Begrijp je wat je leest? Werner Prolingheuer Stichting Da-ath
Colofon Oorspronkelijke titel: Verstehst du auch, was du liest? Werner Prolingheuer Unausforschlicher Reichtum 72. Jahrgang, 2003, blz.73-85 © Konkordanter Verlag, Birkenfeld Vertaling: Rita Buurveld-Jansen Redactie: Date Gorter Uitgave : Stichting Da-ath, da-ath.nl Met schriftelijke toestemming Konkordanter Verlag Verschijningsdatum: januari 2023 In samenwerking met: Evangelie Om Niet Foto cover: freebibleimages.org ISSN 2772-8811 NUR 707
INHOUDSOPGAVE Onderwerp De kamerling Evangelie voor de besnijdenis Evangelie in de tijd van genade Twee verwachtingen Onze verwachting Door God bepaald onderscheid Onzuivere verkondiging blz 9-11 11-12 12-14 14-16 16-18 18-20 20-21 Grondregels voor geestelijk begrip 21-23 Volharding, geduld, bekrachtiging 23-25 7
De kamerling Het zendingsverhaal in Handelingen 8:26-39 is je misschien nog uit je kindertijd of jeugd bekend. Het is best spannend: een hemelse boodschapper1 (engel) komt bij Filippus. Hij verkondigt Jezus, de Christus (de Gezalfde van God) in Samaria met tekenen en genezingswonderen. Filippus krijgt een opdracht. Kort en nauwkeurig beschrijft de boodschapper hem de weg, die hij moet gaan om een iets te doen. – Ah, wat zou het toch mooi zijn, als een hemelse boodschapper telkens ook aan ons duidelijke aanwijzingen geeft. Waar wij heen moeten gaan en wat wij moeten doen! – Toch… zijn wij er nu niet veel beter aan toe? Wij hoeven niet te wachten tot wij op die manier een opdracht ontvangen. Wij mogen ons van de leiding van de geest door het woord van God bewust zijn. Altijd, ja, overal hebben wij een duidelijke wegwijzer. Niet zo, dat wij voor iedere vraag en elk probleem van ons dagelijks leven de Bijbel opslaan en daarin kunnen lezen wat het beste in die situatie is. Maar de ons geschonken, inwonende heilige geest laat ons in volle afhankelijkheid van onze Heer de beslissing nemen, die overeenstemt met Gods woord en wil. In dit stukje van Handelingen lezen wij, dat een Ethiopisch machthebber van de koningin Candacé, haar schatkistbewaarder, naar Jeruzalem kwam om daar de God van Israël te aanbidden. Als proseliet2 verlangen, de ware God te vereren. Dat kon in die tijd alleen de God van Israël zijn, en alleen in de tempel te 1 Zie ook de brochure: De zogenaamde Engelenwereld. 2 Proseliet is iemand uit de volkeren die de God van Israël eerde en naar Israël kwam tijdens de ‘feesten’ van Leviticus 23. 9 was het zijn
Jeruzalem gebeuren. Israël had religieus hoogst gezag; alleen aan hen waren de uitspraken van God toevertrouwd Rom.3:1,2. Aan hen had God de wet en de beloften gegeven, de verbonden en de eredienst. Zelfs Christus naar het vlees was uit dit uitgekozen volk Rom. 9:4,5. En nu was de Ethiopiër in zijn wagen op weg naar huis. Waarschijnlijk had hij de schriftrol van de profeet Jesaja in Jeruzalem gekocht en las daarin. In deze situatie treft Filippus hem aan, die hem hardop hoort lezen. Direct stelt de evangelist hem de belangrijke vraag: Je begrijpt toch wel de betekenis van wat je leest? Beste lezer, hoe vaak moest je jezelf deze vraag stellen, waarbij je wenste, dat ‘een Filippus’ kwam, die de betekenis van een tekst of bijbelgedeelte uitlegde, om tot helder begrip te komen? Deze invloedrijke ‘kamerling’ was eerlijk genoeg om te erkennen, dat hij zonder leiding de betekenis van het gedeelte (hij las in Jesaja 53) niet kon begrijpen. Zijn wij altijd zeker, dat wij alles correct verstaan? Laten wij waken voor eigen meningen, om die in Gods woord te leggen, zodat die de waarheid verdraaien! Begenadigde leraren spanden zich in alle tijden in om begrip voor Gods reddingsplan in Christus Jezus te krijgen. Die willen steeds bouwen op de heldere uitspraken uit de grondtekst van Gods woord. Hoe rijk heeft God dit verlangen gezegend, ook in onze tijden. Begrijp je ook, wat je leest? Blijkbaar dacht de Ethiopische machthebber na over de woorden, die hij las. Zijn wij vaak niet wat oppervlakkig in ons lezen van de heilige Schrift? Komt bij ons het Woord werkelijk in ons 10
hart, zodat wij het daarin goed overwegen en nadenken? Nemen wij het ook als echt woord van God aan 1Thess.2:13? Groeit daardoor in ons de vrucht van de geest Gal.5:22-26? Ja, zó dat het in ons uitwerkt tot verheerlijking van God en van onze Heer Jezus Christus? Laat het toch niet zo zijn, dat alles wat in de wereld gebeurt ons meer bezighoudt dan het kostbare evangelie van de genade van God! De hele wereld ligt in het boze 1Joh.5:19; wat voor goeds kunnen wij daaruit verwachten? Evangelie voor de besnijdenis Het verslag in Handelingen 8 gaat verder met de bediening van Filippus, die vanuit Jesaja 53 Jezus als evangelie aan deze proseliet verkondigde. Wat in de wet en de profeten over de Messias geschreven staat, is in Hem immers vervuld. Hij was het Lam, dat de zonde van de wereld op Zich nam Joh.1:29. In Zijn striemen is ons genezing geworden Jes.53:5. Genezing van de zondaar en de wetsovertreder was door het offer van Jezus gegeven. Nu konden zij in de voetstappen van Jezus volgen, van de zonden wijken en de gerechtigheid uitleven 1Petr.2:21-24. Begrijp je wat je leest? – Dit evangelie is de boodschap voor de Besnijdenis, als de Messias het volk Israël herstelt, als het van bovenaf (door God) opnieuw gewekt wordt – over het algemeen vertaald met het woord: ‘wedergeboorte’. Daar sprak de Heer Jezus over met Nicodemus Joh.3:3-5. Die belofte wordt pas in de toekomst vervuld na zware gerichten in de dag van de Heer en Zijn terugkeer naar Zijn volk. God zal dan Zijn geest in hun binnenste geven en Zijn onderwijzing in hun hart schrijven, zodat zij die kunnen houden. Dan gaan zij heen 11
en maken alle natiën tot discipelen. En zij dopen de natiën en leren hen alles op te volgen wat de Heer aan Zijn getrouwen in de zogenoemde bergrede als richtlijn voor dit komende koninkrijk geboden heeft Matt.5-7; 28:18-20. Sommige gelovigen proberen nu al, in het huidige beheer3 van de genade van God Ef.3:1,2, dit programma van het koninkrijk te verwezenlijken. Dat is net zo onmogelijk als de uitvoering van het ‘zendingsbevel’, om alle volkeren tot Zijn christenen (discipelen) te maken Matt.28:18-20. Pas als de Messias bij Zijn volk is, in de komende eon4, wordt deze opdracht in die duizend jaar succesvol uitgevoerd. Tijdens Pinksteren en enkele jaren daarna beleefde Israël een hoopvol begin van deze tijd vol beloofde zegen. En de Ethiopische proseliet had heel goed begrepen, dat zij die met de verwachting van het aardse koninkrijk waren verbonden, door de waterdoop gereinigd en verenigd moesten worden. Filippus doopte hem. Evangelie in de tijd van genade Maar hoe klinkt het evangelie vandaag in het beheer van de genade, dat God door de apostel Paulus onthulde en introduceerde? Aan welke voorwaarden moeten wij voldoen? Welke prestaties moeten wij verrichten om onze uitkiezing en roeping vast te maken 2Petr.1:10? 3 Beheer: periode van Gods plan waarin Hij iets toedeelt aan de mens om mee te leven. Letterlijk: huis-wet, huishouding. Je kunt geweten, wet, geest, of genade onderscheiden. 4 Eon is vertaling van het Griekse aiōn: (soms) onafzienbare tijd die eens eindigt. Je leest in de Schrift meerdere eonen. 12
Geliefde lezer, bent u zich wel ten volle bewust, dat wij in genade geredden zijn, door het geloof, en dat het niet uit ons, maar Gods (naderings)gave is Ef.2:8-10? Christus heeft Gods oordeel over de oude mensheid aan het kruis op Zich genomen, doordat Hij tot een vloek werd voor ons. In Zijn kruisiging werd de oude mensheid, ons van Adam geërfde, stervende, zondige wezen, eens voor altijd vervloekt en veroordeeld. Wij zouden erkennen, dat wij zelf medegekruisigd zijn. Na dit gericht aan het vloekhout heeft Christus Zijn vlees in het graf afgelegd. Het kruis ligt achter Hem. En daar wij door Gods geest naarbinnen in Christus Jezus gedoopt zijn Rom.6:2,3, geldt dit voor ons net zo. Daarom: wij kennen nu niemand meer naar het vlees, zelfs Christus niet. In de opgewekte Christus begon God een nieuwe schepping 2Cor.5:16,17. Paulus schreef: tezamen met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, maar niet meer ik (de oude mens), in mij echter leeft Christus Gal.2:20. Begrijp je wat je leest? Stemt u in met het oordeel van God, dat uw oude, zondige wezen de vloek en de kruisiging verdient? Weet u, dat u één bent gemaakt met Christus in gemeenschap van Zijn dood, Zijn leven en Zijn heerlijkheid? Nu mag eenieder die zich in Christus weet, in een nieuw leven wandelen. Om zich zo in dienst te stellen van God, als mensen die dood zijn geweest, maar nu leven. Rom.6:1-6. Is het voor u onomstotelijk zeker, dat u om niet gerechtvaardigd bent in Zijn genade, door de vrijkoping die in Christus Jezus is Rom.3:24? Heeft u, beste broeder, zuster, vrede met God nu u gerechtvaardigd bent, uit geloof, door onze Heer Jezus Christus, door Wie u ook 13
de toegang hebt verkregen in het geloof tot in deze genade, waarin u staat? Roemt u in de grote verwachting van de heerlijkheid van God Rom.5:1,2? Weet u zich door Gods geest verzegeld tot in de dag van de vrijkoping Ef.4:30? Zie uzelf in Christus, u hoort bij een nieuwe schepping in Hem 2Cor.5:14-17! Alles is uit God, in Christus Jezus. Hier zijn de fundamenten van onze redding, zonder waterdoop of andere plechtige handeling aan het vlees, zonder een sacrament of wat ook. Alleen door Gods genade gered. Hem zij daarvoor dank! Twee verwachtingen Begrijp je wat je leest? Beste lezer, tegenwoordig komen slechts enkelen tot geloof in Jezus Christus als hun Redder. De wereld raakt steeds meer los van God! Ze wordt rijp gemaakt voor de dag van de gerichten, de verontwaardiging van God. Ieder die God gelooft, zal op tijd veilig zijn. Degenen die tot redding zijn uitgekozen 2Thess.2:13, gaan niet door de grote verdrukking die de Heer aan Zijn getrouwen uit Israël voorzegd heeft Matth.24:21. Daarmee is aangetoond, dat er twee verwachtingen zijn. De ene gaat over het ‘wedergeboren’ volk Israël, dat thuisland en bestemming op aarde heeft. Zij ontvangen zegen onder hun Messias-Koning. Zij zijn voor de overige natiën tot zegen gesteld. God zal al de beloften vervullen die Hij aan Zijn uitgekozen volk door de eeuwen heen gaf. Israël zal aan de top van de volkeren staan, over hen regeren, en hen priesterlijk tot God leiden. Thans is Israël echter als volk verhard, tijdelijk opzijgezet. Het evangelie van het koninkrijk is buiten werking. En de inlossing van de verwachting is uitgesteld. Die zal pas in de komende eon vervuld worden als Christus op deze aarde terugkeert 14
in macht en heerlijkheid, zoals Hij dat bij Zijn hemelvaart aan de discipelen beloofde Hand.1:11. Begrijp je wat je leest? Over die andere verwachting lezen wij: Want ons domein behoort aan de hemelen toe, waaruit wij ook de Redder verwachten, de Heer Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam om zal zetten, gelijkvormig aan Zijn heerlijkheidslichaam, in overeenstemming met de werkzaamheid die Hem zelfs in staat stelt het al aan Zichzelf te onderschikken Fil.3:20,21. Nu is er maar één lichaam, de gemeente die Zijn lichaam is, waarvan Christus het Hoofd is. Alle leden van dit ene lichaam hebben de geest van Christus en zijn met Gods geest verzegeld. Er is slechts één verwachting(sgoed) voor allen, een ophemels5 lotdeel6. Niemand zou zich onterecht toe-eigenen, wat God aan Zijn volk beloofd heeft, wat op de aarde vervuld zal worden. Hij, Die beloofd heeft, is getrouw Hebr.10:23. Wat Hij beloofde aan Israël te geven, Zijn genadegaven en roepingen, dat kan en zal Hem nooit berouwen Rom.11:25-32. Wij zouden ons beijveren de voor vandaag geldende, door God geschapen eenheid van de geest te bewaren door de band van de vrede. Daarvoor zijn 5 Op-hemels is de letterlijke vertaling van het Griekse epouranion; meestal is dit met ‘hemels’ of anderszins vertaald. Dit verwijst naar een ‘sfeer’ of ‘gebied’ dat hoger dan de hemelen is. 6 Lotdeel: wat door loting aan Israël onder Jozua door God werd toebedeeld. In beeldspraak noemt Paulus dit ophemelse ‘gebied’ zo, dat voor de leden van het lichaam van Christus bestemd is. 15
nederigheid, zachtmoedigheid en geduld nodig, in de liefde als de band van de volkomenheid Ef.4:1-6; Kol.3:14. Het evangelie van de heerlijkheid van de gelukkige God, heeft God aan de apostel Paulus toevertrouwd 1Tim.1:11. Dit is in het huidige beheer van genade het enig geldende goede nieuws, dat onder alle natiën verkondigd mag en moet worden. Maar dit houdt in, dat alle woorden van de heilige Schrift voor ons waardevol en nuttig zijn 2Tim.3:16,17. Nu roept God alleen degenen uit de massa van de mensheid uit, die Hij vóór de neerwerping van de wereld uitgekozen heeft Ef.1:4. Hij redt en roept met een heilige roeping. Dat is: niet door onze werken (wat zouden wij nu ook voor elkaar kunnen krijgen?). Nee, volgens Zijn eigen voornemen en de genade –luister en verbaas je– die ons in Christus Jezus vóór eonische tijden (vóór alle tijden) gegeven is 2Tim.1:9. Onze verwachting Begrijp je wat je leest? Nogmaals willen wij graag duidelijk zeggen, dat er in deze tijd geen twee lichamen zijn, maar slechts één. Evenmin kan sprake zijn van twee verwachtingen. Er is maar één verwachting. Eerst brengt Christus de gemeente, die Zijn lichaam is in Zijn ophemels domein Fil.3:20. Daartoe neemt Hij al die gelovigen in een oogwenk weg 1Thes.4:15-17. Daarna begint Gods reddend handelen met Zijn uitgekozen volk Israël opnieuw. Zware oordelen in de dag van de Heer7 bereiden de mensen voor, en in het bijzonder Israël, op de 1000 jaar. Daarin krijgt 7 De dag van de Heer (‘de dag des Heren’) omvat: de inleidende oordelen/gerichten van Openbaring 6-19, de 1000 jaar - Openbaring 20 - én vergaan van hemelen en aarde door vuur, 2 Petrus 3:7,10,12 16
het beloofde koninkrijk van de hemelen gestalte, dat de Messias (Jezus) op de gereinigde aarde zal oprichten. Ook hier zal rijke zegen uitstromen; maar dat is niet ons deel. Beste lezer, wij zijn nu al gezegend met iedere geestelijke zegen te midden van de hemelingen in Christus Efe.1:3. Álles overtreffende genade is ons deel in Christus Jezus, wij verwachten geen gericht. Maar zouden wij daarom luchthartig tegenover de zonde zijn, omdat wij een genadig God kennen? Dat zou een volkomen verkeerde instelling zijn en slechte gevolgen hebben. God neemt het met de zonde zeer nauw, anders had Hij Zijn eigen, heilige, geliefde Zoon niet aan het vloekhout voor ons overgegeven! Wat een liefde! Die is het waard om aanbeden te worden! Christus zal ná de opname8 (lett: wegrukking) tot de ontmoeting met de Heer in de lucht, ons voor Zijn erepodium (bèma9) grondig toetsen inzake onze aardse wandel en gedaan dienstwerk. Zoals na een sportwedstrijd zal Hij als de Richter lof en loon uitdelen. Maar Hij zal in heiligheid en rechtvaardigheid al wat niet tot Zijn eer strekte, door vuur verteren 1Cor.3:10-15; 2Cor.5:10. Niemand zal omkomen; Hij zal de uitgeroepenen daarna heerlijk voor Zich stellen. En wel zo, dat er geen vlek of rimpel of iets dergelijks is. Maar Hij zorgt ervoor, dat de uitgeroepen gemeente dan heilig en onbesmet en onberispelijk is Ef.5:25-27. Zo zal Hij ons voor het erepodium (bèma) van God stellen Rom.14:7-12. Dan zal ieder lofprijs van God ontvangen 1Cor.4:5. Het is Zijn enorm overvloedige 8 Zie ook de brochure: Wie gaan mee bij de opname? 9 Bèma: het Griekse woord, dat veelal met ‘rechterstoel’ vertaald is. Het spreekt van een verhoging, een podium, buiten, ergens op een belangrijk punt, waar recht gesproken werd in steden als Korinthe. 17
genade! Hoe kan God ons anders gebruiken? Ja, hoe zal Hij anders in de komende eonen de alles overstijgende rijkdom van Zijn genade in mildheid voor ons in Christus Jezus te midden van de hemelse bewoners kunnen tonen Ef.2:6,7? Christus zal in ons verheerlijkt en met verbazing gezien worden, tot lofprijs van Zijn heerlijkheid en van de rijke genade van God. Geliefde lezer, wat kunnen wij hier nog aan toevoegen? Door God bepaald onderscheid Begrijp je wat je leest? Ja, wat lees je dan? Voor zover het de Bijbel is: heel de Schrift is God-geademd, doordrongen van Zijn geest, die licht, leven en kracht schenkt. Wat kunnen wij toch veel leren: van het herstel van de aarde na het gericht van de neerwerping Gen.1:2 tot en met de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waarover Johannes spreekt Openb.21,22. Wat een grote liefde, geduld, goedheid en trouw van openbaart God in de geschiedenis van de mensheid! Het heerlijkst is Gods openbaring in Zijn geliefde Zoon. Het is Hij, Die zichzelf verootmoedigde, en na Zijn overgave aan het kruis nu boven alles en iedereen verhoogd is Fil.2:5-11. Wij vernemen eveneens, dat Israël de beloofde Messias verwierp en kruisigde. Tientallen jaren later verwierp God Zijn uitgekozen volk en verstrooide het onder alle natiën op aarde. Nu moet Israël wachten, tot God hen weer aanneemt en tot zijn bestemming doet komen. Zoals Hij dat in Zijn woord belooft Rom.11:15,25,26. En wat gebeurde toen? Kijk, beste lezer, als wij hier niet duidelijk lijnen trekken en niet letten op het door God bepaalde onderscheid 2Tim.2:15, dan stapelen wij de problemen. Wij ontdekken dan overal allerlei tegenspraak, 18
en Gods woord zal voor ons in veel opzichten niet te begrijpen zijn. God riep Paulus, stelde hem aan tot heraut, apostel en leraar van de natiën 1Tim.2:7. Hij moest de nieuwe boodschap verkondigen. Die is bestemd voor onwaardige mensen, vijanden van God: God was in Christus, de wereld met Zichzelf verzoenend, Hij rekent hun hun krenkingen niet aan. Wij zijn dan gezanten van God die de mensen smeken: Wees met God verzoend! Want Hij, Die zonde niet kende, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt opdat wij Gods gerechtigheid in Hem zouden worden 2Cor.5:18-21. Aan allen, die Gods verzoening in geloof aannemen en zo met Hem wederzijds verzoend zijn, vertrouwt God het evangelie toe. Dat is het uiterst goede nieuws van Zijn verzoenende, reddende liefde in genade. Om daarvan, overal, altijd, in woord en wandel, tegenover mensen te getuigen. En al degenen, die God allang uitgekozen had, worden door Zijn evangelie geroepen. Zij mogen God en Zijn woord geloven en weten zich kinderen van God. God getuigt dit door Zijn geest in hun geest Rom.8:15,16. Zij zijn verzegeld10 tot in de dag van de vrijkoping11 Ef.4:30. Zij blijven eigendom van God tot het bereiken van het Gods doel Rom.8:29-34. Zij ontvingen het ophemels burgerschap; en zij verwachten de Heer Jezus Christus als hun Redder, Die hen naar Zich toe trekt in de ophemelse ‘werelden’. Daar 10 Verzegeld: beeldspraak van de zekerheid die wij hebben. God verzegelde ons in Christus zoals een brief of pakket met een lakzegel verzegeld kan zijn om zekere aankomst te garanderen. 11 Dat is de dag van de bazuin van God, de opname van de gemeente. 19
waar wij ons nu al - in de geest - tezamen met Christus gezet mogen weten Ef.2:4-10. Wat een onmetelijke genade van onze Redder-God! Onzuivere verkondiging Begrijp je wat je leest? Je ziet vandaag de dag de talloze soorten van aanbiedingen in tijdschriften, boeken, dvd’s, video’s op internet, die niet op Christus gericht zijn. Daardoor wordt God niet groot gemaakt en verheerlijkt. Satan weet heel goed, precies, hoe hij in sluwheid ‘vroom bedrog’ door oneerlijke predikers moet gebruiken om van de waarheid af te leiden 2Cor.11:13-15. Paulus kon schrijven: Wij wandelen niet in bedrog en vervalsen ook niet het woord van God, maar door het openbaar maken van de waarheid bevelen wij onszelf aan bij elk menselijk geweten, in de tegenwoordigheid van God 2Cor.4:2 De apostel waarschuwt ons dringend voor de gevaren van filosofie: voor de gedachten, meningen en leringen van religieuze mensen, die een vorm van godsvrucht hebben, maar geen waarde en kracht hebben 2Tim.3:5. Nog een gevaarlijk punt zijn de rituele handelingen, die met de waterdoop (die voor Israël en proselieten is) beginnen. Zo leiden die via de zogenoemde ‘sacramenten’ (menselijke zegeningen) tot hoogmoed en zelfs zelfverheerlijking. En daardoor veroorzaken ze scheiding Col.2:8-23. De apostel kan zichzelf als voorbeeld stellen in ware ootmoed en oprechtheid van hart. Hem zouden wij navolgen Fil.3:7-19. 20
Begrijp je wat je leest? Veel dingen begrijpen wij niet, omdat wij ons te zeer aan mensen en hun (helaas vaak onjuiste) meningen en schriftuitleg vasthouden. Dan houdt men de gelijkenissen van de Heer Jezus voor de grote verklaringen van de waarheid over ‘het rijk Gods’. Hoewel de Heer zelf gezegd heeft, dat ze gegeven zijn om het begrip voor het koninkrijk weg te houden. Alleen aan Zijn discipelen verklaarde Hij de betekenis Matth.13:10,11. Steeds probeert men de gelijkenissen op onze tijd te betrekken en op gelovigen van nu toe te passen. Dat leidt echter tot verkeerde redeneringen. En het is echt heel erg wanneer gegeven betekenissen niet overeenkomen met de waarheid van de overige, gegeven heilige Schriften. Zo concludeert men uit de gelijkenis van ‘de rijke man en de arme Lazarus’, een nieuwe leer over de toestand na de dood. (Terwijl die gelijkenis ons scherp laat zien: farizeeën en schriftgeleerden als rijke man aan de ene kant van de kloof. En tollenaren en zondaren aan de andere kant als arme Lazarus.) Velen beschouwen mede daarom dood als slechts een andere vorm van leven. De dwaling van de Griekse filosofie over de onsterfelijkheid van de ziel is niet uitgeroeid. En dat is het geval, ondanks de tegengestelde bewijzen in de Schrift. Zodoende geeft men aan deze gelijkenis betekenissen, die tegen de waarheid van het woord van God ingaan. Grondregels voor geestelijk begrip Begrijp je wat je leest? Laten wij de belangrijke grondregels opvolgen, die voor geestelijk verstaan van het woord van de waarheid nodig zijn. Toets zelf: wie schrijft aan wie, wanneer en waarom, wat is de inhoud? Dan komt het erop aan, dat we ieder woord van God in de samenhang 21
bekijken. En opletten: is het aan ons of Israël gericht? Kijk ook of het over onze onaantastbare positie in Christus Jezus gaat, óf over onze dienst en wandel in de Heer. De redding heeft God uitsluitend bewerkt in Christus Jezus. Als in genade geredden worden wij opgeroepen deze redding tot eer van onze Heer uit te werken Fil.2:12,13. Wij zouden een voorbeeld van gezonde woorden hebben 2Tim.1:13. Dat wil bijvoorbeeld zeggen, dat wij niet over ‘hoop’ spreken, wat vroeger legitiem was, maar nu door spraakgebruik tot ‘onbestemd vermoeden’ of ‘wens’ verworden is. Verwachting drukt daarentegen een houding vol vertrouwen uit, omdat dit op een toezegging van God berust. En: omdat Hij, Die belooft, betrouwbaar, geloofwaardig is Hebr.10:23. Gods woord kent ‘eeuwig’ of ‘van eeuwigheid tot eeuwigheid’ niet. Wij mogen aan deze begrippen: ‘wereldtijd’ of ‘tijdperk’ géén eindeloosheid toeschrijven. Griekse woorden als aiōn (eon) en aiōnion (eonisch) spreken steeds van een begin en einde; zij geven de betekenis correct weer. Uiterst belangrijk is, dat wij de waarheid die voor ons geldt, alleen in de brieven van Paulus kunnen vinden. Dat is de door God aangestelde apostel en leraar van de natiën 1Tim.2:7. Tot deze waarheid aan hem onthuld werd, was die geheim. Daarvan was alleen de rechtvaardiging uit geloof in Israëls geschriften bekend. Maar niet in de heerlijkheid en duidelijkheid zoals die nu door het bloed van Christus aan de gelovigen toegerekend wordt. Onze zonden worden niet vergeven (toegedekt). Maar wij zijn tezamen met Christus voor de zonde gestorven en van de zonde gerechtvaardigd Rom.6:6-7. Heel de Schrift is Godgeademd, en zij is nuttig tot onderwijzing, tot aantoning, 22
tot terechtwijzing, tot opvoeding in de gerechtigheid 2Tim.3:16. Het is funest als wij de waarheid van andere tijden en geadresseerden vermengen met de boodschap van de unieke, pure, aan ons geschonken genade. Nadrukkelijk waarschuwt de afgevaardigde12 van Christus Jezus ons, als hij schrijft: Indien iemand jullie een evangelie verkondigt, naast wat jullie aannamen: in de ban zij hij! Gal.1:6-9 Ook bij de Corinthiërs bestond het gevaar dat zij naar valse predikers (die een andere Jezus verkondigen), zouden luisteren. Zo konden zij een andere geest krijgen, die niet in overeenstemming was met het evangelie van de genade van God, dat aan de apostel Paulus was toevertrouwd 2Cor.11:3,4. In eenvoud en zuiverheid van hart zouden wij op Christus gericht zijn, ook als wij daarvoor kwaad moeten lijden 2Tim.1:8,9; 2:3. Volharding, geduld, bekrachtiging Begrijp je wat je leest? Het stemt niet overeen met de waarheid van het beheer van genade, dat vandaag geldt, dat wij alle lijden, ziekten en tegenstand door sterk geloof weg kunnen bidden. Zeker, Paulus had ook enkele jaren gewerkt met de krachten van de toekomende eon (van het aanstaande, aardse koninkrijk) tot opwekking van doden aan toe. Maar Israël werd tijdelijk op een zijspoor gezet. God stelde de oprichting van het dichtbij gekomen koninkrijk voor enige tijd uit. En toen traden de gaven van de geest terug. Die gaven waren destijds een voorproefje 12 Apostel = afgevaardigde 23
van het aardse koninkrijk, de duizend jaren13. De komst van de Heer Jezus naar Zijn volk, Pinksteren en de missie van de apostelen; dit alles ging gepaard met tekenen en wonderen Hebr.2:3,4. Vandaag wil God door lijden verheerlijkt worden. Het lijden van de huidige tijd weegt echter niet op tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden Rom.8:18. Over al het aardse lijden straalt de verwachting van de heerlijkheid. Tot aan de vervulling daarvan willen wij onze Heer in ootmoed en zwakheid dienen. Wij willen Zijn verschijning liefhebben 2Tim.4:8. Voor onszelf en alle heiligen willen wij bidden, dat de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, ons een geest van wijsheid en onthulling in erkenning van Hem geeft Ef.1:15-19. Waarom? Opdat Hij voor ons steeds groter wordt en wij vervuld worden met geestelijk begrip van Zijn wil. Opdat wij de Heer waardig wandelen, Hem in alles welgevallig zijn. Dat wij mensen mogen zijn, die in alle goed werk vrucht dragen. En wij bidden, dat wij met alle kracht krachtig gemaakt worden overeenkomstig de macht van Zijn heerlijkheid. Om in alle volharding en geduld met vreugde, tot Zijn verheerlijking te zijn Kol.1:9-11. Begrijp je wat je leest? Het verslag over de ‘kamerling uit Ethiopië’ in Handelingen 8 eindigt met: Hij ging zijn weg met blijdschap. Via Filippus, het door God gebruikte werktuig, was deze proseliet met Jezus Christus zelf in aanraking gekomen - door Zijn woord. Zouden wij, die in Christus Jezus zo buitengewoon rijk begenadigd 13 Zie Openbaring 20:4-7 24
zijn, niet overvloeien in vreugde en dank (ook onder de tranen in de verdrukkingen van ons aardse bestaan)? En zouden wij ons niet te allen tijde in de Heer verheugen in onze wandel en dienst? Hij is nabij, iedere dag Fil.4:4-7. Eer, heerlijkheid is voor onze God, in de Naam van onze Heer Jezus Christus! Amen! Werner Prolingheuer 25
1 Online Touch