0

Uw betrokken logistieke vastgoedspecialist ProDelta Real Estate B.V. - Parklaan 9 - 3016 BA Rotterdam +31 (0)10 89 20 470 - info@prodelta.nl - prodeltarealestate.nl

Voorwoord Duurzaamheid, circulariteit en multi modaliteit staan centraal Paul Dirix, CEO Havenbedrijf Moerdijk Port of Moerdijk speelt een cruciale rol in de logistieke en industriële infrastructuur van Nederland. Als vierde zeehaven van nationaal belang en de tweede containerhaven van Nederland zijn wij een onmisbare schakel in de logistieke ketens van Noordwest-Europa. Onze strategische ligging tussen de mainports Rotterdam en Antwerpen, met directe verbindingen naar het Europese achterland, onze sterke positie op het Europese spoornetwerk en de ruim 400 bedrijven maken Moerdijk een unieke economische motor voor Brabant en voor Nederland. Met een sterk industrieel cluster, gericht op sectoren zoals chemie, recycling en energie, biedt Port of Moerdijk bedrijven een optimaal vestigingsklimaat. Tegelijkertijd ontwikkelen we onze haven voortdurend om klaar te zijn voor de toekomst. Duurzaamheid, circulariteit en multi modaliteit staan daarbij centraal. De combinatie van shortsea, spoor en binnenvaart als ook de aansluiting van buisleiding en ligging aan A16 en A17 maken Moerdijk een van de meest veelzijdige en efficiënte logistieke knooppunten van Nederland. Binnenvaart speelt een sleutelrol in de bereikbaarheid van Nederland en de verduurzaming van onze logistieke stromen. Met onze uitstekende inland shipping-connecties dragen wij bij aan het ontlasten van de weg, verminderen wij CO2-uitstoot en versterken wij de robuustheid van de Nederlandse transportinfrastructuur. Dit maakt binnenhavens, en dus ook Port of Moerdijk, tot een essentiële factor in de transitie naar een duurzame en toekomstbestendige logistiek. “Binnenhavens zijn strategische schakels in onze nationale kritische infrastructuur.” Havenlocaties 2025 - 3 Daarom moeten we blijven zorgen voor robuuste en weerbare havens die bestand zijn tegen economische en ecologische uitdagingen. Om de kansen en uitdagingen voor binnenhavens verder te verkennen, nodig ik u van harte uit om deel te nemen aan het jaarlijkse congres van de Nederlandse Vereniging Binnenhavens, dat op vrijdag 3 oktober in Port of Moerdijk zal plaatsvinden. Dit evenement biedt een uitgelezen kans om met experts, beleidsmakers en ondernemers in gesprek te gaan over de toekomst van onze binnenhavens en hoe we gezamenlijk kunnen bijdragen aan een efficiëntere en duurzamere logistieke sector. Ik kijk er alvast naar uit u in Moerdijk te verwelkomen! Paul Dirix CEO Havenbedrijf Moerdijk

Nederland 2025 Coverpresentatie: Heylen Warehouses ontwikkelt eigen inland terminal. WE CAN WE CREATE WE ARE REAL Uw creatieve partner voor logistiek vastgoed. Investeren, ontwikkelen en beheren. Pagina’s 6 t/m 9 Voorwoord: Paul Dirix, CEO Havenbedrijf Moerdijk .................... 3 Havenbedrijven / Havenlocaties: Port of Moerdijk ...................................... 12 Metropolitan Hub Systems ............................. 20 Port of Utrecht ...................................... 24 Brabant Ports / MCA Brabant ........................... 28 Port of Harlingen / Thecla Bodewes Shipyards ............ 42 Port of Nijmegen / binnenhaven Nijmegen ............... 44 Van Berkel Logistics .................................. 48 Smart Hub Logistics .................................. 54 Port of Twente Havenbedrijf ........................... 56 Haven van Werkendam (gemeente Altena) ............... 60 Blueports Limburg .................................... 66 Containerterminals / Logistieke Dienstverleners: Wessem Port Services Group. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Jansma Shipyard ..................................... 72 Digitale Infrastructuur Logistiek (PortID) ................. 74 Magazine over zee- en voornamelijk binnenhavens van Nederland. Verduurzaming van onze logistieke stromen over water vereist een grootschalige energietransitie. Er zijn aanzienlijke investeringen, maar ook technologische innovaties nodig. Tevens moeten we de ruimte en vestigingslocaties voor bedrijven in de binnenhavens en aangrenzende industrieterreinen bewaken voor een duurzame en toekomstbestendige logistiek. Vastgoedprofessionals: ProDelta Real Estate ................................... 2 Heylen Warehouses ................................... 6 ct Park Amsterdam City ............................... 10 Heembouw ......................................... 50 Dura Vermeer Haven & Industrie ........................ 80 SEGRO ............................................. 84 Branche- en Belangenorganisaties / Overheid: Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) ..... 16 + 32 Europees Parlement (VVD Europa) ...................... 18 Rijkswaterstaat (RWS) ................................. 25 Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) ................ 40 NPRC .............................................. 52 Clean Energy Hubs ................................... 62 Vereniging van Waterbouwers .......................... 78 Kennisinstituten / Toeleveranciers: Movares Water ....................................... 36 Erasmus UPT ................................... 58 + 70 KiesZon ............................................. 68 Secure Logistics ...................................... 76 Vicoma Consultancy & Engineering ..................... 83 4 - Havenlocaties 2025

Deelnemers in deze uitgave www.ctparkamsterdamcity.nl www.vvdeuropa.nl www.heylenwarehouses.com www.prodeltarealestate.nl www.portofmoerdijk.nl www.metropolitanhubsystem.nl www.rws.nl www.brabantports.nl www.mcabrabant.nl www.havens.binnenvaart.nl www.wessem.com www.movares.com/water www.binnenvaart.nl www.portofharlingen.nl www.tbshipyards.com www.portofnijmegen.nl www.vanberkellogistics.nl www.heembouw.nl www.nprc.eu www.smarthublogistics.nl www.portoftwente.com www.eu.nl/ese www.gemeentealtena.nl www.gelderland.nl www.circularports.com www.kieszon.nl www.jansmashipping.com www.datainlogistics.org www.secure-logistics.nl www.waterbouwers.nl www.duravermeer.nl www.vicoma.nl www.segro.com Redactie en advertentie-exploitatie Journalisten Pieter Pulleman, Marc van Rossum du Chattel, Dianne Huijskens, Ger Dreijer, Johan Koning en Sandra Put Jager Media D.A. Arthur Jager Postbus 2711, 7301 EE Apeldoorn M 06 - 223 91 776 E arthur@jagermedia.nl W www.jagermedia.nl Website / Social Media - Blending Media - Monique Jager Fotografie Jager Media Het magazine Havenlocaties Nederland wordt duurzaam geproduceerd. Vormgeving Studio Transparant Havenlocaties 2025 - 5

Van weg naar water: Heylen Warehouses ontwikkelt eigen inland terminal Heylen Warehouses is al meer dan 20 jaar actief als langetermijninvesteerder in duurzaam en flexibel logistiek vastgoed. Onze missie is om toekomstbestendige bedrijfsgebouwen te ontwikkelen, beheren en verhuren op strategische locaties in de Benelux, Frankrijk en Spanje. Door een 360°-aanpak bestrijken wij de volledige vastgoedcyclus, wat ons in staat stelt om maatwerkoplossingen te bieden die inspelen op de evoluerende behoeften van onze klanten en de logistieke sector. Heylen Warehouses: duurzame en innovatieve bedrijfsgebouwen Onze ontwikkelingen sluiten aan bij de verschuiving naar multimodaal transport, waarbij de nadruk ligt op binnenvaart, duurzame energie en efficiënt ruimtegebruik. Twee van onze meest recente projecten, SHIPP 21 in Puttershoek en V-Port Logistic Campus 21 in Vlissingen, zijn voorbeelden van hoe wij bijdragen aan een duurzame toekomst voor de logistieke sector. SHIPP 21 in Puttershoek: nieuwe eigen inland terminal en duurzame energie In Zuid-Holland, tussen de Dordrechtse Kil en de haven van Rotterdam, realiseren wij SHIPP 21, een hoogwaardige industriele campus die (watergebonden) logistiek en (semi-)industriële activiteiten faciliteert. SHIPP 21 staat voor South Holland Inland Port Puttershoek. De campus omvat circa 230.000 m² aan bedrijfsruimte en wordt gefaseerd ontwikkeld om onderdak te bieden aan bedrijven SHIPP 21: South Holland Inland Port. Puttershoek, Hoeksche Waard uit diverse sectoren, waaronder e-commerce, maakindustrie, maritieme toelevering en koel- en vriesopslag. Nick Oude Aarninkhof, Business Development Manager bij Heylen Warehouses: “Wij geloven in de meerwaarde en het belang van multimodaal transport. Daarom herontwikkelen wij de huidige insteekhaven op SHIPP21 tot een volwaardige inlandcontainerterminal van circa 3 hectare (exclusief water).” De nieuwe terminal beschikt over een kadelengte van 220 meter en is geschikt voor binnenvaartcontainermotorschepen met een maximale lengte van 135 meter en een breedte van 14,2 meter (AVV-klasse M11 en CEMT-klasse VIa), evenals koppelverbanden met een maximale lengte van 190 meter en een breedte van 11,45 meter (AVV-klasse C3l en CEMT-klasse Vb). Het containerterrein biedt de mogelijkheid om containers tot vier hoog te stapelen. Deze terminal verbindt SHIPP21 met de havens van Rotterdam, 6 - Havenlocaties 2025

T-Port Waterside op XL businesspark naast de CTT containerterminal Antwerpen en Moerdijk, evenals andere inland terminals in binnenen buitenland. Voor de bedrijven op SHIPP21 en in de omliggende bedrijventerreinen kan deze inland terminal een cruciale rol spelen in de modal shift-strategie. Door watertransport te stimuleren, neemt de afhankelijkheid van wegtransport af, wat leidt tot een aanzienlijke vermindering van CO₂-uitstoot en verkeerscongestie. Michael de Rouw, CEO van BTS Logistics en huurder van Depot 1 op SHIPP 21, benadrukt de voordelen van deze aanpak: “De mogelijkheid om binnenkort gebruik te maken van de insteekhaven is voor ons als huurder een grote meerwaarde. Waterwegtransport verhoogt de efficiëntie en biedt een duurzamere logistieke oplossing. Door de overstap naar binnenvaart kunnen we onze CO₂­uitstoot reduceren en de druk op het wegennet verlichten. Dit zorgt voor een stabielere en voorspelbaardere toeleveringsketen.” SHIPP 21 draagt bij aan de verduurzaming en economische ontwikkeling van de regio. Daarnaast biedt de campus aanzienlijke voordelen voor toekomstige huurders. Door de multimodale ontsluiting met een eigen inland terminal en de focus op duurzame energieoplossingen kunnen bedrijven hun logistieke processen optimaliseren en hun ecologische voetafdruk verkleinen. Bovendien zorgt de strategische ligging nabij belangrijke havengebieden en achterlandverbindingen voor een snellere en efficiëntere distributie. Duurzame Energie-innovaties: ZESpacks en Grid Stabilisatie Naast onze vastgoedontwikkelingen investeren wij in samenwerking met Heylen Energy in innovatieve energieoplossingen. Een van de initiatieven die we aan het verkennen zijn, is het gebruik van ZESpacks. Zero Emission Services), een geavanceerde batterijtechnologie die niet alleen ingezet kan worden voor het elekHavenlocaties 2025 - 7 trificeren van de scheepstransport, maar ook voor stabilisatie van het elektriciteitsnet. De rol van ZESpacks binnen de energietransitie is veelzijdig. Ze dragen bij aan het balanceren van het elektriciteitsnet door fluctuaties in vraag en aanbod op te vangen, vooral nu hernieuwbare energiebronnen zoals zon en wind een steeds grotere rol spelen. Naast het leveren van walstroom en stroomvoorziening voor binnenvaartschepen bieden ze ook een flexibele energieoplossing voor tijdelijke toepassingen, zoals bouwplaatsen en evenementen. SHIPP 21 inland terminal in Puttershoek

Dunkerque Logistic Campus 21, in de haven van Duinkerke. Project under construction. Artist impression Door slimme netwerken en elektrische opslagoplossingen op onze campussen te integreren, wordt de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verder verminderd, wat bijdraagt aan een CO₂-neutrale logistieke infrastructuur. Dries Van Dyck, General Manager bij Heylen Energy, benadrukt het belang van deze innovatie: “Het gebruik van ZESpacks op SHIPP kan niet alleen bijdragen aan de verduurzaming van de scheepvaart, maar ook een sleutelrol spelen in het stabiliseren van het elektriciteitsnet en het aanbieden van flexibele energieoplossingen. Echter, kijken we hierbij nog tegen enkele uitdagingen aan. Maar we zetten Vlissingen V-Port Logistic Campus 21. Artist impression grote stappen vooruit en zien veel potentieel in deze ontwikkeling.” Dit initiatief sluit aan bij bredere ontwikkelingen in Nederland, zoals de uitbreiding van walstroomvoorzieningen en de intensievere samenwerking tussen logistieke hubs en de energiesector. V-Port Logistic Campus 21 in Vlissingen: multimodaal knooppunt voor de toekomst Naast SHIPP 21 ontwikkelen wij, in samenwerking met Borghese Logistics en North Sea Port, V-Port Logistic Campus 21 (V-Port) op een terrein van 284.000 m² in Vlissingen. Wij zien grote potentie in deze locatie en geloven dat V-Port alle eigenschappen heeft om 8 - Havenlocaties 2025

uit te groeien tot een duurzaam multimodaal knooppunt. Dit is met name te danken aan de directe nabijheid van een zeehaven, meerdere inland (container)terminal-operators, treinaansluitingen en een uitstekende ontsluiting via snelwegen. Daarnaast biedt het bestemmingsplan ruimte voor de grootschalige opslag van ADR-goederen en lithium-ion batterijen. Voor de opslag van deze gevaarlijke goederen hebben wij reeds een gedetailleerd plan uitgewerkt. In combinatie met het XXL-magazijn, dat een footprint van 150.000 m² beslaat en op een kostenefficiënte manier kan worden gerealiseerd en aangeboden, vormt deze locatie een unieke kans voor bedrijven die op zoek zijn naar een strategisch gelegen hub. Het biedt hen de mogelijkheid om hun supply chain te optimaliseren en tegelijkertijd te verduurzamen. De toenemende interesse vanuit (maritieme) gebruikers bevestigt onze visie en benadrukt het strategische belang van deze ontwikkeling. Door de gecombineerde expertise van Borghese Logistics en Heylen Warehouses ontstaat een sterke synergie, dat een aanzienlijk ontwikkelingspotentieel biedt met een focus op innovatie en duurzaamheid. Volgens Bob Loohuis van Borghese Logistics is V-Port een van de meest veelbelovende logistieke projecten in Nederland: “De strategische ligging, multimodale mogelijkheden en de grootschaligheid van de locatie die ruime opslagmogelijkheden biedt, maken V­Port een aantrekkelijke locatie voor bedrijven die duurzame en efficiënte supply chain­oplossingen zoeken.” Deze ontwikkeling sluit aan bij bredere initiatieven in Zeeland en Nederland, zoals de vergroening van de binnenvaart en de stimulering van modal shift, waardoor wegtransport verder wordt ontlast en watergebonden logistiek een prominentere rol krijgt in de Nederlandse en Europese supply chain. Grobbendonk, België. Project: Antwerp East Port 21 Nederland als duurzaam logistiek knooppunt: De visie van Heylen Warehouses Met projecten zoals SHIPP 21, V-Port en de mogelijke implementatie van ZESpacks draagt Heylen Warehouses actief bij aan de transformatie van de sector. Onze focus gaat verder dan vastgoedontwikkeling en richt zich op duurzaamheid, efficiëntie en de integratie van geavanceerde technologieën. Onze 360°-aanpak stelt ons in staat om niet alleen hoogwaardige logistieke centra te bouwen, maar deze ook te beheren en te optimaliseren met innovatieve oplossingen. Wij blijven eigenaar van onze ontwikkelingen en zijn daarom intrinsiek gemotiveerd om te investeren in toekomstbestendige gebouwen. Het investeren in energieoplossingen gebeurt met inhouse expertise via ons eigen bedrijf Heylen Energy, dat zich momenteel actief bezighoudt met de implementatie van batterijoplossingen. Daarnaast zijn wij eigenaar van alle zonnepanelen op onze daken, wat ons volledige controle geeft over onze duurzame energievoorziening. Met een langetermijnvisie blijven wij investeren in de toekomst van de logistiek sector en energie, met als doel een duurzaam, efficiënt en innovatief netwerk te creëren waarin bedrijven kunnen floreren. Samen met onze partners en klanten zetten wij de volgende stap in de ontwikkeling van geïntegreerde logistieke hubs die klaar zijn voor de toekomst. << www.heylenwarehouses.com Havenlocaties 2025 - 9

ctp.eu CTPark Amsterdam City: Watertransport als Duurzaam Alternatief voor Vrachtverkeer Duurzame stadslogistiek voor een betere leefomgeving CTPark Amsterdam City, een toonaangevend en prijswinnend duurzaam distributiecentrum, verkent hoe gebundeld vervoer over water kan bijdragen aan een efficiëntere en duurzamere bevoorrading van de Amsterdamse binnenstad. “We geloven dat watertransport een gamechanger kan zijn voor stedelijke logistiek,” aldus CTP. “Door vrachtverkeer van de weg te halen en gebruik te maken van de bestaande infrastructuur van de grachten, kunnen we bijdragen aan een schonere en beter bereikbare stad.” Daarnaast zetten we actief in op duurzame energieopwekking. Wij wekken zelf onze energie op met zonnepanelen, beschikken over walstroom en hebben uiteraard voldoende DC- en AC-laders om ook de vervoersbewegingen over de weg elektrisch en emissievrij te laten verlopen. Binnen onze strategische locatie in de haven van Amsterdam hebben we zes essentiële bedrijfstakken geïdentificeerd: bouw, afvalverwerking, horeca, voedingsmiddelen, retail en e-commerce. Door deze sectoren onder één dak samen te brengen, kunnen we gebundeld vervoer faciliteren. Dit betekent dat goederenstromen efficiënt worden gecombineerd en volledig beladen—niet halfvolle elektrische transportmiddelen, maar geoptimaliseerd transport—over water emissievrij naar de stad kunnen worden gebracht. Om deze strategie te versterken, ontwikkelen we een Urban Logistics Platform dat industrieen en logistieke sectoren koppelt. Dit platform bundelt transportstromen en ondersteunt nieuwe businessmodellen voor efficiëntere en duurzamere stadslogistiek. Een gestructureerde oplossing voor een leefbare stad In een versnipperd landschap van afzonderlijke bedrijfslocaties en bedrijfsverzamelgebouwen groeit de behoefte aan een gestructureerde strategie om de stad leefbaar, bereikbaar en toekomstbestendig te houden. CTPark Amsterdam City biedt deze oplossing. Wij zijn een multimodaal verzamelgebouw dat verschillende logistieke hubs consolideert.

Watertransport: efficiënter en minder belastend voor de stad Met de opkomst van elektrische vrachtwagens en zero-emissiezones worden voertuigen steeds zwaarder, terwijl bruggen en kades beperkingen hebben op het toegestane gewicht. Hierdoor kunnen vrachtwagens gemiddeld nog maar 16-20 rolcontainers per rit meenemen en rijden ze vaak leeg de stad uit. Zo is er in 2024 een proef uitgevoerd met Zoev City en PostNL, waarbij pakketten per boot vanaf CTPark Amsterdam City naar de Appeltjesmarkt werden vervoerd en vervolgens door bezorgers van PostNL met lichte elektrische voertuigen naar de omliggende buurten werden gebracht. Deze pilot laat zien dat gebundeld transport over water niet alleen duurzaam is, maar ook een praktische en efficiënte oplossing biedt voor de stadsdistributie. Toekomstbestendige stadslogistiek CTPark Amsterdam City is ervan overtuigd dat standaardisatie en schaalvergroting essentieel zijn om een efficiënte en rendabele businesscase te ontwikkelen. “Door samenwerking kunnen we een robuust model creëren dat op termijn de norm kan worden in stedelijke logistiek,” aldus CTP. Een enkele boot kan daarentegen gemakkelijk 60 rolcontainers vervoeren en ook gevuld weer terug de stad uit. Dit maakt transport over water bijna zes keer efficiënter dan conventioneel wegtransport, terwijl het tegelijkertijd de druk op wegen, bruggen en kades vermindert. Voor bouwlogistiek biedt dit een belangrijke kans. Een bouwhub kan baat hebben bij watertransport naar bouwlocaties, waarbij schepen fungeren als een vrachtwagen over water. Dit verlaagt niet alleen de verkeersdruk in de stad, maar maakt leveringen op moeilijk bereikbare locaties betrouwbaarder en efficiënter. Voor pakketdistributie is een andere aanpak nodig: een waterbusverbinding met vaste laad- en losplekken voor het efficiënt distribueren van pakketten en goederen in de binnenstad. Het succes hiervan hangt sterk af van de inzet van de gemeente om de juiste strategische locaties aan te wijzen voor deze hubs. Samenwerking met Zoev City voor verdere optimalisatie Wij zijn een partnership aangegaan met Zoev City, een specialist op het gebied van vervoer over water. Zoev City beschikt over waardevolle ervaring met duurzame stadslogistiek en heeft bewezen dat deze logistieke oplossing in de praktijk werkt. Deze expertise vormt een solide basis voor verdere opschaling en optimalisatie. Hoewel er nog geen definitieve afspraken zijn gemaakt, wordt onderzocht hoe een toekomstbestendig model voor stadslogistiek kan worden gerealiseerd. De komende periode zal worden benut om verdere mogelijkheden in kaart te brengen en de haalbaarheid van dit concept te toetsen. “We willen de stad niet alleen logistiek efficiënter maken, maar ook bijdragen aan een gezondere leefomgeving voor iedereen,” besluit CTP. Meer informatie? Neem contact op met: Harm van der Weiden – CTP E harm.vanderweiden@ctp.eu Robert Tiemens INDUSTRIAL real estate partners E robert.tiemens@industrial.nl

‘Om de kansen die er liggen te verzilveren moeten we samenwerken’ Port of Moerdijk: de meest landinwaartse zeehaven van Nederland. Foto Paul Martens 12 - Havenlocaties 2025

Port of Moerdijk is de tweede containerhaven van Nederland en een belangrijk multimodaal knooppunt in Europa aangesloten via weg, spoor, pijpleiding en water. Verbonden met 12 landen en 31 bestemmingen, speelt ook binnen vaart een cruciale rol in de Brabantse haven. De West-Brabant Corridor is inmiddels een bekend succesverhaal. En per dit jaar zijn er nieuwe verbindingen bijgekomen, zoals de Limburg Express, de verbinding tussen Moerdijk, Born en Venlo en een nieuwe binnenvaartverbinding tussen Moerdijk en Duisbrug. “Samenwerken is telkens de sleutel tot succes”, zegt Commercieel Manager Logistiek, Kyra Lemmens van het Havenbedrijf Moerdijk. Kyra Lemmens, Commercieel Manager Logistiek, Havenbedrijf Moerdijk H et gaat goed met de haven van Moerdijk en samenwerken is één van de pijlers onder dat succes, legt Lemmens uit. Ze noemt de West-Brabant Corridor als lichtend voorbeeld. “De grote carriers krijgen voorrang bij de deepsea-terminals, waardoor binnenvaartschepen soms lang op hun beurt moeten wachten. Door containerlading te bundelen op één binnenvaartschip krijg je een fixed window bij de deepsea terminal en vermijd je wachttijden. Het zorgt voor een betrouwbaardere lijndienst, verlaagt de kosten en verhoogt de betrouwbaarheid van de bargeverbindingen.” Kans De West-Brabant Corridor is een samenwerkingsverband van vier inland terminals: Tilburg, Oosterhout, Moerdijk en Bergen-op-Zoom. Jaarlijks bundelen Barge Terminal Tilburg, Oosterhout Container Terminal en Combined Cargo Terminals in Moerdijk circa 400.000 TEU op het traject van en naar de Rotterdamse haven. Daarmee vormt de dienst een belangrijke verbinding tussen de Rotterdamse haven en de diverse (logistieke) bedrijven in de Brabantse regio. “Belangrijk bijkomend voordeel van het bundelen is dat het milieuwinst oplevert omdat er minder schepen nodig zijn, en er minder vervoer over de weg plaatsvindt.” Dat laatste is een actueel thema, “Door containerlading te bundelen op één binnenvaartschip krijg je een fixed window bij de deepsea terminal en vermijd je wachttijden.” Havenlocaties 2025 - 13

Port of Moerdijk doet naast containers ook (break)bulk en (chemische) vloeistoffen “Het is belangrijk dat we samen naar nieuwe verbindingen blijven zoeken om lading van de weg naar het water te krijgen.” legt ze uit. “Er staat veel onderhoud aan wegen, bruggen en tunnels op de planning. Dat gaat ongetwijfeld voor veel files zorgen. Daarom is het belangrijk dat we samen naar nieuwe verbindingen blijven zoeken om lading van de weg naar het water te krijgen.” Het helpt niet dat de wegtransporttarieven op dit moment relatief laag zijn, vindt Lemmens. “Maar het wegtransport kampt ook met bedreigingen, zoals vergrijzing onder de chauffeurs en de kilometerbeprijzing. Dat zorgt ervoor dat dit een kans is voor de binnenvaart. Om die te verzilveren moeten we wel samenwerken.” Oproep “Dat is ook mijn oproep aan de NVB-leden: zorg ervoor dat we elkaar beter leren kennen. Wat kunnen we samen doen, welke stromen kunnen we bundelen? In 2023 zijn we in Moerdijk gestart met overlegtafels. Je ziet dan tijdens de netwerkborrel de connecties ontstaan. Daar werd ook geopperd om een lijndienst op Duisburg te starten. Een nieuwe dienst opstarten, vraagt om durf en lef. Enkele ondernemers hebben het aangedurfd dat ondernemersrisico aan te gaan. Bij een nieuwe verbinding wil je zo snel mogelijk de frequentie verhogen. Meerdere afvaarten per week verminderen het risico voor verladers en zorgen voor meer volume. Vanuit het Havenbedrijf ondersteunen we dat soort initiatieven van harte.” Zo vaart de dienst van en naar Duisburg op dit moment drie keer per week. 14 - Havenlocaties 2025

De ms. Tranquilo op de nieuwe lijndienst tussen Moerdijk en Duisburg Gesprekken met andere havens “Zelf zoeken we in de MIRT Goederenvervoercorridors Zuid, Oost en Zuidoost de samenwerking op met andere havens. In die gesprekken hebben we het over de uitdagingen waarvoor we gezamenlijk staan en bespreken we mogelijke oplossingen. We praten ook over onderwerpen als digitalisering en hoe kunnen we het schippers eenvoudiger maken. Daarnaast zitten we in een subsidieproject voor het optimaliseren van de spoorverbinding in het havengebied, en wordt onderzocht hoe we diesellocs voor het shunten van de ‘last mile’ in de haven kunnen vervangen voor een hybride exemplaar en zo de haven verder kunnen verduurzamen. Ook worden er gesprekSpoor is een belangrijke aanvulling op shortsea en binnenvaart Havenlocaties 2025 - 15

Save the date NVB JAARCONGRES 2025 Vrijdag 3 oktober Locatie: wordt nog bekendgemaakt Hosted by Port of Moerdijk Houd de Linkedin pagina van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens in de gaten!

De Alphenaar vaart elektrisch tussen Moerdijk en Alphen aan de Rijn ken gevoerd met andere havens, zowel in Nederland als daarbuiten, om nieuwe bestemmingen en verbindingen te onderzoeken. Waar kansen worden gezien, wordt dan meteen het havenbedrijfsleven betrokken. Zij zijn het die het tenslotte moeten gaan doen.” Dat Moerdijk óók een zeehaven is, is niet bij iedereen bekend, weet Lemmens. “Maar met een diepgang van 8,9 meter zijn we Port of Moerdijk ontstond eind jaren 60. De haven is uitgegroeid tot een industrieel cluster van internationale allure en is sinds jaar en dag een van de logistieke hotspots van Nederland. De relatief jonge haven is de enige zeehaven van Brabant en richt zich in zijn strategie op shortsea-verbindingen. Naast shortsea vormen buisleiding, spoor en binnenvaart belangrijke modaliteiten en is ook de goede bereikbaarheid over weg van belang om in de markt bekend te staan als een bereikbare, congestie-arme en flexibele haven. Het haven- en industrieterrein Moerdijk is opgedeeld in clusters als het Industrial Park, Ecopark en Seaport. Nieuwe bedrijven die zich willen vestigen moeten passen binnen deze clusters en voldoen aan duurzaamheidscriteria aangezien het havenbedrijf voorop wil lopen op gebied van circulaire economie. Zo voldoet ook het nieuwe Logistiek Park Moerdijk (LPM) aan hoge maatstaven en kent het gebied een BREAAM-Very Good certificering. Het LPM dat momenteel aan de andere zijde van de A17 in de oksel met de A16 gerealiseerd wordt, is met de haven verbonden via een interne baan, waar straks alleen vrachtverkeer toegang toe heeft om zo verder bij te dragen aan bereikbaarheid en milieudoelstellingen. een typische shortseahaven.” De haven is om meerdere redenen van belang voor de Nederlandse economie, legt ze uit. “Moerdijk is één van de vijf Nederlandse zeehavens van nationaal belang verenigd in de BOZ en een grote multimodale hub, met bargeen spoorverbindingen. Er zijn hier shortsea-verbindingen naar eenendertig bestemmingen in twaalf landen en ook meerdere railverbindingen. Transportbedrijf Schavemaker biedt zes keer per week een dienst aan tussen Moerdijk en Polen. Shortsea-rederij A2B-online Container B.V. is in januari een railverbinding tussen Moerdijk en de regio Milaan gestart. “Die gaat op dit moment drie keer per week en deze treinverbindingen sluiten weer aan op de shortsea-verbindingen die worden aangeboden via de haven van Moerdijk. Dat alles maakt dat Moerdijk een belangrijke draaischijf is in allerlei vervoersstromen voor Europa. << www.portofmoerdijk.nl ‘Moerdijk is een belangrijke draaischijf in allerlei vervoersstromen’ Havenlocaties 2025 - 17

Binnenvaart: de stille motor achter Europa’s energietransitie en grondstoffentransport Geschreven door Jeannette Baljeu, VVD-Europarlementariër. Lid van de interne marktcommissie, de milieucommissie, en de transportcommissie. Voormalig gedeputeerde bij de provincie Zuid-Holland en wethouder in Rotterdam. Europa staat voor een grote omslag: van fossiele energiebronnen en lineaire productiesystemen naar duurzaam opgewekte energie en circulair gebruik van grondstoffen. Windparken op zee en waterstofhubs in zeehavens trekken daarbij veel aandacht, maar een onmisbare schakel blijft vaak onderbelicht: de binnenvaart. Binnenhavens vormen de plek waar nieuwe industriële clusters ontstaan, bestaande ecosystemen groeien en cruciale grondstoffen ononderbroken aan- en afgevoerd worden. Daarmee zijn zij in mijn ogen de stille, maar essentiële motor voor Europa’s duurzame en concurrerende industrie van morgen. Innovatie op het water De binnenvaart is allang niet meer alleen een ‘traditionele’ sector. In de praktijk zien we inspirerende voorbeelden van bedrijven en schippers die met innovatieve oplossingen voorop willen lopen in de verduurzaming. Een sprekend voorbeeld is de ‘H2 Barge 1’, het eerste waterstof-elektrische binnenvaartschip ter wereld. Dit schip kwam tot stand dankzij de nauwe samenwerking tussen sportmerk Nike en Future Proof Shipping en laat zien dat ook op de rivieren en kanalen de energietransitie gaande is. Een ander voorbeeld is de VOF Sympathie Shipping van binnenvaartschipper Eric van Dam, die samen met partners in de graanketen de stap heeft gezet naar varen op HVO100, een duurzame biobrandstof. Zulke initiatieven laten niet alleen zien hoe binnenvaartondernemers hun uitstoot verder kunnen terugdringen, maar ook hoe ze bijdragen aan een sterke en schonere industrie in Europa. Binnenhavens als katalysatoren Havens hebben van oudsher een enorme aantrekkingskracht op economische activiteit, en binnenhavens vormen daarop geen uitzondering. Door hun strategische ligging aan goed onderhouden waterwegen zorgen ze voor betrouwbaardere logistiek, lagere transportkosten en minder CO₂uitstoot. Het is dus niet voor niets dat we spreken over de ‘chemische driehoek’ die Rotterdam, Antwerpen en het Rhein/Ruhrgebied met elkaar verbindt. Deze regio fungeert als strategische kern van de Europese chemiesector en profiteert optimaal van het dichte netwerk aan vaarwegen. Binnenhavens zijn daarbinnen niet alleen doorvoerpunten, maar ook plekken waar bedrijven 18 - Havenlocaties 2025

elkaar vinden, kennis delen en nieuwe industriële clusters ontstaan. De chemische industrie - vaak aangeduid als de ‘industrie van de industrieën’ - is overal in verweven: van smartphones en windmolens tot medicijnen en elektrische auto’s. In een tijd waarin we ons richten op CO₂-reductie en de ontwikkeling van duurzame technologieën zoals waterstof en biobased materialen, neemt de behoefte aan betrouwbare aanvoer van chemische bouwstenen alleen maar toe. Juist dan is een efficiënte en veilige logistiek onmisbaar. Een kans voor de binnenvaart als je het mij vraagt. Koers naar de Clean Industrial Deal De Europese Commissie werkt aan de zogeheten Clean Industrial Deal, waarvan de publicatie op het moment van schrijven nog op zich laat wachten. Deze strategie moet schetsen hoe Europa haar industrie vernieuwt, verduurzaamt en vooral toekomstbestendig maakt. In een uitgelekt concept lezen we dat de Commissie in 2025 bovendien met een Chemicals Industry Package komt, waarin de chemische sector formeel wordt erkend als ‘industrie van de industrieën’ en onmisbaar voor talloze innovaties op het gebied van klimaat en energie. De Commissie wil met ‘gerichte initiatieven’ zowel productie als innovatie op Europese bodem versterken. Een stabiele toelevering van kritische grondstoffen en een duurzame, geïntegreerde transportketen zijn daarin onmisbaar. Zonder een sterk transportnetwerk van binnenhavens en schepen bestaat de kans dat onze industrie naar elders verplaatst. Vlootvernieuwing en financiering De binnenvaart kan een grote bijdrage leveren aan de energietransitie, maar moet daarvoor ook de eigen vloot blijven vernieuwen. Dit vraagt om forse investeringen, zeker voor kleinere familiebedrijven die hun hele bedrijfsvoering en pensioenen in één schip hebben zitten. De businesscase voor vergroening moet dus kloppen. Als Europarlementariër wil ik me inzetten voor het Foto Danny Cornelissen Havenlocaties 2025 - 19 idee van een Europees binnenvaartfonds, om juist die kleine mkb’ers te helpen bij de financiering van schonere motoren, nieuwe brandstoffen of digitaliseringsprojecten. Ik wil hierover graag verder in gesprek met de sector, de Europese Commissie en investeerders om te kijken hoe we samen de transitie kunnen versnellen. Naar een Europese chemicaliënstrategie voor de binnenvaart? De aangekondigde Clean Industrial Deal en de Europese Havenstrategie onderstrepen de sleutelpositie van binnenhavens in het industrie- en klimaatbeleid. Toch is er méér nodig dan algemene ambities: we hebben een gerichte aanpak nodig, specifiek voor de chemische keten en de binnenvaart. Met het Chemicals Industry Package erkent de Commissie de fundamentele rol van chemie. Als we die koppelen aan een doordachte strategie voor binnenvaart – waar onder andere vlootvernieuwing, modal shift en veiligheidseisen samenkomen – kunnen we de chemische industrie blijvend verankeren in Europa. Zo’n geïntegreerde aanpak versterkt de leveringszekerheid van grondstoffen, vermindert congestie op de wegen en zorgt voor een flinke CO₂-reductie. Met binnenhavens als logistieke knooppunten en aanjagers van innovatie kunnen we de concurrentiekracht van de Europese industrie veiligstellen in een snel veranderende wereld. Aan de slag Kortom, de contouren van de Clean Industrial Deal en het Chemicals Industry Package zijn veelbelovend. Willen we echt een toekomstbestendige chemische industrie en circulaire economie in Europa, dan moeten we vol inzetten op binnenhavens en binnenvaart. Ik ga hierover graag met u in gesprek, zodat we deze sector de plek in Brussel kunnen geven die het verdient. Dus ik zeg: aan de slag! <<

Transitie naar duurzaam vervoer over water: MHS versterkt de binnenvaart De transitie van fossiele naar hernieuwbare energie is onvermijdelijk, maar zeker niet gemakkelijk. MHS wil het proces versnellen, met een ‘dreamteam’ van overheden, bedrijfsleven en experts die helpen om de barrières die duurzame logistiek over water in de weg staan te slechten. De eerste succesvolle projecten zijn een feit en nu is het tijd om op te schalen. N 20 - Havenlocaties 2025 ederland kent een groot aantal logistieke uitdagingen. Dan moet je denken aan congestie, uitstoot van schadelijke stoffen, drukke wegen en inefficiënte logistiek. Voeg daarbij dat waterwegen onderbenut zijn en de oplossing ligt voor de hand. Stichting MHS is de organisatie die de transitie naar optimaler gebruik van vaarwegen mogelijk maakt. De letters MHS staan voor Metropolitan Hub System. Het is een stichting met een indrukwekkende achterban. De provincies Utrecht, Noord en Zuid Holland ondersteunen. Ze werken samen met bedrijven als KOTUG International, Renewi, Jansma Shipping, ChecksMade, Circle Line Logistics en diverse verladers. Onderzoek doet MHS ook met de TU’s en Hogescholen. Peter de Bruijn is bestuurder van MHS. Daarnaast is hij de medeoprichter van Circle Line Logistics, en City Barge. Hij vat het doel van MHS krachtig samen: “Wij ontwerpen eigenlijk een nieuwe emissievrije infrastructuur. Met inzet van modulaire E-Pusher/duw

Om die samenhang te creëren en de transitie te realiseren kunnen alle overheden MHS inschakelen. Ook bedrijven en kennisinstellingen zijn van harte welkom. Tomas te Velde is bestuurder bij MHS. Hij heeft een boeiend curriculum. Hij is opgeleid als industrieel ontwerper. Aan de TU Delft was hij teammanager van het Solar Boat Team. Tegenwoordig is hij directeur-eigenaar van Make Day, hij helpt bedrijven bij strategische veranderingen. “MHS helpt bij het verduurzamen van logistieke vraagstukken met een integrale aanpak”, zegt hij. Het sleutelwoord bij die integrale aanpak is volgens MHS: ladingstroom-coalities. In zo’n coalitie zitten alle stakeholders van een specifieke ladingstroom. Overheden, bedrijven en kennisinstellingen werken intensief samen voor een beter gebruik van vaarwegen. Dit is belangrijk omdat een puntoplossing geen verschil maakt, zo stelt Tomas. Oplossingen moeten als systeem in elkaar grijpen om succesvol te zijn. Daarom moeten overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen het samen doen. De coalitie komt wekelijks een half uurtje samen. Tomas: “Ik stel bij het begin van het proces de vraag of we dit samen willen. Die vraag wordt natuurlijk positief beantwoord. Later stel ik hem steeds weer, willen we dit samen? Dan worden er dingen mogelijk die je van te voren niet bedacht had.” Het doel van deze innovatieve aanpak is het creëren van logistieke diensten met een goede balans tussen weg en water, samen met bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Bij coalities kan je denken aan publiek-private samenwerking rond specifieke ladingstromen zoals bouw, afval, retail, food, pakketten en passagiers. Grote bouwbak combinaties kan elk type lading over water worden vervoerd.” Peter loopt voorop, in zijn denkbeelden over emissieloos transport. Hij heeft inmiddels afscheid genomen van het begrip ‘modal shift’. Hij legt het uit: “Bij de keuze voor logistieke modaliteiten moet je uitgaan van bestaande goederenstromen en die op een zo efficiënt mogelijke manier van A naar B vervoeren, met als uitgangspunt dat het emissieloos is.” Daarom gaat MHS uit van ‘varen als het kan, rijden als het moet’. Maar Peter kijkt nog een stap verder, want je kan goederen ook emissievrij per spoor of pijpleiding verplaatsen. “Ik spreek dan ook liever van modal choice, dan van modal shift.” In het huidige Nederland zijn er nog teveel vervoerstromen over de weg, terwijl vervoer over water efficiënter kan zijn. Om water beter te benutten is er afstemming nodig tussen vervoerder, ladingeigenaar en overheden. Peter: “Er zijn veel initiatieven vanuit verschillende overheden en logistieke partijen gestart, maar de samenhang ontbreekt.” Havenlocaties 2025 - 21

Een succesvol voorbeeld van een project waarbij een goederenstroom op emissieloze wijze tot stand gebracht is, is de Witte Singel in Leiden. Peter: “Leiden is leuk en overzichtelijk. De gemeente is blij hoe we dit project hebben opgestart met de coalitie eromheen.” De opdrachtgever van het project was de Universiteit Leiden. Die bezit veel vastgoed in het centrum van de stad. Via bestaande duwbakjes en de innovatieve E-Pusher CityBarge werd sloopafval in containers naar de rand van de stad gevaren, waar die op een vrachtwagen werd geladen en afgevoerd. Daarbij is efficiënt gebruik gemaakt van de waterwegen in de stad, zonder uitstoot van schadelijke stoffen. In de coalitie zaten onder andere de universiteit Leiden, de gemeenprojecten, nieuwbouw of verduurzaamheidsopgaven zijn kansrijke situaties voor het creëren van dit soort gelegenheidscoalities om de omvangrijke goederenstromen op een efficiënte en emissieloze manier te organiseren. MHS partner Circle Line Logistics heeft alle logistieke kennis en kunde in huis. Samen met de coalitiepartners ontwikkelen zij de emissievrije dienst. Het dreamteam maakt samen met de coalitie een integraal plan met hubs, hard- en software. Tomas: “Zo’n dreamteam is een unieke combinatie van intrinsiek gemotiveerde mensen die allemaal competenties inbrengen die nodig zijn om de transitie te ondersteunen.” De goederenstroom wordt in kaart gebracht, er wordt nagedacht over het combineren van stromen. Er worden tijdelijke of permanente hubs bedacht. En er wordt nagedacht over laadinfrastructuur voor elektrische vaartuigen. te, de provincie, de aannemer Constructif en afvalverwerker Renewi. “Eigenlijk is het een heel basaal proces, wat is er nodig? Is er een aanleglocatie nodig? En dan moeten we gaan kijken, afspraken maken over de plek aan de rand van de stad om over te slaan. Dan ga je kijken naar het bestemmingsplan, en naar vergunningen. Maar omdat iedereen aan tafel zit, heb je hele korte lijnen en kan iedereen zijn ding doen.” Snel schakelen dus, in optima forma. Het project toont aan dat de gevolgde strategie direct leidt tot meetbare maatschappelijke rendementen. En dat met beperkte middelen. Samen met de eerdere ervaringen met bouwlogistiek in Utrecht heeft het concept van de E-Pusher/duwbakcombinatie zich in de praktijk bewezen, vindt Peter. En inmiddels is op de Zaan de grotere variant, de E-Pusher M, in productie gegaan. “Je kan de E-Pusher nu overal tegenkomen: op vijvers, een hofvijver, op grachten, rivieren en kanalen.” Eén van de grote knelpunten bij de transitie naar schoon vervoer over water is de financiering voor het verduurzamen van schepen en overslaglocaties. Om deze uitdaging aan te pakken, heeft MHS Almar van Herk aan boord gehaald. Vanuit MHS richt hij zich 22 - Havenlocaties 2025

specifiek op financieringsvraagstukken. Voorheen werkte Almar bij KOTUG en was samen met MHS betrokken bij de ontwikkeling van de KOTUG E-Pusher, een elektrische duwboot. Momenteel is hij mede-eigenaar van Jansma Shipping. Als voorbeeld van één van de bedreigingen benoemt Almar de huidige vloot aan binnenvaartschepen. Hij voorziet in de komende jaren problemen bij het operationeel houden daarvan. “Van de ongeveer vijfduizend binnenvaartschepen die onder Nederlandse vlag varen, behoren er zo’n drieduizend tot de CEMT-klasse I tot en met IV”, legt hij uit. CEMT is de indeling van binnenvaartschepen in een aantal standaardtypen, uitgaande van de afmetingen van vaarwegen in Europa. “Die drieduizend schepen zijn relatief klein met een gemiddelde leeftijd van meer dan vijftig jaar.” Almar stelt dat door de hoge leeftijd van deze schepen traditionele financiering voor verduurzaming vaak niet meer beschikbaar is. “En juist dit formaat schepen biedt kansen voor regionaal transport over water.” Hij benadrukt dat, om de doelstellingen van de modal shift en het nationale klimaatbeleid te halen, er naast technische innovaties ook alternatieve financieringsvormen nodig zijn. “Als we willen dat een groter deel van de goederenstromen via water verloopt, moeten we nadenken over nieuwe financieringsmodellen die de toekomst van de binnenvaart en onze binnenvaartschippers waarborgen.” De integrale aanpak van MHS kan daarbij helpen. Peter: “We kijken naar het volume dat voor de hele regio vervoert moet worden en ontwerpen daarvoor een optimale emissievrije logistieke infrastructuur. Daarbij maken we gebruik van bestaande schepen die verduurzaamd zijn en van nieuwe elektrische duwboten. Wij geloven dat dit ‘infrastructuur denken’ aantrekkelijk is voor investeerders.” Uiteraard gaat het niet allemaal vanzelf. Peter: “Onze integrale manier van werken is onbekend is, dat leidt tot weerstand. Zo moeten overheden diep nadenken hoe ze dit moeten financieren, want zoiets lijkt al gauw staatssteun. En ondernemers in de logistieke sector moeten op zoek naar nieuwe verdienmodellen.” Wat helpt is dat de eerste E-Pusher/duwbak combinaties al varen, zodat men in de praktijk kan ervaren dat het ‘nieuwe varen’ ook echt werkt. Het vergroenen van transport over water kan wel een impuls gebruiken, net als het efficiënter organiseren van goederenstromen. Verladers, bouwbedrijven, gemeenten, havens en binnenvaartschippers kunnen contact opnemen met MHS voor een quick scan van de ladingstromen. De specialisten van MHS vertellen daarna snel of transport geschikt is voor een ladingstroomcoalitie. Een duurzamer logistiek proces begint met één mail of telefoontje. Voor informatie over kunt u terecht bij het team van MHS: Peter de Bruijn: +31 655722880, peter.debruijn@metropolitanhubsystem.nl Tomas te Velde: +31 655307662, tomas.tevelde@metropolitanhubsystem.nl www.metropolitanhubsystem.nl Havenlocaties 2025 - 23

De ongekende mogelijkheden van Port of Utrecht De provincie en gemeente Utrecht denken dat er veel winst te behalen valt met een intensiever gebruik van de waterwegen in en rond de stad. Op het water is veel logistieke capaciteit beschikbaar, in tegenstelling tot het wegennet dat al maximaal benut wordt. G emeente en provincie hebben zich verenigd in Port of Utrecht, een samen werkingsverband waarin ook Rijkswaterstaat en de gemeenten Stichtse Vecht en Nieuwegein participeren. Onder het motto ‘Varen waar het kan, rijden als het moet’, probeert Port of Utrecht de modal shift in de stadsregio Utrecht handen en voeten te geven. Dat is onder andere ingegeven door de enorme bouwopgave waar de provincie voor staat, de komende vijftien jaar moeten er ruim 150.000 woningen bijkomen. Alleen al de logistieke stromen voor dit bouwproces zijn een extra belasting voor het al intensief gebruikte wegennet. Door een belangrijk deel van die stroom over water af te wikkelen wordt de druk op het wegennet verminderd. Met schoon vervoer over water wordt er ook nog een bijdrage geleverd aan de luchtkwaliteit en het bereiken van klimaatdoelen. 24 - Havenlocaties 2025 De regio Utrecht heeft een eeuwenoud netwerk van waterwegen. Het centrum van de stad, met zijn kenmerkende werfkelders, ontleent er deels zijn bestaan aan. Die grachten kan je nog steeds benutten voor schone stadsdistributie. Dat gebeurt al voor de horeca en de afvoer van afval. Maar er zijn meer kansen, bijvoorbeeld bij bouwprojecten in het centrum of de gebundelde bevoorrading van winkels. Niet alleen in het centrum van Utrecht zijn er kansen. Met het Merwedekanaal, de Vecht, de Lek en het Amsterdamrijnkanaal zijn er legio mogelijkheden voor plaatsen als Maarssen, Breukelen en Nieuwegein. Port of Utrecht wil die kansen aanjagen. Berend van Heezik is de nieuwe programmadirecteur en het boegbeeld van Port of Utrecht. Vervoer over water met bouwmaterialen voor de binnenstad van Utrecht “Ik heb een beetje een dubbele pet, want ik ben ook logistiek makelaar voor de gemeente Utrecht. En die is natuurlijk ook mede-oprichter van Port of Utrecht.” Port of Utrecht is daarnaast actief binnen het Metropolitan Hub System (MHS), een interregionaal samenwerkingsverband om vervoer over water te stimuleren. “De ruimte in stedelijk gebied wordt steeds schaarser en de ruimte die er is wordt intensief gebruikt door verschillende belanghebbenden”, zegt Berend. “Dat speelt bijvoorbeeld bij binnenstedelijk bouwen, waarbij er amper ruimte is voor de materialen van de bouwers.” Volgens hem kan vervoer over water dan een goede oplossing zijn, zodat de overlast zo klein mogelijk is. “Aanvoer gebeurt dan via logistieke hubs aan de rand van het stedelijk gebied. Port of Utrecht ondersteunt hierin en brengt private en publieke sector samen.” Berend en zijn collega zijn er ook om ondernemers te helpen bij de modal shift. Een overstap van truck naar schip gaat vaak gepaard met koudwatervrees, ondernemers varen op routine en kiezen met een vrachtauto voor de bekende weg. Met een beetje hulp van Port of Utrecht kunnen nieuwe wegen en ideeën worden verkend en gerealiseerd. <<

Stuwen cruciaal voor scheepvaart op de Maas Schippers herkennen de situatie maar al te goed: elke zomer komen er weer berichten over lage waterstanden op de Waal en de IJssel. Ze kunnen dan minder diep afladen en het vervoer wordt duurder. Gelukkig kunnen schepen dan vaak uitwijken naar de Maas want die rivier is gestuwd en heeft dus geen diepgangbeperkingen. Met dank aan 7 stuwen die al 100 jaar zorgen dat het hele jaar rond scheepvaart mogelijk is op de Maas. Voorgeschiedenis Begin 20e eeuw werden er plannen gemaakt om Zuid-Limburg beter bereikbaar te maken voor de scheepvaart. Voornaamste drijfveer was vooral het transport van steenkool vanuit het zuiden naar de rest van het land. In 1915 werd een wet aangenomen die het sein op groen zette voor de aanleg van diverse kanalen en 7 stuwen op de Maas. Tussen 1921 en 1936 heeft Rijkswaterstaat op 7 locaties stuwen en sluizen gebouwd. Zo werd de Maas het hele jaar door bevaarbaar voor de schepen met steenkool. Zonder de stuwen zou het waterpeil in de Maas vaak te laag zijn; geen stuwen, betekent Linne Stuw ©Rijkswaterstaat-FlyingEye.eu dus eigenlijk geen scheepvaart… Tijd eens aandacht te geven aan deze bijzondere objecten in de Maas en aan wat Rijkswaterstaat doet om deze te onderhouden. Kunstmatig waterpeil Door de stuwen kunnen we het waterpeil in de Maas kunstmatig hoog houden. Dit is een groot verschil met de IJssel en de Waal; dat zijn geen gestuwde rivieren. Met beweegbare schuiven in de stuwen kunnen we meer of minder water tegenhouden. Het waterpeil wordt 24 uur per dag in de gaten gehouden. Havenlocaties 2025 - 25

Zelfs in tijden van droogte blijft zo scheepvaart mogelijk op de Maas. Wel kennen we dan beperkingen zoals minder vaak schutten. Bij hoogwater zetten we de stuwen juist helemaal open. De scheepvaart kan dan via de stuwen varen, in plaats van via de sluizen. Andere functies De stuwen hebben niet alleen effect op de scheepvaart. Zo zorgen de stuwen in tijden van droogte dat landbouw en natuur in het Maasgebied niet zo snel verdroogd. Ook blijft er heel lang water beschikbaar voor de industrie en elektriciteitscentrales. Op twee locaties zijn er waterkrachtcentrales die groene stroom kunnen opwekken. En uiteraard zorgen de stuwen er voor dat ook ’s zomers voldoende voorraad aanwezig is voor de bereiding van drinkwater. Niet goed voor riviernatuur Stuwen hebben een negatief effect op de riviernatuur. Zo is door de stuwen de stroming van het water veel minder geworden en dat is juist belangrijk voor planten en dieren die in de Maas thuishoren. Een ander effect is het feit dat veel vissen die moeten migreren (trekken van bijvoorbeeld de zee naar riviertjes in het binnenland) bijna letterlijk hun neus tegen de stuwen stoten. Er zijn wel vistrappen aangelegd bij alle stuwen, maar dat is nog niet ideaal. Rijkswaterstaat kijkt hoe deze, en andere effecten, kunnen worden verbeterd, onder meer via het programma Kaderrichtlijn Water. Onzichtbaar en onmisbaar De stuwen zijn nu zo’n 100 jaar oud en voor veel mensen een vanzelfsprekendheid in de rivier. Maar om ze betrouwbaar en functioneel te houden is groot onderhoud nodig, zoals het vervangen van de jukken en schuiven. Dat zijn flinke projecten, waar de gebruikers van de Maas meestal maar weinig van ervaren. Maar als ze er níet zijn of niet goed werken is hun ‘onzichtbare’ en onmisbare functie goed merkbaar. Denk maar aan de aanvaring bij stuw Grave eind 2016. Of recenter; het schip dat tegen stuw Borgharen voer, in oktober vorig jaar. Een deel van de Maas kreeg daarbij een ongekend lage waterstand, wat ook goed te merken was op de Maas in Maastricht. Onderhoud stuwen We zijn al een aantal jaren bezig met groot onderhoud aan de stuwen in Borgharen, Linne, Roermond, Belfeld, Sambeek Grave en Lith. Dit zijn projecten die miljoenen kosten en met name tijdens de laagwaterperiode kunnen worden uitgevoerd. Die periode loopt grofweg van april tot oktober. Een greep uit de werkzaamheden: - Bij Borgharen hebben we de bodem hersteld en de scheepvaartopening; dit is de grootste opening in de stuw. De aanvaring van vorig jaar oktober zorgt ervoor dat we dit jaar opnieuw de bodem moeten herstellen. 26 - Havenlocaties 2025

Techniek Een stuw is een afdamming en houdt het water in de Maas ‘vast’. Schuiven in de stuw kunnen open om meer of minder water door te laten. In Nederland hebben stuwen vaak een Poirée deel en een Stoney deel. Het Poirée gedeelte bestaat uit stalen schuiven die boven elkaar, tussen stalen jukken zitten. De jukken zijn de staanders die op de bodem van de Maas staan. Afhankelijk van de afvoer van de Maas kunnen er rijen schuiven worden verwijderd tot dit deel van de stuw, inclusief jukken, geheel verwijderd is. Dan is de stuw gestreken en kan de scheepvaart over dit deel van de stuw varen. Het Stoney gedeelte van de stuw is het hogere deel met betonnen pijlers. Hierin zit het mechanisme waarmee de schuiven worden ingesteld. Deze torens blijven altijd staan. Vistrap Bij iedere stuw is ook een vistrap aangelegd. Veel vissen migreren tussen de beek en rivier en/of zee. Ze komen bijvoorbeeld terug naar hun geboortegrond om te paaien. Met de vistrappen willen we de anders onoverbrugbare locatie die de stuw is, verbeteren, zodat ook de vissen van A naar B kunnen. - In Linne vervangen we onder meer alle schuiven van de Stoney. Dat wordt over drie jaar verdeeld, dit is het tweede jaar. - In Roermond hebben we in 2023 de jukken vervangen waarbij we een tijdelijke dam hadden aangelegd. Daar wordt dit jaar oa een nieuwe stuwkraan geïnstalleerd. - Bij Belfeld worden de bedieningsbruggen verwijderd om te worden geconserveerd. In de bedieningsbruggen zit het mechanisme verwerkt waarmee de schuiven kunnen worden ingesteld. Dit gebeurt vanuit de bediencentrale in Maasbracht. We vernieuwen ook deze schuiven. - Bij stuw Sambeek is een deel van de schuiven al vervangen, het volgende deel komt volgend jaar aan bod. - Stuw Grave heeft vorig jaar 20 nieuwe jukken en 60 nieuwe schuiven gekregen. Dit jaar worden verschillende aandrijfwerken vervangen. - Stuw Lith ten slotte, hier zijn de besturingssystemen vorig jaar vervangen en diverse zaken hersteld. Toekomst Een betrouwbare vaarweg betekent dat Rijkswaterstaat als beheerder ook een strategie moet hebben voor de lange termijn, waarbij we kijken naar 2030 - 2070. ADVERTENTIE Welke eisen en wensen passen bij een toekomstbestendig stuwensysteem? Zoals het effect van klimaatverandering, ontwikkelingen in de scheepvaart, wensen voor toekomstige bediening, beheer en onderhoud en ecologie. Deze ontwikkeling en het werk aan de stuwen zelf pakken we natuurlijk op samen met de markt. Die combinatie zorgt voor het beste resultaat. Naast onze focus op de stuwen zelf kijken we ook breder: BluePorts Zonder gestuwde Maas geen scheepvaart en dus geen havens en zonder havens is de Limburgse Maas als vaarweg van veel minder belang. Vandaar dat Rijkswaterstaat al jaren samenwerkt en -denkt met BluePorts. BluePorts is het samenwerkingsverband van ver schillende Limburgse Havens met lokale en regionale overheden, bedrijven en branchevertegenwoordigers (zie ook www. circularports.com). We pakken gezamenlijk diverse vraagstukken op om zo te werken aan een toekomstbestendige goederencorridor. << Meer weten over de stuwen? Dat kan bv via: www.rijkswaterstaat.nl/maasstuwen op www.youtube.com bij de serie ‘O, zit dat zo!’ onder: sluizen in de rivier op www.youtube.com bij de serie ‘#hoedan?!’ onder: een stuw repareren Havenlocaties 2025 - 27

Brabant Ports biedt binnenhavens houvast op weg naar een duurzame toekomst Zo’n 590.000 containers, 34 miljoen ton droge bulk en 7 miljoen ton liquide bulk: dat zijn de indrukwekkende hoeveelheden die jaarlijks in de Brabantse binnenhavens worden verwerkt. Het aantal containers dat via de zeehavens naar en door Brabant wordt vervoerd zal door alle ontwikkelingen in de wereld en in de havens van Rotterdam en Antwerpen de komende 10-15 jaar verdubbelen. Gelijktijdig staan we voor grote uitdagingen op weg naar een duurzame samenleving en een circulaire economie. De binnenvaart en de binnenhavens kunnen hierin een grote rol spelen. Door het bundelen van krachten en kennis kunnen de Brabantse binnenhavens verder professionaliseren en gezamenlijk de uitdagingen van de toekomst het hoofd bieden. 28 - Havenlocaties 2025

I n december 2023 werd door MCA Brabant de Coöperatie Brabant Ports opgericht, met Hendrik-Jan van Engelen als CEO. Acht Braban tse binnenhavengemeenten tekenden een intentieverklaring om lid te worden van Brabant Ports: Oosterhout, Tilburg, Waalwijk, Bergen op Zoom, ’s-Hertogenbosch, Meierijstad, Oss en Land van Cuijk. Van Engelen hoopt dat in het eerste kwartaal van 2025 de intentieverklaringen omgezet worden in lidmaatschappen. “Deze besluitvormingsprocessen in de diverse gemeenten vergen veel tijd en gaan over veel lagen. Het kan ons niet snel genoeg gaan, want wij willen aan de slag!” Werkgroepen rondom actuele thema’s Het plan voor 2025 is om klein te beginnen met een aantal werkgroepen, gericht op belangrijke, actuele onderwerpen: ICT, Veiligheid & Ondermijning en Ruimte. “Wij gaan hier echt niet vanuit een ivoren toren allemaal ideeën bedenken en dan vertellen hoe gemeenten het moeten doen”, legt Van Engelen uit. “We sluiten aan bij wat er speelt, delen expertise en ‘best practice’ ervaringen. Als Brabant Ports weten wij wat er gaande is in de diverse binnenhavens, maar dat weten ze vaak niet van elkaar. Zo kunnen wij gemakkelijk partijen met elkaar in contact brengen en ervoor zorgen dat mensen kennis en ervaringen delen met elkaar.” Gebrek aan ruimte Ruimte is een probleem waar veel partijen mee worstelen. “Binnenhavens kampen met een groot ruimtegebrek. Er is gewoon een tekort aan vierkante meters. Hoe zorgen we er dan voor dat watergebonden bedrijven toch een plek aan dat water krijgen? De gemeente Tilburg bijvoorbeeld is Hendrik-Jan van Engelen Havenlocaties 2025 - 29

maatregelen tegen ondermijning en criminaliteit. Op het gebied van digitalisering zorgt een uniforme aanpak voor een veel efficiëntere en snellere afhandeling van goederenstromen. En ook voor de gebruikers van de binnenhavens, de schippers, is het veel praktischer als elke binnenhaven is aangesloten op eenzelfde digitaal systeem. Zo kunnen zij bijvoorbeeld met een eigen app toegang krijgen tot allerlei diensten in de haven. Dat bevordert de gebruiksvriendelijkheid en verbetert de dienstverlening. “ Tot slot noemt Van Engelen de gezamenlijke slagkracht als belangrijk voordeel. “Samen kunnen we een veel krachtigere stem laten horen richting de zeehavens, Rijkswaterstaat en de diverse ministeries. En dat wordt nog eens significant groter als we dat ook met andere samenwerkingsverbanden gaan doen, zoals Blueports Limburg en Port of Twente. enorm goed bezig met het verplaatsen van bedrijven, terwijl daar in andere gemeenten nog weinig aandacht voor is. Vanuit Brabant Ports kunnen we de binnenhavens hierbij ondersteunen. We gaan een gezamenlijke visie op grondbeleid opstellen, die de gemeenten kunnen gebruiken om hun grondbeleid verder vorm te geven. Daarin kijken we bijvoorbeeld ook naar de aanpak van bepaalde zaken op een meer regionaal niveau.” Voordelen van Brabant Ports voor de binnenhavengemeenten De gemeenten die lid zijn van Brabant Ports profiteren op verschillende vlakken van dit samenwerkingsverband. Van Engelen noemt een aantal voorbeelden. “Door samen te werken kunnen we duurzame initiatieven, zoals walstroomvoorzieningen, beter op elkaar afstemmen en makkelijker implementeren. Dat geldt ook voor gezamenlijke MCA participeert in internationaal walstroom project Als MCA Brabant werkt de organisatie mee aan een internationaal project SPIES over walstroom, georganiseerd vanuit Interreg North Sea Region. Walstroom voorziet schepen op een duurzame en stille manier van elektriciteit, terwijl ze aan de kade liggen. In plaats van het gebruik van dieselgeneratoren, kunnen schepen hun motoren uitschakelen en elektriciteit direct uit het netwerk halen. Dit 30 - Havenlocaties 2025

‘Best practices’ delen, zoals het circulaire verhaal van Cuijk Van Engelen benadrukt hoe belangrijk het is om als binnenhavens van elkaar te leren en ervaringen te delen, zodat niet iedereen steeds weer opnieuw het wiel gaat uitvinden. Als een mooie ‘best practice’ noemt hij het duurzame verhaal van Haven Cuijk. “Hét voorbeeld voor alle binnenhavens en industriegebieden.” In Haven Cuijk, zoals de binnenhaven en het industriegebied van de gemeente Cuijk heten, is de Biomassa Energie Centrale Cuijk (BECC) gevestigd. BECC levert energie uit de verbranding van snoei- en sloophout. Daarmee draagt de centrale in belangrijke mate bij aan de circulaire economie van Haven Cuijk. BECC koopt resthout binnen een straal van honderd kilometer rond Cuijk. Driekwart is snoeiverlaagt niet alleen de uitstoot van schadelijke stoffen, maar draagt ook bij aan een stillere en schonere havenomgeving. Hoewel walstroom in de binnenvaart steeds meer wordt toegepast, blijft de implementatie ervan versnipperd. Internationale samenwerking is cruciaal om hier verandering in te brengen. “Als MCA Brabant zijn we er trots op om samen met partners uit Vlaanderen, Denemarken, Nederland, Frankrijk en Duitsland te werken aan gestandaardiseerde walstroomoplossingen. Het SPIES-project (Shore Power In European Shipping) heeft een duur van anderhalf jaar. Het doel is om protocollen op te stellen en beleidsaanbevelingen voor de hout en de rest sloophout. Dit wordt, samen met een klein deel papierslib van een nabijgelegen papierfabriek, in een grote ketel verbrand. De stoom die in dat proces ontstaat, wordt deels omgezet in elektriciteit en deels in hoogwaardige stoom en warmte voor de productieprocessen van naastgelegen bedrijven. BECC maakt op die manier energie zonder fossiele brandstoffen. Ook verdwijnt er geen vierkante meter bos voor het productieproces en is de milieu-impact minimaal. 20 miljoen kuub aardgas minder BECC heeft een productiecapaciteit van 25 megawatt elektriciteit. Dat is genoeg stroom voor 35.000 huishoudens. Een deel van de elektriciteit gebruikt BECC zelf, de rest gaat via energiemaatschappij Greenchoice naar het elektriciteitsnet. BECC levert ook nog eens 20 megawatt stoom en heet Europese Unie te doen die de uitrol van walstroom verder bevorderen.” Wat gebeurde er nog meer in 2024? In 2024 werkte MCA Brabant mee aan het actualiseren/opstellen van de havenvisie in de gemeenten Oosterhout en Bergen op Zoom. In 2025 gebeurt hetzelfde voor de gemeente Land van Cuijk. Samen met de Provincie en Logistics Community Brabant wordt de Digitale Atlas Multimodaal Brabant verder ontwikkeld. Het aantal beschikbare data wordt flink uitgebreid. In deze tool zijn alle wegen, spoorrails en vaarwegen per vaarklasse opgenomen. Naast het in beeld brengen Havenlocaties 2025 - 31 water aan de naastgelegen bedrijven Essity, Berry Global en Duynie Ingredients. Zij hebben stoom en water nodig voor hun productieprocessen. Dankzij de stoom van BECC wordt jaarlijks 20 miljoen kubieke meter aardgas bespaard, wat overeenkomt met het verbruik van 13.000 huishoudens. Nog een pluspunt: door energie af te nemen waar het wordt opgewekt, zijn de afstanden die stroom en stoom moeten afleggen klein en worden de netwerken efficiënt gebruikt. Van Engelen: “Haven Cuijk is een voorbeeld voor alle binnenhavens die de stap willen maken naar een circulaire economie. Het laat mooi zien hoe de reststroom van het ene bedrijf, in dit geval houtafval, de grondstof is voor een ander bedrijf. Cuijk is een verborgen parel.” van actuele vervoersbewegingen, kan deze tool straks inzichtelijk maken welke stremmingen of knelpunten er ontstaan bij volumetoenames op bepaalde trajecten. www.brabantports.nl <<

NVB-VOORZITTER MAARTEN VAN GAANS-GIJBELS ‘De binnenhaven als duurzame hub is voor iedereen belangrijk’ De Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) heeft het afgelopen jaar hard gewerkt aan het opstellen van een nieuwe strategische agenda voor de periode tot 2030. De NVB richt zich de komende jaren op vier, deels nieuwe, thema’s. “Wij vragen nadrukkelijk aan onze leden om actief mee te doen.” D e vorige Strategische Agenda liep af en er waren de nodige maatschappelijke, economische en politieke ontwikkelingen die om een actualisering vroegen, legt NVB-voorzitter Maarten van Gaans-Gijbels uit. “De nieuwe agenda is een herijking; wat waren de prioriteiten destijds en wat zijn ze nu?” De NVB vroeg de leden om input en experts van Erasmus Universiteit brachten de marktontwikkelingen in kaart. De uitkomsten werden gebundeld in vier thema’s. Rol in de energie- en grondstoffentransitie Het eerste en meest belangrijke thema is de binnenhaven en haar rol in de energie- en grondstoffentransitie. “Binnenhavens hebben een belangrijke rol in de aanvoer en distributie van duurzame energie en circulaire materialen. Daarvoor is ruimte nodig en het is zaak om de planologische ruimte én milieuruimte daarvoor veilig te stellen. Samen met lokale overheden en ondernemers kunnen we de circulaire economie stimuleren.” Het tweede speerpunt is het 32 - Havenlocaties 2025

bevorderen en veiligstellen van de ruimtelijke en watergebonden posities van binnenhavens. “Watergebonden bedrijventerreinen staan steeds meer onder druk. Dat is geen nieuw gegeven, overigens. De vervoersstromen nemen juist toe, onder meer door de ontwikkelingen als genoemd bij het eerste thema, terwijl de vierkante meters watergebonden bedrijventerreinen juist afnemen. Het ruimtelijk beleid op dit punt moet dus anders.” Betrouwbare en toekomstbestendige bereikbaarheid Het derde thema betreft een betrouwbare en toekomstbestendige bereikbaarheid van de binnenhavens. “Er is de afgelopen jaren te weinig geïnvesteerd in het uitbreiden en onderhouden van de waterwegen, evenals in de multimodale ontsluiting. Dat moet beter, wat ons betreft.” Het laatste thema is een nieuwe: de NVB ziet graag dat de politiek de binnenhavens voortaan ziet als een erkend onderdeel van de kritische infrastructuur. “De binnenhavens staan aan het begin van de logistieke keten. Bijvoorbeeld voor de binnenlandse aan- en afvoer van zeehavens, maar ook voor de aan- en doorvoer van materialen richting Oekraïne. De NAVO en defensie erkennen dat, en hebben veel belangstelling voor de binnenhavens. Er is dus ook een duidelijke veiligheidscomponent mee gemoeid.” Ten opzichte van de vorige agenda verdween het thema Digitalisering uit beeld. “Logisch”, vindt de voorzitter. “Vijf jaar geleden stond de digitalisering nog aan het begin. De afgelopen jaren nam het een flinke vlucht. Havenbedrijven kunnen hier nu zelf het initiatief in nemen. Het onderwerp is nog wel actueel, maar geen onderdeel meer van de prioriteiten van de vereniging en dus ook niet van de nieuwe Strategische Agenda.” Drie rollen De vereniging vroeg zichzelf ook af wat een goede manier is om de thema’s van de agenda ‘te implementeren’. “We hebben drie rollen vastgesteld. De eerste is meer lobbyactiviteiten en meer bestuurlijke zichtbaarheid voor een betere positionering en belangenbehartiging. De tweede is kennis delen. De NVB vertegenwoordigt 85 procent van de havens en samen beschikken we over veel kennis. We willen samenwerken tussen de leden bevorderen, dingen samen anders doen en best practices delen. Leden lopen op lokaal niveau vaak tegen vergelijkbare problemen aan. In plaats van dat iedereen voor zich het wiel uitvindt, is het beter om ervaringen te delen.” De derde rol gaat over (meer) netwerken en promotie. Om de Strategische Agenda 2025-2030 handen en voeten te geven, werkt het bestuur aan een uitvoeringsprogramma met een jaarplanning. “Dat doen we voor elk thema en je kunt daarbij denken aan lobbyactiviteiten, het starten van pilots, het gezamenlijk doen van onderzoek of het verzorgen van publicaties. Wij vragen ook nadrukkelijk aan de leden om niet alleen onderwerpen te adresseren, maar ook om mee te doen in de uitvoering.” Lobby op vier niveaus Het lobbywerk gebeurt op vier niveaus, legt Van Gaans-Gijbels uit. “Om te beginnen op Europees niveau. Er komen veel Europese middelen vrij binnen het CEF (fonds gericht op duurzame investeringen in Europese infrastructuur-red.) en de Trans-Europese transportnetwerken (TEN-T). Via onze Europese koepelorganisatie EFIP werken we aan een goede architectuur en positie van onze binnenhavens in die fondsen. Nationaal moeten we met de Rijksoverheid het gesprek aan, want het investeren in toekomstige bereikbaarheid is een zaak van het Rijk. Het raakt aan onderwerpen als klimaatadaptie, bredere vaarwegen en het onderhoud eraan. Helaas staan de binnenhavens onvoldoende op het Haagse vizier. In Duitsland spreekt de politiek doorgaans over de zee- en binnenhavens in één zin. Maarten van Gaans-Gijbels. Fotograaf Sicco van Grieken Het zou mij een lief ding waard zijn als dat voortaan in Nederland ook zo is.” Het derde en vierde niveau betreffen de gemeentelijke en provinciale politiek. “Een lokale havenwethouder wil misschien wel investeren in het uitbreiden van een haven, maar vindt vaak de wonen-wethouder op zijn pad die juist huizen aan het water wil bouwen. We moeten dus duidelijker het gesprek aangaan, het belang van binnenhavens kenbaar maken en die ruimtelijke claim neerleggen. De binnenhaven als duurzame hub is namelijk voor iedereen belangrijk. De binnenhavens zijn te belangrijk om alleen aan de markt over te laten. Er is een sterke regierol nodig vanuit de overheid. De provincie kan in deze discussie een belangrijke rol spelen. Grote donkere wolk Van Gaans-Gijbels signaleert wel een ‘grote donkere wolk’: “Stikstof! Het is heel erg lastig om nieuwe vergunningen te verkrijgen. Nederland zit op slot en het is aan het kabinet om hiermee aan de slag te gaan. Ondernemers moeten nu beslissen welke grote investeringen ze doen om de doelstellingen richting 2050 te halen. Door de huidige onzekerheid stellen ze die beslissingen uit. Een ander punt van zorg is de enorme netcongestie. Als je als binnenhaven nu walstroom wil aanleggen, ben je in 2036 aan de beurt.” “Er ligt dus voldoende werk op tafel, zeker ook voor mijzelf. Er zijn al weg goede dingen gebeurd de afgelopen tijd, zoals de gesprekken aan de Binnenvaarttafel. Tegelijkertijd vragen we dus ook meer van onze leden. We verwachten dat ze actief helpen. Bijvoorbeeld door tijdig onze hulp in te roepen als er lokaal iets speelt. Of als het gaat om het ontwikkelen van een integrale zee- en binnenhaven visie: kom dan ook met input. Immers: wat je erin stopt, krijg je ook terug.” De voorzitter geeft een voorbeeld. “We lieten ons nog te weinig zien op het thema Circulaire Economie. We vroegen de leden wie dat ook vond en wie mee wilde denken. Daaruit is een denktank van tien leden ontstaan. Die hebben we aangevuld met experts van kennisinstituten en samen ontwikkelden ze een leidraad voor het ontwikkelen van een visie en de rol van de circulaire economie en de functie van de binnenhaven daarin. Dat is nu bijna klaar en dat delen we straks met alle NVB-leden. Dat is de aanpak die we voorstaan: toetsen-vaststellen-actie. Op die manier krijgen we er allemaal energie van.” << Meer informatie Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) Scheepmakerij 330, 3331 MC Zwijndrecht 085 - 760 65 63 nvb@binnenvaart.nl havens.binnenvaart.nl Havenlocaties 2025 - 33

Wessem Port Services Group BV TRANSITIE NAAR EEN TOEKOMSTBESTENDIGE HAVEN MET CIRCULAIRE GRONDSTOFFEN EN ACTIVITEITEN De Wessem groep, met haar binnenhavens in Wessem, Stein, Maastricht en Lanaken (B) ontwikkelt zich in de komende jaren tot een belangrijke logistieke hub in de aan- en afvoer van droge bulk ladingen en circulaire grondstoffen. J aarlijkse investeringen versterken het uitgebreide aanbod van logistieke diensten om de ca. 5 Mio ton grondstoffen op een efficiënte en vooral duurzame wijze af te handelen. Ruim 80% wordt via het water getransporteerd, uiteraard blijft de ‘first or last mile’ een belangrijke schakel voor het wegvervoer. Het eigen Wegtransport met o.a. bulkkippers, walking-floors en huiftrailers, wordt hiervoor ingezet. Alle locaties zijn gelegen aan diep vaarwater (Vb) waar schepen van 135 m lengte met ca. 3.000 ton grondstoffen gemakkelijk kunnen aanmeren. Door het uitgebreide internationale netwerk van zeehavens, binnenhavens en vervoerders, is men Terminal WPS Stein Directieteam Wessem Port Services Group BV, v.l.n.r Peter van Gemert, Bob Joosten en Loek Havens in staat om de gehele supply chain te regelen voor vele gerenommeerde industriële partners. Peter van Gemert, commercieel directeur, geeft aan dat het niet alleen om multimodaal transport gaat maar ook om de Value Added Logistics, zoals bijvoorbeeld het bewerken, mengen, verbulken, verpakken, ompakken, breken, shredden, reinigen, malen, wassen, drogen en zeven van circulaire grondstoffen. Dit alles kan als maatwerk voor diverse partners uitgevoerd worden. De hoofdlocatie in Stein is met haar 15 Ha terrein en 1.000 m kadelengte voortreffelijk ingericht voor de op- / overslag en bewerking van grote goederenstromen, die voornamelijk afkomstig zijn van of bestemd voor de diverse chemiebedrijven op het industrieterrein Chemelot. In de afgelopen 15 jaren werd er al volop geïnvesteerd in een duurzame logistiek met volautomatische all-weather scheepsbeladingsinstallaties en diverse opslagfaciliteiten. In 2024 werd bovendien een gloednieuwe overslag van vloeibare meststoffen in gebruik genomen om daarmee de modal-shift van weg naar water te verstevigen. Uitzonderlijk voor de inlandterminal Stein is de uitgebreide vergunning voor de opslag van diverse reststromen op recent gerenoveerde, vloeistofdichte terreinen. Een duidelijke trend is merkbaar in het watertransport van secundaire bouwstoffen in nieuwe toepassingen en als vervanger voor zand en grind. Achter de terminal in Stein ligt het chemiecluster Chemelot, die Europees koploper is in duurzaamheid en zo snel mogelijk wil evolueren naar een klimaat neutrale site. Er zullen zich in de nabije toekomst nieuwe industriële bedrijven gaan vestigen die behoefte hebben aan circulaire grondstoffen om daarmee de energietransitie te bewerkstelligen 34 - Havenlocaties 2025

Value Added Logistics Breken, zeven, coaten, mengen Verbulken naar silowagens Big Bags vullen/ompakken Verticale containerbelading Insourcing op klantlocatie Circulaire reststromen bewerken Havenlogistiek Droge bulk en Big Bag overslag Opslag in vlakloodsen Buitenopslag Break bulk overslag Vloeistofdichte vloeren Uitgebreide vergunningen Verticale containerbelading Multi modaal transport Binnenvaart Wegtransport Short Sea zeevaart Containervervoer naar o.a. waterstof. Daarnaast zal het gebruik van zgn. nieuwe landbouwteelten een input kunnen geven voor de productie van smart bio based materials. Kortom, er zal een duidelijke shift gaan plaats vinden van de ene grondstof naar de andere. De aan het Albertkanaal gelegen kade in Lanaken (B), van maar liefst 750 meter lengte, heeft meerdere laad- en losplekken en voldoende ruimte voor buitenopslag op verharde terreinen. Er wordt o.a. gecertificeerd zand & grind opgeslagen voor de regionale beton- en keramische industrie, de infra Circulaire bewerking van kunststof lumps sector en aannemers. In 2025 wordt er geïnvesteerd in een nieuwe zand menginstallatie, waarmee gecertificeerd zand op maat gemaakt kan worden. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor overdekte opslag in nabijgelegen vlakloodsen. In de toekomst worden er in Lanaken nieuwe watergebonden industrieterreinen aangelegd die direct grenzen aan onze percelen. Ook hier ziet men een trend ontstaan naar circulaire grondstofstromen voor nieuwe toepassingen. Op de locatie Wessem werd in 2024 een nieuwe vlakloods gerealiseerd voor bulkopslag, waarmee de totale overdekte opslagruimte is uitgebreid naar 7.500 m2. Deze ruimten worden o.a. benut voor de opslag van specifieke bouwstoffen, grondstoffen voor de chemie, diervoedergrondstoffen en allerlei soorten meststoffen. De traditionele op- en overslag van zand, grind en bouwstoffen is weliswaar nog steeds een belangrijke pilaar voor de regio maar men ziet het aantal zandwinningen afnemen. Anderzijds zal de behoefte aan bouwstoffen groot blijven en zullen er tal van zand- en grindvervangers ook hun weg naar het water vinden in de komende jaren. Vanuit de Beatrixhaven in Maastricht wordt de traditionele maak-industrie beleverd. De industrie heeft echter duidelijk last van concurrentie uit het buitenland vanwege de alom bekende redenen. Derhalve heeft Wessem Port Services enkel jaren geleden hierop al ‘voorgesorteerd’ door naast open overslag op de eigen terminal, ook logistieke diensten aan te bieden op locaties van haar klanten én te starten met circulaire activiteiten voor de kunststofindustrie. Er worden bijvoorbeeld diverse reststromen uit de industrie en land- en tuinbouw op een dusdanige manier bewerkt zodat ze weer circulair ingezet kunnen worden als nieuwe grondstof en daarmee grote hoeveelheden CO-2 uitstoot besparen. Wessem Port Services heeft alle instrumenten in handen om de huidige en nieuwe, uitdagende logistieke goederenstromen als maatwerk op een duurzame en circulaire manier in te richten en daarmee haar terminals toekomstbestendig te maken voor nieuwe circulaire grondstoffen en activiteiten. << Wessem Port Services Group BV T +31 46 474 7777 Info@wessem.com www.wesssem.com Havenlocaties 2025 - 35

Movares pleit voor robuuste vaarwegen en integrale samenwerking voor een bloeiend binnenvaartnetwerk De maatschappelijke uitdagingen zijn groot en bekend. Van klimaatverandering en verduurzaming tot waterveiligheid en woningbouw. Volgens Movares lossen we dat alleen op met een integrale benadering en door intensieve samenwerking. Zodat ook de binnenvaart en binnenhavens dankzij modal shift hun essentiële bijdrage kunnen leveren. Robuuste vaarwegen zijn daarbij onontbeerlijk. Bart Bouwens, businessmanager water, en Lijdia Pater, senior adviseur maritiem, leggen uit waarom. En hoe zij dat aanpakken. 36 - Havenlocaties 2025 M et Bart Bouwens en Lijdia Pater aan het roer volbracht het advies- en ingenieursbureau weer prachtige maritieme projecten voor binnenhavens, de binnenvaart, waterbouw en vaarwegen. Vooral het vaarwegennetwerk vergt dringend meer aandacht. “Het belang van de binnenvaart en binnenhavens voor verduurzaming van het goederentransport staat onomstotelijk vast. Eén klasse 5-binnenvaartschip kan 500 tot 800 TEU vervoeren. Dat is de inhoud van honderden vrachtwagens. Tel uit je winst”, zegt Bart Bouwens. Vooral omdat de waterwegen nog voldoende ruimte bieden, terwijl de snelwegen dichtslibben, is de potentie van de binnenvaart enorm. Maar die komt volgens Movares alleen tot zijn recht als aan een belangrijke randvoorwaarde wordt voldaan: een optimale vaarwegen-infrastructuur. Zijn de Nederlandse vaarwegen dan niet optimaal? We horen er nooit iets over? Hooguit als er weer eens een schip tegen een ponton of brug vaart, maar verder is alles dik in orde, toch?

Robuuste vaarwegen “Niet helemaal”, vervolgt Bouwens. “Ook het Havenbedrijf Rotterdam, dat uiteraard belang heeft bij een goed functionerend vaarwegennetwerk om het achterland te bereiken, maakt zich zorgen. Want 50 tot 60% van de goederen van en naar Rotterdam gaat over die vaarwegen.” Het leidde tot een onderzoeksopdracht aan Movares naar robuuste vaarwegen. Wat zijn dat? “Een robuust vaarwegennetwerk”, vertelt Lijdia Pater, “is een betrouwbaar, veilig en klimaatbestendig stelsel van met elkaar verbonden vaarwegen en kunstwerken. Dat onder alle omstandigheden de bereikbaarheid van zee- en achterlandhavens garandeert en stremmingen opvangt met alternatieve routes en afgestemde werkzaamheden en dat is voorbereid op toekomstige ontwikkelingen.” Bouwens: “Het totale systeem moet kloppen. Om de binnenvaart te laten bloeien, zijn robuuste vaarwegen nodig en daarlangs moet het hele netwerk van binnenhavens goed op elkaar zijn afgestemd.” Klimaatverandering en verouderde kunstwerken Dat de Nederlandse vaarwegen nog niet voldoen, heeft twee oorzaken: klimaatverandering en verouderde infrastructuur. Beide hebben een forse impact op de bevaarbaarheid en toekomstbestendigheid van de vaarwegen. Wordt dat niet opgelost, dan heeft dat grote impact op de binnenvaart en binnenhavens. Dat bleek ook uit een Lijdia Pater is jurist en heeft ruim twintig jaar een eigen binnenvaartonderneming gehad met meerdere schepen. Daarnaast werkte ze lang bij de branchevereniging voor havens en scheepvaart. Bart Bouwens is businessmanager water bij Movares. Hij komt uit een schippersgezin en kent zijn weg in de binnenvaart en logistiek; zijn ruim opgebouwde kennis brengt hij veelvuldig in als projectmanager en strategisch adviseur in diverse projecten. Bart is 33 jaar geleden begonnen als civiel ingenieur en werkt inmiddels ruim 20 jaar in het maritieme domein. Havenlocaties 2025 - 37

onderzoek dat Movares deed onder de leden van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens. Pater: “Dan kunnen we wel de mooiste plannen en toekomstvisies voor een binnenhaven maken, maar als de vaarwegen niet voldoen, komt daar natuurlijk niets van terecht. Kijk, door klimaatverandering zien we snel wisselende en meer extreme hoge en lage waterstanden. Daarnaast is er de enorme V&R (vervangings- en renovatie)-opgave van de infrastructuur. De meeste bruggen en sluizen dateren uit de jaren 60 en 70. Die zijn dringend toe aan herstel.” Bouwens: “We zagen het vorige week weer, toen lag de Houtribbrug tussen Lelystad en Enkhuizen eruit, wegens spoedwerkzaamheden, met alle stremmingen van dien. Dat gaan we in de toekomst meer zien. Daar proberen we ook met innovatieve oplossingen op in te spelen. Bijvoorbeeld door de doorstroming te optimaliseren met digitalisering, zoals we dat in Zeeland doen. Kijken of je een blauwe golf kunt creëren of beter inzicht in ligplaatsen kunt geven. Dat doen we bijvoorbeeld door samenwerking met de werkgroep Digitalisering van de Goederenvervoerscorridor OZO, om de binnenvaart veel meer met harde én softe infrastructuur te faciliteren.” Integrale benadering ontbreekt vaak Bouwens en Pater constateren dat bij de aanpak van de problematiek er vaak wel aandacht is voor het milieu en de waterveiligheid, maar dat het economisch belang nogal eens op de achtergrond blijft. Hoe komt dat? Pater: “Een integrale benadering ontbreekt vaak, doordat beslissers bij beleidsvorming en strategische keuzes kijken vanuit hun eigen perspectief. Ze zijn verantwoordelijk voor óf waterveiligheid óf woningbouw óf economie…” De kunst is om de samenhang te zien. De uitdagingen zijn te complex en te veel verweven om afzonderlijk te beschouwen en individueel 38 - Havenlocaties 2025 Robuuste vaarwegen: de ruggengraat van de binnenvaart Een betrouwbaar, veilig en klimaatbestendig vaarwegennet is cruciaal voor een sterke binnenvaart. Klimaatverandering en verouderde infrastructuur vragen om actie. Movares Water versterkt de binnenvaart met: - advies en onderzoek naar robuuste vaarwegen; - innovatieve oplossingen zoals digitalisering; - verbinding tussen stakeholders voor integrale samenwerking. Door haar brede expertise en integrale aanpak helpt Movares Water de binnenvaart en binnenhavens toekomstbestendig te maken.

Movares Smart Urban Engineering is een toonaangevend adviesen ingenieursbureau met 1.500 medewerkers dat zich richt op het ontwikkelen van slimme, duurzame en digitale oplossingen voor infrastructuur in de breedste zin van het woord. Vanuit zes kantoren verspreid over het land bundelen we onze krachten om maatschappelijke en ruimtelijke uitdagingen aan te pakken. Bij Movares geloven we dat complexe vraagstukken om een andere aanpak vragen. Daarom werken wij volgens het principe ‘Differently together’: slimmer samenwerken met klanten, partners en collega’s om innovatieve oplossingen te realiseren op het gebied van water, energie, infrastructuur, planvorming & conditionering, rail en gebouwen. Oplossingen die bijdragen aan een toekomstbestendig Nederland. Sneller, duurzamer en digitaler – voor een leefbare en veerkrachtige omgeving nu én morgen! op te lossen. Bovendien kunnen de belangen voor bijvoorbeeld waterveiligheid en voor economie afzonderlijk weleens schuren. “Of woningbouw en uitbreiding binnenhavens, dat schuurt ook”, meent Bouwens. “Bij veel gemeentes is de druk op woningbouw zo groot dat ze al gauw denken: ‘ach, die binnenhaven, wat levert dat nog op’? Terwijl ze daarmee goud in handen hebben. Want, fijn voor de mensen die in een gedempte haven komen wonen. Maar hoe komen die aan hun boodschappen? Logistiek is dat een uitdaging. Maak de keuzes daarom integraal en met elkaar. Door bijvoorbeeld in dit geval samen met een buurgemeente een oplossing te vinden.” Spiegel voorhouden “Al onze opdrachten proberen we integraal te benaderen”, vervolgt Bouwens. “Zo houden we onze opdrachtgevers graag een spiegel voor, om verder te kijken. Neem weer het Havenbedrijf Rotterdam. Voor het vervoer naar het achterland maken ze gebruik van het spoor, de weg, buisleidingen en het binnenwater. Daarbij focussen zij op modaliteiten die nu problemen geven. De problematiek van vervoer per binnenvaart lijkt nog niet zo urgent. Toch adviseerden we om de vier modaliteiten in samenhang te beschouwen, om zo de problematiek voor het achterland te verkleinen. En dan kom je tot andere conclusies.” Letterlijk en figuurlijk verbinden Movares ziet daarom ook een rol in het verbinden van binnenhavens. Want zonder goede, onderlinge samenwerking komt die integrale aanpak niet van de grond. Pater: “Om met robuuste vaarwegen de binnenhavens letterlijk met elkaar te verbinden, moeten we dat ook figuurlijk doen. Doordat we veel projecten in deze sector uitvoeren, kennen we de markt, de spelers en hun uitdagingen, zodat we ze ook samen kunnen brengen.” Toegevoegde waarde Door het hele speelveld te overzien, met de jarenlange ervaring in binnenhavens, constructieve waterbouw en waterbeheer, plus de intrinsieke motivatie om maatschappelijk bij te dragen, is Movares de aangewezen partij om samen de binnenvaart en binnenhavens een duurzame toekomst in te loodsen. << www.movares.com/water Havenlocaties 2025 - 39

BEREIKBAARHEID Waar mag de binnenvaart haar goederen brengen en halen? De toenemende vraag naar duurzamere transportoplossingen maakt de binnenvaart tot een aantrekkelijk alternatief voor het wegvervoer. Om te voldoen aan de klimaatdoelstellingen moet de transportsector haar ecologische voetafdruk verkleinen. Door het goederenvervoer van de weg naar het water te verplaatsen, kan de CO2-uitstoot worden verminderd. Op de binnenwateren is er nog voldoende ruimte voor uitbreiding, aangezien rivieren en kanalen volop capaciteit bieden, in tegenstelling tot de overvolle snelwegen. Belang van een robuuste infrastructuur Voor de verdere ontwikkeling van deze groene modaliteit is het essentieel dat de infrastructuur goed functioneert. Voor het effectieve gebruik van de binnenvaart is een robuuste infrastructuur van groot belang. Dit omvat niet alleen de bevaarbaarheid van de waterwegen en het onderhoud van en aanpakken van achterstallig onderhoud aan bruggen en sluizen, maar ook de aanwezigheid van goed bereikbare en goed uitgeruste watergebonden bedrijventerreinen. Strategisch gelegen watergebonden industriegebieden verspreid over het hele land zorgen ervoor dat bedrijven opti40 - Havenlocaties 2025 maal gebruik kunnen maken van transport over water. Dit vereist investeringen in zowel de fysieke infrastructuur als in de strategische planning van bedrijventerreinen die geschikt zijn voor watergebonden activiteiten. Binnenvaart als duurzame oplossing De binnenvaart speelt een essentiële rol in het behalen van klimaatdoelen en het verbeteren van de mobiliteit. Het is de schoonste en groenste vervoersmodaliteit, maar de overstap naar vervoer over water is voor veel bedrijven geen vanzelfsprekende keuze. Bedrijven die gewend zijn aan wegvervoer moeten hun logistieke processen herstructureren en actief zoeken naar geschikte watergebonden locaties. Binnenhavens spelen daarbij een cruciale rol. Het is van belang dat deze havens niet alleen goed bereikbaar zijn, maar ook voldoende ruimte bieden aan bedrijven die gebruikmaken van het water voor hun logistieke en productieprocessen. Een watergebonden bedrijventerrein met opslag- en overslagfaciliteiten maakt de overgang naar binnenvaart eenvoudiger en efficiënter. Bescherming en ontwikkeling van watergebonden terreinen Watergebonden bedrijventerreinen, die directe toegang bieden tot vaarwegen, zijn belangrijk voor de verdere ontwikkeling van de binnenvaart. Helaas worden deze terreinen steeds vaker omgebouwd voor andere functies, zoals woningbouw, stedelijke ontwikkeling of andere niet-watergebonden industrie of bedrijventerreinen. Een groot warehouse op een watergebonden locatie, zonder directe verbinding met het water, draagt niet bij aan de verschuiving van lading van de weg naar het water. Dit ondermijnt de mogelijkheden voor de binnenvaart en de ontwikkeling van binnenhavens. Het behoud en de ontwikkeling van watergebonden bedrijventerreinen is dan ook van groot belang voor de toekomst van duurzame logistiek. Daarnaast speelt het eigenaarschap van de kavels in en rond binnenhavens een belangrijke rol. In sommige gevallen hebben de binnenhavens of

overheden zelfs geen invloed meer op wat er op deze terreinen gebeurt, waardoor de mogelijkheden voor watergebonden activiteiten verder onder druk komen te staan. Een gezamenlijke inspanning van overheden, havenbedrijven, bedrijven is noodzakelijk om deze terreinen te behouden en optimaal te benutten. Optimalisatie van logistieke processen voor watergebonden transport Naast de infrastructuur is het ook belangrijk dat bedrijven hun logistieke processen aanpassen aan vervoer over water. Dit houdt in dat lading gebundeld en opgeslagen moet worden om grotere volumes in één keer te kunnen vervoeren. Hiervoor zijn adequate opslagfaciliteiten noodzakelijk. Zonder de binnenvaart vallen productieprocessen stil en hebben we lege schappen in de winkels. Zonder de binnenvaart raken de wegen overvol met vrachtauto’s, wat niet alleen inefficiënt, maar ook schadelijk is voor het milieu en de samenleving als geheel. Door logistieke concepten voor de binnenvaart te ontwikkelen, kan de overgang van wegvervoer naar binnenvaart vergemakkelijkt worden, waardoor de beschikbare capaciteit van watergebonden terreinen optimaal wordt benut. Dit zal bijdragen aan de uitbreiding van de modal shift en ervoor zorgen dat vervoer over water een structurele keuze wordt in de logistieke keten. Samenwerking voor een duurzame logistieke toekomst Het verbeteren van de bereikbaarheid van de binnenvaart en de ontwikkeling van watergebonden bedrijventerreinen vraagt om een gezamenlijke aanpak van overheden, havenbedrijven, bedrijven, regionale partijen, binnenhavens en de binnenvaart. Ruimtelijke ordening moet ruimte bieden voor watergebonden bedrijventerreinen met goede voorzieningen en slimme innovaties. Investeringen in infrastructuur, het versnellen van vergunningverlening en samenwerking binnen de logistieke keten zullen de groei van de binnenvaart verder ondersteunen. Het is ook van belang dat de infrastructuur voor watergebonden transport optimaal kan functioneren. Dit betekent niet alleen het verbeteren van de bevaarbaarheid van waterwegen, maar ook het onderhouden van bruggen en sluizen en het ontwikkelen van nieuwe technologieën die de veiligheid en efficiëntie van vervoer over water verhogen, zelfs als de vaarwegen drukker worden. Het creëren van een betrouwbaar en schoon transportnetwerk is een stimulans voor bedrijven om mee te doen aan de modal shift naar de binnenvaart. De toekomst van het goederenvervoer hangt af van de bereidheid om een gezamenlijke, duurzame visie te omarmen. Door in te zetten op de bereikbaarheid van de binnenvaart, waar kan de binnenvaart haar goederen halen en brengen, en de beschikbaarheid van goed uitgeruste watergebonden bedrijventerreinen, kunnen we de basis leggen voor een milieuvriendelijker en efficiënter logistiek netwerk. Het behoud en de ontwikkeling van deze terreinen, vooral in of nabij steden, is cruciaal voor de versterking van de binnenvaart als transportmiddel. Door de juiste investeringen in infrastructuur, versnelling van vergunningverlening en samenwerking tussen alle betrokken partijen, kan de binnenvaart een grotere rol spelen in het verminderen van verkeersdrukte en CO2-uitstoot, terwijl het bijdraagt aan de efficiëntie van de economie en de leefbaarheid van Nederland. << Havenlocaties 2025 - 41

TBSY en Port of Harlingen vullen elkaar goed aan ‘Shortsea wordt steeds belangrijker en schoner met innovatieve schepen’ Port of Harlingen groeit als belangrijke shortsea-hub voor Scandinavië, de Baltische staten en Engeland. Terwijl grote zeehavens kampen met congestie, biedt Harlingen een efficiënter en duurzamer alternatief met snellere afhandeling, directe verbindingen en ruimte voor innovatieve schepen. Dit sluit naadloos aan bij de duurzame ambities van Thecla Bodewes Shipyards (TBSY), dat in Harlingen een scheepswerf heeft. “O nze grote en zeewaardige schepen bouwen we in Kampen”, vertelt Thecla Bodewes. “Daar maken we schepen tot maximaal 135 bij 17,8 meter. Voor grotere schepen zetten we de bouw voort in Harlingen, waar we schepen tot 20 meter breedte kwijt kunnen. Zodra een schip in Kampen te water gaat en in bedrijf is gesteld, varen we eerst naar IJmuiden om haar vanaf daar op volle zee te testen voor onszelf. Daarmee weten we zeker dat het schip voldoet. Vervolgens voeren we in Harlingen de laatste controles uit, meestal in één dag. Daarna gaan we met de officiële instanties, zoals de classificatiebureaus, varen. Vervolgens liggen we vaak nog een week in de haven voor de oplevering en de laatste documentatie.” Voor Thecla Bodewes Shipyards is Port of Harlingen een onmisbare schakel. “Elk zeeschip dat we bouwen, komt even in Harlingen te liggen”, zegt Bodewes. “Op een goed moment hadden we er zelfs vier tegelijk aan de kade. We werken nauw samen met het havenbedrijf, andere ondernemers in de haven en instanties zoals het Loodswezen. In Harlingen wordt uiteindelijk bepaald of onze schepen voldoen aan de nationale en internationale regelgeving zodat het schip en bemanning veilig op zee kunnen opereren.” Voorop in duurzaamheid Thecla Bodewes Shipyards zet bij haar bedrijfsvoering vol in op innovatie en verduurzaming. Dat is een visie die perfect aansluit bij Port of Harlingen. “Wij zijn actief bezig met duurzaamheid, ecologie en het inpassen van bedrijvigheid op een manier die de kwetsbare Waddenomgeving respecteert”, zegt Paul Pot, directeur van de Friese zeehaven. “De werkwijze van TBSY en hun schepen passen hier uitstekend bij.” Bodewes licht toe dat alle schepen van TBSY elektrisch worden aangedreven én volledig voorbereid zijn op de toekomst. De innovatieve dieselelekDe zijlader SCAN FLELL 85 X 16. 3176 GT laadt zoutpallets bij Nesta trische aandrijving vormt hierin een belangrijke tussenstap. De schepen worden aangedreven door elektromotoren, die nu nog worden gevoed door de aller schoonste vrachtwagen dieselgeneratoren die soms zelfs gebruikmaken van biodiesel. Dit maakt het mogelijk om in de toekomst eenvoudig over te schakelen op nog duurzamere energiebronnen, zoals waterstof, methanol of batterijen. “Onze ontwerpen zijn volledig toekomstbestendig en kunnen eenvoudig worden aangepast zodra duidelijk wordt welke brandstof de standaard van de toekomst wordt”, aldus Bodewes. Door gebruik te maken van een slim vermogensbeheerssysteem en gemonitorde ‘just in time’vaarsnelheden verbruiken de schepen extreem weinig brandstof. “En daarmee extreem weinig uitstoot”, zegt Bodewes. “Om het beeldend te maken: we vervoeren met twee, drie en soms vier vrachtwagenmotoren per schip evenveel vracht als 380 vrachtwagens. Daarom probeert TBSY ook het bewustzijn te vergroten. Want er wordt vaak gezegd dat de scheepvaart vervuilend is, maar per vervoerde ton is het verreweg de schoonste transportmethode.” Shortsea als slim alternatief Shortsea shipping speelt volgens Bodewes en Pot een steeds belangrijkere rol in de transitie naar duurzamer transport. “Transport over de weg wordt duurder en minder efficiënt door een tekort aan chauffeurs en strengere wet- en regelgeving, zoals tolheffingen”, legt Pot uit. “De elektrificatie van het wegtransport loopt bovendien tegen grenzen aan door netcongestie. Shortsea-coasters bieden daarvoor een duurzaam en kostenefficiënt alternatief, mede dankzij de efficiënte en schone generatoren die de benodigde elektriciteit opwekken.” Een ander voordeel van de elektrisch aangedreven schepen is de mogelijkheid om efficiënter te varen en energie slimmer te gebruiken. “In de binnenvaart zou je al goed met batterijen kunnen 42 - Havenlocaties 2025

Onderzoeksvaartuig Wim Wolff gebouwd door TBSY in Harlingen 2024 werken, omdat de afstanden daar korter zijn”, zegt Bodewes. “Daarom hebben we dit systeem ook al toegepast op enkele binnenvaartschepen. We hebben verder tankers die volledig elektrisch varen en de eerste ervaringen zijn positief.” Volgens haar wordt deze technologie ook steeds populairder, omdat bedrijven niet willen wachten op toekomstige ontwikkelingen maar nu al willen verduurzamen. Energie besparen door monitoring Daarnaast maakt de technologie van TBSY realtime monitoring mogelijk, waardoor rederijen hun schepen nauwkeurig kunnen volgen en efficiënter kunnen inzetten. Als een haven bijvoorbeeld pas de volgende dag plek heeft, kan het schip langzamer varen en energie besparen. ‘Slow steaming’ zorgt ervoor dat schepen precies op tijd aankomen, zonder onnodig brandstof te verbruiken. “We hebben dit systeem in nauwe samenwerking met de gebruikers ontwikkeld”, vertelt Bodewes. “Het biedt voordelen voor alle betrokkenen. De haven kan meer schepen verwerken, rederijen besparen op liggeld en brandstofkosten en het milieu profiteert doordat er minder uitstoot is.” De overstap naar duurzamer en slimmer varen vraagt volgens de scheepsbouwer wel om een andere manier van denken binnen de scheepvaart. “Toen we een nieuwe serie schepen voor een Nederlandse klant bouwden, merkten we dat andere reders nieuwsgierig werden. Ze belden op om te vragen waarom die schepen niet zo hard voeren. Dat vonden ze wat vreemd”, lacht Bodewes. “Maar uiteindelijk zagen ze toch de voordelen. Met de digitale technologie die we nu delen, kunnen we echt efficiënter varen en tegelijkertijd duurzamer werken.” Transitie naar groenere scheepvaart Paul Pot juicht deze ontwikkelingen toe. Duurzaamheid en efficiëntie gaan volgens hem hand in hand. “Door innovatie en samenwerking kunnen ook wij als haven een belangrijke rol spelen in de transitie naar een groenere scheepvaart”, aldus Pot. “En de prachtige schepen van Thecla Bodewes Shipyards laten zien dat de sector niet stilzit, maar actief werkt aan oplossingen voor de toekomst.” Bodewes beaamt dit: “We laten zien dat verduurzaming en innovatie hand in hand gaan. Samen met Thecla Bodewes en Paul Pot havens zoals Port of Harlingen bouwen we aan een toekomst waarin de scheepvaart efficiënter en duurzamer wordt. Dat is niet alleen goed voor de sector, maar voor iedereen.” Shortsea zit volgens Pot in de Harlinger Haven al echt in de lift. “De nieuwste schepen van TBSY zijn daarom van groot belang voor de toekomst van onze haven. Ze helpen ons nieuwe ladingstromen en achterlandverbindingen aan te trekken.” Als concreet voorbeeld noemt hij de nieuwe vestigingen van Jisk en Bestsellers bij Lelystad Haven. “We zien kansen om een directe verbinding te realiseren tussen Denemarken en Harlingen, waarna de lading via de binnenvaart verder naar Lelystad kan worden vervoerd. Dit soort netwerkontwikkelingen zijn precies waar het om draait: slimme, duurzame logistieke ketens opbouwen en Harlingen verder positioneren als duurzame Gateway to the North en natuurlijk naar het achterland.” << Diesel electrische short-sea schepen Iana & Vertom Willemijn worden tegelijk door TBSY opgeleverd in Harlingen Februari 2025 Havenlocaties 2025 - 43

Binnenhaven Nijmegen herbergt een snoer van parels tussen Maas en Waal Een unieke ligging tussen twee rivieren, een geweldige ‘speeltuin’ voor jonge mensen op alle opleidingsniveaus, volop duurzame initiatieven en een grote bijdrage aan de circulaire economie. Dat is in een notendop waar de binnenhaven van Nijmegen supertrots op is. Ondernemers in het gebied hebben hun krachten gebundeld en trekken gezamenlijk op om dingen voor elkaar te krijgen, kansen te grijpen en problemen aan te pakken. We spreken met vier ondernemers in het havengebied en de regisseur van Port of Nijmegen. v.l.n.r. Michel Dreis, Jarno Witjes, Sandra Hagenbeek, Ronald Thonissen, Gerard Jansen en Wim van Dam “S tuk voor stuk pareltjes, deze geweldige bedrijven hier!” Gerard Jansen, regisseur van het Havengebied namens het bedrijfsleven, steekt zijn enthousiasme niet onder stoelen of banken. “Dit zijn allemaal grote spelers, die vanuit onze binnenhaven de hele wereld beleveren over het water. Zo verlagen wij de CO₂-uitstoot en verminderen we luchtverontreiniging. We zijn het er allemaal over eens dat je je eigen concurrentiekracht kunt vergroten door samen te werken en kennis te delen. Daarmee optimaliseren we de faciliteiten van ons havengebied.” Vol passie spreekt Jansen over de duurzame ontwikkelingen en initiatieven waar ze in het havengebied volop mee bezig zijn, zoals e-laden, electrisch varen, walstroom, batterijopslag en waterstof tanken. “Een leek die hier voorbij fietst ziet waarschijnlijk alleen een hoop schroot liggen en tientallen silo’s waarbij je allerlei gedachten kunt hebben. Maar dat schroot wordt elders weer omgesmolten en is dus een grondstof voor het maken van nieuwe producten. En in die silo’s zit gebruikt frituurvet om biodiesel van te maken. Hoe duurzaam wil je het hebben?” Altijd water door unieke ligging Daanen Shipping & Logistics is specialist in speciaal transport over water, controle vloeibare ladingen, ijkopnames en op/overslag. Het bedrijf heeft drie locaties in de haven van Nijmegen, waar ze open overslag en roll-on-roll-off activiteiten doen. “Door de unieke ligging van deze haven aan het Maas-Waalkanaal, tussen twee sluizen in, hebben wij altijd voldoende water om binnen te varen”, legt Daanen eigenaar Jarno Witjes uit. “Staat het water in de Waal te laag, dan kunnen schepen ons via de Maas bereiken. Ook als ze 44 - Havenlocaties 2025

bij onze oosterburen kampen met een laag waterpeil in de Rijn, dan kunnen wij hier grote schepen uit de zeehavens afladen en het laatste traject, naar bijvoorbeeld Duisburg, met kleine schepen doen. Zo benut je toch de maximale capaciteit. Daardoor zijn wij hier echt een uniek logistiek knooppunt.” Witjes benadrukt wel hoe belangrijk het is dat de sluizeninfrastructuur snel weer helemaal op orde is. “Dat is voor de binnenvaart van essentieel belang. Onze waterwegen zijn net zo belangrijk als onze snelwegen.” Transport over water bespaart Hyster-Yale tijd en kosten Een bedrijf dat veelvuldig gebruik maakt van de logistieke service van Daanen Shipping is Hyster-Yale, fabrikant van heftrucks en reach stackers. Wereldwijd werken er 9.000 mensen op 13 productielocaties. Het bedrijf is al sinds 1952 gevestigd in Nijmegen en daarmee één van de eerste ondernemingen in de haven. “Hier in Nijmegen bouwen we onze grote heftrucks (reach stackers, empty container handlers, terminals trekkers) met een gewicht tot wel 150 ton”, vertelt Wim van Dam, vice president Manufacturing & Logistics EMEA. “Als we die over de weg moeten vervoeren zijn er 3 vrachtwagens voor nodig. Het is voor ons heel belangrijk dat we deze heftrucks niet hoeven te demonteren voor het transport. En dus ook niet weer in elkaar hoeven te zetten bij de ontvanger. Bij vervoer per schip hoeft dat allemaal niet. Via onze eigen havenaansluiting kunnen we de zeehavens van Rotterdam, Antwerpen en Zeebrugge bereiken. Daarvandaan gaan onze trucks de hele wereld over en kunnen we veel locaties over het water bereiken.” Volop kennis en kunde in Nijmegenregio Niet alleen vanuit logistiek oogpunt is Nijmegen belangrijk voor Hyster-Yale. “We hebben hier ook onze centrale hub voor de ontwikkeling van zero-emissie aandrijflijnen voor onze zware voertuigen. In deze regio zijn ontzettend veel kennisinstellingen en toeleveranciers, waar we goed mee samenwerken rondom deze nieuwe innovatieve ontwikkelingen. En tot slot kunnen we hier in Nijmegen, door de ligging dichtbij de grens, ook prima aan personeel komen voor onze assemblageactiviteiten.” EMR: van schroot tot belangrijke grondstof Een andere speler in de Nijmeegse binnenhaven is European Metal Recycling (EMR), een bedrijf met wereldwijd 130 vestigingen. “Wij Havenlocaties 2025 - 45

Haven Nijmegen: Facts & Figures • Uniek gelegen tussen Maas en Waal, aan het Maas-Waal kanaal • Vanwege sluizen geen last van laag/hoog water, dus altijd bereikbaar • Sleutelrol in Europese transport-infra: o Gelderse Corridor o Goederenvervoercorridor Oost o TEN-T transportcorridor Rhine-Alpine “Als we de inhoud van één schip met een capaciteit van 4.000 ton over de weg moesten doen, hadden we zo’n 160 vrachtwagens nodig.” • Jaarlijkse overslag bulk: ruim 1 miljoen ton, wat overeenkomt met 67.000 vrachtbewegingen over de weg • Aanwezigheid sterk netwerk van Inland Terminal Group BCTN, jaarlijks overslag van 160.000 TEU in Nijmegen • Bereikbaar voor klasse Va schepen • Grenzend aan industrieterrein TPN West, tot en met milieucategorie 5.2 • Zeven ondernemers in de binnenhaven van TPN-West bundelen hun krachten in een Smart Energy Hub om zero-emissie te realiseren, netcongestie te voorkomen en door slimme, collectieve energiebenutting zowel kosten te verlagen als de energievoorziening toekomstbestendig te maken. • De binnenhaven van Nijmegen en de omringende werklocatie genaamd TPN West biedt aan meer dan 9.000 stads- en regiogenoten een baan. • Walstroomfaciliteiten • Schone schepen ontvangen korting op haven- en overslagtarieven verzamelen hier schroot en knippen het in behapbare stukken. Daarmee wordt het een waardevolle grondstof voor bijvoorbeeld de staalindustrie”, vertelt Michel Dreis, Senior Buyer bij EMR. “Vanwege de grote volumes is vervoer over het water een must. Als we de inhoud van één schip met een capaciteit van 4.000 ton over de weg moesten doen, hadden we zo’n 160 vrachtwagens nodig.” Per week verzendt EMR zo’n 3 schepen vol ‘nieuwe grondstoffen’ voor industrieel gebruik. Chane: tankopslag van zonnebloemolie tot gebruikt frituurvet Chane is een Europees tankopslagbedrijf met 21 filialen in Europa. Twee daarvan zijn gevestigd in de haven van Nijmegen, waar het bedrijf een opslagcapaciteit heeft van zo’n 160.000 m³ verdeeld over 144 tanks. Ronald Thonissen is er manager operations. “Wij slaan hier o.a. grondstoffen op voor producten die uiteindelijk bij de mensen in de keuken, de badkamer of de garage terechtkomen. Denk aan zonnebloemolie uit Oekraïne die per schip vervoerd wordt om afgevuld te worden in flesjes. Maar ook bijvoorbeeld glycerine voor in crèmes of oliën waarmee lijm wordt gemaakt. Die producten worden echt steeds groener. Wij zien dat aan de grondstoffen die steeds vaker een plantaardige of dierlijke oorsprong hebben. We zijn hier in Nijmegen ook een belangrijke hub voor het opslaan van gebruikt frituurvet, als grondstof voor biodiesel. Waar dan straks de schepen van Daanen weer op kunnen varen!”, besluit hij met een lach. Plek voor maritieme maakindustrie De binnenhaven van Nijmegen speelt niet alleen een belangrijke rol voor de logistiek. Ook voor maritieme toeleveranciers uit de regio is de haven een mooie plek waar ze hun producten en diensten leveren zoals afbouw, onderhoud, service en bevoorrading aan boord van schepen. Deze toeleveranciers zijn in Oost-Nederland verenigd in de watergebonden vereniging Aqualink, die zich inzet om zoveel mogelijk ligplaatsen in de regio te behouden. Ook pleit Aqualink voor de realisatie van maritieme servicekades, ingericht om toeleveranciers diensten en producten aan boord te laten leveren. Maar de dromen voor de toekomst gaan verder: maritieme centra in de binnenhavens van Nijmegen en Arnhem kunnen enorm bijdragen aan het versnellen van de verduurzaming. Goede contacten met overheden De ondernemers zijn zeer te spreken over de fijne lokale samenwerking. “Een goede buur is beter dan een verre vriend”, aldus Ronald Thonissen. “Dat ervaren we hier echt. We hebben onderling goed 46 - Havenlocaties 2025

contact. Als iemand ergens tegenaan loopt, denken we mee over oplossingen. We trekken ook samen op richting de gemeente. Zeker sinds de oprichting van onze Stuurgroep Haven met vertegenwoordiging van de gemeente, als onderdeel van Bedrijvenvereniging TPN-West, is daar goede voortuitgang geboekt en begrijpen partijen elkaar beter. De belangrijke functie van de haven wordt nu echt erkend en er wordt echt naar ons geluisterd.” Als voorbeeld noemen de ondernemers de snelle actie van de gemeente Nijmegen op het uitbaggeren van de haven, waardoor die nu bereikbaar is voor klasse Va schepen. Ook richting Provincie en Rijksoverheid is het voor Nijmegen van belang om goed op de trom te blijven slaan over de unieke ligging en de belangrijke logistieke functie die de haven op nationaal en internationaal niveau vervult. “Daarom is het initiatief genomen om meer samen te gaan doen met de havens in Arnhem en Tiel, in samenwerking met de Provincie,” vertelt havenregisseur Jansen. “Samen sta je altijd krachtiger, kun je elkaar helpen en kun je van elkaar leren. Dat ervaren wij hier in onze eigen binnenhaven elke dag opnieuw met deze kanjers van bedrijven. Maar ook in de samenwerking met kennisinstellingen en overheden. Door deze goede Triple Helix samenwerking kunnen we duurzame ontwikkelingen versnellen. En dat is prachtig om mee te maken!” << Voor een overzicht van bedrijvigheid in de haven: Port Of Nijmegen: https://portofnijmegen.nl/ Mail voor meer informatie naar accountmanager Marie-Thérèse Marcusse Gemeente Nijmegen: m1.marcusse@nijmegen.nl Havenlocaties 2025 - 47

Van Berkel Logistics neemt containerterminal Tiel over Eind 2024 nam Van Berkel Logistics in Tiel CTU Rivierenland over. Hiermee zet Van Berkel Logistics opnieuw een strategische stap in de uitbreiding van haar logistieke activiteiten in het zeecontainervervoer. De drijfveer van Van Berkel is om de servicegraad en het logistieke proces van de vier containerterminals continu te verbeteren. Met een goed verbonden netwerk, juiste en tijdige informatie en samenwerking in de keten kunnen ze klanten op een hoog niveau bedienen. n een wereld die volop in beweging is, ontkomt ook de containerlijnvaart niet aan uitdagingen die veranderingen met zich meebrengen. De globale containerlijnvaart zucht van krapte naar overcapaciteit en past zich steeds weer aan. De gevolgen van deze aanpassingen zijn tot aan de deur van de verlader voelbaar. Van Berkel Logistics richt zich in het belang van haar klanten dan ook steeds meer op het behouden van de bereikbaarheid voor hen. Die bereikbaarheid zit hem al lang niet meer alleen in een stalen kist die over een kanaal of rivier vervoerd moet worden. I Rondom die container is er inmiddels een enorme hoeveelheid afstemmingsmomenten waarop belanghebbende partijen informatie willen over de container of er informatie aan toe willen voegen. Zonder passende informatiesystemen is een container niet meer verplaatsbaar. Ook is niet meer te verantwoorden of verplaatsing op de meest duurzame wijze volgens de geldende contractafspraken en regelgeving heeft plaatsgevonden. Om in deze groeiende informatie- en controlebehoefte te kunnen voorzien zet Van Berkel Logistics fors in op deze taakstelling en relatiebeheer. Customer Relations steeds belangrijker “Door de ontwikkelingen in het goederenvervoer is het belangrijk om intensief met zowel de klant als andere partijen in de keten samen te werken”, zegt Maike de Bruijn, nu een klein jaar manager Customer Relations bij Van Berkel Logistics. Haar uitgebreide ervaring in de Rotterdamse haven komt goed van pas in haar nieuwe rol, waarbij vooral veel havengerelateerde vraagstukken uitdagingen bieden voor de verlader. Het bieden van een stabiele, betrouwbare en effi ciënte dienstverlening is volgens Van Berkel essentieel voor de bereikbaarheid van haar klanten. Daarom is er bij Van Berkel veel aandacht voor de relatie met klanten en informatievoorziening. De afdeling Customer Relations focust op het bouwen van relaties met bestaande en potentiële klanten, zodat de wensen van de klant goed worden begrepen, essentiële data altijd voor handen is en er een oplossing op maat gevonden kan worden. Verduurzaming, digitalisering en regelgeving De wereld verandert en ontwikkelingen op het gebied van verduurzaming, digitalisering en regelgeving gaan snel. Data wordt steeds belangrijker om een goede dienstverlening te leveren en te kunnen sturen op eventuele afwijkingen. Klanten krijgen een steeds grotere verplichting om zich te verantwoorden op het gebied van duurzaamheid: de impact op mens, milieu en maatschappij. Logistieke processen zijn hier een belangrijk onderdeel van. Van Berkel ziet niet alleen de 48 - Havenlocaties 2025

cruciale rol die zij kunnen spelen in de verduurzaming van de logistieke processen, maar zet ook alle stappen om klanten te kunnen adviseren en voorzien van de benodigde rapportages. De Bruijn: “Steeds meer klanten hebben behoefte aan informatie en rapportages over de wijze waarop Van Berkel hun opdrachten uitvoert. De rapportage met betrekking tot uitstoot en reductie van CO2 voor bijvoorbeeld de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD-rapportage) is daar een belangrijk voorbeeld van. Wij bereiden nu alles voor om onze klanten per 1 januari 2026 met een druk op de knop de verplichte rapportage te kunnen leveren. Daarbij loont voor hen de samenwerking met een intermodaal vervoerder, omdat die het totaaloverzicht heeft over de modaliteiten. Werken klanten met meerdere vervoerders, dan kunnen daar afzonderlijke rapportages voor gemaakt worden.” Passende keuzes De klant ontzorgen en ondersteunen in het maken van passende keuzes staat centraal bij Van Berkel Logistics. Het maken van de juiste keuzes begint voor de klanten al vroeg in het proces, namelijk al bij het plaatsen van de boeking en hoe de zeevracht geboekt wordt. Of het nu gaat om import of export, beide processen hebben de nodige uitdagingen en ook zeker de nodige kansen. Het liefst ondersteunt Van Berkel de klant om keuzes te maken in welke kansen er liggen, zodat het logistieke proces het beste bij hun wensen past. “We nemen graag de hele supply chain van de klant onder de loep, inclusief alle processen eromheen. We kijken naar alle tussenstappen en partijen die iets met de container doen, die eigenlijk contraproductief zijn voor een verlader. Dat brengen we in beeld om samen de meest passende keuze te maken. Sustainability nemen we daar uiteraard in mee.” Inland Terminal Tiel De uitbreiding met Inland Terminal Tiel biedt klanten van de intermodale vervoerder nog meer toegevoegde waarde. Dit sluit naadloos aan op het bestaande netwerk van terminals in Veghel, Cuijk en Oss. De toevoeging van de locatie in Tiel is een strategische keuze en draagt bij aan het aanpassen op veranderende behoeftes in het intermodale containervervoer. Gelegen langs de A15, is de terminal over water vanuit alle windstreken te bereiken en daarmee passeren er ook dagelijks volop combinatiemogelijkheden via de Waal en het Amsterdam-Rijnkanaal. De Bruijn: “Via Tiel verwachten we de juiste afwegingen te kunnen maken op schaalgrootte, frequentie en het juiste moment om containers betrouwbaar van en naar elke aangesloten zeehaven te kunnen vervoeren. Tegelijkertijd ontstaat hiermee ook de mogelijkheid om gebruik te maken van schepen die toch al passeren. Het effectief inzetten van de, reeds varende, vloot draagt als eerste bij aan het reduceren van maatschappelijke impact van vervoer.” “Het komende jaar staat voor Inland Terminal Tiel vooral in het teken van het creëren van inzicht in het netwerk van reeds varende diensten en het bouwen van een gerenoveerde brugkraan. Met deze brugkraan is het eenvoudiger om lading uit te wisselen, zonder dat dit tot onnodig veel extra handelingen leidt. Dit is belangrijk omdat je, in een Maike de Bruijn planning met krappe venstertijden in zeehavens, niet onnodig tijd wilt verliezen.” Als echt familiebedrijf denkt Van Berkel aan haar klanten en aan de volgende generaties. Waardoor de visie altijd gericht is op een duurzame en langdurige toekomst, in operationele zin maar ook op het gebied van relaties. Langdurige relaties opbouwen met klanten, waarbij geluisterd wordt naar de wensen en gekeken wordt naar de meest passende oplossing, blijft voor Van Berkel het belangrijkste uitgangspunt van hun visie. << www.vanberkellogistics.nl Havenlocaties 2025 - 49

Netcongestie géén showstopper voor Heembouw “Samen met Joulz kunnen we de beschikbaarheid van stroom garanderen” Steeds meer gebieden in Nederland raken op slot vanwege netcongestie, waardoor nieuwbouwen uitbreidingsplannen stagneren. Ook in het havengebied loop je tegen de grenzen van stroomvoorziening aan. Toch zijn er slimme oplossingen, waardoor plannen wél door kunnen gaan. Ontwerpende bouwer Heembouw biedt zelfs garantie op stroomvoorziening. Directeur Heembouw Rinus Verhey, zet de mogelijkheden voor je op een rijtje, vanuit haar eigen praktijk. “Dankzij onze samenwerking met energieinfrastructuurspecialist Joulz, weten we bijna altijd een oplossing te bieden voor netcongestie”, vertelt Rinus Verhey. “Samen met Joulz werken we per opgave een voorstel voor een tijdelijke oplossing uit, en stemmen dit af met de netbeheerder. Als ontwerpende bouwer combineren we de specialistische kennis van Joulz , met onze kennis en ervaring met alle aspecten die met ontwerp en realisatie van een gebouw te maken hebben. We weten dus wat er wel of niet kan. Voor we voor een klant aan de slag gaan, kunnen we de garantie geven dat er stroom beschikbaar is bij de oplevering van het pand.” 50 - Havenlocaties 2024 Net-neutrale aansluiting Een bedrijf kan kiezen voor een individuele of collectieve net-neutrale aansluiting. In een collectieve aansluiting organiseer je samen met een x- aantal andere bedrijven zelf de stroomvoorziening. Een gesloten gebiedsenergie-circuit, met een gasturbine, dieselaggregaat, batterijen en zonnepanelen. Samen met Joulz was dit onze oplossing om nieuwbouw mogelijk te maken op bedrijventerrein Medel in Tiel. Zo’n off grid oplossing, vraagt wel om een bepaalde omvang, want het is een kostbare oplossing en is vaak tijdelijk, 2 tot 10 jaar, tot de reguliere stroomvoorziening weer beschikbaar is.”

“Dankzij onze samenwerking met energie-infrastructuurspecialist Joulz, weten we bijna altijd een oplossing te bieden voor netcongestie” Rinus Verhey, Heembouw Netcongestie oplossingen dankzij strategisch partnership Joulz en Heembouw Groeps ATO Voor off grid zijn meerdere scenario’s, legt Verhey uit. “Voor een klant in regio Rijnmond werken we met een groeps ATO. Een ATO is een aansluit- en transportovereenkomst met een bepaalde stroomcapaciteit, tussen een energieleverancier en de netbeheerder. Door te kijken naar het daadwerkelijke stroomgebruik, welke capaciteit is er nu echt nodig, kunnen meerdere bedrijven van één aansluiting gebruik maken.” Lagere aansluitwaarde “Voor een klant in Utrecht werken we tijdelijk met een lage aansluitwaarde, dus met een aansluiting die minder capaciteit biedt dan op piekmomenten nodig is. Met Heembouw Architecten, ons eigen architectenbureau, kunnen we aanpassingen maken in het ontwerp van de installaties, waardoor er slimmer gebruik wordt gemaakt van de beschikbare stroom. Wanneer wordt de meeste stroom verbruikt, en wanneer de minste? Daar passen we de installaties op aan. Dan worden ruimten bijvoorbeeld verwarmd tijdens de uren, waarin het bedrijf minder stroom verbruikt en schakelt de verwarming uit tijdens de piekuren. Zo wordt de piekbelasting van het stroomnet afgevlakt.” Logistiek pand LC1220; tijdelijke oplossing: beperkte elektra-aansluiting i.c.m een gasaansluiting; permanent energieconcept: zonnepanelen, batterij en een net-aansluiting. Tijdelijke gasaansluiting Alle panden die Heembouw ontwerpt en realiseert, zijn all electric. Maar in deze tijden van netcongestie, zijn wachttijden voor een stroomaansluiting zomaar 5 tot 6 jaar. Verhey: “Dan voorzien we onze gebouwen tijdelijk van een gasaansluiting, en kunnen we in combinatie met elektra, een heel groot pand toch op een lage installatie laten draaien.” MEER WETEN: De whitepaper ‘Samen sterker in verduurzaming’ biedt inzichten en oplossingen voor uitdagingen door de energietransitie en toenemende vraag naar elektriciteit. Directeur Heembouw Bedrijfsruimten Rinus Verhey Heembouw Bedrijfsruimten is gespecialiseerd in het ontwerpen en bouwen van bedrijfsruimten, met een focus op logistiek, maakindustrie, en verbouw & renovatie. Als ontwerpende bouwer, met een eigen inhouse architectenbureau, pakken we klantopgaven integraal, als één team op. (071) 332 00 50 www.heembouw.nl www.gronddatabank.nl

NPRC, Together future ready De NPRC, een coöperatie van ruim 150 samenwerkende binnenvaartondernemers viert in 2025 haar 90 jarige jubileum. Het collectief werd in 1935 uit nood opgericht ten behoeve van de particuliere binnenvaart op de Rijn. Vandaag is de NPRC met haar rijke geschiedenis en vele innovaties, uitgegroeid tot vooruitstrevende logistiek dienstverlener. Jaarlijks wordt er door de coöperatie 14 miljoen ton lading over de vaarwegen getransporteerd, een equivalent van ruim 450.000 vrachtwagenladingen. Van staal en grondstoffen voor de bouw en van zout voor de chemische industrie tot agriproducten voor onze levensmiddelen. De NPRC is een strategische partner in de logistieke ketens van de Europese industrie. De rode draad binnen NPRC is al 90 jaar lang samenwerken en krachten bundelen; waarden die ook van groot belang zijn voor het verder verduurzamen van de logistiek. emke Brenninkmeijer, CEO van de NPRC steekt van wal over dit jubileumjaar: “90 jaar is echt een mijlpaal in de huidige tijd. We kijken natuurlijk vooruit en hebben ambities op het gebied van digitalisering, duurzaamheid en logistieke innovatie. Je wil daarin altijd sneller en meer, maar als je in een jubileumjaar terugkijkt dan moet je concluderen dat er ook vele succesvolle transities in de binnenvaart zijn geweest. Denk maar eens naar hoe het er in 1935 aan toe ging. Schepen lagen dagen te wachten om tergend langzaam door het sterk stromende Binger loch gesleept te worden. Communicatie tussen schip en klant liep via een lang netwerk aan walstations en agenten”. Volgens Brenninkmeijer F een groot contrast met de binnenvaart van 2025: “Als je nu aan boord stapt bij onze leden is er veel veranderd. Er wordt gevaren met de modernste apparatuur zoals de track pilot, een soort lane keeping assistent, logistieke planningen zijn gedigitaliseerd en ook op gebied van duurzaamheid worden niet altijd even zichtbare investeringen gedaan. Sleepschepen onder de vlag van de onlangs opgerichtte NPRC wachtend op lossing. Een impressie van de huidige werkplek van de binnenvaartondernemer Collectieve investering in verduurzaming In die verduurzaming van de logistiek heeft de NPRC een heldere koers bestaande uit 3 pijlers. Er wordt allereerst ingezet op het optimaliseren van de logistieke planning en modal shift. “Zo verlagen we de CO2 uitstoot en maken we de kostenstructuur van de logistiek robuuster”, aldus Brenninkmeijer. De tweede pijler is een vooruitstrevende online rapportageomgeving voor klanten van NPRC waar CO2 uitstoot volledig digitaal inzichtelijk is gemaakt. Brenninkmeijer: “Als je CO2 wil reduceren, moet je ook weten wat de uitstoot is, meten 52 - Havenlocaties 2025 “Als je terugkijkt moet je concluderen dat er vele succesvolle transities in de binnenvaart zijn geweest ”

Het ms Antonie, het waterstof elektrisch aangedreven schip binnen de NPRC vloot “Door modal shift en optimalisatie verlagen we CO2 en maken we kostenstructuur van logistiek robuuster ” is immers weten. Met onze online rapportage voorzien we klanten bovendien met een geaccrediteerde CO2 uitstoot die zij kunnen gebruiken in de CSRD rapportage” De laatste 3e pijler in de verduurzaming gaat meer over de technieken en brandstoffen. Brenninkmeijer: “We zetten in op dat wat past bij onze ondernemers, de klantwensen en de keten. Of dat nu de ontwikkeling van een waterstof elektrisch aangedreven schip is, of varen op HVO (hernieuwbare-diesel). Er is veel mogelijk als je bereid bent samen te werken voor de langere termijn.” In 2023 zette NPRC als collectief een opvallende stap in het verlagen van de CO2 uitstoot. De coöperatie zette 3 miljoen Euro opzij voor haar leden. Brenninkmeijer verteld enthousiast over deze stap: “Ieder lid dat een investering doet in het schip waardoor de CO2 of stikstof uitstoot wordt verlaagd, kan door middel van een voucher een bijdrage tot €20.000,- van de coöperatie ontvangen. De actie is een succes en werkte als katalysator voor grotere investeringen. Tezamen investeerde de aangesloten ondernemers bij NPRC inmiddels voor 6,7 miljoen Euro in verlaging van de CO2 uitstoot. En de regeling staat nog ruim 1,5 jaar open, we verwachten dat dit bedrag nog verder zal stijgen ”. Het ms Pealko met een nieuwe motor - Greenpower 3500 systeem bestaande uit een Caterpillar 3512C met nabehandeling, ingebouwd en geleverd door Yes Motoren te Yerseke Mensenwerk Brenninkmeijer besluit: “Ik ben trots op de club die we vandaag de dag zijn. We hebben een lange reis afgelegd samen met ons team, de leden en onze klanten. Het is onze coöperatieve mindset die de basis altijd vormde en nu ook vandaag de dag vormt en het uitgangspunt is voor en een gerichte lange termijn visie en de innovaties die we als club realiseren. Juist door naar elkaar te luisteren, samen te werken en goed te kijken wat er in de praktijk speelt en realiseerbaar is helpen we met duurzaam transport en innovatieve logistiek klanten en leden vooruit naar de toekomst. Vooruitkijkend zien we verdere kansen voor ons collectief en zijn we voorbereid op veranderingen die komen gaan. We vieren ons 90-jarig bestaan dan ook met een blik vooruit en met grote waardering voor onze leden, klanten, medewerkers en zakelijke partners. Als we één les hebben geleerd is dat verandering namelijk de enige constante is” << www.nprc.eu Havenlocaties 2025 - 53

SMART HUB Logistics biedt meerwaarde, direct vanaf de kade ‘Wauw, dit is wel écht direct in je achtertuin!’ Dat is wat Frank Bruurs, directeur van SMART HUB Logistics in Den Bosch, bijna altijd hoort als hij bezoekers rondleidt in zijn warehouse. Dat ‘wauw-effect’ ontstaat zodra de deuren van de loading docks aan de achterkant van het gebouw opengaan. Dan sta je meteen oog in oog met de stapels containers en de kraan van de BCTN barge terminal, op slechts tientallen meter afstand. H et SMART HUB Logistics warehouse heeft aan de achterkant een open verbinding met de barge terminal. Op deze unieke locatie worden containers vanaf de aangemeerde binnenvaartschepen met een reachstacker opgepakt en direct voor de SMART HUB loading docks neergezet. Meer dan 50 meter hoeft er niet overbrugd te worden tussen schip en warehouse. “Je hoeft hier letterlijk geen meter over de openbare weg te rijden om de producten die binnenkomen in containers te lossen en in opslag te nemen,” legt Bruurs uit. “Duurzamer kun je het niet krijgen. Binnen enkele uren na aankomst van een schip hebben wij de producten gelost, gepalletiseerd en ingeslagen in het voorraadsysteem van de klant. In geval van spoed, kan die er meteen over beschikken en kunnen we de outbound orders dezelfde dag nog gereed maken.” Klein beginnen en doorgroeien SMART HUB Logistics is een logistieke dienstverlener die meegroeit met zijn klanten. Flexibiliteit is een sleutelwoord. “Startups kunnen bij ons klein beginnen. Soms willen ze alleen ruimte voor hun producten, vaak vragen ze ons de totale logistieke afhandeling te doen. Ook voor kleine volumes is de binnenvaart een goed en duurzaam alternatief. Meestal wordt er bij een modal shift gesproken over bedrijven met grote volumestromen. Maar wij kunnen hier ook LCL-partijen ontvangen voor onze klanten.” 54 - Havenlocaties 2025 Wordt een startup succesvol en groeit de business, dan groeit SMART HUB mee. “Wij hebben hier een klant die begon met 20 verschillende producten. Een jaar daarna verdubbelde dat aantal naar 40 en werden de voorraden van ieder product steeds groter. Wij zijn de juiste partner voor dit soort volume uitdagingen. We denken mee, zijn vaak betrokken bij de inkoopkant en adviseren over het zo efficiënt mogelijk inrichten van de supply chain.” Frank Bruurs Control Tower functie Aan de outbound kant worden de uitgaande orders voor verschillende klanten zoveel mogelijk geconsolideerd. “Dat is een voordeel van ons multi-user warehouse”, legt Bruurs uit. “Vanuit onze control tower functie hebben wij een goed totaaloverzicht over de verschillende volumestromen van onze klanten. Zo kunnen wij uitgaande vrachten zo optimaal mogelijk combineren. Hoe hoger de beladingsgraad hoe economischer en duurzamer SMART HUB Logistics ontwikkelt verder op het gebied van automatisering, digitalisering en AI. Voorraadtellingen m.b.v. een drone is een volgende stap

een transport over de weg is. En daar heeft de klant financieel ook weer voordeel van.” Digitalisering, automatisering en AI SMART HUB Logistics ontwikkelt volop op het gebied van digitalisering, automatisering en AI. Vanaf half maart 2025 worden klanten automatisch geïnformeerd zodra de order is geladen, middels een afgetekende e-CMR. Dit stelt de opdrachtgever in staat om, zodra de automatisch gegenereerde mail binnenkomt, direct de afboeking in het systeem te doen en de factuur op te stellen naar de klant. Inmiddels is SMART HUB Logistics in de afrondende fase om via een AI-tool de Bill of Lading in te kunnen lezen. Dit bespaart per BL / container aanzienlijk wat tijd aan administratieve handling. Bruurs: “Hierdoor is er meer ruimte voor het monitoren, controleren en plannen van inkomende containers. Zo kunnen we de klant voorzien van automatische updates met verwachte aankomsttijden bij de diverse terminals in Rotterdam. Als deze nieuwe, geautomatiseerde werkwijzen eenmaal goed lopen, staat alweer een volgend project op stapel: voorraadbeheer en tellingen met behulp van drones. Zo blijven we continu verder ontwikkelen.” Kei in omgaan met volumeuitdagingen Volume-uitdagingen zijn er niet alleen bij startups die succesvol verder groeien. Ook klanten die werken met seizoensgebonden producten hebben te maken met hoge pieken in volumes. Vaak arriveren in de zomer al containers vol kerstspullen of in de winter al tuin gerelateerde producten. “Wij hebben hier de mogelijkheid om dit soort producten direct vanaf het schip in opslag te nemen voor langere tijd. Stel dat we echt ruimtegebrek krijgen (zoals tijdens de corona-epidemie) dan laden we EnergyHub Samen met buurman BCTN werd een lokale EnergyHub opgezet. In eerste instantie is deze hub bedoeld voor het opladen van batterijcontainers voor de binnenvaartschepen. Op termijn wil Bruurs op zijn eigen terrein deze EnergyHub verder uitbreiden met locaties voor het laden van andere voertuigen. Zonnepanelen en windmolens zorgen voor groene energie. Bossche BouwHub Samen met Van Boxtel Groep ontwikkelt SMART HUB Logistics de Bossche BouwHub, op het terrein naast het bestaande SMART HUB warehouse. Hier worden materialen van toeleveranciers verzameld en in één transport vervoerd naar bouwlocaties in de binnenstad. Dit zorgt o.a. voor minder voertuigbewegingen naar en vanuit de binnenstad, een betere beladingsgraad, minder CO₂- en stikstofuitstoot en minder omgevingshinder. In de toekomst kunnen vanaf deze locatie ook elektrische trucks/ busjes worden ingezet om de binnenstad te bevoorraden met meer dan alleen bouwproducten. Opladen van de voertuigen gebeurt dan via de EnergyHub. Ook zijn er plannen voor een speciale elektrawand, waar elektrisch bouwgereedschap kan worden opgeladen. de spullen over in eigen containers en slaan we ze op binnen de beveiligde poorten van het terminal terrein. Door onze SMART HUB te gebruiken als een soort overflow station, hoeven klanten zich niet druk te maken over een eventueel ruimtegebrek in hun eigen warehouses. Zo kunnen zij het meest optimale tijdstip kiezen om hun order te plaatsen bij fabrieken, waar ook ter wereld. Daarbij rekening houdend met containertarieven, grondstofprijzen, productiepieken etc. Samen met de klant kunnen we zo de ideale inbound-omstandigheden creëren en de volumepieken voor hen afvlakken. Via de binnenvaart komen de producten aan in Den Bosch. Dat kan oplopen tot honderden containers voor een klant. Wij slaan de spullen op en als de tijd rijp is verzorgen wij de uitlevering van deze seizoensgebonden producten naar de betreffende winkels over heel Europa. Geheel op maat, dus precies op de manier zoals de eindbestemming de goederen wenst te ontvangen.” SMART HUB functie bij andere terminals in Noordoost Brabant? Frank Bruurs is ervan overtuigd dat zo’n HUB functie, zoals die van zijn eigen bedrijf, rondom iedere inland terminal van grote toegevoegde waarde kan zijn voor klanten met containervolumes. “Ik kijk daarom dan ook verder dan Den Bosch, met name richting Noordoost Brabant. Daar liggen bij inland terminals zeker ook kansen om een SMART HUB te ontwikkelen. Door nauw samen te werken met containerterminals kunnen we klanten een geweldig logistiek pakket aanbieden. Wij kunnen onze kennis en expertise als control tower daar prima voor inzetten. Het enige wat we nodig hebben is een opslagruimte dichtbij de terminal. Doet zich ergens zo’n kans voor, dan ga ik die uitdaging graag aan!” << Rietveldenkade 15 5222 AJ ’s-Hertogenbosch Info@smarthublogistics.nl www.smarthubonline.nl Containers worden, direct vanaf het schip, met een reachstacker voor een dockdeur van SMART HUB Logistics geplaatst Havenlocaties 2025 - 55

Port of Twente pakt samen met Overijsselse bedrijven en organisaties de paradox in de binnenvaart aan Het gezegde luidt dan wel dat het water je tot aan de lippen staat, bij de binnenvaart is juist het omgekeerde steeds vaker het geval. Én het gevaar. In een alliantie met Logistics Overijssel, Port of Zwolle, grote bedrijven die de binnenvaart nodig hebben in hun bedrijfsvoering (Nobian, Van Merksteijn, Riwald Recycling, CTT en For Farmers) en onderwijs- en onderzoekinstituten University of Twente, Windesheim en Deltares, pakt Port of Twente de uitdagingen in de binnenvaart aan. “Laagwater heeft grote gevolgen.” Foto Han Schenk O p het kantoor van Frank van Zomeren – manager van het havenbedrijf Port of Twente – vertelt Anne-Ruth Scheijgrond over het project waarbij ze betrokken is, waarbij gebruik wordt gemaakt van digital twinning, oftewel het ontwikkelen van digitale modellen van een feitelijk systeem, om meer inzichten te krijgen ín dat systeem. In dit geval gaat het om de Nederlandse binnenvaart in het algemeen en het Twentekanaal in het bijzonder. Scheijgrond werkt tegenwoordig als zelfstandig adviseur onder de naam Voort Varend. De naam van haar bedrijf is niet voor niets gekozen, ze heeft grote kennis en veel ervaring in de binnenvaart. “Het logistieke systeem in Twente is kwetsbaar voor waterstanden en andere externe factoren. We proberen door de ervaringen van 56 - Havenlocaties 2025 verschillende bedrijven én de creativiteit van studenten en onderzoekers te combineren, meer inzicht te krijgen in de omstandigheden en de veerkracht van de logistieke sector te versterken.” Paradox van de binnenvaart “Paradoxaal genoeg heb je de binnenvaart nodig om de klimaatverandering tegen te gaan door minder uitstoot te produceren, maar is juist de binnenvaart het eerste slachtoffer van die klimaatverandering door de droogte.” Van Zomeren en Scheijgrond gruwen gezamenlijk, als ze terugdenken aan de zomermaanden van 2018 en 2022. Het waterpeil in het Twentekanaal bereikte destijds een laagterecord. “Door de klimaatverandering zullen we steeds vaker te maken krijgen met extreem laag water. Daar moeten we iets mee doen.”

De genoemde droge zomers maakten de Twente kanalen deels onbruikbaar. “Bedrijven zaten met de handen in het haar. Het had grote impact op de transportmogelijkheden en de leveringszekerheid. Niet voor niets dat bijvoorbeeld Nobian, maar ook For Farmers, zich bij onze onderzoeksgroep aansloten. Zij zien de noodzaak.” Frisse ideeën, denkkracht en creativiteit Dankbaar maken ze gebruik van de denkkracht en de creativiteit van studenten. “Zij kunnen ook met een zekere afstand naar de problemen kijken en komen dan met mooie oplossingen, frisse ideeën en mogelijke uitwegen. Je kunt in de zeer droge zomermaanden ook niet zondermeer terugvallen op de weg. Een deel van het transport kan bij laag water wel over de weg worden afgehandeld, maar er zijn simpelweg onvoldoende vrachtwagens beschikbaar om het volledige volume van de binnenvaart op te vangen. Dit wordt versterkt doordat bedrijven bij droogte massaal naar wegvervoer grijpen om het hoogst noodzakelijke alsnog geleverd te krijgen. En er is niet alleen een gebrek aan materieel én chauffeurs, het is ook in een periode dat er meer mensen op vakantie zijn. Plus dat we om verschillende redenen natuurlijk niet willen dat er méér vrachtwagens op de weg verschijnen.” “Omdat de bedrijven die het project, dat overigens mede wordt gefinancierd door TKI Dinalog, startten gebruik willen blijven maken van de binnenvaart en omdat we geen grote infrastructurele oplossingen kunnen verwachten, gaan we met hulp van resilience en digital twinning de binnenvaart proberen te optimaliseren.” Dashboard en simulatiemodellen ontwikkelen Wat gaat dat dan opleveren? “We willen met hulp van een dashboard en een simulatiemodel kunnen bepalen welk type schip met welke beladingsgraad het beste is in een specifieke situatie. Dit eventueel in combinatie met tussenopslag, overslag elders en een vorm van wegtransport. Daarbij willen we de waterstanden beter kunnen voorspellen, op basis van data uit het verleden én het heden.” Ze gaat verder: “Ook een scan van de supply chain van bedrijven maakt onderdeel uit van ons onderzoek. Zo kunnen we zien waar de kwetsbaarheden zitten en die eventueel aanpakken en -passen. Zo ontstaat een beter inzicht in het hele speelveld, voor gebruikers en beheerders. Én het mooist is dat je op deze manier op zoek kunt gaan naar mogelijke samenwerkingen tussen verschillende bedrijven en vervoerders. De inzet van kleinere schepen behoort tot de mogelijke oplossingen.” Anne-Ruth Scheijgrond en Frank van Zomeren Hoewel op het Twentekanaal de nood qua droogte zeer acuut is, zijn er ook andere plekken waar soortgelijke problemen voorkomen of kunnen ontstaan. Daarom is het ook de ambitie om de Overijsselse oplossingen nationaal en internationaal uit te rollen. “Wij willen data delen, zodat andere regio’s hier ook van kunnen profiteren”, knikken Scheijgrond en Van Zomeren beide. Van nationaal belang “We maken immers ook gebruik van data van andere organisaties. We moeten ook de algehele binnenvaart en het waterbeheer verbeteren en beter op elkaar afstemmen. Door het gebruik van digitale tools en AI kunnen logistieke processen efficiënter en veerkrachtiger worden. De digitale twin van de vaarwegen die we ontwikkelen helpt bij voorspellingen, maar we moeten natuurlijk wel aansluiten op de praktijk. Het project moet niet alleen voor Twente gelden, maar voor de hele Nederlandse binnenvaart voordelen opleveren.” << www.portoftwente.com Havenlocaties 2025 - 57

Watergebonden locaties en de circulaire economie De transitie naar een circulaire economie (CE) is een urgent beleidsdoel op alle niveaus, maar gaat nog erg langzaam. Nu ruimte creëren voor circulaire bedrijvigheid is dus cruciaal om dit maatschappelijke doel te bereiken. Anders dreigt in de ruimtelijke ordening eenzelfde blinde vlek als bij de energietransitie. Wienerberger steen productielocatie Kijfwaard. Foto: wienerberger.nl B ij het creëren van ruimte voor bedrijven gaat het niet alleen om de kwantiteit maar ook om de kwaliteit van het aanbod. Circulaire activiteiten hebben – nog meer dan de ons bekende economische activiteiten – specifieke locatiekenmerken nodig. Eind 2024 publiceerden het Erasmus Centre for Urban Port & Transport Economics in samenwerking met Rienstra Beleidsonderzoek en de ministeries VRO, IenW en EZ een rapport over deze locatiekenmerken. Locatiekenmerken van circulaire activiteiten zijn hierin op twee verschillende manieren getoetst: ten eerste door in een data-analyse de huidige bedrijfslocaties van circulaire activiteiten te relateren aan deze locatiekenmerken en ten tweede door bedrijven met circulaire activiteiten en verenigingen en lokale overheden expliciet te vragen naar wat zij op hun locatie nodig hebben in een survey. Het onderzoek verdeelt circulaire activiteiten volgens het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) onder in vier hoofdstrategieën: 58 - Havenlocaties 2025 - Vermindering van grondstofverbruik (bijvoorbeeld door verhuur van apparatuur in de bouw) - Substitutie door alternatieve grondstoffen (bijvoorbeeld suikerbieten i.p.v. olie voor bioplastic) - Levensduurverlenging van producten (bijvoorbeeld refurbishing van PC’s en telefoons) - Hoogwaardige verwerking van materialen (bijvoorbeeld metaalrecycling) “Onze steenfabrieken liggen vaak aan de rivier in een regio met andere producenten, toeleveranciers en afnemers in deze sector. We zouden meer transport over het water willen doen, maar het maken of verbeteren van havens is lastig. Een materiaalhub voor onze sector in een gebied zou ook heel veel opslagruimte schelen en uitwisseling makkelijker maken. Ook bij grote klanten zou dat interessant zijn, bijvoorbeeld een gemeentehub waar we straatstenen kunnen leveren via het water.” bedrijf Wienerberger Locatiekenmerken circulaire bedrijvigheid Circulaire activiteiten maken momenteel nog slechts 4 à 6 procent uit van de economie. Circulaire activiteiten vinden veelal plaats tussen of als onderdeel van de reguliere bedrijvigheid. Daardoor is er in de praktijk een grote overlap in locatiekenmerken van circulaire en reguliere activiteiten. Het vanuit bestaand onderzoek verwachte belang van bereikbaarheid via de weg als locatiekenmerk is duidelijk terug te zien in de resultaten van de door ons uitgevoerde data-analyse en ook van de resultaten uit de survey (zie grafiek). ‘Nabijheid van andere producenten’ en ‘vaardig personeel’ zijn eveneens belangrijke locatie kenmerken voor circulaire bedrijven. Padaf hankelijkheid is net als bij andere activiteiten ook groot bij CE-bedrijvigheid. Eenmaal aanwezige CE-activiteiten en de daarmee samenhangende infrastructuur, alsmede de lokale arbeidsmarkt, faciliteren en vergroten het potentieel van nieuwe circulaire ontwikkelingen. Ook het belang van

hoge milieucategorie (HMC)-terreinen bestemd voor de CE, vooral aan de rand van stedelijke centra, wordt bevestigd door zowel de dataanalyse als de survey. Veel circulaire activiteiten, bijvoorbeeld verwerking van beton uit sloopafval, moet door de productie van herrie en stof op een HMC-terrein plaatsvinden. De survey bevestigt ook de grote behoefte van circulaire bedrijvigheid aan ruimte voor opslag en uitbreiding, terwijl extra nieuwe ruimte voor vooral HMC- en watergebonden terreinen lastig is te ontwikkelen. De ‘organisatiegraad van terreinen’, een zachte locatiefactor, is in de survey vaak genoemd als onderliggende succesfactor maar bij gebrek daaraan ook genoemd als knelpunt bij het stimuleren van de CE. De netcongestie op bedrijventerreinen blijkt ook urgent te zijn voor circulaire activiteiten, net als voor reguliere bedrijven. En de productie en verwerking van alternatieve grondstoffen (substitutie) vindt zoals verwacht plaats op meer perifere locaties dan de overige activiteiten in de CE (substitutie is in dit onderzoek grotendeels gekoppeld aan de primaire sector voor biobased grondstoffen zoals bosbouw). De survey toont zeer grote belangstelling voor ‘zachte’ factoren zoals gezonde werkomgeving. In de praktijk blijkt zacht namelijk ook hard, aangezien bedrijven nu te maken hebben met een urgent gebrek aan personeel. De surveyresultaten tonen aan dat bereikbaarheid via water en spoor weliswaar bij respectievelijk 42 en 32 procent van de ondervraagde partijen in de survey belangrijk tot zeer belangrijk wordt gevonden (zie grafiek). Toch staan deze locatiekenmerken onderaan het prioriteitenlijstje. De data-analyse toont aan dat multimodale terminals weliswaar goed binnen bereik liggen van bedrijven, maar o.a. door nog geringe circulaire transportvolumes worden deze nog weinig gebruikt. Naar verwachting zal het belang van watergebonden locaties toenemen bij de verdere uitrol van de circulaire economie. Merten Nefs Beleidsaanbevelingen Er is urgent ruimte voor de CE nodig met de juiste locatiekenmerken. Beleid op alle niveaus is hierbij onontbeerlijk: - Ruimtelijke voorwaarden scheppen voor circulaire ketens waarmee grondstoffen (en energie) kunnen worden bespaard. Naast geschikt aanbod van locaties volgens de bovenstaande kenmerken o.a. ook regel-luwe experimenteerzones waar nieuwe activiteiten kunnen ontstaan. - Veelsoortigheid van terreinen en diversiteit van bedrijven bevorderen en matchen, om vraag en aanbod in samenhang te optimaliseren. Benutten van schaarse plekken zoals watergebonden en HMC-terreinen (voor zware functies) is een bij lokale overheden vaak gehoorde maatregel, maar deze staat op gespannen voet met het bevorderen van eveneens voor CE noodzakelijke diversiteit van bedrijven op een terrein. Regionale afstemming is daarbij nodig. - Behouden en beter benutten van bedrijfslocaties - vooral centraal gelegen, HMC en multimodaal bereikbare terreinen. Multimodale bereikbaarheid wordt nu weliswaar nog niet als prioriteit gezien, maar zou op daarvoor geschikte locaties gegarandeerd moeten worden voor de toekomst, wanneer bewustwording is toegenomen, tezamen met de circulaire ketenvolumes. - Strategisch uitbreiden van bedrijventerreinen voor de CE lijkt onvermijdelijk. - Omgevingskwaliteit van bedrijventerreinen verbeteren. Groene aantrekkelijke inrichting van terreinen is belangrijk, maar ook adequate milieuregelgeving en handhaving daarvan. Ondernemersverenigingen kunnen hierbij als spil functioneren. Interactieve kaart Bekijk voor het ruimtelijk overzicht van de circulaire bedrijvigheid in de huidige situatie ook de interactieve kaart op: https://erasmusupt.shinyapps.io/circulaire_ economie_kaart/ Merten Nefs Erasmus UPT, nefs@ese.eur.nl Survey-resultaten. In deze grafiek is het belang getoond van locatiekenmerken, gescoord door alle deelnemers (overheden, bedrijven en verenigingen). << Havenlocaties 2025 - 59

Maritieme maakindustrie Werkendam breidt uit Al jaren wordt erover gesproken, nu is er een doorbraak: de haven van Werkendam wordt uitgebreid. Eerst door de aanleg van een extra insteekhaven, daarna met een nieuwe ‘derde’ haven. Het resultaat van hechte samenwerking tussen gemeente en bedrijfsleven, met politieke steun van provincies en Den Haag. N et over de roemruchte brug bij Gorinchem, op de kop van Noord-Brabant en pal tegen de Biesbosch aan, ligt de haven van Werkendam (gemeente Altena). Waar de Boven-Merwede zich splitst in de Beneden-Merwede en de Nieuwe Merwede. Innovatief maritiem cluster Op deze strategische plek aan de drukste binnenvaartroute van Nederland, geschikt voor de grootste binnenvaartschepen van CEMT-klasse VIc, ontwikkelde zich de afgelopen jaren een vooraanstaand en innovatief maritiem cluster. Hoog vanuit de glazen kantoortoren van een van de prominente scheepsbouwers in deze haven, zien we links en rechts onder ons talloze kranen, maar geen enkele container. Dat is logisch, want Werkendam is geen overslaghaven. Hier zie je schepen in aanbouw en onderhoud. Meer dan 50 bedrijven, samenwerkend in Werkendam Maritime Industries (WMI), ontwerpen, bouwen en onderhouden hier schepen voor de zee- en kustvaart, binnenvaart, pleziervaart, offshore, werk- en baggerschepen. Ook plaatsen en onderhouden ze windmolens op de Noordzee. Klein oppervlak, grote prestaties Al die bedrijvigheid vindt plaats op een relatief klein oppervlak. Groot daarentegen is het maatschappelijk en economisch belang van deze binnenhaven. ‘Wist je bijvoorbeeld dat bij 96% van alle nieuwbouwschepen in Nederland minimaal 1 bouwer, toeleverancier of dienstverlener uit Werkendam betrokken is?’ zegt Wendy van Ooijen. Zij is wethouder economie van de gemeente Altena, waartoe Werkendam sinds 2019 behoort. ‘Ook voor de lokale en regionale economie is de 60 - Havenlocaties 2025

haven belangrijk. Zo werkt 11% van de beroepsbevolking hier in de haven, dat zijn ruim 2.000 banen. En dan heb ik het nog niet eens over de indirecte banen.’ Ook in kwaliteit, technologie en innovatie is Werkendam opmerkelijk groot. ‘Van oudsher is Werkendam een haven voor onderhoud en reparatie, de laatste decennia ook steeds meer nieuwbouw en afbouw.’ vertelt Harry Cornet, voorzitter van Werkendam Maritime Industries. ‘En veel van de techniek in die schepen bedenken, produceren en leveren we hier. Kijk bijvoorbeeld naar dat gele schip daar, dat wordt een volledig autonoom varend veer voor Zweden. Daar hebben we er al 2 van geleverd.’ Uitbreiding noodzaak Aan de andere kant van de haven wordt gewerkt aan een riviercruiseschip. Cornet daarover: ‘In 1980 hadden we hier schepen van 70 tot 80 meter lengte; dat vonden we toen al fors. Nu zijn dat schepen van meer dan 135 meter lang tot wel 12 meter breed, zoals dit cruiseschip. Dat is dus aanzienlijk groter dan vroeger’. De schaalvergroting van onder andere riviercruiseschepen is een belangrijke reden om de haven meer ruimte te bieden. Een andere reden is de enorme ontwikkeling die eraan komt. Want de komende jaren staat de scheepvaart voor een forse uitdaging: de verduurzaming. Bestaande schepen moeten worden omgebouwd en nieuwe schepen worden direct geschikt gemaakt voor varen op stroom of waterstof. En de energie-infrastructuur op zee wordt fors uitgebreid, ook daarvoor heeft Werkendam de technologie, knowhow en mogelijkheden in huis. Ook daar moet dan wel ruimte voor zijn. Als het aan de gemeente en WMI ligt komt die ruimte er zo snel mogelijk. v.l.n.r.: Harry Cornet, Wendy van Ooijen en Hans Tanis ‘Daar staan ook meer seinen voor op groen dan ooit’, vertelt Hans Tanis, wethouder voor onder meer mobiliteit, bedrijventerreinen en havenontwikkeling. Van insteekhaven naar nieuwe haven De uitbreiding die de gemeente en het bedrijfsleven met de haven voor ogen hebben, kent 2 fases. Tanis: ‘We starten met verdichting door een bestaand opslagterrein uit te graven tot een zogenoemde insteekhaven, inclusief verlenging van kadefaciliteiten. Dit is nog een beperkte uitbreiding, maar geeft voor de korte termijn, denk aan 2029, al meer ruimte voor de afbouw van schepen. Dat idee komt volledig uit het bedrijfsleven. Nu moet de aankoop van gronden en panden starten om die ontwikkeling mogelijk te maken.’ Voor deze insteekhaven stelde de gemeenteraad in 2024 8 miljoen euro beschikbaar, wat voor een deel weer terugvloeit via liggelden. De rest van de begrote 20 miljoen euro komt van het bedrijfsleven. Samenwerking de basis De volgende stap is de werkelijke uitbreiding met een derde haven. Dat heeft meer voeten in de aarde, zowel procedureel als financieel. Maar ook daar zit schot in. Tanis: ‘Zo sluiten onze uitbreidingsplannen goed aan op de Sector Agenda Maritieme MaakIndustrie (SAMMI) van de Rijksoverheid. De urgentie is duidelijk: de producten en diensten van de MMI-sector zijn nodig voor het veiligstellen van vitale veiligheidsbelangen, dat betreft geopolitiek (versterken marine, beveiligen energie- en datakabels op Noordzee) en duurzaamheid (aanleg en onderhoud energieprojecten op Noordzee, refit zee- en binnenvaart). Dat vergroot onze kans op de benodigde aanvullende financiering van het Rijk en misschien zelfs vanuit Europa.’ De lobby en uitwerking zijn inmiddels in volle gang. De minister van IenW heeft toegezegd het versterken van het MMI-cluster in Werkendam samen met de minister van EZ te willen oppakken en de Tweede Kamer steunt een brede, gezamenlijke uitwerking. Goede samenwerking is van cruciaal belang. Want overheid en bedrijfsleven hebben elkaar hierin hard nodig. ‘De samenwerking met Werkendam Maritime Industries is uitstekend. In een publiekprivate samenwerking kunnen we de plannen verder vorm geven. De uitbreiding van de Werken damse haven is tenslotte ons gezamenlijk belang.’ << Havenlocaties 2025 - 61

Clean Energy Hubs voor de binnenvaart De Europese Unie streeft ernaar om tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent te zijn. Deze ambitieuze doelstelling vereist een grootschalige energietransitie waarbij fossiele brandstoffen worden vervangen door duurzame alternatieven. In de transportsector, en met name de binnenvaart, zijn aanzienlijke investeringen, maar ook technologische innovaties nodig om deze energietransitie mogelijk te maken. Clean Energy Hubs (CEH’s) kunnen hierin een cruciale rol spelen. Deze hubs fungeren als tank-, laad- of bunkerstations waar hernieuwbare brandstoffen en/of energiebronnen beschikbaar zijn voor zwaar goederenvervoer over de weg of de binnenvaart. 62 - Havenlocaties 2025

Roadmap voor uitrol Clean Energy Hubs Onderzoeksbureau Panteia heeft in 2024 een Roadmap opgesteld voor de ontwikkeling van Clean Energy Hubs in de binnenvaart sector. Hierbij is intensief samengewerkt met de learning community van de Clean Energy Hubs (de samenwerking tussen 12 provincies, Rijk, Havenbedrijven en het programmateam CEH). De Roadmap schetst de benodigde stappen om de transitie naar duurzame energiebronnen in de binnenvaart te ondersteunen. Het ontwikkelen van een landelijk dekkend netwerk van CEH’s is daarbij noodzakelijk om de beschikbaarheid en distributie van alternatieve energiebronnen te waarborgen. Het gaat om ‘near zero’ (biobrandstoffen) en zero emissie energiedragers (batterij-elektrisch en waterstof). Clean Energy Hubs zijn (semi) openbaar toegankelijke tank­, laadof bunkerfaciliteiten met voor weg een mix van ten minste drie hernieuwbare (w.o. zero emissie) brandstoffen en/of energiedragers, waar wenselijk in combinatie met andere faciliteiten zoals openbaar vervoer, horeca, truckparking, vergaderruimtes etc. en voor binnenvaart minimaal één hernieuwbare brandstof en/of energiebron. Doorbreken ‘kip-ei’-probleem verduurzaming goederentransport Er schuilt een grote uitdaging in de ontwikkeling van adequate infrastructuur om duurzame energie efficiënt op te slaan en te distribueren. De initiële kosten om te komen tot een voldoende dekkende infrastructuur met bijbehorende vraag zijn hoog. Het Theo Heinink bekende ‘kip-ei’-probleem: vervoerders aarzelen om te investeren in schone voer- of vaartuigen zonder een voldoende dekkend netwerk van energie-inname mogelijkheden, terwijl energieleveranciers terughoudend zijn om te investeren in infrastructuur zonder gegarandeerde vraag. Om deze impasse te doorbreken, worden pilotprojecten uitgevoerd en zijn subsidies nodig om de eerste locaties te ontwikkelen. De locaties van CEH’s worden strategisch gekozen op basis van huidige en toekomstige behoeften. Hierbij wordt rekening gehouden met marktsegmenten, scheepstypen en routes, zodat de voorzieHavenlocaties 2025 - 63

ningen zich bevinden op plekken waar de grootste impact kan worden bereikt. Samenwerking en afstemming tussen overheden, havenautoriteiten en marktspelers is essentieel voor de succesvolle implementatie van CEH’s. Verschillende netwerken van energiedragers voor de binnenvaart Het is belangrijk dat er voor de binnenvaart niet één netwerk van CEH’s is, maar meerdere netwerken. Verschillende netwerken van energiedragers zoals voor biobrandstoffen, LNG, methanol, elektriciteit en waterstof hebben elk hun specifieke kenmerken en vereisen elk hun eigen specifieke infrastructuur. De Roadmap Clean Energy Hubs Binnenvaart gaat in op de ontwikkeling van de netwerken voor elk van deze energiedragers, met aandacht voor de unieke kenmerken en vereisten van elke drager. Zo worden de ontwikkelingen ten aanzien van ZES (Zero Emissie Services, elektrisch varen), RH2INE en Condor (varen op waterstof) op de voet gevolgd. Adaptieve roadmap volgt technologische ontwikkelingen De Roadmap legt hiermee een basis voor de transitie naar een duurzame binnenvaart door middel van een gestructureerde en flexibele uitrol van CEH’s. De Roadmap is adaptief: technologische ontwikkelingen zullen voortdurend gevolgd moeten worden. Deze verbeteren de efficiëntie en prestaties van CEH’s. Dit omvat geavanceerdere en kosten-effectievere laad- en tankinfrastructuur, evenals verbeteringen in schone aandrijftechnologieën voor schepen. Het is van belang om de ontwikkelingen te (blijven) monitoren, zodat 64 - Havenlocaties 2025 tijdig maatregelen getroffen kunnen worden om het netwerk aan te passen voor een voldoende aanbod van vulpunten, vanuit totale capaciteit, uitgebreidheid van het netwerk en de mix van verschillende energiedragers. Zoekgebieden voor Clean Energy Hubs voor de binnenvaart Ten aanzien van de schonere brandstoffen HVO, (bio)LNG en methanol zijn een aantal zoekgebieden gevonden: de AA-locaties. Deze zoekgebieden zijn rond Maasbracht, regio Rotterdam/ Drechtsteden, regio Nijmegen, regio Amsterdam, Port of Zwolle en North Sea Port. Er is al een aantal verkennende gevoerd en er zal nog een aantal afspraken gemaakt worden. Daarnaast is er een aantal andere potentieel kansrijke locaties in beeld. Waarbij nog afstemming moet plaatsvinden met betreffende gemeenten en/of havenbedrijven. Bestendig en duurzaam beleid blijft noodzakelijk In de binnenvaart worden grote investeringen voor de langere termijn gedaan. Daarom is het belangrijk, dat de overheid ook voor deze sector bestendig beleid voert en richting geeft. Bestendig beleid betekent dat je een eenmaal gemaakte keuze blijft ondersteunen gedurende de looptijd dat je iets gebruikt. Een aantal jaren geleden was LNG dé oplossing. Daarna kwam het batterij

elektrisch varen op (Zero Emission Services) en nu zijn er programma’s rond waterstof, zoals RH2INE en Condor. Ook het varen op methanol en zogenaamde ‘flow batteries’ krijgen steeds meer aandacht. Het is jammer dat het Rijk soms snel omschakelt, waarbij de eerste transitiestappen ook weer snel vergeten worden. De ondernemer die een aantal jaren geleden in een duurzame brandstof heeft geïnvesteerd, komt hierdoor in de knel en denkt wel twee keer na voordat er nieuwe investeringen worden gedaan. Dit gebeurde bij de eerste fase rond het varen op LNG ook, het Rijk ondersteunde deze initiatieven voor een beperkte periode, terwijl er eigenlijk meer tijd voor nodig was geweest. Onder andere door de prijsopdrijving door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Dat zijn belangrijke externe invloeden die we niet kunnen voorzien, maar voor alle keuzes desastreus uit kunnen pakken. Laten we hier vooral een les uit leren. Het is een goede zaak dat in 2023 de Refit Alliantie (www.refitalliantiebinnenvaart.nl) van start is gegaan. Een unieke samenwerking tussen bedrijfsleven, overheden en kennisinstellingen, waarbij vanuit een open innovatiestructuur kennis gedeeld wordt en gewerkt wordt aan collectief gestandaardiseerde refits van bestaande schepen als belangrijke stap in de verduurzamingstransitie. Subsidies voor Clean Energy Hubs Vanaf medio 2025 ontvangt het programma Clean Energy Hubs via het Rijk een bijdrage om een aantal haalbaarheidsonderzoeken uit te voeren. Dat kan zijn voor locaties aan de weg, maar ook voor aan het water. Met deze middelen kan voor 50% worden bijgedragen in de kosten. Het resterende deel komt vanuit de regio en het bedrijfsleven, zodat iedereen ook in een ‘doe-stand’ komt te staan. De gelden worden beschikbaar gesteld via de eigen provincie. Daarnaast kunnen wij tot een maximum van € 250.000 per locatie bijdragen aan de investeringskosten van een CEH. Niet zijnde brandstoffen en/of energiedragers, maar juist de extra voorzieningen die nodig zijn om te komen tot realisatie. Wij denken graag mee, u ook? Vanuit het programma zijn wij altijd bereid om mee te denken bij de ontwikkeling en inrichting van potentiële Clean Energy Hub-locaties. Meer informatie (waaronder het Jaarplan en de Roadmap Clean Energy Hubs Binnenvaart) kunt u vinden op de website Clean Energy Hubs, die naar verwachting medio 2025 operationeel zal zijn. Tot die tijd is alle informatie beschikbaar onder https://www.gelderland.nl/projecten/cleanenergy- hub. Tevens kunt u contact opnemen met Françoise van den Broek (projectleider Clean Energy Hubs) onder telefoonnummer 06 528 02 524 of e-mail: f.vanden.broek@gelderland.nl of Theo Heinink (business developer Clean Energy Hubs) onder telefoonnummer 06 528 02 026 of e-mail: t.heinink@gelderland.nl. << Havenlocaties 2025 - 65

Blueports Limburg ontwikkelt verder van start-up naar scale-up Toen in 2023 de samenwerkingsovereenkomst tussen de Limburgse binnenhavengemeentes de vastgestelde einddatum naderde, bleek de ambitie om de samenwerking verder door te zetten groter dan ooit. De naam Blueports had inmiddels goede bekendheid gekregen en bleek een sterk merk om verder uit te bouwen. Om de krachten maximaal te bundelen en ook meer operationele zaken samen aan te pakken, werden er twee communities opgericht: een Overheids- en een Bedrijfscommunity. P eter Pardoel, voorzitter van de raad van bestuur van de stichting Supply Chain Valley Limburg, is de kartrekker voor de Bedrijfscommunity. “Tien procent van de 2.800 logistieke bedrijven in Limburg is water gerelateerd en heeft dus op de een of andere manier raakvlakken met één van onze elf binnenhavens. Dát zijn de bedrijven waar we ons op richten voor de Blueports Bedrijfscommunity. We zijn langs alle elf binnenhavens gereisd en hebben interviews gedaan om zo een goed beeld te krijgen. En dan blijkt dat bijna alle kernthema’s die wij binnen Supply Chain Valley Limburg adresseren overeenkomen met wat we binnen de Blueports Limburg Bedrijfscommunity willen aanpakken. Denk aan infrastructuur en onderhoud, verduurzaming, circulaire transitie en innovatie.” Toekomstbestendig investeren Wat volgens Pardoel in deze sector vooral opvalt is de grote behoefte aan digitalisering en aan toekomstbestendig Human Capital beleid. “Ik ben me kapot geschrokken van hoe de vergrijzing toeslaat en de knowhow snel verdwijnt. Er is binnenkort niemand meer die weet hoe je een scheepsdiesel uit elkaar moet schroeven en in elkaar kan zetten. We moeten echt vol inzetten op werving en opleiding van personeel. Daarom gaan we dit jaar al een speciale variant van ons event ‘Experience the Supply Chain’ organiseren, gericht op de binnenvaartsector. We moeten onze binnenhavens hoe dan ook toekomstbestendig maken, op het gebied van personeelsbeleid, maar ook door toekomstbestendig te gaan investeren. Onze binnenhavens zijn een geweldige ‘enabler’ van de economie. We moeten meer gaan denken in kansen, want die liggen er genoeg. Onze geografische ligging is uniek! Met het Ruhrgebied om de hoek en Parijs in de nabije toekomst ook bereikbaar over water!” Overheidscommunity Naast de Bedrijfscommunity is er ook een Overheidscommunity opgericht. Peter van Wijlick, beleidsadviseur mobiliteit en logistiek bij de gemeente Venlo, is daarvan de kartrekker. Hij legt uit dat in deze opstartfase bekeken wordt welke vorm die community moet krijgen. “We hopen dat het uiteindelijk een juridische entiteit wordt. Ben je dat niet, dan kun je niet deelnemen aan Europese programma’s. Ook kun je met een entiteit, veel beter dan bij een samenwerkingsovereenkomst, een stukje professionalisering nastreven. Je kunt dan mensen in dienst nemen, die fulltime aan de slag gaan met die havenopgaven. Nu ligt dat nog bij de gemeenten, maar, hoe goed bedoeld hun inzet ook is, daar missen ze vaak de tijd, de kennis en de capaciteit om hun havenactiviteiten op strategisch, tactisch en operationeel niveau goed te kunnen invullen.” Als operationeel voorbeeld noemt Wijlick de rol van een havenmeester. “Veel gemeenten hebben die niet, andere hebben er wel een, maar die is niet 24/7 beschikbaar. Je zou met Blueports deze dienst prima kunnen aanbieden en faciliteren voor alle binnenhavens.” Wat staat er in 2025 te gebeuren? Het eerste halfjaar van 2025 wordt gebruikt om een goede juridische vorm voor de Overheidscommunity uit te zoeken en draagvlak daarvoor te verwerven bij de bestuurders in de elf gemeenten. Als alles volgens planning verloopt, kan begin 2026 de vlag uit voor Blueports in een nieuwe vorm. “Dan kunnen we echt aan de slag met al onze plannen.” Ondertussen worden dit jaar ook alvast concrete stappen gezet op de inhoud en worden plannen voorbereid. Van Wijlick noemt een aantal voorbeelden. Gezamenlijke Havenvisie “We willen, samen met de Provincie en de Blueports Bedrijfscommunity, een gezamenlijke havenvisie voor Limburg gaan schrijven. We denken nu al na over hoe we die koepelvisie vorm gaan geven. Een belangrijk onderdeel daarvan is de circulaire transitie. Wat is de rol van iedere Limburgse haven op dat gebied? Ze hebben allemaal hun eigen specifieke kwaliteiten en mogelijkheden. Waar 66 - Havenlocaties 2025

je in Maastricht een heel erg staal georiënteerd cluster hebt, heb je in Noord-Limburg bijvoorbeeld een heel sterk agro-food gerelateerd cluster. Dat bepaalt mede je rol in die circulaire transitie. Dat proberen we ook in die koepelvisie op te nemen.” Op lokaal niveau is een havenvisie per gemeente wenselijk. Sommige havengemeenten hebben al een havenvisie of iets wat er op lijkt, maar er zijn ook gemeenten die nog helemaal niks hebben. “Die laatste zijn ook bijzonder geïnteresseerd in hoe het op andere plekken werkt en hoe ze kunnen leren van andere ervaringen. Als Blueports kunnen wij straks ook capaciteit en kundigheid leveren om dit soort zaken voor de havengemeenten te gaan organiseren.” Alles gericht op de modal shift van weg naar water Andere thema’s waar Blueports zich op richt gaan over het gezamenlijk realiseren van walstroom, harmonisatie van de diverse havenverordeningen, digitalisering voor het innen van de havengelden, beheer en onderhoud van de havens, de hoog- en laagwaterproblematiek, veiligheid en ondermijning. “Al deze thema’s op hoofdlijnen moeten we verder gaan uitwerken, samen met het bedrijfsleven, de gemeenten en de provincie. We gaan het omzetten naar projecten en er de juiste partners bij zoeken. Alles is erop gericht om de modal shift van weg naar water verder te ondersteunen.” Belangrijke rol voor de Provincie De Provincie Limburg heeft in de afgelopen jaren een belangrijke rol gespeeld in het aanvragen van binnenvaart gerelateerde subsidies vanuit Brussel. Ton Neumann, coördinator goederenvervoer en v.l.n.r. Jean-Philippe Odeurs, Peter Pardoel, Peter van Wijlick en Ton Neumann logistiek van de Provincie, is penvoerder voor deze Europese CEF-subsidies. “Wij vragen die subsidies aan onder de vlag van het Rhombus project. Rhombus is een ruitvorm, een beetje zoals de vorm van de vaarwegcorridor Rotterdam-LimburgAntwerpen-Rotterdam. Bedrijven wisten vaak niet dat die Europese subsidies bestonden. Of ze vonden het een te grote klus om het aan te vragen. Die rol hebben wij als Provincie toen op ons genomen. Wij doen de subsidieaanvraag, het projectmanagement, een stukje communicatie en de financiële rapportages. De bedrijven of de havens zijn de begunstigden, zij krijgen het geld uit Brussel.” In 2024 werden met Europees subsidies drie projecten voltooid: 1. Uitbreiding Barge Terminal Venlo (Hutchison Ports) Bestaande kade is twee keer zo lang gemaakt, zodat er twee schepen tegelijkertijd kunnen laden en lossen. Het terrein is meer dan verdubbeld. Een tweede havenkraan wordt in de zomer van 2025 operationeel. Hiermee is Hutchison Ports Venlo klaar om de groeiende volumes in de toekomst aan te kunnen. 2. Extra overslagkade in het Belgische Lanaken Het Midden-Limburgse Wessem Ports Services heeft een kade gebouwd in het Belgische Lanaken. “Hierdoor creëren zij extra overslagcapaciteit om nieuwe markten te bereiken”, legt Jean-Philippe Odeurs, senior beleidsmedewerker Cluster Mobiliteit van de Provincie uit. “Het wordt voor hen zo een stuk makkelijker om bijvoorbeeld diensten naar Groot-Brittannië aan te bieden.” 3. C3 overslagstation Chemelot Bij de haven in Stein is een C3-overslagstation gemaakt. Hier worden vloeibare grondstoffen, zoals (bio)propeen, rechtstreeks vanuit een schip in een buisleiding naar fabrieken op het Chemelot industrieterrein gepompt. Odeurs: “De voltooiing van dit C3-overslagstation is een belangrijke mijlpaal binnen het Europese Rhombus-netwerk. De installatie maakt het mogelijk om via binnenvaart goederen te vervoeren tussen de Euregio-havens, wat de uitstoot en verkeersdruk op de weg aanzienlijk verlaagt.” Havenlocaties 2025 - 67 Ieder jaar opnieuw worden er weer subsidies voor nieuwe projecten aangevraagd. “Ons Rhombus concept is goed aangeslagen in Brussel”, vertelt Neumann. “We hebben inmiddels zo’n 80 miljoen euro aan subsidies binnen gehaald. Dat is toch een aanzienlijk deel van de totaal 200 miljoen die momenteel wordt geïnvesteerd in de modal shift in Limburg.” De toekomst van Blueports: van 11x1 naar 1x11 Alle partijen aan tafel zijn het erover eens dat er een goede relatie is tussen overheid en bedrijfsleven in Limburg. “De overheid zet beleidskaders uit, maar als bedrijfsleven worden we ‘aan de voorkant’ echt gehoord”, aldus Pardoel. “Zo versterken we elkaar en komen we erachter dat er veel gemeenschappelijke thema’s zijn, zoals de behoefte aan digitalisering en verduurzaming. Dat is prettig samenwerken. We hebben nu echt nog 11 verschillende binnenhavens, maar we kijken allemaal uit naar de dag dat we van 11x1 naar 1x11 gaan. Dat er één sterke binnenhavenorganisatie staat, met de juiste mensen op de juiste plekken. Dán pas beginnen dingen echt te gebeuren!”<<

VAN NETCONGESTIE TOT ELEKTRISCHE VLOOT: ÉÉN PARTNER VOOR ALLE ENERGIEVRAAGSTUKKEN KiesZon: totaaloplossing voor energiebehoefte in de haven De energietransitie stelt ondernemers voor complexe uitdagingen. Netcongestie beperkt de groei, terwijl duurzaamheidsdoelen en strengere regelgeving juist vragen om meer elektrisch vermogen. KiesZon, onderdeel van Greenchoice, biedt een geïntegreerde aanpak waarbij ondernemers één aanspreekpunt hebben voor hun complete energievoorziening. H edendaagse ondernemers staan voor veel en complexe energievraagstukken: van het voldoen aan nieuwe wetgeving tot het elektrificeren van hun vloot. De grootste kopzorg? Het vinden van voldoende vermogen voor al deze ontwikkelingen. Van uitdaging naar oplossing “In deze complexe energiemarkt liggen er oplossingen voor ondernemers die slim omgaan met hun energievoorziening,” vertelt Mathijs Gajentaan, Senior Accountmanager New Business bij KiesZon. “Door hun energiehuishouden slim aan te pakken, kunnen bedrijven voldoen aan zowel hun groeiwensen als duurzaamheidseisen, maar ook nieuwe inkomstenbronnen aanboren.” KiesZon ontwikkelde zich, in samenwerking met Greenchoice, van specialist in zonne-energie tot integrale energiepartner die alle aspecten van de moderne energievoorziening beheerst. Precies op tijd voor ondernemers die worstelen met de energietransitie en toenemende netcongestie. Vier pijlers van moderne energievoorziening De aanpak van KiesZon rust op vier fundamenten die aansluiten bij de belangrijkste uitdagingen van ondernemers: netcongestie het hoofd bieden, verduurzaming, compliance met wet- en regelgeving en leveringszekerheid. Slimme aanpak Het geheim van KiesZon schuilt in de integrale aanpak. Hoe doen ze dat? “Dat begint altijd met een goed adviesgesprek”, vervolgt Gajentaan. “Daarin achterhalen we wat de werkelijke energie-uitdaging is. Het energiepatroon gedurende de dag, de week, de seizoenen; het complete gebruiksprofiel brengen we in kaart. 68 - Havenlocaties 2025 Vervolgens gaan onze engineers en ontwikkelaars daarmee aan de slag.” “Wij benaderen elke oplossing vanuit meerdere invalshoeken om deze optimaal te maken”, legt Tom Hellevoort uit. “Denk aan het toepassen van subsidies of het strategisch in en verkopen van energie. Dit kan omdat wij alle expertise onder 1 dak hebben.” Mathijs Gajentaan (l) en Tom Hellevoort Tom Hellevoort is business developer bij KiesZon. Met zijn team ontwikkelt hij innovatieve proposities om de uitdagingen van de energietransitie voor ondernemend Nederland aan te pakken. Hun doel is ondernemers te voorzien van gegarandeerd beschikbaar vermogen tegen een stabiele, lage kWh-prijs, geleverd op een zo duurzaam mogelijke manier.

“Economisch rendement is noodzaak, net als verduurzaming. Dus de businesscase moet ook kloppen.” Simulaties Steeds complexere gebruiksprofielen, gecombineerd met netcongestie en talloze technische, juridische, logistieke en organisatorische factoren, maken het vinden van de juiste oplossing een uitdagende puzzel. Toch slaagt KiesZon er telkens in om deze succesvol te leggen. “Onze zelf ontwikkelde simulatietools helpen daarbij”, vertelt Hellevoort. “Eerst voeren we daar het energieprofiel in. Vervolgens simuleren we de complete energiehuishouding van de klant door zowel de aanwezige als nieuwe assets in te voeren. Denk hierbij aan bijvoorbeeld extra machines, zonnepanelen, walstroom of batterijopslagsystemen. Zo kunnen we het gewenste vermogen voor nu en in de toekomst plannen en realiseren. We zien direct het resultaat van verschillende opties en gaan samen in gesprek of de uitkomsten passen bij de ondernemer.” Deze simulaties bieden ondernemers helder inzicht en een stevige basis voor zowel directe als toekomstige investeringsbeslissingen. Ze resulteren in haalbaarheidsstudies die aantonen in hoeverre zij hun economische en duurzaamheidsdoelen kunnen behalen. “Economisch rendement is noodzaak, net als verduurzaming. Dus de businesscase moet ook kloppen.” Veranderende wet­ en regelgeving Een belangrijk puzzelstuk in de energietransitie is de veranderende wet- en regelgeving. KiesZon volgt de ontwikkelingen op de voet, zoals de invoering van de nieuwe Energiewet. Deze wet biedt nieuwe kansen, en KiesZon is volledig voorbereid om hierop in te spelen. “Uiteraard houden wij rekening met de geldende wet- en regelgeving”, vervolgt Hellevoort. “Neem bijvoorbeeld de nieuwe Energiewet. Deze creëert meer mogelijkheden om de uitdagingen van een overvol elektriciteitsnet aan te pakken. Zo wordt het mogelijk om als collectief een aansluiting te delen via een groepstransportovereenkomst (GTO) of door middel van cable pooling.” Met onze oplossingen en expertise spelen we proactief in op de kansen die deze wet biedt. Neem bijvoorbeeld capaciteitsbeperkende con“Wij hebben alle kennis, kunde en onderdelen in huis om klanten het juiste vermogen op het juiste moment te leveren in één geïntegreerd aanbod, met of zonder energiehandel.” tracten (CBC) of groepstransportovereenkomsten (GTO). Zodra een door ons ontwikkeld en geïmplementeerd systeem operationeel is en een CBC of GTO beschikbaar komt, kunnen wij de parameters eenvoudig aanpassen om het systeem optimaal te laten functioneren binnen deze voorwaarden. Zo kunnen ondernemers vandaag al groeien en verduurzamen, terwijl ze tegelijkertijd toekomstbestendig ondernemen. Daarnaast helpen wij ze in de gehele exploitatie tijd om waar nodig te optimaliseren.” Eén aanspreekpunt Oei, nu wordt het technisch en ingewikkeld. En dat is nèt wat ondernemers niet willen. Focus op core business en niet op energie. “Precies daarom zijn wij er”, meent Gajentaan. “Wij hebben alle kennis, kunde en onderdelen in huis om klanten het juiste vermogen op het juiste moment te leveren in één geïntegreerd aanbod, met of zonder energiehandel, zonder dat ze daar zelf omkijken naar hebben.” Maximale synergie Dat ene aanspreekpunt is wel zo prettig. Vooral omdat de energiemarkt steeds complexer wordt. Havenlocaties 2025 - 69 Ondernemers hebben doorgaans met wel dertien verschillende partijen te maken voor hun energievoorziening. KiesZon biedt alle diensten onder één dak. “We kunnen ook prima aanhaken bij bestaande oplossingen of een deel van de oplossing leveren”, benadrukt Gajentaan. “Maar de grootste waarde creëren we wanneer we het complete pakket mogen verzorgen. Dan kunnen we alle onderdelen optimaal op elkaar afstemmen en de dienstverlening verpakken in één helder kilowattuur-tarief.” Deze geïntegreerde aanpak resulteert in een energievoorziening die niet alleen voldoet aan alle moderne eisen, maar ook maximaal rendement oplevert voor zowel de ondernemer als de maatschappij. In een tijd waarin de energievoorziening steeds complexer wordt, biedt KiesZon daarmee precies wat ondernemers nodig hebben: ontzorging én optimalisatie in één. << www.kieszon.nl

Scheepvaart en klimaatverandering; een economisch perspectief Door: Martijn Streng en Hannah Mosmans Klimaatverandering heeft op verschillende manieren invloed op onze maatschappij. Binnen de transportsector, en met name de binnenvaart, wordt vaak gekeken naar de gevolgen van veranderende waterstanden; zoals de economische effecten van hoog- en laagwater. Een aspect dat steeds relevanter wordt, is de impact van het tegengaan van verzilting. In deze bijdrage bespreken wij de casus van de Parksluizen in Rotterdam, gebaseerd op recent onderzoek van het Erasmus Centre for Urban, Port and Transport Economics. Verzilting en de Parksluizen In de zomers van 2018 en 2022 moest het Hoogheemraadschap Delfland de Parksluizen in Rotterdam tijdelijk stremmen om verzilting tegen te gaan. Dit proces, waarbij zout water vanuit de Noordzee binnendringt, wordt versterkt door klimaatverandering en toenemende droogte, waardoor minder zoet water beschikbaar is om het zoute water terug te dringen. Zonder maatregelen kan verzilting schadelijke gevolgen hebben voor zowel de natuur als industrieën die afhankelijk zijn van zoet water. Het Hoogheemraadschap Delfland zag zich daarom genoodzaakt om de Parksluizen periodiek te sluiten om verdere ver70 - Havenlocaties 2025 zilting te voorkomen. Het periodiek sluiten had echter grote gevolgen voor het functioneren van de Schie als vaarweg en de bedrijven die hiervan afhankelijk zijn. Gezien de toenemende klimaatverandering en langdurige droogte periodes is de verwachting dat dergelijke stremmingen in de toekomst vaker zullen voorkomen, tenzij er structurele maatregelen worden genomen. Investeringen in de sluis zouden kunnen helpen de frequentie en duur van deze stremmingen te beperken. Om uiteindelijk een weloverwogen beslissing te kunnen nemen over dergelijke investeringen, is inzicht nodig in de potentiële economische schade van stremming. Economische activiteiten langs de Schie Langs de Schie bevinden zich diverse watergebonden bedrijven, actief in onder andere: • Afvalinzameling en -overslag • Zand op- en overslag • Betonmortelproductie • Overige watergebonden activiteiten, zoals scheepswerven Gezamenlijk genereren deze bedrijven ruim 6.000 scheepsbewegingen via de Schie en door de Parksluizen per jaar, wat neerkomt op ongeveer 120 schepen per week. Meer dan de helft van de

Hannah Mosmans Martijn Streng Deze casus benadrukt het belang van flexibiliteit, communicatie en samenwerking. vervoerde volumes betreft zand, circa 30% bestaat uit grondstoffen voor betonmortel en ongeveer 9% uit afval. Vooral de betonmortel- en zandbedrijven zijn sterk afhankelijk van de vaarroute en kwetsbaar voor stremmingen. Stremmingen en de economische effecten daarvan De economische effecten van de stremmingen van de Parksluizen is bepaald aan de hand van vier scenario’s, gebaseerd op de schutprotocollen van het Hoogheemraadschap Delfland. De scenario’s variëren van lichte beperkingen tot volledige stremming. De economische impact is naast de mate van stremming ook afhankelijk van de tijdsduur van de stremmingen. De duur van de stremmingen is gebaseerd op eerdere situaties: vier weken in 2018 en zeven weken in 2022. In het onderzoek wordt een maximale tijdsduur van 10 weken gehanteerd. De economische effecten van stremmingen die in meer of mindere mate voor de verschillende sectoren onderscheiden worden zijn: 1) de vervoerde volumes, 2) de transportkosten en doorberekening daarvan, 3) de impact op productie en mogelijke productievermindering, 4) de hoeveelheid voorraad, 5) de door verladers gemaakte vervoersbeslissingen, 6) betrouwbaarheid en 7) indirecte effecten. Tabel 1 geeft een kwalitatief overzicht van de impact per stremmingsscenario. Deze kwalitatieve inschatting is vervolgens vertaald naar een inschatting van de totale schade voor alle bedrijven samen. Bij een schutvenster van 6 of 3 uur is de ingeschatte schade ongeveer 45.000 euro per week. Als de stremming in dit scenario zeven weken duurt, zoals in 2022, loopt de schade daarmee op tot 315.000 euro. Het verschil tussen een schutvenster van 6 of van 3 uur is beperkt, omdat veel bedrijven/transportbewegingen niet in staat zijn om binnen deze vensters in te varen, te laden/lossen en weer uit te varen. In het geval van een volledige stremming is de ingeschatte schade €156.400 tot €181.100 per week. Als de volledige stremming zeven weken duurt (zoals in 2022) dan is er sprake van impact tussen €1,0 en €1,2 miljoen. Daar komt in het geval dat productievermindering nodig is, doordat er onvoldoende alternatief vervoer of voorraad mogelijk is, nog ruim 150.000 euro bij. Beschouwing Wat kunnen we leren van de casus van de Parksluizen? Deze casus benadrukt het belang van flexibiliteit, communicatie en samenwerking. Tijdige communicatie vanuit het hoogheemraadschap over (verwachte) stremmingen geeft bedrijven -binnen bepaalde kaders- de mogelijkheid om voorbereidingen te treffen. Flexibiliteit aan de kant van de bedrijven kan bijvoorbeeld bestaan uit het onderzoeken en implementeren van flexibele vaarvensters, waarbij ook ’s nachts of in het weekend de sluis gepasseerd kan worden. Daarvoor is bediening op deze momenten uiteraard voorwaarde. Tabel 1: Inschatting impact per stremmingsscenario Sector normale situatie Afvalinzameling en -overslag Betonmortelproductie en -overslag Zand op- en overslag Overig Geen Geen Geen Geen De casus van de Parksluizen is niet uniek en vormt slechts één van de vele locaties in Nederland waar scheepvaart en bedrijvigheid worden beïnvloed door klimaatverandering en de maatregelen die daaruit voortvloeien. Eerdere onderzoeken van Erasmus UPT naar laag- en hoogwater lieten al zien hoe groot deze impact op de bedrijvigheid langs vaarwegen kan zijn. Verzilting van met name het westen van ons land is een thema wat in toenemende mate van belang wordt. Om hier effectief mee om te gaan, blijft nauwe samenwerking tussen de binnenvaartsector, verladers, vaarwegbeheerders en (overheids)instanties van cruciaal belang. << 6 uur per schutvenster Laag Hoog Hoog Laag 3 uur per schutvenster Midden Hoog Hoog Midden Volledige stremming Hoog Zeer hoog Zeer hoog Hoog Havenlocaties 2025 - 71

Duurzame Waterinfrastructuur: De Missie van Jansma Shipping In een tijd waarin duurzaamheid en innovatie de drijvende krachten zijn achter maritieme transformatie, zet Jansma Shipping een nieuwe standaard in waterinfrastructuur. Opgericht eind 2024 door Almar van Herk en Andre Jansma, heeft het bedrijf een duidelijke missie: het bieden van duurzame, efficiënte en toekomstbestendige oplossingen voor de binnenvaart. Met een sterke focus op elektrische duwboot- en duwbakcombinaties speelt Jansma Shipping in op de groeiende vraag naar emissievrije transportmogelijkheden en circulaire scheepsoplossingen. Verbondenheid met Jansma Shipyard Jansma Shipping is nauw verbonden met het gerenommeerde Jansma Shipyard, een bedrijf met een sterke reputatie in de scheepsbouw. Deze connectie biedt Jansma Shipping toegang tot diepgaande technische expertise en een breed netwerk van maritieme professionals. Dankzij deze samenwerking kan het bedrijf niet alleen hoogwaardige schepen bouwen, maar ook opereren, financieren en digitaliseren. Dit stelt klanten in staat om zonder zorgen de overstap te maken naar duurzame scheepvaart. “Onze ervaring in de scheepsbouw gecombineerd met onze visie op duurzaamheid stelt ons in staat om de binnenvaart te ondersteunen in de transformatie,” zegt Andre Jansma. “We willen niet alleen nieuwe schepen bouwen of oude schepen ombouwen, maar integraal bijdragen aan een duurzame supply chain.” Duurzame Oplossingen van Jansma Shipping Jansma Shipping biedt een breed scala aan diensten die bijdragen aan een duurzamere maritieme sector. Innovatief Ontwerp en Bouw De kern van de dienstverlening ligt in het ontwerpen en (om)bouwen van innovatieve scheepsconcepten. De elektrische duwboot- en duwbakcombinaties van Jansma Shipping zijn een cruciale stap in de vergroening van de binnenvaart. Dankzij geavanceerde accutechnologie en modulaire energiesystemen kunnen deze schepen emissievrij opereren. “Systeemverandering vereist naast technische oplossingen ook procesaanpassingen,” vult Almar van Herk aan. “Wij richten ons op het complete plaatje en werken samen met partners om een duurzame logistieke keten op en rond het water te realiseren. Dit is geen korte sprint, maar een lange termijn transitie.” 72 - Havenlocaties 2025

Praktijkvoorbeelden van Duurzame Innovatie Jansma Shipping heeft al concrete stappen gezet in de verduurzaming van de binnenvaart met toonaangevende projecten: • KOTUG/Cargill: Levering van ‘s werelds eerste vier volledig elektrisch zelfstandig aangedreven duwbakken voor het transport van cacaobonen. • Ros BV: Twee nieuwbouw duwbakken voor de bouwlogistiek, specifiek voor het transport van zand, ondersteund door een elektrische duwboot. • Olam Food Ingredients: Retrofit en ombouw van vier bestaande schepen naar hernieuwd laadvermogen. Energie­ en Infrastructuuroplossingen Naast de bouw van duurzame schepen biedt Jansma Shipping ook complete energie- en infrastructuuroplossingen. Dit omvat advies, verkoop, verhuur en operationeel beheer van laadinfrastructuur. Klanten kunnen rekenen op deskundig onderhoud en beheer, zodat zij zich volledig kunnen richten op hun kernactiviteiten zonder zich zorgen te maken over de complexiteit van emissievrije scheepvaart. “De overstap naar emissievrij transport moet niet alleen technologisch haalbaar zijn, maar ook operationeel eenvoudig en kostenefficiënt,” zegt Almar van Herk. “Daarom begeleiden wij klanten van A tot Z.” Financiering op Maat De transitie naar duurzame scheepvaart vereist passende financieringsmodellen. Jansma Shipping werkt samen met toonaangevende financiers om flexibele en op maat gemaakte oplossingen te bieden voor bedrijven die willen investeren in emissievrije schepen en infrastructuur. “Duurzaamheid moet toegankelijk zijn voor iedereen. Met innovatieve financieringsoplossingen maken we de overstap naar emissievrij varen haalbaar,” aldus Almar van Herk. “We willen dat bedrijven geen drempels ervaren bij deze essentiële transitie.” Digitale Procesautomatisering en Data­Extractie Een efficiënte en duurzame scheepvaart gaat hand in hand met digitalisering. Jansma Shipping biedt geavanceerde data-extractie en procesautomatisering, waarmee operators real-time prestaties kunnen monitoren, operationele processen kunnen optimaliseren en onderhoudskosten kunnen verlagen. “Data en automatisering worden steeds belangrijker voor een efficiënte en emissievrije scheepvaart,” licht Andre Jansma toe. “Slimme monitoring stelt ons in staat om energie te besparen en onderhoudskosten drastisch te reduceren.” Samenwerken met Expert Partners Om haar missie te realiseren, werkt Jansma Shipping nauw samen met diverse expert partners. Dit netwerk van technische, operationele en financiële specialisten zorgt ervoor dat het bedrijf niet alleen technologisch vooroploopt, maar ook strategisch de juiste koers kan varen. Duurzame samenwerking staat hierbij centraal. “We zoeken partnerschappen die verder gaan dan een kortetermijncontract,” benadrukt Almar van Herk. “Alleen door langdurige samenwerking kunnen we echte impact maken.” Circulaire Scheepvaart: Van Bezit naar Gebruik Een ander speerpunt van Jansma Shipping is de circulaire economie binnen de scheepvaart. Het bedrijf kijkt verder dan traditionele eigendomsmodellen en biedt flexibele oplossingen zoals ‘schepen-as-a-service’. Hierdoor kunnen bedrijven duurzame schepen inzetten zonder de volledige investering op zich te nemen, wat de transitie naar een emissievrije binnenvaart versnelt. “Wij geloven in een toekomst waarin bezit minder belangrijk is dan impact,” zegt Almar van Herk. “Met zero emissie schepen-as-a-service verlagen we de financiële drempel en versnellen we de verduurzaming van de sector.” Samenwerking met Ros BV Vanaf de zomer van 2025 biedt Jansma Shipping in samenwerking met Ros BV de mogelijkheid om emissievrij varen in de praktijk te ervaren met een E-Pusher en duwbakcombinatie. Deze 100% elektrische duwboot wordt vanuit haar thuishaven in Rotterdam aangeboden en is zowel op korte als lange termijn inzetbaar voor het transport van diverse ladingtypes in Nederland en daarbuiten. De samenwerking met Ros BV onderstreept de gezamenlijke ambitie om ook de bouwlogistiek te verduurzamen en bij te dragen aan een emissievrije binnenvaart. “In samenwerking met Jansma Shipping bieden wij niet alleen emissievrij transport voor onze eigen watergebonden logistiek, maar geven we ook andere partijen de kans om emissievrij varen in de praktijk te ervaren,” legt Marco Kruithof van Ros BV uit. Toekomstvisie Met een sterke basis in innovatie en duurzaamheid werkt Jansma Shipping aan een toekomstbestendige maritieme sector. De focus op elektrische duwboten, circulaire en integrale businessmodellen en digitalisering biedt bedrijven een helder perspectief voor emissievrij transport. Dankzij de combinatie van technische expertise, een brede aanpak en slimme financieringsmodellen is Jansma Shipping een vooruitstrevende speler in de binnenvaartsector. Almar van Herk en Andre Jansma zijn vastberaden om samen met hun team en partners een blijvende impact te maken en bij te dragen aan een duurzame toekomst. “Samen met onze partners bouwen we niet alleen schepen, maar een duurzamere toekomst voor de binnenvaart,”concludeert Andre Jansma. “Dat is waar Jansma Shipping voor staat.” << www.jansmashipping.com Havenlocaties 2025 - 73

“PortID wordt de onzichtbare, essentiële schakel voor digitalisering binnenhavens” Nederlandse binnenhavens kunnen een leidende rol spelen bij de optimalisatie van de transport en logistiek én de omslag naar een duurzame en circulaire economie. Een belangrijke stap is de versterking van de onderlinge samenwerking, met meer uniforme werkprocessen, informatiedeling en digitale ontsluiting van havenfaciliteiten. In 2025 begint dit op de goederenvervoer corridor dankzij het programma digitalisering binnen havens. Andere binnenhavens en gemeenten kunnen hierbij eenvoudig aanhaken. D e binnenhavens staan voor belangrijke uitdagingen. Het opvangen van de groei in containers en extra bulkstromen, samen met het vergroten van veiligheid en voorkomen van criminele ondermijning. Dat vraagt vooral om samenwerking tussen de binnenhavens en met de Havenbedrijven Rotterdam en Amsterdam. Digitalisering is een belangrijke voorwaarde voor het uniformeren van werkprocessen en het digitaal verbinden van de havens en hun faciliteiten. “Zo kunnen binnenhavens bovendien beter aansluiten bij de internationale standaarden”, zegt Nanne Onland, voorzitter van de werkgroep Digitalisering Goederenvervoercorridor op de Oost Zuidoost corridor (OZO). Nieuwe beweging Samenwerking en digitalisering zijn belangrijke pijlers bij de ontwikkeling van de topcorridors. Hiervoor worden oplossingen gecreëerd die schaalbaar zijn naar meerdere knooppunten en uit74 - Havenlocaties 2025 Met PortID kunnen alle gebruikers van binnenhavens eenvoudig digitaal zaken doen. eindelijk de hele corridor. Onland: “Binnenhavens zijn een essentieel onderdeel van de logistieke knooppunten. Samen met hen zetten we een niet te stoppen beweging in gang. Dat begint met het creëren van samenwerkingsverbanden op de bovengemiddelde knooppunten die we digitaal verbinden. Eigenlijk net zoals dat bij de Haven Rotterdam en Schiphol gebruikelijk is. De coöperatie is de innovatie, de technologie vooral ons hulpmiddel. Hiermee tillen we alle betrokken bedrijven naar een hoger digitaal niveau.” Informatiedelen via een afsprakenstelsel De uitvoering begint in 2025 met vijf partners, waaronder de acht havens van Brabant Ports, acht havens van Port of Twente (vijf gemeenten) en veertien BluePorts in Limburg die zich hebben voorgenomen een associatie op te richten. Als onderdeel van het programma digitalisering binnenhavens richten zij met elkaar een associatie op, die het afsprakenstelsel van de binnenhavens “Met dit afsprakenstelsel kunnen alle havengebruikers op een veilige en betrouwbare manier informatie met elkaar delen.” Johan Gille, Havenbedrijf Rotterdam beheert. Hierdoor kunnen gebruikers – waaronder binnenvaartschippers, havenmeesters en watergebonden bedrijven – bij alle binnenhavens eenvoudig digitaal zaken doen. Denk bijvoorbeeld aan het zoeken, boeken en verrekenen van havenfaciliteiten en dan gewoon met hun eigen app. Net zoals automobilisten eenvoudig overal kunnen parkeren, ongeacht de parkeerapp die zij gebruiken. Voor de informatie-uitwisseling wordt gebruik gemaakt van de Basis Data Infrastructuur (BDI) voor de logistiek.

Efficiëntere logistiek De gegevensuitwisseling geeft beter zicht op de logistieke stromen rond de havens. Dat maakt waardevolle benchmarking en betere en efficiëntere coördinatie mogelijk. Mede daarom investeren de havens hierin, zegt CEO Hendrik-Jan van Engelen van Brabant Ports. “Om de komende decennia meer goederen soepel door ons land te laten varen, moeten we binnen onze totale supply chain op een goede manier digitaal afstemmen op elkaar. Niet alleen op de vaarwegen, maar zeker ook in de binnenhavens. Met het afsprakenstelsel dat we de werktitel PortID hebben gegeven, wordt het voor alle havengebruikers mogelijk om op een veilige en betrouwbare manier informatie te delen.” Naast betere onderlinge afstemming helpt deze innovatie de havens om efficiënter te werken, zegt manager Frank van Zomeren van havenbedrijf Port of Twente. “PortID gaat ons helpen om werkprocessen te automatiseren en versnellen. Dat zorgt voor minder operationele kosten en minder kans op fouten. Door de digitalisering kunnen we alle logistieke capaciteit – bij onszelf en landelijk – veel beter benutten.” Gemeenten als aanjager De digitalisering biedt voor alle betrokkenen grote voordelen. Ook voor bijvoorbeeld leveranciers van voorzieningen in havens of de onderhoudsmonteur die bij een walstroomkast moet zijn. Het digitaal ontsluiten van havenfaciliteiten begint met drie processen: ligplaatsmanagement, verrekenen van havenbezoek en het verbruik van walstroom. Maar dat is slechts het begin. Alle havens worden een ‘one stop shop’, schetst Peter van Wijlick (beleidsadviseur) van de gemeente Venlo en kwartiermaker van BluePorts Limburg. “Dat is voor iedereen veel gebruiksvriendelijker dan een eigen tool per haven. Schippers kunnen straks gewoon met hun eigen app overal terecht. Eigenlijk is het gek dat we als klein landje nog een ‘koninkrijk van binnenhavens’ hebben. PortID brengt eenheid. Daardoor wordt iedere haven “De totale supply chain digitaal goed afstemmen op elkaar” Hendrik-Jan van Engelen, Brabant Ports “PortID helpt ons werkprocessen te automatiseren en versnellen” Frank van Zomeren, Port of Twente beter benut en worden alle havens en deelnemende gemeenten er beter van. Het gezamenlijke belang is groot. Door de uniformiteit kunnen gemeenten dit beter aanjagen en faciliteren, samen met het bedrijfsleven.” Duidelijkheid voor aanbestedingen Naast gemeenten en binnenhavenorganisaties zijn het Havenbedrijf Rotterdam, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat en diverse brancheorganisaties belangrijke stakeholders van het programma. Denk aan de brancheorganisaties voor Binnenhavens (NVB), Schippers (KBN) en die voor terminal operators (VITO) en de softwarebranche. Het Havenbedrijf Rotterdam ziet een groot belang in de uniformiteit. “Zelf hebben we al een goed havensysteem via Portbase, maar onze klanten komen ook in andere havens. Door goede gegevensuitwisseling en met meer uniformiteit wordt de hele keten van transport en logistiek sterker. PortID wordt een belangrijke – voor eindgebruikers onzichtbare maar essentiële – schakel om onze landelijke krachtenbundeling mogelijk te maken. De havenorganisaties “Alle havens en deelnemende gemeenten worden hier beter van” Peter van Wijlick, BluePorts Limburg BDI­afsprakenstelsel in het kort De Basis Data Infrastructuur (BDI) is een afsprakenstelsel dat het digitaal zakendoen in de logistiek automatiseert en vergemakkelijkt. Het legt een fundament voor volledige digitalisering en naadloos data delen in het multimodale goederenvervoer. Een voorwaarde hiervoor is een afsprakenstelsel waar deelnemers zich aan houden. Dat gaat over technologie (standaarden), definities en de organisatie (zoals toezicht, rechten en veiligheid). In het programma Digitale Infrastructuur Logistiek (DIL) werken bedrijven, kennisinstellingen en overheden samen aan de ontwikkeling en toepassing van het BDI-afsprakenstelsel. Kijk voor meer informatie op: www.datainlogistics.org. zijn daarbij een ideale facilitator, mede door hun neutrale rol.” Gemeenten die voor de ontwikkeling van binnenhavens willen aanhaken bij de associatie en het afsprakenstelsel krijgen het ook gemakkelijker, verwacht Martijn van Hengstum, programmamanager scheepvaartverkeersmanagement bij Rijkswaterstaat. “De standaardisatie maakt het eenvoudiger om in aanbestedingen de juiste eisen te stellen voor activiteiten van marktpartijen in en rond de binnenhavens. Dit geeft richting aan de zoektocht die gemeenten nu vaak ervaren. Dat geldt ook voor de eisen die ze stellen aan ICT-partijen, bijvoorbeeld op het gebied van datasoevereiniteit.” << Haven van Bergen op Zoom. Havenlocaties 2025 - 75

‘Samenwerking als cruciale factor in de strijd tegen ondermijning’ Secure Logistics is al meer dan 23 jaar een betrouwbare partner op het gebied van identiteits- en toegangsmanagement. Wat begon in de Rotterdamse haven, heeft zich ontwikkeld tot een breed netwerk dat terminals, distributiecentra en bedrijventerreinen efficiënter en veiliger maakt. Door een combinatie van identiteitscontrole en een geautomatiseerd toegangscontrolesysteem krijgen alleen geautoriseerde personen toegang tot locaties. De verschuiving van criminaliteit naar nieuwe routes vraagt om een nog sterkere en gezamenlijke aanpak, waarin digitalisering, identiteitscontrole en samenwerking centraal staan, benadrukken algemeen directeur Cor Stolk en commercieel directeur Brenda van Leeuwen van Secure Logistics. Ondermijning vindt nieuwe wegen Door de strengere beveiliging van grote zeehavens zoeken criminele netwerken nieuwe routes en zwakke schakels om de logistieke keten te misbruiken. Dit leidt tot een verplaatsing van ongewenste activiteiten naar kleinere zeehavens, inland terminals en distributiecentra. Volgens Cor Stolk is een gezamenlijke aanpak van zwakke plekken cruciaal in de strijd tegen onder mijning: “Beveiligingsmaatregelen bij grote knooppunten worden steeds beter, maar daardoor verschuift de criminaliteit naar minder goed beveiligde locaties. Dit versterkt de noodzaak voor betrouwbare identiteits- en toegangscontrole bij distributiecentra, inland terminals en zelfs op tussenliggende modaliteiten. Het ondermijningsvraagstuk vereist een geïntegreerde aanpak. Het gaat niet alleen om digitalisering, maar ook om samenwerking tussen onder andere verladers, ontvangers en overheden.” 76 - Havenlocaties 2025

“Secure Logistics faciliteert identificatie zowel op bedrijfsniveau als op persoonsniveau.” Samenwerking als fundament voor een veiligere keten Een veiligere logistieke keten vereist nauwe samen werking tussen alle betrokken partijen. Een belangrijk initiatief hierin is de Vertrouwensketen, waarin bedrijven en de overheid samenwerken om de sector digitaal weerbaarder te maken. Binnen dit initiatief zijn fraudegevoelige pincodes vervangen door een gesloten vrijstellings- en ophaalproces, waardoor containers alleen worden vrijgegeven aan geautoriseerde personen. Brenda van Leeuwen bevestigt: “Onze oplossingen spelen een cruciale rol in de Vertrouwensketen. Secure Logistics faciliteert identificatie zowel op bedrijfsniveau als op persoonsniveau. Binnen de Vertrouwensketen krijgt een chauffeur alleen toegang tot containerterminals met de welbekende CargoCard, die fungeert als drager van de identiteit. Hierbij moet de chauffeur gekoppeld zijn aan de vervoerder die heeft voorgemeld. Door deze digitale identificatieprocessen wordt identiteitsfraude aanzienlijk bemoeilijkt, waardoor de logistieke keten als geheel veiliger en weerbaarder wordt.” Gezichtsherkenning als sleutel tot optimale veiligheid Naast samenwerking spelen technologische innovaties ook een steeds grotere rol in de strijd tegen criminaliteit. Secure Logistics heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in gezichtsherkenning, een technologie die niet alleen het beveiligingsniveau verhoogt, maar ook de doorstroming binnen logistieke knooppunten optimaliseert. Deze geavanceerde oplossing wordt daarom steeds vaker voorzien bij inland terminals en andere schakels in de logistieke keten. Brenda van Leeuwen benadrukt: “Biometrische verificatie, zoals gezichtsherkenning, voegt een cruciale beveiligingslaag toe aan toegangsverlening. Het verhoogt niet alleen de betrouwbaarheid, maar zorgt ook voor een snellere en efficiëntere doorstroming op locatie, terwijl het tegelijkertijd de kans op fouten minimaliseert.” Secure Logistics zorgt ervoor dat bedrijven deze biometrievorm kunnen implementeren binnen de geldende wet- en regelgeving. Zo wordt er geen gebruikgemaakt van een centrale database, maar behouden gebruikers volledige controle over hun gegevens en bepalen zelf wanneer hun gezicht Havenlocaties 2025 - 77 wordt ingezet voor verificatie. Dankzij deze éénop-één-verificatie verloopt het toegangsproces efficiënt, snel en veilig. Cor Stolk geeft aan: “Onze oplossingen helpen niet alleen bij identiteits- en toegangscontrole, maar ondersteunen bedrijven ook bij het naleven van wet- en regelgeving. We maken daarmee de logistieke keten niet alleen veiliger, maar zorgen er ook voor dat bedrijven compliant blijven.” Van Leeuwen vult aan: “Onze klanten hebben al te maken met veel wet- en regelgeving, waaronder ISPS- en AEO-certificeringen. Met de invoering van NIS2 dit jaar komt er nog een extra stuk compliance om de hoek kijken. Wij begrijpen daarom het belang van gerichte ondersteuning bij veiligheidsvraagstukken, waarbij tegelijkertijd aan de geldende regelgeving wordt voldaan. Onze ISOcertificeringen, zoals ISO 27001 en ISO 27701, vormen hierin niet alleen een kwaliteitswaarborg, maar zijn ook concreet zichtbaar in de service die wij onze klanten bieden.” Nog meer verbinding in 2025 Met het oog op 2025 blijft Secure Logistics zich inzetten om inland terminals, distributiecentra en andere schakels in de keten beter te beveiligen en te ondersteunen. De focus ligt op innovatieve oplossingen voor identiteitsmanagement en een nog intensievere samenwerking met logistieke partners. “We verwachten dat de vraag naar beveiligingsoplossingen bij distributiecentra en warehouses in 2025 verder zal toenemen. Daarnaast ontwikkelen we nieuwe toepassingen voor incidentele bezoekers, zoals medewerkers die slechts enkele keren per jaar op een locatie werken, bijvoorbeeld tijdens een turn-around,” aldus Brenda van Leeuwen. Brenda van Leeuwen en Cor Stolk Naast innovaties ligt de nadruk op samenwerking met stakeholders en klanten. Cor Stolk benadrukt de essentie hiervan: “De toekomst van identiteitsen toegangsmanagement verandert snel. De keuzes die we vandaag maken, bepalen hoe veilig en efficiënt de sector de komende jaren opereert. De strijd tegen ondermijning in de logistieke sector vereist een geïntegreerde aanpak, waarin digitalisering en samenwerking hand in hand gaan. Een sterke, digitale en veilige logistieke keten bouwen we namelijk niet alleen, dat doen we samen.” << www.secure-logistics.nl

© De Klerk Werkendam VERENIGING VAN WATERBOUWERS ‘In de startblokken voor de grootste vervangings- en renovatieopdracht ooit’ De Vereniging van Waterbouwers zet zich in voor een vitale waterbouwsector. Yves Marsé is Adviseur Markt en houdt zich bezig met alles wat de continuïteit van het werk raakt. En dat is nogal wat op het moment. “Het is nu of nooit: waterland Nederland schreeuwt om een grondige renovatie.” Z ee- en binnenhavens zijn continu in ontwikkeling. Het klimaat verandert, net als de functie van onze havens en het formaat van aanmerende schepen. Een sterke waterbouwersector is dan ook niet alleen onmisbaar voor het baggeren en verdiepen van bestaande havens, maar ook voor de vernieuwing en uitbreiding. Onder meer de invulling van de Amsterdamse en Rotterdamse havens verandert en dat vraagt soms om innovatieve landaanwin78 - Havenlocaties 2025 ningsprojecten. Ook de constructieve waterbouw is essentieel voor onze zee- en binnenhavens. Denk aan de aanleg van robuuste kademuren en inrichting van nieuwe havengebieden. Vervanging en renovatie Eén van de grootste uitdagingen waar waterbouwers momenteel voor staan, is de Vervangingsen Renovatieopgave (V&R). “Net als bij de droge infrastructuur, zien we dat jaren aan achterstallig onderhoud nú om actie vragen”, vertelt Marsé. “Dan hebben we het over kademuren en remmingswerken, maar met name over de duizenden bruggen en sluizen die onze (water)wegen operationeel en onze havens bereikbaar houden.” De kunstwerken die vlak na de Tweede Wereldoorlog zijn neergezet, zijn massaal aan vervanging toe en zorgen steeds vaker voor oponthoud. “Jarenlang lag de focus op nieuwbouw en bleef het onderhoudsbudget liggen. Nu de focus – mede door de stikstofcrisis – is verschoven richting V&R, worden de eerste serieuze stappen ondernomen om deze gigantische opgave te lanceren.” Opdrachten stapelen Hoewel de tijdsdruk groot is, zou ons drukbevolkte en -bevaren land volledig vastlopen als we lukraak bruggen en sluizen gaan afsluiten voor renovatie.

Marsé: “Daarom werken we met Platform V&R – een samenwerking tussen Rijkswaterstaat, Bouwend Nederland, Techniek Nederland, NLingenieurs, MKB Infra en de Vereniging van Waterbouwers – aan concrete adviezen over de aanpak van de V&R-opgave. Zo zien we graag dat meerdere vergelijkbare projecten worden aanbesteed in raamovereenkomsten, zodat het werk grootschalig in ‘treintjes’ kan worden aangenomen. Dan kunnen aannemers hun opgedane kennis meteen toepassen op de volgende brug of sluis en boeken we sneller vooruitgang.” Dit soort portfolio-opdrachten worden in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) al mondjesmaat toegepast op dijkversterkingsopdrachten en blijken bijzonder efficiënt. Uitvoeringsversnellers Toch is er meer nodig om te versnellen voordat de onderhoudsstaat van onze bruggen en sluizen nog verder achteruitgaat. Volgens Marsé ligt er vooral veel tijds- én geldwinst in het inkorten van voorbereidingstrajecten. Daarom werkt de Vereniging van Waterbouwers aan een reeks ‘uitvoeringsversnellers’, die oplossingen moeten bieden om sneller tot realisatie over te gaan. Hechtere samenwerking tussen aannemers onderling en tussen opdrachtgevers en -nemers liggen ten grondslag. “We zullen meer moeten samenwerken en minder tegen elkaar strijden.” Ook een efficiëntieslag in onderzoeks-, inspraaks- en vergunningstrajecten zal nodig zijn om een eind te maken aan de kostbare, eindeloze voorbereidingsfases. “Daarmee slaan we twee vliegen in één klap. Met het oog op de krappe arbeidsmarkt is het voor alle partijen verstandig om het beschikbare personeel zo efficiënt mogelijk in te zetten: liever niet aan een bureau met stapels papierwerk, maar buiten aan het werk.” Maatschappelijk belang Hoe goed we de puzzel ook leggen, de V&Ropgave gaat hinder opleveren. De Vereniging van Waterbouwers roept opdrachtgevers op om vooral gebruik te maken van de innovatiekracht van hun leden om tot slimme oplossingen te komen om het tempo op te voeren en overlast te beperken. Marsé benadrukt dat de algehele maatschappelijke houding ook een rol speelt bij dat realisatietempo. “Inspraak van burgers en lokale overheden is een groot goed, maar soms slaan we er in door. Inspraakprocedures kunnen projecten jarenlang belemmeren, waardoor onderhoud nog langer wordt uitgesteld met alle gevolgen van dien. We moeten als maatschappij begrijpen dat de renovatie van onze vitale infrastructuur op korte termijn hinderlijk kan zijn, maar op lange termijn bijdraagt aan onze veiligheid en welvaart.” Kaderrichtlijn Water Een andere uitdaging die de V&R-opgave en andere waterbouwprojecten kan remmen, is de steeds strengere natuur- en bodemregelgeving. Zo dreigt de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) – waarbij elke vorm van tijdelijke verstoring of vertroebeling als achteruitgang wordt gezien – onze baggerwerken en andere waterbouwprojecten vanaf 2027 volledig lam te leggen. Marsé: “Om dit doemscenario te voorkomen, heeft Nederland een aanpassingsvoorstel ingediend op dat aspect van tijdelijke achteruitgang. Waterbouwactiviteiten waarbij geen nieuwe verontreinigingen in het water worden gebracht, worden daardoor logischerwijs niet meer als achteruitgang gezien.” Dit voorstel, dat medio 2025 door Europa wordt behandeld, zou voor veel projecten uitkomst bieden. “Maar nog niet voor al onze activiteiten”, benadrukt hij. “Daarom blijven we ons inzetten om wet- en regelgeving zodanig te laten formuleren dat ze haalbaar en werkbaar zijn in ons bijzondere waterland.” Naast alle uitdagingen ziet Marsé de toekomst voor de waterbouw alsnog rooskleurig tegemoet. “Eén ding is zeker”, belooft hij. “Er komt meer dan genoeg werk onze kant op. In het kader van V&R, maar ook de KRW gaat bijvoorbeeld zorgen voor allerlei interessante (natuurontwikkelings) projecten. Mij rest nog één oproep: om onze toekomstplannen voor een veilige en moderne waterinfrastructuur waar te maken, hebben we alle handen nodig die we kunnen vinden. Verspreid het woord en kom allemaal werken in de waterbouw!” Meer informatie Heeft u vragen over marktvoorwaarden, nautische zaken, wet- en regelgeving, duurzaamheid, arbeidsvoorwaarden of opleidingen in de waterbouw? Neem gerust contact op met onze bureaumedewerkers. << Vereniging van Waterbouwers Sir Winston Churchilllaan 299A 2288 DC Rijswijk 070 349 07 00 info@waterbouwers.nl © De Klerk Werkendam | MartensMultimedia.nl Havenlocaties 2025 - 79

Dura Vermeer wil samen vooruit Het is één van de meest succesvolle familiebedrijven van Nederland. Met een geschiedenis die twee eeuwen teruggaat heeft Dura Vermeer een schat aan ervaring in huis. Met die ervaring heeft een deel van het bedrijf zich de laatste jaren toegelegd en gespecialiseerd in het havenwerk. De eerste projecten zijn inmiddels naar volle tevredenheid van de klant opgeleverd. H enk-Jan Slager is de leidende man bij Dura Vermeer Haven & Industrie. De Zeeuw stond aan de wieg van deze tak van het bedrijf. Dura Vermeer was altijd al actief binnen het Rotterdamse havengebied, maar de aanpak moest anders, vond de leiding van het bedrijf. “We deden het er altijd maar bij. Als een bestaande klant een opdracht voor ons in de haven had, dan deden we dat met veel plezier”, legt Henk-Jan uit. “Maar er was geen dedicated focus op dergelijke klussen.” En dus kreeg hij de vraag om een plan te ontwikkelen voor een aparte tak binnen Dura Vermeer. Het bedrijf wil meer spreiding in de orderportefeuille. “We zien dat de wereld om ons heen verandert. Dat betekent dat we ons moeten richten op een diversiteit aan marktsegmenten.” Met de nieuwe strategie is het bedrijf een stuk wendbaarder geworden volgens Henk-Jan. “En als je meer specialiseert dan onderscheid je je ook als bedrijf.” De centrale vraag bij de opdracht aan Henk-Jan was hoe Dura Vermeer tegen de ontwikkelingen en de toekomst van haven en industrie aankijkt. Het plan kwam er, en inmiddels zijn we vijf jaar verder. De afgelopen jaren heeft de tak van HenkJan een stormachtige groei doorgemaakt, met meerdere mooie projecten als resultaat. Dura Vermeer is in 1855 opgericht. Gedurende die honderdzeventig jaar is het steeds een echt familiebedrijf gebleven. Job Dura is inmiddels de vijfde generatie aan de top. Henk-Jan voelt er zich als de spreekwoordelijke vis in het Rotterdamse water. “Ik vind het een hele leuke wereld om me in te begeven. Een hele dynamische omgeving. Het vraagt ook best wel wat je.” Bij alles wat hij zegt, draagt hij de drie kernwaarden van het bedrijf uit: veiligheid, kwaliteit en betrouwbaarheid. Maar volgens Henk-Jan hoort daar nog iets bij: Dura Vermeer is met name gericht op samenwerking. “En voor een perfecte samenwerking moet je de klant goed snappen.” Al pratend komt het gesprek snel op Sif, die actief is op het gebied van off-shore windparken, zij produceren de monopiles voor op zee. Sif wilde 80 - Havenlocaties 2025

een nieuwe productie-eenheid op de Maasvlakte. Dura Vermeer stapte in het project. En daarmee is het bedrijf verantwoordelijk voor de hele inrichting, de boven- en ondergrondse infrastructuur. Maar ook voor de fundaties van de fabrieksinstallaties, waar de buizen worden gelast en gewalst en de kraanbaan. En ze is verantwoordelijk voor de voorzieningen van de productiehal. Dura Vermeer leverde keurig op tijd op, terwijl er tijdens de bouw nog heel veel bedacht en geregeld moest worden. “Eigenlijk zijn wij begonnen voordat we alle informatie hadden.” Dura Vermeer bouwt niet alleen, maar ontwerpt ook. Ontwerpen tijdens de bouw werkt alleen goed als er een goede samenwerking met elkaar is. “In een bouwteam werk je als partners samen. En dat is ook wat wij altijd proberen na te streven, samenwerking.” Henk-Jan Slager Havenlocaties 2025 - 81

Binnen het bouwteam werd er volop aangepast, opnieuw ontworpen en gebouwd. Volgens HenkJan was het resultaat van die intensieve samenwerking dat er in de eindfase nog heel weinig veranderd hoefde te worden; alles paste en sloot op elkaar aan. “En het is een succes dat die fabriek ook gereed was op het moment dat Sif moest gaan produceren en leveren. Ik vind het gaaf wat we daar in anderhalf jaar gerealiseerd hebben. Ik vind vooral de samenwerking heel mooi. Als ik kijk naar het eindresultaat zie ik dat die samenwerking ook het eindproduct beïnvloed heeft.” Behalve in de havens en de industrie is Dura Vermeer met ruim drieduizend werknemers vooral actief in woningbouw, utiliteitsbouw, infrastructuur en techniek. Met een jaarlijkse omzet van circa 1,8 miljard euro is het een grote en onafhankelijke speler in de Nederlandse bouwsector. Het bedrijf ontwikkelt en realiseert bouw- en infrastructurele projecten. Het is actief in het beheer en onderhoud en doet renovatie en transformatie van bestaande complexen. Dura Vermeer beperkt zijn activiteiten tot Nederland. De afdeling van Henk-Jan is gevestigd in de regio Rotterdam, maar heeft ook projecten in Amsterdam, Moerdijk, Zeeland, Geleen en de Eemshaven. Overal geldt dat Dura Vermeer niet eenmalig een project met een opdrachtgever wil doen. “Wij streven vanuit ons familiebedrijf altijd naar een lange termijn relatie met onze klanten.” Henk-Jan en zijn collega’s willen dat de klanten zo tevreden zijn dat ze blijven terugkomen. Dat 82 - Havenlocaties 2025 kan alleen als je kwaliteit levert en daarnaast ook innovatie en duurzaamheid nastreeft. Het is ook een persoonlijke drijfveer van HenkJan om niet alleen een bijdrage te leveren aan de projecten, maar ook om bij te dragen aan bijvoorbeeld de energietransitie van Nederland. En om Nederland duurzamer te maken. “Uiteindelijk werk je aan een betere wereld. Dat is toch een beetje de intrinsieke motivatie van mensen.” Dura Vermeer zag vanuit de energietransitie een hele verandering in de havengebieden van Nederland ontstaan, met hun projecten willen ze daar aan bijdragen. “Verduurzaming is natuurlijk ook iets dat we als bedrijf hoog in het vaandel hebben staan.” Henk-Jan probeert bijvoorbeeld in zijn aanbiedingen alternatieven aan te bieden. “Daarin tonen we aan hoeveel CO2-besparing het oplevert als de klant een andere keuze maakt. We willen in het proces echt de partner zijn en daarover met de opdrachtgever het juiste gesprek voeren.” Een mooi voorbeeld is Neste, ‘s werelds grootste producent van duurzame vliegtuigbrandstof (SAF) en hernieuwbare diesel (HVO). “Het is een bedrijf dat zich volledig toelegt op verduurzaming.” Neste realiseert een grote nieuwe fabriek in het Rotterdams havengebied. “Wij bouwen een deel van de fundaties die zij nodig hebben voor hun nieuwe fabrieksinstallaties, voor opslagtanks, en voor bassins voor de opvang van vloeistoffen. We realiseren de bijbehorende boven- en ondergrondse infrastructuur, de fundaties en alle aanverwante activiteiten.” Neste is van origine een Fins bedrijf. Ze hebben een Italiaans bedrijf in de arm genomen die de engineering en realisatie in handen heeft. “Dat vraagt wel iets van onze mensen om met allerlei verschillende internationale bedrijven samen te werken.” Over een half jaar is het deel van het project van Dura Vermeer afgerond, de rest is over twee jaar volledig operationeel. “We geloven in de kracht van partnerschap en innovatie.” Dura Vermeer Haven & Industrie is de afgelopen jaren snel gegroeid, maar er is nog meer ruimte voor expansie. Daarbij richt Henk-Jan zich niet alleen op internationale multinationals, ook lokale spelers in de haven en industrie zijn van harte welkom. De tak van Henk-Jan is nog jong, dat geldt niet voor de rest van het bedrijf. Met honderdzeventig jaar ervaring is er een grote mate van expertise in de havens en de industrie in huis. “Wij bouwen en onderhouden de infrastructuur die havens en industrieën draaiende houdt, met oog voor innovatie en duurzaamheid”, vat Henk-Jan het gesprek nog even pakkend samen. << www.duravermeer.nl

Vicoma verbindt en verbetert Vicoma heeft specialisten binnen deze disciplines: Verspreid over 5 vestigingen, in Nederland en India, bedienen wij meer dan 150 klanten binnen de disciplines: • Consultancy • Architectuur & Bouwkunde • Civiele techniek • Elektrotechniek & Instrumentatie • Process • Projectmanagement • Productielijnen & Machinebouw • Piping • Mechanical & Structural Steel • Procurement Bel ons: +31 (0) 10 416 00 11 of mail ons: info@vicoma.com www.vicoma.nl

WE DO TODAY WHAT WE NEED TOMORROW FUTURE-PROOFING For us it lies in investing in robust, high-quality buildings. The real core lies in sustainability, beginning with both thought and action. And with proven and innovative solutions. That is how we develop our real estate: looking ahead. As we gaze into the future, we eagerly shape tomorrow today. Committed to our clients, organization, and the well-being of people and our planet, we forge a path toward a sustainable future. Onward and forward. We create the space that enables extraordinary things to happen.

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
Home


You need flash player to view this online publication