NUMMER 50 APRIL 2024 Onafhankelijk kwartaalmagazine voor de iOverheid nummer dossier govtech Het gaat verder dan slimme oplossingen voor maatschappelijke opgaven digitale toekomst eu Wat betekent een verrechtsing voor onze digitale ambities? nathalie van berkel (uwv) ‘Politiek, laat ons domeinoverstijgend werken’
COLOFON CHIEF nummer iBestuur magazine is een onafhankelijke uitgave van Sijthoff Media Redactieadres iBestuur magazine Capital C, 4e etage Weesperplein 4A 1018 XA Amsterdam redactie@ibestuur.nl Redactie Arnoud van Gemeren (content & community director), Heleen Hupkens (content manager), Marjolein van Trigt (redacteur), Sjoerd Hartholt (redacteur) Basisontwerp Bureau OMA Vormgeving Hage Grafische Vormgeving Medewerkers Babette Bakker, Reinier Bikker, Barteld Braaksma, Pieter van den Brand, Afelonne Doek, Daniel Kapitan, Sander Klous, Piek Knijff, Laura Platenkamp, Egge van der Poel, Okke Scholten, Sophie in ‘t Veld, Antoinette Vlieger, Harald Wouters Fotografie cover Lex Draijer/De Beeldredaktie Drukkerij Damen Drukkers Adverteren en media-advies Marcel van der Meer: 06 23 16 88 72, marcelvandermeer@ibestuur.nl Partnermanagement Annemarie Post 06 53 63 38 29 annemariepost@ibestuur.nl Abonnement Een iBestuur magazine-abonnement is gratis voor bestuurders, beslissers en beleidsmakers binnen de publieke sector die betrokken zijn of zich betrokken voelen bij de i-overheid. Geïnteresseerden die niet tot die doelgroep behoren betalen 70 euro voor een jaarabonnement van vier nummers. iBestuur alleen digitaal ontvangen kan ook: een online only-abonnement kost 29 euro per jaar (vier edities). Abonneren kan via: ibestuur.nl/abonnement-ibestuur-magazine iBestuur wordt mede mogelijk gemaakt door: Atabix, Blueriq, Capgemini, Centric, EY, Enable U, Microsoft, Oracle, Red Hat, Salesforce, SAS, TCS en TOPdesk. Ook werkt iBestuur samen met CIP, ICTU, VNG Realisatie, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en RDDI. Alle rechten voorbehouden. Behoudens de door de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) en/ of openbaar gemaakt, zonder voor- afgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. iBestuur 50, april 2024 3 Van 1 naar 50 Dit nummer heeft een gouden randje: het is het vijftigste! En dus grijp ik even terug op het begin en blader door het eerste nummer, nou ja, de pdf. Het redactioneel van oprichter Peter Lievense verklaart de ‘i’ van iBestuur. Het was een knipoog naar de populariteit van de iPad, de iPhone en überhaupt veel dingen waarvan de naam met een ‘i’ begon. Daarom heet dit magazine niet ’eBestuur’. Mede-oprichter Maarten Hillenaar spreekt over de Interdepartementale Commissie Chief Information Officers, die de portefeuilles verdeelde over elf CIO’s, om zaken rijksbreed te kunnen oppakken. Ook nu nog de praktijk. Ik lees over de gemeenten Tilburg en Wijchen, die overwogen een database met honden-DNA in te richten om baasjes van wildpoepers in de kraag te kunnen vatten. En hoe steeds minder bekeuringen onder de ruitenwisser belandden en langs digitale weg werden uitgebracht. Mijn licht nostalgische gevoelens verdwijnen echter snel als ik de oproep van Tof Thissen lees: ‘Kabinet, stel een minister van ICT aan.” En ze smelten helemaal weg bij de waarschuwing van Sophie in ’t Veld (nog steeds columnist!) tegen het verzamelen van grote hoeveelheden data over burgers. Er is nog veel werk aan de winkel. arnoud van gemeren arnoudvangemeren@ibestuur.nl
IN DIT NUMMER 10 20 INTERVIEW ‘Politiek, laat ons domein overstijgend werken’ UWV-bestuurder Nathalie van Berkel 24 10 KATERN GOVTECH • De definitie van GovTech • Vijf succesfactoren voor het innoveren met startups • Breda is weer een stukje inclusiever en ver • Jan van Ginkel over de spelregels van innovatie els DATA EN AI 14 44 88 20 46 4 iBestuur 50, april 2024 Slimmer werken met AI “Eerst checks and balances inbouwen” Een vals dilemma: privacy versus datasolidariteit Pleidooi voor data als gemeengoed Ongehinderd datadelen met synthetische data? Nabootsen van de realiteit zonder identificatie MARKT EN OVERHEID Capgemini: hofleverancier voor grote IT-projecten Niet te afhankelijk worden van één leverancier De spanning tussen missies en topsectoren Keuzes maken schept vertrouwen
76 THEMA DIGITALE TOEKOMST EU 66 72 76 Verrechtsing Europa: wat nu met het digitale beleid? Nieuwe Europese Commissie, nieuwe prioriteiten EU investeert in de twin transition Groen en digitaal Complex IT-project: Entry/Exit System Strengere Europese grenscontroles Dutch Societal Innovation Hub Leren van elkaars aanpak Overzicht actualiteiten 6 Over Sander Klous 19, Piek Knijff 39, , Sophie in ’t Veld 75 Sander Klou , Sop Lezen, kijken & luisteren 94 Lezen, kijken & Blueriq 40, Microsoft 42, , Atabix 54, Salesforce 62, , TC , TCS 82, Centric 84, SAS 86 B iBestuur 50, april 2024 5 OVERHEID IN TRANSITIE Interbestuurlijke Datastrategie in uitvoering ICT overheid slurpt te veel energie Maak gebruik van wat er is 34 56 Energieverbruik overheids-ICT stijgt snel 88 56
DIGITALE ZAKEN Wat is er deze maanden aan de orde in de Tweede Kamer? Een overzicht van de belangrijkste debatten, rapporten en Kamervragen over digitale zaken die in Den Haag aan de orde zijn. iBestuur kijkt drie maanden terug en vast even vooruit. Digitale identiteit Staatsecretaris stelt Kamer gerust over plannen EU-Wallet In oktober stemde Nederland bij de Raad van de Europese Unie in met een compromisvoorstel voor het ontwikkelen van de Europese Digitale Identiteit. Kamerleden waren er niet gerust op en stelden diverse schriftelijke vragen. Net voor sluiting van dit magazine stuurde staatssecretaris Van Huffelen haar antwoorden. r komt geen ’Europese Wallet’stelt de staatssecretaris de Kamer gerust. Wallets worden nationaal uitgegeven. En dat mogen zelfs meerdere EDI-wallets zijn, mits aan de EU-standaarden en eisen wordt voldaan. Ook blijft het gebruik van een EDI-wallet een vrijwillige zaak, schrijft ze. Ook zonder wallet moeten inwoners gewoon E toegang hebben tot publieke en private diensten. Bedrijven en dienstverleners zijn verplicht een alternatief te bieden. Digitale toegankelijkheid is geborgd in de verordening. Ook de gebruikers en hun gegevens worden goed beschermd, verzekert ze de Kamer. De EDI-wallets worden gecertificeerd conform de cybersecuritywetgeImplementatie Europese wetgeving Deadlines worden niet gehaald Nederland loopt achter met zowel het omzetten van de NIS2-richtlijnen als de Digital Services Act (DSA) in nationale wetgeving. Het vraagt meer tijd dan verwacht, meldden de verantwoordelijke ministers aan de Tweede Kamer. 6 iBestuur 50, april 2024 as tegen de zomer worden de conceptwetsvoorstellen voor de invoering van de NIS2 in consultatie gebracht. De deadline van de Europese Commissie, te weten 17 oktober 2024, wordt daarmee niet gehaald. Pas P na verwerking van de consultatiereacties gaan de wetsvoorstellen door voor advies naar de Raad van State. Als alles meezit kan de minister van VenJ in oktober de wetsvoorstellen aan de Tweede Kamer aanbieden. Organisaving en staan daarna onder doorlopend toezicht. En er worden mechanismen ingebouwd voor de identificatie en authenticatie van partijen die gegevens van gebruikers vragen via EDI-wallets. De staatssecretaris zegde de Kamer toe hen periodiek te informeren over de voortgang van de digitale wallet via de Verzamelbrief Digitalisering. Met een Europese portemonnee kunnen burgers gebruikmaken van digitale diensten in de hele EU. BEELD: BUREAU OMA
Digitale infrastructuur Artificiële intelligentie EZK wijst op het belang van de digitale infrastructuur De digitale infrastructuur is een belangrijk middel om brede welvaartseffecten te realiseren, benadrukte minister Adriaansens eind januari bij de aanbieding van het rapport ‘Staat van de Digitale Infrastructuur’. M et het rapport drukt ze de nieuwe Tweede Kamer op het hart ook in de komende jaren verder te werken aan het behoud en verdere versterking van de digitale infrastructuur. ‘Beleidsarm’ heet het rapport, gelet op de demissionaire status van het kabinet, toch geeft ze met een vrij gedetailleerd overzicht van haar beleid op een zestal thema’s een behoorlijk schot voor de boeg. Een deel van dit beleid is nationaal, maar diverse thema’s moeten Europees opgepakt worden. De reikwijdte van zeekabels of het telecomnetwerk houdt immers niet op bij de Waar is er ruimte voor hyperscalers in Nederland? BEELD: MARIEKE KRAMER Nederlandse grens. Ze geeft de politiek ook een waarschuwing mee. De lokale inpassing van de digitale infrastructuur wordt de komende jaren volgens haar een heet hangijzer. De netcongestie, het volraken van het elektriciteitsnet, maar ook het vinden van ruimte voor hyperscalers, het grootste type datacenters, vormen mogelijk knelpunten voor de digitale dienstverlening aan bedrijven en consumenten. Kennis over AI versterken e commissie Digitale Zaken versterkte in januari haar kennis positie over artificiële intelligentie (AI) door in gesprek te gaan met experts en burgerbewegingen. Onder meer het Rathenau Instituut en het College voor de rechten van de Mens namen deel aan het rondetafelgesprek over Artificiële Intelligentie, waarbij de focus lag op veiligheid vanuit mensenrechtenperspectief. Ook de organisaties Allai, Bits of Freedom, Kafka Brigade en de Nederlandse AI Coalitie (NLAIC) namen deel aan het gesprek en dienden diverse position papers in om de rechts bescherming voor de Nederlandse burgers te bevorderen. Daarbij kwamen onder meer de Europese wetsvoorstellen aan bod. Ook het Toeslagenschandaal en de zorgen over biometrische surveillance werden besproken. D ties en bedrijven moeten overigens al wel aan de slag. De Europese regels gelden vanaf 17 oktober. De DSA is sinds 17 februari volledig van toepassing. Maar pas eind maart gaat het voorstel Uitvoeringswet digitaledienstenverordening naar de Tweede Kamer. De minister van EZK heeft al wel een ministerieel aanwijzingsbesluit genomen waarin de Autoriteit Consument & Markt (ACM) is aangewezen als bevoegde autoriteit en digitaledienstencoördinator. Ook andere Europese landen blijken achter te lopen met de invoering van de nieuwe regelgeving. iBestuur 50, april 2024 7
DIGITALE ZAKEN Duurzaamheid en digitalisering Duurzame ICT staat nog niet bij alle overheden goed op de kaart Uit onderzoek van iBestuur bleek begin dit jaar dat het dataverbruik van overheidsorganisaties mede door vele AI-toepassingen flink stijgt, maar dat driekwart van hen geen specifieke klimaatdoelen voor het ICT-verbruik opgesteld hebben. De Commissie Digitale Zaken (DiZa) liet zich in maart bijpraten door experts. m alle burgerzaken digitaal te regelen, bedienen overheden zich van uitdijende verzamelingen aan hard- en software, zoals servers, applicaties, besturingssystemen en softwareplatforms. Daarnaast neemt de datahonger van de overheid fors toe doordat publieke organisaties vaker met AI werken. De benodigde rekenkracht O Big Tech Van Huffelen reageert op onderzoeken Begin maart publiceerde de NOS een onderzoek waaruit bleek dat Nederlandse overheden, zogeheten ‘vitale’ bedrijven, scholen en in mindere mate zorginstellingen hun maildiensten op grote schaal uitbesteden aan Amerikaanse bedrijven zoals Microsoft en Google. 8 iBestuur 50, april 2024 H oewel de servers vaak in Nederland of elders in de EU staan, kan de Amerikaanse overheid daar toegang toe krijgen. Uit onderzoek van Binnenlands Bestuur werd in diezelfde week duidelijk dat er zo’n duizend gemeentelijke websites in de Verenigde Staten worden gehost. Staatssecretaris Van Huffelen gaf in een reactie aan dat bedrijven en overheden goed moeten nadenken over de risico’s voordat ze hun gegevens opslaan op een harde schijf van een Amerikaans bedrijf. Ze drukte de organisaties op het hart ‘heel terughoudend’ te zijn met wat je wel en niet in een zogeheten ‘cloud’ in het buitenland zet. Persoonsgegevens of staatsgeheimen horen daar bijvoorbeeld niet op te staan. voor data-analyse en opslagruimte voor datasets blijft groeien. Bij de Commissie DiZa staat het onderwerp ondertussen goed op de kaart. Minister Adriaansens (EZK) stuurde de Tweede Kamer eind 2023 twee onderzoeken die zijn uitgevoerd voor een integraal plan voor duurzame digitalisering. Het gaat om een onderzoek naar de bijdrage van de digitale sector aan nationale broeikasgasemissies en een onderzoek naar hoe in Nederland digitalisering benut kan worden voor de verduurzamingsopgave. Bedrijfsleven In maart kwam de Commissie bijeen om zich te laten bijpraten door experts vanuit het bedrijfsleven, universiteiten en andere Gemeenten gebruiken steeds meer hard- en software voor digitale burgerzaken. BEELD: ANP/DAVID ROZING
OP DE POLITIEKE AGENDA 11 april kennisinstellingen. Daarbij ging het onder meer over het verduurzamen op organisatieniveau, maar ook over de kansen en risico’s van verduurzaming van ICT. De sessie werd afgesloten met een inkijkje in systemische verduurzaming, waarbij onder meer Microsoft, KPN en TU Eindhoven vertelden over de uitdagingen. Security-organisaties bundelen krachten Zonnepanelen blijken makkelijk te hacken via omvormers, zo meldde de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) vorig voorjaar. Veel omvormers voldoen volgens de toezichthouder niet aan de gestelde eisen. Daardoor kunnen ze storingen veroorzaken en toegang verlenen tot andere apparaten. Op 11 april komt de Commissie DiZa bijeen om over de storingsproblematiek en cybersecurity van omvormers voor zonnepanelen te praten. Die dag komt ook de integratie van het Digital Trust Center, CSIRT-DSP en Nationaal Cybersecurity Centrum aan bod, die dit jaar de krachten moeten bundelen. De Commissie bespreekt verder het Cybersecuritybeeld van Nederland in 2023 en zoomt in op de vitale processen. vraagstukken op. Enkele toezichthouders menen dat bedrijven zich elders zullen vestigen wanneer Europese wetgeving in Nederland zou worden voorzien van aanvullende nationale regels. Op de agenda staat ook het rapport van de Raad voor het Openbaar Bestuur ‘Sturen of gestuurd worden’ waarin volksvertegenwoordigers en bestuurders, maar ook ambtenaren wijzen op de dringende noodzaak om de legitimiteit van sturen met data te waarborgen. De Commissie bespreekt ook of opschaling van de huidige algoritmetoezichthouder (de AP) nodig is. 24 april Eigen naleving privacywetgeving overheid onvoldoende Eind april behandelt de Commissie DiZa uiteenlopende onderwerpen op gebied van bescherming van persoonsgegevens en digitale grondrechten. Er komt onder meer een brief van de minister van EZK aan bod, waarin de resultaten van een onderzoek over het betalen met persoonsgegevens en consumentenbescherming worden gepresenteerd. 17 april De staatssecretaris zei zich ook hard te maken voor Europese alternatieven voor Amerikaanse clouddiensten. De afhankelijkheid van Amerikaanse techreuzen is de laatste tijd een ‘hot item’ in de Tweede Kamer. Er kwamen in februari ook diverse Kamervragen binnen nadat SIDN, de organisatie achter de .nl-domeinnamen, besloot zijn infrastructuur bij Amazon onder te brengen. Georganiseerd toezicht houden op algoritmes en AI Hoe moet het toezicht in het digitale domein op onder meer AI en algoritmes georganiseerd worden? Staatssecretaris Van Huffelen gaat hierover op 17 april in gesprek met de Commissie DiZa, waarbij onder meer wordt gekeken naar het brede scala aan Europese wetgeving dat uitgerold moet worden. Het levert diverse De Commissie bespreekt verder een brief van minister De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het datalek bij Kadaster waarbij woonadressen van Nederlanders tijdelijk zichtbaar waren voor de buitenwereld. Verder wordt een rapport van de Raad van State besproken waarin een visie is opgesteld over digitalisering in wetgeving en rechtspraak. In dezelfde bijeenkomst spreekt de Commissie over de naleving van de privacywetgeving door overheden. Uit een onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) werd duidelijk dat gemeenten en ministeries onvoldoende bewustzijn hebben van het belang van het gegevensbeschermingsrecht. iBestuur 50, april 2024 9
INTERVIEW ‘Politiek, laat ons domeinoverstijgend werken‘ UWV-bestuurder Nathalie van Berkel Gegevensdeling is essentieel om cliënten beter te kunnen helpen, stelt Nathalie van Berkel van UWV. Samenwerking tussen organisaties kan voorkomen dat mensen werkloos raken of keer op keer hun verhaal moeten doen. TEKST: marjolein van trigt • BEELD: de beeldredaktie/lex draijer ls het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat. Het zou het motto kunnen zijn van Nathalie van Berkel, bestuurslid van UWV. Als er geen lepeltje bij de koffie ligt, gebruikt ze net zo makkelijk de achterkant van een pen (“werkt ook prima”). Bij UWV en als voorzitter van het Netwerk van Publieke Dienstverleners ziet ze hoe regels die het leven van burgers zouden moeten verbeteren in de praktijk soms het tegenovergestelde bewerkstelligen. Dan is het zaak om – naast lobbyen voor simpelere weten regelgeving – te kijken naar wat er wél mogelijk is, binnen de grenzen van de wet. Ontschotting Gevraagd naar waar ze trots op is na vier jaar bij UWV, antwoordt ze: “We proberen om de menselijke maat terug te laten komen in ons dagelijkse werk. Door tijd en ruimte te maken om door te kunnen vragen bij cliënten. Door meer aan preventie te doen. Door nadrukkelijk in te zetten op ontschotting. Zo kunnen we veel meer mensen hel10 iBestuur 50, april 2024 A pen en maken we dienstverlening open en toegankelijk.” Zelf begon ze al jong met werken. In iedere baan leerde ze iets meer over zichzelf. Het werd een drijfveer: zorgen dat mensen kunnen meedoen in de samenleving, uitvinden waar ze goed in zijn. “Na de gemeenten Rotterdam en Amsterdam leek UWV me een spannende organisatie om voor te werken, zo groot en uitdagend. Ik vind het soms wel lekker om ergens wakker van te liggen. En bij UWV liggen er genoeg uitdagingen.” Samenwerken “We zijn bezig met regionale samenwerking tussen UWV, gemeenten, sociale partners, werkgevers en onderwijs. Alle 35 arbeidsmarktregio’s krijgen een regionaal werkcentrum, waarin we mensen van werk naar werk begeleiden. Daarvoor moeten we gegevens kunnen uitwisselen tussen de samenwerkingspartners. Dat is een grote opgave, die vraagt om standaarden, infrastructuur en juridische grondslagen. Op alle drie is wat te doen.” Samenwerken staat ook centraal bij een ander
wil ruimte voor gegevensdeling iBestuur 50, april 2024 11
INTERVIEW onderwerp dat voor slapeloze nachten kan zorgen: cliënten met financiële problemen. Omdat UWV signaleerde dat de mensen die bij hen aankloppen steeds vaker worstelen met schulden, is er een Geldzorgenteam opgericht. “Het vraagt om kennis en expertise om cliënten warm over te dragen aan de gemeenten,” zegt Van Berkel. “Het gaat er in alle situaties om dat je de juiste informatie op het juiste moment voorhanden hebt. Datagedreven werken dus. Daar zijn we beter in geworden, maar we hebben ook nog een lange weg te gaan.” Data benutten Wat haar betreft gaat UWV verder in het benutten van de data die ze mogen gebruiken voor dienstverleningsdoeleinden, om de digitale dienstverlening persoonlijker te maken. “Het gaat erom dat je de juiste informatie op het juiste moment voorhanden hebt” Als voorbeeld noemt ze een situatie waarin iemand al drie keer heeft gebeld om te vragen naar de hoogte van z’n uitkering. “Dan kun je een analyse doen. Kunnen we hem helpen met de vraag die daarachter zit?” Met behulp van kunstmatige intelligentie? “Dat zou goed kunnen. Er zijn genoeg use cases te bedenken bij UWV. Een uitkeringsdeskundige werkt met een behoorlijke hoeveelheid werkinstructies. Hoe fijn zou het zijn als je alleen maar een vraag hoeft te stellen en genAI genereert op basis van alle bestaande werkinstructies wat de instructie zou kunnen zijn? Zo gaan we oefenen met genAI in een besloten proeftuin, een zogeheten regulatory sandbox.” Experimenteren met generatieve AI “De technische ontwikkelingen gaan snel, we moeten een open mind houden voor de 12 iBestuur 50, april 2024 mogelijkheden die genAI biedt, maar zonder naïef te zijn. Kijk goed waar en onder welke voorwaarden je het toepast, en wees daar transparant over. Die balans wordt een spannende uitdaging voor ons allemaal.” Onder “ons allemaal” vallen de ruim 80 uitvoeringsorganisaties die samenwerken in het Netwerk van Publieke Dienstverleners, waarvan Van Berkel voorzitter is. In een brief aan de informateur vragen ze om ruimte om verantwoord te kunnen experimenteren met genAI, “om te werken aan een sterk datafundament en meer grip op onze data”. De belangrijkste boodschap uit de brief is echter dat de wet- en regelgeving te complex en daarmee onuitvoerbaar is geworden. De uitvoeringorganisaties pleiten ervoor om naast de grote, langdurige vereenvoudigingsopgaven ook vaart te maken met het aanpakken van de knelpunten die ze eerder al hebben geïdentificeerd. Daarnaast willen ze vanaf de start met de politiek aan tafel zitten om mee te denken over de realisatie van politieke ideeën. Nathalie van Berkel verwoordt het zo: “Politiek, houden jullie je alsjeblieft bezig met wát je wil bereiken, en vraag aan ons hóe dat zou kunnen.” Domeinoverstijgend werken Vraagstukken doen zich eigenlijk nooit binnen één domein voor, signaleren de publieke dienstverleners. “Onze oproep aan het nieuwe kabinet is om uitvoeringsorganisaties, maar ook departementen, domeinoverstijgend te laten werken,” zegt ze. “Stel geen eendimensionale vragen en geef geen eendimensionale politieke opdrachten, maar help ons de verschillende aspecten in kaart te brengen, zodat we samen tot een oplossing komen.” Binnen die samenwerking is gegevensdeling essentieel. Het Geldzorgenteam mag dan in kaart hebben welke cliënten financiële problemen hebben, ze mogen hun gegevens niet doorgeven aan de Voedselbank, ook niet als de cliënten daar toestemming voor geven. Het is haar een doorn in het oog. “Het is hartstikke heftig voor mensen om bij ons hun hele verhaal te doen, om over die schaamte heen te stappen. Vervolgens verbinden wij ze met de Voedselbank, waar ze opnieuw met een plastic tasje vol papieren moeten aantonen
Nathalie van Berkel is sinds 2019 lid van de Raad van Bestuur. Voordat ze bij UWV begon, was ze stedelijk directeur bedrijfsvoering bij de gemeente Amsterdam. Sinds januari 2017 was ze daar verantwoordelijk voor stafdiensten als Financiën, ICT, P&O, Communicatie en Juridische Zaken. Van Berkel is voorzitter van de Manifestgroep, een samenwerkingsverband van de Handvestgroep Publiek Verantwoorden, KleinLef, Manifestgroep en de Rijksbrede Benchmark Groep (RBB Groep). De groep bestaat uit zo'n 80 grote en kleine uitvoeringsorganisaties in de publieke sector. Ze studeerde rechten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. dat ze echt geen geld hebben voor boodschappen. Terwijl wij die gegevens al hebben! Het is echt belangrijk dat daar iets gebeurt.” Kafkaëske situatie Waarom gebeurt dat niet? De wetgevingsjuristen op de departementen die zich over de wettelijke grondslagen moeten buigen, zijn te druk met alle grote wetgevingstrajecten die politiek zijn afgesproken, zegt ze. Nog een argument om de wet- en regelgeving radicaal eenvoudiger te maken. Evenwel is ze optimistisch dat het kan lukken. “De urgentie is hoog. Er is sprake van een bijna kafkaëske situatie, waarin het oerwoud aan regelingen dat mensen zekerheid moet geven er juist voor zorgt dat ze niet weten waar ze op kunnen rekenen. Het is ondertussen zo ingewikkeld dat mensen geen beroep durven doen op al die ondersteuningsregelingen. Dat wordt politiek ook gezien. Pak het aan!” “De komst van een minister van Digitale Zaken zou ik toejuichen. Ik hoop wel dat we dan niet alleen maar stippen aan de horizon gaan formuleren, maar dat er vooral oog is voor wat er vandaag de dag nodig is. Geef publieke dienstverleners de ruimte om bijvoorbeeld de komende twee jaar aan het opruimen van legacy te werken. Ruimte voor innovatie moet altijd hand in hand gaan met stabiliteit en continuïteit.” Kennis van digitalisering “Digitalisering is overal, ook in mijn huidige functie. Dat René Steenvoorden, die de portefeuille IV en data van mij heeft overgenomen, over hardcore technische IV-kennis beschikt, is een enorm voordeel. Moet je het hebben om adequaat te kunnen besturen? Nee. Is het handig als je het hebt? Zeker. Ik ben eruit gekomen, er zijn geen grote ongelukken gebeurd, maar het helpt zeker als je meteen de diepte in kan.” Vertrouwen De combinatie UWV en ICT is evenwel geen geheel gelukkige. Zo zorgde de weinig transparante manier waarop UWV uitkeringsgerechtigden online volgde voor verontwaardiging. Hoe valt dat te rijmen met alle aandacht voor data-ethiek en de menselijke maat? “UWV werkt voor heel veel mensen in de samenleving. Er gaat elke dag heel veel goed en er gaan ook dingen fout. Dan is het vooral belangrijk om te laten zien wat dat is, waarom dat is en hoe we dat gaan herstellen. Ik geloof erin dat dat tot vertrouwen leidt en ook tot herstel van vertrouwen.” iBestuur 50, april 2024 13 “Geef publieke dienstverleners de ruimte om de komende twee jaar aan het opruimen van legacy te werken.”
DATA EN AI Een van de grote beloftes van AI is dat organisaties een efficiencyslag kunnen slaan. Laat de repetitieve taken voortaan over aan je virtuele collega, klinkt het vanuit de aanbieders, en houd je alleen nog bezig met alles wat originaliteit, vakmanschap en focus vereist. Dat is wellicht een wat utopisch toekomstbeeld, maar met het oog op de arbeidsmarktkrapte kan het ook gewoon pure noodzaak zijn. Feit is dat de belofte resoneert, ook bij de overheid. TEKST: marjolein van trigt • BEELD: shutterstock/freepik Slimmer werken met AI ‘We moeten eerst checks and balances in het systeem inbouwen’ eel uitvoeringsorganisaties vinden het belangrijk om op een verantwoorde manier met AI te experimenteren, bleek tijdens het visietraject om te komen tot een overheidsbrede visie op generatieve AI (genAI). Ze willen graag uitvinden hoe het hun werk mogelijk efficiënter en prettiger kan maken, hoorde Jasper Kars van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), die het traject leidde. Ze zien kansen om schaarse mankracht te besparen met behulp van narrow AI, kunstmatige intelligentie die goed is in het uitvoeren van een specifieke taak. Ook willen ze onderzoeken wat genAI, die op basis van een verzoek nieuwe tekst, code, afbeeldingen, video en audio genereert, voor hun werk kan betekenen: in de dienstverlening, maar ook bij de dagelijkse taken van de ambtenaar. V 14 iBestuur 50, april 2024 Ook bij gemeenten bestaat enig ongeduld om AI in te zetten, zo blijkt uit de reactie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) op het voorlopig standpunt van het Rijk op genAI. Om gemeenten te stimuleren om er op een verantwoorde manier mee te experimenteren, wil de VNG graag van het Rijk weten welke leveranciers en toepassingen voldoen aan de bestaande wet- en regelgeving. Momenteel is vooral bekend dat bekende genAI-toepassingen als ChatGPT en Midjourney er niet aan voldoen. Beleidsmakers terughoudender Beleidsmakers zijn over het algemeen terughoudender met de inzet van AI in hun werk dan uitvoerders, merkte Kars tijdens het visietraject, al zijn er ook beleidsmakers die staan te popelen en uitvoerders die liever de kat uit de boom kijken. Veel beleidsmakers
Wat niemand ziet zitten is door AI gegenereerde besluitvorming hebben zorgen over de risico’s, onder meer met betrekking tot het auteursrecht, privacy en toenemende ongelijkheid. Ze voorzien een mogelijk kwaliteitsverlies in het werk. Wat zijn dan kansen om de overheid efficienter te maken met behulp van AI? Narrow AI-toepassingen die bijvoorbeeld verkeersstromen regelen worden al ingezet. De verwachting is dat hun aantal zal toenemen. Binnen de overheid is veel aandacht voor de rol van genAI in de dienstverlening, bijvoorbeeld voor het versimpelen van moeilijke brieven. Maar daartussenin zit nog een heel spectrum aan ambtelijke taken waar wellicht een efficiencyslag mogelijk is. Wat in ieder geval niemand van de door iBestuur geïnterviewden ziet zitten, is door AI gegenereerde besluitvorming. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur vereisen dat keuzes uitlegbaar en reproduceerbaar zijn. Dat uitgangsEfficiënte dienstverlening Het ligt voor de hand om het werk van de ambtenaar in eerste instantie te vergemakkelijken door simpele en repetitieve handelingen aan AI uit te besteden. “Professionals zijn veel tijd kwijt met het voeden van het administratieve systeem,” zegt VNG-realisatie directeur Ducastel. “Stel dat de politieagent op straat kan inspreken waar hij mee bezig is. De ingesproken tekst wordt omgezet door spraaksoftware en automatisch uitgewerkt door genAI die de taal van die agent goed kent. Dan kan het feitenverslag van de gebeurtenis beschikbaar zijn tegen de tijd dat de agent weer op het bureau is, inclusief overdrachtspunten. Hij moet het alleen nog checken voordat hij op oké drukt. Dat scheelt een waanzinnige hoeveelheid tijd en energie.” Met een dergelijke toepassing wordt al geëxperimenteerd in de zorg. iBestuur 50, april 2024 15
DATA EN AI “Het is fijn dat we met AI efficiënt fundamentele waarden kunnen bevorderen” punt laat zich moeilijk verenigen met de ondoorzichtige manier waarop AI informatie genereert. “De herleidbaarheid van besluiten is een groot goed,” zegt Nathan Ducastel, directeur van VNG Realisatie. “Het zal tot enorme discussies leiden wanneer je met AI op den duur voorspellingen kunt doen over gedrag en uitkomsten die accurater zijn dan wanneer je dat met menselijke interventies doet, hoewel die overigens ook altijd subjectiviteit bevatten.” AI als sparringpartner In de toekomst ziet beleidsmaker Kars voor zijn eigen werk een rol weggelegd voor AI als sparringpartner. GenAI kan grote hoeveelheden informatie in korte tijd inzichtelijk maken en analyseren. Beleidsvorming, waarSammie Een eerste pilot met genAI levert bij de provincie Noord-Brabant bemoedigende resultaten op. Sammie is een lokaal draaiende chatbot die vragen van ambtenaren over stikstof beantwoordt. De AI-tool is getraind op een al bestaande viewer van de provincie, die real time data over stikstof en kaarten van Natura-gebieden combineert. Sammie geeft aan op welk paginanummer van welk document het antwoord staat. “Dat we kunnen controleren of het klopt, is cruciaal,” zegt CIO Marcel Thaens. “De hallucinaties van taalmodellen zijn berucht. Dat kun je als publieke organisatie niet hebben, zeker als je er inzichten aan wilt ontlenen die je in beleidsprocessen wil gebruiken.” 16 iBestuur 50, april 2024 bij de gespreksverslagen zich opstapelen, kan baat hebben bij de inzet van een AI die de rode draad uit alle gesprekken pikt. “Zo ver is het nog niet,” haast Kars zich te zeggen, al vinden er wel hoopgevende ontwikkelingen plaats. Zo wordt gewerkt aan steeds meer en betere taalmodellen, waaronder de Nederlandse open source-variant GPT-NL. Ook is het steeds vaker mogelijk om een taalmodel lokaal te laten draaien, waardoor het niet is verbonden met het wereldwijde web. Daarmee vermindert het risico dat gevoelige gegevens op straat komen te liggen. En de Europese AI Act dwingt bedrijven tot transparantie, waardoor de huidige ondoorzichtige situatie over een paar jaar hopelijk verleden tijd is. Checks and balances Ducastel verwacht dat de echte omwenteling pas over tien á vijftien jaar plaatsvindt. Maar dan is ‘ie', mede door de arbeidsmarktkrapte en de wensen en behoeften van een nieuwe generatie werkenden, onvermijdelijk. “Als we jongeren zinvol te werk willen stellen moeten we innoveren op processen, en daar kan genAI een belangrijke rol in spelen. We moeten eerst checks and balances in het systeem inbouwen. De echte pijn moet nog gevoeld worden, want innovatie houdt altijd gelijke tred met noodzaak. Het komt altijd later dan je denkt en het gaat sneller dan je denkt. Dat geldt ook voor AI.” Volop pilots Pilots zijn er al volop. In Amsterdam experimenteren ze met AI die zware objecten op kwetsbare kademuren kan detecteren. De AI wordt ingezet op de beelden die scanvoertuigen maken. Ook heeft de gemeente eigen blurringsoftware ontwikkeld voor het onherkenbaar maken van voorbijgangers op de panoramabeelden. “Het is fijn dat we met AI efficiënt fundamentele waarden kunnen bevorderen, zoals het beschermen van het werelderfgoed en privacy,” zegt projectmanager Public Tech, Douwe Schmidt. Voorzichtiger is hij over de inzet van genAI en LLM’s. Na uitgebreid onderzoek concludeerde Amster
dam dat gesloten genAI-modellen veel beter werken dan open source-modellen, maar dat de inzet van beide opties lastig is. “Open source taalmodellen presteren nog ondermaats, maar gesloten modellen zorgen vanwege hun grootschalig copyrightschendingen en energieverbruik voor nieuwe dillema's,” zegt Schmidt. “Dat leidt tot een conflict met de waarden waar Amsterdam voor staat, zoals rechtvaardigheid en duurzaamheid. Waarschijnlijk zullen we hier een pittig debat over moeten voeren in de hoofdstad.” Anderen laten zich niet weerhouden door de verborgen kosten van genAI. Met name voor het beantwoorden van bezwaarschriften en Woo-verzoeken zou het een uitkomst kunnen zijn. Zo wil de provincie Noord-Brabant Woo-verzoeken in de toekomst makkelijker op tijd voldoen door zoek- en lakopdrachten aan AI uit te besteden. Daarvoor zijn er nog grote stappen nodig op het gebied van de informatiehuishouding, erkent gedeputeerde Saskia Boelema (D66), “maar we zijn er wel mee bezig.” Narrow AI voor beleid Zijn er ook vormen van narrow AI voor beleid te bedenken? Jasper Kars kan zich wel iets voorstellen bij het aggregeren van partici patieve processen. “Participatie is een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet. Je kunt grote hoeveelheden informatie van (burger)panels verzamelen. Daar kun je algoritmes op loslaten voor het verkennen van patronen.” Iets dergelijks demonstreerde Noord-Brabant in het klein op de Dutch Design Week met 'De Opiniepaal'. Wie op deze zuil drukt, krijgt één minuut de tijd om zijn ongezouten mening te geven over een onderwerp. AI transcribeert de tekst en analyseert het thema, het sentiment en de aanbevelingen. Dat levert eens andere input op dan van de usual suspects die inspraakavonden bezoeken en het is bovendien goedkoper dan het organiseren van zo’n avond. AI-toepassingen die samenvatten, analyses maken, berekeningen doen aan de hand van modellen… Het risico lijkt niet denkbeeldig dat zelfs de grootste dossiertijger zijn keuzes over een jaar of tien laat afhangen door afgeleiden van stukken, in plaats van door de stukken zelf. De geïnterviewden zijn niet echt bang voor dit spookbeeld. Zo zegt Kars: “In de overheidsbrede visie op generatieve AI staat dat het inzetten van kennis en kunde heel belangrijk is. Dat gaat het ook over kennis over het moment dat je AI kunt inzetten.” Meer over generatieve AI op iBestuur.nl iBestuur 50, april 2024 17
VAN CHAT NAAR DOEN! DINSDAG 21 MEI 2024 BEELD & GELUID, DEN HAAG MELD U AAN
COLUMN Zwakste schakel Gaandeweg beseffen we dat alle toegang blokkeren niet de oplossing is Een indrukwekkende roller coaster, dat is AI op dit moment zeker. In ruim een jaar groeiden we collectief van verbazing, enthousiasme en fear of missing out, toe naar het besef dat we AI vooral ook verantwoord moeten gebruiken. Experts (vaak zelfbenoemd) – of ‘influencers’ – komen met adviezen (of halen deze uit ChatGPT…). Hoewel de opsommingen vaak best een aardig startpunt zijn, is de meerwaarde beperkt. Je kunt maar beter op zoek gaan naar experts die zelf met de voeten in de modder hebben gestaan. Je moet het immers eerst zelf fout gedaan hebben voordat je het ergens anders beter kan. Een mooi voorbeeld van het verschil tussen theorie en praktijk is de discussie over het beheersen van de risico’s rondom AI. Doen we dat gebaseerd op regels, met een gedetailleerde beschrijving van wat wel en niet mag? Of gebaseerd op principes, door mensen hun eigen verantwoordelijkheid te geven, ze bewust te maken van kansen en risico’s en ze op te leiden. Beide benaderingen hebben hun grenzen, zo laat de praktijk rondom een aantal nieuwe Microsoft producten zien. k ‘voeden’ aan AI tools, of met principes zorgen dat medewerkers daar zelf goed over nadenken. Echter, wat gebeurt er zodra een gebruiker een nieuwe versie van Bing Chat krijgt voorgeschoteld met een paar keurige vinkjes waarmee Microsoft (waarschijnlijk terecht) claimt dat deze toepassing ‘geschikt is voor het veilig inbrengen van bedrijfs- en privacy gevoelige data’? De groene vinkjes lijken aan te geven dat aan de regels is voldaan. Ook de op principes gebaseerde aanpak gaat nat, want een weldenkende medewerker zal redeneren dat een partij als we ‘v zo nad geb krijg vink tere is vo priv lijke vold aan med Micr Microsoft zo’n claim niet zomaar maakt. Ander voorbeeld: Microsoft Copilot heeft alleen rechten om data te gebruiken waar jij als gebruiker in je eigen omgeving toegang toe hebt. Dat klinkt mooi, maar (de toegangsrechten tot) die data zijn in veel gevallen ontstaan toen er nog geen sprake was van enthousiast grazende AI tools. Ook hier is goed risicomanagement dus lastig: volgens de regels heb je immers toegang tot die data, en volgens de principes zou de data waar je toegang toe hebt niet onverantwoord moeten zijn. Daar sta je dan met je principes of je regels. Geen opsomming op sociale media die daar tegen helpt… gev risic heb rond prod kunt bijvoorbeeld scherp definiëren welke data je wel en niet kunt Een vergelijking met de historie van cybersecurity dringt zich op. Dat begon vooral met technische oplossingen om indringers te weren. Gaandeweg beseften we dat alle toegang blokkeren ook niet de oplossing was en gingen we investeren in bewustzijn en kennis van de gebruikers. Pas daarna, toen voldoende praktijkervaring was opgedaan, werd het motto dat 100 procent zekerheid niet haalbaar is. De zogenaamde ‘cost of control’ is sindsdien het paradigma en dus zetten we naast preventie ook in op een goede respons om de gevolgen van incidenten te beperken. Misschien is die analogie wel een-op-een te kopiëren naar het temmen van AI? sander klous Hoogleraar Big Data Ecosystems, UVA en partner bij KPMG iBestuur 50, april 2024 19
MARKT EN OVERHEID Capgemini: hofleverancier Rijk moet niet te afhankelijk worden van één leverancier Capgemini werd in de afgelopen tien jaar bij maar liefst 37 van 148 grote IT-overheidsprojecten ter waarde van 5 miljoen euro of meer ingeschakeld, zo blijkt uit een inventarisatie van iBestuur en Binnenlands Bestuur. Experts waarschuwen voor een te grote afhankelijkheid van de Franse grootmacht. TEKST: sjoerd hartholt • BEELD: bureau oma Top 10 leveranciers grote IT-overheidsprojecten In de top 10 leveranciers die het vaakst betrokken zijn bij grote IT -projecten ter waarde van 5 miljoen euro of meer van het Rijk in de afgelopen tien jaren tekent zich een duidelijke top drie af. Capgemini Atos IBM KPN Ordina Microsoft CGI SAP Sogeti SAAB 5 4 Een eigen ecosysteem Capgemini nam in 2019 bijvoorbeeld Altran over, dat bedreven is 6 6 6 10 19 12 37 22 C apgemini haalt de laatste jaren de ene na de andere grote IT-opdracht binnen van het Rijk, ondanks dat ze in 2017 nog tegenover elkaar stonden in de rechtbank vanwege de 21 miljoen euro kostende onbruikbare ‘spaghetticode’. Van een vertrouwensbreuk is in en na die periode nooit sprake geweest. Sterker nog: het bedrijf trekt sindsdien alleen maar meer grote IT-projecten naar zich toe. Capgemini is gegroeid Pablo Derksen (53), directeur Public van het IT-consultancybedrijf, bevestigt het beeld dat Capgemini in de afgelopen jaren meer opdrachten naar zich toe weet te trekken. “We zijn al langer marktleider in het publieke domein, maar er is inderdaad een verschuiving: we krijgen meer opdrachten, groeien in omzet en we maken vooral meer impact. We zijn meer zichtbaar aan het worden.” De oorzaak van die toegenomen dominantie heeft te maken met de toegenomen complexiteit van IT-projecten bij het Rijk. Omdat IT steeds meer doorvlochten is in de werkwijze van organisaties, worden projecten steeds complexer, vertelt Derksen. Een IT-project is tegenwoordig veel meer dan alleen een stukje technologie vervangen. “Wij leveren consultatie, ondersteuning, de realisatie én de implementatie. We zijn van begin tot eind betrokken en in dat traject hebben we steeds meer ervaring opgedaan.” 20 iBestuur 50, april 2024
voor grote IT-projecten in hightech engineering en het ontwikkelen van digital twins. Het bedrijf is van huis uit een IT-consultancybedrijf, maar ontwikkelde zich in de afgelopen jaren door, vertelt Derksen. Het beschikt inmiddels zelfs over een heel eigen ‘ecosysteem’ aan technologieleveranciers, ingenieursbureaus en kennisorganisaties waar het uit kan putten voor grote IT-projecten van de overheid. Derksen: “En dat moet ook. De digitaliseringsopgaven van de overheid zijn inmiddels zo groot en complex dat je ze niet meer alleen kan doen. Je moet samenwerkingsverbanden smeden. Er komt nu zoveel bij kijken, dat je ook wel groot móet zijn om het goed te kunnen doen. De benodigde kennis is niet breed voorhanden en ligt bij slechts een klein aantal partijen, waaronder Capgemini.” Rol van hoofdaannemer Capgemini wordt door de overheid gezien als een ‘hoofdaannemer’ die zelfstandig onderaannemers kan inschakelen. Dat gebeurt inmiddels volop. Zo ook bij het vervangen van verouderde systemen van UWV, waar het ITbedrijf onderaannemer Blu Age voor inschakelde. Voor het IT-beheer van werkplek- en datacentrumdiensten kwam Capgemini uit bij onderaannemer HP. Voor de Europese Commissie zocht het bedrijf als hoofdadviseur zelf de leveranciers uit om het European Support Center for Data Sharing te bouwen. Capgemini ambieert deze rol van hoofdaannemer graag. Derksen ziet een overheid die de komende jaren volop veranderingen wil doormaken: bijvoorbeeld op gebied van wonen, zorg en klimaat. “Wij kunnen in deze projecten in het belang van de opdrachtgever de juiste uitvoerders samenstellen en we nemen daarin ook zelf verantwoordelijkheid. Als overheid wil je voorkomen dat je allerlei contractpartijen hebt die onafhankelijk van elkaar werken of los van elkaar werken.” ‘Geen groot probleem’ Maar hoe wenselijk is het dat een leverancier zo bepalend is bij zoveel verschillende grote IT-projecten? Experts vinden de concurrentie voor aanbestedingen op basis van deze inventarisatie niet alarmerend, maar waarschuwen wel voor een te grote afhankelijkheid. Zo ook Pieter Kuypers, bijzonder hoogleraar Europees en nationaal aanbestedingsrecht. Het marktaandeel op basis van de inventarisatie is wat Kuypers betreft “geen groot probleem”. Hij heeft wel erger gezien. “Een marktaandeel iBestuur 50, april 2024 21
MARKT EN OVERHEID van boven de vijftig procent begint problematisch te worden, of wanneer er bij een aanbesteding slechts één serieuze partij zich meldt.” Er is echter wel één belangrijk punt van zorg: wordt de overheid voor zijn IT-projecten nu niet te afhankelijk van één partij?” Kuypers neemt Centric als voorbeeld, dat in korte tijd diverse grote klanten verloor, omdat de continuïteit van de dienstverlening in gevaar Capgemini is een ‘hoofdaannemer’ die zelfstandig onderaannemers kan inschakelen leek te komen door de wispelturige eigenaar Gerard Sanderink. Veel gemeenten hebben vanwege de specifieke programmatuur die Centric levert geen echte uitweg in het geval het bedrijf wegvalt. “Je mag Capgemini alleen niet uitsluiten omdat de overheid anders té afhankelijk wordt. Maar het is wel zaak om de lange termijn in de gaten te houden.” Onderkant is bereikt De overheid moet de situatie op de markt goed blijven monitoren. “De Chief Procurement Officer (CPO) van het Rijk adviseer ik om blijvend te bekijken hoe er in de toekomst een afhankelijkheid van één leverancier voorkomen kan worden. Met deze dominante top 3 is er in mijn ogen wel een onderkant bereikt als het gaat om gezonde concurrentie.” Fredo Schotanus, hoogleraar Publieke Inkoop bij de Universiteit Utrecht, vindt de situatie ‘niet zorgwekkend, maar wel een aandachtspunt’. Op de markt voor bijvoorbeeld schoonmakers kunnen veel bedrijven dezelfde klant bedienen, in de markt voor grote ICT-projecten bij de overheid geldt dit volgens hem niet. “Er worden referenties gevraagd, bepaalde specifieke kennis. Organisaties moeten daarin groeien en een bepaalde capaciteit kunnen leveren.” Ongelijkwaardig Maar net als Kuypers ziet ook Schotanus grote afhankelijkheid als riskant, bijvoorbeeld in het geval een bedrijf ineens omvalt of overgenomen wordt. Capgemini is het enige Europese bedrijf in de top 3, daarachter volgen twee Amerikaanse reuzen met IBM en Atos. “Uiteraard kun je ondanks geopolitieke spanningen goede afspraken maken, maar stel de geopolitieke situatie voor Amerika verandert, dan ontstaat er een verhoogd risico.” Het feit dat Capgemini regelmatig aangetrokken wordt als hoofdaannemer bij IT-projecten voor het Rijk, vindt Schotanus ook een belangrijk aspect als het gaat om risico. “Het is voor een startup of een midden- en kleinbedrijf dat als ondernemer werkt voor Capgemini niet per se de meest aantrekkelijke positie. Zij worden afhankelijk van één IT-bedrijf om hun werk te kunnen blijven doen en dan is er geen sprake meer van een gelijkwaardige relatie.” 22 iBestuur 50, april 2024
‘Niet achteroverleunen’ Een constructie waarin Capgemini de inrichting van projecten volledig zelf bepaald vindt Schotanus ‘tricky’, want er is dan een ‘incentive’ om zelf eruit te pikken waar het meest op verdiend kan worden en de zaken waar minder op wordt verdiend uit te besteden aan onderaannemers.” De overheid moet volgens Schotanus ‘niet achteroverleunen en denken: ze regelen het wel voor ons’. “De overheid moet zelf blijven meekijken. Ook het maken van afspraken in contracten over onderaanneming blijft nodig.” Concurrentie tussen hoofdaannemers Derksen ziet zelf nog genoeg concurrentie op de IT-overheidsmarkt, waaronder diverse grote consultancybedrijven die zich steeds meer op IT-projecten toeleggen. De concurrentie als het gaat om het aanstellen van ‘hoofdaannemers’ zal echter beperkt zal blijven. De komende jaren hoeft Capgemini ook Onder een vergrootglas De eisen aan IT-systemen van de overheid worden door eisen vanuit Europese en nationale wetgeving steeds hoger, merkt Derksen. In de maatschappij liggen IT-projecten steeds meer onder een vergrootglas. Hoe en waar worden gevoelige gegevens van burgers bewaard? Hoe waarborgt de overheid data-soevereiniteit? Veel toezeggingen vanuit de Tweede Kamer voor veranderingen, waarbij complexe IT-systemen moeten worden aangepast, blijken bovendien regelmatig onhaalbaar. “De vernieuwing van legacy bij de overheid kost soms meer moeite dan vooraf wordt verwacht. Maar ook hier zien we nu wel beweging en verwachten we veel van de komende jaren.” Hoewel lang niet alles goed gaat, kijkt Derksen liever naar het niveau van digitalisering in Nederland, dat bij de overheid al erg hoog is in vergelijking met andere landen. “Daar mogen we ook best trots op zijn. Hoewel er nog genoeg te doen is: automatiseringsprojecten worden meer en meer transformatieprojecten. Toekomstige technologieprojecten gaan met name over duurzaamheid, nieuwe manieren van werken en het wendbaar en weerbaar blijven van de overheid.” niet zo nodig nóg meer marktaandeel te verwerven. "We vinden het belangrijker om de vele uitdagingen van de overheid op een goede manier te organiseren. Wij zijn steeds meer in staat om onze internationale ervaring ook aan te bieden op de Nederlandse publieke markt, op onder meer het gebied van verduurzaming, onderwijs, wonen, zorg. De opdrachten die wij nu binnenhalen hebben een heel ander karakter dan tien jaar geleden: de impact op de samenleving is nu groter." Dat het IT-bedrijf in de komende jaren weer spaghetticode levert lijkt onwaarschijnlijk. Derksen: “Ik denk dat wij hierin ook gegroeid zijn. Als ik kijk naar de rol die wij nu vervullen voor de overheid, dan is het vertrouwen goed hersteld. Wij meten nu in al onze projecten de klanttevredenheid en gebruiken daarbij vaste mechanismen zodat we in een vroeg stadium kunnen evalueren wat wij hebben geleverd.” iBestuur 50, april 2024 23
KATERN GOVTECH Bij GovTech denken de meesten onder ons direct aan startups die slimme digitale oplossingen op de plank hebben voor een maatschappelijk probleem. Maar het is breder dan dat, betoogt hoogleraar GovTech Nitesh Bharosa. “GovTech gaat primair over de vraag wat de overheid in de publieke sector doet op digitalisering en wat de markt doet. En daar kun je vanuit macro-, meso- en microperspectief naar kijken.” TEKST: heleen hupkens De definitie van GovTech Hoe verdelen we het werk in de digitale transitie? O p de site van Digicampus staat: ‘GovTech verwijst naar socio-technische oplossingen voor digitale interacties in de publieke sector.’ Dat is de wetenschappelijke definitie, legt Bharosa uit. “Een onderzoeker of techneut begrijpt dan meteen dat het om juridische voorwaarden, afspraken en standaarden achter bijvoorbeeld een app gaat.” Met bestuurders moet je GovTech volgens hem op een niveau hoger benaderen, dan gaat het over de verdeling van verantwoordelijkheden tussen overheid en markt. Drie perspectieven “Vanuit macroperspectief gaat het bij GovTech om de grote ingrepen die Europa wil doen in de digitale wereld,” zegt hij. “Je zou GovTech kunnen definiëren als een digitale transitie die we als maatschappij doormaken, vergelijkbaar met de energietransitie en de klimaattransitie. Dit zijn heel complexe 24 iBestuur 50, april 2024 processen en ze kosten veel geld. En we hebben nog niet de structuren en de instituties die die transitie goed kunnen begeleiden.” Op mesoniveau gaat vooral over het landelijke verdelingsvraagstuk tussen markt en overheid. Waar gaat het naar toe en waar wil je als overheid grip op houden? De hoogleraar GovTech begrijpt wel welke afwegingen SIDN begin februari maakte bij hun besluit om hun IT-infrastructuur onder te brengen bij Amazon Web Services. “Bestuurders en politici die zich daar druk over maken moeten zich eigenlijk de vraag stellen wat er mist in de Nederlandse of Europese markt waardoor zij voor Amazon moesten kiezen. Hadden ze vanuit publiek belang niet harder moeten trekken aan alternatieven? Zo scherp moet die discussie gevoerd worden.” Pas op microniveau gaat het om apps, algoritmen, infrastructuren, datastandaarden en afspraken die nodig zijn om de ontwikkeling van slimme ideeën en prototypes naar werkende oplossingen te brengen. Hier komen de ethische vraagstukken boven water, waarbij randvoorwaarden nodig zijn om waarden als keuzevrijheid, privacy, regie (grip van burgers) en transparantie te borgen, benadrukt Bharosa. Schep randvoorwaarden Het zijn vooral startups en kleine IT-dienstverleners die innovatieve digitale oplossingen bieden voor maatschappelijke vraagstukken. Bharosa: “Grote partijen hebben vaak al een gevestigd dienstverleningsconcept met een businessmodel waar één product zo lang mogelijk wordt uitgemolken. Innovatieve alternatieven werken hierop kannibaliserend.” Startups en scale-ups willen juist de markt betreden en/of nieuwe markten creëren. Hij constateert hierbij wel een belangrijk probleem. “Veel publieke organisaties zijn onvoldoende geëquipeerd om marktscheppend met start ups en scale-ups samen te werken, noch in de aanbestedingsroute, noch
Nitesh Bharosa: “Veel publieke organisaties zijn onvoldoende geëquipeerd om marktscheppend met startups en scale-ups samen te werken.” BEELD: TU DELFT in de meer strategische verdeling van markt en overheid.” Hij ziet het regelmatig misgaan. “Heel ad hoc krijgt een startup nog wel eens een aanbod om te komen praten bij een departement. Maar dan verzandt het initiatief regelmatig in de discussie wie de eigenaar moet zijn van het vraagstuk. Hoort dit vraagstuk nou bij Sociale Zaken of bij BZK? ” Daarmee ontwijken departementen de verantwoordelijkheid om de benodigde randvoorwaarden te scheppen, meent Bharosa, denk bijvoorbeeld aan dataspecificaties of toegang tot data uit publieke registers. En daar is de startup of scale-up de dupe van. “Je kunt niet van hen verwachten dat zij de vraagarticulatie en standaardisatie voor de overheid doen, om vervolgens een business case op te zetten die tot een passende sourcingsaanpak kan leiden. Daar hebben startups en scale - ups simpelweg de mensen niet voor.” Investeringsonzekerheid Doordat de overheid geen strategische keuzes maakt voor de toekomst hebben innovatieve bedrijven te maken met investeringsonzekerheid. “Ik voorzie dat diverse GovTech-initiatieven financieel gaan sneuvelen na mooie demo’s en experimenten. Banken of private investeerders staan bepaald niet voor hen in de rij, vooral als onduidelijk blijft of de overheid een concurrent is in plaats van een kadersteller.” Strategisch thema Hoe overheden hun publieke taken uitvoeren, welke rol technologie daarin speelt en wie de technologie ontwikkelt, GovTechDay Prof.dr.ir. Nitesh Bharosa is hoogleraar GovTech en Innovatie aan de TU Delft. Hij is een van de keynotesprekers tijdens GovTechDay op 6 juni a.s. in Den Haag. In de aanloop daar naartoe wil hij GovTech-stories ophalen, verhalen van publieke organisaties met een maatschappelijk vraagstuk, om te onderzoeken hoe we van vraag naar aanbod naar realisatie kunnen komen. iBestuur 50, april 2024 25 is een strategische thema. Maak GovTech dus tot een strategische thema voor je organisatie, stelt Bharosa. Hij verwondert zich erover dat ministeries nog geen duidelijke GovTech-coördinator hebben. Ambtenaren krijgen vaak de tijd ook niet om het thema GovTech serieus neer te zetten, ziet hij. Toch leeft wel het besef dat ze er iets mee moeten.” DigiCampus fungeert hierbij als neutrale plek buiten de muren van de overheid. Hier werken experts vanuit de overheid, het bedrijfsleven en wetenschap samen. “Tegelijkertijd, en dat is een van mijn leerpunten bij DigiCampus, is het een grote opgave om bestuurders voldoende te laten meekijken. Ik denk dat velen GovTech nog op een microniveau definiëren, terwijl het op de Europese agenda al op een macroniveau zit.”
KATERN GOVTECH succesfactoren voor het innoveren met startups Startup in Residence Intergov wil inkoopvolumes vergroten Er zit veel creativiteit en technologische innovatiekracht bij jonge, kleine bedrijven. Die zou je ook willen benutten voor de overheid. Maar op de een of andere manier lukt dat nog niet erg goed. De huidige inkoopprocedures zouden het moeilijk maken, wordt vaak gezegd. Toch is er al veel mogelijk. Bij Startup in Residence (SiR) Intergov hebben ze er de nodige ervaring mee opgedaan. Hoe zorg je ervoor dat de samenwerking met startups slaagt? iBestuur sprak met twee projectleiders en noteerde vijf succesfactoren. TEKST: heleen hupkens • BEELD: shutterstock Succes begint met motivatie. Het klinkt als een open deur, maar je moet het als organisatie echt willen en er in willen investeren. Startups hebben een entree en begeleiding nodig, daar moet je capaciteit voor vrijmaken. Gemeente Den Haag, provincie Zuid-Holland en vier ministeries hebben ieder een eigen 1 26 iBestuur 50, april 2024 Een structurele plek in de organisatie projectleider SiR Intergov aangesteld die de samenwerking met startups stimuleert en begeleidt. Leonie Timmermans en Duncan Waardenburg zijn de projectleiders voor respectievelijk de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland. Zij halen de vraagstukken op in hun organisatie en zetten via SiR Intergov de challenges uit. Daar krijgen de startups begeleiding bij de uitvoering van een project. Met een eigen projectleider krijgt het een duidelijke plek in de organisatie en hebben zowel ambtenaren als start ups een aanspreekpunt. “Zolang het voor een reguliere inkoop afdeling nog niet normaal is om in een aanbestedings traject ook te kijken naar wat startups kunnen bieden, heb je zo’n projectleider nodig,” aldus Timmermans.
SiR Intergov 2 De intentie om een oplossing door te ontwikkelen Een challenge begint met een beperkt budget (25.000 euro) dat ter beschikking wordt gesteld aan een start up om met een voorstel te komen. “Maar eigenlijk moet je de intentie hebben om de propositie door te ontwikkelen tot een werkende oplossing,” zegt Waardenburg. Hiervoor moet geld gereserveerd worden in de begroting om over te kunnen gaan tot een aanbesteding.” Kijk dus goed op welke transities of maatschappelijke opgaven bestuurders de potten met geld inzetten en sluit daar op aan, is het advies van Timmermans. “Ik stap dan als projectleider op ambtenaren af en onderzoek de mogelijkheden om ergens een challenge van te maken. Die 25.000 euro moet dan uiteraard wel van hun afdeling komen. Als een afdeling al moeite heeft om dat bedrag bij elkaar te krijgen is dat meestal geen positief signaal. Dan zit een vervolgtraject er ook niet in.” Behapbare vraagstukken die liefst ’pijn doen’ Het ophalen van maatschappelijke vraagstukken blijkt niet eenvoudig, weet Waardenburg uit ervaring. “Niet alle vraagstukken lenen zich voor dit programma. Een vraag als ‘Hoe brengen we CO2 3 in de provincie naar beneden?’ is veel te breed, dat is een maatschappelijke uitdaging. Als je het zo formuleert, dan kan een startup daar niet op inschrijven. Een goed vraagstuk is concreet en behapbaar.” Om vraagstukken behapbaar te maken gaan ze met ambtenaren aan tafel om het probleem ‘af te pellen’. Daar betrekken ze regel matig experts bij die het vraagstuk inhoudelijk kunnen ‘doorzagen’. Wat ook helpt is als een organisatie voelt dat een probleem urgent is en echt ‘pijn doet’, als een oplossing echt een ‘need to have’ is, gaat Timmermans verder. “Bijvoorbeeld als iets erg duur is of een ambtenaar heel veel tijd kost. Daar probeer ik tegenwoordig wel kritisch in te zijn.” In het programma SiR Intergov werken gemeente Den Haag, provincie Zuid-Holland en de ministeries van BZK, EZK, LNV en VWS samen om met startups oplossingen te ontwikkelen voor maatschappelijke vraagstukken. Dat doen ze door de overheidsorganisaties intern uit te dagen om challenges te formuleren en door overheidsopdrachten toegankelijker te maken voor start ups. Het programma biedt startups handvatten om met de overheid als opdrachtgever te werken. Bovendien krijgt de startup toegang tot de kennis, methodes en het netwerk van ambtenaren. Ook voor ambtenaren blijkt het inspirerend. Leonie Timmermans: ‘’Door samen te werken met startups ontmoet je als proactieve ambtenaar ondernemers met dezelfde drive voor het oplossen van jouw probleem.’’ intergov.startupinresidence.com/nl Leonie Timmermans BEELD: FLEUR BEEMSTER iBestuur 50, april 2024 27
‘SAMEN DE KANSEN PAKKEN’ Donderdag 6 juni 2024 Provinciehuis Zuid-Holland Keynote speaker Nitesh Bharosa Hoogleraar GovTech & Innovatie TU Delft Kijk voor het volledige programma op GOVTECHDAY.NL
KATERN GOVTECH Directe betrokkenheid Een belangrijke succesfactor is dat de partij die het product of de dienst inkoopt direct betrokken is bij het project. Waardenburg: “Het maakt de samenwerking stukken makkelijker omdat je dan zelf aan de knoppen draait.” Bij vraagstukken als de energietransitie blijkt dat het in de praktijk best complex is. Vaak is het niet de overheid, maar aannemers of netbeheerders die de oplossing moeten afnemen. “De fout die je dan makkelijk maakt is dat wij als provincie een challenge uitzetten en iets gaan ontwikkelen waar ze eigenlijk geen behoefte aan hebben. Dus zorg dat je zelf echt de inkoper bent en ook de ambitie hebt om het bij die startup voor een lange 4 termijn in te kopen. En als dat laatste niet lukt, zorg dan dat je een soort consortium vormt met partijen die dat wel kunnen gaan doen.” “Of betrek ze bij het hele traject,” vult Timmermans aan. “We hebben bij ons nu een challenge lopen voor de aanleg van warmtenetten. Daar hebben we uiteindelijk Stedin en Eneco nauw bij betrokken, zowel bij de formulering van het vraagstuk als bij de beoordeling van de proposities. Want wij kunnen wel iets willen als gemeente, zij zijn degenen die het moeten gaan plaatsen.” Van vraagstuk naar prototype en inkoop Per jaar vinden twee challengerondes plaats. Deze bestaat uit vijf fases: 1. Ophalen van challenges 2. Selecteren van challenges 3. In co-creatie ontwikkelen van het prototype 4. Evalueren en demonstreren van het prototype 5. Verkennen van mogelijkheden tot opschalen 5 Brede samenwerking bij inkoop Beiden hebben bij SiR de nodige rondes meegemaakt, en voor hun eigen organisatie ook succesvolle startups begeleid naar vervolgopdrachten. “Maar om een oplossing echt op te schalen, horizontaal naar andere overheidsorganisaties, dat blijft lastig,” erkent Waardenburg, ondanks de moeite die ze hierin steken. “Je ziet dan dat een startup bij elke overheidsorganisatie weer vanaf nul moet beginnen.” Het is één van de redenen waarom SiR is gaan samenwerken met Intergov. “In de toekomst willen we het liefst challenges uitzetten die spelen voor meerdere organisaties. We zitten bijvoorbeeld allemaal met circulaire uitdagingen, die zijn vaak overlappend.” Tussen bestuurslagen blijkt het erg lastig te realiseren. Waardenburg zou graag meer provincies erbij willen hebben. “Dan kunnen we één aanbesteding doen, namens meerdere provincies. Dat is voor zo’n startup ook weer heel erg interessant. Dan is die in één keer binnen bij meerdere organisaties. Zo ga je het inkoopvolume ook echt vergroten.” Timmermans ziet eenzelfde ontwikkeling bij Pianoo (inkooporganisatie Rijksoverheid). “Die hebben tegenwoordig zogenoemde buyergroups waarbij ze rond één onderwerp de inkoopbehoeften van meerdere organisaties samenbrengen en dan ook als groep de markt benaderen. Ik denk dat we met SiR Intergov ook meer die richting op moeten gaan bewegen om zo onze inkoopvolumes te vergroten.” Na het challenge- en selectieproces (dus vanaf fase 3) kunnen challenge- eigenaren (de inkopers) en startups gebruik maken van het Startup in Residence Intergovprogramma. Dit programma omvat een periode van vijf maanden. Hierbij worden drie soorten begeleiding aangeboden: • Challenge support: begeleiding bij de samenwerking, tweewekelijks voortgangssessies • Startup support: ondersteuning bij de ontwikkeling van het eigen bedrijf • Custom support: kennissessies met betrekking tot het werken voor de overheid Duncan Waardenburg iBestuur 50, april 2024 29
KATERN GOVTECH Breda beet het spits af met een inmiddels met prijzen omhangen applicatie om de toegankelijkheid van de stad voor mensen met een beperking te verbeteren. De Beter Bereikbaar Applicatie (BBA), ook in gebruik bij evenementen, is samen met de bouwer doorontwikkeld. TEKST: pieter van den brand • BEELD: bredata Breda is weer een stukje Brabantse gemeente pioniert met Beter Bereikbaar Applicatie Z o’n drie jaar terug lanceerde de Brabantse gemeente haar digitale masterplan Bredata. Een van de ambities: met de inzet van nieuwe technologieën en de groeiende hoeveelheid realtime data de kwaliteit van leven van de mensen in de stad vergroten. Een van de vragen was hoe digitalisering bij kon dragen aan een prettiger bezoek aan de binnenstad voor mensen met een beperking. “Mensen met een beperking worden vaak vergeten,” vertelt programmamanager Software Kees Kerstens van Bredata, “maar Nederland breed praat je wel over twee miljoen mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking. Zelf is deze groep aarzelend om naar de binnenstad te komen. Veel voorzieningen zijn moeilijk toegankelijk. Kunnen ze wel op tijd een geschikt toilet vinden? We willen hen zoveel mogelijk faciliteren om deze onzekerheid wegnemen.” Technologie De wens werd neergelegd in een Europese aanbesteding. Een bijkomende ambitie van Bredata is nadrukkelijk de markt bij het oplossen van maatschappelijke problemen te betrekken. “We hadden nog geen concrete technologie voor ogen,” zegt Kerstens. “Het was een open aanbesteding waarop bedrijven met eigen ideeën in konden 30 iBestuur 50, april 2024 Breda Gelijk, een lokaal platform voor mensen met een beperking, voorzag in een expertgroep van gebruikers. schrijven. De keuze van de gemeente viel op ePublic Solutions, dat meedong met het idee om de informatievoorziening voor mensen met een beperking te verbeteren. Doordat ze hun route thuis al vastleggen, kunnen ze onprettige verrassingen vermijden. Het bedrijf heeft zelf een applicatie ontwikkeld om de informatie voorziening rond evenementen te verbeteren. De ‘Beter Bereikbaar Applicatie’ (BBA) biedt een interactieve kaart met nuttige praktische informatie, van AED’s tot openbare toiletten. De BBA is geen app, de kaart is bedoeld om bijvoorbeeld op websites te plaatsen. Expertgroep De applicatie werd door gemeente en GovTechbedrijf gezamenlijk doorontwikkeld voor de beoogde doelgroep. Breda Gelijk, een lokaal platform voor mensen met een beperking, voorzag in een expertgroep van gebruikers. “Met deze groep maakten we een rondje door de stad, gewoon om te zien waar zij zowel fysiek als niet-fysiek zoal tegenaan lopen. Dan gaan je ogen wel open,” blikt Kerstens terug. “Hekjes die midden op de stoep staan, doorgangen zo smal dat er geen rolstoel doorheen kan en vaak ontoegankelijke wc’s. Hun feedback was voor ons cruciaal. Door de
inclusiever er bril van de gebruiker konden we zien waar behoefte aan was.” Open data Voor de benodigde data in de app is een koppeling met de open databronnen van Breda gemaakt. De gemeente heeft hierin onder meer locaties van toiletten, fietsenstallingen, drinkwaterpunten en rustbankjes op een rij staan. Dat zijn algemeen beschikbare data, die niet in kaartenapps als Google Maps zijn terug te vinden. “Natuurlijk staan daar wel openbare toiletten op, maar bij “De hoeveelheid data die we vanuit de gemeente kunnen ontsluiten is groeiende” de open databronnen weten we zeker dat ze betrouwbaar zijn,” zegt projectleider Mattijn Buitenwerf van ePublic Solutions. “De hoeveelheid data die we vanuit de gemeente kunnen ontsluiten is groeiende. Dat geldt ook voor data die real-time beschikbaar zijn. Zo zijn we nu bezig om te kijken of we de drukte in de stad in de BBA weer kunnen geven. Google Maps doet dat ook, maar ook hier gaan we liever uit van de sensoren van de gemeente.” Binnenkort worden alle gehandicaptenparkeerplaatsen in de stad van een sensor voorzien. Dat maakt het mogelijk in de BBA ook zichtbaar te maken welke plekken vrij zijn. aan we liever n de sensoren e gemeente.” nkort worden ehandicaptenerplaatsen in de an een sensor en. Dat maakt het ijk in de BBA ook zichtbaar ken welke plekken vrij zijn. Evenementen enementen De applicatie werd beproefd tijdens een aantal evenementen waarop grote aantallen mensen op de been zijn, waaronder de Vuelta in 2022 en Koningsdag vorig jaar april. Tijdens het carnaval in februari is de applicatie zo’n 22 duizend keer geraadpleegd. De gemeente wil de BBA ook inzetten tijdens Breda Live in juli, een tweedaagse happening waar per dag zo’n 50 duizend bezoekers op afkomen. “We zien dat de applicatie goed bij de evenementenorganisaties wordt gewaardeerd,” zegt Kerstens. “Je faciliteert er immers niet alleen mensen met een beperking mee, iedere bezoeker heeft behoefte aan dit soort informatie. Ook mensen die van buiten Breda komen, kunnen met de applicatie hun weg vinden in de stad.” In de applicatie is een zelfservice-portal ingericht waarin organisaties een kaart voor hun eigen evenement kunnen maken, om deze op de eigen website te zetten. plicatie werd beproefd tijdens ntal evenementen waarop grote len mensen op de been zijn, waarde Vuelta in 2022 en Koningsdag aar april. Tijdens het carnaval in ri is de applicatie zo’n 22 duizend eraadpleegd. De gemeente wil de ok inzetten tijdens Breda Live in en tweedaagse happening waar werd de applicatie tijdens de World wereld. Ook ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg zijn met de BBA aan de slag. Met de andere grote Brabantse steden is een innovatieverband ingericht. wereld Ook ’sHertogenbosch meer informatie Meer cases op iBestuur.nl iBestuur 50, april 2024 31
KATERN GOVTECH Digitale innovatie gaat Jan van Ginkel, concerndirecteur en locoprovinciesecretaris van de Provincie Zuid-Holland, aan het hart. Hoe zorgt hij ervoor dat dit binnen de provincie met succes verloopt? “Als er nog weinig concreets gebeurt laat ik graag duizend bloempjes bloeien. Maar op enig moment moet je ingrijpen, of tenminste bijsturen en het in een bloembedje zetten.” TEKST: heleen hupkens BEELD: shutterstock H ij loopt graag voorop met nieuwe ideeën over wat digitalisering kan brengen voor de overheid. Zo wierp hij op iBestuur.nl samen met Paul Strijp van de provincie Noord-Holland al eens de discussie op over de achterhaaldheid van de beleidscylus waar ambtenaren nog steeds mee grootgebracht worden. Met jonge ambtenaren werkt hij aan de uitwerking van het concept ‘overheid als platform’. In juni is de provincie gastheer van GovTechDay. “Innovatie is niet los verkrijgbaar. Voor De spelregels van innovatie Jan van Ginkel zoekt balans tussen mij hangt het nadrukkelijk samen met een maatschappelijke opgave,” zegt Van Ginkel. “En het moet verbonden zijn met het primaire proces, of aan de business, hoe je het ook maar noemen wilt.” Het laatste vindt hij bijzonder relevant voor de overheid. “Ik moet ook kunnen verantwoorden waarom ik innoveer.” “Het helpt in de praktijk als je innovatie ook een beetje institutionaliseert,” vervolgt hij. “Zo krijg je het in een bureaucratie beter voor elkaar.” Van Ginkel heeft binnen de provincie een innovatieprogramma ingericht. “Er is een officieel innovatieteam met mensen, geld en een leidinggevende. Wat overigens niet wil zeggen dat het beperkt blijft tot dit team. Innovatie vindt op diverse plekken binnen de organisatie plaats.” Bloembed Als er nog weinig vernieuwende oplossingen bekend zijn voor een vraagstuk laat Van Ginkel graag ‘duizend bloemen bloeien’. “Wie een goed idee heeft kan wat mij betreft aan de slag. Maar als het duur of chaotisch dreigt te worden moet je ingrijpen of tenminste bijsturen en het in een bloembedje zetten.” Het is elke keer de balans zoeken tussen conJan van Ginkel: “Ik moet ook kunnen verantwoorden waarom ik innoveer.” vergeren en divergeren. Soms pakt hij een project even op om het wat strakker in te regelen qua capaciteit, budget, enzovoort. Een volgend moment geeft hij medewerkers weer de ruimte. “Dat is steeds het spel dat je moet spelen. Wat je in ieder geval niet moet doen is met je vingers aan die innovatie zitten. Daar wordt het meestal niet beter van.” Zelf trekt hij overigens ook graag de kar. “Maar ik probeer het vervolgens zo snel mogelijk weer los te laten en het eigenaarschap weer bij anderen neer te leggen. Ik wil dat nnovatie kenmerk is van ons hele organisatiesysteem.” Zijn initiatief om naar de overheid te kijken als platform wordt nu getrokken door collega’s. “Fantastisch, ik doe daar nu niets meer aan. Ja, af en toe een beetje uithangbord zijn.” 32 iBestuur 50, april 2024
Vijf spelregels voor innovatie Een innovatie hangt nadrukkelijk samen met een maatschappelijke opgave 1 Innovatie moet institutioneel ingebed zijn in de organisatie 2 Het aansturen van innovatie is een proces van divergeren en convergeren 3 divergeren en convergeren Draagvlak organiseren Een innovatie moet geborgd zijn door de ambtelijke top en bestuurders. “Als het aan de top niet geborgd is, dan wordt het op de werkvloer wel heel erg ingewikkeld,” zegt Van Ginkel. “En ze moeten snappen dat je het niet helemaal moet willen organiseren en inregelen. Het gaat wel over innovatie. Dus wat je bestuurlijk en hoog ambtelijk doet, is de randvoorwaarden creëren.” Belangrijker nog is dat een maatschappelijke opgave niet iets is van alleen een provincie of gemeente. “Je doet het altijd met partners, met het ecosysteem. Dus ga niet in een hoekje van je gebouw innovatie lopen bedenken. Doe dat in samenspraak met andere overheden, KPN, Shell of met boeren. Doe het altijd in het netwerk.” Het heeft volgens hem geen zin om te innoveren als de omgeving niet mee innoveert. “Dan heb je mismatch.” Opschalen Waar de overheid vooral mee worstelt is het opschalen van “Wat je als leidinggevende in ieder geval niet moet doen is met je vingers aan die innovatie zitten” innovaties. “Een innovatie bedenken en uitvoeren lukt allemaal wel met de goede mensen. Maar ze opschalen, dat is ontzettend ingewikkeld. Daar werken we in IPO-verband aan en ook samen met de VNG, maar ik heb de gouden sleutel er nog niet voor gevonden.” Dat heeft niet zozeer te maken met het not invented here-syndroom, denkt hij, meer met de dynamiek van verschillende organisaties. Het komt nèt niet uit of er worden andere prioriteiten gesteld. “Wat in ieder geval niet werkt, is iets bedenken en dan proberen het aan een ander te verkopen. Beter is in een heel vroeg stadium zoveel mogelijk partijen te verbinden aan een maatschappelijke opgave, zodat die innovatie van hen allemaal is, dus het eigenaarschap zo vroeg mogelijk met elkaar te delen.” Databanken met innovaties? Natuurlijk is het zaak om te onderzoeken of er al oplossingen bestaan voor een specifiek probleem. Maar vaak zijn die er volgens hem niet. “Dan moet je zelf dingen ontwikkelen. In mijn organisatie worden deep learning algoritmes geprogrammeerd, omdat er gewoon in de markt niks te vinden is.” Zou een databank met innovaties kunnen helpen? Van Ginkel moet lachen… Hij ziet niets in formele registraties en zoekt het meer in zijn eigen netwerk. “Ik weet welke mensen ik moet bellen als ik een idee heb. Innovatie is mensenwerk. Ik snap de behoefte aan overzicht en transparantie en ik vind het ook geen onzin, maar ik heb een beetje een haatliefde verhouding met dit soort dingen.” Innovaties zijn kansloos zonder draagvlak bij de ambtelijke top en bij het bestuur 4 Innovatie doe je samen met partners in het ecosysteem 5 iBestuur 50, april 2024 33
OVERHEID IN TRANSITIE De Interbestuurlijke Datastrategie moet ervoor zorgen dat gegevens veilig en verantwoord worden gedeeld zonder dat de gegevens overal worden rondgepompt. Maar hoe krijg je zo’n strategie bij iedereen tussen de oren? TEKST: marjolein van trigt Mark Vermeer (BZK) BEELD: MICHEL MEES Interbestuurlijke Datastrategie in uitvoering Maak gebruik van D 34 iBestuur 50, april 2024 e Interbestuurlijke Datastrategie (IBDS) beschrijft op hoofdlijnen hoe de overheid verantwoord data kan inzetten voor maatschappelijke opgaven. Tot zo ver de theorie. Naast een ambtelijke strategie uit 2021 is de IBDS namelijk ook een tienjarig programma dat datavolwassenheid bij de overheid moet bevorderen. Je kunt het op papier zetten, maar hoe zorg je dat iedere ambtenaar die met data werkt ook echt verantwoord denkt en handelt? De IBDS is in ieder geval geen aanbod op zoek naar een vraag, stelt Mark Vermeer, directeur Digitale Overheid bij het ministerie van BZK. “Het programma is interbestuurlijk tot stand gekomen omdat er vanuit het rijk, uitvoeringsorganisaties, provincies, gemeenten, waterschappen een beroep op BZK werd gedaan om dit samen te doen.” Overheden staan voor grote maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie en de woningopgave. Daarvoor moeten grote hoeveelheden data worden uitgewisseld. Het is essentieel dat die gegevensuitwisseling geen nieuw probleem creëert. Om te zorgen dat de juiste informatie op de juiste plek beschikbaar is om het juiste besluit te kunnen nemen, is de IBDS in het leven geroepen. Die moet zorgen dat gegevens veilig en verantwoord worden gedeeld, zonder deze overal worden rondgepompt. Dat is hard nodig, want gemeenten zijn voor een flink deel dataverwerkende organisaties geworden, zegt Nathan Ducastel, directeur VNG Realisatie. “Ze hebben data nodig voor hun besluitvorming en hun planologie. Daarom is het heel belangrijk dat de IBDS er is en dat hij in 2021 naar de Tweede Kamer is gestuurd.” Innovatiewerkplaats Een praktisch programmaonderdeel is Digilab, een innovatiewerkplaats waar overheidsorganisaties technieken voor veilige
Nathan Ducastel (VNG Realisatie) BEELD: ILYA VAN MARLE wat er is datadeling kunnen uitproberen met behulp van het federatief datastelsel en synthetische data. Digilab wordt veel gebruikt, tot tevredenheid van Vermeer. “We willen met het programma van alles mogelijk maken, maar uiteindelijk staat of valt het met maatschappelijke use cases waar mensen blij van worden,” zegt hij. In Digilab wordt onder meer het Vorderingenoverzicht Rijk ontwikkeld, een overzicht van alle schulden bij overheidsinstanties in één app. Digilab sluit aan bij de technische grondslagen van het gemeentelijke programma Common Ground. Technische innovatie is een belangrijke pijler van de IBDS, maar in tegenstelling tot Common Ground gaat het programma óók over interoperabiliteit op juridisch, semantisch en politiek niveau. Broodnodig, vindt Nathan Ducastel. “We weten vaak het gesprek niet te voeren over wat we kunnen en willen met data. Voor het eerst leven we in een tijdsgewricht waarin wat we willen belangrijker is dan wat we kunnen. We moeten het politieke gesprek daarover aangaan èn de consequenties van onze keuzes aanvaarden.” Ondersteuning ICTU ondersteunt BZK en alle bestuurlijke partners bij de realisatie van het programma. Een praktijkgericht team werkt aan de uitvoering van de strategie. TNO kijkt vanuit een wetenschappelijke bril mee. Onder andere de Landsadvocaat is betrokken bij de Adviesfunctie, waarover later meer. Sylvia Kuilboer, als programmadirecteur verantwoordelijk voor de ondersteuning vanuit ICTU, zegt: “Wij hebben veel contacten bij overheden en bestuurslagen en het lukt ons altijd om de verbinding te leggen tussen organisaties. De kracht van de strategie is dat we het vanuit de praktijk invulling geven.” Hoe ziet dat er uit? Een gemeenteambtenaar wil bijvoorbeeld ergens data voor gebruiken, “We leven in een tijdsgewricht waarin wat we willen belangrijker is dan wat we kunnen” iBestuur 50, april 2024 35
OVERHEID IN TRANSITIE maar komt er binnen de organisatie niet uit of het mag, kan en ethisch is. Hiervoor is de Adviesfunctie in het leven geroepen, een team experts van onder andere het kantoor van de Landsadvocaat dat zich over de datavraag buigt. Speerpunten Interbestuurlijke Datastrategie Komen tot betere, integrale afwegingen rondom datagebruik. Wat kan er, wat mag er en wat is wenselijk? 2 Ontwikkelen van overheidsbrede systeemfuncties, waaronder het federatief datastelsel waarmee data beter vindbaar en technisch uitwisselbaar wordt, maar ook stimuleren van kennisdeling en datavaardigheden vanuit een interbestuurlijk kenniscentrum. Gebruikmaken van concrete use cases met maatschappelijke waarde, bijvoorbeeld voor opgaven op het gebied van zorg, wonen, stikstof en de energietransitie. 3 1 “Op het moment dat ergens in de controletoren een 'nee' of een 'weet niet' klinkt, zie je handelingsverlegenheid ontstaan,” vertelt Ducastel. “Daarom stranden veel datainitiatieven voorbij de pilotfase. De Adviesfunctie biedt in zulke gevallen uitkomst. Zo vroeg de gemeente Utrecht de experts in hoeverre meervoudig gebruik van camerabeelden van scanauto’s mogelijk is. “Wij proberen de vraag vervolgens naar een ander niveau te tillen, zodat we er een generiek instrument van kunnen maken,” zegt Kuilboer. “Een volgende gemeente of een waterschap hoeft dan alleen nog een generiek beslisstappenplan langs te lopen.” Voortbouwend op de Adviesfunctie wordt gewerkt aan een triageloket van de overheid. Dit komt voort uit een vraag van het Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), dat behoefte heeft aan onafhankelijke, gezaghebbende uitspraken voor complexe zaken. Brede beschikbaarheid De bedoeling is dat overheidsorganisaties zo veel mogelijk gebruikmaken van wat er al is, en, in de woorden van Kuilboer “dat ze door de bomen het bos zien.” Een kenniscentrum maakt generieke instrumenten die het programma ontwikkelt breed beschikbaar. In een kennisbank in de Pleio-omgeving van het programma staan nu onder meer een toolbox verantwoord datagebruik en een scan datavolwassenheid. Als voorbeeld van hergebruik noemt Kuilboer de interbestuurlijke aanpak die voor de energietransitie is ingezet en die nu ook wordt toegepast op het fysieke domein, waar men nu werkt aan een Interbestuurlijke Samenwerking Informatiepositie voor de Woonopgave. Een ander populair programmaonderdeel zijn de Datadialogen, waarin de deelnemers samen het idee voor een mogelijk dataproject analyseren: wat zijn de maatschappelijke opbrengsten? Wat zijn de risico’s? Hoe zwaar wegen publieke waarden zoals privacy, autonomie en gelijkheid? 36 iBestuur 50, april 2024 De IBDS helpt overheden en bedrijven om met elkaar contractuele afspraken te maken Momenteel werkt het programma aan een zogeheten beslishulp die inzicht geeft in de verschillende fases van de transitie naar een datagedreven organisatie. In april volgt de lancering, tijdens een kennisnetwerksessie van VNG. “Een belangrijk kenmerk van het programma is dat we de interbestuurlijke partners vragen via welke kanalen we hun achterban het beste bereiken,” zegt Kuilboer. “Wij hebben geen groot team dat het land in gaat. We moeten met elkaar slim nadenken over de vraag hoe we ervoor zorgen dat mensen de producten kennen.” Markt en overheid Met de IBDS wordt ook gewerkt aan het verbeteren van de verhouding tussen markt en
overheid. Een flinke opgave, met aan de ene kant de platformeconomie en aan de andere het systeemlandschap van de overheid. In dat landschap zitten data veelal ‘opgesloten’ in de systemen van leveranciers, waarbij het eigenaarschap soms onduidelijk is. Ducastel: “Hoe maak je een transitie naar een landschap waarbij de data bij de bron blijft en waarbij je die data ook kan gebruiken voor andere applicaties op het moment dat je dat nodig hebt? Dat is een ontwikkelopgave voor gemeenten en bedrijven.” Het is niet de bedoeling dat al die data op servers bij overheden komen te staan, waar ze kwetsbaar zijn. De IBDS helpt overheden en bedrijven om met elkaar contractuele afspraken te maken, onder meer over standaarden en metadatering. Dat is ook in het belang van de bedrijven, stelt Ducastel. “ICT-leveranciers van gemeenten zijn hartstikke blij als wij één informatiemodel maken voor een bepaald vraagstuk. Het is voor hen nu moeilijk om al die verschillende koppelingen en al die verschillende varianten op hun systemen in de lucht te houden.” Sylvia Kuilboer(ICTU) BEELD: JEROEN BOUMAN Standaardisatie Het is zaak om vraag en aanbod bij elkaar te brengen en de richting te bewaken, zegt Vermeer. “Op enig moment gaan we ook zorgen voor een bepaalde onvermijdelijkheid. In de vervolgtranches van de Wet digitale overheid zullen we een zekere mate van standaardisatie vastleggen. Dat heb je nu eenmaal nodig om tot interoperabiliteit te komen.” Hij verwacht dat de manier waarop gegevensuitwisseling zich binnen de IBDS uitkristalliseert langzaam maar zeker dé manier wordt. “Niet omdat wij als BZK dat willen, maar omdat men merkt dat het goed werkt.” Door daarnaast zo veel mogelijk partijen te betrekken bij de governance, hoopt hij met de IBDS tot in de haarvaten van de overheid door te dringen. Hoe gaat de strategie leven tot in de kleinste gemeente? Het digitale decennium zal een aanjagende werking hebben, voorspelt Ducastel. Ook Vermeer verwacht veel van de komende Europese wet- en regelgeving op het gebied van digitalisering. Hij vermoedt dat er nog wel veel energie zal gaan zitten in het ‘warm houden’ van het netwerk. “Er klinken alweer geluiden dat er bezuinigd moet worden. Dan komt men al snel met de suggestie dat het interdepartementaal allemaal wel een stukje minder kan. Dus je moet enthousiasme wel vasthouden.” Wanneer is de IBDS een succes? Kuilboer: “Als mensen elkaar op de werkvloer vertellen: ‘Ik heb nu iets gevonden, daar kun je echt je voordeel mee doen.’ Hopelijk begint dat vanaf komend jaar te rollen.” Ducastel: “Als we over een jaar of zes makkelijker en met politiek mandaat gegevens uitwisselen.” Vermeer: “Als de IBDS zichzelf overbodig heeft gemaakt en datadeling in 2031 helemaal geen issue meer is.” iBestuur 50, april 2024 37
Blueriq voor de overheid Word jij ook blij als je écht persoonlijk geholpen wordt? Dienstverlening die snel en adequaat is, met menselijke maat. Met een dynamisch zaaksysteem maken we dit mogelijk. We zorgen dat je kunt aansluiten op de persoonlijke situatie van elke klant, zonder in te leveren op efficiëntie, veiligheid en compliance. En maken het mogelijk om je zaaksysteem snel en eenvoudig te updaten als dat nodig is door nieuwe wetten of regels. Zo heb jij meer tijd om te doen waar het echt om gaat: je klanten écht helpen. Benieuwd naar de mogelijkheden van een dynamisch zaaksysteem? Bekijk onze website of neem contact op met één van onze experts. www.blueriq.com/overheid Trots op onze samenwerking met o.a.: Make it personal
COLUMN Welwillendheid De overheid die er is om te dienen, maakt ondertussen bang “Mißverständnisse und Trägheit machen vielleicht mehr Irrungen in der Welt als List und Bosheit. Wenigstens sind die beiden letzteren gewiß seltener.” (Goethe). Misverstanden en nalatigheid veroorzaken meer verwarring in de wereld dan bedrog en kwaadaardigheid, en die laatste twee komen in ieder geval veel minder vaak voor. Op moment van schrijven is net het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Fraudebestrijding en Dienstverlening ‘Blind voor Mens en Recht’ verschenen, gepresenteerd met een indrukwekkende speech van commissievoorzitter Van Nispen. Het discours rondom fraude van de afgelopen 30 jaar lag bij deze commissie onder de loep. Eén van de conclusies: Mensen die een foutje maakten werden behandeld als ‘fraudeur’. Het opzettelijk misbruik willen maken van een regeling (fraude) en het maken van een foutje werden op één hoop gegooid. Is het niet zo dat we bij het beoordelen van anderen vooral kijken naar gedrag, en bij onszelf naar intenties? De Schotse filosoof Hume schreef over zulke projecties: “We find human faces in the moon, armies in the clouds; and by a natural propensity, if not corrected by experience and reflection, ascribe malice and good-will to every thing, that hurts or pleases us.” Bij het fraudebeleid lijken dergelijke kwaadaardige intenties te zijn aangenomen, zonder ze werkelijk te kennen. Een fout is het resultaat van het gedrag, dus expres. Of is het dat, door het denken in systemen, de mens ook als systeem is opgevat? Waarbij er wordt gedacht in 1 en 0 en het grijze gebied, een foutje of misverstand, niet kan bestaan? Je bent of te goeder of te kwader trouw, waarmee een enorme verantwoordelijkheid rust bij de burger. Onlangs had ik een gesprek met iemand die aangaf krap bij kas te zitten, maar geen gebruik wilde maken van toeslagen uit angst. De overheid die er is om te dienen maakt ondertussen bang. Ik hanteer zelf graag het filosofische ‘welwillendheidsbeginsel’. Ga ervan uit dat de redeneringen en argumenten van de ander rationeel en logisch zijn en kies voor de sterkst mogelijke interpretatie. Of, met een bredere scope: ga ervan uit dat gedrag en de intenties van anderen goed zijn. Dus nu ben ik op zoek naar de goede intenties van het fraudebeleid. In het rapport komt vooral de nalatigheid van de overheid terug: zowel bij het ontwerp, de invoering als de uitvoering.‘Het kan morgen weer gebeuren’, zo lees ik. In hoeverre kan ik nalatigheid welwillend interpreteren? piek knijff Data-ethicus iBestuur 50, april 2024 39
KENNISPARTNER BLUERIQ IT-projecten uit het verleden hebben, met name bij de overheid, aangetoond dat et et d, t e e d at e n IV-voortbrenging via de watervalmethode zelden slaagt. Maar lukt het de overheid met agile ontwikkeling wel? “W 1 ie A(gile) zegt moet ook B zeggen”, schreef het Adviescollege ICT-toetsing in december 2023. We vullen de adviezen van AcICT graag aan vanuit een aantal in de praktijk aangetoonde ‘worstelingen’. Werving en beoordeling is niet ingericht op Agile werken We zien steeds meer Agile teams en rollen ontstaan bij de overheid: Product Owners, Scrum Masters, Release Train Engineers en Business Owners. Maar het wervings- en beoordelingsbeleid, gebaseerd op het Functiegebouw Rijk, is daar onvoldoende op ingericht. Hierdoor sluiten kerncompetenties, die nodig zijn bij Agile softwareontwikkeling, niet aan bij de competenties waarop geworven of beoordeeld wordt. Dit bemoeilijkt de ontwikkeling van medewerkers en hindert daardoor een toename van Agile volwassenheid. Ons advies: ga pragmatisch om met competenties en kijk vooral naar wat er nodig is in plaats van wat er in de regels staat. Je trekt daarmee de juiste mensen aan die nodig zijn voor een succesvolle uitvoering van het project. 2 en -bronnen sluiten niet aan Agile softwareontwikkeling vraagt ook om een wendbare financiële structuur. In plaats van vaste (jaar-)budgetten en projectbegrotingen, moet de financiële huishouding vooral rekening kunnen houden met een veranderende omgeving en aanpak. Omdat deze werelden nu vaak niet aansluiten, ontstaat er verwarring en soms zelfs onhandige besluitvorming over financiering van IT-projecten. In sommige gevallen leidt dit tot bezuiniging waar er juist geïnvesteerd moet worden. Of er is nog onvoldoende zicht op de return of investment, waardoor opdrachtfinanciering niet of met veel moeite verkregen kan worden. Tot slot is er vaak sprake van langdurige verbintenissen met leveranciers. In die contracten is niets opgenomen over een Agile projectaanpak en wordt traditioneel strak gestuurd op kosten en door loo ptijd. Ons advies: ga zo snel als mogelijk in gesprek met opdrachtgevers en leveranciers over de impact van Agile ontwikkeling op de financiële afspraken en stel bestaande afspraken bij als die het toepassen van een Agile projectaanpak belemmeren. Alleen SCRUM is niet genoeg Veel overheidsinstanties beginnen met een of meerdere SCRUM-teams, met een eigen opdracht. De omvang en complexiteit van overheidsorganisaties zorgt echter voor veel afhankelijkheden tussen teams en afdelingen. Zo zijn veel generieke voorzieningen centraal ondergebracht en/of bij leveranciers belegd. Daardoor is een SCRUM-team zelden in 3 De omvang en complexiteit van overheidsorganisaties zorgt echter voor veel afhankelijkheden tussen teams en afdelingen 40 iBestuur 50, april 2024
in de overheidspraktijk i d hidkti 4 het twee aanvullende problemen op: • Zolang niet alle IV-teams Agile werken, zullen afhankelijkheden al snel belemmeringen worden. Zo wordt de snelheid van een team geremd door andere, niet Agile teams; • Om ervoor te zorgen dat alle teams Agile werken, ontkomt de Rijksoverheid er niet aan om scaled Agile te gaan werken met bijvoorbeeld het SAFe model. De uitdaging hierbij is echter dat een volledige Scaled Agile-implementatie jaren kan duren. En er is nog een (flinke) cliffhanger: wat gebeurt er als je een Agile transitie aanpakt als een waterval-project? Ons advies: ga zo vroeg mogelijk inrichten vanuit een Scaled Agile principe. En zie deze transitie als een kans om direct te ‘oefenen’ met Agile. In plaats van maandenlang vergaderen over hoe een Agile event er precies uit moet zien, is het beter om de standaard op te pakken en hiermee direct te gaan oefenen; een van de belangrijkste uitgangspunten van Agile. Het juiste gereedschap voor de klus Bij aanbestedingen wordt door veel overheidsinstanties gevraagd om een Agile projectaanpak. In de uitvraag zien we dan toch veel eisen over hoe oplossingen moeten worden aangeboden. In een Agile proces zou de business zich vooral moeten concentreren op de ‘wat’ vraag en de leveranciers op de ‘hoe’ vraag. Overheidsinstanties beschikken vaak ook (nog) niet over een goed CI/CD voortbrengingsproces, terwijl dat wel een voorwaarde is om echt Agile te werken. Agile projectuitvoering vraagt om Agile gereedschappen. Dat gereedschap bestaat uit twee belangrijke onderdelen: de projectaanpak en de software. In een Agile proces ga je samen met de eindgebruiker om tafel en bepaal je wat het doel is van de applicatie, om vervolgens stap voor stap te ontdekken wat de staat om zelfstandig een end-to-end oplossing te realiseren. Daarnaast levert meest efficiënte weg is naar het einddoel. Aanpassingen tijdens dat proces zijn met de juiste tools, zoals modelleersoftware, eenvoudig te realiseren. Gebruikers zien meteen het resultaat in een echte applicatie en ook in de fase van continu verbeteren (CI/CD) zijn aanpassingen door veranderde wet- en regelgeving of beleid snel en eenvoudig uit te voeren: Show, don’t tell. Ons advies: Zet bij aanbestedingen in op de manier waarop aanbieders processen ontwikkelen (de aanpak) en de tools die ze daarvoor gebruiken. Kijk vooral naar de mogelijkheden die de tool biedt. De vertaling van die mogelijkheden naar functionaliteit is vooral opdracht voor de Agile teams. Meer weten over Agile werken of over een goede aanpak van een IT-project bij overheidsinstanties? Neem dan contact op met Hans van Rooij via h.van.rooij@blueriq.com of 06 25 26 13 44. iBestuur 50, april 2024 41 BEELD: BUREAU OMA
KENNISPARTNER MICROSOFT De druk op onze leefomgeving wordt steeds groter. Strategische beleidsmaatregelen waarbij alle voors en tegens zijn meegewogen, zijn belangrijker dan ooit. TNO ontwikkelde een unieke manier uit om effecten van beleid te simuleren en visualiseren: het Urban Strategy-platform. Waarbij ook AI de komende jaren een grote rol zal spelen. teden worden groter, drukker en voller. Woonde in 2014 nog een kleine 55 procent van de wereldbevolking in een stad, in 2050 is dat naar verwachting 70 procent. Een stad als Amsterdam bijvoorbeeld groeit de komende 25 jaar met 300.000 bewoners. Daarnaast stijgt het aantal mensen dat werkt in de hoofdstad met 200.000. Tegelijkertijd verandert de manier waarop we van A naar B reizen. Kijk bijvoorbeeld naar de toename van elektrisch rijden en Mobility as a Service. Voor beleidsmakers wordt het een steeds grotere uitdaging om beslissingen te nemen die ten goede komen aan de bereikbaarheid, maar ook aan uitstooten geluidsnormen en het welzijn van stadsbewoners. S Digital Twin TNO ontwikkelde een regelrechte gamechanger op dat gebied: Urban Strategy. Die tool helpt overheden en instanties om ultrasnel inzicht te krijgen in de gevolgen van beleidsmaatregelen. Denk Urban Strategy: ultrasnel zicht op het effect aan een soort Digital Twin van een stad op basis van een ongekende hoeveelheid data en met een enorme rekenkracht. Die werd ontwikkeld met kennis uit de game-industrie. “Die rekenkracht zorgt ervoor dat je een beleidsidee kunt invoeren en in dezelfde sessie het resultaat kunt zien. Waar je voorheen op elke berekening, bij wijze van spreken, dagen moest wachten. Urban Strategy zorgt voor een haarscherpe visualisatie, bijvoorbeeld op een groot scherm in een tafel of gewoon op een laptop. SimCity voor professionals”, legt Jeroen Borst uit. Hij is propositiemanager ‘Liveable and Resilient Cities’ van TNO en heeft met het ontwikkelteam aan de wieg gestaan van Urban Strategy. Gevolg voor brede welvaart “De snelheid maakt deze tool uniek, maar ook de diepgang van de metingen en de resultaten. Urban Strategy meet alles rond mobiliteit en milieu. Denk bijvoorbeeld aan energievoorziening: wanneer ontstaat er congestie op het elektriciteitsnet? En de gevolgen van een veranderend klimaat: hoe zorg je ervoor dat je stad ook na een heftige regenbui blijft functioneren? Daarnaast meet de tool ook gevolgen voor de welvaartsverdeling: draagt beleid bij aan brede 42 iBestuur 50, april 2024
Jeroen Borst (rechts) van TNO: “Urban Strategy zorgt voor een haarscherpe visualisatie. SimCity voor professionals.” BEELD: ERIC DE VRIES en Singapore al met Urban Strategy. In Nederland gebruiken de vijf grootste steden de tool, en gemeenten als Breda en Amsterdam testen er hun beleidsmaatregelen mee. “Niet alle gemeenten werken overigens al zo integraal als Urban Strategy. Voor hen kan de tool ook een hulpmiddel zijn om integraler te gaan werken. Als TNO kunnen we daarbij ondersteuning bieden.” AI als ondersteuning van omgevingsbeleid welvaart of zijn negatieve en positieve gevolgen ongelijk verdeeld?” Urban Strategy draait op Microsofts cloudplatform Azure. Borst: “Vanaf het begin was voor ons al duidelijk dat we gedistribueerd wilden werken en niet met een centrale opslag of rekenkern. Ook wilden we de tool wereldwijd uitrollen en schaalbaar maken, dus snel de beschikking kunnen hebben over een enorme rekenkracht en opslagcapaciteit. Azure ticks all these boxes.” Die wereldwijde uitrol is inmiddels een feit. Zo werken onder andere San Diego Onder andere San Diego en Singapore werken al met Urban Strategy, in Nederland gebruiken de vijf grootste steden de tool Borst en zijn team werken continu aan de doorontwikkeling van Urban Strategy. Momenteel kijken de ontwikkelaars welke rol AI kan spelen in het nóg beter bruikbaar maken van de tool. “Tot nu toe zijn we daarin terughoudend”, legt Borst uit. “Je moet bij het implementeren van beleid altijd volledig transparant kunnen zijn over je rekenregels. Een besluit mag niet uit een ‘black box’ komen, want dat kun je niet uitleggen aan burgers die met de gevolgen te maken krijgen.” Hij vervolgt: “Waar we meer naar kijken, is hoe beleidsmakers met hulp van AI doelen optimaal kunnen formuleren voor Urban Strategy. Op die manier train je AI om randvoorwaarden en beleidsvoornemens beter te ‘begrijpen’. Daardoor kan Urban Strategy optimale ondersteuning bieden bij het vaststellen van dat beleid. Het besluit waaróm de overheid iets doet, valt zo altijd helder uit te leggen. Want dat is én blijft mensenwerk.” meer weten? Kijk op Microsoft Azure Marketplace: azuremarketplace. microsoft.com. iBestuur 50, april 2024 43
DATA EN AI PODIUM Veel mensen denken ‘als data over mij gaan, dan zijn het míjn data en bepaal ik wie er onderzoek mee kan doen’. Antoinette Vlieger, Egge van der Poel en Daniel Kapitan denken hier anders over. Ze pleiten voor een breder besef van data als gemeengoed en datasolidariteit als concept waarmee bewuste afwegingen gemaakt worden tussen collectieve en individuele belangen, tussen de huidige privacy en de gezondheidszorg van generaties na ons. TEKST: antoinette vlieger, egge van der poel, daniel kapitan V rijwel niemand weet hoe radicaal het Europees datarecht inmiddels is. Data moeten vaak verplicht beschikbaar gesteld worden voor hergebruik, winsten hierop zijn veelal niet toegestaan. En als het om persoonsgegeven gaat, moet privacy geborgd zijn. Data zijn volgens het Europees datarecht geen eigendom, maar een gemeengoed. Gezondheidsdata gaan over de patiënt, maar zijn niet van de patiënt. Ook andere partijen hebben vrijwel nooit een vermogensrecht op data. Alleen als iemand risicodragend investeert in een bepaalde set data, met het doel om met die set de investering terug te verdienen, uitsluitend dan ontstaat er een databankrecht. Bij gezondheidsdata is hier vrijwel nooit sprake van: de meeste data ontstaan als 44 iBestuur 50, april 2024 Een vals dilemma: privacy versus bijproduct in het zorgproces. Er is dus niet risicodragend geïnvesteerd in die dataset. Europa heeft zo - expres - de mogelijkheid tot vermogensrechten op gezondheidsgegevens vrijwel uitgesloten. Die data worden namelijk - terecht - beschouwd als een goed dat toekomt aan de gemeenschap. Nederlandse strengheid De AVG krijgt vaak de schuld van het feit dat data niet kunnen worden gedeeld, maar deze wet is uitsluitend van toepassing als de ontvanger kan achterhalen over wie de data gaan en de privacy dus in het geding is. Om te bepalen of een natuurlijke persoon identificeerbaar is, moet rekening worden gehouden met alle middelen 'waarvan redelijkerwijs valt te verwachten dat zij worden gebruikt.' Als een ontvanger van gepseudonimiseerde data de sleutel niet heeft, zal hier veelal niet aan zijn voldaan. En dus is de AVG niet van toepassing. De Nederlandse AP neemt ten aanzien hiervan een strenger standpunt in: juist omdat bestanden eventueel ooit gekoppeld kunnen worden, zijn pseudonieme gegevens wat de AP betreft eigenlijk altijd toch gewoon persoonsgegevens. Elke theoretische mogelijkheid wordt dus meegewogen, niet elke mogelijkheid waarvan redelijkerwijs te verwachten is dat deze zal worden gebruikt. Deze interpretatie heeft eraan bijgedragen dat een groot deel van de bevolking een zeer strenge positie inneemt. Privacy en technologie Technologie is niet zaligmakend, maar het privacyvraagstuk is nu juist
Als er geen onderzoek wordt gedaan met de schat aan medische gegevens, gaat er allerlei kennis verloren. BEELD: OLEKSIY MARK onze afwegingskaders. Het is niet a of b, de zaken liggen subtieler. Datasolidariteit als ethisch principe is wellicht een doorn in het oog van privacy-dogmatici, maar juist een partner van privacy-realisten. Want ook data-solidairen menen dat 'state of the art ICT 'moet worden ingezet om het vereiste vertrouwen te creëren, zodat gezondheidsdata kunnen worden ingezet voor publieke meerwaarde zonder iemand te schaden. Onethisch datasolidariteit iets waar technologie ons verder kan helpen. Met de komst van privacy-enhancing technologieën (PETs) kan men op een decentrale, federatieve manier data met elkaar delen, terwijl het risico op herleidbaarheid tot een minimum is teruggebracht. Een recente studie van de Data Sharing Coalition geeft aan wat deze technieken zijn en hoe deze gebruikt kunnen worden. Leidend ethisch principe Het maatschappelijk debat over het delen van gezondheidsdata roept veel emoties en tegenstellingen op. Datasolidariteit als concept beoogt betere, bewuste afwegingen te maken tussen collectieve en individuele belangen, tussen de huidige privacy en de gezondheidszorg van generaties na ons. De potentiële waardecreatie staat centraal; het doel dat men ermee beoogt te bereiken, en dus niet of de data-vrager bijvoorbeeld een (semi)publieke organisatie is. Er zijn massa’s private organisaties die maatschappelijk nut beogen, dus hen op deze grond passeren zou discriminatie zijn. Bovendien wordt geld verdienen aan data steeds moeilijker gemaakt. Ook in de (concept) EHDS staat dat bij het aanvragen van data veelal ten hoogste de marginale kosten in rekening mogen worden gebracht. Gezondheidsgegevens zijn immers een publiek goed dat aan de gemeenschap ten goede moet komen. Het ongemak en onbehagen waarmee het debat over data delen in de zorg wordt gevoerd, terwijl de relevante wetgeving eigenlijk heel degelijk in elkaar steekt, geeft aan dat we ons samen moeten verdiepen in de juistheid van Wat is het alternatief? Dat we geen onderzoek doen met de schat aan medische gegevens die dagelijks in het zorgverleningsproces ontstaan? Dan gaat er allerlei kennis verloren. Wij pleiten voor een subtielere blik op privacyvraagstukken, in het belang van toekomstige patiënten. Datasolidariteit gaat erom dat het verschil wordt gezien tussen een reëel privacyrisico en een wat ongemakkelijk gevoel over een theoretische mogelijkheid. Het voelt inderdaad niet zo prettig als je weet dat jouw data worden gebruikt voor onderzoek, terwijl je op een kwetsbaar moment bij een dokter zit. Maar we moeten leren dat dit gevoel over het algemeen geen reële privacyrisico's oplevert. Dit, terwijl het nalaten van onderzoek de volgende generatie wel degelijk reële risico’s oplevert; het risico dat we bepaalde toekomstige patiënten niet kunnen helpen, wat met (solidair) dataonderzoek wel had gekund. Antoinette Vlieger is senior jurist bij HEALTH-RI, Egge van der Poel is docent bij Erasmus Centrum voor Zorgbestuur en auteur van het boek Geheelmeesters en Daniel Kapitan is zelfstandig datawetenschapper en AI-expert. Dit is een verkorte versie van het Podium-artikel. Lees het volledige artikel op ibestuur.nl iBestuur 50, april 2024 45
MARKT EN OVERHEID Keuzes maken schept vertrouwen De spanning tussen missies en topsectoren Hoe trek je private partijen over de streep om samen met de overheid te werken aan maatschappelijke opgaven? In totaal wordt dit jaar naar verwachting 5,7 miljard geïnvesteerd in innovatie via het missiegericht Topsectorenbeleid. In Europa geldt Nederland als vooruitstrevend, maar in eigen gelederen klinken kritische geluiden. “Het zit nog net te veel aan de topsectoren vast en net te weinig aan de missies.” TEKST: heleen hupkens • BEELD: shutterstock E 46 iBestuur 50, april 2024 r is de laatste jaren regelmatig kritiek te beluisteren op het Topsectorenbeleid, de opzet zou te verkokerd zijn en de belangen van bedrijven teveel voorop staan. Onder politieke druk werd daarom nadrukkelijker een koppeling gemaakt met maatschappelijke opgaven. Het Topsectoren- en Innovatiebeleid werd ‘missiegedreven’ (MTIB). In 2019 stelde de overheid 25 missies vast om de Nederlandse economie te versterken. Anno 2024 is dat ingeperkt tot vijf brede missies op het gebied van energietransitie, circulaire economie, gezondheid & zorg, landbouw/water & voedsel, en veiligheid.
Sleuteltechnologieën en ICT Dat digitalisering een belangrijke rol speelt binnen de Topsectoren is een ‘nobrainer’. De Nationale Technologie Strategie van EZK is recentelijk herijkt. De zeven digitale sleuteltechnologieen (waaronder AI) worden door een zelfstandige Topsector ICT gecoördineerd. Voorheen maakte het Topteam ICT gebruik van TKI High Systems en Materialen (HTSM) als organisatie met ICT als roadmap. Frits Grotenhuis, directeur Topsector ICT: “Topsector HTSM coördineert nu de verschillende sleuteltechnologieën via de Kennis- en Innovatie Agenda (KIA) Sleuteltechnologieën. Topsector ICT coördineert de KIA Digitalisering voor de zeven digitale sleuteltechnologieën daarbinnen. Hiermee zijn beide agenda’s en topsectoren complementair aan elkaar.” Versnippering Het innovatiebeleid blijkt in de praktijk een flinke kerstboom aan netwerken en overlegtafels. Als het aan voormalig Kamerlid Kees Verhoeven had gelegen was Nederland helemaal gestopt met het Topsectorenbeleid. ‘Stop met de tien Topsectoren en durf te investeren in kansrijke sleuteltechnologieën en AI-toepassingen die aansluiten op de Nederlandse succesgebieden en de grote maatschappelijke opgaven van deze tijd’, schrijft hij in zijn blog op de website van iBestuur. Niet de sectoren, maar digitalisering en sleuteltechnologieën zouden leidend moeten worden, en wel in àlle maatschappelijke sectoren, stelt hij. “We moeten onze verticale muren eens loslaten. We zetten stappen iBestuur 50, april 2024 47
MARKT EN OVERHEID vooruit, maar bij de overheid wordt nog teveel binnen bestaande kokers gedacht, dat leidt tot versnippering. We moeten keuzes maken.” Dat zal zich volgens hem ook door moeten vertalen in de organisatie van de overheid. “De komst van de Vaste Kamercommissie Digitale Zaken is in ieder geval een mooie stap in die ontwikkeling.” Herijking Stoppen met het MTIB gaat Matthijs Janssen, onderzoeker innovatiebeleid en -strategie aan de Universiteit Utrecht 48 iBestuur 50, april 2024 wat te ver. Het opgebouwde ecosysteem rond de Topsectoren is ook zeer nuttig. “Overheden krijgen hierdoor meer grip op wat de markt te bieden heeft aan innovaties, welke ambities ze hebben, en welke knelpunten ze daarbij tegenkomen. Dan kun je die ambities als overheid veel gerichter accommoderen, bijvoorbeeld door belemmerende regelgeving weg te nemen of opleidingen op te zetten.” Janssen ziet het missiegedreven beleid juist als een poging om de verkokering te doorbreken en de maatschappelijke vraagstukken van de vakdepartementen onderdeel te maken van het innovatiebeleid. “Maar het zit nog net te veel aan die topsectoren vast en net te weinig aan die missies. De specifieke set van bedrijven en innovatieambities die door de topsectoren vertegenwoordigd worden kunnen best een rol spelen bij het oplossen van maatschappelijke uitdagingen, maar oplossingen kunnen ook uit andere hoeken komen.” Om dat laatste te realiseren is het wel zaak dat vakdepartementen die verantwoordelijkheid zijn voor een bepaalde missie
daadkrachtiger gaan sturen op innovatie. Dan zou EZK ook weer meer de systeemverantwoordelijkheid voor innovatie kunnen pakken. “Hier zijn op dit moment veel verschillende gedachten over. We zitten nu een beetje vast in het midden.” Topteams en Missieteams De verdeeldheid zie je ook terug in de organisatiestructuur. “Naast de Topteams zijn er zogenoemde Missieteams ingericht,” vertelt Janssen. Beide teams hebben eenzelfde mandaat en mogen ook allebei onderzoek programmeren." In de ‘Adviesnota monitoring en evaluatie missiegedreven innovatiebeleid’ (2023), die hij opstelde in opdracht van EZK, constateerde hij dat er sprake was van ‘een beleidsevolutie waarin oude kaders en nieuwe kaders vermengd raken. Het MTIB is nog altijd gestoeld op innovatieve oplossingen voortbrengen (met een prominente rol voor de Topsectoren), terwijl het missiebeleid zoals omarmd door vakdepartementen niet per se hoeft uit te gaan van innovatie aanjagen. Sommige problemen zijn te verhelpen met ingrijpende regelgeving of de import van oplossingen die elders ontwikkeld zijn.’ Keuzes maken Gaan economische groei en maatschappelijke missies eigenlijk wel samen in één innovatie-agenda? Alleen als bedrijven er ook voor zichzelf voldoende brood in zien, meent Janssen. En als de overheid bereid is om heel scherpe keuzes te maken. Beide gaan soms hand in hand, mits er aan enkele voorwaarden wordt voldaan. “Als er private co-funding nodig is voor de uitvoering van onderzoekprojecten, dan “Niet de sectoren, maar digitalisering en sleuteltechnologieën zouden leidend moeten zijn” moeten de resultaten van die projecten ook relevant zijn voor de deelnemende bedrijven. Ze doen vaak niet zomaar mee aan een onderzoeksproject waar de maatschappij de voordelen van heeft en zij niet. Wanneer maatschappelijke uitdagingen volledig leidend worden voor onderzoeksfinanciering, ontstaat er een risico dat er onder bedrijven te weinig animo is om in onderzoek te investeren.” KIA Digitalisering De Kennis en Innovatie Agenda (KIA) Digitalisering beoogt publiek-private samenwerking te bevorderen op thema’s die leiden tot betere oplossingen voor belangrijke economische en maatschappelijke uitdagingen. De KIA Digitalisering is opgezet in drie luiken: • Innoveren in digitale sleuteltechnologieën: daarbij gaat het om zeven sleuteltechnologieën die een centrale rol spelen in het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen via digitalisering. • Innoveren met digitale sleuteltechnologieën, waarbij de nadruk ligt op de samenwerking met de vijf missie-KIA’s. • Reflecteren op digitale sleuteltechnologieën, waarbij de Agenda Waardengedreven Digitaliseren van het ministerie van BZK het kader biedt voor de borging van publieke waarden. kia-digitalisering.nl “Het belangrijkste is dan dat men het vertrouwen heeft dat de overheid daadwerkelijk voor langere tijd voor een bepaald probleem gaat. Dan loont het om te gaan anticiperen en te innoveren. Dat is veel interessanter dan dat er eenmalig een beetje geld naar jou komt.” Binnen de gestelde missies moeten volgens Janssen niet alleen scherpe en meetbare doelen gesteld worden, maar ook een visie op hoe die doelen gehaald gaan worden. Daarvoor moeten scherpe keuzes gemaakt worden, wat niet eenvoudig is. “Overheden weten vaak ook niet zo goed waar de beste kansen liggen. En dus laten ze het over aan het veld. Met ruime regelingen en ruime agenda’s. Dat kan een mooi beginpunt zijn om te leren wat er mogelijk is, maar dan zou er op een gegeven moment wel duidelijkheid moeten ontstaan over de koers die we met z'n allen gaan varen.” Topsector ICT Er bestond dus al jaren een Topteam ICT, maar deze kreeg vorig jaar de Topsector status. “Hierdoor kunnen we veel gerichter subsidie-instrumenten inzetten,” zegt Grotenhuis. Daarbij wordt (al vele jaren) nauw samengewerkt met diverse publiek-private ecosystemen rond de zeven digitale sleuteltechiBestuur 50, april 2024 49
MARKT EN OVERHEID in de ontwikkeling van technologie. De Tweede Kamer buigt zich hier dit voorjaar over. “Dat is voor ons wel een van de belangrijke instrumenten om kennis en innovatie verder te brengen.” Het afgelopen jaar is het via Groeifonds het voorstel Future Network Services gehonoreerd. “Hierbij gaat het over de ontwikkeling van 5G en 6G, onze toekomstige communicatienetwerken. Daar zijn vele tientallen marktpartijen en andere stakeholders bij betrokken. Deze belangrijke strategische projecten krijgen zo echt een impuls op nationaal niveau en daarmee de potentie om ook op Europees schaalniveau slimme zaken te kunnen verbinden.” “Overheden weten vaak ook niet zo goed waar de beste kansen liggen” nologieën, zoals de NL AIC, Centre of Excellence Data Sharing & Cloud, Future Network Services, dcypher, Commit2Data en de Dutch Blockchain Coalition. De bedoeling is dat digitalisering dwars door de sectoren heen een ontwikkeling kan doormaken en niet binnen de kokers. In november leverde Grotenhuis de eerste Kennis- en Innovatie Agenda (KIA) Digitalisering af. “Dit is een intensief proces geweest met vele tientallen stakeholders.” Hij zat afgelopen zomer aan tafel met een rijke schakering van mensen uit bedrijfsleven, maatschappe50 iBestuur 50, april 2024 lijke organisaties, overheden en onderzoeksinstellingen. “Samen hebben we vastgesteld in welke kennis en innovatie we willen investeren de komende jaren.” Groeifonds In totaal staat voor een bedrag van 5,7 miljard aan afspraken in het Kennis en Innovatie Convenant (KIC). De middelen voor Topsector ICT zijn vooralsnog nog beperkt. Grotenhuis hoopt dat bij de vierde ronde van het Groeifonds ook flink geïnvesteerd gaat worden Prioriteiten nieuwe kabinet Grotenhuis hoopt dat hij met de Topsector ICT de samenwerking tussen alle partijen een flinke impuls kan geven en daarmee bij kan dragen aan de digitale transitie. Op het snijvlak van ICT met een aantal andere domeinen ligt een aantal grote ambities. Daar gaat straks wel een nieuw kabinet over. Bij Topsector ICT leven daar wel zorgen over. “Hoe zorg je ervoor dat digitalisering voldoende aandacht heeft en houdt, ook de nieuwe Tweede Kamer?” Het voorgaande kabinet heeft digitalisering goed op de kaart gezet en verschillende beleidskaders opgesteld, waaronder de Agenda Digitale Economie, de Nationale technologiestrategie en de Staat van de Digitale Infrastructuur. In de coalitieonderhandelingen spreekt men over diverse bezuinigingen. “Maar als je op onderwerpen als kennis en innovatie gaat ombuigen, dan is de geest uit de fles,” stelt Paul Wijngaard, Alliance Director bij TNO op de website van Topsector ICT.
COLUMN Opruimen Met het voorjaar in aantocht is er jaarlijks een terugkerend beeld in de straten; mensen ruimen op. Wat is (nog) van waarde, wat kan er weg? Ook bij het archief hebben we zo’n voorjaarsschoonmaak onder de noemer selecteren en waarderen, bewaren of vernietigen. Dit proces leidt tot wat we een selectielijst noemen. Onterecht wordt dit nog wel eens als corvee en ingewikkeld gezien. Om informatie goed te beheren moeten we naast goed bewaren ook goed kunnen vernietigen Een goede selectielijst vraagt om tijd en aandacht, kennis van processen en een langetermijnvisie op welke informatie uit die processen van welke waarde is. Tegelijkertijd zoeken we altijd naar een betere aanpak en meer eenduidigheid. Het maken van de selectielijst is geen simpel klusje. En de vraag is ook of dat de bedoeling is. Doet simpel wel recht aan de verantwoordelijkheid die je neemt als overheidsorganisatie bij het opstellen van de selectielijst? Die lijst is immers leidend bij de vraag welke informatie er voor de generaties na ons bewaard wordt. De vraag ‘Welke informatie niet?’ is een vraag om telkens bewust te stellen en is minstens net zo belangrijk als de vraag ‘Welke informatie wel?’. Welke informatie wijzen we aan om op termijn vernietigd te worden? En waarom? Transparantie over die afwegingen is van groot belang. De aandacht bij het op orde brengen van de informatiehuishouding gaat vaak uit naar het blijvend bewaren. Het belang van vaak uit naar Het bewaren wordt ook in de politiek en de media voortdurend onder de bewaren wordt de media voo aandacht gebracht, zeker als informatie niet meer te vinden aandacht g is, terwijl die er wel had moeten zijn. Soms vergeten we hoe is, te belangrijk ook het vernietigen is. Ook dat moeten we verantwoord doen op basis van de selectielijst. Om informatie goed te beheren moeten we naast goed bewaren ook goed kunnen vernietigen. Het is niet zozeer het proces van selecteren en waarderen bij het opstellen van de selectielijst dat ons hindert bij het beheren van onze alsmaar groeiende berg informatie. Het is vooral ook het implementeren van die waarderingen uit de selectielijst in de dagelijkse omgang met informatie. Archiving by design moet zorgen voor het geautomatiseerd bewaren én vernietigen van informatie in systemen, op het moment waarop dat op grond van de afwegingen van de selectielijst gebeuren mag en moet. Zoals gezegd, de meeste informatie die we creëren wordt op termijn vernietigd, maar mijn verwachting is dat dat niet terug te zien is in de informatie die we op dit moment beheren. Het lijkt me goed hier in de komende tijd aandacht voor te hebben. Voor het op orde brengen van de informatiehuishouding is naast bewaren ook vernietigen nodig. Laten we dit met elkaar op verantwoorde wijze doen. afelonne doek Algemeen rijksarchivaris iBestuur 50, april 2024 51
KENNISPARTNER TOPDESK Zonder kennismanagement Onlangs presenteerde staatssecretaris Van Huffelen de kabinetsvisie op generatieve AI. Voorlopig wil de overheid er voorzichtig mee aan de slag. Dit betekent echter niet dat overheidsorganisaties achterover kunnen leunen. Wat kunnen organisatie nu al doen om straks klaar te zijn voor een goede inzet van AI? I biedt kansen, daar plukken al genoeg mensen de vruchten van, stelt Thomas Burghart, business unit director Rijksoverheid van TOPdesk. “Denk aan studenten die hun scripties controleren of mensen die hun e-mails ermee redigeren. De vraag is hoe ambtenaren ook de vruchten van deze technologie kunnen plukken in hun werk.” Want dat kan nog niet zomaar. “We moeten echt nog wachten op grootschalig gebruik ervan”, stelt hij. “We kunnen bijvoorbeeld niet zomaar grote hoeveelheden overheidsdata openstellen voor een AI toepassing. Die toepassing wordt misschien ergens in Amerika gehost, door een partij waar je geen verwerkersovereenkomst mee hebt. Als overheid wil je je data veilig kunnen stellen. Je wilt A AI als gamechanger Waarom wordt AI beschouwd als een echte gamechanger? Waarom zien mensen hier zoveel kansen in? Dat heeft volgens Thomas Burghart te maken met twee maatschappelijke ontwikkelingen. “Ten eerste is er de arbeidsmarktproblematiek. We moeten steeds meer werk doen met minder mensen. Daar kan AI natuurlijk echt een oplossing in bieden. Ten tweede wordt er steeds meer gevraagd van de overheid. We hebben te maken met steeds meer en complexere wet- en regelgeving. En er komen steeds meer taken bij de overheid te liggen. Dat knelt. Dus zoeken we samen naar manieren om het werk met hetzelfde aantal – of zelfs met minder – mensen te doen.” eerst de risico’s op privacy en de beveiliging van data in kaart brengen.” Kennismanagement aan de voorkant Wat kan een overheidsorganisatie nu al doen om goed voorbereid te zijn op een grootschalig gebruik van AI-toepassingen? Kennismanagement aan de voorkant is belangrijk, vertelt Burghart. “Het is goed om nu al vast te leggen wie de eigenaar is van bepaalde kennis en wie er toegang tot mag hebben. Daar kunnen al flinke stappen in gezet worden. Want wat maakt een programma als ChatGPT zo populair? Omdat je heel snel bij heel veel kennis kan, deze kunt duiden en gebruiken. Dus moet een overheidsinstantie er voor zorgen dat de eigen kennis goed ontsloten is. Daar valt de komende tijd de winst te behalen.” Koppeling aan AI-toepassingen Daar zijn genoeg systemen voor in omloop. Maak dan ook gebruik van een bestaand systeem om de eigen kennis te beheren en up-to-date te houden, raadt Burghart aan. Veel overheidsKijk vooral welke kennis op dit moment al door je processen heen gaat en hoe je dat hebt geborgd organisatie werken bijvoorbeeld met een Sharepoint-omgeving of de IT Service Management tool (ITSM). Dit zijn systemen waarin het makkelijk is om kennis te beheren. “Een laagdrempelige manier om te beginnen is om in je IT- dienstverleningsprocessen gewoon eens bij te houden wat voor vragen je als organisatie allemaal binnenkrijgt, en welke antwoorden je daarop geeft. Al die vragen en antwoorden kun je dan gaan standaardiseren en bijhouden in een kennissysteem. Hiermee kun je een flinke voorsprong behalen met het oog 52 iBestuur 50, april 2024
BEELD: BUREAU OMA geen waarde uit AI op het gebruik van AI-toepassingen in de toekomst. Het is dus verstandig om dat nu al op orde te brengen. De potentie is groot als je straks je kennissysteem gaat koppelen aan AI-toepassingen. Denk aan automatisch antwoorden genereren, teksten vertalen of het automatisch koppelen van mailsjablonen.” Klein beginnnen Maar begin klein, adviseert Burghart verder. “Ga niet meteen iets heel groots opzetten om kennis te managen. Kijk vooral welke kennis op dit moment al door je processen heen gaat en hoe je dat hebt geborgd. Hoe en waar sla je de kennis op? Wie kan en mag erbij? Wie is er eigenaar van? Is de kennis nog up-to-date? Begin met dat soort basisvragen. Als je dat allemaal op orde hebt is er volgens mij goede winst te halen. Zo ben je als organisatie klaar om de volgende stap te maken met AI.” Tool TOPdesk is de enige oplossing voor servicemanagement die een kant-en-klare tool combineert met gespecialiseerde inhouse experts. Zo’n 140 organisaties binnen de Rijksoverheid maakt reeds gebruik van TOPdesk, voor hun ITSM & ESM (IT & Enterprise Servicemanagement) processen, met daarin een kennisbeheer module om data te beheren. iBestuur 50, april 2024 53
KENNISPARTNER ATABIX Zaakgericht werken 10 stappen voor een succesvol implementatieplan 1 5 3 6 2 4 Bij de implementatie van een nieuw softwarepakket kunt u tegen problemen aanlopen, zoals onduidelijke verwachtingen, te weinig draagvlak of weerstand tegen de verandering. Een goed implementatieplan helpt u om duidelijkheid te bieden, risico’s te verminderen en de kans op een succesvolle implementatie te verhogen. Het implementatieplan Een succesvolle implementatie bestaat uit de volgende 10 stappen: Creëer een visie en stel doelen Bepaal wat u als organisatie wil bereiken aan de hand van een visie en doelstellingen. Maak doelstellingen meetbaar door te werken met KPI's. Hierdoor kunt u doelstellingen tijdens het proces evalueren en bijsturen. 2 meer weten? Scan de QR-code en ontvang onze whitepaper over zaakgericht werken. 3 54 iBestuur 50, april 2024 Bepaal de scope Een scope verwijst naar de grenzen en reikwijdte van het project, waarbij u bepaalt welke activiteiten, processen, afdelingen en doelen wel of niet binnen het implementatieplan vallen. Zorg dat de scope realistisch blijft en dat het past binnen de beschikbare tijd en middelen. Maak een realistische planning Maak een duidelijk tijdschema met belangrijke mijlpalen. Onder mijlpalen 1 vallen ook deelopleveringen. Hierbij stelt u de eis dat de leverancier elke 2 tot 3 weken een deel werkende software oplevert. Stel een duidelijk beleid op Het beleid moet duidelijk maken hoe u de implementatie uitvoert. Denk hierbij aan gedragscodes en technische protocollen. Gedragscodes gaan over verwachtingen rondom samenwerking, communicatie en professioneel gedrag. Technische protocollen gaan bijvoorbeeld over gegevensmigratie, beveiliging, back-up en technische ondersteuning. 5 Betrek de organisatie Tijdens een implementatie krijgt u te maken met verschillende afdelingen en belanghebbenden. Maak een duidelijke organisatiestructuur waarin staat wie verantwoordelijk is per onderdeel van de implementatie. 4
Voordelen implementatieplan 7 Een implementatieplan biedt duidelijkheid, hier bovenop brengt het nog een aantal andere voordelen met zich mee: 9 10 Beheersing potentiële risico’s: Bij het maken van een implementatieplan doorloopt u meerdere stappen, zoals planning, communicatie en beleid. Zo ziet u snel waar potentiële risico’s ontstaan, bijvoorbeeld dat sommige fases in de implementatie meer tijd vereisen dan dat er beschikbaar is in de planning. 8 BEELD: BUREAU OMA Transparantie tijdens implementatie: Met een implementatieplan weten medewerkers wat u van hen verwacht en hoe hun bijdrage past in het grotere geheel. Doordat u vooraf informatie deelt, kunnen teams duidelijk met elkaar communiceren wanneer ze samen aan projecten werken. Volg een communicatieplan Goede communicatie voorkomt problemen en vertragingen. Stel een helder communicatieplan op dat de veranderingen zowel intern als extern communiceert. Identificeer wie de belanghebbenden zijn en analyseer hun informatiebehoeften. Wat zijn hun wensen en wat hebben ze nodig om hun werk uit te voeren? 7 Geef trainingen aan de medewerkers Een inhoudelijk goede training bereidt medewerkers voor op het nieuwe systeem en leert hen om te gaan met nieuwe processen. Sommige medewerkers hebben meer tijd nodig dan anderen. Begin daarom ruim op tijd met de training, zodat iedereen op eigen tempo de software leert kennen. Test de nieuwe software De nieuwe software test u voor de livegang uit met medewerkers die het 8 6 systeem gebruiken. U kunt dit bijvoorbeeld doen met testcases. Deze testcases gebruikt u om te controleren of alle processen goed op elkaar zijn afgestemd. 9 Zorg voor een gestructureerde datamigratie De overgang van het oude systeem naar zaakgericht werken doet u aan de hand van een overgangsplan. Hierin benoemt u bijvoorbeeld hoe u de oude data overzet naar het nieuwe systeem en welke data u kunt behouden, verbeteren of verwijderen. Blijf de processen monitoren Wanneer zaakgericht werken is geïmplementeerd, begint u met het monitoren en evalueren. Het monitoren kun u intern opzetten of in samenwerking met externe consultants. Het monitoren en evalueren doet u maandelijks of per kwartaal en kunt u zowel handmatig als softwarematig uitvoeren. 10 Atabix als kennispartner voor de overheid Het belangrijkste onderdeel van een succesvol ICT-project is het selecteren van de juiste partner. Kies voor een partner die niet alleen met ideeën komt, maar ook aangeeft hoe je het project operationeel maakt. Atabix heeft meer dan 30 jaar ervaring als softwareleverancier en kennispartner voor de overheid. Met Atabix Zaakgericht Werken bieden we een totaaloplossing waarbij het Atabix Zaaksysteem de ruggengraat vormt waaraan diverse applicaties zijn gekoppeld. Efficiëntere inzet middelen: Met een implementatieplan krijgt u inzicht in de materialen en de benodigde mankracht, waardoor u efficiënter kunt plannen. iBestuur 50, april 2024 55
OVERHEID IN TRANSITIE ICT slurpt H 56 iBestuur 50, april 2024 ij werkt inmiddels zo’n 45 jaar voor de Belastingdienst. In zijn laatste periode wil hij zoveel mogelijk impact maken. “Dit is mijn laatste klus,” zo introduceert duurzaamheidscoördinator Rob van der Beek zichzelf. Vanuit intrinsieke motivatie is hij gestart met het onderzoeken van de duurzaamheid van de ICT-afdeling. Een plek waar volgens hem veel impact te maken is. Omdat getallen over energieverbruik abstract zijn, gebruikt hij graag tastbare vergelijkingen om de urgentie duidelijk te maken. “De ICT van de Belastingdienst, inclusief het datacenter en de kantoren in Apeldoorn, verbruikt nu net zoveel energie als ongeveer 12.000 huishoudens bij elkaar. En dat worden er alleen maar meer.” Binnen de ICT wordt op dit moment wel een aanzienlijk aantal maatregelen genomen om deze groei zoveel mogelijk tegen te gaan. Ambtenaren bewust maken Sinds november probeert Van der Beek zoveel mogelijk medewerkers bewust te maken van hun energieverbruik. Want de te behalen winst zit hem naast het gebruik van de hardware ook in het (computer)gedrag van de ambtenaren zelf. “Mijn missie is nu om het op de hele organisatie over te brengen.” Al snel sloeg hij de handen ineen met een startup waarmee hij een online-opleiding opzette, om medewerkers te trainen met energiebesparing op ICT-gebied. Een deel van de totaal 1,5 uur te veel energie Overheden stellen weinig klimaatdoelen voor hun ICT-afdeling, zo bleek onlangs uit onderzoek van iBestuur. Maar het energieverbruik van de overheids-ICT stijgt snel. Krijgen klimaatdoelen wel voldoende prioriteit? iBestuur sprak met twee ‘aanjagers’ die werken aan de verduurzaming van de Rijks-ICT. TEKST: sjoerd hartholt • BEELD: shutterstock/freepik 12.000 ICT van de Belastingdienst verbruikt net zoveel als 12.000 huishoudens
Datacenter van de Belastingdienst in Apeldoorn. BEELD: ANP/ROBERT MEERDING iBestuur 50, april 2024 57
OVERHEID IN TRANSITIE durende cursus is toegespitst op medewerkers van de Belastingdienst. “Het gaat onder meer over energie, inkoop en awareness”, vertelt Van der Beek. “Een aanzienlijk deel van het energieverbruik van de gehele Belastingdienst gebeurt in ons datacenter. Als we gezamenlijk bijvoorbeeld ons e-mail gedrag en het opslaan van onnodige bestanden onder de loep nemen, kunnen we al grote stappen maken.” Hij voegt eraan toe: “Dit is natuurlijk slechts een deel van het gehele energieverbruik in een datacenter dat bestaat uit onder meer hardware, koeling en het effect van alle applicaties.” “Door complexiteit in code weg te nemen bespaar je op rekenkracht” ‘Green team’ aan de slag De bevlogenheid van duurzaamheidscoördinator Van der Beek is niet onopgemerkt gebleven. Een handvol collega’s die de training al volgden zijn zo enthousiast dat ze meer willen doen. Zo ontstond een ‘green team’ bestaande uit ambtenaren die vanuit hun eigen werksituatie iets willen toevoegen aan het verduurzamen van de IT van de Belastingdienst. “Dat kan bijvoorbeeld gaan om ‘green coding’, waarbij programmatuur zo energiezuinig mogelijk gecodeerd wordt. Immers door complexiteit in code weg te nemen bespaar je op rekenkracht.” Belangrijk is de samenwerking van het rijk met universiteiten en hogescholen, met als doel zoveel mogelijk van elkaar leren als het gaat om het verduurzamen van IT. En om vanuit intrinsieke motivatie te werken aan verduurzaming binnen het Rijk. “We kijken naar wat we goed doen en waar we eventueel nog meer op kunnen inzetten. Er gebeurt veel rondom het thema, maar er is wel sprake van versnippering.” Huidige doelen te vrijblijvend Van der Beek ziet zijn bijdrage aan verduurzaming als “slechts een begin.” Het valt hem namelijk op dat duurzaamheidsmissies met ICT nog onvoldoende ‘geborgd’ lijken te zijn bij de ministeries. “Op dit moment worden er wel klimaatakkoord-doelen nagestreefd, maar dat is in mijn optiek veel te vrijblijvend en voornamelijk gericht op 2030, terwijl we eigenlijk naar doelen in de tussenliggende jaren moeten toewerken.” Hij heeft zijn hoop gevestigd op de groeiende aandacht voor duurzaamheid binnen het Rijk, zoals het plan van aanpak voor Duurzame IT. 35.000.000 58 iBestuur 50, april 2024
Uitstoot besparen In Rijswijk is een logistieke hub ingericht waar papier en andere spullen voor de Rijksoverheid worden bezorgd in plaats van op meer dan tachtig verschillende locaties. Door kleine transportmiddelen te gebruiken is ook de nodige uitstoot bespaard. “Uiteraard loop je tegen allerlei hindernissen aan waar je pas achter komt als je bezig gaat,” zegt duurzaamheidsmanager Ivo Bonajo. “Een pakket dat in een vrachtwagen ligt was in de oude situatie ‘van de transporteur’ tot het werd afgeleverd. Maar wie is de eigenaar van een pakket dat in een hub ligt? En het opschalen met meer of andere producten verloopt ook niet zonder problemen, maar al doende is de hub uitgebouwd van alleen papier voor het Rijk naar allerlei spullen voor de overheid en andere partijen.” Er zijn volgens hem ook positieve effecten te behalen bij het inkopen van producten en diensten via Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), waarbij er meer aandacht komt voor de rol van de opdrachtgever. Data- en mailverkeer blijft groeien Vooral de toenemende benodigde opslagcapaciteit vormt een serieus probleem. “We proberen via een rijksbreed overleg maatregelen te nemen, maar of dat haalbaar is blijft voorlopig de grote vraag.” Het data- en mailverkeer van de overheid blijft onverminderd groeien en bestanden worden onvoldoende opgeruimd. Iedere ambtenaar zou hier volgens Van der Beek in moeten worden opgeleid, want "onvoldoende medewerkers lijken echt in de gaten te hebben welke gevolgen dit heeft." Rijksbreed beleid nodig De ideeën voor verduurzamen van ICT starten volgens Van der Beek vaak onder in de organisatie, maar de echte verandering moet volgens hem uiteindelijk toch ‘van bovenaf’ komen via rijksbreed beleid. “Dan wordt het simpelweg meer geaccepteerd.” En het scheelt ook in gesprekken met leveranciers aan wie hij als controller van het inkoopproces hoge eisen stelde voor duurzaamheid. “Dan hoor ik mezelf zeggen: hoe duurzaam Vanuit de logistieke hub worden goederen met emissievrij vervoer naar of van de binnenstad getransporteerd. BEELD: ANP/HOLLANDSE HOOGTE Uit onderzoek van Universiteit Utrecht uit 2020 blijkt dat een ambtenaar zo’n 20 mails per dag verstuurt. Doe hij dat een jaar lang, dan zorgt dat voor evenveel uitstoot als een auto die duizend kilometer rijdt. En dat keer 35.000 ambtenaren… iBestuur 50, april 2024 59
OVERHEID IN TRANSITIE zijn jullie? En dan was ik eigenlijk altijd bang voor de tegenvraag. Want dan ben je niet geloofwaardig.” Duurzaamheidsmanager en adviseur Ivo Bonajo: “Zolang bestuurders zich niet verdiepen in de mogelijkheden worden er nog volop kansen gemist.” Iets doen is het voornaamste Niet alleen de Belastingdienst, ook andere organisaties worden in beweging gebracht door duurzaamheidsaanjagers. Al twintig jaar helpt Ivo Bonajo als duurzaamheidsmanager en adviseur overheidsorganisaties met verduurzamen. “De afgelopen tien jaar was ik in vaste dienst bij het Rijk, nu probeer ik mijn ervaring bij andere overheidsorganisaties in te zetten. De grootste uitdaging is vaak om het onderwerp hoog genoeg op de agenda te krijgen bij directies en bestuur van organisaties, merkt Bonajo. “Vaak blijft het hangen in meerdere haalbaarheidsonderzoeken of kleinschalige pilots.” Bonajo was betrokken bij het programma Denk Doe Duurzaam van de rijksoverheid. “Mijn ervaring is dat maar weinig mensen echt tegen duurzaamheid zijn. Vaak zitten er andere dingen in de weg: een gebrek aan tijd en geld bijvoorbeeld. Daarbij helpen zorgt dan voor meer beweging dan overtuigen waarom verduurzaming zo belangrijk is.” Hij merkt verder dat er vaak een soort tweeslachtigheid is in organisaties als het gaat om duurzaamheid. “Dan worden er mooie projecten uitgevoerd ten behoeve van duurzaamheid, maar tegelijkertijd worden ook besluiten genomen die keihard tegen duurzaamheidsprincipes ingaan.” ‘Een beveiligingsupdate’ is een veelgenoemde reden om apparatuur niet langer te houden. “Natuurlijk is cybersecurity belangrijk, maar het wordt soms ingezet als argument om niet in actie te komen.” “Een veelvoorkomend misverstand is dat nieuwe hardware duurzamer is omdat deze energiezuiniger is” Duurzaamheidsparagraaf De overheid kan een belangrijke volgende stap nemen met het duurzaamheidsvraagstuk door er met besluitvorming meer op te sturen. “Een voorbeeld waar het nog beter kan, zeker binnen de rijksoverheid, zijn beslisnota’s waarin bijvoorbeeld in een extra paragraaf financiële consequenties worden beschreven en rechtmatigheid wordt besproken. Maar er staat echter nooit iets over de duurzaamheidsconsequenties. De vraag wat een besluit betekent voor duurzaamheidsdoelen mis ik vaak.” 0.128 KWH 60 iBestuur 50, april 2024 Eén uur vergadering via Teams of Webex kost 0.128 kWh
Stappen gezet met hardware Er zijn ook positieve ontwikkelingen bij de rijksoverheid, vindt Bonajo. “Bijvoorbeeld op het gebied van aanbestedingen. Met hardware zijn er echt stappen gezet. Er wordt tegenwoordig scherp gekeken naar de naleving van mensenrechten bij de productie, maar ook gelet op bijvoorbeeld de levensduurverlening van apparatuur.” De online thuiswerkplek kan en moet duurzamer Sinds de coronaperiode is het online thuiswerken ‘normaal’ geworden. Dat is efficiënt en zo maken we ook minder reiskilometers, is de gedachte. Maar het leidt ook tot een toename van emissies, schrijft de Nationale Coalitie Duurzame Digitalisering (NCDD). Wist u dat een e-mail schrijven en versturen 0.009 kWh (5gCo2eq) kost en één uur vergadering via Teams of Webex 0.128 kWh (135gCO2eq)? Om tot een vermindering van emissies te komen moeten we ons gedrag veranderen. De Coalitie Duurzame Digitalisering ontwikkelde een handleiding voor werknemers, werkgevers en toeleveranciers van digitale producten en diensten. Deze bevat praktische tips en achtergrondinformatie. Voor werknemers is het bijvoorbeeld belangrijk dat zij thuis groene stroom gebruiken en zuinig zijn op hun apparaten. Ook is het slimmer om bestanden te versturen via een link of in gecomprimeerde vorm omdat de digitale infrastructuur zo minder belast wordt. “Een veelvoorkomend misverstand is dat nieuwe hardware duurzamer is omdat deze energiezuiniger is. Voor veel ICT-hardware geldt echter dat circa 75 procent van de uitstoot plaatsvindt tijdens de productie. Dus langer met een apparaat doen levert veel meer milieuwinst op dan een nieuw energiezuinig apparaat aanschaffen, alsook financiële voordelen. “Ik zie nu regelmatig dat apparatuur wordt teruggenomen om vervolgens elders een tweede leven te krijgen.” Het mooiste voorbeeld vindt hij de overstap van een kleine 200 verschillende overheidsdatacenters naar een viertal grote datacenters. “Daar komt alles samen: veiligheid, beheersbaarheid en duurzaamheid.” Bestuurders aan zet Voor de toekomst hoopt Bonajo dat het verduurzamen van ICT niet alleen belangrijk wordt gevonden binnen het domein van de duurzaamheidsexperts en de inkopers van ICT voor de overheid. “Voor bestuurders, managers en directieleden zouden duurzaamheidseisen voor ICT nog veel meer een onderwerp moeten zijn. Ze bepalen bijvoorbeeld ook de afschrijvingstermijnen van apparatuur. De inkopers zelf zijn meestal helemaal niet betrokken bij het formeren van dit soort besluiten. Zolang bestuurders zich niet verdiepen in de mogelijkheden worden er nog volop kansen gemist.” Adviezen voor de realisatie van een emissieloze online thuiswerkplek. 0.009 KWH Eén mail schrijven en versturen kost 0.009 kWh iBestuur 50, april 2024 61
KENNISPARTNER SALESFORCE CRM + Data + AI + Trust Hoe maak je intelligent AI-toepassingen en -modellen zijn algemeen beschikbaar, maar dat is behalve een kracht ook een zwakte. In hoeverre levert het de informatie op die iemand specifiek nodig heeft? “De sleutel tot effectief AI-gebruik is de mate waarin je het kunt verbinden aan de bedrijfscontext”, stelt Wouter Trumpie, Enterprise Architect Publieke Sector Europa bij Salesforce. unstmatige intelligentie is de IT-trend van dit moment. We zijn massaal aan het ‘prompten’ geslagen, het beschrijven van opdrachten die dankzij AI moeten leiden tot gewenste resultaten. Vaak indrukwekkend, maar vaak ook net niet de spijker op zijn kop. Zeg eens eerlijk: wie heeft niet ooit een prompt voor bijvoorbeeld een reactie per e-mail opgesteld, om daarna te constateren dat de uitkomst teleurstellend was? Was het dan niet sneller en beter geweest om zelf dat mailtje op te stellen? K Onveilig gebruik van AI Dat heeft te maken met het open karakter van de huidige AI-modellen. Zij worden gevoed door data die dwars door sectoren, profit, non-profit en thema’s heen snijden. Dat levert meer dan eens output op die onvoldoende aansluit op de eigen praktijk. Toch blijkt uit wereldwijd onderzoek van Salesforce dat 12 procent van de ambtenaren al generatieve AI heeft ingezet. “Zij doen dat ook zonder dat het geïntegreerd is in de systemen van de eigen organisatie. Dat levert het risico op dat gevoelige gegevens worden meegenomen in de maalstroom van publieke data en ook aanspoelen op plekken waar je er geen controle meer over hebt”, zegt VP Solutions Engineering Publieke Sector bij Salesforce, Johan van Streun. Nooit het echte mensenwerk vervangen Als je binnen een (overheids)organisatie maximaal wilt profiteren van AI, dan moet het kunnen oogsten uit een zo groot mogelijk reservoir aan organisatie-eigen, relevante data. Dan wordt het daadwerkelijk een hulpmiddel. Neem als voorbeeld een bepaalde hulpvraag die binnenkomt bij een gemeente en wat uitzoekwerk vereist. Wanneer je als medewerker door AI de juiste kennisartikelen aangereikt krijgt, kun je de klant snel en doelgericht verder helpen. Wouter: “In onze ogen zal AI nooit het echte mensenwerk vervangen. Mits goed ingebed in de hele IT-infrastructuur, kan het ondersteunen bij de routineuze handelingen. Een samenvatting maken van een voorgeschiedenis, als een zaak lang aanhoudt? Een kleine moeite voor een beetje intelligente bot. Het zorgt ervoor dat medewerkers zich met inhoudelijkere vragen en adviezen kunnen bezighouden. Dat draagt ook bij aan het werkplezier.” ‘In the flow of work’ Het voordeel van Salesforce is dat het beschikt over een compleet en ver doorontwikkeld platform, waarmee het al een 360 graden beeld kan creëren van een klant of inwoner. Johan: “Met andere 62 iBestuur 50, april 2024
gebruik van AI? woorden: de bedrijfscontext is er al. We kunnen steeds sneller en beter relevante databronnen aansluiten en ontsluiten. Met zo’n kwalitatief rijke voedingsbodem kan AI oplossingen aandragen die in jouw beroepspraktijk echt een verschil maken. AI ‘in the flow of work’ brengen. Daarin onderscheiden we ons als Salesforce. We hebben een open platform dat ruimte biedt voor uiteenlopende AI-modellen. Daardoor kunnen we ook flexibel inspelen op AI-ontwikkelingen in de toekomst.” Het mixen van data als gevolg van AI prompts kan privacygevoelig zijn Het mixen van data als gevolg van AI prompts kan privacygevoelig zijn. Salesforce is zich daarvan terdege bewust. Johan: “Het motto van Salesforce is: ‘CRM + Data + AI + Trust’. Daarbij wordt Trust in alle AI-producten doorgevoerd door middel van de Einstein Trust laag. Deze laag zorgt ervoor dat geen gevoelige data wordt gedeeld met externe Large Language Models (LLM). Dat zijn typen AI die getraind zijn om menselijke taal te begrijpen, te genereren en te manipuleren.” Wat zijn je ethische principes? “Uiteindelijk is dat allemaal werk onder de motorkap”, vult Wouter aan. “Wat ik het belangrijkste vind is dat je voordat je de techniek ingaat nadenkt over je ethische principes. Wat is je kompas? Salesforce wil dat IT-mensen in hun kracht zet; dat het hun werk betekenisvol houdt, ook als het aangevuld wordt met AI. Daarnaast hechten wij aan transparante en herleidbare informatie.” salesforce world tour In de Salesforce World Tour, die op 18 april Amsterdam aandoet, is ‘CRM + Data + AI + Trust’ een van de onderwerpen. Gebruik voor meer informatie en aanmelden de QR-code. iBestuur 50, april 2024 63 BEELD: SHUTTERSTOCK/IBESTUUR
KENNISPARTNER CAPGEMINI Duurzame samenleving begint bij op duurzaamheid sturende Waar ‘Duurzaamheid’ in veel jaarplannen een strategische pilaar is, zit de wereld nog steeds niet echt in de actiemodus. En de tijd dringt. Wat is de rol van de Nederlandse overheid? e hebben nog zeven jaar om de reductiedoelstelling van 55% minder broeikasgassen in (eind) 2030 te behalen. Als we kijken naar de uitdagingen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving onlangs dat het behalen van de doelen op de huidige voet niet aannemelijk is. Hoewel iedereen een rol moet spelen in de verduurzaming van Nederland, staan we in dit artikel expliciet stil bij de rol van de Nederlandse overheid. Of liever: de rollen. Hoe stuurt de overheid vanuit verschillende perspectieven op de transitie? Hoe draagt zij haar eigen steentje bij? En: hoeveel toewijding heeft de overheid zelf? W Society 5.0 De verduurzamingsopgaven waar we voor staan komen samen in Society 5.0: een visie op de wijze waarop onze samenleving zich kan ontwikkelen, dankzij slim De drie rollen van de overheid De overheid vervult op verschillende manieren een cruciale rol. Allereerst dient de overheid een sociale transitie te gebruik van nieuwe technologieën. Een belangrijk onderdeel van deze strategie is publiek-private samenwerking. Ook voor Nederland biedt Society 5 .0 een wenkend perspectief. Het biedt een kader om verder te kijken dan alleen naar de opeenvolgende crises en de vermeende complexiteit daarvan; verder te kijken dan de waan van de dag, en een proactieve, toekomstgerichte houding aan te nemen. Society 5.0 biedt bovendien een nieuw narratief en handvatten om digitale technologieën zoals IoT, AI, VR/AR en robotisering toe te passen op maatschappelijke opgaven. Daarbij moeten publieke waarden en draagvlak maatgevend zijn: een duurzame, door kernwaarden gedreven (digitale) samenleving. bewerkstelligen. We zullen ons gedrag moeten aanpassen, en publiek beleid moet daarvoor zorgen. Ten tweede zal de overheid het goede voorbeeld moeten geven, voornamelijk in de eigen bedrijfsvoering. Ten derde dient de overheid de ruimtelijke transitie — de fysieke aanpassing van Nederland - te stimuleren. We lichten ze nader toe. 1. Sociale transitie De sociale transitie is randvoorwaardelijk voor de verduurzaming. Participatie is dé versneller in de energietransitie, en dé vertrager wanneer het eraan ontbreekt. Maar participatie kan alleen slagen als de overheid ‘klimaatangst’ weten weg te nemen, en burgers handelingsperspectief weet te bieden. Ontbreekt dat handelingsperspectief? Dan kan klimaatdiensttijd uitkomst bieden. Door op deze manier meer arbeidskracht te mobiliseren, kan de overheid samen met de burger echt werk maken van de verwezenlijking van onze klimaatdoelen. 64 iBestuur 50, april 2024
overheid 3. De ruimtelijke transitie De verduurzaming van Nederland kent tenslotte ook een ruimtelijke opgave. Als we kijken naar de uitdagingen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving onlangs dat het behalen van de doelen op de huidige voet niet aannemelijk is. De noodzaak voor verduurzaming is dus groot – waarbij zal blijken dat verduurzaming vaak hand in hand gaat met digitalisering. De technologie ontwikkelt zich sneller dan ooit tevoren – en onze steden experimenteren er flink op los. 2. Naar een innovatieve, normerende bedrijfsvoering Een beter klimaat begint bij jezelf. Om als overheid geloofwaardig te zijn in de verduurzaming van Nederland, zal zij ook haar eigen bedrijfsvoering op orde moeten brengen. Dat kan onder meer opsteekt bij landen als Denemarken en Zweden. Zij lopen voorop dankzij enerzijds dwingend- en handhavend-, en anderzijds stimulerend- en subsidiërend klimaatbeleid. Verduurzaming gaat vaak hand in hand met digitalisering door te kiezen voor normerend beleid. Beleid dat innovatief handelen ondersteunt. Dergelijk beleid is in Nederland nog onvoldoende ontwikkeld; reden waarom we achterlopen op de rest van Europa als het gaat om duurzaamheid. Het is zaak dat onze overheid haar licht Dat er een tandje bij mag is evident. De overheid staat voor een breed scala aan ingrijpende én urgente duurzame transformatieopgaven. Daarbij kunnen we niet meer volstaan met het benutten en optimaliseren van oude werkwijzen. Het sleutelwoord? Innovatie! Niet enkel in het onderzoeken van en experimenteren met POCs en pilots, proeftuinen en –ballonnen. Voor echte impact is schaalbaarheid nodig. Tot nu toe blijkt het bereiken van die juiste schaal een weerbarstige opgave. Veel startups slagen er bijvoorbeeld niet in om de volgende stap te zetten, waardoor veel innovaties niet tot wasdom komen. Contextuele factoren als sociale dynamiek, technische systemen, samenwerking in het ecosysteem en flexibele wet- en regelgeving zijn bepalend voor succes. De technologie is dan ook vaak niet het knelpunt. Ook hier verdient vooral de sociale component extra zorg: hoe zorgen we ervoor dat alle burgers de verandering echt kunnen meemaken? Met andere woorden: hoe creëren we draagvlak voor de digitale, duurzame transitie? Als we daarin slagen, dan lossen we de belofte van Society 5.0 pas echt in. Aan de slag Maar zover is het nog niet. Nederland zal publiek én privaat, in samenwerking én individueel, voor het collectief en het individu het tempo van effectieve verandering moeten opschroeven. Alleen dan slagen we erin om Nederland een bestendige toekomst tegemoet te laten gaan. Erik Hoorweg is Vice President & Lead Publieke Sector en Tom van den Nieuwenhuijzen is Director Sustainability Public bij Capgemini Invent Nederland. www.capgemini.nl/society-5-0 iBestuur 50, april 2024 65
DIGITALE TOEKOMST EU THEMA Verrechtsing De huidige Europese Commissie stuurde op twee prioriteiten: de Green Deal en de digitale transitie. Met een parlement dat ver naar rechts opschuift, oorlog op het continent en geopolitieke spanningen zal een nieuwe commissie na de komende Europese verkiezingen in juni andere prioriteiten stellen. Wat betekent dat voor het digitale beleid en hoe kijken ‘onze’ parlementariërs daar naar? TEKST: peter lievense • BEELD: shutterstock/bureau oma W 66 iBestuur 50, april 2024 ie minder dan vier maanden voor de Europese verkiezingen aan marktonder zoekers vraagt wat de peilingen voorspellen, krijgt nul op het rekest. Bij Ipsos heet het een ‘lageopkomstverkiezing’ waar voorlopig nog geen interesse voor is. Dat van die lage opkomst, dat klopt wel. Bij de vorige Europese verkiezingen kwam nauwelijks 42 procent van de stemgerechtigden opdagen. Maar ook in het Europees parlement wordt de desinteresse uit het vaderland gevoeld, zegt Europees Parlementariër Bart Groothuis. “Deze maand stemmen we over een wet op political advertising; dat je niet mag targetten op gevoelige categorieën als seksuele voorkeur. Herinner je je het Cambridge Analytica-schandaal? Dat willen wij hiermee voorkomen. Heel belangrijk, maar je mag blij zijn als dat pagina 9 in de kranten haalt.” Groothuis was cybersecurity-expert bij het ministerie van Defensie voor hij in 2020 namens de VVD zitting nam in het EP. Hij is lid van de Defensiecommissie waarvan recent enkele leden mobiel werden gehackt met de beruchte Pegasus-software. Groothuis wil niet zeggen of hij één van de doelwitten was: “Ik doe daar geen uitspraken over. Ik wil de tegenstanders niet wijzer maken over onze detectiemethoden dan ze zijn. Wie dat zijn? Pegasus is verkocht aan pakweg honderd landen.” Derde transitie: veiligheid Groothuis weet waar hij het over heeft: “Ik heb bij Defensie jaren onderzoek gedaan naar hackers. De dreiging verschuift: ging het tot nu toe vooral over ransomware of het stelen van intellectueel eigendom, nu staat ook de democratische rechtsorde onder druk. Verkiezingen worden beïnvloed, vitale infrastructuren worden bedreigd. Dat is soms zo agressief dat het eigenlijk een voorbereiding is op oorlog. Daar stellen wij veel te weinig tegenover.”
van Europa uropa opa Wat betekent dit voor de digitale ambities? kent itale ities? Groothuis wil dat er in het Europese beleid een derde transitie bijkomt, náást de groene en de digitale transitie. “Ons geopolitieke belang moet zwaar meewegen bij elk wetsvoorstel. Dan hebben we het over veiligheid: cyber, defensie, maar ook over economische veiligheid. Ongewenste overnames, exportcontrole, dat moet allemaal op de agenda van de nieuwe commissie.” se beleid st de groene opolitieke bij elk wetsver veiligheid: r economische names, exportop de agenda van Groothuis zou weleens zijn zin kunnen krijgen. De president van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, en lijsttrekker van de grootste fractie in het EP, de christen-democratische EVP, gaat op voor een tweede termijn en heeft al laten weten dat wat haar betreft dan het concurrentievermogen van de Europese industrie, veiligheid en defensie de nieuwe speerpunten zijn. zin kunnen de Europese Comyen, en lijsttrekker het EP, de chrisgaat op voor een al laten weten dat t concurrentievermondustrie, veiligheid en eerpunten zijn. Ruk naar rechts Groothuis is niet bang dat radicaal-rechts na de verkiezingen een grotere rol zal gaan spelen. “Von der Leyen wil herkozen worden en heeft daarbij steun van de rechterzijde nodig. Dat de fractieleden van Identiteit en Democratie zich nauwelijks met de politieke dagdagelijkse zaken bezig houden, klopt wel volgens Patrick Bijsmans, hoofddocent Europese Studies aan de Universiteit van Maastricht. “Er wordt wel gezegd dat er een cordon sanitaire voor deze fractie geldt, maar dat is deels ook omdat ze zelf inderdaad nauwelijks actief zijn. Ze doen vaak niet actief mee in commissies, leveren geen rapporteurs.” Tegelijkertijd kun je niet meer alle eurosceptische partijen op één hoop gooien: “De fractie Conservatieven en Hervormers waarvan onder andere de Broeders van Italië, de Belgische NV-A en de Poolse PIS deel uitmaken, zijn wat gematigder. Zij draaien wél mee in parlementaire activiteiten. Die willen niet uit de EU; daar is geen draagvlak voor, zeker niet sinds de Brexit. Ze willen terug naar een beperktere integratie van de EU.” Bijsmans sluit niet uit dat het na een groot electoraal succes voor de eurosceptische partijen voor de EVP aantrekkelijk kan zijn om over rechts dingen te realiseren die eerder niet mogelijk waren. “Maar dat zal dan eerder gelijkertijd kun je niet meer alle euroop één hoop gooien: rmers iBestuur 50, april 2024 67 Bart Groothuis
DIGITALE TOEKOMST EU Samenstelling Europees Parlement De politieke barometer voorspelt een flinke rechtse wind na de verkiezingen. De radicaal rechtse ‘eurosceptische’ partijen vinden elkaar in de fractie van Conservatieven en Hervormers (ECR) en in de fractie voor Identiteit en Democratie (ID). ECR en ID – nu samen goed voor 137 zetels – ’peilen’ er rond de 40 bij, waarvan zeven of acht voor de PVV die nu niet vertegenwoordigd is. Het EP telt na de verkiezingen 720 zetels. 2019 Renew (liberalen) 101 178 Groenen Sociaaldemocraten BRON: KONRAD-ADENAUER STIFTUNG 38 Die Linke (radicaal-links) 141 58 51 71 67 Europese Conservatieven en Hervormers Identiteit en Democratie (radicaal-rechts) Onafhankelijken Sociaaldemocraten BRON: KONRAD-ADENAUER STIFTUNG 39 Die Linke (radicaal-links) 140 58 42 29 Groenen 47 Europese Volkspartij Renew (liberalen) 84 175 67 Verwachting 2024 Europese Volkspartij Europese Conservatieven en Hervormers Identiteit en Democratie (radicaal-rechts) Onafhankelijken Onafhankelijke rechts-populisten gaan over landbouw- of klimaatbeleid. Bij extreemrechts is verzet tegen bijvoorbeeld de digitale identiteit, maar de EVP heeft aan de basis gestaan van de Europese integratie; die ziet de digitale identiteit juist als belangrijk voor de interne markt en grensoverschrijdende publieke diensten.” Politieke proces De SGP maakt deel uit van de Euro-kritische fractie van Conservatieven en Hervormers en dat levert het enige fractielid Bert-Jan Ruissen flink wat invloed op in het politieke proces. “Je hebt de vrijheid om te stemmen zoals je wilt binnen onze fractie. Ruissen is positief, zij het met kanttekeningen, over het digitale beleid van de commissie. “De AI-act is een goed begin om burgers en bedrijven te beschermen. Regulering is nodig want de bedreigingen in bijvoorbeeld fake 68 iBestuur 50, april 2024 video’s zijn zo verborgen en ingrijpend, dat we niet van burgers kunnen verwachten dat ze zelf echt van nep kunnen onderscheiden. Het Digital Decade-programma beoordeel ik enerzijds als positief; zeker als het gaat om een veilige en duurzame infrastructuur. Ik heb wel mijn bedenkingen over het onderdeel ‘vaardigheden’, omdat dit verder gaat dan noodzakelijk. De EC bemoeit zich met nationale aangelegenheden zoals de vorming van het onderwijs en de gender balance.” Europese digitale identiteit In een speech bij de presentatie van het verkiezingsprogramma sprak Ruissen zich uit tegen de digitale euro en tegen de Europese digitale identiteit. “Die digitale euro is bedacht door de Europese Centrale Bank, zonder duidelijk te maken welk probleem ermee opgelost wordt. Deze cryptocurrency zou op termijn gebruikt kunnen worden om bepaalde uitgaven te volgen of zelfs te blokkeren. En wat betreft de eID wegen de voordelen niet op tegen de nadelen. Persoonlijke gegevens komen beschikbaar voor instanties in de hele EU. Wie krijgt toegang? Hoe wordt de privacy gewaarborgd? Wat de SGP betreft is een digitale Europese identiteit een stap in de verkeerde richting, namelijk die naar een Europees burgerschap.” Bert-Jan Ruissen
Sophie in 't Veld De verkiezingen geven uitzicht op een verschuiving naar rechts in het parlement. “Het lijkt er inderdaad op dat rechtse voorstellen dan meer kans maken. Als het de SGP gegeven wordt om nog vijf jaar actief te zijn op EU-niveau verwacht ik een erg vruchtbare periode.” Dat laatste zal erom spannen: voor een zetel is pakweg 3,23 procent van de Nederlandse stemmen nodig. Vooralsnog staat de SGP in de peilingen op 3 procent. Bedreiging van binnenuit Sophie in ’t Veld belt handsfree vanuit de auto: ze is onderweg naar Straatsburg waar het EP elke maand vier dagen vergadert. In ’t Veld vreest eveneens voor de democratisch rechtsorde, maar ziet ook bedreigingen van binnenuit. “Er zitten een hoop goede dingen in de AI-Act, maar er zijn onder druk van de lidstaten extra bevoegdheden ingeslopen voor de politie en veiligheidsdiensten. Tegelijkertijd wordt de positie van de burger ten opzichte van de overheid verzwakt. Vinden we dat nu een goed idee als extreem rechts overal aan de macht komt?” Het EP deed onderzoek naar het gebruik van datzelfde Pegasus waarmee recent de Defensiecommissie bespioneerd werd. Aanleiding was de ontdekking dat in minimaal vier lidstaten – Griekenland, Spanje, Polen en Hongarije – oppositie en journalisten werden bespioneerd. Het parlement riep de EC op om maatregelen te nemen. “We wilden duidelijke regels voor het gebruik van spyware; rechtelijke toestemming en een duidelijke definitie van het vaak misbruikte begrip ‘nationale veiligheid’. Een resolutie met die strekking is aangenomen in het EP, maar de EC geeft niet thuis. De commissie loopt aan de leiband van de lidstaten. Die laten zich dit soort spionagespulletjes niet afnemen.” In ’t Veld kijkt overwegend positief terug op de totstandkoming van digitale wetten als de AVG, de Digital Services Act (DSA)en de Digital Markets Act (DMA): “Daardoor hebben we zeker meer slagkracht gekregen tegen Big Tech. Tegelijkertijd zie je dat met name door de AVG er nu veel te eenvoudig van wordt uitgegaan dat het wel goed zit met de privacy. Niet dus. Een voorbeeld: de European Health Data Space, die lijkt wel gedicteerd door de “Lidstaten laten zich dit soort spionagespulletjes niet afnemen” farmaceutisch industrie. Zorginstellingen worden verplicht om patiëntdata beschikbaar te stellen, ook aan bedrijven. Voor wetenschappelijk onderzoek, ja, maar dat heeft heel duidelijk een commercieel belang. En het staat bovendien haaks op de principes die we in de AVG hebben vastgelegd zoals vrije keuze en minimaal gebruik.” In ’t Veld is er niet gerust op dat de EVP in een volgende Europese Commissie het ‘cordon sanitaire’ waarmee de middenpartijen de eurosceptische partijen buiten de besluitvorming hielden, in stand houdt. “Onder fractievoorzitter Manfred Weber is de EVP naar rechts opgeschoven. Extreem-rechts zal geen meerderheid krijgen na de verkiezingen, maar ik vrees dat ze via allianties met de EVP wel degelijk invloed uit zullen oefenen op het beleid voor de rechtstaat en burgerrechten.” Desinformatie Kim van Sparrentak zal er zeer waarschijnlijk wel bij zijn na de verkiezingen; ze staat vierde iBestuur 50, april 2024 69
DIGITALE TOEKOMST EU Kim Sparrentak “Bij de DSA hebben we toch een slag verloren van de techlobby” natief voor Big Tech en lobbyde fel tegen de regels voor de grote AI-systemen. Nu werd bekend dat Microsoft en Mistral een ‘strategische samenwerking’ aangaan en dat Microsoft flink investeert in Mistral.” Manipulatieve technieken op de kandidatenlijst van Groen Links-PvdA. Afgelopen periode was zij betrokken bij de totstandkoming van de DSA en de DMA. “De Digital Market Act, daar ben ik absoluut heel blij mee; die wordt goed ingezet waardoor interoperabiliteit steeds belangrijker wordt voor de techbedrijven. De DSA, tja, daar hebben we toch een slag verloren van de techlobby als het gaat om het verspreiden van desinformatie en haat. De Commissie heeft al wel brieven gestuurd naar X, voorheen Twitter, maar daar wordt niks meegedaan.” Van Sparrentak was ook onderhandelaar namens de Groenen bij de totstandkoming van de AI-act. De meest belobbyde Europese wet ooit, denkt ze. “Eigenlijk ging dat altijd om minder regels op die punten waar het verdienmodel zit. Maar dan onder het mom van ruimte voor innovatie. En toen we er uit dachten te zijn maakten Duitsland en Frankrijk een draai. Zij wilden hun eigen AI-bedrijven beschermen.” In december kwam er toch een deal tussen het parlement en de lidstaten. Eind februari kwam de eerdere onverwachte oppositie van met name Frankrijk in een ander daglicht te staan. “Het Franse bedrijf Mistral had zich steeds gepresenteerd als een Europees alterVan Sparrentak laat zich niet uit het veld slaan; ze is al weer met een volgend project bezig. Ze heeft een initiatiefrapport geschreven over het verslavend ontwerp van smartphones en social media en wat daar aan gedaan kan worden. “Vanuit het oogpunt van de consument kijken we naar de verslavende trucjes en manipulatieve technieken waarmee techbedrijven ons zo lang mogelijk aan het scherm gekluisterd willen houden: het eindeloze scrollen, de notificaties die toch blijven komen, ook al heb je ze uitgezet; het automatisch afspelen van video's. Vooral voor kinderen is dat absoluut ongewenst, die zitten gemiddeld 7 uur per dag op hun mobieltje!” Het rapport kan rekenen op bijna unanieme steun van het parlement. Nu moet de Commissie er na de verkiezingen mee aan de slag. Van Sparrentak is niet bang dat een nieuwe Commissie ineens heel andere prioriteiten zal hebben. “Er zijn grote stappen gezet in de digitale transitie in de afgelopen periode, dat gaat heus wel door. Bovendien zijn vooral de bedrijven de motor achter de transitie. Het is zaak dat wij er bovenop zitten en daar goede regels voor maken. Maar ook de groene transitie zal uiteindelijk wel doorzetten: we hebben geen keus! Je zou alleen wel willen dat ze wat meer hun rug recht houden als er een paar tractoren door Brussel rijden.” iBestuur 50, april 2024 71
DIGITALE TOEKOMST EU THEMA Digitalisering speelt een grote rol in de Europese Green Deal. Onderzoek, innovatie en het uiteindelijke opschalen van nieuwe oplossingen zijn hard nodig om deze beleidsdoelstellingen te behalen. Europa ondersteunt dit met de nodige subsidies voor onderzoek en innovatie. TEKST: laura platenkamp en okke scholten • BEELD: shutterstock Groen en digitaal: Horizon Europe EU investeert in de D e Europese Unie wil in 2050 het eerste klimaatneutrale continent zijn en heeft de periode 2020-2030 aangewezen als de Europese ‘Digital Decade’. Om Uit de analyse die voor dit artikel gedaan is, bleek dat er 230 Nederlandse overheden (lokaal en nationaal) betrokken waren bij groene projecten in Horizon Europe. Aan deze projecten nemen vaak ook andere Nederlandse partners deel: onder meer 201 onderzoeks- en kennisinstellingen, 90 bedrijven en 56 organisaties van een andere signatuur, zoals stichtingen. Samenwerking met sterke (Nederlandse) partners is essentieel voor een succesvolle Horizon Europe-aanvraag. 72 iBestuur 50, april 2024 zowel de klimaat- en digitale transitie, ook wel de ‘twin transitions’ genoemd, te bereiken, moeten deze integraal worden benaderd. Zonder geavanceerde, digitale toepassingen, zoals bij het meten van uitstoot van broeikasgassen en het efficiënt maken van systemen, is het bereiken van klimaatneutraliteit niet haalbaar. Maar digitalisering kan ook grote, negatieve gevolgen hebben voor de klimaatdoelen – denk aan het grote elektriciteitsverbruik van datacentra. Een belangrijk deel van de EU-financiering van onderzoek en innovatie is direct gekoppeld aan uitdagingen, zoals de twin transition. Dit heeft Nederland doorgezet in het in 2023 geherformuleerde missiegedreven innovatie- en topsectorenbeleid. Onderzoeks- en innovatiefinanciering EU-onderzoeks- en innovatieprogramma’s zoals Horizon Europe, Digital Europe Programme, LIFE en Connecting Europe Facility bieden allemaal financieringsmogelijkheden voor Nederlandse partijen, in verschillende stadia van onderzoek en de ontwikkeling van toepassingen. Horizon Europe is het grootste programma, met een budget van meer dan 95 miljard euro voor de periode 2021-2027. Nederland scoort goed op het gebied van groene en digitale projecten binnen Horizon Europe, waarbij Nederlandse publieke instellingen het grootste deel van de financiering binnenhaalden voor samenwerkingsprojecten in twee onderdelen van het op maatschappelijke uitdagingen gerichte gedeelte van Horizon Europe. Op het gebied van voedsel, natuurlijke hulpbronnen en milieu, hebben Nederlandse overheden sinds 1 januari 2021 11,2 miljoen aan projectsubsidie ontvangen. Op het gebied van klimaat, energie en mobiliteit is dit zelfs 17,4 miljoen. Bovendien is de slaagkans voor Nederlandse overheden op deze gebieden relatief hoog, respectievelijk 32 en 63 procent. Dit is aanzienlijk
twin transition hoger dan het gemiddelde slagingspercentage van 15-20 procent van de Horizon Europe-samenwerkingsprojecten. Innovatieve digitale projecten Op lokaal niveau laten grote steden als Rotterdam, Utrecht en Amsterdam innovatieve voorbeelden zien van groene en digitale projecten, zoals het bidirectioneel uitwisselen van energie tussen auto’s en huishoudens in het DriVe2X-project van Amsterdam. Ook centrale overheidsinstanties zijn succesvol, zoals het LAMASUS-project van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, dat tools ontwikkelt voor beleidsmakers om de effecten van natuurbeleid te bepalen, en het FOODCoST-project, waarbij RIVM samenwerkt met de Wageningen Universiteit om de werkelijke kosten van voedsel te berekenen, inclusief gezondheids- en milieukosten. Ook kleinere overheden behalen successen, zoals het DARROW-project van het waterschap Dommel, dat gebruikmaakt van AI-oplossingen om afvalwater energie-efficiënter te maken. Naast het bijdragen aan technologische doorbraken kunnen Europese projecten ook helpen bij het stimuleren van een nieuwe manier van denken. Neem bijvoorbeeld het RESCHOOL-project, waarbij (digitale) middelen worden ontwikkeld om lokale energiecoöperaties in staat te stellen energie uit te wisselen met het elektriciteitsnet. Dit zijn voorbeelden waarbij de doelstellingen van de Europese Commissie, zoals een meer mensgerichte economie en innovatieve techniek, hand in hand kunnen gaan. Overheden spelen een steeds grotere rol in het vormgeven van het innovatielandschap, bijvoorbeeld in publiek-private partnerschappen zoals de AI-samenwerking ADRA, het biodiversiteitspartnerschap Biodiversa+ en het op de gebouwde omgeving gerichte iBestuur 50, april 2024 73 Klimaatneutrale en slimme steden Een van de missies die de Europese Commissie sinds 2021 aanhoudt is de 100 Climate-Neutral and Smart Cities by 2030. Deze is bij uitstek relevant om de stedelijke doelen gericht op een groene en digitale transitie te bereiken. Zeven Nederlandse steden zijn hiervoor geselecteerd: Groningen, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Helmond. De steden ontvangen onder meer ondersteuning van een Europees platform (NetZeroCities) en van de nationale overheid.
DIGITALE TOEKOMST EU Subsidie aanvragen TIP 1: VORM EEN STERK CONSORTIUM Om aanspraak te kunnen maken op financiering is het van belang om te kijken waar de doelstellingen van het eigen onderzoeks- en innovatieproject aansluiten bij EU-doelstellingen. Een goed geschreven voorstel, waarin duidelijk naar voren komt wat de impact is van het beoogde project, is essentieel. Los daarvan is het vormen van een sterk consortium met de benodigde expertise en representativiteit van groot belang. TIP 2: INVLOED UITOEFENEN OP PROGRAMMERING Beïnvloeding van de programmering van de Europese onderzoeks- en innovatiefinanciering is een manier om op de langere termijn financiering te realiseren. Veel (lokale) overheden zijn vertegenwoordigd in Brussel. Ook zijn er gespecialiseerde netwerk- en belangenorganisaties, zoals Eurocities. Nederland beïnvloedt via de ministeries en RVO de programmering en consulteert stakeholders, bijvoorbeeld via de RVO Horizon Europe Klankbordgroepen waarin overheden, kennisinstellingen, bedrijven en maatschappelijk middenveld vertegenwoordigd zijn. TIP 3: ZORG VOOR CAPACITEIT AAN DE VOORKANT Een knelpunt voor het schrijven van een succesvol Europees voorstel is vaak de capaciteit die nodig is aan de 74 iBestuur 50, april 2024 Built4People, en in het Citiverse European Digital Infrastructure Consortium. Deze infrastructuur wordt essentieel voor het ontwikkelen van tools op het gebied van stedelijke planning en het realiseren van klimaatneutraliteit. Opschalen voorkant van het project. Een gebrek aan middelen en expertise kan een belemmering vormen om een goed voorstel te ontwikkelen. Het maken van een Horizon Europe-voorstel vergt al snel een voorbereidingstijd van zes maanden. Grotere gemeenten, kennisinstellingen en grotere bedrijven hebben vaak gespecialiseerde mensen in dienst om bij het scrhijven van een voorstel te ondersteunen. Ze beschikken vaak ook over een goed (inter)nationaal netwerk. Vooral Nederlandse universiteiten en kennisinstellingen presteren erg goed in Europa. Het is dus slim om hierbij aan te haken. TIP 4: MAAK GEBRUIK VAN ONDERSTEUNING Om meer partijen de kans te bieden gebruik te maken van Europese onderzoeks- en innovatiefinanciering, biedt RVO hulp bij het identificeren van kansen voor EU-financiering, het matchen van organisaties bij de consortiumvorming en bij het meelezen met voorstellen. Er is een grote diversiteit aan regelingen en instrumenten. RVO heeft adviseurs voor programma’s zoals Horizon Europe, LIFE, Interreg en Digital Europe-programma die helpen met de verschillende fasen van een aanvraag, in de vorm van onder meer voorlichting, trainingen en advies. Ook voor projecten in Horizon Europe is na financiering voor onderzoek het opschalen van het initiatief een belangrijke stap. Idealiter is van tevoren al rekening gehouden met wat er met de uitkomsten kan worden gedaan. Wie een aanvraag doet voor Europese financiering zal dit goed moeten toelichten. Het programma Digital Europe kan helpen bij het opschalen van technologieën met een grote impact op de samenleving. Voor bepaalde onderdelen van Digital Europe heeft Nederland, als enige lidstaat, besloten om structureel cofinanciering beschikbaar te stellen om projecten ook nationaal te ondersteunen. Voorbeelden hiervan zijn: een Energie Dataspace en een Europese Green Deal Dataspace (aan te vragen via RVO bij het ministerie van EZK). Laura Platenkamp (laura.platenkamp@rvo.nl) en Okke Scholten (okke.scholten@rvo.nl) zijn contactpersonen Horizon Europe bij RVO. Meer over Digital Europe op www.rvo.nl/ subsidies-financiering/digital-europe Op iBestuur.nl is dit artikel ook geplaatst en voorzien van handige links naar de Europese programma’s, (netwerk)evenementen om potentiële samenwerkingspartners te vinden en projectideeën te bespreken en ondersteuning bij het aanvragen van subsidies of opschalen van projecten.
COLUMN Europe, what is it good for? Commissievoorzitter Von der Leyen doet grote afbreuk aan de interne werking van de EU The Financial Times kopte onlangs ‘Will Big Tech play by Europe’s Rules?’ Het is een veelzeggend vraagteken. Blijkbaar is er reden om te twijfelen aan het vermogen van de EU om de eigen regels te handhaven. De twijfel is - helaas - terecht. Niet alleen op het gebied van technologie, maar ook op andere beleidsterreinen. Bij iedere wet die nu wordt aangenomen moeten we ons afvragen: gaat deze wel uitgevoerd worden? Gaat de Europese Commissie handhaven? Het antwoord op beide vragen is helaas ‘waarschijnlijk niet’. Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen heeft handhaving doelbewust op een laag pitje gezet. Op alle terreinen: privacybescherming, asielwetten, dieselnormen, zelfs bij de ooit onkreukbare staatssteunregels. Het is haar stellige overtuiging dat de Commissie de regeringsleiders moet bedienen, in plaats van deze in het gareel te houden. De ernst van deze situatie valt niet te onderschatten. Het negeren van Europese regels zonder al te veel consequenties is acceptabel geworden en die geest gaat niet snel weer terug in de fles. Von der Leyen speelt met vuur, maar zit wél op een lijn met de nationale regeringsleiders, die Europa zien als een restaurant met een keuzemenu. De Europese Commissie is een soort ober of sommelier die de leiders bedient en niet de chef-kok die de uiteenlopende wensen vertaalt naar het best mogelijke gerecht. Het helpt niet dat zij afhankelijk is van diezelfde nationale leiders voor een door haar vurig gewenste tweede termijn. Waar dat toe leidt is glazenbol-kijken, maar de voortekenen zijn slecht. Naast juristen, journalisten en activisten trekt inmiddels ook het Europese bedrijfsleven aan de bel. Wil je in heel Europa zakendoen, dan heb je baat bij voorspelbaarheid en een onberispelijke rechtsstaat. Beide principes staan op de helling. Door niet te handhaven is de kern van het wezen van de EU aan het wankelen gebracht. Europa is namelijk geen superstaat, wat sommige populisten ook beweren. De Unie leunt op het naleven van verdragen met een onafhankelijke scheidsrechter die daarop toeziet. Maar Von der Leyen heeft dat veranderd. Hoewel ze geslaagd is als topvrouw die de EU smoel geeft, doet zij grote afbreuk aan de interne werking van de EU. Ze hecht groter belang aan de status van de Commissie als een politieke speler, met een presidentiële opzet, dan aan het vervullen van de kerntaak. Een te dure uitruil, waarvan we het prijskaartje nog moeten ontdekken. De greep verliezen op Big Tech is mogelijk nog maar het begin. sophie in ’t veld Europarlementariër en fractielid Renew Europe iBestuur 50, april 2024 75
DIGITALE TOEKOMST EU THEMA Entry/Exit System D 76 iBestuur 50, april 2024 Strengere grenscontroles Strengere g afhankelijk Europees I afhankelijk van waanzinnig complex Europees IT-project De Nederlandse grenspassages moeten in de toekomst het land beter beveiligen tegen terreur, zware criminaliteit, mensensmokkel en ongedocumenteerden. Ze zijn daarbij afhankelijk van een waanzinnig complex Europees IT-project: het Entry/Exit System. Vertraging ligt op de loer. TEKST: sjoerd hartholt • BEELD: defensie e Koninklijke Marechaussee werkt sinds 2020 aan het programma ‘Future Borders’, dat grenzen toekomstbestendig en veiliger moet maken en dus van een groot belang is voor de ambities van het kabinet. Het terugdringen van ‘derdelanders’ is een politiek heet hangijzer, zowel in Den Haag als in Europa. Met het Exit/Entry System (EES), een digitaal systeem waarmee ‘derdelanders’ die Europa binnenkomen beter geregistreerd worden en personen die te lang in Europa verblijven sneller worden opgemerkt, moeten beloftes waargemaakt worden. Biometrische gegevens registreren Hoe gaat het systeem in zijn werk? De Marechaussee noteert bij grenspassages in EES
Koninklijke Marechaussee op Schiphol Airport. proces van zo’n 2,5 minuut. Dit wordt naar verwachting korter en bij een volgende grenspassage wordt het dossier automatisch bijgewerkt. Het project behelst echter meer dan alleen IT, zegt Rosenbrand. Het verandert de hele manier van werken voor grenswachters. “Dit is vooral een organisatieverandering voor de grenswachten in alle Europese lidstaten. Ze moeten allemaal opgeleid worden om met het systeem te kunnen werken.” Privacy en gegevensbescherming Het is voor het slagen van EES van groot belang dat er wordt voldaan aan alle wettelijke vereisten op gebied van privacy en gegevensbescherming. “De geopolitieke situatie in de huidige wereld is daarbij erg belangrijk. We onderzoeken hoe en waar de data opgeslagen worden en hoe de ‘datalijnen’ tussen de vele organisatie die deel uitmaken van de keten lopen,” vertelt Rosenbrand. Omdat het deels om biometrische gegevens gaat zijn de eisen erg hoog. De servers waar de gegevens opgeslagen worden moeten in een ‘veilig’ land staan binnen de EU. Ook in de apparatuur zelf mogen onder geen beding achterdeurtjes zitten naar landen als China en Rusland. straks persoonsgegevens uit paspoorten en registreert ook biometrische gegevens van derdelanders die Nederland binnenkomen. Dit gebeurt via zelfbedieningskiosken met onder meer camera’s die gezichten herkennen en met het afnemen van vingerafdrukken. Grenswachters hoeven niet langer documenten te stempelen, maar geven met een paar klikken door dat een derdelander, die in bijvoorbeeld Italië een terugkeerbesluit heeft gekregen, de Europese Unie via Nederland op Schiphol heeft verlaten, zo legt testmanager Mark Rosenbrand uit. Op die manier ontstaat voor alle Europese landen een beeld van welke derdelanders nog in Europa aanwezig zijn. Wanneer iemand een toegestaan verblijf overschrijdt wordt deze automatisch toegevoegd aan een lijst met verblijfsduuroverschrijders. Iedere reiziger maakt bij de eerste registratie een dossier aan, een behoorlijk tijdrovend Met de hoeveelheid organisaties die deelneemt aan het project in alle verschillende lidstaten is dit geen vanzelfsprekendheid. Iedere organisatie besteedt de apparatuur weer op zijn eigen manier aan en diverse organisaties geven de invulling van een aanbesteding uit handen aan een leverancier en onderaannemers. Rosenbrand: “Het komt geregeld voor dat we een aanbesteding voor apparatuur of software terug moeten draaien.” Op dit moment is het ministerie van Justitie en Veiligheid, maar ook de eigen security-tak van de Marechaussee, druk met het controleren van hardware en software op land van herkomst. Tekort aan IT’ers Ook het enorme tekort aan IT’ers is een grote uitdaging, gaat Rosenbrand verder, die dit aan den lijve ondervindt. “Ik ben zelf nog op zoek naar een coördinerend testmanager voor het uitvoeren van de ketentesten. Probeer maar eens in kort tijdsbestek geschikte meniBestuur 50, april 2024 77 Entry/Exit System (EES) Aan het programma ‘Future Borders’ werken zo’n vijftig IT’ers, waaronder programmeurs, architecten en projectleiders van de Marechaussee. Ook zijn er IT’ers vanuit JIVC, de IT-tak van Defensie, aangesloten om te werken aan de diverse aanverwante IT-programma’s voor grenscontrole. Het EES is inmiddels vertraagd, gaat volgens de nieuwe planning zo’n 23 miljoen euro kosten en moet voor november 2024 live gaan.
DIGITALE TOEKOMST EU sen te vinden die ook genoeg kennis in huis hebben over het domein.” Het is extra moeilijk omdat organisaties allemaal in dezelfde vijver van IT-talent vissen. “De IND, JIVC, het ministerie, de Nationale Politie en de Marechaussee zijn allemaal op zoek naar dezelfde expertise.” Externe inhuur biedt voorlopig uitkomst. “Maar voordat een extern ingehuurde medewerker kan beginnen moet hij of zij eerst uitgebreid gescreend worden door de diensten. Daar gaat flink wat tijd in zitten; minimaal zes weken. Dus voordat iemand binnen is met wie ik details over de opdracht kan bespreken, ben ik alweer bijna twee maanden verder.” Elk paspoort een nieuwe uitdaging Dan is er nog de uitdaging van de chips in paspoorten, die in ieder land weer anders kan zijn qua standaarden op gebied van folie en coderingen voor chips. “De apparatuur die we overal gaan inzetten moet alle paspoorten op de wereld kunnen uitlezen. Lukt dat niet dan is registratie onmogelijk.” Er zijn echter veel verschillende ‘paspoorttechnologieën’. Sommige lidstaten kunnen alleen de chip uitlezen, maar geen paspoorten met folie of andere beschermingsmaatregelen die ongewenst uitlezen voorkomen. “Het komt geregeld voor dat we een aanbesteding voor apparatuur of software terug moeten draaien” “De beveiliging die we nu gebruiken is over een paar jaar alweer achterhaald. Dus we moeten onze apparatuur geschikt maken voor de dynamiek van de toekomst en dat is een behoorlijke uitdaging. Wanneer Hongarije nu een nieuw paspoort op de markt brengt Ook aan praktische vraagstukken geen gebrek Er zijn tal van factoren die het project complex maken. Zo roept de registratie van Britse passagiers en voertuigen op de ferrylijnen in IJmuiden en Hoek van Holland al veel vragen op. Hoe ga je in korte tijd biometrische gegevens afnemen bij een voertuig met vier personen? Of bij een ferry met 250 passagiers? Ook moet er een technische oplossing komen voor bestuurders die links of rechts in hun auto zitten. “Een automaat plaatsen waar bestuurders vanuit hun stoel in de camera kijken en een vinger op een scanner leggen, gaat dus niet zomaar.” Als dit niet goed wordt uitgewerkt, liggen lange wachttijden snel op de loer, waarschuwt Rosenbrand. Ook het maken van een foto 78 iBestuur 50, april 2024 en het nemen van vingerafdrukken kan in de praktijk tot flinke vertraging leiden, weet hij. “Zo heb je soms te maken met personen die bijvoorbeeld een vinger, hand of beide handen missen of iemand die secondelijm aan zijn vingertoppen heeft die er niet af gaat.” En een kiosk moet hufterproef zijn. De camera’s in de kiosk zijn geïnstalleerd aan de buitenkant van het glas voor een goede kwaliteit foto. Maar wat als er bijvoorbeeld een groep hooligans op Rotterdam Airport landt. Er hoeft er maar één tegen de lens aan te slaan om het vliegveld volledig vast te laten lopen. “We testen ook of er niets over de camera heen gegooid kan worden, zoals een kledingstuk. Of schoonmaakmiddelen die per ongeluk apparatuur kapotmaken.” De veiligheid van gegevens is een ander vraagstuk. Deze worden in de huidige opzet bij de IT-organisatie van de EU opgeslagen: eu-Lisa. Maar wat als de verbinding eruit ligt? Rosenbrand: “We onderzoeken of we de gegevens in zo’n geval lokaal kunnen opslaan en of dit bijvoorbeeld op een server van Defensie mag. Wanneer de verbinding terug is sta je weeer voor nieuwe uitdagingen: mag je dan al die duizenden lokaal opgeslagen dossiers in bulk doorzetten of liggen de servers er dan gelijk wéér uit? Het is een enorm capaciteitsvraagstuk, waarbij goed testen doorslaggevend is.”
kan onze apparatuur daarop vastlopen. Zoiets gebeurt om de twee maanden. Wij anticiperen daar dan gelijk op met onze leveranciers en ontwikkelaars. Dan laten we de betrokken overheidsmensen van dat land en onze eigen IT-experts en testers invliegen om een oplossing te vinden. We weten namelijk niet hoe onze apparatuur en software op een nieuw paspoort reageert.” In enkele gevallen is er binnen twee weken een technische oplossing, maar het kan soms ook maanden duren. Zeker landen buiten Europa zoals de VS, Canada en Singapore en China zullen geen rekening houden met de apparatuur van Europa om paspoorten te lezen. “Er zijn internationale afspraken over het lettertype en dat er een chip in moet zitten, maar over specifieke beveiligingsmaatregelen zijn geen afspraken vastgelegd. Deze verschillen voor ieder land.” Testfase wordt spannend De planning van het testen komt erg nauw. De aanstaande vakantieperiode met massa’s reizigers is bepaald niet handig gekozen, net als de periode van de Olympische Spelen in Parijs, waarbij massa’s mensen van buiten de Europese Unie naar Frankrijk komen. Elke registratie kan zo’n 2,5 minuut duren, waardoor de hele vertrekhal vol kan komen te staan. De hoop om die tijd te verkorten is nu gevestigd op een app waarmee reizigers alvast van tevoren gegevens kunnen inladen en zo een pre-registratie kunnen doen. Einde aan de ‘halve’ administratie Terwijl de deadline nadert, blijven de afhankelijkheden van het complexe project dus talrijk. Rosenbrand vindt dat de Nederlandse keten goede stappen zet. “Daar mogen we best trots op zijn, want het is een ongelooflijk dynamisch en complex IT-project.” Dat komt met name door het enorme aantal leveranciers van software en hardware, maar ook door de grote keten aan organisaties die moet aansluiten, zoals de luchthavens, de ferrylijnen, het Europaloket, de Havenpolitie, de Vreemdelingenpolitie, de IT-organisaties van de Europese Unie (euLISA) en Defensie (JIVC). De bedoeling dat er eind 2024 een einde komt aan ‘halve administratie’ waarbij niet duidelijk is of iemand die niet meer in de EU mag verblijven toch nog ergens in de EU is. “En om dat goed te doen, zal heel Europa mee moeten werken. Wanneer er ergens een gat ontstaat is de moeite eigenlijk voor niets.” Europese lidstaten kennen veel verschillende ‘paspoorttechnologieën’. Testmanager Mark Rosenbrand: “Wanneer Hongarije nu een nieuw paspoort op de markt brengt kan onze apparatuur daarop vastlopen.” Meer informatie over Entry/Exit System. iBestuur 50, april 2024 79
DIGITALE TOEKOMST EU THEMA Dutch Societal Innovation Hub Leren van elkaars aanpak ijdens een webinar ging de Dutch Societal Innovation Hub afgelopen maart in gesprek met hubs in Griekenland, Cyprus en het Duitse Brandenburg. Vier lessen vallen op. 1 Leiderschap in tijden van transities De digitale transformatie overkomt ons enerzijds, maar vraagt anderzijds om allerlei aanpassingen van de publieke sector. Omdat elk Europees land een andere culturele en bestuurlijke context heeft, kiest elk land voor een eigen aanpak voor hun ondersteuning van de publieke sector. Om impact te maken met bijvoorbeeld AI, is het in Duitsland en Nederland logisch om bestuurlijk draagvlak te zoeken via formeel leiderschap. In Griekenland en Cyprus is het opbouwen van vertrouwensrelaties met de mensen op de werkvloer essentieel. Fysiek langsgaan op de eilanden en in regio’s, is nodig om vertrouwen op te bouwen. Daarna wordt pas de stap gezet om draagvlak te creëren bij bestuurders. Kennis en kunde voor verantwoorde digitale transformatie Het bogen op publieke waarden, zoals veiligheid, inclusie en privacy, blijkt op vele plekken een uitdaging. Zo werden 2 80 iBestuur 50, april 2024 T Overal in Europa hebben overheden te maken met de energietransitie, klimaatadaptatie en een groeiende kloof met burgers. Om kennis op te doen en ervaringen te delen, werkt de Dutch Societal Innovation Hub (DSIH) samen met Europese partners. TEKST: babette bakker, harald wouters BEELD: shutterstock wegen. Terwijl opvattingen over publieke waarden en de privacywetgeving kunnen verschillen, is het leren van elkaars aanpak van verantwoord gebruik van algoritmen en digitale technologie van grote waarde. Daarnaast kunnen wij in Nederland methodieken, standaarden en tooling die zijn ontwikkeld met Europese subsidie, bijvoorbeeld een aanpak Ethics-by-Design, beter benutten. 3 in Duitsland bij een droneproject om bosbranden te detecteren onbedoeld ook wandelaars gefilmd. Dit leidde tot vragen over privacy en ethiek. Dergelijke projecten worden vervolgens vaak gestopt. Zo worden innovaties in de kiem gesmoord en blijven de juiste discussies achterwege. Denk ook aan de scanauto of de bodycam in Nederland. In Griekenland en Cyprus blijken lokale of regionale ambtenaren niet de kennis te hebben om de impact van nieuwe digitale technologieën af te kunnen Herontwerp van het innovatieproces De digitale transformatie kan ingezet worden om maatschappelijke opgaven effectiever aan te pakken, bijvoorbeeld door sensoren of beeldherkenning in te zetten voor de vergroening in steden en regio’s of het omgaan met wateroverlast. Toch blijft het moeilijk om dit daadwerkelijk te realiseren. Zowel in Griekenland, Cyprus als Nederland groeit het besef dat bestaande innovatieprocessen doorbroken en herontworpen moeten worden om impact te maken. De focus op de volwassenheid van technologie moet eigenlijk verbreed worden met de acceptatie van de maatschappij en de samenwerking in de keten: Societal Readiness en Community Readiness. Elk land is nog aan het leren hoe dit herontwerp van het innovatieproces in de praktijk werkt.
In Griekenland heeft de economische crisis geholpen om een digital wallet te ontwikkelen. BEELD: NFCW De ondersteuning van Nederlandse steden, gemeenten en provincies van de Europese missies, zoals 100 klimaatneutrale steden en 150 klimaatbestendige regio’s en gemeenschappen in de EU in 2030, biedt kansen om hier in Europees verband in op te trekken. 4 Vertrouwen in digitale dienstverlening De Europese Commissie wil met de Single Digital Gateway één centrale toegangspoort realiseren voor burgers en bedrijven tot alle digitale overheidsdienstverlening. Volgens de eGovernment Benchmark 2023 loopt Nederland relatief voor in haar ‘digitale volwassenheid’ om dit te bereiken. In Duitsland zijn er grote verschillen merkbaar, mede doordat inwoners terughoudend zijn in het delen van data met de overheid. In Griekenland heeft de economische crisis geholpen om een digital wallet te ontwikkelen. Crises en schandalen zijn van grote invloed op het collectieve vertrouwen en daarmee op de digitale volwassenheid. De Europese Data Act probeert de gegevensuitwisseling van alle publieke instellingen gelijk te trekken. Door samen te verdiepen op de oorzaken van successen of achterblijven, kunnen wij groeien in digitale volwassenheid. Deze vier lessen bieden voor de Dutch Societal Innovation Hub interessante aanknopingspunten om nauwer samen te werken met de hubs in Griekenland, Cyprus en Brandenburg. In de komende maanden worden de thema’s verder verdiept, onder andere met een aantal nieuwe webinars. De discussie kreeg tijdens de webinar veel bijval, bijvoorbeeld van hubs uit het Duitse Hesse, Finland, Ierland, Kroatië, Letland, Litouwen en Portugal. Dutch Societal Innovation Hub Sinds begin 2023 coördineren IPO en VNG de Dutch Societal Innovation Hub. De DSIH is onderdeel van het Digital Europe-programma, dat de digitale transformatie van het mkb en de overheid stimuleert. De DSIH wordt gefinancierd door de Europese Commissie en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. De DSIH richt zich op het samen leren over missie-gedreven innoveren (REthink), toegang tot innovatie-infrastructuur met diensten, methodieken en trainingen (REshape) en het verbinden met communities in Nederland en Europa (REconnect). Babette Bakker is innovatiemanager bij IPO-DSIH Harald Wouters is innovatiemakelaar bij VNG-DSIH iBestuur 50, april 2024 81
KENNISPARTNER TCS Hoe beschermen we ons tegen financiële criminaliteit? Elk jaar gaan er enorme sommen geld verloren door het witwassen van geld. Het juiste gebruik van kunstmatige intelligentie kan de financiële sector jaarlijks miljoenen besparen en is een kans die Europese banken optimaal zouden moeten benutten. ositief of negatief, technologie heeft onze samenleving veranderd en financiële instellingen gedwongen om snel te moderniseren. In de EU groeit de Digital Economy and Society Index (DESI), die de vooruitgang op digitaal gebied in EU-lidstaten bijhoudt, consistent. En wereldwijd zullen de uitgaven aan digitale transforWitwassen In heel Europa zien we enorme financiële schade nu witwassers steeds geavanceerder te werk gaan in de digitale wereld. Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) is het witwassen van illegaal geld in Nederland jaarlijks goed voor bijna 13 miljard euro. In Duitsland werden alleen al in 2020 8.942 gevallen van witwassen gemeld. Wereldwijd gaat er jaarlijks meer dan twee biljoen dollar verloren aan het witwassen van geld. P matietechnologieën en -diensten tegen 2026 naar verwachting 3,4 biljoen dollar bedragen. We leven in een digitaal tijdperk, wat betekent dat we grenzeloze nieuwe kansen creëren voor banken en financiële dienstverleners om de manier waarop we geld beheren te verbeteren met behulp van technologie. Maar net zoals deze kansen beschikbaar zijn voor bankorganisaties, zijn ze beschikbaar voor criminelen. Boetes Het wordt ook kostbaar voor banken zelf als de anti-witwaswetten niet nauwgezet worden nageleefd. In de afgelopen jaren hebben Europese banken boetes van honderden miljoenen gekregen voor onvoldoende anti-witwaswerk en klantencontrole – ook wel bekend als het ken-uw-klant-principe. Efficiënter werken met AI Het werk met betrekking tot witwasbestrijding en compliance kan voor een groot deel efficiënter worden gemaakt door gebruik te maken van kunstmatige intelligentie en machine learning, omdat deze technieken bedreven zijn in het doorspitten van gegevens en het identificeren van verdachte patronen of informatie. Met andere woorden: omdat de technologie gemakkelijk enorme hoeveelheden gegevens kan doorzoeken en ervan kan leren, kan de technologie worden gebruikt om automatisch fraude en transacties te identificeren die wijzen op het witwassen van geld en deze snel te markeren voor verdere behandeling. Vooral wanneer de technologie op de juiste manier en in samenwerking met Banken zouden veel geld besparen als ze witwaspraktijken zouden kunnen voorkomen. Net zoals AI nuttig kan zijn voor regelgevers en criminelen, is het optimaal benutten van de mogelijkheden van AI ook voor banken een efficiënte manier om dit te bereiken. Hoewel de dagelijkse werkzaamheden in financiële instellingen nu digitaal en grotendeels gemoderniseerd zijn, zijn grote delen van compliance-functies nog steeds handmatig, waardoor er ruimte is voor grote digitale verbeteringen. 82 iBestuur 50, april 2024
Sujata Dasgupta is Global Head of Financial Crime Compliance Advisory & Transformation bij Tata Consultancy Services. BEELD: KRISTINA SAHLÉN real-time monitoring om witwaspraktijken te voorkomen. Vandaag de dag heeft slechts één bank stappen aangekondigd om real-time monitoring in te voeren die kan helpen voorkomen dat zwart geld in handen van criminelen komt – de Bank of Valletta in Malta. Verandering kost tijd en financiële instellingen gebruiken niet altijd de juiste hulpmiddelen, ondanks de potentiële verliezen die op het spel staan. Vandaag de dag heeft slechts één bank stappen aangekondigd om real-time monitoring in te voeren menselijke specialisten wordt gebruikt, kunnen we een hybride toekomst van compliance opbouwen waarin computers onregelmatigheden identificeren terwijl individuen zich richten op het bestrijden van financiële criminaliteit op basis van de door AI gegenereerde inzichten. Nog een lange weg te gaan De mogelijkheden zijn enorm, maar deze strategische veranderingen hebben tijd nodig. Het is al meer dan twee jaar geleden dat de European Banking Authority richtlijnen publiceerde om banken te helpen bij het opzetten van Hoewel sommige Europese banken kunstmatige intelligentie-gedreven oplossingen hebben geïmplementeerd om financiële criminaliteit te bestrijden, is er nog een lange weg te gaan voordat een bank zich kan beroepen op een sterke verdediging die bestaat uit een combinatie van mensen, processen en platforms. Om te kunnen blijven profiteren van het vertrouwen dat zowel particulieren als andere instellingen in de financiële sector hebben, moet de sector bijblijven met de technologische ontwikkelingen. Europese financiële instellingen moeten de leiding nemen om ervoor te zorgen dat we geen regio worden waar geraffineerde criminele netwerken en illegale geldstromen in het duister kunnen opereren. www.tcs.com iBestuur 50, april 2024 83
KENNISPARTNER CENTRIC Vijf jaar geleden is de beslissing genomen: het complete IT-portfolio van Centric moet vanaf eind 2023 als SaaS kunnen worden aangeboden. Die deadline is zo goed als gehaald. Mark Uiterwijk Winkel, Chief Portfolio Officer, vertelt over het hoe en waarom. Cloudoplossingen om gemeenten te ondersteunen bij emeenten zitten midden in een digitale transitie. Van een informatielandschap dat is opgebouwd uit datasilo’s en separate applicaties groeien ze toe naar een servicelandschap onder meer op basis van Common Ground. En Centric beweegt vanzelfsprekend mee. “Door onze oplossingen aan te bieden in een (multi)cloudomgeving helpen we de gemeenten in hun digitale transitie, vertelt Uiterwijk Winkel. “De moderne software voldoet aan de eisen die aan privacy en security worden gesteld. Omdat de complexiteit toeneemt is de stap naar de cloud een logische. Daarom hebben we bij Centric vijf jaar geleden gezegd: “We moeten de gemeenten die zaken uit handen nemen; zij hebben al genoeg taken op hun bord en niet altijd genoeg mensen om die uit te voeren.” We gaan al onze oplossingen via de cloud aanbieden.” Dat was de start van een groot programma waarin het complete portfolio op een gestructureerde wijze richting SaaS wordt gebracht. G Niet afdwingen Migreren naar de cloud verloopt niet via het scenario van een big bang. “Binnen het aanbod maken we onderscheid,” legt Uiterwijk Winkel uit. “Onze strategie is helder. Nieuwe producten zijn alleen vanuit SaaS beschikbaar. We merken dat gemeenten dat bij nieuwe IT-oplossingen ook vragen en verwachten. Onze online dienst Leefomgeving, bedoeld voor de Omgevingswet, is daar een goed voorbeeld van. Andere oplossingen zijn zogenaamd cloud-gereed; ze worden zowel on-premise als vanuit de cloud aangeboden. Een voorbeeld daar“Er is geen reden meer om af te wachten; migreer met ons mee!” van is Centric Begraven, een oplossing die we als een van de eerste, vijf jaar geleden al, in de cloud aanboden. Centric Begraven is overigens een duidelijk bewijs dat gemeenten dit willen; inmiddels zijn al 120 klanten van deze oplossing gemigreerd.” Centric houdt er uiteraard rekening mee dat je zo’n overgang niet kunt afdwingen. “Gemeenten hebben hun eigen tempo en argumenten om mee te gaan en wanneer ze dat willen doen. Stel je hebt net nieuwe servers gekocht, dan wacht je liever even. Naar die klantspecifieke wensen luisteren we vanzelfsprekend. Verder is het tempo van migratie per oplossing afhankelijk van de complexiteit of omvang van de betreffende applicatie en inrichting van processen. Maar ik zeg er nadrukkelijk bij; de beweging is onvermijdelijk, dus we maken wel tempo. Voor de grotere oplossingen is een termijn van drie, vier jaar realistisch. Voor kleinere oplossingen, zeker als ze zoals Begraven al lang SaaS-beschikbaar zijn, hanteren we een eerdere einddatum.” Core services Uniformering is een belangrijk aandachtspunt tijdens de vorming van Centrics ‘cloudfabriek’. Uiterwijk Winkel: “Zo hebben we zogenoemde core services ontwikkeld met als doel om dubbele functionaliteit uit het portfolio te halen. Denk aan printen, documentcreatie en opslag, authenticatie en autorisatie. Die worden in de klassieke setting 84 iBestuur 50, april 2024
Mark Uiterwijk Winkel, Chief Portfolio Officer Centric. BEELD: ABBINK FOTOGRAFIE digitale transitie toegang geeft tot hun eigen data. Het Dataplatform dient als basis voor allerlei dataservices, zoals datatransformatie en data-integratie. Op basis van dit Dataplatform biedt Centric standaard of maatwerk BI-diensten met Cognos Cloud. Daarnaast kunnen ook andere BI-platformen zoals PowerBI, Tableau en Qlik Sense ondersteund worden. Centric Leefomgeving is als eerste oplossing geland op het Dataplatform en inmiddels gebruiken de eerste klanten het. Gedurende 2024 worden er nieuwe functionaliteit en diensten aan het Dataplatform toegevoegd. Ontzorgen speciaal voor een specifieke taakapplicatie ontwikkeld. Core services zijn generieke componenten die voor alle applicaties kunnen worden ingezet. Ook voor oplossingen die nog on-premisse draaien. Dus als je bijvoorbeeld Burgerzaken nog niet volledig vanuit SaaS hebt, kun je toch al gebruikmaken van die generieke componenten. Zo hoef je niet twee componenten voor dezelfde functie in de lucht te houden. En autorisatie en authenticatie worden centraal geregeld. Dat zijn flinke stappen in de harmonisatie van het IT-landschap.” Data Door de introductie van het Centric Dataplatform hebben gemeenten nog steeds toegang tot hun data. De data blijven immers eigendom van de gemeente. Het Centric Dataplatform is een cloud based dataplatform dat SaaS-klanten Op de vraag waarom de transitie naar de cloud de beste keuze is voor gemeenten, aarzelt Uiterwijk Winkel niet: “Ontzorgen. Het technisch beheer wordt voor je verzorgd, het updaten gaat automatisch, je hoeft zelf niks meer te installeren. En wij zorgen er met onze expertise op het vlak van privacy en security voor dat het veilig is. Bovendien scheelt uniformering de gemeenten tijd en geld. Dus wat ons betreft is er geen reden meer om te wachten. We maken tempo, maar laten niemand achter. We zijn volop in gesprek met gemeenten om samen te bekijken hoe en wanneer voor hen de migratie naar de cloud het beste is. We hebben een speciaal dienstverleningsteam, over al onze bedrijfsonderdelen heen, dat daarbij kan begeleiden. Ik zou daarom alle gemeenten willen oproepen: migreer met ons mee!” meer weten? Neem dan contact op met Mark Uiterwijk Winkel (Centric): 06 22 42 65 50. iBestuur 50, april 2024 85
KENNISPARTNER SAS Technologische trends Burgers willen dat hun overheid wendbaar is en reageert op onverwachte gebeurtenissen. Ook moeten ze innovatieve oplossingen bieden voor bestaande problemen. Voor 2024 zijn er drie opkomende trends die mogelijkheden bieden om de leefomstandigheden te verbeteren en de samenleving te beschermen. e druk op de overheid is nog nooit zo groot geweest. Geopolitieke vijandelijkheden, oorlog, klimaatverandering, economische onrust, grootschalige migratie en een tekort aan arbeidskrachten zijn mondiale problemen. Deze uitdagingen worden nog eens versterkt wanneer overheden D te maken hebben met politieke verdeeldheid en stagnerende processen. Overheden moeten deze uitdagingen aangaan. Door opkomende technologieën te omarmen en deze op verantwoorde wijze toe te passen kunnen ze wendbaar blijven en burgers beschermen en hen van dienst zijn. Deze drie trends bieden mogelijkheden: 1 Maak een verschil met generatieve AI Tools zoals ChatGPT worden onderdeel van het dagelijks leven. Nu er steeds meer ‘digital natives’ op de arbeidsmarkt komen, is er geen ontkomen meer aan de technologische ontwikkelingen. Hoewel er een enorm potentieel is voor generatieve AI, zijn er ook risico's voor burgers en overheden. Bewustwording brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Overheidsbestuurders hebben de plicht om burgers te beschermen en te behoeden voor onjuiste en misleidende informatie die wordt gecreëerd door geavanceerde AI-tools. Slechts enkele regeringen hebben echter pas beleid opgesteld voor de creatie, het gebruik en het beheer van AI. Nederland loopt wat dat voorop met de onlangs gepresenteerd ‘Visie op generatieve AI.’ Het is zaak dat overheden in 2024 meer inzicht krijgen in AI en beleid en wetten opstellen. Tegelijk is het van groot belang om te identificeren welke domeiOverheden kunnen analytics inzetten om de workflow te stroomlijnen en efficiënter te werken 86 iBestuur 50, april 2024 BEELD: MEDROCKY/IBESTUUR
waar overheden in 2024 op moeten inspelen nen kunnen profiteren van de technologie en een plan te ontwikkelen voor de implementatie van AI. 2 IoT voor een betere, veiligere samenleving Veel overheden maken al gebruik van geavanceerde sensoren, communicatietechnologie en robuuste computerhulpmiddelen om de dienstverlening aan burgers te verbeteren. Om er een paar te noemen: • Het Internet of Things (IoT) is een krachtig hulpmiddel voor steden; van het inzicht krijgen in de verkeerssituatie en overlastpatronen tot het tegenaan van overstromingen en het verminderen van luchtvervuiling. • Defensieorganisaties gebruiken het IoT om op de hoogte te blijven van actuele ontwikkelingen en voor toeleveringsketens. • Veel zorginstellingen gebruiken ‘wearables’ om het welzijn van patiënten te monitoren en beheren. Wearables zullen aan populariteit winnen vanwege het gebruiksgemak voor patiënten en de real-time data die zorgverleners kunnen verzamelen. De behoefte aan nauwkeurige, realtime antwoorden om snel beslissingen te kunnen nemen en te handelen, blijft bestaan. IoT zal het komende jaar een vitale rol blijven spelen. 3 Toenemend gebruik van analytics voor openbare veiligheid De naald in de hooiberg vinden – of in een miljoen hooibergen – is precies wat analytics kan doen. Met de toename van www.sas.com/nl fraude en de exponentiële groei van internetcriminaliteit hebben overheden hun handen vol. Maar analytics kan nog meer. Het is niet langer alleen voor het identificeren van misdaden; analytics kan de werkdruk en achterstanden aanzienlijk verminderen. Dit vormt dan ook een belangrijk aandachtspunt bij het behouden en aannemen van nieuwe medewerkers. Overheden kunnen analytics steeds meer gaan inzetten om de workflow te stroomlijnen en onnodige inefficiënties te verminderen. Het zal een win-win zijn voor publieke veiligheidsorganisaties en burgers. iBestuur 50, april 2024 87
DATA EN AI PODIUM Ongehinderd datadelen met synthetische data? Overheidsorganisaties willen graag meer persoonlijke data gebruiken om proactieve dienstverlening mogelijk te maken of maatschappelijke opgaven op te pakken. Ze stuiten daarbij vaak op juridische en ethische bezwaren. Synthetische data worden wel genoemd als dé oplossing om ongehinderd data te kunnen delen zonder de privacy van personen te schenden. TEKST: reinier bikker, barteld braaksma • BEELD: shutterstock W at zijn synthetische data eigenlijk en kunnen ze die hoge verwachtingen waarmaken? En hoe maak je duidelijk dat de risico’s goed zijn afgedekt? Synthetische data simuleren kenmerken van en relaties tussen personen en objecten (bijvoorbeeld een school of een wijk), waardoor de realiteit kan worden nagebootst zonder dat een persoon of object geïdentificeerd wordt. Er zijn veel verschillende manieren om dit te doen. De verschillen zitten in hoeveel informatie de synthetische dataset bevat over de oorspronkelijke dataset en hoe het risico op onthulling van gevoelige gegevens wordt beschermd. Hoe eenvoudiger, hoe veiliger In het eenvoudigste geval maak je een synthetische dataset die alleen maar de juiste kolomindeling heeft. Een toevalsgenerator vult de waarden van 88 iBestuur 50, april 2024 de records in, zonder te kijken hoe dat overeenkomt met de echte data. Dat lijkt niet erg nuttig, maar zo’n dataset kun je bijvoorbeeld gebruiken om software te testen. En omdat er behalve de structuur, geen enkele informatie over de echte dataset gebruikt wordt, is er geen kans op privacy problemen. Voor meer geavanceerde systeemtesten is overigens al gauw een betere dataset nodig. Denk aan het Federatief Datastelsel dat de overheid in samenhang met de Interbestuurlijke Datastrategie aan het ontwikkelen is. Daar komen diverse soorten overheidsgegevens, waaronder de basisregistraties zoals het bevolkingsregister en het Kadaster, bij elkaar. Het testen van de verschillende koppelingen en verwerken van gebeurtenissen (events) in de data bij bijvoorbeeld een geboorte of een eigendomsoverdracht, vraagt om een meer verfijnde aanpak. In zo’n soort test wil je bijvoorbeeld ook allerlei bijzondere gevallen kunnen testen. Dat geeft wel een bijkomend voordeel van synthetische data aan: bij het aanmaken van de datasets kun je die er naar wens in verwerken. Voor andere gebruiksdoelen is het gewenst meer informatie over de oorspronkelijke dataset te gebruiken. Een stap verder is om ervoor te zorgen dat statistische kenmerken zoals gemiddelde en spreiding van iedere variabele in de synthetische dataset overeenkomen met de oorspronkelijke. Nog een stap verder is ervoor te zorgen dat ook de verbanden tussen variabelen kloppen. Zo’n verband kan een statistische correlatie zijn, maar kan ook bestaan uit meer complexe regels, zoals dat er geen zwangere mannen kunnen zijn, geen moeders van zes jaar oud en geen minderjarigen met rijbewijzen. Echte data bevatten vaak erg veel verbanden die niet altijd vanzelfsprekend naar voren komen. Dat maakt het lastig
Hoe groter de analytische waarde van de synthetische data, hoe groter ook het onthullingsrisico om een “natuurgetrouwe” synthetische dataset te maken. Uitdagingen De eerste uitdaging voor het werken met synthetische data is hoe je aantoont dat zo’n synthetische dataset correct gegenereerd is en alle vereiste verbanden bevat. Wat is de kans dat de conclusies van het onderzoek niet kloppen, Kennisnetwerk Synthetische Data In 2023 is het initiatief genomen om het Kennisnetwerk Synthetische Data op te richten. Hierin werkt het CBS actief samen met een kernteam bestaande uit het ministerie van Justitie en Veiligheid, TNO, Avans Hogeschool en oprichter DUO. In dit netwerk delen we kennis en ervaring met vooral Nederlandse overheidspartijen en kennisinstellingen, en zijn we op zoek naar antwoorden op vragen rond verschillende aspecten van synthetische data. omdat het syntheseproces een relatie heeft geïntroduceerd die helemaal niet bestaat of een belangrijke relatie over het hoofd ziet? De tweede uitdaging is dat er zoveel variabelen en zoveel statistische informatie over verbanden tussen die variabelen nodig is voor een realistische synthetische dataset, dat de kans op identificatie van personen of kleine groepen toch weer toeneemt. Dit blijkt een algemene regel te zijn. Hoe groter de analytische waarde van de synthetische data, hoe groter ook het onthullingsrisico. Een zorgvuldig gebruik van synthetische data vereist daarom dat je de geschiktheid voor een bepaald doel en het risico op onthulling tegen elkaar afweegt. Een synthetische dataset is daarom altijd een maatwerkproduct. Nog veel onderzoek nodig Er is nog veel onderzoek en kennisopbouw nodig rond specifieke aspecten van synthetische data. Zo is nog onvoldoende bekend over het meten en karakteriseren van de kwaliteit van synthetische data. Ook wat de beste methoden zijn is onderwerp van onderzoek. Generative Adversarial Networks, een vorm van kunstmatige intelligentie, bereiken verbluffende resultaten met het maken van echt lijkende menselijke gezichten (deep fakes) en daar zijn ook al bewegende en pratende varianten van die steeds beter worden. Maar voor het synthetiseren van statistische data is dit niet noodzakelijk de beste aanpak. En hoe kom je tot een soepel en verantwoord proces om synthetische data te genereren, beoordelen en beschikbaar te stellen? Naast de wiskundig-statistische vragen zijn er ook nog juridische en ethische vragen. Hoe verhouden synthetische data zich tot meer gangbare methoden van anonimiseren en pseudonimiseren? Wie is aansprakelijk voor de gevolgen van het gebruik van een synthetische dataset? Is synthetiseren ethisch verantwoord als het over patiënten met zeldzame ziektebeelden gaat? Het zijn lastige vragen. Desondanks is het wel belangrijk dat er een breed gedragen beeld ontstaat, op zijn minst binnen de Nederlandse overheid maar bij voorkeur breder, op nationale of internationale schaal. Reinier Bikker is projectmanager bij CBS, Barteld Braaksma is innovatiemanager bij het CBS. Dit is een verkorte versie. Lees het volledige Podium-artikel op ibestuur.nl iBestuur 50, april 2024 89
ICTU ‘Revamping the et project ‘Revamping the ITdepartment’ past in een brede context van veranderingen en hervormingen door de overheid van Sint Maarten. Emilia Connor-Thomas, secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken van de regering van Sint Maarten, vertelt dat de overheid inzet op digitale transformatie, het verlagen van kosten en het stroomlijnen van processen. Dat dit nodig is, werd extra duidelijk in de nasleep van de verwoestende orkanen in 2017, vertelt ze. Connor-Thomas, tevens hoofd van de Public Service Centers en lid van het Digital Leadership Team voor het Digital Government Transformation-project: “Als organisatie willen we na een ramp onze dienstverlening zo snel mogelijk weer op de rit hebben. Dat is cruciaal voor onze inwoners en ook voor onze organisatie.” H Verschillende programma's Sint Maarten werkt in verschillende programma’s aan brede hervormingen. Het ontvangt hierbij technische en financiële bijstand van onder meer de EU, de Wereldbank, het UNDP en de Nederlandse regering (het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, BZK). Vanuit Nederland wordt technische en financiële bijstand verleend aan een reeks hervormingen, zoals is afgesproken in het ‘Sint Maarten Country Reform Package’. Onder meer in financieel beheer, de gezondheidszorg, onderwijs, economische ontwikkeling en de rechtsstaat. Voor de uitvoering van dit pakket is door het Nederlandse ministerie van BZK een Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) opgericht. Andrea Ortega-Oudhoff, senior projectleider Nationale Ontwikkeling en liaison Koninkrijksrelaties bij het ministerie van Algemene Zaken, coördineert het implementatieproces en fungeert als eerste aanspreekpunt voor TWO: “De digitalisering van de overheid is een belangrijke prioriteit in de hervormingen. Daarnaast lopen er andere IT-projecten, die helpen bij het verbeteren van de werking van de overheid. Zoals de invoering van een nieuw douanesysteem en het beheer van financiële- en informatiestromen.” Van reactief naar proactief Voor veel van deze hervormingen en innovaties is een goed functionerende IT-afdeling onontbeerlijk. Momenteel biedt de afdeling ondersteuning aan alle zeven ministeries van Sint Maarten, met in totaal meer dan 1.250 gebruikers. De IT-department’ De IT-afdeling van de overheid op Sint Maarten wordt uitgebreid en geprofessionaliseerd. Een team van ICTU helpt daarbij. In een jaar tijd is er veel bereikt, in een prettige samenwerking. afdeling telt echter slechts tien medewerkers. Waarnemend afdelingshoofd Femi Badejo: “Daardoor zijn we vooral reactief, terwijl we graag proactief voor de organisatie willen werken.” OrtegaOudhoff: “De versterking van de IT-afdeling is cruciaal. De overheid is blij dat ook TWO de urgentie daarvan inziet. Het ministerie van Algemene Zaken van De digitalisering van de overheid is een belangrijke prioriteit in de hervormingen Sint Maarten en TWO hebben daarom gezamenlijk een plan van aanpak opgesteld om de IT-afdeling te versterken.” Tjandra Lake werkt voor het ministerie van BZK in Nederland. Zij is adviseur van TWO op Sint Maarten: “In augustus 2022 is Norbert Jansen, die leiding geeft aan het ICTU-team, samen met mijn voorganger naar Sint Maarten afgereisd. Samen met Femi Badejo schreven ze een projectplan om de IT van 90 iBestuur 50, april 2024
Vlnr: Tjandra Lake, Andrea Ortega-Oudhoff, Femi Badejo en Norbert Jansen. Inzet rechts: Emilia Connor-Thomas. Sint Maarten duurzaam te versterken.” Dit plan was de start van het project ‘Revamping the IT-department’, waaraan ICTU een bijdrage levert. Een solide basis Het projectplan wordt uitgevoerd door een team van ICTU-collega’s. Zij startten in januari 2023 en de samenwerking is plezierig, zegt Badejo: “Het voelt als één team, IT’ers onder elkaar.” In het project zijn de kernprocessen van de IT-afdeling gestroomlijnd en ingericht. Medewerkers worden getraind en het team wordt uitgebreid. Jansen: “Vanaf het begin was het de bedoeling dat we als ICTU tijdelijk zouden helpen om de IT-afdeling te versterken, maar tegelijkertijd er voor te zorgen dat de resultaten verankerd worden. Onder andere door nieuwe mensen te werven voor de afdeling en processen goed in te richten. Dat duurzame resultaat is belangrijk.” Lake, die de coördinatie van TWO medio 2023 overnam: “Het contact met zowel ICTU als de IT-afdeling is erg goed. Het project is een samenwerking van drie partijen, maar door het duidelijke doel en veel onderling vertrouwen voelt het als één team. Wat mij betreft is dit project een goed voorbeeld van hoe we samen voor een solide basis zorgen.” Hoger doel Het is de bedoeling dat de grotere, professioneel ingerichte IT-afdeling de organisatie beter van dienst kan zijn bij het realiseren van haar ambities op het gebied van dienstverlening. OrtegaOudhoff: “Uiteindelijk streven we naar overall good governance, waarbij IT en digitalisering een belangrijke rol spelen bij het vergroten van transparantie, informatie en verantwoording.” Badejo: “Ik hoop dat we straks een moderne IT-afdeling hebben die meer proactief kan werken en strategisch kan meedenken met de organisatie.’ Dat vraagt om meer dan het goed inrichten van de processen op de IT-afdeling, zegt hij ook: “Uiteindelijk willen we dat de organisatie zelfredzamer wordt en dat ze onze ondersteuning bij applicaties en projecten veel minder nodig heeft. Dit is geen IT-vraagstuk, maar een veranderkundig vraagstuk. Daar gaan we de komende jaren met onze afdeling en de rest van de organisatie mee aan de slag.” Dit is een ingekorte versie van een artikel over dit project en de samenwerking op Sint Maarten. Het volledige artikel, met meer informatie over de inhoud van het project, staat op de website van ICTU. iBestuur 50, april 2024 91
VNG REALISATIE Buren werkt aan track-and-trace dienstverlening voor inwoners Hoe zorg je als gemeente voor een gebruiksvriendelijke klantervaring voor elke inwoner, via elk kanaal? Én voor efficiëntie voor de organisatie? De gemeente Buren werkt aan MijnZaken, een track-and-trace systeem voor haar inwoners. eze zomer gaat Mijn Zaken (Track&Trace) en Mijn Profiel live. Het zijn de eerste twee diensten die de gemeente heeft ontwikkeld vanuit MijnServices, het VNG-project dat digitale services realiseert die de interactie tussen gemeente en inwoner verbeteren. Een groep gemeenten en leveranciers werken in dit project gezamenlijk aan deze diensten, die aan een goede standaard voldoen en herkenbaar zijn. Ook implementeren de gemeenten hiermee de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv): de wet waarmee inwoners en ondernemers het recht krijgen om officiële berichten digitaal aan overheden te versturen. Informatiesamenleving Digitalisering staat al sinds 2017 hoog op de agenda van de gemeente. “In 2017 D besloten we in Buren stapsgewijs de overgang te maken naar een informatienetwerk, waarbij we als overheidsorganisatie onderdeel zijn van de informatiesamenleving”, vertelt wethouder ruimte en verkeer Pieter Neven. “In deze jaren ontwikkelden wij een volledig nieuwe website op deze uitgangspunten. Dat deden we onder de noemer van het Open Webconcept, welke inmiddels is overgenomen door meer dan 30 gemeenten in Nederland, mede dankzij onze latere finaleplaats bij de VNG Gemeentedelers in 2022.” Gemeentelijke dienstverlening Het informatieplan uit 2021 was een logisch vervolg, met als doel: persoonlijke en proactieve dienstverlening, waarbij de inwoners van de 15 woonkernen van de gemeente Buren centraal staan. Toen kreeg MijnZaken echt prioriteit. Om dat verder te brengen sloot Buren twee jaar geleden aan bij het VNG-project Omnichannel & MijnServices, gaat Neven verder. “De wens voor MijnZaken kwam vanuit de gemeenteraad. In het coalitieakkoord is toen vastgelegd dat we in vier jaar tijd toe willen naar 80 procent track-and-trace in de gemeentelijke dienstverlening.” Belangrijk is dat het track-and-trace systeem echt de wens is van inwoners, stelt Neven. “Ze willen graag overzicht houden wanneer ze een aanvraag indienen. Wat gebeurt er met mijn aanvraag? Is die al in behandeling? Bij welke ambtenaar ligt het? Ook zijn ze benieuwd hoe het traject verloopt.” MijnZaken is niet alleen waardevol voor inwoners maar ook voor medewerkers in de optimalisatie van hun werkprocessen. Ze krijgen meer inzicht in de status van Meedoen? De VNG biedt ondersteuning bij het ontwikkelen van MijnServices voor uw (digitale) dienstverlening. Zo staat u er niet alleen voor. Meld u aan voor een vrijblijvend demogesprek via vng.nl/omnichannel. 92 iBestuur 50, april 2024
Pieter Neven (l) is wethouder en Holger Peters (r) is webmaster en informatieadviseur bij de Gemeente Buren. aanvragen. Zo kunnen zij inwoners beter helpen met actuele informatie. Inzichtelijkheid Vanuit dit VNG-programma Omnichannel en Mijn Services ontwikkelt Buren samen met andere gemeenten verschillende digitale services. Wat de eerste pilotgemeenten hebben neergezet is te kopiëren voor andere gemeenten. De architectuur en standaard van MijnZaken zijn bruikbaar, schaalbaar en vooral ook betaalbaar voor alle gemeenten. Ook al heeft een andere gemeente een heel ander idee voor de ontwikkeling van een track-and-trace systeem, overal ligt dezelfde MijnZaken-standaard onder. Dit past helemaal bij de Common Ground-gedachte, licht Neven toe. “We pakken als gemeenten zelf de regie bij het ontwikkelen van componenten voor onze digitale dienstverlening. Daarvoor werken we samen met een aantal bedrijven. Die componenten worden inmiddels weer door andere bedrijven en gemeenten gebruikt, net als wij hetzelfde doen met componenten van andere gemeenten. Het is allemaal open source, dus iedereen kan het gebruiken. Zo heb je eigenlijk maar één keer een investering nodig. Waar we van af willen is dat je een softwarelicentie bij een bedrijf hebt, en als je dan verder wilt ontwikkelen dat je weer bij deze partij hun software moet kopen en nieuwe licenties moet betalen. Zo zit je eigenlijk steeds vast aan één speler. Dat willen wij graag een beetje doorbreken.” Leren van elkaar Om een MijnZaken-systeem in te richten kijk je eerst naar de klantreis, legt Neven uit. Hoe loopt die precies? Wat is daar aan de achterkant allemaal voor nodig aan techniek? “Dan ga je dit met vakmensen en bedrijven samen ontwikkelen. Zo ga je stap voor stap verder. Samen kom je tot een beter product.” Buren werkt vaak samen in werksessies, bijvoorbeeld bij de VNG in Utrecht of bij andere gemeenten die meedoen, zoals Albrandswaard, Barendrecht, De Fryske Marren, Gouda, Hoeksche Waard, Súdwest-Fryslân en Ridderkerk. “Door regelmatig bij elkaar te zitten komt een en ander in een stroomversnelling”, stelt Neven. “Als relatieve kleine gemeente kunnen wij meeliften op grotere gemeenten als Den Haag en Tilburg. Dat is volgens mij ook de kracht van deze vernieuwing: leren en kopiëren van elkaar. Ik zou dan ook iedere gemeente die een MijnZaken-systeem overweegt willen aanraden om eens in de keuken te kijken van een gemeente die hier al mee bezig is. Ook is iedereen van harte welkom op één van onze Open Webconcept fieldlabs of onze eerste Open Webconcept themadag op 28 mei dit jaar.” iBestuur 50, april 2024 93
nummer VARIA 50e nummer iBestuur Magazine U zag het vast al op de cover van dit magazine. Dit is de 50e editie! Op 12 januari 2012 verscheen het eerste nummer van iBestuur met de 14-jarige Midas Kwant op de cover. Samen met Maarten Hillenaar, destijds nog CIO Rijk, verzorgde hij een sessie tijdens het iBestuur Congres. De overheid kon maar beter naar Apple kijken, vond hij, ‘dan zou het imago van de overheid bij jongeren een stuk beter worden’. Ondertussen zijn we 12 jaar verder. Bijzonder om het magazine weer eens in te zien. Diverse thema’s zijn nog steeds actueel, een aantal stakeholders wat grijzer, maar nog steeds actief. Benieuwd? Scan de QR-code en lees het allereerste magazine online. ‘Must see’ docuserie: Mr Bates vs The Post Office Deze vierdelig serie sloeg in Groot-Brittannië in als een bom. Het laat zien hoe duizenden filiaalmanagers van kleine postkantoortjes door heel Engeland gedurende 20 jaar ten onrechte werden beschuldigd van fraude en diefstal. Onterecht, want de fout lag bij het in 1999 geïntroduceerde boekhoudprogramma Horizon. Het systeem deed het lijken alsof de uitbaters geld verduisterden. Maar liefst 3.500 ondernemers werden beschuldigd, 700 veroordeeld en 236 gevangen gezet. Als gevolg pleegden 4 mensen zelfmoord, gingen velen (persoonlijk) failliet of verloren hun huizen, hun relatie en hun gezondheid. Het duurde echter jaren voor het bedrijf dit erkende. Inmiddels zijn 93 onrechtmatige veroordelingen vernietigd. De serie is opnieuw een illustratie van hoe lastig het blijkt om feiten en beslissingen die uit een computersysteem komen aan te vechten. In Nederland zond BNNVARA de serie uit sinds 25 januari. De afleveringen zijn terug te zien via NPO Plus. 94 iBestuur 50, april 2024
Zwartlakken maakt meer kapot dan je lief is Het weglakken van informatie en het controleren op weigerings gronden is een tijdrovende klus en wordt gezien als één van de oorzaken van de lange behandelingstijden van Wooverzoeken. Vandaar dat de overheid zogenaamde laksoftware gebruikt om dit makkelijker te maken. Echter, de door de departementen gebruikte software om gegevens in stukken weg te lakken tast de machineleesbaarheid, de vindbaarheid, de toegankelijkheid en ook de herbruikbaarheid van die stukken vaak sterk aan. Dit komt door de gebruikte techniek van inscannen en optische karakterherkenning. Maar als een tekst die een mens en die een machine kan lezen niet meer hetzelfde is, wordt het veel moeilijker om stukken terug te vinden. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam pleiten ervoor om die software niet in te zetten op stukken waarvan de bron beschikbaar is, en in plaats daarvan te anonimiseren by design. Lees het volledige artikel op ibestuur.nl Welkom in de AI-fabriek Tech-expert en Trouwcolumnist Ilyaz Nasrullah vertelt in zes podcasts over de ins en outs van kunstmatige intelligentie. Hij wil dat de luisteraar zich niet in de luren laat leggen door domme software, zegt hij in de trailer. Wat zijn écht de kansen en bedreigingen van deze technologie? In de eerste aflevering gaat hij in op de illusie achter ChatGPT en hoe deze in stand gehouden wordt. AI gaat ons in ieder geval niet uitroeien constateert Nasrullah in aflevering 6. Waar moeten we dan wel bang voor zijn? De hele serie is te beluisteren via internet, Google Podcasts en Spotify. De podcast is een uitgave van BNR en Trouw. Er blijft weinig bruikbaars meer over. Ilyaz Nasrullah iBestuur 50, april 2024 95
VARIA Masterclass ‘Impact van digitalisering op de publieke sector’ De externe druk op de overheid neemt toe. Oud-kamerlid Kees Verhoeven schetst de mondiale context die vraagt om een fundamentele verandering van het functioneren van de overheid. Over de opkomst van datagedreven denken en AI, de dreiging van Big Tech en de bescherming van Europa. Maar ook de interne dynamieken komen aan de orde, zoals de strikte scheiding tussen beleid en uitvoering en de controledrang bij de overheid. Daarbij komen diverse casussen aan de orde, waaronder diverse datalekken en uiteraard de toeslagenaffaire. Met welke ethische dilemma’s, spanningsvelden en waarden heeft de publieke sector te maken en wat betekent dat voor het leiderschap van politici en ambtenaren? Neem een dagje afstand van alledag en keer rijker terug naar uw werk. De masterclass van NBA-opleidingen duurt een dag en wordt drie maal gegeven dit jaar: 10 juni, 24 september en 28 november. Scan de QR-code voor meer informatie. De drie organisatie paradoxen van de digitale tweeling Hoe kan de digitale tweeling van waarde zijn voor publieke organisaties? Momenteel wordt er op allerlei bestuursniveaus geëxperimenteerd met de digitale tweeling. Koen Steenks en Sharon van Geldere van de Datawerkplaats schetsen op iBestuur.nl de bestuurlijke uitdagingen aan de hand van drie paradoxen. 1. Ruimtelijke opgaven zijn complex en vereisen het samenwerken aan de digitale tweeling, tegelijkertijd maakt samenwerken aan de digitale tweeling ruimtelijke opgaven juist ook complexer. 2. Een radicale innovatie is te ambitieus en een incrementele innovatie is te langdurig. 3. Streven naar een nieuwe samenwerking als gelijke projectpartners botst met de realiteit van een gebruikelijke samenwerking binnen de traditionele opdrachtgever-opdrachtnemer dynamiek. Lees het volledige artikel op ibestuur.nl Kees Verhoeven 96 iBestuur 50, april 2024 BEELD: PIXEL SHOT
AlphaGo, nog steeds een intrigerende film In maart 2016 werden de werelden van het Chinese spel Go en kunstmatige intelligentie met elkaar geconfronteerd in Zuid-Korea voor een buitengewone bestof-five-game-competitie, genaamd ‘The DeepMind Challenge Match’. Honderden miljoenen mensen over de hele wereld keken toe hoe een legendarische Go-meester het opnam tegen een onbewezen AI-uitdager. Naarmate het drama zich ontvouwt, rijzen er meer vragen: wat kan kunstmatige intelligentie onthullen over een 3000 jaar oud spel dat meer bordcombinaties kent dan er atomen in het universum zijn? Wat kan het ons leren over de mensheid? De film won diverse prijzen op filmfestivals. Op YouTube is de volledige film te bekijken. Ideologie en informatiehuishouding Verantwoord Businessmodel Canvas Waardengedreven organisaties, zoals de overheid, zijn niet gericht op winst. Wat zijn dan wel hun waarden, en specifiek hun digitale waarden? Hoe draagt hun organisatiestructuur hieraan bij? Om deze vragen te beantwoorden heeft Waag Futurelab een strategie ontworpen: het Verantwoord Businessmodel Canvas. U kunt uw eigen waarden definiëren en daarmee uw publieke platform online inrichten. Het canvas is sinds december online te vinden en te downloaden, inclusief instructies en tips. Bij het op orde brengen van de informatiehuishouding wordt vooral gedacht aan technologische innovaties en organisatorische aanpassingen. Veel minder aandacht is er voor de rol van ideologie en politiek. Het Instituut Maatschappelijke Innovatie deed hier, op verzoek van de regeringscommissaris Informatiehuishouding, onderzoek naar. Guido Enthoven analyseerde beginselprogramma’s, verkiezingsprogramma’s, websites, publicaties van politieke partijen en interviews met Kamerleden en directeuren van wetenschappelijke bureaus. Hij schreef er, naast een paper voor zijn opdrachtgever, een serie van drie artikelen over op iBestuur.nl. Deel 1 gaat over de kernwaarden, deel 2 over politieke ambities en deel 3 over toekomstperspectieven. Lees de artikelen op ibestuur.nl. iBestuur 50, april 2024 97 BEELD: SHUTTERSTOCK
VOLGEND NUMMER JUNI 2024 MARKT EN OVERHEID Innovatief aanbesteden Toezicht op AI Hoe verder na een negatief advies AcICT? katern iBestuur Congres 2024 VOORUITBLIK Bestuurder, beslisser en/of beleidsmaker binnen de publieke sector? Ga naar mijn.ibestuur.nl/signup en neem een gratis abonnement Ga naar ibestuur.nl/nieuwsbrief en schrijf u in voor de (thema)nieuwsbrief 98 iBestuur 50, april 2024 DIGITALE TOEKOMST EU Onderzoek naar de digitale kennis van nieuwe EU-politici thema
SOCIET t moet de o OCIET Wat moet de o te versnellen versnellen? We hebben vanaf het begin van 2024 nog exact z van 55% minder broeikasgassen in 2030 t de verduurzaming van Nederland, staan we in dit rapport expliciet stil bij de rol van de Nederlandse o een concrete strategie zijn om een grote sprong voorwaarts te maken in leefbaarheid, duurzaamheid én economische groei . ebben vanaf het begin van 2024 nog exact z 5% minder broeikasgassen in 2030 t ben vanaf het begin van 2024 nog exact z i 220 30 t b h l 30 % i d b ikk bben vanaf het begin van 2024 nog exact zeve 03 rduurzaming van Nederland, staan we in dit rapport expliciet stil bij de rol van de rlandse o leefbaarheid Download ‘Society 5.0: De rol van de overheid in de verduurzaming van Nederland’ en lees meer: www.capgemini.nl/society-5-0
i C CONGRES ‘24 11 september 2024 | NBC, Nieuwegein Een dag vol verdieping en dé omgeving om te netwerken, kennis op te doen en bij te dragen aan een toegankelijke, begrijpelijke en mensgerichte overheid. Deelnemers worden uitgedaagd zich te verdiepen in de vraagstukken rondom de digitale transformatie van de overheid en hun bijdrage te leveren aan nieuwe inzichten. Meld je nu aan! Meer informatie over deelname en aanmelden: www.ibestuurcongres.nl
1 Online Touch