0

jaargang 29 | 2020 | www.processcontrol.nl ersoneel gezocht! Overheid zet in op groeierheid zet in op gr Personeel gezocht! Bespaar enerBespaar energie op tankverwarming en perslucht arming en perslucht gie De industrie en corona: Herstel is begonnen De industr

Permante bewaking van industriële netwerken; voorkom kostbare downtime. Door de sterke behoefte aan hoge prestaties en integratie tussen fabrieksinstallaties en IT-systemen is er een groeiende acceptatie van Industrieel Ethernet binnen de industriële automatisering. De toenemende complexiteit vraagt echter ook om innovatieve oplossingen, waarbij gebruikersgemak en overzicht centraal staat. Atlas2 is ontwikkeld voor de permanente monitoring van industriële netwerken met een enkele of gemengde architectuur. Deze diagnose tool, de tweede generatie van Procentec’s populaire Atlas-unit, tilt foutopsporing en -diagnose naar een veel hoger niveau. Dit stelt u in staat om predictive maintenance toe te passen en ongeplande downtime te voorkomen. → 24/7 monitoring op afstand voor PROFINET, EtherNet/IP, EtherCAT en PROFIBUS. → Compacte en robuuste constructie; eenvoudig te installeren op DIN rail. → Dynamische, grafische en hiërarchische weergave van de netwerktopologie. → Scoremechanisme en verkeerslicht indicator voor eenvoudig inzicht in de netwerkkwaliteit. → NIEUW: Optionele LED-display op het apparaat zelf voor een snel overzicht. → NIEUW: Zelflerende machine met voorspellende functies voor foutenopsporing. Uitgebreide diagnostische data tot op het laatste apparaat Procentec’s nieuwste tool, Osiris Enterprise, toont een overzicht van al uw aangesloten devices en biedt inzicht in de individuele device gegevens, zonder dat u zich in het in het gebied van het netwerk hoeft te bevinden. Als u op een willekeurig moment een extra Atlas aan uw netwerk toevoegt, neemt Osiris Enterprise deze automatisch op in het overzicht. Ideaal voor grote netwerken. Bezoek releases2020.procentec.com voor meer informatie en een overzicht van alle tools. CONTACT Tel Your network partner. +31(0) 174 671 800 Email info@procentec.com Web www.procentec.nl Atlas2

Inhoud Kabinet zet vol in op groei Nederlandse industrie 6 Het kabinet zet vol in op de groei van de Nederlandse industrie. Dat blijkt uit de ‘Visie op de toekomst van de industrie’ die staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat eind oktober 2020 naar de Tweede Kamer stuurde. Maar hoe komen bedrijven aan genoeg technische mensen met de juiste vaardigheden? Ondernemersorganisaties maken zich grote zorgen over het tekort aan voldoende goed opgeleid technisch personeel, vooral op mbo-niveau, met name in de chemische industrie. De economische gevolgen van corona voor de industrie 14 De economie vertoont symptomen die je normaal alleen in oorlogstijd ziet. Extreme daling, gevolgd door extreme groei. Indicatoren die alle kanten op schieten. Het is eigenlijk onmogelijk om iets zinnigs te zeggen over het verloop van de economie voor de industrie. Bovendien zijn economen volgens (econoom) Mathijs Bouman notoir slechte voorspellers. Maar toch doet hij het. Hoe staat de economie er voor en wat gaat er gebeuren? Stapsgewijs naar een cybersecure OT-omgeving 36 Er zijn in de industrie grote verschillen als het gaat om de mate van cybersecurity. Sommige bedrijven zijn al behoorlijk ver, maar er zijn ook bedrijven die nog nauwelijks maatregelen hebben getroffen, vooral op het OT-vlak. Enrico ten Klooster van Modelec laat zien hoe je in een aantal concrete stappen het cybersecurity niveau van je onderneming kunt verhogen. Ook voor bedrijven met legacy hardware, zoals oude PC’s en PLC’s. 11 Valmet 12 HEGON Techniek 13 Festo 18 Bronkhorst© 19 Endress+Hauser 24 Optyl 25 BMD Advies 30 JUMO 34 Kasperksy 35 Machevo 40 Parker Hannifin 41 Pilz 42 Euro Manchetten 43 Klay-Instruments 49 Hirschmann 51 Van Beek 54 KNF Verder 55 Tempcontrol En verder: Column Henk Krols Nederland op weg naar industriële autonomie 10 20 Nieuws 26, 61 Waterstof in de industrie 31 Column Martin van den Hout 48 Energiebesparing bij (bestaande) persluchtsystemen 56 Bedrijvenwijzer & agenda 62 3

Digitalizing hazardous areas. Enabling connectivity. Enhancing mobility. Smart-Ex® 02—The State-of-the-Art Smartphone for Global Hazardous Areas  Rugged, intrinsically safe smartphones for Zone 1/21, 2/22, and Div. 1/2 areas  Global frequency bands and certifications for worldwide use  Five-inch display and ergonomic design increase flexibility  High-performance Android 9 operating system www.pepperl-fuchs.com/smart-ex-02

Colofon Redactioneel Het einde is in zicht vakblad over procesbesturing en -optimalisatie Process Control verschijnt 7x per jaar (zowel print als digitaal) Hoofd- en eindredactie Drs. Joeri van der Kloet joeri.vanderkloet@processcontrol.nl www.processcontrol.nl Medewerkers aan dit nummer Adriaan van Hooijdonk Frank Senteur Henk Krols Martin van den Hout Uitgever AcquiMedia Amstelwijckweg 15, 3316 BB Dordrecht Henk van der Brugge 0184-481041 henk@acquimedia.nl Bladmanagement en advertentieverkoop AcquiMedia Henno Ploeg, MSc 0184-481045 henno.ploeg@processcontrol.nl Vormgeving Jessica Dales, Dock35 Media B.V. Druk Damen Drukkers B.V. Abonnement € 79,- excl. BTW (ontvangst print en digitaal) Buitenland € 109,- excl. BTW Jaargang van 7 achtereenvolgende uitgaven Disclaimer AcquiMedia heeft deze uitgave op de meest zorgvuldige wijze samengesteld. AcquiMedia, (hoofd)redactie en auteurs kunnen echter op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de gegevens. Uitgever, (hoofd)redactie en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op informatie in deze uitgave. jaargang 29 | 2020 | www.processcontrol.nl Copyright Het is niet toegestaan om zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever foto’s of (gedeelten van) teksten uit deze uitgave over te nemen. Ook met toestemming van bronvermelding is verplicht. De titel Process Control is eigendom van Adept BV en wordt in licentie uitgegeven door AcquiMedia. ISSN 1387 - 5825 Personeel gezocht!ersoneel gezocht! Overheid zet in op groei erheid zet in op groei Joeri van der Kloet Hoofdredacteur redactie@processcontrol.nl Bij de cover Bespaar enerBespaar energiegie op tank op tankverwarmingarming en perslucht en perslucht De industr De industrie en corona:ie en corona: Herstel is begonnen er tel is begonnen De industrie staat na de coronacrisis voor dezelfde uitdagingen als voor de crisis, maar er komen ook nieuwe kansen bij. Bedrijven die zich kunnen blijven vernieuwen en steeds autonomer durven te werken, hebben de toekomst. Op het moment van schrijven wordt in het VK de eerste burger ingeënt tegen COVID-19. En over een paar weken gaat ook in Nederland een grootscheeps vaccinatieprogramma van start. Aan het begin van de coronacrisis sprak men nog over trajecten van enkele jaren voordat er een werkend vaccin zou zijn. Dat blijkt dus veel sneller te kunnen. De economische schade is weliswaar fors, maar had veel en veel erger kunnen zijn. In een eerste raming zouden we dit jaar afsluiten met een krimp van 8,5%. Een ongekend hoog cijfer dat normaal alleen onder oorlogsomstandigheden voorkomt. Maar die krimp is in de laatste raming gereduceerd naar 4% en bovendien groeit de economie in 2021 alweer met een procent of 2. Het gevreesde banenverlies zit vooral in de sectoren die de grootste tikken hebben gehad: de horeca en de ZZP’ers. Andere reorganisaties, zoals die bij Campina, worden niet direct veroorzaakt door de coronacrisis. De crisis heeft hooguit het laatste zetje gegeven om eerder te starten met de reorganisatie. Andersom kan het zelfs zo zijn dat bedrijven die al op omvallen stonden met staatssteun alsnog overeind gehouden worden. De industrie blijkt behoorlijk robuust te zijn, waarbij het grootste leerpunt misschien wel is geweest dat we ons niet afhankelijk moeten maken van één land als het gaat om de toelevering van onderdelen. Alles in eigen land willen produceren is echter ook niet slim, zegt econoom Mathijs Bouman. Iets meer betalen voor een redundante keten lijkt de oplossing. De crisis heeft de noodzaak om autonoom te kunnen produceren duidelijk in beeld gebracht. Bedrijven die hier op kunnen inspringen, hebben de komende jaren interessante prospects. Smart Industry of Industrie 4.0 is relevanter dan ooit. Maar de uitdagingen van voor de crisis zijn er ook nog: het personeelstekort en de energietransitie. Namens het team van Process Control dank ik u dat u ons blad leest en met ons samenwerkt. Fijne feestdagen en een gezond 2021! 5

Arbeidsmarkt Maar waar halen we de mensen vandaan? Kabinet zet vol in op groei Nederlandse industrie Het kabinet zet vol in op de groei van de Nederlandse industrie. Dat blijkt uit de ‘Visie op de toekomst van de industrie’ die staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat eind oktober 2020 naar de Tweede Kamer stuurde. Maar hoe komen bedrijven aan genoeg technische mensen met de juiste vaardigheden? Ondernemersorganisaties maken zich grote zorgen over het tekort aan voldoende goed opgeleid technisch personeel, vooral op mbo-niveau, met name in de chemische industrie. Adriaan van Hooijdonk B Staatssecretaris Mona Keijzer van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat stuurde eind oktober 2020 ‘De visie op de toekomst van de industrie’ naar de Tweede Kamer. ijna één op de vijf Nederlanders verdient het inkomen dankzij de industrie. De sector omvatte in 2018 circa 64.000 bedrijven en ongeveer 9 procent van alle werknemersbanen, goed voor een omzet van 82 miljard euro. Bovendien steekt de industriële sector qua arbeidsproductiviteit met kop en schouders uit boven andere branches. Dat benadrukt staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat in de eind oktober verschenen ‘Visie op de toekomst van de industrie.’ Uit het document van 31 pagina’s blijkt dat het kabinet vol wil inzetten op de groei van de industrie. Zo wil het kabinet de komende tijd extra gaan investeren in de industrie en een aantal markten, zoals life sciences & health, high tech & ICT, defensie & ruimtevaart. Ondernemersorganisaties, zoals FME en VNO-NCW, reageerden positief en zijn blij dat het kabinet het enorme belang van de industrie inziet voor het toekomstige verdienmodel in Nederland. Tegelijkertijd stelt FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink dat we ‘van een visie niet kunnen eten.’ “Wat we nodig hebben zijn concrete plannen om de industrie verder te versterken, niet alleen tijdens deze crisis maar ook richting de toekomst.” Tekort technisch personeel De ondernemersorganisaties maken zich zorgen over het tekort aan technisch personeel om de ambities van het kabinet waar te maken. Hoewel er de afgelopen jaren op verschillende manieren is gewerkt aan voldoende aanbod van medewerkers met de benodigde vaardigheden in de industrie, hebben industriële bedrijven steeds meer moeite om aan technisch personeel te komen. Zo ervaarde in het tweede kwartaal van 2019 twintig procent van de werkgevers belemmeringen door personeelstekorten, meldt het UWV in de factsheet industrie 2019. Ter vergelijking: rond 2012 ging het nog om vijf procent van de werkgevers in de industrie. 6 | nummer 7 | 2020 Vooral in de deelbranche reparatie en installatie van machines ervaren veel werkgevers belemmeringen (38%). De meubel-, metaal-, transportmiddelen-, bouwmaterialen- en elektrotechnische en machineindustrie hebben eveneens te maken met personeelstekorten. Ook de komende jaren blijft er volgens het Research Centrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) sprake van grote knelpunten in de personeelsvoorziening voor beroepen als elektrotechnisch ingenieur, procesoperator of machinemonteur. ROA verwacht in de werktuigbouw en metaalbewerking de grootste knelpunten op mbo-niveau 4. Chemische industrie Ook in de chemische industrie is al jarenlang sprake van een personeelstekort. Zo presenteerde de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) in 2013 de resultaten van onderzoek naar de personele gevolgen van uitstroom, vergrijzing en uitbreiding in de sector. Daaruit bleek dat de chemie in 2020 een tekort vreesde van bijna 20.000 mbo’ers, ruim 4000 hbo’ers en 5000 academici in de chemische- en procesindustrie. Wat is er uiteindelijk van deze voorspelling terechtgekomen? “Gelukkig is de prognose niet uitgekomen”, zegt Onno de Vreede, coördinator van de Human Capital Agenda bij Chemistry NL. Hij verwijst naar de meest recente cijfers van het online dashboard Onderwijs-Arbeidsmarkt van oktober 2020. Chemistry NL en de VNCI lanceerden het dashboard drie jaar geleden. Alle cijfers rondom in- en uitstroom van de Nederlandse chemie-opleidingen en doorstroom Onno de Vreede, coördinator van de Human Capital Agenda bij Chemistry NL.

“ Het aantal mbovacatures is vervijfvoudigd sinds 2014...” naar de chemische arbeidsmarkten zijn hier voor alle opleidingsniveaus’s in één online dashboard samengebracht. Daarnaast bevat het dashboard vacature statistieken en prognoses van uitstroomcijfers naar de arbeidsmarkt voor de komende vijf jaar. Nieuw in deze versie is de weergave van de doorstroom van gediplomeerden van alle individuele chemische (mbo-hbo-wo) opleidingen naar type werkveld. Uit de cijfers op het dashboard blijkt dat er in 2019 op hbo-niveau 3728 geregistreerde vacatures waren. Voor academici waren er 559 vacatures beschikbaar. Opvallend is de sterk toenemende vraag naar mbo’ers. Hier stonden in 2019 4630 vacatures open. De cijfers tonen dat het aantal mbo-vacatures is vervijfvoudigd sinds 2014. Hierbij gaat het niet alleen om procesoperators, maar ook om mbo’ers die afgestudeerd zijn in meeten regeltechniek, werktuigbouwkunde, elektro-technici, kortom de volle breedte van het mbo-onderwijs. “Dit is opmerkelijk, omdat vaak wordt gedacht dat de huidige automatisering leidt tot minder banen op mbo-niveau. Dit zien we niet terug in de huidige cijfers”, aldus de Vreede. “We zien dat 50% van de afgestudeerden met een mbo-3 of mbo-4 opleiding procestechniek in de chemie gaat werken, de overige afgestudeerden kiezen voor een andere sector. En dat zijn nou juist de mensen die we zo hard nodig hebben voor de digitale revolutie en de klimaattransitie in de chemie. Jongeren kiezen vaak voor een opleiding omdat ze het vak leuk vinden, maar het is ook belangrijk om naar het arbeidsmarktperspectief te kijken en dan is de chemiesector een goede keuze.” Het gaat om openbare vacatures van chemie-bedrijven en uitzendbureaus. De VNCI en Chemistry NL weten bijvoorbeeld niet of een stagiaire direct bij een chemiebedrijf aan de slag gaat. 7

Belangrijke opdracht Deze enorme vacature stijging bij mbo’ers heeft verschillende oorzaken. Zo zijn er niet alleen minder mbo’ers beschikbaar, maar zijn ook veel mensen met pensioen gegaan. Ook kiest een groep mensen voor een baan in een andere sector. Zo komt 50 procent van de mbo’ers van de opleiding procestechniek niveau 4 terecht in andere branches, zoals de voedingsmiddelenindustrie. Uit de cijfers op het dashboard blijkt verder dat de totale instroom van chemiestudenten in mbo, hbo en wo is gestabiliseerd op 8.000 per jaar. Waarbij de instroom in het mbo dalend is, 19% lager dan in 2014. “We hebben een belangrijke opdracht”, benadrukt De Vreede. “We moeten ons als sector nog beter presenteren als aantrekkelijke werkgever en zo jongeren overtuigen om te kiezen voor een carrière in de techniek en de chemie. Dit doen we bijvoorbeeld via de VNCI en C3 campagne ‘Wij zijn Chemie’. Chemiebedrijven geven hierbij digitale gastcolleges geven aan middelbare scholen en mbo-onderwijs. Juist nu met corona staan scholen te springen om dit soort digitale initiatieven. Het is natuurlijk een stuk leuker De VNCI startte in 2020 met de campagne ‘Women in Chemistry’. Doel is om meer vrouwen in de chemie aan te trekken en een netwerk te vormen. om een digitaal kijkje in de keuken te krijgen en te zien waar het gebeurt.” Daarnaast startte de VNCI in 2020 met de campagne ‘Women in Chemistry’. Doel is om meer vrouwen in de chemie aan te trekken en een netwerk te vormen. En dat is hard nodig, want anno 2020 wordt minder dan 20 procent van de banen in de chemie ingevuld door een vrouw. Daarom organiseerde de VNCI op 12 februari voor de tweede keer het Global Women’s Breakfast. Een internationaal event dat in meer dan veertig landen plaatsvindt met Chemelot Academy schoolt zij-instromers om tot operators Chemelot in Geleen heeft de komende negen jaar duizend nieuwe operators nodig. Daarom startte Chemelot Academy vorig jaar een ambitieuze wervingscampagne getiteld: Durf jij met andere ogen naar jezelf te kijken? Wordt procesoperator op Chemelot!’ De campagne richt zich met name op zij-instromers. “Momenteel bieden wij alleen de operator B opleiding aan”, zegt Evelyne Lehm, manager Chemelot Academy. “Inmiddels hebben wij 35 deelnemers in dienst.” Na een leer-werktraject van 2 jaar behalen zij hun diploma. De deelnemers zijn vanaf het begin aan de slag in een plant. Na het afronden van het traject en het behalen van het diploma kunnen zij direct in dienst treden bij een van de deelnemende bedrijven op Chemelot. Meestal het bedrijf waar zij ook werkten tijdens de opleidingsperiode. Chemelot Academy werft doorlopend kandidaten die interesse hebben in een baan als operator in een van de 150 fabrieken op het industrieterrein. De kandidaten werken momenteel in een andere sector en willen zich laten omscholen, de zogeheten zijinstromers. Op www.chemelot-operators.nl kunnen geïnteresseerden zich aanmelden. “Zij doorlopen dan een selectieprocedure voor een opleidingsplek bij een van de aangesloten bedrijven op Chemelot. Deze selectieprocedure bestaat uit onder andere een interview, een capaciteiten/interesse test, selectiegesprekken en een medische keuring”, licht Lehm toe. Daarnaast wordt een aantal deelnemers van de Academy met de camera gevolgd om anderen via social mediakanalen enthousiast te maken voor dit traject. Het blijft lastig voor de bedrijven op Chemelot om technisch personeel te vinden. Chemelot staat volgens Lehm wel goed bekend als werkgever, dus er is over het algemeen wel gemiddeld meer interesse om in een van de 150 fabrieken op het industrieterrein te komen werken. “Operators B en C zijn vacatures die doorlopend vacant zijn bij elk bedrijf. Afhankelijk van de grootte van het bedrijf is er een verschil in het aantal operators waarnaar zij op zoek zijn.” Voor de omgeving is Chemelot een aantrekkelijke werkgever, daarbuiten is de bekendheid van Chemelot volgens haar onder de maat. “De afgelopen jaren besteedden wij vanuit Chemelot Career Center veel tijd aan het promoten van Chemelot, met name bij scholen. Denk hierbij aan Chemelot startte vorig jaar een campagne om met name zij-instromers te interesseren in een loopbaan als operator op het industrieterrein. Hoge School Zuyd, TUE, TU Delft et cetera. Door de omstandigheden rondom COVID 19 en het feit dat de jaarwisseling eraan zit te komen is het aantal vacatures lager dan normaal. Op dit moment zijn er ongeveer 10-15 vacatures beschikbaar.” 8 | nummer 6 | 2020

het doel: Empowering Women in Chemistry. Ruim zeventig vrouwen kwamen bij elkaar en bogen zich over de vraag hoe bedrijven de chemische industrie aantrekkelijker kunnen maken voor jonge meiden. Bijvoorbeeld door gastcolleges op scholen te geven, aanwezig te zijn bij beroepskeuzeavonden en podcasts op sociale media. Verschillende cijfers Wie wat dieper in de cijfers duikt, ziet dat verschillende organisaties de gegevens over de arbeidsmarkt voor chemici en operators bijhouden: van het UWV en het CBS tot ROA en het CPB. Het lijkt erop of er overal andere getallen zijn te zien. Zo houdt ROA in het rapport ‘De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2024’ uit 2019 het aantal medewerkers in de chemische industrie op 126.000, terwijl uit de cijfers van het dashboard blijkt dat het er 99.000 zijn. Bovendien verwacht ROA dat het aantal banen in de chemische industrie tot 2024 juist met 0,8 procent krimpt. De laatste grote investering in de chemische industrie in Nederland was dan ook in 2003. Toen opende LyondellBasell op de Maasvlakte een fabriek die oxide en styreen monomeer produceert. Hoe kan het dat de cijfers zo verschillen? De Vreede benadrukt dat het essentieel is om te kijken welke SBI-codes van het CBS de verschillende organisaties gebruiken om hun analyses te maken. “De VNCI en Chemistry NL kiezen bewust voor de codes 19, 20, 21 en 22. Hierbij gaat het achtereenvolgens om de vervaardiging van cokesovenproducten en aardolieverwerking, vervaardiging van chemische producten, vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten en de vervaardiging van producten van rubber en kunststof. Deze branches hebben allemaal chemici en operators nodig. De voedingsmiddelenindustrie, waar ook chemici en “ Door het gebruik en de verwerking van data, kunstmatige intelligentie en andere datagedreven technologische ontwikkelingen, komen er juist weer nieuwe banen bij...” operators werken, nemen wij bijvoorbeeld niet mee, maar andere organisaties doen dat weer wel.” Pensioneringsgolf De chemische industrie krijgt ook nog eens met een pensioneringsgolf te maken. Zo becijferden de VNCI en Chemistry NL - op basis van de SBI-codes van het CBS- dat tussen 2018 en 2030 30 procent van de medewerkers in deze sectoren met pensioen gaan. In 2037 is dat zelfs 50 procent. Tegelijkertijd neemt de arbeidsproductiviteit in de sectoren al jaren toe, bijvoorbeeld door automatisering en digitalisering. “Door het gebruik en de verwerking van data, kunstmatige intelligentie en andere datagedreven technologische ontwikkelingen, komen er juist weer nieuwe banen bij”, stelt De Vreede. Het beeld wordt bevestigd in het in oktober verschenen rapport ‘The future of jobs’ van het World Economic Forum. Hierin staat onder meer dat er in Nederland de komende jaren een grote behoefte is aan data-analisten, AI, machine learning en big dataspecialisten. “De krapte op de arbeidsmarkt stimuleert de VNCI en Chemistry Nl om digitalisering een boost te geven. Hierdoor hebben we in de toekomst minder mensen nodig.” Tegelijkertijd kan Nederland beter zijn best doen om meer bèta’s op te leiden. Zo blijkt uit recente cijfers van het Rathenau-instituut dat Nederland in Europa de een na laatste plaats inneemt. Het aantal afgestudeerden en gepromoveerden in bèta en techniek per 1.000 personen in de leeftijdsgroep 20-29-jarigen bevindt zich met 13 op de 1000 bijna onderaan de lijst van referentielanden. Het aandeel technische masterdiploma’s steeg in Nederland van 14,9% in 2013 naar 20,9% in 2018, terwijl het Europese gemiddelde toenam van 24 naar 25,2%. Hetzelfde effect zie je onder bachelors, maar dan veel minder afgetekend. Nederland loopt dus een achterstand in, maar is er nog lang niet. Wat verdient een operator? - Operator B, een schoolverlater stroomt ongeveer in op 30.000 euro inclusief vakantiegeld, exclusief ploegentoeslag. - Operator C, een schoolverlater stroomt ongeveer in op 33.000euro incl. vakantiegeld, exclusief ploegentoeslag. - Ervaren operators zullen hoger ingeschaald worden, het startsalaris exclusief ploegentoeslag kan oplopen tot 40.000 euro, inclusief vakantiegeld. Operators die op Chemelot werken kunnen doorgroeien en meer salaris krijgen. Inschaling van salaris is afhankelijk van verschillende factoren als opleiding en ervaring. - De salarissen op Chemelot liggen over het algemeen hoger dan erbuiten. De afgelopen jaren is het salaris door CAO- verhogingen ongeveer met 6,5% gegroeid. - Hogere technische/chemische functies op hbo- en wo-niveau zijn in ongeveer 3 verschillende schalen in te delen. Hierin varieert het salaris van 43.000 tot 78.000 euro. Dit betreft functies zonder leidinggevende taken. Deze worden nog hoger ingeschaald. 9

Column De bedrijven waar de medewerkers het gewend zijn om te rouleren, zijn nu absoluut in het voordeel... Brede inzetbaarheid D at wij Nederlanders creatieve ondernemers zijn, werd maar weer eens bewezen door alle initiatieven die tijdens de eerste lockdown als paddenstoelen de grond uitschoten. Van kookcursussen tot zakelijke trainingen, ze gingen door, al was het in een online variant. Cateringbedrijven en restaurants richtten zich op de afhaalmarkt, de bakker bracht het brood in geval van nood aan huis, het vervoersbedrijf ontdekte verborgen talenten bij medewerkers en gaf het bedrijfspand met hun hulp een grondige opknapbeurt. Tijdens de opleving van het coronavirus dit najaar gingen we nog een stapje verder. Met respect keek ik naar de horecamedewerkers die, nu ze niet bij hun eigen werkgever aan de gang konden, zich in grote getalen aanmeldden om een handje te helpen in de zorg. Het getuigde natuurlijk van flexibiliteit maar ook van betrokkenheid bij de samenleving, maatschappelijke verantwoording. Henk Krols Henk Krols is partner en adviseur bij BMD Advies, de fullservice QHSE partner voor bedrijven. 10 | nummer 7 | 2020 In de procesindustrie hebben de bedrijven in deze coronacrisis evengoed meer last van uitval. Al is het maar omdat medewerkers met lichte klachten thuis moeten blijven, om eventuele besmettingen binnen het bedrijf te voorkomen. Ook binnen de procesindustrie is een flexibele opstelling van de werknemers nodig, de wil om tijdelijk op een andere afdeling te werken. Dat is niet altijd eenvoudig: vaak zijn medewerkers gehecht aan hun eigen stek, die ze niet graag omruilen voor een andere plek en die ze ook niet zomaar willen afstaan aan een collega. Toch is het voor de bedrijfscontinuïteit natuurlijk veel beter als de medewerkers op meerdere plaatsen binnen het bedrijf inzetbaar zijn. De bedrijven die die brede inzetbaarheid al eerder regelden, waar de medewerkers het gewend zijn om te rouleren binnen het bedrijf, zijn nu absoluut in het voordeel. Ik vind het prachtig als die brede inzetbaarheid verder gaat dan de eigen onderneming. De eerder genoemde horecamedewerkers zijn daar een mooi voorbeeld van, maar ook binnen het bedrijfsleven zijn er verschillende initiatieven op dit vlak. Zo is er op het terrein van onze vestiging in Tilburg een online deelmarktplaats voor ondernemers opgericht. Op dit digitale platform kunnen ongebruikte bedrijfsmiddelen, restmaterialen, faciliteiten verkocht of gedeeld worden met andere ondernemers op het bedrijvenpark of daarbuiten. Dat geldt ook voor arbeidskrachten. Natuurlijk betekent dat niet dat er een handel is ontstaan, waarbij mensen uitgewisseld worden alsof het niets is. Maar toch, waar bij de één overcapaciteit is, is bij de ander sprake van krapte. Er zijn dan ook op personeelsvlak leuke successen geboekt, waarbij medewerkers tijdelijk de buurman ‘uit de brand’ konden helpen, of zelfs een nieuwe werkplek vonden. Een crisis als deze toont ons ook hoe belangrijk het is om bedrijfsprocessen en werkinstructies goed vast te leggen en ervoor te zorgen dat de informatie toegankelijk is. Het is vaak een behoorlijke klus om ervoor te zorgen dat de instructies ook voor tijdelijke werknemers te volgen zijn, of deze nu van binnen of buiten het bedrijf komen. Een goed en actueel managementsysteem draagt daar zeker aan bij. Een aantal van onze klanten benut deze coronaperiode ook om het ‘achterstallig onderhoud’ op dit gebied weg te werken en het managementsysteem te actualiseren en te vereenvoudigen. Voor bedrijven waar een groot deel van de werknemers een allochtone achtergrond heeft die de Nederlandse taal niet goed machtig zijn, ligt er een extra grote uitdaging. Gelukkig zie ik bij klanten regelmatig werkplekinstructiekaarten in soms wel vijf of meer talen hangen, waar het kan visueel ondersteund met pictogrammen. Dat maakt brede inzetbaarheid niet alleen een stuk eenvoudiger, het is natuurlijk ook van groot belang voor de veiligheid. 10

The New Nature of Automation Valmet Wereldwijd zijn er duizenden Valmet DNA systemen (DCS) geleverd en geïmplementeerd in de diverse industrieën, waaronder voedsel, energie en (petro-)chemie. Valmet heeft de kennis en ervaring om verschillende projecten uit te voeren, van engineering tot turnkey projecten. De oplossingen, welke Valmet aanbiedt, omvatten de gehele life cycle van processen, inclusief nieuwbouw, vervangingsprojecten en services. Moving your process forward with Valmet DNA Valmet DNA is een volledig geïntegreerd automatiseringssyteem voor alle functies binnen de procesbesturing, inclusief historische dataopslag, rapportage en het monitoren van machines en instrumenten. De eenduidige systeemarchitectuur is effi ciënt, kostenbesparend en eenvoudig uit te breiden. Valmet DNA kan toegepast worden op elk formaat systeem, van een ‘klein’ alleenstaand proces tot een ‘groot’ geïntegreerd systeem bij bedrijven met productielocaties wereldwijd. De Valmet DNA systeemarchitectuur voldoet aan de volgende eisen: • Hoge systeembetrouwbaarheid, bereikt door bewezen systeem componenten • Multifunctionele weergave, bereikt door oplossingen voor verschillende werkplekken • Verscheidene analyse- en rapportagemogelijkheden • Sequence afhandeling, eventueel in combinatie met recepturen • Geavanceerde controlemogelijkheden en algoritmen • Open systeemarchitectuur met vele interface mogelijkheden Valmet DNA is ontwikkeld met de kennis van meer dan dertig jaar ervaring in Distributed Control Systems (DCS). Valmet DNA User Interface – The New Nature of Automation Valmet DNA UI is de nieuwe webbased gebruikersomgeving voor Valmet DNA distributed control system (DCS). Om teams effi ciënter te laten samenwerken maakt Valmet DNA UI het mogelijk om elke persoon te voorzien van informatie op maat. Gebaseerd op de rol van de gebruiker wordt de informatie getoond aan operators, management, lab, maintenance, sales... etc. Kortom...de meest belangrijke informatie voor iedereen. Niet meer, niet minder! Amersfoort Vanuit onze vestiging in Amersfoort vinden zowel de Sales als de Service activiteiten plaats voor de Nederlandse en Belgische markt. Valmet is een gerenommeerd Fins bedrijf en een wereldwijde ontwikkelaar en leverancier van procestechnologieën, automatisering en diensten voor de pulp, papier, energie en procesindustrie. 11 Databankweg 32 3821 AL Amersfoort 085 - 483 18 70 general_NL@valmet.com www.valmet.com

Hildebrandhove 100 2726 AZ Zoetermeer 06 - 51960287 info@hegontech.eu www.hegontech.eu THEGON Techniek oonaangevende toepassingen HEGON Techniek is een toonaangevende leverancier voor een scala van sample conditioning componenten, conditioning systemen en meetinstrumenten voor het laboratorium en industriële toepassingen. HEGON Techniek biedt de juiste oplossing voor elke toepassing, onder alle condities. Maar vooral wanneer er nèt even meer wordt gevraagd dan normaal blinkt HEGON Techniek uit in expertise en service. Bijvoorbeeld bij het nemen van gas- en vloeistof monsters, waarbij veiligheid en routine op de eerste plaats komen. HEGON adviseert en levert het juiste gereedschap voor de klus. Recente ontwikkelingen maken het mogelijk om coatings aan te brengen op materialen als roestvast staal, aluminium en messing. Dankzij een samenwerking tussen TU Delft en HEGON Techniek is het mogelijk om lage concentraties van stoff en als H2S, HCl, Hg en andere stoff en toch te meten. Andere toepassingen waar HEGON Techniek actief in is, betreft het meten van zuurstof in gassen in de ppb, ppm en procentenrange in zowel mobiele als vaste industriële toepassingen. Daarnaast kan HEGON Techniek viscositeit meten in vloeistoff en en in CO, CO2 HEGON Techniek treedt regel-matig op als consultant en support partner voor inkoop en engineering afdelingen voor allerlei zaken. Door de grote hoeveelheid praktijkkennis met betrekking tot proces analyse apparatuur is HEGON Techniek een veelgevraagde partij bij vragen en problemen. , NOx en andere componenten. De door HEGON Techniek aanbevolen techniek is in de meeste gevallen ATEX gecertifi ceerd. Naast de verkoop en advies van allerlei soorten toepassingen, heeft HEGON Techniek een eigen engineeringsafdeling voor sample conditioning systemen en de bijbehorende analyse apparatuur. Tevens kan HEGON Techniek als consultant optreden bij het valideren van bestaande en nieuw aan te schaff en proces sample systemen. Voor meer informatie: kijk op www.hegontech.eu Portable gas O2 analyser, meet range van % naar PPM 12 | nummer 7 | 2020

Festo Festo is gespecialiseerd in de automatisering van ”Motion in Control”-processen in verschillen-de industrieën en wordt wereld-wijd vertegenwoordigd in 176 landen. De ambitie van Festo is om als innovatieve partner, klanten in staat te stellen hun concurrentiekracht te verhogen door verregaande samenwerking op het gebied van re-engineering van bestaande installaties en bij het ontwerpen van nieuwe systemen. Door continue innovatie heeft Festo een assortiment van ruim 30.000 catalogus producten en biedt zij elektrische en pneumatische automatiseringsoplossingen op maat voor meer dan 200 industriële industrietakken. Het uitgebreide dienstenpakket varieert van advies en dienstverlening op ontwerpgebied tot en met logistieke en technische ondersteuning, en van services voor installatie en onderhoud tot en met training en opleiding van operators en technici. Elk jaar wordt 9% van de omzet geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling. In de toekomst zal een Festo-product doorlopend digitale upgrades ontvangen, omdat de Festo-productsleutel gekoppeld wordt aan de nieuwe Festo App World. Met de Festo App World kunnen upgrades en services voor een specifi ek onderdeel worden gekocht. Dit omvat mobiele apps, bijvoorbeeld voor de Festo Motion Terminal, webapps voor de cloud, desktopapps, apps voor programmeerbare logische controllers, en fi rmware-apps. IoT-gateway naar gegevensanalyse Op dit moment kan Festo al de eerste kant-en-klare oplossing presenteren voor onderdelen en dashboards die zijn voorbereid voor IoT. De IoTgateway CPX-IoT koppelt onderdelen en modules op veldniveau, zoals de Festo Motion Terminal, de module MSE6-E2M voor energiebewaking of verwerkingssystemen, aan de Festo Cloud via hun OPC UA-interface. De gegevens kunnen met behulp van de cloud worden voorbereid en bewaakt. Hierdoor kunnen trendanalyses worden gemaakt, en waarschuwingssystemen en automatische meldingen worden ingesteld bij problemen. De IoT-gateway geeft de cloudinterface door aan een controller en zorgt dat de relevante informatie in de juiste indeling en op het juiste moment wordt gecommuniceerd. 13 Schieweg 62 2627 AN Delft info.nl@festo.com www.festo.com/nl

Economie Econoom Mathijs Bouman praat de sector bij op Machevo Connect De economische gevolgen van corona voor de industrie De economie vertoont symptomen die je normaal alleen in oorlogstijd ziet. Extreme daling, gevolgd door extreme groei. Indicatoren die alle kanten op schieten. Het is eigenlijk onmogelijk om iets zinnigs te zeggen over het verloop van de economie voor de industrie. Bovendien zijn economen volgens (econoom) Mathijs Bouman notoir slechte voorspellers. Maar toch doet hij het. Hoe staat de economie er voor en wat gaat er gebeuren? O Dr. Mathijs Bouman: “Het type lockdown lijkt niet zoveel invloed te hebben op de mate van economische krimp.” Angst De krimp van 8,5% werd niet alleen door het compleet ‘uitschakelen’ van sectoren veroorzaakt, zoals de horeca, maar vooral ook door complete supply disrupties. Bouman: “Grenzen werden gesloten en het was voor de grote bedrijven ineens moeilijk om aan onderdelen te komen. De angst voor het virus bij consumenten zorgde er vervolgens voor dat het op mkb-niveau ook moeilijk werd. Het groot- en kleinbedrijf werd dus geraakt. Voeg daar allerlei restricties aan toe en je krijgt economische krimp.” ver die vraag zal Dr. Mathijs Bouman, journalist en econoom, zich buigen. “Economen hebben eigenlijk niet zoveel verstand van deze recessie. Het is namelijk een totaal andere dan de voorgaande recessies”, begint hij. Volgens Bouman is de huidige recessie ‘absurd’ op allerlei vlakken. “Om de krimp van begin dit jaar in een diagram te laten zien, heb ik de assen van het figuur fors moeten oprekken om het er überhaupt op te krijgen. Dat zegt wel wat. De krimp die we begin dit jaar zagen is van een heel andere aard dan die van de kredietcrisis. We zien een krimp van 8,5%, gevolgd door een groei van 7,7%. Het herstel is dus weer net zo extreem als de krimp. Dergelijke swings zie je eigenlijk alleen in oorlogstijd.” Verkeerde reactie De vraag rijst of het slim is om nog langer allerlei grondstoffen, producten en onderdelen uit andere landen te betrekken, nu is gebleken dat die supply chains niet voldoende robuust zijn. Is het slimmer om lokaler te gaan produceren? Bouman: “Dat is echt precies de verkeerde reactie. De robuustheid van de ketens was niet goed om twee redenen. Ten eerste waren de voorraden te krap. En ten tweede hingen de supply chains teveel op één land, namelijk China. Wat mij betreft moet je juist meer globaliseren en veel minder afhankelijk van één land worden. Zoek toeleveranciers in Amerika, Turkije, enzovoorts. Dat kost weliswaar geld in de keten, maar het levert ook redundantie op. Toeleveranciers die een robuustere keten hebben, zouden daar dan ook meer geld voor mogen vragen. Over die voorraden: grotere voorraden vragen om kortere ketens, maar brengen dus ook financieringslast met zich mee. Alles zelf maar gaan produceren lijkt me echter een slecht idee.” Einde is in zicht Vlak voor het uitbreken van de crisis deed de economie het nog prima. De recessie die er al een tijdje aan zat te komen, bleek loos alarm te zijn. Bouman: “De Nederlandse economie kreeg van de DNB nog een ongewoon hoog cijfer: een 9. Het prettige Eerste ‘corona scenario’ van het CPB. En de tweede raming. Inmiddels zegt de meest recente raming dat de economie in 2020 met 4,2% krimpt en met 2,2% groeit in 2021. 14 | nummer 7 | 2020

Economische indicatoren vlogen de afgelopen maanden alle kanten op. van dat goede cijfer is dat als je een goed draaiende economie in een crisis stort, het herstel makkelijker verloopt dan wanneer je economie al rot is voordat de crisis begint.” Want volgens Bouman is het geziene plotselinge herstel ook echt wel herstel te noemen. “Dat valt te verklaren door het feit dat een hoop mensen met een vaste baan geld over hielden en dat in het tweede kwartaal ineens allemaal weer wilden uitgeven. Daar zeg ik ook nadrukkelijk bij dat het herstel was uitgebleven zonder de steunprogramma’s van de overheid. Het geziene herstel is aan de andere kant helaas geen betrouwbare indicatie van wat er nu gaat komen. Zulke swings tonen juist een enorm gebrek aan voorspelbaarheid aan. Wat wel erg meehelpt, is dat het einde van de crisis nu waarschijnlijk in zicht is, vooral vanwege de vaccins die eraan zitten te komen. De markten waren nerveus, maar het is nu een kwestie van even volhouden, afwachten, nog even de broekriem aanhalen, maar het einde is in zicht.” Scenario 1 Er zijn twee scenario’s door het CPB uitgebracht met betrekking tot het herstel in 2021. Volgens het oudste scenario, dat voor de tweede golf in september uitkwam, groeit de Nederlandse economie in 2021 met 3,5%. “In dat scenario ging men ervan uit dat de tweede golf niet echt zou doorzetten. Over 2020 zou de economie in totaal 5% krimpen, gevolgd door een groei van 3,5% in 2021.” Om de krimp van begin dit jaar in een diagram te laten zien, heb ik de assen van het figuur fors moeten oprekken om het er überhaupt op te krijgen... De economie laat (op diverse vlakken) een V-vormig herstel zien. 15

Het type lockdown lijkt niet een directe invloed te hebben op de hevigheid van de economische krimp. In die raming wordt overigens geen rekening gehouden met het terugbetalen van de verstrekte staatssteun. Maar dat hoeft ook geen probleem te zijn volgens Bouman. “We gaan die niet op korte termijn terugbetalen. De staatsschuld kan in dit geval best oplopen tot 70 procent. Sterker nog, die staatsschuld is er voor gevallen als deze.” Scenario 2 Volgens het tweede scenario krimpt de economie dit jaar met 6,2% en is er in 2021 een krimp van 3,2%. Bouman: “Dit is een scenario waarbij de bodem onder de economie vandaan valt. Daar wil je eigenlijk niet eens over nadenken. Gelukkig is scenario twee nu zeker niet gaande. Bij het CPB hebben ze bij deze berekening heel wat factoren uit de eerste golf in het nieuwe model toegepast, bijvoorbeeld de disruptie van supply chains, scholen die sluiten, dichte grenzen, enzovoorts. Scenario twee is dus echt te negatief. In scenario 1 gelooft echter ook niemand meer. Wat het dan wel wordt? Wellicht iets tussen scenario één en twee in.” (Inmiddels zegt de meest recente raming dat de economie in 2020 met 4,2% krimpt en met 2,2% groeit in 2021, red.) Indicatoren Een andere manier om iets zinnigs over de economische toekomst van de industrie te zeggen, is naar de economische indicatoren te kijken. “Die indicatoren representeren allerlei verschillende zaken, bijvoorbeeld de omzet in de uitzendbranche, het BBP, het aantal gewerkte uren, uitstaande vacatures, productiecijfers, enzovoorts”, verduidelijkt Bouman. “Door naar die verschillende indicatoren te kijken en ze te plaatsen in een van de vier kwadranten (recessie, herstel, hoogconjunctuur, afzwakking), kan je iets zinnigs over de economische verwachtingen zeggen.” Tools Maar ook de indicatoren laten tijdens de coronacrisis nooit eerder vertoonde ‘bewegin16 | nummer 7 | 2020 Perry Verberne en Mathijs Bouman tijdens de eerste online versie van Machevo Connect. gen’ zien. Bouman:“De indicatoren schieten alle kanten op en dat heb ik nooit eerder gezien. Sommige indicatoren kunnen ook bijna niet kloppen. Zo zie je op een gegeven moment export compleet rechts in het kwadrant herstel staan, terwijl de productie helemaal links in het kwadrant recessie staat. Met andere woorden: dit toont eigenlijk aan dat de tools van de econoom niet werken bij een crisis als deze.” Believe in the V Bij het uitbreken van de coronacrisis hoopten veel economen op het zogenaamde V-vormige herstel: een snelle krimp, gevolgd door een even snelle groei. “In eerste instantie leek die V er ook te zijn, Met andere woorden: dit toont eigenlijk aan dat de tools van de econoom niet werken bij een crisis als deze... maar verwachtte men na het uitbreken van de tweede golf dat die zou afzwakken”, licht Bouman toe. “Persoonlijk denk ik dat we toch die V er in houden. Ik denk namelijk niet dat de tweede golf het snelle herstel weer teniet zal doen, zowel voor de economie als geheel, als voor de procesindustrie. Kijk, de horeca, theaters en evenementenbedrijven krijgen natuurlijk echt wel klappen, maar als je ziet wat die sectoren voor het BBP en de werkgelegenheid doen, is dat nauwelijks relevant voor de totale economie. Wat wel cruciaal is dat je de scholen openhoudt. Sluit je die, maak je het voor heel veel ouders lastig om te blijven werken. Bij de SARS-epidemie kwam de grootste economische klap pas toen de scholen sloten. Believe in the V dus.” Bouman is niet de enige die in de V gelooft. Uit het producentenvertrouwen blijkt een duidelijke V-vorm en ook het herstel van de Duitse economie laat V-achtige patronen zien. “De Duitse auto-industrie lijkt over zijn productiedip heen te zijn. Kijk je naar de PMI’s zie je ook een V-vormig herstel. Ook hier zie je nog geen effect van de tweede lockdowns.” Ook in de CPB World Trade Index is een duidelijke V te zien. ”De V is daarbij ook veel steiler dan die in de kredietcrisis. Dat is een positief teken.” Reorganisaties Ook van de recente reorganisaties is Bouman niet echt onder de indruk. “Dat er bij Campina 1000 banen worden geschrapt is echt niet alleen aan corona te wijten. Dat soort reorganisaties zaten er al veel langer aan te komen. Corona is dan een goede smoes om het ineens er doorheen te drukken.” ZZP’ers hebben de grootste klap gekregen. “Maar daar zijn ze voor: ze zijn nu eenmaal de flexibele schil.”

wel iets in de boedel waarmee schuldeisers kunnen worden betaald, maar in het geval dat zo’n bedrijf ook al uitstel van betaling heeft gekregen, is het dus één en al belastingschuld. Het gevolg is een groter domino effect voor de keten dan je normaal zou zien. Dat is best gevaarlijk. Kijk dus kritisch naar de kredietwaardigheid van je partners. Er zijn nu zombie bedrijven die proberen om je debiteuren rekening binnen te komen. Dit soort bedrijven waren onder normale omstandigheden al omgevallen en bestaan nu bij de gratie van staatssteun. Dan wil je echt niet.” De toename in werkloosheid direct na het uitbreken van de eerste golf, is volgens Bouman vrij onschuldig. “Als je goed naar de cijfers kijkt, zie je dat het vooral over bijbaantjes in de horeca gaat. dat is natuurlijk niet zo heel spannend. De afgelopen zomer steeg de werkgelegenheid alweer.” Begrijpelijk ‘Never waste a good crisis’, zegt men weleens. Is dit hét moment om verduurzaming in de procesindustrie te versnellen? Bouman “Dit is zeker een kans om te investeren, mits je goed gefund bent. Ik geloof alleen niet dat de mens in z’n zwartste tijd ineens heel groen gaat doen. Kijk maar, we steunen vooral de bedrijven met veel banen: KLM en Tata. Niet de schoonste bedrijven, maar wel zeer begrijpelijk. Bij vorige recessies was de correlatie tussen een crisis en daaruit ontstane vergroening negatief. Dus nee, de ervaring leert dat crises niet tot vergroening leiden.” Anders is het als er win-win mogelijkheden ontstaan: “Een investering die banen oplevert en groen is. Als een investering alleen maar groen is, wint de banenmachine het toch altijd.” Wie is er de baas? Wat we tijdens deze crisis wel met enige regelmaat gezien hebben, is dat politici proberen om groene voorwaarden te verbinden aan overheidssteun. Bouman vindt dat een bijzonder slecht idee: “Je wilt ten eerste ook de vieze bedrijven redden om de banen te behouden, maar ten tweede kan het niet zo zijn dat je als overheid pas voorwaarden kunt stellen als je met geld over de brug kunt komen. Als je KLM steunt en met de voorwaarde komt dat er minder nachtvluchten plaats dienen te vinden, laat je dus als overheid merken dat je zonder die steun dus kennelijk niks over die nachtvluchten te zeggen hebt? Wie is er nu de baas? Dat is echt lafheid vanuit de overheid.” Lockdown Er wordt, niet alleen in Nederland, veel gediscussieerd over de verhouding tussen effectiviteit en economische gevolgen van de lockdowns. En dan zien we volgens Bouman iets interessants: “Het type lockdown lijkt niet zoveel invloed te hebben op de mate van economische krimp. Enerzijds hebben we Zweden met een milde lockdown en een krimp van 8,6% en anderzijds hebben we Finland met een strenge lockdown en een krimp van slechts 3,2%. Als je er dan toch een wetmatigheid uit moet halen, lijkt het er op dat een korte, maar strenge lockdown minder nadelige economische gevolgen heeft dan een lange, milde lockdown. Kijk, een lockdown is niet goed voor de economie, begrijp me niet verkeerd, maar het is vooral de angst voor het virus die voor krimp zorgt.” Zombie bedrijven De diverse overheidsmaatregelen hebben tot nu toe 35 miljard euro gekost: 5 miljard minder dan begroot en daarmee waarschijnlijk ook het eerste overheidsproject dat minder kostte dan begroot was. “Dat krijg je als het laat uitvoeren door ondernemers”, grapt Bouman. Een van die steunmaatregelen is uitstel van betaling aan de belastingdienst. Die maatregel is belangrijk in het overeind houden van bedrijven, maar er zit ook een addertje onder het gras, meent Bouman: “Normaal gesproken zit er bij een faillissement nog Opknappen Volgens sommige mensen is de crisis de gelegenheid om te investeren. Bouman: “Kijk maar naar de formule 1. Als de gele vlag gezwaaid wordt en iedereen langzaam moet rijden, maken alle coureurs nog even een pitstop. Het tijdverlies is dan namelijk kleiner dan wanneer je voluit mag rijden. En dat zagen we deze zomer ook in de Nederlandse horeca. Ondernemers die voldoende liquide middelen hadden, grepen de lockdown aan om hun tent eens even goed op te knappen. In de industrie kan je dat ook doen, door bijvoorbeeld te kijken naar het opleidingsniveau van je mensen, de digitalisering van de voorraad, enzovoorts.” Een van de mooiste voorbeelden van investeren in crisistijd is volgens Bouman ASML die in 2009 al hun orders zagen verdwijnen en vervolgens gezamenlijk aan de slag gingen om ‘die onmogelijke machine’ van de grond te krijgen. “En nu zijn ze wereldmarktleider”, vult Bouman aan. Personeelstekort Een van de grootste problemen in de procesindustrie voor het uitbreken van de coronacrisis, was het personeelstekort. En dat probleem blijft voorlopig nog wel even bestaan. “Een slimme ondernemer bereidt zich nu voor op nieuwe arbeidstekorten”, vindt Bouman. “Je moet nu dus die vacatures open zetten. De vergrijzing gaat ook gewoon echt door.” Er is nu nog één hele grote zorg volgens Bouman: “We weten nog niet eens wat de gevolgen van een no-deal Brexit zouden zijn. Een slechte deal is ook niet fijn, maar dan weet je in ieder geval wat je als bedrijf in Nederland moet gaan regelen. Nu weten we nog niks en dat is echt een heel groot probleem. De Brexit is volledig ondergesneeuwd door de coronacrisis.” “Vergis je niet: al onze problemen van voor corona zijn er nog”, vervolgt Bouman. “Ze hebben alleen twee jaar stilgelegen.” 17

Lunet 10c 3905 NW Veenendaal 0318 - 551280 info@bronkhorst.nl www.bronkhorst.nl Bronkhorst Klantgerichtheid, innovatie, productkwaliteit en service vormen de basis van het succes van Bronkhorst. Wereldwijd heeft Bronkhorst een distributienetwerk bestaande uit lokale distributeurs en verkoopkantoren onder de Bronkhorst vlag. Bij Bronkhorst High-Tech B.V. ontwikkelen en produceren we slimme, duurzame en klantspecifi eke low fl ow fl uidics handling oplossingen vanuit onze levendige basis in Ruurlo in de Achterhoek. Het bedrijf is opgericht in 1981 en biedt een uitgebreid productenpakket aan thermische en low-fl ow Coriolis Mass Flow Meters en Controllers. Onze nauwkeurige en betrouwbare massfl owmeters en regelaars voor vloeistoff en en gassen vinden hun weg in laboratoria, proefi nstallaties, machines en een grote verscheidenheid aan industrieën. Dochtervestiging Bronkhorst Nederland B.V., een dochtervestiging van Bronkhorst High-Tech, is verantwoordelijk voor de verkoop, service en ondersteuning van Bronkhorst® producten binnen Nederland. Het dochterbedrijf is opgericht in 1990 en is centraal gevestigd in Veenendaal. Onze medewerkers zijn echte fl ow-specialisten die door continue trainingsprogramma’s veel kennis over de meest uiteenlopende applicaties hebben. Bronkhorst Nederland werkt nauw met u samen om voor iedere toepassing de beste oplossing te bieden. Daarbij kan het gaan om gas, vloeistof of damp, een enkel instrument of een compleet systeem. Producten Met ons uitgebreide productassortiment aan gas- en vloeistof-fl owmeters en regelaars kunnen wij zowel standaard als op maat gemaakte oplossingen bieden voor diverse toepassingen. Onze meet- en regelinstrumenten worden wereldwijd gebruikt in de gezondheidszorg, chemische laboratoria, de productie van zonnepanelen en vele andere toepassingsgebieden. Meetbereik Het meetbereik voor onze thermische massfl owmeters en -regelaars kan worden gekozen tussen 0-0,7 mln/min en 0-11000 m3n/h voor gassen en 0-100 mg/h tot 0-1 kg/h voor vloeistoff en. Bronkhorst’s Coriolis massfl owmeters en regelaars voor gassen en vloeistoff en zijn verkrijgbaar met een bereik van 0-5 g/h tot 0-600 kg/h. Verder bieden wij elektronische drukmeters en -regelaars aan met een minimumbereik van 0-100 mbar en een maximumbereik van 0-400 bar. De meest recente ontwikkeling is een serie ultrasone vloeistofmeters voor fl ows van 4-200 ml/min tot ca. 1500 ml/min. Technische ondersteuning Indien u technische ondersteuning nodig heeft, helpen wij u graag verder: telefonisch, via e-mail of desgewenst op locatie. Onze Field Service Engineers bieden diensten aan zoals inbedrijfstelling, technische ondersteuning, training en kalibratie. Met de Nederlandse specialist in low fl ow fl uidic handling technologie bent u verzekerd van het gebruik van de meest recente ontwikkelingen en technologieën die u zullen helpen om uw bedrijf te versnellen. Wij zijn al 30 jaar de juiste partner voor u! 18 | nummer 7 | 2020

PEndress+Hauser roducts – Services – Solutions Endress+Hauser is het grootste familiebedrijf in meet- en regeltechnologie voor proces- en laboratoriumtoepassingen. Al meer dan 65 jaar ondersteunen wij onze klanten met hoogwaardige instrumentatie, uitgebreide services en innovatieve solutions. Producten Wij hebben een breed aanbod van procesoplossingen voor flow, niveau, druk, analyse, temperatuur, recorders en digitale communicatie. Onze klanten zijn actief op het gebied van (petro-)chemie, voedingsmiddelen en dranken, life sciences, olie en gas, afvalwater- en drinkwaterzuivering, utiliteiten, grondstoffen en metaal, hernieuwbare energiebronnen, pulp en papier en scheepvaart. Wereldwijd Dankzij een wereldwijd netwerk is Endress+Hauser altijd direct aanwezig op elke plaats waar u maar wilt! De juiste oplossing voor elke taak. Wat u ook nodig hebt om te meten: wij hebben de juiste oplossing om u te helpen uw processen op een veilige, betrouwbare, milieuvriendelijke en kostenefficiënte wijze te doen opereren. Service is een integraal onderdeel Ons serviceteam bestaat uit meer dan 1000 experts, strategisch verdeeld over de gehele wereld. Hierdoor zijn we altijd lokaal aanwezig om u te helpen. Met geavanceerde technologieën, uitgebreide expertise en specifieke services stellen wij u in staat om de prestaties van de fabriek te maximaliseren, de bedrijfskosten te minimaliseren en de beschikbaarheid van de fabriek te vergroten, waarbij de naleving van de voorschriften wordt gegarandeerd. Services van Endress+Hauser: • Kalibratiemanagement en onderhoudsadvies • Engineering services • Prooftesting • Telefonische helpdesk • Reparatieafdeling • Inbedrijfstelling • Trainingen en seminars • Optimalisatie in onderhoud Procesoptimalisatie Optimaliseer uw systemen en processen met solutions op maat. Profiteer van het volledige aanbod van consulting, engineering, inbedrijfstelling en service. Wij maken effectief gebruik van bestaande informatie en integreren de gegevens consistent in uw IT-systemen om uw processen te optimaliseren. Solutions van Endress+Hauser: • Netilion – Industrial Internet of Things • Inventory Management Solutions • Flow Metering Solutions • Energy Solutions • Analytical Solutions • Field Network Engineering • Plant Asset Management Uitgebreide kennis van uw processen is het begin van elke succesvolle partnerschap voor ons. Wij willen u helpen succesvol te blijven en nog succesvoller te worden. 19 Nikkelstraat 6 1411 AJ Naarden Tel: +31 35 695 86 11 www.nl.endress.com info.nl.@endress.com

industriële autonomie Yokogawa onderzoek: tweederde industrie verwacht in 2030 autonoom te functioneren Nederland op weg naar indu D In 2030 verwacht tweederde van 500 bevraagde industriële bedrijven grotendeels autonoom te zullen werken. Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerd onderzoek van Yokogawa. Over 5 jaar zal de productiviteit aanzienlijk hoger liggen doordat meer werk- en productieprocessen autonomer opereren. Het doel van ‘Industrial autonomy’ is niet het vervangen van banen door bijvoorbeeld robots. Het doel is een robuuste industrie die mee kan doen met de wereldconcurrentie. Voordat industriële autonomie is bereikt, dient er echter nog een flink aantal hordes te worden genomen. e eerste vraag die direct naar boven komt, is hoe ‘autonoom’ gedefinieerd dient te worden. Marcel Kelder, directeur bij Advanced Solutions en consultant OT-cybersecurity bij Yokogawa legt uit: “Autonoom functioneren, of autonomous operations - betekent zeker niet onbemande plants waar alleen maar robots werken. De mens zal in vrijwel elke plant een belangrijke rol spelen in de toekomst, maar het kan wel met minder mensen dan nu, waarbij maximaal gebruikt wordt gemaakt van data en automatisering.” Marcel Kelder: “Waar transformaties voorheen vaak erg business gedreven waren, is deze nieuwe transformatie gedreven door techniek.” Robots Toch nog even terug naar de aloude angst dat robots de banen van mensen zullen gaan overnemen. Hoe groot is die kans? “In de toekomst zullen bepaalde functies, bijvoorbeeld waarbij mensen gevaar lopen, worden overgenomen door robots”, meent Kelder. “Een ander voorbeeld zijn functies, vaak repeterende functies, zoals inspectie, die we liever niet vervullen. Deze kunnen mogelijk ook door robots worden ingevuld. Krijgen we daardoor meer werkloosheid in de procesindustrie? Nee, simpelweg omdat we al een tekort aan personeel hebben in de industrie, wat echt niet zomaar zal veranderen. Door industriële autonomie zullen ook veel nieuwe banen worden gecreëerd, waarvan een deel vandaag nog niet bestaat.” Knoppen draaien De huidige manier van werken in de industrie is gebaseerd op het feit dat men merendeels reageert op hetgeen reeds gebeurd is. “Veel oplossingen die nu in de industrie worden gebruikt, verzamelen historische gegevens uit het proces en geven op basis daarvan een beeld wat er is gebeurd. Daarna kan men besluiAutonoom functioneren, of autonomous operations, betekent zeker niet onbemande plants waar alleen maar robots werken... 20 | nummer 7 | 2020 ten aan bepaalde de “knoppen” te draaien. Bij autonoom functioneren zal er dermate meer informatie beschikbaar zijn uit het proces, dat de automatisering kan voorspellen welke sturing nodig is. Dat is dus een andere dimensie van automatisering. Daarom zal data voor veel bedrijven in de toekomst veel bepalender zijn voor het autonoom opereren van een fabriek.” Te weinig data Het meest concrete en voor de hand liggende voorbeeld komt uit het onderhoud. Daar is al een trend gaande waarbij men steeds meer van preventief onderhoud naar voorspelbaar onderhoud wil gaan. Kelder: “In onderhoud, maar ook in operatie, zie je echter dat men te weinig data tot hun beschikking heeft om echt het gedrag van de asset of het proces te kunnen voorspellen. Als je toch gedrag wilt voorspellen met die beperkte hoeveelheid data, dan heb je momenteel complexe software nodig. Vaak wordt de volledige potentie van dit soort oplossingen maar beperkt gebruikt door een combinatie van complexiteit en een tekort aan kennis. Als het aantal sensoren in het veld aanzienlijk toeneemt, door het gebruik van bijvoorbeeld IIoT-sensoren, zullen de applicaties voor analyse gebruiksvriendelijker worden. Yokogawa heeft al enkele IIoT-projecten geleverd voor onderhoud en de reacties van gebruikers zijn zeer positief, waarbij de return of investment minder dan een half jaar is.” Goedkope opslag De opkomst van IIoT en de beschikbaarheid van goedkope opslag van data in de Cloud kan het voorspelbaar werken, zowel in operatie als in onderhoud, aanzienlijk versnellen, meent Kelder: “De grote bottleneck tot nu toe is namelijk niet zozeer technologie, maar het budget. Voor het verzamelen en opslaan van data zijn momenteel dure licenties nodig voor Data Historians. Ik verwacht dat dit gaat veranderen wanneer data wordt opgeslagen in de Cloud of edge servers, waarbij de kosten aanzienlijk lager zullen zijn.” Naast goedkope opslag zal de opkomst van IIoT voor een doorbraak zorgen. “Vraag aan een willekeurige onderhoudsmedewerker wat ze zouden willen veran

striële autonomie 21

deren in hun werk als budget geen rol speelt en dan zal het antwoord meestal meer sensoren in het veld zijn. Nu is dat in veel gevallen niet mogelijk omdat een traditionele transmitter van enkele honderden euro’s, met bedrading, cross-wiring, aansluiting op besturingssysteem, data doorsturen naar de Historian, het updaten van de tekeningen, enzovoorts, uiteindelijk enkele duizenden euro kost. Daar is domweg geen budget voor.” Critical vs non-critical Traditionele (4-20 mA) sensoren zijn weliswaar nodig voor kritische toepassingen in het OT-domein, maar niet specifiek noodzakelijk voor niet-kritische toepassingen. Kelder: “De kritische assets in een plant beslaan doorgaans maar zo’n twintig procent van de totale plant. Dat betekent dat tachtig procent van de assets niet kritisch -maar wel belangrijk!- is en op die assets kan je gebruik maken van goedkopere IIoT-sensoren. Momenteel is veel van de niet-kritische assets niet voorzien van sensoren.” Op de kritische OT-assets blijven we met traditionele sensoren werken”, vervolgt Kelder, “maar wat nu als je alle niet-kritische assets met IIoT- sensoren kunt uitrusten, waarvan de data direct naar de Cloud gaat? Dan kom je uit op een fractie van de prijs van een kritische OT-sensor. Dat betekent dat je bij hetzelfde budget aanzienlijk meer sensoren kan installeren. Dan spreken we echt over een game changer.” De genoemde ontwikkelingen zullen volgens Kelder een belangrijke rol spelen in de transformatie van industriële automatisering naar industriële autonomie, ook wel IA2IA genoemd (Industrial Automation to Industrial Autonomy). Digital twin Voor autonomie speelt, naast data, ook integratie een cruciale rol. Er is een zekere noodzaak om de werkzaamheden in de procesindustrie meer voorspelbaar te maken. “Het personeel dat uitstroomt is groter dan het instromende personeel”, weet Kelder. “Terwijl de processen vaak complexer worden. Dat betekent dus dat je met minder mensen specialistischer werk moet kunnen verrichten, terwijl processen grotendeels autonoom opereren op de achtergrond. Dan wordt het dus noodzaak om meer met data te doen, bijvoorbeeld de combinatie met een digital twin.” Volgens Kelder zal de implementatie van digital twins op procesvlak een grote bijdrage kunnen leveren aan de industriële autonomie. Er bestaan twee soorten digital twins: een dynamische en een statische. Bij de dynamische digital twin gaat data uit 22 | nummer 7 | 2020 het proces door een real time simulator om het gedrag van het proces te voorspellen. “Dat is de ideale situatie, maar niet voor elk bedrijf is een dergelijk dynamisch model haalbaar en is een statische digital twin realistischer.” In beide gevallen is de digital twin verbonden met de Data Historian om continu (dynamisch) of op regelmatige tijdstippen (statisch) procesdata te lezen. Vervolgens is het mogelijk om het proces of bepaalde scenario’s te bestuderen om te bepalen hoe het proces kan worden geoptimaliseerd. Kelder verwacht dat diensten voor digital twin in de toekomst meer zal worden uitbesteed, omdat de kennis op site simpelweg niet aanwezig is. “Momenteel levert Yokogawa al digital twin diensten via de Cloud, waarbij data van de site gelezen wordt door de digital twin in de Cloud. De klant heeft een overeenkomst met de digital twin provider met betrekking tot hoe vaak en wat moet worden bestudeerd.” Integratie In een plant zijn er vrijwel geen losse, op zichzelf staande processen meer. Kelder: “Als je alle individuele (sub) processen uittekent, kom je tot de conclusie dat ze onderling op de een of andere manier met elkaar verbonden zijn. Je kunt dus niet zomaar een deel van je proces automatiseren Dat betekent dat je bij hetzelfde budget aanzienlijk meer sensoren kan installeren. Dan spreken we echt over een game changer...

en er vanuit gaan dat andere delen daar niks mee te maken hebben.” Om tot een effectieve industriële autonomie te komen, is integratie een voorwaarde, zowel horizontaal als verticaal, weet Kelder: “Bij horizontaal gaat het om de integratie tussen de verschillende werkprocessen zoals supply chain, operatie, onderhoud enzovoorts. Bij verticale integratie gaat het om de hele keten van sensor tot aan de Cloud. In de praktijk zie je dat veel bedrijven hebben gepoogd te integreren, maar dan vaak alleen verticaal, en ook beperkt: van bijvoorbeeld ERP tot truckverlading en dan ook nog eens geïsoleerd op de horizontale schaal. De uitdaging is nu om zowel horizontale als verticale integratie onderdeel te maken van het transformatieproces naar autonomie.” Startpunt Bedrijven die willen transformeren, hebben eerst een startpunt nodig, weet Kelder. “Gek genoeg weten veel bedrijven niet goed waar ze precies staan en dus ook niet waar Gek genoeg weten veel bedrijven niet goed waar ze precies staan en dus ook niet waar ze moeten beginnen met de transformatie... ze moeten beginnen met de transformatie. Wij hebben een methodiek ontwikkeld om het basisniveau te kunnen bepalen en er een ijkpunt aan te koppelen. Het basisniveau zegt eigenlijk hoe ver een bedrijf op de schaal van smart manufacturing of Industrie 4.0 staat. Als je weet waar je staat en weet wat het einddoel is, kunnen deze worden verbonden met behulp van een masterplan en een roadmap. Het verschil tussen startpunt en doelstellingen samen met het masterplan bepaalt uiteindelijk het budget. In de praktijk zien we dat bij veel bedrijven die basis ontbreekt. Het wordt dan wel heel lastig om effectief te transformeren.” Prioriteit Uit het Yokogawa onderzoek blijkt dat de coronacrisis een katalysatorfunctie vervult in het streven naar industriële autonomie. Kelder: “We zien nu pas wat de gevolgen zijn voor een fabriek als je niet zomaar iedereen on-site kunt laten werken (lees: beperkt mensen aanwezig zijn op locatie). Bedrijven zijn vaak veel kwetsbaarder dan men dacht. Nu is het Covid, morgen is er een andere grote verstoorder, feit is dat bedrijven beter voorbereid willen en moeten zijn op dit soort situaties. Dit had voorheen een lagere prioriteit, maar we zien dat bedrijven aan het veranderen zijn. Ondanks dat veel bedrijven de noodzaak zien van een transformatie, blijkt dat in de praktijk niet eenvoudig te zijn door het fenomeen ‘lean and mean’ produceren. Door de competitie hebben veel bedrijven moeten bezuinigen en tegelijkertijd de efficiency moeten verhogen. Hierdoor hebben bedrijven niet meer de ruimte en resources om te transformeren. Op de middellange termijn zal dit een probleem worden. Bedrijven moeten dan ook ruimte creëren of een partner vinden om te beginnen met de digitale transformatie.” Aziatische landen hebben minder te maken met het lean and mean knelpunt en zijn daarom in staat om grote stappen te nemen. Dat blijkt ook uit het onderzoek: 71% van de respondenten in Azië-Pacific verwacht over tien jaar tijd volledig autonoom te werken. In Noord-Amerika bedraagt dit slechts 58% en in West-Europa 56%. De transformatie waar de industrie nu voor staat, is van een andere soort dan we de afgelopen jaren hebben gezien. “Waar transformaties voorheen vaak erg business gedreven waren, is deze nieuwe transformatie gedreven door techniek”, verduidelijkt Kelder. “Yokogawa onderscheidt zich in dit geval door het feit dat het al meer dan 100 jaar verstand heeft van OT en inmiddels veel bedrijven heeft geholpen met de planning en implementatie van digitale transformatie.” Meer lezen? Op yokogawa.com/nl/DXebook kunt u het ebook ‘Digitale Transformatie in de proces industrie’ downloaden. 23

Genenbosstraat 9/1 3560 Lummen België www.optyl.be 0032 3 825 24 09 Optyl Optyl is niet enkel de exclusieve verdeler van verschillende stofmeters in de BeNeLux maar tevens zelf ontwerper en fabrikant van specifieke stofmeetsystemen. Onze eigen ontworpen en gepatenteerde systemen omvatten een on-line isokinetische (draagbare) stofmeting die per direct een resultaat in mg/m³ weergeeft. Dit is een volledig automatisch systeem met een minimum van menselijke handelingen. Zo verkleint niet enkel de kans op contaminatie maar is ook het resultaat per direct gekend en dient men geen 2 weken te wachten op de resultaten van het labo. Ook hebben wij toestellen om de omgeving nauwkeurig te monitoren. Dit zowel naar ARBO ; Welzijn op het Werk; als naar ATEX preventie toe. Deze toestellen kunnen ook gebruikt worden om de stofconcentratie in een omgeving of hal te meten. Bij het verkopen, ontwerpen en maken van eigen en andere toestellen, zorgt Optyl ook voor de indienstname, opstart, onderhoud en kalibratie. Met ons eigen kalibratielaboratorium en kalibratieprotocollen , kunnen we iedere stofmeter kalibreren. Dit zowel voor eigen toestellen als toestellen van derden. Het enige dat we nodig hebben is het desbetreffende toestel en ca. 2kg van het stof/poeder. Ondertussen hebben wij reeds meer dan honderd kalibraties uitgevoerd en dit ondermeer voor FrieslandCampina, Cargill, Metallo-Chimique en anderen. Verder hebben wij ook mobiele stofmetingen die zowel gehuurd als door ons ter plaatsen gebruikt kunnen worden. Uiteraard kan men nog steeds voor de klassieke stofmetingen na de filters (broken bag detectie) als de officiële stofmetingen in de schouw (emissiepunten) bij ons terecht. Ook voor de gekende gasanalyses is Optyl uw aanspreekpunt. Zodoende kunnen wij jullie uniek aanspreekpunt zijn voor een complete CEM oplossing. Naast stof en gas hebben wij ook flow in ons gamma. Volledige ontzorging en sleutel op deur behoren ook tot de mogelijkheden. Optyl is dus uw partner voor het ganse project. 24 | nummer 7 | 2020

De fullservice QHSE partner voor bedrijven Innovatief ondernemen vraagt om durf en een brede blik. Wanneer u graag een stapje verder gaat en het belangrijk vindt om uw bedrijfsvoering te verduurzamen en proactief de werk- en leefomgeving te verbeteren, dan vindt u in BMD Advies een betrouwbare QHSE partner. Wij denken met u mee en helpen u om uw ideeën te realiseren. Onze adviseurs ontzorgen zodat u als ondernemer kunt ondernemen Een fullservice QHSE partner, dat ben je niet zomaar. Ruim vijfenzeventig BMD-adviseurs zijn dagelijks op pad om bedrijven te ondersteunen bij hun bedrijfsvoering. Ze zorgen ervoor dat alles binnen uw organisatie klopt op het gebied van arbo, milieu, veiligheid, energie, kwaliteit en managementsystemen. Onze adviseurs ontzorgen zodat u als ondernemer kunt ondernemen. BMD Advies werkt op basis van een vaste, duurzame vertrouwensrelatie waarbij u als ondernemer het meest gebaat bent. U kunt bij BMD Advies altijd terugvallen op uw vaste contactpersoon, die volledig op de hoogte is van uw situatie. Omdat wij vanuit acht verschillende locaties werken, zijn wij bovendien we uitstekend op de hoogte van de specifi eke regionale en plaatselijke omstandigheden. BMD Advies, de fullservice QHSE partner Praktisch en professioneel antwoord op uw arbo- en veiligheidsvraagstukken. Dat onze aanpak altijd preventief, proactief en toekomstgericht is, spreekt voor zich. De BMD-specialisten begeleiden u bij het opzetten en implementeren van alle denkbare managementsystemen volgens de nieuwste normen. Of het gaat om uw vergunningensituatie, stikstofdepositie, milieu-rapportages, het implementeren van voorschriften: uw BMDadviseur helpt u bij het op orde brengen en houden van uw milieuzaken. Het bijspijkeren van kennis over wet- en regelgeving, technologische ontwikkelingen, of het trainen van vaardigheden op organisatorisch vlak: BMD Advies verzorgt het. Met de digitale tools van BMD Advies bent u altijd op de hoogte van actuele wet- en regelgeving, richtlijnen, normen en ontwikkelingen in uw omgeving. De groenste energie is bespaarde energie! BMD Advies berekent voor u de opties, de investeringen en de terugverdientijden. Ook is er het gunstige BMD-energiecollectief en optimaliseren onze specialisten uw energiecontracten. Meer weten over onze aanpak? Neem dan contact op met een adviseur bij u in de buurt: https://www.bmdadvies.nl/contact/ 25 www.bmdadvies.nl info@bmdadvies.nl 085 015 00 47 Werkt u Corona-proof? Corona RI&E: verplichte aanvullende risico-inventarisatie BMD Advies zorgt ervoor!

Nieuws Diagnostische tools die een revolutie teweeg zullen brengen in het onderhoud van industriële netwerken Het voorkomen van ongeplande downtime en het vereenvoudigen van troubleshooten staat hoog in het vaandel bij iedereen die een industrieel netwerk onderhoudt. Procentec’s recente lancering van maar liefst tien nieuwe diagnostische en monitoring tools kan dan ook rekenen op brede interesse en enthousiasme in de industriële automatiseringsmarkt. “Deze releases zullen onnodige engineer call-outs voorkomen, de tijd die nodig is voor het vinden van netwerkfouten verminderen en duidelijk rapport geven over het troubleshooten”, zegt Pieter Barendrecht, CEO van Procentec. “Ze bieden ook een veel meer samenhangende benadering van foutdetectie en -diagnose. Ze betalen zichzelf in een mum van tijd terug.” SNAP Analyses: AI-tool met voorspellende functies voor foutenopsporing Het grote hoogtepunt was ongetwijfeld SNAP Analysis. Deze unieke, zelflerende functie - die een add-on is voor het krachtige diagnoseplatform Osiris - analyseert de live-gegevens van een PROFIBUS-netwerk. Het geeft vervolgens een directe diagnose van de meest waarschijnlijke oorzaak van een fout, waardoor het niet meer nodig is om ingewikkelde oscilloscoopbeelden en -berichten handmatig te interpreteren, een taak die niet gemakkelijk door alle technici kan worden uitgevoerd. Osiris Enterprise: een hoger niveau van overzicht Maar SNAP had het podium niet helemaal voor zichzelf. In de lange line-up van releases is Osiris Enterprise opgenomen. Dit nieuwe, externe platform combineert de gegevens van meerdere permanente monitoring-units van Atlas in één handig overzicht, zodat technici voor het eerst in staat zijn om hun gehele industriële ethernetnetwerk te monitoren, waar ook ter wereld. Naast bovenstaande producten zijn er nog acht nieuwe tools gepresenteerd. Deze zijn allemaal te bekijken op het Virtuele Release platform van Procentec: https://releases2020.procentec. com/ Onderhoudsstop BASF Heerenveen na 269 werkzaamheden voltooid in 3 weken De onderhoudsstop bij BASF in Heerenveen is na drie weken zonder noemenswaardige incidenten succesvol verlopen. De drie fabrieken van BASF werden gedurende deze periode allemaal stilgelegd. Extra veiligheidsmaatregelen zorgden ervoor dat medewerkers corona-proof aan de slag konden. Maar liefst 269 werkzaamheden moesten in de die weken tellende shutdown worden uitgevoerd. Daarvoor werden 150 extra contractors per dag, verdeeld over 65 externe bedrijven, ingezet. Naast de reguliere onderhoudswerkzaamheden werden er kalibraties, inspecties en specifieke modificaties uitgevoerd. Vanwege corona was het noodzakelijk alle contractors op voldoende afstand van elkaar te kunnen laten werken. Daarom werd een complete ‘Contractor Yard’ ingericht, met barakken waarin medewerkers zich konden omkleden, lunchen en vergaderen. Daarnaast werd een extra parkeerplaats en extra portiersloge opgezet. Twee medewerkers zagen bovendien toe op het naleven van de coronamaatregelen. Na drie weken werden de drie fabrieken succesvol opgestart. De aanwezige Wabo-inspecteur was volgens BASF zeer te spreken over de organisatie en uitvoering. 26 | nummer 7 | 2020

Shell voor de rechter vanwege klimaat Milieudefensie, diverse andere maatschappelijke organisaties en 17.000 particulieren begonnen 1 december met hun rechtszaak tegen Shell. Volgens de aanklagers heeft Shell te weinig gedaan en doet het bedrijf nog steeds te weinig om klimaatverandering te voorkomen. De eis van de aanklagers: Shell moet de CO2 - uitstoot in 2030 ten opzichte van 2019 met 45 procent verlagen. In het klimaatakkoord is echter overeengekomen dat alle CO2 -uitstoot in 2030 met 49 procent moet zijn verlaagd ten opzichte van 1990. Belangstelling Niet eerder stond een olie&gas bedrijf voor de rechter, waarbij de aanklacht te maken had met klimaatverandering. Sinds de Urgenda zaak tot op het hoogste niveau werd gevoerd en gewonnen door Urgenda, lijkt er echter een nieuwe manier te zijn ontstaan om klimaatproblematiek aan te pakken. Vanwege het unieke karakter van de zaak tegen Shell kunnen de aanklagers op de nodige belangstelling rekenen, ook vanuit het buitenland. Grootste uitstoters De reductiedoelstelling in het klimaatakkoord is vooral een afspraak tussen de deelnemende landen. Milieudefensie en de andere aanklagers vrezen dat grote bedrijven als Shell onder de afspraken uit denken te kunnen komen. Shell hoort bij de tien grootste uitstoters ter wereld en stoot tweemaal de totale hoeveelheid Nederlandse CO2 uit, stelt Milieudefensie. Netto nul Volgens Shell is het de taak van de overheid om doelen en kaders te stellen op basis waarvan consumenten en bedrijven hun gedrag zullen moeten aanpassen. Shell zegt zelf al verantwoordelijkheid te nemen en streeft naar netto nul uitstoot in 2050. Tot voor kort investeerde Shell echter nauwelijks meer dan 10 procent van het budget in duurzame oplossingen. Recent werd dat budget verhoogd naar 25 procent. Volgens Milieudefensie gaat er nog altijd bijna 95% van de totale uitgaven bij Shell naar fossiele brandstoff en. Volgens Shell zijn de vorderingen in de rechtszaak ‘onzorgvuldig en ongefundeerd.” advertentie Nederlandse uitstoot van luchtverontreinigende stoff en daalt Uit een rapport van het RIVM, TNO en PBL van vorige week blijkt dat de uitstoot van ammoniak, fi jnstof (PM2,5 en PM10) zwaveldioxide, stikstofoxiden, en niet-methaan vluchtige stoff en tussen 2005 en 2018 daalde. De uitstoot van bovengenoemde stoff en zal naar verwachting de komende tien jaar verder blijven dalen, hoewel het tempo van de afname vertraagt. En daarmee zullen de EU-emissiedoelen (we hebben het hier niet over CO2 Proces indicators en controllers voor flow, niveau, druk en temperatuur. Uitvoering in robuuste veldbehuizing of paneelmontage. ) van 2020 en 2030 worden gehaald. De enige uitzondering is ammoniak: het is nog niet zeker of het reductiedoel van 2030 met betrekking tot deze stof gehaald wordt. Hoewel door de coronacrisis de uitstoot van stoff en begin dit jaar ineens rap kelderde, zouden de EU-doelen voor 2020 ook zonder deze eff ecten zijn behaald. Over de uiteindelijk stikstofdepositie zijn de makers van het rapport nog onzeker, omdat het stikstofbeleid dat op 1 mei 2020 inging, nog niet voldoende concreet is om de stikstofreductie te kunnen becijferen. Wel denken de makers dat door de afname van ammoniak en stikstofoxiden (die uiteindelijk tot stikstofdepositie leiden) de uiteindelijke stikstofdepositie zal afnemen.   |   |         |  27

Nieuws PvdA Limburg wil leefbaarheidsfonds voor omwonenden Chemelot De PvdA in Limburg heeft tijdens de afgelopen begrotingsbehandeling een motie ingediend die het provinciebestuur oproept om samen met de gemeenten en Chemelot een leefbaarheidsfonds op te richten. Omwonenden kunnen zo zelf bepalen hoe ze de leefbaarheid in hun wijk willen verbeteren. Gedeputeerde Staten nam de motie aan en kijkt naar een eff ectieve uitvoering daarvan in overleg met alle betrokken partijen, meldt de woordvoerder van gedeputeerde Ruud Burlet. De PvdA stelt in een bericht op Sittard Geleen Nieuws.nl dat ‘de duizenden buren van Chemelot in Sittard-Geleen het maar te doen hebben met hun grote buurman’. Volgens de partij ondervinden ze geur- en geluidsoverlast en staan ze bloot aan de uitstoot van chemische stoff en. Profi teren van de ‘enorme winsten’ doen ze echter nauwelijks. De fractie vindt dat daar verandering in moet komen. De aangenomen motie roept het provinciebestuur op om samen met Chemelot beter met omwonenden in gesprek te gaan over de leefbaarheid en de veiligheid in de wijken rondom het bedrijventerrein. Leefbaarheidsfonds “Met het leefbaarheidsfonds kunnen omwonenden zelf bepalen hoe ze de leefbaarheid in hun wijk willen verbeteren. Dat kan gaan om zonnepanelen voor de straat of een speeltuintje voor de jeugd. De buren van Chemelot ervaren regelmatig zware overlast van de chemische fabrieken op het bedrijventerrein. Om die overlast te compenseren mogen ze best meedelen in de enorme winsten die aan de overkant van de straat gemaakt advertentie worden. Dat is wel zo eerlijk. En met zo’n leefbaarheidsfonds kan dit”, zegt Statenlid Aleida Berghorst, indiener van de motie. Aangenomen De motie werd aangenomen door Gedeputeerde Staten. “Nu is het tijd dat Chemelot laat zien dat het een goede buurman is. Dat het niet alleen overlast veroorzaakt, maar ook kan bijdrage aan een fi jne, veilige en gezonde buurt!”, aldus Berghorst. De woordvoerder van Ruud Burlet laat weten dat Provinciale Staten binnenkort informatie krijgt over de te volgen koers. “Tot die tijd kunnen we over inhoud en fi nanciering geen nadere mededelingen doen.” Digital Transformation in Process Industries yokogawa.com/nl/dxebook 28 | nummer 7 | 2020 FREE

Dow Benelux schrapt 170 banen, waarvan 70 in Terneuzen Bij Dow Benelux verdwijnen er 170 arbeidsplaatsen. Van die 170 banen verdwijnen er 70 in Terneuzen. Bij de Zeeuwse vestiging verdwijnen er 35 banen door de sluiting van een fabriek. Daarnaast worden er 15 banen verplaatst naar andere Dow Benelux vestigingen en worden 20 uitstaande vacatures niet meer ingevuld. De resterende banen verdwijnen uit andere onderdelen van de Dow organisatie. Het schrappen van arbeidsplaatsen bij Dow Benelux is onderdeel van een grotere wereldwijde reorganisatie. Van de 36.500 banen bij Dow moeten er zo’n 2000 verdwijnen. In het eerste kwartaal van 2021 moeten de eerste banen al verdwijnen. Het is nog niet duidelijk of er gedwongen ontslagen zullen vallen. Het is ook niet duidelijk of er ook bij andere vestigingen van Dow in Nederland eveneens banen gaan verdwijnen. Na Terneuzen is Rotterdam een van de grotere Dow vestigingen. Nieuwe ontziltingsinstallatie zet dokwater om in proceswater voor Antwerpse chemische industrie De Antwerpse haven krijgt in 2024 een nieuwe ontziltingsinstallatie. De installatie pompt brak dokwater op en zet het om in hoogwaardig proceswater voor de chemiesector. Chemiebedrijven hoeven daardoor voor bepaalde productieprocessen niet langer drinkwater uit het Albertkanaal te gebruiken. Dit zou volgens de betrokken partijen in de opstartfase al een besparing betekenen van miljoenen liters drinkwater per jaar. De installatie moet in 2024 operationeel zijn. De Amerikaanse investeringsmaatschappij AVAIO sloot met Covestro een intentieverklaring af om de waterfabriek op de terreinen van het chemiebedrijf te bouwen. De installatie zal via een pijpleiding ook het naburige Evonik bevoorraden. Ook andere chemiebedrijven kunnen erop aansluiten. Chemiebedrijven Covestro en Evonik stappen als eerste mee in het infrastructuurproject van investeringsmaatschappij AVAIO. Hierbij werken de Amerikanen nauw samen met de internationale groep AECOM. De onderneming plant de bouw van een ontziltingsinstallatie die brak dokwater zal oppompen, ontzouten en opzuiveren tot proceswater. 98 procent minder drinkwater Covestro en Evonik kunnen daardoor hun drinkwatergebruik met 98 procent terugdringen. Beide chemiebedrijven zullen drinkwater alleen nog gebruiken voor sanitaire toepassingen. De ontziltingsinstallatie heeft de capaciteit om een jaarlijkse waterbesparing te realiseren die gelijk is aan de gemiddelde drinkwaterconsumptie van ongeveer 40.000 gezinnen van 4 personen. Bovendien is het mogelijk om de waterfabriek – en de daarmee samenhangende drinkwaterbesparing – nog verder uit te breiden. De initiatiefnemers zijn daarover in onderhandeling met andere bedrijven en in overleg met Port of Antwerp. Kwaliteits- en milieuvoordelen De omzetting van dokwater naar proceswater vermindert niet alleen de druk op de drinkwatervoorziening maar biedt ook kwaliteits- en milieuvoordelen. Zo is de zoutlast, of de concentratie aan mineralen, van proceswater 5 keer lager dan van drinkwater. Doordat het water minder zout bevat is het beter geschikt voor chemie-installaties. Dat betekent minder watergebruik, minder afvalwater en minder chemicaliën voor waterbehandeling. Vergunningen AVAIO en AECOM willen begin volgend jaar starten met de aanvraag van de nodige vergunningen. AVAIO verwacht medio 2022 te kunnen beginnen met de bouw van de installatie. Die zou twee jaar later, in 2024, operationeel moeten zijn. AVAIO en AECOM streven ernaar om de ontziltingsinstallatie te laten draaien op groene stroom. De waterfabriek is ook uitgerust met de juiste technologie om in een latere fase gezuiverd afvalwater te gaan hergebruiken. Daarmee heeft de installatie volgens de betrokken partijen het potentieel om de industriële waterkringloop te sluiten. 29

Rijnkade 18 1382 GT Weesp 0294 - 491495 info.nl@jumo.net www.jumo.nl Klaar voor 2021 met JUMO CLOUD en smartWARE SCADA Tegenwoordig worden steeds meer industriële processen automatisch bewaakt en gecontroleerd en steeds meer data wordt verzameld en geanalyseerd. Om al deze gegevens te kunnen blijven bewerken is digitale transformatie noodzakelijk. Deze transformatie is wereldwijd gevonden in de Cloud. Momenteel maakt 49% van alle bedrijven in Nederland al gebruik van de Cloud. De meeste gebruikte vormen van Cloudcomputing zijn database hosting en opslag van bestanden (als clouddienst), volgens het CSB. Belangrijkste drijfveer voor deze ontwikkeling is digitalisering. Als producent van industriële en digitale sensoren en automatiseringsoplossingen, is de stap naar een eigen Cloud omgeving voor JUMO niet meer dan logisch. Hoewel JUMO niet tot pioniers van deze technologie behoort, heeft het heel bewust de tijd genomen om een zeer complete cloudAutomation Pyramid oplossing te introduceren. Deze innovatie stellen wij graag verder aan u voor. De combinatie van hoogwaardige hardware, innovatieve engineering en de moderne Cloud omgeving biedt de gebruiker een zorgeloze systeemoplossing. JUMO CLOUD is een IoT platform voor procesvisualisatie, data-acquisitie, evaluatie en archivering en maakt wereldwijde toegang tot meetgegevens via standard webbrowsers mogelijk. De gebruiker kan meerdere plants, processen of locaties in één dashboard bewaken. JUMO CLOUD kenmerkt een hoge mate van veiligheid en biedt zeer waardevolle visualisatie-, alarm- en planningsfuncties. Naast JUMO CLOUD introduceren wij het nieuwe JUMO smartWARE SCADA. Deze softwareoplossing bevindt zich in de automatiseringspiramide op besturingsniveau. Hoewel een SCADA-oplossing al jaren in het uitgebreide JUMO portfolio beschikbaar is, is deze in de loop van de ontwikkeling van de Cloud vervangen door een volledig nieuw, modern systeem op basis van JUMO CLOUD technologie. Welke functies kunnen worden geïmplementeerd in de JUMO CLOUD? Dat varieert van eenvoudige alarmmeldingen en conditiebewaking tot volledige systeembesturingen. De Cloud is optimaal afgestemd op het nieuwe JUMO JUPITER hardware- en softwareplatform dat in 2019 werd gepresenteerd en vormt de kern van het eveneens nieuwe automatiseringssysteem JUMO variTRON. Ons ervaren engineeringteam staat ook in 2021 weer voor u klaar om branche- en projectgerichte Cloud en SCADA applicaties te implementeren. De mogelijkheden van JUMO automatisering zijn eindeloos en wij vertellen u er graag alles over. Meer weten? Ga naar www.jumo.nl en bezoek onze website. JUMO more than sensors and automation. 30 | nummer 7 | 2020

Waterstof Niet alle waterstof is eenvoudig te vergroenen Inzicht in productie en gebruik van waterstof Waterstof moet het nieuwe aardgas worden, zo lijkt het. De stof is geschikt als opslagmedium voor duurzame elektriciteit, als brandstof en als grondstof voor de chemische industrie. Vooral de laatste jaren lijken waterstofprojecten als paddenstoelen uit de grond te schieten en worden er indrukwekkende claims gemaakt over de potentiële hoeveelheid energie. Maar, zo schreef NRC op 1 oktober: er wordt meer waterstof verbruikt in de industrie dan aanvankelijk gedacht en die is maar beperkt te vergroenen. Is dat slecht nieuws voor de toekomst van waterstof? E r gaan veel cijfers over het gebruik en het potentiële gebruik van waterstof rond. En die cijfers zijn niet altijd eenduidig, weet TNO-onderzoeker Marcel Weeda. “Als je een discussie wilt voeren over de inzetbaarheid van waterstof en het huidige gebruik van waterstof, moet je om te beginnen wel de juiste cijfers hebben, lijkt me.” Energiebalans Het begint al bij onduidelijkheid over de cijfers van de huidige productie van waterstof. Grijze waterstof wordt, zoals u weet, uit aardgas geproduceerd. Bedrijven die waterstof produceren uit aardgas registreren weliswaar in hun energiebalans dat er aardgas wordt ingezet voor de productie van waterstof, maar het is daarbij niet duidelijk of dit aardgas allemaal voor waterstof is, en wat de precieze relatie tussen die hoeveelheid aardgas en de hoeveelheid waterstof is. Weeda: “Je hebt het in dit geval over het zogenaamde niet-energetische gebruik van fossiele brandstoff en, omdat de waterstof bijvoorbeeld als chemische bouwsteen ingezet. Het is echter niet duidelijk of al het niet-energetisch gebruik van aardgas voor waterstof is, en ook niet hoe een hoeveelheid aardgas voor waterstof zich vertaalt in een hoeveelheid waterstof. Verder zit er veel waterstof in restgassen die niet nader zijn gespecifi ceerd in de energiebalans. Ook wordt er binnen raffi naderijen veel waterstof geproduceerd uit olieproducten. Die waterstof blijft helemaal buiten beeld in energiebalansen. Het beeld is dus op z’n minst incompleet.” 31

In detail Uit de energiebalansen van de Nederlandse bedrijven is dus maar zeer beperkt af te leiden wat op dit moment de totale productie van waterstof is. In het zogenaamde ‘Roads2HyCom’ project is in 2007 voor het eerst op installatieniveau in kaart gebracht hoeveel waterstof er per EU-land wordt geproduceerd. “Die gegevens komen uit 2006 en eerder, maar zijn voor een deel nog steeds actueel, en dus een nuttige bron“, verduidelijkt Weeda. “Deze gegevens zijn ook als vertrekpunt gebruikt in een recente inventarisatie door DNV-GL, die wij ook in ons onderzoek hebben betrokken.” Verder kon Weeda gebruik maken van gegevens uit het ‘MIDDEN-project’. In dit gezamenlijke project van TNO en PBL worden decarbonisatie opties voor de Nederlandse industrie in kaart gebracht en geëvalueerd. Als onderdeel van het project wordt ook in detail gekeken naar de processen en de energie- en grondstofstromen in een groot aantal industrietakken. Hoofdproduct vs bijproduct Aan de hand van bovengenoemde bronnen en eigen onderzoek, ontstond de nieuwe inventarisatie van TNO. “En dan blijkt dus dat er een verschil is tussen wat men denkt dat er aan waterstof wordt geproduceerd en wordt gebruikt, en wat er daadwerkelijk aan waterstof rondgaat in de industrie”, legt Weeda uit. “Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen waterstof die met opzet wordt geproduceerd, omdat men nu eenmaal die waterstof nodig heeft, en waterstof die als bijproduct ontstaat. Bijvoorbeeld, in de chloor-alkali industrie zijn chloor en natriumhydroxide de hoofdproducten, maar voor elk molecuul chloor ontstaat er ook een molecuul waterstof als bijproduct. Ook bij de productie van nafta gaat het om het hoofdproduct, zoals de C2-, C3-, en C4-fracties. Als bijproduct houd je restgas over dat voor het grootste deel bestaat uit waterstof.” Wanneer waterstof in een productieproces vrijkomt als bijproduct, wordt het vrijwel altijd intern weer ingezet als brandstof. “Je kunt je dus afvragen of je dat dan zou moeten registreren in de boeken,” legt Weeda uit. “Aan de andere kant: als die waterstof niet intern zou worden ingezet, zou het extern ergens vandaan moeten komen. Maar los daarvan, er is in Nederland dus simpelweg meer waterstof dan alleen de specifiek geproduceerde waterstof.” Dr. Marcel Weeda: “Er is in Nederland simpelweg meer waterstof dan alleen de specifiek geproduceerde waterstof.” Waterstof is en blijft cruciaal in de energietransitie. Waterstof is wat mij betreft een logisch gevolg van de toenemende inzet van van zon- en windenergie in onze energievoorziening... In het in de inleiding genoemde NRC-artikel wordt er aan de hand van het onderzoek van Weeda geconcludeerd dat de industrie nu al meer waterstof verbruikt dan men altijd heeft aangenomen. “Die conclusie is op zich correct, maar dit is niet nieuw. We hebben alle stromen, inclusief interne stromen en bijproduct waterstof nu alleen beter in beeld gebracht. Het zegt dus eigenlijk niet zoveel”, meent Weeda. Eén op één Wat zijn nu precies de implicaties van het TNO-onderzoek voor de toekomst van waterstof in Nederland? Weeda: “Er werd tot voor kort aangenomen dat we zo’n 100 petajoules aan grijze waterstof zouden kunnen gaan vergroenen in Nederland en daarmee een significante CO2 -reductie zouden kunVoor de productie van kunstmest is ammoniak nodig, die wordt geproduceerd met waterstof uit aardgas. Weeda: “Je kunt in dat ammoniakproces echter niet zomaar die grijze waterstof één op één vervangen door groene waterstof.” 32 | nummer 7 | 2020 nen realiseren. Als je goed naar de nieuwe cijfers kijkt, is het wat minder eenvoudig dan men dacht. Neem bijvoorbeeld de productie van kunstmest: hier is ammoniak

Als je een discussie wilt voeren over de inzetbaarheid van waterstof en het huidige gebruik van waterstof, moet je om te beginnen wel de juiste cijfers hebben... voor nodig die wordt geproduceerd met waterstof uit aardgas. Je kunt in dat ammoniakproces echter niet zomaar die grijze waterstof één op één vervangen door groene waterstof. Verderop in het proces heb je namelijk een deel van de CO2 die vrijkomt bij de productie van waterstof weer nodig voor de productie van ureum. Bij volledige vervanging door groene waterstof moet je dus ook een alternatieve CO2 -bron vinden.” Syngassen Nu is er aan CO2 brek, hoewel de meeste CO2 over het algemeen geen gewordt uitgestoten in combinatie met andere rookgassen en dus geen zuivere CO2 is. Maar daar valt een mouw aan te passen, zeker als er straks onder de Noordzee wellicht enorme hoeveelheden (zuivere) CO2 liggen opgeslagen. Maar er zijn meer industriële processen waarbij waterstof niet zozeer een hoofdproduct is dat uit aardgas wordt gemaakt, maar een bijproduct in een totaal ander chemisch proces. Die geproduceerde grijze waterstof kan uiteraard niet zomaar worden vervangen door groene waterstof. Weeda: “In een aantal gevallen is de productie van syngas of de productie van koolmonoxide het hoofddoel van de conversie (reforming) van aardgas, en niet de productie van waterstof. Ook die waterstof kan je niet zomaar vergroenen.” Geen alternatief Anders dan wat het NRC-artikel doet vermoeden, heeft het nieuwe TNO-onderzoek geen gevolgen voor de manier waarop we tegen de toekomst van waterstof zouden moeten aankijken, meent Weeda. “Waterstof is en blijft cruciaal in de energietransitie. Waterstof is wat mij betreft een logisch gevolg van de toenemende inzet van van zon- en windenergie in onze energievoorziening. Waterstof staat niet op zich maar hangt samen met de overgang van fossiel naar hernieuwbare energiebronnen. Voor vergaande inpassing Toepassingen voor waterstof Het TNO-onderzoek geeft aan dat niet alle grijze waterstof geproduceerd met aardgas zomaar kan worden vervangen door groene waterstof. Niettemin is voor de geschatte 50 PJ die wel is te vervangen nog altijd 5 GW wind op zee nodig. “Dat schetst de omvang van de uitdagingen die voor ons liggen”, weet Weeda. “Want naast deze vervanging wordt er ook nagedacht over tal van andere toepassingen van waterstof in de industrie”. Andere toepassingen zijn bijvoorbeeld de inzet van waterstof in plaats van aardgas voor de productie van hoge temperatuur warmte. Ook wordt gedacht aan productie van ijzer en staal, gebaseerd op processen met reductie van ijzererts door waterstof, in plaats van cokes. En om tenslotte ook aardolie het systeem uit te krijgen, kan groene waterstof dienen als bouwsteen voor de productie van synthetische brandstoffen (kerosine en diesel) en groene chemie in combinatie met duurzame biomassa en andere vormen van duurzame koolstof. Volgens Weeda wordt soms al te gemakkelijk gesteld dat groene waterstof eerst naar de industrie moet, omdat daar de opties voor verduurzaming beperkt zijn. “Voor de huidige productie van waterstof lijkt afvang en opslag van CO2 op korte termijn veel (kosten)effectiever. Vervanging van goedkoop aardgas door dure groene waterstof als brandstof is zelfs nog minder rendabel, en voor de inzet als chemische bouwsteen is naast waterstof in de meeste gevallen ook een nieuw industrieel complex nodig. Allemaal best lastig en het is nog lang niet duidelijk hoe dit binnen afzienbare tijd te realiseren valt. Mogelijk liggen andere toepassingen meer binnen handbereik.” van zon- en windenergie zie ik vooralsnog geen alternatief voor het gebruik van groene waterstof.” Pleidooi voor waterstofstatistiek Met het oog op die komende ontwikkeling zou het volgens Weeda geen gek idee zijn om een aparte waterstofbalans te gaan bijhouden. De informatie over waterstof is nu versnipperd en lastig toegankelijk, wat een goed zicht op de ontwikkeling lastig kan maken. “Daarnaast moet er verder over worden nagedacht of waterstof een aparte categorie moet worden in de energiestatistieken, zeker als er straks ook waterstof geïmporteerd en geëxporteerd wordt én waterstof breed en op grote schaal wordt ingezet als als brandstof voor diverse toepassingen en als bouwsteen in de productie van synthetische brandstoffen en duurzame chemie”, meent Weeda. “Aanpassen van die internationaal afgestemde statistieken kost veel tijd. Het is slim om daar in Europees en internationaal verband nu al met elkaar over in gesprek te gaan.” Het complete rapport is te downloaden op: https://energy.nl/en/publication/the-dutchhydrogen-balance-and-the-current-andfuture-representation-of-hydrogen-in-theenergy-statistics/ Het MIDDEN project: https://www.pbl.nl/en/middenweb 33

Mark Beunk Head of B2B Benelux and Nordics bij Kaspersky mark.beunk@kaspersky.com Industriële cybersecurity met Kaspersky Kaspersky levert wereldwijd cyberbeveiliging. De beveiligingsexpertise en kennis van bedreigingen wordt voortdurend omgezet in beveiligingsoplossingen en diensten om bedrijven, cruciale infrastructuur, overheden en consumenten over de hele wereld te beschermen. Naarmate dreigingen tegen industriële infrastructuren toenemen, is de keuze voor de juiste adviseur en technologiepartner om uw systemen te beveiligen, belangrijker dan ooit. Industriële controlesystemen (ICS) hebben jaarlijks te maken met een groot aantal cyberincidenten. De focus van cybersecurity ligt bij industriële systemen pertinent op een ononderbroken bedrijfsvoering: iedere minuut uitvaltijd of elke fout telt en heeft direct eff ect. Hiermee onderscheidt industriële cybersecurity zich van ‘gewone bedrijven’ en is de keuze voor de juiste beveiligingsleverancier zo belangrijk. Belangrijkste cyberdreigingen in 2020 Naast industriële diensten, van beoordeling van cybersecurity tot incidentrespons, doet Kaspersky veelvuldig onderzoek naar het dreigingslandschap binnen de industrie. Uit onderzoek onder 330 industriële bedrijven wereldwijd, blijkt dat de belangrijkste uitdaging voor industriële cybersecurity zijn: het beschermen van werknemers tegen letsel of overlijden (32%), schade aan kwaliteit van producten/diensten (28%), verlies van bedrijfseigen/vertrouwelijke informatie (28%) en kosten van respons op en migratie bij incidenten (27%). Digitalisering ICS Een belangrijke trend is de voortgaande digitalisering van de branche. In tegenstelling tot conventionele IT-netwerken, werden industriële controlesystemen (ICS) en hun automatiseringscomponenten in het verleden nooit als een potentieel veiligheidsrisico beschouwd. Deze houding is de afgelopen jaren veranderd. 34 | nummer 7 | 2020 Veel bedrijven verwachten voordelen van digitalisering, zoals verbeterde effi ciëntie. Dit is zeker mogelijk, maar uit digitaliseringsinitiatieven vloeien ook nieuwe cyberbeveiligingsbedreigingen. In het tijdperk van digitalisering zijn ICS verbonden met steeds meer componenten die weer rechtstreeks zijn verbonden met internet. Onderling verbonden digitale apparaten beïnvloeden de OTtopologie, met als gevolg dat bekende ICS-modellen moeten worden geüpgraded om eff ectieve bescherming te bieden in het digitale tijdperk. Kaspersky Industrial CyberSecurity Kaspersky biedt technologieën en services die zijn ontworpen om elke industriële laag, inclusief SCADA-servers, HMI, engineeringworkstations, PLC’s, netwerkverbindingen en mensen, te beschermen zonder dat dit gevolgen heeft voor de bedrijfscontinuïteit en de Wereldwijde impact van digitale trends, afkomstig uit ‘The State of Industrial Cybersecurity in the Era of Digitalization’ – onderzoek Kaspersky, september 2020 consistentie van industriële processen. Naast industriële diensten, biedt Kaspersky ook industriële dreigingsinformatie en -rapportage. Over Kaspersky Kaspersky is een wereldwijd opererend cybersecuritybedrijf opgericht in 1997. Zowel consumenten, overheidsinstanties als bedrijven vertrouwen op de uitgebreide expertise op het vlak van dreigingsinformatie en de meest geavanceerde beveiligingsoplossingen en -diensten van Kaspersky ter bescherming van kritieke infrastructuren en (eco)systemen. Zo beschermt het cybersecuritybedrijf het meest waardevolle bezit van ruim 400 miljoen consumenten en 270.000 zakelijke klanten. Meer informatie is beschikbaar op www.kaspersky.nl

Machevo & Bulk Vereniging: hét netwerk voor toeleveranciers aan de procesindustrie De Machevo & Bulk Vereniging is al meer dan 60 jaar hét netwerk voor toeleveranciers aan de procesindustrie. Een lidmaatschap biedt toegang tot een omvangrijk netwerk, financiële en praktische voordelen en exposure voor inmiddels ruim honderd leden. De toegevoegde waarde van de vereniging uit zich op verschillende niveaus. Zo zorgen contacten met toeleveranciers aan de procesindustrie voor actuele informatie, richtinggevende ideeën en toekomstvisies. Ook onderzoeken onder de leden zelf leveren verrassende uitkomsten op, zoals de ‘Enquête: coronacrisis leden Machevo & Bulk Vereniging’ van afgelopen juni, waaruit blijkt dat de procesindustrie massaal digitale communicatie heeft omarmt. Extra exposure Leden van de Machevo & Bulk Vereniging hebben een eigen bedrijfsprofiel op machevo.nl, krijgen prominent aandacht in de digitale nieuwsbrief en hebben de mogelijkheid voor het schrijven van een column in één van de vele Machevo rubrieken in vakmedia. Bovendien genieten leden van extra exposure op vakbeurzen, zoals Industrial Processing, Solids en Pumps & Valves, en collectieve beursdeelnames in binnen- en buitenland. Veelal met kortingen op deelnamekosten. Machevo & Bulk Vereniging is de branche- en netwerkvereniging voor procesinstallaties, procesengineering, procesautomatisering en procesapparatuur in de biotechnologie en in de (petro) chemische, voedingsmiddelenen farmaceutische industrie. “Het opbouwen van een netwerken is belangrijk, maar niet altijd gemakkelijk. De Machevo & Bulk vereniging is een laagdrempelige manier om in contact te komen met de juiste mensen binnen de procesindustrie.” - Andrea van Loon, bestuurslid. Ook op kleine schaal viert het netwerken binnen de vereniging hoogtij. Of het nu gaat om kennissessies, business meetings of kosteloze excursies. Altijd staan de kernwaarden van Machevo & Bulk Vereniging centraal: netwerken en kennisdelen. Bovendien reikt de verenging iedere twee jaar i.s.m. de beursorganisator van Industrial Processing de Proces Innovatie Prijs (PIP) uit, een erkenning voor innovatieve producten en oplossingen binnen de procesindustrie. Ontmoet branchegenoten “Machevo & Bulk is een vereniging van, voor en door specialisten, professionals en management. Leden zetten zich in voor de groei en belangen van de industrie, waarin ze zelf dagelijks actief zijn. Je krijgt toegang tot een dynamisch netwerk en informatie over de business, die je op cruciale momenten bijzonder van dienst kan zijn”, zegt bestuurslid Ron De Keersmaeker. Dat dit ook op een leuke manier kan, bewijzen de populaire excursies. Zo bezocht een geëngageerd gezelschap afgelopen 4 februari nog Dalco Food B.V., specialist in de productie van vlees en vleesvervangers. Het familiebedrijf opende speciaal voor leden van Machevo Bulk & Vereniging haar deuren. Helaas zijn door het coronavirus excursies voorlopig van de baan, maar speelt Machevo & Bulk Vereniging daar creatief op in door het organiseren van online events, zoals het op 17 november jl. gehouden Machevo Connect 2020 Online. Interesse in lidmaatschap? De contributie van € 750,- excl. btw per jaar is door de vele voordelen en kortingen snel terugverdiend! Kijk op www.machevo.nl/lid voor meer informatie. Voor vragen of suggesties kunt u een e-mail sturen naar info@machevo.nl. 35 Postbus 48 4040 DA Kesteren 0416 - 383 905 info@machevo.nl www.machevo.nl

Industriële netwerken Wat te doen als je cyberveiligheid niet op orde is Stapsgewijs naar een cybersecure OT-omgeving Er zijn in de industrie grote verschillen als het gaat om de mate van cybersecurity. Sommige bedrijven zijn al behoorlijk ver, maar er zijn ook bedrijven die nog nauwelijks maatregelen hebben getroffen, vooral op het OT-vlak. Enrico ten Klooster van Modelec laat zien hoe je in een aantal concrete stappen het cybersecurity niveau van je onderneming kunt verhogen. Ook voor bedrijven met legacy hardware, zoals oude PC’s en PLC’s. A Enrico ten Klooster van Modelec an de hand van talloze gesprekken met klanten en experts bemerkte Enrico ten Klooster van Modelec dat er opmerkelijke verschillen zijn met betrekking tot cybersecurity tussen de diverse bedrijven. “Over de bedrijven die het goed voor elkaar hebben op cybersecurity niveau hoeven we ons geen zorgen te maken, maar de bedrijven die te weinig maatregelen hebben genomen, lopen een significant risico. Juist voor die bedrijven bestaat een concreet stappenplan om uit die gevarenzone te komen.” Risicomatrix “Voordat je risicobeperkende stappen gaat zetten, is het belangrijk te weten wat een risico is”, begint Ten Klooster. “Een risico kan je omschrijven als de kans dat een dreiging leidt tot een incident, gekoppeld aan de impact van een incident. Wat voor de één als grote impact geldt, is voor een ander misschien klein of gemiddeld. Dit is per bedrijf en omgeving sterk verschillend.” De impact bij een verstoring is veel groter voor bijvoorbeeld een energieleverancier of waterleidingbedrijf, dan voor een assurantiekantoor, los van het feit dat een cyberbreach altijd vervelend is. “Het uitwerken van een risicomatrix kan je helpen om Het uitwerken van een risicomatrix kan je helpen om de kans op een incident af te zetten tegen de impact... 36 | nummer 7 | 2020 de kans op een incident af te zetten tegen de impact”, legt Ten Klooster uit. “De risicoschalen zijn voor iedere unieke omgeving specifiek te kiezen. Het gaat hierbij om de waarschijnlijkheid dat een incident kan plaatsvinden, afgezet tegen de consequentie. Hierbij kan het om verschillende consequenties gaan, denk aan financiële-, gezondheids- milieu- wettelijke- en uiteraard ook imago schades. Risico’s die frequent voorkomen en een grote impact hebben, zou je moeten willen voorkomen. Risico’s die bijna nooit voorkomen en een zeer lage impact hebben, zijn het misschien niet waard om aan te pakken, zeker als de extra kosten van de maatregelen niet opwegen tegen de kosten van een incident.” Verbazing Ten Klooster verbaast zich met enige regelmaat over de zaken die hij soms tegenkomt. “Ik zie regelmatig assets in het OT netwerk die niet bekend zijn, of zelfs niet eens gedocumenteerd zijn.” Voorbeelden zijn een router die door een systeem of machine toeleverancier naderhand is toegevoegd voor remote beheer, tijdelijke aanpassingen aan bekabeling die nooit teruggedraaid zijn, of zelfs eigen netwerkapparatuur die niet altijd gedocumenteerd blijkt te zijn. “In die gevallen kun je gerust de vraag stellen: hoe ernstig zijn dit soort situaties met betrekking tot de cybersecurity? Dat moge duidelijk zijn: dit is een ernstige bedreiging.” De meeste bedrijven hebben hun eigen netwerkapparatuur veelal, maar niet altijd, goed in beeld. “Maar edge devices, zoals device servers en gateways, en de eerder genoemde remote access routers, blijken vaak minder goed in beeld te zijn”, licht Ten Klooster toe. “Dat is echter juist die apparatuur die direct aan de productie controllers en systemen gekoppeld wordt. We hebben het dus over devices die direct verbonden zijn met de productielijn, maar die eigenlijk vergeten zijn. Dat is dus een overduidelijk groot risico. Juist de apparatuur die met de procesbesturing te maken heeft, krijgt de aandacht van kwaadwillenden. Op het moment dat bepaalde apparatuur niet goed in beeld is en er dus patches worden vergeten, of niet mogelijk zijn, heb je echt een groot risico te pakken.”

Bescherming door toepassen van industriële IPS. Patchen Alle apparatuur die iets van doen heeft met de procesbesturing, moet duidelijk in beeld zijn bij ieder bedrijf. Maar vervolgens moet de apparatuur ook tijdig gepatched worden. Wat houdt dat precies in? Ten Klooster: ”Patches kunnen zowel functioneel, als specifiek voor security bedoeld zijn. In dit geval hebben we het over de security. Deze security patches zorgen ervoor dat de apparatuur beschermd blijft tegen bekende kwetsbaarheden. Vergelijk het met de updates van een virusscanner bijvoorbeeld. In het geval van OT-hardware gaat het veelal om firmware updates die mogelijk security updates bevatten.” Het patchen is dus van belang is om de security op niveau te houden, maar in de volgende gevallen is patchen niet mogelijk: We hebben het dus over devices die direct verbonden zijn met de productielijn, maar die eigenlijk vergeten zijn. Dat is dus een overduidelijk groot risico... Beheerd door gecentraliseerd OT managementsysteem, Security Dashboard Console. 37

-Voor het operating systeem van legacy hardware komen lang niet altijd meer firmware updates en patches beschikbaar. Denk hierbij zeker ook aan oudere maar nog veel gebruikte Windowssystemen als XP, die niet meer ondersteund worden. Deze systemen worden in de industrie toch echt nog vaker gebruikt dan je denkt. -Als er wel patches beschikbaar zijn, is het doorvoeren ervan ook niet altijd mogelijk. Een firmware update gaat meestal samen met een reboot. Dit is in lang niet alle productie omgevingen mogelijk. Vaak worden die updates gecombineerd met jaarlijks of halfjaarlijks onderhoud. Voor de cybersecurity is dat echter te lang. -Daarnaast zijn er ook situaties waar er niet gepatched mag worden. Dit heeft dan betrekking op bijvoorbeeld certificeringen die op een systeem zitten, bijvoorbeeld op een specifieke medische OT-applicatie. In een dergelijke situatie kan het zijn dat het medische certificaat niet meer geldig is wanneer er gepatched wordt. Twee gedachten In de IEC-62443 wordt gesproken over de System Security Requirements and Security Levels. Deze kunnen vanuit twee gedachten bekeken worden, namelijk vanuit de nieuw te ontwerpen omgeving, ook wel Greenfield genoemd, en vanuit de bestaande omgeving. “De eerste, het volledig nieuw inrichten gaan wij nu niet verder op in, maar in dat geval is de OT- omgeving vanuit het ontwerp cyber secure te maken”, verduidelijkt Ten Klooster. Het vaststellen van de benodigde security levels en het ontwerp maken aan de hand van onder andere de risicomatrix is voor beide gevallen totaal anders. Ten Klooster: “Greenfield situaties zijn secure-by-design te ontwerpen, terwijl voor bestaande situaties rekening gehouden zal moeten worden met de installed base. Deze installed base zijn bijvoorbeeld legacy PLC’s en marktspecifieke controllers, zoals verkeersregelinstallaties. Deze zullen dan in groepen moeten worden geplaatst en dat levert in een bestaande situatie vaak een hele puzzel op. Het helpt daarbij enorm door overzicht te creëren door het aanbrengen van verschillende zones. Door zones in te richten, beperk je de ongecontroleerde uitbreiding van een eventuele besmetting bij een cyberaanval. Dit noemen we het zoneren van het netwerk. Deze verschillende zones en de daarbij horende security levels worden dan beveiligd met technologieën als Next Generation Firewalls, IDS’en en IPS’en.” 38 | nummer 7 | 2020 Inzoomen Laten we voor nu inzoomen op de bestaande omgeving, ofwel een productie omgeving in bedrijf en dan in het bijzonder op het toepassen van de zojuist genoemde IDS en IPS technologie als cyber security maatregel. “Deze technologie, bekend uit de IT, is nu ook beschikbaar voor OT-specifiek gebruik”, legt Ten Klooster uit. Wat zijn een IDS en IPS dan eigenlijk? “IDS staat voor Intrusion Detection System en IPS voor Intrusion Prevention System. Dit zijn soms twee verschillende typen hardware, maar bestaat ook als één device, dat aan de hand van de gemaakte configuratie als IDS of als IPS functioneert. Een IDS detecteert en meldt verdachte situaties op het netwerk door naar bijvoorbeeld een syslog server. De IDS leest mee op het netwerk, door op een netwerkswitch gebruik te maken van een mirror of span-poort. Hierdoor kan zonder toevoeging van inline apparatuur data worden gecontroleerd. Belangrijk om te onthouden: een IDS detecteert alleen, het is dan aan de OT- engineer om te reageren en te handelen. Er wordt dus niet in het proces ingegrepen.” Een IPS doet in basis hetzelfde, deze detecteert, is in staat te melden en is daarnaast ook in staat te reageren, of zelfs in te grijpen wanneer dit zo geconfigureerd is. “Je moet dus vooraf goed bedenken wat de consequenties voor jouw productie omgeving zullen zijn, wanneer je besluit IPS technologie toe te passen”, verduidelijkt Ten Klooster. Er zijn meerdere technieken die door de IDS en IPS gebruikt worden, legt Ten Klooster uit: “Bekende kwetsbaarheden worden herkend aan de hand van vooraf geladen datapatronen en virusdefinities. Daarnaast wordt zogenaamde DPI ofwel Deep Packet Inspection toegepast, waarbij op bit niveau in de data wordt gekeken of er verdachte of afwijHet toepassen van IDS/IPS technologie die in staat is om tot op bit niveau in datapakketten te kijken, is in onze ogen een belangrijke stap voorwaarts... kende patronen worden gesignaleerd. Deze oplossingen leren datagedrag herkennen en zijn zo in staat om afwijkingen vroegtijdig te signaleren en te detecteren. Ze geven zo de mogelijkheid om in te grijpen wanneer jij hiervoor kiest.” Bedrijfszekerheid “Wij kunnen ons uiteraard goed voorstellen dat de plantmanager z’n vraagtekens heeft bij het toevoegen van zo’n IPS of IDS. Hij wil vooral zeker zijn dat de productiecijfers gehaald worden. Hij zou zich ook af kunnen vragen of we op deze manier geen extra risico introduceren met betrekking tot de benodigde systeem-beschikbaarheid, noodzakelijk voor een productieomgeving. Het is belangrijk om hier goed over na te denken. Door eerst vast te stellen wat normaal en gewenst dataverkeer is met IDS functionaliteit, kan je bepalen welke protocollen nodig zijn voor bijvoorbeeld je besturing. Op basis van die opgedane ervaring is daarop de configuratie aan te passen naar IPS-functionaliteit om bedreigingen actief aan te pakken. Hierdoor is te voorkomen dat gewenste en noodzakelijke data, onbedoeld geblokkeerd wordt en zo het proces verstoord raakt.” Industriële IDS/IPS “Onze klanten verwachten van ons oplossingen met eigenschappen als een hoog MTBF getal, fanless en dus onderhoudsvrij

en mogelijkheden als by-pass functionaliteit om een maximale beschikbaarheid te waarborgen”, weet Ten Klooster uit ervaring. “Dit zijn voorbeelden van parameters die een oplossing geschikt maken voor een OTomgeving, nog los van functioneel gedrag. Uiteraard geldt dat ook voor de oplossingen waar we het hier over hebben, maar er zijn zaken die voor de OT cybersecurity volgens ons belangrijker zijn. Denk hierbij aan ondersteuning van OT-specifieke protocollen en Virtual Patching.” Virtual Patching Virtual Patching: wat houdt dat in? Ten Klooster: “Stel je een bestaande PLC of Windows XP workstation voor, zoals eerder genoemd, waarvoor geen beveiligingsupdates meer beschikbaar zijn. Wanneer je dan naar een hoger security level wilt of moet gaan, zou het de enige optie zijn om het apparaat te vervangen. In de praktijk blijkt dit zeker niet altijd mogelijk, alleen al omdat de productieomgeving van deze apparatuur afhankelijk is. Of omdat de gebruikte applicatie niet ondersteund wordt op moderne workstations en Operating Systems. Door zones toe te passen en een IDS of IPS hiervoor te plaatsen, verzorg je de zogenaamde Virtual Patch en is hierdoor een hoger gewenst of noodzakelijk security level bereikt. Dit noemen wij ook wel cell bescherming. De legacy hardware hoeft nu niet meer gepatched te worden, omdat de virusdefinities en signature updates worden doorgevoerd in de IDS of IPS. Deze patch geldt dus voor de hele cell achter deze hardware. Dit kan je handmatig doen, maar ons advies is om dit geautomatiseerd in te richten. Hiervoor is een Security Dashboard Console software oftewel een Network Security Appliance te gebruiken. Hiermee is dan ook een koppeling te maken naar een bestaande SOC/SIEM oplossing. Zo is IT/OT integratie mogelijk op een in onze ogen juiste wijze; IT is betrokken en op de hoogte, maar de controle ligt volledig bij de OT.” Deep Packet Inspection Eerder kwam Deep Packet Inspection ter sprake als technologie voor de aanpak tegen cybercriminaliteit. Is dit dan de sleutel tot de aanpak? “Niet alleen maar DPI” verduidelijkt Ten Klooster, “maar het toepassen van IDS/IPS technologie die in staat is om tot op bit niveau in datapakketten te kijken, is in onze ogen een belangrijke stap voorwaarts.” Maar wat is Deep Packet Inspection nu precies? “We vertelden al iets over het herkennen van datagedrag”, begint Ten Klooster. “Misschien is een voorbeeld op basis van een veel gebruikt OT-protocol als Modbus/ TCP een goed idee: binnen Modbus/TCP zijn er verschillende commando’s verwerkt in de data. Denk aan Read, Write en een combinatie van Read/Write. Door in de data te kijken op bit niveau, kan er actief worden vastgesteld of een bekende en geautoriseerde PLC, bijvoorbeeld een Modbus, een Write pakket verstuurt. Als eerder is bepaald dat deze PLC alleen mag lezen, is dit dus ongewenst gedrag. In de IPS-mode kan zo’n ongewenste actie geblokkeerd worden. In IDS mode wordt in zo’n geval alleen een melding gegeven. Het is dan aan de OTengineer om te bepalen wat hier mee moet gebeuren. Dit is een voorbeeld van een veelgebruikt OT-protocol, maar werkt uiteraard ook voor OT-protocollen als Modbus UDP, Profinet, Ethernet/IP en PLC specifieke protocollen. Natuurlijk breidt deze protocol ondersteuning zich steeds verder uit en zal via de Security Dashboard Console Software beschikbaar worden gemaakt als update.” Moxa cybersecurity oplossing. Aanpak Waarom is een IDS/IPS met DPI-technologie toepassen zo belangrijk? “Traditioneel worden Firewalls ingezet om het netwerk in zones in te delen en zijn deze in staat om alle verkeer van buiten tegen te houden, behalve wat de gebruiker toe wilde staan”, legt Ten Klooster uit. “Dit gebeurt veelal alleen op Ethernet/TCPIP poort niveau. Ondertussen weten we dat de grootste bedreigingen eerder van binnenuit het netwerk komen, waardoor enkel een Firewall niet meer afdoende is. De huidige cyberbedreigingen zijn veel intelligenter. Ze zijn in staat om zich in OT-protocollen te verstoppen. Hierdoor zijn ze alleen te ontdekken door op bit niveau de data te controleren. Een oplossing die gebaseerd is op de Moxa IDS/ IPS biedt een oplossing die schaalbaar en toekomstgericht is. Er is gekozen voor een samenwerking met een leverancier van virus definitie updates en AI-technologie voor het herkennen van software patronen en dan voornamelijk in het ontdekken van afwijkingen hierin. De perfecte cybersecurity oplossing bestaat niet, maar oplossingen die de veiligheid echt verhogen wel, zonder daarbij afbreuk te doen aan systeembeschikbaarheid. Belangrijk voor een OT-omgeving, waarbij mensveiligheid en productie continuïteit van het grootste belang zijn.” 39

Nijverheidsweg 1 3341 LJ Hendrik Ido Ambacht The Netherlands T: +31 (0)541 585 000 E: parker.benelux@parker.com I: www.parker.nl MThis is Parker Parker Hannifin is wereldwijd marktleider in de ontwikkeling, productie en verkoop van technologieën, systemen en componenten op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing. Parker levert producten in negen technologieën: hydrauliek, pneumatiek, slangen&koppelingen, afdichtingen, procesbeheersing, filtratie, klimaatbeheersing, electromechanica en luchtvaart. Naast producten levert Parker ook complete systemen, aggregaten en power-units. Parker is actief in veel uiteenlopende markten zoals luchten ruimtevaart, chemische industrie, voedingsmiddelenindustrie, olie en gas industrie, transport, landbouw, constructie, medische industrie, bosbouw, mijnbouw, procesindustrie, verpakkingsindustrie, scheepvaart, enz. arktleider in aandrijvings- en besturingstechnologieën Parker Hannifin Benelux maakt deel uit van de Amerikaanse Parker Hannifin Corporation, een multinational met meer dan 350 vestigingen in 50 verschillende landen wereldwijd, meer dan 55.000 medewerkers en een omzet van meer dan 13 miljard dollar. Parker Hannifin is ‘s werelds grootste en meest diverse producent van producten en systemen voor aandrijving en besturing. Benelux telt twee verkoop- en service locaties: Hendrik Ido Ambacht & Oldenzaal, beide in Nederland. ParkerStore & HOSE DOCTOR ParkerStore is Parkers unieke winkelconcept voor de industriële markt. Een ParkerStore is kennis, ervaring en de juiste producten verzameld op één locatie. De ParkerStore biedt u alles dat u nodig heeft om zonder vertraging uw werkzaamheden te kunnen voortzetten. Kortom, de ParkerStore is uw Eerste Hulp Bij Onderdelen! Voor hydraulische slang, luchtslang, pijpkoppeling, slangfitting, filterelement, pneumatische cilinder, ventiel of pomp, de ParkerStore is het juiste adres. Parker heeft een HOSE DOCTOR netwerk met landelijke dekking. Het HOSE DOCTOR netwerk is gratis bereikbaar via 08002211333. De Parker HOSE DOCTORS zijn mobiele servicebussen die u kunt oproepen voor onderhoud, technische ondersteuning en het ter plaatse vervangen van hydraulische slangen, filters en andere hydraulische onderdelen. Het Parker HOSE DOCTORS netwerk is 24 uur per dag, 7 dagen per week, 52 weken per jaar voor u beschikbaar 40 | nummer 7 | 2020

Uw partner in machineveiligheid en HAZOPstudies Pilz is expert op het gebied van machineveiligheid en industriele automatisering. Met een scala aan services en engineering en een uitgebreid productassortiment, bieden wij complete veiligheidsoplossingen. In onze producten en systemen smelten wij veiligheid en automatisering samen tot een oplossing. Pilz is actief in alle segmenten van de machineen installatiebouw, waaronder in de verpakkings- en auto-industrie, bij robottoepassingen en in de branches windenergie en spoorwegtechniek. Met onze tooling en expertise beoordelen wij de veiligheid van uw machinepark en nemen, waar nodig, interventies. Ook binnen de procesindustrie is veiligheid prioriteit en zijn procedures nodig voor het beoordelen van de veiligheid van procesinstallatie. Het identificeren en vastleggen van installaties waarbij gebruik wordt gemaakt van brandbare, explosieve of giftige vloeistoffen en gassen, gebeurt door middel van een HAZOPstudie. Een HAZOP-studie wordt gedaan om gevaren en ongewenste situaties te identificeren en heeft het beheersbaar maken van risico’s als doel. De studie wordt onder leiding van een ervaren voorzitter uitgevoerd door een multi-disciplinair team. De medewerkers van Pilz zijn in staat een HAZOP-sessie te organiseren of ondersteunen, als voorzitter of notulist en ook als Process Safety Engineer of vertegenwoordiger van andere specialismen. Het toevoegen van een Pilz medewerker aan het HAZOPteam heeft als voordeel dat een onafhankelijke partij zitting neemt, die geen belang heeft bij ‘gelijk hebben’. Een groot voordeel van Pilz medewerkers is ook dat ze integrale veiligheid in het DNA hebben. Ze zijn gewend om verder te kijken dan het eigen specialisme. De brede technische kennis en ervaring van Pilz levert zeker een bijdrage aan de mitigatie. Neem vrijblijvend contact op met Pilz om te bespreken waar de mogelijkheden voor het leiden of ondersteunen van een HAZOP-sessie liggen. Lees voor meer informatie onze whitepaper over dit onderwerp of bekijk onze Knowledge Bite over HAZOP. Kijk op https://services.pilz.nl/kennis/ voor meer informatie. 41 Havenweg 22 4131 NM Vianen 0347 320477 info@pilz.nl www.pilz.nl | opleidingen.pilz.nl | services.pilz.nl

Luxemburgstraat 2 5171PM Kaatsheuvel +31 416 286240 info@euromanchetten.nl www.euromanchetten.nl Euro Manchetten & Compensatoren Euro Manchetten & Compensatoren produceert fl exibele verbindingen die worden toegepast in verschillende sectoren, waaronder voeding, farmacie, zorg, utiliteit, energie, chemie en industrie. Al ruim veertig jaar opereren wij vanuit Kaatsheuvel en in die jaren hebben wij ons ontwikkeld van klein productiebedrijf tot toonaangevende producent in zowel binnen- als buitenland. De focus van onze industrie ligt in de Benelux, maar breidt zich uit naar verschillende deelmarkten in Europa, Amerika en zelfs Oceanië. Daar waar beweging is in een proces, kan een fl exibele verbinding de oplossing bieden. Of dit nu is bij het vervoeren van droge stoff en door de proceslijn, het uit lijn staan van machines, het opvangen van trillingen bij ventilatoren, de mogelijkheden zijn legio. MAATWERK Elk proces, elke fabriek, elke situatie is anders. Ons productieproces laat het toe unieke producten te maken, waardoor we makkelijk maatwerk kunnen leveren. Daarin speelt advies een grote rol, wij weten immers wat er technisch mogelijk is en Met onze uitgebreide materiaalkennis en veelzijdige productiefaciliteit kunnen wij manchetten en compensatoren voor vrijwel alle toepassingen leveren. HYGIENE & VEILIGHEID Daar komt ook bij kijken dat in veel sectoren hygiëne en veiligheidseisen een steeds grotere rol spelen. Door uitgebreid onderzoek en testen uit te voeren hebben we als eerste in de markt onze producten kunnen voorzien van certifi ceringen op het gebied van voedselveiligheid (FDA/ECC) en explosieveiligheid (ATEX). Hierdoor kunnen we de hoogste kwaliteit garanderen in voeding en farmacie, maar ook waar met gevaarlijke stoff en en hoge temperaturen wordt gewerkt, zoals bijvoorbeeld in de chemie. ONZE MISSIE IS: ‘DOOR VAKKUNDIG MAATWERK EEN PASSENDE OPLOSSING BIEDEN VOOR AL ONZE KLANTEN.’ Bovendien zijn we al jaren bezig met het optimaliseren van een goed luchtklimaat, iets wat anno 2020 een onderwerp is dat het tijdsbeeld tekent. Denk hierbij aan openbare gebouwen zoals zorginstellingen, scholen en laboratoria. Door in verschillende branches actief te zijn doen we kennis op die overgeheveld kan worden van branche naar branche. Technieken en materialen die in de ene branche ingeburgerd zijn, kunnen namelijk in de andere branche een belangrijke innovatie met zich meebrengen. Innovatie heeft een zeer hoge prioriteit. Door altijd op zoek te zijn naar nieuwe technologieën zijn we immers zo groot geworden als we nu zijn. Door onze productie in eigen handen te houden kunnen we een vaste productkwaliteit garanderen en bovendien snel schakelen in ons productieproces waardoor we zeer korte levertijden kunnen aanhouden, zodat we ook voor spoedoplossingen onze klanten een gevoel van veiligheid kunnen geven. 42 | nummer 7 | 2020

Klay-Instruments Proces Instrumentatie op maat Klay Instruments is een Nederlandse producent van Proces Instrumentatie in geheel RVS uitvoering voor de gehele proces industrie. Al 40 jaar staan staan wij bekend als een zeer fl exibele producent en leverancier van een compleet programma Proces Instrumentatie. In onze fabriek in Dwingeloo produceren wij vele soorten druk- en niveau transmitters, pt100 temperatuur sensoren en druk- en niveauschakelaars. Wij produceren zowel conventionele drukzenders (serie 8000) als ‘Intelligente’ druk- en niveauzenders met HART protocol of Profi bus PA uitgang (serie 2000 en 4000). Klay Instruments is ISO 9001-2015 gecertifi ceerd en alle eigen producten zijn voorzien van vele certifi caten zoals: ATEX / IECEx II1G Ex ia, SIL2, FDT/DTM, EHEDG, Lloyds Register, etc. Specialist in frontmembranen: Op het gebied van drukmeting en hydro-statische niveaumeting zijn wij gespecialiseerd in transmitters met een frontmembraan. Deze transmitters worden veelvuldig toegepast in de Zuivel - en voedingsmiddelen, Farmaceutische, Papier, Chemische, Afvalwater en Scheepvaart industrie. Alle transmitters die door ons worden geproduceerd zijn voorzien van de unieke Klay Frontmembraan technologie, waarbij wordt gezorgd voor extreem weinig olievulling, een geïntegreerde druk- en temperatuur sensor direct achter het frontmembraan en een actieve temperatuurcompensatie. Dit alles zorgt voor een zeer hoge nauwkeurigheid en een perfecte lange termijn stabiliteit. Daarnaast zijn alle transmitters voorzien van een robuuste maar compacte RVS electronica behuizing. Er zijn meer dan 50 verschillende proces aansluitingen beschikbaar! Tevens leveren wij Flow, geleidbaarheid en troebelheid transmitters. Ook een Capacitieve keramische meetcel behoort tot de mogelijkheden 43 Nijverheidsweg 5 7991 CZ Dwingeloo 0521 - 591550 info@klay.nl www.klay.nl

Energietransitie Liever eerst ‘fruit van de grond oprapen’ dan investeren in dure en soms onbewezen technologie Wat je niet gebruikt, hoef je M We kunnen zonder al te veel moeite miljarden investeren in koolstofvrij staal, ingewikkelde technieken om warmte terug te winnen en andere (soms onbewezen) technieken om CO2 -uitstoot te reduceren, maar de eerste wet van de trias energetica dicteert dat alle energie die je niet verbruikt, ook niet opgewekt hoeft te worden. Volgens werktuigbouwkundige Martine van der Post van Postfossil kan de industrie beter eerst met simpele en bewezen besparingstechnieken beginnen. Bijvoorbeeld door de daken van verwarmde opslagtanks te isoleren. artine van der Post is werktuigbouwkundige, studeerde in Delft en is van huis uit opgegroeid met het feit dat alle energie die je bespaart, ook niet opgewekt hoeft te worden. “De kachel stond op 17 graden en we hadden de allereerste spaarlamp die op de markt kwam. Energie besparen is me met de paplepel ingegoten dus.” Martine van der Post: “Besparen is me met de paplepel ingegoten.” Grootschalig Bij haar eerste baan, bij Nerefco (tegenwoordig BP), ervaarde Van der Post voor het eerst hoeveel energie het nu eigenlijk kost om grote hoeveelheden product middels een industrieel proces te maken. En ook bij haar tweede baan, bij Unilever, bemerkte Van der Post dat er in productieprocessen veel energie werd verbruikt. “Daar begon mijn zoektocht naar industriële energiebesparing. Bij mijn volgende baan, bij Shell, zou ik bij Global Solutions iets kunnen betekenen op het gebied van energiebesparing. En ik heb daar inderdaad aan interessante projecten gewerkt, waar ik direct invloed had op de energie efficiency, maar het ging me niet hard genoeg.” Van der Post begon voor zichzelf. “Ik kon bij mijn vorige werkgevers wel energie besparen als bijzaak, maar niet als hoofdzaak. Ik ontwierp dan bijvoorbeeld een nieuwe infrastructuur voor een fabriek met een grotere diameter van de pijpleidingen, waardoor er minder pompenergie nodig was, maar ik wist dat er bij de uitvoering vaak hele stukken pijp niet geïsoleerd zouden worden, of dat, als er wel geïsoleerd werd, men over die isolatiematerialen zou lopen, waardoor de isolatie minder goed werkt, of zelfs voor extra corrosieproblemen zorgt.” Adviezen Als zelfstandig consultant leverde Van der Post onder andere energiebesparingsadviezen aan diverse terminals, aan ingenieursbureaus, ontwierp ze een compleet verwarmingssysteem voor een tank-cleaning bedrijf, en zo verder. “Je weet niet altijd of die adviezen ook echt Het proces is er zogezegd dus bij gebaat dat die tanks nauwelijks geïsoleerd zijn... 44 | nummer 7 | 2020 worden gebruikt. Bij sommige bedrijven weet ik dat ze bijna alles hebben uitgevoerd, van andere bedrijven weet ik het niet. Soms is de tijd tussen advies en uitvoering erg lang. Zo wordt er nu een project opgepakt waar ik jaren geleden advies voor heb geleverd.” Opslagtanks Bij opslagterminals worden er grote hoeveelheden energie besteed aan de verwarming van de tanks. Veel vloeistoffen moeten op een bepaalde temperatuur worden gehouden om stolling te voorkomen. In de tanks zijn daartoe doorgaans verwarmingssystemen gebouwd om het medium op tempera

ook niet op te wekken tuur te houden. En die tanks zijn soms niet geïsoleerd en vaak slechts ten dele geïsoleerd. Van der Post: “De ironie is dat die verwarmingssystemen gebruik maken van stoom, waarbij het voor productielocaties eigenlijk best handig is dat die stoom vlot afkoelt, omdat je daarbij condensaat krijgt. Het proces is er zogezegd dus bij gebaat dat die tanks nauwelijks geïsoleerd zijn. Vanuit het standpunt van de procestechnoloog snap ik dat wel. Als die stoom niet afkoelt in de tank moet je het namelijk elders weer wegkoelen, bijvoorbeeld aan de lucht.” Pure verspilling Hoewel slecht geïsoleerde tanks vanuit het procestechnologisch perspectief nog te verdedigen zijn, meent Van der Post dat het vanuit het energieperspectief totaal geen hout snijdt. “Zo kan er in een raffinaderij waardevolle warmte worden weggekoeld door niet-geïsoleerde tanks, terwijl de buurman een eigen stoomketel heeft om warmte te genereren voor hun eigen proces. Dat is Wat mij betreft zouden bedrijven een prijs moeten betalen voor dat wegkoelen: dat is namelijk misschien wel de beste definitie van energieverspilling... natuurlijk pure verspilling. Wat mij betreft zouden bedrijven een prijs moeten betalen voor dat wegkoelen: dat is namelijk misschien wel de beste definitie van energieverspilling.” Stoom vs warm water Ook de inzet van stoom voor de verwarming van opslagtanks is volgens Van der Post een dubieuze keuze. “Het is echt zo verschrikkelijk zonde om stoom te gebruiken voor verwarming tot zestig of tachtig graden. Veel efficiënter is om dit met warm water te doen. Bij Standic in Dordrecht doen ze dit al jaren. Ook bij Vopak Europoort hebben ze een tankenpark dat al decennia lang met warm water op temperatuur wordt gehouden, dus er is en was geen enkele technologische belemmering.” Maar als stoom wordt vervangen door warm water zijn er wel grotere warmtewisselaars nodig en een effectieve isolatie van de tank. “En het werkt ook allemaal wat anders. Warm water werkt veel trager dan stoom. Je kunt dus niet even je tank opwarmen, dat kost gewoon een dag of tien.” Energieverbruik halveren Verwarmde tanks, vooral de exemplaren met een behoorlijke diameter, lekken opzienba45

rend veel warmte weg via een niet-geïsoleerd dak. “Door een niet geïsoleerd stalen dak krijg je onder andere convectiestromen onder het dak, wat voor een enorme afkoeling zorgt. Het feit je dat het totale energieverbruik van een dergelijke opslagtank praktisch kunt halveren door het tankdak te isoleren zegt natuurlijk al wel genoeg”, meent Van der Post. Boek Van der Post verdiepte zich in de isolatie van opslagtanks, vooral vanwege het feit dat het haar verbaasde dat er zoveel energiebesparing viel te realiseren op dat gebied. In 2015 kwam haar eerste boek uit waarin ze uit de doeken doet hoeveel energie er weglekt door het ontbreken van isolatie en hoe adequate isolatie kan leiden tot zeer significante energiebesparingen. “Vooral bij tanks met een grote diameter en een warm medium is het besparingspotentieel erg groot. Bij smalle, hoge tanks, of bij lagere opslagtemperaturen loont isolatie minder snel.” Nieuwe tanks worden tegenwoordig vaak dubbelwandig en geïsoleerd uitgevoerd. Maar de grootste winst valt uiteraard te halen in de vele duizenden opslagtanks die niet of nauwelijks geïsoleerd zijn. Fictief tankenpark In haar boek gebruikt Van der Post een fictief tankenpark als rekenvoorbeeld. Het park bestaat uit tien grote verwarmde tanks met wandisolatie en acht kleinere nietgeïsoleerde varianten die vorstvrij worden gehouden. In deze isolatiestaat toestand zou het fictieve tankenpark zo’n 3 miljoen kuub aardgas op jaarbasis gebruiken voor de verwarming van opslagtanks. “Je kunt bij dit park bijna de helft besparen op je gasverbruik door de daken van de grotere tanks te isoleren’, weet Van der Post. “Als je vervolgens op warm water gaat verwarmen, kan daar nog eens zo’n zes procent op bespaard worden en als je dan ook nog gebruik maakt van restwarmte, van bijvoorbeeld je buurman die nu z’n warmte wegkoelt, bespaar je nog eens vijf tot vijftien procent.” Dat laatste, vaak ook wel Pinching genoemd, gebeurt wel regelmatig binnen de grenzen van de fabriek, maar het wordt pas echt interessant als die warmte-integratie de fabrieksgrens kan overschrijden. “Die voorbeelden zijn er wel natuurlijk, maar het zijn nog uitzonderingen. Er wordt nog steeds heel veel gas voor niks verstookt.” Potentieel Wat het totale besparingspotentieel voor opslagtanks in Nederland is, valt lastig te 46 | nummer 7 | 2020 zeggen. Van der Post: “Ik weet niet precies hoeveel opslagtanks er in Nederland staan en welke wel en niet geïsoleerd zijn. Wel heb ik jaren geleden naar de Rotterdamse opslag van stookolie gekeken, omdat daar aan de hand van binnenkomend en uitgaand product goed valt te herleiden hoeveel er wordt opgeslagen. Uitgaande van een gemiddelde tankgrootte kom je dan op een bepaalde totale dakoppervlakte. Wetende wat de gemiddelde bewaartemperatuur is en wetende hoeveel energie er weglekt middels een niet-geïsoleerd dak, kan je dus inschatten wat het totale besparingspotentieel is, namelijk het jaarverbruik van zevenduizend huishoudens.” Cash is king Daar komt bij dat het isoleren van tankdaken bepaald geen rocket science is. Dat, gecombineerd met de grote energiewinst, resulteert in korte terugverdientijden. Een tankdak isoleren verdien je gemiddeld binnen drie jaar terug. En toch zijn er nog steeds heel veel niet-geïsoleerde tankdaken. Volgens Van der Post ligt dat aan de manier waarop grote industriële bedrijven zijn georganiseerd. “Raffinaderijen bestaan uit verschillende assets, waarbij de losse assets bijna op zichzelf staande bedrijven zijn. De geldstromen onderling lopen dus ook veel minder makkelijk dan je zou denken. Energiekosten zitten in een ander potje dan projectkosten. Als jij je tankdak wilt isoleren, is dat om energiekosten te besparen, maar de benodigde werkzaamheden moeten uit het ‘projectkosten-potje’ worden betaald. En dat werkt dus niet zo simpel. Als je een nieuwe tank bouwt, verdien je die in veel kortere tijd terug. Een besparing genereert per definitie geen nieuwe cashflow. Het drukt alleen de kosten. En cashflow is vaak king, heb ik geleerd.” Kostendekkend Bovendien zijn er ook bedrijven die extra omzet genereren met het verwarmen van hun tanks. Van der Post: “De kosten die deze bedrijven maken, zijn meestal gedekt, dus waarom zou je dan willen besparen? Vergelijk het met woningcorporaties. Op het Daar komt bij dat het isoleren van tankdaken bepaald geen rocket science is. Dat, gecombineerd met de grote energiewinst, resulteert in korte terugverdientijden...

moment dat er all-in verhuurd wordt, is het interessant om energie te besparen. Maar als je klanten toch zelf voor hun energie betalen, waarom zou je dan willen isoleren?” Nu de olie&gas-sector steeds meer onder druk staat, bemerkt Van der Post toch een toename in de interesse in energiebesparing. “Ik krijg de laatste tijd meer vragen en er worden vaker rapporten opgevraagd.” Niet verwarmen Voor bedrijven die isoleren te duur vinden, is er nog een optie, die soms goedkoper kan uitvallen. Er zijn namelijk ook bedrijven die er voor kiezen om hun tanks niet te verwarmen, weet Van der Post. “Als het niet ten nadele van de kwaliteit van het product is, kan je dat prima doen. Maar je moet wel goed rekening houden met wat er gebeurt bij het opwarmen. Als je bijvoorbeeld stookolie laat afkoelen en het vervolgens middels een verwarmingssyteem dat op stoom werkt weer gaat opwarmen, krijgt je warmtewisselaar een soort aanbaklaag op de oppervlaktevergrotende fins, omdat die bloedheet worden, net als de stookolie die alleen ter plaatse gesmolten is. Die aanbaklaag isoleert enorm en dat is niet handig. Zou je de tank met warm water verwarmen, zou je al van dat probleem af zijn trouwens. Maar bij veel andere producten is het laten stollen en opwarmen geen probleem, mits er voor gezorgd wordt dat het gesmolten product naar boven kan stromen.” Dampverwerker Tankisolatie is in de loop van de tijd een specialisatie geworden voor Van der Post, maar er zijn uiteraard andere gebieden waar veel winst valt te behalen. “Te grote, geknepen pompen, perslucht, dat soort zaken. Maar ook, wel weer specifiek over tankopslag, de dampverwerking bij opslagtanks. We willen tegenwoordig niet meer dat omwonenden stankoverlast ervaren, dus dampen uit de tank gaan de dampverwerker in. Bij een combuster type brandt daar een waakvlam waar een paar kuub gas per minuut doorheen gaat. Dat is dus in een uur of tien het gasverbruik van een compleet huishouden. Ik begrijp het wel: er zitten allerlei stoffen in die dampen en dat moet dus op zeer hoge temperaturen verbrand worden, maar het verbruik van zo’n waakvlam is toch echt astronomisch.” Horizon Er valt dus veel CO2 -uitstoot te vermijden, zonder dat daarbij dure en soms onbewezen technologie nodig is. Volgens Van der Post vallen sommige energiebesparingen niet eens meer in de categorie ‘laaghangend fruit’. “Soms ligt het gewoon al op de grond. Je hoeft het alleen nog maar op te rapen. Bij Zelf energie besparen? Ook energie besparen? Kijk op www.postfossil.nl Onder ‘berichten’ is het handboek over tankisolatie gratis te downloaden. 47 Dat is dus in een uur of tien het gasverbruik van een compleet huishouden... de kleinere bedrijven, vaak familiebedrijven, wordt er over dit soort dingen vaker goed nagedacht en is er een langere horizon. Bij grote bedrijven is er meestal geen direct aanwijsbare probleemeigenaar. Vaak wisselen werknemers binnen die grote bedrijven verplicht elke paar jaar van functie, waardoor die lange termijn belangen in het geding kunnen komen.” Energiebelasting Het is ironisch dat juist bij die grote bedrijven de grootste (absolute) besparingen zijn te realiseren, maar dat daar de incentive door een andere factor kleiner kan zijn, namelijk de getrapte energiebelasting. “Ik ken zelfs verhalen waarbij bedrijven hebben uitgerekend dat ze door een energiebesparing een ander tarief voor hun gas gaan betalen en netto per kuub gas meer kwijt zijn. Het slaat natuurlijk helemaal nergens op, maar zo werkt het wel”, besluit Van der Post.

Column Een slapende garnaal wordt meegenomen door het getij... Flexibiliteit is belangrijker dan ooit E en tijd lang ging het ons in West Europa economisch voor de wind. Door de corona lockdowns dreigt er nu een recessie aan te komen. Niet alleen de horeca en reisbranche krijgen klappen. Er zijn ook in het tweede kwartaal van dit jaar 45% minder bier, 30% minder cosmetica en 30% minder medical devices verkocht, om zo maar wat te noemen. De economische gevolgen zullen uiteindelijk in alle sectoren voelbaar worden. Ook de impact op onze beroepsbevolking moeten we niet onderschatten. Praktijkonderwijs bestaat vandaag al exact 250 dagen uit twee uur lang online voorbereiden van een lasklus of een freeswerkstuk. Ir. Martin van den Hout Sr. Management Consultant Agidens Consulting martin.vandenhout@agidens.com 48 | nummer 7 | 2020 Er verandert echter meer. In de top tien van grootste bedrijven ter wereld staan nu vijf Chinese bedrijven. Daarnaast moeten we de komende jaren CO2 neutraal worden en afkicken van de fossiele brandstoffen. Er verandert dus veel. Toch ben ik niet pessimistisch over de toekomst van ons bedrijfsleven. Bedrijven die flexibel zijn en zich blijven ontwikkelen, zullen succesvol zijn. Bedrijven die star vasthouden aan hun oude manier van werken, zullen echter verdwijnen. De vraag is alleen: hoe word je flexibel als bedrijf? Natuurlijk kan ik hier het standaard praatje afsteken over productinnovatie en inspelen op de markt. Dat praatje is nog waar ook, maar het is niet het complete verhaal. Product-innovatie is slechts één aspect. Een bedrijf moet zich niet alleen kunnen aanpassen aan vraag naar andere producten of diensten, maar ook aan een veranderende economische situatie. Dat betekent dat de onderhoudsdienst van een bedrijf bijvoorbeeld heel snel moet kunnen schakelen om onderhoudskosten te verlagen, zonder de kwaliteit van producten of assets aan te tasten. Dit kan onder andere door het aanpassen van zijn preventief en correctief onderhoud aan de benodigde bezettingsgraad van het machinepark. Iets anders dat een bedrijf kan doen, is het opbouwen van een flexibele schil. Dit betekent niet dat ik standaard een voorstander ben van zoveel mogelijk uitbesteden. Voor een deel van het werk, kan dit echter wél een hele goede strategie zijn. Een bedrijf kan er ook voor kiezen om expertise in te huren om verbeteringen door te voeren in de organisatie. Voor eigen medewerkers is het vaak moeilijk om te zien waar de verbeteringen haalbaar zijn. Voor succesvolle bedrijven, is het net zo gewoon om een consultant binnen de productie of techniek in te huren als het is om een belastingadviseur in te huren. Het continu verbeteren van je organisatie en van productieprocessen moet echt hoogste prioriteit krijgen van bedrijven. Een andere manier om flexibel te worden, is gebruik maken van de nieuwe informatietechnologieën. We kennen allemaal het rijtje: big data, internet of things, industry 4.0, virtual reality, augmented reality, digital twins, 3D printing. Het zijn allemaal mogelijkheden om ons productieproces slimmer, flexibeler, goedkoper en beter te maken. Onze auto’s zijn de laatste tien jaar al veranderd in rijdende computers. Dat zal ook gaan gebeuren met onze fabrieken. Ook op dit gebied aarzelen we nog te veel. Steeds meer bedrijven zijn innovatief bezig, maar er zijn nog steeds veel grote productiebedrijven die het nut niet zien. Ze zijn afwachtend en willen het eerst bij de concurrent werkende voorbeelden zien. Dan kom je echter per definitie te laat. Of, zoals onze koning ooit in Mexico probeerde te zeggen: “Een slapende garnaal wordt meegenomen door het getij”. De veranderende economie biedt kansen. We moeten ze alleen wel willen grijpen. 48

+ Hirschmann Network Solutions Uw partner voor een veilig, betrouwbaar industrieel netwerk Het netwerk vormt de ruggengraat voor de communicatie van uw productieproces en steeds meer automatiseringssystemen. U dient continue rekening te houden met de toepassingen en mogelijkheden van morgen. Met ruim veertig jaar ervaring in industriële datanetwerken en infraprojecten is Network Solutions gespecialiseerd in het op maat ontwerpen en implementeren van turnkey oplossingen voor: o Industrial Networks o Wireless Networks o Network Security o Management en Monitoring Een succesvolle implementatie van een industrieel datanetwerk wordt bepaald door een integrale projectaanpak. Onze experts bieden u: - Advies - Engineering en ontwerp - (Pre-) confi guraties - Implementaties - Test en validatie - Storingsonderzoek - Trainingen - Beheer en ondersteuning Industrial Network Security Wij bieden een end-to-end netwerkoplossing en een compleet security concept dat leunt op mensen, processen en technologieën uit zowel het OT- als het IT-domein. Volgens de richtlijnen van IEC62443 verzorgen wij het juiste beveiligingsniveau dat voor industriële netwerken cruciaal is. Wireless Networks Industrial Networks Network Security Management & Monitoring 49 Pampuslaan 170 1382 JS Weesp 0294 - 462555 networksolutions@hirschmann.nl hirschmann.nl/hns

      Van Beek ontwikkelt en produceert schroeftransportsystemen                    Neem contact op via +31 (0)416 37 52 25 of stuur een e-mail naar info@van-beek.nl   Christiaan Huygensweg 20 5151 DN Drunen Nederland W www.van-beek.nl T +31 (0)416 37 52 25 F +31 (0)416 37 83 50 E info@van-beek.nl

Van Beek: álles wat schroeftechnologie inhoudt en meer! Sinds de oprichting in 1939 staat Van Beek bekend om haar improvisatietalent, innovatieve geest en de wil een kwaliteitsproduct te produceren. Er kan gesteld worden dat innovatie op het gebied van schroeftechnologie in de genen zit van deze wereldwijde specialist in schroeftransport. Het toepassen van technologische verbeteringen is niet alleen essentieel voor groeimogelijkheden van bedrijven. Juist in tijden van crisis, zoals we die nu beleven, bieden technologische hoogstandjes bedrijven nieuwe mogelijkheden op het gebied van al dan niet noodgedwongen, versnelde ontwikkelingen. Van Beek weet als geen ander hierop in te springen door vakkundig maatwerk te leveren. Hierdoor kan de innovatieve toepassing van schroeftechnologie in de breedste zin van het woord vertaald worden in tal van klantspecifi eke oplossingen, die binnen het productieproces van de klant zelf als een grote uitdaging worden gezien. Alle vormen van schroeftechniek Of het nu gaat om één standaard schroeftransporteur of een complex project bestaande uit meerdere schroeftransporteurs, effi ciënte schroefwarmtewisselaars en doseerders: Van Beek biedt álles wat schroeftechnologie inhoudt en meer! De specialist in maatwerkoplossingen excelleert in alle vormen van schroeftechniek. Daarbij valt te denken aan het snel, hygiënisch en veilig transporteren van onder meer poeders, granulaat en pasta’s. Een geruisloos en stofvrij proces, dat niet alleen horizontaal, maar ook onder een hoek van maximaal 90° kan plaatsvinden. Bovendien vraagt ook het doseren van poeders en korrels om de nodige kennis en ervaring, aangezien het loop- en stromingsgedrag van poeders sterk kan verschillen. Van Beek kan ook in dit deel van het productieproces maatwerk leveren, eventueel door vooraf te testen. Voortraject Het ontwerpen, produceren, implementeren en doorontwikkelen van klantspecifi eke maatwerkoplossingen komen het best tot hun recht als Van Beek al in de vroegste fase van een project mee kan denken. Daarnaast zorgen een eff ectieve communicatie en samenwerking met de klant, het gebruikmaken van elkaars innovatieve kracht, kennis en kunde voor een optimaal eindresultaat. Helemaal als de mogelijkheid zich voordoet om testmachines live in de productielijn in te bouwen en daarmee tijdens het testen de gewenste oplossing door te ontwikkelen. Begrip in de procesindustrie Het is dan ook niet zo vreemd dat de specialist in schroeftransport zich de afgelopen tachtig jaar wist te ontwikkelen tot één van de grootste spelers in de Benelux op het gebied van schroeftransporteurs. De innovatieve toepassingen van schroeftechnologie door Van Beek zijn inmiddels een begrip in de procesindustrie, waar met name de chemische, farmaceutische, milieu- en voedingsmiddelenindustrie hun voordeel mee doen. 51 Christiaan Huygensweg 20 5151 DN Drunen www.van-beek.nl

Safety Veilige communicatie in explosiegevaarlijke omgevingen Binnen uitgebreide industriële installaties helpen mobiele communicatieapparaten om gegevens uit te wisselen en processen te optimaliseren. Om een succesvol Enterprise Mobility-concept te introduceren kunnen bedrijven rekenen op effectieve oplossingen. Smartphones en tablets maken communicatie binnen het fabrieksterrein mogelijk en beschermen werknemers in gevaarlijke omgevingen. obiele communicatieapparatuur, zoals smartphones of tablets, worden steeds belangrijker voor industriële bedrijven. Ze maken gegevens beschikbaar in fabrieken en industriële omgevingen en vergemakkelijken de communicatie tussen de controlekamer en de werknemers. Ze ondersteunen ook mobiele werknemers bij hun dagelijkse taken en zorgen zo voor geoptimaliseerde processen en een betrouwbaar kwaliteitsmanagement. In zware en potentieel explosie gevaarlijke omgevingen kan het gebruik van dergelijke Enterprise Mobility Solutions zelfs levensreddend zijn. Een geïntegreerde noodoplossing is hier de norm. Dankzij geïntegreerde kaarten en lokalisatie via radio kunnen ze slachtoffers optimaal lokaliseren. M Op deze manier maken mobiele apparaten het werk van onze werknemers veiliger en sneller. Tevens maken ze het mogelijk om relevante gegevens over ongevallen te verzamelen, zelfs voordat de hulpdiensten arriveren, zodat onmiddellijk passende maatregelen kunnen worden genomen. Hoge normen voor industrieel gebruik Mobiele apparaten moeten aan hoge eisen voldoen om geschikt te zijn voor industrieel gebruik. Voor specifieke explosiegevaarlijke gebieden moet mobiele communicatieapparatuur speciaal worden ontworpen in overeenstemming met de toepasselijke regelgeving en voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen. Tegelijkertijd is het voor bedrijven essentieel dat deze 52 | nummer 7 | 2020

kingstation) zorgt ervoor dat de apparaten in elke situatie gemakkelijk te dragen, te bevestigen en op te laden zijn. De push-totalk- en alarmknoppen, de volumeregelaar en de cameraknop op het toestel zelf hebben een extra ergonomisch vorm. Ze zijn zo geplaatst dat ze intuïtief kunnen worden bediend. apparaten moeiteloos in digitale infrastructuren kunnen worden geïntegreerd om werkprocessen te ondersteunen en flexibeler te maken. Tegenwoordig zijn er state-of-the-art oplossingen, die een hoge ergonomie en bedienbaarheid garanderen zowel als betrouwbare bescherming en wereldwijde inzetbaarheid. Certificeringen voor hardware- en softwareondersteuning en voor beveiligingspatches maken ook deel uit van dergelijke uitgebreide mobiele communicatieoplossingen. Met de Tab-Ex-serie biedt het merk Pepperl + Fuchs ECOM één van de meest robuuste apparaten voor het werken in explosieveilige omgevingen en ruige omgevingen. De nieuwste toevoeging aan ons portfolio is de Tab-Ex® Pro voor Zone 2/22 en Div. 2. Met een 10-inch display is de Tab-Ex® Pro perfect voor het bekijken van web gebaseerde inhoud en voor het gebruik in veeleisende toepassingen. Bovendien stelt het werknemers in staat om gemakkelijk over te schakelen van veld naar kantoor en visa versa. Ondanks het grote scherm en de robuuste constructie is de tablet zeer licht en gebruiksvriendelijk. Ergonomische eigenschappen voor optimale bedienbaarheid Een comfortabele en gemakkelijke bediening is essentieel bij het dagelijkse gebruik van mobiele apparaten. Leveranciers zoals ECOM richten zich daarom op hoogwaardige functionaliteiten en een strak ontwerp. Een groot display is bijvoorbeeld gemakkelijk om af te lezen, zelfs in direct licht en het stelt de mobiele medewerker in staat om in alle werksituaties gegevens in het bedrijfsnetwerk door te sturen en te delen. Bovendien bieden kenmerken zoals een robuust, slag- en krasbestendig gorillaglas een betrouwbare bescherming tegen beschadiging. Ongewenste storingen tijdens werkzaamheden in omvangrijke industriële installaties worden tegengegaan door extra krachtige accu‘s met tot wel 15 uur oplaadtijd. Details als een magnetische USBpoort, die slijtage en beschadiging van pin points en onbeveiligde USB-aansluitingen voorkomt, garanderen ook een lange levensduur. Ook de door ECOM gebouwde intrinsiek veilige 4G / LTE Android-smartphone SmartEx® 02 bevat deze functies. Met een groot display van 12,7cm (5 “), krachtige functies, goede ergonomie en een geoptimaliseerd accessoire concept is het ECOM-apparaat de meest geavanceerde explosieveilige smartphone voor Zone 1/21 en Div. 1. Het vereenvoudigt de communicatie tussen medewerkers, het controlecentrum en backendsystemen. Het bedienen van een slim apparaat tijdens het dagelijkse werk is een uitdagende taak voor de mobiele werknemer, vooral als hij maar één hand vrij heeft of als de veiligheidsvoorschriften hem verplichten om handschoenen te dragen. Daarom zijn de apparaten zo goed als hun accessoires, vooral in industriële toepassingen. Een veelzijdig en modulair montageplaatconcept (riemclip, handlus, oplader, docSoepel uitrollen van hardware op wereldwijd niveau Internationale bedrijven staan voor de uitdaging om mobiele apparaten op een bepaalde datum in verschillende landen te implementeren. Een dergelijke uitrol is mogelijk wanneer mobiele apparaten standaardfrequenties en land specifieke certificeringen ondersteunen. Bedrijven moeten er daarom voor zorgen dat hun apparaten worden geleverd inclusief LTE-frequentiebanden en simlockvrij zijn. Voor de implementatie in explosiegevaarlijke omgevingen moeten leveranciers ook wereldwijde Ex- en goedkeuringscertificaten verstrekken om wereldwijde implementatie en uitrol mogelijk te maken. Leveranciers zoals ECOM leveren op aanvraag, apparaten met klant specifieke voorconfiguratie af fabriek. Ook de staging, het beheer en de real-time monitoring van de smartphone kan door de fabrikant als digitale dienst worden aangeboden. Routinematige taken die meestal op de IT-afdeling aan komen, kunnen zo worden geminimaliseerd. Bovendien wordt niet alleen het instellen en beheren van de mobiele apparaten gemakkelijker gemaakt, maar ook om ze op elk moment en draadloos (op afstand) bij te werken. Conclusie Voor communicatie in ex-beveiligde omgevingen beschikken bedrijven over Enterprise Mobility-oplossingen die niet alleen de communicatie volledig ondersteunen, maar ook de veiligheid van mobiele werknemers. Verificaties zoals Android Enterprise Recommended vergemakkelijken een consistente, eenvoudige implementatie en beheer van deze mobiele oplossingen door middel van hardware- en besturingssysteemondersteuning, gegarandeerde upgrades en regelmatige beveiligingspatches. 53

Utrechtseweg 4A 3451 GG Vleuten 030 - 6779240 info@knf-verder.nl www.knf-verder.nl KNF Verder Specialist in membraangas- en vloeistofpomp technologie KNF Verder b.v. maakt deel uit van de KNF groep met wereldwijd zo’n 850 medewerkers verdeeld over 17 vestigingen, waarvan 5 productielocaties. KNF membraangas-en vloeistofpompen worden gebruikt op laboratoria als standalone pomp of worden in een apparaat ingebouwd voor marktsegmenten zoals de medische, inkjetprinters, gasanalyse, vacuümtechnologie, levensmiddelenindustrie, semi-conductor industrie en voor desinfectie. KNF membraangaspompen worden gebruikt voor het comprimeren en/of evacueren van gassen. KNF membraanvloeistofpompen worden gebruikt voor het transporteren en/of doseren van vloeistoff en. Het KNF pompprincipe heeft als voordeel dat het medium zuiver en olievrij wordt getransporteerd en dat de pompen zelfaanzuigend zijn. Door de modulaire opbouw van de KNF pompen is het eenvoudig om de pomp op klantspecifi caties aan te passen. Met de mogelijkheid van diverse materialen voor de delen die in contact komen met het medium kunnen vrijwel alle soorten gassen en vloeistoff en met de KNF pomp verpompt worden. 54 | nummer 7 | 2020 De KNF pompen zijn in een drietal doelgroepen onder gebracht: KNF Lab: Dit zijn stekkerklare pompen die vooral toegepast worden op het laboratorium. Veel voorkomende toepassingen zijn voor de gaspompen; Vacuümfi ltratie, Vacuumdestillatie, Vacuümpomp in combinatie met rotatiefi lmverdamper en bij de vloeistofpompen; voor het doseren en transporteren van vloeistoff en op het laboratorium. KNF OEM: Dit zijn pompen die speciaal ontwikkeld zijn voor inbouw in een apparaat of machine. De toepassingen hier zijn zeer divers en betreff en voor de gaspompen o.a. gasanalyse systemen voor het milieu, voor het proces of voor gasdetectie t.b.v veiligheid , medische apparaten voor bijvoorbeeld “In Vitro Diagnose” en voor autoclaven. De vloeistofpompen vinden hun toepassing in bijvoorbeeld inktjetprinters voor het verpompen van de inkt, medische apparatuur voor o.a. vloeistofanalyse en het doseren van vele soorten vloeistof in laboratoriumapparatuur. KNF Process: Dit zijn pompen die gebruikt worden in de procesindustrie en voornamelijk opgesteld staan in een fabriek of installatie. Veelal betreft het hier pompen die moeten voldoen aan de ATEX richtlijnen voor situaties waar explosiegevaar heerst. Maar ook pompen die ontwikkeld zijn voor analyse van hete- en/of zeer gevaarlijke gassen vallen in deze groep. De meeste pompen worden toegepast voor proces analyse in de chemische- en petrochemische industrie.

Tempcontrol Industrial Electronic Products Temperatuur meet- en regeltechniek Tempcontrol, opgericht in 1975, is dé specialist op het gebied van meten, regelen en registeren van temperatuur, vocht en dauwpunt. Wij produceren temperatuursensoren op klantspecificatie en in standaard uitvoering. Ook zijn wij leverancier van een breed scala aan temperatuur gerelateerde instrumentatie. Op onze locatie in Nootdorp beschikken wij over een productieafdeling, een kalibratielaboratorium en een cleanroom. Temperatuursensoren De meeste temperatuursensoren die wij leveren worden in overleg met de klant op maat gemaakt en met ruim 40 jaar ervaring zijn wij in staat om steeds weer de juiste oplossing te vinden. Er zijn veel uitvoeringsvormen mogelijk. Weerstandsthermometers en thermokoppels kunnen vervaardigd worden in diverse lengtes, diameters en procesaansluitingen. Een snelle responsietijd, hoge nauwkeurigheid, een lange termijnstabiliteit, bestand tegen hoge of juist lage temperaturen, eigenlijk behoort bijna alles tot de mogelijkheden. In onze cleanroom zijn wij tevens in staat om zeer schone, stofvrije sensoren te produceren en te leveren. Kalibratielaboratorium In ons eigen kalibratielaboratorium meten, optimaliseren, kalibreren en stabiliseren wij sensoren en meetinstrumenten. Eigenschappen zoals insteekeffect, zelfverwarming en responsietijd kunnen worden bepaald. Hiermee garanderen wij dat de door ons geproduceerde sensoren en meetinstrumenten voldoen aan de eisen en wensen van de klant. Tempcontrol biedt kalibratiefaciliteiten binnen het temperatuurbereik van -50 ºC tot 280 ºC. Hiervoor hebben wij de beschikking over vijf vloeistofgevulde kalibratiebaden. Voor de sensoren die niet in een vloeistofbad gekalibreerd kunnen worden, hebben wij een temperatuurkamer voor droge kalibraties beschikbaar. Naast kalibraties behoort stabilisatie van sensoren ook tot de mogelijkheden. Stabiliteitsonderzoek op lange termijn kan worden uitgevoerd tot 1000 °C. In ons laboratorium kunnen tevens thermodynamische onderzoeken plaatsvinden. Instrumentatie Naast temperatuursensoren is Tempcontrol ook leverancier van een compleet programma voor het meten, regelen en registreren van temperatuur, vocht en dauwpunt. Hierbij kunt u denken aan kalibratie-apparatuur zoals kalibratie-baden, blokbaden, precisie thermometers en klimaatkamers. Tevens leveren wij referentiestandaarden die wij zelf in huis produceren. Transmitters, indicators, regelaars, dataloggers, handheldapparatuur, dauwpuntmeters, infrarood apparatuur en optische temperatuurmeetinstrumenten en -sensoren behoren ook tot ons assortiment. Industrieën In bijna alle industrieën waar temperatuur een kritische factor is, zijn de sensoren van Tempcontrol vertegenwoordigd. Zo zijn wij onder meer actief in de medische en voedingsmiddelenindustrie, lucht-, ruimteen scheepvaart, halfgeleider-, kunststoffenindustrie en defensie. Maar ook de pharma- en petrochemie, de machine- en apparatenbouw, installatiebedrijven en laboratoria vertrouwen op onze producten en diensten. 55 Ambachtshof 54 2632 BB Nootdorp 015 - 2511831 info@tempcontrol.nl www.tempcontrol.nl

Perslucht Sneller en makkelijker te realiseren dan menigeen denkt! Energiebesparing bij (bestaa Industrie breed is perslucht al decennia lang een populaire energiedrager, waarvan de opwekking en distributie maar liefst 10% van het totale industriële elektriciteitsverbruik in Europa voor haar rekening neemt. Dat hoge percentage komt vooral omdat de opwekking van perslucht doorgaans niet erg efficiënt is. Zonder energiebesparende maatregelen gaat namelijk 75 tot 80% van de door compressoren opgenomen elektrische energie verloren als warmte. Maar dat kan beter! Want met de juiste maatregelen kan het rendement van persluchtinstallaties fors omhoog. Geveke Persluchttechniek heeft daar een uitgebreid Whitepaper over gemaakt vol met ‘tips&tricks’, waarvan we er een aantal de revue laten passeren. Frank Senteur V reemd genoeg hebben veel ondernemingen er geen idee van hoeveel perslucht ze precies gebruiken en wat hiervan de werkelijke kosten zijn. En als ze dit zouden weten, zouden ze er waarschijnlijk van schrikken. In dit artikel presenteren we een aantal praktische en vaak eenvoudig te nemen maatregelen, waarmee het energiegebruik van persluchtinstallaties doorgaans met minimaal 20% en soms zelfs met meer dan 50% omlaag gebracht kan worden. Via het uitgebreide Compressed Air Energy Monitoring System (CAEMS) worden onder andere het luchtverbruik en opgenomen vermogen real time gemeten en weergegeven in heldere grafieken waardoor afwijkingen snel zichtbaar worden. Meten is weten Bedrijven groeien, productielijnen veranderen, capaciteiten nemen toe of juist af, dus is het belangrijk om periodiek te controleren of de persluchtinstallatie nog wel aan de actuele eisen en mogelijkheden voldoet. Zo’n controle geschiedt op basis van een zogeheten AirAudit. Daarbij worden op diverse plaatsen in de fabriek gedurende meerdere dagen druk- en capaciteitsmetingen verricht en vervolgens geanalyseerd. Bij oudere installaties kunnen de kosten ongemerkt behoorlijk zijn opgelopen in welk geval uw compressorleverancier kan voorrekenen of het zinvol is om oudere compressoren te vervangen door machines van de nieuwste generatie die aanmerkelijk energiezuiniger zijn. Ook kan op basis van de AirAudit door het aanpassen van leidingen en/of het installeren van een flowdrukregeling (IFC) of centraal regelsysteem de installatie fors worden verbeterd. Belangrijk is ook dat een AirAudit lekkages blootlegt zodat deze direct kunnen worden verholpen. Al deze verbeteringen zijn zowel vanuit energetisch als operationeel oogpunt bezien interessant. Vergeet daarbij ook niet om de filter- en drogersystemen mee te nemen in de inventarisatie en evaluatie. Tegenwoordig zijn er filtersystemen op de markt die zelfs in verzadigde conditie een extreem geringe drukval van minder dan 125 mbar hebben. Dat betekent een minimaal energieverlies. Tevens is er op het gebied van drogers de laatste jaren veel vooruitgang geboekt. Zo zijn er inmiddels hybride drogers (combinatie van koeldroger en adsorptiedroger) en adsorptiedrogers die met warme compressorlucht worden geregenereerd en daardoor aanzienlijk energievriendelijker zijn. Ideaal is het om het actuele vermogen (stippen) onder de lineaire lijn te houden. Lukt dat niet, dan is nader onderzoek vereist. 56 | nummer 7 | 2020 Maar waar men vaak niet aan denkt is dat elke bar teveel 7% hogere energiekosten betekent...

nde) persluchtsystemen Systeembewaking De beste manier om precies te achterhalen welke mogelijkheden er zijn voor (verdere) systeemoptimalisatie en energiereductie, is de persluchtinstallatie te (gaan) bewaken. Een van de eenvoudigste methodes is het meten van het opgenomen vermogen van de compressor(en), waarvoor een kWhmeter in het voorpaneel van de compressor kan worden ingebouwd. Het plaatje kan worden gecompleteerd door een flowmeter direct achter de compressorinstallatie te plaatsen. Door de ‘tellerstanden’ dagelijks/ wekelijks te noteren en deze uit te zetten in tabellen en grafieken worden het persluchten energieverbruik en het verloop ervan snel zichtbaar. Er zijn ook uitgebreidere kWh-meters met een groot display die standaard over zowel een puls- als Modbus RTUuitgang beschikken waardoor meetwaarden direct digitaal beschikbaar zijn. Voor ‘kleinere persluchtgebruikers’ is dit een relatief goedkope en simpele manier om inzicht te krijgen in het gebruik en de kosten van de persluchtinstallatie. Ook kunnen storingen hiermee worden voorkomen. Is er bijvoorbeeld verbruik wanneer er helemaal geen productie is en/of lopen het opgenomen vermogen en de flow gestaag op, zonder dat er in de betreffende periode beduidend meer is geproduceerd, dan is er vrijwel zeker sprake van (toenemende) lekkages. Loopt de flow niet op, maar wel het opgenomen vermogen van de compressor, dan kan er iets aan de hand zijn met de inlaatfilters en/ Vooral lange persluchtleidingen in de fabriek mag men nooit te dun kiezen, teneinde druk- en energieverlies te beperken. of de koeling van de compressor. Tijdig ingrijpen voorkomt in dat geval storingen en/ of oplopende kosten. Uitgebreide monitoringsystemen Een uitgebreidere, maar ook duurdere bewakingsvorm die echter veel meer analysemogelijkheden biedt, is het toepassen van een professioneel monitoringsysteem. Dit is vooral interessant voor grotere productiebedrijven die over uitgebreide persluchtsystemen met meerdere compressoren beschikken. Eén van de meest uitgebreide monitoringsystemen is CAEMS (Compressed Air Energy Monitoring System) waarmee continu met een hoge nauwkeurigheid in beeld wordt gebracht hoe de persluchtinstallatie presteert. Door het systeem aan internet te koppelen kunnen experts op afstand zien wat er precies in de persluchtinstallatie gebeurt. Op basis van door CAEMS gegenereerde gegevens kunnen de betrouwbaarheid van de installatie worden verhoogd en de energiekosten verlaagd. Uit praktijkervaringen blijkt dat uitgebreide monitoringsystemen altijd besparingen op de perslucht gerelateerde kosten opleveren. In welke vorm dan ook. Systeemdruk verlagen In veel bedrijven is de systeemdruk ‘uit veiligheid’ vaak te hoog. Maar waar men vaak niet aan denkt is dat elke bar teveel 7% Het perslucht leidingnet moet lekdicht zijn en juist gedimensioneerd zodat de drukval over de leidingen minimaal is. Bij dit voorbeeld van Transair wordt een ringleiding met een royale diameter gebruikt wat de drukstabiliteit ten goede komt. hogere energiekosten betekent. Door de systeemdruk in kleine stapjes te verlagen en de juiste werking van alle aangesloten machines nauwkeurig in de gaten te houden, komt men er snel achter of drukverlaging een reële optie is. In veel gevallen blijkt dit geen probleem. Een voorbeeld: bij een 57

Componenten van het Compressed Air Leakage Management System (CALMS), waarbij de gemeten waarden direct online beschikbaar zijn voor lekdetectie, monitoring en analyse. multinational op het gebied van voedingsmiddelen en dranken stond de systeemdruk in één van haar fabrieken aanvankelijk ingesteld op 7 bar. Na installatie van een monitoringsysteem werd de druk telkens met een paar tiende bar verlaagd. Bleven alle machines en systemen gedurende een volledig aantal productiecycli goed werken, dan werd de druk weer met een paar tienden verlaagd. Inmiddels staat de systeemdruk bij deze fabrikant op 5 bar en men vermoedt dat het laagste punt nog niet is bereikt. In ieder geval heeft dit nu al een besparing op het energiegebruik opgeleverd (gerekend vanaf de aanvangssituatie) van bijna 14%. Warmteterugwinning Veel nieuwe compressoren zijn tegenwoordig ‘af-fabriek’ uitgerust met een extra warmtewisselaar voor warmteterugwinning, terwijl deze bij bestaande compressoren veelal in een later stadium kan worden geinstalleerd. Met warmtewisselaars wordt de thermische energie uit het olie- en/of waterkoelcircuit van de compressor gehaald en kan deze vervolgens worden gebruikt voor het verwarmen van kantoor- of productieruimten of om processen en/of proceswater op te warmen. Met een goed gedimensioneerde warmteterugwininstallatie is tot wel 80% van de anders als warmte verloren gegane energie terug te winnen. Bedrijven kunnen daarmee honderden tot (tien) duizenden euro’s per jaar besparen op hun gasrekening. Zie de tabel met besparingsvoorbeelden. Toerengeregelde machine Bij bestaande installaties die nog alleen uit nullast/vollast compressoren zijn opgebouwd is het zinvol om in ieder geval één compressor te vervangen door een toerengeregelde machine. De stationaire compressoren kunnen dan volledig in vollast (= meest rendabel) worden ingezet, terwijl de toerengeregelde compressor de fluctuaties in de vraag opvangt. Los van een constantere systeemdruk zorgt een toerengeregelde compressor in veel gevallen ook voor verlaging van het totale energiegebruik. Nieuwe installaties worden tegenwoordig vrijwel altijd uitgerust met een toerengeregelde compressor, al dan niet in combinatie met een of meerdere stationaire compressoren. Centrale regeling Is sprake van meerdere compressoren, dan is het aan te bevelen om een centrale regeling toe te passen. Deze verdeelt de draaiuren gelijkmatig over de compressoren, waardoor sprake is van evenredige slijtage. Een slimme regeling selecteert automatisch de juiste compressorcombinaties die passen Inspecteer regelmatig het inlaatfilter van de compressor. Dit vooral in het voorjaar wanneer er pluizen en pollen in de lucht zitten. 58 | nummer 7 | 2020 Loopt de perslucht-flow niet op, maar wel het opgenomen vermogen van de compressor dan kan dit, zoals hier zichtbaar is, worden veroorzaakt door een met vuil- en stofdeeltjes verzadigd inlaatfilter. Dit dashboard, dat vanuit CAEMS op Tablets, Smartphones, Laptops of PC’s kan worden gepresenteerd, geeft in één oogopslag informatie over de geleverde capaciteit, het energiegebruik en de energiekosten van het persluchtsysteem.

bij de actuele persluchtbehoefte. Bovendien regelt een digitale besturing de drukinstelling voor de gehele installatie en stuurt deze binnen een nauwkeurige bandbreedte de compressoren aan. Ook worden in de besturing belangrijke gegevens opgeslagen die na analyse de basis leggen voor systeemoptimalisatie en/of verlaging van de onderhoudskosten. Service & onderhoud Elke persluchtinstallatie heeft onderhoud nodig en dit beperkt zich niet alleen tot de compressoren en drogers. Een veel voorkomend interval waarmee periodiek onderhoud uitgevoerd moet worden is 2.000 uur, maar afhankelijk van de belasting en de toepassing van de installatie is een andere frequentie ook mogelijk. Tijdens periodiek onderhoud worden de compressoren gereinigd, olie ververst en de aanzuigfilters schoongemaakt/vervangen. Met name als er veel pollen en andere vuildeeltjes in de aanzuiglucht zitten, dienen de filters vaker gecontroleerd te worden. Door vuile en verstopte aanzuigfilters kan de temperatuur in de compressor aanzienlijk oplopen. Dit gaat ten koste van de betrouwbaarheid en het rendement (hogere energiekosten). Ook de filtersystemen achter de compressor dienen geregeld op verzadiging/verstopping te worden gecontroleerd en hetzelfde geldt voor de drains. Blijven deze hangen, dan kan er lekkage optreden. Belangrijk is ook om de servicemonteur op basis van de informatie in de centrale besturing te laten controleren of de verhouding nullast/vollast nog wel optimaal is. Door compressoren via Besparingsvoorbeeld in de praktijk Bedrijf: Papierfabricage op basis van gerecycled papier. De persluchtinstallatie bestaat uit 5 stuks 250 kW compressoren die nullast/vollast worden geschakeld. Gedurende de 12 dagen durende Audit wordt gemeten:                                  Handheld apparaat waarmee de exacte locatie van luchtlekkages zichtbaar gemaakt kan worden. IoT technologie ook op afstand te bewaken, bijvoorbeeld via Geveke’s iConn systeem, kan nog sneller en exacter worden bepaald wanneer onderhoud uitgevoerd moet worden (condition based maintenance). Lekkagemanagement Nadat één van de compressoren was vervangen door een toerengeregelde compressor werden gedurende de 12 dagen erna aanzienlijk lagere waarden gemeten:                                         Conclusie: vervanging van één compressor door een toerengeregelde compressor resulteerde in een jaarlijkse energiebesparing van € 61.854 Overzicht besparingsmogelijkheden van warmteterugwinning bij compressorinstallaties van verschillende omvang.               1 m3 aardgas komt overeen met 5,9 kW benutbare warmte, kost ca. € 0,15 en levert een uitstoot van 1,89 kg/CO2                                       Uit praktijkevaluaties blijkt dat bij tachtig van de honderd bedrijven ongeveer 50% van alle opgewekte perslucht verloren gaat. Lekkages nemen daarvan 40% voor hun rekening... 59 Uit praktijkevaluaties blijkt dat bij tachtig van de honderd bedrijven ongeveer 50% van alle opgewekte perslucht verloren gaat. Lekkages nemen daarvan 40% voor hun rekening. De andere oorzaak is oneigenlijk verbruik. Beide kunnen echter op zeer eenvoudige wijze inzichtelijk gemaakt en aangepakt worden. Slaan bijvoorbeeld de compressoren in het weekend aan terwijl er geen duidelijke persluchtverbruikers zijn die tijdens productiestilstand op druk gehouden moeten worden, dan is zonder twijfel sprake van luchtlekkages in leidingen,

koppelingen en/of machines. Deze lijken onschuldig maar bedenk dat een gaatje met een diameter van slechts 1 millimeter bij een installatie die 24 uur/dag op 7 bar druk wordt gehouden, bijna anderhalve euro per dag kost aan energieverlies. Dat is meer dan 500 euro per jaar! Tien van dergelijk kleine gaatjes, en deze zijn er al gauw, kosten een bedrijf dus al ruim 5.000 euro per jaar! Met speciale apparatuur zoals richtmicrofoons die ultrasoon geluid detecteren, kunnen zelfs de kleinste lekkages worden opgespoord. Lekkende koppelingen of leidingen kunnen vervolgens snel en tegen relatief lage kosten worden vervangen. De winst die men hiermee realiseert kan enorm oplopen. Het is dan ook zeker aan te raden om het onderhoudscontract uit te breiden met een lekdetectie, monitoring en analysesysteem zoals het door Geveke ontwikkelde CALMS (Compressed Air Leakage Management System). Er zijn gevallen bekend waarbij na het oplossen van alle lekkages de compressoren in het weekend en tijdens productiestilstand niet meer aansloegen, terwijl ze daarvoor continu zeven dagen per week perslucht stonden te leveren. De energiebesparing die daarmee wordt gerealiseerd is vaak aanzienlijk hoger dan men denkt. Ga voor meer informatie en het opvragen van het uitgebreide Whitepaper over persluchtbesparing naar: www.geveke.com/whitepapers Binnenwerk van de Ultima. Dit is een tweetraps olievrije schroefcompressor met een ultra efficiënte permanent magneet motor op elk van de twee air-ends. De complete machine is gesloten waarbij sprake is van maximale warmteterugwinning. Het energieverbruik is derhalve zeer laag en in nul-last zelfs tot 45% lager dan dat van een conventionele olievrije compressor. Energiebesparingsplicht Grafiek uit CAEMS waaruit duidelijk het effect van een AirAudit blijkt. Het elimineren van lekkages, een betere compressor-aansturing en continue monitoring resulteerde in een aanmerkelijk gunstiger gebruiksprofiel met lagere kosten. De Antares persluchtdroger van Geveke is een zogeheten tandemdroger die aanzienlijk zuiniger met energie omspringt. De ‘eerste trap’ is een koeldroger die het drukdauwpunt kan verlagen tot minimaal 3 °C. De tweede trap is een adsorptiedroger. Door deze combinatie kan een vrij instelbaar drukdauwpunt worden gerealiseerd tussen +5 °C en -70 °C. 60 | nummer 7 | 2020 Op 1 juli 2019 is de ‘informatieplicht energiebesparing’ in werking getreden. Deze wettelijke verplichting geldt voor Wet milieubeheer-inrichtingen (Wm-inrichtingen) die per jaar meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ aardgas of een equivalent daarvan verbruiken. Dit betreft dus vrijwel alle bedrijven die over productiemachines en een persluchtinstallatie met één of meerdere compressoren beschikken. Deze bedrijven zijn verplicht om energiebesparende maatregelen te treffen die binnen vijf jaar kunnen worden terugverdiend of een zogeheten ‘Internal Rate of Return’ (IRR) van 15% opleveren. Energiebesparing bij de productie van perslucht heeft in dit kader een zeer hoge prioriteit omdat hierbij met relatief weinig moeite en kosten veelal forse energiebesparingen zijn te realiseren. Los van het feit dat een bedrijf daarmee vaak al volledig voldoet aan de wettelijke energiebesparingsplicht wordt men hierdoor ook een aantrekkelijker leverancier voor klanten die bij voorkeur zakendoen met duurzame, energie- en milieubewuste ondernemingen.

Nieuws WoTS verplaatst naar september 2022, E&A+ in 2021 FHI, FEDA en Machevo&Bulk, de organisatoren van de World of Technology & Science kondigden 4 december aan dat de WoTS verplaatst wordt naar 2022. Het industriële evenement, dat altijd goed is voor grote bezoekersaantallen, zal van 27 tot 30 september 2022 worden georganiseerd in Jaarbeurs Utrecht. Electronics & Applications (E&A), een belangrijke elektronica-vakbeurs, wordt 28 tot 30 september volgend jaar (2021) georganiseerd. Bedrijven die zich hadden ingeschreven voor de WoTS van dit jaar, krijgen de mogelijkheid om komend jaar aan E&A mee te doen, onder de naam ‘E&A+ 2021’. Volgens de organisatoren is het voor WoTS 2020-deelnemers zeer interessant om mee te doen aan E&A+ 2021. Door de toepassing van standaard stands op E&A+ 2021 worden er aanzienlijke kosten bespaard. Bovendien is er door een sterke focus op content ook een interessante online spin-off voor participanten. Het E&A+ 2021 format is een ‘flexibele beurs’, waarbij kosten die op voorhand worden gemaakt (bijvoorbeeld voor standbouw) tot een minimum worden beperkt. Als er een afgelasting komt, zijn de kosten daardoor te overzien. Waterstof uit reststromen op Chemelot Op industriecluster Chemelot wil energieconcern RWE waterstof gaan produceren uit reststromen. Onder de naam FUREC (Fuse Reuse Recycle) moet onder andere Limburgs restafval op het bedrijventerrein Zevenellen worden omgezet in grondstofpellets, die op Chemelot vervolgens worden omgezet in waterstof. 380.000 ton Door circulaire waterstof in te zetten, zou zo’n 200 miljoen kuub aardgas op jaarbasis kunnen worden bespaard en daarmee wordt 380.000 ton CO2 (bij de omzetting van pellet naar waterstof) tevens kan worden afgevangen en opgeslagen. Het project moet Limburg laten uitgroeien tot een circulaire hub en een waterstofknooppunt tussen de Nederlandse havens en het Duitse Ruhrgebied. 2025 operationeel Op dit moment is RWE al met OCI Nitrogen in gesprek over een langjarig contract voor de levering van waterstof. Het komende jaar zal worden gebruikt voor de aanvraag van vergunningen, het aankopen van de grond, het verkrijgen van subsidies en het acquireren van een stroom van restafval. De bouw van de installatie neemt ongeveer drie jaar in beslag en in 2025 zou de fabriek operationeel kunnen zijn. Trots De verschillende betrokken partijen zijn enthousiast over -uitstoot vermeden. De vrijgekomen CO2 het project. Zo zegt Chemelot CEO Loek Radix: “RWE heeft, net als Chemelot, circulariteit en innovatie hoog in het vaandel staan. Het feit dat RWE de keuze maakt de productie van circulaire waterstof op Chemelot te laten plaatsvinden, maakt mij enorm trots en is een groot compliment voor de manier waarop Chemelot gepositioneerd is. Deze nieuwe samenwerking sluit naadloos aan bij de ambitie van Chemelot en de regio om uit te groeien tot de eerste circulaire hub in Europa.” Ruud Burlet, gedeputeerde Provincie Limburg zegt: “Dit innovatieve waterstofplan van RWE en Chemelot draagt stevig bij aan onze ambitie: een toonaangevend Limburg als het gaat om de transitie naar een duurzame toekomst.” 61

Bedrijven-Wijzer Proces Instrumentatie op maat! emperatuursensoren & instrumentatie Klay Instruments b.v. Nijverheidsweg 5 7991 CZ Dwingeloo T 0521-591550 E info@klay.nl W www.klay.nl Tempcontrol Industrial Electronic Products B.V. Ambachtshof 54 2632 BB Nootdorp T 015 - 251 18 31 info@tempcontrol.nl www.tempcontrol.nl Sensoren & Instrumentatie Procesafsluiters Conditioning systemen & proces-analyzers Keller Nederland Leeghwaterstraat 25 2811 DT Reeuwijk 0182 - 399840 www.keller-holland.nl sales@keller-holland.nl Startfl ow BV Plaza 22b 4782 SK Moerdijk 088 - 0044600 info@startfl ow.nl www.startfl ow.nl Automatisering more than sensors + automation HEGON Techniek Hildebrandhove 100, 2726 AZ Zoetermeer The Netherlands T 06-51960287 Info@hegontech.eu www.hegontech.eu Automatisering Cyber security WAGO Laan van de Ram 19 7324 BW Apeldoorn 055-3683500 www.wago.com/nl info-nl@wago.com JUMO Meet- en Regeltechniek B.V. Rijnkade 18 1382 GT Weesp 0294 - 491492 www.jumo.net info.nl@jumo.net Festo Schieweg 62 2627 AN DELFT 015 - 25 18 899 www.festo.nl sales.nl@festo.com Hudson Cybertec Laan van ‘s-Gravenmade 74 2495 AJ Den Haag 070-2500717 www.hudsoncybertec.com/nl info@hudsoncybertec.com Sensoren & Instrumentatie Sensoren & Instrumentatie Industriele Netwerken Automatisering Endress+Hauser BV Nikkelstraat 6 1411 AJ Naarden 035 – 6958776 www.nl.endress.com info.nl@endress.com KROHNE Nederland B.V. Kerkeplaat 14 3313 LC DORDRECHT 078 - 6306215 www.krohne.nl infonl@krohne.com MODELEC Data-Industrie B.V. Galvanistraat 38 6716 AE Ede 0318 - 636262 www.modelec.nl sales@modelec.nl Croonwolter&dros B.V. Marten Meesweg 25 3068 AV Rotterdam 088 - 9233344 www.croonwolterendros.nl info@croonwolterendros.nl 62 | nummer 7 | 2020

Grond waterstanden In de Cloud Serie 36XiW niveausensor ARC-1 3G / NB-IoT module ADT-1 LoRa module • Zwitserse precisie: Nauwkeurigheid vanaf 0,05%FS TEB* • Interne datalogger voor backup (ARC-1) • NB-IoT, LoRa, 2G / 3G / 4G • Optioneel: geleidbaarheidmeting, andere materialen (Hastelloy of Titanium), ATEX • KELLER Kolibri Cloud :    * TEB = Total Error Band, dus de maximale fout van de niveausensor 2G 3G 4G keller-holland.nl kolibricloud.com

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
Home


You need flash player to view this online publication