NUMMER 5 SEPTEMBER 2022 WWW.FMTGEZONDHEIDSZORG.NL 2022 5 Intra -operatieve MRI-OK Prinses Máxima Centrum Lever(on)zekerheid Medische isotopen Verpleeghuis Valkenheim In no-time herrezen Moet technologie de zorg redden? GEZONDHEIDSZORG
advertorial feature PENTAX Duurzaamheid en patiëntveiligheid in endoscopie: de kracht van keuzes De gezondheidszorg stoot een grote hoeveelheid broeikasgassen uit1 en onderzoek suggereert dat endoscopie behoort tot een van de grootste vervuilers.2 De Society of Gastrointestinal Endoscopy (ESGE) en de European Society of Gastroenterology and Endoscopy Nurses and Associates (ESGENA) hebben onlangs een standpuntverklaring gepubliceerd om endoscopie in de praktijk te verduurzamen. Een van hun aanbevelingen is het heroverwegen van het routinematig gebruik van endoscopen voor eenmalig gebruik, door het productaanbod zodanig uit te breiden dat artsen meer mogelijkheden hebben om een verantwoorde keuze te maken. PENTAX Medical neemt maatregelen om endoscopie duurzamer te maken door haar waardeketen te hervormen. Patiëntveiligheid blijft de primaire doelstelling van PENTAX Medical, waartegen de duurzaamheidsambities moeten worden afgewogen. Hoe kunnen duurzaamheidsdoelstellingen in evenwicht worden gebracht met de patiëntveiligheid en klinische resultaten? Een waardevolle mix van oplossingen Endoscopisten zien een breed scala aan patiënten met uiteenlopende aandoeningen die soms niet met standaardmethoden en -producten behandeld kunnen worden. In die gevallen is het van cruciaal belang dat men zorgvuldig beoordeelt welke materialen nodig zijn voor de betreffende patiënt. PENTAX Medical wil artsen verschillende opties aanbieden om elke patiënt zo optimaal mogelijk te behandelen. Dat biedt hen ook de mogelijkheid om slimmere en duurzamere keuzes te maken, zonder daarbij concessies te doen aan de kwaliteit en veiligheid. Rainer Burkard, Global President van PENTAX Medical, licht toe: “De kracht van de keuze staat voor onze strategie om klanten een waardevolle mix te bieden van herbruikbare, semi-herbruikbare en producten voor eenmalig gebruik, gecombineerd met geavanceerde reinigingsoplossingen, die naar onze mening niet alleen de beste klinische resultaten biedt, maar daarnaast ook nog een economisch en milieuvoordeel oplevert.” Productiviteit maximaliseren met herbruikbare endoscopen Herbruikbare en semi-herbruikbare endoscopen zijn nog steeds de standaard bij endoscopische procedures. De instrumenten worden na gebruik zorgvuldig gereinigd, gedesinfecteerd en gedroogd om infectierisico’s te minimaliseren. Het drogen van endoscopen kost veel tijd. Door de efficiëntie van de droogcyclus te vergroten, kan veel winst behaald worden om de beschikbaarheid van endoscopen en de patiëntresultaten te optimaliseren. Dit wordt uitgelegd Anne Hillion, Hoofd Endoscopie & Pulmonologie in het Hôpital Européen Georges Pompidou, Parijs, Frankrijk: “Sinds we het PlasmaTYPHOON+ en PlasmaBAG-systeem hebben, hebben we niet alleen de efficiëntie van onze herverwerking verbeterd, maar ook de efficiëntie van het ziekenhuis an sich. Het systeem voor endoscoopdroging en -opslag verbetert niet alleen de veiligheid van de patiënt, maar vermindert ook aanzienlijk het energieverbruik terwijl de efficiëntie wordt verbeterd. Dit verkleint de CO2 -voetafdruk van endoscoopdroging en -opslag.” Risico’s beheersen met semi-herbruikbare endoscopen Er zijn ook situaties waarin er sprake is van een verhoogd infectierisico voor de patiënt, waar ook behoefte is aan de sterke prestaties van een herbruikbare endoscoop. In die gevallen bieden semi-herbruikbare endoscopen een uitkomst. Een semi-herbruikbare endoscoopoplossing biedt alle voordelen van herbruikbare endoscopen, in combinatie met accessoires voor eenmalig gebruik om het infectierisico te verminderen. De PENTAX Medical Video Duodenoscoop ED34-i10T2 heeft een steriele wegwerpdop (DEC™) waardoor de reiniging van deze duodenoscoop wordt vereenvoudigd. Zo wordt het risico op kruisbesmetting verlaagd en de patiëntenzorg verbeterd. Tegelijkertijd biedt de endoscoop HD-beeldkwaliteit voor gedetailleerde endoscopische visualisatie tijdens ERCP procedures. Hoogwaardige zorg met single-use endoscopen Een bronchoscopie is een klinisch onderzoek met een hoog infectierisico. Om die reden werd de PENTAX Medical ONE Pulmo™ bronchoscoop voor eenmalig gebruik ontwikkeld voor risicopatiënten. Prof. Felix Herth, medisch directeur van de afdeling Interne Geneeskunde en Longgeneeskunde van de Thoraxkliniek Heidelberg, Duitsland: “Het voordeel is dat deze single-use endoscopen altijd en overal direct klaar voor gebruik zijn. Het is een kwestie van de verpakking openen. Bijkomend voordeel is dat mogelijke kruisbesmetting kunnen worden voorkomen.” Hierdoor zijn, met name in acute zorg zoals op de intensive care, endoscopen voor eenmalig gebruik steeds populairder geworden. Een belangrijk aandachtspunt is echter dat er behoefte is aan duidelijkheid omtrent de impact van deze endoscopen als het gaat om duurzaamheid. Denk hierbij aan de levenscyclus en ecologische haalbaarheid. Prof. Herth met de PENTAX Medical ONE Pulmo Concluderend kan worden gesteld dat de arts altijd de keuze moet hebben voor de beste oplossing voor de betreffende patiënt. Fabrikanten van medische hulpmiddelen moeten ernaar streven een waardevolle mix van endoscopische oplossingen te ontwikkelen, en zo artsen de hoognodige keuze te bieden. Tegelijkertijd is het van cruciaal belang rekening te houden met de milieu impact van endoscopie. PENTAX Medical onderschrijft dat overheden, de zorgsector en fabrikanten een gedeelde verantwoordelijkheid hebben om bij te dragen aan verantwoorde en duurzame oplossingen binnen de endoscopie. De verklaring van de ESGE-ESGENA is daarbij een belangrijk uitgangspunt. PENTAX Medical PlasmaTYPHOON+ en PlasmaBAG system 1 2 Lenzen M, Malik A, Li M et al. The environmental footprint of health care: a global assessment. Lancet Planet Health 2020; 4: e271–e279. doi:10.1016/S2542-5196(20)30121-2 Siau K, Hayee B, Gayam S. Endoscopy’s current carbon footprint. Techn Innov Gastrointest Endosc 2021; 23: 344–352. doi:10.1016/j. tige.2021.06.005 Scan de QR code en luister naar de nieuwste podcastaflevering van PENTAX Medical om meer te weten te komen over duurzaamheid in endoscopie.
| editorial editorial TECHNOLOGIE IN HET JUISTE PERSPECTIEF Een snelle en zeer precieze techniek om te bestralen bij protstaatkanker. Een fabriek die medische isotopen gaat produceren met een elektronenlaser. Een slimme, extra veilige bronchoscoop voor eenmalig gebruik bij kwetsbare mensen. Een MRI in de OK van een kinderziekenhuis, waardoor tijdens een hersenoperatie scans mogelijk zijn. Het zijn stuk voor stuk prachtige voorbeelden van technologie die in deze editie een glansrol vertolken. Petje af voor alle medici, wetenschappers, bedrijven en andere betrokkenen die met hun innovaties de zorg verder vooruit helpen. En die daarmee het leven van zorgmedewerkers makkelijker maken én bijdragen aan de gezondheid en het welbevinden van cliënten en patiënten. Als het goed is. Hoe mooi de technische oplossingen ook zijn, uiteindelijk moet het succes daarvan blijken in de praktijk van de mensen die ermee werken en die het ondergaan. Techniekfi losoof Merlijn Smits doet er een treffende uitspraak over: technologie is niet neutraal. Gebruiken we technologie, dan moeten we bewust omgaan met hoe deze invloed heeft op hoe iemand zich voelt, zich gedraagt en in het leven staat, betoogt zij. In mijn woorden: het draait niet alleen om de objectieve winst die te behalen is door technologie. Een eenvoudig voorbeeld van technologische vooruitgang dat elders in deze uitgave langskomt: een camera die registreert dat een arts of verpleegkundige bij een patiënt langs is geweest. Voorheen moest dat handmatig worden ingevuld. Die camera klinkt inderdaad veel effi ciënter en slim in het kader van personeelstekort. Maar is effi ciency wel altijd wenselijk? David Abbink, hoogleraar in ‘Haptic Human-Robot Interaction’ aan de TU Delft, geeft als voorbeeld een test met een robotkarretje dat werk van medewerkers overnam. Wat bleek: de werknemers verloren werkplezier. Tijdens hun eerdere wandelingetjes vonden sociale contacten plaats en ontstonden ideeën. De robot bleek dodelijk voor de creativiteit en innovatie. Een robot kán kortom heel nuttig zijn, maar is geen wondermiddel voor alle situaties. In het nieuwe beleidsprogramma WOZO voor de ouderenzorg is VWS-minister Conny Helder wel erg optimistisch over hoe techniek de mens kan vervangen. Innovatielector Maurice Magnée stelt vast dat haar oplossingen te zeer voorbijgaan aan wat er leeft onder zorgverleners en cliënten. Hij pleit dan ook voor innoveren met ruimte voor alle perspectieven en voor creatieve oplossingen – niet alléén technologische. Daar sluit ik me graag bij aan. Elsie Schoorel Hoofdredacteur 'Het draait niet alleen om de objectieve winst die te behalen is door technologie' 3
LEADERS FOR BETTER HEALTHCARE Interim. Projects. Academy. KALCIO HEALTHCARE Transistorstraat 71B | 1322 CK | Almere info@kalcio.nl | 085 0645860 | www.kalcio-healthcare.nl
In deze uitgave september | 2022 Intra-operatieve MRI-OK van het Máxima/WKZ Chirurg kan hersenscans maken tijdens operaties 06 Kop Kop Plat LEVER(ON)ZEKERHEID MEDISCHE ISOTOPEN “De medische wereld moet kunnen bouwen op goede reactoren” 20 Verpleeghuis Valkenheim Een jaar na overstroming herrezen 06 5 32 NVTG NVTG-leden in discussie over samenwerking rond techniek in de zorg 46 24 Goede implementatie van technologie Van gezond zijn naar welzijn 26 De concrete winst van smart hospitals 28 STIP Symposium De nieuwe richtlijn luchtbehandeling is een feit 30 Online adaptief bestralen MST loopt voorop bij bestraling van prostaatkanker 36 Beeldarchief MC Haaglanden De effi ciency van een centraal archief 40 De OK wordt groener Interview met Totaal OK-spreker dr. Niek Sperna Weiland 54 Innovation Quarter steunt marktrijpe innovaties 58 Zuurstof en medische gassen optimaal benutten 16 “Technologie is geen panacee voor alles” Maurice Magnée Lector Innovatie in de Care 51 Coronastrategie voor najaar en winter Prof. dr. Iwan van der Horst voorzitter NVIC
medische technologie | tekst • Wilma Schreiber Intra-operatieve MRI-OK Máxima/WKZ vergt innovatieve workflow Half juli bereikte de hypermoderne intra-operatieve MRI-OK van het Wilhelmina Kinderziekenhuis, onderdeel van het UMC Utrecht en het Prinses Máxima Centrum, een nieuwe mijlpaal in de vijfjarige ontwerp- en bouwgeschiedenis: de intakeling van de MRI. Met deze MRI is het mogelijk om tijdens een neurochirurgische hersenoperatie opnieuw scans van het operatiegebied te maken, wat belangrijke voordelen heeft voor het behandelen van hersentumoren bij kinderen. Eind dit jaar is de nieuwe OK klaar voor gebruik. De combinatie van MRI en OK maakt het mogelijk om tijdens een neurochirurgische hersenoperatie opnieuw scans van het operatiegebied te maken. Foto: UMC Utrecht/ Prinses Máxima Centrum 6 FMT | september 2022
De nieuwe MRI-OK is gebouwd op palen, tussen twee vleugels van het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Foto: UMC Utrecht/ Prinses Máxima Centrum D e set MRI-scans biedt artsen real-time inzicht in de actuele weergave van de anatomische verhoudingen tussen de resterende tumor en het omringende gezonde hersenweefsel. Dit stelt de neurochirurg in staat veiliger en nauwkeuriger meer tumorweefsel te verwijderen, wat een nieuwe operatie mogelijk overbodig maakt. Dit betekent ook dat twee aparte werelden met elkaar moeten gaan samenwerken en elkaars taal leren begrijpen. “Samen hebben we ervoor gezorgd dat chirurgen, OK- en anesthesieassistenten, anesthesiologen, MRI-laboranten en radiologen op één lijn zitten. Het spannende moment is wanneer tijdens de transfer de patiënt van de OK-tafel naar de MRI gaat en weer terug. Dat moet één vloeiend proces worden”, zegt Arjan Wachtmeester, als biomedisch technoloog bij het Prinses Máxima Centrum (hierna: Máxima) verantwoordelijk voor de regie op de workflow rond de intra-operatieve MRI-OK. Complex veld Bastiaan van Nierop, als klinisch fysicus betrokken vanuit de afdeling radiologie van UMC Utrecht, was nauw betrokken vanaf de selectie van het type scanner tot inhuizing en acceptatietesten. Ook organiseerde hij multidisciplinaire risicoanalyses voor het bouwen van een veilige omgeving om de MRI heen. “Mijn collega’s gaan straks de apparatuur bedienen. Dus je wilt iets ontwerpen en bouwen waar zij op een goede manier hun werk mee kunnen doen en de technologie ten volle kunnen benutten”, zegt hij. “Dit is compleet nieuw in de OK-omgeving en het is echt een huzarenstukje geweest om alle belangen samen te brengen en te komen tot een goed draaiend werkproces. Iedereen heeft meegedacht en alle bijdragen zijn meegenomen in de relevante besluiten.” Een complex veld, beaamt Karel Loerts, sinds 2017 in opdracht van UMC Utrecht en het Máxima vanuit Kalcio Healthcare betrokken als programmamanager MRI bij het project. “Er komt een OK met een MRI-systeem erin, waar veel samenwerkingen bij elkaar komen. Dat moet je goed borgen voor alle medische gebruikers, en zeker ook het facilitair personeel eromheen”, schetst hij. “Een zowel mono- als multidisciplinaire samenwerking tussen het Máxima en UMC Utrecht, waarbij kennisdeling vooropstaat om tot de beste interventie te komen.” Loerts benoemt vier pijlers onder dit omvangrijke project: bouw, algemene inrichting OK en het specifieke onderdeel MRI - met consequenties voor hoe je met ruimte en regime moet omgaan - plus de workflow. “Deze pijlers in een integrale aanpak is de innovatie van deze OK voor alle betrokkenen.” Dedicated team Voor de opzet van de MRI-OK, die wanneer de MRI-deuren gesloten zijn inzetbaar is als gewone OK, werd gekeken naar ervaringen in het buitenland. “Toch heb je binnen het UMC Utrecht weer eigen richtlijnen, eigen mensen, schoonmaak, een eigen gebouw. Belangrijke les is wel op te trekken als één dedicated team”, verklaart Wachtmeester. “En nu de workflow ook het intra-operatief beoordelen van data van de scanner omvat, moet je onderzoeken welke menskracht je op welk moment inzet, hoe efficiënt dat dan is en hoe je dat binnen de organisatie geborgd krijgt. Met als doel een zo efficiënt mogelijk proces, zodat een patiëntje zo weinig mogelijk tijd op de OK doorbrengt en de kwaliteit van de verwijdering van de tumor zo hoog mogelijk is.” Sinds ‘Kennisdeling staat voorop om tot de beste interventie te komen’ 7
medische technologie | V.l.n.r.: Bastiaan van Nierop (UMC Utrecht), Karel Loerts (Prinses Máxima Centrum) en Arjan Wachtmeester (Prinses Máxima Centrum). Foto: UMC Utrecht/ Prinses Máxima Centrum Intakeling van de nieuwe MRI half juli dit jaar vormde een mijlpaal in het project | Copyright: UMC Utrecht 2017 zijn hiervoor meerdere werksessies georganiseerd. “Van conceptueel naar steeds meer verfijnd naar de echte omgeving, hoe de workflow moet gaan werken. Daarbij zijn gebruikers betrokken bij de bouw en inrichting van de OK, zodat ze daar straks goed in kunnen werken”, zegt Loerts. In de toekomst start een operatie met een scan van het hoofd van de patiënt, waarna de chirurg –met behulp van microscoop en neuronavigatie – de tumor verwijdert. Tijdens de operatie moet de patiënt klaargemaakt worden voor transfer naar de MRI voor een interoperatieve scan. Op basis van deze informatie maakt de chirurg in overleg met de radioloog indien nodig de call: nogmaals opereren. Daarna gaat de patiënt terug naar de OK-tafel en wordt ofwel opnieuw geopereerd of de wond wordt gesloten. Wachtmeester wijst op de complexiteit in de workflow. “De patiënt slaapt, is verbonden met infuuspompen, hartbewaking en beademing. Er gaat een team van mensen plus apparatuur met de patiënt mee, om lijnen vast te houden, de tafel voort te duwen, en alle apparatuur met het bed mee te krijgen. Verder moet je al tijdens de operatie nadenken over hoe de patiënt in de MRI moet komen te liggen, zodat er geen kabeltjes of slangetjes in de weg liggen tijdens de scan”, zegt hij. “Daarnaast heb je voor het beademingstoestel op de OK bijvoorbeeld dezelfde slang nodig, eentje die ook op het toestel in de MRI past. Normaal gesproken gaat een patiënt met open wond niet in de MRI, hoe ga je daarmee om? Verder moet de reinheid in de ruimte qua lucht aan andere eisen voldoen dan in een standaard MRI. Daar moet je allemaal rekening mee houden.” Bouwtechnische uitdaging Bij de selectie van de MRI is gekozen voor eenzelfde scanner als die in het Máxima. “Met twee exact dezelfde scanners minimaliseer je variabiliteit in de beelden gemaakt ter voorbereiding op de OK en tijdens de OK-sessie zelf”, aldus Van Nierop. Aan de bouwkundige kant waren veel maatregelen nodig vanwege de extreem sterke magneet van de MRI, in ‘Deze technologie is het allerbeste van wat we nu kunnen’ 8 FMT | september 202 potentie een risicovolle omgeving. “Zeker als je die naast een OK-ruimte vol chirurgische instrumenten zet. Deze twee werelden zijn voor de veiligheid gescheiden door een deur en de sleutel is alleen toegankelijk voor bevoegde eindgebruikers.” Workflow, checklist en risico’s zijn gedetailleerd in kaart gebracht, samen met gebruikers. “Hoe vermijd je dat iemand een ferromagnetisch materiaal op zak heeft, dat nabij de magneet een gevaarlijk projectiel kan worden? Doe je dat bijvoorbeeld in het werkproces, door alle instrumentarium op de opdektafel na te tellen, of in de gebouwde omgeving met toegangsbeveiliging?” Op basis hiervan is ook het MRI-veiligheidsbeleid in het UMC Utrecht uitgebreid. Tevens ligt rond de MRI opvallende gele vloerbedekking om bewustwording van het magnetische (strooi)veld van de scanner bij medewerkers te vergroten. Andere bouwtechnische aandachtspunten betroffen geluid en trillingen. De nieuw gebouwde MRI-OK bevindt zich pal naast een bus- en trambaan en is gebouwd op palen. “Een MRI kan slecht tegen trillingen en ook een microscoop mag absoluut niet trillen. Zodra het kon, zijn in de ruwbouw metingen gedaan ter controle, er rijden toch zeer zware trams langs”, zegt Wachtmeester. Van Nierop: “Ook de MRI zelf maakt veel lawaai tijdens
De simulatie van de transfer van een patiënt met de anesthesioloog, zijn assistent en de neurochirurg. Foto: UMC Utrecht/ Prinses Máxima Centrum het scannen, tot wel 100dB. Je moet dus de oren van de patiënt beschermen en zorgen dat personeel geconcentreerd kan werken.” De achterwand van de MRI-ruimte is verder voorzien van een dikke staalplaat, die ervoor zorgt dat het magnetisch veld niet reikt tot buiten de gevel. Dit ter bescherming van onderhoudspersoneel dat later aan de gevel moeten werken.” Ook qua materialen kun je in een OK niet zomaar glaswol of steenwol gebruiken voor isolatie of geluidsdemping. Integratie maximaal benutten Door alles gezamenlijk te toetsen, is de best mogelijke werkomgeving gecreëerd. Momenteel zijn ruim tweehonderd mensen (technisch) bezig met het project, daarna gaan circa honderd mensen getraind worden. Komende vijf jaar is de prioriteit om het maximale uit deze integratie te halen. Wachtmeester: “De technologie die hier nu in zit, hoe applicaties samenwerken, de interoperabiliteit, is het allerbeste van wat we nu kunnen. Een mooie springplank naar verdere doorontwikkeling in beeldvorming en technologie op de OK.” Loerts sluit zich hierbij aan. “Door deze stap verzamelen we naast meer imaging-informatie ook informatie over tumoren. Daar uit ontstaan nieuwe inzichten die nieuwe ontwikkelingen in de toekomst, zoals het gebruik van holografie op de OK, zouden kunnen versnellen.” Samenwerkingspartners Onder leiding van 4Building, dat optrad als bouwprojectmanager, werkten de volgende partijen samen aan realisatie van de nieuwe intra-operatieve MRI OK: MAS , Deerns, Aronsohn, J.P. van Eesteren, ULC, Philips, Getinge, Brainlab, Lighthouse, KALCIO Healthcare en NewCompliance. 9
huisvesting | partnercontent • 4Building De intra-operatieve MRI-OK: Van idee tot realisatie Vanuit het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) programma - Hoogcomplexe Omgevingen ontstond in 2017 de wens een OK met een kleine MRI te ontwikkelen binnen het toekomstige OK-complex. Wereldwijd zijn er slechts enkele soortgelijke voorzieningen. Een dergelijke combinatie werkt sneller en geeft betere resultaten voor hersentumoren. Nu, vijf jaar later, is de MRI-OK concreet. Eind dit jaar wordt hij in gebruik genomen. Welk proces is hieraan voorafgegaan? Hoe ontwerp en begeleid je zo’n uniek proces? Bas van Eijndhoven van 4Building is door het UMC Utrecht ingehuurd voor het WKZ programma en is als Projectmanager Bouw verantwoordelijk voor het ontwerp en de realisatie van dit intra-operatieve MRI-OK-project. Ontwerpen en realiseren in een dynamisch proces “Onze eerste handschetsen-varianten zijn van 2017”, zeg Bas van Eijndhoven. “Het UMC Utrecht en Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie (Máxima) wilden een OK combineren met een MRI die ingezet kan worden bij hersenoperaties voor kinderen met kanker. Het initiële idee was een compacte multifunctionele ruimte binnen het WKZ. Met inpassings- en haalbaarheidsstudies keken we waar deze ruimte optimaal geïntegreerd kon worden binnen het toekomstige OK-complex van het WKZ. Maar het UMC Utrecht en het Máxima wilden meer vaart maken met dit project. Daarom werd een ander scenario steeds concreter: een nieuw MRI-OK-complex tussen twee bestaande bouwdelen van het WKZ. Op een compacte ‘postzegel’ van 9 meter breed en 22 meter lang moesten alle functionaliteiten worden ingepast. Werelden komen bij elkaar 10 FMT | september 2022 In de beginfase werkten we in een klein team van UMC Utrecht, het Máxima en adviseurs een eerste structuurplan uit, met schetsen van ruimten, zonering, logistiek, veiligheid en bereikbaarheid. Stapsgewijs is dat compacte team gewijzigd naar een grote programmaorganisatie met een omvangrijke groep interne (UMC Utrecht – Máxima) en externe adviseurs, aannemers en leveranciers.” Wijzigingen lopende het proces “Maar niet alleen de organisatie ontwikkelde zich”, vervolgt Van Eijndhoven. “Ook onze gezamenlijke inzichten en leveranciers. Stapsgewijs gingen we met elkaar steeds beter snappen hoe er in de OK-MRI in reguliere OK-setting én in de neurochirurgische MRIOK-setting gewerkt zou gaan worden en wat daar in gebouw en apparatuur voor nodig was. Lopende het ontwerpproces werden werkprocessen pas verder uitgedacht. Vanuit gebouwperspectief vroeg dat van het ontwerpteam overzicht en ervaring om in te schatten of deze ontwikkelingen passend of strijdig zouden zijn. Uiteindelijk is door de fl exibiliteit en betrokkenheid van het hele team vrijwel alles passend opgelost. Dat is in zo’n dynamisch proces misschien niet zichtbaar, maar het is een hele prestatie. De grootste uitdaging was bij einde voorlopig ontwerp (VO) om nog een andere MRI in te passen. De initiële leverancier kon niet meer leveren en vanuit programma-deel MRI werd gekozen voor een traditionele Philips 3Tesla MRI. Ineens hadden wij een MRI die groter
Veel partijen op 'n postzegel 4Building ‘Het is goed om te blijven denken vanuit het eind resultaat’ was, veel zwaarder (+4,7 ton) en met een sterk er magnetisch veld. Hoe pas je dat in binnen zo’n compacte ruimte en restricties naar omgeving? In een aantal sessies is het ontwerp aangepast, waarbij gezamenlijke drive en de inzichten uit o.a. 1:10 mock-up sessies met MAS architectuur enorm hebben geholpen.” Van ontwerp naar bouw Het ontwerp is stapsgewijs verfi jnd en uiteindelijk uitgewerkt in Technisch Ontwerp (TO) stukken met beperkte 3D uitwerking. Bas van Eijndhoven: “We zagen op dat moment BIM opkomen, maar konden dit niet achterwaarts integreren zonder aanzienlijke vertraging op te lopen. Aan de kant van Philips werd ook niet in BIM gewerkt; dat had een belangrijke meerwaarde kunnen zijn. Einde TO is er aan zowel UMC Utrecht-zijde voor de bouw als aan Máxima-zijde voor de MRI een bewuste ’go/no go-keuze’ gemaakt: passen de plannen binnen alle kaders, scope, budget en ambities? Na een wederzijdse ‘go’ is de bouw aanbesteed en is Philips formeel gecontracteerd. Op dat moment lagen er twee Technische Ontwerpen (gebouw én MRI) die door de ondertussen gecontracteerde aannemer JPvanEesteren-ULC zou worden uitgewerkt en gecoördineerd in een integraal Uitvoeringsgereed Ontwerp (UO).” Leerpunt “Achteraf gezien hadden we dat wellicht effectiever kunnen doen door de twee TO’s in een Bouwteam-fase met JPvanEesteren en Philips onder leiding van het UMC Utrecht uit te werken tot een UO”, aldus Van Eijndhoven. “De combinatie TO en Bouwteam is normaliter niet logisch, maar had ons hier mogelijk als integraal team meer snelheid en minder inspanningen gekost. Daarom is het goed om te blijven denken vanuit het eindresultaat: wat wil ik opleveren en hoe kom ik daar op de slimste of eff ectiefste wijze? Soms vraagt dat minder traditionele wegen; prima!” Blijven sturen met het einddoel voor ogen “In de loop van het ontwerp- en bouwproces zijn we diverse hobbels en uitdagingen tegengekomen, die we uiteindelijk gezamenlijk allemaal hebben opgelost. Dat vraagt in het proces, de techniek, maar ook zeker soms in de onderlinge omgang met elkaar (UMC Utrecht, het Máxima, adviseurs, aannemers en leveranciers) dat je beseft welke hobbels er nog komen en wat er allemaal nog moet gebeuren om deze MRI-OK op te leveren. Als bouwprojectmanager vraagt dat niet alleen je technische - of bouw-organisatorische skills, Bas van Eijndhoven van 4Building is door het UMC Utrecht ingehuurd voor het WKZ programma en is als Projectmanager Bouw verantwoordelijk voor het ontwerp en de realisatie van dit intra-operatieve MRIOK-project. Naast de MRI-OK werkt 4Building voor het UMC Utrecht aan de nieuwe NICU, PICU en zwangeren-afdelingen en het nieuwe OK-complex van het WKZ. Meer informatie www.4building.nl Mock-up MAS architectuur maar ook goede sociale en communicatieve omgang. In dat sturen op eindbeeld hadden we onlangs een mooie discussie: naarmate de oplevering nadert en vooropnames worden gemaakt, komen de laatste af te wikkelen punten duidelijker naar voren. Soms in het projectteam met de verzuchting ‘hadden we dat niet anders kunnen organiseren?’ Mijn antwoord: ‘Zeker, als je het bij de derde MRI-OK nog zo doet, wordt het verwijtbaar.’ Maar in onze wens het optimaal te organiseren verliezen we soms uit het oog met welke enorm complexe en dynamische opgave we bezig zijn. Een MRI-OK is bijna onmogelijk vlekkeloos voor te bereiden en ‘even’ te bouwen. Nuchterheid en bescheidenheid sieren het team, soms mag je gezamenlijk ook best even trots zijn.” 11
huisvesting | partnercontent • MAS architectuur bv 'Intra-Operatieve MRIOK uitdagende opgave' MAS architectuur draagt graag bij aan nieuwe ontwikkelingen. De MRI-OK voor het Wilhelmina Kinderziekenhuis en het Prinses Maxima Centrum is zo’n ontwikkeling. Naast de technische uitdaging om een OK te voorzien van een MRI-faciliteit, speelde ook de ingewikkelde vraag van een optimale positionering van deze MRI-OK in de zonering en logistiek van het OK-complex van het WKZ. In de gefaseerde verbouwing van het WKZ staat het OK-centrum achteraan geprogrammeerd. De ingebruikname van de MRI-OK was op de kortst mogelijke termijn gewenst. Een integrale uitvoering van de MRI-OK met de vernieuwbouw van het OK-centrum was daardoor geen optie. De uitdaging was een ontwerp te maken, dat zowel in de huidige situatie, in de toekomstige lay-out van het OKcentrum, als tijdens de gefaseerde uitvoering van het project, een goede functionaliteit zou hebben. MAS architectuur heeft deze puzzel goed op weten te lossen. Mede door vroegtijdig in het ontwikkelingsproces met leveranciers en gebruikers aan tafel te zitten, zijn knelpunten opgelost. Het resultaat is een ontwerp met een groot draagvlak onder alle stakeholders. De architectuur accentueert de krachtige voorziening, door haar stoere verschijningsvorm. Het verzelfstandigde bouwvolume staat straks letterlijk centraal in het nieuwe OK-centrum van het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Meer informatie www.masarchitectuur.nl architectuur | stedenbouw | interieur | restauratie 12 FMT | september 2022
partnercontent • Getinge | medische technologie Een passende oplossing Manager bij Getinge. “Als leverancier van innovatieve OK-apparatuur zijn wij gewend om ziekenhuizen te ondersteunen bij de bouw van nieuwe OK’s en als partner actief betrokken te zijn bij planning, ontwerp en projectimplementatie. Toch is dit in Nederland pas de tweede MRI-OK voor ons, wat dit project extra speciaal maakt.” “Het is voor ons een mooie ervaring om mee te mogen werken aan dit bijzondere project, waarbij veel professionele disciplines samenkomen”, vertelt Karin Dunn, Area Sales Getinge werkte intensief samen met de betrokken partijen en leverde voor deze intra-operatieve OK een Maquet Otesus operatietafelsysteem met een speciaal transferboard van Kevlar, dat compatibel is met MRI. Om de patiënt veilig over te brengen naar de MRI-scanner en weer terug, wordt het transferboard waar de patiënt op ligt met behulp van een trolley verplaatst voor docking en overname van het Kevlar-blad in de MRI-scanner. Hierbij is nauwkeurige afstelling van belang om ervoor te zorgen dat de patiënt veilig kan worden verplaatst. Om optimaal gebruik te kunnen maken van de ruimte, is de operatiekamer verder voorzien van Maquet Moduevo pendelsystemen en installeerde Getinge operatielampen van het type Maquet Volista StandOP. “We zijn trots om deel uit te mogen maken van dit project en zijn ervan overtuigd dat deze MRI-OK een belangrijke rol zal spelen bij het leveren van de beste zorg aan jonge patiënten.” Meer informatie: www.getinge.com 13
huisvesting | partnercontent• J.P. van Eesteren ‘Je bouwt een heel speciaal werk’ Nadat J.P. van Eesteren, een van de vaste aannemers van het UMC Utrecht, de aanbesteding voor het nieuwe bouwdeel van het Wilhelmina Kinderziekenhuis had gewonnen, begonnen de uitdagingen pas echt. Dat had alles te maken met de unieke combinatie van de OK- en MRIafdeling plus de daarmee gepaard gaande eisen rond trillingsvrijheid en stralingswerendheid. Verder was ook de algehele coördinatie van onderaannemers in handen van J.P. van Eesteren, net als de logistiek rond de toevoer van materialen op deze bijzondere bouwplaats. Arnold Mulder H et nieuwe bouwdeel is gebouwd tussen de twee bestaande vleugels in, die beide op poten staan en onderling zijn verbonden door een loopbrug. Waar de bestaande bouw op de eerste verdieping begint, komen de OK- en MRI-afdeling op de tweede verdieping, met daarboven nog de techniekruimte. Onder het geheel bevindt zich een parkeerplaats, die tevens dienst deed als bouwplaats. De constructie van het gebouw is zwaar overgedimensioneerd, waarbij alle onderdelen in het werk worden gestort voor een zo grote mogelijke stijfheid. “We hebben acht grote stalen schroefpalen geplaatst, daar een fundering op gemaakt met acht grote betonkolommen erop. In verband met de trillingen van de nabijgelegen trambaan en het verkeer daaromheen, was een behoorlijk zware betonconstructie vereist. Om al die krachten en dat gewicht te kunnen dragen, hebben we daaronder een tijdelijke ondersteuningsconstructie aangebracht”, schetst Arnold Mulder, projectmanager bij de VOR (Verbouw, Onderhoud en Renovatie)-vestiging van J.P. van Eesteren in Houten; andere vestigingen bevinden zich in Amsterdam en Gouda. 14 FMT | september 2022 Philips nog dezelfde dag weer dichtgemaakt”, aldus Mulder. Tijdens dit project trok J.P. van Eesteren voor de bouwtechniek samen op met installatiepartner ULC. “Een grote uitdaging was dat het een trillingsarm gebouw moest zijn, want zo’n MRI mag maar marginaal trillen, dat komt tot op de punt nauwkeurig. De aansluitende vraag is dan hoe ga je dat uitvoeringstechnisch doen, qua onderconstructie en betonnen vloer? Hiervoor is een gedetailleerd werkplan geëngineerd om tot een goed resultaat te komen. Ook de nabijgelegen trambaan bracht allerlei extra bouweisen en bijbehorende vergunningen met zich mee.” Constructies Vervolgens zijn voor het casco van de derde verdieping een aantal ondersteuningsconstructies en een staalconstructie met staalplaatbetonvloer gebouwd. Rondom is de gevel voorzien van een doosconstructie met stalen dak- en wandplaten. “Speciaal was wel dat we voor het intakelen van de MRI een gat in de gevel moesten openhouden. Dat gat is meteen na het inhijsen van de MRI door Meedenken Zoals bij alle bouwprojecten kreeg ook J.P. van Eesteren te maken met verzoeken tot wijzigingen van gebruikers en opdrachtgever tijdens de bouw. Die hadden onder meer betrekking op de materialisatie. “We hadden in onze contractstukken voorzien in een bepaald type gevelisolatie. Vanwege het mogelijke brand risico - mocht op de parkeerplaats onder het gebouw een voertuig in brand vliegen - is uiteindelijk gekozen voor isolatie met een geringer risico op brandvoortgang”, zegt Mulder, die zelf al acht jaar bij het UMC Utrecht rond
Boven: De constructie van het gebouw is zwaar overgedimensioneerd, waarbij alle onderdelen in het werk werden gestort voor een zo grote mogelijke stijfh eid. Links: Het magnetisch veld rondom de MRI was een belangrijk aandachtspunt. ©Bart Rietberg loopt en weet hoe de hazen lopen. “Soms zijn alle gegevens niet op voorhand even duidelijk en dan zijn wijzigingen de consequentie. Die pakken we gewoon mee. Want ook al staat bijvoorbeeld een stopcontact niet in het bestek, het moet er wel komen. Wij proberen daar zo veel mogelijk in mee te denken en dat geef ik ook mee aan onze eigen mensen en onderaannemers.” De coördinatie van alle partijen die vanuit UMC Utrecht een contract hebben, vormde dan ook een belangrijk onderdeel van de opdracht. “Philips kennen we goed, daar doen we regelmatig opdrachten mee en dat overlegt heel makkelijk. Bijvoorbeeld over de schermen op de OK en de installatiekoppelingen die daarvoor nodig zijn. Je hebt toch rekening te houden met een reine omgeving”, verklaart Mulder. Een ander aandachtspunt was het magnetisch veld rond de MRI. Het apparaat staat op een betonvloer, met eromheen een metalen kooi die uitstraling moet tegengaan. “Onder de betonnen vloer die wij gestort hebben, bevindt zich een stalen plaatconstructie, die het risico op straling moet wegnemen in geval van onderhoud aan de vloer of gevelelementen. Die oplossing hebben we samen met Philips en de gevelleverancier uitge-engineerd.” Bewustwording In de categorie bijzondere verrichtingen mag de eis tot insectwerendheid niet onvermeld blijven. “Het was nog een behoorlijke uitdaging om de hele tweede verdiepingsvloer, wanden en plafonds – in feite de hele bouwschil – te allen tijde 100 procent insectwerend te maken. Er zit altijd wel ergens een gaatje waar zo’n beestje doorheen kan. Daarom hebben we onder andere de hele binnenkant gestukadoord, ook vanwege de vereiste luchtdicht heid”, vertelt Mulder. “En bij de bestaande loopbrug moesten het dak en de ‘Een grote uitdaging was dat het een trillingsarm gebouw moest zijn’ gevel worden verwijderd en zijn er voorzieningen getroff en om de bestaande gebouwdelen dicht te krijgen.” Daarnaast nam J.P. van Eesteren diverse maatregelen om de hygiëne tijdens het project te waarborgen. “Denk aan een sluis tegen de loopbrug aan, waarbij medewerkers de sluis ingaan, schoenen vegen, deur sluiten, doorlopen en dan pas de andere openen en het pand ingaan. Dat moet je wel bij het personeel tussen de oren zien te krijgen.” Dat gold ook voor de logistiek, waarbij aan de achterkant van het gebouw een bouwtoegang en lift voor materialen werd aangebracht. Tevens werden twee opstelplaatsen voor vrachtwagens ingericht. “Daarbij moesten we rekening houden met de ambulancebaan, die altijd 100 procent doorgang moest krijgen. Dat betekent dat daar nooit een busje op mag staan, dat is ook altijd gelukt”, stelt Mulder. “Ook hier gaat het om bewustwording bij de mensen. Niet onbelangrijk, want op het hoogtepunt van de bouw lopen er toch veertig, vijftig medewerkers rond. Dergelijke zaken nemen we ook mee in de contracten met derden.” De Houtense projectmanager heeft genoten van de hele dynamiek tijdens het pro ject. “Je bouwt geen hutje op de hei, het is een heel speciaal werk.” Meer informatie: www.jpvaneesteren.nl 15
zorgtechnologie | tekst • Dietske van der Brugge Innovatielector Maurice Magnée over nieuwe zorgtechnologie ‘Op wiens vraag is dit een antwoord?’ Soms lijkt zorgtechnologie de heilige graal die een antwoord moet zijn op alle hoofdbrekens: personeelstekort, budgetproblemen, veiligheidseisen, … Maar wiens hoofdbrekens zijn dat eigenlijk, die als sneeuw voor de zon zouden verdwijnen als de zorg steeds verder gestuurd wordt door data en technologie? We spreken met lector Maurice Magnée over de plaats van technologie in de zorg, en over de voorwaarden om ontwikkelingen ook daadwerkelijk in dienst te stellen van goede en houdbare zorg. E r wordt inderdaad steeds harder en vasthoudender geroepen om technologische oplossingen voor de zorg”, stelt dr. Maurice Magnée, lector Innovatie in de Care aan de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN). “En dat is ook invoelbaar, want de uitdagingen voor de zorg zijn groot en divers. Maar de neiging om overal technologische oplossingen voor te zoeken gaat soms wel averechts werken. Als technologie steeds naar voren wordt geschoven als antwoord, moet wel duidelijk zijn wat de vraag was, en vooral ook: wie stelde die vraag?” Acceptatie “Er zijn verschillende partijen met een rol als vrager, als ‘klant’. De minister, de zorgverzekeraars, de zorgaanbieders, zorgprofessionals en vanzelfsprekend de chronisch zieken en kwetsbare ouderen die de uiteindelijke ontvangers van de zorg zijn. Ieder met zijn eigen verantwoordelijkheden en uitdagingen die het hoofd geboden moeten worden. Het uitgangspunt van ons lectoraat is dat onderzoek en technologische ontwikkeling alleen tot goed werkbare uitkomsten leiden als al die perspectieven erin zijn meegenomen. Anders helpt een ontwikkeling niet het hele zorgsysteem in zijn onderlinge samenhang vooruit. Dan ontstaat er weerstand, vertraging, desinvestering, kortom: dan werkt het niet.” Dat stelt eisen aan onderzoek, maar evenzeer aan professionals in de zorg: zorgverleners, managers, technici, ict-ers. “In ons onderwijs leren we studenten wat de voorwaarden zijn om innovaties wél te laten 16 FMT | september 2022 werken”, beaamt Magnée. “Het praktijkgericht onderzoek van het Lectoraat Innovatie in de Care is gekoppeld aan de onderwijsactiviteiten van de HBO-V, maar bijvoorbeeld ook van ict-opleidingen van de HAN. Onze onderzoeken worden nagenoeg altijd in opdracht gedaan, meestal van zorginstellingen. Die studies richten zich vooral op wat zorgverleners nodig hebben om goede zorg te kunnen bieden. Maar je moet wel helder hebben op welke manier de onderzoeksvraag ook tegemoet komt aan behoeften van de cliënten of bewoners. En aan die van de andere genoemde partijen.” WOZO “In de WOZO-casus, het kabinetsplan voor de toekomst van de verpleeghuiszorg, wordt dat evenwicht nog niet gevoeld door alle partijen”, zo ziet Magnée hét zorgpolitieke issue van dit moment. “En dan zie je dus weerstand, want het gevoel is dat de oplossingen die gepresenteerd worden het antwoord zijn op de zorgen van de minister, maar te zeer voorbijgaan aan wat er leeft onder zorgverleners en cliënten, die hun zwaarbevochten personeelsnorm weer afgedankt zien worden. Zo wordt technologie het onderwerp van een politiek proces. Dat leidt tot onrust, en zo mis je dus het draagvlak dat nodig is om een transitie goed te laten verlopen. Dan zie je dat ‘de politiek’ haast heeft, en dat gevoel van urgentie omzet in oplossingen die niet voldoende onderzocht en afgestemd zijn met alle betrokken partijen. Dat is wel voor te stellen, maar nogmaals: als die urgentie niet vanuit de zorgbehoefte komt, gaat je plan – en er staan echt ook veel zinvolle dingen in het WOZO – een moeizame weg op.”
Wie is Maurice Magnée? Dr. Maurice J.C.M. Magnée is sinds april 2022 lector Innovatie in de Care aan de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN). Als senior-onderzoeker is hij een expert op het gebied van technologie in de zorg en oprichter/manager van het HAN iXperium Health. “We werken aan -het omgaan met- nieuwe technologie in de zorg en welzijn. Het gaat om het inspireren van studenten, opleiders en professionals, en ze laten ervaren wat wérkt. We voeren onderzoek uit naar de effecten van technologie in zorg en welzijn. iXperium Health is als netwerkorganisatie verbonden met kenniscentra binnen de HAN en met veel kennishubs daarbuiten.” Magnée is opgeleid als ‘traditioneel wetenschappelijk onderzoeker’, en maakte tien jaar geleden een bewuste keuze voor de HAN, om zich toe te leggen op toegepast onderzoek. Hoe kunnen zorgverleners technologie inzetten? Het Lectoraat Innovatie in de Care ontwikkelt en test technologie voor gebruik door cliënten en zorgverleners in de praktijk. De missie is ouderen en chronisch zieken te ondersteunen bij het zo lang mogelijk zelfstandig functioneren en behoud van eigen regie over hun leven met ziekten en beperkingen. Magnée trekt de parallel naar productontwikkeling. “Dat mechanisme werkt niet alleen bij grote beleidsontwikkelingen als WOZO”, zo stelt hij. “Ook op productniveau zie je soms snelle introducties, omdat ze bijvoorbeeld minder werkdruk beloven, of gewoon omdat managers of inkopers onder de indruk zijn van het vernuft van een innovatie. Maar op die manier stromen ook producten de markt op die hun nut nog niet duidelijk bewezen hebben. Niet alleen een desinvestering in geld, maar ook in tijd en moeite om mensen te leren werken met producten die het niet maken.” Fieldlabs Maurice Magnée heeft een heldere visie op effectieve innovatieprocessen. “Zowel voor onderzoek als voor productontwikkeling is het dus zaak om omgevingen te creëren waar alle perspectieven die meegewogen moeten worden samenkomen”, zo stelt hij. “Dat is een voorwaarde voor werkbare en duurzame procesuitkomsten, die niet op hypes, lobby’s of een wanhoopsbod stoelen. Fieldlabs zijn een eigentijds antwoord op die vraag om een procesorganisatie waar alles samenkomt, al moet je er oog voor hebben dat fieldlabs op zichzelf ook een hype zijn. Je moet ze met zorg inrichten, want het gaat niet werken op de naam ‘fieldlab’ alleen. Het model heeft goede resultaten laten zien in de coronacrisis. Een ander mooi voorbeeld is het Fieldlab Eerstelijnszorg, van de HAN, Radboudumc en Zorggroep STIELO samen. Dat richt zich op impactvolle innovatie in de eerstelijnszorg in de regio Nijmegen. Dat fieldlab bestaat al langer, en daarvan kun je in evaluerende zin meer zeggen over de werkzaamheid.” Maurice Magnée, Lector Innovaties in de Care aan de HAN 17
Solidariteit Magnée, tot slot: “Wat ik op dit moment als de grootste uitdaging voor beleidsontwikkelaars zie, is de vraag hoe je de reactie op maatschappelijke spanning kunt sturen in de richting van solidariteit. In tijden van crisis kúnnen mensen een grote mate van solidariteit opbrengen. Dat mechanisme zag je in de eerste fase van de coronacrisis bijvoorbeeld. Maar er spelen meerdere crises tegelijk, en de sfeer in de samenleving lijkt eerder te verharden; dat is zorgelijk. Wat de toekomst van de zorg betreft is de beste voorwaarde voor een gezonde ontwikkeling: structureel innoveren, met ruimte voor alle perspectieven, en creatieve oplossingen – niet alléén technologische.” ‘Duurzame zorgontwikkeling staat of valt met draagvlak en acceptatie’ 18 FMT | september 2022 De Kepler Night Nurse oplossing van Kepler Vision Technology is een voorbeeld van technologie die zo is ontwikkeld dat hij aansluit bij de specifieke behoeften van individuele cliënten. Per bewoner zijn alerts van het monitoring systeem op maat in en uit te schakelen. Kepler Night Nurse waakt over het welzijn van cliënten in privékamers, gangen en algemene ruimten en gebruikt daarbij maar één optische sensor.
zorgtechnologie | tekst • Mirjam Hommes Zijn robots in de ouderenzorg realistisch? Bij het startsein voor het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO), schreef VWS-minister Conny Helder aan de Tweede Kamer dat beeldbellen en robots de norm worden in de ouderenzorg van de toekomst. Verschillende onderzoekers kwamen met kanttekeningen over de uitvoerbaarheid en wenselijkheid hiervan. Vilans ziet juist veel mogelijkheden en pleit voor het delen van kennis. V olgens Helder zijn zorgrobots nodig om de zorg minder duur en arbeidsintensief te maken. Maar is het realistisch, vragen sommigen zich af. De verwachtingen zijn in elk geval hooggespannen. Een onderzoek in opdracht van de tech-sector, belooft dat techniek en robots de komende jaren 110.000 zorgmedewerkers kunnen uitsparen. De NOS maakte na het verschijnen van dat rapport een kritische reportage. Daarin tempert hoogleraar in ‘Haptic Human-Robot Interaction’ aan de TU Delft, David Abbink, de verwachtingen. “Het idee dat robots een snelle oplossing kunnen zijn voor de personeelstekorten wordt overschat. Het is een complexe uitdaging.” Volgens Abbink wordt te snel voorbijgegaan aan de effecten van robots en andere technologische ontwikkelingen op de werkvloer. Eff ect op werknemers Hoogleraar Abbink erkent dat er wel al succesjes zijn geboekt, vooral op het gebied van ‘sociale robots’. Maar hij ziet ook dat de inzet van robots niet altijd positief uitpakt. “Soms kan een robot best een deel van het werk overnemen, maar kan het toch een onbedoelde negatieve invloed op werknemers hebben.” Abbink geeft een voorbeeld uit de maakindustrie. “Daar moesten werknemers een groot stuk heen en weer lopen om de benodigde onderdelen te pakken voor hun werk. Dat kostte veel tijd. Er werd een robotkarretje ontwikkeld dat het werk van ze overnam. Ideaal, zou je zeggen. Maar wat bleek: de werknemers verloren werkplezier. Tijdens de wandelingetjes vonden sociale contacten plaats en ontstonden ideeën. Een op papier effi ciënte robot bleek dodelijk voor de creativiteit en innovatie.” Abbink pleit ervoor het idee van het vervangen van werknemers los te laten en vooral te werken aan robots die echt ondersteunend werken en meeleren met de medewerker. Vilans: ‘Het gaat sneller dan je denkt’ Toch gaat de robotisering sneller dan je denkt, laat onderzoeker Henk Herman Nap van kennisorganisatie Vilans weten. “Het is zeker een uitdaging maar onder druk van de grote uitdagingen in de zorg gaat het steeds sneller. Om te voorkomen dat mensen buiten de zorg vallen moet het roer om en zal er meer op afstand en via digitale kanalen gewerkt moeten worden.” Het kabinet trekt er in elk geval 770 miljoen euro voor uit. Nap vertelt dat verschillende systemen momenteel testen hoe het in de praktijk werkt. "Bijvoorbeeld in het GUARDIAN-project. Daarin ontwikkelen we een sociale robot die mantelzorgers ontlast door interactie met thuiswonende ouderen. De zorgrobot dient als metgezel en communiceert met gebruikers in het comfort van hun eigen huis. Het herinnert ze eraan om te eten, te drinken of medicijnen in te nemen en helpt bij het bieden van dagelijkse structuur.” Voorbeelden in Kennisbank Voor concrete voorbeelden van zorgtechnologie en wat de kosten en baten zijn van deze technologieën, verwijst Nap naar de Kennisbank Digitale Zorg. “Organisaties profi teren van elkaars ervaringen. Zo kan de ene zorgaanbieder bijvoorbeeld gebruik maken van de pilotopzet van een andere organisatie. Door het delen van ervaringen kunnen we bovendien komen tot eenheid in methodiek, taal en onderzoek. Dit maakt het mogelijk om kleine onderzoeken van verschillende organisaties te stapelen en stevigere conclusies te trekken over de meerwaarde van zorgtechnologie.” Bronnen: NOS, Vilans, Gupta 19
medische technologie | tekst • Lucy Holl Lever(on)zekerheid van medische isotopen in ziekenhuizen “De medische wereld moet kunnen bouwen op goede reactoren” De krantenkoppen liegen er al jaren niet om: ‘Wéér dreigend tekort aan medische isotopen’, ‘Kankerpatiënten wachten weken op therapie’. De nucleaire geneeskunde is afhankelijk van medische isotopen. Die worden in cyclotrons geproduceerd, maar sommige isotopen kunnen wereldwijd in slechts zes gespecialiseerde kernreactoren gemaakt worden, waaronder de reactor van Petten. De aanvoer stokt echter nogal eens. Hoe kan een ziekenhuis daarop inspelen? B egin dit jaar was het weer raak. De Hoge Flux Reactor in Petten lag vier dagen stil voor ingepland klein onderhoud, maar kon vervolgens niet meteen weer worden opgestart omdat er een lekkage in een kelder werd ontdekt. Het duurde nog weken voordat er weer geleverd kon worden. De Nuclear Research & consultancy Group (NRG) beheert de reactor in Petten. Petten is samen met de reactor van het Studiecentrum voor Kernenergie in het Belgische Mol jaarlijks goed voor driekwart van de wereldwijd benodigde medische isotopen uit reactoren. Isotopen zijn licht radioactieve stoffen die gebruikt worden bij het opsporen en behandelen van verschillende soorten kanker en andere ziekten zoals bepaalde hartaandoeningen, infectieziekten of neurologische ziekten. Vervanging centrale in Petten Naast Petten en Mol wordt er geproduceerd in Zuid-Afrika, Australië, Polen en Tsjechië. Binnen de European Association of Nuclear Medicine stemmen de locaties af wie wanneer dicht is voor onderhoud, maar incidenten 20 FMT | september 2022 verstoren die planning niet zelden. Petten is bovendien meer dan 60 jaar oud, vraagt veel (duur) onderhoud en is simpelweg aan vervanging toe. Daarover is al jarenlang een politieke discussie gaande. Het was de bedoeling dat die nieuwe centrale, Pallas geheten, in 2015 al in Petten zou draaien. De provincie Noord-Holland had er al een lening van 40 miljoen euro voor afgegeven. Alles is voorbereid. Maar het Rijk aarzelt, het zou niet rendabel zijn, en er is weerstand vanuit de bevolking. De Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde heeft de afgelopen jaren verscheidene brandbrieven naar de overheid gestuurd om aan te dringen op spoedige vervanging van de oude reactor, maar een vergunning is er nog steeds niet. En als er gebouwd wordt, duurt het nog minimaal acht jaar voordat er geproduceerd kan worden. Reactortijd inkopen Goede, moderne reactoren die stabiel produceren zijn hard nodig, stelt Marcel Janssen, nucleair geneeskundige in het Radboudumc in Nijmegen. Natuurlijk zijn landsgrenzen Marcel Janssen, nucleair geneeskundige in het Radboudumc in Nijmegen: “Voor diagnostiek kunnen we steeds vaker uitwijken naar PET-tracers” Foto: Radboudumc voor ziekenhuizen niet heilig als het gaat om de inkoop van isotopen. “Maar ons land loopt al heel lang vooraan als het gaat om nucleaire technologie in de medische wereld. Productie gaat gepaard met veel research en samenwerking, met vroege implementatie van nieuwe technieken. Dat maakt het interessant om een eigen reactor in Nederland te hebben en houden.” Diverse farmaceutische bedrijven doen de inkoop van isotopen. Ze kopen reactortijd in en de reactoren produceren vervolgens
de grondstoffen. Daarna moeten vaak nog allerlei bewerkingen plaatsvinden, zoals het zuiveren, het koppelen van isotoop aan een biologisch actief molecuul, et cetera. Dat gebeurt in gecertificeerde laboratoria en moet aan allerlei kwaliteitseisen voldoen. “Maar als de reactoren stilliggen kunnen die laboratoria natuurlijk niets produceren voor de ziekenhuizen. En zij kunnen daar ook geen oplossing voor bedenken.” Groeiende behoefte Janssen ziet daarbij de behoefte aan medische isotopen alleen nog maar toenemen. Vooral voor therapeutische doeleinden kan de vraag - door de vergrijzing én door nieuwe behandelingstoepassingen - wel eens exponentieel stijgen de komende vijf à tien jaar, stelt hij. “Er zijn inmiddels tientallen therapeutische isotopen bekend die alfa- of bètastraling afgeven, waarvan nog maar enkele in patiënten worden gebruikt. Daar is nog heel veel ontwikkeling en groei mogelijk. Veel is nu nog in onderzoek, maar als daar straks steeds meer geregistreerde, bewezen therapieën uit voort komen, wordt continue beschikbaarheid van de betreffende therapeutische isotopen nog veel belangrijker.” Als iemand met bijvoorbeeld uitgezaaide prostaatkanker in aanmerking komt voor een behandeling met een veelbelovend middel als lutetium-177-PSMA, moet het ook gegeven kunnen worden. “Het zit nu nog in de regi stratiefase maar in de nabije toekomst praat je dan al snel over de behandeling van één-, tweeduizend patiënten per jaar, alleen al in ons land.” ‘Productie gaat gepaard met veel research en samenwerking, met vroege implementatie van nieuwe technieken’ Eigen producten Voor de diagnostische toepassingen heeft Janssen er niet zo’n hard hoofd in. Daarvoor zijn steeds vaker oplossingen en alternatieven te bedenken die de afhankelijkheid van de aanvoer van isotopen vanuit reactoren verminderen. Radboudumc beschikt over een cyclotron. Dochteronderneming Radboud Translational Medicine produceert – overigens ook voor derden – een scala aan PET (positron emissie tomografie)-tracers voor diagnostiek: hierbij gaat het met name om fluor-18, maar ook stikstof-13 en koolstof-11 zijn mogelijk. Deze isotopen worden gebruikt voor de diagnostiek van onder meer verschillende soorten kanker, infectieziekten, hartziekten en neurologische ziekten. “Hoe geavanceerder een ziekenhuis en hoe geavanceerder de scans, hoe meer we voor PET-onderzoek kiezen en cyclotronproducten gebruiken voor de diagnostiek.” Voorheen kon het ziekenhuis bij gebrek aan isotopen uit reactoren soms korte tijd bepaalde scans niet of veel minder maken. “Nu merken we er meestal niet zoveel van, omdat we kunnen uitwijken naar PET-tracers. Zo wordt botonderzoek veel op de gammacamera gedaan met molybdeen-99/technetium-99m (een reactorproduct) als isotoop, maar je kunt het ook op een PET-scanner doen met fluor-18 uit het cyclotron, en daarbij is de beeldkwaliteit nog beter ook.” 21
medische technologie | ‘Als er meer therapieën uit onderzoek voortkomen, wordt continue beschikbaarheid nog veel belangrijker ’ Escape Cyclotrons bieden uitkomst. Grootste bottlenecks blijven de therapeutische isotopen die wel uit de reactoren moeten komen zoals het genoemde lutetium-177 en ook jodium-131. Daarbij zou het volgens Janssen prettig zijn als er meer aanbieders komen, zodat er meer marktwerking ontstaat en de wereldwijd hoge prijzen wat kunnen temperen. Er zijn veel nieuwe technologieën in ontwikkeling die misschien mogelijkheden bieden. Janssen noemt het Amerikaanse Shine Medical Technologies dat in 2025 een nieuwe productielocatie voor medische isotopen wil hebben draaien in Veendam (zie kader). “Niet met een reactor, maar een soort elektronenlaser. Dat klinkt een stuk vriendelijker dan een reactor. Ze willen onder meer lutetium gaan maken. Prima als er zo meer aanbod komt.” Hij zet er nog wel wat vraagtekens bij. Wat willen dat soort partijen wel en niet produceren? “Een stof als jodium-131 voor de behandeling van schildklierkanker heeft wellicht niet hun prioriteit, omdat dat te weinig patiënten betreft, terwijl het voor ons ziekenhuis wel relevant is. Ook daarvoor zou een escape prettig zijn, gezien de leveronzekerheid van reactoren. Afgelopen winter hebben heel wat patiënten met schildklierkanker maandenlang moeten wachten op hun behandeling met radioactief jodium.” De overheid moet ook niet denken dat de problemen met de isotopentekorten zich vanzelf oplossen door de komst van nieuwe partijen. “De medische wereld moet kunnen bouwen op goede reactoren, in combinatie met andere technologieën. Dan komen we in de situatie dat we ook iets te kiezen hebben als klant.” 22 FMT | september 202 Er zijn steeds meer therapeutische isotopen bekend die goede resultaten geven bij bijvoorbeeld prostaatkanker | Foto: Radboudumc De markt van radio-isotopen In Nederland worden jaarlijks zo’n 450.000 diagnostische scans uitgevoerd, aldus het RIVM. Daarnaast zijn er nu al zo’n 5.000 therapeutische behandelingen met radioactieve isotopen bij mensen met kanker of een andere ernstige aandoening en dat aantal neemt rap toe. Radioisotopen worden verkregen door kernen te bestralen met neutronen in een reactor of met protonen in een deeltjesversneller of cyclotron. Door de korte halfwaardetijd van de medische isotopen uit reactoren is opslaan geen optie. Het is een grote, interessante markt met steeds meer partijen en steeds meer technologieën. Het Amerikaanse Shine bijvoorbeeld wil in een nieuwe fabriek in Veendam isotopen gaan produceren met een elektronenlaser, een ‘magnetronachtige’ techniek die weinig radioactief afval produceert. Het Nationaal Instituut voor Radio-elementen (IRE) in het Belgische Fleurus zette samen met technologiegigant en chipmachinebouwer ASML uit Veldhoven het SMART-project op: dat staat voor Source of MedicAl RadioisoTopes. In een internationaal samenwerkingsverband van meer dan 25 onderzoeksinstituten en hightech bedrijven werken ze met behulp van versnellertechnologie aan een duurzaam, betrouwbaar alternatief voor de isotopenproductie. Dit zou geen verrijkt uranium vereisen en nauwelijks langlevend radioactief afval veroorzaken. Het IRE zorgt samen met het Belgische Studiecentrum voor Kernenergie in Mol ook al jarenlang voor de productie van medische isotopen in de onderzoeksreactor.
partnercontent • PENTAX Medical | medische technologie Hoogwaardige zorg met bronchoscopen voor eenmalig gebruik Een bronchoscopie is een klinisch onderzoek met een hoog infectierisico. Om die reden werd de PENTAX Medical ONE Pulmo™ bronchoscoop voor eenmalig gebruik ontwikkeld voor risicogroepen, immuungecompromitteerde of zieke patiënten. Prof. Felix Herth, medisch directeur van de afdeling Interne Geneeskunde en Longgeneeskunde van de Thoraxkliniek Heidelberg, Duitsland, legt uit hoe kruisbesmetting met deze oplossing wordt vermeden. Prof. Felix Herth, en zijn team in de Thoraxkliniek Heidelberg In welke mate draagt de PENTAX Medical ONE Pulmo bij aan de patiëntveiligheid? Felix Herth: “Het voordeel van bronchoscopen voor eenmalig gebruik is dat het risico van kruisbesmetting van de ene patiënt naar de andere wordt geminimaliseerd. Tegelijkertijd beschikken artsen nog steeds over alle benodigde functies, zoals wendbaarheid, zuigcapaciteit en HD-beeldkwaliteit. Een ander voordeel, zowel vanuit het oogpunt van de patiënt als de arts, is hoe snel de bronchoscoop in de praktijk kan worden gebruikt door eenvoudigweg de monitor aan te zetten en de bronchoscoop aan te sluiten. Dit is vooral gunstig voor situaties waarin voorheen de hele toren naar de IC-kamer werd gebracht. Er is nu een alternatieve oplossing, die vergelijkbaar is met een herbruikbare bronchoscoop. Wat is uw advies aan ziekenhuizen die overwegen over te stappen op bronchoscopen voor eenmalig gebruik? “Dat hangt af van welke procedures en hoeveel procedures het ziekenhuis uitvoert. Als bronchoscopieën enkel worden toegepast in specifi eke situaties, zoals op de Intensive Care, is single use de logische oplossing, omdat endoscoopherverwerking en opleiding van het betrokken personeel niet meer nodig is. Ik heb verschillende bronchoscopen voor eenmalig gebruik in mijn handen gehad en ik kan zeggen dat de PENTAX Medical ONE Pulmo qua wendbaarheid vergelijkbaar is met bronchoscopen voor hergebruik. De afzuiging is misschien zelfs beter en dat is een groot voordeel.” Endoscopen voor eenmalig gebruik zorgen voor meer afval. In welke situaties is het gebruik van een wegwerpproduct te rechtvaardigen? “De voordelen van endoscopen voor eenmalig gebruik zijn duidelijk: verminderd risico op kruisbesmetting, eliminatie van de Prof. Felix Herth, medisch directeur van de afdeling Interne Geneeskunde en Longgeneeskunde van de Thoraxkliniek Heidelberg, Duitsland 23 endoscoopherverwerking en sneller gebruik van de oplossing. We moeten ons er echter ook van bewust zijn dat we ook meer materiaal produceren dat na een procedure wordt weggegooid. Na het gebruik van de PENTAX Medical bronchoscoop voor eenmalig g ebruik voelt het zonde om hem weg te gooien - vooral als je naar de CO2 -voetafdruk kijkt. Wij als artsen zijn continu in gesprek met fabrikanten van medische instrumenten over de oplossingen die zij bieden, met als doel een positieve balans te vinden tussen eff ectiviteit en CO2 -voetafdruk. Ik ben van mening dat het de verantwoordelijkheid is van een producent om artsen te informeren over wat de organisatie doet om het geproduceerde afval te compenseren.” Meer informatie: https://hygiene.pentaxmedical.com/
medische technologie | tekst • Betty Rombout Promotiestudie vernieuwt blik op implementatie: “Technologie is niet neutraal” In haar proefschrift ‘Creating Digital well-being’ bundelde industrieel ontwerper en techniekfilosoof Merlijn Smits de onderzoeksbevindingen uit het R4Heal project van de Radboud Universiteit. De projectstudies richtten zich op innovatie van digitale technologie in de patiëntkamer. Met FMT Gezondheidszorg spreekt Smits over verantwoord innoveren in de zorg. Met de snelle ontwikkelingen in de zorgtechnologie wordt het belangrijk dat we de huidige manier van denken in de gezondheidszorg onder de loep nemen, zegt u in uw proefschrift. “De 'gerandomiseerde gecontroleerde studie' wordt gezien als de beste wetenschappelijke bewijsvoering. Nu doen we al jaren dit soort studies ter evaluatie van medicatie. Maar sinds we steeds meer digitale zorgtechnologie gebruiken, worden deze studiemethoden ook gebruikt om digitale zorgtechnologie te evalueren. En daar gaat het mis, want digitale zorgtechnologie vraagt om hele andere evaluatiemethoden. We moeten veel meer kijken naar studies die individuele ervaringen en welzijn van de patiënt centraal stellen. Alleen zo zullen we echt de meerwaarde van zorgtechnologie in beeld gaan krijgen.” Hoe was de aanloop naar de studies? “We hebben met vele ontwikkelaars samengewerkt. Zij ontwikkelden de diverse technologieën. Het Radboudumc bracht de behoeftes in. Mijn rol was om dit samen te brengen. Belangrijk is het multidisciplinair werken. Vanaf het begin moeten ontwikkelaars, zorgprofessionals en ethici samen optrekken. Zo combineren we technologische mogelijkheden met behoeftes van de patiënt en zorgverlener, en kijken we hoe een technologie verantwoord in de zorg kan worden ingezet zodat hij bijdraagt aan waarden van welzijn. Als eerste stap testten we de door ontwikkelaars gemaakte prototypes met gezonde mensen. In dit stadium wilden we zieke mensen hiermee niet lastig vallen. Verpleegkundigen hebben we er ook direct bij betrokken. In het ziekenhuis hadden we een patiëntenkamer, vlakbij de verpleegafdelingen, waar we onze technologie mochten demonstreren. In de pauzes konden verpleegkundigen bij ons langskomen om hun mening over een bepaalde technologie te geven. Met alle feedback gingen we terug naar de ontwerptafel. Op een gegeven moment vonden we het goed genoeg. Toen zijn we de studies gaan starten met patiënten.” Kunt u voorbeelden van studies geven? “Ja, die van mensen met chronische rugpijn en Virtual Reality (VR). We hebben 40 patiënten gevolgd met chronische rugpijn. Allereerst 24 FMT | september 2022 Wie is Merlijn Smits? Als industrieel ontwerper en techniekfilosoof houdt Merlijn Smits (1994) zich sinds 2018 bezig met de implementatie van zorgtechnologie. Als een van de kartrekkers van het R4heal project (gericht op digitale technologie in de patiëntenkamer) in het Radboudumc coördineerde zij innovatieprocessen rondom virtual reality en kunstmatige intelligentie. Haar onderzoek gaat in op geschikte ontwikkelmethodiek voor nieuwe zorgtechnologie. Ze zoekt het raakvlak tussen de zorg, het ontwerpen en de ethiek, zodanig dat het aansluit bij het welzijn van de patiënt. Op 25 mei 2022 promoveerde zij aan de Radboud Universteit. Smits’ proefschrift ‘Creating Digital Well-being’ is te downloaden van de site van de Radboud Universiteit. Momenteel werkt Merlijn Smits als adviseur zorgtechnologie bij PBLQ. industrieel ontwerper en techniekfilosoof Merlijn Smits
Virtual reality in patiëntenkamer (foto: Frank Muller / ZorginBeeld) stelden we ze vragen als ‘Wat vindt u belangrijk in het leven?’, ‘Waar baalt u van?’. Dan horen we simpele dingen als ‘Ik kan niet zelf naar een supermarkt lopen’ of ‘Waar komt die pijn vandaan?’. In de thuissituatie hebben deze mensen vervolgens een VR-bril met ‘spelletjes’ vier weken uitgeprobeerd. Een voorbeeld van zo'n spel is dat de patiënt in een ruimteschip zit die door het ruggenmerg reist. Hij ziet waar de pijn zit en schiet pijnprikkels weg. Aan het einde van de periode volgde een evaluatie. Opnieuw vroegen we mensen naar hun ervaringen. Wat blijkt? Mensen begrijpen hun pijn beter en accepteren het eerder dan voorheen. Ze zien dat het heel normaal is om overdag even op bed te rusten. De partner begrijpt de pijn ook beter dan eerst. Kortom, de serious game vergroot het welzijn, ook al is de pijn van de patiënt niet meteen weg.” Een andere studie is die van long covid-revalidatie. Fysiotherapeuten vroegen zich af of VR iets voor hun patiënten kon betekenen. Samen met een partner die VR ontwikkelt, hebben we toen een pakket met beweegoefeningen samengesteld, om deze patiënten weer terug in ‘En wat blijkt? Het werkt motiverend, mensen herstellen sneller’ conditie te krijgen. Een game was bijvoorbeeld dat de patiënt keeper is en een bal uit het doel moet halen. En ja, dan gaan we wel bewegen. In het pakket zaten ook cognitieve oefeningen omdat covid brainfog met zich mee kan brengen. Ontspannende oefeningen zoals mindfulness behoorden eveneens tot het pakket. En wat blijkt? Het werkt motiverend, mensen herstellen sneller.” Naast VR-brillen, hebt u gebruik gemaakt van andere technieken? “Jazeker. We hebben bijvoorbeeld samen met een bedrijf een KI-model ontwikkeld, oftewel een videosensor aan het plafond die monitort wat er in de patiëntenkamer gebeurt. Loopt de patiënt rond en hoe lang? Ligt hij in bed? Hoeveel voedsel heeft hij ingenomen et cetera. Allemaal gegevens waarmee we beter op de behandeling van de patiënt kunnen inspelen.” Wat zijn de belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek? “In de gezondheidszorg proberen we al jarenlang de stap te maken van gezond zijn naar welzijn. Dit lukt nog niet. Ik denk dat digitale technologie dit wel mogelijk kan maken. Ten tweede, technologie is niet neutraal. Gebruiken we het, dan moeten we bewust omgaan met hoe technologie invloed heeft op hoe iemand zich voelt, zich gedraagt en in het leven staat. Daarvoor hebben we andere ontwerp-, evaluatie- en implementatiemethoden nodig dan dat nu worden gebruikt in de gezondheidszorg. Tot slot, bekostiging van digitale technologie blijft een uitdaging. We hebben technologie echter hard nodig voor een duurzame zorg met een tekort aan mensen. Laten we het gesprek samen aangaan. Vanaf het begin alle disciplines betrekken bij de ontwikkeling van een digitale technologie om te weten hoe deze in te zetten voor een op maat en persoonlijke wijze, zodanig dat de patiënt weer centraal staat. Gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte, het draait om het welzijn van de patiënt.” 25
smart hospital | partnercontent • EQUANS EQUANS maakt als system integrator voordelen tastbaar Smart hospital levert vandaag al concrete winst op In enkele jaren tijd heeft het smart hospital zich ontwikkeld van toekomstmuziek naar een helder concept met concrete oplossingen. Die kunnen helpen bij tal van reële uitdagingen voor het ziekenhuis van vandaag en morgen: van personeelstekorten en hoge werkdruk tot stijgende energiekosten en waterschaarste. Dat is de visie van technisch dienstverlener EQUANS, die een sleutelrol speelt in de realisatie van smart hospitals: het knoopt oplossingen slim aan elkaar en gaat daarbij merkonafhankelijk te werk. “D e term ‘smart hospital’ is een containerbegrip voor de verzameling aan datagedreven oplossingen die bijdragen aan een betere en efficiëntere zorg”, aldus Rick Vleghert, business developer Smart Hospital bij EQUANS. “Het idee komt voort uit de gedachte van het smart building. Het doel daarvan was: alles met elkaar verbinden. Dat was ooit toekomstmuziek, maar de techniek schrijdt voort. Ziekenhuizen durven daardoor vaker in concrete projecten te stappen. Ze moeten ook wel: door corona en de personeelstekorten is de werkdruk enorm toegenomen. Dat roept om innovatie in de zorg.” Steeds meer duidelijke business cases De geschiedenis van het smart building gaat zo’n 10 tot 15 jaar terug, vertelt René Bont, commercieel directeur Healthcare bij EQUANS WestNederland. “Het oorspronkelijke concept komt uit de gebouwtechniek. Door sensoren toe te voegen aan de verlichting- en klimaatsystemen, konden gebruikers via een app de ruimte op hun behoefte afstemmen. Inmiddels is daaraan een managementlaag toegevoegd: hoe wordt het gebouw gebruikt? Waar zijn op welke momenten van de dag de mensen en goederen? Denk in een ziekenhuis aan bedden, apparaten en rolstoelen. En aan patiëntenkamers en operatiezalen, maar ook vergaderruimten en het restaurant. Het concept is verschoven van comfort voor de individuele gebruiker naar het realiseren van energiebesparing en vervolgens zelfs de efficiencyverbetering van complete bedrijfsprocessen.” Dat een business case daardoor sneller is rond te krijgen, wordt duidelijk uit de concrete stappen die EQUANS overal in Nederland zet. “Slimme sensoren en track-and-trace-technieken vormen daar de basis van”, zegt Vleghert. “Daarmee kun je realtime de bezetting en benut26 FMT | september 2022 ting van ruimten en de locatie van apparatuur inzichtelijk maken en je zorgmedewerkers flinke tijdsbesparingen bezorgen. Uit onze eerste projecten blijkt bijvoorbeeld dat een besparing van minstens 50% op de zoektijd mogelijk is. Dus meer tijd voor de patiënt!” Bont haakt daarop in: “Daarnaast verlagen we voor verpleegkundigen de werkdruk. De techniek neemt de administratieve lasten over. Neem bijvoorbeeld een speciale camera die registreert dat een arts of verpleegkundige langs is geweest. Voorheen moest dat handmatig worden ingevuld.” Operationele efficiency Om de exacte winst per ziekenhuis en afdeling te bepalen, is EQUANS in diverse ziekenhuizen met pilots begonnen. “Iedereen voelt ’t aan”, zegt Bont, “maar nu leveren we het bewijs.” Bijvoorbeeld in het Spaarne Gasthuis, waar EQUANS 50 sensoren verdeelde over tien typen apparatuur. “Het zijn kleine tags die je op een apparaat plakt en die communiceren via het bestaande wifinetwerk”, legt Vleghert uit. “Op hun 'We geloven heilig in het smart hospital, om zo met techniek de zorg beter te maken'
zorgtelefoon zien medewerkers waar de apparaten zich bevinden op hun afdeling. De techniek erachter is complex, maar het is snel in te voeren en je hebt snel resultaat. Precies ons doel!” De proef leverde een karrenvracht aan extra kennis op. Vleghert: “Zo zagen we dat diverse apparaten de hele dag stilstaan. Nuttig voor je voorraadbeheer en je inkoop, want je ziet nu dat je er al genoeg hebt. Ook ontdekten we dat je het moet ondersteunen met een cultuurprogramma: gedragsverandering bij de gebruikers is net zo nodig. Ze zijn té gewend om eerst te gaan zoeken.” De techniek biedt ook andere afdelingen de nodige operationele efficiency, vult Bont aan: “De technische dienst moet al die apparaten onderhouden. Daarvoor moeten ze ook op zoek op afdelingen waar ze niet elke dag komen. Of neem het rolstoelbeheer: de verantwoordelijke medewerkers zoeken zich vaak een slag in de rondte!” The pursuit of operational excellence: one-click compliance Compliancy is een ander argument voor smart-hospital-oplossingen. Vleghert noemt de slimme spoeling in het legionellabeheer en de slimme sparing voor brandveiligheid. “Door een sensor op de waterleidingen hoef je je nooit meer af te vragen of een leiding is doorgespoeld. Je bespaart flink op mensuren, doordat er veel minder preventieve rondes nodig zijn. En doordat je gericht doorspoelt, bespaar je tot 60% aan water. Zeer actueel in de droge zomers van de afgelopen jaren! Met het onnodig spoelen van warmwaterleidingen en de stijgende energieprijzen spoel je letterlijk geld door het putje weg. Met de slimme spoeling verhoog je de compliancy en verlaag je de verspilling en dus jouw CO2 -footprint. De oplossing voor brandwerende doorvoeringen werkt net zo. Die doorvoeringen moeten altijd intact zijn, maar kunnen door verbouwing of herinrichting worden verbroken. Ook daar lopen mensen jaarlijkse inspectierondes voor. Nu staat dankzij een slimme coating die wordt aangebracht op de brandwerende sparing, elke breuk of zelfs aanraking meteen in je digitale beheerlogboek. Hiermee signaleer je enerzijds realtime onbedoelde schades aan sparingen. Anderzijds kun je het jaarlijkse nalopen van sparingen elimineren: een financieel en organisatorisch voordeel. Het beheerlogboek kun je met één druk op de knop aan de controlerende instantie en het bevoegd gezag tonen. ‘One-click compliance’ noemen we dat.” Rick Vleghert René Bont Op het gebied van ruimtebenutting voerde EQUANS inmiddels diverse projecten uit, zoals slimme sensoren in patiëntenkamers en andere ruimten. Via multisensoren is de bezetting te meten, waarna het energieverbruik en het binnenklimaat daarop zijn af te stemmen. Daarnaast kunnen patiënten via een tablet of telefoon verlichting, zonwering en klimaat naar eigen wens instellen. En in de ‘smart healthy workplace’ creëert EQUANS werkplekken die aan activiteiten zijn gerelateerd. Zo koppelen slimme sensoren de juiste werkplekken aan de juiste mensen – niet alleen in kantoorruimten, ook op poli’s. Merkonafhankelijke integratie Bont en Vleghert zien een grote rol weggelegd voor EQUANS in de transitie naar het smart hospital. “We geloven heilig in het smart hospital, om zo met techniek de zorg beter te maken”, zegt Bont. “Het is onze missie om organisaties op drie fronten te helpen: met de digitale transitie, de energietransitie en de industriële transitie. Op groepsniveau zijn ontwikkelbudgetten vrijgemaakt, niet alleen in Nederland.” Vleghert vult aan: “Een groot deel van de Nederlandse ziekenhuizen is al klant. Op de markt fungeren we als system integrator: we werken samen met partners en ontwikkelen zelf oplossingen. Onze kracht zit in de merkonafhankelijke koppeling van gebouwtechniek en zorgprocessen. We kunnen alles koppelen, waardoor je silo-oplossingen voorkomt.” Bont besluit: “We kijken op alle niveaus naar integratiemogelijkheden. We kunnen aan het begin instappen, maar ook halverwege. Want dat is het grote misverstand: dat je tot een leverancier bent veroordeeld als je eenmaal bent begonnen. Dat hoeft helemaal niet! Er is maar één randvoorwaarde: open standaarden.” Meer informatie www.equans.nl/healthcare 27
infectiepreventie | tekst • Ina Roubos, Stichting Trainingen Infectie Preventie Luchtbehandeling operatie- en behandelkamers De definitieve richtlijn is een feit Nadat in 2019 de concept richtlijn luchtbehandeling in operatiekamers en behandelkamers is gepresenteerd, die behoorlijk wat stof deed opwaaien, is het nu zover: de definitieve richtlijn is feit! De Stichting Trainingen Infectie Preventie wijdde er op 31 augustus j.l. een symposium aan. Plaats van handeling: het Van der Valk hotel in Veenendaal. P ieter Sloot, kwaliteitscoördinator en voorzitter Stichting Trainingen Infectie Preventie opent het symposium. Hij interviewt Hans Duvekot over de procesgang van deze (zware) bevalling. Hans Duvekot, gynaecoloog- perinatoloog in het Erasmus-MC werd in 2017 door de directeur van de Federatie Medische Specialisten benaderd om als voorzitter van de SRI-werkgroep de ontwikkeling van de nieuwe richtlijn luchtbehandeling in de operatiekamer te begeleiden. In februari 2018 begon de werkgroep met een Invitational conference met de primaire vraag: ‘wat is de beste methode luchtbehandeling op OK?’;. Op dat moment was dat in de ogen van Hans Duvekot ‘appeltje-eitje’. Hij verwachtte dat het ontwikkelproces binnen een jaar wel afgerond zou zijn. Een belangrijk verschil met de WIP-richtlijn van 2014 is het loslaten van de relatie tussen het aantal deeltjes en kolonievormende eenheden én het voorzorgsbeginsel. Er is onvoldoende bewijs in de literatuur hiervoor, zegt Duvekot. NOV Na vele uren literatuurstudie en 120 pagina’s commentaar op de conceptrichtlijn is het de werkgroep gelukt een richtlijn te ontwikkelen, waar ook de Nederlandse Orthopedische Vereniging (NOV) zich in kan vinden. De NOV is van mening dat er te weinig bewijs is dat de aanbevelingen uit de voorgaande WIP-richtlijn 2014 niet voldoen. Dit verenigingsstandpunt met een toelichting op de technische eisen voor een klasse 1+ OK is door de NOV gepubliceerd op haar website (overigens niet als addendum bij de richtlijn). Richtlijnontwikkeling Hoe een SRI-richtlijn (SRI = Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie) tot stand komt wordt uitgelegd door Margreet Pols, adjunct-directeur Kennisinstituut medisch specialisten. Een richtlijn is de ‘gouden standaard’, de veldnorm, maar een zorgprofessional is zelf verantwoordelijk om te beslissen of bij een individuele patiënt de richtlijn gevolgd moet worden of juist niet. Afwijken Een zorgprofessional beslist of bij een individuele patiënt de richtlijn gevolgd moet worden 28 FMT | september 2022 mag dus en is soms zelfs geïndiceerd, maar moet wel onderbouwd en gedocumenteerd worden. Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt toezicht op de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van de zorg en kan de richtlijn gebruiken als veldnorm en erop handhaven. Vanuit het publiek komt de vraag of er ook internationaal wordt samengewerkt, waarop Remko Noor, bestuurslid VCCN, toelicht dat er gewerkt wordt aan een Europese richtlijn, door o.a. Roberto Traversari, TNO, maar dat het hierbij nog langer duurt om consensus te krijgen. POWI’s Jan Kluytmans, arts-microbioloog UMC Utrecht, geeft inzicht in de risicofactor wondcontaminatie voor het ontstaan van een postoperatieve wondinfectie (POWI). Wat opvalt is dat een groot deel van de POWI’s worden veroorzaakt door de bacterie Staphylococcus aureus van de patiënt zelf. Dragers van deze bacterie hebben een vier keer zo grote kans op het ontstaan van een POWI vergeleken met niet-dragers. Ongeveer 25%-30% van de bevolking is drager van S. aureus. Dat vooral neusdragers een probleem kunnen zijn, wordt geïllustreerd met een filmpje, waarop zichtbaar is gemaakt dat partikels zich vanuit de neus van de patiënt richting het wondgebied begeven. Eén van de conclusies is dan ook dat naast antibiotica-profylaxe tijdens de operatie ook S. aureus eradicatie met antibacteriële neuszalf en shampoo belangrijke preventiemaatregelen zijn.
Luchtbehandeling en duurzaamheid WIP vs. SRI De verschillen en overeenkomsten tussen de ‘oude’ WIP-richtlijn 2014 en de ‘nieuwe’ SRIrichtlijn luchtbehandeling in operatie kamers worden door Frans Ploegstra, infectiepreventie-adviseur naast elkaar gezet. Wat dit in de praktijk betekent, licht Martin Janssen, coördinator OK-technologie Radboudumc toe. Over het algemeen kan gesteld worden dat de nieuwe richtlijn minder details bevat, dat de eisen minimale eisen zijn en er geen voorkeur voor een type luchtbehandeling wordt uitgesproken. Kees Ballemans, deskundige infectiepreventie Unic en werkgroeplid, licht toe dat de richtlijn is gebaseerd op het risico voor infectie. Er kunnen ook andere redenen zijn om bepaalde grenswaarden te hanteren, zoals ARBO bij de parameter luchtvochtigheid.. Afwegingen en argumenten Aan de hand van een casus laat Paul Jutte, orthopedisch chirurg UMCG en lid van de richtlijnwerkgroep, zien hoe ingrijpend de gevolgen zijn van een wondinfectie bij een patiënt met een heupprothese. Jutte licht toe dat de orthopeden kiezen voor het voorzorgbeginsel: zowel de contaminatie met deeltjes als de hersteltijd van de lucht na verstoringen zo laag mogelijk houden. De reden dat de orthopeden willen vasthouden aan de aanbevelingen uit 2014 en een voorkeur hebben voor een Uni Directionele Flow (UDF) is drieledig: • in de huidige situatie is er bij de prothesechirurgie een stabiel laag infectie-percentage van 1,1%; • er is een zeer lage bewijskracht dat UDF niet zou voldoen en; • tot slot zijn zij van mening dat verandering een risico is voor hun patiënten. Stefan van Heumen, consultant Building Physics & Systems TNO gaat verder in op de inhoud van het standpunt van de NOV. Hieruit blijkt dat de eisen van een klasse 1+ OK (richtlijn 2022) overeenkomen met de eisen aan een OK Klasse 1, prestatieniveau 1 (richtlijn 2014). Een aantal eisen is vereenvoudigd: bijvoorbeeld het markeren van het beschermd gebied. Doelstelling nu is om een werkgebied voor het ‘steriele’ OK-team te markeren en een loopgebied daarbuiten, waarbij een projectie van het plenumformaat als markering van het werkgebied kan dienen. Met een UDF kan de vereiste prestatie bereikt worden; ook een ander systeem dan UDF is mogelijk, mits de gelijkwaardigheid wordt aangetoond volgens de beschreven methode in het verenigingsstandpunt. Op een vraag uit het publiek over de juridische status van het NOV standpunt wordt geantwoord dat deze gelijk is aan de richtlijn: het is een veldnorm, die beroepsvereniging zichzelf oplegt en waaraan IGJ kan toetsen. Gedrag Behalve lucht is ook gedrag een belangrijke factor voor het ontstaan van een POWI. Hoe belangrijk laat Jan Klein, emeritus universitair docent Patiënt Safety Engineering TU Delft ons zien aan de hand van eigen ervaringen in het Havenziekenhuis en een indrukwekkende film op een OK-complex in een ziekenhuis in Parijs. Het effect van de combinatie van hiërarchie, presteren onder druk en miscommunicatie wordt confronterend zichtbaar gemaakt in een real-life verslaglegging van interactie tussen teamleden op het OK-complex. Al met al een symposium dat mede door confrontatie bewustwording tot gevolg had: een richtlijn is er niet om domweg op te volgen, maar stimuleert ook om goed na te denken en bewuste, verantwoorde keuzes te maken. Meer informatie: www.infectiepreventieopleidingen.nl 29 Dat een luchtbehandelingssysteem veruit de grootste energieverbruiker van een OK is, laat Sandra Lako, anesthesist en voorzitter energiegroep OK Radboudumc zien tijdens een voordracht waarbij zij de urgentie van duurzaamheid duidelijk maakt. De grootste uitdaging voor de gezondheidszorg is namelijk klimaatverandering. Gezondheidszorg is een vervuilende industrie, verantwoordelijk voor 5 -10 % van de CO2-uitstoot. 40% hiervan wordt veroorzaakt door de operatiekamers. Naast het energieverbruik van de luchtbehandeling zijn de boosdoeners dampvormige anesthetica en de grote hoeveelheden afval. Maatregelen om het energieverbruik terug te dringen is een standby-stand van de luchtbehandeling in avond/nacht/weekend. Ook stelt zij vraagtekens bij de luchtbeen ontvochtiging, die in andere landen helemaal niet toegepast wordt. Verder is het raadzaam om bij nieuwbouw van OK’s bewust te kiezen voor het benodigde prestatieniveau / OK-klasse. Een suggestie is om de mogelijkheid in te bouwen om een switch te kunnen maken tussen de niveaus. Een ziekenhuis is een openbaar gebouw; hiervoor geldt de verplichting om door verbouwing energie te besparen.
medische technologie | partnercontent • Varian MST internationaal koploper met bestraling prostaatkanker Online adaptief bestralen heeft de potentie om patiënten met prostaatkanker bij Medisch Spectrum Twente (MST) sneller en met minder kans op bijwerkingen te helpen. De dagelijkse behandeling kan zonder verlies in precisie in een kwartier plaatsvinden. Nieuwe, slimme technieken maken dat mogelijk. Z e konden het bij MST in eerste instantie ook niet geloven, erkent bestralingsdeskundige Liselotte ten Asbroek. Toen de afdeling Radiotherapie zo’n drie jaar geleden op het punt stond om een van de bestralingsapparaten te vervangen, kwam het uit bij Varian. De fabrikant van apparatuur en software voor radiotherapie beloofde met haar nieuwe bestralingssysteem Ethos® therapy zowel de voorbereiding als de duur van een radiotherapiebehandeling sterk te kunnen reduceren. Voorafgaand aan een behandeling wordt een radiotherapieplan opgesteld. Dit plan moet dagelijks worden aangepast aan veranderingen in de anatomie. Ten Asbroek: “Om het plan aan te passen, waren we in de oude situatie een dag bezig, en dan kon de anatomie van de patiënt alweer veranderd zijn. Dat dit aanpassen nu bijna meteen kan (in ongeveer een kwartier), is iets dat we ons toen niet konden voorstellen.” Afdelingsmanager Radiotherapie André Doldersum: “De haarscherpe beeldkwaliteit van de Cone Beam CT-scan van Ethos therapy in combinatie met kunstmatige intelligentie (AI) in de software eromheen maken dit mogelijk. Dit opent de deur naar een nieuwe aanpak van radiotherapie.” ‘De haarscherpe beeldkwaliteit van de Cone Beam CT en AI van Ethos maken het mogelijk om een radiotherapieplan snel aan te passen’ 30 FMT | september 2022 25 jaar wachten In februari 2020 startte MST met de eerste online adaptieve bestralingen. Inmiddels zijn ze er zo bedreven in dat de meeste behandelingen al sneller gaan dan het beloofde kwartier. Doldersum: “Al 25 jaar zien we kleine of grotere patiëntveranderingen tijdens bestraling, maar al die tijd konden we er weinig mee. Het werd daarom meegenomen in een onzekerheidsmarge bij bestraling. Nu is de techniek zover dat we er iets mee kunnen; echt een doorbraak.” Onlangs bestraalde MST 24 mannen met prostaatkanker op één dag met deze radiotherapietechniek. Dat was een wereldprimeur. Meer tijd voor patiënten In het kort werkt het als volgt. De prostaat ligt niet altijd netjes op dezelfde plek; de positie en vorm variëren van dag tot dag, omdat deze bijvoorbeeld kantelt door een vollere blaas. Dat betekent dat artsen elke keer een iets ruimere positie-onzekerheid moeten accepteren in de voorbereiding of steeds het bestralingsplan moeten bijstellen. Met Ethos therapy is de prostaat niet alleen goed te zien, het systeem kan in enkele minuten de contouren van omliggende gezonde organen aanpassen en dosisverdelingen herberekenen. Ten Asbroek: “Vervolgens controleren wij dit en maakt het apparaat geautomatiseerd in twee minuten een nieuw bestralingsplan.” Dat maakt het werk voor Ten Asbroek anders, want ze hoeft zich geen zorgen te maken over de techniek, waardoor ze meer oog kan houden voor de zorg. “Doordat Ethos therapy me nu werk uit handen neemt en ik minder op het apparaat hoef te letten, kan ik mijn patiënten meer Prostaatkanker en MST In 2021 kregen 13.665 mannen de diagnose prostaatkanker (bron: Nederlandse Kanker Registratie). De afdeling Radiotherapie van Medisch Spectrum Twente behandelt bijna alle soorten kanker, waaronder de veel voorkomende, zoals longkanker, borstkanker, prostaatkanker én dikkedarmkanker. Sinds begin 2020 behandelt MST prostaatkankerpatiënten met online adaptief bestralen als nieuwe techniek. Daarmee was MST het eerste ziekenhuis ter wereld met deze techniek. Inmiddels zijn 160 patiënten ermee behandeld en geldt de methode als de standaard bij MST.
HyperArc® high-definition radiotherapie voor uitzaaiingen in de hersenen MST behandelt veel mensen met hersenmetastasen. Vaak zijn dit uitzaaiingen van long-, borst-, nier-, en huidkanker. Bij uitgebreide hersenmetastasen worden de gehele hersenen bestraald, mits de conditie van de patiënt goed genoeg is. Bij een beperkt aantal hersenmetastasen is het mogelijk om gericht met een hoge dosis en precisie te bestralen, vertelt radiotherapeut-oncoloog Anand Bhawanie. “Met deze stereotactische radiotherapie kun je tot diep in het brein behandelen. Millimeterprecisie is daarbij wel van extreem belang. Bij bestralingen van meerdere hersenmetastasen was dit nogal eens een uitdaging.” “MST implementeert nu de HyperArc-techniek”, zegt Bhawanie. “Het gaat om een of twee millimeter, maar dat kan net het verschil zijn in het raken van een omliggende zenuw of niet. Je kunt je voorstellen wat dat betekent voor kwaliteit van leven. En HyperArc gaat ons hierin enorm helpen. Mede daardoor kunnen we binnenkort ook bestralen als er meerdere uitzaaiingen tegelijkertijd zijn.” Het bestralingssysteem Ethos® therapy van Varian aandacht geven, in de breedste zin van het woord. Bovendien is de behandeling nu veel rustiger, omdat het apparaat stiller is en er minder zichtbaar bewegende onderdelen zijn.” Meer kans op sparing van omliggende organen Het grootste voordeel voor patiënten is echter de winst die behaald wordt in het genezingsproces, legt Anand Bhawanie, radiotherapeutoncoloog, uit. De nieuwe techniek heeft niet alleen de potentie om sneller, maar ook preciezer te werken. “We streven ernaar de stralingsdosis veel beter te verdelen, waardoor we de tumor een hardere klap kunnen geven terwijl omliggende organen en weefselstructuren zoveel mogelijk gespaard blijven.” Dit met het doel de kans op genezing met minimale bijwerkingen te vergroten. Dat dit met AI nu al snel en accuraat te berekenen is, had klinisch fysicus Erik van Dieren een paar jaar geleden niet verwacht. “De techniek die erachter zit, is buitengewoon.” Minder kans op bijwerkingen Bij de traditionele manier van bestralen van beweeglijke tumoren, zoals bij prostaatkanker, waren de bestralingsvelden wat ruimer, vertelt Van Dieren. De keerzijde daarvan was dat omliggend weefsel en organen ook meer geraakt konden worden, met vervelende bijwerkingen tot gevolg. “Op maar een paar millimeter van de prostaat liggen de dikke darm en de blaas”, legt Bhawanie verder uit. “Die kunnen best wat straling aan, maar boven bepaalde waarden kan dat leiden tot bijwerkingen zoals diarree, bloed in de ontlasting en vaker plassen. Soms konden de plasklachten zo heftig worden dat een patiënt tijdelijk een katheter nodig had”, zegt Bhawanie. “Dankzij online adaptief bestralen en de betere beeldkwaliteit kunnen we veel nauwkeuriger rekening houden met de beweeglijkheid. En daarmee het bestralingsgebied veel preciezer krijgen. Bovendien, omdat het zo snel gaat, krijgt de tumor minder kans om tussendoor een andere positie in te nemen. Dit zien we ook daadwerkelijk terug tijdens de bestralingen”, aldus de arts. V.l.n.r.: dr. Erik van Dieren, drs. Anand Bhawanie, Liselotte ten Asbroek en André Doldersum Andere doelgebieden Inmiddels heeft MST zoveel ervaring met de bestraling van prostaattumoren dat artsen en ander specialistisch personeel vanuit heel de wereld er meer van willen weten en naar Enschede afreizen. Van Dieren: “We hebben er bewust voor gekozen om online adaptief bestralen eerst in te zetten voor patiënten met prostaattumoren, omdat die bij ons een grote groep vormen. Nu we daarin gespecialiseerd zijn, krijgen inmiddels alle prostaatkankerpatiënten die in aanmerking komen voor radiotherapie deze behandeling.” Die keuze maakt dat vanuit de Verenigde Staten, Dubai, Thailand, Australië en Europa collega-artsen en -specialisten nu naar MST kijken. MST zelf is inmiddels al klaar voor de volgende stappen, vertelt Doldersum: “We zijn bezig deze techniek toe te passen op andere doelgebieden in de onderbuik, zoals de dikke darm, de blaas, het rectum en gynaecologische tumoren. ” Meer informatie: www.varian.com Varian Medical Systems is een Siemens Healthineers Company • 31
huisvesting | tekst • Wilma Schreiber - Foto’s • Jean-Pierre Geusens Prefab-bouw na overstromingsschade in Zuid-Limburg Verpleeghuis Valkenheim in no-time herrezen Medio juli vorig jaar werd in Valkenburg druk gebouwd aan 38 nieuwe woningen bij Valkenheim, een verpleeghuis voor mensen met dementie. Daar kwam abrupt een eind aan vanwege de ernstige wateroverlast en de overstroming van de Geul in het dorp, waarbij alle drie de Sevagram-locaties in Valkenburg zwaar getroffen werden. Evacuatie van alle bewoners en verwoesting van het hoofdgebouw van Valkenheim waren het gevolg. Dankzij een prefab bouwoplossing kunnen nieuwe bewoners een jaar later alsnog hun intrek nemen in een eigentijds en huiselijk thuis. D e drie locaties in het Limburgse dorp Valkenburg liggen dicht bij elkaar en moesten alle geheel ontruimd worden toen op 14 juli 2021 het water binnenstroomde. Tot die locaties horen Valkenheim met 82 bewoners, een locatie voor de doelgroep somatiek met 102 bewoners en een hospice. “We hebben door een meter hoog water moeten waden om bewoners te evacueren. Die dag en avond hebben veel impact gehad en dit dreunt nog altijd na bij bewoners en medewerkers”, vertelt JeanPierre Halmans, directeur Finance & Control en Vastgoed bij Sevagram (zie kader). Bewoners werden ondergebracht in eigen locaties en bij collega-organisaties. “Het hoofdgebouw was geheel verwoest, we moesten daarom meteen aan de slag om mensen weer snel een thuis te kunnen bieden. Als je dan kiest voor een traditioneel bouwtraject, ben je zo jaren verder.” Groeiende zorgvraag Geluk bij een ongeluk was dat de schade aan de nieuwbouw van 38 eenpersoonskamers meeviel en ze daarna ook relatief snel afgebouwd konden worden. Deze nieuwe vleugel kon daardoor in maart 2022 geopend worden, waarna een aantal bewoners terug kon naar Valkenheim. “Deze vleugel is bedoeld als aanbouw, tegen de bestaande bouw aan, met gebruikmaking van de voorzieningen van het hoofdgebouw. Nog een reden om het nieuwe hoofdgebouw snel te herbouwen. 32 FMT | september 2022 De hoofdingang van het nieuwe Valkenheim Daarnaast is de zorgvraag in de regio groot en groeiende”, stelt Halmans. Na een marktverkenning en aanbesteding, ondersteund door Wiebenga Consultants in Maastricht, viel de keuze op De Meeuw in Oirschot, specialist in flexibele en modulaire bouw. “We zijn er heel snel in geslaagd een plan te ontwikkelen, een leverancier te selecteren
De modulaire nieuwbouw is duurzaam en degelijk, en ademt in alles een volwaardig gebouw. en een bouw wijze te bepalen.” Sevagram beschikt over een flinke eigen vastgoedafdeling en een eigen onderhouds- en servicedienst. “We vinden het belangrijk om de regie op gebouwen en processen te hebben, woongenot is heel belangrijk voor onze bewoners.” Duurzaam en degelijk De nieuwbouw van 60 bedden betreft semipermanente bouw, waarvoor Valkenheim een vergunning voor tien jaar heeft gekregen. Nadat in samenwerking met De Meeuw de indeling en structuur was vastgesteld, ging in maart dit jaar de productie in de fabriek in Oirschot van start. “Met als resultaat dat juli dit jaar het prefab gebouw is opgeleverd en we half augustus de nieuwe bewoners hebben kunnen verwelkomen”, zegt Halmans. “De nieuwbouw is duurzaam en degelijk, ‘Regie op gebouwen en processen is belangrijk’ en ademt in alles een volwaardig gebouw. In de toekomst willen we veel meer van dit concept gebruik gaan maken.” Om voortaan bestand te zijn tegen eventuele nieuwe overstromingen, bevindt de vloer van het nieuwe gebouw zich een meter boven het niveau waar vorig jaar het water stond. Omdat sommige cliënten gaan dwalen, zijn zo veel mogelijk zogeheten belevingshoeken aangebracht. 33
Licht, ruimte en een huiselijke sfeer waren bepalend voor de inrichting van Valkenheim. Huiselijke sfeer Bij de nieuwbouw hanteert Valkenheim een programma van eisen dat binnen de hele Sevagram-organisatie van toepassing is. “Al onze woonkamers hebben een huiselijke sfeer, het is voor bewoners immers hun thuis. Daarnaast is er veel licht en kunnen bewoners buiten in de tuin zitten. Verder is het belangrijk dat de inrichting uitnodigt tot beweging”, aldus Halmans. Vanwege de doelgroep, mensen met dementie, is ook voorzien in prikkelarme ruimten voor kleine groepen en snoozle-badkamers. “Omdat sommige cliënten gaan dwalen, brengen we tevens zo veel mogelijk zogeheten belevingshoeken aan: een bioscoop waar oude films draaien, een ouderwets ingerichte keuken, een bruin café enzovoort. Je ziet gewoon dat mensen daar gelukkig van worden.” Het oude Valkenheim wordt op termijn gesloopt en maakt dan plaats voor een mooi buitengebied. Planetree-concept Dit programma van eisen is gebaseerd op het Planetree-concept - betere zorg, een helende omgeving en een gezonde organisatie. “We zijn continu bezig om de dag van de bewoner nog mooier te maken, dat is onze tweede natuur. Vanuit welzijn denken, daar draait het 34 FMT | september 2022 om”, verklaart Halmans. “En een gezonde organisatie houdt in dat we ervoor zorgen dat medewerkers gezond hun werk kunnen doen, en dat kosten en opbrengsten in evenwicht blijven, zodat de organisatie ook financieel gezond blijft.” Bij elk nieuwbouwtraject wordt medewerkers, cliëntenraad en waar mogelijk ook bewoners gevraagd mee te denken aan de hand van een mock-up kamer. “Zo kunnen ze zien en voelen hoe het wordt. En hoewel we niet iedere wens van elk individu kunnen honoreren, levert dit toch elke keer weer verbeteringen op. Zo scherpen we ons standaard programma van eisen aan en bekijken we voor elke locatie opnieuw: wat past bij deze omgeving, bij deze mensen. Om daar vervolgens met het gebouw bij aan te sluiten.” Innovatielab Daarbij speelt domotica eveneens een rol, waarvoor Valkenheim eveneens werkt met een Sevagram-blauwdruk. “Uitgangspunt is steeds dat bewoners zich zo vrij mogelijk door het gebouw moeten kunnen bewegen. Hiervoor werken we met leefcirkels, want het moet natuurlijk ook veilig zijn. Dus voor sommige bewoners gaat een deur open, voor andere niet. Momenteel experimenteren we met gezichtsherkenning om leefcirkels vorm te geven, zodat bewoners niet
| huisvesting ‘Vanuit welzijn denken, daar draait het om’ In de snoozle badkamer kunnen bewoners helemaal tot rust komen. langer een tag hoeven te dragen.” Daarnaast helpen bedsensoren te monitoren of bewoners wellicht onrustig zijn. Medewerkers kunnen met deze en andere nieuwe zorgtechnologie oefenen in het eigen innovatielab van Sevagram, een kamer vol innovaties en techniek. Denk aan virtual reality-brillen om virtueel door een nieuwe locatie te lopen. “Daarmee besparen we op de kosten voor mock-ups.” Enorme toer Hoewel duurzaamheid in recente projecten van Sevagram zeker ook een belangrijk aandachtspunt is – een eerder project is bijvoorbeeld geheel gasloos, een ander nieuw project aangesloten op mijnwater - is het vanwege de vereiste snelheid van bouwen niet gelukt Valkenheim gasloos te maken. Halmans: “Wel vindt warmte en koeling plaats via vloerverwarming en hebben we zonnepanelen aangebracht. We streven ernaar onze panden stap voor stap te verduurzamen, met oog voor de financiële balans. Het moet wel uitkunnen.” Medewerkers en bewoners reageren enthousiast. “Ze zijn verrast over de ruimte en het licht, de woonkamers, het gezellige restaurant”, zegt Halmans. “Super dat we het volgens planning hebben kunnen realiseren. Compliment aan de eigen medewerkers en aan onze bouwpartners. Het is echt een enorme toer geweest.” Zorgorganisatie Sevagram Sevagram biedt een breed palet aan zorgdiensten, meestal langdurige zorg, vanuit 23 locaties in Maastricht, Heerlen en Heuvelland, waaronder drie locaties in Valkenburg. De zorgcentra, het revalidatiecentrum, de twee hospices en de thuiszorg staan alle in het teken van ‘Zorg met Bezieling’. Uitgangspunt daarbij is steeds dat de locaties een eigen couleur locale hebben, ter waarborging van hun eigen identiteit en karakter. Alle locaties streven naar merkbaar betere mensgerichte zorg op basis van het Planetree-concept, om daadwerkelijk het verschil te maken. De organisatie telt circa 3.000 medewerkers. 35
ict | tekst • Wilma Schreiber | foto’s • Daniella van Bergen Haaglanden MC digitaliseert centraal medisch beeldarchief Net als in andere ziekenhuizen staat in de drie vestigingen van Haaglanden Medisch Centrum in Den Haag heel veel apparatuur waar beelden op gemaakt worden: ten behoeve van echo’s, operaties, endoscopie, oogonderzoek, enzovoort. Dit gebeurde op lokale apparaten op de afdeling. Beelden waren wel gekoppeld aan patiëntnummer, maar alleen zichtbaar op die apparaten en niet centraal op te roepen. Dat moest anders – en nu gáát het anders, dankzij een centraal medisch beeldarchief. I n Haaglanden Medisch Centrum (HMC) bestond een grote wens om beelden ook via het primaire systeem, het EPD, te kunnen raadplegen. “Voorheen gebeurde bijvoorbeeld oogonderzoek op één locatie en moest de patiënt steeds naar die betreffende locatie, omdat artsen nieuwe beelden anders niet konden vergelijken met eerdere beelden. Dat was veel gedoe voor patiënten en het beperkte artsen in hun werkwijze”, schetst Peter den Hollander, chief medical information officer bij HMC. Waar andere ziekenhuizen dergelijke projecten doorgaans vraaggestuurd per afdeling bekijken, besliste HMC dat elk apparaat dat beelden genereert, moest worden aangesloten op een centraal medisch beeldarchief (CMB). Minimale eis Het project startte twee jaar geleden met een inventarisatie van alle losse apparaten op de 23 afdelingen van het ziekenhuis. Opgeknipt in drie tranches, met de meest complexe apparatuur aan het eind voor voldoende voorbereidingstijd en een soepele implementatie. In totaal zijn zo 103 apparaten gekoppeld. “Sommige afdelingen hebben heel veel apparaten staan, dan moet je goed nadenken over de infrastructuur. Per afdeling en per apparaat 36 FMT | september 2022 hebben we bekeken wat er nodig is en ook gebruikers geschoold”, aldus Den Hollander, die bij deze projectmatige aanpak ondersteund werd door consultants van D&A medical group. “Verder zijn onze eigen mensen tijdens het project opgeleid door Alphatron Medical, leverancier van het JiveX-systeem waar het CMB op draait. Zij zijn nu in staat zelf nieuwe apparatuur aan te sluiten op het CMB.” Bij de inventarisatie stuitte Den Hollander op een aantal verouderde apparaten die niet de goede formaten hadden en ook niet meer te updaten en daardoor niet te koppelen waren. “Nu geldt intern bij aanschaf van nieuwe apparatuur als minimale eis dat die te koppelen moet zijn met het CMB”, verklaart hij. “Dit was ook een stimulans voor afdelingen om een meerjarenplan te maken en investeringen over de jaren te verdelen, zodat op termijn alle beeldapparatuur in het ziekenhuis gekoppeld is aan het CMB.” Uniforme werkwijze Een andere uitdaging was het feit dat sommige afdelingen door de jaren heen allerlei losse apparaten zelf lokaal aan elkaar geknoopt hadden, zonder goede infrastructuur. “De OK’s op de drie locaties werkten bijvoorbeeld elk met een eigen beeldrouteringssysteem, waar bovendien niet alle OK’s op aangesloten waren”, vertelt Den Hollander. “Daar komt bij dat al die systemen anders werken. Om het voor de gebruiker zo simpel mogelijk te maken, wilden we naar een uniforme werkwijze voor alle drie de locaties.” Het project werd tevens aangegrepen om verantwoordelijkheid voor de apparaten te beleggen. “Ook daar hebben we een enorme stap in gemaakt, door personen binnen de organisatie aan te wijzen die verantwoordelijk zijn voor toekomstige updates en koppeling met het CMB.” Er was meteen veel draagvlak voor het CMB, bij zowel artsen als patiënten. “Het proces is een ‘Koppelbaarheid nieuwe apparatuur is minimale eis’
Centraal Medisch Beeldarchief: JiveX Healthcare Content Management Het JiveX Healthcare Content Management (HCM)-platform combineert functionaliteiten uit PACS- en PACS-II-workflows, VNA, Universal Viewing en gegevensuitwisseling. Een belangrijk aspect van JiveX HCM is dat medische data automatisch worden gecategoriseerd en geclassificeerd volgens het IHE Shared Value Sets-profiel. Hierdoor is Haaglanden MC ervan verzekerd dat alle data snel zijn terug te vinden. Dankzij de JiveX HCM-viewer hebben artsen in één oogopslag een integraal overzicht van alle relevante beelden, documenten en gegevens van de patiënt. Haaglanden MC is zo voorgesorteerd op verdere consolidatie van bestaande archiefoplossingen binnen het ziekenhuis. Bovendien zet het ziekenhuis een belangrijke stap in het toepassen van ‘eenheid van taal’. En dat is van groot belang bij de uitwisseling van medische data tussen zorginstellingen en de integratie met artificial intelligence-oplossingen in de toekomst. Meer informatie: www.alphatronmedical.com/hcm Inmiddels werkt Peter den Hollander als orthopedisch chirurg ook zelf met het nieuwe Centraal Medisch Beeldarchief, dat dit voorjaar in gebruik genomen is. het aan de hand van de werkorder vanuit het EPD te benaderen. “Dan kun je beelden uit het EPD en het CMB ook naast elkaar laten zien, met een aparte kolom voor radiologiebeelden (PACS) en daarnaast de opslag van alle andere beelden in het ziekenhuis. Nu staan bijvoorbeeld alle hartfilmpjes nog achter elkaar en moet je zoeken op datum. Dan kun je per functieonderzoek de benodigde beelden uit de historie opzoeken, daarop klikken en dan ga je automatisch naar de beelden in het CMB. Dat scheelt veel zoektijd.” stuk vereenvoudigd nu beelden aan de patiënt gekoppeld zijn. Je hoeft dus niet naar het apparaat zelf te gaan, maar kunt via het EPD beelden van verschillende locaties raadplegen en die zijn ook voor meer specialisten toegankelijk”, beschrijft Den Hollander. Het CMB is ook te gebruiken bij multidisciplinaire overleggen en in te zetten voor opleidingsdoeleinden. Met de nieuwe versie van het EPD, die naar verwachting in november beschikbaar komt, krijgt ieder onderzoek een functiebeschrijving plus de datum waarop het gedaan is. Dan is Meer begrip Inmiddels werkt Den Hollander als orthopedisch chirurg ook zelf met het nieuwe CMB, dat dit voorjaar in gebruik genomen is. “Na afloop van de operatie kunnen we beelden laten zien op de poli. Bijvoorbeeld waar de scheur in de meniscus zat plus een plaatje van hoe het eruitziet als deze verwijderd is. Dat helpt enorm bij de uitleg en het begrip”, zegt hij. “En als over vijf jaar een nieuwe kijkoperatie nodig is, kan ik de beelden weer oproepen en kijken hoe het er dan uitziet.” HMC kreeg bij het project technische en projectmatige ondersteuning vanuit Alphatron Medical en D&A medical group. “Je moet het echt samen met de leverancier doen, kijken wat bij elke werkwijze de handigste optie is. Het ene apparaat is makkelijk te gebruiken, voor het andere zijn echt wel meer werkinstructies nodig.” Grote meerwaarde Op dit moment is het ziekenhuis bezig met de overgang naar een nieuwe EPD-versie, de HiXstandaard content-versie van Chipsoft. “Om daarin alle beelden beschikbaar te maken, hoeven we straks maar één koppeling te maken met het CMB. Dan zijn beelden vanuit alle locaties, de thuiswerkplek en in het patiëntenportaal zichtbaar. En ook via Twiin naar andere ziekenhuizen te sturen”, aldus Den Hollander. Daarnaast beschikt HMC over twintig speciaal ingerichte iPads voor foto’s van bijvoorbeeld wonden of (delen van) een patiënt. “In het verleden was dit heel foutgevoelig en werden soms foto’s bij de verkeerde patiënt opgeslagen. Nu werk je vanaf een werklijst in het EPD, waarbij je eerst aangeeft voor welke patiënt je de foto gaat maken, dat koppel je aan de camera en dan komen de beelden 37
Na afloop van de operatie kunnen artsen met behulp van beelden uitleg geven aan patiënten. Dat vergroot het begrip. automatisch bij de goede patiënt.” Verder zijn ook twee spiegelreflexcamera’s op deze manier gekoppeld, omdat voor bijvoorbeeld huidafwijkingen betere camera’s nodig zijn. Terugkijkend benadrukt Den Hollander het belang om alle apparaten in een ziekenhuis centraal te koppelen. “Dan heb je een goed overzicht van wat er binnen je organisatie speelt, houvast voor toekomstige aanschaf en het helpt bij het maken van afspraken over wie waarvoor verantwoordelijk is”, zegt hij. “En je krijgt heel veel enthousiaste mensen, die al jaren zaten te wachten op deze faciliteit. Nu kunnen zorgverleners overal waar dit van toepassing is beelden laten zien. Dat heeft grote meerwaarde – voor zorgverleners én patiënten. ‘Zorgverleners kunnen overal waar dit van toepassing is beelden laten zien’ 38 FMT | september 2022 Ondersteuning bij integratie van beelden in het EPD Waar voorheen beeldsystemen voornamelijk standalone binnen één specialisme werden gebruikt, is met de komst van het EPD de roep om verregaande integratie van beelden in het EPD in een stroomversnelling geraakt. Op steeds meer plekken worden beeldvormende technieken gebruikt, de noodzaak tot integratie is duidelijk. De implementatie van een centraal medisch beeldarchief biedt hiervoor een oplossing. D&A medical group begeleidt organisaties bij het ontwikkelen van een beeldmanagementstrategie, de selectie van een platform en professioneel projectmanagement gedurende de implementatie. We beschikken over tools om de migratie van het huidige versnipperde landschap naar een samenhangende oplossing in goede banen te leiden We begeleiden de afdelingen bij de adoptie van het nieuwe systeem met als resultaat tevreden artsen, een efficiënte werkwijze en een goed beheerd systeem. Meer informatie: www.dnagroup.nl Wegiz en AVG Met dit project, dat onderdeel is van de strategische koers 2020-2024 ‘HMC Klaar voor de toekomst’, voldoet Haaglanden Medisch Centrum aan de Wegiz, die vereist dat straks patiëntgegevens elektronisch uitwisselbaar zijn. “Wel moeten nog landelijke afspraken gemaakt worden over algemene standaarden voor het versturen van beelden: welke informatie stuur je standaard mee? Voor radiologie is zo’n standaard er al; daar wordt vanaf 2024 een verslag meegestuurd met beelden. Ook voor andere specialismen is informatie over de context van groot belang. Je wilt wel weten of het de rechter- of de linkerknie is”, aldus Den Hollander. Voor zowel het EPD als het CMB is de privacy inmiddels gefinetuned. “Op het EPD zit al veel autorisatie wat welke medewerker mag. Als je geen behandelrelatie hebt met een patiënt, moet je aangeven waarom je beelden wilt inzien. Sommige rollen kunnen er überhaupt niet bij. Ook in het CMB kunnen we instellen wie waarbij mag. En de patiënt zelf logt in met DigiD in het patiëntenportaal; voor het versturen van beelden via Twiin dient de patiënt in te stemmen met de verwijzing.”
partnercontent • MedMij | ict De meerwaarde van een PGO voor zorgbestuurders leners. Hun data staan vaak in verschillende systemen. Zorgverleners hebben toegang tot die gegevens; patiënten hebben dat vaak niet, of alleen via verschillende portalen. Persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s) met een MedMij-label staan garant voor veilige en betrouwbare gegevensuitwisseling. Directeur Marc van Dijk van Stichting MedMij krijgt regelmatig vragen van zorgbestuurders over het gebruik van PGO’s. Zoals: Is het gebruik van PGO’s veilig? Kosten PGO’s zorgverleners meer tijd? Hoe zet ik een PGO in bij de behandeling van mijn patiënt? Voor zorggebruikers is het op dit moment nog niet eenvoudig al hun gezondheidsgegevens in te zien. Met name chronisch en/of langdurig zieken hebben veelal verschillende zorgverMet een PGO kan een zorggebruiker een kopie van zijn gegevens bij verschillende zorgverleners op één plek inzien, beheren en delen. Zo weten zorggebruikers beter wat er speelt en krijgen zorgverleners een completer beeld, waardoor je samen tot de best passende zorg kan komen. Dat is pas het begin: door de PGO als tool in te zetten, kunnen zorggebruikers gericht informatie delen en kunnen zorgverleners op afstand (chronische) patiënten monitoren. MedMij verwacht dat het samenbrengen van zorginformatie, thuismetingen en communicatie op één plek voor een lagere werklast zorgt. Wat is voor jou als zorgbestuurder de meerwaarde van PGO’s? Of heb je juist zorgen? MedMij gaat graag in gesprek via m.vandijk@medmij.nl. De gegevens van jouw patiënten veilig in hun PGO met MedMij MedMij is dé Nederlandse standaard voor het veilig en betrouwbaar uitwisselen van medische gegevens tussen zorggebruikers en gezondheidsprofessionals. Door het MedMij-label weet je dat jouw patiënten hun medische gegevens veilig in hun persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) kunnen verzamelen. Ontdek alles over MedMij op medmij.nl/zorgaanbieders 39
fmt totaal ok | tekst • Frank van Wijck ‘Een mooi voorbeeld van reuse is de wasbare OK-muts die we hebben ontwikkeld’ 40 FMT | september 2022
De OK wordt groen Dr. Niek Sperna Weiland, anesthesioloog in het Amsterdam UMC, was een van de sprekers tijdens het congres FMT Totaal OK. Zijn thema: de groene OK. De uitdagingen om de OK te vergroenen zijn niet gering, stelt hij, maar er is een onomkeerbare weg ingeslagen. 27 kilo afval van één operatie. Het was een confronterende krantenkop in NRC Handelsblad, afgelopen 4 augustus. Maar voor Sperna Weiland was het geen verrassing. Als initiatiefnemer van het Green Team in het Amsterdam UMC weet hij maar al te goed hoeveel afval een OK produceert bij een chirurgische procedure. “Maar het is goed dat een krant hier aandacht aan besteedt”, zegt hij, “want als je hier niet dagelijks mee in aanraking komt weet je dit niet. Het hangt overigens wel van de aard van de ingreep en de gekozen techniek af hoeveel afval wordt geproduceerd. Bij een operatieve verwijdering van de uterus bijvoorbeeld loopt het uiteen van negen tot veertien kilo. Bij een vaginale of abdominale verwijdering blijft het beperkt. Maar als het laparoscopisch of robot-geassisteerd gebeurt wordt het meer, omdat al dat instrumentarium in plastic moet worden verpakt omdat je in een steriel veld werkt. Daar staat wel tegenover dat de patiënt sneller herstelt, wat ook duurzaamheidsconsequenties heeft.” Reduce, reuse, recycle Het is niet bekend hoe groot de CO2-afdruk van de OK is. “We weten wel uit studies waar je naar moet kijken”, vertelt Sperna Weiland, “de anesthesiegassen, het elektriciteitsgebruik en de materialen. Dat laatste is moeilijk te kwantificeren, want je moet weten waar materiaal is gemaakt, hoe het was verpakt voor levering en hoe het wordt verwerkt. Een life cycle assessment dus, monnikenwerk.” De vuistregel voor reductie van de CO2-afdruk is: reduce, reuse, recycle. “Van recyclen van verpakkingsmateriaal en plastic maken we ook werk. Lastig hierbij is dat strikte eisen worden gesteld aan materiaal dat met de patiënt in aanraking is geweest. Bij reduce gaat het om kritisch kijken naar wat in een operatieset zit en of dit standaard nodig is. Op zuurstof kun je besparen door de patiënt meteen een zuurstofbrilletje te geven als de longen nog niet goed ontplooid zijn in plaats van een zuurstofmasker. Ook kleine dingen kunnen dus nuttig zijn. Een mooi voorbeeld van reuse is de wasbare OK-muts die we hebben ontwikkeld. Wij zijn hiermee van 100.000 naar 700 OK-mutsen per jaar gegaan. Het wordt nu in heel Nederland opgepakt.” Interesse van de minister Landelijk is inmiddels het Netwerk de Groene OK tot stand gekomen. Als afgeleide hiervan zijn er ook al initiatieven voor groene verloskamers en IC’s. “Het begint met best practices delen”, zegt Sperna Weiland. “VWS heeft inmiddels ook aandacht voor wat we doen. Ernst Kuipers brengt binnenkort een werkbezoek aan het LUMC om zich te laten informeren over wat er op OK-gebied gebeurt. Vanuit kostenoogpunt is er ook belangstelling van de zorgverzekeraars. Een van de aandachtspunten in de zinnige zorg-aanpak van VGZ bijvoorbeeld is duurzaamheid. Het haalt best practices op, werkt die uit inclusief een kostenberekening en verspreidt ze. Bovendien spreken zij ook weer andere professionals zoals ziekenhuisinkopers. Dat kan veel barrières wegnemen.” Onderwijscurriculum In zijn ziekenhuis is in de masteropleiding voor medische studenten een cluster duurzaamheid als verplicht onderdeel opgenomen. “Jonge mensen hebben privé duurzaamheid ook op hun netvlies”, vertelt Sperna Weiland, “maar vreemd genoeg hebben ze nog nooit de link gelegd met het ziekenhuis. Daarom krijgen ze in het coschap heelkunde een observatieopdracht: zoek iets wat niet duurzaam is en kom met een alternatief. Na een jaar evalueren we dat. Ik ben heel benieuwd waarmee ze gaan komen. Ze komen voor hun coschappen ook in andere ziekenhuizen dus ze zien heel veel. Een concreet voorbeeld: een coassistent zag dat in een ander ziekenhuis de wegwerpsponsjes voor het handenwassen afgeschaft zijn. Er blijkt geen wetenschappelijk bewijs voor de meerwaarde daarvan. Dat scheelt 800 kilo per jaar. Zo kun je ook als student impact hebben.” Vergroening zet door Sperna Weiland is ervan overtuigd dat de aandacht voor vergroening in de ziekenhuiszorg niet meer te stoppen is. “Probleem is natuurlijk wel dat van lang niet alle hulpmiddelen die we gebruiken een duurzaam alternatief bestaat”, zegt hij. “Ook zijn niet alle investeringen in een jaar terug te verdienen. En veel ziekenhuizen zijn oude gebouwen die niet voldoen aan de huidige isolatiestandaarden. Maar we hoeven niet álles voor 2030 gerealiseerd te hebben. Als we voor die tijd de quick wins hebben gerealiseerd, kunnen we daarop voortbouwen. Wat dat betreft ben ik positief gestemd.” Amsterdam UMC Centrum voor duurzame zorg In het Amsterdam UMC is Sperna Weiland een van de initiatiefnemers van het centrum voor duurzame zorg. “We ontwikkelen communicatiemateriaal om de verduurzamingsdoelstellingen voor de zorg zo breed mogelijk onder de aandacht te brengen”, zegt hij. “Extern word ik vaak gevraagd voor interviews, laatst zelfs door BBC naar aanleiding van een Europese presentatie. Bovendien ben ik wetenschapper en schrijf ik dus veel artikelen over het onderwerp. Het mooie van mijn werk is dat ik naast mijn werk als arts voor twee dagen in de week aangesteld ben om me met duurzaamheid bezig te houden. Een prachtige combinatie, vind ik.” 41
technische installaties | partnercontent • IMI Aero-Dynamiek “Wij houden vitale gebouwgebonden installaties gezond” In de gezondheidszorg worden hoge eisen gesteld aan goed functionerende gebouwgebonden installaties. IMI Aero-Dynamiek is gespecialiseerd in het monitoren, testen, keuren, instellen en afstellen van de hoogwaardige en vitale installaties in bijvoorbeeld ziekenhuizen. Door gedegen beheer draagt het bedrijf bij aan optimaal functionerende installaties. Technisch beheer zorgt voor kwaliteitsborging IMI Aero-Dynamiek verzorgt commissioning en optimalisatie van HVAC-installaties om energiezuinige, duurzame en comfortabele werkomgevingen te creëren én in stand te houden. In de gezondheidszorg ligt daarnaast het accent vooral ook op het welzijn en de veiligheid van patiënten. Door periodieke cleanroom-validatie en metingen in gecontroleerde omgevingen, zoals operatiekamers, IC-afdelingen, bereidingsapotheken, laboratoria en dialysecentra, is de kwaliteit van de toegepaste technische systemen altijd gewaarborgd. Vinger aan de pols Onder het beheer van technische installaties binnen de gezondheidszorg valt bijvoorbeeld ook de periodieke controle van het binnenmilieu. Denk bijvoorbeeld aan ventilatie, koelen en verwarmen, maar ook aan de waterkwaliteit in douche- en wasgelegenheden. Om er zeker van te zijn dat alle installaties goed functioneren voeren onze experts op regelmatige basis een grote diversiteit aan metingen uit. Op basis van de meetresultaten en testrapporten kunnen waar nodig direct adequate maatregelen worden genomen om alles weer naar wens te laten functioneren. Tal van (academische) ziekenhuizen maken gebruik van de diensten en complete service van IMI Aero-Dynamiek. Meer informatie: www.aero-dynamiek.nl 42 FMT | september 2022
advertorial • CaTec | klimaatbeheersing Vochtigheids- en temperatuursensor met verwisselbare sensor-tip Betrouwbaar meten zonder omslachtige kalibraties! De EE212 vochtigheids- en temperatuur sensor van E+E is geschikt voor uitdagende meettaken in de klimaattechniek, land- en tuinbouw en de farmaceutische industrie. Dankzij het modulaire sensorontwerp kan de sensor indien nodig eenvoudig direct ter plaatse worden vervangen. De E+E sensorcoating, de ruime keuze aan fi lters en de robuuste IP65/ NEMA 4 behuizing zorgen voor nauwkeurige en betrouwbare metingen, zelfs onder uitdagende werkomstandigheden. De EE212-RH-T-sensor-module Hoogwaardige, verwisselbare sensor-module De sensorkop van de EE212 biedt plaats aan een plug-in sensormodule die is uitgerust met een uiterst nauwkeurig vochtigheids- en temperatuurdetectie-element van de nieuwste generatie. De gepatenteerde sensorcoating en de verzegelde soldeerpunten verbeteren de meetprestaties en verlengen de levensduur van de sensorelementen in een uitdagende omgevingen. De elektronica in de module is ingekapseld en is daardoor goed beschermd tegen condensatie en corrosie. Voor de sensorsonde is een ruime keuze aan verschillende fi lters beschikbaar. Een groot voordeel van de EE212 voor gebruik in een zwaar vervuilde en agressieve omgeving is het modulaire sensorontwerp. Het maakt het eenvoudig om de sensormodule met slechts een paar stappen te vervangen en volledig zonder gereedschap. Dit betekent dat downtime en servicekosten tot een minimum kunnen worden beperkt! Veelzijdig gebruik, eenvoudige confi guratie De EE212 kan fl exibel worden aangepast aan meettaken voor veelzijdig gebruik. Naast een nauwkeurige meting van de luchtvochtigheid en temperatuur berekent de sensor verschillende vochtigheidgerelateerde parameters zoals dauwpunttemperatuur, absolute vochtigheid en mengverhouding. De gemeten waarden zijn beschikbaar op twee confi gureerbare analoge uitgangen. Drie fysieke parameters kunnen worden weergegeven op het optionele grafi sche weergave. Dankzij de gratis EE-PCS confi guratiesoftware kunnen de meetparameters, schaal en display weergave worden aangepast. Installatievriendelijke behuizing Een wandversie en een kanaalversie van de EE212 zijn beschikbaar. Met de beproefde HVAC-behuizing kan de sensor met gesloten deksel worden uitgewisseld. Dit betekent dat elektronica beschermd is tegen vervuiling op de bouwplaats. De behuizingsschroeven met bajonetsluitingen vergemakkelijken een snelle opening en sluiting van het deksel om zodoende de elektrische installatie snel te voltooien. Features • Uitwisselbare sensor met kalibratie gegevens • Verschillenden uitvoeringen • Coating van de vochtsensor • Diverse signaal uitgangen • Robuuste snel te monteren behuizing • Geen bewerkelijke kalibratie werkzaamheden • Optioneel display Toepassingsgebieden • Ziekenhuizen • HVAC-applicaties • Zwembaden • Tuinbouw • Gewasopslag • Stalautomatisering Meer informatie: www.catec.nl 43
operatiekamer | advertorial • Cleanroom Combination Group Hoogwaardige OK’s van Cleanroom Combination Group Functionele, flexibele en optimaal te reinigen OK’s Aan operatiekamers worden hoge eisen gesteld, o.a. op het vlak van hygiëne en schoonmaakbaarheid, brand- en stralingswerendheid, geluidsreductie en luchtdichtheid. Al in een vroeg stadium wordt CCG bij OK-projecten betrokken, om mee te denken over de realisatie en te komen tot een optimaal ontwerp; kwalitatief hoogwaardig, functioneel, in overeenstemming met alle normeringen en binnen het gestelde budget. D e wandafwerking bestaat uit solide, niet poreus materiaal en geven de OK’s een warme uitstraling. De verschillende delen (panelen) kunnen naadloos samengevoegd worden, waardoor een schone en rustige ruimte wordt gecreëerd. Dit biedt een fijne werkomgeving voor het OK-team. De wandsystemen van CCG zijn eenvoudig te onderhouden en te repareren en zijn tevens bestendig tegen chemische stoffen. Integratie van diverse elementen Het plaatmateriaal is thermisch te vormen. Ook de werknissen, warmhoudlades en -kasten worden in dit materiaal uitgevoerd en geïntegreerd in de wandsystemen. Hierdoor wordt een optimale werkruimte gecreëerd met zo min mogelijk obstakels aan de wand. In een Revit-model worden de bouwkundige elementen en installatietechniek tot in detail afgestemd. 44 FMT | september 2022 De robot-OK van het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven Van de wanden, vloerafwerking en plafonds tot en met de deuren, ramen en inrichtingselementen zoals PC-kasten, beeldschermnissen, doorgeefkasten en warmhoudkasten of -lades. Warmhoudfunctie Warmhoudkasten/-lades worden toegepast in situaties waar materialen zoals infuuszakken of dekens op een vastgestelde temperatuur bewaard moeten worden. De temperatuur is in stappen van 0,10°C instelbaar. Perfusiekast In veel gevallen worden de aansluitingen voor medische gassen op een pendel geplaatst. Als alternatief kan hiervoor ook een perfusie
Hybride OK1 van het OLVG Oost Amsterdam Warmhoudlades en doorgeefkasten Integratie van uiteenlopende techniek kast in de wand geïntegreerd worden. Cleanroom Combination Group heeft afgelopen jaren meerdere OK-complexen geheel of gedeeltelijk gebouwd dan wel gerenoveerd. Voorbeelden hiervan zijn o.a. • Amsterdam UMC • Maastricht UMC+ • Máxima MC, Veldhoven • Radboudumc, Nijmegen • OLVG Oost, Amsterdam • Wilhelmina Kinderziekenhuis, Utrecht Recent is de inrichting van het OK-complex van het UMC Groningen alsook het Wilhelmina Ziekenhuis Assen in opdracht gegeven aan Cleanroom Combination Group. Meer informatie www.cleanroomcg.com Wastrog en dispenserkast omloopgang Maastricht UMC+ 45
NVTG | tekst • Esmee Meijs, Zakmes Agency Zoeken zorg en technische collega’s elkaar op? Techniek omarmt de zorg: een jaar later Een jaar geleden publiceerde NVTG het rapport ‘Techniek omarmt de zorg’. In dit rapport trokken tien NVTG-instellingsleden de conclusie dat het van groot belang is om technische kennis in te brengen bij de processen van medische zorgprofessionals. Zorg- en technische collega’s horen elkaar proactief op te zoeken. Samen met Hennie van Pinxteren (Meander MC in Amersfoort) en Marcel Barendregt (Jeroen Bosch Ziekenhuis) beantwoordt Victor Pastoor (NVTG bestuurslid & Arcadis) de vraag: behoeft de samenwerking tussen technische dienst, medisch instrumentele dienst en ICT-afdeling verdere optimalisaties? Terugblikken op het rapport In vier intervisiebijeenkomsten trokken tien NVTG-instellingsleden vorig jaar een conclusie over de rol van de mensen die verantwoordelijk zijn voor medische technologie ten tijde van een pandemie. Zij moeten meer in hun kracht gezet worden en nauwer betrokken kunnen worden om technische kennis in te brengen bij de processen van de medische zorgprofessionals. Tijdens deze bijeenkomsten zoomden we in op hoe we proactief konden bijdragen aan het reduceren van incidenten in ziekenhuizen. Welke randvoorwaarden of beperkingen zijn aanwezig vanuit het bestaande gebouw met huidige technische infra voor de veilige inzet van medische apparatuur en de medische behandeling. En welke normen en werkprotocollen horen daarbij. Hennie van Pinxteren (Meander MC in Amersfoort): “Dit rapport is ruimschoots gedeeld binnen ons ziekenhuis. Mede door mijn eigen inbreng in de NVTG-werkgroep was een aantal genoemde zaken direct herkenbaar voor mijn collega’s. De betrokkenheid van technici bij zorgprocessen heeft bij ons ook de aandacht, maar ik moet bekennen dat mensen soms hardleers zijn en snel oude gewoontes opnieuw oppakken. Toevallig recent kwam er toch weer een nieuw type Optifl ow-apparaat binnen, buiten de afgesproken routes om. Gelukkig is onze klinisch fysicus hier erg alert op. Wat hebben we aan de kant van techniek en vastgoed gedaan om incidenten te voorkomen? Allereerst wordt in reguliere bedkamers buiten de IC-omgeving tussen de stekker van de Optifl ow zuurstoftoediening en de niet-preferente wandcontactdoos in die ruimte een extra monito46 FMT | september 2022 “Je moet als ziekenhuis zoveel lokale systemen in de lucht houden dat je je moet afvragen: behoort dit nog wel tot onze core business?” Marcel Barendregt (Jeroen Bosch Ziekenhuis)
Jeroen Bosch Ziekenhuis MS Teams rondetafelgesprek met NVTG-leden ringsapparaatje geplaatst, dat een erg schel geluid geeft als de spanning onverhoopt wegvalt. Daardoor wordt medisch personeel in een vroeg stadium gewaarschuwd. Daarnaast hebben we - op basis van bezetting en verschuivingen over afdelingen met dergelijke patiënten die zuurstoftoediening behoeven - per afdeling een aantal bedkamers van volledig ononderbroken noodvoeding voorzien, zodat de Optiflow niet uitvalt door stroomuitval. Verder verblijven Covidpatiënten bij voorkeur in gesluisde isolatiekamers. Deze hebben namelijk een hoger ventilatievoud van minimaal 6 keer per uur, waardoor een verhoogd zuurstofgehalte boven de 23,5 procent voorkomen wordt. Dat reduceert de kans op een brand veroorzaakt door een te hoog zuurstofgehalte. Verder heb ik contact gelegd met een leverancier van apparatuur voor hoogtekamers in fitnesscentra. Deze apparatuur wordt ingezet voor simulatie van intensief sporten in de bergen. Deze oplossingen zijn leverbaar voor semipermanente opstellingen om de zuurstofconcentratie te verlagen, maar zijn nog relatief duur en helaas nog niet toepasbaar in een ziekenhuis. Als laatste hadden wij als ziekenhuis geluk door interne verschuiving van de acute neurologie, die naast de IC lag. De ruimten daarvan waren in het verleden reeds als IC voorbereid, waardoor ze nu gemakkelijk voor tien zware Covid19-patiënten beschikbaar werden gemaakt. Dit houden we voor de toekomst in stand als calamiteiten-IC die binnen 48 uur operationeel gemaakt kan worden. Wij denken hiermee een mooie slag vooruit gemaakt te hebben, voor corona en mogelijk nieuwe pandemieën.” Multidisciplinaire aansluiting In het NVTG-rapport ‘Techniek omarmt de zorg’ lees je dat bestaande werkprotocollen goed en veilig zijn, maar bij niet-standaard crisissituaties moet het werkproces verder geoptimaliseerd worden. Dat geldt op het gebied van communicatie, raakvlakken tussen medische behandelingen (zorg), de inzet van de benodigde medische apparatuur (medische techniek) en de daarvoor aanwezige gebouwtechnische infrastructuur (algemene techniek). De afdeling Techniek en Vastgoed van een ziekenhuis gebruikt vaste protocollen, net zoals de medische staf. Het convenant 'Veilige toepassing van medische technologie' richt zich op risicobeheersing en veilige toepassing van medische technologie binnen de zorg. Medisch technici, facilitair managers én gebouwtechnici hebben hiermee te maken. Want medische apparatuur heeft steeds vaker én allerlei gebouwtechnische én medisch-technische én ICTaansluitingen nodig. Marcel Barendregt (Jeroen Bosch Ziekenhuis): “Een aantal jaren na de ingebruikname van ons ziekenhuis is er bij het JBZ 47
“Medische apparatuur heeft steeds meer aansluitingen voor spanning, data, etc en dat kun je niet negeren, je moet daar op anticiperen in de processen binnen je eigen ziekenhuis” Hennie van Pinxteren (Meander Medisch Centrum) gekozen om MIT en ICT samen te voegen, omdat je elkaar toch nodig hebt voor veel aspecten. Aan veel apparatuur hangt een stroomkabel of een draadje waarmee de ICT-afdeling gemoeid is. Dat is best wel lastig samen te voegen, want MIT en ICT zijn twee totaal verschillende bloedgroepen. Mijn collega die daar de bruggen moest bouwen, had het best wel zwaar. Ik heb vanuit vastgoed en techniek ook raakvlakken met ICT en MIT en als je kijkt naar die driehoek heb ik ook vaak met mijn collega’s te maken voor afstemming.” Verduurzamen in het ziekenhuis Marcel: “Een heel simpel voorbeeld: verduurzamen van de verlichting. Een OK stilzetten heeft vergaande consequenties, de patiëntenzorg staat stil en het ziekenhuis draait niet door – dat levert ook geen geld op. Als je dan de OK revitaliseert, kun je maar beter gelijktijdig duurzame maatregelen meenemen, die misschien nu nog niet helemaal nodig zijn, maar wel omdat dat simpelweg handiger is. Daarom hebben we TL-verlichting gelijk mee vervangen door LED-verlichting, ook al is de Meander Medisch Centrum in Amersfoort
| NVTG Inzet van medische apparatuur vergt steeds meer een integrale organisatie van TD, MIT, klinisch fysica en ICT technische levensduur van de TL-verlichting eigenlijk nog niet verstreken. Dat heb je razendsnel terugverdiend, zeker met de huidige energieprijzen. Daarnaast kun je LED-verlichting door hogere branduren bij komende verbouwingen langer laten zitten, dus het levert op de lange termijn echt een voordeel op. Die driehoek van gebouwtechniek, medische techniek en ICT bij het JBZ verschilt niet van andere ziekenhuizen: dat zie ik overal terugkomen. Hele medische behandelingen lopen over het ICT-netwerk. Noodstroom en noodkoeling voor IT-apparatuur wordt dus ook steeds belangrijker. Je moet als ziekenhuis zoveel lokale systemen in de lucht houden, dat je je moet afvragen: behoort dit nog wel tot onze core business? Het zijn dure ziekenhuis-vierkante-meters en als bijvoorbeeld de temperatuur in MER ruimten hoog oploopt, dan ontstaan er veel zorgen. Die ruimtes zijn heel gevoelig en moeten goed bewaakt worden. Als je ICT-servers kunt uitbesteden aan een extern datacenter, kun je de eigen koelcapaciteit ergens anders voor kunt inzetten, dan kun je veel voordelen behalen: as-a-service. Dan is het een dienst die je inkoopt en kun je zelfs lokaal je CO2 -reductie verhogen.” Hennie: “In ons ziekenhuis lopen alle investeringen en de aanschaf van nieuwe apparatuur en inventaris via één centraal punt: het Aanvraagloket. Zij inventariseren de aanvragen en bespreken dit met een kleine werkgroep waarin klinische fysica, MIT, ICT, Techniek en Vastgoed en F&C vertegenwoordigd zijn. Zij stellen vast hoe de aanschaf verder vorm gaat krijgen en welke bedrijfsonderdelen hierbij betrokken moeten worden. Via ULTIMO-software, die in veel ziekenhuizen gebruikt wordt, wordt het investeringstraject ingericht volgens een vast sjabloon van interne autorisaties en als de juiste stappen doorlopen zijn wordt de aanschaf en uitvoering in gang gezet.” Toekomstvisie Marcel: “Ik sluit niet uit dat MT, ICT en TD over vijf tot tien jaar één afdeling zijn. De eerste stap was hier natuurlijk dat MT en ICT samen zijn gevoegd. Wij staan daar als Vastgoed & Infra net iets buiten met de 49 gebouwgebonden installatie-oplossingen. Op een bepaald punt nader je elkaar zo dicht dat de bedrijfsstructuur bijna organisch die kant op ontwikkelt. Neem de OK, daar zijn we als driehoek mee bezig. Je hebt straks niet meer een traditionele MT, TD en ICT. Technologie in de gezondheidszorg wordt steeds belangrijker, maar ook in de breedte steeds complexer en vergt een steeds integralere aanpak. We moeten oppassen dat we niet vervreemden van techniek: we moeten goed blijven volgen wat de ontwikkelingen zijn, want er komt in korte tijd veel op ons af. De ontwikkelingen in de medische IT-sector en de energietransitie beïnvloeden ons werk iedere dag. We moeten niet te veel vooruit willen kijken, vijf jaar is al heel erg veel als je kijkt wat er allemaal aan vernieuwing speelt.” NVTG nodigt je uit Word ook lid van de NVTG. Praat mee met actuele onderwerpen en vertel ons waar jij zoal tegen aan loopt, deel kennis hoe je daar mee omgegaan bent. Neem als NVTG-lid deel aan één van de ronde tafelgesprekken in 2022! Heb je interesse? Kijk op www.NVTG.nl
Ultra-clean, veilige en comfortabele operatiekamers Opragon in a Box - alles-in-één ventilatiesysteem Dit systeem is ideaal voor kleinere maar gevoelige chirurgische ingrepen. Omdat het werkt met geïntegreerde recirculatie, is het bij uitstek geschikt voor renovatieprojecten en of nieuwbouwprojecten. www.avidicare.com zorg is mensenwerk Ondanks alle dynamiek en uitdagingen waar de branche zich voor gesteld ziet, draait het uiteindelijk maar om één ding: de beste zorg voor de patiënt. Dat maakt dat wij partner zijn van 74 ziekenhuizen, in veel gevallen reeds langdurig. En daar zijn we trots op.
tekst • Frank van Wijck | corona Voorbereid zijn op een volgende coronagolf De vraag of de ziekenhuizen voorbereid zijn op een nieuwe coronagolf laat zich niet eenvoudig beantwoorden. Dit is deels zo omdat niet in te schatten is wat de impact zal zijn van een volgende golf. Nieuwe varianten kunnen immers zeer besmettelijk en ziekmakend zijn maar ook juist milder. Maar het heeft ook te maken met andere factoren. Ziekteverzuim bijvoorbeeld, inhaalzorg. En de vraag in hoeverre de hele zorgketen een nieuwe golf kan opvangen. D e Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen kan geen antwoord geven op de vraag of de ziekenhuizen klaar zijn voor een nieuwe coronagolf. De oplossingen die moeten worden gevonden, moeten uit de regio komen, luidt desgevraagd het antwoord van de NVZ. Op regionaal niveau kunnen ze bijvoorbeeld goed afspraken maken over covidzorg thuis vanuit de ziekenhuizen, in samenwerking met de wijkverpleging en de ziekenhuizen. En logistiek zijn de ziekenhuizen in ieder geval uitstekend voorbereid, stelt de NVZ. Alle apparatuur die nodig is voor het verlenen van coronazorg staat er nog. Modulaire aanpak Het ministerie van VWS ziet geen ruimte om persoonlijk te reageren op de vraag of de ziekenhuizen klaar zijn voor een nieuwe coronagolf. Wel wijst het op het document ‘Optimalisatie ziekenhuiszorg in tijden van COVID. Een praktijkgerichte modulaire aanpak’ dat het Expertteam COVID van het ministerie afgelopen juni presenteerde. Dit team heeft in Bron: Shutterstock kaart gebracht wat nodig is om de reguliere en COVID-zorg in het najaar/winter van 20222023 zoveel mogelijk te laten doorgaan bij een nieuwe opleving van COVID. Het team gaat ervan uit dat hierbij nauwelijks tot geen extra personeel beschikbaar zal zijn. Dit onderstreept het belang om het huidige team van zorgprofessionals in het ziekenhuis perspectief te bieden. De adviezen in het rapport zijn er vooral op gericht om met de huidige personele capaciteit meer patiëntenzorg in de hele zorgketen te kunnen leveren. 51
bekostiging van nieuwe initiatieven en vervanging van zorgproducten). Tot slot noemt het expertteam ook het belang van regionale en lokale maatregelen, wat aansluit bij het standpunt van de NVZ hierover. Meer dan de ziekenhuizen alleen Prof.dr. Iwan van der Horst, voorzitter NVIC Op basis van dit uitgangspunt komt het expertteam tot drie typen landelijke maatregelen die in voorbereiding op het najaar moeten worden genomen. De eerste is het continueren – en waar mogelijk optimaliseren – van al genomen maatregelen. Denk aan de inzet van extra kortdurend eerstelijns verblijf, landelijke verspreiding van COVID-patiënten aan de hand van een fair share model en verbeterde toepassing van het aanvullend beleidskader met waarborgen voor de toegankelijkheid van de IC-afhankelijke kritiek planbare zorg. Verder noemt het team governance-maatregelen (het maatschappelijk belang van zorgcontinuïteit boven individuele belangen stellen). En financiële maatregelen (eventuele betaaltitels en financieringsafspraken voor de reguliere bekostiging van de ziekenhuiszorg en de ‘De ziekenhuizen zijn nu beter voorbereid dan voorheen, want we weten wat er op ons afkomt’ 52 FMT | september 2022 Hoogleraar Iwan van der Horst (hoofd van de intensive care van het Maastricht UMC+) is sinds februari voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care. “De ziekenhuizen zijn nu beter voorbereid dan voorheen”, is zijn inschatting, “want we weten wat er op ons afkomt. We hebben veel mensen opgeleid en de uitstroom is gelijk aan de instroom. Maar we weten niet of er een nieuwe variant komt die ervoor zorgt dat de vraag naar zorg groter is dan wat we aankunnen. Als de vraag te groot wordt, hebben we toch weer allemaal een probleem. Dan moeten keuzes gemaakt worden, en zullen we dus moeten afwegen welke patiënten de meeste kans maken op een serieus goed herstel. Er is weliswaar een capaciteits-/opschalingsplan van de NVIC, maar het is niet verstandig en ook niet mogelijk om eindeloos op te schalen. We hebben in de coronapandemie gewerkt met buddy’s, maar die zijn nu elders in het ziekenhuis actief en daar zijn ze ook nodig. Als je die weer allemaal naar de IC haalt, ontstaat op de afdelingen schaarste.” Van der Horst benadrukt bovendien dat het antwoord op de vraag in hoeverre we voorbereid zijn op een nieuwe coronagolf
| corona ‘Als de vraag te groot wordt, hebben we toch weer allemaal een probleem. Dan moeten keuzes gemaakt worden’ De veerkracht van de ziekenhuizen niet beperkt kan blijven tot de ziekenhuizen alleen. “Mijn grootste zorg is niet of we het als IC redden, maar of we als hele keten een toenemende- overbelasting met corona, apenpokken, griep, inhaalzorg en ziekteverzuim aankunnen”, zegt hij. “We moeten dus gaan nadenken over de zorg voor de komende jaren, over de vraag hoe we van de losse onderdelen van de zorg één werkend geheel maken. Daar zit de grootste winst.” Patiënten verplaatsen In het Gelre Ziekenhuis in Apeldoorn is in de coronacrisis ervaring opgedaan met patiënten eerder van de IC ontslaan en over te brengen naar verpleegafdelingen. “Dit ging met name om de patiënten die anders langdurig op de IC zouden liggen”, zegt Van der Horst. “Er is nu een pilot om te onderzoeken of dit model verder regionaal zou kunnen worden toegepast.” En patiënten verdelen over de ziekenhuizen om de capaciteit te spreiden, zoals het expertteam COVID van het ministerie ook noemt in haar adviesrapport van afgelopen juni? “Dat is in de crisisperiode wel in ruime mate gebeurd”, zegt hij. “Sommige ziekenhuizen hebben zich hierin wat restrictiever opgesteld dan andere. Je kunt er landelijke afspraken over maken, maar je moet zien of ziekenhuizen zich daar ook aan houden. Toch wil je het liefst dat patiënten worden behandeld in de buurt waar ze wonen. We willen het beperken, omdat het verplaatsen van een patiënt ook weer een risicovolle handeling is.” Dr. Caroline Schlinkert, onderzoeker organisatie en kwaliteit van zorg bij Nivel Het Nivel interviewde in 2021 negen ziekenhuisbestuurders over de organisatorische veerkracht van de ziekenhuizen in de acute coronasituatie, waarvan toen in de eerste en deels tweede golf sprake was. De bestuurders vonden dat de ziekenhuizen goed voorbereid waren om te reageren op een acute crisis, stelden ze. “Ziekenhuizen zijn er goed op getraind om om te gaan met acute crisissituaties waarin zich bijvoorbeeld een grote overstroming of een treinramp voordoet”, vertelt onderzoeker organisatie en kwaliteit van zorg Caroline Schlinkert van Nivel. “Er was ook heel veel creativiteit en autonomie van de medewerkers om problemen – denk aan de beperkte beschikbaarheid van persoonlijke beschermingsmiddelen - op te lossen.” De veerkracht nam met het langer duren van de crisis wel gaandeweg af, gaven de bestuurders ook aan. Dit zorgde voor complexe organisatorische uitdagingen. “Het is dan aan de bestuurders om ondanks de problemen die zich voordoen toch een toekomstgericht beleid te ontwikkelen dat de organisatie in staat stelt om verder te kunnen “, zegt Schlinkert. “ Wat dit betreft zijn twee geleerde lessen uit de coronacrisis belangrijk. Ten eerste dat het in beleidsontwikkeling op het gebied van crisissituaties zaak is om rekening te houden met het feit dat een crisis verschillende gedaanten kan hebben: acuut, langdurig en lang op de achtergrond sluimerend aanwezig blijvend. Ten tweede dat zorgmedewerkers heel veel improvisatievermogen blijken te hebben. De bestuurders gaven hen in de crisissituatie waarover we hen spraken ook de vrijheid om op basis hiervan te handelen. Dat bleek goed te werken, wat aantoont dat improvisatievermogen en ter plekke handelen op basis van de situatie die zich voordoet heel goed werken in een onverwachte crisis. Complexiteitsdenken is dan waardevoller dan in een hiërarchische structuur blijven hangen.” Een interessant vervolg op dit onderzoek zou kunnen zijn om ook andere groepen professionals in de ziekenhuizen dan alleen bestuurders te interviewen, stelt Schlinkert, en het onderzoek ook uit te breiden naar andere typen zorg zoals wijkverpleging en huisartsen. 53
technlogische innovaties | tekst • Betty Rombout InnovationQuarter (IQ) steunt innovaties die tegen de markt aan zitten “Oplossingen sneller toepasbaar maken” Als regionale ontwikkelingsmaatschappij (ROM) werkt InnovationQuarter (IQ) Zuid-Holland aan strategische, economische en maatschappelijke Impact voor de provincie. IQ ondersteunt bedrijven met innoveren, investeren en internationaliseren. Het bedient onder meer de sector Life Science & Health met het innovatieprogramma Zorgtech. M arieke Kodde is Senior Business Developer bij InnovationQuarterin de sector Life Science & Health. In die rol is ze programmamanager van het innovatieprogramma Zorgtech. Denk aan platformtechnologie of applicaties voor leefstijlinterventies. IQ Zuid-Holland Kodde vertelt: “IQ is een regionale ontwikkelingsmaatschappij (ROM), waarvan er meerdere zijn in Nederland. In 2014 is IQ opgericht met de opdracht om de regionale economie te versterken en het innovatief vermogen van de regio Zuid-Holland te ontsluiten. We kennen in de regio veel bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen in verschillende sectoren. Qua research en development scoorden we heel goed in de internationale lijstjes, alleen op het gebied van innovatie bleven we achter als provincie. Daarop hebben het ministerie van Economische Zaken en de Provincie Zuid-Holland een ROM ingesteld.” IQ is iets anders opgezet dan de andere ROMs, omdat er meerdere aandeelhouders en financiers 54 FMT | september 2022 king tussen innovatieve ondernemers, kennisinstellingen en de overheid. Door verbindingen te leggen, zodanig dat mensen elkaar gemakkelijk kunnen vinden en er samenwerkingen ontstaan, creëren we beweging in een sector.” IQ richt zich in Zuid-Holland op negen sectoren: energie, circulair, aerospace, maritiem en haven, hightech systemen en materialen, digital technology, cybersecurity, horticulture, life science & health. Marieke Kodde, Senior Business Developer bij InnovationQuarter in de sector Life Science zijn, vervolgt Kodde. “Naast het ministerie van Economische Zaken zijn dat ook regionale overheden, kennisinstellingen en medische centra. Met al deze publieke stakeholders zetten we in op het ontsluiten van innovaties. We financieren vernieuwende en snelgroeiende bedrijven, assisteren buitenlandse ondernemingen bij het vestigen in Zuid-Holland en helpen bedrijven op weg naar internationale groei. Daarnaast organiseren we samenwerLife Science & Health De sector Life Science & Health (LSH) in ZuidHolland behoort tot de top van de wereld op wetenschappelijk gebied en in ondernemerschap. De sector telt in de provincie 217.213 banen en bijna 18.000 vestigingen. IQ werkt samen met alle netwerkorganisaties op regionaal niveau en richt zich op ontwikkelthema’s als cel- en weefseltechnologie, diagnostiek en medische technologie. Zuid-Holland kent drie brandpunten voor ontwikkeling van innovatieve toepassingen en technologie op het gebied van LSH: 1) Leiden Bio Science Park, 2) Rotterdam Science Tower, en 3)TU Delft Science Park.
De slimme wearable Cue2Walk helpt parkinsonpatiënten om zonder hulp een een ‘freeze of gait’ (bevriezing van hun loopbeweging) te doorbreken | Foto: Daniël Verkijk Zorgtech Het innovatieprogramma Zorgtech is een van de activiteiten binnen Life Science & Health. Betrokken zijn TNO, Medical Delta, IQ, Metropoolregio Rotterdam en de provincie ZuidHolland. De eerste drie zijn de uitvoerders, de laatste twee zijn de financiers en ze kijken beleidsmatig mee. Marieke Kodde: “Ons doel is om zorgtechnologische oplossingen sneller naar de markt te krijgen, zodat ze sneller toegepast worden in de praktijk. Dat gaat om een diversiteit aan ontwikkelingen. Bijvoorbeeld platformtechnologie, applicaties die beschikbaar worden gesteld om leefstijlinterventies te kunnen doen. Maar we kennen ook technologie die zich richt op efficiënte operaties bijvoorbeeld.” Vouchers Het programma ZorgTech werkt met verschillende voucherrondes waarmee (financiële) ondersteuning verkregen kan worden bij toepassing van technologische zorginnovatie. Inmiddels hebben 23 projecten een subsidievoucher ontvangen, met een waarde tot € 70.000,- per project. Een subsidie kan overigens alleen opgevraagd worden door een projectconsortium. Kodde: “Bedrijven kunnen dan bijvoorbeeld met een zorgorganisatie, fieldlab of onderwijsinstelling een plan indienen voor het verkrijgen van een voucher.” Na de zomer gaat een nieuwe voucherronde open voor bedrijven die expertise willen inzetten rond het vraagstuk: hoe komen we uit de innovatiebudgetten naar structurele financiering? Opvoedrobot Luna Een van de gesubsidieerde projecten is Opvoeden met ondersteuning van opvoedrobot Luna (IDE group, Enver, Garage2020). Luna is een opvoedrobot voor ouders van kinderen tot 2,5 jaar, die ouders helpt hun relatie met hun kind(eren) te versterken en meer eigenwaarde en autonomie te krijgen bij de opvoeding. Door het gebruik van human centered design wordt in dit project samen met ouders en gezinsbegeleiders onderzocht wat de beste vorm, functies en specifieke interacties voor Luna zijn. Luna stimuleert ouders interactie met hun kind aan te gaan, geeft hun feedback en helpt bij kennisoverdracht en structuur vanuit de zorginstantie. Denk bijvoorbeeld aan het stimuleren van interactie bij babyvoedingsmomenten, instructies bij een baby met koorts, videobellen met een begeleider en complimenten geven. Het project startte in juni 2020 en is afgerond in maart 2021. “Drie jaar geleden zijn ze begonnen met een prototype, om te verkennen hoe deze het beste past in de praktijk”, vertelt Kodde. Op basis van interviews en experimenten met ouders en begeleiders zijn ze erachter gekomen hoe de interactie met de robot verloopt. Daar zijn nieuwe ontwikkelpunten uitgekomen, maar ook de bevestiging dat ze op de goede weg zitten. De samenwerkingen zijn ondertussen verstevigd. Momenteel kijkt men of het mogelijk is een bedrijf op te richten rondom de opvoedrobot. Resultaat van een dergelijk project is input om de technologische oplossing verder te ontwikkelen. In de laatste voucherronde hebben ze een nieuwe voucher gekregen waarmee ze gaan doorontwikkelen om de eerste productie te kunnen gaan maken.” Digitale tool bij Parkinson De digitale tool bij slimme wearable Cue2Walk ‘Wanneer mensen elkaar gemakkelijk kunnen vinden, ontstaan er samenwerkingen’ 55
Opvoedrobot Luna | Foto: Daniël Verkijk helpt parkinsonpatiënten om een actieve leefstijl te ontwikkelen of te behouden. Het project is ingebracht door Cue2Walk International, Basalt Revalidatie, Fysiotherapeutisch Instituut Duinoord, Haven fysio en SmartLab Basalt Revalidatie. Cue2Walk maakte eerder al succesvol gebruik van een ZorgTech-voucher om samen met fysiotherapeuten de technische en financiële haalbaarheid van hun slimme wearable in de praktijk te toetsen. Het apparaat ondersteunt mensen met Parkinson op het moment dat zij een ‘freeze of gait’ (bevriezing van hun loopbeweging) ervaren, waardoor zij deze zelfstandig kunnen doorbreken. Mensen met Parkinson ervaren daardoor minder belemmering van hun ziekte en kunnen een zelfstandiger en actievere levensstijl behouden. Cue2Walk werkt nu aan een digitale tool die de gebruiker en de behandelaar ondersteunt bij de toepassing van het apparaat in de dagelijkse praktijk. De tool moet de drager van het apparaat meer vertrouwen geven om weer een actief leven te leiden, en de behandelaar helpen het proces op afstand te ondersteunen, monitoren en stimuleren. Op die manier vergroot Cue2Walk de zelfredzaamheid en levenskwaliteit van mensen met de ziekte van Parkinson en wordt de druk op de zorg verlicht. De haalbaarheidsstudie naar en ontwikkeling van de slimme wearable lipe van oktober 2020 tot september 2021. De ontwikkeling van een prototype van de digitale tool loopt van mei 2022 tot december 2022. Marieke Kodde: “In hun eerdere project hebben zij het apparaat doorontwikkeld en 56 FMT | september 202 ‘Een subsidie kan alleen opgevraagd worden door een projectconsortium’ uitdagingen aangepakt als ‘hoe zetten we het in bij de fysiotherapeut’, ‘hoe regelen we het apparaatje goed in’, ‘hoe werkt het het beste voor de patiënt’ et cetera. Na deze doorontwikkeling is het apparaatje geschikt om ingezet te worden in de praktijk.” “Uiteindelijk”, zegt Kodde “gaat het ons er niet zozeer om dat we producten die al op de markt zijn verder willen krijgen. Of om nieuwe oplossingen te bedenken. Ons doel is om zorgtechnologische innovaties die tegen de markt aan zitten sneller toepasbaar te kunnen krijgen.” Meer informatie www.innovationquarter.nl/life-sciences-health/ IQ doet meer • Het Innovation Quarter voert het secretariaat van de Economic Board Zuid-Holland. Het coördineert het programma SMITZH – Smart Manufacturing Industriële toepassing Zuid-Holland. • IQ werkt aan de verdere uitwerking en uitvoering van het Zuid-Hollands Investeringsplatform. • Namens de partners van het samenwerkingsverband Maritime Delta voert IQ de coördinatie. • IQ ontwikkelde en onderhoudt de Regiobranding Toolkit.
NUMMER 3 MEI 2022 WWW.FMTGEZONDHEIDSZORG.NL 2022 3 ICT en zorg • E-health • AI • Robotisering • Serious gaming Huisvesting Zorgcentrum Mgr. Blom Digitalisering van de zorg simpelweg noodzaak GEZONDHEIDSZORG Volg • de site www.fmtgezondheidszorg.nl voor nieuws, agenda, vacatures • de nieuwsbrief om elke 2 weken snel bijgepraat te worden: schrijf je gratis in! • het magazine voor verdieping, achtergrond en opinie • de socials LinkedIn en Twitter voor interactie en om niets te missen FMT Gezondheidszorg belicht de actualiteit binnen care én cure en vormt een onmisbare bron van informatie voor professionals in de zorg: (technisch) beheerders van gebouwen en hun installaties, ict-ers, inkopers, facility managers, logistiek managers, medische instrumentatie technici, klinisch fysici, vastgoedmanagers, bouwopdrachtgevers, architecten, beleidmakers en consultants. Profiteer nu van de FMT Totaal OK congres aanbieding (code FMTtotOK22, geldig tot 1 oktober 2022, bij verzending in Ned.) Ga naar www.fmtgezondheidszorg.nl/abonneren en vul de code in. 9x FMT voor € 60,• 2 uitgaven in najaar 2022 • jaarabonnement 2023, 7 uitgaven • 61% korting Vragen? Bel 0184-481042 of mail naar abonnementen@ fmtgezondheidszorg.nl Mechanische sequentiële wastafelmengkraan 2640BEL Sequentieel openen en sluiten op koud water Securitouch thermische anti-verbrandingsisolatie Beperkte hoeveelheid stilstaand water in het lichaam Functie thermische spoeling zonder hendel te demonteren Het is mogelijk de uitloop te blokkeren 9x DELABIE, expert in sanitaire voorzieningen en kranen voor zorginstellingen, biedt unieke oplossingen die beantwoorden aan specifieke vereisten op het gebied van hygiëne en veiligheid. Hét informatieplatform over (medische) technologie, ict, facilitair management en huisvesting in de zorg Meer informatie op delabiebenelux.com
medische installaties | partnercontent • Westfalen Medical Vier tips om zuurstof en medische gassen optimaal te benutten Zuurstofcilinders die kwijtraken of maar voor de helft worden gebruikt? Of een veel te grote voorraad? In veel ziekenhuizen is dat dagelijks aan de orde. Als leverancier van medische gassen, bulkzuurstof en bijbehorende apparatuur, biedt Westfalen Medical oplossingen voor een aantal veelvoorkomende issues. 1. Raak nooit meer een cilinder kwijt Het is in veel ziekenhuizen een dagelijks probleem: zuurstofcilinders die kwijtraken. Dat leidt tot hoge kosten die eenvoudig voorkomen kunnen worden. Met een track & trace-systeem op de cilinders, in combinate met Simplinic-software, kunnen cilinders realtime worden gevolgd en gelokaliseerd op verschillende devices, zoals een mobiele telefoon, desktop of laptop. Zo is het risico dat een cilinder zoekraakt een stuk kleiner. 2. Haal het maximale uit elke zuurstofcilinder De meeste ziekenhuizen benutten hun zuurstofcilinders niet optimaal. Westfalen Medical krijgt regelmatig zuurstofcilinders retour die nog lang niet leeg zijn. “Dat is zonde én onnodig”, zegt Westfalens Accountmanager Ziekenhuizen Marcel Jellema. “Met Comfy® biedt Westfalen Medical een innovatieve tool die per cilinder aangeeft hoeveel zuurstof er nog in zit en hoe lang je er nog mee kunt werken. In de dagelijkse praktijk is het niet altijd makkelijk om de resterende hoeveelheid goed in te schatten. Vaak wordt er dan voor de zekerheid een nieuwe zuurstofcilinder gepakt, terwijl dat niet per se nodig is. Veel cilinders die wij terugkrijgen zijn nog voor meer dan de helft gevuld. Met Comfy® kan dit worden teruggebracht tot 15%.” De hoeveelheid zuurstof, de resterende looptijd en de cilinderdruk worden exact weergegeven op een digitaal display. Een alarmfunctie waarschuwt automatisch als de hoeveelheid zuurstof onder het minimumniveau komt. Door optimaal gebruik te maken van de voorraad zijn er minder zuurstofcilinders nodig en besparen zorginstellingen aanzienlijk op hun kosten. 58 FMT | september 2022 3. Exact de juiste hoeveelheid zuurstof op voorraad Uiteraard is het belangrijk om voldoende zuurstofcilinders achter de hand te hebben. Te veel voorraad is echter inefficiënt en zorgt voor onnodige kosten. Een gemiddeld ziekenhuis heeft tot wel 30% overcapaciteit. Waarom zou een afdeling bijvoorbeeld tien cilinders op voorraad houden, terwijl er wekelijks maar twee worden gebruikt? Goed voorraadbeheer zorgt ervoor dat er altijd voldoende zuurstof op voorraad is, maar ook niet te veel. Westfalen Medical ondersteunt instellingen daarbij. Eén blik in het track & trace-systeem leert de gebruiker precies hoeveel cilinders er in het ziekenhuis zijn en waar die zich bevinden. Ook het voorraadbeheer van medische bulktanks kan Westfalen Medical volledig verzorgen. Het bedrijf monitort het niveau op afstand; daar hebben zorgverleners of beheerders in de instellingen geen omkijken naar. Is het tijd om de bulktank aan te vullen? Dan is Westfalen al onderweg,
Ga voor een gratis second opinion Westfalen Medical is totaalleverancier voor zuurstof, medische gassen en de bijbehorende apparatuur en richt zich uitsluitend op de medische markt. “Onze insteek: we kijken niet naar het hoe het nu is, maar naar hoe het kan worden”, zegt Marcel Jellema, Accountmanager Ziekenhuizen bij Westfalen Medical. Snelle levering Westfalen Medical heeft een enorm leveringsprogramma. Het bedrijf produceert zelf medische gassen en kan daardoor maximale leveringszekerheid garanderen. Als marktleider in de homecare beschikt Westfalen over een groot, landelijk dekkend distributienetwerk. Daardoor is het in staat om altijd snel te leveren. COMFY® Daagt u ons uit? Marcel Jellema : “Voor alle vragen met betrekking tot medische gassen kunt u bij ons terecht. Wij kijken naar wat een ziekenhuis nu én in de toekomst nodig heeft. We zien vaak dat levering van medische gassen en zuurstof al jaren op dezelfde manier is geregeld, maar dat wil niet zeggen dat het aansluit bij de vraag van nu en morgen. Wat is het daadwerkelijke verbruik en wat zijn de toekomstplannen? Zijn er uitbreidingsplannen of gaan er juist afdelingen dicht? In beide gevallen heeft dat invloed op de behoefte aan medische gassen. We laten ons graag uitdagen om te kijken of de huidige voorzieningen nog up-to-date zijn. We verzorgen een gratis second opinion waarin we de huidige situatie in het ziekenhuis analyseren. We kijken wat er daadwerkelijk nodig is en brengen toekomstige ontwikkelingen in kaart. Op basis daarvan stellen we mogelijke verbeteringen voor en zoeken we naar de beste oplossing.” 4. Hoeveel bedden en rolstoelen raken er zoek in uw ziekenhuis? Een ziekenhuis is een kleine stad op zich. Er raken dagelijks spullen zoek. Ziekenhuispersoneel is soms veel tijd kwijt aan het terugvinden van zoekgeraakt meubilair, zoals rolstoelen of bedden. Hoe handig zou het zijn als alle goederen die rouleren in het ziekenhuis met één systeem te volgen en traceren zijn? De Simplinic-software voor het track & trace-systeem voor zuurstofcilinders is ook daarvoor geschikt. Op apparatuur wordt een tracker geplaatst die met een app uit te lezen is. Zo heeft het ziekenhuispersoneel één overkoepelend systeem waarmee zij alle spullen kunnen traceren. De voordelen: het is altijd duidelijk waar welke bedden zijn, er raakt nooit meer een rolstoel kwijt en het personeel hoeft niet meer onnodig te zoeken. Onderdeel van internationaal concern Westfalen Medical is onderdeel van het internationale Westfalen concern, met de hoofdvestiging in Duitsland. Westfalen Medical behoort tot de selecte groep van leveranciers die zuurstof als medicament mogen leveren. Westfalen is een betrouwbare partner dankzij bijna 100 jaar ervaring en knowhow van productie en logistiek. Het voorziet dagelijks ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen, ambulancediensten en zelfstandige behandelcentra van medicinale gassen en apparatuur. Meer informatie www.zorginstellingen.westfalenmedical.com/ziekenhuizen ‘Veel cilinders die wij terugkrijgen zijn nog voor meer dan de helft gevuld’ 59
Verschildruk- en Ventilatie meetoplossingen MEETINSTRUMENTATIE %RV/T uitwisselbaar sensor element EE600/EE610 verschildruk sensoren voor HVAC Ideaal voor ruimtedruk systemen en filter metingen. Meetbereiken EE600 : 0-250/500/750/1000 Pa EE600HR : 0-2500/5000/7500/10000 Pa EE610 : ±25/±50/±1000Pa/0...100Pa Toepassingen •HVAC toepassingen •Zero en Span te justeren •Eenvoudige installatie •Auto zero optie •Patiënten kamers en OK •Flowmeting •Cleanroom •Filter controle metingen De EE212 relatieve vochtigheid en temperatuur transmitters zijn voorzien van een uitwisselbare sensor tip (module). In de sensor tip zijn de kalibratie waarden van de desbetreffende sensor opgeslagen! Features •Instelbare meetbereiken •Diverse analoge uitgangen Features Toepassingen •Uitwisselbare sensor met kalibratie gegevens •HVAC toepassingen •Verschillende uitvoeringen •Coating van de vocht sensor •Ziekenhuizen •Tuinbouw •Robuuste snel te monteren behuizing •Zwembaden •Geen bewerkelijke kalibratie werkzaamheden •Opslag •Optioneel display www.catec.nl - info@catec.nl - 0174 272330 UW PARTNER IN MEDISCH MEUBILAIR Samen zorgen we voor de meest optimale inrichting OPSLAG EN DISTRIBUTIE VAN MEDICATIE INRICHTING DAGBEHANDELKAMER VERPLEEG- EN ZIEKENHUISBEDDEN PERSOONLIJK ADVIES OP MAAT MEDIFIX B.V. Nijverheidsweg 8 5071 NK Udenhout T: +31 13 511 11 11 E: W:
Agenda 2022 VCCN Minisymposium Commissioning 22 september Intechnium, Woerden www.vccn.nl Groene Zorg Festival 24 september Metaalkathedraal Utrecht www.groenezorgalliantie.nl Vakbeurs World of Technology and Science 27 - 30 september Jaarbeurs, Utrecht www.wots.nl NVTG najaarscollege 29 september Hotel Ampt van Nijkerk, Nijkerk www.nvtg.nl Mobile Healthcare congres 3 oktober Jaarbeurs, Utrecht www.mobilehealthcare.nl Intelligente zorggebouwen 5 oktober Radboudumc, Nijmegen www.fh i.nl/agenda Hackathon 'Samen naar een circulair ziekenhuis' 5 oktober UtrechtInc (Science Park), Utrecht www.greenteam-zorgambassade.nl SKIPR Congres van Ketenzorg naar Netwerkzorg 6 oktober Van der Valk Hotel, Utrecht www.skipr.nl Data onder voorbehoud, check altijd de site van de organisator. Zorgvisie Congres Zorg en Vastgoed 12 oktober Van der Valk Hotel, Utrecht www.zorgvisie.nl Wonen & Zorg congres 24 november Achmea Congrescentrum, Zeist www.sbo.nl Health, Food & Technology congres 1 december Achmea Congrescentrum, Zeist www.sbo.nl Colofon Met medewerking van o.a. Hogeschool Arnhem en Nijmegen, IHE, KIVI, NEN, NVTG, TU/e, FHI Medical Technology FMT als crossmediaal platform Vakblad, informatieplatform, over actuele ontwikkelingen (cure & care) op het gebied van Facilities (realisering, onderhoud, beheer en exploitatie van zorghuisvesting en verwante facilitaire voorzieningen), Management en Technologie (medische en gebouwgebonden technologie, ICT, eHealth, artifi cial intelligence etc.). Verschijnt 7x per jaar, zowel in print als digitaal ISSN 1873-8877 www.fmtgezondheidszorg.nl Twitter: @FMTzorg LinkedIn: FMT Gezondheidszorg Uitgever AcquiMedia, Henk van der Brugge Amstelwijckweg 15, 3316 BB Dordrecht Hoofdredactie Elsie Schoorel Elsie@fmtgezondheidszorg.nl Eindredactie Dietske van der Brugge info@fmtgezondheidszorg.nl Redactie Lucy Holl, Mirjam Hommes, Betty Rombout, Wilma Schreiber, Frank van Wijck Redactie Advies Commissie • Ing. Peter Karsman, directeur Karsman Advies en Interimmanagement • Ing. Luc Knaven, branchedirecteur FHI Medical Technology • Prof. dr. Jos Lichtenberg, (em.) hoogleraar bouwtechnologie TU/e • Cor van Litsenburg, founder FMT Gezondheidszorg • Prof. dr. ir. Masi Mohammadi, hoogleraar slimme architectuur TU/e, lector bouwen voor gezondheid • Ir. Victor Pastoor, bestuurslid NVTG • Mr. drs. Jack Thiadens, interim zorgbestuurder • Janet Vissinga, consultant OKCN Bladmanagement en advertenties Wim Boer, 0184-481042, wim@fmtgezondheidszorg.nl Henk van der Brugge, 0184-481041, henk@acquimedia.nl Vormgeving Dock35 Marketing Druk Veldhuis Media B.V., Meppel Abonnement € 120,- per jaar excl. BTW, biedt tevens toegang tot het digitale magazine. Buiten Nederland, binnen Europa € 145,- per jaar excl. BTW. Informeer vrijblijvend naar een collectief abonnement. NUMMER 5 SEPTEMBER 2022 WWW.FMTGEZONDHEIDSZORG.NL 2022 5 Intra-operatieve MRI-OK Prinses Máxima Centrum Lever(on)zekerheid Medische isotopen Verpleeghuis Valkenheim In no-time herrezen Moet technologie de zorg redden? Inhijsen van de MRI voor de MRI-OK van het Prinses Máxima Centrum. (c) UMC Utrecht Disclaimer & Copyright AcquiMedia heeft deze uitgave op de meest zorgvuldige wijze samengesteld. AcquiMedia, (hoofd)redactie en auteurs kunnen echter op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de gegevens en aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op de informatie in deze uitgave. Het is niet toegestaan om zonder toestemming van de uitgever (incl. bronvermelding en fotocredit) beelden of artikelen uit deze uitgave over te nemen. GEZONDHEIDSZORG
bedrijvenindex | ADVIESBUREAU CLEANROOMS HUISVESTING KRANEN EN SANITAIRE TOEBEHOREN Deerns Nederland B.V. Anna van Buerenplein 21F 2595 DA Den Haag T +31 88 3740000 www.deerns.nl Ropasystems B.V. Belleweg 9, 5711 DH Someren T +31 (0)493 472399 www.ropasystems.nl Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com INSTALLATEUR Sweegers en de Bruijn bv Europalaan 12g 5232 BC ’s-Hertogenbosch T 088 030 7300 www.swebru.nl Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.nl Delabie Benelux BVBA Bergensesteenweg 106 A, bus 5 BE 1600 Sint-Pieters-Leeuw T +32 2 882 21 41 www.delabiebenelux.com MEDISCHE GASSEN DISTRIBUTIE SYSTEMEN ULC Installatietechniek b.v. Labradordreef 18 Postbus 2405 3500 GK Utrecht T +31 30 26 50 500 www.ulcgroep.nl Dräger Nederland B.V. Huygensstraat 3-5 2721 LT Zoetermeer T 079 – 344 44 888 www.draeger.com IT & SOFTWARE OK Consultancy Nederland (OKCN) Oude Apeldoornseweg 41 7333 NR Apeldoorn T +31 (0)85 902 91 06 www.okcn.nl ARCHITEKTENBUREAU Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com MEDISCHE INRICHTING & ACCESSOIRES Ultimo Software Solutions bv Waterweg 3, 8071 RR Nunspeet T +31(0)341 – 423737 www.ultimo.com KRANEN EN SANITAIRE TOEBEHOREN IAA Architecten Sem Presserhof 108 1087 JG Amsterdam T +31 (0)20 520 00 80 M.H. Tromplaan 55 7513 AB Enschede T +31 (0)53 480 44 44 www.iaa-architecten.nl BOUWBEDRIJVEN MedicomZes Amsterdam T 020 696 68 86 E amsterdam@medicomzes.nl www.medicomzes.nl MedicomZes Groningen T 050-549 54 95 E groningen@medicomzes.nl www.medicomzes.nl 62 FMT | september 2022 Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.nl Vertegenwoordigd in Nederland door Hamers en Kesber Warandebergstraat 43 1271 ZC Huizen T 0031 (0)356566888 M 0031 (0)628978209 E AH@hamersenkesber.nl M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl HUISVESTING SCHELL GmbH & Co. KG Raiff eisenstrasse 31 57462 Olpe, Duitsland T +49 2761 892-0 www.schell.eu Medifi x B.V. Nijverheidsweg 8 5071 NK Udenhout T +31 13 511 11 11 www.medifi x.nl Waardenburg Medical Dorpsstraat 8a 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 078 M +31 61066 4074 www.waardenburgmedical.com MEDISCH MEUBILAIR
| bedrijvenindex MEDISCH TECHNISCHE VOORZIENINGEN OPERATIEKAMERS OPERATIEKAMERS SERVICE & ONDERHOUD, RENOVATIES Heijneman Medical BV Copenweg 17 3411 NX Lopik T 088 11 81 000 www.heijnemanmedical.nl MANN+HUMMEL Vokes Air BV 1e Garnizoensdok 7 3539 JA Nieuwegein Tel 030-6868080 www.airfi ltration.mann-hummel.com MEDISCHE PERSLUCHT M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl PERSOONSBEVEILIGING SYSTEMEN STRALINGSBESCHERMING Medical Building Services Ambachtweg 50 5731 AG Mierlo T 0492 666060 www.medicalbuildingsolutions.nl Berko Kompressoren Havenweg 14, 6603 AS Wijchen T 024 - 641 11 11 www.berko.eu NOODSTROOMOPLOSSINGEN PRIVEKLINIEKEN VERLICHTING Q-bital Healthcare Solutions (The Netherlands) B.V. Henk Driebergen E henkdriebergen@q-bital.com M +31 6 57985774 www.q-bital.com Ooperon Mijkenbroek 25 4824 AA Breda T + 31 76 57 230 30 www.ooperon.nl Rontgenglas.nl Belleweg 9, 5711 DH Someren T +31 (0) 493 472399 www.rontgenglas.nl Elinex Power Solutions Wolweverstraat 15 2984 CE Ridderkerk T +31 (0)180 72 13 59 www.elinex.com Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.nl Medical Building Solutions Ambachtweg 50 5731 AG Mierlo T 0492 666060 www.medicalbuildingsolutions.nl PROJECTINRICHTING Zwart Techniek B.V. Middenhavenstraat 76 1976 CM IJmuiden T +31 (0)255 530 304 www.zwarttechniek.com OPLEIDINGEN REINIGING & DESINFECTIEOPLOSSINGEN ZORGTECHNOLOGIE, BOUW EN INRICHTING Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com Vermeulen Lichtarchitectuur BV Weegbree 19 7081 GS Gendringen T 0315-346164 / 06-23336643 www.lichtendekerk.nl WANDBEKLEDING M-Projectservice BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 40 292 79 50 www.m-projectservice.nl M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl Hogeschool Rotterdam G.J. de Jonghweg 4-6 3015 GG Rotterdam T 010 794 48 90 www.hogeschoolrotterdam.nl Miele Professional Postbus 166, 4130 ED Vianen T 034-73 78 884 www.miele-professional.nl E professional@miele.nl VAMED Nederland B.V. Orteliuslaan 897, 3521 BE Utrecht T +31 (0)30 303 64 30 www.vamed.nl 63
Totaalleverancier (medische) gassen voor ziekenhuizen Bent u op zoek naar een leverancier die: Een uitgebreid aanbod medische gassen heeft? Kwaliteit en veiligheid erg belangrijk vindt? Met u meedenkt over efficiënt voorraadbeheer? Dit alles vindt u bij ons, Westfalen Medical. Wilt u weten wat wij voor u kunnen betekenen? Bekijk dan onze website. Of neem contact met ons op. Wij helpen u graag. Westfalen Medical BV - Tel 0570-858404 - www.zorginstellingen.westfalenmedical.com - verkoop@westfalenmedical.nl
1 Online Touch