0

De Logistieke Filosofie COAB 2019 Hoofdstuk 1. Rigil Kent in de tweede bijbelse poëzie Hoofdstuk 2. De Ontwaking van Job Hoofdstuk 3. Stierf Jezus wel werkelijk aan een kruis ? Hoofdstuk 4. De Tijd Vliegt en Liegt Hoofdstuk 5. Diepere betekenissen van Kaïn en de slang van mozes Hoofdstuk 6. Bespreking van ons 1994 artikel 'De Overwinning over Gog' Hoofdstuk 7. Paulus en de verborgen Godin in het NT Hoofdstuk 8. De Rivier van Vergetelheid Hoofdstuk 9. De Vrouwen van Adam en een ander scheppingsverhaal in het Judaïsme Hoofdstuk 10. Na Rigil Kent - Het probleem : dimensie overlapping Hoofdstuk 11. Het nut van een identiteits crisis Hoofdstuk 12. Het ontstaan van dimensie overlappingen Hoofdstuk 13. De Sexuologie van de Gnosis Hoofdstuk 14. De Drie-enige Godin van Adam Hoofdstuk 15. Het Stoïcijnse Pad van de Eenling Hoofdstuk 16. Nut of Geluk ? Hoofdstuk 17. Overeenkomsten en verschillen tussen de stoïcijn en de christen Hoofdstuk 18. Het stoïcisme als vergeten en verloren geraakt fundament van het christendom Hoofdstuk 19. De Stoïcijnse drie-eenheid Hoofdstuk 20. De stoïcijnse natuurmotor Hoofdstuk 21. De Stoïcijnse filosofie versus het zout komplot wat de aarde bedreigd en allang heeft ingenomen Hoofdstuk 22. Het zout alarm in de stoïcijnse filosofie Hoofdstuk 23. Logos in de cryptosofische amazone filosofie Hoofdstuk 24. Diepere betekenissen van de heracles mythologie ook in verband met het christendom Hoofdstuk 25. De diepere betekenis van het tweede werk van Heracles Hoofdstuk 26. De varkensjacht Hoofdstuk 27. Auschwitz en het verloren varken Hoofdstuk 28. Sobibor - de heilige graal van de tweede wereldoorlog

Hoofdstuk 29. De tweede wereld oorlog nu Hoofdstuk 30. Creative Energy Life Hoofdstuk 31. De man erger dan Hitler - Josef Mengele - Fuhrer van de medi-nazi's Hoofdstuk 32. 1940 - het leugenjaar Hoofdstuk 33. Het hogere ras van Nietzsche en de verloedering van de Nietzcheaanse filosofie Hoofdstuk 34. Nietzsche en het Nooitgemaakte Hoofdstuk 35. Nietzsche en het op de deur kloppende Nihilisme Hoofdstuk 36. Napoleon en de eeuwige obscuriteit Hoofdstuk 37. Het wachten op het napoleonitische visioen Hoofdstuk 38. Napoleon en de nachtmerrie van de feutus en het herstel van het moederschap Hoofdstuk 39. Napoleon en de perseusische spiegel Hoofdstuk 40. Stofzuiger fabrikanten uit de hel Hoofdstuk 41. De kruistocht tegen de demonologie Hoofdstuk 42. De logistiek van de demonologie Hoofdstuk 43. De nachtmerries van de feutus : Bamah en de zwarte hanen Hoofdstuk 44. De ontvoerde feutus en de openbaring van het oer-onderbewustzijn Hoofdstuk 45. Het lek in de eenling filosofie Hoofdstuk 46. Het Areta Kruis Hoofdstuk 47. De werken van heracles als oer-medicijnen Hoofdstuk 48. Areta en de zwart-witte hanen Hoofdstuk 49. Het oog Hoofdstuk 1. Rigil Kent in de tweede bijbelse poëzie De kennis fluistert, in golfbewegingen, van zachter naar harder naar zachter, om de openstaande mens te onderwijzen. Hier is veel buitenaardse activiteit mee gemoeid. Het zijn als abstracte bedrijven of samenlevingen waar je aandelen bij kunt hebben om delen in de winst, ook als een soort verzekering, waarvoor je dus een bepaalde belasting betaald. Die belasting is puur voor herkenning, als een token, dus zwaar cryptisch. Die tokens liggen door ons hele leven heen. Het kunnen bepaalde gebeurtenissen zijn, herinneringen, of zelfs hele kleine details die ieder ander mens over het hoofd zou zien. Zo kom je tot het gat van Rigil Kent, tot de kern, waar alle overlevingsdrangen van de mensheid naartoe leiden. Overleven kun je in kennis. Overleven kun je door kennis te worden. Zo komt de mens langzaam tot de eeuwige kennis door laag voor laag af te pellen. Er is buitenaardse hulp. Er wordt veel buitenaardse hulp geleverd in allerlei vormen, op allerlei manieren, en de belasting is

puur de tegenreactie, als onderdeel van de communicatie, waardoor het zich kan inhaken. Daarom wordt de mens dus gestoken door de insecten van de rode Rigil Kent kern, als injectie naalden van de hogere natuur dokters. Daar kun je even naar van zijn, maar het wekt je op en geneest je. Ook in de poëzie van de tweede bijbel wordt er ruimschoots aandacht geschonken aan Rigil Kent, als 'de planeet der planeten' : 'Ik ken een plaats waar het zwarte sap stroomt, van een zwarte heuvel, diep in Rigil Kent, daar, diep binnenin, en aan het einde van die tunnel stroomt het rode sap, allemaal om je te doen ontwaken binnenin. Het maakt je verstand zo pluizig, en dan raak je een sleutel aan die je niet eerder zag : koud geweten.' Dit gaat over de rode kern van Rigil Kent, en over de verstoffelijking van het verstand, als een zachte natuurstof waardoor de mens weer kan absorberen. Het koude geweten betekent dat het geweten niet meer reactief is naar aardse wetten, maar alleen maar naar de wetten van de rode kern van het heelal in Rigil Kent. Het wordt ook in verband gebracht met de fluisteringen van de natuur, die als dobbelstenen zijn. Het zijn dus orakels. Op een strategische, gecodeerde manier worden er boodschappen overgebracht die zo niet onderschept kunnen worden. Dat is dan symbolisch de belasting die je betaald. Deze belastingsystemen zijn er dus voor om de mens te beveiligen. De mens moet weer gevoelig worden voor de belastings-systemen van de rode kern van Rigil Kent, van de natuur. Het is onderdeel van de immunologie van de natuur. Dan wordt er gesproken over een fluisteringen fokkerij, wat precies daarover gaat. Daar zijn ook 'bakkers' voor, die in deze fluisteringen ook wonen, en zich erin verbergen. Het is een rijpings proces, en de natuur kent de perfecte timing. Hiervoor zijn de spelletjes die zij spelen dus ritueel, als stricte natuurprocessen. Zelfs onze gezichten zijn op hun kaarten, wanneer zij kaartspelletjes spelen, en als zij natuurverjaardagsfeesten hebben, die overigens tegengesteld zijn aan aardse verjaardagsfeesten (omdat niet een materieel jaar de mens doet verjaren maar het verdienen van kennis), dan zijn onze gezichten de 'vlammetjes' op hun verjaardagskaarsen. Er wordt gesproken over een zeer wrede biljart kamer, maar het is allemaal namaak. Ze simuleren een heleboel, om de mens eruit te halen. Ze hebben alles nagemaakt, als een spookhuis. Als je vriend je vijand speelt, dan is het om je te genezen. Hij komt daar binnen als een spion, om jou eruit te halen. De mens mag dus gevoelig worden voor deze natuur-tekens. De mens kwam hier door de zwarte steen van de scheiding, stelt de tweede bijbelse poëzie vervolgens. Dat kan van alles zijn. De mens werd ergens van afgescheiden en toen begon het hele circus, maar het was om je het gezicht van de bakker te tonen, al zijn gezichten. Vandaar dat het thema 'de bakkerman's gezichten', of 'de vele gezichten van de bakker' telkens weer terugkeert in de tweede bijbelse poëzie. Het zijn spiegels. Kun je erin kijken om de boodschap te ontcijferen ? Uiteindelijk wordt er dan gesteld dat je zelf de bakker bent, en in een gevecht was met een vrouw genaamd 'de zwarte weduwe', wat ook de naam is van een spin. Het is een zwart sap, maar het wekt de mens op tot de rode bloemenvelden diep binnenin. Het zijn allemaal spelletjes. Hiervoor is een spelletjes museum waar al die automaten staan. De mens raakte erin verdwaald, en moet de spelletjes leren spelen, signalen leren herkennen. Het zijn prehistorische automaten, die eigenlijk niet eens meer werken, maar die vele verhalen dragen. Verderop wordt er gesteld dat het uit de verhalen tas van de grote peer kwam. De peer is een beeld van het oerzaad. Deze peer is als een doemprofeet, en het wordt alleen maar erger. Hij is op weg naar het museum. Hij moet hiervoor door het verlammende en verblindende verkeer en de verkeerslichten. Hij bestrijdt het met zijn horloge en zijn kompas, waarvoor hij zwarte kristallen verzamelt. Hij moet wel, want anders verkopen zijn horror-films niet. Ondertussen verkoopt hij zijn

verhalen aan de vogels, die daardoor direct verstenen, want zo kunnen ze in het museum terechtkomen. Allemaal willen ze naar het museum. De grote peer heeft ook een kermis, en hij moet voldoende bezoekers aantrekken, wat alleen maar kan door een goed spookhuis. Zijn geheim is een zwarte raaf in zijn hart, het duisterste muziekstuk ooit. Hij nam het uit Rigil Kent. Dan wordt Rigil Kent de 'planeet der planeten' genoemd, waar alle kinderen genezen worden, omdat iemand de aandacht nam en de tijd voor hun duisterste putten. De grote peer beschrijft het hart van ieder kind met groot gemak, en negeert hun diepste pijnen niet. Hij toont het mes op het scherm, en ook degene die de misdaad heeft gepleegd, en dan verschuifd hij alles op het scherm totdat het het zachtste sprookje is. Alles, maar dan ook alles, wordt tot plastic. Dan staan er twintig kleine plastic draakjes op je kamer, voor de sier, als speelgoed, in een box voor miniatuurtjes. Ik had het vroeger ook in mijn kamer hangen. Ik verzamelde plastic figuurtjes. Het gaf me rust. En dan denk je : 'Wat was het probleem nu eigenlijk ? Dit is alles wat ervan is overgebleven.' Hoofdstuk 2. De Ontwaking van Job Numeri 21 4Toen zij van de berg Hor opgebroken waren in de richting van de Schelfzee ten einde om het land Edom heen te trekken, werd het volk onderweg ongeduldig. 5En het volk sprak tegen God en tegen Mozes: Waarom hebt gij ons uit Egypte gevoerd? om te sterven in de woestijn? Want er is geen brood en geen water en van deze flauwe spijs walgen wij. 6Toen zond de Here vurige slangen onder het volk; die beten het volk, zodat er velen van Israël stierven. 7Daarop kwam het volk tot Mozes en zeide: Wij hebben gezondigd, want wij hebben tegen de Here en tegen u gesproken; bid tot de Here, dat Hij de slangen van ons wegdoe. Toen bad Mozes ten gunste van het volk. 8De Here dan zeide tot Mozes: Maak een vurige slang en plaats die op een staak; ieder, die daarnaar ziet, wanneer hij gebeten is, zal in leven blijven. 9Toen maakte Mozes een koperen slang en plaatste die op een staak; en wie, wanneer een slang hem gebeten had, op de koperen slang de blik richtte, bleef in leven. Het volk wilde niet hongeren in de wildernis, wilde niet minderen om het hogere te ontvangen. Neen. Het volk wilde het vele. Ze verlangden terug naar de vleespotten. Ze konden het leven in de wildernis niet waarderen, en kenden het ook niet. Er kwamen toen slangen om hen te bijten, en ze moesten terugkeren tot de slang, wat een beeld is van het hongeren, het wurgen van het ego wat altijd maar meer wil. Uiteindelijk was het de slang die hen uit de slavernij had gevoerd, zoals de staf van Mozes telkens in een slang veranderd. De honger, het minderen, had hen dus uitgeleid en in deze wildernis gebracht. Maar nu werd hun ego gewurgd, en dat ging hen te ver. Zo was er een zuivering in het volk, want alleen degenen die terugkeerden tot de slang bleven in leven. Wat hield dit ten diepste in ?

Ten eerste dus : 'meer' is niet de weg. 'Minder' is de weg. Velen willen deze prijs niet betalen. Eigenlijk is het maar een enkeling die deze prijs betaald, geheel volgens de strategie van de natuur in de natuurlijke selectie, die al in de jaren 1800 door Nietzsche en Darwin werd gepredikt. Dat was een zware boodschap voor de kerkelingen die altijd maar familie-zuchtig en groeps-zuchtig waren, altijd maar meer kerkzieltjes wilden hebben. Zo voelden ze zich beter over zichzelf. Ze konden de vleespotten niet loslaten. Ze wilden de slang van Mozes, de slang van het minderen en de wurging van het ego niet. Zij aanbaden het collectieve ego, en noemden het God. De meerderheid is altijd weer hun excuus, altijd weer hun kompas. Dat is het wezen van de stad. En altijd volgen ze na wat een ander zegt : 'Er staat geschreven.' Dat is voor hen voldoende bewijs. Want ziet u, de meerderheid is immers de gemakkelijkste weg, want dan hoef je ook geen weerstand te bieden. Eigenlijk bent u dan al dood, als u de weg van de meerderheid begaat. Laten we eerlijk wezen. Het minderen is het wonder van de natuur. Juist dan gaan je ogen open voor de rijkdom van de natuur en wordt je creatief. Je gaat leven, ja, zelfs eeuwig leven. Het is niet makkelijk, het is hard werk, maar zeker niet saai. Je neemt depressie dan op de koop toe, want het beschermt je, en zondert je af van de dode massa's. Het is een teken dat je nog uniek bent. Een teken van leven en creativiteit. Je wilt namelijk geen losbol zijn. Restricties doen nu eenmaal pijn, maar het heeft een reden en is een boodschap. Beugels doen pijn, maar het houdt je op het pad. Zo groei je niet scheef en krom zoals de clowns in de stad. En de slang is een beeld van flexibiliteit. Je vind je weg er wel doorheen. Altijd weer vind de slang een uitweg. Het is een paradijselijk principe. Genesis 49 17De stam van Dan zal een slang op de weg zijn, een hoornslang op het pad, die in de hielen van het paard bijt, zodat zijn berijder achterover valt. De d'n wortel in het Israelitisch, van de stam Dan, is de exegese, de schriftuitleg, het pad van de inwijding door deze mythes. De d'n wortel is ook verbonden aan eDeN, d'n, het paradijs, en in het Westen, in de Germaanse mythologie aan oDiN, d'n. Dit is dus de slang, de wurgketen van het ego, wat verder ook beschreven wordt in de grondteksten van het paradijs verhaal, want ook Adam had zo'n wurgketen om z'n nek. In het Aramees kreeg ook Jezus zo'n wurgketen om zijn nek. Het trekt de mens mee naar een andere wereld. Het is een beeld van het minderen. Daarom was het paradijs ook geen luilekkerland, maar een wildernis met restricties in de grondtekst. Het is de abstracte 'onderwereld' waar je toe komt als je ego sterft. Die kun je dus nu al binnengaan. In de grondteksten was Ijove (Job) iemand die in contact stond met de onderwereld, de erets. 12 :8 zegt : 'Spreekt tot de onderwereld (erets), en het zal je onderwijzen.' In 10 : 9 roept het stof van het paradijs hem, de aphar, om hem te bedekken. De wildernis roept hem, opdat hij contact heeft met de aarde en door haar bedekt is. Hij krijgt dromen en visoenen die hem angst aanjagen. Hierom verlangt hij naar de honger en de wurging (7: 14- 15). In tegenstelling tot het volk verlangt hij naar de slang van Mozes, naar de wurgketen van Adam. Hij wil het vele niet. Hij wil niet horen bij Sodom en Gomorrah. Hij is een eenling. Hij is een afgezonderde. Hij zou moeten gaan slapen in het stof van de paradijselijke onderwereld, de paradijselijke wildernis, wat dus allesbehalve een hedonistische tuin van losbollige vreugde is, zoals het in het Westen vaak wordt neergezet (:21). Om aan het vele te ontkomen moest hij komen tot de besnijdenis, ook de hoofd-besnijdenis (19:26). In 9 : 18 wordt de heilige wurging van het ego beschreven : – God zal mij niet adem, ruwach, laten ontvangen, maar zal mij vullen, verzadigen, saba, met bitterheid in de ziel. Adem (ruwach, geest) was maar een tussenstap, en het zou van Ijove weggenomen worden nadat het hem tot de wildernis had geleid, zoals ook de geest in het NT tot de wildernis leidt, tot de volle

waarheid. Het is een onderpand. 10 : 1 – Ik zal spreken in de bitterheid van mijn ziel, nephesh. Die ziel werd ook aan Adam in het paradijs geschonken, en hier aan Iyove. De ziel is in de grondtekst de honger, de restrictie en discipline van het minderen. De honger wekt een andere vibratie op. Ijove moest nomadisch leven, alles achter zich laten, trillend en bevend door de wildernis, om in die andere vibratie te komen, nuwd. Abbadown, de vernietiger, oftewel b-dan, het hart van Dan, het hart van de slang, van de wurgende honger, stond naakt, zonder bedekking, voor het Aangezicht van God (26 : 6). Zij zou op jacht gaan naar Ijove om hem terug te brengen tot de paradijselijke wildernis. Ook Ijove was naakt hier vandaan gekomen, en moest er weer naakt tot wederkeren. Dat wil zeggen : zonder compromissen, zonder bedekkingen, zonder reserves. Naaktheid is een beeld van de honger. (1 : 20-21 ) In het boek Openbaring bewaakt Abbadown de oerafgrond, de baarmoeder. Iyowb werd geplaagd door dromen en visioenen die hem angst aanjoegen. Dit was zo erg dat hij de hongerdood en de wurging verkoos boven het leven (7 : 14-15). In het Aramees staat er dat hij naar Abbadown verlangde. Hij wilde het kloppende hart van de honger leren kennen, de bewaker van de baarmoeder van de wildernis. Dit is dus in principe de exegese van het thema 'de slang' in de bijbel, het wurgtouw om het ego een halt toe te roepen. In het Aramees verlangt Iyowb niet alleen maar naar Abbadown, maar onderzoekt haar ook. Het hart van de honger is natuurlijk de heilige gebondenheid, oftewel de natuurlijke selectie, de uitverkiezing van de natuur. Dit is het hart van de slang, de inventaris van de natuur. Hiertoe werd Ijove door dit alles gedreven. Zijn tong begaf het in dit proces en hij kreeg een wachter van de mond. De Romeinen maakten Jove tot hun god, en het werd het fundament van de huidige beschaving, maar ze maakten een bespotting van Ijove, want de huidige beschaving is gebouwd op het fundament van het hedonisme, niet de honger. De stropdas werd het symbool voor de elite, wat een bespotting is van de heilige wurgketen. Alles wordt in de lagere aardse gewesten verkeerd voorgesteld, en de betekenissen zijn verloren gegaan. Hoofdstuk 3. Stierf Jezus wel werkelijk aan een kruis ? Ik doe al vele jaren onderzoek naar de Kaïn en Abel mythe, en als kind werden we met dit verhaal bijna doodgegooid, over Kaïn die zijn broer Abel vermoord, maar dat staat er helemaal niet in de Israelitische grondteksten en in de Egyptische wortelteksten. Ik heb er al veel over geschreven, maar Abel is Hobel in het Hebreeuws en betekent 'adem', en het is een schaduw van Kaïn, namelijk zijn ego, en dat moest sterven. Het komt regelrecht uit de Egyptische onderwereld boeken. In het zesde of zevende uur van het boek der poorten, het uur van khaen of qan (vgl. qayin, hebreeuws) zien we de gemummificeerde god q'n of aqen staan met een touw om zijn nek, en er komen telkens schaduwen uit hem voort, als beeld van het ego, en daarom moet er voortdurend aan het touw getrokken worden, opdat het ego hem niet kan overnemen. Dit is dus het heilige wurgtouw, waar

ook Jezus aan hing in het Aramees, en wat ook Ijove en Adam hadden. Dit is dus het orignele verhaal van Kain en Abel, zijn ego adem, zijn schaduw. Het wurgtouw is er om hem te beschermen. Het is iets metaforisch natuurlijk, niet letterlijk, zoals al die verhalen. Dit touw ontstond in de Egyptologie door het Woord, wat voortkwam uit de mond van kaen, en het bracht de uren voort. het was het touw van tijd. Eerst werd het beschreven als slang, maar toen als touw. Er is dus een bepaald ritme van het touw. Het kruis kon in het Aramees ook paal en galg betekenen, zkp, zowel gekruisigd als gehangen. Soms wordt het woord saliba gebruikt, wat ook weer kruis, paal of galg, hangpaal, kan betekenen. saliba : Marcus 10 21En Jezus, hem aanziende, kreeg hem lief en zeide tot hem: Eén ding ontbreekt u, ga heen, verkoop al wat gij hebt en geef het aan de armen, en gij zult een schat in de hemel hebben, en kom hier, neem uw wurgtouw met u mee en volg Mij. Lukas 14 27Wie niet zijn wurgtouw draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn. zkp : Filippenzen 2 8En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft hij zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood van het wurgtouw. Khn, kahen, kaen is in het Aramees de dienstknechten van de tabernakel, en als ik aan het qan mysterie van Egypte denk, dan denk ik ook direct aan het beloofde land Kanaan, waar het overblijfsel van het volk wat de slang van Mozes had aangenomen, het heilige wurgtouw, binnen zouden treden. Ook denk ik dan aan Kana waar Jezus water veranderde in wijn, en ik denk aan Noach's wijngaard die hij kreeg na de zondvloed. Spreuken 1 8Hoor, mijn zoon, de tucht van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet; 9want zij zijn een liefelijke krans voor uw hoofd, een keten voor uw hals. Spreuken stelt dat we daarom de halsketenen, het wurgtouw, moeten ontvangen, om ons te beschermen tegen de tuchteloze onkunde. Het is tegelijkertijd een sieraad, de yayu, of y'yw in het Aramees. Yw-ove, Jah-ove, betekent in die zin 'het wurgtouw van Ijove (Job)'. Zonder dit wurgtouw is er geen leven mogelijk, en ook geen sieraad. In het Hebreeuws is dit in Spreuken de anaq. Ook dit komt regelrecht uit het Egyptisch, als een symbool van leven, en het teken is een nekketen, of kruis met een lus eraan. Ook is het een symbool van eeuwig leven. De anaq was alreeds de gebondenheid en de beperktheid in Egypte, de restrictie, ter beveiliging van de mens, als onderdeel van het onderwijs. Het was een onderdeel van de Egyptologische demonologie. Het is één van de bekendste symbolen van Egypte, maar slechts weinigen weten wat het inhoudt. In het Aramees is de halsketen ervoor opdat de mens niet vergeet en niet afwijkt. Het is een sieraad van leidende kennis, als een gids op het smalle pad door de enge poort. Heeft u dit sieraad al ontvangen ? Heeft u al naar dit sieraad leren luisteren ?

Hoofdstuk 4. De Tijd Vliegt en Liegt Waarom is er zoveel pijn op aarde ? Er is gerommeld met de chronologie, met tijdsduur, snelheden van tijd, maar ook de richtingen van tijd. Er zijn ook tijd-terugdraaiers, een vorm van de backwards. Je denkt dan dat je voorwaartse tijd beleeft, terwijl je in principe achterwaarts gaat. Dat kan problemen geven, en je ziet de dingen dan niet helder. Het zijn van die smiechterige truukjes die in de matrix plaatsvinden. Als je bijvoorbeeld vast zit in een herinnering, en het wordt telkens maar weer in je hoofd nagespeeld, laat de herinnering dan eens achteruitlopen, en zie waar je terechtkomt, want je komt dan bij een tijd aan waar je die herinnering nog niet had. Het terugspoelen van tijd, hoe doe je dat ? Je moet allereerst beseffen dat dingen soms voorwaarts lijken te gaan, terwijl het achterwaarts gaat, dus de ware herinnering zou dan de tegengestelde opname zijn. Je doorleeft het dan achterstevoren om het weer recht te krijgen. Zet eerst alles in de slow motion en begin het dan heel langzaam om te keren. Je gaat dan heel langzaam achteruit door die herinnering heen, waardoor je uitkomt bij de tijd dat die herinnering er niet was. Het lijkt dan dat je een stuk jonger wordt, maar dat is niet zo. Je komt dan misschien aan op een eerdere herinnering van veiligheid en geluk, maar dit was dus een latere herinnering, omdat het namelijk was omgedraaid door de matrix. Die herinnering gaat dan een hele andere kleur krijgen, een hele andere indeling en een hele andere context, want juist nu komt ook die herinnering vrij. Je gaat dan de ware volgorde zien. Alles is al gebeurd, lieve mensen, maar de mens is in zo'n diep gat van onbewustzijn gegaan dat de mens het niet meer beseft. Je komt dus tot veel eerdere herinneringen, die dus eigenlijk latere herinneringen zijn. Dan mag je ineens beseffen dat als je de volgorde helder krijgt, dan is er meer natuur in die herinnering. Dan zijn dingen anders, want dan kom je tot je ware kernen, en besef je dat waar je in opgesloten was slechts een schaduw was. Je neemt een nare herinnering, en spoelt het terug, laat het teruglopen, tot een eerdere herinnering, die dus later was, en die vertelt dat je het probleem hebt overwonnen. Natuurlijk is dit niet eenvoudig, want er zijn vele lijnen van herinneringen. En die lijnen zijn allemaal beveiligd door codes. Maar je mag er aan vasthouden dat de tijdsbeleving hier op aarde niet de ware tijdsbeleving is. Je mag komen tot diepere tijd. De sleutel ligt niet verborgen in het verleden zoals het was aangeboden. Er lag namelijk nog iets voor, wat geprojecteerd werd als een later verleden, terwijl het een eerder verleden was, en je een fundament gaf. Je moest zaaien en toen liep je vast, maar je moet terug, tot de involutie van tijd, de oorspronkelijke tijd. Dan ga je dingen in het verleden zien die altijd langs je heengleden, dingen die verborgen werden gehouden voor je. Het is de ontwaking tot het ware verleden. Dus je loopt niet zomaar terug naar het verleden, want dat is een mijnenveld. Het kan een bepaalde droom zijn waar je naar teruggaat, een bepaalde dagdroom of een fantasie die je als kind had. Ken je de piek van je probleem, de climax, waarin het probleem wordt opgelost, verhelderd ? Het ligt dieper in het verleden, want daar liggen de dingen die erna kwamen. De matrix bestempelde het als ver verleden, maar het is dichtbij verleden. Je probleem is ver verleden. Ze hadden alles omgedraaid. Allemaal omkeer technieken. Maar je mag het terugdraaien.

Hoofdstuk 5. Diepere betekenissen van Kaïn en de slang van mozes Vannacht had ik een droom over het ouderlijke huis in de ouderlijke slaapkamer waar een man genaamd Malang hele speciale drop verkoopte. De dropjes waren heel groot en stelden bijbelboeken voor, zoals één dropje stelde Numeri voor, 'in de wildernis' in het Hebreeuws, bemidbar. bemidbar kun je ook ontleden als b-m-dbr, als het woord (dbr, hebreeuws) van de voet, de nomadische (b, egyptisch) eenzaamheid (mau, egyptisch). Een heleboel mensen vrezen daarom de wildernis, omdat het een beeld is van de eenzaamheid waar je je niet meer achter een groep, een masker, kunt verschuilen. Het is een beeld van de naaktheid, de ontmaskering, de openbaring. Ik besefte me dat deze ontmoeting heel lang geleden was, en ik kocht tien grote dropjes van de man, en had er al één in mijn mond gedaan. Hij zei toen dat de prijs honderd euro was, dus tien euro voor een dropje. Ik was boos dat de prijs zo hoog was, maar ja, het waren bijzondere dropjes. Ik vroeg hem waarom hij de prijs zo hoog had gemaakt, of het niet goed met hem ging ofzo, omdat sommigen hun prijzen verhogen als het niet goed met hen gaat. En toen gaf hij een wazig verhaal over dat dat weleens zo kon zijn. In ieder geval moest ik deze dropjes wel nemen, want er zaten belangrijke stoffen in, dus heb ik uiteindelijk die hoge prijs betaald. Het was voor het goede doel. Daarna had ik een droom dat mijn huis veel groter was in natuurgebied. Er werd gebeld, en ik was nog maar half wakker. Ik wist dat ik eigenlijk nog zou moeten dromen, maar ik deed toch de deur open. Er stond een groep mensen met een jongen. Ze konden de jongen niet meer herbergen, of wilden het niet. Zijn zussen waren er ook bij. Hij vroeg of hij bij mij onderdak kon krijgen. Ik zei dat ik hem nog niet kende, en dat ik nare ervaringen had met zomaar mensen in huis te nemen, dus dat ik hem eerst wilde leren kennen. Ik zei er wel bij dat ik hem zou helpen voor een oplossing. Ik was nog maar half wakker, en ik besefte dat ik ook allerlei opvang centrums had voor daklozen, dus daar zou hij ook naartoe kunnen. Ik ontmoette toen de godin Numeri, wat dus een wildernis dynamiek is, als de godin van de eenzaamheid, maar de eenzaamheid is slechts een beeld van het persoonlijke contact, de persoonlijke ervaring, met de wildernis. We kunnen ons in die zin niet achter de ander verschuilen, of zeggen : 'Oh, die en die heeft het gezegd, dus zal het wel waar wezen,' of 'daar en daar staat het geschreven, dus moet het wel de waarheid zijn.' Neen. De mens moet 'alleen' komen. Daartoe was de slang in de woestijn gekomen, het touw in de woestijn. Het was het touw van de eenzaamheid, van de persoonlijkheid. De mens moest stoppen 'de groep' als een excuus te gebruiken. In het Egyptisch wordt de god(in) van de wildernis ook wel Seth genoemd, wat ook verbonden is aan Isis (aset) en Anubis, de gids van de eenzamen in de wildernis. Eerst werd het volk in de wildernis gebeten door de slangen, opdat hun groeps-ego zou afsterven. Toen mochten ze persoonlijk tot leven komen door naar de slang van de wildernis te kijken. De Egyptenaren waren niet gek. Ze beschreven filosofisch en caleidoscopisch de dynamieken en

talen van de natuur. De taal is niet consistent, en niet zomaar eenzijdig te vertalen, want dat zou ook weer dichtgroei gevaar opleveren. Het is dus een groeiende en creatieve taal. Door de tijden heen veranderden de betekenissen, en integreerden zich ook met andere talen. Het was een leerschool. Telkens weer als je ergens vastloopt mag je hier naar teruggaan om nieuwe poorten, nieuwe openingen en doorgangen te vinden. De slang wijst terug op Egypte. In het Egyptisch stelt de slang ook documenten voor, boekrollen. Mozes kan voornamelijk zo pastoraal zijn tot het volk, omdat hij in de Egyptologie was onderwezen en opgevoed. Toen farao Achnaton, ook wel Khenaten genoemd, kwam, bracht hij een reformatie in Egypte tegen de priesterorde die corrupt was geworden. Hij ging in tegen de massa, en stelde dat de mens moest terugkeren tot de aten, de rode schijf, of rode planeet, de baarmoeder, om wedergeboren te worden, vernieuwd. De Egyptenaar moest gereformeerd worden. Het werd tot de mythe van Khen-aten, wat betekent : succesvol voor aten, als dienstknecht van aten, brenger van het evangelie (khen) van aten. In het Aramees werd khaen de dienstknecht van de tabernakel, en zien we het verhaal van Kaïn en Abel. De originele Kaïn-aten mythe uit Egypte, als de opname door de aten, is nog steeds symbolisch terug te vinden in het Kaïn en Abel verhaal. Abel wordt namelijk ra (ra'ah) genoemd in het Hebreeuws, herder van schapen, wat een beeld is van de kudde-mentaliteit, altijd maar weer doen en geloven wat de groep doet en gelooft. Zoals Khen-aten vocht tegen de kudde-mentaliteit, het groeps-ego, zo vocht ook Kaïn tegen het groeps-ego, het collectieve ego, waarvan Abel, de schaapsherder, een beeld was. Kaïn was het beeld van de eenzame, die een persoonlijk contact had met de natuur, niet door de bedriegelijke kudde. Kaïn was een afgezonderde. Abel stierf dus niet letterlijk, maar hij was ra die de onderwereld inmoest om zichzelf te zuiveren, zodat hij opgenomen kon worden in zijn khen vorm tot zijn moeder Nuwd, wat in de bijbel het land Nod is. In de Khenaten mythe werd Khenaten gegrepen door de aten en opgenomen. Zo werd ra dus vaak afgebeeld als een vogel, als een beeld van de opname, de overwinning of transcendentie van het groeps-ego. Daarom hadden de farao's vaak rechtopstaande slangen op hun kronen, als de touwen van de aten, de rode planeet, die de mens opnamen. In de Khenaten mythe kwamen er touwen voort vanuit de rode planeet om de mens te grijpen, als de stralen van de rode planeet. Dat is ook wat de slang van Mozes was waartoe de mens in de wildernis moest komen om in leven te blijven. Mozes wordt vaak vergeleken met Khen-aten, omdat hij ook een reformatie bracht, en de mens leidde tot de eenzame wildernis, om zo opgenomen te worden door de slang, het touw van de baarmoeder. Hoofdstuk 6. Bespreking van ons 1994 artikel 'De Overwinning over Gog' Vannacht had ik een droom waarin ik een mes met ingebouwde recorder moest terugroven ergens in de dieptes van Rigil Kent. Ik werd achterna gezeten door de Etnus demoon, oftewel de Davidsdemoon, een stadse koning die over de stadse man regeert. Toen ik het mes had gevonden rende hij op me af met een knuppel, maar ik werd ineens dieper in Rigil Kent opgenomen, en begon los te komen van de aarde, en zweefde, terwijl energie lagen tussen mij en de Etnus demoon kwamen. Het mes was ook een soort internet in het diepere Rigil Kent, met ingebouwde chat

mogelijkheden, als een soort virtual reality in de rode kern. Er was veel natuur en wildernis. Toen Etnus zag dat ik begon weg te zweven en hij onder die energie lagen kwam van bruisende zee, en daardoor werd afgezonderd, begon hij de moed op te geven. Ik zag hem daar beteuterd staan. Na de ontmoeting met de slang van Mozes in de woestijn in Numeri 21 verandert God in de Hebreeuwse grondtekst in 'satan', om Bileam tegen te houden (22:22). Satan komt van de Egyptische 'satan', genaamd Seth, die tegelijkertijd ook de god(in) van de wildernis was, Sat. Dit komt weer van de indiaanse wildernis godin, Zaad, in de amazone oertalen. Zij heeft in de oer hieroglyphen haar ellebogen gespreid. Dan worden in het Hebreeuws hen boven de twintig jaar geteld voor tenten dienst (tsaba, 26:2). Als eerste wordt Anaq of Khanaq, Khan-anaq, genoemd, de zoon van Ruben. Dit is de stam die het nektouw (anaq) van Kaïn draagt. Khanaq betekent ook de opvoeding, vernauwen en wurgen. Dan wordt Pallu, tweede zoon van Ruben, genoemd, wat afgezonderd betekent. Mozes had de slang aan het volk laten zien, waardoor zij zouden leven, en liet zien dat de slang een dualisme was die het ego en het groeps-ego zou wurgen. Ook satan is een slang, en een dualisme. Daarachter schuilt de indiaanse godin Zaad. Het volk moest heropgevoed worden door het trekkende touw, om zo tentendienst te verrichten in de wildernis, nadat het volk was losgekocht van de touwen van de stad. Seth kwam in de plaats voor Abel. Seth betekent compensatie, vervanger. Ook betekent het billen (baarmoeder), en oprichten, opzetten, zoals Mozes de slang oprichtte in de wildernis. Dan wordt Ketsron genoemd, een andere zoon van Ruben, wat omsingeld betekent, maar wat komt van het Egyptische khutsrnp, wat verjonging door de baarmoeder betekent. Dan wordt Karmi genoemd, de vierde zoon van Ruben, wat wijngaard betekent. Als de ziel dieper in het reusachtige natuurgebied van de rode kern van Rigil Kent komt, dieper de wildernis in, dan komt de ziel tot tropische zeeën vol met haaien. Dat zijn echte overlevingstochten. De mens moet op zoek naar de juiste boten om deze zeeën te overbruggen. Zo komt de mens tot de diepere eilanden van de rode kern van Rigil Kent, tot de oerbronnen. Nog steeds komen hiervan de echo's tot de mens, om de mens terug te roepen. Het lagere Rigil Kent zijn allemaal haaiengevangenissen. De mens moet deze demoon-haaien overwinnen. De oorlog en de jacht zijn metaforisch, zoals in het Hebreeuws de oorlog 'tentendienst' betekent. Het gaat er dus meer om dat de mens terugkeert tot de tabernakel om te zien wat het inhoudt, zoals Bileam ook sprak : 'Hoe goed zijn uw tenten, o Jakob, uw woningen, uw tabernakels, o Israël.' (Numeri 24:5) De ware oorlog is dus de studie. Studeer voor je leven, studeer om te overleven. Dien de kennis, opdat je niet door onkunde wordt gegrepen. Laat onwetendheid niet je leidsraad en leidsheer zijn. De mens is gemaakt om een bibliotheek te zijn, opdat de kennis in haar wone. Dan zegt Bileam verder : Als valleien breiden zij zich uit; als tuinen aan een rivier; als aloë’s, die de Here plantte; als cederen aan het water. Water vloeie uit zijn emmers, en zijn zaad zal zijn in vele wateren; ja, zijn koning verheffe zich boven Agag, en zijn koninkrijk zij verheven. (24:6-7) Agag, de koning van Amalek, werd gespaard door Saul, maar verslagen door Samuel, Shama-el, Shama-ohel, oftewel de dienstknecht (shama) van de tenten (ohel). 'Agag' betekent 'ik zal de grootste zijn, ik zal de meerdere zijn, de meeste,' en 'ik wil meer', als het groeps-ego wat zich altijd boven minderheden wil verheffen, ook verbonden aan de Gog-demoon. In de gnosis, in het artikel 'De Overwinning over Gog' uit 1994, wordt gesteld dat de macht 'Gog' verbonden is aan : Matt. 15:6-9

'Zo hebt gij het Woord Gods van Kracht beroofd, ter wille van uw overlevering. Huichelaars, terecht heeft Jesaja over u geprofeteerd, zeggende: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn.' Daarbij wordt gezegd : 'Velen zijn hieraan voorbij gegaan en hebben eigenmachtige en verstandelijke uitleggingen aan het Profetisch Woord toegevoegd, zodat het geestelijke van het Woord werd afgenomen.' In dat opzicht wordt ook genoemd : Openb. 22:18-19 'Ik betuig aan een ieder die de Woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan (eigenmachtig, vleselijk) toevoegt. God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn; en indien iemand afneemt van de Woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige wildernis (Jeruzalem), welke in dit boek beschreven zijn.' In de grondteksten gaat het hier dus om 'niet eigenmachtig profetieën gaan uitleggen'. Profetie mag dus alleen maar door profetie uitgelegd worden, niet door het vlees. De naam Gog komt in de Bijbel een paar keer naar voren. Hij is beter bekend als 'de macht uit het Noorden.' (Ezech.:38:14-15) Zoals bij al deze personages is dit dus niet eenzijdig, maar dualistisch. Dan vervolgt het artikel : Jerem. 6:22-23 'Zo zegt de Heere: Zie er komt een volk uit het Noorderland, een grote natie maakt zich op van het uiterste der aarde. Boog en spies omklemmen zij ; meedogenloos is het en zonder erbarmen. Hun rumoer bruist als de zee en zij rijden op paarden ; het is toegerust als een man voor de strijd, tegen u. dochter Sions.' Deze kenmerken van Gog vinden we ook terug in Openbaring 6:1-2: 'En ik zag, toen het Lam één van de zeven zegels opende, en ik hoorde een van de vier dieren zeggen met een stem als van een donderslag: Kom. En ik zag, en zie, een wit paard, en die erop zat, had een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit, overwinnende en om te overwinnen.' In Openbaring 19 zien we dat de kennis ook op een wit paard komt, maar Gog wil haar vóór zijn. Gog is een misleider en een verderver. Hij komt met een vervalst evangelie en brengt schijn-religie, met pseudo-gaven en pseudo-vruchten, om de kinderen van de kennis te verslinden. Dit is het eerste zegel dat geopend zou worden ; Jezus noemt het óók als eerste teken van de 'wederkomst' en van de voleinding van de wereld: Matt. 24:3-5 'Ziet toe dat niemand u verleide. Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben de Christus, en zij zullen velen verleiden.' Let op: Jezus heeft het hier niet over zomaar mensen, maar over boze geesten, over Gog en z'n leger. In vers 24 zegt hij dat deze geesten worden uitgezonden om grote wonderen en tekenen te doen, zodat ze ons beter zouden kunnen verleiden. Het artikel stelt : Voordat de Heilige Kennis uitgestort zal worden, zal er eerst een uitstorting zijn

van legioenen boze geesten. Lieve mensen, zijn wij niet nu in dit tijdperk ? Wij staan aan de vooravond van de machtige uitstorting van Kennis. Het volk zal hiervoor, als eenlingen, moeten terugkeren tot de tenten, tot de tabernakels in de wildernis. Bileam zou het volk vervloeken, maar God kwam tegen hem als satan, tegenstander, oftewel Seth, de wildernis, de indiaanse oergodin, Zaad, de 'slang', het trekkende en groeps-ego wurgende touw, die Mozes in de wildernis oprichtte om de mens te redden, wat ook weer terugkomt in het boek van zijn opvolger, Jozua, als het rode touw wat redding bracht. Dit is diepe dualistische symboliek. De slang maakte dat het kwaad zou medewerken ten goede, dat de leugen zou medewerken voor de openbaring van de waarheid. Oorlog is dus in de diepte tabernakeldienst, tentendienst in de wildernis, oftewel studie. Het artikel stelt : 'Soldaten die sterk willen worden zullen de Weg van de Zwakheid dienen te bewandelen ( 2 Korint. 12:9-10 ).' Alleen het kruis, oftewel het touw wat het groeps-ego wurgt, zal overwinnen. De ziel van de mens ligt in deze wateren om de haaien van het groeps-ego te overwinnen, om te sterven aan het groeps-ego. Alleen de weg van zwakheid en stilte zal overwinnen, niet de weg van grote kerkgroei waarin iedereen wel van je spreekt, want dan bouw je groeps-ego. De mens moet tot het verborgene gaan, en dan zullen de bibliotheken wijd open gaan. Het gaat niet om de mens, maar om de kennis. Maar dit kost de mens wat. De oude duivel van eerzucht en mensenbehagenis komt graag om de hoek kijken. Vlees wat vlees behaagt. Walgelijk. Strijdt om in te gaan, oftewel : studeer om in te gaan. Dit is iets persoonlijks. Laat je niet door groeps-ego onderwijzen wat hoog loopt te pronken om een naam te maken en om markt te bedrijven. Het is een valstrik in deze gebieden buiten het paradijs, waar de trickster regeert. Behaag het vlees niet, maar maak het vlees af door kennis. Eenzaamheid en afzondering is iets symbolisch. Je kan niet in een hutje op de hei gaan wonen waar je niemand meer tegenkomt. Je kunt niet alles achter je laten om in het oerwoud van het Amazone gebied te gaan wonen. Dat is vragen om problemen, en dat wordt niet van de mens gevraagd. Daarom stelt het artikel ook : Jerem. 4:5-6: 'Boodschapt in Juda, laat horen in Jeruzalem en zegt: Blaast de bazuin in het land, roept luidkeels en zegt: Verzamelt u en laat ons in de versterkte steden gaan. Steekt omhoog het signaal: naar Sion. Bergt u, blijft niet staan. Want onheil breng Ik uit het Noorden een groot verderf.' Johannes de Doper leefde dan wel in de wildernis, maar hij riep de mens ook, hij waarschuwde de mens. Hij ging niet met pensioen in de wildernis. Ook de profeten van het OT bleven een bepaald contact met de mensen houden. Ze hadden geen smetvrees. De stad is ook de wildernis. De medemens is ook de wildernis. Er ligt ook een opdracht, alhoewel er seizoenen kunnen zijn waarin je echt even helemaal tot rust moet komen van alles. Het artikel laat een duidelijke balans zien, en stelt daarom aan het einde ook : Jerem. 15:17 'Ik heb niet gezeten in een kring van lachers, om uitgelaten te zijn ; door Uw Hand was ik eenzaam neergezeten, want Gij had mij met gramschap gevuld.' Jerem. 6:13-15 'Van profeet tot priester plegen zij bedrog. Zij trachten de breuk van Mijn volk op het lichts te genezen door te zeggen: vrede, vrede, terwijl er geen vrede is. Zij worden te schande, omdat zij gruwel bedreven hebben ; toch schamen zij zich in het minst niet, toch weten zij niet van blozen. Daarom zullen zij vallen onder de vallenden ; ten tijde dat Ik aan hen bezoeking doe, zullen zij struikelen, zegt de Heere.'

Jerem. 12:6-7 'Zelfs uw broeders in het huis vaders, zelfs zij zijn trouweloos jegens u, zelfs zij roepen u luidkeels na ; vertrouw hen niet, wanneer zij vriendelijk tot u spreken. Ik heb Mijn huis verlaten, Mijn erfdeel verworpen. Ik heb Mijn ziels-geliefde gegeven in de greep van haar vijanden.' Het artikel zegt hierover : 'Dit is de uitstorting van Gog en dit is nu, in de eindtijd, gaande in de kerk over de gehele wereld. Gog is een zware geest, één van de opper-machten van het gehele rijk der duisternis. En hij doet zich voor als de Heilige Kennis, om de mens te pakken te nemen. Laten we niet onwetend blijven over het feit dat de vijand alles van de Heilige Kennis zo meesterlijk kan nabootsen. Deze imitaties worden allemaal zó deskundig op touw gezet, dat het net echt lijkt. De vijand was vroeger zèlf een engel van God, waardoor hij dus Gods Werken en Geheimenissen van dichtbij kon bekijken en zelfs kon uitvoeren. Hij kent God's Opbouw en Structuren als bijna geen ander.' In I Samuel 15 zien we Agag, gg, oftewel Gog, aan zijn einde komen : 32Toen zeide Samuël: Breng Agag, de koning van Amalek, bij mij. Welgemoed ging Agag naar hem toe, want hij zeide: Voorwaar, de bitterheid van de dood is geweken. 33Maar Samuël zeide: Zoals uw zwaard vrouwen kinderloos maakte, zo zal onder de vrouwen uw moeder kinderloos worden. Daarop hieuw Samuël Agag aan stukken voor het aangezicht des Heren te Gilgal. Ezechiël 39 : 11Te dien dage zal Ik aan Gog een plaats geven, waar zijn graf zal zijn in Israël: het dal der doortrekkenden, ten oosten van de zee; en dat zal de weg versperren aan wie erdoor willen trekken. Daar zal men Gog met heel zijn menigte begraven en men zal het noemen: het dal van Gogs menigte. Gog is de geest van de menigte, het groeps-vlees. 9Dan zullen de inwoners van de steden van Israël uitgaan en de brand steken in het wapentuig: kleine en grote schilden, bogen en pijlen, knotsen en speren – zeven jaar lang zullen zij daarmee hun vuur stoken. 10Zij zullen geen hout van het veld halen of in de bossen hakken, want met dat wapentuig zullen zij hun vuur stoken. Zo zullen zij hun berovers beroven en hun plunderaars uitplunderen, luidt het woord van de Here Here. 12Het huis Israëls zal hen begraven om het land te reinigen, zeven maanden lang; 13ja, het gehele volk des lands zal begraven, en dat zal hun tot roem strekken op de dag dat Ik Mij verheerlijk, luidt het woord van de Here Here. Openbaring 20 8en hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand der zee. 9En zij kwamen op over de breedte der aarde en omsingelden de legerplaats der heiligen en de geliefde stad; en vuur daalde neder uit de hemel en verslond hen. Sodom en Gommora zal verwoest worden. Hoe ? Door de exegese dus, de tabernakel dienst. Er zal geen groot spectakel zijn van allemaal vuur en grote oordelen zonder dat ook maar iemand beseft wat er allemaal gaande is. Neen. De mens moet er doorheen leren prikken. Alles zal gebeuren door studie, door exegese, schriftuitleg. Dan gaat de mens het zien, want het is er al. Het gaat dus om de grote ontmaskering, de grote openbaring door transcendentie. Het gebeurt zodra de mens er weer

iets bijleert. Telkens weer, als een natuur verschijnsel, wat zich tot in de eeuwigheid mag verdiepen. Het is de openbaring van het hemelse Woord, het grotere Woord, het tweede Woord. Hoofdstuk 7. Paulus en de verborgen Godin in het NT Speuren naar buitenaardse lijnen in de bijbel, rode draden, meditatie, dat is wat ik telkens weer doe. Ik ga dan alle bijbelboeken langs om te zien welke openbaringen er zijn binnengekomen, welke energieën. Zo kwam ik langs Galaten en kreeg direct een geweldig visioen. Galati is Ge-Lethe, oftewel in het Grieks 'het loskomen, de vergetelheid (lethe) van de aarde (ge)', zoals Paulus ook in hoofdstuk 1 al zegt : 'om ons te trekken uit de tegenwoordige boze wereld, naar de wil van onze God.' Voor wereld wordt het woord 'aion' gebruikt, wat een tijdperk kan betekenen, of een wereld, dus een plaats, maar het wordt ook gebruikt om een eeuwigheid aan te duiden, wat dus niet letterlijk voor altijd is. Het is dus een plaats waar je in en uit kan gaan, een wereld, zoals Paulus zegt in vers 7. Westerse christenen hebben het woordje aion op andere plaatsen vertaald als de eeuwige hel, en in hun orthodoxe theologieën kom je daar niet meer uit. Paulus bewijst dus in de Griekse grondtekst het tegendeel. Paulus zegt dat er wel degelijk bevrijding mogelijk is uit een aion, omdat het in wezen geen tijd is, maar een plaats. Daar gaat verder het boek Galaten over, wat allereerst een Aramees boek is, en een Grieks boek, dus Westerse christenen hebben daar in hun taal niets over te zeggen als ze de taalcontext en taalgeschiedenis niet machtig zijn. Hoe gebeurt dan die bevrijding ? Het ligt besloten in het woordje Galati, het vergeten (lethe) van het aardse (ge). Lethe was één van de vijf rivieren van de onderwereld, de rivier van de vergetelheid, en die werd ook gepersonificeerd als een rivier-godin. Hoe komen wij tot de vergetelheid ? Paulus wikkelt er geen doekjes om. Hij vat direct de rund bij de horens en zegt : 6Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk laat afleiden tot een ander evangelie, 7en dat is geen evangelie. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en het evangelie willen verdraaien. Een tijdje geleden kreeg ik een visioen over het woordje 'evangelie'. Ik zag zo ineens de naam van Eva in het woord staan : Eva-ngelie. Eva is de moeder van de mensheid, de godin van de kennis, van de gnosis, die de mens moest inwijden. Het eeuwig evangelie is haar evangelie, maar het westen heeft dit allemaal verletterlijkt en omgedraaid. Het westen heeft gekeken of het 'verkoopkrachtig' was, of er genoeg vraag naar was, om het aan te passen naar de wens van de grote markt. Het westen liet zich dus leiden door het groeps-ego. Daarom stelt Paulus : 10Tracht ik thans mensen te winnen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van God in het zoonschap zijn. Ons 1994 artikel over de overwinning over Gog bespreekt deze geest ook, de geest van mensenbehagenis, vleesbehagenis, waardoor het westerse markt-christendom geleid wordt : Matt. 15:6-9

'Zo hebt gij het Woord Gods van Kracht beroofd, ter wille van uw overlevering. Huichelaars, terecht heeft Jesaja over u geprofeteerd, zeggende: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn. Dat is wat het hele westerse christendom is : geboden van mensen. De mens moet terugkeren tot de godin Lethe, de onderwereldrivier van de vergetelheid om al het aardse te vergeten, om het groepsego te kunnen doorzien. Een groeps-ego is zo zwaar dat als de mens daar mee gaat spelen en ermee gaat lopen vleien, dan wordt de mens de diepte ingesleurd en kan niet meer opkomen. Het is een zwaar harnas van zelfvernietiging. Vandaar dat er in het boek Galati nog steeds een machtige code verborgen ligt tot bevrijding. Paulus zegt : 11Want ik maak u bekend, broeders, dat het eva-ngelie, hetwelk door mij verkondigd is, niet is naar de mens. Het eva-ngelie, oftewel het evangelie van Eva, van de natuur vrouw, of paradijs vrouw, om het aardse mensenvlees, het groeps-ego, te vergeten. Daarom gaf zij de vrucht, en het westerse marktego heeft dit lopen demoniseren, want het was een gat in hun dikke portemonnee. In de grondteksten was het een dualiteit, een verhaal wat dubbel uitgelegd kon worden. 12Want ik heb het ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring. Dan predikt Paulus de boodschap van het geloof, wat in het Aramees volharding betekent. 2:5 - dat de waarheid van het eva-ngelie ook verder bij u zou blijven. Waarheid is in het Grieks 'aletheia', al-letheia, wat de verzoening (al) met het geheim (letheia) betekent, oftewel al-lethe, de verzoening met het verborgene, de vergetelheid. Het wortelwoord lanthano is een verkorting van letho. De mens moet dus komen tot de heilige vergetelheid om los te komen van het aardse, opdat het ware hierin geopenbaard kan worden. Ook aletheia is een Griekse godin, een dochter van god(in), zeus. Aletheia is dus de openbaring in de diepte van Lethe. De golven laten het afpellen van het groeps-ego zien. Aletheia is de Griekse godin van de waarheid en komt veel voor in de Griekse grondtekst van de bijbel. De waarheid is wat vanzelf wordt voortgebracht door het zaad in de dieptes van Lethe. Het kan niet tegengehouden worden, en dat is dus de heilige gebondenheid. Zo is er geen menselijke inmeng meer. In de dieptes van de rivier de Lethe sterft al het aardse af. Daarom zegt Johannes : 3 Joh. 1:4 - Groter blijdschap ken ik niet, dan dat ik hoor, dat mijn kinderen in aletheia/ lethe wandelen. 1 Joh. 4:6 - Wij zijn uit God; wie God kent, hoort ons; wie uit God niet is, hoort ons niet. Hieraan onderkennen wij de kennis/ geestelijkheid van Lethe (aletheia) en de valse (oppervlakkige, materialistische) geestelijkheid. Lethe is dus het communicatie middel. Diep hoort diep. Diep zoekt naar diep. Het oppervlakkige zal ons niet verstaan. Jakobus 5 19Mijn broeders, indien bij u iemand van de waarheid, de verzoening met Lethe (aletheia), afdwaalt, en een ander brengt hem tot inkeer, 20weet dan, dat, wie een zondaar van zijn dwaalweg

terugbrengt, diens ziel van de dood zal behouden en tal van zonden bedekken. Lethe is dus de natuurweg van de bevrijding en de redding uit het aardse. Titus 1 1Paulus, een dienstknecht en apostel van God en het zoonschap, naar de volharding der uitverkorenen Gods en de erkentenis van de verzoening met Lethe, het vergeten van het aardse tot verzoening met de godin Lethe (aletheia, de waarheid), die naar de godsvrucht is. Paulus wijst dus letterlijk de weg terug naar deze godinnen in de Griekse grondtekst, alhoewel de godinnen dus personificaties zijn van de natuur-principes. In veel christelijke kerken schreeuwen ze moord en brand als ze het woord godin horen, want dat staat niet in hun valse westerse vertalingen. Het zijn moeder-haters, vrouwen-haters. 2 Tim 4 3Want er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich tal van leraars zullen bijeenhalen, 4dat zij hun oor van de waarheid, lethe/ aleithea, zullen afkeren en zich naar de fabels keren. Paulus laat hier precies zien wat er gebeurt als de mens de riviergodin van de vergetelheid als principe afwijzen, iets wat ze in henzelf zouden moeten integreren. Ze zullen overgeleverd worden aan het groeps-ego, en ook de illusies en fabels van het groeps-ego. In deze tijd leven we. Ironisch gezien halen de kerkmensen vaak deze teksten aan als een pseudo-bewijs dat hun valse, misvertaalde leer de waarheid is, en dat velen van hen afwijken. Ze kennen het Grieks niet, en ook niet de context van al deze grondteksten. Ze willen het groeps-ego blijven behagen, want dat spekt hun eigen portemonnee en hun eigen ego. Ze willen de smalle weg door de enge poort tot de diepte niet gaan. Diepte is een vies woord, niet goed voor de portemonnee. Het achter elk boomblad kijken is niet aan hen uitbesteed. Een boom is een boom in hun ogen. Titus 1 14en niet het oor lenen aan Joodse fabels en geboden van mensen, die zich van Lethe/ Aletheia afkeren. Dat is wat het christendom is : een Joodse fabel. Het heeft een diepere betekenis. Het mag niet verletterlijkt worden. De mens moet terug tot de rivier van de vergetelheid om zich daarin te wassen, na aan zichzelf gestorven te zijn, zowel aan het individuele ego als aan het collectieve ego, want we spreken over een rivier in de onderwereld. De mens moet weer met Lethe verzoend worden. Dat is de ware Griekse boodschap van Paulus. De Paulus in het westen is een pseudoPaulus, een vrouwenhater, die hevig gaat lopen gillen als een sirene als iemand het woord 'godin' of 'moeder god' durft te noemen. Dit alarm moet stukgeslagen worden. Alleen Lethe kan dit doen. Het groeps-ego wordt namelijk in stand gehouden door het groeps-bewustzijn. Dit bewustzijn moet de vergetelheid in, anders gaat er niemand gered worden, niemand. Het groeps-bewustzijn heeft deze illusie opgeblazen. De mens is verstrikt in een valse weter, een vals geweten. Het groeps-geweten moet eraan gaan, anders gaan wij eraan. Vecht voor je leven. 2 Tim. 3 4verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, 5die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand. 6Want tot hen behoren zij, die zich in de huizen indringen en vrouwtjes weten in te palmen, die met zonden beladen zijn en gedreven worden door velerlei begeerten, 7die zich te allen tijde laten leren, zonder ooit tot erkentenis van de verzoening met de godin Lethe te kunnen komen. 8Zoals Jannes en Jambres, de tegenstanders van Mozes, staan ook dezen de godin Lethe tegen; het zijn mensen, wier

denken bedorven is, en wier (gebrek aan) volharding de toets niet kan doorstaan. 9Maar zij zullen het niet veel verder brengen, want hun onzinnigheid zal aan allen overduidelijk worden, zoals ook bij genen het geval was. Ironisch gezien zijn het vaak rokkenjagers, altijd achter de aardse vrouwtjes aan, maar de oermoeder, de kennis als de ware natuur vrouw, in de geestelijkheid, negeren ze, verachten ze. Ze haten de gnosis. Daarom geeft de oermoeder zich niet aan hen, en blijven de deuren van het geestelijke voor hen gesloten, en rennen daarom als kippen zonder kop blindelings aan achter de meiden als achter sigaretten. Totaal verdwaasd. Ze zijn een karikatuur van de ware man die verzoend is met de godin Lethe, zijn eigen innerlijke godin (natuur principe). De ware man laat het aardse los in de rivieren van de vergetelheid om de hogere dingen te zoeken. De lagere aardse man is blind geloof als een dekmantel voor hedonisme. De ware man is een asceet, die hongert in de wildernis naar het eeuwige, niet naar het tijdelijke aardse. Alles zal voorbij gaan. 1 Tim. 6 5verdraaide en perverse disputen bij mensen die niet helder meer zijn van denken, met een corrupte geest, en het spoor van Lethe bijster geraakt zijn, daar zij de godsvrucht als iets winstgevends beschouwen. Trek jezelf terug van hen. Het is nu kiezen voor de mens : Of de markt, of Lethe. Je kunt geen twee heren dienen. Wat maakt het toch dat een mens tijdelijk geld belangrijker vind dan de eeuwigheid ? 1 Tim. 2:4 4die wil, dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis van de verzoening met de godin Lethe (aletheia) komen. Dat is het oorspronkelijke Griekse eva-ngelie. Niet het westerse evangelie. Daar hebben ze heel iets anders van gemaakt. De oorspronkelijke bijbel stond vol met zulke ezelsbruggetjes. Het is een verhaal, een filosofie, een beschrijving van natuur principes, niet eens zozeer een religie, en al helemaal geen orthodoxe religie, alhoewel de natuur haar eigen orthodoxie heeft. 2 Thessalonicenzen 2 13Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de Here geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door de kennis en geloof (volharding, Aramees) in de godin van de waarheid (verzoening met Lethe, aletheia). Het aardse zal blijven trekken, daarom moet de mens dieper in de rivier de Lethe gaan, en erin volharden. 9Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen, 10en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die vergaan, omdat zij de liefde tot de verzoening met Lethe (het vergeten van het aardse) niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. De mens die aan het aardse blijft vasthouden en het diepere geestelijke, oftewel de gnosis, niet wil, en niet de Lethe wil overzwemmen, die zal door het aardse totaal ten gronde gaan, en gerecycled worden. De natuur weet wel raad met afval. Alles zal herschapen worden in de ochtend, wanneer de nachtmerries zullen wijken, doorgrond zullen worden, verdiept. Colossenzen 1

5om de hoop, die voor u is weggelegd in de hemelen. Daarvan hebt gij tevoren gehoord in de prediking van de verzoening met Lethe, het eva-ngelie, 6dat tot u gekomen is. Immers, in de gehele wereld draagt het vrucht en wast het op, zoals ook bij u, sedert de dag, dat gij het gehoord hebt en de beloningen Gods in de verzoening met Lethe hebt leren kennen. Wij worden dus persoonlijk beloond in onze relatie met het Lethe principe van het doorzwemmen in de rivier totdat we tot de schepping van de openbaring komen. Dat zijn bepaalde golven die de mens niet kan stoppen. Ik weet wat het is, want ik ben er zelf overheen gezwommen, en ik had dromen gehad over mensen die me terugriepen, maar ik ging dieper in deze zee, en ik kwam in het paradijs, en ik kon het niet meer tegenhouden, en ik kon ook niet meer terug, maar de mens heeft geen besef wat het paradijs inhoudt. Het zijn diepgaande natuur principes, geen luilekkerland of eeuwig gezang tot één of andere gelukzalige oude man op een troon ofzo. Niets van dat alles. Je betaalt een hoge prijs, want je kan er nooit vrijuit over spreken, en dat hoeft ook niet. Je kunt alleen het halve geven. De mens moet zelf deze rivier, deze zee, overgaan. Zoals ik al vaker heb gezegd heb ik hier nog geen 1% over kunnen vertellen. Het zou ook niet kunnen. Het zou de mens overweldigen, en de mens is niet klaar. Ik heb mensen gehad die op me liepen te schelden omdat ik ze niet meer kon vertellen. Anderen hebben me hoge bedragen geld geboden en boekdeals enzovoorts enzovoorts, maar er is maar één weg : Lethe, oftewel de mens moet al het aardse achterlaten en in de diepte van de hemelse rivier gaan. Het gaat ook niet om mij, maar om het principe. En het principe is de heilige vergetelheid die de mens hemels bindt en verbindt, opdat de mens wordt aangesloten op een hemels virtual reality, en weer betekent dit dus geen altijddurend feestje of altijddurend lachen of allerlei andere oppervlakkige dingen. Het is het smalle pad door de enge poort tot de diepte, een inwijding tot de hogere oorlog die een studie is. Het is het komen tot de hemelse bibliotheek. Alles wat ik kan doen is zaaien. Het zal zijn weg vinden. Het zaad zal niet ledig wederkeren. Ook Jezus spreekt in de Griekse grondtekst voortdurend over Lethe, dat de mens haar zal kennen en dat zij de mens zal vrijzetten. Het evangelie wat Jezus brengt is het evangelie van Lethe in de Griekse grondtekst, de verzoening met Lethe (aletheia). Jezus noemt Lethe ook het Woord. Hoofdstuk 8. De Rivier van Vergetelheid Ook in het Griekse OT, de Septuagint, wordt lethe-aletheia, de verzoening met de hemelse vergetelheid genoemd : Psalm 85 (Psalm 84 in de Septuagint) 12 trouw, waarheid, aletheia, de verzoening met lethe, spruit voort uit de aarde, en gerechtigheid ziet neder van de hemel.

Jesaja 59 15 Zo ontbreekt de waarheid, lethe-aletheia, en daarom verstaan zij niet. Psalm 91 (90 in de Sept.) 4 zijn trouw, waarheid, lethe-aletheia, is schild en pantser. Ps 25 (24 in Sept.) 5 leid mij in uw waarheid, lethe-aletheia, en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils, U verwacht ik de ganse dag. In Ps 119 (118 in Sept.) is lethe de wet, oftewel vergetelheid (vs. 142), en is zij het getuigenis (vs.138). Het gaat dus om het vergeten van het aardse waarin de hemelse openbaring ontstaat, in de dood van het ego en het groeps-ego. Dat is het pad. Alle paden worden lethe genoemd (vs. 151), daarom ontkomt de mens daar niet aan. Er is alleen leven in de heilige vergetelheid. De mens moet loskomen van de ego-kennis van de groep. Er is een heleboel vals bewustzijn, vals groepsbewustzijn, met valse, misleidende, lagere aardse kennis. Dit is oppervlakkige kennis die verletterlijkt is en uit het verband is gerukt en die op aarde wordt verkocht. Lethe is het begin van alle woorden (vgl. het nederlandse woord 'leegte') (vs. 160). De betekenis van aletheia-lethe is dus vergetelheid, waarheid, verzoening, trouw, wat ontstaat in het afdoen van het ego en groeps-ego, het afdoen van het aardse, om het hemelse aan te doen. Het aardse biedt een valse vergetelheid in de matrix die een doelloze onverschilligheid is, een oppervlakkigheid is, terwijl de hemelse vergetelheid leidt tot de diepte, tot de hemelse bibliotheek. In de oertalen is L de letter van Ila, de bevrorenheid, de vertraging, wat niet letterlijk kou hoeft te zijn, maar wat ook heel tropisch kan zijn, de heilige verlamming. De T is de letter van het herstel van de sociale code, van de tabernakeldienst en tentendienst, de letter van verzoening, de heilige reformatie, als we het over de oer-lethe hebben, L.T. In het Egyptisch, als tussenvorm, werden woorden ook van verschillende kanten geschreven, waarvan de latere talen heel subjectief een bepaalde richting kozen. Als we daardoor terug gaan naar het oer kunnen woorden zich ineens spontaan omdraaien, zoals Lethe, L.T, leidt helemaal terug tot de amazone indiaanse oergodin Tolli, T.L. Eerst moet de mens tot de vergetelheid komen, omdat het geheugen vals geprogrammeerd is door de stad. Het stadse geheugen is bedriegelijk, het groeps-geheugen, en het woekert voort als de kanker. Het boek Galaten stelt dat de mens niet zomaar tot de wet en het kruis moet gaan, alhoewel dit hele belangrijke dingen zijn, maar alles moet eerst getoetst worden. Er moet eerst onderzoek gedaan worden. En het toetsen gebeurt door de heilige vergetelheid, dat je niets zomaar in je geheugen aanneemt, maar eerst onderwerpt aan de toets, opdat je niet besmet wordt met het virus. De rivier de Lethe, of de oerrivier de Tolli stroomt dus dwars door het boek galati, ge-lethe, heen. De westerse vertalingen hebben dit veelal neergezet als een strijd tussen wet en geloof, maar dat is hele luie en oppervlakkige vertaling. Er moet volhard worden in het toetsen en onderzoeken, dat is wat 'geloven' betekent in het Aramees. Tolli, de oer natuur vrouw van de vergetelheid, staat in de oerwouds-rivier, klaar om het groeps-ego te verbrijzelen, en zo ook het valse groeps-geheugen van het ego, en het valse groeps-bewustzijn van het ego. Maar wie durft er tot haar te gaan, tot dit principe. Velen rennen weg en verschuilen zich in hun steden, duiken onder in het materialisme wanneer zij de steden bezoekt met een oproep en het oordeel over belasting-ontduikers. Op hun hoge deuren klopt zij met haar Woord, maar wie doet er open ? Met haar hyenas zal zij door hun ruiten heengaan. Zij zal hun deuren intrappen, want

de tijd van spelletjes spelen is voorbij. Nu wordt de mens voor de keuze gesteld. Het is buigen of breken. Het is beter tot haar te komen dan dat zij later tot de mens moet komen. Wie wacht er op de zogenaamde wederkomst ? Is het niet de mens zelf die moet wederkomen, moet terugkeren ? Maar als zij dat niet doen, dan zal zij, dit natuur principe, terugkomen. Wie kan haar tegenhouden ? Wie oh wie ? Wat kan een mens tegen een overstroming doen waar dijken niet tegenop kunnen ? Wat is de mens ? Ach, de mens is maar een zucht. Tolli, de oer natuur vrouw van de vergetelheid, staat in de oerwouds-rivier. Wie haar zien sterven aan het ego. Daarom willen ze haar niet zien, maar kijken ze liever in hun spiegels. Ze willen de baarmoeder niet in. Ze willen lang opblijven en feest vieren, maar wat valt er te feesten ? Het is een oorlog tegen het beest van het groeps-ego. Het is een oorlog tegen de valse drugs van de onverschilligheid en de spijbelziekte. Het geheugen van de mens is verziekt, het bewustzijn van de mens is verziekt, ja, verkankerd. De mens heeft zware hersenkanker. De mens heeft een dokter nodig. Het medicijn is de natuur, maar dat is gratis, dus de mens maakt een surrogaat in de stad. Tolli is ook een oerstam van de natuur. In Suriname, één van de laatste stukjes paradijs op aarde, wordt het mannelijk geslachtsdeel soms ook 'tolli' genoemd. Ook kan het vergeleken worden met een tol, als een beeld van het draaien wat in de diepte van de vergetelheid wordt opgewekt. Je wordt losgedraaid en dan in de diepte weer ergens in vastgedraaid. Zo ontstaat ook het natuur verschijnsel van de orkaan, wat in de Vur wordt besproken als de sleutel tot het paradijs. Wilde rozen groeien rondom het paradijs, Niemand kan binnenkomen Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden, Klaar om steden in te nemen, Zij breekt het glas, En dan is alles brandende, Zij is de slager van de herinnering (1:14-15) Al sinds kind heb ik dromen gehad over de natuur vrouwen van het oer, de godinnen, en zij riepen mij, vanuit de wildernis, soms in donder en bliksem wat door mijn hele lichaam trok. En als kind wist ik al dat het groter was dan welk natuurverschijnsel op aarde dan ook. Ze waren ook tien malen sterker dan een mens. Als je ze ziet, dan blijf je niet hetzelfde. Zij waren de brengers van het Tweede Woord, oftewel het diepere Woord wat de mens verborgen probeert te houden. Als kind wist ik al dat de mens op een bepaalde manier 'ten dode was opgeschreven'. Dat er een veel grotere en diepere realiteit staat te dringen. De mens leeft in een illusie. De baarmoeder zal terugkomen, niet als een botte sadist zoals ze telkens in het christendom beweren, maar als een diepte-studie die niets meer van het ego, het groeps-ego en het menselijke wereldbeeld overlaat. De baarmoeder is teder, maar zij moet wel tuchtigen om haar kinderen te beveiligen. De kinderen moeten het voelen als er gevaar dreigt, hun zintuigen moeten opengaan en op scherp staan, anders gaan ze eraan. Dus het is een zoet-bitter mengsel van bruutheid en zachtmoedigheid, als een alarm, als een moeder die daadwerkelijk om haar kinderen geeft, zeker geen zoete, lieve Gerritje die alles maar goedvindt en alles maar toelaat, zeker geen gelukzalige gepensioneerde altijd maar ja-knikkende suikeropa. De mensheid moet van de karikaturen af. De stad heeft geen zorgvuldigheid zoals de baarmoeder, maar de stad is onverschillig en daarom zijn ze vaak schijn-aardig. De baarmoeder kan soms wreed genoemd worden om haar kinderen wakker te schudden, maar de stad is sadistisch. Dat is een heel groot verschil. De moeder doet alles met een doel, maar de stad is doelloos, hedonistisch. Dit wordt in hun pieken allemaal heel extreem, en dan zie je hun ware aard. Mijn dromen waren dus ook nachtmerries, omdat ik ze als kind niet begreep. Er moest nog een exegese komen, een uitleg. Later ging ik de lijnen van de demonologie en het shamanisme erdoor zien. Het is oorlog, dus ik zou niet met minder genoegen nemen. Daarom heb ik er ook altijd een

hekel aan gehad hoe vrouwen door veel mannen als een stuk vlees werden behandeld, zo roekeloos, onvoorzichtig, onverschillig. Maar de duivel heeft ook hele verkeerde vrouwen op mij afgestuurd, waardoor ik moest vechten voor mijn leven. Dat zijn nu eenmaal de voorhangsels van de kennis. Alles bestaat uit tegenstellingen en alle combinaties daar tussenin, zodat de mens genoeg creatief materiaal heeft. Alleen zo is het palet compleet. De mens draait en draait, totdat de mens de vergetelheid vindt waarin allereerst alle aardse stemmen doven, alle vooroordelen en aardse programmaties. De stad, ook zeer sadistisch naar dieren, maar als Liesje vies wordt schreeuwen ze moord en brand. Wat een belachelijke karikatuur, en belachelijk hypocriet, puur absurdisme, maar al die vreemde figuren, al die treden van de trap hebben we nodig om boven te komen. Ze houden allemaal een bepaalde antistof verborgen, de openbaring van een bepaald raadsel. Wil dat zeggen dat we met pensioen kunnen gaan en kunnen stellen dat we dan ook maar positief moeten blijven denken, want zo is elke leugen dus een heraut van de waarheid ? 'Zo, nu is toch alles goedgekomen.' Neen. De mens mag niet in slaap sussen. Er is een daadwerkelijke strijd te voeren, oftewel een tabernakel dienst van de studie te verrichten. Er is geen simpele 'alles zal medewerken ten goede, dus lang leve de lol', want dan kom je weer in christelijke 'alles is genade' grapjes terecht, of 'geloof en wees voor alles doof' flauwekul. Alles zal medewerken ten goede 'door de studie', 'door de exegese', en die begint met de vergetelheid waarin het aardse wordt losgelaten allereerst, maar dan ergens op het traject begint de ware demonologie als een piepend alarm. Slangen in het paradijs, haaien in de rivier de Lethe, enzovoorts. Niet zonder gevaren. Het touw trekt ons terug tot de feiten. En het feit is dat de mens diep in slaap was gevallen. Als demonoloog moet je zien dat het hele menselijke ras bezeten is, allemaal demonische parasieten in de hoofden van de mensen die met elkaar overleggen hoe ze elk mens het beste te gronde kunnen brengen, en de mensheid ziet het gewoon niet. Dit is niet iets wat je zomaar eens een keer ziet. Neen. Je ziet het dagelijks. De mensheid wil het niet zien. Als de mens sterft, ja, dan heeft de mens ineens ons als demonologen nodig. Dan zien ze ineens dat de rampen inderdaad niet te overzien zijn. De demonoloog grijpt niet naar de drank, de pilletjes of de drugs om van zijn visioenen af te komen, maar werkt aan zijn visioenen, doet er iets mee, ook met zijn kinderdromen en kindernachtmerries, zoals een neef van mij eens zei : 'Nachtmerries is allemaal informatie.' het is voor studie doeleinden, lieve mensen, dus wat je ook in je leven hebt meegemaakt : zie het als een studie uitdaging. Blijf pellen totdat je bij een stuk vergetelheid aankomt waarin de rode kern is ingewikkeld, een stuk openbaring boven menselijk groeps-denken. Hoofdstuk 9. De Vrouwen van Adam en een ander scheppingsverhaal in het Judaïsme Dat wat we op aarde zien zijn buitenaardse codes die gedecodeerd moeten worden. Galaten is ook gly-aten, oftewel de openbaring (gly, aramees) van de rode planeet (baarmoeder, aten, egyptisch). Ook de Nederlandse taal is een cryptische code, en daarom gaan een heleboel dingen ook niet zomaar weg, zoals 'geloof' is gly-eva, oftewel de openbaring van Eva. De bijbel kan dus op verschillende manieren gedecodeerd worden, ontsluierd. We hebben ook te maken met het Eva-ngelie, het evangelie van Eva. En dan het woordje genade wat te pas en te onpas in het christendom wordt gebruikt als een soort

drugs of slaapmiddel, waardoor ze niet meer zelf hoeven te veranderen, want alles is al voor hen gedaan : ga-nod, ga naar (Nederlands) Nod, het land van Kaïn, oftewel daar waar hij kwam toen hij het groeps-ego had afgedaan. Dit is ook de decodering van het woordje 'genot', wat je kunt gebruiken als je hedonisme om je heen detecteerd, oftewel de genotszoekers. Prik er doorheen. Geluk is dan gly-loki, oftewel de openbaring van het Woord, Loki, de logos (Germaans-Grieks). En dan het te pas en te onpas gebruikte woordje 'Jezus', vooral als een afgod in de christelijke kerk, en dan nog zeer extreem ook. Jah-zus, oftewel de zus van Jah, van Jehovah, van Havah dus, van Eva, is dat cryptisch gezien, en dan komen we bij de Kabbalah terecht. Daar zien we hoe Adam na de moord op Abel van Eva gescheiden is en Naamah wordt zijn nieuwe vrouw, en ook Lilith (Llt, L.T., vgl. Lethe, Tolli), zoals beschreven in de Zohar, het centrale boek van de Kabbalah. Beiden brachten epilepsie tot de mens, opdat ze beveiligd waren tegen aardse programmaties. Lilith (Lethe, Tolli) was tegelijkertijd met Adam geschapen uit dezelfde klei, en was zijn eerste vrouw, nog vóór Eva, in Joodse legende. Zij wilde niet voor hem buigen, en zo ontstond er scheiding. Zij is dus ook altijd een beeld geweest van emancipatie. Zij was een tegenstander van Adam, en ging dieper de wildernis in, tot Samael, wat gif van God betekent in het Hebreeuws, het dualisme van God, wat ook weer satan kan betekenen, de seth, sat, van de wildernis, de spiegel. Ook is hij de vorst van de dood. Net als Samuel was hij een dienstknecht van de natuur baarmoeder van de kennis, sama-el. Lilith probeerde toen de kinderen van het volk uit de klauwen te krijgen van Adam, en werd bestempeld als 'kindermoordenaar', maar exegetisch gezien wilde zij het volk laten sterven aan het mannelijke, heersende groeps-ego. Samael is een belangrijke aartsengel in het Judaïsme, en ook de beschermengel van Ezau in de wildernis. Ook Mozes leidde het volk tot Samael, de slang in de woestijn, en dus tegelijkertijd tot Lilith, tot Lethe (Tolli). Er is dus een gevecht tussen Adam en Adam, en ook tussen Eva en andere soortgelijke oervrouwen, als een strijd die binnen henzelf afspeelt. Vannacht had ik een droom over machtige vrouwen die met elkaar in gevecht waren, voornamelijk verbaal. Zij hadden ook gewerkt door vrouwen die een machtspositie in mijn leven hadden. Het was één groot machtsspel. Ze waren op elkaar aan het schelden, en ze waren van verschillende periodes, en toen zij degene die later kwam vijandig : 'Ik kom nu naar je toe.' Toen ging ze de trap af om tot die andere te gaan, maar toen vervaagde de droom. Van al deze personages zijn er dus hogere vormen en lagere vormen. Naamah is dan een beeld van het oervolk Name. Het gaat niet zomaar om mystiek en spiritualiteit, want een heleboel mensen gaan hierin met pensioen, als wazige gaten waar ze inspringen om onverschillig te worden en eenzijdig, als aan de drugs, en is het een heleboel zoeken naar vrede, genot en goede gevoelens, en veel, heel veel rust. Het kwaad bestaat dan eigenlijk niet meer voor deze mensen en ze vergeten de dieptes van de demonologie en de gevaren die er nog dreigen. Het gaat dus om de exegese, want de mensen vallen in hele diepe putten en er zijn geen trappen. Er moeten trappen gebouwd worden. Dan kun je zeggen : 'Ja, liever niet in de wildernis,' maar dat kan ook op een andere manier. Het gaat er dus niet om om zomaar een zonderlinge mystiekeling te worden of spiritualist, want velen gebruiken het in de new age om grote spijbelfeestjes te organiseren, en vaak plakt dan ook nog de hele bende aan elkaar, zodat ze weer niet loskomen van het groeps-ego, en maar al te vaak is het gewoon weer een andere markt. Spirituele boeken met korting voor leden, enzovoorts. Neen. De mens moet een exegetist worden. Deze verschijnselen moeten uitgelegd worden en begrepen. Dus in het Judaïsme zien we nog een ander scheppingsverhaal, namelijk dat van Lilith (Lethe) en Samael. Dit is het scheppingsverhaal in de wildernis buiten Eden, want dat was meer een gesloten hof. Ook zij brachten vele kinderen voort en namen vele kinderen tot hen, die de natuur volkeren werden. Naamah komt tot de man in zijn zwakheid en honger, dieper in de wildernis.

Religie is een belangrijke metafoor voor de natuur, maar het moet wel een metafoor blijven. Het is filosofie. Hoofdstuk 10. Na Rigil Kent - Het probleem : dimensie overlapping Als we door de Rigil Kent laag heen zijn gegaan door de rode kern van Rigil Kent, dan zijn we er nog niet. Dan moet de mens nog gaan naar de planeet Laura, een nog diepere verloren kern van Orion. De planeet Laura is een reusachtige oerwouds planeet, waarvan het stedelijke natuurgebied maar 1 % is en de rest allemaal oerwoud, waarvan 1 tot 4% water. Het is een uitdaging honger en eenzaamheid te accepteren, lijnen die ook door de bijbel heenlopen, als de lijnen van het kruis. Het zijn de sleutels tot de heilige gebondenheid. Vermindering en afzondering zijn de basis. Zonder deze twee kom je nergens. Buiten deze principes kiest de mens voor hedonisme en het meerdere. De mens is dan niets anders dan een gulzig varken. Het probleem : overlappende dimensies. Dit komt omdat de mens geen goed onderscheid kan maken vanwege gebrek aan kennis, wat een soort van kinderziekte is. De mens is nog steeds in evolutie. Overlappende dimensies veroorzaken al het leed op aarde en het is een fase waar de mens doorheen moet. Eerst moet de mens die overlappingen onder ogen komen, de warknopen, en dan moet de mens het ontwarren. Er moet dus ook een alarm komen die de mens op de hoogte brengt van overlappende dimensies, en die een programma laat zien om het weer recht te krijgen. Het gaat dus om dimensie-onderscheiding. In het woord 'de mensen' zit ook het woord 'dimensies'. De mens moet ook weer gevoelig worden voor dit alarm, en gevoelig voor het onderwijs van het alarm hierover. Het onderwijsboek 'Rigil Kent - de verloren Kern van Orion' beschrijft de tocht tot en door de rode kern van Rigil Kent. Daarna moet de ziel verder gaan naar Sirius, waar hetzelfde aan de gang is, en die ook een rode kern heeft, genaamd Ub. In de Ub kern van Sirius ligt de technologie van de anti dimensie overlapping, ADO. Voordat de mens tot de ADO technologie komt is er dus een worsteling met de dimensie overlapping die niet te overzien is. Daar kan een mens niet omheen. Omdat die technologie er niet is moet de mens dus verschrikkelijk zwaar strijden, proberen de dimensies los van elkaar te krijgen en weer te onderscheiden. Alles wat de mens om zich heen ziet is een resultaat en bij effect van dit verschijnsel, dimensie overlapping, en alleen in de rode kern van Sirius, in Ub, kan de mens komen tot dimensie onderscheiding en het ADO alarm herstellen. We spreken dus uiteindelijk over een nog diepere verloren kern van Orion. Al in de Egyptologie was Sirius (de godin Sopdet) de zwangere vrouw van Orion (Sah). Zij hoorden dus bij elkaar. In de Egyptologie wordt Sirius ook de hondster genoemd en de ster van de overstroming en van het begin van de wereld. Sopdet werd afgebeeld met een ster boven haar hoofd. Dit kunnen we vergelijken met Openbaring 12 : 1En er werd een groot teken in de hemel gezien: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder

haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd; 2en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren. 3En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen. 4En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. 5En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. 6En de vrouw vluchtte naar de wildernis, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden. De draak die met zijn staart een derde van de sterren op aarde wierp is een beeld van de dimensie overlapping, maar de wildernis diepte is de schuilplaats voor de mens, als een beeld van de Ub kern van Sirius. Toen de Sirius kern van Orion werd verwijderd ontstonden de lagen van het lagere Sirius om de kern heen, als dimensie overlapping. Dimensie overlapping is dus aangekoekte dimensies die door gebrek aan onderscheiding teveel doorgemengd zijn, zoals er vlekken ontstaan als er heel veel dia's op elkaar worden gelegd, oftewel knopen. Er moet dus weer een overzicht komen van de schermen. Ze mogen niet op één punt blijven, want dan wordt het onoverzichtelijk. Er moet dus een inventaris komen, een framewerk. De dimensies moeten dus ver genoeg van elkaar weggedreven worden, anders gaan ze overlappen. Daarvoor was al het vorige onderwijs en de demonologie. Daarvoor was het sorteren en onderscheiden van de culturen. De mens moet weer gevoelig worden voor de verschillende lijnen, de verschillende snaren, door alles heen. Zo niet, dan blijft de dimensie overlapping. In die zin wordt er dus ook gewerkt met beugels om de dimensies van elkaar te houden. Ook is het belangrijk voor de mens om gevoelig te worden voor de verschillende lijnen van planetaire energie. Dat zijn ook allemaal belangrijke snaren. Als de snaren te dicht op elkaar liggen kan er geen muziek gespeeld worden, en kunnen er dus geen boodschappen overgebracht worden, en dan is er dus dimensie overlapping. Ook verhalen zijn dus belangrijk om snaren aan te brengen, opdat de dimensies niet aankoeken en overlappen. Vaak is het letterlijke al dimensie overlapping, en verhalen luchten dan alles weer, brengen dan ruimte en onderscheid, en brengen alles meer in het symbolische en abstracte. In het kaleidoscopische is er minder kans op dimensie overlapping. Wel is het zo dat het kaleidoscopische zonder onderwijs waardeloos is. Verhalen en onderwijs moeten dus gelijk oplopen, anders is er gevaar van dimensie overlapping. Er zijn dus wetten van kaleidoscopie. In een droom aan het begin van het millennium was ik in Almere en er was daar het rode prins verschijnsel, wat een soort van alarm was en beveiliging. In het rode prins project waren ook electriciteitspalen die door de weilanden gingen, maar dat waren ook een soort luchthavens, want er gingen zielen doorheen, die vlogen van de ene paal naar de andere paal. Ze moesten aan allerlei voorschriften voldoen, om de energie zuiver te houden en onderscheiden, opdat er geen dimensie overlapping kon plaatsvinden. Deze palen werden ook de bakkerbomen genoemd, want eigenlijk is het het werk van de bakker die goed onderscheid moet houden tussen de ingredienten, en de juiste hoeveelheden moet gebruiken en de juiste verhoudingen, anders komt er dimensie overlapping. Bijvoorbeeld teveel zoet, teveel suiker is al een vorm van dimensie overlapping, en ook teveel licht is dimensie overlapping. Dat wil dus zeggen dat er dingen zijn gemengd die gescheiden hadden moeten blijven. Zoals de tweede bijbelse poëzie ook het voorbeeld aanhaald van een vijver waar aan de kant schilderijen liggen, en er liggen hoornen tussenin om hen afgezonderd te houden, en zo een verhaal vertellen, want als de schilderijen allemaal op elkaar zouden liggen, dan zou je het verhaal niet zien. Dit komt dan uit het gedeelte genaamd : 'Slang in het Zwanenmeer III', want de slang is weer een beeld van de patronen. Deze patronen moeten onderscheiden worden. De slang is hierin een meester. Die hoornen tussen de schilderijen brengen hun vingers helemaal tot in de vijver, dus ze zorgen ervoor dat er geen vermenging is tussen de schilderijen. Het zijn afzonderlijke plaatjes. Er moet voldoende ruimte

tussenzitten, anders vloeien de energieën in elkaar over en dan is de rode draad weg. In dit poëtisch verhaal komt er dan een fee die het vijverwater aanraakt, en dan kan er verandering plaatsvinden, een beetje zoals bij het water van Bethesda in de bijbel. De engel raakte van tijd tot tijd het water aan waardoor het water geneeskrachtig werd. Dimensie overlapping is dus ook het probleem van de bakkersleerling die moet leren bakken. Door deze fase gaat de aarde nu. Hoofdstuk 11. Het nut van een identiteits crisis Dimensie overlapping, ook wel dimensie knopen genoemd, is een verschijnsel wat ontstaat als er alleen maar een-punt-zicht is, oftewel tunnel visie. Vandaar dat de Vur de mens terugleidt tot het kunst museum waar alle schilderijen verspreid zijn in plaats van op elkaar liggen. Alle boeken van de Vur zijn in principe literaire schilderijen als gekanaliseerde en onderscheiden energie, als schuif en wissel portalen tot de andere werelden. Dimensie overlapping is potentiele energie. Het kan veranderen en zich openen als het tot nut wordt gemaakt, als het tot sieraad geregen wordt, als ornamentaal communicatie middel. 'Werk bij kracht die onderwees.' Onderwijs is de ware kracht, en die rangschikt dus alles. In het rangschikken, het rijgen, krijgt alles zijn plaats en kan het openen. Alles wordt tot het goede en de waarheid als het in de juiste hoeveelheden en in de juiste verhoudingen komt. Dimensie overlapping kom je niet zomaar vanaf. Het moet verdiept worden, tot exegese. Mensen die niets hebben meegemaakt en in het rijke westen zijn opgegroeid en altijd angstvallig beschermd zijn gebleven voor beelden van de derde wereld en oorlogslanden hebben vaak een te romantisch beeld van het bestaan. Het bestaan is demonologisch. Heb je geen anti-virus, dan ga je eraan. Het bestaan is metaforisch gezegd 'raging mad amazons', als het nodige alarm. Zij die zich niet onderwerpen aan de dynamieken van de natuurkennis waarvan de natuurgodinnen een beeld zijn sterven uiteindelijk de bestaans-dood en houden gewoon op te bestaan. Als zij dan nog ogenschijnlijk leven dan zijn het parasieten. De westerse man is hier veelal een beeld van : opgeblazen, betweterig, onverschillig, onderdrukker van het vrouwelijk geslacht, altijd maar weer als man boven de vrouw proberen te staan, geen nederigheid, geen onderwijsgezindheid, geen luistergezindheid, hedonistisch, materialistisch, kortom een parasiet zonder waarlijk leven. Zij gaan van dood tot dood, als strontvliegen. Het is een tragische dodenmars. Het is de opstand tegen het bestaan, waarin ze luidkeels roepen : 'Neen, wij willen het bestaan niet. Wij willen de natuurgodinnen niet kennen. Wij hebben onze eigen rammelende en ratelende afgoden die wij volgen, keihard door de stad sjeesen in een stadse auto allemaal voor aanzien en luiegheid. Wij willen dwaas zijn, niet wijs. Wij haten de natuur. Wij spelen graag godje over anderen. Wij zijn

racisten. Wij haten de natuurvrouw, en vrouwen zijn van een lager ras, slechts om ons te dienen, ons ego.' Dat is wat ze luidkeels en bulderend roepen, niet verhinderd door enige kennis. Borst vooruit, opgefokte spieren, als een opgevoerde brommer, zo de crash tegemoet na de joyride. Ze zien niets, ze rijden te hard op die snelweg. De waarheid willen ze niet kennen. Maar goed, dat zijn de verdraaiingen en de vervormingen in de lagere emanaties van het bestaan. Het is dimensie overlapping. Bovenal is het van belang dat de mens zijn weg vindt naar het studie centrum. En dan gaat het om het zelf studie centrum. De rest is allemaal metaforisch. Alles wat je in je leven meemaakt is metaforisch, een bepaalde taal. Een van de boodschappen van de Vur is het werken aan de studie sieraden, de sieraden van de goede werken, de dienst tot de hogere kennis. Dat gaat dus om de meer innerlijke sieraden, wat ook in de eerste Timotheus brief van de bijbel naar voren komt. Dat gaat om uitstraling en instraling, en wat wil je dan wat het zal wezen ? De mensen om je heen leven of in groot leed of in grote zonde. Als je een mensenbehager wil worden die volgens stadse codes met de moderne mode meeloopt, waar kom je dan ? En wil je altijd rondlopen met een blij gezicht tussen deze parasieten ? En zou dat mensen met groot leed om je heen daadwerkelijk helpen ? Het gaat erom te lijden met hen in leed, mens en dier. je mag er ook verontwaardigd over zijn en met een boos gezicht rondlopen soms, boos op de maatschappij, en soms mag je weer anders zijn. Elke dag mag je andere sieraden omdoen van de hogere kennis, de innerlijke sieraden van studie. Je hoeft jezelf ook niet weg te geven. Pas op dat je jezelf niet als een hoer verkoopt aan deze stadse systemen. Dan kun je beter als de OT profeten zijn of rennen voor je leven. Het is dus goed om soms in een identiteits crisis te zijn, want de stad geeft onder dwang de mens telkens weer valse identiteiten. Rijg je strategische sieraden, breng je profetische boodschappen in natuur patronen. Camoufleer jezelf goed als je onder deze gekken bent. Gooi geen parels voor de zwijnen. Gooi eerder een staaf dynamiet, en steek je tong uit. Als ze je vragen rechts te gaan, ga dan links. Laat je niet in een hokje drukken. De identiteits crisissen zijn ervoor om je te beschermen. Laat je niet brainwashen. Blijf uniek, anders is de strijd verloren. Hoofdstuk 12. Het ontstaan van dimensie overlappingen Dimensie overlappingen kun je niet zomaar ontwijken. Je moet ermee rijgen, ze te slim af zijn. Dimensie overlappingen ontstaan doordat zoveel planeten de mens bestralen, en als de stralen kruizen en de mens kan het niet onderscheiden, dan ontstaan deze overlappingen. Het hebreeuwse woord voor tent is 'ohel', wat een beeld is van het wildernis leven. Ook is dit een anagram van elohim, oftewel ohel-m, de kennis (m, egyptisch) van het wildernis leven. Ohel wijst ook op 'el', een hebreeuwse naam voor god, maar elohim betekent ook godinnen. Daarom gebruiken christenen vaak ook het stopwoord 'hel', en hebben de betekenis verdraaid, maar het wijst terug op ohel, het wildernis leven.

Hoofdstuk 13. De Sexuologie van de Gnosis Hoe je het ook wendt of keert : de mens heeft schaduwen nodig, tegenstellingen, anders zou de mens verloren raken in een vacuum. Het is dus een overlevings-strategie van de natuur, als een boeienkoning, een Houdini. De schaduwen en reflecties hebben geen intelligentie. Ze hebben wat losgekapte kennis die uit het verband is getrokken en is verletterlijkt, maar dat is alles wat er is. Je kunt er geen normaal gesprek mee voeren. Ze hebben geen zorgen, geen doel, en leven voor het plezier, maar wat is plezier ? Wat is genot ? Gaat het er dan werkelijk om om je maar telkens 'goed' te voelen ? En hoe 'goed' is dat dan ? Want wat als je ego zich goed voelt en daardoor nog krachtiger wordt ? Je ego heeft je vernietiging op het oog. Daarom zijn het vaak demonen die zich zo plezierig voelen, je schaduw, en dat is de verkeerde vorm van plezier. Ze hebben plezier in je vernietiging, plezier in hun macht, maar de mens onderscheid het niet. De mens raast maar door. Is het niet tragisch dat de mens altijd maar op zoek is naar oppervlakkig plezier ? De diepere mens wil altijd de gnosis. De diepere mens wil zichzelf niet bedriegen. Als kind denk je misschien als je 'leuke' televisie programma's ziet en je leuk speelgoed hebt, een vader en moeder die hier in het rijke westen voor je zorgen, waardoor je de eerste paar jaren van je leven in principe zorgeloos bent, dat je het misschien goed getroffen hebt, dat je goed terecht bent gekomen, dat dit je bestaan is, dat dit het is, het ultieme geluk waarvoor je bestemd bent, maar het is een valstrik. Hoe werd je kind ? Alles was gewist, en door wie ? En waar ben je terechtgekomen ? Is het allemaal zo onschuldig ? Mensen zien het als de gewoonste zaak van het leven, maar wie of wat maakte van hen een baby ? Is dat wat de heilige vergetelheid inhoudt, of was er meer aan de hand ? Was er misschien iets verschrikkelijks foutgegaan ? Totaal maar dan ook totaal kwetsbaar ben je en vaak loopt het fout af. Nee, de mens moet ontsnappen. De mens moet wakker worden. Ik had een droom dat ik op een planeet was in de constellatie Reticulum. Ik was daar bij een boertje, en hij leidde me naar de kerk daar. Achterin de kerk liet hij mij het psalmenboek zien. Er stond een harp op getekend. Ik sloeg het open, en het was een soort dagboek. Op elke pagina stond er een klein plaatje met iemand met een erectie. Ook stonden er telkens plaatjes aan de onderkant. Het kwam op me over als iets serieus. Er stonden natuur plaatjes onder. Op aarde doet de mens vaak giechelig over een erectie, omdat de mens niet weet wat het betekent, en dat nog wel terwijl de mens er uit voortgekomen is. Op aarde wordt het verkocht, en zijn mensen erdoor geobsedeerd, en zien niets anders meer. Maar hier in deze kerk werd het als iets doodnormaals gezien, en niet iets waar je nou obsessief over zou moeten doen. Het stond er gewoon in een bepaalde context. Het boertje nam me toen de kerk uit en leidde mij tot een groot spookhuis met een heleboel afdelingen. Bij elke poort of ingang stond een standbeeld van iemand die bang was en een erectie had. 'Dat is wat het betekent,' zei het boertje. 'De gnosis reageert alleen op de heilige vreze, en dan is er contact en vruchtbaarheid. De heilige vreze is de plug.' De aardse erectie is van overmoed,

roekeloosheid, obsessief gedrag. Hier op Reticulum liet het boertje mij een heel ander verhaal zien. Als de heilige vreze volkomen was veroorzaakte het een erectie, maar die maakt dus geen direct contact. Die rent weg, en blijft aan de ingang. Die durft niet verder het spookhuis in, en wordt zo tot standbeeld. Die gaat niet zoals op aarde regelrecht de vagina in. Het is geen voetbal wedstrijd waar er gescoord moet worden. De heilige vreze gaat eerst de aarde in, onder de voet van de vrouw metaforisch gesproken, de diepte in, dus niet blijven hangen aan de oppervlakte. De aardse mens maakt te snel contact en te oppervlakkig, niet gehinderd door enige heilige vreze, niet gehinderd door enige kennis of metaforiek. Zo komt de aardse mens al snel in een valstrik, en brengt daar ook zijn kinderen in groot. Dat is de tragische realiteit van het aardse leven. In de tweede bijbel is de erectie ook het beeld van de honger, het minderen, waarop de gnosis reageert. Op aarde is de erectie precies het tegenovergestelde, namelijk het vermeerderen, materialistische zucht. Hoofdstuk 14. De Drie-enige Godin van Adam Het leven kan niet zonder de dood, de dood van het ego. Dat is dus een noodzakelijke tegenstelling. Het eva-ngelie is het leven door de dood aan het kruis, oftewel het evangelie van Eva die Adam leidde tot de vrucht van de gnosis waardoor zijn ego kon sterven. Dat dit een martelgang is is bekend. Die dood zet niet zomaar in. Zoals we weten is het probleem dat Orion een heleboel verloren kernen heeft, in lagen, en dat die kernen terug willen komen, opdat de mens hemelburger kan worden in de diepere Orionse samenlevingen van de natuur. Ik had een droom over de constellatie Reticulum waar ik vroeger ook veel mee bezig was, en welk project ik moest staken vanwege teveel demonie. Ik moest eerst ergens anders aan werken, maar nu had ik nieuwe sleutels en kon terug. Ik heb vroeger veel over Reticulum geschreven, over de boeren en de indianen daar. Ik was nu in een soort natuur stad of natuur centrum. Een moeder van mijn eerste vriendinnetje ooit die bij ons aan de kerk zaten had mij wat video's gezonden. Ik speelde het af, maar het werkte niet. Het zou ook op de televisie komen, dus ik wilde het opnemen, maar ik was net te laat, en ik dacht dat ik geen halve opnames wilde. Toen kwamen er weer twee pakketjes van die moeder, en toen waren die video's erweer bij, maar dan voor een nieuw systeem, want het bleek dat ik er niet het juiste apparaat voor had, dus het apparaat had ze ook meegezonden. Het was een heel klein plat apparaatje in een zwarte etui van het merk 'denom'. Het was een klein televisietje. Ik klikte het aan en er waren allerlei kleine channeltjes te zien, vaak ging het over koken, eten bereiden. Ik zag wat wortels en groenten op één zo'n schermpje, en die schermpjes lagen in twee kolommen naast elkaar. Je kon dan het schermpje van je keuze zo groot maken als het apparaat zelf. Sinds ik het apparaat had aangezet was het wel groter geworden, maar nog steeds compact en plat. Mijn zusje op Reticulum stond er toen ook bij. Ik zei : 'Ik heb jou volgens mij vroeger ook eens een heel klein televisietje gegeven, hè ?' We zeiden toen beiden tegelijkertijd : 'een roze.' Zij zei het in Engels : 'a pink one.' De technologie was ver. Ik was

verbaasd. De moeder van het vriendinnetje legde uit dat er ook mee gekookt werd. Je kon een menu uitkiezen, een maaltijd, en dan werd het gewoon via technologie, via signaaltjes en straaltjes, de keuken in geprojecteerd door allerlei buizen en stangen, en dan kwam het op een soort fornuisje. Dat werd dus zo gematerialiseerd vanaf het scherm. Ik vond het wonderlijk. Ik zei tegen die moeder dat ze me moest helpen met mijn geheugen, want ik was een heleboel vergeten. Ik was natuurlijk tot een verloren deel van mezelf op Reticulum terecht gekomen, en door die vermenging had ik wat moeite met mijn geheugen daar. In ieder geval was ik heel blij met het pakketje en er waren ook een heleboel andere schijfjes met video's voor het apparaat. Er leek meer vrede te zijn hier, een vergevorderde technologische orde, natuurlijk gebaseerd op veilige bio-technologie van de natuur. Een heleboel problemen die er op aarde zijn waren hier niet. De vrucht van de gnosis, van het eva-ngelie, het evangelie van Eva, van de vrouw en moeder van leven, leidt ons eerst tot een verwarrende situatie waarin ons ego kan sterven. Hiertoe werd ook Adam geleid, en een beeld daarvan was ook David die in de Psalmen aan het kruis stierf in de Messiaanse psalm 22 : 2 Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, bij de woorden van mijn jammerklacht? 3 Mijn God, ik roep des daags, en Gij antwoordt niet, en des nachts, en ik kom niet tot stilte. 15 Als water ben ik uitgestort en al mijn beenderen zijn ontwricht; mijn hart is geworden als was, het is gesmolten in mijn binnenste; 16 verdroogd als een scherf is mijn kracht, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; in het stof des doods legt Gij mij neer. 17 Want honden hebben mij omringd, een bende boosdoeners heeft mij omsingeld, die mijn handen en voeten doorboren. 18 zij zien met leedvermaak naar mij. 19 Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad. 21 Red van het zwaard mijn ziel, mijn eenzame, van het geweld van de hond. David was in gevecht met de Egyptische hond Anubis, de poortwachter, die zijn ego moest laten sterven en hem moest mummificeren, opdat hij tot het hemelse Jeruzalem, de hemelse wildernis, kon komen. Het is een worsteling met God zelf, zoals Jakob op Pniël had. Dat is het eva-ngelie in het kort, in het OT. Er is geen andere weg. De mens moet aan zichzelf sterven. Aan de kusten van dit Reticulum gebied had ik eerst een verschrikkelijk gevecht met haaien, en er was ook een gevecht met orca's en walvissen die de kusten bewaakten, en waar ik vroeger ook dromen over had dat ik ze in de verte zag. Dit waren zware demonen. Ze verscheurden mijn hart en ziel. Hun tanden reten me aan stukken. Maar toen was ik ineens aan land, en vond een verloren deel van mezelf, en door de vermenging was mijn geheugen deels weg. Ook Adam moest zijn paradijsje verlaten om te komen tot het grotere paradijs, de grotere context, en hiervoor moest hij een lange en slopende weg begaan. Hij moest terug tot de wildernis, waar zijn

eerste liefde hem riep, Lilith, Lethe (Grieks) oftewel Tolli (oer-amazonisch), en zij leidt hem tot Naamah, als de brug tussen haar en Eva, als de drie-enige godin van Adam, de drie-enige natuurgnosis. Daarom moeten wij verscheurd worden, opdat we verzoend kunnen worden met de verscheurde godin, de verscheurde natuurgnosis. Natuurlijk is dit slechts ogenschijnlijk, want de mens had zijn geheugen verloren. Ook Osiris (Aser) werd verscheurd in de Egyptische mythologie, en ook Orpheus werd in de Griekse mythologie verscheurd door de maenaden of bachanten, dronken bezeten vrouwen, maar waardoor hij werd verzoend met Eurydice. Hoofdstuk 15. Het Stoïcijnse Pad van de Eenling Kudde mentaliteit is altijd het probleem geweest van deze wereld. Kudde gehechtheid blokkeert de heilige gebondenheid. Er is geen pad door de gnosis zonder de heilige gebondenheid. Er zou teveel misleiding zijn, vervroegde kennis, te late kennis, corrupte kennis, enzovoorts. De mens laat dingen te snel kruizen, maar het pad van de eenling is het enige pad wat de natuur heeft aangelegd, en de rest is allemaal valse veiligheid. Er moet dus een nieuw stoicijns level komen waarin de mens het eenling principe leert, want dat is ook van groot belang voor de demonologie. De demonologie is gebaseerd op het kruis, het aanvaarden van het lijden, het geduldig dragen van het lijden en daarin volharden. Dat is ook de stelling van het stoïcisme. Er zijn vele misvattingen over het stoïcisme, en er zijn ook vele stromingen binnen het stoïcisme. Het doel van het stoïcisme, wat rond 300 BCE in Griekenland onstond, met als grondleggers Zeno en Chrysippus, is te leven volgens de natuur en niet volgens de massa's. Zij die de massa volgen kunnen deze filosofie niet bestuderen, stelde Chrysippus. Je moet je onthechten van de massa en de natuur leren kennen. Hij stelde dat de dwazen alles willen, maar begrijpen niet hoe ze het moeten gebruiken. Chrysippus wilde de mens het grijpen afleren, om allereerst terug te keren tot het zelf, de eenling, en zo te leren. Er zijn hierin veel dingen nodig, als een stappenplan. Allereerst moet de mens terugkeren tot het niets, want anders worden er teveel fouten gemaakt. Alleen de wijzen zullen dit pad gaan, stelt Chrysippus. Het is een vreemdelingen pad van compromisloosheid. Als je geen vreemdeling bent, dan is alles verloren. Dan kom je nooit verder op het pad van de eenling. Wie door de massa's aanbeden wil worden en de massa's wil behagen kan dit pad niet op. Voor Chrysippus is het belangrijk terug te keren tot eigenzinnigheid in de natuur, niet de opgelegde identiteit van de massa's. Het kwaad kan niet zomaar uitgebannen worden, en dat mag ook niet, want het is ergens voor bedoeld. Er moet gebruik van gemaakt worden. Verschillende stoïcijnen zeiden hierover : Marcus Aurelius : Want het denken verandert alles wat een handeling in de weg staat en wendt het aan voor zijn eigen doel, en wat een obstakel was bij een werk, wordt een hulpmiddel, en wat je verhinderde een

bepaalde weg in te slaan, wordt een richtingwijzer. Seneca : Niet wat, maar hoe je iets draagt is belangrijk. Ook Paulus putte uit de stoïcijnse filosofie voor zijn brieven, zoals dat alle dingen medewerken ten goede voor degenen op dit pad. Ook Paulus stelde dat dit een pad was van de eenling, en dat je deze wedstrijd moest winnen, door alles en iedereen achter je te laten. Ook Chrysippus stelde dit al, maar Chrysippus zei erbij dat je dit nooit ten koste van anderen mocht doen. Je mag geen overwinnaar worden over de ruggen van anderen heen, want dat is ook weer negatieve kudde mentaliteit. Je moet dus niet stelen, maar het zelf eerlijk vinden en verdienen zonder de ander daarbij schade te berokkenen. Velen zijn namelijk in de kuddes voor dit ene doel om zo makkelijk ten koste van iemand anders iets gedaan te krijgen. Dat pad moet achtergelaten worden, stelt Chrysippus. En ook dit komt weer terug in de leerbrieven van Paulus. Chrysippus stelde dat het lot altijd verbonden was aan het corresponderen met iemand's werken, met iemand's natuur en kwaliteit, dus uiteindelijk zou je levenswinst gebaseerd zijn op je eigen hart. Er is uiteindelijk loon naar werken, en de mens moet daarvoor niet de kortste en makkelijkste weg nemen, want dan wordt er teveel over het hoofd gezien. Alles in het stoïcisme gebeurt in processen. Daaraan is alles gelinkt, en daardoor wordt alles geforceerd. De mens kan zich niet losmaken van dit proces. Het heeft geen zin te strijden tegen de natuur. Alles zit hiervoor in het object en de mens zelf, wachtende om ontrafeld te worden. Dat is wat het lot is. Het is ingewoven en gaat niet buiten de mens om. Ook Zeno, de eerste grondlegger van het stoïcisme, hield niet van massa's, en ook niet van rijkdom. Hij hield van de natuur en de eenvoud. Hij hield van de filosofie. Alles was ook verbonden aan de stand van de planeten, stelde Zeno. Hij bekeek dus alles vanuit de buitenaardse context. In die zin sprak hij dus over de buitenaardse natuur die zichzelf op aarde projecteerde. Zeno stelde dat we twee oren hadden, en maar één mond. We zouden dus dubbel zoveel moeten luisteren. De mens moest voldoende opgeladen zijn met stilte om te kunnen leven. De mond zou de boodschap anders in de weg staan. De mond mocht alleen spreken door het oor. Hij leefde sober en minimalistisch. Hij leefde ascetisch, ook al was hij soms rijk. Zeno stelde dat de massa's misleiding brachten, en daarom moest de mens de massa's ontwijken en met minder genoegen nemen, om aan de misleiding te ontkomen. Zeno onderwees hoe de misleiding te ontwijken. De mens moest weer doel hebben, en reden, en die kon alleen ontstaan als de ziel zou komen tot de universele reden, de logos. Dit zou ergens in het universum zweven als een vogel, en de ziel moest de sleutel hiertoe verdienen op het stoïcijnse pad. Later werd dit door de christenen allemaal verletterlijkt en gematerialiseerd tot de bijbel die ze de logos noemen, maar de logos is natuurlijk veel meer. De christenen wilden het pad op de berg niet gaan, want dat was te smal, te moeilijk, te kronkelig, te eng, en daarom maakten ze een afgod beneden in het dal : de bijbel. En hier moest iedereen voor neerbuigen. Het christendom is dus een grote vervorming van de stoïcijnse filosofie. Ineens werd ook Jezus, de nieuwe afgod na het Griekse wereldrijk, de logos genoemd. Zowel de doxa, het geloof en de mening van de massa, en de pathos, de emotie, waren vaak grote vijanden van de stoïcijnen, die alles getest wilden hebben aan de logos, de universele rede, het universele woord van de natuur. De mens moest niet worden voortgedreven door de emotie, maar de emotie kon wel het resultaat worden van de logos. De emotie moest hieraan ondergeschikt worden, want vaak was de pathos van de massa gewoon het vooroordeel. Het wilde dus niet zeggen dat emotie niet meer mocht bestaan. Zolang de emotie maar getest was, want er waren ook valse, overmoedige emoties. Dogma had een hele andere betekenis in het stoïcisme, namelijk van een getest principe gevestigd door rede en ervaring. In het christendom werd de dogma natte vinger werk, gewoon domweg door blind geloof van de voorouders en wat de massa zo had bepaald in het

verleden, dus van doxa en pathos. Doxa werd in de Griekse bijbel gebruikt om de glorie van God aan te geven, waardoor dus ook God werd verlaagd tot het niveau van de mening en het geloof van de massa. De stoïcijnen waren hier deels woest over, maar waren tegelijkertijd ook op zoek naar betekenis hierin. Het christendom zou namelijk gebruikt kunnen worden om iets diepers in het stoïcisme omhoog te halen, een missing link. De stoïcijnen waren hierin gebaseerd op logos en gnosis. Voor hen was dit een discipline, de ascese. Waar de hedonisten waren gericht op het ontwikkelen van spieren waren de stoïcijnen gericht op het zoeken naar diepere filosofische structuren, naar soberheid en eenvoud. Waar de hedonisten meer wilden, wilden de stoïcijnen minder. Waar de hedonisten smachtten naar de goedkeuring van de massa's, daar waren de stoïcijnen op zoek naar de eenzame diepte van het eenling principe om zo terug te keren naar de natuur en de demonologie. Het sofisme was een gevaarlijke stroming in de Griekse filosofie die voorafging aan het christendom. Het sofisme ging uit van 'het recht van de sterkste', en 'het recht van de meesten', en dat het niet gaat om gelijk hebben, maar gelijk krijgen, door drogredenaties. Sofisten leerden de kunst van misleiden door bepaalde woorden te gebruiken die ervoor zorgden dat mensen onder de indruk kwamen en geamuseerd werden. Het ging de sofisten niet om 'recht en waarheid', maar om macht. Zij lieten zich hiervoor betalen, als een handel in macht, en waren daardoor buitengesloten van de objectieve kennis. Studenten van het sofisme werden geleerd hoe te misleiden, en geen wapen werd hierin ongeroerd gelaten. Zo ging het om het principe dat onrecht doen beter is dan onrecht lijden, en het zogenaamde pragmatisme, wat als volgt redeneert : 'Als het werkt, dan is het goed.' Dit zijn dus stromingen binnen het hedonisme : 'Zolang het fijn is, is het goed.' Het sofisme was een groot voorstander van de gemakslust. Alle tegenstrijdigheden en bezwaren werden weggepraat, en sofisten waren meesters in het overtuigen. Al snel werden zij ontmaskerd door Socrates en Plato, twee beroemde Griekse filosofen. Socrates werd ter dood veroordeeld vanwege zijn ontmaskerings-werk. Hij moest de gifbeker drinken. Ook Plato werd ter dood veroordeeld, maar hij werd door vrienden gered die hem loskochten. Plato benoemde het sofisme als een mensenjacht, als een psychologische handels-kunst, om met name elitaire en rijke jeugd te bereiken met veel potentieel. De handel is dan in 'kennis', die de sofist koopt en doorverkoopt, en ook zelf maakt. Hiertoe vestigt de sofist zich in de stad. Het is een ruilhandel en een fabriek van tweedehandse schijnkennis, aldus Plato. De sofist is een nabootser, en ook een soort tovenaar, en een zeer geliefd middel van politiek en religie. Meer en meer werd het sofisme een gevaarlijke handel in educatie. Het was allemaal gericht op de mens zelf, terwijl Socrates en Plato beweerden dat er een hogere kennis boven de relatieve kennis was. Beiden hebben zij zich dus tegen het sofistische systeem gericht, de gevestigde opvoeders van de jeugd, en betaalden hiervoor een hoge prijs. Je zou de sofisten ook filosofische charlatans kunnen noemen die de weg voor het christendom hebben bereid. Plato streed tegen doxa, tegen het gebruik van de mening en het geloof van de massa als argument. Dit was een wezenlijke strijd, want hieruit voort zou het christendom komen. Het woord doxa is verbonden aan populariteit, glorie, zoals het ook werd verbonden aan de glorie van God in de Griekse bijbel. Veel mensen zijn hier gevoelig voor. Ze kiezen populariteit boven de waarheid. Voor de stoïcijn is dit dus een test. Een stoïcijn is niet geinteresseerd in macht, want hij weet waar het toe leidt. Hij verkoopt de waarheid niet voor autoriteit. Plato zette rede en geloof tegen elkaar. Het westerse christendom koos duidelijk voor het geloof. Plato werd ondergesneeuwd. Plato stelt dat er voor elke doxa een logos moest zijn waaraan het getest zou moeten worden, want anders was het waardeloos. De christen laat zich echter leiden door blind geloof, tegen alle kennis in. Voor Plato was doxa de zonde van de filosoof. De filosoof moest eerst terugkeren tot de logos. Doxa is alles wat de mens zomaar klakkeloos aanneemt. Doxa wil schitteren in de tempel als een god, door mensen aanbeden. Doxa wil niet lijden in het verborgene voor diepte. Doxa heeft zware roemzucht en machtszucht en haalt daarvoor elk wapen uit de kast om het te krijgen. Doxa gaat niets of

niemand uit de weg, niet door enige heilige vreze verhinderd, niet door enige kennis. Doxa denkt van een kale kip kun je niks plukken. De stoïcijnen bestempelden dit als egoïsme naar het externe, een zeer slechte pathos, emotie, en de mens zou moeten terugkeren tot de apatheia, het medicijn hiertegen, de boven-emotie. De mens moest gezuiverd worden van egoïstische emotie. Op het pad van apatheia betekent het dus niet dat je alle emotie en empathie moet kwijtraken. De stoïcijnen wijzen op de gevaren van onverschilligheid, valse apatheia, wat ook weer egoïsme is. Het eenlingsprincipe heeft niets met egoïsme te maken, maar met verdieping van het zelf zijn, en komen tot de hogere gebondenheid. Er is geen gnosis zonder de hogere gebondenheid, en die kan alleen ontstaan in het eenlings-principe. Dat wat er buiten hangt wordt aangedreven door de doxa-massa's. In de brieven aan Lucilius stelt de stoïcijn Seneca dat begeerte uit de hand loopt als het de grenzen van de natuur overschrijdt. De natuur is vol van beperkingen, maar het hedonisme heeft die niet. Dit is een grote vijand van de mens. De hedonistische massa's hebben hun adel geschapen, maar de filosofie heeft haar eigen adel. Hij wijst op Plato die stelde dat er geen koning bestaat die niet uit slaven is voortgekomen, en geen slaaf die niet uit koningen is voortgekomen. De ware adel is dan volgens Seneca wie de natuur goed heeft afgestemd op de deugd. Boven alles uitstijgen is dat wat adel maakt, oftewel de apatheia. Ook de logos en de gnosis zweven daar. Seneca stelt dat je nooit haast moet maken in dit labyrint, want juist dat wordt je noodlottig. Overmoed behoort niet tot de stoïcijnen. De stoïcijnen testen alles. De stoïcijnen gebruiken strategie. Hij stelt dat het er niet om gaat groots te werken. Een kunstenaar heeft de eigenschap om een geheel samen te vatten met weinig middelen en weinig materiaal. Dat is ook weer de schoonheid ervan. Teveel zou alles verprutsen. Seneca beschrijft zijn eigen wapenrusting die deels de projectielen van de vijand in zich opneemt en verwerkt om zich ermee te sieren, terwijl andere projectielen teruggeketst worden naar de afzender. Gebrek is belangrijk, stelt Seneca, ook gebrek aan woorden. Niet alles hoeft wezenlijk te bestaan. De natuur heeft ook ruimte voor het niet wezenlijke, en omvat dit ook, omdat het metaforisch doel heeft, de beeldspraak. Zo is het stoïcisme wantrouwend tot de grote massa's, en behoedt zij zich voor valse christelijke nederigheid tot de massa's die geleerd wordt. Er zijn plichten tot de natuur, niet tot de massa's. Wel kunnen daarin natuurlijk kruispunten in optreden, maar die zijn niet geforceerd. Deugd is voor de stoïcijn gebaseerd op kennis, omdat er teveel corruptie op de loer ligt, zoals we zien in het christendom. Geloof is een slechte leermeester. Het principe van de eenling is van levensbelang. De mens denkt de massa's nodig te hebben, de ander, maar dat is een misleiding. De eenling heeft een eigen sociologie. Kruispunten worden niet geforceerd, niet gemanipuleerd. Ze worden niet overhaast. Altijd maar weer denkt de mens de ander nodig te hebben, alsof de ander de mens gelukkig kan maken. Ook is de mens bang voor de ander, denkende dat de ander hem kapot kan maken. Maar beide gevallen zijn niet mogelijk. Alleen het pad van de eenling leidt tot het geluk, en het geluk is de diepte. In de diepte is er de gebondenheid, want de mens gaat dan zien dat het maar één weg is. De eenling trekt het ene aan. Het ene is daarmee ook het enige. Hoe dieper de mens gaat hoe meer de mens erachter komt dat er steeds minder mogelijkheden zijn. Het pad wordt namelijk steeds smaller, de poort steeds enger. De mens wordt ingesloten. Dit leidt tot de ervaring van de heilige gebondenheid. Het doel van de mens is een eenling te zijn. Je ervaart het externe dan alleen nog door het interne. Het heeft zijn eigen sociologie. De ander is dan slechts een klankbord, geen bron. Eerst moet de mens komen tot apatheia, wat letterlijk zonder emotie betekent, wat dus het niets inhoudt, maar wat niet wil zeggen dat dit het einddoel is. Het wil niet zeggen dat de mens niet

zonder emotie moet zijn, maar de mens mag er niet door aangedreven worden. Het mag geen stuur mechanisme worden. Pathos, emotie, moet dus onderworpen worden aan apatheia, en aan rede. Leegte mag ook nooit een doel op zich zijn, maar moet onderworpen zijn aan rede, aan logos. Apatheia moet dus onderworpen worden aan logos. 1. Logos - rede 2. Apatheia - boven-emotie, zonder emotie 3. Pathos - emotie 4. doxa - geloof van de massa Doxa moet dus ook onderworpen worden aan bovenstaande drie. Als dat gebeurt is kan de mens verder op het pad van de eenling. Vijanden op dit pad : bevestigings-zucht (van anderen, de massa, etc.) goedkeurings-zucht (van anderen, de massa, etc.) eerzucht roemzucht mensenbehagenis massabehagenis verklaringszucht (naar/ van anderen, de massa, etc.) bewonderingszucht opschepzucht imponeerzucht overtuigingszucht winzucht troostzucht (van anderen, de massa, etc.) Ook is het dus belangrijk om het externe, de buitenwereld, te onderwerpen aan het interne, de binnenwereld. Hoofdstuk 16. Nut of Geluk ? Gnosis verzadigd meer dan vlug plezier. Gnosis gaat veel verder dan geluk. Soms voel je je misschien ongelukkig, maar dat kan weer onderdeel zijn van de gnosis die veel dieper leidt, tot iets groters dan geluk, iets wat dieper verzadigd. Je kan je zelfs op sommige momenten diep ongelukkig voelen en wanhopig, maar tegelijkertijd in de extase van de gnosis zijn, omdat je voelt dat het een onderdeel is van iets veel groters, een onderdeel van jezelf. Geluk is veelal overschat, en de gnosis onderschat.

Er is iets dat veel verder gaat dan zomaar geluk. Het kan soms het geluk aan diggelen slaan, en toch is er iets diepers wat je op de been houdt, een verhaal. Dat is wanneer je het nut van alles gaat inzien. Nut is iets veel groters dan geluk. Door nut kun je van alles gebruik maken. Nut is dan wel een Nederlands woord, maar het is oorspronkelijk Egyptisch. Ra maakte elke nacht een tocht door de onderwereld, zijn moeder Nut. Als er geen geluk is is er nog geen man overboord, maar als er geen nut is dan is alles verloren. De massa's hebben vals, tijdelijk geluk, maar de eenling heeft waar nut. De eenling wijkt niet af van het eenzame pad van nut, ook al ziet hij het soms niet en gaat hij door wat in de gnosis de naradox word genoemd, de schijnbare nutteloosheid. De eenling moet goed zijn meters in de gaten houden in de demonologie. Er moet genoeg stilte zijn in zijn stilte meter, en genoeg zelfreflectie in zijn zelfreflectie meter, anders zouden de massa's hem kunnen grijpen. Telkens weer moet hij deze meters opladen, en moet hij leren luisteren naar de alarmen en tijdsignalen van deze meters. En zo ging ook Kaïn tot Nut, oftewel het land Nod, Nud, Nuwd. In de grondtekst was hij verbonden aan Ra. Ook Kaïn was een eenling, en de westerse vertaling van dit verhaal was veel te eenzijdig, en ging totaal voorbij aan de diepere symboliek. In de grondtekst krijgt dit verhaal weer nut. De mens moet dus kiezen tussen nut en oppervlakkig geluk. Zij die voor nut gekozen hebben hebben een heilige vreze tegen oppervlakkig geluk. Het is voor hen helemaal geen geluk, maar een pijn die niet te dragen is en die ook niet meer nuttig is. Het is de pijn van de afvalligheid die leidt tot de totale vernietiging. Afvalligen voelen die pijn niet, omdat ze bedrogen worden. De nuttigen hebben dus een bepaalde gevoeligheid, een goed alarm. Voor hen is het niet zoet, maar een vergif wat ze moeten ontwijken. Hoofdstuk 17. Overeenkomsten en verschillen tussen de stoïcijn en de christen Moet de ander om je heen veranderen, of moet je zelf veranderen ? Je kunt geen ijzer met handen breken. Je moet puzzelen. Hiervoor heeft de mens niet slechts onderscheidingsvermogen nodig, maar ook puzzel vermogen, en dit wordt aangedreven door de leergierigheid van de mens. Natuurlijk kan hierin al snel wat misgaan, vanwege al het surrogaat om ons heen. Daarom waren de stoïcijnen al lang voor de opkomst van het christendom gericht op de logos, de Rede, wat Plato ook wel het transcendente goddelijke verstand noemde, en waaraan ze alles testten. Later werd deze logos door de christenen dus gematerialiseerd en verletterlijkt, op basis van geloofs-sentiment. Het is het sofistische hedonisme wat zomaar klakkeloos alle bourgondische levenswijzen van de voorouders overneemt, en dit begonnen ze eigen namen te geven. Zo ontstond

het gehele christelijke palet van kortzichtige woordbetekenis. Wat de massa dacht was belangrijk voor de christen, wat sofistisch gedachtengoed was uit het pre-socratische tijdperk, nog voordat Socrates kwam opzetten. Het was een markt-cultuur van rondtrekkende leraren die hun lessen verkochten, ook de zogeheten drogredenen. Ze verkochten hun troep nogal duur, en ook het hedendaagse scholensysteem is hierop gebouwd. Geld was de maatstaf. In principe konden alleen de rijken genieten van het sofistische onderwijs. Vandaag de dag kunnen we ook kijken naar het medische systeem en het juridische systeem in kapitalistische landen, waarin alleen de rijken medische en juridische zorg krijgen. Voor 'recht' en 'gezondheid' moet je vandaag de dag veel betalen, wat allemaal gebaseerd is op de pre-socratische sofistiek. We kunnen dus ook constateren dat dit vals geld is in de omloop, en dat het niet is zoals het was bedoeld. Omdat de sofistiek allemaal om geld ging, als een beroep, in plaats van een missie, probeerde de sofist het brein van de mens te manipuleren door welsprekendheid en amusement, door bedriegelijke uiterlijkheden dus, om zo de pathos, de emotie, te bespelen, als een poppenspeler. De rede, de logos, werd dus zo meer en meer weggeschoven. Het was gesjoemel, en daardoor noemde Plato het sofisme ook een mensenjacht. Er werden valstrikken uitgezet om onoplettende mensen mee te vangen. Hierdoor versterkten zij de elite. Omdat het om massa-beinvloeding ging als de maat, de mens als maat, en niet de hogere logos, traden de sofisten op voor het vermaak en niet voor de waarheid. Omdat de doxa, de massa-opinie, voor hen belangrijk was, was het overmatig gebruik van eros, sexualiteit, een mogelijk gevolg, wat leidt tot porneia, het marktwezen van perverse sexualiteit voor verkeerde doeleinden en afgoderij, want dit gaf hen de macht om de massa's te scheppen en onder hun macht te houden. Door al hun verloochenen van de rede, de logos, en het verdraaien ervan, wat later ook massaal gebeurde door het christendom, en door het overmatig accentueren van uiterlijkheden en het materialisme als gevolg daarvan, wekt men een vroegtijdige, valse sexualiteit op, een corrupte eros, de porneia, waardoor er geboorte werd gegeven aan het christelijke wereldrijk. Socrates gaf een veel hogere betekenis aan de eros, die onderworpen en getest moest worden aan de logos, de rede, namelijk dat de ware liefde de wijsbegeerte is. Eros is volgens Socrates de zoektocht van de mens naar zichzelf, naar binnen gericht, dus al helemaal niet naar buiten. Er moet bij gezegd worden dat Plato in zijn boek Symposium, over Eros, stelde dat Socrates deze wijsheid had geleerd van zijn leermeester, de profetische filosofe Diotima. Plato zelf was de leerling van Socrates, dus die stond heel dichtbij hem. Diotima noemde Eros een subtiele kracht die boodschappen overbracht tussen het goddelijke en de mens, vanuit de logos dus. Zijn moeder was Penia, armoede, en zijn vader was Poros, intelligentie. We kunnen dus stellen dat Eros voortkomt vanuit het verminderen van het lagere en het hongeren naar het hogere, wat ook bewaard is gebleven in de latere gnostisch-christelijke traditie. Eros kan alleen geboren worden in de leegte, in het afleggen van de lagere natuur. Penia en Poros zijn dus het tegenovergestelde van de porneia, want zij vormen de brug van het minderen die de mens in contact stelt met de hogere logos, in plaats van massa-vermeerdering. Eros is het verlangen naar kennis, die gezuiverd wordt door de logos. In het wereldbeeld van de stoïcijnen stond de logos centraal. Eros zou nooit in die zin op zichzelf kunnen bestaan, want dan zou het corrupt worden. Eros was dus meer de verbinding tussen de hogere gedachtes, de vruchtbaarheid van de hogere principes, waar de stoïcijn naar zocht als een brug tussen het zelf en de logos, waaraan het valse zelf zou kunnen afsterven. De stoïcijn wilde de massa's dus niet, en ook niet de aardse rijkdommen, maar dus wel de massa's van de hogere gedachtes, het hogere collectief van de logos. En daarvoor had de stoïcijn een zuiver begrip van de Eros voor nodig. Als zijn eros corrupt zou zijn, lager aards, dan zou zijn schip op een rots kapot breken en zinken. Het zou hem noodlottig worden. De stoïcijnen stelden dat het middel van transcendentie om tot de logos, de rede, te komen de apatheia was, oftewel het toetsen van de emotie aan de rede, het boven je emoties uitstijgen om tot rede te komen, en dan zal de rede de emotie aandrijven, niet andersom. Er moest dus een grote draai komen in de menselijke natuur. Er was dus een grote strijd tussen de lagere emotie en het hogere onderwijs. Op de oceanen van

emotie, geloof en opinie die tussen de mens en de rede inliggen zijn er vele gevaarlijke piratenschepen van het sofisme die de mens moet zien te ontwijken. Uiteindelijk waren zij het die het chistelijke piratenrijk bouwden. Voor de eenling op het stoïcijnse pad is het belangrijk om zijn eros weer in dienst te stellen van de oorspronkelijke logos, de hogere rede die op het pad van de apatheia bereikt kon worden. Diotima noemde Eros een zoeker naar de wijsheid, en de wijsheid bevat eeuwigheid en volkomenheid. Diotima wijdde mensen in op dit pad, zoals ook haar leerling Socrates, en indirect Plato dus. Eros is het zoeken naar het blijvende bezit van deze dingen, oftewel het zoeken naar de heilige gebondenheid, de hogere gebondenheid van de zelfoverstijging. Daar waar een aards mens op zoek is naar bedriegelijke, oppervlakkige, sjoemelende schoonheid, daar is een stoïcijn op zoek naar de hogere schoonheid van de vereeuwiging van het goede in zichzelf, de subtiele werkelijkheid. Schoonheidsbeleving kan al heel snel pathos zijn, emotie, en doxa, massa-opinie (omdat je zo bent opgevoed, omdat je vader en moeder het ook mooi vinden, enzovoorts), en het kan zo al heel snel tegen de logos, de hogere rede, ingaan, maar Diotima stelt dat de mens moet loskomen van de lagere schoonheidsleer die voortgedreven wordt door traditie en kortzichtigheid, om zo te komen tot de eeuwige oceaan van de schoonheid van de hogere gedachtes die daar ook weer voortplanten, anders blijft men slaaf van het bedrog. Diotima stelt dat de mens ingewijd moet worden in de hogere geheimen van de liefde waarin het mysterie van de schoonheid helder wordt, transcendent. Het is de stoïcijnse esthetiek van de logos, de eeuwigheid van de logos die door de apatheia, de emotie-overstijging, tot de zuiverheid van de logos is gekomen. De esthetiek is in die zin het bezit van de eenling, niet van de massa's. De schoonheid van de gnosis is voor de massa's meer dan ze kunnen dragen. Het is voor de lagere aardse mens moeilijk om het concept van de eeuwigheid te omarmen of zelfs te confronteren. De aesthesis, de ervaring, de gevoeligheid, het waarnemingsvermogen, het gevoel voor kunst, het schoonheidsgevoel, moet in die zin ook onderworpen worden aan de logos, de hogere, transcendente rede, en moet hieraan getest worden. Het mag niet uitstijgen boven de logos, want dan wordt het corrupt. Het mag dus ook niet losgekoppeld worden van de logos. De aesthesis is het zintuigelijke, maar die mag je niet zomaar als een dolle hond laten loslopen. 1. logos - rede 2. apatheia - emotie-overstijging 3. eros - zoektocht naar de wijsheid 4. aesthesis - vereeuwiging, subtiliteit 5. pathos - emotie 6. doxa - geloof van de massa Diotima stelt dan dat de massa de lelijkheid is, het afgewekene, ook al zien ze dat zelf niet, want ze wanen zichzelf met kop en schouders boven alles uit, en wanen zichzelf eeuwig. Ook stelt ze dat de ware schoonheid op zichzelf bestaat en in zichzelf en eeuwig is, en dat alles buiten haar slechts komt en gaat. Tot die schoonheid van de wijsheid is alle inspanning om hierin ingewijd te worden, wat geen makkelijk pad is, maar daarbuiten zal de mens slechts ten prooi vallen aan groot bedrog. Deze schoonheid is dus niet racistisch, maar ontmaskert het kwaad. Je zou dus ook kunnen stellen dat deze transcendente natuurschoonheid geen 'spiegeltje spiegeltje aan de wand ik ben het mooiste in het land' spelletje is. Geen 'Liesje op haar hoge troontje mag niet vies worden' spelletjes. Eros werd door Diotima beschreven als een jongeling in de natuur op blote voeten, zonder kleed, dakloos, en arm. Op andere plaatsen in het boek van Plato werd hij beschreven als een teder en zachtaardig iemand met de eeuwige jeugd, altijd met een kinderlijke gezindheid. Hij woont in het zachtste deel van de zachtmoedigen. Hij is van de buigzame, subtiele wereld, waardoor de kloof tussen de mens en het goddelijke is overbrugt, tussen mens en logos. Hij is tussen twee werelden, maar kan alleen door de logos tot volle bloei komen.

In het christendom werd eros tot Jezus : Hebreeën 1 1 Nadat God eertijds vele malen, polym-eros, of door diepe, vele eros, wijsbegeertes, en op vele wijzen, tot de vaderen gesproken had in de profeten, 2 heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft. Jezus werd toen tot logos gemaakt, en later werd de bijbel tot logos gemaakt, waardoor dus ook de christelijke eros corrupt werd gemaakt, verletterlijkt, gematerialiseerd, ontdaan van alle oorspronkelijke filosofie. Wel lopen de oorspronkelijke stoïcijnse lijnen en bloedaderen van eros en logos nog door de bijbel heen. Ook het woordje pan-eros of het latere phan-eros komt veel in de bijbel voor in verschillende vormen, wat in het koine grieks (NT grieks) geopenbaard betekent, maar wat de godheid pan, de natuur, verbindt aan eros. Mattheus 6 18 om u niet bij uw vasten aan de mensen te vertonen, pan-eros/n, maar aan uw Vader, die in het verborgene is; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden. Ook kan het woord pan-eros gekend betekenen. Lucas 8 17 Want er is niets verborgen, dat niet aan het licht zal komen, en niets geheim, dat niet zal bekend, pan-eros/n, worden en aan het licht komen. Uiteindelijk zal het Jezus principe dus weer worden tot de wijsbegeerte in de natuur, eros in pan, pan-eros, wat dus gewoon al in de Griekse bijbel staat. Wel zien we dit al terug in de Jezus verhalen hoe Jezus toch vaak de natuur opzocht, maar hier is het dus een principe dat alle dingen geopenbaard zullen worden in pan-eros. Romeinen 1 19 daarom dat hetgeen van God gekend kan worden in hen openbaar, paneros/n, is, want God heeft het hun geopenbaard, pan-eros/en. Het heeft dus een duidelijke brug functie tussen de mens en de logos. Socrates en Plato legden al het fundament voor het stoïcisme. Socrates liet al het nut van slechte relaties zien. Als de mens alleen maar goede relaties had, dan zou de mens gewoon gelukkig worden, maar als de mens een slechte relatie zou hebben, dan zou de mens daardoor filosoof worden. Ook zei hij dat hij wist dat hij intelligent was, omdat hij wist dat hij niets wist. De ware wijsheid komt, stelt Socrates, wanneer we begrijpen hoe weinig we eigenlijk van het leven, onszelf en de wereld om ons heen begrijpen. Hij streed tegen de pathos systemen die emotie als basis hadden, en noemde het een vulgaire illusie, want de mens moest niet leven om te eten en te drinken, maar moest eten en drinken om te leven. De mens moest terugkeren tot het niets allereerst, en tevreden worden met het weinige, en dat pad volgen. Het ging er volgens Socrates niet om zomaar te leven, maar om op de juiste manier te leven, en dan moest de mens terug keren tot de bron. Als een mens niet tevreden kon zijn met wat hij had, dan kon de mens ook niet tevreden zijn met wat hij zou krijgen. Het leven moest dus allereerst weer kritisch worden naar zichzelf, anders was het niet waard om geleefd te worden. We zien dit ook terug in de evangeliën, in het balk en splinter verhaal.

Er zijn veel meer Socratische teksten die we daarin terugvinden, zoals dat Socrates de mens opdroeg om niet te denken aan het zelf en aan bezittingen, maar om tot zelfoverstijging te komen, zoals Jezus dit ook onderwees. Laat alles achter, verloochen jezelf en draag je kruis. Hij was een volgeling van de godin, wat Plato ook stelde, en vanuit deze moederlijke bron die boven alles lag moest de mens leven, om zo alle eigen meningen achter te laten, want die lieten de mens gek zijn als de wind die door een leeg huis blies. De mens moest zichzelf niets inbeelden. De mens was maar een dauwdruppel op een blad. Telkens weer kwam het uitstijgen terug in de filosofie van Socrates, wat ook in de bijbel terugkomt als de hemelvaart. Maar Socrates zei erbij dat dat uitstijgen telkens verder moest gaan. Hij waarschuwde dat wijsheid niets is zonder hogere inspiratie, wat ook terugkomt in de brieven van Paulus. Soms kan die inspiratie zo sterk zijn dat je niet ten diepste weet wat het betekent. Hij noemde de bedriegelijke lagere aardse schoonheid een zeer tijdelijke tiran die de mens met verrukking verleidde om de massa's groter te maken. Toen op deze fundamenten het stoïcisme werd gebouwd stelde Seneca zijn brieven op, lang voordat de brieven van Paulus werden geformeerd. Seneca stelde al dat we alleen maar dingen in bruikleen hadden, en Socrates had al gesteld dat het er niet om gaat hoeveel we hebben, maar hoe we het gebruiken. Seneca stelde dat veel reizen van weinig nut was, maar dat het geestelijke reizen des te meer belangrijk was. Ook het opzoeken van de natuur was belangrijk, wat ook een goede spiegel voor de mens was. De stoïcijn moest leren te leven met verlies, opdat daardoor zijn ziel op de natuur werd afgestemd. Zonder verlies zou dit niet mogelijk zijn. De stoïcijn moest verlies leren zien als een vriend, niet als een vijand. Er was dan namelijk ruimte voor innerlijke rijkdom. Hoofdstuk 18. Het stoïcisme als vergeten en verloren geraakt fundament van het christendom Ook Aristoteles, de leerling van Plato, streed tegen het sofisme en riep de mens op om terug te keren tot de natuur. Hij streed fel tegen het een-daads-geloof waarin mensen dachten dat ze na een goede daad te verrichten het voor elkaar hadden. Hij stelde : Kwaliteit is geen daad, het is een gewoonte. En : We zijn dat, wat we bij herhaling doen. Gewoonte wordt bij de mensen ten slotte tot natuur. De goede daden en kwaliteit van de mens moesten dus door deze drie stadia heengaan : 1. herhaling 2. gewoonte 3. natuur Hij stelde dat alhoewel de mens een sociaal wezen was, als de mens de vriend zou worden van de massa, dan had de mens helemaal geen vriend. Hij stelde dat vriendschap een traag rijpende vrucht was, maar dat vriendschap in de wortels een illusie was, en dat de mens die genoeg had aan zichzelf het ware geluk had gevonden. Net zoals Socrates stelde hij dat de mens niet zo zeker moest zijn van zijn zaak, maar twijfel is het begin van de wijsheid. Ook stelde dat de wijsbegeerte er niet was om op te sommen wat een mens gelukkig zou maken. De melancholie zou de mens veel verder leiden. Het geheel is hierin altijd meer dan de som van de delen. Aristoteles prikte heen door het bedrog van op zichzelfstaande 'goede daden'. Daar ging het niet om, volgens Aristoteles, want het zou ook verkeerde motieven kunnen hebben. Het ging om karakter vorming. Het goede moest als kwaliteit een instinct worden van de mens. De mens moest terug tot

de oernatuur, en moest hiervan een deel worden. Zomaar geloof en goede daden zouden nog teveel achter de zijlijn staan. De karaktervorming moest de plaats innemen van al te oppervlakkig en doelloos geluksgevoel. Volgens Aristoteles geeft de filosofie een hele andere betekenis aan geluk dan de massa's dit doen. De massa's noemen al snel de woorden plezier, weelde, roem. De zieken willen gezondheid en de armen willen weelde. Voor hen is het leven en geluk gewoon plezier maken. Er is niets hogers voor hen. Ze gaan hier helemaal in op. Voor Aristoteles zijn er drie soorten mensen : de levensgenieters, de staatsmannen en de filosofen. Het geldbeluste leven gaat volgens Aristoteles recht tegen de natuur in. Maar volgens Aristoteles is er een pad in het midden, omdat de mens niet gemaakt is om een extremist te zijn, en dit ook niet aankan. De mens heeft van alles een beetje nodig, en moet ook geen onmogelijke doelen voor zichzelf stellen. De mens mag hier creatief mee omgaan. De mens mag lerend hiermee omgaan. Karaktervorming aan de logos moet geoefend worden in onderwijs en opvoeding. Het komt de mens niet zomaar aanwaaien. De geoefendheid is de godin Arete (Areta), ook een beeld van kennis en studie. Zij is ook een oorlogsgodin. De stoicijn moest op het pad niet zomaar steken bij goede daden, maar moest geoefend worden, om zo te komen tot Arete. Eens probeerde Kakia, de zwaar opgemaakte verleidster tot het kwaad, Heracles te verleiden door hem weelde en plezier aan te bieden, terwijl Arete hem een leven van worsteling met het kwaad aanbood (de demonologie). Heracles koos toen het pad van Arete. Ook Paulus stelt in de Griekse bijbel dat de mens op Areta gericht moet zijn, de geoefendheid (Fil. 4:8). Petrus stelt dat we alleen door Areta, geoefendheid, tot de kennis kunnen komen (2 Petr. 1:5). In de grondtekst van het NT waren zowel Paulus als Petrus volgelingen van de godin Areta. Deze geoefendheid, arete, moet altijd in overeenstemming zijn met de logos, de rede, volgens Aristoteles, ook een volgeling van de godin Areta. Het gaat er dus niet om door genade te komen tot God, oftewel geestelijke luiheid (protestantisme), en ook niet om door goede werken tot God te komen (katholicisme), maar door de geoefendheid, Areta, wat Aristoteles al predikte, en de stoïcijnen, en wat toen door Petrus en Paulus werd overgenomen. De natuur is moeilijk te vatten. Daar moet de mens moeite voor doen, want de natuur is niet goedkoop. In de stoïcijnse leer was Areta de opvoedster en onderwijzer tot de logos. Iedere stoïcijn moest ernstig streven een ontmoeting met haar te hebben, zoals christenen wordt geleerd ernstig te streven naar het ontvangen van de heilige geest. Zo was het dus oorspronkelijk een filosofisch stelsel, en religie werd alleen gebruikt als metaforiek, als personificatie van principes. Kakia, de verleidster, de godin van het kwaad, kwam om de mens te misleiden de geoefendheid om te ruilen voor gemakszuchtig plezier en weelde wat een geheel eigen religie vormde : het christendom. Aristoteles stelde dat er geen simpel ja of nee was, maar dat er een enorme creatieve ruimte tussenin zat, het pad in het midden. Deze lijnen lopen nog steeds door het christendom heen. Het staat er allemaal wel, maar de mens heeft het lopen verschuiven met eigen gemaakte waardensystemen en hierarchieen. Christenen wassen elke oproep tot geoefendheid heel snel weg met indutters zoals 'geloof' en 'genade'. Deze woorden hebben geheel nieuwe betekenis gekregen in het christelijke woordenboek. Maar het kwaad vormt en definieert het goede, zoals het goede het kwade definieert en vormt, in de levensvisie van Aristoteles. Het pad van Aristoteles gaat hier dus dwars doorheen. Alleen zo kan de mens tot Arete, geoefendheid, komen. De Logos is voor de stoïcijnen een synoniem voor zowel de natuur als God. Zowel de Logos als Areta stond centraal, en zij konden ook niet los van elkaar bestaan. De Logos is de subtiele wet van het al, het ogenschijnlijke toeval, wat de mens dient te volgen en te gehoorzamen om niet doelloos als een dwaallicht weg te vagen in de schaduwen ervan. Areta en de Logos waren de gidsen van de mens in het moeilijke bestaan voor de stoïcijn. Deze termen komen ook weer voor in de grondteksten van het christendom. Het lot van de mens is zijn eigen karakter, en daarom is oefening daarvan voor levensbehoud. Niets is vanzelfsprekend, maar er is een noodzakelijkheid waar zelfs de goden tevergeefs tegen strijden, stelde de pre-socratische filosofie. Aristoteles kwam om weer

balans te brengen, want er waren vele extremen ontstaan. Laten we beseffen dat dit gewoon principes waren die zich opdrongen als de noodzaak van de natuur balans. Mensen zijn altijd weer op zoek naar leiders en helden, naar rolmodellen, maar de mens moet beseffen dat dit slechts personificaties zijn van de hogere principes van het zelf. Daarom is lofprijs ook niets anders dan het goede wat zich in het zelf manifesteert, zoals Aristoteles stelt. Het is een eigen verantwoordelijkheid, en een werkwoord, opdat je geen toeschouwer bent aan de zijlijn en alles maar projecteert op het rondvliegende balletje waar anderen achterna lopen. Hierin ligt dus ook gevaar van de passieve gods-aanbidding waarmee de hedonistische kerken vol mee zitten. Zelfs in de filosofie zijn er gevaren dat de mens principes op een hoop gooit om ze te absoluteren, ze gaat aanbidden en dan gaat verkopen, wat gewoon puur diefstal is, want de mens is geroepen om nomadisch te zijn, om alles ook weer achter te laten om tot hogere principes te komen. Ik heb in mijn leven heel wat moeten weggooien en verscheuren en tot vuilnis moeten rekenen waar de materialisten en hedonisten helemaal in paniek over zijn geraakt, maar ik moest verder, en zo konden zij ook verder. Vaak is er mij aangeboden om mijn boeken voor peperdure prijzen te verkopen, maar ik heb zelfs een groot deel van wat ik geschreven heb ook weer achter moeten laten. Ik kan in de kerk staan en mijn handen in de lucht heffen om hun afgoden te prijzen maar als ik zelf niet verander en de verantwoordelijkheid neem, wat is mijn lofprijs dan waard ? Zo weet ik van mensen die weigeren iets aan hun kapotte huwelijk te doen en dan maar vooraan staan in de kerk met hun handen in de lucht om de afgod te prijzen, terwijl gemakszuchtige echtscheiding in hun hart ligt. Hiervan walgen de goden. Wat is de lofprijs dan nog waard ? De zonde behoort het goede niet te prijzen, maar behoort zich te bekeren om zelf het goede te zijn. Dat zou de ware lofprijs zijn, maar waar zijn kerken vandaag de dag mee bezig ? Ze loven en prijzen elkaar's mooie jurken, en hoedjes en kijken neer op de arme Eros die op blote voeten, alleen in het bezit van een te korte broek, hun peperdure feesten niet kan bijwonen. 'Ik ben hongerig geweest, naakt en in de gevangenis, of misschien wel in een psychiatrische kliniek, en gij hebt mij niet gevoed, hebt mij niet gekleed, en niet bezocht,' stelt Mattheus 25. Dit is een ernstige zaak, want dat is de toestand van de wereld en de kerk vandaag de dag. De stoicijn zegt dan : 'Ik doe aan zulke christelijke feestjes niet mee.' Waarom zoek je het dan nog bij jezelf, wat allemaal illusie is ? De zoektocht is naar je hogere zelf, in Areta, in de Logos. Meer heb je niet nodig, maar de illusie is ervoor om het ware te vormen en definiëren. Dat is de magie van de dualiteit. Het is bruikbaar voor de stoïcijn, en behorende tot de fysiologie van de oerstof. Het einde zal vastraken in het begin, want alles gaat in cirkels, stelt de presocratische filosofie. Aristoteles stelde dat je aan jezelf moest werken, want daar was alles al. Daar was al het creatieve materiaal wat je nodig had, en Areta was het product van gewoonte. Het moest een automatisme voor je worden, van robotische kwaliteit, anders zou je niet door het leven heenkomen. En de weg tot de geoefendheid, Areta, is de weg van de askesis, de oefening. Areta is ook een woord voor mannelijkheid in het stoïcisme, de geoefendheid, wat gebeurt op het pad van de eenling, het vol zijn met de godin, Areta, het getest zijn aan de logos, de rede. Je kan het een held noemen, of een anti-held, want het heeft niet gebogen voor de massa's, maar heeft zijn innerlijke godin gevonden, de mannin, het oorspronkelijke volk van de gnosis, van Eva. Hij heeft niet voor superman gespeeld, maar is de weg van het kruis gegaan. Hij is geen spijbelaar die de mens zware mind-altering drugs heeft verkocht om hen bedriegelijke illusies van veiligheid en overwinning te geven, maar hij is gegaan tot de demonologische school om zichzelf te oefenen, de natuurschool. Hij loopt niet als een fletse zakenman met een gladgestreken pak en stropdas rond om zijn product van oplichting te verkopen, hoewel hij ook niet als een wilde weldoener parels voor de zwijnen werpt, maar hij heeft een vaste brug gebouwd, zij het van wildernis touwen, over de woeste oerrivieren van het oerwoud. Hij is een wenende filosoof, niet alles maar wegwimpelend en weglachend. Zijn Askesis heeft hem tot Areta geleid, zijn hogere zelf. Hij is de duisternis ingegaan en is er obscuur door geworden. Hij weet dat de aarde een mentaal en verbaal mijnenveld is. Hij laat de mens moeite doen om zijn filosofie te begrijpen. De mannelijkheid is de geoefendheid in het

luisteren, de geoefendheid in het zoeken naar de hogere dingen en het achterlaten en minderen van de lagere dingen. De mannelijkheid is de mindering, en de vrouwelijkheid drijft de mannelijkheid hierin aan om te minderen, en zij vermeerdert zo zijn hogere dingen. De demonische surrogaten hiervan zijn de vermeerderingen van het lagere aardse. De stoïcijn knapt af op de lagere levenswijzen van de christen. Hij ergert zich eraan en weent erover. Hierdoor zondert hij zich nog meer af. In die zin is het christelijke dus een negatieve richtingaanwijzer, maar het christendom heeft ook positieve richtingaanwijzers. De stoïcijn heeft beiden nodig. Dat is het pad van Aristoteles, het pad van Ares-Thoth, oftewel van de oorlogs-rede, de demonologische logos (Grieks-Egyptisch). Adam moest in een diepe slaap vallen om tot de gnosis van Eva te komen, zoals de stoïcijn dit moest om tot Areta te komen. Dat is de ware lofprijs, wat ook een woordbetekenis is van Areta, zoals in 1 Petrus 2:9 : Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om Areta, lofprijs, geoefendheid, te verkondigen van God, die u uit de duisternis geroepen heeft. De definitie van lofprijs is dus geoefendheid, Areta, en zij moest verkondigd worden als het evangelie, zoals Adam Eva moest verkondigen, omdat zij de drager van de gnosis was. Areta is een vrouwelijk woord, naast het feit dat zij een godin is. De grondteksten van de bijbel zijn dus vol met verwijzingen naar de godinnen. Zij moesten verkondigd worden, als principes, maar doet de kerk dit vandaag de dag ? Velen weten niet eens wie of wat Areta is. De godin is gedemoniseerd en het principe waarvoor het stond werd verborgen gehouden door geloof en genade en eens een keer een kerstkaart te sturen met kerst om goede wil te tonen. De mens in de kerk is vandaag de dag volkomen genaaid, lieve mensen. Ook in het Griekse OT, de Septuagint, komt Areta voor, zoals in Habakuk 3:3 : God komt van Teman en de Heilige van het gebergte Paran. sela Zijn Areta bedekt de hemelen, en de aarde is vol van zijn lof. Jesaja 42 : 12 Laten zij de Here eer geven en zijn Areta in de kustlanden verkondigen. Weer ligt hier de missie om areta, de noodzaak van de geoefendheid, te verkondigen. Jesaja 63:7 Ik zal de gunstbewijzen des Heren verkondigen, de Areta/s des Heren, naar alles wat de Here ons heeft gedaan en naar de grote goedheid jegens het huis Israëls, welke Hij het betoond heeft naar zijn barmhartigheid en naar zijn vele gunstbewijzen. Jesaja 43:21 Het volk dat Ik Mij geformeerd heb, zal Areta verkondigen. De hedonist conformeert zich aan de massa, het geloof van de massa, de doxa, omdat hem dat het snelst iets laat bereiken. De massa is dus vaak ook de maat voor de hedonist. Het tegen de massa ingaan zou de hedonist teveel lijden kosten. De stoïcijn daarentegen conformeert zich aan de natuur, de phusis, verbonden aan het woord phuein, groeien.

De stoïcijn streed tegen de doxa, de drogreden, op het pad van de eenling, maar de christen maakte de doxa tot een afgod en noemde het de glorie van God, want de christen had altijd weer de massa nodig, omdat de christen zelf niets had en niets was. Er zijn dus kruispunten tussen het stoïcisme en het christendom, en die moeten er ook wel zijn. Het christendom is veelal verdraaid stoïcisme, vandaar dat de bijbel een belangrijk boek is voor de stoïcist, in de zin dat het een strijdveld is en dat het pad er doorheen gaat. Een christen die terugkeert tot de stoïcijnse fundamenten hoeft niet alles overboord te gooien. Het is nog steeds zeer bruikbaar materiaal. Het hart van de stoïcijn ligt er in opgesloten. Voor de stoïcijn heeft het potentieel. Het moet alleen nog richting krijgen. Verdiept christendom komt uit bij het stoïcisme, zodat het christendom niet meer het probleem is. Op dat spoor gaat de stoïcijn dan verder. Hij leest de bijbel anders, dieper, en ziet de stoïcijnse lijnen van de natuur, van de phusis erin terug. Hij toetst niets meer aan de bijbel zelf, zoals de christenen doen, maar aan de logos. Ook de bijbel zelf wordt zo aan de logos getest en verdiept, ook onder het motto : 'Als je de vijand niet kan verslaan, verdiep dan je vijand.' De bijbel is niet het Woord van God, maar is een markt van gestolen goederen, en het vereist strategie om deze puzzel weer op te lossen. De stoïcijn is niet religieus, maar gebruikt het religieuze. Zo is het altijd geweest. Religie is de duivel zelf, tenzij je het metaforisch en strategisch gebruikt. Religie-overstijging is het doel. Filosofie is daarom altijd semi-religieus. De Egyptologie en het Judaïsme waren oorspronkelijk prachtige stoïcijnse meta-religies, als metaforische uitingen van de hogere filosofie, hoe dieper je gaat. Het waren gnostische religies als onderdeel van de taal, hoe dieper je teruggaat, maar het probleem was dat het stoïcisme onder hoge druk van het sofisme steeds meer en meer verdraaid en verletterlijkt werd, beroofd, verkracht en zo door het piratentijdperk weggedrukt werd door het opkomende bezeten westerse christendom. Het oorspronkelijke midden-oostelijke christendom was gnostisch-stoïcijns, maar het latere westerse christendom was hedonistisch. Duurdere auto ? Graag. Duurdere kleding ? Graag. Dat was in hun ogen allemaal de doxa, de glorie van God. God had hen gezegend. De natuur moest en zou om zeep geholpen worden. De natuur moest en zou onderworpen worden. De natuur moest betutteld worden. Er werden grote reclame arsenalen voor open getrokken. De stad zou er wel werk van maken, hoor. Zij zouden het 'duveltje uit het doosje' wel weer terug in de doos krijgen. Het is een lafhartig toneelspel wat de stad opvoerde. Maar dan is er het pad van Aristoteles door de natuur wat ons herinnert aan Areta, de geoefendheid. Een leger dat niet onder een bepaalde druk staat, en wat niet in een bepaalde mate aan gevaar wordt blootgesteld ontwikkelt zich niet. Een leger zou zo indutten. Daarom hebben we hier te maken met een grote factor van noodzakelijkheid, pure noodzakelijkheid. We strijden er tegen, maar tevergeefs. De externe wereld kun je niet veranderen. Het is ervoor om je intern te veranderen. Onder deze druk maak je contact met je innerlijke phusis, je innerlijke natuur. Hoofdstuk 19. De Stoïcijnse drie-eenheid Er is ogenschijnlijke toevalligheid, maar in stelling 29 van zijn boek Ethica stelde de filosoof Spinoza in de jaren 1600 : 'In het heelal bestaat niets toevalligs, maar alles is door de noodzakelijkheid der goddelijke natuur bepaald, om op zekere wijs te bestaan en te werken.'

Aristoteles stelde in deel 4 van zijn handeling over de ziel : 'Het is duidelijk dat de ziel ook de uiteindelijke oorzaak van haar lichaam is. Want de natuur doet altijd alles wat het doet omwille van iets, waarvan iets het einde is. Alle natuurlijke lichamen zijn organen van de ziel.' In stelling 7 van zijn boek Ethica begint Spinoza er echt op in te rammen, en stelt : 'Tot de natuur van een zelfstandig wezen behoort het bestaan.' Hij nam hiervoor al een aanloop in stelling 6 door te stellen dat een zelfstandig wezen niet door een ander zelfstandig wezen kan worden voortgebracht. Alleen de eenling kan leven en in leven blijven. Spinoza stelt dan in stelling 8 dat alleen de zelfstandige, de eenling, noodzakelijk oneindig is. Spinoza had al van te voren gesteld dat de eenling in zichzelf bestaat en door zichzelf gedacht werd. Hij kwam zo ook tot de stelling dat God ook een eenling is. De eeuwigheid is dan ook het bestaan op zich, want niets anders zou kunnen bestaan dan de eeuwigheid. En dit is ontstaan door pure noodzakelijkheid, zelfs dwang, omdat het alleen op die manier vast en gericht zou kunnen werken. Dat wat geen eenling is is eindig en zal weer wegvagen. Spinoza stelt in deze context dat als de ziel dieper in het eenlings-principe komt, en zo deel wordt van de hogere natuur, dan wordt de wil voortgedreven door noodzaak. De wil ligt dan besloten in de hogere kennis, en is daarin een soort ritme of schakelaar (stelling 32). Zo wordt de wil onderworpen aan de noodzaak en de hogere dwang van de natuur, dus de heilige gebondenheid. Zo komt de ziel dus daadwerkelijk tot het ontstaan en bestaan. Dit wil ook zeggen dat het niet op een andere manier zou kunnen dan dat de natuur het door de noodzaak heeft laten komen (stelling 33). In deel 2 stelt Spinoza dat zowel de verwarring als de duidelijkheid noodzaak is (stelling 36), zowel het volledige als het onvolledige. In 1517 begon de Reformatie tegen het kerkelijke katholieke systeem, maar toen kwam er een protestants systeem. Er moest dus veel meer gebeuren. Aan het eind van de jaren 1600, begin 1700, begon het tijdperk van de Rede, ook wel de verlichting genoemd, wat begon met Descartes' formule : 'Ik denk, dus ik ben,' en Spinoza's 'Ethica'. God was de Rede en de natuur volgens Spinoza, en niet de kerk. Maar er kwam alweer een nieuwe kerk opzetten van corrupt medisch geloof waar er weer afgoden werden gemaakt die tegen de rede, logos, en de natuur, phusis, ingingen. En weer werd de eenling onderworpen aan en vervolgd door de doxa, dit keer de medische doxa, die werd vastgelegd in allerlei uitgekookte marktbeluste boekjes die een soort van medische bijbel vormden. De arrogantie ging dit keer zo ver dat ze het ook nog wetenschappelijk durfden te noemen. In dit tijdperk leven we nu. De rede is ergens vastgelopen en verdraaid, zoals eens het stoïcisme werd verdraaid tot het christendom. Toen Spinoza's Ethica uitkwam, werd het door de Staten van Holland verboden. Het werd godslasterlijk genoemd en zou het gezag van de kerk kunnen aantasten. Vandaag strijdt de Rede tegen de medische kerk, die al net zo stijfkoppig is als de christenen, die domweg gewoon overnemen wat ze in hun studie-boekjes lezen. Ze hebben er immers voor betaald, dus dan zou het volgens hen zonde zijn om er niet mee te werken. Enige kritische instelling naar wat ze met de paplepel krijgen ingegoten ontbreekt geheel. Het is nu immers het medische tijdperk, en zij wanen zich de elite. Alleen de eenling zal overleven en zal het dynamiet alleen vinden op het pad van de eenling, een pad wat ook door Spinoza werd beschreven. Zoals eens de christelijke kerk bepaalt nu de medische kerk wie of wat de mens is, gewoon vanuit de losse hand en vanuit de medische bijbel. Vlijtig drukt ze op iedereen een etiket en stookt ze, en drijft daarmee haar markt, als Kakia die Hercules probeerde te verleiden tot de weelde en het plezier

daarvan, het goud der dwazen. Maar Areta boodt Hercules de geoefendheid aan in de worsteling met zulke monsterlijke gedrochten, en voor dit pad koos Hercules. De Rede, logos, is niets zonder Areta, de geoefendheid. Logos, phusis en areta vormen een noodzakelijke drie-eenheid, oftewel rede, natuur en geoefendheid. Gooi één van de drie eruit en je komt tot een corrupte afgod. Het is slecht gesteld met de Nederlandse filosofie. Het is tot een laaghartige, sofistische industrie geworden om munt te slaan uit de massa's. Ze hebben er een dikwijls peperdure studie van gemaakt, alleen toegankelijk voor de rijken. Zij zijn de waakhonden van de medische kerk. Spinoza stelde al dat het loon van de geoefendheid de geoefendheid zelf is. (stelling 42, deel 5, Ethica) Het loon gaat niet buiten de geoefendheid om. Er wordt altijd uitbetaald in meer gnosis. Voor de kerk was de rede die tijd een vies woord, en voor de medische kerk is dat vandaag de dag ook. Zij gaan puur op blind geloof. Ze nemen niet de moeite mensen te leren kennen, en kunnen zich ook niet in de mensen verplaatsen, maar gaan geheel met de mens om volgens hun nazi systemen. Het zijn buitenaardsen die de mens onder dwang opereren voor hun invasie van de aarde. Toch is het zo dat in de vernauwingen van het pad van de eenling juist grotere vrijheid komt, want er gaan op dit pad zoveel meer werelden open. Dat is de vrijheid van de gnosis, die oneindig is. En dat is de boodschap die Spinoza predikte. De medische kerk is net zoals de christelijke kerk eindig, terwijl God oneindig is. Dat is een groot verschil, en op het pad van de eenling komt de eenling tot de drie-enigheid van de rede, die God is. Zowel de medische als de christelijke kerk hebben geen enkele van die drie-eenheid. Ze hebben alleen geloof, dus ook hebben ze God niet. Het enige wat ze hebben is hun eigen afgod, en die is eindig en nietig. Toch wanen deze kerken zichzelf als god. Als er ergens betweterigheid is, dan is het daar. Ze zijn vol met pathos, redeloos gevoel, wat door de stoïcijnen een ziekte werd genoemd. De medische kerk is zwaar, zwaar ziek, psychisch gestoord, en niet alleen dat. Het zijn gevaarlijke psychopaten. Ze hebben een materieel surrogaat gemaakt, allemaal voor hun bedriegelijke markt. Waar bij de speelgoedwinkel of bij de boekenwinkel de klant nog koning is, daar is in de medische winkel de klant een gevangene en een slaaf, en heeft niets in te brengen. Laat je niet bedotten alsof je nog iets in te brengen hebt daar, want je hebt niets in te brengen. Je bent nooit veilig of van jezelf in de medische markt. Het medische had nooit een markt mogen zijn in de eerste plaats. Daarom had Spinoza als levensmotto al 'behoedzaamheid.' De mens kan niet voorzichtig genoeg zijn in de medische kerk. Zoals vroeger de mens werd gedwongen tot de christelijke kerk, zo wordt de mens vandaag de dag gedwongen tot de medische kerk. Het is een gevangenis, een fokkerij. Het is totaal losgeslagen van de stoïcijns-filosofische drie-eenheid. Waarom staat de mens dan onder de druk ? Omdat de mens hierdoor geoefendheid moet leren, tot Areta moet komen. Er is geen filosofie zonder Areta. Areta liet Heracles worstelen met de meest erge monsters voor dit doel. Daarom kiezen velen voor het pad van Kakia, en niet voor de demonologie. Veel mensen nemen het niet zo nauw met het leven. Ze komen en gaan weer. Maar het leven is nu eenmaal gruwelijk misduidig als noodzaak. Directheid is namelijk noodlottig. Alleen in dit contrast zullen de geoefenden op het pad van de stoïcijnse eenling, op het pad van Areta, de rode lijnen opmerken. Spinoza stelde dat de natuur van God van een oneindige volkomenheid is, wat ook niet gezegd kan worden van de christelijke en de medische kerk. Zij wanen zich volkomen, als de enige kerk, wanende zich als God, wat alleen maar van de duivel kan komen, omdat ze nog niet geoefend zijn en al helemaal niet de heilige gebondenheid hebben ontvangen. Hun zichzelf aangemeten titels zijn dus gestolen goederen. De kennis staat niet op haarzelf. Het moet geoefend zijn. Er is daarom een onverbrekelijke link tussen gnosis (logos) en areta. Kennis van God is volgens Spinoza de hoogste vorm van oefening. (st. 27, dl. 5) Daarom gaat het allereerst al helemaal niet om zomaar dingen uit een boekje over te

nemen, maar moet het geoefend zijn, verdiept, en dit is een demonologische worsteling. Alles moet namelijk getest worden aan de logos. Geld of titels is hierin geen maatstaf, maar een drogreden. De medische kerk is gebouwd op drogredenen en is pure kwakzalverij. Nooit maar dan ook nooit had het medische los mogen komen te staan van de demonologie. Dat is haar val geweest. Ze is verleid door de vruchten van Kakia. Nu zijn ze zwaar vergiftigd en trachten ook anderen te vergiftigen. Spinoza stelt dat er maar heel iets over zal blijven van de menselijke ziel, alleen de eeuwige kern. Dit is het noodzakelijke iets. Maar datgene van de ziel wat gewoon door de tijdgeest is bepaald (christelijke kerk, medische kerk, etc.) zal niet blijven voortbestaan. Alleen het eeuwige noodzakelijke in de Rede van God zal eeuwig zijn. Voor de kerk waren dit natuurlijk hele gevaarlijke uitspraken, en daarom verboden ze het ook. Maar wat wilden ze verborgen houden eigenlijk ? (st. 23, dl. 5) Spinoza stelt ook dat God lief te hebben niet betekent dat God deze liefde dan ook beantwoord, want God is de Rede, en die reageert op het gebied van oefening en geoefendheid. Je kunt dus niet een zogenaamde 'romance' met God aangaan terwijl je daarbij elke soort van oefening ontwijkt. Wij kunnen alleen daadwerkelijk God kennen en God liefhebben door de geoefendheid op het pad van Areta. (st. 29, dl. 5) Spinoza stelt dat dit proces in vele lijnen moeten gebeuren, dat beelden meerdere betekenissen moeten hebben en dat beelden met andere beelden verbonden moeten worden, zodat er hierdoor tot meerdere oorsprongen gegaan kan worden (st. 11-13, dl. 5). Er is een heleboel liefde en haat die niet geaard is in de rede, stelt Spinoza, en die zal dus vervangen worden door daadwerkelijke rede. Er is juist een heleboel corrupte pathos, emotie, die moet afsterven aan de rede. De overmaat aan pathos moet bestreden worden volgens Spinoza (st. 4, dl. 5). Overmatige liefde en haat blokkeren de rede. Hij waarschuwt tegen mensen die buiten de rede om anderen naar hun eigen inzicht willen laten leven, wat hij eerzucht noemt, een soort trots. De mensen die door de rede anderen naar hun inzicht willen laten leven is dan weer een vorm van geoefendheid. Ook stelt Spinoza dat de diagnostiek (vgl. demonologie) vanzelf geordend word naarmate de rede geordend wordt (st. 1, dl. 5). De rede voert in dit proces tot de ware vrijheid, waardoor de pathos, emotie, allereerst verminderd kan worden. Vanuit de rede mag dan nieuwe pathos ontstaan, want het is niet de bedoeling dat de mens emotie-loos wordt. Apatheia leidt door de rede tot een nieuwe pathos, maar die is altijd ondergeschikt aan de rede. Spinoza noemt het leven aan de rede getest een soort vroomheid, maar dit heeft dus niet veel met kerkelijke vroomheid te maken, maar meer als de geoefendheid (areta) in de stoïcijnse filosofie. Na zijn dood ging Spinoza terug naar de natuur van de rede, op zoek naar de verloren vrouwelijke dynamieken van de rede, niet als een geslacht, maar als een principe, dus de vrouw als principe. Hij verdeelde alles onder in vakken, en zag toen de vrouw als zekere grenzen die de mens waren opgelegd. Waarom dit zo is is vanwege noodzaak. Als de mens niet mindert dan sterft de mens. Spinoza verdeelde alles in vakken en gaf namen aan deze vakken. Zo is de man met de vrouw in de natuur, en de vrouw is de bezieling van de man, de oefening van de man, die leidt tot geoefendheid. In die zin is de vrouw als principe voor de man van levensbelang. Maar daar waar man en vrouw buiten de rede vallen neemt de pathos alles over, en de doxa. Daarom moet de mens terugkeren tot de drie-eenheid van de stoïcijnse filosofie : logos - phusis - areta. Hij wilde de pathos verminderen, de emotie, omtrend het stelsel van man en vrouw, maar raakte ermee in een grote worsteling. Dat is niet vreemd. De demonologie is een feit. Het leidde hem dieper in de natuur, dieper in de phusis. Het maakte hem geoefend, en zo ontdekte hij zijn vrouwelijke zelf, zijn hogere zelf.

Hij kreeg vervolgens grote kennis van de natuur en werd shamaan. Hij maakte contact met zijn natuur zelf, zijn phusis zelf. Het pad van de eenling heeft hij dieper uitgewerkt. Hij werd ontdekkingsreiziger in de onderwereld om voornamelijk als expediteur tot de verloren amazone gebieden te gaan. Deze reizen heeft hij vastgelegd in boeken. Dat zijn dus hiernamaalse boeken. Vannacht had ik een droom dat de Logos als natuurgodin teruggekomen was in de buurt van een stad waar ik was. We zouden naar haar toegaan, maar bacchus, de god van de wijn, de dronkenschap en het hedonisme, kwam in de vorm van een broer en had een fles wijn in mijn tas gestopt en allerlei andere dingen, dus ik moest eerst alles lozen. De bacchanten, of volgelingen van Bacchus, hebben de bijbel tot afgod gemaakt en tot logos. De logos sprak dat dromen geen bedrog zijn, maar alles wat daarbuiten ligt is bedrog. In stelling 70 van deel 4 stelt Spinoza dat zij die onder onwetenden leven, oftewel onder zij die dronken zijn, bacchanten, hun weldaden zoveel mogelijk proberen te ontwijken. Dit omdat ze niet op dezelfde manier dronken willen worden. Ze zijn op zoek naar de logos, de rede, niet de dronkenschap. Spinoza beschrijft de onwetenden als hen die door blinde begeerlijkheid gedreven worden en elkaar alleen maar belonen in koophandel, oftewel omkoperij. Zij zijn gaven-gevoelig. Zij vissen alleen en gebruiken hiervoor aas. Daarom moet de mens op zijn hoede zijn, wat ook het levensmotto is van Spinoza. (st. 71, dl. 4) Hij stelt dat het ontwijken van het aas van de onwetenden gelijk oploopt met het overwinnen van gevaren, en dat dit de geoefendheid is (areta). Dit heeft dus ook met de mindering op het pad van de askesis, oefening, te maken. (69/4) De mens ontwijkt en overwint dus naar mate van zijn geoefendheid. Als een demoon zwaar geoefend is in iets dan kun je die demoon alleen overwinnen als je nog wel dieper geoefend bent. De demonologie is dus nog wel ingewikkelder dan welke wiskunde of economie dan ook. Alleen bacchus houdt mensen voor de gek in de gnosis dat het allemaal heel simpel is, en alleen belangrijk is om wat standaard-principes te kennen. Neen. Het is zware oefening. Heracles koos voor het pad van de worsteling, als een beeld van de studie. Dit houdt in dat je boven het niveau van aardse professoren terecht moet komen. De gnosis is niet zomaar intellectualiteit, maar stijgt daar hoog boven uit. Zij die in dronkenschap bacchus volgen zullen dus veel over de gnosis klagen dat het teveel 'op je tenen lopen' is. Maar wat verwachten ze ? We zijn hier op aarde in een mijnenveld. Alleen hoge bio technologie brengt ons erdoor. De logos, de natuurgodin, is gekomen. Kom tot haar en luistert naar haar. Loop haar niet vooruit, maar blijf ook niet achtersteken. Spinoza stelt dat het absolute noodzaak was dat wij in gevangenschap waren geboren, opdat we onderscheiding van goed en kwaad zouden krijgen, dus inclusief de demonologie. Vrijheid zou dus allereerst een groot gevaar zijn geweest, want dan zou de mens niks leren. Dan zou er geen begrip zijn. Laten we hierin ook de wet van Pascal in de gaten houden die ten tijde van Spinoza leefde, namelijk dat de druk die op de mens (vloeistof) wordt gelegd dezelfde druk is als waarmee de mens zich in alle richtingen voortplant. Zonder die druk zou de mens zich dus niet kunnen voortplanten en dus niet overleven. Hoe groter de druk, hoe groter de voortplanting en de overlevingskans. Spinoza stelt verder in deel 4 dat als we geconfronteerd worden met twee goeden, dan moeten we voor het grootste goed gaan. En als wij worden geconfronteerd met twee kwaden waaraan we niet kunnen ontkomen, dan moeten we het kleinere kwaad najagen. Wij moeten hierin geleid worden door de rede. Hij zegt hierbij dat de mens voorzichtig moet zijn met het zogenaamde 'kleinere goed' wat voortkomt vanuit het grotere kwaad. Spinoza stelt dat de onwetenden ten prooi vallen aan bijgeloof, en de bijgelovigen kenmerken zich door meer het van hen afwijkende te bestraffen dan de goefendheid in het goede te onderwijzen. Justitie is voor de bijgelovigen iets veel groters dan onderwijs. Ze verstoppen zich achter justitie opdat ze het goede niet hoeven te leren. De gehele

aarde is overgeoordeeld, en omdat de rede en de geoefendheid ontbreekt is dit het vooroordeel dat heerst. Mensen worden al direct blootgesteld aan 'voorbestraffing' gebaseerd op het vooroordeel. Spinoza stelt dat de mens door het bijgeloof niet door de rede wordt geleid, maar door onredelijke vrees. Begeerte die zomaar uit selectieve blijdschap of verdriet ontstaat heeft volgens Spinoza niet het nut van de algehele mens op het oog, en is dus een selectieve overmaat, wat alleen maar verholpen kan worden door de rede. (60-61/ 4) Hoofdstuk 20. De stoïcijnse natuurmotor De hartstocht van de overschatting strijdt tegen de rede, stelt Spinoza in zijn boek Ethica. Overschatting veroorzaakt trots, wat ook een valse blijdschap met zich meebrengt. Deze hartstochten krijgen vrij spel door gebrek aan rede. Ook liefde kan een overmatige hartstocht zijn, want die verheugd zich over een uitwendige factor, terwijl die vaak eerder van binnen gezocht moet worden. Er is een overmatige liefde, en die moet geblust worden door de rede. Liefde kan dus als begeerte teveel van de mens zelf afleiden, stelt Spinoza in deel 4. Liefde is blijdschap en daar kunnen we niet voorzichtig genoeg mee omgaan. Het kan namelijk de bron zijn voor een heleboel andere buitensporige, overmatige hartstochten. Hij noemt zonden zoals gierigheid en eerzucht de ergste krankzinnigheden. De kerk had de massa's nodig om te kunnen overleven, en omdat dat niet eenvoudig ging dwong de kerk de massa's. De kerk was geheel afhankelijk van vermeerdering. Daarom moest het tijdperk van de Rede komen, en omdat er zoveel nadruk was gelegd op de massa's door de kerk gooide Spinoza het balletje van de eenling weer op. De eenling was het enige mogelijke bestaan, dus hiermee verklaarde Spinoza de kerk dood. Vandaar dat Spinoza's werken verboden werden. Ook stelde Spinoza dat de eenlingen elkaar niet konden beinvloeden, want de eenling bestond geheel in zichzelf en werd door zichzelf bedacht. Dat was ook alweer een trap in de machtslustige en hedonistische ballen van de kerk. Dit gebeurde aan het einde van de 1600 eeuw. Aan het begin van de 1700 eeuw deed Leibniz hier nog eens een flinke schep bovenop door zijn monadologie. De monaden waren de atomen van de oerstof van de natuur, wat komt van het Griekse woord 'monos' voor eenling, alleen. De natuur is dus opgebouwd uit afgezonderde eenlingen die niet afhankelijk van elkaar zijn. Een monade bestaat dus geheel op zichzelf en kan niet intern veranderd of opnieuw gerangschikt worden door iets anders. Binnen een monade is er niets om opnieuw te regelen, en er is geen interne beweging die opgestart, versneld of vertraagd zou kunnen worden. De monaden zweven dus geheel los van elkaar in de natuur. Het kan niet bestuurd worden van buitenaf. Er kan niets ingaan of uitkomen. Ze kunnen alleen door interne krachten veranderen, en ze draaien ook telkens om hun bewustzijns-niveau's te veranderen. Dit is een absolute noodzaak, anders zou de monade niet kunnen bestaan. Alle monades zweven om God, de logos, heen, en zijn bepaalde spiegelingen van God, want God is de enige ware eenling. De monaden zijn min of meer imitaties

en laten de verschillende golfhoogtes van perfectie zien. Geen enkele monade is dezelfde. Alle monaden zijn uniek, en zo kunnen ze ook elkaar uitleggen en aanvullen. 'Er kan maar één van iets zijn' wordt ook het monisme genoemd, weer van het woord 'monos'. Alleen zo is er de grootst mogelijke verscheidenheid en alleen zo kan het bestaan eeuwig zijn. De overmatige pathos (emotie/ gevoel) moet afbranden aan de logos, de hogere rede. De overmatige pathos is dus noodzakelijk voor brandstof. De logos is de verbrander. Overmatige pathos is als overmatig zout wat het menselijk lichaam aanvalt. Vandaar dat de logos, de hogere rede, zo belangrijk is voor de mens. Ook overmatige eros, liefde en begeerte, moet afbranden aan de logos, want ook dat is een zout wat de mens aanvalt. Zo zijn er verschillende brandstoffen nodig om de logos te laten werken, want er is ook overmatige doxa (massa geloof), en zelfs overmatige apatheia (onverschilligheid). Als de logos in een mens niet gebruikt wordt en niet gevoed wordt, dan sterft de logos, en dan nemen pathos en doxa de mens over. En dan is ook overmatige aesthesis (smetvrees) een brandstof. LOGOS - verbrander brandstof 1. overtollige pathos brandstof 2. overtollige doxa brandstof 3. overtollige eros brandstof 4. overtollige apatheia brandstof 5. overtollige aesthesis Deze brandstoffen zijn dus aanvallen van overmatig zout en vet op het menselijk lichaam. De logos is de hogere rede, dus niet de menselijke rede, want dat is gewoon doxa, de drogreden. De doxa kan soms optreden als een valse, lagere logos, zoals in het christendom (jezus, de bijbel). De logos heeft als kern de eenling, de monos (bijvoeglijk naamwoord, alleen), of monon (bijwoord, alleen), terwijl doxa de menigte, de ochlos, heeft als kern. De mens moet dus blij zijn met het overtollige, maar mag zich er niet aan overgeven, maar moet het verbranden, als brandstof gebruiken. Het is als kaarsvet. De mens moet dus voortdurend bijtanken voor brandstof. Dit kan een zware worsteling zijn, want de brandstof mag niet de hoofd-vloeistof worden. Daarom moet de mens geoefend, areta, worden in de logos. Dit is de worsteling in de natuur, phusis, het pad van Heracles die niet boog voor Kakia (de misleiding van weelde). Xenephon (431-354 BCE) schreef hierover dat Heracles moest kiezen tussen het pad van Areta, de geoefendheid, en het pad van Kakia, de slechtheid. Kakia kwam als zacht en hevig opgemaakt met grote ogen, terwijl Areta kwam als soberheid, en zij werd ook de vrouw in het wit genoemd. Kakia wilde met haar zachtheid Heracles verleiden tot het nemen van de gemakkelijkste en plezierigste weg, terwijl Areta al vanaf het begin zei dat zij Heracles niet zou misleiden met een aangenaam voorspel, maar zij zou hem de waarheid vertellen. Heracles zou niets ontvangen zonder zwoegen en inspanning op haar pad, want als hij vrucht wilde plukken van het land, dan zou hij het land moeten onderhouden en bewerken, en als hij iets wilde bereiken met zijn kudde, dan zou hij voor zijn kudde moeten zorgen. Als hij de oorlog wilde winnen dan moest hij doel hebben en de strategie van oorlog kennen en daarin geoefend worden. Kakia werd hier kwaad over en zei dat die weg veel te hard en lang zou zijn voor Heracles. Haar eigen weg was de korte en makkelijke weg tot het geluk. Bij haar zou Heracles geen hardheid kennen, en zou hij alle zoetheden van het leven proeven. Hij zou niet over de oorlogen (demonologie) hoeven te denken, en hij zou altijd maar weer de keuze hebben wat te eten en wat te drinken bij haar. Met de minste problemen zou hij bij al deze plezierigheden kunnen komen die zij hem aanbood. Zij zou hem nooit blootstellen aan hardheid en zwaar werk, want anderen zouden het zware werk voor hem doen. Hij zou op dit pad geen gebrek leiden, maar altijd weer voordeel

hebben, waar hij ook maar wilde. Zij noemde haarzelf het geluk. Areta zei toen dat Kakia al at voordat ze honger had, en dat ze geen besef had wat het ware geluk was, want haar geluk leidde niet tot het goede. Tot Heracles sprak Areta toen : Als je eerlijk het benodigde werk doet, dan zul je het hogere geluk vinden. En zo werd Heracles door Areta geoefend. Kakia is het pad wat de massa's kiezen, maar Heracles koos het pad van Areta, en liet zich door haar onderwijzen. Dit was het stoïcijnse pad van de eenling, de monon, wat ook mooi naar voren komt in het Nederlandse woord 'mannin', oftewel het volk van Eva. Dit was niets anders dan een dieper deel van Adam, zijn kern. We kunnen dit ook vergelijken met de Egyptische 'mehen' slang (mhn, mnn) die om Ra heenwas om hem te beschermen op zijn boottocht in de onderwereld, als een beeld van de heilige gebondenheid in het eenling principe, wat je ook weer met amen (mn, mnn) kunt vergelijken, het verborgene, en wat nog altijd achter elk christelijk gebed wordt neergezet. In zijn boek Ethica, als handboek voor het tijdperk van de Rede, stelt Spinoza in stelling 61 van deel 4 dat een begeerte niet overmatig kan zijn als het uit de rede is ontstaan. Dit spreekt dus over de verbinding tussen logos en eros. Telkens weer wordt eros zo aan de logos getest en verbrand elke overmaat van eros aan de logos. Als eros niet telkens aan de logos wordt getest dan brengt eros de tafelschuimers voort, de pannenlikkers, oftewel de vraatzuchtigen en hebzuchtigen, wat ook een vorm van trots is die tegen de logos strijdt. Blijf de vijf brandstoffen dus in de gaten houden, en blijf ze verbonden houden aan de logos, opdat de logos ze test en overmaat verbrandt, anders zullen ze je proberen over te nemen. Versterk je logos, je rede. Richt jezelf erop en leef vanuit de logos, en gebruik het voor het noodzakelijke verbrandings proces. Als je de brandstof te lang laat liggen en er teveel van neemt, dan wordt je logos verlamd en kan het gaan exploderen. Daarom moet de logos in je herstelt worden, en dat kan door de monos kern, het eenling principe. Dat is altijd een goede investering in het herstellen van je logos. Laat allereerst voldoende ruimte zijn tussen de brandstoffen en de logos. Een heleboel mensen ondervoeden hun logos, hun rede, en overvoeden hun brandstoffen totdat deze het centrum van hun leven zijn geworden, en dan is al het einde zoek, want dan zijn ze een tafelschuimer geworden. Ook zij die het vlees van dieren eten in plaats van de demonologie te beoefenen zijn een vorm van tafelschuimers. Zij hebben te weinig logos, en hun schip zal halverwege stranden. Spinoza stelt dat de grootste trotsheid en kleinmoedigheid (lafhartige onverschilligheid, bekrompenheid, gierigheid) het grootste onbenul is wat betreft het zelf (56/ 4). We kunnen stellen dat hoe verder iemand van de monon, het eenling principe, is verwijderd, hoe trager het verbrandings-systeem werkt en hoe slechter, zodat trots en kleinmoedigheid tot grote hoogtes kunnen groeien. Het is dus absolute noodzaak dat de mens terugkeert tot de monon, het pad van de eenling. Zo kan de mens komen tot een vernieuwd contact met de logos, de hogere rede, en kan deze als verbrander hersteld worden. Hoofdstuk 21. De Stoïcijnse filosofie versus het zout komplot wat de aarde bedreigd en allang heeft

ingenomen De logos staat of valt met de monon, het eenling principe. De natuur werkt door het eenling principe als een absolute noodzaak, als de natuurlijke selectie, want als de natuur de massa zou selecteren dan zou de mens die de massa moet volgen indutten. Alles gaat dan gewoon vanzelf, dus dan zou geoefendheid, Areta, nooit kunnen bestaan. Op het natuurpad is het de eenling tegen de massa. In het boek het leven van Apollonius van Tyana, een pythagoriaanse filosoof, komt ook weer de strijd tussen Areta en Kakia om het jonge leven van Heracles. Kakia is versierd met goud, en is in een paars gewaad, en hevig opgemaakt, haar wangen geverfd en haar haar gevlochten, en met gouden slippers. Ze vertelt hem hoe ze hem wil laten rusten op bloemen, en hoe ze hem wil trekken tot een land van melk en honing met een overvloed die voor het grijpen ligt wanneer hij maar wil. Hij hoefde er niet hard voor te werken en het ook niet te zoeken, want het zou zo allemaal in zijn schoot geworpen worden. Areta daarentegen is een vrouw die hard gewerkt heeft, blootvoets, en die bedekt is met het vuil van de aarde, en ze heeft de eenvoudigste bedekkingen, en zou bijna naakt zijn. Zij is een discipline die wil dat hij op de grond slaapt op het vuil van de aarde, en hij moet naakt zwoegen, en alles verdienen door hard werk, elke zoetheid. Hij mag niet opscheppen, geen ijdelheden najagen en geen hoogmoed nastreven, en hij moet op zijn hoede zijn voor alle dromen en visioenen die hem van de aarde willen weghalen. Als Heracles zich hierin zou oefenen en deze eenvoud niet zou afwijzen dan zou hij daarmee vele monsters hebben onthoofd, en al zijn opgedragen werken hebben voltooid. Mensen verdoen veelal hun tijd of worden gedwongen hun tijd te verdoen, waardoor ze niet meer toekomen aan de zware wiskunde van de demonologie, en zelfs de demonologie hebben losgekapt van de wiskunde. Hierdoor ontstond er een zeer beperkte en oppervlakkige materialistische wiskunde, die nog steeds voluit op scholen wordt gepredikt, de breinen van de kinderen vergiftigende als een overmatige zout aanval. Pneuma, wat de christenen de heilige geest noemen, was al een principe wat door de stoïcijnen werd gebruikt. Pneuma betekent de universele ziel, als het voertuig van de logos, de rede. Het is wat diep in de monos gebeurt, diep in de eenling, dat de eenling komt tot het hogere collectief, de hogere sociologie. Pneuma komt dan van pan-ama, oftewel de collectieve (ama) natuur (pan). Dit is allereerst de veelheid van principes waartoe de monon of monos (eenling) komt, als één in velen. Zoals pneuma een belangrijke sleutel is in het christendom, zo ook in het stoïcisme. De mens moet zich geheel afzonderen om tot pneuma te gaan, zoals ook in het christendom. Er mogen geen invloeden van buitenaf zijn. Als Spinoza stelt dat de geoefendheid het loon zelf is, dan kunnen we stellen dat Areta de charis is, het loon, wat de pneuma geeft, want de geoefendheid bestaat uit vele facetten, is gecompliceerd, waarvan het collectieve een beeld is. Je moet weten wat de uitzonderingen op iedere regel zijn, de dualiteiten, opdat je motoriek hebt en immunologie. Het collectieve in de logos, oftewel de pneuma, wat alleen in de monon, het eenling principe, bereikt kan worden, is een beeld van de verfijningen van de logos, de doelgerichtheid. Charis, loon, is dus niet zomaar een genade gave, maar een stelsel van geoefendheden. Spinoza stelt dat de mens in de juiste verhouding tussen rust en beweging dient te komen, wat ook een geoefendheid is. In stelling 36 van deel 4 stelt Spinoza dat het hoogste goed van de geoefendheid altijd iets collectiefs is. We kunnen stellen dat er dus altijd een juiste verhouding moet zijn tussen het eenling principe en het collectief, en dat elk collectief gebaseerd moet zijn op het eenling principe als beeld van de geoefendheid, wat een goede verhouding is binnen gevarieerdheid. De eenling die niet komt tot het hogere collectief sterft dan ook weer, maar de mens die het eenling principe niet beoefend, of niet volledig beoefend, komt hierdoor tot het lagere collectief van de mensenmassa en raakt verstrikt in de dogma, de drogreden. In stelling 35 van deel 4 stelt Spinoza dat wanneer een mens

zijn eigen nut boven alles zoekt, dan is dat de weg tot de geoefendheid, en zo alleen kan de mens tot nut zijn voor het collectief. Telkens weer moet het aan de rede getest worden, maar hoe dieper de mens in de rede komt, hoe meer het collectief op elkaar zal lijken. Dit is een noodzaak volgens Spinoza. Als dingen in de natuur met elkaar overeenkomen, dan is het een noodzakelijk goed. In stelling 29, deel 4, stelt hij dat als iets met onze natuur verschilt dan kan het ons niet ten goede of ten kwade beinvloeden, omdat het een totaal andere wereld is. Alleen datgene wat gelijk aan ons is kan ons beinvloeden. Leibniz werkte dit principe ook uit in zijn monadologie. In stelling 24, deel 4, stelt Spinoza dat het leven geleid door de rede betekent dat we alleen handelen door de geoefendheid. De monon, de eenling, zoekt in de geoefendheid, areta, een hoger collectief, pneuma, allereerst als principes. cryptografie : Zout is belangrijk voor de vochtbalans en de zenuw prikkel geleiding tot de hersenen. Zout is belangrijk voor de motoriek. Het is een electrolyt, een stof die bij het oplossen en smelten splitst in ionen om zo de electriciteit te geleiden. Het is dus een medium tussen de cellen. Echter als de mens teveel zout binnenkrijgt kan er van alles misgaan, en dit gebeurd door de voedsel-industrie voornamelijk die veel te veel zout toevoegt aan bewerkt voedsel. Oppassen geblazen dus. Jezus is in de cryptografie 'juices', wat Engels voor 'sappen' is, het vocht, en wat geregeld wordt door zout. Teveel of te weinig vocht is niet goed. Zout is halas in het Grieks, wat ook direct de Griekse naam van Griekenland is : 'hellas'. In het boek Daniel lezen we over de strijd tegen de geest van Griekenland, en in de geschiedenis zien we hoe het Griekse wereldrijk ontstond, en wat het fundament werd van onze samenleving. Als kind al sprak het verhaal van Daniel over de geest van Griekenland mij aan, en ik heb zolang ik me kan heugen een verschrikkelijke strijd met de geest van Griekenland gehad, wat dus eigenlijk een worsteling is met zout. De wereld heeft een overdosis Grieks gehad. Wel is zout in de juiste mate dus van levensbelang. Het stoïcisme begon in Griekenland, maar dat wil niet zeggen dat het zuiver Grieks is. Het heeft zijn wortels in Egypte en Israel, en resulteerde in het tijdperk van de rede. In het Hebreeuws is zout melach, malak, wat ook de engelen zijn. Het betekent in de wortels het verstrooien (malach, malak), wat ook de functie van zout is, als boodschapper, als onderdeel van het communicatie systeem. Ook betekent het ingetogenheid, verzachting, flexibel maken. Het betekent ook matigen en in toom houden, en kan ook weer verharding betekenen. Ook betekent het modificeren en mengen. Ook de engel is dus de malak in het Hebreeuws. Dit goedje is dus ook zeer geliefd bij demonen die de wereld willen overnemen. De wereld is inmiddels al overgezouten. Het is het zout complot. Amalek, zowel in de bijbel genoemd als een vijand van Israel, als dat het een amazone volk in het oer was, is dan als a-malek dat wat tegen het zout strijdt, het zout matigt, als het anti-zout. Amalek is ook één van de vier hoofddelen van de Bilha en een aartsmoeder in de amazone theologie. Zout (Griekenland) heerst dus over de vochtbalans, de lichaamssappen, en reguleert deze, de juices, Jezus. Dit uit zich dus ook in de engelenleer in de kerk. Dit kan niet zomaar verbroken worden, maar moet verdiept worden, en dat kan door de stoïcijnse filosofie. Dit zijn dus buitenaardse bloedlijnen die door Griekenland heenstromen, maar dus oorspronkelijk niet Grieks zijn, maar amazonisch. Ook zijn de amazones een onderdeel van de Griekse mythologie, maar omdat ze oorspronkelijk niet Grieks zijn spreken we dan ook van de stoïcijnse mythologie en de amazone mythologie. Zout moet gematigd worden om te kunnen overleven. Zo moet dus ook Griekenland gematigd worden om te kunnen overleven. Zout demonen zijn wel tien maal erger dan suiker demonen.

Zout staat dus voor communicatie, interactie, maar overmatig zout is dan de overcommunicatie, en in die staat is de wereld vandaag de dag. Het heeft de natuur verwoest. Zo kreeg de kerk teveel zout, waardoor ze teveel wilden drinken, van juices, Jezus, sappen, zodat de kerk zowel een zout vergiftiging als een vocht vergiftiging heeft. De hele tijd maar over Jezus bazelen en dan telkens maar in dezelfde kringetjes, zodat er geen nieuw onderwijs meer kan bijkomen, is een communicatie vergiftiging waardoor alles vastgelopen is. De stoïcijnse filosofie is er dan voor om deze dingen weer recht te zetten. Hoofdstuk 22. Het zout alarm in de stoïcijnse filosofie Pistis wordt in het westen heel zwak vertaald in geloof, maar in het stoïcisme was pistis het loon van de geoefendheid, van areta. Pistis ontstaat wanneer iemand volhardt in het eenling principe, de monon. Dan springen ineens de zintuigen open en worden de goede daden tot gewoontes, tot instincten, tot een natuur, tot een automatisme dus, oftewel de heilige gebondenheid, want in de worteltekst betekent pistis 'horen en gehoorzamen' (peitho). Hierdoor onstaat er automatisch een link tussen de eenling (monon) en het hogere collectief (pneuma). Het is waar de eenling, monon, en de geoefendheid, areta, elkaar kruizen. Pistis is dus de zoutbrug, het communicatie middel waarvan niet teveel genomen mag worden. In het christendom is de pistis ook de brug tussen hemel en aarde. De geoefendheden zoals taal, wiskunde en filosofie moeten altijd verbonden zijn aan de demonologie, want dat is de beveiligingsleer. Daarom komen de zinnen altijd tweeledig door, boven de streep en onder de streep, dus boven de streep de normale zin, en onder de streep de demonologische zin die laat zien welke geestelijke strijd hier gaande is. Daaronder kan er nog een balk zijn met metaforische uitleg. Spinoza noemt in zijn boek Ethica de dienstbaarheid het onvermogen. Zo is de mens of dienstbaar aan de rede, of dienstbaar aan de hartstochten. De natuur handelt met dezelfde noodzaak als waarmee het bestaat, en dat noemt Spinoza God. De definitie van het goede, stelt Spinoza, is nut. De geoefendheid is het punt waarop de goede daden tot gewoonte en natuur worden. Dit resulteert dus in pistis, het automatisme, wat tegelijkertijd ook het onvermogen is om te stoppen, oftewel de dienstbaarheid. Christenen noemen dit heel slap 'geloof', maar zij hebben het pad van kakia genomen, de weg van de minste weerstand. Alle hartstochten hebben hun eigen blijdschap en droefheid die van te voren bepaald zijn. Er is dus een heleboel valse blijdschap en droefheid. Dit zijn ook weer begeertes op zich, en Spinoza bestempeld ze als lijden (57/ 3). Wanneer de mens zijn onvermogen kent, dan brengt dat een zeker lijden met zich mee. De mens gaat zo dieper in zijn denkbeelden van zwakheid, en het lijden wat daaruit voortkomt wordt door Spinoza nederigheid genoemd. Door pistis gaat de mens vanuit de rede leven, en pistis ontstaat ergens op het pad van de eenling en

op het pad van de geoefendheid (monon areta), om zo te ontkomen aan de valse pistis, de doxa, oftewel het massa geloof opgezweept door het hedonisme. De democratie waarin de mens vandaag opgesloten zit is ook doxa. Het zijn een stel uitgehongerde hedonistische honden die de massa's verslonden hebben. Plato streed tegen de democratie, omdat de regeringen hierdoor werden samengesteld door de ongeoefende massa's die niet door de logos, de rede, werden geleid, maar door ongeteste emotie. Plato wilde als voorwaarde stellen voor de verkiezing dat de verkiezers filosoof zouden zijn, alhoewel hij ook de valse filosofieen bestreed van het sofisme en het hedonisme. De rede stelt voorwaarden, en deze moeten er wel zijn, anders komen er roekeloze boodschappers, oftewel een zout overstroming, wat de democratie dan ook is. Plato wilde dus een logoscratie in plaats van een democratie. Hij moest wel, want hij had de regering zijn leermeester, Socrates, om zeep zien helpen. Plato omschreef deze moord als een banketbakker en zijn kinderen die een dokter veroordeelden. Socrates was een voortijdse stoïcijnse christus-figuur die gedwongen werd de gifbeker te drinken, zoals vandaag de dag de tandenbakkers de mens dwingen met giftige vullingen in hun botten te lopen wat hen langzaam vermoord. Dit is nog steeds de geest van de moordenaar van Socrates, de banketbakker. Nog steeds rust de wereld op de Atheense democratie, en niet op de stoïcijnse filosofie. Plato noemde de democratie een allesverwoestende tiran, als de anti-logos. De menselijke rede is een massa rede, de doxa, en die wordt aangedreven door onredelijke pathos, emotie, en onredelijke begeerte, eros. De menselijke rede is maar een druppel in de zee van de hogere rede, de logos. Daarom moet een mens zichzelf allereerst verliezen en loskomen van de massa. Ook de aardse massa is dus maar een druppel in de zee van de logos. Telkens als menselijke rede de kop opsteekt dan is dit maar tijdelijk, want de zee van de logos zal hem uiteindelijk overweldigen. De menselijke rede komt nooit ver. Wat is 80 jaar, 300 jaar, of duizenden jaren vergeleken met de eeuwige zee van de logos ? Slechts een druppel. De menselijke tijd is slechts ijdelheid, een zucht. Het is een waan, een illusie. Pneuma, de stoïcijnse universele ziel, het hogere collectief, wat christenen de heilige geest noemen, is rw-ach in het hebreeuws, en wat in het Egyptisch de schaduw van ra is, zijn ziel in de onderwereld (rw-ach, rw-akh). Ook Abel wordt in het Hebreeuws de ra-ach genoemd, als de schaapherder (ra) - broer (ach) van Kaïn. Abel is de leider van de kudde, van de doxa in dit geval, als beeld van het massa-geloof, en dat moet gezuiverd worden in de onderwereld, zoals ra de onderwereld in moest om gezuiverd te worden en om wedergeboren te worden. Zowel het woord abel als ruwach betekent adem in het Hebreeuws, en in de Egyptologische teksten over Kaïn had hij een keten om zijn nek, als beeld van de wachter van de mond, van de adem en de spraak. Pneuma is dus de timing en richting van de logos, als het voertuig van de logos, als het sieraad van de logos, de wachter van de logos, van de rede. Dat is ook wat het Aramese woord voor pneuma betekent : ruh, richting, en ook betekent het duisternis. De duisternis is het beeld van het hogere collectief. Het is dus niet daadwerkelijk duisternis, maar een andere wereld. Zoals Spreuken 1 zegt dat de kastijding, oftewel de wachter, van de ab (Egyptisch : ziel, voet, onderwereld) als een keten om de hals gedragen moet worden. Ik had een droom dat ik aan een reusachtig en verlaten strand was. Er was geen mens te bekennen, als op een wildernis strand. De logos kwam tot mij als een reusachtige doorzichtige bol van oerstof, als een soort vlies, en de pneuma was ook een bol die er gelijk mee opliep, als een geheel, als een besturings mechanisme, als de verfijningen van de logos, als een sieraad. Het was een stuk natuur wat uit de zee was gekomen. De pneuma gaf accenten aan. Het was als een inventaris, als criteria met referentie punten. Het communiceerde met mijn hart. Toen begon de zee er doorheen te stromen. Toen begon de logos me op te nemen, en het begon boven de zee te zweven als een soort biologisch ruimteschip. De zee was enorm wild, enorm hoge en woeste golven. Dit zien we ook terug in de Septuagint, in de Griekse bijbel, in hoofdstuk 1:2 van Genesis, waar de pneuma over de woeste, duistere zee van het oer zweeft. Pneuma was verwoven in de logos, onderdeel van de

textuur, van het weefsel, van de structuur, als de immunologie, als een zout alarm, als de demonologie van de gnosis. Hoofdstuk 23. Logos in de cryptosofische amazone filosofie Kijken we naar de etymologie (woordoorsprong) van pneuma, dan zien we pan-name. Pan is een ander Grieks woord voor natuur en paniek, als een alarm. Het is een beeld van de heilige vreze die de mens beschermt. Pan betekent ook alles, als het hogere collectief. Name is het voortijdse Afrikaanse roshland (vgl. rusland), het land van het begin, wat tevens ook het einde is. Name staat dus voor de timing van alles, de afmetingen. We kunnen hier ook denken aan de schikgodinnen, de Moiren, die de levenslopen (tijdsbestek) bepaalden. Zij spinnen de levensdraden, delen het toe, en knippen het weer af. Zij staan voor het scheppen, de groei en de vernietiging. Dit kan op alle dingen van betrekking zijn. Pneuma is dus de strijdwagen van de logos, de oorlogs-strategie, de demonologie van de logos. cryptografisch : Het leven bestaat uit anagrammen, dus de andere wereld ligt heel dichtbij. Logos, lks, is een letterverdraaiing van kls, Kolosse, wat een vrouwelijk woord is voor groot, als grote vrouwen. Kolosse 1 29 Hiervoor span ik mij ook in, onder zware strijd, naar zijn werking, die in mij werkt met kracht. Paulus is hier in de rol van Heracles die voor het pad van Areta heeft gekozen, oftewel het lange, moeilijke pad van de logos, en niet van het hedonisme (kakia). 24 Thans verblijd ik mij over hetgeen ik om uwentwil lijd, en vul ik in mijn vlees aan wat ontbreekt aan de verdrukkingen van Christus, ten behoeve van zijn lichaam, dat is de gemeente. 25 Haar dienaar ben ik geworden krachtens de bediening, die mij door God is toevertrouwd, om onder u het woord, logos, van God tot zijn volle recht te doen komen, 26 het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar thans geopenbaard aan zijn heiligen. De gemeente is de ekklesia, kls, wat weer een letterverdraaiing is van logos, lks. Ook Christus wordt de logos genoemd. Colosse 2 20 Indien gij met Christus, oftewel logos, afgestorven zijt aan de wereldgeesten, waartoe laat gij u, alsof gij in de wereld leefdet, geboden opleggen. We hoeven niet te luisteren naar de geboden van de massa's als we in de logos zijn. Paulus is dus als dienstknecht van de ekklesia, kls, de gemeente, dus ook een dienstknecht van de logos, lks, net als Heracles. Hij worstelt met de geesten die tegen de logos ingaan. Kolosse is dus als de ekklesia die Paulus dient een cryptografische code voor de logos, de rede.

11 In Hem zijt gij ook met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden is, besneden door het afleggen van het lichaam des vlezes, in de besnijdenis van Christus, oftewel van de logos. Mensen begrijpen de sexuologie niet. Het is een demonologische code. Als de man zijn geslachtsdeel in de vagina stopt van de vrouw, dan schuift zijn voorhuid naar achteren, als beeld van de besnijdenis. Dat is dus wat de logos is : het geslachtsdeel van de vrouw. De rede is vruchtbaarheid, de natuur. Het geslachtsdeel van de afgezonderde man, als eenling, stoot zo door tot de baarmoeder wand, die een beeld is van het hogere collectief, de pneuma. Dat de man moet blijven doorstoten om de vrouw te bevruchten, op en neer, is een beeld dat de man, de eenling, geoefend wordt, door Areta. Een man die dan zijn zaad heeft geloosd kan dan denken dat hij heel wat heeft bereikt, en kan erover opscheppen tegen zijn vrienden, maar de realiteit is dat de sexualiteit slechts een metafoor is van hoe de rede werkt, dus hij zal die hele zware weg van Areta moeten begaan totdat hij pistis, de gehoorzaamheid, heeft bereikt en zo tot de pneuma is gekomen. De mens beseft het niet, dom als ze zijn. De zaadlozing is namelijk het sterven. Het verkondigd de dood van het ego. Ze kunnen dan in hun roekeloosheid een heleboel vrouwen hebben bevrucht en er een trofee lijst voor hebben bijgehouden om op te scheppen bij hun even domme vrienden, maar de dood van het ego zal ook tot hen komen. De mens speelt spelletjes met de sexualiteit. Ze hebben het totaal losgekoppeld van de demonologische filosofie. Ze weten niet waar ze mee bezig zijn. Sexualiteit is geen spelletje, maar een geestelijke oorlog, al dan niet metaforisch. Toen de vrouw van Lot terugkeek naar Sodom en Gomorrah veranderde ze in een zoutpilaar, als beeld van overmatig zout, overmatige communicatie. Lks of lkz is in de etymologische amazone diepte van het oer L-ZK, oftewel ila-zukki, Ila is de godin van de bevrorenheid, van het eenling principe, en zukki is de amazone stam die het volk van ismael door de woestijn leidde tot het land Nod in de geschriften van de Bilha. Zukki is ook een amazone godin van de touwen, waartoe de israelieten in de woestijn kwamen, als een beeld van de heilige gebondenheid. ila-zukki betekent dan : 'door het eenling principe komen tot de heilige gebondenheid'. Dat is de code die de logos in zich draagt. Het is het van monon komen tot pistis, waardoor de mens automatisch komt tot pneuma, het hogere collectief. Hierin is Areta als de geoefendheid dus een belangrijke schakel. Het boek Kolosse staat vol met deze subtiele codes. Kolosse 2 6 Nu gij Christus Jezus, de Here, oftewel de logos, aanvaard hebt, wandelt in Hem. Dit houdt dus in, de logos als ila-zukki, oftewel het wandelen op het pad van de eenling tot de heilige gebondenheid. 18 Laat niemand u de prijs doen missen door gewilde nederigheid en engelenverering, als ingewijde in wat hij heeft aanschouwd, zonder reden opgeblazen door zijn vleselijk denken, 19 terwijl hij zich niet houdt aan het hoofd, waaruit het gehele lichaam, door pezen en banden ondersteund en samengehouden, zijn goddelijke wasdom ontvangt. De engelenverering is de verering van melach, malak, in het Hebreeuws, oftewel van zout, in dit geval overmatig zout, overcommunicatie, en oversexualiteit. Het hoofd, christus, is dan logos, waardoor het hele lichaam in de heilige gebondenheid is, door de rede. Colosse 4 3 dat God een deur voor ons woord, logos, opene, om te spreken van het geheimenis van Christus, oftewel van de logos, ter wille waarvan ik ook gevangen zit. Dit gaat ook weer over de heilige gebondenheid in de logos, in de rede, oftewel ila-zukki, de

eenling in de heilige gebondenheid. 18 Een eigenhandige groet van mij, Paulus. Gedenkt mijn gevangenschap. De genade zij met u. Gedenk dus de heilige gebondenheid. Kakia beloofde Heracles zoete vrijheid, terwijl Areta Heracles leidde tot bittere gebondenheid. De Griekse dichter Simonides (556-468 BCE) schreef over haar dat zij niet door alle sterfelingen gezien wordt, maar alleen zij die zweten op het harde pad, zij die komen tot de pieken van de mannelijkheid. Ook wordt zij een speervechter genoemd, als een oorlogsgodin. Zij is dichtbij de door het lijden geoefende Jove (Job). Heracles kwam in Boeotia tot de tweesprong, het kruispunt, waar Kakia en Areta hem opwachtten. Boeotia is een anagram van Boeddha. Als je het boeddhisme bestudeerd zie je in principe gewoon de strijd tussen Kakia en Areta om Hercules. Cryptografisch gezien is Hercules RKLS, ra-kalos, de goede (grieks) ra (egyptisch), oftewel Ra die tot de onderwereld gaat. RKLS is ook een anagram van ra-logos, r-lks, oftewel ra die het pad van de logos, de rede, begaat, oftewel hercules die het pad van areta gaat. Dit zijn dus allemaal weerspiegelingen van de amazone filosofie in de bilha waarin ismael tot de zukki stam komt in de woestijn, tot de heilige gebondenheid, door ila, het eenling principe. Adam is verder als eenling in de tweede bijbel ook weer verbonden aan de zukki stam, en heeft verschillende parallellen met heracles. Hoofdstuk 24. Diepere betekenissen van de heracles mythologie ook in verband met het christendom In het Egyptisch is kenu de logos, ook gerelateerd aan kaïn die de doxa, de kudde-mentaliteit van zijn schaapsherder-broer moest overstijgen. De mens moet erg oppassen met monotheïsme, want alhoewel er op sommige momenten van een eenheid gesproken kan worden is het een stelsel van schakels, als één in velen. Er moet daarom een goede verhouding zijn tussen monotheïsme en polytheïsme, anders gaat het ophopen, en heb je weer een zout probleem. Het zijn slechts schakels, en daar mag je je niet helemaal blind op staren. Dan zou je een rat worden die nog maar één ding zien en daarin helemaal opgaan. Dat is zowel het gevaar van de New Age als het gevaar van het christendom. Vandaar dat de Egyptenaren vele dynamieken hadden, vele schakels. Het gaat om het sieraad van de rede, een stuk technologie wat zich van verschillende onderdelen bedient. De mens moet in de duisternis, in de woeste wildernis, op zoek gaan naar de verloren schakels, en die verdiepen. Als de mens dan iets gevonden heeft en dan stopt met de ontdekkingsreis en dan met pensioen gaat om een marktje op te zetten, dan is het einde zoek. De mens moet nomadisch zijn om te overleven. Plato zei dat als de mens vast zou lopen, dan zou de mens zijn doelstellingen moeten verhogen, intensiever dromen. Er was een hogere wereld van de rede waar alleen de filosofen binnen konden komen. Heracles moest tot de appels van de gnosis in de tuin van de hesperiden komen, die bewaakt werden door een slang. Heracles moest deze slang verslaan.

Monotheïsme en polytheïsme zijn dus metaforische principes binnen de filosofie, en daar moeten ze blijven. Ook hadden de Egyptenaren vele termen voor hetzelfde, zodat er genoeg nuances waren en de mens niet vastgroeide. Ook schreven ze deze termen op verschillende manieren, waardoor ze zich niet zo druk maakten om schrijffouten, zoals de monotone mens vandaag vaak is. De moderne mens heeft vandaag de dag een smerig taal monotheisme gemaakt, wat gelijk staat aan zoutophoping. Het is taal terrorisme. De mens mag zich afvragen : Wat win je ermee het kwade te doen ? Dieren, je medeschepselen, het licht in de ogen niet gunnen door je vraatzucht, je tafelschuimerij. Kinderen giftige troep in de mond laten spuiten bij de tandenbakker waardoor ze vroeg of laat zware mentale en lichamelijke problemen van kunnen krijgen, of nog erger, en dan ook nog eens allerlei misselijkmakende etiketjes op het kind drukken wat je eigenlijk zelf hebt veroorzaakt, en ga zo maar door. Maar ook daar heeft de mens wat op gevonden. Ze noemen gewoon het goede het kwaad, en het kwade het goede. Dit werd zelfs al door de bijbel aangegeven, ironisch genoeg. Het is een boek van oude wijsheden van de voorouders, maar ook enorm domme drogredenen, met name in de latere vertalingen. Sommige mensen zeggen dan : 'Tja, de bijbel,' maar ze kunnen niet ontkennen dat er ook weer hele waardevolle dingen instaan. Vaak hebben ze dit uit andere culturen overgenomen, dus dat maakt het ook weer heel interessant. De bijbel is dus een schakel in het geheel, soms heel belangrijk, en soms minder. Soms sta je dan machteloos tegen zo'n systeem als je ziet hoe het je kinderen rampaneert, zoals ook het onderwijs systeem. Vaak kunnen we ijzer niet met handen breken, lieve mensen. We leven in ballingschap. De buitenaardsen zijn allang gekomen, ook de goeden, want die lijden met ons, en strijden aan onze zijde tegen het grote kwaad. Daarvoor is de demonologie, en die puzzel mogen wij oplossen. Als we kijken naar de twaalf grote werken van Heracles in de stoïcijnse mythologie, op het pad van Areta, dan zien we hierin niet alleen parallellen met adam, maar ook met christus, de tweede adam, en de twaalf werken zijn dan de twaalf discipelen. Heracles is een beeld van de stoïcijnse demonologie. Vraatzucht of tafelschuimerij, pannenlikkerij is een piraatse bezigheid van het stelen van de massa's, het snoepen van de doxa, het massa geloof. Op het pad van de eenling is dat de verleiding dat je het voortijdig, overmoedig en roekeloos afbreekt, om jezelf weer te offeren aan de massa's, om hun goden na te lopen. Een van de twaalf werken die Heracles moest verrichten was dus dat hij moest gaan naar de tuin van de Hesperiden om de slang die de appels van de gnosis bewaakte te verslaan, en om die appels daar weg te nemen. Het werden ook wel de twist appels genoemd van grote worsteling, die Heracles dus nodig had op het pad van Areta, oftewel voor de demonologie. De appels waren ook een beeld van het karakter van de Hesperiden, die twistzuchtige vrouwen waren. De tuin lag ergens onder Libië in Afrika. De slang was ook een schaapherder, als beeld van de kudde mentaliteit, het massa geloof, de doxa, waardoor Heracles ook een soort Kaïn rol had. Toen Heracles de slang had afgeslacht klaagden de Hesperiden verschrikkelijk, dat hij een wilde bruut was, dat hij zomaar hun appels durfde te stelen en hun slang te doden. Ze vonden het een enge, wrede man, die boos keek met wilde ogen, gehuld in een leeuwenvel, zwaar bewapend met knots en pijl en boog, waarmee hij hun monster velde. Hij was dorstig en zocht overal naar water, en trapte zo met zijn voet tegen een rots aan waarna het water er uit voort begon te gonzen, en hij begon er gulzig van te drinken met zijn handen en borst op de grond, als een beest. Zo beschreven zij Heracles. Het was zijn elfde werk.

Tafelschuimers verlangen altijd weer naar de massa's, naar de doxa. Doxa is het lagere collectief van het ego, in de werken van Heracles ook wel uitgebeeld als het monsterlijke Erymanthische zwijn of varken. Het was een dodelijk zwijn, en het terroriseerde het Erymantische gebied, en moest weer teruggebracht worden door Heracles. Het beest was volkomen op tilt geslagen in grote woest. Heracles moest dit collectieve ego waarvan deze zwijn een metafoor was diep in de sneeuw drijven, oftewel op het pad van de monon, de eenling, opdat de woede door de kou verlamd zou worden, en hij het zwijn weer kon terugbrengen. Hij gebruikte hiervoor een strop, waarmee ook Kaïn in de Egyptische mythologie het collectieve ego oversteeg. Alleen de monon kan dit doen, het eenling principe. Het woeste zwijn werd soms door Artemis, de jachtgodin, gebruikt om de landen van boeren te verwoesten. De boer staat soms voor het verwaarlozen van de demonologie, waarvan de jacht een beeld is. De twaalf werken van Heracles zijn wereldberoemd. Het zijn beelden die laten zien hoe de mens met de doxa kan afrekenen, met het massa geloof wat hen teistert. Het is de demonologie voor hen die hier filosofisch mee de diepte in gaan. Er valt heel wat uit deze mythologie te halen, wat dus onderdeel is van het stoïcijnse pad van Areta, het pad wat Heracles ging. De worsteling met het zwijn is het vierde werk. Toen de Hesperiden hadden ontdekt wat Heracles had gedaan gooiden ze hun witte armen over hun met goud opgesierde hoofden en jammerden. In het twaalfde werk ging Heracles tot de onderwereld om twee personen te bevrijden. Dit kwam later ook terug in het Jezus verhaal die terugkeerde vanuit de onderwereld waar hij zielen had bevrijd. Het Jezus verhaal is in verschillende opzettingen een christelijke variant op de Hercules mythologie. Heracles moest ook de veelkoppige hond Cerberus meenemen vanuit de onderwereld, die de wachter van de onderwereld was. Heracles moest hiervoor tot de godin van de onderwereld gaan. Cerberus de meerkoppige hond staat voor het hogere collectief, de pneuma, waartoe de monon, het pad van de eenling, leidt. Toen Jezus als een christelijke Hercules de onderwereld inging nam hij ook pneuma mee toen hij opstond, wat hij even later over zijn discipelen uitstortte, wat in de christelijke wereld de heilige geest wordt genoemd. Pneuma is in de stoïcijnse filosofie de universele ziel. Door de monon, het eenling principe, maak je dus uiteindelijk contact met de onderwereld, de andere werelden, en komt daar tot een hogere sociale code, een hogere sociologie, waarvan Cerberus een beeld is, als de pneuma, die de demonologie, oftewel de wachter, van de logos is. Hoofdstuk 25. De diepere betekenis van het tweede werk van Heracles De zon is een bakker. 99% van de zon en het zonlicht is demonisch. Het is een materiele werkelijkheid, een illusie, een matrix. De mens ontkomt niet aan de zon, maar de mens moet er dus demonologisch mee omgaan. Overmatig licht, overmatige zon, is niet goed. Overmatige zon is een beeld van het hedonisme : blind worden voor het lijden en de noodzaak van het bestaan. Zo moeten

we dus niet alleen wijs met water zijn, maar ook wijs met zon. Alles draait in het stadse mensenleven om de zon, om het licht. De stadse mens is voortdurend bezig met uiterlijkheden, het licht wat de zon tot de mens brengt, en de mens geloofd het. Het is geen openbaring van God, van de natuur, maar van de duivel. Het is een vals visioen. De mens ijlt in zijn doodsstrijd. De stad is gevallen en verblind door dit zonne-monotheïsme. Ze zien niets anders. Ze leven in wanen die hen tot de dood slepen. Ze kunnen en willen niet ontwaken. Het is hun drugs. Zo kunnen ze overleven, maar ze doen dit ten koste van anderen en van andere belangrijke en zelfs noodzakelijke dingen, dus wat is die overleving dan daadwerkelijk ? Het is geen overleven maar zelfvernietiging. Het is overdoden. Toen Orpheus zijn Eurydice vond, oftewel zijn Areta-sa, de kennis (sa, Egyptisch) van de geoefendheid (areta), was hij er nog niet. Ze vaagde gewoon weer weg, en op zijn zoektocht naar haar werd hij verscheurd door de bacchanten, de volgelingen van Bacchus, oftewel de hedonisten. Hij werd tot pulp geslagen, tot poeder. Zo daalde hij af in de onderwereld en ontmoette haar weer. Daarvoor was hij ook al eens in de onderwereld om Eurydice eruit te halen, maar Hades, de koning van de onderwereld, zei dat hij dat mocht doen op voorwaarde dat hij niet naar haar achterom zou kijken. Maar toen hij bijna uit de onderwereld was keek hij toch achterom of zij met hem mee was gekomen, en zo verloor hij haar weer. Metaforisch gaat het hier erom dat we ons niet mogen blindstaren op maar één schakel, wat al snel gebeurd in het monotheïsme. Ook Areta is maar een schakel in het geheel. Orpheus moest ook tot de andere schakels komen, en daarom werd hij verscheurd. De verscheuring, de verstrooiing, is skorpizo, om te voorkomen dat de mens een te hoge dichtheid bereikt en daardoor versteent in de materie. Dit is dus een belangrijke dynamiek, een belangrijke schakel, om tot de andere schakels te komen. Hiervan is ook de Hydra een beeld, de negenhoofdige waterslang, in het tweede werk van Heracles. Telkens als hij een kop van de Hydra afhakte, dan kwamen er twee voor in de plaats. Zo worden de schakels zichtbaar, de tussenstappen, het poeder. Wij moeten allemaal tot poeder worden. Dit is dus ook de brug tot het hogere collectief, tot pneuma, tot de meerkoppige Cerberus, de wachter van de onderwereld, die bevriend was met de Hydra. Het is een beeld van de analyse. Wij moeten onszelf en al het andere blijven delen, blijven analyseren. Orpheus, of ra-phusis, betekent het komen tot de natuur van de onderwereld. Zonder skorpizo, de verstrooiing, de versplintering, komen wij niet tot deze natuur, want het is een poeder natuur, verfijnd stuifzand van de wildernis, als een beeld van de logos hormonen waardoor we leven. Dit is dus een belangrijke dynamiek, een belangrijke schakel, een belangrijke bol, als onderdeel van de logos. De logos strekt haar hand naar ons uit, de skorpizo, allereerst om ons te verbreken, om ons los te breken uit het gesteente van het parasitaire monotheïsme, de tunnelvisie, wat aan ons vreet. Het verpoedert ons weer totdat we alle valse dichtheid hebben verloren. De skorpizo is er dus om ons leven te beveiligen. Als we dan naar het woord paradeisos kijken, paradijs, para-eurydice, para-areta-sa, dan betekent dat 'bij (para) eurydice', oftewel 'bij de kennis van areta, de geoefendheid', waardoor het paradijs dus een heel orphisch begrip is. Uiteindelijk kwam Orpheus tot Eurydice in de onderwereld en bleef daar met haar. Het paradijs was oorspronkelijk de jachtvelden, maar de jacht is dus een beeld van de analyse, de skorpizo, waartoe de verpoedering nodig is. De skorpizo treed ook op daar waar Israel verstrooid wordt. De vijand denkt dit dan wel ten kwade, maar de rede denkt dit ten goede. De vijand heeft het letterlijk uitgevoerd, terwijl het metaforisch was. De vijand is dan ook het letterlijke, maar de mens had dit nodig als een sluier om zo heel langzaam tot de gnosis te komen, van schakel tot schakel. Als de mens er in een keer zou zijn ingegooid, dan zou de mens niet hebben kunnen bestaan. Het was dus absolute noodzaak. Wij kunnen nu alleen nog verdiepen en vertalen. Het kwaad is geschied, nu op naar het goede.

Dit geeft dus ook een compleet nieuw zicht op wat het hogere collectief, de pneuma, is, wat de christenen heilige geest noemen. Het is dus de analyse door de verstrooiing, skorpizo. Dit is ook direct het geheim van de geestelijke wereld, oftewel de hogere werkelijkheid van de rede. Het is verfijndere stof, meer verpoederd, van een hoger collectief. Dit is het ware leger wat we nodig hebben tegen de machten van verdichting. Skorpizo en dus ook pneuma, is van een fijnere stof dan de doxa, de verdichte massa's. Vandaar dat skorpizo-pneuma, het hogere, verstrooide, oftewel geanalyseerde collectief, zal overwinnen, de doxa zal overstijgen, waarover ook de Efeze brief gaat, wat dus een Orphisch verschijnsel is. Zo kwam Orpheus, ra-phusis, tot zijn Euridicea, zijn areta-sa, oftewel tot het paradijs, para-eurydice, het in de geoefendheid blijven, opdat hij niet ten prooi zou vallen aan het schakelloze monotheïsme. Het mag zo tot een vast, aaneengesloten bouwwerk in ons worden. Kunnen wij naar de schakels kijken zonder dat het ons verblind ? Zonder dat het ons sleept in redeloos monotheïsme ? Zonder dat we ons helemaal blindstaren op maar één schakel ? Het is een oefening (askesis) wat ons leidt tot geoefendheid (areta). Het is een worsteling met de Hydra, zoals Heracles in zijn tweede werk. Alleen door te blijven analyseren zullen we overleven. Er is geen andere weg. Velen worden gegrepen door redeloos monotheïsme en gaan met pensioen, met eeuwige vakantie. Ze zetten hun klapstoeltje op, en gaan liggen genieten in het zonnetje, terwijl er zoveel werk te doen is. Maar het mag ons er niet van blijven weerhouden door te blijven worstelen. Het is ons sieraad. Laten we het zuiver houden en nuttig. Het hangt er niet zomaar voor de sier. Het zal ons ego doden, zowel het collectieve als het individuele ego. Het is voor onze beveiliging, onze immunologie. Worstel met de Hydra zoals Jakob op Pniël. Toets je sieraad, analyseer het, en laat het je niet verstrikken. Wees op je hoede. Kom tot de hogere vormen. Leer de technologie. Je komt er niet vanaf, je moet er dwars doorheen, het tot sieraad strekken, het sieraad van de rede. Het is een stoïcijns sieraad, een valstrik voor de dwazen, en een leidsraad voor de wijzen. Ja, het zal je verbreken, het zal je verpulveren en verpoederen, en je dan verstrooien, maar alleen zo kom je tot je hogere collectief, je innerlijke leger. Alleen zo blijf je veilig tegen de verdichtingen van het materialisme. Het is een boodschap die je door de juiste code moet ontcijferen. Hoofdstuk 26. De varkensjacht Belangrijk is het te kijken naar overeenkomsten, zowel tussen de culturen als binnen de culturen. Soms zijn die overeenkomsten subtiel en moet je even puzzelen en doorvertalen, maar ook dat hoort bij het hogere collectief, en alleen zo kunnen de duidelijke verschillen zichtbaar worden, waardoor de groepen gescheiden kunnen worden. Zijn wij al uitgegaan om het laatste verloren schaap te vinden, oftewel de missing link, de overeenkomst ? Het getal moet vol worden. Alle schakels waren er al. Heracles had een gevecht met het sieraad, met de schakels, met de Hydra, om te analyseren en rangschikken. Hij kon de Hydra niet verslaan, want telkens kwamen er twee koppen voor elke kop die hij eraf sloeg. Hij moest dus rangschikken. Uiteindelijk vond hij een weg,

en gebruikte hij het gif van de Hydra om eeuwige wonden aan te brengen bij zijn vijanden, het collectieve ego. Van wonden door het gif van de Hydra gemaakt genees je niet meer, maar je kunt het nog wel rangschikken en analyseren, en zo deed Heracles dat ook, want ook hij was getroffen door het gif van de Hydra. Dit zien we ook in het OT dat het volk werd gebeten door giftige slangen in de wildernis, en ze konden niet meer van de slang afkomen, en moesten tot de juiste slang komen, oftewel de juiste rangschikking. Ook Job had een gevecht met de slang, met de Leviathan, en moest de Leviathan leren berijden. Het was een beeld van de twistzieke vrouwen, en die lijn ligt ook door de kleine profeten, zoals Hosea ook met een twistzieke vrouw moest leven, en metaforisch gezien de andere kleine profeten ook. Allemaal hadden ze metaforisch gezien hun twistzieke, moeilijke vrouwen, oftewel hun moeilijke opdrachten. In de werken van Heracles komt dit ook weer terug in de tuin van de Hesperiden waar hij de schaapsherders slang moest verslaan om de appels van de twist te nemen. Ook loopt dit parallel aan het Adam en Eva verhaal. Het staat symbool voor zekere worstelingen waar de mens doorheen moet. Alleen rangschikking en analyse brengt de mens er doorheen, het opmerken van de overeenkomsten, want het gaat niet zomaar weg. Het gif van de Hydra is eeuwig. De mens is voor eens en voor altijd gebeten. Wat is de Hydra in je eigen leven ? Het is dus iets noodzakelijks. Zonder de Hydra zou je niets hebben. Alleen door het eeuwige gif van de Hydra zal het collectieve en individuele ego wat je klem houdt oplossen. In een verschrikkelijk gevecht met de Hydra, met twistzieke vrouwen, kwam ik tot de homoios, de overeenkomsten. Dit liet tegelijkertijd ook de verschillen zien. Het was een duidelijk contrast. Ik zag Griekenland branden, en toen begon ook het christendom te branden. Ik rende de woestijn in, en de Hydra liet mij niet los. Het eeuwige gif brandde in mij, als een eeuwige wond. En ik zag de opgeheven slang van Mozes, en ik zag Job de Leviathan berijden, en ik zag Adam van de appel nemen. Ik zag de overeenkomsten. Het collectieve, massale, universele ego was brandende, stervende. Het liep allemaal met elkaar op, gelijktijdig. Het collectieve ego, het ego van de volkeren, brulde en brieste als een woest varken, als een zwijn, wat ook een schakel is in de werken van Heracles. Op het pad van de eenling wat werd gesymboliseerd door een ijsgebied moest Heracles het woeste varken verdoven. Ik ging door dit gebied, als een van de dynamieken, een van de schakels, van de hydra-keten. Ik kwam toen tot een oerwoudsgebied waarin het ijsgebied overging, en hier leefden amazones, varkensfokkers, varkensjagers. Zij voerden dus jacht op het collectieve ego en maakten er gebruik van. Ze maakten gebruik van alle delen van het varken, voor tenten, wapens en andere doeleinden. Deze varkensfokkers waren het hogere collectief. Er was een spanning tussen de eenling en het hogere collectief. Op een bepaalde manier waren zij ook twistzuchtig, maar dat zal meer een beveiligingssysteem zijn. Ze waren ook rustig. In de grondteksten kwam ook Job als eenling tot deze amazones, de varkensfokkers, het hogere collectief. Het hogere collectief maakt dus nuttig gebruik van het lagere collectief. Gulzig brult het varken, briesend, woest. Het wil alsmaar meer. Alleen het pad van de eenling kan het doven. Het pad van de eenling leidt dus weg van het lagere collectief waar het varken een beeld van is, en leidt tot het hogere collectief, wat dus de varkensfokkers zijn, want het varken gaat niet zomaar weg. Het is het gif van de Hydra, de eeuwige wond. De mens moet het rangschikken en analyseren, zoeken naar overeenkomsten. De mens moet dus blijven worstelen met het varken. Hierin moet de mens geoefend raken. Het gif van de Hydra is het zaad van de slang, het zaad van de mens, het varken van het lagere collectieve ego waarin dus nog heel veel potentieel zit als het geanalyseerd en gerangschikt wordt. Waaraan offert de mens zijn zaad ? Aan de afgoden of aan het hogere collectief ? De mens mag daarom geen spelletjes spelen. In de onderwereld kwam Jezus tot de pneuma, het hogere collectief, als de wachter van de onderwereld, wat een latere versie was van het twaalfde werk van Heracles die tot de onderwereld ging, tot de godin om zo tot Cerberus te

komen, de meerkoppige hond, de hellehond, de hyena, die de onderwereld bewaakte, als beeld van het hogere collectief in het onderbewustzijn, waartoe de mens komt in de slaap en in de dood van het ego. Zoals Jezus de pneuma mee naar boven nam om over de mensheid uit te storten als een leger tegen het universele ego, zo had Heracles ook Cerberus meegenomen voor dit doel. En de koning die hem dit had had opgedragen was in zo'n grote vrees toen Heracles terugkwam uit de onderwereld met Cerberus dat hij zich verborg in een pot. Cerberus spuwde een giftig gal uit wat ervoor zorgde dat er overal giftige planten groeiden. De natuur van de onderwereld kwam toen terug op aarde. Heracles had ook verschillenden vrijgezet die in de onderwereld gebonden zaten met slangentouwen aan de stoelen van de vergetelheid. Er is dus een bepaalde vijandschap tussen de eenling en het hogere collectief, want anders zou de eenling weer kunnen terugkeren tot het lagere collectief. Het hogere collectief overwint de eenling, brengt de eenling tot de heilige gevangenschap, als een eeuwige wond, opdat hij nooit meer zal terugkeren tot het lagere collectief. Het hogere collectief moet in de eenling het lagere en het individuele collectief overwinnen. Vandaar dus dat de amazones van het hogere collectief, de varkensfokkers verbonden aan het vierde werk van Heracles min of meer twistzuchtig zijn, oorlogszuchtig. Zij nemen geen risico's met de eenling. De natuurvrouwen van het hogere collectief zijn wapens, oorlogsprincipes, die zowel het collectieve als individuele ego als noodzaak moeten doden. Als je tot het wapen komt, dan sterf je eerst aan jezelf en aan het collectieve zelf. De varkensfokkende amazones van het hogere collectief hadden hele brede heupen, als een beeld dat de eenling niet over hen zou heersen. De patriarchie zou niet over hen heersen. De man zou niet over hen heersen. Ze namen geen risico's. De eenling is op het pad van de askesis, van vermindering en honger, opdat hij niet over het hogere collectief zou heersen, want dat zou hem fataal worden. De eenling moet minderen, het hogere collectief moet meerderen, als in principes. Ons collectief is geen grote mensenmassa die ons als de grote leider zien. Neen. Het hogere collectief is een collectief van principes, van schakels. Hieraan sterft het ego. Vandaar dat Griekenland brandde, en het christendom wat daaruit voortkwam. Ik moest rennen voor mijn leven. Daarom had Abadjah een strijd met Edom, met Adam, wat zowel een beeld is van het hogere collectief als het lagere collectief. Adam moest sterven door de vrucht, maar kwam als eenling ook tot het hogere collectief. Adam staat niet alleen voor een persoon, maar is ook een volk, een amazone volk, de Zukki. Dit is ook het volk wat in de wildernis het volk Israel tot het land Nod neemt, het land van Kaïn. Amos had een strijd met het Noorden van Israel, als beeld van het sieraad en het verborgene. Al deze personen hadden op hun eigen wijze een gevecht met de Hydra, met twistzieke vrouwen, zowel met het hogere collectief als met het lagere collectief. Aan het touw kan de mens niet meer ontsnappen, maar de mens kan wel van de lagere gebondenheid tot de hogere gebondenheid gaan. Met Griekenland zal ook het Romeinenland branden, want net als het christendom is dat ook gebouwd op Grieks fundament. Vele jaren geleden had ik een droom dat Spanje heel groot was geworden, als een wildernis, en ook heel verlaten. Italië was totaal van de aardbodem weggeveegd, bestond niet meer of had nooit bestaan. In het negende werk komt Heracles tot de amazones, aangevoerd door hippolyte, oftewel hippolethe, het vergeten van het beest. Zij draagt de gordel van vergetelheid waardoor de mens los kan komen van het lagere collectieve geheugen van het ego, de banden met het verleden. Maar hij komt niet van de oorlog, de twist, af. Hij komt alleen tot de oorlog met het hogere collectief. Er moet een balans zijn tussen oorlog met het lagere en oorlog met het hogere. In alle nauwkeurigheid : hippo betekent paard, en dat heeft te maken met het vorige werk, het achtste werk waarin Heracles een groep vleesetende paarden moest terugbrengen. Ze hadden als meester Diomedes, die zijn gasten altijd als paardenvlees opdiende aan zijn monsterlijke paarden. Heracles wist uiteindelijk de

paarden te pakken te krijgen, en bracht ze tijdelijk onder de hoede van een jongen, terwijl hij met Diomedes moest afrekenen. Toen hij terugkwam bleek het dat de paarden de jongen hadden verslonden. In woede voerde hij toen Diomedes aan de paarden, die hierna tam werden en door wilde beesten werden verslonden. In het negende werk kon Heracles eindelijk het achtste werk loslaten, want dat is wat hippolyte betekent, het loslaten van het paard. Wij ontkomen niet aan het beeld van de twistzieke vrouw. Dit beeld is zowel in het lagere collectief als in het hogere collectief. Het is een alarm en het kanaliseert. Het houdt de balanzen in de gaten. Zonder het beeld van de hogere twistzieke vrouw zou de mens afdwalen, geen restricties meer hebben, zou er geen hogere economie meer zijn, en valse genade zo binnenglippen om velen te misleiden. Heracles wist dus wat hij deed toen hij de appels van twist moest meenemen uit de tuin van de Hesperiden. Al met al zijn de hogere vormen hiervan de oorlogsgodinnen, oftewel de beveiligingsdynamieken. Waar zou de mens zonder dezen zijn ? De mens zou niet kunnen bestaan. Ik kwam dus tot de amazones van de varkensjacht. Ik had een droom dat de oerhieroglyphen van deze stammen en volkeren verborgen werden gehouden door robotische aliens van Noord-Korea en Pakistan. Ze konden deze hieroglyphen zo veranderen totdat het hun eigen systemen waren. De eerste hieroglyph van de amazone varkensjacht, wat dus een demonologische jacht is op het collectieve ego wat diep in de mens zelf ligt, is een natuurvrouw die gebogen staat en haar anus laat zien. Laten we goed blijven beseffen dat dit metaforen zijn van diepe filosofische principes van de natuur, in dit geval van het hongerpad, want de anus betekent de verstoting en de vermindering. Hoofdstuk 27. Auschwitz en het verloren varken Dan leren ze je als klein kind te geloven in een oude man met een baard, want anders zul je voor eeuwig gemarteld worden in de hel. Je moet dit geloven en dat geloven, maar wat over het goedmaken van je fouten ? Wat over geen cement gieten in de botten van totaal hulpeloze kindjes die zichzelf niet kunnen verdedigen ? Wat over geen dieren opstapelen in een holocaust van slachtplaatsen om daar later diezelfde kinderen mee te vergiftigen en ze te fokken voor kankerpatient of hartpatient ? Auschwitz is onder ons, lieve mensen, en het leeft. Nee, Auschwitz is niet iets van verleden. Het werd overgekocht door je plaatselijke tandenbakker en door de slagerij om de hoek. Vele miljoenen dieren leven in de holocaust en geen kip die er om kraait. De mens leeft rustig door, eten, drinken, snoepen, plezier maken, filmpje kijken, feestje bouwen, en ga zo maar door. De mens leeft langs alles heen, ook langs Auschwitz. 'Ja, Auschwitz bestaat niet meer,' zeggen ze dan. En zo worden ze zelf gefokt voor Auschwitz, want als je zwijgt als je medeschepsel wordt onderdrukt, dan zul jij de volgende zijn die zal worden onderdrukt. Maar voor een mens telt de eeuwigheid niet. Door een vreemde ziekte in de hersenen draait bij de mens alles om het hier en nu. Graag een slokje op, eventjes in het spiegeltje kijken of de haartjes wel allemaal goed zitten, want wat zal de buurman of de buurvrouw zeggen als mijn stropdasje scheef staat. Ook dat even in orde maken. Oh help, een vlekje hier, een vlekje daar. Oh help, daar ligt een pluisje op de grond. Paniek, paniek. De mens heeft het er maar druk mee. Nog even wat cement pleuren in de bekken van de kinderen, en ze nog even bedreigen met hel en verdoemenis als ze niet

in sinterklaas geloven, nog even snel een stukje ham, een stukje worst, gooi die bekken maar weer vol, zodat ze goede kankerpatienten zullen worden. Allemaal goed voor de medische industrie. Ja, want die moeten ook verdienen. Lekker allemaal troep verkopen wat toch niet werkt, en wat het alleen maar erger maakt, liefs ook psychisch, want dan kan de psychiater er ook aan sleutelen en z'n dikke boterham verdienen. Tjonge, wat is het leven toch mooi. Nou, een beetje plat praten, geen zorgen voor de dag van morgen. Lekker bourgondisch leven. Muziekje erbij, laag raam bij het toilet, kan iedereen het zien. Laten ze zich maar lekker ergeren. Goed voor de industrie.' De mens probeert alles goed te praten. Bij lieve ouders opgegroeid. Nee, in gevangenschap bij demonen van groot bedrog zul je bedoelen. 'Wat ? Ach nee, die bestaan niet. En Auschwitz is verleden tijd. De oorlog is over. Lang leve de lol. Pak een biertje, en zeur niet. Niet zeuren, maar zoepen. La la la la la. Wat is het leven toch mooi. Na mij de zondvloed. Kan mij het schelen. Ik leef nu. Het gaat om het nu. Wat later komt zal mij worst wezen. Dan ben ik er toch niet meer.' Vandaag de dag gaat het niet zozeer alleen maar om het kruis te dragen, maar ook Auschwitz te dragen. Dat mag duidelijk zijn. Maar waarom drukt dit zo op de aarde ? Och, ziet u, de mens heeft geen zicht op het hogere. Het hogere valt van hoog naar beneden tot de mens, en dan is het inmiddels geheel verbogen. Hitler zei eens tot mij in een droom : 'Ik heb me vergist.' Hij had het allemaal verkeerd geinterpreteerd. Wat geestelijk was had geestelijk moeten blijven, maar hij had het verletterlijkt. Het superras vervolgde alle lagere rassen, met name de Joden. Dat was in hun ogen zo. Hij had alle filosofie van Nietzsche over de hogere mens lopen verdraaien. Maar wat drukt ? Er drukt nog wat achter Auschwitz en Dagau. Het zijn planeten. Het zijn systemen. Het laat de mens niet eten en niet wassen, en dat is iets geestelijk, want het ego heeft overgegeten en overgewassen. Het zijn amazone planeten die door allerlei gallactische lenzen heen verdraaid en verletterlijkt werden. Ineens stonden daar de nazi's, een heel vervormd beeld. Het is als naar de kermis gaan en alles door lachspiegels te zien, alhoewel het niets om te lachen was. Het was om te huilen. Oorspronkelijk waren er hele hoge filosofische principes, waar Nietzsche en Darwin het ook over hadden, over het lagere massa ego wat moest sterven, en over hoe de natuur de mensheid zou overweldigen. Nietzsche waarschuwde al voor het Duitse gevaar, en alles wat hij profeteerde is uitgekomen. Wat zie je dan oorspronkelijk staan, voordat het hele filosofische idee finaal verknald werd door idioten ? Je ziet een weelderige natuur op die planeten, grote planeten, waar de aarde vele malen in kan. Het zijn grotendeels natuurplaneten met veel oerwoud. Er zijn daar de grote natuurvrouwen, veel groter dan mannen. Ze zijn deels of geheel naakt, met grote borsten, niet als lustobject, maar ze dragen een melk, een zaad. Wie het in z'n stomme hoofd durft te halen om zomaar naar die natuurvrouwen te kijken komt om. Je kunt er niet zomaar naar kijken. Als je bijvoorbeeld leest over dat wezen wat Mozes tegenkwam op de berg, waar hij niet naar mocht kijken, anders zou hij sterven, dan gaat het over deze buitenaardse wezens, natuurvrouwen. Wel mocht hij hen van achteren zien. (Ex. 33) Oorspronkelijk was het een varkensjacht, op het lagere collectieve ego. Ik heb de grote varkensfokkerijen gezien, maar de lagere aardse matrix verdraaide het tot de Jodenvervolging, en daarna tot letterlijke varkensfokkerijen waarin het tafelschuimende collectieve ego zich te buiten gaat, en dat verviel allemaal ook tot de medische inquisities wat in principe allemaal hetzelfde is. Een dokter aan de operatie tafel voor geld is gewoon een wolf die zijn prooi bespringt. Wanneer gaat de mens dat eens in de gaten krijgen dat zorg geen markt is ? Ze cementeren de botten van de mens totdat het zenuwstelsel helemaal verstikt is, want door botten lopen allemaal zenuwen. Het is als een leeuw die zijn prooi smoort. En zo blijven de concentratie kampen van Auschwitz. Maar de natuurvrouwen zullen terugkomen. Je kan er niet naar kijken, want dan sterf je. Zij die al helemaal paranoide in deze wereld zijn zijn met recht paranoide om hun levens te redden, want je kunt de amazones niet zien en leven. De natuurvrouwen lachen om ghetto mannen die naar vrouwen kijken

zomaar als lustobjecten en niet eens zien voor wat voor hoge principes de natuurvrouwen staan. Ze slaan dan breed lachend met gouden tanden op de billen van die vrouwen, alsof het vee is. Met afgezakte broeken staan ze erbij als malloten, en denken dat ze iets voorstellen en dat ze het goud van Eldorado hebben gevonden, maar ze hebben het goud der dommen gevonden. Ze hebben een of ander dom taaltje uitgevonden, een soort plat Amerikaans, wat ze gebruiken om in hun vrouwenvee te onderhandelen, wat ze rap noemen, als de doortrapte, uitgekookte, smiechterige taal van vrouwenvee boeren. Ze weten niet waar ze mee bezig zijn. Je kunt niet zo met vrouwen omgaan en leven. De natuurvrouwen zullen daarom terugkomen. Er zijn varkens van het ego uit Auschwitz ontsnapt. Ze gingen tot de aarde en verkleedden zich als nazi's, en toen als tandenbakkers, dokters, en slagers. Maar de amazones zoeken naar het verloren varken. Hoofdstuk 28. Sobibor - de heilige graal van de tweede wereldoorlog Kinderen zijn puur natuur, en het moet puur natuur blijven, maar al van jongs af aan worden hun kindergebitjes zonder pardon geasfalteerd door natuurverwoesters. Sobibor is de heilige graal van de concentratie kampen en de tweede wereld oorlog, vanwege de grootste gevangenen-opstand en ontsnapping, wat een groot lek was in het nazi bewind en wat indirect heeft geleid tot de val van het nazi rijk. Deze opstand en ontsnapping gebeurde in 1943, een belangrijk jaar. Dan zeggen ze : 'Oh, de oorlog, ja, dat was lang geleden, eindigde in 1945. Nu zijn we vrij,' maar lieve mensen : tijd bestaat niet. De mens beveiligt zichzelf door de illusie van tijd, maar het is een leugen van de matrix, een truuk. Tijd is slechts wat ruimte, wat muren, maar dit beest ademt nog steeds in onze nek, en is dichtbij. Het stalkt. Oorspronkelijk zijn die concentratie kampen vervormingen van grote woeste natuurplaneten ergens in het heelal, zoals ook Sobibor. Wat zouden er voor middeltjes zijn gevonden in die grote natuur van de planeet Sobibor ? Er zijn daar amazones die je niet zomaar kunt bekijken en met je vingers naar kan wijzen, want die wezens worden ook in Exodus 33 besproken, en in de Medusa mythologie, en als je er naar keek, dan stierf je. Perseus kon alleen naar dit soort wezens kijken door een spiegel, oftewel door de vervormingen. Vandaar dat deze vervormingen van deze planeten om ons heen zijn, want anders zouden we sterven. Het zijn amazones met brede heupen en brede borsten, veel groter dan mannen. Het zijn natuur principes van het woeste oerwoud. Het zijn varkensjagers, jagers op het lagere collectieve ego. Ook als we het hebben over andere grote concentratie kampen zoals Belzec, Treblinka, Majdanek, Chelmno, Dagau, Bergen-Belsen, Buchenwald en Mauthausen, dan zijn dat oorspronkelijk woeste

natuur planeten met veel oerwouden. Het verloren varken ging ermee op de loop en verkocht het op de aarde. Dit geheimenis kwam tot Duitsland, wat nazi Duitsland werd, waar Nietzsche nog zo voor gewaarschuwd had. De amazones rijden op hun hoge, getemde varkens, woeste beesten, maar wee hen die jong zijn en het mysterie niet begrijpen. Ze vallen ten prooi aan de verloren varkens van het lagere collectieve ego, of ze proberen de varkens te berijden en worden er uiteindelijk door verscheurd, zoals we dit ook in Openbaring zien dat aan het einde van het ritje het beest zijn ruiter verscheurd. Oorspronkelijk waren het dus godinnen, natuurgodinnen, en zo kan elke pelgrim komen tot Treblinka om haar te vragen hem te leiden tot Sobibor. Het Duitse kruis is iets wat we moeten dragen. Dat is niet zoiets als : 'Niet zeuren, gewoon kruis dragen,' want het kruis verscheurt, het kruis doodt, en we weten allemaal dat het lijden de mens krankzinnig kan maken. Maar er is hoop voor de mens die het kruis ondanks dat blijft dragen om zo tot de dieptes van de godin te komen. Het Duitse kruis is een mysterie, en de mens ontkomt er niet aan. Het is niet iets van het verleden. Het staat recht voor ons, klaar om ons in te wijden. Als er een stuk woeste natuur is, dan zijn ook direct de goudmijners en de asfalteerders er als de kippen bij. Dat is dan ook direct wat het kruis is, maar de natuur zal haar overweldigen en tot diepte strekken. Hoofdstuk 29. De tweede wereld oorlog nu Nee, de tweede wereld oorlog is nog niet voorbij. Wij blijven dit zeggen. De mens zit nog steeds in het concentratie kamp. Die kampen werden gewoon overgekocht door de industrie van medische asfalteerders. Alle natuur moest kapot, bedekt worden. De kampen werden overgekocht door goudzoekers, de zoekers van Eldorado, maar het goud wat ze grepen was onder een vloek. Toen ze naar Sobibor, de heilige graal van de concentratie kampen, grepen, toen versteenden ze of smolten weg. Wanneer een hond blaft, dan is het energie en schakels van de verloren kernen van Orion, van de natuur planeten. Honden zijn dus Orion-schakels. De tweede hieroglyph van de varkensjacht is een varken in de sneeuw, wat ook weer terugkomt in het vierde werk van Heracles. Het is een beeld dat het varken van het collectieve ego alleen maar overwonnen kan worden op het pad van de eenling, van de eenzame. De derde hieroglyph is een groep varkens in sneeuw gebied. Dit houdt in dat we op het pad van de eenling steeds meer oog gaan krijgen voor de systemen waarin het collectief werkt. Een collectief is altijd weer onderdeel

van een ander collectief. De demonologie zal uiteindelijk de oorlog winnen, omdat de demonologie de juiste principes heeft. Alles wat buiten de demonologie valt zal wegvagen. De enige veilige kennis is de demonologie. De kerk wil de demonologie niet kennen, want de kerk is zelf demonisch. Ga je je aardse zintuigen geloven die zeggen dat het oordeel nog niet is gekomen ? De hele wereld brandt al. Het gaat om de geestelijke zintuigen. In welke realiteit werk je ? Natuurlijk werken we zowel onder als boven de schelp, anders zouden we in prosperity toestanden terecht komen van 'alles is al goed, waar maak je je zorgen om.' Er moet dus balans zijn. 'Een beetje van dit en een beetje van dat, een beetje van zus en een beetje zo. Een beetje van hier en een beetje van daar, dan is het weer piekfijn voor mekaar,' zegt een oud liedje, wat natuurlijk een waarheid als een koe is. We mogen niet al te erge doemdenkers zijn, maar ook niet al te erge goeddenkers. De demonologie is het pad in het midden, het pad van Aristoteles. De eenling gaat juist nergens helemaal in een groep op, maar leeft met een beetje van dit en een beetje van dat, van zus en zo en hier en daar. Als Heracles heeft de eenling soms zware gevechten met zware machten, maar dat is uiteindelijk de weg tot de overwinning. Zonder strijd geen overwinning, ook zonder lijden zal er geen winst zijn. Het pad van de eenling is dat van bloed, zweet en tranen, maar het is gemengd met zaad. En wie zaait zal oogsten. Het grote gat in de kern van Orion, waar eerst de nu verloren kernen waren, leven nu twee monsters, Mult en Maalt. Zij hebben geen wortels, dus alles wat ze zijn en doen wijkt van de wortel af. Dat is de wereld waarin we leven. Je kunt het om je heen zien, daarom moet de mens op het pad van Heracles, in worsteling met deze geesten, op zoek naar de verloren kernen van Orion. Mult en Maalt zijn geesten die snel pensioeneren. Ze willen de woeste wildernis niet waar het oermedicinale groeit. Daarom asfalteren ze de wildernis, maar hierin komen ze niet ver. Wel sluiten ze vele zielen in hun gebied op, en asfalteren hen ook. En zo loopt iedereen in die wereld rond met geasfalteerde bekken en ze vinden het allemaal heel normaal, want de leiders zeggen dat het goed is, en die zitten al lang in het vak, 'die hebben ervoor gestudeerd (om zielen te mollen en ze toch nog de illusie te geven dat het goed voor ze is). Met boerse deftigheid praten ze de holocaust schoon. En zo krijg je al die meisjes die al op jonge leeftijd de gekleurde oma sokken aantrekken en regelmien gaan spelen. Mult en Maalt vinden het heerlijk, lekker kannibaals leven. Of het lekker is is de maatstaf, niet of het goed voor je is, maar zij bepalen immers wat goed voor de mens is, denken ze. Nee, met dronkelappen kun je niet praten, want die zijn niet voor reden vatbaar. Daarom is het demonologisch pad een pad van strategie, een pad van de eenling, die soms wijselijk zijn mond houdt. Ook hierin begaat de eenling het middenpad. Mult en Maalt wijken dus van de wortel af, dus je zult ze geen zinnig woord horen zeggen. Alles wat ze zeggen is nonsense, drogredenen. Daar hebben ze hun markt voor. Je kunt het niet weerleggen, want ze zijn er niet vatbaar voor. Ze werken niet door rede, maar gewoon wat zij lekker vinden. Al is dat dood en verderf, al is dat de kanker zelf. Het is de zout matrix waarin de mens leeft door dwang neuroses en niet meer de demonologie. Ze zitten muurvast en kunnen geen kant op. Nog steeds blaffen de honden, om terug te wijzen op de verloren schakels. Ze zullen blijven blaffen totdat de verloren kernen terug zijn in Orion. Dat is iets wat in het hart moet gebeuren. Het hart is een miniatuurtje, een microcosmos, van Orion. De wereld is een kannibalenketel. Ontmande mannen worden met ontvrouwde vrouwen die vervroegd zijn gepensioneerd met gekleurde nagellak en al door elkaar gemengd in deze ketel om de soep op smaak te brengen. Hup, oma knotjes in het haar om de weerstand te verbreken, alles

doen wat de leider zegt, ja en amen zeggen, laat je kleuren maar zien, alles open en bloot op tafel, dikke stinkende lippenstift op, de kus van de kannibaal, en dan maar parasiteren. Heel zoetjes laden ze zich aan elkaar op, om weer door te gaan met hun schoothondse gehoorzaamheid. Keffen tegen een ieder die een woord van ontwaking durft uit te spreken, wordt allemaal weggegaapt. En dat goedje moet dan gedronken worden. De kinderen hebben geen keus, en volwassenen weten niet beter. Hevig in paniek als iemand ergens een spelfout maakt. Het is een karikatuur. Lekker altijd een zoute smaak in je mond, want zout is wat de voedsel-industrie draaiende houdt, en zo ook de medische industrie, en zo ook vele andere soortgelijke industrieën. Daarom : terug naar de Orion kernen, terug tot de wortels. Demonologen zijn boeienkoningen, leeuwentemmers, alligator worstelaars. Demonen zijn schaakstukken die maar één kunstje kunnen, één sprongetje, en vaak ontbreken er allerlei vakjes op hun speelborden. Het zijn plakmienen en regelmienen die overal aan het goede zich vasthechten om het uit te zuigen, totaal. Ze hebben totaal geen substantie, en leuteren gewoon met de massa's mee. Ze hebben niets zinnigs te zeggen. Het is allemaal doelloos en nutteloos, en ze geloven er heilig in. Ze komen dertien in een dozijn. De demonoloog kent ook alle uitzonderingen op de regel. Het is gecompliceerder dan wiskunde. Als wiskunde, het vak van de dommen, al zo gecompliceerd is, dan hoeveel te meer de demonologie. Zij die niet studeren en niet willen studeren zijn totaal kansloos wanneer het aankomt op de demonologie. Voor een demonoloog ligt er altijd een groot gevaar van vals medelijden. Dat kan fataal zijn in de oorlog, want de tegenstander probeert dit vals medelijden op te wekken, zodat de tegenstander vrijuit kan gaan en niet het oordeel krijgt wat het nodig heeft. Dat zou een groot lek zijn in de demonologie, zoals ook het Eeuwig Evangelie ons daar ernstig tegen waarschuwt : Het lam van Baccus 1. En de Heere bracht Baccus tot een grote oven en brak de voeten van Baccus. En de wijnen des hemels begonnen de heiligen toe te rusten tot de laatsten der dagen. En zij droegen de wonden van de tweede Christus en de tweede profeten in hun voeten. 2. En de Heere sprak : Wee hen die op de aarde en in de hel wonen, want de tweekoppigen zijn tot hen gezonden. En ik zag een tweekoppige arend een lam verscheuren. Dit dan was een vals lam die zij vereerden. 3. En het lam gaf licht om de tweekoppige arend te verblinden. Toen zag ik een tweekoppige haai komen die het licht van het lam opslokte. Maar het verscheurde lam begon grote woorden tot de hemelen te richten, en grote beroerten kwamen tot de profeten en hun geslachten. 4. En zij vielen als in zwijm op de grond, en velen begonnen zich tegen de Heere te keren. Dit dan is de afval der profeten. 5. En het lam dan zocht troost bij Baccus, maar het vuur van de grote oven had hem verteerd, maar het lam wist dit niet. 6. En toen dan het lam bij de resten van Baccus aankwam, weende het voor zessenveertig dagen. 7. En vele heiligen kregen medelijden met het lam, ook enkelen die van de Heere waren. 8. Maar de toorn des Heeren ontbrandde tegen het lam en hen die medelijden hadden, en de grote oven verzengde hen allen. En grote angst viel op de rest van de profeten, en zij waren ziek voor enige tijd en kregen visioenen. (de nieuwe Openbaring III, hoofdstuk 2) Door vals medelijden krijgt de vijand een vrijkaartje om het volk nog steeds zwaar te martelen, psychisch, lichamelijk, mentaal en emotioneel. Het is dus een zwaar misdrijf in de demonologie, een verzuim van het wachterschap. De ramp is dan niet te overzien. Hier gaan zware, hele zware oordelen over komen.

Laat het daarom ons gebed wezen voor dit valse medelijden bespaard te blijven. De strijd tegen demonen is niet makkelijk, daarom gaan velen met vervroegd pensioen en bouwen hun eigen fantasie wereldje waarin zij die door blijven studeren de zak krijgen. De muren tegen dit soort demonen moeten gebouwd worden, en dat gaat door de literatuur. Het zijn literaire muren. De mens moet zich nog meer afzonderen om aan dit soort demonen te ontkomen. Alleen dan is er namelijk ruimte voor deze muren. Als alles te dicht op elkaar blijft liggen, dan kunnen de muren niet komen. Vandaar dat het eenlingen pad van Heracles ook door het ijs ging. Alleen in ijs kon hij het erymanthische zwijn uitdoven. Het zijn bepaalde demonische zenuwpaden in de mens die gedoofd moeten worden. Dit was het vierde werk van Heracles. Het werk daarvoor, het derde werk, was het vangen van de Kerinitische hinde. Hij wilde het dier niet doden of verwonden, dus daarom duurde het heel lang, wel een jaar. De hinde stond erom bekend ongrijpbaar te zijn, sneller dan pijlen, dus het was voor Heracles ook onmogelijk pijlen te gebruiken. Pas na een jaar werd het dier eindelijk moe en dorstig en toen het dier dronk van een rivier ving Heracles het met een net. Dit is ook een beeld van de demonologie dat de demonoloog in eerst plaats nooit zomaar als een roekeloze te werk gaat, maar met voorzichtigheid en intelligentie, met vindingrijkheid. De demonoloog is niet geweldsziek zoals vele woeste varkensdemonen die alles kapot maken om een vlieg te vangen. De demonoloog mag dus ook niet overmatig oordelen, nooit meer wapens en middelen gebruiken dan nodig. Als dat betekent dat de demonoloog er dan langer voor moet werken, zoals Heracles in het derde werk : so be it. De demonoloog moet voorbeeldig blijven qua schranderheid. De demonoloog werkt altijd door precisie. Het is geen woeste barbaar die niet voor rede vatbaar is. Het is geen dronkelap. Ken de slaaptijden van de demoon, ken de drinktijden van de demoon, en je zult veel verder komen, en neem alleen het nodige, zoals David slechts een klein stukje afsneed van de mantel van zijn vijand Saul toen hij sliep in een spelonk. De demonologie mag zelf geen gulzig, allesverwoestend zwijn zijn. De demonoloog is vindingrijk en creatief. Dat moet ook wel, want er zijn veel valstrikken van fundamentalisme. Hoofdstuk 30. Creative Energy Life Ik kies ervoor om creatief te zijn. Creatieve energie is leven. Creatieve energie is overal om ons heen. Niemand hoeft bij de pakken neer te zitten. Het leven is niet de buitenkant, maar de binnenkant. Met beide kanten kun je creatief omgaan, ook al voel je je opgesloten tussen binnen en buiten. Wees nooit zoals de ander, want dan verlies je je creatieve energie. Anderen kunnen je inspireren, maar wees nooit een volledige kopie. Wees niet iemand waarvan er dertien in een dozijn gaan.

We willen niet meer van hetzelfde. Wees uniek. Bouw je eigen wereld. De ander kan het niet voor je doen, want dan zou je je eigen identiteit en creativiteit verliezen. Zonder je af van de massa's, en start je project. Nu zul je zien dat het onmogelijk is om je van de massa's af te zonderen. We zitten vast in de massa's. Maar zie het zo dat we allemaal in een trein zitten. We komen elkaar tegen op de stations, en we kunnen door elkaar geinspireerd worden, tot nieuwe dingen. Er valt altijd weer wat te leren. Iedereen is uniek. De massa's bestaan niet. Er zijn teveel verschillen, en die zullen alleen maar groter worden. Hetzelfde is een illusie. Er zijn altijd verschillen voor de opmerkzame. Het is niet ons tegen de massa's, want de massa's zijn er niet. Alles hangt als los zand aan elkaar. Er is geen eenheid. Iedereen leeft in zijn eigen wereld, heel ver, oneindig ver, van de ander verwijderd. Er is geeneens communicatie mogelijk. Het zijn processen in de mens zelf. De mens is een creatief wezen. De mens pikt dingen op, heel vaag, en maakt er iets van. De mens vult de hiaten op. De mens is een creatief wezen. Creative energy life is voor de mens weggelegd. De natuur is creatief. Er is een natuur aan de buitenkant, maar ook een natuur aan de binnenkant. Er is een zichtbare natuur en een onzichtbare natuur. Alleen door creative energy life gaat de mens het zien. Vul de gaten op met jouw creatieve energie. Ook al lijkt het op klei of modder in het begin. Blijf er creatief mee omgaan. Creatieve energie zoekt altijd weer naar verbeteringen. Hoe kun je dingen creatief maken. Als je er creatieve energie instopt, zal er ook creatieve energie uitkomen. Laat niets creatief onaangeroerd. Ga er creatief mee om. Stop er creatieve energie in, en je kan er later zoveel creatieve energie weer uithalen. Laat niets je stoppen, laat niets je tegenhouden. Ga er creatief mee om. Boor creatieve bronnen aan, en leef door creative energy life. Er is iets beters dan economie. Het is creative energy life.

Hoofdstuk 31. De man erger dan Hitler - Josef Mengele - Fuhrer van de medi-nazi's De mens is nog steeds omringd door de jaren van de tweede wereldoorlog, 1940 tot en met 1945. De mens is er nog nooit uitgekomen. Je kunt heel systematisch in je eigen leven die lijnen zien als je daarin onderzoek doet. In 1940 werd Nederland op 10 mei aangevallen door de Duitsers, en op 14 mei werd Rotterdam gebombardeerd. Er werd gedreigd dat als het Nederlandse verzet niet zou stoppen, dan zouden ook andere grote steden gebombardeerd worden, te beginnen met Utrecht. Nederland mocht zich dus niet verdedigen. Dat werd al bij de overname van Rotterdam op het hart van het Nederlandse verzet gedrukt. Toen rond de aanvang van mijn relatie met een zeer twistzieke levenspartner voor meer dan vijf jaar, begon die zomaar ineens Rotterdams te spreken, en men mag zich afvragen waarom. Dat was dus vlak voor de momenten waarop we een relatie kregen. Ik vond dat als jonge jongen al heel erg vreemd en het is me altijd bijgebleven. Ik heb me altijd afgevraagd wat het was. Mijn levenspartner was verder Surinaams en Amsterdams. Aan het einde van onze relatie begon ze steeds meer Brabants te spreken, met zachte g. Nu is het zo dat na Rotterdam het Brabantse gebied door de Duitsers werd ingenomen. Generaal Winkelman riep op om de wapens neer te leggen, anders zou er teveel bloedvergiet zijn, maar Middelburg verzette zich nog, dus na het bombardement op Rotterdam werd Middelburg ook nog eens gebombardeerd op 17 mei wat uiteindelijk ook tot de overname van Zeeland leidde door de Duitsers. Verdediging mocht dus niet. Vandaag de dag mag verbale verdediging niet. Je mag niet voor jezelf opkomen. In de medische industrie wordt er over de mens beslist, zoals vroeger de nazi's over Nederland beslisten, en als je een relatie met een twistziek iemand hebt, vergeet dan ook maar je eigen identiteit en verbale zelfverdediging. Wat je dan ook zegt en bedoelt wordt omgedraaid en tegen je gebruikt, en ook dat mag je niet rechtzetten. Natuurlijk zijn hierin een heleboel gradaties, en is elke relatie weer anders. Maar ook als we kijken naar de machtsstructuren hier in Nederland, dan worden nog veel dingen van hogere hand opgelegd, en daar moet je je maar aan houden. We leven daarom nog steeds in de jaren 1940-1945. De mens is een slaaf van een 'hoger' orgaan. Vele mensen willen van hun vullingen af, zoals de gevaarlijke amalgaam vullingen met één van de giftigste stoffen die bestaan erin : kwik. En daarvan zit 50% in een amalgaam vulling. De getuigenissen van mensen met persoonlijke ervaring ermee vliegen je om de oren, maar er is jarenlang niets mee gedaan. Nu is er dan wel een gedeeltelijk verbod gekomen op amalgaam vullingen door de EU, maar we zijn er nog niet, en de 'great whites' hebben nog steeds vrij spel. Vaak komen mensen niet van hun amalgaam kiezen af, en worden ze gedwongen witten te nemen, wat voor sommige mensen nog wel erger is, omdat die niet de dichtheid hebben van amalgaam vullingen, en dan kom je in een fuik terecht, ook omdat telkens als ze weer boren de vulling steeds dieper komt, en dus dichter bij de zenuw, wat immense problemen kan veroorzaken. Dat is allemaal weer zakken vullen geblazen voor de medische industrie, en geld is nooit een getrouwe raadsheer. Holistische tandartsen hebben er ook over geklaagd dat er zo weinig tandartsen en kaakchirurgen meewerken aan de problematiek van vullingen, en één holistische tandarts zei eens tegen mij dat het slagers waren. Ik heb zelf al na het tweede jaar atheneum-VWO ontzettende last gekregen van hoofdpijnen die komen en gaan, telkens druk op je hoofd, en dat liep vervolgens ook op tot steeds erger wordende vermoeidheid. Ik ben altijd een sporter geweest. Mijn vader was namelijk sportleraar, en ik en mijn broertje konden bijvoorbeeld met ons tweeen het winnen van hele klassenteams met basketbal. Maar met karate heb je bijvoorbeeld volle controle nodig over beide armen anders wordt het een probleem, en ik merkte dat ik geen volledige controle had over mijn linkerarm. Daar werd ook weleens wat over gezegd door mijn karate leraar, dat ik mijn eigen kracht niet kende, dat ik moest leren mijn linker arm te stoppen op het juiste moment. Al met al had ik zelfs als zwarte bander dit kleine probleem, vandaar dat ik altijd oppaste met mijn linker arm, en het meer van mijn andere arm en mijn benen moest hebben. Toen mijn amalgaam kiezen werden verwijderd had ik direct volle 100% controle over mijn linker arm, hoofdpijn was weg, en ook van mijn vermoeidheid was ik af. Ik was zo kwaad. Dat was nog niet eens het enige, maar dit zijn nog

maar slechts voorbeelden van wat die kanker-vullingen met mensen doen, en het was allemaal gedwongen. Ik heb er zo vaak over geklaagd, maar werd in het begin door niemand geholpen, totdat ik uiteindelijk de juiste mensen vond. Ik had weerhaken aan de wortels ergens, en het werd tegengehouden door een verstandskies die nog niet eens was doorgekomen, dus ik moest naar de kaakchirurg en dan begint weer het hele liedje van kaakchirurgen die je willen dwingen met die krengen te blijven lopen. Uiteindelijk toch bij de juiste kaakchirurg terechtgekomen die ik nog van vroeger kende. De holistische tandarts vroeg me zelfs nog welke kaakchirurg het was, want dan kon hij mensen naar de juiste doorverwijzen als dat nodig zou zijn. Hij was er namelijk ook ziek van dat er telkens niet door deze nazi's werd meegewerkt. Het mag dan ook niet vreemd heten dat op een nacht ik een droom had waarin ik werd bezocht door twee mannen in het wit die zeiden dat tandheelkundig Nederland verdoemd was. Ze hebben vele doden op hun geweten. En dat is nog maar het tipje van de ijsberg. Voor veel mensen is het een martelgang om van die dingen af te komen, en hun gezondheid gaat in die tussentijd steeds verder achteruit, zodat velen niet eens de fut meer hebben om te strijden. Daarom is dit een hele zorgelijke en kritieke situatie. En vandaar dat wij door blijven strijden tegen dit grote kwaad. Pas als mensen erachter komen hoe diep ze in de problemen door die dingen zijn geraakt kan het al te laat zijn. Vandaar dat te voorkomen beter is dan te genezen. Velen kunnen het niet navertellen. Vaak weten de mensen niet eens dat hun problemen door de vullingen komen. Zo was er eens een vrouw waarbij verschillende amalgaam kiezen getrokken moesten worden, en ze kwam zomaar ineens uit haar rolstoel. Ikzelf heb ook een lange lijst aan verbeteringen, want ik voelde ineens mijn bloed weer stromen en kon weer beter ademhalen. Artsen proberen dat altijd op andere dingen te schuiven, nooit de vullingen. Nee, want die zijn heilig. Er kan niks mis zijn met het zwaar heilige materiaal wat de tandarts ervoor heeft gebruikt. En zo is dat ook vaak zo met medicijnen. Het is altijd maar weer de schuld van de patient, en vaak is het inbeelding in hun ogen. Het is een complot. Ik haat het om over deze dingen te spreken, maar ik moet. Ik weet waar ik tegen strijd. Nederland gaat plat als er niks tegen gedaan wordt. Dus : nog steeds zitten we in de jaren 1940-1945. Laat je niet voor de gek houden. De fuhrer van de betaalde medische industrie is Josef Mengele, de gestoorde nazi-dokter van Auschwitz. Wat hij zijn patienten, lees : proefpersonen, aandeed, is hetzelfde als wat de hedendaagse orale nazi industrie de mensheid aandoet, met veel betutteling en schoonpraterij. Nog steeds wordt hij op handen gedragen en zeggen ze : 'heil mengele !' Je mag niet voor jezelf opkomen. Als je wat aan te merken hebt op hun heilige vullingen dan zijn ze beledigd. Ze gaan je echt geen beterschap wensen. Ze zetten je zo hun praktijk uit, want daar hebben ze allemaal geen tijd voor. Wel hebben ze de tijd genomen om je mond totaal te mollen met die krengen die ze in je botten spuiten. Er is geen nazorg. Daar zijn ze niet voor. Als je problemen hebt dan verwijzen ze je door van het kastje naar de muur. Of ze halen de hele troep eruit en boren nog even wat meer en ook dieper, en spuiten dan dezelfde troep erin of iets anders, met alle gevolgen ervan. Allemaal goed voor de medische industrie. Er mag geen verzet zijn, want dan wordt ook Utrecht gebombardeerd, en andere grote steden. We leven nog steeds onder de dreiging van 1940. Ze nemen geheel als orale kolonisten het menselijk lichaam in, en hun vullingen zijn de slavenketens. Ieder mens die nog in het verzet zit is voor ons waardevol. Tegenspraak wordt dus niet geduld. Niet blaffen naar het baasje. Maar de honden zullen blaffen totdat dit probleem is opgelost. De honden zullen losbreken en hun baasjes en hun ruiters verslinden. Het beest zal de hoer van de markt verscheuren. Zo is het altijd geweest. Zo zal het altijd zijn. Dat staat in de profetieën opgetekend, en gaat telkens weer in vervulling. 1941 was het jaar van de Jodenster wat iedere Jood verplicht moest dragen in Duitsland. Voor Nederland was dit 1942. Vandaag de dag komt dit nog terug als de etiketjes die mensen als een vooroordeel op elkaar plakken en om elkaar te kleineren. In de medische industrie wordt er nog veelvuldig gebruik gemaakt van etiketjes. Niemand doet echt moeite om de ander te leren kennen en om dingen te onderzoeken op waarheid. Niemand doet echt moeite om nuances te maken, want

dat kost weer tijd, en tijd is geld. Hebben ze geen tijd voor. Het is een fabriek geworden. Alles moet snel snel, want de roddel industrie moet ook z'n brood verdienen. 1941 en 1942 zijn nog steeds onder ons. We staan er nog steeds tot onze nekken in. Velen verzuipen in dit moeras. Dit proces komt ook weer terug in het christendom die alles wat niet christen is voor eeuwig naar de hel, een nooiteindigend concentratiekamp in het hiernamaals, wil schoppen. Zij delen hier ook hun etiketjes voor uit, maar het blijft vaak bij dreigen. Het zijn relionalen, in de zin dat het alleen maar om hun eigen religie draait en de rest kan de zak krijgen. Het staat gelijk aan kortzichtigheid, en is slechts een taalkundig probleem, want de talenkunde kennen ze niet en willen ze ook niet kennen. Tegenovergesteld aan het relionale (vgl. nationale) staat het interrelionale. 1940 kwam door allerlei buitenaardse lenzen heel verkeerd door in de stad. Oorspronkelijk was 1940, dit zwaar beladen jaar, de geboorte in de woeste natuur. 1940, het geboortejaar. 10 mei vielen de nazi's Nederland binnen, 13 mei vluchtte de Nederlandse regering naar Engeland, en 15 mei gaf Nederland zich over. Dit vond plaats in Rijsoord, gemeente Ridderkerk in ZuidHolland. Generaal Winkelman tekende in een schoolgebouw voor de overgave. Het is een verdraaid plaatje wat oorspronkelijk uit de natuur kwam. De mens werd verkeerd geprogrammeerd en moet terug naar de natuur. De mens moet met dit plaatje klaarkomen, want hierop is het gehele medische rijk gebouwd, en dit zal instorten als de mens teruggaat naar het natuurplaatje. 1940, het geboortejaar. Rotterdam werd op 14 mei gebombardeerd, ontwricht. Rotterdam is het beeld van de internationale handelshaven. De buitenlandse contacten werden zo afgesneden. Oorspronkelijk waren dit semiotische boodschappen vanuit de natuur die voor oerfundamenten staan, maar die kwamen verkeerd en verdraaid door de lenzen van de stad heen. De mens moet leren van het kruis. In de natuur moet de mens komen tot het eenlingprincipe, loskomen van valse contacten met de massa's. Deze dingen gebeurden niet voor niets. Het waren verdraaide reflecties van iets diepers, van iets in de natuur. Alleen als de mens dit gaat zien kunnen de wonden van de tweede wereld oorlog, en van het medische rijk wat daaruit voortkwam, in de mens gaan herstellen. Het gaat dus om een groot project van semiotisch diepte onderzoek. De mens moet weer contact maken met de natuur. De nazi moet vallen voor de amazone. De nazi was een schaduw, het negatief van een natuur foto. De foto moest nog ontwikkeld worden. De christenen gebruiken dit nazi plaatje ook. Alle niet-christenen worden per schip of trein met etiket getransporteerd naar het eeuwige concentratie kamp genaamd de hel. Het is nog wel erger dan de nazi's, met het verschil dat het vaak alleen maar bij dreigen blijft. Het eeuwige concentratie kamp van de christenen is nog wel duivelser dan Auschwitz, maar het verschil is dat het puur fictief is. Maar het dreigen heeft zware psychische wonden in de mens geslagen. Het is niet niks om als kind met dit dreigende zwaard boven je hoofd op te groeien. Zo zag mijn leven eruit, als het zwaard van damocles wat aan een draadje boven je hoofd hangt. Oh, als er maar geen wind komt. Ik was vroeger als kind ook al enorm bang voor wind, voor storm voornamelijk. Aan de andere kant hebben we soms stormen nodig om dit zwaard van ons weg te blazen. Ook was ik bang voor 'pret', d.w.z. het veel te luide muziekkorps en andere wilde toestanden van hedonistische clowns die feest vierden terwijl er niets te vieren viel, en de kleine kinderen werd het niet uitgelegd. Dat werd dan 'pret maken' genoemd. Ik was wat dat aangaat al shamanistisch gewaarschuwd tegen toronto toestanden, als klein kind al. Als klein kind voel je dat aan, dat er iets goed fout zit. En dan gillend naar de tandarts moeten. Het klopte niet. Ik wist het. Het voelde als dood gaan, vergiftigd worden, als een vee-etikettering. Je werd gebrandmerkt voor het leven. Nederland kreeg dus een Duits bestuur, geleid door de rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Hij werd hiervoor ingehuldigd in de Ridderzaal op het Binnenhof in Den Haag, door de Duitse

wehrmacht generalen (krijgsmacht). Zo kreeg Nederland een Duitse regering. Hij was een gematigde nazi die later onder druk werd gezet. Een heleboel mensen kwamen vast te zitten in het systeem en werden overweldigd en raakten bezeten door demonen. Hun levens werden gedicteerd door deze demonen. Ook het Duitse volk leefde in grote slavernij, en werden vaak gestuurd door waanzinnige angst. Er kan dus alleen heel genuanceerd mee omgegaan worden. Er mogen geen vooroordelen zijn. Alleen shamanistische demonologen kunnen dit probleem oplossen. De eerste paar dagen, van 20-29 mei 1940, was dit bestuur nog in handen van de militaire bevelhebber generaal Von Falkenhausen, die ook heerste over België en Noord-Frankrijk. Op 29 mei werd dus de Nederlandse besturing overgedragen aan Seyss-Inquart. Beiden waren min of meer gematigde nazi's, maar stonden onder hoge druk en waren speelballen van Hitler. Door zware geesten waren zij bezeten, en daarom hebben we wel te maken met deze geesten van het nazi fundament van Nederland, wat later werd overgekocht door de medische industrie : 1. geest van Von Falkenhausen 2. geest van Seyss-Inquart Beiden hebben ze in hun loopbaan Hitler tevergeefs proberen af te remmen. Hoe dan ook hebben ze voor nazi-installaties in Nederland gezorgd, en die installaties moeten verwoest worden. Het zijn de fundamenten van het Nederlandse medische rijk, de twee benen waarop het staat. Ook zijn het twee billen waardoor vele demonische geboortes plaatsvinden. Daarom is het van belang dat de mens terugkeert tot de baarmoeder van de amazone natuur en daardoor tot wedergeboorte komt en zo tot heropvoeding. Als de mens niet buigt voor de amazone, de godin, de gnosis, dan buigt de mens voor nazi's. Om terug te komen op de Noord-Brabantse geest door mijn vroegere Amsterdams-Surinaamse levenspartner aan het einde van onze relatie : Ik zei het vaak tegen haar, legde haar uit hoe die geest werkte, maar toen begon ze het nog wel erger te doen. Noord-Brabant had haar eigen concentratiekamp : Vught, wat trouwens bijna letterlijk haar achternaam was. Velen werden in dit kamp op transport gezet naar de vernietigingskampen. Aan het einde van de relatie begon deze levenspartner steeds meer bezeten te raken, vanwege verkeerde keuzes, en ook steeds meer bezeten uitspraken te doen, dat ze een demoon naar de aarde was gezonden om mensen bang te maken, en dat ze in haar vorige leven een koppensneller was, en dat ze 's nachts uit zou gaan om zich tegoed te doen aan veel bloed. Ik zou zeggen dat ze verminderd toerekeningsvatbaar was omdat ze een slachtoffer was van langdurige incest, van haar vierde tot haar eenentwintigste jaar, zeer frequent, zelfs als ze ziek was of menstruatie had. Het liep er op uit dat ze onze kinderen ontvoerde. Ze had geprobeerd met de gnosis te leven en in de heilige gebondenheid te komen, ze had geprobeerd te studeren, in de kerkgeschiedenis, en was tot grote ontdekkingen gekomen hoe vals het christendom was, en hoe vals het vlees eten was, enzovoorts, maar ze hield het niet vol, en natuurlijk zijn de zwaarst mogelijke demonen op ons afgezonden. Ik had van te voren al dromen en nachtvisioenen gehad over wat ze zou doen. Ze had ook al een keer geroepen : 'Ze komen me halen !' (waarmee ze de demonen bedoelde) Een dag voordat de kinderen werden ontvoerd zei de oudste dochter tegen me, helemaal in paniek : 'Papa, de monstertjes komen !' Ik moest haar toen heel lang vasthouden en troosten. De middelste dochter, die nog niet kon praten, wees de hele tijd in paniek naar de keuken toe waar mijn levenspartner met haar zus was. Al met al hebben we daarna de vermissing gemeld aan de politie, en ik ben van het westen (Amsterdam) teruggegaan naar het kerkelijke Oosten, wat een totale hel is voor een demonoloog, maar ik moest wel, want daar was mijn familie. Het voelde dus aan als een transportatie. Ik moet daarbij wel bijzeggen dat mijn levenspartner aan zware MPS leed, meervoudige personaliteiten die ontstonden door haar incest verleden, en dat ze jaren later haar excuses had aangeboden dat ze bepaalde dingen niet had moeten doen, en dat ik beter verdiende. Toen was ze dus deels weer tot haarzelf gekomen. Maar ja, dit kun je verwachten van mensen om je heen die van zichzelf zeggen dat ze 'lauw waren geworden.' Dan moet je dus op je

hoede zijn, want dan zullen ze je in je nek springen. We sliepen op een bepaald moment ook al vaak gescheiden, en ik hield de deur op slot vanwege bedreigingen, alhoewel die bedreigingen dus weer met haar incest verleden te maken hadden. Ik heb daarom ook altijd een gemengd gevoel over haar blijven houden, deels schuldig, deels ziek, en er huisten teveel verschillende entiteiten in haar, plus dan nog die hele duistere achtergrond van de Surinaamse cultuur. Toch is Suriname altijd mijn land geweest en gebleven. Ik heb het altijd gezien als pure noodzaak dat Nederland en Suriname verenigd werden, waarvoor onze relatie ook symbool stond. Ik kan zowel goede als slechte lijnen zien, en de slechte lijnen zullen meer en meer op hun plaats vallen. Het is nodig voor verdieping. Ik draag dit kruis dan ook voor studie doeleinden. Het is voor mij een grote inspiratie bron, altijd geweest. De meesten van mijn relaties waren altijd buitenlands voor een reden. Er waren nog twee andere concentratie kampen in Nederland : Amersfoort, en Westerbork in Drenthe, wat een voorportaal was voor transportatie naar buitenlandse concentratie en vernietigings kampen. Berucht waren de kindertransporten vanuit Vught tot westerbork, waarna ze werden doorgetransporteerd tot Sobibor in Polen waar ze vlak na aankomst werden vergast. We hebben het dan over juni 1943. Toen kwam de holocaust tot zijn pieken. 1944 en 1945 staan bekend als de jaren van de grote honger winter, vlak voor de grote bevrijding. Maar zoals gezegd werd Nederland helemaal niet bevrijd, want deze industrieën werden gewoon overgekocht door de medi-nazi's, die zichzelf boven het volk hadden geplaatst, en getrouw hun Furhrer, Josef Mengele volgden, die nog wel erger dan Hitler was. Ik heb oog in oog met de geest van Josef Mengele gestaan op verschillende punten in mijn leven, en het bijna niet overleefd. Op een gegeven moment was ik omsingeld door een hele grote groep mensen die allemaal bezeten waren met de Josef Mengele geest. Maar de gnosis overwint. Na die lange relatie van over de vijf jaar dus nog wat andere Zuid-Amerikaanse relaties gehad, maar het valt je dan telkens weer op hoeveel van die vrouwen wel niet sexueel zijn misbruikt in hun jeugd. Je komt het telkens weer tegen, het sexuele geweld tegen vrouwen, voornamelijk ook in Zuid-Amerika, waardoor je soms de indruk krijgt dat ze dat allemaal heel erg normaal vinden. Daarom heb ik emancipatie ook altijd als van groot belang gezien, en heb ik altijd voor de godin gestreden, altijd aan de kant van de vrouwen gestaan, maar ook wetende hoeveel valse vrouwen er zijn die de patriarchie hebben ondersteunt en zelfs grootgemaakt. De mens moet komen tot de natuur etiketten om los te komen van stadse etiketten. Een derde betrokkene bij het Duitse bewind over Nederland was Friedrich Christiansen die wehrmacht bevelhebber werd in Nederland, en die verantwoordelijk was voor de Puttense ramp van 1 oktober 1944 nadat een groep verzetsstrijders de nazi's een slag had toegebracht. Vele huizen werden toen door de nazi's in de brand gestoken, en honderden Puttenaren en zij die daar toevallig waren of voorbijgingen werden naar de concentratie kampen getransporteerd op de dag erna, 2 oktober. Christiansen was 29 mei 1940 aangesteld. 1. geest van Von Falkenhausen 2. geest van Seyss-Inquart 3. geest van Christiansen Dan waren er nog vier onderdanen van Seyss-Inquart om Nederland te besturen : generaal commissarissen : 1. Fishbock - financien en economie 2. Rauter - veiligheid 3. Schmidt - speciale opdrachten

4. Wimmer - bestuur en justitie De nazi's gebruikten volop fluor om het verzet te verlammen, want fluor rotzooit met de hersenen en maakt mensen gewillig, en fluor wordt ook volop gebruikt door de medi-nazi's. Ook vullingen verstoren de signalen van het zenuwstelsel tot de hersenen, en verstoren zo allerlei belangrijke hersenfuncties die nodig zijn om waakzaam en strijdvaardig te blijven. Elke mens met vullingen is voor de tegenstander een verslagen en beheerste vijand. Fluor, vullingen, vlees eten en overmatig zout eten zijn allemaal onderdeel van kudde mentaliteit, want de medi-nazi's hebben duivelse verbonden met de voeding industrie en je bent zo niets anders dan slachtvee. Blijf dus ook onder de 6 gram zout per dag, anders worden je hersenen ook een speelbal. Hoofdstuk 32. 1940 - het leugenjaar Het is moeilijk een puzzel op te lossen, hè ? De nazi's dachten er heel makkelijk over : gewoon de puzzel afknallen. Puzzel opgelost. Het is moeilijk aan voedsel te komen, hè ? Hedendaagse vlees-nazi's denken er heel makkelijk over : gewoon de mede-schepselen afknallen. Klaar. Probleem opgelost. Ze willen de puzzel van het gebrek aan voedsel niet oplossen. De mens is creatief genoeg om uitwegen te vinden, en het is ook een test. Ook vleeseters zijn nazi. Een heleboel parasieten komen niet op de scan door tegenwoordig, maar die zijn er wel. Er zijn parasieten waar de mens nog niets van afweet. Sommige parasieten zijn puur electronisch. De technologie van de mens is nog helemaal niet ver. De mens kan in wezen nog niks meten. Maar in hun hoogmoed beschouwen ze hun materialen als heilig, als god. En zo worden ze misleid. Dat is het loon van de mens die lijken vreet. 1940 - het leugenjaar De nazi's vonden de puzzel van Israel te moeilijk, dus losten ze het op door de Joden dan maar een stempeltje op te drukken als een lager ras, zodat ze een excuus hadden om de puzzel om zeep te helpen. Deze spijbelaars wilden niet puzzelen. Zo is dat met alle racisten, en ook lijkeneters zijn racisten. Ze krijgen hun verdiende loon. In de daarop volgende jaren kwam het rassenonderscheid tot uiting in de gedwongen jodenster. Wij als demonologen mogen ons nooit laten verlagen tot hetzelfde niveau. Daarom gaan wij genuanceerd met dit probleem, deze puzzel om, de puzzel van 1940-1945, de puzzel van nazi Duitsland. Sommigen waren gedwongen. Ook Duitsland leefde in grote slavernij, en werd bestuurd door angst. 1941 - het administratieve jaar Nu de nazi's hun leugens hadden verspreid moest de winst nauwkeurig geteld worden, en werden de vee-statistieken erbij gehaald als een tweede fundament voor de holocaust. Het vee werd geteld en

gefokt. De slacht was het doel, want zo konden deze spijbelaars de puzzel overboord gooien, het kind met het badwater. 'Hup, weg ermee. Wij willen niet puzzelen. Wij willen niet naar school." Het was het loflied van de luiheid. Oh wat waren ze uitgekookt en hysterisch met hun statistieken. Daar mocht niet van afgeweken worden. Er mochten geen fouten gemaakt worden. 1942 - het drugs jaar De nazi had zijn restaurant opgericht, en de Jood was de delicatesse. En de Jood was bewerkt, en bracht de essentie van de Jood naar boven, wat de nazi's gebruikten als hun drug, waardoor ze nog dorstiger werden naar dit goedje, de Jood. Het was een Jodenvlees restaurant, en de nazi was eraan verslaafd. Het was een drugs handel, want ontwaken wilden ze niet. Ze wilden spuiten en snuiven. Totaal hysterisch was het, en het werd ook het fundament voor de Toronto beweging. 1943 - het jaar van de verzekeringsmaatschappij Als nazi was je verzekerd, tegen alles in principe. Joden werden als het grote kwaad gezien waartegen de nazi's verzekerd waren. Het is een proces van verzakelijking totdat alles het niveau van een verzekeringsmaatschappij heeft bereikt, en dan ben je ver heen. Er wordt niet gekeken wat mensen nodig hebben, maar in welk vakje ze zitten, hoeveel ze hebben betaald. De verzekeringsmaatschappij is het grote kwaad van de nazi's, en ook van de latere medi-nazi's die deze maatschappij gewoon overkochten. Het is een genetische verzekeringsmaatschappij. Je moet de juiste genen bezitten, anders kom je nergens. Medici houden elkaar graag de hand boven het hoofd, wat nazi's doen. 1944 - het jaar van de woningbouw Het gaat bij de nazi's niet om communicatie of scholing. Het gaat erom of je verzekerd bent of niet. Dat is de toets, of je de juiste genen hebt. Er mag niet gezeurd worden. De zwakken moeten weg. Naar hun problemen wordt niet gekeken. Nazi's willen niets met puzzels te maken hebben. Ze denken niet in puzzels, maar in verzekering, en de genen bepalen dit. Dan is het voor hen veel overzichtelijker. Als je geen aandelen bij hen hebt krijg je niets. Bij de nazi's gaat het om het recht van de eigen natie. De eigen natie is voor hen het sterkste en het meeste, en de minderheden moeten vervolgd en uitgebuit worden voor dit doel. De enige wet die voor de nazi's geld is de wet van de verzekeringen. Daar is alles omheen gebouwd. Dat is het dodelijke robotisme van de nazi's. Ze communiceren niet. Ze checken je verzekeringen. Heb je die niet, dan ga je eraan. Daar hebben ze geen tijd voor. Ze houden zich alleen bezig met de verzekerden, de eigen natie. Daar is hun gehele politiek en rechtswezen op gebouwd. Voor hen is dat een zaak van leven of dood, van bestaan of niet bestaan. Ook de medi-nazi's die erna kwamen zijn op dit fundament gebouwd. Het heeft helemaal niks met het medische te maken, maar met een verzekerings-maatschappij. Denk niet dat je belt naar een echt mens als je naar de medische industrie belt voor hulp. Je krijgt een verzekeringsrobot aan de lijn die je verzekeringen checkt en je genen. Op basis daarvan zal deze robotten je de statistieken bekend maken. Alles gaat statistisch. Het is dus niet zomaar een winkel of iets vrijblijvends. Je moet verzekerd zijn of je komt er niet in. Kan hun het schelen wat voor problemen je hebt. Ze willen geen problemen. Ze willen niet puzzelen. Ze willen verzekeringspapieren zien, inschrijfbewijzen en al dat soort ongein, ziekenfondspasjes en ga zo maar door, je nummer, je geboortedatum. Dit overstijgt dus zelfs de economie. Het is niet zomaar een markt. Je kan nog zoveel betalen, maar je komt er niet door. Je moet door hun procesures heen. Ze willen contracten met de duivel zien. Niet de klant is koning, maar de verzekerde is koning. Je komt alleen maar hogerop als je je ziel hebt verkocht, als je moorden hebt gepleegd. Je moet een huis bij hen hebben, anders kom je nergens. Je moet aan de voorwaarden hebben voldaan, de kleine lettertjes hebben gelezen. 1945 - het jaar van de energie centrale

En toen hadden de nazi's electriciteit, en ze werden er direct door geëlectrocuteerd, want ze spelen met hoogspanning zonder zich aan de demonologische energie-wetten te houden. Dit was dus het jaar van de zogenaamde bevrijding, maar het zaakje werd gewoon overgekocht door de medi-nazi's en die gingen veel subtieler te werk, via de algehele regering en via de democratie. Deze nazi's zijn veel en veel erger, laten mensen veel erger en langer lijden, en isoleren deze mensen opdat hun roep niet wordt gehoord. Zelden is er een wreder systeem geweest dan dat van de medi-nazi's. Als deze systemen wegvallen dan worden de hogere systemen van de natuur zichtbaar, van de amazones. Dit hele proces wordt ook besproken in de tweede bijbelse prozaïsche en medische techno-thriller genaamd Sobibor - de laatste jager. Uiteindelijk worden de zegels van de nazi's verbroken en zien we wat er daadwerkelijk achter de joden vergassing schuil gaat : het natuur principe van de mannen vermelking. De man moet namelijk weer terug aan de borst van moeder natuur. De mens is een creatief wezen. De mens kan veel beter zijn dan zomaar als een mongool iedereen om hem heen af te maken omdat hij zo nodig eten moet. Dat is niet de bedoeling. 'Ja, nee, maar een mens heeft vlees nodig,' wordt er dan gezegd. Oh, is dat je intelligentie peil en je peil van creativiteit dan ? Dat is een getal ver onder de nul dan. En trouwens zeer egoïstisch gedacht, en egoïsme blokkeert haar eigen creativiteit. Egoïsme is nooit een goede raadgever. Zorg is een goede raadgever, want je zou ook kunnen denken : 'Mijn medeschepsel moet eten. Hoe kan ik mijn medeschepsel hiermee helpen ?' Maar nee, bij de nazi draait het om de eigen natie, en dat is direct de valkuil. Het leven begint bij de mindere te zijn en te kijken naar wat de ander nodig heeft. Je leeft in dat opzicht niet voor jezelf. Je moet zelf minderen. Hoofdstuk 33. Het hogere ras van Nietzsche en de verloedering van de Nietzcheaanse filosofie In de gnosis is de verzekering meer : ben je aangesloten op de juiste natuur apparatuur, in de vorm van 'adoptie'. Dat gaat er dus schuil achter de verzekeringsmaatschappij. Je kunt het niet kopen, erven of stelen, maar alles gaat door studie. Als de stad het woord 'school' gebruikt, dan is dat om de massa in slaap te doen dutten, maar het is gewoon een code woord voor een verzekeringsmaatschappij, een fokkerij. Je hebt dus zelfs niet met een vrijblijvende markt te maken waar je alles maar kan kopen wat je wil. Niet de klant is koning, maar de verzekerde is koning. Je staat niet in een winkel of in een school, maar in een verzekeringsmaatschappij, zeer uitgekookt. Ze laten de statistieken als dolle honden op je los. 'Oh, op school zal mijn kind wel veilig zijn, want daar gaat alles om de scholing, de opvoeding en de zorg voor het kind.' Ja, je grootje. Als je niet verzekerd bent, dan zijn de verzekerden tegen jou verzekerd, dus dan ben jij in hun ogen en statistieken het probleem wat uitgeschakeld dient te worden door de verzekering. Zo is de verzekering een huurmoordenaar op je afgezonden. Dat is wat 1943 is, en dat zegel dient verbroken te worden, opdat de mens kan terugkeren tot de natuur. Oorspronkelijk was 1943 een natuur principe van de demonologie, namelijk het adoptie centrum wat samenvalt met de jacht. Als je

geadopteerd bent ben je niet meer afhankelijk van de massa, en kan het woeste varken van het collectieve ego sterven. Er is behoefte aan wedergeboorte in de natuur, naast de adoptie, en ook is er behoefte aan de wederopvoeding en de wederscholing in de natuur. Dat is waar de jaren 1940-1945 oorspronkelijk in de natuur voor stonden, maar de stadse lens maakte er iets anders van. Het zijn hysterische kippen zonder kop, en rennen rond. Op de scholen worden kinderen snel geleerd hoe te tellen en hoe te schrijven, maar de diepere natuur principes leren ze niet. Hevig worden ze gestrafd als ze een rekenfout of spelfout maken. De hedendaagse scholen zijn geen echte scholen maar verzekeringsmaatschappijen die administratieziek zijn, statistieken-ziek, en daar worden de kinderen mee bekogeld, mee doodgegooid. Als veel mensen aan het komende oordeel denken, aan de apocalypse, dan denken ze aan letterlijk vuur, maar we moeten dit symbolisch zien. Het is het vuur van intelligentie wat alles zal verdiepen. We mogen ons ook naar dit vuur uitstrekken. Het leven is een natuurverschijnsel. Alles komt vanaf de toekomst stromen, maar de mens herkent het niet, en de hersenen maken er wat anders van door ingewikkelde lenzen en filters. De mens heeft alles al, maar kan er nog niet mee overweg. De mens is telkens weer in de cirkelbewegende stroom van de toekomst. Telkens weer vangt de mens de signalen van de toekomst op, en het trekt de mens ook naar de toekomst. Er wordt voortdurend aan de mens gewerkt. Hierover gaat ook het tweede bijbelse boek 'Sobibor - de laatste jager'. De mens moet de schakels van zijn leven kennen, en waaraan het parallel loopt en waar het doorheen loopt. Ook moet de mens leren hoe het schakelt. Het leven is niet toevallig, maar het is techniek. Het is een oorlog tegen de parasieten van 1940-1945. Het waren buitenaardse invasies. Ze hebben alles losgerukt en gebruikt wat ze maar konden. De hedendaagse samenleving is gebouwd op 19401945. 1941 - White power parasieten kwamen tot de aarde. Alles moest wit, ook vrouwen. Wit was de standaard. De witte vrouw werd ver verheven boven de donkere natuurvrouw, en de white power samenleving ging tussen de natuur en de stad inleven, dus aan de rand van het bos, zeker niet diep de wildernis in, gewoon nog met allerlei luxe en het medische en cosmetische kwaad. Oh, wat hielden de white power vrouwen van giftige make up om henzelf nog witter te maken. De white power parasieten vereerden de witte vrouw, ook de naakte witte vrouw, want die moest immers het white power ras voortbrengen. Het witte werd nog eens extra geaccentueerd door felrode nagellak en felrode lipstick, als de kanker zelf. Het waren de klauwen van de dood, en de kus des doods. White power make up zijn oorlogswapenen, psychologische oorlogsvoering. Het geeft een boodschap af. Het was een industrie van ademhalingsapparatuur, van gasmaskers die zuurstof brachten en filterden. Het gaf unieke ademhalingsprocessen om aan deze parasieten geboorte te geven. Deze apparatuur kwam om India te verzegelen en uit te buiten. De nazi's maakten gretig gebruik van de Indische mythologie en filosofie om het vervolgens geheel te verdraaien en te mollen. Het is een vreemde cultus, een vreemde religie, op Pluto. Mannen en vrouwen aanbidden anorexia als het ideaal, maar vreemd genoeg haten ze de diepere wildernis en het diepere minderen, want ze vereren de cosmetische industrie, de nagellak en de lipstick, die zo fel mogelijk moeten zijn zodat het witte zich er goed tegen af kan steken. Ze blijven dus alleen aan de rand van de natuur, als natuurranders of randnaturisten. Naakt is wel heel gewoon voor hen. Het is in principe dus nog steeds stads. Ook vereren ze de zon en luxe lichten, en schuwen ze de duisternis. Vandaar ook dat ze white power zijn. Het heeft dus niks met het ware minderen te maken, maar heel erg selectief en extreem, als ratten. Ze sjoemelen en stelen. Ze zijn ergens blijven steken.

Ik had een droom over dit volk. Ik was in een gebouw en ik keek naar buiten door het raam en ik zag ze aan de natuurrand. Sommigen waren ook in het gebouw, maar hun volk was er net buiten. Degenen die in het gebouw waren die hadden gewoon sex in een openbare ruimte. Ik keek dus naar buiten en zag ze daar met hun caravans. Ze waren naakt en allemaal wit, ook de vrouwen. De vrouwen hadden dikke make up en waren gewoon stads, materialistisch. Ze hadden allemaal stadse artikelen. Ze noemden zich wilden, maar ze waren het niet. Ze vroegen of ik ook bij hun stam wilde horen, maar ik zei dat ik liever dan in het gebouw bleef, want daar moest ik zijn voor iets. Ik zei dat ik niets met dit soort naaktheid te maken wilde hebben. Het was totaal ongeproportioneerd, totaal ongepast en in de verkeerde setting. Het waren net evangelische christenen. Maar ik wilde het pad van de eenling gaan. Ik wilde niet ergens blijven steken in zo'n groep. Ze verkochten dus wat : gasmaskers, maar tegen wat ? Het waren ademhalingssystemen. Mensen moesten leren ademhalen zoals hen. Het was een bepaalde code van hun religie. Deze parasieten kwamen door de nazi's in 1941, in buitenaardse invasies. Zo werd de mens nog meer losgesneden van de natuur. De mens moest allerlei luxe apparatuur kopen. Dat moest hun lichaam op. Zo is dat ook in de medische dictatuur gegaan. De mens werd gedwongen tot plastische chirurgie op de buitenbotten, in de mond. Dat waren die ademhalingsapparaten, die gasmaskers, opdat de mens onder controle van deze Pluto cultus zou komen, deze randdebielen. Ook Nederland werd door de nazi's in het broederverbond gedwongen. De nazi's beschouwden Nederland als een Germaanse broederstam. De nazi's hadden hier en daar stukjes geroofd uit Nietzsche's grote bibliotheek, en het geheel uit de context gehaald. Ze maakten hier iets heel anders van. Nietzsche predikte tegen onverschilligheid, tegen inspiratieloosheid, tegen gewoonheid. Dat moest vernietigd worden, vernietzschigd. Hij predikte tegen eenzijdigheid, want juist dat bracht de mens tot de afgrond. Nietzsche was een filosofisch demonoloog, door de materialistische, gemakszuchtige nazi's geheel verletterlijkt, tot lagere vormen gemaakt. Nietzsche had er een afschuw tegen. De nazi's kenden het woordenboek van Nietzsche niet. Ze gingen gewoon met woorden op de loop en gaven hun eigen betekenis eraan, grafrovers als ze waren. Nietzsche waarschuwde dat de laagste naturen henzelf als wetten voorschrijven voor de hogere naturen, wat ze algemeen kiesrecht noemen, zoals Plato ook tegen de valse democratie streed die geheel door de lagere emoties werden geleid en niet door de hogere rede. Nietzsche predikte juist dat de volheid van de natuur alleen kon verschijnen als de rassen gemengd zouden worden, als de mensen van elkaar en van elkaar's culturen en religies zouden leren, en op langere termijnen zouden denken in plaats van altijd maar weer snel naar het zwaard te grijpen, zoals wat blind geloof doet. Nietzsche predikte over het gevaar van het kortzichtige christendom. Nietzsche streed tegen de voorafgestelde waarheden. Deze strijd noemde hij de nieuwe moed. Heb moed om te breken met dat wat de massa zich aan je oplegt. Heb moed om te breken met de systemen waarin je weerloos werd opgevoed. Dat is het pad van de eenling. Breng er je offers voor. Het kost je alles, en alleen zo kun je elkaar herkennen. Nietzsche stelde dat er een onzichtbaar ras in de mensen was doorgedrongen, een lagere, corrupte natuur die de instituties die de waarde van de mens vormen overdrijft. Het is een soort rasverheerlijking en mensverheerlijking waar de nazi's later schuldig aan zouden staan. De waarde van de mens zouden ze gelijkstellen aan de waarde van God. Nietzsche waarschuwde tegen dat gevaar, tegen dit ras. Hij voorspelde de komst van het nazi ras. Het was iets onzichtbaars wat in de hersenen van de mens probeerde binnen te dringen. Het was een oorlog in de geestelijke wereld. Nietzsche had het niet over huidskleur, nationaliteit of afkomst, niet iets wat door geboorte werd bepaald. Het was iets wat aan het broeden was in het denken van de mens, wat een beroep deed op de lagere emoties van de mens. Hij waarschuwde dat de kerk hier al mee bezig was. De kerk zond altijd maar weer de grote intellectuelen naar de hel, alle interessante mensen. De kerk wilde de hogere natuur niet. De kerk wilde het intellect niet, maar de lagere emotie als drijfveer. Nietzsche stelde dat de kerk moedwillig naïef was. Er was gerommeld met de woorden en betekenissen van goed en kwaad. Het intellect zou veel verder gaan dan slechts

'goed of kwaad', zou daar boven uitsteken. Nietzsche streed tegen de lagere moraal van de kerk die het volk in zware gevangenschap hield. Deze tirannie moest overwonnen door de rijkdom van het filosofische intellect, en dat zou alleen gebeuren als de rassen vermengd zouden worden, als er bruggen tussen de culturen en religies zouden komen. Alleen op die basis zou het nieuwe ras kunnen komen. Dit was het ras van het intellect, van de rede, een ras van filosofen, het ras van de natuur pionieren. Ook Darwin was tot deze conclusie gekomen. Er zou een hogere uitverkiezing van de natuur plaatsvinden die alleen zulke eenlingen op het oog had die de volle prijs hadden betaald en zich hadden afgezonderd van de lagere wil van de massa's. Dit is een zware strijd. Alleen de strijdende studenten zouden overwinnen. Zij zouden intellectueel rijk genoeg zijn om geen behoefte te hebben aan de valse spaarzaamheid en betweterigheid van afgodische tirannen die het volk telkens maar weer zocht. Nietzsche wilde dus een nieuwe definitie zien van het woord 'luxe'. Er moest een intellectuele luxe komen om af te rekenen met al het lagere ongemak. Dit was de luxe van de natuur, als een broeikas voor vreemde en uitgelezen planten. Nietzsche stelde dat de hogere exotische natuur de enige uitweg voor de mens was om een nieuw ras te scheppen wat zou afrekenen met deze lagere, corrupte onzichtbare rassen die in het menselijk denken waren doorgedrongen als ongedierte. Maar de luie nazi's wilden niet naar de Nietzscheaanse filosofische school van de natuur. Daar hadden ze allemaal geen tijd voor. Ze wilden het leger in om macht te hebben op korte termijn. Nietzsche stelde dat de mens veel meer op langere termijn moest leren denken, anders zou de mens een slaaf worden van de lagere behoeftes van de samenleving. Nietzsche stelde dat de psychologen van het volk geheel zwakgedraaid waren omdat ze het volk weg probeerden te leiden van het geestelijke, telkens weer, waardoor het volk morbide is geworden, onverfijnd, maar Nietzsche stelt dat er een nieuwe soort van barbaren zal komen die veel verfijnder zijn, en cynisch naar de lagere aardse systemen van de lagere emoties. De valkuil hierin, stelt Nietzsche, is de democratie, dus de experimenten moeten doorgaan. De mens moet blijven pioneren totdat democratie, het gedreven worden door de woeste begeertes van de massa, is opgelost. Er mag alleen een logoscratie zijn van de hogere rede. Er zouden dan nog hogere barbaren komen die in staat zouden zijn materie om te vormen. De mens moest zich dit afvragen : 1. wil je veelzijdiger worden, of simpeler 2. wil je geluk zoeken of dat wat boven gelukkig of ongelukkig uitstijgt ? 3. wil je tevreden zijn met jezelf of veeleisender en onverbiddelijker worden ? Nietzsche stelt dat het geestelijke alleen niet voldoende is. Al het bovenstaande is niet voldoende, want de mens moet door leren totdat het een gewoonte is geworden, een natuur, totdat het in het bloed zit, en dat kan alleen door wedergeboorte, door totale overgave aan de hogere principes. Uiteindelijk komt Nietzsche dus met zijn hogere ras toch bij de noodzaak van geboorte, oftewel bloed, terecht, maar dan moet men de context in de gaten blijven houden. De nazi's hebben het geplunderd en verdraaid. Door het geestelijke, door de diepere rede, komt de diepere mens tot bloed, wedergeboorte. Dat mag niet omgedraaid worden. Alleen door de logos is er wedergeboorte, bloed, en dat gaat recht tegen het geloof van de kuddes in. Nietzsche stelde dat in zijn dagen dit hogere ras nog niet was gekomen, maar dat hij schreef voor dit hogere ras. Hij had het dus niet over aardse rassen. Hij stelt dat het menselijke, en ook God, overwonnen moet worden. Het is iets van de massa's. Er is iets veel hogers. God en mens, het heeft de mens in problemen gebracht. Het heeft de mens gemakszuchtig gemaakt. Nietzsche stelt dat er veel hogere voorwaardes moeten komen, en veel meer tussenstappen. Het mag niet zomaar voor het grijpen liggen. Zowel God als mens zijn corrupt geworden. Daarom moet de mens terugkeren tot de logos, de hogere rede. Er moet een heel ander idee komen van wat heerschappij is, want er gaat een nieuwe heerschappij komen. Er moet een nieuw filosofisch woordenboek komen waarin alles nieuwe betekenis krijgt, diepere betekenis, zodat er ineens een heel groot gat is tussen mens en mens, en tussen mens en God, want de mens is op de loop gegaan met deze begrippen. De mens heeft deze begrippen voor zijn eigen karretje gespannen. Daarom moet de mens terugkeren tot een veel ruimere natuur, wat veel meer omvat.

Nietzsche stelt dat er eerst een veel strengere zelfwetgeving dient te komen, zodat de fouten van de geschiedenis niet meer herhaald zullen worden. Er moeten nieuwe tirannen opgesteld worden van filosofie en kunst, opdat de lagere tirannen van de kudde die als afgoden dienden kunnen vertrekken. Hierin moet de lat veel hoger gelegd worden. De hoogste mens is ook tegelijkertijd de veelzijdigste mens. Dat is een eigenschap van het hogere ras wat Nietzsche zag komen en waarvoor hij predikte. Hij had een visioen gezien van de hemelse natuur. Het was het ras van de logos. Nietzsche waarschuwde aan het einde van zijn boek 'Wil tot Macht' dat de mens zich niet moest verleiden tot blauwe ogen en opgeheven borsten. Nietzsche zag namelijk dit corrupte ras, het Arische nazi ras. Nietzsche waarschuwde ertegen. Nietzsche's filosofie ging niet om uiterlijkheden maar om diepere waarden. Nietzsche en nazi's zijn elkaars tegengestelden. Sta het je niet toe je te laten verleiden tot opgeheven, protsende borsten, zei Nietzsche. Het valse ras klopt dan namelijk op je deur, het lagere aardse onzichtbare ras van het redeloze denken. Zij willen de prijs niet betalen, en trekken bij voorbaat al hun borsten op naar je. Kijk maar eens naar veel mannen vandaag de dag die niets doen aan filosofie, en er alles aan doen om hun borsten groter te doen lijken. Het is een bepaalde cultuur van de lagere aardse mens, stelt Nietzsche. Het is valse romantiek. Filosofie heeft niet veel met romantiek te maken. Wil je het pad van Kakia op, of het pad van Areta ? Vroeger ging ik ook veel met Nietzscheanen om, en ze bleven maar aansporen om Nietzsche te bestuderen, hoe belangrijk het was. Ook oefenden ze zichzelf in niet met de benen gekruist te zitten telkens, waar ik vroeger ook altijd mensen voor waarschuwde, en ze zeiden ook dat de man de borst ingetogen moest houden, ingevallen, in plaats van vooruitgestrekt en opgepoft, anders val je ook uit de Nietzscheaanse filosofie. De Nietzscheaanse filosofie hadden ze vermengd met christelijke en antichristelijke filosofie, dus ook het gnostische Judasisme, waarin ze Judas volgden, allemaal als onderdelen van het Nietzscheaanse perspectivisme, wat trouwens ook een Paulinistisch principe is : 'weest alles voor allen.' Nietzsche stelde dus dat onafhankelijkheid de basis was voor alles, maar dat waar geestelijke waarden ontbrak werd onafhankelijkheid niet toegestaan. 'Kortzichtigen moeten altijd gehoorzamen, en kunnen daarom niet groeien.' Nietzsche schreef voor hen die hun tegenslagen, ongelukken, tekortkomingen, handicappen en zwakheden die hen willen bedreigen met vernietiging als stimulanten gebruikten en erdoor groeiden. Het zijn groeimiddelen. Hij schrijft voor hen die natuurlijke selectie gebruiken, natuurlijke uitverkiezing, en de rest langs zich heen laten vallen, als door een natuur-filter. Hij schrijft voor hen die met traagheid en voorzichtigheid reageren en iets altijd eerst testen op oorsprong en intenties, en zich er niet aan overgeeft. Wees niet gewillig, wees niet slaafs. Wees altijd op jezelf. Het moest een basis hebben van spontaniteit, niet van het opgelegde. Oude waardensystemen moeten weg, want zij hebben de pionieren op hun hoogste pieken te schande gemaakt, gekleineerd. Er moet dus een nieuwe betekenis gegeven worden aan wat de mens is. De mens moet weer de macht over zichzelf krijgen, tot zelfcontrole komen, in die nieuwe definitie, in de bevrijding van het zijn van een kuddedier. Ongetwijfeld moet je dan tegen heilige huisjes aantrappen, papieren verscheuren en tegen de moraal van de ingedutte massa's ingaan. Daarom stelt Nietzsche dat de hogere mens ook een barbaar en een bruut is, een verschrikkelijk mens, als een beest, maar dit is noodzakelijk voor de bevrijding. De lagere mens, het ego, zal dit niet kunnen begrijpen, zal niet op dit peil van intelligentie kunnen en willen komen, dus die haalt er zijn etikettendoos bij. Maar de mens moet overleven. Alleen bruten zullen overleven, wilden. Laat de massa's maar jammeren en klagen. Je moet loskomen uit de gevangenissen die ze voor je gemaakt hebben. Laat ze maar met spullen gooien. Je komt niet meer terug. Laat ze maar roddelen, laat ze maar spotten, laat ze je maar kleineren. Het is een teken dat je loskomt. Ja, dan gaan de alarms aan, maar gewoon doorrennen. Terug wil je niet meer. Nietzsche stelt dat het er allemaal bijhoort en dat je het nodig hebt. Je bent in worsteling met een beest. Gehoorzaam niet. Laat je niet intimideren. Buiten de versterking en het groeiende bewustzijn van het hogere ras is er niets dan misverstand en gevaar. Ook al noemen ze je

evil en duivels, je wilt niet terug naar de vlakkige en slechte gewoontes van de onderworpenen. Wees dan maar evil, stelt Nietzsche, want dat betekent in deze zin brute, pijnlijke volharding. Bruutheid is in die zin een kwaliteit van grootsheid. Nietzsche stelt dat de mens zich niet moet laten misleiden. De mens moet geinspireerd worden door het hogere, en zo tot een nieuw godsbeeld komen. De oude godsbeelden moeten verdwijnen. Er zal dus een nieuwe God komen, stelt Nietzsche. Dit zal niet de God zijn voor de massa's, maar voor de eenling, en voor het hogere ras. Er moet een zekere wreedheid zijn, stelt Nietzsche, want de oude vormen moeten verdwijnen. Zij die dit niet kunnen accepteren, de lagere, onzichtbare rassen van het ego, staan onder het oordeel. Zij die er nut in zien zullen deel hebben in de komende heerschappij van het hogere filosofische ras. Er moet veel vernietigd worden. Het is de test of je die vernietiging wil, ja of nee. Dit is het extatische nihilisme, stelt Nietzsche. Op de pieken van het nihilisme ligt een nieuwe wereld, een hoger ras. De oude rassen zullen verdwijnen, stelt Nietzsche. Er moet een nieuwe doctrine komen, en die moet bewezen zijn, als tegengesteld aan christelijke doctrine die werkt door geloof. Ook moeten de consequencies getoond en bewezen worden van deze doctrine en het verwerpen ervan. Het moet voldoen aan het principe van de eeuwige herhaling. Ontwikkeling is het sleutelwoord. Dit is het nieuwe barbarisme, stelt Nietzsche. Het is altijd creatief, niet zeker, maar onzeker. Alles moet telkens weer opnieuw opgewaardeerd worden. Er mag niets vastroesten en inbakken. Blijf nooit stilstaan, want dan kom je onder de hamer en ga je eraan. Stilstaan hoort niet bij het hogere ras. Letterlijkheid en materialisme, kuddegezindheid, horen niet bij het hogere ras. Nietzsche stelt dat het ons werk is, en dat de mens er trots op moet zijn. De mens heeft nut zo. Het moet worden tot iets mechanisch van de mens, als zijn bloed, wat helemaal terugloopt tot Plato. De mens moet komen tot de eeuwigheid van het mechanische. Alleen zo kan de rede zegevieren over het religieuze. Filosofie is zoveel meer en hoger dan religie. Omdat verandering behoort tot de essentie, is ook alles tijdelijk, en dat is maar goed ook. Alles zal verdwijnen, alles zal tot hogere vormen veranderen. Ook eeuwigheid behoort tot de essentie, omdat er waarde kan zijn in alle dingen. Vandaar dat Nietzsche niet eenzijdig is. Hij gebruikt woorden, maar ook hun tegengestelden, wat ook onderdeel is van de dialectiek : stelling, tegenstelling, samenstelling. Nietzsche zoekt een eeuwigheid voor alle dingen. Niets mag zomaar in de zee geworpen worden. Nietzsche stelt dat de filosofie hard nodig is. De mens kan niets zomaar zeggen door één woord, ook omdat er zoveel betekenis verdwenen is. De mens moet filosofisch weer aan het werk gaan. De mens weet nu niet meer wat kop en staart is, stelt Nietzsche. Het visioen van Nietzsche ging over een Dionysische wereld waarin het zelf zichzelf eeuwig herschiep en eeuwig vernietigde, een dualistische wereld met oneindige mogelijkheden voor de middernachts eenlingen. Hoofdstuk 34. Nietzsche en het Nooitgemaakte Nietzsche stelt dat het bewustzijn van het volk veel te oppervlakkig is, ook de innerlijke wereld, dat het allemaal slechts uiterlijkheden zijn. De mens kent de dieptes niet. Alles is georganiseerd, geschematiseerd en versimpeld. Nietzsche stelt dat plezier en geluk een bepaalde pijn is. Daarbij

kunnen we ook stellen dat het een bepaalde vorm van slavernij tot iets is. De mens moet het leren herkennen als symbolen ergens van, zoals beweging ook een symbool is voor het oog, dat iets gedacht was en gewild werd, iets gevoeld werd. Hij stelt dat het belangrijk is om niet het object direct zelf vragen te stellen over het object, want dan zouden dingen juist verkeerd geinterpreteerd kunnen worden. De mens moet het hogerop zoeken, door met hogere zintuigen te werken. Hegel stelde dat mensen die alles onmiddellijk willen en door het onmiddelijke leven automatisch ook door het onverschillige leven. Het is te direct, men ziet de diepte niet, de tussenstappen niet, en zo wordt de mens dan onverschillig. De mens raakte zo vervreemd van het geestelijke en van zichzelf. Het hogere ras van Nietzsche is een ras van bruten, bruut naar de eenzijdigheid, strijders op het pad van Areta, de hardende oefening, wat ook de godin van de stoïcijnen is. Ze begaan niet de weg van Kakia, wat de weg van de minste weerstand is. Areta gaat door totdat de man het zaad van de eeuwige verdoemenis geeft, wat het verbond is tussen de man en Areta, de checed in het OT. Daarom is het woord 'wreed' ook van Wreta, Areta, afgeleid. Het Nietzscheaanse beeld van de eeuwige verdoemenis is het nihilisme wat uiteindelijk tot leven leidt. De mens heeft zijn bestaan en ideeën zwaar overschat. Daarom moet de mens de eeuwige verdoemenis in op het pad van Areta om los te komen van dit betweterige ego. De eeuwige verdoemenis is in de Nietzscheaanse filosofie niet negatief en vooral niet christelijk. Christenen hebben de eeuwige verdoemenis een hele slechte naam gegeven. Het visioen van Nietzsche over het hogere ras ging over een Dionysische wereld waarin het zelf zichzelf eeuwig herschiep en eeuwig vernietigde, een dualistische wereld met oneindige mogelijkheden voor de middernachts eenlingen op het pad van Areta, de brute planeet, de rode traan. Alleen als de mens de Nietzcheaanse filosofie leert begrijpen kan de mens de nazi overstijgen. Areta staat daar niet als een aaier, maar ze staat daar met een gesel. De mens moet het archetype van Areta leren begrijpen. Het is de gesel van de eeuwige verdoemenis waardoor het zelf zichzelf kan overstijgen. Het is de gesel van het nihilisme. Dit is de weg tot het hogere ras. De man van het hogere ras is aan de voeten van Areta gevallen. De man misbruikt de godin niet. Ze geselt hem totdat hij het zaad van de eeuwige verdoemenis heeft gegeven. Dat is het verbond tussen Areta en de man. Hier moet de ijskoude rede tegenover staan opdat het niet verdraaid wordt, zoals bij de christenen en de nazi's. Het hele Areta verhaal is niets zonder de logos, de rede. Velen hebben hun eigen hedonistische invulling gegeven aan dit verhaal. Areta is in gevecht met de man, en moet de man onderwerpen, anders zal hij haar verdraaien. Het is de strijd van Jakob op Pniël. Zij geselt hem totdat hij gevoelig is voor haar. Deze gesel is beheerst door de rede. Het is een filosofische gesel. Het is de gesel van demonologisch onderwijs. De man is geen persoon, maar een principe, een archetype, wat zich in ieder mens bevindt. Hetzelfde geld voor de vrouw en de godin. Man en vrouw zijn onderdelen van de mens. Haar voeten zijn een beeld van de oorsprong. Als mannen een beeld willen schetsen van een vrouw dan gaat dat vaak op een hedonistische manier, als een lustobject, wat eigen is aan de man van het lagere ego, het lagere ras. En alles moet snel snel. De man wil de vrouw veroveren, liefst zo dun, zwak en wit mogelijk, want dit staat allemaal voor white power, en deze man is op uiterlijkheden gericht, waar Nietzsche zo voor waarschuwde. Een zwakke, slaafse vrouw wat de man geheel kan vatten en omvatten is voor het lagere ego ideaal, en dan zo blank mogelijk want dat betekent licht, geopenbaard. De man van het stadse ego wil de duisternis niet in. Er is geen plaats voor het archetype van de filosofische duistere natuurvrouw in het denken van de stadse man. Nietzsche stelde dat het niet om uiterlijkheden ging. Het gaat niet om het hebben van een stel blauwe ogen en een vooruitstekende borst. Dan bedrieg je jezelf. Dit is precies wat de nazi's deden. Maar symbolisch gezien wijzen de archetypes op diepere betekenissen in hun verschijningsvorm. De stadse man is vagina gericht. Zo snel mogelijk de la in, hup. Dan is het allemaal weer geregeld. Maar Areta brengt de man de duisternis in, onder haar voeten. De godin staat op de man, zoals ook

Kali op Shiva stond in de hindoeïstische mythologie. Is de mens dan blind ? De hindoeïstische mythologie stelt dat de mens niet zomaar tot het lichaam van de godin moet komen, want dan bedriegt de mens zichzelf. In India draait alles om de voeten van de godin, omdat dit de oorsprongen zijn. Daar wordt op gemediteerd. De mens moet de aarde in. De godin laat de mens niet zomaar toe tot haar lichaam, maar brengt de mens eerst onder haar voeten. Zo werkt Areta ook, en dit in tegenstelling tot Kakia, de verleidster. De white power beweging wil de duisternis niet in, maar wil snelle logica, alles in orde. Niet zeuren, maar gewoon bam. Klaar. Afgelopen. Het zijn de aanbidders van het verblindende licht, niet van de verdiepende duisternis. De white power beweging wil de oorsprong niet kennen, rent van de godin weg, van haar voeten. Ze zijn bang voor de donkere voeten van de aarde, van het oordeel, want ze weten wat er dan met hun ego gebeurt. Ze willen koste wat het koste hun ego behouden. Om het diepere geven ze niet. Als er dan een vrouw tentoongesteld moet worden, dan is het als lustobject, en spierwit. Zo kan de mens niet met de godin omgaan. De mens kan niet met de godin omgaan als een lustobject, ook niet met haar voeten, want haar voeten zullen de mens verbrijzelen, zoals in de stad proberen de hedonisten wanhopig de waarheden van de voeten der aarde, de voeten van Areta, te verdraaien en te verbergen, en staren zich helemaal blind op de hoge hakken fetish, liefst felgekleurd gelakt, als beeld van het licht. Dit zijn demonen, lieve mensen. Ze bespotten de voeten van de godin, en proberen een lustobject te maken van de voet van de vrouw. Dan is het weer dit, en dan is het weer dat. Vroeger moesten de voeten van de Chineze vrouwen zo klein mogelijk gemaakt worden, zodat de man zich niet zo bedreigd voelde. Ze kunnen het oordeel niet stoppen. De voeten van Areta zullen terugkomen. Het zijn geen kleine voeten. Het zijn geen dunne voeten, zoals stadse mannen dat wanhopig willen. Het zijn geen spierwitte voeten als een lustobject voor de nazi's. Neen. Areta's voeten zijn groot, dik en donker, in staat om de man geheel te vertrappen. Niemand vecht met succes tegen de natuur. Al het plezier en geluk zoeken moet eens afgelopen zijn, en de mens moet terugkeren tot de ijskoude filosofie van het leven en dan onder ogen komen hoe erg men met al hun pathos en doxa is afgedwaald, stelt Nietzsche. Alleen een zwaar nihilisme zou de mens nog uitredding kunnen geven. Vandaar dat het hogere ras moet komen. Ze kijken elkaar niet aan alsof ze bij de bakker broodjes gaan halen. Ze zien elkaar geheel filosofisch. In de stad is alles omgekeerde wereld. De mens moet stoppen met demonische spelletjes te spelen. Oh ja, apathische vrouwen met knotjes in de stad, hevig kuchen en geeuwen, felrode nagellak op, opdat haar witte superieure huid extra zichtbaar wordt, als status symbool. Dit is waar de stadse man voor valt. Snel de la in. Hup. Deze vrouw heeft ook een neus voor mannen met stropdassen, want dat staat voor veel geld. Hoe fletser hoe beter, lekker orthodox en eenzijdig, dat is de echte man tegenwoordig, een kudde dier die net als de anderen achter het grote geld aanrent, niet door enige kennis of voorwaarde gehinderd. Lekker stukje vlees erbij, lekker stukje leverworst. Wat is het leven toch mooi. De man van het lagere ego laat zich heerlijk telkens maar weer bedriegen door het oog, door de Arische vrouwen om hem heen, voor de versterking en uitbreiding van het nazi ras. Nietzsche waarschuwde ervoor en noemde dat wat vandaag de nazi mentaliteit is het lagere ras. Hoge hakken, zo hoog mogelijk, denkt de stadse man, want dat is allemaal het uitstel van het oordeel. Je kan er zo doorheen prikken. Wat proberen ze te ontlopen ? De man is bang voor de donkere voet van de natuurvrouw. De man wil op het pad van Kakia blijven, om geaaid te worden. En zo vinden de stadse omaatjes hun immer ja-knikkende opaatjes. Allemaal met pensioen. En dan maar elkaar verwennen en geschenken sturen. 'Alweer één, ik heb er nu al drie van.' En ga zo maar door. Het 'te veel' smoort hen, maar ze hebben het niet eens door. Hup de voeten op tafel, en maar lekker zappen op de tv. Goed voorbeeld voor de kinderen ook. En zo gaat dit geslacht ten onder. Dansende kinderen met blote voeten op leverworst of negerzoenen, een zee van snoeppapiertjes onder de bank, en dat is nog maar het begin. Nietzsche had het allemaal gezien en schudde zijn hoofd. Nietzscheaan of nazi ? Dat is dan de vraag. Nietzsche stierf in het jaar 1900, en de jaren 1900 stonden garant voor de verloedering van de Nietzscheaanse filosofie, met als dieptepunt de opkomst

van de nazi's. Ze hadden van Nietzsche een karikatuur gemaakt, een spotprent. De mens moet terug tot de jaren 1800 waarin de Nietzscheaanse natuurbron begon op te komen. Het apparaat van kennis in de mens, zo stelt Nietzsche, is niet gericht op kennis, maar om dingen te krijgen en te bezitten. Dit doet de mens door alles te versimpelen en te verdraaien, ver van de oorsprong vandaan, ver van de natuur. De mens moet terugkeren tot het biologische centrum van binnen, door bewustzijn, wat zich automatisch zal verdiepen. Het begint allemaal heel extern en alleen met impressies, maar dan zal de mens steeds dichter tot het centrum komen. De mens moet niet slechts gericht zijn op het overleven, maar op het grotere organische geheel. Nietzsche stelt dat de mens maar wat bazelt, ook filosofen, omdat ze bevooroordeeld zijn. Ze prijzen het licht boven de duisternis, omdat het licht duidelijkheid brengt, het koudste denken, het meest logische, en dit oppervlakkige denken is goed voor de markt, nuttiger voor het leven, maar Nietzsche vraagt zich af met welke maar gemeten is dat dit een waarheid zou moeten zijn ? Nietzsche is niet overtuigd. Alles is juist veel te simpel en duidelijk gemaakt, zodat er juist heel veel wat belangrijk en noodzakelijk is weg is gedrukt. Daarom is voor Nietzsche het duistere pad belangrijk, waarin er niet te snel naar allerlei dingen gegrepen wordt, maar dat de mens leert denken, en goed gebruik maakt van het verbeeldingsvermogen en dit niet misbruikt. Nietzsche beschuldigt de samenleving van overprecisie van actie. Pietje Precies heeft de verziende vermogens om zeep geholpen, de innerlijke zintuigen die de mens nodig heeft om dieper in de innerlijke wereld te komen, maar die verziende vermogens zijn van veel diepere oerinstincten, ook al brengen ze veel onzekerheid. Hij beschuldigt psychologen ervan het dichtbije van hogere waarde te voorzien dan dat wat van ver is, want juist het verre is nodig, ook al is het obscuur en onduidelijk. Vaak is bewustzijn helemaal niet nodig, stelt Nietzsche, en vaak is het een sta in de weg. De mens moet de waarde in leren zien van het duistere en onzekere, dat wat niet in het bewustzijn zit. Dat is een veel grotere uitdaging voor de mens. De mens grijpt veel te snel naar bewustzijn en maakt dan overhaaste eenheden, die dan gaan voelen, willen en denken, met alle gevolgen daarvan. Zo worden er valse werelden en realiteiten geschapen door vals, overmoedig bewustzijn, omdat de mens alles in potten en kruiken wil hebben, alles in hokjes en vakjes. De mens is eraan verslaafd, en zo kent de mens de weelderigheid van de natuur niet meer. Dat wil de mens ook niet kennen. Het overschatten van het bewustzijn is volgens Nietzsche totaal absurd. Hij noemt het een grote blunder van de mensheid. En dit bewustzijn heeft de mens tot God gemaakt, wat een heel laag en menselijk bewustzijn is. Volgens Nietzsche moet er een veel hogere wiskunde komen. Hoe groot en sterk een geloof ook is in iets, dat is niet een bewijs voor de waarheid. De mens gooit met woordjes zoals geloof, kracht enzovoorts, maar het is waar de mens zich achter verschuilt. Alles hebben ze versimpeld om het voor hen nuttig te maken, ver van de waarheid vandaan. Het lagere ras van het ego ziet de definitie van waarheid als dat wat het gevoel het sterkste plezier geeft, en welke gedachte de mens de meeste kracht geeft, maar dat is veel te simpel, stelt Nietzsche. De mens laat zich bedriegen door de grootste actie als waarheid te zien, en dat wat de grootste weerstand opwekt. Voor de mens is het voelen van kracht de waarheid. Daarmee is alles gezegd. Nietzsche heeft er een hard hoofd in, en daarom is hij nihilist. Alles wat simpel is verschuilt teveel en is niet waar, maar verbeelding, stelt Nietzsche. De mens moet ermee ophouden. Alles is gebouwd op slechts leugen, allemaal voor het plezier van de mens, en de mens is erin opgesloten. Het is de logica van het positivisme die het rinkelen van het alarm niet meer hoort. Hij ziet de simpelen die duidelijkheid als bewijs voor waarheid zien als kinderen die spelen in de zandbak. Hij vindt het maar kinderachtig. Waarom moet het makkelijke denken het altijd winnen van het moeilijke, harde denken ? Het is een dogma waarmee afgerekend moet worden. Hij laat zien dat het veel makkelijker is om te denken in eenheden en relaties, de doctrine van het zijn en hebben, dan de doctrine van de oefening en het worden, oftewel van Areta. De mens plakt voortdurend dingen aan elkaar die niet bij elkaar horen. Veel mensen zijn geobsedeerd met sex en relaties, en vele contacten. Ze willen niet puzzelen. Alles moet snel snel. Ze willen zich fijn voelen, gelukkig voelen, in het zonnetje, het pad van Kakia, het brede pad van gemakszucht. Het sleutelwoord voor Nietzsche is de ontwikkeling,

ook al is dat veel moeilijker en duurt het veel langer. Nietzsche wil het pad van Areta op. Hij wil alles achter zich laten. Nietzsche stelt dat zodra er een gedachte kan opkomen dit al fictie is. De waarheid is dat wat niet gedacht kan worden. Maar de mens heeft het denken tot waarheid gemaakt. Het denken verschuilt teveel, stelt Nietzsche. Bij Nietzsche komt het nooit recht voor zijn raap. Het ogenschijnlijke, voor de hand liggende, is niet de waarheid. Zodra je het kan denken is het de waarheid al niet meer en leef je in je verbeelding. De mens is teveel doorgedraaid. Daarom is Nietzsche nihilist. Juist dat wat je niet kan denken is de waarheid, en daarvoor moet je het duistere gebied in, maar wie durft dat ? Nietzsche gaat ervoor. Er is volgens hem geen andere oplossing. Volgens Nietzsche is het menselijke ras verziekt, en daarom moet het hogere ras komen. De mens van de waarheid moet nog geschapen worden. De schepping moet nog komen. Dit is dus de stelling van Nietzsche : 'De schepping heeft nog niet plaatsgevonden.' Nietzsche ziet zichzelf als de aankondiger van het paradijs, van de schepping, dat wat nog nooit is gedacht, dat wat nog nooit is uitgevonden en geschapen, het nooit gemaakte, het nooit geschape. De sterkste instincten zoeken eerst naar errors, voordat gedachten kunnen plaatsvinden. Dat is een voorwaarde. Dat is het Dionysische ideaal van Nietzsche. Alles moet eerst uitgevonden en gebouwd worden. Niets gebeurd zomaar. Er is geen onmiddelijke schepping zomaar uit de losse hand, zoals in het christendom. Het christendom bazelt maar wat met allerlei verzinsels. De schepping moet nog komen. Nietzsche stelt dat tijd niet bestaat, dus ook geen veranderingen, want dit zijn slechts verschijningsvormen, uiterlijkheden. De mens moet teruggaan naar de oorsprongen die veel dieper liggen. Nietzsche stelt dat de mens herinnering te vaak en snel maakt tot een formule, en dat de mens meerdere slechte, luie gewoontes heeft, zoals overmatig in de ik-vorm praten, denken en redeneren. Door het woordje ik veel te gebruiken denken ze dat het automatisch waarheid en realiteit is. De mens zit opgesloten in een valse fabriek. Er wordt een 'ik' onderscheiden die dan allerlei dingen doet, die lijdt, en allerlei dingen 'heeft'. En dat schept dan een kunstmatig geheugen wat gerelateerd is aan deze objecten. De mens is er maar klaar mee. De waarheid is niet iets wat er al is, maar het moet gemaakt worden, en dit gaat in een proces. Het is ook een strijd tegen valsheid. De mens van het lagere ego projecteert zijn drive op de waarheid. Dat is waar alles misgaat. Deze mens projecteert alles in de externe wereld, niet van binnenin. Hij projecteert het op iets wat er al is. Hij is lui. De mens moet niet iemand anders gaan projecteren en verbeelden die verantwoordelijk is voor ons wel en wee. We moeten onszelf ontwikkelen. Het externe heeft geen daadwerkelijke macht. Het geprojecteerde kan niets voor ons betekenen, niet ten goede en niet ten kwade. Hierarchieen waarin grote krachten heersen over kleinere krachten zijn niets dan tijdelijke illusies, verschijningsvormen, omdat de mens die verhoudingen dieper in zichzelf moet zoeken. Verschijning is een gesimplificeerde en georganiseerde wereld en heeft niets met de natuuroorsprongen te maken. De mens leeft met de verschijningen, pure verbeelding, en vind er nut in, kan er mee leven, en dus wordt het als waarheid aanvaard. Pure waanzin. Dit soort vage toestanden wordt met het grootste gemak als bewijs aangevoerd. Het is dus allemaal heel pragmatisch : het werkt voor me, ik kan er mee leven, dus moet het wel de waarheid zijn. De mens leeft op gevoel, wat geloof schept, en zo een bewijs is. Nietzsche stelt dat de mens er alles voor doet om dit in stand te houden, dus er moet stevige communicatie zijn die alles kan versimpelen en alles precies kan maken, ordelijk, en zo herkenbaar. Er worden zo schetsen gemaakt van in eerste instantie moeilijke, verwarrende en onbegrijpelijke dingen, zodat het wat houvast biedt aan de mens. En dan wordt alles gelijkmatig gemaakt en geclassificeerd. Alles wordt zo tot een logisch geheel gemaakt, maar wat heeft de mens dan allemaal wel niet verloren ? Wat is er allemaal wel niet weggekapt voor dit product ? De mens schept zo een vals gevoel van realiteit. De mens leeft zo in een wolk. Dit gevoel van realiteit ontwikkelt zich in een serie van identieke herhalingen. De mens raakt er vertrouwd mee, en dat versterkt het gevoel van realiteit, maar waar is het op gebaseerd ? De kunstenaar kan niet leven met dit soort realiteit, stelt Nietzsche. Die kijkt er van weg, en heeft meer oog voor het subtiele, het spel van de schaduwen, juist dat wat weggedrukt was. De kunstenaar leeft

langs de schijnrealiteit heen, op zoek naar de schaduwwereld. In het subtiele vindt hij waarde, en Nietzsche wijst dan op de wereld van Plato, die stelde dat wat voor waarheid wordt gezien is het niet. Er is alleen waarheid in waarde. Er moet een nieuw waardenstelsel komen, stelt Nietzsche. Pijn en plezier zijn geen waarden. Het gaat om diepere filosofische waarden. Realiteit is altijd een simplificatie voor practische doeleinden. Het is een misleiding. De organen van de mensen zijn te grof, en de mens heeft geen orgaan om deze wereld te kennen. Nietzsche verafschuwt de wetenschap die zich voor dit principe heeft gebogen, en aards is geworden. De wetenschap waant zichzelf in de realiteit te zijn, wat dat dan ook mag wezen, stelt Nietzsche. Nee, voor Nietzsche is nihilisme de poort. De mens moet eerst goed wakker geschud worden. Het bestaan van de mens is zwaar overschat. Dat de mens probeert te overleven heeft niets te maken met de waarheid. De mens heeft helemaal de organen niet om realiteit te onderscheiden van wat niet waar is. Als er ergens een ware wereld is, dan is dit niet de wereld van de mens. De mens is een bedrogen schepsel. De mens moet nog geschapen worden. Dat is het hogere ras van Nietzsche. De lagere mens van het ego is ten prooi gevallen aan systematische vervalsing. Deze wereld heeft geen bestaansrecht, stelt Nietzsche, en zou eigenlijk niet moeten bestaan. De wereld van het valse zijn moet vernietigd worden, iets wat niet zomaar alleen door kennis gebeurd, maar door kunst, stelt Nietzsche. Het tijdperk van het nihilisme zou hiervoor aan moeten breken, als een tussenperiode, als een fundament voor de nieuwe wereld. Het hogere ras is nihilistisch, maar dit alleen als een instrument, niet als een doel. Het is een filosofisch nihilisme wat Nietzsche predikt, zeer dualistisch. Nietzsche is helemaal geen doemdenker, maar een creatief denker, die ook destructief moet denken. Er is zoveel wat vernietigd moet worden, zoveel om achter te laten. Nietzsche zag het nihilisme als een natuurverschijnsel, en dit zou zowel verzwakken als versterken. Het moest de eenling afzonderen. Er is een ras, een mens, stelt Nietzsche, wat zeer trots is op zichzelf, die altijd over andere rassen denkt als lagere rassen dan hemzelf, met minder waarde. Het ziet het vreemde en onbekende altijd als zijn vijand. Dit ras is niet leergierig, en verwerpt altijd het vreemde zonder meer, en zou nooit toegeven dat een ander soort het ware soort zou zijn, stelt Nietzsche. Ze vechten niet voor kennis, maar voor macht. Waarden worden niet verder verdiept, maar tot objecten gemaakt. De mens moet de errors leren kennen, stelt Nietzsche, wat in principe overeen komt met de noodzaak van de demonologie. De mens is verschrikkelijk misleid, stelt Nietzsche. Kennis is per definitie altijd al tegenstrijdig. De mens is misleid door wetten, door nummers, door logica. Hoofdstuk 35. Nietzsche en het op de deur kloppende Nihilisme De externe krachten zijn zwaar die aan mensen trekken, ze op de buitenste schil houden, dus er moet een droom machine gebouwd worden om de mens weer naar binnen te trekken. Buiten zijn de white power vrouwen met hun felle make up om hun superieure witheid extra te accentueren. Ze zijn trots op hun selectieve anorexia, want dit is een anorexia speciaal bedoeld voor het vrouwelijke ras. Voor de man doet het er niet toe, want hij is immers man, dus die mag ook heel dik zijn, maar hij aanbidt het schoonheids ideaal van de anorexia white power vrouw die dit benadrukt door de felrode 'gifklauwen' (nagellak) en de knalrode en eveneens giftige kus des doods (lipstick). Dit, lieve mensen, zijn parasieten, een parasitair buitenaards ras, wat de mensheid heeft overgenomen en nog steeds overneemt door 'dating strategies' om zo deze verlammende en verdovende kus toe te brengen, als beademingsapparatuur. Als zij macht krijgen over je ademhaling, dan kunnen ze je nog

meer penetreren, en voor parasitair nageslacht zorgen. Het dwingt zich op. Het zet de lippen op je voor de kus van de hel, en daar ga je dan. Je bent verkocht. Er wordt buitenaardse ademhalingsapparatuur in je geinstalleerd door deze kus, wat je brein zal bewerken. Er komt zo een gasmasker op je. Je hebt zo duistere zaken gedaan met iets. Ze brengen je de nieuwe zuurstof om je aan hen te binden. Zij regelen de rest van je leven. De aardse mannen vallen ervoor als kalveren voor de slacht, omdat ze de filosofie niet kennen. Het wordt hun wijsgemaakt dat dit het leven is, dat dit goed is, en zo hoort, dus is het de waarheid en is het mooi, omdat ze zelf niet nadenken. Het zijn kudde dieren, ontrouw aan de Nietzscheaanse filosofie van de jaren 1800. Ze zijn in de jaren 1900 terecht gekomen, en zo in de jaren 2000, en ze zijn ervoor gevallen. Ze zijn verkocht. De Nietzscheaanse nihilist schud zijn hoofd en trekt zijn borst in, ademt diep uit, om niet één te zijn met deze onderworpenen. Ook doet de Nietzscheaanse nihilist zijn hand voor zijn ogen. Het is een kwaad wat ieder mens moet overwinnen. De mens moet deel hebben aan het hogere ras, waar ook Plato over sprak, het ras van de hogere filosofie. De zeer selectieve anorexia van de white power vrouwen, wat de white power mannen aanbidden, is dus een technologische industrie van beademingsapparatuur die hun troep kwijt willen aan de aarde. Code : de vulling bij de tandarts, of de zogeheten wortelkanaalbehandeling. Andere code : de smorende kus van het veroverde meisje met de dikke lagen felrode make up op de nagels en de lippen om haar superieure witheid te accentueren. Parasieten die zo met elkaar zoenen en voortplanten. Lekker nog even wat chemische parfums erbij wat zich ook vermengd, het teveel aan zout en transvetten op de tanden en in de mond, wat nog een extra booster is. Deze parasieten verlustigen zich in alles wat ziekelijk is, cosmetisch en chemisch. Ze verheugen zich in kanker. De Nietzscheaanse nihilist walgt van deze absurde en bizarre krankzinnigheid. Hoe witter het meisje is, en hoe dunner, hoe 'vrouwelijker' in de ogen van deze parasieten, hoe meer en dieper ze zich over zo'n meisje heenbuigen om het te bezitten, en als trofees worden dit soort types met vlag en wimpel op de roddelbladen gezet en op de covers van de cosmetische bladen. Als trofeeën. En zo kunnen ze in de breinen doordringen van miljoenen onoplettende mannen die toch niets anders te doen hebben of toch nergens anders tijd voor hebben. Zo installeren ze hun zuurstof-apparatuur. Ze moeten het kwijt. Het is rommel. Ze hebben het geerfd. Ze gebruiken die dames voor hun reclame. Het was de verovering allemaal waard. Stropdasje erbij, man in pak, autootje erbij. Rijden maar. Dode kiezen in de mond. Allemaal kanalen voor de parasieten. Rijden maar. Het is het verheerlijken van de dood, van alles wat smerig en slecht is. Walgelijk voor de Nietzscheaanse nihilist, maar heerlijk voor de nazi. Himmler had al een zelfmoord pil in zijn kies gestopt toen de geallieerden waren gekomen. Daar heeft hij bij zijn oppakking dan ook gretig gebruik van gemaakt. Een tragisch verbondsteken van de overdracht van de concentratie kampen aan de opvolgers van Himmler : de medi nazi's. Net als Mengele was ook Himmler erger dan Hitler zelf. Blijf je ogen open houden. Het meisje dat flirtend op de hoek staat met dikke knalrode lippenstift op en knalrode of knalgele of knalblauwe gifnagels is een medi-nazi implanteur. Ze wil haar beademings apparatuur aan je kwijt. Het zijn de jaren van de tweede wereld oorlog, zwaar giftige parasieten, gezonden om te doden, gezonden om te martelen. Als ze je kust ben je verkocht. Zij die gericht zijn op uiterlijkheden vallen eraan ten prooi. Let goed op deze stelling : Zij die leven door uiterlijkheden en niet door filosofie zullen de uiterlijkheden verdraaien, en zullen hun esthetische zintuig verliezen. Dat is de grote tragiek ervan. Ze zullen dus aangetrokken worden door alles was onesthetisch is, zoals de giftige cosmetische industrie en de giftige schoonmaak industrie, giftige parfums, drogredenen over het uiterlijk enzovoorts, dwalende zelf-belangrijkheid. Het worden 'Liesje mag niet vies worden' figuren, van 'oh, mijn haar moet goed zitten, en nergens een vlekje. Oh help, ik heb een puistje. Dit is het einde van de wereld. Oh help, ik ben wat kaler geworden, oh help, ik mis een kies,' enzovoorts, enzovoorts. De natuur sleutelt aan de mens als de mens volwassen wordt. Er zijn een heleboel rites

of passage, maar het wordt niet door de samenleving geaccepteerd, vandaar dat ze dan liever de kies dood maken dan dat de kies getrokken wordt. Waar zijn de germanen gebleven sinds de romeinen zijn gekomen ? Het is allemaal erg schizofreen geworden, wat al een produkt is van het extreem bezig zijn met uiterlijkheden en zo de filosofieën er niet van te kennen. De germanen hadden rustig lang haar en wat baardgroei, maar veel mannen raken helemaal in paniek als ze baardgroei bij zichzelf bemerken en dan gaat direct het scheermes erover heen. Ook als het haar wat langer groeit, dan wordt men bang er niet meer bij te horen, omdat het de laatste mode niet zou zijn, terwijl een paar eeuw geleden was het weer juist wel de mode. De mens is een kudde dier. Het wel of niet knippen van de haren om aan de wensen van de door jezelf ingebeelde massa te voldoen is een gebrek aan filosofie. Je kunt door profetische en filosofische principes en seizoenen je haar wel of niet knippen, je wel of niet wassen, enzovoorts enzovoorts. Laat de natuur je leiden. Wees een barbaar en een germaan als het nodig is, opdat je niet overromeins wordt. Accepteer je natuur. Aan de andere kant raken mannen dan, schizofreen als dat is, ook in paniek als ze verkaling bij zichzelf merken. Het is iets van de natuur als een man volwassen wordt, ook als je eens hier of daar een kies verliest. Kijk maar eens naar de natuurvolkeren hoe ze leven. Niemand kijkt elkaar op missende kiezen aan. Dat hoort allemaal bij het leven en de rites of passage, en heeft diepere filosofische betekenissen, maar de tandarts kan je oppimpen zodat je een kind wordt van de tandarts en niet meer van de natuur, omdat de ingebeelde massa het zo wil. Zo wil ? Ik groeide op met een vader die dacht dat wat hij dacht dat iedereen dat dacht. Daar leefde hij ook voor, wat de mensen zouden zeggen. Als ik iets zei dan was het altijd : 'Als ik er tien anderen bij haal, dan zullen ze dat allemaal ontkennen.' Onder die zware mind control moest ik opgroeien, dat wat mijn vader zei is de algehele waarheid, maar als je even verder kijkt, dan zie je een hele diverse wereld. Kijk, als je altijd alleen maar roddelblaadjes leest, waar wij ook als kind mee werden doodgegooid, en waartegen we protesteerden, maar dat er gewoon niet geluisterd werd, ja, dan denk je ook : wat een vreemde wereld (en dat is het toch wel), maar ga eens de grote stad in en zie hoeveel verschillende soorten mensen er zijn, lang en kort haar, baard en geen baard, kalend of niet kalend. Ze strekken er allemaal eer in, en lopen gewoon door de grote stad heen, omdat ze een schakeltje van het geheel zijn. Ze accepteren elkaar, zien elkaar als uniek, omdat dat de multi cultuur is waar Nietzsche over sprak. Niemand laat zich verleiden tot blauwe ogen en opgepofte borsten. Of toch wel ? Ja, die lopen er ook tussen, maar daar houdt je je niet mee bezig. Ook al zou iedereen het doen, je weet dat het om het pad van de eenling gaat, maar deze wereld is zo groot, en er zijn zoveel mensen, dat er toch best wel veel eenlingen zijn. En daar doen we het voor. Als ze er niet meer zouden zijn, so be it, maar dit is het pad. Maar ja, dan even over die white power mensen, gifrode nagellak, gifrode lippenstift, of knalpaars, opdat het witte mooi afsteekt. Nee, donkeren zijn dan van een lager ras volgens hen, maar toch gaan ze zelf dan weer de zon in om bruin te worden. Is dat niet hypocriet ? Als een ander bruin is dan is het een lager ras, maar als ze zelf dan bruin zijn dan mag het ineens wel. Zo waren er ook veel nazi's die gewoon Joden waren. Je wordt bedonderd waar je bijstaat. Zoals dat meisje wat altijd met deuren smijt, en als iemand anders het doet, dan gilt ze de hele boel bij elkaar. Of mensen die altijd de muziek keihard aanhebben, maar als anderen lawaai maken, dan gaan ze door het lint. Dat is wat er gebeurd als je je met uiterlijkheden gaat bezig houden buiten de filosofie om. Je wordt stapelkrankzinnig. Nietzsche noemt het allemaal de optische verheerlijking van zelf-belangrijkheid tot het punt van krankzinnigheid. Allemaal hele belangrijke zielen die om niets heendraaien dan henzelf met een vreselijke angst. Het zijn optische gewoontes, stelt Nietzsche. In hun ziekte weten ze allemaal zo goed wat het ideaalbeeld is : henzelf. Ze hebben het tot de enige weg gemaakt, een zaak van behoudenis of verdoemenis. Nietzsche noemt het de allerextreemste vorm van personificatie : krankzinnig belangrijke zielen. Hij stelt dat het allemaal door het christelijke geloof is gekomen : het verheerlijken van één speciaal type, en te geloven dat men ook weet wat dit type is, en dat het belangrijk is om één zo'n speciaal type te hebben, en dat alles wat ervan afwijkt ervoor zorgt dat de kracht en de macht van de mens wegdruipt. Oh, nee, ze vechten ervoor, deze parasieten. Het ging van reli-nazi's tot rassen-nazi's tot medi-nazi's. Het is allemaal één pot nat.

Dit is de schepping door de mens, wat geen schepping is. Het is gemormel, geklaag, gejengel, van parasieten die niet eens tot schepping kunnen komen. Die creativiteit hebben ze niet eens. De schepping moet dus nog komen, in de filosofie van Nietzsche. Het christendom en al wat daaruit voort is gekomen aan rommel is een valse ethiek, een vals onderscheidings-mechanisme, wat monsterlijke vormen heeft aangenomen, absolute tirannie. De mens is op de verkeerde plaats. Alleen nihilisme kan dit beest verslaan. Dit is geen algeheel doemdenkend, onfilosofisch, nihilisme, maar creatief nihilisme. Het is een voedende bodem voor de komende wereld van Nietzsche, wat hij in zijn visioen had gezien. Hiervoor had hij alles achtergelaten, en vertrouwde hij zijn eigen denken niet, om te leven in aanhoudende, bittere onzekerheid, om aan het visioen van de hogere orde geboorte te geven. Buigen in het stof voor Areta, of voor Kakia. Zij die in het midden blijven vallen ook ten prooi aan de hevig opgemaakte en verleidelijke Kakia. Kakia met haar helwitte handen versierd met knalrode nagellak waardoor haar superieure, dunne, vrouwelijke schoonheid extra wordt benadrukt, want dat is wel het schoonheidsideaal van het Westen, en wat altijd per definitie bovenaan hun glamour magazines praalt. Het is Kakia, niet Areta, de brute, woeste natuuramazone, want die is te duister in de ogen van de stad. Kakia is de verwenner, het immer ja-knikkende omaatje van iedereen, sierlijk knotje in haar haar als teken van haar autoriteit. De mannen hebben het niet eens door hoe ze door haar worden bedrogen. Ze hebben geen filosofie en staan nergens voor, dus vallen overal voor. Gepensioneerde vrouwen, dat is wat westerse mannen willen. Vrouwen die niets anders doen dan mooi lopen te zijn, spiegeltje spiegeltje aan de wand, hevig kuchen en geeuwen. Zo dun mogelijk, om geen mannelijk vlees te beledigen en te kleineren. Zwak moet ze zijn, dat is een mooie vrouw voor het westen. Enorm broos als porselein, ongeemancipeerd. De mannen smullen ervan als van koek. Ze willen geen barbaarse vrouw. Dan gaan er direct honderden alarmen af. De vrouw moet zich koest houden, dan is de man tevreden. Ze willen geen filosofische vrouw. Dat is te moeilijk. De vrouw moet mooi zijn, dun, zwak, slaafs, zo dun mogelijk opdat het het rode zal opwekken, het rode gif, lipstick, nagellak enzovoorts, waardoor hun superieure witheid duidelijker gezien kan worden in het contrast, zodat de man extra trots kan zijn op zijn witte vrouwtje. Zo koket en compact dat hij haar gewoon in een doosje kan stoppen. Gemak dient de mens. De vrouw is voor de schoonheid, voor de mooidoenerij. Dat zeggen ze ook graag, het woordje 'mooi', tot in het extreme, want dan hoeven ze niet na te denken. Het is een schuilwoord. Alles goed en wel. Mooi hoor. Nou. 'Daarom,' zegt dan de ander. Zo praten ze in cirkels elkaar het graf in. 'Ik heb me toch een slank dametje op de kop getikt. Ze ziet er uit als een supermodel,' zegt dan de ene man. 'Ik wou dat mijn vrouw zo dun was,' zegt dan de ander. 'Die van mij is veel te dik.' Beide mannen vreten zelf de hele dag door, want dat is mannelijk, maar vrouwtje moet aan de lijn. Ze zitten in de krankzinnige, schizofrene en hypocriete maalmolen van de uiterlijkheden, want er was geen filosofie. Leg die spiegel dan eens weg en kijk eens in de spiegel van de filosofie. Wat zie je dan ? Selectieve vermindering, het is zo bedrieglijk. 'U eerst, u eerst.' 'Na u.' Anorexia nirvana als een weg tot de gifklauwen van de cosmetische en schoonmaak industrie. Want de mens is paranoide in zijn zelfbelangrijkheid, en dus moet er een wapen zijn. Snel, snel, anders loopt een ander er mee weg. Ikke, ikke, ikke. Wapens ? Martial arts ? Snel naar de stokjes grijpen en dan erdoor gewurgd worden omdat je het niet kent ? Leer eerst de wapens kennen, en maak verschil tussen wat wapen is en wat geen wapen is. Wapens ? Nee, het gaat om de vermindering, niet slechts selectieve vermindering, anorexia nirvana, maar om het minimalisme, total minimalism. De mens moet de absolute leegte in, zonder reserves. De anorexia nirvana vrouwen van de selectieve vermindering, van 'ja, mijn man hoeft dat niet, want hij is immers man. Ik ben vrouw, dus alleen ik moet minderen' (wat overigens christelijke drogredenen zijn) heeft door haar selectief zijn, haar sjoemelen, kamelenbulten gekregen. Vaak is die kamelenbult dan weer haar eigen man, een Joe sixpack, de goeiege sul die zijn vrouw door een hel heen laat gaan om maar aan zijn tevredenheidsgevoel te voldoen (hem interesseert het allemaal niet trouwens), en die zelf maar opportunistisch en bourgondisch van haar

zwoegen voor hem geniet, een levensgenieter dus. Hij dumpt haar net zo goed weer voor een nieuwe vlam, eentje die nog dunner, witter en blonder is, van het arische ras, nog fellere make up voor een nog groter contrast, zodat haar witte superioriteit nog beter tot haar recht komt. Hij is immers man, dus dat mag allemaal. Altijd maar weer slepen dit soort types rond met dit soort mannen op sloffen. Leer die parasieten herkennen. Val hierin niet ten prooi aan het letten op uiterlijkheden, aan vooroordelen, maar leer de filosofische lijnen te ontdekken, opdat je niet in je eigen roddel industrie terecht komt. Er moet een heilige vreze over dit soort dingen zijn, want je kunt het alleen demonologisch benaderen. Je kan niet zomaar kris kras mensen een stempel gaan lopen opdrukken vanwege dit soort parasieten en dan gaan 'aapjes kijken', zoals wat vroeger veel in mijn familie gebeurde en waar ik als kind al zwaar verontwaardigd over was, dat ze dan voor de tv zitten en dan mensen gaan lopen bespotten op hun uiterlijk. Dat is het ziekelijkste en laagste waar je als mens in terecht kan komen. We bespreken hier de demonologie. Het is geen oude dametjes kransje die lopen te kwartetten over de ruggen van anderen heen, en mensen links en rechts de zak geven zonder diepgaande filosofische onderbouwing. Voor elk ijdel woord zal de mens geoordeeld worden. Het gevecht tegen dit soort beesten heeft dus vele valkuilen. Val niet zelf ten prooi aan dit soort sluwe beesten, want ze sleuren je zo met hen mee. Wat dit artikel wil laten zien is de waanzin van het leven door uiterlijkheden. Aan beide kanten van het koord kun je eraf vallen. Volg daarom de diepere Nietzscheaanse filosofie, want dat was een pad door de woeste jungle van de jaren 1800. Van alles ligt op de loer, dus pas goed op waar je loopt, want hier is het een afval race. Hier komt het diepste van de mens omhoog, en wie hier afdwaald loopt kans nazi te worden. Nietzscheaan of nazi ? Dat is de vraag. En die vraag wordt aan ieder mens gesteld. Er moet een vrije wil zijn, maar de vrije wil moet onderworpen zijn aan de hogere kennis, door oefening. Wil op zich is dus een groot probleem als het niet volkomen toegewijd is aan de hogere kennis. Vandaar de noodzaak voor de heilige gebondenheid. De filosoof Schopenhauer stelde dat de hogere intellectualiteit de bevrijding van de wil bewerkstelligde. De mens moet loskomen van de lagere wil, de wil van het ego. De mens moet zich emanciperen. In de ogen van Nietzsche is de moraal altijd verkeerd begrepen, vanwege een gebrek aan kennis. Er zijn een heleboel moraalsoldaten die moraal als een excuus hebben om niet naar school te hoeven. Nietzsche stelt dat de mens niet zomaar goed of slecht moet zijn, maar eerst tot de hogere kennis moet gaan, omdat het goede ook bedrog kan zijn. De hogere kennis heeft een beter overzicht, en dus een veel hogere moraal. Vandaar dat de moraal onderworpen moet zijn aan de hogere kennis. De mens moet niet zomaar vanuit de moraal leven. De moraal is dus onderworpen aan het hogere intellect. Omdat het christendom leeft door de moraal en de kennis heeft verworpen is de moraal corrupt geworden, als een schuilplaats van immoraliteit. De moraal mag nooit tegen de moraal van de hogere instincten ingaan die gedreven wordt door de rede, de logos. Ook in deel 2 van de Wil tot Macht stelt Nietzsche dat de opgepofte borst zichzelf tot bewijs maakt door mooie gevoelens. Dat mag nooit de drijfveer zijn. Het is gesjoemel, stelt Nietzsche. Ze gaan voorbij aan de verfijndere filosofie. Ze leven door pathos, niet door logos. Ze voelen zich zo belangrijk en hoog dat ze niets meer nodig hebben. Dit is het al. Dit is een bewijs op zich voor hen. Intellectuele zelf-discipline kennen ze niet. Nietzsche stelt dat er veel diepere, profetische oerinstincten zijn. Het gaat om de waarden van de hogere natuur, niet van zomaar een opgelegde moraal. De mens is verkocht. De moraal moet dus genaturaliseerd worden. Nietzsche had een grote taak bij het stellen van deze diagnose. Hij profeteerde de komst van het noodzakelijke nihilisme, de heraut van een nieuwe wereld en een nieuw ras, de heraut van de schepping die dus nog moest plaatsvinden en er nog nooit daadwerkelijk was geweest. Nietzsche redeneert dus vanuit een plaats voor Genesis. Genesis was nog nooit geweest. Het was iets apocalyptisch. Het moest nog komen, en zou alleen kunnen komen door de voedingsbodem van

nihilisme, een creatief nihilisme welliswaar, geen onfilosofisch, doemdenkend nihilisme. Nietzsche, niet zomaar een profeet of oordeelsprofeet, maar een profetisch filosoof, een creatieve nihilist. Hij zag het komen, en kon het niet tegenhouden. Hij stelde dat de toekomst in vele tekenen sprak, en dat de toekomst absolute noodzaak was die niemand meer kon stoppen. Het zat in de lucht, en sprak overal, en Nietzsche zag het visioen. Het kondigde zichzelf aan. Het was het evangelie van het Nietzscheaanse nihilisme, het evangelie van de eenling die in volharding en met geduld zich van alles heeft afgezonderd, altijd buiten staat en aan de zijlijn van alles, en niets doet, maar reflecteert. Nietzsche predikte de komst van de eerste perfecte nihilist in Europa, want Europa ging van decade tot decade verder en verder te gronde. Het was een rivier die zocht naar zijn einde. In zijn formulering van dit evangelie stelde hij dat er een grote tegenbeweging zou komen, die tegen deze formulering in zou gaan. Deze tegenbeweging zou het perfecte nihilisme vervangen. Toch stelde hij dat de mens eerst het perfecte nihilisme moest ervaren om de waarden van de waarden in te zien. Het evangelie wat hij zag komen, wat een filosofisch evangelie was, zou een nieuw waardenstelsel brengen, alles herwaarderen, vanuit het perfecte nihilisme. Nietzsche wist wat er met zijn filosofie zou gaan gebeuren. Hij voelde het aan. Hij zag nihilisme als een geheimzinnige vreemdeling op de deur kloppen. Het nihilisme keurt dus de huidige wereld af, ziet er geen heil in, is er pessimistisch over, en stelt dus dat er een nieuwe wereld moet komen. Het nihilisme heeft de wereld afgeschreven als een leugen. Het nihilisme was een tegenreactie tot de christelijke moraal. De vreemdeling was dus in gevecht met het christendom. Maar Nietzsche waarschuwde dat er een tegenbeweging zou komen die zich tegen het nihilisme zou keren of het nihilisme zou vervalsen, waardoor het perfecte nihilisme tijdelijk zou wegvallen. We hebben dit gezien met de komst van de nazi's en de medi-nazi's die heilig in henzelf en hun krankzinnige, onbewezen methodes geloven, als het nieuwe geloof. Nietzsche was dus ook heel pessimistisch over de nabije toekomst. De wereld ging een donker gat tegemoet, maar uiteindelijk zou het perfecte nihilisme weer terugkomen, sterker dan ooit, en zou het hogere ras komen en een nieuwe wereld. Nietzsche stelde dat er een nieuwe scepsis moest komen naar het christelijke geloof in de christelijke moraal, en dat de christelijke moraal tegen zichzelf verdeeld was en zichzelf zou vernietigen, en dat deze weg zou leiden tot het nihilisme, het afwijzen van het huidige wereldbeeld en godsbeeld. Het nihilisme rekent af met het oude evangelie en brengt een nieuw evangelie, het filosofische evangelie van de eenling. Nietzsche geeft toe dat Jezus deze boodschap al bracht, maar dat Paulus en de latere christenen het allemaal verdraaid hebben. Er moet dus ook afgerekend worden met valse Jezus beelden. Daartoe was Nietzsche gekomen. Daartoe had Nietzsche noodzakelijke inspiratie ontvangen. Het bleef maar stromen. Hij had de bron aangeraakt, en nu ging het niet meer van hem weg, en moest hij schrijven. Na de moraal-profeten komen de nihilistische filosofen, de Nietzscheaanse filosofen. Ze menen het. Ze zijn ergens onder gekomen wat ze niet van zich af kunnen schudden, de hogere noodzaak. Niet zomaar Jezus die op de deur klopt, maar een onbekende vreemdeling, het nihilisme, en ook het nihilisme zou aan de paal geslagen worden en sterven. Nietzsche voorspelde dat er een nieuwe Judas zou komen. Nietzsche stelde dat de christenen zo ver van hun eigen evangelie waren afgeweken dat ze tegen hun eigen God streden. Het nihilisme was in gevecht met deze knapen, maar ze zouden een grote broer erbij halen. Nietzsche waarschuwde en waarschuwde, maar hij was een roepende in de woestijn, en hij wist dat hij slechts de filosofie van de eenling bracht. Er was slechts natuurlijke selectie. Het zou niet de filosofie van de massa's zijn. De massa's zouden juist zijn filosofie verdraaien en voor hun karretje spannen, wat dan ook gebeurd is. Hij waarschuwde tegen het oversociale en het nationalisme, zij die altijd maar weer met de zweep klaarstaan om anderen te straffen. Het is allemaal schuilmentaliteit, stelt Nietzsche. Heel duidelijk waarschuwt Nietzsche al zeer letterlijk tegen het nationale socialisme, want dit is gekeerd tegen het perspectivisme.

Nietzsche ziet geen heil in het nationale sociale, maar in de multi-cultuur, en dan vanuit nihilistisch oogpunt. Alles moet opgetrokken worden tot hogere waarden. Nietzsche is niet tevreden met de wereld en met Europa, en al helemaal niet met Duitsland. Daarom is hij nihilist, maar hij verwachtte de vuistslag op zijn gezicht. Maar het nihilisme zou niet buigen voor de kortzichtigheid. Het nihilisme zou de kortzichtigheid niet tolereren, maar in het gevecht tijdelijk ten onder gaan, sterven op het slagveld. In de apocalypse van Nietzsche klopte het nihilisme op de deur, ijskoud nihilisme, zonder compromis. De oude wereld moest weg. En het nihilisme zou ten onder gaan in dit gevecht. Nietzsche zag de jaren 1900 komen. Nihilisme is al heel oud, en kwam al voor in het OT : 'alles is ijdelheid.' Alleen de eenling kan het nihilisme bereiken, want alleen de eenling kan loskomen van de drijfveer van de massa's. De eenling heeft zijn geloof in de massa's verloren. Dat is wat het nihilisme is. Ook heeft hij zijn wil om de massa te dienen verloren. Het nihilisme betekent alles achter te laten. Het betekent het verliezen van religie en het winnen van filosofie. De wereld is slechts iets psychologisch, een behoefte, een overlevingsdrang, maar geen daadwerkelijke waarheid. De mens heeft gewoon voorzieningen getroffen. Het nihilisme neemt er geen genoegen mee, en zoekt naar de daadwerkelijke waarheid. Het nihilisme wil niet in slechts verbeelding leven, maar wil bouwen, uitvinden. Nihilisme is een Nietzscheaans dualistisch ideaal, deels destructief en deels ironisch. Niet meer gaat het om dat wat bestaat, maar om dat wat niet bestaat, de schaduwwereld, de subtiliteiten. Zodra iets waar wordt is het niet meer waar, stelt het nihilisme. Zodra iets waarheid wordt is het niet meer echt. Alles is overgemoraliseerd, overgewaardeerd, en de mens is er moe van geworden. Daarom is nihilisme onontkoombaar. Het geluk van de grootste meerderheid begint zichzelf aan te vreten. Het mens zijn is zwaar overdreven, stelt Nietzsche. Nietzsche stelde dat Napoleon het medicijn was, omdat Napoleon de samenleving, de massa's, als zijn vijand zag. Nietzsche bedoelde dat in archetypische zin, want letterlijk gezien was Napoleon zwaar corrupt. Maar in het abstracte idee van Napoleon ziet Nietzsche heil als medicijn tegen het kudde instinct. Het is namelijk het enige instinct wat de massa's kennen. De massa's zijn verslaafd aan romantiek, d.w.z. een overdosis aan romantische verhalen en literatuur en een groot gebrek aan filosofie. Het gebrek aan discipline in de moderne geest maakt zichzelf op met allerlei morele mode. Hoofdstuk 36. Napoleon en de eeuwige obscuriteit De lagere mens van het ego spreekt en denkt altijd in termen van uiterlijke schoonheid. Dat is zijn streven. Altijd moet hij uiterlijke schoonheid om zich heen hebben, zijn gedachten ermee vullen, want hij heeft namelijk smetvrees. Hij wil de woeste, brute natuur niet, en daarom heeft hij ook zijn oog voor ware schoonheid verloren. Hij gebruikt zijn verslaafdheid aan aardse schoonheid als een schuilplaats tegen zijn smetvolle hart. Elke keer dat hij redeloos denkt en spreekt over lagere aardse schoonheid, stadse schoonheid, dan verlaagt hij hiermee zijn intelligentie peil, dan vreet het aan zijn intellect. Het druppelt. Het is een tikkende tijdbom. Dan moet je opgroeien met aardse idioten om je heen die het altijd hebben over uiterlijkheden, terwijl je snakt naar wat diepte. Het zoeken en dienen van de aardse afgoden leidt altijd weer tot de grootste vernedering.

Napoleon beschouwde de massa's als zijn vijand. Alhoewel corrupt zag Nietzsche in hem een hoger, abstract medicijn. Nietzsche was de Napoleon van de filosofie, een nihilistisch strateeg in oorlog met de massabeelden. De hogere man is Napoleonitisch, die boven de kuddes staat, ver van hen verwijderd, maar Nietzsche zag de letterlijke Napoleon als een gevallen man, dus hij gebruikte alleen het archetype Napoleon, de kunstvorm Napoleon. De mens was in de ogen van Nietzsche maar fragiel, en het politieke gebied was te gevaarlijk. Er was een andere, diepere weg. Nietzsche zag het Napoleonitische als een herberg voor de vermoeide reiziger, maar Napoleon zelf was niet iets waar hij teveel bij stil wilde staan. Maar Napoleon als archetype voor de eenling zag hij als de staat van uitzondering. In dat opzicht is Napoleon het rolmodel voor de Nietzscheaan, maar niet in letterlijke zin. Hij was in die zin geinteresseerd in de psychologie achter het Napoleon personage in de diepere zin van het woord. Hij voelde dat er ergens een sleutel zat in het Napoleon-enigma, iets wat hij niet wilde missen, en zonder welk zijn gehele filosofie zou instorten. Hij moest en zou zijn eigen Napoleon worden op dit strijdveld van de filosofie. Het was Nietzsche tegen de massabeelden. Napoleon was de sleutel tot dit museum van de massa-beelden, en tegelijkertijd de moker om deze beelden tegen de vlakte te slaan. Er zou een nieuwe beeldenstorm moeten komen. Napoleon was in zijn ogen de meest afgezonderde mens en eenling, maar het probleem lag erin dat Napoleon een mengsel was van het onmenselijke en het bovenmenselijke, en dat hij vlees was geworden in die hoedanigheid. Nietzsche moest het Napoleonitische archetype weer rechtzetten. Toch noemt Nietzsche Napoleon ook de incarnatie van het nobele ideaal, maar dat moet men begrijpen. Hij danst om Napoleon heen om er betekenis in te vinden. Niemand komt wat dat aangaat langs Napoleon heen, niemand. Maar Napoleon was een gevallen, vleesgeworden man, zoals Jezus. Het Woord was vlees geworden, en had zich zo verlaagd, corrupt gemaakt. Napoleon kon hij in die zin niet bewonderen, maar Napoleon was nog steeds het model voor het hogere ras wat afrekende met de Judeo-christelijke democratische kudde mentaliteit. De nazi's van het Duitse rijk vervleselijkten dit Woord nog meer door letterlijk dan maar de Joden te gaan vervolgen in plaats van recht te snijden met het Woord. Duitsland : het Woord was niet alleen vlees geworden, zoals in Frankrijk, maar had ook vlees gemaakt. Het Woord ging van vlees tot vlees, tot de laagste vormen van vervleselijkingen, en Nietzsche walgde ervan. Het kwam hem zijn neusgaten uit. Hij wilde zoals Napoleon iets van de massa's maken, en niet zomaar alles wegwerpen. Hij wilde het Judeo-christelijke tijdperk tot sieraad strekken. Zijn nihilisme had zwaar Salomoïsch en Jezusiaans fundament, maar daarop was een Napoleon nodig, Napoleon, de barbaar. Hij zou dit keer recht snijden, en het Woord niet tot vlees laten worden. Hij zou zelf Napoleon zijn voor de filosofen, en het beter doen dan zijn vleselijke, gevallen voorganger. In die zin was hij geobsedeerd met Napoleon. Er moest flink, veel en hard gepoetst worden. Het moest de sop in. Het moest de natuur rivier ingeworpen worden, in een biezen mandje. Het moest dieper Egyptologisch fundament krijgen, in de schaduw van het maanlicht. De eenlingen zouden gaan tot de hogere idealen, en Napoleonitisch afrekenen met de massa beelden, maar hierin recht snijden, en niet zelf tot zulke massa beelden worden. Er waren vele valkuilen op het pad van de filosofische anarchie. Genesis moest nog komen. Nietzsche, de voortijdse Napoleonitische barbaar, op zoek naar de verloren schaduwen. Hij zou niet vlees worden zoals zijn voorganger. Er zou een nieuwe mens moeten worden. Er was nog geen mens gekomen. De schepping had nog niet plaatsgevonden, slechts parasitaire pretentie. Het waren slechts ijlende barensweeen. De schepping was komende, maar eerst was alles in een diep zwart gat van error gevallen. Er was nog niks, en niemand zou het dan ook moeten grijpen, want het was niets. Alles was woest, ledig en duister. Nietzsche sprak over het komende filosofische Genesis. Maar de ingebeelde waanmens

wilde het schone hebben, ook al moest men daarvoor valse schoonheid grijpen. Deze ingebeelde waanmens kon niet leven zonder schoonheid, kon niet wachten. Deze geprojecteerde mens van het lagere ego had smetvrees. Liesje mag niet vies worden. Liesje moet knalfelle nagellak op, en met gifspuit bewapend zijn tegen de natuur, het komende Genesis. Liesje moet apathisch geeuwen en kuchen, want een barbaar, nee, dat mocht niet gebeuren. Netgekamde man met stropdasje en auto was haar prins. Zouden ze beiden de schepping tegen kunnen houden ? Alles keurig netjes en Liesje is tevreden. Dan hoeft ze niet na te denken. Nadenken doet pijn. Pijn moet koste wat het koste ontweken worden. Het is feest. Liesje is jarig. Netgekamde man met stropdasje komt ook, met zijn nette auto, en neemt veel cadeautjes voor Liesje mee : barbies, en veel schoonmaakproducten, want Liesje mag niet vies worden. Liesje kijkt neer op andere rassen, vooral de natuurrassen. Oh help, daar ligt een haartje of stofje op de grond. Liesje schreeuwt moord en brand, maar daar komt haar dappere prins met de gifspuit al. 'Liesje, goed je knalfelle nagellak ophebben, hè, altijd. Het is knalgiftig, dus een goede hulp in huis.' Haar prins, haar giftige nagellak. Lange nagels, lekker lang laten groeien, en dan het rode erop. Dan komt haar superieure witheid extra tot haar recht. Liesje mag dan dun en zwak zijn, broos als porcelein, maar dat is de schoonheid van de vrouw, anorexia nirvana. Alleen daarom is zij prinses, want alles gaat om de uiterlijke schoonheden. Zij is genetisch gezegend, van het arische ras, het superieure ras. Alles is door de geboorte bepaald. Ze is in een goed gezin terechtgekomen. Alles om het uiterlijk, vanwege smetvrees. Dat is hun Jezus. Het is hun Hitler. Nietzsche stelde : Terug tot het Napoleonitische, maar laat het niet vlees worden. Dan is alles verloren. De samenleving werd door Napoleon beschouwd als zijn natuurlijke vijand. Het militarisme was het medicijn, maar dan niet het vleesgeworden militarisme, maar het filosofische militarisme, oftewel de demonologie, iets wat Nietzsche in hart en nieren was. De demonologie buigt niet voor de massa's. De demonologie is nihilistisch en zou zich niet laten verleiden vlees te worden, maar stierf eerder om haarzelf te vereeuwigen. Het was de opmars van de schaduwwereld. Alleen de eenling zou overleven, tot de schepping komen. Dit was een schaduwschepping, geen vleeswording. Het was een nieuw zintuig, een zintuig van het subtilisme. Nietzsche wilde de woestijn rondom Napoleon begrijpen, doorvorsen. Hij zag geen andere weg. Napoleon stond recht voor hem, en het raadsel moest opgelost worden. Napoleon was het enigma van de eenling. Het was te groot, te diep, om zomaar te ontwijken, om zo maar weg te werpen alsof het niets was. Er was iets, maar het had nooit vlees mogen worden. Nietzsche zou het dit keer goed doen. Napoleon was te belangrijk voor het hogere ras, maar Napoleon moest vallen. Het zegel moest verbroken worden voor de Nietzscheaanse filosofische apocalypse. Napoleon was zowel de Jezus als de Judas in het evangelie van Nietzsche. Napoleon minachtte de massa's, hoe ze werden gedreven door ziekelijke overbelangrijkheid van hun eigen kleine waanbeelden. Napoleon stelde dat de echte waarheid nog niet eens half zo belangrijk is dan wat ze denken dat hun eigen waarheden zijn. Het ziekelijke belangrijk doen was iets van kleinzieligen, kortzichtigen, maar Nietzsche stelde dat Napoleon uiteindelijk streed tegen zijn eigen hoge idealen en daardoor viel. Hij viel uit zijn eigen filosofische hemel. Napoleon was een privé persoon, private investigations, die leefde met verbale vermommingen om zijn privé terrein te bewaken, en hij raadde dit ook anderen aan die naast hem stonden. Hij zag de massa's als roofdieren die misleid moesten worden in die zin, afgeleid. Hij wilde zijn gedachten niet blootleggen. Hij verschool ze achter andere begrippen. Hij gebruikte pretentie, bedrog, misrepresentatie en zelfs hypocrisy en opschepping om zichzelf te versluieren. De massa's waren hem niet waard. Zij waren zijn natuurlijke vijand. Napoleon dacht strategisch en gaf niet toe aan de nieuwsgierigheid van de massa's. Het was een soort escapisme wat hij bedreef, en Nietzsche nam dit over, want het schepte afstand. Dat hierdoor veel misverstand zou komen moest dan maar, want de massa's moesten en zouden beelden maken, maar Nietzsche zou niet voor ze buigen. Mensen

spraken toch wel, of je nu iets zei of niets zei. Ze verdraaiden het zoals zij het wilden. Daarom waren de massa's de grote vijand, en die moesten bedrogen worden. Nietzsche predikte voor de eenling, niet de massa's. Dat had hij van Napoleon geleerd. Het kwam van Plato's 'nobele leugen'. Het was een noodzakelijk filosofisch principe om niet je schuilplaats aan de massa's te verraden. Het was een absolute noodzaak in het ontsnappings proces uit de giftige klauwen en kerkers van de massa. De massa was een totaal uit de hand gelopen, hysterisch, blind monster wat eenlingen zocht om hen te verslinden en in hem op te nemen, te assimileren. Er mocht geen medelijden met dit monster zijn, stelde Nietzsche, want dan zou de eenling eraan gaan. Dit monster was puur diabolisch, en je zou alleen maar jezelf bespotten en vernietigen door het ook maar een greintje medelijden te geven, want dit beest had geen greintje medelijden met jou, en zocht je te vernietigen. Het was een gevecht op leven en dood. Napoleon stelde dat wat voor de eenlingen het tijdperk van de illusies is voor de massa's het tijdperk van geluk is. Geluk stond boven kennis, boven de logos, bij de massa's, door het kudde instinct, stelde Nietzsche, en dat was tegelijkertijd het probleem. Het was zo'n vervalste en diep gevallen moraal dat Nietzsche noodzakelijkerwijs moest stellen dat de immorelen moesten komen. Dat zou de enige sleutel zijn, en dit ging hand in hand met het nihilisme. Er moest een nieuw immoralisme komen als een Napoleonistische beeldenstorm, en dit moest leiden tot de hogere rede, de logos. Napoleon wist wanneer hij zich moest terugtrekken. Hij stelde dat de vijand nooit verstoord moest worden wanneer het bezig was een grote fout te begaan. Hij wist wanneer hij niets moest doen en niets moest zeggen. Hij stelde dat de ware rijkdom niet ging om bezit, maar om het juiste gebruik maken van bezit. Ook stelde hij dat de mens niet teveel met maar één speciale vijand moest vechten, want dan zou hij zijn eigen oorlogskunst teveel verraden. Napoleon wist dat het er om ging de massa's te slim af te zijn. Voor Napoleon was het volharden in vermoeidheid belangrijker dan moed. Moed is vaak overmoed. Er zijn andere paden die de eenling moet nemen. Hij stelde dat een mens nooit meer moest doen dan nodig was, en dat het geestelijke het in de lange term zou winnen van het grijpen naar de wapens. Napoleon riep daarom op tot geduld, boven het gebruiken van moed. Moed was zwaar overdreven door het kudde instinct. Hun moed had hen in de problemen gebracht, want het was overmoed. Ze wilden zich niet vermoeien met de diepere filosofie. Ze gooiden hup hun parels voor de zwijnen, kwakten het zo allemaal onbeschaamd op tafel. Een dwaas is altijd tevreden met zichzelf, stelde Napoleon, niet door enige kennis verhinderd. Zij met kennis zijn nooit tevreden met henzelf. Alleen volharding zou naar de uiteindelijke overwinning leiden. De massa's waren zwak in de ogen van Napoleon. Ze bogen te snel voor elkaar, en voor allerlei lagere driften. Ze hadden geen discipline. Nietzsche stelde dat ze rustig door konden gaan met hun kerkje spelen en het volgen van het democratische kudde instinct, want uiteindelijk zouden ze inzien dat ze het Nietzschistische nihilisme nodig zouden hebben, en dan zou alle knie buigen en elke tong belijden, omdat het kudde instinct zichzelf en anderen zou verzwakken en aanvallen. Het was allemaal slechts zelfvernietiging, en dit zou uiteindelijk Nietzsche's voordeel zijn. Napoleon had geleerd hem niet te laten ingrijpen wanneer zijn vijand een fout maakte. Op het strijdveld is niemand boven de ander. Napoleon wist dat als hij heengaan, dan zou alles weer verder stromen als een rivier, en de massa's zouden weer onverstoorbaar verder gaan, maar uiteindelijk zou het weer afnemen, want glorie was maar tijdelijk, en alleen obscuriteit was eeuwig. Een ware soldaat zou er lang en hard voor vechten. Napoleon stelde dat religie het snoep was voor gewone mensen om hen rustig te houden. Het was de narcose voor de kudde wanneer Napoleon ging opereren. Hij wist dat religies door de massa's zelf waren gemaakt. Hij wist dat verbeelding de wereld regeerde. Hij wilde de massa's niet meer gehoorzamen. Hij wist dat er maar een hele dunne lijn lag tussen het geniale en de krankzinnigheid. Hij haatte de medische industrie, en zwoor bij het natuur medicijn : water, lucht, en hygiene. Hij stelde dat dokters in het hiernamaals verantwoordelijk zouden staan voor meer verlies van levens

dan generalen. Hij wantrouwde al hun vreemde medicijnen waarmee ze massa moorden pleegden op het volk. Als er enige constitutie was dan moest het kort en obscuur zijn. De medische wereld was een pseudo-wetenschap die het volk had misleid, die de mens had losgetrokken van de natuur en gevangen had gezet. Nietzsche stelde dat Napoleon een hele creatieve man was die niets zomaar wegschopte, maar van alles speelgoed maakte : van ideeën, mensen, religies en regeringen. Het was allemaal bruikbaar voor Napoleon, zonder dat hij viel voor de illusies van democratie. Napoleon was enorm eigengereid en liet zich niet betuttelen door het kudde instinct. In dat opzicht was Napoleon uniek, een echte eenling, stelde Nietzsche. Er zat in Napoleon te potentie van het hogere ras, stelt Nietzsche, de brute, superieure kunstenaar die niets heel liet van kortzichtigheid, maar er wel mee werkte. Maar Napoleon danste op een gevaarlijk koord. En er waren veel roofdieren rondom hem. Hij zag dat Napoleon nog steeds een ziel had, en dat Napoleon als de ziel van de aarde was. Hij was niet te vergelijken met anderen. Hij was ongrijpbaar, paste niet in hokjes en vakjes thuis. Als mensen dachten dat ze hem hadden was hij alweer ergens anders, en was hij weer wat anders, en hij wist precies wanneer hij weer moest veranderen. Soms was hij dit, soms was hij dat. Hij was in gevecht met de massa's. Hij zag mensen niet als mensen, maar als instrumenten om te bouwen aan een betere wereld, een multi-religieuze en multi-culturele wereld waarin de mens alles voor allen wordt, wat ook het mandaat van Paulus was. Ik had een droom waarin ik een ontmoeting had met Napoleon, en hij toonde mij een zwarte driehoek. Dit waren drie principes : nihilisme, obscuriteit en pre-existentialisme. Het preexistentialisme stelt dat de schepping nog niet geweest is, en dat de mens nu in een voorbestaan is, en dat dit wel moet, voordat de daadwerkelijke schepping kan komen. De mens is nu nog op een plaats die woest, donker en ledig is, in een tussenstaat dus. De daadwerkelijke mens is nog nooit geschapen. Het hogere ras moet nog komen. Hoofdstuk 37. Het wachten op het napoleonitische visioen Het grote wachten op het visioen, en dan zie je eerst de onschepping, dat wat helemaal geen schepping is. De moderne vrouw van de jaren 1900 projecteert alles op de man. Zowel Napoleon als Nietzsche hadden geen hoge pet op van de westerse, moderne vrouw van de jaren 1700 en 1800. Zij zagen het grote verval al, wat al bij het christendom was begonnen, want daar projecteerde de christelijke vrouw ook al alles op de man. Van mooidoenerij was toen nog geen sprake, want daar had Paulus een hekel aan, maar met de komst van het Evangelische christendom kwam dit opzetten. Het was een valse leegte, genaamd anorexia nirvana, omdat het geprojecteerd werd op de man. De pop ups hiervan waren de scherpe, lange knalrode, knalgele, knalblauwe of knalpaarse gifnagels om anorexia nirvana te bewaken. Het was de selectieve vermindering van 'ik hoef het niet, maar mijn man', 'niet ik, maar hij', wat altijd weer een christelijke basis heeft, en omdat het in de kern verrot

was gaf het later dit soort pop ups, want het was een industrie van buitenaardse beademings apparatuur, te leven onder een bepaalde parasiet. Dan krijg je die arische dunne clownslippen op je, en dan krijg je de gifbijt, en dan injecteren ze hun nageslacht in je die zich dan in je vlees nestelen en hierop feestvieren. Daarom was het anorexia nirvana schoonheids-ideaal niet voor de man, want die mocht rustig alles eten en alles nemen, opdat het nageslacht zich hieraan kon voeden. De man kreeg dus ook de echte vlees-pop ups zoals sixpacks en biceps, wat ook goed in dit systeem paste, maar de man moest het meer hebben van het stropdasje, het dure autootje, de dure pakken, om te laten zien dat hij rijk was, zodat een overmatige stroom aan vlees gegarandeerd was, waar dat dan ook vandaan zou komen. In ieder geval was de man er niet voor de mooiheid, dus die hoefde zich niet aan allerlei disciplines te houden waar de vrouw wel aan moest voldoen. De man moest gewoon vlees bieden of gewoon rijk zijn, wat nog wel beter was. Machtige mannen, daar ging het om, de mannen die de knopjes in de handen hadden. Napoleon noemde de westerse vrouw een gevaarlijke machine. Er waren natuurlimieten doorbroken, en valse samenlevingslimieten gesteld. Die wilde Napoleon doorbreken om de natuurlimieten weer te herstellen. Voor Nietzsche was Napoleon de man van 'terug naar de natuur'. Napoleon stelde dat de mens was ontwricht door een zee van valse romantische literatuur. De mens was hierdoor bedorven geworden, verstrikt geraakt. Huwelijken werden vaak gesloten uit gemak, de nabijheid, en uiterlijkheden, gebaseerd op flutromannetjes, en zo was er geen ware hartsverbinding. De mens leefde door zijn uitpuilende ogen, stelde Napoleon en niet door zijn hart, en daarom was de mens misleid. De mens werd gedreven door hormonale ongelukken, stelde Napoleon. Het was een tijdelijke, vergankelijke basis die zomaar weer weg kon drijven en om daar dan een huwelijk op te bouwen vond Napoleon belachelijk en gevaarlijk. Het moederschap moest daarom hersteld worden. Nu is het ook zo dat er in de jaren 1700 en 1800 hele andere definities waren voor woorden zoals mooi, sterk en zwak. In de jaren 1900 kwam er een heel ander woordenboek met andere betekenissen voor deze woorden. De rassennazi's of genennazi's molden de gehele filosofie omtrend deze dingen, en die gaven geboorte aan de medi-nazi's en de beauty nazi's met hun bizarre pop ups met de schoonmaak-industrie en cosmetische industrie aan hun zijde. Het was een complot tegen de natuur-mensheid. Napoleon stelde al dat dwazen worden misleid door hun ogen, maar dat de mens zich door zijn hart moest leiden, en door het moederschap, en dan zou de eeuwige obscuriteit de hartbewaking zijn, want er zouden zwaar duistere tijden komen. Zowel Napoleon als Nietzsche keken recht in het ravijn wat zou komen : de jaren 1900 en de jaren 2000. Het zou een ware plaag worden. Het duveltje zou uit het doosje komen. De voortekenen waren er al in de tijd van Nietzsche en Napoleon. En dan moet men wachten op het visioen, en dit visioen zuigt een mens eerst helemaal leeg, en dan ziet de mens eerst de onschepping, de vrouwen die alles op de man projecteren tot het punt van anorexia nirvana, oftewel de selectieve vermindering van 'ik niet, maar hij wel'. Wie is dan die 'hij' ? Dat is de pop up industrie, de reclame voor het product 'anorexia nirvana', oftewel de helrode scherpe en lange gifnagels om gaten in de mens te boren opdat het witte zwaar chemische giftige schoonmaakproduct uitgegoten kan worden. Deze vrouw giet haarzelf telkens weer uit, kotst haarzelf telkens uit op de man waarop zij alles projecteerd. In diepte zijn dat geen uiterlijkheden, maar codes voor duivelse machines. Dat kun je niet zomaar kris kras op mensen om je heen gaan schuiven, omdat het van generatie tot generatie wordt doorgegeven. Een vrouw wordt al vermoord en opgezet in de moederschoot tegenwoordig. Het zijn geen uiterlijkheden. Het gaat om het ontwaken tot het zien van deze codes in de filosofische context. Het uiterlijk heeft niks met schoonheid te maken. Het bedriegt. Het leidt de mens van de oorlog af. Het gaat om de schaduwwereld, het obscure. Je mag profetisch en filosofisch met je uiterlijk omgaan, maar overdrijf het niet. Blijf in de schaduwwereld, blijf obscuur, en zoek de glorie van de lagere aardse gewesten niet. Volg de lagere mode niet, maar kom tot de hogere mode. Napoleon en Nietzsche

waren misselijk van de parasieten die op aarde een invasie aan het houden waren. Ze konden het ruiken. Ze konden het overal zien. De man – die hoefde niets qua schoonheid. Die projecteerde dat allemaal op de vrouw. De man moest er namelijk op uit. Die moest voor het gezin zorgen, dus die moest werken in weer en wind, dus die kon zijn kapsel ook niet in bedwang houden. Daar had hij geen tijd voor. Dat zou allemaal ijdelheid wezen. Dat was dus voor de vrouw. Die had daar alle tijd voor. Die kon in haar huisje blijven, om wat licht huishoudelijk werk te doen, opdat de man zou eten. Zij mocht niet eten. De man moest eten, want de man moest het zware werk verrichten. De man was er niet voor de schoonheid. Dat hoorde niet bij een man, dat paste niet bij een man. Het ware sieraad van de man was zijn lijden, zijn zwoegen, zijn vermoeidheid, het zwak terugkomen aan het einde van de dag, want dat was een teken dat hij gewerkt had. De vermoeidheid was veel belangrijker dan de moed. De vermoeidheid maakte de man tot een echte man. Het was zijn beloning, en zo had hij zijn vrouw, zo kon hij slapen, en dromen om inspiratie op te doen. Het soort schoonheid waar de vrouw omdraaide, dat was niet voor de man. De man projecteerde dus ook alles op de vrouw. Er mist in dit verhaal nog een schakel : de filosofie, want dan worden alle dingen ineens anders, en wordt het van een hele kant bekeken. De man moest juist thuiskomen met veel vuil. Als de man helemaal schoon thuis zou komen, dan zou de vrouw denken : die heeft niet gewerkt, die heeft niks lopen doen. Schoonheid was dus niet voor de man. Vuilheid was niet voor de vrouw, want dan zou de man denken : 'ze heeft het huis niet schoongemaakt. Waar doe ik het allemaal voor.' Zo was er deze taakverdeling : de vrouw moest schoon zijn, en de man moest vuil zijn, want dat waren de tekenen dat ze beiden gewerkt hadden. Als de man schoon thuis zou komen, dan had de vrouw helemaal niets meer te doen. De vrouw wilde voor de man zorgen, zijn wonden verbinden, hem rust geven, en te eten. Dan kon ze hem een heel klein beetje van haar schoonheid geven. Dat deed zij allemaal. Zij zorgde voor een bad. Dat was allemaal van haar. Dat was haar werk. De man mocht niet schoon thuiskomen, want dan was hij geen man meer, maar een vrouw. Dan zou hij ontmannelijkt zijn. Hij zou dan dus vervrouwelijkt zijn, en dat werd niet toegestaan in deze apartheid. Het was dus een soort rassenonderscheid. De vrouw was er voor het aanrecht, voor de mooiheid, de schoonheid, alles keurig netjes in orde, zodat de man in een keurig opgeruimd huis zou komen na een lange dag van werk, zodat hij niet zou denken dat hij direct weer moest werken als hij zou thuiskomen en zoveel rommel en vuil zag liggen. Nee, de vrouw moest keurig, netjes en schoon zijn, om de man zijn welverdiende rust te bieden. Een ijdele man paste niet bij het man zijn. De man moest van de taak van de vrouw afblijven. Telkens weer moest de vrouw eraan herinnerd worden dat ze schoon moest zijn voor de man, want anders zou hij te overbelast worden, en zou hij zelfs als hij was thuisgekomen na een lange dag vol met hard werk nog door moeten werken. Hoe schoner, hoe beter dus. Telkens weer moest de man eraan herinnerd worden niet schoon te zijn, maar vuil, vermoeid en lijdend, in de zin dat hij niet met lege handen thuis zou komen. Hij moest het gezin immers onderhouden, en niet de hele dag in een hoekje staan en dan schoon thuis komen en zeggen : daar ben ik weer. Als de vrouw geen lijden in de ogen van de man zag, dan was ze teleurgesteld, want dan had hij niks, en dan zou zij ook niets voor hem kunnen betekenen. De vrouw wilde verzorgen, hem een goede nachtrust bieden, opdat hij de dag erna weer zou kunnen werken. Als de man te vrolijk thuis zou komen, dan zou dat geen goed teken zijn. De vrouw moest dus vol met energie zijn om haar vermoeide man te kunnen opvangen, als een herberg voor de man, een rustplaats. Een beetje vrolijkheid in de vrouw kon geen kwaad, maar in de man kon het dodelijk zijn. Het kon een teken zijn dat hij geen werker was. Als hij nooit verwond thuis zou komen, dan had de vrouw het gevoel dat ze niet meer nodig was, en waar deed ze het dan allemaal nog voor ? Dan zou ze ernstig aan haarzelf gaan twijfelen. Hoe schoon ze dus ook op zichzelf was, ze kon dat bij een man niet waarderen. Als hij te vrolijk

thuiskwam raakte ze in paniek. Dat vond ze verdacht. 'Zeg, heb jij wel gewerkt ?' 'Jawel hoor.' 'Nou, het lijkt er anders niet veel op. Je bent veel te vrolijk.' Schoonheid en vrolijkheid was voor de vrouw, zodat ze de man op kon peppen, op kon laden. De man moest helemaal afgepeigerd thuiskomen. Dan was de vrouw tevreden, want er was gewerkt. Ze wilde lijden in zijn ogen zien, soberheid, geen verdachte, luie vrolijkheid, wat trouwens ook kon betekenen dat hij pleziertjes buiten de deur had gehad, buiten haar om. Daar moest ze niet aan denken. Ze wilde de man iets te bieden hebben, en dat kon niet als hij alles al had. Beiden projecteerden ze op elkaar. De vrouw was een eigenaardig wezen, te zwak voor het echte werk, maar een schoonmaak middel voor na het werk. Dan kon de man de dag erna er weer tegenaan. De vrouw wilde dus bloed zien als haar man thuis was gekomen. Dat bloed kon ze dan op haar scherpe nagels doen als een teken dat hij gewerkt had en dat het huis weer was voorzien. De vrouw was te zwak voor het lijden. Dat was haar schoonheid. Er is een verschil tussen vuil en het schoonmaakmiddel, tussen man en vrouw. De rode nagellak was het verbondsteken. De mannen hoefden het maar op een vrouw te zien en ze waren ineens verliefd. Dat maakte de vrouw wel tien keer mooier. Het kondigde dit verbond aan, en dan die rode lippen, dat was wel helemaal romantisch, de vrouw die zich te goed had gedaan aan het bloed van de man. Als hij dan eens een keer schoon en onverwond thuiskwam, dan kon ze zijn bloed toch wel nemen door de gifbeet, door de gifkus van de vampier. Zo hielden deze parasieten elkaar in stand. Apathisch wit moest de vrouw zijn, want wit is de kleur van de schoonheid, het witte gif. Het was het teken van superioriteit van het arische ras. Zo begint het visioen over de onschepping. De schepping is dan nog niet gekomen. De man en de vrouw zijn nog niet geschapen. Dat wat ze man en vrouw noemen zijn slechts parasieten. Hoofdstuk 38. Napoleon en de nachtmerrie van de feutus en het herstel van het moederschap De man : het sterke, het werk De vrouw : het zwakke, het schoonmaakmiddel Zo was die verhouding nu eenmaal in de onschepping. De schepping was nog niet geweest. Het waren roerselen en geijl in het duistere, woeste en ledige, als barensweeën. Er was nog niks. Het is slechts oerpretentie. Gegil en geschreeuw hier en daar. Maar het is niets. De mens bestaat nog niet, zowel de man niet als de vrouw niet. De schepping is nog niet gekomen. Het is de nachtmerrie van de feutus van het hogere ras. Eerst moeten de filosofische genen geopenbaard worden van het hogere ras.

De man : het vuile, het werk De vrouw : het schone, na het werk, het schoonmaakmiddel Het is een industrie. Het is een schoonmaakmiddel reclame. Daarom stelde Napoleon dat de romantiek moest sterven want die had de mens bedrogen. Het moederschap moest hersteld worden. De mens was verleugend. Alleen dan zou het hogere filosofische ras kunnen komen en zou de mens geschapen kunnen worden. Alleen door het hogere moederschap zou er een hoger zoonschap kunnen komen, en daarvoor moest er teruggegaan worden tot de natuur. Daaraan moest de feutus herinnerd worden. De feutus moest zich bewust worden van de filosofische genen en van dat het zich in wezen in de natuur bevond, en dat dit slechts een natuurverschijnsel was voorafgaand aan de schepping, als een ontlading, als onweer. De feutus moest leren te openen voor de schaduwwereld, de subtiele obscuriteit, wat als een code lag verstrengeld in deze voorscheppingse verschijnselen. De schepping zou plaatsvinden in dit labyrint als het oplossen van een puzzel, het langs dingen heen leven om er niet in opgesloten te raken. Deze obscure gewoonte moest aangeleerd worden totdat het bloed was geworden, een genetisch filosofisch patroon. Zonder dit zou er geen daadwerkelijke schepping mogelijk zijn. En deze obscuriteit moest beveiligd worden door het nihilisme. Dat was het instinctieve alarm van het hogere ras wat zou komen. Maar hier ging het telkens fout, want er begonnen zich lagere weerspiegelingen af te scheiden die nog wel lager gingen. Vandaar dat de feutus tot de schaduwwereld moest gaan, een andere manier van beleven, want die nachtmerrie had zich nu eenmaal rondom de feutus verzameld. Vrouwen met lange giftige nagels, die klaar stonden om de feutus te aborteren. Het waren als injectie naalden en scalpels. De feutus moest zich niet laten misleiden dat dit de schepping al was, maar moest zich bewustworden van de preexistentialistische baarmoeder waar het zich nog in bevond. Het was een donkere baarmoeder van de natuur. Er waren zoveel vreemde wetten dat de feutus gewoon gewurgd werd, en zoals Napoleon al stelde dat er zoveel wetten waren dat niemand aan het hangen zou ontkomen. Eerst ging de feutus door een stervensfase heen, een wurgfase. Overal om de feutus heen waren pop ups die de feutus wilden misleiden, verleiden. Ze gingen hiervoor tot het uiterste. De feutus was niet zomaar een persoon, maar een plan, een stelsel filosofische genen waartoe het moest ontwaken. De pop ups waren massa's van hetzelfde die allemaal dezelfde richting ingingen, één ding volgende. Telkens weer boden die massa's een product aan, een installatie, waarvoor er eerst een schoonmaak moest komen, opdat de feutus er klaar voor zou zijn, steriel zou zijn gemaakt, ontsmet. Eerst moest de schoonmaak komen, als een arische vrouw met gifnagels, giflippen en giftanden, en dan kon in de gezuiverde wond de installatie komen van de beademingsapparatuur, en dan zou de feutus leven hebben. Maar wat voor leven ? Wie of wat boodt dit aan ? Wat was het ? Vrouwen die zo wit, lang en dun waren dat de feutus er duizelig van werd, want ze vloeiden in elkaar over, en ze reden op haaien. De feutus voelde zichzelf als haaienvoer. En het zag mannen met witte gewaden met witte kappen op die op een punt uitliepen als rechtopstaande puntmutsen. Daar bovenop was de rode vonk, de felle vonk, troep wat de vrouwen op hun nagels smeerden, op hun lippen, en wat ze in de gaten van hun kiezen deden. Mannen kregen die pop ups ook : pectorals, biceps, sixpack, of stropdasje, vullingen, wortelkanaalbehandelingen, enzovoorts, wat extra bonussen waren in het systeem. Elke pop up, elke bonus, had zijn eigen eigenaardigheid, zijn eigen magie, en kon weer hitpoints veroorzaken bij de ander. Vrouwen kregen daar ook nog eens de naaldhakken bij. Zo kon men een geheel magisch dek bouwen, een unieke inventaris. Elke power had zijn eigen kwaliteiten en score. En zo kon men verder bouwen, maar het was een parasitaire onschepping. De schepping was er nog niet geweest. Deze parasieten moesten geruimd worden. Het was allemaal boterham met jam, schoenenkaas en schoenenworst. De gratis big mac bij twee pakken foenix schoonmaakproducten. Gaten slaan in de natuur, zo planten die parasieten zich voort. Dan staan ze met hun telefoontjes daar om er plaatjes van te maken, en dit naar elkaar te verzenden voor likes in deze post-apocalyptische dystopie (het tegenovergestelde van utopie). Post-apocalyptisch ? Nee, de schepping is nog niet eens geweest.

Het is een dystopische onschepping, de nachtmerrie van de feutus. Alles is nog chaos. De schepping is er nog niet geweest. Alles is nog donker, woest en ledig. Het hogere ras moet nog komen. Raak me niet aan met je klauwen, zou je moeten zeggen, maar je bestaat nog niet eens. Je bent maar een feutus, of zelfs niet dat. Er is nog niks. Het is geen strijd om te overleven, maar een strijd om te ontstaan. Maar wat kun je ? Je bent er nog niet eens. Er is nog niks. Wat kun je doen ? Misschien iets er bijleren over filosofische genen ? Over natuur processen ? Over nihilisme, obscuriteit en pre-existentialisme, de zwarte driehoek van Napoleon, de drie kenmerken van de eenling van het hogere ras op het pad van Areta door de woeste, meedogenloze oernatuur. Wreed is ze, veeleisend. Ze wil geen man van twee kwartjes. Areta is de geoefendheid, wat zo geoefend is dat het tot gewoonte is geworden, tot bloed, tot geboorte, tot adoptie. Het is tot genetische zuiverheid geworden. Het is van de natuur geworden. Romantiek moest sterven, stelde Napoleon, en moederschap moest komen. Maar eerst zou Europa de afgrond ingaan in 1900-2000. Maar tijd is een leugen, dus de mens kan teruggaan tot 1700-1800, tot de Napoleonist-Nietzcheist filosofie. De natuur had dit diepere fundament gegeven, en de zwarte driehoek van Napoleon kwam ook veelvuldig voor in de filosofie van Nietzsche, want die zag Napoleon als zijn leermeester, als model voor het hogere ras. Uit de zwarte driehoek zou dit hogere ras, de eigenlijke schepping van de mens, van man en vrouw, plaatsvinden. Dit was waar het napoleonistische visioen op uit zou lopen. Hoofdstuk 39. Napoleon en de perseusische spiegel Napoleon was de Perseus van de jaren 1700-1800, de overgangsperiode. Hij stond regelrecht tegenover het grote Medusa monster van de massa's, de gorgoon die haren als slangen had, wat als een golem tot hem brulde. Wanneer iemand regelrecht naar dit monster keek, dan stierf zoiemand. Je kon er niet rechtstreeks naar kijken en leven, zoals Mozes ook niet rechtstreeks naar de verschijning op de berg kon kijken, want dan zou hij sterven. Perseus kon alleen tot Medusa naderen met een spiegeltje, de spiegel van obscuriteit, van de schaduwwereld. Hij kon alleen naar Medusa kijken door die spiegel. Er loopt langs alles een natuur parallel waar de mens oog voor moet hebben. Er zijn een heleboel andere kanalen waarop de mens kan overschakelen, dus bij alles wat de mens om zich heen heeft moet de mens gericht zijn op de dobbelsteen die ernaast hangt, en niet op de objecten zelf. Telkens moet de mens in de spiegel van de schaduwwereld kijken als Perseus om het monster van de massa's te kunnen overleven en verslaan. Vroeger fietste ik altijd naar school over een hele lange weg die de parallelweg heette. Ook Paulus sprak over deze spiegel in het boek Kolossensen, en alleen door deze spiegel kon de boze verslagen worden en kon de mens tot God komen. Paulus had het over de schaduwwereld, en zo kon het beest bereden worden, het monster van de massa's, in plaats van andersom, wat de betekenis is van het voorafgaande boek Filippenzen. Zo kon de mens boven de massa's uitstijgen,

en uiteindelijk het beest van de massa's verslaan. In Napoleon werd dit vervuld. De mens moet leren met deze filosofische spiegel van obscuriteit om te gaan, de zwarte driehoek van Napoleon, oftewel het schild van Perseus, of de rokende spiegel van de Azteekse Tezcatlipoca, de duistere spiegel van de schaduwwereld, waarmee hij zijn vijanden doodde, waardoor hij altijd de natuur parallel kon zien, door alles heen. Dit vereist oefening. Het is een zware strijd op het pad van Areta om deze spiegel te leren kennen en te gebruiken. De massa's zijn inquisiteurs, ondervragers, overhoorders, nazi's, stalkers, maar als we onze rechterhand al niet eens laten weten wat onze linkerhand doet, waarom zouden we het dan aan de massa's vertellen ? Het pad van obscuriteit is het pad, en dan moet je veel je andere wang toekeren, want in teveel strijd verraad je teveel van jezelf, wat ook Napoleon stelde, dat de mens niet te lang tegen één bepaalde vijand moest strijden, want dan zou je je eigen strategie verraden. In de Egyptologie volgde Ra het pad van Amen, de verborgene, de obscure, en kwam zo tot de wedergeboorte door de Aten spiegel, door de schorpioenenbaarmoeder van Serket. De mens moet geheel losgestoken worden van de fase van onschepping, de feutus status, om zo uiteindelijk geboren te worden, maar dat gaat dus door veel gestoken worden. Daarom hebben mensen soms vlekjes of puistjes, en daarom hebben mannen soms baarden en groeit hun haar, of verkalen juist, maar de lagere aardse mens van het ego is paranoïde naar deze natuurverschijnselen. Wie bepaalt nu wat nodig is ? De baarmoeder weet wat ze moet doen ter bescherming van de feutus en brengt verkaling en haargroei, of vlekjes, of dat nu sproetjes zijn of puistjes of moedervlekjes, en ga zo maar door, waar het nodig is. Wat weet de mens daar nu van af ? De lagere mens van het ego zal altijd weer tegen de natuur strijden. Maar deze fase zal verdwijnen op de duur, en dan zal de ware, eigenlijke schepping aanbreken. Perseus stond tegenover het monster van de massa's, van de bedriegelijke media, en hij mocht er niet naar kijken, want dan zou hij verstenen en sterven. Kijk er niet naar, maar gebruik een spiegel. Kijk ook niet recht in je verleden, maar gebruik een spiegel, anders wordt je als zoutpilaar, net zoals de vrouw van Lot. En allen die zijn versteend en verzout zijn in de handen van het massa monster, en worden gemanipuleerd en tegen de eenlingen opgezet om van alles te proberen om ook hen mee te slepen. Ze zijn gekeerd tegen het overblijfsel. Daarom moet het overblijfsel de spiegel van Perseus, de zwarte driehoek van Napoleon, leren gebruiken. Kijk niet rechtstreeks naar de dingen om je heen, maar kijk naar de dobbelsteen die erbij hangt. Kom tot de natuur parallellen, de subtiliteiten, de schaduwwereld, de obscuriteit. Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet, en laat het ook de massa's niet weten. Laat je leiden door de filosofische spiegel. Ook al wordt je gekleineerd, ook al wordt je uitgelokt, uitgedaagd, laat je niet verleiden. De spiegel zal vanzelf ermee afrekenen. Laat geen sporen achter. Sluit geen compromissen. De spiegel zal je leiden, de spiegel van de eenling, en de spiegel van de massa's zal verbroken worden. De zwarte hond van Napoleon zal door de bedriegelijke spiegelwanden van de stad heenbreken. Er zal een grote uittocht tot de wildernis zijn, tot de dobbelsteen van obscuriteit. Dat zal alleen gebeuren als we al in de stad de spiegel van Perseus leren gebruiken. Doen we dat niet, dan worden we tot een steen van de stad. Dit is een zwaar gevecht op het pad van Areta. Kakia, de hoer, gooit alles in het spel om ons proberen te verleiden, wat ook heel subtiel kan gaan. De massa's zullen je eigenwijs noemen als je niet voor hen buigt. Het is zware mind control, zwaar mentaal lijden wanneer ze hun gifnagels diep in je steken. Ze martelen je totdat je belijdenissen doet tot hen. Napoleon was ook gekomen vroeger om met dit soort martelingen af te rekenen. Hij vond het barbaars als mensen gemarteld werden om hun geheimen bloot te leggen, want onder martelingen breekt er iets in de hersenen van de mensen en gaan ze ijlen en zeggen gewoon wat de inquisiteurs willen dat ze zeggen. Het was een verrot fundament van de samenleving. Napoleon haatte het. Er moest een nieuwe, nobele wereld komen, een utopie. Napoleon wilde een nieuwe

code brengen. Hij was een Perseus tegen de moderne Medusa. Hij voelde hoe sterk die rivier was, en dat het hem zou overweldigen, maar zijn zwarte hond zou blijven rennen en deze wanden doorbreken. Het fundament wat Napoleon had gelegd zou niet meer verdwijnen, ook al zouden eerst de nazi's komen. Dat wat Napoleon had gebracht kon niet meer verbroken worden, alleen nog maar verborgen, maar de eenling zou uiteindelijk deze schuilplaats vinden. De aten-spiegel drukte zwaar op Ra in de onderwereld om hem tot geboorte te brengen, zoals Atena later zwaar op Perseus zou drukken om het verstenende monster van de massa's te verslaan. Athena gaf hem zijn spiegelende schild hiervoor, waarvan zij ook een personificatie was, als de godin van de strategische oorlog. Op zijn pad naar de gorgonen, de massa-monsters, zag hij steeds meer mensen die versteend waren. Zo wist hij dat hij al heel dichtbij de gorgonen was gekomen, dus hij moest oppassen. Hij had ook een helm van onzichtbaarheid, ook als een beeld van het minderen en het verborgene. Als de mens te zichtbaar wil zijn, teveel op het uiterlijk gericht, gezien wil worden, aanbeden wil worden, dan trekt dat ook de parasieten aan. Het is heel tragisch, want dat is wat om ons heen gebeurt. De mensen die altijd weer de aandacht willen trekken, vooral met hun uiterlijkheden, hun rijkdom, enzovoorts, trekken dan ook de aasgieren aan, de parasieten. Die hebben dan hun prooi gevonden, of gewoon hun dode aas, en ze noemen het romantiek. Hoe bedrieglijk is dat. Er is dus iets veel duisterders gaande achter de schermen. En dan zie je weer de lange rode, scherpe nagels, als verbondsteken, als grafschrift. Het contract is verzegeld. De grafstenen worden beschreven met bloed. De mens ziet het niet, want de mens is al dood, en de mens heeft nooit bestaan. Het is de onschepping. De schepping moet nog komen. Perseus had dus voor zijn eigen bescherming de helm van onzichtbaarheid, niet zomaar de helm des heils. Het was de helm van het minderen en de verborgenheid. Perseus nam geen risico's met het massa-monster. Hij keek wel beter uit. Hij stond daar niet te pronken met een sixpack, een stropdas of een peperdure auto, want ze zou hem met huid en haar verslinden. Hij stond daar niet met opgeheven borst, want dat zou zijn als het veld oprennen tijdens een onweersbui. Nee, hij was op zijn hoede en hield zijn borst in. Hij wilde geen tik van het massa monster. Hij had de helm van onzichtbaarheid op. Hij had zijn haar niet uren lopen kammen voor de spiegel, of zijn stoppelbaardje zo diep afgesneden met een scheermes dat zijn wang ervan bloedde. Hij was niet verliefd geraakt op het massa-monster vanwege haar stinkende chemische rode troep op haar lange nagels, want hij wist dat het massa-monster was uitgezonden om te vergiftigen, te martelen en te doden. Hij keek niet naar haar. Hij zag haar niet als een lustobject waar hij met de platte hand op kon slaan, op haar billen, breed lachend met gouden tanden, en de broek al half afgezakt. Neen. Dit massa monster was een zaak van leven of dood. Daar ging hij niet luchtig mee om. Hij speelde niet de vrolijke jongen om maar zo snel mogelijk een date met haar te krijgen. Nee, hij wist dat hij was genaderd tot een monsterlijke leeuw, met haren als slangen. Als zij hem zou krijgen, dan was hij er geweest. Perseus is dus een groot symbool voor het anti-hedonisme, want het hedonisme bracht zichzelf juist in de problemen met het massa-monster en versteende hierdoor. Perseus was in grote strijd met de god van het hedonisme, Bacchus, en stopte deze cultus. Het was de cultus van het massa-hedonisme, terwijl Perseus een beeld is van de diepte filosofie waarin dit monster afbreekt. Perseus hakte de kop van het monster af door de spiegel van obscuriteit te gebruiken, en gaf het hoofd aan Athena, de oorlogsgodin, terugwijzend op de Egyptologische aten, het pad van de eenling, oftewel de schorpioenenbaarmoeder van Serket. Maar dit raadsel druppelt, want telkens als er een bloeddruppel van zwaar donkerrood, of soms zelfs zwart, gif van het afgehakte hoofd op de grond druipt, dan geeft dat geboorte aan een massa slangen van hetzelfde soort, krioelende slangen. Hierom gaat de mens door obscure natuurverschijnselen zoals pijn, angst, woede en depressie, allemaal verschijnselen om hem af te zonderen, om hem op het pad van de eenling te houden, opdat hij dieper tot de schaduwwereld kan gaan. Het zijn bruggen tot de onderwereld, over de rivieren des doods. Alleen zo kan de mens nomadisch zijn en blijven. Alleen zo kan de mens het trauma dieper begrijpen.

Hoofdstuk 40. Stofzuiger fabrikanten uit de hel Filippenzen gaat over het overstijgen van de massa, en van het verleden, om als eenling de eerste te worden, en Kolossensen reikt hiertoe de spiegel aan. Tegen de massa's kun je niet rechtstreeks vechten. Je moet ze eerst achterlaten. Je moet hiervoor alles achterlaten. Ook Mozes had alles achter zich gelaten en steeg de berg op. Hij was de massa's overstegen. Hij kwam tot de verschijning op de berg, maar mocht het niet zien, anders zou hij sterven. Wel mocht hij het achterste van de verschijning zien. Dit was belangrijk opdat zijn lagere aardse ego zou sterven. Hij kreeg haar achterste te zien, haar baarmoeder. Hij kreeg het herstel van het moederschap te zien, en werd hierdoor wedergeboren. Er is geen massa. Er is geen kudde. Alles hangt als los zand aan elkaar. Mensen zijn te uniek, te verschillend. Er is teveel afstand tussen ieder mens. De mens leeft slechts in zijn eigen dromen. Hoe dieper de mens dingen onderzoekt, hoe groter de verschillen tussen de mensen worden, en hoe groter de afstand. Iedereen staat op zichzelf. Elk mens is totaal onzichtbaar voor de andere mens, maar de mens beeldt de andere mens in, om de gaten op te vullen. Ieder mens heeft zijn eigen lens, zijn eigen spiegel, waardoor hij alles ziet. In de jaren 1900 werd de spiegel van Perseus gestolen door de nazi's en in de jaren 1940-1945 totaal verdraaid om zo te dienen als spiegel voor de medi-nazi's en de schoonheids nazi's, waar ook de psychinazi's een onderdeel van waren, zij die bepaalden wat geestelijk gezond was en geestelijk ziek. De geestelijke gaven of charismatische gaven, spiritualiteit en symbolisme werden door de psychinazi's als geestesziekte beschouwd. Als je als geestelijk mens in de spiegel van de psychinazi's kijkt, dan ben je volgens hen zwaar ziek. Door dit soort valse etiketten op hoogbegaafde kinderen te drukken met een hogere intelligentie en hoger zintuig verdienen zij hun brood mee. Het zijn kwakzalvers die een pseudo-wetenschap hebben opgezet. Bewijzen hebben ze niet. Het is net zo vaag als het christelijk geloof. Ze nemen over wat anderen op papiertjes hebben gezet. Het is een verrotte xenofobische spiegel van paranoïa naar het diepe. Ik heb veel met dit soort tuig te maken gehad voor mijn werk. Ze brengen mensen al dan niet gedwongen aan de zware drugs die ze medicijnen noemen, en beschuldigen mensen in een rolstoel van simulatie. Ik heb zelf mensen uit rolstoelen gehaald en uit andere zware lichamelijke en psychische problemen simpel door ze te vertellen dat de oorzaak van hun klachten de medicijnen waren, die gevaarlijke chemische cocktails waren. De etikettering machine gaat maar door om vele families te verwoesten. Dit tuig gaat over lijken. Het is een demonische spiegel waar ze mensen in laten kijken om hun harten en zielen te binden. Belangrijk is het dus om naar de wortel van dit probleem te gaan, om de schaduwwereld weer in te gaan. Het is een leugenachtige spiegel die mensen verteld dat ze een geestelijke ziekte hebben zodra ze creatief zijn, zodra ze geestelijk zijn, zodra ze zich in symbolische betekenissen verdiepen. De

spiegel van de psychinazi's roept hen terug. Zolang je materialistisch en oppervlakkig bent ben je volgens deze spiegel psychisch gezond. Dat bepaalt deze spiegel. Als je te diep bent en ze kunnen je niet meer volgen, ze kunnen je intelligentie peil niet meer bijhouden, dan ben je verstandelijk gezien volgens hen niet schoon, maar vuil, en moet je schoongemaakt worden. Het zijn dus ook een soort schoonheids nazi's. De psychinazi's hebben een enorme smetvrees toe naar alles wat onbekend is, en alles wat zich niet zoals hen gedraagd. Het is een reclame spotje van een schoonmaak industrie. Ze willen geen andere culturen. Indianen zijn ook stapelgek in hun ogen, vol met psychoses, want visioenen bestaan niet volgens hen. Het zijn dus nazi's, racisten, nationalisten. Alleen hun professie is de ware professie. Het is betweterig tuig van de hoogste plank. Bewijzen hebben ze niet. Ze werken met papiertjes, en dat is voor hen bewijs genoeg. Het werkt net zoals het christelijke geloof. Het is een industrie van verstandelijke en psychische schoonheid, van Liesje mag niet vies worden. Liesje moet binnen blijven, en als ze de tuin in mag mag ze niet verder dan het tuinhekje. En ze maken de mens schoon met hun psychotropische, chemische rotzooi. De natuur bespotten ze ook, want dat is vies. Alternatieve geneeswijzen worden belachelijk gemaakt, want dat is een bedreiging naar hun farmaceutische markt. Het zijn schoonmaakmiddelen die veel kapot maken. Het wordt ook weleens toegegeven door henzelf, maar nog wel vaker wordt het allemaal schoongepraat. Het zijn schoonpraters. De meest erge misdaden praten zij met het grootste gemak schoon, net zoals het christelijke geloof doet. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is het meest psychisch gezond in het hele land ? En natuurlijk zijn ze dat zelf. Zij staan boven alles en iedereen. Het is een schurkenbond van zware kwakzalverij, boerenbedrog. Het zijn gewetenloze dieven. Ze stelen tijd en harten. Zelf hebben ze voor niemand tijd. Hun tijd geven ze niet weg. Ze doen geen navraag, doen geen onderzoek, maar maken snelle conclusies, drukken snel hun etiketten op, en gaan dan snel over tot het openen van het arsenaal aan peperdure medicijnen, zware drugs op het niveau van cocaïne, crack en heroïne en nog erger. Het is een drugs maffia. Ze leven geheel door vooroordelen. Ze luisteren niet, laten mensen niet uitspreken, want daar hebben ze de tijd niet voor, en dan toch maar stempeltjes drukken. Dit tuig is niet voor rede vatbaar. Je spreekt slechts tegen dronkelappen. Het is een groot wit kwaad, alles moet steriel. En dan drukken ze de naalden diep in het vlees en dan ben je verkocht. Het is een veehandel. Het is een psychische beauty industrie, allemaal heel oppervlakkig. Je moet precies zoals hen zijn, anders ben je psychisch ziek. Je hebt hun producten nodig. Het is een psychische cosmetische industrie. Je moet zwaar vergif op je ogen doen, zoals hen, opdat je geen diepte zult zien, en niet ver kunt kijken. Ze spuiten het vergif zo in je ogen. Zij bepalen wat en hoe je moet denken. Je bent niet van jezelf. Telkens maar weer in hun spiegel kijken. Vergif op de lippen. Je moet spreken zoals hen. Vergif op de oren. Je moet doof zijn als hen. Ze drukken hun roddelblaadjes met de laatste nieuwtjes. Ze zetten familie leden tegen elkaar op, allemaal goed voor de industrie. Ze melken zwaar beschadigde mensen helemaal uit om ze nog dieper te beschadigen. Ze martelen mensen opdat ze hun geheimen op tafel leggen, maar dit is allemaal geforceerd, en dan gebruiken ze het tegen die mensen. Ze blijven mensen maar ondervragen totdat ze doordraaien. De psychinazi's durven niet rechtstreeks naar je te kijken, paranoïde als ze zijn, xenofobisch. Ze kijken naar je door een spiegel, door een lens. Ze zijn bang om te verstenen. Ze hadden de spiegel van Perseus gestolen en toen verdraaid. Ze zijn bang voor de oorlogsgodin die nu de kop van Medusa in bezit had. Ze vrezen Medusa. Ze durven niet te zien wie je bent. Daarom maken ze iets anders van je. Het zijn luie lafaarden. Napoleon streed er al tegen, tegen de medi-nazi's die hun eigen spiegels hadden gemaakt waarmee

ze vele levens verwoesten. Maar je kan dit monster van de psychinazi's niet zomaar zonder spiegel benaderen, ook al hebben ze je spiegel geroofd. De psychinazi's wanen zichzelf het elite ras, door de spiegel. In hun ogen zijn zij het hogere ras. Maar het zijn beunhazen, want zij kennen de demonologie niet. Ze hebben hun eigen abstracte witte ras geschapen. Ze haten de natuurmensen. Ze haten de natuur. Ze hebben hun eigen abstracte nagellak geschapen, het verzegelend systeem, het etiketterings systeem. Zo konden ze hun installaties doen, hun eigen abstracte lipstick, waarmee ze hun beademings apparatuur installeerden, hun gasmaskers, want zij waren goden die leven gaven en leven wegnamen. Ze bouwden zo hun eigen schepping, een onschepping. Als deze honden ademen dan ratelen ze, woeste buitenaardse witte honden met oranje vlekken. De psychinazi's – het witte schone, superieure ras, met superieur verstand en psyche. Allemaal beademings apparatuur implanteurs met abstracte lipstick. Laat hen je niet kussen. Deze clowns slepen je naar de hel. Laat hun giftige nagels niet diep in je doordringen, maar gebruik je spiegel van obscuriteit. Laat je niet kennen. Het zijn abstracte white power agenten. Het zijn stofzuigerfabrikanten uit de hel : de mens als stofzuiger. Dat is waar de beademings apparatuur de mens op voorbereid. Je telt als mens niet. Je moet verstandelijk schoon zijn, opdat je als een stofzuiger gebruikt kan worden. Het is een industrie. Ze willen leveren aan de klant, aan de verzekerde, aan het hogere ras. De verstandelijk vuile moet schoongemaakt worden met gevaarlijke psychotrope medicijnen of met abstracte psychinazi behandelingen die als codes zijn voor de schoonmaak en voor het programmeren en coderen van de stofzuigers. Daar kunnen ze telkens weer onderdelen vanaf nemen voor het bouwen van hun stofzuigers. Het is een fokkerij, een fabriek. Deze gewetenloze en verstandeloze idioten zijn zo ziek en geobsedeerd met hun spiegeltje aan de wand dat ze geen mensen meer zien, maar alleen maar objecten voor hun industrie. Je bent niets dan een ding. Het zijn buitenaardse invasies geweest van Pluto parasieten, hele lange dunne witte vrouwen met hele dikke mannen en hun honden. Ze installeerden hun codes op aarde van 1940-1945 als fundament voor hun psychinazi wereldrijk. Het zijn aliens, geen echte mensen. Ze hebben geen oren, alleen stompjes. Deze hele lange dunne witte vrouwen rijden ook op grote witte mensenhaaien. Ze leven aan de rand van de natuur, op kerkhoven. Probeer dit tuig niet te volgen. Ze gebruiken geen logica, maar spreken in code voor hun stofzuiger industrie. De mens is interessant voor hen, en ze gebruiken de mens slechts als experimenten en proefdieren. Ze hebben geen empathie. Ze zien de mens alleen als een object. Ze gaan clinisch en steriel met de mens om. De mens is aan hen verkocht. Denk niet dat je met dit tuig ook maar enige zaken kunt doen. Het gaat allemaal via absurde verzekerings statistieken waarvan ze hun eigen krankzinnige wiskunde hebben gemaakt. Deze lui zijn stapel en stapel idioot. Er valt niet met ze te praten, ze zetten alleen een hoger stemmetje op, en spreken dan in code verder. Menselijk lijden laat hen volkomen koud. Ze martelen door totdat het product klaar is.

Hoofdstuk 41. De kruistocht tegen de demonologie Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie is psychisch het schoonste van het land ? Dat zijn natuurlijk de psychinazi's. Die witte lange dunne white power hoeren staan met hun giftige medicinale psychotrope killer nagels op elke hoek van de straat om hun drugs te verkopen. Het zijn heroine hoertjes sinds 1945 in het psychinazi wereldrijk. Hun felrode nagellak vertelt je dat ze al met de etiketjes klaar staan om je te etiketteren. Het zijn projectie-hoertjes. Als je zaken met ze doet zul jij aan het einde ritje zijn wat zij waren, want al hun krankzinnigheid zal op jou geprojecteerd worden. Het zijn allemaal codes van een slinkse buitenaardse stofzuiger industrie, menselijke stofzuigers. Je bent slechts een stofzuiger onderdeel, en hardvochtig calculeren ze alles in, want je bent slechts een object. Hoeveel je moet lijden is verder hun zaak niet. Verwacht niet dat ze ook maar enige empathie met je zullen hebben. Ze zijn zo zakelijk als een hysterische verzekeringsagent, hoog opgevoerd met statistieken die als dolle honden op je zijn afgestuurd om je te verscheuren. Sta je ingeschreven, zo ja, onder welk nummer, en onder welke geboorte datum. Dat is het eerste wat ze vragen, ook bij zware ongevallen. Ik was er zelf ook wel eens bij, en zag hoe ze met de slachtoffers omgingen. Het viel me nog mee dat ze niet vroegen : 'Spaart u ook zegeltjes ?' Van 1945 tot eind 70-er jaren werden de fundamenten van het psychinazi wereldrijk gelegd, die haar peilers al had in 1940-1945, en in de 80-er jaren werd dit fluitend overgenomen door het dentinazi wereldrijk, net zoals de Romeinen het overnamen van de Grieken, maar altijd met elkaar verstrengeld bleven. Deze twee industrieën of liever gezegd verzekeringsmaatschappijen horen bij elkaar, ondersteunen elkaar. Het dentinazi wereldrijk was de sluitsteen op het psychinazi wereldrijk, wat gewoon onder deze schelp kon blijven opereren. Pluto white power was gekomen, via beademings apparatuur, om zo op die basis hun stofzuiger industrie te bouwen. Het ging niet alleen via Pluto, maar ook via Neptunus, Uranus, en de diepe witte kern van de Pleiaden, de witte pleiaden. Dit was slechts het opladen van het geweer, want dieper in deze kern zaten de dentinazi's al te wachten, wat slechts een vloeren industrie is. Dat is tegelijkertijd ook alles wat ze nog hebben. Het is een vloeren verzekeringsmaatschappij. Of dat nu tegeltjes zijn of andere soorten vloeren, vloeren in allerlei vormen en maten, in allerlei patronen, want de vloer staat tussen de mens en de onderwereld, tussen de mens en de aarde, oftewel tussen de mens en de natuur. Zij staan aan de rand van de natuur, en hebben daar hun industrie opgezet. De bezigheden van de dentinazi's op aarde zijn dus slechts codes hiervan. Het gaat hen niet daadwerkelijk om je gezondheid of om je orale gezondheid, maar om hun vloeren industrie want dat is alles wat ze nog hebben. Ze gebruiken dus een dekmantel om door legaal geweld gedwongen hun vloeren aan je kwijt kunnen, en je wordt ook zelf zo uitgesmeerd en tot tegeltjes gehakt dat je zelf niets anders dan vloermateriaal bent in hun ogen. Daarom gaan ze ook zo clinisch en steriel met je om. Je bent niets waard in hun ogen. Ze zetten je zo op de trein naar Auschwitch. Kan hun het schelen. Het moet een goede vloer zijn. Punt. Geen discussie mogelijk. Ze zijn stomdronken. Het zijn handelaren, verzekeringsagenten, die kijken of je van het hogere ras bent, of je verzekerd bent en aan de voorwaarden voldoet. Om vloeren gaat het hen. Ze blijven tussen stad en natuur inhangen. Daar dwalen ze op hun kerkhoven. Het zijn grafrovers. Vraag ze maar eens hoe het met hun vloeren-industrie gaat. Ze zullen janken als schoothondjes als ze merken dat je het ontdekt hebt. Het is alles wat ze nog hebben. Vraag het hun maar. Heb het met hen veel over vloeren totdat ze tranen met tuiten janken. Jankende demonen.

Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie is oraal de schoonste in het land ? Dat zijn natuurlijk de dentinazi's. Maar het is slechts een vloerenverzekering, een vloeren industrie. Vloertje moet erop, hup zo op je bot. De lagere aardse mens denkt dat het zo hoort, want het zijn dokters, en die hebben ervoor gestudeerd, dus die zullen het wel weten. Vloertje op het bot, vloertje op de zenuw, klaar. Ze doen het ook bij hun kinderen. Hup, weer een dode kies waarin de parasieten kunnen huizen en feestvieren. En maar vol laten spuiten met rommel. Weer een vloer gelegd. Zo, nu zal de mens niet meer kunnen komen tot de onderwereldse natuur. De diepte zal zo afgesloten blijven voor de mens. De eerste kwakzalver ontstond toen de eerste schoft zijn eerste domkop vond. Ook de volgelingen van de kwakzalver zijn onderdeel van de industrie. Ze worden er gewoon voor ingehuurd. Het zijn NSB-ers, landverraders. In mijn kinderjaren had ik een terugkerende droom dat ik door de vloer zakte en tot de onderwereld ging. Het was een indiaanse onderwereld. Alles hier op aarde in de stad is geplamuurd door buitenaardsen. Er zijn buitenaardse, onzichtbare vloeren gelegd tussen mens en natuur. Als je tot dit monster komt met de Perseus spiegel dan zie je vloer industrieen, vloer verzekeringen. Het is niet wat het lijkt. Het brult in de dieptes van de witte pleiaden, en als je het ontmaskert dan jankt het. Het is het laatste wat ze hebben. Breek de vloeren af. Hak er op in met een bijl. Wees een barbaar, en kom terug tot de natuur, en wordt een wilde. Kom terug tot je dromenwereld. Wees geen NSB, maar een verzetsstrijder. Blijf de spiegel van Perseus gebruiken. Kijk niet rechtstreeks naar dit monster. Blijf obscuur, nihilistisch en pre-existentialistisch, want de schepping is nog niet gekomen. Eerst moet de mens afrekenen met de onschepping, het raadsel ervan oplossen. Pas daarna kan de mens waarlijk mens worden. Het dentinazi wereldrijk spreekt in code. Het zijn vloerenhandelaars, gebaseerd op een vloeren verzekering. Ze hebben hun eigen wiskundig stelsel hiervoor gebouwd. Ze geven niets om je. Het verzekeringsmodel voor vloeren is het laatste wat ze hebben. Door het verzekeringsmodel hebben ze hun vloerenmarkt beveiligd. Dat is hun bron van inkomsten, dat is hun adem, dat is hun leven. Het is alles wat ze hebben. Zonder dat is er geen leven voor hen mogelijk, want ze hebben de gnosis niet. Het zijn geen filosofen. Het is de onschepping. Het zijn abstracte nazi's, volkomen krankzinnig. Ze hebben hun eigen hogere ras gepretendeerd, en hun eigen Jodenras geschapen, allemaal voor een vloerenverzekering. Als ze een Jood zien worden ze helemaal overstuur en trekken ze al hun registers van statistieken open om weer te kalmeren. Dan zetten ze de Jood op de trein naar Auschwitz, en zijn hele familie. Door zoeken ze stad en land voor af, allemaal om het product klaar te krijgen : de vloer. Dat is alles waar het bij hen om draait. De definitie van krankzinnigheid is niet wanneer iemand zich vreemd gedraagd of wanneer je iemand niet begrijpt. Krankzinnigheid is het verachten van de demonologie, het niet houden aan veiligheidsvoorschriften, zoals het ijs oprennen terwijl het nog te dun is. Krankzinnigheid is het verachten van de hogere filosofie. De onschepping begint met de vloeren, met het asfalteren van de natuur, waarin er lagen overheen gegoten worden. Zo wordt het huis gebouwd, en daar wordt dan een leuke stofzuiger industrie op gebouwd, een verzekering voor het hogere ras. In deze vloeren zitten nog wel de codes verborgen van de natuur, maar die kun je alleen ontcijferen door de spiegel van Perseus. Deze vloeren staan onder zware stroom. Het is een vloeren monster. Het is een secret society. Het is allemaal groot geheim. Het gaat erom de ander dingen te verkopen zonder dat de ander het doorheeft, al dan niet gedwongen. Vloertjes leggen. Hup, chemische lagen over de natuur heen zodat de natuur niet meer door kan komen, chemische lagen over de ware identiteiten heen. Mensen mogen niet weten wie ze zijn en waar ze vandaan komen. Vloertjes leggen, en flink verdienen. Dat is de code van de heroine hoer op de hoek van de straat met de scherpe rode nagels. Wat zij op haar nagels heeft gedaan, het vloertje, zal ook over jouw natuur gaan, over jouw identiteit. Allemaal gif, chemische, psychotrope

rotzooi. Ze speelt met de gevoelens en het denken van de onoplettende man. Die denkt : 'Ik heb toch geld, dus er op af.' Hij ziet niet dat ze aan de drugs is. Hij ziet niet dat ze als een roofdier van top tot teen bewapend is. Nee, deze rund ziet het niet, dat hij getrokken wordt tot de slagerij. Hij kent namelijk de demonologie niet. De dentinazi hoer weet precies hoe ze haar vloertjes moet leggen. Dat is allemaal al zo ingecalculeerd. Daar valt ook niet over te discussiëren. Zij heeft altijd gelijk. Haar etiketten arsenaal heeft ze al opengetrokken. Haar nagels zijn al met vloeren bewapend, en die gaat ze zo bij haar slachtoffer leggen. Wees niet haar volgende slachtoffer. Vloertjes leggen, vloertjes leggen, het is een machine. Het is niet iets medicinaals. Het is een oorlog, een marketting oorlog, een verzekerings oorlog. Het hogere ras van de onschepping is aan zet. Ze zijn op zoek naar hun Joden, want Auschwitz moet vol worden. Ze hebben vloeren nodig. Het is hun leven. Zonder dat hebben ze niets. Ze hadden het eens geerfd. Het zijn geen filosofen. Het zijn geen demonologen. Het zijn krankzinnigen. Ze hebben zichzelf lopen opwerken tot de werkers van hun eigen gesticht. Een tragische vertoning. Lange dunne witte aliens die steeds langer en dunner en witter worden, en dan ergens halverwege afknappen, waar uit de punt blaffende dolle honden stromen, en zo worden de afgebroken stukken weer dunner, langer en witter, en zo komen er steeds meer bij. Het zijn vrouwen die op witte haaien rijden en lachend tot de aarde komen. Ze zijn dun en worden elke dag dunner, wit en worden elke dag witter, en daarom lachen ze, en elke dag worden ze langer en langer, totdat het ergens halverwege afknapt, en dan zijn er twee, enzovoorts enzovoorts, en ze hebben dikke mannen die elke dag dikker worden, dikke spierbundels soms, die zo dik worden totdat ze kapotspatten. Uitpuilende ogen hebben die zo uitpuilen en zo groot worden totdat ze knappen. Hazen zijn het, en de vuilste, goorste taal, absurd sadisme, oftewel absadisme, maar dat verpakken ze allemaal in deftige, dure taal, schoon, zo schoon, en steriel, want …. ze hebben een product te verkopen. Dikke clowns met dikke konten die op de aarde zitten. 'Vloertje kopen, mevrouw ?' Maar ze verpakken de woorden, want het moet geheim blijven. 'Vloertje kopen, mevrouw ?' En hun stemmen worden steeds hoger, totdat het uit elkaar spat, en dan zijn ze dolgelukkig, doldwaas. Hazen zijn het. Uitpuilende ogen bijna als harde geslachtsdelen, harder harder, dieper dieper, het reikt tot hun schoenen, tot de vloer, en dan spat het uit elkaar, en lachen ze hysterisch. 'Vloertje kopen,' zegt de mongool. Maar de woorden worden verpakt, want het is geheim. 'Vloertje kopen,' zegt de mongool met een hoger stemmetje, en het stemmetje wordt steeds hoger, en het woordje wordt steeds sneller gezegd. En dan schateren ze van het lachen als het explodeerd. Ze kunnen het zich veroorloven, want er komen er steeds meer bij. Ze vermenigvuldigen zich hierdoor. Dikke mannen, alsmaar dikker, dikkere spierbundels, en hun vrouwtjes worden steeds dunner, steeds langer, totdat het uit elkaar spat, en dan maar lachen. Ze hebben maar een plezier met hun onschepping, en niemand mag het weten. Met kaarsrechte, zure gezichten staren ze op aarde voor hen uit, maar van binnen hebben ze dolle pret. Ze hebben het hele aardse ras bedrogen, omdat er geen demonologie was. Dikke, schrokkende mannen, hamburger na hamburger, grote spierbundels die steeds dikker en groter worden, en daar komen ze. Ze zijn traag van begrip, ze hebben geen oren. Dan komen ze als dentinazi's, maar ze verkopen slechts vloertjes. 'Nee, nee,' bulderen ze met een hele lage stem die steeds lager wordt, en steeds trager, alsof ze in een bubbel zijn opgesloten. Steeds zachter klinkt hun stem, want ze zijn ver weg in de bubbel. Laat je niet bedonderen door dit buitenaards tuig. Dan gaan ze heel traag door de straten. 'Waar zullen we nu eens vloertjes leggen ?' Grote dikke spierbundels totdat ze ontploffen. Niks erg, want hun vrouwtjes fiksen het wel weer. Vloertje leggen, vloertje leggen, een vreemd verzekeringssysteem van vloeren leggen. Hazen zijn het, met uitpuilende ogen en grove taal, perverse taal, absadistisch. En dan gaan ze in gesprek. 'Vloertje leggen ?' Maar niemand mag het weten. Niemand mag het horen, want het is een geheime samenleving. Clowns door de straten. Ze kloppen op de hoge deuren. Dunne vrouwtjes op haaien

bij zich, en hun blaffende hondjes. Het is een circus optocht. Het zijn de krankzinnigen van de onschepping. 'Kom met ons mee, daar verderop is het mooi.' Het is een kruistocht tegen de demonologie. Hoofdstuk 42. De logistiek van de demonologie Vloeren boeren, dat is wat ze zijn, met selectieve anorexia, anorexia selectia, want de vrouwtjes moeten ze dun mogelijk, en dat hoeven de mannen niet, en die worden door anorexia selectia enorm dik. Zo houden ze elkaar in stand, door dit gesjoemel in minderen. Ze hebben hun eigen wiskunde hier omheen gebouwd. Deze dentinazi's hebben zich zo opgewerkt tot de hoogste lagen van de samenleving. Ze kunnen overal in en uit. Daar hebben ze de sleutels voor. Zij zijn immers dentinazi's, uitgekookte vloerenboeren. Ze zijn hyper uitgekookt. Hysterisch is het. Zij zouden het allemaal wel even weten. Maar dat is juist de strategie van vloerenboeren. Ze kweken de mens als vloeren. Niet door hun eigen wijsheid. Ze zijn zelf niet zo slim. Maar ze hebben dit systeem geerfd. Het zijn nogal luie donders. Het is de onschepping, de nachtmerrie van de feutus. Dan lopen ze de hele dag met hun vloerenverzekerings registers te zeulen, en dan bepalen ze wie op de trein naar Auschwitch wordt gezet. Dat bepalen zij allemaal, door hun hoge wiskunde. Het is het leven niet. Het is de dood. Het zijn demonen. Napoleon heeft zijn geallieerden gezonden, door de zwarte driehoek. Een reusachtige zwarte driehoek is boven de zee verschenen en daar komen ze uit. Het is de spiegel van Perseus om met het vloerenmonster van de dentinazi's af te rekenen. Het is oorlog, want het woekert maar voort als de kanker. Maar alleen de eenling zal opgenomen worden. De vloeren zullen breken en er zal een weg terug zijn tot de natuur, dat is wanneer je de filosofie ervan bestudeerd. Het hogere ras is dus perseusisch. Alleen door de spiegel van obscuriteit zal de vloer van de dentinazi's verbroken worden en het vloerenmonster worden verslagen. Het is alles wat ze hebben. Het is alles waar ze omheen draaien. Ze zijn erdoor geobsedeerd. De mens moet geheel ontvloerd worden. Mens en natuur zijn volkomen geasfalteerd, maar er is een weg tot de schepping. Het zijn allemaal slechts barensweeën, vrouwen die ijlen. De mens ijlt door de pijn van het niet begrijpen. De hersenen ijlen. Het is de nachtmerrie van de feutus. 'Ja, ik had dit kunnen zeggen en dat kunnen zeggen,' denk je soms als je weer een gesprek hebt gehad met het zulke verzekerings agenten, maar je hoefde dat allemaal niet te zeggen. Je moet je parels niet voor de zwijnen werpen. Eerst komen de stofzuigerboeren, en dan de vloerboeren, en zo bouwen ze hun steden, maar dat is alles wat ze hebben. Jij hebt de hele natuur. Zij zijn kuddes varkens. Het zijn natuurverschijnselen als tekenen van de komende schepping. Als het ego zijn piek heeft bereikt dan is de schepping niet meer ver weg. Het zijn trillende biggetjes bij de rivier, op zoek naar vreten. Kijk niet rechtstreeks naar hen, want dan wordt je zoals hen, maar kijk door de spiegel van obscuriteit, de perseusische spiegel van de demonologie. Het is een hele kudde biggetjes die zwaar paranoïde zijn tot de

demonologie. Dat lusten ze niet. Daar willen ze zichzelf niet mee bevuilen. Deze biggetjes willen niet naar school. Ze drinken water van de rivier en wassen zich daar. Laat je niet bedriegen door het uiterlijk van deze biggetjes. Ze zijn allesbehalve schattig. Het zijn roofvarkens. Ze gaan op jacht. Hierin zijn ze meedogenloos als hyena's. Het zijn geen nobele dieren. Het zijn sadisten. Ze wassen zich in de rivier om henzelf klaar te maken en op te laden voor de jacht. Het ego is een roofdier. Als ze hun prooi hebben gevangen dan spelen ze met hun prooi, dan brengen ze de prooi in gevangenschap om de prooi uit te mergelen tot delicatesse. Ze doen zich te goed aan het psychische ongemak wat ze de prooi opleggen : angst, stress, paniek, depressie, eenzaamheid, vernedering, bespotting, kleinering, enzovoorts. Het zijn psychinazi's. Ze leven van de mentale problemen van de ander. Het is hun brood. En de dentinazi's zetten ook zomaar mensen op de trein naar Auschwitz. Stoomwals erover. Vloertje klaar. Ze hebben geen empathie, want de mens is slechts een getal in hun smerige wiskunde, in hun experimentele pseudo-wetenschap. Ze zijn een zwerm zwerfhanen die zo kinderen in het gezicht springen om hun ogen uit te pikken. Ga er dus nooit zonder perseusische spiegel op af. Het zijn roofhanen. Ze menen het. Het zijn jagers. Daarom moet de schepping komen. Ze lopen daar pronkend rond, en gaan niemand uit de weg. Het zijn zwarte hanen met rode snavels. Ze verwonden mensen en kinderen voor het leven. Iemand moet die dolle hanen stoppen. Daarom moeten de amazones komen, de natuur-vrouwen. Dan zal er een nieuwe schepping komen. 'Wij houden ons wijselijk stil als de vijand een fout maakt,' stelt Napoleon. Dat is ook wat de Egyptische godinnen stellen. Napoleon bracht de Egyptologie naar Frankrijk, en in zijn dagen ontstond er zo een ware Egyptomanie in Europa. Napoleon was op ontdekkingstocht naar Egypte gegaan, waar de Rosetta steen werd gevonden, waardoor later de hierogliefen werden ontcijferd. Het legde de basis voor de Egyptologie. Napoleon stelde zijn 'maarschalk van de verblijfsplaatsen' op, de 'marechal des logis', die als functie had verblijfplaatsen te vinden voor het leger, waarop de logistiek is gebouwd : 'op de juiste plaats, de juiste tijd, de juiste hoeveelheden met de juiste kosten'. De logistiek is dus ook het fundament van de demonologie. De logistiek is dus het vak van de heilige gebondenheid in filosofische termen. Je kunt niet over de grenzen heengaan. Napoleon kwam om de natuurlimieten aan te leggen. Hij moest hiervoor de valse limieten van de samenleving verbreken. Er lag een Grieks-Romeins fundament wat doorbroken moest worden. De mens moest terug naar de natuurfilosofie van Egypte. Dan zijn er de beauty-nazi's die oppervlakkige informatie willen en oppervlakkige adviezen geven om de mens af te leiden van de diepere natuur. Denk ook maar geen seconde dat de beauty nazi's ook maar iets te maken hebben met esthetiek. Zij hebben helemaal geen zintuig voor schoonheid, iets wat dus puur filosofisch en natuurlijk is. Alle schoonheid is demonologie. Punt. Ga je erbuiten, dan is het geen schoonheid meer. Maar schoonheid is een overgebruikt woord. Het is een abtracte term, die nogal verletterlijkt is. Zoals gezegd had schoonheid een hele andere betekenis in de jaren 1700-1800, en ook schuilwoorden zoals sterk en zwak. Het woordenboek van de jaren 1900 begon al deze termen te mollen en overmatig te gebruiken. Deze woorden mogen nooit op zichzelf staan, maar moeten altijd in een bepaalde, strategische context genoemd worden. Als ik soms zie hoe domme gekken zomaar als imbecielen te durven springen op het veld van de esthetiek en zomaar links en rechts mensen op hun kleding beoordelen of andere soorten uiterlijkheden, zomaar uit de losse hand, zonder uitleg, zonder diepte, zonder demonologische context, dan doe ik mijn hand voor mijn gezicht en dan zucht ik, net zoals Napoleon. Maar wat is dit verschijnsel van de beauty-nazi's die dit tijdperk terroriseren ? Denk dus ook maar geen seconde dat de beauty-nazi's ook maar iets met het uiterlijk te maken hebben. Neen. Ze halen hun informatie uit roddelblaadjes, uit cosmetische magazines, uit publieke opinie boekjes, wat dus helemaal geen publieke opinie is, maar wat een bepaalde groep is die hun wil wil opleggen en alles willen projecteren op de massa. De massa bestaat dus niet. Het is slechts een minderheid, en alles hangt als los zand aan elkaar. Maar wat is het ? Het is een heel interessant en eigenaardig verschijnsel op zijn zachtst gezegd, waar ik

me al met mijn kinderjaren mee bezig hield. Ik wilde altijd contact hebben met de diverse groepen in mijn klas en omgeving, voornamelijk ook de vreemdelingen, voornamelijk ook de natuurmensen. Ik hoorde bij geen enkele groep. Ik was een regenboog kind. Ik had contacten met iedereen. Niet letterlijk iedereen, maar van elke groep wel iemand of een paar. Ik legde altijd een witte boterham op een bruine boterham, en als mensen me dan vroegen waarom ik dat deed, dan zei ik dat dat de multi-cultuur is, de brug tussen de culturen. Daar was ik als kind mee bezig, niet om mezelf te onderscheiden en af te scheiden in exclusiviteit. Ik stelde vragen aan de verschillende groepen mensen om me heen. Ik had geen vooroordelen. Ik wilde ze beter leren kennen, wat hen dreef. Ik plakte geen etiketten op. Wel vocht ik dus tegen extremisme, racisme en exclusiviteit. Ik groeide op in een extreem christelijk gezin, maar dit waren de christelijke principes die ik in ere hield en waar ik een ieder toe wilde bekeren, tot het regenboog principe. Ik bedreef hierin logistiek. Zoals ook Lenin stelde : 'het gaat om de juiste schakel te nemen op het juiste tijdstip.' Ik zag dat beauty-nazi's elkaar altijd tegenspraken. Ze streden voor hun eigen familie vaandel of clan vaandel. Ik liep zelf wel rond met merken die ik heel selectief had uitgekozen, maar ik oordeelde de ander er niet om. Want ja, wat als het merk een krokodil is, of een haan ? Voor mij had dit diepte. Ik liep veel met haantjes kleding en krokodillen kleding. Ik had eens als kind een t-shirt met een krokodilletje erop gekregen van een neef voor wie het te klein was geworden. En dat brak mijn verbeeldingswereld open. Dus ok, het was een merk, maar voor mij had het diepte. Het was iets magisch, als de sebek krokodil, de militaire leider van Egypte. Ik zag er wel wat in. En de haan was ook een vechter en symbool van de vruchtbaarheid, oftewel de demonologische vruchtbaarheid. Dus ik had haantjes schoenen en haantjes bovenkleding. Maar dat was profetisch, dat hoorde uniek bij mij. Daar ging ik een ander niet mee belasten. Iedereen was uniek, en iedereen moest de logistiek leren. Allemaal op dezelfde plaats zou niet strategisch zijn. Maar wat zijn die beauty-nazi's dan ? Waar gaat het over ? Ik had op school op mijn tassen altijd een boodschap uit te dragen. Ik kon goed tekenen, dus ik maakte er altijd wat van, dus een cool cat op mijn eigen tas, en op de tas van mijn broertje tekende ik een neefje van Donald Duck, Kwak ofzo, van Kwik, Kwek en Kwak. Maar toen begon de boodschap ook duidelijker te worden, want toen kwam er op te staan : God heeft je lief en God wil je redden enzovoorts. En ik had stickers met regenbogen op mijn fiets als kind, waarop stond dat er hoop was, want dat wilde je toch uitdragen aan de vervallen samenleving om je heen, als teken ook naar de buitenaardse wereld en de onderwereld dat je niet bij de beauty-nazi's hoorde, want die houden stijf hun mond dicht als het om naastenliefde en bemoediging gaat. Die leven door kleinering en exclusiviteit. Ja, ik wees het evangelie aan als de weg, maar wat weet je als kind van het evangelie af ? Het is de enige vocabulaire die je kent. Het was voor mij gewoon heel simpel : het goede, de regenboog, de liefde en de zorg, is de weg. Dat zag ik nauwelijks om me heen, en daar was ik verontwaardigd over. Als het zogenaamde 'vadertje' mijn fiets nodig had en erop wilde rijden voor wat voor reden dan ook, dan moesten die regenboog stickers eraf. Met God op weg naar 2000. Dat kon echt niet, en dat terwijl hij zwaar christelijk was, maar daar mocht gewoon niet over gesproken worden. Ik begrijp dat wel. Je wilt het niet in het gezicht van de mensen smeren. Hij voelde misschien toch wel aan dat het christendom niet iets is om over op te scheppen. Het is niet iets om over naar huis te schrijven, maar het was alles wat we als kind hadden, en sommige dingen waren goed. De naastenliefde is goed. Hoop en bemoediging geven aan de naaste, vooral als kind, is goed. Als kind moet je vaak het voorbeeld aan je ouders geven. Als het aan ons lag kwamen er 'verboden te roken' stickers bij ons thuis, want er kwamen veel bezoekers die constant rookten, maar de 'oudertjes' waren het daar niet mee eens. Ik denk dat je het als kind wel aanvoelt hoe gevaarlijk het is. En dan ook die roddelblaadjes, die bleef het zogenaamde 'moedertje' ook maar in huis halen, dikke stapels op het zolder en om ons heen, en ja, dan vang je als kind weleens wat op, en dan waarschuw je ertegen, maar er wordt niet geluisterd, want je bent maar kind. En maar roddelen over anderen, en maar de hele dag door mensen kleineren, allemaal om oppervlakkige redenen. Demonologie mocht niet. Dan schreeuwden ze moord en brand, ook al was het je professie, maar ik had beter leraar kunnen

worden. Ik was leraar, maar niet van hun kerk en niet op hun manier. Dan moet je als kind naar de televisie kijken met zogenaamde ouders om je heen die voortdurend wat aan te merken hebben op mensen op het beeldscherm, en wat hun types zijn en wat niet hun types zijn, bla bla bla. Wat kon ons dat nu allemaal schelen ? Wij wilden gewoon televisie kijken, zonder al die belachelijke opmerkingen erbij. Ze gaven voortdurend commentaar op van alles en nog wat, want zij wisten alles beter. Kijk, opvoedkundige opmerkingen zijn belangrijk, heel belangrijk, maar wij leerden alles wat goor en vuil was, van deze beauty nazi's. Iedereen moest maar zoals hun zijn en hoe zij het wilden. Maar wat is het ? Met het grootste gemak offeren ze hun kinderen aan de Moloch en worden er goed voor betaald. Wat is het ? Wat is het mysterie ? Nee, het gaat hen niet om het uiterlijk. Ze weten niet wat het uiterlijk is. Ze weten ook niet wat schoonheid is, wat esthetiek is. Ze hebben dingen uit boekjes. Het is opmerkelijk hoeveel aandacht ze hebben voor mensen, en hoe ze 'het beste voor hebben met de mensen', hoe ze alles beter weten, hoe ze de weg tot de hemel kennen of tot Rome of waar dan ook. Zij weten het. Het is toch ontroerend te zien hoeveel zorgen ze zich maken om het uiterlijk van hun naasten, hoe ze daar wel alles voor willen doen, hoe ze daar helemaal in opgaan, hoe ze het de hele dag erover hebben. Zoveel zorg. Je wordt er helemaal warm van van binnen. Dat is nog wel beter dan het evangelie. Dat is nog echt eens een God die om je geeft, want die is altijd met je bezig en heeft altijd het beste met je voor, weet altijd precies hoe je je haar moet hebben, en wat je aan moet trekken, welke schoenen je moet dragen en van welk merk, enzovoorts. Die God weet precies wanneer je naar de kapper moet, en wanneer je je moet scheren. Wat een zorg. Die God weet ook precies hoe lang iedereen moet zien, hoe dik of hoe dun, en welk type huidskleur, en welke kleur ogen, hoe groot de voeten moeten zijn en hoe groot de handen moeten zijn. Dat is waar deze God zich in grote liefde de hele dag mee bezighoudt, want hij heeft niks anders te doen. Wat zou er anders moeten wezen dan ? Hier gaat het toch om in het leven ? Die God loopt altijd met zijn meetlat rond en met zijn weegschaal omdat hij zoveel van ons houdt dat hij ons in de juiste lengte en op het juiste gewicht wil hebben. Wat een grote liefde en wat een grote zorg. Echt ontroerend. Er zijn dus toch nog echte mensen op de wereld. En jij maar denken dat de hele wereld was afgeweken. Ze zijn er maar druk mee, de beauty nazi's. Wat is het ? Altijd staan ze voor de ander klaar om advies te geven over uiterlijk, over make up, over kleding, ook als het niet eens haalbaar is. Zoveel geven ze om de mens. Ze lijden echt met de mens mee, over die onmogelijke onbereikbare idealen die ze hebben, want dat zou toch echt een utopie zijn, een paradijs op aarde, als iedereen zo zou zijn als hen. Wat is het ? Zij kennen je beter dan jezelf. Zij weten meer af van jou dan jezelf weet. Zij doorgronden je. Zij kennen je van top tot teen. Niets kan je voor hen achterhouden. Niets. Vergeet het maar. Zij hebben voor alles al gezorgd. Zij kunnen je alles vertellen wat er nog aan je ontbreekt, en zullen intens met je medelijden die tijd dat je nog op aarde rest en je het maar niet kan bereiken. Het zijn echte troosters. Hoe zou een mens het kunnen redden in dit onverschillige leven waar niemand zich om je schijnt te bekommeren. Zij wel. Ze staan klaar voor je, dag en nacht. Altijd maar weer, het is een wonder. Hen ontgaat niets. Geen musje. Zij doorgronden jou. Zij staan recht voor je. Het is nog wel beter dan het evangelie van het christelijke geloof. Deze God geeft tenminste ook om je uiterlijk en wat voor kleren je draagt, en je make up, en je huidskleur. Dat is hem niet teveel gevraagd. Daar wil hij alle tijd voor nemen. Daar zegt hij belangrijke afspraken voor af. De beauty-nazi's, het is me een wonderbaarlijk verschijnsel. Net als je denkt dat de wereld aan de rand van de afgrond staat, dan komen zij op het nippertje om ons allen uit te redden. Grote helden zijn ze, op de juiste soort sokken. Natuurlijk van een heel duur merk, anders zouden ze dat nooit kunnen doen. Ze kunnen je zelfs de winkel aanwijzen waar ze het gekocht hebben. Wacht even. Zei

je daar winkel ? Weten zij dat ook allemaal ? Waar je het kunt kopen enzo, en hoe duur het is ? Ja, dat weten ze allemaal. Hoe weten ze dat dan ? Nou ja, dat weten ze doordat ze nogal veel bezig zijn met informatie, als data analisten. En dat moeten ze ook wel weten omdat ze juist voor die bedrijven werken als informanten, en die bedrijven hebben juist veel informatie nodig van hun klanten en potentiele klanten. Dat is allemaal klantenwervings-strategie. Het zijn gegevensmakelaars. Dat verkopen ze dus weer door aan die bedrijven, al die registers en profiel-documenten die ze maken. Daar leven ze van. Oh. Dus het gaat helemaal niet om het uiterlijk, maar het is gewoon hun beroep om aan informatie te komen van de mensen en om ze naar een bepaalde winkel te lokken ? Precies. Ik voel me nu wel bedonderd zeg. En ik maar denken dat het allemaal echt waar was wat ze zeiden. Een mens kan vandaag de dag niet meer wit of zwart zijn, niet meer dik of dun, lang of kort. Een mens kan er vandaag helemaal niet meer zijn, tenzij hij naar die ene speciale winkel gaat. Precies. Het zijn dus informanten van buitenaardse bedrijven, een beroep dat ze geerfd hebben. Het is alles wat ze hebben. Ze werken voor een speciaal bedrijf of meerdere bedrijven, als data brokers, als gegevensmakelaars, die de profielen opmaken om door te kunnen verkopen aan bedrijven zodat ze hun logistiek kunnen opzetten, hun markettingsstrategieen enzovoort. Het zijn stalkers, spionnen, gegevensverzamelaars, heel obsessief, want dat is hun brood. Daarom zorgen ze zo goed voor ons en willen ze alles van ons weten. Ze willen echt dat we de beste producten krijgen, want alleen dan kunnen we leven, alleen dan kunnen we bestaan, krijgen we de adem ervoor. Maar wacht. Het is de onschepping ? Precies. Dus die buitenaardse bedrijven werken allemaal met elkaar samen, en hebben hun informanten naar de aarde gezonden, allemaal gemaskerd, allemaal als code, als beauty-nazi's ? Precies. Hoe komen we dan van ze af ? Hoe ontkomen we aan hen ? Door de perseusische spiegel en het leren van de logistieke demonologie, het zijn op de juiste plaats, de juiste tijd, in de juiste hoeveelheden met de juiste kosten. Okay, dus die mode-nazi's zijn ook zo bedrieglijk als het weer. Natuurlijk. Ze volgen hun eigen logistiek, niet van de demonologie, maar van de economie, of liever gezegd van buitenaardse verzekeringsmaatschappijen. Zij zijn het aas van vissers. Fashion nazisme is een bedriegelijke vervanging voor de logistiek van de demonologie, maar slechts een code voor de uitgekookte wiskunde van de informanten, snitches, klikkers, infiltranten, van bedrijven. Het is spionage apparatuur die door bedrijven wordt geinstalleerd. Het zijn 'cookies', spyware.

Klikspaan, halve maan, je durft niet door mijn straatje te gaan, Hondje zal je bijten, poesje zal je krabbelen, Dat komt door al je babbelen. Hoofdstuk 43. De nachtmerries van de feutus : Bamah en de zwarte hanen Er zijn een heleboel soorten beauty nazi's en fashion nazi's. Rassen-nazi's, genen-nazi's, psychinazi's, dentinazi's zijn allemaal soorten beauty nazi's en fashion nazi's die hun eigen idee over schoonheid hebben, hun eigen verrotte ondemonologische esthetiek. Psychinazi's zijn van de psychische schoonheid en dentinazi's zijn van de orale schoonheid, en dan zijn er ook nog relinazi's, zoals christinazi's die gaan over wat religieuze en theologische schoonheid is, maar dit zijn slechts codes van buitenaardse bedrijven, zoals het christendom een code is voor de auto-industrie. Juist omdat het in de diepte allemaal beauty nazi's zijn zijn het ook allemaal gegevens-bedrijven, informanten, wat elk bedrijf wel moet hebben om te kunnen overleven. Niet dat ze om je geven, hoor, het draait hen allemaal om henzelf, over hun bedrijf, want dat is alles wat ze hebben, en zo leven ze. Juist omdat ze de demonologie niet hebben hebben ze geen andere optie. Zij hebben dus data nodig, info, van de klant en van de potentiele klant, van de verzekerden en de onverzekerden waartegen zij verzekerd zijn. Zij zijn in die positie als zowel zaligmaker als huurmoordenaar, als inquisiteur. Informanten dus, ondervragers, interrogators, en dat doen ze allemaal op hun eigen manier. De dentinazi was nooit een echte communicator geweest, omdat ze nogal veel te verbergen hebben, maar die hebben gewoon hun boortorens en hun implantaten waarmee ze mensen periodiek aftappen voor data. De druk van de vulling op het bot en op de zenuw heeft zijn eigen trillingsgetal en kan daarmee unieke data van de mens aftappen en zo doorseinen naar de dentinazi. Natuurlijk zullen zij dit ontkennen, omdat dit namelijk hun vakgebied niet is. Zij kennen de demonologie niet, dus ze moeten daar verder ook vanaf blijven. Het is ook het vakgebied van de psychinazi's niet die altijd weer proberen de demonologie in het verdomhokje te stoppen. Nogal logisch. Ze worden namelijk zelf bestuurd door demonen. Een kind kan de was doen. De nazi's zijn niet geschikt voor wat voor vak dan ook. Het zijn misdadigers. Er is een groot verschil tussen eerlijk zaken doen en zaken doen door de mafia. Maar natuurlijk willen ze dit niet horen, en natuurlijk proberen ze dit te negeren, en natuurlijk strijden ze ertegen. Het is namelijk alles wat ze hebben en het is hun laatste adem, want de demonologie zal hen die adem niet geven. Zolang Nederland nog voet geeft aan dit soort praktijken is Nederland verdoemd. Ze spreken in code, deze boeren. Je hebt ze aan de telefoon en ze proberen je voor het lapje te houden, je dingen aan te smeren. Ze zijn niet voor rede vatbaar. Er valt niet met ze te praten, maar heb altijd de perseusische spiegel dichtbij je. Wat ze doen en denken is het laatste wat ze nog

hebben. Het zijn spionnen, en natuurlijk zullen ze dat ontkennen, want welke spion gaat nu zichzelf bekend maken ? Het zijn de regels van het spel, en daarom houden ze zich dom. Het is hun vakgebied niet, en de demonologie heeft hen door. Daar moeten ze vanaf blijven. Ze hebben net als ieder ander de vrijheid van meningsuiting, maar zodra je die mening aan een ander gaat opleggen en ook nog eens onder dwang gif in de botten gaat lopen implanteren, dan is dat crimineel, en dan zal gerechtigheid volgen, en gerechtigheid zal zoet zijn. Maar verwacht geen steun van de massa's, verwacht niet dat ze naar je zullen luisteren, want dit is het pad van de eenling, en het blijft het pad van de eenling. De rest is niet interessant. Dan kun je wachten totdat je een ons weegt. Het gaat om de eenling. Punt. Dit pad is niet zomaar zichtbaar, van 'oh, daar en daar'. Neen. Het pad is onzichtbaar en kun je alleen leren kennen door de logistiek : waar, wanneer, hoe, in welke hoeveelheid, in welke vorm, in welke verhouding. Daarom dient de eenling de logistiek van de demonologie te kennen. Alles om de mens heen, de gekke clownmachines van de nazi's met hun huichelachtige contradicties de hele tijd, is daar slechts een karikatuur van. De mens moet zelf de logistiek van de demonologie leren kennen, en dan zal het andere op de bestemde plaats vallen, niet eerder. Vroeger was er de militaire logistiek, en toen gooide de nazi logistiek roet in het eten, en nu is er de logistiek van de demonologie. Dit gaat niet door het rechtstreekse, het grijpen, maar door de spiegel van obscuriteit, de perseusische spiegel met een nihilistische en pre-existentialistische basis, want de schepping is nog niet gekomen. Het is de strijd te ontstaan, niet de strijd om te overleven. Het leven is er nog niet, slechts duisternis, woestheid en leegte. De feutus zweeft boven de zwarte golven in een gelei achtige capsule, en de feutus heeft een zware, chronische nachtmerrie van de onschepping. Dit zal de feutus inspireren, en dit zal de feutus wakker maken en tot leven verwekken. Dit is de enige manier. Zonder deze nachtmerrie is er geen bestaan of schepping mogelijk. De amazones slapen aan de kust, in hun tenten. Hun grote bossen met haren woelen op hun slaapplaats, waar ze liggen onder de vellen van verslagen demonen, in de jacht verkregen. Maar het is slechts een droom van de feutus. Het bestaat niet, maar het zal bestaan. De schepping is er nog niet geweest. Allereerst zullen de amazones er zijn, de natuur vrouwen, de natuur principes van de logistieke demonologie. En dan zal de geboorte plaatsvinden. De amazones dragen de zwarte veren van de woeste hanen. Hanen die je zo zouden kunnen aanvliegen om je ogen uit te pikken. Hanen die je voor het leven invalide zouden kunnen maken, verlamd. Het zijn de dentinazi's. De amalgaam genocide, de invasie van buitenaardse zwarte skeletten, is daar slechts een allegorie van. Welke man zou overleven in het gevecht met zo'n haan ? Alleen amazones zouden kunnen overleven, als ze woest en geemancipeerd genoeg zouden zijn, maar het was slechts een droom van de feutus. Hoe dan ook staat deze schepping te dringen, want het zijn natuurprincipes van de logistieke demonologie, de achter alles liggende filosofie van het leven. Dan staat zij op met een bot in haar handen, en bestrijdt de zwarte dentinazi hanen. Zij wordt zwaar toegetakeld en moet bloedend wegrennen, en de zwerm woeste, hysterische dentinazi hanen achtervolgen haar, tot diep in de wildernis. Zij klimt in bomen om veilig te blijven, en maakt een vuur voor in de nacht. Zij is op zoek naar haar zusters. Zij roept en schreeuwt, maar zij horen haar niet. Zij bestaan niet. De schepping is nog niet gekomen. Het is slechts een droom. Is zij zelf wel een mens, is zij wel daadwerkelijk geschapen, of is zij slechts een dier, of ook maar een droom ? Zij weet het niet, ze is zwaar in de war. Maar het is alles wat ze heeft en werkt ermee. Ze zal haarzelf verdedigen tot het laatste toe, of ze nu bestaat of niet bestaat. 'Ik droom, dus ik leef,' spreekt ze langzaam. Ze heeft een fakkel waarmee ze de woeste zwarte hanen van haar af probeert te houden, maar ze zijn hardnekkig en koppig. Als ze haar aanvallen snijden ze diep in haar. Ze voelt haarzelf duizelig en misselijk. Er is vuil in haar bos met haren. Dan vindt ze een zwarte veer,

en bindt het aan haar haar, en dan vindt ze nog een veer en bindt het aan haar bovenarm band. Ze droomt, maar ze strijdt, ze strijdt om te ontstaan. Misschien is het niets, maar misschien ook wel, en ze neemt haar kans. Misschien is dit wel de laatste kans die ze heeft. Weer roept ze het uit tot haar zusters, maar ze hoort niets. Bestaan haar zusters wel, of is ze in de war ? Weer doen de zwarte hanen een aanval. Er zijn er nu zoveel, maar dan ziet ze pas hoe klein ze zijn, en hoe groot zij is. Zij staat daar met haar fakkel, en ze kan hen zo goed zien nu. Er zijn er zoveel. Het is alsof ze haar niet meer zien, alsof ze onzichtbaar is, of heeft haar fakkel hen verblindt ? Ze lijken ineens als verdoofd. Is dit de schepping ? Ze grijpt haar mes, en maakt er één af. Ze neemt de veren af. Ze neemt de botten af. Botten ? 'Waar ken ik dit van ?' denkt ze. 'Ja, ik … ik moest naar de dentinazi's … eens … Ik zat in de stoel … of liever gezegd ik lag in de stoel, want het zijn ligstoelen, althans dat is waar mijn nachtmerrie over ging … De denti nazi kwam en keek in mijn mond, met een lampje. Hij haalde er toen een botje uit. 'Dit had je ingeslikt,' zei hij.' 'Nee, dat had ik niet ingeslikt. Dat zijn die hanen, en die hanen …' dacht ze. Ze maakte een voorhangsel voor haar tent van botjes en veren. 'Niemand zal hier nog doorkomen,' dacht ze. Maar ze kwamen, en dit keer was het overweldigend. Het zijn de nachtmerries van de feutus, maar zij zal ontwaken. Het is dan wel een nachtmerrie van de feutus, maar het is ook tegelijkertijd mythe. Is het begin van de schepping geen nachtmerrie op zich ? Het is iets wat we overal om ons heen zien, en vaak één van de favoriete bijbelboeken van de eenling die ontwaakt is tot het nihilisme, de staat van deze wereld, het bedrog van de onschepping. En dat is het boek van de OT oordeelsprofeet Jeremia, zware, massieve literatuur oorspronkelijk uit de woeste wildernis van Israel. Jeremia streed zelfs tegen Mozes. Het verbergt de amazone code, en daarom moet dit zegel verbroken worden, dit reusachtige Israelitische visioen van de obscure eenling in de natuur op het pad van het nihilisme, want Jeremia stelde dat wat Mozes deed dat dat God nog niet was. De ware religie was nog niet gekomen. Het volk was verleugend. Daarom heeft dit boek een ondoorgrondelijke en ongetemde woestheid, omdat het tegen de fundamenten van de Joodse literatuur inging. Als je dan kijkt naar de amazone oernatuur die achter dit boek schuilt, dan zien we de amazone vrouw genaamd Bamah, met de zwarte hanen, oftewel de dentinazi's. Het is als een schilderij in het woeste, donkere oerwoud van het voor-Israelitisch en ook het voor-Egyptisch, want het is voortijds, en buitenaards. Het zijn een serie schilderijen die het verhaal vertellen, de mythe van Bamah en de zwarte hanen. Soms staat ze met een fakkel, omringd door de zwarte hanen, en soms is zij heel groot, en de hanen klein en verdoofd, alsof zij een hanenhouder is. Zij is de eigenares van deze hanen, maar dat besefte ze deels nog niet. Zij moest nog ontwaken, en zij moest nog geschapen worden. Ook was zij in gevecht met deze hanen. Het zijn haar hanen. Het is haar fokkerij. Wat kunnen we ervan leren ? De dentinazi's zijn er een allegorie van. Bamah betekent hoge plaats in het Hebreeuws, bergen, strijdveld, plaats van aanbidding, rand, het hoog zijn. Zij is de hanenhoedster, maar zij onderschatte haar eigen hanen, en zij keerden zich tegen haar in een zwak moment, waar ze zwaar voor moest betalen. En zo werkte ze aan haar eigen demonologie, want die moest nog geschapen worden. Het zijn obscure wezens, de dentinazi's, maar hierin zijn ze woest en hysterisch, de woestheid van autisten met een asperge-syndroom. Ze kunnen zich niet in de ander verplaatsen, alles draait om henzelf. Het zijn psychopaten, sociopaten. En Bamah kon ze alleen overwinnen en beheersen door haar eigen demonologische obscuriteit aan te wakkeren. Ook zij draait dus om diep autisme, maar dan het demonologische autisme. Het is dus een strijd tussen het lagere obscure autisme van het ego, en het hogere filosofische obscure autisme van het hogere ras. De hanen zijn dus katalysatoren van haar onderbewustzijn die nodig zijn om haar valse publieke bewustzijn te doven. Er zit dus een veel duisterdere psychologische betekenis achter.

Hoofdstuk 44. De ontvoerde feutus en de openbaring van het oer-onderbewustzijn Ook obscuur naar jezelf zijn. Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand denkt of doet. De mens is verstrikt geraakt in misleidend publiek bewustzijn. De mens moet terug naar het onderbewustzijn van het oer, want er is nu teveel bewustzijn. In de jaren 1900 begon het existentialisme op te komen : van bestaan tot essentie. Eerst moest de mens in het bestaan geworpen worden, om daardoor tot de essentie te komen. Het bestaan was een soort filosofisch kruis, de filosofische woestijntocht tot het beloofde land, en die tocht was noodzakelijk. Maar de schepping was nog niet gekomen. Het was het bestaan nog niet, maar het onbestaan, de onschepping, de nachtmerries van de feutus. De mens greep veel te snel naar allerlei vals bewustzijn, ook vals collectief bewustzijn, en daarom moest de mens eerst terug tot het onderbewustzijn. Maar de mens wilde feesten. En zo ontstond de onschepping. Er gaat dus nog wat vooraf aan de onschepping, en dat is het oer-onderbewustzijn. Alleen in het oeronderbewustzijn zou de ware schepping kunnen komen. De mens moest dus een verdieping lager. Hiertoe zijn de zwarte hanen een katalysator. De mens moest hierdoor komen tot het demonologische oer-autisme in de filosofie. Zij van de onschepping hebben geen filosofie. Ze kunnen alleen maar doorverkopen wat ze geerfd hebben. Ze kunnen alleen maar verkopen. Er zit verder niets bij. Ze hebben geen creativiteit, geen scheppingsvermogen, en daarom zijn ze jaloers op hen die deze vonk wel hebben, en doen ze er alles aan om zulke personen uit te buiten. Ik had een droom over Venezuela, over het oog van Venezuela, over het oog van het onderbewustzijn, maar dit was een duistere wachter. Ze sloeg me als een verwend kind. Ze jammerde. 'Het is van ons, het is van ons,' jammerde ze. Elke nacht weer, als we slapen, gaan we het onderbewustzijn in. We moeten hierin dieper en dieper, want alleen dat is de ware weg tot de schepping. Ook overdag kunnen we deze tocht maken. Er is zoveel vals bewustzijn wat moet afsterven. Maak er zaak van van de onschepping te komen tot het onderbewustzijn, waar het pad van de eenling verder gaat. Dit is de diepere laag van het preexistentialisme. Er ligt een oer-onderbewustzijn waar het valse bewustzijn en het valse collectieve bewustzijn kan doven. Je dringt dan diep door in een demonologisch oer-autisme van het onderbewustzijn. Dit zal leiden tot het zuivere getal twee, want in de onschepping leidt het tot een corrupt getal twee, worden er corrupte verbindingen gemaakt, waardoor siamese tweelingen ontstaan. Denk niet dat ze daarboven

niet autistisch zijn, alsof het sociale wezens zijn die niet eenzaam zijn, in de onschepping. Neen. Ze zijn zwaar autistisch met een asperger syndroom, ze kunnen zich niet in anderen verplaatsen, maar ze gebruiken elkaar gewoon, ze exploiteren elkaar, ze vreten elkaar op en kotsen elkaar weer uit. Het zijn nazi-autisten die hun eigen fatale droomwereld hebben gebouwd, hun eigen fantasiewereldje, waarin zij alles beter weten, waarin ze ieder ander mens die anders denkt en zich anders gedraagt dan hen de zak geven, tot een Jood maken, en hen per trein naar Auschwitch deporteren. Het zijn nascistische, sociopathische autisten, psychopaten die de ander niet kennen, maar pretenderen dat ze de ander beter kennen dan zij henzelf kennen. Zij hebben zich zelf tot de God gemaakt die alles doorgrond, die er altijd is en die alles ziet, het Venezuela oog, de wachter van het onderbewustzijn. Ze zijn schemeringen achternagelopen, hebben licht gezien, en hebben het gegrepen en het is hen fataal geworden. Ze zijn erdoor versteend, en ze kunnen nu nog maar een kunstje, een truukje. Pas er voor op. Het zijn gevaarlijke autisten die niet met je rekenen. Het sociale is maar een truukje. Ze trekken je mee naar hun graf. Ze kunnen zich van alles noemen : 'vadertje', moedertje, juffrouw, meester, vrouwtje, mannetje, vriendje, vriendinnetje, enzovoorts. Dat hoort bij het spel wat ze spelen. Ze menen het. Het is een asperger samenleving van roofdieren waar iedereen voor zichzelf strijdt, om te overleven, niet om te ontstaan. Ze houden zich niet aan de filosofische regels van het bestaan. Het is de autistische onschepping. Er is geen contact mogelijk. Alles is in ijs. Het getal twee bestaat niet. Het is nog niet geschapen. Ze pretenderen alleen, ze ijlen alleen, en ze willen dat jij erin gelooft. En als je ze volgt, en als je ze gelooft, dan fokken ze je op, zoals ze zelf opgefokt zijn. Ze rennen maar heen en weer. Dan moet er weer dat, dan moet er weer dat, en dan trekken ze weer een heel register open voor dit en dat, maar het is allemaal niks. Ze komen er nergens mee. Het heeft allemaal geen inhoud. Zo verspillen ze tijd, maar er is geeneens tijd. Tijd is nog niet geschapen. Het is de nachtmerrie van de feutus, en de feutus moet dieper het onderbewustzijn in, dieper de slaap in. De feutus is in strijd met het Venezuela oog. Kom niet tot een te snelle schepping, grijp niet het eerste de beste licht wat je ziet, maar wordt obscuur naar jezelf. Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Keer je andere wang toe, laat je niet verleiden te snel tot actie over te gaan. 'Ja, maar die en die heeft dit en dat gezegd.' Wat dan nog ? Zij zijn in de onschepping. Spring er niet in. Als Jopie van de hoge brug in de rivier springt, dan spring je hem toch ook niet achterna. Laat maar springen. Demonologen gaan geen zinloze discussies aan. Demonologen laten zich niet uitdagen door kleine jongetjes. Laat ze maar kletsen, dat is alles wat ze kunnen. Als ze een fout maken, blijf dan wijselijk stil. 'Ja, maar die en die heeft me geslagen, recht op mijn wang.' Wat dan nog ? Keer je andere wang toe, anders slepen ze je in een gevecht, en dan wordt je deel van de onschepping. Dan slepen ze je mee naar hun graf, en dan kun je niks meer, verlies je alle creativiteit. Dat is wat overmoed doet. Leef vanuit de spontane vonk, en laat het zuiveren in het diepere onderbewustzijn. Niets moet. Je hoeft jezelf niet te verdedigen, want het is de schijnrealiteit, de schijnschepping. Ze willen je uit je tent lokken, voorbarig uit de baarmoeder lokken, opdat je een miskraam wordt zoals henzelf. Het zijn miskramen, niet anders. Ga dieper het onderbewustzijn in, laat je niet verleiden tot vals glitterend bewustzijn, corrupt groeps-bewustzijn van saamhorigheid, kameraadschap enzovoorts. Ga op zoek naar jezelf, naar de filosofische onderliggende principes, en kom tot het zuivere getal twee in het beloofde land. Er is een kruispunt der eenlingen, waar de amazones hun zusters vinden, maar dit mag niet voortijdig opgewekt worden, want dan zal het eindigen in een fiasco. 'Ja, maar ik heb het koud, en het is eenzaam.' Wat dan nog ? Waar gaat het nu om ? Je bestaat nog niet eens. Dit is de weg. Als het niet zo was dan zou je in de schijnschepping terecht komen, en dat wil je ook niet. Je moet jezelf scheppen. Dieper in het oeronderbewustzijn wordt het vanzelf wel warmer en vindt je geleidelijk aan alles wat je nodig hebt. 'Ja, maar ik sterf.' Wat dan nog ? Je leeft

nog niet eens. Je ijlt. Gewoon dieper gaan, en je komt vanzelf tot het ware leven, het ware bestaan, de ware schepping. Al het valse en voortijdige moet sterven, tenzij je een miskraam wil zijn, en poppenhuisje wil spelen. 'Ja maar.' Luister niet naar het oog van Venezuela. Ze houdt je tegen, want ze exploiteert je, maar strijdt om te ontstaan. Strijdt om in de diepte af te dalen. Strijdt om in te gaan. Het oog van Venezuela zal net zolang tot je ja-maaren totdat je bij haar terugkomt in de valse onschepping. Zij willen met je onderhandelen, want het is alles wat ze nog hebben. 'Dan ga ik de strijd aan.' Of je gaat terug. 'Nee, nee, ik wil niet meer terug.' Je hebt te maken met een obscure onschepping. Wees nog obscuurder. Je hebt te maken met een autistische onschepping. Wees nog autistischer, en ga dieper je onderbewustzijn in, tot de diepere slaap, om de valse onschepping achter te laten, alles achter te laten wat je dacht dat je had, want je had het niet. Je bestond nog niet. Je had te maken met een nihilistische onschepping, wees nog nihilistischer. Het zijn allemaal katalysatoren. Daal de trappen af tot de ondergrond van het onderbewustzijn. Dieper en dieper, waar alles verdonkerd wordt, waar alle valse lichten kapot springen, elk vals bewustzijn, al die uitpuilende ogen knappen daar voor eeuwig stuk. Hier kunnen ze niemand meer bedriegen. Het zijn spionage camera's, niets meer. Ga dieper, de informanten die verkeerde bedoelingen met je hebben springen vanzelf kapot. Het zijn bewakings-camera's, maar dieper en dieper hebben ze steeds minder macht. Het zijn alarmen, maar ze zullen vanzelf doven wanneer je dieper gaat. Het zijn kwallen die daar hangen aan de muren in het trappenhuis, die schemerend licht geven om je te verlokken, maar ze kunnen niets doen. Ze zijn verlamd. Ze hebben zelf de verkeerde keuzes gemaakt. Ze hangen daar niet voor jou, maar voor henzelf. Ze kunnen daar hangen als vagina's, maar ga er niet in. Het zijn valse baarmoeders van de onschepping. Ga dieper en ze zullen vanzelf kapot springen. Laat hen je niet met zich meesleuren. Als ze om je nek heenvallen, of op je hoofd vallen om je uit te zuigen, laat het je dan niet tegenhouden, maar ga dieper. De trappen zijn open. Je hebt meer onderbewustzijn nodig, niet meer bewustzijn. Het onderbewustzijn is een duister monster, een baarmoeder van het oer, maar laat je niet meer verleiden terug te gaan tot de wipwap van de onschepping, want dan wordt je als een zwaar gereformeerd kind die alleen maar kan wipwappen. Daarboven is het zware mind control. Het is alles wat ze hebben. Er staat daar een turnrekje waar de kinderen zich vaak aan verwonden, kinderen die hun nek breken, en de kermis gaat maar door. Het is de onschepping. Gruwelijke dingen gebeuren daar, maar ze bestaan niet. Het is de onschepping, de nachtmerries van de feutus. Wat doen ze allemaal wel niet met die kinderen ? Stop. Ga niet meer terug. Ga dieper het onderbewustzijn in, want ze spelen psychologische spelletjes om je uit te zuigen. Ze houden van het uitzuigen van feutussen, maar ga dieper de baarmoedervliezen van het onderbewustzijn in, zwevende in een gelei achtige capsule boven de zwarte golven van het onderbewustzijn. Er is daar een woeste storm, en de golfen zijn hoog. Het grijpt je en trekt je in de diepte. Al het licht moet doven, alle schemering, elk vals bewustzijn, elk overmoedig collectief bewustzijn, elke betweterij. Oh, ze weten het allemaal zo goed. Het moet sterven, uitgedoofd worden, in de dieptes van de reusachtige oceaan van het oer-onderbewustzijn. Het heeft allemaal teveel gesproken. Mensen zijn kapot gepraat. Maar ze bestonden nog niet. Het waren de nachtmerries van de feutus. Wees maar

autistischer, anders kun je niet tegen de autistische gekken om je heen op. Wees maar obscuur, want ze zijn obscuur naar jou, ook al doen ze alsof ze spontaan en meelevend zijn, ook al doen ze alsof ze leven en sociaal zijn. Ze hebben grote geheimen. Ze laten aan jou hun kaarten niet zien. Het is een obscure industrie. Niemand mag weten waar ze mee bezig zijn. Na kantooruren zijn ze er niet voor je. Het diepere onderbewustzijn van het oer, een diepere slaap, waarin de nachtmerries van de feutus kunnen kalmeren, waar ze ander natuurgeweld beleven. Zware stormen, zwaar onweer, zware draaikolken, hoge golven, allemaal om de feutus in de diepere slaap te brengen, want een roofdier, een roofvogel, had de feutus gegrepen en naar zijn nest gebracht, om haar jongeren ermee te voeden. Na de nachtmerrie is er slaap, diepe slaap, om diepere filosofische vonken uiteindelijk op te wekken, van een autistisch kind van de demonologie, de strategische obscuriteit van de natuur. Het nihilisme van de natuur van het onderbewustzijn is paranoïde toe naar alles wat zich te snel ontwikkeld. Het prikt door alles heen, laat zich niet meeslepen en manipuleren. Het onderbewustzijn is een zee van vertraging. Hierin wordt de feutus geworpen door de natuurstorm, en hierin wordt de feutus weggezogen om tot vertraging te komen, en zoveel beschermende gelei achtige vliezen omhullen de feutus dan weer, want de roofvogels hadden alles weggepikt, en hadden zich tegoed gedaan aan het bloed en de sappen van de feutus. De storm brak door alles heen, door alle kunstmatige, clinische, autistische wanden van de onschepping van de nazi's, een voorscheppingse psychose van de feutus. De storm nam de feutus weer mee terug naar waar het hoorde. Er was een onleven, maar het ware leven is in de filosofie, en die ligt opgeborgen in het oer-onderbewustzijn. Zoveel lagen waren er overheen gebouwd, zoveel vloeren overheen gelegd, voor een industrie, en de miskramen waren producten. Ze speelden poppenhuisje als kinderen en dementen. Het was een psychose van de feutus, maar de storm van het oer-onderbewustzijn kwam om de feutus terug te halen. De feutus was ontvoerd. Hoofdstuk 45. Het lek in de eenling filosofie De psychinazi's, helemaal geobsedeerd met de psyche van de mens, als rampentoeristen, want ze kunnen er zo mooi munt uit slaan uit de ellende van de mens. Ze zijn zo geobsedeerd met de psyche van de mens dat het psychofielen zijn, wars van filosofie. Als ze het over psychoses hebben, dan zijn zij zelf wandelende psychoses, de ergste psychose die een mens maar kan hebben, als de psychoses van de feutus, vlak voor de geboorte. Het massa onderbewustzijn van de stad heb je dan niet nodig, maar je moet dan tot het natuur onderbewustzijn gaan van het oer, de diepere slaap. Maar hoe doe je zoiets ? Hoe kun je aan de psychoses van de onschepping ontkomen ? Je bent dan in het trappenhuis onder de stad en je gaat

dieper en dieper, steeds dieper onder de grond, de ondergrondse natuur in, waar het onderbewustzijn van de natuur ligt. Het is niet slechts natuur. Je kan niet zeggen : lang leve de natuur en in de natuur gaan leven alsof alles daar om draait. Neen. Je moet terugkeren tot de filosofie van de natuur. De natuur staat niet op zichzelf. Wel is het zo dat de filosofie niet kan bestaan zonder de natuur. Zij horen dus bij elkaar, maar er moet geen filosofie-loze natuurdrift komen, want dan blijf je slechts aan de rand van de natuur, en ben je nog steeds een schaap van de stad. Wat kun je dan doen ? Als feutus wordt je diep de vertraging ingetrokken in het onderbewustzijn van het oer, wat de filosofie doet. Waarom ? Zou je kunnen denken. Waarom moet alles vertraagd worden ? Juist omdat dingen te snel gaan, en er zo geen overzicht meer is. Er ontbreken tussenstappen. Veel mensen willen dat niet horen, maar dat is de onschepping. De mens moet dieper. Wat betekent dat ? Diepte ? De mens is te overvlakkig, heeft te snelle definities van dingen gemaakt, heeft oorspronkelijke definities weggekapt of zwaar ingekort. Maar diepte is een vies woord voor veel mensen van de onschepping. 'Je moet niet zo zeuren,' zeggen ze dan. Voor hen is het allemaal heel gemakkelijk. Er mag niet moeilijk over gedaan worden. Het leven is simpel. Maar het is het leven niet. Het is het onleven, de onschepping. Het is een psychose van de feutus, het stadium vlak voor de geboorte. De feutus is in de war. Het zijn katalysatoren waardoor de feutus zich vanzelf in zich terugtrekt, en dat is om de feutus te beschermen. Zo onstaan de juiste laagjes en vliezen om de feutus heen, een gelei achtige capsule die de feutus voedt en beschermt. Als er niets zou gebeuren, als de laag van de onschepping er niet zou zijn, de foetale periode, de laatste fase van de zwangerschap, dan zou de feutus zich niet voldoende intrekken, en dan is de feutus te kwetsbaar voor het leven, en sterft dan oneindig af. De psychose van de feutus is dus absolute noodzaak voor de feutus om zich te kunnen ontwikkelen en genoeg zelfstandigheid te hebben, obscuriteit en autisme, genoeg nihilisme, om te kunnen ontstaan. Daarvoor is de feutus een embryo, in de embryonale periode, de eerste periode van de zwangerschap. Het is belangrijk dat de feutus daar weer naar terugkeert, want dat is de oorsprong. En daarvoor was er slechts een spermacel. De zaadcel, één van de miljoenen, dringt als eenling de eicel binnen. De mens is dus in oorsprong zowel man als vrouw. Hij draagt de man in zich en de vrouw. De feutus moet terugkeren tot deze laag van het oer onderbewustzijn van de natuur, waarin hij weer begint als eenling en tot de eicel gaat. Was de feutus dan slechts een nachtmerrie of psychose van het embryo ? Ga weer opnieuw door dit proces heen. Zou je weer dezelfde baarmoeder kiezen, of was dit een psychose, een nachtmerrie. Werd je er naartoe gezogen of maakte je die keuze bewust. Zag je ergens licht of schemering ? Hoe kwam je daar, en waarom was je de eerste ? Waarom bereikte jouw zaadcel beginsel als enige de eicel ? Was dit allemaal waarheidsgetrouw, of werd er met je gerommeld, of was dit slechts een psychose of nachtmerrie van de zaadcel, of van het embryo ? Zou je dezelfde baarmoeder weer kiezen, dezelfde eicel ? Of zou je het ditmaal anders doen, of had je geen andere keus ? Was het een natuurverschijnsel, of werd je ergens ingelokt ? Waar ben je terechtgekomen ? Zou je er nu misschien beter tegen kunnen vechten ? Ga dieper terug naar het onderbewustzijn van het oer. Laat de onschepping los. Hoe kwam je in die man die jou als een zaadcel droeg. Was je bedrogen, of was je ontvoerd ? Gebeurde het in een zwak moment ? Het zette een ketting reactie in werking, een nachtmerrie of psychose, en het werd het leven genoemd. Moest je hier doorheen ? Maakte het tot wat je nu was ? Was er geen andere weg ? Maar is het dan nu de bedoeling om helemaal terug te gaan tot een nog dieper stadium ? Heb je nu misschien daarvoor de katalysator gekregen, terwijl je die eerst nog niet had ? Ga dieper. Je bent een eenling, hoe dan ook, anders zou je geen bewustzijn hebben, geen dromen. De eicel moet binnen een bepaalde tijd bevrucht worden, anders sterft het af. Ga er niet nog een keer binnen, want je kan nu dieper, je kan nu verder terug, je verder naar binnen trekken in plaats van naar buiten. Laat de eicel maar afsterven, want het was de onschepping. Het was een

nachtmerrie, een psychose. En kom dan tot het diepere stadium, het tegenbewustzijn. Je weet dat het bewustzijn niet klopt, maar je maakt er antistoffen tegen. Wat is de filosofie ? Je ziet Mozes de berg op gaan. Je ziet dat iedere Jezus zijn Judas heeft, je ziet de slang in het paradijs. Je ziet Mozes in gevecht met Jeremia. Jeremia roept : we moeten terug, we zijn te ver gegaan. Maar dan is het een vrouw : Bamah en de zwarte hanen. Nu heeft ze de katalysatoren om het tegenbewustzijn op te roepen, het begin van de schepping. Alleen het tegenbewustzijn kan een ware schepping opwekken, dieper in het oer onderbewustzijn. Je zucht, diep uit, en ademt dan diep in, want er wordt adem gegeven. Het is de tegenadem van het tegenbewustzijn. Je voelt de gespletenheid en dat het zo hoort, anders zou er geen leven mogelijk zijn. Alleen zo heb je adem, door het tegenbewustzijn. En dan ga je door het oerwoud van het tegenbewustzijn, op zoek naar diepere filosofische principes, niet slechts naar meer natuur. De nachtmerries en psychoses van de verschillende stadia van de voorgeboorte, de voorschepping, zijn zwaar. Maar zonder die druk is er geen leven, en zonder deze zwaarte kan het tegenbewustzijn niet opgewekt worden, en zou je slechts een spons zijn. Er is geen regelrechte utopie, en het centrum van de filosofie is niet makkelijk te bereiken. Het schreeuwt vanuit de hemel naar je, maar je kan het niet verstaan, en je begrijpt het niet. Wat doe je dan ? Teruggaan, teruggaan en teruggaan, dieper het onderbewustzijn in, tot het tegenbewustzijn. Je ziet de mensen om je heen hun koppen in het zand steken ? Het zijn slechts kuddes struisvogels die wild heen en weer rennen om het geheim te bewaken. Eens had ik een droom over psychinazi's, en ik zag ze zo veranderen in een kudde wilde struisvogels. Dat is wat ze zijn. Waarom zijn dingen zoals ze zijn ? Het zijn katalysatoren om te laten zien wat ze niet zijn. Het zijn triggers. Ze zijn noodzakelijk in het filosofische spel. Ze bellen aan en verkopen hun stofzuigers. Psychofielen, hevig geinteresseerd in je psyche, maar allemaal voor deze reden. Hoe werd je een spermacel ? Wat was je daarvoor ? Was je een brok onderbewustzijn ? Nam iemand het voor een industrie ? Werd je tot een object, een onderdeel van iets, gedwongen ? Of lokten ze je erin, en kon je toen niet meer weg ? Wat was er voor de onschepping ? Er was een te snelle 'twee', een te snelle relatie, een te snelle verbinding, terwijl het obscure autisme van zelfbescherming nog niet volkomen was, nog niet volgroeid. Het eenling principe was nog niet rijp geworden. Maar alleen door deze ervaring kon het rijp worden. In de zaadballen was er al een selectie gaande voor iedere zaadcel, een selectie uit miljoenen en miljoenen zielen. Het is niets anders dan een loterij, en je ouders wonnen de loterij, of ze daar nu blij mee waren of niet. Telkens maar weer gokken ze. Ze hadden ook wat anders kunnen winnen, maar het was jij ditmaal. Dan ben je een trofee en wordt je ergens als een monument neergezet in deze krankzinnige wereld. Je bent slechts een bolletje in de veel grotere bol van de loterij, die draait, en selecteerd. Maar de mens mag terugkeren tot de diepere filosofische selectie. Er werd een dansje opgevoerd, en je hoeft het niet nog een keer te dansen. Het was alleen om je te doen ontwaken en om je te inspireren, maar het was de schepping nog niet. Mozes ging de berg op, de massa's achterlatende, en er was een verschijning op de berg waar je niet naar mocht kijken, want dan zou je sterven, zoals ook in de Perseusische filosofie. Mozes mocht

alleen haar achterste zien, wat een beeld is van de baarmoeder, het onderbewustzijn. Teveel bewustzijn zou hem doen sterven. Hij moest tot het oer onderbewustzijn komen, want het volk was al veel te ver afgedwaald in deze valse schepping van vals bewustzijn. Mensen zijn allemaal maar heel actief, draven met van alles in het rond, om hun huisjes te bouwen, hun koninkrijkjes, maar het is allemaal voor niets. Het is de ware schepping niet. Mozes moest naar het achterste van de verschijning op de berg kijken, niet naar de voorkant. Wat weet de mens toch veel, en wat doen ze er allemaal belangrijk over, maar het is allemaal voor niets. Het totale collectieve bewustzijn wat ze op hebben gebouwd is een gruwel, een totale mislukking, en nergens goed voor, want er was geen demonologisch fundament. Het zal allemaal instorten. Mozes kwam op de berg om filosofische principes te leren. Hij maakte buitenaards contact. Het scheurde de hele wereld van literatuur open. Niemand rent dan op zo'n verschijning af om even met gouden tanden en een afgezakte broek breedglimlachend op de billen te slaan. Neen ! Mozes was aan het randje van de dood gekomen ! Wat voor een idiote zotten lopen er vandaag de dag rond die vrouwen zo als vee behandelen ! Mozes keek wel beter uit ! Eén verkeerd woord, of één verkeerde beweging, en hij zou het niet na kunnen vertellen ! Hij stond recht voor een theofanisch, buitenaards roofdier, en als hij het van voren zou zien zou hij verder leven wel op zijn buik kunnen schrijven ! Ik ken dit soort dingen. Ik heb het in mijn dromen en nachtmerries gezien. Mensen spelen met hun leven als ze roekeloos met vrouwen omgaan, of met God of de godin, of hoe die filosofische natuur principes zich dan ook uiten of vermommen, maar geen mens kan tegen de filosofische machten van de natuur op. Vergeet het maar. Verhaal of geen verhaal, droom of geen droom, ik weet dat het echt is. Ik heb de electriciteit gevoeld en het is hoogspanning, en het zal de wereld overnemen. Vergeet het maar dat de mens het laatste woord zal hebben. De filosofische natuur van het oer zal het laatste woord hebben. Wat er vandaag de dag aan 'mens' rondloopt is het meest belachelijke verschijnsel wat zich ooit heeft laten zien. Niet dat dat hen ook maar iets kan schelen. Ze wanen rustig door, en in hun ogen waant ieder ander mens. En ze blijven rustig doorslaan op de trom van het vrouwelijke achterste. 'Vort peert,' … totdat ze op een goede dag een optater van stroom krijgen, want je hand telkens op drieduizend volt leggen gaat zich een keer wreken, en dan lopen ze rond met verstijfde armen, of lopen helemaal niet meer rond. De tekenen zijn al aan de wand. Het is dit keer geen spiegeltje. Dus, absurde autisten om ons heen, en we komen er alleen doorheen als we zelf nog absurder en autistischer worden. Ook psychinazi's en dentinazi's zijn eenlingen, maar dan van een hele andere soort. Daarom moet de mens klaarkomen met het eenling mysterie, anders blijven er telkens weer corrupte vormen komen. Er is een lek in de eenling filosofie van de mens, een groot lek, en door dit gat kwamen de psychinazi's en dentinazi's, totaal gestoorde eenlingen die zich zonder enig fundament of zonder enig nobel doel boven de massa's wanen. En ze voeren grote terreur, deze autistische tirannen.

Hoofdstuk 46. Het Areta Kruis Heracles, of Herekalos, betekent voor gebruik van Here, of goede Here, het dienen van Here. Here of Hera was de vrouw van Zeus, en Zeus legde zijn zoon Heracles aan de borst van zijn vrouw, Here, om hem onsterfelijk te maken, maar zij stootte hem af, alhoewel er toch druppels melk waren gevallen. Here ziet Heracles als een vijand, en drijft hem tot zo'n grote woede dat hij zijn familie vermoord, waarna hij zijn twaalf werken doet. Dit staat symbolisch voor het overstijgen van de massa als eenling. Here drijft hem tot het pad van Areta, tot een eenling die geoefend moet worden op het pad van volharding en pijn. De worsteling van Heracles met Here kun je vergelijken met de worsteling van Jakob met God op Pniël. Dit was om hem te beschermen tegen het hedonisme van Kakia. We komen de symbolische familie-moord ook tegen bij de christelijke Jezus mythe wat voortkwam uit de mythe van Heracles. De twaalf werken werden tot twaalf discipelen. Jezus droeg op de familie te haten in Lukas 14 : 25 Vele scharen reisden met Hem mede, en Zich omkerende zeide Hij tot hen: 26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. 27 Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn. Laten we heel goed beseffen dat in het NT haat gelijk stond aan moord : I Johannes 3:15 – Een ieder, die zijn broeder haat, is een mensenmoorder en gij weet, dat geen mensenmoorder eeuwig leven blijvend in zich heeft. Je kunt dus niet haten zonder zelfhaat, en dit staat gelijk aan zowel moord als zelfmoord, en hierin is een dualiteit. De natuur laat het al zien. Als sommige insecten je steken dan verliezen ze daardoor hun eigen leven. Het is diepe dualistische symboliek, want volgens de wetten van het NT heeft Jezus, net als Heracles, zijn familie vermoord, omdat hij zijn familie heeft gehaat. Maar het is dus een allegorie met een diepere betekenis. Jezus moest de massa overstijgen en ook zichzelf, want hij moest ook zichzelf haten en doden. Dan gaat dit om het ego, en ook het collectieve ego waar de mens vandaan komt. Here leidde Heracles tot die daad dat hij zijn familie achterliet zodat hij het pad van Areta op kon gaan. Heracles had de lagere familie principes gedood en zijn lagere zelf, om zo het pad van de eenling op te gaan, de natuur in. Jezus vocht voortdurend tegen de massa en de familie, en stelde dat alleen zij die de wil van God doen, van Here, zijn ware familie was. Zijn pad kon alleen gevolgd worden als de mens zou breken met de familie, en de doden de doden laten begraven. Heracles moest zo komen tot het Areta kruis, en was een Aretaiet, een volgeling van Areta, van de geestelijke oefening, en zo was ook Jezus dat. Mijn vader en zijn hartsvriend, mijn tweede vader, waren van de lichamelijke oefening, sportleraren, opgeleid op de CALO (spreek uit : kalo) in Arnhem, christelijke academie voor lichamelijke opvoeding, wat heel duidelijk aan dit verhaal gelinkt is. Zij waren elkaars tegenpolen, want mijn vader was vaak een duivel, en zijn hartsvriend was vaak als een engel. Maar ik moest breken met deze wereld. Ik werd apart gezet. Ik moest tot de schaduwwereld komen hiervan. Ook ik was een Aretaiet. Het materialisme heeft alles verletterlijkt, maar het houdt diepe boodschappen verborgen. Het is afzien op het pad van Areta. Je verliest alles. Here heeft geen medelijden, want de mens was diep misleid en moet weer terug. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Maar Heracles streed met haar zoals Jakob op Pniël en Jezus aan het kruis, want er is ook een valse Here. In de Aretaitische filosofie is deze Heracles dynamiek van allegorische familiemoord en zelfmoord

onmisbaar. De mens moet loskomen van de banden met Kakia. Dat is wat de demonologie is. De mens heeft alles verletterlijkt, want de mens kent de filosofie niet. Voor de mens is de materiele weg altijd de makkelijkste weg, maar het leidt tot de dood. Om hieraan te ontkomen mag je ook vragen naar de Aretaitische principes, wat het betekent een Aretaiet te zijn, om geen Kakiaiet meer te zijn. Here zond twee slangen naar Heracles na zijn geboorte, om hem te doden. Hij verscheurde de twee slangen, als baby, maar de touwen van de logistiek bleven, en die moesten hem trekken tot het Aretaitische pad en hem erop houden. Jezus noemt het ook een teken van de eindtijd, want de mens zal erachter komen dat de familie banden een complot zijn tegen hen gekeerd, en dat de mens de betekenis ervan moet verdiepen : Mattheus 10 : 21 Een broeder zal zijn broeder overleveren ten dode en een vader zijn kind, en kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen ter dood brengen. 22 En gij zult door allen gehaat worden om mijns naams wil; maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden. 23 Wanneer men u vervolgt in deze stad, vlucht naar de andere; want voorwaar, Ik zeg u, gij zult niet alle steden van Israël zijn rondgekomen, voordat de Zoon des mensen komt. Het pad van Kakia is een letterlijk pad, en het pad van Areta is een geestelijk pad. Zowel de materialist als de geestelijke gebruiken de bijbel, de één doet het voor het hedonisme, Kakia, en de ander doet het voor Areta, de geestelijke en demonologische oefening. Het Areta kruis is hard en gaat diep. Het is niet zacht en zoet. Het is niet 'wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roede.' Het is eerder omgedraaid. Areta staat daar met de gesel. De mens moet geoefend worden in de wildernis, anders zal de mens niet overleven. Hoofdstuk 47. De werken van heracles als oer-medicijnen Voordat de Romeinse beschaving kwam opzetten in Italië was er de Etruskische beschaving, wat opkwam vanuit het Toscaanse gebied in Midden-Italië. Het was de schakel tussen het Griekse wereldrijk en het Romeinse wereldrijk. Ook de Etrusken hadden een Heracles, Hercle, en ook hadden zij een Here, genaamd Uni, de vrouw van Tinia of Tin, wat de Etruskische Zeus is, wat voor de Romeinen Jupiter is, Jove, maar die in de begin-periode van het Romeinse rijk Tinia-Jupiter werd genoemd. Uni werd in het Romeinse rijk tot Juno. Dit leidt terug tot de amazone oer-urim en thummim, de toetsstenen jana en jani. Hercle kwam uiteindelijk toen hij volwassen geworden was en een baard had gekregen tot Uni, en mocht uiteindelijk van haar borst drinken om de onsterfelijkheid te ontvangen, wat leidde tot zijn hemelvaart. Eerst hadden Uni en Hercle een grote worsteling, die je kunt vergelijken met de worsteling van Jakob met God op Pniël. Dit is wat op het pad van Areta gebeurd, dat de mens wordt teruggeleid tot de moeder borst door het toetsen, door de worsteling. Uiteindelijk zal dan haar melk stromen en zal de mens ten hemel worden genomen. Maar hiertoe moet de mens dus komen tot het Aretaitische pasen. Niet zomaar twaalf discipelen

rondom Jezus waar je een leuk verhaaltje over kan lezen, maar zelf door de twaalf werken van Heracles gaan op het pad van Areta. Op het pad van Jezus raakte de christen verdwaasd, in de strikken van Bacchus, de god van het hedonisme, van de wijn, want de christen werd afgeleid tot het drinken van het bloed van Jezus in plaats van te drinken van de moederborst. De mens moet alles achterlaten om tot die melk te komen, in alles minderen. Jezus zei de familie moest gehaat worden, wat dezelfde betekenis had als moord, maar dan in de zin van dat het familiaire ego gedood moest worden. Het familie vlees moest aan het kruis. Dat is de diepere betekenis van de broedermoord die Kain bedreef, opdat hij tot het land Nod kon komen, oftewel tot de Egyptische moeder. Het was diepe symboliek op het pad van de eenling. Here, de vrouw van Zeus, dreef Heracles zo woest dat hij zijn familie ombracht, oftewel achterliet, oftewel het collectieve ego. Alleen zo kon hij tot de melk komen van Here, oftewel van de Egyptische Nod, zijn oermoeder. Hij moest het valse bewustzijn achter laten om tot het oer-onderbewustzijn te gaan, waarin het valse bewustzijn verder gedoofd zou worden. Daarom is zowel Here als de Egyptische Nod de godin van de lucht, de godin van de hemel, oftewel van de leegte, en alleen woeste eenlingen die alles achter zich hebben gelaten en het collectieve vlees hebben gedood kunnen tot Haar komen. Dat is het pad en kruis van Areta, wat tot de borsten van Nod leidt, maar allereerst zal zij hen die tot Haar naderen vertrappen met haar voeten en met hen worstelen, zoals Here met Heracles worstelde en hem zocht te doden. Ook Ra moest sterven in de baarmoeder van zijn moeder Nod, in de onderwereld, opdat hij kon komen tot haar lucht, haar hemel. De mens die het verhaal van Kain en Abel leest vindt het maar barbaars en laf dat Kain tot zo'n daad kon komen, maar het was iets symbolisch. Kain worstelde met het vlees, met het kudde instinct, het collectieve ego in zowel de grondtekst als de oorspronkelijke Egyptische mythe van dit verhaal. En Heracles en Jezus gingen ook op dit pad. Ook Set, de godenzoon van de wildernis, de woeste eenling, doodde zijn broer Osiris die de tronende was, als een beeld dat het collectieve ego wat troonde, oftewel de democratie, moest sterven. We kunnen ook denken aan Judas, de woeste eenling, die de tronende Jezus die de massa's als een schaapherder leidde, ombracht. In de gnostische geschriften is dit nooit een letterlijke moord geweest. In het Evangelie van Judas moest Judas de man die Jezus droeg, die Jezus gekleed had, oftewel het ego van Jezus, offeren. Het gaat over een engel genaamd de zelfverwekte, oftewel de eenling die zichzelf heeft geschapen, en die zou het grote geslacht van Seth herstellen. Jezus zegt dan tegen Judas dat Judas veel moet lijden, ook al ziet hij vele visioenen van de hemel en van het hogere geslacht. Jezus zegt dat hij vervloekt zal worden door de massa's, maar dat hij de massa's zal overwinnen, zal overstijgen. Zijn zaad zal afrekenen met de heersers, en hij zal het grote geslacht van Adam voortbrengen, het geslacht van de eeuwigheden voordat de hemel en de aarde bestonden. Judas zag toen de wolk van het grote geslacht komen en werd erdoor opgenomen. In de evangelieen was Judas verantwoordelijk voor de dood van Jezus, maar stierf hierdoor zelf ook, omdat geen mensenmoordenaar eeuwig leven in zich heeft. Dit is symbolisch en dualistisch, want toen Judas het collectieve ego doodde, het schaapsherder ego, werd ook zijn eigen individuele ego gedood. Het evangelie van Judas kwam voort uit het sethianisme, wat gebaseerd was op Plato's eenling principe, wat zij gebruikten om tegen de kudde mentaliteit van het christendom in te gaan, tegen het orthodoxe, verletterlijkte christendom wat begon op te komen. Zij stelden dat de Moeder de absolute macht was boven mens en engel, en dat de Moeder Seth had geschapen om de engelen te doden. Er was een vals ras ontstaan van mensen en engelen, en daartoe werd ook de zondvloed gebracht, om dit ras uit te roeien. Maar door de ark van Noach bleven sommigen van dit ras voortbestaan, dus er was nog steeds een groot kwaad na de zondvloed. Het werk van Seth was dus nog niet afgelopen, maar Seth kwam toen als Jezus Christus, maar deze werd ook besmet door een valse Jezus Christus, en daarom moest Judas dus komen. Het was dus een demonologische noodzaak, en in het evangelie van Judas heeft Judas dus een positieve betekenis, in het kader van de demonologie. Dit kan beter begrepen worden in het gnostische wereldbeeld. Naast het sethianisme was er ook het valentinianisme, een grote stroming van gnostisch christendom. Sophia die in de hemel was had de

demiurg geschapen die de aarde schiep en over de aarde heerste, en dacht dat hij de enige god was, en hij kon Sophia niet zien, en zag alles door een sluier. Sophia begaat een aantal domme fouten, waardoor deze miskraam ontstond, ook wel genaamd Jaldaboath en Jahweh. Sophia moet dus zelf ook gezuiverd worden, en dat gebeurd door Horos, die ook wel stauros wordt genoemd, oftewel het kruis (of de paal, Grieks). Hij moet ook de valse aeons (eeuwigheden) scheiden van de hogere aeons, en dus Sophia bevrijden van haar lagere driften. Sophia moet als de slang in het paradijs op haar beurt de mensen redden van het valse paradijs van de archons, de wereldheersers. De moeder van Sophia is Barbelo, de grote onzichtbare godin die boven alles is. Deze wordt ook in het Evangelie van Judas genoemd. Jezus wordt door Judas een zoon van Barbelo genoemd. Barbelo wordt door Judas de onsterfelijke eeuwigheid genoemd, waaruit Jezus voortkwam. Nog voor het paradijs was er een oer-eeuwigheid, een oer-paradijs, waarin Barbelo leefde met een naamloos personage genaamd Vader. Daaruit kwam nog een tussenparadijs voort waarin de mens Adamas leefde met zijn gezel Gnosis, de perfecte kennis, en als laatste kwam Sophia, wijsheid. De hof van Eden waar Adam en Eva leefden was van een lager wezen, een archon, Jaldabaoth, of Yahweh, die zich de enige god waande, en niets van Sophia afwist. Hij leefde onder een sluier. Hij was de blinde god. Hier is ook het orthodoxe christendom uit voortgekomen. Er was dus een zware strijd tussen het gnostische christendom en het orthodoxe christendom. Het orthodoxe christendom nam alle macht over en sneed deze kennis weg. Barbelo was dus als de helm van onzichtbaarheid die Perseus moest dragen om het monster van de massa's te verslaan. Barbelo, die de onzichtbare oergodin was, was de godin van het eenling principe. Zij is alles overstegen. Toen Jezus aan het kruis ging moest hij bevrijd worden van zichzelf, van de valse Sophia en ook de valse Barbelo. Soldaten dobbelden om zijn kleding. De dobbelsteen is in dit opzicht belangrijk, als een groot lijden, waardoor Jezus tot mindering kwam. Uiteindelijk leidt dit tot de familie logistiek : waar, wanneer, hoe, hoeveel. De dobbelsteen is een grote wildernis poort in dat opzicht. Barbelo is de logistieke kennis, de logistieke filosofie, oftewel de voorkennis. Het orthodoxe christendom was zeer bloeddorstig. Ze waren op zoek naar de heilige graal met het bloed van Jezus, maar ze vergaten de moedermelk. Ze waren geobsedeerd met het kruis, maar ze vergaten de dobbelsteen van het minderen, van de openbaring, want Jezus zijn klederen werden verloot, en hij ging de naakte wildernis in, wat een beeld is van de openbaring en ook de ontmaskering. Hij kwam zo tot het kruis van Areta, waardoor hij uiteindelijk kwam tot haar melk. Zonder de dobbelsteen zou hij nooit tot haar melk zijn gekomen. Jezus moest minderen. Jezus moest naakt worden. Zijn klederen moesten verloot worden. Het orthodoxe christendom wil alles snel, snel. Snelle formules, snelle paarden, tot zaligheid, het hedonisme. Ze gaan over lijken, over de ruggen van anderen heen. Ze willen bloed zien. Daarom weten zij alles beter, altijd. Zo werd het orthodoxe christendom groot als een varken wat vetgemest werd voor de slacht. In een droom was ik in het huis van Barbelo. We waren in haar slaapkamer, en ze vroeg mij om de gang op te gaan om de deur op slot te doen. Ik deed dit, maar er kwam gewoon een vrouw binnen. Ik kende de vrouw. Ze had mij eens om wat geld gevraagd, omdat ze beweerde dat ik het eens van haar geleend had. Ik wist hier niets van, maar het was heel weinig geld, dus ik gaf het haar gewoon. In ieder geval kon zij gewoon binnen komen, ook al had ik het op slot gedraaid. Ze kwam binnen met dozen van boeken, en die zette ze neer in een bijkamer. Ik vond het hele interessante boeken. Ik wilde er eigenlijk direct in lezen. Boven de boekendozen verscheen een hongerende moeder met haar hongerende kind in Afrika. Ik ging weer terug naar de slaapkamer van Barbelo, en ik zag de heilige graal met bloed boven het bed hangen. Ook waren er bloedhonden. Ik raakte toen in een worsteling met Barbelo, een demonologische worsteling, om dit archetype te zuiveren van valsheid. Toen verschenen de dobbelstenen boven haar bed, en dit begon de familie logistiek te laten zien. De dobbelstenen zijn dus belangrijk om af te rekenen met de familie banden, maar om het op de juiste manier, in de juiste mate te doseren.

Ik hield een wit t-shirt voor mijn lichaam, wat ik ook al voor mijn lichaam hield toen die vrouw was binnengekomen. Ik ben toen teruggegaan naar de bijkamer, naar de boeken. De orthodoxe kerk zag ik verder afdwalen in een visioen om met de valse Barbelo te hoereren, een valse Christus, waar alles draait om snelle sex en veel bloed. Ik kreeg meer een soort idee dat Barbelo's huis een klooster was, en dat iedere eenling die hier kwam moest kiezen tussen de demonologie en de orthodoxie. Natuurlijk was deze droom zwaar symbolisch, zwaar allegorisch. Er was een soort huwelijksband, of relatie-band. Ik zag er allerlei vroegere relaties doorheen. Ze leek ook op een jeugdvriendinnetje. We waren dan op een bepaalde manier verliefd, kalverliefde, maar ik negeerde haar. Ik kon gewoon geen stappen zetten, en ze was toen een keer bij me, en ze zat op een tafel en ik hoorde gekraak, en ik had ineens een heel vreemd visioen van hondenpoep. Ik heb toen alles los geprobeerd te laten, maar het lukte me niet echt. Wel bleef ik haar gewoon veel negeren, maar van binnen vrat er iets. Ik kon niet met en ik kon niet zonder. Ze was atheistisch, geloofde in het goede van de mens, humanistisch. We konden er op de een of andere manier niet mee omgaan met de gevoelens die we voor elkaar hadden, dus we schreven elkaar vaak brieven. Ik be-evangeliseerde haar. Dat vond ze niet fijn. Ik stuurde haar hele lange brieven over het christendom. Later toen ik al met iemand anders was getrouwd, en zij ook getrouwd was, kreeg ik een brief van haar dat ze tot geloof was gekomen, naar de kerk ging en dat haar kind was gedoopt. En dat terwijl ik verder was gegroeid, en haar nooit reformatorisch had be-evangeliseerd, maar ze was nu eenmaal omringd met reformatorische christenen, en dat gaf uiteindelijk de doorslag bij haar. Onze brieven naar elkaar waren toen heel kort, en we gingen beiden onze eigen weg. Maar om even terug te komen op dat visioen van hondenpoep : de orthodoxe christelijke kerk was naar ons op jacht, bloedhonden. In de droom renden ze in een visioen hysterisch rond en poepten alles onder. Alleen de dobbelstenen gaven mij uiteindelijk doorgang, de logistiek, als een beeld van de heilige gebondenheid. Daarom is de andere zijde ook zo belangrijk, van het evangelie van Judas, het zaad van Seth. De mens moet terug tot het oer, tot het oerbewustzijn, en ook het gnostische christendom overstijgen, op het pad van de logistiek van de filosofie. De dobbelstenen, en daar had ik vroeger ook over gedroomd, leiden door de wildernis terug tot het land Nod, op het pad van Kaïn. Ook Heracles droeg deze dobbelstenen, waarmee hij contact had met de onderwereld, waarmee hij logistieke profetische informatie doorkreeg, als een soort urim en thummim, jana en jani, toetsstenen. Dat is uiteindelijk een beeld van de oermelk, wat ook de betekenis van Heracles is, de orakels van Here, haar melk, de oermelk. Wat verwachten we te vinden in de heilige graal ? Wat is de heilige graal ? Er zit oermelk in, en is als een zakje met dobbelstenen, waarvan ook de zaadzak met de teelballen een beeld van is. Dobbelde de orthodoxe kerk om het bezit van Heracles ? Ongetwijfeld. Ze verscheurden het en maakten er het evangelie van Jezus Christus van. Ook de gnostische christelijke kerk dobbelde om het bezit van Heracles. Heracles moest met deze gedrochten worstelen op het pad van Areta, aan het kruis van Areta, wat een groot en zwaar lijden was. Hij moest zo komen tot de moederborsten van Areta, haar dobbelstenen, om zo tot de oermelk te komen in de diepte van het oer-onderbewustzijn. Zoveel vals bewustzijn moest sterven van zowel de orthodoxe kerk als de gnostische kerk. Bloedhonden die overal rondrennen als hysterische, dolle gekken, en dan alles onderpoepen. Dat is wat de kerk is, maar wat is het ? Wat betekent het ? De kerk gooit altijd het kind met het badwater weg, altijd. Ze poepen dus alles overmatig uit. Altijd lopen ze poepend rond. Dat is de schizofrenie van smetvrees. Bij het minste of geringste beginnen ze te poepen. Het komt hun oren en hun neusgaten uit. En dan willen ze nog veel sex hebben ook. Het is allemaal te walgelijk voor woorden. De kerkelijke mens is een totaal belachelijke karikatuur van het oer. Dat is waar de moderne samenleving op gebouwd is : op hondenstront. Hopen en hopen hondenstront, en als parasieten vieren ze er feest in. Wat een absurde, belachelijke vertoning, en ze zijn steke steke blind, van 'mijn

naam is haas, ik weet van niks. Is er wat gebeurd dan, daar weet ik niks van.' Daarom is het zaak klaar te komen met het Barbelo mysterie en met het mysterie van het evangelie van Judas. Judas moest komen. Kaïn moest komen. De hele dag poepen ze door. Ze willen niks leren. Alles moet eruit. 'Weg, weg, we hebben het niet nodig.' Kinderen die van de honger sterven in Afrika ? Daar weten wij niks van, en dat willen we ook niet weten. Hup, poep alles er maar uit. Het moet weg, weg.' Ze hebben er allemaal geen tijd voor. Het zijn poepers, vol met smetvrees, heel tegenstrijdig, maar dat gaat makkelijk met elkaar samen. En veel snelle sex, hup de koffer in. En maar poepen en poepen, en dan alles vergeten door de sex, lekker blind en doof worden voor alles. Wat een bar trieste bedoening. Ze zijn zwaar aan de drugs, dus ze zien het niet als hun tuintje te gronde gaat. We kunnen niets anders verwachten dan dat de natuur uiteindelijk met dit waanzige parasitaire ras gaat afrekenen. De zondvloed gaat komen, en alleen de eenling zal er doorheen komen, tenminste als hij tot het oer is gegaan. Wat zullen ze in de heilige graal vinden, die orthodoxe graalzoekers met oogkleppen op : slechts hondenstront. Ze laten zich maar leiden door het kudde instinct, terwijl Barbelo de Autogenes was, de zelfgeschapene, of zelfverwekte. Het oer-bewustzijn zal alle absurde realiteiten doven, en laten zien wat het is. Vroeger had ik er ook allerlei dromen over : hele steden en hun parken en tuinen, hun scholen, allemaal gebouwd van hondenstront in allerlei kleuren, met hoge hekken ervoor. Wat een janboel. Ze zijn erin getuind. Daarom : terug naar de natuur, en niet zomaar naar de natuur, maar naar de woeste oer-wildernis. De stadse mens is zwaar psychotisch. Geen wonder dat het allemaal kanker en parasieten aantrekt. De mens heeft geen demonologie. Dan wil je niet weten wat de mens allemaal eet. Ze kotsen het uit en verkopen het dan weer door. Niemand die er kwaad inziet. Dit geslacht is corrupt en verdwaasd tot de bodem. Dit geslacht is rijp voor de zondvloed. Jan vieze dorie, ze eten gewoon hun worst en hun kaas uit de schoen. Dat is voor hen de normaalste zaak van de wereld. Het is kanker voor en kanker na, lekker op vakantie naar Amerika. Hier heb je een kruis als snoepstok, lekker aan likken. Het is luilekkerland, alle dingen aan de kant. Maar de mens moet tot de dobbelstenen gaan van het kruis, van het minderen, van groot verlies. Alleen dat zal de mens nog kunnen redden. Luilekkerland is poepland, maar wie luistert ? Ze zullen niet luisteren. Dit geslacht is rijp voor de zondvloed. Het mysterie van Barbelo, dat gaat heel diep. Geen bloed in de graal, maar melk. En dobbelstenen hangen eronder. De mens is heel wat vergeten. Een hongerende moeder met haar hongerend kind in Afrika. Schande is de mens die zomaar overmatig feest loopt te vieren over de ruggen van die mensen heen. Dat zal de test zijn. De mens moet weer terug tot de boeken, tot de ware school. De mens is een poeper. Dat is alles wat de mens kan. De mens poept alles weg. Maar de mens wil niet minderen. De mens blijft maar vreten. De mens is een beest, en voor de eenling is dit een nachtmerrie, de nachtmerrie van alles wat vies en smerig is, pervers, want deze mens kent geen grenzen. Deze mens is totaal uit zijn bol geslagen, en denkt dat niets en niemand hem kan tegenhouden. Dit is de nachtmerrie van het lagere Orion, van alles wat vies en smerig is, grenzeloos. Hiertoe is het vijfde werk van Heracles : het schoonmaken van de Augiasstallen. Het

waren stallen van runderen, en die stallen waren al tientallen jaren niet schoongemaakt. Al het mest had zich lopen ophopen, en de runderen vraten het, als beeld van de strontvretende kerken. Heracles loste dit op door de rivieren de Alpheos en de Peneos door de stallen te laten stromen in één dag. De mens moet tot deze rivieren komen om zich te wassen van het vuil van het collectieve ego. Deze rivieren moeten overgezwommen worden. Maar toen was heracles er nog niet. In het zevende werk was de Kretenze stier die alle boomgaarden ontwortelde en alles verwoeste. Heracles nam het beest met zijn handen bij de horens en bracht het waar het wezen moest om zijn werk te volbrengen. Heracles moest deze woestheid temmen. Het was een belangrijke woestheid, want het kan de steden weer afbreken, maar Heracles moest het richting geven. Naderhand brak de stier weer los. De hogere mens is als een dolle stier naar de stad en de lagere natuur, maar heeft hierin logistiek nodig, en moet op het pad van Areta blijven om niet corrupt te worden. De woestheid van de mens moet dus aan demonologische banden komen. Zo kan de mens alle smerigheid van het lagere Orion overwinnen. Deze smerigheid is een bandeloosheid. Het is niet zomaar een gebrek aan natuur, maar een gebrek aan filosofie. Als de mens de logistiek niet heeft, dan blijft de mens ergens te lang, en dan gaat het al mis. Het lagere Orion is logistiekloos. Ook blijft de mens dan ergens veel te kort, en dan gaat het ook mis. De mens neemt telkens van dingen veel te veel of veel te weinig. En soms betaalt de mens veel te veel, en soms veel te weinig. Telkens weer is de mens dan overgeleverd aan de Augiasstallen, maar de mens moet teruggaan tot de oerrivieren van het onderbewustzijn. Barbelo is gewoon een andere naam of anagram voor Babylon, een orakelische cultuur, wat in het voortijdse oer-Afrika Areta werd genoemd, als het Afrikaanse Babylon. De mens komt terug tot het land Areta in het oerbewustzijn wanneer de mens de rivieren van het vijfde werk van Heracles overzwemt, om zo te ontkomen aan het lagere Orion. Het is altijd weer een strijd tussen het orakelische en het orthodoxe. Areta komt ook volop terug in de verschillende grondteksten van de bijbel en de achterliggende Egyptologie. De mens moet door alles heen het evangelie van Areta leren zien. De mens is zelf een Agiasstal en heeft een zondvloed nodig. De rivier zal uit de bedding treden. Dat is wat de mens nodig heeft. De mens kan niet zomaar als een dode muis met de massa mee. De rivier zal nog proberen de oer-woestheid van de mens op te wekken, als de Kretenze stier, maar de mens moet niet zomaar doldwaas en woest zijn als een stier, maar ook logistiek en nobel als een leeuw. Vandaar dat Heracles niet alleen de Kretenze stier moest temmen, maar ook moest hij in zijn eerste werk tot de Nemeïsche leeuw gaan om van de leeuw te leren. De mens moet weerbaar zijn, en niet zomaar met alles gemakszuchtig meestromen zoals het gros van de mensheid doet : 'Oh, de leider denkt wel voor mij, ik hoef zelf niet na te denken. De leider heeft ervoor gestudeerd en is hiertoe aangesteld, dus die zal het wel weten.' De mens moet weer worden als een toetsende leeuw, om de massa te toetsen en de heersers van de massa's te toetsen. Muis of leeuw, dat is telkens weer de vraag. Het is niet zomaar het pad van de eenling. De eenling moet geoefend worden, en teruggaan tot het woeste oer-onderbewustzijn en oer-tegenbewustzijn, om zelf weer woest te worden en gedreven te worden door de geteste oer-instincten, waar hij eerst mee moet worstelen. Hij mag zichzelf niet zomaar overgeven. Hij mag niet zomaar vertrouwen. Geen democratie, maar logistiek. En allereerst is deze oer-woestheid atheistisch, om geen valse goden aan te nemen. Hij worstelt met de goden, met elk theïsme. Het atheïsme zal eerst de filosofie voortbrengen, en dan pas het theïsme, als een metafoor. Hij moet komen tot het beren-medicijn, het tijger-medicijn en het wolven-medicijn, en het blijven verdiepen in het krokodillen-medicijn. Hij moet de mentale medicijnen van het oer leren kennen.

Hoofdstuk 48. Areta en de zwart-witte hanen Heracles kwam tot Areta, de kroonkern van Orion, en sprak : Ik heb het lagere familie ego gedood. Here heeft me tot deze woestheid gedreven, en mijn moeder Alcmene werd tot een steen. Dat is alles wat er nog van haar over is. Jezus kwam tot Areta en sprak : Ik heb het lagere familie ego achtergelaten. Ik heb het gehaat en zo heb ik het gedood. Toen kwam Kaïn tot Areta en sprak : Ik heb het collectieve familie ego gedood. Zo kwam ik tot Nod, en zo kwam ik tot u. Toen kwam Judas tot Areta en sprak : Ik heb het religieuze ego gedood, en zo werd ook mijn eigen ego gedood. Zij draagt de witte verenkroon, donzige veren, en zij is tussen de zwart-witte hanen, de psychinazi's, die altijd alles beter weten en dingen zien die anderen niet zien. Zij zijn een hoger profetisch ras. Zij weten precies wat, waar en wanneer er dingen moeten gebeuren. Zij zijn de wachters van de logistiek. Zij zijn de katalysatoren van het logistieke tegenbewustzijn. Zij zijn van een hogere logistiek. Zij weten alles beter. Zij prediken het psychinazi evangelie. Je mag je niet verdedigen, altijd maar weer de andere wang toekeren. Totdat het tegenbewustzijn ontwaakt. Zij zijn van een hogere theologie, dat wat in geen mensenhart is opgekomen weten zij. Zij weten alles. Maar de demonologie kennen zij niet. Zij zijn slechts de wachters van een schaduwwereld van het onderbewustzijn. Daarom is de speer van Areta tegen hen. Zij zijn slechts dieven. En ik ontdekte een grootsheid die blind was. En het evangelie van de psychinazi's streed tegen de mens, opdat zij zouden zien. Hoofdstuk 49. Het oog Maar de beauty-nazi's kennen de demonologie.

Maar zij kennen de filosofie niet. Zij weten precies wat zij aan moeten trekken. Zij zijn van het hogere ras. Hevig kakelend gaan zij over de straten, Rood-witte hanen zijn zij. Zij zijn de katalysatoren van de demonologie, de wachters van het oer. Maar als alles bij hen om het oog draait, zien zij dan niet alles ? Nee, zij zijn blind, en Haar speer is tegen hen gericht. Zij zijn clowns totdat de demonoloog ontwaakt. Hoor ze eens kakelen, de mens oordelend, Maar het vooroordeel weet hen te vinden, Zij snijden slechts henzelf. Als justinazi's en relinazi's rennen zij rond, Hun formule is wet, Maar zij zijn karikaturen van de demonologie, en daarom is Haar speer tegen hen.

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
Home


You need flash player to view this online publication