0

Pedagogisch beleid 1 Pedagogisch beleid Kinderkoepel P d e

Pedagogisch beleid Missie & visie Jeugdketen 0-12 jaar Pedagogische basisdoelen Kindontwikkeling Voorschoolse educatie m Personeel 2 Pedagogisch beleid Kinderkoepel i p z opleiding e j d i observeren a w samen in de groep rust spel & beweging VE-coach g p o r g e volgen g e n d i w veilige omgeving meldcode i a coaching s IB c e digitale leeromgeving v g h h e e vriendschap g o s Onderwijs gedrag Ouders stimuleren BSO kindvolgend werken betrokkenheid g deskundigheidsbevordering o c taal talentontwikkeling Piramide k e

Missie van de Kinderkoepel Bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen als partner in hun opvoeding Opvoeden doe je niet in je eentje. Daar kun je best wat hulp bij gebruiken. In de kinderopvang leveren we graag een bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen. Ook wij voelen ons partner van ouders in de opvoeding van hun kind. Wij stimuleren elk kind in zijn ontwikkeling. Zo geven we iedereen een eerlijke kans om zich naar eigen mogelijkheden te ontwikkelen. We begeleiden ieder kind optimaal naar de volgende fase in zijn leven. Hierin werken we samen met partners uit de keten van de jeugdvoorziening, zoals onderwijs, gemeenten en Centrum voor jeugd en gezin. Met alle partners staan we naast ouders en stimuleren we dat elk kind zich blijft ontwikkelen. De Kinderkoepel gelooft dat goede kinderopvang serieus bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. De samenwerking van onze deskundige medewerkers met ouders en ketenpartners is van belang voor de kwaliteit van de kinderopvang. De ruim 30-jarige ervaring van non-profitorganisatie de Kinderkoepel staat garant voor de continuïteit van een passend aanbod van verantwoorde kinderopvang. Onze visie Wij bieden kinderen een veilige en vertrouwde omgeving waarin ze kunnen spelen, bewegen, plezier maken en zichzelf kunnen zijn. Hiervoor maken we gebruik van materialen en activiteiten die hun interesse wekken, hen uitdaagt en waaraan ze plezier beleven. Zo kunnen ze zich op een natuurlijke manier vaardigheden eigen maken en hun talenten ontdekken. Hiermee geven we ieder kind de kans om met zelfvertrouwen en eigenwaarde op te groeien tot een zelfstandig individu. De Kinderkoepel is ervan overtuigd dat ze met haar kinderopvang op een verantwoorde manier invulling geeft aan haar maatschappelijke rol. Veiligheid en vertrouwen zijn voor ieder kind voorwaarden om te kunnen leren, ontwikkelen en groeien. Onze pedagogisch medewerkers spannen zich in om een vertrouwensband met alle kinderen in de groep op te bouwen en hen te leren kennen. Ze onderzoeken en observeren dagelijks wat de interesses en behoeften van een kind zijn en op welke manier een kind leert en 3 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

zich ontwikkelt. Zij sluiten aan bij wat een kind uit zichzelf wil bereiken om zo op kindvolgende wijze te kunnen helpen een stap in de ontwikkeling te zetten. Wij vinden het belangrijk dat ouders vertrouwen hebben in onze organisatie en dat we samenwerken om opvang en opvoeding zo goed mogelijk op elkaar aan te laten sluiten, binnen de mogelijkheden van groepsopvang. We communiceren open, transparant en met wederzijds respect. We blijven de pedagogische kwaliteit ontwikkelen. We bieden pedagogisch medewerkers de mogelijkheden om zich te kunnen blijven ontplooien en uitblinken in hun vak. Dat doen we met trainingen, opleidingen, coaching op de werkvloer en onze eigen digitale leeromgeving. Zo houden we onze kennis op peil over de ontwikkelingen binnen ons vakgebied. Als kinderopvangorganisatie staan we niet alleen in het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen. Integendeel, juist als volwaardig partner in de jeugdketen kunnen we wat toevoegen aan de omstandigheden en inhoud voor de ontwikkeling van kinderen. Samen met partners als basisscholen, Centrum voor Jeugd en Gezin, maatschappelijk werk, gebiedsteams, wijk- en buurtinstellingen en verschillende partijen in jeugdhulpvoorzieningen creëren we een fundament waarin we kinderen van 0 tot 12 jaar kunnen volgen, begeleiden en ondersteunen in hun ontwikkeling. Zo kunnen we zorg bieden aan alle kinderen. We werken samen met het basisonderwijs om opvang en onderwijs zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en een doorgaande leerlijn te creëren. We streven ernaar een veilige omgeving te bieden waarin een kind vanaf zijn eerste levensjaar tot aan het einde van zijn basisschoolcarrière de mogelijkheden krijgt tot ontwikkeling en zelfontplooiing. Dit bereiken we met de juiste begeleiding, ondersteuning en zorg. Opbouw van ons beleid Ons beleid kent vijf beleidsdocumenten, namelijk: 4 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

De documenten die ons beleid weergeven, zijn met zorg samengesteld voor medewerkers, ouders en samenwerkingspartners. De samenhang van deze documenten is te ontdekken door de niveaus te volgen van boven naar beneden, zoals in het overzicht is te zien. 5 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

Het Pedagogisch beleid, het Beleid Veiligheid & Gezondheid en het Ouderbeleid vormen de kern van ons handelen. Deze documenten zijn gemaakt op organisatieniveau en voor alle locaties hetzelfde. In ons Pedagogisch beleid staat hoe wij kinderen zich, in een veilige en vertrouwde omgeving, naar eigen kunnen laten ontwikkelen. Het Beleid Veiligheid & Gezondheid beschrijft hoe we de veiligheid en gezondheid van kinderen in onze locaties waarborgen en onze kijk op verantwoorde voeding. In het Ouderbeleid staat hoe wij ouders betrekken bij en informeren over de opvang. De Pedagogische omgeving gaat over de locaties zelf. Iedere locatie of gemeente heeft zijn eigen versie. Hierin vind je specifieke kenmerken en afspraken van de betreffende locatie of gemeente. In de Pedagogische werkwijze beschrijven we de dagelijkse uitvoering van het Pedagogisch beleid en de doelgroep. De Pedagogische werkwijze is voor elke locatie hetzelfde. In de beschrijving van ons beleid gebruiken we de mannelijke verwijzingen ‘hij’ en ‘zijn’. Hiermee bedoelen wij alle kinderen. Overal waar wij de term ‘ouders’ gebruiken, bedoelen wij ook verzorgers. 6 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

1. Onze toepassing op de pedagogische basisdoelen De wet Kinderopvang en de aanvulling via de IKK (Innovatie Kwaliteit Kinderopvang) kent de volgende pedagogische basisdoelen (kernkwaliteiten) waaraan de opvang moet voldoen: 1. Het bieden van emotionele veiligheid in een veilige en gezonde omgeving 2. Het bevorderen van de persoonlijke competentie 3. Het bevorderen van de sociale competentie 4. Socialisatie door overdracht van algemene normen en waarden 1. Emotionele veiligheid 2. Persoonlijke competentie 3. Sociale competentie 4. Sociale normen en waarden Graag geven we in de volgende paragrafen een toelichting op de doelen en hoe we deze vertaald hebben naar onze dagelijkse praktijk. Met deze aanpak geven we onze kinderopvang vorm en garanderen we de pedagogische kwaliteit. Voor ons Pedagogisch beleid gebruiken wij naast de wet Kinderopvang een aantal bronnen zoals het pedagogisch curriculum en het pedagogisch kader. Als basis voor ons pedagogisch handelen, laten we ons inspireren door pedagogen zoals Emmy Pikler, Reggio Emilia, Freinet, Korzac en Vygotsky. En we werken met de erkende educatieve methode Piramide. 7 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

1.1 Veiligheid en vertrouwen Een veilige basis is belangrijk voor de emotionele, sociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Het bieden van veiligheid wordt gezien als de meest belangrijke ‘basale’ pedagogische doelstelling. Opgroeien in een veilige omgeving (veilige hechting) zorgt voor: • een goede ontwikkeling van het zelfbeeld. Dit heeft positieve invloed op latere relaties en vriendschappen. • een positieve bijdrage aan de mate van welbevinden, hoe een kind zich voelt. Welbevinden heeft invloed op de persoonsontwikkeling: je goed voelen, een positief zelfbeeld, zelfvertrouwen en weerbaarheid. • een positieve bijdrage aan de mate van betrokkenheid, hoe intens een kind meedoet. Hoge betrokkenheid zorgt voor ontwikkeling en versterkt exploratiedrang voor nu en later. Voor alle kinderen van 0 tot 12 jaar streven wij naar een veilige (gehechtheids)relatie met de pedagogisch medewerkers. Veiligheid bieden we door te zorgen voor: a. Vertrouwde relaties tussen pedagogisch beroepskrachten en ouders Voor het welbevinden van een kind is het belangrijk dat ouders vertrouwen hebben in de Kinderkoepel als organisatie, de pedagogisch medewerkers en de wijze waarop wij onze opvang vormgeven. We werken aan wederzijds vertrouwen door: dagelijks contact, open en eerlijke communicatie, respect voor waarden en normen en omgaan met diversiteit in cultuur en achtergrond. Hierover leest je meer in ons Ouderbeleid. b. Vertrouwde relaties tussen pedagogisch beroepskrachten en kinderen Kinderen hebben opvoeders nodig die betrokken en aandachtig zijn en weten wat ze nodig hebben, zodat zij zich geborgen en geaccepteerd voelen en zichzelf kunnen zijn. Een relatie ontstaat door herhaaldelijk contact, daarom zorgen we voor vaste pedagogisch medewerkers op de groep. Zij spannen zich in om kinderen te leren kennen en een band met hen op te bouwen. Onze pedagogisch medewerkers hebben een sensitieve responsieve houding. Zij zien wanneer een kind ondersteuning, bevestiging of begeleiding nodig heeft en handelen hiernaar. Zo zorgen zij ervoor dat een kind zich begrepen, geaccepteerd en/of gehoord voelt. c. Vertrouwde relaties tussen kinderen onderling Relaties met leeftijdsgenoten en onderdeel van een groep zijn, bevordert het gevoel van veiligheid. Wij werken met horizontale groepen. Dit houdt in dat de kinderen in een groep 8 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

ongeveer dezelfde leeftijd hebben. Hierdoor hebben kinderen leeftijdgenootjes om mee te spelen en waarmee ze zich kunnen ontwikkelen. Elke groep heeft zijn specifieke ontwikkelingsdoelen die aansluiten bij de leeftijd. De ruimte, het aanbod van materialen en activiteiten zijn hierop gericht. We zorgen voor grotendeels vaste stamgroepen, zodat kinderen elkaar bij voorkeur meerdere keren per week kunnen zien en daardoor relaties met elkaar aan kunnen gaan. De naam van de groep maakt duidelijk bij welke groep een kind hoort. Een vast dagritme biedt kinderen houvast. Door het gebruik van rituelen raken kinderen vertrouwd met bepaalde situaties. Overgangen in het dagritme worden op de dagopvang en peuteropvang ondersteund met liedjes en vaste rituelen. Hierdoor zijn overgangen herkenbaar, leert ieder kind wat er van hem verwacht wordt en kan daardoor mee doen. Een bijdrage leveren aan het groepsproces geeft een gevoel van zelfvertrouwen en erbij horen. Kinderen, met name de oudere peuters en basisschoolkinderen, zijn graag onderdeel van een groep. Door met elkaar zorg te dragen voor de groep creëren we een wij-gevoel en een gedeelde verantwoordelijkheid. Dit stimuleren we met gezamenlijke activiteiten en samen nadenken over gedragsafspraken. Pedagogisch medewerkers geven op een positieve manier leiding en hanteren vaste gedragsafspraken. Ze begeleiden communicatie en interactie tussen kinderen onderling en leren aan kinderen de basis omgangsvormen volgens de Nederlandse algemene waarden en normen. d. Inrichting van de omgeving Onze ruimtes zijn veilig, voorspelbaar, aantrekkelijk en uitdagend ingericht. We bieden een gevarieerd aanbod aan materialen die passen bij de ontwikkelingsdomeinen van de groep. We maken gebruik van verschillende zones of hoeken, waarin kinderen samen en/of alleen kunnen spelen of zich terug kunnen trekken. Materialen staan op vaste plekken, zodat kinderen weten wat ze waar kunnen vinden, wat ze waar kunnen doen en waar ze hun spullen kunnen opruimen. Dit geeft ze vertrouwen in de ruimte en bevordert hun zelfstandigheid. 9 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

1.2 Spelen, bewegen en rust Naast emotionele veiligheid is spelen, bewegen en rust ook heel belangrijk voor kinderen om zich te ontwikkelen. Kinderen ontwikkelen zich veelal spelenderwijs op verschillende domeinen: sociaal-emotionele, cognitieve, motorische, zintuigelijke en creatieve ontwikkeling. Om die reden bestaat onze dagindeling uit een juiste balans tussen spelen, bewegen, rust en/of ontspanning. Spelen Kinderen leren door te spelen, te kijken, te imiteren, uit te proberen, per ongeluk te ontdekken en herhaling. Ieder kind ontwikkelt zich tijdens spel op zijn eigen niveau en op dat gebied waar zijn interesse ligt. Door te spelen maken kinderen de wereld om zich heen eigen, krijgen gebeurtenissen een plekje en verwerken kinderen informatie. Daarnaast leren ze het effect van hun eigen handelen en oefenen ze motorische, sociale, cognitieve en communicatieve vaardigheden. Wij besteden veel aandacht aan spelen en spel. We zorgen voor een speel-leeromgeving waarin kinderen betrokken kunnen spelen. Dit bereiken wij door: • zones/hoeken in de ruimtes op een juiste manier in te richten; • leeftijdsgerichte materialen aan te bieden die kinderen uitdagen en prikkelen tot (nieuw) spel; • kinderen fysiek de ruimte te geven om te spelen zonder dat ze elkaar storen; • activiteiten aan te bieden die de interesse van kinderen opwekt; • rust te hanteren op de groepen; • het inzetten van betrokken pedagogisch medewerkers die kindvolgend werken en het spel kunnen verrijken. Pedagogisch medewerkers kijken met aandacht naar kinderen in hun spel om te zien hoe sociale interacties onderling verlopen. Zo zien onze medewerkers waar ze interacties kunnen begeleiden, ondersteunen of verrijken. Ook tijdens gestructureerd spel zorgen pedagogisch medewerkers dat kinderen kunnen oefenen met sociale regels, stimuleren ze sociale interacties en breiden ze sociale vaardigheden uit. Denk aan bijvoorbeeld op je beurt wachten, samenwerken, helpen, delen en begrip tonen. 10 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

Bewegen Kinderen bewegen van nature spontaan. Het geeft plezier, vertrouwen in hun eigen lichaam en zorgt voor een positief zelfbesef. Bewegen is van groot belang voor de motorische en zintuiglijke ontwikkeling welke de basis is voor alle andere ontwikkelgebieden. Bewegen draagt bij aan het aanmaken van verbindingen in de hersenen, zodat kinderen op latere leeftijd neurologisch klaar zijn om te leren lezen, schrijven en rekenen. Door de doorbloeding van het brein die bewegen veroorzaakt, zijn de hersenen in staat om nieuwe informatie en signalen beter te verwerken. We bieden kinderen de ruimte en tijd om te bewegen. We maken gebruik van materialen die kinderen uitdagen om te bewegen. Het streven is om elke dag naar buiten te gaan, waar met name de grove motoriek en zintuigelijke ontwikkeling wordt gestimuleerd. Binnen maken we gebruik van centrale ruimtes of van een gym-/speelzaal waar kinderen vrij kunnen bewegen, klimmen, klauteren en met diverse soorten materialen kunnen spelen. Pedagogisch medewerkers dagen de kinderen uit om te bewegen met gerichte beweegactiviteiten waarmee ze complexere bewegingen oefenen. Hierdoor werken de hersenhelften in het brein goed met elkaar samen. Denk aan kruipen, rollen, balanceren en springen. Onze medewerkers zijn enthousiast over bewegen en motiveren hiermee kinderen om mee te doen. Elke groep biedt bij de leeftijd passende materialen aan die de fijnere motoriek stimuleren (m.u.v. de babygroep), uitdagen en die de zintuigen prikkelen. Ook tijdens activiteiten komen kinderen in contact met verschillende soorten materialen waarmee ze kunnen ontdekken en oefenen. Wellicht minder voor de hand liggend, maar verzorging, het zelf aan- en uitkleden, tafeldekken, brood smeren en opruimen is ook bewegen. Pedagogisch medewerkers stimuleren kinderen om ze hierin te laten meehelpen, zelf dingen te proberen en/of te doen. Dit stimuleert naast de motorische vaardigheden ook de sociaal-emotionele en communicatieve vaardigheden. Door zelf dingen te kunnen, wordt het gevoel van zelfvertrouwen vergroot en door samenwerken wordt het groepsgevoel versterkt. Rust Rust is heel belangrijk om de opgedane ervaringen en informatie in de hersenen te kunnen verwerken. Op de baby- en dreumesgroepen wordt het slaapritme van de baby en dreumes aangehouden. Wij stimuleren het op de groep slapen tot en met de peutergroep. Elke dagopvanggroep biedt een veilige slaapplaats of een plek om uit te rusten. 11 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

Kinderen die niet meer slapen krijgen tussen de middag de gelegenheid om te rusten. Op de groepen is er de gelegenheid voor kinderen om rustig te spelen of om zich terug te trekken als ze hier behoefte aan hebben. Op de BSO is er ook gelegenheid voor kinderen om zich terug te trekken of uit te rusten. Dit kan bijvoorbeeld in de leeshoek, op de bank of door rustig alleen aan tafel een activiteit te doen. 1.3 Samen op de groep Kinderopvang biedt een sociale leer-leefgemeenschap. De stamgroep van een kind is een belangrijke basis voor hoe we kunnen samenleven met diversiteit in samenlevingsvormen. In de eerste levensjaren leren kinderen door spel hoe onderlinge relaties in hun samenleving eruitzien. In hun spel alleen of met anderen doen zij ervaring op en onderzoeken ze het gedrag van andere kinderen of volwassenen. Wij creëren een positieve leer-leefomgeving (de groep) die aandacht heeft voor democratie en burgerschap. Hierin leert een kind zich aan te passen aan afspraken en omgangsvormen die horen bij een groep. Kinderen leren om te gaan met elkaar, iets te kunnen betekenen voor een ander, ervaringen op te doen in samenwerken en onderhandelen, ze leren om te gaan met conflicten, een eigen stem te hebben en ze ontwikkelen hun morele vaardigheden. Op de groep hanteren we vaste rituelen bij het vieren van feesten, zoals een verjaardag en (nationale) feestdagen. Bij een verjaardag gaat het erom de jarige in het zonnetje te zetten, om samen een feest te vieren en dit met elkaar te beleven. Hoe het vieren van een verjaardag op de groep werkt, is te lezen in de Pedagogische werkwijze. Naast verjaardagen besteden we tot op heden aandacht aan Nederlandse feesten, zoals Sinterklaas, Kerstmis, Koningsdag en carnaval. Wij gaan dit in de toekomst uitbreiden met andere feesten, zoals bijvoorbeeld het Suikerfeest. Een duidelijke structuur en grenzen helpen kinderen om zich vrij te kunnen bewegen. We spreken van groepsafspraken of van gedragsafspraken. Door niet te veel afspraken te hanteren, kunnen kinderen zich de afspraken eigen maken. Onze pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat de afspraken die zij hanteren, passen bij de fase van de morele ontwikkeling van kinderen. Pedagogisch medewerkers begeleiden kinderen bij interacties en sturen gedrag bij als dit nodig is. Ze kijken naar de verschillende rollen in de groep en welke positie een kind inneemt. Ze letten 12 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

op of er geen kinderen buiten de groep vallen of worden buitengesloten. Ingrijpen in een conflict is om kinderen een alternatief te bieden waarmee ze hun probleem kunnen oplossen. Door kinderen te laten participeren in beslissingen of gedragsafspraken voor de groep, ervaren kinderen dat hun mening ertoe doet en voelen ze zich gewaardeerd. Kinderen leren hierdoor rekening te houden met de mening van een ander, een eigen stem te hebben, omgangsvormen tijdens een gesprek en democratie. Met elkaar dragen ze de verantwoording voor de groep waardoor hun groepsgeweten groeit. “De kinderen vormen eigenlijk een soort minisamenleving”. Pedagogisch medewerkers geven het goede voorbeeld in goed burgerschap. Ze behandelen kinderen, elkaar en ouders met respect. Er is respect voor onderlinge verschillen, kinderen met speciale behoeften, verschil in religie en cultuur. Ze zijn zich ervan bewust dat we onderlinge verschillen niet benadrukken en geen oordeel geven over ‘normaal’ of ‘anders’ zijn. Pedagogisch medewerkers geven het voorbeeld om met zorg om te gaan met de omgeving, materialen en de natuur. Wanneer een kind ongewenst gedrag vertoont Niet voor ieder kind is het altijd even makkelijk om zich passend binnen de groepsnormen te gedragen. Kinderen worden aangesproken wanneer zij ongewenst gedrag vertonen. Er wordt aan het kind duidelijk gemaakt waarom dat gedrag niet kan in de groep. Daarbij hanteren wij een positieve benadering en we belonen goed gedrag. Wij werken met wederzijdse afspraken tussen kind en pedagogisch medewerker. Gedrag van een kind heeft altijd een reden. Wij zien het als onze taak om erachter te komen waarom een kind bepaald gedrag vertoont en wat een kind hierin van ons nodig heeft om hem op een goede manier te begeleiden. Wanneer een kind niet goed aansluit bij de groep of gedrag vertoont wat niet past binnen de normaliteitsverwachting kijken pedagogisch medewerkers wat de achterliggende reden hiervoor kan zijn. Daarbij is aandacht voor de individuele behoeften van elk kind. Is er sprake van structureel onacceptabel gedrag dan informeren we de ouders. Ook wordt dit intern besproken. 13 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

Met de ouders, en indien mogelijk het kind zelf, wordt de aanpak van het gedrag besproken. We gaan ervan uit dat de aanpak een positief effect heeft en het ongewenste gedrag ombuigt naar positief gedrag. Is dit niet het geval, dan zoeken we naar een andere aanpak. Hierbij kunnen we hulp inschakelen van onze intern begeleider of één van onze samenwerkingspartners als onderwijs of CJG. Kinderen met een speciale zorgbehoefte We doen ons best om elk kind bij de Kinderkoepel op te vangen, ook kinderen met een speciale zorgbehoefte, zolang het past bij het kind en binnen de afspraken en kaders van de groepsopvang die wij bieden. Managers beoordelen in hoeverre wij zorg en opvang kunnen bieden. Dit wordt met ouders besproken. Wij doen ons uiterste best om onze groepsopvang zo toegankelijk mogelijk te maken. Ons uitgangspunt hierin is dat de (emotionele) veiligheid van het kind, de groep en de medewerkers centraal staat. Daarbij is goed contact met ouders een voorwaarde. Het gedrag van een kind kan ons er ook op wijzen dat er meer speelt in de persoonlijke situatie van een kind. Open en eerlijke communicatie is van groot belang. Hoe beter pedagogisch medewerkers van de situatie rondom een kind op de hoogte zijn, hoe beter zij een kind begrijpen en kunnen begeleiden. 1.4 Taal Onze ruimtes bieden een rijke taal-leeromgeving met verschillende materialen, zones en hoeken. Er is volop ruimte voor fantasie- en rollenspellen. Elke groep heeft boeken passend bij de leeftijd van de kinderen. De peutergroepen en BSO beschikken over een plek waar kinderen kunnen lezen. Wij maken elke dag tijd om voor te lezen en te zingen om de taalontwikkeling te stimuleren. Verhalen dragen bij aan het voorstellingsvermogen van kinderen. Ze kunnen zich in verhalen herkennen en hierdoor inzicht krijgen in hun eigen emoties. Het kan kinderen uitdagen om over hun eigen ervaring te praten. Door het opzeggen van rijmpjes en het zingen van liedjes komen kinderen op een speelse manier in aanraking met taal. Ze horen nieuwe woorden en door het plezier en de herhaling nemen ze de woorden in zich op, kunnen deze onthouden en krijgen gevoel voor klanken en ritme van de Nederlandse taal. 14 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

Pedagogisch medewerkers geven kinderen ruimte in gesprekken en luisteren met aandacht. Ze benoemen gebeurtenissen en handelingen en leren kinderen deze te begrijpen. De kinderen worden de hele dag omringd door taal. Onze medewerkers stimuleren de kinderen om zelf ook taal te gebruiken om zich te uiten. Door gevoelens te benoemen leren kinderen zich bewust te worden van emoties en gevoel. Dit draagt bij aan het begrijpen van hun eigen emoties en deze leren te beheersen. Ook leren ze emoties en intenties van andere kinderen te begrijpen. Pedagogisch medewerkers spreken duidelijk, volledig en correct Nederlands. We hebben oog voor tweetaligheid, zijn positief over de thuistaal van kinderen en werken samen met de ouders om de Nederlandse taal als tweede taal aan te leren en te gebruiken. Door middel van VVE begeleiden we (tweetalige) kinderen die extra ondersteuning nodig hebben in hun taalontwikkeling. 15 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

2. Ontwikkeling kind: stimuleren, observeren en volgen Pedagogisch medewerkers observeren en registreren de ontwikkeling van kinderen van 0 tot 4 jaar met behulp van PeuterPlusPlan (PPP). Dit is een digitaal hulpmiddel wat we inzetten om gericht naar de verschillende ontwikkelingsgebieden van ieder kind te kijken. Met het systeem worden ook achterstanden en voorsprongen gesignaleerd. Dit geeft de pedagogisch medewerkers inzicht in eventuele aandachtspunten en helpt hen om de beste acties te nemen. In groepsoverleggen wordt de ontwikkeling van de kinderen door de medewerkers besproken. Bij zorgen over de ontwikkeling neemt de mentor contact op met de ouders. Een mentor is één van de pedagogisch medewerkers die extra zorg draagt voor haar mentorkinderen. De mentor is ook het eerste aanspreekpunt voor ouders. In de Pedagogische omgeving lees je een beschrijving van de rol van een mentor. Kijkend naar de ontwikkeling van een kind biedt de pedagogisch medewerker activiteiten aan. De observatiedomeinen zijn: taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotioneel. Pedagogisch medewerkers observeren kinderen tijdens spel en tijdens bewust gekozen momenten. Het PPP geeft overzichtelijk de ontwikkeling van een kind weer. In de ingevulde observatie- en beheersingsdoelen is te zien: • welke vaardigheden een kind nog niet beheerst; • welke vaardigheden van een kind in ontwikkeling zijn; • welke vaardigheden een kind beheerst. De observatiegegevens worden, samen met eventuele andere gegevens over het kind, met de ouders gedeeld. Als ouders of de pedagogisch beroepskrachten dit wensen, wordt er een afspraak gepland voor een 10-minutengesprek. De observatiegegevens worden ook door de mentor overgedragen aan de mentor van de volgende groep waar het kind naartoe gaat. Er zijn verschillende momenten wanneer de observatiegegevens met ouders gedeeld worden, namelijk: • wanneer een kind doorstroomt naar de volgende groep; • met de leeftijd van 3,2 jaar met een perioderapport; • met de leeftijd van 4 jaar met een periode- en overdrachtsrapport. Op de BSO volgen we kinderen met een zelf ontwikkelde observatiemethode. We kijken gericht naar het welbevinden van kinderen. Met de observaties en het registeren van de ontwikkeling van een kind, hebben pedagogisch medewerkers een helder beeld of het ontwikkelingsniveau passend is bij de leeftijd en of er een stijgende lijn is in de ontwikkeling. Tijdens het jaarlijkse 16 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

10-minutengesprek bespreekt de mentor de ontwikkeling van een kind met de ouders. Deze gesprekken vinden plaats op uitnodiging van de pedagogisch medewerker. Wanneer een pedagogisch medewerker opvallende dingen ziet in de ontwikkeling van een kind, bespreekt zij dit direct met de ouders. Wanneer een kind overgaat naar de volgende groep, dan draagt de mentor de registratie over aan de nieuwe mentor van het kind. 2.1 Educatieve methode Piramide Wij werken op de dagopvang en op de peuteropvang met de gecertificeerde methode Piramide. De educatieve methode Piramide stimuleert jonge kinderen op een speelse manier in hun ontwikkeling. Piramide is een totaalprogramma opgebouwd uit thema’s en met aandacht voor alle ontwikkelingsgebieden van kinderen van 0 tot 7 jaar. Door de uitdagende activiteiten per thema krijgen kinderen in een veilige omgeving grip op de wereld. Het programma biedt ruimte en materialen aansluitend op een thema. Hierdoor vergroot de woordenschat van kinderen en werken we aan de taalontwikkeling. Piramide kent acht ontwikkelingsgebieden, namelijk: Persoonlijkheidsontwikkeling Zelfredzaamheid, zelfvertrouwen, zelfstandigheid, zelfcontrole en doorzettingsvermogen. Piramide legt de basis. Zo groeien kinderen op tot zelfstandige individuen. Sociaal-emotionele ontwikkeling Leren omgaan met zowel de eigen gevoelens als die van anderen. Piramide stimuleert de vorming van een sociale en emotioneel ontwikkelde persoonlijkheid. Taalontwikkeling en ontwikkeling van lezen en schrijven Communiceren met kinderen én volwassenen, uitbreiden van de woordenschat, interactief voorlezen. Piramide nodigt kinderen uit om te praten en bereidt ze voor op het leren lezen en schrijven. Denkontwikkeling en ontwikkeling van rekenen Ordenen van kleuren en vormen, classificeren, rangschikken, omgaan met getallen, tellen en vergelijken. Piramide bereidt de kinderen voor op het leren rekenen. Oriëntatie op ruimte en tijd en op wereldverkenning Benoemen van lichaamsdelen, de kamers in een huis, de buurt of op reis gaan. Met de thema’s van Piramide ontdekken kinderen de wereld om hen heen. Ook krijgen ze besef van volgorde waarin gebeurtenissen plaatsvinden. 17 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

Ontwikkeling van de waarneming Voelen, proeven, ruiken, zien en horen. Piramide stimuleert kinderen al hun zintuigen te gebruiken, belangrijk om de wereld te ontdekken. Motorische ontwikkeling en vaardigheden Piramide laat kinderen springen, mikken en dansen, maar ook omgaan met stiften, potloden en schaar. Ook bereidt Piramide kinderen voor op het schrijven van letters en cijfers. Kunstzinnige ontwikkeling Piramide stimuleert de creativiteit. Daar hoort samen muziek maken, beleven en dansen bij. De kinderen werken aan hun beeldende ontwikkeling door op een creatieve manier met thema’s als kleur, vorm, licht en ruimte bezig te zijn. Technisch leren ze diverse materialen hanteren zoals klei, verf, papier of textiel en het gebruik van kleur, vorm, licht en ruimte. 2.2 Integratie van Piramide en PeuterPlusPlan Voor de uitvoering van Voorschoolse Educatie (VE) worden steeds meer inhoudelijke functies van de educatieve methode Piramide in PeuterPlusPlan geïntegreerd. Deze integratie zorgt ervoor dat we nog beter aan kunnen sluiten bij de ontwikkelbehoefte van ieder kind. Deze nieuwe werkwijze gebruiken we voor alle peuters, zowel op de dagopvang als op de peuteropvang, voor peuters met en zonder VE-indicatie. Alle pedagogisch medewerkers bieden hierdoor een aanbod wat volledig is gebaseerd op de gecertificeerde VE-methodiek. Dit verhoogt de kwaliteit van werken en de kwaliteit van ontwikkelstimulering en interventie. 2.3 Overdracht bij 4 jaar Met 4 jaar gaan de meeste kinderen in Nederland naar de basisschool. Om te zorgen dat de aanstaande kleuter goed begeleid wordt naar groep 1 van de basisschool, zorgen wij (met instemming van de ouders) voor een (warme) overdracht. De mentor gaat in gesprek met de intern of leerkracht van de school over de ontwikkeling en kenmerken van de kleuter. Met toestemming van ouders worden zowel het perioderapport als het overdrachtsrapport aan school overgedragen. Zo zorgen we ervoor dat de overgang van opvang naar de basisschool zo soepel mogelijk gaat. 18 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

3. Voorschoolse Educatie (VE) Voorschoolse Educatie (VE) is een manier om (dreigende) achterstanden van kinderen zoveel mogelijk te voorkomen of in te halen. Wanneer een kind een (dreigende) achterstand heeft of risico loopt op het ontwikkelen van een spraak/taalachterstand, komt een kind mogelijk in aanmerking voor voorschoolse educatie. Specialisten van Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) beslissen hierover. 3.1 Voorschoolse Educatie (VE) op de peuteropvang Op verschillende peuteropvanglocaties in Hellevoetsluis, Brielle en Nissewaard bieden we voorschoolse educatie aan. Kinderen met een VE-indicatie komen gemiddeld 16 uur per week (960 uur per jaar) op de groep. De peuteropvang kent gemengde groepen van kinderen met en zonder VE-indicatie. Het aantal VE-uren groeit mee met de leeftijd van het kind en de ontwikkelmogelijkheden. Als het kind 2 jaar en 3 maanden is, bedraagt de voorschoolse educatie twee dagdelen, bij 2,5 jaar wordt dat vier dagdelen. Als de peuter 3 jaar wordt, komt er een vijfde VE-dagdeel bij. Dit is een langere ochtend waarin we een programma bieden gericht op de ontwikkeling. Zo sluiten we beter aan op de overgang naar de basisschool. Ter ondersteuning van de voorschoolse educatie werken we met de gecertificeerde methode Piramide, zie hoofdstuk 2.1. Alle medewerkers die werken op een VE-locatie zijn Piramidegecertificeerd. Door het werken met een VE-programma en VE-gecertificeerde medewerkers op de groep zijn wij in staat om (dreigende) achterstanden te beperken of weg te nemen. Een aantal keren per jaar organiseert Stichting PUSH voor de VE-peuteropvanglocaties in Hellevoetsluis een ouderbijeenkomst. In deze bijeenkomst vertelt een orthopedagoog wat wij doen met de kinderen rondom een thema, wat het kind hiervan leert en hoe ouders hier thuis mee verder kunnen gaan. Op deze bijeenkomst zien we graag de ouders van kinderen met een VE-indicatie, zodat de peuteropvang en de thuissituatie goed op elkaar kunnen aansluiten. Uiteraard zijn ouders van reguliere kinderen ook welkom op deze ouderbijeenkomsten. Op onze website kun je lezen welke peuteropvanglocaties VE aanbieden. 3.2 Voorschoolse Educatie (VE) in de reguliere dagopvang De aanpak volgens de VE-methodiek is bedoeld voor de specifieke peuteropvanggroepen waar vooral wordt gewerkt aan het verminderen van (dreigende) taalachterstanden bij kinderen. De Kinderkoepel kiest ervoor om in alle reguliere dagopvanggroepen ook de VE-werkwijze te gebruiken. Met een op de dagopvang aangepaste aanpak, vanwege de langere openingstijden op de groepen, heeft deze werkwijze in de reguliere dagopvang ook een positief effect op de kwaliteit. 19 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

4. Interne begeleiding (IB) Intern begeleiders zijn speciaal opgeleide medewerkers die pedagogisch medewerkers adviseren bij het interpreteren van signalen van een kind, beoordelen van het plan van aanpak en het bieden van extra aandacht of ondersteuning voor een kind. 4.1 Interne begeleiding in voorschoolse opvang Om een optimaal resultaat voor elk VE-geïndiceerd kind te kunnen bereiken, vindt er een verplichte observatie plaats om ontwikkelachterstanden te kunnen signaleren, deze in kaart te brengen en hiervoor een plan van aanpak te ontwikkelen. Bij complexere problemen met kind en/of gezin schakelen we intern begeleiders in. Zij begeleiden de situaties op individuele basis, naast de vaste pedagogisch medewerkers van de groep van het kind. Zij adviseren zowel de pedagogisch medewerkers als de ouders. Ook is de intern begeleider betrokken bij de gesprekken met de ouders, coördineert de afstemming met het CJG en andere samenwerkingspartners binnen de jeugdhulp. 4.2 Interne begeleiding in de reguliere dagopvang Wanneer er zorgen zijn over de ontwikkeling van een kind, bijvoorbeeld op sociaal-emotioneel vlak, bespreekt de mentor van het kind dit met de andere pedagogisch medewerkers van de groep en met de unitmanager. De mentor gaat ook in gesprek met de ouders. Samen maken zij een plan van aanpak om het kind zo goed mogelijk te begeleiden. Komen medewerkers er niet uit, dan schakelen zij de hulp van de intern begeleider in. De intern begeleider ondersteunt de pedagogisch medewerkers bij kinderen met complexere problemen in de reguliere dagopvang. Afhankelijk of de ouders openstaan voor extra aandacht en/of ondersteuning bespreken we welke stappen ondernomen kunnen worden, bijvoorbeeld door hulp van Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). De intern begeleiders bieden ook ondersteuning door op de groep te observeren en pedagogische handvatten te geven. 20 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

5. Meldcode Vermoeden wij huiselijk geweld of (seksuele) mishandelingen bij een kind, dan handelen wij naar de landelijke Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Ter ondersteuning voor onze medewerkers en ouders hebben wij een aandachtsfunctionaris. Zij biedt ondersteuning op het gebied van de Meldcode vermoeden kindermishandeling of huiselijk geweld. De Kinderkoepel is daarnaast, via een overeenkomst met de gemeente, aangesloten bij het overkoepelende netwerk SISA (Signaleren en Samenwerken). Meer informatie hierover lees je in ons Beleid Veiligheid en Gezondheid. 6. Personeel Een belangrijk deel van de kwaliteit van de Kinderkoepel wordt bepaald door haar pedagogisch medewerkers. Hun vakkundigheid, betrokkenheid en integriteit waarborgen de kwaliteit van de Kinderkoepel. Wij besteden naast vakkennis veel aandacht aan houding, functioneren en ontwikkeling. Personeel van de Kinderkoepel is zich hiervan bewust. De Kinderkoepel vraagt goed werknemerschap van haar beroepskrachten en gelooft erin dat passie en plezier leiden tot resultaat en kwaliteit. We verwachten van onze medewerkers collegialiteit en samenwerking! Goed werknemerschap voor de Kinderkoepel is betrokken zijn bij de opvang van de kinderen en passie hebben voor het vak. Onze medewerkers zijn geïnteresseerd in kinderen, hun ontwikkeling, het opvoedingsproces en in het functioneren van gezinnen. Wij werken hieraan door geregeld met elkaar te spreken over het waarborgen en verder ontwikkelen van de pedagogische kwaliteit. Onze medewerkers zijn flexibel in hun denken en doen en tonen respect. Zij zijn in staat ouders op hun gemak te stellen en hen vertrouwen te geven in onze opvang. Zij onderschrijven de pedagogische visie en brengen het Pedagogisch beleid in praktijk. Jaarlijks verzorgt de Kinderkoepel vakgerichte deskundigheidsbevordering voor de pedagogisch medewerkers. De Kinderkoepel voert een educatiebeleid waarin naast verplichte opleidingen, ruimte bestaat voor individuele of groepsgerichte vakopleidingen. Jaarlijks wordt dit plan aangevuld of aangepast. De Kinderkoepel biedt een vaste digitale leeromgeving waarin pedagogisch medewerkers nieuwe kennis opdoen of bestaande kennis kunnen herhalen. In het kader van permanente educatie volgen alle beroepskrachten elk jaar een online module. Jaarlijks werken ook de door Piramide gecertificeerde beroepskrachten aan specifieke VE-kennis en -vaardigheden. 21 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

6.1 Beroepskrachten in opleiding De Kinderkoepel vindt het belangrijk dat jonge mensen goed worden opgeleid om het vak van pedagogisch medewerker te leren. Wij hebben daarom een aantal stageplaatsen voor stagiaires die een volledig schooltraject via de beroepsopleidende leerweg (BOL) volgen. Hiervoor zijn een stagecoördinator en verschillende werkbegeleiders aangesteld. Daarnaast biedt de Kinderkoepel mensen met bijvoorbeeld meer levenservaring maar geen kwalificatie voor het vak van pedagogisch medewerker, de mogelijkheid om via een beroepsbegeleidende leerweg (BBL) het vak te leren. Zij worden intensief begeleid en kunnen tijdens deze werken-lerenperiode hun kwalificatie behalen als gediplomeerd pedagogisch medewerker. 6.2 Coaching van pedagogisch medewerkers We vinden het belangrijk om onze pedagogisch medewerkers doorlopend te ondersteunen. Dit doen we met behulp van coaching. We zetten verschillende vormen van coaching in, namelijk: Pedagogische coach Onze pedagogisch medewerkers worden gecoacht in hun persoonlijke ontwikkeling door de pedagogische coach. Samen met de coach bepaalt een beroepskracht vervolgens persoonlijke ontwikkelingsdoelen en werkt daar zelfstandig aan. De coach ondersteunt de pedagogisch medewerkers in de uitvoering van het Pedagogisch beleid op de werkvloer, helpt bij signaleren van knelpunten in hun werk en reflecteert op de benodigde competenties en vaardigheden. Dit alles met als doel om samen de pedagogische kwaliteit te verhogen. De pedagogische coach stelt het Pedagogisch beleid bij als verbetering nodig is. Coach Voorschoolse Educatie De VE-coach (coach Voorschoolse Educatie) coacht en ondersteunt pedagogisch medewerkers met name op het gebied van de voorschoolse educatieve kwaliteit binnen de VE-locaties. De VE-coach helpt bij het signaleren van knelpunten in het werk en reflecteert op de benodigde competenties en vaardigheden. Zij bewaakt de educatieve kwaliteit en stelt het Pedagogisch beleid bij als verbetering nodig is. Daarnaast is de VE-coach de sleutelfiguur tussen opvang en onderwijs. Zij ontwikkelt een goede doorgaande leerlijn samen met de voorschoolse educatie en zoekt naar aanknopingspunten en samenwerkingen. Zo bieden we kinderen tot en met de leeftijd van 6 jaar de juiste begeleiding en kansen voor hun eigen ontwikkeling. Daarmee wordt elk kind ook voorbereid om zo goed mogelijk onderwijs te kunnen volgen. Op onze website onder het kopje Organisatie/Personeel vind je de inzet in uren van de coach en de VE-coach. 22 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

Register A Aandachtsfunctionaris.............................................. 21 B Beroepskrachten in opleiding.............................. 22 Bewegen........................................................................... 11 BSO....................................................................................... 16 C Coach Voorschoolse Educatie........................... 22 Coaching van pedagogisch medewerkers 22 D Democratie en burgerschap................................ 12 Deskundigheidsbevordering................................ 21 G Gedragsafspraken........................................................ 12 R Rust...................................................................................... 11 I IB - Interne Begeleiding.......................................... 20 Integratie Piramide en Peuter Plus Plan....... 18 Interne begeleiding dagopvang........................ 20 Interne begeleiding VE............................................ 20 K Kindontwikkeling.......................................................... 16 Kindvolgend werken.................................................. 10 L Leer- en leefomgeving............................................. 16 M Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling............................................. 21 Meldcode vermoeden huiselijk geweld en kindermishandeling...................................... 21 Mentor................................................................................ 16 Missie van de Kinderkoepel.................................. 3 O Observatiedomeinen................................................ 16 Observatiemethode BSO....................................... 16 Ongewenst gedrag.................................................... 13 Ontwikkeling kind: stimuleren, observeren en volgen.................................................................... 16 S Samen op de groep................................................... 12 SISA...................................................................................... 21 Speciale zorgbehoefte............................................. 14 Spelen................................................................................. 10 Structuur Pedagogisch beleid............................. 5 T Taal........................................................................................ 14 Talentontwikkeling...................................................... 14 Tweetaligheid................................................................. 15 V Vaste rituelen.................................................................. 12 VE en Piramide.............................................................. 19 Veilige hechting............................................................. 8 Veilige omgeving.......................................................... 8 Veiligheid en vertrouwen........................................ 8 Visie....................................................................................... 3 Voorschoolse Educatie (VE) ................................. 19 Voorschoolse Educatie in peuteropvang..... 19 Voorschoolse Educatie in reguliere dagopvang.................................................................. 19 . . Ontwikkeling personeel.......................................... 21 Ontwikkelingsgebieden Piramide..................... 17 Opbouw van ons beleid......................................... 4 Opleiden beroepskrachten................................... 22 Ouderbijeenkomst VE.............................................. 19 Overdracht bij 4 jaar.................................................. 18 P Pedagogische basisdoelen.................................... 7 Pedagogische coach................................................. 22 Pedagogische omgeving........................................ 6 Pedagogische werkwijze........................................ 6 Personeel.......................................................................... 21 Piramide............................................................................ 17 PPP - Peuter Plus Plan............................................. 16 23 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

Kinderkoepel Christiaan Huygensweg 38F 3225 LD Hellevoetsluis 0181 - 325 049 www.kinderkoepel.nl 24 Pedagogisch beleid Kinderkoepel

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
Home


You need flash player to view this online publication