0

NUMMER 2 APRIL 2020 WWW.FMTGEZONDHEIDSZORG.NL 2020 2 Huisvesting Modernisering radiologie Antonius Ziekenhuis Sneek Technolgie Keurmerk GOZ: waarborg onderhoud medische technologie ICT Project Nightingale voorspelt eff ectiviteit interventie Modulair bouwen in de zorg: weet wat je wilt! GEZONDHEIDSZORG

BOUWEN MET GEZOND VERSTAND MedicomZes is in ruim 40 jaar uitgegroeid tot een technisch ontwikkelende bouwer die is gespecialiseerd in de curatieve gezondheidszorg, laboratoria en cleanrooms. Wij zijn expert op het gebied van bouwen in operationele omgevingen, waarbij de operatie van onze klanten veelal 24/7 doorgaat. MedicomZes is actief in meerdere ziekenhuizen en onze mensen zijn hier lokaal MedicomZes Amsterdam T 020 696 68 86 E amsterdam@medicomzes.nl medicomzes.nl gestationeerd voor het verzorgen van bouwactiviteiten voor onze opdrachtgevers. De kracht van MedicomZes is dat wij zowel kleinschalige projecten in een beheeren onderhoudsomgeving als grootschalige complexe projecten realiseren. Achter MedicomZes staat het moederbedrijf Visser & Smit Bouw, onderdeel van VolkerWessels. MedicomZes Groningen T 050 549 54 95 E groningen@medicomzes.nl medicomzes.nl

| editorial Veiligheid INDRUKWEKKENDE PRESTATIE In dit voorwoord wil ik vooral stilstaan bij de indrukwekkende prestatie die de zorgsector in deze turbulente periode neerzet. We mogen trots zijn op alle zorgprofessionals die gezamenlijk kei- en keihard werken om die zorg te kunnen bieden die zo ontzettend hard nodig is. En met alle zorgmedewerkers bedoel ik ook echt ALLE medewerkers; van icartsen tot ict-ers, van verpleegkundigen tot schoonmakers. En niet te vergeten al die vrijwilligers die ondersteuning (kwamen) bieden. Op het moment dat ik dit voorwoord schrijf, zitten we nog in onzekerheid hoe de situatie zich ontwikkelt. Zeker is echter dat wat we tot nu toe hebben meegemaakt in de coronacrisis ongekend is. De economische groei is wereldwijd tot staan gebracht door een tot voor kort onbekend virus. We zagen ons van de ene op de andere dag beknot in onze zo vanzelfsprekende vrijheden om te voorkomen dat het virus in korte tijd zoveel slachtoffers zou maken dat het zorgsysteem niet meer zou kunnen functioneren. In deze editie van FMT besteden we relatief weinig aandacht aan de coronacrisis; hoewel ik het artikel 'Corona-epidemie in een Nederlands ziekenhuis' door Hugo Huiskamp zeker onder uw aandacht wil brengen. In de volgende editie gaan we uitgebreid De economische groei is wereldwijd tot staan gebracht door een tot voor kort onbekend virus in op hetgeen de coronacrisis heeft betekend voor de (technisch) facilitaire bedrijven in de zorg en hun toeleveranciers. Dit uiteraard onder voorbehoud dat de situatie een dergelijke rondgang toelaat. In deze uitga zorginstellingen v kiezen. W bouwers aan het w aandacht v he gassen. Waarom kiest een zorginstelling voor een bepaalde le Daarnaast wil ik u graag a op het intervie directeur medisc van FHI, oer het keurmerk GOZ; een waarborg voor onderhoud v technologie. Ik hoop da ulente periode tijd vindt om de interessante artikelen in deze editie van FMT Gezondheidszorg te lezen en da anneer u dit voorwoord leest, de crisis is bedwongen. Ik wens u veel leesplezier. Cor van Litsenb Hoofdredacteur FMT Gezondheidsz 3

VAMED UW PARTNER VAMED is uw partner voor gezondheidszorg-projecten. Van ontwerp tot turnkey. VAMED garandeert met het leveren van kwaliteit, effi ciëntie en betrouwbaarheid het blijvende succes van uw projecten en uw partners in de gezondheidszorg. VAMED onderscheidt zich onder meer door merk onafhankelijk ontwerp, levering en full-service onder-houd van medische technologie in zorginstellingen. VAMED staat in uw project voor persoonlijke aandacht en een duurzame relatie! Geïnteresseerd? Neem geheel vrijblijvend contact op met 030 303 99 44. WERELDWIJDE ERVARING VAMED is wereldwijd een toonaangevende partner van ziekenhuizen en gezondheidszorginstellingen bij projectontwikkeling, planning, bouw, inrichting en operationeel management. Wij hebben de afgelopen 3 decennia meer dan 900 ziekenhuisprojecten, revalidatiecentra, verpleeghuizen en gezondheids-resorts in 90 landen gerealiseerd en verlenen overal ter wereld diensten op maat. NIEUWBOUW, UITBREIDING, RENOVATIE ADVIES / ONTWIKKELING VAMED begrijpt de gezondheidszorg in de volle breedte en volgt een integrale aanpak. We hebben voortdurend de interacties en alle processen in de patiëntenzorg in beeld. Zo eindigt de verantwoordelijkheid van VAMED in het lifecycle-model niet met een succesvolle overdracht, maar vormt deze met de bijbehorende beschikbaarheidsgarantie en bijvoorbeeld operationeel management een integrale verantwoordelijkheid in de gezondheidszorg. OPERATIONEEL MANAGEMENT PROJECTONTWIKKELING / PLANNING DIENSTEN FINANCIERING BOUW Vamed Nederland B.V., 3528 BE Utrecht Tel: +31 (0) 30 303 64 30 Email: info@vamed.nl www.vamed.nl © Herbst

In deze uitgave april | 2020 16 Uitkomstgerichte zorg Interview Daniel Kapitan Modulair bouwen; Weet wat je wilt! Kop Kop Plat MEDISCHE GASSEN: “Marktpartijen moeten gezamenlijk richting geven aan ontwikkelingen” 26 Modernisering radiologie Antonius Ziekenhuis Sneek 06 34 06 20 Interview Luc Knaven Keurmerk GOZ CORONA EPIDEMIE IN EEN NEDERLANDS ZIEKENHUIS? De onbekende eigenschappen van COVID-19 kunnen heel divers zijn. Sommige potentieel aanwezige kenmerken kunnen mogelijk in een ziekenhuis een epidemische uitbraak veroorzaken. 32 14 Haalbaarheidsonderzoek naar recycling van pacemakers en icd’s 19 Ioniserende luchtreiniging in de strijd tegen coronabesmetting Luchtzuiveringstechnologie vangt ook virusdeeltjes weg 30 Eerste paal voor Woonzorgcentrum Allévo te Zierikzee Wat maakt een tehuis een thuis? 38 Cyclotron Martini Ziekenhuis Martini investeert samen met specialisten in innovatieve diagnostiek hartpatiënten 40 Oplaadbare batterijen in medische implantaten Patiëntvriendelijker, duurzamer, met behoud van kwaliteit en veiligheid 44 NVTG verzet Voorjaarscongres naar 1 oktober Congres TOTAAL OK 2020 Nieuwe datum: Maandag 23 november 2020 Utrecht www.totaalok.nl 5

huisvesting | tekst • Wilma Schreiber Modulaire bouw: weet wat je wilt! Waarom kiest een zorginstelling voor modulaire bouw? Welke voordelen en wellicht ook nadelen brengt deze bouwwijze met zich mee? FMT Gezondheidszorg legde deze vragen voor aan vastgoedmanagers van een drietal organisaties in de care en cure, die momenteel midden in zo’n project zitten. 6 FMT | April 2020

“Als mensen het niet weten, zien ze niet dat het een losse unit is” De industrieel vervaardigde units voor het nieuwe OK-complex van het IJsselland Ziekenhuis worden op hun plaats gehesen. 7

huisvesting | Vriendelijke uitstraling Bij modulaire bouw streeft tanteLouise ernaar dat cliënten niet merken dat ze van een huis naar een unit gaan. “Daarom plaatsen we overal een restaurant. En ook de aankleding is ons veel waard, ook al is het tijdelijk. Het gebouw moet een vriendelijke uitstraling hebben, dus werken we met kleuren en bijvoorbeeld met doeken met historische afbeeldingen bij de entree. Dat trekken we door naar binnen, zodat mensen een warm gevoel van gezelligheid krijgen”, aldus Aper. “Daarnaast vinden we bewegingsvrijheid voor cliënten belangrijk en investeren we in een buitentuin of een terras.” Voor de units werkt tanteLouise al jaren samen met De Meeuw in Oirschot, nadat dit bedrijf een paar keer als beste uit een offertetraject naar voren kwam qua aanbieding en kwaliteit. Bosgaard in Halsteren is een van de locaties waar tanteLouise gebruikmaakt van modulaire bouw. Wilfried Aper, manager zorgvastgoed tanteLouise Stichting tanteLouise, met vestigingen in heel Westelijk West-Brabant, is al sinds 2010 bezig met het actualiseren van haar vastgoed. Daarbij wordt onder meer modulaire bouw ingezet om de transitie als gevolg van het nieuwe regeringsbeleid – mensen moeten langer thuis wonen en alleen voor degenen met een hoog zorgprofiel is plaats in een verpleeghuis – het hoofd te bieden. “Wij zaten met oude gebouwen die niet zijn toegerust op de eisen aan verpleeghuiszorg. Dus moeten we ombouwen of afbreken. In dat laatste geval brengen we onze cliënten onder in tijdelijke units”, verklaart Wilfried Aper, manager zorgvastgoed bij tanteLouise in Bergen op Zoom. Mooie oplossing Zo plaatste tanteLouise tijdelijke huisvesting in Nieuw Vossemeer (60 cliënten), en twee vestigingen in Bergen op Zoom en Halsteren (in totaal 262 cliënten). Aper onderbouwt die keus met een aantal voordelen. “Als je panden sloopt, moeten cliënten voor een bepaalde tijd verhuizen. Dan is dit een mooie oplossing. Nieuwbouw kan ook, maar dan moet je heel veel vergunningprcedures doorlopen; dat kost tijd. Plus cliënten hebben zes tot zeven jaar te maken met bouwhinder”, zegt hij. “Daarnaast kun je tijdelijke huisvesting al aanpassen aan de eisen van de verpleeghuiszorg, bijvoorbeeld een natte cel zo inrichten dat je een tillift kunt draaien. Zo zet je voor je personeel ook alvast een stap.” Behoorlijk karwei Elke organisatie moet zijn eigen afweging maken of modulaire bouw een optie is, meent Aper. “Als de units er staan, begint het pas. De installatie van gas, elektra, water, klimaatbeheersing en dergelijke is een behoorlijk karwei. De eerste keer is het lastigst, daarna weet je waar je op moet letten qua afwerking.” Nu worden de units nog weggezet op de oude manier, met gas. Wel zijn de conventionele lampen vervangen door ledverlichting. Kosten spelen ook een rol. “Bij elke beweging die wij maken, komt er een businesscase. Het omslagpunt ligt bij zes, zeven jaar. We hebben bijvoorbeeld een paar keer basale units naar Bergen op Zoom ver-plaatst en hergebruikt; waar nodig laten we nieuwe tussenwanden plaatsen. Afhankelijk van het onderhoud en gebruik door vorige bewoners, is dan vaak wel vernieuwing nodig”, vertelt Aper. “Omgekeerd hoefden we een keer bij een accomodatie met één bouwlaag geen conventionele fundering aan te leggen, dat scheelt flink.” tanteLouise voorziet elke unit van een restaurant, zodat cliënten niet merken dat het om een tijdelijk onderkomen gaat. 8 FMT | April 2020

| huisvesting Marlous Boender, projectleider bouw IJsselland Ziekenhuis Artist’s impression van het nieuwe ok-complex van het IJsselland Ziekenhuis. Het IJsselland Ziekenhuis in Capelle aan den IJssel koos voor permanente industriële bouw bij de nieuwbouw c.q. uitbreiding van het ok-complex. Dit gebeurt deels op bestaand casco (één ok plus de backoffice), deels door middel van 36 enorme op maaat gemaakte modules van het Duitse Cadolto (zes ok’s, holding en verkoever; totaal ca. 2000m2 nieuwbouw). “Daarna gaan we de bestaande ok’s renoveren, waar onder andere de nieuwe csa een plek krijgt. De extra ruimte was nodig omdat de nieuwe ok’s een stuk groter zijn en ook een aparte opdekruimte krijgen”, vertelt Marlous Boender, projectleider bouw bij het IJsselland Ziekenhuis. “Voor nieuwbouw was bovendien minder fasering nodig.” Sneller bouwen Eerder al overwoog het IJsselland Ziekenhuis complete renovatie van het bestaande ok-complex. “Daarvoor waren niet alleen meer fases nodig, het betekende ook meer risico’s, omdat je moest bouwen naast ok’s in bedrijf. Bij het in de markt zetten van het werk vertaalde dit zich in een hogere prijs. Dus zijn we ons opnieuw gaan oriënteren”, zegt Boender. De keuze viel op de industriële bouw van Cadolto. “Met deze modulaire variant konden we sneller bouwen, dat was fijn omdat we al tijd hadden verloren met de eerdere bouwplannen. Daarnaast werden de fundering en de units in Duitsland gebouwd en hoefden die hier alleen van binnen het laatste stukje te worden afgebouwd. Dat betekende minder overlast voor de buurt; belangrijk, want we zitten tegen een woonwijk aan.” Binnen gebouwd Om zich een beeld te vormen, bezocht Boender de fabriek van Cadolto in Duitsland en tevens een aantal projecten van het bedrijf. “Ik was positief verrast. De modules worden integraal ontworpen, perfect voorbereid en op maat gemaakt. De installaties in de technische ruimte boven de ok zijn bijvoorbeeld al af-fabriek compleet voorgeïnstalleerd. En alles wordt binnen gebouwd, een enorme plus voor technisch hoogwaardige ruimten als ok’s”, aldus Boender, die meteen ook een aandachtspunt benoemt: “Je moet van tevoren heel goed weten wat je wilt om optimaal gebruik te maken van dit industriële bouwconcept, want als de units er eenmaal staan wil je zo min mogelijk veranderen. Wij waren gelukkig al vrij ver in het project, maar normaal gesproken heb je toch altijd te maken met wijzigingen omdat mensen nog wat willen aanpassen.” Niet voordeliger In Nederland is deze wijze van permanente modulaire bouw niet beschikbaar, vandaar de keus voor de Duitse fabrikant. “De klant is aan zet. Alles is flexibel, het enige criterium is dat het vervoerd moet kunnen worden. Bij Nederlandse aanbieders heb je vaak te maken met een vast stramien”, stelt Boender, die waarschuwt dat modulair bouwen in het geval van het IJsselland Ziekenhuis zeker niet voordeliger is dan normaal bouwen. “Het risico op faalkosten is wat minder, maar het transport moet ook betaald worden.” Voldoen aan de EPC-norm is geen probleem: de units zijn voorzien van triple glas, zonne-panelen en de luchtbehandelingskast maakt gebruik van warmteterugwinning. Eind mei worden de ok’s gevalideerd opgeleverd en vanaf medio juni kan er geopereerd worden. Nog een laatste advies van Boenders: “Maak een goed plan van eisen en denk goed na over de projectorganisatie. Als we onze architect en adviseur wat meer leidend hadden laten zijn bij het ontwerp, hadden we nog preciezer gekregen wat ons voor ogen stond.” 9

huisvesting | Lat ligt hoog Bij de aanbesteding viel de keus uiteindelijk op De Meeuw. “Dat bedrijf paste het best bij ons en liet een kwalitatief hoge afwerking zien. Daarnaast denken ze mee over een goed gebouw en plattegronden. Daarmee zijn ze meer een partner dan een leverancier. En tot slot was ook de prijs gunstig”, verklaart Gubbens. De lat ligt hoog. “De huisvesting moet voldoen aan de laatste eisen van het Bouwbesluit permanente bouw. Daarnaast willen we zo veel mogelijk voldoen aan de BENG-criteria voor duurzaamheid. Dat lukt ook, met uitzondering van hernieuwbare energie. Met zonnepanelen en warmtepompen komen we uit op 25%; het dak is te klein om de vereiste 30% te halen. En aardwarmte is voor ons niet rendabel vanwege de lange terugverdientijd”, vertelt Gubbens. “Het binnenklimaat willen we boven de norm van het Bouwbesluit realiseren, een goed geventileerd gebouw is belangrijk voor onze cliënten en medewerkers. Verder werken we zo veel mogelijk met herbruikbare materialen en producten.” De accommodatie van ZorgSpectrum voldoet aan de laatste eisen van het Bouwbesluit en de BENG-criteria. Johan Gubbens, vastgoedcoördinator ZorgSpectrum ZorgSpectrum in Houten koos eerder dit jaar voor modulaire bouw bij de realisatie van een nieuw revalidatiecentrum. De nieuwe locatie wordt najaar 2020 in gebruik genomen en komt pal naast de bestaande locatie te staan. “Het huidige woon-zorgcomplex voor revalidatie en herstelzorg past niet bij onze doelgroep. Doordat mensen langer thuis wonen, komen ze pas hier als problematieken hoger opspelen of als ze meerdere beperkingen hebben. Dan zijn bijvoorbeeld de badkamers en behandelkamers te klein”, zegt vastgoedcoördinator Johan Gubbens. Inspelen op ontwikkelingen De nieuwe huisvesting is ook bedoeld om de doorstroming van ziekenhuis naar huis, revalidatie of intramurale zorg te bevorderen. “Dat vergt meer capaciteit. De nieuwe top-care-locatie is bedoeld om mensen te laten revalideren, in de bestaande locatie kunnen mensen verblijven tot er elders plek is. Zo helpen we de wachtlijsten verkorten”, aldus Gubbens. ZorgSpectrum wil met modulaire bouw snel kunnen inspelen op marktontwikkelingen. “Je weet niet hoe de wetgeving er over tien jaar uitziet, welke demografische ontwikkelingen zich voordoen of met welke plannen de gemeente komt. Met flexibele accomodatie kunnen we door snel bouwen acteren op de huidige situatie en op langere termijn kunnen we makkelijker op-, bij- of afschalen.” 10 FMT | April 2020 Minder bewegingen Ook de modulaire units zelf wil Gubbens te zijner tijd hergebruiken. “We hebben gekozen voor de nieuwere variant, die dertig tot vijftig jaar meegaat. Ze zijn in de lengte en breedte enkele centimeters kleiner, maar hebben daardoor een betere buitenschil. Ook de afwerking is hoogwaardig, je ziet geen stramienstukken of golfplaten.” De verkeersruimten zijn met drie meter ruim te noemen en de badkamers zijn betegeld. “Als mensen het niet weten, zien ze niet dat het een losse unit is.” Tot slot ziet Gubbens nog een voordeel. “De units worden vervaardigd in de fabriek, in een geconditioneerde ruimte. De enige bewegingen tijdens de bouw vinden plaats bij het leggen van de fundering en op het moment dat de unit per trailer op de plek worden gebracht. Je hebt geen afvalstromen en maar korte tijd een bouwplaats, dat is ook beter voor de omgeving”, zegt hij. “De stikstofuitstoot is daardoor een stuk minder.” De nieuwe top-care-locatie van ZorgSpectrum is bedoeld om mensen te laten revalideren.

Totaal OK congres & beurs 23 november 2020 Supernova, Jaarbeurs Utrecht Binnen het thema ‘Keuzes en praktijkervaringen’ zullen toonaangevende sprekers u informeren over keuzes die binnen OK-projecten zijn of nog worden gemaakt. Wat is of wordt de impact hiervan op de werkvloer? Zijn alle keuzes van meerwaarde voor de patiëntenzorg? Als gastspreker zal Maarten Steinbuch het congres afsluiten met zijn visie op o.a. medische robotica in de OK. Het programma en de mogelijkheden van inschrijving vindt u op de website van het congres: www.totaalok.nl Uw eerdere inschrijving blijft onverminderd van kracht. www.totaalok.nl FMT Totaal OK is een gezamenlijke productie van de Block Consultant en FMT Gezondheidszorg Hoofdsponsor:

huisvesting | SNEL, KOSTENEFFECTIEF EN DUURZAAM Bij zorgvastgoed denken de meeste mensen niet direct aan modulaire bouw. Toch biedt deze bouwmethode een toekomstbestendig antwoord op de veranderende behoeftes in zorgvastgoed. Nergens anders gaan de veranderingen namelijk zo snel als in de medische sector. Modulair bouwer Jan Snel en Medexs, specialist in OK’s, cleanrooms en laboratoria, slaan daarom steeds vaker de handen ineen. E en combinatie van ontwikkelingen in de zorgsector zorgt ervoor dat modulair bouwen steeds populairder wordt. 1. Alles verandert (snel) De huidige zorgsector is onherkenbaar veranderd ten opzichte van pakweg twintig jaar geleden. Technologische ontwikkelingen gaan razendsnel, wet- en regelgeving wordt voortdurend aangepast en ook de wensen en eisen van patiënten veranderen. Het is daarom lastiger dan ooit om langetermijnplanningen te maken op het gebied van vastgoed. Want wie kan voorspellen hoeveel (en welke) ruimtes een zorginstelling over drie, vijf of tien jaar nodig heeft? En aan welke eisen deze moeten voldoen? 2. Meer apparatuur, meer ruimte Beeldvormende techniek, zoals röntgen, echografie, MRI, PET, CT-scans en/of combinaties hiervan, worden steeds belangrijker voor medisch onderzoek en medische behandeling. Voor deze apparatuur is ook steeds meer ruimte nodig, wat ook zijn weerslag heeft op de OK: van loodafscherming, luchtbehandeling tot elektrotechnische installatie. Bovendien worden deze ruimtes vanwege de snelle technologische ontwikkelingen veel sneller afgeschreven dan vroeger. 12 FMT | April 2020 3. Gisteren klaar De vraag naar zorg stijgt sneller dan instellingen kunnen bijbenen. Om deze vraag en veranderingen binnen de zorg het hoofd te bieden, is de druk groot om snel extra capaciteit te kunnen leveren. Doorgaans duurt het echter wel even voordat beslissingsprocedures zijn afgerond. En als het besluit er dan ligt, is er niet veel tijd meer om daadwerkelijk te bouwen; de extra capaciteit moet bij voorkeur gisteren klaar zijn. 4. Veiligheid voorop In een ziekenhuisomgeving moet uiterst zorgvuldig worden gewerkt, zeker als de werkprocessen tijdens de bouw gewoon doorgaan. Dat stelt hoge eisen aan de routing en opslag van bouwmaterialen en de omgang met hygiëne. Respect voor de omgeving, de medewerkers, patiënten en bezoekers staat centraal. Ook duurzaam bouwen hoort daarbij. 5. Zekerheid over kosten Het is voor zorginstellingen steeds belangrijker dat kosten van vastgoed voorspelbaar zijn. Kostenbeheersing staat door de toenemende zorgkosten namelijk hoog op de directieagenda. En de ervaring leert dat bij vastgoed de kosten nogal eens uit de hand lopen. In zeven maanden van opdracht tot turnkey oplevering Jan Snel en Medexs realiseerden in opdracht van het UMC Utrecht voor het Wilhelmina Kinderziekenhuis recentelijk drie ok’s. Deze prestigieuze opdracht werd binnengehaald na een aanbestedingstraject. Er was sprake van de strengst mogelijke voorwaarden wat betreft kwaliteit, tijd en overlast voor de omgeving. De ok’s voldoen aan de meest recente wettelijke eisen op medisch gebied (WIP-richtlijn en klasse 1, prestatieniveau 1) en kunnen ook röntgenapparatuur herbergen. Illustratief voor de werkwijze, waarbij overlast voor patiënten en personeel zo veel mogelijk werd voorkomen, is dat het fundament voor het 6 meter hoge stalen frame niet werd geheid, maar trillings- en geluidsarm geschroefd. Na plaatsing van het frame, werden de 45 modulaire eenheden in één (!) weekend geplaatst. Afbouw, validatie en oplevering is vervolgens in een recordtijd van drie maanden voltooid. Het totale traject – van opdracht naar turnkey oplevering – nam inclusief engineering slechts zeven maanden in beslag. >>

Modulaire bouw als toekomstperspectief Al deze trends maken alternatieve oplossingen voor huisvesting aantrekkelijk – het liefst flexibel, vanwege de verwachte levensduur van apparatuur. Modulaire bouw voorziet in die behoefte: oplossingen zijn snel te realiseren en daarnaast flexibel inzetbaar, zowel tijdelijk als permanent. Waar Jan Snel ruime ervaring inbrengt op het gebied van modulair bowen, zorgt Medexs voor de nodige kennis op het gebied van ok’s, spoedeisende hulp en intensive-careafdelingen. Door hun krachten te bundelen, bieden deze twee specialisten een antwoord op de toegenomen vraag naar modulaire oplossingen in de medische sector. Daarbij pakken zij voor klanten het volledige project op. De modulaire oplossingen worden in de fabriekshal vervaardigd onder ideale omstandigheden, waardoor er geen sprake is van uitvaldagen. Terwijl de vergunningsprocedure loopt en de bouwplaats bouwrijp wordt gemaakt, wordt er al gewerkt aan de benodigde units. Mede hierdoor kan een modulair gebouwd ziekenhuis 30 tot 50 procent sneller worden opgeleverd. Zorginstellingen hoeven dus niet lang te wachten op de nieuwste apparatuur en technologieën. Daarnaast hebben zorginstellingen bij modulaire bouw meer grip op de kosten. Faalkosten zijn er nauwelijks, omdat hoofdaannemers het bouwproces van a tot z in de hand hebben en werken met jarenlang doorontwikkelde, eigen bouwsystemen. Dankzij de samenwerking tussen Jan Snel en Medexs zijn de medische oplossingen bovendien volledig geoptimaliseerd en voldoen deze aan alle standaarden. Tot slot is modulair bouwen een duurzame oplossing; het flexibele karakter van units maakt hergebruik eenvoudig. Producten, materialen en grondstoffen kunnen telkens weer worden hergebruikt. Dat past goed in de gedachte van circulair bouwen.  Meer informatie: www.jansnel.com De vele opties van modulair bouwen Praktisch elke ruimte binnen een zorginstelling kan modulair worden gerealiseerd. Modulaire bouw houdt veel meer in dan even een paar tijdelijke noodlokalen plaatsen bij een ziekenhuis vanwege acuut ruimtegebrek. Jan Snel en Medexs bieden onder meer de volgende oplossingen voor modulair bouwen: • Modulair ziekenhuis • Uitbreiding van een ziekenhuis • Laboratorium • Gezondheidscentrum • Verzorgingstehuis • (Hybride) ok • Cleanroom • MRI-ruimte • Apotheek • Huisartsenpost • Hartkatheterisatiekamer • Ambulanceposten • (Poli)klinieken 13

duurzaam | tekst • Nieuwsredactie Haalbaarheidsonderzoek naar recycling van pacemakers en icd’s Elke pacemaker of icd (Implanteerbare Cardioverter Defibrillator) die bij een patiënt wordt geïmplanteerd, wordt op enig moment ook weer uitgenomen. Tot dusver worden die uitgenomen devices verwerkt in de reguliere afvalstroom van de ziekenhuizen, en gaan ze de shredder in. In het UMC Utrecht is een project gestart om te bezien of dat niet beter, duurzamer kan. Cardiotechnicus i.o. Jeroen Vast van de UMC Utrecht afdeling Hartkatheterisatie vertelt wat de stand van zaken is. H et gaat om flinke patiëntenaantallen; in Nederland zo’n 18.000 implantaties per jaar. Jeroen Vast: “Pacemakers en icd’s worden niet alleen uitgenomen wanneer de patiënt een nieuw implantaat nodig heeft, maar ook na overlijden. De uitgenomen devices komen in grote meerderheid bij ons terug, ook als de uitname in een rouwcentrum heeft plaatsgevonden. Hier worden ze netjes in een container geplaatst en met alcohol ontsmet, en daarna afgevoerd.” Herbruikbaarheid onderzoeken “Zonde toch van de waardevolle materialen die erin zitten”, dachten Vasts collega’s. “En eigenlijk niet meer van deze tijd dat die niet hergebruikt worden.” In geen enkel Nederlands ziekenhuis wordt deze afvalstroom gerecycled, en er is ook geen praktijk van inzameling door de producenten. Interventieverpleegkundige Maaike Snijder-van Kruistum van de hartkatheterisatiekamer was al verantwoordelijk voor de recycling van ablatiekatheters, die een titanium tip hebben. Die gaan naar een verwerkingsbedrijf in de VS 14 FMT | April 2020 om de waardevolle grondstoffen terug te winnen voor hergebruik. Het idee ontstond om te bezien of ook pacemakers en icd’s recyclebaar zijn. Snijder benaderde een aantal bedrijven die dat mogelijk zouden kunnen; van de drie bedrijven die reageerden bleek uiteindelijk Veolia de kandidaat met de beste perspectieven. Veolia is een bekende partner van het UMC Utrecht. Het bedrijf verwerkt ook de archieven die vernietigd moeten worden, het gewone papierafval, plastics en e-waste. Waardevolle materialen De analyse van Veolia bevestigde dat pacemakers en icd’s waardevolle grondstoffen bevatten. De behuizing is van titanium, evenals een deel van de antennespoel. De printplaat is recyclebaar en de batterijen bestaan voor een groot deel uit lithium-jodium en cadmium. Stuk voor stuk materialen die hun weg zeker kunnen vinden voor hergebruik in bijvoorbeeld de elektronica- en chipindustrie. Onderzoek moet leren in welke volumes de medische devices dan voor recycling moeten worden aangeboden om rendabel te kunnen zijn. De demontage is vooralsnog tijdsintensief, en dus prijzig. “Het is geen project dat je als ziekenhuis individueel economisch haalbaar kunt maken”, aldus Jeroen Vast. “Dat moet je ook niet willen; met dit proces is een sectorbreed doel gemoeid om de zorg maximaal te verduurzamen. Daar moet je in samenwerken, niet concurreren.” Veiligheid “Het eenvoudige idee ‘als het met een smartphone kan, moet het met pacemakers en icd’s ook kunnen’ moesten we snel verlaten”, vertelt Vast. “Er moeten natuurlijk veiligheidswaarborgen zijn, zowel met betrekking tot de fysieke veiligheid van de mensen die zich zouden belasten met de verwerking, als de privacy van de patiënten die de devices hebben gedragen.” De verwerker stelt vanzelfsprekend een nul-risicovoorwaarde aan de producteigenschappen én de hygiëne, en voert eerst een dubbelcheck uit op hun (in eerste instantie gunstige) risicoanalyse, vooraleer de haalbaarheidsvraag met ‘ja’ wordt beantwoord en het partnerschap verder uitgewerkt wordt.”

Elk implantaat wordt op enig moment ook weer uitgenomen Verduurzaming van de zorg Recycling van medische devices past binnen de doelstellingen de zorg te verduurzamen. Terugwinning van waardevolle stoff en is niet het eindstation. Op langere termijn is een dialoog met de producenten van pacemakers en icd’s het doel, om hen te stimuleren devices te ontwerpen die geschikt(er) zijn voor recycling, volgende het principe van eco-design. Patiëntgegevens Een andere uitdaging betreft de informatieveiligheid. Jeroen Vast: “We hebben ermee te maken dat er patiëntgegevens staan opgeslagen in het interne geheugen van de apparaatjes. Gooi je zo’n ding in de shredder, dan blijft daar niets leesbaars van over. Maar ga je de devices demonteren, dan blijft het langer een geheel met eventueel uitleesbare data erin. Daar moet je natuurlijk een oplossing voor vinden. Veolia heeft apparatuur die data verwijdert van andere e-waste. Het bedrijf onderzoekt nu of die apparatuur ook inzetbaar is (of gemaakt kan worden) om pacemakers en icd’s veilig te verwerken.” Uitvraag producenten De UMC Utrecht-projectgroep heeft zich ondertussen belast met de gedetailleerde uitvraag van samenstelling van de devices bij de producenten. Jeroen Vast: “Er zijn vijf producenten die samen zo’n beetje de Nederlandse markt dekken: Medtronic, Abbott, Boston Scientifi c, Biotro-nik en Microport. Je moet natuurlijk niet alleen kijken naar de huidige markt, maar ook naar de herkomst van devices waar patiënten mee rondlopen die hun implantaat al langer geleden kregen. Elk van die producenten heeft een aantal devices op de markt, en het is dus best een uitdaging om de samenstelling van pacemakers en icd’s die in gebruik zijn in beeld te krijgen. Met deze vijf producenten samen kan dat beeld vrij goed zijn. Gelukkig zijn ze allemaal enthousiast en bereid om medewerking te verlenen.” Andere ziekenhuizen “We hebben nog niet heel actief medewerking van andere ziekenhuizen gevraagd”, vervolgt Vast. “Zolang we in de fase zijn van haalbaarheidsonderzoek heeft dat ook nog niet zoveel zin. Maar gezien de verwachting dat er aanzienlijke volumes nodig zullen zijn om rendabel te kunnen recyclen is dat een vervolgstap die we wel voorzien. Ook vanuit de gedeelde doelstelling van verduurzaming natuurlijk. Het is een project dat door iedereen interessant en sympathiek wordt gevonden. Er is echt interesse, ook van andere ziekenhuizen, maar vooralsnog moeten we geïnteresseerde partners gewoon vragen om nog éven geduld te hebben.”  15 De zorgsector in Nederland is grootverbruiker van energie, voedsel en grondstoff en. Om verduurzaming in de zorg te versnellen nam Milieu Platform Zorgsector het initiatief voor de Green Deal ‘Nederland op weg naar Duurzame Zorg’. Deze deal heeft vanaf 2015 heel veel in beweging gebracht om de bedrijfsvoering te verduurzamen. In oktober 2018 startte de Green Deal Zorg 2.0 ‘Duurzame Zorg voor een Gezonde Toekomst’. Dit vervolgprogramma sluit nauw aan op de ambities van het Rijk ten aanzien van de thema’s energie, circulariteit en vermindering van medicijnresten in afvalwater. Meer dan 130 partijen zijn aangesloten bi de Green Deal, die wordt gefaciliteerd door het Ministerie van VWS. Als extra thema is `gezond makende leefomgeving en milieu´ benoemd voor de verbinding van duurzaam met de core business van gezondheidszorg. Een gezond makende leefomgeving leidt tot minder ziekten en zorgvraag.

interview | tekst • Betty Rombout PROJECT NIGHTINGALE Uitkomstgerichte zorg - meten vanaf de voordeur Florence Nightingale introduceerde eind 19e eeuw statistiek en uitkomstmetingen in de zorg. Zes jaar geleden startte data scientist Daniel Kapitan samen met collega’s het project Nightingale in samenwerking met Bergman Clinics en Mediquest. Hoe kunnen we voor de operatie de uitkomst voor elke patiënt voorspellen? D 16 FMT | April 2020 aniel Kapitan werkt al meer dan 20 jaar in data science - het creëren van waarde uit data door programmeren en rekenen aan modellen - waarvan de afgelopen negen jaar in de gezondheidszorg. In deze periode werkte hij voor NL Healthcare Clinics (nu onderdeel van Bergman Clinics) en Mediquest. Nightingale Bergman Clinics levert op 50 locaties in Nederland tweedelijnszorg voor onder meer orthopedie, oogheelkunde en dermatologie. In 2012 is besloten om voor de grootste patiëntgroepen te sturen op uitkomsten en een methode te ontwikkelen voor transparante indicatiestelling. Hiertoe is continue meting van PROMs (Patient Reported Outcome Measures) ingevoerd en het project Nightingale tot stand gekomen, onder leiding van Daniel Kapitan en in samenwerking met Mediquest. Kapitan licht toe: ¨Vanaf de start van het project zijn we uitgegaan van uitkomstgerichte zorg, dat sinds 2019 een beleidsthema is van het ministerie van VWS. Doel is de gezondheidszorg meer Een ‘datawoordenboek om de ‘waarde’ van bijvoorbeeld een behandeling van knieartrose te kunnen meten. evidence based te maken - vooraf inschatten wat de behandelingsuitkomst is voor elke specifieke patiënt -, alsook het meer betrekken van patiënten in de keuze voor wel of geen operatie of andere behandeling met name ook voor hen die een verhoogd risico lopen op een matige of slechte uitkomst. Om deze doelen te realiseren, gebruiken we een heleboel (bestaande) technieken en datadefinities. Een van de uitdagingen is, dat binnen de zorg verschillende ideeën leven hoe we ´kwaliteit´ kunnen objectiveren. Veelal denkt men dat een jaarlijkse steekproef afdoende is, oftewel achteraf meten wat de uitkomst is. Wij hebben steeds gezegd, dat het regulier verzamelen en registreren van data vanaf de voordeur moet gebeuren. En ook voor alle patiënten.” Niet-levensbedriegende zorg Het concept dat de afgelopen jaren is ontwikkeld is nu toe te passen op vele aandoeningen. Daniel Kapitan: “Omdat ik destijds voor de gespecialiseerde klinieken werkte, zijn we begonnen om dit concept toe te passen voor zogenaamde niet-levensbedreigende zorg. >>

' Regulier verzamelen en registreren van data moet vanaf de voordeur gebeuren' 17

Een manier vinden hoe we grote, landelijke datasets veilig kunnen gebruiken. >> Voor zwaardere aandoeningen komt heel wat meer kijken om tot een goed model te komen. Het behandeltraject duurt langer en het beslisproces is ingewikkelder. Kortom, we zijn het project gestart met ´makkelijker´ aandoeningen, zoals cataract, heup- en knieartrose en spataderen. Geen ´sexy´ keuze, maar we hebben het hierbij wel over een groot aantal patiënten op jaarbasis. Bovendien, in dit segment van de curatieve zorg ook continu de vraag: ´Moeten we wel zoveel opereren?´” Model op basis van ICHOM We nemen de knieartrose uit de beginfase van het project als voorbeeld om het model beter uit te kunnen leggen. Daniel Kapitan: “Destijds hebben we aan orthopeden en bewegingsexperts gevraagd naar het waarom van interventies. Hun antwoord: pijn bij de patiënt te reduceren en zijn dagelijks functioneren te verbeteren. We zijn vervolgens de literatuur ingedoken en hebben data-standaarden onderzocht. Onder andere hebben we gekeken naar ICHOM, International Consortium for Health Outcomes Measurement. Dit internationaal samenwerkingsverband heeft een ‘datawoordenboek’ ontwikkeld om de ‘waarde’ van bijvoorbeeld een behandeling van knieartrose te kunnen meten. De dataset bestaat uit circa 80 variabelen; te veel voor in een spreekkamer. Dus hebben we een eenvoudig gespreksmodel ontwikkeld, met alle informatie van ICHOM onder de motorkap.” Extra stap Het model lijkt voor 80 procent op bijvoorbeeld de keuzehulpen van Patient+. Kapitan: “Het verschil met ons model is, dat Patiënt+ haar concept gebaseerd heeft op systematic reviews, een samenvatting van wetenschappelijke literatuur. Dat is een prima basis, waar we meer data aan hebben toegevoegd. Om het model persoonlijker te maken, gebruiken we observationele data. Gegevens die er al zijn van de patiënt alvorens hij de kliniek binnenkomt. Oftewel, om het model te ´trainen´, hebben we gebruik gemaakt van de historische data die binnen de klinieken beschikbaar waren. Omdat zij in deze aandoeningen zijn gespecialiseerd, waren er ook voldoende data beschikbaar. Idealiter zouden we dit model veel beter kunnen maken door landelijke registraties te gebruiken, zoals de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI). Hierin worden alle data van de jaarlijks 25.000 heup- en knieoperaties geregistreerd.” Verdere ontwikkeling Het begon in het project dus bij de ´eenvoudige´ knieoperatie. Maar al snel kwam de gedachte naar voren waarom het ook niet toe te passen in de interactie tussen fysiotherapeut en orthopeed. Daniel Kapitan legt uit: “Alle patiënten moeten volgens het protocol eerst een conservatieve behandeling ondergaan om bijvoorbeeld aan te sterken of meer te bewegen. Immers, gaat hij sterker en gezonder de operatie in, dan is de kans van slagen ook hoger.” Alhoewel het idee er al lang was, is dit pas in 2019 daadwerkelijk uitgevoerd. Het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) heeft het aangedurfd om de landelijke data te gebruiken voor het model. Aangedurfd? “Ja¨, zegt Kapitan, “want naast de positieve re18 FMT | April 2020 acties die we op ons werk hebben gekregen, was er ook vaak kritiek vanuit de beroepsgroep. Het zijn wezenlijke analyses die we uitvoeren, dus het vergt vertrouwen en toch ook kwetsbaar durven opstellen. Het heeft denk ik zeker meegespeeld, dat Mediquest al jarenlang voor het KNGF werkt, dat we dit hebben kunnen doen.” Kapitan vervolgt: “In de afgelopen zes jaar is er echter wel het nodige gebeurd. Kijk bijvoorbeeld naar het initiatief Zorgevaluatie en Gepast Gebruik (ZEGG), wat is voortgekomen uit het Hoofdlijnenakkoord. Voorzitter Sjoerd Repping zegt ook dat het nu echt anders moet. Moeilijke vragen durven stellen, ook richting medisch specialisten in samenwerking met verzekeraars en patiëntenverenigingen. Maar inderdaad, er is nog een lange weg te gaan. We komen aan de positie van mensen, aan hun portemonnee. Daarnaast moeten we nog een manier vinden hoe we grote, landelijke datasets veilig kunnen gebruiken. Aan de ene kant begrijp ik de zorgen ten aanzien van privacy. Tegelijkertijd vind ik het jammer, dat bijvoorbeeld de stichting Benchmark GGZ is veroordeeld voor ‘verkeerd’ gebruik van de data, voor een vergelijkbare toepassing. Maar een ding is zeker; verandering is noodzakelijk. Alleen al vanwege het feit dat het tekort in de zorg (mens en geld) niet zomaar weg gaat.” Wat bereikt? Nog een weg te gaan dus, maar wat is er de afgelopen jaren wel bereikt? Kapitan: “Dat het model draait bij een aantal klinieken. En, we staan er niet meer alleen voor. Hetzelfde principe ligt aan de basis van een aantal grote vernieuwingstrajecten. Kijk naar het eerder genoemde project Patiënt+, een project van bijna 1 miljoen euro, met name om dit idee voor de huisartsenzorg in te zetten. Ook hebben we bereikt dat inmiddels een heleboel andere zorginstellingen en partijen het principe omarmen. Oftewel, samen kijken we hoe algoritmes beter te gebruiken voor een betere besluitvorming in de zorg.”  Meer informatie: https://home.mediquest.nl/ In een volgende editie van FMT Gezondheidszorg praten we verder over het project Nightingale. Hoe werkt het in de praktijk en wat levert het op? Naast Daniel Kapitan zal ook Tom Cohen, algemeen directeur van de Oogcentrum Noordholland, aan het woord komen. Project Nightingale 1. Een uitkomstmaat die voor de patiënt relevant en te begrijpen is. 2. Gebruik van machine learning om verhoogd risico op slechte uitkomsten vooraf te bepalen en daarmee ‘samen beslissen’ te ondersteunen. 3. Validatie en interpretatie van voorspellende algoritmes met klinisch literatuuronderzoek.

tekst • nieuwsredactie | veiligheid Ioniserende luchtreiniging in de strijd tegen coronabesmetting Ultra high density ionisatie kan voorkomen dat virussen zich via de lucht verspreiden. De technologie neutraliseert 97 procent van alle virussen in de lucht en kan daardoor ingezet worden in publieke ruimtes, openbaar vervoer, vliegtuigen, ziekenhuizen en scholen, maar ook op werkplekken en thuis. D e werking is in 2015 aangetoond door onderzoek van het Zweedse Karolinska Instituut en de universiteit van Linköping, dat werd gepubliceerd in het gerenommeerde Nature Scientific Reports. Bij dierproeven bleek dat de zogeheten IonFlow ultra high density ionisatie luchtzuiveringstechnologie virussen uit de lucht verwijdert en verspreiding via de lucht voorkomt. Ineens is dat onderzoek weer actueel, omdat met deze technologie ook de besmetting met het coranavirus beperkt kan worden, aldus directeur Rob Jansen van importeur Habitat Solutions, dat reinigingssystemen op basis van deze technologie verkoopt. Gepatenteerde technologie De gepatenteerde technologie verwijdert de allerkleinste deeltje (0,007 micron) uit de lucht, die diep doordringen in de bloedbaan en longen. Simpel gezegd gebeurt dat doordat zwevende deeltjes via een ionisator negatief worden geladen en aangetrokken worden door een positief geladen collectorplaat. Tot nu werden dit soort luchtreinigers vooral gebruikt door mensen met COPD en astma, omdat ze ultra klein fijnstof, allergenen en schimmels in de lucht elimineren. Het Zweedse onderzoek toonde echter aan dat deze technologie ook de verspreiding van via de lucht overdraagbare virussen kan voorkomen. Onderzoek Het Karolinska Instituut, de grootste en bekendste medische universiteit van Zweden die elk jaar de laureaten van de Nobelprijs voor de geneeskunde benoemt, stelde in onderzoek vast dat de ionisatietechniek de lucht zuiverde van verontreiniging en virusdeeltjes. Bij dierproeven met het calicivirus, rotavirus en het griepvirus (Panama 99) bleek dat geen van de cavia’s die aan het virus werden blootgesteld besmet raakte als de ionisator actief was. Van de cavia’s waarbij de lucht niet werd gezuiverd via ionisatie raakte driekwart wel besmet. De ionisatietechnologie is door het Zweedse LightAir verwerkt in de IonFlow luchtreinigingssystemen, die in Nederland door Habitat Solutions op de markt worden gebracht in o.a. hun Health+ systemen. Toepassing Was tot voorkort de eerste toepassing veelal gericht op het creëren van een schoon en gezond binnenklimaat, de laatste weken wordt de toeloop op de site ademschonelucht.nl aangejaagd doordat de technologie ook helpt om coronavirussen uit de lucht weg te nemen. “De technologie verwijdert luchtmobiele virussen en dus ook het coronavirus. Het reduceert het risico op overdracht via de lucht aanzienlijk”, zegt directeur Rob Jansen. Hij meldt dat de belangstelling niet alleen van particulieren komt, maar eveneens van (academische) ziekenhuizen. De Zweedse fabrikant heeft de afgelopen maanden veel apparaten aan onder meer China en Zuid-Korea geleverd, zodat ze zo goed als uitverkocht zijn. De Nederlandse importeur heeft nog voorraad. “Onze bijdrage aan een oplossing willen we niet achterhouden. We willen tijdens deze crisis onze hulp aanbieden door apparaten ook te verhuren aan de zakelijke markt, zolang dat kan. Voor consumenten is alleen koop mogelijk”, aldus Jansen. Meer informatie: https://ademschonelucht.nl/ 19

technologie | tekst • Wilma Schreiber Eind mei introduceert de Federatie van Technologiebranches (FHI) een nieuw keurmerk voor service- en onderhoudsorganisaties die zich richten op medische hulpmiddelen. Dit zogeheten keurmerk GOZ (Gecertificeerd Onderhoud Zorgsector) moet leiden tot meer duidelijkheid bij zorginstellingen over de kennis en kunde van externe technici. Daarnaast beoogt de FHI met dit keurmerk de kwaliteit van service en onderhoud sectorbreed naar een hoger plan te tillen. A anleiding voor het ontwikkelen van het keurmerk GOZ waren signalen die FHI kreeg van fabrikanten en leveranciers van medische hulpmiddelen: partijen in de markt voerden service en onderhoud aan medische apparatuur niet uit conform de regels (zoals NEN-normen). “Het onderhoudsprotocol van de fabrikant, opgesteld op basis van kennis van het product en ervaring uit de markt, zou leidend moeten zijn. Maar vaak wordt dat terzijde geschoven en wordt onderhoud gepleegd op basis van een eigen risicoanalyse”, vertelt Luc Knaven, directeur Medische Technologie, een van de brancheverenigingen van de Federatie van Technologiebranches (FHI) in Leusden, die 135 medische lidbedrijven telt. “Terwijl het ene bedrijf zijn technici een paar keer per jaar op cursus stuurt voor een onderhoudstraining op een specifieke categorie van 20 FMT | April 2020 medische apparaten, pretendeert een ander bedrijf zonder enige training alles te kunnen onderhouden, van infuuspomp tot MRIscanner. Dan vraag je je af waar zo’n bedrijf de juiste kennis en kunde vandaan haalt.” Kwaliteitsniveau Het onderwerp onderhoud staat bij de FHI al langer op de agenda. Eerder werd in samenwerking met de WIBAZ (Werkgroep Instrumentatie Beheer Academische Ziekenhuizen) een standaard serviceovereenkomst opgezet, een modulaire aanpak voor service en onderhoud. “Dit document wordt inmiddels volop gebruikt door industrie en ziekenhuizen. Onderhoud aan medische technologie, daar kun je niet mee marchanderen. Het gaat uiteindelijk om medische apparaten die worden ingezet in een kritische omgeving ten behoeve van diagnostiek of ondersteuning dan wel behandeling van mensen”, stelt Knaven. Verder is er het convenant Veilige Toepassing Medische Technologie (VTMT) gekomen. Vanuit dit convenant worden eisen gesteld aan externe technici van de industrie. Het kwaliteitsniveau van service- en onderhoudsbedrijven is echter niet goed inzichtelijk. Een keurmerk ontbreekt. “We zien in de praktijk gebeuren dat onderhoudsbedrijven het onderhoudsprotocol omwille van de kosten uitkleden. Dan wordt er bij wijze van spreken in plaats van na 1.000 vlieguren pas na 2.000 vlieguren onderhoud gepleegd en dan op 100 in plaats van op 200 onderhoudspunten. Door verkeerd onderhoud kunnen eenvoudige producten echter grote risico’s voor de patiënt meebrengen.” Uniform systeem Het keurmerk GOZ moet leiden tot een uniform, eenduidig systeem, waarbij voor zorginstellingen aan de poort inzichtelijk wordt over welke bevoegdheid en bekwaamheid een >>

de fabrikant zijn onder de MDR niet langer zomaar toegestaan. Hetzelfde geldt voor het gebruik van niet-originele onderdelen. “Als vergelijkbare kwaliteit niet is aangetoond, weet niemand bij zo’n onderdeel wat er na de zoveelste reiniging met agressieve middelen gebeurt, of er wellicht deeltjes los raken. Als zorginstelling moet je je afvragen of je dat risico wilt lopen.” Met het keurmerk GOZ wil de FHI de veiligheid borgen bij service en onderhoud aan medische producten die op mensen worden toegepast. “Dat is in het belang van de patiënt, van zorgprofessionals, zorginstellingen en van de industrie. Wanneer producten verkeerd onderhouden worden, heeft dat immers zijn weerslag op hun werkzaamheid en/of kwaliteit. En als fabrikant wil je ook niet dat je product verkeerde waarden aangeeft, uitvalt of de beoogde technische levensduur niet haalt”, aldus Knaven, die verwacht dat het keurmerk eind mei operationeel zal zijn, tegelijkertijd met de MDR. “We wisten dat de MDR eraan zat te komen, maar kenden de inhoud nog niet. De MDR was ook niet de aanleiding voor het keurmerk GOZ. Het gaat ons om de kennis en kunde van technici en of de juiste onderdelen gebruikt worden.” Nederland is een van de eerste landen die zich bezighoudt met de certifi cering van onderhoud in de zorg. Het keurmerk GOZ is niet verplicht. Portal Luc Knaven externe technicus beschikt. “In overleg met de belangrijkste stakeholders hebben we een programma van eisen opgesteld voor zowel de organisatie zelf als voor de individuele technicus. Daarin zijn allerlei zaken vastgelegd, zoals procedures en het opleidingsplan voor technici”, verklaart Knaven. “Zo moeten technici onder meer aantoonbaar getraind zijn en blijven, beschikken over de juiste kennis en de juiste documentatie, en meetmiddelen en software tot hun beschikking hebben. Daarnaast moeten ze aantoonbaar beschikken over de relevante kennis van onder meer de Medical Devices Regulation (MDR, de Europese verordening rond medische hulpmiddelen die 26 mei 2020 van kracht wordt, red.), contaminatie en de Gedragscode Medische Hulpmiddelen.” Als een service- en onderhoudsorganisatie aan alle eisen voldoet – dit wordt getoetst door externe auditors – ontvangt zij het keurmerk. “Dit biedt zorginstellingen de garantie dat die betreff ende organisatie onderhoud aan medische apparaten uitvoert conform de eisen van de fabrikant en wel zodanig dat dit in lijn is met de MDR en het convenant VTMT”, stelt Knaven. Als een bedrijf in het bezit is van het keurmerk, krijgen hun technici een pasje. Zodra een technicus zich meldt bij een zorginstelling, is via een mobiele app uit te lezen van welk bedrijf hij afk omstig is, over welk kennisniveau hij beschikt en welke producten hij bevoegd is te onderhouden. “Een zorginstelling kan zo exact registreren wie wanneer met welke bevoegdheden waaraan gewerkt heeft.” Meer verantwoordelijkheid Geen overbodige luxe, met de MDR in aankomst. “Als je als fabrikant, leverancier of distributeur een medisch hulpmiddel op de markt brengt, sta je onder toezicht van de IGJ. Service- en onderhoudsbedrijven vallen echter buiten elke vorm van toezicht en regelgeving”, zegt Knaven. “Onder de MDR krijgen ziekenhuizen meer verantwoordelijkheid. Als er iets misgaat of er afgeweken wordt van wettelijke eisen, is het ziekenhuis aansprakelijk. Zorginstellingen staan voortaan dan ook zwakker als ze kiezen voor bedrijven die geen keurmerk hebben.” Eigen aanpassingen aan producten of afwijken van de onderhoudsprotocollen van Inmiddels heeft de FHI afspraken gemaakt met de VZI en de NVTG over een gezamenlijke portal service en onderhoud. Tevens wordt een stichting GOZ opgericht, die niet gekoppeld is aan het lidmaatschap van de FHI; in het bestuur zal ook de zorg vertegenwoordigd zijn. Want net als in het voortraject wil de FHI alle relevante stakeholders in de keten betrekken om brede toepassing te bevorderen: “Fabrikanten, importeurs, distributeurs, third-party organisaties: iedereen die voldoet aan de eisen, kan straks beschikken over het keurmerk.”  Meer informatie over het keurmerk GOZ, eisen aan service- en onderhoudsbedrijven, en de MDR www.keurmerkgoz.nl 21

ict | tekst • Wilma Schreiber INTEROPERABILITEIT VAN MEDISCHE APPARATUUR: Revolutie in de zorg Verstandige toepassing van ‘Internet of Medical Things’ gaat in de komende tien jaar het verschil maken qua mogelijkheden die medische technologie kan bieden. SDC, een nieuwe op webservices gebaseerde architectuur, maakt het mogelijk verzamelde gegevens te delen met andere apparaten en weer te geven op verschillende schermen. Het uiteindelijk doel is therapiebeslissingen effi ciënter te ondersteunen. D 22 FMT | April 2020 e huidige interfaces zijn te beperkt, onveilig en kampen met datalekken. Bovendien spreekt elke leverancier nog steeds zijn eigen taal, wat vertaalprogramma’s noodzakelijk maakt om de informatie te kunnen gebruiken in andere informatiedeelsystemen. Een proces dat zeer gevoelig is voor fouten en blijvend aandacht nodig heeft vanwege versie- en confi guratiebeheer. 'Valse' waarnemingen Naast interfaces zijn ook non-invasieve metingen van vitale parameters foutgevoelig. Storingen van het meetsignaal worden zo veel mogelijk gerepareerd door toepassing van algoritmen. Desondanks zijn er veelvuldig ‘valse’ waarnemingen die aanleiding kunnen geven tot misinterpretatie. Ook de toepassing van artifi ciële intelligentie is afh ankelijk van kwalitatief goede waarnemingen en goed gestructureerde informatie. Vooralsnog ontbreekt echter een goede systematiek, protocol en structuur voor verwerking, opslag en realtime hergebruik van gevalideerde medische data. “Als we de medische data willen kunnen gebruiken voor predictie, binnen regelkringen, of voor ‘zelfl erende systemen’, dan dienen we standaarden te hanteren om ons doel te bereiken. Investering in scholing heeft prioriteit. Onderschatting van de noodzaak tot scholing is één van de belangrijkste redenen waarom investeringen in de medische technologie verloren gaan. Zonder kennis geen kunde en draagvlak om te veranderen”, aldus Lauran Casteleijn, Business Unit Manager Medical Systems bij Dräger in Zoetermeer. Status quo Nu er steeds minder zorgprofessionals zijn en zij meer en meer ook remote worden geïnformeerd, is er behoefte aan werkplekgeoriënteerde of mobiele gebruikersinterfaces met geaggregeerde informatie en mogelijkheden om veilig te kunnen reageren op gedistribueerde alarmnotifi caties. “Het is niet ongewoon dat door de overvloed aan alarmnotifi caties reactie van de zorgprofessional uitblijft. In dergelijke gevallen helpen de alarm

“Deze standaard negeren is de grootste fout die je als fabrikant van medische apparatuur of bestuurder in de zorg kunt maken”, aldus Lauran Casteleijn, Business Unit Manager Medical Systems bij Dräger. In de toekomst zullen patiëntmonitoren, anesthesiemachines en intensive careventilatoren informatie kunnen uitwisselen met andere apparaten dicht bij de patiënt. distributiesystemen de herverdeling”, vertelt Casteleijn. “Er kan in dit proces veel misgaan. Deze werkwijze is onderdeel van ons systeem geworden en nu mogelijk nog beheersbaar, maar op lange termijn voor zorgprofessionals niet meer te doen, voor patiënten een veel te groot risico, terwijl de kosten zich minimaal evenredig ontwikkelen met het falen van de infrastructuur. De mate van interoperabiliteit is evenredig met de kosten, de doelmatigheid van besluitvorming en verkorting van de ligduur.” Van statisch naar dynamisch Medische apparatuur die niet langer stand-alone werkt, maar onderling communiceert, data die eff ectiever worden ontsloten en realtime verwerkt, verwerking die voorwaardenscheppend is voor verreikende besluitvorming met potentieel dynamische en remote aansturing van medische apparatuur. Om een ‘Internet of Medical Things’ mogelijk te maken, hebben diverse fabrikanten van medische apparatuur een nieuwe op webservices gebaseerde architectuur ontwikkeld: SDC. Deze architectuur werd in 2018 de norm. SDC, Service-oriented Device Connectivity, is onderdeel van de ISO/IEEE 11073 familie standaarden voor point-of-care medical device communicatie. SDC staat voor cyber secure, open source, leveranciersonafh ankelijk, veilig, interactief, remote, realtime, geen datalekken, geen taalbarrières en harmonisatie van beoogd gebruik van medische meetgegevens ten behoeve van derden. Casteleijn: “SDC stelt elke leverancier of instelling in staat om data te gebruiken en te presenteren bijvoorbeeld in patiëntspecifi eke dashboards. En SDC overbrugt de kloof met de ziekenhuiscommunicatiestandaarden HL7 en FHIR, die worden gebruikt voor realtime gegevensverwerking met andere ziekenhuisinformatiedeelsystemen.” De SDC-standaard specifi ceert hoe apparaten met elkaar kunnen communiceren. Gestandaardiseerde interfaces vergemakkelijken de toekomstige integratie van medische apparaten in een netwerk. Mogelijkheden van deze technologie zijn het veilig en op afstand bedienen van een medische werkplek en gedeeltelijke automati23

Dankzij SDC hebben zorgprofessionals altijd alle informatie tot hun beschikking, zodat zij effi ciënter therapiebeslissingen kunnen nemen. sering van klinische processen. De gegevensoverdracht is dynamisch bi-directioneel; daarbij kan een SDC-geschikt apparaat tegelijkertijd zender en ontvanger zijn van informatie. Dankzij end-to-end encryptie biedt SDC een hoge mate van beveiliging bij het overdragen van gegevens. Gevalideerde data-uitwisseling Als protocol met een gestandaardiseerde nomenclatuur en voor zich sprekende gegevensstructuren, zal SDC in de toekomst grenzen overschrijden. Verzamelde gegevens kunnen worden gedeeld en weergegeven op verschillende schermen. “Binnen SDC worden met leveranciers afspraken gemaakt over het doel waarvoor je specifi eke informatie mag gebruiken, de intended use. In de toekomst zullen patiëntmonitoren, anesthesiemachines en intensive care-ventilatoren informatie kunnen uitwisselen met andere apparaten dicht bij de patiënt”, stelt Casteleijn. “Hierdoor kunnen therapiebeslissingen effi ciënter worden ondersteund. SDC maakt bijvoorbeeld praktische toepassingen mogelijk, waarbij de infuuspomp kan worden gemoduleerd wanneer de fysiologische status van de patiënt verandert.” Voor het instellen van medische apparatuur op afstand of dynamische communicatie zijn cybersecurity en de kwaliteit van het netwerk van groot belang. Nieuwe dimensie De vraag is hoe snel de markt SDC adopteert. “Veel bedrijven hebben nu hun eigen netwerkprotocol. Met het opgeven van dit protocol zijn enorme investeringen gemoeid. Om adoptie te versnellen, dient de druk vooral uit de markt te komen”, zegt Casteleijn. “Want ook marktwerking krijgt met SDC een nieuwe dimensie. De innovatiekracht van de SDC-functionaliteit overvleugelt de mogelijkheden van vandaag en daarbij nemen ook de monopolistische posities rondom het gebruik van data af.” Interoperabiliteit roept ook vragen op. Wie is waar verantwoordelijk voor? “Ook daar zijn binnen de SDC afspraken over gemaakt. De gebruiker van het apparaat dat de data aanwendt, is verantwoordelijk. Iedere leverancier doet zelfstandig een risico-inventarisatie”, verklaart Casteleijn. In de komende jaren maakt Dräger alle medische apparatuur gereed om in dit leveranciersonafh ankelijk systeem te interacteren. De eerste klinische applicaties zijn in 2020 gereed. Het anders dan vandaag de dag ontsluiten van gegevens met SDC ziet Casteleijn als niets minder dan een revolutie. “Je kunt dit niet van de ene op de andere dag doorvoeren, daar gaat wel een decennium overheen. Deze standaard negeren is de grootste fout die je als fabrikant van medische apparatuur of bestuurder in de zorg kunt maken.”  Meer informatie www.draeger.com 24 FMT | April 2020

3DIMENSIONS The Best Just Got Better BREVERA A breakthrough in   Het snelste Tomosynthese systeem voorzien van de      BREVERA Biopteren en real-time              Compressor installaties voor medische perslucht en ademlucht BOGE heeft 24/7 de beschikking over efficiënte oplossingen op het gebied van adem en medische perslucht BOGE KOMPRESSOREN B.V. 0251 - 652434 nl@boge.com

veiligheid | tekst • Wilma Schreiber Medische gassen staan onverminderd in de aandacht – bij zorginstellingen, maar ook bij externe leveranciers en technisch ondersteuners. Nieuwe ontwikkelingen helpen om de risico’s bij medische-gassensystemen verder in te perken en veilige toepassing door de eindgebruiker te bevorderen. Sjoerd Alkema (Linde Healthcare Benelux) en Han Gossink (Croonwolter&dros) geven hun visie en belichten enkele aandachtspunten. L “Zorginstellingen willen de overtr trap op het gebied v voorzorgsmaatregelen bij je proeven”, aldus Han Gossink, Croonwolter&dros. Sjoerd Alkema, accountmanager Linde Healthcare Benelux 26 FMT | April 2020 inde richt zich als wereldwijd marktleider met meer dan 80.000 medewerkers op de productie en levering van medische gassen aan zorginstellingen en industriële gassen aan de industrie, de voedingsmiddelensector en de hightech. Het bedrijf werkt met eigen bronnen en verpakkingen en belevert klanten rechtstreeks vanuit de eigen fabriek(en). Sjoerd Alkema, accountmanager ziekenhuizen bij Linde Healthcare Benelux, heeft de aandacht voor kwaliteitsborging rond medische gassen in de afgelopen decennia zien toenemen. “Game changer was het moment dat de apotheker eindverantwoordelijk werd voor het gebruik van medische gassen in ziekenhuizen. Plus de circulaire van de toenmalige IGZ aan directies van zorginstellingen naar aanleiding van diverse incidenten, met als eis dat alle betrokkenen bij het gebruik van medische gassen op de hoogte moesten zijn van de kwaliteitsborging. Dat vergrootte de aandacht enorm”, stelt hij. “In de jaargesprekken tussen de inspectie en ziekenhuisdirecties stonden medische gassen ook hoog op de agenda. De kwaliteit van producten, het gassensysteem, goede prestaties, controle en kwaliteitsborging werden een gezamenlijke verantwoordelijkheid, met de apotheker als eindverantwoordelijke. Het uiteindelijk doel is een zo hoog mogelijke patiëntveiligheid.” Risico's ingeperkt Een medisch professional moet voor 100% kunnen vertrouwen op wat er uit het muurpunt komt, ook al ligt er een kilometerslang leidingnetwerk achter, waar meerdere partijen aan gewerkt hebben. “Vandaag de dag zijn die risico’s danig ingeperkt, dankzij allerlei normen voor de aanleg van medische-gassensystemen, zoals minimaal drie bronnen, risicoanalyses en eisen aan opleveringstesten”, stelt Alkema. Veilig gebruik door de eindgebruiker is essentieel. Linde Healthcare wil met zijn producten meer vertrouwen en bedieningsgemak bieden, onder meer door digitalisering van medische zuurstofcilinders. “Tot voor kort moesten verpleegkundigen hoofdrekenen hoeveel minuten ze nog met een patiënt onderweg konden. Bij een rekenfout komt de patiënt zonder zuurstof te zitten. Daarom heb

Bij de aanleg van medische-gassensystemen is zorgvuldig werken een must. ben we een product ontwikkeld waarbij op een display de resterende tijd af te lezen is. Bovendien krijgen verpleegkundigen een akoestisch en visueel alarm als bijvoorbeeld de inhoud van de cilinder de kritische grens nadert.” Daarnaast zet Linde bluetooth technologie in als nieuwe ontwikkeling voor track and tracing van cilinders. Alkema: “Via het wifinet en hubs kunnen cilinders binnen een instelling informatie doorgeven over hun locatie en inhoud. Technische dienst, logistiek medewerkers en apotheker zijn zo meer in control en kunnen ook een efficiencyslag maken.” In lijn met de trend dat medische behandelingen ook steeds vaker buiten het ziekenhuis plaatsvinden, vergroot de afdeling Homecare van Linde het aantal diensten, gebruikmakend van nieuwe technologie. Zo wordt in samenwerking met ziekenhuizen inmiddels naast zuurstof ook CPAP (tegen apneu), chemo en uv-licht (tegen psoriasis) bij de patiënt thuis geleverd. Kwaliteitsborging Gevraagd naar aandachtspunten, wijst Alkema op het feit dat voor medische gassen vergaande kwaliteitsborging vereist is. Stikstof en kooldioxide vallen formeel niet onder de Geneesmiddelenwet. “Ook daar gelden echter wel hoge kwaliteitseisen. Zo wordt CO2 bijvoorbeeld gebruikt als insufflatietechniek bij buikoperaties en stikstof voor opslag van biologische materialen. Inmiddels heeft Linde voor deze twee gassen een CE-certificeringstraject Gasinstallaties dienen aantoonbaar gevalideerd te zijn conform NEN-EN-ISO 7396. voor medische hulpmiddelen in gang gezet, als garantie voor 100% veilige producten.” Daarnaast signaleert Alkema dat incidenten vaak ontstaan op het moment van gebruik. Bijvoorbeeld op de beddenkamer. “Punt is dat de zuurstof- en luchtaansluiting van de flowregelaar in de muur identiek zijn. In een donkere kamer of in de haast komt het voor dat de verkeerde aansluiting gebruikt wordt en de patiënt een verkeerd product krijgt, met alle gevolgen van dien”, schetst hij. “Nu bedenkt elk ziekenhuis hier zijn eigen oplossing voor, maar in feite moet ook hier een internationale standaard voor komen. Want op het gassendistributiesysteem en gasproducten is alles gasuniek, met uitzondering van het punt van aansluiting van de patiënt. Laten we ervoor zorgen dat het ook op de laatste schakel van de kwaliteitsketen niet kan misgaan.” Overtreffende trap Croonwolter&dros is gespecialiseerd in het ontwerpen, engineeren, aanleggen, valideren en onderhouden van gasinstallaties voor medische en technische gassen. De technisch dienstverlener werkt voor klanten door heel Ne-derland; dit betreft het aanleggen van nieuwe installaties en het modificeren van bestaande installaties zodat deze weer betrouwbaar en goed te borgen zijn met inachtneming van de gangbare processen in zorginstellingen. “Dat is de grootste zorg: 27

Vier medewerkers van Croonwolter&dros maken een las voor hun certifi cering. weet de technisch dienstverlener hoe het er in een ziekenhuis aan toe gaat? Bij een gewone installatie is het minder ingewikkeld; even het water eraf: geen probleem. Maar bij medische gassen ‘hangt’ er een patiënt aan, dan moet je alles goed borgen”, verklaart Han Gossink, als Realisatiemanager bij Croonwolter&dros verantwoordelijk voor de unit Medische Gassen. “De overtreff ende trap op het gebied van voorzorgsmaatregelen, dat willen ze bij je proeven. Niet alleen bij de projectleider en het ontwerpteam, maar zeker ook bij de monteur.” Het installeren van medische gasinstallaties zou eigenlijk op orde moeten zijn, kijkend naar hoe lang de normen al van kracht zijn. Toch was er een tijd dat onvoldoende kundige partijen dergelijke installaties aanlegden en dat zorginstellingen zich hier niet altijd van bewust waren. “Denk aan het gebruik van verkeerde technieken, bijvoorbeeld een knelkoppeling in plaats van een lasverbinding. Dan kun je ongewild vervuiling van de installatie veroorzaken, doordat de verbinding minder betrouwbaar is”, zegt Gossink. “Wij werken met medisch schone buis, hulpstukjes en appendages en stellen die samen als gelaste installatie. Bij verbranding in het lasproces ontstaat nu eenmaal vuil, dus is zorgvuldig werken een must. Door toepassing van backing gas tijdens het lassen kun je dergelijke vervuiling voorkomen en afvoeren.” Steeds alerter De laatste jaren signaleert ook Gossink in dat opzicht wel een verandering: zorginstellingen zijn steeds alerter op medische gassen. “Ziekenhuisapothekers zijn zich meer bewust van hun verantwoordelijkheid op dit vlak en dus willen ze het beter borgen. Ze pakken de normen erbij – NEN-EN-ISO 7396 (me28 FMT | April 2020 dische gassen) en NEN-EN-ISO 13485 (borging processen) – en vragen hoe dat bij ons georganiseerd is. Met andere woorden: hoe onze processen eruitzien, hoe het zit met de scholing van ons personeel en welke procedures we volgen”, vertelt hij. “Ziekenhuizen kunnen medische gasinstallaties ook steeds beter beoordelen. Apothekers werken nu het liefst samen met gespecialiseerde technici op dit vlak. Zo’n expertiseteam is in staat om een installatie tegen het licht te houden en goed in te regelen.” Dat betekent dat de lat voor Croonwolter&dros hoger komt te liggen bij het vastleggen en valideren. “Daar wil je in mee, maar je moet het ook leuk vinden om daar aan mee te werken. Momenteel werken we aan certifi cering volgens de NEN-EN-ISO 13485 om te kunnen aantonen dat wij die processen goed op orde hebben en een installatie aantoonbaar gevalideerd conform NEN-ENISO 7396 kunnen achtergelaten in de veilige handen van de apotheker en de technische dienst”, stelt Gossink. Geen overbodige luxe, nu apothekers steeds vaker certifi cering verlangen. “Er zit meer achter dan het netjes aanleggen van een installatie: opleiding van mensen, intern procedures borgen, kennis hebben van nieuwe technieken enzovoort.” Daarnaast participeert Croonwolter&dros in de expertgroep Medische Gassen van NEN. “Het is van belang dat marktpartijen – apothekers, zorginstellingen, leveranciers en technisch dienstverleners – gezamenlijk richting geven aan de ontwikkelingen. Daar willen wij vanuit onze expertise ons steentje aan bijdragen. Zo zijn wij altijd op de hoogte van de ontwikkelingen die er spelen bij onze klanten en de vigerende normeringen.” Expertgroep Medische Gassen NEN Momenteel werkt de expertgroep Medische Gassen aan een norm voor de slide index van het wandgasafnamepunt. Dit betreft de maatvoering van afnamekoppelingen en afnamepunten die worden toegepast bij medische gassen en vacuüm. Doel van de standaardisatie is dat gebruikers, fabrikanten en leveranciers kunnen waarborgen dat het unieke Nederlandse systeem werkt, blijft werken en dat ook andere belanghebbende partijen tot de Nederlandse markt kunnen toetreden. Daarnaast wordt gewerkt aan een Nederlands Technische Afspraak (NTA) over medische voedingseenheden, als toelichting op de ISO 11197 en aanverwante normen rond medische voedingseenheden. Hierin staan eisen voor alle betrokkenen bij het ontwerp, de fabricage, installatie, inspectie, testen en onderhouden van bedwandpanelen en/of pendelsystemen. Deze eisen hebben onder andere betrekking op segregatie tussen gassen en elektrische componenten, verbindingstechnieken, gebruik van brandveilige materialen, ventilatie, vereff ening en mechanische sterkte. NEN ontwikkelt de NTA in samenwerking met installateurs, fabrikanten, onderhoudstechnici, adviseurs, beheerders en inspecteurs. Meer informatie www.nen.nl

foto • Firma V - AdobeStock | advertorial Medische perslucht- en ademluchtspecialist BOGE altijd voorbereid op extreme situaties Al ruim 50 jaar fabriceert BOGE samen met bekende ziekenhuisinrichters en fabrikanten (zoals Dräger) van medische hulpmiddelen gecertifi ceerde ademluchtsystemen. De veiligheid van de patiënten en de continue beschikbaarheid van de ademlucht zijn hierbij de allerhoogste prioriteit. Daarom heeft BOGE Nederland een ‘plug & play’ installatie beschikbaar die 24/7 bij een ziekenhuis geïnstalleerd kan worden in extreme situaties. V oor ziekenhuizen is een tekort of geen beschikbaarheid aan ademlucht geen optie. Daarom zijn alle medische installaties van BOGE drievoudig en soms wel viervoudig uitgevoerd. Tevens heeft BOGE Nederland een ademluchtinstallatie ter beschikking die voldoende capaciteit heeft om een ziekenhuis ter grootte van het Dijklander ziekenhuis te Purmerend van ademlucht te kunnen voorzien. Daarnaast beschikt BOGE NL over een uitgebreid service team van specialisten van medische persluchtinstallaties die 24/7 beschikbaar zijn voor storingen of plaatsing van tijdelijke ademlucht in het gehele land. Grote uitdaging Sinds 2009 geldt perslucht voor medische systemen als een offi cieel medicijn. Zowel de grote hoeveelheden die nodig zijn als de hoge vereiste zuiverheid van de medische persluchtfi lters vormen een grote uitdaging voor ziekenhuizen. Zo zijn de eisen met betrekking tot de samenstelling van de lucht – die volledig olievrij moet zijn –, gebruikte smeermiddelen, fi lterstraten en de bedrijfszekerheid veel hoger dan bij industriële systemen. Schone ademlucht Voor de verzorging van de patiënten komt alleen absoluut schone ademlucht met een maximale beschikbaarheid in aanmerking. Met de BOGE-behandelingsunits wordt de geproduceerde perslucht in zeven stappen gedroogd, gereinigd en behandeld tot medische perslucht. Preventief onderhoud De compressoren beschikken over een enorme capaciteit en veel van het aangesloten apparatuur in ziekenhuizen is sterk afh ankelijk van de perslucht. Een storing zou een nachtmerrie zijn. Door preventief onderhoud zorgt BOGE dat de kans op storingen minimaal is en de ziekenhuizen kunnen vertrouwen op ‘the air to work’. Doordat er in ziekenhuizen altijd meerdere systemen worden geplaatst, wordt ervoor gezorgd dat tijdens onderhoud de voorzieningen niet onderbroken hoeven te worden. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat de patiënt en de zorgprofessional kunnen vertrouwen op de continuïteit en kwaliteit van de installaties. Ziekenhuizen Nederland Veel ziekenhuizen in Nederland maken al jaren gebruik van de medische perslucht van BOGE, waarvan een aantal in samenwerking met Dräger zijn geïnstalleerd. Enkele voorbeelden van de ziekenhuizen die gebruik maken van BOGE medische ademlucht zijn Rode Kruis te Beverwijk, St. Jansdal te Harderwijk, Erasmus MC te Rotterdam, Maasstad te Rotterdam en het Meander MC te Amersfoort. Over BOGE Met meer dan 112 jaar ervaring behoort BOGE KOMPRESSOREN B.V. tot de oudste fabrikanten van compressoren en persluchtsystemen. Het bedrijf is wereldwijd een van de marktleiders. De onderneming levert haar producten en systemen in meer dan 120 landen over de hele wereld. nl.boge.com/nl 29

huisvesting | In 2019 organiseerde FMT Academie een symposium over het thuisgevoel in de verpleeghuiszorg. Een voorbeeld van centrum dat aansluit bij dit thema is het nieuwe woonzorgcentrum Zierik7 aan de noordzijde van Zierikzee, waarvoor onlangs de eerste paal werd geslagen. H et complex is volgens architectenbureau Gortemaker Algra Feenstra het antwoord op het vraagstuk: ‘Wat maakt een tehuis een thuis’? Het antwoord op deze vraag is het uitgangspunt geweest voor het ontwerp van 93 voordeuren wat resulteert in een stervormige gebouwmassa, waarbij het gebouw opgaat in het omliggende landschap. Op 17 februari 2020 was het zover. Allévo bestuurder Ineke Dekker heeft met één druk op de knop de eerste paal in de grond van de nieuwbouwlocatie geslagen. Tevens heeft Allévo de afgelopen maanden een actie georganiseerd met de medewerkers, cliënten, vrijwilligers, partners en omwonenden en hen gevraagd om mee te denken over een nieuwe naam. De naam Zierik7 heeft de contest gewonnen. De naam Zierik7 verwijst naar de omgeving van het nieuwe Woonzorgcentrum, de stad Zierikzee en naar de vormgeving van het nieuwe gebouw met zeven vleugels met appartementen. Het getal 7 wordt vaak als geluksgetal beschouwd en geluk is precies wat de architecten van Gortemaker Algra Feenstra de bewoners willen bieden. 30 FMT | April 2020 Eigenaarschap en zelfregie De nieuwbouw voor Zierik7 heeft als doelstelling bewoners ook in de laatste fase van hun leven een eigen thuis te geven. Verschillende dwaalroutes zijn uitgestippeld, zodat de bewoners vrij zijn om zich te bewegen in het gehele complex. Voor mensen met dementie is dit belangrijk, omdat dit een gevoel van eigenaarschap en zelfregie geeft. Door het gehele gebouw zijn er herkenningspunten te vinden, zowel bij de woningen als de gemeenschappelijke ruimten van het gebouw.

Wat maakt een tehuis een thuis? Landschapsontwerp Tussen de vleugels van de stervormige gebouwmassa bevinden zich tuinen en pleinen die elk anders zijn ingericht. Het groen van de omgeving wordt zo het gebouw binnengetrokken. Bureau B+B maakt het landschapsontwerp en nam de diversiteit van de tuinen en een grote variatie aan wandelroutes als uitgangspunt. Een leunhek bij de atletiekbaan, oeverplanten en riet langs de vijver en terrassen aan de uiteindes van de woonvleugels voorzien de route van oriëntatiepunten. Meer informatie: www.gaf.eu

veiligheid | tekst • Hugo Huiskamp De COVID-19 uitbraak heeft zich in de wereld uitgebreid naar een wereldwijde pandemie. Deze uitbraak wordt mede gevoed door (nog) onbekende en uit te zoeken eigenschappen van het virus. De onbekende eigenschappen kunnen heel divers zijn en sommige hiervan kunnen mogelijk eigenschappen hebben die van invloed zijn om in een ziekenhuis een epidemische uitbraak te veroorzaken. Zo’n uitbraak is veelal organisatorisch verlammend en kan mogelijk vele doden veroorzaken. Een uitbraak dus die te allen tijde moet worden voorkomen. “B asaal gezien vinden de meeste overdrachten van een virus (met hun benodigde cellen om te overleven) plaats via lichaamscontacten zoals handgeven, zoenen etc. en in mindere mate -maar niet te verwaarlozen- ook door (onzichtbare) druppeltjes tijdens het praten, hoesten e.d. Een virus/cel is en blijft zeer klein en een druppel (onzichtbaar) sputum tijdens het praten kan zeer veel van deze virus-/celcombinaties bevatten. Eigenschappen COVID-19-virus Laten we twee mogelijke ‘onbekende’ eigenschappen van het COVID-19-virus proberen te benoemen en daarbij de risicopreventie voor een ziekenhuisepidemie hiervan aangeven. 1 Het COVID-19-virus kan reeds besmettelijk zijn bij kleinere hoeveelheden. Een normale griep of verkoudheidsvirus heeft 32 FMT | April 2020 Besmetting met een hoog pathogeen virus is op grotere afstand van de patiënt mogelijk een relatief groot aantal virusdeeltjes nodig om ons weerstandsvermogen ‘te penetreren’ en ons ziek te maken. Hoe gezonder een ontvanger is, des te groter is het aantal virusdeeltjes dat 'nodig is' om ons weerstandsvermogen te breken, zich alsnog in ons lichaam te kunnen vermenigvuldigen en ons daarmee ziek te maken. Griep en verkoudheid hebben normaal een groot aantal virusdeeltjes nodig om pathogeen te zijn. Daardoor moeten eventuele druppels waarin het virus met zijn benodigde cellen worden getransporteerd, ook relatief ‘groot’ zijn. Op dit uitgangspunt is de praktijk gebaseerd dat een afstand van circa 2 meter voldoende bescherming biedt, doordat de druppels door de zwaartekracht richting vloer gaan en daardoor onder het directe besmettingsgebied van de medewerkers komen.

Deze afstand is in de toenmalige WIP-richtlijnen dan ook benoemd als veilig ten opzichte van een besmette patiënt. Bij rechtstreeks aanspreken door een hoog pathogeen besmette persoon kan een ander reeds in ‘kwalitatieve zin’ worden besmet door een relatief klein aantal maar grote sputumdruppeltjes. Echter, zoals in de grafi ek van een pratende persoon (p.32) inzichtelijk gemaakt wordt, is een besmetting met bijvoorbeeld een tuberkel bacterie (ca 2 - 5 μm) of een hoog pathogeen virus (zoals misschien het COVID-19) op grotere afstanden ten opzichte van een patiënt zeer goed mogelijk en kan daarmee bijdragen aan een epidemie in een ziekenhuis. Indien hoog pathogene sputumdruppeltjes in een besloten ruimte (zoals in ziekenhuizen veelal aanwezig zijn) worden geproduceerd kan daarmee ook in ‘kwantitatieve zin’ met kleinere druppeltjes een kritische grens worden overschreden, waardoor aanwezige personen mogelijk ziek worden. Een brede kennisverspreiding van deze besmettingsmogelijkheid middels procedures en protocollen kan een epidemische uitbraak misschien voorkomen. 2 Het COVID-19-virus kan zich langer manifesteren buiten de ‘comfortabele’ omgeving van een (menselijk) lichaam. Een normaal virus zoals wij dat kennen -zoals griep of verkoudheid- heeft een relatief korte overlevingstijd buiten de genoemde comfortzone. Hoe kort dit is, is afh ankelijk van de omgeving et cetera, maar is veelal slechts enkele minuten. Overdrachtsrisico's fysieke omgeving Indien het COVID-19-virus zich langer kan manifesteren dan deze enkele minuten, dan zijn er verschillende risicogebieden binnen de gezondheidszorg. Hierbij laten we de normale (medische en zorg-) overdrachtrisico’s buiten beschouwing zoals deze zijn benoemd in de diverse protocollen e.d. Deze zullen voldoende worden nageleefd. Er zijn echter onbedoelde contactoverdrachtmogelijkheden zoals deurklinken, lichtschakelaars e.d. Deze worden veelal zonder nadenken gebruikt en bij een langere residentietijd worden dit onbedoelde bronnen van besmetting. Het ontwerp en/of beheer-, onderhoud van diverse isolatiekamers kan een reden tot zorg geven. Deze, veelal over de gehele instelling Onbedoelde overdrachtmogelijkheden, zoals deurklinken en lichtschakelaars verspreide kamers, zijn soms in het verleden onvoldoende ontworpen om dit soort (vertraagde) besmettingen te voorkomen en draagt daardoor de mogelijkheid dat de besmetting verder wordt verspreid. Voor de eenvoud (en prijsstelling) zijn in het verleden universele isolatiekamers ontworpen en gerealiseerd, waarbij een luchttechnische overstort plaatsvindt vanuit de isolatiekamer naar de (toegang)sluis. Vanuit ontwerp is daardoor aan de gestelde eisen voldaan dat er een gesluisde kamer is met een onderdruk in de toegangssluis (zie afb eelding). Helaas is met dit ontwerp en realisatie niet voldaan aan kritische preventiemaatregelen met betrekking tot hoge besmettingsrisico’s. In dit ontwerp kan namelijk besmette lucht binnen enkele minuten vanaf de patiënt worden getransporteerd naar de (omkleed)sluis waar de betreff ende medewerker zich ontdoet van besmette kleding en daardoor alsnog een besmetting oploopt. Er zijn andere risicogebieden in een ziekenhuis Dwarsdoorsnele isolatiekamers op basis van dit model: - De wachtkamer van de bloedafname. Patiënten met diverse (onbekende) klachten worden hier naar doorverwezen door o.a. huisartsenposten. Veelal is deze wachtruimte een onderdeel van het centrale gangsysteem. De luchtcirculatie is aldaar meestal ergens tussen de 2 en 4 wisselingen per uur. Hierdoor kunnen eventuele uitgehoeste - of uitgeademde besmette druppeltjes relatief lang (mede door de turbulentie van lopende personen) in de besmettingsgevarenzone blijven en daarmee een epidemie veroorzaken voordat ze op vloerniveau worden gedeactiveerd of door de luchtafvoer voorziening kunnen worden afgevoerd. De centrale hal. Deze is om diverse redenen veelal groot opgezet. Luchttechnisch is deze op energetische en kostengronden hierdoor (zeer) slecht te circuleren, vooral op vloer- en lage niveaus. Eén besmet persoon die zich in of door zo’n hal verplaatst kan hierdoor ook op eenvoudige wijze een epidemie veroorzaken. De lage lucht circulaties alsmede de veroorzaakte turbulenties dragen zorg dat er eerder rekening gehouden moet worden met de afdodingstijd dan dat de besmette lucht wordt afgevoerd of door de zwaartekracht onder het directe besmettingsgebied van de medewerkers komen. Over de auteur Hugo Huiskamp is deskundige op het gebied van besmettinsgpreventie en auteur van het boek ‘Besmettingspreventie in de gezondheidszorg’. Het boek is verkrijgbaar via Bol.com 33

huisvesting | tekst • Wilma Schreiber Afgelopen jaar startte het Antonius Ziekenhuis met de vernieuwing van de afdeling radiologie. Allereerst werden de mammografie- en echografieruimten verbouwd, later dit jaar gevolgd door vervanging van alle apparatuur. Tegelijkertijd werden de ruimten zelf aangepast aan de eisen van deze tijd, zodat ze weer tien jaar mee kunnen. De renovatie vindt plaats in het kader van de regiofunctie die het Antonius Ziekenhuis wil behouden: het leveren van uitstekende basiszorg en aanvullende specialistische zorg. a het opstellen van een programma van eisen voor de nieuwe apparatuur volgde in maart een bezoek aan het ECR (European Congress of Radiology) in Wenen. Ook werd gekeken naar de ruimten waar de apparatuur kwam te staan. “Patiëntpaden stonden daarbij centraal, daar hebben we heel goed naar gekeken. Patiënten is ook gevraagd om mee te denken over de inrichting van een kamer, omdat we er wat meer sfeer in wilden brengen”, verklaart Cristel Muitjens, unitleider van de afdeling radiologie bij het Antonius Ziekenhuis. Daarnaast kregen mammografie en echografie elk een eigen ruimte. 34 FMT | April 2020 “De patiënt komt nu niet meer in een kamer vol apparatuur en hoeft niet langer in een klein hokje te wachten, maar kan plaatsnemen in een aparte kleine wachtruimte tot de arts besluit of echografie nodig is.” Patiëntbeleving wordt steeds belangrijker en was leidend bij de integrale aanpak van de afdeling. Medewerkers van het ziekenhuis werd gevraagd mee te denken over de meest praktische indeling voor henzelf én de patiënt. In een aparte projectruimte werden ideeën geïnventariseerd, risico’s doorgesproken en gezamenlijk werden radiologieafdelingen elders bezocht. Uiteindelijk werd het aantal tekeningen teruggebracht van dertien naar één. “De wachtkamer en de verlichting zijn vriendelijker, de kamers netter met nieuwe vloerbedekking, en de look & feel van de apparatuur is wat minder technisch. Daarnaast hebben we de huisstijl geënt op de regio, met herkenbare, landelijke fotografie. Laagdrempelig en plezierig”, aldus Klaas Pieter Koopmans, nucleair geneeskundige bij het Antonius Ziekenhuis. Flexibiliteit De eerste uitdaging lag in de fasering, aangezien de renovatie volledig plaatsvond in patiëntgebied. “Dat vergde veel flexibiliteit van bouwers, de afdeling en patiënten, om te zorgen dat dat goed en veilig gebeurde en dat patiënten er zo weinig mogelijk last van had

In de nieuwe mammografieruimte is de look & feel van de apparatuur wat minder technisch. Daarnaast is de huisstijl geënt op de regio, met herkenbare, landelijke fotografie. den”, stelt Pascal van Heesch, projectmanager Facilitair bedrijf bij het Antonius Ziekenhuis. “Het timen van bijvoorbeeld boren helpt dan enorm. Laboranten waren erg betrokken en hebben een lijst gemaakt met tot op de minuut nauwkeurig wat goede momenten waren. Met als resultaat: geen enkele klacht vanuit patiënten of medewerkers in de eerste bouwfase.” Een tweede breinbreker was het feit dat mammografie en echografie verbouwd moesten worden op de bestaande vierkante meters, uitbreiden was geen optie. “We hadden overal precies één kamer voor. Als je verbouwt, kun je niet gelijk onderzoek doen. Dus moest de verbouwing zo snel mogelijk en kwam de planning heel precies”, zegt Koopmans. Eerst werden de medewerkers mammografie en de apparatuur verhuisd, terwijl echografie tijdelijk in een oude typekamer werd gehuisvest. In de oude mammografieruimte werden vervolgens twee echografiekamers gemaakt. “Nu ze apart staan van mammografie kunnen andere specialismen ze ook gebruiken, dat is een voordeel”, aldus Van Heesch. “Wel hebben we lang gepuzzeld op de wachtruimte bij mammografie. Uiteindelijk bleek het opgeven van een overbodig toilet de oplossing.” De nieuwe mammografieapparatuur werkt met 3D (zie kader pag. 36), een landelijke ontwikkeling waar het Antonius Ziekenhuis in mee wilde. “In het verleden hadden we platte Aparte echografiekamers hebben als voordeel dat ze ook door andere specialismen te gebruiken zijn. 2D afbeeldingen, met 3D zie je precies waar de afwijking zit en kun je gericht een punctie nemen. Als die sensitiviteit en specificiteit beide omhoog gaan, is dat winst voor de diagnostiek”, stelt Koopmans. “Daarnaast is het minder belastend voor de patiënt, omdat het onderzoek sneller gaat. Dat betekent ook dat we meer patiënten kunnen onderzoeken in dezelfde tijd.” Inmiddels is met de renovatie van mammografie en echografie de eerste fase afgerond. 35 >>

V.l.n.r. Klaas Pieter Koopmans, Cristel Muitjens en Pascal van Heesch in een van de nieuwe echografieruimten. 3Dimensions mammograaf >> Nieuwe apparatuur Dit jaar staan nog andere projecten op stapel: voor de bouwvak komt de nieuwe SPECT-CT in de lucht en na de bouwvak volgen de MRI en CT. “De laatste twee pakken we tegelijkertijd aan omdat beide ruimten met de rug tegen elkaar staan. Zo zorgen we ervoor dat bouw en personeel, patiënten en bezoekers geen last van elkaar hebben”, verklaart Van Heesch. “Voor de SPECT-CT is een volledig nieuwe elektraverdeler nodig; bij de MRI kunnen we volstaan met een upgrade van de elektronica. De nieuwe CT is veel groter en zwaarder, dat betekent dat we ruimte, elektra en koeling moeten aanpassen. Bovendien kan hij kan niet in de lift of door het raam naar binnen, de pui moet eruit om hem naar binnen te tillen.” Door de verbouwing zou het Antonius Ziekenhuis twee weken niet kunnen beschikken over een CT/MRI; lastig omdat patiëntstromen doorgaan en kritische patiënten bovendien niet te vervoeren zijn. “Dus hebben we de timing aangepast, om ervoor te zorgen dat de patiëntenzorg niet in het geding komt. Eerst komt de SPECT-CT, die is dan inzetbaar als CT voor acute patiënten. Voor anderen wordt een externe bus geregeld. Voor de MRI zoeken we nog naar een oplossing”, zegt Koopmans. Ook bij deze projecten is de inrichting van afdeling en ruimten onder de loep genomen. “In de bestaande bouw moet je met een bed 36 FMT | April 2020 drie keer een hoek om om bij de scanner te komen. We gaan nu bergruimten en kasten anders neerzetten en de entree voor bedden verplaatsen; zowel logistiek als arbotechnisch een verbetering”, aldus Van Heesch. Ook qua verlichting gaat de afdeling erop vooruit, met armaturen van Loerakker Led Line – een energiebesparing van 90%. “Voor radiologie zijn die voorzien van drie standen: zo donker mogelijk voor onderzoek, met alleen licht op patiënt en toetsenbord , zo plezierig mogelijk voor wanneer de patiënt binnenkomt en vervolgens full blast voor de schoonmaak. Precies zoals je het als radioloog hebben wil”, zegt Koopmans. Uniforme software op alle apparatuur op de afdeling maakt verder uitwisseling van laboranten mogelijk. “De interface is overal hetzelfde, de bediening vergelijkbaar.” Muitjens ziet uit naar de komst van de nieuwe apparatuur. “Met alle modaliteiten zitten we nu tegen de grens aan qua capaciteit. De nieuwe SPECT-CT doet zijn werk in ongeveer de helft van de tijd. Dat is plezieriger voor de patiënt en helpt ons de wachtlijsten te verkorten. Ook in dit project is de logistiek weer de grootste uitdaging. Er zal veel afstemming nodig zijn om de patiëntenstroom zo min mogelijk in het gedrang te laten komen en zo weinig mogelijk bouwoverlast te bezorgen. Tot nu toe is ons dat gelukt.”  Met de 3D-technologie van de 3Dimensions wordt de borst onder een kleine hoek in 15 opnamen gefotografeerd met een lage dosis röntgenstraling. Deze opnamen worden gereconstrueerd in plakjes van 1 mm dikte. Dit heeft als groot voordeel dat eventueel afwijkend weefsel niet verborgen blijft door bovenliggend weefsel. Bij de 3Dimensions dient de borst nog steeds te worden samengedrukt omdat er dan minder straling nodig is en de borst niet kan bewegen. Dat samendrukken wordt door veel vrouwen als pijnlijk of onprettig ervaren. Het goede nieuws is dat de 3Dimensions ook voorzien is van een nieuwe compressieplaat om de borst te comprimeren; SmartCurve Breast Stabilization System. Deze compressieplaat heeft een glooiende vorm, die de vorm van de borst respecteert en zorgt voor een gelijkmatiger compressie op de borst. Meer informatie: www.trompmedical.com Smart curve paddle

| advertorial Miele Professional: hygiëne is nergens zo belangrijk als in de zorg Het is een bijzondere tijd. De zorgsector presteert op de toppen van haar kunnen om de huidige gezondheidscrisis het hoofd te bieden. Alle apparaten van Miele Professional leveren een belangrijke bijdrage aan de bescherming van zowel medewerkers als patiënten. Het bedrijf neemt de verantwoordelijkheid die het daarmee draagt zeer serieus en zorgt ervoor dat de machines die voor de zorg ontwikkeld worden niet alleen voldoen aan de wettelijke hygiënevoorschriften, maar veel verder gaan dan dat. D it geldt voor wasmachines, maar zeker ook voor vaatwassers. De nieuwste verswaterspoelsystemen van Miele Professional zijn speciaal ontwikkeld voor de zorg en voldoen aan de allerhoogste eisen op het gebied van hygiëne. Waarom een verswaterspoelsysteem? Er zijn twee spoelsystemen: een tankspoelsysteem en een verswaterspoelsysteem. In een tankspoelsysteem wordt een tank met water constant op een soptemperatuur van 65°C gehouden. Dit water wordt bij iedere spoelbeurt voor een groot deel hergebruikt. Een spoelbeurt duurt hierdoor maar een paar minuten. Door het hergebruiken van water en de korte procestijden, voldoet deze manier van spoelen echter niet aan de hygiëne-eisen die in zorginstellingen gelden. In zorginstellingen worden machines met een verwaterspoelsysteem ingezet. Vaatwassers met een verswaterspoelsysteem vernieuwen na elke spoelfase het water. Afh ankelijk van het gekozen programma wordt bij iedere spoelfase voldoende tijd genomen om de gewenste reiniging, droging of desinfectie te bereiken (zie afb eelding). Deze werkwijze zorgt voor reinigingsresultaten met een zeer hoge hygiënische standaard, passend bij de eisen van zorginstellingen. Verloop desinfectie programma verswatermachine Miele Professional Geen concessies Verswatermachines van Miele Professional zijn niet alleen hygiënisch, maar ook zeer snel. Een compleet programma duurt tussen de 10 en 30 minuten. Er is dus geen reden meer om concessies te doen op de hygiëne of de snelheid. Miele Professional 0347-378884 professional@miele.nl miele.nl/professional 37

technologie | MARTINI ZIEKENHUIS tekst • Martini Ziekenhuis Investeert in innovatieve diagnostiek voor hartpatiënten Samen met medisch specialisten werkzaam in het eigen ziekenhuis en leverancier IBA investeert het Martini Ziekenhuis in de ontwikkeling van een innovatief mini-cyclotron voor de diagnostiek bij hartpatiënten. Dit mini-cyclotron wordt het eerste in Europa waarin op deze kleine schaal radioactieve stoff en voor hartscans worden gemaakt. Deze stof gebruikt het ziekenhuis voor het onderzoek in een PET CT-scanner. Klaas Pieter Koopmans, nucleair geneeskundige, bij een PET CT-scanner in het Martini Ziekenhuis 38 FMT | April 2020

M et dit onderzoek kan zuurstoftekort in het hart zeer nauwkeurig in beeld worden gebracht. Hierdoor kan precies worden gekeken waar de afwijkingen zitten, zodat nog beter te bepalen is wat de beste behandeling is voor de patiënt. Ton Tiebosch, lid van de Raad van Bestuur: “Het aantal hartpatiënten in het Noordoosten van Nederland is relatief hoog. Veel van hen komen naar het Martini Ziekenhuis voor onderzoek en behandeling. Met onze partners binnen HartNet werken we intensief samen aan de beste hartzorg in onze regio. De investering in deze nieuwe manier van diagnostiek levert hier een belangrijke bijdrage aan.” Naar verwachting trekt deze vernieuwende onderzoeksmethode, naast de patiënten in het verzorgingsgebied van HartNet, ook patiënten van buiten de regio. Er zijn nu al ziekenhuizen in het omliggende gebied die geïnteresseerd zijn in deze innovatie. Nauwkeurige diagnoses Het mini-cyclotron maakt een radioactieve stof die via een infuus bij de patiënt wordt ingebracht. Met behulp van de PET CT-scanner wordt dan zichtbaar gemaakt waar de afwijking zit. Klaas Pieter Koopmans, nucleair geneeskundige: “Met deze nieuwste techniek is een snellere en meer nauwkeurige diagnose mogelijk bij hartpatiënten. We brengen verstoppingen in bloedvaten uiterst precies in beeld. Met dit onderzoek kan de behandelend arts bepalen of een dotterbehandeling zinvol is. En zo ja, op welke precieze locatie de arts deze dotterbehandeling moet uitvoeren voor het allerbeste resultaat.” Onafhankelijk en patiëntvriendelijk Met dit unieke mini cyclotron kan het Martini Ziekenhuis zélf licht radioactieve stoffen maken. Het Martini Ziekenhuis is nu voor de meeste onderzoeken afhankelijk van externe leveranciers. Vervoer van radioactieve stoffen is lastig en duur, een file kan de kostbare stoffen al onbruikbaar maken. De komst van dit nieuwe mini-cyclotron maakt vervoer naar het Martini Ziekenhuis via de weg overbodig. Omdat het stofje in het ziekenhuis geproduceerd wordt en dus snel toegediend kan worden bij de patiënt, is een hele kleine hoeveelheid voldoende. Dit is minder belastend voor de patiënt en medewerkers. Wybe Douwe Kloppenburg, voorzitter van het Medisch Specialistische Bedrijf Martini: “We zijn blij dat we als artsen met deze investering de ontwikkeling van deze innovatieve techniek mogelijk maken samen met het Martini Ziekenhuis. Nu we dite cyclotron in huis halen, kunnen we een flinke stap voorwaarts zetten in de diagnostiek en behandeling van hartpatiënten.” Naar verwachting kunnen de eerste patiënten medio 2021 onderzocht worden. Ontwikkeling en bouw Het contract met leverancier IBA is intussen getekend. Nu kan gestart worden met de ontwikkeling en bouw van het cyclotron. In totaal neemt het traject tot ingebruikname zestien maanden in beslag. Bruno Scutnaire, President IBA RadioPharma Solutions: “IBA will bring a solution based on its long-standing PET cyclotron expertise and through an innovative and a collaborative approach with Martini Ziekenhuis' team. IBA will also collaborate with partners (including universities) through a cluster in Wallonia, Belgium made to support such a project requesting various fields of expertise. Continuous innovation is in IBA's DNA. We like to take such challenges and bring them to success. Our knowledge in NH3 cyclotron based production will help us optimize this new solution. We are sincerely happy to have been selected by specialists from Martini Hospital.” Sneller en nauwkeuriger hartdiagnostiek

technologie | tekst • Kevin Schrantz Als de batterij van je mobiele telefoon leeg is, is dat lastig. Maar als je medische implantaat zonder stroom zit, is dat een heel ander verhaal. H et risico dat de stroomaanvoer stokt, vooral omdat patiënten zich niet houden aan de oplaadvoorschriften, betekent dat meestal werd gekozen om nietoplaadbare, primaire batterijen toe te passen in implantaten. Li-ion oplaadbare batterijen hebben een marktaandeel van ongeveer 15%. Maar wanneer een niet-oplaadbare batterij het einde van zijn levensduur bereikt, is een invasieve chirurgische ingreep bij de patiënt nodig om de batterij te vervangen. Op die manier kunnen de kosten op lange termijn hoger uitvallen voor niet-oplaadbare batterijen, zelfs met een lagere initiële prijs. Vandaag de dag moeten oplaadbare batterijen worden overwogen voor alle medische implantaten - zowel om technologische redenen als 40 FMT | April 2020 vanwege de verschuiving naar 'verantwoorde zorg'. Technologietrends Implantaten met herlaadbare batterijen hebben wel een aantal nadelen. Ze kosten in eerste instantie meer, omdat ze complexer zijn, en ze moeten met een oplader worden geleverd. Dit wordt gecompenseerd door een langere levensduur en lagere lopende kosten, omdat er minder vaak handelingen nodig zijn voor het vervangen van de batterij. Er zijn ook praktische consequenties. Zo moet de patiënt om de paar dagen met een oplader worden verbonden. Bovendien maakt het laadcircuit dat de batterij tot maximaal 6 mm onder de huid kan worden bevestigd. De oplaadtijd wordt echter steeds korter, met typische oplaadtijden van aanvankelijk twee uur naar nu één uur, of zelfs minder. Oplaadbare batterijen zijn kleiner dan primaire batterijen, wat een voordeel is in het licht van de trend naar miniaturisering van apparaten. Een andere trend is dat nieuwe apparaten vaak een veel hoger vermogen nodig hebben, wat de werkingsduur van een primaire batterij verkort, zodat die eerder moet worden vervangen. Nalatigheid ondervangen Oplaadbare batterijen zijn niet goedgekeurd voor levensondersteunende toepassingen, omdat patiënten hun oplader kunnen verliezen of kapot maken, of gewoonweg vergeten de batterij op te laden. Voor andere implantaten, bijvoorbeeld pijnverlichtende apparaten die het ruggenmerg stimuleren, zijn oplaadbare batterijen een steeds aantrekkelijker optie. Echter, het niet naleven van de voorschriften door de patiënt is ook hier nog steeds een probleem.

| technologie Voor de meeste oplaadbare batterijen kan het volledig ontladen ervan schade veroorzaken en hun oplaadcapaciteit verminderen Voor de meeste oplaadbare batterijen kan het volledig ontladen ervan schade veroorzaken en hun oplaadcapaciteit verminderen. Daarom moeten volgens de fabrieksnorm oplaadbare apparaten, als ze twee keer te diep ontladen zijn, worden vervangen. Dit probleem wordt ondervangen met Quallion Zero-Volt™ Li-ion batterijen, die bestand zijn tegen het herhaald niet-naleven van de oplaadvoorschriften door de patiënt. Hun oplaadcapaciteit blijft hierbij op peil. Zero-Volt betekent ook dat deze batterijen langdurig kunnen worden opgeslagen in een diepe ontladingstoestand zonder permanent capaciteitsverlies. Met Zero-Volt is het ook mogelijk om de batterij volledig te ontladen, wat een uitkomst is bij het aansluiten van de batterijen op kwetsbare systemen of bij het implanteren van de batterijen in het lichaam. Verantwoorde zorg en batterijkeuze Ongeveer de helft van de verkoop van implanteerbare apparaten heeft te maken met vervanging, vaak omdat de batterijen het einde van hun levensduur bereiken. Er is dus weinig stimulans voor leveranciers van medische apparaten, of andere stakeholders in de gezondheidszorg, om over te schakelen op oplaadbare batterijen, die minder vaak vervangen hoeven te worden. Dit is aan het veranderen, mede door de in 2010 in de Verenigde Staten ingestelde Affordable Care Act (ACA), die tot doel heeft de kosten van de gezondheidszorg onder 41

technologie | controle te houden. ACA stimuleert artsen, ziekenhuizen en andere zorgverleners om de zorgverlening te coördineren, de efficiëntie te verbeteren en de kosten te verlagen. In dit 'accountable care'-model nemen verticaal geïntegreerde zorginstellingen de verantwoordelijkheid voor de langdurige zorg van een bepaalde groep patiënten op zich, waardoor korte-termijn denken niet langer de overhand heeft. Er is ook een verschuiving van puur financiële afwegingen naar een holistische visie, waarbij rekening wordt gehouden met maatschappelijk welzijn en productiviteit. In het model voor verantwoorde zorg is de optie, die in eerste instantie misschien duurder is, op de lange termijn qua kosten gunstiger en is ook nog eens het beste voor de patiënt. Deze verandering van korte-termijn naar lange-termijn denken betekent dat een oplaadbare batterij de voorkeur kan krijgen boven een niet-oplaadbare batterij. Immers, er zijn minder vervangingsprocedures nodig, zodat de lopende kosten lager zijn en de patiënt minder operaties hoeft te ondergaan. Conclusie Vandaag de dag zou een verantwoorde zorgaanpak de belangrijkste factor moeten zijn bij het ontwerpen van een medisch hulpmiddel en de keuze van de bijbehorende stroomvoorziening. Tegelijkertijd hebben technologische verbeteringen op het gebied van oplaadbare batterijen veel eerdere bezwaren overwonnen. Bijvoorbeeld de Zero-Volt technologie die bestand is tegen het niet op de juiste manier opladen. Voor elk nieuw implanteerbaar product moeten ontwerpers dan ook serieus oplaadbare batterijen overwegen als hun favoriete energiebron.  Meer informatie: https://medical.enersys.com/ Over de auteur Kevin Schrantz is directeur Global Medical bij Quallion®, de divisie medische batterijen van EnerSys®, die de wereldwijde markt voor oplaadbare en primaire Li-ion batterijen bedient. Met meer dan 20 jaar ervaring als business development manager heeft Kevin de Quallion® medische businesslijn uitgebreid, waardoor EnerSys® wereldwijd een toonaangevende leverancier van implanteerbare medische batterijen is geworden. Kevin leidde daarvoor de business development activiteiten voor de lucht- en ruimtevaartdivisie van EnerSys®. In die tijd is EnerSys® voorkeursleverancier van batterijen geworden voor de belangrijkste contractors in deze industrietak. Kevin begon zijn carrière in de automobielindustrie en trad toe tot EnerSys® via een acquisitie van een start-up op het gebied van Li-ion batterijen in de lucht- en ruimtevaartindustrie. Als voormalig professioneel autocoureur studeerde Kevin cum laude af in de lucht- en ruimtevaarttechniek aan de Universiteit van Colorado Boulder. Over Enersys® EnerSys®, de wereldwijde leider in energie-opslag oplossingen voor industriële toepassingen, produceert en distribueert voor klanten over de hele wereld reserve-energie- en tractiebatterijen, acculaders, voedingsapparatuur, batterij-accessoires en behuizingsoplossingen voor buitenapparatuur. Tractiebatterijen en acculaders worden gebruikt in elektrische vorkheftrucks en andere commerciële elektrisch aangedreven voertuigen. Reserve-energieaccu's worden gebruikt in de telecommunicatie- en nutssector, UPS-en en talrijke toepassingen die energie-opslag oplossingen vereisen, zoals medische, lucht- en ruimtevaart- en defensiesystemen. De outdoor behuizingen worden gebruikt in de telecommunicatie-, kabel-, nuts- en transportindustrie en door klanten bij de overheid en defensie. Het bedrijf biedt ook aftermarket- en klantenondersteuningsdiensten in meer dan 100 landen via zijn verkoop- en productielocaties over de hele wereld. Door de recente acquisitie van Alpha® levert EnerSys® sterk geïntegreerde energie-oplossingen en -diensten aan klanten die actief zijn in de breedband-, telecom-, hernieuwbare-energie- en industriële sectoren. 42 FMT | April 2020

| actueel Nieuwe datum Totaal OK 2020 Door het coronavirus is congres en beurs Totaal OK 2020 verzet naar maandag 23 november. De congresorganisatie hoopt iedereen op deze nieuwe datum in congreslocatie Supernova in de Jaarbeurs te Utrecht mogen begroeten. Mocht u onverhoopt verhinderd zijn dan is uw toegang tot het congres overdraagbaar aan een collega. Meer informatie: www.totaalok.nl DMEA Berlin 16-18 juni nieuwe datum Messe Berlin www.dmea.de NVTG Congres 1 oktober nieuwe datum Hart van Holland, Nijkerk www.nvtg.nl KAW helpt gemeenten met woonzorgvisie Samen met gemeenten wil architecten- en adviesbureau KAW een goede zorgsteunstructuur op lokaal niveau realiseren. Met deze woonzorgvisies krijgen gemeentes inzicht in de aantallen zorgvragers, doelgroepen, toekomstscenario’s en de verschillende kernen van het dorp of gebied. KAW helpt gemeenten met het bepalen van een visie, beleid en de eerste processtappen. KAW geeft al jaren richting aan wonen met zorg in gemeenten en zet zorg en behoeftes van ouderen en mensen met een beperking centraal. Uit recent onderzoek van de door de overheid ingestelde taskforce Wonen en Zorg is gebleken dat 80% van de gemeenten geen woonzorgvisie heeft. Meer informatie: www.fmtgezondheidszorg.nl Interclean Amsterdam 3-6 november nieuwe datum RAI Amsterdam www.intercleanshow.com Medica 16-19 november, Messe Düsseldorf www.medica.de Slim muziekkussen voor mensen met dementie Ruim 46% van de bewoners in Nederlandse zorghuizen ligt regelmatig wakker door slaapproblemen. Door een ziekte zoals dementie vallen mensen moeilijk in slaap en is nachtelijk dwalen een veelvoorkomend probleem in de zorghuizen. Zorginnovatiebedrijf Qwiek brengt dit jaar een nieuw product op de markt om hier een oplossing voor te bieden: de Qwiek.snooze. De eerste resultaten laten zien dat dit slimme muziekkussen helpt om ontspannen in slaap te vallen en tot rust te komen in bed. Meer informatie: www.qwiek.eu 43 Totaal OK 23 november nieuwe datum Jaarbeurs Utrecht, Supernova www.totaalok.nl Topics in IC 8 en 9 december Van der Valk Exclusief Hotel, Utrecht www.topicsinic.nl Vakbeurs Facilitair 27-29 januari 2021, Jaarbeurs Utrecht www.vakbeursfacilitair.nl Support 21-24 oktober nieuwe datum Jaarbeurs Utrecht www.supportbeurs.nl Info Security 28-29 oktober, Jaarbeurs Utrecht www.infosecurity.nl Zorg & ICT 27-29 oktober nieuwe datum Jaarbeurs Utrecht www.zorgenict.nl Masterclass Zorgnetwerk 29 oktober, 12 en 26 november, Hierden www.essenburgh.com Agenda Dutch Technology Week 8-13 juni, verschillende locaties www.dutchtechnologyweek.com

NVTG | Alle komende NVTG-activiteiten afgelast of uitgesteld In Nederland gelden vanaf eind maart 2020 verder aangescherpte maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus, waarbij alle bijeenkomsten in Nederland tot 1 juni 2020 zijn verboden. NVTG-congres en ALV uitgesteld De NVTG heeft moeten besluiten het NVTG congres van 9 april 2020 uit te stellen en ook de ALV van de NVTG die gepland was op 8 april gaat op die dag niet door. Als nieuwe data zijn woensdagavond 30 september en 1 oktober 2020 vastgesteld. De locatie blijft ongewijzigd Hart van Holland in Nijkerk. Ook het Belgische Zorg.Tech congres van 7 mei 2020 in Antwerpen is uitgesteld. In lijn met de maatregelen van de overheid gaan alle geplande NVTG regiobijeenkomsten tot 1 juni niet door en worden uitgesteld of afgelast. Alle bestuursvergaderingen, regio-vergaderingen of werkgroep vergaderingen gaan niet fysiek door maar in overleg slechts digitaal via Skype, MS Teams of conference calls. Dagvoorzitter Paul Iske Het thema van het NVTG congres van oktober is ‘Compliance van zorgvastgoed’. Paul Iske is dagvoorzitter en tevens keynote spreker. Paul Iske is gepromoveerd in de theoretische natuurkunde en Hoogleraar Open Innovation & Business Venturing verbonden aan de School of Business and Economic van de Universiteit Maastricht. Hij is tevens oprichter en Chief Failure Offi cer van het Instituut voor Briljante Mislukkingen, met als doel begrip te kweken voor de complexiteit van innovatie en ondernemen. Paul heeft een advies- en spreekpraktijk, gespecialiseerd in innovatie, kennismanagement en creativiteit. Hij werkt samen met een aantal partijen op het gebied van ‘Next Generation Compliance’, waarbij compliance centraal staat in een toenemende dynamische en complexe wereld. Alle inschrijvingen van deelnemers en standhouders zullen we graag gestand houden tot oktober en we hopen elkaar dan weer gezond en wel te treff en. 44 FMT | April 2020 NVTG en COVID-19-infectiepreventie Desondanks kunnen we nog steeds onze krachten bundelen en digitaal onderling kennis delen. Geconfronteerd met een onbekend coronavirus is het delen van kennis en onderling samenwerken de beste remedie. NVTG faciliteert kennisdeling en verwijst graag door naar handboeken, richtlijnen en praktische handleidingen over de infectiepreventie van COVID-19 en hoe technische installaties daarbij veilig gebruikt en beheerd kunnen worden. De publicatie van deze artikelen is een van de beste manieren om de moed en wijsheid te onderstrepen die onze gezondheidswerkers de afgelopen maanden wereldwijd tonen en hebben getoond. Respect gaat uit naar die mensen die voor ons allen in de frontlinie staan om zieken te behandelen en/ of de gevolgen van het corona virus te bestrijden. Gaandeweg zal steeds meer kennis en best practices beschikbaar komen. In Nederland verwijzen we naar RIVM en de Rijksoverheid. Als aanvulling hebben we een aantal buitenlandse handleidingen, journals en richtlijnen verzameld, waarvan enkele NVTG leden ons hebben getipt dat ze er veel aan gehad hebben als leidraad voor hun dagelijkse handelen. Natuurlijk willen we die jullie niet onthouden; je vindt ze op de NVTG-site. Meer informatie: www.nvtg.nl Kalender NVTG congres 2020: 1 oktober

| bedrijvenindex ADVIESBUREAU CLEANROOMS DEUREN HUISVESTING Sweegers en de Bruijn bv Europalaan 12g, 5232 BC ’s-Hertogenbosch T 088 030 7300 www.swebru.nl Ropa Systems BV Belleweg 9, 5711 DH Someren T +31 (0)493 473637 www.ropasystems.nl Vestiging Doorwerth Record Automatische Deuren B.V. Cardanuslaan 30 Postbus 67, 6865 ZH Doorwerth T 026-3399777 F 026-3399770 www.record-automatischedeuren.nl Valstar Simonis Veraartlaan 4 2288 GM Rijswijk T 070 307 22 22 E rijswijk@valstar-simonis.nl www.valstar-simonis.nl Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a, 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.nl Vestiging Oosterhout Record/Van Nelfen Deurtechniek Houtduifstraat 6 Postbus 565, 4900 AN Oosterhout T 0162-447720 GEBOUWBEHEERSYSTEEM Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a, 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.nl Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com INSTALLATEUR OK Consultancy Nederland (OKCN) Postbus 2102, 5202 CC ’s-Hertogenbosch T (0)73 62 34 381 www.okcn.nl BOUWBEDRIJVEN Interflow De Stek 15, 1771 SP Wieringerwerf T (0227) 60 28 44 www.interflow.nl Sauter Building Control Nederland BV Postbus 20613, 1001 NP Amsterdam T 020 - 587 67 00 www.sauter.nl GORDIJNSTOFFEN ULC Installatietechniek b.v. Labradordreef 18 Postbus 2405 3500 GK Utrecht T +31 30 26 50 500 www.ulcgroep.nl MedicomZes Amsterdam T 020 696 68 86 E amsterdam@medicomzes.nl MedicomZes Groningen T 050 549 54 95 E groningen@medicomzes.nl www.medicomzes.nl BRANDVEILIGHEID M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl Witlox Brandveiligheid BV Nieuwstraat 30 5491 VD Sint-Oedenrode T 0858771198 www.witlox-brandveiligheid.nl 45 INSPECTIES & LOGBOEKBEHEER Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com Vescom Nederland B.V. Sint Jozefstraat 20, 5753 AV Deurne Postbus 70, 5750 AB Deurne T +31 493 350 767 E nederland@vescom.com www.vescom.nl DiiP BV Inspecties en logboekbeheer Hartveldseweg 34 B, 1111 BG Diemen Postbus 298, 1620AG Hoorn T 020 6680069 www.diip.nl

bedrijvenindex | IT & SOFTWARE Ultimo Software Solutions bv Waterweg 3 - 8071 RR Nunspeet T +31(0)341 – 423737 www.ultimo.com LUCHTBEHANDELING MEDISCHE GASSEN EN BEWAKING/MONITORING OPLEIDINGEN TPS technology Benelux B.V. Postbus 196 2130 AD Hoofddorp Contactpersoon E. Schrijver T +31 23 531 75 41 www.tpstechnology.nl www.tpstechnology.de Hogeschool Rotterdam G.J. de Jonghweg 4-6 3015 GG Rotterdam T 010 794 48 90 www.hogeschoolrotterdam.nl OPERATIEKAMERS Altop International: exclusief vertegenwoordiger van Euroclima Matjeskolk 23 7037 DZ Beek T 0314 67 51 10 www.euroclima.nl MEDISCHE PERSLUCHT MEDISCHE GASSEN DISTRIBUTIE SYSTEMEN Interflow De Stek 15, 1771 SP Wieringerwerf T (0227) 60 28 44 www.interflow.nl Dräger Nederland B.V. Huygensstraat 3-5, 2721 LT Zoetermeer T 079 – 344 44 888 www.draeger.com MEUBELSTOFFEN Berko Kompressoren Havenweg 14 - 6603 AS Wijchen T 024 - 641 11 11 www.berko.eu Partner van Dräger BOGE KOMPRESSOREN B.V. Spaceshuttle 8B, 3824 ML Amersfoort T +31 33 456 15 86 E benelux@boge.com www.boge.com/nl MEDISCHE GASSEN Elinex Power Solutions Wolweverstraat 15 2984 CE Ridderkerk T +31 (0)180 72 13 59 www.elinex.com Linde Healthcare Benelux De keten 7 Postbus 325, 5600 AH Eindhoven T +31 40 28 25 825 www.linde-healthcare.nl Vescom Nederland B.V. Sint Jozefstraat 20, 5753 AV Deurne Postbus 70, 5750 AB Deurne T +31 493 350 767 E nederland@vescom.com www.vescom.nl NOODSTROOM Q-bital Rob van Liefland Benelux & Nordic E robvanliefland@young-medical.com M +31 6 54 78 58 76 www.vanguardhs.com MANN+HUMMEL Vokes Air BV 1e Garnizoensdok 7 3539 JA Nieuwegein Tel 030-6868080 www.airfiltration.mann-hummel.com M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl PERSOONSBEVEILIGING SYSTEMEN Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com Ooperon Mijkenbroek 25 4824 AA Breda T + 31 76 57 230 30 www.ooperon.nl PROJECTINRICHTING M-Projectservice BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 40 292 79 50 www.m-projectservice.nl STRALINGSWERING Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a, 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.nl Tinnemans Medical Design BV Belleweg 9, 5711 DH Someren T +31 (0) 493 472399 www.4medicaldesign.com 46 FMT | April 2020

| bedrijvenindex STRALINGSWERING VALIDATIE VLOEREN WASMACHINES Tinnemans Medical Design BVBA Gildenstraat 41,B-2470 Retie T +32 (0) 14 717919 www.4medicaldesign.com Volg ons zusterbedrijf op twitter: @RopaSystems Cleanroom Management International The Netherlands: Luchthavenweg 81 5657 EA Eindhoven T +31 402 88 87 57 www.cmitest.com Nora fl ooring systems B.V. Belgiëstraat 14 5171 PN Kaatsheuvel T 0416-286140 www.nora.com/nl Miele Professional Postbus 166, 4130 ED Vianen T 034-73 78 884 www.miele-professional.nl E professional@miele.nl WANDBEKLEDING WANDBEKLEDING WATERBEHANDELING ZORGTECHNOLOGIE, BOUW EN INRICHTING M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl Vescom Nederland B.V. Sint Jozefstraat 20, 5753 AV Deurne Postbus 70, 5750 AB Deurne T +31 493 350 767 E nederland@vescom.com www.vescom.nl BWT nederland Coenecoop 1 2741 PG Waddinxveen E verkoop@bwtnederland.nl T +31 88 750 90 00 VAMED Nederland B.V. Orteliuslaan 897, 3521 BE Utrecht T +31 (0)30 303 64 30 www.vamed.nl Colofon NUMMER 2 APRIL 2020 WWW.FMTGEZONDHEIDSZORG.NL 2020 2 FMT als crossmediaal platform Vakblad, informatieplatform, over actuele ontwikkelingen (cure & care) op het gebied van Facilities (realisering, onderhoud, beheer en exploitatie van zorghuisvesting en verwante facilitaire voorzieningen), Management en Technologie (medische en gebouwgebonden technologie, ICT, eHealth, artifi cial intelligence etc.). Verschijnt 7x per jaar, zowel in print als digitaal / ISSN 1873-8877 www.fmtgezondheidszorg.nl op Twitter: @FMTzorg Uitgever AcquiMedia, Henk van der Brugge Amstelwijckweg 15, 3316 BB Dordrecht Hoofdredactie Cor van Litsenburg info@fmtgezondheidszorg.nl Eindredactie Dietske van der Brugge Redactie ir. René Drost NAMCO / dr. Henk-Jan Hoekjen / prof. dr. ir. Jos Lichtenberg / prof. dr. ir. Masi Mohammadi / Wilma Schreiber / Frank van Wijck / Betty Rombout / Laura van Lith (Zorg Brandveilig) / Reneé van Litsenburg BA / ing. Henk Postema Met medewerking van o.a. NEN / TU/e / Hogeschool Arnhem en Nijmegen / IHE / KIVI Bladmanagement en advertenties Wim Boer, 0184-481042, wim@fmtgezondheidszorg.nl Henk van der Brugge, 0184-481041, henk@acquimedia.nl Vormgeving Dock35 Marketing, Maarten Molenaar Druk Damen Drukkers B.V. Abonnement € 120,- per jaar excl. BTW, biedt tevens toegang tot het digitale magazine. Buiten Nederland, binnen Europa € 145,- per jaar excl. BTW. Informeer vrijblijvend naar een collectief abonnement. Huisvesting Modernisering radiologie Antonius Ziekenhuis Sneek Technolgie Keurmerk GOZ: waarborg onderhoud medische technologie ICT Project Nightingale voorspelt effectiviteit interventie Modulair bouwen in de zorg: weet wat je wilt! Coverfoto Foto: IJsselland Ziekenhuis Disclaimer & Copyright AcquiMedia heeft deze uitgave op de meest zorgvuldige wijze samengesteld. AcquiMedia, (hoofd)redactie en auteurs kunnen echter op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de gegevens en aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op de informatie in deze uitgave. Het is niet toegestaan om zonder toestemming van de uitgever (incl. bronvermelding en fotocredit) beelden of artikelen uit deze uitgave over te nemen. 47 GEZONDHEIDSZORG

DEMEEUW MAAKT RUIMTE VOOR DE ZORG De zorg is volop in beweging. We hebben te maken met veranderende wet- en regelgeving, een steeds zwaardere zorgvraag, dubbele vergrijzing en - zoals recent is gebleken - soms onvoorspelbare ruimtebehoefte voor ziekenhuizen. Continue veranderingen die een groot effect hebben op de inrichting en het gebruik van ruimten en gebouwen. En een enorme impact op zorginstellingen, die van realisatie en bekostiging van huisvesting een complexe aangelegenheid maakt. Dat vraagt om nieuwe zorgoplossingen die aansluiten bij deze veranderingen en bovendien aanpasbaar zijn als de behoefte verandert. Of de focus nu ligt op CARE of CURE, DEMEEUW denkt verder dan alleen het realiseren van gebouwen: van ontwerp en aanvraag van de omgevingsvergunning tot realisatie en onderhoud. WWW.DEMEEUW.COM | +31 (0)499 572 024 | INFO@DEMEEUW.COM

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
Home


You need flash player to view this online publication