergeijk. FEMKE KOEKOEK Femke Koekoek stopt als griffier van Meppel. Zij gaat verder als adviseur en interim-griffier. Koekoek is bijna twee jaar griffier in Meppel geweest. Daarvoor werkte zij in verschillende functies bij de gemeenten BodegravenReeuwijk, Neder-Betuwe en Baarn. Ook was zij gemeenteraadslid in Amersfoort. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021 Foto: Bibi Veth PERSONALIA 43 BNG CIS APELDOORN Cis Apeldoorn wordt de nieuwe secretaris-directeur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. De nieuwe secretaris-directeur gaat vanaf 16 augustus 2021 aan de slag. Apeldoorn was eerder onder andere stedelijk directeur Ruimte en Economie in Amsterdam en is nu gemeentesecretaris in Zaanstad. ERIK JANSONIUS In Renswoude start Erik Jansonius per 1 juni 2021 als nieuwe gemeentesecretaris. Hij is tot die tijd nog werkzaam in West Betuwe. Jansonius wordt in Renswoude de opvolger van Jan van Dijk. Sinds 1 januari 2020 is Ineke Lissenberg interim-gemeentesecretaris. VANESSA GOSSELINK Vanessa Gosselink is interim-gemeentesecretaris in De Wolden. Ze werkte eerder in diverse gemeenten als interim-secretaris, waarvan recent bij Dronten en Hardenberg. Gosselink voert samen met Jan Scholten, interimsecretaris in Hoogeveen, de directie van de Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen. ELSA WEIJENBERG Elsa Weijenberg is benoemd tot griffier van Buren. Zij volgt Gerard van Droffelaar op, die in septem ber 2020 afscheid nam. Sindsdien werd de functie waargenomen door Peter-Paul Moors. Weijenberg was sinds juni 2017 raadsgriffier in Landerd en daarvoor controller bij de gemeente Uden. Bij BNG Bank zijn Karin Bergstein, Leonard Geluk en Femke de Vries benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen (RvC). Marjanne Sint treedt af als voorzitter van de RvC en Jantine Kriens treedt af als lid. Huub Arendse, lid van de RvC sinds april 2019, wordt de nieuwe voorzitter. Bergstein heeft verschillende functies vervuld bij ING. Geluk was eerder onder andere wethouder in Rotterdam. Vanaf 1 april 2020 is hij algemeen directeur bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De Vries is werkzaam geweest in verschillende functies bij DNB. CEES VOS Cees Vos is interim-raadsgriffier in Borger-Odoorn. Hij vervangt Henriëtte van Olst. Vos was het afgelopen jaar interim raadsgriffier van Noordenveld en daarvoor wethouder in Leeuwarderadeel en (interim)-raadsgriffier bij verschillende gemeenten. JAN SCHOLTEN In Hoogeveen Jan Scholten benoemd tot interim-secretaris.Hij was de eerste twintig jaar van zijn carrière werkzaam bij het ministerie van BZK en daarna in directiefuncties bij de gemeente Haarlem en Dordrecht. RIEN SCHALKX Rien Schalkx legt zijn werkzaamheden als gemeentesecretaris van Son en Breugel per 1 augustus 2021 neer. Dit vanwege een onoverbrugbaar verschil van inzicht binnen de leiding van de organisatie. Schalkx werkt al ruim 19 jaar in Son en Breugel. ADVERTENTIE Eric Meurs is de nieuwe griffier van Gemeente Zwolle. Proficiat! Werving en selectie door: Experts in decentraal bestuur RUUD KLEIJNEN Ruud Kleijnen is per 1 mei 2021 gemeentesecretaris van De Ronde Venen. Hij was hiervoor gemeentesecretaris van Montfoort, Veghel, Roosendaal en, sinds 1 februari 2019, Maastricht. In De Ronde Venen volgt hij Lilian Schreurs op. WIL RUTTEN Wil Rutten is benoemd tot interim-gemeentesecretaris van Maastricht. Hij vervangt daar Ruud Kleijnen. Rutten heeft eerder in Maastricht gewerkt: hij was er van 1986 tot 2003 eerst adjunct- en later gemeentesecretaris. Daarna was hij provinciesecretaris in Noord-Brabant, algemeen directeur bij de provincie Drenthe, gemeentesecretaris a.i. van Amsterdam en waarnemend burgemeester van Beesel. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia BURGEMEESTERS VACATURE PIJNACKERNOOTDORP Het burgemeesterschap van Pijnacker-Nootdorp is vacant per 17 januari 2022. De gemeente heeft circa 55.400 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 9.345,69 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 5 juni 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 14 mei 2021 op www.officielebekendmakingen.nl/Staatscourant.
Pagina 44
en presenteren: Congres ICT en Overheid 2021 Samen werken aan beta gegevensuitwisseling online online livestream Binnenlands Bestuur en iBestuur organiseren deze driedaagse livestream in samenwerking met: Kies zelf het aantal deelnamedagen aanmelden via ictenoverheid.nl Gezocht: collega’s voor onze fysieke leefomgeving! en 27 mei 2021 25, 26 7 De Rekenkamer gemeente Groningen zoekt een Secretaris / onderzoeker Loop jij warm voor het tot stand brengen en uitvoeren van het onderzoeksprogramma van de Rekenkamer van de gemeente Groningen? Dan zijn we op zoek naar jou! Meer weten? Bekijk de vacature op noorderlink.nl. Meer informatie over de Rekenkamer gemeente Groningen is te vinden op de website gemeenteraad.groningen.nl/rekenkamer INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Gemeente Stede Broec Gemeente Groningen Gemeente Haarlem Gemeente Haarlem Gemeente Noordwijk Gemeente Rijssen-Holten JS Consultancy / Gemeente Krimpenerwaard JS Consultancy / Waterschap Zuiderzeeland Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken Provincie Zuid-Holland Vrije Universiteit Amsterdam Werkorganisatie Langedijk en Heerhugowaard BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Gemeente Rijssen-Holten FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente De Bilt Gemeente Gorinchem Gemeente Waadhoeke JS Consultancy / Provincie Noord-Holland ICT EN AUTOMATISERING JS Consultancy / Regionaal Historisch Centrum Eindhoven strategisch adviseur informatiemanagement JS Consultancy / Regionaal Historisch Centrum Eindhoven teamcoördinator informatiemanagement Veiligheidsregio / Brandweer Amsterdam-Amstelland chief information security officer (ciso) JURIDISCH Gemeente Altena Gemeente Medemblik MILIEU Platform 31 RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Certus Groep / Gemeente West Betuwe Certus Groep / Gemeente West Betuwe Gemeente Altena Gemeente Altena Gemeente Altena Gemeente Altena Gemeente Altena Gemeente Utrecht JS Consultancy / Gemeente Midden-Drenthe JS Consultancy / Provincie Noord-Holland JS Consultancy / Provincie Noord-Holland JS Consultancy / Provincie Noord-Holland JS Consultancy / Provincie Noord-Holland Platform 31 Platform 31 SOCIAAL BMC BMC Certus Groep / Sociale Dienst Drechtsteden Gemeente Purmerend Gemeente Utrecht Gemeente Zeewolde VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Haarlem senior en medior projectleider duurzame ontwikkeling beleidsmedewerker infrastructuur medewerker beleid en beheer openbare ruimte beleidsmedewerker verkeer, vervoer en infrastructuur projectleider gebiedsontwikkeling beleidsmedewerker omgeving beleidsmedewerker groen en water programmamanager wonen directeur vergunningen, toezicht en handhaving beleidsadviseur ruimtelijke projecten senior projectmanager infra omgevingsmanager (medior/senior) omgevingsmanager bodem & groen beleidsadviseur leefbaarheid JS Consultancy / Regionaal Historisch Centrum Eindhoven teamcoördinator advies en toezicht JS Consultancy / Regionaal Historisch Centrum Eindhoven adviseur toezicht en inspectie senior projectleider leefbare wijken projectleider toekomstbestendige woningmarkt partner jeugd werkconsulent beleidsmedewerker sociaal domein (bestaanszekerheid) programmamanager onderwijshuisvesting pagina 47 pagina 46 pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 47 pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 46 Binnenlandsbestuur.nl senior beleidsadviseur maatschappelijke ontwikkeling met focus op onderwijs Binnenlandsbestuur.nl adviseur sociaal domein Binnenlandsbestuur.nl communicatieadviseur gemeenteraad haarlem Binnenlandsbestuur.nl senior juridisch adviseur vergunningen juridisch specialist vergunningen pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl griffier secretaris / onderzoeker raadsadviseur secretaris rekenkamercommissie haarlem raadscommunicatieadviseur brp specialist burgerzaken strategisch beleidsadviseur adjunct-directeur directeur bureau nvvb senior adviseur opdrachtgeverschap senior programmaleider strategische samenwerking vu-ut hoofd stadsbedrijf medewerker burgerzaken concerncontroller senior beleidsadviseur economie manager afdeling financiën senior inkoopadviseurs Binnenlandsbestuur.nl pagina 44 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 19 | 2021
Pagina 48
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsAdjunct-Directeur 36 uur | schaal 16 max. € 126.832,- bruto per jaar (incl. IKB) Stevig en inspirerend leidinggevende en sparringpartner die samen met de secretaris-directeur de directie vormt. Richt zich primair op de aansturing van de organisatie. Vertaalt de strategische ambities naar organisatiedoelen en -resultaten. Stuurt de afdelingsmanagers aan en versterkt hun strategische positie. Stimuleert integraliteit en is opdrachtgever voor afdelingsoverstijgende programma’s. Is daadkrachtig, bestuurlijk sensitief en verbindend. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Strategisch Beleidsadviseur 36 uur | schaal 12 max. € 82.476,- bruto per jaar (toelage mogelijk) Verbindende op samenwerking gerichte strategisch adviseur als spin in het web. Signaleren en analyseren van trends, ontwikkelingen en vraagstukken en de gevolgen hiervan voor de gemeente. Scenariodenker die breed en integraal adviseert over strategische onderwerpen aan directie als ook college. Relatie onderhouden met belangrijkste partners in de regio. Functioneel aansturen in veranderende omgeving. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Beleidsadviseur Ruimtelijke Projecten 32 – 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Adviseur die complexe ruimtelijke projecten begeleidt en de inhoudelijke vraagbaak is voor collega’s. Is als projectleider omgevingswet verantwoordelijk voor een goede en tijdige implementatie van de omgevingswet. Coacht de collega’s en steekt zelf ook graag de handen uit de mouwen. Echte verbinder, die projectmatig sterk is, in mogelijkheden denkt en creatief en politiek sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Voor Regionaal Historisch Centrum Eindhoven zijn wij op zoek naar: • Strategisch Adviseur Informatiemanagement • Teamcoördinator Informatiemanagement • Teamcoördinator Advies en Toezicht 36 uur | max. schaal 11 max. € 78.800,- bruto per jaar Adviseur Toezicht en Inspectie 36 uur | max. schaal 10 max. € 68.500,- bruto per jaar Interesse in een van bovenstaande functies van RHCe? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Voor de Provincie Noord-Holland zijn wij op zoek naar: Senior Projectmanager Infra Stevige projectmanager voor complexe infra projecten (schaal 14) Senior Inkoopadviseurs Ervaren inkoopadviseur voor uiteenlopende inkoopprojecten (schaal 11) Omgevingsmanagers (medior/senior) Omgevingsmanager voor infrastructurele projecten (schaal 11/12) Omgevingsmanager Bodem & Groen Omgevingsmanager binnen politiek-bestuurlijk krachtenveld (schaal 12) Beleidsadviseur Leefbaarheid Adviseur en projectleider voor een gezondere leefomgeving (schaal 12) Interesse in een van bovenstaande functies van Provincie Noord-Holland? Bel Saskia Schrama 06 - 125 703 76 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 08-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 02 COLOFON REDACTIONEEL Slechts één op de vijf Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Olaf Kraak / ANP-HH VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. OMGEVINGSWET ONDER VUUR OPNIEUW UITSTEL Verrassend is het allerminst dat de invoering van de Omgevingswet opnieuw zal worden uitgesteld. Nadat de Tweede Kamer eind december bijna tussen neus en lippen door met invoering per 1 januari 2022 had ingestemd – waar waren de Omtzigten en Leijtens die middag? – volgde een golf van oranje en rode stoplichten. Een enquête van Binnenlands Bestuur en de Wethoudersvereniging bracht eind januari aan het licht dat de helft van de wethouders invoering per 1 januari 2022 niet zag zitten. De Raad van State liet eind maart weten dat decentralisaties naar gemeenten voortaan zorgvuldiger en financieel ruimhartiger dienen te voorlopen. En vorige week kwam in de NRC naar voren dat de grote steden bij snelle invoering van de Omgevingswet vrezen voor het stilvallen van de woningbouw. Het digitaal stelsel (DSO) bevat in hun ogen nog te veel obstakels. Zo verschoof het beeld dat het haperende DSO vooral speelde bij kleine, digitaal onderbemande gemeenten. Nee, het speelt overal. De laatste monitor Omgevingswet van het ministerie van Binnenlandse Zaken is de druppel. Die laat zien dat het aantal gemeenten dat zegt niet op tijd klaar te zijn per 1 januari 2022 niet daalt, maar juist groeit. Slechts één op de vijf ligt met het huidige beleid op koers. De Eerste Kamer kan half mei niet anders dan voor nieuw uitstel stemmen. Minister Ollongren noemt in haar Kamerbrief al twee alternatieve data voor invoering: 1 april en 1 juli 2022. Dat zal vast die laatste worden. Het betekent extra kosten voor gemeenten. Software-licenties en voorbereidingsprogramma’s lopen langer door. En de gemeenten die wel klaar waren voor de nieuwe wet worden opnieuw veroordeeld tot frustrerend wachten. Ondertussen is het spannend wat er de komende maanden bij de Haagse coalitievorming staat te gebeuren. SP en GroenLinks zijn principieel tegenstander van de wet. Wat gebeurt er als zij als in de onvoorspelbare Haagse dynamiek als regeringspartij in beeld komen? Ook onder middenpartijen is snelle invoering van de Omgevingswet niet langer heilig. Een ding is zeker: eenvoudig beter, zoals de wet beoogt, wordt het voorlopig niet. ADVERTENTIE gemeenten ligt met het huidige beleid op koers MARTIN HENDRIKSMA REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR EU-nieuwsbrief Ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. Meld u nu aan binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY BELADEN ERFGOED Hoe ga je om met beladen gebouwen waar tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitse machthebbers zetelden? Het verschilt sterk per gemeente. Rheden maakt het donkere verleden actief zichtbaar. Utrecht aarzelt. 10 HARRIE VERBON HOOGLERAAR TEGENMACHT Door hun rekenkamers te negeren, bouwen gemeenteraden een structurele achterstand in informatie op. Tegenmacht is dan een farce, stelt emeritus hoogleraar Harrie Verbon. 48 HOUTOPSTAND 42 CORONACRISIS WAAR ZIJN DE WERKLOZEN? Het beroep op de bijstand gaat groeien, maar een stuk minder dan eerder in de coronacrisis werd voorspeld. Dat blijkt uit de laatste economische prognoses, die opvallend positief zijn. Nederland wil bomen planten vanwege klimaatdoelen en biodiversiteit. Ondertussen gaat op veel plaatsen de bijl in de bosjes. Daaronder zijn niet zelden unieke houtopstanden van ruim honderd jaar oud. Wie moet er redding brengen: gemeente of provincie? BOOMWALLEN LEGGEN MASSAAL HET LOODJE NIEUWS ‘Google nieuwe burgemeester’ Een op vijf Statenleden stopt zeker ESSAY Grifier, steek je nek uiit ACHTERGROND ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. Samen sterk tegen de techreuzen Het gevecht om het arme gezin Massale exit Statenleden op komst Anticiperen op nieuwe groep werklozen Digitale veiligheid chefsache Minister met/zonder landbouw in de genen 22 25 28 38 45 51 4 5 18 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 5 6 9 17 36 54 55 58
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 04 NIEUWS BESTUUR DOOR: MARJOLEIN VAN TRIGT Google en de geheimhoudingsplicht bij de benoemingsprocedure voor burgemeesters zitten elkaar in de weg. Met simpele aanpassingen kan de procedure worden ingepast in het digitale tijdperk. INTERNETSCAN KANDIDAAT MOET KUNNEN ‘GOOGLE NIEUWE BURGEMEESTERS’ Even googelen op de naam van de Oostzaanse burgemeesterskandidaat Marvin Polak (VVD) had een hoop gedoe bespaard. Een oplettende burger wees de media op burgemeester-onwaardige tweets. Op de Twitter-tijdlijn van Polak was onder meer te lezen dat hij GroenLinks een failliete, antisemitische partij vond. GroenLinks, na de VVD de grootste partij in Oostzaan, was onaangenaam verrast. Maar googelen was de vertrouwenscommissie ontraden door de commissaris van de koning van Noord-Holland, Arthur van Dijk, zo zei griffier Menso Bosma eerder tegen Binnenlands Bestuur. De verantwoordelijkheid voor de informatie over burgemeesterskandidaten ligt in de eerste plaats bij de commissaris van de koning (cdk). Dat ontslaat de vertrouwenscommissie vanuit de raad en de raadsgriffier niet van de plicht om kritisch te zijn op de kwaliteit en volledigheid van de gevonden informatie en om goed door te vragen in de sollicitatiegesprekken. ‘De verantwoordelijkheid voor het antecedentenonderzoek ligt bij de commissaris van de koning. Uitingen op sociale media en andere online informatie over kandidaten moeten daarin worden meegenomen. Het is een taak van de vertrouwenscommissie om er scherp op te zijn dat dat gebeurt’, stelt Niels Karsten, die als universitair docent aan Tilburg University is gespecialiseerd in burgemeesters. ‘Griffiers en raadsleden mogen zich best assertiever opstellen naar de commissaris dan ze nu doen.’ Het is vertrouwenscommissies niet verboden om burgemeesterskandidaten te googelen. Maar via internet informatie inwinnen ‘verdient enkele serieuze kant‘Raadsleden moeten zich assertiever opstellen naar cdk’ tekeningen’, aldus de circulaire 'benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeester’ van het ministerie van Binnenlands Zaken uit 2017. De geheimhoudingsplicht vormt het belangrijkste argument om terughoudend te zijn met digitale zoektochten. Iemand kan over de schouder meelezen op het computerscherm of achteraf de zoekgeschiedenis van de browser bekijken. GECONTROLEERD Sommige provincies laten vertrouwenscommissies wel zelf googelen, maar dan onder gecontroleerde omstandigheden. De commissie komt bijeen op de kamer van de commissaris van de koning, al dan niet in aanwezigheid van die commissaris. De digitale zoektocht vindt plaats op afgeschermde computers, met anonieme browservensters. Een belangrijke voorwaarde is dat alle gevonden informatie met de andere commissieleden en de commissaris wordt gedeeld. Ook zijn er afspraken nodig over het beoordelen van de informatie. Hoe ver moet je terugzoeken in een tijdlijn? Is een boze tweet van tien jaar geleden nog relevant? En hoe zit het met retweets en likes? ‘Je moet heel voorzichtig zijn met informatie over kandidaten die je via Google vindt’, stelt John Bijl, directeur van het Periklesinstituut. ‘Het is niet uitgesloten dat je iets leest over een gerucht dat je al eens voorbij hebt horen komen. Dat kleurt je blik. Het samen delen en beoordelen van de gevonden informatie is daarom een belangrijke stap in het proces.’ Hij vindt het een absolute voorwaarde dat de vertrouwenscommissie goed kan checken wie de kandidaat is. ‘Anders neem je het ambt van burgemeester niet serieus.’ Naar aanleiding van de casus in Oostzaan schreef Mark van Stappershoef, burgemeester van Goirle en voormalig kabinetschef van de cdk Noord-Brabant, op LinkedIn dat de kwaliteit van de online gevonden informatie altijd eerst moet worden getoetst. ‘De uitkomst kan worden betrokken in de procedure, zodat de kandidaat de gelegenheid krijgt om op kritische feiten te reageren en ze eventueel in de juiste context te plaatsen of nuanceren.’ In de vacature moet volgens hem worden opgenomen dat er naast de gebruikelijke screening ook een ‘scan van het internet’ zal plaatsvinden, zodat kandidaten weten wat ze mogen verwachten. Van Stappershoef verwacht dat dit mensen ‘die zich bewust zijn van een evidente negatieve aangelegenheid die een benoeming in de weg zou kunnen staan’ zal weerhouden te solliciteren. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 DOOR: YOLANDA DE KOSTER BESTUUR NIEUWS 05 Nog geen derde van de Statenleden wil na de verkiezingen in 2023 nog eens vier jaar door. Een op de vijf Statenleden weet al zeker dat hij of zij gaat stoppen. Nog eens een kwart twijfelt daarover. Eenzelfde percentage neigt naar bijtekenen. ONDERZOEK ONDER STATENLEDEN EEN OP VIJF STATENLEDEN STOPT ZEKER Naast het grote aantal afhakers zijn ook integriteit en bedreigingen, de verhouding tussen oppositie en coalitie en de impact van corona knelpunten. Dat blijkt uit onderzoek dat Necker van Naem in opdracht van Binnenlands Bestuur heeft uitgevoerd, nu de Statenperiode halverwege is. De lage financiële vergoeding en de vele uren werk zijn de belangrijkste redenen om af te haken. CARTOON BEREND VONK Bijna twee derde van alle Statenleden heeft in het afgelopen jaar gedragingen gezien die in meer of mindere mate als weinig integer kunnen worden beschouwd. Zo heeft een vijfde van de Statenleden gezien dat collega’s incorrect gebruik maken van (fractie)vergoedingen en (onkosten)declaraties. Een kwart van Statenleden heeft gezien dat andere Statenleden meestemmen over onderwerpen waar men persoonlijk belang bij heeft of hun familie of vrienden; belangenverstrengeling. Bijna een op de drie Statenleden heeft te maken gehad met verbale agressie van burgers en een vijfde met bedreiging. Het dualistisch werken in provinciehuizen komt nog niet echt van de grond, zo blijkt verder uit het onderzoek. Statenleden die in de oppositie zitten, stellen dat ze nauwelijks een deuk in een pakje boter kunnen slaan, zeker bij belangrijke kwesties. De coalitie opereert veelal als een gesloten blok. Zorgen maken de onderzoekers zich over de langetermijngevolgen van corona. De informele schil, belangrijk in de politiek, is aan het slijten. De volksvertegenwoordigende rol wordt daarnaast door de coronamaatregelen bemoeilijkt. De Statenleden halen daardoor minder geluiden uit de samenleving op, het is lastig om te weten wat er speelt en de kloof tussen burger en politiek dreigt te groeien. Lees verder op pag. 28
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 06 NIEUWS IN BEELD VEILIGHEID DOOR: MARTIN HENDRIKSMA BURGER VOELT ZICH VEILIGER VOORUITGANG BIJ VRIJWEL ELKE GROEP Citisens onderscheidt acht verschillende betrokkenheidsprofielen van Nederlanders (zie onder). Alle profielen ervoeren het afgelopen jaar meer veiligheid, met uitzondering van de ‘zorgzame senioren’. Het sterkst komt die vooruitgang naar voren bij ‘gevestigde beïnvloeders’ (die de weg naar het lokale bestuur weten) en de ‘zelfbewuste aanpakkers’, vaak woonachtig in het buitengebied en gewend de touwtjes zelf in handen te nemen. De ‘eigengereide digitalen’ blijven het sterkst achter. Ze wonen veelal in huurwoningen in de grotere steden en voelen zich vaak door de overheid genegeerd. Het gemiddelde van alle profielen steeg het afgelopen jaar van een 7,7 naar een 7,9. HOGER RAPPORTCIJFER VEILIGHEID Welk cijfer geef ik de veiligheid in mijn buurt? zelfbewuste aanpakkers gevestigde beÏnvloeders geÏnformeerde gezinsdrukte honkvaste buurtbewoners kritische vernieuwers stadse nomaden zorgzame senioren eigengereide digitalen 8,1 8,2 8,0 8,2 7,8 8,1 7,6 7,8 7,6 7,7 7,4 7,6 7,3 7,3 7,1 7,2 2020 2021 De acht betrokkenheidsprofielen uit het Citisensmodel geven de mate van betrokkenheid van burgers bij de eigen leefomgeving weer, gecombineerd met het vertrouwen dat zij hebben in de overheid. Ze kunnen worden gekarakteriseerd aan de hand van acht verschillende antwoorden op de vraag: doe je mee? (zie ook: www.citisens/tools/betrokkenheidsprofielen) zelfbewuste aanpakkers: ‘wij doen het zelf’ gevestigde beÏnvloeders: ‘ik ken de wegen’ geÏnformeerde gezinsdrukte: ‘druk met het gezin’ honkvaste buurtbewoners: ‘het is wat het is’ kritische vernieuwers: ‘wij denken vooruit’ stadse nomaden: ‘loopt prima zo’ zorgzame senioren: ‘wat ik nog kan, doe ik’ eigengereide digitalen: ‘we krijgen geen invloed’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 NIEUWS IN BEELD 07 Het coronavirus houdt ons vaker thuis.Volgens het CBS heeft dit geleid tot een significante daling van het aantal woninginbraken en andere criminele activiteiten. Onderzoeksbureau Citisens vroeg Nederlanders in maart van dit jaar via een online enquête naar de door hen ervaren veiligheid sinds corona. Ook werd gevraagd de veiligheid in de eigen buurt te beoordelen. Deze cijfers werden vergeleken met die van een jaar geleden, toen de pandemie nog moest beginnen. VERDEELD OVER CRIMINALITEIT De ervaren veiligheid strookt niet helemaal met de cijfers over ervaren criminaliteit in de buurt. Het percentage burgers dat sinds corona een daling van de criminaliteit ervaart, komt maar net uit boven het percentage dat diezelfde criminaliteit in hun buurt voelde stijgen (12 versus 11 procent). Hierbij valt op: hoe meer iemand het afgelopen jaar thuis is geweest, hoe sterker hij of zij een daling van criminaliteit in de eigen buurt ervaart. Overigens doet 54 procent hierover geen uitspraak. CRIMINALITEIT Sinds corona is de criminaliteit in mijn buurt afgenomen zeer eens neutraal zeer oneens weet niet 12% 54% 23% 11% NIET IEDEREEN TROUW MELDER NIET IEDEREEN MELDT ALLES Ik voel me vrij een melding te doen van criminaliteit in de buurt gevestigde beÏnvloeders geÏnformeerde gezinsdrukte zelfbewuste aanpakkers zorgzame senioren kritische vernieuwers stadse nomaden honkvaste buurtbewoners eigengereide digitalen 85,9% 85,9% 85,0% 81,0% 80,3% 78,5% 78,0% 72,1% Niet elke burger is bereid een melding te doen over criminele activiteiten in de buurt. Bijvoorbeeld omdat ze er geen vertrouwen in hebben dat die melding bij de overheid anoniem blijft. Van de ‘eigengereide digitalen’ is maar 72 procent meldingsbereid. ‘Gevestigde beïnvloeders’ voelen zich het meest vrij om wél meldingen te doen. Zij weten de weg naar het gemeentehuis en andere instituties in het algemeen prima te vinden. Verantwoording: In totaal werd de online enquête door een representatieve groep van 3.537 Nederlanders ingevuld. Citisens deed het onderzoek samen met Avans Hogeschool.
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN 09 AFSPRAKEN VOOR EEN VITALE RAAD Ontwikkel u verder Kennis blijven delen, op de hoogte blijven van de laatste vaktrends en samen scenario’s verkennen en blijven verbinden. Dat is in deze tijd belangrijker dan ooit. Daarom focussen we juist nu met onze virtuele congressen en online opleidingen op wat u nodig heeft. Met inhoudelijke trainingen die aansluiten op de doelstellingen van de VNG, opleidingen die inspelen op vaardigheden voor uw persoonlijke ontwikkeling en sprankelende digitale evenementen. Ons aanbod Online training: Lenig denken voor ambtenaren 18 mei Verschillende online Masterclasses: Zo werkt de zorg binnen gemeenten 19 mei, 9 juni en 7 juli Online module: Actualiteiten arbeidsrecht voor ambtenaren 27 mei Cursus: Gemeentefonds in één dag 3 juni Online cursus:    ambtenaren 10 juni Workshop werken met de geheimhoudingsplicht: aandachtspunten voor de praktijk 22 juni Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Alle sportschoolhouders weten het: abonnementen verkoop je in januari. Mensen voelen zich na de feestdagen vies en volgevreten en zijn het nieuwe jaar met goede voornemens begonnen. Wat is er dan mooier dan die voornemens bekrachtigen met een gloednieuw sportpasje? Maar iedereen die dit wel eens geprobeerd heeft, kent het vervolg. Het komt er uiteindelijk toch allemaal minder van en een maandje later is alles weer zoals het was. Menselijk, al te menselijk. Bij periodieke verkiezingen werkt het ongeveer net zo. Politici voelen zich vies en volgevreten na de vorige coalitie en beginnen hun nieuwe termijn vol dualistische voornemens. Wat is er dan mooier dan die voornemens bekrachtigen met een dun akkoord op hoofdlijnen? Als een slimme sportschoolhouder prees Herman Tjeenk Willink vorige week in een notitie zijn abonnement aan: een akkoord op hoofdlijnen moest het worden. Want hoe minder er wordt afgesproken, hoe meer ruimte er overblijft voor dualisme. Maar iedereen die dat weleens eerder heeft gehoord, kent het vervolg. Na een veelbelovend begin vol uitgestoken handen en niet-in-beton-gegotenafspraken, worden coalitiefracties toch in elkaars armen gedreven en bij de eerste begrotingsbehandeling klikt de boel weer als vanouds vast. Politiek, al te politiek. Mensen aan het sporten krijgen, is niet zo moeilijk. Mensen aan het sporten houden wel. Maar daar valt wel iets over te zeggen. Internet staat vol met sportcoaches die er tips over geven. Dat zijn geen ambitieuze trainingsschema’s maar slimme afspraken om het vol te houden. Spreek af met vrienden, zodat je elkaar scherp houdt. Monitor resultaten in kleine doelen, zodat je die vaak haalt. Plan vaste dagen, zodat die in slijten. Spreek vaste momenten af, zodat je niet uitstelt. Bedenk rituelen om successen te vieren. Voorzie tegenslag en anticipeer daarop. Enzovoort. Zou het in de politiek ook zo werken? Waarschijnlijk wel. Want juist dit soort sportcoach-tips komt naar voren in het onderzoek onder leiding van Thorbecke-fellow Lianne van Kalken naar raadsakkoorden. Zij turfde 56 gemeenteraden die in 2018 iets onder de vlag ‘raadsakkoord’ hebben opgetuigd en de Vereniging voor Raadsleden bestelde een essay over de ervaringen in die gemeenten. Er volgde een enquête en expertsessies. Het beschouwende essay werd afgelopen maandag gepresenteerd. Belangrijke rode draad in de resultaten: betere politiek bereik je niet alleen met het goede voornemen om minder slechte politiek te bedrijven. Zelfs niet als iedereen het heel erg met elkaar eens is dat het allemaal anders moet. Betere politiek vereist dat je Voorzie tegenwind en denk daar op voorhand vast over na GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN goed afspreekt hoe je het anders gaat doen. Slimme procesafspraken blijken lokaal een sleutel tot succes. Niet alleen minder onderwerpen dichttimmeren maar afspreken waarover geen overeenstemming bestaat zodat dat werkelijk vrije kwesties kunnen blijven. Maak jezelf aanspreekbaar op je goede voornemens, want het monitoren van de naleving is van wezenlijk belang. Met welke middelen mag de griffie toezien op het bekende voornemen dat elk collegevoorstel scenario’s bevat? Wie het meent, mag het zeggen. En als je handhaaft, zorg dan voor nazorg. Plan vaste momenten van vertrouwelijk overleg tussen alle betrokken fractievoorzitters. Wisselende meerderheden werken alleen bij voldoende vertrouwen en vertrouwelijkheid. Creëer ook een gunfactor. Bedenk bij wisselende meerderheden wisselende manieren om successen te delen, zodat aan het einde van de rit niet telkens dezelfde wethouder staat te shinen op een fotomomentje. Voorzie tegenwind en denk daar op voorhand over na. Hoe ga je een begroting opstellen als er moet worden bezuinigd terwijl er geen vaste meerderheid in de raad is? Enzovoort. Een open bestuurscultuur en een vitaal dualisme beginnen inderdaad met voldoende ruimte voor de Tweede Kamer en dus met minder verstikkende coalitiedynamiek. Tjeenk Willink wijst daar terecht op. Maar daadwerkelijke verandering vereist meer dan alleen een abonnement op de sportschool van het dualisme. Daarvoor zijn vooral de procesafspraken van politieke sportcoaches nodig. In het lokaal bestuur lopen er daar al heel wat van rond.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 10 INTERVIEW HARRIE VERBON DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ERIK VAN DER BURGT Tegenmacht door de gemeenteraad is een farce, maar dat moeten raden zichzelf verwijten. Door de rekenkamer te negeren, bouwen ze een structurele informatieachterstand op. ‘Gemeenteraden kennen hun eigenbelang niet’, zegt emeritus hoogleraar Harrie Verbon. GRIFFIE ZOU TEGENMACHT MOETEN ORGANISEREN ‘RAAD BEDREIGT REKENKAMER’ Waarom hebben de Griekse goden Sisyfus eigenlijk geen lid gemaakt van de rekenkamer? Van de steen die hij de berg opduwt, weet Sisyfus in ieder geval zeker dat hij er op de top weer vanaf rolt. Nooit een illusie armer. Bij de rekenkamer is er altijd de hoop dat de noeste arbeid zoden aan de dijk zet. Die ijdel blijkt, omdat de aanbevelingen die zijn overgenomen door de gemeenteraad niet door het college en de ambtenaren worden nageleefd en de raad genoegen blijft nemen met te late, onvolledige en onjuiste informatie. ‘Dat is soms best frustrerend, maar het is geen Sisyfusarbeid. De rekenkamer is essentieel voor het controleren van de macht’, zegt rekenkamerlid in Midden-Brabant Harrie Verbon (70). Het is spijtig dat raadsleden dat niet (zo) zien, vindt emeritus hoogleraar openbare financiën en sociale zekerheid aan de Universiteit van Tilburg Verbon. Gemeentebesturen en ambtenaren zien dat best, maar zullen als het ze uitkomt proberen de rekenkamer te negeren. Harrie Verbon was van 2009 tot vorige maand lid van de Tilburgse rekenkamer en is sinds begin vorig jaar lid van de rekenkamer Midden-Brabant (Dongen, Goirle en Loon op Zand). Verbon: ‘Ik las laatst in de Volkskrant een opiniebijdrage van PvdA-raadslid Paul Klaver in Roosendaal en ex-raadslid in Breda, Statenlid in Brabant en Kamerlid Henk Leenders. Zij vinden de controlerende taak van raadsleden een farce. De balans tussen de uitvoerende macht en de controlerende macht is zoek. Gebrek aan informatie is volgens het tweetal één van de belangrijkste redenen waarom de raad het bestuur niet kan controleren.’ Verbon leest de opiniebijdrage van begin tot eind, maar mist iets. Eroverheen gelezen? Hij leest het artikel nog een keer. Nee hoor, de rekenkamer wordt niet genoemd. ‘Het is tekenend dat Klaver en Leenders de steunpilaar van de raad niet noemen. Vreemd en slecht. De rekenkamer is nu juist bedoeld om de raad te ondersteunen op vaak specialistische onderwerpen. De omissie van Klaver en Leenders is een illustratie van de onderwaardering van de rekenkamer door gemeenteraden’, zegt rekenkamerlid Verbon. NIET GOED Gemeenteraden gebruiken de rekenkamer soms helemaal niet en veel vaker niet goed, ervaart Verbon. ‘En dat terwijl er alle reden is om de rekenkamer te gebruiken om het bestuur én de ambtenaren te controleren. Uit ieder rekenkameronderzoek blijkt dat de informatie vanuit B&W niet in orde is. Niet volledig, niet tijdig, onjuist, gekleurd. Dat geldt voor alle beleidsonderwerpen, maar de grote zijn het ergst. De rekenkamer zegt: zorg ervoor dat informatie deugt. Doe dat op die en die manier. De raad zegt: prima en vervolgens wordt er niets gedaan. Komt het volgende rapport over een nieuw project: zelfde laken een pak.’ De griffie zou de gemeenteraad bij de les moeten houden, vindt Verbon. ‘In het artikel van Klaver en Leenders geeft de griffie alleen procedurele ondersteuning. Dat is helemaal fout. Griffies zorgen ervoor dat de stukken op tijd zijn en dat de raadsvergaderingen goed verlopen, maar eigenlijk zouden zij ook de informatie van het bestuur moeten controleren. Griffiers zijn geen rekenmeesters, maar ze zouden wél kunnen kijken of de aangenomen aanbevelingen van de rekenkamer worden nageleefd. In Tilburg gebeurde dat niet. Daar ‘Niet volledig, niet tijdig, onjuist, gekleurd’ werd handjeklap gespeeld met de macht. Ik doe nu in Midden-Brabant de gemeente Goirle. Daar is de griffie zoals ze moet zijn. Ik zie de innigheid tussen raad en college in Tilburg niet in Goirle. Dat heeft ook te maken met de positie van de griffie. Het is helemaal wat de griffier ervan wil maken. Hij moet onafhankelijk durven zijn tegenover het college. In Tilburg was de griffier tot voor kort erg procedureel, maar de huidige griffier heeft de ambitie om meer tegenkracht te geven.’ TEGENMACHT De griffier zou veel meer dan nu, ‘in samenwerking met de rekenkamer’, een tegenmacht moeten vormen tegen de stuurders en de ambtenaren, vindt emeritus hoogleraar en rekenkamerlid Verbon. ‘Paul Klaver en Henk Leenders schrijven dat de controlerende taak van de gemeenteraad een farce is. Dat klopt, maar dat heeft de gemeenteraad aan zichzelf te danken. Ze moeten de rekenkamer en de griffie goed gebruiken. Ambtenaren in grote steden weten veel meer dan raadsleden en ze weten ook meer dan de rekenkamer. Die overmacht blijft bestaan, maar door rekenkameronderzoek serieus te nemen en de aanbevelingen na te leven, beperk je wel de macht van de ambtenaren.’ De rol van de burgemeester is bepalend voor de houding ten opzichte van de re’ INTERVIEW 11 CV HARRIE VERBON (Utrecht, 1951) studeerde tussen 1969 en 1976 economie en econometrie aan de UvA. Verbon was van 1973 tot 1989 wetenschappelijk medewerker aan de UvA. Hij promoveerde in 1988. In 1990 werd Verbon hoogleraar openbare financiën en sociale zekerheid aan de Universiteit van Tilburg. Van 2016 tot 2018 was hij er docent. Verbon was van 1993 tot 2000 lid van het bestuur van de stichting onderzoek van overheidsuitgaven. Van 2009 tot 2021 was hij lid van het bestuur van de rekenkamer Tilburg. Sinds 1 januari 2020 is Harrie Verbon lid van de rekenkamer MiddenBrabant (Dongen, Goirle en Loon op Zand). BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021
Pagina 12
INTERVIEW 13 kenkamer, heeft Verbon in Tilburg ervaren. ‘De huidige burgemeester is voor een sterke rekenkamer. Zijn voorganger niet. De burgemeester blijft, tussen alle politieke strubbelingen en verkiezingen door. Zijn houding zet de toon. Hij zou als voorzitter van de gemeenteraad een rekenkamerrapport altijd enthousiast moeten verwelkomen. Hij zou er niet voor de macht moeten zitten, maar voor de burger.’ De Rotterdamse rekenkamer haalde vorig jaar uit 42 onderzoeken die ze tussen 2009 en 2019 uitvoerde, een aantal treurigmakende rode draden: Rotterdam is met haar plannen herhaaldelijk te overmoedig en neemt dan te veel (financiële) risico’s, gaat te veel uit van regels en heeft onvoldoende aandacht voor praktische uitvoeringsproblemen. Verbon: ‘Heel herkenbaar, maar ik zou er één aan willen toevoegen: naïviteit. De renovatie van de wijk Stappegoor in Tilburg is een mooi voorbeeld. Stappegoor moest het Papendal van het zuiden worden; over overmoed gesproken. B&W had met twee projectontwikkelaars afgesproken dat zij twee sporthallen zouden neerzetten. In ruil daarvoor mochten zij woningen bouwen. Het project zou de gemeente niks kosten, maar dat liep anders. Dat wisten de projectontwikkelaars natuurlijk al lang. Dit moest toch nog hier van de gemeente, en dat daar. Allemaal meerwerk. Voor onvoorziene ontwikkelingen was in een intentieverklaring afgesproken dat ze er met elkaar uit zouden komen. Dat gebeurde ook; altijd ten koste van de gemeente. Het heeft miljoenen en miljoenen gekost.’ OVERKAPPING Een recenter voorbeeld van de naïviteit van het Tilburgse stadsbestuur, en zijn ambtenaren, is de ‘fancy’ overkapping van het nieuwe busstation. Verbon: ‘Ze wisten niet hoe dat technisch zat en hoeveel het zou kosten. Je zou denken: dan schakel je een ingenieursbureau in en laat dat berekenen. Als je het vervolgens aanbesteedt, dan weet je wat het gaat kosten. Dat deden ze niet. De bouwer die de aanbesteding kreeg, moest zelf maar kijken hoeveel het ging kosten. Lekker, toch? Wat zou jij doen met een blanco cheque? Weer een miljoenenoverschrijding. En het gebeurt niet alleen in een grote stad als Tilburg. In Loon op Zand hadden we ook een zaakje met sporthal De Werft. Ik wil maar zeggen: het gebeurt overal.’ Je zou ter verdediging van de raad kunnen zeggen: zo’n hippe overkapping zit in een groot miljoenenproject; wiens oog valt nou op één onderdeel? ‘Dat is zo, raadsleden zijn amateurpolitici. Ze hebben het al druk genoeg’, weet Harrie Verbon. ‘Maar je hebt ‘Ambtenaren hebben een enorme hekel aan de rekenkamer’ ook raadsleden die helemaal niet zitten te wachten op kritische geluiden daarover van de rekenkamer. Waarom? Omdat in de gemeentepolitiek over het algemeen te weinig dualistisch wordt gedacht. In Tilburg was er geen dualisme. De banden tussen raadsleden en wethouders waren heel innig. Dat de wethouder tegen raadsleden zegt: “Jij moet dit doen.” Er wordt ook gedacht in coalitie en oppositie, en daarmee bedreigt de raad de rekenkamer. Als de rekenkamer meldt dat de informatie niet adequaat is, dan kom je aan het college en aan de coalitie. Dat willen ze niet, want dat is indirect gevaarlijk voor hun eigen carrière. Ik heb dat op een aantal belangrijke onderwerpen in Tilburg meegemaakt. Het sociaal domein bijvoorbeeld. “Die informatie van de rekenkamer hebben we niet nodig, we maken het zelf wel uit”, werd in de raad gezegd. En het was het bekende verhaal: er wordt jullie niet verteld waarom de kosten zo uit de hand zijn gelopen.’ In diezelfde vergadering vond de oppositie de informatie van de rekenkamer juist essentieel, herinnert Verbon zich. ‘En zo komt de onafhankelijke rol van de rekenkamer in gevaar. Hij belandt midden in het spel van coalitie en oppositie. Maar de rekenkamer is geen politiek instrument. Hij rapporteert neutraal over onvolkomenheden in de uitvoering van beleid. Dergelijke rapportages moeten worden beschouwd als hulp voor betere beleidsuitvoering.’ ERG LASTIG En de ambtenaren? ‘Die vinden een rekenkamer erg lastig. Ik begrijp dat wel. Zij gaan over langetermijninvesterin - gen, berekeningen, afschrijvingen, exploitatie. Ze weten hoe het zit en ze weten het altijd beter dan de bestuurders en de raad. En dan moeten ze opeens tekst en uitleg geven aan de rekenkamer. Dat knabbelt aan het informatie-overwicht dat ze in al die jaren hebben opgebouwd.’ De ambtenaren in het gemeentehuis weten volgens Verbon ook best waar ze het over hebben, maar de échte technische kennis zit bij de uitvoerders, de projectontwikkelaars en de aannemers. ‘En dan zegt een ambtenaar, via het college van B&W, tegen die uitvoerders: zoeken jullie het maar uit.’ En de bestuurders? ‘Die zien de rekenkamer nogal eens als spelbreker. Er is niets aan de hand, de informatie de ze de gemeenteraad hebben gegeven was in orde. De rekenkamer is uitgepraat als de coalitiepartijen daarin meegaan. Je wordt dan machteloos gemaakt. In Tilburg pleitte ik ook wel voor een proactieve rekenkamer. Maar er is een dilemma: als je te proactief bent, dan bestaat het risico dat je in het politieke mijnenveld terechtkomt en ontploft. Maar als je te voorzichtig bent, dan geef je wel te weinig tegenmacht.’ Gemeenteraden maken van hun tegenmacht niet alleen een ‘farce’ door de rekenkamer te negeren, ze ondermijnen ook zijn onafhankelijkheid, zegt Verbon. ‘De rekenkamers worden bevolkt door ambtenaren. Dat is echt een probleem. Hoe kun je volhouden dat de rekenkamer onafhankelijk is? Gaat een ambtenaar boos worden op een ambtenaar? De gemeenteraad benoemt de leden van de rekenkamer, maar weet kennelijk niet wat zijn eigenbelang is. De rekenkamer Midden-Brabant heeft een vacature omdat Hilvarenbeek erbij komt. Wie solliciteren? Ambtenaren.’ Verbon vertrok dit voorjaar samen met de voorzitter van de rekenkamer in Tilburg omdat hune termijnen erop zaten. ‘De twee andere leden moesten weer solliciteren bij de gemeenteraad. De niet-ambtenaar werd niet benoemd. Waarom? Geen idee, maar ik weet wel dat hij prima functioneerde. Er zit niet één onafhankelijke onderzoeker in de rekenkamer van Tilburg. Dat is toch bizar? Zegt de directeur ruimtelijk domein in Roosendaal, die lid is van de Tilburgse rekenkamer, tegen een collega in Tilburg dat hij de gemeenteraad een rad voor ogen draait? Zou de gemeentesecretaris van Sint-Michielsgestel dat tegen haar collega in Tilburg zeggen?’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021
Pagina 14
14 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: ANKA VAN VOORTHUIJSEN FOTO: ERIK VAN ’T WOUT / ANP-HH Hoe ga je om met beladen erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog? Het verschilt sterk per gemeente. Waar Rheden de historie actief zichtbaar maakt, aarzelt men in Utrecht. ‘Het gaat maar om een periode van vijf jaar in de geschiedenis van een eeuwenoude laan.’ GEMEENTELIJKE OMGANG MET BELADEN ERFGOED VERSTOPPEN OF VERTELLEN? Aan de rand van het Gelderse Ellecom, gemeente Rheden, staat een grote boerderij met rieten kap te huur. Bedrijfsmakelaar Rebo meldt in de verkoopinformatie: ‘Eén van de weinige overblijfselen van typisch nationaalsocialistische architectuur in Nederland.’ Omroep Gelderland omschreef het gebouw en paar jaar geleden als ‘de hel van Ellecom’. Die omschrijving klopt helaas als een bus, zegt wethouder Marc Budel (erfgoed, CDA). ‘Hier zijn in de Tweede Wereldoorlog de vreselijkste dingen gebeurd.’ Wat eruit ziet als een boerderij, werd in 1942 gebouwd als turnhal, onderdeel van HUIZE MUSSERT Het voormalige hoofdkantoor van de NSB, Maliebaan 35 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ Dit hoort bij onze lokale historie en die geschiedenis willen we doorgeven’ een opleidingscentrum voor SS-ers. De Duitsers huisden sinds eind 1940 in het nabijgelegen landhuis Avegoor, dat ze in beslag hadden genomen. Budel: ‘Dit was het eerste werkkamp van Nederland. Joodse dwangarbeiders werden gedwongen het fundament en de atletiekbaan aan te leggen. Ze werden mishandeld, moesten onmenselijk zwaar werk doen.’ Van de 139 dwangarbeiders overleed een aantal al tijdens de bouw. De anderen werden afgevoerd naar Westerbork en van de complete groep overleefden er uiteindelijk slechts 33 de oorlog. DOORGEVEN Langs de doorgaande weg bij landgoed Avegoor staat een plaquette waarop die gruwelijke historie wordt beschreven. In het dorp is een Joods Monument, een bronzen tafel met 139 stenen, die herinnert aan het lot van die Joodse dwangarbeiders. Op het plaatselijke kerkhof is een gedenkgraf voor drie van de slachtoffers. ‘We kennen dit verhaal allemaal in het dorp’, zegt Budel. ‘We schamen ons er niet voor. Dit hoort bij onze lokale historie en die geschiedenis willen we doorgeven.’ In 2019 won de gemeente Rheden de BNG-erfgoedprijs. Het geld werd onlangs deels besteed aan de productie van een stripboek, over de honderden monumenten in de regio. Naast tekeningen van prachtige kastelen, komen ook de uitgemergelde dwangarbeiders op de illustraties voor, terwijl ze een sintelbaan en sporthal aanleggen. Budel: ‘We proberen mensen actief te interesseren voor onze hele geschiedenis. Niet alleen zestigplussers die in erfgoed zijn geïnteresseerd. Alle kinderen uit groep acht krijgen dit stripboek, als het aan mij ligt. Ook de totstandkoming van de turnhal hoort bij hun roots.’ In het voormalige landgoed Avegoor zit al jaren een Fletcher Hotel. De turnhal is een gemeentelijk monument en wacht op een nieuwe huurder. In hoeverre is dat beladen verleden daarbij een handicap? Budel: ‘Onze erfgoedafdeling is nauw betrokken geweest bij de gebiedsvisie rondom Landgoed Avegoor. Er kan veel: wonen, recreëren, een foodhall, een museum. Via het bestemmingsplan hebben we als gemeente natuurlijk wel invloed, al zijn we geen eigenaar. Het moet landschappelijk passen en het moet qua historie natuurlijk ook passen. Maar we zetten hier geen glazen stolp overheen.’ Een paar jaar geleden promoveerde Henk Hoogeveen, werkzaam bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, op de omgang met dadererfgoed uit WOII. Ook landgoed Avegoor kwam daarin aan de orde. Budel: ‘Hij schrijft hierover: verstop je dit achter de rododendrons of ga je die snoeien en maak je het verleden zichtbaar? Wij kiezen duidelijk voor dat laatste. Met een nieuwe bestemming krijgt dit gebouw een nieuwe toekomst, maar we willen dat de historie zichtbaar blijft.’ ONTSLUIEREN Zowel provincie als gemeente is zeer actief om het beladen verleden van de regio te ontsluieren, zegt Budel. ‘Er is in oorlogstijd veel gebeurd in de kastelen en landgoederen van wat wij Gelders Arcadië noemen. Sommige dingen zijn algemeen bekend, over andere wordt nog vooral gefluisterd in het dorp. Elyze Storms, adviseur erfgoed bij het Gelders Genootschap, gaat uitgebreid onderzoek doen naar dat verleden. Daar zijn we erg blij mee.’ Het beladen oorlogsverleden van de Maliebaan in Utrecht kreeg een aantal jaren geleden vooral aandacht door de inzet van historici als Ad van Liempt en Maarten van Rossem. De Maliebaan, een prachtige zeventiende-eeuwse bomenlaan van één kilometer lengte, kende gedurende WOII een opvallend hoge concentratie van panden waar NSB- en Duitse organisaties in waren gevestigd. De Ordnungspolizei zat op nummer 10, de ledenadministratie van de NSB op 27, de afdeling pers en propaganda van de NSB waar Volk en Vaderland werd gemaakt op de nummers 29 en 31, het hoofdkwartier van de NSB van Anton Mussert zat op 35, de Sicherheitsdienst huisde in de nummers 37 en 39, de Wehrmacht op 84, de Winterhulp op 90 en de Luftwaffe op 108. In totaal gaat het aan de Maliebaan om 21 ‘foute’ panden. Ad van Liempt: ‘Maar aan diezelfde Maliebaan zat ook een verzetsgroep, was het aartsbisschoppelijk paleis, werd Vrij Nederland gedrukt en zaten Joodse onderduikers.’ De Maliebaan is voor hem dé plek ‘waar de oorlog in al z’n krankzinnigheid te ervaren is: waar de kerk, het verzet en NSB-ers letterlijk naast elkaar zaten.’ SCHAMEN Van Liempt documenteerde het oorlogsverleden van de straat in een boek en een gelijknamige website: Aan de Maliebaan. Van Rossum besteedde er aandacht aan in een serie op RTV Utrecht. Maar wie er anno 2021 loopt, komt niets van dat beladen verleden tegen. Utrecht is bekend als stad van Gerrit Rietveld, besteedt op veel manieren en locaties aandacht aan de aanwezigheid van de Romeinen, maar de Maliebaan krijgt vooral credits als eerste officiële fietspad van Nederland. ‘Dat is natuurlijk veel makkelijker dan het oorlogsverleden van deze straat te herdenken’, concludeert Ad van Liempt. Hij vindt dat de gemeente Utrecht ‘onvolwassen’ omgaat met deze periode. ‘Ik heb het gevoel dat ze zich ervoor schamen. Ze vinden het ongemakkelijk.’ De Maliebaan was in de oorlog de Nederlandse variant van Unter den Linden. Er waren parades en defilés: op de verjaardag van Mussert in mei, en op de oprichtingsdag van de NSB in december. Utrecht werd door de NSB uitgroepen tot ‘Stad der Beweging’. Van Liempt: ‘Dat is natuurlijk niet leuk en Utrecht stond tijdens en na de oorlog daarom wel bekend als een ‘foute’ stad, maar dat is natuurlijk onzin: er waren in Utrecht niet meer NSB-ers dan elders.’ Na zijn boek over de Maliebaan, dat een verkoopsucces was in de stad, goed bezochte lezingen, aandacht op televisie en een serie Maliebaan-monologen met theatergroep Aluin in de bewuste panden, verwachtte Van Liempt dat de gemeente serieus aandacht zou besteden aan dit stukje historie. ‘Niets. Het is blijkbaar in strijd
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 b / A 16 ACHTERGROND RUIMTE Commandopost Clingendael De gemeente Wassenaar kreeg in 2018 te maken met veel commotie door de voorgenomen verkoop van Commandopost Clingendael. De bunker werd in de oorlog gebouwd als schuilplaats voor Arthur Seyss-Inquart, de hoogste afgezant van Hitler in Nederland, die op landgoed Clingendael woonde. Omdat de bunker niet meer wordt gebruikt, werd de verkoop in gang gezet. Zowel vanuit omwonenden als directeuren van musea als Kamp Vught en kamp Amersfoort, organisaties als het Centrum Informatie Documentatie Israël (CIDI) of WO2 Sporen, werd verontrust gereageerd op de verkoop aan particulieren. Wat zou er daarna ín die bunker komen, was de vraag. Moet je willen dat mensen daar straks schnitzels serveren of een escaperoom kunnen uitbaten op zo’n beladen plek? Dit zou een educatief centrum moeten worden, bepleitten de tegenstanders van verkoop. Na veel media-aandacht, Wob-verzoeken en Kamervragen stelde het Atelier Rijksbouwmeester in samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf vorig jaar een Leidraad Afstoot Monumenten op, die moet garanderen dat verkoop van erfgoed zorgvuldig gebeurt en dat niet alleen de hoogste prijs de doorslag geeft. ‘Zeker bij zulk beladen erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog moet je als gebouweigenaar je verantwoordelijkheid nemen en mag het nooit alleen een financiële transactie zijn’, aldus de rijksbouwmeester op de site van het RVB. De gemeente Wassenaar heeft daar nu alle vertrouwen in, aldus een woordvoerder. ‘Er is nu een Nota van Uitgangspunten die voorkomt dat niet wenselijke ontwikkelingen worden voorgesteld. De nota is het richtinggevend kader en als gemeente houden wij onze eigen verantwoordelijkheid in de beoordeling of een plan bijdraagt aan behoud van het monument en of de waarden ervan voldoende worden gerespecteerd. We voelen ons verantwoordelijk het gebouw en de geschiedenis ervan voor de toekomst te bewaren.’ met de ideeën rond citymarketing. Maar juist op deze plek heb je alle facetten van die Tweede Wereldoorlog bij elkaar. Het verhaal van daders, slachtoffers, collaboratie en omstanders. Je moet als stad toch op een adequate manier zo’n zwarte bladzijde in je eigen stad willen bespreken?’ PARTICULIER INITIATIEF Bettina van Santen, architectuurhistoricus op de afdeling erfgoed van de gemeente Utrecht, gelooft niet dat het NSB-verleden van de Maliebaan bewust geheim wordt gehouden. ‘Ik denk dat bijna alle Utrechters het wel weten. Er zijn boeken, het wordt genoemd tijdens stadswandelingen en in gidsjes.’ Dat is allemaal particulier initiatief, beaamt ze. Waarom er vanuit de gemeente niets mee wordt gedaan? ‘Geen idee. Maar van een taboe op dit erfgoed is volgens mij geen sprake. De door de Duitsers gebouwde bunkers staan op de gemeentelijke monumentenlijst.’ Zo’n twintig jaar geleden verkocht de rijksoverheid de na de oorlog in beslag genomen panden aan de Maliebaan. Van Santen weet dat toen ter sprake is geweest om een bordje op te hangen bij het vroegere hoofdkwartier van de NSB, op nummer 35. ‘Dat is besproken. Maar de nieuwe eigenaar, een kinderdagverblijf, wilde niet met dat verleden geassocieerd worden. En je kunt als gemeente natuurlijk niet zomaar een bordje aan iemands gevel schroeven met de mededeling dat Anton Mussert daar vroeger zat.’ Maar je zou als gemeente toch íets kunnen doen? ‘Ik weet niet waarom het tot nu toe niet is gebeurd. Ik wil het absoluut niet bagatelliseren, maar het gaat om een periode van vijf jaar in de geschiedenis van een laan die bijna vierhonderd jaar oud is. De panden waar het om gaat zijn veelal ongeveer honderd jaar oud en een aantal jaren in gebruik geweest bij fascistische organisaties. Dat ze allemaal in particuliere handen zijn, maakt het denk ik ook niet makkelijk om er iets mee te doen.’ De Maliebaan gaat een ingrijpende facelift krijgen. Van Santen: ‘Ik weet dat er nu een initiatief is om ook aandacht te besteden aan dat deel van het verleden. Wat je precies moet doen, hangt af van de wensen die er zijn. Misschien een monument, of een nieuw onderdeel bij de bestaande beeldenroute. De herinrichting is wel een kans om hier iets mee te gaan doen.’ MUSSERTS MUUR Bezoekers bij de Muur van Mussert in Lunteren PLEK VAN NSB-BIJEENKOMSTEN De vraag hoe je moet omgaan met beladen erfgoed uit WOII zorgt nog steeds voor discussie. De campingeigenaar in Lunteren die in 2017 de ‘Muur van Mussert’ op zijn terrein wilde slopen om er extra chalets te kunnen bouwen, kreeg na veel polemiek, nul op het rekest. ‘De muur’, gebouwd voor NSB-bijeenkomsten, werd daarna zelfs aangewezen als rijksmonument. Rijksbouwmeester Floris Alkemade vertelt op de website van het Rijksvastgoedbedrijf over het belang van het behoud van dergelijk ‘schuldig erfgoed’: ‘ Het is belangrijk dat je het verhaal vertelt in ál z’n aspecten. We hebben het Anne Frankhuis, we hebben het monument op de Dam, maar we hebben ook een muur van Mussert waar NSB-bijeenkomsten waren. Er waren Nederlanders die collaboreerden. Je kunt niet verantwoorden dat je alleen die elementen van de geschiedenis overeind houdt die jezelf in een goed daglicht zetten. (...) Dit laat zien dat een oorlog een diffuus veld is van keuzes die worden gemaakt.’ Foto: Herman Engbers / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Een vrijwillige brandweerman van de IN DE CLINCH gemeente Lingewaard raakt gewond bij een blusactie. Het college erkent geen aansprakelijkheid. Had de man spikes moeten krijgen zodat hij door bevroren bluswater niet kon uitglijden? ONGEVAL: SAMENLOOP VAN OMSTANDIGHEDEN Hans Voorakker* is zelfstandig aardbeienteler en daarnaast al jaren vaste vrijwilliger bij de brandweer van Lingewaard, en sinds 2014 van de Veiligheidsregio GelderlandMidden. Tijdens een inzet in de nacht van 3 februari 2012 (het was toen min 16 graden) gleed hij uit en brak zijn linkerenkel. Er is een plaat met schroeven in zijn enkel gezet. Uit de ongevallenverzekering van de gemeente kreeg hij daggelduitkeringen en een eenmalige kapitaalsuitkering. Tweeënhalf jaar na het ongeval wordt hij weer arbeidsgeschikt verklaard. De daggelduitkeringen zijn toen beëindigd. Wel stelt Voorakker het college van Lingewaard aansprakelijk voor de geleden en te lijden schade als gevolg van het ongeval voor zover die schade niet werd vergoed door de ongevallenverzekering (restschade). Die schade moet het college alsnog vergoeden. Maar het college weigert aansprakelijkheid te erkennen en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Ook de rechtbank Gelderland vindt dat het college haar zorgplicht niet heeft geschonden: het ongeval waarbij Voorakker zijn linkerenkel brak was het gevolg van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Daarom is het college niet aansprakelijk is voor de (rest)schade van Voorakker. Een bestuursorgaan heeft tegenover ambtenaren een zorgplicht, dat is vaste rechtspraak. Het bestuursorgaan moet de werkzaamheden van de ambtenaar zodanig inrichten en voor het verrichten daarvan zoHet college had spikes moeten geven, vindt Voorakker zoals reddingen op het ijs. Dat de brandweer in Arnhem wel over spikes beschikt, maakt niet uit: hun ploegcommandant is op eigen initiatief overgegaan tot het toevoegen van spikes aan de uitrusting van (een aantal) Arnhemse brandweerwagens. Dat maakt nog niet dat spikes tot de standaarduitrusting (moeten) behoren. De Raad vindt dat Voorakker er niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat spikes ook in andere gevallen dan bij ijsreddingen, moeten worden verstrekt. Dat had het colledanige maatregelen treffen als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de ambtenaar in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. De ambtenaar heeft recht op schadevergoeding, tenzij de schade vooral is veroorzaakt door opzet of bewuste roekeloosheid van de ambtenaar. Voorakker vindt dat het college spikes (of andere middelen) beschikbaar had moeten stellen zodat hij zichzelf – en zijn manschappen – tegen gladheid als gevolg van opvriezend bluswater had kunnen beschermen. Volgens de Centrale Raad van Beroep is er geen voorschrift dat het college verplicht tot het verstrekken van spikes: die behoren niet tot de standaarduitrusting van de brandweer en worden, zoals het college al liet weten, alleen in uitzonderlijke situaties gebruikt – ADVERTENTIE BEZOEK DE ACCOUNTANCY EXPO 21 EN 22 JUNI 2021 | ONLINE Kom naar de online Accountancy Expo en ontdek de nieuwste tools, innovaties en systemen. Meld je gratis aan via AccountancyExpo.nl ge dan ook niet hoeven te doen en het heeft dus – door dit na te laten – haar zorgplicht niet geschonden. Voorakker vindt verder niet dat het risico op en de gevolgen van een ongeval door gladheid volledig voor rekening van hem als lid van de vrijwillige brandweer moeten komen. Nu hem geen verwijt treft, had het college alsnog aansprakelijkheid moeten aanvaarden. Maar de Raad vindt dat het college niet aansprakelijk is voor de restschade als gevolg van een ongeval, puur vanwege het feit dat iemand lid is van de vrijwillige brandweer. Het ongeval is veroorzaakt door een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Zelfs nu er geen aanleiding is om aan te nemen dat Voorakker onvoldoende rekening heeft gehouden met de gladheid – hem treft geen enkele blaam – is het college niet aansprakelijk. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2021:679
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 18 ESSAY BESTUUR FOTO: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY GRIFFIER: STEEK JE NEK UIT De griffiersfunctie van de gemeenteraad bestaat bijna twintig jaar. Er is veel bereikt, maar er moet ook nog heel veel gebeuren. Om de gemeenteraad van betekenis te laten zijn voor de lokale samenleving moeten de griffiers meer leveren. Ze dienen hun nek uit te steken en de grenzen van hun werkveld op te zoeken. Om zo het lokale huis voor de democratie opnieuw in te richten. Dat betoogt Jan Dirk Pruim, scheidend raadsgriffier van Almere. In 2002 zijn gemeenten duaal gaan werken. Met de ambitie de lokale partijpolitieke democratie te vitaliseren. De Kamer voegde aan de Wet dualisering gemeentebestuur per amendement ‘De Cloe’ toe dat elke gemeente een griffier moet hebben. Zonder handboeken, draaiboeken, standaardfunctieprofielen of inrichtingsplannen voor een griffie zijn griffiers van start gegaan. Werkenderwijs is daar vanaf maart 2002 invulling aan gegeven. Dat gebeurde niet onder eenvoudig gesternte. Er bestond onder meer bij burgemeesters, wethouders en gemeentesecretarissen veel weerzin tegen de nieuwe − duale − situatie. De raadsleden die in 2002 aantraden, waren geselecteerd onder monistische vlag en moesten opeens duaal gaan werken. Dat bleek moeilijk, want in veel gemeenten groeide een soort dumonisme. Andere raden verwarden dualisering met ‘duellisering’. Het heeft een aantal raad speriodes geduurd voordat er enige stabiliteit kwam. Hierdoor zijn grote delen van het werkveld van de griffier nog niet of nauwelijks verkend. Toch bespeur ik bij griffiers de neiging om wat er nu staat vast te leggen en af te bakenen. Met als gevolg dat de ruimte voor raad en griffiers niet wordt verkend, stolling optreedt en het kartel van in- en externe functiewaarderingsdeskundigen de functie gevangen zet. Daarmee wordt geen recht gedaan aan de functie van griffier, de noodzakelijke ondersteuning voor een gemeenteraad en het belang van inwoners bij een vitale lokale democratie. VERSTOPT De vitalisering van de lokale democratie werd met name gezocht in de volksvertegenwoordigende en controlerende rol van raadsleden. Eigenlijk was in 2002 de verwachting dat de lokale Renske Leijtens en Pieter Omtzigten zouden opstaan en zichtbaar zouden worden. Daarvan zijn zeker lokale voorbeelden, maar meer zie je raadsleden vluchten in ‘dagjespolitiek’; in dagelijkse scoringsdrift en publiciteitsverlangen. Dat is een van de oorzaken dat gemeenteraden zich onvoldoende hebben ontwikkeld tot hét lokale instituut, dé lokale gespreksplaats van tegenwicht en tegenspraak. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de huidige tijd veel van raadsleden vraagt. Ik geef het hen te doen en het is ook niet vreemd dat de verleiding voor de waan van de dag gaat overheersen. Die waan wordt versterkt door coalitiegestuurd werken. Coalitieakkoorden met de daaraan verbonden fractiediscipline bieden raadsleden weinig bewegingsvrijheid. En laten de raad weinig ruimte voor debat en deliberatie. Voeg daarbij de gevolgen van de decentralisaties op de werking van de raad. Die hebben het takenpakket van gemeenten vergroot, maar de autonomie van de raad juist verkleind. Het versterkt het beeld dat medebewindstaken dominant zijn geworden bij gemeenten; typisch taken voor colleges en allerlei instellingen die in het lokale publieke domein actief zijn. Voor een raad is het bijna ondoenlijk om medebewindstaken te controleren en bij te sturen. RESTVERWERKING Zo lijkt hoogleraar Pieter Tops nog gelijk te krijgen toen hij jaren geleden de gemeenteraad als een instituut van restverwerking duidde. Zijn collega Douwe Jan Elzinga (voorzitter van de staatscommissie Dualisme en Lokale Democratie, wiens advies heeft geleid tot de Wet dualisering gemeentebestuur) pleitte vorig jaar mede om die reden voor een revolutie waarbij gemeenteraden hun autonomie terugeisen. Want zonder een belangrijk deel aan autonomie staat het lokale politiek stelsel op instorten. Bedenk dat door die decentralisaties veel samenwerkingsverbanden zijn ontstaan. Door die intergemeentelijke samenwerking en regionalisering verliezen gemeenten grip. De raadskoffer met instrumenten voor toezicht en controle op ketenpartners en op het middenbestuur is nu onvoldoende gevuld. Raadsleden hebben verder te maken ESSAY 19 met de informatie paradox. Met het toenemen van de informatie neemt de onwetendheid toe. De kunst van de goede informatie op het goede moment te krijgen is een uitdaging. Al met al moet je van goeden huize komen om als raadslid van betekenis te zijn. Maar het is niet alleen de ingewikkelde buitenwereld die van raadsleden veel vraagt. Raadsleden en politieke partijen zorgen zelf ook voor een extra werklast door zaken niet goed te organiseren. Te beginnen met hun ambtelijke ondersteuning. Die positioneren ze niet goed en gemakshalve wordt een soort valse bescheidenheid ingenomen. Dat uit zich in de voortdurende discussie over plaats en positie van de griffier/griffie. De valkuil van ‘de voorbeeldfunctie’ en soms het politieke vertrekpunt dat elke ambtenaar er één te veel is, veroorzaakt blijkbaar dat gedrag. Het effect van die kruide nierspraktijken is dat raadsleden nooit in de beperkte tijd die zij hebben, het beste uit zichzelf halen. Dat ze daarmee de inwoners, de kiezers van hun gemeente tekortdoen mag evident zijn. POLITIEKE PARTIJEN En zo kom ik als vanzelf bij politiek partijen uit. Zij zijn probleemhouder geworden. Een partij is steeds minder een maatschappelijke beweging, maar meer en meer onderdeel van het bestuurlijke systeem. De ontmoeting binnen partijen tussen de samenleving en de politieke elite is verdwenen. Daardoor komt de lokale meerstemmigheid in de raadszaal steeds minder tot uiting. Ook speelt de veranderende rol en positie van de burgemeester mee. Deze is steeds meer portefeuillehouder en steeds minder voorzitter van de raad. Machtstoename als portefeuillehouder levert gezagsverlies op als voorzitter van de raad. Een ambtelijke organisatie die werkt voor klanten en niet via de bestuursorganen voor de inwoners, helpt ook niet. Bovendien zijn griffiers er niet in geslaagd ‘ Griffiers moeten hun gêne laten varen’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021
Pagina 20
ESSAY 21 JAN DIRK PRUIM SCHEIDEND RAADSGRIFFIER ALMERE voor de democratie (her)in te richten. Te beginnen met een inwoners- ofwel ombudskamer. Participatie, inspraak of ombudskwesties met raadsleden die laagdrempelig aanspreekbaar zijn voor inwoners, vullen die kamer. Het helpt inwoners en belanghebbenden hun opmerkingen, vragen en ideeën op een laagdrempelige manier te uiten. Inwoners krijgen ook een plek in die andere kamer, de controlekamer. Juist om meer kwalitatieve controle te ontwikkelen en ons minder blind te staren op indicatoren en kwantitatieve gegevens. Samen met ketenpartners moet instrumentarium worden gebouwd die kwesties kwalitatief inzichtelijk maken en die kans tot sturing bieden. voor de raad de brug te bouwen tussen stad en stadhuis. Het werd een griffie binnen het stadhuis. Als griffiers hebben we te weinig tegenwicht geboden. En zo gebeurt het – ondanks alle aardige fractiebezoeken – dat gemeenteraden zich met hun werk in het gemeentehuis, in het stadhuis hebben laten zuigen. Met een leeg midden tot gevolg en raadsleden die vrijelijk kunnen opmerken dat voor hen niet de raad, maar wel de raadsvergadering bestaat. AANJAGER Willen we de kiezer/inwoner de waarde van onze lokale politieke democratie laten zien, vertrouwen laten voelen en bijvoorbeeld de opkomst bij de verkiezingen vergroten, dan vraagt dat een stap buiten het stadhuis. Dat kunnen en hoeven raadsleden echt niet alleen te doen. Als raadslid moet je kunnen rekenen op een excellent eigen ambtelijk apparaat. Compact en kwalitatief hoogwaardig. Je moet leren die ambtenaren te gebruiken en te sturen. Alleen of in groepjes raadsleden een onderwerp uitdiepen. Sterker nog: griffiers kunnen en moeten daar met respect voor de mens en liefde voor politiek, vanuit een eigentijds civil servant-schap, mede motor en aanjager van zijn. De griffier als organisator van vergaderingen is niet meer voldoende voor morgen. Griffiers zullen hun gêne moeten laten varen; zullen de ruimte die buiten het stadhuis is ontstaan mede moeten invullen. De huidige landelijke formatiekwestie maakt de wens voor een meer eigentijdse bestuursstijl weer zichtbaar. Laten gemeenteraden en griffiers de daaruit voortvloeiende ruimte gaan benutten. Laat niet het negatieve sentiment over die formatie toe, maar zet juist lokaal de luiken open voor andere en betere verbindingen met de samenleving. Daarmee ligt er voor de griffiers de kans en de taak het lokale huis INFORMATIEKAMER In de volgende kamer, de informatiekamer, helpt de griffier raadsleden om in dit digitale tijdperk aan bruikbare informatie te komen. Met informatiewaarde: bruikbaar en toegankelijk. Minder informatie met meer kwaliteit, toegesneden op de rollen van het raadslid. In de opgavenkamer is er alle ruimte om complexe onderwerpen te agenderen die vragen om een zeer gedegen en dus langdurige beeldvormende fase. Niet te snel de complexiteit van het onderwerp terugbrengen tot een raadsvoorstel. En niet te vergeten is deze kamer tevens een podium voor de maatschappelijke (keten)partners. Vanzelfsprekend moet een regiokamer worden ingericht. Met als doel voorbij de plichtmatige zienswijzen te komen en weg te blijven van de informatieoverdosis die uit veel gemeenschappelijke regelingen komt. Ten slotte verdient de besluitvormingskamer nog een verfbeurt, al was het maar om de digitale vergadermogelijkheden een plaats te geven. En dan staat er een huis met de deuren en ramen wagenwijd open dat inwoners uitnodigt desgewenst actief te zijn in één van die kamers. Een eigentijds huis van lokale democratie inrichten is geen sinecure. Want je weet als griffier dat er niet een inrichting bestaat. Bij de inrichting van het ‘huis’ staat voor griffiers het vermogen tot dienstverlening, respect voor de mens, plezier in de politiek, evenals een hoge professionaliteit op vakgebieden, wendbaarheid van geest en betrouwbaarheid van de persoon centraal. Slimme allianties met andere griffiers maken specifieke kennis eenvoudig beschikbaar. Zo bereik je een compact hoogwaardig netwerk van griffies voor de gekozenen inwoners. Deze puzzel voor griffiers vraagt ook van hen dat zij niet alleen dat deel van een verhaal durven te vertellen, maar in hun verhaal ook kwesties gaan agenderen die kleur ‘ Ruimte voor raad en raadsgriffiers wordt niet verkend’ en kwaliteit aan het huis geven. En daarmee de grenzen van hun werkveld opzoeken en ruimte maken voor raadsleden. Kwesties zoals de eigen voorzitter van de raad en de vitalisering van lokale partij(afdeling). Nut en noodzaak van landelijke partijen op lokaal niveau bespreekbaar maken. Wethouders van binnen de gemeente nastreven. De barricaden betreden voor herstel van autonomie. Vechten voor een eigen gemeentelijk financieel domein. Betrokkenheid van inwoners voorbij de klassieke participatie organiseren en hun kennis ontsluiten. Aanvullende controleinstrumenten afdwingen. Alles tezamen een verhaal dat het belang vertelt van een vitale lokale representatieve democratie voor de kwaliteit van de lokale samenleving. Een verhaal waardoor raadsleden hun belangrijke plaats en positie beter en vitaal kunnen innemen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 foto: maarten feenstra
Pagina 22
22 ACHTERGROND DIGITAAL DOOR: MARJOLEIN VAN TRIGT BEELD: SHUTTERSTOCK De aandacht voor het beschermen van publieke waarden bij digitalisering neemt toe. Niet alleen bij gemeenten, ook bij culturele instellingen, onderwijs en onderzoek en in het bedrijfsleven Wat betekent dat voor de verhoudingen met techbedrijven? Een pleidooi voor samenwerking en gedeelde principes. BELANG VAN PUBLIEKE WAARDEN NEEMT TOE SAMEN STERK TEGEN DE TECHREUZEN De tijd waarin ontwrichting van de samenleving door snelle technologische ontwikkelingen hoofdzakelijk als iets positiefs werd gezien, lijkt voorgoed voorbij. In de Verenigde Staten en Australië wordt rechtszaak na rechtszaak aangespannen om de macht van grote techbedrijven te breken. De Europese Unie werkt aan nieuwe wetgeving om burgers online beter te beschermen. En in Nederland hebben twintig publieke organisaties – waaronder de Koninklijke Bibliotheek, BNNVARA, EO en de Dutch Design Week Eindhoven – een coalitie opgericht die zich inzet voor een beter internet. Onder de naam PublicSpaces zoeken ze naar publieksvriendelijkere alternatieven voor Facebook en Google. Onlangs vond de eerste PublicSpaces Conferentie plaats. José van Dijck, hoogleraar media en digitale samenleving aan de Universiteit Utrecht, zette er uiteen wat het probleem is: ‘Internet wordt beheerst door bedrijven die publieke waarden zoals autonomie en gelijkheid niet meenemen in hun werkwijze. Als we niet handelen, verliezen we de controle op de publieke ruimte. Dan raken we bijvoorbeeld de autonomie kwijt op ons eigen onderwijs en onderzoek.’ Big tech is uit, publieke waarden zijn in. Na jaren ploeteren om het belang van publieke waarden bij digitalisering voor het voetlicht te brengen, ziet de VNG het onderwerp nu breed op de agenda belanden. Roxane Daniels, manager en teamleider publieke waarden bij de VNG, constateert BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 23 ‘ PRINCIPES VOOR DE DIGITALE SAMENLEVING’ 1. De digitale infrastructuur is er voor iedereen en moet bijdragen aan een leefbare, gezonde en veilige stad. 2. De overheid regisseert en reguleert waar nodig om toegang, beschikbaarheid en veiligheid te waarborgen. 3. Bewoners weten welke apparatuur in hun omgeving is geplaatst en hebben daar invloed op. De technologie is zo ‘open’ en transparant mogelijk. 4. Data over de bewoner is van de bewoner, dus die beslist wat ermee gebeurt. dat er na jaren digitaliseren eindelijk aandacht van de politiek is voor de ethische kant ervan. ‘De mainstream media hebben het onderwerp eindelijk opgepikt’, stelt Daniels. ‘En dat zie je weerspiegeld in de politiek. Voorheen dachten veel bestuurders dat digitalisering onder ict viel en dus kon worden overgelaten aan mensen in de bedrijfsvoering. Nu zien ze steeds meer in dat er publieke waarden op het spel staan. Het besef groeit dat er keuzes te maken zijn, die vaak politiek zijn en waarover je van mening kan verschillen.’ Niet alleen de aandacht in de media, ook het beleid van de nieuwe Europese Commissie draagt bij aan het bewustwordingsproces. Daniels: ‘We vinden het bemoedigend dat er in Europa een stevige vicepremier voor digitalisering is neergezet [Margrethe Verstager, red]. Ook is het verfrissend dat de Europese Commissie een combinatie maakt van twee belangrijke transities: digitalisering en verduurzaming. Dat helpt enorm om ook in Nederland de maatschappelijke opgaven waar we voor staan – klimaat, energie, woningbouw et cetera – te verbinden aan de digitale transitie.’ POLITIEKE VRAAGSTUKKEN Juist op lokaal niveau is de impact van digitale ontwikkelingen het eerste voelbaar. Gemeenten merken dat mensen een uitkering aanvragen omdat hun baan verdwijnt, of dat drones en slimme deurbellen voor onrust in de buurt zor‘ Als we niet handelen, verliezen we de controle op de publieke ruimte’ gen vanwege privacy-aspecten. De technologie mag dan nieuw zijn, de implicaties voor burgers zijn in zekere zin vertrouwd; de onderliggende vraag is altijd in wat voor samenleving we willen leven. Dat vraagstukken over digitalisering politieke vraagstukken zijn, beschreef het rapport iOverheid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) al in 2011. ‘Dat rapport sloeg in als een bom’, herinnert Daniels zich, die toen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) werkte. ‘In het rapport werd duidelijk onderbouwd wat er niet goed ging. Je kon er zo een uitvoeringsagenda op baseren. Meteen aan de slag, genoeg te doen. In de praktijk is het heel taai. Tegelijkertijd is de digitale transitie van de maatschappij in een enorm tempo verlopen. Van cybercrime tot desinformatie, we hebben niet alleen die iOverheid maar ook die iSamenleving in te richten.’ De VNG ziet met lede ogen aan hoe de Tweede Kamerleden met verstand van digitalisering gelijktijdig de Kamer uitstromen. Ook op lokaal niveau is kennis schaars, of misschien is ‘waakzaam’ een beter woord. Om dat toe te lichten, gebruikt Daniels vaak het simpele voorbeeld van de slimme lantaarnpaal. ‘Drie jaar geleden was er een actief aanbod vanuit de markt van vrijwel ‘gratis’ straatverlichting. Voor armlastige gemeenten is dat natuurlijk interessant. Maar als je zo’n aanbod louter bekijkt vanuit het perspectief dat er licht nodig is, dan kom je niet direct bij de vragen die óók gesteld dienen te worden. Wat voor sensoren hangen er in de armaturen? Van wie zijn de data die daarmee worden verzameld? De dienst verlichting en de dienst data moeten in gesprek, en de waardenkeuzes moeten politiek geagendeerd.’ Het credo ‘bezint eer gij begint’ is op zijn plaats bij het binnenhalen van technologieën. Niet dat overheden de deur voor techbedrijven gesloten moeten houden; ze moeten alleen beter weten en duidelijk maken onder welke voorwaarden ze hem op een kier zetten. ONGELIJKE VERHOUDINGEN Een kenmerk van de gedigitaliseerde samenleving is dat veel spelers grote, buitenlandse bedrijven zijn. De macht van een gemeente tegenover een internationaal bedrijf als Airbnb of Uber is beperkt. Dat ondervinden de grote steden regelmatig aan den lijve. De onlangs ingevoerde registratieplicht bij toeristische verhuur, die verhuurders verplicht om een registratienummer te verme-den in hun advertenties op Airbnb of Booking.com, is hard bevochten. Ook was er verregaande samenwerking voor nodig: het onderliggende registratiesysteem is open source en is ontwikkeld door meerdere gemeenten in samenwerking met de VNG. Online zijn de verhoudingen tussen big tech en Nederlandse publieke spelers zo mogelijk nog ongelijker. Een organisatie kan wel besluiten om principieel geen Facebook-diensten zoals Instagram en Whatsapp te gebruiken, maar vanuit het oogpunt van marketing en klantcontact is dat nogal een aderlating. PublicSpaces gelooft dat het kan. Als de aangesloten organisaties samen besluiten om een datahongerig platform te verlaten, dan kunnen ze gezamenlijk een beter alternatief tot bloei brengen, geloven ze. Samen vertegenwoordigen ze immers een flinke hoeveelheid gebruikers én content. Ook als het gaat om de inkoop van ict is er veel te zeggen voor samenwerking om publieke waarden beter te beschermen. Onderwijs- en onderzoeksinstellingen hebben SURF, een coöperatie die onder meer de gezamenlijke inkoop van ict voor de aangesloten instellingen verzorgt. SURF werkt met een driesporenbeleid om sterker te staan tegenover de markt. Een deel van de ict voor onderwijs en onderzoek ontwikkelt SURF zelf, bijvoorbeeld software waarmee mensen toegang krijgen tot een onderzoeksomgeving. Een tweede deel is afkomstig van de markt, maar wordt via
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 24 ACHTERGROND DIGITAAL SURF beschikbaar gesteld onder eigen voorwaarden, onder meer op het gebied van privacy, security, transparantie en interoperabiliteit. Leveranciers moeten zich houden aan het juridisch normenkader van SURF. Daarnaast werken de bij SURF aangesloten instellingen met open source software. Dat stelt ze ook in staat om opties open te houden wanneer de markt niet meegaat in hun eisen. MEER IMPACT ‘In gemeenschappelijkheid organiseren betekent meer mogelijkheden en ook inleveren’, zegt Christien Bok, innovatiemanager ICT en Onderwijs bij SURF. ‘Bij een gezamenlijke aanbesteding moet je samen goed weten waarnaar je op zoek bent en je committeren aan de gezamenlijke uitkomst. Je hebt veel meer impact als je samenwerkt. Zo heeft Microsoft de voorwaarden aangepast op basis van gezamenlijke voorwaarden van het hoger onderwijs.’ Voor bedrijven is gezamenlijk inkoop ook gunstig. De VNG krijgt regelmatig de vraag van een bedrijf om een deal te sluiten, in de verwachting dat daar dan ook meteen alle 352 gemeenten onder vallen. ‘Zo werkt de VNG niet, maar ik snap de behoefte wel’, zegt Daniels. ‘Het is een uiting van globalisering, de steeds grotere schaal waarop we alles organiseren.’ Zijn er meer afspraken nodig, basisbeginselen om de markt mee tegenmoet te treden? Tijdens de PublicSpaces Conferentie opperde Annelies van der Stoep, strategisch adviseur van de Amsterdam Economic Board, dat er behoefte is aan een Parijsakkoord op het gebied van data. ‘Verantwoord datagebruik zweeft in het bedrijfsleven ergens rond maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar het is nog geen taal die we goed spreken’, zegt ze. Voor gemeenten is er een beginnetje gemaakt met de principes van de digitale stad. Die zijn door Eindhoven ontwikkeld, ADVERTENTIE door VNG veralgemeniseerd en vastgelegd in de algemene ledenvergadering. Daniels: ‘Toen de eerste innovatieve gemeenten begonnen met de slimme samenleving, ontdekten ze dat er nog weinig wetgeving bestond. Ambtenaren wilden beter weten waar ze op moesten letten in gesprekken met leveranciers. Bedrijven vroegen er zelf ook om. In de praktijk merken we dat het aanbod ten goede is veranderd sinds we de principes hebben opgesteld.’ De principes van de digitale stad blijven beperkt tot digitale middelen in de openbare ruimte, en zullen met enige regelmaat moeten worden aangescherpt. Daniels acht het verstandig om op vergelijkbare wijze met de digitalisering in andere domeinen om te gaan. De digitale transformatie is nu eenmaal veelomvattend. ‘Het gaat om ethiek en publieke waarden, maar ook om de inkoop van het kleinste schroefje, bij wijze van spreken. Bijna alles heeft een digitale component. Het is een gigantische uitdaging, er zijn veel kansen, maar er staat ook veel op het spel. En dus zijn er veel meer investeringen en coördinatie nodig dan nu het geval is.’ en presenteren: Succes met Europa! Subsidieprogramma’s voor decentrale overheden 2021-2027 Hoe komt u erachter welke Europese subsidieprogramma’s e moet uw project aan voldoen om in aanmerking te komen vo fi nanciering? Gaat u voor één project of twee tegelijk en me samenwerkingspartners? Wie is uw contactpersoon in Bruss welke ondersteuning kunt u daarbij krijgen? Tijdens het livestream-event zullen vertegenwoordigers van d Europese Unie, verantwoordelijken voor de verdeling van de Europese subsidiebudgetten, Europese bestuurders en an Europa-deskundigen u hierop de eerste antwoorden geven U krijgt adviezen en tips en maakt kennis met succesvolle Nederlandse projecten uit verschillende regio’s, op het gebied van belangrijke Europese thema’s zoals duurzaamh smart cities, mobiliteit, klimaat en arbeidsmarkt. informatie en aanmelden > succesmeteuropa.nl 24 juni 2021 livestream DOOR: YVONNE JANSEN FOTO: OLAF KRAAK / ANP-HH SOCIAAL ACHTERGROND 25 Armoede is een veelkoppig monster, met veel bestrijders. Soms lopen die elkaar voor de voeten, zoals Zaanstad heeft gemerkt. ‘Wie samenwerkt, kan meer doen dan hier en daar pleisters plakken.’ VERSNIPPERING STAAT ARMOEDEBELEID IN DE WEG HET GEVECHT OM HET ARME GEZIN VOEDSELBANK Sinds de coronacrisis neemt het aantal klanten van de voedselbank sterk toe ‘Heel even had ik de indruk dat alle particuliere organisaties op het gebied van armoedebestrijding met elkaar in de clinch lagen’, zegt Khaan Kük, steunfractielid van de lokale fractie van DENK in Zaanstad. ‘Bij nader inzien bleek dat nogal mee te vallen. De meeste organisaties willen graag hun krachten bundelen. Maar er zijn ook groepen die samenwerken lastig vinden.’ | Daar zit oud zeer, weet de jonge Zaankanter. ‘Sommige groepen zijn afsplitsingen ‘ De lijntjes kort houden, daar gaat het mij om’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 26 ACHTERGROND SOCIAAL ‘ Veel partijen werken aan dezelfde vraagstukken’ van bestaande stichtingen, die nu een andere koers hebben gekozen. Het is voorgekomen dat hun vrijwilligers elkaar dingen misgunden of zelfs zwartmaakten. Of ze probeerden elkaar sponsoren af te pakken en die te bewegen de ‘concurrentie’ niks te geven.’ Een rimpeling, vindt Kük. ‘Uiteindelijk staan al die clubjes voor hetzelfde: het helpen van mensen die in armoede leven. Die extra hulp kunnen we in Zaanstad goed gebruiken.’ In een recent agenda-initiatief voor de gemeenteraad brak het steunraadslid onder andere een lans voor Oums Voorraadkast, een initiatief waar wekelijks 250 tot 300 huishoudens een beroep op doen voor een voedselpakket. Deze stichting is bij gebrek aan locatie aanwezen op voedselopslag in woningen en tuinen, en moet noodgedwongen pakketten uitdelen in de open lucht. ‘Met de kerst stond er in de kou een lange rij wachtenden op straat’, zag Kük. ‘Nou, dat doen mensen echt niet voor de lol. De afnemers zijn vaak gezinnen die net te veel inkomen hebben om aanspraak te maken op hulp van de Voedselbank. Die paar eurootjes meer vallen in het niet bij de waarde van de pakketten die de Voedselbank levert.’ Kük drong erop aan dat de gemeente meer dan voorheen het voortouw neemt bij het bij elkaar brengen van verschillende organisaties die armoede bestrijden. ‘Ze hoeven wat mij betreft niet bij elkaar op de koffie te komen, maar het zou mooi zijn als ze elkaar weten te vinden en door één deur kunnen. De gemeente heeft naar ons idee de rol om dat contact te bevorderen. De lijntjes kort houden, daar gaat het mij om.’ WERKENDE ARMEN Wethouder Songül Mutluer (armoede, PvdA) denkt er niet anders over en prijst het initiatief van DENK. Volgens haar staat in Zaanstad het thema armoede prominent op de agenda. ‘Maar de inspraak van initiatieven in de gemeenteraad, na de notitie van DENK, legde wel iets bloot. Namelijk dat samenwerking geen vanzelfsprekendheid is.’ Haar gemeente telt bijna 8.000 huishoudens die leven van maximaal 110 procent van de bijstandsnorm, en dat op een bevolking van 157.000 inwoners. Ongeveer 10 procent van de huishoudens moet rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau. Van de kinderen groeit 13 procent op minimumniveau, enkele procenten meer dan het landelijk gemiddelde. Elke twee jaar laat Zaanstad door het Nibud een minima-effectrapportage opstellen. Uit de net verschenen laatste rapportage blijkt volgens Mutluer dat (behalve alleenstaande zelfstandigen) huishoudens met een laag inkomen maar net in hun eerste levensonderhoud kunnen voorzien. Mutluer wijst er verder op dat in haar gemeente naar schatting 1.400 huishoudens vallen onder de definitie ‘werkende armen’. ‘Mensen met beperkte of zeer wisselende inkomsten, zoals zzp’ers, of mensen met een flexibel arbeidscontract.’ Een deel van deze groep grijpt net naast sommige minimavoorzieningen of doet een beroep op gemeentelijke ondersteuning. Als de coronacrisis aanhoudt, is het wachten tot zulke gezinnen financieel door het ijs zakken, verwacht de wethouder. Met actieve vroegsignalering van oplopende betalingsachterstanden bij zorgverzekeraars, energieleveranciers en woningverhuurders is in Zaanstad eerder begonnen dan nu verplicht is. ‘Op basis van signalen van het CAK [dat gegevens bijhoudt over wanbetalers en onverzekerden, red.] schrijven we huishoudens aan die zes keer een rekening niet betaalden.’ Maar het blijft een hele klus werkende armen op te sporen, beseft Mutluer. ‘Helaas kun je niet iedereen bereiken die je zou willen. Anders dan mensen met een uitkering zitten werkende armen niet in ons bestand. Wel maken ze gebruik van de hulp van particuliere stichtingen. We hebben alle partijen in de stad nodig om de vicieuze cirkel van armoede te bereiken.’ LANGE HISTORIE Voedselpakketten, leermaterialen, fietsen en computers, winterkleding en schoenen, mondkapjes en menstruatie-producten: het arsenaal aan hulp in natura of in de vorm van tegoedbonnen dat door lokale hulporganisaties wordt aangeboden is groot. Zij krijgen daarbij landelijk hulp van het Armoedefonds, dat lokale hulpinstanties financieel steunt en tevens fungeert als ‘matchmaker’. Volgens woordvoerder Irene Verspeek van het fonds groeit door de coronacrisis het aantal gezinnen dat hulp bitter hard nodig heeft. Maar terwijl het aantal probleemgevallen stijgt, krijgen lokale organisaties die mensen met schulden helpen, minder hulpvragen dan voorheen. Een merkwaardige discrepantie, die volgens het Armoedefonds verklaarbaar is: ‘De signaleringsfunctie hapert door de coronamaatregelen, onder meer omdat er vrijwel geen huisbezoeken plaatsvinden.’ Veel lokale initiatieven hebben een lange historie, legt Verspeek uit. ‘Maar er ontstaan ook spontaan organisaties en individuen die de noden van hun buren of mensen in de wijk zien en willen helpen. Het is het mooist als die op elkaar aansluiten. In de praktijk is dat lastig, omdat hun doelen verschillen’, aldus Verspeek. Alle hulp is meegenomen, zegt ze, maar ARMOEDEREGISSEUR ‘HAAGSE MODE’ In 2017 adviseerde de SER gemeenten een ‘armoederegisseur’ aan te stellen, om erop toe te zien dat gemeentelijke inkomensondersteunende voorzieningen effectiever worden benut en waar mogelijk verbonden met andere armoedebestrijdingsinitiatieven. Niet alleen inwoners kennen die vaak niet, maar initiatiefnemers weten elkaar ook niet altijd te vinden. Veel gemeenten hebben inmiddels een armoederegisseur aangesteld of willen dat nog doen. De voormalige Amsterdamse wethouder van Sociale Zaken Arjen Vliegenthart, tegenwoordig directeur van het Nibud, sprak bij de introductie van het fenomeen armoederegisseur van ‘dweilen met de kraan open’. Gemeentelijke financiële en materiële extraatjes zijn volgens hem een vorm van inkomenspolitiek die niet zo mag heten. ‘Er is uiteindelijk maar één structurele en systematische oplossing die echt helpt en dat is dat we het sociaal minimum opschroeven.’ Ook Eelke Blokker en Albert Jan Kruiter van het Instituut voor Publieke Waarden hebben het over ‘symptoombestrijding.’ Zij hadden van meet af aan weinig fiducie in de aanstelling van armoederegisseurs. Het is volgens hen ‘een Haagse mode’ om voor allerlei vraagstukken regisseurs aan te stellen. ‘Wie lost nog iets op als iedereen regisseert?’, provoceerden zij. Armoedebeleid creëert volgens de twee armoede. ‘En wie daar nog efficiënter regie op voert, creëert dus nog meer armoede. (…) Armoedebeleid lost geen armoede op, maar compenseert de gevolgen van armoede. En met het compenseren van de gevolgen van armoede houd je armoede in stand. Het is symptoombestrijding.’ De oplossing is volgens de twee goedkopere woningen en hogere leefgeldnormen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 27 versnippering belemmert de effectiviteit. ‘Wie samenwerkt, kan meer doen dan hier en daar pleisters plakken.’ Voor gemeenten is in haar ogen een mooie rol als spil weggelegd. ‘Jammer genoeg zie ik dat nog lang niet overal of in voldoende mate gebeuren.’ Een hindernis voor meer samenwerking is volgens Verspeek de privacywetgeving. ‘Beneficiant A helpt dezelfde mensen als beneficiant B, zonder dat van elkaar te weten. Lijsten kunnen op grond van de wet niet zomaar worden uitgewisseld. De Voedselbank beschikt over een klantenbestand van mensen onder een bepaalde inkomensgrens. Wie niet in die database staat en hulp behoeft, moet zich telkens bij een ander loketje melden.’ Op de stoel van de overheid wil Verspeek niet gaan zitten. ‘Het zou echter fijn zijn als de AVG iets soepeler was voor organisaties die in feite hetzelfde doel hebben.’ Een van de oplossingen is volgens haar een stadspas die toegang geeft tot een aantal voorzieningen. Een groeiend aantal gemeenten verstrekt die als inkomensondersteunende maatregel. ‘Pashouders hoeven daarna niet iedere keer hun financiële situatie uit de doeken te doen. Dat werkt drempelverlagend en dat is goed, want mensen wachten gemiddeld veel te lang voor ze aankloppen om hulp.’ Zaanstad kent zo’n stadspas nog niet, maar er wordt hard aan gewerkt, vertelt Songül Mutluer. Naar verwachting kan de pas in 2022 worden ingevoerd. ‘Inwoners kunnen daarmee gebruik maken van gemeentelijke financiële regelingen en sport of cultuur.’ Op basis van de wensen van de gemeenteraad is een voorstel uitgewerkt waarin de stadspas gratis beschikbaar komt voor minima tot 110 procent van het bijstandsniveau. ‘Als college willen we dat graag uitbreiden tot 120 procent van het bijstandsniveau. Zo bereiken we ook de werkende armen.’ MENINGSVERSCHILLEN Een gesprek met armoedebestrijders waar ook DENK op aandrong, heeft inmiddels plaatsgevonden. Mutluer: ‘Boven de conflicten hangend zie je dat er veel partijen werken aan dezelfde vraagstukken. Daardoor ontstaan meningsverschillen. Maar we mogen niet vergeten dat ADVERTENTIE vrijwilligers van plaatselijke initiatieven vaak ervaringsdeskundigen zijn, die met hart en ziel werken aan het zelfde doel: mensen helpen in dezelfde lastige positie waarin ze ooit zelf verkeerden. Dat is het mooie aan Nederland: inwoners en ondernemers hebben een groot hart. Als dit soort initiatieven van de grond komt, willen wij daar als gemeente graag een faciliterende rol in spelen.’ Volgens de wethouder stuurt Zaanstad aan op ‘nieuwe bondgenootschappen en creatieve oplossingen’. Zo is besloten dat de gemeente een ‘lerend armoedenetwerk’ krijgt van en voor vrijwilligers, ervaringsdeskundigen en professionals. Als eerste bijeenkomst was er recent een online ‘armoedemarathon’. En over een behuizing voor de eerder genoemde stichting Oums Voorraadkast lopen gesprekken met de initiatiefneemster. Geen Kamerzetel voor jou? Zet je talenten elders in! re-integratie loopbaancoaching executive coaching Van Ede & Partners is preferred supplier voor de begeleiding van voormalig politieke ambtsdragers. Meer informatie? Bel 020 673 40 39 www.vanede.nl AMSTERDAM | ARNHEM | BREDA | DEN HAAG | EINDHOVEN | ENSCHEDE | GRONINGEN | MAASTRICHT | ROTTERDAM | ZEIST | ZWOLLE
Pagina 28
28 PROVINCIALE STATEN ONDERZOEK DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: MARCO HILLEN / H.H. Een op de vijf Statenleden geeft er in 2023 de brui aan. Nog eens een kwart twijfelt of ze voor een nieuwe periode in Provinciale Staten willen tekenen. De hoge tijdsbelasting en de lage financiële vergoeding zijn de belangrijkste redenen om af te haken. Dat blijkt uit onderzoek onder Statenleden. MIDTERM ONDERZOEK PROVINCIALE STATEN MASSALE EXIT STATENLEDEN OP KOMST ‘ Het is financieel zwaar onaantrekkelijk’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 29 Wilt u zich opnieuw verkiesbaar stellen in 2023? Ja, ik weet het zeker Ja, ik denk het wel Misschien, ik twijfel daarover Nee Weet ik niet/wil ik niet zeggen Ruim twee jaar geleden waren er Statenverkiezingen; de bestuursperiode is nu iets over de helft. Tijd om de Statenleden te vragen naar hun ervaringen in de provinciale politieke arena, de onderlinge verhoudingen, hun politieke plannen voor na 2023 en de gevolgen van corona voor het politieke werk. In opdracht van Binnenlands Bestuur heeft Necker van Naem het onderzoek uitgevoerd. Grofweg kan worden geconcludeerd dat de Statenleden overwegend positief zijn over hun eigen werk en dat van hun collega’s. Er is wel een aantal knelpunten, zoals het grote aantal afhakers, integriteitsschendingen, bedreigingen, de verhouding tussen oppositie en coalitie en de impact van corona. Een ruime meerderheid van de Statenleden is trots op hun werk en de mate waarin ze erin slagen om te doen waarvoor ze zich verkiesbaar hebben gesteld, zo blijkt uit het onderzoek. Die motivatie is overigens wel opvallend. ‘Er is in de drijfveren een duidelijke tweedeling te zien. Enerzijds zijn er Statenleden die sterk lijken te redeneren vanuit hun eigen behoeften en verlangens, anderzijds zijn er Statenleden die meer redeneren vanuit het algemeen belang’, aldus onderzoeker Sabine van Zuydam van Necker van Naem. Een bijdrage leveren aan de samenleving staat met stip op nummer een in het lijstje van belangrijkste drijfveer. Het controleren van het bestuur of het vertegenwoordigen van de belangen van inwoners – belangrijke taken voor Statenleden – staan pas op de zesde en zevende plek in de ranglijst. Zorgelijk vinden de onderzoekers het grote aantal Statenleden dat nu al zeker weer niet terug te zullen keren of daarover nog twijfelt. Nog geen derde (29 procent) wil na 2023 zeker nog vier jaar door en een kwart neigt naar bijtekenen. Bijna de helft zegt nu al nee of twijfelt over een nieuwe termijn. Provinciale Staten worstelen net als andere volksvertegenwoordigingen met de opgave om ervaring en expertise vast te houden. ‘De belangrijkste reden waarom Statenleden niet door willen gaan, is de hoge tijdsbelasting en werkdruk, de lage financiële vergoeding en het aantal uren dat ze kwijt zijn aan vergaderen’, aldus onderzoeker Daan Jacobs. Hij wijst op het gevaar van het gebrek aan ‘institutioneel geheugen’. ‘Het is vooral zaak om te onderzoeken hoe de werkdruk van Statenleden meer in lijn kan worden gebracht met de vergoeding die daar tegenover staat’, voegt Van Zuydam daaraan toe. ONAANTREKKELIJK Verschillende Statenleden vinden inderdaad dat die vergoeding omhoog moet. ‘Het is financieel zwaar onaantrekkelijk’, stelt Nico de Jager, fractievoorzitter van de Zuid-Hollandse Statenfractie ChristenUnie & SGP. ‘Het is een belangrijke bestuurslaag waar veel gebeurt. De vergoeding moet omhoog of er moeten meer Statenleden komen.’ Ook D66-fractievoorzitter Ton Veraart (Zeeland) pleit daarvoor. Als ondernemer kan hij zijn agenda zelf indelen, maar in de vorige periode hebben fractiegenoten van hem een deel van hun reguliere baan (en dus salaris) moeten inleveren. ‘Je bent toch zeker een dag per week aan het Statenwerk kwijt en in tegenstelling tot raadsleden gebeurt het Statenwerk overdag.’ Hij vindt dat de vergoeding moet worden opgetrokken naar die van raadsleden uit steden als Tilburg of Haarlemmermeer. Raadsleden uit Tilburg krijgen nu zo’n 1.900 euro vergoeding per maand, Statenleden in Zeeland rond de 1.100 euro. Statenleden vertegenwoordigen veel meer inwoners dan raadsleden, die ook nog eens dichter bij het gemeentehuis wonen en aanzienlijk minder reistijd hebben. Omdat het raadswerk vooral in de avonden gebeurt, is het makkelijker met een reguliere baan te combineren, stelt een aantal door Binnenlands Bestuur geïnterviewde Statenleden. Het Groningse SP-Statenlid Henk Hensen vindt een hogere vergoeding onzin, net zoals uitbreiding van het aantal Statenleden. ‘Je moet dit werk vanuit overtuiging niet en niet om het geld.’ Volop aandacht moet er komen voor de integriteit van Statenleden, stellen de 29% 25% 25% 20% 1% onderzoekers. ‘Bijna twee derde van alle Statenleden heeft in het afgelopen jaar gedragingen gezien die in meer of mindere mate als weinig integer kunnen worden beschouwd’, aldus Jacobs. Zo heeft een vijfde van de Statenleden gezien dat collega’s incorrect gebruik maken van (fractie)vergoedingen en (onkosten)declaraties. Een kwart van Statenleden heeft gezien dat andere Statenleden meestemmen over onderwerpen waar men persoonlijk belang bij heeft of hun familie of vrienden; belangenverstrengeling. Bijna de helft van de Statenleden geeft daarnaast aan dat collega-Statenleden respectloos omgaan met burgers, mede-Statenleden, bestuurders of ambtenaren. Het Zeeuwse Statenlid Veraart heeft gesjoemel met Statengeld meegemaakt. Twee Zeeuwse PVV-fractieleden hebben fraude gepleegd met declaraties, zo werd in 2019 na onderzoek vastgesteld. De fractieleden, inmiddels geen PVV’ers meer, zitten nog steeds in de Staten. ‘Het heeft de verhoudingen wel onder druk gezet’, stelt Veraart. VERBALE AGRESSIE Bijna een derde van de Statenleden heeft te maken gehad met verbale agressie van burgers en een vijfde met bedreiging of intimidatie. De provinciale politiek is niet immuun voor burgers die volksvertegenwoordigers op intimiderende wijze benaderen, stellen de onderzoekers. Daarvoor moet aandacht zijn. ‘Ondanks het feit dat de provinciale politiek op veel meer afstand van de burger staat, weten burgers Statenleden wel degelijk te vinden. Denk bijvoorbeeld aan de blokkade van het Brabantse provinciehuis tijdens de boerenprotesten’, brengt Van Zuydam in herinnering. Het Overijsselse Statenlid HELFT TEVREDEN OVER FUNCTIONEREN Bijna de helft van de Statenleden is tevreden (in meer dan wel mindere mate) over de invulling van drie belangrijke taken van Provinciale Staten: het controleren van het provinciebestuur, volksvertegenwoordiging en kaderstellen, oftewel bepalen van hoofdlijnen van het beleid. Een op de drie Statenleden vindt juist dat deze drie taken niet goed worden opgepakt door de volksvertegenwoordigers. Het meest ontevreden zijn de Statenleden over het nemen van initiatief voor nieuw beleid.
Pagina 30
• • • • • • BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 31 Frederik Tattersall (Onafhankelijke Conservatieve Liberalen, ex-Forum) werd, nadat hij zich vorig jaar afsplitste van Forum voor Democratie, bedolven onder dreigmails. ‘Hoewel ik dacht “blaffende honden bijten niet” heb ik dit toch maar bij de commissaris van de koning gemeld. Die heeft toen meteen contact met me opgenomen.’ De onderzoekers zien een opvallend patroon: de mate waarin Statenleden te maken hebben met bedreiging, intimidatie en agressie verschilt per regio. Zo hebben Statenleden uit Zuid-Nederland het vaakst te maken met verbale agressie en met bedreiging of intimidatie. Fysieke agressie komt vooral voor in West-Nederland; zes procent van de Statenleden heeft daar het afgelopen jaar mee te maken gehad. TROTSER Een derde knelpunt is de verhouding coalitie-oppositie, stellen Jacobs en Van Zuydam op basis van de onderzoeksresultaten. Statenleden uit de coalitie zijn significant trotser op hun werk dan hun collega’s die tot de oppositie zijn ‘veroordeeld’. Zo wordt dat door verschillende Statenleden die Binnenlands Bestuur heeft gesproken, gevoeld. ‘Het is een wereld van verschil of je in de oppositie of in de coalitie zit’, stelt Rosan Kocken, fractievoorzitter GroenLinks (Noord-Holland). In haar eerste periode zat zij met haar partij in de oppositie en sinds 2019 in de coalitie. ‘In de vorige periode had ik het gevoel dat het helemaal niets uitmaakte wat we deden. Het coalitieakkoord was compleet dichtgetimmerd. We hebben als oppositie toen wel wat bereikt, maar ik vond het behoorlijk frustrerend.’ Sinds maart 2019 is GroenLinks met negen zetels de grootste partij in de Noord-Hollandse Staten. ‘Wij proberen het nu meer open te houden.’ ‘Het gaat hier heel ouderwets’, stelt het Overijsselse Statenlid Tattersall. ‘De coalitie stemt altijd in met voorstellen van Gedeputeerde Staten. Op belangrijke thema’s heb je als oppositie niets in te brengen.’ ‘Als coalitiepartij heb je het makkelijker’, erkent CDA-fractievoorzitter Chris Westerlaken (Utrecht). ‘Maar de oppositie heeft wel degelijk kansen.’ De Jager noemt de verhoudingen coalitie-oppositie in ‘zijn’ Zuid-Holland ouderwets. ‘Ik probeer echt handreikingen te doen, maar als de Top 3 redenen om (mogelijk) niet voor nieuwe periode te tekenen (meerdere antwoorden mogelijk) Hoge  jdsbelas ng/werkdruk Lage fi nanciële vergoeding Het aantal uren vergaderen 49% 34% 26% Top 3 belangrijkste drijfveren om Statenlid te worden. (meerdere antwoorden mogelijk) Een bijdrage leveren aan de samenleving Uitvoeren van mijn poli eke ideeën 81% 47% Iets veranderen op een bepaald onderwerp 28% oppositie probeert de coalitie uit elkaar te spelen, houdt het voor mij op.’ Net als Kocken heeft het Groningse SP-Statenlid Hensen in zowel oppositie als coalitie gezeten. Sinds 2019 zit zijn partij in de oppositie. ‘Het voordeel is dat je niet aan coalitie-afspraken bent gebonden, maar het is erg moeilijk om iets voor elkaar te krijgen. De coalitie is echt een gesloten blok.’ PERSOONLIJKE AMBITIES De verhouding tussen coalitie- en oppositiepartijen vraagt om aandacht, stellen onderzoekers Jacobs en Van Zuydam. ‘Een terugkerend thema in het onderzoek is dat Statenleden van oppositiepartijen minder tevreden zijn over de mate waarin zij hun persoonlijke ambities kunnen realiseren. Ook zijn ze over het algemeen negatiever over het functioneren van hun Provinciale Staten, bijvoorbeeld als het gaat om de samenwerking tussen de Staten en het college’, aldus Jacobs. Dit suggereert dat het dualisme ook in de provinciale politiek nog niet optimaal functioneert. Van Zuydam: ‘In een dualistisch bestel zou je het liefst zien dat Statenleden van coalitie- en oppositiepartijen hun taken op een even goede manier kunnen uitvoeren. Gezien de onderzoeksresultaten kun je daar vraagtekens bij zetten.’ Zorgen maken de onderzoekers zich over de gevolgen van corona op de langere termijn. De informele schil, belangrijk in de politiek, is aan het slijten. ‘Doordat veel bijeenkomsten alleen nog maar digitaal kunnen plaatsvinden, is er weinig informeel contact. Dat laatste zorgt er normaal gesproken voor dat politieke en bestuurlijke processen soepel verlopen’, ziet Jacobs. Ook wordt de volksvertegenwoordigende rol door de coronamaatregelen bemoeilijkt. De Statenleden halen daardoor minder geluiden uit de samenleving op, het is lastig om te weten wat er speelt en de kloof tussen burger en politiek dreigt te groeien. Verantwoording onderzoek: De vragenlijst is tussen 16 en 30 maart uitgezet onder alle Statenleden. In totaal hebben 138 Statenleden uit alle provincies de lijst ingevuld, 24 procent.
Pagina 32
Pagina 34
34 ACHTERGROND EUROPA DOOR: CRISTINA BELLON Het Italiaanse Lodi, een jaar later. Een dramatische tijd van verloren levens en onzekerheid is achter de rug. Het werkloosheidscijfer daalde zelfs. Maar de vrees is dat de echte klap nog komt. Staatssteun en het daaraan gekoppelde ontslagverbod verbloemen de economische schade. VREES VOOR AFBOUWEN FINANCIËLE STEUN LODI WACHT NOG OP DE ECHTE KLAP ‘Een jaar dat we nooit zouden willen meemaken, en toch moet het ons tot nadenken stemmen over de mogelijkheden die zich hebben voorgedaan om ongekende situaties te kunnen beheersen. Door een algemeen netwerk te creëren: burgers, lokale overheden en de wereld van het vrijwilligerswerk’, zegt Sara Casanova, burgemeester van Lodi. De stad op veertig kilometer ten zuidwesten van Milaan was vorig jaar het epicentrum van het coronavirus. Het was de eerste stad die de ongekende ervaring van isolatie beleefde; van verlaten en spookachtige steden, van scholen die met tussenpozen open waren, van verschillende gradaties van lockdown, verlaten winkelcentra en lege bussen en treinen. De stad lijkt in een eeuwige slaap te zijn gevallen. Toch werd en wordt er hard gewerkt. Veel van de ruim tweehonderd gemeentemedewerkers deden dat vanuit huis. De gemeente moest het hoofd bieden aan onverwachte problemen en tegelijkertijd uitgaven doen. Van de Italiaanse regering ontving Lodi dik 7 miljoen euro aan leningen. ‘Met dit geld hebben we de verliezen gedekt die het gevolg waren van de opschorting van de afvalheffing, bijna 2 miljoen. Vervolgens hebben we nachtopvang gefinancierd. Maar ook thuishulp, huur voor mensen in moeilijkheden, begrafenistransport, werkbeurzen, helpdeskbijdragen, de opname van gehandicapten in woonvoorzieningen en zomerkampen. We verlaagden de tarieven van sportvoorzieningen en die van gemeentelijke ruimten. We gaven een premie voor het openbaar vervoer en een bijdrage voor particuliere kinderdagverblijven. Door de heronderhandeling over de hypotheken met de ‘Cassa Deposi ti e Prestiti’ bespaarden we 270.000 euro, die we besteedden aan sociale initiatieven. Zoals een bijdrage van een ton aan katholieke zomerkampen en 50.000 euro voor geïntegreerd onderwijs’, licht wethouder financiën Angelo Sichel toe. SOCIALE DIENST De gemeente reorganiseerde de kantines, de ruimtes van zes schoolgebouwen en de busdienst om de sociale afstand – één meter in Italië – in acht te houden. De scholen werden van maart tot juni 2020 meer dan honderd dagen gesloten, waarbij kinderen en jongeren via een computerscherm lessen moesten volgen en studeren. De verantwoordelijkheid voor het onderwijs kwam, net als in Nederland, te liggen bij moeders en vaders. Die moesten de lessen, het gezin en het werk met elkaar zien te combineren. Psychologen, pedagogen en wetenschappers kaartten inmiddels al maandenlang de verwoestende gevolgen van het op slot gooien van scholen voor minderjarigen aan. Intussen doen de instellingen er het zwijgen toe. Dit alles mist zijn weerslag op de sociale diensten van de gemeente niet. ‘De noodsituatie op gezondheidsgebied, met de onvermijdelijke ernstige gevolgen voor het sociaaleconomische landschap van de stad, verandert ingrijpend de behoeften en de hulp die de gemeente Lodi moet bieden’, zegt Mariagrazia Sobacchi, raadslid voor Sociaal Beleid. In 2020 werd ruim 35.000 euro verstrekt aan zeven particuliere kinderdagverblijven, die deelnamen aan de aanbesteding en 30.000 euro aan naschoolse activiteiten. Daarnaast verdeelde de gemeente Lodi nog eens 400.000 euro, in de vorm van boodschappencheques ter ondersteuning van gezinnen. In totaal zijn tot nu toe 1.324 aanvragen van gezinnen gehonoreerd. Dat aantal zal naar verwachting nog stijgen. In de gemeentekas is nog iets meer dan een ton beschikbaar, die zo snel mogelijk via een nieuwe aanbesteding zal worden toegewezen. Wat de thuiszorg betreft, werden bijna 350.000 diensten verleend aan zo’n 150 gebruikers. Ondertussen werden bijna 30.000 maaltijden geserveerd aan een kleine 200 gebruikers. Kosten: bijna drie ton. De financiële bijdragen (voor de betaling van elektriciteits- en gasrekeningen en de aankoop van essentiële goederen) zijn verdeeld onder ruim 200 gebruikers, voor een totaalbedrag van ruim twee ton, plus bijna vijf ton extra geld dat door de regering aan de gemeente Lodi werd toegewezen voor de financiering van wat in jargon ‘dringende maatregelen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 35 Burgemeester Sara Casanova herdenkt de corona-slachtoffers ‘ Als bedrijven onvoldoende steun krijgen, zullen ze op lange termijn sluiten’ van voedselsolidariteit’ heet. Ook op het bordje van de gemeenten kwam de zorg voor de opvang van daklozen. Het doel is niet alleen nachtopvang aan te bieden, waarbij gebruik wordt gemaakt van een voormalig zomerkamp met 28 bedden, maar ook een recreatief project voor sociale heropvoeding op te zetten. In totaal bedragen de kosten die de gemeente heeft gemaakt om het project uit te voeren ruim een ton, bovenop de gebruikelijke jaarlijkse bijdrage voor het beheer van de nachtopvangcentra. Nog in de eerste week van april wendden 450 gezinnen zich tot het inzamelingscentrum van Solidariteit in Lodi om voedsel te vragen. Volgens de autoriteiten ging het om mensen die tot een jaar geleden daar nog nooit waren gezien – bijna allemaal vijftigers met een gezin. Met de pandemie verloren zij de bijbaantjes die ze in staat stelden een waardig leven te leiden. Nu hebben ze ook hulp nodig om ten minste één keer per dag te kunnen eten. WERKLOOSHEID In dat opzicht klinkt het wellicht wat vreemd dat het werkloosheidscijfer in Lodi en de provincie (229.000 inwoners) is gedaald van 7,2 procent in 2019 tot 5,9 procent in 2020. ‘Dat lijkt ongelooflijk, denkend aan de economische schade van pandemie’, zeggen Isacco Galluzzi, algemeen secretaris van Lodi en Basso Lodigiano van de Italiaanse pendant van de ondernemersvereniging VNO/ NCW. In deze dagen komen de wonden van de pandemie allemaal naar voren in de negatieve nationale balans van de werkgelegenheid die het Italiaanse CBS heeft gepubliceerd: van februari 2020 tot februari 2021 is het aantal werkenden in Italië met 945.000 gedaald, van 23.142.000 tot 22.197.000. Daarbij komt nog de toename van meer dan 700.000 inactieven, dat wil zeggen mensen die geen werk hebben of daarnaar op zoek zijn. Volgens de nieuwe Europese verordening die op deze statistiek van toepassing is, omvat het aantal werklozen ook werknemers die een ontslagvergoeding krijgen en langer dan drie maanden afwezig zijn van hun baan. Zijn die gegevens alarmerend of niet? ‘De waarheid is dat we ons in een impasse bevinden als gevolg van de interventies van de regering die de noodsituatie hebben verzacht’, zegt Galluzzi. Hij doelt
Pagina 36
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 36 ACHTERGROND EUROPA onder andere op het afvloeiingsfonds en het ontslagverbod, bij het laatste decreet verlengd tot 30 juni. Dat fungeert als een deken dat het zicht wegneemt op de onderliggende situatie. Uit de gegevens van de Kamer van Koophandel van de provincie Lodi spreekt wat anders. Namelijk dat er heel weinig nieuwe bedrijfsinschrijvingen zijn geweest – een soort opschorting van nieuwe initiatieven. In 2019 werden 711 nieuwe bedrijven ingeschreven, in 2020 waren dat er net 530. In 2019 stopten 975 bedrijven tegenover 877 in 2020. Dat is te verklaren. Een winkelier die maanden van dichtgooien en openen heeft doorgemaakt, waarvan de bestellingen zijn binnengekomen en betaald, wil zijn zaak niet sluiten. Hij wil zijn bedrijf voortzetten om de liquiditeit te verkrijgen waarmee hij zich kan herstellen van zijn schulden. Het definitief sluiten van een winkel, een bar of een restaurant kost geld: er zijn contracten die moeten worden opgezegd, goederen die moeten worden betaald en bankleningen die moeten worden afgelost. De sluiting wordt zo het laatste van de alternatieven. ‘Restaurants en winkeliers vormen de zwaarst getroffen categorie. De tussentijdCOLUMN JAN VERHAGEN se openingen in de lockdown hebben ons niet in staat gesteld de verliezen te dekken. We werkten met de handrem erop. Het gebrek aan tijdigheid en kwaliteit van de steun ondermijnt de wil van zelfs de meest veerkrachtigen. Als deze bedrijven niet voldoende steun krijgen om deze storm te boven te komen, zullen ze op lange termijn sluiten’, legt Galluzzi uit. MEER GELUK De regio Lodi heeft meer geluk gehad dan andere regio’s, omdat het gebied minder afhankelijk is van toerisme. Tijdens de openingsperiodes is er, mede dankzij de oproepen van ondernemersvereniging, een soort alliantie ontstaan tussen de gemeenschap en het bedrijfsleven. ‘Het was van essentieel belang om de lokale handel terug te winnen: niet kopen op internet maar proberen de economie van onze stad weer op gang te brengen. Dat is de boodschap die we verschillende keren hebben gelanceerd en de burgers hebben daarop gereageerd’, zegt Galluzzi. Nu is de grootste zorg van de gemeente Lodi het economisch herstel, naast de veiligheid van de gezondheid. ‘De hoop is om zoveel mogelijk mensen in te enten en in een zo kort mogelijke tijd, om de herstart van alle activiteiten te bevorderen. De mensen willen weer aan het werk. Achter elke werknemer staat een gezin’, aldus burgemeester Sara Casanova. Op 11 april was Lodi klaar met de toediening van de eerste dosis Pfizer aan 80-plussers. Volgens het vaccinatieprotocol zijn er nu reserveringen voor 70-jarigen, 60-jarigen, en zo verder tot aan de jongsten. De vaccinatieplaats van Lodi bevindt zich op het kermisterrein. Een zeer grote ruimte, die het mogelijk maakt om met eigen vervoer te komen. ‘Onze sociale diensten, in samenwerking met de gemeentelijke apotheken, zorgen voor gratis vervoer voor de mensen die niet door hun familie kunnen worden begeleid. Er is een telefoonnummer, waarop we informatie kunnen geven over de vaccinatiecampagne en vragen van burgers kunnen beantwoorden’, legt de burgemeester uit. Ondanks alle inspanningen is er één vraag die nog niemand echt goed weet te beantwoorden: wanneer zal dit virus voorgoed verdwijnen? Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie. ZIJ WEL In het onderzoek ‘Uit het vizier’ schrijft de Algemene Rekenkamer deze maand dat het ministerie van Defensie de afgelopen tien jaar de doelstelling van geen enkele onderzochte bezuiniging heeft gehaald. De verkoop van mijnenjagers, de verkoop van transporthelikopters en de verkoop van gevechtstanks moest ruim 900 miljoen euro per jaar opleveren – want dan zijn er ook minder militairen nodig. Dat bedrag is niet gehaald. De tanks zijn grotendeels wel verkocht, maar de rest van het ‘ijzer’ niet. Mede hierdoor is maar de helft van de geplande bezuinigingen bereikt. En dat is nog niet alles. Sinds een paar jaar least het ministerie van defensie gevechtstanks van het type dat het eerder heeft gekocht. En least het een marineschip. Alleen al de tanks die defensie wil hebben, kosten nu meer dan een miljard euro. Als ze de tanks niet hadden verkocht maar hadden geüpgraded, had dat maar een fractie daarvan gekost. Dit alles blijkt pas na tien jaar. Uit het onderzoek van de Rekenkamer. Want het ministerie van Defensie zelf kan niet berekenen hoeveel er echt is bezuinigd. De begroting van Defensie blijkt niet aan te sluiten op de kostenberekeningen van Defensie. Sterker nog, Defensie weet niet eens meer waarom tien jaar geleden voor deze bezuinigingen is gekozen. De besluiten over de bezuinigingen zijn namelijk niet gearchiveerd. En over dit alles is – het bekende verhaal – de Tweede Kamer onvolledig geïnformeerd. De minister vertelde de Tweede Kamer echter wel direct dat de Kamer de bezuinigingen niet zou kunnen monitoren. En daar deed de Tweede Kamer helemaal niet moeilijk over. Is de Algemene Rekenkamer verbaasd over deze complete faal? Nee hoor, helemaal niet. ‘ Elke gemeente heeft het beter gedaan’ De Algemene Rekenkamer zegt dat al deze problemen ook bij andere ministeries spelen. Want, zo vervolgt de Rekenkamer, ‘we weten al lang dat de systematiek van de rijksbegroting tot gevolg heeft dat bezuinigingen nauwelijks te volgen zijn’. De ministeries komen hiermee nog weg ook – zij wel. Ik denk dat elke, werkelijk elke gemeente het de afgelopen tien jaar beter heeft gedaan. Alle gemeenten hebben een veel groter deel van de bezuinigingen gehaald – ze moesten wel. Ze komen er veel sneller achter als een bezuiniging niet wordt gehaald – ze moeten wel. En elke gemeenteraad zou eisen dat het de bezuinigingen kon monitoren – zij wel. Volg je opleiding virtueel en/of klassikaal Start nog vóór de zomer!                    Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: • Burger- en publiekszaken • Sociaal domein • Ruimtelijk domein • Beleid, bestuur en management • Bedrijfsvoering • Persoonlijke ontwikkeling en vaardigheden •  • Openbare orde en veiligheid     
Pagina 38
38 ACHTERGROND ARBEIDSPARTICIPATIE DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: SANDER KONING / ANP Zodra de coronasteunmaatregelen aflopen, moeten gemeenten klaarstaan om de golf aan werklozen op te vangen en hen zo snel mogelijk aan nieuw werk te helpen. De infrastructuur van de ‘crisisdienstverlening’ komt langzaam maar zeker op gang. CRISISDIENSTVERLENING IN OPBOUWFASE ANTICIPEREN OP NIEUWE GROEP WERKLOZEN We moeten ons uit de crisis investeren; dat was de boodschap die het kabinet op Prinsjesdag 2020 meegaf. Dat gold in het bijzonder voor werkgelegenheid. Het kabinet besloot niet te bezuinigen op uitkeringen en andere sociale voorzieningen, maar juist extra geld in te zetten om een ‘crisisdienstverlening’ op te zetten met als doel om zoveel mogelijk werkgelegenheid te behouden. De vooruitzichten wat betreft de werkloosheid zijn inmiddels rooskleuriger dan voorheen, maar het feit blijft dat de steunmaatregelen een beperkte houdbaarheid hebben. Op het moment dat de steun wordt afgebouwd, zal de werkgelegenheid hoe dan ook een klap krijgen. Daarom moeten werknemers en zelfstandigen zich, wat het kabinet betreft, nu al gaan oriënteren op de post-corona arbeidsmarkt. Voor sommigen kan dat een overstap naar een andere sector betekenen. De nieuwe crisisdienstverlening moet daarbij de begeleiding en eventuele omscholing verzorgen. ‘Er komen grote groepen mensen die in korte tijd van de ene sector naar de andere begeleid moeten worden’, verwacht Erik Dannenberg, voorzitter van Divosa, de vereniging van gemeentelijk directeuren in het sociaal domein. Dannenberg juicht de keuze om te investeren dan ook toe. ‘Anticyclisch investeren, daar pleiten we bij Divosa al jaren voor.’ Je kunt een behoorlijk deel van de samenleving grofweg in twee groepen indelen, legt Dannenberg uit. Aan de ene kant zijn er mensen die economisch productief genoeg zijn om op de arbeidsmarkt in hun bestaanszekerheid te voorzien. Aan de andere kant zijn er mensen die permanent zorg en ondersteuning van de overheid nodig hebben. Maar ergens tussen die twee groepen valt een aantal mensen tussen wal BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 39 ‘ We geven weinig uit aan begeleiding en scholing’ Logistiek is een van de economische groeisectoren nenberg: ‘Tot nu toe zagen we in tijden van laagconjunctuur dat niet alleen de arbeidsmarkt, maar ook de overheid zich terugtrok. Dat is waardeloos, want daarmee wordt die groep dubbel in de steek gelaten. Je ziet nu, in de coronacrisis, voor het eerst dat de overheid de tegenovergestelde beweging maakt. Chapeau daarvoor.’ Dannenberg pleit voor een meer ‘ademend systeem’ van sociale zekerheid, dat mee kan buigen met de ‘buitengewoon dynamische arbeidsmarkt’. Zo kan de beroepsbevolking ook beter inspelen op wat Dannenberg ‘verdwijnbanen’ en ‘verschijnbanen’ noemt. ‘Er verdwijnen altijd banen en er verschijnen altijd banen. Wie had bijvoorbeeld gedacht dat er zo ontzettend veel mensen nodig zijn om zonnepanelen te leggen?’ Daarom moeten de mensen op de ‘klapstoeltjes van de arbeidsmarkt’ flexibel ingezet kunnen worden. ‘Die groep wordt vaak de arbeidsmarktreserve genoemd. Behandel ze dan ook zoals de reservisten in het leger, of de reservespelers in voetbal. Zorg dat ze helemaal warm getraind zijn. Daar zijn we in Nederland slecht in: we geven bakken met geld uit aan uitkeringen, maar weinig aan begeleiding en scholing.’ en schip. ‘Dat zijn de spreekwoordelijke klapstoeltjes van de arbeidsmarkt’, aldus Dannenberg. ‘Soms hebben we je nodig, soms niet.’ Als de werkgelegenheid terugvalt, is die groep als eerste de klos. DanBEWEGING Hoe ziet de crisisdienstverlening er in de praktijk uit? Zijn gemeenten er klaar voor om de nieuwe groep werklozen zo snel mogelijk naar nieuw werk te begeleiden? De resultaten lijken voorlopig nog kleinschalig en diffuus, maar er is wel degelijk een beweging in gang gezet. De zogenaamde regionale mobiliteitsteams (RMT’s) vormen de kern van de crisisdienstverlening. In die samenwerkingsverbanden van gemeenten, het UWV, werkgevers en vakbonden, wordt per arbeidsmarktregio vraag en aanbod bij elkaar gebracht. Zo kunnen bedrijven uit krimpsectoren zoals horeca of toerisme personeel uitwisselen met groeisectoren zoals logistiek of zorg. Het vernieuwende aspect van de RMT’s is met name het feit dat werknemers, zelfstandigen of werklozen geholpen kunnen worden onafhankelijk van arbeidsvorm of uitkeringstype. Waar een werkloze zelfstandig ondernemer, een bijstandsgerechtigde en een WW’er normaal voor verschillende loketten stonden, komen ze nu in dezelfde kaartenbak terecht. Zelfs wie nog wel werk heeft maar werkloos dreigt te worden, mag alvast aankloppen. Over de concrete prestaties van de RMT’s is echter nog weinig te zeggen, meldt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, want de teams zijn op de meeste plekken nog in oprichting. De ministeriële regeling die de financiering voor de teams regelt, werd dan ook pas eind maart gepubliceerd. Volgens de planning moet er medio 2021 wel een landelijk dekkend netwerk zijn. ‘Er worden nu overal regionale mobiliteitsteams opgezet in de verwachting dat we er klaar voor zijn als de werkloosheid toch gaat oplopen’, aldus een woordvoerder van het ministerie. Zo laat bijvoorbeeld de gemeente Tilburg weten dat het RMT van arbeidsregio Midden-Brabant nog niemand heeft begeleid naar nieuw werk omdat het pas net is begonnen. Het RMT Midden-Utrecht, dat in het eerste kwartaal van dit jaar nog in de ‘opbouwfase’ zat, heeft contact gelegd met 161 werkgevers en 141 werkzoekenden, maar heeft nog maar 7 kandidaten naar werk begeleid. HAMSTEREN De arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam is al wat verder. Het Regionaal Werkcentrum Groot-Amsterdam werd daar al in juni 2020 operatief, nog voordat het rijk met de plannen voor een landelijk netwerk kwam. ‘Door deze vroege start loopt het Regionaal Werkcentrum voor op de andere arbeidsmarktregio’s’, vertelt wethouder Rutger Groot Wassink (sociale zaken, GroenLinks). ‘Dat betekent dat er een netwerk is opgebouwd en dat de eerste mensen al van werk naar werk zijn begeleid.’ Inmiddels zijn er 156 werkzoekenden geplaatst bij een nieuwe werkgever. Ook zijn er 586 verbindingen tussen werkgevers gemaakt, die onderling ook weer overplaatsingen regelen. 276 werknemers hebben gebruikgemaakt van coaching, training of bijscholing. Die aantallen mogen wat Groot Wassink betreft hoger. De steunmaatregelen, die ontslagen ontmoedigen, zorgen er echter voor dat werkgevers en werknemers minder geneigd zijn een overstap te maken of te faciliteren. Dat blijkt overigens ook uit landelijke cijfers. Het Centraal Planbureau (CPB) meldde onlangs dat de mobiliteit van werknemers om van baan te switchen sinds het begin van de coronacrisis is afgenomen. De steunmaatregelen ondersteunen volgens het CPB het ‘hamsteren’ van werknemers. Dat heeft als voordeel dat be
Pagina 40
VAN ONZE KENNISPARTNER KENNISCENTRUM SPORT & BEWEGEN BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 41 drijfsspecifieke kennis niet verloren gaat, maar staat ook ‘creatieve vernietiging’, waarbij werknemers doorstromen naar productievere banen, in de weg. Groot Wassink: ‘We merken dat veel ondernemers nog steeds optimistisch blijven, zij denken nog niet aan afscheid nemen van hun personeel. Dat is natuurlijk begrijpelijk. Maar hoe vervelend het ook is, onze verwachting is dat veel werkgevers toch personeel moeten ontslaan als de landelijke steun wordt afgebouwd. Dus zorg in ieder geval dat je een plan B hebt.’ ACHTER DE VOORDEUR Los van de RMT’s schieten er ook kleinschaligere initiatieven uit de grond. Zo werd voor de gemeentes Waalwijk, Heusden en Loon op Zand het Mobiliteitscentrum De Langstraat opgezet. Dat sluit zich binnenkort aan bij het grotere RMT van regio Midden-Brabant, maar ging al eerder van start. Vanaf begin januari worden daar bedrijven en zelfstandigen in de sterkst getroffen branches actief benaderd. ‘We zijn ze gewoon gaan bellen, en we hebben gevraagd hoe het ging’, legt projectleider Ralf van de Wiel uit. Ook al waren er nog weinig faillissementen, er was er wel het gevoel dat ondernemers hulp nodig hadden. ‘Achter de voordeur, daar zijn we van overtuigd, zit veel verborgen werkloosheid’, aldus Van de Wiel. ‘Ondernemers proberen hun bedrijf overeind te houden door hun spaargeld aan te spreken of leningen af te sluiten. Daar kunnen de problemen zich opstapelen.’ Die verwachting bleek niet ongegrond. Een aantal zzp’ers werd doorverwezen naar een uitzendbureau of naar loopbaancoaching gericht op werk in loondienst. Anderen werden gewezen op scholingstrajecten, en sommigen kregen zelfs het advies om zich te melden bij de schuld‘ Achter de voordeur zit veel verborgen werkloosheid’ hulpverlening. Daarnaast ontstonden er samenwerkingen tussen bedrijven. Daarbij gingen onder andere medewerkers van een hotel aan het werk als ‘coronacoach’ – iemand die ervoor zorgt dat de coronamaatregelen worden nageleefd – of in een magazijn. Ook werd personeel van een taxicentrale in een fabriek ingezet en gingen horecamedewerkers aan de slag in de logistiek. CARRIÈRESWITCH In theorie kan de tijdelijke collegiale uitleen tot een permanente carrièreswitch leiden, maar in de praktijk gaat het vooral om tijdelijke werkgelegenheid, ziet Van de Wiel. ‘De plannen van het rijk zetten in op scholing en omscholing, maar in de praktijk zien wij die vraag nog niet zo sterk. Medewerkers willen het liefst weer terug naar hun oorspronkelijke vak. En de werkgever wil dat ook het liefst.’ Zo’n blijvende overstap is juist wél het doel van de zogenaamde Hoeksche Switch, een initiatief van de gemeente Hoeksche Waard. Daarbij werkt de gemeente samen met werkgevers en onderwijsinstellingen om relevante scholingstrajecten te creëren voor sectoren met personeelstekorten. Opvallend is dat het concept al bestond voor corona. Het project was gericht het vullen van lokale vacatures in groeisectoren zoals zorg, techniek en IT. Ook wilde wethouder Paul Boogaard (werkgelegenheid, CDA) jongeren meer kansen bieden en voorkomen dat ze de gemeente zouden verlaten. De Hoeksche Switch heeft er in crisistijd nog een functie bijgekregen: het terugdringen van werkloosheid. De eerste ADVERTENTIE NIEUW PODCAST door: Donderdag 20 MEI : Zet ‘m in je agenda! Aflevering 1 van de eerste serie ‘Griffiers van het eerste uur’ twintig kandidaten die binnenkort aan een zorgopleiding beginnen, zijn dan ook met name mensen die hun werk door de coronacrisis zijn kwijtgeraakt. DIJKVERHOGING Al met al is Dannenberg, de Divosavoorzitter, overwegend enthousiast over de beweging rondom de RMT’s. Wel benadrukt hij dat er een breder pakket aan voorzieningen nodig is, waarvan het RMT-netwerk er maar één is. De RMT’s richten zich namelijk vooral op mensen met recente werkervaring, die vrij makkelijk weer aan de slag kunnen. Mensen die minder goed op de arbeidsmarkt meekomen, hebben behoefte aan andere instrumenten. Uiteindelijk hoopt Dannenberg op een ‘dynamische waaier aan interventies’. Voor die waaier zijn wel permanente investeringen in het sociaal domein nodig. Dannenberg heeft de hoop dat die investeringen er kunnen komen als gemeenten, samen met het UWV en de sociale partners, de nieuwe crisisdienstverlening goed weten uit te voeren. ‘We hebben veel extra geld gekregen van het rijk en we moeten nu laten zien dat we dat vertrouwen waard zijn. Bij onze leden zie ik al de goede dingen gebeuren. Dan kan er bij een nieuw kabinet de overtuiging ontstaan dat deze noodsituatie van tijdelijke dijkversterking moet worden omgezet in een structurele dijkverhoging. Dat gebeurt in het waterstaatkundige, maar in het sociale zou ik dat ook willen zien. Want we zaten al voor corona in een situatie waar het water tot de rand stond.’ PODCAST Democratie maak je.
Pagina 42
42 ACHTERGROND ARBEIDSPARTICIPATIE DOOR ADRIAAN DE JONGE FOTO: PETER HILZ / H.H. Het beroep op de bijstand gaat de komende jaren groeien, maar een stuk minder dan eerder in de coronacrisis werd voorspeld. Dat blijkt uit de laatste economische prognoses, die opvallend positief zijn. VERWACHTINGEN VOOR BIJSTANDSVOLUME BIJGESTELD CORONA KRIJGT DE ECONOMIE NIET KLEIN Het voelt wellicht als een eeuwigheid geleden, maar in juni 2020 verkondigde toen nog missionair premier Rutte dat we de ‘ergste loopings en scherpste bochten’ van de achtbaan van de coronacrisis hadden gehad. ‘Voor nu’, voegde hij er weliswaar aan toe. Het zou voorlopig de laatste coronapersconferentie worden, want vanaf 1 juli golden er bijna geen beperkingen meer, behalve de anderhalvemeterregel. Die eerste juli leek dan ook het begin van een corona-vrije zomer die misschien zelfs het einde van de coronacrisis zou inluiden. De terrassen waren al een maand open, niemand had nog van een Britse variant gehoord en er lagen welgeteld nul coronapatiënten op de IC. Op dezelfde dag was op de website van Binnenlands Bestuur ook een wat minder positief gestemd bericht te lezen. ‘Mogelijk 51 procent meer bijstandsuitkeringen in 2022’, luidde de kop van het artikel. Bureau Berenschot had op basis van de juni-ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) een aantal economische scenario’s doorgerekend. In het meest pessimistische scenario, waarin we te maken zouden krijgen met een tweede golf aan coronabesmettingen, zou de werkloosheid zo’n klap krijgen dat er in 2022 ruim 625.000 mensen in de bijstand zouden zitten. Het zou dik de helft meer zijn dan in 2019, en verreweg het hoogste aantal van de afgelopen vijftien jaar. FLINK NAAST Zo’n driekwart jaar later blijkt dat we er flink naast zaten. Zowel het optimisme over het verloop van de pandemie als het pessimisme over de economie bleek ongegrond. De tweede coronagolf is er inderdaad gekomen, net als de derde golf, maar die golf van nieuwe bijstandsgerechtigden laat nog op zich wachten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde in maart 2021 dat het bijstandsvolume in 2020 met slechts 3 procent was gestegen. Sterker nog: de werkloosheid nam eind 2020 en begin 2021 zelf af in plaats van toe. Ook het bijstandsvolume nam in de tweede helft BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 43 AANTAL PERSONEN MET BIJSTANDSUITKERING X 1.000 600 550 van 2020 af. De meest recente ramingen van het CPB zien er ook een stuk rooskleuriger uit dan afgelopen zomer. Martin Heekelaar, senior consultant bij Berenschot, maakte voor dit artikel nieuwe prognoses voor de ontwikkeling van het bijstandsvolume. Wat blijkt? In het meest pessimistische scenario stijgt het aantal mensen met een bijstandsuitkering tot 509.000 in 2023. Beduidend minder dan de 625.000 waar eerder rekening mee werd gehouden. De stijging ten opzichte van 2019 zou dan een kleine 23 procent bedragen, nog niet eens de helft van de alarmerende 51 procent van 1 juli 2020. VEERKRACHTIGER Hoe komt het dat de gevreesde bijstandsgolf nog nauwelijks te zien is, terwijl de lockdown toch al maanden lang hele sectoren platlegt? En waarom zijn de vooruitzichten nu zo veel beter, ondanks dat het economisch herstel nog moet beginnen? Heekelaar oppert twee mogelijke verklaringen. Ten eerste gaat de lockdown gepaard met verlengde steunmaatregelen voor bedrijven en ondernemers, die de ontslag- en faillissementsgolf onderdrukken en mogelijk zullen uitstellen. ‘Er maken ongeveer honderdduizend mensen gebruik van de Tozo [Tijdelijke Ondersteuningsregeling Zelfstandig Ondernemers, red.] die anders mogelijk in de bijstand zouden zitten’, geeft Heekelaar als voorbeeld. Daarnaast ziet Heekelaar ook dat mensen zich tijdens de crisis simpelweg beter lijken te redden dan voorspeld. In een arbeidsmarkt die flexibeler is dan ooit lijkt werkgelegenheid, hoe onzeker die ook is, sneller terug te veren dan voorheen. Het CPB volgt min of meer dezelfde hypothese. In zijn Centraal Economisch Plan van maart 2021 wordt de daling van de werkloosheid vooral gewijd aan het ‘krachtige productieherstel in het derde kwartaal’, toen bijna alle getroffen sectoren mochten heropenen. Het effect van de tweede golf en de tweede lockdown werd vervolgens gedempt door ‘omvangrijke steunmaatregelen’. Al met al bleek de Nederlandse economie veerkrachtiger dan verwacht. Een volledige verklaring daarvoor is er nog niet. ‘Het blijft een puzzel,’ licht één van de economen van het CPB toe. 500 450 400 2019 Optimistisch 2020 Pessimistisch 2021 Basis 2022 2023 2024 Bron: Berenschot Toch is al te veel optimisme over de ontwikkeling van de werkloosheid ongepast, waarschuwt Erik Dannenberg, voorzitter van Divosa, de vereniging voor gemeentelijk directeuren in het sociaal domein. We moeten niet concluderen ‘dat het meevalt’, schrijft hij in de jaarrapportage van de Benchmark Werk en Inkomen. ‘Achter die percentages gaan persoonlijke drama’s schuil’, aldus Dannenberg. ‘En ook nu nog zijn duizenden mensen afhankelijk van tijdelijke steunmaatregelen. Als deze maatregelen aflopen, zal een deel van hen nog steeds ondersteuning nodig hebben. Wat kunnen wij daar als gemeenten aan doen?’ JONGEREN Uit het Centraal Economisch Plan van het CPB blijkt dat de werkloosheid het sterkst schommelde onder jongeren. Bij de leeftijdsgroep 15-25 jaar ging de werkloosheid het steilst omhoog, maar veerde ook het hardst weer terug. Gegevens over de instroom in de bijstand bevestigen dat beeld. De Benchmark Werk en Inkomen van Divosa laat zien dat de instroom van jongeren tot 27 jaar het sterkst groeide van alle leeftijdsgroepen. Dat is echter ook de groep die het snelst weer uitstroomt, bijvoorbeeld omdat ze een nieuwe (tijdelijke) baan hebben gevonden of omdat ze besluiten (opnieuw) te gaan studeren. De groep die het kortst in de bijstand zat, profiteerde als eerste van de aantrekkende economie in de tweede helft van 2020, concludeert Divosa. Wat ook opvalt, zijn de regionale verschillen in de ontwikkeling van de bijstand. Zo had de regio Rijnmond in december 2020 te maken met een instroom van bijna 7 procent hoger dan een jaar eerder. In Groot Amsterdam en West-Brabant ging het om een stijging van iets minder dan 5 procent. In Midden-Limburg fluctueerde de stijgende instroom door het jaar heen, maar eindigde uiteindelijk maar een half procent hoger dan eind 2019. In Zeeland en de Achterhoek lag dat ‘slotpercentage’ op respectievelijk 1,2 en 1,4 procent hoger dan in 2019. Zo kan de teruggevallen werkgelegenheid, die landelijk weliswaar beperkt is gebleven, op lokaal niveau toch een grote impact hebben. Volgens schattingen van de gemeente Amsterdam is het aantal minimahuishoudens (met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum) in 2020 met 10 procent gestegen ten opzichte van 2019. LOOPINGS Hoe de toekomst eruitziet, hangt met name van de ontwikkeling van de pandemie af. Voor de komende jaren stelde het CPB drie scenario’s op. De basisraming gaat ervan uit dat de steunmaatregelen eind juni 2021 aflopen, waardoor de uitgestelde ontslagen en faillissementen toch zullen vallen, met stijgende werkloosheid als gevolg. In het pessimistische scenario krijgen we te maken met nieuwe coronavarianten en verlengde contactbeperkingen. Daardoor blijven bestedingen uit en zal de werkloosheid, met name vanaf 2022, nog verder stijgen. In het optimistische scenario komt het herstel van werkgelegenheid sneller op gang dan verwacht omdat huishoudens hun tijdens de lockdown opgepotte spaargeld sneller gaan uitgeven. Hoe dan ook moeten de ‘ergste loopings en scherpste bochten’ van het economisch herstel nog komen.
Pagina 44
INGEZONDEN MEDEDELING DOOR: ALEXANDER LEEUW EN WOUTER BOONSTRA DIGITAAL ACHTERGROND 45 Cyberveiligheid is een niche. Daar kwamen de nieuwbakken ‘cyberburgemeesters’ Astrid Nienhuis (Heemstede) en Kees van Rooij (Meierijstad) al snel achter. Ze bundelden hun krachten en zochten contact met cyberburgemeesters uit het hele land. ‘Cyber houdt zich niet aan gemeentegrenzen.’ CYBERBURGEMEESTERS BEPLEITEN CENTRALE REGIE DIGITALE VEILIGHEID CHEFSACHE Deze maand presenteerden veertien cyberburgemeesters een pamflet, waarin ze vragen om één bewindspersoon en één beleidsdepartement die landelijke regie voeren op digitale veiligheid. Van Rooij noemt cyberveiligheid een ‘impliciete opgave’. ‘Bij elk onderdeel van de samenleving zit een digitale component. Het gaat niet alleen om hacks en spionage – de digitale component wordt bij steeds meer verschillende onderdelen belangrijk. Bij alle vraagstukken, bij huiselijk geweld, in de openbare orde, is steeds meer cyberinvloed. Voor alle inwoners wil je een veilige woon- en werkomgeving, maar in integrale veiligheidsplannen komt cyber nauwelijks voor.’ Veel is ongrijpbaar en onzichtbaar. Een tasjesroof heeft impact, maar whatsappfraude is minder zichtbaar. Daardoor is men geneigd het minder erg te vinden. Maar is dat terecht? ‘We zien het in aangiftebereidheid: de cijfers in de statistieken exploderen’, zegt Nienhuis. ‘Mensen voelen zich onzeker. Wij merken dat er veel persoonlijk leed is. Het thema van nulletjes en eentjes dringt in elk facet van een mensenleven door.’ En wat in Hof van Twente gebeurde, kan overal gebeuren. ‘Criminelen schieten met hagel. Als je Kees van Rooij: ‘Het is ongrijpbaar’ pech hebt, als overheid of particulier, merk je het pas als je wordt geraakt. Je was de zwakste schakel.’ GOEDE VOORBEELD De gemeente moet volgens Nienhuis het goede voorbeeld geven en ‘het eigen huis op orde’ hebben. Dat vergt versterking van digitale dijken. ‘Het is een vast onderdeel van ons werk ons af te vragen: waar zit dat cybergedeelte? De digitale component wordt steeds belangrijker dan het fysieke deel.’ Met de Informatiebeveiligingsdienst voor gemeenten (IBD) en de VNG zijn initiatieven opgestart met rapportages, versteviging van de rol van de chief information & security officer (ciso) en verbinding met openbare orde en veiBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021
Pagina 46
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 47 ligheid (OOV) en ict. Maar nog steeds zijn er incidenten in gemeenteland. ‘Hof van Twente en Lochem zijn voorbeelden. Je denkt dat je veilig bent, maar in de praktijk ben je toch kwetsbaar.’ Digitaal moet daarom chefsache worden voor de burgemeester, als direct verantwoordelijke voor het regisseren van lokaal veiligheidsbeleid inclusief de aanpak van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit. ‘De gêne moet eraf bij burgermoeders en burgervaders. Inwoners willen weten waar ze op moeten letten, hoe ze zich kunnen beschermen. Mensen voelen zich veel kwetsbaarder dan in het verleden.’ Het ‘eigen huis op orde’ krijgen is een taak van elke burgemeester. Onlangs werden burgemeesters in Noord-Holland bijgepraat door een delegatie van het door een hack getroffen Hof van Twente. Burgemeesters, gemeentesecretarissen en ciso’s spraken met hun eigen beroepsgroep. Zo kon men in de eigen gemeente bedenken: had ons dit kunnen overkomen? De versnipperde beleidsaanpak op landelijk niveau helpt niet om het onderwerp versneld aan te pakken. ‘Door corona is er een extra versnelling geweest in de digitale wereld. Daar is weerwoord op nodig: centrale regie, structureel geld en een integraal programma.’ LASTIG Maar niet elke uitgenodigde burgemeester was erbij. In hoeverre realiseren burgemeesters zich eigenlijk dat er een probleem is? ‘Wij merken dat burgemeesters het op een aantal punten nog lastig vinden’, zegt Van Rooij. ‘Het is ongrijpbaar voor ze. Ze zoeken naar handelingsperspectief: wat kunnen we doen? Het is niet zo dat er geen belangstelling is, maar men zoekt handvatten. Daarom pakken we de missionarisrol op. Om te verbinden en te delen.’ Niche-onderwerpen beginnen vaak klein, maar via een sneeuwbaleffect neemt het anderen mee, ziet Nienhuis. ‘Het is niet erg dat ze er niet bij waren. Het is beter dat je zelf die urgentie voelt dan dat het je wordt aangepraat. Maar de ervaringsdeling heeft er wel toe geleid dat ze beseften: we hadden erbij moeten zijn.’ De cyberburgemeesters willen cyberveiligheid in plannen versterken, maar de urgentie moet ook in de gemeenteraden doordringen. Nienhuis: ‘Als digitaal chefsache is, geldt dat ook voor de raad. Het is een ondergeschikt onderwerp, maar het moet op de agenda. Gemeenteraden moeten cyberveiligheid oppakken. De impact op de samenleving komt nu te weinig voor het voetlicht. We moeten mensen weerbaarder maken. Daar hebben de gemeenteraden ‘ Als je pech hebt, merk je het pas als je wordt geraakt’ Astrid Nienhuis: ‘Tijd van pilots is voorbij’ wat te doen. En daarom moeten we de krachten bundelen en structurele programma’s opzetten. Dat is het motief voor ons pamflet. De tijd van pilots is voorbij.’ Het onderwerp ontstijgt de individuele gemeente. Kwetsbaarheden kunnen immers bij een van de vele overheidspartners zitten, maar ook voor de oplossingen kijkt men buiten gemeentegrenzen. ‘We hebben in Noord-Holland een ontzettend mooi project gedraaid: ‘HackShield en de gemeente’, vertelt Nienhuis. Deze game, ontwikkeld met verschillende organisaties, maakt kinderen en hun omgeving bewuster van cybercriminaliteit. ‘Echt fantastisch. Wij willen landelijke dekking met de game, maar dat heeft veel voeten in de aarde. Op verschillende gebieden werken we met private partijen, in proeftuinen en city deals, maar het zou mooi zijn om te zeggen: we gaan deze kekke proef duurzaam binnen de overheid bestendigen. Daar lopen private partijen enorm tegenaan: we initiëren iets, maar kunnen het niet snel doorzetten.’ HackShield geeft volgens Van Rooij veel openingen bij gemeenten. ‘Het kan op veel fronten met publiek-private samenwerking, maar het is fijn voor private partners om een bepaalde mate van voorspelbaarheid te hebben.’ Kern van het verhaal is: centrale regie. ‘Het risico voor individuele gemeenten is dat zij bijvoorbeeld afgaan op de informatie uit ENSIA-beveiligingsaudits’, zegt Nienhuis. Het was een van de dingen die misging in Hof van Twente: de stuurinformatie leek aan te geven dat alles in orde was. Daarom had het bestuur niet door dat er iets niet klopte. ‘We moeten centraal normen afspreken en daar structureel de financiering op inrichten.’ VERSPLINTERD Maar dit thema is op rijksniveau versplinterd georganiseerd, het thema is bij vier ministeries belegd. De Cyber Security Raad stelde onlangs als centrale regie niet een minister Digitale Zaken voor, maar een ministeriële onderraad. Zijn de cyberburgemeesters het daarmee eens? ‘Het gaat ons om een blik over de volle breedte’, zegt Van Rooij. ‘De vorm laat ik aan anderen.’ Ook de vraag of er extra (online) bevoegdheden nodig zijn voor burgemeesters blijft nog boven de markt hangen, al is er in de samenwerking met Noord Holland Samen Veilig (regionaal samenwerkingsverband) Noord-Holland wel gesproken over een ‘interventiekaart’ en de inzet van ‘vliegende brigades’. Hoe dan ook, dit is hét moment. ‘We onderschrijven wat de Cyber Security Raad meldt en delen onze lokale ervaringen. Wij vinden het belangrijk dat alle gemeenten, groot en klein, op basisniveau gelijk worden getrokken. Dat kan alleen met centrale regie, structureel geld en aandacht. Het moet tijdens deze formatie gebeuren.’ En als dat niet zo is? ‘Dan hobbelen we weer vier jaar achter de feiten aan.’
Pagina 48
48 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: RENÉ DIDDE FOTO: ROB VOSS / ANP-HH Nederland wil bomen planten vanwege klimaatdoelen en biodiversiteit. Ondertussen gaat op veel plaatsen de bijl in de bosjes. Daaronder zijn niet zelden waardevolle houtopstanden van meer dan honderd jaar oud. Wie moet er redding brengen: gemeente of provincie? BIJZONDERE HOUTWALLEN SNEUVELEN BIJL BEDREIGT BOMENRIJEN LandschappenNL stuurt een reeks treurigstemmende foto’s, vóór en na de gebeurtenis in de Gelderse gemeente Berkelland. Zware zomereiken gekapt uit een houtwal. Elders is een smalle houtwal geheel omgelegd. Verderop is ‘de hoogte’ uit de houtopstand gehalveerd. Op weer een andere locatie is een onderbegroeiing geheel weggehaald. En daar dan, een groep bomen midden in een weiland, allemaal gekapt. De fotoserie is slechts een greep uit de liefst 171 ‘handhavingsgevallen’ van illegale kapactiviteiten in de Gelderse gemeente op de grens met Twente, meldt de koepelorganisatie van provinciale landschapsorganisaties. Vanaf het gemeentehuis te Borculo stuurt burgemeester Joost van Oostrum (VVD) van de gemeente Berkelland ook een serie foto’s. Het zijn zonder uitzondering kale plekken met zojuist aangeplante schriele twijgjes. ‘Het is een stap om een halt toe te roepen aan de schrijnende gevolgen van een tekortschietende ruimtelijke ordening, waardoor het karakteristieke, groen dooraderde coulisselandschap van de Achterhoek wordt aangetast’, zegt Van Oostrum. Hij is portefeuillehouder ‘handhaving’ van Berkelland, dat met een grondgebied van 260 vierkante kilometer in de top-tien staat van de grootste Nederlandse plattelands gemeenten. Berkelland beschikt over een inventarisatie van kapacties in de periode 2017 tot en met 2020. ‘Onze groene boa’s maakten eerst een overzicht van veertig gevallen van verwijdering of aantasting van landschapselementen’, vertelt Van Oostrum. Vanaf 2018 gebruikte de gemeente ook luchtfoto’s om illegale kap op het spoor te komen. ‘Het gaat vooral om grotere, vaak waardevolle landschapselementen. Ze Bomenrij in Berkelland vinden voor een deel plaats op boerengrond maar ook op particulier terrein, zoals bij mensen die meer uitzicht willen’, aldus de burgemeester. Uit de inventarisatie blijkt dat maar liefst 71 procent van gerooide of aangetaste houtopstanden meer dan honderd jaar oud is. Boetes en dwangbevelen worden er niet uitgedeeld. Zo gaat dat niet in De Achterhoek. ‘Wij zijn van het goede gesprek en trachten de daders tot herplant te bewegen’, zegt de burgemeester, wijzend op de aanplant. ‘We hebben in Nederland onze mond vol van nieuwe bomen en bossen op boerengrond, maar we verzuimen al jaren onze houtopstanden te behouden en te onderhouden.’ KLEIN MAAR FIJN ‘Houtopstand’ is een nogal archaïsch begrip. Een bosje, een houtwal, een rij struiken. Officieel is de definitie ‘een zelfstandige eenheid bomen, boomBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 ACHTERGROND 49 ruilverkavelingen hebben overleefd’, zegt beleidsmedewerker Gerrit-Jan van Herwaarden. ‘Een bijzondere categorie betreft de houtopstanden waarin zich nog bronbestanden bevinden van wilde, autochtone bomen en struiken. Dat zou allemaal veel strenger moeten worden beschermd.’ Vooral in de oostelijke provincies speelt het probleem, zegt LandschappenNL. Een belangrijke oorzaak van de aantasting is de perverse prikkel die boeren krijgen van het Europese landbouwbeleid (GLB). ‘De hectaren die houtopstanden beslaan, vallen niet onder productiegrond, grasland wel. Hoe meer hectaren gras, hoe hoger de subsidie uit Brussel.’ In de jaarlijks meitelling worden de boeren vanwege deze extra oppervlakte van verdwenen houtwallen niet gecorrigeerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), aldus LandschappenNL. Controle is natuurlijk een ‘heidens werk’, temeer daar er geen goede registratie bestaat. En er is nog iets. ‘Boeren krijgen niet alleen een structurele hogere hectarenvergoeding maar ook nog een beloning in de vorm van meer mestrechten. Deze perverse prikkel moet stoppen’, zegt Van Herwaarden. Ook burgemeester Van Oostrum hekelt het landbouwbeleid. ‘De RVO werkt met luchtfoto’s waardoor overhangende takken van bomen vaak flinke delen van de landbouwgrond afhalen, terwijl er bijvoorbeeld gras onder groeit. Dat maakt dat een boer die bomen omhakt.’ Volgens hem gaat de RVO die werkwijze veranderen. vormers, struiken, hakhout of griend, die een oppervlakte beslaan van tien are (duizend vierkante meter) of meer’. Het kan ook om gaan om een ‘rijbeplanting’ van meer dan twintig bomen. Klein grut dus in vergelijking met een bosperceel. Maar niet onbelangrijk. Sommige houtopstanden vormen waardevolle landschapselementen, zegt LandschappenNL. ‘Vooral waardevol zijn de houtopstanden van vóór 1950 die de grootschalige BEPERKT De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wil niet reageren. ‘Wij zijn een uitvoeringsorganisatie en gaan niet over het beleid.’ Het ministerie van Landbouw (LNV) bevestigt dat houtopstanden en landschapselementen buiten de hectarepremie vallen. ‘Pervers’ wil LNV de prikkel tot kappen niet noemen. ‘De prikkel is beperkt, als je bedenkt dat de premie ongeveer 400 euro per hectare is, dus vier cent per vierkante meter’, meldt een woordvoerder. ‘De waarde van de mestplaatsingsruimte is ruwweg van dezelfde orde van grootte.’ Hoe dan ook is het volgens LNV wel de bedoeling om in het nieuwe GLB vanaf 2023 de oppervlakte van houtopstanden mee te laten tellen. ‘Als voorwaarde voor de hectarepremie gelden de zogenaamde ‘goede landbouw- en milieucondities’, waaronder ook het behoud van landschapselementen.’ Landschapselementen zullen ook met de zogenoemde ecoregelingen worden gestimuleerd, naast het al bestaande agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Verder is er intussen een ‘Het is een enorm gemis als een eik door een wilgensprietje wordt vervangen’ investerings regeling voor nieuwe landschapselementen, die al dit seizoen van start gaat, aldus LNV. Bij boerenbelangenorganisatie LTO herkent coördinator ruimtelijke ordening Gerbrand van ‘t Klooster wat LandschappenNL zegt, maar ligt het volgens hem genuanceerder. ‘Niet alleen is de hectarenvergoeding gering. Ik denk niet dat boeren om 400 euro tienduizend vierkante meter houtopstand kappen’, meent Van ‘t Klooster, tevens melkveehouder in Friesland. ‘Als ze het doen, is dat omdat ze er tijdens de bewerking van hun land tegenaan rijden, of omdat bomen in een weiland in de weg staan. Vooral oude bomen behoeven zorg. Die moet je niet kappen, maar beschermen.’ BESCHERMD Houtopstanden zijn in principe wettelijk beschermd middels een meld- en herplantplicht. In de bebouwde kom kunnen gemeenten extra beschermingsmaatregelen nemen. Tot nog toe zijn de houtopstanden vaak vogelvrij doordat ze zich vrijwel altijd buiten de bebouwde kom bevinden. Soms vallen ze dan nog onder het bevoegd gezag van de gemeente, maar soms gaat de provincie erover. Het beheer van de opstanden is in opeenvolgende wetstransities stiefmoederlijk beoordeeld. Ze gingen van de Boswet (1961) relatief recent over in de Natuurbeschermingswet (2015). Eind dit jaar gaan ze op in de Omgevingswet, althans in een Algemene Maatregel van Bestuur, het zogeheten Besluit Activiteiten Leefomgeving, beter bekend als het BAL. ‘Een aantal typen houtopstanden heeft extra bescherming nodig. De meld- en herbeplantingsplicht geeft ruimte om de houtopstanden enorm uit te kleden, bijvoorbeeld door de meest waardevolle oude bomen te kappen of essentiële lagen te verwijderen’, aldus Van Herwaarden. ‘Het is natuurlijk een enorm gemis als een honderd jaar oude eik door een wilgensprietje wordt vervangen.’ Schiet het BAL zijn doel voorbij? ‘Het
Pagina 50
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 G A 50 ACHTERGROND RUIMTE ‘ Deze perverse prikkel moet stoppen’ biedt wel mogelijkheden voor het bevoegd gezag om aanvullende maatregelen te treffen en een strenger beschermingsregime te hanteren, maar het is te vrijblijvend’, vindt Van Herwaarden. ‘Het is aan het eigen inzicht van het bevoegd gezag – gemeenten of provincies – of zij hier gebruik van willen maken. Het vraagt natuurlijk om extra inzet van ambtenaren, en die zijn er vaak niet. Het begint er al mee dat er geen goede registratie is van de houtopstanden.’ In het verlengde daarvan constateren de provinciale landschapsorganisaties een groot gebrek aan handhaving. ‘Dat leidt tot talloze voorbeelden van grondeigenaren die schaamteloos houtopstanden kunnen uitkleden en wegkappen in de wetenschap dat de kans klein is dat zij hierop worden aangesproken’, aldus Van Herwaarden. De gemeente Berkelland is zeer actief, maar de gemeente Enschede heeft slechts één ambtenaar die zich met het buitengebied bezighoudt. ONDUIDELIJKHEID Er heerst in de overgang naar de Omgevingswet onduidelijkheid over bevoegdheden, schrijft demissionair minister Carola Schouten (LNV) in januari aan de Eerste Kamer. De gemeenteraad mag in het omgevingsplan binnen de vastgestelde ‘bebouwingscontour kap’ regels opstellen over houtopstanden. Buiten die contour mag dat ook, mits daar geen rijksregels gelden. Is een gemeente daar niet tevreden mee, dan mag zij extra regels aandragen bij de provincie, die ze dan in de omgevingsverordening kan opnemen. ‘Tenzij het provinciaal belang zich daartegen verzet, zal de provincie zo’n verzoek naar verwachting honoreren’, suste Schouten in januari. Gemeenten zijn daar nog steeds niet gerust op. ‘Er zou een beleidsneutrale overgang zijn van de wet Natuurbescherming naar de Omgevingswet’, licht de VNG toe. De koepelorganisatie meent dat er niettemin onterecht wordt afgeweken van het uitgangspunt ‘decentraal, tenzij’. ‘De inzet van gemeenten op biodiversiteit en de bescherming van landschapselementen en houtopstanden wordt ons ontnomen. Het is een recht dat gemeenten nu wél hebben.’ De VNG bepleit een aanpassing van het BAL. De provincies denken daarentegen dat er sprake is van ‘tijdelijke problemen’. De overgang naar de natuurbeschermingswet was voor alle partijen wennen, zeggen ze. ‘En nu gemeenten en provincies net gewend zijn aan de Wet natuurbescherming, wacht ons op 1 januari 2022 de Omgevingswet’, aldus het IPO. Dit leidt ertoe dat bij gemeenten onduidelijkheden zijn gerezen over de finesses van de bevoegdheidsverdeling tussen gemeenten en provincies over de houtopstanden buiten de bebouwingscontour houtkap. Provincies en gemeenten namen recent de onduidelijkheden door. ‘Daarbij is vastgesteld dat gemeenten vooral geholpen zijn met een concreet stappenplan hoe in voorkomende gevallen te handelen en wanneer waarover contact met de provincie op te nemen. Ook provincies hebben baat bij een dergelijke verduidelijking’, aldus het IPO. Dat ‘stappenplan’ is bijna klaar. ‘Uitgangspunt is dat provincies bevoegd zijn voor de rijksregels. Gemeenten zijn dat voor binnen bebouwde kom. Daarbij kunnen gemeenten veel regelen over de houtopstanden.’ Om het nog ingewikkelder te maken: de bebouwde kom ligt vaak ver buiten de grens van het bekende bordje ‘einde bebouwde kom’. AFNAME In navolging van LandschappenNL ziet ook Natuurmonumenten problemen opdoemen bij de overgang van de wet Natuurbescherming naar de Omgevingswet. ‘De wettelijke bescherming van waardevolle landschapselementen schiet nog steeds tekort’, aldus Natuurmonumenten. ‘Het is onduidelijk of de provincie dan wel de gemeente het bevoegd gezag is’, zegt woordvoerder Simone Prinsen. Houtopstanden vormen dan wel kleine landschapselementen, maar zijn volgens haar van groot belang voor de kwaliteit van het landschap. ‘Er is wel een meldings- en herplantplicht in het BAL, maar wij constateren nog altijd een sluipende afname van het aantal houtopstanden. In sommige gebieden wordt een afname van 10 procent gemeten’, aldus Natuurmonumenten. Bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) in Amersfoort is vorig jaar een kaart van groen erfgoed opgesteld, gevolgd door een deltaplan groen erfgoed. ‘Het is best een goed idee om nu per provincie cultureel waardevolle houtopstanden in kaart te brengen, en daar ‘toonbeelden’ van te maken, inclusief een fietsroute of wandelpad’, zegt Henk Baas, hoofd landschap bij de RCE. Zo’n toonbeeld zou dan ook een bordje met de geschiedenis van die opstand kunnen bevatten. Baas: ‘Staat zo’n element op boerenland, dan zou een boer daarvoor een vergoeding kunnen ontvangen voor onderhoud, zeker als houtopstanden nog oorspronkelijke inheemse vegetatie bevatten.’ Of dat geld uit Brussel er komt, zoals LNV bezweert, is volgens de RCE de vraag. ‘De vergroening van het Europese landbouwbeleid is als het verleggen van de koers van een mammoettanker. Met elke paar graden moeten we blij zijn’, vindt Baas. Ook LandschappenNL denkt dat de negatieve prikkel van kappen voor de Europese subsidies moet worden omgezet in een positieve prikkel voor landschapsbeheer. ‘Onderhoud en beheer van houtopstanden moet worden beloond’, aldus Van Herwaarden. Dat is ook de mening van LTO. ‘Kijk eens’, zegt burgemeester Van Oostrum van Berkelland. ‘Voor een luttele 5 miljoen euro kunnen we alle waardevolle landschapselementen in Nederland in kaart brengen. Op basis daarvan kun je een redelijke beschermingsvergoeding opstellen toekennen. Laten we hopen dat het nieuwe GLB dit regelt.’ Foto: Ginopress / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 DOOR: MARIJ LEENDERS FOTO: WILLEM DIEPRAAM DE MINISTERIES SERIE 51 Wordt de minister van Landbouw in het nieuwe kabinet iemand met een christelijke én vooral ook een agrarische achtergrond? Demissionair minister van LNV, Carola Schouten (CU) heeft in ieder geval beide. Dit is geen toeval. Om na de Tweede Wereldoorlog minister van landbouw te worden, lijkt vooral de agrarische achtergrond een ‘must’. BOERENACHTERGROND EERDER REGEL DAN UITZONDERING MINISTER MET/ZONDER LANDBOUW IN DE GENEN Landbouw werd vanaf eind negentiende eeuw voor de nationale overheid een steeds belangrijker beleidsterrein. Aanleiding was de landbouwcrisis die was ontstaan door de sterk dalende graanprijzen vanwege goedkope graanimport uit de VS en Canada. Opeenvolgende liberale regeringen beseften dat de Nederlandse landbouw efficiënter moest worden ingericht om te overleven in het internationale krachtenveld. De overheid bevorderde de modernisering van de landbouw op allerlei manieren: voorlichting, subsidies voor landbouwcursussen en voor wetenschappelijk landbouwonderzoek. In het verlengde hiervan lag de oprichting in 1905 van een apart ministerie van Landbouw, Visserij en Handel. In de eerste decennia waren ministers van Landbouw pioniers die de eerste contouren uitzetten voor landbouwwetgeving en beleid zonder directe betrokkenheid van de pas opgerichte landbouworganisaties. De bagage die de landbouwministers meebrachten, kon in deze periode daarom ook divers zijn. Vanaf de oprichting van het ministerie van Landbouw in 1905 tot halverwege de jaren veertig waren landbouwministers vooral dominees, juristen, economen of ingenieurs. Zo was de vooruitstrevende liberaal en advocaat Jacob Dirk Veegens de eerste minister van Landbouw, hij werd opgevolgd door dominee Syb Talsma, die weer werd opgevolgd door de econoom Willem Treub. INTENSIVERING LANDBOUW Dit veranderde na de Tweede Wereldoorlog met de plannen van de overheid voor grootschalige mechanisering en intensivering van de landbouw waarin de boeren moesten worden meegenomen. De achtergrond van de ministers lijkt daarmee belangrijker te worden. Vanaf die tijd zien we dat − enkele uitzonderingen daargelaten − afkomst, studie of bestuurlijke ervaring bij landbouworganisaties, of liefst nog een combinatie van deze drie, een voorwaarde lijkt te zijn om tot minister van Landbouw te worden benoemd. Stilzwijgend lijkt na de Tweede Wereldoorlog een andere benoemingscultuur voor dit ministerie te zijn ontstaan. Vanaf halverwege de jaren veertig tot nu hebben van in totaal 18 ministers van Landbouw slechts 4 ministers en 1 staatsecretaris (de interim-ministers niet meegerekend) geen enkele relatie met de agrarische sector. Alle andere landbouwministers hebben die connectie wel, waarbij Sicco Mansholt (12,5 jaar minister) en Gerard Braks (7 jaar) de belangrijkste zijn. Zij kenden de landbouwcultuur als hun broekzak en runden in totaal 17,5 jaar het ministerie van Landbouw. De ministers van Landbouw die geen connectie hebben met het vakgebied vinden we vooral in de kabinetten-Kok I en II (1994-2002). BOERENZOON Meteen na de Tweede Wereldoorlog gaf koningin Wilhelmina de opdracht aan de sociaaldemocraten Schermerhorn en Drees een breed nationaal kabinet van ‘herstel en vernieuwing’ samen te stellen. Het moest bestaan uit personen die tijdens de oorlog in Nederland waren gebleven, die leiders in het verzet waren geweest en die politieke en maatschappelijke vernieuwing voorstonden. Sicco Mansholt (SDAP) voldeed aan al deze criteria. Deze Groningse boerenzoon uit de Noord-Hollandse Wieringermeer had tijdens de Tweede Wereldoorlog transporten geregeld voor voedselvoorziening aan onderduikers, had landbouwkunde gestudeerd en wilde de landbouw moderniseren. Drees wilde bovendien het ministerie van Landbouw binnenhalen, omdat hij streefde naar drie partijgenoten op de centrale DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 3: Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. sociaaleconomische departementen. Drees benoemde hem ondanks zijn jonge leeftijd – hij was 36 – tot minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening. Gedurende een periode van maar liefst 12,5 jaar was Mansholt minister van Landbouw. Een periode waarin hij grote hervormingen doorvoerde. Hij wilde op structurele wijze de productiviteit van de bedrijfstak verbeteren en boeren bestaanszekerheid bieden. Zijn drijfveer was om een einde te maken aan de erbarmelijke omstandigheden van de keuterboeren. Om dit te bereiken onderhield hij nauwe contacten met de verzuilde boerenorganisaties, verenigd in de Stichting voor de Landbouw (vanaf 1954 Landbouwschap). Mansholt vertrok in 1958 naar Brussel om daar in de functie van eerste Landbouwcommissaris de Europese landbouw radicaal te moderniseren, het zogenaamde Plan Mansholt. Deze kundige minister had veel indruk gemaakt en dat deed verlangen naar ministers met dezelfde signatuur.
Pagina 52
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 52 SERIE DE MINISTERIES BOERENPROTEST ‘Wij willen een echte vechter op landbouw’, staat op een spandoek. Protesterende boeren in Den Haag, 1974. SCHEUREN ZICHTBAAR Een minister met een vergelijkbare achtergrond als Mansholt werd ruim twee decennia later op het ministerie van Landbouw benoemd. Bij de formatie van het eerste kabinet Lubbers schoof Fons van der Stee (CDA), minister van Landbouw in het kabinet Den-Uyl (1973-1977), zijn partijgenoot Gerard Braks naar voren, die zich als woordvoerder Landbouw in de Tweede Kamer in de politieke kijker had gespeeld. De Brabantse boerenzoon en landbouwkundige ingenieur Braks bleef in de drie kabinetten-Lubbers (1982-1994) minister van Landbouw en Visserij, alleen het laatste kabinet verliet hij voortijdig. Als geen ander sprak hij de taal van vooral de boeren van de zandgronden: hij had boerenovertuigingskracht. Journalist Paul Koedijk schreef daarover in Vrij Nederland: ‘Op spreekbeurten trof hij vaak zalen vol loeiende boeren. Braks schrok daar niet van. Hij loeide gewoon terug (…). Hij brengt zijn mening recht voor zijn raap, maar hij laat zijn gehoor ook merken dat hij meevoelt met hun problemen.’ Hij kreeg hierdoor veel voor elkaar maar week niet af van zijn koers, namelijk dat de landbouwsector medeverantwoordelijk was voor het milieu. Als woordvoerder Landbouw in de Kamer had Braks er al op gewezen dat ‘het ver ontwikkelde landbouwbedrijf hier en daar in conflict [was gekomen] met de eisen van natuur en milieu’. Het was ook om deze reden dat hij als minister in 1984 maatregelen tot vermindering van mest – tegen de boerenlobby in – doorzette. In de praktijk betekende dit een vestigingsverbod voor varkensmesterijen en pluimveehouderijen. Uitbreiding van dergelijke bedrijven zou in delen van Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg niet meer mogelijk zijn. Dit om het hoofd te bieden aan de groeiende milieuproblemen als gevolg van de mestoverschotten. Deze maatregelen veroorzaakten een schok in de agrarische wereld. Braks en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Pieter Winsemius, hadden de Interimwet Beperking Varkens- en Pluimveehouderijen achter de schermen voorbereid. De landbouworganisaties waren ‘volslagen verrast’. Voorzitter J. Doornbos van de Christelijke Boeren- en Tuindersbond vroeg zich af of Braks nog de meest geschikte minister was. Veelzeggend was de kop in de NRC: ‘Zoon van een zandboer verliest vertrouwen: Gerrit Braks van vriend tot vijand van de boeren.’ Winsemius vond de op de persoon gerichte kritiek ‘jakhalzerij’. ‘Het is puur naar. Ik vind ook dat er een zekere mate van onterechtheid in de kritiek zit. Er is nog niemand die een oplossing weet voor de akkerbouw.’ Toch toonden de landbouw - organisaties uiteindelijk begrip voor de maatregelen. In de zogenaamde concentratiegebieden was de milieuproblematiek zo groot dat ingrijpen was te billijken. Het is interessant om te zien dat Braks voor het eerst na de Tweede Wereldoorlog de gegroeide gehechtheid doorbrak tussen landbouwsector en het ministerie. De eerste scheuren worden zichtbaar in het ‘Groene front’, zoals het fijngeweven web tussen landbouworganisaties, Kamerleden, het ministerie van Landbouw, de productschappen, de Rabobank en onderwijs, voorlichtings- en onderzoeksinstellingen wordt genoemd. Veelzeggend hierin is dat in 1989 ‘natuurbeheer’ aan de naam van het ministerie werd toegevoegd. KLOOF Na de kabinetten-Lubbers kwam er verandering in de koers van het ministerie van Landbouw. Bij de formatie liet Kok (PvdA) de hechte band varen die na de oorlog was ontstaan tussen de landbouwsector en het landbouwministerie. Minister van Landbouw, Natuurbeheer en VisseBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 SERIE 53 rij in kabinet-Kok I werd de jurist en bestuurder Jozias van Aartsen (VVD), die plannen voor een grootschalige saneringsoperatie in de varkenshouderij in gang zette. Aangezien de minister onbekend was met de agrarische sector, ging hij in de eerste tijd de confrontatie met de boeren uit de weg. Wel bracht hij bezoeken aan bedrijven om beter beslagen ten ijs te komen. In het daaropvolgende kabinet-Kok II moest sociaalgeograaf Hayo Apotheker (D66), die ook onbekend was met de agrarische sector, de zogenaamde ‘Varkenswet’ van zijn voorganger Van Aartsen verder uitwerken. Na tien maanden (in 1999) trad hij af omdat hij niet kon aarden in de landelijke politiek en hij de herstructurering van de varkenshouderij niet van de grond kreeg. Zijn opvolger, de politicoloog/jurist Laurens Jan Brinkhorst (D66) pakte wel door. Hij saneerde de varkenshouderij en was daadkrachtig bij de aanpak van de mkzcrisis (mond- en klauwzeer) en de vogelpest. Hij had het imago van een intellectueel en handige politicus, maar als minister van Landbouw (juni 1999-juli 2002) had Brinkhorst was niet geliefd bij de boeren hij, evenals zijn twee voorgangers, weinig voeling met de boeren en de boeren hadden niets met hem. Dit bleek nog het meest tijdens de mkz-crisis toen veel gezonde dieren moesten worden afgemaakt. Brinkhorst beweerde dat veehouders krokodillentranen huilden over het doden van hun gezonde vee. Hij raakte met die uitspraak midden in deze crisistijd de boerengezinnen in hun ziel. PARADOX Hoewel Brinkhorst voor het door hem gevoerde beleid waardering kreeg, was hij niet geliefd bij de boeren. De paradox lijkt dat het moeilijk zaken doen is zonder het vertrouwen van de sector, maar dat afstand tot de sector nodig is om grote ADVERTENTIE hervormingen door te voeren. Tijdens de kabinetten-Balkenende (20022010) werd de verbinding tussen de landbouwsector en het ministerie weer gezocht in de persoon van de minister van Landbouw. De opvolger van Brinkhorst was Cornelis Pieter Veerman (CDA), die juist op alle fronten verbonden was met de agrarische sector. Hij kwam uit een boerenfamilie, hij nam de boerderij over van zijn vader en hij was agrarisch bedrijfseconoom. De landbouwministers die hem opvolgden (Gerda Verburg, Maxime Verhagen, Henk Kamp en Carola Schouten) waren van christelijke huize en hadden, Maxime Verhagen uitgezonderd, een band met de agrarische sector. Toch had de verwevenheid tussen het ministerie van Landbouw en de agrarische sector een andere vorm aangenomen. Steeds minder lijkt het ministerie van Landbouw zichzelf te zien als een onderdeel van het Groene Front, maar als een departement met bredere verantwoordelijkheid. Marij Leenders is onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen. en presenteren: Congres ICT en Overheid 2021 Samen werken aan betrouwbare gegevensuitwisseling De overheid beschikt over enorm veel informatie van burgers. Maar betrouwbaar, transparant, foutloos en uitwisselbaar… daar valt nog wel wat op af te dingen. Maar het is niet alleen een negatief verhaal! Met Common G is er een visie. Kan die gelden als blauwdruk voor de hele ove Hoe kunnen bestuurders de techniek koppelen aan de doe van de organisatie? En zijn de ambities te vertalen in de uitvoer aanmelden via ictenoverheid.nl Binnenlands Bestuur en iBestuur organiseren deze driedaagse livestream in samenwerking met: 25, 26 en 27 mei 2021 Kies zelf het aantal deelnamedagen online livestream
Pagina 54
54 OPINIE ECONOMIE INTEGREREN MET ANDERE OPGAVEN PROVINCIES AAN ZET BIJ HERSTELPLAN CORONA Talloze partijen storten zich momenteel op het herstelplan voor als de coronacrisis straks voorbij is. De provincies vormen daarbij de perfecte schakel om de economische opgave met andere beleidsambities te combineren. EDDY VAN HIJUM MARTIJN VAN GRUIJTHUIJSEN Iedere regio is uniek en heeft zijn eigen kracht en opgaven Nu de eindstreep van de coronacrisis langzaam maar zeker in zicht komt, is het tijd om serieus werk te maken van herstel. Veel ondernemers lijden onder de crisis en het gebrek aan perspectief, ondanks de uitgebreide noodmaatregelen die het rijk beschikbaar heeft gesteld. De provincies zien in het door demissionair premier Rutte voorgestelde nationale herstelplan een grote kans om naast herstel ook een noodzakelijke transitie van de economie te realiseren. Het herstelplan moet een opmaat zijn naar een slimmere, energiezuinigere, digitale en schonere economie in de komende vijf tot tien jaar die recht doet aan de regionale verschillen. Het is druk in economisch Nederland. Er zijn veel partijen en belangen en via allerlei tafels worden afspraken gemaakt: topsectoren, G40 (grote gemeenten), Kennis Innovatie Agenda’s, de organisatie voor wetenschappelijk onderzoek – ze zitten allemaal aan tafel bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. En ze krijgen allemaal een bijdrage om te verdelen onder hun achterban. Daarmee versplintert de ondersteuning, en wordt ondanks alle inzet en goede bedoelingen onvoldoende impact gemaakt. Met het nationaal herstelplan in de maak is de kans levensgroot dat er een nieuw proces naast wordt georganiseerd. Onnodig, en een onnodige rem op herstel. Stop verdere fragmentatie van het innovatieve economisch landschap en zet in op doorontwikkeling van de regionalisering. HANS VAN RHOON / ANP-HH In een gezamenlijk herstelplan (december 2020) hebben de provincies voorstellen gedaan die kunnen worden opgenomen in het nationale plan. In de Tweede Kamer is dit aanbod in het antwoord van het kabinet op de motie Heerma/Segers erkend. De grote kracht van dit herstelplan: de eenheid in verscheidenheid en de inzet op innovatie en de arbeidsmarkt. Iedere regio is uniek en heeft zijn eigen kracht en opgaven. Het benutten van de potentiële bijdrage van Oost-Nederland aan herstel, groei en ontwikkeling van ons land vergt een andere investeringsagenda dan die voor Noord-Brabant of de Randstad. Maar samen leveren de regio’s de bouwstenen voor een veerkrachtig herstel van de Nederlandse economie. Denk bijvoorbeeld aan de internationaal geziene kennispositie van Wageningen op het gebied van agrofood en de ontwikkeling en productie van hightech apparatuur in ZuidoostBrabant en Twente. UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. De regionale aanpak begint juist bij de vraag van de ondernemer. En die ondernemer heeft nu baat bij wat is opgebouwd aan ondersteuning. De regionale ondersteuning zorgt er ook voor dat de grote Europese fondsen voor herstel en structuurverbetering in Nederland met succes worden benut, zoals recentelijk REACT-EU. De provincie is de juiste schaal om economie te integreren met andere opgaven die tegelijkertijd spelen in hetzelfde gebied. Denk aan de energietransitie, klimaat, bereikbaarheid en voldoende woningen. Als de coronacrisis voorbij is, liggen hier ook de kansen voor het innovatieve mkb, de kurk waarop de Nederlandse economie drijft. De basis ligt er. Het is nu zaak om daarop door te bouwen. De rijksoverheid moet nu durven loslaten en de provincies het vertrouwen geven. Zo werken we aan herstel met impact en ons robuuste verdienvermogen van morgen en overmorgen. Eddy van Hijum, gedeputeerde Overijssel Martijn van Gruijthuijsen, gedeputeerde Noord-Brabant BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 Foto: Wim Roefs BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 55 HOE FUNCTIONEERT DE LOKALE OVERHEID? DE GEMEENTE IS IN GESPREK Wat goed dat er af en toe boeken verschijnen die een ander licht werpen op het functioneren van gemeenten en ambtenaren. Journalist Tessel Pollmann publiceerde onlangs een brede verkenning over het functioneren van, en het werken bij gemeenten. Ze kiest daarbij voor haar eigen unieke aanpak en steunt vooral op talloos veel interviews die zij heeft gehouden met ambtenaren, adviseurs, gepensioneerde ambtenaren en andere betrokkenen bij het functioneren van de gemeentelijke bestuurslaag. De vragen die Pollmann stelt doen ertoe. Houdt de ambtenaar van de burger? Hoe kan de burger deelnemen aan het bestuur van de gemeente? Is de inzet van adviseurs eigenlijk nuttig? Pollmann formuleert actuele vragen, die raken aan de talloze beelden die bestaan over het openbaar bestuur en die lang niet altijd even gunstig zijn. Gemeenten zijn bureaucratisch, in negatieve zin bedoeld dan. De ambtenaren zijn lui, vandaar immers al die moppen over hen, en ook als het nodig nemen ze geen verantwoordelijkheid. Ambtenaren missen De vragen die Pollmann stelt doen ertoe deskundigheid en huren als het even nodig is te dure externe adviseurs in. Enzovoort, enzovoort. Vragen te over, maar helaas komt het in een het boek niet altijd tot eenduidige antwoorden. Daarvoor worden in de tien hoofdstukken eigenlijk veel te veel verschillende onderwerpen aangesneden, van Participatiewet tot maatschappelijke ondersteuning en van ruimtelijke ordening tot digitalisering. Er komen daardoor misschien ook wel te veel geïnterviewden aan het woord, maar zonder dat er sprake is van een duidelijke lijn, een nuance of in geval van scherpe particuliere beelden van de geïnterviewden de noodzakelijke tegenspraak. Daardoor is door Pollmann wel een breed palet aan meningen opgetekend, maar wordt het idee om antwoorden te geven op de goede vragen onvoldoende uitgewerkt. Weliswaar put Pollmann af en toe uit vakliteratuur, maar nauwere samenwerking met een bestuurskundige die de recente literatuur over het functioneren van de gemeentelijke organisatie zou kunnen belichten, had mogelijk een sterker resultaat opgeleverd. Waarbij de ruggengraat van de beantwoording zou worden gevormd door het vele bestuurskundige onderzoek dat al beschikbaar is. Behalve dan misschien over die boeiende eerste vraag. Houdt de ambtenaar van de burger? Pollmann lijkt het te betwijfelen. Volgens mij valt dat wel mee maar een bestuurskundige studie hierover is me nog niet bekend. Misschien een idee om daarover nog eens een apart boek te schrijven? CITAAT UIT HET BOEK U SPREEKT MET DE GEMEENTE. IN ‘Is de burgerparticipatie een zoethoudertje om het nationale wantrouwen in de overheid in te dammen?’ GESPREK MET AMBTENAAR EN BURGER Tessel Pollmann WalburgPers 2021 19,95 euro ADVERTENTIE Win kostbare tijd en vergroot je digitale fi theid Volg de 5-delige online masterclass Digitale Fitheid voor Ambtenaren. 5-delige online masterclass Martijn Aslander Ga naar BinnenlandsBestuur.nl/digitalefi theid
Pagina 58
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 Foto: ANP-HH 58 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Bij het waterschap Hollandse Delta zijn vier heemraden benoemd, die samen met dijkgraaf Jan Bonjer de komende periode een waarnemend college vormen. De vier heemraden zijn Lies Struik, Hans Kalle, Anne Mollema en Conny Verbaas. LÉON DE LANGE Léon de Lange is benoemd tot burgemeester van Landsmeer. De benoeming gaat in op 19 mei 2021. De Lange (D66, 39) is momenteel wethouder in Weesp. Op dit moment is Dennis Straat (VVD) waarnemend burgemeester van Landsmeer. Hiervoor was Anne Lize van der Stoel (VVD) waarnemend burgemeester. Zij nam waar sinds de benoeming van burgemeester Astrid Nienhuis (VVD) tot burgemeester van Heemstede in januari 2018. RAYMOND VLECKEN Met ingang van 25 mei 2021 is Raymond Vlecken benoemd tot burgemeester van Weert. Vlecken (54) is lid van het CDA. Hij is momenteel nog burgemeester van Landgraaf. In Weert volgt hij Jos Heijmans (D66) op, die in mei 2020 opstapte. Sindsdien neemt Ina LeppinkSchuitema (VVD) waar. JOHAN REMKES Johan Remkes wordt waarnemend commissaris van de koning (cdk) in de provincie Limburg. De waarneming is ingegaan op 19 april 2021. Op die datum is aan Theo Bovens eervol ontslag verleend. Remkes (VVD, 69) was eerder onder andere commissaris van de koning(in) in Noord-Holland en minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Onlangs was hij waarnemend burgemeester van Den Haag. DIEUDONNÉ AKKERMANS Burgemeester Dieudonné Akkermans (CDA) van EijsdenMargraten is opgestapt. Naar eigen zeggen besloot Akkermans zijn functie ‘met pijn in mijn hart’ ter beschikking te stellen. Aanleiding is de toenemende kritiek op zijn persoonlijke rol in de slepende affaire rond landschapsbeheerder IKL, die eerder al het politieke lot bezegelde van Gedeputeerde Staten van Limburg en van gouverneur Theo Bovens. ANJA SCHOUTEN Anja Schouten is aanbevolen als nieuwe burgemeester van Alkmaar. Schouten is thans politiechef Eenheid Noord-Holland en portefeuillehouder Zorg en Veiligheid Politie Nederland. Verder is zij lid van de commissie Werken in de Zorg. Schouten (52) is geen lid van een politieke partij. Ze volgt Piet Bruinooge (CDA) op. Emile Roemer (SP) is waarnemend burgemeester. FLOOR VERMEULEN De gemeenteraad van Wageningen heeft Floor Vermeulen voorgedragen voor benoeming tot burgemeester. Vermeulen (VVD, 36) is nu nog gedeputeerde in Zuid-Holland. Ook is hij vicevoorzitter bij het Interprovinciaal Overleg (IPO). In Wageningen wordt hij de opvolger van Geert van Rumund (PvdA, 65), die met pensioen gaat. KOMEN & GAAN WIM RIJKENBERG In Edam-Volendam is Wim Rijkenberg (Lijst Kras) benoemd tot wethouder. Hij volgt wethouder Albert Koning op, die recentelijk ontslag heeft genomen. Rijkenberg was al eerder wethouder in Edam-Volendam. HANS DE GRAAF Hans de Graaf (CU) stopt als wethouder van Tynaarlo. Per 15 mei treedt hij in Emmen in dienst als senior financieel adviseur. De Graaf was van 2012 tot 2014 voor het eerst wethouder in Tynaarlo. Daarna had hij ruim vier jaar wethouder in Marum. In 2018 begon hij weer in Tynaarlo. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 Foto: Jacques Kok Foto: Arjen Dieperink PERSONALIA 59 HENK HELLEGERS Henk Hellegers (PvdA, 65) is begonnen aan zijn derde termijn als burgemeester van Uden. Hij zal de termijn van zes jaar niet volmaken. Per 1 januari 2022 zal Uden samen met Landerd de nieuwe gemeente Maashorst gaan vormen. Hellegers was burgemeester in achtereenvolgens Dussen, Werkendam en Uden. MARRIËT MITTENDORFF Marriët Mittendorff (CDA, 69) vertrekt in januari 2022 als burgemeester van Heumen. In januari 2017 volgde ze Paul Mengde (PvdA) op als waarnemer. Later dat jaar werd ze benoemd tot burgemeester. Eerder was ze onder andere waarnemend burgemeester in Ommen en wethouder in Eindhoven. TESS VAN DE WIEL In Goirle is Tess van de Wiel benoemd tot wethouder. Van de Wiel (CDA, 44) volgt Piet Poos op, die in februari om gezondheidsredenen zijn functie neerlegde. Van de Wiel was eerder raadslid en werkzaam bij Curio, een opleidingsinstituut. JEFFREY VAN HAASTER In Lisse is Jeffrey van Haaster benoemd tot wethouder. Hij volgt Jeanet van der Laan op, die is beëdigd als lid van de Tweede Kamer namens D66. Van Haaster zat eerder in de gemeenteraad van Leiden. Hij was griffier van de vaste Tweede Kamercommissie voor Europese Zaken. ANNA BEELAERTS VAN BLOKLAND In Boekel is Anna Beelaerts van Blokland benoemd tot griffier. Ze volgt Margie Philipse op, die met pensioen is gegaan. Beelaerts van Blokland was al werkzaam als plaatsvervangend raadsgriffier. Eerder werkte ze als notarieel medewerker. ROB REUVERS Rob Reuvers is benoemd tot wethouder van West Maas en Waal. Hij volgt Bert van Swam op. Reuvers was sinds enkele jaren actief als fractievolger van FD Beneden-Leeuwen. Hij is de derde nieuwe wethouder in een jaar tijd. In de afgelopen twaalf maanden vertrokken eerder al Sander Bos (VVD) en Ton de Vree (FD). BURGEMEESTERS VACATURE KANDIDATEN CEES VAN UDEN In De Ronde Venen is Cees van Uden benoemd tot wethouder. Hij volgt Kiki Hagen op die als Tweede Kamerlid voor D66 is beëdigd. Van Uden was eerder fractievoorzitter van D66 in de gemeente. Hij werkte als adviseur onderwijslogistiek voor de Gooise Scholen Federatie. BOB ROELOFS In Arnhem is Bob Roelofs benoemd tot wethouder. Hij is wethouder namens de partij Arnhem Centraal. Eerder was hij lid en fractievoorzitter van de fractie voor D66 in de gemeenteraad. Roelofs was vanaf 2003 tot zijn benoeming tot wethouder griffier voor Provinciale Staten van Gelderland. Hij volgt Hans de Vroome (D66) op die aftrad omdat D66 niet langer deel uitmaakt van de Arnhemse coalitie. MARK VAN DER JAGT Mark van der Jagt is per 1 september 2021 benoemd tot algemeen directeur van 1Stroom, de ambtelijke fusieorganisatie van de gemeenten Duiven en Westervoort. Van der Jagt werkt al bij 1Stroom in een driehoofdige directie. Eerder werkte hij onder andere voor de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en de gemeente Zederik. ROBERT BOSCH In Lochem is Robert Bosch (Gemeentebelangen) benoemd tot wethouder. Bosch was hiervoor drie jaar fractievoorzitter van Gemeentebelangen in de gemeente Voorst. Hij trad daar in 2014 aan als raadslid. Hij volgt Bert Groot Wesseldijk op. Groot Wesseldijk wordt directeur bij een regionaal belastingcentrum. MOERDIJK 27 mensen willen burgemeester van Moerdijk worden, onder wie 5 vrouwen. Van de 27 sollicitanten hebben 23 mensen ervaring als burgemeester, wethouder of politieke functie. Vier kandidaten werken momenteel in een vrij beroep en combineren dat met politiek-bestuurlijke nevenfuncties. De sollicitatieprocedure werd opgestart nadat burgemeester Jac Klijs bekendmaakte dit jaar te willen stoppen als burgemeester van Moerdijk. COEVORDEN Tweeëndertig belangstellenden hebben gesolliciteerd naar de functie van burgemeester in Coevorden. Het gaat om negen vrouwen en drieëntwintig mannen. De vacature is ontstaan door het aangekondigde vertrek van burgemeester Bert Bouwmeester per 1 oktober 2021. Van de belangstellenden zijn er elf lid van de VVD, vijf van het CDA, drie van de ChristenUnie, vier van D’66, een drietal is lid van een lokale partij, twee van GroenLinks, twee van de PvdA en twee van hen zijn partijloos of hebben geen politieke partij genoemd.
Pagina 60
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 60 PERSONALIA CARRIÈRE NARDY BECKERS Nardy Beckers is de nieuwe gemeentesecretaris van Horst aan de Maas. Zij werkte hiervoor als directeur sociale zaken Maastricht Heuvelland bij de gemeente Maastricht. Daarvoor werkte ze onder andere voor de gemeenten Alphen aan den Rijn en Schoonhoven. In Horst aan de Maas wordt zij de opvolger van Hans van der Noordt. WOUTER ABEE Wouter Abee wordt per 1 juni 2021 de nieuwe gemeentesecretaris van Zaltbommel. Tot die datum is hij nog werkzaam als manager Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) in Sliedrecht. Abee volgt Bart Verhagen op, die interim-gemeentesecretaris was sinds het vertrek van Wabe Wieringa in januari 2021. OVERLEDEN Jaap Bond is op 68-jarige leeftijd overleden. De oud-wethouder van EdamVolendam was lid van zowel de PvdA (jaren tachtig) en Recht door Zee (vanaf 2006), de partij die werd opgericht na de Nieuwjaarsbrand in Volendam. Op 85-jarige leeftijd is Ted Jansen overleden. Jansen was wethouder voor de VVD in Noordwijk gedurende 12 jaar. Ook was hij gedeputeerde van Zuid-Holland. Op 88-jarige leeftijd is Jan Muis overleden. Muis was in de periode van 1969 tot 1990 gemeenteraadslid en wethouder in Bunnik. Muis was een groot deel van zijn leven actief in de lokale politiek, eerst voor de CHU en daarna voor het CDA. RENÉ VRUGT René Vrugt wordt vanaf 15 mei 2021 directeur van het Programma Bereikbaar Zuid-Holland. Sinds 2018 is Vrugt directeur van het interbestuurlijke Programma Luchtruimherziening bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Daarvoor was hij werkzaam bij de staf van Rijkswaterstaat. ERIC JONGMANS Bij het waterschap Scheldestromen is Eric Jongmans benoemd tot waarnemend secretarisdirecteur. Hij volgt Wies Vonck op. Eerder was Jongmans gemeentesecretaris van Oudewater, IJsselstein en Heusden en secretarisdirecteur van de waterschappen Rivierenland en Hollandse Delta. Oud-wethouder Jack Meijers is overleven. Meijers was sinds 1970 raadslid en wethouder, eerst in Elsloo en na de herindeling in de gemeente Stein. Met zijn 23 jaar was de toenmalige glaszetter in 1970 niet alleen het jongste raadslid van Limburg maar van heel Nederland. Rinus Adriaanse, oud-gemeentesecretaris van Noordwijkerhout, is op 77-jarige leeftijd overleden. Adriaanse zwaaide in december 2001 af in Noordwijkerhout, nadat hij die gemeente zo’n 22 jaar had gediend. Al op 16-jarige leeftijd rolde hij de ambtenarij in en begon zijn loopbaan bij de provinciale griffie in Zeeland. MALVERN DIJKSHOORNLOPES Malvern DijkshoornLopes is sinds 21 april 2021 de eilandsecretaris van Sint Eustatius. Ze was al vijf jaar waarnemend secretaris, naast haar reguliere werk als communicatiemanager van deze ‘bijzondere gemeente’. De functie van eilandsecretaris is vergelijkbaar met die van gemeentesecretaris. JUDITH KOPPERS Met ingang van 3 mei 2021 wordt Judith Koppers gemeentesecretaris van Someren. Zij is de opvolger van Theo van Leeuwen, die met pensioen gaat. Koppers vervult op dit moment de rol van manager bij MijnGemeenteDichtbij, de werkorganisatie voor de gemeenten Boxtel en SintMichielsgestel. MARK SANDMANN Mark Sandmann (D66, 37) is benoemd tot wethouder in Renkum. Hij is de opvolger van Jasper Verstand. Sandmann was eerder wethouder in Apeldoorn. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia ERIC MEURS Eric Meurs is met ingang van 16 augustus de nieuwe griffier in Zwolle. Hij volgt Arthur ten Have op, die met pensioen gaat. Meurs is sinds 2017 griffier van Provinciale Staten van Zuid-Holland. Daarvoor was hij onder andere griffier in Vlaardingen en Smallingerland en werkt hij als adviseur bij de VNG. Mara Zweers neemt tot de komst van Meurs de functie van griffier waar. MICHIEL WIERSINGA In Epe is Michiel Wiersinga benoemd tot wethouder. Hij was tot zijn benoeming lid van de gemeenteraad voor de fractie van Nieuwe Lijn. Hij volgt Robert Scholten op, die eerder dit jaar opstapte. ADVERTENTIE Gerard van Egmond is de nieuwe interim griffier van Gemeente Papendrecht. Proficiat! Detachering door www.necker.nl
Pagina 62
62 INDEX VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Castanho / Gemeente Land van Cuijk Connekt Evofenedex Gemeente Nijkerk JS Consultancy / Gemeente Krimpenerwaard KNMI Public Spirit / Gemeente Druten Randstedelijke Rekenkamer Twynstra Gudde / Van Hall Larenstein Vrije Universiteit Amsterdam Waterschap Drents Overijsselse Delta Waterschap Zuiderzeeland Zeelenberg / Gemeente Heemstede Zeelenberg / Gemeente Uithoorn Zeelenberg / Gemeente Velsen Zeelenberg / Gemeente Vlaardingen Zeelenberg / Gemeente Vlaardingen Zeelenberg / Gemeente Vlaardingen Zeelenberg / Gemeente Westland FINANCIËN EN ECONOMIE Certus Groep Holding / Gemeente Nissewaard Gemeente Delft Gemeente Zuidplas Public Search Rijksoverheid ICT EN AUTOMATISERING BMC Rijksoverheid VNG Realisatie JURIDISCH Gemeente Moerdijk JS Consultancy / Gemeente Hardenberg MILIEU Gemeente Buren Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Omgevingsdienst Regio Arnhem beleidsmedewerker warmte toezichthouder milieu en asbest afvalspecialist ADVERTENTIES Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl concerndirecteuren programmamanager beleidsadviseur regio noordwest gemeentesecretaris / algemeen directeur strategisch beleidsadviseur mt secretaris / adviseur gemeentesecretaris druten / directeur werkorganisatie druten-wijchen startende onderzoeker 2 opleidingsmanagers bestuurssecretaris medezeggenschap senior adviseur bedrijfsvoering en onwikkeling voorzitter voor de rekenkamercommissie domeinmanager ruimte (mt-lid en loco secretaris) afdelingshoofd fysiek domein (startend) manager concerndirecteur met portefeuille bedrijfsvoering concerndirecteur met portefeuille fysiek domein concerndirecteur met portefeuille sociaal domein en dienstverlening concerndirecteur dienstverlening regisseur planning en control financieel adviseur clustermanager financiën business controller business controller accountmanager data en dienstverlening (junior) business analist tijdelijke opdracht: senior projectleiderketenbureau i-sociaal domein concernjurist grondzaken jurist Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 ALTIJD DE JUISTE KANDIDAAT! Binnenlands Bestuur is het grootste wervingskanaal voor de actieve en latente banenzoeker. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021 INDEX 63 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Gemeente Zuidplas PERSONEEL EN ORGANISATIE Rijksoverheid RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER CeresRecruitment / Staatsbosbeheer Geerts & Partners / Gemeente West Betuwe Gemeente Buren Gemeente Den Haag Gemeente Eindhoven Gemeente Gorinchem Gemeente Noordenveld Gemeente Scherpenzeel Gemeente Utrechtse Heuvelrug JS Consultancy / Gemeente Midden-Drenthe JS Consultancy / Gemeente Uithoorn JS Consultancy / Gemeente Zaanstad JS Consultancy / Hogeschool Utrecht Wetterskip Fryslân Zeelenberg / Gemeente Oegstgeest SOCIAAL BMC BMC Certus Groep Holding / Gemeente Schouwen-Duiveland Gemeente Den Haag Gemeente Krimpenerwaard Gemeente Oss Gemeente Stichtse Vecht Gemeente Uithoorn Gemeente Utrecht clustermanager uitvoering samenleving en veiligheid Binnenlandsbestuur.nl recruiter teamleider midden-limburg projectleider gebiedsontwikkeling procesregisseur regiekamer (ruimte) manager stedenbouw en planologie beleidsadviseur maatschappelijk vastgoed teammanager stadsontwikkeling regisseurs ruimtelijk domein beleidsmedewerker ruimte beleidsadviseur wonen beleidsadviseur ruimtelijke projecten strategisch adviseur ruimtelijke ordening opgaveregisseur mobiliteit associate lector slimme en duurzame mobiliteit beleidsmedewerker manager beheer & onderhoud klantmanager werk & inkomen (nadruk op de rechtmatigheid statushouders) jeugdconsulent senior beleidsmedewerker sociaal domein beleidsadviseur maatschappelijke ondersteuning senior beleidsmedewerker jeugd afdelingshoofd mens & maatschappij senior adviseur leren en ontwikkelen met oog voor innovatie strategisch beleidsadviseur sociale veiligheid twee beleidsadviseurs inkomen met een juridische ‘touch’ ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 pagina 64 pagina 64 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Regisseur Planning en Control 32-36 uur | Schaal 11 Senior Beleidsmedewerker Sociaal Domein 32 | Schaal 11 • Voert regie op de P&C-cyclus • Verantwoordelijk voor coördinatie van de perspectiefnota, tussentijdse rapportage, begroting en jaarstukken • Werkt aan de doorontwikkeling van de P&C-cyclus • Is sparringpartner voor de organisatie en levert actieve bijdrage aan verschillende (financiële) projecten Mieke Metz | 06-38164589 | miekemetz@certusgroep.nl • Treedt op als accountmanager SMWO • Is verantwoordelijk voor de coördinatie en monitoring van de voortgang • Voert de regie op Welzijn op lokaal, regionaal en provinciaal niveau • Treedt op als sparringpartner en vraagbaak Kars Martin | 06-38322974 | karsmartin@certusgroep.nl www.certusgroep.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 17 | 2021
Pagina 64
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsStrategisch Beleidsadviseur 36 uur | schaal 12 max. € 82.476,- bruto per jaar (toelage mogelijk) Verbindende op samenwerking gerichte strategisch adviseur als spin in het web. Signaleren en analyseren van trends, ontwikkelingen en vraagstukken en de gevolgen hiervan voor de gemeente. Scenariodenker die breed en integraal adviseert over strategische onderwerpen aan directie als ook college. Relatie onderhouden met belangrijkste partners in de regio. Functioneel aansturen in veranderende omgeving. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Associate Lector Slimme en Duurzame Mobiliteit 36 uur | max. € 89.000,- bruto per jaar (incl. vakantiegeld en eindejaarsuitkering) Gepromoveerd met expertise op het gebied van mobiliteit en duurzaamheid in stedelijke context. Senior onderzoeker met de ambitie om praktijkgericht en beleidsmatig onderzoek te verbinden. Is in staat een (inter)nationaal netwerk te vormen met kennisinstellingen, overheden en bedrijfsleven. Een ondernemende inspirator die transdisciplinair wil werken aan complexe maatschappelijke opgaven. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Grondzaken Jurist 32 - 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Enthousiaste jurist die zich graag wil ontwikkelen binnen de ambitieuze gemeente Hardenberg. Geeft juridisch advies en werkt aan het proces van bouwgrondontwikkeling en verkoop van vastgoed. Bewaakt dossiervorming, geeft sturing aan het tijdelijk beheer van gronden en panden en verzorgt de verkoop(voorbereiding) van gronduitgiftes, aanbestedingen en gebouwen. Heeft lef, is initiatiefrijk, leergierig en collegiaal. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Opgaveregisseur Mobiliteit 36 uur | schaal 12 max. € 82.476,- bruto per jaar (toelage mogelijk) Hoe houd je in 2040 de stad bereikbaar en leefbaar en hoe verdeel je de ruimte voor voetgangers, fietsers en auto’s? Als opgaveregisseur vertaal je het ambitieuze Zaans Mobiliteitsplan naar programmaplan en coördineer je de stap van beleid naar realisatie. Externe rol met functionele aansturing van team. Netwerker. Besluitvaardig. Uitstekende politiek bestuurlijke sensitiviteit. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Strategisch Adviseur Ruimtelijke Ordening (2fte) 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Binnen je vakgebied neem je met lef het voortouw en wijs je de organisatie de weg. Je ontwikkelt beleid en bereidt bestuurlijke keuzes voor waarbij je juiste prioriteiten stelt. Brede rol binnen een professioneel en gezellig team met veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Diverse disciplines spelen een rol; wonen, verkeer, duurzaamheid, milieu, communicatie. Pragmatisch, analytisch en oplossingsgericht. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Beleidsadviseur Ruimtelijke Projecten 32 – 36 uur | schaal 11 max. € 72.604,- bruto per jaar (incl. IKB) Adviseur die complexe ruimtelijke projecten begeleidt en de inhoudelijke vraagbaak is voor collega’s. Is als projectleider omgevingswet verantwoordelijk voor een goede en tijdige implementatie van de omgevingswet. Coacht de collega’s en steekt zelf ook graag de handen uit de mouwen. Echte verbinder, die projectmatig sterk is, in mogelijkheden denkt en creatief en politiek sensitief is. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

BB 07-2021


Pagina 2
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 02COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Crisitina Bellon, Ton Bestebreur, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Maurice Swirc, Marjolein van Trigt, Simon Trommel. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN traffic@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. ‘ Jongeren met problemen snakken naar hulp’ Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. GELD VOOR PLEZIER, NIET VOOR JEUGDHULP WRANG EN BESCHAMEND Suïcidale jongeren die maanden op hulp moeten wachten. Kinderen met ernstige eetstoornissen die het voorlopig zonder hulp moeten zien te rooien. Jongeren met een depressie, zichzelf beschadigen, verslaafd zijn, gedragsproblemen hebben en die op ellenlange wachtlijsten staan. Het is een verontrustend en droevig beeld waar onder meer de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, de GGZ en tal van jeugdpsychiaters over aan de bel trekken. De knelpunten zijn er al een tijdje, maar de coronacrisis verergert deze. De financiële tekorten van gemeenten helpen niet mee. In december is onomstotelijk vastgesteld dat zij een structureel tekort van 1,7 miljard euro op de jeugdzorg hebben. Het kabinet erkent het bedrag, maar komt tot nu toe met geen enkele euro extra over de brug. Wel trekt het een krappe miljard (!) euro uit voor experimenten (fieldlabs) om bezoekers met een negatief coronaresultaat de kans te geven weer eens naar een museum, dierentuin of theater te gaan. Wrang, beschamend is dit. Iedereen snakt naar vrijheid, naar vertier, naar versoepelingen is het ‘verkooppraatje’ van de initiatiefnemers van de fieldlabs. Iedereen is het thuiszitten ‘spuugzat’. Al die jongeren met ernstige en minder ernstige psychische problemen die op wachtlijsten staan, snakken niet naar vertier, maar naar hulp. Hulp. En zorg. Passend en tijdig. Zodat het leven op zijn minst weer draaglijk(er) en weer de moeite wordt om te leven. Hun ouders idem dito. Het was ‘niet chic’ om als demissionair kabinet, net voor de verkiezingen, grote bedragen voor de jeugdzorg vrij te maken, stelde staatssecretaris Blokhuis (VWS, CU). Binnenlands Bestuur achterhaalde dat minister Hoekstra van Financien (CDA) weigerde zijn chequeboek te trekken – een onderhandelingsresultaat om trots op te zijn. De uitkomst van de arbitrage die gemeentekoepel VNG daarop inzette, volgt in mei. Het is aan een nieuw kabinet dat al dan niet over te nemen. Maar deze jongeren kunnen daar niet op wachten. Er is nu extra geld nodig. ‘Den Haag’ moet nu de problemen van al die jongeren, de pijn en het verdriet daarover bij hun omgeving willen zien en er voldoende geld voor vrijmaken. ADVERTENTIE YOLANDA DE KOSTER REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR P BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 INHOUD 03 14 COVERSTORY BESTUURLIJKE VERHOUDINGEN De relatie tussen rijk en gemeenten moet worden genormaliseerd, niet gejuridiseerd. Daarom zijn de permanente geschillenregeling en een Wet op het decentraal bestuur slechte ideeën, vindt de Raad van State. 10 INTERVIEW PETRA VAN NES-DE MAN De bestuurscultuur bij het waterschap Hollandse Delta is verziekt en het college functioneert niet. De vijf heemraden zijn exit. ‘Maar de dijkgraaf had moeten opstappen’, zegt oud-heemraad Petra van Nes. 28 ‘LOKAAL LIGT DE EERSTE OPLOSSING’ 33 BRENNO DE WINTER: ‘BEVEILIG ICT ALS DEFENISIE’ Hof van Twente is geen uitzondering: criminelen kunnen elke gemeente hacken. Ict-expert De Winter over een gebrek aan kennis in het college en een te gesloten bedrijfscultuur. Klimaatverandering wordt vooral geassocieerd met de stijgende zeespiegel. Droogte vormt volgens René Didde in Nederland sluipenderwijs een net zo nijpend probleem. De wetenschapsjournalist schreef er een verhelderend boek over. Met oplossingen. RECEPT TEGEN DROOGTE: MEER WATER VASTHOUDEN NIEUWS Cyberburgemeesters slaan alarm Nederland in EU laatste met herstelplan ESSAY Onze kust als katalysator ACHTERGROND ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ‘Met lokale ervaring beter Kamerlid’ ‘Ruilverkaveling’ op natuur en milieu ‘Zet het recht zo effectief mogelijk in’ ‘Gemeente moet burger betrekken bij EU’ 22 25 30 36 18 4 5 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 2 BEREND VONK NIEUWS IN BEELD GEERTEN BOOGAARD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN BOEK PERSONALIA 5 6 9 17 27 39 42
Pagina 4
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 04 NIEUWS ICT DOOR: WOUTER BOONSTRA Met een pamflet richting formatietafel roepen 14 ‘cyberburgemeesters’ op tot vaart, middelen en borging van digitale veiligheid in het overheidsbeleid. Er moet één bewindspersoon komen en één beleidsdepartement die landelijke regie voeren. DUURZAME AANPAK DIGITALE ONVEILIGHEID ‘BROODNODIG’ CYBERBURGEMEESTERS SLAAN ALARM Structurele aandacht en financiering voor de bestuurlijke en preventieve aanpak van digitale onveiligheid op lokaal niveau is nodig, omdat risico’s van digitalisering steeds vaker ontwrichtend uitwerken: van stelen van persoonsgegevens tot uitschakelen van vitale systemen. Hackincidenten in Lochem en Hof van Twente zitten vers in het geheugen. De exponentiele toename van cybercrime wordt de nieuwe categorie ‘high impact crimes’ genoemd. ‘Terecht dat digitale veiligheid landelijke prioriteit heeft’, aldus de cyberburgemeesters waaronder de initiatiefnemers Astrid Nienhuis (Heemstede) en Kees van Rooij (Meijerijstad). Burgemeesters dragen verantwoordelijkheid op vier sporen: het eigen huis op orde brengen en houden (informatiebeveiliging), voorbereiding op cyberincidenten en -crises en online aangejaagde ordeverstoringen en het regisseren van lokaal veiligheidsbeleid met daarin aanpak van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit. ‘Landelijke support en regie is nodig om onze verantwoordelijkheden te kunnen invullen.’ Huidige proeftuinen, projecten en programma’s kunnen aan kracht winnen door meer te investeren in onderlinge samenhang en structurele middelen om goede resultaten lokaal uit te rollen. Het huidige beleid kenmerkt zich door ‘incidentele impulsen en support’ en leidt niet tot wezenlijke verandering, aldus de cyberburgemeesters. Het brengt enkele grotere gemeenten vooruit, niet alle 352 gemeenten. ‘Om onze verantwoordelijkheid echt waar te kunnen maken zijn middelen en een duurzame aanpak nodig.’ Het pamflet rept niet over extra bevoegdheden voor burgemeesters om bijvoorbeeld digitaal aangejaagde ‘Risico’s digitalisering werken steeds vaker ontwrichtend’ ordeverstoringen aan te kunnen pakken. Volgens de advocaten Heleen Peters en Cees van de Sanden kunnen burgemeesters met de huidige bevoegdheden al meer dan ze denken. ‘Maar voor krachtiger optreden, zoals met een digitale noodverordening, zijn er wel aanvullende wettelijke bevoegdheden nodig.’ ORDEVERSTORING Om digitaal aangejaagde ordeverstoringen te voorkomen is het zaak vooraf een plan te maken ‘en niet pas als de rellen zijn uitgebroken’. Aan de formatietafel zouden mogelijkheden voor verbetering moeten worden besproken. ‘De wetgeving, deels uit Thorbecke’s tijd, moet worden geactualiseerd’, aldus Van de Sanden. Digitale ordeverstoringen vanuit oproepen op social media geven een andere dynamiek aan de kwestie. ‘Het is niet meer fysiek op straat, maar in de digitale wereld. Wetgeving loopt per definitie achter, maar hier wringt dat steeds meer. Wat kunnen we daar dan tegen doen?’ Geef burgemeesters meer mogelijkheden om niet alleen tegen primaire overtreders te kunnen optreden, maar ook tegen digitale platforms (YouTube, Facebook etc) die overtredingen willens en wetens blijven faciliteren, bepleiten de advocaten. Peters wijst op digitale oproepen tot rellen in Utrecht en Den Bosch, waar honderden mensen op afkwamen. ‘Door creatieve toepassing van civiel en/of strafrecht kun je repressief het nodige, maar om problemen te voorkomen kun je veel beter meer specifieke wettelijke mogelijkheden creëren.’ Van de Sanden weet dat die wens leeft onder burgemeesters. ‘Anderen zeggen "het is hier geen Noord-Korea, je mag je mening toch wel uiten?", maar van de honderd pagina’s van het ‘Zakboek voor burgemeesters’ gaat maar een halve pagina over dit onderwerp. Eigenlijk zou je een debat moeten voeren over wat nodig en wenselijk is. De huidige wet- en regelging is er niet op toegesneden.’ De Lochemse burgemeester (en ‘ervaringsdeskundige’) Sebastiaan van ’t Erve steunt het pamflet van harte. Als wethouder in Amersfoort had hij te maken met een Project X-achtige situatie, waarna de politie de oproeper thuis bezocht en de ouders confronteerde. ‘Dat was uiterst effectief. Ik ben dat nooit vergeten. Het is niet ongrijpbaar.’ Als er serieuze vrees is voor verstoring van de openbare orde op basis van feiten, moet de provider de naam doorgeven. ‘We kunnen die persoon dan aanspreken. Je brengt het zo terug tot de basis, tot de mens. Het is dan minder interessant waar de server staat.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 DOOR: SIMON TROMMEL FINANCIËN NIEUWS 05 Nederland staat het laatst in de rij voor de 672,5 miljard die in Brussel op de plank liggen voor het economisch herstel. Alle lidstaten hebben bij de Europese Commissie aangegeven de deadline van 30 april te halen voor het EU-herstelplan, behalve Nederland. 'PIJNLIJK EN GÊNANT' NEDERLAND IN EU LAATSTE MET HERSTELPLAN Dat zegt Céline Gauer, hoofd Taskforce voor het herstelplan bij de Europese Commissie. Ze deed haar uitspraken bij een webinar van het Egmont Instituut voor Internationale Betrekkingen. Dat betekent dat waar voor sommige lidstaten de eerste betalingen rond de zomer al kunnen plaatsvinden, Nederland voorlopig moet wachten op de 5,6 miljard aan giften en kan het – mocht het dat willen – CARTOON BEREND VONK ook niet lenen. Gauer wees er op dat de aanvraagprocedure 'zwaar' is, met een beoordeling die maanden duurt – heel anders dan voor structuurfondsen. Voor dit geld gelden duidelijke meetbare, realistische doelen. Het is een contract met strenge voorwaarden waar Nederland zelf op aandrong. De deadline van 30 april is overigens geen keiharde datum. Later plannen indienen kan, ook in 2022 en 2023. Maar dat heeft wel gevolgen voor de inzet van het geld. Er is dan korter de tijd het uit te geven. Pijnlijk en gênant noemt gedeputeerde Michiel Rijsberman (Flevoland, D66) en lid van het Comité van de Regio´s de vertoning. De provincies dienden in september al herstelplannen in en hoorden daar nog niets substantieels op van het rijk. Ambtelijk is wel contact geweest inmiddels. Economische Zaken liet aan Binnenlands Bestuur weten dat er ambtelijk opdracht is gegeven tot een verkenning. De boodschap van premier Rutte in De Telegraaf, nog voor de verkiezingen, was dat er eerst gewerkt moet worden aan het herstel. Daarna zou pas moeten worden geformeerd en die formatie zit inmiddels muurvast. Rijsberman noemt dat 'een armetierige poging' om voor 30 april binnenlands toch nog iets uit te onderhandelen. ‘De betrokkenheid van regio´s is verplicht. Brussel heeft al plannen afgewezen omdat die betrokkenheid te gering was. Dat kan ook met het Nederlandse plan gebeuren.'
Pagina 6
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 06 NIEUWS IN BEELD HUIZENMARKT DOOR: HANS BEKKERS VERKOOPPRIJS KOOPWONING Gemiddelde verkoopprijs bestaande koopwoningen Minder dan 200 (duizend euro) 250 tot 300 (duizend euro) 200 tot 250 (duizend euro) 300 tot 350 (duizend euro) 350 of meer (duizend euro) Bron: CBS, Kadaster BLOEMENDAAL VERSUS PEKELA De hoogste gemiddelde verkoopprijs, 863.000 euro, is te vinden in Bloemendaal. In 2019 werd in deze gemeente ook al de hoogste gemiddelde verkoopprijs gemeten. De gemiddelde verkoopprijs is er in 2020 gestegen met 4 procent. De laagste gemiddelde verkoopprijs werd gemeten in Pekela. Daar kostte een bestaande koopwoning gemiddeld 164.000 euro. Deze prijs is vergelijkbaar met de gemiddelde verkoopprijs van koopwoningen in Nederland tussen 1999 en 2000. In 2019 waren de verkoopprijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 155.000 euro in Delfzijl, de laagste prijs in het land. De gemiddelde verkoopprijs van een woning in Bloemendaal was 5,3 keer zo hoog als in Pekela. In 80 procent van de gemeenten lag de gemiddelde verkoopprijs van een koopwoning tussen 250.000 euro en 439.000 euro. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 NIEUWS IN BEELD 07 De gemiddelde verkoopprijs van een koopwoning is in 2020 toegenomen tot 334.000 euro. Dit is de hoogst gemeten gemiddelde prijs sinds het begin van de meting in 1995. De gemiddelde verkoopprijs van een bestaande woning steeg in 342 van de 355 gemeenten. Bloemendaal was de gemeente met de hoogste gemiddelde verkoopprijs van 863.000 euro. In Pekela werd met 164.000 euro de laagste gemiddelde prijs gemeten. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS en het Kadaster. Koopsom per gemeente, gemiddelde en spreiding NOORD-HOLLAND PRIJZENKAMPIOEN Van de 10 gemeenten met de duurste verkochte woningen liggen er 7 in Noord-Holland. 6 van de 10 gemeenten met de laagste gemiddelde verkoopprijs liggen in de provincie Groningen. De provincie Groningen was de enige provincie waar de gemiddelde huizenprijs lager lag dan 250.000 euro. Zowel in Noord-Holland als in Utrecht lag de gemiddelde verkoopprijs hoger dan 400.000 euro. 1000 EURO 200 400 600 800 0 1995 2000 2005 2010 Gemiddelde koopsom Nederland Spreiding koopsom (80 procent van de gemeenten) Spreiding koopsom (alle gemeenten) Bron: CBS, Kadaster Gemiddelde verkoopprijs bestaande koopwoning, 2020 Bloemendaal Blaricum Laren Wassenaar Heemstede Rozendaal Gooise Meren Bergen (NH.) De Bilt Landsmeer Nederland Veendam Appingedam Brunssum Heerlen Het Hogeland Oldambt Den Helder Kerkrade Delfzijl Pekela 0 Bron: CBS, Kadaster 200 400 600 800 100 EURO UITLEG GEMIDDELDE De gemiddelde verkoopprijs (of koopsom) is het gemiddelde van de transactieprijzen van alle verkochte, bestaande koopwoningen in een jaar. Er wordt niet gecorrigeerd voor het soort en de kwaliteit van de woning. Verschillen in gemiddelde transactieprijzen tussen gemeenten worden dan ook mede bepaald door het soort woningen dat verkocht wordt. Zo zal in gemeenten waar veel villa’s verkocht zijn de gemiddelde verkoopprijs hoger liggen dan in gemeenten met veel verkochte appartementen. 2015 2020
Pagina 8
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 GEERTEN BOOGAARD COLUMN09 PAALROT OP HET BINNENHOF Ontwikkel u verder Kennis blijven delen, op de hoogte blijven van de laatste vaktrends en samen scenario’s verkennen en blijven verbinden. Dat is in deze tijd belangrijker dan ooit. Daarom focussen we juist nu met onze virtuele congressen en online opleidingen op wat u nodig heeft. Met inhoudelijke trainingen die aansluiten op de doelstellingen van de VNG, opleidingen die inspelen op vaardigheden voor uw persoonlijke ontwikkeling en sprankelende digitale evenementen. Ons aanbod Online Leermodule: Klantreizen 2021 6 mei en 3 juni Online 2-daagse training: Van gelijk hebben naar gelijk krijgen, door effectief communiceren 6 en 20 mei Masterclass: Succesvol adviseren in een politiekbestuurlijke context 10 mei Online training: Lenig denken voor ambtenaren 18 mei Verschillende online Masterclasses: Zo werkt de zorg binnen gemeenten 19 mei, 9 juni en 7 juli Online Masterclass: Scenario denken 20 mei en 17 juni Online module: Actualiteiten arbeidsrecht voor ambtenaren 27 mei Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl Dat de zittende macht zoekt naar manieren om Pieter Omtzigt te lozen, mag niet verbazen. De man is letterlijk en figuurlijk de nemesis van Mark Rutte. Waar de laatste zijn opgeruimde gemoed ontleent aan weinig actieve herinneringen, maakt het olifantengeheugen van de eerste hem alleen maar argwanender. Dat werkt natuurlijk niet. Bij Unilever had de manager Rutte de horzel Omtzigt allang ‘uit het team’ gezet. Dat dus bij de verkenning van Rutte IV een functie elders voor Omtzigt op de agenda stond, was misschien een beetje onbeschaamd - maar niet verrassend. Zo werkt macht. Evenmin mag het verbazen dat Rutte een dag later stond te bluffen dat hij noch Kaag bij de verkenners één woord over Omtzigt hadden gesproken en dat hier verder ook geen verantwoording over viel te verwachten. Hoe slordig en achteloos het ook moge zijn om te denken dat je zo’n vuurtje uit kunt trappen, dit is precies het soort constitutionele paalrot wat we in de geschiedenis vaker zien voorkomen bij lang zittende premiers. Wat wél verbazing had moeten wekken, is dat Rutte vindt dat hem inhoudelijk weinig valt te verwijten omdat hij Omtzigt minister had willen maken. Je moet iets met Omtzigt, had hij gezegd: minister maken. Daaruit blijkt dat we macht en tegenmacht niet alleen slecht hebben georganiseerd, zoals nu iedereen roept, maar vooral dat het hele concept ons vreemd is. De vergeten mastodonten die na het debacle van hun voorman een mediatournee afwerkten om de liberale zaak te redden, deden het incident voorkomen als een aandoenlijke bezorgdheid om de carriere van Pieter. Een goed en ervaren Kamerlid, die verdient het toch een keer om minister te worden, oreerde Henk Kamp op 4 april bij OP1. Dat is toch geen schande? Dat is promotie! Om er daarna vilein aan toe te voegen: Omtzigt heeft nu zo lang overal kritiek op gehad, het is tijd dat hij maar eens laat zien wat hij waard is als hij het zelf mag proberen. Deze laatste opmerking, die naar mijn gevoelen veel breder wordt gedeeld, klinkt redelijk. Maar hij staat haaks op de essentie van checks and balances. Machtsevenwicht, zo rekende de grote constitutionalist James Madison ons al voor, ontstaat als je twee tegengestelde ambities g elijkwaardig tegenover elkaar organiseert. Dan houden ze elkaar in balans. In de wereld van Rutte en Kamp bestaat echter maar één ambitie: minister worden. Macht en tegenmacht zijn in hun ogen slechts een rivaliteit tussen mensen die al minister zijn en mensen die dat nog graag willen worden. Of zouden moeten willen worden. Werkelijke tegenmacht in staatsrechtelijke zin ‘ Bij Unilever had de manager Rutte de horzel Omtzigt allang ‘uit het team’ gezet’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN moet echter komen van mensen die géén minister willen worden. Van mensen voor wie volksvertegenwoordiging hun roeping is en het controleren van de macht hun taak. Daar gaan checks and balances over. Zolang Rutte geen kwaad ziet in zijn poging om het zeldzame Kamerlid dat niet naar het pluche lonkt minister te maken, diskwalificeert dat eigenlijk alles wat hij nu staat te melden over macht en tegenmacht. Hij heeft het dan immers slechts over macht en afgeleide macht. Macht en tegenmacht organiseren begint met het accepteren van de gelijkwaardigheid van de verschillende functies op het hoogste niveau. Met ieder zijn eigen logica en spelregels. Volksvertegenwoordigers zijn geen gemankeerde bestuurders, dus goede volksvertegenwoordigers hoeven niet beloond te worden met een baantje als minister. Het land moet bestuurd worden, zoals het nieuwe boek van Wim Voermans heet, maar niet door de Tweede Kamer. Die is gekozen om dat bestuur te controleren. De eerste stap naar dualisme, is dat erkennen. En daarna hoeven we niets meer met Omtzigt.
Pagina 10
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 10 INTERVIEW PETRA VAN NES-DE MAN DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: ARIE KIEVIT Het staat in een onderzoeksrapport: de bestuurscultuur bij het waterschap Hollandse Delta is verziekt en het college functioneert niet. Weg met de vijf heemraden. En dat is gebeurd. ‘Maar de dijkgraaf had moeten opstappen’, zegt oud-heemraad Petra van Nes. OUD-HEEMRAAD KRAAKT ONDERZOEKSRAPPORT ‘WIJ HEBBEN HET GOED GEDAAN’ ‘Jan Bonjer is een hoofdredacteur die dijkgraaf wilde worden. Maar hij snapt niets van politiek en kan niet besturen, en ik geloof dat-ie dat niet wil ook’, zegt oud-heemraad Petra van Nes (59) over de dijkgraaf van het waterschap Hollandse Delta, voormalig hoofdredacteur van AD en FD Jan Bonjer. We zitten op een bankje in de zon bij voetbalvereniging Rijsoord, niet ver van het Ridderkerkse hoofdkwartier van het waterschap. Van Nes: ‘Alle heemraden zijn er vorige maand uitgemieterd, omdat in een onderzoeksrapport staat dat de bestuurscultuur is verziekt, waardoor wij niet functioneren. Over het functioneren van de voorzitter van het college, de dijkgraaf, staat niets in het rapport. Hij stond als ‘gedelegeerd opdrachtgever’ kennelijk boven het onderzoek.’ Wat wel in het rapport staat dat organisatieadviseur Hans Andersson op verzoek van het algemeen bestuur (de verenigde vergadering) op 15 maart presenteert, is volgens oud-heemraad Van Nes ‘een fabeltje’. De kop noopt tot lezen: ‘Uitsluiting leidt tot verziekte bestuurscultuur.’ De leider van de Waterschapspartij Hollandse Delta (Van Nes’ partijgenoot Piet Kome) vertoont dominant politiek leiderschap, dat ‘voor betrokkenen op momenten onvoorspelbaar is en/of ad hoc gedrag oplevert.’ Onderzoeker Andersson ziet ‘onderlinge samenwerking met dubbele agenda’s en geen open bestuurlijke verhoudingen, waardoor meer en meer wantrouwen groeit.’ Er ontstaan aanvaringen en men maakt elkaar ‘verwijten over persoonlijke integriteit’. De heemraden hebben ‘gebrekkige politieke antennes, hebben last van elkaar en lopen elkaar voor de voeten.’ Het waterschap Hollandse Delta ontstaat in 2005 na een fusie van diverse waterschappen en het zuiveringsschap. Het gebied beslaat Goeree Overflakkee, Voorne-Putten, Hoeksche Waard, IJsselmonde, Dordrecht en Rozenburg. Sinds 2009 zitten naast de vaste vertegenwoordigers van bedrijven, boeren en natuurclubs ook politieke partijen in de verenigde vergadering. Van Nes’ Waterschapspartij Hollandse Delta (WPHD) is in dit gezelschap verreweg de grootste, maar ‘we kregen nooit de kans om te formeren. Wij hebben nooit iemand uitgesloten, wij zíjn uitgesloten. Dat is de uitsluiting die Andersson noemt’, zegt Van Nes. Volgens WPHD-leider Piet Kome omdat ze ‘niet te pruimen waren’. Niet te pruimen omdat natuurboer Kome uit Rockanje, in de woorden van onderzoeker Andersson, ‘direct en onorthodox’ is? WANDELEND DOSSIER Van Nes: ‘Piet Kome is prominent aanwezig, maar hij is niet dominant. Hij draagt het hart op de tong. En hij is een wandelend dossier. Daar kan Jan Bonjer niks mee. Hij kan slecht tegen kritiek. Bonjer woont in Renesse, maar hier in Rijsoord struikel ik nog wel eens over zijn lange tenen.’ Na de daverende overwinning bij de waterschapsverkiezingen in 2019 mag Piet Kome eindelijk een nieuw college vormen. Oud-heemraad groen en wegen Van Nes: ‘Dat lukte in twee weken. We kregen alle complimenten van de verenigde vergadering, totdat de vijf nieuwe heemraden bekend werden. Oud-heemraden, en anderen met één zetel, vonden dat zij ook recht hadden op een post. Organisatieadvies bureau Wagenaar/Hoes concludeerde in 2017 niet voor niets dat het college graag praatte en ‘We kregen nooit de kans om te formeren’ een plekje zag als een mooie carrièrestap. Maar in 2019 was de verenigde vergadering stellig: er komen alleen heemraden in het college met minimaal vier jaar ervaring in de verenigde vergadering en geen heemraden uit de vorige periode. Het nu afgetreden college was het resultaat: twee heemraden namens WPHD, één van het CDA, één namens de agrariërs en één namens de bedrijven.’ Het kersverse college presenteert begin april 2019 onder aanvoering van waarnemend dijkgraaf Gerard Doornbos een hoofdlijnenakkoord en geen coalitieprogramma. Van Nes: ‘We wilden geen uitsluiting en geen coalitie tegenover oppositie. Piet Kome stelde die zomer met de verenigde vergadering en met medewerkers het programma ‘Huis Op Orde’ samen. Er moest namelijk heel veel achterstallig onderhoud worden weggewerkt. Er waren in de loop van de jaren levensgevaarlijke situaties ontstaan door op geld te sturen. Onze voorstellen en begrotingen zijn unaniem of met overgrote meerderheid aangenomen. We kregen extra budget, en daarmee het vertrouwen dat we op de goede weg zaten. Met de komst van de natuurbeschermer Bonjer in mei vorig jaar, enthousiast maar zonder ervaring als bestuurder bij de overheid, veranderde alles. Oudgedienden roken hun kans om tussentijds heemraad te worden door de sfeer te verpesten. Alle afINTERVIEW 11 CV PETRA VAN NES-DE MAN (Ridderkerk, 1962) is sinds 2010 gemeenteraadslid in Ridderkerk. Tot 2012 was ze raadslid voor Leefbaar Ridderkerk, tussen 2012 en 2014 fractievoorzitter van de Groep Koppes, tussen 2014 en 2018 fractievoorzitter van Echt voor Ridderkerk en sinds 2018 fractievoorzitter van Burger op 1. Van Nes is sinds 2015 actief voor de Waterschapspartij Hollandse Delta. In april 2019 werd Petra van Nes benoemd tot heemraad bij het waterschap Hollandse Delta. In december 2018 werd Van Nes gekozen tot politicus van het jaar in Ridderkerk. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
Pagina 12
en presenteren: Congres ICT en Overheid 2021 Samen werken aan betrouwbare gegevensuitwisseling 25, 26 Waar staat de overheid voor? Om maat schap pelijke opgaven te realiseren, van ‘klein’ (schulden problematiek) tot groot (energietransitie). Om dat goed te kunnen doen, moet de overheid opgave gericht werken met betrouwbare informatie. Overal moet die informatie kloppen. Én er moet transparantie zijn. De overheid beschikt over enorm veel informatie van burgers. Maar betrouwbaar, transparant, foutloos en uitwisselbaar… daar valt nog wel wat op af te dingen, denk aan jeugdzorg en de toeslagenaff aire. Dat moet anders en daar worden grote stappen in gezet – het is niet alleen een negatief verhaal! Met Common Ground is er een visie. Kan die gelden als blauwdruk voor de hele overheid? Hoe kunnen bestuu c koppelen aan de doelen van de organ de ambities te vertalen in de uitvoerin m an n n Daarover praten wij op 25, 26 en 27 m en 27 mei 2021 • Online sessies • Kies zelf het aantal deelnamedagen aanmelden via ictenoverheid.nl Binnenlands Bestuur en iBestuur organiseren deze driedaagse livestream in samenwerking met: online livestream INTERVIEW 13 spraken werden overboord gegooid en de bestuurscultuur verziekte.’ ÉÉN KAMERTJE Boterde het volgens Andersson niet alleen niet tussen de verenigde vergadering en het college, ook binnen het college was het hommeles. ‘Collegeleden hebben last van elkaar, lopen elkaar voor de voeten, waardoor ook het gezag van het college extern wordt geschaad’, schrijft hij. Van Nes: ‘Over dat elkaar voor de voeten lopen heeft-ie op een bepaalde manier wel gelijk. Stel je voor: zo’n enorm gebouw en dan één klein kamertje met één computer voor vijf heemraden. Dan loop je elkaar inderdaad in de weg, zou je zeggen, maar het heeft juist een team van ons gemaakt. Het vorige college vond één kamertje geen punt, want ze werkten twee dagen in de week en verder zag je ze niet. Wij waren vijf dagen in de week op kantoor omdat we mét de medewerkers wilden werken en hen wilden leren kennen. Er is een tussen muurtje uitgebroken en nu heeft iedere heemraad een bureau en een computer.’ De heemraden liepen elkaar niet voor de voeten, de dijkgraaf liep de heemraden voor de voeten, aldus oud-heemraad Van Nes. ‘De menselijke contacten waren goed, maar bestuurlijk was het lastig. Niet wij maar híj heeft geen politieke antenne. Hij drong zich op en vond dat híj iets moest doen of per se meewilde! Zonder te overleggen. Iedere goede burgemeester of dijkgraaf kan je vertellen dat je dat als voorzitter van het college niet moet doen. Hij speelt voor dijkgraaf en wil belangrijk gevonden worden. De dijkgraaf gaat met een boer, en lid van de verenigde vergadering, uren door de weilanden lopen. “Ik heb genoten”, schrijft-ie vervolgens in zijn weekblog. Maar Jan, op kantoor is het een puinhoop, besturen is je werk. Als in november de begroting is aangenomen, dan vier je dat als college. Nou, niet met Bonjer, die naar huis is en zijn weekblog schrijft dat-ie niets ‘heeft beleefd.’’ INCAPABEL Als het rapport van Hans Andersson op 15 maart in de verenigde vergadering wordt besproken, barst de bom. ‘Nee, u krijgt het woord niet meer, meneer Kome’, besluit Bonjer, die volgens Kome ‘incapabel’ is, ‘hier niet past’ en ‘de problemen alleen maar vergroot.’ ‘Een dijkgraaf is een soort burgemeester, een onafhankelijk voorzitter. Dat is hij niet’, zegt Kome in het AD. Van Nes: ‘Kome zei dat omdat Bonjer de motie van wantrouwen van de verenigde vergadering én de eis om direct op te stappen niet wilde ontraden. Bonjer was heel partijdig. Tijdens een vergadering van de ‘Bonjer is heilig en staat overal boven’ verenigde vergadering zegt Bonjer tegen de fractievoorzitter van de VVD: “Frank, kom er maar in met je zoetgevooisde stem.” Of: “Harry, hartelijk welkom. Je hebt het woord, Harry.” Tegen de fractieleider van mijn partij zegt-ie “Het woord is aan mijnheer Kalle.” Hij heeft zijn vrienden en dat verbergt hij niet.’ Geen wonder dus dat het onderzoeksrapport niet onafhankelijk is, meent Van Nes. ‘Aan van alles zie je dat Andersson met Bonjer op schoot dit zogenaamde onderzoek heeft geschreven. Wij zagen het voor het eerst tijdens een besloten vergadering van de verenigde vergadering. De dijkgraaf kende het al. Voor hem was er vooraf hoor en wederhoor, voor ons niet. Onze opmerkingen zijn deels in wat voetnoten toegevoegd. Bonjer is heilig en staat overal boven. Het college is afgelopen najaar door Berenschot doorgezaagd met een teamscan. Daaruit blijkt helemaal niet dat wij niet met elkaar overweg kunnen. We hadden helemaal geen dubbele agenda. Die had de dijkgraaf. We wisten nooit waarmee hij bezig was. Aan de Berenschotscan heeft het college meegewerkt, op de voorzitter na. Dat hoefde voor hem niet.’ TELEFOONTJES Hoe vooringenomen Anderssons onderzoek is, blijkt volgens oud-heemraad Van Nes uit een passage op pagina 14 van het rapport. De onderzoeker schrijft: “Daarbij wijzen enkele heemraden er ook op dat er onder dit college sprake is van het behalen van hogere realisatiegraden van het investeringsprogramma dan onder het vorige college. Wij hebben tijdens ons onderzoek kennisgenomen van de door hen naar voren gebrachte optimistische kijk op de samenwerking en bestuurlijke resultaten van het college.” Van Nes: ‘Enkele heemraden? Dat vonden alle heemraden. Vraag het wethouders en heemraden in de regio. Hoe komt Andersson erbij dat ons gezag extern was geschaad? Ik heb na ons vertrek veel berichtjes en telefoontjes gekregen. Wat gebeurt hier? Het waterschap liet zich weer zien! Al onze voorstellen hebben het gehaald. De doelen zijn gehaald, maar wij functioneren niet. Bonjer weet als hoofdredacteur hoe je dat goede nieuws klein houdt en Andersson onderzoekt het niet. Onze successen passen niet in zijn straatje. Dus neemt Andersson er hooghartig ‘kennis van’ en praat de baas na.’ Oud-heemraad en raadslid in Ridderkerk Van Nes verwijt Andersson dat hij ‘het andere verhaal’ niet wilde horen, terwijl er volop mensen waren die dat volgens haar hadden kunnen vertellen Van Nes: ‘In het rapport staan Bonjers woorden; die van zijn voorgangers staan er niet in. Dat is toch raar als je vindt dat de bron van de verziekte bestuurscultuur de historie van de partijen met hun dominante leiders is? In een bijlage staat een lijst van mensen met wie Andersson heeft gesproken. Je zou verwachten dat hij met bestuurders in de regio heeft gesproken om te horen hoe wij naar buiten toe ons werk deden. Is niet gebeurd. Oud-dijkgraaf Ingrid de Bondt staat ook niet in de lijst. Gerard Doornbos, na De Bondt en vóór Bonjer waarnemend dijkgraaf, ook niet. Heel opmerkelijk.’ Het boterde niet tussen de verenigde vergadering en het college, geeft Van Nes grif toe. ‘De jaloerse oud-heemraden en anderen wilden dit college weg hebben. De onervaren Bonjer heeft zich laten inpakken en het laten gebeuren. Dat was de ervaren Gerard Doornbos niet overkomen. Hij was een dijk van een dijkgraaf. Dat wist de verenigde vergadering. Doornbos had het waterschap onder controle, Bonjer niet. Hij heeft alleen aandacht voor de fractievoorzitters. De bestuurscultuur bij het waterschap was verzuurd, maar niet, zoals Andersson schrijft, al jaren verziekt. Dat schrijft-ie om de dijkgraaf buiten schot te houden. De bestuurscultuur is onder Jan Bonjer uitgegroeid tot wat zij nu is.’ In een reactie laat het waterschap weten: ‘Dijkgraaf Jan Bonjer betreurt dat Binnenlands Bestuur geen breder journalistiek onderzoek doet en zich louter baseert op de uitlatingen van één voormalige heemraad. Deze publicatie is daardoor onevenwichtig en vormt geen faire weergave van de gebeurtenissen.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
Pagina 14
14 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: WERRY CRONE De verhouding tussen rijk en decentrale overheden moet worden genormaliseerd, niet gejuridiseerd. Daarom zijn de permanente (financiële) geschillenregeling en een Wet op het decentraal bestuur slechte ideeën, vindt de Afdeling advisering van de Raad van State. RAAD VAN STATE ROEPT OVERHEDEN OP: NIET STRIJDEN, SAMENWERKEN Normaliter brengt de Raad van State eens in de vier jaar een lijvig rapport uit waarin hij de interbestuurlijke verhoudingen beschouwt; de verhoudingen tussen rijk en de decentrale overheden. Dit jaar is gebroken met die traditie. Recent is de Voorlichting over de interbestuurlijke verhoudingen verschenen. Compact, maar als vanouds kritisch. Die traditie is wél overeind gebleven. ‘De Afdeling advisering [van de Raad van State, red] heeft geconcludeerd dat er na de vierde periodieke beschouwing betrekkelijk weinig gebeurde. Zowel op het gebied van de interbestuurlijke verhoudingen, maar vooral in reactie op die beschouwing’, aldus Thom de Graaf, vicepresident van de Raad van State. ‘In overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en de gemeente- en provinciekoepels hebben we gezamenlijk geconcludeerd dat het verstandiger is, ook in het licht van de komende formatie, periodiek met kortere beschouwingen, gericht op concrete vraagpunten, te komen.’ Het bijltje erbij neergooien omdat rijk, gemeenten en provincies niets of te weinig doen met de adviezen vanuit de periodieke beschouwingen, is voor De Graaf geen optie. ‘Nee, daar is de problematiek veel te ernstig voor.’ De Raad constateert dat er verschillende hardnekkige knelpunten in het openbaar bestuur zijn die een obstakel vormen voor een voortvarende uitvoering van beleid. Het gaat daarbij om problemen rondom bestuurs- en uitvoeringskracht, gekoppeld aan schaalgrootte en beschikbaar budget. THOM DE GRAAF ‘ Het ligt voor de hand dat wonen niet meer bij de minister van BZK wordt belegd’ ‘Als ten aanzien van die knelpunten geen knopen worden doorgehakt, komen rijksoverheid en decentrale overheden niet toe aan al datgene wat van hen in dit tijdsgeBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 15 ‘ Gemeenten moeten in de spiegel kijken en hun tekortkomingen accepteren’ wricht wordt verwacht’, schrijft de Raad van State in zijn voorlichting. Met De Graaf en staatsraad Jan Franssen loopt Binnenlands Bestuur de belangrijkste aanbevelingen langs die het tij kunnen keren. Moeten keren, wat de Raad van State betreft. Het gaat onder meer over decentralisaties en de financiële verhoudingen, de rol van de minister van Binnenlandse Zaken en geschillenbeslechting. SPANNINGSVELDEN ‘Ons belangrijkste advies is om de komende jaren het decentrale bestuur niet te belasten met nieuwe decentralisaties of met voortdurende wijzigingen van de bestaande arrangementen’, start De Graaf. Niet meer sleutelen aan de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet dus. Hij noch Franssen zegt hardop dat de Omgevingswet van tafel moet. ‘Daar doen we geen uitspraak over, maar de Omgevingswet is nog niet ingevoerd’, stelt De Graaf diplomatiek. ‘We geven wel de spanningsvelden aan. Over de invoering van een op decentrale leest geschoeide Omgevingswet wordt binnenkort besloten, terwijl de roep om centrale sturing in het ruimtelijke domein toeneemt’, vult Franssen aan. Diverse politieke partijen hebben in hun verkiezingsprogramma’s gepleit voor meer Haagse regie in het ruimtelijk domein. Als in de toekomst toch weer taken naar gemeenten worden overgeheveld, moet van tevoren worden vastgelegd welke resultaten moeten worden bereikt. Ook moeten de gevolgen van de decentralisaties vooraf beter worden doordacht. ‘Je ziet gaandeweg een neiging tot een zekere recentralisatie. Is het niet vanuit de bewindslieden, dan wel vanuit de Tweede Kamer. Ze willen toch grip krijgen, incidenten bestrijden of vragen kunnen beantwoorden waarom er verschillen zijn tussen gemeenten. Dat betekent dat er aan de voorkant onvoldoende over de gevolgen van de decentralisaties is nagedacht. En als je taken decentraliseert, moet je consistent blijven’, aldus De Graaf. ‘Aan de voorkant moet bovendien, door een onafhankelijke partij, in kaart worden gebracht wat de financiële consequenties van een decentralisatie zijn. Dit om te voorkomen dat er elke keer opnieuw een discussie ontstaat over het feit dat taken met te weinig budget zijn overgeheveld.’ De Raad denkt daarbij aan een rol voor het Centraal Planbureau (CPB). Het dispuut over de tekorten in de jeugdzorg heeft de verhoudingen tussen rijk en gemeenten de afgelopen periode op scherp gezet. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zet arbitrage in, omdat het kabinet vooralsnog niet met extra geld over de brug wil komen. Over die arbitrage gaan de handen bij De Graaf en Franssen niet op elkaar. Ook de wens van een deel van gemeentelijk Nederland om een permanent gezaghebbend orgaan voor (financiële) geschillen tussen overheden in het leven te roepen, ziet de Raad van State niet zitten. De Graaf: ‘Het is beter om aan de voorkant een objectief advies uit te brengen over het benodigde budget dan aan de achterkant regels te maken voor het beslechten van financiële geschillen.’ ‘Het zou bovendien fout zijn als de discussie zich verengt tot een gesprek over centen’, voegt Franssen toe. ‘Het is evident dat de bezuinigingen die het kabinet-Rutte II heeft doorgevoerd nattevingerwerk waren. Iedereen is er wel van overtuigd dat er geld bij moet. Het gesprek moet echter ook gaan over wat gemeenten beter kunnen doen om de decentralisaties te laten slagen. Gemeenten moeten bereid zijn in de spiegel te kijken en de eigen tekortkomingen te accepteren.’ JURIDISEREN De Graaf waarschuwt voor juridisering van de verhoudingen tussen rijk en gemeenten. Dat gevaar ligt op de loer als wordt besloten tot een orgaan voor (financiële) geschillen tussen overheden of een Wet op het decentraal bestuur, die op initiatief van de VNG is opgesteld. ‘Zo ga je die interbestuurlijke verhoudingen in hoge mate juridiseren. Juist vanuit die volwassen positie, ook van het lokale bestuur, is dat geen goede stap. Het wordt een strijdinstrument in plaats van een samenwerkingsinstrument’, stelt De Graaf. ‘Dat zet de hele boel vast’, vult Franssen aan. Belangrijker ‘instrumenten’ om de interbestuurlijke verhoudingen te verbeteren, liggen in de ogen van de Raad van State in de langdurige financiële zekerheid voor gemeenten en versterking van de positie van de minister van Binnenlandse Zaken. ‘Als de minister van Binnenlandse Zaken een sterkere rol krijgt, zal de behoefte aan zo’n Wet op het decentraal bestuur afnemen’, meent Franssen. ‘Een steviger rol van de minister van BZK moet eraan bijdragen dat conflictsituaties niet optreden.’ De Graaf: ‘Als een minister van BZK alleen maar coördineert, heb je als minister te weinig positie naar andere vakministers toe.’ De minister van BZK is nu coördinerend bewindspersoon van de decentralisaties in het sociaal domein. ‘De minister van Binnenlandse Zaken moet geen taak in portefeuille hebben waarbij je als het ware als vakminister met gemeenten en andere overheden zaken moet doen. De minister van BZK moet zich concentreren op de klassieke taken van Binnenlandse Zaken’, vervolgt De Graaf. ‘Hij of zij moet echt als de hoeder van de bestuurlijke verhoudingen kunnen functioneren en daarvoor het gezag hebben.’ Dit heeft gevolgen voor de portefeuille van de minister voor de komende kabinetsperiode. ‘Het ligt voor de hand dat wonen niet meer bij de minister van Binnenlandse Zaken wordt belegd. De minister moet zich kunnen concentreren op de constitutie, de bestuurlijke verhoudingen, de democratische instituties en de werking daarvan.’ Om de rol van de minister van BZK te versterken, moet hij of zij daarnaast als medeondertekenaar verantwoordelijk worden gemaakt voor wetten die de decentrale overheden rechtstreeks raken. Tot slot moet een overzicht van alle rijksuitgaven aan decentrale overheden aan de begroting van het ministerie van BZK worden toegevoegd. ‘Dat kan de integrale afweging bevorderen en de positie van de minister van BZK als bewaker
Pagina 16
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 16 ACHTERGROND BESTUUR ‘ Belast het decentraal bestuur niet met nieuwe decentralisaties’ van zuivere bestuurlijke verhoudingen versterken’, schrijft de Raad. FINANCIËLE ZEKERHEID De Graaf hamert op het belang van financiële zekerheid over langere termijn voor gemeenten. ‘We pleiten voor het afstappen van de trap-op-trap-afsystematiek.’ Via dat stelsel krijgen gemeenten en provincies meer geld als het rijk meer uitgeeft dan begroot en minder als het rijk minder uitgeeft dan in de begroting was opgenomen. De huidige financiële schommelingen leiden alleen maar tot bestuurlijke onrust, wat de interbestuurlijke samenwerking niet ten goede komt, constateert de Raad van State. Aan het tussentijds ingrijpen in wet- en regelgeving, met directe gevolgen voor de gemeentekas, moet ook een einde komen. Over meer gemeentelijke financiële lucht na eventuele verruiming van het lokaal belastinggebied, heeft de Raad bedenkingen. ‘Het is niet iets wat je per definitie wel of niet moet doen, maar het is geen oplossing voor de korte termijn. Het is ten eerste niet goed uitgedacht en de budgettaire verhoudingen zijn niet op orde. Dat moet eerst gebeuren’, stelt De Graaf. Franssen wijst op een ander gevaar: als het lokaal belastinggebied op korte termijn wordt verruimd zonder dat het gemeentelijk budget op orde is en zonder dat de interbestuurlijke verhoudingen zijn verbeterd, bestaat de kans dat gemeenten in financiële nood door het rijk zullen worden teruggestuurd,. ‘Als gemeenten aankomen met klachten over een tekort aan middelen, zal het rijk zeggen dat gemeenten nog voldoende eigen belastingruimte hebben.’ Die interbestuurlijke verhoudingen moeten, nu écht, worden verbeterd, benadrukken beide heren. Niet alleen het rijk moet daarvoor aan de bak. De Raad van State kijkt ook nadrukkelijk naar gemeenten en provincies. De VNG en het IPO moeten professionaliseren en zorgen dat ze met voldoende mandaat zaken kunnen doen met het kabinet. Daar schort het momenteel aan. ‘We zeggen vooral: zorg voor een helder en krachtig mandaat’, aldus De Graaf. ‘We weten, ook uit eigen ervaring, hoe moeilijk het is om gemeenten en provincies op een lijn te krijgen, maar het is niettemin cruciaal voor een verstandig en volwassen gesprek tussen het rijk en de andere overheden. De koepels moeten echt met mandaat kunnen spreken.’ Het is niet alleen voor gemeenten en provincies zelf belangrijk om met een mond te spreken; dat versterkt immers de eigen positie. ‘Voor een minister van Binnenlandse Zaken maakt het ook nogal wat uit. Het is voor de minister belangrijk om te weten wie er aan tafel zit en of de gemaakte afspraken blijven staan.’ De kennis en kunde bij de VNG en IPO moeten ook worden verbeterd, stelt Franssen. ‘Om op inhoudelijk vlak een gelijkwaardige gesprekspartner van Den Haag te kunnen zijn, moeten de koepels hun eigen kennisposities op orde zien te krijgen. Nu gaat het veel te veel over geld en veel te weinig over de vraag wat er achter dat geld wegkomt.’ Ook bij vakdepartementen JAN FRANSSEN ‘ De roep om centrale sturing in het ruimtelijk domein neemt toe’ schort het volgens Franssen overigens aan gedegen inhoudelijke kennis. ‘Men moet in de interbestuurlijke verhoudingen investeren; in tijd en in aandacht. Doe er nu eens wat mee’, benadrukt Franssen. De Graaf, nogmaals: ‘Maak er geen juridische verhouding van’. ‘Zorg dat het in de praktijk gaat werken. Dat moet bij Binnenlandse Zaken van bovenaf worden georganiseerd en van onderaf door eensgezind en met mandaat te spreken.’ Eerder verschenen op de website van Binnenlands Bestuur artikelen uit het interview met Thom de Graaf en Jan Franssen over herindelingen (‘Provincie en rijk moeten herindeling kunnen starten’) en het komende formatieproces (‘Gemeenten moeten bij formatie worden betrokken’). BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 15 | 2021 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 17 Door een wetswijziging wordt de AOW-leeftijd IN DE CLINCH van een ambtenaar naar voren gehaald, vier maanden vóór de ontslagdatum die door een minnelijke regeling is bepaald. Tot hoe lang moet zijn salaris worden doorbetaald? NIEUWE AOW-LEEFTIJD BOTST MET ONTSLAG Na 32 jaar ambtelijke dienst bij het openbaar lichaam Werkbedrijf Atlant De Peel, tegenwoordig Senzer, wordt Theo Hoogeind* in juni 2018 arbeidsongeschikt – bijna twee jaar voordat hij (op 3 mei 2020) zijn AOWleeftijd zou bereiken. De vraag is hoe die periode moet worden overbrugd. Het dagelijks bestuur van Senzer doet aan de operationeel leidinggevende twee voorstellen voor een minnelijke regeling: loondoorbetaling tot aan zijn eervol ontslag op verzoek (per 1 januari 2020) óf korting op loondoorbetaling die dan wel doorloopt tot de dag van de AOW-leeftijd, met vrijstelling van re-integratieverplichtingen. Hoogeind kiest voor het laatste. Maar dan wordt in juli 2019 bekend dat de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd per 1 januari 2020 in werking treedt. Die wet haalt Hoogeinds AOW-leeftijd naar voren, naar 3 januari 2020. Vervolgens ontstaat een geschil over de uitleg van de minnelijke regeling. Volgens Hoogeind is afgesproken dat zijn aanstelling op 3 mei 2020 eindigt en tot die dag moet hij zijn salaris (met korting) ontvangen. Het doel van de regeling is immers om te voorkomen dat er re-integratie-inspanningen moeten worden geleverd tot aan de AOW-leeftijd. Ook beroept Hoogeind zich op dwaling: Senzer had hem erop moeten wijzen dat er een risico bestond dat de einddatum kon wijzigen, omdat deze volgens Senzer was gekoppeld aan de pensioengerechtigde leeftijd. En Senzer wist dat in Den Haag overleg werd Senzer wist dat er overleg was over een pensioenakkoord gevoerd over een pensioenakkoord. Hoewel Senzer dus kon weten dat de einddatum mogelijk zou wijzigen, heeft deze daar in de regeling geen rekening mee gehouden. Senzer betoogt dat de wijziging van de AOW-leeftijd mocht doorwerken in de minnelijke regeling: de ontslagverlening is op de AOW-dag dwingend voorgeschreven. De rechtbank Oost-Brabant wijst erop dat partijen aan zo’n ontslagregeling zijn gebonden op grond van het rechtszekerheidsbeginsel – behalve als sprake is van wilsgebreken of als zich zodanig bijzondere ADVERTENTIE EU-nieuwsbrief Meld u nu aan en ontvang 1x per maand het nieuws over de belangrijkste agendapunten van de Europese Unie en het Europees Parlement. binnenlandsbestuur.nl/nieuwsbrieven omstandigheden voordoen dat volledige nakoming van de afspraken niet (meer) in redelijkheid kan worden verlangd. In de minnelijke regeling leest de rechtbank dat Hoogeind ontslag wordt verleend per 3 mei 2020, een voorbehoud wordt niet gemaakt. Daarmee stond, bij het aangaan van de regeling, voor beide partijen die datum als ontslagdatum voor ogen. Dat nadien door een wetswijziging zijn AOW-leeftijd werd gewijzigd, verandert daar niets aan, anders zou de rechtszekerheid te zeer worden aangetast. Doen zich bijzondere omstandigheden voor zodat het niet meer redelijk is dat Senzer de afspraken nakomt? De wetswijziging van de AOW-leeftijd is volgens de rechtbank niet zo’n bijzondere omstandigheid. Senzer zou daar financieel voordeel bij hebben (vier maanden geen salaris betalen) maar dat weegt volgens de rechtbank niet zwaar. Dat hij, in spiegelbeeld, bij voortduren van zijn aanstelling tot 3 mei 2020 door de wijziging van de AOW-leeftijd (financieel) voordeel geniet, is ook al geen bijzondere omstandigheid. Dit levert immers geen extra nadeel op voor Senzer omdat dit al zo was afgesproken in de regeling, en dus was ingecalculeerd. In zijn uitspraak (11 maart 2021) bepaalt de rechtbank dan ook dat Senzer de minnelijke regeling moet uitvoeren: hoewel Hoogeind op 3 januari 2020 AOW krijgt, loopt zijn ambtelijk dienstverband nog vier maanden door – dan pas gaat zijn ontslag in. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBOBR:2021:1079
Pagina 18
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 18 ESSAY RUIMTELIJK BELEID FOTO: SIEBE SWART/ ANP-HH FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY ONZE KUST ALS KATALYSATOR Hoe krijgen we ruimtelijke opgaven als de energietransitie, de woningbouwopgave en klimaatadaptatie voor elkaar? Elk thema lijkt burgers slechts verder tegen elkaar in het harnas te jagen. Er valt te leren van de gang van zaken aan onze kust, betoogt Martin Hendriksma. Op die kwetsbare strook krijgt het nieuwe Nederland al vorm. Het Kustwerk Katwijk werd in 2016 bekroond tot Nederlands beste stukje openbare ruimte. Hoe terecht. Het kustwerk omvat een zeepromenade, een nieuw duingebied en een parkeergarage voor 650 auto’s. Primair is het bedoeld om het voormalige vissersdorp te beschermen tegen de zee. Tegelijk vormt het een oplossing voor het auto-infarct in de ‘s zomers drukbezochte badplaats. De populaire boardwalk over het door zand en helmgras onherkenbare parkeerdak biedt geweldig zicht op zee. Strandwethouder Jacco Knape (SGP) vertelde vol trots over de negenhonderd meter lange ‘dijk in duin’. Toch gold het project binnen zijn gemeente lange tijd als omstreden. Al decennia hadden ze in het voormalige vissersdorp weinig van het zeewater te vrezen. Van die zeespiegelstijging merkten ze niets. Waar was het nieuwe duin, dat de vertrouwde zeeboulevard wegrukte van het strand, nou helemaal voor nodig? Kattukers zijn niet de makkelijksten om van een afwijkend standpunt te overtuigen. Het is eigenzinnig volk. Toch lukte het Knape en zijn ambtenarenstaf. Sterker: het kustwerk vormt er de startmotor voor een nieuwe wijze van omgaan met de kuststrook. De kust als katalysator van een door brede lagen van de bevolking omarmd ruimtelijk beleid. Het klinkt als een sprookje, maar het gebeurt. In gang gezet door de landelijke en provinciale kustpacten die sinds 2017 werden afgesloten om verdere aantasting van strand en duin te voorkomen. Een coalitie van kort daarvoor nog gezworen vijanden als natuurbeschermers en recreatieondernemers schaarde zich erachter. Het strand vormt een van de laatste plekken waar Nederlanders van uiteenlopende rang en stand, kleur en leeftijd elkaar nog tegen het lijf lopen. Een dierbare plek waar we ons met z’n allen hard voor willen maken. Die gezamenlijkheid kan van pas komen bij de talloze ruimtelijke opgaven die ons elders in Nederland wachten. De windmolens en de zonneparken die bij gebrek aan lokaal draagvlak zo moeizaam van de grond komen. Wat valt er te leren van de praktijk aan de kust? Het leek me vier jaar geleden een intrigerend vertrekpunt voor een nieuw boek. ELITE De liefde voor de kust bloeide bij ons laat op. In Engeland verrezen rond 1750 al de eerste badhuizen. Ze waren bedoeld voor de elite, om er de steeds smeriger industriesteden te ontvluchten. De onstuimige zee gold lang als te vermijden gebied. Maar voor de stadsbewoner bood de frisse zeelucht eind achttiende eeuw belangrijke zuurstof. Britten dronken het zeewater als medicijn voor alle denkbare kwalen, en met bierpullen tegelijk. Ook Frankrijk en Duitsland waren ons in die nieuwe trend al voorgegaan toen in 1820 te Scheveningen het eerste badhuis aan de Hollandse kust verrees. Het lag op een tikje excentrisch gelegen plek, waar de hogere klasse per badkoets afgeschermd te water ging. Pottenkijkers waren niet welkom. Wie zich in de buurt waagde in de hoop op een streepje bloot, wachtte een boete van 25 gulden. Toen een royaal maandloon. Pas begin twintigste eeuw ontdekte de massa het strand. Het kort daarvoor als meest mondaine badplaats van Europa opgezette Bad-Zandvoort werd overlopen door volk dat vanaf Amsterdam kwam aangetreind. Het waren de jaren dat er aandacht ontstond voor het miserabele leefmilieu van de arbeidersbevolking. In vakantiekolonies aan zee konden honderdduizenden stadskinderen (‘bleekneusjes’) zes weken aansterken. De elite vluchtte naar de Côte d’Azur. Ons strand werd allemanszand, een plek voor iedereen. Dat bracht, vonden ‘s rijks planologen, ook een gevaar met zich mee. Hielden al die uiteenlopende Nederlanders het op den duur samen uit? De Tweede Wereldoorlog zou de kuststrook ontzield achterlaten, maar bood tegelijk uitkomst. Voor de aanleg van Hitlers Atlantikwall werd een groot deel van de kustbouwing gesloopt. Twee jaar na het vertrek van de Duitsers kwam de Rijksdienst voor het Nationale Plan met zijn ‘Beschouwingen betreffende de wederopbouw der ESSAY 19 Noordzeebadplaatsen’. Elke badplaats kreeg zijn eigen profiel, zodat dagjesmensen met hun hang naar vertier konden worden gescheiden van de serieuze vakantieganger. ‘Bij het dagbezoek overwegen de lagere inkomensklassen’, schreven de ambtenaren, ‘dit stoot het vacantiebezoek uit hogere inkomensklassen af.’ OPPORTUNISTISCHE KEUZES Zo leek de aan het strand ingezette vermenging van rangen en standen bestuurlijk bezworen. Maar de kust liet zich niet door een rijksdienst dwingen. Veel badplaatsen maakten na de oorlog hun eigen, opportunistische keuzes. In plaats van de gewenste verscheidenheid ontstond sterkere monotonie. Karakteristieke kustdorpen herrezen als eenheidsbeton. Allemaal uit vrees dat de badgast bij de buurgemeente zou boeken. Het bleef allemanszand, onze kust. Mét dus ook dat sluipende gevaar van botsende strandgangers dat de rijksdienst voorzag. Dat bleek begin deze eeuw toen Nederland in ruimtelijk opzicht kortstondig als voltooid werd beschouwd. Het rijk dat zich decennia sterk maakte voor de kwetsbare kustnatuur, trok zich terug. Gemeenten kregen het aan de kust voor het zeggen. De naoorlogse betonbouw verbleekte bij de bouwdrift die nu ontstond: het ene na het andere vakantiepark en appartementengebouw werd uitgerold. Vergunningen waren tijdens een diner voor twee met de wethouder zo geregeld. Die zag het toerisme als welkome injectie voor de gemeentekas. En gaf de lokale bestuurder in een vergrijzend krimpgebied eens ongelijk. Een Zeeuwse natuurbeschermer verzamelde in 2016 op verzoek van Natuurmonumenten het totale aantal kustaccommodaties dat in de drie voorgaande jaren was verrezen. Hij telde er de goedgekeurde plannen voor de drie volgende jaren bij op. Onthutsende cijfers. Het ging om meer dan Gemeenten kregen het aan de kust voor het zeggen BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
Pagina 20
ESSAY 21 MARTIN HENDRIKSMA is redacteur ruimte en milieu bij Binnenlands Bestuur. In 2017 publiceerde hij ‘De Rijn. Biografie van een rivier’. 7.000 strandverblijven, waarvan ruim 4.100 langs de Zeeuwse kust. Zeeland stond in de uitverkoop. Ook langs de Hollandse kust begon het te knellen. Als reactie ontstond de beweging ‘Red de kust’. Gezworen vijanden die elkaar kort daarvoor tot in de rechtszaal bestreden, kwamen erin samen. Rijk, provincies, gemeenten, natuurbeweging, projectontwikkelaars én recreatieondernemers schaarden zich in 2017 achter het nationale Kustpact, dat sindsdien een rem vormt op vakantieparken en hotels. Provinciale uitwerkingen volgden. Want je kunt die kust wel vol bouwen, maar dan wordt tegelijk de kip geslacht met de gouden eieren. Juist het oceanische gevoel van ruimte en vrijheid is immers wat ons erin trekt. Wat levert die herwonnen eendracht ons per saldo op? Iets tegenhouden brengt makkelijk grote groepen mensen in het geweer. De hamvraag luidt: hoe peur je uit die gezamenlijkheid iets wat onze kust niet alleen beschermt, maar ook op duurzame wijze vooruit helpt? NIEUW STRAND Twee jaar na de oplevering van het prijswinnende Katwijkse kustwerk volgde in de herfst van 2017 een nieuwe ‘Gebiedsagenda Katwijkse kust’. De architecten werkten twee opties uit. De eerste is het versterken van de huidige duinen. Maar een échte stap, schrijven de ontwerpers, is een ‘volledig nieuwe duinenrij’ voor de kust. ‘Er ontstaat een dynamische, recreatieve, ecologische en natuurlijke bufferzone tussen de zee en het water.’ Wat in Katwijk voor de deur staat, zal de komende decennia op veel plekken langs de Noord- en Zuid-Hollandse kust gaan gebeuren. Er ontstaan honderden meters van nieuw duin en strand; van nieuwe mogelijkheden. De aanleg heeft gezien de voorspelde zeespiegelstijging urgentie, zeker, maar anders dan in 1947 bij de Wederopbouw kunnen we in relatieve rust onze kust kleien. Hoe houden we daarbij rekening met alle uiteenlopende belangen? Sinds de kustpacten ligt de bouw van accommodaties aan banden. Het heeft de lokale leefbaarheid nog niet versterkt. Tijdens de hectische coronazomer van 2020 klonk alom de roep dat het zo niet langer kon. Strandwethouder Knape had het nooit zo druk. De Reddingsbrigades moesten in totaal bijna tienduizend keer uitrukken – het zoveelste record of, liever, dieptepunt. Het zijn de hetere en langere zomers die ons parten spelen. Een bevolking die blijft groeien. Een reeks van uitgewoonde kustplaatsen dreigt. Hun eigen karakter, of wat daarvan over is, bezwijkt op het platgetreden pad der commercie – wie wil dat op de langere termijn? Het roer moet om. En dat gebeurt. Je ziet het aan een terughoudender vergunningenbeleid. Wie weet laten de talloze strandfestivals zich regionaal in specifieke weekends clusteren. Dan weet de natuurliefhebber dat hij op zo’n moment de kust moet mijden. De toenemende hectiek aan de kust vormt de motor voor initiatieven die voor lijken te sorteren op duurzamere keuzes. Aan de volgebouwde Zeeuws-Vlaamse kust opent dit jaar Waterdunen de deuren: een mengvorm van ingetogen vakantiepark en 250 hectare nieuw gecreëerde zilte natuur. De Friese Waddenkust wordt naar verwachting binnenkort doorgestoken voor Holwerd aan zee: een kunstmatig binnenmeer dat in verbinding staat met de Waddenzee. Een lokale gebiedscoöperatie voert de regie. LOKALE VERTALING Nieuwe natuur en omgevingsvriendelijke recreatie gaan bij deze projecten hand in hand. De lokale leefbaarheid kalft niet af, maar wordt versterkt. Met de naderende Omgevingswet en de omgevingsvisies die in samenspraak met burgers in 2024 moeten worden afgerond, mag elke kustgemeente haar eigen profiel gaan kneden. Dat biedt een handvat om wethouders met slappe knieën te corrigeren. Een aangescherpt omgevingsplan dempt de kansen voor cowboys langs de kust. Ook in Katwijk voltrekt zich dat proces. Strandwethouder Knape wil alle uiteenlopende partijen bijeen brengen. Een leegstaand gebouw, vlakbij zee, moet de lokale kustdiscussie faciliteren. Het waterbedrijf Dunea wil meedoen, vertelde hij, het hoogheemraadschap, de gemeente, natuurorganisaties, talloze andere partijen. ‘Het is voor Katwijk belangrijk dat die discussie wordt gevoerd, maar ook toeristisch interessant. Je zou zelfs kunnen denken aan een bezoekerscentrum waar je het verhaal Het zijn de hetere, langere zomers die ons parten spelen vertelt van het stijgende water.’ Zo krijgt het landelijke kustpact zijn lokale vertaling. Starre meningen en stokpaardjes worden omwille van de leefbaarheid verlaten, een herwonnen gemeenschapsgevoel komt boven drijven. Dat is wat mij betreft de les voor bestuurders in het achterland. Maak de lokale opgave inzichtelijk aan de hand van panorama’s. Schets de gevolgen van ongewijzigd opportunisme. Ja, de betoonde openheid maakt je kwetsbaar en kan lokale meningen eerst doen clashen – het zij zo. Uit het verhitte debat zal uiteindelijk de oplossing rijzen, zeker waar economie en ecologie kunnen worden gecombineerd. Na vier jaar onderzoek van Cadzand tot Rottumeroog kan ik niet anders dan concluderen: de ontwikkelingen aan de kust geven hoop. In een groeiend aantal gemeenten is de polarisatiemodus op z’n retour. Recente initiatieven voeden de lokale trots. Zie de Kattuker maar eens over zijn boardwalk paraderen. Komende week verschijnt ‘Aan zee. Een kroniek van de kust’ door Martin Hendriksma. Uitgeverij De Geus. Prijs: €23,50. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
Pagina 22
22 ACHTERGROND BESTUUR DOOR YOLANDA DE KOSTER De afstand tussen gemeenten en ‘Den Haag’ overbruggen, letterlijk en figuurlijk. Dat is de gedeelde ambitie van Kamerleden die vier jaar geleden de lokale voor de landelijke politiek verruilden en in maart zijn herkozen. ‘Met ervaring in het lokale bestuur ben je een beter Kamerlid.’ VOORHEEN DECENTRALE POLITICI WEER HERKOZEN ‘ MET LOKALE ERVARING BETER KAMERLID’ roots en dat gaan ze ook de komende vier jaar weer doen. Beloven ze. Hilde Palland Van de 59 nieuwkomers die op 31 maart als Kamerlid zijn geïnstalleerd, komen er 23 uit de lokale en 5 uit de provinciale politiek. Vier jaar geleden maakten 22 lokale politici en bestuurders en 6 Statenleden de overstap naar ‘Den Haag’. De Kamer telde toen 57 nieuwkomers. Inmiddels heeft iets meer dan een derde van alle Kamerleden (55) een functie gehad in gemeenteraad of Provinciale Staten, zo meldt het Parlementair Documentatie Centrum. Binnenlands Bestuur sprak met zes Kamerleden die vier jaar geleden* de gemeentepolitiek achter zich lieten en Kamerlid werden en bij de laatste verkiezingen zijn herkozen. Ze hebben stuk voor stuk passie voor de politiek, een flinke dosis idealisme en zijn met een duidelijk doel voor ogen de lokale en vervolgens de landelijke politiek ingegaan. De afgelopen periode hebben ze nauw contact onderhouden met hun lokale of regionale ‘Ik hou erg van de lokale politiek’, vertelt Laura Bromet, sinds juni 2018 Kamerlid voor GroenLinks. Bromet was acht jaar raadslid en vervolgens vier jaar wethouder in Waterland. ‘Je staat dicht bij mensen en het is praktisch.’ Na twaalf jaar lokale politiek was het tijd voor een volgende stap. ‘Ik wist na al die jaren wat iedereen in een debat zou gaan zeggen. Dat is niet goed. Je moet verrast blijven worden en de nieuwsgierigheid moet niet verdwijnen.’ De liefde voor politiek heeft haar naar Den Haag gebracht. Dat geldt ook voor Kelly Regsterschot (VVD), voormalig wethouder in Landgraaf. ‘Ik ben besmet met het politieke virus. Daarnaast wil ik als schakel tussen het regionale en het landelijke fungeren. Ik hamer er telkens op dat Nederland groter is dan de Randstad. De regio kan een oplossing zijn voor verschillende problemen, we hebben volop ruimte, maar willen ook niet het afvoerputje zijn.’ PASSIE Voor Regterschot, die op plek 36 staat, is het overigens nog even afwachten of ze inderdaad vier jaar verder mag. Als de VVD tot het kabinet toetreedt, is dat zeker, maar na ‘verkenners gate’ is haar functie ongewisser. De passie voor politiek was zo groot dat Hilde Palland (CDA) uit Kampen er vier jaar geleden helemaal nog niet mee wilde stoppen. ‘Ik was toen twaalf jaar raadslid Foto: Dijkstra / ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 Foto: Jean-Pierre Jans / ANP-HH Foto: Sem van der Wal / ANP-HH ACHTERGROND 23 ‘Ik ben besmet met het politieke virus’ geweest waarvan negen jaar als fractievoorzitter. Bij ons is de regel dat je na twaalf jaar moet stoppen.’ De kans om naar Den Haag te gaan, heeft ze benut. Al had ze ook haar twijfels. ‘De politiek wordt dan echt je hoofdbaan en Kampen-Den Haag is ver.’ Haar drijfveer om een steentje bij te dragen aan een betere samen leving, heeft de doorslag gegeven om toch voor Den Haag te kiezen. En voor vier jaar bij te tekenen. ‘Toen de Jeugdwet en de Participatiewet bij gemeenten over de schutting werden gegooid, was ik fractievoorzitter in Leudal. In Den Haag wilde ik opkomen voor deze onderwerpen en ervoor zorgen dat er meer geld naar de jeugdzorg gaat’, zegt D66Kamerlid Rens Raemakers, die vier jaar geleden als jongste Kamerlid aantrad. Als jochie van tien wilde hij al Kamerlid worden. ‘Ik ben echt een politiek dier.’ Hij heeft het idee dat hij de afgelopen vier jaar het perspectief van gemeenten in Den Haag heeft kunnen laten horen. ‘Mijn bedoeling was om de echte wereld mee te nemen naar Den Haag en vice versa’, stelt CDA-Kamerlid René Peters, die van 2011 tot 2017 wethouder was in Oss. ‘Als wethouder zag ik dat de kaders voor de jeugdzorg niet duidelijk waren. Dat heeft geleid tot een enorme stijging van de zorgvraag en de huidige tekorten bij gemeenten.’ Als Kamerlid wil hij niet alleen ‘blind geld erbij lappen’, zoals hij het zelf noemt, maar ook kijken wat er aan die oneindigheid van de vraag naar jeugdzorg kan worden gedaan. Jan Paternotte APPEN Via Whatsapp, werkbezoeken, mails, digitale bijeenkomsten en talloze telefoongesprekken houden de van oorsprong lokale politici contact met hun lokale roots. Zo heeft Peters een aparte appgroep rondom de jeugdzorg. ‘Daarnaast leg ik veel werkbezoeken af en bel ik heel veel. Het voordeel van een landelijke partij die ook lokaal veel vertegenwoordigers heeft, is dat de lijnen kort zijn.’ Hij heeft een eigen podcast, website en nieuwsbrief waarvoor hij vooral over de jeugdzorg veel mensen spreekt. Niet alleen lokale politici, maar ook professionals en deskundigen. ‘Die gesprekken helpen me het veld beter te leren snappen. Daar komen vaak lokale vragen uit, waarvoor Den Haag met een antwoord moet komen.’ Ook over thema’s als werk en inkomen, armoede en schulden legt hij zijn oor op verschillende manieren lokaal te luister. Jan Paternotte (D66) haalt veel op tijdens de werkbezoeken die hij aflegt. ‘Ik wil echt weten waar ik het over heb. Je zit hier drie dagen per week opgesloten in het Kamergebouw. De vrijdagen gebruik ik altijd voor werkbezoeken.’ Nu zijn fractie is gegroeid, is het plan om ook op maandagen werkbezoeken af te gaan leggen. Ook belt hij veel met lokale politici. Via app-groepjes met GroenLinksers die lokaal actief zijn, contacten met haar oude collega’s in Waterland en gesprekken met mensen in de supermarkt houdt Laura Bromet voeling met wat er lokaal speelt. Het ‘oude’ netwerk van Hilde Palland is voor het Kampense CDAKamerlid nog steeds een goede bron van informatie. ‘We hebben veel onderling contact. Het helpt echt als je lokaal actief bent geweest. Mensen weten je nog steeds te vinden, en omgekeerd.’ Kelly Regterschot ‘Met ervaring in het lokale bestuur ben je een beter Kamerlid’, stelt Paternotte. ‘Kamerleden die bijvoorbeeld van een ministerie afkomen, denken te veel vanuit de theorie. Met lokale ervaring kun je beter inschatten wat wel en wat niet werkt.’ Paternotte verruilde vier jaar geleden de lokale (Amsterdamse) politiek voor de landelijke, al stond hij ook in 2010 op de landelijke D66-kanditenlijst voor D66. Pia Dijkstra kwam toen met voorkeur
Pagina 24
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 Foto: Phil Nijhuis / ANP-HH Foto: Dirk Hol / ANP-HH 24 ACHTERGROND BESTUUR stemmen de Kamer in, ten koste van Paternotte. ‘Het is goed dat ik toen niet gekozen ben’, blikt hij nu terug. Hij werd raadslid en bij de raadsverkiezingen van 2018 lijsttrekker. Met D66 wist hij de grootste partij in de Amsterdamse raad te worden. Die lokale ervaring komt hem in Den Haag goed van pas, benadrukt Paternotte. ‘Als raadslid en fractievoorzitter liep ik regelmatig tegen problemen aan waar niet gemeenten, maar ‘Den Haag’ over ging.’ Als voorbeeld noemt hij de integratie van nieuwkomers, zoals Syrische vluchtelingen. ‘Zij wilden werken, meedoen en de taal leren, maar ze mochten niets. Behalve tafeltennissen. Ik wilde eerder beginnen met de integratie.’ Mede dankzij de inzet van Kamerlid Paternotte zijn in de nieuwe Wet inburgering de gemeenten straks veel meer aan zet. De wet wordt, zoals het er nu naar uitziet, per 1 januari ingevoerd. POLITIEK SENSITIEVER Ook andere van oorsprong lokale politici zeggen dat de lokale ervaring in Den Haag van meerwaarde is. ‘Ieder Kamerlid staat open voor signalen uit het land. Maar zonder je eigen lokale of regionale netwerk en ervaring als lokaal volksvertegenwoordiger, is het nog uitdagender om je het werk als Kamerlid eigen te maken’, meent Palland. ‘Het is goed om eerst lokaal ervaring op te doen. Je weet hoe je moet debatteren, onderwerpen op de politieke agenda kunt krijgen en amendementen en moties moet schrijven’, stelt Bromet. Ook andere Kamerleden noemen het in de vingers hebben van die politieke basisvaardigheden een pre. ‘Je bent politiek sensitiever’, ervaart Kelly Regterschot. Daarnaast hebben Kamerleden die vanuit de lokale politiek komen meer oog voor de autonome rol en positie van gemeenten en provincies. ‘De Tweede Kamer heeft de neiging om alles vanuit Den Haag te verordonneren, maar we hebben ook de lokale en provinciale democratie’, stelt Bromet. ‘Je moet gemeenten serieus nemen’, vult Rens Raemakers aan. ‘Ik hoop echt dat de volledige Kamer snapt waar gemeenten mee bezig zijn. Het is beter om al aan de voorkant met elkaar in gesprek te gaan.’ De verhoudingen tussen Den Haag en gemeenten moet worden verbeterd, vindt het D66-Kamerlid. Het imago van gemeentekoepel VNG is niet goed. ‘Ze wordt wel eens de Vereniging van Nooit Genoeg genoemd. Dat is jammer, want bijvoorbeeld de tekorten op de jeugdzorg zijn door Den Haag veroorzaakt.’ De uitvoerbaarheid van Haagse wet- en regelgeving staat bij de voormalige lokale politici meer op het netvlies dan bij de andere Haagse collega’s, stelt een aantal geïn‘ Het helpt echt als je lokaal actief bent geweest’ Laura Bromet Rens Raemakers terviewden ‘Ik kijk echt of besluiten die we in Den Haag gaan nemen lokaal werkbaar zijn’, aldus Peters. ‘Ik vind het belangrijk om scherp te krijgen hoe Haags beleid uitpakt’, constateert Bromet. ‘Niet alleen voor gemeenten, maar ook voor boeren, voor natuur. Daar heb ik oog voor. Veel beleid dat tot stand komt, wordt later gerepareerd omdat het schort aan uitvoerbaarheid.’ ‘Je hebt als lokaal politicus met de voeten in de klei gestaan. Daarmee heb je een beter voorstellingsvermogen of iets al dan niet uitvoerbaar is’, vindt Regterschot. ‘Ook kun je knelpunten in het proces beter inschatten en beter uitdenken of gemeenten er baat bij hebben.’ * Bromet, Palland en Regterschot zijn niet direct na de Kamerverkiezingen in 2017 als Kamerlid geïnstalleerd. Bromet volgde op 7 juni 2018 Rik Grashoff op. Palland werd op 29 mei 2019 als Kamerlid geïnstalleerd, nadat Sybrand van Haersma Buma naar Leeuwarden vertrok. Regterschot werd op 25 juni 2019 geinstalleerd. Aanvankelijk ter vervanging van Bente Becker die met zwangerschapsverlof was. Toen Leendert de Lange de Kamer verliet, werd haar tijdelijke benoeming omgezet in een vast lidmaatschap van de Kamer. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 DOOR: KRISTIAN MENNEN DE MINISTERIES SERIE 25 Rond kabinetsformaties worden regelmatig beleidsterreinen ‘overgeheveld’ van het ene departement naar het andere. De geschiedenis achter zo’n proces gaat verder terug dan alleen de laatste formatie en de beste ‘verdeelsleutel’ tussen de coalitiepartners op dat moment. Een reconstructie van de zwerftocht van ‘natuur’ en ‘milieu’. SCHIJNBAAR VERWANTE BELEIDSTERREINEN ALTIJD GESCHEIDEN ‘ RUILVERKAVELING’ OP NATUUR EN MILIEU Departementale herverdelingen worden hier met een agrarische beeldspraak ‘ruilverkavelingen’ genoemd: het gaat immers om het herschikken van ‘percelen’ over verschillende eigenaren om een efficiënte en logische bedrijfsvoering mogelijk te maken. Waarom vallen sommige beleidsterreinen tegenwoordig samen onder één departement, en andere niet? Om te laten zien hoe processen van ‘ruilverkaveling’ verliepen, volgen we de weg van ‘natuur’ en ‘milieu’ door het Nederlandse overheidsapparaat. Deze schijnbaar verwante beleidsterreinen maakten in de loop van de tijd deel uit van een groot aantal ministeries, maar vielen nooit onder één en hetzelfde departement. In het begin van de twintigste eeuw werd ‘natuur’ nog niet als apart beleidsterrein beschouwd. De bestaande natuur-gerelateerde wetten, zoals de Vogelwet, Jachtwet of Boswet, hadden meestal raakvlakken met de landbouwsector. Ze vielen daarom onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken, totdat Landbouw en Visserij in 1935 een apart departement werd. Wetenschappelijke genootschappen en andere maatschappelijke organisaties ontwikkelden intussen een heel andere framing. Volgens hen was de ‘unieke wetenschappelijke waarde’ van natuurgebieden het voornaamste argument om ze te behouden. Ze presenteerden natuurbescherming, met andere woorden, als een ‘wetenschappelijk belang’, en kaartten dit aan bij de voor wetenschap verantwoordelijke minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (OKW). WEDERZIJDS VIJANDBEELD Natuurbescherming viel dus formeel onder de minister van Binnenlandse Zaken c.q. Landbouw, maar het ministerie van OKW hechtte meer belang aan het thema. Dat leidde soms tot rare situaties. Beide departementen werden het in 1929 bijvoorbeeld niet eens over een ontwerp-natuurbeschermingswet en bereidden vervolgens maar twee concurrerende (!) wetsontwerpen voor. Pas in 1946 werd een oplossing gevonden en werd de verantwoordelijkheid voor ‘natuur’ overgeheveld naar OKW. De uitvoerende buitendienst Staatsbosbeheer bleef officieel onder Landbouw vallen, maar haar werk voor natuur- en landschapsbeheer werd voortaan betaald vanuit de OKW-begroting. Het ‘ruilverkavelingsblok’ ‘cultuur en wetenschap’ werd in 1965 opnieuw ingedeeld. Het ministerie van OKW werd opgesplitst, en ‘natuurbescherming’ kwam bij het nieuwe departement van Cultuur, Recreatie en DE MINISTERIES Historici van de Radboud Universiteit staan in deze serie stil bij de geschiedenis van belangrijke ministeries. Wat moeten de bewindspersonen over hun ministerie weten? Deel 2: Natuur en Milieu Maatschappelijk Werk (CRM) terecht. De medewerkers van de nieuwe hoofddirectie Natuurbescherming en Openluchtrecreatie waren een bonte mix van carrière-ambtenaren, jonge afgestudeerden uit Wageningen, vogelaars, botanici en bevlogen natuurbeschermers. Hun profiel bepaalde jarenlang de interne ‘organisatiecultuur’ op het departement. ‘Natuurbescherming’ en ‘landbouw’ kwamen in de jaren vijftig en zestig regelmatig met elkaar in aanvaring over de inrichting
Pagina 26
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 26 SERIE DE MINISTERIES van het landelijk gebied. De landbouwsector maakte ingrijpende veranderingen door als gevolg van de ontginning van ‘woeste gronden’, schaalvergroting, mechanisatie en (jawel) ruilverkaveling, terwijl CRM juist grote bedragen uittrok om ‘bedreigd natuurschoon’ aan te kopen. De departementen van CRM en Landbouw hadden weinig belangstelling voor elkaars expertise of ideeën over de toekomst van het landelijk gebied, en ontwikkelden gaandeweg zelfs een wederzijds vijandbeeld. Staatsbosbeheer, dat vanuit twee verschillende begrotingsposten werd betaald, was daarvan het voornaamste slachtoffer. EXTRA MINISTERSPOSTEN De geschiedenis van de ‘ruilverkaveling’ van het beleidsterrein ‘milieu’ ziet er weer totaal anders uit. Dat heeft veel te maken met de maatschappelijke organisaties achter de respectievelijke lobby’s. De Nederlandse Vereniging tegen Water-, Bodem- en Lucht veront reiniging had maar weinig binding met de ‘traditionele’ natuurbeschermingsorganisaties, die van hun kant vonden dat ‘milieu’ niet tot hun kerntaak behoorde. Pas in 1972 kwam met de Stichting Natuur en Milieu de eerste officiële samenwerking tussen de twee ‘velden’ tot stand. Rond de verkiezingen van 1971 stond het milieu meer in de belangstelling dan ooit tevoren. Mensen maakten zich steeds meer zorgen over de sterk toenemende lucht-, water- en bodemverontreiniging, over kernenergie, straling en giftige stoffen. ‘Milieu’ werd daarbij geframed als onderdeel van ‘volksgezondheid’ en niet geassocieerd met ‘natuur’. De expertise voor deze problemen zat immers bij de Inspectie Milieuhygiëne – niet bij de natuurbeheerders bij Staatsbosbeheer. Toen er tijdens de moei zame formatie van het kabinet-Biesheuvel twee extra ministersposten ‘nodig’ waren, werd het nieuwe beleidsterrein ‘milieu hygiëne’ daarom met het perceel ‘volks gezondheid’ gecombineerd tot het nieuwe ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne (Vomil). Het werk van Vomil bleef in de volgende jaren achter bij de hoge verwachtingen. Aan de ene kant lag dat aan het overwicht van Volksgezondheid binnen het nieuwe departement. Aan de andere kant was Milieuhygiëne als ‘nieuw’ beleidsterrein afhankelijk van de medewerking van andere departementen. Ruimtelijke Ordening was bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de planning van nieuwe woonwijken en industriegebieden, terwijl waterkwaliteit mede onder Verkeer en Waterstaat viel. De coördinerende functie van Milieuhygiëne tussen de verschillende beleidsterreinen Binnenlandsche Zaken 1935 Landbouw en Visscherij 1937 Economische Zaken Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (OKW) 1945 1965 Onderwijs en Wetenschappen Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM) Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 1982 1982 Welzijn, 1989 Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) (vanaf 2003: Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) 2010 Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 2017 Natuur Milieu Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) Economische Zaken en Klimaat 2010 Infrastructuur en Milieu 2017 Infrastructuur en Waterstaat Economische Zaken Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) Volksgezondheid en Cultuur Verkeer en Waterstaat Volksgezondheid en Milieuhygiëne (Vomil) Landbouw en Visserij Sociale Zaken en Volksgezondheid 1971 1939 Handel, Nijverheid en Scheepvaart was dus sterk afhankelijk van het ‘gewicht’ van de eigen minister in de ministerraad. SPANNING BINNENSKAMERS In het kader van het project ‘reorganisatie rijksdienst’ werd al bij de formatie van 1981 over een departementale herverkaveling gesproken, maar dat stond toen nog haaks op de gewenste ‘verdeelsleutel’ tussen de vijf partijen in de nieuwe coalitie. Een grootschalige ‘ruilverkaveling’ kwam er daarom pas met het eerste kabinet-Lubbers in 1982. Milieuhygiëne werd losgemaakt van Volksgezondheid en toegevoegd aan het nieuwe ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). ‘Natuur’ werd overgeheveld van CRM (dat als zodanig werd opgeheven) naar Landbouw en Visserij. Het idee achter de nieuwe indeling was om naast het aantal ministeries ook hun onderlinge ‘breukvlakken’ te verminderen. De spanningen tussen ‘landbouw’ en ‘natuurbescherming’, en tussen de beleidsterreinen Milieuhygiëne en Ruimtelijke Ordening, zouden voortaan binnenskamers kunnen worden opgelost. De natuur- en milieuorganisaties waren ‘verbijsterd en geschokt’ over de ‘verhuizing’. Volgens hen stonden de belangen van natuur en milieu haaks op de ‘op de produktie gerichte doelstellingen’ van het ministerie van Landbouw. De staf van Vomil, de ambtenaren bij CRM en medewerkers van Staatsbosbeheer sloten zich opmerkelijk genoeg ook aan bij dit verzet. Volgens hun collectief zelfbeeld verdedigden zij immers de ‘immateriële belangen’ van het Nederlandse volk tegen de ‘materiele belangen’ van onder andere de landbouwsector. Was het niet beter om dat fundamentele conflict op het niveau van de ministerraad uit te vechten? De Tweede Kamer bleek in 1982 gevoelig voor deze argumenten, en de regering beloofde dan ook dat natuurbehoud en openluchtrecreatie een ‘herkenbare organisatorische eenheid’ binnen hun nieuwe departement zouden blijven. Ook bij het nieuwe ministerie van VROM werden de ‘verschillende culturen’ uit voorzorg apart gehouden. In de praktijk ging de integratie van beleidsterreinen in hun nieuwe omgeving met de nodige spanningen gepaard. De volgende grote herschikking vond plaats met het aantreden van het kabinet-Rutte I in 2010. Het departement van Economische Zaken werd enorm uitgebreid en fuseerde met Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De verantwoordelijkheid voor het beleidsterrein ‘milieu’ ging na de opdeling van het deparBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 SERIE 27 tement van VROM dan weer naar het fusieministerie van Infrastructuur en Milieu. In het kabinet-Rutte III (vanaf 2017) kwam er weer een aparte minister voor LNV. ‘Natuur’ en ‘milieu’ bleven echter gescheiden, terwijl ‘klimaat’ een plek kreeg onder de minister voor Economische Zaken en Klimaat. STIKSTOFPOLITIEK De wondere wegen van ‘natuur’ en ‘milieu’ door het Nederlands bestuurlijk apparaat zijn achteraf gezien niet onlogisch. Zelfs de maatschappelijke organisaties die aandrongen op bescherming van de natuur of het leefmilieu vonden tot in de jaren zeventig dat beide thema’s weinig met elkaar te maken hadden. Sinds de eerste afbakening (‘verkaveling’) gaven de betrokken ambtenaren vorm en kleur aan de beleidsterreinen ‘natuur’ en ‘milieu’. Hun interne ‘organisatiecultuur’ ging uit van een scherpe belangentegenstelling met het werk van ‘landbouw’, maar gaf tegelijkertijd weinig ruimte aan affiniteit tussen ‘natuur’ en ‘milieu’ onderling. Bij het schrijven van deze tekst was nog niet duidelijk welke plek ‘natuur’ en ‘milieu’ na de regeringsformatie van dit jaar zulCOLUMN JAN VERHAGEN len krijgen. Wellicht komt er opnieuw een kavelruil, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat beide beleidsterreinen voor de eerste keer ooit onder dezelfde minister zullen vallen. De traditionele ‘kavelscheiding’ hoeft een optimale vormgeving en uitvoering van beleid overigens niet in de weg te staan. Als ministers en ambtenaren maar niet in conflict raken over de juiste ‘kavelgrenzen’, kunnen hun overheidsdiensten prima samenwerken voor de uitdagingen van de toekomst. Het belang van de juiste ‘ruilverkaveling’ van beleidsterreinen zien we terug in de actuele ‘stikstofcrisis’, waarin ‘natuur’ en ‘landbouw’ opnieuw lijnrecht tegenover elkaar lijken te staan. Carola Schouten MEER LEZEN: • C. van Baalen et al. (red.), Natuur, milieu, klimaat. Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2019 (Amsterdam 2019). • S. Keulen, Monumenten van beleid (Hilversum 2014) 179-230. • H.T. Siraa et al., Met het oog op de omgeving. Een geschiedenis van de zorg voor de kwaliteit van de leefomgeving. Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (1965-1995) 227-310. verkeerde als minister van LNV in het kabinet-Rutte III namelijk in de ondankbare positie dat ze verantwoordelijk was voor beide kampen. Zowel boeren als natuurbeschermingsorganisaties vonden dat ‘hun’ minister niet afdoende opkwam voor hun belangen. Toch lijkt het onwenselijk om terug te gaan naar afzonderlijke departementen voor ‘natuur’, ‘milieu’ en ‘landbouw’, in plaats van een gemeenschappelijk ministerie. Directe concurrentie tussen ministers die elk hun eigen wetsvoorstellen naar voren schuiven, levert vast mooi politiek vuurwerk op in de ministerraad. Maar voor een compromis over de ‘stikstofpolitiek’ – een compromis dat bovendien voor de rechter en de Raad van State moet standhouden – is die constructie waarschijnlijk minder zinvol. Bijna alle relevante kennis, expertise en contact met het maatschappelijk middenveld rondom de ‘stikstofcrisis’ is op dit moment ondergebracht bij één departement. De volgende minister van LNV heeft dus in principe alle troeven in handen om de ‘stikstofcrisis’ op te lossen. Kristian Mennen is onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen. UITGEGUMD Hé, een rectificatie in de Staatscourant. Het rijk heeft een besluit verkeerd gepubliceerd, en herstelt dat. In het ‘Instellingsbesluit Stuurgroep Maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet’ worden de woorden ‘vertegenwoordigers van jeugdhulpaanbieders’ geschrapt. Uitgegumd. Die woorden zijn er blijkbaar per ongeluk ingekomen. Door een Haags spooktypemachine. Foutje. Kan gebeuren, toch? Toch heb ik maar even dat besluit opgezocht. Staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid besluit dat er een stuurgroep komt die moet zorgen dat de kosten van de Jeugdwet beheersbaar worden. Hij wil of kan immers de gemeenten niet 1,5 miljard euro per jaar extra geven – dat is wat ze nu daaraan tekort komen. In die stuurgroep zitten hoge ambtenaren van het rijk, de VNG en van twee gemeenten. De stuurgroep laat zich bijstaan door een werkgroep. Die werkgroep bestaat uit lagere ambtenaren van het rijk, de VNG en die twee gemeenten. Blijkbaar heeft de staatssecretaris nooit besloten dat er ook vertegenwoordigers van jeugdhulpaanbieders in de werkgroep zaten. Daarom zijn zij nu uitgegumd. Uiteraard heb ik even doorgezocht. Dan vind ik een verklaring op de site van de branchevereniging Jeugdzorg Nederland: ‘De Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd stoppen met hun medewerking aan het traject dat de uitvoering van de Jeugdwet financieel beheersbaar moet maken. De branches vinden de opdracht van de stuurgroep te beperkt. Die is te veel gericht op bezuinigingen en te weinig op inhoudelijke verbeteringen. Ook krijgt de werkgroep te weinig tijd. En er zijn te weinig gegevens voor goed onder‘ Het is geen echte rectificatie’ bouwde keuzes. Verder vinden de branches oplossingen nodig voor het stagneren van de uitstroom uit de jeugdhulp, waardoor de kosten oplopen. En ze willen blijven inzetten op preventie.’ Het was dus geen foutje van het rijk. In de Staatscourant staat geen rectificatie maar een falsificatie. Het uitgummen is bewuste geschiedvervalsing om te verhullen dat de vertegenwoordigers van jeugdhulpaanbieders niet meer willen meewerken. De staatssecretaris heeft niet de moed om de waarheid te spreken en de discussie hierover aan te gaan. In de financiële verhouding is de waarheid voor het rijk geen optie meer. De rot bij het rijk zit diep van binnen.
Pagina 28
28 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: SHUTTERSTOCK Klimaatverandering wordt vooral geassocieerd met de stijgende zeespiegel. Droogte vormt volgens René Didde in Nederland sluipenderwijs een net zo nijpend probleem. De wetenschapsjournalist schreef er een verhelderend boek over. Met oplossingen. BOEK WETENSCHAPSJOURNALIST RENÉ DIDDE WATER PARKEREN TEGEN DE DROOGTE René Didde zag het als hobbyende wijnboer op zijn Zuid-Franse wijngaard gebeuren. Na jaren van hard werken en investeren verschenen in 2009 flink sappige druiven aan de ranken. Maar die blaadjes eromheen – werden die niet verdacht snel bruin? Het was de droogte, kreeg hij van lokale collega-wijnmakers te horen. Die greep daar vlak boven de Pyreneeën zomer na zomer verder om zich heen. Het extreme weer vertaalde zich de jaren nadien een paar keer in hagelstenen die het kwetsbare fruit teisterden. Zo werd Didde door de Franse natuur al vroeg gewezen op het veranderende klimaat, ruim BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 29 ‘ Met een stuk of zes waterhouderijen lost Aa en Maas de droogte op’ droogteperiodes beter doorkomen door dat water te parkeren, vast te houden, weg te zetten, te infiltreren – afijn, ik heb er tientallen woorden voor in mijn boek.’ voordat het hier bij ons in de gortdroge zomer van 2018 een issue zou worden. Nu ligt er Nederland Droogteland, een boek dat voor het eerst de uitdagingen op het gebied van droogte in kaart brengt waar we voor staan. ‘Het klimaatprobleem is een veelkoppig monster en gaat veel verder dan alleen die apocalyptisch stijgende zeespiegel’, zegt Didde, al jaren werkzaam als wetenschapsjournalist voor onder meer de Volkskrant en Binnenlands Bestuur. Droogte heeft meerdere gezichten. Het westen en noorden kampen met verzilting door oprukkend zeewater bij een lage waterstand in de rivieren. De veengrond klinkt er in, steden verzakken. Didde: ‘De dijken krijgen steeds meer water te verduren van zee, en de badkuip achter de dijk wordt intussen alleen maar dieper.’ In het zuiden en oosten verdorren de hoger gelegen zandgronden bij gebrek aan regen. ‘Tot voor kort was droogte in het klimaatbeleid een ondergeschoven kindje. Maar ik verzeker je: het wordt een blijvertje.’ STOFFIG LAND En toch is het in zijn boek bepaald nog niet alarmfase één. Het is gezien de dreigende omstandigheden eigenlijk opvallend monter van toon. Dat komt door de wetenschap dat er in Nederland tegenwoordig per saldo niet minder, maar méér regen valt dan vroeger. Maar ja, zegt Didde, ‘dat gebeurt vooral in het najaar en in de winter, als we er geen bal aan hebben. Dan zijn de landbouwgewassen al geoogst en ligt de natuur in winterslaap.’ Droogte is hier dus primair een verdelingsvraagstuk. Dat was wat hem erin fascineerde: ‘Ik dacht: laat ik eens een zoektocht ondernemen op basis van het feit dat het meer regent, maar dat het water op de verkeerde momenten en op de verkeerde plaatsen valt. Hoe kunnen we in Nederland de STOFFIG LAND Die zoektocht voert hem in Nederland Droogteland langs de uiteenlopende particulieren, partijen en gremia die de droogte bevechten. De boerenbedrijven, waar het schaarse water noodgedwongen over de blakerende akkers wordt gesproeid. De oververhitte, versteende steden. Vaak laat Didde zich op zijn tochten vergezellen door lokale droogteexperts, die hem de schellen van de ogen doen vallen. Zoals Corine Geujen van Natuurmonumenten, die hem vorig voorjaar door de Dommeldelta leidt. ‘Stoffig land. De zomer moest nog beginnen, maar in Brabant hadden ze toen al drie opeenvolgende droge jaren achter de rug. De natuur is dan de eerste verliezer, de boeren staan op plek twee. En dan moet je weten dat het een kletsnatte winter was geweest. Begin april hieven de Brabantse waterschappen het verbod op beregening voor boeren op, terwijl er toen al sprake was van droogte in de natuur. Daar in Brabant zag ik hoe hard het water in de Dommel bovenstrooms naar beneden roetsjt. Fijn voor de kayakkers, slecht voor de natuur. De beek is eeuwenlang rechtgetrokken, het water wordt daar totaal niet vastgehouden.’ De wetenschapsjournalist schreef, ook in dit magazine, al geregeld over technische innovaties die dat vasthouden van water mogelijk maken. De op te pompen ‘skippybal’ die in droge tijden een duiker afsluit (‘Ik heb dat woord misschien wel verzonnen’). De ondergrondse waterbergingen in grote steden, zoals die bij het Rotterdamse Sparta-stadion van waaruit voetbalvelden kunnen worden besproeid. ‘Je zet water weg in aquifers op vijftien, zestien meter diepte. Het kan op veel meer plaatsen dan we denken.’ Net zoals je hogerop aan de Rijn in Duitsland extra waterbuffers in de vorm van ondergelopen polders kunt creëren die je in tijden van droogte kunt benutten. ‘Maar ik kwam er gaandeweg achter: dit probleem krijg je er niet onder met de optelsom van alle denkbare technische oplossingen.’ Meer dan een kwestie van techniek is droogte volgens Didde een bestuurlijk probleem. Een regionale opgave, benadrukt Didde, ‘maar wel uit te voeren onder een landelijke paraplu.’ Centrale gedachte: ‘We moeten niet langer het grondwaterpeil aanpassen aan de bestaande functies in een gebied. Je moet precies omgekeerd redeneren: dat je de functies ent op het beschikbare waterpeil. Dus ja, het moet regionaal worden uitgewerkt door een bestuurlijke entiteit tussen waterschap en provincie in. In samenspraak met lokale gebiedsregisseurs. En daarbij gesteund door de Deltacommissaris of een ministerie. Want we kunnen veel en je struikelt over de technische oplossingen voor droogte, maar waar het aan ontbreekt is ruimtelijke regie.’ Regie die de uiteenlopende opgaven – energietransitie, woningbouw, natuur, recreatie, landbouwhervorming en droogte – combineert en in samenhang oppakt. CROSSOVERS Lokaal ziet Didde al de eerste, veelbelovende crossovers. ‘Neem het plan van het waterschap Aa en Maas om een waterhouderij op te richten: een groot bekken waarin water wordt weggezet als appeltje voor de dorst. De omliggende boeren kunnen daar in geval van nood uit putten. De natuur wordt ermee bevloeid. Maar het zijn ook schitterende recreatiegebiedjes. En je kunt er misschien wel een aqua thermiebassin bij doen. Met een stuk of zes van die waterhouderijen zou Aa en Maas de regionale droogte in de zomer een heel eind helpen oplossen. Het is toch eigenlijk idioot dat we dat nog niet doen?’ Begin op de droogste plekken, adviseert Didde. En neem tegelijk maatregelen tegen de ergste waterslurpers in het gebied. ‘Het besef dat je eigenlijk geen bloembollenteelt moet toestaan op het droge Drentse plateau is er al jaren. En toch is het Drents bloembollenareaal sinds het jaar 2000 verviervoudigd. Rara? Dus ja: lokaal ligt de eerste oplossing. Mits gesteund door iemand die droogtebestrijding op landelijk niveau voor elkaar bokst.’ Zal het genoeg zijn om hier Zuid-Franse toestanden te voorkomen? ‘Ik denk dat we het voor elkaar kunnen krijgen.’ ‘Nederland Droogteland’, uitgeverij Lias. Prijs: € 19,99. www.nederlanddroogteland.nl.
Pagina 30
30 ACHTERGROND HANDHAVING DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: JORIS VAN GENNIP / ANP-HH Hoe kunnen relschoppende tegenstanders van de avondklok worden aangepakt? Of drugsrunners? Veel gemeenten verkiezen een selectieve aanpak, gebaseerd op strafrecht of bestuursrecht. Volgens advocaten Heleen Peters en Cees van de Sanden werkt een bredere juridische scope beter. ‘Voor gemeenten is dat een eyeopener.’ COMBINEREN DISCIPLINES EYEOPENER VOOR GEMEENTEN ‘ ZET HET RECHT ZO EFFECTIEF MOGELIJK IN’ AVONDKLOK Een lid van de Mobiele Eenheid bewaakt een slagerij bij rellen in Amsterdam-Osdorp BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 31 ‘ Drugsrunners kun je ook aanpakken via het bestuursrecht’ Hoe kun je de instrumenten die je tot je beschikking hebt, inclusief civielrechtelijke, het beste inzetten? Onze boodschap is: doe dat niet enkel ad hoc, maar kijk veel meer aan de voorkant naar instrumenten in de gereedschapskist: wat wil je wanneer doen? Maak een plan.’ De avondklokrellen liggen vers in ieders geheugen. Het waren ernstige verstoringen van de openbare orde die vooral strafrechtelijk werden benaderd, gericht op het aanhouden en vervolgen van daders. Burgemeesters kunnen meer doen aan het tegengaan van verstoringen en schade door al in een eerder stadium proactief gebruik te maken van bestuursrechtelijke bevoegdheden, zoals het toepassen van een noodverordening of een gericht noodbevel. Zij voeren dan meer regie en politie en Openbaar Ministerie hebben meer houvast. Schade achteraf kan uitstekend en snel via het civiel recht worden verhaald. Die proactieve en meer integrale aanpak van bestuursrecht, strafrecht en civiel recht loont, is het pleidooi van stafrechtadvocaat Heleen Peters en bestuursrechtadvocaat Cees van de Sanden die samen een advocatenkantoor bestieren. Peters is ook gemeenteraadslid voor een lokale partij in Nieuwegein. Die combinatie van werkzaamheden leidt volgens haar tot een interessante wisselwerking. ‘In de raad treed ik op als raadslid, niet als advocaat. Ik functioneer daar als raadslid, maar weet als advocaat hoe het in andere gemeenten aan toegaat. Dat maakt het werk als raadslid gemakkelijker, want je hebt een beter overzicht. We kennen veel praktijkvoorbeelden.’ Van de Sanden is niet politiek actief, maar werkte eerder als bestuurlijk-juridisch adviseur voor een provincie. Hun advocatenkantoor richt zich vooral op handhavingszaken, vertelt hij. ‘Het zijn vaak complexe zaken die op het bord van de burgemeester liggen.’ Handhaving van de openbare orde is bestuursrechtelijk te benaderen (via een noodverordening of -bevel), maar ook strafrechtelijk, met een rol voor het Openbaar Ministerie. ‘Wij bekijken zaken niet vanuit één richting, maar benaderen ze integraal. Welk doel wil je bereiken? INTEGRALE VISIE Peters en Van de Sanden prediken een integrale visie op handhaving. Daarbij wordt nagegaan welk instrument het best kan worden ingezet gegeven de aard en de ernst van de overtreding en het doel van de handhaving. Burgemeesters met wie Peters en Van de Sanden hebben gesproken erkennen het belang van zo’n aanpak en dat daar nog ruimte is voor verbetering. De aanpak hangt niet alleen af van de achtergrond of de juridische kennis van de burgemeester, ook de omvang van de organisatie en het specifieke onderwerp is van belang. Van de Sanden wijst erop dat een kleine gemeente minder specialistische juridische kennis in huis heeft dan een grotere. ‘Een grote stafafdeling heeft meer juristen. Kleine gemeenten kloppen soms aan bij de grotere broer in de regio, maar die hebben ook lang niet altijd tijd. Zij kunnen dan niet meteen mee de diepte in.’ Niet alleen vanuit het perspectief van het bestuursrecht kijken, maar dat perspectief combineren met een straf- en/of civielrechtelijke aanpak is een eyeopener voor gemeenten, aldus de advocaten. ‘En ook voor het Openbaar Ministerie. Officieren van Justitie zijn vaak vanuit de klassieke strafrechtelijke manier opgeleid. Dat kan ook ‘ BURGEMEESTERS HEBBEN DIVERS GEREEDSCHAP’ ‘Belangrijk startpunt is dat het strafrecht er is om te straffen en het bestuursrecht om oneigenlijke situaties te stoppen’, zegt Lochems burgemeester (en bestuurslid van burgemeestersgenootschap NGB) Sebastiaan van ’t Erve in een reactie op het advies van Van der Sanden en Peters. ‘Dat kan gaan om een hond die poept waar het niet mag of sluiting van panden via de Opiumwet. Er is wel samenhang tussen bestuursrecht en strafrecht. Zo zou bij de sluiting van een drugspand via het bestuursrecht, waarmee de aanloop van en naar het pand wordt gestopt, een verdachte ook kunnen worden veroordeeld door de strafrechter om de aanwezigheid van verboden middelen.’ Burgemeesters zijn volgens Van ’t Erve geen strafrechtdeskundigen. ’Ik kan me voorstellen dat er casussen zijn, waarbij je je afvraagt: welk instrument pakken we? Kijken we vanuit het Openbaar Ministerie of vanuit de bestuursrechtelijke rol van de gemeente? Dat kan best ingewikkeld zijn. Ik ben niet zo’n fan van kiezen voor bestuursrecht vanwege het feit dat het strafrecht overbelast is. Als strafrecht op zijn plek is, moet je dat organiseren en optreden. Het bestuursrecht kan dan een instrument zijn, maar dat vergt zorgvuldige weging of samenwerking. Een goed voorbeeld is iets uit elkaar te trekken: wil je dat een rechter een straf oplegt of is het doel om een maatschappelijk fenomeen bij te buigen? Welke mogelijkheden heb je dan? Dat overleg moeten we zeker voeren met elkaar. Je kunt slim aanvullen en andere doelen bereiken dan een enkele.’ Voor dat overleg en die afweging ziet van ’t Erve de driehoek als de juiste plek. ‘Wat vinden we wenselijk en van toepassing? Als het enige instrument de hamer is, is ieder probleem een spijker. We hebben divers gereedschap, dus waar kunnen we dat het beste toepassen en voor welke oplossing? Ik hoop overigens dat we daar niet alleen in de driehoek over praten, maar ook in de samenleving. Vanuit het NGB ondersteunen we burgemeesters actief, want dit zijn snel ontwikkelende systemen. In Oost-Nederland zie ik veel mensen vanuit het OM die op verzoek langskomen en kennis delen.’
Pagina 32
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 32 ACHTERGROND HANDHAVING binnen een paar weken op de deurmat. Zo hebben we frustraties kunnen wegnemen. Het is fijn om te weten dat het ook op deze manier kan. Laat die twee dus hand in hand gaan. Denk meer ‘en-en’ dan ‘of-of’.’ anders.’ Over het algemeen werkt het strafrecht enigszins traag en is er een capaciteitstekort. ‘De prioriteitstelling van het OM bepaalt de zaken die worden aangepakt. Dat zet een rem op het inzetten van het strafrecht.’ Hij wil niet zeggen dat het niet wordt ingezet, ‘maar het is wel een groot nadeel’. ‘Drugsrunners bijvoorbeeld, die kun je niet alleen overdragen aan justitie, maar ook aanpakken via het bestuursrecht.’ Goed contact met de gebiedsofficier en binnen de driehoek is daarvoor essentieel, aldus Peters. ‘Als dingen niet voortvarend genoeg worden opgepakt, maar er is goed contact met de gebiedsofficier, kunnen ze toch in een stroomversnelling komen.’ Als een burgemeester wil dat justitie toch iets met lachgas doet, kun je voorstellen om een strafbeschikking in te zetten. Die ligt GEBIEDSVERBOD Van de Sanden wijst niet alleen op de prioriteitstelling bij het OM, maar ook op de capaciteit. ‘Je kunt niet alles à la minute oppakken. Als je kijkt naar het resultaat bij drugsrunners: na een veroordeling zit iemand heel kort achter de dikke deur, komt daarna met grotere status naar buiten en gaat gewoon weer door. Het is dan effectiever om een gebiedsverbod in te stellen. Als hij dat overtreedt, volgen boetes van duizenden euro’s. Dan tref je iemand harder.’ Dat is die effectiviteit: hoe bereik je je doel het beste. Probeer buiten de vaste kaders te denken, wil Van de Sanden zeggen, zoals het civiel recht. ‘Soms kun je met een kort geding sneller iets bereiken dan met bestuurs- of strafrecht. Dat vergt een andere manier van denken. Officieren worden nog op de klassieke manier opgeleid, maar ADVERTENTIE het zou goed zijn als ook in de opleiding hier beter naar wordt gekeken.’ De aanpak hangt toch ook af van de achtergrond, kennis en ervaring van de burgemeester. ‘De ene zoekt stevig grenzen op, de andere is van de rustig getrapte manier. De ene burgemeester wil zelf regie houden, de ander wil zaken zo snel mogelijk oplossen en alle varianten verkennen’, merkt Van de Sanden. Peters benoemt ook de omvang van de gemeente. ‘Kleinere gemeenten hechten veel waarde aan sterke sociale controle. Daar is de drempel minder hoog om aan te bellen bij mensen: wat is er aan de hand? Wat zit erachter? In grote gemeenten zie je meer symptoombestrijding. Er is geen capaciteit om problemen van dichterbij te bekijken.’ Ook de driehoek kan meedenken, want die kent het gebied, de mensen en de issues. ‘Heb als bestuurder niet het idee dat je het alleen moet oplossen, schroom niet om breder te kijken. Bij acute situaties kan een giftig mengsel ontstaan. Als je daar van tevoren over hebt nagedacht, kun je de opties in beeld brengen in plaats van dat je reflexmatig ad hoc beslissingen neemt.’ Geen Kamerzetel voor jou? Zet je talenten elders in! re-integratie loopbaancoaching executive coaching Van Ede & Partners is preferred supplier voor de begeleiding van voormalig politieke ambtsdragers. Meer informatie? Bel 020 673 40 39 www.vanede.nl AMSTERDAM | ARNHEM | BREDA | DEN HAAG | EINDHOVEN | ENSCHEDE | GRONINGEN | MAASTRICHT | ROTTERDAM | ZEIST | ZWOLLE BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO: OLIVIER MIDDENDORP / ANP ACHTERGROND 33 Het gehackte Hof van Twente vormt geen uitzondering. Criminelen kunnen elke gemeente raken. Ict-expert Brenno de Winter over tekortschietende stuurinformatie, een gebrek aan kennis in het college en een te gesloten bedrijfscultuur. ICT-EXPERT BRENNO DE WINTER: ‘ HACKERS BIJ GEMEENTEN AL BINNEN’ Op het ene moment lijkt alles in orde, op het andere moment blijkt het oorlog te zijn én de vijand al binnen. Wie de vijand is die de gemeente Hof van Twente binnenviel, is nog niet duidelijk. Duidelijk is wel dat gemeenten zich nog te weinig realiseren dat ze online inmiddels tegenover serieuze tegenstanders staan. Wie de zaken niet goed op orde heeft, is kwetsbaar. Hof van Twente heeft de pech nu het boegbeeld te zijn van die digitale kwetsbaarheid. Er ging zeker een hoop mis. Velen wijzen op het wachtwoord ‘Welkom2020’ waarmee de hacker toegang kreeg. Uit het forensisch onderzoek van cyberveiligheidsbedrijf NFIR bleek dat er miljoenen inlogpogingen zijn gedaan, een aanval met brute force oftewel brute kracht. Dat wijst er volgens NFIR op dat het wachtwoord simpelweg is geraden door veel te DE WINTER: ‘ Je moet niet beveiligen als Hof van Twente, maar als Defensie.’ proberen. ‘Iedereen heeft het over dat wachtwoord, maar eigenlijk vind ik dat niet het belangrijkste’, zegt Brenno de Winter. De ict-deskundige schreef een duidend rapport om de bredere context van het forensisch onderzoek te schetsen. ‘Al was het een briljant wachtwoord geweest, het RDP stond open. Dan ligt de wereld aan je voeten.’ Met het RDP, oftewel Remote Desktop Protocol, kan een computer op afstand worden bediend. Als het niet nodig is om zo’n poort toegankelijk te maken vanaf het internet, doe het dan niet. En als het wel nodig is, zorg dan dat meerfactor-authenti
Pagina 34
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 34 ACHTERGROND ACHTERGROND ‘ Organisaties werken vanuit de Jericho-gedachte: buiten is onveilig, binnen is veilig’ catie aanwezig is. Dat voorkomt dat aanvallers simpelweg kunnen blijven raden. Zo kwam de vijand binnen. ‘NFIR heeft door middel van forensisch onderzoek vastgesteld dat de aanvallers initieel toegang hebben gekregen tot het netwerk van de gemeente op 9 november 2020’, schrijft het bedrijf. Vervolgens probeerden de aanvallers stapje voor stapje de omgeving te verkennen. ‘Bij de hack van Lochem duurde dat maandenlang’, zegt De Winter. ‘Bij Hof van Twente was het een kwestie van weken. Als je in kleine stapjes doet, langzaam de aanval uitvoert en de rechten oprekt, dan is de kans kleiner dat je wordt gedetecteerd.’ Het account dat de hackers overnamen had bovendien de gebruikersrechten van een systeembeheerder. Hierdoor konden de hackers onmiddellijk het volledige beheer van het netwerk overnemen. Een betere organisatie van de rechtenstructuur had dit kunnen voorkomen. GROTE PIJN Het netwerk was niet opgedeeld in segmenten, dus de hackers konden van de ene server naar de andere. NFIR schrijft: ‘Deze situatie had voorkomen kunnen worden door de servers op netwerkniveau van elkaar te scheiden (microsegmentatie) en enkel onderlinge communicatie toe te staan waar noodzakelijk.’ De hackers konden ook bij de servers waar back­ups op stonden en die verwijderen. De Winter: ‘Daar zit de grote pijn. Een overheid moet eigenlijk zeer regelmatig offline op een aparte locatie een back­up maken. Als je dat fatsoenlijk doet, ben je nooit meer dan een dag kwijt.’ Het ging snel op 30 november. Vanaf tien Gemeentehuis Hof van Twente uur ‘s avonds uur worden verschillende systemen versleuteld en virtuele servers verwijderd. Kort na middernacht hebben de hackers hun doel bereikt. Op de lokale printers wordt een losgeldbrief uitgeprint. Vervolgens verwijderen ze de printerservers. Burgemeester Ellen Nauta besluit niet te betalen – dat is het gangbare beleid. Bovendien wil ze dit criminele verdienmodel niet in stand houden. ‘Het is heel bewonderenswaardig hoe Nauta is gegroeid door deze crisis’, vertelt De Winter. ‘Ze is het echt gaan begrijpen.’ Maar hoe kon deze situatie het college zo verrassen? Waren er geen signalen dat de beveiliging niet goed op orde was, dat er iemand aan het rondneuzen was in de systemen? Die waren er wel, maar die bereikten het college niet. Dat is volgens De AANBEVELINGEN VAN DE INFORMATIEBEVEILIGINGSDIENST (IBD) NAAR AANLEIDING VAN HOF VAN TWENTE 1. Dwing op de kortst mogelijke termijn meerfactor-authenticatie af op beheeraccounts (intern- en extern), e-mail, kantoorautomatisering en cloudapplicaties. 2. Breng de basis op orde (meer informatie op de website van de IBD). 3. Maak een overzicht van uw cruciale processen en prioriteer deze. 4. Actualiseer het bedrijfscontinuïteitsplan, het back-up- en restorebeleid en het incidentmanagementproces voor een grootschalige en langdurige uitval van cruciale processen. 5. Oefen regelmatig een informatiebeveiligingsincident. 6. Maak gebruik van de 3-2-1 methode bij back-ups: drie verschillende kopieën, twee verschillende media en één kopie offline / offsite. Test ook regelmatig de mogelijkheid van het herstellen van een kopie. Winter misschien wel het grootste leerpunt: ‘Als de bestuurder niet de juiste informatie krijgt, dan komt er geen verbetering.’ De ENSIA­beveiligingsaudits voldoen niet als stuurinformatie. ‘Als ik die stukken los zou krijgen en niet beter zou weten dan zou ik ook vinden dat het er best goed uitziet. Met kennis van de omgeving weet je dat het niet matcht, maar een bestuurder heeft dat niet door.’ De bevinding van tekortschietende stuurinformatie wijst volgens De Winter op een breder probleem. ‘Het is een alarmerend signaal dat iedere bestuurder op dit moment een dijk van een probleem heeft: je denkt het juiste te doen, maar krijgt geen reflectie op wat echt belangrijk blijkt.’ Want: ‘Je ziet aan de informatie of een systeem wel of niet functioneert, maar dat is voor de detectie van een aanval echt onvoldoende. Daar is aanvullende monitoring voor nodig. GGI­Veilig biedt dit, maar daar zijn maar weinig gemeenten op aangesloten. Wat veel overheden niet begrijpen is dat hun tegenstanders serieuze actoren zijn zoals staten. Je moet niet beveiligen als Hof van Twente, maar als Defensie.’ PENTEST Een verdere tekortkoming van de informatie was een penetratietest die niets opleverde. In een penetratietest, kortweg pentest, proberen beveiligingsFoto: Ginopress/ANP-HH BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 35 ‘ Als de bestuurder niet de juiste informatie krijgt, komt er geen verbetering’ onderzoekers zwakheden in het systeem te vinden. Een extern bedrijf voerde in de zomer van 2020 zo’n pentest uit bij Hof van Twente, maar daarbij zijn de problemen niet aan het licht gekomen. Momenteel is de gemeente juridisch aan het uitvechten hoeveel de leverancier had moeten doen. ‘Zij hebben verantwoordelijkheid in het beheer’, zegt De Winter. ‘Ze moeten relevante adviezen geven. Zij roepen nu dat de klant niet goed genoeg luisterde, maar dan hadden ze de opdracht terug moeten geven. Het vervelende is dat je leveranciers niet blind kunt vertrouwen.’ Het college vertrouwde op een leverancier met wie het een langlopende en goede relatie had. Was dat een vergissing? ‘Dat vind ik een ingewikkelde vraag. Je moet in zekere mate vertrouwen hebben, maar hier werd de leverancier niet door een onafhankelijke derde gecontroleerd. Zoiets kan in goede harmonie. Hof van Twente zegt het nu, maar eigenlijk moet dat in alle gemeenten gebeuren: laat het securitynetwerk door een onafhankelijke derde checken.’ ‘U jokt vaak in deze raad’, vermaande PvdA­fractievoorzitter Fred Rijkens de burgemeester tijdens het eerste openbare debat over de inbraak. De burgemeester gaf aan sommige informatie wel te willen, maar niet te kúnnen delen in verband met een juridisch geschil met de leverancier en het nog af te ronden verbeterplan. ‘De gemeenteraad moet beseffen dat het hier om veel geld gaat’, zegt De Winter. ‘Als je kans wilt maken in de procedure, dan moet je luisteren naar je advocaat.’ De raad was kritisch op het rapport van het college dat de andere twee rapporten vergezelde. Dat meldt dat er verantwoording en lering nodig is, maar trekt snel de conclusie dat het iedereen kan overkomen. ‘Het leest alsof het is bedoeld om goed te praten’, sprak D66­fractievoorzitter Alice Olde Reuver of Briel. ‘Je zag dat de raad zich niet kon voorstellen dat het bij andere organisaties ook zo is gesteld’, merkt De Winter op. ‘Als je het op een rijtje zet dan is het ook veel, maar ik hoef alleen maar te wijzen op de NWO.’ In februari kreeg een hackersgroep toegang het netwerk van NWO en lekte interne documenten op het dark web. Wekenlang kon de organisatie de primaire taak, het financieren van wetenschappelijk onderzoek, niet uitvoeren. ‘Zo is het breed, bij overheden en bedrijven. Zouden Den Haag en Amsterdam het zo goed op orde hebben, zo groot als zij zijn gegroeid?’ Vorige week concludeerde de Utrechtse rekenkamer nog dat er ernstige risico’s zijn bij de informatieveiligheid van de gemeente. BETERE STRUCTUUR ‘Ik heb zelf niet het gevoel dat wij ons achter iets verschuilen’, verdedigde Nauta zich tegenover de raad. In het debat werd het bedrag van 3,5 miljoen euro genoemd om een nieuw netwerk op te bouwen. ‘We hebben steeds meer zicht op de kosten en schrikken ook van dat bedrag. Uit deze puinhoop moet een betere structuur verrijzen. Nauta herhaalde vaak ADVERTENTIE dat ze zich verantwoordelijk voelt, maar volgens Fred Rijkens gaat het erom wat de burgemeester heeft geleerd en gedaan. De burgemeester zegde daarom toe een aanvullende verantwoordingsrapportage te leveren om die vragen te beantwoorden. De Winter vindt het een goed idee dat ze het collegerapport uitbreiden met de geleerde lessen. ‘Je moet altijd kijken naar wat er niet goed is gegaan. Ze hebben hun cultuur in no­time omgebouwd en dit stukje hoort daar nog even bij. Daar moet tegenover staan dat het ok is om fouten te maken.’ En niet proberen stil te houden wat er is misgegaan. ‘Stilzwijgen gebeurt heel veel. Het gebeurt geregeld dat ik bij een partij kom die niet naar buiten wil treden. Dat is gewoon niet goed.’ Het valt De Winter bovendien op dat veel organisaties waar hij komt de basiszaken niet op orde hebben. Daar begint een goede verdediging mee: netwerksegmentering, meerfactor­authorisatie. ‘Organisaties werken nog vanuit de Jericho­gedachte: buiten is onveilig, binnen is veilig. Als iemand de eerste horde heeft genomen dan zijn ze binnen.’ Hij waarschuwt daarom voor de Exchange­bug: relatief makkelijk kon er een onbeveiligde verbinding worden aangelegd met de servers van het Microsoft­mailsysteem. Er kwam een update, maar wie die destijds niet snel genoeg heeft geïnstalleerd, kan ervan uitgaan dat er aanvallers zijn binnengedrongen. De Winter: ‘Ik denk dat dit nog een hele grote hoos aan ransomware en platgelegde netwerken gaat opleveren.’
Pagina 36
36 ACHTERGROND EUROPA DOOR: SIMON TROMMEL BEELD: SHUTTERSTOCK De Conferentie over de Toekomst van Europa, een breed debat met de burger in alle hoeken van de EU gaat nu echt beginnen. Wat zit er voor gemeenten in? ‘Er staat wat op het spel’, zegt de een. ‘Welnee’, zegt de ander. CONFERENTIE OVER TOEKOMST VAN EUROPA ‘ GEMEENTE MOET BU BETREKKEN BIJ EU’ Net na het weekend, op 19 april gaat het live: het platform van de Europese Commissie en het Europees Parlement waarop burgers ideeën over de toekomst van de Europese Unie kunnen delen, en kunnen deelnemen aan activiteiten van de Conferentie over de Toekomst van Europa. Dat is een debat van een jaar in de hele Europese samenleving over het Europees beleid en de instituties die dat beleid moeten uitvoeren. Op 9 mei volgt de formele aftrap in Straatsburg. Daarmee komt de conferentie eindelijk op gang, na veel vertraging door de pandemie en gesteggel over het leiderschap. Daardoor duurt de conferentie zelfs een jaar korter. In het voorjaar van 2022 moet de Conferentie leiden tot aanbevelingen hoe het anders kan. Gemeenten moeten ook hun rol pakken als het gaat om de Conferentie over de Toekomst van Europa, daartoe roepen onder meer Europees Parlementsvoorzitter David Sassoli en de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen op. De burger moet meer bij de EU worden betrokken en daar zijn de gemeenten als meest nabije overheid hard bij nodig. Hun oproep geldt overigens ook voor alle organisaties uit het maatschappelijk middenveld, zoals vakbonden, werkgevers en andere instellingen. Maar welke rol dat moet worden, weet nog niemand: alle instituties en actoren zoeken zelf nog naar hun rol. EU IN GEMEENTERAAD Voor gemeenten is dat ook belangrijk, zoeken, zegt Europarlementariër Vera Tax (PvdA), zelf oud-wethouder van Venlo. Er staat volgens haar veel op het spel voor gemeenten en voor hun burgers. Want de conferentie gaat ook over de toekomstige samenwerking tussen Europese instellingen en nationale, regionale en lokale overheden. ‘Daarnaast zijn gemeenten onmisbaar bij de ontwikkeling en uitvoering van veel Europese beleidsthema’s, denk aan digitalisering, migratie en klimaat. Het is daarom belangrijk dat er in gemeenteraden gesproken wordt over de toekomst van Europa.’ Gouverneur Theo Bovens van Limburg sluit zich daar bij aan. ‘Ik roep alle burgemeesters en wethouders in Nederland op om debatten te stimuleren over de toekomst van de Europese Unie’, zegt hij. Bovens zat zeven jaar in het CvdR en Limburg is zelf een bakermat van de huidige Europese Unie met het Verdrag van Maastricht. Een tweede ‘Maastricht’ lijkt de Conferentie vooralsnog niet te worden. Niemand wil grote veranderingen aan de Europese verdragen, zeggen bronnen in Brussel. Ook Nederland, dat een non-paper – een U BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 ACHTERGROND 37 ‘ Het is niet handig als steeds meer bevoegdheden van ‘Den Haag’ naar ‘Brussel’ gaan’ RGER gezamenlijke standpuntbepaling – maakte met elf andere lidstaten, wil dat blijkens dat gezamenlijke standpunt niet. Ons land roept in het standpunt wel op tot een breed debat waarbij ook gemeenten en de burger moeten worden betrokken. En daar wordt inmiddels aan gewerkt. De VNG meldt dat in overleg met het rijk een modelaanpak wordt ontwikkeld zodat gemeenten goed beslagen ten ijs komen, het komend jaar. Die aanpak is volgens Bovens ook hard nodig. Hij durft op persoonlijke titel wel te speculeren over wenselijke uitkomsten. Volgens Bovens zou het waard zijn een zwaardere rol voor het CvdR, en dus voor gemeenten en regio’s, te overwegen. Dat adviseert nu vooral het Europees Parlement en Bovens ziet er wel wat in als dat een soort regionale kamer binnen het Europees Parlement wordt. Dat zou Europarlementariërs meer de gelegenheid geven zich met politieke inhoud te bemoeien en minder als de congressman (m/v) van de regio op te treden. DOOLHOF Ook hoogleraar politicologie Ben Crum, tevens wetenschappelijk directeur van de VU School of Governance van de Vrije Universiteit Amsterdam, denkt vooralsnog niet dat de conferentie een tweede ‘Maastricht’ wordt en zal leiden tot grote veranderingen in de positie van gemeenten. ‘Wat er op het spel staat voor gemeenten? Niets.’ Tegelijk zegt hij dat uitkomsten moeilijk voorspelbaar zijn. Want de vorige keer toen er breed over de EU werd gepraat, waren de verwachtingen ook laag. Dat was tijdens de Conventie van Europa in 2003 onder leiding van de Franse oud-president Valéry Giscard d’Estaing, drijvende kracht achter het ontstaan van de Europese Raad. De burger speelde in die conventie geen rol, zoals dat nu moet gebeuren. Toen kwam wel als een duveltje uit een doosje, zoals Crum dat zegt, het voorstel voor de Europese grondwet. Dat werd na referenda in Frankrijk en Nederland geen grondwet maar een verdrag – dat van Lissabon: de Fransen en de Hollanders stemden tegen een grondwet. Nu is de situatie anders, zegt Crum. Niemand is volgens hem voor een ingrijpende verandering van de Europese verdragen. Hetzelfde geldt voor de lidstaten, die hebben er geen belang bij dat lokale of regionale overheden meer invloed krijgen. Waar Tax een uitgesproken voorstander is van een breed debat over de Europese Unie, hoeft dat van Europarlementariër Bert-Jan Ruissen (SGP) niet zo nodig. De SGP maakt in het Europees Parlement deel uit van de rechts-conservatieve ECR-fractie. De ECR-fractie werd aanvankelijk buiten het overleg gehouden, zegt Ruissen. ‘De grote fracties in het EP willen vooral op tafel leggen hoe ze méér Europa kunnen organiseren, vooral onder aanvoering van de eurofederalist Guy Verhofstadt.’ De SGP en ECR willen dat niet langer bij elke crisis min of meer automatisch bevoegdheden overgaan van nationale overheden naar Brussel, zegt Ruissen. ‘Zoals nu weer met gezondheidsbevoegdheden, naar aanleiding van COVID. Voor gemeenten is het ook niet handig als steeds meer bevoegdheden en budgetten van ‘Den Haag’ naar ‘Brussel’ gaan: de lijnen tussen gemeente en een ministerie zijn toch korter dan tussen gemeente en de EU-instellingen en het doolhof aan agentschappen met complexe procedures.’ Maar gemeenten zijn onontbeerlijk om de burger te bereiken, zegt het adviesorgaan voor lokale en regionale overheden het Comité van de Regio’s (CvdR) in Brussel. De EU is het dak, de lidstaten zijn de muren en de lokale en regionale overheden de fundering, zegt CvdR-president Tzitzikostas regelmatig over het Europese huis. Het CvdR is vastbesloten actief aan het proces deel te nemen en de band tussen de EU, haar burgers en de één miljoen gekozen regionale en lokale politici in heel Europa te versterken. Dit zal de democratische grondslag van de EU verstevigen en er bovendien voor zorgen dat alle EU-burgers zich beter met het Europese project kunnen vereenzelvigen en het gevoel geven dat zij er invloed op kunnen uitoefenen, meent het Comité van de Regio’s. Tegelijk zijn ook de verwachtingen binnen het CvdR getemperd, zeggen EU-officials. Maar er wordt wel hoog ingezet onder meer met een high level group onder leiding van oud-voorzitter van de Europese Raad, Herman van Rompuy. In die club zitten verder oud-ministers en oud-leden van de Europese Commissie. CO-CREATIE Ook bij het bereiken van de burger hebben gemeenten een belangrijke rol, zegt Vera Tax. ‘Het organiseren van (veilige) fysieke bijeenkomsten is cruciaal voor een succesvolle conferentie. We hebben door Covid-19 gezien dat we veel digitaal kunnen organiseren, maar daarmee bereik je lang niet iedereen. Ik vind het heel belangrijk dat we er alles aan doen om alle burgers te betrekken: jong en oud, laag- en hoogopgeleid, uit de Randstad en uit de regio. Gemeenten kunnen een belangrijke faciliterende rol spelen door te helpen met het organiseren van lokale bijeenkomsten en debatten. Europese wetgeving heeft vaak impact op ons dagelijks leven, dan is het belangrijk dat mensen ook hun mening kunnen geven over hoe de EU van de toekomst eruit moet zien.’ Eigenlijk is het proces van de conferentie hetzelfde als co-creatie van gemeentelijk beleid, zegt ze. ‘Het belangrijkste is ideeën over de EU ophalen bij Europeanen. Co-creatie voor gemeentelijk beleid met inwoners is een manier van werken die niet vanzelf ging, maar ondertussen succesvol wordt toegepast. Nu is de EU aan de beurt om te laten zien dat de stem van de inwoners wordt gehoord.’ Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Pagina 38
SECURITY GAME DONDERDAG 22 APRIL 2021 Voor ambtenaren in de IT ONLINE Ervaar de spanning en het mysterie van een echte security escaperoom, gewoon thuis of op kantoor! In diverse opdrachten ga je samen de strijd aan met hackers. Heb jij door hoe ze te werk gaan? Gedurende de game verzamel je tips en hints om de hackers te doorzien. Lukt het de hackers om hun buit binnen te halen, of ben jij ze te slim af? Partners: Kennispartner: Uitgelichte spreker Brenno de Winter MELD JE GRATIS AAN VIA SECURITYGAME.NL Digitale Fitheid voor Ambtenaren  5-delige online masterclass  Martijn Aslander Vijf webinars van elk ca. 1,5 uur 1. Digitaal bewustzijn 2. Digitale hygiëne 3. Digitale vaardigheden 4. Persoonlijk kennismanagement 5. Persoonlijke groei met behulp van technologie Win kostbare tijd en vergroot jouw digitale fi theid Volle mailbox, overspoeld door informatie en onnodige afl eidingen? En hoe ga je verantwoord om met veiligheid, privacy en wachtwoorden? Win kostbare tijd en vergroot jouw digitale fi theid tijdens de 5-delinge online masterclass Digitale Fitheid voor Ambtenaren. Meer informatie en aanmelden binnenlandsbestuur.nl/digitalefi theid BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 DOOR: MAURICE SWIRC BOEK RECENSIE 39 HOE NEDERLAND AL EEUWEN WORDT BESTUURD NATIE DER POLDERREGENTEN Onze postzegelnatie behoort tot de meest welvarende ter wereld en heeft ongeveer de minst corrupte gezagsdragers. Tegelijkertijd bedreigen diezelfde ‘polderregenten’ onze democratie, concludeert hoogleraar Staats- en bestuursrecht Wim Voermans in Het land moet bestuurd worden. De bestuurlijke kaste van ons land laat zich al eeuwenlang niet zozeer leiden door hoogdravende principes, maar sluit vooral politieke compromissen waarin zoveel mogelijk mensen zich kunnen vinden. Daarbij proberen bestuurders de indruk te wekken boven de partijen te staan. Die traditie gaat terug tot de zestiende eeuw ‘en waarschijnlijk daarvoor al’, beschrijft Voermans. In zijn boek analyseert hij vooral hoe het openbaar bestuur functioneert in relatie tot het parlement. Zo komt ook de zogenoemde Rutte-doctrine in beeld, waarbij de grondwettelijke inlichtingenplicht van bewindslieden aan de Kamer zo beperkt mogelijk wordt geïnterpreteerd. Die plicht moet namelijk wel ‘effectief en werkbaar zijn voor alle betrokkenen’, zo klonk het in 2019 vanuit de boezem van het derde kabinet-Rutte. ‘Effectief en werkbaar voor alle betrokkenen, exclusief de Kamers dan welteverstaan,’ voegt Voermans er aan toe. De Leidse hoogleraar geeft een mooi overOok de Rutte-doctrine komt in beeld zicht van polderregenten uit heden en verleden die dergelijke principes onderschrijven, met als meest sprekende voorbeeld Piet Hein Donner. Hij werd na ‘een ambtelijke flitscarrière’ verschillende keren minister en kreeg vervolgens als ‘onderkoning’ de leiding over de Raad van State. In 2018 legde Voermans de vinger op de zere plek toen hij als gast bij Buitenhof het vermoeden uitsprak dat Donner als vicevoorzitter van de Raad van State persoonlijke invloed uitoefende op de beoordeling van het voorstel tot intrekking van de Wet raadgevend referendum. Dezelfde Donner had zich in het verleden uiterst kritisch uitgelaten over het referendum. Daarop ontving Voermans van ‘de zelfbenoemde hoeder van het Nederlandse bestel’ een persoonlijke brief waarin Donner fel uithaalde naar de ‘ongepaste’ opmerkingen van de hoogleraar. Voermans had blijkbaar ‘weinig inzicht’ hoe een ‘Hoog College van Staat’ functioneert. De ‘kwaaie brief’ van Donner staat integraal in het boek. Voermans laat zien hoe bestuurders in de praktijk ambtenaren worden die in ‘een parallelle werkelijkheid’ terechtkomen, ‘waarin bestuurders volgens een eigen bestuurlijke logica keuzes maken’. De knelpunten op het gebied van rechtsstaat en democratie die het boek beschrijft ‘zitten niet in wié er besturen, maar hoe er wordt bestuurd’. De prestaties van bestuurders in een democratische rechtsorde zijn immers zo goed als de context en de opgelegde beperkingen waarbinnen bestuurders opereren, benadrukt Voermans. De ware polderregent zal dergelijke conclusies in de publieke openbaarheid met volle kracht onderschrijven. CITAAT UIT HET BOEK ‘In een democratie is informatie de zuurstof voor het leven van een parlement’ HET LAND MOET BESTUURD WORDEN Wim Voermans Prometheus, 2021 22,00 euro ADVERTENTIE
Pagina 42
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 42 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Rits Gemme de Boer wordt inspecteur-generaal bij de Inspectie SZW bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De benoeming gaat in op 1 juni 2021. Hij werkt sinds 2007 bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. DAAN PREVOO Met ingang van 6 april is Daan Prevoo benoemd tot burgemeester van Valkenburg aan de Geul. Prevoo (57) is geen lid van een politieke partij. Voorheen was hij lid van de SP. Van 2007 tot 2015 was hij Statenlid. Daarna was hij tot 2018 gedeputeerde. Op dit moment is Jan Schrijen (partijloos) waarnemend burgemeester van Valkenburg aan de Geul. JAN DE VRIES Met ingang van 13 april is Jan de Vries benoemd tot burgemeester van Sliedrecht. De Vries (55) is lid van het CDA. Hij is momenteel voorzitter van CNV Connectief. Eerder was hij onder andere lid van de Tweede Kamer. Dirk van der Borg (CDA) was tot 13 april waarnemend burgemeester. Hij nam waar sinds het vertrek van Bram van Hemmen (CDA), die burgemeester in Hoeksche Waard werd. ERIK VAN MERRIENBOER Met ingang van 1 mei wordt Erik van Merrienboer de nieuwe burgemeester van Terneuzen. Van Merrienboer (55) is lid van de PvdA. Hij was tot mei vorig jaar gedeputeerde in de provincie Noord-Brabant. Sindsdien werkt hij als organisatieadviseur. Op dit moment is Jan Lonink (PvdA, 69) burgemeester van Terneuzen. MICHIEL SCHRIER Met ingang van 10 mei 2021 wordt Michiel Schrier is benoemd tot burgemeester van Vlieland. Schrier (48) is lid van de SP. Hij is momenteel lid van Provinciale Staten van Fryslân en lid van de gemeenteraad van Smallingerland. Eerder was hij gedeputeerde in Fryslân. Hij volgt burgemeester Tineke Schokker-Strampel (CDA) op als burgemeester van Vlieland. INA SJERPS Met ingang van 31 mei 2021 is Ina Sjerps (PvdA, 62) benoemd tot burgemeester van Harlingen. Ze was tot 1 mei 2020 strategisch adviseur van het college van bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Eerder was zij onder meer algemeen directeur bij de Unie van Waterschappen en directeur bij het Servicecentrum Drechtsteden. Ook was ze gemeentesecretaris in De Ronde Venen, Apeldoorn en Rotterdam. Ze volgt Roel Sluiter (PvdA) op. KOMEN & GAAN MARJOLEIN VAN DEN BERG Met ingang van 1 mei is Marjolein van den Berg benoemd tot gemeentesecretaris van Eemnes. Van den Berg werkt al vanaf 1 mei 2020 als directiesecretaris / strategisch adviseur bij de BEL Combinatie. Daarvoor was zij bestuursadviseur in Baarn. NICO SWELLENGREBEL In Schagen is gemeentesecretaris Nico Swellengrebel op non actief gezet. De gemeente geeft aan met de organisatie een andere koers te willen inslaan. Om dit te realiseren is volgens het college een andere leiding nodig. Swellengrebel was sinds 2012 werkzaam bij de gemeente. NADINE STEMERDINK De gemeenteraad van Voorschoten heeft Nadine Stemerdink (PvdA, 42) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Stemerdink is momenteel wethouder in Leidschendam-Voorburg. Ze volgt van Charlie Aptroot (VVD, 70) op, die waarnemend burgemeester is. Hij verving Pauline Bouvy (VVD, 62), die in september 2020 aftrad om gezondheidsredenen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 PERSONALIA 43 ROGER DE GROOT De gemeenteraad van Noordoostpolder heeft Roger de Groot (CDA, 54) voorgedragen als nieuwe burgemeester. De Groot is nu nog burgemeester van De Wolden. Hij volgt in Noordoostpolder Harald Bouman (partijloos) op, die in oktober 2019 opstapte. Sindsdien is Jan Westmaas (CDA) waarnemend burgemeester. FRANCISCA RAVESTEIN Burgemeester Francisca Ravestein (D66, 68) stopt in januari 2022 als burgemeester van Pijnacker-Nootdorp. Haar termijn loopt nog tot oktober 2022, maar zij beeindigt haar functie eerder om een nieuwe burgemeester de gelegenheid te geven voor de verkiezingen te beginnen. Ravestein is sinds 2014 burgemeester. TITIA CNOSSEN Burgemeester Titia Cnossen (ChristenUnie, 63) stopt per 1 juni 2021 als burgemeester van Woudenberg. Toen ze in 2012 werd geïnstalleerd, was Cnossen de eerste vrouwelijke ChristenUnie burgemeester van Nederland. Eerder was Cnossen onder meer wethouder in Woerden en Berkel en Rodenrijs. ROEL CAZEMIER Roel Cazemier wil niet in aanmerking komen voor een herbenoeming als burgemeester van Krimpenerwaard. Cazemier (VVD, 62) is sinds 4 april 2016 burgemeester. Eerder was Cazemier burgemeester van achtereenvolgens Ruinerwold, Ameland, Dongeradeel en Dinkelland. LIMBURG Het college van Gedeputeerde Staten van Limburg is opgestapt. De opgestapte gedeputeerden zijn: Joost van den Akker (VVD), Robert Housmans (PVV), Carla Brugman (partijloos, ex-GroenLinks), Ruud Burlet (ex-Forum voor Democratie, nu JA21) en Andy Dritty (partijloos). Dit gebeurde tijdens een debat in Provinciale Staten over de gang van zaken rond voormalig directeur Herman Vrehen van landschapsbeheerder IKL. Ook commissaris van de koning Theo Bovens stapte op. Eerder traden de twee CDA-gedeputeerden Ger Koopmans en Hubert Mackus al af. LEEN VERBEEK Leen Verbeek is verkozen tot president van het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa. De Raad van Europa is een internationale organisatie van 47 landen op het Europees continent. Verbeek is commissaris van de koning in Flevoland sinds 2008. Namens Nederland is hij sinds 2010 lid van het Congres. BURGEMEESTERS VACATURE TOON VAN ASSELDONK In Grave is Toon van Asseldonk (D66, 67) benoemd tot waarnemend burgemeester. Hij is sinds 1 april de opvolger van Lex Roolvink (VVD). Hij was eerder burgemeester van Overbetuwe en waarnemend burgemeester van Hattem. PAUL DEPLA Paul Depla is officieel begonnen aan zijn tweede termijn van zes jaar als burgemeester van Breda. Depla (PvdA, 55) trad in 2015 aan als burgemeester van Breda. Eerder was hij burgemeester van de gemeente Heerlen en wethouder van de gemeente Nijmegen. JAN TEN KATE RECTIFICATIE In Binnenlands Bestuur nr. 6 werd vermeld dat Hans van der Pas herbenoemd is als burgemeester van Rheden. Dat klopt niet: Hans van der Pas is herbenoemd tot burgemeester van Rhenen. Carol van Eert is sinds 2018 burgemeester van Rheden. Jan ten Kate (lokale partij, 56) is door de gemeenteraad van Staphorst voorgedragen als burgemeester. Ten Kate is nu nog wethouder in Hardenberg. Eerder was hij wethouder in De Wolden. Staphorst was op zoek naar een kroonbenoemde burgemeester na het vertrek van Theo Segers (CU) begin 2020. Segers vertrok omdat hij burgemeester werd in de gemeente Molenlanden. Sinds januari 2020 is Gerrit Jan Kok (VVD) waarnemend burgemeester. CAROLINE VAN DEN ELSEN De gemeenteraad van Boekel heeft Caroline van den Elsen voorgedragen als burgemeester. Van den Elsen (lokale partij, 51) was eerder wethouder in Veghel. De afgelopen zes jaar is zij werkzaam geweest in een directiefunctie binnen het sociaal ontwikkelbedrijf IBN. Ze volgt in Boekel burgemeester Pierre Bos (CDA, 68) op, die met pensioen gaat. Bos was vanaf december 2008 burgemeester in Boekel. KAMPEN Het burgemeesterschap van Kampen is vacant per 1 oktober 2021. De gemeente heeft circa 54.400 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 9.345,69 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 20 april 2021. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 29 maart op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. BURGEMEESTERS VACATURE KANDIDATEN Zestien mensen solliciteren naar het ambt van burgemeester van Veendam. Diegene die de baan krijgt, wordt de opvolger van burgemeester Sipke Swierstra die sinds 2013 waarnemer is in Veendam. Hij neemt waar sinds het vertrek van burgemeester Ab Meijerman. Commissaris van de Koning René Paas kondigde tijdens het vaststellen van de profielschets voor de burgemeester al aan geen informatie te geven over het aantal mannen en vrouwen dat gesolliciteerd heeft op de functie.
Pagina 44
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 44 PERSONALIA CARRIÈRE MEINDERT STOLK In Zuid-Holland is Meidert Stolk beëdigd als gedeputeerde. Hij volgt Adri Bom-Lemstra op. Stolk is sinds 2015 lid van Provinciale Staten en voorzitter van de CDA-Statenfractie in Zuid-Holland. Daarvoor heeft hij diverse functies binnen het CDA mogen vervullen, waaronder 16 jaar gemeenteraadslid en fractievoorzitter in Wassenaar en directeur van het CDA-partijbureau. REIN HALBERSMA Onderzoeksbureau Atlas voor gemeenten heeft Rein Halbersma per 1 april aangesteld als nieuwe directeur. Hij volgt Marco Kerste op. Eerder was Halbersma onder andere werkzaam als onderzoekscoördinator van de Kansspelautoriteit (Ksa) en als economisch expert bij het economisch-medisch bureau van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). OVERLEDEN Hannie BruinsmaKleijwegt is op 84-jarige leeftijd overleden. Bruinsma was burgemeester van Zaanstad. Bruinsma (PvdA) begon haar politieke carrière als raadslid in Oostdongeradeel, vervolgens werd ze lid van de Provinciale Staten van Friesland en van 1981 tot 1991 was de gedeputeerde in Friesland. Haar zus Dineke van As-Kleiwegt was burgemeester van Assen, haar broer Corstiaan Kleijwegt was burgemeester van Sliedrecht en Hellevoetsluis: drie burgemeesters uit één familie. MARNIX VAN RIJ De regeringscommissaris van Sint Eustatius, Marnix van Rij zal op zijn verzoek zijn taken als regeringscommissaris neerleggen. Hij heeft een functie als interim-partijvoorzitter van het CDA aanvaard. De plaatsvervangend regeringscommissaris Alida Francis zal de taken van de regeringscommissaris uitoefenen totdat in de opvolging is voorzien. BERT BENTHEM Bert Benthem is met ingang van 19 april de nieuwe directeur-bestuurder van Stichting Attenta. Hij volgt daarmee Judith Otte op die zich de afgelopen twee jaar heeft ingezet als interim directeur-bestuurder. Stichting Attenta is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo en Jeugdwet in Aa en Hunze. Oud-burgemeester Oege de Boer (99) van Schiermonnikoog is overleden. Hij was van 1957 tot 1964 burgervader van het eiland. De benoeming van De Boer in 1957 was iets bijzonders. Niet alleen was hij partijloos, ook viel zijn jonge leeftijd (35) op. De Boer moest het burgemeesterschap combineren met andere functies. Zo was hij bijvoorbeeld ook gemeentesecretaris en plaatsvervangend kantonrechter. In 1964 werd De Boer burgemeester in Norg wat hij bleef tot zijn pensioen in 1985. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia THEO KEMPER De gemeente Diemen stelt per 1 mei Theo Kemper aan als tijdelijk gemeentesecretaris. Hij volgt als interim-gemeentesecretaris Kees Schelling op, die met pensioen gaat. Schelling vervulde de functie die was ontstaan, doordat Jan Dick de Kort per 1 januari 2021 wegens gezondheidsredenen als gemeentesecretaris terug moest treden. QUINTEN FOPPE Quinten Foppe is per 15 april de nieuwe directeur van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (OD NHN). Foppe heeft diverse directieposities bij de gemeente Amsterdam (met name bij de stadsdeelorganisaties) bekleed. Tot voor kort was hij directeur/ secretaris van Duo+, een gemeenschappelijke gemeentelijke uitvoeringsorganisatie. MANON FOKKE De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) heeft met de benoeming van Manon Fokke een nieuwe directeur. Fokke neemt de functie per 1 mei over van Marcel van Dam. Fokke was Tweede Kamerlid voor de PvdA. Op dit moment is zij werkzaam voor Rijkswaterstaat Zuid-Nederland. Daarnaast is zij fractievoorzitter van de PvdA in Maastricht. STEVEN MAIJOOR Steven Maijoor treedt toe tot de directie van De Nederlandsche Bank. Maijoor is momenteel voorzitter van de European Securities and Markets Authority (ESMA). Hij wordt in zijn nieuwe functie als directielid verantwoordelijk voor de portefeuille Toezicht Banken. De benoeming gaat in per 1 april 2021 en geldt voor de duur van 7 jaar. ESTHER AGRICOLA Per 1 juni aanstaande zal Esther Agricola toetreden tot de directie van de regio Noord-West van Bouwfonds Gebiedsontwikkeling. Agricola was de afgelopen 14 jaar werkzaam geweest bij de gemeente Amsterdam. Ze is daar begonnen als directeur Monumenten & Archeologie en was de laatste zeven jaar actief als directeur Ruimte & Duurzaamheid. ROB VAN LINT Rob van Lint wordt consultant bij ABDTOP-Consult bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. De benoeming gaat in op 15 juni 2021. Van Lint is momenteel buitengewoon adviseur bij het ministerie van BZK. Vanuit die functie is hij interim-Chief Operating Officer bij het Centrum Indicatiestelling Zorg. Foto: Peter van Hooren INDEX 45 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Connekt Galan Groep / Dimpact Gemeente Drimmelen Gemeente Maassluis Gemeente Utrecht Provincie Zuid-Holland SHPV SVB BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN JS Consultancy / RHCe FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Almere Gemeente Tilburg Gemeente Utrecht Gemeente Waadhoeke Provincie Utrecht ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Eindhoven Gemeente Nijmegen JS Consultancy / RHCe JS Consultancy / RHCe JS Consultancy / RHCe JS Consultancy / RHCe M&!/Partners JURIDISCH BMC Gemeente Leusden Gemeente Venlo Provincie Gelderland Provincie Utrecht programmamanager directeur-bestuurder gemeentesecretaris algemeen directeur/gemeentesecretaris strategisch adviseur bedrijfsvoering senior beleidsmedewerker bestuurlijke zaken bestuursleden strategisch bestuursadviseur medewerker publieke dienstverlening medior adviseur finance & control bedrijfseconomisch medewerker financieel controller manager afdeling financiën business controller strategisch informatie adviseur data scientist teamcoördinator informatiemanagement strategisch adviseur informatiemanagement ict beheerder medewerker informatiebeheer adviseur/projectleider informatiebeveiliging integraal juridisch kwaliteitsmedewerker sociaal domein juridisch adviseur juridisch adviseur twee senior juristen jurist vergunningverlening wet natuurbescherming Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES Provincie Gelderland zoekt Twee senior juristen ter versterking van de afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken Meer informatie op www.binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021
Pagina 46
46 INDEX MILIEU CeresRecruitment Omgevingsdienst Brabant Noord Omgevingsdienst Haaglanden RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER CeresRecruitment Omgevingsdienst Brabant Noord Certus Groep / Gemeente Schouwen-Duiveland Certus Groep / Gemeente Vlissingen Certus Groep / Gemeente Vlissingen Gemeente Dordrecht Gemeente Heerde Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Tilburg Gemeente Utrecht Gemeente Zaanstad Gemeente Zoetermeer Gemeente Zoetermeer Gemeente Zuidplas Gemeenten Woerden en Oudewater Inbo JS Consultancy / RHCe JS Consultancy / RHCe mijn gemeente dichtbij Omgevingsdienst De Vallei Omgevingsdienst Groningen Provincie Gelderland Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant Werkorganisatie Druten Wijchen SOCIAAL BMC BMC Gemeente Assen Gemeente Lansingerland Gemeente Ommen Kansis via Gemeente Stichtse Vecht VOORLICHTING EN COMMUNICATIE JS Consultancy / RHCe OVERIGE Stipter adviseur luchtkwaliteit toetser en vergunningverlener milieu adviseur ruimtelijke ordening en milieu coördinator ingenieursbureau projectleider ruimtelijke ontwikkeling projectleider wonen teamleider wijk-, gebieds- en accountmanagement adviseur ruimtelijke ontwikkeling teamleider locatie ontwikkeling adviseur omgevingskwaliteit directeur ruimte manager grondzaken gebiedsmanager dutch innovation park gebiedsmanager / -ontwikkelaar ‘binnenstad zoetermeer’ assetbeheerder leefbaarheid senior beleidsadviseur verkeer & vervoer adviseur stedelijke ontwikkeling teamcoördinator advies en toezicht adviseur toezicht en inspectie medewerker cultuurtechniek & inrichting openbare ruimte ivr adviseur kwaliteit en avg gelderse omgevingsdiensten adviseur externe veiligheid specialist verkeersregelinstallaties beleidsadviseur ov ontwikkelmanager - procesmanager openbaar vervoer beleidsadviseur a met aandachtsgebied ruimtelijke ordening consulent inkomen/tozo/tonk jeugdconsulenten adviseur sociaal domein medewerker bezwaar & beroep sociaal domein beleidsadviseur (met aandachtsgebied maatschappelijk domein) energieke trajectbegeleider communicatieadviseur accountmanager OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 pagina 47 pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 47 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 48 Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 15 | 2021 Projectleider Ruimtelijke Ontwikkeling 36 uur | Schaal 11 • Realisatie stedelijke ontwikkelingsprojecten. • Begeleiding, planning en control projectactiviteiten. • Toetsing beleidsvoornemensen projectvoornemens. • Vertaling strategisch beleid in concrete projectinitiatieven. Projectleider Wonen 36 uur | Schaal 11 Coördinator Ingenieursbureau 32-36 uur | Schaal 11 • Opstellen Woonvisie voor algemene én specifieke doelgroepen. • Actualiseren huisvestingsverordening. • Maken en monitoren gemeentelijke woningbouwprogrammering. • Woonbeleid afstemmen met stakeholders regionaal en provinciaal. Rosanne van Engelen | 06-18683010 rosannevanengelen@certusgroep.nl Rosanne van Engelen | 06-18683010 rosannevanengelen@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Ben jij ondernemend, proactief, verbindend en op zoek naar een baan waar je initiatief en verantwoordelijkheid neemt, dan past de functie beleidsadviseur ruimtelijke ordening bij jou. Wil jij impact maken op de Ruimtelijke Ordening van de gemeenten Druten en Wijchen en leiding geven aan Ruimtelijke Ordening projecten? Lees dan snel verder, want wij zijn op zoek naar een ervaren beleidsadviseur met aandachtsgebied ruimtelijke ordening. Beleidsadviseur A met aandachtsgebied Ruimtelijke Ordening (36 uur per week) Ja, ik wil deze baan! Herken jij je in deze uitdagende baan? Reageer dan voor 3 mei 2021 via www.werkeningelderland.nl. Meer weten? Wil je meer weten over deze vacature of over het werken bij de Werkorganisatie Druten Wijchen? Neem dan contact op met Yvette Sieuwerts (088-432 73 01) of Menno Flier (088-432 74 58) van het team Gebiedsontwikkeling. Zij vertellen je graag meer over deze vacature en de uitdagingen waar zij voor staan. Heb je vragen over de procedure? Stuur dan een e-mail naar peno@drutenwijchen.nl • Verantwoordelijkheid voor aansturing cluster. • Coachend leidinggeven aan 20 teamleden. • Sturing op inhoud en processen. • Sparringpartner vaktechnische en algemene vraagstukken. Rosanne van Engelen | 06-18683010 rosannevanengelen@certusgroep.nl

BB JONG & ambtenaar 2021


Pagina 2
Zet jezelf op de kaart als stagiair of afstudeerder Studeer af of loop stage bij het Kadaster en draag bij aan uitdagende, maatschappelijke vraagstukken. Werk met de nieuwste technologieën en een schat aan data over vastgoed en ruimte. Bekijk onze vacatures op werkenbijhetkadaster.nl/stages-en-afstuderen of mail je wensen naar recruitment@kadaster.nl. DOORGEVEN WAT JE ZELF HEBT GEKREGEN ‘P edagogiek? En dan stage lopen bij de gemeente? Meid, ik denk dat je echt een andere stage moet zoeken. Of nee; ik weet het beter. Schrijf een motivatie over waarom jouw stage bij je opleiding past.’ Mijn stagebegeleidster begreep niet waarom ik per se stage wilde lopen bij de gemeente. De opleiding paste niet bij het werk en omgekeerd. Ik zou de opdrachten niet kunnen afronden en wellicht studievertraging oplopen. Een stage bij de gemeente vond zij meer iets voor economen. Ik begrijp dat de meesten van ons bij een pedagoge niet meteen aan een baan bij de gemeente denken Maar het mooie van het werken bij de overheid is onder andere de veelzijdigheid. Kijken naar de mogelijkheden, in plaats van naar de onmogelijkheden. Mede daarom was ik ervan overtuigd dat er wel een zinnige stage in zat. YASMIN BREWSTER LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE : consulent activering & intake BIJ: Stroomopwaarts MVS OPLEIDING: pedagogiek In mijn werk word ik vaak geconfronteerd jongeren die ‘het niet kunnen’, of beter gezegd; jongeren die ‘denken’ dat zij het niet kunnen. Het zijn jongeren die iets hebben meegemaakt, daardoor een rugzak vol ballast meezeulen en vaak al zo veel negatieve ervaringen hebben opgedaan, dat de moed hen bij voorbaat in de schoenen is gezonken. Totdat ze tegenover mij zitten. Ik experimenteer met jongeren door ze een spiegel voor te houden. Ik ga met ze in gesprek en probeer ze te raken en te inspireren. In de begeleiding is mijn doel hun mindset om te vormen van: ‘ik kan niet’ naar ‘ik kan wel’. Ik zorg ervoor dat ze kritisch naar zichzelf leren kijken en zich kwetsbaar durven opstellen en om hulp durven vragen, net zoals ik dat zelf ooit heb moeten leren. Ik probeer hierin een rolmodel te zijn, een vraagbaak en een herkenningspunt. Dat ik zelf jong ben, helpt hier natuurlijk bij. Maar ook komt die opleiding pedagogiek hier goed van pas. Hoe mooi is het om als opvoedkundige in gesprek te gaan met een jongere over zijn of haar toekomst? Elke opleiding, elke levenservaring maakt ons als persoon een stukje rijker. Dat geldt ook voor ambtenaren. Soms heeft de inwoner, cliënt of ondernemer nét dat stukje nodig dat jij als ambtenaar kunt leveren. Een vergunning, een advies, wat bemoediging, een duwtje in de rug of tijdelijke inkomensondersteuning. Als ambtenaar hebben we de kans om wat we krijgen weer door te geven. Zo maken we de wereld om ons heen een stuk mooier. En dat is uiteindelijk waar het om draait als je werkt bij de overheid. 3
Pagina 4
INHOUD 8 GEEN POLITIE AGENT 30 OP PAD BIJ NACHT EN ONTIJ Leerplichtambtenaar Rana Koçyiğit voelt zich bij de gemeente Amsterdam geen politieagent. ‘Soms spreek ik jongeren vermanend toe, maar altijd voor hun eigen bestwil.’ 29 ALLES GROEN EN SCHOON De hele wijk weer groen en schoon dankzij team Roger Vaerewijck. Als jongeman van 31 heeft hij de leiding over een team van tien medewerkers. Hoofdagent Romy Kloet werkt lekker bij nacht en ontij. ‘Opstootje hier, opstootje daar. Die nachten vliegen altijd voorbij.’ EN VERDER 20 JONG EN THUISWERKEN 22 FOTODAGBOEK BOSWACHTER 34 DE TOEKOMST VAN WERK 42 HANDIGE NETWERKEN 46 COLUMN JOHN POSTHUMUS 47 WAT SCHUIFT HET? 83 BUREAUCRATIE SPELBREKER 102 NETWERKEN PORTRETTEN 12 GABRIËLLE WAGENVOORT staat voor sterke dijken 13 EMMA STEENBERGEN pioniert met ondernemers 16 STELLA VAN GENNIP kijkt naar strafdossiers 26 YVONNE WESTERDIJK buffelt in coronatijd 27 JIP TEN BARGE Huizenman 38 ABDERRAHMAN OULAD SEDIK Techneut in Tilburg 41 BRITT VAN DER KOOIJ Mensgerichte denker 50 FEMKE VAN DER KOLK helpt raadsleden op weg 55 ISABEL RUITER Burgersteun 4 JONG&AMBTENAAR EXTRA JONG&AMBTENAAR 90 PANDJESBAAS Als assetmanager op de afdeling vastgoed van de gemeente Haarlem is Kees Mense verantwoordelijk voor zo’n honderd gebouwen. 98 OP KANTOOR BIJ DE PREMIER 94 CIJFERS TOT LEVEN BRENGEN Tessa Brammer liet als financieel adviseur van de gemeente Leidschendam-Voorburg haar vooroordelen over de overheid vallen. ‘Ik zou veel met mensen gaan werken. Dat trok mijn aandacht.’ Maya Aumaj werkt bij de Rijksvoorlichtingsdienst voor premier Mark Rutte. ‘Hij is heel benaderbaar, en groet altijd vriendelijk en collegiaal.’ 64 ANKE ENDEMAN EN WERNER GERRITSEN helpen Twente vooruit 66 SUZANNE HANZENS helpt drop-outs 68 BRAM SCHOLTENS Stadstalent 70 SASKIA GABRIËLS wil het verschil maken 74 NISSRIN DKHISSI Rebel bij Defensie 76 PATRICK VAN DER KLUGT houdt de gemeente veilig 77 MANDY FIGAROA maakt Eindhoven groen 78 JURGEN KLEIN Bruggenbouwer 80 ANNE REITH helpt de burger 84 NADYA VAN DER SLUIS Verhalenschrijver 86 NORA CHIKAR Dwarsdenker 87 MICHAEL VAN DER SCHANS onderzoekt het hybride werken 89 CHANTAL SCHOEMAKER Schakelaar 97 SAMIRA BELLAART helpt Amsterdam verharden 5
Pagina 6
INHOUD PRESENTATIES 10-11 Werken aan serieuze vraagstukken bij de rijksoverheid 14-15 ‘Bouw mee aan de toekomst van Amsterdam’ 18-19 ‘Modis Tech Academy is dé ontwikkelaar van talent binnen de overheid’ 24-25 SRO: een organisatie met diverse disciplines 32-33 De BUCH ontwikkelt – en jij ook! COLOFON Binnenlands Bestuur Extra - JONG & ambtenaar is een uitgave van Binnenlands Bestuur BV, onderdeel van Sijthoff Media Groep. Uitgaven onder de titel Binnenlands Bestuur Extra vallen niet onder verantwoordelijkheid van de redactie van Binnenlands Bestuur. SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE Martin Hendriksma Yvonne Jansen REDACTIE Yvonne Jansen Adriaan de Jonge Dave Schut Aart Verschuur VORMGEVING VRHL Content en Creatie FOTOGRAFIE Henriëtte Guest Theo Kock Shutterstock MARKETING EN DISTRIBUTIE Lindsay Duijm SALES Sandra de Vries TRAFFIC Gerda Bruggeman Annet van Vliet VERSPREIDING JONG & ambtenaar wordt verspreid via hogescholen en universiteiten, uitgereikt op beurzen en congressen en verstuurd naar de abonnees van Binnenlands Bestuur die student zijn en/of jonger dan 35 jaar. 6 ABONNEMENT BINNENLANDS BESTUUR www.binnenlandsbestuur.nl/ abonnementen BESTELLEN marketing@binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES EN PRESENTATIES Bel 020-5733634 mail naar sales@binnenlandsbestuur.nl Deze uitgave is gratis verkrijgbaar voor laatstejaarsstudenten aan hogescholen en universiteiten. JONG&AMBTENAAR 36-37 Jong in coronatijd bij gemeente Haarlem 40 46 Jongeren zijn de toekomst Jonge werknemers bij de overheid 45 Thuis uit je bubble 48-49 ‘‘Ik werk voor Tilburg’’ 52-53-54 Veelzijdig Rotterdam! 56-57 Enschede, een stad van vernieuwing en inclusiviteit 58-59 Hoorn, werken bij een gemeente met ambitie 60 Wij zijn water 62-63 Open zijn over je beperking werkt het best 72-73 Ontdek Stichtse Vecht 82 Meppel in het kort: 88 Een dienstverlenende gemeente met ambitie 7 JONG&AMBTENAAR
Pagina 8
JONG&AMBTENAAR ‘ Jammer dat leerplichtambtenaren vooral worden gezien als handhavers’ HEUS NIET ALTIJD EEN OPGEHEVEN VINGER NANAAAMM: RRannaa Koçoçyiy ğiğit LLEEEFTIT JDDJ : 3300 jaaaar FFUUNCCN TIT E:E lel erre lplp iicchth amma bttb enne aaaar BIIJJ: g gemem enne tete Amsmsteerddaamm O OPLEEL IDDI INING: HHBO sos ciic aaal peep dadagogiig sccs heh h hulppveverllr enne iinng 8 JONG&AMBTENAAR Leerplichtig zijn en vier weken achter elkaar ongeoorloofd 16 uur verzuimen. Dan krijg je te maken met de leerplichtambtenaar. Is dat iemand die met het opgeheven vingertje klaarstaat? Rana Koçyiğit ziet het anders. A chtereenvolgens werkte Rana in Zaanstad, Alkmaar en Amsterdam. De rode draad in haar carrière: al haar banen tot nu toe hebben te maken met jeugd, jongeren en opvoedproblemen. Ze werkt nauw samen met scholen en andere partners, zoals de ouder- en kindadviseurs of jeugdarts, jeugdzorg-instanties en het Openbaar Ministerie (OM). De leerplichtambtenaar voert gesprekken met leerlingen, ouders en scholen en behandelt aanvragen voor verlof, vervangende leerplicht en vrijstelling. Het voorkomen en aanpakken van schoolverzuim vult een belangrijk deel van Rana’s dagen. ‘Jammer dat leerplichtambtenaren vooral worden gezien als handhavers. Ik voel me niet in de eerste plaats een soort politieagent. Soms kruip ik in die rol en spreek ik jongeren vermanend toe, maar altijd voor hun eigen bestwil. Zonder schoolopleiding geen goede toekomst. Dat verschil wil ik graag maken.’ Na een spijbelmelding van school komt ze in actie. ‘Officieel geldt dat als eerste waarschuwing, maar in de praktijk zoek ik vooral uit wat er achter verzuim zit en wat we er mogelijk aan kunnen doen. Kan een jongere bijvoorbeeld niet goed opstaan? Dan spreek ik over meer structuur: je legt rond half negen je telefoon weg, gaat om tien uur naar bed, staat om zeven uur op en vertrekt uiterlijk om acht uur van huis. Niet alle kinderen kunnen goed plannen. In sommige gezinnen krijgen ze daar onvoldoende steun bij. Soms snappen ouders ook het hele schoolsysteem niet.’ IN EEN SLEUTELROL Af en toe loopt het bij leerlingen met gedrags- en verzuimproblemen niet lekker in het gezin, of blijkt de jongere een zorgleerling. ‘Er kan sprake zijn van gedragsproblemen, of medische problemen Zoiets dokteren we niet zelf uit, maar we schakelen in samenspraak met het gezin een ouder- en kind-adviseur van school in, of passende hulpverlening of de jeugdarts. Daarna koppelen we terug naar school. Dat is zo mooi aan mijn baan: ik zit echt in een sleutelrol.’ Leidt het eerste gesprek niet tot verbetering en volgt een nieuwe melding, dan kunnen leerlingen tussen 12 en 18 jaar doorgestuurd worden naar HALT, een organisatie gericht op het voorkomen en bestraffen van jeugdcriminaliteit, buiten het strafrecht om. Spijbelaars ervaren een doorverwijzing naar HALT vaak wel als straf. Rana legt het anders uit. ‘Tja, 9 poep scheppen op de kinderboerderij vindt niet iedere jongere leuk. Maar zie het als een kans, een uitgestoken hand. Zijn je taken bij HALT afgerond, dan is het afgesloten. Zo niet, dan komt je bij mij of mijn collega’s terug en kunnen wij proces verbaal opmaken. Daarna is het aan het OM en volgt een leerplichtzitting. Daar valt de beslissing over een eventuele straf.’ ‘ Niet alle kinderen kunnen goed plannen. Soms snappen ouders ook het hele schoolsysteem niet’ VAN DE RADAR De coronacrisis heeft volgens Rana de noodzaak van leerplichtambtenaren extra onderstreept, al werd het takenpakket wat aangepast. ‘Met de scholen dicht waren we minder handhavend dan ondersteunend bezig. Veel leerlingen volgden niet de online lessen of waren zelfs van de radar. Bij kinderen die telefonisch onbereikbaar bleven, hebben we deurbezoeken afgelegd. Sommige leerlingen die moeilijk te bewegen waren tot het volgen van online lessen, heb ik wel twee keer in de week gesproken.’ Inmiddels geldt de leerplicht weer als vanouds, maar doen zich nog steeds COVID19-gerelateerde gevallen voor. ‘Ouders die in verband met besmettingsgevaar in een risicogroep zitten en hun kinderen absoluut niet naar school willen laten gaan. Ik toon begrip en probeer ze rustig te krijgen, met eventueel doorverwijzing naar de jeugdarts.’
Pagina 10
JONG&AMBTENAAR ‘ Als slimme, ambitieuze starter of jonge professional krijg je snel veel verantwoordelijkheid’ WERKEN AAN SERIEUZE VRAAGSTUKKEN BIJ DE RIJKSOVERHEID Als jong talent met een hbo- of universitaire achtergrond mag je bij de Rijksoverheid ontdekken wat je ligt en waar je goed in bent. Dounia, Marvin en Bas hebben dat inmiddels zelf ervaren. A ls je ergens afwisseling vindt, dan is het wel bij de Rijksoverheid, weet Dounia Latrache (24). ‘Tijdens mijn master staats- en bestuursrecht was ik er al uit dat ik niet zozeer denk in rechtsgebieden, maar in maatschappelijke problematiek. Van anderen had ik gehoord over verschillende traineeships bij de Rijksoverheid. Toen heb ik gesolliciteerd op het Rijkstraineeship en werd aangenomen.’ Het Rijkstraineeship beveelt Dounia aan als een goede manier om je in de breedte te ontwikkelen. ‘Van alles krijg je een beetje mee. Op basis daarvan kies je waar je de diepte in wilt. Wil je dat laatste meteen, dan kun je je vinger opsteken. VAN MRI-SCANS TOT MONDKAPJES Haar traineeship startte in de herfst van 2019. In de rol van projectsecretaris dook ze in het beleid op het gebied van medische technologie, ‘van MRI-scans DOUNIA LATRACHE tot mondkapjes.’ Dit deed ze voor het directoraat-generaal Curatieve Zorg van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Inmiddels is Dounia gedetacheerd bij Justitie en Veiligheid, met wetteksten onder haar neus. ‘Ik houd me hier bezig met de coördinatie van prejudiciële zaken die binnenkomen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Zodra een EU-Hofzaak binnenkomt, beoordeel ik of deze zaak relevant is voor een beleidsterrein van J&V. Wanneer dat zo is, overleg ik met de betrokken dossierhouders of het nodig is om schriftelijke opmerkingen te maken.’ Dounia is bijna toe aan het laatste deel van haar traineeship. ‘Ik moet bij mezelf te rade gaan of ik juridisch gerelateerd beleidswerk kies of verder wil met minder juridische onderwerpen waar ik gepassioneerd over ben. Denk daarbij aan de positie van kinderen, of andere onderwerpen die zich voordoen binnen de gezins- en familiesfeer.’ Ze is er nog niet uit, maar, ‘als corona ons iets geleerd heeft, is dat we niet alles vooruit kunnen plannen.’ CHINEES LEREN Dat laatste kan Marvin Vreman (28, Master Management of Technology & Master Science Communication) volmondig beamen. In september 2020 startte hij met zijn IT-traineeship binnen de ICT-track. ‘Ik heb een onstuimige tijd achter de rug’, zegt hij met gevoel voor understatement. Marvin vertrok september 2019 naar China om Chinees te studeren. Voor een jaar, dacht hij. Maar door het uitbreken van de coronacrisis was hij veel eerder terug in Nederland. 10 JONG&AMBTENAAR Zonder huisvesting, zonder plan. ‘Wel wist ik dat ik voor de overheid wil werken.’ Twee keer een verblijf in China sterkte zijn besef dat de rol van de overheid bepalend is voor onze kwaliteit van leven. ‘Ik draag daar graag een steentje aan bij. In Nederland ben je vrij om je leven in te richten en mag je kritisch zijn. Een groot goed. Dat zie ik nu veel beter.’ Vanwege zijn internationale focus koos Marvin voor Rijksoverheid. ‘Ik voel me overal thuis. Wel vind ik het interessanter te kijken naar Nederland als geheel dan naar een provincie of gemeente. Een traineeship bij het Rijk is ook makkelijker door te trekken naar Europa.’ Bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap houdt hij zich bezig met de informatiehuishouding. ‘Ik werk nu aan een project rond een slimme assistent. Een algoritme dat inkomende burgerbrieven automatisch van metadata voorziet. Nu gaat dat grotendeels handmatig. Ik bekijk niet alleen de rol van de technologie, maar ook welke veranderingen dat brengt voor medewerkers die dit werk nu uitvoeren. Daarnaast doe ik onderzoek naar de werkomgeving van de toekomst, en daarbinnen vooral digitale samenwerking tussen ambtenaren.’ LEDEN SPORTSCHOOL Van een indoor skicentrum naar een ambtenarenbestaan: kan de kloof groter? Bas van de Beek (24) relativeert dit. ‘Bij dat bedrijf was ik verantwoordelijk voor ledenbehoud en sales voor de inpandige sportschool.’ Met een hbodiploma communicatie en marketing ligt zijn huidige baan niet eens zó ver van de vorige, vertelt hij. Een tikje commercieel, met nadruk op klantrelaties. ‘Ik heb nu een dubbele functie. Behalve rijksbreed medewerker beurzen en evenementen ben ik email-marketeer bij Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.’ Bas is met name betrokken bij het organiseren van career events, zoals de Nationale Carrièrebeurs of TraineePlaza. De ‘klanten’ zijn de verschillende ministeries. Nu de meeste fysieke beurzen zijn weggevallen moest alles snel over naar ‘online’. Bas: ‘Gelukkig zijn alle betrokken partijen waar wij voor werken flexibel en creatief. MARVIN VREMAN VOL VERTROUWEN Bas’ beeld van de overheid is veranderd. ‘Als slimme, ambitieuze starter of jonge professional krijg je snel veel kansen en verantwoordelijkheid, vindt hij. ‘Je mag aan de slag met mooie vraagstukken en onderwerpen die er echt toe doen. BAS VAN DE BEEK Veel commerciële bedrijven kunnen daar nog wat van leren.’ Marvin waardeert vooral de veelzijdigheid aan mogelijkheden bij de Rijksoverheid. ‘Een grote speeltuin waar ik mag uitproberen en leren. Zoveel mogelijkheden, dat je erin kunt verdrinken als je niet oppast.’ Dounia heeft voor potentiële trainees een tip. ‘Als je solliciteert weet je meestal niet dat elk departement z’n traineeship anders inricht. Mijn traineeship telt drie periodes, twee van negen maanden en een detachering van een half jaar. Bij de Belastingdienst is je eerste werkplek een jaar. Probeer tijdens de sollicitatieprocedure of via je netwerk uit te vinden hoe het zit, zodat je makkelijker kunt kiezen wat het best bij je past.’ Meer weten over een starters baan of traineeship bij de Rijksoverheid? 11
Pagina 12
JONG&AMBTENAAR OP DE BRES VOOR STERKE DIJKEN Veilige dijken en een evenwichtig watersysteem vragen voortdurend onze aandacht. In Nederland hebben we daar onder andere de waterschappen voor. Gabriëlle Wagenvoort draagt er als adviseur kabels en leidingen een steentje aan bij dat we met z’n allen droge voeten houden. B ij aardwetenschappen denk je eerst aan geologie, bodem, gesteenten en vulkanen. Gabriëlle sloeg een andere weg in. ‘Ik heb binnen deze studie een andere richting gevolgd, namelijk fysische geografie, met onder andere vakken als vloeistofmechanica en fysische hydrologie. Water en hoe we daar in Nederland mee omgaan heeft mij altijd geïntrigeerd.’ Nederland is een van de best beschermde rivierdelta’s ter wereld. Gabriëlle prijst zich gelukkig dat ze juist bij Waterschap Rivierenland een baan heeft gevonden. ‘Het beheersgebied is groot en divers. Het loopt van Kinderdijk tot aan Zuid-Arnhem, dwars door Nederland.’ NAAM DIJKVERSTERKING Gabriëlle zet uiteen hoe op veel plekken wordt gewerkt aan de dijkversterking. In 2050 moeten alle rivierdijken voldoen aan nieuwe normen, als onderdeel van het Hoogwaterbeschermingsprogramma van het rijk en de waterschappen. ‘Voor Waterschap Rivierenland is dat een enorme opgave, waar doorlopend tientallen medewerkers mee bezig zijn’, zegt ze. Van het water zien we als het goed is alleen het oppervlak, maar onder de grond liggen duizenden kilometers aan elektriciteit en telecomkabels, evenals gas- en waterleidingen. Binnen de dijkversterkingsprojecten hebben Gabriëlle en haar collega’s de handen vol aan het inventariseren daarvan en het overleg met de eigenaren. ‘Wij zijn onder andere het aanspreekpunt voor partijen als Ziggo en KPN, Liander, Vitens en Gasunie. Met de beheerders brengen wij in kaart wat de staat is van hun kabels en leidingen, en welke eventueel verlegd moeten worden. Bij grote leidingen kan dat niet altijd. Die moeten dan meegenomen worden in het dijkontwerp. Wordt ergens een damwand geplaatst en ligt daar een kabel of leiding, dan bespreken wij hoe die het best ingepast kan worden in de plannen. Zodra er een definitief ontwerp ligt gaan we opnieuw in gesprek, onder meer over de verdeling van de kosten.’ 12 27 jaar FUNCTIE: adviseur kabels en leidingen BIJ: Waterschap Rivierenland OPLEIDING: WO aardwetenschappen NAAM: G br ë W genv or LEEFTIJD: EEFTIJD Gabriëllle Wagenvoort LE STAD TIEL Met de fotograaf wil Gabriëlle graag naar de dijkversterking bij de stad Tiel, waar zij bij betrokken is. ‘Hier worden de komende jaren de dijk en de oude stadswallen versterkt. Delen van de dijk zijn afgekeurd. Het project loopt over een lengte van ruim 2,5 kilometer, van het Amsterdam-Rijnkanaal tot de plek waar de Waal aansluit op de Linge.’ Het kanaal is niet alleen een verbindingsweg, maar ook een fysiek stuk geschiedenis: ‘Het kanaal is eind negentiende eeuw aangelegd als deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en staat op de nominatie om op de Werelderfgoedlijst te komen!’ JONG&AMBTENAAR ‘ WE ZIJN GAAN AVONTURIEREN’ Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de energietransitie en verduurzaming. Emma Steenbergen levert een bijdrage aan die grote opgave. ‘I n mijn bachelor en master lag de focus lag op low income landen en het verbeteren van de volksgezondheid daar. Mijn interesse lag minder bij de Nederlandse gezondheidszorg. Tijdens mijn afstudeerstage deed ik in Laos onderzoek naar tienerzwangerschappen. Een grote stap verwijderd van de gemeentelijke overheid.’ Met een vriendin ging Emma, pas afgestudeerd, naar een carrièrebeurs. ‘We wilden ons breed oriënteren. Ik wilde graag in Nederland werken en om die reden weten hoe het is om bij de overheid te werken. Aanvankelijk ging mijn voorkeur uit naar een traineeship bij een grote gemeente. Maar daar waren vooral opties met ict en data. Een van de standhouders verwees mij naar de stand van de gemeente Stichtse Vecht. Daar had ik een goed gesprek. Het frappante was dat er niet gevraagd werd wat ik gestudeerd had; wel wat mijn interesses en competenties zijn.’ CASUS EN SPEEDDATES Emma werd uitgenodigd voor een zogeheten inhouse dag, waar ze aan een casus mocht werken en speeddates had. ‘Uiteindelijk hadden ze een vacature op de afdeling economie en duurzaamheid. Ik vind het nog steeds bijzonder dat Stichtse Vecht het aandurfde met iemand die geen achtergrond heeft in dit domein. We gaan gewoon avonturieren en kijken of het wederzijds bevalt, zeiden ze. Drie jaar later werk ik hier nog steeds!’ ‘Stichtse Vecht wil een toekomstbestendige economie hebben, met verduurzaamde bedrijfsterreinen. In het begin deed ik projecten en was ik vooral bezig met het organiseren van 13 NAN AM: Emma Steenberggeen LEEFTIJD: 28 jaar FUNCTIE: projectleider economie & duurzaamheid BIJ: gemeente Stichtse Vecht OPLEIDING: WO gezondheidswetenschappen bijeenkomsten van bedrijven, om die te informeren over zonnepanelen op daken. Daarna was ik gedurende een jaar accountmanager en ging ik met de wethouder langs bedrijven om duurzaamheidsthema’s onder de aandacht te brengen. In mijn derde jaar houd ik me met meerdere projecten bezig, met als ambitie dat Stichtse Vecht in 2040 klimaatneutraal is.’ Voor het bedrijfsleven betekent van het gas af een grote omschakeling. ‘Sommige bedrijven gebruiken aardgas niet alleen voor verwarming, maar ook voor het productieproces. Op twee bedrijfsterreinen kijken we met ondernemers en deskundigen welke stappen nodig zijn voor de energietransitie.’ Een van de leukste aspecten aan haar huidige functie vindt Emma dat ze onder normale omstandigheden niet aan het bureau gekluisterd is. ‘Ik kan er veel op uit, heb veel contacten en ben met ondernemers aan het pionieren. Niemand heeft een pasklaar antwoord op hoe we de energietransitie aanpakken. Het motiveert mij sterk om een bijdrage te leveren aan deze belangrijke ontwikkeling, hoe klein misschien ook.’
Pagina 14
JONG&AMBTENAAR ’ BOUW MEE AAN DE TOEKOMST VAN AMSTERDAM’ W erken voor Amsterdam betekent mét ruim 16.000 collega’s werken vóór ruim 850.000 Amsterdammers. Met trots en hart voor de stad. Een stad om in te wonen, te werken en naar school te gaan. Werken voor de gemeente Amsterdam betekent het beste voor de stad doen, samen met de Amsterdammers. Jezelf uitdagen en ontwikkelen. Zodat we wendbaar zijn en altijd klaar voor de toekomst. Dat kunnen we het beste doen als we een afspiegeling zijn van de stad. Deze drie collega’s zijn hier dagelijks vanuit hun eigen expertise mee bezig. WAT IS JOUW TALENT? Joyce Kok werkt als matcher bij het Carrièrecentrum, een afdeling binnen Personeel en Organisatie. Na haar hbo-studie Human Resource Management werkte ze eerder aan de interne doorstroom bij de gemeente Alkmaar. In Amsterdam is er nóg meer mogelijk. “Samen met een team van specialisten bespreek ik wekelijks alle interne vacatures van de gemeente Amsterdam. Ik zoek binnen de gemeente naar geschikte kandidaten voor vacatures en zet me in voor ‘talentgericht werven’. Concreet: We kijken naar: wat heb je in je mars? Wat is je talent? Persoonlijke of intellectuele vaardigheden zijn daarbij belangrijker dan opleiding of diploma’s.” Bij het Carrièrecentrum kun je een talentprofiel aanmaken waarmee je laat zien wie je bent, wat je kan en wat je wilt. Joyce: “De gemeente is zo groot, het is soms lastig om je weg te vinden. Op deze manier vindt de gemeente joú!’ Interessant voor (jonge) ambitieuze collega’s. Binnenkort implementeren we een nieuw systeem voor werving, selectie en matching waarmee persoonlijke vacature-alerts kunnen worden verstuurd naar medewerkers die wat anders zoeken.” “Zo stimuleren we interne door stroom en benutten we intern talent optimaal. De training ‘Baas in eigen loopbaan’ helpt je te ontdekken wat voor werk je wilt en kan doen in de toekomst. Dat kost je niks! En er is nog veel meer mogelijk via het leeraanbod van onze in-huis Amsterdamse School.” SOLLICITEER BIJ DE GEMEENTE AMSTERDAM! AMSTERDAM.NL/ WERKENBIJ Zo dagen we iedereen uit om te blijven investeren in een leven lang leren. Spelen we in op een veranderende arbeidsmarkt en de vraag naar flexibele werknemers die weten waar en hoe ze hun skills kunnen inzetten. Op deze manier kunnen we ons, nu en in de toekomst, blijven inzetten voor de opgaven van de stad. NIEUWE GENERATIE GEEFT DE GEMEENTE NIEUW ELAN Naast het optimaal benutten van talent binnen de gemeente staat het aantrekken van jong talent hoog op de agenda bij de gemeente Amsterdam. Sara Sheikhi begon als trainee bij de gemeente, nu is ze manager van de Traineeshiporganisatie. “Op dit moment heeft de gemeente 120 trainees in dienst verdeeld over 6 traineeprogramma’s. Sinds 2018 behoren ook vaktraineeships tot ons aanbod door het ontstaan van schaarste op de arbeidsmarkt. Daarbij werken we nauw samen met ROC’s, hogescholen en universiteiten om pas afgestudeerden te laten instromen waar personeelsbehoefte is.” “Met het Vaktraineeship Bouw & Gebruik gaan we de komende jaren zeker door”, vervolgt Sara. “De trainees stromen bijvoorbeeld uit naar onze afdeling Handhaving en Toezicht. Daar hebben we behoefte aan nieuwe collega’s. De schaarse beroepen voor de toekomst bevinden zich in het I-domein en bij Financiën, dus mogelijk worden hier ook vaktraineeships voor opgetuigd. 14 JONG&AMBTENAAR Je kunt als (pas) afgestudeerde uiteraard ook reageren op ons algemene Trainee ship Gemeente Amsterdam.” zegt Sara. “De gemeente Amsterdam heeft jong talent nodig met een frisse blik, maatschappelijke drive en heldere kijk op hoe het anders (beter) kan in de stad. Deze nieuwe generatie geeft de gemeente een nieuw elan. Elk jaar start een nieuwe traineepool die kennismaakt met de vele gezichten van Amsterdam en direct meewerkt aan de ontwikkeling van de stad. Een absolute win-win.” ”De duur van een traineeship is 2 jaar. Je krijgt een werkplekbegeleider en een traineebegeleider, die je begeleidt bij je persoonlijke ontwikkeling. Je start als trainee in een groep met andere afgestudeerden met maximaal 2 jaar werkervaring. Omdat je allemaal op een andere afdeling werkt is het leuk om je ervaringen en tips & tricks uit te kunnen wisselen tijdens de wekelijkse traineepooldag. Daar zorgen we voor. Je werkt aan een gezamenlijke opgave voor de organisatie en je verdient een prima salaris.” VOEL JE THUIS! Shalini Poiesz is programmamanager inclusie en diversiteit. Shalini: “Als gemeente willen we een afspiegeling zijn van de Amsterdamse beroepsbevolking. Dat is belangrijk voor een beter contact met de inwoners van Amsterdam en om een scherper oog te hebben voor wat er nodig is. De diversiteit van Amsterdam zien we nog niet terug in ons personeelsbestand. Zo hebben we relatief veel vrouwen op hoge posities en liggen we op koers als het gaat om banen voor mensen met een (niet) zichtbare handicap en/of chronische ziekte. Maar we hebben ook nog flink wat werk te verzetten. Vooral het aantal medewerkers met een niet-westerse migratieachtergrond in managementfuncties blijft nog achter. Net als het aantal medewerkers onder de 35 jaar. het programmateam inclusie en diversiteit en de Traineeshiporganisatie werken daarom samen aan de instroom, maar vooral ook aan het behoud van jong talent. MEER INFORMATIE VIND JE OP: AMSTERDAM.NL/TRAINEESHIPS Bovendien nemen wij nog steeds signalen uit onze organisatie waar, van medewerkers die zich niet thuis voelen en daardoor onze organisatie weer verlaten. Het verbeteren van de diversiteit kan dan ook niet zonder te werken aan inclusiviteit; het creëren van een organisatiecultuur waarin iedereen zich erkend en gewaardeerd voelt en niemand wordt buiten gesloten, kortom, waar iedereen zich thuis voelt. Belangrijk daarbij zijn onze trainingen. Die gaan niet alleen over inclusief werven en selecteren, maar zeker ook over inclusief leiderschap en over hoe je met elkaar het gesprek kunt aangaan. Door al onze leidinggevenden hierin te trainen, laten we zien dat het ons ernst is. Daar mogen we best trots op zijn.” JAN. JONGE AMBTENAREN NETWERK Jan. is het Jonge Ambtenaren Netwerk voor alle ambtenaren van de gemeente Amsterdam tot en met 35 jaar. Met ruim 2.500 leden is deze `Workforce of the Future`: een veelzijdige mix van kennis, culturen, talenten, achtergronden en ambities. ‘We verbinden jonge ambtenaren en jonge professionals in het bedrijfsleven, binnen en buiten Amsterdam. We organiseren regelmatig excursies, kennisdeelsessies en borrels. En nog veel meer, zoals samen sporten, de Jan. buitenlandreis en het Jan. festival. Alles om samen te leren en elkaar te inspireren. Zodat we kritisch blijven en onze organisatie kunnen helpen innoveren.’ 15
Pagina 16
JONG&AMBTENAAR ‘ Ik heb altijd een zwak voor de positie van de underdog’ OBJECTIEF KIJKEN NAAR HET STRAFDOSSIER Strafzaken spreken tot de verbeelding. Ook tot die van Stella van Gennip. Rechtbank- en advocaten-series, daar keek ze als puber gretig naar. ‘Al jong had ik het idee dat ik advocaat wilde worden.’ Bij het Gerechtshof Amsterdam begon ze als stagiair, inmiddels werkt ze er als griffier. M et een aantal geruchtmakende strafrechtszaken lijkt de belangstelling van media en publiek voor criminaliteit het afgelopen decennium gestegen. Toch is dat niet wat Stella het meest fascineert. ‘Moord, doodslag en georganiseerde criminaliteit mogen dan de meeste belangstelling trekken, het levert vanuit mijn perspectief niet per se de meest interessante hoger beroepen op. Bij een ogenschijnlijk ongecompliceerde politierechterzaak heb je soms meer ruimte om dieper in de juridische pijnpunten uit het dossier te duiken.’ ENORME BELANGEN Tijdens haar studie ontdekte Stella dat mensenrechten en het strafrecht haar het meest boeien. ‘Het gaat om enorme belangen; veroordeelden in een strafrechtzaak kunnen lange tijd worden opgesloten. Dat betekent nogal wat. Ik heb altijd een zwak voor de positie van de underdog.’ Niet dat diens belangen in haar ogen zwaarder 16 wegen; waarheidsvinding en een passende straf zijn in haar ogen het belangrijkst. Aan de kant van de rechtspraak is Stella de eerste die het dossier te zien krijgt. ‘Ik kijk objectief naar de bewijsmiddelen die het bevat. Ook let ik op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Soms moeten we daar nog iets mee. Opgelegd hulpverleningscontact, ambulante behandeling of opname bijvoorbeeld, als iemand psychische problemen heeft.’ Daarna geeft Stella om de rechters te ondersteunen – raadsheren heten die bij het Gerechtshof – een weergave van de feiten uit het dossier. ‘Die zet ik op papier, evenals mijn visie op de straf die opgelegd zou kunnen worden. Ook schat ik in welke verweren we kunnen verwachten en hoe we daar op zouden moeten reageren. Op zitting zit ik naast de rechters in m’n toga en noteer ik wat er gezegd wordt.’ JONG&AMBTENAAR NAAMAAM: Stella va LE 28 jaa EEFTIIJ aar ffie an Genniin p JD: FUNCTIET E: grif J: er (se s nior gerec t j r BIJIJ: chtsjurist) Gerechtshof Amsterdam OPLEIDING: master strafrecht GEHEIM OVERLEG WET INTERPRETEREN Nadat de zitting heeft plaatsgevonden gaan de rechters en de griffier met elkaar in overleg in de zogeheten raadkamer. Wat daar wordt besproken is geheim. ‘Als griffier krijgt zij als eerste het woord om haar visie naar voren te brengen. In het begin is dat spannend, en je moet wel een beetje durven. De raadsheren weten ook niet altijd alles. Het is fijn om te sparren en zo van elkaar leren. Zo’n arrest maak je echt met z’n allen. Dat is niet alleen fascinerend, maar het samenwerken is ook gezellig.’ De strafvonnissen in de zaken – de arresten – worden door Stella op papier gezet. ‘Ik doe kortom alles behalve de beslissing nemen: is iemand onschuldig of schuldig?’ 17 ‘Je hoeft niet alle wetsartikelen uit je hoofd te kennen, maar wel weten hoe je de wet kunt interpreteren’, zegt Stella over de in haar functie vereiste wetskennis. ‘Op je opleiding leer je dat, maar ook daarna nog in het werk. Schrijven moet je wel leuk vinden, want je moet veel typen en arresten op papier zetten. En perfectionistisch zijn, want het gaat vaak om details.’ Stella denkt de komende jaren nog wel aan haar trekken te komen bij de rechterlijke macht. ‘Ik heb nu al zoveel geleerd in de relatief korte tijd dat ik hier zit. Ik hoop hier nog flink wat ervaring op te doen, alvorens ik uiteindelijk advocaat word, of misschien officier van justitie. Dit is een instapbaan van hoog niveau. Het leuke is dat ik vanaf hier alle kanten op kan.’
Pagina 18
JONG&AMBTENAAR “ MODIS TECH ACADEMY IS DÉ ONTWIKKELAAR VAN TALENT BINNEN DE OVERHEID” ‘Spring Professional draagt per 1 november 2020 een nieuwe naam; Modis Tech Academy. Modis is de brand binnen The Adecco Group voor IT en Digitalisering en heeft de ambitie om Thought Leader te zijn in Smart Industries. Oftewel: ze zijn al groot in digitaliseren en lopen daarin voorop. Aangezien wij de ambitie hebben dé ontwikkelaar te zijn voor jong talent, kunnen we de krachten bundelen. Zo bieden we onze talenten én klanten een bredere dienstverlening. “ Wij verbinden jong ambitieus talent aan organisaties in een snel veranderende IT-wereld” M odis heeft wereldwijd, jarenlang expertise op het gebied van IT, Engineering en Life Sciences. Met hen kunnen we vooroplopen en nieuwe technologieën zoals Robotic Process Automation (RPA) beetpakken en met lef en durf een programma opzetten dat jong talent een plek geeft om de juiste skills te ontwikkelen. Zo komt onze ambitie om voorop te lopen de trainee ten goede.’ ‘Wij verbinden jong ambitieus talent aan organisaties in een snel veranderende IT-wereld. Want laten we eerlijk zijn, wat je vandaag leert op je opleiding, is morgen alweer achterhaalt. Daarom investeren wij in dit talent door hen uit te dagen en te up- en reskillen. Zowel tijdens het traineeship als uiteindelijk eventueel tijdens hun carrière als consultant bij Modis.’ WAT IS ER VERANDERD? ‘Los van het feit dat door de rebranding van Spring Professional naar Modis Tech PASCAL ALBERTS DIRECTOR MODIS TECH ACADEMY Academy meer mogelijkheden voor onze talenten en partners zijn ontstaan, is er vrijwel niks veranderd. Ons DNA is hetzelfde. Maar, we zouden onszelf niet zijn als we niet nóg gespecialiseerder ten ijs zijn gekomen. Waar we bij Spring Professional keken naar de kandidaat voor de komende twee jaar, kunnen we nu nog verder kijken. De mogelijkheid bestaat nog steeds om na de twee jaren bij één van onze partners in dienst te treden, maar je kan ook doorstromen naar Modis om daar als consultant aan de slag te gaan. Plus, je kunt gedurende je traineeship terugvallen op senior consultants bij Modis waardoor je expertise sneller groeit. Zo denkt Ronald Groeneveld (Trainee RPA bij de gemeente Rotterdam) bijvoorbeeld nu al drie jaren vooruit. En na drie jaren hoeft onze samenwerking niet te stoppen want de vraag naar RPA-consultants stijgt enorm. Het is een groeimarkt en hij zou als senior consultant onderdeel kunnen blijven van Modis. Je kunt er kortom voor kiezen om na je traineeship in dienst te gaan bij onze partner óf je verbinden aan Modis om door te groeien tot ervaren consultant en zelf een trainee vakinhoudelijke kennis bij te brengen. Voor jou als jong talent zijn er eigenlijk alleen maar voordelen.’ 18 JONG&AMBTENAAR “ IK WERK ERG GRAAG VOOR DE STAD ROTTERDAM” ‘Modis Tech Academy heeft een enorm netwerk aan contacten bij de overheid. Dat was voor mij persoonlijk de belangrijkste reden om via hen een traineeship te willen starten. Bovendien investeren ze in je (persoonlijke) ontwikkeling en ben je constant op de hoogte van je vakgebied door de cursussen die je intern volgt. Ik ben gestart als trainee binnen het vakgebied Informatiemanagement. Na een jaar ben ik doorgestroomd naar het traineeship binnen RPA, waar ik de komende twee jaar als RPA-expert in het Centre of Excellence van de Gemeente Rotterdam werkzaam ben. Voor mij een plek waar ik mij thuis voel. De ene dag werk ik voor het jongerenloket en de andere dag denk ik na over ondernemers die last hebben van de coronacrisis. Mijn werk raakt heel veel facetten waar ik zelf in het dagelijks leven ook mee te maken heb.’ RPA IN HET KORT ‘Kort gezegd automatiseert het Centre of Excellence team informatiestromen en werkprocessen binnen de gemeente. Met (bestaande) RPA Software ontwikkelen wij configuraties(robots) die de applicaties kunnen besturen, zodat we hiermee de handelingen van de medewerker kunnen automatiseren. De robotisering van processen bespaart mensen veel tijd in het behandelen van een uitkeringsaanvraag bijvoorbeeld. Als RPA-Specialist bouw ik de robot, die vervolgens de handelingen van de medewerker simuleert. Zo spelen we tijd vrij van onze collega’s die ze aan de inhoud kunnen besteden. Oftewel: we vergroten capaciteit en we verkleinen foutmarges. En robots stoppen niet om 17:00 uur met werken, dat maakt ook veel uit in dit soort organisaties.’ EFFICIËNTIE HONGER ‘Ik hou van effectief en efficiënt werken en efficiënter dan dit wordt het niet. Ik heb zelf ook het liefst dat als ik contact zoek met een gemeente, dat ze de tijd voor mij nemen. Door taken weg RONALD GROENEVELD RPA-TRAINEE MODIS TECH ACADEMY “ Modis Tech Academy heeft een groot netwerk en investeert in mijn persoonlijke ontwikkeling” te halen bij collega’s die hen afleiden van waar ze goed in zijn, denk bijvoorbeeld aan administratief werk, wordt de dienstverlening verbeterd . Dat leidt ertoe dat mijn mede-Rotterdammers beter geholpen worden en ik vind het mooi om daaraan bij te dragen. We starten met een probleem- en procesanalyse fase, waarna de robots worden gebouwd die de applicaties kunnen aansturen en tot slot ben ik onderdeel van de fase waarin de techniek wordt geïmplementeerd. Die laatste fase is het sociale aspect van mijn werk. Ik leg mensen uit wat RPA is, wat we gemaakt hebben, hoe het hun werk verlicht en hoe ze ermee kunnen werken. Mijn collega’s zijn vaak enthousiast. Dat ze bepaalde taken die ze eerst vaak moesten herhalen niet meer hoeven te doen, zorgt voor blije gezichten.’ VERKNOCHT ROTTERDAMMER ‘Ik ben verknocht Rotterdammer. En ik besloot al vrij snel dat ik bij de gemeente Rotterdam wilde werken. Ik ben nu twee jaren als trainee aan ze verbonden, maar ik zou daarna ook graag voor de stad willen werken. Ik heb nu geen enkele reden om hier weg te willen. De vraag naar RPA-experts is groot dus wie weet welke stappen ik ooit nog maak, maar er is hier nu genoeg te doen en ik zit op mijn plek.’ 19
Pagina 20
JONG&AMBTENAAR Kleinbehuisd, zitten aan de keukentafel op een wrakke bureaustoel THUISWERKEN: FIJN ALS HET MAG, MINDER ALS HET MOET Thuiswerken heeft een enorme push gekregen als gevolg van de coronacrisis. Dat het mág, wordt gewaardeerd. Maar als het moet, zijn de gevoelens veel gemengder. Een enquête van Binnenlands Bestuur brengt ook de schaduwkanten in beeld. onge ambtenaren hebben meestal (nog) geen gezin, maar kampen wel met andere problemen. De millennial-generatie lijkt zwaar getroffen door de eenzaamheid van thuiswerken. Geldt dat voor jonge ambtenaren ook? ‘Niet de gestreste ouders van schoolgaande kinderen, maar alleenwonende millennials worstelen het meest met thuiswerken als gevolg van de coronacrisis. Zij vertonen systematisch meer burn-outachtige klachten dan andere leeftijdsgroepen’, schreef Het Financieele Dagblad op basis van een onderzoek door zorgplatform OpenUp. Jonge werkenden hebben niet alleen te maken met meer economische onzekerheid, maar ook met eenzaamheid: millennials wonen vaak alleen. Werk voor hen vaak een belangrijke bron van identiteit en eigenwaarde, dus valt het verdwijnen daarvan extra zwaar. GEEN VERRASSING Lieve Maas (28) werkte als juridisch adviseur voor de provincie Gelderland en sinds juli 2020 als wetgevingsjurist bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. ‘Het verrast mij persoonlijk niet’, zei ze eerder over het onderzoek. Ze plaatst het bovendien in een bredere ontwikkeling: ‘Jongeren wonen 20 J steeds kleiner en werken steeds meer omdat de huur steeds hoger wordt.’ Bovendien hebben ook jonge ambtenaren te maken met economische onzekerheid, zegt ze. ‘Mensen met een vaste aanstelling bij de overheid hebben het over het algemeen heel goed. Maar jonge ambtenaren zitten juist vaak in onduidelijkheid over hun contract.’ Ook de analyse dat werk een belangrijke bron van eigenwaarde is, herkent Maas. ‘Je bent natuurlijk veel bezig met werk, je vindt het belangrijk om je in te zetten voor de samenleving, als dat wegvalt zou dat best invloed kunnen hebben op je gevoel van erkenning.’ GEMIS Of jonge ambtenaren ook eenzaam zijn, is minder makkelijk te zeggen. De enquête onder Binnenlands Bestuur-lezers geeft in ieder geval een genuanceerd beeld: 59 procent van de groep van 18-25 jaar heeft een partner die overdag thuis is, net als 50 procent van de ambtenaren van 26-35 jaar oud. Dat is ongeveer net zoveel als onder de andere groepen. Wel missen jonge ambtenaren hun collega’s vaker: dat geldt voor 87 procent van de groep tot 25 jaar tegenover 70 procent van de 55-plussers. Ook de leidinggevende wordt vaker gemist: 37 procent (tot 25 jaar) tegenover 14 procent (ouder dan 55). Een kwart van de jonge ambtenaren (tot 25 jaar) mist aansturing, bij de groep boven de 55 is dat slechts 4 procent. CONCENTRATIE In de enquête geven jonge ambtenaren iets vaker aan last te hebben van stress tijdens het thuiswerken. 43 procent van de ambtenaren tot 35 jaar oud lijkt meer gestrest te zijn door de thuisquarantaine, tegenover 35 van de oudere ambtenaren. Wat vooral opvalt, is dat jonge ambtenaren meer concentratieproblemen hebben (38 procent bij ambtenaren van 18-25 jaar; 33 procent bij de groep van 26-35 jaar; 23 procent bij de groep van 36-55; en 15 procent bij 55 jaar en ouder). Zorgwekkend, want concentratieproblemen zijn vaak kenmerken van een burn-out. OUDE TV Ongeveer twee derde van de jonge ambtenaren noemt de werkplek ‘niet ideaal’, tegenover 53 procent van de ambtenaren 21 tussen 36-55 jaar oud en slechts 36 procent onder 55-plussers. Onder de oudste groep heeft dan ook 71 procent een eigen werkkamer; bij ambtenaren tussen 25-55 jaar is dat ongeveer de helft; van de jongste groep heeft minder dan de helft een eigen werkkamer. Bovendien vindt de helft van de jonge ambtenaren (tot 35 jaar) hun werkplek niet ergonomisch verantwoord (39 procent bij de groep van 36-55 jaar en 23 procent bij de 55-plussers). REISTIJD Valt thuiswerken lang vol te houden? ‘Tja, je hebt niet echt een andere keuze’, antwoordde Lieve Maas nuchter op die vraag, toen het aantal corona-besmettingen al hoog was. Dat de reistijd wegvalt is een van de grote voordelen. VERANTWOORDING Dit artikel is eerder verschenen in Binnenlands Bestuur. De enquête werd afgenomen tussen 19 en 25 maart 2020. De vragenlijst is ingevuld door ruim 6.300 abonnees.
Pagina 24
JONG&AMBTENAAR SRO: EEN ORGANISATIE MET DIVERSE DISCIPLINES Sjamana Wijsmuller, Peter de Wilde en Michiel Heimgartner werken alle drie bij SRO, maar of ze elkaar dan ook kennen is de vraag. SRO werkt in verschillende gemeenten en houdt zich bezig met diverse activiteiten. Zo is Sjamana regiocoördinator en buurtsportcoach aangepast sporten in Amersfoort, Peter projectleider technische dienst in regio Eemland en Michiel bedrijfsleider van drie zwembaden in Haarlem. Jullie komen elkaar vast nooit tegen? Sjamana: ‘SRO is echt een divers bedrijf. Het werk van Peter, Michiel en mij is totaal verschillend. SRO is een bedrijf met subculturen, voor elk wat wils. Je kan met veel achtergronden terecht bij onze organisatie, terwijl je wel collega’s bent van elkaar. Ik heb Michiel bijvoorbeeld nog nooit eerder ontmoet.’ Peter: ‘Ik ken Michiel wel. Wij nemen beiden deel aan bijeenkomsten van alle leidinggevenden binnen SRO, en Sjamana ken ik omdat we in ons kantoor in Amersfoort allemaal dezelfde lunchruimte delen.’ Michiel: ‘De functie van bedrijfsleider van zwembaden is uitdagend, gevarieerd en kent een grote mate van zelfstandigheid. Binnen de organisatie heb ik vooral contact met mijn assistent-bedrijfsleiders en met mijn afdelingsmanager.’ Klinkt als een erg gevarieerde werkgever. Hoe zijn jullie bij SRO terechtgekomen? Peter: ‘Na mijn opleiding mbo bouwkunde heb ik hier stage gelopen. Ik ben eerst gaan werken bij een technisch adviesbureau, maar dat was erg commercieel en uitsluitend gericht op financiële resultaten. Toen SRO me SRO ONTZORGT Waar mensen samenwonen, leven en werken, speelt gemeentelijk vastgoed een belangrijke rol. Gebouwen, sportvelden en speeltuinen vormen veilige ankers in buurten, wijken en gemeenten. Hier komen mensen samen om elkaar te ontmoeten, te sporten, te spelen, te leren en te ontspannen. Het is logisch dat gemeenten veel waarde hechten aan onderhoud, beheer en exploitatie van deze locaties. SRO biedt totale ontzorging op alle drie deze vlakken en zet sportservice in als middel om maatschappelijke opdrachten waar te maken. Werken bij SRO betekent dat je met meer dan 400 medewerkers uiteindelijk als één team zorgt dat alles functioneert en vakkundig en efficiënt wordt onderhouden, beheerd en geëxploiteerd. Dit betekent dat SRO weet wat er speelt, zij meedenken en vooruitdenken over hoe ze gemeenten en gebruikers zo goed mogelijk blijven ontzorgen. Hier hebben ze alle disciplines onder één dak. Van zwemonderwijzers tot buurtsportcoaches en van medewerkers groenonderhoud tot technisch onderhoudsmedewerkers. benaderde met een baan, ben ik meteen overgestapt. Je kunt hier meer betekenen dan alleen werken voor je baas. Je mag ook denken aan het klantperspectief en uitgaan van de mens.’ Michiel: ‘Dat is ook mijn verhaal. Ik ben ook manager geweest in commerciële en semi-commerciële sportaccommodaties, en daar is de klant vooral afnemer van een product. SRO is goed voor zowel medewerkers als klanten, dat werkt in het voordeel van iedereen.’ Sjamana: ‘Mijn verhaal is net anders. Ik heb eerst sportacademie alo gedaan. Daarna ben ik voor enkele dagen per week gymleerkracht geworden in het speciaal onderwijs. Ik kon mijn werkweek in 2014 uitbreiden, met de functie van buurtsportcoach bij SRO. Toen ik hier eenmaal werkte, kreeg ik steeds meer kansen om te werken voor mensen met een beperking.’ ‘Sinds 2018 ben ik regiocoördinator voor aangepast sporten in Eemland. Ons team doet alles om de sportparticipatie van mensen met een beperking te verhogen. Sport en bewegen zijn ook vanuit sociaal oogpunt van belang. Het gaat om iedereen die moeite heeft om aansluiting te vinden bij het reguliere sportaanbod. Of het nu gaat om mensen met verstandelijke, auditieve, psychische of andere beperkingen. Wij organiseren en bemiddelen.’ 24 JONG&AMBTENAAR NAAM: Sjamana Wijsmuller LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE: regiocoördinator & buurtsportcoach aangepast sporten, SRO Amersfoort OPLEIDINGEN: • bachelor of education (BEd), sport and physical education - Hogeschool van Amsterdam • master of education (MEd), special educational needs - Seminarium voor Orthopedagogiek Hoe ziet jullie werkweek eruit? Michiel: ‘Drie zwembaden exploiteren betekent elke dag een volle agenda, ik stuur bijna veertig collega’s aan. Nee, ik heb geen tijd om soms zelf een duik te nemen. Wel doe ik op nationaal niveau aan atletiek, en de discipline die je daarvoor moet hebben, komt goed pas in mijn baan. Je moet steeds het totaalplatje blijven zien, altijd blijven nadenken. Op korte termijn kunnen handelen, en tegelijk de lange termijn in de gaten houden. Ik ben veel met cijfers bezig, maar ook met klanten. Zowel individuele klanten die vragen of opmerkingen hebben als verenigingen die bij ons activiteiten uitvoeren.’ Sjamana: ‘Ik deel mijn werk zelf in, heel flexibel. In mijn huidige functie ben ik vooral aan het bemiddelen. Dat betekent vragen over sport en bewegen en het bestaande aanbod bij elkaar brengen, sportaanbieders en buurtsportcoaches ondersteunen die een inclusief sportaanbod willen opzetten of continueren. Soms moeten we een beetje leuren om aandacht voor het belang van NAAM: Michiel Heimgartner LEEFTIJD: 36 jaar FUNCTIE: bedrijfsleider zwembaden, SRO Kennemerland OPLEIDINGEN: • bachelor sports and movement, sportmanagement - Fontys Hogeschool Sittard • mba sport management - Wagner Group bewegen te krijgen, zodat andere professionals – zoals afdelingen welzijn, wijkteams, scholen, huisartsen, diëtisten – sport ook meer op hun netvlies krijgen als “socialiserend middel”.’ Peter: ‘Mijn werk is minder flexibel. Ik werk onder andere met timmermannen, loodgieters. Zij beginnen allemaal om kwart voor acht. Dan is het handig als ik er ook ben. Wij doen werkzaamheden van a tot z, van klein onderhoud tot en met grote renovaties van gebouwen. Ik stuur aan, maak werkplannen en offertes. Ook haal ik werk binnen, doe de materialeninkoop en begeleid ik projecten.’ ‘Zo ben ik laatst projectleider geweest van de renovatie van De Volmolen, een rijksmonument. Daar komt nu een museum in en een katoendrukkerij, het moet een visitekaartje van Amersfoort worden. Zo’n complex project was erg leuk en uitdagend om te doen.’ Jullie zeggen alle drie dat SRO ook veel aandacht voor de medewerkers zelf heeft. Waar blijkt dat uit? Sjamana: ‘Er is hier een breed pakket NAAM: Peter de Wilde LEEFTIJD: 30 jaar FUNCTIE: projectleider technische dienst, SRO Amersfoort OPLEIDINGEN: • mts+ (niveau 4), bouwkunde – ROC van Amsterdam en Gooi en Vechtstreek • hbo, bouwbeheer en onderhoud – NCOI Opleidingen • post bachelor, management – NCOI Opleidingen aan mogelijkheden tot bijscholing, waar je zelf invloed op hebt. Voor mij is een cursus Word of Excel niet meer interessant, maar een opleiding over projectmanagement zeker wel. Dan ga ik naar hrm en worden er mogelijkheden voor mij gecreëerd. Mijn post-hbo-opleiding aan Avans is betaald door mijn werkgever.’ Michiel: ‘We hebben ook een academie, met cursussen vitaliteit, voeding en beweging, verbeter je brein, mindfulness. Er is dus veel aandacht voor hoe je in je vel zit, er wordt echt in je geïnvesteerd.’ Peter: ‘Mijn directe collega’s hebben weinig belangstelling voor mindfulness. Ze halen hun schouders op en gaan weer aan het werk. Maar de technische opleidingen vinden ze wel fijn. Zo heeft SRO zwembadtechnici in dienst, zulke mensen kun je op de arbeidsmarkt bijna niet vinden. Dat is maar een klein gezelschap van vakmensen in Nederland. Maar SRO biedt een interne opleiding, in combinatie met externe cursussen daarvoor.’ 25
Pagina 26
JONG&AMBTENAAR ONDERNEMERS HELPEN Bijstandsgerechtigden helpen doorstromen naar (liefst) betaalde arbeid is het werk van Yvonne Westerdijk. Maar dit jaar kwam er een dringende taak tussendoor: de uitvoering van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO). Dat betekende diep ademhalen en buffelen, vertelt de klantmanager Werk. R uim 1.300 aanvragen voor een uitkering kreeg de gemeente Veldhoven vanaf het begin van de coronacrisis, en dat in korte tijd, tijdens de eerste twee rondes TOZO. Een door het kabinet bedachte regeling voor levensonderhoud die door gemeenten moet worden uitgevoerd. En toen moesten Yvonne en ongeveer dertig andere collega’s een huzarenstukje leveren, licht ze toe. ‘Ongekend, zoiets hadden we nooit meegemaakt. We moesten allerlei andere werkzaamheden uit onze handen laten vallen, want we wilden de rechthebbende ondernemers zo gauw mogelijk een uit kering verstrekken.’ TOZO 1 eindigde op 1 juni 2020; daarna volgden meerdere versies van de ondersteuningsmaatregel, met aangescherpte voorwaarden. Zo moet er sinds de tweede versie ook getoetst worden hoeveel de eventuele partner van de ondernemer verdient, en inmiddels ook het vermogen van de aanvrager. Veldhoven koos er, anders dan sommige andere gemeenten, voor niet het hele TOZO-proces 100 procent geautomatiseerd te laten verlopen. In eigen beheer werd een oplossing gebouwd, want ‘digitaal check check check, toewijzen of afwijzen’ zoals Yvonne het verwoordt, wilde haar gemeente niet. ‘We willen waar nodig maatwerk kunnen leveren. Zo wezen sommige gemeenten meteen de aanvraag af als er een document miste. Wij belden die ondernemer dan liever even, om hem of haar daarop te wijzen. Of, in een geval dat ik me herinner, omdat die ondernemer in het buitenland verbleef. Eigenlijk een uitsluitingsgrond, maar wat nou als je op z akenreis bent en door COVID-19 niet terug kúnt vliegen? De mevrouw die het betrof hebben we wel geholpen.’ NNAAAMAM: YYvono nen Wese terddiji k LLEEFTIIJDJ : 31 OPLEIDING: HBO maatschappelijk werk en dienstverlening FUNCTIE: klantmanager werk BIJ: gemeente Veldhoven RE-INTEGRATIE Het aantal ondernemers dat aanklopt voor een uitkering loopt inmiddels terug en Yvonne komt meer toe aan haar ‘gewone’ re-integratiewerkzaamheden. ‘Die TOZO was een mooie uitdaging, maar bij mijn eigen werk, het contact met mensen en hen bemiddelen naar werk of andere activiteiten, ligt mijn hart. Bij sommigen is dat kort, bij anderen jaren achtereen.’ Een nieuwe groep cliënten dient zich aan. Gemeenten gaan zelfstandig ondernemers begeleiden bij bij- en omscholing, als hun bedrijf niet meer levensvatbaar blijkt. ‘Een deel van de ondernemers kan z’n business niet meer opstarten of voortzetten. Samen onderzoeken we wat zij willen en kunnen.’ Nuchterheid aan beide kanten is daarbij nodig, zegt Yvonne. ‘Soms moet ik een beetje sturen op dromen, want ideeën zijn niet altijd realistisch.’ 26 JONG&AMBTENAAR WONEN TUSSEN DE BEDRIJVEN Na tien jaar met veel plezier bij de afdeling ruimte van de gemeente Lochem te hebben gewerkt, verkast Jip ten Barge naar de gemeente Deventer. Hij slaat een nieuw pad in. ‘In Lochem heb ik ontzettend veel geleerd. In een kleine gemeente draag je veel verantwoordelijkheid.’ J ip bedoelt dat je bij een kleinere gemeente als Lochem veel inhoudelijke kennis moet hebben én zelfstandig moet kunnen werken. Je bent verantwoordelijk voor het hele proces, van ontwerp tot uitvoering. ‘In dat opzicht is een kleine gemeente een mooiere start dan een grote. Maar ik stap nu toch over, omdat een middelgrote gemeente als Deventer een goede volgende carrièrestap is. Daar kan ik mijzelf verder ontwikkelen, in een groter team.’ RAZEND TEMPO Als er één rode lijn in Jips carrière zit, dan is het wel dat hij zichzelf optrekt en ontwikkelt. Kennis en kunde van anderen opzuigt. Vooral belangrijk in zijn vak, gebiedsontwikkeling. Want daar is geen specifieke opleiding voor. Je moet het zelf leren in de praktijk, onder de vleugels van oudere, ervaren collega’s. ‘Ik heb dat georganiseerd door naar cursussen te gaan, maar vooral door leergierig te zijn en verantwoordelijkheid te nemen. En gewoon doen, ook. Uiteindelijk sta je dan op eigen benen en kun je zelf sturing geven aan projecten.’ STEDELIJK GEBIED In 2010 start Jip in Lochem als beleidsmedewerker landelijk gebied. Hij houdt zich bezig met kleinere ruimtelijke plannen, in het buitengebied. ‘Al snel werd ik beleidsadviseur ruimtelijke ontwikkeling en ging aan de slag met stedelijke vraagstukken. Daarna ben ik nog breder gaan werken, op het gebied van vrijetijdseconomie.’ De laatste vijf jaar heeft Jip zich bezig gehouden met projecten op het gebied van woningbouw en bedrijvigheid. Zo moet net buiten het stadscentrum van Lochem woningbouw komen, waarbij bedrijven moeten verplaatsen. ‘Ik voer het masterplan uit dat de gemeenteraad voor dat gebied heeft vastgesteld’, vertelt hij. Jip is verantwoordelijk voor het hele proces, van ontwerp tot voorbereiden van de besluitvorming. Hij voert onderhandelingen, houdt zich bezig met de verplaatsing van bedrijven, het binnenhalen van subsidies, en is verantwoordelijk voor de communicatie met burgers en bedrijven. En natuurlijk de financiële sturing. ‘Woningbouw in een weiland levert makkelijk geld op, maar woningbouw op een bedrijventerrein kóst vooral veel. Het is steeds zoeken naar een balans tussen verschillende functies in een gebied, financiële haalbaarheid en ruimtelijke kwaliteit. Het transformeren van een verouderd bedrijventerrein naar woningbouw is een complexe opgave.’ NAN AMAM: JiJ p teen BBaargge LEL EFTTIIJDJD: 343 jaaar FFUUNNCTIIEE: prprojjectleeider gebiedso w kk BIJ ge i J: geme H ontwikk gem ente OPLE D N EIDIING: HBO ru mtel k pl no p anologiegie uiimteliijke ordening en eling te Locheoche m 27
Pagina 28
JONG&AMBTENAAR ‘ ALS KIND AL VEEL BUITEN’ Nog geen vier jaar geleden deed Roger Vaerewijck iets heel anders. Hij was vliegtuigmonteur op Schiphol. ‘Daar heb ik zeven jaar met heel veel plezier gewerkt’, vertelt hij, ‘maar de onregelmatige diensten begonnen erin te hakken. Als ik een keer vrij was, moest iedereen om me heen juist werken.’ D us ging hij op zoek naar een alternatief. Al snel was er de mogelijkheid om als uitzendkracht bij de gemeente Hoorn aan de slag te gaan, op de afdeling groen en reiniging. Roger greep zijn kans. ‘Het paste bij me. Ik was als kind al veel buiten. Altijd in het groen aan het spelen. Later tuinierde ik ook graag, eerst bij mijn ouders en daarna in mijn eigen tuin.’ ONDERAAN DE LADDER Bij de gemeente begon Roger onderaan de ladder. ‘Ik hielp mee met het onderhoud. Bomen controleren op ziektes. Struiken snoeien. Dat beviel goed, maar ik wist dat er mogelijkheden waren om door te groeien.’ Om daar alvast op in te spelen, besloot hij een opleiding tot opzichter te volgen. ‘Die opleiding heb ik begin dit jaar afgerond, en toen kwam er toevallig een vacature vrij. Ik heb meteen gesolliciteerd. In mei werd ik aangenomen als voorman.’ Als jongeman van 31 heeft hij de leiding over een team van tien medewerkers. Sommigen zijn dertig jaar ouder dan hij. ‘In het begin werd dat moeilijk geaccepteerd. Vooral mensen die er al veertig jaar werken vonden het lastig. Maar de functie straalt toch een soort gezag uit. Dus ook al ben ik de helft jonger, uiteindelijk gingen ze toch naar me luisteren.’ Roger is met zijn team verantwoordelijk voor een nieuwbouwwijk waar bijna geen vuil op straat ligt, dus met reiniging zijn ze nauwelijks bezig. ‘Eerst werkte ik in de binnenstad. Daar is reiniging juist 80 procent van het werk. Daar wordt van alles op straat gegooid – met evenementen al helemaal. Dan ligt het bezaaid met bekertjes. Dat zijn grote operaties, om dat allemaal schoon te krijgen.’ TOEKOMSTPLANNEN Naar eigen zeggen zit hij zit als voorman precies op de juiste plek. ‘Ik heb het enorm naar mijn zin. Echt, de dagen vliegen voorbij.’ Toch liggen de mogelijke toekomstplannen stiekem al klaar. ‘Ik wil verder in het groen, dat sowieso, maar dan misschien hogerop. Richting het stadhuis. Directievoerder bijvoorbeeld. Het lijkt me heel mooi om uiteindelijk zelf aannemers te mogen aansturen.’ NAA : AAM Roger Vaerewijck LEEFTI 331 jaj arr FUN JD: FUNCTIE: voo voorma OP ooppziz chht OPLEIDLEIDING MB an groen en reiniging : MB vO vl liegtuigtechniek; MBO ter/uitvoerder tuin- en landandschapsinrichting 29
Pagina 30
JONG&AMBTENAAR ‘De adrenaline maakt dat je heel erg gefocust bent’ LEKKER NIET WETEN WAT DE DAG OF NACHT BRENGT Niet dat ze nou zo dol op winkelen was. Maar als kind ging Romy Kloet graag op koopavonden met haar moeder mee het centrum in. Dan kon ze er bijna op rekenen: politie te paard! Het maakte zo veel indruk, dat ze koos voor een politieloopbaan. ‘A ls kind heb je nog niet een goed beeld van wat de politie allemaal doet. Boeven vangen, daar denk je aan. Maar er is zo veel meer mogelijk’, zegt ze. Sinds begin 2019 is Romy hoofdagent bij de Nationale Politie in Rotterdam. Het paard dat ze berijdt is (nog) een stalen ros, vaker nog zit ze ‘op de bus’. Romy is een biker en maakt deel uit van het Basisteam Centrum in Rotterdam. Daarnaast maakt ze deel uit van een zogeheten Openbare Orde Team (OOT), dat vooral gericht is op handhaving van de openbare orde. Het ploegje opereert met name in het uitgaanscentrum en tijdens grootschalige evenementen. Als belangrijkste taak heeft het team opstootjes en problemen in de kiem smoren. ‘Ik zal de laatste zijn om te ontkennen dat de actie en de spanning die dat met zich meebrengt, het werk voor mij juist aantrekkelijk maken’, onthult Romy. ‘De adrenaline die door je heen gaat, maakt dat je heel erg gefocust bent, een lekker gevoel. Natuurlijk kent mijn werk ook rustige dagen, waarop ik administratief werk moet doen. Dat ligt mij niet het meest, maar het hoort erbij. Het mooiste aan mijn baan vind ik dat ik aan het begin van de dag nooit weet hoe die er verder uit zal zien. Ik weet het gewoon niet van tevoren, echt nooit. Van die afwisseling geniet ik.’ Haar werk bij het OOT maakt dat ze veel in de weekeinden en avond- en nachtelijke uren in touw is. 30 Het OOT bestaat daardoor voor een groot deel uit jonge agenten. ‘Met het klimmen der jaren, als sommigen een gezin hebben, groeit de behoefte aan een bestaan met wat meer regelmaat.’ DRILLRAP Zelf ziet Romy vooralsnog niet op tegen werken bij nacht en ontij. ‘Ik hou wel van die drukte. Meestal fietsen we van hot naar her. Opstootje hier, opstootje daar. Vaak door jongelui die gedronken hebben. Die nachten vliegen altijd voorbij. Gaandeweg verandert de sfeer wel. Aan het begin van de avond stap je er fris en fruitig in, maar na het zoveelste NNAAAMA : RRomym Kloeett LEEEFTIT JDJ : 2 24 jaaaar FUNCCTIT E:E: hoofo dad gent BIJJ: Nationo ale PoP liitiie,e, Eenheie d Rootterdam O OPLEIDDING: MBO 4, alllrounnd ppolil tiemedewerrker dronken dropje kan het vervelender worden. Dus dan pak je wat sneller door.’ Grote monden, scheldpartijen, die gaan ‘het ene oor in, het andere uit’, zegt Romy. Sommige ontwikkelingen vindt ze wel zorgwekkend. ‘Geweld of spanningen die gelinkt worden aan drillrap, om iets te noemen. Jongeren van dertien, veertien jaar die tegen elkaar opdissen en rondlopen met grote messen of een machete. Daar krijgen wij in Rotterdam ook mee te maken. Ik denk dan: jongens, jullie vragen om problemen, besef je wel waar je mee bezig bent?’ Een vaste teambezetting hoort bij de filosofie van de politie. ‘Wij zijn getraind om situaties snel in te schatten en indien nodig op te treden’ zegt Romy. ‘Je maatje is je veiligheid en 31 dat is tweerichtingsverkeer. Dus dat buddy-schap dat je ziet in politiefilms bestaat ook in het echt. Zeker als je met elkaar heftige dingen meemaakt. Dat smeedt een band.’ KAMPIOENSCHAP FEYENOORD Deel uitmaken van die imposante bereden politie zit nog steeds in Romy’s achterhoofd, voor de toekomst. ‘Maar er is zo veel mogelijk binnen de politie, dus een carrièrepad heb ik nog niet uitgestippeld.’ Wat ook nog op haar verlanglijstje staat: een kampioenschap van Feyenoord. ‘Dat zorgt vaak voor incidenten, maar het feestgevoel dat het meebrengt hoop ik wel een keer mee te maken!’
Pagina 32
JONG&AMBTENAAR DE BUCH ONTWIKKELT – EN JIJ OOK! Werken voor 4 gemeenten? Hoe werkt dat eigenlijk? W aar leer je zó snel samenwerken met verschillende colleges, schakelen tussen verschillende beleidsregels en krijg je de kans om trainingen te ontwikkelen en te geven? Juist. De werkorganisatie BUCH is uniek. Eén ambtelijke organisatie die werkt voor 4 gemeenten. Dat dit soms best een uitdaging is, daar weten onze collega’s alles van. Maar het is vooral een organisatie waar je heel snel leert én groeit. Als je het verschil wilt maken, is het mogelijk bij ons. JE BENT WELKOM Kijk voor vacatures, stages- en afstudeerplekken op werkenbij.debuch.nl. Benieuwd hoe het werken bij de BUCH gaat? Dan ben je altijd welkom. Stuur een appje naar 0625756009 en vertel wat je wilt. Dus ben jij druk aan het solliciteren, maar denk je dat jouw profiel niet h elemaal aansluit? Vind jij de functie en de werkgever leuk? Reageer! Met enthousiasme en leergierigheid kom je een heel eind. Bij ons krijg je volop de kans om jezelf te ontwikkelen en te groeien. Zoals we al zeiden, de BUCH is uniek. Maar hoe ziet dat er nu uit in de praktijk, het werken voor 4 gemeenten en de werkorganisatie. Deze 3 toppers (Ro³) werken allemaal op een andere plek in de organisatie en vertellen hoe zij dit ervaren. Uiteraard werken zij nu als het kan thuis. Daarom zie je op de foto’s 2 thuiswerkplekken. BUCH IN HET KORT: Bij de BUCH werk je voor de gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo. Naast natuurlijk de werkorganisatie zelf. Wij zijn uniek met z’n 5-en. Dit geeft volop kansen. Pak die kansen. Haal het beste uit jezelf en maak het beste van de BUCH. Inwoners: 102.500 Medewerkers: 800 Startsalaris: Afhankelijk van functie, opleiding en e rvaring Netwerk Jonge Ambtenaren: BUCH JONG! 32 JONG&AMBTENAAR ROMANY BEENTJES ROSANNE SLOOTWEG is 33 jaar, raadsadviseur en plaatsvervangend griffier voor de gemeente Castricum. Zij is dan ook één van de weinige medewerkers die nog bij een van de vier gemeenten in dienst is. Bij ons dus best bijzonder! ‘Zo’n ambtelijke fusie verandert eigenlijk niet zo veel aan de essentie van het werk dat we binnen de griffie doen. We faciliteren het democratisch proces zodat de raad afgewogen besluiten kan nemen. Tegelijkertijd verandert er natuurlijk wel van alles. Op de griffie ben je toch de schakel tussen raad en organisatie. Veel van de werkprocessen raken elkaar of lopen in elkaar over. En die organisatie is ineens ruim drie keer zo groot en heeft met vier colleges, griffies en raden te maken! Op de griffie ben je soms net een soort tolk tussen politiek en ambtelijke organisatie. Ik vind het leuk om die werelden wat dichter bij elkaar te brengen. De bestuurlijke processen zijn voor de collega’s af en toe best i ngewikkeld. In Castricum werken we deze raadsperiode bijvoorbeeld met een raadsprogramma in combinatie met een minderheidscollege, dat kan dus best een andere aanpak vragen in de voorbereiding van voorstellen. Daar probeer ik de BUCH-collega’s dan ook zo goed mogelijk bij op weg te helpen. Zo heb ik onder andere samen met een aantal collega’s een training bestuurlijk adviseren opgezet. Dat vind ik mooi aan de BUCH, je krijgt echt de ruimte om met initiatieven te komen en daarmee aan de slag te gaan!” is 26 jaar en werkt als beleidsadviseur Samenleven. Zij is bij ons begonnen als functioneel beheerder bij het domein Bedrijfsvoering. Sinds dit jaar zit ze helemaal op haar plek bij het domein Samenleven en houdt zich bezig met de nieuwe wet Inburgering. ‘Ik wilde graag meer betekenen voor de inwoners, daarom ben ik heel blij met deze plek. Het is natuurlijk een hele andere functie. Juist daarom vind ik het zo mooi om bij de BUCH te werken. De BUCH maakt dit mogelijk en heeft lef. Het werken voor deze 4 gemeenten en de organisatie vind ik extra leuk. Ik ben hier opgegroeid dus ik ken de omgeving. Het maakt het werk persoonlijk en ik voel me echt verbonden met de gemeenten. Het werken voor 4 wethouders was natuurlijk wel wennen. Gelukkig werken de colleges goed samen, al hebben ze natuurlijk wel hun eigen wensen. Ik leer nu heel snel samenwerken met wethouders, sneller dan wanneer ik voor 1 gemeente zou werken. Er zijn meerdere invalshoeken op hetzelfde onderwerp. Het is wel zoeken hoe je ze het beste allemaal zo goed mogelijk kunt informeren en adviseren. Maar ze staan echt open voor het persoonlijk contact met medewerkers. Dat is gelukkig niet verloren gegaan met de nieuwe organisatie! De wethouders proberen vaak te gaan voor een BUCH brede aanpak. Hierin is altijd ruimte voor de lokale visie van elke gemeente. Dit maakt wat mij betreft een aanpak nog completer!’ ROOS GROEN is 28 jaar en werkt als inkomensconsulent. Roos is bij ons begonnen als stagiaire en heeft inmiddels heel wat kijkjes in de keuken genomen binnen verschillende functies. ‘Tijdens mijn stage heb ik mijn collega’s van leerlingenvervoer en kwaliteit ondersteund. Daarna kreeg ik de kans om bij de Uitkeringsadministratie aan de gang te gaan. Een mooie kans die ik met beide handen heb aangepakt. Op deze plek heb ik zoveel geleerd. Ik heb ook geleerd dat ik wel liever met inwoners werk. Daarom ben ik nu aan de slag als inkomensconsulent. Op papier ben ik inzetbaar voor de gemeente Bergen, per 1 januari 2021 voor de gemeente Heiloo, maar in de praktijk natuurlijk aanwezig voor alle vier de gemeenten en de organisatie. Inwoners vinden het fijn om een vast gezicht te hebben. Ze delen toch een stukje van hun leven met je. Als je voor alle 4 de gemeenten werkt, is het soms een uitdaging als het beleid niet gelijk is. Maar ik zie eigenlijk vooral de voordelen: je leert veel inwoners kennen en je ziet veel verschillende situaties. En over die beleidsstukken? Het houdt je scherp! De organisatie is sinds de fusie natuurlijk een stuk groter. Voor mij voelt het niet zo, er is echt ruimte voor persoonlijk contact. De Sociaal Team consulenten zijn verdeeld over de 4 gemeenten zodat we zo dicht mogelijk bij de inwoners zijn. Toch hebben we om de week overleg met elkaar. Zo blijven we van elkaar leren en ook belangrijk: weten we hoe het met de collega’s gaat.’ 33
Pagina 34
JONG&AMBTENAAR DE TOEKOMST VAN WERK IN 5 TRENDS Als de crisis van 2020 iets laat zien, dan is het wel dat mensen zich razendsnel aanpassen. Manieren van (samen)werken die tot voor kort moeilijk van de grond kwamen, zijn noodgedwongen ingeburgerd als gevolg van de coronacrisis. Sommige ontwikkelingen die op doorbreken stonden, hebben dat inmiddels gedaan. H oe ziet de toekomst van werk er verder uit; waar krijg je straks in je werkende bestaan als ambtenaar vrijwel zeker mee te maken? 1 THUISWERKEN Ook als in de toekomst de anderhalve metermaatregelen worden afgebouwd, gaat niet iedereen gewoon weer vijf dagen per week naar zijn oude werkplek. Thuiswerken blijft, zij het misschien minder dwingend dan nu het geval is. Organisaties sluiten kantoren, richten de gebouwen die ze behouden anders in en passen ook hun systemen aan op thuiswerken. Niet alleen om kosten te besparen, maar ook omdat het hybride werken de werkvloer verovert – een mix van thuis- en kantoorwerk. Het kantoor wordt steeds meer een ontmoetingsplek waar de banden aangehaald worden, medewerkers een kop koffie met elkaar drinken in comfortabele zitjes. Een omslag die ook bij de overheid plaatsvindt, en opeens veel sneller gaat dan eerder was voorzien. 2 BAAS OP AFSTAND Wie had ooit gedacht z’n manager te missen? Evenals de andere collega’s, die je minder ‘live’ zult ontmoeten. Meer op afstand werken leidt ook tot een nieuwe manier van leidinggeven, waarbij managers vooral letten op de resultaten van jouw werk en je productiviteit. En veel minder controleren of je op een bepaald tijdstip wel keurig achter je laptop zit. Dat vraagt niet alleen vertrouwen, maar ook sociale competenties. Een bron van zorg bij HR-afdelingen is, dat de gezamenlijke c ultuur –dat wat collega’s en de organisatie bindt– verwatert. 3 4 34 ANDERS SAMENWERKEN Sommige manieren van samenwerken zijn snel ingeburgerd geraakt. Veel werkenden zijn noodgedwongen handiger geworden met technologie. Zoomen en Teams-vergaderen, bestanden delen in de cloud en via allerlei handige programmaatjes, zoals Trello. Het vergt van sommigen extra veel energie. Jonge medewerkers hebben in veel gevallen een voorsprong; zij zijn digital natives, opgegroeid met nieuwe manieren van communiceren. Dat deden ze ook al tijdens hun studie, in werkgroepen of het maken van gezamenlijke presentaties. Zij zien tech nologie meer als vriend dan als vijand. ROBOTCOLLEGA’S De rol van computers en robots wordt snel groter. Nu wordt nog 71 procent van alle werkzaamheden door mensen verricht, en 29 procent door programmeerbare machines. De verwachting is dat in 2022 deze verhouding zal verschuiven naar 58 procent mens versus 42 procent machine. Zo zullen chatbots een groot deel van de communicatie met burgers en inwoners overnemen, hoeven financiële mensen geen facturen meer te controleren, en kunnen drones controleren wat voor bouwsels er op de grond staan. De verwachting is dat taken op het gebied van dataverwerking en informatieverwerking voor 62 procent aan machines zal worden overgelaten. Het World Economic Forum voorziet dat de balans rond 2025 definitief omslaat en programmeerbare machines 52 procent van alle taken hebben overgenomen. IN EEN VOORTDUREND VERANDERENDE WERELD NEEMT HET BELANG VAN SCHOLING TOE Mensen moeten steeds hoger opgeleid zijn om hun werk te kunnen blijven doen en moeten zich doorlopend ontwikkelen, zeker in ontwikkelde economieën. Wie niet investeert in opleiding en ontwikkeling, raakt achterop. 5 Jonge medewerkers hebben een voorsprong bij hybride werken en technologiegebruik Dat geldt voor werk- en opdrachtgevers, maar ook voor werk- en opdrachtnemers. Bron: World Economic Forum (WEF). De organisatie sprak met de werkgevers van zo’n vijftien miljoen werknemers in twintig landen en twaalf sectoren over verwachte trends.
Pagina 36
JONG&AMBTENAAR JONG IN CORONATIJD BIJ GEMEENTE HAARLEM ERICA SALIMANS, SENIOR ADVISEUR HRM: “Vanaf half maart konden alle medewerkers van gemeente Haarlem vanuit huis werken. In razendsnel tempo kregen we de beschikking over software om vanuit huis veilig bij alle werkbestanden te kunnen. Het was even wennen, maar al snel deden we het werkoverleg via MS Teams. Eind maart werd duidelijk dat thuiswerken voorlopig nog niet voorbij was. En dus besloten we binnen HRM dat de fysieke introductiedag voor nieuwe collega’s anders moest. Het eerste wat we oppakten was de eed of belofte-aflegging. Voor iedere nieuwe ambtenaar is dit een verplicht onderdeel, en het liefst zo snel mogelijk na binnenkomst afgelegd. We schreven een script zodat één van de directeuren de eed of belofte via MS Teams kon afnemen. De sessies vonden plaats in kleine groepjes van hooguit vier nieuwe collega’s. Op deze manier was er ook tijd om onderling nader kennis maken met de nieuwe medewerker. Twee directeuren namen ieder in een eigen Teams groepje de eed of belofte af zodat we de opgelopen achterstand snel inhaalden. Ziedaar het voordeel van digitaal. We zijn nu bezig om meer onderdelen van de introductiedag in een digitaal jasje te gieten.” LISA OPDAM; JURIDISCH ADVISEUR EN BESTUURLID JONG HAARLEM Voordat iedereen thuis kwam te zitten door de coronamaatregelen, organiseerde Jong Haarlem – bestaande uit een team van vijf bestuursleden - elke eerste donderdag van de maand een activiteit en een netwerkborrel in het Haarlemse café de Lift. Bestuursleden Emma Huiberts en Michelle Bouman vertellen: “Met de activiteiten en borrels 36 JONG&AMBTENAAR WERKENBIJHAARLEM: ontmoetten we elkaar en konden we ervaringen uitwisselen. Jong Haarlem is een hechte groep collega’s die elkaar regelmatig ontmoet, en waar telkens weer nieuwe collega’s bij aansluiten. We organiseren workshops en regelmatig ook een pubquiz. Door corona was het niet meer vanzelfsprekend om elkaar op te zoeken. Dus gingen we op zoek naar andere contactmomenten.” Lisa: “We hebben niet stilgezeten! Binnen het bestuur en bij onze leden bleek duidelijk behoefte aan contact en daar wilden wij natuurlijk graag in faciliteren. Zo hebben we in april een digitaal opdrachtenspel gedaan waarbij in verschillende teams op afstand foto-, video- en spraakopdrachten voltooid moesten worden. Het team met de meeste voltooide opdrachten won de felbegeerde titel ‘Quarantaine kampioen’.” Bestuursleden Martijn Booms en Frank de Jong organiseerden op hun beurt voor bijna honderd collega’s een digitale pub quiz. Ook zocht Jong Haarlem naar workshops die passen bij de coronamaatregelen. Lisa: “Zo hebben we een workshop gedaan over efficiënt thuiswerken, met op maat gemaakte tips en over het contact houden met je team op afstand.” Niet alleen Jong Haarlem organiseerde activiteiten, ook binnen de afdelingen zelf is behoefte aan contact met collega’s. Collega Nynke Weinrich van Maatschappelijke Ontwikkeling bedacht een zomerpicknick waarbij je wekelijks kon aansluiten en de afdeling Jurdische Zaken regelde ludieke speeddates via MS Teams om kennis te maken met nieuwe collega’s. “Mooi om te zien hoe de coronacrisis zoveel creativiteit losmaakt!”, aldus Lisa. JORI ALKEMADE, JUNIOR PROGRAMMA MANAGER, SOCIAAL DOMEIN Hoe zorg je dat medewerkers verbonden blijven in coronatijd? En dat je gezamenlijk aan hetzelfde doel blijft werken? Hoe blijf je in contact met de stad? Dat zijn vragen waar Jori Alkemade creatieve oplossingen voor verzint bij gemeente Haarlem. “Zeker in deze tijd, waarin je elkaar weinig in levende lijve ziet, is het belangrijk om medewerkers te betrekken bij de organisatie. Daarom organiseer ik een live (coronaproof) introductieprogramma voor nieuwe medewerkers van het Sociaal domein. Er zijn live presentaties, persoonlijke videoboodschappen en een pubquiz. Daarnaast hebben we een welkomst video gemaakt met een korte uitleg over wie en waar in het Sociaal Domein. Buiten de eigen teams om, zien collega’s elkaar minder. Om toch verbinding te houden binnen het Sociaal Domein, organiseren we ook veel online workshops en webinars via onze Leeracademie Sociaal domein. Samen leren en ontmoeten is heel belangrijk. Ook houden we online check-in-gesprekken om te peilen hoe het gaat met collega’s. Wat zijn de actuele ontwikkelingen binnen hun afdeling of vakgebied en kunnen we ze ergens mee helpen? Al met al doen we veel om collega’s betrokken te houden bij de organisatie en bij elkaar. We werken samen voor de inwoner. Samen maken we de stad.” 37
Pagina 38
JONG&AMBTENAAR ‘Ik heb mijn plek in het team gevonden’ BIJDRAGEN AAN EEN SLIMMERE STAD Smart city, Internet of Things, kunstmatige intelligentie, big data, robotisering: informatie en technologie zijn de brandstof waar een groot deel van de wereld op draait. Abderrahman Oulad Sedik volgt de ontwikkelingen op de voet. A bderrahman vond dat hij naast zijn marketingstudie nog wat extra bagage kon gebruiken, en dan zo toekomstgericht mogelijk. Daarom volgde hij een tweede master, informatiemanagement. ‘Technologie vind ik van jong af aan interessant. Toch ben ik niet heel technisch, een vak als programmeren ligt mij bijvoorbeeld niet zo. Wat mij wel aanspreekt, zijn vraagstukken op het snijvlak van IT en organisatie, vooral de toepassing van technologie.’ Bij de gemeente Tilburg waar Abderrahman na zijn studie instroomde, liggen zulke vraagstukken bijna voor het oprapen. Binnen zijn huidige opdracht is hij onder meer gedeeltelijk verantwoordelijk voor het intake-loket, waar de interne organisatie aanklopt met software-gerelateerde v ragen. Verder houdt hij zich inhoudelijk bezig met verschillende lopende projecten. ‘Binnen de gemeente hebben we voor bijna alles een applicatie’ vertelt Abderrahman. ‘Hoeveel het er precies zijn weet ik niet, maar het moeten er honderden zijn. Vaak krijgt ons loket vervangingsvragen. Zo was er onlangs een verzoek voor nieuwe software voor de verkeersinstallaties in de stad. De bestaande software was te oud en wordt niet meer 38 ondersteund. Binnen ons team bekijken wij of en hoe een nieuwe applicatie past in ons applicatielandschap, het geheel van applicaties waar we mee werken.’ Tilburg is volgens hem zeer tech savvy. ‘Je merkt aan alles dat de organisatie bezig is met de toekomst, vooral op digitaal gebied. Als inwoner heb ik daar zelf ook baat bij. Met zulke ogen probeer ik er ook naar te kijken: hoe kunnen techniek en IT het leven van burgers vergemakkelijken.’ Een voorbeeld: ‘Tilburg is bijvoorbeeld een pilot gestart met chatbots, “robots” die geprogrammeerd zijn om verzoeken en aanvragen af te handelen. Zo kunnen inwoners bijvoorbeeld snel en eenvoudig hun verhuizing doorgeven en regelen, of een paspoort aanvragen.’ Jammer genoeg startte Abderrahman aan het begin van de corona-tijd bij de gemeente; zijn collega’s had hij nog niet ‘live’ ontmoet. ‘Door het thuiswerken zit even binnenlopen voor overleg of uitleg er nauwelijks in en leer je elkaar minder snel kennen. Maar inmiddels heb ik mijn plek in het team gevonden. Wat me opvalt: de sfeer is informeel en niet hiërarchisch. Even lunchen met je leidinggevende om wat door te spreken kan gewoon. Ik word serieus genomen en als een volwaardige collega behandeld.’ NNAAM: Abbdeerrrahmam n OuO lad Sedik LLEEFTIT JDJ : 2255 FUNCCTIT E: I IT-trar ini ee BBIJ:J ggemem ene te Tilburg OPPLEL IDINNG: m mastere s ini formata ion manan gementt en maarkkette ing mana ageme ene t
Pagina 40
JONG&AMBTENAAR JONGEREN ZIJN DE TOEKOMST D e aankomende jaren vindt binnen Omgevingsdienst Haaglanden een grote uitstroom van kennis plaats door het bereiken van de AOW-leeftijd. De arbeidsmarkt is krap en wij hebben regelmatig vacatures. Eind 2019 is een startersprogramma ontwikkeld om junioren aan ons te verbinden, zodat de kennis van de senioren die uitstromen behouden blijft. Via dit programma en vacatures zijn de afgelopen drie jaar 35 jonge collega’s ingestroomd. Rik Jansen, Toezichthouder Milieu: “Ik ben als starter begonnen bij Omgevingsdienst Haaglanden en vooral in het begin komt er veel op je af. Het is daarom fijn dat wij, naast de personeelsvereniging, ook Jong ODH hebben. Via Jong ODH houd ik contact met mijn jongere collega’s. Denk hierbij aan een speciaal Jong ODH kanaal in Teams, digitale borrels en bijeenkomsten waar kennisdelen centraal staat. Als starter vond ik zo gauw mijn weg binnen onze dienst. Ik denk dat wij daarom zo’n fijne organisatie zijn om voor te werken.”. JONG ODH Een interessante, uitdagende, maar ook een open en fijne werksfeer is voor medewerkers belangrijk. Om input hierover van jongere medewerkers te krijgen, maar ook om elkaar te leren kennen én om interactie binnen onze twee primaire processen te bevorderen is Jong ODH opgericht. Een groep van ruim 60 medewerkers tot 35 jaar die meedenken en advies geven aan het MT over uiteenlopende vraagstukken. Jong ODH is een platform waar inhoud en fun samenkomen. De volgende stap is het nadenken over leuke en leerzame activiteiten samen met de ‘oudere’ collega’s. MET JE VOETEN IN DE KLEI, JE HART IN DE NATUUR EN JE BLIK OP DE TOEKOMST Je werkt aan vergunningverlening, toezicht en handhaving in een gebied met ruim 1 miljoen mensen. In ons werkgebied Haaglanden vallen 31.000 bedrijven en instellingen onder milieuregels en vind je 1.400 glastuinbouwbedrijven en 3.100 horecabedrijven. In Zuid-Holland zijn ruim 500 bodemenergiesystemen, 20 drinkwaterwinningen en veel prachtige natuur. Of je nu als vergunningverlener, jurist, toezichthouder of milieuspecialist werkt: je werkt met je voeten in de klei, met je hart in de natuur en je blik op de toekomst. Klinkt het interessant? Ga naar onze website voor meer informatie. www.omgevingsdiensthaaglanden.nl 40 JONG&AMBTENAAR EEN MENSGERICHTE DENKER Een aantal jaren terug schreef Britt van der Kooij haar afstudeerscriptie bij de Omgevingsdienst Haaglanden. Die ging over kennismanagement: het behoud van kennis binnen een organisatie. Daarna hoort Britt een aantal maanden niets. Dan gaat opeens de telefoon. P er telefoon krijgt Britt van der Kooij een baan aangeboden bij de Omgevingsdienst, in het cluster HRM. ‘Er was daar een vacature voor junior HR-adviseur’, vertelt Britt. ‘Ik heb meteen “ja” gezegd, want ik kende de organisatie en het team vanwege mijn stage al goed.’ Omgevingsdienst Haaglanden is in 2013 ontstaan, als negen gemeenten en de provincie Zuid-Holland hun controlediensten voor milieu samenvoegen. Dit om kennis in één organisatie te bundelen en zo efficiënter te kunnen werken. Bij deze nieuwe dienst schrijft Britt haar scriptie over het behoud en managen van interne kennis. Op dat moment een actueel onderwerp, want enkele teamleiders en medewerkers staan op het punt van pensionering of zijn al vertrokken. ‘In mijn scriptie adviseer ik om binnen organisaties veel kennis met elkaar te delen en zaken op te schrijven. En de noodzaak van kennismanagement in te zien. Daardoor verdwijnt niet zomaar alle knowhow die bij oudere, ervaren collega’s vaak “tussen de oren” zit.’ EERST JUNIOR HR-ADVISEUR Als junior HR-adviseur komt Britt eerst op de administratie van het cluster HRM terecht. ‘Daar heb ik nu nog baat bij, want zo leerde ik de praktijk van HRM en personeelsadvies goed kennen. Ik heb alle processen op de afdeling gezien en meegemaakt.’ Na ruim anderhalf jaar wordt Britt in januari 2020 dan écht HR-adviseur. Fijn werk, vertelt Britt. ‘Ik heb ooit eerst een jaar journalistiek gestudeerd, maar dat was niets voor mij. Ik ben meer een denker. En toen ik een keer meeging met een vriendin naar een open dag van de HRM-opleiding wist ik meteen: dit is het!’ TWEE PETTEN Is de functie niet lastig, enerzijds een soort vertrouwenspersoon voor medewerkers zijn en anderzijds de belangen van de organisatie moeten dienen? Britt: ‘Dat is goed te doen. Het is wel altijd belangrijk de verschillende belangen af te wegen en in je hoofd te houden. Want wat medewerkers me vertellen, kan ook vertrouwelijk zijn. Dat speel ik nooit zomaar door naar een ander, want dan is het vertrouwen snel weg.’ Om de week volgt Britt nu een dag de masteropleiding management, cultuur en verandering met specialisatie strategisch HRM. Ze hoeft dan niet naar kantoor te komen. ‘Zo krijg ik een breder beeld van het functioneren van organisaties, want mijn HRM-opleiding was toch vooral mensgericht.’ NA r AAM: Britt van der Kooij LEEFTIJD: 28 jaar FU IIJ FUNCTIE: HR HR-adviseur B J: Omm Haaglanden OPPLEIDING: HBH BO human resource mmaanagement (bachelor) mgevingsdienst 41
Pagina 42
JONG&AMBTENAAR ‘ Jonge gemeenteambtenaren hebben andere behoeften dan die bij het rijk’ ZO VEEL TOFFE JONGE AMBTENAREN Wie als jonge ambtenaar generatiegenoten wil ontmoeten, kan zich aansluiten bij een van de vele netwerken voor jonge ambtenaren in Nederland. Ieder netwerk heeft zo zijn eigen ambities, vertelt Hossam Boutaïbi (35). H ossam is penningmeester bij FUTUR, de overkoepelende organisatie van jonge ambtenaren-netwerken in Nederland. ‘Jonge ambtenaren bij een gemeente hebben andere behoeften dan bij een ministerie. Bij een kleine gemeente is vaak meer behoefte aan persoonlijke ontwikkeling, terwijl ze bij het rijk sowieso al veel trainingen krijgen. Dus daar hebben ze andere wensen.’ Toch is er ook een duidelijke overeenkomst: voor ieder netwerk is het onderlinge contact van groot belang. ‘Je krijgt te horen waar anderen mee zitten. Waar lopen zij tegenaan? Hoe lossen zij dat op? Zo leer je tips and tricks. Met je eigen leeftijdsgenoten is de drempel om met elkaar te praten veel lager dan bij mensen die al langer bij de overheid werken.’ FUTUR organiseert ook zelf evenementen. Zo is er de inmiddels bekende Jonge Ambtenaar van het Jaar-verkiezing. Als Hossam erover begint, gloeit hij van trots. ‘Ja, na zo’n avond denk ik: wauw. In het hele land heb je zo veel toffe mensen die allemaal iets willen betekenen voor hun stad, of voor de provincie, of voor het land. Dat geeft superveel energie.’ Ondanks het plezier waarmee Hossam zijn functie vervult, is hij bereid het stokje door te geven als zijn tijd erop zit. Met een duidelijke reden. ‘Iedere jonge ambtenaar brengt nieuwe inzichten. Ik mag hopen dat over tien jaar de jonge ambtenaren iets heel anders leuk en belangrijk vinden dan ik nu.’ INTERACTIE Een van de netwerken die FUTUR vanaf het begin heeft bijgestaan, is Jonge Ambtenaren Zeeland. Liliane Solé (28), adviseur water en klimaatadaptatie bij de provincie Zeeland, behoort tot de oprichters. Het plan ontstond vorig jaar. ‘We hadden een borrel van de provincie, voor alle Zeeuwse jonge ambtenaren. Toen hebben we met drie mensen een groepje 42 gevormd dat meteen enthousiast was. We zeiden tegen elkaar: we gaan ervoor.’ Inmiddels zijn ze met z’n zessen. JAZ is er voor alle jonge ambtenaren van Zeeland. ‘Want Zeeland is natuurlijk niet zo’n drukke provincie als bijvoorbeeld Noord-Holland. Maar dat is juist leuk, want daarom hebben we interactie tussen allerlei verschillende overheidsinstanties. Kijk naar ons bestuur. We hebben er twee in Goes, eentje in Kapelle, Sluis en IJzendijke – en ik kom zelf uit Vlissingen.’ COVID19 Helaas maakt het coronavirus samenkomen lastiger. ‘Ja, corona gooit best wel roet in het eten. Fysieke evenementen kunnen we eigenlijk niet organiseren. Als overheid hebben we natuurlijk ook een voorbeeldfunctie, dus we kunnen niet zeggen: wij gaan met honderd jonge ambtenaren bij elkaar zitten.’ Daarom doen ze het voorlopig digitaal. ‘Binnenkort hebben we een webinar, waarbij een spreker zal vertellen over personal branding. We hopen tientallen mensen te ontvangen.’ Zodra de omstandigheden het toelaten, zullen ze elkaar weer opzoeken. De ideeën zijn er al. ‘We zouden het leuk vinden om een kijkje te nemen bij een groot bedrijf als Dow Chemical in Terneuzen. Of bij de kerncentrale. Of bij het waterschap. Het hoeven niet per se overheidsorganisaties te zijn. Het is juist mooi om breder te kijken. Om andere mensen te ontmoeten.’ SPEELGOED EN LADDERS Lang niet alle netwerken voor jonge ambtenaren zijn een combinatie van allerlei instanties. Er zijn ook netwerken die binnen een enkele organisatie functioneren. Neem Jong NVWA, alleen bedoeld voor jongeren in dienst van de Nederlandse Voedselen Warenautoriteit. Jelle De Winter (31) is senior inspecteur bij de NVWA en heeft een leidende rol bij dit netwerk. Hij kan goed uitleggen waarom hij Jong NVWA belangrijk vindt. ‘De JONG&AMBTENAAR NAAMAAM: Jen nnie LE 31 jaa en D jDiijk NNAAM: Jeellll e De Winntter EEFTI DT JD: ar FUNCT ECTIIE: t a teamma lelee w j wiijkregiie O L anager efbaarheidh id en OPLEIDINING: HBO cu t culturele en maatscha pel vo m n g aatsch ppe ijke ormin LEEEFTIT JJD: 31 jaaar FUFUNCNCTIT E:E seseniin oorr insnspectteeuur O OPLLEEIDDIING: WO bacchheelor diere geg neeskunde, ma mastts er ruunddergeeneeskundde NANAAAMM: Lillianne Solélé LELEEFTIJDD: 28 jaaar FUUNNCCTITIEE: addviiseseuru water en kl k immi aaataat daad ptatie O OPPLEL IDING: HBO watermana agemennt// deltamanagement; WO W milieuwete enschappen NAAAAMM: HHossammBoouutaaïbbï i LLEEFTIT JDJD: 35 jaar FUUNCTIE:: belel idsmmedewerker direr ctie ondernemmersscchaap OPLEIDINNG: WOO, bachc ellor burgerlijk recchtht, master internatiionale economie NVWA houdt toezicht op behoorlijk veel domeinen. Van speelgoed en ladders tot eten en drinken. En dan ook nog op planten en dierenwelzijn. Toch zijn veel van ons juist met iets heel specifieks bezig. Dan is het leuk om eens te zien wat andere collega’s doen. Dat is het voordeel van zo’n grote organisatie.’ Jelle is vooral te spreken over de zogeheten NVWA-kampvuren, opgezet door Jong NVWA. ‘Maar die kampvuren zijn niet alleen voor jongeren,’ zegt hij er meteen bij. ‘Ook oudere collega’s zijn welkom. Het is een soort podium om ideeën aan collega’s te pitchen. We zitten in een bestuurlijke organisatie, daarom lopen werknemers soms tegen een muur op. Ze komen met veel energie binnen, maar raken na een tijdje gedemotiveerd. Het doel van het kampvuur is om dat innerlijke vuur terug te laten komen. Om elkaar te helpen dat vuur brandend te houden.’ MINDER ILLUSIES Omdat zowel ouderen als jongeren hieraan meedoen, ontstaat er vaak discussie. ‘We hebben best een gelijke verdeling: ongeveer 50 procent ouderen en 50 procent jongeren. Je ziet direct het verschil in mening. Maar dat maakt het juist interessant. Oudere collega’s hebben minder illusies. Die zijn realistischer. Maar ze missen soms de kracht van een jonge medewerker die denkt: kom, we gaan ervoor, ongeacht de drempels. Dat contrast helpt enorm om tot een gesprek te komen.’ Ook voor Jelle is corona een last. De kampvuren gaan nu nog via Skype. ‘Ik verzorg de opening, dus ik moet mensen op hun gemak stellen. Dat is niet makkelijk, digitaal.’ Jelle is zo betrokken bij zijn netwerk omdat hij zelf heeft ondervonden hoe belangrijk het is om zich gesteund te voelen 43 door gelijkgezinden. ‘Ik ben een paar jaar geleden overspannen thuis komen te zitten. Vorig jaar merkte ik dat veel collega’s ook al overspannen zijn geweest, of dat ze ertegenaan zaten. Dat zijn allemaal jonge collega’s van tussen de twintig en veertig jaar.’ Daar moest verandering in komen. ‘Ik dacht: dit is bizar. Hoe gaan we ervoor zorgen dat dit niet met andere collega’s gebeurt? Dat is voor mij echt het hogere doel.’ SELECTIEVE CLUB Jong NVWA is met 407 leden een grote organisatie. Jennien Dijk (31) zit bij een veel kleiner netwerk, een van de kleinste – maar ook een van de oudste – van Nederland: Hartmans Netwerk. Jennien is teammanager leefbaarheid & wijkregie bij de gemeente Meppel. Ze zit nu twee jaar bij Hartmans. ‘We houden het bewust klein. We willen elkaar echt goed leren kennen. Derdejaars nemen binnenkort weer afscheid, en dan stromen er acht of negen nieuwe mensen in.’ Jonge ambtenaren die lid willen worden, solliciteren. ‘Vervolgens hebben we een selectiedag, en aan de hand daarvan wordt een nieuwe groep eerstejaars gekozen.’ ‘Ik vind het zelf heel fijn om met jonge mensen in contact te zijn die vanuit andere omgevingen komen’, zegt Jennien. ‘Om te merken dat het niet allemaal vastgeroest is. Ze komen uit het hele land, zowel vanuit provincies als gemeenten. Een mooie, diverse club.’ Heeft ze een voorbeeld van een geslaagd evenement? ‘Afgelopen keer, bij een bezoek aan de gasfabriek in Deventer, kregen we een verhaal te horen over gebruik van data. Dat is geweldig om te horen. Daar zou ik anders niet mee in aanraking komen. Echt, dat brengt alleen maar verrijking voor mijn eigen werk in Meppel.’
Pagina 44
TROTS EN AMBTENAAR W aarom zijn de gangen van het gemeentehuis zo breed? Zodat de ambtenaren die aankomen op het werk, degenen die naar huis gaan veilig op anderhalve meter kunnen passeren. JOHN POSTHUMUS LEEFTIJD: 31 jaar FUNCTIE: adviseur informatiebeheer BIJ: gemeente Vlaardingen OPLEIDING: master cities, migration, and global interdependence TEVENS: bestuurslid FUTUR Dit grapje vertelde een – ingehuurde – collega van mij regelmatig bij de koffieautomaat aan mijn collega’s. Wat moet je nou als ambtenaar met zo’n opmerking? In mijn omgeving zie ik steevast twee stereotypen van de ambtenaar terugkomen. Het eerste is de negatieve kijk van de burger. Onterecht, vind ik. Zo zou de ambtenaar geen harde werker zijn, te veel vrije tijd hebben en eigenlijk te veel betaald krijgen. Zeker die eerste twee wrijven mijn vrienden mij zo vaak mogelijk in. Bijvoorbeeld tijdens de corona-crisis mis ik wat warme woorden die ambtenaren naar mijn idee wel degelijk toekomen. Als voorbeeld noem ik de snelheid waarmee collega’s bij het rijk en gemeenten hun werk per direct omgooiden om inkomensondersteunende regelingen op te tuigen en die daarna met stoom en kokend water uit te voeren voor getroffen ondernemers, bedrijven en werknemers. In algemene zin zijn de collega’s waar ik mee samenwerk bevlogen mensen die zich elke dag keihard inzetten. Dat mag best vaker gezegd worden. Het tweede stereotype leggen we onszelf op. Ik verbaas me als ik hoor dat er een verschil zit tussen het beeld van de ‘jonge’ en de ‘oude’ ambtenaar. Of het idee dat gemeenten jonge ambtenaren aannemen met het doel tegen de stoffige ideeën van senior-collega’s aan te trappen. Alsof alleen jonge ambtenaren in staat zijn bij te dragen aan vernieuwing. Ik ervaar in de praktijk dat vernieuwing helemaal niet leeftijdgebonden is. Integendeel, die komt juist voort uit een goede samenwerking tussen ‘jong’ en ‘oud’: de combinatie van de frisse blik en de rijke ervaring. De overheid heeft jonge ambtenaren hard nodig omdat zij de wensen en eisen van nieuwe generaties vertalen. Vaker durven zij kritisch te zijn en staan zij open voor verandering. FUTUR, het landelijke netwerk van en voor jonge ambtenaren, zet zich voor hen in. Eigenlijk voor álle ambtenaren. In 2020 doen we dat met als thema ‘trots’. FUTUR staat op het standpunt dat er wel wat beter naar ons geluisterd kan worden. Jonge ambtenaren barsten van visie en ideeën. Naar onze zin komen die nog te weinig terecht op tafels waar men alleen lijkt te mogen aanschuiven met jaren werkervaring. Gemiste kans, vinden wij, want jonge professionals vormen een belangrijke brug met jongere generaties. Wij helpen ambtenaren van jouw generatie met het vinden van hun stem, zodat zij nieuwe impulsen kunnen leveren aan hun organisatie. Wij kunnen dat, omdat wij doorlopend jonge ambtenaren spreken en al veel overheidsorganisaties hebben geholpen zich te verjongen. Dat FUTUR dit al bijna 25 jaar mag doen, daar zijn wij natuurlijk hartstikke trots op! 44 JONG&AMBTENAAR THUIS UIT JE BUBBLE I edereen is anders. Dat maakt samenwerken boeiend. Nu iedereen voor langere tijd thuis werkt, is dat niet altijd makkelijk. Zomaar een praatje schiet er snel bij in. Het Programma Nice to meet you van Gemeente Amersfoort had al voor Corona een populair onderdeel met online interviews. Nu zie je daar gesprekken loskomen. Nice to meet you is een programma met lunchgesprekken en verrassende activiteiten, om elkaar anders te ontmoeten dan tijdens een vergadering. Ook tref je collega’s die je anders niet snel treft. Nice to meet you is vooral buiten je bubble treden. BOUDEWIJN VAN ‘T EIND: WAT IS ER LEUK AAN JOUW WERK? Ik vind het fijn om leidinggeven te combineren met projecten. Ook vind ik het prettig om over belangrijke onderwerpen mee te kunnen praten. De organisatie voelt als warm bad aan. En dan de grootte van de stad. Die is niet te klein en niet te groot waardoor er v oldoende uitdagingen zijn. WAAR KUNNEN ZE JE VOOR WAKKER MAKEN? Als ik iets moet kiezen: een potje voetbal, een speciaal biertje of een broodje Shoarma! HOUKJE HIBMA: WAT MAAKT JOUW WERK NOG MEER ZO LEUK? Sowieso is Amersfoort voor mij als landschapsarchitect heel interessant: de historische binnenstad, de erg verschillende wijken, de 3 soorten landschappen. Daarnaast doet dit werk ertoe. Nu we allemaal zo dicht bij huis moeten blijven, merkt iedereen hoe belangrijk groen en recreatie is. Nog nooit zag ik zo veel mensen wandelen, hardlopen, skaten en fietsen. WAT WETEN COLLEGA’S NIET VAN JOU? Dat ik in de kerk altijd verhalen vertel aan kinderen. Nu dat even niet mag, kan gelukkig wel veel online. MAAIKE VAN OMMEN: WAAROM WILDE JE HIER KOMEN WERKEN? Het leek me leuk om te werken in mijn eigen gemeente. Veel zaken die op het werk spelen, herken ik als inwoner van Amersfoort. WAT WETEN COLLEGA’S NIET VAN JOU? Dat ik bridge. MAAIKE VAN OMMEN WAT VIND JE VOORAL LEUK AAN JOUW BAAN? Dat de zorg complex is vind ik een uitdaging. Je merkt dat iedereen erg betrokken is om goede zorg te leveren. Dat maakt dat ik als financieel adviseur graag een stap extra zet. 45
Pagina 46
JONG&AMBTENAAR DE OVERHEID EN INTEGRAND H et binnenhalen van jonge ambtenaren blijft moeilijk voor overheidsinstanties. Ondanks een lichte stijging in het percentage jonge werknemers onder de 35 jaar oud dat bij overheidsinstellingen werkt (van 12% in 2015 naar 14,5 % in 2018), blijft dit aandeel klein1 . De verhalen van jongeren die bij de overheid zijn gaan werken zijn echter vaak erg positief. Veertig jaar geleden is Integrand opgericht met als doel de overstap voor academsiche studenten naar de arbeidsmarkt te vergemakkelijken. uitgebreid landelijk netwerk van studenten die zich tijdens hun studie graag oriënteren op de toekomst. Al onze 130 bestuursleden zijn zelf student en zij geven iedere student die zich bij Integrand inschrijft persoonlijke aandacht. Op deze manier kunnen we hen zo doelgericht mogelijk helpen in hun oriëntatieproces. BLIK OP MORGEN Wij vinden het belangrijk dat niet alleen bedrijven dichter bij de student worden gebracht, maar dat studenten zich ook kunnen oriënteren op een toekomstige “Integrand wil studenten een volledig beeld van de arbeidsmarkt kunnen bieden en wij vinden dat overheidsinstanties op dit moment bij ons nog ondervertegenwoordigd zijn.” Wij slaan een brug tussen studerend Nederland en bedrijven, maar willen onze studenten ook kennis laten maken met verschillende overheidsinstanties. Dit doet Integrand bijvoorbeeld door middel van stagebemiddeling en het organiseren van carrière-evenementen. Met ruim 18.000 studenten in onze database beschikken wij over een carrière bij de overheid. Er zijn genoeg studenten die zich willen inzetten om een steen bij te dragen aan de ontwikkeling van onze samenleving. Hoog maatschappelijk bewustzijn is een groot goed, dat wij graag stimuleren. Andersom kan Integrand een bijdrage leveren aan de zoektocht van overheidsinstanties naar de juiste studenten. 46 Een aantal overheidsinstanties heeft dan ook al een samenwerking met Integrand. Een goed voorbeeld vormt ons grootste carrière-evenement “Techniek op Hakken”. Dit wordt georganiseerd om vrouwelijke technische studenten kennis te laten maken met de top van de technische sector. Daaraan neemt bijvoorbeeld Rijkswaterstaat deel. Overheidsinstanties kunnen ook zelf evenementen organiseren om potentiële toekomstige werknemers warm te maken voor hun organisatie. De Koninklijke Marine heeft bijvoorbeeld al meerdere Inhousedagen door Integrand laten faciliteren. Wanneer student en werknemer elkaar vinden, hebben wij ons doel bereikt. Dit is voor bedrijven belangrijk, maar met betrekking tot de overheid laat dit belang zich nog meer gelden. Ambtenaren werken tenslotte aan de dag van morgen. 1. https://kennisopenbaarbestuur.nl/media/256376/ trends-en-cijfers-2019-definitief1.pdf. Contactgegevens: Servaasbolwerk 11 3512 NK Utrecht T: +31 30 23 42 111 E: info@integrand.nl JONG&AMBTENAAR AMBTENAAR WORDEN: WAT SCHUIFT HET? Lees al de verhalen in dit magazine en je komt misschien tot de conclusie: ik wil ook wel ambtenaar worden. Maar schuift het een beetje? I n veel functies bij de overheid zul je vermoedelijk minder verdienen dan in het bedrijfsleven. Uiteenlopende functies zijn gekoppeld aan salarisschalen, die zijn vastgelegd in een cao. De salarissen bij rijksoverheid, provincies, gemeenten en zelfstandige bestuursorganen verschillen, evenals de inschalingsmethodiek. Een salarisverschil is er soms ook bij gemeenten (als je daarvoor kiest) van verschillende omvang. In 2019 zagen ambtenaren van de grote steden (G4) hun maandsalaris aardig stijgen, terwijl het brutosalaris van ambtenaren bij kleine gemeenten licht afnam. In welke schaal je instapt, hangt onder meer af van functie en ervaring. Niet altijd is gezegd dat je als starter instapt in schaal 1. GEMEENTEN Laten we beginnen bij gemeenten. We geven een paar voorbeelden van functies en schalen: Overheidsfunctionaris vergunningen Ambtenaar bouwvergunningen Juridisch medewerker Stedenbouwkundige Beleidsmedewerker 1 jaar ervaring: 2 jaar ervaring: 3 jaar ervaring: 4 jaar ervaring: 5 jaar ervaring: RIJKSOVERHEID De rijksoverheid kent 19 salarisschalen. Bij goed functioneren ga je financieel elk jaar een treedje omhoog. Let op het vereiste onderwijsniveau om in te schatten wat het startsalaris is. Opnieuw een aantal voorbeelden: MBO: €1991 - €2.871 per maand HBO: €2605 - €.3521 per maand WO: €2.728 bruto per maand €2.813 €2.776 €3.115 €3.566 Een bijzondere manier om in te stappen is als trainee. Als trainee werk je 36 uur per week en start je bijna altijd in schaal 10.0 (salaris van ongeveer €2.700 bruto per maand). SECUNDAIRE ARBEIDSVOORWAARDEN De overheid geldt als betrouwbare en stabiele werkgever. Je verdient zeker niet slecht, maar de secundaire arbeidsvoorwaarden zijn zonder meer goed. Denk niet aan dikke leasebakken, maar aan andere, vaak niet-materiële arbeidsvoorwaarden. De verschillende overheidsorganisaties hebben een individueel keuzebudget (IKB) dat je kunt laten uitbetalen samen met je salaris. Maar je kunt er ook andere dingen van doen. Het budget biedt onder meer de mogelijkheid tot het bijkopen van vakantiedagen (fijn als je een wereldreis wilt maken) of een fiets voor je woon-werkverkeer. Jezelf ontwikkelen wordt bij de meeste overheidsorganisaties gestimuleerd. Verder is de overheid als werkgever vaak flexibel als het om zaken als werkuren of thuiswerken gaat. Maar met dat laatste ben je misschien wel even he-le-maal klaar! €2737 - €4.400 per maand 47 Bronnen: loonwijzer.nl; rijksoverheid;
Pagina 48
JONG&AMBTENAAR “IK WERK VOOR TILBURG!” T ilburg was de eerste gemeente die de titel ‘beste overheidsorganisatie van het jaar’ kreeg. Op dat moment, in november 2019, is de hashtag #ikwerkvoortilburg ontstaan. Hiermee deelden de Tilburgse ambtenaren het nieuws over deze prestatie. Uit de hashtag blijkt de trots van werknemers die dit samen voor elkaar hebben gekregen, mét de Tilburgers. Werken voor Tilburg is iets om trots op te zijn! Waarom dat zo is? Dat leggen we uit met behulp van de tekst uit het juryrapport. BELANG VAN DE INWONER “De lokale dienstverlening wordt gewaardeerd met gemiddeld een 8,4, enkele jaren geleden was dit nog een 6,8.” We willen dat Tilburgers gezond en gelukkig zijn in onze gemeente. Daaraan dragen we bij met onze dienstverlening, maar het gaat natuurlijk veel verder dan dat. Tilburg wil een inclusieve stad zijn, waar iedereen meetelt en mee kan doen. In ons nieuwe Stadhuis wordt dat zichtbaar gemaakt: het is een open gebouw, waar iedereen welkom is. We zeggen ook wel: we hebben geen muren meer, binnen is buiten, en buiten is binnen. We willen als gemeente verbindend werken. Dat houdt in dat je je inleeft in de inwoners, in hun wereld. Door het gesprek aan te gaan, door aanwezig en benaderbaar te zijn in wijken, buurten en straten. Zo leren we elkaar kennen en snappen we beter de vragen, behoeften en wensen en waar die vandaan komen. NETWERKEN “De gemeente Tilburg heeft een indrukwekkende en tastbare transformatie doorgemaakt. Van een klassiek dienstenmodel naar netwerkmodel, van spelbepaler naar een van de spelers in complexe krachten velden.” Er zijn al veel tastbare resultaten van de genoemde omslag. Neem de manier waarop de gemeente het Spoorpark faciliteerde. Ooit een braakliggend terrein van 10 hectare, nu het ‘Central Park van Tilburg’. Het park werd door inwoners zelf ontwikkeld en is daarmee het grootste burgerinitiatief van Nederland. Ook de veelgeprezen LocHal, de ‘huiskamer voor alle Tilburgers’ laat zien hoe de gemeente te werk gaat. Hier luisterden onze ambtenaren naar de verschillende wensen uit de stad met aandacht voor kunst, cultuur en ondernemerschap. En de LocHal won als gevolg daarvan in het eerste bestaansjaar verschillende internationale prijzen. Het is een fijne plek voor iedereen, om te ontmoeten en te werken en daarom tref je er ook regelmatig collega’s. EXPERIMENTEEL “Bij de gemeente is sprake van een brede en systematische beweging om te werken vanuit concrete opgaven. Dit gebeurt op een doortastende manier, waar experimenten en het opzoeken van grenzen worden gecombineerd met een datagedreven werkwijze.” Vernieuwing is elke dag op zoek gaan naar nieuwe en betere oplossingen, samen met inwoners, partners, 48 JONG&AMBTENAAR ondernemers en onderwijsinstellingen. Tilburg experimenteert om ervan te leren, waarbij niet alleen wensen en beelden bepalend zijn, maar de vernieuwing ook gebaseerd wordt op data. Veel experimenten vinden plaats binnen het sociaal domein, waar de gemeente ooit de vraag stelde: ‘minder regels in de bijstand, meer begeleiding en meer keuzevrijheid - werkt dat?’ Met het vertrouwensexperiment gingen we op zoek naar het antwoord, samen met de Universiteit van Tilburg. Het kabinet besluit op basis van de resultaten of de bijstand kan worden aangepast. Met het jeugdprogramma Goede Start op een basisschool worden data en ervaring van professionals gecombineerd om te achterhalen wat werkt om problematiek te voorkomen. In het programma Nu Niet Zwanger van de GGD, ontwikkeld en ondersteund door de gemeente Tilburg, worden vrouwen geholpen die door omstandigheden willen voorkomen om zwanger te raken. Ook dat vindt landelijk navolging. LERENDE ORGANISATIE “Medewerkers en inwoners van de gemeente zijn tevreden. De jury was onder de indruk van de manier waarop de gemeente de ontwikkeling van haar medewerkers vormgeeft.” De leergang ‘Urban Professional’ wordt genoemd als voorbeeld. Hierbij leer je hoe je in de praktijk efficiënt met de stad samenwerkt. De gemeente heeft ook een potential programma, waardoor collega’s met talent en ambitie kunnen doorstromen naar een leidinggevende functie. Blijven leren is belangrijk voor de gemeentelijke organisatie. Collega’s krijgen de ruimte om zich te blijven ontwikkelen. Afgelopen jaar was de lancering van het nieuwe Leer Management Systeem (LMS), het Tilburgs Leerhuis. Dit systeem is op maat ontwikkeld en faciliteert het leren en ontwikkelen op een snelle en toegankelijke manier. Het biedt een mooie mix van trainingen en e-learnings, en zal in de toekomst steeds verder groeien. Want een lerende organisatie is een continu proces. DE STAD EN DE DORPEN De gemeente bestaat uit Tilburg, Udenhout, Berkel-Enschot en, vanaf 2021, Biezenmortel. Het ligt midden in het groene hart van Brabant en is van oorsprong een echte industriestad. Geen oude pleintjes, geveltjes of grachtjes. Wél karakter, toffe, rauwe plekjes om te ontdekken, innovatie, ondernemerschap en veel cultuur. De laatste jaren ontwikkelt Tilburg zich in rap tempo en de ambtenaren van de gemeente dragen daar hun steentje aan bij. Bijvoorbeeld bij projecten zoals de Spoorzone of de Piushaven, waarbij oude industriële gebieden werden omgevormd tot dé hotspots van vandaag. Maar ook op het gebied van zorg, onderwijs of cultuur lopen we vaak voorop. Dat doen we hand in hand met de ondernemers, organisaties en inwoners in onze gemeente. ”De volksaard is er wars van borstklopperij, maar Tilburg wordt als stad steeds een beetje trotser.” (uit de inzending voor ‘Beste overheidsorganisatie van het jaar 2019’) 49
Pagina 50
JONG&AMBTENAAR Ondersteuner, vraagbaak en strategisch adviseur van de gemeenteraad, het hoogste bestuursorgaan in de gemeente. Een functie die Femke van de Kolk, raadsgriffier van Meppel, past als een comfortabele jas. ‘ Dicht op de politiek, dicht op organisatie en samenleving’ ‘ LOKALE DEMOCRATIE FASCINEERT MIJ’ N a haar afstuderen werkte Femke bij een adviesbureau, maar al spoedig stapte ze over naar het openbaar bestuur. In het bijzonder de gemeente als bestuurslaag. ‘Politiek-maatschappelijk was ik altijd al actief’, vertelt Femke. ‘Via een trainee-programma van de VNG ben ik in gemeenteland gekomen. Met meteen een mooie functie: bestuursassistente c.q. bestuursadviseur voor twee wethouders. Dicht op de politiek, dicht op de organisatie en dicht op de samenleving. Een combinatie die naar mijn idee echt fantastisch is.’ DROOMBAAN Femkes hart ligt bij de lokale democratie, klinkt uit al haar woorden. Na Bodegraven-Reeuwijk volgde de gemeente Neder-Betuwe, Baarn was de volgende stop, tot zich een baan aandiende als griffier in Meppel. Daar heeft ze een droombaan; ze stelde zich er niks te veel van voor. Als griffier fungeert Femke als secretaris van de gemeenteraad, het hoogste bestuursorgaan. Gevraagd naar wat haar werkzaamheden inhouden, volgt een opsomming. Ze staat op de loonlijst van de gemeente, maar haar ‘baas’ is de raad. Vanuit haar functie heeft Femke een spilfunctie in de relatie met burgemeester en tevens met de fractievoorzitters, de gemeenteraad, de ambtelijke organisatie en de ‘buitenwereld.’ Met haar twee griffiecollega’s adviseert ze gemeenteraadsleden over de instrumenten die ze kunnen inzetten, zoals moties en amendementen. Verder let ze erop dat de inspraak 50 van burgers, ondernemers en maatschappelijke organisaties, correct verloopt. De agenda’s van de raads- en commissievergaderingen worden ook door de griffie opgesteld. STOEPTEGELS EN BELASTINGEN Femke: ‘Alles wat op het niveau van de gemeente wordt besloten, heeft enorm veel invloed op het leven van inwoners. Of het nou gaat over zorg en maatschappelijke ondersteuning, lokale belastingen of stoeptegels. Besluiten van de raad raken inwoners rechtstreeks.’ Ze geeft een (fictief) voorbeeld: windmolens, een onderwerp dat op veel plaatsen de gemoederen bezighoudt. ‘Stel een raadslid wil het thema op de kaart zetten. Ik adviseer dan JONG&AMBTENAAR NAAM: Femke van de Kolk LEEFTIJD: 344 jaar FUNCTIE:E raadsgriffier BIJ: gemeente Meppep l OPLEIDING: mastere geschiedenis eerst maar eens schriftelijke vragen te stellen aan het college van B&W. Is het raadslid niet zo tevreden met het antwoord en vindt hij het college te afwachtend, dan kan hij met een initiatiefvoorstel of een motie komen. Mijn taak is dan dat ik help bij het opstellen daarvan. De motie wordt ingediend, er volgen een debat en een stemming in de gemeenteraadsvergadering.’ Als griffier woont ze de meeste plenaire vergaderingen bij. GEEN GEKLEURDE BRIL De lokale politiek kent Femke vanuit verschillende perspectieven. In Amersfoort zat ze zelf in de raad, als volksvertegenwoordiger voor de ChristenUnie. Maakt dat niet dat ze met een gekleurde bril kijkt naar het handelen 51 van de gemeenteraad in Meppel? ‘Nee hoor, mijn eigen politieke kleur maakt totáál niet uit in de uitoefening van mijn functie. Als ambtenaar moet je sowieso neutraal zijn, en als raadsgriffier sta ik boven de partijen. Alle raadsleden zijn voor mij gelijk, vanuit hun eigen politieke familie. Als griffier werk je voor al die families.’ Wat ze net afgestudeerden graag wil meegeven: ‘Politiek gaat niet alleen over gelijk hebben, maar over gelijk krijgen. Het is een spel, in positieve zin. Het politieke proces is echt fascinerend. Ook als je geen plannen hebt om een functie als de mijne te bekleden, ga gewoon eens kijken bij een raadsvergadering, zodra dat weer kan, om te zien hoe besluiten genomen worden en hoe er gedebatteerd wordt!’
Pagina 52
JONG&AMBTENAAR VEELZIJDIG ROTTERDAM! Rotterdam is de op één na grootste gemeente van Nederland met bijna 651.000 inwoners. We hebben 13.039 medewerkers in dienst. De vrouw/man-verdeling is bij ons gelijk. Jongeren blijven graag bij ons werken. 17% van de medewerkers is jonger dan 35 jaar. In 2020 is 49% van de instroom jonger dan 35 jaar en slechts 17% van de uitstroom. Rotterdam is een stad die zichzelf steeds opnieuw uitvindt. Die bekend staat als innovatief en internationaal. Zo veelzijdig als de stad is, zo wil de gemeente Rotterdam zijn. En daar hoort iedereen bij. W e willen dat je je thuis voelt. Zodat jij kan doen waar je goed in bent en je durft uit te spreken als je ideeën hebt. We geloven dat iedereen een talent heeft en geven je de ruimte om dat talent in te zetten. We willen weten waar jouw hart sneller van gaat kloppen. Waar ben jij van? Daar ga je mee aan de slag! Elke dag zet je je in voor onderwerpen die jou raken, waar jij van bent en van wilt zijn. Ongeacht opleiding, achtergrond, leeftijd, seksuele geaardheid of een beperking. Wat wij belangrijk vinden? Dat je hart hebt voor de stad en je in wilt zetten voor Rotterdammers en je collega’s. Dat je kan samenwerken, proactief bent en verantwoordelijkheid toont. Je wilt de stad beter maken door je bijvoorbeeld in te zetten tegen armoede of mee te denken over duurzame energieprojecten. Jij kunt bruggen bouwen tussen mensen en zaken in beweging brengen. Help de stad vooruit. Kijk op www.werkenvoorrotterdam.nl Van de trainees die afgelopen 12 jaar gestart zijn, is nog 75% werkzaam bij gemeente Rotterdam. 26% van de medewerkers is parttimer. In de groep ambtenaren jonger dan 35 jaar is dit 18%. Van het totale aantal parttimers is 81% vrouw. 52 JONG&AMBTENAAR GEMEENTE ROTTERDAM NET ZO DIVERS ALS DE STAD? Als er iets is dat Celso Da Cruz (31) en Meryem Fitiwi (27) gemeen hebben, is het hun liefde voor Rotterdam. Beiden stralen als ze over hun stad praten. “Rotterdam is mooi en dynamisch, staat nooit stil. Rotterdam staat voor vooruitgang en diversiteit.” Meryem wilde dan ook niets liever dan werken voor haar stad en ‘haar’ Rotterdammers. Ze zet zich als projectleider elke dag in voor meer diversiteit binnen de gemeentelijke organisatie. N a haar periode als young professional – tegenwoordig het traineeship – stroomde Meryem door als projectleider, waar ze zich hard maakt voor een meer diverse en inclusieve gemeente. Maar wat is nu precies diversiteit en inclusie? “Diversiteit gaat over de aanwezigheid van verschillende mensen in een organisatie. Die verschillen kunnen gaan over opleiding, etniciteit, gender, leeftijd of geloofsovertuiging, maar ook de manier waarop iemand naar het leven kijkt.” Inclusie is minder zichtbaar, maar niet minder belangrijk. “Het is de mate waarin mensen zich thuis voelen en invloed kunnen uitoefenen op de organisatie. Voelen zij zich welkom en geaccepteerd, ondanks onderlinge verschillen?” Volgens Meryem is het binnenhalen van een diverse groep mensen van groot belang. “Rotterdam is een superdiverse stad. Het is zo belangrijk dat we deze authenticiteit ook terugzien in het personeel van de gemeente, zodat Rotterdammers zich kunnen identificeren met de mensen die voor de stad werken.” SELECTIEBELEID Mede dankzij de inzet van Meryem, zijn motivatie en hart voor de stad de laatste jaren belangrijker geworden in het selectiebeleid van trainees. “Tot een paar jaar terug was de procedure erg gericht op prestatie. Een groot deel had een cv van hier tot Tokyo. De trainees leken daardoor meer op elkaar. De groep is nu veel gevarieerder.” Celso beaamt dat. Hij is sinds september 2020 trainee en heeft een meer objectieve waardevrije selectieprocedure doorlopen. “In mijn traineegroep zie ik veel verschillende mensen. Dat heeft waarde. Mensen kijken met een andere blik naar dezelfde problematiek. Zo kun je samen gepaste oplossingen formuleren. Zeker voor een stad als Rotterdam, die zo’n 170 nationaliteiten kent, is dat een voordeel.” ACTIE VAN DE GEMEENTE In de loop der jaren is er binnen het werving- en selectiebeleid van trainees flink wat veranderd, vertelt Meryem. “Uit onderzoek blijkt dat selecteurs mensen werven en selecteren die vergelijkbare kenmerken hebben met die 53
Pagina 54
inclusieve communicatie is daar een voorbeeld van. “Er wordt nog vaak gecommuniceerd vanuit de leefwereld van mensen met een van oorsprong Nederlandse achtergrond. Onbewust en onbedoeld spelen vooroordelen dan een rol in de manier van communiceren.” MERYEM FITIWI (27) van henzelf.” Ze legt uit dat een groep selecteurs met een eenzijdige achtergrond daarom doorgaans een eenzijdige groep mensen kiest. “Om dat te doorbreken is de groep selecteurs meer divers gemaakt. Daarnaast hanteren ze hetzelfde puntensysteem. Zo wordt iedereen, ongeacht leeftijd of achtergrond, gelijkwaardig beoordeeld.” Meryem is één van de selecteurs van het traineeprogramma. “Ik vraag echt naar iemands verhaal achter het cv. Uit eigen ervaring weet ik dat het niet voor iedereen vanzelfsprekend is om een netwerk en een cv op te bouwen.” Zelf heeft Meryem zich altijd op haar studie gericht, omdat zij van huis uit niet werd gewezen op het belang van een netwerk. “Sommige mensen moeten werken om hun studie te financieren. Of voor hun familie te zorgen. Zij hebben geen tijd voor een spetterend cv.” BURGEMEESTER WORDEN De nadruk op motivatie in de sollicitatieprocedure viel Celso op. Hij merkte dat de procedure anders was dan bij andere organisaties. “Ik heb een video gemaakt waarin ik mijn liefde voor de stad uitte.” In de gesprekken had hij het gevoel dat doorgevraagd werd naar zijn motivatie. “Of dit echt was wat ik wilde. En waarom?” Hij vertelt dat hij op korte termijn graag projectleider wordt. Celso glimlacht als hij vertelt over zijn echte ambitie. “Ik wil burgemeester van Rotterdam worden. Ik weet namelijk dat in het leven alles mogelijk is.” Naast haar betrokkenheid in de werving en selectie van nieuwe trainees organiseert Meryem activiteiten die diversiteit en inclusie moeten verstevigen. “Onlangs hebben we Diversity Day georganiseerd. Daar spraken we met medewerkers over onderwerpen zoals discriminatie en racisme.” De gesprekken zorgen voor bewustwording bij medewerkers, maar geven ook input voor acties en interventie op beleid. Een workshop over Meryem is opgegroeid in Delfshaven. Ze kent de wijk als geen ander. “Veel inwoners herkennen zich niet in de communicatie en moeten op een andere manier aangesproken worden om zich betrokken te voelen bij de activiteiten van de gemeente. Met de workshops over inclusieve communicatie creëren we die bewustwording onder medewerkers.” WERK AAN DE WINKEL Celso en Meryem zijn blij dat er groeiende aandacht is voor diversiteit en inclusie. Op de vraag wat er nog beter kan, antwoorden zij hetzelfde. “Er mag meer diversiteit in de hogere managementlagen. Er wordt nu hard gewerkt aan de jonge, onderste laag. Het is tijd dat we die diversiteit gaan terugzien in de doorstroom naar hogere functies.” Volgens Meryem zijn we er nog niet. “Er is werk aan de winkel. We moeten opstaan en verandering creëren.” Celso voegt daaraan toe: “Als we het samen doen, komt het goed!” CELSO DA CRUZ (31) 54 JONG&AMBTENAAR JONG&AMBTENAAR DOEN WAT NODIG IS VOOR INWONERS Meppel wil doen wat nodig is voor inwoners, niet ‘wat hoort’. Een flinke omslag in denken en handelen voor sommige gemeenteambtenaren. Isabel Ruiter ondersteunt en adviseert de gemeente en haar medewerkers daarbij. I n wetten, procedures, beleid, voorschriften wordt omschreven hoe het hoort. Voor ambtenaren zijn die belangrijk: ze bieden houvast en geven de speelruimte aan die de medewerkers in hun werk hebben. Daarnaast helpen ze willekeur voorkomen. De valkuil is dat regels soms een doel worden en uit het oog verloren wordt waar ze ooit voor bedacht zijn, legt Isabel uit. De ‘systeemwereld’ wint het dan van de ‘leefwereld’ van mensen. De kern van werken ‘volgens de bedoeling’, zoals Meppel wil, is dat medewerkers voortdurend voor ogen houden wat het bestaansrecht is van de organisatie of hun afdeling. Dus bijvoorbeeld niet ‘bijstandsuitkeringen verstrekken’, maar zorgen dat mensen zonder werk een inkomen hebben waar zij van kunnen bestaan. Isabel: ‘Onze belangrijkste opgave zou moeten zijn: hoe kun je als organisatie werkelijk ten dienste staan van je inwoners?’ MEER IN GESPREK ‘Waar de gemeente voorheen vooral dacht en handelde vóór inwoners en organisaties, ligt de nadruk nu op samenwerken’, aldus Isabel. ‘Dat vraagt van ons dat we meer in gesprek gaan met inwoners, instellingen en ondernemers. Door goed samenspel resultaten boeken vraagt een andere mindset.’ De beoogde organisatieverandering is in Meppel opgeschreven in een document dat simpelweg ‘Koers’ heet. ‘Daar kom ik in beeld’, zegt Isabel. ‘Samen met onder andere mijn collega’s van personeel en organisatie en de zogeheten “kwartiermakers”, die op medewerker- en teamniveau beleidsmatige en organisatorische vraagstukken onderzoeken. Ook het management heeft een belangrijke rol in dit verhaal.’ Wat behelst haar dagelijks werk dan? Isabel noemt woorden als innovator, inspirator, motivator, katalysator. ‘Mijn functie hier is nieuw en volop in ontwikkeling. Het belangrijkste is dat ik geen dingen vanachter mijn bureau bedenk, maar vraag en vooral luister. Daar komen ideeën uit, die omgezet moeten worden in concrete projecten. Lastig, want niet alles is even grijpbaar.’ 55 NAAM: Isabel Ruiter LEEFTIJD: 34 jaar FUNCTIE: strategisch advivisseurr ontwikkelen BIJ: gemeente Meppel OPLEIDING: master corporate communicatie Ze noemt een paar voorbeelden van projecten waar zij bij betrokken is. Een ‘100 dagen challenge’ bijvoorbeeld. ‘We hebben teams gevraagd in stappen toe te werken naar een teamplan voor het volgende jaar.’ En: ‘Vertalen wat de Koersdoelen van Meppel in de praktijk betekenen voor houding en gedrag van medewerkers.’ Waar Isabel op hoopt: ‘Dat ik positieve beweging kan brengen in de organisatie en laat zien dat goed luisteren, duidelijkheid geven en transparantie echt helpen om samen verder te komen. Ik geloof in en-en in plaats van of-of, dus denken in mogelijkheden. Binnen de organisatie, maar ook voor onze inwoners.’
Pagina 56
JONG&AMBTENAAR ENSCHEDE, EEN STAD VAN VERNIEUWING EN INCLUSIVITEIT E nschede bouwt continu aan een creatieve en innovatieve stad, waar iedereen de kans heeft om vorm te geven aan zijn of haar toekomstdroom. Met een team van 1.800 medewerkers werken we aan vernieuwing en inclusiviteit. Om dat te realiseren, werken we graag met mensen die zich ergens sterk voor maken, die geloven dat iedereen ertoe doet. We doen dit op een manier waardoor iedereen op zijn of haar manier het verschil kan maken. ENSCHEDE BRUIST VAN VERNIEUWING Met toplocaties zoals innovatiecampus Kennispark en Technology Base zetten we in op economische groei en ontwikkeling van de stad en regio. Dankzij gedreven ondernemers en vooraanstaande onderwijs- en onderzoekinstituten ontspruiten in Enschede baanbrekende innovaties. Tegelijk zorgen talloze bedrijven, organisaties en overheid voor een fijne leef- en woonomgeving en een aantrekkelijke stad. En vergeet onze inwoners niet. Dankzij hun inspirerende ideeën en kracht, maken we echt werk van de toekomst van Enschede. WIJ ZIEN KANSEN Enschede is met 160.000 inwoners een van de grootste steden in Oost-Nederland. Een stad met een rijk verleden in de textielindustrie. Technologie, innovatie en creativiteit horen bij onze culturele traditie. We zijn ook een stad met veerkracht en een no-nonsense houding. Enschedeërs zien kansen en maken er wat van. Een van die kansen is de ligging aan de grens met Duitsland; het land met de grootste economie van Europa en de belangrijkste handelspartner van Nederland. Als grootste stad in de regio Twente is het werkveld van Enschede groter dan de eigen stadsgrenzen. Dat maakt werken bij gemeente Enschede complex en tegelijk divers en uitdagend. 56 JONG&AMBTENAAR Het succes van een stad komt niet voort uit regels. Het komt voort uit creativiteit, innovatiekracht en verbinding. Het vermogen om te luisteren naar een ander. En kijken hoe het ook anders kan. Dat doen we in Enschede. je overal, of dat nu op ons kantoor, bij een samenwerkingspartner of thuis is, goed je werk kunt doen. Naast onze professionele houding, vinden we werkplezier belangrijk in onze organisatie. We zijn niet voor niets ambassadeur van de Dag van het Werkplezier. VOORUITSTREVEND SAMENWERKEN Veel bewoners en ondernemers hebben ideeën om het woon- en leefmilieu in hun wijk te verbeteren. Daarvoor zijn alleen weinig middelen vanuit het Rijk beschikbaar. Enschede moet het dus vooral zelf doen. Onze oplossing? Samenwerken en middelen slim combineren. Bijvoorbeeld met woningcorporaties en andere partners in de stad. Door samen beleid te maken voorkomen we versnippering en kunnen we bestaande instrumenten en middelen van verschillende partners slim inzetten. Het is ook deze ruimte om te experimenteren en nieuwe oplossingen te vinden die veel medewerkers aanspreekt in onze organisatie. VRIJHEID EN VERTROUWEN Of het nou gaat over het verduurzamen van de stad, het ontwikkelen van beleid voor het welzijn van onze inwoners of het aantrekken en vasthouden van talent, je hebt voortdurend te maken met verschillende perspectieven en belangen. Deze complexe dynamiek maakt ons werk interessant en vraagt om ambtenaren die mét de samenleving werken aan de opgaves van onze stad. Als ambtenaar van de gemeente Enschede krijg je veel vrijheid en vertrouwen om je werk zelf in te richten. Je bent verantwoordelijk voor jouw project. Je krijgt volop ondersteuning bij je professionele groei en we bieden carrièreperspectief. Dat doen we bijvoorbeeld met onze eigen academie, de Enschedese School. Ook werken we samen met tweeëntwintig Twentse (overheids)organisaties aan talentontwikkeling via ons Traineeship Twentse Kracht en de Twentse School. PAST ENSCHEDE BIJ JOU? We hebben een werkcultuur waarin iedereen zich thuis voelt, niemand uitgesloten is en diversiteit zorgt voor betere resultaten. Daarbij horen ook goede digitale faciliteiten. Zodat Wil je meer weten over werken bij gemeente Enschede? Kijk op onze LinkedIn-pagina voor meer informatie en onze vacatures. Ook kun je actuele vacatures bekijken op www.enschede.nl/werkenbij ENSCHEDE IN HET KORT • Enschede heeft inwoners van 160 nationaliteiten. • Enschede combineert de dynamiek van een grote stad met de rust van het groene buitengebied. • De studentenstad heeft een bruisend centrum en volop culturele activiteiten. • Met 13 stadsparken is de stad heel groen: het Ledeboerpark is zelfs een van de vijf mooiste parken ter wereld. • Het Rijk wees Enschede aan als een van de negen cultuursteden in Nederland. • Enschede is een fietsstad: de fiets verkeerslichten gaan vaker op groen als het regent en de fietssnelweg met Hengelo is de beste van Nederland. • Palo Alto (USA), Dalian (China) en Münster (Duitsland) zijn de drie zustersteden. 57
Pagina 58
JONG&AMBTENAAR HOORN, WERKEN BIJ EEN GEMEENTE MET AMBITIE W eleens in Hoorn geweest? Dan kun je het beamen: Hoorn is een gezellige, bruisende havenstad. Wat veel mensen niet weten, is dat je vanuit Amsterdam binnen 30 minuten in hartje Hoorn bent. Jaarlijks trekt Hoorn duizenden bezoekers uit binnen- en buitenland die komen genieten van de overblijfselen van de roemruchte geschiedenis en van hedendaagse muzikale en culturele evenementen. Dat bezoekersaantal zal alleen maar stijgen wanneer het grootste stadsstrand van Nederland is aangelegd. WATERSPORTWALHALLA Met meer water dan land kun je Hoorn met recht een walhalla voor watersporters noemen. Surfers, zeilers en zwemmers halen hier hun hart op. Na een dag op het water is het heerlijk om langs de havens te slenteren en even neer te ploffen op een terrasje, bijvoorbeeld bij dat bekende ‘kleine café aan de haven’. Zoek je wat meer verkoeling? Spreid dan je kleedje in een park en geniet van het uitzicht over het Markermeer. Maar ook voor wie geen zeebenen heeft, heeft Hoorn veel te bieden. In de Hoornse straatjes is het leuk shoppen en een bezoek aan een van de musea is zonder meer de moeite waard. Wil je wat van de omgeving zien? Ga dan met de museumstoomtram door de bollenvelden naar Medemblik en de veerboot naar Enkhuizen; twee historische havenstadjes die op steenworp afstand liggen. WERKEN AAN DE TOEKOMST Hoorn is niet alleen een interessante stad om te bezoeken of om in te wonen of te ondernemen, maar ook om voor te werken. De keuze voor gemeente Hoorn als werkgever zou niet al te moeilijk moeten zijn. Alles is er aanwezig voor een boeiende baan: uitdaging, inhoud en genoeg mogelijkheden om jezelf te ontwikkelen. Werken bij de gemeente Hoorn betekent je inzetten voor de 73.000 inwoners in diverse wijken, maar ook voor de duizenden bezoekers die de stad elk jaar mag ontvangen. Hoorn werkt aan de toekomst. Voldoende klimaatneutrale woningen, goede zorg, meer werkende inwoners, minder armoede en schulden, een betere verbinding met Amsterdam en een aantrekkelijk stationsgebied voor ondernemers en forensen zijn onderwerpen die hoog op de agenda staan. Het zijn uitdagingen waar Hoorn op z’n Westfries de schouders onder zet. JONGERENNETWERK EN EEN LEVEN LANG LEREN Hoorn heeft meer dan honderd medewerkers die jonger zijn dan 35 jaar. Zij komen regelmatig samen bij de Jonge Steen, een Hoorns netwerk met een eigen budget om elkaar te leren kennen en je professioneel te blijven ontwikkelen. Door de vele functies en niveaus binnen de gemeente, is er veel kans om jezelf te ontwikkelen en verder te groeien. Je kunt de diepte in door specialist te worden. Of ervoor kiezen om je te ontwikkelen tot generalist of manager. Genoeg kansen dus! 58 JONG&AMBTENAAR TRAINEES Met traineeprogramma’s investeert Hoorn al jaren in jong talent. Zo is er in 2020 weer een groep trainees gestart. Zij krijgen een uitgebreid ontwikkelprogramma, een startsalaris van schaal 9 en het vooruitzicht op instroom in een vaste baan. JONGE MEDEWERKERS IN CIJFERS Binnen de gemeente werken mensen van alle leeftijden, alle niveaus en met diverse achtergronden. Dit maakt dat je van veel collega’s kunt leren en je eigen kennis en ontwikkeling kunt vergroten. Je leert samen te werken en ontwikkelt een grote mensenkennis. Vaardigheden waar je in het dagelijks leven en de rest van je loopbaan veel aan hebt. Schematisch overzicht: Peildatum 01-11-2020 Gemeente Hoorn Personeelsleden totaal waarvan vrouw waarvan man Personeelsleden < 35 jaar Vacatures afgelopen jaar totaal 6% 17% Functiegroepen < 35 jaar Adviseur Beleidsmedewerker Consulent Toezichthouder Jurist Projectassistent/manager Uitvoerend medewerker Vakspecialist Overig 14% 9% 23% 10% 3% 3% 15% Aantal 636 348 288 109 76 BLIJVEN VERBETEREN De gemeente Hoorn is continu bezig met het verbeteren en vernieuwen van de dienstverlening en de manier van werken. Niet alleen de medewerkers maar ook de organisatie zelf leert iedere dag bij. De frisse kijk, kennis en ideeën van medewerkers zijn hierbij van onschatbare waarde. % 55 45 AANTREKKELIJKE WERKGEVER Vraag het een willekeurige collega en je krijgt een divers palet aan antwoorden op de vraag: ‘Hoe is het eigenlijk om bij gemeente Hoorn te werken?’ Wie je ook spreekt, je hoort woorden als uitdaging, vrijheid, afwisseling, kansen en ontwikkeling. Natuurlijk heb je te maken met kwesties die altijd spelen binnen een gemeente. Zoals de continue afweging van belangen of de complexiteit van besluitvorming. Dat verandert niets aan het oordeel van de medewerkers dat de gemeente Hoorn een bijzonder aantrekkelijke werkgever is. Een werkgever die je alle mogelijkheden en kansen biedt om je baan in te vullen op een manier die bij jou past. 59
Pagina 60
JONG&AMBTENAAR WIJ ZIJN WATER W erken bij Waterschap Rivierenland betekent werken aan de toekomst. Je houdt je bezig met onderwerpen als klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en zorgt daarmee voor sterke dijken en schoon water. Wij proberen de goede dingen te doen, en de dingen goed te doen. Als je werkt bij ons waterschap, bieden we je meer dan alleen een baan. Wij vinden het belangrijk dat je je goed voelt bij ons. Dat je je blijft ontwikkelen en dat we samen een steentje bijdragen aan droge voeten en een mooi en veilig rivierengebied. Wij gaan en staan voor kwaliteit, werkplezier en vrijheid in ons werk. Wij hechten veel waarde aan jong talent en de sector zit te springen om jonge professionals met een innovatieve blik. Binnen Waterschap Rivierenland zijn er diverse mogelijkheden voor jou als jong professional. Wat je precies kunt gaan doen, is afhankelijk van jouw persoonlijke ambities. Een ding kunnen we je garanderen en dat is dat je in korte tijd razend veel gaat leren. JIP Binnen Waterschap Rivierenland hebben wij een jongeren netwerk genaamd JIP (Jongeren In Positie). Dit netwerk richt zich op jonge waterschappers tot en met 35 jaar. Het doel van JIP is om de stem van jongeren te laten klinken binnen Waterschap Rivierenland. JIP organiseert verschillende activiteiten en bijeenkomsten voor kennisuitwisseling en verbinding. Het netwerk sluit daarnaast ook regelmatig aan bij onder andere bestuursvergaderingen, OR, vergaderingen van afdelingshoofden en vergaderingen van teamleiders. 60 Volg je opleiding virtueel en/of klassikaal Start al in januari!                    Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: • Burger- en publiekszaken • Sociaal domein • Ruimtelijk domein • Beleid, bestuur en management • Bedrijfsvoering • Persoonlijke ontwikkeling en vaardigheden •  • Openbare orde en veiligheid     
Pagina 62
JONG&AMBTENAAR Bij het Kadaster mag je een ‘gebruiksaanwijzing’ hebben OPEN ZIJN OVER JE BEPERKING WERKT HET BEST Het Kadaster streeft naar een zo divers mogelijk personeelsbestand en spant zich extra in om mensen met een beperking aan te nemen. Lid van de raad van bestuur Marjolein Jansen en softwaretester Ivo Koers vertellen hoe zij aankijken tegen inclusie en diversiteit. B ijna 23 was Ivo Koers, toen hij te horen kreeg dat hij een vorm van autisme had. Verslagen hoorde hij de diagnose PDD-NOS aan. Tegelijk kreeg hij IVO KOERS antwoord op vragen die hij had over zichzelf en zijn functioneren. Want waarom lukte het hem bijvoorbeeld in het HBO (toen nog HTS) nauwelijks zijn werk georganiseerd te krijgen? ’Komend vanuit een schoolse omgeving waar huiswerk per dag werd opgegeven, liep ik in het beroepsonderwijs in het mes’, zegt hij terugkijkend. Vooral planning bleek een valkuil. Daarnaast had hij de neiging zich te verliezen in details. Zijn zelfvertrouwen liep een flinke deuk op. Ivo kwam depressief thuis te zitten. De diagnose hielp hem om milder te denken over zichzelf. ‘Het lag niet aan de lesstof of mijn intellectuele capaciteiten. De informatieverwerking verloopt bij autisten anders’, licht hij toe. Ivo is geen multitasker: ‘Ik werk het efficiëntst als ik aan een opdracht begin en daar die dag mee bezig blijf.’ Na verloop van tijd accepteerde hij dat hij met die kenmerken maar te dealen heeft: ‘Je kunt blijven kniezen, of iets doen met de handvatten die je krijgt aangereikt.’ 62 JONG&AMBTENAAR MARJOLEIN JANSEN STERKE KANTEN Ivo had het geluk dat er na zijn studie een werkgever op zijn pad kwam met oog voor de sterke kanten van veel mensen met een autistische stoornis. Door die gespecialiseerde arbeidsbemiddelaar werd zijn focus op details juist gewaardeerd, evenals zijn vermogen tot diepe concentratie. Mits de omstandigheden zich er voor lenen. In Ivo’s geval een prikkelarme werkplek, om er een te noemen. ‘Met sociaal zijn en collegialiteit heeft dat niks te maken.’ Aanvankelijk werd hij op detacheringsbasis bij het Kadaster ingezet als softwaretester. ‘In mijn vak is het ontzettend belangrijk dat je diep op details ingaat. Een bitje of byte op de verkeerde plek kan grote gevolgen hebben voor hoe software werkt!’ Inmiddels is hij in vaste dienst bij het Kadaster en een gewaardeerde collega. AUTISME ALS TALENT De les die uit Ivo’s verhaal te trekken valt, ziet Marjolein Jansen zo: als iedereen een beetje meebeweegt, winnen alle partijen erbij. ‘Autisme bijvoorbeeld kun je als pure beperking beschouwen, maar ook als talent. Voor het Kadaster is het kijken en toetsen op details geen pietluttigheid, maar noodzaak. Burgers en bedrijven moeten aan onze producten en dienstverlening rechtszekerheid kunnen ontlenen. Verborgen gebreken en fouten in software kunnen wij ons niet permitteren.’ Vanaf 2011 werft het Kadaster gericht mensen met een arbeidsbeperking. Niet alleen uit het autistisch spectrum, maar ook medewerkers met een psychische aandoening, een (visuele) handicap of een chronische ziekte. Extra inspanning om iedereen mee te laten doen en zo diversiteit en inclusie te bereiken blijft nodig, vindt Marjolein. ‘Niet alleen omdat we anders misschien geschikte kandidaten over het hoofd zien, maar ook omdat wij als overheidsorganisatie een voorbeeldfunctie hebben. Iedereen moet zich bij ons thuis kunnen voelen.’ Daarnaast interesseren de onderwerpen diversiteit en inclusie haar als persoon en bestuurder al langer. ‘Alleen maar hetzelfde type medewerkers in een organisatie komen de kwaliteit en continuïteit niet ten goede.’ Inclusieve en aan diversiteit werkende “koplopers” presteren beter. VAN WATERVAL NAAR SCRUM Ivo werkt inmiddels al vijftien jaar bij het Kadaster en is goed te spreken over het personeelsbeleid. Hij rekent af met het idee dat autisme een vaststaand gegeven is, waardoor mensen met deze eigenschap weinig flexibel zouden zijn. ‘Ik was vroeger teruggetrokken en wat rechtlijnig. Maar ik heb geleerd mij in allerlei situaties te begeven.’ Soms mag er wat hem betreft wel meer besef zijn van wat veranderingen voor medewerkers met autisme betekenen. De doorlopende aanpassingen in de werkwijze rond softwareontwikkeling bijvoorbeeld. Veel organisaties nemen afscheid van de traditionele “waterval”-methode, waarin alle ontwikkelingsfases na elkaar plaatsvinden. De werkwijze is nu ‘scrum’, waarbij projecten in korte sprints stapsen fasegewijs worden opgeleverd. ‘Met die ontwikkeling had ik eerst best moeite.’ Ivo en zijn naaste collega kregen het advies dat het bij scrum handiger is als het hele team in één grote kamer zit. ‘Dat was wennen, maar ik heb mij aangepast. Als autist kan ik heus mijn grenzen verleggen.’ Ivo hoeft er desgevraagd niet lang over na te denken welke tip hij anderen met een arbeidsbeperking -het hoeft niet per se autisme te zijn- zou geven. ‘Wees er open over. Het komt toch een keer uit. Meestal houden collega’s daar rekening mee.’ Meer weten over het Kadaster: 63
Pagina 64
JONG&AMBTENAAR ‘ In Twente meer waar voor je geld en je kunt je onderscheiden’ ‘ BUITEN DE RANDSTAD GEBEURT OOK VEEL’ Enschede vindt zichzelf keer op keer uit, vertellen Anke Endeman en Werner Gerritsen. Hun stad is spannend en veelzijdig, al komt succes niet aanwaaien. I n meerdere opzichten is Enschede de “hoofdstad” van oostelijk Nederland. Op bestuurlijk, economisch, cultureel en onderwijsgebied heeft de stad een centrumfunctie. Als collega’s versterken Anke en Werner die rol door te werken aan stedelijke ontwikkeling, het culturele- en ondernemersklimaat en citymarketing. Twee momenten van rampspoed droegen volgens Werner bij aan de huidige ontwikkelingen: een brand in 1862 die de stad in de as legde, en de vuurwerkramp in 2000, die een complete volksbuurt wegblies. ‘Door die eerste grote brand was Enschede een blanco canvas voor de textielindustrie. Er volgde een periode vol trots en zelfvertrouwen, tot eind jaren vijftig de neergang inzette.’ De vuurwerkramp betekende een nieuwe klap, maar was meteen de start van iets anders. “Ground Zero” (de voormalige wijk Roombeek) is nu een hippe buurt. Het nog resterende industrieel erfgoed wordt gekoesterd, in plaats van gezien te worden als lastig bezit, rijp voor de sloopkogel. Dat is wel eens anders geweest. De houding nu, volgens hem: ‘Niet voortdurend achterom kijken, maar ook niet doen of het er nooit geweest is. De respectvolle omgang met het verleden maakt veel energie los. Precies wat we willen en benadrukken. Het ontbreekt ons aan niets: fantastische horeca, winkels, een mooie woonomgeving, cultuur. Het is hier minder druk en betaalbaar. Meer waar voor je geld en ruimte om je vleugels uit te slaan en je te onderscheiden.’ VEEL GEÏNVESTEERD ‘Het beeld is dat het allemaal in de Randstad gebeurt’, vult Anke aan. ‘Maar hier is veel geïnvesteerd. Alleen hebben onze podia, musea en theaters niet allemaal het edgy karak64 ter waar veel jonge mensen, in het bijzonder studenten, naar verlangen.’ Waar denkt ze dan aan? ‘Creatieve broedplaatsen, atelierplekken, optredens en exposities, een alternatieve filmprogrammering. Van dat soort clusters kunnen we nog wel wat meer gebruiken. Door de gemeente wordt daar samen met ondernemers en anderen hard aan gewerkt.’ Anke komt uit Twente maar Enschede is niet haar geboorteen woonplaats. Zoals velen voelt ze zich Twentenaar, niet eerst Diepenheimer of Overijsselaar. Ze verliet Twente op haar achttiende om te studeren. Als productieleider van dancefestivals werkte ze daarna in de Amsterdamse festivalwereld, en daarna als hoofd productie bij een theatergezelschap. Als moeder van een jong kind (nummer twee is onderweg) keek ze uit naar minder onregelmatigheid en gebroken nachten. ‘Mijn vriend komt ook uit Twente. We besloten terug te keren naar onze roots. Een van de eerste vacatures waar ik enthousiast van werd betrof de opgave om wegtrekkende jongeren te behouden voor de regio en anderen van buiten de provincie te trekken’, zegt ze over haar huidige baan. ‘Dat is een grote opdracht van ons team.’ HUNKERTUKKER In zekere zin is Anke zelf een “hunkertukker”, plaagt Werner, waarop zij een gezicht trekt: ‘“Jongeren vinden dat woord verschrikkelijk.’ Het geeft evenwel goed aan wat er mee bedoeld wordt: de binding van oorspronkelijke Twentenaren met hun regio. Dat sentiment zet veel vertrekkers in een nieuwe levensfase aan tot terugkeren. Mooi, want de regio smacht volgens Werner naar hoogopgeleiden die zich er vestigen of na hun studie blijven hangen. Randstedeling. Brabander of Tukker, kom maar op. NNAAAMAM: AAnnke Ennddemme an LLEEEFTIIJDJD: 333 jaar FUUNCTIT EE: beleeids- en subsidi ieieaddviises uurr t teamam culltuuru , evenneme enne tet n en citymmarrketit ng BIJJ: gemeeene te Ensschhede OPLEIDDING: bacheelor HBOOmedia en entertainmennt mam nan geg mementnt NANAAMA : Weernnere Ger iritsene LLEEEFTTIIJDDJ : 488 jaar FUUNCNCTITIE:E Oppdraacchth geever sstedelle iijke ontwikikkelingg en cultuuur BIJJ: geemem ente Enschhede O OPLEL IDDING: mastere rece hhttenn
Pagina 66