Empowering logistics with sustainable real estate Alblasserdam Logistics Centre 66.000 m2 Hoogwaardig distributiecentrum Units vanaf 9.000 m2, beschikbaar vanaf zomer 2021. Strategische ligging: + Naast barge terminal Alblasserdam, met directe interne toegang tot de terminal + Dagelijkse afvaarten van en naar zeehavens Rotterdam, Vlissingen en Antwerpen met fi xed windows + 1 km van A15 + Ca. 8 miljoen inwoners binnen een straal van 60 km Contacteer Olav Laurensse: +31 6 29 22 29 40 nl.goodman.com
Blue Ports Limburg Limburg heeft zich in sneltreinvaart ontwikkeld tot een logistieke hotspot. Vorig jaar was Limburg goed voor een (doorvoer)export ter waarde van 17 miljard euro, acht procent van de totale Nederlandse uitvoer. De 14 binnenhavens, verenigd in Blue Ports Limburg, spelen daarin een cruciale rol. Ze vormen de onmisbare schakels in het goederenverkeer en de overslag tussen de zeehavens en het Europese achterland. Met uiteraard de Maas als de levensslagader. Natuurlijk heeft Limburg de ambities om logistieke hotspot te blijven en mee te gaan in de groeiende vraag. Omdat het staat voor meer en blijvende werkgelegenheid in de logistiek en warehousing, voor welvaart en voor een economisch gezonde BV Nederland. Net zoals de laatste decennia blijven overheden en bedrijfsleven daarom investeren in uitbreiding en modernisering van havens en vaarwegen. In langere kades, verhoogde bruggen, geautomatiseerde sluizen die 24 uur per dag op afstand bediend worden, maar vooral ook inzetten op slimme ICT, monitoren, digitalisering en robuuste data delen. Er zijn koppelingen gelegd met de spoormodaliteiten, bijvoorbeeld in Venlo waar de grootste goederenrailterminal van Nederland gestalte krijgt. Investeringen die naadloos passen in de Europese plannen voor een economie die volledig draait op duurzame energiebronnen. Dat betekent dat het goederenvervoer een grote slag moet maken. Nog te veel spullen worden over dichtslibbende wegen vervoerd waarbij het milieu belast wordt met CO2 en stikstof. Dat kan en moet anders. Het water biedt de oplossing; capaciteit op de Maas en kanalen en in de havens is er voldoende. Maar er is méér dan ons eigen binnenland. Te veel containers worden ook na aankomst in de binnenhavens op trucks gezet om hun weg te vervolgen richting België, Duitsland en de rest van Europa. De échte slag naar duurzaamheid, naar méér goederenvervoer over spoor en water vergt internationale samenwerking. Natuurlijk hebben we met de Rijn-Alpencorridor de eerste stappen gezet en worden de (binnen)havens van Antwerpen, Luik en Duisburg al lang niet meer als vervelende concurrenten gezien. En het is mooi om te zien dat de BelgischLimburgse havens van Lanaken, Beringen, Meerhout en Geel ook zijn aangehaakt bij het Blueports samenwerkingsverband. Maar grensoverschrijdend is er nog een wereld te winnen. Daarom ben ik blij dat internationalisering het thema is van het jaarlijkse congres van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens. Te houden overigens op 2 oktober in Venray, een stad die ook heel hard aan de weg timmert met haar binnenhaven. Ga er vooral heen. Ik wens u allen een inspirerende dag met veel nieuwe, grensoverschrijdende ideeën. Joost van den Akker, gedeputeerde Economie, Onderwijs en Sport Havenlocaties 2020 - 3
Nederland 2020 Coverpresentatie: Barge Terminal Born, onderdeel van de Waalhaven Group en via Sittard-Geleen ook onderdeel van de Blueports Limburg samenwerking Holtum-Noorweg 9, 6121 RE Born. Zie het interview op de pagina’s 6,7,8,9,10 en 11. Voorwoord: Blue Ports Limburg - Joost van den Akker, Gedeputeede Economie, Onderwijs en Sport Havenbedrijven / Havenlocaties: Blue Ports Limburg .................................... 6 Bedrijventerrein Haven Acht Waalwijk ................... 35 Port of Harlingen ..................................... 44 Port of Logistics Overijssel (POLO) ...................... 46 Flevokust Haven ..................................... 54 Havenlocatie Oostpoort Dordrecht ..................... 72 Port of Moerdijk ...................................... 75 Containerterminals / Logistieke Dienstverleners: Barge Terminal Born / Waalhaven Group ............... 1, 10 BCTN .............................................. 14 Wessem Port Services Group. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 L’Ortye ............................................. 26 Kalle en Bakker ...................................... 28 Magazine over de zee- en binnenhavens van Nederland, gepresenteerd door havenbedrijven, overheden, kennisinstituten, branche- en belangenorganisaties, logistieke dienstverleners, containerterminals, vastgoedprofessionals en gevestigde bedrijven. Vastgoedprofessionals: Goodman ......................................... 2, 18 Segro .............................................. 28 Bossers & Fitters Bedrijfshuisvesting / Taxaties ............ 29 Hercuton .......................................... 36 DHG ............................................ 38, 76 Bouwgrondvinden.nl .................................. 42 Heylen Warehouses .................................. 50 Delin Property .................................... 57, 67 Savills ........................................... 51, 58 Borghese Logistics ................................... 74 Branche- en Belangenorganistaties / Overheid: Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) ......... 12 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ............... 22 MCA Brabant ........................................ 30 Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB) .... 34, 52 Logistiek Intermodaal Netwerk.com (LINc) ............... 68 Kennisinstituten / Toeleveranciers: Erasmus centre for Urban, Port and Transport economics . 40 KiesZon ............................................. 60 Movares ........................................... 62 Cubord Signmakers ................................... 66 Port Solutions Rotterdam .............................. 70 4 - Havenlocaties 2020
Deelnemers in deze uitgave www.waalhaven-group.nl www.goodman.com www.limburg.nl www.havens.binnenvaart.nl www.bctn.nl www.wessem.com www.rws.nl www.lortye.eu www.segro.com www.kallebakker.nl www.bossers-fitters.nl www.mcabrabant.nl www.eicb.nl www.waalwijk.nl www.hercuton.nl www.dhg.nl www.eur.nl/ese www.bouwgrondvinden.nl www.portofharlingen.nl www.overijssel.nl www.portoftwente.com www.deventer.nl www.heylenwarehouses.com www.flevokusthaven.nl www.delinproperty.com www.savills.nl www.kieszon.nl www.movares.nl www.cubord.com www.linc.network www.portsolutionsrotterdam.nl www.oostpoort-dordrecht.nl www.borgheselogistics.nl www.portofmoerdijk.nl Journalisten Hanny van Eerden, Dianne Huijskens, Caspar van Loo, Pieter Pulleman Redactie en advertentie-exploitatie Jager Media D.A. Arthur Jager Postbus 2711, 7301 EE Apeldoorn M 06 - 223 91 776 E arthur@jagermedia.nl W www.jagermedia.nl Website - Blending Media - Monique Jager Vormgeving Studio Transparant Fotografie Jager Media Kraaij Impressies Johan Roerink Venterra C000499 ’t Gebaortehoes Pixabay Het magazine Havenlocaties Nederland wordt duurzaam geproduceerd. Havenlocaties 2020 - 5
‘Venray is een puzzelstukje in de Zuid-Oost-corridor’
Jan Loonen De gemeente Venray timmert aan de weg met het uitbreiden van de insteekhaven in OoijenWanssum. De haven wordt verlengd van 120 naar 360 meter en er is twintig hectare grond beschikbaar voor watergebonden activiteiten. “We verwerken aanzienlijke volumes.” an Loonen is wethouder Economische Zaken in Venray en ook bestuurslid van de NVB, de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens. Feitelijk is het niet de gemeente, maar een projectontwikkelaar die de haven en het bedrijfsterrein ontwikkelt, licht hij toe. “Dat kun je beter aan de markt overlaten. Als gemeente investeren we wel flink in de randvoorwaarden, zoals een nieuwe rondweg om de haven te ontsluiten. Maar voldoende ‘handjes’ schaar ik ook onder infra. We hebben hier veel arbeidsmigranten en die moet je faciliteren, bijvoorbeeld met voldoende huisvesting. Al met al zetten we Noord-Limburg nog beter op de kaart als logistieke hotspot.” De ontwikkeling van de haven past in de bredere gebiedsontwikkeling in Limburg ter voorkoming van wateroverlast door overstromingen. Budgettair maakt de uitbreiding van de Wanssumse haven daar geen deel van uit, maar het past wel prima in de uitvoering van de werkzaamheden. J Honderdduizend TEU Tot pakweg 1990 leidde de haven een redelijk kwijnend bestaan, licht de wethouder toe. De bedrijven die rond de oude haven zitten, maken er weinig tot geen gebruik van. In die periode begint ondernemer Van der Lande een containertermiVoldoende ‘handjes’ schaar ik ook onder infra nal. Volgens de overlevering heeft hij niet alle vergunningen op orde, maar hij plaveit met zijn actie wel de weg voor de latere BCTN-terminal. “Toen we begonnen aan de uitbreiding, dacht ik: waar hebben we het over? Onze omvang stelt niet zo gek veel voor. Maar BCTN verstouwt nu zo’n honderdduizend TEU in Ooijen-Wanssum en alle terminals in Limburg doen samen pakweg een half miljoen TEU. Dat zijn toch aanzienlijke volumes. Het voordeel van Limburg en dus ook Venray is dat we aan de Maas liggen die gestuwd is.” Havenvisie Venray kent vijf economische pijlers. De zorgsector is er van oudsher de grootste sector, de maakindustrie met veel fijnmetaalbedrijven is een goede tweede. Agrobusiness en logistiek ‘strijden’ om de derde en vierde plek en de vijfde pijler is toerisme. “Die brede oriëntatie is goed, omdat het de invloed van conjunctuurschommelingen vermindert.” Voor de ontwikkeling van de haven stelde de gemeente een Havenvisie op. “We zetten in op drie speerpunten: containeroverslag, Havenlocaties 2020 - 7
infographic | duurzaamheid & circulariteit Bijdrage aan de duurzame/circulaire economie op het bedrijventerrein Willem Alexander € 540 - 630 MILJOEN 90% CIRCULAIRE ECONOMIE 90% Bedrijven die bijdragen aan de duurzame/ciculaire economie Bedrijven die (nog) niet bijdragen aan de duurzame/ciculaire economie 2,5 MILJOEN ton vervoer over water 10% Hoe zijn de sectoren op het bedrijventerrein circulair met elkaar verbonden? Bedrijventerrein Willem-Alexander www.meestduurzamebedrijventerreinen.nl 1120 BANEN Welke sectoren bevinden zich op het bedrijventerrein Willem-Alexander? €600 – €700 MILJOEN OMZET Waarvan 90% duurzame/ circulaire omzet is 88% MAAKINDUSTRIE 3% BOUWNIJVERHEID 5% (GROOT)HANDEL 2% LOGISTIEK/VERVOER 2% DIENSTVERLENING CO CO CO CO C S C BEDRIJVENTERREIN WILLEM-ALEXANDER CO Het unieke bedrijventerrein Willem-Alexander in Roermond, één van de meest circulaire bestaande CO bedrijventerreinen aan de Maas http://www.BIZ-WA.nl bulkoverslag van met name zand en grind voor vooral het Duitse achterland en voeders voor twee regionale agroproducenten Agrifirm en Vitelia. Voor het bedrijventerrein hanteren we het beleid dat er logistieke activiteiten plaatsvinden die echt toegevoegde waarde leveren. Dus niet alleen opslag, maar ook value added logistics.” Blueports Limburg Alle Limburgse binnenhavens werken al sinds 2011 samen met de provincie en Rijkswaterstaat in Blueports Limburg. “Via Blueports werken we echt goed samen. We hebben hier ook maar één waterweg, de Maas, en dat bindt ons. Onderwerpen waar we samen aan werken zijn onder andere de haventarieven, het sluis/stuwbeheer, promotie en lobby. Als Venrayse wethouder heb ik bijvoorbeeld in Brussel niet veel te zoeken, via Blueports en de nationale samenwerking in de topcorridors kan dat veel beter. Ik denk graag in de kracht van het geheel.” Samen met Venlo De gemeente Venray zoekt daarnaast de samenwerking met het even verderop gelegen Venlo, vertelt Loonen. “We zijn bewust ook aandeelhouder in Greenport. Venlo is maar twintig kilometer 8 - Havenlocaties 2020 verderop. We bijten elkaar net niet, net wel; maar er is koek genoeg voor iedereen dus er is sowieso geen ‘probleem’. De samenwerking met Venlo én met Rotterdam is goed. Willen we voldoen aan de modal shift en aantrekkelijk blijven voor de sector, dan is de ontwikkeling van Greenport belangrijk. Venray past daarin als hub voor Venlo, als een steunpilaar als het ware. Venray probeert de modal shift te promoten, maar als kleine gemeente de wereld bestormen is lastig. Vandaar onze aansluiHaven Maasgauw ting bij Greenport. Daarnaast geldt: als de markt weet dat je wat te bieden hebt, dan weten ze je wel te vinden.” NVB-jaarcongres Venray is op 2 oktober gastheer van het NVBjaarcongres. Een van de thema’s is ‘grensoverschrijdend’. “In Limburg werken we als gezegd goed samen onder de vlag van Blueports. Dat doen we bijvoorbeeld met de The Brightlands
Vertegenwoordigers van bedrijfsleven Willem-Alexander, Provincie Limburg en de gemeente Roermond. (namen van links naar rechts: Danny Quax-Strabag, Rens Evers-wethouder duurzaamheid, gemeente Roermond, Wouter Lap-Smurfit Kappa, Hans Kirkels-Kirkels bedrijfsauto’s , Ruud Burlet-gedeputeerde Duurzaamheid Provincie Limburg, Joep Heuvelmans-Parkmanagement Midden-Limburg, Jos Menten-Jos Menten Metaal Recycling Angely Waajen-Crins Wethouder Economische Zaken gemeente Roermond, Fred van Beers-SIF Group, Willem Bakker-Kalle&Bakker, Robbert Speksnijder-gemeente Roermond, Greg Bruininkx-provincie Limburg, Stefan van Waarden-provincie Limburg. Institute for Supply Chain Innovation in Venlo dat werkt aan nieuwe logistieke oplossingen voor de toekomst. Met start-ups en bedrijven van de Brightlands Smart Service Campus Heerlen werken we aan onderwerpen als het digitaliseren van de haven en aan big data-oplossingen. Het is echter ook belangrijk om grensoverschrijdend samen Samenwerkingsverband Blueports Limburg . te werken. Dat doen we al, met Antwerpen, Luik en Duisburg, maar het kan altijd beter. Vandaar dat dit een thema is voor de jaarbijeenkomst.” Duurzaamheid en circulariteit is een ander thema op het congres. “Venray draagt een klein steentje bij aan de hele logistieke keten. Wij zijn een van de puzzelstukjes in de goederenvervoercorridor Zuid-Oost en daarmee helpen we de regio en uiteindelijk ook de BV Nederland verder. We zijn al lang bezig, we hebben veel tegenslag gehad – economische crisis, de stikstof en PFAS-perikelen – maar ik ben er trots op dat ik heb mogen bijdragen aan deze ontwikkeling. We voorzien in een behoefte.” << Vanaf eind 2019 ook een aantal Havens van Belgisch Limburg: Lanaken - Beringen - Meerhout en Geel Havenlocaties 2020 - 9
BARGE TERMINAL BORN: Optimale controle en flexibiliteit voor de klant De filosofie van Barge Terminal Born is om de klant te ontzorgen vanaf de aankomst van een container in de zeehaven tot en met het afleveren op het losadres, en vice versa. “Alles in één hand zodat je optimale controle hebt, dat is het idee”, zegt Jan Overdevest.
Jan Overdevest “M et de terminal vervullen we een cruciale rol in het logistieke proces van bedrijven in Limburg, Duitsland en België in een straal tot pakweg honderd kilometer rondom Born.” Barge Terminal Born (BTB) biedt klanten en rederijen een breed scala aan diensten en kan daardoor die belangrijke rol vervullen, zegt Overdevest. Reinigen en repareren De terminal heeft een eigen kade met eigen kranen en een volledig ingerichte reinigingsfaciliteit voor het schoonmaken van containers. “En we hebben een eigen reparatieafdeling om schades te herstellen.” Ook zaken als begassen en ontgassen, track en trace en online boekingen doen worden door BTB gefaciliteerd. BTB beschikt over een eigen douaneafdeling die alle benodigde douanefaciliteiten biedt, zoals entrepot-C, fiscale vertegenwoordiging en in- en uitklaren. Voor- en natransport BTB verzorgt ook het voor- en natransport over land. Hiervoor beschikt het over meer dan vijftig trucks. “Dat draagt bij aan de filosofie van het ontzorgen en zorgt voor flexibiliteit. We vermijden het liever, maar als er eens een spoedgeval is, kunnen we de container ook vanaf of naar de zeehaven trucken.” Limburg Express BTB vaart het hele jaar door met vier tot vijf lichters 24/7 volgens een lijndienstschema van en naar de zeehavens van Rotterdam en Antwerpen. Om de gewenste minimale call size te realiseren in de zeehavens werkt de terminal samen met ECT Venlo. “We hebben samen de Limburg Express opgezet om containers zoveel mogelijk te bundelen op één boot. Dat zorgt voor voldoende volume Havenlocaties 2020 - 11 en daardoor hebben we vaste laad/lostijden in de havens. Dat is een voordeel voor ons en voor de zeehaven, maar ook voor de klant. Die heeft meer zekerheid over de tijdige levering van zijn containers.” Groeicapaciteit De barge terminal in Born bestaat al dertig jaar en behandelt op dit moment per maand zo’n tienduizend TEU, vertelt Overdevest. “En er is capaciteit om door te groeien naar twintigduizend TEU.” Dankzij de recente realisatie van diverse nieuwe warehouses in de regio verwacht hij ook dat die groei doorzet. De terminal biedt ook voldoende ruimte voor het tijdelijk opslaan van volle en lege containers. “Klanten kunnen hun volle importcontainer laten staan en afroepen wanneer ze hem nodig hebben. En andersom kan natuurlijk ook: een exportcontainer alvast laden en bij ons opslaan in afwachting van de doorvoer naar de zeehaven.” Barge Terminal Born is onderdeel van de Waalhaven Group dat sinds 1971 actief is in container logistics en terminals. Het bedrijf heeft naast Born ook terminals en depots in de Rotterdamse Eem- en Waalhaven en Botlek. Waalhaven Group biedt logistieke diensten tussen de terminals, neemt lege containers in, inspecteert ze, maakt ze schoon en slaat ze op in afwachting van afhaling. “Verladers vinden bij ons alles wat ze nodig hebben voor een soepel en efficiënt logistiek proces.” << www.bargeterminalborn.nl
Samen van beleid naar uitvoering Na een uitgebreid voortraject, waarbij ook de leden werden geraadpleegd, heeft de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens een strategische agenda vastgesteld voor de komende vijf jaar. De agenda focust op vijf thema’s: digitalisering, samenwerking en exploitatie, bereikbaarheid, duurzaam en toekomstbestendig havenbeleid en energietransitie en circulaire economie. E ric Janse de Jonge, de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) laat er geen misverstand over bestaan: het is tijd voor actie. “Iedereen weet wat er aan de hand is. De congestie op de weg is megagroot. We staan op een kruispunt; kiezen we voor het water of blijven we doormodderen op de weg? We moeten keuzes durven maken. Welke corridor is van belang en welke niet. Dat geldt voor nationale en internationale verbindingen.” Meer samenwerken “We moeten meer samenwerken. Je ziet de verbanden tussen de partijen, maar de echte samenwerking is er nog niet. Ieder voor zich lost niets op. Samenwerken en afstemmen is de opdracht. We moeten als sector aangeven waar de kansen liggen en waarin we willen investeren. Dat betekent dat we keuzes moeten maken en ja, dat is best lastig. Als we samen – havenbeheerders en havengebruikers – onze economische toegevoegde waarde inzichtelijk kunnen maken, dan is het voor de overheid de moeite waard om te investeren in robuuste en duurzame infrastructuur, bereikbaarheid en dergelijke zaken. De Binnenhavenmonitor die de economische betekenis van binnenhavens inzichtelijk maakt beter benutten, is dus onze doelstelling.” 12 - Havenlocaties 2020
Eric Janse de Jonge Meer informatie Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) Eric Janse de Jonge, voorzitter Vasteland 78, 3011 BN Rotterdam 010 – 7989840 nvb@binnenvaart.nl havens.binnenvaart.nl Omgevingswet “Een andere grote ontwikkeling is de omslag die de havens moeten maken van haven beleid naar omgevingsbeleid, in het kader van de Omgevingswet. In de nieuwe wet worden ze onderdeel van het algemene ruimtelijke beleid. Hoe dat precies uitpakt, is nog onduidelijk – de invoering van de wet is weer vertraagd. Maar havens worden meer onderdeel van de fysieke leefomgeving, waardoor de gebruikersfuncties zullen toenemen. Dat vraagt om investeringen in haveninfra, veiligheid en cybersecurity. Dit thema heeft dus onze aandacht; wat betekent de Omgevingswet voor de havens en hoe kunnen we dat praktisch uitwerken. We zetten hiervoor - samen met geassocieerde partners van de NVB - een werkgroep op die hiermee aan de slag gaat.” Digitalisering “Digitalisering is een topprioriteit in de Strategische Agenda. Een lastige, want niet iedere haven heeft dezelfde behoefte en er zijn veel verschillende technische oplossingen. Digitalisering in binnenhavens heeft vooral betrekking op het slimmer en efficiënter afwikkelen van scheepvaart en logistieke stromen. Het slim bundelen, combineren en uitwisselen van data is daarbij van groot belang. Ook hier geldt dat we alle partijen bij elkaar moeten brengen om tot een uniforme en werkbare systematiek te komen. Als dat lukt, is dat geweldig voor de hele keten. De NVB heeft hierin het voortouw genomen en ook een subsidie gekregen van de topsector Logistiek. Binnen dit thema is ook de modal shift terug van weggeweest. Dankzij de digitalisering kunnen we eenvoudiger en beter lading (her)verdelen.” Kwartiermaker “Dat we digitalisering belangrijk vinden, blijkt uit het feit dat we Chris van der Meulen van het ExpertiseKiezen we voor het water of blijven we doormodderen op de weg? en Innovatiecentrum Binnenvaart hebben aangesteld als kwartiermaker. Hij moet samenhang aanbrengen tussen de al lopende digitaliseringsprojecten bij verschillende havens en opgedane kennis delen. NVB wil dit jaar grote stappen zetten op dit gebied. Er is al een inventarisatie gedaan van beschikbare systemen en platformen, er is gekeken naar de mogelijkheden van blockchain-technologie en naar de effecten op concurrentieverhoudingen en duurzaamheid. We schakelen onze leden ook actief in. Uiteraard worden de NVB-leden betrokken bij het thema digitalisering . Zij staan immers met de poten in de klei en weten als geen ander wat er nodig is. Dat brengen we samen met beleid en politiek en vervolgens is het de keuze: waarin investeren we wel en waarin niet.” Eindelijk erkenning “De nieuwe NVB-strategie sluit prima aan op de nieuwe Havennota van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Die Havennota had er nu al moeten zijn, maar is vertraagd (verschijnt nu waarschijnlijk net voor het verschijnen van dit magazine -red.) Het zal voor het eerst zijn dat de binnenhavens er in staan met hun rol en taak in economische zin en in de transportketen. Eindelijk erkenning dus, en dat is voor een groot deel dankzij de lobby van NVB. De Havennota is het beleidskader voor de komende tien jaar, dus als je er niet in staat, heb je een probleem. Het is een belangrijk agenderend beleidsdocument richting gemeenten en provincies en ik ben er heel blij mee.” Havenlocaties 2020 - 13 “Een ander thema is de Green Deal. NVB is medeondertekenaar van de Green Deal Zeevaart, Binnen vaart en Havens en we willen graag aan de slag, maar het duurt allemaal te lang; we wachten al bijna een jaar op de uitvoering. Kortom, op veel gebieden staat er van alles in de startblokken om bedrijven en overheden samen aan de slag te laten gaan. Niet langer wachten dus; “keuzes maken en gas geven.” <<
BCTN biedt klanten zoveel meer dan betrouwbare waterverbindingen Kleinschalig en lokaal aan de ene kant, groot en slagvaardig aan de andere kant. Terminaloperator BCTN kent de logistieke flow van de klant om de hoek tot in detail, maar verscheept ook ruim voldoende volume vanaf de acht terminals om tientallen fixed windows per week af te kunnen spreken in de zeehavens van Rotterdam en Antwerpen. Zo garandeert BCTN haar klanten een stabiele leverbetrouwbaarheid voor het inland containertransport over water. Én levert het bedrijf een belangrijke bijdrage aan het voorkomen van congestie in de zeehavens. T och gaat de meerwaarde die BCTN haar klanten biedt veel verder dan alleen een solide waterverbinding en hoge leverbetrouwbaarheid. “Wij proberen op diverse gebieden het verschil te maken voor onze klanten”, betoogt BCTN directeur Joop Mijland. “Met onze mensen, met onze kosten, met onze vooruitstrevende IT oplossingen en met onze duurzame ontwikkelingen.” Bevlogen en weldoordacht vertelt hij hoe BCTN dit aanpakt. Betrokken, deskundige medewerkers Niet alleen het Customer Service team, maar ook de man op de kraan is nauw betrokken bij de wensen en verwachtingen van de BCTN klanten. Joop Mijland: “Wij vinden het belangrijk dat onze mensen allemaal weten wat er speelt en de logistieke flows per klant goed kennen. Ons CS teams zit centraal in Nijmegen en Meerhout, maar elke klant heeft ook een contactpersoon op de lokale terminal. Die heeft de detailkennis en het dagelijkse contact.
“Een DC dichtbij een terminal, maakt de supply chain veel kosten effectiever.” Zo gauw er iets afwijkt van het normale patroon dan melden we dat, proactief, aan de klant. Bij problemen werkt CS altijd samen met de lokale terminal in het zoeken naar een oplossing. Als er op verzoek van de klant uitzonderingen zijn op datgene wat is afgesproken, dan neemt CS binnen onze organisatie de belangen van de klant waar en kan andere afdelingen overrulen. CS heeft dan een veto, in het belang van de klant.” Vermijden van onnodige kosten BCTN streeft ernaar om onnodige logistieke transportkosten te vermijden. “Wij proberen altijd een juist voorstel neer te leggen, met een duidelijk kostenvoordeel voor de verlader/ontvanger”, legt Mijland uit. “Zijn supply chain is daarbij altijd het uitgangspunt. Soms is vervoer over water niet echt goedkoper dan over de weg. Maar de voorraadhoudende functie van onze terminals, kan weer heel aantrekkelijk zijn voor een klant. Hij kan containers op elk moment van de dag afroepen en binnen korte tijd voor zijn dock hebben. Duurt het lossen of laden langer dan een uur, dan koppelen we af en komen later terug.” Joop Mijland Matchmaker Ook voor rederijen is BCTN een aantrekkelijke partner. Containers die leeg komen op een van de terminals, kunnen gemakkelijk weer ingezet worden voor lading op een andere terminal. Mijland benadrukt dat BCTN daar een neutrale rol in speelt. “Zie ons als een soort matchmaker. Wij signaleren mogelijkheden in het achterland om de in-efficiency in logistieke containerstromen aan te pakken. Wij beslissen dat niet zelf, maar leggen een voorstel neer bij de diverse partijen. Als je volle en lege containerstromen zo efficiënt mogelijk aan elkaar kunt koppelen, profiteren verladers/ontvangers én rederijen van lagere kosten. Door dit soort matches optimaliseren we de mogelijkheden in het achterland en voorkomen we onnodige lege kilometers.” Vooruitstrevende IT-oplossingen BCTN, met acht terminals de grootste terminaloperator in de Benelux, loopt voorop bij IT toepassingen als de implementatie van het elektronisch CMR of online informatievoorziening naar klanten via een web portal. “De hele papierwinkel gaat verdwijnen. Met het beschikbaar stellen van gebruikersvriendelijke tools, halen we zo een flinke workload weg bij de klant. Terwijl die 24/7 alle details en documentatie van zijn containers online in kan zien en eenvoudig zelf rapportages kan maken”, aldus Mijland. Een andere populaire tool is de online CO2 calculator. Hiermee kan een klant snel zelf berekenen wat de uitstoot-besparing is als een container via weg of water wordt vervoerd. “Bij kostenneutraal kan dit iemand over de drempel helpen om voor het water te kiezen.” “Zowel verladers/ontvangers als rederijen profiteren van onze verbetervoorstellen om inefficiëncy van containerstromen in het achterland aan te pakken.” Havenlocaties 2020 - 15
Duurzame ontwikkelingen Emissieloos varen in 2030 Met het terugbrengen van CO2 -uitstoot verdiende BCTN in het afgelopen decennium al drie lean&green sterren. Containervervoer over water bespaart immers 30 tot 40% uitstoot. Maar de ambitie reikt veel verder: emissieloos varen in 2030. Om dat te bereiken heeft BCTN een lange lijst van projecten waar, in samenwerking met andere partijen, volop aan gewerkt wordt. “Ontwikkelen op duurzaamheidsgebied is nu essentieel om niet achter te raken bij het wegtransport”, aldus Joop Mijland. Schip van de toekomst Nog dit jaar worden twee hybride schepen in de vaart genomen op het traject Rotterdam-Den Bosch, komt er een windturbine op de Bossche terminal en zijn de eerste twee elektrische trucks aangeschaft. “Ook zijn we met Nike en Future Proof Shipping bezig met het ontwikkelen van het schip van de toekomst, op waterstof”, vertelt een enthousiaste BCTN directeur. “En onderzoeken we hoe bestaande schepen omgebouwd kunnen worden van diesel gestookte verbrandingsmotoren naar elektrisch aangedreven motoren. Zo kan het deel van het schip waar het meeste kapitaal inzit, het casco, behouden blijven. Ook dat is duurzaamheid: iets dat al bestaat in een andere vorm hergebruiken.” 16 - Havenlocaties 2020 Fixed windows De fixed windows in de zeehavens van Rotterdam en Antwerpen zorgen voor een betrouwbare, duurzame waterverbinding, zonder congestie in de haven. Dat was enkele jaren geleden, toen Joop Mijland net directeur was van BCTN, wel anders. “In de afgelopen tien jaar ging de capaciteit van zeeschepen van 8.000 naar 23.000 TEU. Als er aan de voorkant zo’n enorme schaalvergroting plaatsvindt, dan kunnen we aan de achterkant niet net doen alsof er niks aan de hand is”, aldus Mijland. “Er worden nu in één shot duizenden containers gelost en geladen op één zeeschip. De af- en aanvoer van containers uit en naar het achterland moet snel en efficiënt verlopen. In 2016-2017 stagneerde dat enorm. BCTN heeft daar razendsnel op ingespeeld, met het afspreken van fixed windows en het inzetten van grotere binnenvaartschepen. Ook ging onze terminal in Alblasserdam fungeren als een soort centrale hub, waar containers voor verschillende terminals in Rotterdam op onze schepen worden bijgeladen. Zo varen wij nu uitsluitend nog op vaste tijden met volle schepen naar één zee-terminal. En hebben we per barge in de zeehaven tussen de 150 en de 175 containerbewegingen. Dat is heel wat efficiënter dan aansluiten achteraan de rij om twee of drie containers te brengen of te halen.”
Facts & Figures • 200 medewerkers • 8 terminals in Nederland en België • 9de terminal in ontwikkeling • 17 barges, van 72 tot 256 TEU • 20 duwbakken, van 120 tot 144 TEU • 13 kranen • 20 reach stackers • 350.000 m2 Inland Terminals Batterij als 20’ container Het is nog niet duidelijk of schepen vanaf 2030 gaan varen op batterijtechniek of op waterstof. “Het is nu nog te vroeg om die keuze te maken”, aldus Mijland. “De batterijtechniek zal zich in rap tempo gaan ontwikkelen. Voor onze schepen voorzie ik batterijen ter grootte van een 20’ container, die op een terminal leeg van boord getild worden en omgewisseld worden met een volle batterij. In tegenstelling tot elektrische trucks, ligt een schip dus niet ‘aan de paal’ te laden. Een goede laadinfrastructuur op de kade is essentieel. Met een soort super charger kunnen deze megabatterijen op een snelle manier geladen worden, liefst in de daluren. Windenergie is daar ideaal voor, want daar kun je ook ‘s nachts optimaal gebruik van maken.” Mijland voorziet dat deze batterijen ook voor andere doelen gebruikt kunnen worden. “Bij festivals of op bouwterreinen waar tijdelijk een grote stroombehoefte is, kunnen deze batterijen generatoren vervangen. En als terminal beschikken wij over alle logistieke ondersteuning die nodig is om die batterijen op te pakken en te vervoeren.” DC’s rondom terminals Een ecologische ontwikkeling van geheel andere aard is het bouwen van grote DC’s direct nabij een terminal. “Hoe dichter bij een terminal, hoe kosten effectiever de supply chain is”, aldus Joop Mijland. “Het verkeer tussen terminal en warehouse wordt geminimaliseerd, transportkosten gaan omlaag en je hebt geen last van files op de laatste tien tot twintig kilometer. We zien die ontwikkelingen in Alblasserdam, waar bedrijven als Peute en Goodman distributiecentra bouwen op een steenworp afstand van onze terminal. Ook in ’s-Hertogenbosch, Nijmegen en Roermond gebeurt dat. Zo’n logistieke efficiency juich ik alleen maar toe!” << Connecting the Flows Meer informatie BCTN info@bctn.nl +31 24 374 3308 www.bctn.nl Havenlocaties 2020 - 17
Goodman bouwt toekomstbestendig in Alblasserdam Vastgoedontwikkelaar Goodman gaat in de zomer van 2020 van start met de bouw van een 66.000 m² groot distributiecentrum, pal bij de BCTN inland terminal in Alblasserdam. Dit snelgroeiende container transferium staat in directe verbinding met de Haven van Rotterdam. H et nieuwe distributiecentrum is een antwoord op de stijgende vraag naar toekomstbestendige hubs dichtbij de grotere steden, volgens Lien Standaert, country manager van Goodman. “De strategische, multimodale ligging in Alblasserdam met een directe link met de Haven van Rotterdam en de Drechtsteden was zeker van belang bij onze locatiebepaling, maar er zijn meer factoren die meespelen. Zo kijken wij ook naar de beschikbaarheid van arbeidspotentieel in de regio. Gunstig is de snelle overbrugging van de afstand tot de eindgebruiker: binnen een straal van 60 kilometer bereiken toekomstige klanten bijna acht miljoen inwoners. De uitstekende mogelijkheden voor vervoer over water zijn bovendien hét alternatief bij de toenemende verkeerscongestie en de gewenste verduurzaming van de logistieke sector.” Oplevering zomer 2021 Het nieuwe DC is gesitueerd naast de barge terminal in Alblasserdam op Nieuwland Parc, een modern logistiek bedrijventerrein met een op- en afrit aan de verkeersader A15. Standaert: “Dit DC heeft een directe, interne toegang tot de terminal en biedt dagelijkse afvaarten van en naar de zeehavens van Rotterdam, Vlissingen en Antwerpen met ‘fixed windows’, én betrouwbare services.” Standaert verwacht dat de bouw 12 maanden in beslag neemt. “Het complex is zeer flexibel ingedeeld, licht zij toe. “Dat betekent dat we huisvestingsvraagstukken kunnen oplossen met vloeren van 9.000 tot 66.000 m².” “Goodman is naast ontwikkelaar lange termijninvesteerder en beheerder van logistiek vastgoed,” vervolgt Standaert. “Daarom ontwikkelen we toekomstbestendig vastgoed dat op de lange termijn waarde oplevert voor klanten en onze investeerders. Voor ons is dus niet alleen de duurzaamheid van de locatie, maar ook die van het gebouw zelf van belang. Zo zetten we in op BREEAM certificering, fotovoltaïsche installaties, gasloze gebouwen en elektrische laadpalen. Onze slimme 30 – 45 – 60 km radius 18 - Havenlocaties 2020
meter platformen bevorderen daarnaast maximaal efficiënt energiegebruik.” Meer informatie: Goodman Lien Standaert, Brownfieldontwikkeling Goodman realiseert het gebouw op een - nu nog grotendeels braakliggend - brownfield van ongeveer 10 hectare. Standaert: “Kwalitatieve brownfieldontwikkeling is voor ons een fundamenteel duurzame, stedenbouwkundige keuze. We spelen daarmee in op hergebruik en inbreiding van onbenutte terreinen in sterk verstedelijkte gebieden. Proactief gaan we daartoe met gemeenten in gesprek om zo samen met een optimaal ontwerp te kunnen voldoen aan de behoeften van klanten en investeerders met respect voor de omwonenden.” << country manager Belgium & The Netherlands Strawinskylaan 1225, Tower B, Level 12 1077 XX Amsterdam 020 - 709 3930 info-nl@goodman.com www. goodman.com/nl Goodman in Nederland Goodman heeft in Nederland op dit moment 16 locaties in beheer, waaronder 450.000 m² warehouses in onder andere Tiel, Amsterdam, Waddinxveen, Nijmegen en Venlo, en 215.000 m² nieuw ontwikkelingspotentieel op 33 hectare aan brownfields in Amsterdam, Maarssen, Alblasserdam en Oosterhout. Havenlocaties 2020 - 19
Wessem Wessem Port Services Group BV De grootste aanbieder van binnenhavenfaciliteiten De 4 moderne en breed georiënteerde locaties van Wessem Port Services Group BV zijn in de afgelopen 50 jaren prima ingericht voor de aan/afvoer en opslag van grote droge bulk-ladingen bestemd voor en/of afkomstig van de industrie in Limburg (NL/B) en de Duitse grensstreek. D Maastricht 20 - Havenlocaties 2020 e investeringen die jaarlijks plaatsvinden op deze locaties waarborgen een breed aanbod van ingerichte terreinen, opslagfaciliteiten en een modern machinepark om de 4,5 Mio ton grondstoffen op een efficiënte en duurzame wijze logistiek af te handelen. Elke vestiging is gelegen aan diep vaarwater (Vb) waar schepen van 135m lengte met ca. 3.000 ton grondstoffen gemakkelijk kunnen aanmeren. Vele gerenommeerde zakenpartners maken gebruik van onze faciliteiten voor “just-in-time” leveringen aan hun fabrieken óf van de uitstekende geografische ligging met distributie mogelijkheden naar het Europese achterland. Een eigen vloot van o.a. bulkkippers en walking-floors en huiftrailers worden hier intensief op ingezet. Vanaf de locatie in Wessem wordt de algemene industrie, de bouw en infra, met name in de regio noord en midden Limburg, voorzien van zand, grind,
Stein Havenlocaties en vaarwater WPS Stein WPS Maastricht WPS Wessem Wessem Belgium Julianakanaal Julianakanaal Maas Albertkanaal Havenlogistiek Bulk overslag en opslag Breken, zeven, mengen Verpakken in Big Bags Recycling van kunststof Wessem Port Services Group BV T +31 46 474 7777 info@wessem.com www.wessem.com meststoffen en groeve-producten. Deze locatie heeft ook diverse overdekte opslagmogelijkheden. Vanuit de Beatrixhaven in Maastricht (BRZO gecertificeerd) wordt de traditionele maak-industrie beleverd met grondstoffen voor productie van o.a. Glas, Keramiek, Papier en Zink. Naast overdekte opslagmogelijkheden vinden hier ook diverse bewerkingen van grondstoffen voor de chemie plaats, zoals breken, zeven en het verpakken in, of verbulken van, Big Bags. Zeer recent is hier de recycling activiteit van kunststoffen (HDPE en LDPE-lumps) aan toegevoegd. De hoofdlocatie in Stein is enerzijds grotendeels ingericht voor de overslag en bewerking van diverse soorten kunstmest afkomstig van diverse chemiebedrijven op Chemelot en anderzijds, op de over/ opslag van diverse grondstoffen en de afvalstromen voor de regionale recycling (o.a. kunststoffen). Hiervoor is een 2 Ha groot vloeistofdicht terrein ingericht. Vlak over de grens in België wordt vanaf de locatie in Lanaken o.a. zand & grind geleverd aan de beton- en keramische industrie en de regionale aannemers. Ook andere grondstoffen en afvalstromen kunnen via een aparte loskade worden open overgeslagen in moderne vlakloodsen. In 2020 wordt een verdere uitbreiding (2 Ha) gerealiseerd met een brede vergunning voor afvalstormen zoals die ook op de andere locaties van Wessem Port Services gelden. Kortom, ons bedrijf heeft, vanuit haar 4 eigen binnenhavens, alle mogelijkheden aan boord om de industrie in Zuid Nederland en de grensregio’s perfect te bedienen met droge bulkgoederen. << Lanaken (B) Havenlocaties 2020 - 21
Samen werken versterkt de Topcorridors In het Programma Goederenvervoercorridors werken het Rijk, vier provincies, het Havenbedrijf Rotterdam en de topsector Logistiek nauw samen aan zogenoemde Topcorridors. Deze vervoersassen van en naar Rotterdam moeten in de toekomst hun functie in de economische ontwikkeling gaan versterken. “Door samen te werken kunnen we dat realiseren”, zegt de programmamanager van de Topcorridors Luc de Vries. “R ijk, provincies, gemeenten en bedrijven moeten samen op basis van een gezamenlijk perspectief aan de slag. En dan niet alleen op basis van de infrastructuur, maar vanuit economie, leefbaarheid & duurzaamheid, veiligheid en kwaliteit. De Vries illustreert met een voorbeeld dat dat samenwerken vruchten afwerpt: “Uit onderzoek bleek een behoefte aan 2.400 vrachtautoparkeerplaatsen langs de twee corridors. Als individuele gemeentes dat moeten realiseren, is dat lastig. Door samen te werken binnen het programma hebben we gezamenlijk een financiële bijdrage uit Brussel gekregen en kunnen we mogelijk 2.200 tekorten aan parkeerplaatsen binnen vier jaar wegwerken. ” Gezamenlijke strategie De twee Nederlandse corridors maken mede onderdeel uit van de Europese TEN-T corridors. Dat biedt de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor EU-bijdragen voor het realiseren van projecten. “Er geldt een drempelwaarde van vijf miljoen euro voor werken. Als je vanuit een gezamenlijke strategie werkt , kun je projecten bij
elkaar brengen waardoor je boven die drempelwaarde uitkomt. Samen met Vlaanderen zijn drie projecten begin 2020 samen ingediend voor een financiële bijdrage van de EU van twaalf miljoen euro voor uitbreidingen aan de havens van Venlo, Gennep en Lanaken.” Van tachtig aanbevelingen naar focus Samenwerken is de sleutel tot succes, zegt De Vries, en met de Topcorridors staan logistiek en goederenvervoer nu ook hoog op de agenda’s van de bestuurders van de deelnemende organisaties. In 2014 kwam het MIRT-onderzoeksrapport (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) met bijna tachtig aanbevelingen om het goederenvervoer in de corridors te verbeteren. Met het Programma Goederenvervoercorridors, of Topcorridors, brengen de samenwerkende partijen daarin focus aan, vertelt De Vries. “We hebben de zeventien belangrijkste aanbevelingen geclusterd en daar een programma met vijf thema’s (sturen op knooppunten, doorstroming, service voor gebruikers, duurzaamheid en innovatie) omheen gebouwd.” Handelingsperspectieven “We oriënteren ons nu op wat ons de komende tien jaar te doen staat aan de hand van drie Drie handelingsperspectieven als basis Het Programma Goederenvervoercorridors benoemt drie handelingsperspectieven als basis voor het realiseren van de topcorridors van de toekomst. Het eerste handelingsperspectief is de haven van Rotterdam als gateway to Europe, het tweede perspectief betreft een sterk verbonden mainportnetwerk en het derde zijn sterke knooppunten in een grenzeloos netwerk. Bij Rotterdam als gateway to Europe draait het om een efficiënte en duurzame doorstroming van bulk- en containerlading van en naar het achterland, bij voorkeur via spoor en water. Het mainportnetwerk gaat over multimodale knooppunten met bijbehorende terminals die het bundelen van goederenstromen, maar ook van data mogelijk maakt. Beide perspectieven bieden kansen voor meer efficiency en duurzaamheid in de vervoersketen. In het derde perspectief wordt ingezet op kansen voor de hoogwaardige maakindustrie en agri-business op de knooppunten. Dat biedt kansen voor de verdere ontwikkeling van de regionale maakindustrie. Luc de Vries: “Alle drie de perspectieven bieden kansen en helpen ons bij het bepalen van prioriteiten en budgetten.” ontwikkelscenario’s, de Handelingsperspectieven. Wat biedt de meeste toegevoegde waarde voor ons geld? Bijvoorbeeld: wat levert de grootste bijdrage aan duurzaamheid? Is dat bijvoorbeeld het vergroenen van de schepen, of meer vracht van de weg naar het water? Die prioritering en agendering, daar zitten we middenin. Vervolgens moet daar vanuit de partners ook funding voor komen. Ook het bedrijfsleven moet een bijdrage leveren. Eind dit jaar moet de agenda voor corridorontwikkeling gereed zijn.” Bovengemiddelde knooppunten Knooppunten met een groot economisch belang en de potentie voor groei brengen focus en sturing aan binnen de Topcorridors. Die knooppunten zijn: Moerdijk, Tilburg, Venlo, Sittard-Geleen-Born, Nijmegen en Tiel. “Wij constateren nu dat het ruimtelijk beleid onvoldoende scherp is. Voor de hele terminal en de nabijgelegen bedrijfsterreinen is geen gezamenlijk en gericht beleid. De vraag is: kan je nieuwe bedrijventerreinen ontwikkelen die multimodaal ontsloten zijn, dus in de nabijheid van een spoorterminal of binnenhaven met bargeteminal of alleen de bestaande bedrijventerreinen verder ontwikkelen die multimodaal ontsloten zijn? Dat onderwerp maakt nadrukkelijk onderdeel uit van het programma.” Havenlocaties 2020 - 23
Provincie Limburg trekt de kar voor de bovengemiddelde knooppunten Jan Karel Konings, senior procesmanager Logistiek bij de provincie Limburg: “Limburg is de trekker van de actie ‘bovengemiddelde knooppunten’. Die knooppunten zijn de havens van Moerdijk, Tilburg, Tiel, Nijmegen, Sittard/Geleen en Venlo. Heel verschillende terminals, maar ook heel belangrijke. Daar zetten we zwaar op in, onder meer met het opzetten van control towers. We kijken naar aspecten als leefbaarheid en ruimtelijke ordening. Ook onderlinge afstemming hoort daarbij, zodat we niet allemaal hetzelfde gaan doen, maar elkaar juist aanvullen.” “Essentieel voor Limburg is om ook grensoverschrijdend samen te werken. We zitten ingeklemd tussen Duisburg en Luik en we bereiken vanaf hier Antwerpen en straks ook Parijs. Via het Albertkanaal komen schepen naar de Maas. Blueports Limburg, een samenwerking van alle binnenhavens, heeft onlangs vier Belgische havens verwelkomd als lid: Lanaken, Geel, Bergen en Meerhout.” Belang van de binnenhavens Vervoer over water neemt een belangrijke plaats in. “De belangrijkste bulkstromen vanuit de Rotterdamse haven verlopen via de openbare terminals die niet alleen in de bovengemiddelde knooppunten liggen, en van belang zijn voor de binnenhavenactiviteiten, maar ook via andere terminals.” Daarnaast is het van belang dat er aan de binnenhavens, of op de bedrijventerreinen die aan binnenhavens liggen, watergebonden bedrijvigheid is en dat de laad- en losvoorzieningen voor meerdere bedrijven te bereiken zijn met openbare kades. “Bij de binnenhavens kijken we naar alle thema’s binnen de Topcorridors, zoals service voor MCA Brabant kijkt verder dan de corridors John Huizing van MCA Brabant: “Het feit dat je aan een corridor ligt, werkt in je voordeel als je wilt investeren. Vanuit Brabant proberen we aan te haken op het Programma Goederenvervoercorridors en processen te versnellen en te implementeren. Maar pas op: buiten de corridors is er ook nog leven en kun je ook een goede businesscase maken. Brabant onderscheidt zich met de grootste dichtheid aan binnenvaartterminals en heeft het grootste aandeel in het goederenvervoer van en naar de Rotterdamse haven, en daar kun je het transitoverkeer nog bij optellen. Het gaat best goed, maar het kan altijd beter. Denk aan het wegnemen van de fysieke beperkingen in de vaarwegen. Het programma kan daarin een belangrijke bijdrage leveren.” 24 - Havenlocaties 2020 gebruikers, dat gaat over het verbeteren en over het realiseren van meer en/of verbeterde aanlegplaatsen voor schepen en het uitrollen van het ligplaatsen informatiesysteem (BLIS). Het thema duurzaamheid gaat onder meer over optimale leefkwaliteit en over CO2-reductierondom de knooppunten met de binnenhavens. En binnen het thema innovatie voor bevorderen van een gezamenlijke innovatie-agenda, spelen de binnenhavens ook een belangrijke rol. “ Bundelen Eén van de acties in het programma Goederenvervoercorridors is het bundelen van containers op verschillende trajecten, zodat er frequente barge shuttleverbindingen ontstaan en de betrouwbaarheid van tijdig en frequent vervoer over water toeneemt. “Een bekend voorbeeld daarvan is de West-Brabant Corridor, waarbij een aantal terminaloperators samenwerken in het traject Tilburg – Moerdijk – Oosterhout – Rotterdam. Daarbij worden ladingen per terminal gebundeld in één boot om grotere call-sizes te realiseren voor het laden en lossen in de Rotterdamse haven bij de deep sea terminals. Voor andere trajecten wordt onderzocht of soortgelijke samenwerkingsverbanden opgezet of uitegbreid kunnen worden, denk aan een Maas-corridor of Duisburg-express.” ‘Dat we op de corridor liggen helpt zeker’ In Roermond ligt de Willem-Alexanderhaven. De daar gevestigde bedrijven hebben veelal een eigen kade; een daarvan is de BCTN containerterminal op het terrein van Kalle en Bakker. De gemeente werkt samen met waterschap, provincie en de bedrijven aan plannen voor nieuwe, openbare kades die eveneens bescherming bieden tegen hoog water. Robbert Speksnijder, beleidsmedewerker EZ bij de gemeente Roermond: “Daarmee creëren we de mogelijkheid voor andere bedrijven om ook te kiezen voor vervoer over water. In die transitie naar een verdere versterking en uitbouw van de haven zitten we nu.” De haven verwerkt nu jaarlijks 2,5 miljoen ton en Speksnijder verwacht dat dit verder toeneemt. “Dat we op een corridor liggen, helpt zeker. Als Limburgse haven zijn we aangesloten bij Blue Ports en van daaruit op de corridor. Dat bevordert de samenwerking, onder meer op het gebied van digitalisering, de lobby voor de modal shift, subsidieregelingen en kennisuitwisseling.” “Smurfit Kappa is gevestigd in de haven, maar vervoert nu nog niet over water. Als ook zij een kade krijgen liggen er grote kansen voor binnenvaart naar enkele klanten met volumineuze hoeveelheden te recyclen papier.” De bedoeling is dat dit gaat gebeuren met elektrische aangedreven schepen. De gemeente stimuleert het vervoer over water. Binnen het programma Roermond Bereikbaar bezoekt een logistiek makelaar bezoekt bedrijven en gaat op zoek naar mogelijke alternatieve vervoerswijzen. Als de openbare kades er komen, zal dit proces naar verwachting versnellen, denkt Speksnijder.
Digitalisering Digitalisering is een belangrijk item binnen de topcorridoraanpak. “Denk aan BLIS, het Binnen vaart Ligplaatsen Informatie Systeem van Rijkswaterstaat. Dat bevat wel de ligplaatsen van het Rijk, maar niet die van de provincies en de gemeenten. Die basisinformatie moet op orde: welke ligplaatsen zijn er, hoe groot zijn ze en welke voorzieningen hebben ze. Samen met de gemeenten werken we hieraan. De volgende stap is om die informatie online te delen met de schippers.” Zowel individuele schepen maar ook overheden genereren veel data, zegt De Vries, en de vraag is hoe je de volgende stap kunt zetten door die ‘De topcorridoraanpak biedt een handvat’ Bas Kelderman, sr. Beleidsmedewerker Binnen vaart van de provincie Zuid-Holland: “De ambitie is meer goederenvervoer over water van en naar Rotterdam en daarin spelen de Oost- en Zuidoostcorridors een grote rol. In mijn takenpakket zit onder meer hoe je de vaarwegen optimaal inzet en hoe je ze toekomstbestendig maakt. Samenwerken binnen de topcorridoraanpak helpt hierbij. Oplossingen zoals de West-Brabant Corridor helpen om de congestie in de Rotterdamse haven te verminderen en meer van dit soort bundelinitiatieven zijn welkom.” “Het topcorridorprogramma biedt een handvat voor je aanpak. Je moet niet naar één modaliteit kijken, maar naar een combinatie van alle. De provincie en Rotterdam hebben daarin een belangrijke functie. De samenwerking met alle betrokkenen is cruciaal voor het succes.” data beschikbaar te stellen, bijvoorbeeld met een control tower aanpak die zowel potentie biedt om ladingstromen te bundelen of betrouwbaarheid geven rondom aankomsttijden of beschikbare routeringen. Gelderland trekt project Clean Energy Hubs De provincie Gelderland telt meer dan dertig binnenhavens. Twee belangrijke binnenhavens, Tiel en Nijmegen, liggen op de Oost-corridor. Beleidsmedewerker Joost Roeterdink van de provincie: “Tiel en Nijmegen zijn aangewezen als bovengemiddelde knooppunten en deze logistieke knooppunten willen we optimaliseren. Denk aan het uitdiepen van de havens en kade-ontwikkeling, truckparkings, maar ook als toekomstig ontwikkelgebied voor nieuwe distributiecentra” “De corridor helpt daarbij, want dit soort dingen alleen doen, is lastig voor een gemeente. Vanuit de provincie ondersteunen we bij haalbaarheidsonderzoeken, de planvorming en hebben we een regeling voor financiële steun aan infrastructurele maatregelen voor havenontwikkeling.” Onder de vlag van New Ways Gelderland maakt de provincie werk van het promoten van de modal shift van weg naar water en spoor. De provincie is daarnaast trekker van het project Clean Energy Hubs, waarin negen provincies met het Rijk samenwerken aan het identificeren van geschikte locaties voor het aanbieden van diverse schone brandstoffen voor het transport. “Hierbij willen we samen met marktpartijen en overheden in 2025 circa 100 Clean Energy Hubs hebben gerealiseerd.” “Daarnaast kijken we ook naar de binnenhavens die geen bovengemiddeld knooppunt zijn. We werken bijvoorbeeld aan het verbeteren van de haven van Zutphen. Schepen van en naar die haven gaan ook over de Oost-corridor. En als je in Zutphen vrachtwagenlading van de weg haalt en via het schip vervoert, dan draagt dat bij aan de vermindering van het aantal files op de corridor. Zo grijpt alles in elkaar.” Alle hens aan dek Het is een kwestie van een lange adem om alle betrokkenen te betrekken bij het programma, meent De Vries. “Dat lukt steeds beter. De betrokkenheid vanuit het bedrijfsleven is een punt van aandacht. Bij bedrijven ligt de focus vaak op de korte termijn, terwijl er vanuit de overheid gekeken wordt over een langere periode . Daarom werken we samen met de topsector Logistiek en betrekken we via dat kanaal de bedrijven. In het nieuwe actieplan van de topsector is een van de nieuwe thema’s corridors en knooppunten.” Onderzoek toont aan dat een derde van al het wegverkeer kosteneffectief over kan naar water of spoor. “Dan moet je wel in gesprek komen met de bedrijven die nu kiezen voor wegvervoer. Vaak heb je het dan over kleinere verladers. Samen met Lean & Grean van de topsector Logistiek denken we na hoe we die groep het beste kunnen bereiken en welk instrumentarium we het beste kunnen aanreiken.” << Havenlocaties 2020 - 25
Haven Stein L’Ortye: complete en efficiënte logistieke dienstverlening vanuit Maastricht en Stein De drie havenlocaties van L’Ortye in Zuid-Limburg hebben een strategische ligging ten opzichte van het Nederlandse, Duitse en Belgische achterland. Vanuit de twee havenlocaties in Maastricht en de haven in Stein kan het Limburgse familiebedrijf een breed scala van logistieke diensten als modules aaneenschakelen. 26 - Havenlocaties 2020 “W ij bieden een totaaloplossing op het gebied van havenlogistiek”, aldus Guido Loeffen, manager havens bij L’Ortye. “Klanten kunnen bij ons terecht voor het laden, lossen en opslaan van hun bulkstromen. Ook verzorgen we graag het voor- en natransport. Daarnaast breken, zeven en verpakken we de bulkstromen op verzoek van de klant en bieden we extra diensten aan zoals het wegen en registreren van voorraden. We kunnen de volledige logistieke keten verzorgen, maar bieden elke dienst ook als losse module aan. Deze ontzorging biedt onze klanten comfort en gemak.” Strategische ligging L’Ortye Haven is al ruim dertig jaar actief in de havensector en is in die periode uitgegroeid tot een logistiek begrip in de regio. Vanuit de drie strategisch gelegen havens worden klanten bediend in Nederland, Duitsland, België en Noord-Frankrijk. Flexibele partner “De vijf waarden van ons bedrijf zijn service, flexibiliteit, betrouwbaarheid, duurzaamheid en sociaal ondernemen”, legt Jean L’Ortye uit, die samen met zus Vivien de directie vormt van het familiebedrijf. “Die waarden staan centraal bij al onze logistieke activiteiten. Dit betekent onder meer dat we een flexibele partner willen zijn voor onze klanten. We denken met hen mee en als ze een probleem hebben, dan lossen wij dat op. Wij streven naar een duurzame relatie met elke klant. Doordat we alle logistieke diensten in huis hebben, kunnen we onze klanten volledig ontzorgen, waarbij zij eenvoudig kunnen
schakelen met één centraal aanspreekpunt. Dat is wel zo efficiënt.” In de afgelopen decennia heeft L’Ortye Haven uitstekende relaties opgebouwd met de zeehavens in Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen. In samenwerking met partners kan het bedrijf de goederenstromen vanuit deze zeehavens volledig overnemen. De overslag naar binnenvaartschepen, de binnenvaart naar Stein of Maastricht, en het vervoer over de weg naar het Nederlandse, Duitse, Belgische en Franse achterland: L’Ortye regelt het allemaal. Verdere groei De laatste jaren maakt het Limburgse familiebedrijf een sterke groei door. “Mede daarom besloten we in 2018 om een derde havenlocatie te kopen, in Maastricht”, aldus Guido. “Met deze drie locaties zijn we in staat om in de toekomst een verdere groei van L’Ortye Haven te realiseren.” Onderdeel van de havenactiviteiten in Maastricht is houtrecycling. Jean: “Hier sorteren we hout op kwaliteit om het vervolgens te zeven, ontijzeren en shredderen. Daarna voeren we het als brandstof af naar bio-energiecentrales en de spaanplatenindustrie. Daarmee past deze nieuwe activiteit perfect binnen onze duurzaamheidsambitie.” << L’Ortye Haven in het kort: - Ruim 110.000 m2 aan haventerrein - Ruim 750 meter kade - Laadsteigers, opslagvakken, drijvende opslag en loodsen (500 m2 – 1000 m2) - Wagenpark met 55 voertuigen - Divers overslagmateriaal Haven Stein BV Haven Maastricht BV +31 (0)45 521 23 58 info@lortye.eu www.lortye.eu Havenlocaties 2020 - 27
SEGRO LOGISTICS CENTRE VENRAY UW NIEUWE WAREHOUSE IN 2020? 43.500 m2 . Duurzaam. Toekomstbestendig. Flexibel. NETHERLANDS@SEGRO.COM WWW.SEGRO.COM/VENRAY
taxaties & advies Een betrouwbare taxatie van commercieel vastgoed veronderstelt ervaring en deskundigheid. Maar net zozeer inzicht in de branche en in de lokale en regionale vastgoedmarkt. Bossers & Fitters vertelt u precies waar het op staat. Beleggers, projectontwikkelaars, financiers, overheden en eindgebruikers vertrouwen op de eenduidige waarderingen van onze (register)taxateurs. Onze taxatierapporten zijn helder, objectief en uitstekend gedocumenteerd. Wij taxeren kantoren, winkels, bedrijfsruimten, beleggingen, beleggingswoningen, logistieke complexen en combinatiegebouwen. Maar ook specifieke objecten als horeca- en leisure-vastgoed en grondposities. Volstrekt onafhankelijk. Daarmee bieden we een solide en verantwoorde basis voor onder meer: Onze taxateurs zijn ingeschreven bij de Stichting VastgoedCert, aangesloten bij het Taxatie Management Instituut (TMI), lid van de beroepsvereniging voor vastgoedprofessionals VastgoedPro en tevens lid van het NRVT. Taxateur Bjorn Dirix bjorn@bossers-fitters.nl 06 – 18 44 64 98 • Aanvaag of beoordeling hypothecaire (her)financiering • Aan- en verhuurbeslissingen • Aan- en verkoopbesluiten • Interne doeleinden (jaarcijfers, fiscaliteiten) • Vaststellingsovereenkomst belastingdienst • Contra-expertise WOZ • Residuele grondwaardebepalingen • Periodieke canonherziening bij erfpacht • Arbitrage bij huurprijsgeschillen Bossers & Fitters, als u zeker wilt weten wat uw vastgoed waard is. Taxateur Rob Sanders RT taxrob@bossers-fitters.nl 06 – 13 62 37 41 NRVT registratienummer RT338997714 Taxateur Jurrian Helvensteijn RT jurrian@bossers-fitters.nl 06 – 28 56 16 51 NRVT registratienummer RT145785822 AAN- EN VERKOOP | AAN- EN VERHUUR | BELEGGINGEN | TAXATIES | ADVIES | NIEUWBOUW BOSSERS & FITTERS Taxaties B.V. Beemdstraat 48 5652 AB Eindhoven T. 040 250 70 66 www.bedrijfshuisvesting.nl www.bossers-fi tters.nl taxatie@bossers-fi tters.nl
MCA Brabant kijkt verder dan de provinciegrenzen De opdracht van MCA Brabant is om onder meer het gebruik van de Brabantse vaarwegen te bevorderen. “Wij initiëren nieuwe projecten, versnellen bestaande en implementeren de resultaten”, zegt Hendrik-Jan van Engelen van MCA Brabant. “D e uitdaging is fors, de congestie op de wegen is een gegeven en dan gaan er de komende jaren ook nog eens veel infrastructurele werken plaatsvinden die in eerste instantie extra hinder opleveren. De verkeersintensiteit zal naar verwachting verder toenemen. Het doorvoeren van een modal shift; goederenvervoer over water in plaats van de weg, biedt oplossingen hiervoor.” Extra kennis en middelen MCA Brabant heeft een actiegericht programma opgezet om vervoer over water (en spoor) te optimaliseren en de knooppunten te versterken. Kern van het programma: de aan- en afvoer naar de zeehavens efficiënter maken en met behulp van digitalisering de transportdata beter ontsluiten. Om dat te realiseren werkt MCA Brabant samen met de provincie Brabant, Rijkswaterstaat, de havenbedrijven van Rotterdam en Moerdijk, een tiental gemeenten en Logistics Community Brabant (LCB). “De samenwerking geeft ons extra kennis en middelen. Het leuke van LCB is daarbij dat het een kennisinstituut is met heel veel handjes. Via LCB hebben we toegang tot een duizendtal studenten op het terrein van vervoer en logistiek, die kunnen bijdragen aan de uitvoering van de plannen. Een unieke combinatie om gezamenlijke doelen te bereiken.” 30 - Havenlocaties 2020
West-Brabant Corridor promoten “We zijn zomer vorig jaar met LCB, de terminals van Oosterhout, Tilburg en Moerdijk en de havenbedrijven van Rotterdam en Moerdijk een project gestart om de bekendheid van de West-Brabant Corridor te vergroten. We hebben actief verladers bezocht en hen gevraagd wat er moet gebeuren om ladingstromen te digitaliseren. Door dit project is de bekendheid van de West-Brabant Corridor onder verladers toegenomen, waardoor de corridor meer lading trekt. En dat helpt weer om het aantal vaste windows op de deepsea terminals te vergroten.” De samenwerkende partijen zetten zich ook in om mogelijkheden te onderzoeken om vergelijkbare corridors op te zetten op andere vervoerstrajecten. Denk daarbij aan een Noordoost-Brabant Corridor (met Veghel, Oss en Den Bosch), per binnenvaart en spoor aansluiten op shortsea verbindingen en het aansluiten van Zeeland. Uitdagingen Van Engelen noemt drie belangrijke uitdagingen waarbij de binnenvaart een belangrijke rol kan spelen. De eerste is het Klimaatakkoord, waarin is afgesproken dat het wegtransport over tien jaar dertig procent minder CO2 uitstoot. “Wij richten ons volledig op het waarmaken van de modal shift van weg naar water.” De tweede uitdaging is de staat van de infrastructuur, zegt Van Engelen. “Om de shift te kunnen maken, hebben we genoeg capaciteit nodig op de terminals, moeten de vaarwegen breed genoeg zijn en moet er ‘Wij richten ons volledig op het waarmaken van de modal shift’ Havenlocaties 2020 - 31
Netwerkorganisatie die dingen voor elkaar krijgt MCA Brabant heeft als missie het bevorderen van het multimodale goederenvervoer over water en spoor binnen, naar, door en vanuit de provincie Noord-Brabant. MCA Brabant staat voor Multimodaal Coördinatie- en Adviescentrum. Van Engelen: “Wij zijn een netwerkorganisatie met een groot netwerk in de triple-helix van ondernemers, onderwijs en kennisinstellingen en overheden. En dat netwerk zetten we in om dingen voor elkaar te krijgen.” Een voorbeeld: mede dankzij de inzet van MCA Brabant is er sinds augustus 2018 een ontheffing om met Klasse V-schepen te varen op het Wilhelminakanaal tussen de inland terminals van Tilburg en Oosterhout. De organisatie focust zich de komende jaren op: • • Benodigde infrastructuur • Innovatie en verduurzaming • Digitalisering • Internationalisering voldoende redundantie in het netwerk zitten. Met andere woorden: wat kunnen we nog als er eens een brug defect is? Kortom, de robuustheid van het netwerk moet goed zijn.” De derde uitdaging is het efficiënter maken van de hele keten met behulp van digitalisering. “Denk aan zaken als: hoe bundel ik lading strategisch en hoe kies en implementeer ik de juiste software? Ik denk overigens niet dat er één systeem is dat alles omvat, maar dat we verschillende systemen zullen koppelen. Blockchain-achtige oplossingen gaan het verschil maken.” Van Engelen noemt de e-Joint Corridor, ontwikkeld vanuit LCB, als voorbeeld van succesvolle digitalisering. “Een e-Joint Corridor is een transportverbinding waarvan verschillende verladers gebruik maken en waarin zij met behulp van digitalisering en blockchaintechnology met elkaar leren en groeien met mulitmodaal vervoer. Op het spoortraject van Tilburg naar Polen werkt dit al en digitaliseren en koppelen we de vrachtdocumenten over de verschillende modaliteiten heen. Dit bespaart enorm veel tijd.” Het is de gezamenlijke ambitie van LCB en MCA Brabant om diezelfde e-Joint Corridor ook beschikbaar te maken voor intermodaal vervoer per binnenschip en te Ontsluiting en verbindingen vanuit Brabant 32 - Havenlocaties 2020
Logistics Community Brabant enorm veel vrachtauto’s van de weg en je vermijdt lege kilometers.” Een tweede stap is om bestaande verbindingen te optimaliseren. Logistics Community Brabant is een samenwerking tussen Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit van Tilburg, Nederlandse Defensie Academie en Breda University of Applied Sciences. LCB stimuleert multimodaal en synchromodaal transport met haar programma NewWays Noord-Brabant en werkt hierin samen met het landelijke programma Lean & Green OffRoad van Connekt en de Topsector Logistiek. Samen introduceerden zij vorig jaar de e-Joint Corridor waarbij vrachtdocumenten worden gedigitaliseerd en gekoppeld. De eerste toepassing hiervan was op de spoorverbinding tussen Tilburg en Rzepin in Polen. integreren in de West-Brabant Corridor. Hierbij wordt tevens een koppeling gemaakt met Boxinsider, het track & trace-systeem van de Rotterdamse haven. Mental shift Behalve de fysieke omstandigheden van de modal shift gaat het ook om de mental shift bij verladers, zegt Van Engelen. “Wat zijn de incentives voor hen om over te stappen op spoor of water? Wat levert het hen onder de streep op?” Hij noemt de succesvolle spoorverbinding van de transportbedrijven Versteijnen en Essers tussen Tilburg en Polen als voorbeeld. “Zo’n verbinding opzetten is een risico, maar als het eenmaal loopt heb je goud in handen. Er zijn nu een vijftigtal bedrijven die er gebruik van maken. In Nederland hebben ze te maken met een Nederlandse chauffeur, in Polen met een Poolse. Dat is een voordeel voor iedereen. En je haalt natuurlijk Havenlocaties 2020 - 33 De MCA directeur vindt het belangrijk om verder te kijken dan de provinciegrenzen bij het realiseren van de modal shift. “Om succesvol te zijn moet je van buiten naar binnen kijken. Hoe komen goederenstromen Brabant in? De Noordzeehavens zijn daarin belangrijk, Duitsland en met name Noordrijn-Westfalen ook. Dat is bekend. Maar we moeten ook verder durven kijken – letterlijk. Verder Duitsland in, naar België en mogelijk meer naar het zuiden. Als je op die stromen meer grip kunt krijgen, dan kun je vervolgens lading gaan bundelen. In dat traject zitten we nu met LCB, om dat verder te onderzoeken en vervolgens te concretiseren.” <<
Naar een toekomstbestendig netwerk van binnenhavens Het gonst in de binnenhavens. Wie goed kijkt ziet dat er op veel plekken geëxperimenteerd wordt met digitale toepassingen. Binnenhavens moderniseren inefficiënte processen en verouderde manieren van communiceren. Havenbedrijven willen de informatie die nu onderbenut blijft - in spreadsheets van havenmanagers - anders verzamelen, beter benutten en breder delen. Ondernemers in transport en logistiek denken hardop na over ‘slimme’ havens. Digitalisering is niet alleen belangrijk, het is ook urgent. innenhavens zijn essentiële knooppunten in de logistieke keten en daarmee van groot belang voor de concurrentiekracht van Nederland in het algemeen en voor achterlandverbindingen in het bijzonder. Juist op die knooppunten moet de digitale infrastructuur toekomstbestendig zijn. Dat maakt het tot een sterk netwerk. En daar kan nog wel een slag gemaakt worden. B Er is al veel kennis en kunde op het gebied van digitalisering en automatisering in de binnenhavens. Het programma ‘digitalisering en binnenhavens’ - een coproductie van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) en Topsector Logistiek - is erop gericht om die kennis en kunde te delen. Wat zijn succesfactoren in digitalisering, wat zijn de opbrengsten, wat kan digitalisering betekenen voor duurzaamheid en hoe kunnen we veiligheid en kwaliteit garanderen? Het zijn de antwoorden op dit soort vragen die in de komende maanden worden uitgewerkt en gedeeld met alle leden van de NVB. Havens krijgen hiermee een handvest voor de afwegingen die er in binnenhavens gemaakt worden. Er wordt nadrukkelijk ook de gezamenlijkheid gezocht. De verenigde binnenhavens worden gekenmerkt door grote diversiteit. In sommige havens is het gebruik van digitale applicaties al ingeburgerd, andere experimenteren ermee en bij weer andere havens is digitalisering 34 - Havenlocaties 2020 nog helemaal niet in beeld. En het is ook niet zo dat alle havens gebaat zijn bij een zelfde digitaliseringsgraad. Waar wel behoefte aan is, is een gedeelde visie. Richtlijnen die de kracht van het netwerk verstevigen en de havens in staat stelt om in gezamenlijkheid sterker te staan en waarde te creëren voor de BV Nederland. Hiermee worden alle binnenhavens bediend; zowel de koplopers in digitalisering als het peloton. Dit programma moet de eerste in een reeks worden. Het is overduidelijk dat digitalisering in binnenhavens om een meerjarige inspanning zal vragen. Digitale applicaties zijn ook nooit af. Digitaal is ‘permanent bèta’; versie, na versie, na versie. Maar nu is het moment om elkaar op te zoeken en richting te kiezen << Noteert u alvast 8 mei in uw agenda voor een Webinar Digitalisering voor leden om uw licht op te steken over digitalisering en om mee te praten over onze aangesloten, duurzame en efficiënte digitale toekomst. Heeft u vragen, wilt u bijdragen aan de discussie? Neem contact op met kwartiermaker digitalisering Chris van der Meulen. @: c.van.der.meulen@eicb.nl, M: +31 6 1811 9310
Nieuwe insteekhaven Waalwijk, naast het nieuwe bedrijventerrein Haven Acht In Waalwijk kijken de gemeente, ontwikkelaars en logistieke bedrijven reikhalzend uit naar de aanleg van de nieuwe insteekhaven. De aanleg is iets vertraagd vanwege het stikstofprofprobleem. De nieuwe terminal van 4 ha met twee kranen op de 450 meter lange kade en een naastgelegen watergebonden bedrijfskavel, moet de positie van Waalwijk aan de Maas medio 2021 versterken als logistieke hotspot. In e-commerce en e-fulfillment is Waalwijk samen met Tilburg de absolute landelijke top, met gerenommeerde namen in Waalwijk als Bol.com en Apple. Historisch gezien is Waalwijk vooral bekend van haar schoen- en lederindustrie, nog steeds is er veel maakindustrie aanwezig. Momenteel ontwikkelt zich in de regio Tilburg-Waalwijk met name de logistiek sector in hoog tempo. Ook zijn er veel grootschalige distributiecentra gevestigd, zoals van Spar, vanHaren en De Mandemakers Groep. Waalwijk beschikt over grote bedrijventerreinen van meer dan 300 hectare met een goede ontsluiting op de A59. Als bedrijven ruimte zoeken voor grootschalige logistiek dan is er op Haven 8 nog voldoende uitbreidingsruimte beschikbaar. Als een van de harde uitbreidingsvoorwaarden geldt daarbij wel dat gebruik gemaakt moet worden van het water als veervoersmodaliteit. www.waalwijk.nl
Meebouwen aan duurzame havengebieden Bedrijven zijn steeds meer op zoek naar manieren om goederen sneller, efficiënter en bewuster van A naar B te brengen. Dat vraagt om een vestigingsplek waar ze duurzaam kunnen ondernemen. Havens spelen hier op in door deze ontwikkelingen te faciliteren. Ook havengebieden worden daarom in rap tempo efficiënter, moderner en schoner. Gezamenlijk doel Veel havens hebben inmiddels vergaande plannen. Zo is de haven van Rotterdam voornemens om de energie-transitie in lijn te brengen met de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs. Samen met bedrijven werkt de haven in 3 stappen toe naar een CO₂-neutrale haven. Van het aanpakken van de efficiency & infrastructuur, naar een nieuw energiesysteem en uiteindelijk naar een nieuw grondstoffen- en brandstoffensysteem. Ook in Noord-Brabant hebben ondernemers, gemeenten en kennisinstellingen de krachten gebundeld in verschillende initiatieven zoals Midpoint Brabant Smart Logistics. Dit platform heeft als doel het logistieke vestigingsklimaat en ecosysteem in MiddenBrabant te verbeteren en daarmee de positie van Midden-Brabant als logistieke topregio in Nederland en Europa verder te versterken. Belangrijk onderdeel van dat vestigingsklimaat is de haven van Waalwijk. Het Bedrijventerrein Haven 1 t/m 7 in Waalwijk was een aantal jaren geleden dan ook één van de 10 bedrijvenparken in Nederland die als eerste mocht deelnemen aan het programma van de Stichting BE+ (Bedrijventerreinen Energiepositief). Een stichting die zich sterk maakt voor het energiepositief maken van 250 bedrijventerreinen in Nederland. Duurzame stap in Waalwijk Ook Hercuton, gespecialiseerd in conceptmatige nieuwbouw van bedrijfshuisvesting, gaat een duurzame bijdrage leveren aan het havengebied in Waalwijk. Op het laatste kavel van Haven 7 (10.000 m²) wordt in 2020 het nieuwe state of the art bedrijfspand voor Univacco Foils Holland BV gerealiseerd. Het bedrijf is in de afgelopen jaren sterk gegroeid en met een oppervlakte van circa 7.000 m² biedt het pand ruimte voor de toekomst. Het gebouw wordt een toonbeeld van duurzaamheid met onder andere een dak voorzien van pv-panelen. De aansluiting van het gebouw wordt dusdanig aangelegd dat indien het gebouw de energie zelf niet nodig heeft, bijvoorbeeld in de weekenden, de energie terug geleverd wordt aan het net en bijvoorbeeld door omwonenden gebruikt wordt. Ook hoogwaardige LED verlichting met een zo groot mogelijke lichtopbrengst en aanwezigheidsmelders dragen bij aan een duurzaam en energiezuinig bedrijfspand. 36 - Havenlocaties 2020
wezige voorzieningen. Ook op het gebied van mobiliteit vonden we aansluiting. Door het Dynamisch Reizigers Informatie Systeem (DRIS) in het kantoor worden de OV-faciliteiten van het gebied gepresenteerd aan de eindgebruikers. Daarnaast is er een fietsenstalling met fietspad gerealiseerd die het 45 km lange fietsplan in het gebied ondersteunt. Net als voor het gebied is ook voor DC Fetim een milieuprestatieberekening gemaakt om zo min mogelijk schadelijke materialen te gebruiken en zo de milieu impact te beperken.” Bouwen in rap tempo Synergie in Amsterdam Hercuton is ook in andere havengebieden geen onbekende partij. In het Atlaspark in de Port of Amsterdam werd vorig jaar in sneltreinvaart een distributiecentrum van maar liefst 60.000 m² gebouwd. Bouwcombinatie Hercuton / Remco Ruimtebouw realiseerde deze nieuwbouw turn-key in opdracht van Kaapstadweg Development B.V. Het duurzame gebouw heeft het BREEAM Very Good certificaat. BREEAM-NL is hét instrument om integraal de duurzaamheid van nieuwe gebouwen, bestaande gebouwen, gebieden en sloopprojecten te meten en te beoordelen. Deze duurzame realisatie past dan ook uitstekend bij de visie van Port of Amsterdam. Het Atlaspark was namelijk de eerste bestaande bedrijvenlocatie in Nederland met een 4-sterren BREEAM-certificaat voor gebiedsontwikkeling. Ook de exploitatie van het Atlaspark vindt op duurzame wijze plaats. Eigen BREEAM coördinator Voor deze zogenaamde BREEAM-projecten heeft Hercuton een eigen BREEAM coördinator in huis, Matthijs van Rooy. Hij vertelt over de synergie die ontstaat als je een duurzaam gebouw realiseert in een duurzaam gebied: “Het feit dat bij de nieuwbouw voor Fetim Group ook de locatie BREEAM gecertificeerd was maakte het behalen van de BREEAM certificering voor het gebouw gemakkelijker. Bij de bouw kon immers worden aangesloten bij reeds eerder genomen maatregelen. Zo werden er onder andere vleermuiskasten, een insectenhotel en vogelkasten geplaatst in aanvulling op de al aanHet uiterst duurzame distributiecentrum werd ook nog eens in rap tempo gerealiseerd. Het pand is ca. 580 meter lang en 105 meter breed en werd in slechts elf maanden na de start van de bouw officieel opgeleverd. De heiwerkzaamheden (ca. 16.000 heipalen!) zijn in een tijdsbestek van 8 weken uitgevoerd. Door haar integrale en conceptmatige aanpak en jarenlange ervaring was Bouwcombinatie Hercuton / Remco Ruimtebouw in staat dit complex in korte tijd te bouwen. Het was een project wat perfect aansloot bij de werkwijze van Hercuton. De kracht van Hercuton ligt immers enerzijds in haar unieke betonbouwconcept en anderzijds in het volledig ontzorgen van opdrachtgevers. Met een “slim vanaf het begin” aanpak bieden zij klanten drie zekerheden: planningszekerheid, productzekerheid en vroegtijdige budgetzekerheid. Om een structurele bijdrage te leveren aan de voorsprong die zij opdrachtgevers beloven, verleggen ze continu de grenzen, ook op het gebied van duurzaamheid. Nieuwe ontwikkelingen Dat Hercuton blijft meebouwen aan duurzame havengebieden blijkt wel uit de nieuwe ontwikkelingen die op de planning staan in onder andere Port of Moerdijk. In februari werd hier in opdracht van Accres Real Estate de eerste paal geslagen voor een logistiek centrum met duurzaamheidsambitie BREEAM Very Good. << Meer informatie: www.hercuton.nl Havenlocaties 2020 - 37
DHG realiseert nieuwe dc’s naast terminals van Waalhaven Group DHG bouwt dit jaar in Rotterdam nieuwe dc’s direct naast twee containerterminals van de Waalhaven Group. Een klassieke win-win-win situatie, zegt logistiek directeur Hans van Driel van DHG. “Je moet creatief zijn en de mogelijkheden van een locatie onderkennen.” D irecteur Jan Overdevest van Waalhaven Group: “Wij hebben een deel van ons UWT-terminalterrein naast onze kade aan de Bunschotenweg verkocht aan DHG om daar een warehouse neer te zetten. Het voordeel voor de toekomstige gebruiker is dat er geen voor- of natransport nodig is, omdat wij de containers met intern transport aan- en afvoeren.” Iets verderop, op het voormalige Gansewinkelterrein naast de Barge Center Waalhaven-terminal, realiseert DHG nog een warehouse. “Daar ontstaat dus een zelfde samenwerkingsconcept”, zegt Overdevest. Toplocatie Waalhaven “Wij zien de Waalhaven als een van de logistieke toplocaties in Nederland”, vult Van Driel aan. “Terwijl de import en export stromen van containers naar de deep-sea terminals ook efficiënt per barge kunnen plaatsvinden zijn de in nabij gelegene Eemhaven ook het Waalhaven Group is sinds 1971 actief in container logistics en terminals. Het bedrijf heeft terminals en depots in de Eem- en Waalhaven, Botlek en Born (L). Waalhaven Group biedt logistieke diensten tussen de terminals, neemt lege containers in, inspecteert ze, maakt ze schoon en slaat ze op in afwachting van afhaling. Jan Overdevest: ‘Er is geen voor- of natransport nodig. We doen alles met intern transport.’ Rail service center (RSC) en de short-sea terminal (RST) op minder dan 3 KM afstand van de DC’s beschikbaar. In vergelijking tot andere locaties beschikken deze warehouses dus niet alleen over de uitstekende verbindingen met het Europese wegennet. Het zijn met recht multimodale locaties die onze klanten de mogelijkheid bieden om op efficiënte wijze gebruik te maken van de dagelijkse spoorshuttles en short-sea services die het Europese achterland verbinden. Dc’s met meerwaarde Van Driel over de samenwerking met Waalhaven Group: “We kenden elkaar al en kwamen in gesprek over de plaats van het “empty depot” van UWT. Waarom zet je lege containers op zo’n mooie plek, vroeg ik Jan. Het is een prima locatie voor een dc, dus hebben we een oplossing bedacht waarin de lege containers naar een andere plek gaan. Het levert een mooie samenwerking op: wij hebben een nieuwe, unieke locatie erbij, de toekomstige gebruiker zit op pole position en Waalhaven Group kan de nieuwe gebruiker bedienen. 38 - Havenlocaties 2020
DHG belegt in vastgoed en ontwikkelt hoogwaardige vastgoedprojecten. De portefeuille is verdeeld in vier sectoren: logistiek, havenlocaties, bedrijfsruimtes en een klein gedeelte kantoorpanden. Het bedrijf heeft locaties door heel Nederland. Niet alleen logistiek vastgoed, maar ook terminals, productie- en industrielocaties en andere gebouwen. DHG heeft de hele keten in eigen beheer: van de start van de ontwikkeling tot het verhuren en het beheer en onderhoud. Dit is een typerend voorbeeld voor hoe wij opereren. Dankzij de logistieke kennis die wij in huis hebben zijn we in staat om dc’s met meerwaarde te creëren en onze klanten beter te adviseren en te helpen.” Bewezen logistieke locatie DHG bouwt in de op eigen risico en zoekt continu naar nieuwe locaties. Dat is tegenwoordig niet meer zo eenvoudig en dan moet je creatief zijn, licht Van Driel toe. “Als je dat doet met de nodige logistieke knowhow, dan vind je nieuwe mogelijkheden, zoals met Waalhaven Group. Want onze dc’s moeten wel altijd op een bewezen logistieke locatie zijn met goede ontsluiting.” DHG bouwt de nieuwe dc’s volgens het beproefde eigen Smartlog-concept: moderne warehouses die voldoen aan de laatste eisen. Het dc aan de Bunschotenweg bestaat straks uit twee hallen van elk circa 20.000 m2, die aan de Ophemertstraat uit één hal van circa 20.000 m2. Behalve de twee locaties naast de terminals van Waalhaven Group is DHG bezig met nóg twee locaties in en rond de Waalhaven. Ook sloot de ontwikkelaar onlangs een grote deal voor het ontwikkelen van 210.000 m2 op de Maasvlakte. “Je ziet, we zitten niet zomaar ‘her en der’, maar alleen op belangrijke havenlocaties en logistieke knooppunten.” Overdevest roemt de aanpak van DHG. “Ze hebben een goede neus voor locaties, kennis van het logistieke proces en een prima businessmodel voor distributiecentra met een snel bouwproces, en multi-inzetbare gebouwen gericht op de marktvraag. Ze kijken bij DHG duidelijk verder dan alleen het realiseren van het vastgoed. We trekHans van Driel Jan Overdevest ken samen op om de toekomstige gebruiker een optimaal pand en een optimale dienstverlening te bieden. De gebruikers besparen straks pakweg veertig procent op hun lokale transportkosten dankzij de naastgelegen terminal.” <<
Binnenhavenmonitor 2019: binnenhavens als logistieke hotspots ‘boomen’ Auteurs: Martijn Streng en Bart Kuipers, Erasmus centre for Urban, Port and Transport economics Maatschappelijke dynamiek heeft zijn weerslag in de economische prestaties van de binnenhavens. In 2018 zijn de containerbinnenhavens in ons land sterk gegroeid door vooral de komst van internetgedreven XXL-distributiecentra – dit ondanks de sterke congestie in de afhandeling van de binnenvaart in de Rotterdamse haven. Het jaar 2018 was bijzonder want het jaar waarin de binnenvaart geteisterd werd door laagwater, duidelijk voelbaar in havens als Deventer of Arnhem. In dit artikel geven wij weer wat speelt in de binnenhavens en wat de economische prestaties van de binnenhavens in 2018 zijn zoals vastgelegd in de Binnenhavenmonitor 20191 , door ons opgesteld voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens. Binnenhavens spelen een cruciale rol in maatschappelijke ontwikkelingen De binnenhavens in ons land spelen een belangrijke rol bij verschillende actuele maatschappelijke discussies, zoals PFAS, de stikstofproblematiek, de overgang naar een circulaire economie, de energietransitie en de dozendiscussie. Het economisch presteren van de binnenhavens kan daardoor negatief maar ook positief worden beïnvloed. Denk bij negatieve impact aan de stikstof- en PFAS-dossiers op de bouwsector – dossiers die als bekend voor de lezer worden verondersteld –, waarvoor de binnenhavens een cruciale rol spelen. De vestiging van Dupont – nu Chemours – in Dordrecht is een belangrijke speler in de PFAS-discussie door de (legale) lozing van PFAS-gerelateerde afvalstoffen. Ook dit bedrijf is in een binnenhaven gevestigd en was jarenlang hét gezicht van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens doordat het op de voorpagina van de eerste Binnenhavenmonitor stond. Ook de stikstofproblematiek kan negatieve gevolgen voor de binnenhavens hebben door de functie van deze havens voor de bouw en de landbouw. Bij de landbouw gaat het om de rol van overslagcentrum van grondstoffen, veevoeders en landbouwproducten en als centrum voor de voedingsmiddelenindustrie. Daarnaast gaat de circulaire economie grote effecten hebben: van circulaire landbouw tot recycling en de rol van de haven voor circulaire bouwlogistiek. Hier zijn de gevolgen zowel negatief als positief voor de binnenhavens. Dit is ook het geval bij de energietransitie. Nieuwe grondstoffen nemen de rol van bestaande fossiele grondstoffen in, zoals bio40 - Havenlocaties 2020 brandstoffen en op termijn waterstof en CO2. Dit betekent dat ook aanzienlijke nieuwe investeringen in de binnenhavens gaan plaats vinden. Tenslotte de maatschappelijke discussie rond de vele dozen in ons land. Deze dozen, doorgaans omvangrijke XXL-distributiecentra, kennen nadelen zoals de barrièrewerking of hun onaantrekkelijke uiterlijk, maar zijn bij uitstek in binnenhavens gevestigd, zoals in de havens van Waalwijk, Tilburg of Venlo. De vestiging van distributiecentra in de binnenhavens is spectaculaire gegroeid in de afgelopen periode. Deze ‘boom’ is de belangrijkste economische prestatie van de binnenhavens in 2018, het jaar dat centraal staat in de Binnenhavenmonitor 2019. Vooral de containerhavens met ‘dozen’ (XXL-distributiecentra) zijn verantwoordelijk voor groei van de economische impact van de binnenhavens. Hier Tilburg met op de achtergrond de contouren van de binnenvaartcontainerterminal
Binnenhaven van Roermond. Voorloper op het gebied van circulaire economie. De ‘Rasta’ in afwachting van onderdelen voor windmolens van het bedrijf Sif. Nieuwe aanpak vaststelling economische impact Binnenhavenmonitor 2019 De resultaten van de Binnenhavenmonitor over het jaar 2018 zijn in de monitor vergeleken met 2013 en 2014. Daarbij is sprake van een belangrijke trendbreuk in de door Erasmus UPT eerder gehanteerde methode. De nieuwe monitor is in samenwerking met het CBS opgesteld, waarbij het CBS als dataleverancier is betrokken, in plaats van de binnenhavengemeentes. Nog steeds is de monitor gebaseerd op een aantal casestudies per type binnenhaven. Deze verschillende typen binnenhavens leveren samen de nationale economische impact op. Tweede methodologische wijziging is dat in plaats van een schatting van de toegevoegde waarde het CBS de toegevoegde waarde nu berekent uitgaande van de daadwerkelijke opgaves van bedrijven. Daarmee is een nauwkeuriger beeld ontstaan. Nog steeds zijn de bedrijvenlijsten in de verschillende binnenhavens het uitgangspunt van de analyse. Sommige havens hebben echter een gering aantal bedrijven, waardoor het CBS hierover niet mag rapporteren vanwege het ‘onthullingsrisico’. Voor deze binnenhavens is de traditionele methode gebruikt. Dit betreft 4 van de 25 geanalyseerde binnenhavens. Deze nieuwe benadering levert een aantal verschillen op, onder meer een hogere toegevoegde waarde voor industriehavens en een halvering van de toegevoegde waarde van de in de zeehavens aanwezige binnenhavenverbonden bedrijven. Dit laatste is eveneens een belangrijke verbetering van deze Binnenhavenmonitor door betrokkenheid van het CBS: een meer nauwkeurige afbakening, voorkoming van dubbeltellingen en afstemming met de andere monitoren, zoals de Haven- en Maritieme Monitor. Resultaten: toegevoegde waarde industrie en containerhavens neemt sterk toe De resultaten van de nieuwe, door het CBS ‘gevalideerde’, monitor liggen in lijn met de voorgaande monitors. Er is sprake van een stabilisatie van werkzame personen, maar een duidelijke groei in toegevoegde waarde (tabel 1). De economische impact van de binnenhavens is daarmee nog steeds fors, ondanks de aanpassingen. Er kan zelfs worden gesteld dat het belang van de binnenhavens in deze methode significant is toegenomen door het afgenomen belang van de binnenhavenverbonden activiteiten in zeehavens. Buiten de zeehavens is de toegevoegde waarde toegenomen van 7,8 naar maar liefst 10,6 miljard euro in de periode 2014-2018. Voor de sterke groei van de binnenhavens zijn vooral containerhavens, zoals Tilburg of Alphen aan den Rijn, verantwoordelijk: de toegevoegde waarde nam toe met 0,8 miljard euro (tabel 1). De groep ‘multifunctionele containerhavens’, zoals Venlo of Born, voegt hier nog eens 0,5 miljard euro aan toe. Dit kan verklaard worden door twee factoren. Ten eerste is het aantal container- en multifunctionele containerhavens flink naar boven aangepast. Er zijn de afgelopen jaren diverse containerhavens bijgekomen en ook de containeroverslag in de anderen typen havens is flink toegenomen. Dit heeft te maken met de tweede verklarende factor: de groei van de reeds genoemde XXL-distributiecentra. Een tweede type binnenhavens dat het erg goed heeft gedaan zijn de industriehavens: multifunctionele industriehavens, zoals Hengelo en Bergen op Zoom of ‘gewone’ industriehavens als Almelo of Stein. Deze havens hebben niet alleen geprofiteerd van de groeiende industrie maar kennen ook het effect van de dikwijls in deze havens gevestigde distributiecentra. Ook de Drechtsteden – de ‘hors categorie’ binnenhaven – deden het goed, ondanks de crisis in de offshore. Agrohavens, zoals Zaandam, Veghel of Deventer lieten een negatieve ontwikkeling zien. De jaren 2019 en 2020 zien wij met spanning tegemoet. PFAS, stikstof en de Coronacrisis – die zich ten tijde van dit schrijven in volle kracht openbaart – werpen hun schaduwen vooruit. Wij hebben bij het bepalen van de economische impact voor de komende jaren echter één zekerheid: door de samenwerking met het CBS en door het meenemen van steeds meer casestudies kunnen wij deze effecten, hoe ze ook uitpakken, steeds nauwkeuriger monitoren. << 1. M. Streng en B. Kuipers (2019) Binnenhavenmonitor 2019. Economische betekenis van de binnenhavens in Nederland in 2018, Rotterdam: Erasmus centre for Urban, Port and Transport economics. Tabel 1. Directe werkgelegenheid (werkzame personen) en toegevoegde waarde (direct en indirect in euro’s) van de verschillende typen binnenhavens in Nederland, 2014 en 2018. Type binnenhaven Inland mainport ‘Hors categorie’ Grote multifunctionele binnenhaven Multifunctionele industriehaven Multifunctionele agrohaven Multifunctionele containerhaven Multifunctionele zand- en grindhaven Industriehaven Agrohaven Containerhaven Grote zand- en grindhaven Kleine zand-, grind- en agrohaven Zeehavens Totaal Bron: Binnenhavenmonitor 2019. Havenlocaties 2020 - 41 Werkgelegenheid 2014 7.180 5.427 7.008 6.876 1.614 2.600 2.436 3.042 1.270 5.125 3.000 18.860 64.438 2018 8.390 5.653 7.413 6.066 4.831 3.260 4.805 2.772 6.683 3.610 1.520 9.430 64.433 Toegevoegde waarde 2014 1.379 807 1.407 1.341 249 390 587 643 158 538 315 4.057 11.874 2018 1.780 822 1.946 1.270 794 412 1.030 480 929 766 322 2.217 12.768
Ruwe materialen en grondstoffen, visserij, scheepsbouw, logistiek, veerdiensten, duurzame energie Groei in de Port of Harlingen Aan het einde van het gesprek roept havendirecteur Paul Pot nog even de wens in herinnering die ook verscholen staat in de Harlinger havenvisie: een tweede havenmond. “Zo’n voorziening voor de industrievaart is een fikse investering, maar de wens symboliseert de ambitie van Port of Harlingen om hét duurzame maritieme en logistieke hart van Noord-Nederland te worden.” V oor Paul Pot en zijn kleine staf is het flink aanpoten om in de geest van de Havenvisie 2019-2035 de verzelfstandigde Port of Harlingen (PoH) op te stoten in de vaart der volkeren. De jaarcijfers laten zien dat ze goed op weg zijn. De omzet ging in 2019 omhoog naar ca € 5 miljoen, de kosten omlaag en het bedrijfsresultaat was positief. “Er zit nog zeker groei in de haven”, zegt Pot. “Over drie jaar moet het haalbaar zijn dat de omzet met meer dan een miljoen stijgt op jaarbasis.” 44 - Havenlocaties 2020 De groei moet komen uit wat de havendirectie de zes sterke clusters van PoH noemt: ruwe materialen en grondstoffen, visserij, scheepsbouw, logistieke activiteiten, veerdiensten en duurzame energie. Op dit moment floreert de scheepsbouw als nooit tevoren, waardoor het al drukker is in de haven. Van oudsher is de haven al sterk in de bulkoverslag van zout, grind en zand. Verder zijn het toerisme en de veerdiensten welkome zegeningen die geteld worden. Met respect voor de kwetsbare Waddenzee. Zaagtandsteiger “Dat neemt niet weg dat we werken aan economische structuurversterking, verduurzaming en efficiënte transport- en logistieke activiteiten”, aldus de havendirecteur die in dat kader uitkijkt naar een aanstaande vernieuwing. “Na de zomer starten we met het vervangen van de visserijsteiger. De nieuwe zal een zogenoemde zaagtandvorm krijgen, waardoor de kotters en binnenvissers makkelijker kunnen aanleggen. Het lossen kan daardoor eenvoudiger en sneller gebeuren.” De steiger zal in de loop van het volgend jaar worden opgeleverd. Tot die tijd is er genoeg plek over voor het aan land brengen van vis, garnalen, mosselen en kokkels. Grondexploitatie Los van de nautische activiteiten is het haventerrein van Port of Harlingen een serieuze inkomstenpost op de begroting. De kade
en havengelden en de grondexploitatie schragen de haveneconomie. Paul Pot hoopt binnenkort een overeenkomst te sluiten met een bedrijf dat 4 hectare grond wil afnemen. Over drie jaar komt elders op het terrein circa 10 hectare vrij die nu is vergeven aan de bouwcombinatie die ter plaatse de betonblokken maakt voor de renovatie van de Afsluitdijk. “Dat biedt tegen die tijd weer allerlei aantrekkelijke en synergetische mogelijkheden voor PoH”, aldus Pot. Ports of Fryslân De Harlinger havendirecteur is sinds kort nauw betrokken bij een nieuw initiatief om de samenwerking tussen de Friese binnenhavens van de grond te krijgen. Waar de vorige coalitie Frisian Ports fatale averij opliep, moet Ports of Fryslân het voorlopig in kleiner verband beter gaan doen. Harlingen (als zee- en binnenhaven), Drachten en Heerenveen, in het achterland trekken de kar. “En als het goed gaat, hopen we dat andere Friese havens zullen aanhaken”, stelt Pot. Als samenwerkingsverband wil Ports Of Fryslân de havens De haven in cijfers Grootte: 166 ha Overslag: zeevaart 1,8 miljoen toen, binnenvaart 2,5 miljoen ton Containers: 24.000 TEU Werkgelegenheid: 2.900 banen (1.400 in de haven, 1.500 bij toeleveranciers) Toegevoegde waarde: € 210 miljoen Aantal bedrijven: 168 Scheepsbezoeken: 599 zeeschepen, 17.000 binnenvaartschepen, 4.600 vissersschepen, 4.000 veerboten per jaar, twee zeecruises en 35 riviercruises nationaal en internationaal op de kaart zetten, waarbij de havens beter ontwikkeld en nautisch ontsloten moeten worden. Belangrijk doel is om meer lading van de weg over het water krijgen, slimme bundeling van lading stimuleren, en het professionaliseren van het havennetwerk. Pot zegt: “Het klopt dat de acht havens in Frisian Ports dat ook allemaal wilden. Wij gaan de samenwerking vanuit de dagelijkse praktijk en met operationele inzichten aanpakken. Met goed resultaat, hoop ik.” << Vooruitkijken: transport & logistiek in 2035 (in de visie van PoH) “Kansen voor effectieve en efficiënte op- en overslaghubs in Friesland, waar innovatieve logistieke concepten worden toegepast, en ladingen slim worden gebundeld. Lading uit zeehavens langs de corridor van de Noordzee naar de Baltic, Scandinavië en de Engelse oostkust maakt gebruik van de hub in Harlingen. In goede samenwerking met de mainports in Amsterdam en Rotterdam zijn er gedegen en efficiënte distributieroutes via Harlingen.” Havenlocaties 2020 - 45 Voor inlichtingen: Port of Harlingen Postbus 225, 8860 AE Harlingen Tel. 0517 – 723 333 www.portofharlingen.nl
POLO en de haven van de toekomst Dankzij de fysieke mogelijkheden en daadkracht van het oosten van het land kan Nederland zich blijven waarmaken als distributieland bij uitstek. Port of Logistics Overijssel (POLO) speelt met vaart in op kansrijke ontwikkelingen op het gebied van goederenvervoer en logistiek. Dit ondernemersgedreven samenwerkingsverband bundelde ruim een jaar geleden haar krachten om actief haar aanzienlijke potentie kenbaar te maken en daarmee de overvolle Randstad te ontlasten. M et de gezamenlijke inspanningen van Port of Overijssel (POLO) ontstaat intussen niet alleen meer nationaal, maar tegelijkertijd aanzienlijk regionaal ondernemersperspectief en daarmee groeiende aantrekkingskracht voor internationale investeerders. Daarnaast haalt de focus op de samenwerkende en innoverende havens en de relatief milieuvriendelijke, zich snel optimaliserende binnenvaart steeds meer vrachtwagens van de weg. Hiermee behaalt de provincie Overijssel winst op de CO2 uitstoot en op de congestie op de Nederlandse wegen. Elkaar versterken “Binnen de provincie heeft iedere regio individuele krachten en mogelijkheden,” zegt Janneke Gramberg, programmamanager van POLO. “De nauwe samenwerking tussen bedrijven, overheden, onderwijs- en kennisinstellingen maakt echter het verschil. Opvallend is dat mensen hier snel 46 - Havenlocaties 2020
dels een gezamenlijke op- en overslag van bijna 300.000 TEU containers en 15 miljoen ton bulk en voldoende capaciteit voor een forse uitbreiding van de activiteiten. In POLO verband volgen toekomstbestendige ontwikkelingen, die kansen creëren voor de logistieke sector en de binnenvaart elkaar snel op. slagkracht ontwikkelen en graag verduurzamen en innoveren. Het relatief gunstige arbeidspotentieel geeft partijen vertrouwen in de toekomst, evenals de manieren waarop dit potentieel steeds beter en sneller wordt aangeboord. Ook de havenbedrijven werken graag samen en kennen geen angst voor vernieuwing. Samen handhaven zij steeds beter hun kerntaak en zorgen zij voor een veilige en snelle afhandeling van de scheepvaart. Zij versterken elkaar via kennisdeling, onderlinge afstemming en het uitrollen van innovatieve projecten, mede dankzij de laagdrempeligheid van POLO. Afhankelijk van het ontwikkelstadium en de specifieke vraag ter plaatse, bewegen we behoefte gestuurd mee en bieden we ondersteuning.” Overijssel participeert, samen met de regio’s Zwolle-Kampen, Twente en Stedendriehoek (Apeldoorn, Deventer, Zutphen) in het nationale programma ‘Beter Benutten Goederenvervoer’. Port of Twente, Port of Deventer en Port of Zwolle vormen een vitaal onderdeel van het provinciale, infrastructurele netwerk. De havens hebben inmidPort of Twente Zo wordt in Eefde op 20 april 2020 een tweede sluis geopend. “Straks mogen hier schepen passeren met een vaardiepte tot 3,5 meter,” zegt André Pluimers van Port of Twente. “Met dit twee jaar durende bouwproject investeerde Rijkswaterstaat honderden miljoenen euro’s in efficiency voor de binnenvaart. Daarmee worden kortere wachttijden, een betere voorspelling van de reistijd over de Twentekanalen, groeiende aantrekkingskracht van transport over water en een economische impuls werkelijkheid. Met de opening van de tweede sluis en de verruiming van het Twentekanaal is één van de grootste infrastructurele knelpunten van Nederland opgelost.” De nieuwe sluis is geschikt voor schepen met een (maximale) afmeting van 110 x 11.40 x 3.50 meter en heeft een volledig energieneutraal ontworpen sluiskolk. André Pluimers Port of Twente Twente is op het gebied van vervoer een zeer vooruitstrevende, Europese High Tech regio. Naast de containerterminal in Hengelo beschikt Combi Terminal Twente over een full-service containerterminal op het multimodaal ontsloten XL Businesspark in Almelo. Met Port of Twente, waarin ook de gemeente Lochem participeert, heeft de regio één van de grootste binnenhavens van Nederland. Dit met een op- en overslag van 98.700 TEU aan containers en 6,3 miljoen ton aan bulk. Binnen Port of Twente trekken het havenbedrijf, de Logistic Association en XL Businesspark samen op. Het greenfield bedrijvenpark in Almelo is multimodaal ontsloten met aan het water een full service terminal in satellietverbinding met de binnenhaven van Hengelo. Pluimers: “Ruimte is er voldoende op XL Businesspark. Bij de in totaal 180.000 m2 grote T-Port Logistic Campus van Heylen Warehouses is de uitbreiding van Timberland intussen gerealiseerd en zijn onder meer Kees Smit Tuinmeubelen en VDL Energy Systems in aantocht. Regio Twente heeft met de ‘Beter benutten deal’ de afspraak gemaakt dat er na afronding van de 2e sluis en verdieping van het Twentekanaal 900 vrachtwagens per dag van de weg gaan.” XL Businesspark is straks goed Havenlocaties 2020 - 47
voor zelfs duizenden extra arbeidsplaatsen. “Port of Twente, lokale overheden, werkpleinen, uitzendbureau en kennisinstellingen werken gezamenlijk aan oplossingen voor de toenemende vraag naar gekwalificeerd personeel,” weet Pluimers. “Daaraan leveren kennisdeling en het faciliteren van opleidingen een bijdrage. Logistiek is een rijzende ster in de regio.” Port of Twente heeft ook haar digitaliseringproject ‘Blauwe Golf/Smart Port Twente’, ter versterking binnen POLO, onlangs uitgerold naar Port of Zwolle en Port of Deventer. Van der Ende ziet ook aanzienlijke voordelen in de provincie overschrijdende samenwerking met Meppel en Kampen. “Dankzij de langdurige lobby van vier, hierbij belang hebbende provincies voor het verlengen, verdiepen en verbreden van de Kornwerderzandsluis op de Afsluitdijk, kunnen we naar verwachting in 2025 ook grotere coasters ontvangen via het - uitgebaggerde - IJsselmeer,” zegt hij. “Dat betekent ‘een knip in de kosten’ voor bedrijven en een ‘boost’ voor de economie en het milieu, want opnieuw kunnen er meer vrachtwagens van de weg. Ik verwacht op termijn zelfs het effect van een olievlek, want ook de offshore heeft hierbij baat. Bovendien trekt de scheepbouw aan. Meppel kan misschien al eerder dan 2025 grotere schepen ontvangen.” De werkzaamheden aan de Afsluitdijk zijn recentelijk van start gegaan. Het zand uit de vaargeul krijgt een bestemming in infrastructurele projecten. Jeroen van den Ende Port of Zwolle Een speciaal hiervoor in het leven geroepen digitale werkgroep bekijkt momenteel samen met Port of Twente en de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) wat het meest optimale systeem is voor de provincie Overijssel, volgens Jeroen van den Ende van Port of Zwolle. “Uniformering is de insteek,” zegt hij. “Het succes van POLO valt of staat met het bieden aan de klant van één etalage en één efficiënt systeem. Met slim datagebruik willen we bovendien logistieke innovaties stimuleren.” “Ook de samenwerking met de havens van Rotterdam, Amsterdam en Antwerpen komt op een hoger peil,” vervolgt Van den Ende. “Verder zijn er contacten aangeboord met Duitse havens. Ook onze oosterburen willen meer tijd, geld en energie steken in mogelijkheden voor transport over water. Binnenvaart is niet alleen vriendelijker voor het milieu, maar vaak ook sneller dan vervoer per spoor en zeker sneller dan de (omwegen van de) zeevaart. Ladingstromen gaan binnen niet al te lange tijd anders lopen. Lokale en regionale goederenstromen nemen eveneens toe met de ontwikkeling van de circulaire economie, die meer recycling, duurzamer gebruik van goederen en meer productie van biobrandstoffen met zich brengt. Daar willen wij adequaat op inspelen. Anderzijds hebben onze toenemende havenactiviteiten voor een deel te maken met het stijgende aantal aanmerende cruiseschepen.” 48 - Havenlocaties 2020 Port of Zwolle Port of Zwolle vormt een hedendaagse logistiek knooppunt van belang met grensoverschrijdende samenwerking. De moderne havens in Zwolle, Kampen en Meppel zijn gelegen aan diep vaarwater en beschikken over een eigentijdse containerterminal. De economisch bloeiende top- en tevens werklocatie Hessenpoort huisvest multinationals en bevindt zich aan de verkeersader A28. De op- en overslagcijfers liggen hier intussen voor containers op 201.000 TEU en voor bulk op 7,3 miljoen ton. Port of Deventer Tegenwoordig wordt de grote haven van Deventer structureel gebaggerd en onderhouden voor de toenemende binnenvaart. Port of Deventer heeft een belangrijke functie voor onder meer de productie van overslag van veevoer, zand, grind en mineralen. De vijf havenarmen zijn via de Prins Bernhardsluis toegankelijk voor schepen in cemtklasse IV. “Goed nieuws is ook dat de sluis na recent, grondig onderzoek uiterst betrouwbaar is verklaard bij alle voorkomende waterstanden,” benadrukt Mark van Mast van Port of Deventer. “Veelzijdiger wordt de beroepshaven met de opening van de nieuwe CT Deventer containerterminal rond eind 2020. Deze samenwerking tussen BCTN en Vos Transport zal in combinatie met de ligging aan de IJssel en de A1 duurzaam vervoer over water significant stimuleren.” In de Omgevingsvisie van Overijssel is ook Deventer aangewezen als logistieke hotspot. A1 Bedrijven park
Deventer en S/park, het open innovatiecentrum in chemie en technologie zijn benoemd tot provinciale topwerklocaties. “Mede dankzij onderzoek door POLO en de samenwerking met Port of Twente en Port of Zwolle kunnen wij ambitieuze plannen uitvoeren,” zegt van Mast. “Ook de gemeentepolitiek onderkent de potentie van onze beroepshaven en heeft alle aandacht voor verbetering van onze positie in container- en bulkgoederen-, maar ook in palletvervoer. Door facilitatie van bestaande en nieuwe, belangstellende havengebonden bedrijven breiden we stapsgewijs uit op zo’n manier dat continuïteit is gewaarborgd. Zo willen we ook duurzamer aan de slag met reststoffen. We bieden veel mogelijkheden voor ondernemingen die willen inspelen op een circulaire economie. De stijgende interesse voor de binnenvaart heeft er nu ook toe geleid dat de lokale overheid is gestart met de opzet van een integrale visie op de haven van de toekomst. Sommige bedrijven die hun transport per vrachtwagens hebben verruild voor binnenwaterschepen verdienen met de inzet van deze alternatieve modaliteit zo’n 100.000,- per week. Dat nieuws verspreidt zich snel.” Gunstige positie De Overijsselse logistieke draaischijf heeft goede weg- en waterverbindingen met Rotterdam en Amsterdam. Daarnaast ligt de provincie pal op de in ontwikkeling zijnde North Sea Baltic TEN-T Corridor, de route tussen de ARA zeehavens, Bremen, Hamburg, Oost-Europa en de Baltische Staten. Overijssel benut intussen ten volle haar gunstige positie en heeft zich ten doel gesteld om het groeiende goederenvervoer optimaal toekomstperspectief te bieden met onder meer de verbreding van de bestaande weg- en waterverbindingen en de aanleg van nieuwe wegen en kanalen. “Bestaande regionale voordelen, waaronder de toepasbare wetenschappelijke kennis van de Universiteit Twente (UT), gaan we binnenkort ook méér voor het voetlicht brengen,” kondigt Havenlocaties 2020 - 49 Gramberg aan. ”We timmerden eigenlijk altijd al aan de weg, maar bekommerden ons te weinig om onze profilering. Uit nationaal oogpunt is het echter van belang, dat we POLO uitdragen. Daarom namen we als logistieke hotspot bijvoorbeeld deel aan een vanuit alle werelddelen uitstekend bezochte vakbeurs.” POLO nam het afgelopen jaar samen met Nederland Distributieland (NDL) en Oost NL het initiatief voor een gezamenlijke ‘Holland’ stand op de Transport Logistic Messe in München. Mark van Mast Port of Deventer Port of Deventer biedt qua oppervlak één van de grotere binnenhavens van Nederland en laat een enorme potentie zien voor de binnenvaart. Naast de aantrekkingskracht van A1 Bedrijvenpark en het innovatieve S/park manifesteert Deventer zich ook met de ophanden zijnde opening van een BCTN terminal tot circa 20.000 TEU. De haven van Deventer neemt een sleutelpositie in binnen het TEN-T vervoersnetwerk. Op dit moment ligt het op- en overslagcijfer op 1,1 miljoen ton voor bulkgoederen. Meer informatie: Port of Logistics Overijssel (POLO) ir. Janneke Gramberg, programmamanager POLO j.gramberg@overijssel.nl +316 5523 8517 www.portofdeventer.nl www.portoftwente.com www.portofzwolle.nl www.portoflogisticsoverijssel.nl <<
TE HUUR NIEUW IN DE VERHUUR IN TWENTE WAREHOUSE EN INDUSTRIËLE UNITS 3.900 TOT 30.000 M2 Uw onderneming groeit, wij hebben de ruimte. Logistieke en industriële ruimte beschikbaar vanaf 3.900 m2 per unit en flexibel schakelbaar, op het XL Businesspark te Almelo direct gelegen naast de containerterminal. De Waterside Campus ligt op zichtlocatie aan Rijksweg A35. Elke unit heeft eigen loading docks en parkeerplaatsen. Kantoren zijn naar eigen wens te realiseren. Voor nadere informatie, gelieve contact op te nemen met: Jordy Grundel +31 53 430 0900 jordy.grundel@cushwake.com Bob Loohuis +31 6 57 86 60 96 bob.loohuis@heylenwarehouses.com WATERSIDE - COLOMBUS - ALMELO
Property starts with people YOUR BUSINESSWe don’t see the difference Savills Logistics & Industrial is part of Savills, a globally respected British real estate firm. We have all the impressive facts, figures and cases you could desire to be assured of our know-how, size and quality. But it is not our profound knowledge of real estate that makes us different. It’s the way our people do their jobs. Our in-depth industry experience in real estate advisory and asset management gives us the unique advantage of understanding both sides of logistic real estate transactions. This is why we truly understand your needs and the challenges you face every day. We will serve as your trusted, proactive and high-quality advisor that always puts your interests first. We consider your business, our business. Treating your property as if it is our own. It would be a pleasure to meet you in person. savills.nl/logistics
Green Deal geeft richting aan verduurzamen binnenvaart Juni vorig jaar sloot minister Cora van Nieuwenhuizen een zogenoemde Green Deal met diverse partijen om samen de zeevaart en binnenvaart te verduurzamen. Directeur Khalid Tachi van Expertise en Innovatiecentrum Binnenvaart (EICB) over de ambities en doelen in de Green Deal en de manieren om die te verwezenlijken. “We hebben de hele keten nodig.” De ambities De ambities die zijn omschreven in de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens zijn flink: de CO2uitstoot van de Nederlandse binnenvaartvloot moet in 2030 minimaal veertig procent lager zijn ten opzichte van 2015. Tenminste 150 binnenvaartschepen moeten dan voorzien zijn van een zero-emissie aandrijflijn en er moet over tien jaar tenminste een emissieloos zeeschip in de vaart zijn. Vijf jaar later moet de emissie van milieuverontreinigende stoffen door de binnenvaart met minimaal 35 procent gedaald zijn ten opzichte van 2015. Over dertig jaar moet de zeevaart een absolute CO2-reductie van zeventig procent gerealiseerd hebben (t.o.v. 2008) en voor het einde van de eeuw moet de zeevaart volledig klimaatneutraal zijn. Kortetermijndoelen Deze ambities vertalen zich in een aantal doelen voor de kortere termijn. De doelen voor de binnenvaart zijn: De CO2-uitstoot moet over vier jaar minimaal twintig procent lager zijn dan in 2015 en de uitstoot van milieuverontreinigende stoffen door de binnenvaart moet dan minimaal tien procent lager zijn dan vijf jaar geleden. Over vier jaar moet er ook een Europees beleid zijn dat de in de Green Deal gestelde ambities voor 2030 en 2035 stimuleert, zonder dat het dwingende emissienormen oplegt. Realiseren Om de doelen te monitoren is afgesproken dat er een duurzaamheidslabel komt voor binnenvaartschepen. Schippers kunnen daarmee in de toekomst korting krijgen op havengelden, of het label gebruiken voor het financieren van hun schip, vertelt Tachi. “EICB trekt dit onderdeel samen met het ministerie en in samenspraak met de andere stakeholders.” Financiering van de verduurzaming is een onderwerp dat ook op de agenda staat. Tachi: “Het ontbreekt ondernemers vaak aan de financiële mogelijkheden om te verduurzamen. Een Europees fonds voor energietransitie zou welkom zijn. Het ministerie is hier direct bij betrokken Khalid Tachi en wij doen een onderzoek of een fonds haalbaar is en hoe het eruit zou kunnen zien.” Harmoniseren Er is van overheidswege vijftien miljoen euro beschikbaar voor het vergroenen van de binnenvaart. EICB denkt mee over het opzetten van een regeling met criteria en voorwaarden hiervoor. Het harmoniseren van (stimulerings)beleid van de provincies is een ander onderwerp waarmee EICB zich bezighoudt. Op het gebied van beleid noemt Tachi het harmoniseren van de mogelijk verschillende milieuzones die er zouden kunnen komen en contraproductief uitpakken. Het is nodig dat regie komt ten aanzien van de vele akkoorden, deals en beleidsstukken. Hele keten Over duurzame alternatieve brandstoffen zegt de EICB-directeur: “De binnenvaart ziet mogelijkheden om nog milieu-effectiever te zijn, bijvoorbeeld door het bijmengen van biobrandstof. Europese NL GREEN DEAL Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: Cooperation Logistics Chain GLEC and CO2 Administration Sustainable Alternative Fuels Government Policy Coordination of Environmental Zones - Evaluation Clean Air Agreement PoR - National Clean Air Agreement - Label System Setting up Label System - Measuring Real Sailing Emissions - Legal Implementation - Euro VI /NRE Marinisation - - Adequate Infrastructure - Implementation RED II - Taxation on Shore Power - Biofuels Blending Policy (EU) Financing - Harmonisation the policies of the provinces - Lobbying for EU programmes - Financing Instruments - Research EU Fund Potential - €15 million Grant Scheme - Alternative Financing Options - Grant Scheme: Validation of Techniques NL GREEN DEAL 52 - Havenlocaties 2020 Gezamenlijke verantwoordelijkheid Een woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat laat het volgende weten. “De Green Deal markeert het beginpunt van de langetermijntransitie naar een klimaatneutrale en emissieloze scheepvaart. Om dat te bereiken worden tientallen acties uitgewerkt, zoals de totstandkoming van een Europees verduurzamingsfonds voor de binnenvaart en het ontwikkelen van duurzame maritieme oplossingen voor een zero-emissie scheepvaart. De uitwerking is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de overheid en de maritieme sector. Daarvoor is een Task Force opgericht, die een representatieve afspiegeling vormt van de aan de Green Deal deelnemende partijen. Eind 2019 is gestart met de uitwerking van de Green Deal.”
Nathan Habers, Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders: ‘We willen voorop lopen’ “Het mooie van de nationale Green Deal is dat het een afsprakenpakket over de hele keten betreft, waarbij elke partner zijn commitment heeft bevestigd. Alleen is ook maar alleen en dan zouden we een veel langere weg hebben te gaan. Een goed uitgangspunt. Voor de zeevaart is de impact van de nationale Green Deal groot. We hebben een ambitie afgesproken om ten minste 70 procent van de uitstoot van CO2 te verminderen. Die klimaatdoelstelling ligt significant hoger dan de 50 procent doelstelling op wereldwijd niveau. We willen voorop lopen.” “Met de afspraak dat er voor 2030 een emissieloos zeeschip moet zijn, ligt er een enorme uitdaging. Daar zullen nog wel wat hersenpannen voor moeten worden gekraakt. Dat is goed, anders komen we er namelijk niet. De afspraak om in havengebieden de drempel te verlagen om zeeschepen aan de stekker te kunnen leggen zal bijdragen aan een schonere lucht in het havengebied. Daar hebben ook omwonenden direct profijt van, heel belangrijk.” “De KVNR heeft als ledenvereniging zelf natuurlijk geen schepen. Het zijn de reders die zelf op bedrijfsniveau de verduurzaming concreet moeten maken. Onze kracht zit hem in het bundelen van de collectieve behoefte, het houden van overzicht of we op koers liggen en het identificeren van kansen waarmee individuele leden aan de slag kunnen. Bovendien laten we natuurlijk zien wat we sector breed al doen en ambiëren. Dat doen we ook op Europees niveau en hebben ook Eurocommissaris Timmermans geroepen op dit mee te nemen in zijn Europese plannen.” Bas Buchner, Marin: Werken aan de machinekamer van de toekomst Marin is het instituut voor toegepast onderzoek voor de maritieme sector. Schepen schoner, slimmer en veiliger maken is het doel, legt directeur Bas Buchner uit. “Samen met TNO en TU Delft zijn wij de kennispartners in de Green Deal.” Vroeger was het eenvoudig, legt Buchner uit. “Je had een goede of een slechte dieselmotor en dat was het wel. Tegenwoordig zijn er zoveel meer mogelijkheden, waarbij de grote vraag is: hoe zet je die nieuwe energievormen in op een betrouwbare manier? “Op dit moment bouwen we één van onze testlocaties om naar een machinekamer van de toekomst, waarbij we ontwerpen maken voor onder meer brandstofcellen, batterijen en motoren en hoe je die aansluit op de scheepsschroef. Vervolgens onderzoeken we of die aandrijflijn schoon en veilig is. Hierin werken we – met TNO en TU Delft - samen met de sector en kijken we één, vijf en tien jaar vooruit. Dat levert nu al heel concrete adviezen op aan de sector. Eind maart vond ook de aftrap plaats van Zero-JIP, een onderzoeksproject naar een zero-emissie aandrijflijn dat door meerdere bedrijven wordt gefinancierd en waarin we meerdere prototypes ontwikkelen, bouwen en testen.” “De rol van de haven is voor ons belangrijk, als bunkerplaats voor nieuwe energievormen, voor walstroomvoorzieningen, maar ook als locatie om nieuwe aandrijflijnen te testen.” De Europese Green Deal Behalve de Nederlandse is er ook een Europese Green Deal. Dit betreft de klimaataanpak van de Commissie Von Der Leyen en ‘onze’ Frans Timmermans is daarvoor de verantwoordelijk eurocommissaris. Het programma stelt dat Europa voor 2050 het eerste klimaatneutrale continent moet zijn dat niet meer bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Hiervoor is een routekaart opgesteld met maatregelen voor alle economische sectoren. Voor de scheepvaart gaat het om het betalen van belasting op brandstof en een emissiehandelssysteem voor de uitstoot van schepen. Ook wil de commissie een significant deel van (driekwart van) het wegvervoer van de weg naar spoort en water overhevelen. Een kilometerheffing en tolheffing moet hieraan bijdragen. regels over het bijmengen van biobrandstof lieten tot voor kort de binnenvaart buiten beschouwing.” Verder is stimuleren van samenwerking in de logistieke keten noodzakelijk, zegt Tachi. “De transitie naar een klimaatneutrale binnenvaart kan niet door de binnenvaart alleen gedaan worden, daar is de hele keten voor nodig.” Andere zaken die Tachi noemt, zijn een CO2administratie van de prestaties van de binnenvaart (het zogenoemde GLEC; de Global Log Emission Control) waardoor het mogelijk wordt appels met peren te vergelijken en de modal shift nog beter te positioneren. “Concreet betekent dit allemaal dat we in de tweede helft van dit jaar zicht willen hebben op hoe de subsidieregelingen eruit gaan zien en wat de voorwaarden voor het bijmengen van briobrandstoffen worden. Dan moet ook de studie naar het duurzaamheidslabel af zijn.” Maatschappelijke druk “Mijn wereld is die van de schepen, wat de schipper moet doen, is aan de ondernemer zelf. Wat is zijn ambitie op dit terrein? Wat wordt er van bovenaf Eric Janse de Jonge, NVB: ‘Het mag allemaal wel wat sneller’ Eric Janse de Jonge van NVB: “Onze rol als belangenbehartiger van de binnenhavens is klein. Voor de Green Deal trokken we samen op met CBRB en BLN-Schuttevaer. Voor de havens geldt dat we vooral de energietransitie goed op orde moeten krijgen, met andere voorzieningen. Een tweede punt is dat we de havens zelf duurzamer moeten maken. Neem als voorbeeld het ontgassen; dat wil je niet meer in de open lucht doen. Hoe we dat anders en beter kunnen doen, moet je samen organiseren. En ons derde punt is de bereikbaarheid van de havens. De NVB ondersteunt de binnenhavens door suggesties te doen over de beste aanpak en door het bij elkaar krijgen van de benodigde financiële middelen, van bedrijven en van de overheid. Het mag allemaal wel wat sneller, vind ik. De Green Deal is van juni vorig jaar en de eerste vergadering was pas eind maart; dat is onaanvaardbaar lang. Daarnaast kijken we reikhalzend uit naar hoe de voorwaarden voor de financiële ondersteuning eruit gaan zien. Overigens wil ik benadrukken dat de sector zelf ook graag bijdraagt en dat het niet van de overheid alleen afhangt.” opgelegd? Het is goed als er in de hele keten wordt samengewerkt om de doelen te bereiken. Eerst het laaghangende fruit plukken is verstandig; denk dan aan de biobrandstoffen en het installeren van katalysatoren. De maatschappelijke druk om duurzamer te worden, daar kun je straks niet meer omheen.” De partijen die de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens mede ondertekenden zijn behalve de Rijksoverheid; provincies, havens, maritieme brancheorganisaties, verladers, vervoerders, banken en kennisinstellingen. EICB voert voor de brancheorganisaties de verduurzamingsagenda voor de scheepvaart uit. Tachi: “Wij hebben ‘aan de voorkant’ input geleverd voor de Green Deal en hebben feedback geleverd op het concept. Wij zien zeker de toegevoegde waarde voor de sector om de slag te maken in reductie van uitstoot en in de energietransitie. Nu moeten we samen aan de slag.” Havenlocaties 2020 - 53 <<
Havenlocatie in logistieke hotspot Almere-Zeewolde-Lelystad Flevokust Haven biedt ruimte en kwaliteit Flevokust Haven, het nieuwe logistieke en multimodale knooppunt in Flevoland, is nu volop in bedrijf. Voor de ruime kavels op het binnendijkse industrieterrein met hoge milieucategorie is veel belangstelling. Ook de overslaghaven draait op volle toeren. Niet voor niets is de haven nummer 4 op de lijst met logistieke hotspots in Nederland. T 54 - Havenlocaties 2020 en noorden van Lelystad ligt Flevokust Haven: de buitendijkse multimodale overslaghaven voor containers, bulk en projectlading met een groot binnendijks industrieterrein naast de ENGIE Maximacentrale. De gemeente Lelystad en de provincie merken dat er veel behoefte is aan een haven met goede doorvoerverbindingen en ruimte voor vestiging. “Vanuit de zeehavens Antwerpen, Vlissingen, Rotterdam en Amsterdam gezien ligt Flevokust Haven op een zeer goed bereikbare en strategische doorvoerlocatie richting het noorden en het oosten, en vice versa”, zegt provinciaal programmamanager Rogier Wilms. Gemeentelijk projectmanager Hans de Groote vult aan: “Flevokust Haven is een perfecte en duurzame vestigingslocatie aan de oostflank van de Metropool Regio Amsterdam (MRA) voor innovatieve ondernemers
die ruimte zoeken. Wij hebben de ruimte hier waardoor veel mogelijk is, zeker in combinatie met de hoge milieucategorie die wij hanteren.” En gemeentelijk acquisitiemanager Carolien Gase benadrukt dat de gemeente graag met belangstellende bedrijven meedenkt over zaken als personeelshuisvesting, opleidingen en innovatie. Logistieke hotspot Alle drie stellen zij dat Flevokust Haven in belangrijke mate bijdraagt aan de populaire logistieke hotspot die Lelystad met Almere en Zeewolde is geworden. In de top-10 staat de Flevolandse locatie op nummer 4. Wethouder Economische Zaken Janneke Sparreboom: “Lelystad heeft ondernemers hoog in het vaandel staan. We zijn een echte ondernemersstad. Vestigen in Flevokust Haven betekent veel ruimte, hoge milieucategorie en zeer goede verbindingen over weg, water, spoor en lucht.” Portefeuillehouder Maritieme Strategie en Economie Jan Nico Appelman vult aan: “Flevoland verbreedt zich van voedselproducent en aantrekkelijke woonlocatie naar een belangrijke economische en logistieke schakel. De logistieke runner-up notering heeft te maken met gunstige ruimtelijk-economische omstandigheden en met het arbeidspotentieel in Flevoland. Dat gegeven heeft zelfs de weg vrijgemaakt voor het inrichten van een regionaal logistiek expertisecentrum.” Acquisitiemanager Gase zegt over dit gezamenlijke initiatief: “Hierbij gaat het om talentontwikkeling, optimalisatie van logistieke processen en bijvoorbeeld ook innovatie. Op deze manier kunnen we de regionale concurrentiekracht vergroten. Dit is voor geïnteresseerde partijen altijd een vraagstuk, en de reacties hierop zijn positief.” Flevokust Haven en Vlissingen Een ander voorbeeld van de daadkracht in Flevoland is het programma Noord West Connect. Vorig najaar sloegen de provincies Noord-Holland en Flevoland de handen ineen. Door ladingen te bundelen kunnen nieuwe verbindingen worden opgezet en bestaande verbindingen worden versterkt. Een mooi voorbeeld is het opzetten van een nieuwe verbinding tussen Flevokust Haven en Vlissingen. Door goederen vaker te vervoeren via het water – en op termijn mogelijk ook spoor - wordt het aantal wegkilometers verminderd, de bereikbaarheid verbeterd en de CO2-uitstoot verlaagd. Kwaliteit voorop Provincie en gemeenten richten zich bij de ontwikkeling van Flevokust Haven op kwaliteit, stelt Rogier Wilms. “Kwaliteit vanuit de vestigende bedrijven kan onder andere zitten in arbeidsplaatsen, toegevoegde waarde, clustervorming en in duurzaamheid, waaronder duurzame bedrijfsgebouwen. Wij gaan ervan uit dat de bedrijfsactiviteiten iets moeten toevoegen aan de regionale economie. Flevokust Haven biedt voor de ondernemers ook veel kwaliteit: uiteraard de uitstekende bereikbaarheid, de grote kavels en hoge milieucategorie, maar wellicht net zo belangrijk zijn de korte lijntjes en de actieve betrokkenheid van zowel gemeente, provincie, opleiders en de ontwikkelmaatschappij Horizon in het creëren van een innovatief ondernemersklimaat, waar voldoende goed geschoold personeel aanwezig is.” Lelystad en de provincie zien graag dat het eerste bedrijf dat de deuren opent op het havengebonden terrein in Flevokust Haven een ‘naam’ heeft. “Hier komen de echte ‘vestigers’ die voor werkgelegenheid moeten zorgen”, aldus De Groote. “Bedrijven dienen bij te dragen aan de gebiedsvisie die provincie en gemeente voorstaan. Dat geeft structureel meerwaarde aan de gebiedsontwikkeling en de gevestigde en te vestigen bedrijven.” Havenlocaties 2020 - 55
Binnen- en buitenland De belangstelling voor Flevokust Haven heeft inmiddels geresulteerd in verschillende overeenkomsten met partijen. Voor het noordelijk puntje van het havengebied is Lelystad in zee gegaan met vastgoedinvesteerder Somerset Capital Partners voor de ontwikkeling van een datacenter. De naburige energiecentrale van ENGIE en de nabijgelegen datakabels bieden grote vestigingsvoordelen voor een te ontwikkelen groot datacenter. Deze locatie is zo specifiek daar voor (en niet havengebonden), dat deze ontwikkeling dan ook de enige uitzondering op de regel is. Voor het overige moeten bedrijven werkelijk havengebonden of havengerelateerd zijn. Lelystads acquisitiemanager Gase: “We zijn nu in gesprek met vastgoedmakelaar Patrizier Beteiligungs AG die namens diverse klanten circa 12 hectaren wil afnemen. Het zijn grote partijen, overwegend internationale logistieke bedrijven, die de flinke kavels willen hebben die wij kunnen leveren. Het vestigen van de bedrijven in onze haven waarmee miljoenen zijn gemoeid is een kwestie van de lange adem.” Over een jaar verwacht Gase toch vooral aan internationale bedrijven of Nederlandse ondernemingen met een internationaal speelveld een plek op het industrieterrein geboden te hebben. “Daarna is het tijd voor uitbreiden. We kunnen immers opschalen naar 160 hectaren.” << www.flevokusthaven.nl Trans-European Transport Network Regeren is vooruitzien. Daarom denken de provincie en Lelystad na over de rol die Flevokust Haven kan spelen op Europees niveau. Dan hebben ze het over de status die Flevokust Haven inneemt in het Trans-European Transport Network, waar Flevokust Haven nu al een belangrijke schakel is in het Nederlandse binnenvaartnetwerk. Het inrichten van trans-Europese vervoersnetwerken (TEN-T) is een project van de Europese Unie om de vervoersinfrastructuur die alle EU-lidstaten met elkaar verbindt te optimaliseren en mede te financieren. Of Flevokust Haven wordt opgenomen in het kernnetwerk (core network) of het uitgebreide (comprehensive network) TEN-T hangt uiteindelijk mede af van de opstelling van de rijksoverheid en de lobby in Brussel. Provinciaal programmamanager Rogier Wilms: “Flevokust Haven is weliswaar een jonge haven, maar heeft een enorme potentie waardoor het zeker een belangrijke rol kan spelen in het Europese vervoersnetwerk. We gaan die boot niet missen.” Maximaal profiteren Flevokust Haven is de buitendijkse multimodale overslaghaven ten noorden van Lelystad voor containers, bulk en projectlading en met een groot industrieterrein naast de ENGIE Maxima-centrale. Bedrijven die de ruimte zoeken in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) of in de wijdere regio Zwolle, vinden bij Flevokust Haven volop mogelijkheden. Zij kunnen door de combinatie van de unieke eigenschappen en de ligging maximaal profiteren van de centrale locatie aan het IJsselmeer. Samengevat: • Multimodale haven met een containerterminal en overslaghaven (bulk en projectlading) met een havengebonden industrieterrein ten noorden van Lelystad. • Uitstekende multimodale bereikbaarheid: aan de A6, aan de vaarroute Amsterdam-Lemmer, vaarroute IJsselmeer-Meppel en direct nabij het spoor en Lelystad Airport. • In 2020 wordt een containervolume van 90.000 TEU verwacht. • De eerste fase van de multimodale containerterminal en overslaghaven beslaat 5 hectare. Het industrieterrein fase 1 beschikt over 43 hectare, uit te breiden tot 160 hectare: o kavels beschikbaar voor bedrijven in milieucategorie 3 - 5.3, categorie 2 mogelijk mits ondersteunend en havengebonden Voor meer informatie: https://www.flevokusthaven.nl/fkh/ Flevokust-Haven/Contact.html o afname minimaal 1 hectare, grote kavels zijn beschikbaar o de maximale bouwhoogte is 40 meter o kavels op korte termijn beschikbaar. • CTU Flevokust exploiteert de containerterminal. Er zijn mogelijkheden voor bulk- en projectladingen.
DELIN AMSTERDAM TE HUUR PARK 1 Beiraweg 2 - 4 2 units van ca. 10.000 m² Per direct beschikbaar 2 Casablancaweg 12 1 unit van ca. 7.200 m² Flexibele logistieke ruimte Op zoek naar hoogwaardige logistieke ruimte in de haven van Amsterdam? Op het Delin Amsterdam Park zijn diverse moderne logistieke warehouse units van 4.000 tot 10.000 m2 met mezzanine en kantoor per direct beschikbaar voor de verhuur. De schaalgrootte van het project geeft huurders fl exibele opslag- en groeimogelijkheken. In overleg kunnen wensen inzake deelverhuur of specifi eke voorzieningen besproken worden. Beschikbaar vanaf sept. 2020 3 Conakryweg 2 1 unit van ca. 4.000 m² Specificaties - Betonnen laadkuil met 1 loading dock per ca. 900 m2 - Voldoende parkeergelegenheid per unit - Moderne kantoorruimten Per direct beschikbaar 4 Casablancaweg 20 1 unit van ca. 7.200 m² Locatie Het Delin Amsterdam Park bevindt zich op het Atlaspark in het Amsterdamse havengebied en is ideaal gelegen voor zowel nationale als internationale distributieactiviteiten. De haven voldoet aan de hoge eisen van de hedendaagse logistieke dienstverlening en biedt overslagvoorzieningen aan tussen zee-, weg-, lucht-, binnenvaart- en spoorroutes. Directe toegang tot de A5 snelweg verbindt deze logistieke hotspot met de luchthaven van Schiphol en het centrum van Amsterdam in ongeveer 10 minuten. De Randstad en andere logistieke hotspots zijn via de aansluitende uitvalswegen A4, A9 en A2 eveneens snel bereikbaar. Over Delin Property Delin Property werd opgericht in 2012 en is een toonaangevende ontwikkelaar, belegger en asset manager van logistiek vastgoed in verschillende Europese markten. Met kantoren in Londen, Rotterdam en Madrid beheert Delin momenteel een Europese vastgoedportefeuille van bijna 1 miljoen vierkante meter. Beschikbaar vanaf mei 2020 warehouse - ESFR sprinklerinstallatie - Vrije stapelhoogte van 10,5 meter (12,2 meter in de unit aan de Conakryweg) - Vloerbelasting van 4.000 kg/m2 (5.000 kg/m² in de unit aan de Conakryweg) 1 4 2 3 Meer weten? Neem contact met ons op: 010 261 90 94 leasing.nl@delinproperty.com www.delinproperty.com Marcel Hoekstra M 06 50 50 84 05 marcel.hoekstra@industrial.nl Robert Tiemens M 06 51 41 21 03 robert.tiemens@cushwake.com Dennis van Gijtenbeek M 06 12 09 48 88 dennis@bridgegap.com
Rotterdam meest aantrekkelijke haven in Europa voor logistieke investeerders Volgens de Savills European Port Logistics Opportunity Index (EPLOI) is Rotterdam de meest aantrekkelijke haven in Europa voor beleggers in logistiek vastgoed. Barcelona, Valencia, Antwerpen en Hamburg maken de top 5 compleet. D oordat Rotterdam één van de belangrijkste toegangspoorten van goederen naar Europa is, is de vraag naar hoogwaardige logistieke ruimte in dit gebied ongekend hoog. Een tekort aan nieuwbouwgrond en de aangescherpte regels omtrent het verlenen van bouwvergunningen zullen resulteren in verdere huurgroei en dalende leegstand in de logistieke vastgoedmarkt. De gunstige verbinding met de rest van Europa via de goederenspoorwegen en waterwegen werken tevens in het voordeel van Rotterdam als strategische logistieke locatie. Douglas van Oers, Co-Head Logistics & Industrial bij Savills in Nederland, licht toe: “Dit rapport toont wederom aan hoe belangrijk de Rotterdamse haven is als gateway voor de rest van Europa. Kijkende naar de enorme groeipotentie van e-commerce en het toetreden van grote spelers zoals Amazon tot zowel de Nederlandse als andere Europese markten, zal het belang van de Rotterdamse mainport alleen maar verder toenemen. Deze trend is inmiddels ook al zichtbaar in de huurgroei die momenteel in Rotterdam plaatsvindt (3% j-o-j).” Door de toegenomen internationale handel is de havencapaciteit van Barcelona in de afgelopen vijf jaar met 70% toegenomen en is de stad hiermee het snelst gegroeid van de top vijf. Als gevolg hiervan komt de hoofdstad van Catalonië op de tweede plaats in de Savills EPLOI met een score van 94,33. Met een score van 89,93 staat Valencia op de derde plaats. In de afgelopen drie jaar zijn de logistieke huurprijzen in deze stad met 13% gestegen en bedraagt de tophuur momenteel € 54 per m². De relatief lage minimumlonen in Spanje en de hoge beschikbaarheid van werknemers op de arbeidsmarkt bieden bedrijven in de logistieke sector gunstige omstandigheden om uit te breiden. Logistieke corridors wekken interesse van investeerders Logistiek vastgoed in de logistieke corridors, die de belangrijke locaties met elkaar verbinden, zullen met name de interesse wekken van investeerders. In het onderzoek van Savills zijn de vier belangrijkste corridors geïdentificeerd; Scandinavië, Spanje en Portugal, West-, Centraal- en Oost Europa en de Baltische Staten. Een goed voorbeeld van de recente groei is te vinden in Hamburg. Deze mainport heeft in 2018 een record van 46,8 miljoen aan vracht per spoor verwerkt, een stijging van 2,7% in vergelijking met het voorgaande jaar. 58 - Havenlocaties 2020
Mike Barnes, Associate European Commercial Research bij Savills, vult aan: “Door de groei van de containervracht in de Europese havens en de bestaande en toekomstige ontwikkelingen op het gebied van infrastructuur en demografie te analyseren, is het mogelijk om te voorspellen waar de nieuwe handelscorridors en de logistieke vraag in de aankomende tien jaar zal gaan ontstaan. Een grote verandering in dit opzicht is het China’s Belt & Road Initiative (BRI), dat als doel heeft de handelsbetrekkingen met Europa te verbeteren. China heeft al voet aan de grond gekregen in de drie grootste havens van Europa, en bezit 35% van de Euromax in Rotterdam, 20% van de haven van Antwerpen en gaat in Hamburg een nieuwe terminal bouwen.” << Douglas van Oers Mike Barnes Havenlocaties 2020 - 59
VCK Logistics Duurzame energiecentrale in de Amsterdamse haven
“We moeten zorgen dat we zoveel mogelijk energie opwekken met onze zonnepanelen, en dat gaat goed op deze manier.” VCK Logistics is een logistiek dienstverlener in de Amsterdamse haven. VCK, opgericht in 1915, maakt onderdeel uit van de VCK Groep, de groep heeft twee activiteiten, één is business travel en de ander is logistiek. Er zijn contracten met industriële producenten, die maken halffabricaten. Die halffabricaten lost VCK op regelmatige basis van schepen. Voor het lossen van die schepen worden eigen All Weather Terminals ingezet, daarvan heeft VCK er vier. In 2017 besloot VCK het dak van All Weather Terminal nummer vier in te zetten voor de opwek van duurzame zonne-energie. VCK Logistics besloot te investeren in de duurzame energiecentrale omdat zij ervan overtuigd is dat duurzaamheid en logistieke processen samen moeten kunnen gaan. Die visie betekent dat VCK keuzes maakt en initiatieven neemt die bijdragen aan het verminderen van een milieubelastende bedrijfsvoering. Zo voldoen vrachtwagens aan euro 5/6 standaarden, worden er elektrische heftrucks ingezet en wordt er bewust gekozen voor samenwerkingen met partners die CO2 neutrale transportoplossingen bieden. Naast deze maatregelen op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen koos VCK ook voor zonnepanelen als bron van alternatieve en schone energie. Met het laten plaatsen van 1.890 panelen zette VCK in 2017 zo haar duurzame ambities kracht bij. Ontwikkeling, Realisatie en Exploitatie De keuze voor het ontwikkelen, realiseren en exploiteren van het zonnestroomsysteem op de All Weather Terminal viel op KiesZon. Het Rosmalens bedrijf, dat ook zonnestroomsystemen financiert, leverde het project eind 2017 op. Partnership Jeroen Brauns, managing director VCK Logistics, is tevreden over de samenwerking met KiesZon: “De samenwerking met KiesZon bevalt goed, dat wat wij van hen mogen verwachten, dat leveren zij. Ze monitoren het systeem, ze voorzien het systeem van onderhoud, ze bellen ons als er iets niet goed is, en wij bellen hen als er iets niet goed is. We moeten zorgen dat we zoveel mogelijk energie opwekken met onze zonnepanelen, en dat gaat goed op deze manier.” 2018 2019 PRODUCTIE EN CO2 REDUCTIE VCK LOGISTICS VERWACHT* 463.665 kWh 278.000 kg 446.873 kWh 268.100 kg GEREALISEERD 501.806 kWh 301.000 kg 487.737 kWh 292.600 kg *Verwachte productie en reductie op basis van satellietdata EEN PARTNERSHIP TUSSEN: Havenlocaties 2020 - 61
Ontwikkelen van duurzaam en toekomstbestendig havenbeleid: kansen voor binnenhavens! Zowel het regeringsbeleid als eisen van opdrachtgevers zijn steeds meer gericht op duurzaamheid. De binnenvaart en de binnenhavens zijn zich hier volop aan het voorbereiden. Binnen deze sector betekent duurzaamheid vooral het realiseren, gebruiken en hergebruiken van infrastructuur en gebieden zonder natuurlijke hulpbronnen onnodig uit te putten, de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten. Dat is makkelijk opgeschreven, maar de vraag is: hoe realiseer je dit in de praktijk? O p dit moment is de binnenvaart op het gebied van goederenvervoer een van de schoonste modaliteiten. Maar als de binnenvaart deze duurzame voortrekkersrol wil blijven vervullen, dan is een structurele verankering van circulariteit en duurzaamheid in (de)centraal binnenhavenbeleid nodig. Juist hier zijn nog kansen te benutten. In dit artikel beschrijven wij onze visie op het benutten van deze kansen aan de hand van ontwikkelingen, die wij in het heden en in de nabije toekomst signaleren. De Haven van de Toekomst geldt hierbij als de spreekwoordelijke stip op de horizon. 1. Haven van de Toekomst: de stip op de horizon In 2017 is de Haven van de Toekomst door Movares beschreven. Destijds zijn ontwikkelingen geschetst op basis waarvan de verwachting is uitgesproken dat de haven ‘anno-toen’ (2017) sterk aan verandering onderhevig zou zijn. De binnenhavens ‘anno-toen’ functioneerden veelal als alleenstaande havens: zij hadden een relatief beperkt verzorgingsgebied, waarbij de focus lag op de eigen omgeving. De Haven van de Toekomst krijgt een andere rol in zijn omgeving. Richting de Haven van de Toekomst zouden deze binnenhavens zich op het thema Duurzaam Havenbeleid ontwikkelen tot havenregio’s waarin samenwerken centraal staat. Fysieke nabijheid bedrijven De (fysieke) nabijheid van bedrijven in een binnenhaven is mede afhankelijk van de beschikbaarheid van kwalitatieve en kwantitatieve watergebonden en -verbonden bedrijventerreinen. Verschillende havenregio’s in ons land, zoals Arnhem-Nijmegen en Midden-Limburg, staan om deze reden voor een herstructureringsopgave. Om de herstructureringsopgave voor een binnenhaven in beeld te brengen, dient de kwalitatieve vraag naar watergebonden en -verbonden bedrijventerrein inzichtelijk zijn. Een manier waarop Movares deze behoefteraming visualiseert, is met behulp van een ArcGIS-kaart. Visuele weergave behoefteraming ten behoeve van herstructeringsopgave bedrijventerrein. 62 - Havenlocaties 2020
De Haven van de Toekomst is een circulaire haven. In een circulaire economie ligt de nadruk op het (her)gebruiken van reststromen en het optimaal inrichten van goederenstromen. Hiervoor is het belangrijk dat de logistiek goed georganiseerd is: zo moeten er goede verbindingen zijn waardoor de haven optimaal bereikbaar wordt. Naast goede bereikbaarheid is ook de nabijheid van overslagpunten en mainports belangrijk voor een efficiënte overslag van goederen. Meerdere specialisaties binnen een havenregio dragen bij aan de totale service en dienstverlening van en aan de (haven)regio. Onderlinge samenwerking maakt het makkelijker om duurzame en circulaire ontwikkelingen na te streven, omdat de handen ineen geslagen kunnen worden. Dit leidt tot gezamenlijke duurzaamheidsdoelstellingen. De voorwaardelijkheden voor een circulaire en duurzame Haven van de Toekomst De ontwikkeling naar een duurzame en circulaire Haven van de Toekomst is aan voorwaarden gebonden. Een van deze voorwaarden is de (fysieke) nabijheid van bedrijven. Nabijheid stimuleert samenwerken tussen bedrijven. Daarmee maakt de nabijheid van andere watergebonden en -verbonden bedrijven een havenregio een interessante vestigingsplaats voor bedrijven. Tevens maakt de nabijheid van bedrijven, die dezelfde specialisatie hebben, ketenoptimalisatie mogelijk. Het uitwisselen van kennis, samenwerking en innovatie wordt door een hoge concentratie en clustering van bedrijven makkelijker en efficiënter. Mooie voorbeelden van gezamenlijke doelstellingen zijn de uitvoeringsagenda van het samenwerkingsverband BluePorts Limburg en de Havenvisie van de Port of Zwolle. Een nabije afzetmarkt met voldoende massa en dichtheid maakt het tot stand komen van circulaire stromen gemakkelijker. Deze stromen kunnen door het circulaire proces snel terugstromen in de productieketen. Hierdoor zijn binnenstedelijke (haven)bedrijventerreinen zeer interessant voor circulaire activiteiten. Zo zijn in de Port of Amsterdam bedrijven op het gebied van biobased industrie, circulair, recycling, offshore, chemie en energie gevestigd. Havenlocaties 2020 - 63
2. Een eerste balans: waar staan havens nu? Nu – drie jaar na de Haven van de Toekomst – is het interessant om een eerste balans op te maken. Waar staan binnenhavens in hun ontwikkelingsproces naar de Haven van de Toekomst? Zijn binnenhavens klaar voor een duurzame toekomst en spelen ze in op thema’s als duurzaamheid, circulariteit en energietransitie? Welke knelpunten en kansen ervaren binnenhavens in hun ‘reis’ naar de Haven van de Toekomst? Welke voordelen worden gezien? Begin 2019 heeft Movares in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) ten behoeve van het opstellen van de Strategische agenda (2020-2025) provincies, gemeenten, havenbedrijven en (inter-)nationale brancheorganisaties rondom acht maatschappelijke thema’s geënquêteerd en geïnterviewd. In totaal zijn er 29 partijen bevraagd. Knelpunten die havens in hun ontwikkeling naar een circulaire en duurzame haven ervaren 97% van de geënquêteerden heeft aangegeven dat zij het thema Duurzaam en Toekomstbestendig Havenbeleid relevant en belangrijk vonden voor hun binnenhaven. Het in de praktijk inspelen op thema’s als duurzaamheid, circulariteit en energietransitie, blijkt echter lastiger. Slechts 54% van de geënquêteerden had reeds duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd. Het daadwerkelijk concretiseren van Duurzaam en Toekomstbestendig Havenbeleid kreeg daarmee begin 2019 (nog) onvoldoende gestalte bij veel binnenhavens. Hier liggen kansen voor ontwikkeling! Waar hebben binnenhavens behoefte aan om te kunnen ontwikkelen? Tijdens het onderzoek is daarnaast geïnventariseerd waar provincies, 64 - Havenlocaties 2020 gemeenten, havenbedrijven en (inter-)nationale brancheorganisaties in hun ontwikkeling naar Duurzaam en Toekomstbestendig Havenbeleid behoefte aan hebben. Gebleken is dat er binnen de sector behoefte is aan kennisdeling, handreikingen, best practices en politieke urgentie. Knelpunten Het niet concretiseren van Duurzaam en Toekomstbestendig havenbeleid wijten binnenhavens aan knelpunten. Knelpunten, die binnenhavens begin 2019 met betrekking tot het thema Duurzaam en Toekomstbestendig Havenbeleid ervaren, zijn: Er is onvoldoende bekend omtrent de mogelijkheden van Duurzaam en Toekomstbestendig Havenbeleid. Deze stelling werd door 79% van de geënquêteerden ingenomen. Centraal beleid en doelstellingen ten aanzien van het thema Duurzaam en Toekomstbestendig havenbeleid ontbreekt. Deze stelling werd door 57% van de geënquêteerden ingenomen. 54% van de geënquêteerden stelt dat het belang onvoldoende herkend wordt. Daarnaast geven binnenhavens aan dat de (meer)kosten van verduurzaming op dit moment zodanig zijn dat de business case lastig of niet sluitend is binnen de huidige financieringsmogelijkheden in de markt.
Inhoud Green Deal: een samenvatting Doelen: • Reductie van CO2-uitstoot en emissie van milieuverontreinigende stoffen Movares erkent – mede vanuit de onderzoeksresultaten – het nut van een stapsgewijze aanpak, en wilt daar vanuit haar kennis en kunde tezamen met de sector een bijdrage aan leveren. • Implementatie van een kwalitatief sturingsinstrumentarium • Publieke acties: • Actief modal shift-beleid • Interministeriële samenwerking tussen IenW, Financiën en Rijkswaterstaat Inzet sector • Uniformiteit systematiek inning binnenhavengeld • Uitbreiding walstroomvoorzieningen • Infrastructuur alternatieve brandstoffen Bij de uitwerking van de Strategische agenda van de NVB (20202025) heeft Movares zich als trekker geconformeerd aan de uitwerking van het thema Duurzaam en Toekomstbestendig Havenbeleid. Het structureel vormgeven van Duurzaam en Toekomstbestendig havenbeleid is essentieel om doelstellingen en ambities te realiseren en (vervolg)stappen te zetten. In onze aanpak passen wij – net zoals in de opbouw van dit artikel – The Natural Step-methode toe. Kansen: met sprongen of stapsgewijs verduurzamen? Juist aan de behoefte aan politieke urgentie lijkt met de Green Deal, die op 11 juni 2019 door de minister ondertekend is, gehoor te zijn gegeven. In deze Green Deal staan afspraken voor het verder verduurzamen van zeevaart en binnenvaart, zeehavens en binnenhavens (zie kader). Ambitieuze, SMART-geformuleerde doelen, concrete publieke acties en inzet van de sector moeten resulteren in een ‘systeemsprong vooruit’ in de verduurzaming van de zee- en binnenvaart. Met het ondertekenen van de Green Deal zijn de eerste stappen naar een duurzame toekomst gezet. Maar de uitdaging blijft groot. De vraag rijst of voor dergelijke grootschalige veranderingen een ‘systeemsprong’ of een stapsgewijze aanpak effectiever is. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stelt dat ‘sturing in een complexe wereld geen grootse veranderplannen verdraagt, maar een proces is van kleine stapjes en continue bijsturing, met nadruk op het onderkennen van onzekerheden, op het betrekken van pluriformiteit aan ideeën en op het wegnemen van wat niet gewenst is’1 . Het doel van deze uitwerking is het creëren van duurzaamheidsdoelstellingen (Stap A. bewustwording: hoe moet de Haven van de Toekomst eruitzien?) en criteria die de realisatie van doelstellingen meetbaar maken. Zo wordt het proces van verduurzamen stapsgewijs inzichtelijk. Als basis voor deze doelstellingen en criteria geldt de Omgevingswet. De verbinding met de omgeving – en daarmee een pluriformiteit aan ideeën (Stap C. creatieve ideeën: met welke maatregelen naar de Haven van de Toekomst?) – zien wij als dé pijler om Duurzaam en Toekomstbestendig Havenbeleid te ontwikkelen. Op basis van doelstellingen, criteria en maatregelen gaan wij in samenwerking met DGMR een handreiking opstellen. Deze handreiking is begin juni 2020 gereed. De handreiking kan voor een gemeente als basis dienen (Stap D. aan de slag) om hun Duurzaam Havenbeleid op te gaan baseren en samen met havenpartners gerichte keuzes in de keten te maken. Movares kan havens helpen de verschillende belangen en standpunten in uw havenregio te identificeren, als onderdeel van onze expertises ruimtelijke ontwikkeling, strategisch omgevingsmanagement en duurzaam assetmanagement. << 1) Sturen in een verweven dynamiek, Perspectieven op complexiteit en oriëntaties voor beleid (2017), Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. The Natural Step-methode s TOEKOMST C. Creatieve ideeën Met welke maatregelen van vandaag naar de toekomst? B. Huidige realiteit Waar sta ik nu? s s s A. Bewustwording Hoe moet de toekomst eruit zien? Wilt u meer weten over de handreiking die wij momenteel opstellen? Of hierover op de hoogte blijven? Neem dan contact op met: s Bart Bouwens E-mail: bart.bouwens@movares.nl Telefoon: 06-53106545 Duuk van der Meer E-mail: duuk.vd.meer@movares.nl Telefoon: 06-28379008 D. Aan de slag In pilots VANDAAG Havenlocaties 2020 - 65 Visievorming 3. Rol Movares: stapsgewijs naar Duurzaam en Toekomstbestendig Havenbeleid met The Natural Step-methode
TE HUUR ROTTERDAM WAALHAVEN Locatie Ideaal gelegen en makkelijk bereikbaar in hartje Waalhaven, nabij de barge en rail terminal en met snelle toegang tot de Rotterdamse Ringweg A15 en de aansluitende uitvalswegen A4, A29 en A16. Specificaties - 10 loading docks en 2 overheaddeuren - Kolomoverspanning van 17,5 meter voor smalle en brede gangpaden - Vloerbelasting van 5.000 kg / m2 - Vrije stapelhoogte van 12,2 meter - Warmtepompinstallatie en LED-verlichting - Dak deels berekend op zonnepanelen Geyssendorfferweg 25 - 27 Haven van Rotterdam Meer weten? Neem contact met ons op Over Delin Property Delin Property werd opgericht in 2012 en is een toonaangevende ontwikkelaar, belegger en asset manager van logistiek vastgoed in verschillende Europese markten. Met kantoren in Londen, Rotterdam en Madrid beheert Delin momenteel een Europese vastgoedportefeuille van bijna 1 miljoen vierkante meter. 010 261 90 94 010 261 90 94 leasing.nl@delinproperty.com www.delinproperty.com leasing.nl@delinproperty.com www.delinproperty.com 010 511 99 55 www.briq.nl 010 511 99 55 www.briq.nl 010 453 03 03 www.demik.nl 010 453 03 03 www.demik.nl DIRECT BESCHIKBAAR Warehouse 11.000 m2 Deelverhuur vanaf ca. 5.500 m2
‘Je moet verladers verleiden met een goed en betrouwbaar product’ LINc, het acroniem voor Logistiek Intermodaal Netwerk.com, is bij de buitenwacht niet heel erg bekend, omdat het voornamelijk naar de eigen achterban communiceert. Het samenwerkingsverband van het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart en de Vereniging Inland Terminal Operators heeft als doel een goed functionerend achterlandnetwerk en het verder versterken van het intermodale netwerk. B eleidsadviseur Frank Reijerse en LINcvoorzitter Maira van Helvoirt lichten toe waarmee LINc hoofdzakelijk bezig is. NextLogic Van Helvoirt: “Eind maart begint de testfase van NextLogic, de tool voor integrale en real time planning voor de afhandeling van de containerbinnenvaart in de Rotterdamse haven. De afgelopen acht jaar heeft intensief overleg met alle betrokken stakeholders over de spelregels en randvoorwaarden geleid tot waar we nu staan. Daarnaast is er de afgelopen jaren hard gewerkt om de benodigde IT-infrastructuur te ontwikkelen en af te bouwen.” De containerbinnenvaart wordt straks via MCA Barge (Melding Container Achterland Barge) aangesloten op NextLogic. MCA 68 - Havenlocaties 2020 ‘Het is geen tovermiddel. Als er geen capaciteit is, houdt het op.’ Barge vervangt sinds begin februari de oude service Barge Planning. MCA Barge maakt het mogelijk dat barge-operators en terminals geautomatiseerd informatie over bezoek- en containergegevens met elkaar kunnen uitwisselen. Multimodaal voormeldportaal MCA Barge is onderdeel van het multimodale voormeldportaal Melding Container Achterland van Portbase. MCA vormt de centrale ingang en via deze service kunnen vervoerders voor alle modaliteiten hun bezoeken en containers voormelden bij de zeeterminals en diverse depotlocaties. Groot voordeel van de nieuwe systematiek is de mogelijkheid om binnen het portaal voormeldingen eenvoudig om te boeken naar een andere modaliteit. MCA Road is al sinds 2018 live en MCA Rail volgt binnenkort. Optimaliseringsslag Reijerse: “De grootste winst van Nextlogic is dat er straks veel meer transparantie is in het proces. Waar de afspraken tussen barge-operators en terminallocaties nu nog bilateraal verlopen worden de calls en de beschikbare kadecapaciteit straks via één centraal systeem ingepland en heeft iedere deelnemer hetzelfde overzicht. De integrale planning gaat werken op basis van afgesproken KPI’s die zijn ingericht om de beschikbare assets zo efficiënt als mogelijk in te zetten. De verwachting
is dat met name de capaciteit die nu verloren gaat door het gebrek aan overzicht veel beter gebruikt gaat worden, een ontwikkeling waar uiteindelijk iedereen beter van wordt.” Spannend Reijerse en Van Helvoirt hopen dat NextLogic na de zomer operationeel is en goed werkt. “Maar,” zegt Van Helvoirt, “het is geen tovermiddel. Als er geen capaciteit is, houdt het op. Maar het zet wel de beschikbare capaciteit beter in, leidt tot meer betrouwbaardheid en helpt onnodige wachttijden te voorkomen. Samen maakt dat de modal shift makkelijker.” Het is wel spannend, zegt ze. “Het is een nieuwe manier van werken en dan ook nog eens meteen volledig geautomatiseerd.” Reijerse: “We hopen dat Nextlogic uiteindelijk ook de behoefte aan de huidige fixed window systematiek zal laten verdwijnen.” Green Deal Een ander thema waarmee LINc zich bezighoudt is de Green Deal. “De modal shift staat expliciet omschreven in een aparte paragraaf, maar het is niet zo dat de gebraden hanen nu door de lucht vliegen. Op dit moment is het vooral nog een papieren verhaal; veel woorden en nog maar weinig daden”, zegt Van Helvoirt. “De modal shift is in Nederland ook beleidsmatig weer terug op de kaart. Dat moet ook, want de komende jaren zal de beschikbaarheid van het wegennet door werkzaamheden afnemen. LINc is daarnaast actief betrokken in diverse projecten en onderzoeken die zijn opgezet rond het onderwerp modal shift.” Leidraad “De modal shift valt of staat met de bereidheid van de verladers om over water (of spoor) te verschepen. Je moet ze verleiden met een goed en betrouwbaar product. NextLogic is daarin belangrijk, maar ook het goed inrichten van de hele logistieke keten. Het achterlandvervoer is, zeker in het containervervoer, vaak onderdeel van een complexe global suppy chain waarin veel partijen betrokken zijn. Gemaakte afspraken elders in de keten zorgen niet altijd per definitie voor de vrijheid in de keuze voor het water. Ook daar is nog een hoop te winnen door te investeren in kennis, begrip en het maken van de juiste afspraken door de juiste partijen. Als onderdeel van het bredere congestieberaad in Rotterdam heeft LINc dan ook bijgedragen aan het ontwikkelen van een leidraad voor verladers en expediteurs. De leidraad omvat een set van adviezen rond de thema’s contractuele afspraken en informatiedelen en is bedoeld om partijen te helpen bij het maken van de juiste keuzes. Denk aan empty return, de free time upon arrival of simpelweg de informatievoorziening bij vertraging. Als je die aspecten onder controle hebt, kun je ook het achterlandvervoer beter plannen en optimaliseren.” Businesscase Van Helvoirt: “Uiteindelijk is de doelstelling om de intermodale koek groter te maken voor iedereen.” Dat is nog een flinke uitdaging, zegt de LINcvoorzitter. “Al het laaghangende fruit is al lang en breed geplukt, dus alles wat je nu aan de modal shift wilt toevoegen, is lastiger te realiseren. Het gaat vaak om meerdere, kleinere verladers en dat is van een andere orde dan het volume van – pak ‘m beet – een Heineken.” Om dergelijke vraagstukken vanuit de verladerskant te faciliteren bestaat het alliantie-structuren de afgelopen jaren in staat gesteld grote aantallen mega-carriers in de vaart te nemen, een proces dat voorlopig ook nog niet ten einde is. Mede daardoor hebben we inmiddels te maken met enkele zeer dominante partijen in de mondiale containerlogistiek die hun stempel drukken op de positie van de andere schakels in de keten, een ontwikkeling die als zeer schadelijk wordt omschreven voor het totaal. Niet alleen door de achterlandvervoerders, maar ook onder andere verladers en havendiensten hebben deze Frank Reijerse en Maira van Helvoirt project Maatwerk Voorlichting Binnenvaart van Bureau Voorlichting Binnenvaart. Dit project heeft als doel het overtuigen van de mogelijkheden en de voordelen van de binnenvaart en het bieden van concreet logistiek advies op maat voor verladende partijen. Door het zien van het grotere geheel en waar mogelijk het bekijken van een combi met andere stromen valt de businesscase regelmatig positiever uit dan in eerste instantie ingeschat. Van Helvoirt: “Ik vind overigens ook dat je het niet moet verkopen als modal shift, maar als het optimaliseren van een logistiek proces. Er zijn ook LINc-leden die dat doen; die houden voorraad voor hun klant en hebben inzicht in het interne logistieke proces van de klant waardoor ze de afleverplanning kunnen optimaliseren. Het opbouwen van zo’n relatie heeft wel tijd nodig.” Schadelijk LINc is ook op Europees niveau actief. Dat gebeurt in samenwerking met de EBU. Een hot item is de aanstaande verlening van de Consortia Block Exemption Regulation door de Europese Commissie. De regeling staat deep sea rederijen toe om vergaand samen te werken. Reijerse: “Rederijen zijn mede door het opereren in de gezamenlijke zorgen onderschreven richting de Europese Commissie. Vooralsnog vangen we hier echter bot en lijkt een verlenging van wederom vier jaar onvermijdelijk.” Van Helvoirt blijft optimistisch: “De binnenvaart heeft een aandeel van 35 à 40 procent in de modal split. Dat is de verdienste van de binnenvaart zelf, omdat het innovatief en creatief te werk is gegaan toen de markt daarom vroeg. Nu moet de sector een inhaalslag maken richting grote schepen en een efficiëntere planning. De binnenvaart is een innovatieve sector die nieuwe concepten blijft ontwikkelen om het hele proces te verbeteren, maar het is wel een uitdaging, want veel speelt zich af buiten onze invloedssfeer.” << W: www.linc.network E: info@linc.network T: 010-7989809 Havenlocaties 2020 - 69
Haventarieven ter ondersteuning van de modal-shift beweging In de editie Havenlocaties 2018 schreven we een artikel over de modernisering van haventariefstructuren. ‘Tijd voor actie: modernisering van de haventarieven’ luidde de titel. In dit artikel riepen we op om haventarieven te moderniseren: “Volgens ons is het nú tijd voor een moderne haventariefstructuur. Onder andere de schaarste van infrastructuur, de schaalvergroting in de scheepvaart en de bijbehorende problematiek in de zeehavens vragen om een moderne aanpak waarbij havenfaciliteiten optimaal gebruikt kunnen worden.” H et onderzoek van afstuderend masterstudent Koen de Korte afgelopen jaar heeft bijgedragen aan de verdere bewustwording bij havens. In zijn afstudeeronderzoek, dat hij deed in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens, doet hij een oproep om haventarieven te uniformeren. Maar hoe verhoudt uniformiteit zich tot moderne grondslagen en waarom is de urgentie om tot uniformiteit te komen nog groter? Goederenvervoeragenda In de Goederenvervoeragenda die Minister van Nieuwenhuizen in juli afgelopen jaar aan de Tweede Kamer heeft aangeboden, wordt onder andere vol ingezet op een modal shift. Eén van de doelstellingen is het opstellen van een actieprogramma met inzet op modal shift van weg naar water. Dit kan bereikt worden door concrete belemmeringen weg te nemen. Met modal shift wordt een verandering van vervoerswijze bedoeld. De vervoersstroom wordt via een andere modaliteit afgehandeld. Hierbij wordt met name de modal shift via spoor of binnenvaart bedoeld, omdat dit positieve effecten heeft op onder andere de CO2-, fijnstof- en stikstofuitstoot per tonkilometer. Door CE Delft is onderzoek gedaan naar het verband tussen uitstoot van kooldioxide door motoren en het brandstofverbruik. In nevenstaande grafiek is het verband tussen brandstofverbruik, CO2-uitstoot en de samenhang met de schaalgrootte van het vervoersmiddel weergegeven. Deze grafiek maakt zichtbaar dat een vrachtauto per tonkilometer aanzienlijk meer brandstof verbruikt dan een trein of een schip. Hierdoor is de CO2 emissie ook hoger. Kortom: de inzet op modal shift is dus ook van groot belang om doelstellingen uit de Green Deal Zeevaart Binnenvaart en Havens te halen. 70 - Havenlocaties 2020 Modal shift en haventarieven De keuze voor een modaliteit hangt af van diverse factoren. Denk hierbij aan de snelheid, de bereikbaarheid van de bestemming, de kosten per kilometer, de flexibiliteit en zo meer. Er is een aantal specifieke punten dat remmend werkt op modal shift in de praktijk. Denk aan bestaande contracten met vervoerders, bestaande logistieke processen en volumes. Maar wat is de link tussen modal shift en moderne grondslagen voor haventariefstructuren? Een binnenhaven heeft weinig tot geen invloed op de lading die via Figuur 1: Emissiecijfers CO2 Bron: CE Delft Er worden steeds twee cijfers getoond: ‘tank-to-wheel’ en ‘well-to-wheel’. De eerste is de emissie van het voertuig zelf, de tweede is de emissie vanaf de bron van de brandstof tot en met het vervoer. Vandaar dat elektrische treinen zelf geen uitstoot hebben, maar de productie van de elektriciteit kent wel emissies (bron: Binnenvaartcijfers.nl).
de haven wordt afgehandeld. Bedrijven die in de haven gevestigd zijn, zijn verantwoordelijk voor hun eigen commerciële activiteiten en zij zijn degene die zorgen voor overslag in de haven. Wel kan de haven ervoor zorgen dat alle randvoorwaarden optimaal zijn voor het faciliteren van overslag. En die randvoorwaarden kunnen daarmee ondersteunend zijn aan de modal shift ambitie. Om modal shift optimaal te faciliteren is het belangrijk dat ook voor deelladingen een schip een haven weet te vinden en aandoet. Een goed voorbeeld hoe een haven(bedrijf) een bedrijf hierin kan faciliteren is door het aanpassen van haventarieven. Door bijvoorbeeld af te rekenen per daadwerkelijk overgeslagen container of daadwerkelijk overgeslagen ton, stimuleer je schepen om ook voor deelladingen de haven aan te doen. Bij haventarieven waarbij bijvoorbeeld m3 waterverplaatsing moet worden afgerekend, is het zeer kostbaar om voor een deellading een haven aan te doen. Uniformiteit in grondslagen En daarmee is gelijk de link gevonden. Om modal shift als haven optimaal te faciliteren is het van belang om uniforme grondslagen te hanteren. Let Uniformering grondslagen binnenhavengelden Hoog tijd voor de uniformering van de binnenhavengeldstructuur. Eén van de acties in de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens is de ontwikkeling van een model met uniforme grondslagen voor een binnenhavengeldverordening. Een belangrijk doel is mogelijke belemmeringen in het logistieke proces en de inzet van de binnenvaart hierbij weg te nemen. De Nederlandse Vereniging van Binnenhavens heeft, samen met het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart en Koninklijke BLN-Schuttevaer een eerste belangrijke stap gezet om deze actie uit te kunnen voeren. Onder begeleiding van haveneconoom Bart Kuipers heeft een afstuderende masterstudent zich de afgelopen maanden gebogen over de binnenhavengeldstructuur. Doel van het onderzoek is tot een wetenschappelijk onderbouwd model met grondslagen van het binnenhavengeld te komen. Knelpunten huidige binnenhavengeldstructuur Het onderzoek heeft een aantal knelpunten blootgelegd bij de huidige binnenhavengeld regelingen. Het onderzoek heeft eveneens bevestigd dat de huidige gehanteerde historische grondslag, vaak gebaseerd op het maximale laadvermogen, en het weekbriefje, een barrière vormen voor het optimaliseren van efficiëntie en het vergroten van de modal split van de binnenvaart. Een ander op: dit betekent niet dat tarieven gelijk moeten zijn in havens. Want, elke haven heeft een eigen lokale en regionale economie en welk gedrag een haven wil stimuleren is afhankelijk van deze economie. Wel betekent het dat de modal shift beweging er baat bij heeft als havens kiezen voor moderne en uniforme grondslagen. Meer beweegredenen Uiteraard zijn er meer motieven om haventarieven te uniformeren. Modal shift is slechts één van de voorbeelden die laat zien dat uniforme haventarieven en moderne grondslagen logistieke optimalisatie ondersteunt. Een andere reden om moderne en uniforme haventarieven in te voeren is bijvoorbeeld duurzaamheid of digitalisering. Een goed voorbeeld van uniformiteit op het gebied van duurzaamheid is de Green Award voor binnenvaartschepen. Green Award is een keurmerk voor schepen die aan hoge eisen op het gebied van veiligheid en milieu voldoen. Het Green Award Certificaat geeft schepen toegang tot meerdere voordelen, inclusief korting op havengelden. De certificering is gebaseerd op een programma van eisen. Dit is compact gehouden en heeft betrekking op motoren, technische uitrusting aan boord en het gedrag van de bemanning. Door dit programma van eisen is gekozen voor een uniforme manier om duurzaamheid van binnenvaartschepen meetbaar te maken. Door als haven korting aan te bieden aan houders van een Green Award kies je voor een uniforme wijze van stimuleren van duurzame schepen. Tot slot Port Solutions Rotterdam (PSR) is een expert op het gebied van havens en logistiek en kan adviseren over en ondersteunen bij het opzetten van een moderne en uniforme haventariefstructuur. << Meer informatie: Marieke Vavier vavier@portsolutionsrotterdam.nl 06-16147598 Marieke Vavier op het getrapte systeem van de Green Award Foundation of een vergelijkbaar geaccepteerd label systeem. Links Koen de Korte, rechts Bart Kuipers. ongewenst effect is dat verschillende grondslagen in de havengeldverordeningen een belemmering zijn voor het verzamelen van data en het meten van prestaties. Academische literatuur toont aan dat historische grondslagen een remmende werking hebben op economische groei. Grondslagen Zowel academische literatuur als havengebruikers onderbouwen dat grondslagen gebaseerd op werkelijk verbruik zorgen voor optimale economische groei, rechtvaardigheid en vergroening. Gebaseerd op wetenschappelijke argumenten worden drie grondslagen voorgesteld: - Tijd: een tijdgebonden grondslag gebaseerd op de werkelijke verblijftijd in de haven; - Kwantiteit: een kwantitatieve grondslag gebaseerd op werkelijk overgeslagen ton/container; - Vergroening: een groene grondslag gebaseerd Uniformering Uniformering van regelgeving, zoals een havengeldverordening, biedt voordelen aan zowel havenbeheerders als havengebruikers. Naast het bereiken van de gestelde doelen - economische groei, rechtvaardigheid en vergroening - heeft uniformering van het binnenhavengeld een extra spin-off effect. Positieve effecten van uniformering zijn bijvoorbeeld: verlaging van transactiekosten, faciliteren van de handel, schaalvoordelen en een efficiëntere supply-chain. Nederlandse binnenhaven: uniformeer uw havengeldverordeningen! De voorgestelde uniformering van de havengeldgrondslagen heeft grote voordelen. De Nederlandse Vereniging van Binnenhavens, het CBRB en Koninklijke BLN-Schuttevaer roepen de Nederlandse binnenhavens dan ook op om hun havengeldverordeningen te uniformeren. Voor meer informatie: Nederlandse Vereniging van Binnenhavens: l.pater@binnenvaart.nl Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart: r.kasteel@binnenvaart.nl Koninklijke BLN-Schuttevaer: lenyvantoorenburg@bln.nl Havenlocaties 2020 - 71
Oostpoort Dordrecht Uitverkocht! Bedrijventerrein Oostpoort in Dordrecht is uitverkocht. Het terrein van vijftien hectare werd in 2000 door VolkerWessels Grondparticipaties aangekocht. André Mijnster van KWS Infra was vanaf het begin betrokken bij het noodzakelijke bodemonderzoek, het maken van de plannen voor en het aanleggen van de infra. Oostpoort is een ruim veertien hectare groot bedrijventerrein op een zichtlocatie naast de N3. Het is goed bereikbaar via land en water en relatief zware bedrijvigheid is er toegestaan. De eigen insteekhaven heeft een breedte van veertig meter, een diepgang van circa 3,5 meter en een kadelengte van ruim tweehonderd meter. 72 - Havenlocaties 2020
O nderzoek naar en kennis van bodemgesteldheid is een vak apart, zegt Mijnster. “Vijfhonderd meter naar links of rechts, kan al een wereld van verschil betekenen. En dan heb je nog de eisen die per gemeente verschillen. KWS Infra is regionaal vertegenwoordigd en weet overal de weg.” Belangrijke vragen “Wat is er noodzakelijk, welke mogelijkheden zijn er, wat is het benodigde budget, welke varianten kun je verzinnen; dat zijn de belangrijkste vragen waarmee je in eerste instantie aan de slag gaat. En omdat de bodem van Oostpoort een saneringslocatie is vanwege de energiecentrale die er stond, is het extra belangrijk dat de infrapartner over alle benodigde expertise en kwalificaties beschikt”, zegt Mijnster. Infrapartner KWS Infra heeft het hele terrein van 15ha onderzocht op onder meer aanwezige heipalen en bestaande kabels en leidingen, en heeft tevens de kades geïnspecteerd. Makelaar Dennis Dekker van Ooms Makelaars: “Het voordeel van KWS Infra als infrapartner was en is dat ze een totaaloverzicht hebben van het hele terrein. Ze weten wat er moet gebeuren en je hebt dus als koper direct een correcte offerte. De hele samenwerking is prima verlopen, niet alleen tussen ons, maar zeker ook richting de kopers.” Aanvullende expertise KWS Infra is decentraal georganiseerd en heeft veel lokale kantoren. Mijnster: “Het voordeel daarvan is dat we veel kennis hebben van de lokale situatie; van de locaties en van de belangrijkste stakeholders in een regio. Hierdoor kunnen we vroegtijdig meedenken en soms ook werkzaamheden combineren. Tegelijkertijd zijn we een groot bedrijf met veel specialismen in eigen huis. We kunnen snel schakelen als we aanvullende expertise nodig hebben. Binnen VolkerWessels beschikken we over brede kennis en ervaring op het gebied van grondwerken, bouw en logistiek. We leveren desgewenst een totaalplaatje, van kavelverkoop tot en met het turn-key opleveren van het vastgoed. Alles is mogelijk.” ‘Samenwerken en maatwerk was de sleutel voor deze ontwikkellocatie’. Niels Nijenhuis Verkavelen In eerste instantie werden er voor Oostpoort in 2002 plannen ontwikkeld met onder meer een megabioscoop, een winkelcentrum en een voetbalstadion. Een en ander bleef steken in de ideeenfase en uiteindelijk besluit de ontwikkelaar het terrein verkaveld op de markt te brengen. Voor het zoeken van gegadigden wordt Ooms Makelaars, partner in Dynamis, aangesteld. Niels Nijenhuis van KondorWessels Projecten trad op als gedelegeerd opdrachtgever. Nijenhuis: “Door een tegenvallende vraag naar grote kavels is als strategie bedacht om het gehele terrein te herverkavelen tot kleinere percelen die op maat werden afgestemd naar de behoefte van de koper.” Verkopend makelaar Dennis Dekker: “Vanaf 2016 begon het te lopen, toen Stedin als eerste een kavel afnam. Inmiddels zijn alle kavels verkocht.” << Oostpoort-dordrecht.nl Links André Mijnster, rechts Dennis Dekker André Mijnster: ‘We hebben veel kennis hebben van de lokale situatie; van de locaties en van de belangrijkste regionale stakeholders.’ Dennis Dekker: ‘De hele samenwerking is prima verlopen, niet alleen tussen ons, maar zeker ook richting de kopers.’ Havenlocaties 2020 - 73
TE HUUR 27.000 m2 bedrijfsruimte Amsterdam Q4 2020 BESCHIKBAAR vanaf 4.000 m2 KAAPSTADWEG AMSTERDAM LANGS DE A4, A5, A9, A10 EN BIJ LUCHTHAVEN SCHIPHOL DUURZAAMHEID BREEAM VERY GOOD MEER INFORMATIE: BEL: +31 (0)88 989 9898 +31 (0)20 540 54 05
PORT OF MOERDIJK De vierde en meest inlands gelegen zeehaven van Nederland Vier vervoersmodaliteiten: water, buis, weg en spoor Uitstekende ligging tussen Rotterdam en Antwerpen Vestigingsplaats voor logistieke, chemische en circulaire bedrijven WWW.PORTOFMOERDIJK.NL
‘Smartlog is state of the art warehousing’ Mark Mulder, Director Contract Logistics P&O Ferrymasters ‘De uitbreiding van onze warehouse-capaciteit in het Rotterdamse havengebied stond hoog op onze strategische agenda. In het voorjaar van 2019 gingen we op zoek naar potentiële panden die voldeden aan onze eisen en die van onze klanten. Qua timing en faciliteiten sloot het aanbod van DHG direct het beste aan. Het Smartlog-concept sprong eruit, ook in de functionele layout en duurzaamheid. Uitstekend geschikt voor opslag – van grondstoffen tot en met zonnepanelen – en voor verschillende value added activiteiten. Daarbij bleek de kennis en expertise van DHG van wat de logistieke sector nodig heeft een belangrijke toegevoegde waarde. De samenwerking is uitermate prettig verlopen; dat er wordt meegedacht is voor ons essentieel.’ we know how.
1 Online Touch