0

Stationslocaties Nederland 2019/2020

STATION STEEDS VAKER ONTMOETINGSPLEK MEER REIZIGERS WILLEN COMFORT EN GROEN Stationslocaties hebben duurzaam economisch toekomstperspectief Stations zijn niet langer alleen maar een plaats waar reizigers aankomen en vertrekken. Het huidige station is de entree van de stad; waar we wonen, werken en uitgaan. Steeds meer mensen willen comfort en groen op hun dagelijkse OV locatie of overstapplek. Men doet er zelfs graag hun dagelijkse boodschappen, willen er lunchen of werken voor men overstapt naar een andere modaliteit of zoeken de rust op van de nabij gelegen publieke stadsparken. De OV locatie is daarmee uitgegroeid tot een ontmoetingsplaats bij uitstek. Volg ons op:

Voorwoord Voor u ligt weer een prachtig exemplaar van Stationslocaties in Nederland. Een magazine dat in samenwerking met alle bij stations betrokken partijen wordt gemaakt. Deze uitgave toont hoe we gezamenlijk staan voor de opgaaf rond stationslocaties. Want stationsgebieden vragen aandacht, zeker in de huidige tijd. De kwaliteitssprong van onze stations in de afgelopen jaren en de steeds hogere frequentie van treindiensten werpt zijn vruchten af. De reizigersaantallen groeien, stations groeien uit tot levendige stadsdelen waar je meer doet dan de trein of bus nemen. En dat is wat de huidige tijd vraagt. Samen met ontwikkelingen als verdere verstedelijking en verdichting rondom stations, klimaatverandering en duurzaamheid vormt dit de uitdaging voor de toekomst. Een uitdaging die vraagt om flexibeler en slimmer worden, anders samenwerken en aandacht voor innovatie. Ik krijg energie van die gedachte en de samenwerkingsrelaties die we opbouwen met andere publieke en private partijen. De ervaringen die ik dit jaar opdeed met het inspiratiemagazine Station NXT was daar een mooi voorproefje van. Samen met ontwerpers, startups en studenten hebben we nagedacht over het Station van de Toekomst. Met een andere bril kijken. Zo zaten we recent in Parijs; om te leren van de situatie aldaar. Think big! Bij deze manier van werken hoort een visie voor de toekomst. Een aanpak die ruimte biedt voor alle partijen. Alleen zo kan voor iedere stationslocatie het juiste, unieke plan ontstaan. Hier wil ProRail graag het voortouw in nemen. Samen met alle betrokken stakeholders bouwen we momenteel aan een Toekomstbeeld Openbaar Vervoer 2040, aan een Omgevingsvisie die past binnen de Nationale Omgevingsvisie van het Rijk en aan een visie op het bouwen naast en over het spoor. Om vervolgens concreet met elkaar aan de slag te gaan. In dit magazine zijn stakeholders aan het woord over hun ambities, hun dromen en hun dilemma’s. Zo ook ProRail, vanuit de gedachte dat we samen met u vorm kunnen geven aan die prachtige stationslocaties van Nederland. Ik nodig u van harte uit om hiermee aan de slag te gaan en wens u veel leesplezier! Astrid Bunt, directeur Stations bij ProRail Stationslocaties 2019/2020 - 3

Deelnemers in deze uitgave www.arcadis.com www.prorail.nl www.crossmarkbreda.nl www.atosborne.nl www.5tracksbreda.com www.SPOTamsterdam.nl www.cubord.com www.nsstations.nl www.eindhoven.nl www.denationaleomgevingsvisie.nl www.kpo.nl www.maarsengroep.nl www.nvm.nl www.rotterdam-centraldistrict.nl www.investerenindordrecht.nl www.zwijndrecht.nl/spoorzone www.mrpdevelopment.nl www.vorm.nl www.almere.nl www.spoorbeeld.nl www.colliers.nl www.poortvanhoorn.nl www.unifore.nl www.bpd.nl www.amersfoort.nl www.stationsparkdeurne.nl Stationslocaties Nederland 2019/2020 Magazine Stationslocaties Nederland, jaargang 2019/2020 Redactie en advertentie-exploitatie Jager Media D.A. Arthur Jager Postbus 2711 7301 EE Apeldoorn T 0571 - 29 24 27 M 06 - 223 91 776 E arthur@jagermedia.nl www.hori.nl Journalisten Hanny van Eerden, Pieter Pulleman, Caspar van Loo www.jagermedia.nl Presentaties van commercieel vastgoed (kantoren, bedrijfsruimten en binnen stedelijke ontwikkelingen), (logistieke)bedrijventerreinen en diensten van de partners - Blending Media - Monique Jager Social Media Team - Blending Media www.goudaspoorzone.nl Vormgeving Studio Transparant Fotografie Jager Media Het magazine Stationslocaties Nederland wordt duurzaam geproduceerd.

Partners bij ontwikkelen van stationslocaties Stationslocaties Nederland 2019/2020 6 Coverpresentatie: Crossmark Breda is de nieuwe naam voor het ontwikkelgebied Stationskwartier en Havenkwartier in Breda. Nieuwe internationale stad die staat voor verbinding. inhoud 46 14 14 ProRail 20 SPOT Amsterdam 24 NS Stations 28 Eindhoven 32 NOVI 36 Arcadis 42 Arnhem: Journey Offices & Spaces 36 46 Dordrecht 48 Zwijndrecht 50 Den Haag: stationsgebied Laan van NOI 52 Almere 56 Bureau Spoorbouwmeester 58 Colliers International 56 62 Poort van Hoorn 64 The Modernist, Rotterdam Central District 66 Gouda 68 Brabantstadstudie 70 Amersfoort 72 OV-fiets 74 Stationspark Deurne 78 Overzicht stationslocaties 74

Crossmark Breda: nieuwe internationale stad die staat voor verbinding Crossmark Breda is de nieuwe naam die de gemeente Breda in oktober feestelijk onthulde voor het ontwikkelgebied Stationskwartier en Havenkwartier. Crossmark Breda geeft op verschillende manieren invulling aan de ambitie van de stad, legt wethouder Paul de Beer uit. “In 2021 wil ik hier pakweg tien bouwkranen zien staan.” 6 - Stationslocaties 2019/2020 “W Paul de Beer e wilden niet achterover leunen na het gereedkomen van het station en andere projecten in onze spoorzone. Integendeel; we wilden doorschakelen en versnellen. Daar hebben we de afgelopen periode achter de schermen hard aan getrokken”, zegt De Beer in zijn werkkamer. Nieuwe stad aan water Programmamanager Jeroen Hoefsloot schuift ondertussen enthousiast de ene na de andere artist impression over tafel. “We gaan meer uit van wat er stedenbouwkundig nodig is, in plaats van dat we focussen op het aantal te bouwen woningen. We hebben hier de kans om een nieuwe stad aan het water te ontwikkelen met een mix van wonen, werken, cultuur, onder

Impressie van de mogelijke ontwikkelingsrichting van de Belcrumhaven. De Belcrumhaven is een aftakking van de Mark en vormt het kloppend hart van het Havenkwartier, met behoud van woonboten, een nieuwe brug, herbestemming van industriële hallen en inpassing van nieuwe woonvormen. Een wandelpromenade van ca 500 meter verbindt activiteiten, plekken en gebouwen tot een dynamisch geheel. ‘Wij vinden het belangrijk om in gezamenlijkheid aan die nieuwe stad te werken’ wijs en leisure die tegelijkertijd groen en duurzaam is.” De Beer: “We schalen op, qua impact en intensiteit, met als doel de unieke ligging van het gebied te verzilveren. Deze ontwikkeling is nieuwe zuurstof voor de stad.” Hoefsloot: “Breda wil graag een hotspot zijn voor toegepaste technologie en creativiteit. Daar heb je een verrassende stad voor nodig, zodat studenten na afloop van hun studie niet wegtrekken en de innovatie-economie blijft groeien.” Náár Breda Nieuw elan dus en dat vraagt om een nieuwe naam, vonden ze in Breda. De Beer: “Via Breda stond vooral Stationslocaties 2019/2020 - 7 Jeroen Hoefsloot, programmamanager Crossmark Breda.

Narrative CrossMark Breda Breda is bij uitstek een stad waar mooie dingen samenkomen. Mooie winkels én gezellige horeca. De historische binnenstad en eigentijdse nieuwbouw. Het water én het park. Goede opleidingen én ambitieuze bedrijven. De allure van een grote stad én tegelijkertijd het gemoedelijke van een groot dorp. Breda brengt het allemaal samen. In Breda is het fantastisch wonen, werken en leven. Of je nu woont in de bruisende binnenstad, in een fijne woonwijk of één van de authentieke dorpen van Breda. Tegelijkertijd moeten we de komende jaren hard werken om zo’n fijne stad te zijn én blijven. Impressie wandelpromenade langs de Belcrumhaven. ‘Deze ontwikkeling is nieuwe zuurstof voor de stad’ voor de ontwikkeling van het station. Nu gaan we echt een stap verder, letterlijk en figuurlijk. Daarnaast willen we dat mensen niet alleen vía Breda reizen, maar ook náár Breda. Als bestemming voor werk, wonen, verblijven en uitgaan. De naam laat ook zien dat we graag rivier De Mark oversteken om – op termijn – het oude fabrieksterrein van CSM ook te ontwikkelen.” Tweede internationale knooppunt van Brabant Crossmark Breda past ook bij het verhaal van Breda als internationale schakelstad, zegt De Beer. “Breda is het tweede grote knooppunt van Brabant; een belangrijke erkenning van de Provincie en een steun in de rug bij de hele gebiedsontwikkeling. Het betekent dat we meer samen programmeren, bijvoorbeeld op het gebied van economie, energie en water. Het is echt een partnership dat veel verder gaat dan alleen het aanvragen en ontvangen van subsidie. Ook met de rijksoverheid lopen gesprekken over een partnership, met name op het vlak van water, milieu en mobiliteit”. De Bredase spoorzone is hét gebied waar de komende jaren hard gewerkt wordt aan projecten in het Stationskwartier zoals 5Tracks, Thes, en 3 Hoefijzers noord. Het nieuwe Station is een icoon voor het Verhaal van de stad, voor het samenbrengen van vele functies en vervoersvormen. Ontwikkeling is ook volop gaande in Havenkwartier, waar projecten als Stek, Belcrum Beach en Klavers Jansen hoge ogen gooien. En daarna komt de tijd om aan het derde gebied te beginnen; het Suikerkwartier. We gaan de stap over het water zetten als laatste stap van deze uitgebreide gebiedsontwikkeling. Samen vormen die 3 deelgebieden, die ‘three quarters’ de kern van de gebiedsontwikkeling. In de wisselwerking tussen deze nieuwe gebieden en de historische binnenstad, kunnen we bijdragen aan de europese ambities van Breda. De naam die we kiezen voor deze grootschalige gebiedsontwikkeling is Cross Mark, Breda. Een omgeving om je grenzen te verleggen en je doelen te bereiken. Een gastvrij gebied die verbindt en mensen samenbrengt, in gebouwen en openbare ruimtes. Een nieuwe groene Europese stad aan het waterlandschap van de Mark. Impressie groene binnenruimtes woonvelden 8 - Stationslocaties 2019/2020

Crossmark = verbinden Tot slot sluit Crossmark Breda aan bij de gedachte van het verbinden. De Beer, wijzend op het logo: “Zwart staat voor de verstedelijking, blauw voor het aanwezige water. Die twee zijn bepalend in het gebied, waarbij het water ons veel kansen biedt. Voor leisure bijvoorbeeld, maar ook voor wonen aan het water.” Het water is ook belangrijk voor het realiseren van een duurzame stad, vult Hoefsloot aan. “Het nieuwe Gerechtsgebouw gebruikt De Mark voor warmte-koude-uitwisseling, iets wat we op andere plekken ook graag zien. Verder biedt De Mark kansen voor groenontwikkeling wat weer belangrijk is voor onder meer het tegengaan van wateroverlast en hittestress. Dus ook op die manier leggen we een verbinding.” Last but not least is er nog een belangrijke verbinding te maken, zegt De Beer. “Die tussen gemeente, grondeigenaren, projectontwikkelaars, huidige en toekomstige gebruikers, et cetera. Wij vinden het belangrijk om in gezamenlijkheid aan die nieuwe stad te werken. Wij hopen Het Spoorpark Breda ter hoogte van het nieuwe gerechtsgebouw. Brack in de voormalige fabriekshallen van Backer&Rueb. dat we met Crossmark Breda die gedachte voeden en samenwerking op alle vlakken stimuleren.” De Beer: “Het is een markant gebied dat schreeuwt om nieuwe concepten, mooie bedrijven en fantastische gebouwen. De aanwezigheid van het water is uniek voor een Brabantse spoorzone. Met het Spoorpark komt er een mooi groengebied bij in het hart van de stad. Wij nodigen iedereen uit om mee te denken en goede ideeën in te brengen. Voor de invulling van de oude industriehallen, voor het neerzetten – en vullen – van een markant gebouw, of een nieuwe mobiliteitsoplossing voor die vijfhonderd meter naar het station. Over anderhalf jaar gonst het hier van de activiteiten. Ik kan bijna niet wachten.” << Meer informatie W www.crossmarkbreda.nl crossmarkbreda crossmarkbreda E crossmarkbreda@breda.nl Jeroen Hoefsloot Programmamanager Crossmark Breda jm.hoefsloot@breda.nl T 076-5294028 Impressie CrossMark Breda. Stationslocaties 2019/2020 - 9

Bredanaars denken niet graag in beperkingen, al helemaal niet als het om landsgrenzen gaat. Door haar internationale achtergrond en gunstige geografische ligging brengt Breda toeristen, bedrijven en studenten uit de hele wereld samen. Als grenzeloze gemeente staat Breda als negende stad van Nederland in alle opzichten open voor andersdenkenden, die onze stad als creatieve smeltkroes alleen maar verrijken. Als belangrijk knooppunt in Noordwest Europa is Breda bovendien een stad die infrastructuren samenbrengt. Hiermee verbinden we mensen in een steeds grotere omgeving, nationaal en internationaal. Onze ambitie voor 2030 liegt er dan ook niet om: In 2030 sta je vanuit Breda in drie kwartier in Parijs, Berlijn, Londen of Kopenhagen. WAT IS CROSSMARK BREDA? Crossmark Breda staat voor de groei van de stad Breda over de rivier de Mark. De plek waar de spoorzone de Zoete Delta kruist in een nieuw te vormen grootschalig waterlandschap. CrossMark Breda is het tweede stadshart van internationale allure in een uniek groen spoorpark aan het water in Breda. CrossMark Breda is een nieuw gebied dat -met veel respect voor het verleden- beperkende conventies laat verdwijnen. En dat allemaal op een steenworp afstand van de historische binnenstad van Breda. Daar werd geschiedenis gemaakt. In CrossMark Breda wordt vooral toekomst gemaakt. Extravert en creatief is het de bakermat voor nieuwe bedrijven, nieuwe vormen van recreatie en nieuwe bewoners. Nieuwe invloeden zijn hier meer dan welkom, in het misschien wel meest internationale stukje Breda. CrossMark Breda is dé plek waar je kunt wonen, werken, ondernemen, shoppen, loungen en ontmoeten. Bereikbaar CrossMark Breda is de lobby van Breda en de poort van Brabant. Toegankelijk en open voor iedereen. In CrossMark Breda komen sporen, wegen en fiets- en voetverbindingen uit alle windrichtingen samen. Het is een komen en gaan van mensen. Een internationaal knooppunt in Brabant. CrossMark Breda verbindt mensen met elkaar. Ontmoeten is er vanzelfsprekend. GRENZELOOS, LETTERLIJK EN FIGUURLIJK! CrossMark Breda is onderdeel van een grensoverschrijdend netwerk en heeft een internationaal karakter. Hoge kwaliteit, allure en duurzaamheid zijn er vanzelfsprekend. Het is er prettig zaken doen, wonen en vertoeven. Zeker ook vanwege het groen en water, dat volop in het gebied aanwezig is. CrossMark Breda verbindt Breda en haar regio met de rest van de wereld. Met 6 internationale vliegvelden binnen een uur van Breda en de wereldhavens Rotterdam en Antwerpen op een steenworp afstand. Amsterdam, Brussel, Parijs en Londen zijn onze nieuwe buren. DYNAMISCH CrossMark Breda is en blijft in beweging. CrossMark Breda is verrassend, experimenteel en daagt uit tot ondernemen, werken, leven en genieten. Flexibiliteit, authenticiteit, aanpasbaarheid en multifunctionaliteit staan garant voor ontwikkelen, ontmoeten en groeien. CrossMark Breda geeft kracht, energie en levenslust. CrossMark Breda slaapt nooit. GASTVRIJ Crossmark Breda is gastvrij, gezellig en vol met passie. Of je er op doorreis bent, werkt, recreëert of woont: in CrossMark Breda verblijven is samen met anderen genieten, plezier hebben, je thuis voelen, veilig zijn. CrossMark Breda is overvloedig, heeft karakter en maakt je nieuwsgierig naar de rest van Breda. CrossMark Breda smaakt naar meer! WAAROM CROSSMARK BREDA? De aansluiting van Breda op het netwerk van hogesnelheidstreinen was de eerste aanleiding na te denken over het gebied rond het station van Breda. Het station moest plaats bieden aan het groeiende vervoer en het gebied vraagt als één van de zes nationale sleutelprojecten om ruimte om de (inter-)nationale ambitie van deze sleutelprojecten vorm te geven. Een andere ontwikkeling die zich tegelijkertijd aftekent is het vertrek van de traditionele industrieën uit de stadscentra. In Breda gaat dat om relatief grote complexen die begin vorige eeuw direct ten noorden van het spoor vestigden. Samen een unieke kans op een uniek moment voor de stad. PLANNING (INDICATIEF) 2007 – 2020 Herontwikkeling Stationskwartier 2007 – 2021 Herontwikkeling Drie Hoefijzers na 2020 na 2020 na 2020 na 2020 Herontwikkeling Havenkwartier Herontwikkeling Markoevers Herontwikkeling Liniepark Herontwikkeling Suikerkwartier OPPERVLAKTE Totale omvang CrossMark Breda ca. 160 hectare Nieuw te ontwikkelen gebied ca. 60 hectare INVESTERINGEN Investeringen in vastgoed > € 1,5 miljard Backer & Rueb hallen Electron Klavers Jansen Backer & Ruebweg Crogtdijk Speelhuislaan Terheijdenseweg Nieuwe Kadijk Belcrum Breda Vooruit OV-terminal Mark/Zoete Delta THES Spoorpark Belcrumweg Spoorstraat Gerechtsgebouw 5 TRACKS Willemstraat

FEITEN & CIJFERS • Station: • Gerechtsgebouw: • 5TRACKS: • Thes-locatie: • Breda Vooruit: • Havenkwartier: 27.000 m2 REISTIJDEN VANAF BREDA 150 woningen, 21.500 m2 kantoren, 9.000 m2 winkels en horeca, 760 parkeerplaatsen op het dak, 6.000 fietsparkeerplaatsen, 38.000 reizigers per dag; bvo, 67 meter hoog; 5 functies komen samen in 3 gebouwen, 140 appartementen, 15.000 m2 voorzieningen inclusief hotel; 120 appartementen, 2.050 m2 228 appartementen, 1.000 m2 werken, 10.000 m2 commerciële ruimte; commerciële ruimte; circa 1.200 woningen en commerciële functies, cultuur en creatief ondernemerschap, innovatie (energietransitie, mobiliteit en parkeren); - STRIP langs Belcrumhaven: 350 woningen op voormalig terrein Backer & Rueb; • Zoete Delta: - Klavers Jansen: 2 bouwprojecten met 87 woningen Minister Kanstraat/Belcrumweg. waterlandschap langs rivier de Mark • Drie hoefijzers zuid: 403 woningen en appartementen, 2.000 m2 commerciële ruimte en kantoren; • Drie Hoefijzers noord: 270 woningen en appartementen, 500 m2 commerciële ruimte; • Eureka: 220 woningen. Lille 2:26 uur Londen 4:31 uur Parijs 3:09 uur Antwerp Airport Den Haag Centraal 47 min. Den Haag HS Rotterdam The Hague Airport Rotterdam Centraal 24 min. IC Direct Oosterhout 23 min. Etten-Leur 22 min. Breda Airport 20min. Roosendaal Tilburg 13 min. IC Brussel Eindhoven Airport 64 min. Antwerpen Centraal 34 min. Mechelen Brussels Airport 66 min. Brussel Centraal Brussel Zuid 81 min. Venlo Düsseldorf Eindhoven 39 min. Breda Schiphol 52 min. Amsterdam Centraal 68 min. Eurostar Thalys Thalys Amsterdam-Brussel-Parijs/Lille 14 x/dag Eurostar Amsterdam-Brussel-Londen IC Amsterdam-Breda IC Amsterdam-Rotterdam IC Den Haag-Eindhoven 2 x/dag 32 x/dag 32 x/dag 32 x/dag IC Amsterdam-Den Haag-Breda-Brussel 16 x/dag Stoptrein Roosendaal-Antwerpen HOV busverbinding 16 x/dag HET GRENZELOZE HAVENKWARTIER EN BELCRUM HET HAVENKWARTIER EN BELCRUM ZIJN VOOR VEEL MENSEN NOG EEN ONONTDEKT STUKJE BREDA. DE KOMENDE JAREN WORDT HET HAVENKWARTIER GETRANSFORMEERD TOT EEN NIEUW STUK STAD AAN HET WATER: Doornboslaan EEN EIGENTIJDSE, NIEUWE, DYNAMISCH GEMENGDE EN GROENE STADSWIJK MET RUIMTE VOOR WONEN, CREATIEF ONDERNEMERSCHAP, VOORZIENINGEN, SPORT, CULTUUR EN LEISURE AAN DE RIVIER DE MARK. URBAN, STOER EN RAUW. VLAKBIJ HET NIEUWE INTERNATIONALE TREINSTATION VAN BREDA. DE JAREN ’30-WIJK BELCRUM IS INMIDDELS EEN VAN DE MEEST GELIEFDE WOONWIJKEN VAN NEDERLAND. Eureka 3 Hoefijzers Noord 3 Hoefijzers Zuid Legenda Brouwhuis Bestaande bebouw Gerealiseerde bebo In ontwikkeling Stationslocaties 2019/2020 - 11 HSL HSL

“Als projectmanager help ik projecten een stapje verder, door overzicht te bieden en besluitvorming te organiseren. Belangrijk in dit proces is voor mij een goede samenwerking tussen betrokkenen, waardoor iedereen zijn doelen kan realiseren. Bij het Stationsgebied Utrecht heb ik gezien wat voor maatschappelijke meerwaarde dat oplevert.” - Thomas Neijenhuis www.atosborne.nl/thomas

Stationslocaties 2019/2020 - 13

Astrid Bunt, ProRail: “Stations van de toekomst ontwerpen we flexibel: het station van nu is over 10 jaar niet meer van deze tijd” Stationsplein Utrecht Centraal. Foto Petra Appelhof

Astrid Bunt, directeur Stations ProRail Hoe ziet het station van de toekomst eruit? Hoe faciliteren we de hogere reizigersaantallen? Hoe verbinden we de woningbouwopgaaf met een toekomstigbestendig openbaar vervoer? Hoe integreren we duurzaamheid in onze stations? Wat is onze rol in het grotere geheel van de nieuwe Omgevingswet? Deze – en andere – vragen liggen op tafel bij Astrid Bunt, directeur Stations bij ProRail. O p dit moment maakt ProRail de stations klaar voor de toekomst. Met een verwachte reizigersgroei van dertig tot veertig procent in de komende jaren, de woningbouwopgaaf en verdere verstedelijking is dit een grote uitdaging. ProRail is op diverse locaties bezig met uitbreidingen en vernieuwingen (zie kader) van sporen en/of stations. Bunt: “In Amsterdam gaan we het nodige doen, in Groningen en Schiphol ook, maar de kleine stations slaan we zeker niet over. We zien dat de kleinere stations steeds belangrijker worden. Zij absorberen namelijk reizigers rond de steden zonder de grote, centrale stations te belasten. We noemen het dan ook wel feeder-stations. Tilburg Universiteit is een mooi voorbeeld van een kleiner station dat al gereed is en in een grote behoefte voorziet. Dat was tot voor kort een van de minst functionerende stations van het land. We hebben het station hoog op de agenda gekregen en samen met de gemeente de benodigde upgrade kunnen doen. De knelpunten zijn weggenomen en binnenkort worden de puntjes op de spreekwoordelijke ‘i’ gezet.” Station van de toekomst Hoe ziet het station van de toekomst eruit? Met die vraag houdt ProRail zich ‘Voor de juiste invulling van de benodigde aanpassingen aan het spoor, in samenhang met andere ruimtelijke ontwikkelingen is samenwerken tussen alle partijen een vereiste.’ al langer bezig. “In de sector zijn we gewend om stations te bouwen voor vijftig jaar. Dat is een manier van ontwerpen die niet meer past in het huidige tijdperk waarin de veranderingen veel sneller gaan. En dus zijn we aan de slag gegaan met innovatieve partners. Dit resulteerde in het inspiratiemagazine Station NXT met daarin de trends die we zien en de uitdagingen die dat biedt op stations. En we nodigden partijen uit mee te denken over het Station van de toekomst.” Zo bracht Ontwerpbureau Studio Marco Vermeulen een inspirerend beeld van een multifunctionele en gelaagde hub waarin verschillende functies samen komen: reizen, overstappen, ontmoeten en verblijven. De eerste laag accommodeert de basisfunctie: het reizen. Overstappen op andere vervoermiddelen gebeurt in het station van de toekomst op de tweede laag, boven de perrons. De laag daar boven staat in het teken van ontmoeten, voorziet in diverse functies en is daarmee onderdeel van het stadscentrum. Het station van de toekomst biedt ook overnachtings mogelijkheden. De benodigde hotels vinden hun plaats in de vierde laag, in een parkachtige omgeving. Natuurlijk is het hele complex uitgevoerd met duurzame materialen. Stationslocaties 2019/2020 - 15

Station Rotterdam Blaak. Bron ProRail Nieuwe ontwikkelingen Er zijn allerlei nieuwe ontwikkelingen die nu al hun weg beginnen te vinden richting station. Er loopt een proef met een eerste multi-mast: een paal die klok, verlichting, wifi, informatieborden en omroepsysteem integreert. Ook op het gebied van perronveiligheid kijkt ProRail vooruit en onderzoekt het technische innovaties die de veiligheidsrisico’s nabij de perronrand verkleinen. “Maar we kijken ook naar de meer ‘softe’ kant van een station, zoals het gedrag van reizigers of het comfort. Samen met NS Stations kijken we naar het gedrag van de reiziger bij drukte. Door het inzetten van stewards spreiden we de drukte, zodat de reiziger comfortabel en sneller zijn trein of de uitgang van het station bereikt.” Met een popup laboratorium experimenteert de spoorbeheerder hoe het wachtruimtes zo kan inrichten dat het wachten wordt verzacht. Circulaire perrontegel station Bunde. Foto Stefan Verkerk 16 - Stationslocaties 2019/2020 Maatschappelijke trends Er zijn verschillende maatschappelijke trends die ook hun invloed hebben op de activiteiten van ProRail. Duurzaamheid is er één van. “Afval en reststoffen kunnen we steeds vaker op allerlei manieren hergebruiken. En wat we nu ontwerpen en realiseren moet later volle

“ProRail is de natuurlijke partner voor iedereen die iets met of bij het spoor wil.” dig afbreekbaar zijn tot herbruikbare onderdelen. Afval bestaat straks niet meer.” Energiezuinig bouwen, de omgeving vergroenen en natuur-inclusief ontwikkelen gebeurt al bij diverse stations. ProRail werkt bijvoorbeeld aan geluidsschermen op basis van olifantsgras. Station Bunde (Limburg) kreeg eind september als eerste station van Nederland gerecyclede betontegels. Het beton bestaat voor ruim driekwart uit gerecycled materiaal; in dit geval de oude, vermalen perrontegels van station Anna Paulowna die volledig zijn hergebruikt. Ook de nieuwe keerwanden in Bunde zijn van ‘oud’ beton gemaakt. CO2-neutraal Op weg naar een CO2-neutraal OV in 2050 zet ProRail in op het besparen en het opwekken van energie en het verminderen van de uitstoot in de hele keten. “Het gaat dan om het eigen energieverbruik op de stations, de voorgeschreven materialen, de werkwijzen van onze aannemers, op kantoor, overal waar het kan. Dus ook naast en over het spoor proberen we op een duurzame manier ruimtelijke kwaliteit toe te toevoegen.” Maar ook door het opwekken van energie met zonnepanelen op geluidsschermen en in stationsoverkappingen en het behouden van de biodiversiteit op de grond die ProRail beheert. “We willen graag in een vroeg stadium worden betrokken bij plannen van anderen rondom natuur, klimaatadaptie en dergelijke. Door samen slimme combinaties te maken, levert dat uiteindelijk meer op.” Nieuw station Deventer Colmschate. Foto Gerrit Serne Omgevingswet In het kader van de komst van de nieuwe nationale Om gevingswet, de Nationale Omgevingsvisie en de bijbehorende Provinciale en Gemeentelijke visies formuleerde ProRail zijn eigen omgevingsvisie op de spooromgeving. Hiermee wil het de bijdrage die de spoorbeheerder kan leveren aan de verschillende visies inzichtelijk maken én aangeven wat in beginsel daarvoor nodig is van de partners. Het verder ontwikkelen van het concept van deur tot deur reizen is één van de zaken die op de agenda staat. Daarvoor is voldoende capaciteit nodig op en rondom het spoor. De beperkte ruimte in Nederland vraagt om een effectievere en slimmere benutting van het spoor. “Bijvoorbeeld een betere onderlinge aansluiting van bus, trein en taxi door het aanpassen van de stationsomgeving, maar ook door betere loop en fiets verbindingen in de stad door het opheffen van de barrièrewerking van het spoor. Dat houdt in dat we nog meer samen moeten werken. Want wij hebben op onze beurt ruimte nodig voor de emplacementen en opsteltreinen, om maar iets te noemen.” De toename van het aantal reizigers komt mede door de verdere verstedelijking rondom stations. “Er zijn grote vastgoedopgaven langs verschillende spoorlijnen. Veel gemeenten gaan daarmee aan de slag. Wat betekent dat voor de toekomstvastheid van de infra? Gaan we het station uitbreiden, moet er een nieuw station komen? Gelukkig zijn we overal goed aangesloten op de ruimtelijke plannen en de effecten hiervan nemen we vanzelfsprekend mee in onze lange termijnprognoses.” Verstoringen terugdringen ProRail wil ook het aantal grote verstoringen terugdringen. Het kiezen van het slimste onderhoudsmoment is daarin een bepalende factor. Treinen moeten ook vaker rijden en minder hinder Stationslocaties 2019/2020 - 17

veroorzaken. Het spoorboekloos rijden komt eraan. Om dit te realiseren werkt ProRail onder andere aan een nieuwe technologie (ERTMS) die de veiligheid moet verbeteren en investeert het in kwaliteit en onderhoud. “Bij goede planning en prioritering van verbeter- en onderhoudsprojecten staan we grotendeels zelf aan het roer. Voor de juiste invulling van de benodigde aanpassingen aan het spoor, in samenhang met andere ruimtelijke ontwikkelingen is samenwerken met andere partijen een vereiste.” “ProRail is de natuurlijke partner voor iedereen die iets met of bij het spoor wil. We zien het dan ook als onze taak om werkzaamheden op en rond stations zoveel mogelijk te combineren. Onderhoudswerkzaamheden, nieuwbouw, uitbreiding van de fietsparkeercapaciteit, verduurzamingswerkzaamheden. Al deze zaken wil je zoveel mogelijk tegelijk uitvoeren en waar mogelijk koppelen aan initiatieven uit de stationsomgeving zodat je er één casus van kunt maken. De komst van de nieuwe Omgevingswet zorgt ervoor dat we bij alle activiteiten aan de voorkant nog beter met elkaar in gesprek moeten. Het zijn vaak complexe situaties met veel betrokkenen en ik vind dat ProRail zich niet open genoeg kan opstellen naar anderen om input te verzamelen. Want alleen dan komen we tot een integraal, toekomstvast en kwalitatief goed plan.” << Betere keuzes maken Het verbeteren van de perroncapaciteit door kleine of grote maatregelen op perrons te nemen, gebeurt niet zomaar. In een zogenoemd risicomodel worden onder meer aantallen reizigers, informatie over het perron zelf en de dienstregeling getoetst. ProRail beoordeelt de situatie per perronzijde. Als dat nodig is wordt aanvullend onderzoek gedaan op de locatie in uiteenlopende vorm. Uiteraard worden andere relevante partijen zoals NS en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat betrokken. Vanwege hun kennis en expertise, maar ook voor de financiering van eventuele maatregelen. Het risicomodel werd de afgelopen jaren ontwikkeld en is vorig jaar voor het eerst toegepast. De bedoeling is dat de monitor jaarlijks wordt uitgevoerd. Bunt: “Het is een manier om wat mensen zeggen dat ze ervaren, te objectiveren in relatie tot de capaciteit, de ruimte op een perron.” Daarnaast gebruikt ProRail de Stationsbelevingsmonitor waarin reizigers bevraagd worden over hun beleving van station en perron. “De gegevens die daaruit komen koppelen we aan de risicomonitor. Om zo nog betere keuzes maken voor investeringen, op basis van kwaliteit en capaciteit.” Spoor- en stationsvernieuwing Driebergen-Zeist 18 - Stationslocaties 2019/2020

Vernieuwen van stations Klanttevredenheid over de stations blijft ook in 2020 en 2021 belangrijk voor ProRail. Comfortabele en reizigersvriendelijke stations maken het gebruik van de trein en het openbaar vervoer aantrekkelijker. ProRail maakt de stations duurzaam en comfortabel, onder andere door het plaatsen van perronmeubilair met een hoger comfort en zonnepanelen op de perrondaken. Daarnaast wordt de fietsparkeercapaciteit in het land uitgebreid. Een voorbeeld van de lopende vernieuwingen. • Vanuit het project Zwolle worden de sporen Zwolle-Emmen en Zwolle-Meppel vrij van elkaar gelegd door aanpassingen op het station en de bouw van een dive-under bij buurtschap Herfte. Hierdoor kunnen op station Zwolle meer treinen tegelijkertijd vertrekken en aankomen en wordt de dienstregeling robuuster. • Werkzaamheden in en rond Amsterdam. De komende jaren werkt ProRail in nauwe samenwerking met NS en de regionale partijen volop aan het spoor en de stations in Amsterdam. Dat geldt voor zowel de grotere stations zoals Amsterdam Centraal en Amsterdam Zuid, maar ook voor de sterk groeiende stations zoals Sloterdijk waar we de mogelijkheden voor verbeteringen onderzoeken. Het project Amsterdam Zuid - Zuidasdok is noodzakelijk om de bereikbaarheid van de Amsterdamse Zuidas en de regio Amsterdam te verbeteren en ruimte te creëren voor stedelijke ontwikkeling. In 2020 en 2021 bouwen we onder andere aan een nieuwe stationspassage, waardoor reizigers via een extra route de dan tevens verbrede perrons kunnen bereiken. • De verbouwing van station Schiphol Airport omvat het vergroten van de capaciteit van trappen tussen de ondergrondse perrons en het bovenliggende Plaza, zodat reizigers sneller en comfortabeler kunnen uit- en overstappen. De plannen voor aanpassingen aan de hal en busstation werken we samen met Schiphol en de regio uit. • Vanuit het project Groningen Spoorzone wordt de komende jaren het nieuwe opstelterrein “de Vork” geleidelijk in gebruik genomen. Het station wordt ingrijpend verbouwd met extra perrons, een reizigerstunnel en een nieuw entreegebied met busstation aan de zuidzijde. Hiermee wordt het mogelijk de diverse stations in Groningen zonder overstap per trein te bereiken, en zullen treinen sneller het station inen uitrijden. Reistijden tussen regio en Randstad en binnen de regio nemen hiermee af. • De centrumzijde van Station Gouda wordt vernieuwd. De capaciteit voor het parkeren van fietsen wordt fors uitgebreid, tevens wordt het stationsgebouw gerenoveerd en wordt het voorplein opgeruimd, waarmee er een aantrekkelijkere en overzichtelijkere OV-knoop ontstaat. • Samen met gemeente en regio transformeren we Station Almere in een modern OV-knooppunt. Het station krijgt een facelift, een duurzaam zonnedak en een vernieuwd entreegebied met meer fietsenstallingen en een logischere aansluiting op busstation en stad. • Het station Ede-Wageningen wordt de komende jaren volledig vernieuwd. Het plan voorziet in vernieuwde perrons, een overkapping boven de sporen en een ruim en logisch entreegebied met voldoende plaats voor fietsen, busstation en reizigersvoorzieningen. De natuurlijke uitstraling met veel hout sluit goed aan op de omgeving. • De monumentale stationshal (Cuypershal) van Amsterdam Centraal wordt de komende jaren gerenoveerd en zoveel mogelijk in oude luister hersteld. • Station Alkmaar Noord wordt volledig vernieuwd. Liften, een perronkap met zonnepanelen en een overzichtelijk entreegebied maken dit station klaar voor de toekomst. Naast het daadwerkelijk bouwen en verbouwen is ProRail continu in gesprek met regionale overheden, gemeentes en vervoerders om de stations ook in de toekomst up-to-date te houden. ProRail werkt aan plannen voor extra capaciteit voor fietsparkeren in het hele land en is in gesprek over de verdere verbetering van onder andere de stations Nijmegen, Hoorn, Maastricht, Roermond, ’s-Hertogenbosch, Amsterdam Sloterdijk, Amsterdam Muiderpoort, Leiden, Eindhoven Strijp S, Zutphen, Arnhem Presikhaaf, Middelburg en Nijmegen Heyendaal Meer informatie is te vinden op de website van ProRail onder Reizigers/projecten. Stationslocaties 2019/2020 - 19

COD en DUQER presenteren kosmopolitische locatie SPOT ON wonen en werken in Zuidoost 20 - Stationslocaties 2019/2020

Als de stad verder wil groeien maar nieuwe ruimtes zijn beperkt, wat doe je dan? Dan is de transformatie van gedateerde kantorenparken een van de oplossingen. Neem SPOT Amsterdam in Amsterdam Zuidoost. Op de plek van een verouderd kantorenpark komt een kosmo politisch woon- en werkgebied, dicht bij het hoofdstedelijke centrum, metro- en treinstations en snelwegen. V astgoedontwikkelaars COD en DUQER, die eerder met de gemeente Amsterdam een ontwikkelovereenkomst sloten voor het project rondom de Hogehilweg in Amstel III, staan in de startblokken. De bedoeling is om circa 1.100 nieuwe woningen en 20.000 m2 aan nieuwe werk- en overige functies te realiseren. Het nu nog monofunctionele kantorengebied zal dus veranderen in een energieke woonen werklocatie. In totaal maken zes kleine kantoorgebouwen plaats voor negen nieuwe gebouwen met hoogtes tot en met 100 meter. Het SPOT-masterplan is getekend door KAAN Architecten. Landschap- en interieurontwerper Inside Outside bedacht het ontwerp van de openbare ruimte waarbij sport en gezondheid centraal staan. Eind 2023 zal de eerste fase van het project klaar zijn. Het merendeel van het woningaanbod in SPOT bestaat straks uit compacte en middelgrote appartementen in de sociale, middeldure en vrije sector, in een mix van koop en huur, volledig volgens ‘Amsterdams model’. Naast wonen is er plek voor een kantoor van ongeveer 8.000 m2 , aangevuld met kleinschalige bedrijven, nieuwe werkconcepten, horeca, detailhandel, medische voorzieningen en sport, want het moet een woonwijk worden mét voorzieningen. SPOT maakt deel uit van Amstel III, de grootste gebiedstransformatie in Amsterdam. De hele corridor van het Amstelstation tot aan het AMC gaat op de schop. Deelauto’s “De geplande nieuwe stadswijk ligt eigenlijk heel logisch, tussen de stad én het groene buitengebied, zoals de Gaasperplas en de Ronde Hoep”, zegt vastgoedontwikkelaar Randy van den Broek van COD in Amsterdam. “Toekomstige bewoners zijn zo in het centrum, op Schiphol of de Zuidas, vanwege de geweldige bereikbaarheid. Grootstedelijke voorzieningen zoals winkelcentrum Amsterdamse Poort en het gebied rond de Johan Cruyff ArenA liggen op loopafstand. We stimuleren daarom ook gericht op nieuwe vervoersconcepten in SPOT, zoals deelauto’s, -fietsen en ov-abonnementen. Voor auto’s zal een lage parkeernorm gelden.” De belangstelling voor SPOT is nu al groot. Inmiddels hebben ruim 7.000 mensen zich voor informatie online aangemeld via de site www.SPOTamsterdam.nl. Betaalbaar alternatief Een compleet nieuwe wijk specifiek in Zuidoost bouwen, met wonen en werken, is best spannend, meent Hans Zippro van het Utrechtse DUQER. “We anticiperen eigenlijk op de pioniersgeest van de toekomstige bewoners. We bieden hen een betaalbaar alternatief voor het wonen in de stad, ook voor starters. Tweederde van het aantal woningen valt in de sociale en middeldure sector”, aldus Zippro. Voor de geplande vierkante meters werkvloer zullen kleine en middelgrote bedrijven worden gezocht. “We zoeken geen Zuidasactiviteiten. Het gaat vooral om type bedrijven die nu ook al in het gebied zitten, dus met veel creatieven”, zegt Randy van den Broek. Moeten we ons met SPOT en de ontwikkelingen in nabije de omgeving van de corridor Amstel – AMC voorbereiden op New Yorkse dynamiek en uitstraling? “Nee, in geheel niet”, antwoordt Van den Broek. “De ontwikkelingen in het gebied zullen vooral aansluiten op de couleur locale in stadswijken. Dat betekent bijvoorbeeld dat de onderkant van de gebouwen Stationslocaties 2019/2020 - 21

Amstel III, grootstedelijke gebiedsontwikkeling Amstel III, waar SPOT toe behoort, is een grootstedelijk gebiedsontwikkelingsproject in Amsterdam Zuidoost. Het is samen met de ArenAPoort het derde werkgebied van de hoofdstad waar dagelijks 26.000 mensen aan de slag gaan. Amstel III transformeert de komende jaren van een gebied waar alleen wordt gewerkt in een levendige stadswijk waarin zowel gewoond, gewerkt als gerecreëerd wordt. Ook hotels en scholen krijgen hun plaats in Amstel III. Verder horen er toegankelijke openbare voorzieningen en een kwalitatief goede openbare ruimte bij. in baksteen worden uitgevoerd – we gaan er geen spiegelpaleizen van maken. We gaan ook variëren in woontorens en kleinere appartementengebouwen. Verder zal de openbare ruimte in het gebied kwalitatief hoogwaardig en goed toegankelijk zijn en uitnodigen tot sport en recreatie. SPOT Amsterdam is letterlijk dé ideale plek in Amsterdam om te wonen, werken en ondernemen.” Planning COD en DUQER denken nog ruim een half jaar nodig te hebben om de procedure voor de omgevingsvergunning af te ronden. Daarna knippen ze het project op in drie fasen. Voor elke fase staat een realisatietijd van circa drieënhalf jaar. In het derde kwartaal van 2023 is de eerste oplevering gepland. << 22 - Stationslocaties 2019/2020 Amstel III ligt in het gebied langs het spoor tussen de Amsterdam ArenA en het Amsterdam UMC (locatie AMC) met de metrostations Bullewijk en Holendrecht als toegangspoorten. Amstel III bestaat uit twee type gebieden: een klassiek bedrijventerrein langs de A2 waar onder meer automotive ondernemingen gevestigd zijn, en een transformatiegebied in de kantorenzone. Hier worden naast de al bestaande studentencampus Blue-Gray meer woningen gerealiseerd. Op het bedrijventerrein komen geen woningen. Amsterdam zet daar in op behoud van en ruimte voor bedrijvigheid. In 2011 is besloten om Amstel III te transformeren naar een gemengd woonen werkgebied. Tot 2027 worden er circa 5.000 woningen gebouwd. In de periode 2027-2040 kunnen er nog 10.000 woningen bijkomen. Meer info? www.SPOTamsterdam.nl

Stationslocaties 2019/2020 - 23

Wonen en werken boven het spoor helpt station en stad vooruit In onder andere Breda en Heerlen is het overbruggen van het spoor met nieuwe gebouwen al gerealiseerd. Wonen en werken gebeurt er boven of heel dichtbij het spoor. In beide steden is het spoor hiermee als barrière tussen twee stadsdelen verdwenen en zorgt het voor nieuw elan in de stad. “We weten dus hoe het moet, bouwen boven het spoor”, zegt Daan Klaase van NS Stations. K laase is manager Planontwikkeling van NS Stations. In zijn kantoor boven de Utrechtse sporen 5 en 7 geeft hij samen met zijn collega Rogier de Lint, manager Verkoop & Transformatie van NS Stations, toelichting. Klaase: “We kunnen het én we willen het, want het levert station en stad veel voordelen op. Het is ook logisch om op de best bereikbare plek te bouwen.” Nieuw land maken ‘De stad’ is op zoek naar ruimte en bouwen boven het spoor is dan een manier om ‘nieuwe’ ruimte te vinden en te benutten. De Lint: “Onze ambitie is om nieuw land te maken, net als vroeger Daan Klaase en Rogier de Lint Den Haag Centraal gebeurde bij het aanleggen van de polders. We moeten daarin onze rol pakken en onze grondposities inzetten. Bouwen boven de sporen, nabij de stations levert een bijdrage aan het verdichten van de stad, het versterken van de stedelijke kwaliteit en het verbeteren van het station zelf. Dat betekent overigens niet dat wij dat als NS Stations allemaal zelf gaan doen. We onderzoeken nu welke rol hier ligt voor beleggers, ontwikkelaars en bouwers.” Aantrekkelijk Bouwen boven het spoor is in meerdere opzichten aantrekkelijk. Een nieuwe woonwijk of nieuwe kantoren realiseren op een greenfield locatie gaat ten koste van het groen en vraagt om investeringen in de ruimtelijke infrastructuur. Bouwen boven 24 - Stationslocaties 2019/2020

e Utrecht het spoor daarentegen is indirect kostenbesparend voor de ruimtelijke ordening (o.m. geen of minder nieuwe wegen nodig, riolering en nutsvoorzieningen al aanwezig) en draagt bij aan de stedelijke kwaliteit in termen van leefbaarheid en gezondheid (stimulans om vaker voor de trein te kiezen dus minder uitstoot in de stad, duurzaam bouwen). Een ander voordeel is dat nabij stations alle belangrijke voorzieningen doorgaans al aanwezig zijn, evenals alle belangrijke infrastructuur. De Lint: “Bouwen boven het spoor betekent ook dat je geen nieuwe parkeerplaatsen hoeft aan te leggen; werknemers komen immers met het OV.” Kantoren NS Stations zet eerst in op ‘werken boven het spoor’. Een pragmatische keuze, blijkt uit de uitleg van De Lint. “Voor een woning heb je drie keer zoveel ruimte nodig als voor een werkplek.” Wonen boven het spoor is ook een stukje ingewikkelder, als het aankomt op wet- en regelgeving en dat is ook een reden om eerst met kantoren aan de slag te gaan, zegt Klaase. “Bovendien is het beheer en het onderhoud maar ook de eigendomssituatie van een kantoor eenvoudiger. En door grote kantoorvolumes boven het spoor te realiseren, zijn elders in de stad minder kantoren nodig. Dat levert de stad ruimte op voor meer woningen.” De businesscase Bouwen boven het spoor is actueel vanwege het eerdergenoemde ruimtegebrek in de stad en het feit dat mede daardoor de businesscase nu beter te maken is dan pakweg tien jaar geleden. De Lint: “Bouwen kost geld en boven het spoor bouwen, is duurder. De delta tussen vastgoedwaarde in het stationsgebied en aan de randen van de stad zijn nu op het niveau dat de extra investering in het ‘land maken’ uit kan, dat de businesscase klopt. Zo gaan de huren voor kantoren in Stationslocaties 2019/2020 - 25 “Logisch om te bouwen op de best bereikbare plek.” Stationsgebied Utrecht naar 275 per vierkante meter per jaar. Tien jaar geleden was de vraag ook ‘waar komen de parkeerplaatsen?’, maar die zijn niet meer nodig. Anno 2019 is het immers meer geaccepteerd dat woningen en kantoren naast het station geen eigen parkeerplaatsen meer hebben. En we kunnen nu technisch gezien meer dan vroeger, dat helpt ook.” Utrecht

Want bouwen boven het spoor is ook een technische uitdaging in de zin van ruimtelijke inpassing, externe veiligheid, geluid en trillingen. De Lint: “Tegelijkertijd is het ook weer niet heel veel anders dan bouwen naast het spoor.” Geïntegreerde opgaven Bouwen boven het spoor doe je niet alleen, het is een gecompliceerd vraagstuk dat om een geïntegreerde aanpak vraagt. De Lint: “We kunnen het niet alleen en we hebben alle betrokkenen keihard nodig; sowieso de gemeente, ProRail en de lokale vervoerders. Afhankelijk van de locatie komen daar bijvoorbeeld het Rijksvastgoedbedrijf, andere vastgoedeigenaren of de provincie bij.” De Lint: “Het is van betekenis dat we ieders belang boven tafel halen, inzichtelijk te maken en begrijpen. Als we Utrecht als voorbeeld nemen; het gaat hier altijd over de doorwaadbaarheid van de stad, waarbij het spoor wordt gezien als barrière. Het slechten van die barrière is in het belang van de gemeente. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft aan weerszijden van het station veel vastgoed; hoe kun je dat verbinden? Dat is haar belang. De vraag die wij ons continu stellen is hoe we dat soort belangen mee kunnen nemen in de plannen en tegelijk ook een verbeterslag kunnen maken in het station en zijn omgeving.” Klaase: “En vergeet niet: tijdens het bouwen mag er geen trein minder rijden, dat speelt ook mee. De reiziger mag eigenlijk geen hinder ondervinden.” Amsterdam Sloterdijk NS Stations is op dit moment bij drie stations met betrokkenen in gesprek over spooroverbouwingen: Amsterdam Sloterdijk, Utrecht Centraal en Den Haag Centraal. Bij alle drie start binnen afzienbare tijd een verkenning naar de ruimtelijke kaders en randvoorwaarden (technisch en stedenbouwkundig), vinden variantenstudies plaats en wordt gewerkt aan de businesscase. Voordat de eerste bouwactiviteiten zichtbaar zijn, zijn we wel minimaal vijf jaar verder, denkt Klaase. De Lint: “Bij alle drie Utrecht 2018 Breda 26 - Stationslocaties 2019/2020

Heerlen de stations gaat het om geïntegreerde opgaven. Station Amsterdam Sloterdijk is heel hard toe aan een grote opknapbeurt en met opbrengsten uit de overbouwing kunnen we een deel van de stationsverbetering financieren.” “Den Haag is op zoek naar ruimte.” Den Haag en Utrecht Klaase: “Den Haag is vol en de stad zoekt ruimte. We zijn in gesprek met de gemeente over het beter benutten van de ruimte. Overigens voorzie ik ook dat de stationshal in de toekomst volloopt en een tweede stations-entree misschien een oplossing biedt. ”In Utrecht gaat het vooral om het slechten van het spoor als barrière midden in de stad. Bij deze stations studeren we samen met ProRail op de mogelijkheden en de technische uitvoerbaarheid. Het kan alleen daar waar het spoor het ook toelaat qua flexibiliteit en toekomst.” Klaase en De Lint zijn enthousiast over alle plannen en ideeën. De Lint noemt hotel Ibis boven het spoor naast Amsterdam Centraal een groot succes, fysiek en financieel. En ook het vernieuwde Utrecht Centraal ziet er fantastisch uit, wat hem betreft. Klaase: “In Zaandam werken we nu samen met ProRail aan een nieuw stukje stad boven het spoor, een nieuwe Zaanse straat in feite.” En ga ook eens kijken in Heerlen, zegt Klaase. “Iedereen is daar zeer enthousiast over; de overbrugging heeft twee stadswijken met elkaar verbonden. Het herstel van het centrum in Heerlen was heel hard nodig, écht een aanwinst voor de stad.” << Stationslocaties 2019/2020 - 27

Interventie: het busstation onder de grond | Copyright: © KCAP Samenwerking met Rijk en Provincie krijgt vorm op drie niveaus De samenwerking met het Rijk en de Provincie heeft in Eindhoven geresulteerd in een meerjarenprogramma met drie thema’s. De Regio Deal Brainport Eindhoven, de Woondeal en de ontwikkeling van de Eindhoven Internationale Knoop XL (EIK XL) zijn zowel lokaal, als regionaal en nationaal van groot belang. V an het meerjarenprogramma voor de economisch sterke regio Eindhoven, dat vorm krijgt op drie niveaus, kan heel Nederland profijt hebben, volgens Jos Roijmans, gebiedsmanager Spoorzone van Eindhoven. “Zo maakt de Regiodeal Brainport Eindhoven deel uit van de Brainport Nationale Actieagenda. Rijk en regio investeren samen € 370 miljoen in de uitvoering daarvan. € 130 miljoen is afkomstig uit de Regio Deal van het kabinet.” Extra impuls “Dat is een eenmalige, extra impuls voor een tijdsbestek van vier jaar, vervolgt Roijmans. “De geldsom is bestemd voor concrete, aanvullende investeringen op het gebied van aantrek28 - Stationslocaties 2019/2020 kelijke voorzieningen, het werven en behouden van talent op alle onderwijsniveaus, en innovaties met een maatschappelijke impact. Voorwaarde daarbij is € 240 miljoen cofinanciering van investeringen op infrastructureel en ruimtelijk gebied, het innovatie- instrumentarium en de versterking van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Zowel het bedrijfsleven, als de regio Eindhoven en de Provincie Noord-Brabant dragen hieraan bij.” Eindhoven verbetert haar vestigingsfactoren onder meer met een Brainport Conference Center en Eindhoven Engine. Roijmans: “Eindhoven Engine is een samenwerkingsprogramma tussen regionale kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Dit

om creativiteit te bevorderen, in hoog tempo kennis te vergaren, technologische oplossingen te ontwikkelen en deze sneller te vermarkten. We willen met multidisciplinaire teams vlot van kennis-naar-kunde-naar-kassa op een inspirerende research locatie. Broedplaatsen zien wij als de humuslaag onder een welvarende economie. Ook daarmee kunnen we onze (inter) nationale concurrentiepositie gestaag verbeteren.” Versnellen woningbouw Voldoende woonaanbod is voor dit alles een belangrijke voorwaarde. Daarom hebben het Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE) en de Provincie Noord-Brabant, aansluitend op de Brainport Nationale Actieagenda, afspraken gemaakt met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) om de woningbouw te versnellen. Roijmans: “De deal omvat ook de beschikbaarheid van voldoende betaalbaar aanbod en de aanpak van excessen. De versnelling moet - met een toename van zo’n 3.000 stuks per jaar - in 2024 leiden tot 27.000 nieuwe woningen. Ook is binnenkort de oplevering van 1.000 tijde lijke woningen gepland. Het Rijk ondersteunt de Woondeal met € 750.000,- voor onderzoek en pilots. Zo wordt onder meer bekeken of projecten gebruik kunnen maken van bijzondere regels, waarmee we tijdswinst kunnen boeken.” De woningbouwopgave voor Eindhoven is nieuwbouw van zo’n 40.000 woningen tot 2040. “Daarvan moet het grootste deel vóór 2027 klaar zijn,” zegt Roijmans. “We staan dus voor grootschalige verdichting in de binnenstad. Realisatie binnen de Spoorzone gebeurt vooral in de centrumgebiedsdelen Strijp-S, Emmasingelkwadrant, Stadionkwartier en in EIK XL.” Stationsgebied | Copyright: © Your Captain Luchtfotografie Jos Roijmans Yasin Torunoglu Yasin Torunoglu, wethouder Wonen en Ruimte: “Iedereen die denkt een bijdrage aan onze opgaven te leveren is van harte welkom in Eindhoven. Onze stad groeit en is groot geworden door samenwerking tot in de haarvaten van onze stad. We zoeken dus partijen die ook onderdeel van Eindhoven willen worden. Die niet alleen komen om te halen maar ook om te brengen, en vooral om te blijven.” De partijen zetten verder in op het terugdringen van woonoverlast, ondermijning en de aanpak van slecht verhuurderschap. Daarnaast zijn middelen gereserveerd voor samenwerking aan een integrale leefbaarheidsaanpak. Het Rijk stelt € 150.000,beschikbaar voor innovatieve concepten met bijvoorbeeld 3D geprinte woningen, duurzame transformatie, of het Brainport Smart District, een slimme wijk waar nieuwe technieken op het gebied van vervoer, duurzaamheid en energieopwekking worden toegepast. Rabo transformatie Student Hotel Busstation Neckerspoel District E Vodafone Ziggo Fietsenstalling Edge KPN Stationslocaties 2019/2020 - 29

Vodafone Ziggo op Lichthoven. Illustratie AM Verbindingen Roijmans wijst erop dat een succesvolle herontwikkeling van EIK XL verder direct samenhangt met een uitstekende bereikbaarheid. “Het treinverkeer neemt naar verwachting in 10 jaar met 35% flink toe,” zegt hij. “Reizigers moeten vanuit Eindhoven binnen het uur kunnen arriveren in andere grote steden binnen een straal van 150 km. Zo ligt de focus ook op een nieuwe, snelle treinverbinding in 2025 tussen Eindhoven en Düsseldorf.” Start bouw Binnen de Spoorzone gaat in 2020 de ontwikkeling van een project in District E al van start, evenals het nieuwe kantoorgebouw voor eindgebruiker VodafoneZiggo, naast het Student Hotel in Lichthoven. Roijmans: “In het najaar van 2020 start ook de bouw van technologisch hoogwaardig kantoor Edge Eindhoven. Dit 40 meter hoge gebouw biedt 25.000 m2 kantoorruimte en een atrium voor openbaar gebruik. Het publiek kan er doorheen wandelen richting de kleine rivier de Dommel. Daar vlakbij verrijst een 15.000 m2 grote woontoren met circa 175 appartementen. Aan de noordkant van de spoorlijn nadert de herontwikkeling van het voormalige Rabobankgebouw zijn einde. En huisvest als het klaar is het Rijksvastgoedbedrijf. En komt hier de nieuwe huisvesting voor de Belastingdienst. In 2020 komt ook het KPNgebouw vrij. Naar herontwikkeling daarvan is een brede studie opgestart. Aan de zuidkant De torens van District E op het Stationsplein. Copyright: Amvest / Powerhouse Company / ZUS 30 - Stationslocaties 2019/2020

Transformatie Rabogebouw voor Rijksvastgoeddienst. Copyright OVG Real Estate Eindhoven Internationale Knoop XL Eindhoven is in haar in totaal meer dan 200 ha grote Spoorzone hard aan de slag met de transformatie van het 55 ha grote stationsgebied met de werknaam Eindhoven Internationale Knoop XL. Een plek waar wonen, werken, verblijven en verpozen samenkomt. Waar we klaar zijn voor de energietransitie, in een gebied waar je graag bent. En wat de toekomstvaste entree van de stad en de Brainportregio wordt. Overzicht ontwikkelgebied EIK XL volgt, in samenwerking met ProRail, de in 2022 op te leveren nieuwe stalling onder het stations plein voor bijna 5.000 fietsen. Verkeersgebied In het eerste kwartaal van 2020 staat ook de vaststelling gepland van de ontwikkelvisie Fellenoord, dat ook onderdeel van EIK XL is, volgens Roijmans. “Er staan in deze visie drie belangrijke interventies op stapel,” kondigt hij aan. “Allereerst is er de omvorming van de verkeersader Fellenoord richting de stadsboulevard naar een smaller profiel met minder gemotoriseerd verkeer. De gemeente wil daarbij stevig vergroenen om de klimaatstress te reduceren. Daarnaast willen we de groene setting van de universiteitscampus nadrukkelijk verbinden met het stadscentrum. Waar nu nog een ‘muizengaatje’ dienst doet, willen we ruim baan geven aan het Dommeldal. Verder zoeken we momenteel naar een acceptabele mogelijk kelderconstructie voor de uitbreiding van het huidige busstation Neckerspoel.” << www.eindhoven.nl Stationslocaties 2019/2020 - 31

Meer richting en samenhang in rijksbeleid voor de leefomgeving met de Nationale Omgevingsvisie De samenleving heeft te maken met een aantal urgente opgaven op het gebied van klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie, bereikbaarheid en woningbouw. Nederland wil hier graag goed op inspelen en daarom heeft de overheid het initiatief genomen om een Nationale Omgevingsvisie (NOVI) op te stellen. Het is een langetermijnvisie die ook impact heeft op gebiedsontwikkelingen in spoorzones. D e directe aanleiding om met bovengenoemde onderwerpen in een Nationale Omgevingsvisie aan de slag te gaan, ligt in de komende Omgevingswet die tientallen wetten en honderden regels bundelt. Die nieuwe wet staat hiermee voor een verregaande vereenvoudiging van het stelsel van wetgeving voor de ontwikkeling en het beheer van de leefomgeving (omgevingsrecht). “Een megaoperatie”, zegt Reiding. “Maar ook een cultuuromslag in de manier van werken ten aanzien van bijvoorbeeld vergunningverlening.” Ontwerp NOVI Afgelopen juni werd de Ontwerp NOVI naar de Tweede Kamer gestuurd en gelanceerd. De bedoeling is dat de Nationale Omgevingsvisie begin volgend jaar definitief wordt vastgesteld. “De ambitie van de NOVI is om meer richting en samenhang in het rijksbeleid voor de leefomgeving te brengen”, zegt Emiel Reiding van het ministerie van Binnenlandse 32 - Stationslocaties 2019/2020 Zaken. “De NOVI is richtinggevend, de precieze invulling blijft voorbehouden aan het omgevingsplan. Als nationale overheid willen en kunnen we ook niet top down voor het hele land invullen hoe een omgeving ingericht moet worden.” Wat staat ons te doen? In de eerste fase van de ontwikkeling van de NOVI vonden gesprekken plaats met allerlei betrokkenen, waaronder ondernemers, maatschappelijke organisaties, belangenvertegenwoordigers, kennisinstellingen en bewoners. “We wilden het niet vanachter een Haags bureau bedenken dus zijn we in gesprek gegaan, het land ingetrokken en lieten we een enquête doen. Centraal stond de vraag: ‘wat staat ons te doen?’” Je kunt het wel een beetje vergelijken met het project Stad van de Toekomst, zegt Reiding. “We hebben daarvoor aan architecten gevraagd om met een schets te komen van de stad van de toekomst en dat werkte heel inspirerend.” Emiel Reiding Vier strategische prioriteiten De bijeenkomsten en gesprekken leverden input voor de Startnota, begin 2017. De Startnota benoemt vier strategische prioriteiten waarop de omgevingsvisie zich sowieso moet richten. Die vier zijn: ruimte voor klimaatadaptie en energietransitie, duurzaam economisch groeipotentieel, sterke steden en gezonde regio’s en toekomstbestendige ontwikkeling van landelijk gebied. Na de Startnota volgde een verdiepingsslag waarin de prioriteiten werden uitgewerkt en die uiteindelijk uitmondde in eerdere genoemde Ontwerp NOVI. ‘We wilden het niet vanachter een Haags bureau bedenken’

Stad van de toekomst Art impression: West 8 Urban Design & Landscape Architecture Verstedelijkingsstrategie Onder de noemer Sterke steden en gezonde regio’s staat er een verstedelijkingsstrategie in de Ontwerp NOVI. Meer samenhangend denken en handelen dat uitstijgt boven het belang vanuit een specifieke sector staat daarin centraal. Het idee is dat door vooraf alle stakeholders te betrekken en een meer geïntegreerde afweging te maken, je kunt voorkomen dat reeds in gang gezette planvorming alsnog onmogelijk of onwenselijk blijkt. Reiding: “De onderwerpen kan je vaak niet meer los zien van elkaar. Mobiliteit en verstedelijking bijvoorbeeld, moet je als een geheel benaderen.” Het Rijk doet actief mee bij de uitwerking van deze verstedelijkingsstrategie, vanwege de relatie met verschillende nationale belangen (waaronder die op het gebied van klimaat, milieu, duurzaamheid, leefomgevingskwaliteit, bereikbaarheid). In samenwerking met gemeenten, provincies, metropoolregio’s en andere relevante stakeholders worden, bijvoorbeeld via de gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma’s van de metropoolregio’s, nadere keuzes over de mogelijke gebiedsontwikkelingen gemaakt. Stationslocaties zijn kansrijk Dat er meer woon- en werklocaties moeten komen, is een gegeven. “De opdracht is om die eerst binnenstedelijk te vinden en als dat niet lukt, pas daarna erbuiten te kijken. En als je gaat verdichten, dan moet je geschikte locaties vinden. Rond bestaande stations en OV-lijnen is nog veel potentie. Bouwen boven een station of het spoor is een serieuze optie, kijk maar naar de plannen voor Amsterdam Muiderpoort en Den Haag Centraal. Veel stations lagen ooit aan de rand van de stand, nu vaak er middenin. Dat biedt kansen om ze door te ontwikkelen. Dus meer in de stad bouwen, gekoppeld aan het openbaar vervoer en in combinatie met meer groen. Want dat groen hebben we nodig voor een betere luchtkwaliteit en wateropvang. Integreren van functies, dat is het, samen met het verbeteren van de kwaliteit van wonen en leven. Juist die stationslocaties zijn daarin heel kansrijk.” Stationsomgevingen upgraden In een stationsgebied heb je te maken met veel betrokkenen: grondeigenaren, de gemeente, de provincie, bewoners, bedrijven, gebruikers et cetera en die hebben allemaal hun eigen belang. “Je hebt inderdaad alle partijen nodig en het Rijk wil daarin een belangrijke rol spelen. Via NS en ProRail zijn we vaak al betrokken. En eerder hebben we natuurlijk met de nationale sleutelprojecten al met allerlei partijen succesvol samengewerkt rondom de upgrade van veel stations. Onze ervaring is dat als je in een stationsgebied investeert, andere partijen vanzelf meegaan. Het is ook tijd voor een volgende stap. De stations staan op de kaart, nu moeten we de omgeving upgraden, onder meer door de verschillende functies te koppelen aan de woonfunctie. De locaties zelf zijn zeer gewild, denk ik.” Gebiedsgericht kijken “Als Rijk zijn we niet bij elk individueel plan betrokken, maar wel bij de grotere ontwikkelingen en locaties. En dan kijken we juist naar Stationslocaties 2019/2020 - 33

Stad van de toekomst Art impression: West 8 Urban Design & Landscape Architecture Art impression: West 8 Urban Design & Landscape Architecture NOVI moet het startpunt zijn van een nieuwe manier van werken de steden. We moeten sowieso meer gebiedsgericht kijken: wat is er op een bepaalde plek nodig? Pas als je daarop een antwoord hebt, kun je de juiste projecten bedenken. Daarbij moeten we wel reëel zijn; het zijn soms ingewikkelde locaties om te ontwikkelen en als de grondprijzen of de bouwkosten hoger uitvallen dan elders dan kunnen we als Rijk een bijdrage leveren vanuit de nieuwe investeringsimpuls voor woningbouw, die op Prinsjesdag is gelanceerd.” Meer integratie Februari volgend jaar wordt de eerste NOVI definitief en stopt het werken daaraan in een apart programma. “Maar het is een permanent proces. Daarom publiceren we ook online en niet in een boek. Het plan is dat vanaf 2021 de NOVI ieder jaar in juni kan worden aangepast als nieuwe ontwikkelingen en inzichten daarom vragen.” NOVI moet het startpunt zijn van een nieuwe manier van werken, te beginnen met een goede samenwerking tussen de ministeries, zegt Reiding. “Op dit ministerie gaan we bijvoorbeeld over wonen, maar niet over natuur of mobiliteit. Mijn hoop is dat de NOVI zorgt voor een bepaalde manier van denken en werken die zorgt voor meer integratie. Dat geven we straks handen en voeten met een uitvoeringsagenda. Kijk, een wet en een 34 - Stationslocaties 2019/2020 visie veranderen de wereld niet, wel het besluit om iets te gaan doen.” “Je kunt niet meer in je eigen tuintje blijven zitten. Je moet over de schutting kijken, of die zelfs helemaal weghalen. Maar je moet realistisch zijn: niet iedereen heeft zin in een gemeenschappelijke tuin. Dat maakt het wel uitdagend. Dat gezegd hebbende: er zijn al partijen die op het juiste spoor zitten, kijk maar naar het Rhapsodyplan in Amsterdam, het Moreelsparkplan in Utrecht of de plannen voor Den Haag. Projectontwikkelaars zijn er al volop mee bezig. Het is elkaar stimuleren en aanjagen. Ik hoop dat marktpartijen ons verrassen met mooie en vernieuwende plannen met aandacht voor bereikbaarheid, duurzaamheid en groen. Slimme en geïntegreerde plannen die het verschil maken voor een toekomstbestendige stad. Om dat te realiseren moeten de ministeries met provincies, gemeenten, maatschappelijke organisaties en bedrijven samenwerken. Daarbij moeten we telkens de verbinding leggen met de lokale situatie. Als we dat proces voor elkaar krijgen maken we van de NOVI een succes.” << Meer informatie op: denationaleomgevingsvisie.nl

Catharinatoren wordt nieuw icoon in het stationsgebied van Zaandam Het stationsgebied in Zaandam krijgt er een woontoren bij met daarin 103 huurappartementen. Ontwikkelaar KPO Planontwikkeling BV won samen met de Bot Bouwgroep in 2015 een tender uitgeschreven door NS Stations. Het ontwerp is van Liesbeth van der Pol van Dok architecten en komt voort uit het oorspronkelijke masterplan Inverdan. De nieuwe woontoren is een krachtige Zaanse dame waarbij het silhouet van een melkmeisje is verwerkt. Een gebouw met karakter, Zaans gekleed met geglazuurde bakstenen in Zaanse groentinten. Een Zaanse traditie is zuinigheid, met warmte en koude uit de bodem, gevoed door zonnepanelen wordt deze traditie op energievlak voorgezet. De Catharinatoren verwijst naar een Russische Czaarin, ze kijkt uit over de Russische buurt met het Czaar Peter huisje en de gebouwen Hermitage en Romanov. De start bouw is gepland in september 2020 en oplevering 18 maanden later. www.kpo.nl

Station integreert in stad en landschap De treinreiziger van nu hecht bijzondere waarde aan een kwalitatief hoogstaande reisomgeving. “Dat gegeven wordt nog te veel onderschat,” zeggen Beate Vlaanderen en Luc Veeger van Arcadis. “De stedelijke of landschappelijke context vormt een belangrijk aspect bij het ontwerpen van een duurzaam verblijfsklimaat. Wij bedenken dan ook bewust stations, die aansluiten of anticiperen op het omringende, al of niet stedelijke landschap met behoud van natuur.” A rcadis architecten Vlaanderen en Veeger kiezen met overtuiging voor stations die hun context bestendigen. Zij gaan uit van de harmonische relatie tussen mens en natuur en maken zich binnen kansrijke OV locaties sterk voor een toekomstvast verblijfsklimaat. Tevreden zijn zij pas, als hun plannen zowel stedelijk als arcadisch goed zijn in te passen. Zij sturen op behoud van en aanvulling met groen, gebruik van duurzame materialen en - via een uitgekiende koppeling tussen ontwerp en techniek - op toepassing van geavanceerde systemen. “ProRail heeft een rijke traditie qua inpassing van spoor en stations bij nieuw- en herbouwopgaven,” zeggen zij. “Vaak worden wij ingeschakeld voor complexe, ruimtelijke kwaliteitsvraagstukken. Daarbij streven wij altijd naar een optimale relatie tussen het spoor en de omgeving.” Station en stad Vlaanderen en Veeger maken niet alleen gebruik van de natuur op perifere of landelijke stationslocaties, maar ook in binnenstedelijke Station Eindhoven Centraal. Architect station: Luc Veeger (Arcadis); stationshal: TAK Architecten 36 - Stationslocaties 2019/2020

Station Lansingerland-Zoetermeer. Architect station: Jeroen Eulderink (Arcadis); landschappelijk masterplan: Luc Veeger (Arcadis) gebieden. “Enerzijds verbeteren we daarmee het aanzicht van de nieuwe stadsentrees,” zeggen zij. “Anderzijds zetten we bomen en struiken strategisch in om fijnstof te reduceren, zomerse hitte tussen hoge gebouwen in de verdichte stationsgebieden te verminderen en de kans op wateroverlast bij extreme regenval te verkleinen. Niet slechts duurzaam, maar ook klimaatadaptief ontwerpen is tegenwoordig dé grondslag voor een goed leefklimaat en sociaal en economisch welbevinden.” Ook van de natuurlijke daglichttoetreding maken de architecten graag gebruik. De wederopbouw van de nu tweezijdig hoogwaardige stadsentree van bijvoorbeeld Station Eindhoven munt uit in daglichttoetreding, duurzame verlichting en het vooralsnog ongeëvenaarde aantal van bijna 2.000 zonnepanelen op het monumentale stationsdak. Historische onderdelen zijn bovendien in oude luister hersteld. De nieuwe reizigerspassage, die tot stand kwam via een niet alledaagse, ondergrondse operatie in het hart van de stad, kenmerkt zich door een sterk verbeterde toegankelijkheid, reizigersvoorzieningen en een speciale lichttechniek. Dit ontwerp van Veeger is opgenomen in de jaarlijkse route van Glow, het lichtkunstfestival van Eindhoven. Met de restauratie van het monumentale station ontwikkelt het stationsgebied zich tot een fascinerende, stedelijke omgeving met groeiende aantrekkingskracht op investeerders. Nieuwe woningen, kantoren en retail rondom het station sluiten aan op het bestaande centrum. Nu het spoor geen barrière meer vormt, is er een hoogwaardige interwijk verbinding ontstaan. Veeger: “Het benutten van dit type spoorcomplexen in binnensteden biedt ultieme kansen voor de ontwikkeling van duurzame landschappen voor wonen en werken tot en met ‘urban farming’.” Station en nationaal park “Om bij te dragen aan een blijvende vitaliteit richten we nieuwe stations en uitbreidingsBeate Vlaanderen Luc Veeger locaties bij voorkeur ook klimaatbestendig en dus waterrobuust in,” vervolgt Veeger. “Zo zijn Station Driebergen-Zeist en de directe omgeving, die beide nog in aanbouw zijn, een goed voorbeeld van een toekomstbestendige stations locatie. De locatie grenst aan een Natura 2000 gebied en vier monumentale landgoederen. Voor de inwoners is deze groene OV-locatie eigenlijk een ‘stationslandgoed’ met een aangenaam stationsplein tussen andere, bosrijke landgoederen. De waterberging is geïntegreerd in een verdiepte, betonnen bak Stationslocaties 2019/2020 - 37

onder de sporen en de weg. Het bewatert de vele bomen op de stations- en buspleinen en zorgt voor verkoeling op warme dagen.” Het project stimuleert doorontwikkeling. Zo haakte de Triodos Bank Nederland en Triodos Investement Management aan met de realisatie van hun nieuwe hoofdkantoor op Landgoed De Reehorst. Veeger: “In de landschappelijke uitwerking hebben we bewust een sterke integratie tot stand gebracht met het bijzondere Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug.” Station en biodiversiteit Op OV-locaties starten vaker aanpalende ontwikkelingen op, nog vóórdat een nieuwbouwstation volledig is opgeleverd. “Zo ontstaat pal bij het nieuwe Station LansingerlandZoetermeer een modern bedrijventerrein,” bevestigt Vlaanderen. “Ook deze vervoersknoop is opvallend groen. Hoofdconcept was hier het creëren van een groene, stedelijke ruimte op hoogte, ofwel een parkachtige laan boven de spoorlijn Utrecht-Den Haag en de A12. Voor de begroeiing is een prominente rol weggelegd. We wonnen deze tender, samen met Team V Architectuur, vanwege de integratie in het landschap en de hoogwaardige verbinding van twee gebiedsdelen.” De vervoersknoop is goed voorbereid op de toekomst. “Station Lansingerland-Zoetermeer is in eerste instantie een kopstation voor de RandstadRail,” licht Vlaanderen toe. “In het ontwerp en bij de constructie is echter rekening gehouden met het doortrekken van de lijn richting Rotterdam. Zo zijn dankzij een modulaire ‘blokkendoosstructuur’ toekomstige (stations)uitbreidingen eenvoudig en gefaseerd te realiseren. De grote overspanning maakt ook expansie met meer treinsporen en meer snelwegrijbanen mogelijk. De brug is ingericht als een verhoogd maaiveld over de A12 met speciaal voor dit doel geselecteerd groen. In diepe bakken, die ingenieus zijn geconstrueerd tussen de liggers van het viaduct, kunnen de bomen goed wortelen. Daarmee hebben we de landschappelijke en ecologische structuur van twee doorsneden gebieden weer met elkaar verbonden. Ook de voorpleinen en het P&R terrein zijn voorzien van bomen, struiken en planten. Met het niet verharden, maar juist groen houden van grote oppervlakken creëerden we een optimale buffer met een opnamecapaciteit die de kans op wateroverlast beperkt.” Integraal ontwerp Vlaanderen en Veeger zijn sterk in het maken van een circulair verantwoord, integraal ontwerp binnen het gegeven budget. “Samen met een mix van kennisdisciplines onderzoeken we alle facetten,” zeggen zij. “Werken in 3D met BIM biedt vele perspectieven, die risico’s kunnen wegnemen en optimaal integraal advies mogelijk maken om schoonheid en ruimtelijke kwaliteit te genereren voor stad en landschap. Creatieve ideeën ontstaan echter nog steeds in het hoofd van de architect.” << Meer informatie: Arcadis Nederland B.V. Beate Vlaanderen MSc, architect BNA Luc Veeger MSc, architect BNA Piet Mondriaanlaan 26, postbus 220, 3800 AE Amersfoort 088 – 426 1144 beate.vlaanderen@arcadis.com luc.veeger@arcadis.com www.arcadis.com Station Lansingerland-Zoetermeer. Architecten: Beate Vlaanderen (Arcadis) en Jeroen van Schooten (Team V Architectuur) 38 - Stationslocaties 2019/2020

Dynamische stationslocaties wereldwijd De nationale, toekomstvaste stations voor treinverkeer en comfortabele overstap op andere vervoermiddelen blijven niet onopgemerkt in het buitenland. In toenemende mate krijgen deze ultramoderne en uiterst functionele Nederlandse vervoersknopen mondiaal navolging. Dit mede dankzij de naadloos aansluitende transformatie van OV locaties tot dynamische stadscentra met een aantrekkelijk leefklimaat en groeiend economisch perspectief. A rcadis houdt zich, als Nederlandse advies- en ingenieursonderneming, inmiddels wereldwijd bezig met het concipiëren van onder meer duurzame stations en (binnenstedelijke) OV locaties. “Wij spelen in op de ambitie van samenhang,” zegt Micheline Zeenni, directeur Stations, Urban Development & Consultancy van Arcadis. “Om tot een optimaal, integraal resultaat te kunnen komen, werken wij met multidisciplinaire teams en houden we altijd vóór alles terdege rekening met alle stakeholders. We benutten kansen en belichten alle aspecten die er enigszins toe doen. Zo kunnen we ook voorkomende risico’s onderkennen en beheersen - zonder budgetoverschrijding. De combinatie van deskundigheid en onze in decennia’s opgebouwde expertise staat borg voor de juiste, absoluut Hollandse aanpak bij deze veelomvattende, complexe projecten.” De toekomstvaste vervoersknooppunten trekken als de nieuwe entree van de stad in ijltempo nieuwe ontwikkelingen aan, ondanks de torenhoge grondprijzen. “De ruimte in de binnenstad kent z’n beperkingen,” weet Zeenni. “Maar de vernieuwde stations hebben een enorme aantrekkingskracht. De De waarde van de grond binnen stationsgebieden neemt dan ook zeker fors toe. Hoogbouw is onder Stationslocaties 2019/2020 - 39

Micheline Zeenni Martijn Duits meer het gevolg. Integraliteit en een doeltreffende visie op een plezierige verblijfsplek en een goed woon-werkklimaat is dus van het grootste belang voor onze opdrachtgevers.” Internationale uitdagingen Naast alle nationale successen zijn Zeenni en haar collega’s ook aan de slag met internationale stations(gebieden). Zo is Arcadis door Beliris aangesteld om de uitbreiding van de Brusselse metro in goede banen te leiden. Dit omvangrijke mobiliteitsproject omvat het aanpassen van de bestaande tramlijn naar een premetro, maar ook een 5 kilometer lange, automatisch geëxploiteerde uitbreiding, zeven nieuwe stations en een onderhouds- en parkeerplaats voor de metrovoertuigen. Buiten Europa is Arcadis in Australië betrokken bij het de uitbreiding en renovatie van Sydney Central Railway Station, een monumentaal treinstation aan de zuidzijde van het centrale zakendistrict van de stad Sydney. Dit station bezet een positie op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. In de Verenigde Staten maakt Arcadis zich sterk voor de duurzame vernieuwing van één van de belangrijkste treinstations in Silicon Valley. Werken in exploitatie Essentieel voor het continu goed functioneren van een OV knooppunt is ook het kunnen vinden van praktische oplossingen tijdens de werkzaamheden, volgens Martijn Duits, project- en accountmanager Stations van Arcadis. “Treinreizigers mogen zo min mogelijk overlast ondervinden van de verbouwingen,” stelt Digital twin Sterk in opkomst in de vergaande digitalisering is de ‘digital twin’. De digital twin is een set van virtuele informatieconstructies die een potentieel of daadwerkelijk gebouw in volledigheid beschrijft. In deze virtuele multidimensionale presentatie van een (toekomstig) gebouw, kan ieder onderdeel worden bevraagd naar zijn status en informatie oproepen die samenhangt met dit onderdeel. Slimme analyses zorgen niet alleen voor bezuinigingen op operationele kosten, maar hebben ook de potentie de belevingswaarde van de eindgebruiker te vergroten. hij. “Zij moeten hun reis probleemloos kunnen voortzetten en gemakkelijk kunnen overstappen op aanvullend vervoer en andersom. Ook moeten hun lokale reisdoelen goed bereikbaar blijven. Reizigers mogen verwachten dat een station te allen tijde een goede verbinding heeft met de stad. Dat is bovendien een kernwaarde voor bedrijven en onderwijsinstellingen. Om daaraan tegemoet te komen zijn soms ingenieuze, tijdelijke ingrepen nodig. In het zoeken naar en vinden van haalbare oplossingen voor deze bijbehorende vraagstukken zijn wij intussen ervaren.” “Onze kracht is dat we altijd zorgen voor voorspelbaarheid en alternatieven,” vervolgt Duits. “Leefbaarheid is tijdens iedere fasering van de (ver)bouw net zo belangrijke als in de eindsituatie. En vooral die leefbaarheid willen partijen naar een hoger niveau tillen. Dat lukt mede met nieuwe, kwalitatieve voorzieningen, waaronder niet alleen groen en logische wandelpaden, maar ook de juiste winkels.” Stadsentree De stations van nu onderscheiden zich aanzienlijk ten opzichte van de soms buiten de binnenstad gelegen oude stations. “Vroeger ontwikkelden steden zich rond rivieren. Later Cruciale trends Arcadis lanceerde recentelijk, in samenwerking met Eurima, een rapport dat inzoomt op vijf cruciale trends die de gebouwde toekomst van Europa gaan bepalen. Deze trends, klimaatverandering, grondstoffen schaarste, veranderingen in bevolking, verstedelijking en focus op gezondheid, zijn mede gestoeld op de factoren (digitale) technologie, financiën en beleid, en regelgeving. De uiteengezette visie, die is bedoeld om beleidsmakers en bedrijfsstrategen te inspireren, berust op acht pijlers. Gebouwen worden klimaatbestendig, circulair en deconstructabel. Ze leveren energie, zijn cognitief en flexibel in gebruik. Prestatie wordt daarbij een belangrijk focuspunt. Gebouwen gaan een gezonde levensstijl ondersteunen en maken werken en wonen in een 24-uurs economie mogelijk. Het rapport behandelt de mijlpalen 2050 en 2030. 40 - Stationslocaties 2019/2020 werden dat kerken en weer later ontwikkelden steden zich rond de Bijenkorf, V&D en Hema. Tegenwoordig zie je dat steden zich ontwikkelen rondom stations; goed bereikbaar en in de nabijheid van voorzieningen. Het stationsgebied is niet alleen een moderne vervoersknoop, maar ook een bestemming, een plek waar mensen elkaar ontmoeten. In de stad zelf heeft het station eveneens een verbindende functie tussen twee stadsdelen, die het spoor van elkaar gescheiden houdt. De combinatie van mobiliteit, voorzieningen, wonen en werken maakt het stationsgebied tot een modern stadshart, aldus Duits.” <<

Ontwerpkracht Arcadis is de ontwerpkracht achter tal van toekomst bestendig uitgebreide en vernieuwde NS stations, waaronder Rotterdam Centraal, Amsterdam Centraal, Amsterdam Zuid (onderdeel van ZuidasDok), maar ook de duurzame stations van Eindhoven, Driebergen-Zeist en Zwolle. Daarnaast buigt deze advies- en ingenieursonderneming zich succesvol over andere infrastructurele, maar ook toekomstvaste woon-, werk-, winkel- en recreatieve opgaven binnen stationsgebieden. Meer informatie: Arcadis Nederland B.V. Micheline Zeenni, directeur Stations, Urban Development & Consultancy Martijn Duits, project- en accountmanager Stations Piet Mondriaanlaan 26, postbus 220, 3800 AE Amersfoort 088 – 426 1144 micheline.zeenni@arcadis.com martijn.duits@arcadis.com www.arcadis.com Stationslocaties 2019/2020 - 41

Journey Offices & Spaces: plezierig werken in het hart van Arnhem Het oude pand van V&D in Arnhem wordt de eerste Journey Offices & Spaces, een nieuw kantoorconcept van UTOO, een joint venture tussen Unifore en The Office Operators. Het gebouw in de binnenstad, halverwege de NS stations Arnhem Centraal en Arnhem Velperpoort, ondergaat hiervoor een ingrijpende metamorfose. Verdeeld over drie verdiepingen komen er kleine kantoorunits evenals kantoorvloeroppervlaktes tot ruim drieduizend vierkante meter, uniek voor Arnhem. Journey Offices & Spaces biedt tal van faciliteiten en services. “Ook de contracten zijn flexibel”, zegt Leon de Lobel. 42 - Stationslocaties 2019/2020 “Een werkdag en een werkomgeving moeten plezierig en dynamisch zijn”, zegt Derck Jan Smits. “Je werkende leven is een Journey”, vult De Lobel aan. “Met de toevoeging Offices en Spaces maken we duidelijk dat het om meer gaat dan alleen kantoren. Er komen allerlei ruimtes, zoals een stilteruimte en een kolfkamer, een game room, een biljart, een gym, een yogaruimte en diverse horeca.” Smits en De Lobel zijn namens UTOO verantwoordelijk voor de Arnhemse V&D-plannen. Multi-purpose-property De begane grond van het voormalige warenhuis behoudt zijn winkelfunctie over zo’n 3.000 m2 met een restaurant van La Place en de internationale retailer TK Maxx. Journey Offices & Spaces komt op de drie bovenliggende etages. Architectenbureau HofmanDujardin maakte een inspirerend plan om het pand te herontwikkelen en geschikt te maken als multi-purpose-property. De grootste uitdaging in de metamorfose was de vraag hoe een volwaardig kantoor te maken van het oude warenhuis. Vooral de beperkte aanwezigheid van daglicht op de etages vroeg om een goede oplossing. HofmanDujardin bedacht hiervoor een atrium dat daglicht toelaat. Dat daglicht

vindt zijn weg ook naar de kantoorruimtes die zich aan het atrium bevinden en allemaal een grote glazen wanden hebben. Smits: “In het atriumgebied komen alle hospitality en shared services die voor iedereen toegankelijk zijn. Dat geldt ook voor het dakterras. Of je nu één werkplek huurt of een hele verdieping, iedereen is er welkom.” Trap als tribune Bij de hoofdentree komt de receptie en een luxe koffiebar die ook toegankelijk is voor passanten. Er komt een mogelijkheid om pakketjes te laten bezorgen en/of afhalen. De gevel wordt transparant en de gebouwgebonden installaties op de 3e verdieping aan de voorzijde, die eigenlijk op de mooiste plek zitten, verhuizen naar een andere plek in het gebouw ten faveure van luxe offices met uitzicht op Musis Sacrum. De trap over de volle breedte in het atrium kan ook dienst doen als tribune, bijvoorbeeld bij een evenement. De nieuwe inrichting krijgt hier en daar ronde accenten, ‘een knipoog naar het verleden van het gebouw als warenhuis’. Plug and play-units De eerste verdieping meet ruim 3.500 m2 en is in delen of in zijn geheel te huren. De tweede verdieping is een fractie kleiner en is ook in delen of helemaal te huren. Beide verdiepingen krijgen aan de randen van het Derck Jan Smits: ‘Of je nu één werkplek huurt of een hele verdieping, iedereen is er welkom’ Van links naar rechts: Andre Verpoorten, Derck Jan Smits en Leon de Lobel atrium horecavoorzieningen. Op de derde etage komen ‘plug and play’ kantoorunits, van één tot zes werkplekken. Units koppelen is een mogelijkheid. De Lobel: “Vandaag het contract tekenen en morgen al aan de slag.” De derde verdieping bevat ook de vergaderruimtes die toegankelijk zijn voor gebruikers van alle verdiepingen. Tot slot is er het multifunctionele dakterras van 400 m2 , met veel groen. Meer commitment De Lobel: “Wij zitten als The Office Operators dedicated op het gebouw en investeren er ook in. Dat is redelijk uniek en vertaalt zich in meer commitment naar het gebouw en de gebruiker. De praktische kant van het beheer en onderhoud gebeurt daarom ook met lokale partijen, zodat we snel kunnen schakelen. Klein ongemak, zoals een kapotte deurklink op vrijdagmiddag, lossen we direct op en schuiven we niet door naar de nieuwe week.” Leon de Lobel: ‘We hebben het over de hotelisering van het kantoorleven’ De hele renovatie gebeurt overigens zo duurzaam mogelijk en het gebouw heeft straks de best mogelijke energielabels, wat resulteert in lagere lasten voor de gebruikers. De planning is om in februari 2020 open te gaan. Makelaars die aanvragen krijgen voor kleinere kantoorunits kunnen die neerleggen bij UTOO. De Lobel: “We zijn nog in gesprek met een partner die de horeca wil invullen en die ook ‘roomservice’ biedt. Eigenlijk hebben we het over de hotelisering van het kantoorleven.” Bijkomend voordeel van alle gedeelde ruimtes, is de kruisbestuiving die er gaat plaatsvinden. “Ideeën uitwisselen, sparren, samenwerken; de vrije ruimte is ideaal om anderen te ontmoeten.” Journey Offices & Spaces ligt op loopafstand van twee treinstations. Er is een bushalte voor de deur, een inpandige parkeergarage en een fietskelder. De Lobel: “Ook met de auto is het prima bereikbaar, terwijl je middenin de dynamiek van de stad zit.” Leon de Lobel Mobiel 06-50518518 leon.delobel@theofficeoperators.nl Stationslocaties 2019/2020 - 43

Vertrouwen moet je verdienen. Daarom zijn de database en de referentiedatabase van NVM Business, met alle gegevens over de commerciële vastgoedmarkt, beschikbaar voor onze leden. Of het nu gaat om de markt voor het mkb of die voor corporates. Wij vinden het belangrijk dat onze leden toegang hebben tot al onze kennis en data. Dat komt het vertrouwen in ons ten goede.

EIGENZINNIG HART VAN EEN WERELDSTAD Rotterdam Central District: de parel in het hart van de stad. Een eigenzinnig gebied, met het Stationsplein als dynamisch middelpunt. Hier komt alles samen. Van groot en gevestigd tot startup. Van tijdelijk en rauw tot gepolijst en duurzaam. Een Europees economische hub met internationale connecties. rotterdam-centraldistrict.nl Stationslocaties 2019/2020 - 45

Metamorfose langs het spoor Wij maken Dordt… met aantrekkelijk stedelijk wonen Een metamorfose, zo mag je de aanstaande gebiedsontwikkeling rond het Centraal Station in Dordrecht wel noemen. We maken even een sprong in de tijd. Wie over een aantal jaar met de trein of light rail aankomt in Dordt, stapt uit in een stationsomgeving met elan. Dordrecht heeft hoogfrequente verbindingen met Rotterdam, Delft, Leiden en Den Haag. En een frequente verbinding met Breda en Eindhoven. De rode loper Aan de achterzijde van het station pak je meteen even je fiets uit een aantrekkelijke fietsenstalling. Ben je lopend? Dan neem je de brede en veilige doorloop onder het station door, of je wandelt de andere kant op. De vernieuwde Spuiboulevard in het centrum rolt min of meer de rode loper voor je uit. Zonder hinderlijke verkeersobstakels loop je over een mooi breed pad naar de boulevard. Eenmaal daar aangekomen, ben je lichtelijk verbaasd. Waar is het autoverkeer? Dat is er dus amper nog. Je bent in 10 minuten tijd vanuit een druk station terecht gekomen op een autoluwe, groen ogende boulevard. 46 - Stationslocaties 2019/2020 Wow, wat een boulevard! Je hebt met iemand afgesproken voor het ‘Huis van Stad en Regio’. Dat is het nieuwe Dordtse Stadskantoor. Je schijnt er ook wisselende tentoonstellingen te kunnen zien, je kunt er kosteloos vergaderen met mensen uit de stad, toeristeninformatie krijgen, de bibliotheek bezoeken en meer. Lang zoeken naar het Huis van Stad en Regio is niet nodig. Wat een markant gebouw is dat! Heel anders dan de andere bebouwing langs de boulevard. Er zijn trouwens heel wat woningen bijgekomen langs de boulevard in de afgelopen jaren. Mooi, die woontorens. Midden in het centrum, en toch is er veel water en groen voor de deur. Bij

Aantrekkelijke investeringsmogelijkheden “De plekken in de Spoorzone waar we woningen willen bouwen, hebben allemaal al een functie. We moeten daarom slimme combinaties maken met wat er al is en innovatief bouwen. En soms moeten er wat hobbels worden weggenomen. Het is aan ons om de geschikte bouwlocaties aan te wijzen, het is aan ontwikkelaars om de kansen te pakken en projecten te ontwikkelen. Samen maken we Dordrecht!” Piet Sleeking,Wethouder Ruimtelijke Ordening, gemeente Dordrecht Piet Sleeking Spoorzone De gebiedsontwikkeling rond het Centraal Station in Dordrecht maakt onderdeel uit van een groter plan: de Spoorzone. Over een strekking van 7,5 kilometer maken de gemeente Dordrecht en Zwijndrecht voor meer mensen binnenstedelijk wonen mogelijk, met hoge kwaliteit. In de Spoorzone is voorlopig de bouw van 6 tot 9 duizend woningen voorzien. Die komen in het gebied van het Maasterras in Dordrecht en Zwijndrecht, de stationsomgeving, de Spuiboulevard, het Leerpark, het Gezondheidspark tot en met Amstelwijck. Alle woningen hebben cultuur, winkels en horeca, een aantrekkelijke openbare ruimte en groen in de buurt en zijn uitstekend bereikbaar. dat water komen is makkelijk. Het ziet er uitnodigend uit. Er zijn steigers, waar roeibootjes, kano’s en waterfietsen aanmeren. Grappig. Dat moet je zelf eigenlijk ook een keer doen. Transferium Maar goed, nu eerst maar even wachten op je afspraak. Hij moest vanmorgen met de auto op pad en komt ook nu met de auto naar Dordt. Het wordt de laatste tijd alleen maar drukker op de A16, dus hopelijk komt ‘ie op tijd. Wel handig dat ‘ie zijn auto kwijt kan bij het nieuwe transferium. Dat ligt onderaan de brug, dichtbij de plek waar je de A16 afkomt. Van daaruit gaat er elke drie minuten een bus naar het centrum. Trouwens, álle buslijnen die door de stad gaan, doen het transferium aan. Dat maakt overstappen daar erg aantrekkelijk. Huidige Spuiboulevard, Dordrecht. Goed geleid verkeer Is je trouwens ook iets aan het verkeer voor het station opgevallen? Vroeger zag je daar regelmatig filevorming. Ondanks het feit dat er nu meer mensen in het centrum wonen, is er van filevorming voor het station tegenwoordig nauwelijks nog sprake. Er is goed nagedacht over die bereikbaarheid in Dordrecht. Het Verkeersstructuurplan van 2019 heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen. Dat plan leidde tot heel wat maatregelen. Kruisingen zijn aangepakt, parkeervoorzieningen zijn beter verspreid over de stad, de boulevard is autoluw gemaakt. En -last but not least- de sterke openbaar vervoersverbindingen sluiten naadloos op elkaar aan en maken het centrum prettig bereikbaar. Extra station Wat zeg je? Ben je volgende week weer in Dordt? Op het Leerpark? Voor het symposium over de groenblauwe stad zeker? De campus op het Leerpark trekt steeds meer bezoekers. Er komen de laatste jaren heel wat innovatieve ideeën van de mix van bedrijven en onderwijs daar. Ze hebben sinds kort ook een eigen station. De light rail trein doet dat station aan, dus je kunt ook volgende week weer uitstappen voor de deur. << Meer weten? • De gemeente Dordrecht heet investeerders en projectontwikkelaars graag welkom in de stad. Wilt u weten wat er mogelijk is? Er staat een team van projectleiders en accountmanagers voor u klaar. Zij helpen u met het realiseren van uw ambities. • Bekijk al onze projecten op www.investerenindordrecht.nl Stationslocaties 2019/2020 - 47

Stationskwartier Zwijndrecht Ontwikkelen met zekerheid, op korte termijn De gemeenten Zwijndrecht en Dordrecht ontwikkelen in de komende jaren samen hun stedelijk gebied langs 7,5 kilometer spoor. Ze trekken daarbij op met de provincie Zuid-Holland. Het ambitieniveau is hoog; binnen de Spoorzone worden tot 2030 zo’n 6.000 tot 9.000 woningen gebouwd. En ook in de jaren daarna blijft het woningaanbod naar verwachting groeien. Katalysator van de Spoorzone Bouwen is in deze tijd geen gemakkelijke opgave. Daar is moed, vertrouwen en een groot probleemoplossend vermogen voor nodig. Waar gaat het eerst de schop de grond in? Jos Huizinga is wethouder in Zwijndrecht. Hij weet het wel: “Dé katalysator van de spoorzone in deze regio wordt het project Stationskwartier in Zwijndrecht. Daar gaan we van start, binnen niet al te lange tijd.” Erwin Zwijnenburg deelt die overtuiging met Jos. Hij is bestuurder bij corporatie Woonkracht10. 48 - Stationslocaties 2019/2020 Woonkracht10, de gemeente Zwijndrecht én de provincie Zuid-Holland hebben samen de handen ineen geslagen om het gebied ingrijpend te veranderen. De aanwezige bebouwing wordt voor een groot deel gesloopt. Daarmee ontstaat ruimte voor een warme, levendige wijk met hoog- en laagbouw; het Stationskwartier. Erwin: “We hebben het volste vertrouwen in het Masterplan en staan op het punt om een samenwerkingsovereenkomst te tekenen. Daarna gaat het ongetwijfeld hard.” Betaalbaar wonen in het hart van Zwijndrecht Het Stationskwartier wordt een levendig hart voor Zwijndrecht. Een wijk waar mensen ontspannen leven en naar elkaar omkijken. In een groene omgeving -Zwijndrecht ís en blijft een mooi tuindorp- kunnen mensen straks wonen op een excellent bereikbare plek, met stedelijke voorzieningen om de hoek. Er komt een gevarieerde bouw, van appartementen tot gezinswoningen. De woningen worden energiezuinig en klimaatbestendig gebouwd en

zijn een stuk betaalbaarder dan in een groot deel van de Randstad. De nieuwe bewoners krijgen winkels en voorzieningen op loopafstand. Jos: “Het is natuurlijk aan de markt om die ruimten te vullen, maar ik heb al wel een beeld bij de voorzieningen die het daar goed zullen doen. Werken en wonen gaan hand in hand in de nieuwe omgeving. Denk bijvoorbeeld aan horeca, dienstverlening die past bij een stationsomgeving en ruimte voor flexibele werkplekken.” Rotterdam en het historische centrum van Dordrecht liggen op een steenworp afstand. De A16 en de Waterbushalte ook. “De bereikbaarheid is top, zeker als er over een aantal jaar ook een lightrail verbinding komt met beide steden”, vertelt Erwin. “Voor bewoners en ondernemers maakt dat de wijk erg aantrekkelijk.” Krachtig Zwijndrecht De ontwikkeling in het Stationskwartier start in de Indische buurt en het Westelijk Maasterras. Beide buurten zijn vrij geliefd bij de mensen die er nu al wonen. Erwin: ”De 153 woningen van Woonkracht10 worden in fasen gesloopt. We gaan verdichten door een slimmere en efficiëntere verkaveling en door appartementen in gestapelde vorm terug te bouwen. In de Indische buurt bouwen we maximaal 116 sociale woningen terug. Op het Maasterras West trekt Woonkracht10 zich helemaal terug, met uitzondering van de Da Costastraat. Daar maken we plaats om samen met de gemeente een nieuwe wijk te bouwen in de vrije sector huur en koop. Binnenkort gaan we hier met marktpartijen over in gesprek.” “Het mooie aan het ontwikkelen van het Stationskwartier, is dat dit project van grote sociale betekenis is”, aldus Jos. “We streven Impressie Wethouder Jos Huizinga (Gemeente Zwijndrecht) en Erwin Zwijnenburg (Woonkracht10) in ons raadsprogramma naar een ‘Krachtig Zwijndrecht’, met gemêleerde wijken. En dat is precies wat we van het Stationskwartier maken. Een wijk voor jong en oud, voor huurders en kopers. In de samenwerkingsovereenkomst, die we in november 2019 tekenen, leggen we dat vast. Daarin spreken we met Woonkracht10 af, dat er voor het bouwen van huurwoningen ruimte is op meerdere plekken in Zwijndrecht, maar ook gronden verkocht mogen worden voor ontwikkelingen in de vrije sector. Zo maken we van Zwijndrecht een krachtige, gemengde samenleving.” Een zekere ontwikkeling Het Stationskwartier maakt deel uit van een icoonproject op de groeiagenda van de regio Drechtsteden. Het is een zekere ontwikkeling. Zodra het Masterplan en de samenwerkingsovereenkomst dit najaar beklonken zijn, verwachten de gemeente en Woonkracht10 snelheid te kunnen maken. Dat is mooi, want de bewoners van het gebied kijken al jaren met smart naar deze upgrade uit. Jos: “We weten wat ons te doen staat en wat we te bieden hebben aan investeerders en projectontwikkelaars.” Starten met bouwen De diverse projectlocaties worden in de komende 10 jaar (2019-2029) verder uitgewerkt. Op hoofdlijnen wordt er van zuid naar noord gewerkt. Eind 2020 / begin 2021 zullen de eerste huizen gesloopt worden in de Indische Buurt en nieuwe sociale woningen met vrije sector woningen worden teruggebouwd. Hierdoor komt het Maasterras vrij voor marktpartijen die vanaf 2022 hiermee aan de slag kunnen. De verwachting is dat in 2023 – 2024 de commerciële partijen echt kunnen gaan bouwen. Interesse? Zwijndrecht biedt kansen om te vernieuwen en heeft als vestigingsplek veel te bieden. In november 2019 gaat het project Stationskwartier van start, met een marktconsultatie. Partijen die nu al meer over het project willen weten, kunnen contact opnemen met de gemeente. Dankzij de snelle beschikbaarheid van percelen, de ruimtelijke voorwaarden en een soepele samenwerking kan er bij interesse snel geschakeld worden. << Gemeente Zwijndrecht spoorzone@zwijndrecht.nl www.zwijndrecht.nl/spoorzone Stationslocaties 2019/2020 - 49

Den Haag: stationsgebied Laan van NOI Potentieel integrale gebiedsontwikkeling Opmerkelijke dynamiek loopt vooruit op de eerder op termijn verwachte aantrekkingskracht van het grootscheeps te vernieuwen Haagse stationsgebied Laan van NOI. Ondanks de vooralsnog gedateerde bebouwing en infrastructuur bewijst deze OV locatie nu al haar potentie. Integrale herontwikkeling van de derde Haagse spoorzone in Central Innovation District (CID) is op meer fronten van belang voor de toekomstbestendigheid van de stad. D e huidige levendigheid van SoZa, het pal bij NS Station Laan van NOI in Den Haag gelegen, voormalige ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ontstond al snel nadat het Rijksvastgoedbedrijf het complex eind 2016 verkocht aan MRP Development en VORM Ontwikkeling. Het gebouw stond leeg sinds 2015. De nieuwe eigenaren voorzagen de potentie van deze Triple A locatie en pasten, anticiperend op vernieuwende stedenbouwkundige plannen, inmiddels succesvolle functiemenging toe. Dit op zodanig deskundige en ervaren wijze dat de gemeente Den Haag hen benaderde om een integrale spoorzone ontwikkeling op te starten met een nieuw stationsplein. “Al bij de koop van SoZa gaf de gemeente kaders aan, gebaseerd op het behoud van kantoorruimte en menging met wonen en horeca,” zeggen Jac Huijsmans, projectontwikkelaar van MRP Development, en Niek Smook, ontwikkelings manager van VORM Ontwikkeling. “Den Haag wilde het woningentekort fors inlopen. Sindsdien is de huisvestingsvraag op zowel woonals werkgebied alleen maar toegenomen.” Uitdaging “Een toekomstvast stationsplein met een uitstekende leefkwaliteit vormt momenteel onze uitdaging,” vervolgen zij. “Ook wij zien die integraliteit. Dit is een goede kans om het spoor bij de gebiedsontwikkeling te betrekken en bovendien een logische verbinding te creëren met de rest van de stad. Zo hebben wij bijvoorbeeld de intentie om een centrale as te realiseren tegenover de stationsentree aan de zijde van SoZa.” De gemeente Den Haag heeft ook plannen voor verdere verdichting aan de andere zijde van het spoor, om zo maximaal gebruik van de potentie van dit belangrijke OV knooppunt mogelijk te maken. Beide ontwikkelaars onderschrijven deze visie. Policy Campus CS SoZa incorporeert momenteel wonen, werken, onderwijs en horeca, zoals de in de plint aan de Anna van Hannoverstraat gesitueerde Horeca Academie met lunchroom PEP en Brasserie Southwood, en uitzendbureau Meraki en Wolk. SoZa is ook een inspirerende ontmoetingsplek in het hart van Central Innovation District geworden voor ZZP Community Bezuidenhout en anderen, waaronder haar bewoners. Huijsmans en Smook: “We huisvesten daarnaast IT en andere start-ups die willen doorgroeien op termijn. Zij willen graag binnen deze locatie aan de slag blijven. Op de toekomstige, in Den Haag gewenste IT-Tech & Security Campus op deze plek wordt straks veel ruimte aangewezen voor bedrijven die bijdragen aan internetveiligheid en de omgang met technologie in onze samenleving.” Security-IT Campus Laan v NOI College Campus HS OV knooppunt Niet alleen hebben de nabijheid van talloze gerenommeerde ondernemingen en fraaie gebouwen, waaronder De Zwaan, een aantrekkende werking, maar is ook de ligging ten opzichte van onder meer Rotterdam, Leiden en Delft een grondslag voor een succesvol toekomstscenario. NS Station Laan van NOI is een bestaand Intercity station, maar tevens een knooppunt van bus- en tramlijnen. “Van belang is blijvende bereikbaarheid van de RandstadRail en andere NS sporen,” benadrukken Huijsmans en Smook. “We hebben te maken met ruimtelijke beperkingen; het terrein is ingeklemd tussen het spoor en Bezuidenhout. Hoogbouw, bij de op zich wel relatief brede, groene Schenkzone, is op zich noodzakelijk om de gewenste verdichting met wonen en werken te verwezenlijken. Ondanks deze verdichting zetten 50 - Stationslocaties 2019/2020

Jac Huijsmans van MRP Development en Niek Smook van VORM Ontwikkeling. we in op minder autobewegingen en stijgend gebruik van het openbaar vervoer en de fiets. Dat is zelfs een speerpunt. Naast prangende milieuaspecten, mag omwille van de leefbaarheid en de economie het wegennet niet dichtslibben. Ook de infrastructuur kent z’n beperkingen. Daarop ziet de gemeente streng toe. Daarom willen we voorzien in omvangrijke, inpandige fietsenstallingen. Verder kunnen nieuwe mobiliteits concepten perspectief bieden.” Voorzieningenrijk Huijsmans en Smook hebben voorafgaand aan nieuwe vervoervoorzieningen het voorzieningenniveau op andere vlakken, waaronder faciliteiten voor kinderdagopvang, al positief kunnen verbeteren. “Hiervoor komen zichtbaar luxueuze, aangename voorzieningen in de plaats,” zeggen zij. “We stemmen onze totaalplannen zorgvuldig af met alle stakeholders, inclusief de bewoners van het naastgelegen Bezuidenhout. Het is onze ambitie om zo veel mogelijk knelpunten weg te nemen. Daartoe verdiepen we ons grondig in mogelijke alternatieven. Dat zien we ook als een uitdaging. We zijn niet alleen in gesprek met omwonenden en overheden, maar ook met Spoorse partijen, zoals NS, ProRail, HTM, de concessiehouders in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). De gemeente Den Haag heeft hierbij de rol van regisseur.” Huijsmans en Smook schakelen op zowel gemeentelijk als provinciaal niveau en brengen alle betrokken partijen samen om te komen tot breed gedragen, duurzame oplossingen voor het voorliggende binnenstedelijke vraagstuk. << Meer informatie: MRP Development Jac Huijsmans MSc MSRE, projectontwikkelaar 085 - 017 0019 jac.huijsmans@mrpdevelopment.nl www.mrpdevelopment.nl VORM Ontwikkeling Ir. Niek Smook, ontwikkelingsmanager 078 – 642 1500 n.smook@vorm.nl www.vorm.nl Stationslocaties 2019/2020 - 51

Herontwikkeling Stationskwartier Almere Centrum Visitekaartje van Almere en Regio in de maak 52 - Stationslocaties 2019/2020

Hart van de stad én economisch knooppunt voor stad en regio. Almere, de provincie, ProRail en de NS gaan met die ambitie voor ogen het Stationskwartier Almere Centrum aanpakken. Verantwoordelijk wethouder Maaike Veeningen (D66) is heel blij met het gezamenlijke ontwikkelproject waar een duidelijke visie onder ligt. O nder het motto ‘HET KAN in Almere’ wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling en groei van de stad. De herontwikkeling van het Stationskwartier past daarin. Het krijgt in de plannen een ‘gastvrije’ uitstraling; de metamorfose vergroot de sociale veiligheid en er is meer ruimte voor wonen en werken. Mixed-use is het uitgangspunt met placemaking als belangrijk kenmerk. Daarbij komt er meer groen in het Stationskwartier. In een adem wordt het Centraal Station grondig vernieuwd. De projectkosten zijn op zo’n 45 miljoen euro begroot. De NS en ProRail nemen 20 miljoen euro voor hun rekening. Voor het resterende bedrag zorgen het Rijk, de provincie en de gemeente Almere. De werkzaamheden beginnen in oktober 2020 en duren tot december 2021. Internationale uitstraling “Het Stationskwartier zal straks een plek zijn waar Almeerders graag komen en elkaar en onze gasten ontmoeten”, zegt wethouder Maaike Veeningen. “Over een paar jaar zie ik het Stationskwartier als een belangrijk deelgebied van de binnenstad, met een internationale uitstraling door de aanwezigheid van bedrijven en instellingen met een internationaal karakter. Door de centrale ligging in de Metropoolregio Amsterdam, in Almere zelf, en de uitstekende bereikbaarheid is de aantrekkingskracht voor nieuwe vestigers groot. Er zijn aantrekkelijke voorzieningen voor bedrijven en reizigers die gebruik maken van de vernieuwde luchthaven Lelystad. Dit alles geeft een stevige impuls aan de werkgelegenheid in Almere en de regio. In het Stationskwartier zijn dan bovendien aantrekkelijke appartementen voor jong en oud.” Eigen profiel De gemeente Almere zet samen met diverse investeerders in op verdichting van Almere Centrum. Het Stationskwartier met zijn WTC is een van de gebieden die daarvoor dus in aanmerking komt. “De interesse van de markt in het gebied neemt toe”, zegt Veeningen die weet dat onder andere meerdere hotels zich willen vestigen in het gebied. En dat er initiatieven zijn om tot mix-usedontwikkelingen te komen, waarbij wonen en werken voorop staan. “Ons belang ligt primair op een gebiedsontwikkeling die direct aansluit op en onderdeel is van het centrum, met een geheel Stationslocaties 2019/2020 - 53

eigen profiel dat past bij de rest van het centrum en onderscheidend is van de andere vijf Almeerse stationslocaties. We kiezen voor meer woningen, een economisch programma en voorzieningen”, vat de wethouder samen. Het resultaat is dat er meer werkenden, bewoners, studenten en gebruikers in het Stationskwartier komen. Dat moet leiden tot meer sfeer en beleving, meer werkgelegenheid, meer draagvlak voor voorzieningen en meer vervoerswaarde voor het station. Kwaliteitsslag Wat is er mis met het huidige Stationskwartier? Veeningen: “Het is nu nog een gebied met een beperkte verblijfskwaliteit. Hoewel enkele bestaande gebouwen soms verrassend kwalitatief in architectuur zijn, ontbreekt de vertaalslag tussen gebouw en openbare ruimte. Hierdoor is er weinig tot geen interactie tussen de bebouwing en de openbare ruimte, waardoor we te maken hebben met nog niet goed functionerende straten, plei54 - Stationslocaties 2019/2020

Gebied met potentie Het Stationskwartier is een gebied met potentie. Dat komt door de aanwezigheid van het station Almere Centrum. Dit intercitystation verbindt Almere met onder meer Amsterdam, Schiphol, Utrecht, Lelystad en Zwolle. Station Almere Centrum is het grootste intercitystation aan de Flevolijn en zal naar verwachting de komende jaren verder groeien. De ligging in het centrum van Almere aan een van de belangrijkste winkel straten (Stationsstraat en -plein) en het zakencentrum zal hieraan bijdragen. Het Stationskwartier zal een boost geven aan de ontwikkeling van Almere Centrum tot een dynamisch knooppunt voor stad en regio met aantrekkelijke vestigingsmogelijkheden voor een veelheid van (boven)regionale functies. nen en parken. Op enkele locaties is er zelfs te veel openbare ruimte, en geen heldere grens tussen publiek en privaat. Wij willen dat het zakencentrum een aantrekkelijk geheel wordt met het station en het winkelcentrum. Met het uitvoeren van de visie voor het Stationskwartier sluiten we aan bij de kwaliteitsslag van Almere Centrum.” Kantoren Wie Almere kent, weet dat de stad over een kantorenpotentieel beschikt. De leegstand vermindert en de interesse van investeerders neemt toe, een ontwikkeling die vorig jaar nog is onderstreept door vastgoeddienstverlener Savills (“Kantorenmarkt Almere stevent af op structureel herstel”). Almere Centrum en daarbinnen het Stationskwartier zijn de meest geschikte locaties voor kantoren. “De strategische kantorenanalyse van Cushman & Wakefield laat zien dat ons Stationskwartier in de “We gaan samen met onze partners van het Stationskwartier een fantastisch visitekaartje van onze stad en regio maken.” basis zeer goede vestigingsvoorwaarden biedt. Kijk naar onder andere de gunstige bereikbaarheid met trein en auto, plus de nabijheid van een hoogwaardig centrum met voorzieningen”, meent de wethouder. Als zij inzoomt op de geschiktheid van de bestaande kantoorpanden in het Stationskwartier zijn volgens haar de bestaande hoogbouwkantoren in hun huidige staat kansrijk voor nieuwe huurders. Voor de overige kantoorgebouwen ligt dat genuanceerder. “Vanuit de markt is veel vraag om deze gedateerde kantoren in het Stationskwartier te transformeren naar een mix-usedprogramma - werken, wonen en ontmoeten. Daar liggen kansen waar we naar kijken,” zegt Veeningen gedreven. “Er is samen met de NS, ProRail, de provincie, het Rijk en investeerders dus veel werk aan de winkel. En daar zijn wij gelukkig al mee begonnen. Kortom, we gaan samen met onze partners van het Stationskwartier een fantastisch visitekaartje van onze stad en regio maken.” << www.almere.nl Stationslocaties 2019/2020 - 55

Bron: ProRail / Fotograaf: Gerrit Serné Voldoende ruimte voor OV blijft cruciaal De daadwerkelijke toekomstbestendigheid van OV locaties staat of valt met het behoud van voldoende flexibiliteit, volgens Eric Luiten en Miguel Loos van Bureau Spoorbouwmeester in Utrecht. “Zo is de aanpasbaarheid van het spoor zelf cruciaal voor een duurzaam perspectief van het gehele stationsgebied,” waarschuwen zij. “Want de nog steeds groeiende reizigersaantallen maken op termijn nieuwe uitbreidingen noodzakelijk.” “N iet alleen treinstations, maar ook alle andere vormen van vervoer, die aansluiten op de trein, moeten blijvend goed bereikbaar zijn en reizigers comfortabel en functioneel kunnen ontvangen,” zeggen spoorbouwmeester Luiten en adviseur Architectuur en Stedenbouw Miguel Loos. “Dit met efficiënte bus- en trampleinen, fietsenstallingen, P&R terreinen, Kiss & Ride en taxi standplaatsen en in de toekomst ook met ‘Mobility-as-a-Service’ concepten. Integrale bereikbaarheid beïnvloedt de toekomst van de nieuwe stadcentra. De opkomst van wonen, werken, winkelen en recreëren in of binnen 56 - Stationslocaties 2019/2020 afzienbare afstand van een stationslocatie, die tegenwoordig de entree van de stad vormt, is vooral te danken aan deze nieuwe integrale bereikbaarheid.” Blijvend vitaal Voor een stationsgebied zijn meer partijen verantwoordelijk, wat kan leiden tot een stapeling van programma’s en deelprojecten. Luiten en Loos: “Aanbevelenswaardig is daarom een integraal ruimtelijk plan. Zo’n plan kunnen we inzetten in de initiatieffase van projecten bij het verkennen van opgaven. Het biedt de mogelijkheid voor reflectie. Ook helpt het tijdens een ontwerpproces de - gezamenlijke - ambities beter te formuleren. Alle partijen zijn uiteindelijk gebaat bij een blijvend vitale stationsomgeving.” Verstedelijkingsvraagstuk “Ons bureau focust onder meer op het aspect van de borging van bereikbaarheid, omdat de openbare ruimte steeds meer wordt opgeëist door vastgoed,” vervolgen zij. “Wij signalieren dat functiemenging als aantrekkelijk wordt ervaren en dat de waarde van de grond binnen stationslocaties stijgt. Ons bureau adviseert NS en ProRail voortdurend vanuit het reizigers

Nieuw elan over ruimte voor OV, zodat ook de moderne stationsgebieden aanpasbaar blijven.” ProRail en NS willen samen de beleving van het reizen per trein naar een hoger plan tillen. Bureau Spoorbouwmeester voorziet de traditie van architectuur en design, als dragers van de spooridentiteit van stations en materieel, van een nieuw elan. Om tot een optimaal resultaat te komen is integraal werken is het devies. Het bureau adviseert dan ook op het niveau van verschillende ontwerpdisciplines ten aanzien van de ambitie van samenhang en ondersteunt haar opdrachtgevers waar nodig bij de inschakeling van specifieke, externe expertise. perspectief. Dit met vooral de kwalitatieve en ruimtelijke componenten voor ogen.” Luiten en Loos constateren dat Openbaar Vervoer ‘de wind mee’ heeft. “Dat heeft alles te maken met zowel het milieu als de economie,” stellen zij. “Met de blijvend groeiende reizigersaantallen moeten we echter verantwoord en dus toekomstbestendig omgaan. Als we meer en meer worden gedwongen tot dubbel grondgebruik bij stationsuitbreidingen, want extra sporen en perrons moeten ergens heen kunnen, dan komen we te staan voor extreem hoge kosten. Bij iedere nieuwe vastgoedontwikkeling moeten we dus nadenken Bron: Bureau Spoorbouwmeester / Fotograaf: Jannes Linders Logisch overstappen Het hedendaagse centrumstation verschilt enorm met de historische stations, die in een vrij veld aan de rand van de stad lagen. Het vernieuwde knooppunt ligt nu midden in de stad en voorziet ook van verbindingen tussen de stadswijken aan weerszijde. Ook het gebruik van de OV locatie en de reizigersdoelen zijn veranderd. Luiten en Loos: “Wij richten ons vooral ook op de overstappende treinreiziger. Dat betekent dat de voetganger bij een station een duidelijk vindbare, handig gesitueerde en functionele fietsenstalling mag verwachten, maar ook goede aansluitingen en een comfortabel verblijfsgebied. Vastgoedontwikkelingen binnen stationsgebieden mogen ons inziens dan ook nooit ten koste gaan van logisch, snel en comfortabel overstappen.” Een herkenbaar (Spoor)beeld maakt het spoor toegankelijk, overzichtelijk en gebruiksvriendelijk en versterkt het gevoel van vertrouwen en veiligheid bij reizigers. Hiermee wil Bureau Spoorbouwmeester meerwaarde creëren voor de - gewenste - toekomst van (railgebonden) openbaar vervoer. Goede binnenstedelijke verbindingen, zoals bij Utrecht Centraal en Rotterdam Centraal zijn daarbij van groot belang. Deze stations functioneren als stedelijke schakels bij uitstek. Eric Luiten, spoorbouwmeester Miguel Loos, adviseur Architectuur en Stedenbouw Maatwerk Hoewel de meeste stations van vandaag nauwelijks meer gelijkenis vertonen met de stations uit het verleden, ze onderling aan dezelfde kwaliteit moeten beantwoorden en veel generieke kenmerken vertonen, zijn er ook veel verschillen, volgens de adviseurs. “Ieder station heeft individuele kansen, mogelijkheden en specificaties met een eigen geschiedenis binnen een eigen context,” benadrukken zij. “De verankering in de stad of het landschap vraagt niet om standaardisering, maar om specifieke kwaliteit. Deskundigheid en een scherp professioneel oog voor de specificiteit en flexibiliteit zijn daarbij onontbeerlijk.” << Meer informatie: Bureau Spoorbouwmeester Gebouw De Inktpot, Moreelsepark 3, 3511 EP Utrecht 088 – 231 7104 www.spoorbeeld.nl Bureau Spoorbouwmeester Bureau Spoorbouwmeester is in 2001 opgericht als een onafhankelijk adviserend orgaan voor ontwerp en vormgevingsopgaven binnen de spoorsector. Dit op initiatief van de directies van NS en ProRail. Het bureau schept herkenbare en eenduidige belevingscondities voor de spoorsector als samenhangend systeem. De inhoudelijke basis hiervoor vormt het Spoorbeeld. Met oog voor de overstappende reiziger is het werkveld ook gericht op de ontwikkeling van stationsgebieden.

58 - Stationslocaties 2019/2020

Colliers International over nieuwe vormen van flexibiliteit “De tijd is rijp voor pairing” Weg van de snelweg. De kantorenparken van weleer op zichtlocaties naast snelwegen, worden nu voorbijgestreefd door efficiënte en aantrekkelijke locaties in stationsgebieden. Huurders kiezen voor ov-mobiliteit, gemaksvoorzieningen, duurzaamheid én flexibiliteit. In deze nieuwe dynamiek is er plaats voor pairing. “Het combineren van de eigen kantoorruimte met de flexibele huur van extra werkplekken op piekmomenten”, zegt Harold Coenders die bij Colliers International verantwoordelijk is voor innovatieve corporate verhuurconcepten. E erst even de context. Nederland is een van de weinige landen waar parttime werken zo geliefd is. Bijna 50 procent van de mensen met een baan werkt minder dan 40 uur per week. “Dat betekent”, zegt Harold Coenders, “dat veel organisaties kampen met een structurele overcapaciteit aan kantoorruimte. Zonde. Daarom zijn huurders van kantoorruimte nu op zoek naar nieuwe vormen van flexibiliteit. Met de opkomst van coworking-concepten zijn er nu mogelijkheden gekomen om eigen huisvesting te combineren met flexibele werkplekken elders in het gebouw.” Coworking (gemeenschappelijke, flexibele werkplekken) kwam na 2008 in zwang. Door de kantorenleegstand gingen vastgoedeigenaren op zoek naar andere manieren om hun vierkante meters te verhuren. Eenpitters, startups en kleine bedrijven zitten nu bijeen op een etage of in een gebouw. Het aanbod van dit type kantoorruimte is momenteel ruim 900.000 vierkante meter, slechts twee procent Stationslocaties 2019/2020 - 59

Alexandre Rotenberg / Shutterstock.com Compliment voor NS Stations Robert Kok en Harold Coenders van Colliers International geven een compliment aan NS Stations. “We zien nu steeds meer aantrekkelijke stationsgebouwen waar vele functies samenkomen: winkels, horeca, wonen en werken. Er wordt geprofiteerd van de kritische massa van consumenten en bedrijven. Daarom zijn mooie initiatieven en combinaties van functies mogelijk, kijk naar hoe Amsterdam CS en Utrecht CS zich ontwikkelen. De volgende stap is om stationsgebieden of stationskwartieren verder op deze voet te (her)ontwikkelen. Nog meer nieuwe kantoren daarin zijn nodig, omdat het aanbod nog steeds bij de vraag achterloopt.” van de nationale kantorenvoorraad. “Maar het volume groeit”, weet Coenders. Hij ziet een match met kantoororganisaties die tijdelijk extra ruimte nodig hebben. “Een samen werking waarbij de corporates een team vormen met de aanbieders van coworking ruimte.” Waar moeten we dan aan denken? “Dat een bedrijf niet langer losse werkplekken huurt bij een aanbieder, maar dat ze samen optrekken. Ik zie drie manieren. 60 - Stationslocaties 2019/2020 De corporate verhuurt een deel van zijn kantoor onder aan de aanbieder van coworkingruimte, of deze aanbieder sluit een langjarig contract af met de corporate, of beide partijen worden samen hoofdhuurder en spreken onderling de ver deling van de ruimten af. Op deze manier ontstaat een mix van single-tenant en een coworkingzone die geschikt is voor multi-tenant.” Wat is het voordeel hiervan? “De vaste kern van medewerkers van de corporate heeft altijd een plek op kantoor. De flexibele schil kan gebruik maken van extra ruimte als dat nodig is. Verder kan de organisatie de wekelijkse piekmomenten opvangen met werkplekken en vergaderruimten in de coworkingzone. Efficiënt en betaalbaar. De huurder betaalt zo niet standaard voor te veel vierkante meters in de eigen huisvesting. En aanbieder van flexplekken profiteert van een gegarandeerde afname.” Voor wie is pairing aantrekkelijk? “Denk aan bedrijven die een landelijke dekking willen, maar geen kritische massa aan medewerkers hebben die een eigen kantoor rechtvaardigen. Of denk aan bedrijven die project gedreven werken. Zo kun je lokale aanwezigheid tegen rede

lijke kosten waarmaken, en als bedrijf aantrekkelijk zijn voor de arbeidsmarkt.” Waarom zijn stationslocaties geschikt voor pairing? “In de stationsgebieden die nu (her)ontwikkeld worden strijden mobiliteit, flexibiliteit en duurzaamheid om voorrang. Juist in die plannen kun je voorsorteren op kernkantoren en in te huren flexplekken, net als het gemeenschappelijk gebruiken maken door medewerkers van het restaurant in de plint van het kantoorgebouw – waarom zou iedere organisatie haar eigen personeelsrestaurant in huis moeten hebben? Los daarvan zijn stationslocaties tegenwoordig aantrekkelijk vanwege de bereikbaarheid en het hoge voorzieningenniveau. Utrecht CS is daarvan een goed voorbeeld.” Welke rol speelt Colliers in het proces? “Wij brengen de wereld van huurders en eigenaren van vastgoed bij elkaar. Wij doen daarom onderzoek naar wat de ervaringen en wensen van bedrijven zijn over hun werkomgeving. Dan komen we al snel op het terrein van die flexibiliteit en duurzaamheid of circulariteit. Op basis hiervan adviseren wij ontwikkelaars of eigenaren van nieuw vastgoed hoe zij rekening kunnen houden met deze wensen bij het ontwerpen en indelen van kantoren. De gebruikers zijn op zoek naar multifunctionaliteit, eigenaren ontwikkelen vernieuwende concepten maar de financieringsmarkt is nog erg traditioneel gericht op monofunctionele vastgoedfondsen.” Schotten weghalen Robert Kok, Head of Agency van Colliers in Nederland, voegt daaraan toe, dat de vastgoedfinancierders nu aan zet zijn. “De gebruikers zijn op zoek naar multifunctionaliteit, eigenaren ontwikkelen vernieuwende concepten maar de financieringsmarkt is nog erg traditioneel gericht op monofunctionele vastgoedfondsen.” Hij roept hen op tot creativiteit omdat de markt klaar is voor nieuwe concepten, zoals pairing en het vermengen van functies in de panden. “Ik begrijp wel dat zij met verschillende fondsen hebben te dealen. Maar haal simpel gezegd de schotten tussen de fondsen weg. Er is dan veel mogelijk.” Meer informatie: Colliers International Robert Kok MRICS RT, national director Agency +31 20 540 55 55 robert.kok@colliers.com www.colliers.nl Colliers International Vastgoedadviseur Colliers International staat voor ‘de nieuwe vastgoedwereld’. Met meer dan 14.000 professionals in 68 landen, waaronder Nederland, werkt het bedrijf voor eigenaren, investeerders en huurders van vastgoed. Het dienstenaanbod bestaat uit Agency, Asset Services, Capital Markets, Design & Development, Occupiers Services, Property Marketing enValuation & Advisory Services. << Stationslocaties 2019/2020 - 61

Nieuw woningbouwproject de TOREN, met op de achtergrond het station, de binnenstad en het Markermeer. Nieuwe Gouden Eeuw in Hoorn De Stad van de Gouden Eeuw gaat een nieuwe fase in. Hoorn gaat de komende jaren ‘meer stad’ worden. Dat betekent groeien en op de juiste plekken ook stedelijker worden. Met aantrekkelijke en gevarieerde woon-werkbuurten, het grootste stadsstrand van Nederland en een 21e eeuws mobiliteitsknooppunt voor Hoorn en de regio Westfriesland. ‘W at voor stad willen wij zijn? Die vraag scherpte onze ambitie,’ vertelt Samir Bashara, wethouder Poort van Hoorn en mobiliteit. ‘Onze conclusie was dat Hoorn echt meer stad moet en kan worden om ook in de toekomst een levendige en aantrekkelijke stad te zijn. We hebben onze ambitie wakker gekust en gaan de komende jaren ‘meer stad’ worden. We hebben een goede uitgangspositie. Hoorn heeft als dé Stad van de Gouden Eeuw een van de mooiste historische binnensteden en havens van Nederland, met een bruisend cultureel leven en een unieke ligging aan het Markermeer. En binnen 30 minuten reizen sta je op Amsterdam Centraal.’ Meer stad worden De ambitie om meer stad te worden gaat vooral landen in het gebied van 1.200 meter rond het OV-knooppunt van Hoorn, de 62 - Stationslocaties 2019/2020 Poort van Hoorn. Dit is het mobiliteitsknooppunt van de hele regio Westfriesland, met meer dan 200.000 inwoners. Dagelijks maken duizenden reizigers en bezoekers gebruik van dit gebied, met directe verbindingen van en naar de Randstad. Bashara: ‘Juist in dit gebied is er veel ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Nieuwe en aantrekkelijke stedelijke woon-werkmilieus, op steenworp afstand van een multimodaal mobiliteitsknooppunt én de prachtige historische binnenstad.’ Ambitie Het afgelopen jaar werkte de gemeente Hoorn de ambities voor de gebiedsontwikkeling in de Poort van Hoorn uit, samen met de Provincie Noord-Holland, NS Stations en ProRail. Bureau SITE Urban Development begeleide dit proces. Geurt van Randeraat, directeur van SITE: ‘De hoofdambitie van de ontwikkelpartners is om van de Poort van Hoorn een aantrekkelijke bestemming

en verblijfsmilieu te maken. Daarnaast moet je als bezoeker meteen het gevoel krijgen dat je in Hoorn bent. En tot slot maken we een optimaal functionerend multimodaal knooppunt.’ Kwaliteit Kwaliteit is echt het sleutelwoord,’ gaat Samir Bashara verder. ‘Rondom het stationsgebied is er veel onbenutte ruimte. We willen de kwaliteit van de binnenstad doortrekken naar dit gebied. Door het busstation en parkeerplaatsen te verplaatsen naar de noordkant, waar nu een groot P&R terrein is, ontstaat ruimte om de beleving van onze binnenstad door te trekken. In de openbare ruimte, maar ook in de bebouwing.’ ‘We willen in dit gebied minimaal 1.000 woningen toevoegen. Een prachtig voorbeeld is het Pelmolenpad. Dat is nu nog een groot parkeerterrein, grenzend aan het station en op nog geen 5 minuten lopen van de winkels, horeca, musea en het toekomstige stadsstrand. Hier is ruimte voor een nieuwe stadse woonwijk. ‘En ook direct rond het station is volop ruimte voor dit soort hoogwaardige ontwikkelingen,’ vertelt Bashara. Bereikbaarheid Voor de vele reizigers en bezoekers is de Poort van Hoorn de entree van de stad. De Poort van Hoorn moet dan ook het visitekaartje van de stad worden en de rode loper naar de binnenstad. Vincent de Heer (stationsontwikkelaar NS Stations): ‘Aan de noordkant van het station kom je de stad binnen. Aan deze kant gaan we de mobiliteitsfuncties, zoals het busstation en het parkeren van auto’s en fietsen zoveel mogelijk concentreren. Maar wel op zo’n manier dat het ook een aangenaam verblijfsgebied wordt. Door de vervoersstromen (trein, bus, auto en fiets) dicht bij elkaar te brengen en tegelijkertijd goed te scheiden, zorgen we voor een snelle en comfortabele overstap voor reizigers en bezoekers, én een betere bereikbaarheid van en naar Hoorn en de regio. Door ook het parkeren goed op te lossen, is ook hier volop ruimte voor een aantrekkelijk stads woon-werkmilieu.’ Costa del Hoorn Ondertussen legt Hoorn het grootste stadsstrand van Nederland aan. Dit ligt aan het Markermeer en de binnenstad, en op steenworp afstand van het station. Het project maakt onderdeel uit van de dijkversterking tussen Hoorn en Amsterdam. ‘De eerste ontwerpen zijn veelbelovend, een groot strand met een mooi wandel- en fietspad langs het water en met een fijn horecapaviljoen waar je straks met je voeten in het zand lekker een kopje koffie of een borreltje kunt doen. Een beetje het gevoel van de Costa del Hoorn,’ lacht Bashara. ‘Dit is een prachtige toevoeging voor onze stad en toekomstige bewoners van de Poort van Hoorn.’ Markt ontdekt Hoorn Naast de intensieve samenwerking met NS Stations, ProRail en de provincie is de gemeente Hoorn ook volop in gesprek met marktpartijen. ‘We merken dat ontwikkelaars en beleggers Hoorn ontdekt hebben als aantrekkelijke woonstad dicht bij de Randstad,’ vertelt wethouder Bashara. ‘Denk aan het plan ‘TOREN’, met ruim 200 appartementen bij het station. Een project dat echt iets nieuws toevoegt aan onze stad, stadser wonen dan we gewend zijn . Dat enthousiasme is aanstekelijk. Partijen zijn altijd welkom om met ons mee te denken over hoe wij onze ambities kunnen verwezenlijken. Alle lichten staan wat ons betreft op groen!’ Unieke ontwikkelkansen in Hoorn Van Randeraat: ‘Er liggen mooie ontwikkelkansen in Hoorn. Een gebied met zoveel onbenutte ruimte, tegen een fantastisch mooie historische binnenstad aan, in de buurt van allerlei prachtige venues en voorzieningen, op steenworp afstand van het nieuwe stadsstrand en ook nog op maar 30 minuten reizen van Amsterdam Centraal. Ik ken op dit moment weinig gebieden in Nederland die ontwikkelaars en beleggers zó veel te bieden hebben.’ << Meer informatie? Kijk op www.poortvanhoorn.nl, of neem contact op met Peter Entius (gemeente Hoorn), via poortvanhoorn@hoorn.nl of 0229-252200. Stationslocaties 2019/2020 - 63

The Modernist T Realisatie sluitstuk Weenapoint van start In de zomer van 2020 gaat de realisatie van The Modernist van start. Het gedeeltelijk honderdtwintig meter hoge sluitstuk van de ambitieuze herontwikkeling van Weenapoint in Rotterdam Central District is naar verwachting opgeleverd in 2023. Ook met dit nieuwe, multifunctionele gebouwencomplex investeert Maarsen Groep duurzaam in een uitstekend stedelijk leefklimaat. he Modernist verrijst op de hoek van het Weena en het Kruisplein tegenover het fraai en functioneel vernieuwde NS Station Rotterdam Centraal. “Voor deze derde en laatste fase van de herontwikkeling van Weenapoint schreven we een prijsvraag uit,” zegt algemeen directeur Monique Maarsen. “Inmiddels hebben we gekozen voor het transparante ontwerp van architectenbureau MVRDV.” Maarsen is de derde generatie die aan het roer staat in het gelijknamige familiebedrijf. Zij heeft tevens zitting in het bestuur van de vereniging Rotterdam Central District (RCD). Krachtig en stoer “MVRDV liet zich inspireren door het modernisme,” vervolgt Maarsen. “Deze stroming is kenmerkend voor de Rotterdamse architectuur uit de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw. De uitstraling van het complex is verder ronduit krachtig en stoer. Opvallend zijn onder andere de markante happen uit de bewust niet identiek ontworpen woontorens. Deze uitsneden hebben niet alleen esthetische en identiteitswaarde, maar dragen ook bij aan het doorlaten van de vereiste hoeveelheid zonlicht op het maaiveld. Helder is eveneens het programmaspectrum. Daarbinnen neemt ieder programmaonderdeel een herkenbare positie in met een individueel volume.” Voor dit plan wordt het bestaande gebouw aan het Kruisplein gesloopt.

Monique Maarsen Sander de Jong Vincent van Sabben Meer informatie: Maarsen Groep Monique Maarsen, algemeen directeur Sander de Jong, senior commercieel manager Vincent van Sabben, senior projectontwikkelaar 020 – 540 7400 www.maarsengroep.nl Functiemix De functiemix van The Modernist omvat onder meer 13.500 m2 aan ruime kantoorvloeren, volgens senior commercieel manager Sander de Jong en senior projectontwikkelaar Vincent van Sabben. Binnen Maarsen Groep zijn zij samen verantwoordelijk voor het welslagen van de realisatie en invulling van The Modernist. “Het gebouwontwerp leent zich met twee entrees en een centraal atrium uitstekend voor multitenant verhuur,” bevestigen zij. Uit al gevoerde gesprekken met belangstellenden concluderen zij dat, naast de perfecte ligging, de flexibel indeelbare kantoorvloeren en het kwalitatief hoge opleveringsniveau snelle aantrekkingskracht genereren. Toplocatie “In de laagbouw bieden we oppervlakten van 2.500 tot 3.000 m2 per kantoorverdieping,” lichten zij toe. “Van daaruit heeft eenieder direct contact met zowel het Weena als het stationsplein. Er heerst een binnenstedelijk gevoel. Anderzijds biedt een groot deel van de twee woontorens - met in totaal 360 appartementen - een magistraal uitzicht over Rotterdam.” Zowel de bewoners als de medewerkers en bezoekers van straks aldaar gevestigde bedrijven genieten van legio voordelen. Zo zijn er riante openbaar vervoervoorzieningen voorhanden. Een treinreis naar de luchthaven Schiphol kost de reiziger bijvoorbeeld slechts 24 minuten. Aantrekkelijk is ook de wandelroute langs de Westersingel naar de rivier de Maas, evenals het gemak en de gezelligheid van een uitgestrekt winkelgebied met vele horecagelegenheden. Dit laatste voordeel ontstaat al meteen bij de commerciële plintvoorzieningen van The Modernist. Deze bieden passanten bovendien overkapping tegen zon of regen, dankzij de uitkragende kantoren. En daarmee houdt de geboden meerwaarde niet op. Van Sabben: “Achter de karakteristieke torens van The Modernist bevindt zich een binnentuin met zitjes. Midden in het hectische stadscentrum geeft een onderdoorgang aan straatzijde toegang tot deze rustige, groene oase. De kantoren hebben verder het gebruik van een dakterras op een hoogte van 25 meter. Dit ontmoetingsterras fungeert als een boeiend stadsbalkon. The Modernist krijgt ook een eigen ondergrondse parkeergarage, die we verbinden met de Kruispleingarage.” Maarsen Groep Maarsen Groep ontwikkelt op eigen risico commercieel vastgoed en appartementen met een focus op de lange termijn. Het in Amsterdam gevestigde familiebedrijf heeft een eigen verhuurportefeuille, maar verkoopt ook regelmatig omvangrijke ontwikkelingen aan beleggers. Maarsen Groep is bijna 75 jaar actief in de Randstad en heeft op dit moment 20 medewerkers in dienst. De afgelopen vijf jaar verkocht Maarsen Groep projecten met een beleggingswaarde van 300 miljoen euro. In diezelfde periode kreeg de vastgoedportefeuille een toevoeging van projecten met een waarde van 400 miljoen euro. Het bedrijf heeft momenteel 9 projecten - met een gezamenlijke beleggingswaarde van 700 miljoen euro - in ontwikkeling en 13 projecten in de pijplijn. Dynamiek De gefaseerde herontwikkeling van Weenapoint creëerde op voorhand al de gewenste dynamiek. “Bedrijven die zich vestigen in de opmerkelijke nieuwbouw bevinden zich in het goede gezelschap van de hoofdkantoren van NautaDutilh en Robeco en andere kantoorgebruikers die onderdak hebben in gebouw First,” zegt De Jong. “Ook de Rabobank is hier gevestigd. First is opgeleverd in 2016. Het voormalige Weenapoint onderkomen van NautaDutilh hebben we getransformeerd tot een hotel met voornamelijk ‘short stay’ appartementen. Hier heeft Aparthotel Premier Suites haar intrek genomen. De bovenste zeven etages renoveerden we tot representatieve kantoorruimten. Verder huisvest het op het binnenterrein gelegen Rijksmonument Bouwcentrum energieleverancier Greenchoice. Dit koepelgebouw is recent gerestaureerd en verduurzaamd en nu bekend onder de naam Square.” Maarsen Groep streeft bij The Modernist naar het BREEAM-NL certificaat ‘Excellent’. Maarsen, De Jong en Van Sabben verwachten dat de nieuwbouw een levendige, toekomstbestendige bijdrage levert aan plezierig wonen, werken en winkelen in Rotterdam Central District. << Stationslocaties 2019/2020 - 65

Impressie van de toekomstige inrichting van de Burgermeester Jamessingel. Gouda transformeert Spoorzone tot stadsentree met allure De Spoorzone Gouda ontwikkelt zich tot dé toekomstbestendige stadsentree voor wonen en werken. Met het hiervoor in september 2019 gepubliceerde Ontwikkelperspectief zet de gemeente haar ambities voor dit voorzieningenrijke stationsgebied uiteen. Initiatiefnemers kunnen op basis hiervan hun onderscheidende, duurzame plannen ontvouwen. De participatie met omwonenden en andere stakeholders is gestart. Zij scherpen het Ontwikkelperspectief aan. D e Burgemeester & Wethouders van Gouda willen in december 2019 het beleidskader voor de uiteenlopende ontwikkelingen in de Spoorzone Gouda vaststellen. De ambitie voor toekomstbestendig wonen en werken in de Spoorzone heeft de goedkeuring van de Provincie Zuid-Holland, volgens projectwethouder Rogier Tetteroo en wethouder Michiel Bunnik, beiden van de gemeente Gouda. Tetteroo heeft Ruimtelijke Ordening en Bouwen & Wonen in portefeuille en Bunnik is verantwoordelijk voor Grondexploitaties. “Het Ontwikkelperspectief versnelt de aanpak van onze woningbouwopgave, initieert functiemenging en sluit naadloos aan op het hoogwaardige, Goudse OV-knooppunt,” zeggen zij. Station Gouda is een aantal jaren geleden gerenoveerd. Daarbij is vooral geïnvesteerd in toegankelijkheid. “Nu volgt herinrichting van het aanpalende, openbaar gebied met de nodige nieuwe fietsenstallingen en een efficiënt functionerend busstation,” kondigen de wethouders aan. “Ook willen we investeren 66 - Stationslocaties 2019/2020 in de verbetering van bestaande wandel- en fietsroutes naar en vanuit de historische Goudse binnenstad. De Spoorzone staat een forse kwaliteitsimpuls te wachten. Verder zetten wij in op lagere parkeernormen, gelet op de nabijheid van hoogwaardige OV. We starten ook met het promoten van alternatieve vervoersvormen, zoals deelauto’s. Uiteindelijk willen we toegroeien naar het innovatieve Mobility As a Service (MAAS). Dit is het meest Het toekomstige en groene Spoorpark biedt ruimte voor ontmoeting.

uitdagende concept voor het beperken van autogebruik en het stimuleren van alternatieve vormen van vervoer.” Wonen De strategisch en nabij groen gesitueerde Spoorzone kent twaalf deellocaties, waar binnenkort woningen, kantoren en voorzieningen komen. Enkele locaties liggen braak. De rest bestaat uit te transformeren bedrijfslocaties. Sommige zijn in eigendom van de gemeente, andere weer in handen van private eigenaren of beleggers. “Onze woningbouwopgave is omvangrijk voor een stad met momenteel 72.000 inwoners,” zegt Gert van Dijken, projectmanager Spoorzone Gouda. “Buiten de nieuwe, Goudse woonwijk Westergouwe, waar al begonnen is met de bouw van in totaal 4.000 woningen, willen we in de Spoorzone nog eens 1.000 nieuwbouwwoningen realiseren. Het gaat om een evenwichtig en gemengd woonprogramma, bereikbaar voor iedere portemonnee. De Spoorzone is de entree naar de stad, dus kwaliteit staat centraal. Binnen het programma is veel ruimte voor starters en jongeren, maar ook voor stedelijke gezinnen, senioren en ‘empty nesters’. In z’n totaliteit gaan we voor een comfortabel en veilig leefklimaat.” Werken In het projectgebied van de Spoorzone is, naast hoogbouw met appartementen, ook ruimte voor kantoren, commerciële en maatschappelijke functies en onderwijsinstituten. Deze zijn bedacht in de plinten van de gebouwen, volgens Van Dijken. “We staan pal achter Rogier Tetteroo Michiel Bunnik transformatie van verouderde bedrijventerreinen langs het spoor en kiezen voor levendigheid in het nieuwe straatbeeld,” benadrukt hij. “Binnen de Spoorzone is ruimte voor nog 8.000 tot 12.000 m2 kantoren, zo blijkt uit regionaal onderzoek. Daarnaast volgt hier ook de ontwikkeling van een hotel. Er zijn al nieuwe kantoren en een bioscoop te vinden in de Spoorzone. Voor het gehele programma geldt dat wij vooral duurzaam en slim gebruik willen maken van de beschikbare ruimte. We stimuleren dynamiek en afwisseling. Dit college wil initiatieven vanuit de markt optimaal faciliteren en samenwerken als proactieve ontwikkelingspartner.” Flexibiliteit Tetteroo onderstreept dat alle plannen integraal en toekomstbestendig moeten zijn. “Daarvoor is flexibiliteit in het proces belangrijk,” weet hij. “Het Ontwikkelperspectief is dan ook een uitnodiging om de diverse vraagstukken op maat en met veel creativiteit op te pakken. Dit op het gebied van zowel een hoogwaardige uitstraling, als het behoud van het milieu, inclusief klimaatbestendigheid.” De cinema en het achtergelegen Huis van de Stad tonen al architectonische kwaliteit in de Spoorzone. Gert van Dijken De gemeente Gouda heeft een vooruitstrevende inzet rond de energietransitie voor ogen. “Het gaat ons om verbetering van langzaam vervoersverbindingen, duurzame mobiliteit en extra groenvoorzieningen, maar ook lokaal opgewekte energie. Op grond van het Ontwikkelperspectief zijn ook investeringen in bovenwijkse voorzieningen nodig, onder andere voor het verbeteren van de uitstraling van de Burgemeester Jamessingel, en de toevoeging van extra groen en water(berging). Dit komt de ontwikkeling van de Spoorzone en andere stadswijken ten goede,” aldus Tetteroo. << www.goudaspoorzone.nl Cocreatie Uitgangspunt voor de Spoorzone Gouda is toekomstbestendig ontwikkelen, zonder een te grote stapeling van eisen die haalbaarheid in gevaar kunnen brengen. Daarom werkt de gemeente waar mogelijk in cocreatie met betrokken marktpartijen aan de ontwikkeling van de Spoorzone. Stationslocaties 2019/2020 - 67

Brabantstadstudie brengt het gesprek over gezonde verstedelijking verder BPD (Bouwfonds Property Development) heeft, samen met de lokale Rabobanken in de regio, een vervolg gegeven aan het woningmarktonderzoek uit 2014; een studie over wonen in de vijf grootste steden van Brabant. De bevindingen uit deze Brabantstadstudie worden gedeeld om zo het debat op de woningmarkt levendig en actueel te houden. Maar bovenal hoopt Erik Leijten – regiodirecteur van BPD - dat de resultaten aanleiding geven tot nieuwe ideeën voor een leefbare stad vanuit de discussie tussen vakgenoten en belanghebbenden. “Er zijn geen pasklare oplossingen of projecten. We signaleren trends en stellen de vraag: hoe gaan we het doen?” B rabantstadstudie probeert op verschillende manieren de woonbehoeften en -wensen van stedelingen te koppelen aan actuele vraagstukken op het gebied van klimaatadaptatie, sociale inclusie, circulariteit, stedelijke verdichting, betaalbaarheid en mobiliteit. Leijten: “We zochten naar antwoorden op vragen als: Hoe willen mensen in en om Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch, Tilburg en Breda het liefst wonen? Zijn ze tevreden met hun woonomgeving? Wat zorgt voor hun woongeluk nu en in de toekomst? Kunnen ze de woning vinden die hen past? En waarin verschillen de bewoners van die steden in hun woonwensen?” Middenhuur De druk op de woningmarkt is al lang geen fenomeen meer dat alleen speelt in de Randstad, ook de grotere steden in Brabant hebben te maken met snel stijgende woningprijzen en afnemende toegankelijkheid. Een groter en gezond middensegment op de Nederlandse huurwoningmarkt is nodig om doorstroom op de woningmarkt te faciliteren. Betaalbare huurwoningen voor huishoudens met een middeninkomen kunnen nauwelijks worden aangeboden. Vergroting van het aantal huurwoningen voor het middensegment is structureel noodzakelijk. Dit bleek opnieuw tijdens het onderzoek. “Onlangs richtten wij BPD Woningfonds op, een uniek Nederlands fonds met 100% energiezuinige nieuwbouwwoningen in de middeldure huurcategorie welke langjarig beschikbaar zullen blijven. We gaan actief met gemeenten en woningcorporaties aan de slag om in de onderzochte steden de mogelijkheden voor betaalbare huurwoningen te verkennen.” 68 - Stationslocaties 2019/2020 Weten wat bewoners echt willen BPD initieerde het Brabantstad onderzoek, met steun van de lokale Rabobanken in de betreffende steden, en voerde het ook grotendeels zelf uit. Leijten: “Juist omdat het nu belangrijk is om te horen hoe mensen willen wonen en wat andere betrokkenen zoals gemeenten en woningcorporaties ervaren, zijn wij dit onderzoek gestart. Klimaatadaptatie en duurzaamheid, maar ook het vraagstuk hoe de woningmarkt betaalbaar blijft, vragen om andere oplossingen dan wellicht vandaag voorhanden zijn. Voor ons geven de uitkomsten van het onderzoek richting aan nieuwe denkwijzen en een gezamenlijke aanpak”, zegt de BPD-directeur. “Daarom investeren we als BPD al jaren in een eigen onderzoeksafdeling die diepgravend onderzoek doet naar hoe mensen echt willen wonen. Vandaag, morgen Erik Leijten en in de verdere toekomst. De uitkomsten van dergelijk onderzoek delen we proactief met onze partners, omdat we aantrekkelijke leefomgevingen altijd samen vormgeven en verder willen brengen. En omdat we geloven in de ontwikkeling van woonwijken die ook over vijftig jaar nog gezond en vitaal zijn. Om dat te kunnen waarmaken, zijn wij ervan overtuigd dat met regelmaat lokaal, regionaal en landelijk onderzoek naar woonwensen, hiervoor van onschatbare waarde is. ” Samen aan de slag De Brabantstadstudie startte in de zomer van vorig jaar met deskresearch naar onderwerpen als verhuisbewegingen, migratiecijfers en de prijs- en productontwikkeling in de vijf Brabantse steden. Aansluitend hield BPD een grootschalige consumentenenquête en wer

den er in elke stad gesprekken met groepen bewoners gehouden waarbij woonwensen bloot werden gelegd. Onderzoekers en fotografen zijn de straat opgegaan om inwoners te interviewen en straatbeelden vast te leggen. Er was een expertmeeting; een dag met ruim tachtig specialisten, inclusief vertegenwoordigers van gemeenten en provincie, die plenair en individueel hun bijdrage leverden. “Voor alle vijf steden maken we nu een initiatiefvoorstel op basis van de input uit de studie. In deze voorstellen presenteren we ruimtelijke studies waarbij we specifieke thematieken en trends betrekken. De gemeenten zijn nauw betrokken bij de totstandkoming van deze voorstellen.” Resultaten online De studie is inmiddels afgerond maar eigenlijk ook weer niet; de resultaten zijn deze keer niet in een boek of brochure verschenen, maar online. “Zodat je er op elk gewenst moment makkelijk over kan beschikken. En een online podium wordt georganiseerd waar interactie plaatsvindt en waarvan de content in de toekomst eenvoudig aangevuld kan worden met actuele resultaten. Vanuit de gesprekken en discussies met de vakgenoten merken we dat het onderzoek leeft. Met een dynamische website, aangevuld met social media zoals blogs en een LinkedIn profiel, is dat gemakkelijker dan met een printpublicatie en heeft het een groter bereik. Wij kiezen nadrukkelijk voor het maatschappelijk gesprek over wonen in en rond de stad, waarbij we onszelf wel de vraag stellen: maar hoe dan? We hebben het over jongeren, (jonge) gezinnen, senioren; hoe kun je die het beste huisvesten in de stad? Natuurlijk zien we ook de meer traditionele reacties van consumenten, maar de vraag naar nieuwe woonconcepten, meer stedelijk wonen, en duurzame oplossingen is onmiskenbaar gegroeid. We hebben geen pasklare oplossing en ook geen concreet project. We signaleren trends en stellen de vraag: hoe gaan we het doen?” Gezinnen in de binnenstad Uit het onderzoek blijkt dat veel gezinnen interesse hebben in een stedelijk woonmilieu, ook in appartementen in het centrum. Er zijn echter weinig woningen geschikt voor hen. Steden willen gezinnen graag behouden in de (binnen)stad en stellen zich de vraag hoe zij betaalbare woningen geschikt voor meer personen kunnen realiseren. Vanuit de enquête komen er heel basaal eigenlijk drie belangrijke voorwaarden naar voren: voldoende (slaap) kamers, veilige speelruimte buiten voor de kinderen en een school vlakbij. “Wat bij ons nu op tafel ligt is de vraag: welke producten kun je bedenken om dat te realiseren? Kunnen we gestapelde woningen ontwikkelen die hieraan voldoen?” Uit deze vraagstelling is de family scraper geboren, een hoogbouwconcept met winkels of maatschappelijke voorzieningen op de begane grond, daarboven appartementen en daar weer boven een serie trapsgewijs oplopende gezinswoningen met grote riante buitenruimtes. De gezinswoningen van drie lagen hebben hun voordeur aan de binnenstraatjes en een gezamenlijke ruimte aan de binnenzijde. Deze binnenstraatjes vormen een ontmoetingsplaats en een veilige speelplek voor kinderen. Op de topverdiepingen komen loftwoningen. Duurzame woonconcepten en autodelen Uit de Brabantstadstudie blijkt dat meer dan drie kwart van de Brabantse stedelingen in de eigen stad wil blijven wonen. En bijna negentig procent van de Brabantstadbewoners wil in de eigen regio blijven. Meer dan de helft van de respondenten heeft interesse in een vernieuwd en duurzaam woonconcept. Ruim een derde van de geënquêteerden is geïnteresseerd in het delen van een auto, of wil dat overwegen. Als de woonlasten hierdoor zouden afnemen, stijgt het percentage naar circa veertig procent. Die interesse geldt met name voor huishoudens met een tweede auto. Huishoudens met kinderen lijken de energietransitie belangrijker te vinden dan huishoudens zonder kinderen. Dit soort bevindingen geven richting aan toekomstbestendige woonen leefomgevingen. Spoorzones Spoorzones als zodanig zijn niet specifiek onderzocht in de studie, zegt Leijten. “Maar in alle vijf de Brabantse steden zijn deze zones in ontwikkeling en zijn ze een belangrijk onderdeel van de binnenstad. Hier is de opdracht vooral: hoe maak je er een inclusieve buurt van waar het prettig wonen is? Natuurlijk betekent dit realisatie van sociale woningbouw. Maar hoe houd je de huren betaalbaar voor vrijesectorwoningen? Hoe zorg je ervoor dat er niet alleen expats en studenten komen wonen? Hoe trek je gezinnen en hoe realiseren we die voorzieningen waar zij om vragen? Die opgave is in de Brabantsteden vergelijkbaar ondanks dat de ontwikkeling van die gebieden in de steden niet gelijk is en zich in verschillende stadia van realisatie bevinden Het agenderen van deze onderwerpen komt voort uit de noodzaak om deze gebieden bereikbaar en haalbaar te maken voor iedereen, vindt Leijten. “De gemeenten kiezen elk hun eigen aanpak. Eindhoven onderzoekt nu bijvoorbeeld welke vormen van regulering een bijdrage kunnen leveren, wat een van de strategieën is. Het aanjagen van de productieaantallen zal uiteindelijk nodig zijn en leiden tot een betere marktwerking en dito prijzen. Maar elke vertraging, zoals nu met de stikstofproblematiek PAS, zorgt voor terughoudendheid in de markt. Terwijl vergroting van en versnelling in de woningmarkt juist zo broodnodig is.” “We hebben vanuit BPD met de Brabant stadstudie een hoop nieuwe inzichten opgedaan en we hopen dat we het gesprek over wonen in de (binnen)steden verder op gang krijgen. Wij nodigen alle stakeholders uit om te reageren op de resultaten en mee te denken over nieuwe oplossingen. De studie zelf is weliswaar klaar, maar het gesprek over de resultaten en wat ermee te doen, is pas net gestart.” << Voor meer informatie www.bpd.nl / www.brabantstadstudie.nl Stationslocaties 2019/2020 - 69

IMOSS / HNS Kansrijke Wagenwerkplaats wacht duurzaam perspectief Het nieuwe Masterplan Wagenwerkplaats in Amersfoort geeft beeld van een bijzonder, nieuw stuk stad, als aanvulling op het aanpalende centrum en het Soesterkwartier. Binnen de uit drie deelgebieden bestaande Wagenwerkplaats is een belangrijke rol weggelegd voor wonen mét een gezonde functiemix en gebruikmaking van aantrekkelijk cultureel erfgoed. D e ligging van de Wagenwerkplaats is uitstekend, evenals de in het masterplan opgenomen ontsluiting voor fietsers en voetgangers, volgens Han Bruggink, programmamanager Werklocaties van de gemeente Amersfoort. “Amersfoort heeft op zich al een goede infrastructuur. Daarnaast is industrieel erfgoed momenteel populair bij het publiek en veelgevraagd onder eindgebruikers. Ook dat heeft de Wagenwerkplaats in zich. Het is de juiste plek om te verdichten.” Binnenstedelijke opgaven De herontwikkeling van de Wagenwerkplaats moet allereerst bijdragen aan prangende binnenstedelijke opgaven. Bruggink: “Dit masterplan is gedeeltelijk een uitkomst voor de vele woningen die Amersfoort hard nodig heeft. Vóór 2030 moeten we voorzien in het aantal van 13.000 woningen. Binnen het masterplan is nu ruimte voor substantieel meer dan de in deze eerder vastgestelde maximaal 650 woningen, waarvan minimaal 30% sociale woningbouw. Zo’n 90% bestaat uit appartementen 70 - Stationslocaties 2019/2020 en ongeveer 10% is vrijgemaakt voor stadswoningen, waaronder maisonnettes en grondgebonden woningen. Verder is voor het totale gebied zo’n 26.000 m2 voor kantoren, horeca, evenementen, sport en andere stedelijke, gemengde functies. De nieuwe kantoren beslaan in totaal bijna 18.000 m2 ruimte beschikbaar . Met de mogelijkheid om hier kantoren te bouwen willen we invulling geven aan een marktvraag naar kwalitatief goede kantoorruimte op knooppuntlocaties. Bovendien gaat het ons om de noodzakelijke lokale werkgelegenheid. Drastische toename van het aantal forenzen staat bijvoorbeeld haaks op de duurzaamheidsambitie van de stad.” Amersfoort heeft met alle nieuwbouwwijken, waaronder Vathorst, inmiddels 160.000 inwoners en blijft groeien. Gezonde functiemix “De omvang, situering in de stad en de uitstraling van de monumenten maken juist dít gebied zeer geschikt voor gezond stedelijk wonen, werken en recreëren,” zegt Joram van Otterloo, Stedenbouwkundige en partner van

IMOSS, bureau voor stedenbouw, landschap en buitenruimte. Samenwerking met alle stakeholders is daarbij een belangrijke pijler. Sinds circa 2002 zijn er initiatieven om dit ongeveer 20 hectare grote terrein bij Station Amersfoort te transformeren met behoud van cultureel erfgoed. Ook eigenaar NS werkte de afgelopen periode intensief samen met omwonenden, eigenaren, gebruikers en andere belanghebbenden en met ons om plannen te maken voor de ontwikkeling ervan.” Deelgebieden De straks voor ongeveer voor een derde groene Wagenwerkplaats is opgedeeld in de gebieden West, Midden en Oost. Van Otterloo: “In ons masterplan zijn de plannen voor West en Midden het meest uitgewerkt. In West komen onder meer langs het spoor appartementen, die ook de geluidoverlast voor de locatie beperken. Aan de zijde van het Soesterkwartier zijn grondgebonden woningen gepland. Deze refereren qua maat en schaal aan deze aangrenzende wijk. Deelgebied Midden vormt het culturele hart van de Wagenwerkplaats met de monumenten, waaronder het Centraal Ketelhuis, nu al lunchcafé, event- en trouwlocatie, maar ook het Holland Opera Gebouw en de Veerensmederij. Hier hebben niet alleen de huidige, maar ook nieuwe pioniers vrij baan, want aan de noordzijde is bijvoorbeeld nog voldoende ruimte voor kleinere objecten met een experimenteel karakter. De herbestemming van de historische gebouwen biedt - met waar nodig restauratie - ruimte voor sport, spel, de creatieve maakindustrie, zakelijke dienstverlening, evenementen en horeca.” Voor Oost, het deelgebied dat de ontsluiting krijgt op de belangrijke entree Piet Mondriaanplein, wordt het plan de komende maanden uitgewerkt. Van Otterloo: “De uitgangspunten hiervoor zijn echter al vastgelegd, zodat coherentie met West en Midden is verzekerd.” Het plan zet in op clustering van het openbaar groen in landschappelijke zones, die voor gepaste afstand zorgdragen tussen de nieuwe bebouwingsvlakken en het monumentale ensemble. “Autogebruik stimuleren we niet,” benadrukt Van Otterloo. “Wel komen er drie auto-ontsluitingen, die ieder het eigen deelgebied bedienen. Voor langzaam verkeer is de Wagenwerkplaats juist plezierig doorgaanbaar en uitstekend bereikbaar.” Aantrekkingskracht “De Wagenwerkplaats kan aantrekkelijk zijn voor beleggers,” zegt Tonjes Kalien, asset manager van vermogensbeheerder Syntrus Achmea Real Estate & Finance, tevens een belangStationslocaties 2019/2020 - 71 rijke partij voor de gemeente Amersfoort. “Duurzaam en integraal ontwikkelde stationslocaties met een goede functiemix, waarin wonen een grote rol speel, hebben de toekomst, zowel qua leefklimaat als economisch gezien.” Vermogensbeheerder Syntrus Achmea Real Estate & Finance is actief voor institutionele beleggers in diverse, vooral nationale stedelijk gebieden. In Amersfoort nam SAREF in 1991 het aan het Stationsplein gelegen kantoorgebouw De Argonaut in portefeuille. Kalien: “Wij zoeken voor onze klanten altijd naar interactie tussen de financiële, duurzame en maatschappelijke meerwaarde in vastgoed. Voor het realiseren van een toekomstbestendig stadscentrum en een duurzame samenleving zijn functiemenging en verbinding van belang. Als stadspartner zoeken wij altijd connectie met alle partijen die dit als gezamenlijke ambitie willen en kunnen ondersteunen.” Het in de Argonaut gevestigde Huis van de Gezondheid zorgt verder al voor een aanzienlijke spin-off, volgens Bruggink. “Zo is er op diverse manieren samenwerking met het Meander Medisch Centrum, maar ook met bijvoorbeeld Johnson & Johnson en het mbo onderwijs Amersfoort en Midden-Nederland,” weet hij. “Dat is zowel maatschappelijk als economisch gezien bijzonder waardevol en aantrekkelijk voor nieuwkomers in het bedrijfsleven. Daarom is een nieuw gebouw aangewezen als toekomstige ‘Samenwerkplaats’ op het gebied van gezondheid.” V.l.n.r. Joram van Otterloo - IMOSS bureau voor steden bouw, Han Bruggink - gemeente Amersfoort en Tönjes Kaliën - Syntrus Achmea Real Estate & Finance. Flexibele ontwikkeling Het college van burgemeester en wethouders heeft het Masterplan Wagenwerkplaats 2019 en de startnotitie voor het bestemmingsplan voor de deelgebieden West en Midden ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad van Amersfoort. “Inclusief de beeldkwaliteitsparagraaf voor deelgebied Oost willen we een gefaseerde en vooral flexibele ontwikkeling mogelijk maken,” aldus Bruggink. << www.wagenwerkplaats.eu www.amersfoort.nl Industrieel erfgoed De Wagenwerkplaats in Amersfoort is aangelegd in 1904 voor het herstellen van spoorwegmateriaal. Deze werkplaats was in gebruik tot de afgelopen eeuwwisseling en behoort tot het industrieel erfgoed van Amersfoort. In 2007 is het ensemble van historische gebouwen van de Wagenwerkplaats aangewezen als Rijksmonument. Dit ensemble bevindt zich in deelgebied Midden, zoals beschreven in het nieuwe Masterplan Wagenwerkplaats 2019. IMOSS / HNS

Fiets InnovatieLab test innovaties In de steeds drukker wordende binnensteden wint de fiets steeds meer aan terrein. Bij treinreizigers in Nederland is de fiets zelfs het belangrijkste voortransportmiddel. Ruim 44% van de reizigers komt op de fiets naar het station. En dit aantal groeit op diverse locaties al naar 50-60%. Ook het aantal OV-fietsritten voor het laatste stukje van de reis groeit ieder jaar. Vorig jaar werd het record aantal van 4,2 miljoen OV-fietsritten bereikt. Om deze groei te ondersteunen en te versnellen wil NS fietsen van en naar het station steeds makkelijker maken. Door goed samen te werken met partners als ProRail, gemeenten en leveranciers. En door te innoveren. Daarover zijn ook afspraken gemaakt in het Bestuursakkoord Fietsparkeren. De innovaties moeten ook getest worden. Dat doen we eerst in een testomgeving en daarna live in de fietsenstallingen met onze reizigers in het Fiets InnovatieLab. De innovaties: 1 Nieuwe in- en uitcheckzone De propositie van de 1e 24 uur gratis stallen levert veel nieuwe fietsenstallers op. Soms is het dus druk in een stalling. Naar binnen gaan, gaat snel. Even scannen bij een incheckpunt en door. Bij het verlaten van de stalling checkt een medewerker hoelang een fiets er stond. Dat kost tijd, want als een fiets langer dan 24 uur in de stalling staat, moet er betaald worden. In de grote fietsenstallingen bestaat dan het risico op filevorming en medewerkers zijn door het ‘betaaloponthoud’ even niet beschikbaar om service te verlenen. NS is daarom op zoek naar een eenvoudiger manier om bij de grotere stallingen uit te checken. Daarvoor is de nieuwe in- en uitcheck zone ontwikkeld: je checkt in- en uit met je OV-chipkaart bij een poort of bij in- en uitcheck zuilen. Je stallingverbruik wordt automatisch van je rekening afgeschreven of je betaalt contactloos met je pinpas. Stallers wordt nog extra snelheid en Bestuursakkoord fietsparkeren Eind 2016 tekenden elf partijen waaronder het ministerie van I&W, VNG, IPO, Fietsersbond, ProRail en NS het Bestuursakkoord Fietsparkeren. Daarin werd een route uitgestippeld om het groeiend gebruik van de fiets naar het station te faciliteren. Het bestuursakkoord beschrijft een aantal oplossingsrichtingen die het hoofd moeten bieden aan de dreigende tekorten aan fietsparkeerplaatsen bij (trein-)stations. Het gaat hierbij onder andere om efficiënter benutten van stallingen, kostenbesparingen en extra financiele middelen voor fietsenstallingen. De NS innovaties dragen aan deze richtingen bij. Daarnaast wordt in het bestuursakkoord voor de middellange (2025) – tot lange termijn (2030) een aanzet gegeven tot verandering in de rollen van de partijen die bij aanleg, onderhoud, exploitatie en gebruik van fietsenstallingen betrokken zijn. Daarbij wordt toegewerkt naar een nieuw model van bekostiging en aansturing van de aanleg, exploitatie, handhaving en BOV (Beheer, Onderhoud en Vernieuwing) van fietsenstallingen.

gemak geboden door de mogelijkheid om een tag (chip) op de fiets te plaatsen waarmee het in- en uitchecken automatisch gebeurt. 2 Slim OV-fiets slot Om in de grote vraag naar OV-fietsen te voorzien heeft NS Stations in de afgelopen 2 jaar meer dan 12.000 OV-fietsen bij besteld. Er zijn nu 20.500 OV-fietsen beschikbaar. De grote uitdaging voor NS Stations is om ruimte te vinden voor deze nieuwe OV-fietsen in fietsenstallingen of andere locaties. We vragen onze partners om ons daarbij te helpen. Daarnaast moet het verhuurproces van OV-fiets verbeterd worden om zulke grote aantallen fietsen en ritten goed beheersbaar te houden. Verder werkt NS ook aan de ontwikkeling van een nieuw OV-fiets uitgiftepunt voor onbemenste locaties. Om daar ook het slimme slot te kunnen gebruiken en om voor de klant overal eenzelfde wijze van uitgifte te bieden. Wel zo makkelijk en duidelijk. 3 Pilot met ProRail voor lichtafwijkende fietsen Ongeveer een vijfde van de reizigers stallen een fiets met bijvoorbeeld een kratje, een rek of een kinderzitje in de fietsenstalling van het station. Deze lichtafwijkende fietsen passen niet goed in de standaard fietsenrekken op het station. Als reizigers deze fietsen in het rek zetten kan vaak de plek naast, boven of tegenover de lichtafwijkende fiets niet gebruikt worden. Op dit moment worden er in de stalling vaak lege vlakken voor de lichtafwijkende fietsen vrij gehouden. Een optie die veel ruimte in beslag neemt. Daarom gaat ProRail in samenwerking met NS dit najaar een pilot doen met speciale fietsrekken voor licht afwijkende fietsen. Om te kijken of deze rekken een oplossing bieden en welk rek daarvoor het meest geschikt is. 4 Pilot met zakelijke e-bike Op 22 juli ging op station Amsterdam Zuid in fietsenstalling Strawinskylaan de pilot van Stationslocaties 2019/2020 - 73 start met het aanbieden van een zakelijke e-bike. NS en Next Urban Mobiliy beproeven tot eind 2019 deze e-bike voor zakelijk gebruik. Aan de pilot nemen onder andere IBM, Colliers en NewCraft deel. Hun medewerkers kunnen de e-bike zakelijk reserveren en gebruiken. Er komen in totaal 35 e-bikes zakelijk te staan in de stalling. De fietsen zijn voor werknemers van de deelnemende bedrijven te reserveren via de mobiele app Huub van Next Urban Mobility. De fietsen zijn herkenbaar aan de gezamenlijke Huub en NS sticker. << Waarom een NS Fiets InnovatieLab? Innoveren bestaat uit verschillende fasen. Van verzinnen van goede ideeën tot het daadwerkelijk invoeren. Een van de fasen bestaat uit het testen van het product of proces in de praktijk. Nadat natuurlijk al uitgebreid is getest in een testomgeving en met betrokken stakeholders is afgestemd. De komende maanden test NS Stations verschillende innovaties samen met reizigers in de dagelijkse praktijk in de fietsenstallingen. Dat doen we onder de noemer NS Fiets InnovatieLab. Daarmee willen we aangeven dat we de nieuwe producten zoals het slimme OV-fiets slot gaan uitproberen We gaan testen of het in de praktijk net zo goed werkt als wij op de tekentafel bedacht hadden en in de testomgeving getest hadden. Daarbij zullen zaken goed gaan maar kan er ook iets minder goed werken dan gehoopt. Daarom noemen we het een NS Fiets InnovatieLab: we gaan samen met reizigers testen, experimenteren en verder verbeteren. Om zo samen tot de beste uitvoering te komen.

Michel Lintermans ziet landelijke beweging voor zich Deurne profiteert van ‘stationsadoptie’ Het is 2014. In Deurne staat een station. Een in omvang bescheiden treinstation met een uitstraling die eerder troosteloos dan uitnodigend is. Dat moet anders, denkt Deurnenaar Michel Lintermans. De fervente ov-reiziger mobiliseert en verbindt hulp, fondsen en krachten. En zie, anno 2019 oogt station Deurne als een blijvende oase waar groen, foto’s en kunstzinnige muurschilderingen om voorrang strijden. “Een mooi burgerinitiatief dat navolging verdient.” M ichel Lintermans is net terug uit Engeland. “We hebben met Deurne een prijs gewonnen in het kader van de Community Rail Awards 2019. In de categorie ‘It’s your station’ waren we als enige Nederlandse deelnemer goed voor de derde prijs. Je ziet dat in Groot-Brittannië het adopteren door burgers van een station breed wordt gedragen.” De ‘adoptie’ van het treinstation in het Brabantse Deurne, langs de spoorlijn Eindhoven-Venlo, is geformaliseerd in de Coöperatie Stationspark Deurne. Deze buurtcoöperatie zet zich in voor het verbeteren van de leefbaarheid rondom het treinstation. “Eens stond op de huidige locatie - tot 1976 - een monumentaal stationsgebouw met een karakteristieke uitstraling. Vanuit economische en veiligheidsaspecten is daar later, heel begrijpelijk, een functioneel station voor in de plaats gekomen. De coöperatie is nu het middel om dingen te realiseren voor een positieve uitwerking op de leefbaarheid en bedrijvigheid in de directe omgeving. Ze is ook verantwoordelijk voor het onderhoud in het gebied”, aldus Lintermans die weet dat Deurne per dag circa 5.000 in- en uitstappers telt. Frikandel Deze treinreizigers zien een stationsomgeving die fris en vrolijk oogt, met aandacht voor flora, aankleding en gemak. Zo waren het openbare watertappunt en een fietspomp een van de eerste tastbare nieuwe ‘voorzieningen’. In het oog springen grote foto’s die de transformatorhuisjes verfraaien. Ook ontkom je niet aan de enorme muurschildering van 6 bij 60 meter op de muur van een naburig bedrijf. De kleurige illustratie laat de portretten zien van bekende Deurnenaren onder wie actrice Monic Hendrikcx, popmuzikant Ernst Jansz (van Doe Maar) en DAF-uitvinder Huub van Doorne. Mocht je in de muurschildering ook een frikandel tegenkomen dan heeft dat alles te maken met de historie van deze snack die is bedacht in Deurne. “De reacties zijn heel positief”, zegt Lintermans. “Ik weet niet of er een rechtstreeks verband is, maar het aantal reizigers is iets 74 - Stationslocaties 2019/2020

Stationslocaties 2019/2020 - 75

Financiering gestegen. Wat wel concreet is dat het aantal fietsdiefstallen is afgenomen en er geen graffitivandalisme meer is.” De Coöperatie Stationspark Deurne is gericht op immateriële doelstellingen. Winst is geen doel. Per project wordt gezocht naar financiering of sponsoring van de kosten. “Daarnaast werken we aan duurzame financieringsbronnen als onderdeel van het plan van aanpak. We denken hierbij ook nadrukkelijk aan de introductie van een ‘revolving fund’ waarbij opbrengsten terugvloeien in het fonds en weer opnieuw aangewend worden voor nieuwe investeringen”, aldus Michel Lintermans. De gerealiseerde initiatieven om het stationsgebied te verfraaien zijn gefinancierd door verschillende partijen. Het watertappunt is mede door Brabant Water gerealiseerd. De bekleding van het elektriciteitshuisje kwam op rekening van bedrijven, de gemeente en derden (via crowdfunding). Het inzaaien van de spoorranden is mede tot stand gekomen door de Vlinderstichting, Waterschap Aa en Maas, loonbedrijf Kuunders en gedaan door de imkers en kinderen van de basisscholen. De coöperatie heeft verder een innige samenwerkingsband met zorgboerderij Lindehoeve. De vraag is hoe NS Stations en ProRail stonden tegenover de aanpak van Michel Lintermans’ coöperatie? Aanvankelijk waren ze heel gereserveerd, herinnert Lintermans zich. Beide spoorpartijen waren vooral bezorgd over het onderhoud van de verfraaiingen en verbeteringen. Wie gaat dat voor zijn rekening nemen, waarbij de vraag impliceerde dat NS Stations en ProRail dat niet van plan waren. Toen Lintermans met steun van Jos van Wegen (Coopnet) zijn plannen ontvouwde en ook de gemeente enthousiast bleek, zetten de spoorbedrijven het sein op groen. Ze konden er alleen maar beter van worden. Landelijk platform En nu? Er zijn nog genoeg kleine stationsgebieden die net als Deurne destijds aan uitstraling kunnen winnen. Lintermans’ handen moeten jeuken. Zijn ambitie is, mede gesteund door 76 - Stationslocaties 2019/2020

de NS en Arriva, om een landelijk platform op te richten dat initiatieven rondom kleine treinstations kan ondersteunen. Als voorbeeld ziet Lintermans het Britse ACORP dat uitgaat van het community rail-principe (en jaarlijks prijzen uitreikt). “De realiteit is”, vult hij aan, “dat er in Daarlerveen en Vierlingsbeek ook burgerinitiatieven die zich met de treinstations en de omgeving bezighouden. In Kampen, waar mijn schoonfamilie woont, heb ik al met de gemeente gesproken. In het Zeeuwse Krabbendijke ben ik actief aan het meedenken en helpen. Verder zijn er gesprekken met de gemeenten, provincies en samenwerkingsverbanden langs de spoorlijn Eindhoven-Venlo om hen hierin mee te krijgen. Horst-Sevenum is serieus, en Helmond met vier stations en Blerick hebben interesse. Wie weet wat er nog meer in het vat zit!” << Meer informatie: Michel Lintermans, 06 512 535 99 info@stationsparkdeurne.nl Lokale verbindingen Wageningen University & Research maakte in 2018 een verkenning naar het betrekken van burgers bij kleine stations in Deurne, Vierlingsbeek en Coevorden. Onder de titel ‘Lokale verbindingen’ concludeerde de onderzoekers onder meer dat door de sociale activiteiten van de Coöperatie Stationspark Deurne het station een verbindende functie krijgt. Daarbij worden verschillende gebruikers op duurzame wijze met elkaar in contact gebracht. “Naarmate er meer voorzieningen aanwezig zijn, is het type gebruikers gevarieerder en verbreedt de functie van het stationsgebied zich van knooppunt naar verblijfsgebied.” Stationslocaties 2019/2020 - 77

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS Stationsgebieden – groot en klein – hebben de wind in de rug Het treinstation maakt in veel steden prominent deel uit van het stationsgebied of -kwartier waar ov, kantoren, winkels, horeca en wonen samenkomen. En in gebieden waar dat nog niet het geval is, werken publieke en private partijen intensief samen aan nieuwe ontwikkelingen. De stip aan de horizon is een toekomstbestendig verblijfsgebied dat tot de verbeelding spreekt van in- en uitstappers, passanten en bewoners. Een gebied ook waar ontwikkelaars en vastgoedinvesteerders genoeg mogelijkheden zien voor woningbouw en kantoren die op een goed ov-knooppunt willen zitten, dicht bij voorzieningen en het stadscentrum. D e actuele (her)ontwikkelingen van stations en de gebieden eromheen zijn in aantal groter dan ooit. Nu de economie de wind in de rug heeft, verzilveren gemeenten, ontwikkelaars, investeerders, bouwbedrijven, NS Stations en ProRail tal van kansen. Zeker nu het aantal reizigers in met name de grote steden fors zal stijgen. Spoor- en vastgoedpartijen zien een toekomst voor aantrekkelijke, functionele en goed ontworpen stationslocaties die als nieuwe stadsentrees met kantoren en een eigentijds leef- en verblijfsklimaat tot de verbeelding spreken. In het volgende overzicht belichten we op compacte wijze verschillende ontwikkelingen op stationslocaties in grote en kleine gemeenten (zonder volledig te zijn). 78 - Stationslocaties 2019/2020 Utrecht - Smakkelaarsveld

Station Amsterdam Amstel Amsterdam Spoorbeheerder ProRail neemt alle stations in en rond Amsterdam op de schop. Het bedrijf doet dat om de enorme toename van het aantal reizigers aan te kunnen en trekt voor dat project twee miljard euro uit. De stations in en rond de hoofdstad groeien hard. Zo verwacht Amsterdam Centraal de komende tien jaar naar verwachting 100.000 passagiers per dag meer te verwerken (van 180.000 naar 280.000 passagiers). Station Amsterdam Zuid groeit op termijn zelfs van 80.000 naar 240.000 reizigers per dag. En ook de andere stations, zoals Amstel (van 40.000 naar 80.000), Sloterdijk (van 50.000 naar 110.000 reizigers) en het station van Schiphol (van 90.000 naar 185.000 reizigers) zitten in de lift. Amsterdam Zuid Een van de stations waar de komende jaren veel gebeurt is station Amsterdam Zuid. Dat moet een uitstraling van internationale allure krijgen. Het wordt drie keer zo groot als nu en qua voorzieningenniveau wordt het vergelijkbaar met Utrecht Centraal en Rotterdam Centraal. Het is daar heel krap, weet ProRail. Dus moet het uitbreiden van de spoorcapaciteit in de bestaande ruimte gebeuren, in de wetenschap dat een set rails dezelfde capaciteit aankan als vier tot vijf rijstroken op een snelweg. Station Amsterdam Amstel en de directe omgeving worden de komende jaren grondig gerenoveerd en heringericht. Met als zichtbaar resultaat: een opgeknapte monumentale hal (volgens het oorspronkelijke ontwerp van architect Schelling), meer ruimte voor fietsers (grotere fietsenstalling). En verder: goed ingerichte perrons, de aanleg van een nieuw overzichtelijk ingericht stationsplein, de bouw van een nieuw bus- en tramstation. Zodat reizigers straks in groten getale dagelijks gebruik kunnen blijven maken van trein, metro, bus en tram. Ook worden 450 woningen bij het station gebouwd. Op Amstel komen oud en nieuw samen: de architectonische kwaliteit van het stationsgebouw uit 1939 (cultureel erfgoed) én de maatschappelijke ontwikkelingen van deze tijd. In 2023 is alles klaar. Sloterdijk Een van de meest in het oog springende ontwikkelingen in de Zaancorridor is de metamorfose van de omgeving van station Sloterdijk. Dit gebied wordt in de komende jaren getransformeerd van een bedrijvengebied naar een hoogstedelijk, gemengd stuk stad met centrum achtige voorzieningen waar mensen kunnen werken, wonen en recreëren. Er komen 10.000 nieuwe woningen bij, waarvan ongeveer de helft door transformatie van bestaande gebouwen. Hoofddorp Hoofddorp ligt in het hart van de Randstad, tussen Amsterdam en Den Haag en op steenworp afstand van Schiphol. De bestaande kantoren bij het treinstation en de kantoor- en woonlocaties die hier in ontwikkeling zijn, profiteren maximaal van die centrale ligging. Neem Beukenhorst-Zuid, dat is een duurzaam, fullservice kantorenpark met brede groene zones, wandelcircuits, tuinen en water. Of Beukenhorst-West waarin Hyde Park een gemengde wijk zal worden met een stedelijke uitstraling en designarchitectuur. Een groot deel verouderde kantoren maakt hier plaats voor bijna 3.800 woningen voor verschillende doelgroepen. Een aantal kantoren en een hotel in het gebied blijven. In Hyde Park komen gemakswinkels, beauty- en sportfaciliteiten en horecagelegenheden. In 2025 moet de nieuwe wijk klaar zijn. Op het nabije Schiphol Trade Park komen duurzaamheid en innovatie samen. Het gebied geldt als hotspot voor de circulaire economie. Schiphol Trade Park bestaat uit onderscheidende vestigingsmilieus met unieke kenmerken: Logistics Zone, Green Datacenter Campus, Energy Hub, Valley, A4-Skyline en Trade & Logistics Campus. Stationslocaties 2019/2020 - 79

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS Rotterdam Central District Rotterdam Central District (RCD) ontwikkelt zich in een hoog tempo tot een Global City District, in een mix van het ‘lokale’ en het ‘wereldse’. Lokale smaakmakers hebben hun plek naast grote internationale bedrijven als Unilever en Shell. Deze mix maakt van het RCD een levendig gebied waarin uitersten samengaan, van hippe uitgaansgelegenheden tot de huisvesting van multinationals. De gemeente werkt samen met de Vereniging RCD aan plannen om dit deel van de Rotterdamse binnenstad nog aantrekkelijker te maken. Het nieuwe Centraal Station is de magneet die veel bedrijven trekt naar het gebied. Zo hebben Arcadis en Proctor & Gamble besloten om hun kantoren in het gebouw Delftse Poort, waar Nationale-Nederlanden al huurder is, te verplaatsen. Door deze verhuizingen en de verhuur aan andere bedrijven, zal de leegstand in dit gebouw drastisch teruglopen. Eigenaar CBRE Global Investors heeft recent ook de entreehal en daaraan gekoppelde verdieping met restaurant en vergaderruimtes vernieuwd. Hierdoor is de uitstraling van dit verzamelgebouw sterk verbeterd. Een ander gebouw dat binnenkort volledig verhuurd is, is Hofplein 19 van PPF Real Estate. Recent is MKB Brandstof gevestigd op de eerste en tweede etage. Binnenkort krijgen deze verdiepingen een eigen toegang vanaf de Luchtsingel die langs het gebouw loopt. Medio 2020 trekt Unilever Benelux naar de vierde tot en met negende etage van de toren die ooit voor Shell is gebouwd. Naast de optimale bereikbaarheid met het openbaar vervoer zijn ook de nabijheid van de binnenstad en horeca bepalend geweest bij de keuze om het huidige kantoor op Rotterdam-Zuid te verlaten. Recent is ook de Rabobank naar RCD gekomen. Deze bank heeft haar Rotterdamse hoofdkantoor gevestigd in gebouw First aan het Weena. Behalve herontwikkeling van bestaande gebouwen zijn er in RCD ook verschillende nieuwbouwprojecten in voorbereiding. De gemeente is begin 2019 gestart met een tender voor een gebouw (mixed-use) van maximaal 140 meter hoog op het Delftseplein, direct naast het Centraal Station. De ambitie is om hier een duurzaam gebouw met een menging van kantoren, woningen, een levendige plint en mogelijk een hotel te realiseren. Eind 2019 verwacht de gemeente bekend te kunnen maken welke partij het bouwplan kan uitwerken voor deze ingewikkelde locatie. Bij de voorbereiding wordt intensief samengewerkt met NS Stations en ProRail. Tegenover het Centraal Station zal een tweede complex verrijzen: The Modernist. Ontwikkelaar Maarsen Groep heeft hiervoor een plan gemaakt met het architecten van MVRDV uit Rotterdam. Het ontwerp bevat een levendige plint met daarboven vier lagen kantoren en twee torens. De laagste toren (70 meter) gaat verhuurd worden als kantoor. In de hoge toren (120 meter) komen ruim 200 woningen. Het complex krijgt een ondergrondse garage die aangesloten wordt op de bestaande openbare garage onder het Kruisplein. De werkzaamheden zullen naar verwachting medio 2020 starten. 80 - Stationslocaties 2019/2020

LOCATI STATIONSLOCATIES Driebergen-Zeist Hilversum Het ingenieursbureau Movares heeft het onderzoek naar mogelijke verbeteringen van de spoorverbinding tussen Hilversum-Oost en het Centrum afgerond. Aanleiding voor het onderzoek was de roep van inwoners, vooral uit Hilversum-Oost, om meer aandacht te hebben voor het optimaliseren van de verbinding tussen beide delen van de stad. De ingenieurs hebben op basis van de analyse van bestaande onderzoeken en gesprekken met gemeente, bewoners en belanghebbenden de fysieke, ruimtelijke en sociale verbinding tussen Oost en het Centrum onderzocht. Bewoners en gemeente zijn in tussentijdse werksessies en overleggen betrokken geweest bij de voortgang van het onderzoek. De resultaten staan in oktober 2019 ter bespreking op de agenda van de raad. In Hilversum wordt ondertussen de laatste hand gelegd aan een nieuwe fietsenstalling op het Stationsplein. De gratis stalling komt op de plek waar voorheen het GAK-gebouw stond. In totaal komen er 960 fietsrekken. Ongeveer de helft zijn rekken die van elders op of rond het Stationsplein worden verplaatst, de overige rekken zijn uitbreiding. Daarnaast komen er ook 138 plekken voor het parkeren van scooters en bakfietsen. Roermond De provincie Limburg, NS Stations, ProRail, omwonenden en andere betrokkenen ontwikkelen met de gemeente Roermond de stationsomgeving tot een regionaal mobiliteitsknooppunt. Het station moet als transferpunt de verschillende vervoersvormen naadloos op elkaar laten aansluiten. Innoveren en anticiperen op de toekomstige ontwikkelingen zijn de leidraad. Zo maken ze in Roermond het nieuwe busstation gereed voor de komst van elektrische bussen. In de loop van 2020 start de bouw van het busstation. De stationstunnel is inmiddels opgeknapt. Er lopen nog diverse onderzoeken, die moeten leiden tot de uitvoering van de rest van de visie op de stationsomgeving. Zo wordt gedacht aan een voetgangersverbinding met de oostzijde van het station en het vernieuwen van het overgebleven gebied. Om het plaatje compleet te maken, verricht NS Stations aan het einde van 2020 aanpassingen aan het monumentale hoofdgebouw, eentje van het standaardtype SS 4e klasse uit 1865. Stationslocaties 2019/2020 - 81 In het stationsgebied DriebergenZeist wordt hard gewerkt aan een complete gedaantewisseling. Er komt een nieuw station, een tunnel vanuit de Hoofdstraat onder het spoor door en een ondergrondse fietsparkeergarage. Daarnaast moet een extra spoor ruimte maken voor meer treinen. Verder biedt nu al een nieuwe parkeergarage plaats aan ongeveer 600 auto’s. Onder het station is plek voor een ruime fietsenstalling. De ambitie is om van Drieberg-Zeist een compact ov-knooppunt te maken, zodat de forenzen en andere reizigers beter uit de voeten kunnen op het traject Schiphol - Utrecht – Nijmegen. Het nieuwe station moet zo veel mogelijk energieneutraal zijn. Daarom voorziet ProRail de perronkappen van zonnepanelen. In 2021 zijn de werkzaamheden, die nu op schema liggen, klaar. Op een paar minuten lopen van het station opende Triodos Bank onlangs haar nieuwe hoofdkantoor op De Reehorst. Dit landgoed maakt onderdeel uit van de gebiedsontwikkeling van station Driebergen-Zeist.

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS Zaandam De perrons en de stationshal van het treinstation in Zaandam hebben sinds augustus een nieuwe entree. Vanuit het centrum is het station alleen nog bereikbaar via de zogenoemde ’spooroverbouwing’. Met de opening van de nieuwe entree is de sluiting van de oude een feit. De nieuwe ingang maakt deel uit van de modernisering van de stationshal, inclusief de ‘overbouwing’ met winkels en de fietsenstalling aan de Houtveldweg waar ruimte zal zijn voor 1400 fietsen. Zaancorridor De provincie Noord-Holland werkt sinds 2014 samen met NS, ProRail en diverse gemeenten langs de Zaancorridor - het spoor van Amsterdam naar Heerhugowaard - aan het aantrekkelijker maken van de stationsomgevingen. De samenwerking bij de Zaancorridor is een pilot op het gebied van knooppuntontwikkeling. Door de goede bereikbaarheid vanuit Amsterdam liggen langs deze corridor van dertien ov-knooppunten kansen voor woningzoekenden, bedrijven en voorzieningen. De komende jaren legt ProRail rond diverse stations langs de Zaancorridor duizenden extra fietsparkeerplaatsen aan. De gemeenten die participeren in het project zijn Amsterdam, Zaanstad, Castricum, Uitgeest, Heiloo, Alkmaar en Heerhugowaard. Ede-Wageningen Ook Ede-Wageningen staat voor de transformatie van het stationsgebied. Het moet straks optimaal bereikbaar zijn door ingrijpende veranderingen in de infrastructuur. De nieuwe spoorzone verbindt straks twee woonwijken in Ede. Dankzij de vernieuwing naderen vrijwel alle reizigers het station straks vanaf de zuidzijde. Hierdoor is het mogelijk om het aantal winkels te verdubbelen (500 m2 ). Een P+R met ruim 500 parkeerplaatsen en een stalling voor ongeveer 1.800 fietsen zijn in voorbereiding. Daarnaast komt er een bewaakte stalling (eerste 24 uur gratis) voor ongeveer 6.000 fietsen. De gemeente Ede, ProRail en NS Stations werken samen aan het project Spoorzone Ede dat mede mogelijk wordt gemaakt door het ministerie Infrastructuur en Waterstaat en de provincie Gelderland. De bouwwerkzaamheden zijn inmiddels vertraagd. Het nieuwe station Ede-Wageningen kan vermoedelijk pas in 2023 in gebruik worden genomen. Haarlem De gemeenteraad van Haarlem heeft een aantal ontwikkelzones aangewezen, waarin onder andere plaats is voor extra woningbouw. In het gebied Zuid-West ligt de zogeheten ontwikkelzone ‘Spoorzone West’. De plannen voor dit gebied steunen op een ontwikkelvisie die in samenspraak is gemaakt met bewoners, ondernemers en gebruikers van ZuidWest. Het plangebied loopt over een lengte van circa 1.500 meter parallel aan de spoorlijn Haarlem-Leiden en bestaat deels uit een verouderd bedrijventerrein. De Ontwikkelcombinatie Spoorzone West (OSW) wil het versnipperde en rommelige gebied transformeren in een aantrekkelijk woongebied. Architect Francine Houben van Mecanoo is voor die opdracht gevraagd. Hoeveel woningen er in het gebied langs de spoorlijn kunnen komen is nog niet bekend. OSW richt zich voorlopig op 1.500 woningen (hoofdzakelijk appartementen). 82 - Stationslocaties 2019/2020

LOCATI CATIES Leeuwarden Op een uurtje rijden van de Randstad ligt Leeuwarden, de economische motor van Friesland. Het stationsgebied is dé hoogwaardige entree van de stad, met als blikvanger Plensa’s fontein Love. De locatie kenmerkt zich door de aanwezigheid van grote financiële werkgevers. De hoofdstad van Friesland staat landelijk in de top-10 met banen in de financiële sector. In het gebied zijn onder andere kantoren van Achmea, ING, Aegon, de Friesland en het CJIB gevestigd. De zakelijke mogelijkheden in Leeuwarden zijn oneindig. De gemeente Leeuwarden faciliteert bedrijven en investeerders, door mee te denken en te verbinden. Recentelijk heeft het gebied aan dynamiek gewonnen door de komst van 500 studentenappartementen op honderd meter afstand van het station. In Leeuwarden studeren jaarlijks ongeveer 33.000 studenten op mbo-, hbo- en wo-niveau. Buitenpoort Santpoort Noord In het voorjaar ging als proef de eerste ‘Buitenpoort’ in Nederland open op station Santpoort Noord. Buitenpoorten zijn stations die direct aan natuur- en recreatiegebieden liggen. Zij vormen de toegangspoorten naar de natuur. Zo ook de Buitenpoort op station Santpoort Noord die grenst aan het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Op het perron en direct daarbuiten is informatie te vinden over bezienswaardigheden en recreatieve routes. Het doel is om stadsbewoners te verleiden vaker de trein naar het groen buiten de stad pakken. De partners voor Buitenpoorten zijn NS Stations, ProRail, de provincie, gemeenten, natuurbeheerders, lokale organisaties en ondernemers. Purmerend De vraag naar woningen in Purmerend is enorm, vooral bij jongeren en ouderen. Om aan die vraag te voldoen en om Purmerend aantrekkelijk en toegankelijk te houden, investeert de gemeente flink in de stad, bijvoorbeeld in het gedateerde gebied rondom het treinstation en de Waterlandlaan. Dat wordt ontwikkeld tot een zogenoemd hoogstedelijk woon- en werkgebied. Het is de bedoeling om hier naast zakelijk vastgoed ongeveer 1.000 woningen te bouwen, vooral appartementen. Volgens de gemeente is het stationsgebied interessant voor jong en oud om te wonen, dicht bij voorzieningen en straks goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Groningen Het project Groningen Spoorzone bestaat onder meer uit forse aanpassingen aan sporen en perrons en het aanleggen van een voetgangerstunnel op het station. Het station Groningen gaat namelijk ruimte bieden aan meer treinen, waaronder voor het eerst doorgaande reizigerstreinen. Op de plek van het PostNL-gebouw komt een onderdoorgang voor bussen. Verder staan een fietstunnel tussen het Stadsbalkon en een nieuwe ondergrondse fietsenstaling aan de zuidzijde van het station op de rol. Tussen het hoofdstation en station Groningen Europapark wordt gewerkt aan een vierde spoor en het opstelterrein aan de achterkant van het station verhuist naar de Vork in Haren. Op de plek van het opstelterrein ontwikkelt de gemeente een nieuw stukje stad met ruimte voor wonen, werken en verblijven. Deze gebiedsontwikkeling start naar verwachting in 2023. Stationslocaties 2019/2020 - 83

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS Schiedam Den Haag Volop bedrijvigheid rond station Den Haag Centraal. Daar wordt het groen uitgebreid op de overkappingen over de A12, komt een grote fietsenstalling, wordt het busplatform vernieuwd en staan nieuwe woontorens in de steigers. Het hele gebied krijgt een nieuwe uitstraling. Op het Maria Stuartplein (voorheen bekend als Grotiusplaats) komen twee woontorens waarvan de bouw inmiddels is gestart. Van de ongeveer 655 woningen, zullen er 114 betaalbare huurwoningen zijn. Op de begane grond is plek voor kantoren, winkels en horeca die verbonden zullen zijn met een ondergrondse parkeergarage. De nieuwe overkapping over de A12 verbindt Den Haag Centraal, het stadshart en het Beatrixkwartier via een voetgangersroute met elkaar. De overkapping wordt naast de voetgangersroute vooral groen ingericht. De overkapping zorgt ervoor dat de bewoners van de woontorens minder geluidsoverlast hebben van de snelweg, en de lucht blijft schoner. 84 - Stationslocaties 2019/2020 Rondom het treinstation en de metrohalte Schiedam Centrum heeft de gemeente het gebied Schieveste in ontwikkeling genomen. Schieveste staat voor een multifunctionele gebiedsontwikkeling waar ruimte is gereserveerd voor 3.500 woningen in torenhoge complexen. Als ‘de poort naar de toekomst’ moet de locatie leefbaarheid met optimale bereikbaarheid combineren. Schieveste, waar ook nog ruimte is voor kantoren op zichtlocaties in de A20-zone, is onderdeel van het grootste aaneengesloten bedrijventerrein van West-Europa. Deze is op loopafstand van NS- en metrostation Schiedam Centrum. De gemeente praat ondertussen met betrokken partijen over een nieuw station Schiedam-Centrum. Dat is het tweede grote station in de regio en geldt als een belangrijk vervoersknooppunt. Volgens de gemeente blijft de uitstraling ver achter bij wat wenselijk is voor een dergelijk ovknooppunt. Hollands Spoor Station Hollands Spoor in Den Haag wacht aan de kant van Laakhaven een volwaardige stationsentree. In april 2017 is begonnen met de voorbereidingen van de bouw. Er komen een nieuw stationsplein (aan de kant van de Waldorpstraat) en een nieuwe ingang naar de perrontunnel. Deze is verbonden met de bestaande perrontunnel naar de stationshal aan de centrumzijde. Langs de spoorzijde van het nieuwe plein verrijzen winkels met daarop een stallingsdek voor 2.500 fietsen. Het voormalige Belastingkantoor, recht tegenover station Hollands Spoor, krijgt na zeven jaar leegstand een nieuwe bestemming. Het gebouw biedt plaats aan 66 huurappartementen en 199 hotelkamers van de keten Aloft Hotels. Op de begane grond behouden de huidige supermarkt en horeca hun plek en er is ook ruimte voor nieuwe bedrijven. De verbouwing is naar verwachting begin 2020 klaar.

LOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES Lansingerland-Zoetermeer Begin mei is het ov-knooppunt Lansingerland-Zoetermeer (voorheen station Bleizo) officieel geopend. Het is een bijzondere vervoersknoop voor de trein, RandstadRail, bus, auto en fiets waarvan het stationsgebouw over de A12 ligt. Inclusief 700 gratis parkeerplaatsen biedt de vervoersknoop veel overstapmogelijkheden. Het station ligt op de grens van de gemeenten Zoetermeer en Lansingerland, langs de de spoorlijn Den Haag- Utrecht. Het knooppunt moet een belangrijke bijdrage leveren aan de bereikbaarheid van de Randstad. Alle Sprinters tussen Den Haag en Gouda stoppen bij het nieuwe knooppunt. Dit betekent viermaal per uur de mogelijkheid om in de trein te stappen. Ook RandstadRail-lijn 4 heeft een halte bij het ov-knooppunt. Sinds de ingebruikname in 2018 telt het station 800 tot 900 in- en uitstappers per dag. Nu de RandstadRail en het busstation zijn aangehaakt is de verwachting dat het aantal reizigers rap zal stijgen. Arnhem Met de start van de bouw van het nieuwe Ibis Styles-hotel op het Stationsplein is de voltooiing van het stationsgebied in Arnhem dichterbij gekomen. Behalve het hotel verrijzen er nog appartementen, winkels en horecaruimten. Het is de bedoeling dat de nieuwbouw eind 2020 klaar is. Dan staat er een hotel met 120 kamers en zijn er 30 zogenoemde units voor tijdelijke huisvesting en 34 appartementen gerealiseerd. Het complex loopt vanaf het Stationsplein door tot de achterkant van Luxor Live in de Oude Stationsstraat. Het Arnhemse stationsgebied is met de ontwikkeling overigens nog niet klaar. Aan de Nieuwe Stationsstraat, bovenop McDonald’s, komen nog twee kantoor/woontorens (Podium 26), en bij de Zijpse Poort is nog een bouwkavel. Aan de noordkant van het station staan nog nieuwbouwwoningen op het programma. Leiden Het Stationsgebied met Leiden Centraal is een belangrijk ov-knooppunt in de regio waar ruimte is en wordt gemaakt voor het duurzaam verdichten in een centrum-stedelijke mix van wonen, werken, ontspannen, reizen en ontmoeten. Het Stationsgebied wordt getransformeerd tot een levendige stationswijk en verbindt de historische binnenstad en het Bio Science Park met elkaar tot een samenhangend geheel. Daarin is de eerste fase klaar van de Lorentz, een multifunctioneel gebouw. Met de tweede fase voor 16.000 bvo kantoren is inmiddels begonnen. Na de Lorentz volgen de kavels 3 en 4 van het Rijnsburgerblok met onder andere de bouw van een megabioscoop. Een belangrijke stap in het verder positioneren van het Stationsgebied is in het afgelopen jaar gezet via een samenwerkingsverband van twintig partners die op een creatieve en innovatieve manier de Leidse entree laat vergroenen en als duurzaam verstedelijkingsgebied op de kaart zet. Het stationsgebied in Leiden zal naar verwachting in 2030 volledig vernieuwd zijn. Stationslocaties 2019/2020 - 85

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS Nunspeet De Nunspeetse stationsomgeving krijgt een facelift waarbij de huidige spoorwegovergang plaats maakt voor twee afzonderlijke tunnels. Eén onderdoorgang voor gemotoriseerd verkeer en één voor langzaam verkeer, inclusief een toegang tot het perron. Deze reconstructie zal de doorstroming van het verkeer aanmerkelijk verbeteren. De gemeente wil daarbij aandacht voor het doortrekken van de ‘sfeer van de Veluwe’ naar het stationsgebied – dus met respect voor de natuurlijke omgeving. Het Stationsplein zal op de schop gaan en moet een verblijfsgebied worden waar de auto te gast is. Afhankelijk van het rondkomen van de financiering starten in 2020 of 2021 de werkzaamheden in het stationsgebied waarvoor twee jaar is uitgetrokken. Harderwijk De herinrichting van de stationsomgeving in Harderwijk is afgerond. Het voormalige stationsgebouw de ‘Rode Hoed heeft plaatsgemaakt voor een modern treinstation. En met een verkeerstunnel onder het nieuwe station is de verkeerssituatie daar veilig. Op de plaats waar ooit spoorbomen aan de andere kant van het huidige stationsgebouw stonden, ligt nu naast het spoor een klein park met een landschappelijk karakter. Fietsen kunnen wordt geplaatst in de overdekte en bewaakte fietsenstalling (de eerste 24 uur gratis). Het station is ingericht op de toekomst. Het is volgens Harderwijk goed toegankelijk voor de mensen die op weg zijn naar de historische binnenstad en de groene Veluwe. Amersfoort Schothorst/Vathorst Delft Spoorzone Delft realiseert in opdracht van het ministerie van Infrastructuur & Milieu twee spoortunnels en een (ondergronds) station. Vier jaar geleden is het oude spoorviaduct, dat de stad doormidden sneed, al vervangen door een nieuwe spoortunnel. Een tweede tunnelbuis ter voorbereiding op het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer is casco gereed en wordt omstreeks 2023 in gebruik genomen. De vrijgekomen ruimte van het gesloopte spoorviaduct en de ruimte eromheen worden opnieuw ingericht. Er is onder meer plaats voor het stadskantoor met daarin de stationshal en het ondergrondse station die al in gebruik zijn genomen. Er wordt nu gebouwd aan het tweede deel van het stadskantoor, met daarin de publiekshal en overige kantoorruimtes. Tegelijkertijd worden een (ondergrondse) parkeergarage en fietsenstallingen gerealiseerd en ontstaat er ruimte voor een nieuw stadsdeel (Nieuw Delft) met grachten en groen. In het hart van de stad, vlakbij het historische centrum, moeten nieuwe (zelfbouw)woningen komen, 40.000 m2 stedelijke functies, verschillende ontmoetingsplekken, boulevards, stadsparken en de Nieuwe Gracht. Spoorzone Delft is een samenwerking tussen de gemeente Delft en ProRail. Amersfoort Schothorst is het intercitystation in het bedrijvengebied De Hoef. Het westelijk deel hiervan is nu nog een kantoorlocatie die transformeert naar een gebied met een moderne mix van kantoren, onderwijs en wonen, inclusief winkels en horeca. Op De Hoef Oost zijn tal van gemengde bedrijfsvormen gevestigd. Met alle intercity’s voor de deur en de afslagen aan de A1 en A28 op een paar honderd meter afstand is deze Keistedelijke (kantoor)locatie goed bereikbaar. Het naburige station Amersfoort Vathorst geeft direct toegang tot het kantorengebied Podium en het bedrijvenpark Vathorst. Momenteel wordt op Podium gebouwd aan het nationale kunstdepot Collectiecentrum Nederland (CCNL). In deze kunstopslag van 13.000 m2 komen delen van collecties van het Rijksmuseum, het Openlucht Museum, Paleis Het Loo en ook van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De gemeente heeft intussen een stedenbouwkundige verkenning laten maken, waarbij rond de huidige kantoren (VolkerWessels en Stater) en het in aanbouw zijnde CCNL woningen worden ingepast in een groene omgeving. Uit deze verkenning blijkt dat Podium ruimte kan bieden aan ongeveer 400 huizen en appartementen.

Utrecht Utrecht schiet aardig op met het vernieuwen van het Stationsgebied. Dat is nodig omdat de druk op de historische binnenstad flink is toegenomen: het aantal inwoners groeit al jaren in fors tempo, steeds meer mensen nemen de trein, de fiets en de auto en Utrecht Centraal was te klein voor het aantal reizigers. De historische binnenstad en het Stationsgebied waren twee aparte locaties van het centrum, deze delen worden meer met elkaar verbonden tot één samenhangend geheel. De moderne stationshal speelt daarin een rol. De vernieuwing van het gebied is gericht op meer ruimte voor cultuur, woningen, ontspanning, winkels, een betere bereikbaarheid, én het water is terug in de singel. Meer groen, minder asfalt, meer ruimte voor openbaar vervoer, fiets, en voetgangers en energiezuinige gebouwen zijn de sleutelwoorden in de transformatie. De realisatie van het nieuwe Stationsgebied is een hechte samenwerking tussen gemeente Utrecht en private partijen als NS, ProRail en Jaarbeurs. De waarde van de kantoren rondom het Centraal Station in Utrecht is inmiddels verdubbeld sinds 2010. Volgens de internationale vastgoedadviseur Savills is de waardegroei van kantoren in wat het Central Business District Utrecht heet te verklaren door de sterke demografische en economische groei, de goede bereikbaarheid en de forse investeringen in nieuwe kantorenontwikkelingen in het gebied. Ondanks de forse investeringen blijft de vraag groter dan het aanbod in de aankomende jaren. Utrecht Leidsche Rijn Het relatief jonge station Utrecht Leidsche Rijn ligt in het centrum gebied van het Utrechtse stadsdeel langs de A2. Ook op deze locatie komen wonen, werken, winkelen, recreatie en onderwijs samen. De twee Rivolikantoren van 4.000 en 5.000 m2 geven Leidsche Rijn Centrum de allure die het verdient. Onder het kantoorcomplex liggen de expeditiestraat en de parkeergarage. Gebouwd wordt er nog volop. Aan het Brusselplein, direct naast het treinstation komt een hotel met 224 kamers. In het winkelgebied verrijst een complex met 101 sociale huurwoningen. Begin volgend jaar start tegenover het station en naast het toekomstige hotel de bouw van een modern kantoorgebouw, de Leidsche Werf. Hierin komt 12.000 m2 vloeroppervlakte beschikbaar voor kantoren. Geldermalsen Nieuwe entrees, twee nieuwe perrons en een reizigerstunnel. Station Geldermalsen, waarvan het monumentale stationsgebouw (1886) in 2017 is gerestaureerd, gaat er anders uitzien. De toegang voor reizigers vanuit Geldermalsen is door de oorspronkelijk opzet als overstapstation nooit optimaal geweest. De aanleg van twee nieuwe perrons, een reizigerstunnel en twee nieuwe entrees gaat daar verandering in brengen. Hans van Heeswijk architecten tekent voor het ontwerp. Daarin zitten twee witte luifels die de reizigers op heldere wijze uitnodigen naar de twee station-entrees en de nieuwe tunnel. De luifels vormen ook de perronoverkapping van de nieuwe perrons. Het doorzicht op het monumentale stationsgebouw blijft zo veel mogelijk behouden. De geplande uitvoeringsperiode is van medio 2020 tot en met einde 2021. Stationslocaties 2019/2020 - 87

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS Deventer In Deventer is drie jaar hard gewerkt aan Plan Spoorzone. Het beslaat het hele gebied aan de stadszijde van het treinstation. De aanzet voor Plan Spoorzone was de aanleg van een fietsenkelder onder het stationsplein. De gemeente besloot daarop de gehele stationsomgeving opnieuw in te richten en te verlevendigen. Ook het gebied voor het station, vanaf de Leeuwenbrug en Schouwburg Deventer tot en met de weg voor het station, ging op de schop. Zo is er meer samenhang, groen en een betere aansluiting op de binnenstad gekomen. De verkeersdoorstroming is verbeterd. Nijmegen Gemeente Nijmegen werkt aan plannen om het station en de omgeving te verbeteren. Dat gebeurt samen met ProRail, NS en de provincie Gelderland. Aan de westkant van het station komt een volwaardige tweede ingang, met een herkenbare en zichtbare entree. Zoals in veel steden krijgt Nijmegen ook een nieuwe fietsenstalling. De aanpassingen in het stationsgebied hangen samen met het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS). ProRail voert dit programma uit in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, samen met de vervoerders. Uiterlijk in 2028 moet er iedere tien minuten een trein rijden op de zes drukste trajecten in Nederland. Station Nijmegen is het eindpunt van de lijn Schiphol–Utrecht–Arnhem/Nijmegen. Voor PHS is het nodig dat Nijmegen een derde perron krijgt. De uitwerking van de plannen gebeurt in overleg met omwonenden en andere belanghebbenden. De verwachting is dat de westelijke ingang in de periode 2022 - 2026 in gebruik kan worden genomen. Voor de oostkant en het stationsgebouw zijn er nog wensen. Nijmegen wil graag betere fietsstallingen op het Stationsplein realiseren en betere mogelijkheden om te wachten voor de busreizigers. Daarnaast moet het station een uitstraling krijgt die beter past bij de toegang tot de stad. Zwolle In hartje Zwolle ligt Spoorzone Hanzeland. Het is een dynamische kantorenlocatie (met een vloeroppervlakte van 200.000 m2 ) met kantoorpanden én ruimte voor specifieke nieuwbouw. Op dit moment biedt de locatie al plek aan met name Rijksdiensten en andere publieke dienstverleners. Aan de basis van de ontwikkeling van de spoorzone ligt het Ontwikkelperspectief voor het Zwolse stationsgebied. Het beschrijft de ambities die de gemeente Zwolle, de provincie Overijssel, NS en ProRail hebben met het gebied in de komende 15 tot 20 jaar. Daarin is ruimte voor de verbouwing van het stationsgebouw, waarvan het voorzieningenaanbod verder moet aansluiten op de wensen van reizigers en alle andere gebruikers. Dagelijks passeren circa 60.000 mensen station Zwolle. De verwachting is dat de verbouwing van het stationsgebouw in eind 2020 is afgerond. Emmen Het verouderde stationsgebied in Emmen wacht een opknapbeurt. De gemeente wil het versterken als knooppunt voor het openbaar vervoer. Op het wensenlijstje staan het verplaatsen van de busremise, het verbeteren van de aanrijroutes van bussen, het verbeteren van wandel- en fietsroutes tussen station en centrum en onderzoek naar verkeersmaatregelen in de omgeving. In ieder geval moet de Stationsstraat de ‘rode loper’ worden voor mensen die vanaf het station naar het centrum willen. Verder doet de gemeente onderzoek naar draagvlak bij ondernemers op het Emmtect-industrieterrein voor het realiseren van een spoorboog en terminal. 88 - Stationslocaties 2019/2020

LOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES ’s-Hertogenbosch Sinds 2017 is ‘s-Hertogenbosch bezig met het verder ontwikkelen van de lokale Spoorzone. Dat gebeurt op programmatische wijze, omdat de gemeente wil dat de ontwikkelingen die de komende jaren spelen in de Spoorzone elkaar versterken. Toekomstgerichte mobiliteit, het verknopen van verschillende plekken in de stad, het toevoegen van een stedelijke mix aan functies, duurzaamheid en innovatie zijn daarbij volgens de gemeente belangrijke opgaven. De ontwikkeling die is ingezet in de Zuidelijke Spoorzone (Paleiskwartier en Willemspoort) krijgt hiermee een vervolg, toegespitst op de huidige en toekomstige behoefte van de stad. Den Bosch meent dat de “unieke kenmerken en kwaliteiten van de verschillende gebieden binnen de Spoorzone daarbij moeten worden gekoesterd”. Gilze en Rijen Met de plannen om de stationsomgeving in Rijen te verbeteren speelt de Brabantse gemeente Gilze en Rijen in op de ontwikkelingen op en naast het spoor. Een aantrekkelijk stationsgebied is van belang voor de dorpskern Rijen, de gemeente en de regio, staat in het plan dat eind september is goedgekeurd. De verbetering van de stationslocatie moet ook worden gezien als een impuls voor de verdere ontwikkeling van Rijen. De bedoeling is om de noord-zuidverbinding in Rijen te behouden en te versterken. Een onderdoorgang, die de overgang Julianastraat-Stationsstraat vervangt, is bedoeld voor fietsers en auto’s (bestemmingsverkeer). Het middenperron en het wachtspoor verdwijnen. Daarvoor in de plaats komt aan iedere zijde van het spoor een perron. De perrons zijn vanuit de onderdoorgang bereikbaar. De samenwerkende partijen gaan in de komende twee jaar een gebiedsvisie en een bestemmingsplan maken. Ook werken zij de plannen voor de onderdoorgang en de aanpassingen op het station verder uit. Daarbij betrekken zij inwoners en ondernemers in de gemeente. Heerlen Op de plek van het oude station Heerlen verrijst een compleet nieuwe wijk, het Maankwartier, een kleine stad in een stad, met winkels en cafés, een hotel, kantoren, terrassen en woningen op verschillende bouwlagen, én een nieuw station. Grote delen van het Maankwartier zijn inmiddels gereed, evenals het stationsgebouw waarvoor ProRail verantwoordelijk was. In augustus ging het treinstation open. Het Maankwartier verbindt als moderne stationsomgeving het noorden en zuiden van de Limburgse stad, waarin de spoorlijn van oudsher een barrière was. Maastricht Begin dit jaar is de ingrijpende renovatie van het monumentale stationsgebouw van Maastricht gestart. De stationshal wordt overzichtelijker. Kiosken, kaartautomaten en NS-kantoren verhuizen. Nieuwe, hoge ramen maken de architectonisch hal ruimer en lichter. De NS Stations investeert daar ruim acht miljoen euro in. Het is de bedoeling de stationshal ook te gebruiken als lobby voor het hotel dat in het aangrenzende Aon de Staasie-gebouw moet komen. De stationshal moet daardoor een levendige ontmoetingsplaats worden. De renovatie loopt vooruit op het plan om de spoorbarrière tussen het westen en het oosten van de stad te slechten met bijvoorbeeld een brug over de sporen of een tunnel voor fietsers en voetgangers. De Maastrichtse stationsomgeving was eerder al geüpgraded. De nieuwe ondergrondse stalling voor zo’n 3.000 fietsen en scooters maakt daarvan deel uit. Door het verplaatsen van de fietsenstalling is meer openbare ruimte ontstaan. Stationslocaties 2019/2020 - 89 Helmond In Helmond moet het stationsgebied veel meer een verblijfsplek worden, ook na vijf uur ’s middags. De stationslocatie wordt nu vooral nog gebruikt om van A naar B te komen. De oplossing is om leegstaande kantoorgebouwen in de omgeving van het station te herontwikkelen. Inmiddels zijn de eerste zogenoemde kantoorwoningen tegenover het station opgeleverd. Het gaat om studio’s of appartementen in de sociale huursector. Er zijn plannen en ideeën voor meer van dergelijke woningen in leegstaande panden. Ook in Helmond groeit de vraag naar kleine en betaalbare woningen.

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STA ATIONS Tilburg Om de toegankelijkheid en doorstroming te verbeteren heeft het treinstation in Tilburg een nieuwe brede stationshal, een passage onder de sporen ter hoogte van de Willem II-straat en een nieuwe entree aan de noordkant. Dagelijks verwerkt het station 30.000 in- en uitstappers. In 2020 groeit dat aantal naar verwachting tot 40.000. De nieuwe stationshal kent diverse winkels en voorzieningen. Ook zijn er naar alle perrons opgangen met liften en roltrappen. De centrale locatie in de Spoorzone is het nieuwe plein aan de noordkant van het station dat het Burgemeester Stekelenburgplein heet. Het verbindt de noordelijke entree van het station met de Burgemeester Brokxlaan. Comfortabeler plassen De helft van de Nederlandse treinstations wordt de komende jaren flink opgeknapt. Zo zijn er straks meer toiletten en kunnen reizigers op steeds meer plekken koffie kopen. De hele operatie kost de NS ongeveer 65 miljoen euro. “We willen in Nederland betrouwbaar, comfortabel en op een schone manier reizen”, zei president-directeur Roger van Boxtel eerder. “De stations zijn voor een groot deel bepalend voor de ervaring van onze reizigers.” In totaal worden de komende jaren zo’n 200 stations onder handen genomen. Sommige stations krijgen een zogenoemde stationshuiskamer. Dat is een plek waar reizigers kunnen zitten met voorzieningen als wifi en reisinformatie. Ook kunnen ze er iets eten of drinken. Het afgelopen jaar is zo’n ‘huiskamer’ al geopend in Heerhugowaard, Alphen aan den Rijn, Den Helder, Assen en Goes. Dit jaar komen er nog negen bij. In 2021 wil de NS 35 stationshuiskamers hebben in heel het land. 90 - Stationslocaties 2019/2020

Ruim een miljoen Europeanen wonen in wijken en buurten waarin onze hand herkenbaar is Bij BPD houden we ons bezig met één van onze eerste levensbehoeften: wonen. Met woningen, woonwijken en alle woonwensen die er leven in de landen waarin we actief zijn: Nederland en Duitsland. De meeste van ‘onze’ bewoners zullen het niet weten, maar we hebben aan de wieg gestaan van hun huizen en buurten. Sinds onze oprichting hebben we de bouw van meer dan 350.000 woningen mogelijk gemaakt en vandaag wonen ruim anderhalf miljoen Europeanen in woonwijken waarin onze hand herkenbaar is. Daarmee zijn we de grootste gebiedsontwikkelaar van ons land en letterlijk één van de grootste ‘huismerken’ van ons continent. We willen een bijdrage leveren aan het verwezenlijken van dynamische woonen leefomgevingen. Die rust, ruimte en geborgenheid bieden en als ontmoetingsplek ook activiteiten in de openbare ruimte aanmoedigen. Kijk voor meer informatie op bpd.nl Onderdeel van Rabobank

Via slimme installatietechniek naar een nieuwe duurzame toekomst! Uitgekiende installatietechniek maakt elk gebouw optimaal duurzaam. HORI Raadgevend Ingenieursbureau zet zich in voor een lage CO2 uitstoot, aansprekende energielabels en een korte terugverdientijd. Ook bij renovatie en herontwikkeling van oude gebouwen. Oude en nieuwe gebouwen financieel slim duurzaam maken. Daar krijgen wij energie van. Hori Raadgevend Ingenieursbureau B.V. I Stationslaan 10 I 3701 EP Zeist I t +31 (30) 691 28 28 I info@hori.nl I www.hori.nl LID VAN: TVVL, VABI

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
Home


You need flash player to view this online publication