WVGGZ IN ZICHT, ALLE ZEILEN BIJZETTEN JAARVERSLAG 2017
COLOFON Redactie Heleen van Koeven Hellen Köhler Vormgeving Qiks Druk Multicopy Stichting PVP Maliebaan 87 3581 CG Utrecht T 030 - 271 83 53 www.pvp.nl Email secretariaat@pvp.nl Twitter @stichtingpvp Mei 2018
WVGGZ IN ZICHT, ALLE ZEILEN BIJZETTEN JAARVERSLAG 2017
AFKORTINGEN AKJ CVP FACT Ggz IGJ ICT Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg Cliëntenvertrouwenspersoon Flexible Assertive Community Treatment Geestelijke gezondheidszorg Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd Informatie- en communicatietechnologie IBS Inbewaringstelling LSFVP Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen MT Managementteam NVvP Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie OR Ondernemingsraad P&O Personeel en organisatie Pvp Patiëntenvertrouwenspersoon Rapp RM Rvt RVVZ VU VWS Raad van toezicht Reserves Voormalige Vrijwillige Ziekenfondsverzekering Vrije Universiteit Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wet Bopz Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen Wzd Wet zorg en dwang Wkkgz Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg Wvggz Wet verplichte ggz Registratie activiteiten primair proces Rechterlijke machtiging Cliënt of patiënt? In dit jaarverslag gebruiken wij, indien mogelijk, de term cliënt i.p.v. patiënt. De Stichting PVP ziet haar klanten als cliënten. In de wet Bopz wordt de term patiëntenvertrouwenspersoon genoemd. De afkorting pvp is een begrip binnen de ggz, vandaar dat wij deze beide termen handhaven.
Inhoudsopgave Voorwoord 6 Opvallende zaken in 2017 8 Bericht van de raad van toezicht Het pvp-werk in cijfers en resultaten Voorbereiding Wvggz Overige activiteiten in 2017 10 13 20 22 Bijlage 1, Verslag van het cliëntenpanel 25 Bijlage 2, Verslag van de klachtencommissie en interne klachtafhandeling Bijlage 3, Verslag van de ondernemingsraad Bijlage 4, Overzicht medewerkers Bijlage 5, Publicaties en presentaties Bijlage 6, Financieel verslag Bijlage 7, Bestuur en toezicht 25 30 32 34 35 38
Inleiding Wvggz in zicht, alle zeilen bijzetten Voorwoord Het PVP-model Voor de rechtsbescherming van cliënten in de ggz was 2017 een gedenkwaardig jaar. De langverwachte Wet verplichte ggz (Wvggz) kwam in zicht nadat deze werd aangenomen door de Tweede Kamer. Hoe de wet in de praktijk uit zal pakken is nog niet te voorzien, maar één van de uitgangspunten van de Wvggz is het versterken van de positie van de cliënt bij gedwongen zorg. De Stichting PVP heeft als wettelijke taak de cliënt daarin zo goed mogelijk te ondersteunen. Zij wil die ondersteuning zó inrichten dat de cliënt optimaal van dit recht gebruik kan maken en is daarom begonnen met nadenken over hoe zij haar belangrijke, nieuwe rechtsbeschermende taken handen en voeten moet gaan geven. De medewerkers van de stichting hebben in 2017 alle zeilen bijgezet om naast de intensieve voorbereiding op de Wvggz, de bereikbaarheid en dienstverlening van patiëntenvertrouwenspersonen optimaal te houden. U leest in dit jaarverslag hoe de stichting zich in 2017 heeft ingespannen om goed aan de start te kunnen verschijnen bij het in werking treden van de Wvggz en intussen in de dagelijkse praktijk ggz-cliënten te ondersteunen bij vragen en klachten. Werken in het heden Ondanks het grote belang van de nieuwe ontwikkelingen, waarover u hierna en op blz. 20 meer leest, lag de focus van de Stichting PVP in 2017 als vanouds primair op het ondersteunen van cliënten bij het realiseren van hun rechtspositie onder de Bopz. In 2017 hebben pvp’en ondersteuning aan cliënten geboden bij in totaal 25.005 vragen en klachten. Dat zijn 9.256 vragen en 15.749 klachten, verdeeld over de pvp’en in de ggz-instellingen, landelijke helpdesk, chat en e-mail. Daarnaast werd de website pvp.nl in 2017 32.544 keer bezocht, waarbij men 933 keer een van de voorbeeldbrieven downloadde. In het hoofdstuk ‘Het pvp-werk in cijfers en resultaten’ op blz. 13 leest u meer over de opbouw van deze cijfers en de realisatie van de andere werkzaamheden die de stichting verricht om uitvoering te geven aan de wettelijke taak. Daarnaast geven wij u graag iets mee van bijzondere ontwikkelingen en opvallende zaken die pvp’en hebben waargenomen binnen de ggz-instellingen en die direct van invloed zijn op de rechtsbescherming van cliënten. Zoals de impact die de komst van de klachtenfunctionaris heeft op de klachtafhandeling, een afname aan kennis bij behandelaren over de rechtspositie van cliënten bij gedwongen zorg én een toename van het aantal klachten over dwangmedicatie. Hiervoor verwijzen we u graag naar het hoofdstuk ‘Opvallende zaken’ op blz. 8. Werken aan de toekomst Toen de Stichting PVP haar beleid voor 2017 uitzette, was de verwachting dat de parlementaire behandeling van de Wet verplichte ggz in 2017 zou worden afgerond en dat de Wvggz al met ingang van 2019 van kracht zou worden. Dit had consequenties voor het jaarplan van de stichting voor 2017. Al naargelang er meer duidelijk werd over de definitieve wettekst, heeft de Stichting PVP zich beraden over de wijze waarop zij zich het best kon voorbereiden. 6
De Wvggz heeft effect op de rechtspositie van cliënten, er komen bijvoorbeeld klachtgronden bij en dwangmaatregelen buiten de instelling worden mogelijk. De cliënt kan o.a. eerder in het proces van dwangbeslissing rekenen op de ondersteuning van een pvp. Zo krijgt de cliënt recht op ondersteuning bij het opstellen van een zorgkaart of een zorgplan, dat de eigen regie van de cliënt zo veel mogelijk moet gaan waarborgen. Hiermee heeft de wet ook rechtstreeks impact op de uitvoering van de rol en taak van de pvp. We krijgen er andere taken bij, die op andere plaatsen, en mogelijk op andere tijden zullen worden uitgevoerd. De stichting moet de impact van deze veranderingen vertalen in haar werkprocessen en organisatie om haar wettelijke taak te kunnen blijven vervullen. We hebben ervoor gekozen een Programmaplan Wvggz in te richten, waarbij optimaal gebruikgemaakt wordt van al opgebouwde kennis binnen de gehele organisatie. Patiëntenvertrouwenspersonen zijn vanaf de ontwerpfase van het Programmaplan Wvggz betrokken bij de diverse projecten. Dat is arbeidsintensief, maar wordt gerechtvaardigd door de gedachte dat deze werkwijze de kwaliteit van besluitvorming vergroot en straks de implementatie van de veranderingen gaat ondersteunen. De stichting vindt het van groot belang dat cliënten direct bij het ingaan van de Wvggz kunnen rekenen op de ondersteuning van een patiëntenvertrouwenspersoon die volledig is toegerust op de gewijzigde wetgeving. Daarnaast is onderdeel van het Programmaplan Wvggz dat de keuzes die binnen het programma gemaakt worden, voorgelegd worden aan een externe adviesraad, waarin belangrijke stakeholders zitting hebben. De kernvraag aan de externe adviesraad is: vervult de Stichting PVP op deze wijze haar wettelijke taken doeltreffend en doelmatig? De eerste projecten zijn direct na aanname van de wet door de Eerste Kamer in januari 2018 van start gegaan. U leest hier over meer op blz. 20. Dank Een ding staat vast, ondanks de veranderingen die op de stichting en haar werknemers afkomen. De pijlers van het pvp-werk veranderen niet. Wij blijven cliënten in de ggz die mogelijk met dwang worden geconfronteerd, onafhankelijk, laagdrempelig, partijdig, en ontvankelijk ondersteunen bij het handhaven van hun rechten. Tot slot wil ik de medewerkers van de stichting danken voor hun bijdrage aan de uitvoering van onze huidige en de voorbereiding op onze toekomstige wettelijke taken. Het blijkt dat pvp’en er steeds opnieuw in slagen om, onder soms moeilijke omstandigheden, partijdige ondersteuning te bieden aan cliënten en hun onafhankelijkheid ten opzichte van de zorgaanbieder te bewaken. Deze bijzondere combinatie van factoren bepaalt in grote mate het rechtsbeschermende karakter en maakt de rol van pvp niet eenvoudig. Dit vraagt om zorgvuldige ondersteuning en onderhoud. Nannie Flim, Directeur/bestuurder Stichting PVP 7
Opvallende zaken in 2017 Patiëntenvertrouwenspersonen (pvp’en) komen als één van de weinige, onafhankelijke, beroepsgroepen in iedere ggz-instelling in Nederland waar gedwongen zorg geleverd wordt. Zij schrijven voor de instelling waar zij werkzaam zijn een jaarbericht. Hierin staat, naast het aantal vragen en klachten waarmee de cliënten van de instelling bij hen kwamen en over welk onderwerp die gingen, óók wat hen in positieve of negatieve zin is opgevallen. Door al deze opvallende zaken uit jaarberichten te verzamelen ontstaat een beeld van ontwikkelingen in de ggz. In 2017 waren dit: een toename van klachten over dwangmedicatie, een gebrek aan kennis over de Wet Bopz bij behandelaren en een soms moeizame start van de klachtafhandeling conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. Naast het verzamelen van opvallende zaken uit jaarberichten, is in januari 2018 in alle pvp-teams geïnventariseerd wat volgens de pvp’en in 2017 de bijzonderheden waren bij de instellingen waar ze werkzaam zijn. Er gaat veel goed op het gebied van cliëntenrechten. Maar in het ondersteunen van cliënten bij het verwezenlijken van hun rechtspositie zijn er in 2017 onderwerpen die extra aandacht hebben gevraagd. Hierna beschrijven we drie opvallende thema’s, die rechtstreeks van invloed zijn op de rechtspositie van cliënten. Toename klachten over dwangmedicatie Opvallend is dat cliënten vaker klagen over het toedienen van dwangmedicatie. De afgelopen vijf jaar laat een stijgende lijn zien in het aantal vragen en klachten hierover. Zie grafiek 3 in het hoofdstuk ‘Jaaroverzicht in cijfers’ op blz. 15. Uit de vragen en klachten van cliënten maken pvp’en op dat er tegenwoordig sneller wordt gekozen voor het toepassen van dwangmedicatie. Cliënten vertellen dat zij hierdoor minder eigen regie ervaren. Kennis Wet Bopz beperkt Pvp’en die cliënten ondersteunden bij hun gang naar de klachtencommissie constateerden een toename van professionele fouten door een gebrek aan kennis van de Wet Bopz bij behandelaren, zoals bijvoorbeeld de separeerregels of de regels rondom dwangbehandeling. Cliënten geven onder andere aan dat zij niet goed zijn geïnformeerd over de dwangbehandeling die zij ondergaan en geen opgaaf kregen van de reden van die dwangbehandeling. Uit een jaarbericht: Het viel de pvp op dat arts-assistenten onvoldoende bekend leken met de Wet Bopz. In een schriftelijke aanzegging voor dwangmedicatie op grond van extern gevaar werd deze bijvoorbeeld aangezegd voor een periode van twaalf maanden. Ook de verantwoordelijk psychiater leek er niet van op de hoogte dat de termijn voor een eerste aanzegging wettelijk gemaximeerd is op drie maanden. Klachtafhandeling loopt niet soepel Sinds 1 januari 2017 zijn zorgaanbieders verplicht hun klachtafhandeling volgens de nieuwe Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) in te richten. Zorgverleners moeten met ingang van 1 januari 2017 hun klachtenreglement aangepast hebben aan de nieuwe wet en er moet een klachtenfunctionaris beschikbaar zijn voor cliënten. De klachtenfunctionaris bemiddelt bij een klacht met als doel te komen tot een oplossing en kan de cliënt informeren over de verschillende mogelijkheden om een klacht in te dienen. De invoering van de Wkkgz lijkt niet bij alle instellingen soepel gegaan. Er is over het ontbreken van, of onjuistheden in, het klachtenreglement van instellingen door pvp’en een aantal ‘signalen’ afgegeven die in een aantal gevallen ook aan de Inspectie zijn doorgegeven. Een signaal wordt afgegeven wanneer er tekortkomingen in de structuur of organisatie van een ggz-instelling zijn die afbreuk doen aan de rechten van cliënten. 8
Pvp’en hebben wisselende ervaringen met klachtenfunctionarissen. Er is een verscheidenheid aan hoe de functie wordt ingevuld en hier en daar is er een groot verloop onder deze functionarissen. De ervaring van sommige pvp’en is dat de klachtenfunctionaris niet altijd op de hoogte is van de wetgeving en soms ook niet goed weet hoe een klacht op te pakken. Dat werkt vertragend en maakt dat het vaak lange procedures zijn, langer dan wenselijk voor de cliënt. Het maakt het klachtproces soms bureaucratischer en complexer dan het voorheen was. Voor cliënten is het soms moeilijker geworden om te klagen, dat heeft directe invloed op hun rechtspositie. Uit een jaarbericht: Binnen ... zijn er niet zoveel cliënten die met behulp van de pvp een klacht in willen dienen bij de klachtencommissie. Enkele cliënten die dit wel wilden doen afgelopen jaar hebben dat niet gedaan vanwege de wijziging in de klachtenprocedure, waardoor er geen klachtencommissie meer is die een oordeel geeft over de klachten. Zij hebben die verandering als een gemis ervaren. Cliënten ervaren de nieuwe procedure toch als die van de slager die zijn eigen vlees keurt. De ervaring van de cliënten is ook dat de klachtenfunctionaris zich te veel aan de zijde van de organisatie opstelt. Uit een jaarbericht: In het eerste halfjaar van 2017 bleek de binnen … aangestelde klachtenfunctionaris haar taak helaas niet naar behoren te vervullen. Diegene die deze functie vervolgens overnam constateerde dat er met een groot aantal klachten niets gedaan was. Na overleg met de juridisch adviseur van …. hieromtrent is afgesproken dat de pvp’en klachten direct aan haar en aan de klachtencommissie zouden zenden. Hierdoor werden klachten weer efficiënt in behandeling genomen. Uit een jaarbericht: Van cliënten die hun klacht bij de klachtenfunctionaris hebben ingediend horen wij als pvp’en geregeld terug dat het hen onduidelijk is wat er uiteindelijk met hun klacht is gebeurd. 9
Bericht van de raad van toezicht Het is de wettelijke taak van de Stichting PVP om cliënten binnen de ggz te ondersteunen in het verwezenlijken van hun rechtspositie. De raad van toezicht (hierna: de raad) ziet erop toe dat de Stichting PVP deze wettelijke taak effectief en efficiënt uitvoert en dient als klankbord voor de bestuurder. De raad vervult die rol op afstand, kritisch en met betrokkenheid bij het rechtsbeschermende karakter van het vertrouwenswerk. In het voorjaar van 2017 hebben de raad, de ondernemingsraad en het managementteam gezamenlijk een aantal voor de stichting relevante ontwikkelingen verkend, zoals de komst van de Wet verplichte ggz (Wvggz), de rol van de stichting ten aanzien van de ontwikkeling van het vertrouwenswerk binnen andere sectoren waar dwangzorg kan worden toegepast en de consequenties van ambulantisering van de zorg voor het werk van de pvp. Het doel was om kennis te nemen van elkaars visie en om een gezamenlijk referentiekader te ontwikkelen voor toekomstige besluitvorming. Inhoudelijke onderwerpen in 2017 Wet verplichte ggz De wettelijke taak van de pvp staat beschreven in de Wet Bopz. In 2017 is de parlementaire behandeling van de Wet verplichte ggz en de Wet zorg en dwang, die de Wet Bopz zullen vervangen, in de Tweede Kamer afgerond. Begin 2018 heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met deze wetten, die met ingang van 2020 van kracht worden. De taken van de pvp binnen de Wet verplichte ggz worden uitgebreid ten opzichte van de huidige taken. De raad van toezicht is in 2017 actief betrokken geweest bij de strategische thema’s die hieruit voortkomen, zoals: wat is de betekenis van de nieuwe wettelijke taken, hoe sluit de stichting aan bij andere organisaties die zich op de Wvggz voorbereiden, en hoe borgt de stichting de uitvoering van de huidige wettelijke taak gedurende de voorbereiding op de nieuwe wet? Voor het vertalen van de wettelijke taken naar een werkbaar pvp-model heeft de bestuurder gekozen voor het inrichten van een ontwikkelgroep. De groep bestaat uit managementteamleden en pvp’en. De raad heeft begrip voor deze structuur. De raad heeft het toetsingskader vastgesteld, waaraan het eindresultaat dient te voldoen. Eventuele organisatorische consequenties zullen in 2018 aan bod komen. De pvp en de Wkkgz In januari 2017 is ook het deel van de Wkkgz, dat de klachtafhandeling binnen de zorg regelt, van kracht geworden. De rol van klachtenfunctionaris heeft daarmee binnen de ggz zijn entree gemaakt. Conform de Wkkgz heeft elke ggz-instelling een eigen klachtenprocedure ontwikkeld. De raad heeft de keuzes besproken die door de bestuurder gemaakt zijn over hoe de relatie tussen de pvp en de klachtenfunctionaris vormgegeven wordt. Ook de wijze waarop de pvp cliënten ondersteunt bij hun gang naar de geschillencommissie en de wijze waarop de pvp toeziet op de uitvoering door de zorgaanbieder van de klachtafhandeling conform de Wkkgz, zijn aan het bod geweest. 10
Op verzoek van het ministerie van VWS een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de (centrale faciliteit van de) cvp De cliëntvertrouwenspersoon (cvp) heeft met het aannemen van de Wet zorg en dwang een wettelijke borging gekregen. In 2017 ontving de stichting een verzoek van het ministerie van VWS om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de functie cliëntvertrouwenspersoon. De raad is met de bestuurder van mening dat een bijdrage daaraan gepast is. Afstemming tussen de verschillende vormen van vertrouwenswerk binnen sectoren waar gedwongen zorg een rol speelt wordt door de raad gewenst geacht. De bestuurder heeft de raad geïnformeerd over haar deelname aan en resultaten van het traject dat door het ministerie van VWS is ingericht om de inhoudelijke en organisatorische inbedding van de cvp vorm te geven. Het traject zal tot eind 2018 doorlopen. Verkennen van samenwerkingsmogelijkheden met het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) De voorzitters van de raden van toezicht van het AKJ, vertrouwenspersonen in de Jeugdhulp en de Stichting PVP hebben in 2017 kennisgemaakt en uitgesproken een voorstander te zijn van een verdere strategische verkenning van samenwerkingsmogelijkheden. Organisatie van het vertrouwenswerk De raad heeft kennisgenomen van de resultaten van diverse externe toetsingen die hebben plaatsgevonden in 2017 en ziet toe op uitvoering van de hieruit voortkomende aandachtspunten ten aanzien van (de organisatie van) het vertrouwenswerk. De accountant heeft na controle zijn goedkeuring gegeven aan de jaarrekening 2016. Het CIIO (certificeerder voor professionele dienstverlening gebaseerd op de ISO-norm) heeft na een uitgebreide externe audit het kwaliteitscertificaat in 2017 opnieuw verlengd. De raad heeft in 2017 toegezien op uitvoering van de aandachtspunten die voortkwamen uit de, in 2016 door een externe partij uitgevoerde, vulnerabilitytest in het kader van de databeveiliging. Op basis daarvan heeft de stichting in 2017 een databeveiligingsbeleid ontwikkeld waarvan de raad heeft kennisgenomen. De raad is positief over de wijze waarop de stichting vorm heeft gegeven aan haar databeveiliging. De raad heeft kennisgemaakt met de nieuwe voorzitter van de externe klachtencommissie die klachten over het pvp-werk in behandeling neemt en heeft zich laten informeren over de werkwijze van de commissie. De raad heeft kennisgenomen van de interne risicoanalyse die de bestuurder jaarlijks uitvoert. Ook is de ervaren toename van de werkdruk binnen de organisatie, mede als gevolg van de voorbereiding op de Wvggz, besproken. Een analyse van de ziekteverzuimcijfers is gepresenteerd aan de raad, alsmede de te nemen maatregelen om ziekteverzuim te beperken. Ook de relatie van de stichting met het ministerie van VWS, het goed laten verlopen van de plannings-en verantwoordingscyclus en de inhoudelijke afstemming met het ministerie over keuzes die de stichting maakt in het uitvoeren van haar wettelijke taak, zijn onderwerp van gesprek geweest in 2017 tussen de raad en de bestuurder. 11
De raad van toezicht als werkgever In zijn rol als werkgever heeft de raad een jaargesprek gevoerd met de bestuurder en zijn vertrouwen in de toekomstige samenwerking uitgesproken. De raad heeft erop toegezien dat de weging van de rol van bestuurder in het kader van de Wet Normering Topinkomens correct is uitgevoerd. Good Governance en het functioneren van de raad van toezicht De raad voert zijn toezichthoudende taak uit conform de Zorgbrede Governancecode en heeft in 2017 samen met de bestuurder een compliance check uitgevoerd van de governance binnen de stichting ten opzichte van de nieuwe governancecode 2017. De reglementen van de raad en het bestuur zijn op basis hiervan aangepast. Overige aanpassingen zullen in 2018 worden gerealiseerd. Er is, conform het rooster van aftreden, in juni afscheid genomen van mevrouw Aberson als lid van de raad. De raad heeft besloten de ontstane vacature niet in te vullen, omdat met de huidige leden voldoende invulling gegeven wordt aan het profiel dat voor de raad is vastgesteld. De statuten laten ruimte voor een omvang van de raad van tussen de drie en vijf leden. Als vicevoorzitter is de heer Levert benoemd. Leden van de raad hebben deelgenomen aan diverse activiteiten van de stichting en zorgen er samen met de bestuurder voor dat diverse managementteam- en stafleden met enige regelmaat inhoudelijke onderwerpen toelichten binnen de raad. De raad onderschrijft volledig het belang van onafhankelijke en professionele ondersteuning van cliënten in de verwezenlijking van hun rechtspositie binnen de (gedwongen) geestelijke gezondheidszorg. Vanuit de raad wordt het werk van de stichting met belangstelling en betrokkenheid gevolgd. De raad spreekt zijn waardering uit voor de consequente wijze waarop pvp’en zich opstellen aan de kant van de cliënt binnen de ggz en de wijze waarop de stichting als geheel vormgeeft aan haar rechtsbeschermende rol. Jos de Beer, voorzitter raad van toezicht 12
Het pvp-werk in cijfers en resultaten De Stichting PVP biedt professionele ondersteuning aan individuele cliënten bij het realiseren en handhaven van hun rechten binnen de ggz. Daarnaast spant de stichting zich in voor de verbetering van de rechtspositie van cliënten, met name binnen de gedwongen zorg. De stichting streeft naar maatwerk in de ondersteuning van cliënten en zet hiervoor verschillende vormen van dienstverlening en voorlichting in. De primaire processen van de Stichting PVP zijn: 1. Individuele ondersteuning van cliënten 2. Voorlichting 3. Signaleren 4. Kennis genereren en verspreiden 5. Pio-opleiding 1. Individuele ondersteuning van cliënten Ondersteuning op locatie of via de helpdesk De pvp ondersteunt cliënten op locatie of via de helpdesk-pvp. Cliënten bespraken in 2017 in totaal 25.005 vragen (9.256) en klachten (15.749) met de pvp. In grafiek 1 is te zien dat het aantal vragen en klachten de afgelopen drie jaar iets terugloopt. In 2017 zijn vijf pvp’en opgeleid, zie daarvoor ook verder in dit hoofdstuk onder 5, Patiëntenvertrouwenspersonen in opleiding. De begeleiding tijdens de opleiding heeft aandacht en tijd gevraagd van de pvp’en. Dat zou kunnen verklaren dat er in 2017 iets minder cliënten bij vragen en klachten zijn ondersteund dan in 2016. 21% van de vragen en klachten is afgehandeld via de helpdesk en 79% via de pvp op locatie. Grafiek 2: Aantal vragen en klachten 2015 - 2017 5000 10000 15000 20000 25000 30000 0 2015 2016 vragen en klachten 2017 13
Cliënten van de pvp op locatie In 2017 namen 7.743 cliënten contact op met een pvp op locatie. In 89 gevallen deden ze dat niet individueel maar met een groep van twee of meer cliënten. De meeste vragen en klachten (83%) komen van cliënten tussen de 24 en 65 jaar oud. Een klein deel, 1% van de vragen en klachten, komt van jongeren onder de 18 jaar en 8% van de vragen en klachten op locatie van cliënten die 65 jaar of ouder zijn. Ruim de helft van de vragen en klachten komt van cliënten die niet vrijwillig in behandeling zijn. De meesten (44%) van hen zijn gedwongen opgenomen met een rechterlijke machtiging en daarmee onderhevig aan dwang. Ondersteuning via de helpdesk Het aantal vragen en klachten waarmee cliënten bij de telefonische helpdesk terechtkwamen, is iets afgenomen, naar ruim 5.200. Cliënten maken nog steeds goed gebruik van de helpdesk. Cliënten van de pvp bij de helpdesk Vragen en klachten van cliënten van de helpdesk-pvp worden zo mogelijk anoniem geregistreerd. Het is meestal voor de ondersteuning van een cliënt bij de helpdesk niet nodig om persoonlijke gegevens vast te leggen. Van de helpdesk-contacten weten we dat 37% van de cliënten op een opname- of crisisafdeling in behandeling is en dat 28% ambulante cliënten zijn. Waar gaan de vragen en klachten over? De onderwerpen van de vragen en klachten waarvoor cliënten contact opnamen met een pvp zijn in 2017 niet veranderd ten opzichte van 2016. Grafiek 2 toont de registraties van inhoudelijke vragen en klachten: de registraties van cliënten die via de helpdesk vragen naar de lokale pvp zijn weggelaten. Ook de registraties van cliënten die ontevreden zijn over de pvp (178 keer in 2017) worden niet getoond. Informatie hierover vindt u in Bijlage 2 op blz. 26. Behandeling De vragen en klachten gaan nog steeds het vaakst over aspecten van de behandeling. In grafiek 2 is te zien dat dit onderwerp de laatste jaren iets meer dan een kwart van alle vragen en klachten betreft. Naast vragen en klachten over de inhoud van de behandeling of het behandelplan gaat het cliënten vooral om de begeleiding en zorg of medicatie. Grafiek 2: Percentage onderwerpen 2015-2017 Dwangbehandeling Middelen of maatregelen Vrijheidsbeperking Overige dwang/drang Behandeling Bejegening Dossier/informatie Externe rechtspositie Ontslag, verlof en overplaatsing Verblijf en accomodatie Overig binnen instelling Overig buiten instelling 0 2017 5 2016 10 2015 15 20 25 30 14
Dwang en drang Zeker een kwart van alle vragen en klachten ging over een onderwerp dat gerelateerd is aan dwang en drang of dat door cliënten als zodanig wordt beleefd. Een cliënt kan bijvoorbeeld dwang ervaren als de behandelaar vindt dat overplaatsing of ontslag noodzakelijk is voor de behandeling. Maar ook wanneer een cliënt wordt voorgehouden toch vooral vrijwillig mee te werken omdat er anders een IBS wordt aangevraagd, is dat een situatie die regelmatig voor vragen en klachten zorgt. Iets meer dan 6% van de vragen en klachten van deze cliëntengroep ging daarover. 17% van alle vragen en klachten ging over een onderwerp dat direct te maken heeft met dwang. Zie hiervoor de eerste vier onderwerpen in grafiek 2. Daarbij gaat het voor een belangrijk deel om verschillende vormen van dwangtoepassing en dwangbehandeling, zoals het gedwongen toedienen van medicatie, separatie of afzondering. Cliënten hebben pvp’en om bijstand en ondersteuning gevraagd bij 590 vragen en klachten over insluiting: in 434 gevallen ging het om insluiting in de separeer of afzonderingsruimte en in 156 gevallen om insluiting op de eigen kamer. Wanneer cliënten te maken krijgen met dwangbehandeling gaat het vaak om een behandeling waarbij tegen de wil van de cliënt medicijnen worden toegediend gedurende een langere periode. In 2017 is over dwangmedicatie als behandeling 1.105 keer geklaagd. Dat is 46 keer vaker dan in 2016. De afgelopen vijf jaar laten een stijgende lijn zien in het aantal vragen en klachten over deze vorm van medicatie. Zie hiervoor grafiek 3. Cliënten komen elk jaar iets vaker bij de pvp met een vraag of klacht over dwangmedicatie. Verder gingen de vragen en klachten over bijvoorbeeld maatregelen die de vrijheid beperken, zoals het niet mogen verlaten van de afdeling, het niet mogen ontvangen van bezoek of beperkingen in het telefoonverkeer. Grafiek 3: Aantal vragen en klachten over dwangbehandeling medicatie 2013-2017 200 400 600 800 1000 1200 0 2013 2014 2015 vragen en klachten 2016 2017 Afhandeling van de vragen en klachten De ondersteuning van een pvp varieert van een rol op afstand via coaching of advisering, tot het samen met de cliënt voeren van gesprekken met een zorgverlener. 59% van alle vragen en klachten van cliënten op locatie en de helpdesk heeft de pvp afgehandeld zonder dat daarvoor contact is opgenomen met anderen. Contact met instellingsmedewerkers bij individuele ondersteuning Bij 41% van alle vragen en klachten had de pvp contact met een derde persoon als onderdeel van de ondersteuning. Cliënten vinden, wanneer een vraag of klacht is besproken met een medewerker, in 39% van de gevallen dat de vraag is beantwoord of de klacht is opgelost. Bij 26% van de vragen en klachten vindt de cliënt dat echter niet het geval. Cliënten voelen zich bij 49% van de driegesprekken serieus genomen of begrepen door de instellingsmedewerker, 17% geeft aan zich niet gehoord te voelen. 15
Klachtenprocedures Sinds 1 januari 2017 zijn de meeste zorgaanbieders verplicht hun klachtafhandeling volgens de nieuwe Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) in te richten. De Wkkgz biedt zorgaanbieders ruimte om zelf hun klachtenregeling te ontwerpen. Een instelling is bijvoorbeeld niet meer verplicht om cliënten de mogelijkheid te geven om alle klachten die te maken hebben met de relatie cliënt-instelling voor te leggen aan een klachtencommissie. Vanaf 1 januari 2017 moeten zorgverleners een klachtenfunctionaris hebben voor cliënten. De klachtenfunctionaris bemiddelt bij een klacht en kan de cliënt informeren over de verschillende mogelijkheden om een klacht in te dienen. Wanneer de bemiddeling door een klachtenfunctionaris het probleem niet oplost, kan de cliënt een rechtszaak aanspannen of naar een onafhankelijke geschilleninstantie gaan. Uiteraard bleven in 2017 de klachtencommissies voor klachten in het kader van de Wet Bopz wél bestaan. De ervaringen van pvp’en met de uitvoering van de nieuwe wet in de praktijk zijn divers. Dit heeft ertoe geleid dat de Stichting PVP haar rechtsbeschermende taak scherper heeft afgebakend. Over de ervaringen van de pvp’en staat in het hoofdstuk ‘Opvallende zaken in 2017’ het een en ander beschreven. Omdat voor klachten in het kader van Wkkgz niet meer bij elke ggz-instelling een klachtencommissie aanwezig is, hebben instellingen alternatieven bedacht. Bijvoorbeeld: de klacht die eerder door de klachtencommissie werd behandeld, wordt nu via de zorgaanbieder zelf afgehandeld. De pvp adviseert cliënten vaak om de klacht op een zo laag mogelijk niveau te bespreken en de klacht daar neer te leggen waar hij is ontstaan. De cliënt houdt de regie over zijn klacht. Wanneer een cliënt een klacht wil voorleggen via een formele klachtenprocedure kan de pvp ondersteuning bieden bij elke stap die daarvoor nodig is, inclusief bijvoorbeeld de gang naar de klachtenfunctionaris. In 2017 is dat in totaal bij 1.651 klachten het geval geweest. Daarvan hebben de pvp’en 264 keer cliënten ondersteund bij de klachtenfunctionaris en 1.314 keer bij de klachtencommissie, en zijn cliënten ondersteund bij 96 klachten die door de zorgaanbieder zijn afgehandeld. Ook hebben pvp’en twee keer een cliënt ondersteund bij de gang naar de geschilleninstantie. Al deze mogelijkheden kunnen ook gecombineerd voorkomen. De pvp ondersteunt dan bijvoorbeeld een cliënt bij het voorleggen van een klacht aan de klachtenfunctionaris én aan de klachtencommissie. Van alle klachten die zijn doorgegaan naar een klachtenprocedure waaronder de klachtenfunctionaris, is bijna 60% gerelateerd aan dwang en drang. In ruim een derde van alle klachten is over dwangmedicatie als behandeling geklaagd. 2. Voorlichting De pvp geeft voorlichting aan cliënten en medewerkers over het werk van de pvp en patiëntenrechten. Doel hiervan is onder andere om ook cliënten die zelf niet zo mondig zijn of niet in staat zijn om voor zichzelf op te komen, te wijzen op hun rechten en de mogelijkheid tot het inschakelen van een pvp voor ondersteuning, waardoor hun rechtspositie wordt vergroot. In 2017 hebben pvp’en 1.479 keer voorlichting gegeven. Daarvan neemt het aandeel voorlichtingen aan medewerkers van ggz-instellingen iets toe: 15% ten opzichte van 13% in 2016. Er zijn tevens bijna 22.000 folders en posters verspreid om cliënten te informeren over de bereikbaarheid en dienstverlening van de pvp. 16
In 2017 is, zoals voorgenomen in het jaarplan over 2017, specifiek voor cliënten met een Voorwaardelijke Machtiging een factsheet ontwikkeld over de rechtspositie en de mogelijkheden voor ondersteuning door de pvp. Dit factsheet wordt ook gebruikt voor voorlichting aan medewerkers van FACT-teams. Slechts weinig medewerkers weten dat cliënten met een Voorwaardelijke Machtiging recht hebben op ondersteuning door de pvp. Daarom hebben we in 2017 enkele pilots gedaan om de bekendheid hiermee te vergroten. De website van de Stichting PVP geeft niet alleen informatie over de rechten van cliënten binnen de ggz maar stelt hen in staat om ook zelfstandig, zonder de ondersteuning van een pvp, een klacht in te dienen. Daarvoor zijn o.a. een groot aantal voorbeeldbrieven geplaatst, die gemakkelijk gedownload kunnen worden zodat cliënten hun eigen klacht of verzoek schriftelijk kenbaar kunnen maken. In 2017 is in totaal 933 keer een voorbeeldbrief gedownload, zijn 217 keer de gedragsregels van de pvp opgevraagd, is er 379 keer naar een van de voorlichtingsfilmpjes gekeken en is 199 keer de pdf ‘Uw rechten in de ggz’ gedownload. Het aantal volgers van het Twitteraccount van de stichting is in 2017 minder gegroeid dan in de voorgaande jaren, van 1.200 eind 2016 naar 1.278 volgers op 31 december 2017. In 2017 zijn de tweets van de stichting 132.694 keer weergegeven en is er 15.538 keer een bezoek aan het profiel van de stichting gebracht. 3. Signaleren De pvp brengt tekortkomingen in de structuur of organisatie van een ggz-instelling, die afbreuk doen aan de rechten van cliënten, onder de aandacht van de instelling. Dat gebeurt via een melding of een signaal. In 2017 zijn er in totaal 170 meldingen en signalen afgegeven. Dat is iets minder dan in 2016, toen er 177 signalen en meldingen zijn afgegeven. De meeste meldingen gingen, net als in 2016, over verblijf en accommodatie (22%). Onderwerpen waren bijvoorbeeld huisregels en slechte hygiëne in de accommodatie. Maar ook ging een substantieel deel van de meldingen over de klachtenprocedure (16). Per 1 januari 2017 zijn de meeste zorgaanbieders verplicht hun klachtafhandeling volgens de nieuwe wet Wkkgz geregeld te hebben. Uit navraag van de pvp bij de instelling(en) waarin zij werkzaam zijn, bleek echter dat nog niet elke instelling dit op orde had. Meldingen over dit onderwerp gingen vooral over het ontbreken van, of onjuiste klachtregelingen. Bij ernstige tekortkomingen wordt een schriftelijk signaal afgegeven. In 2017 gingen de meeste signalen over het onderwerp ‘Overige binnen instelling’ (12%). Dertien signalen hadden als onderwerp de klachtenprocedure in relatie tot de Wkkgz. Bij een signaal bestaat, anders dan bij een melding, de mogelijkheid om de tekortkoming aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) voor te leggen. Dat gebeurt wanneer de instelling onvoldoende actie onderneemt om de gesignaleerde tekortkoming op te heffen. In 2017 zijn er drie signalen doorgestuurd naar de IGJ. Het betreft bij alle drie ontbrekende regelingen in het kader van Wkkgz. 4. Kennis genereren en verspreiden De Stichting PVP brengt kennis over patiëntenrechten en de beleving van cliënten over hun rechtspositie samen door middel van inventarisaties en praktijkonderzoek. In 2017 heeft de stichting weer meta-informatie verkregen over de jaarberichten 2016 die zijn verzonden naar de ggz-instellingen. Deze informatie is verzameld door pvp’en vooraf groepsgewijs te interviewen over opvallende zaken die ze van plan waren te melden in hun jaarberichten. Hierdoor kon de informatie gebruikt worden in het jaarverslag 2016 van de Stichting PVP. Voor het jaarverslag 2017 is dit op dezelfde manier gedaan. Een weerslag van deze ervaringen leest u in het hoofdstuk ‘Opvallende zaken in 2017’ op blz. 8. 17
Juridische consultatie intern De pvp bekleedt een juridisch georiënteerde functie die deel uitmaakt van de keten van rechtsbescherming bij vrijheidsbeneming en dwangtoepassing in de ggz. Juridische kennis is voor de pvp onontbeerlijk. Pvp’en kunnen de juristen van de stichting consulteren. Naast het geven van specifieke juridische informatie bestaat de ondersteuning van de juridische sectie onder meer uit het becommentariëren van (concepten van) toelichtingen bij klaagschriften, brieven, meldingen en signalen van pvp’en. In 2017 werd de juridische sectie ruim 800 keer geconsulteerd door pvp’en. Juridische consultatie extern In 2017 werd vanuit de juridische sectie deelgenomen aan de Landelijke Adviescommissie Bopz van de Raad voor Rechtsbijstand, aan een overleg met de Orde van Advocaten over de betekenis van het advies van de Curriculumcommissie Bopz-advocatuur (2016), aan de Expertgroep registratie vrijheidsbeperking (VU) en aan de expertgroep van het NIVEL-onderzoek naar ‘Het betrekken van patiënten, naasten/familie en nabestaanden bij het incidententoezicht in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)’. Voorts werd een bijdrage geleverd aan een studiedag van het Korsakov Kenniscentrum. Meelopen advocaten In 2017 is voor tweeëntwintig advocaten contact gelegd met een lokale pvp om de advocaten te laten meelopen tijdens een klachtencommissieprocedure in het kader van de Wet Bopz. Advocaten die zich willen laten inschrijven voor het psychiatriepiket moeten aan deze eis van de Raad voor Rechtsbijstand voldoen. Digitale dienstverlening De Stichting PVP wil informatie- en communicatietechnologie gebruiken om de kerntaken via meerdere (digitale) kanalen beschikbaar te maken voor cliënten. Eind juli 2017 is de functionaliteit ‘Wie is mijn pvp?’ op de website geïnstalleerd. Hiermee kunnen cliënten via de locatie waar ze in behandeling zijn de pvp vinden die daar werkzaam is, inclusief de werktijden, telefoonnummer en e-mail adres van de betreffende pvp. Deze zoekmogelijkheid is 1.227 aangeklikt. Mogelijk draagt deze nieuwe vorm van dienstverlening bij aan de afname van het aantal telefonische vragen aan de helpdesk over contactgegevens van de pvp op een locatie. Sinds november 2017 biedt de Stichting PVP, als pilot, ook ondersteuning van cliënten via de mogelijkheid om te chatten. De chat is geopend op maandag t/m donderdag van 19 - 21 uur. In de aanloop hebben we nog weinig ruchtbaarheid gegeven aan de chat, maar toch zijn er in die korte periode dertien chatgesprekken gevoerd met cliënten. In 2018 wordt besloten of deze vorm van dienstverlening wordt voortgezet. Waar mogelijk verspreiden we informatie voor cliënten en medewerkers van ggz-instellingen via de website, intranet en/of portalen van deze instellingen. Daarbij is de stichting echter afhankelijk van de medewerking van de instellingen. Pvp’en gebruiken voor de communicatie met cliënten, naast e-mail en telefoon, ook WhatsApp. Informatiepunt Dwang in de Zorg De medewerkers van de helpdesk van de Stichting PVP bemensen ook het Informatiepunt Dwang in de Zorg. Dit informatiepunt van het ministerie van VWS richt zich op cliënten, directbetrokkenen en professionals door eenvoudige uitleg te geven over wetten en procedures rondom dwang binnen de ggz en de ouderen- en gehandicaptenzorg. In 2017 werden er iets minder vragen aan het informatiepunt gesteld dan het jaar daarvoor, in totaal waren het er 994. In 2016 werden de meeste vragen gesteld door professionals, maar in 2017 stelden familieleden/naastbetrokkenen de meeste vragen. De meeste vragen gingen over de procedure tot gedwongen opname IBS/RM (33%). 18
5. Patiëntenvertrouwenspersonen in opleiding Om cliënten zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen is het belangrijk dat pvp’en gedegen worden opgeleid. Er bestaat geen externe opleiding die voorbereidt op het patiëntenvertrouwenswerk. Daarom worden pvp’en intern opgeleid, door middel van een leerwerktraject van een jaar. Zij worden pio’s genoemd. De opleiding wordt intern verzorgd, maar voor een aantal onderdelen wordt externe expertise ingehuurd. In april 2017 zijn vijf pio’s begonnen met hun opleiding. De opleiding bestaat uit 4 fasen. In fase 1 maken de pio’s kennis met de wereld van de ggz. In fase 2 krijgen de pio’s fulltime onderwijs in ons kantoor in Utrecht. In fase 3 gaan de pio’s meelopen met een ervaren pvp. En fase 4 is de theorie- en praktijkfase waarin de pio onder begeleiding van een mentor in de eigen instelling gaat werken. De opleiding wordt afgesloten met een assessment. Overig Poolpvp Iedere cliënt heeft recht op ondersteuning van een pvp. Er zijn echter situaties denkbaar waarin een cliënt aangeeft niet langer door de lokale pvp ondersteund te willen worden, of wanneer een pvp aangeeft een bepaalde cliënt niet meer optimaal te kunnen ondersteunen. Om de cliënt dan toch te kunnen blijven ondersteunen is een groep zogenaamde ‘poolpvp’en’ in het leven geroepen die in dat geval de dienstverlening van de lokale pvp overneemt. De poolpvp wordt gevormd door een groep van ervaren pvp’en met als opdracht een manier te vinden om de ondersteuning vorm te geven, mee te kijken met de lokale pvp en deze te coachen in het herstellen van het contact met de cliënt, en eventueel het bedenken van voorwaarden waaronder de ondersteuning vorm kan krijgen. De ondersteuning van een pool-pvp wordt altijd geëvalueerd. Vervangers Wanneer op een locatie langere tijd geen pvp aanwezig is (door ziekte, vertrek of het uitvoeren van een bijzondere taak voor de organisatie als geheel), komt er een vervanger. De stichting heeft vier vervangers die door heel Nederland gaten in de continuïteit van dienstverlening opvullen. Zij hebben voor deze vervanging een beperkter aantal uren dan de lokale pvp en vervullen de meest noodzakelijke ondersteuning van individuele cliënten en de signaleringsfunctie. De tijd voor voorlichting en overleg met cliëntenraden en bestuurders bijvoorbeeld is beperkt. De kennis die vervangers opdoen door vaak op verschillende locaties te werken wordt weer gebruikt om de dienstverlening van de stichting als geheel te verbeteren. 19
Voorbereiding Wvggz Zoals beschreven in de inleiding van dit jaarverslag, is de Stichting PVP in 2017 gestart met een nieuwe fase in de voorbereidingen op de Wet verplichte ggz. De afgelopen jaren heeft de Stichting PVP zich ingezet om de interne organisatie zo goed mogelijk aan te passen aan de nieuwe situatie, ook al waren er nog vele vraagtekens over hoe de wet er uiteindelijk uit zou komen te zien. In dat licht zijn we niet eerder dan 2017, nadat de wet door de Tweede Kamer was aangenomen, gestart met het inrichten van een Programmaplan Wvggz, waarmee we de voorbereiding op de komst van de Wvggz organiseren. In de voorbereidingen op de Wvggz zijn de afgelopen jaren reeds belangrijke voorwaarden gerealiseerd en belangrijke stappen genomen voor effectieve uitvoering van het pvp-werk onder de Wvggz, zoals voorwaarden op het gebied van ICT en mogelijkheden tot kennis delen Dit is al waardevol gebleken, maar in de realisatie van nieuwe werk- en organisatievormen is het noodzakelijk dat werknemers en externe belanghebbenden, zoals de cliëntenbeweging, nog sterker betrokken worden bij de verdere voorbereidingen. Na de behandeling van de Wvggz in de Tweede Kamer is de stichting verder gaan nadenken over hoe we het veranderproces zo goed mogelijk konden vormgeven. In de loop van 2017 zijn we intern gestart met het opzetten van een Programmaplan Wvggz voor alle projecten die nodig zijn om het vertrouwenswerk onder de Wvggz vorm te geven. De veranderingen hebben consequenties voor alle medewerkers en vrijwel alle werkprocessen en het cliëntregistratiesysteem. Bovendien is het de verwachting dat onder invloed van de regionale samenwerkingsverbanden de regionale diversiteit van werken zal toenemen. Hierdoor zal er naar verwachting, binnen landelijke kaders, een groter beroep gedaan worden op de zelfstandigheid van pvp’en. Om die redenen heeft de directeur/bestuurder besloten om een ontwikkelgroep in te stellen, waarbij het MT en zes pvp’en (uit elk team één) gezamenlijk regie voeren over de voorbereiding op de Wvggz. Dit legt, zoals al aangegeven in het voorwoord op blz. 6 een zware druk op de gehele organisatie qua urenbesteding, maar de stichting is ervan overtuigd dat ze hiermee de benodigde aanpassingen zo zorgvuldig mogelijk, organisatiebreed, kan doorvoeren en daarmee de ondersteuning van cliënten zo goed mogelijk kan uitvoeren. Ontwikkelgroep De ontwikkelgroep heeft de regie over de uitvoering van het Programmaplan Wvggz. De directeur/ bestuurder is opdrachtgever. De projectsecretaris is verantwoordelijk voor de operationele sturing van het programma en de coördinatiegroep bewaakt de voortgang en samenhang. De projectleiders zullen de projectplannen uitwerken en uitvoeren. De taken van de overige medewerkers en overlegvormen zijn in het schema hierna beschreven. De opdracht aan de ontwikkelgroep is: - Ontwikkel een samenhangend model voor de uitvoering van de pvp-taken conform de Wvggz; - Ontwikkel werkmethoden voor het pvp-werk waarmee cliënten binnen de ggz optimaal ondersteund worden in het realiseren van hun rechtspositie conform de Wvggz; - Ontwikkel een passende organisatiestructuur waarbij de pvp’en passend worden ondersteund bij het uitvoeren van de (deels nieuwe) wettelijke taken. Alle eindresultaten voldoen aan het toetsingskader voor het programma: - De eindproducten vormen een samenhangend pvp-model waarbinnen de kwaliteit, de continuïteit, de toegankelijkheid en het rechtsbeschermende karakter van de voorziening efficiënt zijn geborgd; 20
- Aan de externe adviesraad, bestaande uit een vertegenwoordiger van het College voor de Rechten van de Mens, de cliënten-en familieorganisatie Mind, GGZ-Nederland, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd en de advocatuur, legt de stichting de voorgenomen keuzes ten aanzien van de uitvoering van de nieuwe wettelijke taken voor. De hoofdvraag aan de adviesraad is: Geeft de Stichting PVP op deze wijze doeltreffend en doelmatig uitvoering aan haar wettelijke taak? De uitkomsten zullen worden vertaald naar benodigde inzet van middelen voor de financiering van de (deels) nieuwe wettelijke taken en input vormen voor het gesprek met VWS hierover. Taken en bevoegdheden Raad van toezicht Raad en advies/goedkeuring besluit bestuurder OR Bestuurder Advies en instemmingsrecht Opdrachtgever/kaderstelling/voortgangsbewaking/ afstemming externe contacten/beslist Gehele organisatie Input en feedback Stafmedewerkers Advies en bijdragen vanuit eigen expertise Ontwikkelgroep Uitvoeren opdracht/adviseren aan bestuurder/ betrekken collega’s Externe adviesraad Cliëntenpanel Coördinatiegroep Bewaking voortgang en samenhang projecten Klankbord groep Bijdrage leveren/feedback geven/ sparringpartner Project groep A Project groep A Project groep C Project groep D Studiedagen in het teken van de Wvggz Ieder jaar organiseert de Stichting PVP twee studiedagen voor alle medewerkers. Er is dan aandacht voor professionalisering en er worden ervaringen uitgewisseld. In 2017 hebben de studiedagen in het teken gestaan van de Wvggz en is gesproken over de gevolgen die de wet heeft voor zowel cliënt als behandelaar. Daarnaast hebben medewerkers met elkaar onderzocht welke veranderingen de wet met zich meebrengt voor de uitoefening van de pvp-functie. 21
Overige activiteiten De focus van de organisatie ligt te allen tijde op het ondersteunen van cliënten en de andere primaire processen van de Stichting PVP. Om te zorgen dat dat werk effectief, veilig en kwalitatief hoogwaardig uitgevoerd wordt, worden de patiëntenvertrouwenspersonen ondersteund door stafmedewerkers en het management op het gebied van ICT, kwaliteitsprocedures, ARBO, P&O en deskundigheidsbevordering. Informatiebeveiliging Medewerkers kunnen op een veilige manier inloggen vanaf elke computer met intranetverbinding. In 2017 is het informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld met alle onderliggende richtlijnen. Samen met het uitvoeren van diverse andere actiepunten naar aanleiding van de securityscan door een onafhankelijke externe partij, is het niveau van de informatiebeveiliging toegenomen ten opzichte van die securityscan (een gemiddelde score van ‘Largely achieved’, met een volwassenheidsniveau 4 ‘Predictable process’). In 2017 is een vulnerability risk assessment uitgevoerd op de nieuwe functionaliteit ‘Wie is mijn pvp?’; er zijn geen risico’s gevonden. Kwaliteitssysteem Het kwaliteitscertificaat van de Stichting PVP wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld aan de hand van een externe audit volgens de normen van de Maatstaf van CIIO, een geaccrediteerde interpretatie van de ISO 9001:2015-norm voor professionele kennisintensieve dienstverleners. In 2017 is de stichting voor het eerst beoordeeld aan de hand van de nieuwe Maatstaf 2016, waarbij de nadruk is verschoven van beheersing via formele procedures naar het inbedden van de kwaliteitsnormen en risicomanagement in alle beleidsprocessen. De stichting is er trots op dat de certificering weer is gecontinueerd. De belangrijkste bevindingen in 2016 hadden betrekking op het effectief benutten van informatie over veiligheidsincidenten en het doorvoeren van procesverbeteringen. Deze onderwerpen zijn in 2017 opgepakt en bij de audit in 2017 werden alle in 2016 geconstateerde kanttekeningen opgelost verklaard. CIIO heeft wel een aantal nieuwe aandachtspunten benoemd. CIIO constateert dat het beheer van kwaliteitsdocumenten verbetering behoeft. Hiervoor heeft de stichting een plan van aanpak opgesteld. Daarnaast moedigen zij de stichting aan de verbeteringen op het gebied van het veiligheidsbeleid uit te bouwen door de analyse van veiligheidsincidenten verder te ontwikkelen en te trachten de conclusies van die analyse te vertalen in aanpassing van beleid of aanscherping van werkprocessen. Plein, sociaal intranet In afwachting van de Wvggz is er sinds 2016 gebouwd aan een sociaal intranet, Plein. In 2017 is Plein voor de medewerkers van de stichting al niet meer weg te denken als middel om kennis te delen, te discussiëren over (inhoudelijke) thema’s, de interne communicatie vorm te geven en een beveiligde werkomgeving te bieden voor alle (dagelijkse) werkzaamheden binnen de stichting. In 2017 hebben we de implementatie van Skype voorbereid, zodat medewerkers vanuit alle windstreken van het land gemakkelijker met elkaar kunnen overleggen. Opleiding en deskundigheidsbevordering Om cliënten zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen is het belangrijk dat pvp’en gedegen worden opgeleid en zich daarna in hun vak blijven ontwikkelen, van elkaar leren en nieuwe kennis kunnen opdoen. Daarvoor maakt de stichting op diverse manieren gebruik van deskundigheidsbevordering om zo doorlopend aandacht te besteden aan het op peil houden van de actuele kennis van haar medewerkers: de juridische afdeling verzorgt met regelmaat bijscholing over een juridisch onderwerp, er zijn intervisiegroepen en maandelijkse casuïstiekbesprekingen. Ook is in 2017 een aantal scholingsmodules ontwikkeld waarvoor pvp’en zich konden inschrijven. Daarnaast konden ervaren pvp’en zich inschrijven voor diverse modules die aan nieuwe 22
pvp’en werden gegeven in het kader van hun opleiding. Ten slotte is een groep medewerkers die deelnemen aan de pilot ‘Chat’ getraind in het kunnen chatten met cliënten. Modules Pvp’en blijven zich ontwikkelen. Voor het opfrissen en uitbreiden van basiskennis kunnen zij diverse modules volgen. Een greep uit het aanbod van 2017: • ‘De geschillencommissie ggz’ en ‘Strafrechtelijke opneming in de psychiatrie’ door onze juridische afdeling; • ‘Forensisch’; • ‘Professionele weerbaarheid’; • ’Het herkennen en signaleren van compassiemoeheid’; • ‘Moreel beraad’. Toetsing In 2016 zijn pvp’en getoetst op een tweetal deelcompetenties van de juridische competentie. In 2017 zijn de laatste pvp’en getoetst en geslaagd. Daarmee is bij alle pvp’en de toets afgenomen en zijn zij allemaal geslaagd. Medewerkergesprekscyclus In 2017 is voor het eerst gewerkt met de nieuwe medewerkergesprekscyclus, waarin de ontwikkeling op competenties centraal staat en er meer wordt gevraagd van het reflectievermogen van medewerkers. Dit past beter bij de bijzondere functie van de pvp. Samenwerking binnen vertrouwenswerk in andere sectoren In 2017 heeft de Stichting PVP vertrouwenswerk geleverd in drie instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking, conform de aangepaste methodiek voor deze sector. De Stichting PVP zoekt samenwerking met de Stichting Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) en de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen(LSFVP), om de kwaliteit en de efficiency van het pvp-werk te waarborgen. In 2017 had die samenwerking met name betrekking op de ondersteunende processen zoals registratie van het primaire proces, P&O en financiën. De stichting is door VWS gevraagd om bij te dragen aan de ontwikkeling van de cliëntvertrouwenspersoon (cvp) binnen de Wet zorg en dwang (Wzd). Het is de bedoeling van de wetgever dat de cvp binnen de psychogeriatrie en de verstandelijk gehandicaptenzorg, eenzelfde werking heeft als de pvp binnen de ggz. De stichting heeft haar kennis en expertise op het gebied van het opzetten en onderhouden van deze rechtsbeschermende voorziening ingebracht in het ontwikkelingstraject van de cvp en zal dit ook in 2018 blijven doen. 23
Bijlagen 24
Bijlage 1, Verslag van het cliëntenpanel Om te toetsen of de kwaliteit van het werk verder kan verbeteren en om voorgenomen beleid te toetsen, heeft de Stichting PVP een cliëntenpanel. Het panel bestaat uit twaalf leden uit verschillende regio’s. De meeste leden zijn lid van een cliëntenraad van een ggz-instelling. Het panel brengt advies uit over onderwerpen die te maken hebben met het pvp-werk. De adviezen van het panel zijn zwaarwegend bij beslissingen over het beleid van de stichting. In 2017 is het panel vier keer bij elkaar geweest. Het heeft onder meer geadviseerd en meegedacht over: • de wijze waarop de taak signalering vormgegeven kan worden; • de rol van de pvp bij de ondersteuning van cliënten bij de geschillencommissie; • het jaarverslag 2016 en het jaarplan 2018; • de ontwikkeling van de website van de Stichting PVP; • wat te doen met de ervaringen van de pvp-vervangers in 2016; • de ondersteuning aan ambulante cliënten die vrijwillig in behandeling zijn; • de activiteiten die de Stichting PVP gaat ondernemen ter voorbereiding op de komst van de Wvggz; • de inhoud van de jaarberichten die pvp’en schrijven over hun ervaringen binnen de instellingen; • wat te doen wanneer de lijnen van de pvp-helpdesk overbezet zijn. Ook heeft een aantal leden van het panel een rol gehad in de opleiding van nieuwe pvp’en. Zij hebben in gesprekken met de pvp’en in opleiding verteld over hun ervaringen met de ggz en over hun ervaringen met de ondersteuning van een pvp. 25
Bijlage 2, Verslag van de klachten-commissie en interne klachtafhandeling Externe klachtafhandeling De klachtencommissie Patiëntenvertrouwenspersonen toetst klachten van cliënten over een pvp of manager aan de gedragsregels van de stichting, doet een uitspraak over de gegrondheid van de klachten en bespreekt de klachten en uitspraken elk jaar met de bestuurder van de Stichting PVP. De klachtencommissie doet tevens aanbevelingen om de dienstverlening te verbeteren. In het jaar 2017 hebben in totaal zes klagers zich tot de klachtencommissie gewend. Aan twee klagers is door de ambtelijk secretaris van de klachtencommissie medegedeeld dat de klacht niet in behandeling kon worden genomen, omdat deze geen betrekking had op het handelen van een pvp of de leidinggevende van een pvp, respectievelijk omdat de klachtencommissie niet de mogelijkheid kent van een bemiddelingsgesprek als door klaagster verzocht. Aan een andere (derde) klager heeft de ambtelijk secretaris om een nadere toelichting gevraagd, omdat de klacht niet duidelijk was. Ondanks de toezegging van de klager dat hij de nadere toelichting - vergezeld van stukken - via de post zou toesturen, is daarna niets meer van deze klager vernomen. Eén van de zes klagers heeft de klachtencommissie gedurende het jaar herhaaldelijk benaderd met nieuwe klachten. Deze klachten betroffen onder meer de aan klaagster opgelegde restricties voor de ondersteuning van een pvp. De klachtencommissie heeft hierover reeds eerder een uitspraak gedaan. Klaagster kon daarom in een aantal van de nieuwe klachten niet worden ontvangen. Twee klachten van deze klaagster zijn wel behandeld. Verder zijn ook de klachten van de overige twee klagers in behandeling genomen. De klachtencommissie heeft derhalve in totaal vier klachten van drie klagers in behandeling genomen. In drie van de zaken heeft de klachtencommissie een uitspraak gedaan. De klachten bevatten in totaal zes klachtonderdelen die betrekking hadden op het handelen van een pvp en/of diens leidinggevende. Vijf klachtonderdelen zijn gegrond verklaard en één klachtonderdeel is ongegrond verklaard. Eén zaak was aan het einde van het jaar nog niet afgerond. De klachtencommissie heeft voorts in 2017 een uitspraak gedaan in een klacht die in 2016 reeds was ingediend en aan het einde van het jaar nog niet was afgerond. Deze klacht bestond uit twee klachtonderdelen. Klaagster is niet-ontvankelijk verklaard in de beide klachtonderdelen. Vergeleken met 2016 is sprake van een afname van het aantal klagers (van 13 naar 6). Het aantal uitspraken van de klachtencommissie is ten opzichte van 2016 toegenomen (van 1 naar 4). Aanbevelingen De klachtencommissie heeft in 2017 twee aanbevelingen aan de Stichting PVP gedaan. Aanbeveling 1: “De klachtencommissie beveelt de Stichting PVP aan om in de werkwijze van de pvp op te nemen dat, na afloop van een gesprek met een cliënt, een evaluatie van het gesprek plaatsvindt. Daarbij dient de pvp na te gaan of de verwachtingen over en weer en de eventueel gemaakte afspraken duidelijk zijn.” Naar aanleiding van deze aanbeveling zal de Stichting PVP onderzoeken of zij de pvp kan faciliteren met hulpmiddelen om de evaluatie van de dienstverlening nog structureler uit te voeren. 26
Aanbeveling 2: “De klachtencommissie beveelt de Stichting PVP aan om algemene uitgangspunten te formuleren voor de maximale belasting van een pvp met betrekking tot de hulpvraag van een cliënt. Daarbij dient bijvoorbeeld het maximaal aantal contactmomenten - per telefoon en per e-mail - per twee weken te worden aangegeven, zodat duidelijk is wat de grens is van de ondersteuning die een pvp kan bieden en wanneer sprake is van overvraging van de pvp door de cliënt. Indien een cliënt het aantal contactmomenten overschrijdt, behoort het naar het oordeel van de klachtencommissie tot de verantwoordelijkheid van de Stichting PVP daarover met de betreffende cliënt in gesprek te gaan. In geval van (structurele) overschrijding van het aantal contactmomenten door een cliënt kan dat de rechtvaardiging zijn voor het opleggen van restricties. De restricties dienen periodiek per drie maanden te worden geëvalueerd waarbij moet worden beoordeeld of de beperkingen in het beroep dat de cliënt op de pvp kan doen, dienen te worden gehandhaafd (voor weer drie maanden). De cliënt moet bij deze evaluaties worden betrokken en over het besluit van de Stichting PVP ook schriftelijk worden geïnformeerd.” Naar aanleiding van deze aanbeveling laat de Stichting PVP weten dat onderzocht zal worden op welke wijze invulling gegeven kan worden aan belangrijke maar in uitwerking mogelijk toch ook ingewikkelde aanbeveling van de klachtencommissie. Daarnaast onderschrijft de Stichting PVP dat het belangrijk is om contactrestricties schriftelijk te evalueren op de wijze die de klachtencommissie aangeeft. De procedure interne klachtafhandeling en het protocol Match Cliënt-PVP zal dienovereenkomstig worden aangepast, aldus de Stichting PVP. Vergaderingen De klachtencommissie heeft op 19 juli 2017 een plenaire jaarvergadering gehouden. Voorts heeft er regelmatig overleg plaatsgevonden tussen de voorzitter en de ambtelijk secretaris. Het overleg tussen de leden van de klachtencommissie ten aanzien van de vast te stellen uitspraak heeft voornamelijk plaatsgevonden na de hoorzitting en door middel van e-mailuitwisseling. Tijdens het overleg met het bestuur van de Stichting PVP op 29 maart 2017 is onder meer gesproken over de Wkkgz en de Wet verplichte ggz en de betekenis daarvan voor de Stichting PVP. De klachtencommissie was in 2017 als volgt samengesteld: • de heer mr. N. van den Burg, onafhankelijk voorzitter; • mevrouw mr. dr. B.J.M. Frederiks, plaatsvervangend voorzitter; • mevrouw mr. drs. E. van Zadelhoff, lid namens de cliëntenorganisaties; • mevrouw drs. M. Knuttel, lid namens de cliëntenorganisaties; • mevrouw drs. M. Theulen, lid namens de GGZ-instellingen. Het ambtelijk secretariaat is in 2017 verzorgd door mr. drs. I.M. van Trier. Interne klachtafhandeling Uiteraard kunnen cliënten die een klacht hebben over een van de medewerkers van de Stichting PVP ook direct, conform de interne klachtenprocedure, bij de leidinggevende van de persoon in kwestie een klacht indienen i.p.v. via de externe klachtencommissie. De leidinggevende zal naar aanleiding van de klacht van de cliënt onderzoeken of en op welke manier de klacht van de cliënt kan worden opgelost. Het is mogelijk dat de leidinggevende de klacht niet kan oplossen, of dat de cliënt nog niet tevreden is. In die gevallen zal de leidinggevende de cliënt doorverwijzen naar de externe klachtencommissie. 27
In 2017 zijn er 36 klachten (in 2016: 27) op deze manier in behandeling genomen door de leidinggevenden. Deze klachten betroffen alle onvrede over de pvp. Geen van deze 36 klachten zijn doorgegaan naar de klachtencommissie. De klachten zijn door de leidinggevenden in overleg met de cliënt afgehandeld. Het aantal door de leidinggevenden behandelde klachten gaat in 2017 naar het niveau van 2015 (41) Omschrijving 2016 Ontevreden over de pvp: bejegening Ontevreden over de pvp: acties Ontevreden over de pvp: bereikbaarheid Totaal 5 19 3 27 2017 3 32 1 36 Soort interventie 2016 Leidinggevende heeft contact met pvp Leidinggevende heeft geen contact met pvp Totaal 13 14 27 2017 21 15 36 Resultaat 2016 Klacht deels/anders opgelost Klacht ingetrokken Klacht niet opgelost Klacht opgelost Vraag beantwoord Nog niet bekend Totaal 2 1 1 22 1 2017 5 2 2 25 0 2 27 36 28
Leidinggevenden zijn goed in staat om in samenspraak met de betrokken pvp, maar ook zelfstandig, cliënten uitleg te geven over de taken van de patiëntenvertrouwenspersoon en de onvrede hierdoor bij de cliënt weg te nemen. Voorbeelden van vragen en klachten: • Pvp komt afspraken niet na; • Pvp doet niets met mijn klachten; • Pvp is niet partijdig; • Cliënt vraagt tevergeefs hulp. 29
Bijlage 3, Verslag van de ondernemingsraad De ondernemingsraad van de Stichting PVP bestaat uit vijf leden en een ambtelijk secretaris. Op 1 mei 2016 zijn alle leden verkozen voor een ambtstermijn van drie jaar. De ondernemingsraad vergaderde het afgelopen jaar twaalf keer. Met de bestuurder en P&O-adviseur vond zes keer een overlegvergadering plaats. Contact met de achterban In 2017 vonden de volgende contactmomenten tussen medewerkers en de OR plaats: - Bezoeken aan teams in januari 2017; - Jaarlijkse OR-dag op 13 april 2017. In 2017 hebben geen tweedaagse studiedagen plaatsgevonden, maar zijn er twee afzonderlijke dagen georganiseerd die in het teken stonden van de voorbereiding op de Wvggz. Hierdoor is het OR-halfuur tijdens de studiedagen komen te vervallen. De OR ontving ook berichten van de achterban via e-mail. Enkele onderwerpen die door de achterban werden aangedragen en waar de OR actief mee aan de slag is gegaan zijn de volgende. Werken in de avonduren In toenemende mate hoorde de OR geluiden over werken in de avonduren en op vrije dagen, en ontving hij vragen hierover. In het bijzonder werden er vragen gesteld over de pilot met chatten in de avonduren. De OR heeft een enquête opgesteld en door medewerkers laten invullen. De resultaten van deze enquête zijn met een begeleidende brief gepubliceerd op het intranet en besproken met de bestuurder. Klachtencommissie De OR heeft enkele vragen ontvangen over de werkwijze van de externe klachtencommissie. Naar aanleiding hiervan heeft een gesprek plaatsgevonden met de bestuurder. De klachtencommissie is uitgenodigd om hun werkwijze in 2018 op een landelijke bijeenkomst terug te koppelen aan de achterban. Instemming De OR heeft instemming verleend op: • Verlenging contract bedrijfsarts; • Persoon en positionering preventiemedewerker. De OR heeft geen instemming verleend op: - Openbaar maken van registratiecijfers van de individuele pvp’en tijdens regiobijeenkomsten. Scholing Vier leden van de ondernemingsraad en de ambtelijk secretaris hebben een financiële cursus gevolgd om de financiën van de stichting beter te kunnen duiden. Tijdens de OR-studiedagen hebben alle leden en de ambtelijk secretaris een training gevolgd over duurzame inzetbaarheid. Naar aanleiding van deze training zijn de speerpunten voor 2018 bepaald. ICT De OR heeft zich door de projectmanager ICT laten informeren over de stand van zaken van de lopende projecten. Bijzondere aandacht werd geschonken aan de mogelijkheid om op afstand in te loggen op het netwerk van de stichting. De OR ontving ook een plan van aanpak voor de performance van Rapp, het registratiesysteem van de stichting en een plan van aanpak maatregelen informatiebeveiliging. In 2018 zal de OR een volgende rol houden omtrent aanpassingen van de informatiebeveiliging ten gevolge van nieuwe privacywetgeving. 30
Duurzame inzetbaarheid De OR heeft zich in het tweede gedeelte van dit jaar verdiept in duurzame inzetbaarheid. Duurzame inzetbaarheid is een paraplu-begrip waaronder veel zaken vallen die voor de OR van groot belang zijn, zoals werving en selectie, tevredenheid van medewerkers, werkdruk en scholing. De studiedagen van de OR hebben dan ook in het teken gestaan van dit onderwerp. Meerjarenbeleid (financiën) Wat betreft het meerjarenbeleid heeft de OR zich in 2017 voornamelijk beziggehouden met financiën. De leden van de OR hebben hiertoe een financiële training gevolgd en vragen gesteld naar aanleiding van het financieel jaarverslag. De OR heeft gesproken met de accountant waarbij aandacht is besteed aan het financieel beleid van de stichting en het volgen van de relevante procedures. Ook is met de controller gesproken over het beleid omtrent de werkkostenregeling, resulterend in een netto-uitkering aan alle werknemers. 31
Bijlage 4, Overzicht medewerkers Op 31 december 2017 waren 71 medewerkers in dienst bij de Stichting PVP. Dit betrof 25 mannen (35%) en 46 vrouwen (65%) In 2017 bedroeg het gemiddelde aantal FTE 61,12. Qua leeftijdsopbouw is 12% jonger dan 40 jaar, 20% is 40 tot 50 jaar oud, 48% is tussen de 50 en 60 jaar oud, en 20% is ouder dan 60 jaar. In 2017 zijn vier medewerkers uit dienst gegaan en zijn zeven nieuwe medewerkers in dienst gekomen. In dienst op 31 december 2017 Pvp’en Carla Andringa Hans Arwert Hanneke Bernsen Jeroen Boersma Hans Bogers Marjon Boomaerts Sieke van Boxtel Daphne den Broeder Gerie Bulstra Wendy Bult Annita Deen Henk van Dijk Rieke Dirks Jan Willem van Drunick Manna Ellen Nagib El Farougui Marc Frankevyle Paul Geurts Arianne de Geus Martijn van Gool Elsa Grin Bert Hofma Roeland Hofstee Bernard Hulsman Halling IJzerman Susanne Jonkers Wiesje Koning Henriëtte van der Laan Jeanne van der Leij Els Nieuwenhuis Ton Nijhof Ellen Oldenburg Linda Paay Rachel Perquin Ingrid Peters Marianne Peters Winfried Raaphorst Eddy Raymann Irma Ronde Marieke Rosing Theo van Veldhuizen Tienke Vermeulen Noëlle de Vries Gerard Wiersema Fietje Wijkniet Pvp-vervangers Ronald de Koster Lia van Muijen Christa Noordam Sandra de Rooij Marga van Wiggen Pvp’en in opleiding Simon Berg Sander Janssen Roos Ligthart Simone Lommers Cocky Oppelaar Managementteam Mariska Costeris, controller en adviserend MT-lid Nannie Flim, directeur/bestuurder Hans Hiltemann, manager team West 2, Zuid en Oost Nederland Nelly de Hoog, manager Onderzoek & registratie, ICT en Programma-management André de Mol, manager team West 1 & Midden en Noord Nederland Ton-Peter Widdershoven, hoofd juridische afdeling Stafmedewerkers Heleen van Koeven, medewerker onderzoek & registratie Hellen Köhler, communicatieadviseur Caroline van Schaardenburg, P&O-adviseur Juridische afdeling Ada Blok, jurist Caroliena van den Bos, juridisch medewerker Sander Welie, jurist Secretariaat en administratie Sophie Dinkla, coördinerend secretaresse Shirley Peek, secretaresse Miriam Saridi, secretaresse Chantal Warmerdam, financieel-administratief medewerker 32
Externe klachtencommissie Raad van toezicht Ondernemingsraad Directeur/bestuurder Nannie Flim Secretariaat P & O Communicatie Cliëntenpanel Opleidingsadviesraad Controller Adviserend MT-lid M. Costeris F & C Manager MT-lid A. de Mol Senior jurist MT-lid T.P. Widdershoven Manager MT-lid H. Hiltemann Manager MT-lid N. de Hoog Team W1 Juristen Team M Team N Team W2 Team Z Team O O & R Programmamanagement (tijdelijk) 33
Bijlage 5, Publicaties en presentaties ‘De kleine lettertjes’, door Linda Paay, in Diverce, Cliëntenblad van Dimence. Jaargang 9 - nummer 1 - maart 2017 ‘Ontwikkelingen Wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg’, door Wendy Bult, in Diverce, Cliëntenblad van Dimence. Jaargang 9 - nummer 2- juni 2017 ‘Rechtsbescherming onder druk door veranderingen binnen de ggz’, door Heleen van Koeven en Hellen Köhler, in Journaal ggz en recht. Jaargang 13 - nummer 4 - augustus 2017 ‘In veilige haven’, door Halling IJzerman, in Diverce, Cliëntenblad van Dimence. Jaargang 9 - nummer 3 - oktober 2017 ‘Morele waarden en schade’, door Irma de Ronde, in Diverce, Cliëntenblad van Dimence. Jaargang 9 - nummer 4- december 2017 ‘Voorstellen: de patiëntenvertrouwenspersonen bij Forint’, door Irma de Ronde, in Informant, informatiekrant van Forensische psychiatrie bij Lentis. Presentaties ‘Alles is van goud, maar het blijft een kooi’, presentatie over de bevindingen van de pvp met de HIC, tijdens HIC 17-congres te Den Bosch door Sieke van Boxtel en Nannie Flim, 29 juni 2017. ‘De pvp, privacy en vertrouwen’, presentatie tijdens het annual dinner van de alumnivereniging beleid en management gezondheidszorg (aBMG) van de Erasmus Universiteit door Jan Willem van Drunick, te Utrecht op 3 november 2017. Pvp-krant In 2017 is één pvp-krant verschenen. Mede door de extra werkzaamheden die de voorbereiding op de Wvggz met zich meebracht, is de publicatie van een tweede krant een aantal maanden uitgesteld. De pvp-krant lente 2017 had als thema de Wet Kwaliteit, klachten en geschillen zorg en droeg als titel ‘Komt goede zorg tot zijn recht?’. 34
Bijlage 6, Financieel verslag Resultaat 2017 In 2017 bedragen de baten (inkomsten) van de stichting € 5.500.040. Deze inkomsten komen grotendeels uit subsidies van het ministerie van VWS. Daarnaast had de stichting ook beperkte inkomsten uit dienstverlening voor cliënten uit niet-BOPZ-geregistreerde instellingen en dienstverlening door het landelijk bureau aan de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen en uit vertrouwenswerk voor cliënten in andere zorgsectoren. De lasten bedragen € 5.310.746. Het jaarresultaat is hierdoor € 189.294 positief. Dit bedrag verrekent de stichting met toestemming van het ministerie van VWS voor € 193.022 met de egalisatiereserve. Het bedrag wat betrekking heeft op de jubileumvoorziening, € 3.728, wordt ten laste van de algemene reserve gebracht. Aan personeelskosten is € 4.660.191 betaald, circa 88% van de totale uitgaven van de stichting. Kosten bestuur en toezicht Het salaris van de bestuurder is conform de Wet Normering Topinkomens (WNT) en bedraagt in 2017 € 101.136 bruto (exclusief werkgeverslasten). De aanpassing van het salaris vindt jaarlijks trendmatig plaats. Dit ligt vast in het beoordelings- en beloningssysteem voor de bestuurder dat de raad van toezicht in 2007 heeft vastgesteld. Het salaris van de bestuurder blijft hiermee onder het in de WNT vastgelegde maximum voor een organisatie van de omvang en complexiteit van de Stichting PVP. De honorering van de raad van toezicht is in 2017 vastgesteld op € 4.938 voor de voorzitter en € 2.822 voor de leden. De honorering van de voorzitter en de vier leden van de raad van toezicht is inclusief BTW. Op de honoreringsbedragen wordt verder jaarlijks een indexatie toegepast. Daarnaast ontvangen zij een kilometervergoeding volgens de standaardregeling van de stichting en een vergoeding voor zakelijke kosten op basis van declaraties. Zij ontvangen geen vergoeding voor telefoon, porto en dergelijke. De gezamenlijke bezoldiging van de leden van de raad van toezicht bedraagt in 2017 € 14.980. Jaarrekening 2017 Baten subsidies overige baten totaal baten Lasten personeelskosten huisvestingskosten bureaukosten reis- en verblijfkosten algemene kosten afschrijvingskosten totaal lasten Exploitatieresultaat € 4.660.194 103.964 285.900 93.238 103.213 64.241 5.310.746 189.294 5.376.345 123.695 5.500.040 Financiering van de activiteiten De financiering van de Stichting PVP bestaat sinds 2009 uit een instellingssubsidie die door het ministerie van VWS verleend wordt. Jaarlijks vraagt de stichting subsidie aan op basis van een activiteitenplan en begroting. Nadat deze verleend is door het ministerie, ontvangt de stichting periodiek een voorschot. Na afronding van het jaar dient de stichting de aanvraag tot subsidievaststelling in. Naast de instellingssubsidie ontvangt de stichting voor 1% van de omzet vergoedingen voor vertrouwenswerk binnen instellingen zonder BOPZ-indicatie en voor 1% van de omzet vergoedingen voor overige activiteiten, met name de administratieve ondersteuning van de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen. De vergoedingen die de Stichting PVP ontvangt voor haar vertrouwenswerk zijn vrijgesteld van omzetbelasting. De Stichting PVP is aangemerkt als ANBI. 35
Eigen vermogen De algemene reserve bedroeg ultimo 2017 € 305.913. De bestuurder kan, met instemming van de raad van toezicht, deze reserve inzetten ter bevordering van de doelstelling van de stichting, de ondersteuning van cliënten in de ggz bij de handhaving van hun rechten. De egalisatiereserve bedraagt ultimo 2017 € 485.577. Aan de egalisatiereserve is door VWS een beperkte bestedingsmogelijkheid gegeven. De egalisatiereserve kan in een boekjaar uitsluitend worden besteed aan activiteiten waarvoor de instellingssubsidie in dat boekjaar is verleend en die niet kunnen worden bekostigd uit de instellingssubsidie die is verleend ten behoeve van dat boekjaar. Jaarrekening RJk C1 De jaarrekening wordt opgesteld op basis van de Richtlijn voor de jaarverslaggeving C1, voor ‘kleine organisaties zonder winststreven’. Stichting PVP kwalificeert volgens de criteria genoemd in de RJk C1 als een kleine organisatie-zonder-winststreven. Reservering spaar- en vakantie-uren De cao ggz maakt het mogelijk verlofuren te sparen voor diverse doeleinden. De waarde van de gespaarde verlofuren wordt door de stichting op de balans gereserveerd tegen het uurtarief inclusief sociale lasten, rekening houdend met vakantiegeld en eindejaarsuitkering. De waarde van de niet-opgenomen vakantie-uren wordt door de stichting op de balans gereserveerd tegen het uurtarief inclusief sociale lasten. Die reservering is in 2017 iets toegenomen. De reservering voor spaaruren is ultimo 2017 ook hoger dan ultimo 2016. Deze kosten zijn in overleg met de financier apart benoemd in de begroting. Op basis van de leeftijdsopbouw van het medewerkersbestand is de verwachting dat de reservering na 2017 zal gaan dalen. De toename van de spaarurenreservering was in 2017 minder sterk dan verwacht. Dit is onder andere het gevolg van de ongeplande uitstroom en daarnaast heeft de stichting in 2017 concrete afspraken met een aantal medewerkers kunnen maken dat zij een deel van hun gespaarde verlofuren reeds gaan benutten in de aanloop naar hun pensioen. Risico’s Het risicobeleid is in het afgelopen jaar verder ontwikkeld. De stichting streeft ernaar risico’s waar mogelijk te beheersen. Met dat doel wordt de risicorapportage iedere raad van toezicht-vergadering besproken en wordt er jaarlijks uitgebreid stilgestaan bij de vraag of alle risico’s geïdentificeerd en juist gewogen zijn. De stichting identificeert voor 2018 drie belangrijke risico’s: Toegankelijkheid van de dienstverlening handhaven onder de Wvggz De Wvggz is begin 2018 aangenomen in de Eerste Kamer. Dit zal een groot effect hebben op het takenpakket en de werkwijze van de stichting. Cliënten zullen ook buiten de instelling met dwang en drang te maken krijgen. De locaties waarop cliënten van de stichting zich kunnen bevinden nemen daardoor sterk toe. Het werven van voldoende personeel In 2018 zullen 4 pvp’en uitstromen als gevolg van het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De leeftijdsopbouw van de medewerkers van de stichting is zodanig dat er in de komende jaren nog meer medewerkers met pensioen zullen gaan. Met het invoeren van de Wvggz wordt het mogelijk noodzakelijk dat de stichting haar capaciteit uitbreidt. Gelet op de huidige krapte op de arbeidsmarkt verwacht de stichting dat er extra inspanning nodig zal zijn om alle vacatures in te vullen. 36
ICT - Beheersing en Afhankelijkheid Het is van groot belang voor de stichting om de privacy van cliënten te garanderen. De stichting heeft haar informatieveiligheidsbeleid laten beoordelen door een onafhankelijke externe partij die een securityscan en een vulnerability risk assessment heeft gedaan. De conclusies zijn dat de informatiebeveiliging onder controle is: op basis van het NEN 7510-assessment heeft de Stichting PVP een gemiddelde score van ‘Largely achieved’, met een volwassenheidsniveau 4 ‘Predictable process’. De digitale mogelijkheden en eisen blijven zich ontwikkelen. Om met haar beperkte middelen ook in de toekomst aan de eisen te kunnen blijven voldoen heeft de stichting een ICT-meerjarenbeleid opgesteld. Investeringen en verplichtingen 2017 In 2017 heeft de stichting € 31.675 geïnvesteerd in de vervanging van afgeschreven laptops en computers. Deze worden in 5 jaar afgeschreven. Daarnaast heeft de stichting € 15.364 geïnvesteerd in aanpassingen aan de kwaliteit van de werkomgeving op het landelijk bureau, in de vorm van zit-sta-bureaus en een extra werkruimte afgezonderd van de kantoortuin. Baten subsidies overige baten totaal baten Lasten personeelskosten huisvestingskosten bureaukosten reis- en verblijfkosten algemene kosten afschrijvingskosten totaal lasten Exploitatieresultaat € 4.719.369 100.500 126.000 115.000 245.843 66.498 5.358.082 0 5.274.582 83.500 5.358.082 37
Bijlage 7, Bestuur en toezicht Op 31 december 2017. Bestuur Mevrouw H.H.J. Flim MCM, directeur/bestuurder, 59 jaar, benoemd 1-3-2006. Raad van toezicht De heer drs. J.F. de Beer, voorzitter sinds 1-10-2014, 67 jaar, benoemd 1-3-2011, herbenoeming 1-3-2015, aftredend 1-3-2019. Directeur van de NVZD, vereniging van bestuurders in de zorg. Nevenfuncties: - Voorzitter Raad van Toezicht Amerpoort; - Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Specialistisch Behandelcentrum Zandheuvelweg; - Lid Raad van Toezicht Carante Groep; - Lid Raad van Commissarissen Castle Craig Nederland; - Lid Toetsingscommissie RVVZ; - Lid Raad van Toezicht van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde. Mevrouw mr. E.E. Aberson, vicevoorzitter van 24-6-2015 tot 1-7-2017. 61 jaar, benoemd 1-7-2009, herbenoeming 1-7-2013, afgetreden op 1-7-2017. Zelfstandig adviseur public affairs; Associate Senior justice sector advisor bij The Hague Institute for Innovation of Law (HiiL). Nevenfuncties: - Lid bestuur (vicevoorzitter/secretaris) Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen; - Lid Geschillencommissie Kinderopvang. De heer ir. H.F.J. Levert, vicevoorzitter sinds 1-9-2017. 60 jaar, benoemd 1-10-2014, herbenoeming 1-10-2018, aftredend 1-10-2022. Algemeen Directeur Xerox Nederland. Nevenfuncties: - Lid Raad van Commissarissen Xerox Manufacturing (Nederland) B.V.; - Bestuurslid Stichting ICT Milieu. Mevrouw drs. C.M. Vogeler, 50 jaar, benoemd 1-5-2015, herbenoeming 1-5-2019, aftredend 1-5-2023. Directeur Korsakov Kenniscentrum. Partner VOOR-bureau voor executive search. Nevenfunctie: - Lid Adviesraad programma Zorg en Perspectief Fonds Delta Lloyd Ohra. De heer dr. E. van Duijn, 46 jaar, benoemd 1-3-2016, herbenoeming 1-3-2020; aftredend 1-3-2024. Psychiater en opleider psychiatrie GGZ Delfland. Senior onderzoeker Leids Universitair Medisch Centrum. Nevenfuncties: - Lid Raad van Toezicht Stichting Geriant; - (Duo)voorzitter van de werkgroep Behavioural Phenotype van het European Huntington’s Disease Network; - Lid Scientific Planning Committee van Enroll-HD; - Lid Wetenschappelijke Adviesraad van de Vereniging van Huntington; - Lid Medische Adviesraad van de Vereniging Hereditary Cerebral Hemorrhage with Amyloidosis, Dutch type. 38
Maliebaan 87 3581 CG Utrecht T 030 271 83 53 E info@pvp.nl I www.pvp.nl
1 Online Touch