0

NUMMER 3/4 JUNI 2020 WWW.FMTGEZONDHEIDSZORG.NL 2020 3/4 Huisvesting Radboudumc bouwt nieuw hoofdgebouw Technologie Artifi cial intelligence dé trend in endoscopie Technologie Innovaties in coronatijd Hoe SARS-CoV-2 de zorg op scherp zet GEZONDHEIDSZORG

VAMED UW PARTNER VAMED is uw partner voor gezondheidszorg-projecten. Van ontwerp tot turnkey. VAMED garandeert met het leveren van kwaliteit, effi ciëntie en betrouwbaarheid het blijvende succes van uw projecten en uw partners in de gezondheidszorg. VAMED onderscheidt zich onder meer door merk onafhankelijk ontwerp, levering en full-service onder-houd van medische technologie in zorginstellingen. VAMED staat in uw project voor persoonlijke aandacht en een duurzame relatie! Geïnteresseerd? Neem geheel vrijblijvend contact op met 030 303 99 44. WERELDWIJDE ERVARING VAMED is wereldwijd een toonaangevende partner van ziekenhuizen en gezondheidszorginstellingen bij projectontwikkeling, planning, bouw, inrichting en operationeel management. Wij hebben de afgelopen 3 decennia meer dan 900 ziekenhuisprojecten, revalidatiecentra, verpleeghuizen en gezondheids-resorts in 90 landen gerealiseerd en verlenen overal ter wereld diensten op maat. NIEUWBOUW, UITBREIDING, RENOVATIE ADVIES / ONTWIKKELING VAMED begrijpt de gezondheidszorg in de volle breedte en volgt een integrale aanpak. We hebben voortdurend de interacties en alle processen in de patiëntenzorg in beeld. Zo eindigt de verantwoordelijkheid van VAMED in het lifecycle-model niet met een succesvolle overdracht, maar vormt deze met de bijbehorende beschikbaarheidsgarantie en bijvoorbeeld operationeel management een integrale verantwoordelijkheid in de gezondheidszorg. OPERATIONEEL MANAGEMENT PROJECTONTWIKKELING / PLANNING DIENSTEN FINANCIERING BOUW Vamed Nederland B.V., 3528 BE Utrecht Tel: +31 (0) 30 303 64 30 Email: info@vamed.nl www.vamed.nl © Herbst

| editorial corona CORONA EN MEER Het is een bizarre periode die we doormaken. Om die reden brengt FMT Gezondheidszorg een extra dik dubbelnummer uit met veel actuele thema's. Gelukkig begint het normale leven weer een beetje op gang te komen, hetgeen echter niet wil zeggen dat we als samenleving de problemen op de knieën hebben. Het blijft zaak om de huidige maatregelen zeer serieus te nemen en extra alert te zijn. In deze editie van FMT Gezondheidszorg kunt u een aantal artikelen lezen die specifi ek ingaan op de problematiek en uitdagingen waar corona ons voor stelt. Bijzonder is de innovatiekracht die we bij veel bedrijven zien. Met schijnbaar het grootste gemak werden de afgelopen periode innovaties geïntroduceerd en werden productielijnen omgezet om in extreem korte tijd de nieuwe producten aan de zorgsector beschikbaar te kunnen stellen. We laten in deze uitgave enkele voorbeelden hiervan de revue passeren. U kunt ook lezen welke bergen moesten worden verzet om in een zeer kort tijdsbestek Ahoy in Rotterdam om te toveren tot een tijdelijke zorglocatie voor zo’n 700 patiënten. In een interview met de voorzitter van de VHIG, Bijzonder is de innovatiekracht die we bij veel bedrijven zien Tineke Emans, gaan we nader in op het belang van infectiepreventie; een item dat meer dan ooit alle aandacht verdient. Hoewel het beeld in de zorgsector de laa maanden uiteraard w de coronacrisis, ander nieuws. artikel gaat redacteur Henk Postema in op de nieuwbouw voor het Radboudumc. onne Witter schrijft o eilig en fl exibel wonen in woonzorgcomplex Campanula. ertelt Eddy van de oorzitter van de branc ondernemers in de zorg, alsmaar toenemende belang v ICT in de sector; een belang da nog lang niet voldoende w onderkend. Ik hoop da FMT Gezondheidszorg u veel informatief leesplezier bezorgt. Ik w fi jne en mooie zomer uiteraard hoop ik da in de volgende editie v FMT Gezondheidszorg, die in september vhijnt, de coronacrisis achter ons heb kunnen laten. Cor van Litsenb Hoofdredacteur FMT Gezondheidszg 3

THE HYGIENE SOLUTION THAT FITS c k i n T Y P e PENTAX Medical maakt gebruik van innovatieve producten, optimaliseert processen en integreert feedback uit de markt om patiëntveiligheid en infectiepreventie direct aan te pakken. Door oplossingen aan te bieden zoals de DECTM Duodenoscoop en de PlasmaTYPHOON, een oplossing voor sneldrogend en actieve opslag van endoscopen, versterken we ons commitment voor deze vitale onderwerpen. Echte verandering komt voort uit het begrijpen van het landschap - en het opnieuw vormgeven ervan. Ons onderzoek en productontwikkeling zijn gericht op het verbeteren van hygiëne en veiligheid. We werken nauw samen met experts voor inzichten uit de markt. Zo zorgen we ervoor dat alle producten direct gebaseerd zijn op behoeften uit de praktijk. We innoveren voor betere klinische resultaten - want een commitment is niets zonder actie. www.the-hygiene-solution-that-fi ts.com www.plasmabiotics.com n r b P l l a N c N e a a g O O r l s s e O O e e P g m a t a n a H H T s e P k S D E O C f M T L D E u s o d A i e u g n t 6 l s o o e e s P - H h c L - u y s o e A s g p a i u e H e P R I n

Nieuwbouw Radboudumc; De cirkel is rond In deze uitgave juni | 2020 16 ICT voor de zorg Interview Eddy van de Werken, OIZ 06 Kop Kop Plat CONTAMINATION CONTROL: “ Snelle kennisvorming cruciaal om coronacrisis te beheersen” 20 Artifi cial intelligence dé trend in endoscopie 06 28 26 Endoscopie Interview Werner Draaisma, NVEC INNOVATIE IN TIJDEN VAN CORONA Een aantal ondernemers reageert op de nieuwe omstandigheden met het razendsnel ontwikkelen van allerlei oplossingen voor de zorg, soms volledig buiten hun gebruikelijke productportfolio. 38 14 Sloopadvisering essentieel specialisme Sloop op de vierkante meter in een ziekenhuisomgeving vergt bijzondere expertise. Het Radboudumc als voorbeeld. 24 Verduurzaming klimaatinstallaties ‘Gezonde leef- en werkomgeving’ verdient -naast energiezuinigheid- prominente plaats in duurzaamheidsmodellen. 34 Tijdelijke zorglocatie in Ahoy “We deden het op zijn Rotterdams, niet lullen maar poetsen.” 42 Tineke Emans, voorzitter VHIG “De hele samenleving ziet nu het belang van hygiëne en infectiepreventie.” 44 AI in berekening beste bestralingsplan Primeur van CWI en Amsterdam UMC: software presenteert de beste individuele opties voor radiotherapie op basis van AI. 45 Draadloze koelkast-monitoring Het Martini Ziekenhuis Groningen koos voor fl exibiliteit: draadloze monitoring van koelkasten met medicijnvoorraad. 46 KAW ontwerpt nieuwe Zuiderschans in Den Bosch 50 Veilig en fl exibel wonen Woonzorgcomplex Campanula in Lent als good practice. 54 Bedrijfsreportage: TekDigitaal Beslisser voor digitalisering archief gaat meestal niet over één nacht ijs. 59 Nieuwe NVTG-site bedient leden optimaal 5

huisvesting | tekst • Ir. Henk C. Postema Radboudumc bouwt nieuw hoofdgebouw De cirkel is rond Radboudumc/EGM architecten 6 FMT | Juni 2020

“Er wordt gebouwd voor gebruikers met de nieuwste technologie” René Bleeker, directeur van Projectbureau Bouwzaken, is zichtbaar trots op het nieuw te bouwen hoofdgebouw van het Radboudumc. “Het wordt niet alleen een heel goed en prettig gebouw, maar ook een heel mooi gebouw in dezelfde Bossche School-stijl van het eerste gebouw van de campus, gebouw A, dat nu alweer zo’n 70 jaar geleden werd gebouwd. We hebben onze architect uitgedaagd er iets bijzonders van te maken en daar is hij fantastisch in geslaagd” aldus Bleeker. FMT Gezondheidszorg sprak met René Bleeker en ook met Paul Grotens en Mark Cox, die beiden deel uitmaken van het team van Bleeker, waarbij Grotens projectleider is en Cox programmamanager strategie. 7

huisvesting | Radboudumc/EGM architecten rond het centrale Geert Grooteplein, dat oorspronkelijk dienstdeed als parkeerterrein. Zo’n 40 jaar na het eerste structuurplan werd er wederom goedkeuring gevraagd voor de realisatie van een nieuw structuurplan 1990 - 2010. Na goedkeuring in 1994 door het College voor Ziekenhuisvoorzieningen was de eerste stap de bouw van de grote ondergrondse parkeergarage onder het Geert Grooteplein met een groot grasveld op het dak met de medische faculteit aan de noodzijde en de ziekenhuisgebouwen aan de zuidzijde van het Geert Grooteplein. Na de bouw van de parkeergarage volgde sloop en nieuwbouw van een aantal grotere gebouwen rond het Geert Grooteplein, te beginnen met het researchgebouw in 2000, gebouw voor ‘vrouw en kind’, gebouw voor diagnostiek (fase 1) in 2005, diagnostiek (fase 2) en het gebouw voor heelkunde in 2011. Na deze nieuwbouw volgde de renovatie van het oorspronkelijke verpleeggebouw A tot kantoren en restaurant. Gelijktijdig met de bouw van de ziekenhuisgebouwen werd ook gewerkt aan de nieuwe en indrukwekkend grote, centrale hoofdas van het ziekenhuis, waarin op 4 verschillende niveaus gescheiden transporten kunnen plaatsvinden (logistiek, patiënten en bezoekers, bedden en personeel). A 8 FMT | Juni 2020 ls in 2021 het nieuwe hoofdgebouw van het Radboudumc wordt opgeleverd, dan sluit het Radboudumc daarmee een nieuwbouwperiode van ruim 30 jaar af. Die werd begonnen met het ontwerp van het 2e structuurplan, begin jaren negentig. Slechts zo’n veertig jaar dáárvoor kocht de St. Radboudstichting het landgoed Heijendaal van de familie Jurgens uit Oss (bekend van de margarinefabrieken en de latere grondleggers van Unilever) om er de universiteit en het ziekenhuis te vestigen. Vanaf 1950 tot heden is er gebouwd, verbouwd, gesloopt en opnieuw gebouwd. Dit artikel werpt een blik op hoe dat zo gegaan is van structuurplan naar structuurplan waarbij iedere keer opnieuw wordt ingespeeld op de nieuwe ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Het eindigt met een beschrijving van het nieuwe hoofdgebouw waarvoor uiteraard eerst de nodige oude gebouwen gesloopt moesten worden. Structuurplan jaren 1950-1960 In 1950 werd het eerste structuurplan opgesteld. Na goedkeuring van het structuurplan door het bouwcollege van die tijd werd als eerste verpleeggebouw A gerealiseerd en in 1956 geopend. Daarna volgde de bouw van de overige gebouwen van de faculteit. In de jaren na afronding van het eerste structuurplan werd er een lappendeken aan gebouwen gerealiseerd, wat leidde tot een inefficiënte structuur en flinke loopafstanden. De grootste loopafstand in de ziekenhuisgebouwen was inmiddels opgelopen tot zo’n 1,4 km. Structuurplan jaren 1990-2010 Begin jaren negentig ontstond het besef dat herstructurering noodzakelijk was voor een efficiënt ziekenhuis. Onder het motto: ‘inklappen van de flanken’ werd een nieuwe structuur opgezet, waarbij ziekenhuisgebouwen en medische faculteitsgebouwen zich concentreren Wet Toelating Zorginstellingen De invoering van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) in 2006 had grote gevolgen voor de voortgang en de realisatie van de vervolgplannen. Daar waar in het verleden voor de financiering van de nieuwbouwplannen met een verklaring van het ministerie kon worden volstaan, werd na invoering van de WZTi door de banken een complete inzage in de financierbaarheid geëist. Dat had, zoals voor de meeste ziekenhuizen, veel voeten in de aarde. Het kostte jaren in plaats van maanden en dat had op zijn beurt ook weer invloed op de planvorming die, als gevolg van gewijzigde inzichten, moest worden bijgesteld. Radboudumc/EGM architecten

Radboudumc/EGM architecten Structuurplan 2017-2030 Er waren zoveel uitgangspunten gewijzigd, dat besloten werd een nieuwe businesscase te maken en daar waar het oude structuurplan nog was gebaseerd op groei, is pas op de plaats gemaakt en is gekeken naar de mogelijkheden van innovatie en technische ontwikkeling. Dat heeft geresulteerd in een nieuw structuurplan met een veel compacter hoofdgebouw (gebouw S) dan de oorspronkelijk geplande gebouwen S en Y. Daarna volgt nog de sloop van zo’n twintigtal gebouwen en gebouwtjes ten westen van de nieuwbouw waarmee het totale vloeroppervlak van het Radboudumc van 480.000 m² vloeroppervlak naar 380.000 m² zal zijn gereduceerd. De uiterste loopafstand zal van zo’n 1.400 m tot 250 meter zijn teruggebracht. Vervolgens zijn er dan nog renovaties van bestaande gebouwen gepland tot aan 2030. Bleeker: “De herziening van het oude structuur-plan 1990 – 2020 tot het structuurplan 2017 - 2030 heeft een groot stempel gezet op het Radboudumc. Moet je voorstellen: totaal 100.000 m² vloeroppervlak minder. Dat is grote winst en dat hebben we dan met compactere indelingen, universele oplossingen (daardoor uitwisselbare faciliteiten voor zorg en polikliniek), laboratoria met gedeelde faciliteiten, gebruik van de modernste technieken en met de inzet van heel veel Radboudumc-medewerkers kunnen bereiken en daar zijn we ontzettend trots op.” Hoofdgebouw Op 23 april 2019 is de bouw van het nieuwe hoofdgebouw van het Radboudumc van start gegaan en de oplevering staat gepland op half november 2021 met de ingebruikname voor april 2022. Het wordt een gebouw van 11 verdiepingen met totaal zo’n 43.000 m² vloeroppervlak. In het hoofdgebouw komen de nieuwe hoofdingang, de beschouwende en neuro-sensorische zorg en kantoren. Het nieuwe gebouw kenmerkt zich door de grote atria met veel daglicht en uitzicht. Opvallend detail is dat bij binnenkomst het gebouw eerst laag is en daarna hoog en licht. Verder zijn, volgens Bleeker, de belangrijkste eigenschappen van het gebouw dat het niet gebruikerspecifiek wordt gemaakt. Daarmee zal het gebouw voor meerdere afdelingen bruikbaar en goed aanpasbaar zijn. Zowel bij de gebouwindeling als bij het installatieontwerp is rekening gehouden met een andere indeling en een ander gebruik. Bossche School-stijl Het nieuwe hoofdgebouw wordt een gebouw voor poliklinieken, verpleegafdelingen en kantoren. Het meest opvallend is de bouwstijl. Bleeker: “We hebben de architect Daniël van den Berg van EGM uitgedaagd met een ontwerp te komen dat past bij de bouwstijl van het Radboudumc en als uitgangspunt heeft Van den Berg het ontwerp van het A-gebouw gekozen. Het A-gebouw was, zoals vermeld, het eerste gebouw van het Radboudumc en is ontworpen onder leiding van architect Jan van der Laan in de Bossche School-stijl. De Bossche stijl met het plastisch getal is goed in de architectuur waarneembaar en is door Van den Berg als uitgangspunt voor gebouw S omarmd. Het nieuwe hoofdgebouw wordt in z’n verhoudingen een kopie van het A-gebouw, maar dan van de 21e eeuw en zo’n 2,5 keer zo groot.” 9

huisvesting | Radboudumc/Suzanne Holtz Studio Huisvestingsfilosofie Het Radboudumc wil met het nieuwe hoofdgebouw vooroplopen in het ontwikkelen van nieuwe technologieën, behandelingen en (zorg)processen. In samenwerking met ptg advies zijn al deze ontwikkelingen samengebracht in de huisvestingsfilosofie en het programma van eisen, dat aansluit bij wat gebruikers nodig hebben. In de ‘samen ontwerpenweken’ zijn in compact tijdsbestek samen met medewerkers en patiënten de plattegronden uitgewerkt en vastgesteld. In de uitvoeringsfase ondersteunt ptg advies de bouwdirectie van het ziekenhuis met project- en procesmanagement. Hubs Markant in het gebouw worden de hubs. Op de vraag wat een hub is wordt verwezen naar computernetwerken waar hubs de knooppunten in het netwerk zijn. In het Radboudumc zijn hubs de ontmoetingsplekken waar je even met je collega kunt sparren. De kleinste hub is het koffiezetapparaat de grootste is het nieuwe restaurant in het A-gebouw. Omdat goede uitwisseling van ideeën in de academische omgeving essentieel is gaat het Radboudumc de komende jaren nog veel van deze hubs inrichten. Voor het interieurontwerp tekent Suzanne Holtz van Suzanne Holtz Studio. Hoogwaardige techniek Het nieuwe hoofdgebouw van het Radboudumc onderscheidt zich ten opzichte van de gesloopte gebouwen sterk op het gebied van de technische infrastructuur van het gebouw. Waar in het verleden de installatiekosten van de gebouwen zo’n 30 % bedragen ten opzichte van de bouwkundige kosten, gaat dat nu richting de 100%. Er worden dan ook steeds hogere eisen gesteld aan de kwaliteit van technische infrastructuur benodigd voor een goed klimaat, gebouwmanagement, benodigde technische voorzieningen voor medische en bouwtechnische inrichting en aan de ict-infrastructuur. Deerns is verantwoordelijk voor het integrale ontwerp ervan, waarbij betrouwbaarheid, bedrijfszekerheid en energiezuinigheid een steeds grotere rol spelen. 10 FMT | Juni 2020 BREEAM Excellent Het Radboudumc zet al jaren sterk in op verduurzaming en daarom is veel aandacht besteed aan de energiezuinigheid van gebouw en installaties, duurzaam materiaalgebruik en een gezond binnenklimaat, waarbij de warmte/koude met een WKO-installatie wordt verzorgd. Voor de duurzaamheidsclassificatie is gekozen voor BREEAM-NL waarbij DGMR is aangetrokken als BREEAM-NL Expert, die de BREEAM-score bewaakt en het proces van ambitie tot certificering begeleidt. EGM en installatie-adviseur Deerns hebben voor het ontwerpcertificaat het grootste gedeelte van de bewijsvoering verzorgd. Tijdens de uitvoering ligt het zwaartepunt voor het opstellen van het bewijs bij de uitvoerende partijen. Het bouwfysisch advies is verzorgd door Peutz. Met het BREEAM-NL certificaat Excellent behaalt het Radboudumc bij oplevering waarschijnlijk de hoogste BREEAMscore van de UMC's. In 2030 wil het Radboudumc energieneutraal zijn en daar gaat het nieuwe hoofdgebouw, met de sloop van nog vele gebouwen na de ingebruikname van de nieuwbouw, een belangrijke bijdrage aan leveren. Voor de toekomst wordt samen met de Provincie geothermie onderzocht als mogelijkheid voor warmteopwekking. “Voor het nieuwe hoofdgebouw zal dat niet veel opleveren, want in het goed geïsoleerde hoofdgebouw is meer koude- dan warmtevraag”, aldus Paul Grotens. Dan loopt er ook nog een studie naar zuivering van het afvalwater door middel van een plasmavergasser door de TU-Twente, waar het Radboudumc in de toekomst op wil inhaken. Sloop met 96% hergebruik Bouwen op het terrein van het Radboudumc is puzzelen. Eerst slopen en dan bouwen, dan weer slopen en dan weer bouwen terwijl de functionele, de logistieke en de technische infrastructuur intact moet blijven. De sloop op het terrein van het Radboudumc vraagt veel aandacht, mede vanwege de aanwezigheid van asbest en de zeer beperkte ruimte. Het Radboudumc heeft BCM Consultancy asbest-inventarisaties laten uitvoeren en sloopbestekken laten maken. Gezamenlijk is het werk ENVI aanbesteed. De sloopmethodiek van Beelen, Radboudumc/Suzanne Holtz Studio 

| huisvesting D at patiënten niet voor hun plezier in een ziekenhuis terechtkomen moge duidelijk zijn. Het onderzoek naar het binnenklimaat in verpleegkamers, uitgevoerd door Peutz, kan dat verblijf wél zo comfortabel mogelijk maken. Het binnenklimaat in een zorgomgeving is niet alleen afgestemd op de patiënt, ook personeel moet comfortabel kunnen werken. Deze twee groepen hebben over het algemeen andere behoeften. De patiënt ligt stil en is conditioneel meestal verzwakt. Een iets hogere ruimtetemperatuur wordt dan als prettig ervaren. Door het stilliggen worden luchtbewegingen al snel als tocht ervaren. Het personeel is in beweging en verricht soms zware arbeid, waardoor een iets koelere omgeving juist als prettig ervaren wordt. Het samenbrengen van deze twee vereist nogal wat ‘uitdokteren’. De klimaatkamers in het Peutz-Laboratorium voor Bouwfysica bieden daar uitstekende mogelijkheden voor. Er wordt geëxperimenteerd met verschillende luchtinblaasroosters en de positie daarvan. Het is mogelijk om vrijwel exact te meten wat de consequenties zijn voor het comfort. Hetzelfde geldt voor verwarmen en koelen via bijvoorbeeld vloerverwarming, stralingspanelen of een koelplafond. Voor andere ruimtes in het ziekenhuis, zoals een operatiekamer of laboratorium, kunnen vergelijkbare onderzoeken plaatsvinden. Voeg daar op een verstandige manier een vleugje akoestiek en daglicht aan toe en het comfort is op orde. Meer informatie: www.peutz.nl V oor dit vraagstuk ontwikkelde ptg advies de 'samen ontwerpenweken'. In nauwe samenwerking met alle betrokken medewerkers en patiënten wordt binnen een week de plattegrond van een bouwdeel uitgewerkt tot een door iedereen gedragen concept. Startend vanuit een eerste concept plattegrond wordt gezamenlijk onderzocht waar mogelijkheden voor verbetering liggen en hoe deze in het ontwerp vertaald kunnen worden. Deze verbetervoorstellen worden binnen een dag op tekening verwerkt en waar nodig worden keuzes voorgelegd en gezamenlijk gemaakt. Het unieke aan deze aanpak is dat ontwerpsuggesties vanuit verschillende perspectieven worden ingebracht en gezamenlijk gewogen. Vanuit ieders expertise voegt het perspectief van verpleegkundigen, artsen, patiënten, hygiëne- en arbo-experts, logistiek en andere medewerkers, iets toe aan het uiteindelijke ontwerp. Dit zorgt er niet alleen voor dat alle relevante ontwerpaspecten worden benoemd, maar vooral dat het eindresultaat iets van alle betrokken partijen is. Aan het einde van de week zijn zij het dan ook die hun ontwerp toelichten aan de verantwoordelijk bestuurders. De 'samen ontwerpenweken' vormen tevens een stevige basis voor de ingebruikname van het nieuwe gebouw, waarbij veelal nieuwe werkprocessen geïntroduceerd worden. Door met elkaar over het ontwerp na te denken, worden de onderliggende werkprocessen verankerd in het collectieve geheugen. Inmiddels is deze werkwijze al bij de ontwikkeling van meerdere ziekenhuisprojecten toegepast, waaronder de uitwerking van het hoofdgebouw van het Radboudumc. Meer informatie: www.ptg-advies.nl 11

Peutz is een onafhankelijk ingenieursbureau dat zich richt op onderzoek, advies en innovatie in de bouw en industrie. Kijk op www.peutz.nl of bel 085 8228 600 stedenbouwfysica arbeidsomstandigheden machine learning trillingtechniek lawaaibeheersing bouwfysica lichtontwerp duurzaamheid ruimtelijke ordening milieutechnologie externe veiligheid akoestiek windtechnologie brandveiligheid Ulstein Design & Solutions B.V. kluxUur 937.5 812.5 687.5 562.5 437.5 312.5 187.5 62.5 eindhoven – groningen – mook – zoetermeer – düsseldorf – nürnberg – dortmund – berlijn – leuven – parijs – lyon unieke opgaven en doelgerichte oplossingen Met veel enthousiasme heeft ptg advies het Radboudumc geadviseerd bij de uitwerking van de huisvestingsplannen. Samen met het ziekenhuis ontwikkelden wij de business case en de bijbehorende strategische huisvestingsscenario’s om de huisvesting op de campus toekomstbestendig te maken. De uitwerking van het nieuwe hoofdgebouw is hiervan het prachtige resultaat. Een aantoonbaar duurzaam gebouw (BREEAM Excellent), waarin de innovatieve zorgprocessen optimaal ondersteund worden. ptg advies heeft het programma van eisen ontwikkeld samen met medewerkers en patiënten van Radboudumc en leidde het ontwerpproces in een gedreven ontwerpteam. Zie voor een uitgebreide beschrijving van deze en andere projecten op: ptg-advies.nl. ptg advies b.v. Koningin Wilhelminalaan 21, Amersfoort t 033 - 422 82 55 e info@ptg-advies.nl ptg-advies.nl 12 FMT | Juni 2020

 waarbij 96% van het sloopafval wordt hergebruikt, bleek daarbij de meest gunstige. “Na de bouw van het nieuwe hoofdgebouw volgt nog de sloop van diverse gebouwen met totaal zo’n 110.000 m² vloeroppervlak, waarmee het Radboudumc een van de grootste sloopprojecten van Nederland in de markt zal zetten” meldt Cox met veel plezier. Constructie met toekomstvisie Een gebouw kan alleen maar flexibel indeelbaar zijn als de hoofddraagconstructie daarop ontworpen is. Bleeker: “Gebouw-A heeft grote overspanningen en weinig kolommen en is daardoor zeer flexibel indeelbaar. Dat leverde vele voordelen op bij de renovatie. Daarom hebben we onze constructeur Aronsohn gevraagd zich eerst goed te verdiepen in de constructieopzet van gebouw-A. Voor het nieuwe hoofdgebouw heeft die studie geleid tot de keuze van eveneens grote overspanningen en weinig kolommen, waarmee ook het nieuwe hoofdgebouw uitermate goed aanpasbaar en flexibel wordt.” Consortium FourCare Het Radboudumc heeft na een voorselectie aan 3 consortia een aanbieding gevraagd op basis van volledige bestekken. Consortium FourCare, bestaande uit Trebbe, Van Wijnen, ENGIE Services en Unica is bij de aanbesteding als beste naar voren gekomen. “Gezamenlijk draagt FourCare de zorg voor een geïntegreerde en duurzame aanpak van bouw en installaties. Wij hebben daardoor slechts met twee vertegenwoordigers van FourCare te maken, één voor de installaties en één voor de bouw, waarbij onze architect en installatieadviseur een traditionele toezichtrol vervullen. Op 23 april 2019 gaf burgemeester Bruls het officiële startsein voor de bouw en tot nu toe loopt het allemaal bijzonder goed” aldus Grotens. Bricks, Bytes and Behavior De metafoor van het Masterplan 2017-2030 is Bricks, Bytes en Behavior. Het Radboudumc zet in op een nieuwe manier van werken (behavior), waardoor er compacter kan worden gebouwd (bricks) met slimme technologie (bytes) als uitgangspunt. Bleeker: “Er wordt een gebouw gerealiseerd voor de gebruikers met de nieuwste en de innovatiefste technologie.” “Dat is nog wel een aandachtspunt”, meldt Grotens. “De ict-wereld is wel een heel andere dan de bouwwereld en voor alle ict-toepassingen zijn wel de juiste netwerken met netwerkknooppunten nodig.” De drie mannen van het Projectbureau Bouwzaken hebben er alle vertrouwen in dat ook dat goed zal komen. Over twee jaar kunnen we dat met eigen ogen zien en zal FMT Gezondheidszorg daar zeker verslag van doen. Het wordt heel interessant welke nieuwste ICT-snufjes we dan te zien krijgen. De cirkel is rond Met de ingebruikname van het nieuwe hoofdgebouw zal de cirkel rond zijn. Dan is het eerste gebouw van het Radboudumc, het A-gebouw, volledig gerenoveerd en zijn zo’n beetje alle oude ziekenhuisgebouwen vervangen en staat er een compleet nieuw Radboudumc. Dan is de cirkel rond.  Radboudumc/Suzanne Holtz Studio 13

Om ruimte te maken voor de nieuwbouw zijn de gebouwen M307/M317 van het Radboudumc duurzaam gesloopt. Zowel de voorbereiding als de uitvoering van de sloop bleek een uitdaging te zijn. Dat sloopadvisering een vak apart is bleek uit de verschillende te nemen hindernissen. Harald Mandemaker, projectleider sloop van BCM Consultancy BV uit Nijmegen, geeft een kijkje in de keuken. Geen ruimte om te slopen Al in de voorbereidingsfase bleek de sloop geen eenvoudige klus te zijn. De te slopen gebouwen zijn in 1966 gebouwd en in de loop der jaren rondom ingebouwd door diverse andere gebouwen zoals de Spoedeisende hulp met voorzieningen voor de traumahelikopter, de hoofdingang van het Radboudumc, de verbindingsgang voor bezoekers, patiënten, logistiek en techniek, en door de parkeergarage. Er was dus zeer weinig ruimte voor het inrichten van het werkterrein en het opstellen van de sloopkranen, waardoor het tussenuit slopen van de gebouwen een specialistische én pragmatische aanpak vergde. Om tot een integraal sloopplan te komen heeft BCM Consultancy BV 2 jaar uitgetrokken om de sloopvoorbereiding op te tuigen. BCM is al decennialang adviseur van het Radboudumc en was bekend met de omgevingsinvloeden. Er waren vragen over de volgende onderwerpen: • sloopmethoden; • logistiek; • traumahelikopter; • constructie en veiligheid bezoekers; • asbestsanering en totaalsloop. Er is gestart met het opstellen van een risicoanalyse, waarna inzichtelijk was welke risico’s er waren voor mens, milieu, omgeving. 14 FMT Juni 2020 De risico’s zijn gecategoriseerd en met het Radboudumc gecommuniceerd. Sloopmethoden Er bestaan diverse sloopmethoden, elk met haar eigen voor- en nadelen. Om tot een juiste sloopmethode te komen is eerst een constructieve scan gemaakt van de te slopen gebouwen. Op basis hiervan zijn de constructieve beperkingen alsmede de slooprisico’s onderkend en heeft BCM een aantal mogelijke sloopscenario’s uitgewerkt met bijbehorende sloopmethoden. Elke sloopmethode heeft haar specifieke risico’s en doorlooptijd/planning. Samen met het Radboudumc heeft BCM gekozen voor de sloopmethoden ‘Longreach en Japans slopen’. Logistiek Het Radboudumc-terrein is een dorp op zich, met haar eigen logistieke lijnen en ontsluitingen op openbare wegen. Het uitgangspunt was dat de sloopbewegingen, het functioneren van het Radboudumc niet negatief mochten beïnvloeden. Berekend werd hoeveel transport-/sloopbewegingen er zouden gaan plaatsvinden. Deze transportbewegingen zijn in de planning in tijd afgezet en besproken met het Radboudumc, de Gemeente Nijmegen en busmaatschappij Breng. Naast het Radboudumc is de Universiteit Nijmegen en een aantal basisscholen gevestigd, die langs de verplichte transportroute lagen. Door vooraf logistiek overleg te voeren met de verschillende partijen konden afspraken worden gemaakt, waardoor risico’s tot een minimum werden gereduceerd.

| huisvesting Een ander logistiek probleem was dat de weg naar het sloopterrein een eenrichtingsweg is voor de ambulances van de spoedeisende hulp. Tijdens piekdagen rijden meerdere vrachtwagens met puin af en aan om het slooppuin af te voeren. Deze staan vaak achter elkaar te wachten om geladen te worden. Hierdoor zou de weg geblokkeerd worden voor de ambulances. Na overleg met busmaatschappij Breng mocht een gedeelte van de busbaan gebruikt worden als opstelplaats, waardoor er geen hinder meer bestond voor de ambulances. Traumahelikopter Een niet alledaags sloopprobleem was de traumahelikopter. De te slopen gebouwen stonden slechts 30 meter verwijderd van het helidek en dus rees de vraag of sloopstof schadelijk was voor de rotoren, verf en de filters van de traumahelikopter. En zo ja, vanaf welke fractie sloopstof is dit het geval en geldt dit dan alleen bij overvliegen, landen of ook opstijgen? Daarover bestaan geen data in Nederland. In samenwerking met het Radboudumc is besloten om deze vragen proefondervindelijk te beantwoorden. In samenwerking met de medewerkers van het helidek en de piloot van de helikopter is een proef uitgevoerd. Met de vergaarde data zijn een aantal zaken onderkend en nader ingeregeld om schade aan de traumahelikopter te voorkomen. Constructie en veiligheid bezoekers en gebruikers De te slopen gebouwen zaten vast aan intensief gebruikte publieksroutes. Het was een harde eis dat er geen slooppuin of -materieel in gebruiksgebieden terecht zou kunnen komen. Samen met de constructeur is gekeken naar de krachten die vrijkomen op de constructie tijdens de sloop. Er zijn specifieke maatregelen genomen om de publieksroutes constructief onafhankelijk te maken, afscherming aangebracht tussen sloop- en gebruikersgebied, en voorzieningen aangebracht waarbij het te slopen gebouw maar 1 kant op kan vallen. Hierdoor kon de veiligheid voor bezoekers en gebruikers worden gegarandeerd. Asbestsanering en totaalsloop In de gebouwen waren diverse asbesthoudende toepassingen aangebracht. BCM heeft zelf de omvangrijke asbestinventarisatie uitgevoerd en alle asbesthoudende toepassingen in kaart gebracht. Deze zijn in een optimaal saneringsplan verwerkt en gesaneerd. De totaalsloop is aanbesteed, waarbij het sloopplan c.q. kwaliteit prevaleerde boven de laagste prijs. Samen met het Radboudumc is de meest geschikte sloopaannemer geselecteerd. De sloop is niet alleen zonder incidenten gerealiseerd, maar ook volgens de BREEAMnorm, waardoor de nieuwbouw het maximaal aantal BREEAM-sterren kon halen. Sloopadvisering een vak apart Slopen is een vak apart; niet alleen de uitvoering, maar zeker ook de voorbereiding. Het sloopvak is niet iets dat je op school leert; het gaat om specifieke kennis die je in de loop der jaren opbouwt. BCM heeft door de jaren heen deze kennis eigengemaakt en veel lastige sloopprojecten voorbereid, begeleid en tot een goed einde gebracht. Een specialisme binnen de sloop is het beoordelen en onderbouwen van meer-/minderwerken. Binnen een bouwproject is dit relatief eenvoudig, aangezien er kengetallen bestaan. Maar wat het kost om 20 meter asbestbitumen te laten saneren of 50 betonpoeren te laten slopen is een heel ander verhaal. Er bestaan in Nederland maar weinig echte sloopadviseurs en een daarvan is BCM. Mede vanwege het portfolio en haar goede reputatie heeft BCM samen met Aronsohn raadgevende ingenieurs een van de grootste sloopprojecten in Nederland verworven. Meer informatie: www.bcmconsultancy.nl 15

ict | tekst • Wilma Schreiber De afgelopen tien jaar heeft ICT in de zorg een enorme vlucht genomen. Het strekt zich inmiddels uit tot bijna alle aspecten van de bedrijfsvoering. Bij die digitalisering dient zich ook een knelpunt aan: het uitwisselen van informatie tussen verschillende zorgaanbieders en tussen zorgaanbieders en cliënten is sinds het debacle van het EPD nog steeds niet goed geregeld. Met het oog op de vergrijzing is het bovendien essentieel dat de zorg ICT meer gaat omarmen. B 16 FMT | Juni 2020 ij zorgaanbieders in hetzelfde domein – ouderenzorg, verpleeghuiszorg, thuiszorg – doen zich meestal geen problemen voor; zij spreken dezelfde taal. Tussen medisch specialisten en huisartsen of tussen ziekenhuizen en verpleeghuizen, bevinden zich echter nog wel wat hiaten. “In de communicatie per brief begrijpen ze elkaar wel, maar als de informatie elektronisch wordt uitgewisseld, gaat het mis. Want een huisarts omschrijft hartfalen anders dan een specialist. Het systeem kan die semantiek niet vertalen en dat is dus een beperkende factor”, verklaart Eddy van de Werken, voorzitter van OIZ, de branchevereniging voor ICT-dienstverleners in de zorg. Dus moet informatie op een andere manier worden vastgelegd, zodat deze overdraagbaar is naar andere zorgpartijen. “Er bestaan weliswaar internationale standaarden en coderingsstelsels, maar Nederlandse zorginstellingen vinden dat niet zo nodig. Met als resultaat dat er voor bepaalde zorgtypen meerdere stelsels mogelijk zijn; de keuze van de standaard wordt aan de markt overgelaten. Zonder standaard ga je elkaar niet verstaan. In dit opzicht moet VWS zijn verantwoordelijkheid nemen en druk uitoefenen op de zorgaanbieders en keuzes maken.” Nadat VWS onderuitging met het EPD, heeft het ministerie deze taak weer opgepakt en is nieuwe wetgeving in voorbereiding. Dit betreft echter slechts een kaderwet voor informatievoorziening in de zorg, die momenteel ter internetconsultatie voorligt aan de markt. “Het is nog een holle wet, die moet worden ingevuld met standaarden voor de domeinen. Door de jaren heen is de zorg versplinterd geraakt, verzuild in financieringsstromen, waarbij verschillende organisaties verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Zvw, de Wmo, etc.”, betoogt Van de Werken. “Er is niet één partij aansprakelijk, veel

“Voer in systemen niet op te veel terreinen tegelijkertijd wijzigingen door, maar kies voor een overall roadmap, met de juiste prioritering en aanpak”, luidt het advies van Eddy van de Werken, voorzitter van OIZ, aan VWS. Voor communicatie tussen zorgverleners is een (internationale) standaard onmisbaar. verantwoordelijkheden zijn gedelegeerd, bijvoorbeeld aan gemeenten. En daarnaast heb je te maken met duizenden zorgaanbieders die opdrachten moeten gaan uitvoeren binnen dat kader.” Beperkende factoren ICT is voorwaarde voor een goede zorg, maar werkt nu nog belemmerend, omdat ontwikkelingen niet snel genoeg gaan. “Er is beweging nodig op verschillende niveaus. Enerzijds moeten VWS en zorgaanbieders snel eenduidige (en liefst internationale) standaarden omarmen, want zo’n standaard bouwen kost tijd. Anderzijds moet de administratie beperkt worden tot wat echt nodig is”, stelt Van de Werken. “Natuurlijk is registreren de basis voor kwaliteitsbewaking en van belang voor verantwoording, financiering, informatievoorziening aan cliënten en andere partijen. Toch nemen zorginstellingen niet graag informatie één op één over, die willen ze minimaal toetsen, wat wordt opgelegd door de wetgever in kwaliteitskaders. Daarom is consensus over wat je accepteert belangrijk – lees: een standaard – en ICT helpt daarbij.” Een andere beperkende factor voor vergaande automatisering is dat de zorgmarkt een gereguleerde markt is. In tegenstelling tot overheid en bedrijfsleven zijn de budgetten beperkt en is daarvan slechts een gelimiteerd deel beschikbaar voor ICT. “Daarnaast willen zorginstellingen zich onderscheiden door niet te kiezen voor dezelfde ICT-leverancier. Zo ontstaan binnen ziekenhuizen complexe eigen systemen, die niet altijd aansluiten op internationale standaarden. En omdat het geen open markt is, met slechts enkele dominante ICT-aanbieders, kun je standaarden minder makkelijk opleggen”, zegt Van de Werken. “Dit geldt overigens niet voor de thuiszorg, gehandicaptenzorg en ggz, die sectoren kennen een grotere diversiteit aan ICT-leveranciers.” 17

Het selecteren en aanleveren van medicijnen is een van de handelingen die verder te automatiseren is. Niet technologiegedreven Een ander punt is dat er weliswaar veel ICT beschikbaar is, maar dat de zorg deze lang niet altijd benut. Te denken valt aan het teleconsult door de huisarts dat al meer dan vijf jaar beschikbaar is. “Heel veel mensen in de zorg zijn niet technologiegedreven, het zijn mensenmensen. Ze vinden ICT eng of moeilijk, missen de affi niteit en daarmee de kennis en interesse”, aldus Van de Werken. “Maar waarom zou je medicijnen aanleveren in doosjes die uit de kast gepakt en naar de patiënt gebracht moeten worden? Dat kun je prima automatiseren. En dat geldt voor alles wat niet aan het lijf gebeurt.” Bijvoorbeeld het op afstand communiceren via videoconsult en de persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) die zorginformatie ontsluit voor de cliënt. “Dat is nu niet meer dan een kijkdoos. Als daar interactie mogelijk is, kun je meer informatie bij patiënten weghalen door middel van apps, devices en wearables rond of op het lichaam. En op basis hiervan vervolgens automatisch bijvoorbeeld de dosering van medicatie terugsturen.” Een gemiste kans, aangezien een arts met behulp van ICT in plaats van tweehonderd misschien wel duizend patiënten zou kunnen zien. En het inzetten van technologie ter vervanging van handmatig werk wordt steeds noodzakelijker, als straks meer mensen zorg nodig hebben, terwijl het aantal zorgverleners afneemt. “We zullen oplossingen moeten bedenken voor die dubbele vergrijzing. ICT kan en moet daar een bijdrage aan leveren. Dus moet acceptatie van standaarden en van 18 FMT | Juni 2020 ICT en corona In april nam het ministerie van VWS het initiatief voor het ontwikkelen van apps om de coronacrisis binnen de perken te houden. Het beoordelingsproces van de zeven geselecteerde initiatieven was gedurende een weekend via een livestream te volgen. Ongekend transparant en iets wat vijf jaar geleden niet denkbaar zou zijn geweest, aldus Van de Werken. “Privacyhoeders en IT-deskundigen buitelden over elkaar heen om te melden hoe matig het proces en de resultaten zijn. Jammer inderdaad dat de resultaten tot nu toe tegenvallen, maar chapeau voor de minister en zijn ministerie voor de dadendrang die zij tentoonspreiden.” Desondanks plaatst Van de Werken in dit geval ook een kanttekening bij de technocratische insteek. “Deze pandemie is niet met technologie alleen op te lossen. Het is een complex samenspel van techniek, aanpassing van processen, werkwijzen, gedrag en op termijn wellicht zelfs het economisch model. Als je een app lanceert om besmettingen te monitoren, moet je mensen ook snel kunnen testen, wil je eff ectief zijn. Aan die randvoorwaarde kon op dat moment nog niet worden voldaan.” Wel maken de huidige communicatiemiddelen het mogelijk mensen te informeren en ander gedrag te laten vertonen. “De Spaanse griep kostte begin vorige eeuw miljoenen mensen het leven. Dankzij de moderne informatietechnologie staat de teller wereldwijd nu op ‘slechts’ 200.000 slachtoff ers.”

| ict ICT omhoog”, betoogt Van de Werken. “Om betrouwbare apparaten te ontwikkelen en aan te schaffen, is geld nodig. Nu is de gezondheidszorg in Nederland nog relatief goedkoop. Willen we het niveau van automatisering vergroten, dan zijn we daar meer geld aan kwijt. Politiek een gevoelige kwestie.” Overall roadmap Kijkend naar zijn eigen achterban, stelt Van de Werken dat ICT-dienstverleners vanwege de beperkte budgetten innovatief moeten zijn. En dat hun systemen – terecht, net als medische hulpmiddelen - moeten voldoen aan een hele reeks kwaliteitsstandaarden, aangezien het gaat om beslissingen over kwaliteit van leven waarbij betrouwbaarheid essentieel is. “Hogere eisen, meer kwaliteitsborging betekent echter ook hogere kosten en die moeten kunnen worden doorbelast. Kwaliteit kost nu eenmaal geld.” Borging en toetsing van die kwaliteit vormt een uitdaging. OIZ is met VWS in gesprek over regelgeving en over (heldere) criteria waar systemen aan moeten voldoen. “Daarnaast adviseren wij wijzigingen niet op te veel terreinen tegelijkertijd door te voeren, maar te kiezen voor een overall roadmap, met de juiste prioritering en aanpak”, zegt Van de Werken. “Dus informatie-uitwisseling aanpakken, dan even wachten met administratie. Meer devices aan het bed, dan niet gelijk ook de Privacywet aanpassen.” De vergrijzing maakt het essentieel dat de zorg ICT meer gaat omarmen. De afgelopen tien jaar is de wetgeving rond de zorg alleen maar toegenomen. Dat maakt het voor bestaande leveranciers lastig om op tijd te leveren en vormt een barrière voor nieuwe toetreders, waardoor er minder concurrentie is. “Bij MRI’s snapt iedereen dat, maar dat geldt dus ook voor ICT-systemen. Als je dan maar een paar leveranciers overhoudt, is dat zorgelijk. Een verstoorde marktsituatie kan leiden tot een shake-out bij leden en tot prijsstijgingen. ICT-dienstverleners maken en leveren met hart en ziel producten voor de zorg. Hoog tijd voor meer erkenning van het toenemende belang van ICT in deze sector.”  OIZ in een notendop Het doel van OIZ is het bevorderen van een verantwoorde toepassing van informatica en ICT in de Nederlandse gezondheidszorg en het behartigen van de gezamenlijke belangen van organisaties, die producten en diensten leveren op het vlak van informatica en ICT voor de gezondheidszorg. OIZ is gevestigd in Veenendaal en telt circa tachtig leden. Meer informatie: www.oizorg.nl 19

veiligheid | tekst • Dietske van der Brugge CONTAMINATION CONTROL IN TIJDEN VAN CORONA Toen begin maart 2020 duidelijk werd dat de coronapandemie niet aan Nederland voorbij zou gaan, schakelde VCCN direct door naar de hoogste versnelling. Als professioneel platform voor en door vakmensen in het gebied Contamination Control brak er een hectische (maar ook boeiende) tijd aan, waarin niet alleen het belang van contamination control, maar ook van kennis delen zich nadrukkelijk manifesteerde. VCCN-bestuurder Remko Noor MSc vertelt over de rol van CC-professionals in crisistijd. V CCN richt zich op reductie van vervuilings- en besmettingsrisico’s in alle soorten van schozoals clean ne omgevingen, rooms en operatiekamers. Niet alleen isolatieruimtes, ic’s en ok’s in ziekenhuizen dus, maar bijvoorbeeld ook clean rooms in de farmaceutische industrie, de voedselindustrie en de ruimtevaart. In ‘normale omstandigheden’, zoals we het pre-coronatijdperk gemakshalve aanduiden, ligt de focus vrij zwaar op preventie van bacteriële infecties: in ziekenhuizen vaak op preventie van postoperatieve infecties, voorkoming van MRSA-uitbraken en -algemener- omgang met antibiotica. Luchtbehandelingsmaatregelen om risico’s op virusoverdracht maximaal te reduceren vraagt om een andere benadering. Een virusdeeltje is vele malen kleiner dan een bacterie, en de transmissieroutes verschillen van elkaar. 20 FMT | Juni 2020 Besmettingsroutes Noor: “Premier Rutte verwoordde het onlangs treff end: doordat we met een nieuw virus te maken hebben, ontbreekt het nog aan een heleboel kennis. We moeten met 50% kennis 100% beslissingen nemen. Dat geldt voor beleidmakers, maar ook voor ziekenhuismanagers. De maatregelen die je neemt baseer je op wat je weet en verwacht over transmissieroutes. We wisten zeker dat overdracht kan plaatsvinden door contact en via druppels. Je moet je dus in elk geval inzetten op reductie van die overdrachtsmogelijkheden. Vandaar ook de leefregels met betrekking tot geen handen geven, niezen in je elleboog en handhygiëne. Over aerogene transmissie via de kleinere aerosolen was minder duidelijkheid; daarover is gewoon nog te weinig bekend.” Er werd vrij snel duidelijk dat SARS-CoV-2 zich niet gedraagt volgens het patroon dat we kennen van andere (corona)virussen. De beperkte rol van kinderen in overdracht en de mate van immuniteit na het doormaken van een besmetting zijn voorbeelden van nieuwe kennis. Expertpanel Logisch dat er een enorme informatie- en overlegbehoefte was bij ziekenhuizen en andere zorginstellingen die concrete maatregelen moesten nemen om te voorkomen dat zij zelf een infectiehaard zouden worden. Direct bij het allereerste begin van de crisis hebben netwerkpartners binnen het domein contamination control hun kennis gebundeld in een expertpanel, dat instellingen terzijde kon staan. Van dat panel maken deel uit: TNO, TU Eindhoven, VCCN en Royal HaskoningDHV. Vanaf maandag 23 maart 2020 was het panel ‘in de lucht’ via de sites van de aangesloten partners om acute vragen van ziekenhuizen

“In crisistijd ondervind je de kracht van een netwerk” over contamination control, luchtbehandeling en technische infrastructuur in relatie tot het SARS-CoV-2-virus zo snel mogelijk te beantwoorden. Remko Noor: “Het is geen moment gegaan over geld. Dat is dan weer de keerzijde van zo’n crisissituatie: iedereen heeft hetzelfde belang, en iedereen is tot op het bot gemotiveerd om een bijdrage te leveren. De rest is bijzaak. Het is verschrikkelijk wat er aan de hand was en is, maar uit professioneel oogpunt is het ook boeiend om heel snel kennis te vermeerderen. En je zag direct wat de kracht van een solide netwerk is: er is vertrouwen in ieders inzet, belangeloosheid en expertise. We hebben een soort helpdesk opgezet, en de beschikbare informatie gedeeld in een openbare FAQ-subsite, die neutrale en (wetenschappelijk) onderbouwde informatie gaf. Die informatie werd steeds geüpdatet als er nieuwe inzichten beschikbaar kwamen.” Rol VCCN Noor: “De VCCN heeft geen rol gespeeld op het medisch kennisvlak. We hebben als vraagbaak gefunctioneerd vanuit onze technische expertise. En dat is ook wat past bij een kenniscentrum. Wij hoeven niet vooraan te staan bij het formuleren van maatregelen; onze rol is veeleer het aandragen van inzichten op basis waarvan verschillende interventies kunnen worden gewogen. Dat geldt voor luchtbehandeling, maar bijvoorbeeld ook voor aanbevelingen met betrekking tot het testen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s). Wij gaan niet over inkoop, productie, prioritering in toewijzing van schaarse middelen et cetera, maar we kunnen wél iets zeggen over nuttige specifi caties, en over de omstandigheden waarin pbm’s kunnen bijdragen aan risicobeheersing en infectiepreventie. Dat is een van de onderwerpen die prominent op de agenda van leerpunten uit deze pandemie zal staan. Niet alleen de beschikbaarheid – hoewel dat een belangrijk onderwerp in de nabeschouwingen zal zijn – maar ook de eff ectiviteit, en de wenselijkheid van specifi caties die passend zijn bij gebruik in ‘onze’ omstandigheden. Zo is over de pasvorm van mondkapjes uit Aziatische landen wel wat te zeggen, als ze hier gebruikt worden. Voor die eff ectiviteit zouden we een goede meetmethode moeten hebben, want specifi - caties op pasvorm zijn minder generiek dan de andere kwaliteitsaspecten: vochtwerendheid en fi ltercapaciteit. De VCCN heeft zich nadrukkelijk laten zien als partner in verwerving van nieuwe kennis over deze aspecten.” Ventileren De meest specifi eke expertise van VCCN betreft luchtbehandeling. In het algemeen is ventilatie een interventie die het aantal infecties vermindert. Met verschillende methoden en technieken van ventilatie wordt de lucht 21 >>

“In een tweede golf moeten we weerbaarder zijn” Wie is Remko Noor? >> gereinigd door de vervuiling te verdunnen of te verdringen met luchttoevoer en het verwijderen van die vervuiling door luchtafvoer. In moderne of gemoderniseerde gebouwen wordt vaak de af te voeren lucht gebruikt om de aan te voeren lucht voor te verwarmen. Uit duurzaamheidsoogpunt is dat een goede zaak, want je reduceert de hoeveelheid warmte die je verliest bij ventilatie. Het warmtewiel uit dergelijke installaties, en het drukverschil tussen de aan- en afvoerlucht geven echter lekkage, zodat een deel van de afgevoerde lucht toch weer opnieuw in de ruimte gaat circuleren. Het is een klein, en goeddeels theoretisch risico, maar in het kader van infectiepreventie is het een ongewenste situatie. Om die reden is geadviseerd om op cohortafdelingen voor COVID-19-patiënten de warmtewisselaars van het warmtewiel uit te schakelen. Meetopstelling Er is niet alleen beschikbare kennis gedeeld en geadviseerd, het Expertpanel heeft ook een meetopstelling gemaakt om supersnel onderzoek te doen naar aerosolen. Remko Noor: “We hebben in een ziekenhuis dat medewerking kon verlenen een gecontroleerde situatie kunnen creëren om aerosolen los te laten. Vervolgens konden we onderzoeken wat er gebeurde bij verschillende luchtverversingsgraden, en vooral ook bij drukverschillen. Zo kwamen we bijvoorbeeld meer te weten over risico’s voor mensen die door de gangen van cohortafdelingen of ic’s liepen. Maar we konden ook onderbouwde aanbevelingen doen voor de meest geschikte plek om bepaalde handelingen te verrichten, bijvoorbeeld om patiënten te intuberen. Bij voldoende lucht22 FMT | Juni 2020 verversing bleek het drukverschil minder van belang. Op ok’s is altijd enige overdruk om de lucht maximaal steriel te houden; dat is dan een goede plek voor intubatie.” Tweede golf Remko Noor: “Op dit moment, eind mei, keert de rust weer enigszins terug. Dat zie je aan de data over patiëntaantallen en mortaliteit; dat zien we ook aan het beroep dat gedaan wordt op het Expertpanel. Maar er is veel gebeurd, en dat heeft ook tijd nodig om te bezinken, al blijft er tijdsdruk bestaan. We moeten ons immers voorbereiden op een mogelijke tweede golf. Ik verwacht dat die zal optreden, op basis van historische gegevens en kennis van het gedrag van virussen. Het is belangrijk om een tweede golf ten minste ‘uit te stellen’ tot het einde van dit jaar, zodat het zorgsysteem even op adem kan komen, en we conclusies kunnen trekken uit goede evaluaties van wat ‘we’ gedaan hebben, hoe medische, technische en maatschappelijke strategieën werkten, wat het eff ect ervan was op de pandemie, en op de rest van de zorg. Als we dat goed in beeld brengen, kun je een tweede golf beter in bedwang houden dan deze eerste. En ondertussen is het natuurlijk zaak om te werken aan de ontwikkeling van een vaccin, maar het is niet waarschijnlijk dat dat er eerder is dan een tweede golf.” Leerpunt voor vakgebied Zal deze coronacrisis een verandering teweegbrengen in het vakgebied contamination control? Noor verwacht van wel. “Dit is niet de eerste uitbraak van een coronavirus, al kenden de eerdere SARS- en MERS-uitbraken niet de mondiale verspreiding van SARS-CoV-2. Als senior projectmanager bij D2 Ontwikkeling BV is Remko Noor betrokken bij de initiatie, ontwerp, realisatie en inhuizen van projecten in de gezondheidszorg. Daarnaast adviseert hij op het gebied van ontwikkeling van innovatieve concepten voor operatiekamercomplexen. Hij voltooide opleidingen technische natuurkunde (Hogeschool Enschede), HIT-W (Hogeschool Den Bosch), behaalde een master Integraal Ontwerpen (Hogeschool Utrecht) en voltooide de opleiding tot Internationaal Project Manager level D, (IPMA-NL). Noor was betrokken bij de bouw en renovatie van tal van zorginstellingen in binnenen buitenland. Hij is sinds 2013 bestuurslid van de VCCN. Binnen dat platform is hij tevens voorzitter commissie lezingen & conferenties, en lid van de werkgroepen CSA en VCCN Richtlijn 7. We zullen ons toch moeten buigen over de vraag hoe we rekening kunnen houden met dit soort virussen. Mijn verwachting is dat het vakgebied contamination control zijn focus evenwichtiger zal gaan verdelen over bacteriële en virusinfecties. Het is van belang dat onze kennis wordt samengebracht met die van virologen en microbiologen bijvoorbeeld. Zo kunnen we bijdragen aan het weerbaarder maken van onze samenleving.” Het Expertpanel Het Expertpanel bestaat uit: • Roberto Traversari PhD MBA BSc, sr. onderzoeker - TNO • Wim Maassen MSc PDEng TU/e Fellow - TU Eindhoven • Anne Brouwer MSc, sr. adviseur - Royal HaskoningDHV De FAQ's staan op de TNO-site: www.tno.nl

Tekst • Hitma instrumentatie | veiligheid Innovaties in bewaking van ruimtecondities De luchtcondities in operatie- en isola care-afdelingen spelen een belangrijk kwetsbare patiënten. Het bew is in deze ruimtes van levensbelang Vervuilde lucht buiten houden In een OK, een isolatiekamer of op de ic w druk gecreëerd ten opzichte van de omliggende ruimtes om te voorkomen dat vervuilde lucht naar binnen komt. Verder dient er een steriele luchtstroom boven het operatiegebied (operatietafel en opdektafel) te heersen, zodat er boven en rondom de patiënt een steriel gebied ontstaat. Om deze overdruk en downfl ow onder controle te houden, moet operatie- en ic-personeel zich aan diverse richtlijnen houden. Zo mag de deur niet onnodig geopend worden en is het niet gewenst dat medewerkers binnen de ruimte vaak heen en weer lopen. In één oogopslag overzicht Om wondinfecties te voorkomen, is het noodzakelijk de vastgestelde kritische procesparameters [druk(verschil), ruimtetemperatuur, luchtvochtigheid, luchtkwaliteit en fl ow] te monitoren. Via diverse meetinstrumenten, zoals een audiovisueel display, kan het OK-personeel in één oogopslag in de gaten houden of het binnenklimaat nog veilig is. Deze parameters zijn vast te leggen in een monitoringsysteem. Hitma in Uithoorn levert deze instrumentatie én ontwikkelt in eigen huis maatwerkoplossingen voor monitoring, visualisatie en dataregistratie in kritische omgevingen. Deze data-acquisitiesystemen bewaken inmiddels de luchtcondities in ziekenhuizen door heel Nederland. Display kleurt groen of rood Een veel toegepaste lokale monitor voor ruimtecondities is de ATM420 voor audiovisuele over- en onderdrukbewaking. Naast lokale afl ezing zijn de meetwaarden en statussen ook in te lezen op een gebouwbeheersysteem of monitoringssysteem. De display werkt als een soort verkeerslicht. Als het drukverschil in de ruimte in orde 23 het erschil buiten den, dan wor ood. Dez duidelijke en direct zichtbare waarschuwing zorgt ervoor dat medewerkers direct actie kunnen ondernemen als dat nodig is. Sluis en ruimte tegelijk bewaken Het ATM420-display heeft ook een ingebouwd akoestisch alarm met instelbare vertraging en acceptatiefunctie. De monitor kan één of twee afzonderlijke drukverschillen bewaken. Zo kan er bijvoorbeeld met één display tegelijkertijd een sluis en een ruimte worden bewaakt. De alarmering kan buiten bedrijf worden gezet tijdens schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden. Installatie en training Naast het ontwikkelen en leveren van instrumentatie, helpt Hitma bij de ingebruikname, onder andere met advies en trainingen op locatie. Meer informatie www.hitma-instrumentatie.nl/atm420 Ook maatwerkoplossingen zijn mogelijk met de ATM420

duurzaam | tekst • Letty Kil Verduurzaming klimaatinstallaties: de mens vergeten? Van het begrip duurzaamheid zijn veel definities te vinden. De rode draad die door al deze definities loopt is ’dat we bestendig moeten omgaan met de hulpbronnen waarmee welvaart wordt voortgebracht. Dit omdat grondstoffen kunnen opraken en omdat de opnamecapaciteit van de atmosfeer en de natuur ook grenzen kent’. Opvallend is dat de (gezondheid van de) mens in bijna iedere definitie ontbreekt. Foto: egbertdeboer.com E n dat is best bijzonder. Want alle maatregelen die we nemen zijn er uiteindelijk op gericht om een leefbare planeet te houden voor mensen van nu en de generaties na ons. Wat als zij niet zo ‘duurzaam’ blijken te zijn, omdat zij een groot deel van hun leven niet buiten, maar binnen doorbrengen, waar het klimaat niet zo heilzaam lijkt te zijn. Klimaatinstallaties zijn de laatste jaren energie-efficiënter geworden: minder energieverbruik, minder kosten, meer comfort voor de gebruiker maar misschien ook wel: minder ‘gezond’ voor de gebruiker. Sinds het coronavirus rondwaart, rijzen er veel vragen. Is luchtrecirculatie wel zo gezond? Moet de lucht niet veel vaker ververst worden en…. Kortom: de belangstelling voor het binnenklimaat is groot en de vraag is nu: heeft het binnenklimaat een effect op de ‘duurzaamheid’ van de mens. Ziekmakers Al eeuwenlang zijn een vervuild milieu en een schadelijke werkomgeving bekende ziekmakers, waar het binnenklimaat onderdeel 24 FMT | Juni 2020 van is. Toch lijkt het erop alsof de laatste jaren bij het verduurzamen van klimaatconcepten, duurzaam een synoniem is voor energiezuinig. Ook de wetgever focust in het kader van duurzaamheid nog sterk op het besparen van energie en het inzetten van duurzame/ hernieuwbare bronnen. Denk bijvoorbeeld aan het Nearly Zero Energy Building en het Klimaatakkoord, dat als belangrijkste doel heeft in 2030 de CO2 -uitstoot met 49% te hebben verminderd. Ook de initiatieven die er zijn ontwikkeld om de zorg te verduurzamen, hebben vooral betrekking op milieu, energie en de CO2 -footprint: Greendeal, Milieuthermometer, Milieubarometer en MVO-balans. Duurzaamheidsvisie Een aansprekender visie is dat een gebouw duurzaam is als de gebruikers bij het ontwerp centraal hebben gestaan, het energie-efficiënt én circulair is. Deze gezonde duurzaamheid betekent in de gezondheidszorg het creëren van een leefomgeving en werkomgeving voor mensen in het ziekenhuis die bijdraagt aan hun gezondheid. Dus een leef- en werkomgeving die prettig/comfortabel is, waarin patiënten sneller genezen en medewerkers productiever zijn en meer werkplezier hebben. Dat gezonde medewerkers een voorwaarde zijn voor de maatschappij is de laatste maanden wel bewezen. Het roer moet nu echt om. De noodzaak voor een meer holistische benadering van het begrip duurzaamheid staat hiermee als een paal boven water. Essentieel in het realiseren een gezond binnenklimaat zijn klimaatinstallaties. Deze installaties leveren als ze goed uitgevoerd, gebruikt en onderhouden worden een grote bijdrage aan het binnenmilieu. Verduurzamen De verduurzaming was de laatste jaren vooral gericht op beperking van het energieverbruik. Allereerst het gebouw zelf. Daar waar in het verleden de muren en ramen op verschillende plaatsen lucht doorlieten, is dit vrijwel nergens meer het geval. Deze betere isolatie zorgde voor een verminderde energievraag. Daarnaast zijn we massaal overgestapt op energiezuinige klimaatconcepten: van systemen die werkten

WELL Building Standard Foto: egbertdeboer.com op veel lucht, zogenaamde all-air systemen, is overgestapt naar klimaatconcepten waarbij luchtbehandeling wordt gecombineerd met watergevoerde systemen, zoals fancoil units, inductie en later ook klimaatplafonds. Daardoor kon de luchthoeveelheid worden teruggebracht, wat zorgde voor een aangename temperatuur, meer comfort en een lager energieverbruik. Maar tegelijkertijd werd minder verse lucht aangevoerd omdat er veelvuldig gebruikgemaakt is van warmteterugwinning en recirculatie. De gevolgen voor de gezondheid van de mens door deze vorm van ‘verduurzaming’ lijken duidelijk te worden, doordat er te weinig rekening is gehouden met het feit dat lucht ververst moet worden, zodat vervuilde deeltjes uit de lucht worden gehaald. Gezonde, duurzame klimaatinstallatie Een klimaatinstallatie die vandaag de dag wordt ontworpen moet gebruikers op een energie-effi ciënte manier comfort én gezondheid bieden. Bij het ontwerp kan de WELLstandaard (zie kader) een goed uitgangspunt zijn, omdat deze zich richt op de gezondheid van mensen. In deze soms toch wat confl icterende situatie moet de gezondheid voorrang krijgen bij de te maken ontwerpkeuzes. Te beginnen met bijvoorbeeld de luchtverversing. Hoewel het bouwbesluit voorschrijft dat een ventilatievoud van 1,5 voldoende is, lijkt dit te laag om voldoende verse lucht te garanderen en zou dit vanuit het oogpunt gezondheid opgehoogd moeten worden. Studies hebben aangetoond dat een hoger ventilatievoud ook leidt tot een hogere productiviteit. Een tweede voorbeeld is de kwaliteit van de verse lucht. Deze kwaliteit dient in het licht van de gezondheid verbeterd te worden door de toepassing van juiste fi lters, waarmee ziektekiemen als virussen in de verse lucht worden vermeden. Daarnaast verdient het aanbeveling om het klimaatsysteem optimaal in te zetten op de plekken waar het nodig is. Dit draagt ook bij aan het besparen van energie en levert comfort op de juiste plaats. Verversen na gebruik Natuurlijk zijn reeds vele systemen bekend die de lucht regelen op basis van het CO2 -gehalte, maar dit zou een stap verder gebracht kunnen worden door het eigenlijke gebruik van de ruimte hierin nog meer mee te nemen. Nog vaak wordt de luchtverversing bijvoorbeeld gestopt, zodra er minder mensen in een ruimte zijn of het licht uit gaat. Beter zou het zijn om de lucht in een ruimte na gebruik te verversen en er zo zeker van te zijn dat vervuilde deeltjes verdwenen zijn voor de volgende gebruikers de ruimte betreden. Vergelijk het, enigszins oneerbiedig, met de zelfreinigende toiletten op sommige station of in steden: deze worden na gebruik automatisch volledig schoongespoeld, zodat de volgende bezoeker een fris en schoon toilet aantreft. Onderhoud Naast optimaal gebruik van installaties is ook optimaal onderhoud van belang voor gezonde installaties, om twee redenen: 1) om ervoor te zorgen dat het energieverbruik van de instalDe WELL Building Standard richt zich volledig op de gezondheid en het welzijn van gebouwgebruikers. De WELL Buiding Standard kijkt zowel naar het ontwerp en operaties van gebouwen, als naar de invloed naar die invloed van gebouwen op de gezondheid en welzijn van mensen De standaard is ontwikkeld door het WELL Building Institute in de Verenigde Staten. Aan de methodiek ligt jaren wetenschappelijk onderzoek ten grondslag gericht op alle WELL-elementen: lucht, water, licht, comfort, voeding, fi tness en welzijn. latie laag blijft; door vervuiling van installaties is er immers meer druk te overwinnen waarvoor meer energie nodig is. En 2) om te voorkomen dat het systeem vervuilt, waardoor kans op vervuilde lucht wordt vergroot, met alle gevolgen van dien voor de lucht die mensen inademen. Zo bekeken gaan energiezuinig én gezond prima samen en is een duurzame installatie per defi nitie een installatie die op een effi ciënte manier bijdraagt aan comfort en gezondheid van de gebruikers.  Meer informatie: www.deerns.nl 25

technologie | tekst • Wilma Schreiber " Endoscopie vaste plaats in armamentarium snijdend specialist" Aan het woord is Werner Draaisma, gastrotestinaal en oncologisch chirurg in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch en tevens voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Endoscopische Chirurgie (NVEC). Als overkoepelende vereniging herbergt de NVEC uiteenlopende specialismen, waarbij gastrotestinale, long- en kinderchirurgie, gynaecologie en urologie de grootste groep vormt. Voordelen van endoscopie voor de patiënt: sneller herstel en minder complicaties D aarnaast zijn ook disciplines als thoraxchirurgie, KNO, neurochirurgie en orthopedie in toenemende mate vertegenwoordigd, en verder OK-assistenten. “De NVEC wil een multidisciplinair platform zijn dat zorgt voor opleiding van haar leden, onder meer door een jaarlijks congres in de Beurs van Berlage. Daar komen honderden mensen uit de zorg en de industrie bij elkaar om endoscopische procedures te bespreken”, zegt Draaisma. “Gevestigde namen op productgebied, maar ook start-ups maken hun opwachting. 26 FMT | Juni 2020 Daarnaast zoeken we de samenwerking met technisch geneeskundigen, een nog relatief nieuwe discipline. Met elkaar proberen we tot nieuwe inzichten te komen.” Naast onderwijs behoort ook richtlijnbewaking tot het takenpakket van de NVEC. “Zo hebben we dit jaar een vervroegde richtlijn uitgebracht voor toepassing van laproscopie bij patiënten met COVID 19. Dat is wezenlijk anders dan bij gezonde patiënten.” Gevestigde aanpak Het vakgebied van chirurgische endoscopie is al dertig jaar in ontwikkeling. “Daarbij heeft endoscopie steeds meer een vaste plaats in het armamentarium van de snijdend specialist gekregen. Anno 2020 zijn laparoscopie en thoracoscopie in feite de standaard voor behandeling geworden. Heel veel ziekenhuizen kijken eerst of een aandoening ook endoscopisch kan worden behandeld en besluiten pas tot een open operatie indien dit niet mogelijk blijkt. Neem cardiochirurgie. Waar dit vroeger gebeurde via een grote incisie en een open

“ Hoe mooi zou het zijn als we alle fouten er van tevoren kunnen uitfilteren?” aldus Werner Draaisma, voorzitter van de NVEC. Foto: Jeroen Bosch Ziekenhuis. borstkasoperatie, gaat het nu steeds meer naar scopische procedures toe, juist om trauma’s te vermijden”, stelt Draaisma. “Inmiddels neemt deze behandelwijze een enorm belangrijke plaats in in de dagelijkse praktijk voor veel aandoeningen van allerlei organen. Een gevestigde aanpak die ook is bevestigd met wetenschappelijk onderzoek. Er worden dezelfde resultaten mee bereikt en daarnaast heeft endoscopie talrijke voordelen voor de patiënt: onder andere sneller herstel en minder complicaties. En daar komen de sociaal-economische voordelen nog bij: mensen zijn sneller weer aan het werk, sneller terug in de maatschappij.” Ergonomisch voordeel Het armamentarium rond endoscopie wordt steeds verder uitgebreid en is op onderdelen nog sterk in ontwikkeling. Ergonomie is daarbij een belangrijk aandachtspunt bij innovaties waar bedrijven in de medische sector aan werken: procedures handiger of sneller uitvoerbaar maken voor de operateur. “Denk aan robotchirurgie, dat inmiddels een belangrijk onderdeel van endoscopie is geworden. Dit vormt voor chirurgen een extra instrument om endoscopisch beter uit de voeten te kunnen en heeft belangrijk ergonomisch voordeel voor de operateur, die vaak in een onhandige positie moet opereren”, vertelt Draaisma. “Je ziet tegenwoordig bij alvleesklierkanker, lever-, urologische en gynaecologische operaties steeds meer robotchirurgie, om endoscopieën nog beter te kunnen uitvoeren. Het zijn lastige procedures, waarbij nog onderzocht wordt of daar dezelfde resultaten en dezelfde voordelen voor de patiënt mee te behalen zijn.” Helpende hand Een andere ontwikkeling die snel terrein wint, is artificial intelligence (AI). “Een belangrijk onderdeel, niet alleen op instrumenteel vlak, maar ook ondersteunend. Hierbij worden big data uit grote hoeveelheden beelden geanalyseerd met behulp van AI. Op basis daarvan kan de chirurg nog beter een diagnose stellen en nog betere beslissingen nemen.”, zegt Draaisma. Ook betere visualisatietechnieken bieden endoscopisten de helpende hand. “Zo maakt immunofluorescentie het mogelijk om met een bepaald stofje weefselstructuren zichtbaar te maken via een infrarood kijker. Als operateur kun je tijdens de operatie overschakelen op infrarood en zie je de structuur oplichten. Een uitkomst bij darmoperaties. Bij het weer aansluiten van de gezonde darmdelen is naadlekkage een gevreesde complicatie; dit komt in 10 procent van de gevallen voor. Deze techniek maakt tot op de laatste millimeter zichtbaar hoe ver de darm gevasculariseerd is, wat de kans op naadlekkages sterk vermindert.” Fouten uitfilteren Zelf ondervindt Draaisma de voordelen van robotchirurgie en immunofluorescentie inmiddels in de dagelijkse praktijk. “Onlangs had ik bijvoorbeeld een patiënt met een te hard werkende bijschildklier. In zo’n geval kan deze afzakken tot in de borstkas en is moeilijk te traceren. In dit geval heb ik thoracoscopisch drie kleine gaatjes gemaakt en door de robot over te schakelen op infrarood, zag ik heel precies waar de bijschildklier zich bevond. Zo wordt een operatie vergemakkelijkt en is de kans op complicaties klein.” Tot slot deelt de NVEC-voorzitter graag zijn stip op de horizon: “Met verder doorgevoerde AI en nieuwe visualisatietechnieken nog preciezer opereren en zo nog meer voordeel behalen voor de patiënt. Hoe mooi zou het zijn als we alle fouten er van tevoren kunnen uitfilteren?” 27 >>

Artifi cial intelligence dé trend in endoscopie Dankzij het EVIS X1-platform van Olympus zijn afwijkingen sneller en beter te zien. Olympus lanceert EVIS X1 In april dit jaar introduceerde Olympus, marktleider op het gebied van fl exibele endoscopen (70% marktaandeel wereldwijd), een nieuw endoscopieplatform: EVIS X1. Het platform is voorzien van nieuwe hardware en een aantal nieuwe mogelijkheden, bedoeld om de endoscopist meer informatie te geven in het beeld, zodat hij afwijkingen sneller kan detecteren, karakteriseren en eventueel behandelen. “A lle ontwikkeling van onze apparatuur is daar op gericht. Met de EVIS X1 hebben we opnieuw een grote stap vooruitgezet in beeldkwaliteit en mogelijkheden om aandoeningen in een eerder stadium te ontdekken en eenvoudiger te behandelen. Daarnaast is het mogelijk om in de nabije toekomst artifi ciële intelligentie (AI) in dit platform te integreren”, aldus Bronek Bienias, productmanager bij Olympus Nederland BV in Leiderdorp. “Dit brengt bijvoorbeeld ons doel om darmkanker de wereld uit te krijgen weer dichterbij.” 28 FMT | Juni 2020 Eens in de zes tot acht jaar brengt Olympus een nieuw platform op de markt. Ook de EVIS X1 herbergt een aantal nieuwe technieken. Om te beginnen TXI (Texture and Color Enhancement Imaging), waarbij de X1-processor het camerabeeld opsplitst in helderheid en structuur. Daarna worden beide beelden separaat versterkt en weer samengevoegd. “Dat resulteert in een veel beter beeld van het gebied: scherper, kleurechter en daardoor met meer informatie voor de endoscopist”, verklaart Bienias. Goed zicht Daarnaast is de bestaande techniek van NBI (Narrow Band Imaging), waarbij blauw en groen licht op het weefsel schijnt om de bloedvatenstructuur goed zichtbaar te maken, verder verfi jnd om afwijkende bloedvatenpatronen van tumoren te detecteren, karakteriseren en soms zelfs direct te kunnen behandelen. Bienias: “Hiertoe is het nieuwe platform uitgerust met ledlicht in plaats van xenon, en daarnaast is er een vijfde ledlamp toegevoegd in de kleur amber. Daardoor penetreert het licht nog dieper in het weefsel en komen ook dieperliggende grote bloedvaten in beeld. Dat maakt het mogelijk om bij het snijden die grote bloedvaten te vermijden.” De toevoeging van RDI (Red Dichromatic Imaging) stelt endoscopisten in staat door het rood heen te kijken. “Bij een bloeding kunnen ze zo de bloedingshaard zien, zodat ze deze direct kunnen dichten. Om die in beeld te krijgen, volstaat een druk op de (endoscoop)knop. Deze functie werkt ook bij alle reeds bestaande endoscopen, ziekenhuizen kunnen er gelijk mee aan de slag.” Tot slot beschikt EVIS X1 over EDOF (Extended Depth of Field). Normaal gesproken toont een endoscoop bij inbrenging in dikke darm of slokdarm óf dichtbij óf de diepte scherp. “Dat vergt veel sturing van de endoscopist. Met behulp van spiegels en een revolutionair beeldchip-ontwerp zorgt het nieuwe platform voor een scherptediepte bereik van 1,5 tot 100 millimeter. Hiermee zijn afwijkingen sneller en beter te zien en zien endoscopisten minder snel zaken over het hoofd”, aldus Bienias. Eerder en beter Met het nieuwe platform speelt Olympus in op de behoefte binnen de medische wereld om steeds eerder en steeds beter afwijkingen te kunnen detecteren en te behandelen. Computerondersteunde diagnose op basis van AI is daarbij de afgelopen jaren sterk in opkomst. “Dit najaar komen we met een eigen AI-systeem op de markt en ook met een connectorbox waar systemen van verschillende leveranciers op aan te sluiten zijn”, meldt Bienias. “Als een arts aan het scopiëren is, krijgt hij een signaal wanneer de computer een afwijking detecteert op basis van beeldinformatie. Ook krijgt de arts suggesties van de computer wat het is. Uiteraard moet hij dit zelf beoordelen c.q. bevestigen. AI werkt echter alleen als je goede beelden hebt. Hoe beter je beeld, hoe beter de diagnose en hoe beter de uitkomst voor de patiënt.”

TU Eindhoven ontwikkelt detectiemodel Barrett slokdarm Een aantal jaar geleden klopte Erik Schoon, MDL-arts in het Catharinaziekenhuis in Eindhoven, aan bij de TU Eindhoven: ‘De telefoon van mijn dochter kan kadertjes om foto’s plaatsen, waarom kan een duur endoscopiesysteem dan niet afwijkend weefsel inkaderen ter indicatie waar ik moet biopteren?’ De TU Eindhoven ging aan de slag met deze vraag uit de praktijk. “S choon is gespecialiseerd in Barrett slokdarm. Deze ontstaat door langdurige reflux, waardoor het lichaam in de slokdarm een ander, zuurbestendig celtype aanmaakt, vergelijkbaar met dat in de dunne darm”, vertelt Fons van der Sommen, universitair docent in de VCA onderzoeksgroep binnen de faculteit Electrical Engineering van de TU Eindhoven. “Door die nieuwe bekleding is de slokdarm minder snel geïrriteerd, maar dat verhoogt ook het risico op weeffouten en kanker. Daarom worden ter controle om de paar jaar biopten genomen bij die patiënten.” Bij dit routineonderzoek worden aanwezige afwijkende cellen in een vroeg stadium vaak gemist. “De aandoening komt niet veel voor en het gaat om kleine weeffouten. Als je willekeurig biopten neemt, is de kans groot dat je ze over het hoofd ziet”, stelt Van der Sommen. “En als zo’n weeffout zich ontwikkelt tot tumor, kan deze door de slokdarmwand heen groeien. Bij behandeling moet dan een deel van de slokdarm verwijderd worden. De overlevingskans over vijf jaar daalt dan van 100% bij vroege detectie naar ongeveer 20%. Bovendien is het een ingrijpende operatie, die vaak resulteert in littekenweefsel.” Subtiele verschillen Van der Sommen ging aan de slag met het ontwikkelen van een algoritme en sprak hiervoor met artsen over subtiele verschillen in kleur en textuur van afwijkend weefsel. Vervolgens zette hij die subjectieve beschrijvingen om in getallen om te komen tot een model dat afwijkingen kon detecteren. In 2016 kwam de eerste doorbraak: het model evenaarde medisch experts in Barrett’s slokdarm qua detectie. “Qua lokalisatie bleef het model wat achter, daar was werk aan de winkel. Voor deep learning waren echter meer data nodig om het systeem te kunnen trainen en stabieler te maken. En alleen varen op data is niet verstandig, je moet ook domeinkennis toevoegen aan het model”, aldus Van der Sommen. De overstap naar deep learning en intensieve De voorgestelde bioptlocatie door het AI systeem van de TU Eindhoven versus de expert annotaties (groen = minimaal 1 expert, blauw = meer dan de helft van de experts). Het blauwe gedeelte is de zogeheten sweet spot: de ideale plek voor een biopt. samenwerking met de onderzoeksgroep van internationaal Barrett-expert professor Jacques Bergman (AMC) zorgde voor een tweede doorbraak. Hiervoor werd het model gevoed met meer dan 500.000 endoscoopplaatjes zonder kanker van het hele lichaam. “Dit voorwerk was bedoeld om het model alvast het onderscheid tussen maag, slokdarm en darm te leren. Vervolgens hebben we tests uitgevoerd op twee verschillende datasets, normale afwijkingen en afwijkingen die iedereen mist. Daarin deed het model het beter dan 53 MDL-artsen uit heel Europa.” De resultaten werden gepubliceerd in Gastroenterology en het onderzoek kreeg veel aandacht vanuit de hele wereld. Pilot Om het model klinisch te testen, startte Van der Sommen een pilot met twintig patiënten, tien met en tien zonder kanker, uit het AMC (gecompliceerde afwijkingen) en Catharinaziekenhuis (groot volume patiënten). “We lieten endoscopiefoto’s maken, die het model moest beoordelen. Ook hier waren de resultaten beter dan die van de gemiddelde MDL-arts, zowel qua detectie als qua lokalisatie.” De komende twee jaar gaat een van de grootste endoscoopfabrikanten ter wereld het model doorontwikkelen tot een marktrijp product. Onderwijl werkt Van der Sommen aan verdere verbetering. “Wellicht een algoritme dat aangeeft of een foto kwalitatief goed genoeg is. Of gaan werken met video’s, want bewegende beelden zeggen meer over de elasticiteit van het weefsel.” Alles om de detectiegraad te verhogen. “Voor de gemiddelde MDL-arts zijn dergelijke afwijkingen moeilijk te zien en dan helpt de computer mensenlevens sparen en levensjaren toevoegen. En met het model zijn uiteindelijk minder biopten nodig, wat de kans op nabloeding verkleint en tevens leidt tot lagere kosten en efficiëntere zorg.” 29

Discovery van Pentax Medical verbetert colonoscopie deze verschillende poliepen werden ingezet als trainingsdataset voor het AI-systeem. Ook zaten er video’s tussen waarop geen poliepen te zien waren om het fout-positieve percentage van het systeem te evalueren. “Uniek aan het nieuwe systeem is dat het realtime werkt en intuïtief via een touchscreen te bedienen is. Bovendien is systeem geïntegreerd in de monitor, dat scheelt ruimte in de endoscopieruimte”, aldus Huber. Zijn collega, productmanager Stephanie Herold, wijst op een ander voordeel. “Het systeem is ‘downward compatible’, dus het werkt ook met endoscopen die tien jaar geleden zijn aangeschaft. Ziekenhuizen hoeven dus niet alle bijbehorende apparatuur te vervangen, doorgaans toch een grote investering. Ze kunnen hun bestaande colonoscopieoplossing verrijken met AI.” Het nieuwe systeem is bedoeld voor de detectie van poliepen in de dikke darm. “Uit studies blijkt dat 22 procent 1 van alle poliepen wordt gemist. Vaak zit er ontlasting of bloed in de weg of heeft een poliep dezelfde kleur als de darm, wat detectie bemoeilijkt. Ook vermoeidheid of afleiding van de endoscopist kan een rol spelen. Door de menselijke factor te beperken, helpen we het aantal gemiste poliepen te reduceren. Met het DiscoveryTM AI-systeem hebben endoscopisten een altijd gefocuste waarnemer naast zich. Naast visuele markeringen attendeert het systeem de gebruiker ook met een piep op eventuele afwijkingen”, vertelt Herold. Het AI-systeem van Pentax attendeert de endoscopist met visuele markeringen op eventuele afwijkingen. Pentax Medical, toonaangevende fabrikant van endoscopen en videoprocessoren voor het bovenste en onderste deel van het gastrointestinale stelsel, bracht begin dit jaar een innovatie op de markt: The DiscoveryTM , een systeem voor colonoscopie met ondersteuning van AI. “A I heeft de potentie om de kwaliteit van leven van patiënten te verbeteren, dus onze gedachte was: dit moeten we hebben en snel. Er is ook veel vraag naar bij onze klanten. En ook uit oogpunt van prestige wilden we een van de eerste endoscoopfabrikanten zijn met zo’n systeem”, zegt Harald Huber, hoofd Program Management bij het r&d-centrum van Pentax Medical Europe in Augsburg (D). Doorgaans duurt het minimaal twee jaar om een nieuw medisch instrument te ontwikkelen en een CE-markering te verkrijgen. Huber: “Wij hebben bij programmamanagement en ontwikkeling een agile aanpak gehanteerd. Dat betekent niet eerst het product volledig uitontwikkelen, maar het ruwe prototype 30 FMT | Juni 2020 laten testen door artsen, feedback ophalen en prototype aanpassen. Dat hebben ook gedaan met engineers en met het keuringsinstituut. Door het product steeds vanuit technisch, klinisch en regelgevingsoogpunt te bekijken, zijn we in samenwerking met sterke klinische partners zo stap voor stap dichter bij het eindproduct gekomen. Dit in slechts elf maanden tijd.” Downward compatible Voor het ontwikkelen van een ‘deep neural’ netwerk verzamelde Pentax Medical in totaal 116.529 colonoscopiebeelden van 278 patiënten met in totaal 788 poliepen, die door vijf deskundige endoscopisten geannoteerd. Meer dan 10.000 afbeeldingen van ruim 504 van Minder variabiliteit Met AI wordt een colonoscopie objectiever en meer operatoronafhankelijk. Dit helpt de detectiegraad van de endoscopist te verhogen en de variabiliteit tussen operators te beperken. “Veel patiënten denken bij een colonoscopie: een arts vindt alles, maar het menselijk oog ziet niet alles. Met name vlakke poliepen zijn heel moeilijk te zien voor artsen. Daarom hebben we ons systeem daar speciaal op getraind zodat artsen meer zien dan ooit tevoren”, zegt Huber, die verraste reacties van artsen meldt: “Bij een demonstratie haalde het systeem een lastige poliep eruit, die negen van de tien topexperts zelf niet zagen op de video.” Herold vult aan: “Met ons systeem is detectie op een constant hoog niveau, ongeacht of een expert of een trainee het gebruikt. En hoe meer poliepen gevonden worden, hoe kleiner de kans op darmkanker bij patiënten en hoe groter mogelijk de besparing op de zorgkosten.” Binnenkort start een internationale studie onder duizend patiënten in tien ziekenhuizen in Europa en Canada, onder leiding van het Radboudumc in Nijmegen, om de prestaties van het systeem in de praktijk te evalueren. Dataverzameling vindt plaats vanaf juni en juli. 1 Zie: https://link.springer.com/article/10.1007/s11938019-00242-5

De scope van service. Ervaart u bij Rescope • REPARATIE EN REVISIE STARRE EN FLEXIBELE ENDOSCOPEN • LEVERING ENDOSCOPIE TOEBEHOREN • DISTRIBUTEUR ULTRAZONIC ENDO • TRAINING EN ADVIES FLEXIBELE ENDOSCOPEN • TRAINING EN ADVIES (VOOR)REINIGING EN DESINFECTIE ENDOSCOPEN • REPARATIES ENDO-ECHOSCOPEN EN PROBES Zonnebloemveld 6A - 6641 TA Beuningen (Gld.) 024 - 366 22 42 - www.rescope.nl Duurzaam, veilig en (maatschappelijk) verantwoord slopen BCM Consultancy kiest voor optimale duurzaamheid. Dat betekent dat objecten voor afgaand aan de sloop zorgvuldig worden geïnventariseerd. Zo weten we vooraf precies welke stoffen direct hergebruikt of na bewerking gerecycled kunnen worden en welke materialen gestort of in het geval van asbest veilig afgevoerd dienen te worden. Deze duurzame wijze van slopen is veilig, efficiënt en milieuvriendelijk en zorgt tevens voor extra werkgelegenheid voor laaggeschoolde arbeidskrachten. BCM in bullets Voorbereiding: • Objectinventarisatie • Ontwerp Plan van aanpak/bestek, V&G plan en/of sloopveiligheidsplan ontwerpfase • Kostenraming/sloopcalculatie BCM Consultancy B.V. Toernooiveld 300d Postbus 31135 6503 CC Nijmegen • Vergunningaanvraag • Bemiddeling en voorlichting belanghebbenden • Selectie van uitvoerende partijen • Verzorging aanbestedingstraject Uitvoering: • Toezichthouden/directievoeren • Controle planning en uitvoering • Controle vrijgave en oplevering Telefoon 024 35 01 101 E-mail info@bcmconsultancy.nl Internet www.bcmconsultancy.nl advies

Totaal OK congres & beurs 23 november 2020 Supernova, Jaarbeurs Utrecht Binnen het thema ‘Keuzes en praktijkervaringen’ zullen toonaangevende sprekers u informeren over keuzes die binnen OK-projecten zijn of nog worden gemaakt. Wat is of wordt de impact hiervan op de werkvloer? Zijn alle keuzes van meerwaarde voor de patiëntenzorg? Als gastspreker zal Maarten Steinbuch het congres afsluiten met zijn visie op o.a. medische robotica in de OK. Het programma en de mogelijkheden van inschrijving vindt u op de website van het congres: www.totaalok.nl Uw eerdere inschrijving blijft onverminderd van kracht. www.totaalok.nl FMT Totaal OK is een gezamenlijke productie van de Block Consultant en FMT Gezondheidszorg Hoofdsponsor:

technologie | COVID-19 EN ENDOSCOPIE: tekst • Pentax De coronaviruspandemie (COVID-19) heeft de dagelijkse praktijk van de gastro-intestinale endoscopie wereldwijd getroffen. Om de patiënten en het personeel te beschermen, hebben de endoscopie-eenheden een groot deel van de ingrepen moeten uitstellen. D eze vertragingen kunnen een effect hebben op de screening voor en de surveillance van kanker van het spijsverteringskanaal. Wat is de impact geweest tot dusver en wat zijn de vervolgstappen? We spreken met Peter Siersema, Hoogleraar Endoscopische gastro-intestinale oncologie aan het Radboud Universitair Medisch Centrum. Impact van COVID 19 Siersema: “Als gastro-enterologen en endoscopisten hebben we ons moeten aanpassen om zorgvuldig met de pandemie om te gaan, terwijl we hoogwaardige zorg konden blijven leveren en tegelijkertijd zowel onze patiënten als ons personeel konden beschermen. In het Radboud Universitair Medisch Centrum betekende dit dat we alle zorg die niet urgent of oncologisch georiënteerd was, hebben moeten uitstellen. We konden hierdoor slechts 30% van de reguliere endoscopiecapaciteit gebruiken. Dit heeft impact gehad op verschillende screeningsprogramma’s, o.a. het bevolkingsonderzoek op darmkanker, maar ook op procedures van patiënten met een verhoogd risico op kanker, o.a. erfelijk maag- en darmkanker. Ook zagen we dat patiënten met verontrustende klachten zoals bloedverlies vanuit het maagdarmkanaal, thuis bleven en niet zoals eerder naar het ziekenhuis kwamen.” Vervolgstappen “In Nederland en op internationaal niveau zijn adviesdocumenten opgesteld met aanbevelingen welke procedures als eerste weer opgestart zouden moeten worden. De coloscopie is een aandachtspunt. Het RIVM heeft recent geadviseerd om alle screeningsprocedures voor dikkedarmkanker weer op te starten. Het gaat ons echter vier tot zes maanden kosten om alle achterstand op endoscopisch in te halen. We gaan werkdagen verlengen en mogelijk ook in het weekend werken” aldus Siersema. Peter Siersema • foto Pentax Nieuwe technologieën Siersema vervolgt: “We zijn bezig alle materialen die we nodig hebben te verzamelen. Meer dan ooit is de juiste ondersteuning bij het opsporen van afwijkingen in het maagdarmkanaal essentieel. Er zijn nieuwe technologieën die ons kunnen helpen met deze race tegen de klok. Zo heeft PENTAX Medical een ’ArtificiaI System’ (AI) ontwikkeld, de DISCOVERYTM Smart Assistant System SAS-M10, dat helpt poliepen en afwijkingen te detecteren in de dikke darm. We evalueren dit systeem nu in ons ziekenhuis, als onderdeel van een internationale studie. De AI-technologie heeft de potentie om de snelheid en accuraatheid van procedures te verhogen, waardoor we in de toekomst mogelijk meer procedures per tijdseenheid uit zou kunnen voeren.”  33

corona | tekst • Wilma Schreiber Eind maart kreeg Nederland te maken met snel oplopende aantallen coronabesmettingen. Dit leidde tot bizarre beelden: colonnes van ambulances die patiënten vanuit Brabant naar elders in het land vervoerden, mensen die op de deurmat van Bernhoven in Uden werden getrieerd en de waarschuwing van Italiaanse artsen om toch vooral goed voorbereid te zijn op wat er komen ging. In die crisissituatie besloot de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR) dat er 1.000 tot 1.500 extra bedden nodig waren. Arjen Littooij, algemeen directeur VRR, vertelt over de operatie die nodig was om Ahoy in te richten als tijdelijke zorglocatie voor in totaal 700 patiënten. De uitrusting en het aantal voorzieningen van de tijdelijke zorglocatie was imposant. Foto: Jan van der Ploeg Fotografie D e tijdelijke zorglocaties in Ahoy en elders in de stad waren bedoeld om ziekenhuizen vrij te maken, zodat deze zo veel mogelijk coronapatiënten konden opnemen. In deze tijdelijke zorglocaties kwamen mensen terecht die te slecht waren om thuis te blijven en te goed voor het ziekenhuis. Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen besmette en niet-besmette mensen. “We kozen voor een modulaire aanpak, waarbij we de lege hallen in Ahoy hal voor hal konden opbouwen, afhankelijk van wat er nodig was. Units neerzetten was niet zo moeilijk, de infrastructuur eromheen wel”, zegt Littooij. Logistieke uitdaging Het aantal voorzieningen is imposant: sanitaire voorzieningen, kleedruimtes voor patiënten en personeel, een gescheiden goe34 FMT | Juni 2020

De inrichting van de tijdelijke zorglocatie nam slechts twee weken in beslag. Foto: Jan van der Ploeg Fotografie derenstroom van besmette en niet-besmette kleding. Luchtsluizen, een ambulancesluis. Een speciale inrichting voor medisch afval. Compartimentering in de hallen, zodat in geval van besmetting niet het hele gebouw besmet zou raken. Een noodstroomvoorziening. “Daarnaast hebben we een logistiek centrum ingericht voor voeding, toiletpapier, persoonlijke beschermingsmiddelen, alles wat je nodig hebt in een zorginstelling”, aldus Littooij. “Ook kwam er een controle-unit om voortdurend het hele gebouw in de gaten te kunnen houden. Alleen patiënten en verpleegkundig personeel hadden toegang, het mocht geen publiekstrekker worden.” In 14 dagen tijd werd zo een hospitaal in Ahoy neergezet, logistiek een enorme uitdaging. Denk aan de bewegwijzering naar kamers, kamernummers voor het geval er visite kwam en palliatieve ruimten voor het geval stervensbegeleiding wenselijk was. “Het is veel meer dan even een paar units plaatsen, ook logistiek. Hiervoor hebben we een grote projectorganisatie ingericht, met Jan Snel als hoofdaannemer voor de units en een team van Unlimited In 14 dagen tijd werd een hospitaal in Ahoy neergezet Productions BV eromheen, die gewend waren om terreinen voor festivals in te richten en aan te sluiten”, stelt Littooij. Daarnaast stelden ECT, IKEA en het Ikaziaziekenhuis spullen ter beschikking voor de inrichting van de tijdelijke zorglocatie, en kon de VRR gebruikmaken van de infrastructuur en voorzieningen van Ahoy zelf. “We deden het op zijn Rotterdams: niet lullen maar poetsen. Dat verbindt. Enorm veel gedreven mensen die ervoor wilden zorgen dat niemand op straat zou komen te staan en we maximaal voorbereid waren op een grote hoeveelheid patiënten.” Pragmatisch en doelmatig Gek genoeg heeft Littooij tijdens de hele operatie geen grote knelpunten meegemaakt. “De brandveiligheid was wel een hele puzzel. Want hoe krijg je bij een calamiteit al die bedlegerige mensen uit het gebouw? Om te voldoen aan de brandtechnische eisen hebben we een externe adviseur ernaar laten kijken en diens adviezen één op één overgenomen.” Doordat de tijdelijke zorglocatie in feite een gebouw in een gebouw was, kon de bestaande sprinklerinstallatie zijn werk niet doen. “Toen hebben we in de gangen de plafonds eruit gehaald en er gaas overgelegd, zodat het water van het dak van de units de gangen in kon stromen. Een pragmatische en doelmatige oplossing”, aldus Littooij. “Verder hebben we een complete brandweerpost ingebouwd, inclusief brandweerauto, waar 24/7 brandweerlieden aanwezig waren. Plus een intercominstallatie om mensen te kunnen waarschuwen in geval van een calamiteit.” >> 35

"Als het uit de hand loopt, kunnen we in de regio genoeg capaciteit realiseren" Via een controle-unit kon het hele gebouw voortdurend in de gaten worden gehouden. Foto: Jan van der Ploeg Fotografie Arjen Littooij, algemeen directeur Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond. Beter anticiperen op In verband met de brandveiligheid werden in de gangen de plafonds vervangen door gaas. >> In totaal bedroegen de kosten van de tijdelijke, 24/7 operationele zorglocatie in Ahoy zo’n 9 miljoen euro. De discussie achteraf over wie dit gaat betalen, noemt Littooij ‘typisch Hollands’. “Op dat moment konden we nog niet overzien wat er nodig was. Met de kennis van toen hebben we het beste besluit genomen. Stel dat mensen op de deurmat voor het ziekenhuis waren overleden omdat we geen actie hadden ondernomen. Dan was het land terecht te klein geweest”, zegt hij. Hoewel hij de zorglocatie het liefst ook had getest, is hij superblij dat dat niet nodig was. “Dankzij de kwaliteit van de zorg in Nederland en de inspanning van alle Nederlanders hebben we voorkomen dat het water ons over de schoenen zou lopen. Ik ben trots dat we in zo’n korte tijd zo’n voorziening hebben neergezet. Op basis van die ervaring hebben we nu een goed plan. Alles is beschreven, alles staat klaar, mocht dit nodig zijn.” 36 FMT | Juni 2020 benodigde zorgcapaciteit “Omdat we nu veel meer weten dan eind maart, zullen we extra zorglocaties niet zo snel meer nodig hebben”, zegt directeur Publieke Gezondheid Saskia Baas van de GGD-GHOR Rotterdam-Rijnmond. “We kunnen nu beter anticiperen op hoeveel zorgcapaciteit we in de regio nodig hebben en tijdig advies uitbrengen of zorginstellingen hun beddencapaciteit moeten afschalen, gelijkhouden of opschalen.” Testen De corona-aanpak van de GGD is erop gericht het virus maximaal onder controle te houden. Door iedereen met klachten te testen, blijft er zicht op het aantal positief geteste personen. “Om te weten hoe het virus zich verspreidt en om verdere besmetting tegen te gaan, voeren we bij ieder positief getest persoon uitgebreid bron- en contactonderzoek uit. Daarmee sporen we besmette personen zo snel mogelijk op om te voorkomen dat zij anderen besmetten.” Niet-acute zorgcapaciteit Daarnaast wordt er nu ook gekeken naar zorgcapaciteit in de niet-acute sector, waar tot nu toe het aantal beschikbare bedden voor COVID 19-patiënten niet werd bijgehouden. “Inmiddels hebben we een Regionaal Overleg Niet-Acute Zorg (RONAZ) opgericht. Daarin werken huisartsen, niet-acute-zorginstellingen (GGZ, Jeugdzorg, Gehandicaptenzorg, Revalidatiezorg, Verpleeghuiszorg, Thuiszorg en maatschappelijke ondersteuning) en zorgverzekeraars uit de regio samen om de COVIDcapaciteit in kaart te brengen”, aldus Baas. “Naast de informatie van de GGD van het aantal positief geteste personen en uit de ziekenhuizen van het aantal opnames, horen we van de huisartsen of er meer mensen met klachten zijn. Wekelijks vragen we bij alle zorginstellingen in de regio uit hoeveel COVID-bedden ze hebben en hoeveel er beschikbaar zijn. Al deze gegevens komen terecht in ons regionale dashboard. Aangevuld met mondelinge signalen van deskundigen kunnen we één tot twee weken vooruitkijken en bepalen waar er druk is of mogelijk gaat ontstaan.” Capaciteitsplanning Daarbij geeft de GGD bijvoorbeeld het advies: wat zou de ondergrens van de COVID-beddencapaciteit in de regio moeten zijn, en hoeveel bedden kunnen worden opgeschaald en waar? “Tot nu toe is de opgeschaalde beddencapaciteit bij de zorginstellingen voldoende gebleken en hadden we de extra zorglocaties niet nodig. Als het echt uit de hand loopt – en daar gaan we niet vanuit – weten we dat we in de regio genoeg capaciteit kunnen realiseren.”

Met gemak hygiënisch schoon De Miele bedpanspoelers De bedpanspoelers van Miele Professional reinigingen en desinfecteren betrouwbaar en grondig binnen enkele minuten. Een duidelijke keuze voor een perfecte bescherming van patiënten en personeel.  Eenvoudige bediening en mogelijkheid tot individuele programma-aanpassingen  Optimale reinigings-en desinfectieresultaten dankzij de Multijet-rotatiesproeiers  Miele-kwaliteit voor een lange levensduur en betrouwbare reinigingsresultaten  Veilig opbergen van de proceschemicaliën  Beschikbaar als onderbouw- en vrijstaande modellen  Mogelijkheid tot extra opties (op aanvraag) Service en onderhoud wordt door Miele service technici uitgevoerd Meer informatie?  Kijk op www.miele.nl/pro/bedpanspoeler | E-mail: professional@miele.nl of bel 0347 37 88 84 Miele Professional. Immer Besser.

corona | tekst • Wilma Schreiber Innovaties in coronatijd ‘We doorliepen een soort snelkookpanprocedure’ De coronacrisis zet de gehele samenleving onder druk en heeft grote gevolgen voor de nationale en internationale economie. Een aantal ondernemers reageert op de nieuwe omstandigheden met het razendsnel ontwikkelen van allerlei oplossingen voor de zorg – soms volledig buiten hun gebruikelijke productportfolio. Dit artikel toont een aantal aansprekende voorbeelden en tips. T ot het coronavirus uitbrak, bouwde technologiebedrijf Demcon in Enschede uitsluitend losse beademingsmodules voor producenten van beademingssystemen in Duitsland, de VS, Mexico, China en Japan – nog nooit een compleet beademingssysteem. Toen de vraag naar beademingsapparatuur onder invloed van de coronacrisis vertienvoudigde, ontwikkelde, testte en produceerde het bedrijf binnen één maand DemcAir: een nieuw systeem dat geschikt is voor beademing van coronapatiënten op de IC. Opdrachtgever is het ministerie van VWS, dat tevens zorgt voor de verdeling van de apparaten over de ziekenhuizen. “Demcon heeft veel ervaring met het mechanische deel, de beademingsmodule die al jaren in de praktijk wordt toegepast. Wij hadden er vertrouwen in dat ze daar in korte tijd een behuizing en software omheen konden bouwen; daarom hebben we VWS geadviseerd 500 systemen te bestellen”, aldus Lieke Poot, klinisch fysicus in de Isala-ziekenhuizen in de regio Zwolle, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica en namens de Federatie Medisch Specialisten lid van de landelijke expertgroep voor beademingsapparatuur bij het ministerie van VWS. 38 FMT | Juni 2020 De afgelopen maanden leverde VCS met grote spoed ruim honderd camera’s aan een tiental ziekenhuizen. Die doorlooptijd van een maand is uitzonderlijk kort, aldus Schipper. “Ook al hadden we de beademingsmodule beschikbaar en hebben we het complete systeem zo eenvoudig mogelijk opgebouwd, het is en blijft complex. Zo’n beademingssysteem is van vitaal belang voor de ic-zorg, moet 100% veilig zijn voor de patiënt en eenvoudig te bedienen door de artsen en verpleegkundigen”, zegt hij. “We hebben daarom heel veel aandacht besteed aan die aspecten en zorgvuldig getest, voort

Demcon ontwikkelde, testte en produceerde binnen één maand een nieuw beademingssysteem: DemcAir bouwend op de ervaring die we de afgelopen tien jaar hebben opgedaan met medische productontwikkeling in trajecten die meestal vele maanden tot enkele jaren duren. Met name onze expertise in kwaliteitsbewaking en ervaring met het certifi ceren van medische producten waren nu cruciaal.” Gebundelde creativiteit Het DemcAir beademingssysteem kwam tot stand dankzij intensieve samenwerking met het ministerie en certifi ceringsinstantie Dekra, Erasmus Medisch Centrum, Isala en het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. “We doorliepen een soort snelkookpanprocedure, waarin we de geldende wet- en regelgeving niet volledig konden volgen, terwijl we wel tot een functioneel en veilig product moesten komen. Op ons verzoek heeft Demcon Dekra laten meekijken bij het opstellen van de technische documentatie en het risicomanagement. Daardoor vindt al deels een soort certifi cering plaats, terwijl gewoonlijk de documentatie pas naar Dekra gaat als een ontwerp helemaal is afgerond. Iedereen ziet het belang, zo kunnen we dingen sneller realiseren dan normaal”, stelt Poot. “Ook hebben wij Demcon gevraagd de klinische testen te doen in de drie genoemde ziekenhuizen, uiteraard met toestemming van de patiënten. Ook nu is die bredere blik van eindgebruikers nodig; zij moeten zeggen of een product klinisch kan worden toegepast.” Het commerciële aspect staat in deze crisistijd op de achtergrond Schipper wijst op de rol van de vele toeleveranciers van Demcon, waaronder Allied Motion, SPIE, VDL, 2E Interconnection, Hoerbiger, tbp electronics en CE Persluchttechniek. “Zij moeten tijdig de ruim tweehonderd verschillende componenten en submodules voor DemcAir leveren. Samen met onze inkopers hebben onze leveranciers alle mogelijke creativiteit ingezet om te zorgen voor voldoende aanvoer.” De beademingssystemen werden in mei opgeleverd aan het ministerie. Camera's voor nood-ic's VCS Observation in Waalwijk is al jaren actief in de zorg. In eerste instantie leverde het bedrijf camerasystemen voor de beveiliging van hoofdingangen en seh’s in ziekenhuizen; later werd dit uitgebreid naar andere afdelingen, waaronder radiologie, ic, neonatologie en PAAZ. “Op de ic gaat het om intelligente systemen voor het monitoren van patiënten die in slaap gebracht zijn. Het systeem registreert ook signalen van medische apparatuur en geeft die door aan de verantwoordelijk verpleegkundige”, zegt Carel ten Horn, sales director bij VCS. De camerasystemen kwamen in zwang na de overgang van zaal-ic’s naar afgesloten kamers. “De centrale post was in feite doof en blind en zat met een emmer babyfoons om patiënten in de gaten te houden. Toen hebben wij met een aantal ziekenhuizen een praktijkoplossing ontwikkeld die aansluit bij de ic en waarmee meerdere patiënten vanaf één scherm te monitoren zijn.” In de afgelopen maanden werden als gevolg van de coronacrisis veel niet-ic-kamers in ziekenhuizen omgebouwd tot tijdelijke ic’s, vaak afgesloten kamers. Dit weerspiegelde zich in het aantal aanvragen bij VCS. “We hebben inmiddels ruim honderd camera’s uitgeleverd aan een tiental ziekenhuizen door het hele land. Dat moest met grote spoed gebeuren, om snel grip te krijgen op de omvangrijke groep patiënten. Voordeel van een camerasysteem is ook dat je niet steeds kamers in en uit hoeft, wat de kans op besmetting vermindert”, aldus Ten Horn. “Dat betekende ook dat andere klanten wat langer op hun bestelling moesten wachten. Maar iedereen spoorde ons aan vooral de ziekenhuizen te gaan helpen. Dat gaf ons lucht.” 39

Het commerciële aspect staat in deze crisistijd ook bij VCS zelf op de achtergrond. “Een aantal ziekenhuizen is al klant bij ons. En we hebben natuurlijk een voorraad pc’s en camerasystemen staan. Die hebben we nu in bruikleen gegeven en ook onze toeleveranciers dragen hun steentje bij, bijvoorbeeld door gratis demolicenties te verstrekken”, vertelt Ten Horn. “De afschaling zal wel een keer komen en dan komen de systemen terug. En als ziekenhuizen besluiten ze te houden, kunnen we alsnog een commercieel traject ingaan.” Maskers van eigen bodem Een verrassend voorbeeld is Koninklijke Auping, dat begin april van het ministerie van VWS de opdracht kreeg om medische mondneusmaskers voor zorgmedewerkers te gaan produceren. In het consortium van Koninklijke Auping , AFPRO Filters en Koninklij-ke DSM bundelen drie partijen hun expertise. Dit betreft de kennis van luchtfiltersystemen van AFPRO Filters, de productiecapaciteit en ervaring van Auping met het confectioneren van stoffen en materialen in verschillende lagen, en de specialistische materialenkennis, de algehele coördinatie en het wereldwijde netwerk van DSM. Deze unieke samenwerking helpt de Nederlandse overheid met de snelle opstart van de productie van FFP2-maskers 1 op Nederlandse bodem. In eerste instantie gaat het om 7 miljoen stuks, waarmee in ongeveer 25 procent van de acute behoefte in de zorg in Nederland wordt voorzien. Auping in Deventer produceert de mondkapjes op volwaardige productielijnen en levert ze aan het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH), dat cruciale hulpmiddelen voor zorgmedewerkers centraal inkoopt en distribueert. Medewerkers van Auping zijn speciaal opgeleid om dit werk te doen. De beschermende lagen bestaan uit medisch textiel (Meltblown en Spunbond). Het kapje wordt bevestigd met een elastiek en heeft een aluminium neusstrip zodat het goed op z’n plek blijft zitten, lekkage voorkomen wordt en comfortabel te dragen is. Eind april werden de eerste maskers geleverd. Gezichtsbeschermers Normaal gesproken levert Wavin in Hardenberg wereldwijd innovatieve oplossingen voor bouw en infrastructuur. Nooit eerder produceerde het bedrijf voor de zorg, maar nu werd een productielijn vrijgemaakt om kunststof gezichtsbeschermers (Face Protection Shields) te maken voor zorgmedewerkers. Deze dienen ter bescherming tegen besmetting en bedekken het gehele gezicht. Het kunststof waar de transparante gezichtsmaskers van worden gemaakt, gebruikt Wavin normaliter voor leidingsystemen en units voor regenwaterbeheer. Bij de start van het project zijn 50.000 stuks gedoneerd aan UMCG, Isala, Rijnstate en Gelderse Vallei; andere zorginstellingen konden ze daarna tegen een aantrekkelijke prijs bestellen. 40 FMT | Juni 2020 Het kunststof van de transparante gezichtsmaskers gebruikt Wavin normaliter voor leidingsystemen en units voor regenwaterbeheer. Het idee van de gezichtsbeschermer is afkomstig van een Wavin-medewerker, wiens moeder in de zorg werkt. “Vervolgens hebben we binnen twee weken in nauwe samenwerking met de zorg het product uitontwikkeld, iets waar doorgaans maanden mee gemoeid zijn”, zegt Gert-Jan Maasdam, Global Vice President of Market Strategy and Innovation van Wavin. “Dat is mede te danken aan HAIDLMAIR in Oostenrijk. Zij hielpen ons bij het vervaardigen van een spuitgietmatrijs voor de gezichtsschermen.” Nu het LCH inmiddels zelf over voldoende capaciteit beschikt om aan de vraag uit de medische sector te voldoen, gaat Wavin zich nu richten op andere contactberoepen, zoals tandartsen, kappers, fysiotherapeuten, installatie- en onderhoudsafdelingen, etc. Daarnaast onderzoekt het bedrijf de mogelijkheid om de schermen ook internationaal te produceren.” 1 Filtering Facepiece Particle oftewel een gezichtsmasker dat deeltjes filtert. Hoe hoger het getal (FFP 1, 2 of 3), hoe meer bescherming. FFP2-maskers gelden als minimale bescherming voor artsen en zorgpersoneel bij contact met coronapatiënten. De productieruimte voor de FFP2-mondkapjes bij Auping in Deventer.

Deuren in strijd tegen besmettingsgevaar Als de coronacrisis één ding duidelijk maakt, dan is het wel het belang van hygiëne en mogelijkheden voor isolatie in ziekenhuizen en verpleegcentra. Dit om de kwaliteit van de zorg te waarborgen en om patiënten, bezoekers en het zorgpersoneel optimaal te beschermen. Aangezien het coronavirus zich hoofdzakelijk verspreidt via kleine druppeltjes in de lucht die vrijkomen bij hoesten of niezen, kan één besmet persoon iedereen in dezelfde ruimte besmetten. Daarom is het voor isolatie van groot belang om het verplaatsen van lucht van de ene naar de andere ruimte, bijvoorbeeld door het openen van een deur van een geïsoleerde kamer of OK, zo veel mogelijk te beperken. Onderzoek laat zien dat luchtstromen op verschillende manieren te beperken en te beheersen zijn, onder andere door middel van temperatuur- en drukverschillen. Dit is echter niet voldoende, volgens de Whitepaper van Metaflex in een recent persbericht, aangezien het gebruik van deuren eveneens een grote rol speelt in het controleren van het luchttransport tussen verschillende ruimtes. “Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt bijvoorbeeld een groot verschil in luchtstromen bij het openen van een draai- versus een schuifdeur. Ook het soort draai- of schuifdeur is van invloed op de mate van luchttransport en daarmee op het besmettingsgevaar voor zorgverleners of patiënten.” Om ziekenhuizen, stakeholders en betrokkenen bij het ontwerp en realisatie van hygiënische ruimtes meer inzicht te geven in hoe zij met deuren de veiligheid in hun ziekenhuis kunnen vergroten en besmettingsgevaar verkleinen, stelt Metaflex een whitepaper over de rol van draai- versus schuifdeuren in de bescherming tegen overdraagbare ziekteverwekkers beschikbaar. De whitepaper is te downloaden op: www.metaflexdoors.com (trefwoord ‘whitepaper’). Metaflex Medicare Intelligence schuifdeur Intelligente patiëntobservatiesystemen (voor o.a. ic-, neonatologie- en CCU-afdelingen) POS ontlast ic-verpleegkundigen De belasting op verplegend personeel van neonatale en intensive-, medium- en cardiocareafdelingen is groot. Ons patiëntobservatiesysteem (POS) realiseert een taakverlichting voor verpleegkundigen en draagt bij aan patiëntveiligheid. • Alle patiënten en medische apparatuur zijn in één oogopslag te observeren, vanaf één centrale plek. • Onze oplossing bestaat uit intelligente cameratoepassingen en integratie met uw verpleegoproepsysteem (VOS). • De camera’s beschikken over bewegings- en geluidsdetectie. En zelfs in het donker is er optimaal zicht in kleur. Ons POS is óók een oplossing voor tijdelijke ic’s. VCS installeerde recent al een tijdelijk patiëntobservatiesysteem bij verschillende ziekenhuizen. Geïnteresseerd? Wij verschaffen u graag referenties en projectvoorbeelden. Neem contact op met Carel ten Horn, via tel. 0416 54 10 10 of e-mail carel.ten.horn@vcsobservation.com. VCS Observation Havenweg 28, Postbus 533, 5140 AM Waalwijk www.vcsobservation.com/pos 41

veiligheid | Tekst • Frank van Wijck TINEKE EMANS (VHIG): " De hele samenleving ziet nu het belang van hygiëne en infectiepreventie" Veel van de maatregelen die nu worden genomen om het coronavirus te bedwingen, behoorden jaren geleden al tot het standaard communicatierepertoire van de Vereniging Hygiëne en Infectiepreventie in de Gezondheidszorg (VHIG). Voorzitter Tineke Emans (consultant hygiëne en infectiepreventie bij Hygiëne Consult Nederland) ziet hoe zorgaanbieders én de samenleving lessen kunnen trekken uit de coronacrisis, en welke rol deskundigen infectiepreventie daarin kunnen spelen. W 42 FMT | Juni 2020 ie al langer meedraait in de ziekenhuiszorg, is nog vertrouwd met de functienaam ziekenhuishygiënist. Maar de functie heet inmiddels al weer jaren deskundige infectiepreventie, en deze deskundige is al lang niet meer uitsluitend in het ziekenhuis actief. “Vakinhoudelijk is de basis van ons werk niet zoveel veranderd”, zegt Emans. “We spannen ons nog steeds in om vermijdbare infecties te voorkomen. Veel mensen associëren die functie nog met het ziekenhuis, maar er zijn inmiddels zoveel deskundigen infectiepreventie, die actief zijn in andere sectoren van de zorg zoals verpleeghuizen, private klinieken of GGD’en. Als VHIG bedienen we dus inmiddels veel meer velden. En zelfs binnen een klein ziekenhuis werken tegenwoordig al snel vier deskundigen infectiepreventie. Niet alleen omdat de taak binnen het ziekenhuis veel breder is geworden, maar ook omdat ziekenhuizen samenwerkingsverbanden hebben, onderling of met verzorgings- en verpleeghuizen.” Inmiddels hebben de deskundigen infectiepreventie binnen het thema hygiëne en infectiepreventie het meest veelzijdige vak dat er bestaat, stelt Tineke Emans. Impuls voor het vak In 2007 kwam Rein Willems, toen president-directeur van Shell Nederland, met zijn rapport Hier werk je veilig, of je werkt hier niet. Hij pleitte hierin voor toepassing van een integraal veiligheidsmanagementsysteem in de ziekenhuizen. “In de aspecten die hij daarbij benoemde, zaten er twee die rechtstreeks betrekking op ons werk hebben”, vertelt Emans, “namelijk het registreren van postoperatieve wondinfecties en het voorkomen van sepsis. Bestuurders zagen voor die tijd ook al wel het belang van ons werk, maar dit heeft daar toch wel degelijk een impuls aan gegeven. We zijn toen veel meer betrokken geraakt bij beleidsontwikkeling rond infectiepreventie. De Inspectie wist ons daarna ook te vinden om te overleggen over de vraag op welke aspecten van hygiëne en infectiepreventie ze het best kon letten in haar toezicht. In het verlengde hiervan zijn ook functies als deskundige steriele medische hulpmiddelen en deskundige scopenreiniging en desinfectie meer op de voorgrond komen te staan. En als VHIG heb

De coronacrisis heeft de deskundigen infectiepreventie de gelegenheid gegeven om in de volle breedte met hun vakgebied bezig te zijn. " De volgende stap kan nu zijn dat OMT wat diverser te maken" ben we een rol gekregen in overleggen met partijen als het ministerie van VWS, belangenorganisatie voor de langdurige zorg ActiZ en kenniscentrum voor de langdurige zorg Vilans.” Inmiddels hebben de deskundigen infectiepreventie binnen het thema hygiëne en infectiepreventie het meest veelzijdige vak dat er bestaat, stelt Emans. “Zeker nu met corona. De hele samenleving ervaart nu wat het belang van hygiëne en infectiepreventie is. De informatie die daar nu over wordt verstrekt, is in lijn met wat wij tien jaar geleden ook al vertelden.” Waarde volop bewezen De coronacrisis heeft de deskundigen infectiepreventie de gelegenheid gegeven om in de volle breedte met hun vakgebied bezig te zijn. “Zij waren al volop bezig met voorbereidingen treffen toen de meeste mensen nog dachten dat het probleem zich nog ver weg afspeelde”, zegt Emans. “Nederland heeft goede draaiboeken voor pandemieën, maar die zijn geschreven in tijden waarin nog niets aan de hand was en zijn daarom nog niet per se volledig praktisch toepasbaar. Kijk bijvoorbeeld naar persoonlijke beschermingsmiddelen, dan zie je hoezeer economische keuzes van invloed zijn op hoe zorgprofessionals hun werk kunnen doen. En je ziet hoe groot de rol van social media inmiddels is geworden. Als deskundige infectiepreventie kun je dan helpen door uit het oerwoud van informatie terug te gaan naar de essentie. Er zijn gelukkig ook wel collega’s die dit hebben gedaan. Als VHIG hebben we hier niet rechtstreeks een rol in gespeeld, omdat je in zo’n crisis echt volop aan de bak moet. We zijn wel benaderd door de media om als deskundige partij op de voorgrond te treden, maar je moet prioriteiten stellen.” Toch heeft de vereniging – en hebben de individuele leden – in deze tijd volop hun waarde bewezen, vindt Emans. “Niet alleen in de directe werkomgeving, we zijn ook betrokken geweest bij de ontwikkeling van leidraden die hun weg hebben gevonden naar het Outbreak Management Team en via die weg naar het beleid dat het ministerie en het RIVM uitdragen. We zijn als vereniging ook benaderd om kennis te bieden aan de dak- en thuislozen- en beschermd-wonenzorg. Dat zijn groepen die echt wel een beetje vergeten waren in de draaiboeken. Ook in de aandacht voor het gevangeniswezen hebben we een rol gespeeld.” Lessen trekken uit de crisis De gedeeltelijke lockdown waartoe werd besloten om de coronacrisis te bedwingen, heeft zijn vruchten afgeworpen, stelt Emans, nu we zien dat het aantal patiënten op de IC gestaag afneemt. “Natuurlijk moeten we ons bewust blijven van het feit dat er opnieuw een moment kan komen waarop we moeten terugschakelen naar een nieuwe lockdown nu de maatregelen worden versoepeld”, zegt ze. “Maar ik hoop dat in de hele samenleving wat meer bewustzijn over het belang van hygiëne en infectiepreventie blijft hangen. Het is niet gezegd dat handen schudden nooit meer mogelijk zal zijn, maar er is nu wel meer besef dat het mond-, neus- en oogslijmvlies perfecte toegangsbronnen zijn voor een virus om in je longen terecht te komen.” Maar uit de crisis vallen meer lessen te trekken, vindt Emans. “Bijvoorbeeld de les dat we veel te dicht op elkaar zijn gaan leven”, zegt ze. “Of de les dat we onszelf veel te afhankelijk hebben gemaakt van productiebronnen in ver weg gelegen landen. Verder heeft de crisis ons laten zien dat ons zorglandschap functioneert en dat het instellen van een OMT werkbaar is. De volgende stap kan nu zijn dat OMT wat diverser te maken. VWS erkent onze rol, maar we hebben toch nog steeds regelmatig het idee dat we zelf onze voet tussen de deur moeten zetten. Binnen het OMT wordt onze kennis indirect gebruikt, terwijl wij als deskundigen infectiepreventie constant met dit thema bezig zijn. Middenin een crisis heb je het daar niet over, maar we gaan hier als vereniging toch wel over nadenken. Ook wij zelf kunnen lessen trekken uit deze periode. We zullen dus na deze crisis zeker gaan reflecteren op waar en hoe we onze rol nog beter kunnen pakken.”  Meer informatie: https://vhig.nl/ 43

AI | foto • Peter Bosman, senior informaticaonderzoeker bij CWI en projectleider AI van CWI en Amsterdam UMC Primeur: berekening beste bestralingsplan CWI en Amsterdam UMC hebben software ontwikkeld die radiotherapeuten ondersteunt bij het maken van inwendige bestralingsplannen voor prostaatkanker. Onlangs is de eerste patiënt behandeld met een bestralingsplan dat gemaakt is met behulp van de nieuwe AI-techniek. O 44 FMT | Juni 2020 nderzoekers van Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) hebben in samenwerking met de afdeling Radiotherapie van Amsterdam UMC software ontwikkeld, die op basis van kunstmatige intelligentie voor iedere patiënt razendsnel meerdere bestralingsplannen voorstelt. De software werkt als een soort ‘routeplanner’ voor de arts: het presenteert op basis van gegevens over een patiënt een aantal ‘routes’ voor bestraling. De routes representeren de afwegingen tussen het leveren van voldoende stralingsdosis aan de tumor en zo min mogelijk schade aan omliggende organen. Artsen kunnen hiermee niet alleen sneller een goed plan maken, maar ook tot betere plannen komen. De innovatieve methode wordt ingezet voor de behandeling van prostaatkanker met inwendige bestraling; recentelijk dus voor het eerst in de kliniek. Bestraling is precisiewerk Bestraling is een van de belangrijkste behandelmethoden voor kanker. Bij prostaatkanker is brachytherapie - een vorm van inwendige bestraling met behulp van katheters - een zeer geschikte behandeling. Er worden meerdere katheters ingebracht bij een patiënt, waardoorheen een radioactieve bron geleid wordt. Daarna wordt een behandelplan gemaakt. In het geval van brachytherapie gebeurt dit terwijl de patiënt wacht met de al ingebrachte katheters. Een ongemakkelijke situatie, die artsen het liefst zo kort mogelijk willen laten duren. Het complexe denkproces om een plan te realiseren, mag daarom maximaal een uur in beslag nemen. Normaal gesproken kost het artsen veel tijd om te bepalen hoe ze een individuele patiënt precies moeten bestralen. Maar met de nieuwe software kan de computer nu binnen een paar minuten een hele reeks bestralingsplannen maken. In het plan staat hoe lang de radioactieve bron op welke specifi eke positie stil moet staan om daar een bepaalde hoeveelheid stralingsdosis af te geven. Het doel is om de benodigde tijd en posities zo goed mogelijk te bepalen, zodat de tumor voldoende stralingsdosis ontvangt, terwijl het omliggende gezonde weefsel zo min mogelijk dosis ontvangt. Tijdens het onderzoeksproces naar de nieuwe AIsoftware werden er in de vorm van een blinde test behandelplannen van artsen versus de plannen van de computer voorgelegd. In 98 procent van de gevallen koos het artsenpanel voor een plan dat de AI-software had gemaakt. Peter Bosman, senior informatica-onderzoeker bij CWI en projectleider: “Onze vorm van AI stelt heel snel een spectrum van plannen voor die de best mogelijke afwegingen representeren tussen het leveren van voldoende stralingsdosis aan doelgebieden en zo min mogelijk dosis aan gezond weefsel. Het wordt hierdoor in één oogopslag inzichtelijk wat er haalbaar is voor een specifi eke patiënt. Hierdoor hoeven artsen geen tijd meer te besteden aan het complexe, normaliter veelal handmatige, proces van het confi gureren van een goed plan.” Unieke samenwerking De innovatieve software is tot stand gekomen door een nauwe onderzoekssamenwerking tussen de Life Sciences and Health-groep van CWI, de afdeling Radiotherapie afdeling van het Amsterdam UMC – locatie AMC, en het bedrijf Elekta, dat bestralingsapparatuur en software voor ziekenhuizen ontwikkelt. 

tekst • Hitma Instrumentation | veiligheid Ziekenhuisapotheker Krijn Dekens van het Martini Ziekenhuis over monitoring van geneesmiddelenkoelkasten “Wij vielen voor de combi fl exibiliteit en betrouwbaarheid” Het Martini Ziekenhuis in Groningen is een vrij groot topklinisch opleidingsziekenhuis met een breed zorgaanbod. De instelling heeft dus veel afdelingen, en een groot aantal koelkasten met geneesmiddelen. Voor monitoring van de temperatuurcondities koos het ziekenhuis voor het draadloze JRI LoRa systeem. Ziekenhuisapotheker Krijn Dekens vertelt over de overwegingen en ervaringen rond deze keuze. W ie bekend is in de ziekenhuiswereld weet dat er heel flexibel met gebruik van ruimtes wordt omgegaan. Ruimtes veranderen van functie, afdelingen kunnen uitbreiden, samengevoegd worden, verhuizen… “Dat is precies de reden waarom we bij het LoRa (Long Range)-systeem van JRI zijn uitgekomen”, vertelt Dekens. Doordat het een draadloos systeem is, kunnen we koelkasten verhuizen of nieuwe exemplaren bijplaatsen, zonder dat er steeds aanpassingen aan bedrading hoeven te worden gedaan. Alarmering Het systeem werkt zonder modem op het openbare LoRa-netwerk; dat is geschikt voor vrij lange afstanden. De loggers geven op het lokale display de laatste meting weer, en sturen hun data direct via het LoraWAN-netwerk naar de MySirius-software in de cloud. Op het display van de recorder kunnen alle koelkasten die op het systeem zijn aangesloten worden gemonitord. “Als er een alarmering is, dan krijg je die real time via het display, maar eventueel ook via andere kanalen als e-mail of sms, dan is kun je snel het probleem oplossen”, aldus Krijn Dekens. “Meestal gaat het om eenvoudige verstoringen: er is een koelkastdeur open blijven staan, of er is per abuis een knop verdraaid. Bij ons wordt het systeem overdag beheerd door de apotheek, en buiten kantoortijden door de beveiliging.” Installatie De installatie van het systeem is gerealiseerd door Hitma Instrumentatie, in samenwerking met de ict-afdeling van het ziekenhuis. “We hadden wel te maken met een complicatie in het gebouw”, vertelt Dekens, want dit ziekenhuis heeft op een aantal plaatsen metalen wanden. Daardoor hadden we iets meer LoRa Gateways nodig voor de signaaloverdracht, maar dat was overkomelijk. Het werkt gewoon goed; de alarmering is duidelijk en adequaat.” Kosten “We hebben de keuze voor het Jri MySirius koelkast- en vriezermonitoringsysteem primair gemaakt vanwege de fl exibiliteit en betrouwbaarheid”, aldus Krijn Dekens. “Maar het is juist om die reden ook kosteneff ectief. Bij de eerste aanleg misschien niet het voordeligste, maar je hoeft bij verplaatsing of uitbreiding niets te doen aan de bedrading. Verplaatsen kan sowieso, en als het een uitbreiding betreft koop je er een logger bij en klaar.”  45

huisvesting | Tekst • Cor van Litsenburg KAW architecten heeft voor de plek waar vroeger het oude verzorgingshuis Zuiderschans in Den Bosch stond een nieuw, duurzaam en toekomstbestendig woonzorgcomplex ontworpen. Deze voorziening brengt zorg en betaalbaar wonen terug in de binnenstedelijke wijk Zuid. D e nieuwbouw werd door KAW ontwikkeld voor zorginstelling Van Neynsel en woningcorporatie Zayaz, in dialoog met de omwonenden. Zo is het gebouw op verzoek van de wijkbewoners relatief laag uitgevallen. Ook het groen is op verzoek van de omwonenden zo veel mogelijk behouden. Daarnaast gaat Zuiderschans functioneren als ontmoetingsplaats voor de buurtbewoners. Volgens KAW-architect Mathieu Kastelijn resulteerde het teamwerk in een ongelofelijk soepele ontwerpfase. Het gebouw wordt in 2021 opgeleverd. Zuiderschans stond lange tijd leeg. Het verzorgingshuis voldeed niet meer aan de wensen en eisen van de tijd. Een mooi, nieuw en licht gebouw brengt betaalbaar wonen en zorg terug in de wijk. De 83 sociale huurappartementen voor senioren en vier groepswoningen met in totaal 44 woningen vormen een nieuw thuis voor mensen met verschillende hulp- en/of zorgvragen, nu en in de toekomst. Vooral voor mensen met dementie is ruimte ingepland. Aanpasbaarheid Het gebouw is zo opgezet dat toekomstige veranderingen makkelijk zijn door te voeren. Bijvoorbeeld doordat er weinig installaties in wanden en vloeren worden verwerkt. Naast aanpasbaarheid was inpasbaarheid een 46 FMT | Juni 2020 thema: hoe krijg je het gewenste gebouw ingepast binnen deze binnenstedelijke, drukke locatie? Zo was de driehoekige kavel een uitdaging, maar het bleek mogelijk om een gelaagd gebouw te maken, dat qua maatvoering aansluit op de omliggende bebouwing. Parkeren gebeurt ondanks de beperkte ruimte toch grotendeels op eigen terrein. Door actief in gesprek te gaan met de omwonenden kwamen wensen en een aantal voorwaarden naar voren. Zo mocht het gebouw niet hoger worden dan het huidige, moesten de bomen bewaard blijven en wilden de omwonenden graag zo min mogelijk last hebben van de nieuwe verlichting. KAW - dat altijd denkt en opereert vanuit het geheel – speelde daar graag op in. Voor KAW en de opdrachtgevers was het daarnaast belangrijk om een passend gebouw te ontwerpen op deze prominente plek (een echte zichtlocatie) die wordt omgegeven door prachtige gebouwen Bossche Schoolstijl en staat langs een belangrijke, drukke weg. De visiepresentatie voor het ontwerp sloot goed aan bij de wensen van Zayaz en Van Neynsel. Daarnaast integreerde KAW haar en vooral ook Van Neynsels zorgvisie in het ontwerp zoals de mogelijkheid om te dwalen in het gebouw zonder risico (met name voor mensen met dementie) om te verdwalen, een zichtbare beleving van dag & nacht, de seizoenen en een goede balans tussen een beschutte omgeving en de beleving van vrijheid.

Belevingswerelden Daarnaast creëerde het architectenbureau verschillende belevingswerelden voor verschillende bewonersgroepen. Zo kunnen mensen in de tuin genieten van groen en tuinieren, of in het hof een beschut plekje opzoeken om te lezen en anderszins te ontspannen. Op het overdekte plein is een plek voor de bewoners en buurtbewoners om elkaar te ontmoeten. Daar bevindt zich ook een aantal collectieve voorzieningen. Het is een klein stukje stad binnen de grote stad geworden. De buitenkant is een stedelijk blok, terwijl binnen beschutte, vriendelijke plekken zijn. Wat verder opvalt is dat de buurt altijd welkom is in de nieuwe Zuiderschans, door een laagdrempelige ontmoetingsplek. Dat moet zorgen voor meer cohesie en een goede sfeer in dit stukje Den Bosch. Ook dat zijn speerpunten in KAW’s manier van werken. Duurzaam Het gebouw is bovendien door en door duurzaam. Zayaz stelde duidelijke doelen volgens The Naturel Step-principes, die - kort gezegd - stap voor stap toewerken naar volledige duurzaamheid. Als de samenleving werkt volgens deze vier principes (delf geen fossiele brandstoffen en zware metalen, produceer en gebruik geen giftige stoffen, put de natuur niet uit en verdeel de rijkdom zo dat elk mens in zijn basisbehoefte kan voorzien) dan kan KAW ontwerpt duurzaam en multifunctioneel, in overleg omwonenden de natuur ons blijven voorzien van water, aarde, lucht en een stabiel klimaat. Dat past ook bij de manier van werken van KAW, dat al sinds de jaren zeventig duurzaam opereert en ontwerpt. Realistisch Samen met Zayaz en Van Neynsel maakte KAW alle wensen en ambities concreet en realistisch. Dit resulteerde onder andere in een gebouw dat in hoge mate droog en demontabel gebouwd wordt met veel prefabricage en -assemblage. Dit bevordert niet alleen de aanpasbaarheid van het gebouw en de bouwsnelheid, maar voorkomt ook overlast voor de buren. De voornamelijk positieve reacties van omwonenden, gemeente en opdrachtgevers verheugen KAW-architect van dienst Mathieu Kastelijn: “Ik denk dat we blij kunnen zijn met de keuze van materiaal en detaillering. Dat maakt het ontwerp fris en rijk. Een mooie gelaagdheid zorgt ervoor dat het gebouw vanaf elke hoek en afstand past in de omgeving en iets moois toevoegt. Met een knipoog naar de architectuur van de jaren 70 hebben we een fraai, hedendaags gebouw ontworpen." Rendabel Kastelijn: “Ik ben er verder trots op dat het is gelukt om het gebouw rendabel te maken, zonder hoger te bouwen. Een bouwlaag erop zetten is gemakkelijk, maar dat zou ten koste gaan van het woongenot van omwonenden. Door de eenvoudige, maar efficiënte indeling is het nieuwe pand op sommige plekken straks zelfs lager dan nu. Het wordt een niet te uitgesproken, tijdloos gebouw.” Ook het groen achter het terrein is op verzoek van omwonenden behouden. “Dat kon, door het hele pand een stukje naar voren op te schuiven. Daarover hebben we uitgebreid overlegd met de omwonenden aan de voorkant.” Vergeleken met andere projecten verliep de ontwerpfase erg soepel. “We zijn pas iets meer dan een jaar bezig. Dat is ongelofelijk kort. Het zegt iets over het teamwork. Ik hoor mensen regelmatig zeggen: ‘Dat hebben we goed gedaan’. Wé. Dat vind ik heel mooi.” 47

preventie | tekst • Eva de Groot en Myrte Tjoa Hoog tijd om preventie serieus te nemen Het coronavirus is in staat gebleken om onze samenleving grondig te verstoren. Het aantal dodelijke slachtoffers hebben we kunnen beperken door strenge maatregelen en een gezondheidszorg die beschikt over deskundige, gemotiveerde medewerkers en de modernste medische technologie. De coronacrisis levert ons confronterende cijfers op over de invloed van leefstijl op het verloop van corona. Die drukken ons met de neus op al langer bekende feiten over andere ziektebeelden. De les van corona is dat zowel samenleving als overheid meer moet investeren in een gezonde leefstijl. D at leefstijl zo belangrijk zou zijn voor het verloop van een pandemie, hadden maar weinigen zien aankomen. Eén op de drie (32%) coronapatiënten heeft ernstig overgewicht (obesitas), terwijl dit percentage in de gemiddelde bevolking slechts 13-21% is.1,2 Eerste studies en cijfers laten zien dat het beloop van COVID 19 en ook de kans om op de ic terecht te komen of te overlijden, samenhangt met ziekten met een leefstijlgerelateerde oorzaak.3,4 Patiënten met diabetes, een hoge bloeddruk, hartaandoeningen of COPD reageren heftiger op corona,5,6 reden voor het RIVM om hen als risicogroepen te kwalificeren. Voor het onderzoeken van het onderliggende mechanisme is tijd nodig, maar we weten uit studies van andere infectieziekten dat obesitas tot chronische lichte ontstekingswaarden kan leiden, wat mogelijk weer resulteert in een verminderde werking van het immuunsysteem.7 48 FMT | Juni 2020| Juni 2020 Kan het anders? Deze bevindingen bieden stof tot nadenken. Wat zou de impact van corona zijn geweest in een gezondere maatschappij zonder leefstijlproblemen? Want zonder overgewicht, ongezonde voedingspatronen, roken en gebrek aan beweging, zouden er minder mensen met hart- en vaatziekten, diabetes en COPD zijn. En daarmee ook minder mensen met zware coronaklachten. Het is aannemelijk dat de Nederlandse IC-capaciteit in dat geval voldoende was geweest. En dat er wellicht een stuk minder zorgpersoneel vrijgemaakt dan wel planbare zorg opgeschoven hoefde te worden. En dan hebben we het nog niet eens over de enorme kosten die de coronacrisis met zich meebrengt en die wellicht deels voorkomen hadden kunnen worden. Wat we al wisten Corona drukt ons met de neus op cijfers die we eigenlijk al kenden. Een groot aandeel van de ziekten en sterfgevallen in Nederland heeft namelijk een leefstijlgerelateerde oorzaak. Dementie, longkanker, beroerte, coronaire afwijkingen, hartfalen en COPD vormden in 2018 de belangrijkste doodsoorzaken in Nederland.8 Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is 80% van de hartaandoeningen, beroertes en type 2 diabetes te voorkomen.9 Ook is bekend dat roken de kans op longkanker en COPD verhoogt. Hoe belangrijk aandacht voor de grote invloed van leefstijl op de ziektelast ook is, individuen aanspreken op gedrag kan te kort door de bocht zijn. Leefstijl is namelijk niet altijd een bewuste en individuele keuze. Onderliggende factoren zoals stress, eenzaamheid en armoede beïnvloeden eet- en beweeggedrag in sterke mate. Daarnaast is gedrag erg afh an

Nederland besteedt 0,03% van het zorgbudget aan preventie Zonder overgewicht, ongezonde voedingspatronen, roken en gebrek aan beweging, zouden er minder mensen met hart- en vaatziekten, diabetes en COPD zijn. Een groot aandeel van de ziekten en sterfgevallen in Nederland heeft namelijk een leefstijlgerelateerde oorzaak. kelijk van het systeem om een individu heen. Een cultuur van veel zitten en een groot aantal verleidingen op het gebied van ongezond eten maken het volgen van een gezonde leefstijl niet makkelijk. Wél kunnen we met deze kennis van de voordelen van een gezonde leefstijl het systeem om ons heen veranderen, zodat een gezonde leefstijl eenvoudiger wordt. Budget: kwestie van prioriteit Geld vrijmaken voor preventie van ziekten blijkt al jaren erg lastig. De kosten gaan immers voor de baten uit, en de fi nanciële prikkels in ons zorgstelsel zijn gericht op behandeling van symptomen of ziekten, niet op het voorkomen ervan. Sinds het Preventieakkoord geeft Nederland jaarlijks zo’n € 30 miljoen uit aan preventie op bijna € 100 miljard aan zorgkosten.10,11 Oftewel 0,03% van het zorgbudget. Nu de urgentie acuut en hoog genoeg is, worden er – terecht – wel miljarden vrijgemaakt voor het bestrijden van corona en de gevolgen ervan. Draagvlak en daadkracht Er is momenteel veel draagvlak voor de ingrijpende maatregelen van de overheid – ongeacht de politieke kleur van burgers. Besluiten worden voortvarend genomen en gedragsverandering was nog nooit zo makkelijk. Zeventien miljoen neuzen staan dezelfde kant op: corona verslaan en gezondheid centraal. Het blijkt een stuk lastiger om preventieve maatregelen voor gezondheidswinst op de langere termijn te nemen. De politiek is verdeeld over maatregelen die de keuzevrijheid kunnen inperken en er zijn grote twijfels over het draagvlak voor bemoeienis vanuit de overheid. Preventie in de anderhalvemetersamenleving Corona zal niet de laatste nieuwe infectieziekte zijn, dus is het hoog tijd om preventie serieuzer te nemen en te investeren in gezondheid op de langere termijn, ook als de problemen van ongezondheid nog niet zichtbaar zijn. Mensen kunnen zelf werken aan een gezonde leefstijl, maar met individuele verantwoordelijkheid zijn we er niet. De overheid moet de (fi nanciële) prikkels in het systeem aanpakken en invloed uitoefenen op onze leefomgeving. Waarbij zowel de samenleving als de overheid de urgentie van gezondheidswinst door een gezonde leefstijl vasthoudt en na de coronacrisis voortvarend doorgaat met het centraal stellen van gezondheid. Over de auteurs Eva de Groot is adviseur Zorg & Welzijn bij Berenschot; Myrte Tjoa is student Philosophy, Bioethics and Health aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Bronnen 1. https://www.nrc.nl/nieuws/2020/04/10/cijfersbevestigen-veel-coronapatienten-op-ic-hebben-overgewicht-a3996512 2. https://stichting-nice.nl/NICE-COVID-rapport-20200410.pdf 3. https://www.nrc.nl/nieuws/2020/04/01/covid-19-toontook-het-nut-van-een-gezonde-levensstijl-a3995543 4. https://www.nrc.nl/nieuws/2020/04/07/veel-buikvet-isslecht-nieuws-als-je-covid-19-krijgt-a3996090 5. https://www.nejm.org/doi/full/10.1056/ NEJMoa2002032 6. https://www.ijidonline.com/article/S12019712(20)30136-3/pdf 7. https://www.parool.nl/columns-opinie/overleven-begintbij-gezonder-leven-en-eten~b3c308ec/?referer=https%3A %2F%2Fwww.oneworld.nl%2Flezen%2Fopinie%2Ffat-shaming-brengt-in-coronatijd-extra-levens-in-gevaar%2F 8. https://www.volksgezondheidenzorg.info/ranglijst/ ranglijst-doodsoorzaken-op-basis-van-sterfte 9. https://www.who.int/chp/chronic_disease_report/part1/ en/index11.html 10. https://www.skipr.nl/nieuws/dit-jaar-bijna-dertigmiljoen-geboekt-voor-preventie/ 11. https://www.zorgwijzer.nl/zorgverzekering-2019/ zorgkosten-nederland-bijna-100-miljard 49

huisvesting | tekst • Yvonne Witter, Aedes Foto’s • Claudia Kamergorodski Veilig en flexibel wonen Campanula, De Vlechting en Juliana zijn drie woonzorgcomplexen in Nijmegen voor mensen die veel zorg nodig hebben. Corporatie Talis heeft samen met ZZG Zorggroep het concept van flexibele plattegronden ontwikkeld. Een vierde complex is in ontwikkeling. W oonzorggebouw Campanula telt 32 appartementen van 45-50 m2 over vier verdiepingen met acht appartementen rondom een gezamenlijke buurtkamer. De Vlechting en Juliana zijn vergelijkbaar van opzet. Corporatie Talis en ZZG Zorggroep ontwikkelden deze woonvorm, Fame en INBO Architecten hebben het ontworpen. Door de uitgangspunten van ZZG is de indeling zodanig, dat de zorgmedewer-kers mensen met dementie en somatische problematiek optimaal zorg kunnen geven. De plattegronden van de gebouwen zijn flexibel, zodat de woningen zo nodig makkelijk geschikt te maken zijn voor andere doelgroepen. , verspreid Toekomstbestendig Michel Pott is als projectmanager van Talis nauw betrokken bij de totstandkoming van de complexen. “Flexibiliteit maakt onze complexen toekomstbestendig,” verklaart hij. Zijn collega Elle van de Wall, beleidsadviseur wonen en zorg, vult aan: “Mocht de zorgorganisatie zich om welke reden dan ook terugtrekken of mocht de vraag naar dit type woonruimte veranderen, dan kunnen we de woningen goed verhuren aan een andere doelgroep. We kunnen bijvoorbeeld de gemeenschappelijke ruimten, die in de huurprijs zijn inbegrepen, makkelijk als tweede slaapkamer toevoegen aan de appartementen als het gebouw een andere bestemming zou krijgen.” Tussenvorm De gemeenschappelijke ruimte is een essentieel onderdeel van het concept. “Als Talis willen we ontmoeting tussen mensen in onze complexen graag bevorderen”, zegt bestuurder Ronald Leushuis. “Dus hebben we meerdere ruimtes gecreëerd waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Naast de gemeenschappelijke ruimtes hebben we in het gebouw ook zitjes en nissen gecreëerd waar men even kan gaan zitten. De verbinding met de omgeving staat bij het concept centraal.” Van de Wall: “We willen de omgeving naar binnen halen.” Bij het vierde complex, dat nu in ontwikkeling is, komen naast de woningen voor beschermd wonen ook zelfstandige woningen voor ouderen die wat meer beschutting nodig hebben. “Een tussenvorm tussen thuis en het verpleeghuis in”, zegt Van de Wall.

Geen standaarden Bij Talis houdt men rekening met het feit dat de actieradius van de bewoners afneemt. Het nieuwe complex krijgt daarom een grand café, waar bewoners binnendoor naartoe kunnen lopen. “We zoeken passende oplossingen”, zegt Leushuis, “afhankelijk van de locatie en de plek. Het moeten geen standaarden worden. Met de flexibele plattegrond als basis onderzoeken we hoe de behoefte ligt.” Campanula bijvoorbeeld ligt midden in een nieuwbouwwijk waar behoefte was aan een complex voor beschermd wonen. Het vierde complex komt naast een winkelcentrum. Dat maakt het aantrekkelijk voor ouderen die nog niet veel zorg nodig hebben. Thuisgevoel Pott benadrukt het belang van sociale verbinding. “We gaan met de zorgorganisatie kijken hoe we gemeenschapsvorming kunnen stimuleren en levendig kunnen houden. De wijkbeheerder van Talis kan hierbij een rol spelen, net als gastvrouwen of gastheren. Het is onze bedoeling dat bewoners zoveel mogelijk zelf doen. Waar nodig ondersteunen we hen.” Talis en ZZG Zorggroep vinden dat het "Als je investeert in goede gesprekken kun je samen prachtige voorzieningen realiseren"

>> complex echt een thuisgevoel moet uitstralen. De gebouwen hebben daarom weinig tot geen kantoorruimtes. Sommige professionals missen die wel. De fysiotherapeut zou best een aparte ruimte kunnen gebruiken. Toch past het bij het concept dat dit niet gebeurt. “Het is mooi dat de fysiotherapeut bij de ouderen in hun woning langskomt. We willen zoveel mogelijk thuisgevoel bieden. Ouderen hebben een volwaardige woning en we leveren zorg aan huis”, zegt Pott. Veel belangstelling De visie van Talis is tot in Den Haag doorgedrongen en Talis heeft ‘haar’ concept aan de minister aangeboden. De corporatie krijgt ook veel bezoek van zorgorganisaties en andere corporaties, uit het hele land komt men naar de woonzorgcomplexen kijken. Toch vergde de realisatie ervan de nodige besprekingen met de zorgorganisatie, aldus Leushuis. “De wereld van wonen en zorg is complex. Maar als je investeert in goede gesprekken kun je samen prachtige voorzieningen realiseren.” Campanula is daar een voorbeeld van, met zijn duurzame bouw, mooie tuin en ruime balkons. “Het is voor deze locatie niet moeilijk aan personeel te komen, ondanks de tekorten die er zijn. Iedereen wil hier graag werken,” vertelt Van de Wall. “Voorzieningen als deze zijn nu hard nodig. We moeten dit als corporatie oppakken. We bouwen voor onze huurders. Ook ouderen die zorg nodig hebben zijn onze huurders”, zegt Leushuis. “Met complexen als Campanula laat Talis zien dat zij de ouderen, met en zonder zorgbehoefte, goed in het vizier hebben.” Meer informatie: www.zzgzorggroep.nl/ 52 FMT | Juni 2020

Tekst • Cor van Litsenburg | huisvesting Ziekenhuis Nij Smellinghe moderniseert en verduurzaamt Ziekenhuis Nij Smellinghe bouwt aan een duurzame organisatie. Zo blijft het Drachtster ziekenhuis voorbereid op de toekomst. De zorg verandert en dat vraagt om aanpassingen aan het ziekenhuisgebouw. De verbouwingen zijn de afgelopen maanden doorgegaan, ook na de corona-uitbraak. De bereidingsapotheek, waar medicijnen worden gemaakt en door geavanceerde robots worden verpakt, is verhuisd naar een gemoderniseerde plek in het ziekenhuis. De (ver)bouw van het moderne operatiecomplex en Vrouw Kind Centrum is gestart, respectievelijk in maart en mei 2020. | “J uist in deze coronatijd wordt extra duidelijk dat het belangrijk is om te kunnen anticiperen op ontwikkelingen. Ons gebouw biedt straks nog meer fl exibiliteit”, aldus Folkert Brouwers , directeur Bedrijf & Gebouwen Nij Smellinghe. Deze fl exibiliteit wordt bijvoorbeeld gecreëerd door een meer algemene of eenvoudig aanpasbare inrichting van (spreek)kamers. De ruimtes zijn daardoor voor verschillende onderzoeken en behandelingen te gebruiken. (Ver)bouw Nij Smellinghe gaat door Brouwers: “We zijn blij dat de verbouw van Nij Smellinghe doorgaat. Uiteraard met in achtneming van de veiligheid van onze patiënten en bezoekers, onze medewerkers en de bouwers. Dankzij de goede samenwerking met bouwpartners Unica en Van Wijnen kunnen we dit realiseren.” Toegankelijk en duurzaam Nij Smellinghe moderniseert en verduurzaamt de komende jaren het ziekenhuisgebouw. De patiënten en de medewerkers staan daarbij centraal. De verbouwingen dragen onder andere bij aan de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg. Voorbeeld daarvan is het samenvoegen van alle zorg rondom vrouw en kind binnen het Vrouw Kind Centrum op de Polikliniek en in de Kliniek. Door zorgconcentratie kunnen patiënten zoveel mogelijk op één plek in het ziekenhuis blijven. Hybride ok uniek in de regio Het operatiecomplex wordt uitgebreid van zes naar zeven operatiekamers. Uniek in de regio: één van de operatiekamers wordt een hybride ok. Het creëren van een fi jne verblijfsomgeving voor patiënten en een fi jne werkplek voor medewerkers zijn twee uitgangspunten binnen de verbouwingsplannen. Veel daglicht, lichte kleuren, hoge plafonds en ronde vormen dragen daar aan bij. Slimme, duurzame oplossingen, zoals ledverlichting, zonnepanelen en goed geïsoleerde gevels (70% zuiniger!) dragen bij aan het doel van Nij Smellinghe om in 2030 energiepositief te zijn. De verbouwingen zijn onderdeel van het Lange Termijn Huisvesting Plan 2019-2024 van Nij Smellinghe. Het Vrouw Kind Centrum is vlak na de zomer van 2020 klaar. De bouw van het vernieuwde operatiecomplex wordt in 2021 afgerond. 53

bedrijfsreportage | tekst • Cor van Litsenburg Met ArchiViewer behoren papieren archieven tot het verleden Beslisser voor digitalisering archief gaat niet over één nacht ijs Veel bedrijven beschikken nog over een archief met kasten vol ordners. Een dergelijk papieren archief digitaliseren kan een arbeidsintensief proces zijn. In de praktijk blijkt er ook nogal eens iets fout te gaan. Daarom zien veel organisaties op tegen de beslissing om hun archieven te digitaliseren. Het Nederlandse bedrijf TekDigitaal biedt een totaaloplossing met haar specifieke expertise, scanservice en de software ArchiViewer. FMT Gezondheidszorg in gesprek met Herman van der Meer, mede-oprichter van TekDigitaal. H erman van der Meer mag je een pionier noemen in het digitaliseren van papieren documenten. Begin jaren ’90 startte hij een bedrijf dat zich specifiek richtte op het digitaliseren van met name bouwkundige, werktuigbouwkundige en elektrotechnische tekeningen. Een belangrijke doelgroep was de zorgsector. Door de jaren heen hebben vele tientallen ziekenhuizen en ouderenzorginstellingen in Nederland en Vlaanderen gebruik gemaakt van de diensten van Van der Meers bedrijf Texarof Petersburg. Rusland-connectie Die bedrijfsnaam verwijst naar de vestigingsplaats Sint-Petersburg. De connectie met deze Russische stad ontstond door de Nederlandse Vereniging voor Technologie in de Gezondheidszorg, NVTG, die in de beginjaren ’90 diverse zorgcollega’s in de voormalige Sovjet-Unie ondersteunde door kennisoverdracht. Een belangrijke informatiebron voor de Russische collega’s waren onder meer Engelse vertalingen van artikelen uit het blad Technologie in de Gezondheidszorg; de voorloper van 54 FMT | Juni 2020 FMT Gezondheidszorg. Als softwarespecialist kwam Van der Meer in contact met de zorg en de NVTG en reisde hij op zeker moment mee naar Sint-Petersburg. In die periode hadden veel Russische hoogopgeleide professionals geen werk en was er een grote behoefte aan zakelijke initiatieven. Het idee van Herman van der Meer om bouwkundige, werktuigbouwkundige en elektrotechnische tekeningen te digitaliseren kon in Sint-Petersburg goed worden gerealiseerd; de professionele deskundigheid was volop aanwezig en de kostprijs voor deze dienstverlening was laag voor Nederlandse begrippen. Expertise Herman van der Meer: “Vanuit de expertise die ik heb opgebouwd met het digitaliseren van bouwkundige, werktuigkundige en elektrotechnische tekeningen werd het voor mij duidelijk dat niet alleen tekeningen gedigitaliseerd dienden te worden, maar dat volledige archieven aan digitalisering toe waren, om diverse redenen. Allereerst is een conventioneel papieren archief minder goed toegankelijk. Een digitaal archief is in principe overal oproepbaar. Daarnaast is het updaten van een papieren archief omslachtig en draagt dat vaak niet bij aan de toch al beperkte toegankelijkheid. Voor een gedigitaliseerd archief geldt die beperking niet. Tenslotte is ruimtewinst een zeer belangrijk argument om een archief te digitaliseren. Bij nogal wat organisaties beslaat een archief enorm veel ruimte die veel beter benut zou kunnen worden.” Structuur Een in het oog springend kenmerk van de service die TekDigitaal biedt met de software ArchiViewer is de eenvoudige structuur, waardoor de viewer als zeer gebruiksvriendelijk wordt ervaren. Op dit moment maken diverse zorginstellingen, maar ook organisaties als woningbouwcorporaties, universiteiten en uitgeverijen in Nederland en Vlaanderen gebruik van ArchiViewer. Gebruikers van de service zijn volgens Van der Meer vrijwel allemaal enthousiast. “Een papieren archief zoals we dat allemaal kennen is voor veel organisaties een blok aan het been. Nadat wij een archief hebben gedigitaliseerd verandert dat. We helpen onze klanten om de documenten en te

"Een papieren archief is vaak een blok aan het been" keningenarchieven nog beter te organiseren door te adviseren, inventariseren, inscannen, rubriceren en digitaal op te slaan. Natuurlijk zorgen we ervoor dat eventueel reeds bestaande gedigitaliseerde archieven worden geïntegreerd in de nieuwe database. In de praktijk merken onze klanten vaak dat de informatie uit de archieven meer wordt gebruikt dan voorheen. Dat is ook niet zo verwonderlijk. Meer dan ooit ligt de tegenwoordig nadruk op het delen van kennis. Dat is exact wat ArchiViewer doet. Een gedigitaliseerd archief in ArchiViewer is zeer toegankelijk, maar wel alleen voor geautoriseerde personen. Dat kan om enkele gebruikers gaan, maar bijvoorbeeld ook om grote groepen studenten, zoals bij de Technische Universiteit Delft het geval is.” Enthousiast De dienstverlening van TekDigitaal gaat ver. “Op het moment dat wij in beeld komen kunnen we alles van onze klanten overnemen. Vanaf de inventarisatie van het te scannen archief tot en met het laden van alle gegevens en digitale bestanden zal TekDigitaal in overleg met de klant het project zelf uitvoeren. Elke gewenste rubricering van de documenten is mogelijk. Dat begint vaak al bij het verwijderen van de nietjes om te kunnen inscannen. Door onze ervaring in archivering weten we precies wat belangrijk is in de structuur van het archief, welke wettelijke eisen er bestaan, bijvoorbeeld over bewaartermijnen, hetgeen in de zorg vaak een belangrijk gegeven is. En uiteraard weten we alles over privacy en kunnen we daarover adviseren”, aldus Herman van der Meer, die in de praktijk merkt dat het nemen van een beslissing tot digitalisering niet over één nacht ijs gaat. “Maar”, zo besluit hij, ”op het moment dat de stap is gezet merken we dat iedereen enthousiast is.”  Meer informatie www.tekdigitaal.com 55 Kenmerken TekDigitaal en ArchiViewer • aanbrengen documentclassifi catie • scannen • toepassing Optical Character Recognition (OCR) • digitaal verwerken van de documenten in ArchiViewer • duurzaam opslaan • gegarandeerde vindbaarheid

ict | Tekst • Betty Rombout Zes jaar geleden startte data scientist Daniel Kapitan samen met collega’s het project Nightingale, in samenwerking met Bergman Clinics en Mediquest. Uitkomstgerichte zorg waarbij voor de operatie de uitkomst voor elke patiënt te voorspellen is. We vertelden hierover in een eerdere editie van FMT Gezondheidszorg. In deze editie kijken we of, en zo ja hoe, het datamodel werkt in de praktijk, en wel in Oogcentrum Noordholland. Tom Cohen, directeur van Oogcentrum Noordholland T om Cohen is directeur van Oogcentrum Noordholland, een organisatie waar hij naar eigen zeggen zeer op zijn plek is: ¨We proberen persoonlijke zorg te leveren, die ook voor de toekomst toegankelijk en betaalbaar is. Hoeksteen van die toegankelijkheid en betaalbaarheid is zorg op de juiste plaats organiseren en sturen op uitkomsten. Dat doen we met een ´platte´organisatie waarin zo'n 50 mensen werken.¨ Ontbrekende schakel In 2016 startte Oogcentrum Noordholland met de implementatie van uitkomstgerichte zorg voor cataract (staar). Onder meer door het meten van PROMs (een korte vragenlijst van 9 vragen over de ervaren moeilijkheden als gevolg van verminderd gezichtsvermogen) voor al haar cataractpatiënten. De uitkomsten van de cataractoperaties worden daarbij ingevoerd in de landelijke NOG-cataractregistratie. Cohen vertelt: ¨Deze PROMs worden in een groot deel van de wereld slechts gebruikt als enquête-instrument. Wij wilden deze echter integreren in ons totale zorgproces. Maar 56 FMT | Juni 2020

daarvoor ontbrak er op dat moment een zekere dimensie. Welke precies, wist ik toen nog niet. Tijdens een congres in 2018 ontmoette ik Daniel en naar zijn verhaal luisterend, realiseerde ik: ´Dit is de ontbrekende schakel! We moeten de gegevens van de patiënt - naar aanleiding van de vragen in de PROMs - ook verbinden met de klinische data.¨ Sturing Vanuit een eerste ervaring met Oogziekenhuis Zonnestraal - ook een klant van Kapitan - werd het project in het Oogcentrum Noordholland aangevlogen. Voordeel van Oogcentrum Noordholland was, dat ze al langere tijd bezig waren met het verzamelen van data. Tom Cohen: ¨We beschikten inderdaad over PROMs en klinische informatie, maar er werd geen sturing aan gegeven. Toen we met Daniel in zee zijn gegaan, hebben we een nulmeting gedaan en deze naast zijn denkmodel gelegd. Dit gaf ons het inzicht, dat we door verbinding van de componenten, en met behulp van voorhanden zijnde literatuur, uitspraken kunnen doen over gewenste uitkomsten van behandelingen.¨ "We proberen persoonlijke zorg te leveren, die ook voor de toekomst toegankelijk en betaalbaar is." Inzichten Wat zijn nu precies de resultaten uit het project en daarmee de inzichten? Cohen:¨We zien bijvoorbeeld dat de visus vrijwel altijd naar het goede vlak schuift na de operatie. Bij de PROMs score is dit echter niet altijd het geval. Hierbij rezen een aantal vragen, die nu als hypothese zijn geformuleerd en worden onderzocht. Bijvoorbeeld: wat is de invloed van multifocale lenzen? En de invloed van multipathologie van het oog?¨ Hoewel Oogcentrum Noordholland hier al veel aandacht voor heeft, kunnen verwachtingen voor de operatie nog beter gemanaged worden. Met name als een patiënt vooraf aangeeft geen last te hebben van de cataract en ook nog goed zicht heeft, is het belangrijk om een gesprek aan te gaan over de verwachtingen. Naar aanleiding van het project gaat Oogcentrum Noordholland ook inzetten op het registreren van toelichtingen bij operaties bij patiënten die geen last hebben en geen slecht zicht. En er komt een registratie van comorbiditeiten (het tegelijkertijd voorkomen van twee of meer aandoeningen of stoornissen bij één persoon). ¨Hierdoor kunnen we de 57

resultaten bij een volgende meting nog beter duiden¨, aldus Cohen. Voor alle duidelijkheid, de data die nu voorhanden zijn, zouden actief in de spreekkamer ingezet kunnen worden, mede doordat de PROMs nu geïntegreerd zijn in het EPD. Lastig In het artikel in FMT Gezondheidszorg van april 2020 over dit project gaf Daniel Kapitan aan dat het behoorlijk lastig is ´binnen te komen´ bij zorgorganisaties.¨Het zijn wezenlijke analyses die we uitvoeren, dus het vergt vertrouwen en durf om je kwetsbaar op te stellen. Bovendien, we komen aan de positie van mensen, aan hun portemonnee. Daarnaast moeten we nog een manier vinden hoe we grote, landelijke datasets veilig kunnen gebruiken.¨ Tom Cohen beaamt dat dergelijke projecten inderdaad ´lastig´ kunnen zijn. ¨Het grootste goed van de arts is zijn autonomie in de spreekkamer. Waarom kiest een patiënt voor een specifieke arts? Zijn kwaliteit speelt hierbij de hoofdrol. Prima, maar tegelijkertijd willen we ons als organisatie focussen op uitkomsten. We hebben zoveel patiënten, laten we dan vooral diegenen opereren die daar de meeste baat bij hebben. En als operaties bij anderen nodig zijn - bijvoorbeeld bij hen die nog een andere aandoening hebben - laten we dan vooraf onderkennen dat de resultaten minder kunnen zijn, en patiënten hierop voorberei58 FMT | Juni 2020 "Het is een ´verhaal´ dat bij veel zorginstellingen speelt" den. Kortom, we proberen artsen duidelijk te maken dat het model van Daniel geen afrekenmethode is. Integendeel. Het model kan ze helpen in de spreekkamer andere uitkomsten te krijgen.¨ Ook de techniek werkt niet altijd mee, vernemen we van de directeur van het oogcentrum. ¨We zijn gewisseld van leverancier van PROMdata. We wilden de uitvraag van deze data faciliteren vanuit het EPD. Die integratie is een enorme stap voorwaarts, een noodzaak. Het realiseren van de ´uitwisselbaarheid´ tussen beide systemen kostte helaas behoorlijk wat tijd.¨ Stand van zaken Wat is momenteel de stand van zaken rondom het project in het Oogcentrum Noordholland? Cohen: ¨We hebben veel data opgebouwd, maar er echt mee sturen, dat is nog toekomstmuziek. Het model wordt nog niet voldoende toegepast in de spreekkamer van de arts. Natuurlijk is er wel vooruitgang. We blijven meten, en zien hier ook een ontwikkeling in. Het is nu tijd om de artsen daadwerkelijk te overtuigen van het nut van uitkomstgerichte zorg. We moeten het gebruik ervan, de techniek, ook makkelijker maken. Gelukkig hebben we met onze EPD-leverancier Timeff een goede partner daarbij.¨ Daniel Kapitan onderschrijft wat Tom Cohen zegt en vult aan: ¨Het is een ´verhaal´ dat bij veel zorginstellingen speelt. Daarbuiten, kijkende naar de actualiteit van de coronacrisis - waarbij we te maken hebben me veel uitgestelde zorg - is het de vraag hoe we dit gaan sturen. Wie gaan we wel of niet opereren? Die keuzes moeten we maken, want de capaciteit ontbreekt. Mijns inziens kan onder andere dit model hieraan bijdragen.¨ Geen kunstje Tot slot benadrukt Cohen: ¨We moeten een lange adem hebben. Maar ik sta volledig achter uitkomstgerichte zorg en daarmee het model van Daniel. Het is geen kunstje en we doen het niet voor de bühne. Ik geloof er oprecht in dat we - als relatief kleine speler - zo onze bijdrage kunnen leveren om de zorg, zoals eerder gezegd, toegankelijk en betaalbaar te houden.¨

NVTG | NVTG-actualiteiten Nieuwe NVTG-site sluit beter aan bij behoeften leden De NVTG heeft een nieuwe website, passend in de communicatiestrategie die vorig jaar is opgesteld. Deze vernieuwde website oogt fris, de indeling is iets anders en de functionaliteit is verbeterd en alle webpagina’s zijn geactualiseerd. Grote toevoeging is een digitale kennisbank en een ledenforum waarin we (achter de ledeninlog) discussies voeren, best practices delen, meningen en nuanceringen daarop weergeven, interessante documenten en ervaringen delen tussen leden over actualiteiten als het veilig beheer van installaties in een COVID-19 tijdperk. Het forum is laagdrempelig toegankelijk en geeft meerwaarde voor onze leden. Daarnaast hebben we de regio’s en de regionale activiteiten belangrijker gemaakt op de website door ze prominent tussen de nationale nieuwsberichten en agenda’s te plaatsen. De relevante aspecten van alle vier de regio’s zijn handig naar voren te brengen via een zoekfi lter. Optimalisatie communicatiekanalen en ledenwerving Binnen de NVTG communicatiestrategie is in eerste instantie gekeken naar optimalisatie van communicatiekanalen vanuit twee gedachten: het faciliteren van de huidige behoeften van onze leden, en dat te combineren met een zogenaamde sales funnel voor ledenwerving. We zien in toenemende mate behoefte bij leden om naast elkaar regelmatig te zien, horen en spreken ook digitaal onderling met elkaar in verbinding te staan. We zagen initiatieven voorbijkomen voor eigen ontwikkelde discussieforums via externe providers, of plaatselijke alternatieven via bijvoorbeeld whatsapp of e-mailgroepen die af en toe zijn aangemaakt met een groepje leden over een specifi ek onderwerp. De NVTG-website bood destijds die functionaliteit onvoldoende. Met de implementatie en keuze voor de provider van de nieuwe website is juist op deze behoefte nadrukkelijk geanticipeerd en zijn deze functionaliteiten toegevoegd. De NVTG doet ertoe en dat geldt ook voor nieuwe leden. Bij een sales funnel worden niet-leden als het ware verleid om via een Know-Like-Trust route naar de NVTG te komen, zien wat er allemaal gebeurt en uiteindelijk lid te worden. Mensen moeten de NVTG eerst weten te vinden (Know). Daarna zien zij van buitenaf alvast een paar hoofdzaken die de NVTG biedt: bijeenkomsten, waardevolle kennisdeling en onderlinge technische discussies over actuele onderwerpen vanuit technologie in de gezondheidszorg (Like). Vervolgens kunnen zij lid worden en volledige toegang krijgen tot die digitale kennisbank, online discussie-forum en talloze netwerkactiviteiten (Trust). Onze nieuwe website willen we daarin belangrijk maken als spin in het communicatieweb. Onze social mediakanalen zoals Linkedin, Twitter, Instagram en Facebook zullen daarin wat anders ingezet gaan worden, met name als teaser of verleider om met korte teksten de interesse van de lezer te wekken over actuele gebeurtenissen, waarna wie meer wil weten kan doorklikken naar de NVTG-website, waar dan een wat breder artikel over dat onderwerp of bijeenkomst te vinden moet zijn. Van daaruit kunnen NVTG-leden inloggen en wordt voor niet-leden de Sales Funnel doorlopen. Naast de vertrouwde website-onderdelen zoals agenda, nieuwsartikelen, inschrijving, toegang tot ledenbestand zijn de nieuwe functies van digitale kennisbank en het online discussieplatform voor NVTG-leden de pijlers. De NVTG-website wordt voortaan veel meer ingezet als 59

| agenda Agenda NVTG Congres 1 oktober Hart van Holland, Nijkerk www.nvtg.nl Support 21-24 oktober Jaarbeurs Utrecht www.supportbeurs.nl Info Security 28-29 oktober, Jaarbeurs Utrecht www.infosecurity.nl etalage van wie we zijn, waar we voor staan en wat we doen. Als niet-lid mag je veel zien in de etalage, maar slechts achter de leden-inlog krijg je pas toegang tot de inhoud van artikelen, kun je de reacties op discussie vraagstukken inzien, etc. Deze benadering is marktconform en zie je veel terug bij andere organisaties. Website gekoppeld aan nieuwe verenigingssoftware De NVTG is in 2020-Q2 overgestapt op nieuwe verenigingssoftware naar aanleiding van een businesscase-analyse die het bestuur eind vorig jaar heeft opgesteld. De vorige provider van onze website Tres had aangegeven te stoppen met deze dienstverlening in deze vorm. Daardoor was NVTG sowieso genoodzaakt om uit te zien naar een andere website en e-mail provider en tevens na te denken over synergie met software voor de ledenadministratie en een verenigingsapp. Deze middelen voorzien in de actuele behoeften voor communicatie met leden: • Centrale online plek voor informatie over de vereniging • Centrale online agenda • Centrale online nieuwsdeling • Online opinie uitwisseling voor leden (community/ forum) • Online ledenraadpleging (poll’s) bij belangenbehartiging door NVTG • Online kennisdeling (kennisbank) • Online inschrijving voor landelijke en regionale NVTG-activiteiten • De mogelijkheid voor leden om zelf hun gegevens bij te houden • De mogelijkheid voor leden om contactgegevens van elkaar te vinden (die een lid wil delen) • Versturen van berichten aan leden (email en/of sms) Daarnaast zocht het bestuur naar synergie met andere behoeften van de vereniging: • Centraal beheer van ledenbestand (service) • Facturatie • Online portfolio aan beschikbare opleidingen voor leden om permanente educatie bij te houden (PE-online) • Online RTG-vakbekwaamheidsregister (PE-online) De NVTG-communicatiestrategie benoemt ‘hoe’ onze leden en de niet-leden benaderd kunnen worden. Deze communicatiestrategie is vervolgens uitgewerkt in een communicatieplan, dat de inhoud, vorm en specifi eke communicatiekanalen benoemt. In het plan komen pas de communicatie(hulp)middelen aan bod waarmee de strategie gerealiseerd kan worden. NVTG-kalender NVTG congres 2020: 1 oktober Meer informatie: www.nvtg.nl 60 FMT | Juni 2020 Zorg & ICT 27-29 oktober Jaarbeurs Utrecht www.zorgenict.nl Interclean Amsterdam 3-6 november RAI Amsterdam www.intercleanshow.com Radiology Society of North America 29 november tot 5 december Virtueel congres www.rsna.org Medica 16-19 november, Messe Düsseldorf www.medica.de Totaal OK 23 november Jaarbeurs Utrecht, Supernova www.totaalok.nl Topics in IC 8 en 9 december Van der Valk Exclusief Hotel, Utrecht www.topicsinic.nl CES 6-9 januari 2021 Las Vegas https://www.ces.tech/ Vakbeurs Facilitair 27-29 januari 2021, Jaarbeurs Utrecht www.vakbeursfacilitair.nl Arab Health 1-4 februari 2021 Dubai www.arabhealthonline.com

| bedrijvenindex ADVIESBUREAU CLEANROOMS DEUREN HUISVESTING Sweegers en de Bruijn bv Europalaan 12g, 5232 BC ’s-Hertogenbosch T 088 030 7300 www.swebru.nl Ropa Systems BV Belleweg 9, 5711 DH Someren T +31 (0)493 473637 www.ropasystems.nl Vestiging Doorwerth Record Automatische Deuren B.V. Cardanuslaan 30 Postbus 67, 6865 ZH Doorwerth T 026-3399777 F 026-3399770 www.record-automatischedeuren.nl Valstar Simonis Veraartlaan 4 2288 GM Rijswijk T 070 307 22 22 E rijswijk@valstar-simonis.nl www.valstar-simonis.nl Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a, 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.nl Vestiging Oosterhout Record/Van Nelfen Deurtechniek Houtduifstraat 6 Postbus 565, 4900 AN Oosterhout T 0162-447720 GEBOUWBEHEERSYSTEEM Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a, 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.nl Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com INSTALLATEUR OK Consultancy Nederland (OKCN) Postbus 2102, 5202 CC ’s-Hertogenbosch T (0)73 62 34 381 www.okcn.nl BOUWBEDRIJVEN Interflow De Stek 15, 1771 SP Wieringerwerf T (0227) 60 28 44 www.interflow.nl Sauter Building Control Nederland BV Postbus 20613, 1001 NP Amsterdam T 020 - 587 67 00 www.sauter.nl GORDIJNSTOFFEN ULC Installatietechniek b.v. Labradordreef 18 Postbus 2405 3500 GK Utrecht T +31 30 26 50 500 www.ulcgroep.nl MedicomZes Amsterdam T 020 696 68 86 E amsterdam@medicomzes.nl MedicomZes Groningen T 050 549 54 95 E groningen@medicomzes.nl www.medicomzes.nl BRANDVEILIGHEID M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl Witlox Brandveiligheid BV Nieuwstraat 30 5491 VD Sint-Oedenrode T 0858771198 www.witlox-brandveiligheid.nl INSPECTIES & LOGBOEKBEHEER Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com Vescom Nederland B.V. Sint Jozefstraat 20, 5753 AV Deurne Postbus 70, 5750 AB Deurne T +31 493 350 767 E nederland@vescom.com www.vescom.nl DiiP BV Inspecties en logboekbeheer Hartveldseweg 34 B, 1111 BG Diemen Postbus 298, 1620AG Hoorn T 020 6680069 www.diip.nl 61

bedrijvenindex | IT & SOFTWARE Ultimo Software Solutions bv Waterweg 3 - 8071 RR Nunspeet T +31(0)341 – 423737 www.ultimo.com MEET- EN REGELTECHNIEK MEDISCHE GASSEN EN BEWAKING/MONITORING OPLEIDINGEN TPS technology Benelux B.V. Postbus 196 2130 AD Hoofddorp Contactpersoon E. Schrijver T +31 23 531 75 41 www.tpstechnology.nl www.tpstechnology.de Hogeschool Rotterdam G.J. de Jonghweg 4-6 3015 GG Rotterdam T 010 794 48 90 www.hogeschoolrotterdam.nl OPERATIEKAMERS Hitma Instrumentatie Anton Philipsweg 1, 1422 AL Uithoorn Postbus 175, 1420 AD Uithoorn T +31(0)297 - 514 833 www.hitma-instrumentatie.nl MEDISCHE PERSLUCHT MEDISCHE GASSEN DISTRIBUTIE SYSTEMEN Interflow De Stek 15, 1771 SP Wieringerwerf T (0227) 60 28 44 www.interflow.nl Dräger Nederland B.V. Huygensstraat 3-5, 2721 LT Zoetermeer T 079 – 344 44 888 www.draeger.com MEUBELSTOFFEN Berko Kompressoren Havenweg 14 - 6603 AS Wijchen T 024 - 641 11 11 www.berko.eu BOGE KOMPRESSOREN (NL) B.V. Westerwerf 24 1911 JA Uitgeest T +31 (0) 251 652434 E nl@boge.com nl.boge.com/nl Vescom Nederland B.V. Sint Jozefstraat 20, 5753 AV Deurne Postbus 70, 5750 AB Deurne T +31 493 350 767 E nederland@vescom.com www.vescom.nl NOODSTROOM Q-bital Rob van Liefland Benelux & Nordic E robvanliefland@young-medical.com M +31 6 54 78 58 76 www.vanguardhs.com MEDISCHE GASSEN Elinex Power Solutions Wolweverstraat 15 2984 CE Ridderkerk T +31 (0)180 72 13 59 www.elinex.com Linde Healthcare Benelux De keten 7 Postbus 325, 5600 AH Eindhoven T +31 40 28 25 825 www.linde-healthcare.nl MANN+HUMMEL Vokes Air BV 1e Garnizoensdok 7 3539 JA Nieuwegein Tel 030-6868080 www.airfiltration.mann-hummel.com M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl PERSOONSBEVEILIGING SYSTEMEN Jan Snel Medical Buildings Willeskop 94, 3417 ME Montfoort Postbus 200, 3417 ZL Montfoort T +31 (0) 348 47 90 90 www.jansnel.com Ooperon Mijkenbroek 25 4824 AA Breda T + 31 76 57 230 30 www.ooperon.nl PROJECTINRICHTING M-Projectservice BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 40 292 79 50 www.m-projectservice.nl STRALINGSWERING Cadolto Benelux BV Dorpsstraat 8a, 4181 BN Waardenburg T +31 418 651 544 M +31 61066 4074 www.cadolto.nl Tinnemans Medical Design BV Belleweg 9, 5711 DH Someren T +31 (0) 493 472399 www.4medicaldesign.com 62 FMT | Juni 2020

| bedrijvenindex STRALINGSWERING VALIDATIE VLOEREN WASMACHINES Tinnemans Medical Design BVBA Gildenstraat 41,B-2470 Retie T +32 (0) 14 717919 www.4medicaldesign.com Volg ons zusterbedrijf op twitter: @RopaSystems Cleanroom Management International The Netherlands: Luchthavenweg 81 5657 EA Eindhoven T +31 402 88 87 57 www.cmitest.com Nora fl ooring systems B.V. Belgiëstraat 14 5171 PN Kaatsheuvel T 0416-286140 www.nora.com/nl Miele Professional Postbus 166, 4130 ED Vianen T 034-73 78 884 www.miele-professional.nl E professional@miele.nl WANDBEKLEDING WANDBEKLEDING WATERBEHANDELING ZORGTECHNOLOGIE, BOUW EN INRICHTING M-Wall BV Steenoven 4C 5626 DK Eindhoven T +31 850 18 85 00 www.mwall.nl Vescom Nederland B.V. Sint Jozefstraat 20, 5753 AV Deurne Postbus 70, 5750 AB Deurne T +31 493 350 767 E nederland@vescom.com www.vescom.nl BWT nederland Coenecoop 1 2741 PG Waddinxveen E verkoop@bwtnederland.nl T +31 88 750 90 00 VAMED Nederland B.V. Orteliuslaan 897, 3521 BE Utrecht T +31 (0)30 303 64 30 www.vamed.nl Colofon NUMMER 3/4 JUNI 2020 WWW.FMTGEZONDHEIDSZORG.NL 2020 FMT als crossmediaal platform Vakblad, informatieplatform, over actuele ontwikkelingen (cure & care) op het gebied van Facilities (realisering, onderhoud, beheer en exploitatie van zorghuisvesting en verwante facilitaire voorzieningen), Management en Technologie (medische en gebouwgebonden technologie, ICT, eHealth, artifi cial intelligence etc.). Verschijnt 7x per jaar, zowel in print als digitaal / ISSN 1873-8877 www.fmtgezondheidszorg.nl op Twitter: @FMTzorg Uitgever AcquiMedia, Henk van der Brugge Amstelwijckweg 15, 3316 BB Dordrecht Hoofdredactie Cor van Litsenburg info@fmtgezondheidszorg.nl Eindredactie Dietske van der Brugge Redactie ir. René Drost NAMCO / dr. Henk-Jan Hoekjen / prof. dr. ir. Jos Lichtenberg / prof. dr. ir. Masi Mohammadi / Wilma Schreiber / Frank van Wijck / Betty Rombout / Laura van Lith (Zorg Brandveilig) / Reneé van Litsenburg BA / ing. Henk Postema Met medewerking van o.a. NEN / TU/e / Hogeschool Arnhem en Nijmegen / IHE / KIVI Bladmanagement en advertenties Wim Boer, 0184-481042, wim@fmtgezondheidszorg.nl Henk van der Brugge, 0184-481041, henk@acquimedia.nl Vormgeving Dock35 Marketing, Maarten Molenaar Druk Damen Drukkers B.V. Abonnement € 120,- per jaar excl. BTW, biedt tevens toegang tot het digitale magazine. Buiten Nederland, binnen Europa € 145,- per jaar excl. BTW. Informeer vrijblijvend naar een collectief abonnement. 3/4 Huisvesting Radboudumc bouwt nieuw hoofdgebouw Technologie Artificial intelligence dé trend in endoscopie Technologie Innovaties in coronatijd Hoe SARS-CoV-2 de zorg op scherp zet Coverfoto Disclaimer & Copyright AcquiMedia heeft deze uitgave op de meest zorgvuldige wijze samengesteld. AcquiMedia, (hoofd)redactie en auteurs kunnen echter op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de gegevens en aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op de informatie in deze uitgave. Het is niet toegestaan om zonder toestemming van de uitgever (incl. bronvermelding en fotocredit) beelden of artikelen uit deze uitgave over te nemen. 63 GEZONDHEIDSZORG

EDOF The Phenomenon of Full Focus RDI The Safeguard for Endoscopic Therapy TXI The New White Light Let’s Be Clear Elevating the Standard of Endoscopy www.olympus.eu/evisx1 Simon Smitweg 18, 2353 GA Leiderdorp, Nederland | Telefoon: +31 88 45 08 00 0 | www.olympus.nl M00266NL · 04/20 · OEKG

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
Home


You need flash player to view this online publication