0

NUMMER 4 JULI 2022 WWW.FMTGEZONDHEIDSZORG.NL 2022 4 Healing environment Nieuw onderkomen UCP Groningen FMT Totaal OK Keuzes en praktijkervaringen ICT Ans van den Bosch over de Wegiz Infectiepreventie: innoveren en waakzaam zijn GEZONDHEIDSZORG

We denken Normec AquaServa: Hét adviesbureau voor waterkwaliteit en gebouwveiligheidid graag met u mee! Bel 088 062 500 Als facilitair manager in de zorg zet u de gezondheid, het welzijn en functioneren van bewoners, medewerkers en gebruikers voorop. Het belang van een gezond binnenmilieu en veilig water is enorm. Normec AquaServa is expert op dit gebied en helpt u hier graag bij. Complete dienstverlening rond waterveiligheid Normec AquaServa biedt een complete dienstverlening op het gebied van waterveiligheid. In de zorg is schoon en veilig water van cruciaal belang. Mensen met een verlaagde weerstand zijn vatbaarder voor mogelijke gevolgen van slechte waterkwaliteit. Bij een overschrijding van de normen komen we direct in actie en zorgen dat het water zo snel mogelijk weer veilig is. Daarna gaan we hard aan de slag om de waterveiligheid in uw zorglocatie duurzaam te herstellen. Totaaloplossing voor een gezond binnenmilieu Ervaren medewerkers klachten zoals hoofdpijn, concentratieproblemen of irritaties aan ogen of luchtwegen? De kans is groot dat er een verminderde luchtkwaliteit is. Met een meting van het binnenklimaat, kunnen we klachten of een slechte luchtkwaliteit herleiden én oplossen. Hier helpen onze experts u ondere andere nog meer bij Binnenmilieuadvies Desinfectie luchtbehandelingskasten Desinfectie waterinstallaties Beheersmaatregelen Legionellapreventie Meer weten? Bel voor een afspraak. Waarom kiezen voor Normec AquaServa?  Ruim 20 jaar ervaring in gebouw- en waterveiligheid en legionellabestrijding.  Wij werken o.a. voor Altrecht, Middin en het Gelre Ziekenhuis.  BRL K14015, BRL K14032, BRL K14036 en BRL K6010  Wij werken nauw samen met Normec BioBeheer; een geaccrediteerd laboratorium. normecaquaserva.nl | +31 88 062 500 Improve Quality. Reduce Risk.

| editorial Healing environment HEILZAAM GROEN Nu de opwarming van onze planeet steeds concretere vormen aanneemt, verbaast het mij dat het voor veel mensen volstrekt vanzelfsprekend is om hun tuin vol te leggen met steen. Meer grond met planten bij onze huizen zorgt dat het almaar overvloediger vallende water beter weg kan en bomen geven verkoeling en trekken dieren aan die de biodiversiteit vergroten. Bovendien is meer groen goed voor ons welzijn. Als onderdeel van het ontsteningsproject bij mijn woning plaatste ik onlangs Portugese laurier als haag. Ik word er blij van als ik ernaar kijk. Dat groen een helende werking kan hebben, weten architecten ook. Met het oog op een ‘healing environment’ biedt het ontwerp van het Universitair Centrum voor Psychiatrie in Groningen twee grote daktuinen. Ook rondom de diverse locaties van ’s Heeren Loo (instelling voor mensen met een beperking) is volop groen te zien. Zie de inspirerende verhalen en afbeeldingen in deze editie. In het artikel over ARCH22 komt de helende werking van natuurlijke elementen ook kort aan bod. Roger Ulrich wees in 1984 al op de relatie tussen uitzicht op groen en de verblijfsduur in het ziekenhuis. In het kader van het aloude adagium ‘voorkomen is beter dan genezen’ staat in deze uitgave daarnaast infectiepreventie centraal. Vaak onderbelicht: de sterilisatie van medische instrumenten; een uiterst secuur proces, van levensbelang om veilig te kunnen opereren. En wat is eigenlijk de rol van handschoenen om infecties te voorkomen? Een verhelderend betoog hierover, waaruit blijkt dat verkeerd handschoengebruik te vaak aan de orde is en juist risico op besmetting kan opleveren. Marcel Loomans van de TU Eindhoven vertelt over zijn onderzoek naar alternatieven voor UDFsystemen op de OK, waarbij gebruik wordt gemaakt van een lokaal ventilatiesysteem waarmee de lucht dicht bij het wondgebied wordt toegevoerd. Op FMT Totaal OK op 15 september is zijn complete verhaal te horen. Dit congres met beurs is absoluut de moeite waard om te bezoeken. Maar eerst een mooie zomer gewenst, met volop verkwikkend groen! Elsie Schoorel Hoofdredacteur Natuur brengt verkoeling en welzijn 3

Karrenwasinstallaties LC serie Thermodesinfector serie Stoomsterilisatoren VS serie Lage temperatuur sterilisatoren PL serie www.steelcogroup.com

In deze uitgave juli | 2022 Nieuwbouw Universitair Centrum voor Psychiatrie (UCP) in Groningen “Wij willen zichtbaar zijn voor de maatschappij” 06 Kop Kop Plat WEGIZ-PROJECTLEIDER ANS VAN DEN BOSCH “Geen enkele partij kan dit alleen, het is een gezamenlijk proces van gebruiker, aanbieder en wetgever” 12 Onderzoek naar alternatieve methoden voor luchtbeheersing op de OK 06 5 16 NVTG NVTG-leden in discussie over luchtbevochtiging in ziekenhuizen 36 15 Bedhoodie geeft patiënt meer privacy 21 Handschoenen en infectiepreventie 28 In Beeld De Beweegmeter van het Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede 31 Praatplaat corona Instrument helpt ervaringen bespreekbaar te maken 34 Nieuwe richtlijn luchtbehandeling in operatieen behandelkamers 42 ATP-metingen verbeteren schoonmaak 44 IAA bouwt woonzorgunits voor ’s Heeren Loo Confectie-zorgarchitectuur is geen eenheidsworst 48 ARCH22 - congres zorgarchitectuur 53 Agenda 26 CSA: secuur werk, uitbesteed of niet Mark Meertens, Voorzitter SVN 18 FMT Totaal OK Vooruitblik op congres Alex de Block Congresvoorzitter

healing environment | tekst • Wilma Schreiber | Foto’s • UMCG Healing environment basis voor nieuwbouw Groninger UCP Eind april werd in Groningen de eerste paal geslagen voor een nieuw gebouw voor het Universitair Centrum voor Psychiatrie (UCP). De huidige verouderde kliniek maakt plaats voor een moderne, vrijstaande kliniek, met een healing environment en energiebesparing als belangrijke uitgangspunten. Een luchtbrug verbindt het nieuwe UCP met het centraal medisch complex van het UMCG. “Die directe verbinding is belangrijk omdat somatiek en en psychiatrische problematiek steeds vaker samengaan.” 6 FMT | juli 2022

| healing environment De centrale hal krijgt een vriendelijke en gastvrije uitstraling. 7

healing environment | Bovenaanzicht van de nieuwbouw, met twee daktuinen tussen de beide gebouwdelen. De luchtbrug (niet zichtbaar op deze impressie) zit naast de hoogbouw richting de oudbouw. Aaltje Bakker, programmamanager Bouw UCP I n eerste instantie onderzocht het UCP de optie van het strippen en opnieuw opbouwen van het huidige pand. Dat bleek echter duurder te zijn dan nieuwbouw en dan zou de gewenste directe connectie met het centraal medisch centrum nog steeds ontbreken. Vervolgens werd gekozen voor de Design & Build-systematiek, zonder de gewenste uitkomst. “De aannemer had moeite de risico’s goed in te schatten en ging daarom bij het specifi ek maken van zaken zoals suïcidepreventie aan de veilige kant zitten. Daar was ons budget niet op berekend”, vertelt Aaltje Bakker, programmamanager Bouw voor het UCP en tevens projectleider voor enkele kleinere projecten binnen het UMCG, zoals de herinrichting van de kinderkliniek en de realisatie van een nieuwe afdeling in het revalidatiecentrum in Haren. Vandaar dat in het vervolgtraject gekozen werd voor de traditionele aanpak, waarbij het volledige ontwerptraject in eigen beheer werd uitgevoerd alvorens over te gaan tot een Europese aanbesteding, die gewonnen werd door de bouwcombinatie BTE (BAM, Trebbe, EQUANS) (zie kader). Nieuwbouw was een noodzakelijke ingreep, gezien de ouderdom en Betrokken partijen De volgende partijen werken samen aan de realisatie van het nieuwe Universitair Centrum voor Psychiatrie: • Atelier PRO • Vakwerk Architecten • Aannemerscombinatie BTE (BAM, Trebbe, EQUANS) • Valstar Simonis (adviseur E- & W-installaties) • Pieters Bouwtechniek Utrecht (constructeur) • Peutz (adviseur bouwfysica) 8 FMT | juli 2022 Marion Beldman, hoofd afdeling Stemmings- en Angststoornissen en lid projectteam Bouw UC huidige staat van het gebouw. “Het pand dateert uit 1969 en bestaat uit een deel hoogbouw van zeven verdiepingen plus een lange gang in een andere poot met verschillende paviljoens van twee verdiepingen”, zegt Marion Beldman, als afdelingshoofd Stemmings- en Angststoornissen en lid van het projectteam Bouw UCP nauw betrokken bij het ontwerp voor de nieuwbouw. “Verschillende klinieken voldoen niet meer aan de eisen die de moderne zorg aan huisvesting stelt in termen van effi ciency, sanitair, klimaat, geluid en warmte-isolatie.” Met de nieuwbouw wil het UCP zowel patiënten, medewerkers als bezoekers faciliteren. “Voor patiënten willen we een plek om vanuit rust, ruimte en activering (waar mogelijk) te werken aan het eigen herstel. En gezien de krappe arbeidsmarkt is het belangrijk medewerkers een fi jne werkplek te bieden waar eff ectieve behandeling en innovatie, samenwerking, opleiding & onderzoek samengaan. Verder moeten familieleden en overige bezoekers zich welkom voelen en gestimuleerd worden partner te zijn in de zorg.” Omgeving bepalend Vandaar de keuze voor een healing environment. Het ontwerp houdt rekening met de stand van de zon en laat zo veel mogelijk daglicht binnen. “Voor mensen met een psychiatrische achtergrond is de omgeving misschien nog meer van belang dan voor anderen. Steeds meer raken we ervan overtuigd dat bijvoorbeeld lichaamsbewe ging, frisse lucht en daglicht ondersteunend zijn voor de behandeling en bijdragen aan herstel. Als UCP willen we een gebouw dat hier optiNieuwbouw was een noodzakelijke ingreep

| healing environment maal aan bijdraagt. We willen zo veel mogelijk aspecten van healing environment benutten en daarin een voorbeeld zijn in Nederland”, stelt Beldman. Op de eerste verdieping staan dan ook twee daktuinen van 400 respectievelijk 600 vierkante meter gepland, die patiënten uitnodigen om naar buiten te gaan in een veilige omgeving. Daarnaast is het kliniekgebouw met patiëntenkamers gehuisvest met zicht op de naastgelegen Oosterparkwijk. “Een bewuste keuze. Wij willen zichtbaar zijn voor de maatschappij en patiënten verleiden stappen te zetten om terug te gaan naar de maatschappij en daar onderdeel van te blijven.” Een natuurlijke routing in het gebouw moet ervoor zorgen dat gebruikers niet snel verdwalen. “Bij binnenkomst in de centrale hal is de ontvangstbalie direct duidelijk. Daarnaast is het een gastvrije, vriendelijke omgeving, waar een kopje koffie gedronken kan worden. Doordat mensen vervolgens maar twee kanten op kunnen, ontstaat overzicht, iets wat overal in het gebouw wordt versterkt door de belijning en kleurstelling van vloeren en wanden”, schetst Bakker. “Verder maken we gebruik van domotica, niet alleen voor het gemak maar ook voor een stuk veiligheid van patiënten. Denk aan camera’s en beeldschermen voor bewegwijzering of informatie.” Flexibel ontwerp De nieuwbouw gebeurt uiteraard conform de vigerende BENGnormen en passend binnen UMCG-brede kaders en plannen. Dat betekent onder meer dat geïnvesteerd wordt in energiebesparende maatregelen. “Het belang daarvan wordt in de huidige geopolitieke omstandigheden alleen maar groter. Dus we hebben zo veel mogelijk energiebesparende voorzieningen aangebracht: qua gevel, beglazing, zonnepanelen en een warmteterugwinningsinstallatie”, zegt Bakker. “Met het oog op het budget is het continu afwegen: bereik je nog steeds wat je wilt en is het zo comfortabel mogelijk voor de gebruikers?” Daarnaast worden heel veel zaken geautomatiseerd uitge‘Wij willen zichtbaar zijn voor de maatschappij’ voerd. “Onnodig licht laten branden in ruimten is dankzij sensoren verleden tijd. Verder creëren we veel licht met behulp van ramen en open ruimten, aangevuld met energiebesparende verlichting.” Hoewel CO2-neutraal nog een brug te ver is, zijn materiaalkeuzes al wel afgestemd op partijen die schoonmaak en onderhoud voor hun rekening nemen, zodat zij zo goed mogelijk hun werk kunnen doen en het gebouw zo goed mogelijk in stand blijft. Richting de toekomst is flexibiliteit een groot goed. “Functioneel gezien is het moeilijk in te schatten hoeveel patiënten er komende jaren op de open en gesloten afdeling zullen komen. Daarom worden op vier afdelingen op drie verschillende plekken deuren in de muur weggewerkt. Zo kunnen we makkelijk inspelen op een veranderende behoefte”, verklaart Beldman. Ook bij kantoorruimten en spreekkamers staat flexibel gebruik voorop. “Medewerkers hebben geen vaste werkplek meer en de behoefte aan ruimte wordt gerelateerd aan aantal patiënten en medewerkers. Momenteel zijn we bezig met een planningssysteem om dat te organiseren en zo efficiënt mogelijk om te gaan met de ruimte”, zegt Bakker. Aangezien het UCP zich nog net binnen de grenzen van het aardbevingsgebied bevindt, is ook daar rekening mee gehouden. Zo zijn er specifieke voorzieningen in de fundering en wordt een deel van de installaties zo opgehangen dat er niet meteen problemen ontstaan bij beweging. “Een veilig gebouw staat voorop, nu en in de toekomst. Het lastige is dat de regelgeving constant verandert.” De daktuinen nodigen patiënten uit om naar buiten te gaan in een veilige omgeving. 9

healing environment | Het UCP Alle patiëntenkamers zijn georiënteerd op de ochtendzon en kijken uit over de Oosterparkwijk. Intensief overleg In het hele traject zijn verschillende belanghebbenden intensief betrokken in tien werkgroepen, met de cliëntenraad als vaste partner. “Daarnaast hebben we patiënten uitgenodigd actief mee te denken over het programma van eisen. En het ontwerp dat we samen met de architect hebben uitgedacht, is steeds geklankbord bij groepen die daar in de praktijk mee moeten werken. Dat leverde input op die we niet hadden kunnen bedenken”, aldus Beldman. “Wij hadden in de centrale hal bijvoorbeeld ingezet op veel licht en groen. De reactie was: ‘Jullie moeten er rekening mee houden dat de ene patiënt overzicht wil en de ander een plek zoekt waar niemand hem of haar ziet.’ Vervolgens hebben we verschillende plekken proberen te creëren: besloten én met overzicht.” Momenteel wordt gewerkt aan de fundamenten en de bouwplaatsinrichting. De planning heeft 18 december 2023 als einddatum bouw, waarna inrichting, testen en verhuizing nog circa drie maanden in beslag zal nemen. April 2024 kan het UCP dan zijn intrek nemen in het nieuwe gebouw. Tot die tijd vormen materiaalschaarste en hogere materiaalkosten een belangrijk aandachtspunt. “We hebben hier goede afspraken over gemaakt met BTE en de opdracht eerder versterkt, zodat de aannemer eerder materialen kon bestellen”, vertelt Bakker, die bij inventaris, automatisering, domotica en interieur tegen dezelfde problematiek aanloopt. “Op sommige ICT-onderdelen zit 400 dagen levertijd. Dan kun je het maar beter alvast organiseren en op de plank hebben liggen.”  10 FMT | juli 2022 Het UCP is onderdeel van het UMCG en levert tertiaire zorg voor volwassenen met ernstige en complexe psychiatrische problematiek in het noorden van Nederland. Daarbij wordt klinische expertise en patiëntenzorg gecombineerd met universitair onderzoek en onderwijs. Er zijn vijf afdelingen: stemmings- en angststoornissen, ouderenpsychiatrie, psychosen, soma & psyche en crisis, deeltijd & opname. Het UCP behandelt zowel klinische als ambulante patiënten; jaarlijks 4.000 tot 5.000 in totaal. De 15.500 vierkante meter nieuwbouw krijgt 68 bedden, twee extra beveiligde kamers, ruimte voor acht deeltijdbehandelingen en een poligebouw voor alle ambulante contacten. Daarnaast telt het gebouw verschillende onderzoeksruimten, onder andere voor innovatieve behandelingen. Er werken ruim 550 mensen. De entree van het UCP

Bewaking systemen MEETINSTRUMENTATIE CPS 6000 en PresSura touch screen systeem voor het bewaken van over- en onderdruk in ruimten. Applicaties • Operatie ruimten • Patiënten kamers • Cleanrooms • Server ruimten Instelbare verschildruk sensoren voor HVAC toepassingen Features: • Touch screen grafisch kleuren display • Interne en externe Modbus • Individuele alarmen • Eenvoudige installatie & configuratie • Meerdere display’s te combineren • Individuele vertragingstijden in te stellen • Beveiligd met pass-word • Meerdere opnemers via Modbus te koppelen. 6280 verschildruk transmitter • vrij instelbaar bereik • hoge nauwkeurigheid • auto-zero optioneel • analoge uitgangen • Modbus • optioneel display • volt en mA uitgangen EE-600/610 serie verschildruk opnemers zijn met name ontwikkeld voor HVAC toepassingen. Ideaal voor luchtbehandelingssystemen en filter metingen. Features: •Instelbare meet bereiken •Diverse analoge uitgangen •Zero en Span te justeren •Eenvoudige installatie •Scherp geprijsd UW PARTNER IN MEDISCH MEUBILAIR Samen zorgen we voor de meest optimale inrichting OPSLAG EN DISTRIBUTIE VAN MEDICATIE INRICHTING DAGBEHANDELKAMER VERPLEEG- EN ZIEKENHUISBEDDEN PERSOONLIJK ADVIES OP MAAT MEDIFIX B.V. Nijverheidsweg 8 5071 NK Udenhout T: +31 13 511 11 11 E:  W: 

ict | tekst • Elsie Schoorel Programmamanager Ans van den Bosch over nieuwe wet Wegiz is stok achter de deur De Wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg (Wegiz) is een stok achter de deur om digitale gegevensuitwisseling in deze sector normaal te maken. Ans van den Bosch, programmamanager Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg, vertelt over de inhoud en de rol van deze wet. “Het kan de administratieve last terugdringen, iets waar zowel zorgverlener als patiënt baat bij heeft.” WEGIZ-programmamanager Ans van den Bosch Is digitale gegevensuitwisseling in de zorg al gewoon aan het worden? “Veel zorgverleners werken digitaal. Er worden ook nog wel dingen met de hand opgeschreven, maar dat komt steeds minder voor. Het punt is dat informatie over patiënten wel digitaal ingevoerd wordt, maar dat die gegevens vaak nog niet worden uitgewisseld. Als een patiënt bij een arts komt moet hij een aantal standaard vragen beantwoorden die hij misschien al op drie andere plekken beantwoord heeft. Niet fi jn voor de patiënt en voor de zorgverleners, die na elkaar dezelfde gegevens zitten in te typen. Dat is zonde van de tijd, een administratieve last die verlicht kan worden. Het is ook tijd die je anders met de handen aan het bed zou kunnen staan.” Welke rol kan de Wegiz spelen om gegevensuitwisseling sneller en beter voor elkaar te krijgen? “Met deze wet stellen we voor bepaalde uitwisselingen van punt naar punt verplichtingen op. Daarvoor hanteren we twee sporen. Bij spoor 1 geldt de verplichting voor het elektronisch uitwisselen, maar niet hoe; dus een pdf sturen mag ook bijvoorbeeld. Bij medicatie is spoor 1 soms nog aan de orde: alle handgeschreven recepten de wereld uit krijgen is daar het eerste doel. 12 FMT | juli 2022 Bij spoor 2 moeten systemen met elkaar kunnen communiceren; NENnormen bepalen dan hoe er uitgewisseld moet worden. Als je je behandeling, om welke reden ook, in een ander ziekenhuis voortzet, hoef je niet opnieuw foto’s of MRI’s te laten maken, bijvoorbeeld. We starten nu met geprioriteerde gegevensuitwisselingen, hopelijk kunnen de standaarden daarvoor ook worden gebruikt in andere gegevensuitwisselingen. Op die manier kan er een olievlekwerking ontstaan binnen het complete zorgnetwerk. Doordat steeds meer zorgaanbieders hun systemen gaan aanpassen en ICT-leveranciers benaderen met de vraag om passende systemen.” Voor welke uitwisselingen gaat de verplichting gelden en hoe zijn die bepaald? “We hebben met het veld bekeken waar de verplichting het meeste voordeel zou bieden, goed realiseerbaar is en waar de zorg zelf het meest op aanstuurde. We kunnen nu eenmaal niet het hele zorgveld in één keer meenemen. We kwamen uit op vier gebieden met prioriteit: 1) Overdracht Basisgegevensset zorg tussen MSZ-instellingen, 2) uitwisseling van beeld en verslag tussen MSZ-instellingen, 3) verpleegkundige overdracht en 4) medicatieoverdracht - Digitaal voorschrijven

en ter hand stellen. Daarnaast staan er nu zeven andere gegevensuitwisselingen op de meerjarenagenda Wegiz (zie kader, red.). Deze aandachtsgebieden zijn onder meer bepaald in samenspraak met de ziekenhuizen die meedoen aan de Versnellingsprogramma’s (VIPP’s). Zij zijn ook betrokken bij de nieuwe kwaliteitsstandaarden en normen. De Wegiz is immers onderdeel van een veel breder traject. We zijn op allerlei fronten bezig. Zo loopt nu het programma DVDexit. Daarmee zijn eigenlijk alle dvd’s al vrijwel verdwenen.” Wat maakt de Wegiz anders dan voorganger EPD, dat in 2011 door de Eerste Kamer verworpen werd? “Bij het EPD stonden de patiëntgegevens centraal, terwijl bij de Wegiz de behandelrelatie centraal staat. Het EPD was een systeem waar alle partijen op moesten aansluiten. Er komt bij de Wegiz geen verplichte infrastructuur. Wij stellen eisen aan de uitwisseling, maar bepalen niet met welke systemen die gebeurt. Vergelijk het met de spoorbreedtes in Europa, daarover is afgesproken dat die hetzelfde zijn. Zodat de treinen op alle sporen kunnen rijden.” Zijn de zorgverleners klaar voor de Wegiz? “We zijn momenteel veel partijen aan het informeren. Ik zie dat er nog een informatieachterstand is. Daarom staan we op beurzen, organiseren we regiobijeenkomsten, houden we de site up-to-date, en hebben we een nieuwsbrief. En er is een Volwassenheidsscan ontwikkeld die bekijkt hoe implementatiegereed het veld is. Als dat onvoldoende is, moet daar eerst aandacht voor zijn. Dan zullen we nog geen traject van verplichting opstarten. Ook zijn we een zelfscan aan het ontwikkelen, die een zorgaanbieder zelf kan toepassen zodra de NEN-norm gereed is. Daar rolt dan uit wat nog extra aandacht behoeft voordat de implementatie in gang gezet kan worden.” 'In de Wegiz staat de behandelrelatie centraal' Elf gegevensuitwisselingen Dit zijn de 11 gegevensuitwisselingen op de Meerjarenagenda Wegiz, waarvan de eerste vier prioriteit hebben: • Overdracht Basisgegevensset Zorg tussen MSZ-instellingen • Uitwisseling van beeld en verslag tussen MSZ-instellingen • Verpleegkundige overdracht • Medicatieoverdracht | Digitaal voorschrijven en ter hand stellen • Medicatieoverdracht | Medicatie- en toediengegevens • Medicatieoverdracht | Laboratoriumgegevens voor medicatie • Medicatieoverdracht | Contra-indicatie en overgevoeligheden • Gegevensuitwisseling in de oncologische zorg • Beelduitwisseling pathologie • Gegevensuitwisseling rondom geboortezorg • Gegevensuitwisseling tussen geboortezorg en JGZ 13

Philips maakt oplossingen voor de uitwisseling en integratie van medische gegevens, zoals dit KODEX-EPD cardiac imaging and mapping system, dat wordt gebruikt bij de behandeling van boezemfibrileren. | Foto: Philips Hoe ziet de certificering eruit? “ICT-leveranciers moeten producten ontwikkelen die voldoen aan de NEN-normen, anders vallen ze buiten de boot. De minister gaat certificerende instellingen aanwijzen. De goedgekeurde systemen krijgen een sticker. De NEN-normen worden opgesteld in samenwerking met het zorgveld en de ICT-partijen. Waar nodig worden de normen geüpdatet.” Hoe maak je het voor alle ziekenhuizen betaalbaar hieraan mee te doen? “Voordat we een traject opstarten voeren we een maatschappelijke kosten-batenanalyse uit. Die moet positief uitpakken om de Wegizverplichting eraan te koppelen, anders doen we dat niet. Als die analyse positief uitpakt, kijken we later in een financieringsonderzoek naar de verdeling van de lusten en lasten. Op basis daarvan nemen we een besluit of compensatie nodig is. Ook de NZA zal nog kijken naar de kosten die ermee gemoeid zijn. Eventueel worden de tarieven aangepast.” Wat is uw idee over de tweespalt tussen privacy en snelle behandeling van patiënten? “Het is altijd een afweging tussen de privacy van de patiënt versus snelheid. We bekijken of we bijvoorbeeld voor de spoedeisende hulp een andere route kunnen volgen. Zodat er niet te veel omwegen zijn om aan gegevens te komen. Want voor hetzelfde geld is het dan te laat voor die patiënt. De minister laat onderzoeken op welke manier je gegevens van mensen centraal of decentraal zou kunnen opslaan. Je zou metadata ergens kunnen opslaan waar een zorgverlener gegevens uit kan halen, zonder dat er meteen een compleet patiëntendossier in de lucht zweeft.” In mei kwam de European Health Data Space-verordening (EHDS) naar buiten. Wat is daarvan de invloed op de Wegiz? “Dat is lastig te zeggen, het hangt nog af van de onderhandelingen van de diverse landen. Hoe dan ook zijn de hoofdlijnen nogal vergelijkbaar met de Wegiz; ook in Europa kijken ze naar normtrajecten en grotendeels naar de uitwisselingen die wij ook voor ogen hebben. De verordening maakt wel dat wij erover na moeten denken hoe we de data precies gaan opslaan, vandaar het eerder genoemde onderzoek waarin alle scenario’s worden onderzocht. De minister noemt een aantal scenario’s, waarbij het ene gaat om het verbinden van bestaande netwerken/infrastructuren en het andere over het inrichten van een platform waar die data terechtkomen. Ook een nationaal agentschap wordt vanuit Europa genoemd. De vraag is: leg je die taken bij bestaande organisaties of zet je een nieuwe organisatie op?” 14 FMT | juli 2022 De NEN-normen worden opgesteld in samen werking met het zorgveld en de ICTpartijen Wat kan de invoering van deze wet in gang brengen? “Ik hoop in elk geval bewustwording te bereiken, ook bij de ICT-leveranciers, die meer effort erin moeten stoppen om systemen op elkaar aan te laten sluiten. Als je systemen interoperabel functioneren, heb je als bedrijf een betere toekomst voor de boeg. Verplichting is een stok achter de deur. Daarbij hoop je dat de rest van het veld die stok niet nodig heeft en zelf initiatieven ontplooit om tot goede digitale gegevensuitwisseling te komen. De basisgegevensset zorg is voor veel behandelsituaties van belang; ik hoop een breder publiek te bedienen, zowel patiënten als zorgverleners. Ik heb de indruk dat het veld er positief tegenover staat, men begrijpt de urgentie. Ook kan het de administratieve last terugdringen, iets waar zowel zorgverlener als patiënt baat bij heeft. Tot slot wil ik meegeven: geen enkele partij kan dit alleen, het is een gezamenlijk proces van gebruiker, aanbieder en wetgever.”  Vervolgstappen Bij het ter perse gaan van deze editie van FMT moest de Wegiz nog ter behandeling naar de Tweede Kamer, wat in de week van 28 juni gepland stond. Het laatste nieuws hierover is te lezen op www.fmtgezondheidszorg.nl. Daarnaast is er een internetconsultatie gestart, waarbij spoor 1 van de medicatieoverdracht openstaat voor reactie, tot 14 juli 2022. https://internetconsultatie.nl/begiz

partnercontent • Bedhoodie | heal ing environment Bedhoodie: nog voor de marktgang nieuwe toepassingen Zelden komt een product zo direct in ontwikkeling om antwoord te geven op een patiëntbehoefte als de Bedhoodie. Het was een patiëntenklankbordgroep in het UMC Utrecht die, gevraagd naar ideeën over wat er nu écht eens moet veranderen, unaniem riep dat bij bedvervoer van angstige en kwetsbare mensen door het ziekenhuis wel meer aandacht mocht zijn voor de privacy. Het ziekenhuis ging ermee aan de slag, en dat was stap 1 in de ontwikkeling van de Bedhoodie: een kap die de patiënt naar eigen behoefte over het hoofdeinde van het bed kan trekken. E en van de leden van de bewuste klankbordgroep: “De privacy in een ziekenhuis is vaak nul komma nul. Dat geldt zowel tijdens bedvervoer - als je zonder bril, make-up, of bh door de gangen wordt gereden - als op meerpersoonskamers.” Ex-patiënt Hester Wessels: “Ik werd heel slaperig van het middel dat ik voorafgaand aan mijn chemo kuren kreeg. Maar het voelde niet prettig om zo ‘tussen de anderen’ op de dagbehandeling te gaan zitten slapen. Kap opzetten was dan fi jn geweest voor privacy, een beetje beschutting, niet zo zichtbaar.” Verpleegkundig specia-list Carlo Schippers: “Die patiënten hebben groot gelijk. Ik ben ervan overtuigd dat we dit over 15 jaar niet meer accepteren.” Van idee naar product Na een eerste uitwerking van het patiëntidee kreeg de Bedhoodie vorm. Ontwerpbureau Panton, gespecialiseerd in het ontwerpen van producten die de kwaliteit van zorg verbeteren, tekende voor het ontwerp. Er zijn varianten van de Bedhoodie voor behandelstoelen en verpleeg-/thuiszorgbedden. Hoewel de producten nog in de testfase zitten – die vanwege de coronacrisis vanzelfsprekend moeilijk te plannen was – komen de ideeën voor meer toepassingen van verschillende kanten binnen. Zo zijn er dit jaar instellingen bijgekomen waar patiënten verblijven met hersenletsel, dementie of psychische aandoeningen. Veel van die mensen hebben snel last van overprikkeling. Onderzocht wordt of de Bedhoodie een dempend eff ect kan hebben op prikkels. Bedhoodie, verstelbare kap op verpleegbed Pilots De start up moet alle zeilen bijzetten om zijn bordjes in de lucht te houden. CEO Nicole Plum: “De pilots die we wél konden uitvoeren waren leerzaam en zijn goed verlopen. Het product werkt, het doet wat het moet doen, en blijkt ook te voldoen aan alle eisen van hygiëne, veiligheid en arbo. En vooral: de bevindingen van patiënten zijn wat we verwachtten. Niet iedereen is hetzelfde; dat maakt het zo belangrijk dat patiënten zelf de regie kunnen voeren over het gebruik van de kap. De mensen die er behoefte aan hadden zijn blij met de hoodie: ze ervaren bescherming en geborgenheid. Degenen die er geen behoefte aan hebben, hebben er geen last van. Zorgverleners hadden aanvankelijk soms twijfel of het extra werk van het bevestigen in te passen is in hun werk. Maar zij zien in het gebruik dat het uiteindelijke resultaat van meer regie aan patiënten geven hun uiteindelijk juist ontlast.” Investering Hoewel het geen makkelijke tijd is om een nieuw product te ontwikkelen en te testen vond Bedhoodie een investeerder in Wesseling BV, producent van een keur aan medische behandeltafels. Directeur Daan Wesseling: “Wij hechten belang aan vernieuwingen die de zorg verder brengen. We zijn niet aangeslagen op de Bedhoodie om er rijk van te worden. Zo duur wordt hij niet, dus dat gaat heel lang duren. Maar voor ons is het een interessant product omdat we ermee kunnen laten zien waar we voor staan. Als ik aan persoonlijke en zakelijke relaties vertel over de bedhoodie krijg ik heel vaak terug: ‘Waarom bestaat dat niet allang?’ Goeie vraag. Maar hij komt er nu dan toch aan, en ik weet zeker dat het een aanwinst voor de zorg zal zijn.”  Meer informatie www.bedhoodie.nl 15

infectiepreventie | tekst • Frank van Wijck Onderzoek naar alternatieve methoden voor luchtbeheersing op de OK Naar de luchtbeheersing in operatiekamers wordt al jaren onderzoek gedaan. Centraal hierbij staat dan doorgaans de vraag hoe met optimale luchtbeheersing het infectierisico voor de patiënt kan worden geminimaliseerd. Maar er zit ook een ander aspect aan, stelt Marcel Loomans, universitair docent aan de Technische Universiteit Eindhoven: het thermisch comfort voor de professionals op de OK. H et meest toegepaste systeem voor op de OK’s in de Nederlandse ziekenhuizen is UDF ofwel unidirectional flow. De lucht wordt hierbij vanaf het plafond van de OK naar beneden geblazen en via de zijwanden afgevoerd. De luchtstroom beweegt zich dus in grote lijnen één kant op en het doel hiervan is duidelijk: micro-organismen weghouden uit het operatiegebied van de patiënt en zo een postoperatieve wondinfectie voorkomen. Zowel de toevoerluchtsnelheid als de temperatuur van de lucht, meer specifiek het temperatuurverschil, spelen hier een rol in. Op de tocht “Een logisch uitgangspunt”, zegt Loomans. Hij is universitair docent bij de groep Building Physics and Services binnen de faculteit Gebouwde Omgeving van de Technische Universiteit Eindhoven. De patiënt is niet de enige persoon op de OK. Die wordt geopereerd door de chirurg en in slaap gehouden door de anesthesist en er is een OK-team dat de ingreep ondersteunt, zo stelt hij. “Voor deze professionals is ook het thermisch comfort tijdens het werk op de afdeling iets om rekening mee te houden”, zegt hij. En met een UDF staan zij feitelijk de hele operatieprocedure lang op de tocht. “Vragenlijsten die wij onder professionals op de OK hebben uitgezet, leveren een wisselend beeld op”, vertelt Loomans. “De een vindt het continu te koud op de OK, de ander juist te warm.” Invloed op het resultaat In antwoord op de vraag hoe relevant het is om met het thermisch comfort van de professionals op de OK rekening te houden, zegt Loomans: “Ja, natuurlijk is dit belangrijk. Als zij niet worden afgeleid door warmte of koude, zal dit hun werkomstandigheden op de OK allicht verbeteren. En betere werkomstandigheden kunnen ook invloed hebben op het resultaat van de operatie.” 16 FMT | juli 2022 Luchtbeheersingssystemen Drie typen luchtbeheersingssystemen zijn op de markt: • Unidirectional flow (UDF): een krachtige luchtstroom vanaf het plafond en een gericht stromingsprofiel naar de onderkant van de zijwanden aan de operatiekamer. • Temperature controlled airflow (TAF): de combinatie van een neerwaarts gerichte luchtstroom in de kern van de OK en extra luchttoevoer in de periferie ervan. • Turbulent mixed airflow (TMA): een luchtstroom die voor een beschermend gebied zorgt door verdunning van de contaminatie tot een lager concentratieniveau door menging met schone lucht.

Marcel Loomans op FMT Totaal OK Op FMT Totaal OK geeft Marcel Loomans om 12.15 uur een lezing: Het thermisch comfort op de OK: voor het welzijn van de patiënt én de medewerkers. Het congres vindt plaats op 15 september in congrescentrum Supernova in de Jaarbeurs in Utrecht. Marcel Loomans, universitair docent bij de groep Building Physics and Services binnen de faculteit Gebouwde Omgeving van de TU Eindhoven Dat maakte het interessant voor Loomans om onderzoek te doen naar alternatieve manieren van luchtbeheersing op de OK, die de doelstelling van het voorkomen van postoperatieve wondinfecties voor de patiënt niet compromitteren, maar wel het thermisch comfort voor de professionals zouden kunnen verhogen. Hierop gaat hij tijdens zijn lezing tijdens het FMT Totaal OK congres van 15 september in detail in, maar hij wil wel vast een tipje van de sluier oplichten. Lokale ventilatie Loomans vertelt: “In een onderzoeksetting hebben we gezocht naar alternatieven voor de gangbare UDF-plafonds, waarbij gebruik wordt gemaakt van een lokaal ventilatiesysteem waarmee de lucht dicht bij het wondgebied wordt toegevoerd. Daartoe bestaan mogelijkheden, en die kunnen eveneens worden toegepast om lucht rechtstreeks naar de instrumententafel toe te voeren. Ook daarvoor is een effectieve luchtstroom belangrijk natuurlijk, want het instrumentarium wordt tijdens de operatie op en in de patiënt gebruikt en moet tot die tijd dus steriel blijven.” Het is mogelijk, stelt Loomans, om de gerichte luchttoevoer voor de instrumententafel in die tafel zelf te verwerken. “Dit kan voor de operatietafel theoretisch ook”, zegt hij. “We hebben een prototype voor deze opzet ontwikkeld en getest in een mock-up OK. Met deze opzet zou het mogelijk moeten zijn om op ruimteniveau in de OK op een andere wijze te ventileren en conditioneren, waarmee een prettiger werkomgeving ontstaat waarin de leden van het operatieteam niet worden afgeleid door warmte of koude.” Ruimte voor innovatie Hoe nu verder? “Feitelijk is mijn verhaal op Totaal OK een uitnodiging voor de industrie”, zegt Loomans. “Ik kan mij voorstellen dat het huidige UDF-plafond de norm blijft voor de orthopedische chirurgie, omdat die het hoogste infectierisico geeft voor de patiënt, maar dat voor minder risicovolle ingrepen alternatieven worden ontwikkeld langs de door ons onderzochte lijn. Nu steeds meer ingrepen minder invasief worden, moet er ruimte zijn om de thermische comfortaspecten mee te nemen in het ontwerp van luchtbeheersingssystemen.” Naar luchtbeheersing op de OK wordt al decennia onderzoek gedaan. In zijn eerdere werk bij TNO heeft Loomans zich hier ook mee beziggehouden. “Je ziet ook wel dat nieuwe oplossingen worden ontwikkeld”, zegt hij, “maar die zijn nog steeds gebaseerd op het ventileren van de gehele ruimte. Begrijpelijk, want in de normen is UDF ook lang de standaard geweest. Het is pas relatief recent omgezet naar een prestatiegebaseerd uitgangspunt. Dat schept ruimte voor lokale oplossingen en vandaar dus ook ons onderzoek. Om dit echt van de grond te krijgen, zou het interessant zijn als vanuit de ziekenhuizen de vraag naar deze mogelijkheden wordt gesteld aan de industrie.”  'Met een UDF staat OK-personeel feitelijk gedurende de hele operatie op de tocht’ 17

congres | partnercontent • Alex de Block, programmacoördinator Totaal OK FMT Totaal OK Congres & beurs Op donderdag 15 september a.s. zal het derde FMT Totaal OK Congres & beurs plaatsvinden in Supernova, Jaarbeurs Utrecht. Na drie afgelastingen in de afgelopen twee jaar vanwege de Covidpandemie kan de organisatie eindelijk de vele (voor)aanmelders gaan verwelkomen. H et oorspronkelijke (2020) programma is op onderdelen aangepast en de sprekers hebben aangekondigd dat zij hun presentaties verder gaan actualiseren. Rode draad en basis van het Totaal OK Congres is en blijft het ontwerpen, bouwen, inrichten en gebruiken van OK-complexen in al haar (neven)facetten. Ook tijdens de eerste twee congressen is dit basisgegeven een succes gebleken. Thema: ‘Keuzes en praktijkervaringen’ Na twee congressen waarbij de nadruk meer lag op het technisch ontwerpen, bouwen en inrichten van OK’s, al of niet gebruik ma kend van Virtual Reality, zal tijdens de derde Totaal OK-editie het thema vooral vanuit de praktijk worden benaderd. Zowel de inrich ting als het praktisch gebruik en beheer van nieuwe, integrale OK-concepten zullen, vanuit meerdere interessante invalshoeken, volop de aandacht krijgen. Toonaangevende sprekers zullen u informeren over keuzes die binnen OK-projecten zijn of 18 FMT | juli 2022 nog worden gemaakt, met als te beantwoorden vragen: Wat is of wordt de impact hiervan op de werkvloer? Zijn alle keuzes van meerwaarde voor de patiëntenzorg? Het congres start met het ontrafelen van het labyrint aan nationale en internationale OK-richtlijnen. Recent is er ook weer één bijgekomen ter vervanging van de aloude WIPrichtlijn. Waar moet een nieuw OK-complex nu ondertussen aan voldoen en welke richtlijnen zijn echt van meerwaarde? De discussie hierover blijft boeiend. Aansluitend wordt het zinvolle gebruik in de praktijk van één van de richtlijnen uitgelegd. Het tweede deel van de ochtend zal in het teken staan van uiteindelijke keuzes, al of niet conform richtlijnen, die in de praktijk niet per definitie een succes hoeven te blijken. Een tweetal sprekers zullen dit met gedegen onderzoeken proberen duidelijk te maken. Luchtbehandeling Bij de TU Delft staat een nagebouwde OK waar een onderzoekproject is gestart naar o.a. de luchtkwaliteit in OK’s die gebruik maken van uiteenlopende luchtinblaassystemen. De TU in Eindhoven deed uitgebreid ‘in-situ’ onderzoek naar het thermisch comfort in de OK. Zo kunnen verschillende typen luchtinblaassystemen verschillende thermische sensaties teweegbrengen bij het operatieteam. Soms waait het te hard, dan is het weer te koud of te warm, zo is de klacht. Maar welke keuze is het beste voor de patiënt én de medewerkers? Groene OK Het middagprogramma start met het inmiddels hot topic van de Groene OK. De keuzes voor meer disposables waren ooit om meerdere redenen zeer legitiem. De laatste jaren is het bewustzijn over de hiermee gepaard gaande afvalberg enorm toegenomen. Met welke nieuwe keuzes tot gevolg? Datagestuurd De Sint Maartenskliniek was spraakmakend tijdens het tweede Totaal OK Congres. Met gebruikmaking van o.a. Virtual Reality werden prachtige nieuwe OK’s voorgeschoteld. De

uiteindelijke keuze werd toch anders, maar eveneens zeer vooruitstrevend. Hierop wordt een praktische toelichting gegeven evenals over de toegevoegde waarde van procesborging en -integratie in het gebruik van data en monitoring. Innovatieve chirurgie Ter afsluiting van het congres zal het onderwerp innovatieve chirurgische technieken volop de aandacht krijgen. Want ook de OK heeft en krijgt hier, nu en in de toekomst, in toenemende mate mee te maken. De eerste presentatie zal het onderwerp vanuit de kant van de chirurg belichten, de tweede presentatie vanuit de kant van de techniek. Voor deze laatste presentatie is het de organisatie gelukt om Maarten Steinbuch zijn levendige visie te laten geven op de toekomst van de OK en de chirurgie. Want hoe ver gaat de technologische ontwikkeling in het algemeen en wat is/ wordt de impact daarvan binnen de OK? Beurs Naast het congresprogramma is er uiteraard een omvangrijke beursvloer gecreëerd in de foyer van Supernova, aansluitend aan de congreszaal. Hiervoor hebben zich al 44 organisaties en bedrijven aangemeld en zijn er momenteel nog een beperkt aantal standruimtes vrij. De organisatie nodigt bedrijven dan ook uit om gebruik te maken van de mogelijkheid om op de beurs aanwezig te zijn. Congresthema: ‘Keuzes en praktijkervaringen’ FMT Totaal OK 2022 belooft een informatieve en boeiende netwerkdag te worden die u niet wilt missen! De dag zal wederom onder deskundig voorzitterschap staan van Prof.ir. P.G. (Peter) Luscuere, Inspired Ambitions / Building Physics TU Delft.  Informatie en aanmelding www.totaalok.nl Totaal OK Congres van OK-complexen ontwerpen bouwen inrichten gebruiken } 19

technische installaties | advertorial • IMI Aero-Dynamiek Gebouwoptimalisatie is essentieel voor gezondheidszorg Met name binnen de gezondheidszorg verdient gebouwoptimalisatie alle aandacht. IMI Aero-Dynamiek is gespecialiseerd in advies en begeleiding om tot een optimaal presterend en duurzaam gebouw te komen. Daarbij wordt ingezet op volledige synergie in zowel bouwkundig opzicht als op het gebied van de gebouwgebonden installaties. Meedenken vanaf de ontwerpfase Vaak worden de experts van IMI Aero-Dynamiek al in de prille ontwerpfase van bijvoorbeeld ziekenhuizen bij een project betrokken. Dat heeft als voordeel dat er in een vroegtijdig stadium vanuit een breed en relevant kennisveld meegedacht wordt over de bouwkundige en installatietechnische uitwerking. Denk bijvoorbeeld aan aspecten als isolatie, ventilatie, koeling, verwarming, luchtbehandeling, sanitaire voorzie ningen, data en elektra. Binnen de gezondheidszorg en met name in de klinische ruimtes, zoals operatiekamers, isolatiekamers, bereidingsapotheken, dialysecentra en laboratoria, luistert dat bijzonder nauw. Prestatiemetingen voor borging van kwaliteit Er mag zeker binnen de gezondheidszorg niks aan het toeval worden overgelaten. Vandaar dat IMI Aero-Dynamiek voor oplevering veel tijd en aandacht besteedt aan het inspecteren, testen, meten, instellen en ijken van de gebouwgebonden technische installaties. Denk hierbij aan bijvoorbeeld validatiemetingen en luchtdichtheidsmetingen. Met gedetailleerde meetrapporten en testverslagen bij de hand, kunnen aannemers en installateurs heel gericht de laatste puntjes op de i zetten. Ook na de oplevering kunt u voor advies en periodieke gebouw- en installatietechnische inspecties, metingen en testen altijd op IMI Aero-Dynamiek rekenen.  Meer informatie: www.imiplc.com 20 FMT | juli 2022

tekst • Betty Rombout | Beeld • Sanne Donders | infectiepreventie Gebruik handschoenen schiet doel infectiepreventie vaak voorbij Glove awareness gaat over het gebruik van handschoenen in de gezondheidszorg, veelal met infectiepreventie als doel. Dat werkt niet altijd zoals de gebruiker beoogt. Het verkeerd gebruik van handschoenen kan juist een risico op besmetting opleveren. De VHIG De VHIG is een beroepsvereniging met ongeveer 500 leden. “Alle deskundigen infectiepreventie hebben de post-HBO opleiding gevolgd; dat kan in Utrecht en Groningen. Als infectiepreventiedeskundige houden we de deskundigheid hoog. We laten ons accrediteren om onze kennis ook na de opleiding op peil te houden” zegt Mieke Waltmans. F MT Gezondheidszorg praat met Mieke Waltmans, deskundige Infectiepreventie in het ErasmusMC. Zij is daar onder andere lid van een projectgroep over het juiste gebruik van handschoenen. Waltmans is tevens voorzitter van de VHIG, de beroepsvereniging voor deskundigen infectiepreventie werkzaam in diverse zorginstellingen. Ook aan tafel: Nicole Kiefte, zelfstandig deskundige infectiepreventie gericht op met name de langdurige zorgsector en actief lid van de VHIG. Binnen die beroepsorganisatie is zij lid van de pijler VHIG & Omgeving. Wanneer handschoenen? Handschoenen beschermen de zorgverlener en kunnen overdracht van micro-organismen voorkomen. Maar handschoenen dienen wel op de juiste momenten gedragen te worden, anders kunnen ze het tegenovergestelde effect veroorzaken. Op de vraag wanneer het dragen van handschoenen in de gezondheidszorg aan te raden is, zegt Nicole Kiefte: “Het enige moment waarop een zorgprofessional handschoenen zou moeten dragen is wanneer hij zorg verleent aan patiënten die drager zijn van een pathogeen (ziekmakend) micro-organisme, bij schadelijke stoffen en De VHIG is nationaal actief. Waltmans: “We zorgen er voor aangesloten te zijn in het land bij alle leidraden/richtlijnen die gemaakt worden. Vooral om onze kennis kwijt te kunnen in deze richtlijnen. We maken beleid, maar moeten er ook voor zorgen dat dit toegepast wordt. De veiligheid van de patiënt en de medewerker in de zorg, is ons grootste doel. Daarnaast sluiten wij ons ook aan bij landelijke initiatieven ter bevordering van duurzame zorg.” 21

lichaamsvloeistoffen zoals poep, plas, speeksel en bloed. Je draagt dus wel handschoenen bij het legen van een urinekatheter, maar niet bij het bedienen van een infuuspomp.” Vijf momenten Goed dus dat de handschoenen er zijn. “Maar”, vult Waltmans aan, “handschoenen zijn geen vervanger van handen wassen of handen desinfecteren. Daar worden ze wel vaak voor gebruikt. We kennen de 5 WHO-momenten waarop zorgverleners handhygiëne moeten toepassen: 1. voor contact met de patiënt, 2. voor een schone (aseptische) handeling, 3. na contact met lichaamsmaterialen, 4. na contact met patiënt, 5. na contact met de patiëntenomgeving. Handhygiëne zorgt ervoor dat micro-organismen niet van de een naar de ander gaan.” 22 FMT | juli 2022 “Mensen denken veilig te werken met altijd handschoenen aan, maar eigenlijk is het dus schijnveiligheid”, aldus Nicole Kiefte. “Op een gegeven moment zagen we dat op de IC´s steeds meer handschoenen gedragen werden. Het werd een soort standaard, zo ook op de OK. In de COVID-periode is het dragen van handschoenen overgeslagen naar de samenleving. Het is niet duidelijk wanneer je handschoenen dragen moet en wanneer je dat beter niet kunt doen. Daar ligt dus een taak voor de VHIG, voorlichting geven en kennis blijven delen.” Handen uit de mouwen Het Erasmus MC kent een regionaal project ‘Handen uit de mouwen’. Onafhankelijke observatoren meten twee keer per jaar in alle ziekenhuizen in de regio de handhygiëne, op de eerdere genoemde vijf momenten. Zodoende weet men of de kennis rondom handhygiëne juist toegepast wordt. De resultaten worden teruggekoppeld en met elkaar vergeleken. Waar staan we als ziekenhuis en waar kan het beter? “Als een afdeling supergoed scoort, dan delen we natuurlijk een compliment uit”, zegt Waltmans. Cijfers Maar, hoe vaak gaat het mis? Zijn er cijfers van? “100% goede toepassing van handhygiëne is niet haalbaar”, zegt Mieke Waltmans. “Het streven is er natuurlijk altijd. Om goede handhygiëne uit te kunnen voeren moeten er faciliteiten beschikbaar zijn, zoals een handalcoholpompje en/of een wasbak en moeten medewerkers weten wanneer zij handhygiëne moeten toepassen. Kennis over

| infectiepreventie ‘Altijd werken met handschoenen aan geeft schijnveiligheid’ door handsieraden te dragen. De trouwring bijvoorbeeld, wil men vaak niet afdoen. Als er geen aanspreekcultuur is, verandert er ook niets. Waar ik tegenaan loop in de langdurige zorg is ‘dat alles zoveel mogelijk op thuis moet lijken’. Toch is er een aantal basismaatregelen dat zowel voor het ziekenhuis geldt als in de langdurige zorg. Een ervaring uit de praktijk is dat veel instellingen in het coronatijdperk standaard het dragen van maskers en handschoenen hadden ingevoerd. Met als gevolg dat het personeel hun handen helemaal niet meer waste/desinfecteerde. Zelfs met eten bereiden hadden ze de handschoenen aan. Die zijn nooit schoon. Daar kan het mis gaan.” “Bovendien”, vervolgt Kiefte “constant handschoenen dragen veroorzaakt zweten. Het kan huidproblemen veroorzaken bij de zorgverlener. Kortom, handschoenen dienen alleen gedragen te worden op het moment dat het echt nodig is. Anders belasten we ook nog eens ons milieu ermee.” Vacatures Nicole Kiefte: ”Ik zou heel graag zien dat elke zorgorganisatie de beschikking heeft over een deskundige infectiepreventie om de juiste afwegingen te maken. Helaas hebben niet alle instellingen die deskundigheid in huis. Niet elke zorginstelling (buiten de ziekenhuizen) ziet de meerwaarde en we kennen veel vacatures.” “Vreemd eigenlijk”, zegt Mieke Waltmans: “Het is zo'n leuk en uitdagend beroep. Het ene moment is een infectiepreventie-deskundige in gesprek met een schoonmaker en het volgende moment met een chirurg. Maar wellicht is het vak nog niet bekend genoeg.”  Green Team infectiepreventie moet al onderdeel zijn van de zorgopleiding. Daarom zorgen we dat we vaker bij de opleider binnenkomen, een van de taken van de VHIG. Daarnaast moet handhygiëne goed zijn opgenomen in de werkprocessen van de medewerkers. Goed nieuws is dat we nog steeds verbeteringen zien in ons ziekenhuis. Voor 2014 werd er landelijk op circa 20% van de juiste momenten handhygiëne toegepast. Met onze regio Rotterdam-Rijnmond zitten we nu op bijna 70%. Let wel, we geven het constant aandacht.” Cultuuromslag Nicole Kiefte: “Mieke heeft het met name over de ziekenhuizen. In de langdurige zorg is er nog een lange weg te gaan. Daar is echt een cultuuromslag nodig. Zorgverleners passen soms geen goede handhygiëne toe Het landelijke Green Team Infectiepreventie is gestart in januari 2022. Het is een landelijke groep van deskundigen infectiepreventie met een missie. De missie is te informeren, te inspireren, te verbinden en wakker te schudden. Zodat patiëntveiligheid in de zorg -het primaire doel van infectiepreventie- overeind blijft, maar verenigt met duurzaamheid. Het Green Team vertegenwoordigt de VHIG. De visie van de VHIG is om de professionalisering van infectiepreventie in de gezondheidszorg op duurzame wijze vorm te geven en zo bij te dragen aan de algemene verduurzaming van de zorg. Vanuit deze visie onderschrijft de VHIG het belang van de doelstellingen van de Green Deal Duurzame Zorg: 1) CO2-emissie van de zorgsector terugdringen 2) Circulair werken bevorderen 3) Medicijnresten in oppervlaktewater en grondwater terugdringen 4) Gezonde leefomgeving creëren in en buiten zorginstellingen, die de gezondheid bevordert van iedereen. Mieke Waltmans: “Momenteel worden er allerlei aanpassingen in het beleid gemaakt om het ziekenhuis te verduurzamern. Belangrijk is dat deskundigen infectiepreventie betrokken zijn bij deze initiatieven om de patiëntveiligheid te waarborgen. We willen voorkomen dat er transmissie is van micro-organismen van de ene naar de andere patiënt. Hiertoe heeft het Green Team Infectiepreventie een handreiking gemaakt hoe met infectiepreventie in ziekenhuizen om te gaan in het kader van duurzame zorg. In elk ziekenhuis ontstaan er nu Green Teams, bestaande uit mensen van onder meer OK en SEH.” 23

cleanroom | advertorial • Cleanroom Combination Group OK-wandsystemen van Cleanroom Combination Group Cleanroom Combination Group realiseert sinds 2004 hoogwaardige operatiekamers. Vanuit de expertise die CCG daarmee heeft opgebouwd, is er een geheel nieuw solid surface OK wandsysteem ontwikkeld. S olid surface is een inert, door en door gekleurd niet poreus product. Het materiaal is volledig homogeen en heeft een warme, hoogwaardige uitstraling. De solid surface panelen kunnen thermisch gevormd worden waardoor ronde overgangen, zoals in de hoeken en rondom kozijnen, gerealiseerd kunnen worden. Alle delen sluiten naadloos op elkaar aan, waardoor de OK optimaal schoon te houden is. De techniek, alsook de werknissen, kasten en stopcontacten, zijn vlak in de wand geïntegreerd. Een groot voordeel van het product is tevens dat eventuele beschadigingen eenvoudig en onzichtbaar te herstellen zijn. Hierdoor behoudt de OK jarenlang zijn kwaliteit en uitstraling. Trespa Toplab Vertical Het CCG-3 systeem is een wandsysteem voorzien van Trespa Toplab Vertical 3 mm. Het oppervlak is passief antibacterieel en laat zich uitstekend desinfecteren. Het wandsysteem kan brandwerend, stralingswerend, dB-werend en luchtdicht uitgevoerd worden en leent zich, 24 FMT | juli 2022 Werkstation in het Máxima Medisch Centrum, Veldhoven dankzij doordachte en beproefde detaillering voor optimale integratie van techniek. De operatiekamers van o.a. het Amsterdam MC en Maastricht UMC+ zijn uitgevoerd in het Trespa 10 mm Toplab Vertical systeem. Het CCG10-systeem voldoet aan alle eisen die aan een OK-wandsysteem gesteld worden. De basis van het OK concept is de scheiding tussen bouwkundige wand en afwerking. Brand- en stralingswerendheid, alsook geluidsisolatie worden geborgd in de bouwkundige wand. De K3-norm wordt gezekerd door de wandafwerking geheel vrij van de bouwkundige wand op te stellen en door het uitsluitend toepassen van niet-geleidende materialen in de constructie. Reinigbaarheid en hygiëne, maar ook de integratie van techniek, zowel in als achter de wand, worden door de toepassing van slimme details in het CCG10-systeem voorzien.

Hybride OK van het OLVG Oost, Amsterdam Vlakke integratie in de wand, OLVG, Amsterdam Vlakke integratie CCG beschikt over een uitgebreid pakket aan oplossingen voor de vlakke integratie van deuren raamkozijnen, plafond- en vloerovergangen als ook over componenten zoals warmhoudlades, doorgeefkasten, folieschakelaars, bedieningspanelen en roosters. Het OLVG Oost Amsterdam heeft met het wandsysteem in de hybride OK1 een primeur in Nederland. Ook de volgende 6 OK’s op deze locatie zullen in solid surface worden uitgevoerd. Voor het nieuwe OK complex van UMC Groningen is zeer recent ook gekozen voor dit innovatieve systeem.  Meer informatie www.cleanroomcg.com Omloopgang OK-complex Maastricht UMC+ 25

infectiepreventie | tekst • Betty Rombout In Huis of uitbesteed Sterilisatie medische instrumenten is een secuur proces In het kader van het thema Infectiepreventie spreken we met Mark Meertens, voorzitter van de Sterilisatie Vereniging Nederland (SVN) en manager op de Centrale Sterilisatie Afdeling (CSA) van het RadboudUMC. Wat houdt het werk in en vooral: waarom besteden ziekenhuizen de sterilisatie van hun medische instrumenten uit of juist niet? M Proces Op de vraag hoe een werkproces er op de CSA uitziet, zegt Meertens: “Instrumenten gebruikt op bijvoorbeeld de OK worden aangeleverd op de CSA. Daar ontdoen we ze van grove vervuiling, zoals bloed en eventueel weefselresten. De instrumenten reinigen we voor in een voorspoelunit en ultrasoonbad. Vervolgens sorteren en sluiten we alles aan in een was- en deinfectiemachine. In deze laatste wordt gewassen met een zeepoplossing, afgespoeld en gedesinfecteerd op 90 graden. Daarna worden alle instrumenten functioneel en op reinheid gecontroleerd. Elk instrument wordt door de medewerker echt gezien. Aan de hand van een inhoudslijst kijken we vervolgens of we alle instrumenten aanwezig zijn. Dan worden ze als set verpakt en gesteriliseerd op 134 graden. Genoemde cyclus duurt ongeveer vier uur, waarvan 2 tot 2.5 uur machinetijd is.” Het uiterste secure proces is nodig om infecties te voorkomen, oftewel dat er veilig geopereerd kan worden. In huis Het steriliseren van medische instrumenten kan in huis, maar ook uitbesteed worden. Het RadboudUMC heeft voor het eerste gekozen. 26 FMT | juli 2022 ark Meertens, al meer dan 19 jaar ervaring in het sterilisatievak, legt uit wat voor soort medische instrumenten er zijn. “Het is vrij breed. Maar het zijn allemaal instrumenten die gebruikt worden bij een operatie of onderzoek. Denk aan microschaartjes voor een oogoperatie, grove buikspreiders, wondhaken, hamers en amputatiezagen met alles wat er tussen zit. Grove en heel fijn instrumentarium dus. Ook flexibele endoscopen behoren tot de medische instrumenten, bedoeld voor maag- en darmonderzoek.” Meertens: “In vooral Academische Ziekenhuizen werken we met specialistisch instrumentarium, te gebruiken bij complexe ingrepen. We komen dus instrumentarium tegen dat je niet in andere ziekenhuizen ziet en waarvan we de sterilisatie niet uit wilt besteden. Er moet uiterst voorzichtig mee omgegaan worden. Een andere reden om het in huis te houden, is het hebben van een redelijk korte cyclus. Uitbesteden betekent ook rekening houden met bijvoorbeeld de reistijd naar een partnerbedrijf en terug. Ook is er een risico op indroging. De vervuiling moet zo snel mogelijk van de instrumenten gehaald worden. Maakt u een bord spaghetti met een rode saus en gaat u het de volgende dag pas afwassen, dan is de saus aangekoekt op het bord en moeilijk schoon te maken. Zo is dat met instrumentarium ook. Indroging geeft kans op roest en beschadigingen. Dat wil je niet.” Uit huis Waarom besteden sommige ziekenhuizen het steriliseren van medische instrumenten dan toch uit? “Besteedt men uit, dan heeft de organisatie geen zorgen om opleiding en personele inzet. Het is lastig om aan goed opgeleide medewerkers te komen. We hebben een tekort. Met outsourcing heeft men daar geen zorgen over. Het bouwen van een CSA is een flinke investering. Het is een afweging die elk ziekenhuis moet maken: wel of geen CSA. Mijns inziens moet het ziekenhuis een groot vertrouwen te hebben in de partij aan wie ze het uitbesteden; alles moet goed en compleet teruggeleverd worden en men moet rekening houden met een grotere investering in het aantal instrumentensets in verband met de reis- en verwerkingstijd.” De discussie van wel of niet uitbesteden komt bij de meeste ziekenhuizen naar boven op het moment dat er een investering plaats moet vinden voor nieuwe apparatuur of herplaatsing van de CSA. Een CSA gaat zo'n 15 jaar mee.

De CSA van het Radboudumc is geregistreerd als sterilisatiebedrijf voor derden bij het RIVM. Wat houdt dit in? Mark Meertens: “Onze CSA mag diensten doen voor derden. We doen het niet veel, maar er zijn een paar kleine privéklinieken in Nijmegen en omgeving die van deze service gebruikmaken. Het gaat om klinieken die niet het geld hebben voor een eigen CSA. Het betreft overigens ook relatief eenvoudig instrumentarium, zonder holle lumen et cetera.” Volgens Mark Meertens hebben de meeste ziekenhuizen een CSA in huis. Rond Gouda/Den Haag, Flevoland en Groningen zijn locaties/bedrijven die instrumentarium van ziekenhuizen schoonmaken. We hebben zo’n 80 - 90 ziekenhuizen in Nederland, laten we zeggen dat elk sterilisatiebedrijf zo’n drie ziekenhuizen bedient, dan gaat het om een klein aantal instellingen dat kiest voor uitbesteden. Personeel Voor het Radboud is het duidelijk, ze houden de dienst in huis. Maar gemakkelijk is het niet voor vele CSA´s om voldoende personeel te krijgen en te behouden. We haalden het al even aan. “Het is ook een vrij onbekend vak, iedereen weet dat er geopereerd wordt maar niemand weet dat het zorgen voor veilig gebruik van instrumentarium een vak op zich is”, zegt Mark Meertens. De opleiding tot medewerker steriele medische hulpmiddelen wordt op drie locaties gegeven: Eindhoven, Leiden en Zwolle. Een mbo-3 opleiding die 2 jaar duurt. De student gaat 1 dag naar school en werkt de rest van de dagen bij een bedrijf/organisatie.  Door het steriliseren kan er veilig geopereerd kan worden Sterilisatie Vereniging Nederland (SVN) SVN is een vereniging die het vergroten van kennis en deskundigheid voor sterilisatiemiddelen nastreeft. “Iedereen die iets doet met het reinigen/steriliseren van medische hulpmiddelen kan lid zijn”, vertelt Mark Meertens. "Denk aan medewerkers die medische hulpmiddelen steriliseren, maar ook technische mensen en deskundigen infectiepreventie. Een brede doelgroep dus. Dat maakt dat wij kennis delen en zoeken bij onder andere opleidingsinstituten. Wij delen kennis via congressen en kennismiddagen. De SVN heeft tussen de 700 en 800 leden.” Meer informatie www.sterilisatievereniging.nl SVN-voorzitter Mark Meertens 27

in beeld | Beweegmeter als stimulans en signaal Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede stimuleert patiënten om in beweging te komen, met behulp van de Beweegmeter. Het gaat om patiënten op 6 verpleegafdelingen, die 2 of meer nachten worden opgenomen in het ziekenhuis en waarbij mobi liseren mogelijk is. Aan het begin van de opname stelt de fysiotherapeut een beweegdoel op, samen met de patiënt. Vervolgens krijgt deze een Beweegmeter om. Dit gevalideerde instrument zit met een bandje om de enkel vast en registreert objectief hoeveel iemand beweegt. Patiënten kunnen zelf via een tv-scherm op de verpleegafdeling zien hoeveel ze bewogen hebben en hoeveel ze nog moeten bewegen om hun doel te halen. De verpleegkundigen, artsen en fysiotherapeuten zien de resultaten in het elektronisch patiëntendossier (EPD) en bespreken dit met de patiënt. Na een aantal maanden inzet op de 6 afdelingen constateert het ziekenhuis dat de Beweegmeter niet alleen de patiënt activeert, maar ook een parameter is die inzicht geeft in de conditie van de patiënt en aanleiding kan zijn voor nader onderzoek. Foto: Jurjen Poeles Fotografie 28 FMT | juli 2022

29

VALIDATIE, ONDERHOUD & KALIBRATIE Services voor sealmachines houden het proces volledig onder controle Interster is de distributeur van de Hawo sealmachines in Nederland. Daarnaast leveren wij ook de bijbehorende seal-controle producten. • Jaarlijks onderhoud, kalibratie en validatie. • Uitgevoerd door vakbekwame technici. • Services voor sealmachines om sealproces volledige te controleren. Vraag vrijblijvend een off erte aan voor jaarlijkse services van uw Hawo seal machines. Scan de QR code of neem contact op met ons verkoopteam via cs@interster.nl Your partner for CSSD, Endoscopy and Investment Solutions Volg • de site www.fmtgezondheidszorg.nl voor nieuws, agenda, vacatures • de nieuwsbrief om elke 2 weken snel bijgepraat te worden: schrijf je gratis in! • het magazine voor verdieping, achtergrond en opinie • de socials LinkedIn en Twitter voor interactie en om niets te missen FMT Gezondheidszorg belicht de actualiteit binnen care én cure en vormt een onmisbare bron van informatie voor professionals in de zorg: (technisch) beheerders van gebouwen en hun installaties, ict-ers, inkopers, facility managers, logistiek managers, medische instrumentatie- technici, klinisch fysici, vastgoedmanagers, bouwopdrachtgevers, architecten, beleidmakers en consultants. Profiteer nu van de FMT Totaal OK congres aanbieding (code FMTtotOK22, geldig tot 1 oktober 2022, bij verzending in Ned.) Ga naar www.fmtgezondheidszorg.nl/abonneren en vul de code in. 9x 9x FMT voor € 60,• 2 uitgaven in najaar 2022 • jaarabonnement 2023, 7 uitgaven • 61% korting Vragen? Bel 0184-481042 of mail naar abonnementen@fmtgezondheidszorg.nl Hét informatieplatform over (medische) technologie, ict, facilitair management en huisvesting in de zorg NUMMER 3 MEI 2022 WWW.FMTGEZONDHEIDSZORG.NL 2022 3 ICT en zorg • E-health • AI • Robotisering • Serious gaming Huisvesting Zorgcentrum Mgr. Blom Digitalisering van de zorg simpelweg noodzaak GEZONDHEIDSZORG

tekst • Mirjam Hommes | corona Praatplaat opent gesprek over ervaringen in coronatijd De eerste corona-lockdown in 2020 had grote impact op de bewoners, medewerkers en vrijwilligers van verpleeghuizen. ZonMW financierde daarom wetenschappelijk onderzoek van Tranzo, Tilburg University, naar de ervaringen van deze groepen op het gebied van eenzaamheid, sociale behoeften en veerkracht. De resultaten daarvan zijn omgezet in een praktisch hulpmiddel om het gesprek aan te gaan én om het in de toekomst beter te kunnen doen. Resultaat is de ‘Praatplaat: over leven met corona’. 31

corona | C laudia van Erven, Implementatiemakelaar Academische Werkplaats Ouderen (Tilburg University), vertelt over de gedachte achter het onderzoek: “We vroegen ons af wat voor impact de restrictieve maatregelen in de eerste golf hadden op de bewoners, vrijwilligers en naasten. De verpleeghuizen moesten toen allemaal dicht. Onderzoekster Suzie Noten heeft hiervoor in september 2020 interviews afgenomen bij een aantal instellingen. Ook HIVA-KU Leuven en het Universitair Netwerk Ouderenzorg (UNO) van het UMC Groningen hebben aan het onderzoek meegewerkt. Dat resulteerde uiteindelijk in drie wetenschappelijke publicaties.” In een filmpje op de bijbehorende website vertelt de inmiddels afgezwaaide Noten dat de reacties heel divers waren. Veel mensen waren tijdens de lockdown angstig of eenzaam, maar dat gold zeker niet voor alle respondenten. Noten: “Iedereen gaat op zijn eigen manier om met maatregelen zoals een bezoekverbod. Uit het onderzoek blijkt dat het vooral belangrijk is om de individuele wensen en behoeften te bekijken. En om een balans te vinden tussen welzijn, sociale behoeftes en gezondheid.” Ook duidelijke communicatie bleek cruciaal. Vertaling naar praktijk Van Erven: “De drie Engelstalige wetenschappelijke artikelen waren een heel mooi resultaat, maar bij de Academische Werkplaats Ouderen De Praatplaat is een vertaling van wetenschappelijke bevindingen naar de praktijk willen wij die resultaten vervolgens naar de praktijk brengen. Want de ouderen, vrijwilligers, medewerkers en naasten lezen zulke artikelen niet.” Haar collega Lieke Verspeek, medewerker content en design, vertelt: “Claudia en ik hebben ons met die vertaling bezig gehouden. In juli 2021 hebben we een Mini Werkplaats georganiseerd waar zorgprofessionals, beleidsmedewerkers en docenten samenkwamen. Suzie Noten heeft haar onderzoek gepresenteerd en de deelnemers zijn in multidisciplinaire groepen gaan brainstormen over de vraag hoe we vanuit die resultaten naar een praktijkproduct konden komen. We waren op locatie bij Fontys Pulsed in Eindhoven, zij hebben het hele creatieve proces begeleid.” Van Erven: “In die fase kan je nog groot denken en gaat het niet om de uitvoerbaarheid, maar om de creativiteit.” Verspeek: “Na die brede brainstorm, waarin de verschillende manieren van denken en ervaringen van de deelnemers bij elkaar kwamen, zijn we steeds verder gaan focussen op ideeën die kansrijk waren. Uiteindelijk kwamen daar drie prototypes uit, die door Fontys Pulsed na deze Mini Werkplaats verder zijn uitgewerkt tot drie nieuwe concepten. In september is een tweede co-creatiesessie georganiseerd om deze drie concepten voor te leggen. Die zijn daarbij nog verder aangepast en uiteindelijk is er gestemd.” Van Erven: “In de loop van het proces werd duidelijk dat het product op veel verschillende situaties en belevingen zou moeten ingaan. En we wilden heel graag een spelelement erin. Tegelijkertijd moest het product altijd te herleiden zijn naar de uitkomsten van het onderzoek.” Claudia van Erven, Implementatiemakelaar Academische Werkplaats Ouderen (Tilburg University) 32 FMT | juli 2022 Praatplaat Het populairste idee was een soort zoekplaat met veel verschillende corona-situaties. Dit product zou meerwaarde kunnen bieden aan alle beoogde doelgroepen: bewoners, naasten, vrijwilligers en medewerkers. Verspeek: “We zijn begonnen met het laten maken van illustraties van de situaties die in het onderzoek het meest genoemd werden.” Van Erven: “Er ontstonden bijvoorbeeld tijdens de lockdown alternatieve manieren van contact, maar daar hoorden ook weer barrières bij. Er waren gevoelens van eenzaamheid, partners die niet meer elke dag konden komen. Maar uit het onderzoek bleek ook dat veel mensen veerkracht hadden gevoeld en onderlinge steun. Ze hadden zich ‘er doorheen gepuzzeld’. Dat waren situaties die we wilden illustreren. Het onderwijs was nauw betrokken bij de ontwikkeling van de Praatplaat. Twee onderwijsmensen van ROC Tilburg hebben direct met hun leerlingen in de klas over het eerste concept gepraat, waardoor we heel snel feedback hadden. Onze vragen waren bijvoorbeeld: Wat roept dit op? Wordt het herkend? Daagt het uit? Wat mis je?” Verspeek: “Ook ouderen, vrijwilligers en deelnemers van de Mini Werkplaats zijn met vroege versies aan de slag gegaan. Soms moesten we situaties op een andere manier illustreren, zodat ze beter te herkennen waren. Ook kregen we als feedback dat het niet alleen negatief moest zijn, maar dat er ook positieve situaties in te zien moesten zijn. Of dat de gezichtsuitdrukkingen en kleuren duidelijker konden. Op basis van al die feedback hebben we de Praatplaat verder vormgegeven en ingevuld.”

| corona Zeeuwse vrijwilligers bespreken lockdown Bea Menu is beleidsmedewerker Zorg en Kwaliteit bij SVRZ, aanbieder van ouderenzorg in Zeeland vanuit ruim 60 locaties. In totaal hebben die locaties samen zo’n 1.500 vrijwilligers. “Als verpleeghuisorganisatie zijn wij aangesloten bij Tranzo en daarom heb ik in de klankbordgroep van het onderzoek gezeten. Daarna ben ik betrokken geweest bij de creatieve sessies voor de praktische vertaling en de daaropvolgende ontwikkeling van de corona-praatplaat. Twee vrijwilligerscoördinatoren van SVRZ hebben een vroege versie van de praatplaat getest in gesprekken met vrijwilligers.” Vrijwilligers misten dagritme “Het hulpmiddel is nu uitgezet onder onze acht vrijwilligerscoördinatoren, die de praatplaat kunnen gebruiken in bijvoorbeeld groepsgesprekken. Uit de eerste gesprekken met vrijwilligers bleek onder meer dat de lockdown ook onder deze groep veel eenzaamheid heeft opgeleverd. Het zijn vaak mensen die wat ouder zijn en graag een vaste dagindeling hebben. Vóór corona genoten deze mensen van hun bezoek aan het verpleeghuis en het contact met cliënten. Dat viel weg. Daarnaast waren vrijwilligers bijvoorbeeld bang om mensen te besmetten.” Vitaliteit medewerkers “Ook onze opleidingscoördinator wil de praatplaat inzetten, binnen het vitaliteitsprogramma voor medewerkers. Als er aanleiLieke Verspeek, Lieke Verspeek, medewerker content en design (Tilburg University) Gebruik van de Praatplaat Van Erven: “We kregen vragen hoe je de Praatplaat het beste kan gebruiken. Daarop hebben we uiteindelijk maar liefst 26 werkvormen ontwikkeld voor onder andere zorg, onderwijs, naasten en vrijwilligers. In het voorjaar zijn stapels praatplaten verstuurd naar 150 adressen. Inmiddels voer ik gesprekken over de toepassing. Daaruit blijkt dat de ontwikkelde werkvormen echt meerwaarde hebben. Er ontstaan ook nog steeds nieuwe ideeën. Bijvoorbeeld om de Praatplaat in te zetten bij de evaluaties die veel crisisteams nu aan het doen zijn. Of voor gesprekken met bewoners die iemand verloren hebben of medewerkers die ook veel hebben meegemaakt in die periode. De Praatplaat kan bijdragen aan de verwerking en het opnieuw in hun kracht te zetten van deze mensen. Ook bij nieuwe of andere uitbraken is de coronapraatplaat een mooi hulpmiddel om ouderen te betrekken bij eventuele maatregelen. Dat vinden wij belangrijk.”  ding toe is, kan de plaat gebruikt worden in individuele gesprekken of bij een groepsbijeenkomst over vitaliteit. En ook in onze woningen kan de praatplaat met werkvormen goed gebruikt worden. De praatplaat geeft een hele mooie aanleiding om open het gesprek te voeren met vrijwilligers, medewerkers, cliënten en mantelzorgers. Ook werkvormen zoals de gesprekskaarten zijn erg handig. Niet iedereen heeft die nodig, maar als mensen het moeilijker vinden om erover te praten, kunnen ze heel nuttig zijn. Bij onze vrijwilligers zie ik duidelijk dat mensen hiervoor open staan. Het is fi jn dat je na zo’n onderzoek met goede uitkomsten dan ook samen een tool kunt ontwikkelen. Los van de wetenschappelijke waarde, is het goed dat er ook eindproducten worden ontwikkeld voor de praktijk.” Download de Praatplaat Bea Menu, beleidsmedewerker Zorg en Kwaliteit bij SVRZ 33

infectiepreventie | partnercontent • Deerns Luchtkwaliteit blijft wapen tegen wondinfecties Nieuwe richtlijn luchtbehandeling in operatie- en behandelkamers nu van kracht Post Operatieve Wondinfecties (POWI’s) zijn ernstige complicaties als gevolg van operatieve ingrepen. De oorzaak van POWI’s ligt op diverse vlakken: de complexiteit van de ingreep, de conditie van de patiënt, de expertise van het operatieteam en tot slot de condities waaronder de operatie plaatsvindt. Daarin zijn de kwaliteit luchtbehandeling en ruimtecondities ook van invloed. Om de invloed van de luchtbehandeling op POWI’s zo goed mogelijk te reduceren, zijn in afgelopen decennia diverse richtlijnen opgesteld. De laatste richtlijn over de luchtkwaliteit en -behandeling binnen operatieafdelingen dateert uit 2014. Deze richtlijn is indertijd opgesteld door de - inmiddels opgeheven - Werkgroep Infectie Preventie (WIP). Na veel studies, vergelijkingen met voorgaande en buitenlandse richtlijnen, inventarisatie en classificatie van de verschillende ingrepen, zijn criteria opgesteld waaraan ziekenhuizen zich behoren te houden. Doel daarbij is de OK-afdelingen op een hoog hygiënisch niveau te brengen en te houden. Sinds 8 april van dit jaar zijn de nieuwe richtlijnen geldig. We nemen met Charles Mahieu, Senior Adviseur bij Deerns, enkele kernpunten door. Korte terugblik Vanaf 2014 kregen medische instellingen de gelegenheid om hun ingrepen te categoriseren naar type operatiekamer en maatregelen te nemen tegen POWI’s. Binnen de WIP-richtlijnen voor de gewenste luchtkwaliteit kon men kiezen uit: Prestatieniveau-1 voor ‘ultraclean’ en Prestatieniveau-2 voor een hoog hygiënisch niveau. Charles Mahieu: “We zagen dat het overgrote deel van de ziekenhuizen koos voor het complexere (en duurdere) prestatieniveau-1. Terwijl dat voor de ingrepen die bij hen plaatsvonden niet per se nodig was. Redenen waren onzekerheid over eventueel toekomstige veranderingen en de wens om flexibel te zijn voor de OK-planning. In 2017 stelde de IGJ het ‘Toetsingskader Luchtbeheersing Operatieafdeling’ in werking. Vanaf 1 januari 2017 waren ziekenhuizen verplicht zelf te toetsen, valideren en monitoren of operatiekamers aan de WIP-richtlijnen voldeden en kon de inspectie hierop handhaven. De toetsingscriteria waren gebaseerd op WIP-richtlijnen ‘Luchtbehandeling in operatiekamer en opdekruimte in operatieafdeling klasse 1’ en ‘Omstandigheden (kleine) chirurgische en invasieve ingrepen’ (april 2006). Ook konden ze beoordelen en volgens VCCN richtlijn-7 aantonen of operatiekamers en opdekruimten met bijhorende luchtbehandelingssystemen goed functioneerden. Zo kregen ziekenhuizen meer grip op de kwaliteit van de operatieafdeling. 34 FMT | juli 2022 In 2019 is een nieuwe conceptrichtlijn gelanceerd. Deze is opgesteld in samenwerking met de Federatie Medisch Specialisten (FMS). Naast technische inbreng was de inbreng van specialisten belangrijk, omdat ze zelf verantwoordelijk zijn aan te geven onder welke omstandigheden en in welke operatie- of behandelkamer een medische ingreep plaatsvindt. Het voorstel voor de nieuwe richtlijn is dit voorjaar gelanceerd en op een symposium van de Stichting Infectie Preventie (STIP) in augustus 2022 gepresenteerd.” Wat is er veranderd? Veel criteria van de WIP-richtlijnen 2014 zijn doorgezet. Denk aan de reinheidsklasse ISO-5 en ISO-7, drukhiërarchie, het monitoren van systeemprestaties, hersteltijden, etc. Het grootste verschil is de classificatie van de verschillende ingrepen. De oude Prestatieniveaus-1 en -2 worden nu ‘ klasse 1+ en klasse 1 operatiekamer. Daarnaast worden in de OK richtlijn-2022 nu ook de andere type ingrepenkamers opgenomen: - Operatiekamer Klasse 1+ (voorheen klasse 1, prestatieniveau-1) - Operatiekamer Klasse 1 (voorheen klasse 1, prestatieniveau-2) - Operatiekamer Klasse 2 - Zelfstandige behandelkamer Mede op aangeven van de FMS is bepaald dat Klasse 1+ (ultra cleane condities) geldt voor grote orthopedische ingrepen, waaronder

OK’s en HCK integreren in Haaglanden Medisch Centrum Hybride OK Haaglanden Medisch Centrum Foto's: Wilmar Dik gewrichtsvervangende operaties en complexe wervelkolomchirurgie. Kleinere orthopedische ingrepen vallen in Klasse 1. Ze vereisen ook een veilige, schone omgeving maar niet op het allerhoogste niveau. Onder Klasse 1 vallen onder meer hartchirurgie, longchirurgie, hybride vasculaire procedures en orthopedische ingrepen die niet tot Klasse 1+ horen. Operatiekamer Klasse 2 en zelfstandige behandelkamers Deze categorieën waren niet opgenomen in WIP 2014, maar stonden in de richtlijn ‘Omstandigheden (kleine) chirurgische en invasieve ingrepen’ (WIP, april 2006). Klasse 2 operatiekamers zijn gesitueerd binnen een operatieafdeling klasse 2 vaak buiten de centrale operatieafdeling klasse 1. Hieronder vallen bijvoorbeeld de hart katheterisatiekamers (HCK). Zelfstandige behandelkamers zijn in de regel op de poliklinieken gelegen en niet op de operatieafdeling. Luchtkwaliteit beheren en beheersen Omgevingscondities zijn een potentiële bron van besmettingen. Een functioneel luchtbehandelingssysteem is daarom essentieel. Aan de hand van een OK-beheersplan, waarin kritische procesparameters en grenswaarden worden gemonitord en geregistreerd, kunnen de juiste condities voor elk type ingreep en operatiekamer worden geborgd, zoals: - een bij de OK-klasse passend luchtinblaassysteem; - ontwerp van variabele en robuuste centrale luchtbehandeling voor de OK-afdeling; - drukhiërarchie tussen OK, opdek en aangrenzende ruimtes, oftewel zonering; - separate systemen voor regelen en monitoren op juist functioneren van de luchtbehandeling. De optimale inzet van luchtbehandelingstechnieken en monitoringsystemen is afhankelijk van meerdere variabelen.  Meer informatie: www.deerns.nl 35 Ultramoderne hybride OK van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) in Amsterdam | Foto: Rik van den Wildenberg Charles Mahieu: “Wij adviseren medische instellingen bij het inrichten van de zorgomgeving. Wat we steeds vaker signaleren is versmelting van de HCK-afdeling met het OKcomplex. Een voorbeeld is Haaglanden Medisch Centrum, locatie Westeinde. Bij de uitbreiding van het OK-complex hebben we eerst een technische analyse en scenariostudie uitgevoerd van de workflow, de logistieke stromen en de typen ingrepen. Na verschillende variantenstudies ontwikkelden we met de stakeholders van HMC een plan om de OKafdeling en HCK-afdeling met elkaar te verbinden. De schone OK-gang is verbonden met een nieuw hotfloorgebied, waarin twee hybride operatiekamers, opdekruimten en separate steriele opslag voor kostbare disposables zijn ondergebracht, voorzien van zelfstandige luchtbehandeling voor deze uitbreiding. Daarmee kon het bestaande OK-complex tijdens de bouw ongehinderd operationeel blijven. Nu het project voltooid is, kunnen interventieradiologen, chirurgen, radiolaboranten, anesthesisten, operatieteam en goederen via sluizen en schone doorgangen bewegen van Operatieafdeling Klasse 1+ naar HCK (OK klasse 2-ruimtes) en vice versa. Een uiterst efficiënte samensmelting van functies.” Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Met het OLVG ontwerpteam heeft Deerns multifunctionele Klasse 1+ hybride operatiekamers ontworpen met o.a. een separaat robuust klasse 1+ luchtbehandelingssysteem, hoogwaardig hygiënische wanden en een state-of-the-art interventieradiologie modaliteit.

NVTG | tekst • Esmee Meijs, Zakmes Agency Optimalisatie luchtbevochtiging biedt grote kansen voor energietransitie Waarom nog bevochtigen in een ziekenhuis? Stoombevochtiging in de luchtbehandeling van een ziekenhuis is een drempel voor de route naar CO2 -neutraal zorgvastgoed, maar het was altijd nodig voor een elektrostatisch veilige en bovendien gezonde verblijfsomgeving voor patiënten, bezoekers en personeel. Kloppen die uitgangspunten nog wel? NVTG-bestuurslid Victor Pastoor, werkzaam bij Arcadis, ging als moderator in gesprek met dr. Redmer van Leeuwen (oogarts UMC Utrecht), dr. Annet Troelstra (arts- microbioloog UMC Utrecht), ing. Perry van de Graaf (projectmanager energietransitie UMC Utrecht) en ir. Wim Maassen PDEng (Royal HaskoningDHV en TU/e) over luchtbevochtiging in ziekenhuizen. D e relatieve luchtvochtigheid in binnenruimten is te beheersen door het bevochtigen van de ventilatielucht. In ziekenhuizen is gasgestookte stoombevochtiging de meest gangbare toepassing. Eisen voor luchtvochtigheid Welke eisen worden aan luchtvochtigheid gesteld? Projectmanager energietransitie Perry van de Graaf: “Vroeger was het gebruikelijk een relatieve vochtigheid (RV) van 50 procent aan te houden, maar dit percentage is momenteel aan het glijden. We kijken liever naar het absolute vochtgehalte (gram vocht per kilogram lucht). Er blijkt geen wettelijk kader dat voorschrijft bij welke relatieve vochtigheid het werken leefklimaat niet langer voldoende veilig of gezond is. Dat levert uitdagingen op: door het ontbreken van een wettelijk kader koersen we vooral op gevoel en persoonlijke perceptie. Dat wordt lastig met 12.000 medewerkers in het UMC Utrecht: de ene persoon vindt een RV van 30 procent voldoende en de ander 70 procent. Dat maakt het vooral voor techneuten een lastige zaak om een goed setpoint in te stellen.” Duurzaamheidsadviseur bij Royal HaskoningDHV Wim Maassen: “In 2019 hebben wij bij het UMC Utrecht een onderzoek gedaan naar het energieverbruik van stoombevochtiging. We hebben in kaart gebracht hoeveel stoom er eigenlijk geproduceerd wordt in het ziekenhuis en 36 FMT | juli 2022 hoe groot het aandeel is ten opzichte van de totale energiebehoefte. Dat blijkt 20 procent van de totale energievraag, daar gaat dan zelfs 29 procent van het gasverbruik naartoe,” Zie figuur: energy consumption of steam, gepubliceerd op het Clima2022 congres.” Energieverbruik door stoombevochtiging in UMCU

Optimale zones voor relatieve luchtvochtigheid (RV) Oogvocht bestaat uit drie lagen Perry: “En als je kijkt naar de CO2 -emissie van het UMC Utrecht, dan wordt 14 procent veroorzaakt door stoomproductie. Als je berekent welk deel daarvan wordt gebruikt voor bevochtiging, dan blijkt dit ongeveer de helft. Dat is best substantieel te noemen. Iedereen is bekend met de huidige hoge energieprijzen. Als je zeven procent kunt besparen op de energiekosten, dan gaat het dus ook om een aanzienlijke financiële bezuiniging. Bovendien: elke euro die we in de techniek besparen, komt ten goede aan de zorg. Maar toch wil ik dat wel nuanceren: het is van groot belang om te kijken waarom je wilt bezuinigen en wat de juiste alternatieven zijn. Met betrekking tot stoombevochtiging is er een dubbele motivatie: we willen niet alléén financieel optimaliseren, maar we hebben ook de intentie om te voldoen aan de Europese doelstelling in 2030. Dus onze zoektocht gaat over: kunnen we het gebruik van stoom verantwoord terugschroeven?” Wim: “We hebben in ons onderzoek ook in kaart gebracht waarom luchtbevochtiging noodzakelijk is en welke eisen aan de relatieve vochtigheid gesteld worden. Dan zie je inderdaad dat er verschillende normen zijn – nationaal en internationaal met uiteenlopende waarden (zie figuur boven, 'Optimale zones voor RV'). Vervolgens zijn we vanuit de TU Eindhoven, TNO en Hogeschool Utrecht een nieuw onderzoek gestart waarin we een verdiepende literatuurstudie hebben gedaan met betrekking tot de vraag: waar komen deze eisen vandaan? Ook dat onderzoek wijst uit dat er nog steeds geen uniforme antwoorden zijn. Je ziet wel dat er hogere eisen worden gesteld aan operatiekamers, intensive care units en andere specifieke ruimtes in het ziekenhuis. Grofweg is een relatieve vochtigheid van 30 procent voor statische elektriciteit het minimum, met het oog op medische apparatuur en galvanisch contact met patiënten. Als je op de kantoor- en verpleegruimte gaat kijken, dan zou je de eisen voor luchtvochtigheid vrij kunnen laten. Er is diverse literatuur die bepleit dat de vochtigheid hoger moet. Onze conclusie was dat een echte wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt. Je kunt dus niet stellen dat de luchtvochtigheid hoger móet.” Gezondheidsklachten in relatie met luchtbevochtiging Welke rol speelt luchtbevochtiging bij patiëntveiligheid en comforteisen van de gebouwgebruikers? Er zijn tal van fysiologische symptomen die door het publiek worden gekoppeld aan luchtbevochtiging, misschien wel één van de bekendste is droge ogen. Oogarts Redmer van Leeuwen: “Er zijn veel mensen met droge ogen-klachten op het spreekuur van de oogarts. Maar waar wij altijd naar kijken is de traanproductie en de kwaliteit van de traanfilm. Het oog wordt vochtig gehouden door de traanfilm op het hoornvlies en die bestaat uit drie lagen: de buitenste olielaag, de middelste waterige laag en de binnenste slijmachtige laag (zie figuur boven). 37

NVTG | in bepaalde seizoenen meer schimmels in de buitenlucht gevonden worden. Die lucht neemt men ook mee naar binnen in een ziekenhuis en bepaalde patiënten kunnen daar gevoelig voor zijn.” De impact van luchtbevochtiging Hoe kunnen ziekenhuizen de transitie maken van gecentraliseerde stoombevochtiging naar meer duurzame oplossingen? Wim: “Daar is wel wat discussie over, we hebben daarover met TNO, TU/e en HU een artikel gepubliceerd . We zien dat adiabatische luchtbevochtiging steeds vaker wordt toegepast. Dat kan ook op een hele veilige manier en er zijn diverse ziekenhuizen die dit toepassen. Een andere trend die je nu ziet, is dat een gedeelte van het ziekenhuis niet meer wordt bevochtigd, omdat het in die zones van het gebouw niet veel impact heeft op de gezondheid en veiligheid van patiënten of personeel. De belangrijkere afdelingen, zoals de intensive care en operatiekamers, worden nog wel bevochtigd, maar dan adiabatisch.” Perry: “Toen ik ruim dertig jaar geleden in de gezondheidszorg ging werken, waren de eisen die werden gesteld aan ventilatie heel anders dan nu. Er is een andere visie ontstaan. De energietransitie is een aanleiding om na te gaan denken over een duurzamere visie op bevochtigen en verwarmen. Er is veel discussie over relatieve vochtigheid, terwijl ik liever de discussie om wil buigen naar absolute vochtigheid. Ik kan een klacht binnenkrijgen van de verpleging dat de luchtvochtigheid maar twintig procent is. Maar als de ruimtethermostaat een paar graden naar beneden gedraaid wordt, stijgt de relatieve vochtigheid naar dertig “Het is van groot belang om te kijken waarom je wilt optimaliseren en wat de juiste alternatieven zijn.” Perry van de Graaf (projectmanager energietransitie UMC Utrecht) Dat moet in een goede verhouding op het oog blijven liggen, zodat het vocht niet te snel verdampt. De kwaliteit van de traanfilm verschilt enorm bij patiënten door de invloed van o.a. de functie van talgkliertjes en de traanklier. Ik heb de literatuur er op nagekeken hoe groot de rol is van de luchtvochtigheid waarin je verblijft: die rol lijkt helemaal niet zo groot te zijn. Stevige wind of een grote ventilator gericht op je ogen zorgen er natuurlijk voor dat de traanfilm sneller uitdroogt. Maar er is in een groot aantal studies geen verband ontdekt tussen de luchtvochtigheid in een binnenruimte en klachten van droge ogen.” Arts-microbioloog Annet Troelstra: “Ik denk dat het logisch is dat mensen zich afvragen of droge lucht hygiënischer en veiliger is dan vochtigere lucht. Als het om extreme omstandigheden gaat, zou het best wel van invloed kunnen zijn. Het comfort van werken of verblijven in een gebouw is natuurlijk belangrijk, maar daar vind ik vanuit infectiepreventie niet zoveel van; belangrijk is dat voor de bevochtiging gebruik wordt gemaakt van goed gecontroleerd water.” Kans op ziekteverwekkers Wim: “Als je kijkt naar de vochtigheid van de lucht versus aanwezigheid van bacteriën of virussen: heeft dit dan veel invloed op elkaar?” Annet: “Je kunt je voorstellen dat het water dat gebruikt wordt voor luchtbevochtiging van goede kwaliteit moet zijn. De kans dat een ziekteverwekker zich kan verspreiden door aerosolen via uitgeademde lucht van een besmet persoon is veel groter dan de kans op verspreiding van een verwekker via de luchtbevochtiging als er kwalitatief goed water wordt gebruikt voor de bevochtiging. Wat we wel weten is dat 38 FMT | juli 2022 “Er is geen direct verband aangetroffen tussen de luchtvochtigheid in een binnenruimte en klachten van droge ogen.” Dr. Redmer van Leeuwen (oogarts UMC Utrecht)

| NVTG procent. Of ik daarmee het probleem heb opgelost? Dat is dan een andere vraag. Hoe ga ik het gesprek aan met het verplegend personeel om te laten weten dat we goed bezig zijn?” Is luchtbevochtiging nog nodig? Wim: “De vraag die gesteld moet worden is: is het nodig om te bevochtigen? Het effect op patiëntveiligheid en comfort is klein, vaker zijn er andere oorzaken van oogklachten aan te wijzen dan de luchtvochtigheid in de ruimte.” Perry: “Als je volledig van het aardgas af zou gaan, dan is niet meer mogelijk om stoom te maken met de huidige warmtekrachtkoppeling en moet ook de elektrische nuts-aansluiting fors vergroot zijn. Laten we dus nu heroverwegen wat er nodig is voor luchtbevochtiging, ook al doen we dit al sinds jaar en dag op dezelfde manier. Nu steekt iemand zijn vinger op: hebben we dit nog wel nodig? In ziekenhuizen in Scandinavië gebruiken ze helemaal geen luchtbevochtiging, omdat ze vinden dat daar al genoeg vocht in de lucht zit. Ik had juist verwacht dat ze luchtbevochtiging nodig zouden hebben in dat koudere klimaat.” Alle aspecten integraal bekijken Wim: “Hetzelfde geldt voor de uitgangspunten voor eisen aan de hoeveelheid verse buitenlucht in ventilatie; wereldwijd zien we daar hele grote variaties in . Bij ventileren komen naast bevochtiging en de hoeveelheid verse buitenlucht veel aspecten kijken die van invloed zijn op een gezonde en veilige werkomgeving, het comfort voor mensen, de “De vraag die gesteld moet worden is: waarom nog bevochtigen? In veel gevallen is het niet nodig.” Wim Maassen (Royal HaskoningDHV) toekomstbestendigheid van het gebouw en de belasting op het milieu. Goed om deze aspecten integraal te bekijken voor het optimale resultaat, zie bijvoorbeeld met de whitepaper Goed ventileren is te leren!” Perry: “We nemen de komende jaren de tijd om maatregelen te treffen naar CO2 -neutraal vastgoed. Daar waar bevochtiging uit kan, gaat het uit. Daar waar het niet kan, ga ik voorstellen adiabatische bevochtiging in te zetten. Ik vind dat we CO2 -emissies nu op een verantwoorde manier af moeten bouwen. De stoomproductie is niet alleen nodig voor de luchtbevochtiging, maar ook voor centrale sterilisatie, de beddenwasmachines en voor vele andere zaken. We hebben nu de tijd om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen naar CO2 -neutraal zorgvastgoed.”  NVTG nodigt je uit Word ook lid van de NVTG. Praat mee met actuele onderwer“Het comfort van werken of verblijven in een gebouw is belangrijk. De luchtvochtig heid in een ruimte heeft geen invloed op de kans van een besmetting met virus of bacterie.” .Arts- microbioloog Annet Troelstra pen en vertel ons waar jij zoal tegen aan loopt, deel kennis hoe je daar mee omgegaan bent. Neem als NVTG-lid deel aan één van de ronde tafelgesprekken in 2022! Heb je interesse? Kijk op www.NVTG.nl 39

duurzame inzetbaarheid | partnercontent • Rob Rijbroek, directeur ISBW De rol van de zorgmanager in een steeds veranderende situatie De zorgsector stond de afgelopen jaren in de spotlights. Iedereen heeft gezien hoe belangrijk het werk van zorgverleners is. En hoe hard deze mensen elke dag werken door de hoge druk op de zorg, in combinatie met een tekort aan personeel. Als zorgmanager heb je hiermee te dealen. Het is iedere dag opnieuw een uitdaging om de juiste zorg te bieden. Ondertussen dienen de volgende ontwikkelingen zich alweer aan. Dat vraagt om een nieuwe aanpak en nieuwe vaardigheden. Wat wordt er precies van je verwacht? Rob Rijbroek, directeur ISBW Zonder zorgpersoneel geen zorg. De realiteit is echter dat het binden en boeien van zorgmedewerkers lastiger is dan ooit. De tekorten op de arbeidsmarkt zijn torenhoog. Hetzelfde geldt voor de werkdruk. Zorginstellingen zitten in een vicieuze cirkel: zolang er geen nieuw talent wordt aangetrokken, blijft de werkdruk hoog en is het lastig om nieuw talent aan te trekken en huidig personeel binnen te houden. Als zorgmanager is het belangrijk om je te richten op duurzame inzetbaarheid om deze vicieuze cirkel te doorbreken. Duurzame inzetbaarheid bereik je met het continu monitoren, op peil houden en verbeteren van de gezondheid, betrokkenheid en ontwikkeling van medewerkers. In combinatie met het creëren van goede interne werkomstandigheden, werk je zo aan aantrekkelijk werkgeverschap Continuïteit in een steeds veranderende situatie Daarnaast heb je te maken met ontwikkelingen binnen de zorg. Trends die door de coronapandemie in een stroomversnelling kwamen luiden een nieuwe manier van werken in. De twee belangrijkste zijn zelforganiserende teams en zorg op afstand. Met name in ouderen- en thuiszorgorganisaties wordt steeds vaker gewerkt met zelforganiserende teams waarbij de zorgmanager aan de zij lijn staat. Het team is zelf verantwoordelijk voor de dagelijkse organisatie. Medewerkers krijgen meer verantwoordelijkheden, terwijl je als manager niet langer stuurt, maar coacht. Daarbij moet je op zoek naar de balans tussen vertrouwen en loslaten enerzijds en betrokkenheid anderzijds. Wat ook een andere manier van werken vraagt, is zorg op afstand. E-consults, elektronische monitoring van patiënten op afstand of het gebruikmaken van slimme producten zoals medicijndispensers hebben 40 FMT | juli 2022 hun intrede gedaan in het zorglandschap. Aan de zorgmanager de taak om dit remote werken in goede banen te leiden. Mensen begeleiden in nieuwe manieren van werken Wat vragen deze nieuwe manieren van werken van de manager? Allereerst is het belangrijk dat je medewerkers coacht in tijden van veran dering. Door die rol aan te nemen en medewerkers passende begeleiding te bieden, neem je iedereen mee in de verandering. Aangezien medewerkers verschillend ermee omgaan, is het belangrijk om de verbondenheid te bewaken. Zeker als medewerkers ook nog eens op afstand van elkaar werken. Softskills als empathisch vermogen en luistervaardigheden helpen je om goede onderlinge rela ties in stand te houden. Met een open mindset zorg je ervoor dat je mee beweegt en inspeelt op de dingen die op je pad komen. Pas vervolgens goede communicatieve vaardigheden toe om ook je team hierin mee te nemen. Nieuwe managementvaardigheden eigen maken Met de juiste vaardigheden krijg je je team in beweging om samen mee te gaan in de noodzakelijke veranderingen en ontwikkelingen. Focus dus niet alleen op je team en de zorg die jullie bieden, maar ook op jezelf. Er komt veel op je af en de juiste managementvaardigheden stellen je in staat om jouw team soepel een weg te laten vinden in nieuwe manieren van werken. Of je nu een beginnend of ervaren manager bent, het ontwikkelen van (nieuwe) vaardigheden is een must. Zo beschik je over de juiste basis om jouw zorgteam succesvol te managen. Op www.isbw.nl lees je wat ISBW hierin voor je kan betekenen. 

Ultra-clean, veilige en comfortabele operatiekamers Opragon in a Box - alles-in-één ventilatiesysteem Dit systeem is ideaal voor kleinere maar gevoelige chirurgische ingrepen. Omdat het werkt met geïntegreerde recirculatie, is het bij uitstek geschikt voor renovatieprojecten en of nieuwbouwprojecten. www.avidicare.com zorg is mensenwerk Ondanks alle dynamiek en uitdagingen waar de branche zich voor gesteld ziet, draait het uiteindelijk maar om één ding: de beste zorg voor de patiënt. Dat maakt dat wij partner zijn van 74 ziekenhuizen, in veel gevallen reeds langdurig. En daar zijn we trots op.

infectiepreventie | partnercontent Facilicom Hygiënemetingen in zorg onmisbaar onderdeel in kwaliteitsborging Goede hygiëne is van belang, helemaal in de zorg. Daarom heeft Gom Zorg met innovatieve hygiënemetingen een uitgebreide pilot uitgevoerd in het Dijklander Ziekenhuis om met data de effectiviteit te onderbouwen. En met succes: de pilot toonde na drie maanden een hoger hygiëne- en kwaliteitsniveau aan. Het aantal ‘schoonmeldingen’ steeg van 60 naar 82 procent. Wij spraken met Karina Nolte van de onafhankelijke infectiepreventiespecialist Tensen & Nolte en Geoffrey Nouws, branchemanager Innovatie Gom Zorg, over het belang van hygiënemetingen binnen de zorg. ATP-methode Karina Nolte: “Binnen de schoonmaak zijn er verschillende methoden om de mate van hygiëne aan te tonen. De ATP-methode is er een van. Met deze metingen stel je vast of er organische belasting (vuil) aanwezig is op oppervlakken. Met een chemische reactie maak je de aanwezigheid van organisch materiaal zichtbaar. De ATP-meting is in feite een swab die je neemt van een oppervlak. De waarde die je hiermee vindt, toont de mate van organisch materiaal aan; dat is een indicatie voor eventuele vervuiling. Voordelen van de ATP-methode zijn dat je de test realtime kunt uitvoeren en dat je de test kunt standaardiseren. Dat betekent dat je met elke uitslag hetzelfde omgaat. Hygiënemetingen zijn een waardevolle aanvulling op de veelgebruikte visuele en belevingsmetingen in de zorg. Helemaal als dit goed is ingebed binnen de continue verbetercyclus.” ATP van grote waarde voor de zorg Het gebruik van ATP-metingen in de zorg kan van grote waarde zijn, mits goed gebruikt en goed geïnterpreteerd. Karina Nolte: “Een goede schoonmaak is in het belang van de patiënten. Als ziekenhuis wil je dat het gewaarborgd is dat er schoongemaakt wordt wat er schoongemaakt moet worden en dat dit ook op een juiste manier gebeurt.” 42 FMT | juli 2022 Karina Nolte van Tensen & Nolte De pilot biedt aantoonbare resultaten, waarmee Gom ook bij andere ziekenhuizen deze hygiënemetingen wil uitrollen. De pilot biedt extra input om vooraf met zorginstellingen een cijfermatige onderbouwing van investering én opbrengsten te bespreken. Die besparingen zijn er zeker: uiteindelijk wil je zorginfecties reduceren, en de kosten van die infecties zijn fors hoger dan de investering.

Medewerker Cem Cecen van Gom Zorg neemt met een wattenstaafje een deurkruk af om een ATP test te doen. je aan de hand van het resultaat een beslissing. Dat kan zijn: extra schoonmaak of trainingen in de schoonmaakmethodiek. Zo bereiken we ons doel: bijdragen aan reductie van het aantal zorginfecties, verhogen patiëntveiligheid en verlagen kosten.”  Meer informatie www.facilicom.nl/nl/schoonmaak/schoonmaak-de-zorg Geoffrey Nouws van Gom Zorg PDCA-cyclus Geoffrey Nouws: “Tijdens de pilot bij het Dijklander Ziekenhuis is getoetst of onze aannames klopten. Verhoogt deze methode de schoonmaakkwaliteit echt? We hebben toen wekelijks, steekproefsgewijs, specifieke elementen in het ziekenhuis gemeten. Vervolgens gaven we instructie en training aan de schoonmaakmedewerker om de hygiëne op bepaalde elementen in de toekomst te verbeteren. We maakten gebruik van de Deming cirkel (Plan, Do, Check, Act). Je begint met de voorbereiding, vervolgens voer je de meting uit, hier reageer je op en tot slot neem De pilot laat zien dat ATP-metingen tot betere schoonmaak leiden 43

huisvesting | partnercontent • IAA Architecten Multifunctioneel vastgoed voor ‘s Heeren Loo: Van maatpak naar confectie Hoe houd je bouwen in de zorg betaalbaar? Het blijkt dat de complexiteit niet in het ontwerp van het gebouw zit, maar in het proces en in het terugbrengen van de diversiteit in de opgave naar uniformiteit. Je begint zo breed mogelijk en je neemt de verschillende disciplines en doelgroepen mee in het ontwerpproces, tot aan de omgevingspsycholoog aan toe. Want je moet voorkomen dat je te vroeg gaat specificeren, dat doe je pas als het echt niet anders kan. I AA Architecten heeft voor ’s Heeren Loo gezocht naar één vaste lijn die we voor alle doelgroepen konden doorzetten. Vooraf hadden de medewerkers van ’s Heeren Loo de meest extreme cliënten voor ogen. Toch zijn er verschillende gradaties in handicaps en blijkt een lichamelijk verstandelijk beperkte of iemand met gedragsproblematiek op een zelfde manier te kunnen wonen. Het verschil zit niet in het gebouw: als we zorgen dat een woning geschikt is voor een goed tillift-systeem kan daar ook een zwaar gehandicapte wonen. Dat systeem hoeft pas aangebracht te worden als het nodig is. De basisunit In 2015 is de architect samen met ’s Heeren Loo gaan nadenken over een basisunit. Uitkomst was dat een grondgebonden studio met eigen sanitair en slaapplaats geschikt is voor alle doelgroepen. Die is in 2016 in een pilotproject gebouwd en vervolgens gezamenlijk zorgvuldig geëvalueerd. Dat leidde tot een basisstandaard gebouw, van waaruit de een tweede en derde standaard ontwikkeld hebben. 44 FMT | juli 2022 Locatie De Hartenberg, Wekerom Het standaard gebouw Bij ’s Heeren Loo gebeurt facilitair alles groepsgebonden; dat is het uitgangspunt voor het ontwerp. De standaard is een gebouw met 2x8 studio’s geworden, met een huiskamer in het midden van de groep. En verder een schakelstuk voor beide groepen: daar past de techniek in, maar kan ook een variabele unit zijn als kantoor, snoezelbadkamer, logeerkamer, zusterpost of nachtpost.

Locatie Groot Schuylenburg, Apeldoorn Ontwerp gebouw met hoek Tweede standaard: VIC / IC Voor de doelgroep Very Intensive Care (VIC) en Intensive Care (IC) is de standaard een afgeleide van de 2x8 studio’s geworden. Bij de VIC en IC varieert de groepsgrootte tussen 4 en 6, anders zijn de bewoners niet te hanteren. Het is een variabel model, een 2x8 met een extra huiskamer ertussen. Toch is het zo bedacht dat het naderhand weer 2x8 kan worden, met andere woorden: multifunctioneel vastgoed. Derde standaard: gestapelde variant en appartementen Voor compacte terreinen of locaties waar ’s Heeren Loo gebonden is door het bestemmingsplan, heeft IAA Architecten een gestapelde variant gemaakt. Individueel wonen gebeurt dan in kleine appartementen op de verdieping, op de begane grond vindt groepswonen in studio’s met een huiskamer plaats. We hebben de studio’s en appartementen zo ontworpen dat ze verticaal op elkaar passen en uitwisselbaar zijn. Dat betekent dat de acht studio’s met een huiskamer om te bouwen zijn tot appartementen (en omgekeerd), zowel boven als beneden. Die appartementsvorm blijkt met name voor de cliënten met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) een wenselijke woonvorm te zijn. Allemaal variaties op het thema, waar je niet alle ontwerpstappen opnieuw hoeft te bedenken. In Middelburg wordt het eerste project in dit concept gerealiseerd. Verbeteringen door evaluaties De studio als basis is goed, dat blijkt uit alle evaluaties. Een sterke basis met alle variaties die daarin mogelijk zijn: wel of niet een pantry, wel of niet vaste kasten, wel of niet een draaideur of een schuifdeur. Wel of niet een buitendeur, nu of over vijf jaar. Het is echt een multifunctionele basis waar je niet meer over hoeft na te denken of over hoeft te discussiëren. Je hebt het bewijs, je kunt mensen laten zien hoe het wordt, hoe het kan. De studio is duurzaam en in de basis doelgroeponafhankelijk. Door de lagere prijs van ontwerp en bouw is er meer ruimte voor hogere kwaliteit 45

Locatie Westerhonk, Monster De volgende evaluatie had betrekking op de huiskamer: waar kom je binnen, waar doe je de was. Waar kook je, waar eet je. Dat gold ook voor de bijkeuken en de plek voor de medicijnen. Dat is allemaal uitontwikkeld; deze standaardisatie van de huiskamer wordt nu overal doorgevoerd bij ontwerpen voor ’s Heeren Loo. Vervolgens zijn de keukens geëvalueerd en teruggebracht tot een standaard met een paar opties die centraal worden ingekocht. Dan maak je stappen, in de procestijd, maar ook qua inkoop. Zo kun je goedkoper bouwen en kan het ontwerp goedkoper. Dit vergroot de haalbaarheid, maar er is ook meer ruimte voor hogere kwaliteit. Humaniteit en minder belasting voor de zorg De IAA-filosofie voor het bouwen voor mensen met een beperking is steeds dezelfde: ‘Als je het wonen centraal zet, doet de handicap er niet meer toe’. En dat is de kern: het begint met een eigen badkamer, een goede plek waar je slaapt, het moet privé zijn. Dat is humaniteit, dat is een enorme winst. Dat privacygevoel heeft ook een directe weerslag op het gedrag van de bewoner. Waar ze in het begin niets aankunnen en een heel prikkelarme omgeving hebben, verandert dat in de loop der tijd. Zo gauw bewoners het gevoel hebben dat het hun eigen omgeving wordt en ze hun eigen dingen kunnen toevoegen, ontwikkelt het ge46 FMT | juli 2022 drag zich ten positieve. Ze gaan hun eigen kamer inrichten, ze brengen hun hobby naar hun kamer, het privédomein ontwikkelt zich. Er is nog een positieve bijkomstigheid: de belasting voor de zorg wordt minder. Op het moment dat de bewoners rustig op hun kamer zijn, in plaats van dat ze in een huiskamer met elkaar moeten leven, dan zie je hoe verschillend het gedrag kan zijn. Naar bovenstaand aspect wordt nu wetenschappelijk onderzoek gedaan. Ontwerpen voor verschillende terreinen Nu de woonconcepten uitgekristalliseerd zijn, verschuift de aandacht naar hoe de gebouwen op het terrein staan. Hoe bereiken we de ge

| huisvesting ‘Standaardisatie leidt niet tot eenheidsworst’ Ontwerp snoezelruimte Ontwerp studio Locatie Noorderhaven, Julianadorp bouwen, hoe is de buitenruimte voor de bewoners, hoe is de inpassing in de omgeving? Ieder terrein heeft zijn eigen streekgebonden karakteristieken. Ermelo is een park, Wekerom ligt midden op de Veluwe in het bos, Julianadorp bevindt zich in de polder. Noordwijk ligt in de duinen. En als je dan in staat bent om de omgeving en het omgevingsplan vanzelfsprekend op elkaar te laten aansluiten, dan is het ook meteen weer heel natuurlijk. Personal touch van de architect Binnen IAA Architecten wordt gerouleerd. Elke architect maakt op zijn tijd een ontwerp, er is dus geen uniform handschrift voor ’s Heeren Loo. Allemaal hebben ze een ‘personal touch’ die het gebouw plaatselijk maakt. Steeds laten we de plek harmoniëren met het ontwerp van de gebouwen en de materiaalkeuzes. Dus een standaardisatie leidt niet tot eenheidsworst. Ontwerp studio met tillift Onderkant kostprijs en verschillende bouwmethodieken Uit vergelijkingen van ’s Heeren Loo met andere instellingen blijkt het IAA-woonconcept onderaan de kostprijs te zitten, ondanks alle prijsstijgingen. En afhankelijk van de gekozen aannemer bouwen we in prefab beton, kalkzandsteen en hout, daar is het woonconcept voor geschikt. In de nabije toekomst volgt de bouw in Cross Laminated Timber (CLT), want houtbouw zorgt voor een aangenaam binnenklimaat. Het is warmer, het doet iets met de akoestiek, het voelt gewoon fijn.  Meer informatie www.iaa-architecten.nl 47

zorgarchitectuur | partnercontent • ARCH22 - Clarine van Oel (TU Delft) en Liesbeth van Heel (Erasmus MC) Hoe overbruggen we het gat? Architectuur, onderzoek en de maatschappij Met de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft en het Erasmus MC ‘in the lead’ is Nederland als eerste niet-Scandinavische land gevraagd om gastvrijheid te verlenen aan de vijfde Architecture Research Care & Health (ARCH) conferentie. De organisatoren van deze conferentie lichten toe hoe ARCH22 het onderzoek naar de relatie tussen architectuur en gezondheid, zorg en welzijn wil versterken en voor wie dat interessant is. Daarnaast bespreken zij of de tussen 22 en 24 augustus te presenteren onderzoeken en innovatieve ontwerpen al voldoende ingaan op de grote maatschappelijke opgaven waar we voor staan. Programma ARCH22 Op maandag 22 en dinsdag 23 augustus worden ruim 80 onderzoeksprojecten gepresenteerd in de vorm van keynote lezingen en paper- en posterpresentaties. De faculteit Bouwkunde in Delft is plaats van handeling. Op maandagmiddag is er een netwerkbijeenkomst in het Erasmus MC waar rondleidingen gegeven worden door de nieuwe ziekenhuisomgeving, waarvan verschillende evaluatiestudies gepresenteerd worden. Een informeel conferentiediner op de Euromast besluit het uitstapje naar Rotterdam. Op woensdag 24 augustus organiseren mede-initiatiefnemers Andrea Möhn Architects, GAF architecten, Wiegerinck en EGM architecten kleinschalige tours langs innovatieve projecten van hun hand in cure en care. Meer informatie www.arch21erasmusmc.tudelft.nl zoek. De sterke relatie met de praktijk kan bovendien meerwaarde genereren bij het zoeken naar convergentie en het samenbrengen van verschillende disciplines rond grote maatschappelijke vraagstukken, aansluitend bij kennis- en innovatieagenda’s van bijvoorbeeld de Topsector Life Sciences & Health. K enmerkend voor de ARCH conferenties is dat zij ruimte bieden aan ontwerpend onderzoek voor gezondheidszorg en welzijn, met architectuur in de hoofdrol. Dat is bijzonder, omdat er geen lange onderzoekstraditie bestaat binnen de architectuur. Ontwerpend onderzoek kent een sterke verwevenheid met de praktijk. Daarin verschilt ontwerpend onderzoek van onderzoek vanuit de omgevingspsychologie of vanuit de gezondheidswetenschappen. Ook dit epidemiologisch of evaluerend onderzoek heeft een plek op ARCH22, juist omdat het zodoende de opmaat kan vormen voor nieuw ontwerpend onder48 FMT | juli 2022 Ontwerpperspectief Juist in het maatschappelijk debat over de gezondheidszorg is een sterke nadruk komen te liggen op participatie. De participatiemaatschappij houdt in dat we als burger de regie gaan voeren. Maar met toenemende autonomie en de noodzaak van participatie gaat de eindgebruiker dus ook eisen stellen aan het ontwerp van de gebouwde omgeving, onze woningen en het zorgvastgoed. Goed beschouwd is onderzoek naar gebruikerswensen (‘user needs’) ingegeven door de wens vanuit de praktijk van de gezondheidszorg. Voor medische en zorgprofessionals liggen wetenschap en praktijk in elkaars verlengde, en daar heeft een verschuiving plaatsgevonden van op expertise gebaseerd handelen naar op evidentie gebaseerd handelen. Met de publicatie van de relatie tussen uitzicht op groen en de verblijfsduur in het ziekenhuis (1984) wordt Roger Ulrich inmiddels beschouwd als de grondlegger van het ‘evidence-based design’. Architecten krijgen vanuit dit perspectief ook de opdracht om bij het ontwerp voldoende aandacht te besteden aan gebruikerswensen. Participatief ontwerpen Hier wreekt zich echter dat architecten een andere taal spreken dan medische- en zorgprofessionals. Want om welke gebruikers gaat het eigenlijk? Vanzelfsprekend kan een architect niet met alle individuele

Logo ARCH22 gebruikers zoals professionals, patiënten en bezoekers om de tafel gaan zitten. Hoe doe je daar op een goede manier onderzoek naar, zodanig dat het te vertalen is in een ontwerp? In de Scandinavische landen, de bakermat van het ARCH-netwerk, gaat betrokkenheid van gebruikers vooral over participatief ontwerpen. Vooral in Zweden wordt de participatie van gebruikers gezien als een uitingsvorm van het democratise ringsproces dat in de jaren zeventig van de vorige eeuw startte. In Nederland ligt dat anders, tenminste als het gaat om architectuur en niet om product- of service-ontwerp. Daar waar participatie van patiënten en zorgprofessionals in ontwerpprocessen van medische producten en services gebruikelijk zijn, is dat ongewoon voor het ontwerp van gebouwen of de gebouwde omgeving. Verschillen in schaalniveau en de daarmee samenhangende complexiteit zijn hier ongetwijfeld debet aan. Maar het weerspiegelt ook een verschil in visie. In de opleiding tot architect is het uitgangspunt dat de architect weet hoe de wensen van gebruikers te vertalen in een ontwerp. Het belang van ARCH22 is dat het verschillende werelden bij elkaar brengt en ruimte biedt voor uitwisseling van kennis en praktijkervaring. Vragen bij ontwerponderzoek De aandacht voor ‘evidence-based design’ en participatie onderzoek voor gebruikers in kleinschalige, hooggespecialiseerde ontwerpen kan echter ten koste gaan van andere maatschappelijke vraagstukken. De sterke nadruk op participatie initieert nu bijvoorbeeld vooral onderzoek naar woonwensen voor ouderen, en vaak ook specifi ek voor de groep van mensen met beginnende psychogeriatrische problematiek. De maatschappelijke opgave is echter een andere dan deze selecte focus op de expliciete woonwensen van degenen die zich een woonserviceappartement kunnen permitteren. Gezien de woningbouwopgave en gezien de grote aantallen hoogbejaarden is het ook belangrijk om onderzoek te doen naar het versterken van een meer grootschalige aanpak. Met andere woorden, stellen beleidsmakers en opdrachtgevers aan ontwerpende onderzoekers en onderzoekende ontwerpers wel de juiste vragen?  Pan eldiscussie ARCH22 sluit af met een paneldiscussie, waarin experts vanuit verschillende disciplines met elkaar in gesprek gaan over de vraag of het hier gepresenteerde ontwerpend onderzoek al aansluit bij de actuele ontwerpopgaven die samenhangen met de grote maatschappelijke uitdagingen waar Europa voor staat. Denk aan verduurzaming van de woningvoorraad tegen de achtergrond van een toekomst met (nog) langer thuiswonende ouderen met een zorgbehoefte; maar ook aan smart home technologie en andere digitale innovaties zoals bijvoorbeeld E-Health. Niet alleen in de thuissituatie of de care, maar ook in de steeds complexere cure-omgevingen, waar het een serieuze bijdrage kan leveren aan het verminderen van werkdruk. Dit vormt een brug naar de 6e editie van ARCH, te houden in Finland, in 2024. Onderzoek en innovatieve ontwerpen moeten aansluiten op de grote maatschappelijke opgaven rond duurzaamheid en demografi e 49

hygiëne | advertorial • Delabie Delabies innovaties in zorgsanitair Douchemengkraan met inbouwdoos 2551 (EP) Kranen of hulpmiddelen voor sanitaire voorzieningen in zorginstellingen stellen bijzondere eisen aan het ontwerp. Ze worden intensief gebruikt, moeten geschikt zijn voor patiënten met uiteenlopende fysieke complicaties, en ergonomisch goed werkbaar zijn voor zorgpersoneel dat de patiënt helpt. Daarbij gelden strenge eisen ten aanzien van veiligheid en hygiëne. Het volstaat zelden om een product voor huishoudelijk gebruik wat aan te passen. Goede kranen en sanitaire oplossingen in de zorg zijn van meet af aan specifiek ontworpen voor de functie die zij krijgen in zorginstellingen. Delabie is specialist in design en productie van kranen, sanitaire oplossingen en accessoires voor de zorg. Vernieuwingen in de productlijn zijn dan ook steevast aanwinsten voor de kwaliteit van zorg die instellingen kunnen leveren. Een drietal van innovaties wordt hier gepresenteerd. Douchmengkranen met inbouwdoos DELABIE vernieuwt zijn douchemengkranen voor inbouw door ze uit te rusten met een 100 % waterdichte, moduleerbare en aanpasbare inbouwdoos. Dit innovatief systeem past zich aan verschillende configuraties aan. Dankzij hun ontwerp bieden de mengkranen veiligheid en comfort. Infectiepreventie De douchemengkranen voor inbouw van DELABIE hebben een specifiek intern ontwerp, dat het volume stilstaand water in het kraan lichaam verkleint. Dat vermindert het risico op bacteriegroei aanzienlijk. Beveiliging tegen verbranding Zowel de mechanische en thermostatische douchemengkranen voor inbouw als de douchemengkranen voor inbouw met drukcompensatie (EP) zijn uitgerust met een temperatuurbegrenzer. De thermostatische mengkranen en mengkranen met drukcompensatie garanderen automatische en onmiddellijke onderbreking van de warmwatertoevoer bij onderbreking van de koudwatertoevoer dankzij de SECURITHERMtechnologie. Omgekeerd geldt ook: als de warmwatertoevoer stokt sluit de SECURITHERM mengkraan automatisch ook de toevoer van koud water af. Bovendien is het met de douchemengkranen voor inbouw ook mogelijk om thermische spoelingen uit te voeren op de temperatuur van het warm water in de leiding. De thermostatische SECURITHERM modellen zorgen voor een stabiele temperatuur, ongeacht de druk- en debietschommelingen in de leiding. 50 FMT | juli 2022 100 % waterdicht De douchemengkranen voor inbouw zijn uitgerust met een innovatieve waterdichte inbouwdoos, gepatenteerd door DELABIE. Die wordt niet afgesneden in lijn met de muur, aan de achterkant van de kraag, maar voorbij de kraag. Dat verzekert waterdichtheid bij de installatie, dankzij een dichtingsring direct geïntegreerd in de kraag. Bovendien zijn de H9633BEL en 2551(EP) mengkranen voor inbouw uitgerust met een aansluitbocht die rechtstreeks is aangesloten op de bedieningsplaat. Moduleerbaar Dezelfde inbouwdoos kan worden geïnstalleerd op rails voor gipsplaat, op een volle muur, of op een paneel. Deze inbouwdoos is het enige product op de markt dat zich kan aanpassen aan de wanddikte. Snelle en eenvoudige installatie De inbouwdoos kan aangesloten worden op een standaard leiding of een ‘pijp-in-pijp-leiding’. Het product wordt geleverd met tijdelijke stoppen om het spoelen van de installatie volledig veilig te laten verlopen. Nadien worden deze vervangen door een keramisch of thermostatisch binnenwerk, filters en/of terugslagkleppen. Door een gepatenteerd systeem kan de kraag na het afwerken van de muur gemakkelijk vastgeclipst worden. Op de H9633BEL en 2551(EP) zit 10 jaar garantie.

Opklapbare Be-Line® greep met vloersteun Be-Line® douchezitje: design en comfort voor iedereen DELABIE zet de trend ‘Design voor iedereen’ voort met het Be-Line® assortiment dat comfort en esthetiek verenigt in publieke ruimten. Een aangename en toegankelijke sanitaire ruimte creëren is een uitdaging, maar van groot belang voor mensen die tijdelijk, gedeeltelijk of defi nitief moeten inboeten op hun autonomie. De opklapbare Be-Line® greep kan helpen. De strakke lijnen en de discrete look van de greep worden perfect geïntegreerd in de ruimte. Deze opklapbare greep is beschikbaar in mat wit geëpoxeerd aluminium of antraciet grijs aluminium en zorgt voor een visueel contrast met de muur terwijl hij zich aanpast aan alle decoratiestijlen. Veiligheid en goed leven De opklapbare Be-Line® greep heeft een afgeronde vorm die, in combinatie met een platte anti-roterende voorzijde, zorgt voor een ergonomische grip. Naast het Securit Pack met 10 jaar garantie, CE-markering en test bij belasting met meer dan 200 kg, beschikt deze Be-Line® greep over een vloersteun die versteviging biedt wanneer de bevestiging aan de muur niet volstaat. De steun biedt een gevoel van veiligheid aan gebruikers met beperkte mobiliteit, voor wie het gebruik van sanitaire ruimtes in vreemde gebouwen soms zeer complex of zelfs beangstigend is. In opgeklapte positie neemt deze opklapbare Be-Line® greep minimale ruimte in beslag. Doordat de greep afneembaar is, kan het aantal geïnstalleerde grepen in de instellingen worden beperkt. De greep wordt bijgevolg geïnstalleerd voor een gebruiker en kan, wanneer hij niet langer op die plaats nodig is, worden weggenomen en vervangen door een afdekplaat. Voor iedereen Deze opklapbare greep met generatieoverschrijdend ontwerp is geschikt voor iedereen, ongeacht de leeftijd en de graad van autonomie van de gebruiker. Opklapbare grepen zijn ook beschikbaar in versie zonder vloersteun. Grepen zijn beschikbaar in lengten: 650 en 850 en 900 mm. 51 Het Be-Line® design-assortiment van Delabie kent een nieuw opklapbaar en afneembaar douchezitje. Dit model met voet is geschikt voor elk type muur. Het douchezitje, dat esthetiek en comfort samenbrengt, geeft de gebruiker een gevoel van welzijn en veiligheid. Het vernieuwend design van de Be-Line® grepen en zitjes zorgt ervoor dat de medische uitstraling van een toegankelijk gemaakte badkamer verdwijnt, en de gebruiker slechts een gevoel van welzijn en comfort ervaart. De strakke lijnen van het Be-Line® zitje zorgen voor een natuurlijke integratie in hun omgeving. Comfort voor iedereen Het Be-Line® zitje creëert een sfeer van design voor elke gebruiker. In opgeklapte positie is het ruimtebeslag beperkt. Het Be-Line® douchezitje is ook afneembaar: met een eenvoudige handeling kan het vervangen worden door een douchetablet. Door ze enkel te plaatsen wanneer het nodig is, blijft het aantal zitjes in een instelling beperkt. Maximale veiligheid Deze nieuwe variant van het Be-Line® zitje heeft een voet. Deze voet zorgt voor versteviging wanneer een wandmontage onvoldoende is. Zoals alle producten in het assortiment Toegankelijkheid van DELABIE, geniet ook het Be-Line® zitje van het Securit Pack: 10 jaar garantie, CE markering en getest bij een belasting van meer dan 200 kg. Het gamma is beschikbaar in twee uitvoeringen - mat wit geëpoxeerd of antraciet grijs - Be-Line® laat toe een visueel contrast te creëren tussen de kleuren van het zitje en de muren. De Be-Line® douchezitjes zijn perfect te integreren in elk interieur. 

TotaalOK congres & beurs 15 september 2022 SUPERNOVA, JAARBEURS UTRECHT Binnen het thema ‘Keuzes en praktijkervaringen’ zullen toonaangevende sprekers u informeren over keuzes die binnen OK-projecten zijn of nog worden gemaakt. Wat is of wordt de impact hiervan op de werkvloer? Zijn alle keuzes van meerwaarde voor de patiëntenzorg? Als gastspreker zal Maarten Steinbuch het congres afsluiten met zijn visie op o.a. medische robotica in de OK. Het programma en de mogelijkheden van inschrijving vindt u op de website van het congres: www.totaalok.nl Uw eerdere inschrijving blijft onverminderd van kracht. www.totaalok.nl FMT Totaal OK is een gezamenlijke productie van de Block Consultant en FMT Gezondheidszorg Hoofdsponsor:

Agenda 2022 ARCH22 Conferentie Zorgarchitectuur 22 t/m 24 augustus TU Delft en Erasmus MC, Rotterdam www.arch21erasmusmc.tudelft.nl STIP Symposium defi nitieve richtlijn luchtbehandeling in OK’s en behandelkamers 31 augustus Van der Valk Hotel, Veenendaal www.vhig.nl Circulair Vastgoed Congres 2022 6 september NBC Congrescentrum, Nieuwegein www.ivvd.nl Zoek het uit-congres "Weer op verkenning!" 7 september NBC Congrescentrum, Nieuwegein www.vilans.nl FMT Totaal OK Congres en beurs 15 september Jaarbeurs, Utrecht www.totaalok.nl TVVL Nationaal Congres Klimaattechniek 2022 20 september KAS Meeting, Woerden www.tvvl.nl VCCN Minisymposium Commissioning 22 september Locatie: informatie volgt www.vccn.nl Vakbeurs World of Technology and Science 27 – 30 september Jaarbeurs, Utrecht www.wots.nl Data onder voorbehoud, check altijd de site van de organisator. Mobile Healthcare congres 3 oktober Jaarbeurs, Utrecht www.mobilehealthcare.nl SKIPR Congres van Ketenzorg naar Netwerkzorg 6 oktober 2022 Van der Valk Hotel, Utrecht www.supportbeurs.nl Colofon Met medewerking van o.a. Hogeschool Arnhem en Nijmegen, IHE, KIVI, NEN, NVTG, TU/e, FHI Medical Technology FMT als crossmediaal platform Vakblad, informatieplatform, over actuele ontwikkelingen (cure & care) op het gebied van Facilities (realisering, onderhoud, beheer en exploitatie van zorghuisvesting en verwante facilitaire voorzieningen), Management en Technologie (medische en gebouwgebonden technologie, ICT, eHealth, artifi cial intelligence etc.). Verschijnt 7x per jaar, zowel in print als digitaal ISSN 1873-8877 www.fmtgezondheidszorg.nl Twitter: @FMTzorg LinkedIn: FMT Gezondheidszorg Uitgever AcquiMedia, Henk van der Brugge Amstelwijckweg 15, 3316 BB Dordrecht Hoofdredactie Elsie Schoorel Elsie@fmtgezondheidszorg.nl Eindredactie Dietske van der Brugge info@fmtgezondheidszorg.nl Redactie Lucy Holl, Mirjam Hommes, Henk Postema, Betty Rombout, Wilma Schreiber, Frank van Wijck Redactie Advies Commissie • Ing. Peter Karsman, directeur Karsman Advies en Interimmanagement • Ing. Luc Knaven, branchedirecteur FHI Medical Technology • Prof. dr. Jos Lichtenberg, (em.) hoogleraar bouwtechnologie TU/e • Cor van Litsenburg, founder FMT Gezondheidszorg • Prof. dr. ir. Masi Mohammadi, hoogleraar slimme architectuur TU/e, lector bouwen voor gezondheid • Ir. Victor Pastoor, bestuurslid NVTG • Mr. drs. Jack Thiadens, interim zorgbestuurder • Janet Vissinga, consultant OKCN Bladmanagement en advertenties Wim Boer, 0184-481042, wim@fmtgezondheidszorg.nl Henk van der Brugge, 0184-481041, henk@acquimedia.nl Vormgeving Dock35 Marketing Druk Veldhuis Media B.V., Meppel Abonnement € 120,- per jaar excl. BTW, biedt tevens toegang tot het digitale magazine. Buiten Nederland, binnen Europa € 145,- per jaar excl. BTW. Informeer vrijblijvend naar een collectief abonnement. NUMMER 4 JULI 2022 WWW.FMTGEZONDHEIDSZORG.NL 2022 4 Healing environment Nieuw onderkomen UCP Groningen FMT Totaal OK Keuzes en praktijkervaringen ICT Ans van den Bosch over de WEGIZ Infectiepreventie: innoveren en waakzaam zijn Coverfoto: CSA Radboudumc Foto: Radboudumc Disclaimer & Copyright AcquiMedia heeft deze uitgave op de meest zorgvuldige wijze samengesteld. AcquiMedia, (hoofd)redactie en auteurs kunnen echter op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de gegevens en aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op de informatie in deze uitgave. Het is niet toegestaan om zonder toestemming van de uitgever (incl. bronvermelding en fotocredit) beelden of artikelen uit deze uitgave over te nemen. GEZONDHEIDSZORG

bedrijvenindex | ADVIESBUREAU CLEANROOMS HUISVESTING KRANEN EN SANITAIRE TOEBEHOREN Deerns Nederland B.V. Anna van Buerenplein 21F 2595 DA Den Haag T +31 88 3740000 www.deerns.nl Ropasystems B.V. Belleweg 9, 5711 DH Someren T +31 (0)493 472399 www.ropasystems.nl Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com INSTALLATEUR Sweegers en de Bruijn bv Europalaan 12g 5232 BC ’s-Hertogenbosch T 088 030 7300 www.swebru.nl Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.nl Delabie Benelux BVBA Bergensesteenweg 106 A, bus 5 BE 1600 Sint-Pieters-Leeuw T +32 2 882 21 41 www.delabiebenelux.com MEDISCHE GASSEN DISTRIBUTIE SYSTEMEN ULC Installatietechniek b.v. Labradordreef 18 Postbus 2405 3500 GK Utrecht T +31 30 26 50 500 www.ulcgroep.nl Dräger Nederland B.V. Huygensstraat 3-5 2721 LT Zoetermeer T 079 – 344 44 888 www.draeger.com IT & SOFTWARE OK Consultancy Nederland (OKCN) Oude Apeldoornseweg 41 7333 NR Apeldoorn T (0)73 62 34 381 www.okcn.nl ARCHITEKTENBUREAU Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com MEDISCHE INRICHTING & ACCESSOIRES Ultimo Software Solutions bv Waterweg 3, 8071 RR Nunspeet T +31(0)341 – 423737 www.ultimo.com KRANEN EN SANITAIRE TOEBEHOREN IAA Architecten Sem Presserhof 108 1087 JG Amsterdam T +31 (0)20 520 00 80 M.H. Tromplaan 55 7513 AB Enschede T +31 (0)53 480 44 44 www.iaa-architecten.nl BOUWBEDRIJVEN MedicomZes Amsterdam T 020 696 68 86 E amsterdam@medicomzes.nl www.medicomzes.nl MedicomZes Groningen T 050-549 54 95 E groningen@medicomzes.nl www.medicomzes.nl 54 FMT | juli 2022 Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.nl Vertegenwoordigd in Nederland door Hamers en Kesber Warandebergstraat 43 1271 ZC Huizen T 0031 (0)356566888 M 0031 (0)628978209 E AH@hamersenkesber.nl M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl HUISVESTING SCHELL GmbH & Co. KG Raiff eisenstrasse 31 57462 Olpe, Duitsland T +49 2761 892-0 www.schell.eu Medifi x B.V. Nijverheidsweg 8 5071 NK Udenhout T +31 13 511 11 11 www.medifi x.nl Waardenburg Medical Dorpsstraat 8a 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 078 M +31 61066 4074 www.waardenburgmedical.com MEDISCH MEUBILAIR

| bedrijvenindex MEDISCH TECHNISCHE VOORZIENINGEN OPERATIEKAMERS OPERATIEKAMERS SERVICE & ONDERHOUD, RENOVATIES Heijneman Medical BV Copenweg 17 3411 NX Lopik T 088 11 81 000 www.heijnemanmedical.nl MANN+HUMMEL Vokes Air BV 1e Garnizoensdok 7 3539 JA Nieuwegein Tel 030-6868080 www.airfiltration.mann-hummel.com MEDISCHE PERSLUCHT M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl PERSOONSBEVEILIGING SYSTEMEN STRALINGSBESCHERMING Medical Building Services Ambachtweg 50 5731 AG Mierlo T 0492 666060 www.medicalbuildingsolutions.nl Berko Kompressoren Havenweg 14, 6603 AS Wijchen T 024 - 641 11 11 www.berko.eu NOODSTROOMOPLOSSINGEN PRIVEKLINIEKEN WANDBEKLEDING Q-bital Healthcare Solutions (The Netherlands) B.V. Henk Driebergen E henkdriebergen@q-bital.com M +31 6 57985774 www.q-bital.com Ooperon Mijkenbroek 25 4824 AA Breda T + 31 76 57 230 30 www.ooperon.nl Rontgenglas.nl Belleweg 9, 5711 DH Someren T +31 (0) 493 472399 www.rontgenglas.nl Elinex Power Solutions Wolweverstraat 15 2984 CE Ridderkerk T +31 (0)180 72 13 59 www.elinex.com Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.nl Medical Building Solutions Ambachtweg 50 5731 AG Mierlo T 0492 666060 www.medicalbuildingsolutions.nl PROJECTINRICHTING Zwart Techniek B.V. Middenhavenstraat 76 1976 CM IJmuiden T +31 (0)255 530 304 www.zwarttechniek.com OPLEIDINGEN REINIGING & DESINFECTIEOPLOSSINGEN Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl ZORGTECHNOLOGIE, BOUW EN INRICHTING M-Projectservice BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 40 292 79 50 www.m-projectservice.nl VAMED Nederland B.V. Orteliuslaan 897, 3521 BE Utrecht T +31 (0)30 303 64 30 www.vamed.nl Hogeschool Rotterdam G.J. de Jonghweg 4-6 3015 GG Rotterdam T 010 794 48 90 www.hogeschoolrotterdam.nl Miele Professional Postbus 166, 4130 ED Vianen T 034-73 78 884 www.miele-professional.nl E professional@miele.nl 55

MAKING EACH LIFE VISUAL Ieder leven is uniek. Het doel is om de medische behandeling van iedere persoon af te stemmen op de individuele behoeften. In het huidige tijdperk bieden de mogelijkheden van biotechnologie, kunstmatige intelligentie (AI) en informatietechnologie nieuwe manieren voor diagnostiek, preventie en behandeling. Deze precisie vereist uitgebreide informatie. Het verzamelen, koppelen en analyseren van gegevens, evenals het vastleggen, opslaan en evalueren van beeldgegevens vormt een cruciale bron van informatie voor de moderne medische praktijken. Sneller behandelsucces, betere kwaliteit van leven: technische innovatie heeft een onmiddellijke impact op de medische processen in ziekenhuizen en operatiekamers. Daarom gebruiken we al onze ervaring en werken we samen met hooggekwalificeerde medische teams om betrouwbare systemen te produceren voor het verwerken van beeldgegevens. Onze kennis staat in dienst van een betere gezondheid. Elk leven is het waard. www.eizo.nl

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
Home


You need flash player to view this online publication