DE NEDERDUITS GEREFORMEERDE DOGMATIEK DEEL I coab 2017/18 coab 2017-2019 boeken van de paradijs aarde rgg 1970-2021 NEDERDUITS GEREFORMEERDE KERK 1970-2024 2024
Voorwoord 2024 NGK Voorwoord 2021 RGG Voorwoord 2019 COAB 1 de calvijn code 2 de afrika code 3 de egypte code 4 de india code 5 de twaalf kleine profeten 6 het plumares mysterie 7 de afrika brug 8 de amerika brug 9 de filosofie van het voortijdse afrika 10 rigil kent ontsluierd - de verloren kennis van orion 11 de logistieke filosofie 12 de aretaitische filosofie 13 de contextuologie Voorwoord 2024 NGK De boeken in dit deel van de Nederduits Gereformeerde Dogmatiek werden eerst uitgegeven in 2017 en 2018, maar begonnen al te ontstaan in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. Daarna werden ze als verzameling uitgegeven in 2019, en nu, in 2024 in de collectie van de Nederduits Gereformeerde Dogmatiek. De Nederduits Gereformeerde Kerk is onze moederkerk, aan Nederland gegeven ten tijde van de vervolging door Alva. God gaf de vervolgde Nederlanders een schuilplaats in Emden, in OostFriesland, Duitsland, waar de Nederduits Gereformeerde Kerk ontstond in 1571. In de kerkenordening van Emden werd duidelijk gesteld : geen kerk zal over de andere kerk heersen, en geen taakuitvoerder zal over de andere taakuitvoerder heersen. In 1579 werd het de kerk van Nederland, onder invloed van Luther en Calvijn en de verdere reformatie. Het zaad van de vrouw werd gezaaid om de kop van het monster te vermorzelen, maar het monster verwondde de kerk ernstig, en daarom was de reformatie nog niet klaar.
Voorwoord RGG 2021 De reformatie was zo belangrijk. Het was noodzakelijk om de katholieke overheersing en inquisitie een halt toe te roepen, maar de reformatie in de jaren 1500 was nog maar het begin. Het begon in Duitsland bij Luther (1483-1546) in 1517 en ging toen over in Calvijn (1509-1564). In de jaren 1800 was er de afscheiding in Nederland, de afscheiding van de heersende koningskerk, de nederlands hervormde kerk, in 1834, 1886, en er was de Ledeboeriaanse afscheiding van de profetische predikant Ledeboer, wat later werd tot de gereformeerde gemeente. De afscheiding in de jaren 1800 werd ook wel de terugkeer of wederkeer genoemd, oftewel de regressie. Zoals Klaas Schilder van de vrijmaking, de kerkelijke d-day in 1944, het stelde was deze wederkeer een terugkeer tot het paradijs. Het liberale materialisme moest nog steeds een halt toegeroepen worden, want het woekerde voort als de kanker. Het was totaal zonder medelijden, en vandaag de dag nog steeds. Kijk maar eens naar de verschrikkelijke en afschuwelijke vervolging van charismatici en shamanen. De gedeformeerde kerk had zijn eigen inquisitie, en riep daarvoor verschillende seculiere huurmoordenaars op. Dit is een zware strijd op het gebied van de demonologie en op het gebied van de territoriale demonologie. Laten we er geen doekjes om winden. Meer dan ooit spreekt het woord van Efeze ons toe : Laat u toerusten. Doet de gehele wapenrusting des hemels aan om te kunnen standhouden. Reformatie en regressie gaan hand in hand. Dit is een taalkundige regressie, want het volk is verloren gegaan door een gebrek aan talenkennis. Deze regressie gaat helemaal terug tot de bronteksten en grondteksten, en die hebben weer hun bron in het Aramees en in het Egyptisch, de moedertaal van het Hebreeuws en Aramees. We gaan de bijzondere parallellen zien, en hoe veel dingen aan het licht gaan komen in deze grotere context, en uiteindelijk ook de voortijdse context, de context van de oertijd, waardoor de mens terug kan keren tot de paradijs aarde. De regressie is nog niet afgelopen, maar nog maar net begonnen. In 1800 werden hiertoe de fundamenten gelegd, en in dat spoor verder. Vandaar deze profetische serie van de boeken van het paradijs. Deze verzameling is onderdeel van het vuh onderwijs in de tweede bijbel, en wordt ook wel de name genoemd, wat de oerkennis betekent in de voortijdse taal, in de oertaal. Het vuh onderwijs is in verschillende hoofdnoemers onderverdeeld, wat begint met de halal, wat het oude onderwijs is (de series), wat ook weer onderverdeeld is in de levitische, ismaelitische en surinaamse bijbel, oftewel het amazone dodenboek, en halal is dan de grens-gevoeligheid of honger, honger kennis in de voortijdse taal, in de oertaal. Daarna is er dus het nieuwe onderwijs, de boeken, vanaf de calvijn code, en dat heeft ook weer hoofdnoemers en is dus ook weer onderverdeeld, zoals het begint met de kainitische bijbel, wat dan eindigt met de logistieke filosofie wat de sluitsteen is, en dan gaat het dus verder in iets anders. De honger, het minderen (door grensgevoeligheid) moet leiden tot de name, de oerkennis, wat dus een beweging van regressie is (wat na de reformatie komt), dus een terugleiding, tot bronkennis. De name loopt door tot en met de contextuologie (boek 13), en daar hoort ook de aretaitische filosofie (boek 12) nog bij, wat dus twee boeken nog zijn na de kainitische bijbel onder deze noemer. Daarna loopt het over in de sukki, vanaf de recyclocratie. Daarna komt de suri nog :
1 halal 2 name – boeken van de paradijs aarde deel 1-13 3 sukki – boeken van de paradijs aarde deel 14-19 4 suri Sukki betekent volharding in het voortijdse, in de oertaal, dus heeft ook met eeuwigheid te maken en suri betekent overgave of verbrokenheid, wat dus op deze weg kan ontstaan, dus dat is ook een beeld van de hemelse gebondenheid. Ezelsbruggetje hiervoor is : door ezechiel, sukki-halal, wordt suri-name hersteld. Ezechiel is altijd aan mexico verbonden die dus ook de poort is tussen noord en zuid amerika om vele raadsels op te lossen. Deze verzameling is dus de name, deel 1-13 van de boeken van de paradijs aarde : 1 de calvijn code 2 de afrika code 3 de egypte code 4 de india code 5 de twaalf kleine profeten 6 het plumares mysterie 7 de afrika brug 8 de amerika brug 9 de filosofie van het voortijdse afrika 10 rigil kent ontsluierd - de verloren kennis van orion 11 de logistieke filosofie 12 de aretaitische filosofie 13 de contextuologie In de daarop volgende verzameling, de sukki, deel 14-19 van de boeken van de paradijs aarde zijn te vinden : 14 de recyclocratie 15 van reformatie tot regressie - de rodenbergse catechismus 16 ragnarok ontsluierd 17 het kehatitische verschijnsel 18 de venezuela muur 19 leven op de paradijs aarde
Voorwoord 2019 COAB DE TWEEDE BIJBEL ONDERWIJS DE VUH BOEK II – DE NAME [DE BOEKEN] De Natuur Theologie van de Tweede Bijbel Onderwijs 2017-2019 COAB De Natuur Theologie van de Tweede Bijbel Deel I. De Kaïnitische Bijbel Beschrijving: In de Kainitische bijbel staat de mythe van Kain die naar het land Nod trekt centraal, en dit wordt besproken vanuit de volledige context van de Egyptische mythologie waarin dit verhaal al bestond en waarin de betekenis dualistisch is, ook in de Israelitische grondteksten die daaruit voort zijn gekomen. Het verre westerse christendom heeft hierover een te eenzijdig beeld gegeven met alle gevolgen daarvan. Verder bespreekt deze bijbel een zee van andere onderwerpen omtrend de Kainitische mythologie, die diep ingaan op de oorspronkelijke Egyptische en Sanskrite grondteksten en achtergronden van de bijbel, en die deze teksten ook uitleggen in de contexten van de voortijden en de buitenaardse fundamenten. In die zin worden er veel verloren schakels besproken, waardoor de mens weer terug kan keren tot zingeving en diepere betekenissen van deze verschijnselen. Er wordt zo een diepere filosofie zichtbaar waarvan de lijnen in staat zijn af te rekenen met dwaalleer die was ontstaan door gebrek aan deze ruimere context, en wat in staat zal zijn om de lezer te openen tot een ruimer wereldbeeld en levensbeeld waarin nieuwe doelen gesteld kunnen worden waarin het leven nieuwe waarde gaat krijgen. De Kaïnitische Bijbel Deel I – Het Calvinistische Dodenboek Beschrijving: De Put van Calvijn. Wat de Kerk voor u verborgen houdt. Het feit ligt dat we niet zomaar loskomen van de Vloek van Calvijn. Een prediker zei eens : "Het is gemakkelijker de duivel uit je lichaam te krijgen, dan Calvijn uit je
botten." Dat komt omdat Calvijn een code is die ontcijferd moet worden. Calvijn gaat niet zomaar weg. In de diepte van het Calvinisme ligt een rijke esoterie verborgen. Calvijn moet je op sommige punten zwaar cryptisch nemen, en dan kom je tot de uiteindelijke sleutel, de bevrijding uit de calvinistische gevangenis. Het mandaat : Calvijn een kwartslag draaien. 1. De Calvijn Code 2. De Afrika Code 3. De Egypte Code 4. De India Code De Kaïnitische Bijbel Deel II Beschrijving: Het tweede deel van de Kainitische bijbel bespreekt shamanistisch de tocht door de wereldreligies, als een tocht door de onderwereld, als een droomwever. Het laat door haar etymologische commentaren de taal-oorsprongen zien hoe en waardoor alles ineen schakelt. Deze etymologie stopt niet bij het aardse, maar gaat verder in het buitenaardse, tot de oerpatronen van het bestaan, die een geheel eigen semiotiek hebben (tekensleer), en waardoor de mens zijn of haar unieke levenspad kan decoderen en herkennen. 5. De Twaalf Kleine Profeten 6. Het Plumares Mysterie 7. De Afrika Brug 8. De Amerika Brug 9. De Filosofie van het Voortijdse Afrika 10. Rigil Kent Ontsluierd 11. De Logistieke Filosofie De Natuur Theologie van de Tweede Bijbel Deel II. 1. De Aretaïtische Filosofie 2. De Contextuologie
De Natuur Theologie van de Tweede Bijbel Deel I. De Kaïnitische Bijbel De Calvijn Code "Het piratenschip in de mist, Een eiland met wildernis in de verte, Oh, zij zwemmen wel, maar komen nooit aan, Zij dragen het sieraad van de piraat dat hen bindt, Als een steen aan hun enkel, Zo zinken zij tot eeuwige dieptes, Als een oordeel van een kerkvorst, Voor hen die de nachtmerrie verstaan, Oh, ontwaak toch mens, En zet uw mes in het kwaad, Er is nog zoveel te snijden, En het is al laat. Waar de zon ondergaat in het water, Ver boven het piratenschip, Waar de mens gebonden lag, Voor dit geheim leef ik." --- Calvijn II COAB 2017
Uitgave HRC Hermitatia-Rodenberg College 2021, 2e druk (2017, 1e druk) De Calvijn Code 2017, 2021 Inhouds-opgave : Inleiding Hoofdstuk 1. De Kerkgeschiedenis als Allegorie Hoofdstuk 2. Calvijn een Kwartslag Draaien Hoofdstuk 3. Het Surrealisme in het Proza van de Kerkgeschiedenis Hoofdstuk 4. De Dualiteit van de Kerkgeschiedenis Hoofdstuk 5. Calvijn - De Metafoor Hoofdstuk 6. De Germaanse Wortels van Calvijn Hoofdstuk 7. Calvijn en de Heilige Waanzin Hoofdstuk 8. Calvijn en Paulus Hoofdstuk 9. Calvijn en de Vijf Pilaren Hoofdstuk 10. Calvijn en het Oude China
Inleiding De Put van Calvijn. Wat de Kerk voor u verborgen houdt. Calvijn stelt dat de daadwerkelijke wedergeboorte alleen bestemd is voor de uitverkorenen, oftewel de enkelingen, de eenlingen, die zich totaal van de zondige wereld hebben afgezonderd, niet aanpappen met de stad. Dat is het teken van de uitverkorenheid. De uitverkorenheid staat dus voor een heel stelsel aan natuurlijke voorwaarden waaraan de mens moet voldoen alvorens wedergeboren te kunnen worden. Omdat mensen dit niet kunnen duiden en dingen over het hoofd zien mag dit nooit menselijk bepaald worden. Het wordt dus enigszins wazig gehouden. Calvijn beschrijft het een beetje als een product wat aan allerlei voorwaarden moet voldoen voordat het op de markt kan komen, en wat die voorwaarden precies in detail zijn is een beetje giswerk. Toch moet de mens hierin niet opgeven en bij de pakken gaan neerzitten, want de mens mocht eens uitverkoren zijn. Volgens Calvijn was er een weg om dit uit te dokteren, en zou de uitverkorene dit vanzelf van zichzelf weten, alhoewel er volgens Calvijn ook een valse uitverkorenheid was die de mens waande. Calvijn stelde het een beetje voor als een religieus gokpaleis waar de mens niks in te brengen had over zijn heil, maar aan de andere kant toonde hij ook weer de weg, het touw. Het was daarom een zeer dualistisch werk, niet voor een gat te vangen. Vaak sprak Calvijn zichzelf weer tegen. Vandaar dat iedereen die een tik van de molen heeft gehad door het in de kerk meedogenloos gepredikt calvinisme eens de geschriften van Calvijn zelf er op na zou moeten slaan om te zien dat de soep niet zo heet wordt opgegeten als het wordt opgediend. Ook is het hierbij van belang om de commentaren van de tweede bijbel op Calvijn, zoals bijvoorbeeld in het boek de Calvijn Code, erop na te slaan. Al met al heeft de ware uitverkorenheid veel meer te maken met het gaan tot de diepere natuurschool in het hele Calvijn verschijnsel wat in de jaren 1500, in de na-middeleeuwen, tot de mensheid kwam. Er is alleen uitverkorenheid in het gaan tot de hogere kennis, iets wat nooit door spijbelaars gevonden kan worden, en wat gewoon een metaforische natuurwet is. In sommige opzichten had Calvijn een goed inzicht in het Jezus mysterie. Hij haalde Johannes aan die sprak dat Jezus vanuit zichzelf niets kon doen. Jezus was dus in die zin als een voorbeeld opgesteld. Hij haalde Augustinus aan die sprak dat Christus, de willoze die leefde vanuit de hogere wil, of beter : vanuit de hogere kennis, de boom des levens is en de lagere wil de verboden boom is.
De wil is de verboden boom, want het brengt de mens in de problemen. De mens moet tot kennis komen. Dit begint met het weten wat fout is gegaan. Het buitennatuurlijke was gekomen, en had de mens beroofd van het bovennatuurlijke. Nu is het dus zaak om wedergeboren te worden in andere gezichtspunten, om wedergeboren te worden in de parallelle realiteiten, zodat verandering kan plaatsvinden door subtiliteiten, zoals de Vur stelt : 125. DE TOREN 1. In de toren klim ik van realiteit tot realiteit. Al deze realiteiten lijken tegen elkaar gekeerd te zijn, Deze toren is eindeloos, zonder begin en einde, We werden allemaal ergens halverwege geboren in deze toren 2. Ik kijk naar buiten, en alles wat ik zie is water, Dan breekt het door de ramen, Als ik dan tot een andere toren zwem is die toren precies hetzelfde, maar met een klein verschil, Het wonder van veranderingen Niet alleen is de toren een bloem, maar ook een touw, want de bloem zit net als de toren vast aan de aarde, en de mens mag loskomen van de touwen van de leugen om te komen tot de touwen van de kennis, de touwen van de waarheid. De mens mag diep mediteren op boek 125 van de Vur bij alles wat de mens meemaakt, om het zo te beleven vanuit de juiste vibratie en context, in het juiste ritme. Ook mogen we dit boek toepassen op de leerstellingen van Calvijn, opdat het tot sieraad gestrekt zal worden. H.J. van Schuppen (1883-1969) was een Lunterse predikant. In zijn bundel predikatiën genaamd Leven en Sterven uit 1932 schrijft hij in 'het doel der wet' : 'Wet en Evangelie staan niet vijandig tegenover elkaar. Zodra echter de mens van de wet een verkeerd gebruik gaat maken verzet zich het Evangelie.' Er is volgens van Schuppen, Herv. pred., een onderscheid tussen werkverbond en evangelie-verbond. Het evangelie-verbond zorgt ervoor dat het werkverbond zuiver blijft. Ik vind dit wel mooi gezegd. Zodra er valse, vleselijke wetten op de mens worden gelegd, dan treed het evangelie in werking, maar die verbindt ons wel aan het ware werkverbond. Het evangelie betekent
dat door het kruis het vlees afsterft, buiten werking wordt gezet, en dat geldt ook voor het collectieve vlees. Toch is er die druk en die strijd. Er is een strijd tussen het geestelijke en het vleselijke, tussen goed en kwaad. Van Schuppen : De wet dient het Evangelie. De wet is ondergeschikt aan het evangelie. Ik zag een engel hierdoor spreken. De engel sprak : 'Alle valse wetten die door mensenvlees op je zijn gelegd zijn ondergeschikt aan het evangelie, aan het kruis.' Alles moet getoetst worden. Het was een vrouwelijke engel die sprak. Het was een moederlijke engel van Lunteren. Toch wordt de wet ook weer gebruikt om de mens aan zichzelf te laten sterven, stelt van Schuppen. Ik ben door de wet aan de wet gestorven, zegt Paulus. Dat is zeer abstract, bijna als theologische wiskunde. Theologen rollen over elkaar heen over dit soort onderwerpen, over de betekenis ervan. Hoe dan ook : krijg dit modelletje in je hoofd in orde zodat je vlees kan afsterven, en je door het geestelijke geleid wordt, oftewel door het profetische, het woord wat uit de hemel komt, niet het woord van mensen. En zelfs dan kun je de mist ingaan, want je hebt de juiste interpretatie nodig. Vandaar dat wij bidden om de gave van onderscheiding en de gave van vertolking, van interpretatie. En soms krijg je die niet, omdat bepaalde dingen nog voor een tijd verzegeld moeten blijven, en dan gaat het pad langs andere wegen. Hoe dan ook stelt deze predikant dat de prediking van de wet niet gemist kan worden. Er is en blijft een zekere wet, maar die moet dus van boven komen, profetisch zijn. Hij noemt dan ook zondag 44 van de catechismus. Genade komt dan eigenlijk pas wanneer de mens boven de maat werken opgelegd krijgt. Dan treedt het evangelie in werking om het af te snijden. Toch is die druk er. Het is dus heel dubbel. Dat komt omdat de mens ook moet leren lijden en strijden. Er is een lijdensverbond en een strijdverbond. Meer hierover is te lezen in dit boek 'De Calvijn Code.' Er is een punt waarop het kruis het moet overnemen van de wet, om de wet zuiver te houden. Er is een punt waarop de wet kruist met het kruis. Er is een punt waarop de wet zich tegen zichzelf keert om ook de andere kant van het verhaal te laten zien en het te verdiepen, te nuanceren. Zo ontstaat profetie. Zo wordt er getoetst. Zo komt de gave van onderscheiding. De tweede zuil van de islam is de zuil van het gebed. Het beschrijft een soort van religieuze wiskunde van de natuur. Deze natuur is geestelijk, en Calvijn heeft hieruit geput voor het calvinistische communisme van de hongerput van de eeuwige verdoemenis. Er is dus voor het communisme een belangrijke brug tussen Mohammed en Calvijn. Deze brug wordt ook besproken in dit boek van het nieuwe onderwijs over de regressie, genaamd de Calvijn Code. Deze brug is een zaak van leven of dood. Ga deze brug voelen in je hart. Als de zuilen in ons leven zijn hersteld dan kunnen we tot de eerste zuil van de islam gaan, namelijk de zuil van de belijdenis. Islam en
reformatie horen bij elkaar. Deze brug ligt in Duitsland, in de Duitse bossen. Zij leiden tot de regressie. Wat is de eeuwige verdoemenis ? De mensen om ons heen proberen ons tot 'eeuwige verdoemenis' te leiden, wat natuurlijk abstract is in de zin dat de mens om ons heen ons wil laten betalen en werken voor zijn dromen. Deze mens wil voor eeuwig zijn wil en kenvermogen in ons printen, hoe gebrekkig dat ook is. Maar mensen kunnen ook weer veranderen, zoals goden dat ook kunnen. Toen Rebekkah Jakob en Ezau kreeg was haar baarmoeder een arena. Jakob en Ezau vochten al in de moederschoot. Ezau is in het boek Amos een beeld van de eeuwige verdoemenis : Amos 1 11 Zo zegt de Here: Om drie overtredingen van Edom, ja om vier, zal Ik het niet herroepen. Omdat hij zijn broeder met het zwaard heeft vervolgd en zijn medelijden heeft verstikt, zodat zijn toorn eeuwig verscheurt en hij zijn gramschap immer blijft koesteren. 6 Zo zegt de Here: Om drie overtredingen van Gaza, ja om vier, zal Ik het niet herroepen. Omdat zij een gehele bevolking hebben weggevoerd om die aan Edom uit te leveren, 7 zal Ik vuur werpen binnen de muur van Gaza, zodat het zijn burchten verteert, 8 en zal Ik de inwoners uit Asdod uitroeien en de scepterdrager uit Askelon, en zal Ik mijn hand keren tegen Ekron, zodat de rest der Filistijnen te gronde gaat, – zegt de Here Here. 9 Zo zegt de Here: Om drie overtredingen van Tyrus, ja om vier, zal Ik het niet herroepen. Omdat zij een gehele bevolking aan Edom hebben uitgeleverd en aan geen broederbond hebben gedacht, 10 zal Ik vuur werpen binnen de muur van Tyrus, zodat het zijn burchten verteert. Abadja zegt dan : 8 Zal Ik niet te dien dage, luidt het woord des Heren, de wijzen uit Edom doen vergaan, en het inzicht uit het gebergte van Esau? 9 Ook uw helden, o Teman, zullen verschrikt staan, opdat alle man van het gebergte van Esau door moord worde uitgeroeid. 10 Wegens de gewelddaad aan uw broeder Jakob zal schande u bedekken, en gij zult voor altoos worden uitgeroeid. In Mekka of Bakka werd Ishmael onderworpen aan de eeuwige verdoemenis, had hij een gevecht met de eeuwige verdoemenis, met Ezau. De eeuwige verdoemenis is een kehatitisch verschijnsel om de mens te testen en te zuiveren. Het is een metafoor van de exegese dus. Boek 22 van de Koran is de bedevaart, de Hadj, of Hat, Hiti, het bloedorakel, wat dus iets profetisch
is, en die bedevaart is de hongertocht tot Mekka, tot Bakka oftewel Rebekkah, waar de mens in de arena komt met de eeuwige verdoemenis, met de regressie. Dit zijn dus niet zomaar ogen, maar voeten. De mens wordt geperst als druiven. Weet de mens dan wat de eeuwige verdoemenis is ? Nauwelijks, maar hier zal de mens geschoold worden. Boek 22 gaat over de opstanding. Geloven wij in de opstanding ? Wat is de opstanding ? De opstanding is de volharding van de heiligen, oftewel de vijfde wet van Calvijn. Wij zien dat zonder de eeuwige verdoemenis over het vlees te hebben ontvangen we geen profetie kunnen ontvangen. De eeuwige verdoemenis over het vlees breekt het vlees zodat de mens tot de hemelse gebondenheid kan komen, de hemelse touwen waarover Calvijn sprak. Hebben wij deze eeuwige verdoemenis al ontvangen, en hoe voelt deze aan ? Wat is er nodig opdat het vlees niet meer de kop op zal steken ? Of is dit een eeuwige jacht ? De indianen noemen het hiernamaals : de eeuwige jachtvelden. Voor de christenen is het hiernamaals vaak een pensioneringsfonds wat al op aarde begint. En wat ga je dan in de hemel doen ? Lekker luieren en soms wat liedjes zingen in de kerk ? In het hiernamaals begint het pas. De mens is nu nog maar slechts een feutus. De schepping moet nog komen. Doem is gewoon een Egyptisch en Israelitisch woord voor bloed en besnijdenis. Het verdoemd zijn betekent gewoon dat je vlees besneden is. Ook Jezus was een verdoemde, en de oude profeten. Zij waren de kinderen van de verdoemenis, de kinderen der verdoemden, oftewel de kinderen van de besnijdenis van het vlees, van het kruis. Zij waren de wilde jongens, en door Elia kwamen zij tot de wilde moeders en de wilde vrouwen, en die zijn in de wildernissen van Duitsland, in de wildernissen van de reformatie. Het feit ligt dat we niet zomaar loskomen van de Vloek van Calvijn. Een prediker zei eens : "Het is gemakkelijker de duivel uit je lichaam te krijgen, dan Calvijn uit je botten." Dat komt omdat Calvijn een code is die ontcijferd moet worden. Calvijn gaat niet zomaar weg. In de diepte van het Calvinisme ligt een rijke esoterie verborgen. Calvijn moet je op sommige punten zwaar cryptisch nemen, en dan kom je tot de uiteindelijke sleutel, de bevrijding uit de calvinistische gevangenis. Het mandaat : Calvijn een kwartslag draaien. Het is een gegeven in het calvinisme, dat de mens niets kan. De mens is in de calvinistische leer totaal afhankelijk van God, zelfs in het maken van keuzes. In het calvinisme is een mens totaal machteloos, een robot zonder vrije wil. De mens sterft hier af aan enige mogelijke persoonlijkheid. Alles is onpersoonlijk. De uitverkiezing is als een casino waarin je maar net geluk moet hebben dat je wint. Maar hoe ga je dan met de verliezers om ? Toch is de leer van Calvijn een allegorie van de heilige gebondenheid, de totale discipline, het totale afsterven van de mens aan zichzelf. In die zin is het dualistisch. Het letterlijke calvinisme strijdt met het esoterische calvinisme. Alles leeft voort. De mens moet daarom terug keren tot school, om alle
lessen te leren die nodig zijn. Het paradijs is niet alleen maar voor een bepaalde religie weggelegd, zoals velen denken. Zij stellen zich op als de poortwachters van het paradijs en vragen om een wachtwoord. Alle religies spreken over het paradijs in hun eigen taal, met hun eigen voorbeelden, als de verschillende zijden en hoeken van een diamant. De mens moet zelf het paradijs worden. Dat kan alleen als de mens oog heeft voor alle zijden en hoeken van de diamant. De mens mag zelf tot die diamant komen. Zo mogen de verschrikkingen van de kerkgeschiedenis op een andere manier bekeken worden. Het zijn duistere raadsels en de mens mag ontwaken tot de diepere betekenis. De taal van letterlijkheid heeft veel drama in de wereld gebracht. Zo mogen de bruggen daarom ook poëtisch en prozaïsch gelegd worden. Dit is een belangrijk thema in de Vuh, het eerste grote deel van de Tweede Bijbel. Als de mens terugwil naar het paradijs, en de wereld tot een paradijs wil veranderen, dan moet de mens stoppen met telkens racistische afscheidingen maken door de taalspelletjes. De mens mag de verschillende talen gebruiken, en soms is dat zelfs nodig, maar de mens moet voornamelijk de hartstaal kennen die door alle talen heenbreekt en hen samensmelt. Dit is ook de samensmelting tussen de religies, waar de Vuh over spreekt. Het paradijs is niet alleen maar voor een bepaalde religie weggelegd, zoals velen denken. Zij stellen zich op als de poortwachters van het paradijs en vragen om een wachtwoord. Alle religies spreken over het paradijs in hun eigen taal, met hun eigen voorbeelden, als de verschillende zijden en hoeken van een diamant. De mens moet zelf het paradijs worden. Dat kan alleen als de mens oog heeft voor alle zijden en hoeken van de diamant. De mens mag zelf tot die diamant komen. Zo mogen de verschrikkingen van de kerkgeschiedenis op een andere manier bekeken worden. Het zijn duistere raadsels en de mens mag ontwaken tot de diepere betekenis. Hierover gaat ook dit boek : De Calvijn Code. Een goed cadeau hoeft niet weggegooid te worden omdat er slecht pakpapier omheen zat. Zo zijn religies vaak het slechte pakpapier, maar zij verbergen grote schatten. Om hier naar op zoek te gaan noemen wij "parelduiken". Ook is het graven in de duisternis of het vuil naar goud. Alle onderdelen die gevonden worden zullen omgesmolten worden tot iets nieuws, tot de poorten van het paradijs. De mens is hierin opgeroepen om op een degelijke manier met de erfenis om te gaan, zowel niet lichtzinnig als onverschillig. De religies hebben veel gnosis gestolen, en zij verkopen het voor hoge prijzen op de markt. Alles moet teruggeroofd worden, ontmaskerd en herzien, en tot de smid teruggebracht worden voor groot herstel. De duistere dynamieken van de islam moeten verklaard worden, anders zal het tot strop zijn. Vele christenen hebben zich niet laten updaten door de islamitische exegese, en daardoor bleven hun opvattingen gedateerd. Het westen ligt geheel opgesloten in het christelijke jaar, de kerkelijke kalender, en daarom liggen er geheime codes verborgen in de islamitische kalender om de mens
hiervan te bevrijden, net zoals Ismael bevrijd werd. Het kerkelijk jaar met zijn feesten houden de mens opgesloten in de stad, maar het islamitische jaar kan dan verdieping geven. De boze houdt de mens af van het pad van Ismael, en neemt genoegen met het Jezus pad. Jeremia zag niet voor niks het vreemde volk komen. Dat was niet slechts het komende babylonische rijk wat hij zag, en ook niet alleen maar het rijk van de meden en de perzen, maar hij zag de islam, de beulen uit Orion in de grondtekst. De calvijn code wil dus ten diepste zeggen : nee, het gaat niet om de voorwaardes die de katholieke kerk heeft gesteld. Er zullen vreemde voorwaardes komen, dus de ouden zijn ongeldig verklaard. Dat is de ware definitie van onvoorwaardelijk, dat er oude voorwaarden worden geschrapt, om zo de mens te onderwerpen aan vreemde, onbekende voorwaarden, zeer exotisch en duister, giftig. De mensheid werd gebeten door een slang. Calvijn draaide er niet om heen. Het was overduidelijk. Hij noemde het beestje bij zijn naam. Maar alleen de geinitieerden in de calvinistische gnosis begrijpen de calvijn code. Ook deze duistere dynamieken moesten verklaard worden, anders zou de strop volgen, en die kwam toch wel. De heilige gebondenheid staat te dringen. De mens is afgeweken, roekeloos geworden, ondoordacht. De mens is bandeloos en teugeloos, op weg naar de afgrond. Calvijn is een afgrond op zich, als een woeste, duistere baarmoeder die staat te dringen, die op jacht is. Haar baarmoeder is nat en duister, harig, om de vrucht te beschermen. Dat is waarom de amazones in de diepere wildernissen veel donkerder zijn. De vrouw in de stad verheerlijkt haar witte huid en kijkt neer op de donkere huiden. Zij moest namelijk het kind offeren, tot de massa's, fel in het licht. Zij was uitgezonden om het kind te doden. Lange gifnagels, met chemische lakjes, om de kinderharten te bedriegen. Het lijkt allemaal op snoep voor het kind, maar de vrouw in de stad is op jacht, een dodelijke jacht. Zij is islamofoob, de anti-mahdi. Zij is preuts wanneer het aankomt op de gnosis, maar wanneer het om geld gaat speelt zij ineens de hoer. Jezus of Yeshua is voor de afzondering, de shaban maand, voorafgaande aan de ramadan, en Ismael is meer de link tot het vreemde. Ismael is het verlengstuk. Niemand moet zomaar vastraken bij Jezus, bij Yeshua. Ezau liet zijn identiteit besnijden. De valse, opgelegde identiteit moest eraf. Zowel man als vrouw dienen door deze besnijdenis heen te gaan. Het is een besnijdenis van het hart. Daarom moet de mens de put van Calvijn in om de opgelegde wil af te leggen, de uitverkiezing door de stad, om zo tot de uitverkiezing van de natuur te komen, die alleen de eenling uitverkiest. De wil is in die zin altijd ondergeschikt aan de natuurkennis. Niet de wil, maar de natuurkennis.
In die zin was Calvijn ook een na-middeleeuwse Ezau. Ook Jezus zei : 'Het gaat om de kennis die de sleutel tot behoudenis is.' Daarvoor moet alles opgegeven worden. Daarvoor moeten we bereid zijn ons eerstgeboorterecht op te geven, zoals ook Jezus en Ezau eens deden, en ook Jeremia. Jeremia ging niet uitgebreid de verjaardagsfeesten van de stad vieren, de stadse suikerfeesten. Neen. Hij vervloekte zijn geboortedag. Jeremia 20 14 Vervloekt zij de dag waarop ik geboren ben; de dag waarop mijn moeder mij baarde, zij niet gezegend. 15 Vervloekt zij de man die mijn vader de blijde boodschap bracht: U is een jongen geboren, waarmede hij hem zozeer verblijdde; 16 die man zij als de steden die de Here onderstboven heeft gekeerd, zonder dat het Hem berouwde; hij hore des morgens geschreeuw en des middags krijgsrumoer, 17 omdat Hij mij niet deed sterven in de moederschoot, zodat mijn moeder mijn graf ware geworden en haar schoot voor immer zwanger gebleven. 18 Waarom toch ben ik uit de moederschoot voortgekomen om moeite en kommer te aanschouwen en opdat mijn dagen in schande ten einde spoeden? Jeremia zag wel in dat het leven in de stad één grote leugen was, en dat hij aan zichzelf moest sterven, opdat hij een deel zou zijn van de hogere natuur. Hij snakte naar de natuurkennis, en gaf zijn valse identiteit op, net zoals Ezau en Jezus. De gehele religie die de stad had opgesteld was vals, en Jeremia vocht ertegen. Alles moest andere waarden krijgen, andere betekenissen. Jeremia moest het oog van de stad verlaten om te komen tot het oog van de natuur. Het oog van de stad loog altijd weer, en schreef die leugens ook op als richtlijnen voor de stadse mensen om naar te leven. Oh hoe armelijk en bedrieglijk waren die stadse geesten in de ogen van Jeremia. Jeremia kon het vuur van de natuur wat aan hem trok niet meer tegenhouden, een vuur waar ook Calvijn over sprak : Als je uitverkoren bent, dan kun je het niet meer weerstaan. Dat is de heilige gebondenheid waarover de tweede bijbel spreekt. Kan er dan nog zelfbedrog zijn ? Oh jazeker. Een klein beetje zuurdeeg maakt het gehele deeg zuur. Daarom moet de mens dieper gaan dan Calvijn, en er een waardig commentaar op geven, oftewel het exegetische calvinisme. Zo moet dat ook met de islam gebeuren en met het communisme. Hoewel Calvijn zwaar orthodox was gaf hij ook de sleutels om aan de stad te ontkomen. De cadeau's moesten nog uitgepakt worden. Dat is een missie voor de mens vandaag. De mens kan niet zomaar om de natuurdynamiek van Calvijn heen. Hij ging verder dan Jezus, Mozes en de katholieke
kerk. Hij was een man ter paard. Hij ging door tot de vergeten en verloren paden van Ishmael en Ezau, dieper de wildernis in, tot het Kaïnsloon. Was de mens maar zo vindingrijk. Calvijn stak met kop en schouders boven de mensen uit, maar was ook een schurk. Hij had de schatten van de islam geplunderd. Abadja profeteerde er al over : 4 Al zoudt gij uw nest zo hoog bouwen als de gier, ja, al was het geplaatst tussen de sterren, vandaar zal Ik u neerhalen, luidt het woord des Heren. 5 Indien er dieven tot u kwamen of nachtelijke rovers – hoe wordt gij verdelgd! – zouden zij niet stelen zoveel hun genoeg was? Indien druivenlezers tot u kwamen, zouden zij geen nalezingen overlaten? 6 Hoe wordt Esau doorzocht, worden zijn verborgen schatten opgespoord! 7 Naar de grens zenden u al uw bondgenoten; u misleiden, u overmogen uw vrienden; wie uw brood eten, leggen u een valstrik. – Er is geen inzicht bij hem. 8 Zal Ik niet te dien dage, luidt het woord des Heren, de wijzen uit Edom doen vergaan, en het inzicht uit het gebergte van Esau ? Calvijn diepte het gehele Ezau verhaal uit en bouwde zijn eigen wereldrijk, zijn eigen theocratie. Alle protestantse kerken vandaag de dag hebben hun fundament in Calvijn, of ze dat nu willen of niet. 9 Ook uw helden, o Teman, zullen verschrikt staan, opdat alle man van het gebergte van Esau door moord worde uitgeroeid. 10 Wegens de gewelddaad aan uw broeder Jakob zal schande u bedekken, en gij zult voor altoos worden uitgeroeid. Calvijn had zijn eigen inquisitie. Hij stond bekend als de man die pauzen vermorzelde in zijn zwarte stalen vuist. Het is daarom belangrijk dit verhaal recht te krijgen. In de reformatie ging niets zo diep als Calvijn, tot het punt dat een prediker het uitriep : Het is gemakkelijker de duivel uit een mens te krijgen, dan Calvijn uit de botten ! Het zit in de botten en het blijft in de botten, omdat de mens het niet begrepen heeft. De mens moet het leren vertalen, en over de terreur van dit wereldrijk heen zien te komen door deze puzzel op te lossen. Daartoe kwam ook het boek de Calvijn Code. 'Hoe Calvijn te overleven ?' Dat is tegelijk de vraag : Hoe Calvijn te leven. Calvijn was te groot en te diep om zomaar overboord te kieperen. Hij staat naast de groten zoals Jezus en Paulus in de kerkgeschiedenis. Ook staat hij naast Mohammed. De mens moet er zicht op krijgen. Wat zijn deze standbeelden ? Welke boodschap brengen ze ? Is dat zomaar iets zwart-wits, iets extreems, of is er meer gaande ?
In de tweede bijbelse mythologie ging Adam op het rode paard van Ezau dieper de wildernissen van het paradijs in om het te doorvorsen, te doorzoeken, om te gaan tot het verborgene, het vergetene en het verlorene, ja, zelfs tot buiten het paradijs, waartoe hij van de vrucht van Eva nam. Dit was het oorspronkelijke pad van de gnostiek, maar het christendom heeft het gedemoniseerd. Calvijn plunderde de schatten van Adam en Ezau en diende het aan de kerk op met een christelijk sausje, anders zou niemand ervan nemen. Calvijn verzoette de boodschap niet. Integendeel. Hij verbitterde het. Vaak wat nogal krom wordt opgeschreven in de orthodoxie kan weer rechtgezet worden door de exegese, oftewel door commentaren die een vast pad kunnen laten zien door deze wildernissen, als een gids, een leidraad. Zij die ziek zijn geworden van de protserigheid en huichelarij, de orthodoxe roekeloosheid en botte onvoorzichtigheid van de overigens suikerzoete evangelische beweging mogen dan weer een schuilplaats vinden in het calvinisme nu Calvijn er zelf niet meer is. Het spul is allang van gedegen commentaar voorzien zodat de mens niet meer in de valstrikken van deze beweging hoeft te vallen. Het is opgesteld als de benodigde oerchaos, en zeker is het zo dat twijfel een mens voor vele zonden kan behoeden. Ware studenten blijven twijfelen en zoeken totdat deze twijfel rijp is geworden. Heb dan geen oogst voordat het rijp is, anders val je in de klauwen van de stadse suikerfeesten die de mens vergiftigen en meesleuren op een dwaalspoor. Het zijn verhalen. Deze realiteiten zijn neergezet opdat de eenling er iets van kan leren. Ik groeide op in zware orthodoxe gebondenheid, dus ik had de wat vrijere groepen nodig om wat balans te brengen, maar toen ben ik als medicijn nog dieper gegaan dan mijn al hele zware opvoeding, eigenlijk tot de nog zwaardere gebondenheid van mijn vriendjes en vriendinnetjes van vroeger die om ons heen woonden, de gebondenheid van Calvijn. De weg eruit is altijd dieper, zoals een tweede bijbels gezegde stelt, wat ook in mijn leven waar is gebleken. Alles verandert in de diepte. Alles krijgt nieuwe betekenis, en er gaat dan een zee en natuur van kennis voor de mens open. Kan Calvijn nieuwe betekenis krijgen in deze dagen ? Ja, het kan. En het moet. De mens is te diep afgedwaald in de stad, te roekeloos geworden. De mens zit geheel onder de giftige suiker, en daardoor zijn zijn zintuigen verdwaasd geraakt. Dan is het tijd voor de mens om weer terug te keren tot de bakker, want die kent alle ingredienten, en de juiste verhoudingen, en alle kook-regelementen voor zijn wonderbare kookkunst. Niets wordt te heet opgediend, en niets te koud, niets te vroeg en niets te laat. De bakker kent zijn tijd. Hij weet waar alles staat, waar hij alles kan krijgen wat hij nodig heeft. Hij kent de tovenaars die hiervoor nodig zijn. Hij heeft als doel gesteld, de mens te behoeden tegen het grote kwaad van overmatig eten, teveel nemen van het goede. Overdaad schaadt.
"Het piratenschip in de mist, Een eiland met wildernis in de verte, Oh, zij zwemmen wel, maar komen nooit aan, Zij dragen het sieraad van de piraat dat hen bindt, Als een steen aan hun enkel, Zo zinken zij tot eeuwige dieptes, Als een oordeel van een kerkvorst, Voor hen die de nachtmerrie verstaan, Oh, ontwaak toch mens, En zet uw mes in het kwaad, Er is nog zoveel te snijden, En het is al laat. Waar de zon ondergaat in het water, Ver boven het piratenschip, Waar de mens gebonden lag, Voor dit geheim leef ik." --- Calvijn II
Hoofdstuk 1. De Kerkgeschiedenis als Allegorie Authentieke sieraden en andere duurzame kunstwerken zijn het resultaat van lange en zware gevechten. De kunstenaar is geen tovenaar, maar een arbeider, een soldaat. Ook is de kunstenaar een ontdekkings-reiziger en een archeoloog. Wie geen geduld kan en wil opbrengen moet zich niet bezig houden met kunst. Kunst is sterven en weer tot leven komen door het rangschikken van de dood, de elementen van de onderwereld. Het is voor hen die houden van de cryptische diepte door alles heen. Het letterlijke is saai en een prulwerk in plaats van een kunstwerk. Juist in de wildernis krijgen we hier ervaring mee. Het is een bekende situatie : Piraten komen tot de eilanden om daar de wilden te ontvoeren om hen als slaven te verkopen in de stad. Zij die het sluier van de wildernis niet kennen, zullen het nooit dieper binnengaan. Eerst raakt de mens in de sluiers verstrikt, totdat hij het raadsel ervan heeft opgelost. Wilde fantasieën hebben een reden en doel, om de ziel los te krijgen uit de opgedrongen, valse realiteit. Hiertoe moet de ziel dus nog een keer gegrepen worden en gebonden worden, om zo weer vrij te komen. Er is een woestheid van het mysterie van de baarmoeder, en Zij rekent ook af met de ontvoerders die de wilde mens eens terugbrachten naar de stad. Het mysterie van de baarmoeder rekent af met het sluier van de piraten wat hangt tussen hem en de wildernis. Er wordt afgerekend met de zegels van het daglicht en de wilde mens wordt dieper de nacht in getrokken. Het Romeinse Rijk is een allegorie waartoe de Romeinen kwamen om de wereld te veroveren. De mens werd gebrandmerkt voor de Katholieke eeuw. Er gingen ringen door de mens heen, om de mens terug te brengen tot het mysterie van de vrouw op het beest. De mens begreep het niet. Het was een gesel in de hand van de Moeder Kennis. Nu is de mens door de schaduw hiervan heengegaan en staat er een wereld voor de mens open, een poort, van de katholieke esoterie. De katholieke mens is geen kind meer. Deze esoterie wordt besproken in het Eeuwig Evangelie, het eerste boek van de Vuh. De Vuh is het eerste deel van de Tweede Bijbel, oftewel de Amazone Bijbel. Hier kan de katholieke mens zijn jeugdziekte achter zich laten. Ook de protestantse eeuw, de reformatie, is een allegorie, waaraan de katholieke macht werd overgedragen. De protestantse eeuw nam de mens mee naar de dieptes van de wildernis, naar een gebied van grotten. De grot is een beeld van onderricht, van de hiëroglyphen. In het katholicisme had de mens de kern ontvangen van de onderwerping aan de baarmoeder en het loon. In het protestantisme werd de mens verder opgevoed en tot de boeken geleidt. De mens moest komen tot de tucht, het kruis. Er is hierin een wereld van verschil tussen het stadse protestantisme en het wildernis protestantisme. De stad is de jeugdziekte wiens muren afgebroken moeten worden. Ook de protestantse schat moet op waarde geschat worden. De Vur, het derde deel van de Amazone Bijbel, is niet alleen om te ontmaskeren, maar ook om te herzien en te verenigen. Zoals de Vur zegt : Er is alleen leven op de brug. Het Romeinse Rijk nam het Westen over door hen een mes op de keel te leggen. De mens moest Katholiek worden. Dat was een bevel. Dit zou alleen waarde kunnen hebben in de cryptiek en de esoterie, want katholiek betekent universeel en algemeen in het Grieks, en de paus is de plaatsbekleder van Jezus Christus op aarde, om te laten zien dat er iets na Christus komt. Dit was slechts een schaduw van het komende Amazone Rijk, een weerspiegeling die corrupt was geworden door de wind. De mens mag zo de grote baarmoeder in zichzelf ontdekken. Ieder mens heeft dit potentieel.
In het katholicisme is de baarmoeder te vinden. Ook is de plaats van Jezus Christus ingenomen door de paus. Paus betekent vader in het Grieks. Jezus Christus heeft dus inderdaad eindelijk de mens dan geleid tot de vader, maar wat betekent dit ? De paus, de vader, is ondergeschikt aan de Moeder, Maria, oftewel aan de baarmoeder, de bron van de schepping, dus hierin zal het hele idee wat verkeerd voorgesteld was en corrupt was geworden vernieuwd worden. Het zal andere waarden krijgen. De heilige Amazone zit op de troon. Het katholicisme is hiervan een allegorie. Wij mogen terugkeren tot het schilderij van katholicisme, en het in contrast zien met het schilderij van een speerwerpende amazone in het hoge gras. Sommige ingrijpende taferelen die zich op aarde afspelen hebben een andere, diepere betekenis in de onderwereld. Het is het flitsen, het draaien, en het spiegelen van de andere realiteiten. De mens moet leren zien en begrijpen. Het is pure religieuze wiskunde. In de geschiedenis zien we de katholieke grootmacht de prooi voeren aan haar beesten, die van het protestantisme. De macht werd overgedragen van de draak aan het beest. Wat een grote nachtmerrie is dit, die alleen begrepen kan worden in het esoterische preterisme, het draaien van de realiteiten om een apocalypse die allang gebeurd is. De mens mag ontwaken. De mens mag deze grote realiteiten zien, om zo het drama te kunnen plaatsen en tot een ander inzicht erover te kunnen komen. De mens kan niet zomaar ijzer met handen breken en het mysterie van de kerk naast zich neerleggen. De mens moet er dwars doorheen. De katholieke kerk vervolgde de katharen, de arianen, de gnostici en alle andere stromingen die afweken van de katholieke leer. Zij hadden geen rust op aarde, en waren de martelaren beschreven in het boek Openbaring. Zij konden zich niet verschuilen. Hoe slecht de katholieke kerk ook is geweest, er was één dynamiek die bijna nergens anders in het christendom werd gevonden, en dat was de dynamiek van de goddelijke baarmoeder, de bron van al het leven. Natuurlijk werd dit totaal verkeerd voorgesteld. Maar deze zuivere, heilige dynamiek vervolgt de mens tot het uiterste totdat de mens zich aan Haar onderwerpt. Wij kunnen dit niet ontkennen. Dit is een universele eis. Daarom zal deze kern overblijven als de katholieke kerk gespleten gaat worden door de tand des tijds. De RK kerk zette de mens op een rantsoen. De mens werd uitgehongerd door de RK kerk. In de grondtekst van de opkomst van de beesten is het verbonden met het komen tot de leegte en de wildernis. Dit is de les die we hiervan kunnen leren. De RK kerk leidde de mens tot de Ramadan. De materialistische, letterlijke mens zal dit geheimenis nooit doorzien, en zal altijd niets dan vijandig zijn naar de RK kerk, van geen verzoening willen weten op geen enkele manier. De Vur echter laat zien dat er alleen leven mogelijk is op de brug. Ook de RK kerk is onderworpen aan het draaiende wiel van de gezichtspunten dat zal komen in de stortvloed van de Vur. Wat mooi dat wij als mens door deze sluiers mogen gaan om het achter ons te laten, en te komen tot de contrasten. De mens mag wakker worden uit de nachtmerrie. Ja, de geschiedenis herhaalt zichzelf, maar die herhaling is om het geheimenis te openen. Is de mens klaar ? Is de mens nu klaar ? Deze geheimenissen liggen voor de mens klaar. In de Vur ligt hiervoor een grote poort. Er is altijd het contrast tussen stad en land, tussen stad en wildernis. Alles wat in de stad plaatsvindt is een weerspiegeling van dingen die in de wildernis gebeuren. Het is niet iets persoonlijks, maar iets universeels. De mens lijdt vaak alleen, en denkt dat zijn situatie uniek is. De mens vraagt zich vaak af : "Waarom ik ?" Het lijden isoleert en schept deze illusie. De RK kerk nam haar vijanden apart. De gevangenissen zaten vol met ketters. Ook de kerken liepen vol. Toen het protestantisme kwam opzetten begon dezelfde trucage. De mens werd getrokken aan een touw. Alle mensen waren zondaren, maar er was een groot verschil tussen een afvallige zondaar en een vergeven zondaar. De vergeven zondaar had zichzelf losgekocht door de aflaat of het
lidmaatschap van de kerk. De vergeven zondaar hoefde zo de gevangenis niet in, werd niet gemarteld en niet gedood. De vergeven zondaar was veilig in de kerk, als een slaaf. Ook dit wijst op diepere realiteiten. Zo werd de mens een slaaf van liturgie, van kerkgezangen, voor zolang zij dit vol konden houden. Zij wisten dat buiten de dood hen riep. De trage, weinig opbeurende kerkliederen waren een bittere weerspiegeling van de woeste de wildernis. De RK kerk moest de protestantse kerk in leven roepen en macht geven, opdat haar eigen macht nog groter zou worden. De RK kerk moest deze arena bouwen, van katholiek tot protestant, opdat zij haar inkomsten zou krijgen. Ook dit raadsel komt uit een duistere en woeste wildernis. Op dit fundament werden veel meer arena's gebouwd. Het werd een grote oorlog tussen waarheid en leugen. Meningen werden wapens in de strijd, en zo ook de kerkelijke autoriteit. Hoe kwamen zij aan die autoriteit ? Er is geen autoriteit dan de heilige kennis, maar de mens verdraaide het, maakte het corrupt, en werd zo een raadsel en heraut te van die autoriteit. De pest, de zwarte dood, sloeg toe in Europa, en een derde van hen stierf. Zelfs de RK kerk zelf bleef niet ongedeerd. Er werd gesproken dat het "een straf van God" was. Het zwarte mysterie had toegeslagen. Er was een nieuwe religie opgestaan die een plaats eiste : de islam, de zwarte steen. De vorsten van de RK kerk werden onttroont, toen de islam het Romeinse Rijk binnenviel en tot de val bracht. Al hun leerstellingen werden verbroken. De pest, de zwarte dood, was gekomen, hoog op het paard. Zij brak het zegel van de RK kerk, opdat het protestantisme zou komen. Zij waren allen overgeleverd aan haar genade. Er viel niets meer te verdienen. Er werd een streep getrokken : Tot hier en niet verder. De mensheid was in een diepe put gevallen. Het zoonschap was verloren gegaan. Er stond geen moeder meer voor de mensheid, maar een beestachtige wilde om wraak te nemen. De mens was verstoten. En de mens moest nu in de calvinistische kerk de gezangen van klacht, beschuldiging en scheiding aanhoren totdat zij er uitgeput van werden en erdoor braken. Het duistere geheim van Calvijn was uit de aarden pot gekomen. De duistere ruiter van de islam had een masker opgezet en was diep in de kerk doorgedrongen, met als boodschap : "God heeft de zoon verstoten. God heeft geen zoon. En gij bent geheel afhankelijk van genade." Dit waren de putten van Calvijn. De mens werd in een diepe, woeste en eeuwige ledigte geworpen, maar in het protestantisme, het werpnet van de sluwe islam, was er voor de mens een weg, een valse hoop. Het zijn slechts oude hiërogliefen, symbolen, op grotmuren. De mens ziet het en schrikt. De mens kan het niet ontcijferen. Er is geen tedere, zorgzame moeder, maar een woesteling met een masker : de Vader cultus. De mens moet nu vechten voor zijn leven. Er wordt niet meer voor hem gezorgd. De mens is dood verklaard, en is slechts gezombificeerd. Er kan niets meer verdiend worden. Er is geen weg meer terug. Ze zijn verstoten, volledig afhankelijk van wat er nog rest aan genade, of iets wat daarop lijkt. Ze grijpen alles aan. Het is misschien hun laatste kans, maar het is valse hoop. Dus wat is dit zogenaamde genade tijdperk ? Goede werken kunnen niet meer gedaan worden, want de mens is dood verklaard, verloren. Hier houdt het op. Ze moeten het met hun verleden doen. Er is een groene streep getrokken, waarna niets meer wordt toegevoegd. Alles gaat preteristisch terug naar het verleden. Het is als het laatste oordeel. Nu staat alles vast. Het is voorbij. De mens is nu bevroren. De mens is tot steen geworden, als een standbeeld. De mens is aangeraakt door de staf van het protestantisme. Een wonder ? Vanuit de heilige kennis gezien wel. Het protestantisme mag een kwartslag draaien. Het is de allegorie van het heilige sterven aan het zelf, de heilige gebondenheid : "Zonder Haar kunt gij niets doen." Dit is het Laatste Oordeel, een groot tribunaal. De mens stierf in het protestantisme. De aarde was weer woest, duister en ledig geworden. Alles
was weer teruggekeerd naar het begin. De mens moest weer leren lopen na de breuk. De mens was nu gevoelig geworden voor haar stem. Maar wiens stem was het ? De mens leerde al snel het moorden weer. Het protestantisme had haar eigen inquisitie. De mens was tot een robot geworden. De pinkster kerk kwam opzetten als een teken dat de mens een stem had gevonden in de diepte. Maar welke stem was het ? Uit welke fles kwam deze stem ? Is dit de intrinsieke schoonheid van het protestantisme dat zij de Pinkster Kerk voortbracht, de stem in het duister ? Is er dan schoonheid in nachtmerries ? Want feit is dat deze nachtmerrie door alle eeuwen heen nog steeds niet vergeten is, en men worstelt nog steeds met het grote raadsel ervan. Niet alles werd weggegooid. Zij kon nog een heleboel dingen gebruiken. Hierom lijken het protestantisme en het katholicisme nog zoveel op elkaar. En daarom is er ook zoveel hiervan terug te vinden in de heilige kennis. Dit is het tijdperk van de laatste dag, van het Laatste Oordeel ? Neen. Het is al geweest. De mens moet terugkeren tot de geschiedenis. De groene streep was allang behaald. Nu ligt er een wildernis voor de mens, of liever gezegd : achter de mens. Vóór hem ligt alleen ondoordringbaar ijs. Het vuur zal de mens teruggrijpen en dwingen de les van de geschiedenis te leren. Zo is het altijd gegaan. Er worden geen vragen gesteld. De mens werd meegesleurd in een net, en waar de mens roept "stop," zal alles meedogenloos doorgaan. Elk mens zal het scherpe mes dat overal dwars doorheen gaat en geen restricties heeft leren kennen. Het mes aarzelt niet, en laat zich niet omkopen of terugroepen. Mensen kunnen klagen over hoe dingen in hun leven zijn gegaan of over de algehele geschiedenis, maar hoe eindeloos dit geklaag ook is, het zal de dingen niet veranderen. De mens moet leren wat het is, en inzien waarom het niet anders kon. Is de mens wijzer dan de heilige kennis ? De Pinkstergemeente liep uit op dat wat ze de Toronto Kerk noemen : De mens begon in een dier te veranderen, en kwam in allerlei losbandige religieuze krankzinnigheid terecht. De mens stond daar als zonder huid, gevild. Zij hadden hun hoofden verloren. De wand tussen mens en dier werd doorbroken. Een groot oordeel was op de mens gevallen. Hij moest tot diepere geheimenissen komen. De mens was tot een bepaalde leegte gekomen, als de gesel van de RK kerk, als de Ramadan. De Toronto kerk was daar een corrupt beeld van. Ergens wordt deze cirkel doorbroken voor een andere realiteit. Dat is ook telkens de boodschap van de Vur, dat alles in fragmenten komt. De verhalen zijn alleen half, en gaan verder in andere verhalen. In de climax van de wildernis is er ineens weer een stukje stad, iets wat dieper ontledigd moet worden, ontraadseld. Het is niet erg als de mens in de stad terecht is gekomen. Het is belangrijk om de mens te testen, en de mens te onderwijzen door symbolen. Ook hier moet de mens de juiste keuzes leren maken. Er is altijd een pad door de stad. De mens kan leren leven in de bebouwde kom, met de sluier van illusie die het paradijs reflecteert, om zo door alles heen te prikken. Per slot van reden gaat het om het droom-leven van de mens, de manier waarop de mens de dingen ervaart. De mens kan aan alles hogere definities geven, hogere waarden. De mens leeft nog steeds in het paradijs, maar hij vecht tegen de illusie van de stad, als een monster wat in zijn hart leeft. Ook dit heeft een doel. Dit is allemaal slechts het vormen van de mens in de baarmoeder. De mens is in die zin nog nooit echt geboren geworden. Het zijn allemaal baarmoeder-ervaringen. Het calvinisme wordt altijd als de spelbreker gezien en de dromenvernietiger. Maar deze restrictie wekt ook juist weer dromen op. Het is een samenspel. Toen de wilde mens in de wildernis was werd hij meegenomen door piraten, wat ook een beeld is van het calvinisme wat afrekende met het
katholicisme. Hij werd uit de warme baarmoeder getrokken, maar dit was slechts het katholicisme die hem aan de beesten van het calvinisme voerden. Het is een gegeven in het calvinisme, dat de mens niets kan. De mens is in de calvinistische leer totaal afhankelijk van God, zelfs in het maken van keuzes. In het calvinisme is een mens totaal machteloos, een robot zonder vrije wil. De mens sterft hier af aan enige mogelijke persoonlijkheid. Alles is onpersoonlijk. De uitverkiezing is als een casino waarin je maar net geluk moet hebben dat je wint. Maar hoe ga je dan met de verliezers om ? Toch is de leer van Calvijn een allegorie van de heilige gebondenheid, de totale discipline, het totale afsterven van de mens aan zichzelf. In die zin is het dualistisch. Het letterlijke calvinisme strijdt met het esoterische calvinisme. Alles leeft voort. De mens moet daarom terug keren tot school, om alle lessen te leren die nodig zijn. Het ontwaken is moeilijk. Vaak ontwaakt de mens om dan later te ontdekken dat de mens nog steeds in slaap is, dromende dat hij ontwaakt. De mens kan hier moedeloos van worden. En dan slaat de disoriëntatie en de verwarring toe. In wezen is het calvinisme gewoon neo-katholicisme, een bepaalde secte of cultus binnen het katholicisme als een soort aftakking. Als de stad de mens weggrijpt uit het paradijs, dan is dat juist een nog groter geheim van het paradijs. De stad is slechts zware cryptiek. Vanwege de patriarchische invasies werden in het menselijk lichaam alle kanalen tot de andere werelden dichtgegooid. Dit zijn niet alleen dromen, maar meer nog nachtmerries, zodat de mens doeltreffend aan zichzelf kan sterven, door een geweldadige, wrede dood. Voor een strijder is dit in de Germaanse mythologie de enige manier om tot het hiernamaals te komen, en zo door het Ragnarok heen te gaan. Hoofdstuk 2. Calvijn een Kwartslag Draaien De lauwheid kwam voor in het katholicisme waarin het materialisme hoogtij vierde. Toen werd de vorst Calvijn gezonden als een oordeel, en het volk werd overgeleverd aan de vader-verering. De mens zou hierdoor in de war raken om te zoeken naar de Ene bron. Als de krachten van materialisme te gevaarlijk worden voor een mens, dan is afscheiding het logische antwoord. Ook waar het sociale materialisme de overhand krijgt gebeuren zulke dingen. De mens is zo gedwongen op zoek te gaan naar de hogere krachten, en leert zo de hogere wetten die het heelal besturen kennen.
Dit was ook de reden waarom de mens van het katholicisme overging in het calvinisme, het hart van de reformatie. De mens moest tot deze wanhoop gedreven worden om het uit te roepen tot de hogere kennis. In die zin is het calvinisme van grote cryptografische waarde, als een gesel in de hand van de kennis. De mens moet met dit raadsel klaarkomen, om zo de schuilplaats te ontdekken van de cobra-geest Saveer, die met de komst van Calvijn openlijk werd aanbeden in de vorm van zijn geschriften. Hij schreef een bijbel commentaar als een nieuwe bijbel. Hij was het voorspelde eeuwig evangelie wat zou komen. Dit geschrift vormde de basis van de reformatie. De mens was tot Vuk gekomen, het beloofde land, als zij daartoe konden ontwaken. Zij waren oog in oog gekomen met de cobra-geest met de lange staart die de Vader cultus uitbeeldde, de relatie tussen vader en zoon, die dit land bewaakte. De mens was losgesneden en kwam met dit masker in gevecht. Maar de mens had deze onderdrukking nodig om het beloofde land binnen te kunnen gaan. Zonder de komst van Saveer zou alles verloren zijn geweest. De mens moest deze valse huur-geest eerst verslaan, die dit land binnenin zich droeg. De schat is in de bek van de slang. Het gif van deze slang zou de onbevoegde rovers verlammen en tot de vernietiging leiden. Dit is een zaad wat een ieder in zichzelf draagt. In die zin is Saveer een agent van de gnosis. De kennis heeft deze sluier zelf opgericht. Laten we daarom het calvinisme dus niet zomaar zonder meer verwerpen, want het is een gestolen en verdraaide schat van de gnosis. Het gif zal dus ook het geheim bevatten waartoe de mens moet ontwaken in openbaring. In de juiste substantie, dosering en samenstelling is zij dus medicinaal. Het letterlijke calvinisme leidt tot grote verdoemenis, maar het esoterische en cryptografische calvinisme is een pad ten leven, omdat op dit pad de verloren schatten terug te vinden zijn. Mozes richtte de koperen slang op, nadat de bruids-vogels van Egypte, de snelle arenden die het volk achtervolgden, waren neergehaald, als een beeld van het vallende katholicisme. Het volk werd geleid tot de wildernis. De koperen slang is een beeld van het calvinisme wat werd opgericht in de bittere wildernis van de uittocht, als de komst van de cobra-geest Saveer, die betaling eiste als huurprijs in het gebied. De wond van het beest werd op wonderbaarlijke wijze genezen en de aarde volgde het calvinisme in grote verbazing. De opgerichtte koperen slang was het grote overwinningsteken over de Egyptische achtervolgers, het katholicisme, en Calvijn stichtte zijn eigen theocratie. Er was een nieuwe bijbel gekomen, de bijbel van Calvijn, het eeuwig evangelie. Dit zegel zou verbroken worden, begrepen worden, gedecodeerd, in het boek Jozua, waar het teken van de koperen slang, het teken van redding, werd tot het rode touw waardoor de hoer Rachab werd gered toen Jericho viel, als een beeld van de heilige gebondenheid. Dit is waarop de slang wijst. De giftanden van Saveer zijn het Woord van Calvijn die het volk daartoe aanzetten om ook persoonlijk Saveer te overwinnen. Het lichaam kan zo antistoffen aanmaken, en de schat terugroven. Dit gaat niet buiten persoonlijke confrontatie om. De angel moet diep gaan. Er is iets onoverbruggelijks in de oneindige kennis, de gnosis. Dit heeft te maken met het feit dat de mens zelf de gnosis moet worden. De tijd van het projecteren moet afgelegd worden, alhoewel de mens zich wel moet onderwerpen aan de gnosis. Dit is de balans van het evangelie van Ismaël. De mens wordt tot de gnosis alleen door de afscheiding, door de onderworpenheid. Hierin moet de mens diep gaan. In zekere zin is dit een eeuwige balans, omdat de mens al deze archetypes in zichzelf zal moeten dragen. In die zin is het calvinisme nuttig, omdat zij dan wel de elementen van de gnosis diep in zich draagt, maar dan op een hele verdraaide en foutieve manier. De hiërarchie van het calvinisme zal geschud moeten worden, alvorens een mens tot de kern kan komen. Er is geen heil in het zonder meer verwerpen van alle christelijke en calvinistische elementen in bitter atheisme. De bitterheid die de farao op het volk legde door de lasten te verzwaren was om hen in bedwang te
houden, als een beeld hoe de heilige gebondenheid door pijn de mens in bedwang houdt. Een andere manier waarop de heilige gebondenheid dat doet is door de heilige vreze. Al deze elementen van het touw, deze karakter-eigenschappen, leiden tot de heilige leegte, de eeuwige honger, waarin alle rebellie sterft, en waarin het touw geboren wordt, vanuit oprijst. De mens kan dit niet bevatten. De mens zal altijd excuses proberen te maken om aan die eeuwige leegte te ontkomen. In die zin moest de farao het volk aan Mozes “verkopen”, opdat het nieuwe touw de mens tot die eeuwige, woeste leegte in de wildernis te trekken. De draak verkocht zijn macht aan het beest. Het calvinisme bleef het arianisme, hen die de godheid van Jezus verloochenen, vervolgen. De godheid van Jezus is de kop van de cobra. Soms is het belangrijk terug te keren tot de gegeven bron en die bron te herzien, om niet in oude fouten te vervallen. Herin moet een balans aangelegd worden tussen het dynamische principe van de bron en de personificatie ervan. De kennis personificeert zichzelf in een hogere graad, in de climax, maar zal altijd weer wederkeren tot het originele principe waarvoor het staat, om zichzelf te zuiveren en zuiver te houden. Daarom kan atheisme soms goed zijn, maar mag niet vervallen tot een bitter atheisme waarin de personificatie van de kennis wordt tegengehouden. In deze personificatie is het van belang de balans te houden tussen de nieuwe, zuivere taal, en de oude taal, zodat er nog wel feedback wordt gegeven aan de oude orde en die zich eraan kan hervormen. In die zin is de oude orde het slot en de sleutel. Zo moet het calvijn mysterie een kwartslag gedraaid worden, opdat het volk doorgang heeft. Het wapen-arsenaal is dus al gegeven in de geschiedenis, en de mens moet geen smetvrees ontwikkelen. De rotzooi moet gerecycled worden in plaats van afgedekt, anders gaat het een keer ontploffen. Het calvinisme is een allegorie van de heilige gebondenheid en het laatste oordeel, en werd als een sluier verdraaid afgespiegeld op aarde. Het amazone-calvinisme herstelt de originele polen hiervan, en draait de sleutel in het slot. Dit is een esoterisch en vertikaal calvinisme in plaats van horizontaal, en rekent af met de rover die het calvinisme is, door het geroofde terug te nemen. Zowel het calvinisme als het bittere atheisme zijn smetvrees verbonden aan de schoonmaakkabouter, een stadse geest. De Vuh geeft een goede definitie van de schoonmaak-kabouter : Dit is een tovenaar die het volk onder bedwang houdt met zijn giftige schoonmaakproducten die in wezen gewoon tovermiddelen zijn. Door overmatig gebruik van deze middelen komt men langzaam onder de betovering ervan. De schoonmaakkabouter wil alles brandschoon houden, maar geeft niet om het milieu, de natuur en de gnosis. De schoonmaakkabouter wil niet “vies” worden, dus die keert ook niet terug naar de paradijselijke grond. In het amazone calvinisme wordt deze grip verbroken. De schoonmaakkabouter leeft in een valse schoonheid van de glitterwereld, een illusie. Hij probeert de massa's te verleiden tot vals vermaak, zodat hij even later zijn schoonmaak producten kan verkopen. Ook kan hij zo zijn gevangenen beschuldigen dat ze vies zijn en hen onder dwang schoonmaken. Ook de tandarts-industrie werkt door dit soort geesten. De schoonmaak-kabouter bespot de modder, de grond, waarmee de wilden zijn ingesmeerd voor camouflage en contact met de moeder grond, de onderwereld. Dit vind de schoonmaak-kabouter vies. De schoonmaakmiddelen van de stad vind hij mooi en nuttig, maar dit is een valse schoonheid, de illusie van de glitterwereld. Hier is hij uitermate bezadigd en verzadigd over, als een schoonmaak-orthodoxie. Hier gaat hij graag over in discussie, om zo zijn zedelijke praatjes te verspreiden, om zo zijn eitjes te leggen. Boenen en poetsen is de lust van zijn leven, om zo de diepere, wilde, vuile gnosis van de moeder grond verborgen te houden. Zowel de boeren-kabouters als de schoonmaak-kabouters hebben hun eigen dialect. De schoonmaak-kabouters praten een soort 'plat', maar dan 'precies' en 'betuttelend', het zogenaamde 'Proogs'. Heel veel mensen zijn bezeten
door de schoonmaak-kabouter en leven daardoor oppervlakkig. De schoonmaak-kabouter maakt vele slaven. Spijbelaars zijn zijn prooi. Het heilige vuile van de grond van het paradijs ontmaskert de schoonmaak-kabouter, en werpt hem uit de stad, zodat de stad tot een ruine kan worden, tot een wildernis. De schoonmaak-kabouter is in dit proces onttroont. De troon is een beeld van de verborgenheid. Het vuile van het paradijs is schoner dan het schone van de stad. Het calvinisme had de discipline van de gnosis geroofd, en bracht daarom een heel verdraaide discipline tot het volk om los te komen van het katholicisme, van de ene slavernij tot de andere. Alle latere voortplantingen van het calvinisme probeerden aan die discipline te ontkomen, maar op zo'n manier dat ze vervielen tot losbandigheid, zoals de evangelische beweging, de pinkster en charismatische beweging. Er was nooit een “discipline van profetie”, er was nooit een wetboek van profetie, maar zij waren losbandige uitwassen die waren losgeslagen van de potentiële calvinistische kern. Het was de wildgroei van een kanker. De mensheid kan veel leren van de discipline van het calvinisme, en mag ontwaken tot de oorspronkelijke discipline van de gnosis. Hiertoe moet de mens dus eerst de geestelijke smetvrees verslaan. Zowel het platte calvinisme als het a-calvinisme, als volledig en bitter anti-calvinisme, zijn vijanden van de gnosis. Er is ergens een middenweg in de esoterie en cryptografie. De mens heeft door gebrek aan onderzoek ijdele bespiegelingen geschapen en daartoe is vals vertrouwen opgewekt. Zij hebben zich gesneden beelden gemaakt als karikaturen van de hogere kennis. De mens wilde de heilige strengheid niet. De schoonmaak-kabouter is de aard van Saveer, de geestelijke smetvrees. In sommige mensen zal dit een ziekte zijn, in anderen een verharding, of een mengsel ervan. Daarom mag de mens terugkeren tot de paradijselijke rivier om gewassen te worden, en zo weer terug te keren tot de paradijselijke grond. In een duister geheim schiep de schoonmaak-kabouter Jom, de Jezus-geest, als een wasprogrammaatje van smetvrees, zodat de mens stads “schoon” zou worden, en het contact met het paradijs zou verliezen. Dit zijn allemaal illusies buiten het paradijs, groot bedrog. De mens mag terugkeren tot de paradijselijke rivier. Het tegenovergestelde hiervan is de Toronto uitstorting, als de climax van de calvijnse afvalligheid, waarin het schoonmaak-middel wordt ontvangen. Dit was een grote uitstorting van Proogse geesten om het geheim van de hemelse dronkenschap te bewaken. Er is geen plaats voor losbandige dronkenschap. Alles is onderworpen aan de discipline van de hogere kennis, de metafysische wetenschap. God is geen schim of product van verbeelding die naar ieders lust kan worden veranderd. De schoonmaak-kabouters werken graag met hun spiegeltjes, zodat ze zichzelf een beeld en afspiegeling van het beest kunnen maken, om zo hun lusten te botvieren. De wereld aanbidt de Proogse kabouter van vals geluk, het goud der dwazen. Zij die valse goden maken in spijbelzucht en ijdel gebrek aan onderzoek loochenen de hogere kennis, en zijn dus hierdoor gewoon atheisten die berg en heuvel aanroepen om zich te verbergen voor de hogere kennis. Door zo hysterisch en obsessief om te gaan met uiterlijkheden is het oog tot een grote smetvrees geworden. De mens baadt in giftige chemische schoonmaakmiddelen van de stad, en spuit het in hun eigen en elkaars ogen. Het oog van de geestelijke smetvrees is hierdoor stekeblind geworden en is daardoor delirisch geworden. Het is een oogziekte. De extreme en kieskeurige “Pietje precies” smetvrees is tegelijkertijd een doldwaze, losbandige “Piet de smeerpoets”, die zich verheugd in allerlei onheilige viezigheid, en van geen stoppen kent. De zogenaamde “onderbroeken-lol” en de “poep, pies en plas praatjes” horen bij het syndroom van de smetvrees kabouter, en zo is het in die zin “manisch”. De smetvrees kabouter heeft buien van enorme viezigheid, en lust tot allerlei stadse viezigheid. Dan kan het hem niet kleurig en bont genoeg zijn. Dan trekt hij zijn lange gestreepte kousen aan, en loopt ermee door de plassen, en dan
gaat hij zijn huis binnen, en dan gaat hij lezen met zijn natte voeten. Daarna gaat hij hutspot koken, en helpt de hele keuken om zeep, een enorme kliederboel, en dan denkt hij aan de meest vieze dingen, waarvoor hij zich later als zijn bui over is zal schamen. Ook de smetvrees-kabouter heeft zijn vieze dagen, en dan is het wel echt vies, het tegenovergestelde van smetvrees. Het is de climax van een week van smetvrees. Dan kan hij alle opgekropte frustraties niet meer inhouden, en slaat dan helemaal door naar de andere kant, als een zotte zondag. Hij gedraagt zich dan als een clown. “Oh, het zonnetje schijnt zo mooi.” Dan gaat hij naar buiten en ik zal maar niet vertellen wat hij dan allemaal doet. Rollen door de poep is er niets bij. Nee, de smetvrees-kabouter kan zijn vrome spel nooit lang volhouden. Saveer wordt tot een zwijn. De schoonmaak-kabouter is lui en veracht de daadwerkelijke oorlogsvoering. Alles moet snel snel. De schoonmaak-kabouter kende zijn eigen zwakke positie, en kwam zo met de Jezus-list, om alles wat hij deed legaal te maken. De schoonmaak-kabouter trok alles tot een vals gerechtshof. Deze macht moest beslissen wat schoon en vies was, wat zondig en heilig was. Deze macht moest al het vieze oordelen, en het schone kronen. Deze macht was Jom, de klagende kwebelkous. Deze macht was Jezus Christus, als een merkteken van het beest, maar dit merkteken had z'n zwaktes. In het katholicisme dreigde Jezus het vaak te verliezen van Moeder Maria. Het Romeinse Rijk was vallende en stond op het punt gescheurd te worden door de schaduw van het Amazonisme, in de vorm van de islam. Dit was ook al gebeurd door het Arianisme, waarin Jezus zijn godheid verloor, maar de eerste heraut van het Amazonisme was gevallen. Met de dreiging van de islam kwam er een macht opzetten die het katholicisme zwaar zou beperken en zou terugduwen in de fles. Het zou een man zijn met een ijzeren hand waarin hij de pauzen zou verpulveren. Calvijn, alhoewel onderworpen aan Saveer, als de boodschapper van Saveer, is de Titska energie. In de Vuh besproken als het valse collectieve zelf. In die zin heeft het ook diepe hindoeistische wortels. Calvijn maakte zijn eigen god en zijn eigen religie en theocratie, en dit was het gemaskerde zelf, het ego. Deze demonen groep wordt ook de Titskanen genoemd in de Vuh, wat gelijkstaat aan de orthodoxe calvinisten als de weerspiegeling daarvan op aarde. Titska bewaakt ook de machtige rivier tussen de Egyptologie en de Indologie, waarachter de schatten van de Indologie verborgen zijn. Zowel India als Spanje zijn geliefde plaatsen van deze energie, als een grote schuilplaats. De afscheiding is de school waarin de mens onderwezen wordt. Maar de afscheiding zal onherroepelijk leiden tot diepere confrontaties. De schoonmaak-kabouter gaat daarentegen helemaal op in het sociale. Door zijn schoonmaak-middelen en valse wetboek van schoonheid heeft hij de hele samenleving geschapen op stadse pijlers. Titska maakte het zelf tot god, onderworpen aan Saveer, de geschriften van Calvijn. Dit zijn buitenaardse geesten die tot de aarde kwamen. De volgelingen van de schoonmaker-kabouter zijn neus-mensen. Ze ruiken altijd wat, en het is altijd de ander die stinkt. Hun eigen poep is citroentjes fris, en dat ruiken ze niet. Ze eten het zelfs. Neusmensen hebben altijd iets op anderen aan te merken, en er komt geen zelf-onderzoek aan te pas, want het zelf is immers god. Zo loopt de schoonmaak-kabouter met opgeheven neus door de straten. Maar zijn neus in de wereld van de ziel werkt niet. Al zijn zintuigen zijn kunstmatig, en materialistische leugenaars. Hij bekijkt hoogmoedig de mens van top tot teen en trekt dan zijn neus op en heeft altijd wel wat aan te merken, maar zijn boodschappen zijn altijd zonder substantie. Zo zwerft de schoonmaak-kabouter doelloos rond. Hij is helemaal ingenomen door de dagelijkse bezigheden, en vindt dit heel wat. Met z'n schoonmaakmiddeltjes houdt hij orde en krijgt hij alles voor elkaar. Het calvinisme is de verdraaiing van grote gnosis, en daarom ligt het ook zo dichtbij de gnosis, maar tegelijkertijd zo ver weg. We moeten even de juiste link maken. Want we zullen gaan zien dat in het calvinisme de verborgen wetten van profetie zich bevinden, de mechanismes. Waarom heeft
de Moeder de sluier van het calvinisme opgericht ? De geesten zijn hysterisch erover om deze dingen verborgen te houden. Waarom houden de calvinisten zo vast aan de uitverkiezing. Wat is het ? Hier komt het geheim, wat even een kwartslag gedraaid moet worden : Calvijn beweert in zijn commentaar op Efeze dat God de mens kiest zonder daarbij gebouwd wordt op de rechtvaardigheid van die mens. Ook de onrechtvaardigheid van die mens kan God niet tegenhouden om die mens te kiezen. De mens heeft hier dus geen invloed op, alles komt vanuit God's keuze. Dit is puur 100% robotisme zonder dat daar ooit een vrijwillige keuze toe was gemaakt. De heilige gebondenheid komt alleen als je het verdient, zodat er een eerlijke relatie is tussen de mens en de hogere kennis, die van twee kanten komt, maar voor Calvijn is dat allemaal niet belangrijk. De gebondenheid van Calvijn is niet gebouwd op het willen of niet willen van de mens. Zo ver is de mens al gedaald dat God al niet meer gaat wachten. Er moet nu iets gebeuren. God grijpt in. God gebruikt de mens of die dat nu wil of niet, en zet hem neer waar dan ook. Hoe moeten wij dit zien ? De mens is diep gevallen, en de mens heeft eigen goden gemaakt die labels op de mens hebben geplakt, vaak vals, zeggende : “die is onrechtvaardig, en die is rechtvaardig.” En : “die gaat naar de hemel, en die gaat naar de hel.” De stelling van Calvijn – wat hij overigens niet zo bedoelt – gaat hier dwars tegenin, dwars doorheen. God heeft niets te maken met menselijke afscheidingen en muren die hun valse goden voorstellen. We zien dus verschillende goden in het calvinistische plaatje die tegen elkaar strijden. Er wordt even vanuit de mens gedacht, vanuit vals oordeel, vanuit valse goden van het katholicisme die over de mens heersen. Calvijn sprak dingen die hij zelf niet begreep en helemaal verkeerd uitlegde. Hoofdstuk 3. Het Surrealisme in het Proza van de Kerkgeschiedenis Als we ons dat voorstellen dat God zomaar zonder meer de mens grijpt en die mens in godsdienst neerzet, dan is dat wel een hele enge relatie. Maar in de Amazone context moet de gehersenspoelde, geconditioneerde mens gegrepen worden, dwars door de muren die om zijn hart heen zijn gebouwd. In dit opzicht spreken we van een verschil tussen het gebonden hart en het diepste hart. In die zin blijft de brug tussen katholicisme en calvinisme dus een feit en hebben ze elkaar nodig. Ze leggen elkaar uit, want alleen door LOON die door de muren van de valse goden heenbreken hebben de calvinistische principes waarde, en dit loon is een hemels loon en geen materieel loon. Er is dus een groot verschil tussen het hemelse katholicisme en het materiele katholicisme. Ook het katholicisme moet een kwartslag draaien. Genade is een hele corrupte schaduw van de heilige gebondenheid, het touw. In de uitverkiezing breekt God door de muren van etiketten heen, van de oordelen van valse goden. God moest afrekenen met een vals rechts-systeem. Calvijn had een schat geroofd die hij niet kon dragen. De UWet van het calvinisme, de uitverkiezing, is een Amazone Warrior, en deze stukken moeten op die manier gelezen worden dat wanneer er staat dat het er niet om gaat of we het waard zijn of niet, we het woord “in het oordeel van de katholieke God” moeten toevoegen, want iedereen was door deze God geidentificeert en had een nummer met een oordeel gekregen. Dit oordeel moest dus omzeild worden. Dit was dus allemaal oorlogs-strategie. De mens herkende het niet, en daarom is er het
huidige calvinisme, maar Calvijn had de kiem ontvangen, de vonk. Dit had hij gestolen. Zo zou Calvijn de grote vorst van het moderne tijdperk worden. De amazones moesten de mens dus eerst verwonden onder deze tirannie, opdat daardoor uiteindelijk profetie zou plaatsvinden. In deze dagen leven wij, nu het raadsel van Calvijn geopenbaard wordt. In het Amazone Calvinisme wordt dit pad beschreven, en is er doorgang voor het volk. Het calvinisme een kwartslag gedraaid, van horizontaal naar vertikaal. Zo wordt het wetboek van profetie, die de amazone bijbel is, geschreven, als een nieuwe discipline waardoor de mens wordt ingewijd in de stam van profetie. Zo wordt Saveer verslagen, de smetvrees die zowel in het calvinisme als in het a-calvinisme zit. De mens moet het stadse vuil overwinnen om te komen tot het heilige vuil van het paradijs. De mens moet klaarkomen met het Calvijn-mysterie. De smetvrees is spijbelzucht. De smetvrees is farizeisme wat taboe-woorden uitdenkt, als de taal-politie. Dan wordt het een soort stratego spel, wat gewoon woordspelletjes zijn. Hiertegen moet een gouden regel toegepast worden : “Het gaat niet om het wel of niet, maar om het hoe. Het mag niet om de uiterlijke vormen gaan zoals bij de farizeistische schoonmaak-kabouter. In het heilige vuil van de paradijsbodem is nog steeds de ware vruchtbaarheid te vinden. Hier komt de mens daadwerkelijk los, en vinden we de ware bedwelming, die tegengesteld is aan de Toronto bedwelming van de smetvrees. De Toronto bedwelming maakt niet waarlijk vrij. De Toronto bedwelming houdt de mens weg van het paradijs. Door de U-wet kunnen nu ook de bedriegelijke geesten die door het katholieke systeem als rechtvaardig, heilig en goed waren bestempeld vervolgd worden en tot het oordeel gebracht worden. Verkiezing is dus niet afhankelijk van de katholieke gerechtigheid, is dus een kleine correctie die er gemaakt moet worden in Calvijn's woorden, als een kleine aanvulling die wonderen doet. Zo kan het hele Calvijn verhaal duidelijk worden. De hele Amazone Bijbel is dus de tweede Calvijn : het Calvijn II project. Naar katholieke maatstaven kunnen we het niet verdienen, maar wel naar de heilige maatstaven van de hogere kennis, het amazonisme. Het calvinisme is geen christendom. Alles draait om Calvijn die de mens onderwerpt aan Saveer. Er kwam een nieuwe leer. De godheid van Jezus moest stellig in ere gehouden worden, anders zou het systeem niet overgekocht kunnen worden van het katholicisme. Daarom was het de kop van de slang, en deze kop zou vermorzeld worden, door het zaad van de vrouw, oftewel het amazonisme. Hierin ligt de bedwelming. Het volk moest dus door het calvinisme tot de hogere waarheden ontwaken. Jezus moest dus opnieuw sterven om plaats te maken voor Calvijn. Het volk was onderworpen aan Saveer, de koperen slang in de wildernis. Dit was een schaduw van het heilige touw, de heilige gebondenheid, die in het boek Jozua uitgelegd wordt in de Jericho mythe van het rode touw. Dit werd het nieuwe symbool van redding. Zij die de smetvrees vereren kunnen hier dus niet komen. Zij die niet vies willen worden in de strijd moeten ver van de gnosis vandaan blijven. De kennis is juist diep verborgen in alle smerigheid die er slechts een schaduw van is. De schat ligt in de duisternis. De schat ligt bewaakt in vijandelijk gebied. Als de vijand wordt ontweken dan zal de schat nooit bemachtigd worden. Voor deze strijd in ver afgelegen vijandelijk gebied moet er eerst afscheiding zijn. Deze momenten worden vaak in een mensenleven gegeven als voorbereiding, maar vaak herkent de mens het niet. Dan zakt de mens helemaal weg in zelfmedelijden en ziet niet meer waar het nu daadwerkelijk om gaat. De mens wordt zo afgeleid van het doel. De schoonmaak-kabouter is gewiekst. Smetvrees loopt gelijk op met materialisme : "Het mag niet vies worden, want dan verliest het aan waarde." De leringen van Calvijn zijn geen letterlijke sieraden, maar esoterische sieraden voor de overwinnaars. Het is dus een strijd om het beloofde land in te gaan, en "steden" in te nemen. De overwinnaars moeten de schatten van Saveer plunderen. Tot dit gebied is Septus de poortwachter,
de beheerder. Septus wordt in de Vuh, het eerste grote boek van de Amazone Bijbel, beschreven als de Heilige Geest in het grote christelijk-orthodoxe complot van het Romeinse Rijk. Dit is de mannelijke monopolie van de giftige paradijs-vrucht. Het rijk der kinderen spreekt in die zin over een wedergeboorte in deze strijd. De overwinnaars krijgen op dit pad een paradijselijke gids over zich aangesteld die hen verder zal leiden, als een diaken, een curator, een bewindsvoerder. Dit is al het loskomen van de schatten van Saveer. De gids van het paradijs is als de ware vrucht die voor de mens hangt, om de mens te bedwelmen en te onderwijzen, te leiden in de strijd. Het hart van de mens mag hier naar luisteren. Zo kan het goddelijke dus ook gezien worden als een land, een gebied : het paradijs. Ook met het paradijs zelf mag de mens een relatie aangaan. Zo mag de mens ook zelf tot een paradijs worden. Dit is in de mate de mens deelneemt in de oorlog van het paradijs, waarin het beveiligings-systeem van Saveer en de poortwachter, Septus, tot slaap gebracht zullen worden. De ware vrucht doet de wedergeboren mens ontwaken in de overwinning, en doet de vijand slapen. De ware vrucht is een toewijding tot een hemels gebied van kennis wat zich in de climax van die kennis geografisch heeft gemanifesteert en gepersonificeert. Zij is het paradijs. Wij moeten blijven beseffen dat de strijd niet is tegen vlees en bloed. Hier zitten dus altijd geesten achter, die manifestaties zijn van corrupte, d.w.z. verdraaide, principes. De ware strijd is dus een puzzel, en kan worden opgelost in de kunst. Zij die komen tot het paradijs, als zij door de linies van Septus en Saveer zijn heengekomen, ontvangen zo de sleutels van profetie, van voortgaande openbaring. De mens heeft verschillende plichten in het leven. Het leven komt niet gratis. Zo is er de militaire dienstplicht in de gnosis en de belasting plicht. Zo zijn er vele belastingen in de gnosis, om te zorgen dat alles zuiver blijft en blijft circuleren. Dit is de plaats van de gehoorzaamheid en de vertaling, de plaats van transformatie, het gaan naar een hoger level, en dieper begrip. Het is de plaats waar ons zelf sterft voor de wedergeboorte. Er wordt gesneden tot op het bot. Het ware offer is het offeren van het zelf. In de diepte is er geen ander offer. Al het ander is slechts een schaduw van deze gebeurtenis. Aan het einde van de rit ontdekt de mens dat hij altijd op zichzelf was geweest. Hier hangt de inwijding in de esoterische wet van af. De smetvrees is in dit geval als de belasting-ontduiker. Het komen tot deze plaats is onderdeel van de schoolplicht en de dienstplicht. Het "oordeel" is niets anders dan een grotere gevoeligheid die automatisch reageert op stimuli. Dit is de definitie van vruchtbaarheid. Het hard-zacht mysterie om door muren heen te gaan ligt in de handen van de taalsmid, waarvan de tandarts een allegorie is. In letterlijke zin is de tandarts demonisch, wat vaak besproken wordt in de Amazone Bijbel. Dit kan alleen begrepen worden verder in het esoterische calvinisme. Kennis manifesteert zich in de taal van hard en zacht. Zo wordt kennis opgeslagen en geabsorbeerd. Het Hebreeuws voor tortelduif wordt in de demonologie vaak toegepast voor hanen en kippen. Dit betekent dat het offer het volk zelf is, in verband met het offeren (Leviticus 1:14), wat dus niets anders dan een metafoor is van het sterven aan het zelf. Ook is het het opgeven van iets wat je dierbaar is. Een mens offert vaak de dingen die hij niet gebruikt of waar hij niets om geeft, maar het ware offer is dat wat je het dierbaarste is. Verder is het het proces van erfenis. Erfenis betekent metaforisch dat je eerst ervoor aan het zelf moet afsterven voordat je het in bezit krijgt. Als er dan esoterisch gekeken wordt naar de erfzonde leer van Calvijn, als een erfopstand tegen het katholieke systeem, dan kan dat ook alleen verkregen worden door eerst te sterven aan het zelf. Zo spreken we dan van een heilige erfzonde, een heilige erfrebellie om met het katholieke systeem te breken. Verder staat de tortelduif oftewel de haan in de demonologie voor de hierarchie, wat maakt dat het een stuk territoriale, hiërarchische oorlogsvoering is, nodig om de oversten van de vijand uit te schakelen, anders zou het dweilen met de kraan open zijn. Omdat het ook 'in cirkels draaien' betekent, en sieraden, als ringen en kettingen, is het van belang om de trotse haan te bestrijden om
zo te komen tot de cycli van de gnosis, die opgeborgen liggen in haar schatten. Er is geen sieraad buiten de gnosis om. Het sieraad ligt in de heilige gebondenheid, als een alarm-systeem. De schoonheid van de gnosis is beter dan trots. De haan is in de demonologie ook verbonden aan overmoed. Het sieraad is er voor om de mens restrictie te leren. Het is een duister sieraad. Niet iets om mee te gaan pronken in de stad. Het is een wapen. Het zoekt geen eer. Het zoekt de wildernis op, en zal niet zomaar hebzuchtig de kennis grijpen, want de kennis heeft zich verpersoonlijkt, en met haar moet in termen van een relatie omgegaan worden, met grote voorzichtigheid en gebonden aan wetten en condities. Het tomeloos grijpen naar de kennis maakt de mens schuldig aan verkrachting, en is een piraten inwijding. In de Vur, in boek 47. Het Misverstand, wordt het piratenschip ook vergeleken met een kip. In de wildernis zullen alle piratenschepen tot hanen zijn, trotse hanen, die in de vertikale strijd overwonnen moeten worden. De mens moet kiezen tussen het roven of het terugkeren naar school. Alle dieven zullen door hun diefstal uiteindelijk verstenen. Er zal leven zijn in de school. De student leert hier ook over, over het piratenleven, en zal zo de geroofde schat zien om deze terug te nemen door studie, niet door daadwerkelijke terugroof of andere krachtpatserij. Het negeren van de demonologische kennis doet de mens storten op de overige kennis, wat ook een soort van roof is. De student mag geen lessen overslaan, anders blijft hij schuldig aan spijbelen, en wordt zo gerekend tot de piraten. Er is een dualiteit. Het is niet alleen de komst van de Islam en het calvinisme, maar ook de openbaring van het geheim : de komst van de nacht van grootsheid in de climax van de Ramadan, de hongermaand. Jezus was puur een archetype van de lijdende mens, zo goed en kwaad als dat ging. Hij ging de wildernis in om te vasten, te hongeren, en ging zo zijn dood tegemoet in de hof van Getsemané, aan de voet van de Olijfberg. Getsemané betekent : wijnpers of olie pers. Jezus ging Hongerheim in op zoek naar Hel in de context van de Germaanse mythologie, om zo door de hongermystiek te komen tot de kroon van waanzin, wat het profetische ijlen is. In Toronto gebeurt precies het tegenovergestelde. Toen Noach na de zondvloed een wijngaard plantte werd hij dronken en ontblootte zichzelf in zijn tent. De kroon van waanzin is het waarlijk sterven aan jezelf en het waarlijke verslaan van de vijanden. Jezus werd zo tot David, en kwam als een Adam tot het paradijs. Het gaat niet om Jezus, maar om de lijdensmystiek, het pasen. Jezus had al die mystiek geroofd, daarom liggen in het Jezus verhaal de sleutels. De hongerende mens wordt op een gegeven moment dronken van de honger. Dit is het heilige ijlen, tegenovergesteld aan het Toronto ge-ijl. Zo komt de mens tot kennis. Kennis komt de mens niet zomaar aanvliegen. De mens moet afsterven in Hongerheim. Dit brengt een vreemd pigment tot de mens, en een vreemde gezwollenheid, als tegengesteld aan de stadse protserigheid. Het zaad sterft in de eeuwige leegte en begint te groeien, tot een nieuwe schepping. Het oude is voorbijgegaan. Het is de climax van de nacht, de climax van het lijden, wanneer de mens de oneindige kennis ontdekt. Dit is geen frivole, vleiende waanzin, maar een drug voortgebracht door de honger die is gaan rijpen. Velen die van tevoren afhaken worden door Toronto opgeslokt in plaats. De eeuwige nacht brengt deze grote nacht voort. Het is een nacht waarop alle heiligen wachten. Zij verlaten hiervoor de Ramadan niet. Hierin wordt een onderscheid gemaakt tussen de orthodoxen en de esoterischen, tussen het letterlijke en het symbolische, tussen de oppervlakte en de gnosis. In Jeremia 48 werd de Toronto test al aangekondigd, als een oordeel : "25. Afgehouwen is de hoorn van Moab en zijn arm is gebroken, luidt het woord des Heren. 26. Maakt het dronken, omdat het zich tegen de Here heeft verheven, zodat Moab neertuimelt in zijn uitbraaksel en ook zelf ten spot wordt." Zij zijn dronken geworden van hun religieus materialisme en vraatzucht. Dit is waartoe de Jezus-verafgoding leidt,
maar er is ook een esoterisch pad door de lijdensmystiek die dwars door deze verhalen gaat. Het is de strijd tussen de piraten en de wilden, tussen stad en wildernis. Toronto is de onheilige waanzin van de Jezus-godheid. Het is en blijft een onderdeel van de kunst. Zelfs de stad is in diepte onderdeel van de wildernis. De proza is surrealisme, openstaan voor parallel werelden, en niet zo serieus zijn over de gepresenteerde realiteiten. De aardse realiteit is maar een druppel water vallende in een oceaan van vuur. Toronto is dus tegelijkertijd ook de val van Saveer. Het is een karikatuur van de gnosis, een natuur-verschijnsel. Hiermee test de gnosis zichzelf. Hierdoor laadt de gnosis zich op. Toronto is als de Big Bang van religie. Het is stad tegen land, stad tegen wildernis, maar de wildernis heeft dit juist nodig om te groeien. De wildernis zal overwinnen, en in diepte heeft de wildernis al overwonnen, en was dit altijd een natuur-verschijnsel, gewoon een onderdeel van de wildernis. Zo houdt de wildernis zichzelf in stand. Alle jacht is gericht op het oude zelf, de valse identiteit. In de hongermystiek en lijdensmystiek is er een climax genaamd Loki, waardoor de mens een ontmoeting krijgt met de Lokogamen, die in het Eeuwig Evangelie besproken worden als de sieraden van het lijden. Loki is een Germaans woord voor het Griekse "Logos", het Woord, de structuur van de gnosis. Loki is oorspronkelijk een Surinaamse godin. In de Germaanse mythologie kan Loki zowel man als vrouw worden. Het weerspiegelt het innerlijk van de mens die deze principes beiden heeft, persoonlijk. Wat de mens van buiten ziet is hoe zijn innerlijk is verdeelt. De mens moet sterven aan zijn letterlijke zelf. Calvijn is een islamitische code om het christendom binnen te dringen als het paard van Troje. De islam kon namelijk het christendom niet geheel veroveren en ging over tot een subtielere strategie, en dit gebeurde door het Spaanse complot. Ook de islam zelf is een masker, het masker van Shiva, de hindoe god van de waanzin en de snelle zelfvergoddelijking, en Shiva is op zijn beurt een masker, en heeft zijn wortels in de Marsiaanse regionen, in de kern van Mars, namelijk de zogeheten 'black zone', of 'Mirkwa'. Hier wonen buitenaardse 'blauwgezichten. We hebben het nu over de verborgen wortels van de islam, de buitenaardsen hierachter. De islam is slechts een code waarmee ze de aarde programmeren. Zij zijn taal-grenswachters en een gallactische voedselindustrie. Zij proberen de gnosis onder controle te houden door verdeeldheid te zaaien. Het zijn parasitaire zeeslakken. Zij komen voort uit de zoonloze T-put, de put van abortus, als aborteurs. De T-put, die we terugzien in de islam als de leer van de goddelijke zoonloosheid (God heeft geen zoon), en in het calvinisme als de T-wet van totale hulpeloosheid en verlatenheid, is als een kookpot van feutus-kannibalen. Het is een eet-orthodoxie van voedsel-controle wat zich projecteert op aarde als de tandarts-industrie. Dit zijn de daadwerkelijke wortels van het islamitische calvinisme, van het Spaanse complot. Toronto is de euforie en glorie van deze feutus-eters. Door het eten van geaborteerde feutussen hebben zij hun macht, en hiermee laden zij zich op. In diepte is het dus een Marsiaans complot. Dit is de verschrikking van de Saveer cultus. Er is dus een duistere wortel achter het religieuze gebeuren van vandaag de dag. Alleen door het esoterische pad kan de mens hieraan ontkomen. Toronto is de roep van de dronken tandarts, de taalgrenswachter, een aborteur voor de kannibalen-industrie. De aarde is hiervoor een fokkerij. Mensen zijn genummerd als schapen. De enige manier voor de mens om hieraan te ontkomen is de amazone realiteiten onder ogen te komen. Die zijn zichtbaar dwars door alles heen, dus het heeft geen zin om zomaar alles weg te gooien. Het graan moet samen met het onkruid opgroeien. "24. Nog een gelijkenis hield Hij hun voor en Hij zeide: Het Koninkrijk der hemelen komt overeen met iemand, die goed zaad gezaaid had in zijn akker. 25. Doch terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid overheen, midden tussen het koren, en ging weg. 26. Toen het graan opkwam en vrucht zette, toen kwam ook het onkruid te voorschijn. 27. Daarna kwamen de slaven van de eigenaar en zeiden tot
hem: Heer, hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Hoe komt hij dan aan onkruid? 28. Hij zeide tot hen: Dat heeft een vijandig mens gedaan. 29. De slaven zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij het bijeenhalen? Hij zeide: Neen, want bij het bijeenhalen van het onkruid zoudt gij tevens het koren kunnen uittrekken. 30. Laat beide samen opgroeien tot de oogst. En in de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Haalt eerst het onkruid bijeen en bindt het in bossen om het te verbranden, maar brengt het koren bijeen in mijn schuur." - Matteüs 13 Hoofdstuk 4. De Dualiteit van de Kerkgeschiedenis Er moet subsequent een onderscheid gemaakt worden tussen het christendom en het latere Paulinisme, het commentaar van Paulus op het christendom. Paulus had het christelijke systeem overkocht en gaf daaraan zijn definities, soms in tegenstelling tot de leer van Christus. Paulus borduurde dus verder op de christelijke autoriteit die zich wilde ontworstelen aan het Romeinse gezag. Het christendom is in die zin geschiedkundig te verklaren als zijnde een logisch gevolg van verzet. Er is zowel een totale verwerping en negering van de vorst Jezus Christus versus de totale aanvaarding en het blindelings volgen van deze vorst. Deze uitermate lastige kwestie kunnen we alleen geschiedkundig benaderen, alzo ook demonologisch. We zullen dit in alle eerlijkheid en oprechtheid doen, zonder partijdigheid en vooringenomenheid. Beide partijen die elkaar volkomen en volledig verwerpen lijden aan geestelijke smetvrees. Wij moeten de historische context begrijpen. Het was het Joodse verzet tegen het Romeinse rijk wat uit de hand was gelopen. Goede principes zijn in deze strijd corrupt geworden. Heiligt het doel dan alle middelen ? Hier mogen wij ons over buigen. Jezus Christus werd het symbool van het verzet, wat later werd overgenomen door Paulus. Paulus borduurde voort op dit verzets-symbool, en stopte hier ook zeer zeker niet mee toen hij door de Romeinen in gevangenschap werd genomen. Een verzets-symbool hebben is niet per definitie verkeerd, maar het gaat erom welke definities je aan het geheel geeft. Deze definities van Paulus over het verzets-symbool staan volop te lezen in de Paulinische brieven van het NT, in het Paulinische deel. Paulus doet ook zijn voordeel aan de zegeningen van dit verzet.
Natuurlijk gaat het hier om een zekere taal. Paulus wilde zeer zeker het verzet niet opgeven, dus hij verbindt dit dan ook met zijn eigen godsbeeld, hoe hij verstandelijk hiermee omgaat. Natuurlijk is het streven naar heiligheid en onberispelijkheid geen verkeerde zaak. De vraag is alleen : Hoe ga je dat doen ? We mogen iemand nooit oordelen op puur zijn woorden. Iedere godsdienst gebruikt andere woorden en illustraties om hun principes duidelijk te maken. Daar is niets verkeerd mee op zich. Daarom kan ook het christelijk en Paulinisch gedachtengoed zijn schatten hebben. De geestelijke smetvrees neemt het of helemaal aan, of wijst het geheel af. Er is daarin niet echt een middenweg. Toch willen wij een middenweg bewandelen door deze geschriften heen, om zo te gaan schatzoeken. Daarom willen we ook geschiedkundig en demonologisch het geneesmiddel hiertoe aanreiken. De geestelijke smetvrees heeft namelijk geleid tot vele oorlogen en grote bitterheid die eigenlijk niet gehoeven hadden. Toch was dit de weg naar het geneesmiddel, waardoor deze dingen nu plaats mogen vinden. Volgens de traditie was Paulus onthoofd op bevel van de Romeinse keizer Nero. Het Paulinisme werd hierdoor overgekocht door het Romeinse Rijk, wat later het Katholicisme werd. Het was de loop van een volkerenstrijd. Het Israëlitische verzets-symbool Jezus Christus werd dus overgekocht door de Romeinen zelf, en toegepast in hun godenstelsel. Het verzets-symbool, Jezus, is heel makkelijk taalkundig te verklaren : In het OT wordt Jezus al in de grondtekst besproken, als Yeshuwah. Yeshuwah betekent redding, overwinning, en in de diepte betekent het in stand houden en wraak. Het was dus gewoon het Israëlitische woord voor het succesvolle verzet. Het was dus iets taalkundigs en een principe voor de Israëlieten. Het werd gelijkgesteld aan hun god. Toen zij zagen dat een mens zichzelf zo ging noemen werden zij overstuur. Ook het katholicisme die het had overgekocht stelde het gelijk aan god. Het was een handel in religieuze goederen, en dat laat zich vaak opslaan en uiten in een bepaalde taal. Om met iemand van een bepaalde taal te kunnen spreken, moeten we ook niet bang zijn soms die taal te gebruiken, maar waar we wel bang voor moeten zijn is er een verkeerde definitie aan te geven. Een onderdrukt volk is door een bepaalde verzets-strategie niet per definitie rechtvaardig en goed, dus ook hun taal hoeft niet per definitie zuiver te zijn. Hoe kwamen zij oorspronkelijk aan dit verzets-symbool wat ze al in het OT schenen te hebben ? Yeshua is in de wortels van het woord ook een enorme leegte die beveiliging brengt en weelde. Hoe kwamen de Israëlieten aan dit overwinnings-symbool ? In het Judaïsme was dit symbool er al, in de theocratie die Mozes had opgezet. Mozes was een Egyptische prins, opgevoed in de Egyptologie waar hij zijn eigen draai aan heeft gegeven. Het verbindt de god Yah met het Egyptische woord Shu, wat leegte en opstanding betekent (hij die oprijst). Genade is meer een Paulinisch woord, en hij begon de betekenis van het verzets-symbool nog meer te veranderen. Ieder mens geeft de schat een eigen invulling. Het katholicisme nam dus deze schat over, dit oorspronkelijke Egyptische woordje, Yah-Shu, de opstaande god die uit de leegte komt, en een ieder moest voor en door deze schat werken en tot deze schat belasting betalen. Dit was een groot Rooms systeem wat steeds corrupter werd, maar ze waren zich bewust van de macht van dit woordje. Zoals paus Leo X sprak : “Hoe goed weten wij hoeveel gunstige winst het bijgeloof in de fabel van Christus ons heeft gebracht.” Omdat men zag hoe corrupt dit verzets-symbool was geworden door de eeuwen heen kwam er zelfs tegenstand binnen het Romeinse Rijk. De wereld is zelfs een tijdje Ariaans geweest. Ze probeerden de godheid van het verzets-symbool te verloochenen, maar dit hield het Romeinse Rijk niet lang vol. Het Arianisme stortte weer in, en het katholicisme sloeg harder terug dan ooit. De inquisitie kwam in volle bloei. Het verzets-symbool moest aanbeden worden als God, en een ieder moest dit merkteken ontvangen. De mens verloor een hoop aan het monster van de inquisitie, ook veel
vrijheid, naast een heleboel geld. Toen viel de islam binnen om de godheid van de schat te loochenen, maar ook de islam werd weer teruggedrongen. De godheid van het onoverwinnelijke verzets-symbool viel niet te loochenen. Toen kwam er een nieuwe strategie : het calvinisme. Deze kocht het verzets-symbool over en schiep een totaal nieuwe theocratie, zij het binnen de perken van de stelling dat het verzets-symbool God is. Het calvinisme gaf een andere definitie aan voorgaande vorstendommen. Het calvinisme wist dat de godheid van het verzets-symbool onmogelijk geloochend kon worden, dus werkte daar vrolijk omheen. Calvijn gaf een nieuw commentaar op de bijbel, en verbrijzelde de pauzen in zijn zwartstalen vuist. De mens moest zich onderwerpen aan een nieuwe vorst, een nieuwe Schrift. Het was het antwoord op de katholieke slavernij waarin de mens leefde en eeuwen van bloedvergiet. Calvijn wilde de mens tot robot maken. Alles moest onderworpen worden aan zijn leer, zodat het katholicisme nooit meer de kop kon opsteken. Dit moest al van kinds af aan gebeuren. Calvijn was de nieuwe redder en was de schat zelf geworden. Nu was Calvijn het verzets-symbool. Ook dit heeft dus een geschiedenis, en moet daarom ook geschiedkundig verklaard worden. Het verzet is nooit zwart-wit, daarom mag en moet er diep gegraven worden, en moet het dwars door midden gesneden worden. Dit vers is een sleutel-vers. Het geheimenis is te vinden in de diepte van het verzet, voor degene die er naar zoeken wil. Dit zijn dus niet hen die hun smetvrees aanbidden en in ere houden. Zowel zij die de bijbel totaal aanvaarden als zij die de bijbel totaal afwijzen komen voor het geheimenis niet in aanmerking. Het calvinisme was een weerwoord op katholieke slavernij, en kocht ook dezelfde God over, wat een staatsgod was van het Romeinse Rijk. Deze staatsgod had de gehele mensheid een identificatienummer gegeven en onder een oordeel geplaatst. Het calvinisme mocht deze godheid niet ontkennen, maar ontkende wel sluw de uitkomst van het katholieke oordeel, door te zeggen dat het niet om het katholieke waarde-oordeel ging over een mens. De uitverkiezing staat hier geheel los van. Natuurlijk sprak het calvinisme dit niet letterlijk uit, maar met omwegen, die nogal verkeerd werden uitgelegd door Calvijn zelf. Daarom moet Calvijn II komen om dit recht te zetten. Het is een logisch gevolg wat niemand kan stoppen, zelfs Calvijn II niet. Het verzets-symbool, de koop, werd dus in ere gehouden, en Calvijn werkte daar netjes en rustig omheen. Het “Sola Gratia” werd opgericht, “door genade alleen”, zodat het katholieke systeem van slavernij werd uitgeschakeld. De mens kon niets meer doen voor de uitverkiezing. De katholieke goden moesten vallen. De mens ging dus een enorme leegte binnen waarin al hun katholieke rechtvaardigheid niet meer gold. Het is onzin dat het daar bij zou moeten blijven. Calvijn was natuurlijk bang voor valse werken die zouden kunnen opkomen, daarom legde hij alles lam in de zogenaamde T-wet van totale onbevoegdheid tot keuze. Dit was een bodemloos ravijn. Ieder mens werd hier in geworpen en werd gedoemd een robot te zijn zonder vrijwillige keuze vooraf. In die zin moet het calvinisme een kwartslag draaien, want alles moet van twee kanten komen, anders is er geen relatie mogelijk. Geschiedkundig gezien probeerde Calvijn dus de katholieke rechtsstaat te ontwijken. Hij kon dus niet zomaar loskomen van deze erfenis. Het was een piepend gevangenis-implantaat. Er moest nog steeds eer gebracht worden en belasting betaald worden aan dit systeem. Daarom lijkt het calvinisme veel of het katholicisme. Als een indiaan jaagt dan doet hij ook vaak de geluiden van de dieren na, of bekleed hij zichzelf met de dierenhuid, om zich zo onder de kudde te voegen. Het is een jachtstrategie. Voor Calvijn is ook geloof niet de deur, want dat zou ook weer eer geven aan de mens. De mens moest volledig sterven, en alles draaide alleen om genade, de uitverkiezing. Calvijn zorgt ervoor dat er geen glorie voor de mens zal zijn. Dat is te gevaarlijk. Als iemand tot God komt, dan is dat niet door die mens zelf, maar omdat God hem eerst had uitgekozen, wat niet
gebaseerd was op iemand's hart, of omdat die mens toch wel in de toekomst voor God zou kiezen. Neen. Er wordt geen enkele grond gegeven waardoor de mens zichzelf zou kunnen roemen in de theologie van Calvijn. God speelt in die zin met de mens. Zo verheerlijkt God zichzelf. Dit kon ook niet anders in een bepaald opzicht. Er is een verschil tussen het gebonden hart en het diepste hart. Het hart aan de oppervlakte kan gebonden zijn met rebellie om een bepaalde reden, zoals Mozes rebellie moest hebben naar zijn eigen volk toe, toen hij als prins leefde aan het Egyptisch hof, anders zou hij daar niet toegestaan zijn. Het is zowel de kunst van de spionnen als de reactie van hen die daadwerkelijk gebonden zijn, als gevangenen. Daarom moet God soms door zo'n muur heenbreken en geen rekening houden met de oppervlakte keuze van de mens. Er is dus een hart aan de oppervlakte. Calvijn's woorden moeten dus beter genuanceerd worden, opdat zij grote waarde hebben. Aan de andere kant mag de mens ook niet zomaar toegeven aan de eerste de beste god die zich aandient. De lading van Calvijn's woorden zijn dus van een uiterste voorzichtigheid als we deze op de diepte oordelen, iets wat hij overigens zelf niet bedoeld had. Calvijn werd in die zin gebruikt om iets door te geven, waarvan hij zelf niet de puntjes aan elkaar maakte. In deze situatie - even afgezien van de vraag of Calvijn een roofgierige schurk was die gewoon de katholieke macht over wilde nemen - is het van belang om op te merken dat het hier ten diepste gaat om een toetsopdracht. De mens moest wel verlamd raken en zich stil houden in de T-wet van totale onpersoonlijkheid. Het was voor de mens nog geen tijd om iets te doen. De mens moest eerst deze goden toetsen. In die zin moet er een heilig verzet zijn tegen datgene wat hen gevangen wil nemen. De mens mocht er niet zomaar aan toegeven. Daarom moest de mens ook tegen zijn eigen wil in gevangenschap gaan, omdat het heilig verzet een onderdeel is van het toetsen. Het heilig verzet is een toets-verzet, als een wet-systeem van voorzichtigheid, wat door God wordt beloond. Alleen zo kan er ware verzegeling plaatsvinden. De toets-opdracht om niet zomaar jezelf over te geven aan indrukken en gevoelens, hoe vroom ook, moet tot tranens toe uitgevoerd worden. Alleen in het eeuwige Pniël is de mens veilig, de volhardende mens. Dit is de P-wet van Calvijn, de vijfde wet, de permanentie, de volharding tot de eeuwigheid. Ook dit heeft Calvijn verdraaid, alsof dat allemaal alleen maar van God afhing, dus ook deze wet moet een kwartslag gedraaid worden. Zo ontstaat er een heilige gebondenheid, en wordt de mens getemd, dwars tegen de heilige rebellie in die de toetsende mens vanwege het principe van voorzichtigheid moet hebben, zodat de mens zoals Jeremia zegt : "Het is te sterk geweest. Het heeft mij overmocht." Alleen zo kan het een zuiver werk zijn. De afgrond van Calvijn moet dus beschouwd worden als het eeuwige Pniël van het toetsen, de worsteling met de heilige gebondenheid, met het touw. Er zullen dan twee overwinnaars zijn : Zowel de Heilige Gebondenheid als de mens, want het Israelitische woordje voor god, jehovah, betekent "worden". Je moet er dus gelijkvormig aan worden, en dat gebeurt door bovenstaande, de heilige gebondenheid en het getemd worden. Aan de andere kant is het dus zo dat een gebonden mens vanuit zichzelf niet kan kiezen, omdat hij al slaaf is in een ander koninkrijk en zo geprogrammeerd is, terwijl hij zelf misschien in zijn diepste hart wel wil. Ook daarom moeten deze muren doorbroken worden, omdat de mens zichzelf in zo'n situatie soms niet kan bevrijden. Het katholicisme had de mens muurvast dichtgemetseld. De mens was in een diepe valstrik, dus niemand kan het nog van een mens verwachten. Het is door de vrije wil van de mens dat hij deze leegte, het ravijn van Calvijn, in kan gaan, om te zien wat het dan wel betekent. Het woordje "tederheid" is in het Hebreeuws verbonden aan de baarmoeder (rchm), en dat is wat dit ravijn in diepte is. De moeder vormt het kind in haar schoot. Het kind kan eerst niets doen, en hoeft ook niets te doen. Het kind groeit dan op in en bij de tent van
de moeder, en kan zo in dankbaarheid alles leren. Een heleboel dingen mogen we ook niet doen in de heilige restrictie. Het kind moet leren dankbaar te zijn met de kleine dingen. Het gaat niet om het "zelf" van het kind, maar om de hogere kennis die het kind moet vormen. Dit is dus wel gebaseerd op de diepste keuzes van het kind, maar ook is het zo dat de heilige gebondenheid de vijand gebruikt en daarvoor temt. Calvijn's leer staat ook grotendeels voor hoe krijgsgevangenen behandeld worden, waarin er geen rekening met hun wil wordt gehouden. Nogmaals : het calvinisme was in zware oorlog met het onderdrukkende katholicisme. Zij die Calvijn voor de volle 100% verwerpen hebben een groot tekort aan oorlogskunde. Om de vijand te kunnen overwinnen moet de vijand bruikbaar gemaakt worden. Wat je ook doet, in Calvijn's ogen zal het nooit iets waard wezen, want alleen God is goed. Dit is dus het sterven van de mens aan zichzelf. De mens is snel tot het zichzelf prijzen, tevreden zijn over zichzelf. Calvijn's leer maakt hier dus korte metten mee. De mens moet zich niets inbeelden. De mens moet overmoed afleren in de grote vertraging. De mens moet dieper leren gaan in plaats van telkens makkelijke uitvluchten te verzinnen. Zo beschrijft Calvijn ook de hel, maar laat na te beschrijven wat dit dan inhoudt. De hel is een beeld van de baarmoeder waarin de mens wordt gevormd, en waar ieder mens doorheen moet. In de hel worden de valse werken niet beloond. Ze worden veracht. De mens mag ook niet te snel beloond worden, daarom zijn er plaatsen in de hel waar geen loon wordt geschonken, opdat het loon eerst sterft en gezuiverd wordt. Dit zijn voorbereidende profetische wetten van de leegte die uiteindelijk geboorte geeft aan zuivere profetie en openbaring. De mens zal tot het eeuwigheids-niveau moeten komen van dit principe. Wij hoeven geen vriendelijkheid te verwachten van het hogere, wanneer wij nog onbesneden leven. Er wordt ogenschijnlijk geen rekening gehouden met de mens in de leer van Calvijn, maar elk mens is onderworpen aan bepaalde rituelen. Het is net als in een fokkerij, of in de jacht : Of het dier nu goed of slecht is doet niet ter zake. Er moet gewoon vlees op tafel komen. Toch zijn dit dus schaduwen van eeuwige realiteiten. De mens moet zich bewust zijn dat er afgerekend moet worden met een valse mens binnenin. Daarom moet de mens door zoveel testen heen, door zoveel fuiken en fokkerijen. Alleen in het diepe ravijn van Calvijn, waar de mens niet zomaar snelle goden tevoorschijn kan halen, kan ware profetie uiteindelijk opgeroepen worden. Er zijn hier namelijk geen snelle zekerheden, en alles sterft voordat het je heeft bereikt. Hoofdstuk 5. Calvijn - De Metafoor Het land Kanaän, het beloofde land, werd onderworpen aan Japhet en Shem, omdat Kanaän's vader, Ham, de naaktheid van Noach had gezien. Jah en Sh werden dus boven Ham gesteld, als Yeshua, wat een andere verklaring is van het ontstaan van het verzets-symbool. Het verzets-symbool werd tot zonde gemaakt terwijl het verzets-symbool zelf niet zondig was, wat in de Efeziërs brief wordt besproken. Dit is weer een jachtstrategie van de jager die zijn prooi nadoet, of in oorlogs-situaties waarin de vijand zichzelf camoufleert door te worden als zijn vijand, als een spion. Dit is de overweldigende kracht die in dit vers wordt besproken. Zij die rein zijn worden voor dit doel dus
onrein, en dit reflecteert ook de gebondenheid waarin ze zich mogelijk bevinden. Daarom is alle zonde nog geen daadwerkelijke zonde. Calvijn haalde het laatste bezit van de mens weg : zijn keuze, de vrije wil. Zoals we zagen geldt dit in sommige gevallen en op sommige manieren. Het feit is dat de heilige gebondenheid de mens dient in te nemen, zodat de valse wil afsterft. Dit is het enige ware leven en de enige ware opwekking. Uiteindelijk moet de mens zijn gehele wil overdragen : "Niet mijn wil geschiede, maar Uw Wil." Zo niet, dan zal de wil van de mens telkens tussen hem en zijn doel instaan. Calvijn maakte korte metten met de persoonlijkheid van de mens. Alles waar het om ging waren de religieuze wiskundige principes die persoonlijk waren en zich door de onpersoonlijke mens zouden manifesteren, als een vuur gaande tot dood brandhout. Het is een beginsel voor de zuivere mens, maar voordat dit bereikt was hield Calvijn al op met redeneren. Calvijn gaf alleen een halve en verdraaide waarheid. Calvijn brak de macht van de mens, van het katholieke systeem, maar maakte door zijn corruptie van eeuwige waarheden een nieuw systeem. Het was het begin van de reformatie. De reformatie was nog niet klaar. De goden waren slechts op jacht. Alles van de prooi, de mens, moest gebruikt worden om hun koninkrijk te bouwen. De goden hadden lichamen nodig, en zouden eerst alles eruit zuigen voordat ze naar binnen konden gaan. Met de wensen van de mens zelf werd niet gerekend. Volgens Calvijn zijn de gaven gegeven tot het doel, om zowel het volk als de vijand te onderwerpen. De gaven ontvang je dus nooit voor jezelf. En die gaven worden ook niet gegeven, maar de gaven worden geroofd van de vijand, wat hij uit Psalm 68:13 haalt : "De koningen der legerscharen vluchtten, zij vluchtten, en de vrouwe des huizes verdeelde de buit." We mogen opmerken dat het de vrouw is die de buit verdeelt, als een beeld van de baarmoeder. Calvijn laat doorschemeren dat hij bezocht is door een hemelse Jaagster, een amazone. Dit is ook wat het woord "engel" in de grondtekst betekent. Alles is dus prooi op een bepaalde manier. Calvijn beschrijft het hele proces van God's bemoeienis met de mens als een jacht. Het wordt steeds duidelijker dat Calvijn het als kunst beschouwt zonder persoonlijke waarde, terwijl de hogere kunst en hogere kennis juist ook weer personificeert. In Calvijn's theologie is de gave het aas om zowel het volk als de vijand te vangen. We zien hier dus een amazone visser of jager in terug die gewoon haar vangst calculeert. Het is als het kijken naar een schilderij daarvan. Je kan er stil van worden en je afvragen : Wat gebeurt hier nu eigenlijk ? We mogen er vanuit gaan dat hier een grote bovenaardse of buitenaardse macht achter zit. De traditie leert dat Efeze gesticht was door amazones. De naam Efeze komt van de amazone koningin Ephos. Calvijn noemt het onderwerpen van het volk en de vijand door de gaven in verband met de hemelvaart. In de amazone mythologie is dit verbonden aan de amazones, die puur de personificaties van de baarmoeder zijn. Het woord Christus betekent in de wortels ook baarmoeder, chasma. Vanuit de Griekse grondtekst mogen wij dus conluderen dat Christus vrouwelijk is, wat zo een geheel andere lading geeft aan het verzets-symbool. Maar het is eigenlijk ook heel logisch : alleen de baarmoeder kan leven geven. Zowaar in deze interpretatie de bevestiging van dit vers, en dit geeft dus ook een beeld van een meer vrouwelijke, amazone realiteit van de godheid. In die zin stemt dus het paulinisme en het calvinisme overeen in de zin dat zij zeer subtiel heenwijzen naar de vrouwelijke oorsprong. Nu was dit ook hetgeen de Psalmen in de grondtekst verborgen. In de Psalmen bidt David tot de racham, de baarmoeder, een vrouw. In Psalm 58 worden de bozen genoemd als 'hen die vijanden zijn van de baarmoeder, rechem.' Dit zijn dus degenen die de vader boven de moeder hebben gezet, en de moeder hebben aangevallen. In Psalm 61 zal David vertrouwen op de geheime plaats, cether, van de rok van God, kanaph. Alles wijst er in Calvijn's betoog op dat God een Jager is die niets met de persoonlijkheid van de
prooi te maken heeft. Dit wordt verder ondersteunt in Efeziërs 4:8 : "Daarom heet het: opgevaren naar den hoge voerde Hij krijgsgevangenen mede, gaven gaf Hij aan de mensen." Er valt wel wat voor te zeggen, want dit komt ook weer terug in II Korintiërs 10:5 : "de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus," De T wet van Calvijn staat ook voor de totale rebelsheid en afvalligheid van de mens. De mens kan dus alleen maar slecht doen, en God kiest dan mensen uit om die het goede te laten doen. Zoals we zagen kan dit alleen gerijmd worden als een soort doel in het toetsen, dat de mens de heilige rebellie ingaat. Ook moet de mens heilig rebels zijn tegen de valse goden. Het was een suggestie die werd ingebracht dat alle mensen rebels waren tegen het katholieke gezag. Calvijn had dit zelf niet door. Zo is de T wet van een overweldigende rijkdom, die een heel arsenaal van wapens opent. Deze profetie ging over de komst van het calvinisme. In alle eerlijkheid zitten er in Calvijn's stellingen een kiem van opvoedkunde, maar deze wordt al snel corrupt en extremistisch. Zoals een kind soms van alles kan willen wat niet goed voor het kind is, dan kan een moeder zeggen : "Ik wil ? Ik wil ? Je hebt niets te willen." Het kind moet leren aan te sluiten op de moeder bron. In die zin kan het kind niets uit zichzelf. Ook het kind moet sterven aan zichzelf, aan de verdorven wil. In dit is de leer van Calvijn een metafoor, en zeker niet letterlijk. Een mens moet leren zich door de wildernis van het calvinisme te manoevreren. Werken zijn op zichzelf natuurlijk niets. Er zijn namelijk ook slechte werken en bedriegelijke werken. Er moet dus inderdaad een mes doorheen. Calvijn maakt onderscheid tussen rechtvaardigheid en heiligheid. Heiligheid is de eerste tafel van de wet en rechtvaardigheid de tweede tafel. Rechtvaardigheid wordt gezien als een oprechtheid, maar die moet in toom gehouden worden door heiligheid, wat veel hoger is. Hij bouwt hierbij door op de stelling van Plato dat heiligheid wijst op God, en gerechtigheid wijst op de mens. Zoals we zagen verbergt het woord Christus het wortelwoord "chasma", de baarmoeder. Alles moet dus vanuit de baarmoeder voortkomen. Zonder de baarmoeder is er geen leven mogelijk. Dus de oppervlakkige lezer zal helemaal opgaan in een vaderbeeld wanneer het over God gaat, terwijl de oplettende lezer de moeder vindt. In het calvinisme is de mens ver weg, maar kan de mens tegelijkertijd dichtbij komen, wat afhangt van de interpretatie van deze geschriften. Wordt Calvijn het ideaal van onfeilbaarheid, of wordt Calvijn gewoon gebruikt als een middel om dichterbij te komen ? Het verzets-symbool moet bloeden, om zo te veranderen. Zowel het christendom als het calvinisme zijn niets anders dan de fases van de evolutie van kerk en religie. Juist door het bloeden en breken van het verzets-symbool, van de taal, kan er een mengsel komen waardoor het een hogere waarde krijgt. Dit is dus een belangrijk principe om de vijand te verslaan. Al onze iconen en idolen moeten hiervoor opgeofferd worden. Dit zijn de beelden die we ons hebben gevormd over God en mens. Toepasselijk is daarom ook : "Gij zult uzelf geen gesneden beeld maken, noch hen dienen." Calvijn stond voor een groot monster : het vreetgrage katholicisme. Hierom zette hij de mens op een karig rantsoen. Er moest iets gebeuren. Het is een logisch gevolg van de vreetgraagheid. Het monster begon over te geven, en moest de mens loslaten. Er is vrede tussen het katholicisme en het calvinisme, als de ware interpretatie wordt gevonden en geopenbaard, en de ware verhoudingen. Calvijn bracht de door de katholieke kerk geconditioneerde mens in een totale verlamming, in een shock, om los te komen van het katholieke systeem, zo goed en kwaad als dat ging. Zowel de hemel als de hel buigen zich hierover. Calvijn stelt dat het ontdekken van de tederheid van deze verlossing
ons meer bindt tot dienst hieraan. In het OT is de tederheid de definitie van ware kracht, als een alertheid. De mens moet leren rechtvaardig te snijden in de woorden van Calvijn. Het verzets-symbool "yeshuwah" was al een woord wat door David werd gebruikt als heil en overwinning. Zelfs in Genesis werd het woord al gebruikt. Deze overwinning, de yeshuwah, is ook het overwonnen worden, wat zo sterk terugkomt in de leer van Calvijn. In dat opzicht is het verbonden aan de heilige gebondenheid, waarvan het reddende rode koord in het boek Jozua een beeld was. Jozua is in de Septuagint ook Jezus, Iesous. Hij was de redder van het volk toendertijds, en dit werd gewoon weer gebruikt met de opkomst van het christendom. Jehoshua, Yeshua, was teruggekomen. Een deel van de Israelieten werden hier overstuur van, omdat het niet in hun context paste. Het is veiliger terug te keren naar de heilige gebondenheid wat het oorspronkelijk betekende. De redding door het rode touw met de val van Jericho is onlosmakelijk aan Jozua, Jezus, verbonden. Dit touw werd ook symbolisch uitgebeeld door Mozes die de koperen slang oprichtte in de wildernis om het volk te redden van de vurige slangen, die een beeld zijn van de touwen van het katholicisme. De vurige slangen werden gestuurd vanwege het geklaag en de vreetzuchtigheid van het volk in de woestijn. Als de mens vraatzuchtig is, dan zal de mens geconfronteerd worden met nog wel ergere vraatzuchtige monsters. De mens moest kiezen tussen het touw van de vraatzucht en het heilige touw, de koperen slang. Door omgang met het heilige touw wordt ook de mens zelf tot een heilig touw. De mens wordt dus deel van het gebouw, van de muur. Dat wil zeggen dat de mens volop deel gaat krijgen in de verdedigings-linie en het leger tot bescherming van het beloofde land, het heilige gebied. De mens gaat opgeleid worden in de heilige strijd van het beloofde land. De overwinning is alleen voor hen die door het heilige touw overwonnen zijn. Dit gebeurt dus op het eeuwige Pniël. Het Israëlitische verzets-symbool wordt ook in verband gebracht met de heilige gebondenheid. Het calvinisme is van de heilige gevangenschap een allegorie als een raadsel wat niet direct voor de hand ligt, daarom gaat het om de oplettende lezer, niet de lezer die zomaar alles klakkeloos overneemt wat er staat. Vandaar dat wij ook spreken over parallelle realiteiten : Wat wil de mensheid nu eigenlijk horen ? Dat wat geschreven staat, of welke waarheid het verbergt ? De bediening van Paulus was een schaduw-bediening van Calvijn. Nu gaat het niet eens zozeer om de letterlijke Calvijn, maar om de parallel lopende Calvijn, het heilige principe wat het in zijn diepte herbergt, als de heilige Calvijn. Er is een zuivere, goddelijke oorsprong ergens die toen corrupt werd gemaakt in de materiële realiteit door de aardse Calvijn. Hiertussen maken wij dus onderscheid. De mens moet de aardse schaduw achter zich laten en komen tot de heilige Calvijn, die het verzets-symbool vol list verving. Hierbij gaat het niet om de persoonlijke Calvijn dus, maar het principe dat erachter ligt, maar wat zich wel kan verpersoonlijken om de metafoor kracht te geven, en dit is dan de baarmoeder, een vrouwelijke amazone Calvijn, wat dan de definitie is van de heilige Calvijn. De vraatzuchtige slang van het katholicisme moest de mens weer uitspuwen. Ook Jezus Christus was slechts een schaduw van het raadsel van Calvijn, waar Calvijn handig gebruik van maakte. Alhoewel het calvinisme voortkwam vanuit het katholicisme, het paulinisme en het christendom, die alle drie de godheid van Jezus belijden, ging het calvinisme recht tegen de bijbel in en verbrak haar macht. Het calvinisme is veel duisterder en zwaarder, en ligt dichter bij de amazone bron. Vandaar dat de lichte protestanten vaak overstuur zijn door Calvijn. Alhoewel het calvinisme de godheid van Jezus niet direct ontkent, ontkrachte het calvinisme alles waar Jezus in de vorige vorstendommen van het paulinisme en het katholicisme voor stond, en liet een veel grotere godheid zien, namelijk van het touw, de heilige gebondenheid. De mens had niets, maar dan ook niets meer
in te brengen in het calvinisme. Het was het definitieve einde van de mensheid, als het laatste oordeel. Met het calvinisme stierf de wil van de mens. Wij moeten niet nalaten deze amazone strijder te herkennen. De mensheid had dit goddelijk oordeel zelf opgeroepen. Het calvinisme was de voleindiging van de apocalypse. In de diepte van het verzets-symbool ligt een verborgen waarheid die na de eeuw van het katholicisme ten dele geopenbaard werd, en nu volledig : de Heilige Calvijn als de boodschapper van het touw, de heilige gebondenheid. Dit was zoals we zagen een vrouwelijke amazone die verborgen zat in de textuur van het calvinisme. Dit raadsel heeft tijdenlang opgeborgen gelegen in de verschrikkingen van de Noorweegse Zee. Demonologen wisten al tijden dat hier iets werd tegengehouden, iets verborgen werd gehouden, totdat de tijd het zou openbaren. Op een nacht in een droom begon die zee in de onderwereld te overstromen. Ook Nederland begon onder te lopen. De heidenen zijn hen die nog niet ontwaakt zijn tot het raadsel van Calvijn wat opgeborgen ligt in het verzetssymbool, maar die het wel kunnen verdienen in de heilige jacht, want dat is ook wat het woord evangelie in de Griekse grondtekst betekent. De mens is geroepen het kwaad te overwinnen om zo tot het geheim te komen, tot de ontwaking. Dit heeft dus te maken met het overwinnen van het schaduw-zelf. Hoofdstuk 6. De Germaanse Wortels van Calvijn Dit is de evolutie der dingen, dat het zichzelf uitlegt in de tijd. Het kan niet voor eeuwig op zichzelf blijven staan. Alle stromingen vanuit de egyptologie tot het Judaïsme, tot het paulinisme, tot het christendom, tot het katholicisme, tot het calvinisme roofden van elkaar en stelden het anders voor. Dit is de weg hoe een geheim zich openbaart, door metaforen die op elkaar inspelen, door strijd, door handel, door verbonden en relaties. Zo worden de schillen afgepeld, en de sluiers afgedaan. Dit zijn de openbaringen van de eeuwigheden die niemand kan stoppen. Een simpel, uiterst corrupt familie-wapen of verzets-symbool kan het beginpunt wezen. Mensen die niet raadselgevoelig zijn zullen dit nooit begrijpen. Zij lopen er voor weg, en willen er niets maar dan ook niets mee te maken hebben, of ze nemen het gewoon aan gewoon omdat iedereen het doet, en gaan er gewoon mee om als een monument, een uiterlijke vorm, die ze vereren en aanbidden, en waarop ze hun leven bouwen, zonder ooit tot de diepte ervan te komen. Dit wordt dus allemaal door Calvijn vervangen. De mens moest los komen van het katholieke spook, en werd toen gevangen door het Calvijn spook, maar daarin lag ook het ware calvinisme opgeborgen. De mens moet onderscheid maken tussen het valse calvinisme en het heilige calvinisme. Alleen zo kan het Calvijn spook overwonnen worden. Het Paulinisme was in barensnood om geboorte te geven aan de grotere waarheden van het katholicisme en het calvinisme. Deze geheimen kwamen met grote demonische wachters die eerst verslagen moeten worden. Het waren schatten in aarden vaten. Zo kan een uittocht dus juist ook een diepere intocht betekenen. De schat moet een kwartslag gedraaid worden. Het werk van het Calvijn spook is als het snoephuisje van de heks van Hans en Grietje die het Jezus mysterie hierin had opgeborgen. Jezus werd hier in opgesloten, in de naam van Calvijn. Het plaatje was zo af. De bijbelse macht was verbroken. Nu moet er nog met het Calvijn spook afgerekend worden, en dat kan alleen als de mens tot het ware calvinisme komt wat daar achter lag, wat zo'n grote boodschap met zich meebracht. Alles zou overlopen om het diepere geheim te laten zien. Dit is de werking van het touw : De mens is beperkt. Het touw leidt. Dit kan dus alleen effect hebben in de eeuwigheid, in
het permanente, de P-wet van Calvijn, dus de mens moet zich ook offeren aan de eeuwigheid. In de Griekse grondtekst is genade "charis", wat ook beloning kan betekenen. De charis is er dus niet voor iedereen, wat ook stellig beweert wordt in de L-wet van Calvijn, van limiet-verzoening. Het is alleen voor de uitverkorenen. Het evangelie is in de Griekse grondtekst de metafoor van de jacht, euagellion, wat letterlijk de beloning voor goed nieuws is, maar wat in de wortels de jacht is, eu-aggelos, eu-ago-agele. De engel is in dit woord (aggelos) te vinden, wat een jager is in de wortels (eu-ago-agele). Eu is de prefix van dit woord, als een overwinnaar. De overwinning in de oorlog gaat dan over in de jacht. In het wortelwoord "ago" leidt het jacht-proces tot de slacht, waarmee dit woord afsluit. Calvijn slachtte de gehele bijbel in zijn commentaar en deed de bijbelse macht teniet. Geloof werd door Calvijn afgestraft op veel punten. Het geloof werd door Calvijn algewezen als deur. Dan zou de mens teveel eer krijgen. In het commentaar op Colossenzen spoort Calvijn er juist op aan zekerheden te verwerven die de majesteit van het evangelie, de metafoor van de jacht, kunnen dragen en uitvoeren. Calvijn nam de bijbel als krijgsgevangene, en leidde het tot de slagerij die het calvinisme is. Het kan nuttig zijn om de bijbel te herleiden tot de grondtekst, en zelfs tot de diepere putten van de etymologie gaan om bij oudere religies en culturen uit te komen die aan de bijbel ten grondslag liggen. Maar in de Vur, een boek binnen de Tweede Bijbel, die de Amazone Bijbel is, wordt er gesproken in Boek 91. Het Boek van de Wet, vers 5 : "Ik begon na te denken over haar woorden. Wat bedoelde ze ? Het boek van de wet was van een valse geest. Het had geen zin om het te verscheuren of juist te vertalen, het te herleiden tot het origineel, want het boek heerste en stond weer op, altijd. Het was een vervloekt boek. Het bezat het verstand van zovelen." Calvijn confronteerde de Bijbel rechtstreeks, en schreef er een nieuwe bijbel overheen, zijn commentaar. Zo werd de bijbelse macht verbroken als door een geheimenis. Maar nu was er zowel een ergere bijbel als een betere bijbel gekomen. Het was allemaal dubbel. Er was een slagerij geopend in ieder geval. Er is een groot verschil tussen het letterlijke pad door het calvinisme en het esoterische pad door het calvinisme. Calvijn bracht diepte aan en daardoor correctie in de Bijbelse boodschap, maar dat kwam met een hoge prijs. Calvijn was een rover van grote gnosis. Door de eeuwen heen zijn de geschriften van Calvijn veelal op de achtergrond gedrukt en verborgen gehouden, en werd er een slap aftreksel opgediend aan de Protestantse kerk. In de geschriften van Calvijn, zoals de Calvijn bijbel, wat een commentaar is, ligt er een schat aan religieuze natuurkunde die verloren is gegaan in het organisatorische complot van de protestantse kerk. Calvijn ging dieper dan Christus in zowel de goede zin als de slechte zin. We hebben hier dus te maken met een dualiteit, maar dat kan in de kaleidoscopische kunst van religie, want dat heeft zijn basis in contrasten. Hier kan rust in gevonden worden en inzicht. Het zijn schilderijen waarin je meerdere lagen kunt zien. De kerkgenootschappen zijn allegorieën, schilderijen, waarmee gewerkt moet worden. Vanuit de diepte kwam er ook een hoogte, en werd er hoog geklommen op de berg waar de schat schitterde. Het is de schat in aarden vaten. Deze schat is geen groter licht, maar een diepere duisternis die het contrast toont, beseffende dat dit allemaal in de grotere dieptes gebeurt. De Jezus-schat was een verblindende schat die de mens moest afhouden van de gnosis, en daarom moest er een diep duister gat worden gegraven vanwege deze woeste, zwaar profetische schat. Dat was de eerste stap in de ontsnapping, die geactiveerd werd door het Arianisme : de islam kwam, als een apostolische vertaling van het christendom en het Paulinisme, wat een fundament kon vormen voor het calvinisme. In zoverre het calvinisme nog slecht is geldt : Ken uw vijand. Daarom moeten deze geschriften in het kader van de demonologie bestudeerd worden, alswel in het kader van de geschiedkunde en de esoterie. De Vreze des Heeren is van geen nut als deze niet leidt tot een
diepere studie van de wet. Calvijn roofde de Jezus-schat en bracht het tot volheid, als een schilderij, als een verstening. Deze dode kunst kan alleen in de esoterie tot leven komen. Het was een allegorie, en dus niet zuiver letterlijk. De Vreze des Heeren leidt tot het begrijpen van de wet, als een onderwijzer. Als dit niet gebeurt dan is het een spookachtige vreze. Op de wet moet gemediteerd worden om zo tot de diepte ervan te komen. Zij die het letterlijk nemen hebben niet voldoende en niet diep genoeg gemediteerd. Het pad van het letterlijke leidt tot het oppervlakkige en zo tot de dood, maar het esoterische pad leidt tot de diepte en tot leven. Het pad van het letterlijke is de gemakkelijke weg, de brede weg, maar het pad van de esoterie is smal en vol obstakels. Deze obstakels op het pad zijn ervoor om voorzichtigheid te leren, om de voorzichtigheid te laten groeien. Deze wet is niet door mensen vastgelegd, maar door de hogere kennis, die zowel direct kan werken, als indirect door boeken of mensen. De mens moet de wet wanneer die komt leren herkennen. Calvijn versteende Christus, en liet een diepere weg zien. Hij kon om deze erfenis niet heen. Niemand kan uit de gevangenis ontsnappen zonder te rekenen met het gevangenis-implantaat. De wetten van de demonologie eisen strategie. In de leer van Calvijn, en we bekijken dit zuiver esoterisch, is het offer van Jezus een metafoor van gehoorzaamheid. Het is het sterven aan jezelf. Dit doods-proces wordt geleid door profetie en de goddelijke voorzienigheid. In de gnosis kan dit alleen maar verdiend worden. Er is geen gratis overwinning. Wel is het zo dat de wet van de mens uitgeschakeld moet worden, en dat de mens alleen zuiver kan zijn en werken door de heilige gebondenheid, waar het calvinisme een allegorie van is. Het offer van Jezus was in die zin de verkoop van het katholicisme tot het calvinisme. Het offer was op pasen, wat in het OT de viering van de uittocht uit Egypte is, wat lichamelijk werd gemaakt in het overigens zeer corrupte Jezusverhaal. Het pasen leidde in het OT tot het beloofde land, wat een voorstelling was van het eeuwig leven. Hiervan was de koperen slang die op het touw wees, de heilige gebondenheid, een teken. Zowel het volk als de vijand moesten hier aan onderworpen worden, niet aan een mens. Het beest zou dit uitbuiten door menselijke systemen te bouwen. Het getal van het beest is het getal van een mens. In de diepte van het OT gaat het dus niet om Jezus, maar om de uittocht uit Egypte, en dat was een vraagstuk van gehoorzaamheid. Het gaat dus om de overgang van het katholicisme tot het calvinisme, en dan met terugwerkende kracht, want in het amazonisme werken de gezuiverde principes van deze twee instituten met elkaar samen. In de letterlijke zin zijn zij vals, maar in de esoterische zin zijn zij bruikbaar en zelfs onmisbaar. Daarom zijn deze raadselen ook niet zomaar uit te bannen. Calvijn is een enigma. Het handelen in zielen gaat gewoon door. Nog steeds zijn grote delen van de samenleving aan deze instituten onderworpen, omdat zij in gevangenschap worden ontvangen. Er is nog geen sleutel gekomen, maar die zal zich in de evolutie van de religieuze natuurkunde openbaren. De heilige gebondenheid brengt een zekere scheiding tussen de ontwaakte en de slapende, en ook tussen de ontwaakte en de vijand. Van oordeel kunnen we niet echt spreken, want het gaat meer om gevoeligheids-reacties van degene die in de heilige gebondenheid is. Zij onderscheiden wanneer iets gedaan moet worden, en de gevoeligheids-reacties, die onstaan zijn vanuit het profetische zintuig, zorgen ervoor dat het goed wordt gedaan. Dit is ook van toepassing op de uitleg van geschriften, zo stelt Calvijn in zijn commentaar op de eerste Psalm. De goddelozen, zo stelt Calvijn, tonen de uiterlijke verschijning van vroegrijpe vruchten, maar brengen niets tot perfectie. Het christendom en het paulinisme waren grote vormen van goddeloosheid, en nog steeds. In vergelijking met de dieptes van de gnosis en de esoterische studie van de wet is het pure atheïsme.
De Vreze des Heeren tempert het oordeel, terwijl het goddeloze, aardse, materiële rechtssysteem die gevoeligheid niet kent, maar wordt voortgedreven door geld, eer en macht. Het overoordeel regeert op aarde. Elk waarachtig oordeel komt voort vanuit de onpeilbare diepte van de wet, waarin een mens alleen kan manoevreren door de heilige gebondenheid. De mens moet leren groeien als de heide in de wildernis. Dit geldt niet alleen voor de markt van het aardse rechts-systeem, maar ook van het medische systeem, met name de tandarts-industrie. Ook geldt het voor de religieuze markt en de vleesindustrie. De vijand zal nooit tot het ware geluk of het ware bewustzijn komen, want zij hebben niet de substantiële en standvastige bron van integriteit van karakter om hen te ondersteunen en verzadigen, stelt Calvijn. Zij hebben de gnosis niet die nodig is hiervoor. Zij "kennen" niet. Ook voor zover de Christus dynamiek corrupt is geldt het : Ken uw vijand. Maar op het pad van de esoterie gelden er ook zeer veel wetten van de kunst. Het is altijd een uitdaging om boven polariteiten uit te stijgen en diepere symbolieken te ontdekken, verborgen paden en schatten. Maar het komt er op neer dat Christus zeer zeker een dualiteit is. Hierin is het van belang om het wiel van de gezichtspunten te blijven draaien, om zo niet ergens vast te raken. Voor zover Christus gevaarlijk en schadelijk is is er daarnaast ook een simulator. Ook Calvijn gebruikte de Christus-simulator en maakte er iets heel anders van, en ging vanuit dat punt verder. Zo moest hij niet alleen afrekenen met de christelijke en Paulinische Christus, maar ook met de katholieke Christus, de god van de aflaat markt. Zij is niet slechts een vijand. Dat zou al te makkelijk zijn. Zij is een schaduw van de heilige markt van de gnosis waarin alles van twee kanten moet komen op basis van persoonlijke verantwoordelijkheid, het gegeven dat alles verdiend moet worden in de hemelse gewesten. Elke markt, materieël of niet, wijst op dit principe. Zo kan er gekeken worden als naar een schilderij waaruit lering getrokken kan worden. Dit is de verborgen, esoterische schoonheid van het katholicisme. Als een oorlog te ver wordt doorgetrokken, dan mag daar vrede komen. Dit is waartoe het esoterische pad voor de grondlegging van de wereld is aangelegd. De mens kan niet zomaar een toverfluit grijpen als hij met het mysterie van religie wordt geconfronteerd, om dan alles zomaar weg te toveren, als een klein kind die denkt dat wanneer hij zijn handen voor zijn ogen doet anderen hem niet meer kunnen zien. De mens moet nederig terugkeren tot de esoterische school. De mens moet een nieuw waardenstelsel leren ontdekken, anders zal hij ten onder gaan in de overmoedige oorlog. Dit zijn valse Pluto en Pleiaden energieën die besproken worden in de astronomische demonologie. Het zijn watervogel-jagers. De watervogel staat voor het leren van, op en over de golven en het syncretisme, het mengen, dus in die zin zijn zij prozaïsch. Religie is een onderdeel van de proza. De watervogel-jager manifesteert zichzelf als vals ijs. Het is een vorm van opportunisme. De watervogel-jager moet terugkeren tot de communistische kern dat alles gelijk is en dat alles waarde en waarheid kan hebben. De watervogel-jager moet zich niet laten afschrikken door taal en allegorieën. In de proza kan het een nieuwe definitie krijgen, en zo gesmolten worden, weggeboord. In die zin is de tandarts ook een allegorie, terwijl het in de letterlijke zin puur demonie is. De tandarts is de allegorie van de taal-smid. Er was een confrontatie tussen de calvinistische strijdkrachten en de christelijk-katholieke strijdkrachten. Laat het duidelijk wezen dat Calvijn geen christen was, maar de christelijke leer als opstapje gebruikte en toen een andere God bracht, veel duisterder en zwaarder. Calvijn was een buitenaardse piraat. De mensheid werd tijdens de inname door Calvijn op een heel ander schip geheven, een buitenaards schip. Het afleggen van de oude mens is de voorbereiding op die oorlog. Dit ging stap voor stap. Ook beruchte kerkelijke dogma's zoals de leer van de erfzonde waren strategisch, alhoewel het niet
letterlijk genomen mag worden. Het gaat om het herzien van oude dingen. Niet het letterlijke, maar het esoterische pad is van belang. De erfzonde werkt volgens dezelfde strategie als de uitverkiezing, nl. dat het ingaat tegen een bepaald aards systeem. Het katholicisme kwam tegen het Paulinische systeem en onttroonde daarvan de goden. Het calvinisme deed dit met het katholicisme. De erfzonde betekent in die zin het verweer tegen een bepaald systeem, als een rebellie. Iedereen heeft die zonde. Iedereen wordt daarmee geboren, want zo wordt duidelijk gemaakt dat iedereen van het aardse systeem los is. Het aardse systeem had iedereen een identitificatie nummer en oordeel gegeven, maar door de erfzonde werd dit ontkracht, als een verzets-strijd. Het is dus de algehele ongehoorzaamheid naar zo'n systeem, niet naar het goddelijke. Daarom werd de erfzonde er zo op ingehamerd. Letterlijk is dat natuurlijk helemaal fout, maar esoterisch gezien niet, dus er zijn twee lagen. De oude goden werden dus vaarwel gezegd op die manier door de erfzonde, en zo kon er heiligheid ontstaan tot de nieuwe God. Zo werd iedereen geketend tot het nieuwe rijk. In Calvijn's leer bereikte de leer van de erfzonde de climax. Hij gebruikte een krachtig wapen om de mens los te snijden van de katholieke overheersing. Eerst werd de leugen vertelt in het letterlijke, maar nu moet de waarheid verteld worden in de esoterie. Dat wil zeggen dat wij in vijandschap niet overdreven lang moeten blijven, maar dat alles moet overschakelen tot de diepte en de verzoening met de waarheden die het verborgen houdt. Hierin moet balans zijn. De oorlog is zowel voor het herzien als het begrijpen. De mens mag niet het kind met het badwater wegwerpen. Er is geen heil wanneer de toorn buiten de perken gaat, zowel in tijdsduur als in gradatie als in doelgerichtheid. De Vreze des Heeren en de studie van de diepte van de wet moeten altijd de toorn in toom houden. Tomeloze toorn is als een vuur wat alles platbrandt, vooral degene die zich eraan overgeeft. Dit slaat op Calvijn en zijn letterlijke aanhangers : de dieven. Zij hebben nu heel veel gestolen goed wat ze kunnen inzetten om de armen te helpen. Dat is het ware offer, zoals ook Calvijn stelt dat de armen het ware altaar zijn, i.p.v. de valse altaren van luxe, dure kleding en dure gebouwen. Zowel Calvijn als Luther kwamen tegen dit katholieke systeem. God wil geen uiterlijk vertoon, wil geen materiële eer ontvangen. Dat is allemaal bijgeloof. Het katholieke systeem besteedde veel geld aan het aanbidden van God. Zo had Calvijn het in dat opzicht bij het rechte eind, maar hij zou dit principe moeten toepassen in zijn religie. Hij vroeg teveel ziels-belasting. Zo zijn er ook veel armen die geen besef hebben van belastingen. Hiervoor zijn de diakenen, de curators, de bewindvoerders als fiscale adviseurs om de mens uit te leggen welke ziels-belastingen er zijn, en de mens daarin te helpen. De heilige Geest in het rijk van Calvijn is aan de poort demonologisch gezien Septus, de mannelijke monopolie, de giftige vrucht van Calvijn's paradijselijke tuin, die leidt tot een soort van hogere heilige Geest waaraan alles onderworpen is, de beheerder van het calvinisme : een cobra-geest genaamd Saveer. Het zegel van Saveer, of het merkteken daarvan, is genaamd Elias, een geest net onder Saveer, een haai, die kwalificaties heeft van liederlijkheid, afwimpelarij. Deze verschrikkelijke vis is een bangmaker, en draagt ook de naam 'het boze oog', de 'evil eye'. Dit zijn schaduwen van de eeuwige realiteiten. Ook vanwege bovenstaande geldt dat onze strijd hiertegen niet tomeloos mag worden, want dat is juist de aard van deze geest. Tomeloze strijders in de demonologie komen nooit ver, want zij werden juist hiertoe gedreven door de geesten waartegen ze strijden. Zo worden ze tot simulators van spot voor deze geesten. Alles wijst dus op een diepere realiteit op het esoterische pad. De slang is een beeld van het touw, als een beeld van voorzichtigheid en hypergevoeligheid (scherpziendheid, scherp zintuigelijk). Daarom ligt er ook de
bijbelse opdracht : 'Wees voorzichtig als slangen.' Zo kan alles ten goede gedraaid worden. Calvijn's 'kinderen der verdoemenis' zijn de kinderen van de erfzonde tegen het katholieke systeem, maar ook tegen de bijbel zelf. De erfzonde is dus pure ironie. Het zijn alle kinderen die door het Roomse en bijbelse systeem zijn gefolterd in gevangenschap, en zij pikken het niet meer. Zij sterven aan zichzelf op het altaar en naderen dan tot de vijand. Al het loon, wat ze veelal besteden aan wapens, is dus door het sterven aan zichzelf, als een erfenis, door een testament, gemaakt van de dode vijand. Allereerst is er in henzelf de strijd tussen voorzichtigheid en praterigheid. En als zij dan spreken, dan moet er balans zijn tussen het 'wat' en het 'hoe' stelt Calvijn in zijn commentaar op de Filippenzen brief. Tomeloze praterigheid is vaak een teken van hebberigheid, en van een gebrek aan dankbaarheid. Voordat de strijd begint tegen de vijand moet de mens eerst afrekenen met zichzelf. Alleen zo kan er ware onderscheiding komen. Zonder zelf-onderzoek is er geen basis voor demonologie. De mens moet niet alleen de hogere kennis gehoorzamen, maar zich ook aan de heilige en eeuwige kennis onderwerpen om zo aan zichzelf te sterven, opdat de heilige kennis hem kan vullen. Eerst moeten zij ingewijd worden in het leger. Alleen het touw is krachtig genoeg om de mens van drogredenen weg te houden. Alleen een zware heilige gebondenheid kan succesvol opereren tegen de zware gebondenheden die gebracht waren door de kerkvorsten in het verleden. We zien elkaar opvolgende kerkkoninkrijken met hun eigen kerkvorsten de wereld overnemen in de geschiedenis, wat al begon met Osiris-Horus, toen Mozes, toen Jezus, toen Paulus, toen de paus en toen Calvijn. Zij stierven allemaal, en het touw rekende met hen af. Ieder mens moet aan zichzelf sterven om een ontmoeting en confrontatie te hebben met het touw. Iedereen moet sterven aan zichzelf in de grote oorlog, want dat is de enige weg tot het loon, waarin het touw de mens leidt tot de heilige gebondenheid. Een mens kan alleen waarlijk slaaf zijn tot de dood, het sterven aan zichzelf. Dit gebeurt in de oorlog tussen de bijbel, het katholicisme en het calvinisme. De walkuren of valkyries waren de Germaanse amazone godinnen die de strijdvelden afzochten om gevallen strijders te selecteren om hen op te nemen. In die zin zijn de walkuren of valkyries een beeld van het touw en van loon. Alleen zij die aan zichzelf waren afgestorven konden door hen opgenomen worden. De walkuren namen de geselecteerde strijders die aan zichzelf gestorven waren mee om hen voor te bereiden op de eindstrijd, de Ragnarok, grotendeels de oorlog van ijs en duisternis. De mens moet ook afsterven aan zijn gelimiteerde zicht en het verblindende licht. Daarvoor is de kaleidoscopische, dubbelzinnige diepte van de duisternis, wat alleen kan ontstaan in het heiligende, afzonderende enigma van het ijs. Een gebrek aan het toetsen toont een gebrek aan het sterven aan zichzelf. Nu zijn er een heleboel lieden die alles toetsen aan de bijbel en de bijbel zelf niet toetsen, wat de geestelijke cholera is, demonologisch gezien de ontsteking van het spijsverteringskanaal wat niet goed functioneert. De mens moet aan al zijn ziekelijke, obsessieve, materiele toets-methodes sterven, en komen tot het heilige, eeuwige Pniël om met de geesten te worstelen, om zo diepgaand ingewijd te worden in de demonologie. Een theologie die niet diepgaand geworteld is op de demonologie is een corrupte theologie. Een mens kan alleen zuiver in het sterven aan zichzelf toetsen tot de hogere kennis in de heilige gebondenheid. Weer is dus het touw van belang, zoals in het boek Jozua het rode touw werd aangewezen als het teken van redding. In de diepte van duisternis en ijs moet men ook de bijbel en zijn goden toetsen. Stelselmatig is het toetsen het sterven aan jezelf, aan je gedachtes en gevoelens waarmee je was geprogrammeerd. Dit is wat in het Ragnarok gebeurt, het Armageddon. Deze eindstrijd was al geweest, toen Calvijn kwam op zijn schip om met de bijbel af te rekenen, en met het katholieke implantaat. In het Ragnarok, Armageddon, vindt de grote ontmaskering plaats. De schandelijkheid is, wat elke
in de gnosis ingewijde demonoloog weet, dat de walkuren, de valkyries, niet in dienst staan van Odin als zijn dochters, maar van Hel, Hulda, de oorspronkelijke Moeder godin van de Germanen, en dat dat veelal wordt achtergehouden in publicaties over de Germaanse mythologie. Hel is de oorspronkelijke Germaanse godin van de dood en de vruchtbaarheid, het sterven aan jezelf. Als die dood vredig ging, dan werd zo iemand niet door de Germaanse amazone godinnen opgenomen, maar alleen hen die een dappere en gewelddadige dood stierven, anders zouden ze nooit aan zichzelf kunnen sterven. Met een vredige dood ging dat niet lukken. Hel kan alleen bereikt worden door ijs en duisternis, en door honger als een beeld van het heilige vasten en de onthechting. Zij draagt dan ook het mes van verhongering. Zij is de gids van hen die daadwerkelijk aan zichzelf zijn gestorven door de onderwereld. In de Griekse grondtekst heeft de hel geneeskrachtige kwaliteiten. De hel is de baarmoeder, en Zij is de grote aanvoerster in de Ragnarok. Het zogenaamde licht is een diepere duisternis waar de zintuigen open gaan, wanneer zij oog in oog staan met Hel, de baarmoeder. In het oude Egypte was de hel alreeds een dualiteit. Het is levendmakend voor de rechtvaardigen, maar zal de onrechtvaardigen vernietigen. Daarom is het enigma van de hel ook niet zomaar weg te denken. Het bestaat, maar wordt vaak verkeerd uitgelegd door leken, hen die de esoterische en geschiedkundige demonologie niet kennen. Hel heeft haar walkuren uitgezonden om haar leger te verzamelen voor de Ragnarok. Zij zitten vast aan touwen, opdat de zuigende krachten van het grote monster van de kerkgeschiedenis hen niet kan wegtrekken. Alleen zij die als martelaren een harde dood zijn gestorven aan zichzelf kunnen deel hebben in dit leger. Zij worden getrokken tot het geheimenis van de eeuwige honger waarin de zintuigen zich veilig kunnen openen en waar de deuren van gevaren worden gesloten. Het is daar in de diepe ravijnen van Calvijn waar dit verschijnsel optreedt, en de macht heeft om het wiel van de werkelijkheden te draaien. Dit komt ook terug in de Soemerische mythologie waar de mens alles moet afleggen om dieper in de onderwereld te gaan om uiteindelijk de heerseres van de onderwereld te kunnen ontmoeten. De mens kan zo terugkeren tot de metaforische naaktheid in het paradijs. Hoofdstuk 7. Calvijn en de Heilige Waanzin De wijsheid is de oorlogs-strategie en de hogere interpretatie in de Amazone Bijbel. Dit kan alleen bereikt worden wanneer de mens aan zichzelf sterft, en dan komt de mens de 'eirene' binnen, de gezegende en verheven staat van de heilige na de dood (aan zichzelf), wat vaak domweg in 'vrede' wordt vertaald, maar wat dus de heilige gebondenheid is, de beveiliging door het touw, waardoor de mens aan de walkure, de amazone godin, wordt verbonden. In de leer van Calvijn is de heilige vrede de teugels van het rijdier die de restrictie uitbeelden, waar ook de tandarts weer een allegorie van is. Alleen als men de eirene ontvangt kan men het gif wat veelal onder dwang wordt toegediend bij de tandarts overwinnen, zodat deze valse, demonische professie van stijfkoppige dwangverpleging tot het oordeel wordt gesleept. In Ragnarok zal de tandarts vallen en niet meer opstaan. De hele Amazone Bijbel spreek hierover. Er gaat een verschrikkelijk oordeel over de tandarts industrie komen, wat één van de grootste schouwspelen zal worden in de eeuwigheid. Hiertoe kwam de gnosis zelf in de vorm van twee engelen, jagers in de Griekse grondtekst, in het wit, tot vooraanstaande demonologen om dit oordeel aan te kondigen. Het zal gebeuren in het Laatste Oordeel waarvan het calvinisme een allegorie is. Dit oordeel is werkende wanneer krankzinnige machtswellust op een toppunt is gekomen, en in diepte is dit oordeel al in de
geschiedenis geweest. De mens zal hiertoe ontwaken. Wat de mens om zich heenziet zijn slechts de schaduwen en de schimmen van dat oordeel. De bandeloosheid is tegenovergesteld aan de heilige gebondenheid. De mens heeft discipline en restrictie nodig om goed koers te houden op het pad. Bedrinkt u niet aan de wijn is ook iets symbolisch, geheel tegengesteld aan de Toronto leer die de climax was van het valse calvinisme, en wat ook de uiterlijke manifestatie is van de geest Elias. Dit is het loon op het letterlijke calvinisme en alle voorafgaande bewegingen, als in liederlijke krankzinnigheid die ontstaat op het toppunt van religieuze vraatzucht. Dit als tegengesteld aan de heilige razernij die ontstaat in de putten van de profetische honger. Het is de 'mad hunger' die zich kan uiten in disorientatie, manisch gedrag, wildheid, spasme, hyperventilatie, verwarring, paranoia en delirium, als een heilige krankzinnigheid die de enige manier is om de stijfkoppige patronen van de aardse programmaties te verbreken. Dit heeft niets met het verblindende licht van de Toronto krankzinnigheid te maken, want dat is een duivelse krankzinnigheid die tomeloos is, en niet getemd door het heilige touw. De heilige slang is in de demonologie het haaien-alarm wat nodig is in de grote oorlog van hoofdstuk zes. Elias, de haai, de geest van Toronto, is als een geestelijke zelfmoord-terrorist, wat een hele flauwe en corrupte weerspiegeling is van het sterven aan het zelf. De mens moet Elias overwinnen, die het gedwongen merkteken van Saveer is. Hiervan is ook de stinkende, giftige dwangverpleging van de tandarts industrie een beeld. Zij doen gedwongen buitenaardse implantaties in de mens om de mens te bedwingen. Iedere wel-ingewijde demonoloog weet dat de tandarts industrie een buitenaardse fokkerij is die de aarde als kolonie nam. Het zijn kolonisten, en zij brengen de planeet tot razernij. Het lied van Elias kent vele tonen. Het dwangbevel van de tandarts om alle monden van de mens te infiltreren met dwang-implantaten, giftige vullingen en wortelkanaal-implantaten, loopt parallel met het gedwongen Jezus-implantaat op straffe van eeuwige hel. Iedereen moest dit merkteken ontvangen. Er is geen logische redenatie, maar pure dronkenlapperij, maar het esoterische ravijn van Calvijn rekent ook hier mee af. Het lied van Elias kent geen grenzen. Zoals Jezus over de streep van het privacy recht van een mens heenging, zo doet het dwangbevel van de tandarts dit ook, wat hetzelfde is als verkrachting. Het zijn onbevoegden die op privé-terrein komen. Zij zijn onderdelen van het Spaanse Spook : matadors die de stier steken en dol maken. Calvijn zag hoe het christendom de gnosis had beroofd, en toen hoe het Paulinisme daarmee verder ging, en toen het katholicisme, en zo deed Calvijn er nog eens een schepje bovenop. De man die tot de vrouw komt is een metafoor van de man die tot zijn wapen komt. Dit zijn realiteiten binnen de mens zelf, en het wapen is niet onderworpen aan de man, maar de man is onderworpen aan zijn wapen. Zijn wapen leidt hem door de oorlog en onderwijst hem. Dit zijn ook eigenschappen van de Noordse moeder godin, Hel. Het pad tot Haar is de Helvegr. Hel is ook nauwverbonden aan de godin Hungr, de honger, zonder wie niemand tot Hel kan komen. Het Ragnarok is de openbaring van die plaats, dat de mens tot Hungrheim komt, een groot gebied waar hij eerst door Niflheim, de ijswereld, moet komen tot Myrkheim, de duisternis, en zo op dit pad de godin Hungr te ontmoeten om tot Hel te komen. Hel woont in Helheim, waar de mens na zijn tocht door Hungrheim komt, door de gebieden van Niflheim en Myrkheim. Helheim ligt aan het Nastrond, het lijkenstrand, en is omgeven door Gjöll, de ijsrivier van messen. Helheim zelf is een symbolisch gebied van gifslangen en rivieren van bloed waar men in verdwaalt, als in een labyrint. De troon van Hel is omgeven door een gebied genaamd Ganglati, vertraging, waarin alles vertraagd wordt, zodat Hel onbereikbaar is. Ook wordt zij bewaakt door een hellehond genaamd de Janker. In Ganglati krijgt de mens de ketenen van vertraging, en kan de mens niet meer terug, ook omdat de Janker dat niet toelaat, wat uiteindelijk leidt tot het 'één vlees worden' met de Hel, wat een baarmoeder ervaring in de dood is, waardoor de
mens wederomgeboren wordt. Het is niet dat de één heerst over de ander. Het zijn dingen binnenin. Ieder mens moet persoonlijk onderscheiden tussen goed en kwaad. Het is niet dat een mens of een god over de mens heerst. Het zijn allemaal delen van de mens zelf. Dit zijn inzichten waar je ook niemand voor kunt bedanken, geen hogere macht of wat dan ook. Je kunt alleen jezelf bedanken. De aardse bedreigingen zijn valse en corrupte alarmen, schaduwen van de hogere alarmen. Het alarm is een sieraad. Dat is ook de opzet van de tocht door Hungrheim, de honger, om zo te komen tot Hel, want zij draagt de heilige paniek als het ware alarm. De mens moet in het vasten en onthechten, in de afzondering, de heilige paniek ontvangen. Dat is de ware verbrokenheid. Dit wordt ook uitgebeeld door Pan, de Griekse god van de paniek en de wildernis. Dit was oorspronkelijk een godin, de heilige Paniek, maar in de grote religieuze vermannelijking, de patriarchische invasies, werd het verzegeld als zijnde een man. De Heilige Paniek is de climax van de honger, en is de manifestatie van Hel als een alarm, als een automatisch beveiligings-systeem. Het is de climax van het touw, maar Zij leidt tot de ware en eeuwige rust. Alleen Zij kan tot de grotere, ruimere dieptes leiden. De mens moet leren dat ook de oorlog maar een metafoor is, namelijk van het onderwijzen, leren begrijpen, en het onderwezen worden. Het gaat niet om het letterlijke, maar dat wat erachter zit als boodschap. De ware oorlog is de terugkeer tot het kruis, stauros in het Grieks, wat een paal is. Hier is waar het touw hangt waarmee de mens wordt omgord, en wat de mens veilig houdt tegen afvalligheid. De ware oorlog is dus de heilige gebondenheid die een verbondenheid is met de waarheid. Dit is geen vage gebondenheid waar je niet voor hoeft te leren. Neen. Het gaat om het gebonden worden in het Woord, de logos, de structuur van de gnosis. Dit is in de ziel. De Logos, het Grieks voor het Woord, verwijst naar Loki, Loko, de Germaanse trickster, die oorspronkelijk een godin was, maar later steeds meer werd vermannelijkt en gedemoniseerd. Loki is de Moeder van Hel. Loki, het Woord, kan alleen maar door Hel, de Heilige Paniek, bereikt worden. De Heilige Paniek draagt het Woord. De mens moet geheel met het Woord omhult worden als een pantser. Zo wordt ook weer duidelijk dat feesten en spijbelen niet samengaan in dat opzicht. De mens kan alleen leven door het Woord, wat ontstaat in het afsterven aan het zelf. De mens moet voorzichtig zijn als een slang, als het geboren worden in ijs. Hierin ligt een zekere weg naar het Woord, naar Loki. De slangenmensen waren niet letterlijk half slang, half mens, maar zij hadden hetzelfde mechanisme als de slang, namelijk van voorzichtigheid. In het Eeuwig Evangelie is Rietel de tweede paradijstuin. Eden was de derde. In Rietel hingen bittere vruchten. De mens heeft een bitter medicijn nodig om weer voorzichtig te worden. In Mexico, in de Azteekse religie, was Quetzequotl de Christus-figuur in de vorm van een vliegende slang. Ook dit wijst terug op de koperen slang in de wildernis, en het touw. Ook in andere culturen kwam de noodzaak van het touw terug, zoals het touw van Ariadne in de Griekse Mythologie die uit labyrinten kon leiden. Ook in de Erina, een heilig boek binnen de Amazone Bijbel wordt het touw gezien als een noodzaak. Omgang met het touw zal het alarm tegen Elias, de Toronto-haaiengeest, doen ontwikkelen. Zo zal het merkteken van Saveer weggewassen worden, en de leer van Calvijn gezuiverd. Calvijn was een piraat die de schatten van de wildernis had geroofd, en die op zijn piratenschip had uitgestald. De climax van het ware touw brengt uiteindelijk tot het ware Woord, waarin er een strijd is tussen de god Odin en de godin Loki, de logos. Het is de strijd tussen de patriarchie en de matriarchie, tussen de baarmoeder en de opstandige mens. De zegen geldt alleen voor hen die onvergankelijk, dat wil zeggen voor eeuwig, hun ziel hebben geofferd aan het Woord van de Gnosis. Door het touw zijn zij volledig aan zichzelf verloren gegaan, gestorven, zodat zij ook met het touw konden oprijzen. Dit moeizame proces is door de piraten versimpeld tot de waterdoop, maar wijst op veel
ingewikkelde reinigings-rituelen in de wildernis. Het valse touw is niet eeuwig en niet diep. Het ware touw is eeuwig en eindeloos diep. Het valse touw kan dus ook niet daadwerkelijk reinigen, maar alleen misleiden. Denk aan al die diploma's die mensen elkaar uitreiken en verkopen, terwijl ze eigenlijk niets geleerd hebben. Een kind krijgt een bepaalde religie of ideologie mee met de geboorte en de opvoeding. Het kind kan daar vaak met zijn verstandelijke beperkingen niet tegenop of van los komen, dus zal het kind dit gewoon gebruiken op zijn eigen manier. Daarom mogen we iemand nooit vastpinnen op het gebruik van bepaalde woorden of termen, maar moeten we kijken naar hoe iemand deze woorden of termen gebruikt. Dit gaat vooral ook om bepaalde doctrines die een taal hebben gevormd wat niet zomaar door het kind ontweken kan worden. In het verleden stierf de mens voor het afwijzen van de Niceaanse geloofsbelijdenis. Ook Calvijn I was medeplichtig aan zulke moorden. Daarom is het van belang dat Calvijn II komt. Ook van het raadsel van Calvijn komt de mensheid dus niet zomaar af. Zelfs als we zijn gevlucht achtervolgt het raadsel ons. Zelfs als we tot de wildernis zijn gekomen is het daar. Het werkt door alles heen. Het is nog steeds bruikbaar in ons leven. Het is een deel van ons leven. Zo is de stelling 'Jezus is God' niet een waarheid, maar een waarde. Door de mens Jezus Christus tot God te maken kon de mens zichzelf officieel en legaal tot God maken, dus daarom zal een ieder die de Niceaanse geloofsbelijdenis heeft gedaan die zelfgoddelijkheid ook krijgen en voor God gaan spelen. Omdat het dus geen waarheid is, maar een potentiële jachtswaarde, een leugen als een raadsel dus, is iedereen hierin tegen elkaar verdeeld, en slaat iedereen elkaar de hersens in, precies wat de oude goden wilden. Zij hadden de mens door de Jezus Christus list overwonnen en klem gezet in een arena voor hun amusement, voor veel bloed en geld. De jongen kijkt erna en vraagt zich af wat er nu daadwerkelijk aan de hand is. Er zijn altijd gnostische bewegingen geweest die het allemaal doorzagen als demiurgische spelletjes. De demiurg is een onderontwikkelde, gehandicapte god die een schaduw van de gnosis, de hogere kennis, is. De demiurg, een mongool, staat tussen de mens en de gnosis in, maar is deel van het ontwakingsproces. De mens moet hier dus doorheen, anders zou de mens nooit ontwaken. Velen zijn slachtoffer van de gedwongen Niceaanse geloofsbelijdenis dat Jezus God is. Velen zijn slachtoffer van religieuze dwangverpleging. Jezus Christus is een allegorie van de lijdende, onderdrukte mens, en die zichzelf wil vergoddelijken om zo van al het lijden af te kunnen zijn, maar zoals we zagen ging hierin van alles mis door de Niceaanse geloofsbelijdenis. De mens werd zo tot een goddelijke geloofsgek en begon met het moorden en dwangverplegen van iedereen om zich heen. De mens moest aanbeden worden. In de diepte was het de zelfmoord van de mens. Velen hebben dit gelukkig door en proberen te ontsnappen, maar ook dat gaat zo goed en kwaad als maar kan. Ze rennen naar de wildernissen van andere religies of het atheïsme, de politiek of obsessieve hobbies, worden lid van sportclubs of krijgen een televisie-verslaving of video-games verslaving. De mens doet er van alles aan om los te komen van de Niceaanse geloofsbelijdenis. De mens roert het niet aan. Jezus Christus is dus onderdeel van een bepaalde taal. De mens wordt vergoddelijkt, maar dan op een hele verkeerde manier. De mens wilde snel afrekenen met het lijden, dus daarvoor werd Jezus Christus van stal gehaald. Iedereen die Jezus Christus aanneemt als godheid wordt zo zelf ook tot een godheid. De mens krijgt het godsyndroom, godsdienstwaan. Dit is een ernstige ziekte. De mens kan het niet laten om voor God te spelen. Van alles gaat er fout, maar de mens stoort zich er niet aan. Hij is immers God, en het probleem is toch altijd de ander. De mens is zo zelf als een blinde demiurg geworden. De blinde demiurg lacht en liegt, want alleen lachen en liegen kunnen hem besparen voor het lijden. Daarom zal de lachende blinde demiurg ook altijd het probleem
ontkennen. Het is een demoon. Het was zoals in het paradijs : De slang wees op de verboden vrucht, en zei dat de mens zo als god kon worden. De mens deed het, en kwam onder de Niceaanse geloofsbelijdenis. De mens Jezus Christus was nu God. Dit neemt niet weg dat er een ware oproep voor de mens is, en wat zelfs een noodzaak is, om deel te hebben aan de goddelijke natuur, maar dit kan alleen maar plaatsvinden in de demonologie. De mens moet terug naar school. Dit is het stalkerige, opdringerige geschreeuw van de 'Jezus is God' leugen die de hele wereld in z'n macht houdt. Op elke hoek van de straat kom je dit wel tegen. Het is dus een erfenis die nog op vertaling wacht. Het moet een plaatsje krijgen. De gedwongen 'Jezus is God' belijdenis zonder welke je vroeger niet kon leven, als het merkteken van het beest, is de verabsolutering van een deelwaarde, wat tegelijkertijd de definitie van een secte is. Hiervoor moet de mens de delen kennen en in balans brengen. Die delen worden besproken in het boek 'Het Evangelie van Ismaël, van de Bilha, het vierde grote boek van de Amazone Bijbel, de Tweede Bijbel. Ismaël symboliseert zo'n beetje alles wat door de kerk verworpen is, en is daardoor van belang. De kerk pikte een yeshuwah, een overwinning, wat een Hebreeuws woord daarvoor is. De stijfkoppige god van de Israëlieten was een blinde demiurg die dacht dat hij de enige was, en onderwierp en vernietigde andere volken die andere goden hadden. Het was dus puur racisme. Vandaar dat de kerk terugmoet naar de allegorische rijkdom van Ismaël, en niet dezelfde fout maken als vroeger door overmoedig een yeshuwah, een overwinning, te grijpen, en dat onder dwang tot god te maken voor iedereen. In het evangelie van Ismaël worden er een paar balanzen besproken, maar aan het begin wordt al gesteld dat een ware koning een demonoloog is die de valse machten heeft overwonnen, niet een aardse overwinnaar die aardse vijanden heeft verslagen. Jezus doet dit overigens een stuk subtieler. Het evangelie van Ismaël stelt : "Ook 'God' is een metafoor, van kennis en loon. Hiertoe is het evangelie gekomen, om te laten zien dat er een weg tot God is door kennis en persoonlijk loon. God is verantwoordelijkheid. Gij moet zelf als God worden. Hierin zijn verschillende valstrikken. Er moet een rechtmatige balans zijn tussen God zoeken en God zijn. Ook moet er een rechtmatige balans zijn tussen jezelf onderwerpen aan God en God worden. Dit is het evangelie van Ismael. Er werd dus eerst een opdracht gegeven om de valse machten te verslaan, en daar voorafgaand is er natuurlijk eerst het ontmaskeren. Dit is dus een groot toetsproces, als het eeuwige Pniël. Zij die te snel uit Pniël vertrekken met hun zogenaamde winst zullen daardoor ook ten val komen. Het subtiele van de smerige Jezus leugen is dat de mens Jezus als God belijdt, en dan alles op Jezus projecteert, en zo niet zelf tot God wordt, zichzelf niet verwezenlijkt en vergoddelijkt. Maar omdat Jezus een mens was en God zo krijgt zo'n mens dus wel een valse god status in de zin dat die mens zich als een alwetende god gaat gedragen boven anderen. Het is dus een heel smerig spelletje van tegenpolen. De mens doet alsof alleen Jezus God is, maar wordt door dit smerig truukje wel als godheid aangesteld over anderen. Het is dus allemaal schijn. De mens en de kerk moet dus de balanzen weer op orde zien te krijgen. De mens is dus alleen God ergens in een cyclus, en alleen dan kan de 'Jezus is God' stelling waarde hebben. Deze godheid is altijd maar deels, en stelt de mens niet over anderen, want die moeten ook hun eigen goddelijkheid vinden. Die is niet te vinden in een mens, maar in een principe. De mens heeft andere mensen tot oppergod gemaakt, zoals Jehovah en Jezus, en de principes zijn daardoor verloren gegaan. Het is een piratenkermis geworden. Je kan de god-status nu winnen door één of andere automaat. In de allegorie - en dit is gewoon als onderdeel van een zekere taal, dus niet de absolute waarheid - wordt Jezus in zekere zin vergoddelijkt door zijn lijden, maar dit is om hem te onderwerpen aan een grotere, verborgen godheid, namelijk de baarmoeder. Dit is in eerste instantie geen persoon, maar
een principe : de hogere kennis, alhoewel die zich wel kan verpersoonlijken in een hogere graad. Dit is namelijk een wet in de techniek om dingen bruikbaar te maken, persoonlijker, en dus intiemer, maar de kern is puur een principe, oftewel doodeenvoudig : kennis. De mens wordt dus god om tot hogere 'goden' (principes) te komen. De mens wordt dus 'goddelijk', niet om te heersen, maar om onderworpen te worden. De Amazone Bijbel laat zien dat het demonologisch gezien onverantwoord is om zomaar domweg een gelovige in Jezus Christus te worden, maar dat het objectief als een metafysisch wetenschapper benaderd moet worden, die al snel in de jagers-functie komt wat betreft dit verschijnsel. De godheid van Jezus is aan een heleboel voorwaarden verbonden. Niemand kan daar zomaar mee wegrennen. Jezus, de allegorie van de lijdende man, is dus niet zomaar God, maar "alleen als hij strijdt tegen de naker, de valse vrouwsgeest, en die overwint," d.w.z. niet aan haar toegeeft. Onder geen enkele omstandigheid kan een man zomaar heersen. De lijdende man sterft aan zichzelf en overwint de valse vrouwsgeest, juist doordat hij zichzelf onderworpen heeft aan de Moeder van de Gnosis, aan de baarmoeder. De Jezus Christus is God stelling is dus alleen allegorisch te gebruiken onder stricte voorwaardes, zoals : Alleen wanneer de mens oog in oog staat met een naker-geest, een valse vrouwelijke geest, en dan niet eens letterlijk. Jezus Christus is God is dan klunsig taalgebruik voor wat zou moeten doorgaan als : 'De goede, lijdende man die aan zichzelf is afgestorven heerst over de naker.' Dat is enige keer dat een man heerst, en dan is dat over demonen. Zo alleen wordt de man als een soort god aangesteld over de demoon, als een overwinning. Dit gebeurt in de jacht op demonen, als onderdeel van de demonologie. De rest is allemaal roekeloze onzin. Mensen zeggen dat Jezus God is, te pas en te onpas, en weten helemaal niet wat voor esoterische betekenis het heeft en wat de zware consequenties zijn van de misbruik van zo'n spreuk. Vroeger werden mensen vermoord die niet deze spreuk opzegden. Dat is een schaduw van wat er gebeurt met hen die niet de naker bestrijden en die overwinnen. De valse vrouwelijke geest ondersteunt de mannelijke monopolie zoals in Genesis 6. De goede man heerst dus over de valse vrouw, zoals een goede vrouw zou heersen over een valse man. In geen geval zou een goede of valse man heersen over een goede vrouw. Alleen zo kunnen de Paulinische teksten esoterisch uitgelegd worden, maar letterlijk genomen zijn ze klinkklare sexistische leugens. Er is dus onderscheid nodig. Alles komt met voorwaardes en interpretaties. Het is ook tijd om het masker af te doen, want wat gaat er nu werkelijk schuil achter de 'Jezus is God' leugen ? Het is slechts een corrupte, door de wind verdraaide weerspiegeling van iets wat op Orion heeft plaatsgevonden. In de Orionse mythologie is er de mythe van Amaz, Hamaz, die geboren werd doordat zijn moeder door een beest verkracht werd, en zo samen met zijn moeder in gevangenschap door het beest opgroeit. Beiden worden ze zwaar mishandeld door het beest, maar als hij oud genoeg is slaagt hij erin het beest te doden, en erft alle titels die het beest had. Het beest, zijn vader, is genaamd Pegun. Omdat zijn moeder was vergiftigd door het beest wordt zij meer en meer tot een monster, en zo moet Hamaz uiteindelijk vluchten. Pegun nam wraak door de Niceaanse cultus van de Jezus-godheid op te richten, om zo het overwinnende werk van Hamaz verborgen te houden. Pegun is dus al overwonnen door Hamaz, maar probeert dit zoveel mogelijk schuil te houden. Allegorisch gezien heeft Jezus gelijkenissen met Hamaz in de zin dat Jezus afrekende met zijn vader's religie door er een nieuwe overheen te bouwen, en door de maagdelijke geboorte. Hamaz had zijn vader gedood, en was gevlucht van zijn moeder. Door Pegun werd hij sinds kind zijn afgezonderd gehouden van zijn moeder, als een beeld van het protestantisme. Toen hij na de dood van zijn vader tot zijn moeder kwam, als een beeld van het katholicisme, vond hij al snel uit
dat zij tot een monster was geworden. Hij ontdekt dat ook zijn moeder een demoon is, en vlucht van haar weg. Zo heeft hij dus zijn beide ouders verloren, wat een zwaar lijden is. Hamaz had het beest wat hem verwekt had onthoofd. Dit komt ook terug in de Griekse mythologie waarin Perseus het monster Medusa onthoofde. Zodra iemand een blik wierp op het monster versteende die persoon, zodat Perseus het monster moest benaderen zonder rechtsstreeks naar het monster te kijken. Perseus keek alleen indirect naar het monster door de weerspiegeling in het schild. Dit is een parallel van hoe de mens met het Jezus monster, de heks Jom, moet omgaan. De mens mag het niet rechtstreeks benaderen, niet letterlijk, maar alleen esoterisch, als door een gebroken spiegel. Perseus nam het hoofd van Medusa en gebruikte het sindsdien als een wapen, maar gaf het later aan de godin Athena die het op haar schild vastmaakte. Nu, wat heeft dit met Jezus te maken ? Een mens die op Jezus keek versteende. Ook het verstand versteende en werd verletterlijkt. De afgevallen zonen van God, de nefilims, waren mens geworden, en werden in de mens Jezus tot God gemaakt. Zij hadden de 'Jezus is God' belijdenis nodig, maar er is iets veel diepers gaande. De God is het hoofd, zoals Christus het hoofd van de kerk werd, het hoofd van het lichaam. Jezus is God, het hoofd, betekent alreeds dat het monster onthoofd is. Perseus gebruikte het als een wapen om zijn vijanden te verstenen. Hij kon zichzelf en anderen hiermee beschermen, en kon anderen ook redden van andere monsters. Hij gebruikte het hoofd van Medusa om hen te verstenen. Zij die 'Jezus is God' letterlijk nemen worden erdoor versteent, en zij die het esoterisch zien als het onthoofde monster zijn als Perseus die terugwijst op Hamaz. De mens moet leren het in zijn herinnering als een medicijn en een wapen te gebruiken. Het zal van belang zijn in de strijd om af te rekenen met de vijanden van zijn psyche. Hij komt er niet zomaar van los, omdat het een medicijn-wiel is wat hij nog niet heeft ontdekt. De Griekse godin Athena droeg het Medusa-hoofd op haar schild. Op het schild was het hoofd in een doodslaap. Medusa was een zeemonster van een drie-eenheid genaamd de Gorgonen. Het bloed van een Gorgon was aan de linkerhelft dodend en van de rechterkant is het genezend en dodenopwekkend, wat ook eigenschappen van Jezus zijn. Gorgonenkoppen werden gedragen als ornamenten op Romeinse wapenrustingen. Ook de gehoornde vikinghelm heeft een soortgelijke uitleg en de bizonkoppen die indianen dragen om een succesvolle bizonjacht te vieren in de bizondans, wat ook een ritueel voor de vruchtbaarheid was. Het hoofd van Medusa, de godheid van Jezus, is een verschrikkelijk monster op zichzelf. De mens moet leren dit hoofd op zijn schild te krijgen en het te gebruiken in de strijd. De mens mag er alleen mee omgaan in de esoterische, weerspiegelende zin, en niet rechtstreeks, want dan zou het hem daadwerkelijk ten val brengen. Alle herinneringen van de mens zijn aan de afgehakte Medusa-kop verbonden, als een heilsfeit wat de mens moet leren begrijpen. Het brengt de vijand ten val. De diepte is belangrijk, omdat er daar nog iets verborgen ligt wat van belang is. In de Amazone mythologie wijst dit alles terug op het hoofd van Ursus. Ursus was een zwijnenmonster die mensen wegsmolt als ze te dichtbij kwamen. Ursus kon alleen benaderd worden met rode veren die genomen waren van de kippen van Ert. De Amazones tooiden zich op met deze veren en vingen toen het zwijnmonster, en onthoofden hem. Zijn hoofd begon toen gif te druipen, wat zij gebruikten sindsdien voor de oorlog en de jacht. In de Medusa mythe was Medusa een kind van het zeemonster Ceto, of Cetus. Toen een koningin genaamd Cassiopeia opschepte over haar schoonheid en ging rondbazuinen dat ze mooier was dan anderen zond de god Poseidon van de zee als straf toen een vloedgolf en het zeemonster Ceto, Cetus. Het is wat de nakers doen, die altijd beweren dat ze mooier zijn dan anderen, en het beter weten. Ook dit heeft parallellen met de trotse kippen van Ert met hun rode veren. Het valse maakt zich altijd groter dan anderen, met meer gezwaai. De mens moet komen tot diepere betekenissen, en
moet zich hierin aarden, anders wordt hij weggeblazen. De mens moet eerst aan zichzelf sterven. Daarom moet er ijs zijn, wat de beginfase van de Ragnarok is. De apocalypse is al geweest in de geschiedenis. Het wijst zelfs op een vooraardse geschiedenis, zoals de Orionse geschiedenis en de Amazone geschiedenis. In die zin is het duizend jarig vrederijk allang geweest, en leven we nu in de tijd waarin het beest van de Jezus-godheid nog eenmaal werd losgelaten. Dit beest heeft vele koppen en hoorns, wat zijn climax had in de pauselijke macht wat overliep in het calvinistische complot en toen Toronto, de geest Elias. Dit was een oud beest die in zijn doodstrijd nog velen probeerde mee te sleuren, en nog even een paar laatste stuiptrekkingen had, als een doodshallucinatie. Dit verschrikkelijke woeste zwijnenbeest genaamd Ursus hadden de amazones al mee afgerekend, maar het had een cobra-geest genaamd Saveer die hen die nog niet ontwaakt waren zou teisteren, als in nachtmerries. Elias, de haai, is het merkteken van Saveer, als de giftige slangenbeet, in de demonologie. De mens moet het vuur leren ontdekken in de Amazone geschiedenis, om zo los te komen van deze geesten. Deze heilsfeiten zijn al geweest. De geschiedenis herhaalt zich voortdurend als een echo. Het wijst ergens op terug. In de Vur wordt dit besproken als een strijd tegen piraten, en dat het geheim in de rode veer ligt. Dat is ook de naam van het veertiende boek hierover. Door de grootheidswaan en grootheidszucht, de kippen van Ert, te vangen, en hun rode veren te nemen, konden de amazones Ursus, het zwijnenbeest verslaan. De piraat is in de Vur een beeld van de trotse kip, in boek 47. Het Misverstand. Toen zij het zwijnenbeest hadden gevangen en onthoofd droop er gif van de zwijnenkop af wat ze gebruikten voor de oorlog en de jacht. Dit gif is in de geschiedenis de Niceaanse geloofsbelijdenis, de Jezus-godheid, waarmee ze hun prooi afzonderden en in een soort slaaptoestand brachten. Het Calvijnse complot was over de wereld gekomen, het Jezus-beest was opgestaan, zijn wond was genezen, en de aarde ging het beest met verbazing achterna (Openbaring 13). Calvijn is ook het medicijn, als het een kwartslag gedraaid wordt. De mens moet leren het esoterische pad door deze religies te gaan, de verborgen betekenissen te ontdekken. Zo is het lijdenspad van Jezus ook vol schoonheid voor de esoterische mens. In de ijszee strijdt de mens tegen de haai van Toronto, Elias, de overmoedige afwimpelaar die tot het giftige luilekkerland leidt, als de komst van Sinterklaas. De mens die niet aan zichzelf wil sterven in de ijs-zee vindt valse troost en hulp bij deze geest. De Torontiaanse geest is christelijk hedonisme, christelijk bourgondisch leven. De mens wil het kruis niet, de mens wil de diepte niet, maar de oppervlakkigheid. De heiligen echter bestrijden dit beest en worden in vreze apart gezet. Zij sterven aan zichzelf. Toch heeft het Torontiaanse rijk ook esoterische waarde. De mens moet door dit gif heen om zo antistoffen aan te maken. Ook is het een grote test. De Toronto uitstorting is de ineenstorting van de mannelijke suprematie, als een oordeel. Toronto is de gesel van Calvijn waardoor de mens in de Twet put van totale hulpeloosheid valt. De mens moet zich dus niet overgeven aan Toronto, maar het leren gebruiken. Hiervoor moet de mens eerst aan zichzelf sterven in het ijs. Het ijs is het volledig loskomen van de menselijke invloed, de mensenvrees en mensenverering. De slag op Jakob's heup was ook een Torontiaanse slag. Toronto is een gesel in de hand van de Gnosis. Het teistert de heiligen, om hen tot het touw te drijven. Toronto is dus de manifestatie van de T-wet van Calvijn waarin de mens niets meer kan. Elias is de beet van de cobra, als het boze oog van Saveer, als de uiterlijke manifestatie van het 'homo-ousios', de Jezus is God leer, waarin de mens tot god wordt, zomaar door genade, als het eten van de verboden vrucht van het paradijs. Hierom rollen ze over de grond. Ze zijn gebeten door de slang, en het gif begint hun hersenen aan te tasten. Ze zijn prooi. Voor een kind kan de hand van Sinterklaas goed aanvoelen, maar het kind moet opgroeien in de demonologie, leren
onderscheiden. Alleen het zware robotisme van de militaire demonologische kennis kan een mens aan zulk 'phishing' als Toronto laten ontkomen. Zonder strenge, meedogenloze automatismes is de mens nergens. Jezus is de snelweg tot God, allemaal gratis, wat natuurlijk de meest vuile geesten aantrekt. Dit is het hele Toronto-gebeuren. Het heeft Spaans-Indische wortels in snelle zelfvergoddelijking. Het Spaanse complot gebruikte Calvijn als een code om Europa over te nemen, onder Spanje te zetten. Calvijn was dan wel protestants in naam, maar hij was een Spaanse meesterspion, een piraat. Zo plunderde het Spaanse complot de indiaanse schatten van de wildernis, ook door Calvijn. Calvijn was een pop, de sleutel tot macht over Europa, ook al was Calvijn een calvinist in plaats van katholiek. Calvijn was de trekpop van Alva in de demonologie. Het calvinisme is ten diepste dus de gecamoufleerde Spaanse macht. De ijsvijanden willen ons tegenhouden in de ijstocht, ons weglokken met snelle zelfvergoddelijkingen, zodat het vuur ons kan wegnemen. De vijand haat het ijs, omdat in het ijs de mens aan zichzelf afsterft. Is Spanje wel daadwerkelijk katholiek ? Neen. Spanje is de meesterspion. Het is het land van spionnen in de demonologie. Zij lopen met katholieke maskers, maar hun ware aard is islamitisch, en zo ook Calvijn. In de demonologie staan de geschriften van Calvijn bekend als de tweede Koran. Het zijn islamitische monniken in paarse gewaden met kappen. Paars is de kleur van de slaap. Zij infiltreerden door Spanje in het katholicisme als het paard van Troje, en zetten een opponent neer in de vorm van het calvinisme om door deze kerkelijke scheuring de macht te krijgen over Europa. Het is een islamitisch complot. Zij gebruiken de christelijke elementen als een code. Het zijn shapeshifters, narren. Spanje is de jokerkaart van Europa. Ook de vijand kent het esoterische pad en gebruikt het. Het zijn tekenen dat de mens ergens dichtbij is gekomen als we naar de Toronto uitspatting kijken. Het is een schaduw ergens van, een weerspiegeling. De T-wet is de totale hulpeloosheid en verlatenheid van de mens, wat zijn oorsprong heeft in de Islamitische leer dat God geen zoon heeft. Een mens kan op die manier ook niet meeliften om goddelijk te worden. Calvijn toonde dan wel een manier, maar dit was een strenge uitverkiezing, dus de mens kon hier totaal niets aan doen. De T-wet op zich is islamitisch. Calvijn is het masker. In het ravijn van de islamitische T-wet, de Ramadan, de grote leegte, wordt de mens tot waanzin gedreven, tot paniek, als een alarm. Dit is de verbrokenheid die gevoeligheid brengt. Hiermee werd Jakob geslagen op Pniël. Het is de climax en het merkteken van het touw, de gnosis gebondenheid. Deze rituele gnosis waanzin is de manifestatie van de oorspronkelijke Germaanse moeder godin Hel, die gedemoniseerd werd door de christelijke invasies. Toronto is een laffe schaduw van deze manifestatie. Het laat zien dat de mens heel dicht bij de schat is gekomen, maar eerst nog in strijd is met een wachter. Toronto, als de Spaanse bezetter, de meesterspion van de islam, heeft hele diepe hindoeïstische wortels in Shiva, de heilige waanzin van India. Natuurlijk is Toronto hiervan een corrupte, overmoedige vorm, een luchtweerspiegeling, een fata morgana. Shiva is de bevrijding, de emancipatie. De kerk die hopeloos naar bevrijding snakte heeft te snel naar deze schat gegrepen, terwijl het een phisher is. De kerk moest eerst de vijand verslaan, maar de kerk legde in grote smetvrees de wapens weg, en werd een tuinier, een boer, een schoonmaker. Zo oogste de kerk een voortijdige vrucht. Het was de verboden vrucht. De kerk werd meegenomen door een slang. Spanje is dus een ShivaansIslamitische geest. Hierin ligt tegelijkertijd de gnosis opgeborgen. Spanje heeft door het overmoedig grijpen naar gnosis het verstand verloren, en alles begon zich te verletterlijken. Zo werd de strijd tegen het beest, tegen de rund, letterlijk uitgevoerd tegen onschuldige dieren in plaats van de boze geesten. Zij maakten zichzelf een gouden kalf wat geofferd moest worden. In het Griekse wereldrijk kwam dit opzetten als Dionysus, de wijngod, en in het Romeinse rijk als Bacchus. Het is een offercultus, een eet-orthodoxie. Gulzigheid werd een overheersende factor. Shiva reed op de stier,
Agni, de offergod. Dit plaatje zien we ook weer terug op een hele corrupte manier in Spanje, waar de mens op een wrede manier over de stier probeert te heersen. Shiva wil op de stier rijden. Shiva wil veel wijn drinken. Lang leve het grote Toronto. Shiva heeft een slang om zijn nek als het touw van de gnosis gebondenheid. Het touw om de nek verstikt de valse natuur van de mens, zodat de mens aan zichzelf sterft. Alle offerrituelen die we in de religies zien zijn schaduwen van de ware gehoorzaamheid. De mens moet door vele sluiers heen en vele wachters verslaan, oftewel begrijpen, om te komen tot de schat van heilige waanzin, de heilige bevrijding en onthechting. Het raadsel van Shiva heerst over Spanje. Het moet opgelost worden. Het is het islamitische raadsel van de nacht van grootsheid, die komt ergens in de Ramadan, waar de heiligen op wachten. Hier vasten zij voor. Toronto is als het kijken naar die nacht door een kermis-spiegel. De spiegel moet ingeslagen worden, en de mens moet tot de nacht van grootsheid gaan, waarin zoveel engelen vanuit de hemel afdalen dat de aarde het niet kan verdragen. Het is het verschijnen van Gabriël, Jibriël, oftewel de Egyptische Geb, de ark. De mens moet hier vat op gaan krijgen. De tanden van het beest worden dus gewoon gebruikt om daar een ketting van te maken. De smetvrees moet de mens niet tegen houden. Hoofdstuk 8. Calvijn en Paulus De mens kwam in een patriarchische valstrik. Toronto, de geest Elias, is een wachter van de islamitische en hindoeïstische esoterie. Het werd groot in Europa via Spanje en Calvijn. Het is het snoephuisje van de heks van Hans en Grietje. Het mag niet gegeten worden, maar het is een wapen, en bedoeld voor decoratie. De heks van Hans en Grietje is een karikatuur van Hel. Alleen door de godin Hungr, het rijk van de honger, kan de mens tot Hel komen in de Noord-Germaanse mythologie, niet door het gulzig eten van het giftige snoep zoals in Toronto gebeurt. Dit is een dualiteit, want dit gaat zowel over de Islamitische invasie in het Romeinse Rijk als over Calvijn die door de reformatie kwam tegen het katholieke bewind, door het islamitische christendom. De T-wet van Calvijn komt namelijk ook weer terug in de islam, als de T-put van totale moederloosheid, want God heeft geen zoon. Het is de totale leegte waarin een mens totaal wordt onthecht. Het zijn heilsfeiten waar de mens niet aan kan ontkomen. Zowel de islam als het calvinisme zijn esoterische mysteriën die de mens overweldigen. Zij trekken de mens tot de T-put, de eeuwige Ramadan. Door de ijzeren wet van Mohammed en Calvijn sterft de mens aan zichzelf af. Cryptisch gezien manifesteert dat zich in ons leven als dingen waar we niet aan kunnen ontkomen. Een mens kan hiervan erg overstuur zijn als hij niet weet wat het is. Alles vertelt een verhaal. De Walkuren werden de uitverkiezers genoemd in de Germaanse Mythologie. Zij moesten de uitverkorenen die aan zichzelf waren gestorven op het slagveld van het leven trekken tot de Hal van de Uitverkorenen, waar het calvinisme op is gebaseerd. Zij binden de uitverkorenen met eeuwige touwen. Zij moesten een brute dood sterven, anders zouden ze nooit aan het hardnekkige zelf kunnen sterven. Zij moesten gebroken worden, en alleen dan zouden de Walkuren, de Germaanse amazones hen meenemen. Zij werden geleid tot het krijgersparadijs genaamd "Walhalla", wat Hel voor de gevallenen betekende, of gewoon Hal voor de gevallenen. Hel was in de Germaanse mythologie niet negatief, maar gewoon de vruchtbaarheid. Op weg naar het Walhalla, naar Hel, moesten de krijgers veel gevaren overwinnen. Zij moesten de honden, of wolven, Freki en Geri
overwinnen, hebzucht en vraatzucht. De lijdens- en de hongermystiek ging ook in de Germaanse mythologie diep. Het Walhalla is de Germaanse hemel, waarvan de aarde een schaduw is. De mens begint dan de waarde van zijn vijand te zien, als door een esoterische bewustwording. Dat is ook de ware definitie van de metafoor van wijn. Iemand die vast blijft houden aan letterlijkheden, het materiële bestaan en denken, kan dit niet zien. Alleen zij die door de hongermystiek aan zichzelf sterven kunnen het zien. Zij komen tot de heilige waanzin. Zij drinken wijn in het walhalla. Daar waar wijn wordt tot hedonisme en materieel genot zoals in Toronto, daar is het geen wijn meer, maar vergif. De honger-mystiek in de islam is de Ramadan-mystiek die tot de nacht van grootsheid leidt. In deze nacht is de hemel geopend, en dalen vele engelen neer, als de Walkuren die op zoek zijn naar de uitverkorenen om die te verzegelen, wat ook terugkomt in Openbaring. Er is dus een dualiteit, een goed deel en een slecht deel. Het slechte deel is ook in de mens, en moet overwonnen worden. Hierin ligt het gevaar extreem en fundamentalistisch te worden, oftewel uit balans. Alleen door de heilige wijn kan de mens hieraan ontkomen. Alles moet gekeurd worden, wat ook de betekenis is van het woord 'Walkuren', zij die de gevallenen keuren. De tocht naar het Walhalla hebben parallellen in de Griekse mythologie in de Dionysus-mysteriën. De wijn was het beeld van de lijdensextase, als de anti-climax, wat dan weer een climax op zichzelf is. Het was de uitbeelding van de seizoenen waarin de mens aan zichzelf afstierf om zo tot leven te komen in een nieuw bewustzijn, dieper. De godin Demeter schenkt de knaap Triptolemos een graanhalm, als het symbool van de honger, het vasten en de discipline die hij moet leren. Hij moet ingewijd worden in de hongermystiek van Dionysus, die een Griekse voorloper van Jezus was. Hij moet ingewijd worden in de Ramadan. Alhoewel de Dionysus cultus hedonistische uitspattingen zoals Toronto kende, waren de Dionysische mysteriën oorspronkelijk ervoor om afgezonderd te worden om profetische openbaring te ontvangen. Toen de Romeinen dit voortzetten in de Bacchus cultus was dit om gestalte te geven aan de grootst mogelijke schandelijkheden, wat ertoe leidde dat deze feesten werden verboden. Als de mens denkt dat hij alles in kannen en kruiken heeft, dan is het vaak tijd voor een nieuwe ontmoeting, met een nog grotere realiteit. De religies zijn vetgemest en verzadigd, denkende dat ze alles voor elkaar hebben, maar het feit is dat zij allemaal verdeeld zijn tegenover elkaar omdat hun zintuigen niet werken. Ze leven door geloof in de overlevering, vaak door de geboorte bepaald. Zo worden zij tegenover elkaar opgezet. De religies hebben een diepere mystieke ervaring nodig in de T-put van de heilige honger, een heilige, profetische waanzin waardoor hun zintuigen opengaan, als een tegengif tegen Toronto. De mens moet komen tot de heilige wijn van de hongermystiek, waar de Dionysische mysteriën een beeld van waren. Toronto ontstaat waar deze mysteriën niet diep genoeg gaan, en zo ontstond ook Jezus Christus, die kwam om deze mysteriën te roven en af te dekken. Het is hetzelfde als Mozes die het volk tot de honger-wildernissen te leiden, opdat het volk zo tot het beloofde land zou komen, de honger-extase. In de Orionse mythologie is Mozes 'Aalmen'. Zippora, de vrouw van Mozes, is dan de Israëlitische vorm van Ariadne-Ariana, de GrieksRomeinse godin van het touw en de vrouw van Dionysus-Bacchus. Bacchus wijst terug op de Afrikaanse riviergodin Buk. Zij wordt ook wel de luipaarden-godin genoemd en het luipaard van de nacht. Het luipaard is het beeld van de merktekens van de honger. In de Surinaams-Indiaanse en de Amazone mythologie is zij Bakroe, de godin van de oorlog. De vergoddelijking van Jezus is de komst van Bacchus, met als climax het grote Toronto. Het is de climax van een industrie, als een betaling, als een rijtuigen-industrie. De koning zit op het beest. Toen Dionysus door piraten was ontvoerd op een piratenschip veranderde hij de mast in een wijnstok. De piraten sprongen van angst in het water en veranderden in dolfijnen. Dolfijnen zijn een metafoor van de paradijselijke hersenen. De piraten werden dus vervangen door dolfijnen.
Vaak als er iets ergs gebeurt in ons leven, dan komen ook andere herinneringen terug. Het staat allemaal met elkaar in verbinding. De islam bracht het Romeinse rijk ten val. Daarna kwam Calvijn die er nog een grote schep bovenop deed, wat allemaal leidde tot de komst van Toronto, Bacchus. Bacchus was een wilde, bloeddorstige god, die volkeren innam zoals Mozes, en die uit Egypte door de Romeinen was overgenomen, ook als een voortzetting van de Dionysus cultus. Bacchus was een oorlogdsgod met wilde vrouwelijke volgelingen genaamd de Bacchanten of Manaeden, die de Bachanalia vierden, Romeinse feesten ter ere van Bacchus, ook wel de Bacchische mysteriën of orgiën genoemd. Deze feesten bestonden uit de sparagmos, het jagen op en verscheuren van een rund, als beeld van de god Dionysus, en de omophagia, het eten van de geslachte. Dit stond symbool voor de wilde natuur die de beschaving overwint, en voor het breken van de muur tussen de wildernis en de beschaving, en om zo in dieper contact met Dionysus te krijgen en deel te hebben aan zijn natuur. Dit was de voorloper van het avondmaal. Het Bacchusisme was daarom een bloedoffer-religie die het christendom zou voortbrengen. Ook Jezus moest verscheurd en gegeten worden, en Toronto was de dronkenschap hierdoor. In Athene was er 'het feest van de wilde vrouwen,' genaamd de Lenaea, en daar moest speciaal eenjarig vee gegeten worden om het kind Dionysus voor te stellen, zijn dood en wedergeboorte. In de letterlijkheid is het niet bruikbaar, en crimineel, maar in de hongermystiek kan het mes diep snijden. Ook in de wildernis culturen kwamen zulke feesten voor, en dan is het noodzaak om op zoek te gaan naar de diepere betekenis. Het zijn schaduwen van de geroofde gnosis. Alleen door in de diepte te gaan kan een mens het terugroven. In de Amazone theologie behoort de Bachanalia tot de oorlogsgodin Bakroe en tot de Zippora Mysteriën. Zippora is de besnijder. Alle oorlog heeft te maken met de besnijdenis. Daarom is Zippora ook nauwverbonden aan Bakroe. Zippora is de vrouwelijke Mozes of Bacchus, als Ariana, het merkteken van het touw. Bacchus werd in Egypte ook Mises genoemd, en werd zoals Mozes ook verbonden aan water, als het opkomen uit het water, het zijn aan het water, zoals de vrouw op het beest die aan vele wateren zit. Beiden waren verbonden aan slangen, en veranderden hun stokken in slangen, als een beeld van de gnosis gebondenheid. Waar deze mystiek niet diep genoeg ging kwam er een mannelijke monopolie, een grote corruptie. Daarom moet de hongerschool terugkeren. De Bachanalia van de wilde vrouwen is dus heel allegorisch. In de Amazone mythologie zijn de Bachanalia de oorlogs-mysteriën, de besnijdenis-mysteriën van Zippora om af te rekenen met de valse natuur en het zelf. Dit is verbonden aan de Levitische Grote Verzoendag waarin een bok wordt gekozen voor de slacht, en een bok voor verstoting. Wel is het zo dat de verstoten bok van de rotsen werd verdreven, zodat de bok ter pletter viel. Er was een rood touw om de horens van de bok gedaan, wat in de esoterie een geheimenis van de heilige gebondenheid is, wijzende op het rode touw van Jozua. In Spanje, in Zamora, was er ook de traditie om bokken van de torens af te werpen, en in de slavernij-geschiedenis werd een bepaalde manier van vastbinden aan een dwarsbalk "de Spaanse bok" genoemd. Dit wijst allemaal terug naar de Grote Verzoendag, de sabbath van de sabbathen in het Judaïsme, zoals er in de islam de nacht der nachten is in de Ramadan. Er is alleen leven in de honger. Het voortijdig grijpen doet de mens verstenen. De honger mystiek is een school, wat de originele betekenis was van de Bacchus mysteriën van Dionysus. Van Bacchus komt ook het woord bakker en bakken. Alleen het hongerzaad is tot eeuwig leven, terwijl het zaad van overmoed tot de eeuwige vergetelheid leidt. De mens moet geduld en discipline leren. De mens moet Toronto overwinnen en het herleiden tot de oorspronkelijke mysteriën die hieraan esoterisch ten grondslag lagen. Daarom zegt het Eeuwig Evangelie : "Zalig zijn zij die ingaan tot Spricht." Spricht is de honger. Onverdiende genade zou de mens direct verstenen. Loon komt alleen door diepe honger, in ascetisme. Genade zou de geslachtsdelen vergiftigen. De Bacchus cultus was diep
doorgedrongen in de kampen van de Israëlieten. Zij die Bacchus zouden afwijzen zouden een ziekte in hun geslachtsdelen krijgen. Dezelfde bedreiging geldde voor hen die de God van Israël zouden afwijzen in het OT. Overmoedig zaad is een ziekte. Zo is het leven zelf een geslachtsziekte. Oorspronkelijk was Bacchus-Dionysus de Wetgever, die zijn wetten had gegraveerd op twee marmeren tabletten, zoals Mozes. Oorspronkelijk was deze cultus dus een cultus van restrictie, en geen oeverloze losbandigheid. Als de mens tot de grenzen nadert, dan wordt hij geslagen, als een beeld van de grens. Het offeren was aan allerlei rituelen verbonden. Het was een bloedoffercultus, en die is alleen geldig in de diepe esoterie. Letterlijk gezien leidt het tot de dood. Juist door hier niet aan deel te nemen werden mensen buitenbeentjes en kwamen zij onder het oordeel. Zowel Mozes als Bacchus onderwezen het volk in de wildernis over deze rituelen, over deze tradities, die dus alleen waarde hebben in de gnosis. Beiden waren voortgekomen uit het riet, als een beeld van de honger cultus. Zij moesten de mens leiden tot het beloofde land. Bacchus was oorspronkelijk verbonden aan de literatuur en strengheid, maar werd steeds corrupter in de opkomst van het Romeinse Rijk, wat zijn climax kreeg in de Toronto uitbarsting. De mens moet balans leren. Honger is een vrucht die moet rijpen. De vrouw is een archetypisch beeld van de vrucht van honger, de honger-extase, waardoor de mens in een droom komt. De vrouw is een beeld van Bacchus als Bakroe, een realiteit diep in de mens zelf. Elk mens heeft een mannelijk deel, het hongerpad, en een vrouwelijk deel, de oogst van honger. Daarom staat de vrouw ook voor overvloed. De vrouw is de wijn. De man is het pad hier naartoe. De vrouw is in die zin het sterke van de man, zijn oogst, zijn loon. De verbinding van man tot vrouw is dus van zwakheid tot sterkte, maar in het buitenparadijselijk gebied was dit door de zondeval omgedraaid. Bacchus werd geboren vanuit de heup, wat verwijst naar Jakob's heup waarop hij geslagen werd tot kreupelheid. Jeremia, oftewel Aser in de demonologie, werd in een nekblok vastgezet opdat zijn profetenschap tot volmaking kwam. Zo werd hij gedreven tot heilige waanzin. Hij droeg een dwarsbalk op zijn schouders als de Spaanse Bok, waarvan ook de kruisiging van Jezus aan een dwarsbalk een beeld van is. Ook Jeremia, oftewel Aser, werd belachelijk gemaakt, uitgescholden en bedreigd door de vijand. Hij werd gevangen gezet, gegeseld en in een put geworpen. Hij moest vernederd worden om tot een diepere extase te komen, namelijk de lijdens-extase, om zo aan de valse verhoging van de materialistische extase, Toronto, te ontkomen. Jeremia was een dienaar van het touw. Dwars door dit alles heen werkt de gnosis en worden de eeuwige realiteiten van de gnosis getoond. Het gaat niet om genade maar loon. We zien hier het grote mysterie van de goddelijkheid en eenheid van de Vader en de Zoon, waar de kerk zich altijd hysterisch aan vasthield. Wat hadden ze te verbergen ? In de esoterie kan dit gedecodeerd worden als deze schakelaar tussen man en kind binnen de mens zelf. Dit is dezelfde persoon die zowel door de rituelen van de man heengaat als door de rituelen van het kind. De man is dus niet de vader van het kind, maar het is het innerlijke kind van de man, oftewel de man zelf. De slang in het paradijs bood een snelle weg tot goddelijheid aan, waardoor de mens hoogmoedig zou worden en verdeeld tegen elkaar. Hier waarschuwt Paulus tegen. De Jezus-slang is het valse touw, wat de mens trekt in deze dieptes. De mensheid moet deze heerschappij van de slang die het gevolg was van de zondeval overwinnen. Dit betekent niet het kind met het badwater weggooien, maar komen tot de esoterische diepte ervan. Het moet begrepen worden op een hoger niveau. In de Amazone theologie komt deze strijd terug als de jacht op de kippen van Ert, die grootheidszucht en grootheidswaanzin uitbeelden. Zij laten een mens altijd denken dat hij mooier is dan de ander, groter, sterker, en het beter weet dan anderen. Hierdoor raakt de mens los van het
eeuwige touw, en valt in de ravijnen van de ongehoorzaamheid. De amazones moesten zich tooien met de rode veren van deze overmoedige kippen, die de kern van de zondeval uitbeelden, en alleen hierdoor konden zij Ursus, het zwijnenbeest van ongehoorzaamheid overwinnen is. De mens die niet aan zichzelf, zijn eigen eer, zijn reputatie, zijn naam, zijn trots en opgeblazenheid wil sterven zal nooit ver komen in de demonologie. De kerk komt in de climax niet verder dan de vulling van de Heilige Geest, wat gewoon een tandarts-vulling is. Daarna is de mens nog steeds verdeeld, want hij heeft het arena-implantaat ontvangen. Hij wordt zelf een vulling van de kerkbank, die zo geld in het laatje brengt door zijn hoogmoedig geschreeuw dat hij het allemaal beter weet. De kerk is ziek tot op het bot. Paulus toont een veel hogere weg, namelijk de heilige gebondenheid, zoals hij sprak : '22. En zie, nu reis ik, gebonden door de Geest, naar Jeruzalem, niet wetende wat mij daar overkomen zal, 23. behalve dat de heilige Geest mij van stad tot stad betuigt en zegt, dat mij boeien en verdrukkingen te wachten staan. 24. Maar ik tel mijn leven niet en acht het niet kostbaar voor mijzelf, als ik slechts mijn loopbaan mag ten einde brengen en de bediening, die ik van de Here Jezus ontvangen heb om het evangelie der genade Gods te betuigen. 25. En nu, zie, ik weet, dat gij allen, onder wie ik rondgereisd heb met de prediking van het Koninkrijk, mijn aangezicht niet meer zien zult. 26. Daarom verklaar ik u op de dag van heden, dat ik rein ben van aller bloed; 27. want ik heb niet nagelaten u al de raad Gods te verkondigen.' Handelingen 20 Er is iets hogers dan de vulling van de Heilige Geest, de giftige tandartsvulling die het zenuwstelsel door de war schopt en tegen zichzelf opzet en dan tegen anderen. Dit hogere pad is de heilige gebondenheid. Ook de heilige Geest is een boef. In het boek Job werd er daarom op gezette tijden tegen de geest gestreden. De mens moest komen tot de bitterheid van de ziel, tot het Pasen. Het pinksteren was een overmoedig en uit de hand gelopen Toronto feest geworden, terwijl het oorspronkelijk een offerfeest was om de bevrijding van Egypte te herdenken, de terugkeer tot de wildernis en het beloofde land. De gevallen mens vertrouwt blindelings op de doktershand die het implantaat aanbrengt, en is dan tegen de ander verdeeld, opdat de doktershand snel meer patiënten heeft. De mens is te dom om te begrijpen dat hij wordt opgezet. De mens is een lage demoon. Alleen het touw kan bevrijding schenken. Daarom heeft de mens ook de boodschap van Jezus Christus niet begrepen, waar hij op terugwees, maar zij gingen deze piraat verafgoden, hetgeen zware godslastering is, wat een kenmerk zou zijn van het beest. In grote verbazing ging de aarde het beest achterna wiens wond was genezen. Sinsdien vereerden zij deze arts. De mens is gevoelig voor zulke sluwe weldoeners. De mens mocht niet genezen worden door valse heelmeesters die stinkende wonden maken. Neen. De mens moest aan zichzelf sterven. Gelukkig is deze esoterische boodschap nog wel te vinden voor de oplettende lezer. De leugen kan de waarheid niet totaal vernietigen. De leugen is gedoemd tot het dragen van de waarheid diep binnenin, en tot het zijn van diens heraut. Daarom kunnen wij met recht zeggen, en met Paulus : Hoe wonderlijk is dit evangelie. Paulus wijst nog steeds de moderne mens terecht, die in een religieus syndroom leeft, als een theocratisch dictator die anderen teistert met zijn waanideeën. De mens is niet in staat vanuit het vlees tot God te komen. Het vlees moet sterven. Alleen profetisch kan de mens tot God komen, maar alle profetie moet getoetst worden. Niet aan de bijbel, maar aan God, aan de gnosis. De mens moet ontwaken en blijven waken. De Vreze des Heeren is het begin en het hoofd van de wijsheid in de Hebreeuwse grondtekst. Het is als het Genesis van een leven met God, de Gnosis. De vreze voor mensen gaat hier dwars tegenin. De vreze voor mensen laat een mens de bijbel vereren, en de gnosis afwijzen. Er is een valse vreze die veel in de kerk kapot heeft gemaakt. Het touw komt niet zonder de vreze die alles loslaat en aan zichzelf sterft. Als een mens de bijbel niet kan loslaten, en bijbelteksten blijft uitspreken in het
gezicht van God wanneer hij voor de troon moet verschijnen, en zo God over God wil spelen, omdat menselijke geschiedenis hem heiliger is dan God Zelf, dan kan zo'n mens niet waarlijk tot God komen. Paulus liet al zien dat het woord de pneuma was in Efeziërs, oftewel de gnosis, wat een synoniem daarvan is. Het is niet materieel. Je kunt het niet kopen. Je kunt het niet in je hand houden. Het merkteken van het beest dat de mens in de hand krijgt is de bijbel. Ware heiligen hebben het touw van de gnosis ontvangen. Zij zijn geen materialisten die het boek van Mammon vereren. Het verhaal van Paulus heeft esoterische vrucht voortgebracht. Alleen de dommen gooien alle schatten van Paulus overboord. Het Paulus verhaal wil opnieuw baren. Er zal een nieuwe oogst zijn, een hoger inzicht. Alleen zo kan de piraat verslagen worden. Als een piraat een schat gestolen heeft, dan moet niet de schat met de piraat verbannen worden. Zij die zo handelen vergrijpen zich ernstig aan de demonologie. Zoveel mensen zijn niet in staat om tot deze geheimen te komen, omdat zij niet aan zichzelf willen sterven, en niet wederomgeboren willen worden. Natuurlijk hebben zij wel hun eigen surrogaten van deze dingen als piraten onder elkaar. Zo pronken zij uitbundig met hun piratenschepen vol van religieuze rijkdommen, alles wat ze geplunderd hebben. Laten wij uiterst dankbaar zijn dat de schatten die de piraat Paulus had geroofd nog steeds zo'n grote corrigerende functie hebben in de piraten gemeenschap, en grote woorden van oordeel betekenen. Jezus en Paulus zijn beiden grote piratenleiders die veel massale leidinggevende schatten hebben geroofd. Hoe moeten we het lijden en sterven van Jezus Christus dan zien ? Dit is het grote paassterven waarin de mens afsterft aan het letterlijke en het materiële om zo te komen tot de esoterie, de gnosis, het metaforische. Zij die nog steeds Jezus Christus als letterlijk en materieel zien zijn dus nooit waarlijk met Jezus gekruisigd en gestorven. De beste stuurlui staan aan wal. Sterf aan uw Jezusbeelden en Jezus-afgoderij. U hebt uzelf gesneden beelden gemaakt van God. De besnijdenis moet diep gaan, en niet materieel en oppervlakkig. Het boek Leviticus gaat allegorisch gezien over de besnijdenis. De besneden Paulus is hier alleen maar een beeld van, een allegorie. Hierin heeft de lijdensmystiek een belangrijke plaats, waardoor de mens aan zichzelf sterft. Alleen de dwazen hollen weg met een letterlijk geloof in Jezus als de deur tot zaligmaking. Wat Paulus zegt gaat veel dieper. De piraat Paulus had sieraden geroofd die hem ook zouden ontmaskeren uiteindelijk. Hij had grote alarmen geroofd, en dat alarm keerde zich ook tegen hem. Daarom getuigen zijn brieven van zoveel waarheid en zijn ze nuttig op het demonologische en esoterische pad. Zij die alleen maar in Jezus geloven en de kruismystiek afwijzen maken zo automatisch hun buik tot god. Zij doen hiermee aan snelvergoddelijking van het Toronto restaurant. De kruismystiek, of lijdensmystiek, moet tot diepte komen in de hongermystiek, om zo tot de oneindige kennis te komen. Paulus ontmaskert de zwijnse grenswachters hiervan, de buikaanbidders. Dit gaat zo diep vandaag de dag dat er een hele tabernakel-theologie is opgesteld en een priesterschap voor de buik-aanbidding. In de stad zit mr. Joe sixpack op de troon, die aandacht vraagt voor zijn buik. De buik is onderverdeeld in protsende stenen van zijn Toronto-vreet-orakel. Het is een parasiet die in zijn buik leeft. Trots toont hij overal zijn buik, en vraagt aanbidding. Hij is de nar van een restaurant, een apenkoning, een tussenvorm van Saveer. Een tussenvorm van Elias is de schorpioen, die dan direct zijn volgelingen aborteert. Het zijn Marsiaanse demonen. Alles wat de mens om zich heen ziet is hun code. Cryptisch slachten ze de mens. Het zijn grenswachters van de kannibalen-industrie. Hamburgers, dat is wat de mens is. Hoe ontkomt de mens aan het vreet-orakel ? De mens moet de cryptiek leren zien. De buik is verbonden aan de mond, en de mond is voor demonen van belang om hun paardenbit in te leggen voor de teugels. Zij willen de mens tot een rijtuig maken. In de diepte is het dus een auto-industrie. De mens moet verlost worden van zulke 'rijders' of 'ruiters'. Door Toronto, de kroon van waanzin,
de kroon op de religieuze vraatzucht, wordt de mens tot rijtuig gezalfd voor demonen. Dat is ook de betekenis van Getsemané : olie pers. Ook tanken daar de rijtuigen bij. Er is een groot verschil tussen het letterlijke pad door deze dingen en het esoterische pad. Het esoterische pad is het hongerpad, de Ramadan, die tot de nacht van grootsheid gaat, als de hongerkroon van heilige waanzin. In de leer van Calvijn is de heilige vrede de teugels van het rijdier die de restrictie uitbeelden, zoals in de grondtekst het woordje 'eirene' beveiliging betekent, en de verheven en gezegende staat van de heilige na de dood, na het sterven aan zichzelf. Het betekent in de Germaanse context de zogeheten 'einherjars', de eigen-overwinnaars die door de walkuren, de Germaanse amazone godinnen van de oorlog, zijn opgenomen tot Hel, de Germaanse moeder godin. Zij hebben de kroon van heilige, profetische waanzin ontvangen, omdat zij henzelf hebben overwonnen, hun ego. Zij hebben zo een hoger bewustzijn ontvangen. Dit is de Germaanse glorie van deze verzen. Zij wijzen terug op de amazone realiteit achter alle dingen. Niemand kan daaraan ontkomen. Het is een religieuze tijdbom. De piraat Paulus weet wat honger is, en neemt er genoegen mee. Er is een verbinding tussen honger en overvloed. Honger leidt tot de overvloed van kennis, in heilige waanzin. Maar die overvloed is wel een restrictie, en is niets anders dan de overvloed van honger, niet horizontaal, maar vertikaal, in de diepte. Het is de overvloed van de hongermystiek, maar ook hierin zijn vele gevaren voor de onoplettende reiziger. Hoevelen vallen wel niet ten prooi aan de subtiele valstrikken opgesteld ? Daarom moet een mens de demonologie kennen. De mens moet komen tot het touw. Genade, charis, is in de Griekse grondtekst gewoon loon. Er is dus werk te doen, een opdracht. In Toronto gaat de mens lui met pensioen. Hoofdstuk 9. Calvijn en de Vijf Pilaren De honger mystiek wil dat de mens eenwordt met Jezus Christus, die doorwijst op allerlei andere archetypes in de geschiedenis. De religieuze schatten moeten niet zomaar weggeworpen worden omdat zij onrein en corrupt zijn, maar zij moeten beschouwd worden als visgebied waar de mens kan vissen naar esoterische waarheden. Jezus is het Woord, de logos. Dit is het Woord van het kruis, waar ook het volgende vers over gaat. De wijsheid van woorden is hieraan tegenovergesteld de valse wijsheid die mensen naar de mond praat en protst. De vleiers gaan tegen het kruis in. Het Woord des kruizes is niet romantisch, vermakend of adverterend. Het Woord des kruizes is een bevel, een uiteenzetting van de Wet. De heilige waanzin moet verkregen worden door veel hindernissen in de hongermystiek. Zonder demonologie is de wijsheid slechts ijdelheid. Op de bodem van de zwakheid ligt kracht. Het volk moest een hongertocht maken door de wildernis om tot het beloofde land te komen. Je komt tot kracht door door de honger wildernissen te gaan. Kracht betekent gevoeligheid, kennis. Velen haken af en gaan terug tot de steden om kracht te roven. Ze nemen hiervoor de sieraden van de stad waardoor ze verstenen en de wildernis niet meer kunnen binnengaan. Ze worden gebruikt als bouwstenen van de stad. IJdele welsprekendheid en wijsheid dooft het kruis uit en verbergt het in trots en eerzucht. Dit is ook wat Calvijn stelt in zijn commentaar op de Korinthiërs brief. Er is dus een geest van valse versiering die op de loer staat om de mens van het kruis weg te nemen, en van de honger mystiek, zodat de mens het beloofde land niet in zal gaan. Er is een strijd tegen sierzucht, het overmoedig en vals sieren van de stad, wat ook
in woordgebruik naar voren kan komen. Weest op uw hoede voor hen die zich zo opstellen. Zij zijn ten prooi gevallen aan de geest Elias, de duivel van Toronto. Zij zijn overmoedige grijpers waardoor zij verstenen. Dit wordt in de Amazone theologie ook 'nak' genoemd, waar het woord 'naker' vandaan komt, de 'dochters der mensen' die het nephilim geslacht grootmaakten in Genesis 6. Hier ligt dus zowel bij Paulus als Calvijn een grote waarschuwing. De ware wijsheid is oorlogs strategie die ontstaat wanneer de honger rijpt. De grafrovers willen hier niet op wachten. Zij zijn piraten. Zij gaan niet aan het kruis. Zij kruisigen alleen. Zij gaan niet diep de wildernis in. Zij gaan naar de mausoleums en kerkhoven van de stad om daar kostbaarheden en sieraden te roven. Zij willen zelf niet sterven. Het gaat er dus om om tot het onuitwisbare merkteken van het touw te komen, de heilige waanzin. De mens moet komen tot de heilige onweerstaanbaarheid, de vierde esoterische wet van Calvijn, oftewel de I-wet (irresistible). In Calvijn's letterlijke leer is dit onweerstaanbare genade, maar genade is een misvertaling van het Griekse 'charis', wat wel degelijk om loon gaat. De mens moet dus de vierde wet ontvangen. Dit is ook de vierde wet in het amazonisme. We begaan stelselmatig het esoterische pad van het calvinisme, de gereformeerde esoterie, die voortkomt vanuit de islamitische esoterie. De vierde wet van de heilige onweerstaanbaarheid, het touw waar niet tegen verzet kan worden, komt voort vanuit een grote honger, een vasten, wat in de islam de Ramadan wordt genoemd, en wat ook één van de vijf zuilen van de islam is. In het calvinisme is de honger de eerste wet, waarin de mens totaal verlaten is en hulpeloos, de T-wet. Dit is de reden waarom God in de islam geen kinderen heeft. Alles is in de honger, alles is in de verstotenheid. Alleen zo kan de heilige onweerstaanbaarheid zuiver wortel schieten. De mens kan geen vast voedsel verdragen hier, en is overgeleverd aan melk. Paulus laat zien dat er een duidelijke voedsel-restrictie is, zoals ook Jeremia dit laat zien. Wanneer we het over God hebben in de calvinistische esoterie dan hebben we het dus over de heilige onweerstaanbaarheid, de vierde wet. Zonder deze wet zou de mens nog dingen uit zichzelf doen, vanuit het vlees. Alleen in de heilige onweerstaanbaarheid kan het vlees afsterven. Het Eeuwig Evangelie spreekt in dit opzicht over nieuw vlees ontvangen. De christelijke esoterie is prachtig, en kan zo diep gaan als maar nodig is, maar de christelijke letterlijkheid is een verschrikking. Mozes liet zien dat door te offeren de mens kon afrekenen met de zonde, en dit offeren is de gehoorzaamheid. Veel Judaïsten nemen dit nog steeds symbolisch, terwijl de christenen het hebben verletterlijkt. In de Jezus Christus leer gaat het erom jezelf te offeren, maar er werd in het boek Daniël al geprofeteerd dat het dagelijkse offer gestaakt zou worden. Deze profetie is vervuld in de genade leer die kwam opzetten in het latere christendom, in het Paulinisme en het Calvinisme, die berust op een selectieve vertaling van het woordje 'charis'. De mens werd onderworpen aan de uitverkiezing, die zijn climax kreeg in het calvinisme. In die zin had het offeren geen nut, want als je niet uitverkoren zou zijn dan zou je nog verloren gaan. De mens kon dus niet meer offeren. Het werd gestaakt. Wat is de esoterische betekenis hiervan ? De mens mag niet overmoedig offeren, maar moet weer worden als een kind. De mens verloor het zo corrupt geworden priesterschap, en werd tot een hulpeloze tentslaaf. De mens moest het overmoedig strijden opgeven. Hierin kreeg Jezus Christus een hele andere betekenis. Korinthe was een stad van grote sierzucht en materialisme. Wat kunnen we esoterisch hier van leren ? De offerdieren werden versierd, zoals ook Jezus werd versierd voordat hij werd geofferd. De sieraden staan voor de restricties van de gnosis, opdat betekenissen niet oeverloos worden. Dit is alreeds een groot oordeel. De sieraden zijn tot transformatie van de vijand, tot inpassing in het esoterische systeem waarin alles bruikbaar is. De mens wordt versierd met educatie, met gnosis. Dit is ook wat de jacht in diepte betekent : het
versieren met kennis, zodat alles kan veranderen, diepere betekenissen kan krijgen. Dit moet met alles gebeuren. De mens moet niet zo overwijs worden dat hij smetvrees krijgt. Mozes stelde de offerdienst in, de noodzaak tot gehoorzaamheid. Jezus was het beeld van de opoffering van het zelf, en Paulus was de diepere dimensie van de heilige onweerstaanbaarheid, omdat de mens dit niet uit eigen kracht kon. De islam bracht de totale hulpeloosheid, de Ramadan. Al deze vier elementen werden uitgewerkt in Calvijn : Mozes was de derde wet, de L-wet van gelimiteerde verzoening. De L-wet is de scheiding tussen de uitverkorenen en de goddelozen. Jezus was de komst van de vijfde wet, de P-wet van de volharding van de heiligen, wat zeer persoonlijk is, alhoewel Calvijn stelde dat de andere wetten hieraan vooraf gingen, omdat de mens vanuit zichzelf niets te willen heeft, i.e. geen vrije wil heeft. Dit was een groot oordeel. De islam is de eerste wet, de T-wet, de put van de Ramadan, oftewel de hongerput. Paulus was de vierde wet van de heilige onweerstaanbaarheid, de I-wet. Calvijn zelf was de tweede wet, de U-wet, van de uitverkiezing, wat zijn Germaanse wortels had in de komst van de Walkuren, de Germaanse amazone godinnen, die op zoek gingen naar hen die op de strijdvelden een brute dood aan zichzelf waren gestorven. De mens moet afsterven aan de valse sierzucht van het materialisme, en zich sieren met de heilige kennis, maar dit gebeurt in het verborgene. De mens moet niet opgeblazen in de kennis worden. De valse sieraden van religieus en stads materialisme oordelen vals en overmoedig, wat een teken is dat ze zelf onder het oordeel zijn. De valse sieraden roddelen vluchtig. Een groot esoterisch sieraad ligt hier in verborgen. De mens moet de Ramadan-mystiek leren kennen, diep afdalen in de T-put, om zo tot de heilige onweerstaanbaarheid te komen. Op dit punt is de mens hard geslagen, een brute dood gestorven, zodat hij niet meer naar het strijdveld terugkan. Hier heeft de mens zijn dwaze zelfverzekerdheid verloren. De mens wordt zoals Jezus Christus versierd met spot. Paulus bereidt hen daar op voor. Het gaat om de individuele honger. Dit gaat zijn hoogtepunt krijgen in de islam waar de mens geen vader meer heeft. De mens moet afsterven aan het hebben van een vader. Zo diep gaat de honger. In het evangelie moet de mens zijn vader en moeder verlaten om zijn vrouw, de gnosis, aan te hangen. Ook dit is beeldspraak. In diepte moet de mens de honger aanhangen als zijn vrouw, wat niet letterlijk is. De zogenaamde vrouw is gewoon een beeld van de verlatenheid. Dat is ook de betekenis van de zevenenzeventig vrouwen die de man in het paradijs krijgt. Het is de grote verstoting door de honger. De mens wordt bespot, zoals ook Jezus bespot werd aan het kruis. De mens moet zoals Job de dood begeren. Het leven heeft de mens misleidt. Alleen in de honger kan de mens waarlijk afsterven. Alleen de honger drijft de mens tot waanzin in de wildernis, om zo open te staan voor de oneindige kennis. Het door de stad geconditioneerde denken moet sterven, totaal uitgehongerd worden. De mens moet het blind grijpen naar rijkdom en het dwepende aanbidden ervan afleren. De mens overwint in die zin niet door het strijden, maar door het lijden. Wanneer de mens wordt opgetuigd met de attributen van het lijden sterft de mens. De mens is dus onderworpen aan allerlei grenzen, wat de heilige restrictie is, de derde esoterische wet van Calvijn. De vijf wetten van Calvijn, de zogenaamde TULIP, zijn in de gereformeerde esoterie vijf dynamieken van het heilige touw. Het bevel van de Heilige Restrictie, de derde wet, de L wet (limited atonement), legt het alarm aan, en staat zo gelijk aan de demonologie. Dit bevel is : "Leert uw grenzen kennen." In het amazonisme is dit de vijfde wet. In de islam is dit de tweede zuil, de tweede wet, van de heilige rituelen (rituele gebeden). Het ritueel is een uiting van de heilige grenzen. Hier wordt de werking van het alarm besproken. Het alarm is niet alleen om de grens te
verduidelijken, maar ook om pijn en oordeel te leveren zodat de mens zich daadwerkelijk terugtrekt. Wel is het zo dat de Heilige Restrictie de mens eerst test, door getuigen op te stellen die de mens in verzoeking proberen te brengen, hen af te leiden van de waarheid, opdat ze de grens zullen overtreden. Vandaar dat de vijfde wet van het esoterische calvinisme zo belangrijk is : de volharding van de heiligen, oftewel de heilige eeuwigheid, de P-wet (perseverence). In de esoterische islam is dit de eerste zuil, de sjahada, het eeuwige getuigenis. In het amazonisme is dat de derde wet die de mens in alle horizontale beweringen over rassenverschillen en cultuurverschillen doet afsterven, om zo eerst een vertikale verbinding met de eeuwige bron te maken, om vandaaruit te komen tot de bruggen met hen die ook die verbinding met de eeuwige bron vertikaal hebben gemaakt. Dit zijn dus de bruggen tussen de "vertikalen." Zij die puur horizontaal leven en verschillen maken op basis van uiterlijkheden zitten nog steeds vast in een bepaalde vorm van materialisme. Het vlees moet dus afsterven door de wetten van het esoterische calvinisme. De mens moest eerst wel vluchten van dit piratenschip, uit deze piratenstad, om zo te komen tot een EHBO programma. Maar nu moet de mens de geroofde gnosis weer terugroven. De mens moet terugkeren tot de stad om te komen tot de heilige wetten, om zo daadwerkelijk tot de wildernis te komen. De mens kan niet komen tot de wildernis als hij de stad niet plundert, als hij het raadsel van de stad niet begrijpt. De mens met smetvrees zal halverwege sterven en verstenen tot in alle eeuwigheid. De honger is er voor in het amazonisme, als de tweede wet, om los te komen van het letterlijke en te komen tot het symbolische en cryptische, oftewel het esoterische. Dit is de Ramadan zuil in de islam, de vierde wet. In het calvinisme is dit de eerste wet. Het amazonisme heeft de stellingen van het esoterische calvinisme, waartoe het fundament al werd gelegd in de islam. De eerste wet van het amazonisme is de esoterische uitverkiezing van de gnosis, die gebaseerd is op het Germaanse fundament van de Walkuren die dus niemand meenamen die niet door een brute dood aan zichzelf waren gestorven in de strijd. De eerste wet is de amazone verkiezing, de grote walkure ontvoering van de zielen die aan zichzelf zijn afgestorven, om hen te leiden tot het touw. Dit is een heilige verkiezing. Dit is het moment waarop de mens terugkeert tot de baarmoeder, de heilige wedergeboorte. De mens wordt zo krijgsgevangene om te dienen in de heilige oorlog, de Ragnarok, wat de honger mystiek is. Dit gaat niet om een letterlijke oorlog, maar om educatie, als een school. Hiertoe is de school van de gereformeerde esoterie opgericht. De mens zelf is hiertoe het paaslam, opdat de mens sterft aan zijn spijbelende zelf. De mens zelf moet geofferd worden, zoals de Bilha, het vierde grote boek van de Amazone Bijbel, van de Tweede Bijbel, zegt : "Wat zoekt gij, mens, naar een offer ? Bent gij niet zelf het offer ?" (Bakroe 56 : 7) Hier zien we de heilige restrictie, als één van de wetten van het heilige touw, niet in letterlijke zin, maar in de esoterische zin. De mens moet geen gemeenschap hebben met demonen, hen die de heilige grenzen aan hun laars hebben gelapt. In dit opzicht zal de derde wet van het esoterische calvinisme terugkeren. De mens moet een relatie aangaan met deze wet. De Heilige Restrictie is een groot opvoeder. Zij werkt samen met de vierde wet van de Heilige Onweerstaanbaarheid. Dit gebeurt dus binnen de wet van de heilige Restrictie dat de mens gegrepen wordt door de heilige onweerstaanbaarheid. Als de restrictie volkomen is, dan kan dit niet gestopt worden. Zalig en gelukkig is die mens die dit geheimenis vindt en kent. Dit is de moederlijke veiligheid waarin een mens weer volkomen kind kan worden. De heilige restrictie is allereerst iets innerlijks. De mens moet terugkeren tot zijn eigen kern. De mens moet terugkeren waar hij over de grenzen was gegaan. De mens moet hierover tot boetvaardigheid komen. De mens moet teruggeven wat hij heeft geroofd. Dit is ook de derde pilaar van de islam : de Zakat, het teruggeven aan de armen, om boete te doen, om alles eerlijk te
verdelen, als de armen-belasting. Iedereen moet die betalen om gereinigd te worden. Het is het terugkeren tot de bron, als de heilige uitverkiezing. Dit houdt ook in : afrekenen met valse grenzen. De mens komt zo de piratenstad binnen om terug te roven wat de vijand heeft gestolen. De mens moet terugkeren tot het geheime instinct van God. Dit is in de handen van piraten. De mens is een gevangene van piraten. De mens kan dus niet buiten de stad om. De mens moet er dwars doorheen, en het raadsel van de wildernis in de stad zoeken, als een spion. Hierin ligt gelijk een grote test. Velen zullen door de stad worden opgezogen, en vergeten hun uiteindelijke doel. Zij zijn spijbelaars en grafrovers, en zullen tot de piraten worden gerekend. Dit wordt de grote afval genoemd. Paulus maakt zich zorgen over het valse oordeel. In de stad zijn er genoeg piraten op te kopen die vals oordeel vellen, zij die van het recht een markt hebben gemaakt. Wat is de esoterie hiervan, zonder in oeverloze, oneindige polarisaties te komen ? De mens moet ook de diepte in durven gaan, tot achter de opgestelde polariteiten en tegenstellingen. De mens moet soms het contrast breken. Het leidt weer helemaal terug tot het woordje 'charis', wat ook loon betekent. De mens moet werken voor het recht. De mens moet het recht verdienen. Alleen de mens die aan zichzelf sterft kan het recht verdienen, maar juist door onrecht sterft de mens aan zichzelf, en dit is dus een belangrijke dynamiek, en onderdeel van de hongermystiek. De hongerende wordt tot dit doel veelvoudig geslagen, ook door leugens en vals oordeel. Zij die hiermee niet verwond zijn worden niet door de Walkuren opgenomen. De engelen laten hen met rust. De mens moet het lijden en de honger aanvaarden om zo tot het raadsel ervan te komen. Als de mens het voortijdig afwijst mist de mens de ontraveling van het geheim. Juist het niet aanvaarden van het onrecht is daarom het doen van onrecht. De mens speelt graag voor politie, en lijdt liever niet. De mens wil niet kennen en hongeren. De mens wil zich volvreten en dik worden om over anderen te heersen. De mens wil gezien worden, geheel buiten de Heilige Restrictie om. Maar de mens moet sterven in de heilige restrictie om zo aangesloten te worden op de heilige onweerstaanbaarheid. Dit is een staaltje goddelijke technologie die noodzakelijk is om de mens in de kom te houden wanneer de stormen gaan komen. De mens moet in die zin komen tot de kerk van de stad, omdat daar deze geheimen verborgen liggen. Vervloekt is de mens die hier letterlijk mee omgaat, en gezegend en gezaligd is die mens die dit esoterische mysterie kan verstaan. Hierin ligt een groot verschil, maar laten wij verdraagzaam zijn tot hen die nog niet tot deze mysteriën zijn ontwaakt, en nog steeds gevangen liggen. Ook zij moeten een kans krijgen om te kiezen wanneer deze grote waarheden, als de grote wereldschepen waar het eeuwig Evangelie over spreekt, worden gepredikt. Het zal de laatste kans zijn voor de mensheid. Wij moeten zicht gaan krijgen op de piraat Paulus en de piraat Jezus Christus, wat ze hebben gestolen, waar ze voor staan. Op de kades van de spookstad, Korinthe, staan piraatse mannen met hun borsten te pronken dat het een lieve lust is. Wat is er precies gaande ? Wie zijn zij, wat doen ze en waar staan ze voor ? Hoe krijgen we dit ongedaan ? Zaak is om het niet meer letterlijk te nemen, want in het letterlijke komen we hier nooit doorheen. Er valt ook niet tegen te strijden, en er is geen kruid tegen opgewassen. Het gaat erom tot de diepere esoterie te komen, tot het raadsel. Hiervoor moeten we diep in de stad zijn, in de spookkerk van het calvinisme, waar de vijf geheimen van Calvijn pronken. Deze geheimen zijn gestolen wel te verstaan. En dan zijn er geweldige visioenen van de wildernis, als een dronken drankorgel waar de piraten maar wat graag omheen willen dansen, maar ze worden in het gareel gehouden. Deze wetten worden aanbeden, en zijn de fundamenten van de stad. Hiermee komt niemand zomaar weg. Paulus laat de restricties zien, en toont wat het oordeel zal zijn voor hen die over deze grenzen gaan. Dat er grenzen zijn is duidelijk, maar wat zijn deze grenzen ? Er zijn ook valse grenzen, en daarom is de Heilige Restrictie zo belangrijk. De pauwen staan te pronken op de kades, met hun vette borsten. Zij lopen opgeblazen
langs de grenzen. Zij zijn grenswachters die de corrupte restrictie uitbeelden. De mens kan hier alleen van loskomen door de heilige grenzen te kennen. De vraatzuchtige piraten nemen blindelings aan het fortuin wat de stad hen biedt, en zij honen en bespotten hen die in de honger leven, en ze trachtten hen te verleiden om deze honger met stadse middelen te verzadigen. Het zijn roofzuchtige leeuwen. "Alles is genade," zeggen zij. De eeuwigheid betekent de oneindige diepte, als een locatie. Hier schuilt een diep geheim in. De eeuwigheid zal nooit komen voor hen die erop wachten, want de eeuwigheid is slechts een principe. Als iets gekanaliseerd wordt, door de aanleg van kanalen, door de restricties, dan is dat de manier om stroom op te wekken, de heilige onweerstaanbaarheid, wat een wet is van de electriciteit. De Heilige Restrictie en de Heilige Onweerstaanbaarheid werken dus met elkaar samen, en zij wekken de eeuwigheid op. De eeuwigheid is de som van die twee kwaliteiten. Hoe noemen wij de eeuwigheid dan ? Hierbij moeten we verstaan dat de eeuwigheid komt tegen het piratenschip, tegen de piraatse stad, om alles weer terug te roven zoals het oorspronkelijk was en bedoeld was. We hebben hier te maken met een heilige brug, zoals de wet van de eeuwigheid ook in het amazonisme wordt besproken. Het is de derde wet van de brug. Die brug ontstaat in het vertikalisme, wanneer de mens eerst vertikaal tot de bron komt, en zich niet meer baseert op uiterlijkheden en cultuurverschillen of taal-verschillen. De brug is dus de heilige vertaling, en die mag zeker niet roekeloos zijn. Vandaar dat deze alleen maar voort mag komen vanuit de heilige restrictie en de heilige onweerstaanbaarheid, zodat er scherp gericht kan worden, zonder dat daarin fouten worden gemaakt. Tijd is een illusie. Tijd bestaat niet, en zo ook de eeuwigheid niet. Het zijn metaforen. Het gaat om de heilige brug, de heilige vertaling, die in restrictie stroomt door de kanalen met hierdoor een onweerstaanbare, overweldigende stroom. Niemand kan dit stoppen wanneer het komt. Alleen zo kunnen de lichaamsdelen verbonden worden aan elkaar, en kan niemand het meer roven. Het piratenschip zal dan vergaan. De heiligheid is dan in principe gewoon soevereiniteit, ongrijpbaar voor de mens. In de diepte gaat het dus om de soevereine restrictie, de soevereine onweerstaanbaarheid en zo de soevereine brug of vertaling. De mens kan dit niet zomaar pakken, en voor de mens is het zaak om eerst door het schaduwgebied heen te gaan om deze principes te begrijpen. Hierom is de spookstad gebouwd. Het is om de mens te testen, en om de mens te leren puzzelen. De mens moet het verdienen in persoonlijke verantwoordelijkheid. De wet van de eeuwigheid, de derde wet in het amazonisme, is zo de verbindende factor tussen de wet van onweerstaanbaarheid en de wet van restrictie. Het is de brug, de heilige verzoening. De Verzoening maakt het intiem en persoonlijk, maar kan dus niet functioneren zonder de andere wetten. Deze Heilige Verzoening is dus zeer zwaar beveiligd, en zal misbruikers en overtreders dan ook zeer zwaar straffen. Er is dus een ongelooflijk groot hoogspannings gevaar inbesloten in deze principes. Voorzichtigheid loont, en daarom is het woordje "heilig" ook niet overbodig. Het zijn heilige kerndynamieken van het Touw. Aan het einde van de openbaring van het wetboek van het touw zal er niets meer van de piraat over zijn. De relatie tussen een man en een vrouw is een metafoor van de Heilige Verzoening, de derde electriciteits-wet. Hier mogen geen compromissen in gesloten worden. De mens mag niet van twee walletjes eten. Het gaat om het Ene, maar die zich wel in meerderen kan manifesteren. Weer wordt alles dus consequent vertikaal beschouwd, en niet horizontaal. Het is dus ambigueus, oftewel voor meerdere interpretaties open. Er is een verbinding met de heilige onweerstaanbaarheid, en ook met de heilige restrictie, waarbuiten de heilige verzoening niet kan. Het is dus een belangrijke, zware driehoeksverhouding. Zou er één wegvallen, dan zou de electriciteit abrupt staken. De kwaliteiten van een relatie tussen
man en vrouw staan hier dus als metaforen van. De tweede wet van het amazonisme is de heilige honger, en de eerste is de uitverkiezing door de walkuren, de heilige waanzin voor hen die door een brute dood aan zichzelf zijn gestorven, en nu de wijn in het walhalla drinken. Door de heilige honger komt de mens tot die waanzin, wat de overwinning over Elias, de geest van Toronto is. Vandaar dat de eerste pilaar ook fundamenteel is in de overwinning over Saveer. Wanneer de mens tot deze pilaren in het diepste van de stad, namelijk in de piratenkerk, gekomen is, dan kan de mens door de pilaren te leren kennen weer terugkeren tot de wildernis. Het is het grote geheim van de calvinistische spookkerk, die gebouwd is op een islamitisch fundament. Het eeuwigheids-principe is de heilige onontkoombaarheid. Het is een dynamiek van het touw. De relatie tussen man en vrouw is in de bijbel vaak een beeld van de relatie tussen mens en God. In het OT wordt het ware Jezus-principe beschreven als het opheffen van de koperen slang voor redding, behoudenis, wat in het boek van Jozua verandert in een heilig rood touw van redding. Alleen in die zin is Jezus dus God als het touw. Dit is een enigmatisch metafoor die letterlijk gezien onzin is. Jezus is namelijk helemaal geen God, maar een piraat die dit principe stal. Zicht krijgen op de piraat Jezus en wat hij stal is de opdracht. De mens moet hiervoor komen in het diepst van de tropische stad Korinthe. Een duidelijk zicht op de wildernis is hier. De stad is vermengd met prachtige tuinen, zelfs grote wildernis, en dit geheimenis rust op de grote enigmatische pilaren van de esoterische Calvijn. De weg van Bacchus leidt helemaal terug naar het oude Egypte, en de mythologiën stemmen overeen met de mythologiën van Mozes. De Joodse mythe-makers hadden de exodus overgenomen van oudere religies, en gaven er hun eigen draai aan. Daar stonden de Joden om bekend. Ze waren sprookjes-makers. Bacchus werd in Egypte ook Mises genoemd. Oorspronkelijk was Bacchus de Wetgever, die zijn wetten had gegraveerd op twee marmeren tabletten, zoals Mozes. Oorspronkelijk was deze cultus dus een cultus van restrictie, en geen oeverloze losbandigheid. Als de mens tot de grenzen nadert, dan wordt hij geslagen, als een beeld van de grens. In die zin is de pilaar van de uitverkiezing, van de heilige waanzin, van groot belang, als de pen die de wet heeft opgeschreven, in verbinding met de andere pilaren, anders had dit nooit kunnen gebeuren : De vijf basis-wetten van het touw : WET I - De Heilige Waanzin WET II - De Heilige Honger WET III - De Heilige Onontkoombaarheid WET IV - De Heilige Onweerstaanbaarheid WET V - De Heilige Restrictie Dit demonologische programma blokkeert de Toronto-geest, en doet het afsterven. Zo wordt er een poort geopend tot het grottenstelsel onder Korinthe, en zal de stad steeds meer vermengd worden met de wildernis, totdat de wildernis slaat en geheel overneemt. Dit pad wordt ook besproken in de Vur en de Bilha, het derde en vierde grote boek binnen de algehele Amazone Bijbel, oftewel binnen de Tweede Bijbel. De mens mag de piratenschat niet overboord gooien. De mens moet met de piratenschat naar de smid gaan. De smid zal komen tot exotische verbindingen. Weer moet de mens geen smetvrees hebben. De mens moet komen tot de cryptiek van alle dingen, om zo het ware geluk te vinden. Alleen zo kan het valse geluk afsterven. Alles blijft zoals het is, en toch zal alles veranderen, juist door de Calvijn code. Het verleden blijft, de herinnering blijft, maar het zal veranderen. Het gaat niet om uiterlijke situaties, maar om de vijf wetten van het touw, de vijf pilaren van de wildernis. De mens kan zo tot zijn ruïnes komen in de grote wildernis. De heilige
waanzin toont de wetten, en stelt nieuwe grenzen waarin alles veranderd wordt. Alles is om het even. Het is de tijdelijkheid, de seizoenen, de dualiteiten. Het materiële is van weinig waarde in de esoterie. Er is altijd een relatie tussen man en vrouw, omdat het de personificaties van principes zijn. De verlatene heeft een relatie met de verlatenheid, en de hongerende heeft een relatie met de honger. Zij die tegen een grote grens zijn aangelopen in hun leven hebben een relatie met de restrictie. Eigenlijk wordt hier gezegd dat zonder de honger pilaar het hele fundament zou instorten. Juist de honger mystiek heeft tot deze palen geleid. Hieraan moet de mens en het zelf afsterven. Paulus roofde de wildernis schatten, en plunderde in Egypte en in het Judaïsme, en verletterlijkte een heleboel. Hij stelde de NT wet op, die later zou worden geroofd door de piraat Calvijn. We zien het mechanisme van de wetten. Ze kunnen allerlei situaties scheppen. We zijn tot de schakelaars gekomen. We zien hier de relatie tussen man en kind, als de vrucht van de man, zijn acties. Er wordt een dualiteit en een hiërarchie getoond. Hierdoor zijn verschillende combinaties mogelijk. De pilaren schakelen, als een bewegend beeld, als een visioen. Het is als een wisselspoor. Het grottenstelsel wordt zo telkens strategisch veranderd op basis van het wisselspoor, opdat de schuilplaats geheim zal blijven, in de zin dat de vrucht van de man veilig wordt gesteld. Het woordje hiërarchie duidt op de heilige volgorde, zodat er niets verkeerd kan gaan. De mens moet aan zichzelf sterven, als een groot beveiligings-systeem, hypergevoelig, waar ook de slang een beeld van is. Alles is al gebeurd, en alles gebeurd binnen de mens zelf. In Exodus 4 krijgt Mozes het bevel van God om de slang bij de staart te grijpen, zodat het weer een stok zou worden. Saveer is tegen zichzelf verdeeld. De staart van Saveer is het katholicisme. Zij is een meervoudig personaliteiten-syndroom. Zij is de machine van democratie, van afgehakte koppen. Ook wij moeten Saveer bij de staart pakken en het esoterische pad van het katholicisme begaan, opdat de slang weer tot een stok wordt, een gesel, die wij kunnen gebruiken in de strijd. Saveer is de schakelaar tussen God de Vader en God de Zoon, die beiden door christenen aanbeden worden en als goddelijk en één worden gezien. In de esoterie kan dit gedecodeerd worden als de schakelaar tussen volwassene en kind binnen de mens zelf. Dit is dezelfde persoon die zowel door de rituelen van de volwassene heengaat als door de rituelen van het kind. De volwassene is dus niet de vader van het kind, maar het is het innerlijke kind van de volwassene, oftewel de volwassene zelf. Deze schakelaar is de verslinding door de baarmoeder, als een verdrinking. Het is een voortgaande wedergeboorte, waar de doop een piraats beeld van is, een corrupte afschaduwing. De wereld destijds leefde onder Romeinse onderdrukking, en Paulus hield zich vast aan het Israëlitische verzets-symbool. Nu moest er nog een samensmelting komen van die twee, opdat de mens tot een soort hemelvaarts-ervaring zou kunnen komen door een diepere paas-ervaring. De katholieke gallerij-schilderijen werden opgesteld tot dit doel. Paulus zegt hierover : "Voor allen ben ik alles geweest, om in elk geval enigen te redden." Dit is een esoterisch pad, en geen letterlijk pad. De mens moet de staart van de slang durven te pakken, zodat het tot een wapen in zijn hand wordt. Als de mens de staart van de slang niet zal pakken, dan zal de slang hem blijven teisteren, en uiteindelijk verslinden. Het katholicisme esoterisch binnen te gaan is dus absolute noodzaak. De Paulinische brieven en dus ook Korinthe kwamen later in de handen van het katholicisme, wat alles overnam. Tot dit geheim komen wij, dieper in het grottenstelsel onder Korinthe, in een dieper pasen en een grotere hemelvaart. Onder het grottenstelsel is de katholieke onderwereld. Paulus daalt dus net als Jezus van de hemel naar de aarde om daar te incarneren. Weer zien we hier de schakel tussen volwassene en kind, die een mens dus voortdurend in zichzelf moet maken. De mens moet leren overschakelen om gezond te blijven. Op het piratenschip is dit principe ondergesneeuwd. De piraten staren zich blind op de vader en de zoon, terwijl het juist een innerlijke schakel is. De mens moet deze vibratie leren kennen. De demonologie stelt dat Saveer een grote katholieke schuilplaats heeft
in de kerkvader Athanasius (c. 295-373). Hij wordt de vader van de Canon genoemd, en van de Drie-Eenheid, die blijft hameren op de relatie tussen Vader en Zoon en hun godheid, zoals Saveer ook staat voor de vader-zoon relatie. Hier hebben we te maken met het hol van Saveer in de woeste wildernis. In de kerkvader Basileus de Grote zijn er dan weer anti-stoffen te vinden. De Canon was opgesteld als een afleider, om de mens af te leiden van een ander geschrift, namelijk de Katholieke Bijbel, waarin diverse geschriften van de kerkvaders te vinden zijn die het fundament van het Katholicisme vormen. Basileus stelt dat de boezem van God een bevallige stoel is voor de zoon, maar dat hen die gedwongen worden te vallen de plaats van de voetenbank hebben, in de Liber de Spiritu Sancto. Ook stelt hij dat Jezus verstoten was door God, en dat was ook gedwongen gebeurd. Nu is het zo dat in de gnosis we spreken van een Moeder, wat ook gebeurt in de grondtekst van de bijbel. Alle wegen wijzen terug naar de Moeder. De zoon moest vallen om terug te keren tot de Moeder. De zoon moest onderworpen worden aan de baarmoeder. Vandaar dat Paulus de tucht bespreekt als zo belangrijk. Naast de schakelaar tussen de man en zijn innerlijk kind is er dus ook de schakelaar tussen moeder en kind, tussen moeder en zoon. Dit is hoe het kind wordt beheerst. Dit ligt diep opgeborgen in de katholieke schakelaar van de drie-eenheid die zo eindeloos betrokken is bij de relatie tussen Vader en Zoon en de godheid hiervan, als de ultieme onfeilbaarheid. Basileus de Grote (c. 330-379) stelt dat hij die de zoon niet eert de vader niet eert. Dit gaat om een dieper principe. Alleen door een kind te worden, een zoon, van de Moeder, keert de mens terug tot de moeder, dus als de zoons-principes worden ontweken en onteert, dan kan de mens niet tot de Moeder komen. De mens moet daarom de schakel hebben van moeder en kind, en dit is in de mens zelf. De mens moet dus ook zelf de moeder worden. Basileus stelt dat deze dynamieken ook los van elkaar gezien moeten worden, als "met" elkaar, en niet alleen maar "door" elkaar. Dit is ook wat het Evangelie van Ismaël in de Bilha stelt, dat de mens balans moet houden tussen onderworpen zijn aan God en worden tot God. De afscheiding zal dus altijd blijven, anders zou er valse zelfvergoddelijking plaatsvinden, zoals in de New Age gebeurt, en waar ook Toronto op gebaseerd is. Het watergraf is een onmisbare dynamiek voor hen die verder willen komen in de gnosis. De mens kan niet zomaar God worden of als God. De mens moet aan zichzelf sterven, en altijd ook ondergeschikt blijven aan God. Dit is een eeuwige dualiteit en schakelaar. De doop is de verdrinking in de warme baarmoeder. Basileus stelt dat er een onderscheid is tussen God die werkt door de zoon, en de zoon die in een afgescheiden positie nadert tot God, en brengt tot God. God, de Moeder, gebruikt dus de zoon, maar ze blijven ook twee verschillende identiteiten, alhoewel dat binnen de mens zelf is, en zo kan er ook een derde identiteit bijgehaald worden. God leert Haar zoon strijden, om prooi tot Haar te brengen, zoals Jezus zijn discipelen leerde vissers van mensen te worden. Dit is dus allegorisch. Daarom is 'het zoeken naar de ander' een eeuwige wet. Er zal altijd een andere dynamiek nog zijn. Hier moet balans in komen, tussen het zelf en de ander. Wel is de ander dan weer binnen het zelf. Het zelf kan bestaan uit vele dynamieken, maar het zelf moet leren overschakelen. Alleen door het zoonschap kan de mens tot de Moeder komen. Als de mens het zoonschap onteert, dan wordt het pad tot de Moeder geblokkeert. In die zin is de Jezus allegorie belangrijk. Hoe gaat dat technisch gezien in werking ? Er is dus een dynamiek van de zoon, en de mens moet deze dynamiek vinden en daarin aan zichzelf afsterven. De zoon is een visser van mensen, en goddelijk, alhoewel ondergeschikt aan de moeder. Jezus is dus niet God, maar wijst op de goddelijke zoonsprincipes die zijn ondergeschikt aan de Moeder Gnosis. De zoon sleept de mens tot de Moeder, zodat de mens aan zichzelf afsterft, om zo ook deel te hebben in het zoonschap. De mens wordt zo tot de zoon, niet als een broer, maar de mens moet zelf de zoon worden. De broer is slechts een projectie. De mens moet dit gaan leren onderscheiden. Het zijn allegorieën die schakelaars tonen en onderscheidingen, restricties. Alleen het touw kan hier veilig doorheen leiden.
De mens moet de juiste vibratie leren kennen. Door dit mechanisme sterft de oude mens. Alles is onderworpen aan de Moeder, en vandaaruit lopen de onderscheidingen en parallellen. De mens moet dus eerst aan zichzelf sterven alvorens zoon te worden van de Moeder. Dit is ook het mechanisme van de schepping. De baarmoeder is als een valstrik gezet in de jacht. De zoon trekt de mens tot de kennis van de Moeder. De zoon is dus met anderen bezig, zoals Paulus en Basileus beiden stellen. Het geheimenis hiervan is dat er zonder de zoon geen Moeder is. De Moeder houdt Haarzelf in stand door het zoonschap, dus weer is in die zin Jezus, wat hij gestolen heeft dan, onmisbaar. De Gnosis heeft het Jezus principe nooit volkomen gedumpt, maar gehalveerd. Paulus is dus de derde identiteit. Hij was de vis van Jezus, zodat hij aan zichzelf afstierf, om zo de zoon te worden. En nu vist hij ook naar mensen. Zo schakelt de mens in Paulus tussen zoon en vis, altijd weer, als de derde identiteit. Paulus is dus een belangrijk mechanisme in de esoterie. In de Gnosis was hij nooit geheel verworpen, maar gehalveerd, net zoals Jezus, net zoals God. Door Paulus leert de mens zoon te worden, door te komen tot de zoon. Er is zowel een wording als een onderscheiding, tot wedergeboorte in de baarmoeder, en tot een heilige opvoeding. Dan zegt Basileus : "Hij die de Zoon niet heeft gezien, heeft God niet gezien." Het zoonschap is dus van belang tot het hebben van de Moederlijke visioenen van de Gnosis. De mens moet de Zoon leren kennen, en tot de school van het zoonschap gaan. De Zoon, als tweede identiteit, moet hierin dus blijven schakelen tussen volwassene en kind, als zijn innerlijke kind, een deel van hemzelf. Vandaar dat Paulus het woord "scheuringen" noemt, als onderscheidingen. Die moeten er wel zijn. Paulus, als de derde identiteit, moet dus leren schakelen tussen het onderwerpen aan de zoon en het worden van de zoon, maar ook moet hij zich onderwerpen door de zoon aan de Moeder. Uiteindelijk is hij de vis van de Moeder. Ook de zoon zelf moet aan zichzelf afsterven, dus is ook altijd aan de doods-rituelen onderworpen, tot diepere eenwording met de Moeder. In de Egyptologie was het Pasen een eeuwigdurende herhaling. Daarom stelt Basileus ook dat God schept door het zoonschap. Zoals Paulus hier spreekt een nieuw verbond, zo is dit ook een nieuw verbond, van de Gnosis, die als een openbaring is die al ruste in de geschriften van Basileus. Hierin liggen de antistoffen tegen Athanasius, de katholieke schuilplaats van Saveer. Athanasius is één van de grootste piratenvaders van de kerk die begrepen moet worden. Paulus hamert op de onderscheiding, anders zal het volk afdwalen. Zo spelen loon en kennis op elkaar in. De mens moet het eeuwige lichaam leren begrijpen. Dit zijn eeuwige geheimen. Dit is een eeuwige cyclus. Dit is hoe het lichaam werkt. Dit is hoe er leven is. Het kwaad, de antikennis, heeft zo geen bestaansrecht. Alleen het goede en de kennis bestaat en al het andere is slechts schaduwen daarvan, die levenloos zijn als dode kunst. Licht zo lang geleden gestorven wat nu pas de aarde bereikt. Dit is een apocalyptisch, dualistisch schilderij van grote schoonheid. Dit is het geheim van de zalving en de doop van Jezus, en het geheim van de opening van de zintuigen. Dit gebeurt door het samenspel van onderscheiding en eenheid. De mens moet al deze dingen dus in zijn eigen lichaam terugvinden. In ieder mens zit het totale pakket. Hoofdstuk 10. Calvijn en het Oude China Gaven zijn een vorm van omkoperij, stelt Calvijn in zijn commentaar op het boek Jesaja. Hij stelt dat het absurd is om te zeggen, zoals zoveel mannen doen, dat zij hun harten puur en oncorrupt houden, zelfs al hebben ze steekpenningen aangenomen. Hij verwijst naar Exodus 23:8 waar er
wordt gezegd dat de gave het oog der wijzen verblindt en het woord van de rechtvaardigen verdraait. Hij stelt dat zulke rechters metgezellen van dieven zijn. Daarom is het wortelwoord van charisma charis, wat ook loon betekent. De smetvrees-kabouter houdt van gaven, en haat loon. Hard werken kan de smetvrees-kabouter namelijk vies maken, dus dat doet de smetvrees-kabouter liever niet. Zijn smetvrees is al hard werk genoeg. De genade is de ninja-kabouter die strijdt tegen eerlijk loon. Ook dit is smetvrees. De ninja-kabouter bevindt zich achter de pilaren, en voert de piraten aan. Hij is in het zwart met een zwarte kap op, en heeft allemaal scherpe, gemene wapens. Hij is een doos vol truken. Zo terroriseert hij de stad en de piraten, voert hen aan met dictatoriale stem. Dit is een uiting van de Saveer cobra. De cobra speelt smerige spelletjes. De ninja-kabouter is overmoedig, ongeduldig, en heeft lak aan de tederheid. De tederheid is de alertheid, de gevoeligheid, als voorzichtigheid, de alarmologie. De ninja-kabouter is roekeloos daaraan tegenovergesteld. De tederheid, de voorzichtigheid i.e. de alarmologie, een ander woord voor demonologie, is een groot fundament om de gaven te ontvangen. Juist daardoor zien we dat de gave puur loon is. Genade zonder tederheid, zonder demonologie, is dus niets. Vandaar dat de mens geschoold moet worden in de demonologie. Dit is hard werk. Daarom kiezen veel mensen voor de ninja-kabouter, als een pop die ze in hun kast kunnen zetten om te bewonderen, en eruit te halen wanneer ze dat nodig vinden, wanneer hun smetvrees begint op te spelen. Liefdadigheid zonder demonologie is ook waardeloos. Het beveiligings-systeem is het belangrijkste, anders wordt de mens nog niet geholpen. Het gaat om rijpings-processen. De ninja-kabouter oogst geforceerd terwijl de vruchten nog niet rijp zijn. Zo worden hen die de ninja-kabouter volgen vetgemest en opgeblazen. Ook dit is een teken van smetvrees. De verborgenheid vinden ze vies. Ze pralen liever in het licht van de stad wat alles verblind. Ze denken dat wat ze niet zien er ook niet is. Dat is een rare kronkel in de gedachtes van hen die de ninja-kabouter volgen. De tederheid gaat niet in tegen de tederheid, en heeft geen vooroordeel. Overmoedig oordeel komt wanneer de mens naar een gift verlangt, naar steekpenningen. Deze rotte wortel moet dus uit de kerk gehaald worden. De tederheid is tegengesteld aan de smetvrees. De tederheid aanvaart het kruis, en draagt het kruis ook. De tederheid graaft diep, terwijl de smetvrees niet graaft, maar over de puinhopen heen gaat bouwen. Alles wordt afgedekt, zodat het op een dag ontploft. Er staat dan teveel druk op de ketel. Calvijn stelt dat het hier ook niet om goedgelovigheid gaat, maar om voorzichtigheid in het oordeel. Zonder tederheid is er geen kennis, of is de kennis vals. Soms moet alles afgenomen worden om de mens weer terug te brengen tot de tederheid, het alarm. Hier zien we de schakelaar tussen de man en zijn innerlijke kind terug. Zo blijft de kennis rein. Zonder het kruis is de kennis niets. Daarom ligt er esoterisch ook een schakelaar tussen de man Jezus en het kind Jezus. Dit zijn piraten-geschenken, gestolen goederen. De esoterische mens kan dit doorzien, en kan hier veilig langsheen komen. De esoterische mens heeft niet zo'n smetvrees dat hij de Jezus putten niet meer ingaat. Soms moet dit gebeuren. Paulus staat model voor iemand die in de Jezus putten gaat en leert te schakelen tussen de man en zijn innerlijke kind, dwars door alle piraten-theologieën over Jezus heen. Hij verlustigt zich in de esoterische sieraden van de piraten, en zo doet een esoterisch mens dat ook. Het is een jacht op de schat. Als de schat ineens een andere naam heeft en er worden hele andere dingen over de schat verteld, wil dat niet zeggen dat we de schat daarom moeten verwerpen. Ook dat is de smetvrees-kabouter. In de tederheid, de demonologie, is de heilige gebondenheid te vinden. De mens komt niet tot de heilige gebondenheid zonder de demonologie. Geloof en hoop zijn hier hele aardse schaduwen van. Kennis is alarmologie. De alarmologie is hierin genoodzaakt profetische openbaringen te tonen, en ook de schaduwen. Nu is er geen profetie zonder lust. De mens moet niet alleen afsterven aan valse lusten, maar ook wedergeboren worden tot de ware, heilige lusten. Eén
van die lusten is profetie, het volkomen geleid worden door de oneindige kennis. De kennis meet mensen af naar hoe ze profetie behandelen. Zij die haar verachten worden door de kennis veracht. Alles wordt teruggeleid tot profetie, tot het heilige Woord, de logos, Loki. Alles wordt teruggeleid tot de diepte waarin het touw werkt. De ninja kabouter wil niet in de diepte, maar wil oppervlakkig op alles inrammen. De Pinkster Kerk is een piratenkerk vol wartaal wat geen fundament heeft. Ook liederen zijn een soort wartaal wat de ninja kabouter graag gebruikt. Zij die altijd maar willen zingen en niet willen komen tot het Woord, de profetie, zullen hierdoor ook schipbreuk lijden. Het gaat om de gnosis, om het Woord, de profetie, de stichtende literatuur. Het gaat om de boeken en de tong is slechts een sluier. Zij die teveel in tongen spreken hebben wat te verbergen, ook naar henzelf. Hier moet dus een grote balans komen. De ninja kabouter is verzot op de tongentaal, overmatig, zoals ongegrond geroddel om de waarheid te verbergen. Waar komt die ninja kabouter vandaan ? Het katholicisme is een keizerrijk van ninja's, en zo ook het protestantisme. Het is een ninja oorlog. De tongen brengen verwarring, als de Babylonische spraakverwarring. Saveer is tegen haarzelf verdeeld en het leidt helemaal terug tot het oude China, tot een oud orakel genaamd de I Ching, een geroofde piratenschat van grote esoterische wijsheid. De I Ching is als een piratenschip van ninja's die door hun roof gesplitst werden. Die splitsing leidde tot de geboorte van zowel het katholicisme als het protestantisme, als twee supermachten tegenover elkaar. De ninja kabouter snijdt zichzelf dus voortdurend in de vingers omdat hij overmoedig naar goud heeft gegrepen. Er rust dus een grote vloek op de ninja kabouter. De gemeente moet dus zicht krijgen op de schat, en educatief zijn. Alle geloofsformules die ze hebben opgesteld zijn niets anders dan smetvrees. De mens mag hier alleen esoterisch mee omgaan. Een kind mag hier in opgroeien. De onrijpe vrucht mag niet geforceerd worden. Babytaal is een onderdeel van de gnosis. Het is strategie. De gnosis werkt zowel onder de schelp als boven de schelp. In die zin is de kerk een allegorie van de gnosis. We mogen met de I Ching dus dualistisch omgaan om het raadsel op te lossen. Er ligt hier de dualiteit tussen verborgenheid en openheid, en die kan van meerdere kanten bekeken worden. Daar mag je verdiepingen en lijnen in gaan zien, parallellen en kruizingen, tussen tongen en profetie. Er wordt dus iets verborgen gehouden. De mens beukt zijn hoofd tegen de tongen. De mens is in gevecht met de ninja-wachters die de schat hebben geroofd. De mens wil profetie, verklaring. Nu is het zo dat de vierde hexagram van de I Ching de Verborgenheid is, de Verhulling, de MENG. Vanuit deze hexagram putten de ninja's om de geroofde schatten verborgen te houden. Verborgenheid is een belangrijke dynamiek, van de duisternis. Het is een sluier in de tempel van de gnosis. We zullen de oude Chinese tempel binnen moeten gaan om dit geheim te kunnen begrijpen. De verborgenheid is de onrijpheid. Een heleboel dingen moeten daarom verborgen blijven. De tijd is nog niet rijp. Alles is vaag, onduidelijk, en juist dat is ook weer een heel belangrijk principe in de Vur : 1. DE ORKAAN 1. Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp,
Maar ik bereik het nooit Het commentaar in de Leri, het tweede deel van de Amazone Bijbel, is hierop : "Dit laat de fragiliteit van het leven zien, dat alles door je vingers heenglipt. Niets kun je waarlijk vasthouden, want alles stroomt weer weg. En dat is maar goed ook, want we moeten komen tot het eeuwige. Soms moeten we even alles loslaten om even grip te krijgen op het eeuwige." Het verborgene is dus ergens goed voor, als het rijpings-proces. De vrouw is zwanger en het kind mag niet voortijdig geboren worden. 41. RIVIERBLOEMEN 14. Diep wellen de sappen op, De kruidkelken vol onverstaanbaar genot, Ik ben nu dichterbij gekomen, Maar het raakt mij niet aan Het commentaar in de Leri hierop is : "Alleen zo kan het steeds dichterbij ons komen, maar ons nooit echt raken. We zijn altijd op reis. We verstaan het niet, zodat er altijd ruimte is voor ons eigen verbeeldingsvermogen en onze fantasie, omdat er nog zoveel is dat mist, omdat er nog zoveel belangrijke stappen tussen moeten zitten. Te verstaan zou in die zin fataal zijn. Het mag niet verstaan worden. Het moet vaag blijven. Er zit namelijk iets achter wat nog wel belangrijker is." 32. DE KROONGETUIGE 22. Ik riep haar en ze kwam maar niet, Ik moest eerst dieper gaan, Tot de spiegels van haar tranen De Leri : "Dit is ook waarom de hogere kennis vaak niet antwoordt. Wij moeten eerst dieper gaan. Wij moeten de ware kennis zelf vinden. De traan spreekt op een andere, diepere manier. De sinterklaasgidsen verwennen de mens, en leiden hen tot de slacht. Zij verlammen de mens door het overwoord. Zij stellen goden over de mens aan die met een schijn van overvloed de mensen uitzuigen als parasieten. Er is geen zelfverwerkeling, alleen in oppervlakkige projectie het aanbidden van afgoden. Hierin verandert de mens niet, maar wordt steeds erger. De goden dienen dan slechts als een verzekeringsmaatschappij. Dit is allemaal sterke voorouderlijke energie. De mens is een voorouder-aanbidder geworden. Om hieraan te ontsnappen moet de mens tot de tranenzee komen totdat de werkelijkheid daarin wordt weerspiegeld. Dit is een plaats diep onder de grond, ver verwijderd van de samenleving. De mens betaald een hoge prijs om hier te komen." 23. Zo draaien de spiegels in hun hoofd, Zij zien haar niet, Alleen de weerspiegelingen van kennis De Leri : "Die kennis dringt zich niet op, maar geeft glimpen, weerspiegelingen, vaak cryptisch, die
de mens moet volgen. Niets wordt gemakkelijk gemaakt. De vaagheden moeten het puzzelvermogen van de mens opwekken. De mens moet de ware identiteit terugvinden." Hierom staat er ook in de Vur : 42. WESPENZEEEN 1. Het moet vooral vaag blijven, Als je het te duidelijk maakt, raak je er in opgesloten, In vaagheid kun je altijd door blijven groeien, En kunnen de betekenissen veranderen Hiertoe is de MENG, de Versluiering, dienstbaar in de I Ching, maar dit werd geroofd door de ninja's. Zij hadden muren nodig voor hun keizerrijk. Daarom is het van belang een diep inzicht in de MENG te gaan krijgen. Er is een grote strijd gaande om de MENG, de vierde hexagram. Dit is een idee van grote glorie : De hindernis is er om je te veranderen, om je aan te sluiten op profetie en meervoudige interpretatie, zodat de mens losbreekt uit tunnelvisie. Het boort de eigen creativiteit van de mens aan. De mens kan geen ijzer met handen breken, dus de mens gaat andere oplossingen zoeken. Zo wordt de mens vindingrijk en intuïtief. De mens moet langs deze grote Chinese wachter heen door meer inzicht hierin te krijgen. De blokkade is om de mens weer in balans te brengen, om de juiste hiërarchie te herstellen, de juiste volgorde. Hiertoe wordt er aandacht gegeven aan de tussenstappen. De Versluiering heeft te maken met de nodige duisternis. Teveel licht verblindt de mens, en vreet zijn zicht, en daardoor ook zijn tederheid, de demonologie, weg. Licht vreet het alarm weg. Het is uitgezonden te strijden tegen het Visioen van de Gnosis, als een ninja. De Vur is de Amazone Kennis van de Wildernis, waar de I Ching ninja's van stalen. Eerst moet de mens in de heilige vertraging komen, in het ijs, om hier dieper zicht op te krijgen, wat ook een belangrijk onderdeel van de Ragnarok is, van de Germaanse apocalypse, als onderdeel van de hongermystiek. Alleen zo kan de mens komen tot de "missing links". Weer gaat hier de strijd van de mens tegen de MENG door. De mens is in gevecht met deze Chinese wachter, deze ninja. De verborgenheid kan dus alleen geëerd worden in de juiste context, in de juiste balans en hiërarchie. Het gaat de mens om de heilige verborgenheid, niet om de overmoedige ninja-verborgenheid, de smetvrees. Er kan alleen goede leiding hierin zijn door profetie. Juist door profetie komt er balans. Juist door profetie wordt de demonologie omtrend deze dingen geopenbaard. De I Ching bestaat uit hexagrammen, zes-eenheden. Dat wil zeggen dat er zes verschillende seizoenen en manieren zijn om met de MENG om te gaan. De MENG is dus een school, een technologie, waar niet te eenvoudig over gedacht moet worden. De ninja is de spijbelaar die erg gemakszuchtig is, en dan zijn valse school opricht om de hoofden van de vijand te breken. De MENG is als een jeugdziekte, als onvolwassenheid, een onderdeel van de evolutie van de ziel van de mens. De mens moet hier dus doorheen, door dit onderdeel van de Ragnarok. De MENG is onderdeel van de discipline, de heilige restrictie, als een gesel in de hand van de Gnosis. Daarom moet de mens de verborgenheid en de duisternis eren. De MENG is er voor om de mens te doen ontwaken. Zonder de MENG is er geen ontwaking. Het probleem komt wanneer mensen niet wachten op de openbaring van de MENG, en zo eigen gesneden beelden gaan maken die ze als god vereren. Zo maken zij hun eigen MENG, zoals de ninja's, die de taak heeft om hun geroofde
schatten te bewaken. Zo onstaat dus vooroordeel, en maken mensen of genootschappen valse projecties van je, wordt je niet begrepen en verkeerd uitgelegd. Je bent een pop geworden, een stenen beeld. Laten we kijken naar de orakel-tekst van het oude China van deze vierde steen van het orakel : "Ik ben niet op zoek naar de jeugdigen en de onervarenen, maar ze komen naar mij. De eerste keer dat hij komt laat ik het zien. Komt hij een tweede keer, dan geef ik geen onderricht meer. Herhaling spreekt van minachting." Een enorme barbaarsheid spreekt uit dit vers, maar tegelijkertijd is dit een geheimenis wat oorspronkelijk teruggevonden kan worden in de Vur : 1. DE ORKAAN 10. Waar zou ik zijn zonder een goede broek ? De viooltjes maakten het voor ons, Zij lieten de honing er doorheen glijden, Zij brachten ons door bos en woestijn, Volg hen naar de rivieren en de watervallen, Ze zullen hier maar één keer zijn De Leri : "Een boek kan in sommige situaties helpen. Even afleiding zoeken, of wat goede raad. Zovelen hebben dit pad al begaan, en wij kunnen van hen leren. Het pad is al uitgestippeld door anderen. Er zijn hier al reismappen voor." Het orakel kan dus meer één keer spreken in de geschiedenis, en voor de rest worden we geleid door onze herinnering. 104. RODE LAARZEN 1. Ik zag je eens in mijn leven, maar ik zal je nooit vergeten, Het was eigenlijk allemaal in een flits, maar ik zal nooit vergeten, Ja, eigenlijk ging het allemaal zo snel, als bliksem, en je was zo ver weg, Het was al nacht, in duisternis en mist, Wel, eigenlijk zag ik je helemaal niet, Alleen je rode laarzen De Leri : "Hier zien we het rode paradijs mysterie : Het komt in flitsen, en is dan weg, en gaat zich vervormen, en er gaan fantasieën omheen ontstaan."
2. Ik zag alleen je rode laarzen, Genoeg om me te betoveren, Genoeg om je nooit meer te vergeten, Ik zag deze laarzen eens in mijn leven, En ze waren zo ver weg, In duisternis en mist, Maar genoeg om mijn hart in de problemen te brengen, Genoeg om mijn hart in pijn te brengen De Leri : "Als dan de mooie ervaring weg is dan kan dat heel problematisch zijn, als een obsessie. Er gaan dan allerlei verhalen omheen ontstaan, terwijl het maar iets heel simpels was, een basisprincipe. Je bent dan in jezelf aan het roddelen, je maakt jezelf gek en maakt het groter dan het is. Het komt maar één keer in je leven, en is dan een herinnering. Het is beter te herinneren dan te hebben, zodat er ruimte is voor andere dingen. '20Broeders, weest geen kinderen in het verstand, maar in de boosheid; wordt in het verstand volwassen. 21In de wet staat geschreven: Door lieden van een andere taal en door lippen van vreemden zal Ik tot dit volk spreken, en toch zullen zij naar Mij niet luisteren, zegt de Here. 22Derhalve zijn de tongen een teken niet voor hen, die geloven, maar voor de ongelovigen; de profetie echter is niet voor de ongelovigen, maar voor hen, die geloven.' I Korinthiërs 14 Hier wordt al duidelijk dat God spreekt door andere talen en andere culturen, terwijl het katholicisme en protestantisme steeds meer een nazi ideologie kregen. "Door lieden van een andere taal en door lippen van vreemden zal Ik tot dit volk spreken, en toch zullen zij naar Mij niet luisteren, zegt de Here." In het OT is dat een dualiteit. Het kan ook een vijand zijn die gebruikt wordt. De MENG hiëroglief is een berg, een blokkade, waaruit een bron ontspringt. Alhoewel de bron onwetendheid is moet de mens hier zijn weg door zien te vinden. In de eerste lijn wordt de mens door de onwetendheid aan handen en voeten gebonden, om een norm vast te stellen, om een metafoor te maken, die dus niet letterlijk genomen moet worden, maar metaforisch. Maar juist omdat de mens in de onwetendheid is zal hij dit snel verletterlijken en misverstaan. Dit is verbonden aan het groeiproces. De mens krijgt eerst het letterlijke opgedrongen, en daarna mag het zich esoterisch gaan vertalen, en mag de mens tot het volle spectrum komen. De mens wordt dus eerst vernederd en onderworpen. De tweede lijn is in deze situatie het komen van de mens tot een vrouw. De zoon zal nu de familie onderhouden. Dit is ook gebeurt in het christendom. De onwetendheid bracht de zoons-archetype voort en verzekerde het gehele menselijke ras. De derde lijn laat een vrouw zien die een zwakte heeft voor de rijkdommen van mannen, een zwakte heeft voor weelde, als de opkomst van het katholieke, materialistische systeem. Het is de komst van de onbezonnenheid, vanuit de onwetendheid. In de vierde lijn wordt de onwetende weer gegrepen en vernederd, als beeld van de komst van het calvinisme. In de vijfde lijn wordt de onwetende tot de verlichting getrokken en tot materialistische welvaart, wat als de komst
van Toronto gezien kan worden. In de zesde lijn worden de eindjes aan elkaar geknoopt, wordt de dualiteit getoond en kan er verzoening komen op het esoterische pad. Er wordt een brug gebouwd tussen het letterlijke en het symbolische, en tussen de talen onderling. De verbanden gaan gezien worden. Dit hele stelsel is als de school van de MENG waar de mens een relatie krijgt met de verschillende dynamieken, waarvan de relatie tussen man en vrouw een beeld is. De MENG is een pedagogisch opvoed-systeem van kind tot volwassene. De ninja is hiervan een schaduw, als een roekeloze spijbelaar. De berg in de MENG hiëroglief is in het oude China ook een hand, als een straffer en een hindernis, om zo het kind te beschermen en op te voeden. Het verborgene komt aan het licht. De MENG wordt hier weer teruggeroofd van de ninja's, juist door de MENG beter te begrijpen. Iedereen moet leren profeteren. Nadat de MENG-wachter is teruggeroofd en uitgeschakeld zijn de ninja's kwaad en zoeken toevlucht bij volharding, trouw. Zij eten hierin, maken plezier. Zij stellen zich afhankelijk en geduldig. Ze bidden tot hun goden, en laden zichzelf op. Dit is geheel tegengesteld aan de profetische wetten, maar zal een eigen schaduw-profetie opstellen, oftewel valse profetie. Dit is de HSU hexagram in de I Ching, de vijfde, wat tegelijkertijd ook de vijfde wet van Calvijn is, de eeuwigheid. Dit is de hexagram van bloed, van het dienen. Het is een man die bidt om regen. In het oude China is het ook een man die de staart van een draak optilt, zoals Mozes de staart van de slang moest optillen, als een beeld van Saveer bij de wortels grijpen. Naast de man staat een monnik die hem onderwijst. Het is een portaal van kracht. Laten we kijken naar de zes lijnen van de HSU die mensen misbruiken om zo anderen hen te laten dienen : lijn 1 : De hongerige is in de buitenwijk, in de tuinen, en de tijd is nog niet rijp om te strijden. De hongerige werkt in de tuin. lijn 2 : Er wordt geroddeld om de hongerige te testen, uit te dagen, maar de hongerige moet in de tuin blijven. Er moet hierin geduld en voorzichtigheid geoefend worden, en hierin moet volhard worden. De mens moet rusten zoals in het vijfde zegel van de Openbaring. De mens schreeuwt om wraak, maar alles wat de mens krijgt is een wit kleed. lijn 3 : De hongerige daagt de vijand niet uit, maar de vijand komt zelf, als een rover, en drijft de hongerige in de modder achter de tuinen, wat een beeld is van de heilige vertraging. lijn 4 : Het water verandert hier in bloed, als de bruiloft te Kana. De rover, de ninja, heeft in zijn overmoedigheid een wond geslagen. De mens wordt gedreven tot een put, tot een afgrond, tot de wildernis. lijn 5. De mens komt zo volledig tot de honger waarin grote veiligheid is. Het voedsel van de stad maakt de zintuigen van de mens niet meer corrupt. lijn 6. De mens breekt in de honger, en valt in grote zwakheid dieper. De mens kan niet meer wachten en verzet zich. De mens is echter in de heilige gebondenheid, en wordt tot heilige waanzin gedreven, tot de grotten gedreven, wat de hiërogliefen betekent : de mens wordt onderwezen op school in het woord, als een ontmoeting met de logos, Loki. Dit zijn de zes seizoenen en onderdelen van de HSU, het dienen, en het bloed. Door te mediteren op de HSU krijgt de mens inzicht over de HSU en kan het teruggeroofd worden van de ninja's, die er hele andere betekenissen aan hadden gegeven. De mens mag komen tot de HSU om het te herzien. Weer leidt de HSU terug tot de wetten van Calvijn die in esoterische zin ook de pilaren van het Amazonisme zijn. De HSU is dus een orakel, zoals ook de teksten van Paulus. Paulus had diep geput uit de HSU en het tegen vrouwen gebruikt. Mannen moesten religieus vetgemest worden, en vrouwen uitgehongerd, zodat de man over de vrouw zou heersen. De tronen in de HSU, in de eeuwigheid, zijn voor de man.
Door de valse genade leer kunnen roofgierige wolven met gemak een troon in de gemeente krijgen. Door genade grijpen zij de macht. Door genade roven zij. Het is een wapen. In de ninja tempel komen wij zo tot de Lu, de tiende hexagram, oftewel het stapsgewijze, waarin verder wordt laten zien wat er gebeurt als de mens de staart van het beest optilt, zoals Mozes de staart optilde van de slang, zodat het in een stok zou veranderen. In deze hexagram is dat de staart van de tijger. Het is de zon ondergaande in het meer, wat ook het poëtische visioen van Calvijn II is : "Waar de zon ondergaat in het water, ver boven het piratenschip ...", als de overwinning over de piraten. Dit is dus een belangrijke hexagram. De tijger doet de mens geen kwaad, want de mens komt esoterisch tot de staart en niet letterlijk. De mens gaat er dus ontwijkend mee om, langsheen. Zoals de Vur zegt : alles cirkelend benaderen, zodat het je niet kan slaan. lijn 1 : Voorzichtig zijn, geen grotere dingen aanpakken dan je aankan. Geen dingen doen waar je geen draagkracht voor hebt. Blijf dus binnen je eigen grenzen. Kom tot de pilaar van de heilige restrictie, en onderwerp je daaraan. lijn 2 : Het middelpad bewandelen. Het middelpad betekent : van alles een beetje. Overal waar 'te' voorstaat is niet goed. Leer te balanceren, leer te doseren, leer te combineren. lijn 3 : Hogere bronnen aanboren, je onderwerpen aan hogere principes. Weer is het van belang om terug te keren tot de pilaren. Kom je tekortkomingen en restricties onder ogen, en laat je helpen. Laad jezelf weer op. lijn 4 : Aandacht en alertheid, oftewel de alarmologie. Niemand kan zomaar zonder alertheid de staart van een tijger of slang optillen. Hiervoor is scholing nodig. lijn 5 : De juiste plaats vinden, het juiste seizoen en de juiste positie. lijn 6 : Terugkijken naar de geschiedenis voor de juiste sleutels. Alles is al volbracht in de geschiedenis. Daar mag de mens toe ontwaken. Het gaat om het doel te bereiken door subtiel te zijn, zonder conflict, dus door te ontwijken. In ieder geval wordt Korinthe in stand gehouden door de I Ching, en moet de mens het raadsel van de I Ching oplossen. Alle religies kwamen voort uit de I Ching en werden tegen elkaar opgezet, terwijl je het ook gewoon als een orakel mag zien, als esoterisch, als de verschillende seizoenen. De volgende hexagram in de Ninja tempel is het Conflict, de zesde in de I Ching. De I Ching is zo'n beetje het oudste orakelboek van de wereld, nog voordat de grote religies opkwamen. De religies putten uit dit boek en kwamen door hun roof ervan tot grote gestalte. We gaan ook zien hoe Toronto zich via de I Ching ontwikkelde. De I Ching ligt aan de basis van de hele samenleving. SUNG is de naam van de pilaar van Conflict, als de pilaar van de restrictie, die zowel in het calvinisme als in het amazonisme voorkomt, en zo ook in het judaïsme en de islam. Het is de pilaar van de demonologie. De ninja's hebben hun eigen demonologie en die is simpel. Adam moest alle dieren van het paradijs een naam geven, als een beeld van de paradijselijke demonologie. Als wij komen tot de pilaar van restrictie, door het conflict, dan is het van belang allereerst de restrictie te aanvaarden. Het is een heilig pilaar. De Vuh zegt hierover : "De zesde hexagram is de SNG, de kennis van de wildernis. Dit is het hexagram van conflict. Iedereen die op de tocht door de onderwereld, door de grotere wereld, door dit hexagram gaat krijgt hier te maken met oppositie en belemmering, met grote restrictie. Hier raak je vast. Hier moet de initiaat voorzichtigheid leren. Er is een pad, maar het vereist inspanning. De initiaat moet niet zomaar rivieren oversteken, maar de grote moeder ontmoeten. Je moet hier het einde dus loslaten, en niet het hele pad gaan. Je moet halverwege stoppen en niet je zin of wil doordrijven. Je moet jezelf een halt toeroepen. Je moet het begin overdenken. In de zesde hexagram van het conflict is er scheiding die roddel veroorzaakt en verwonding brengt tot de initiaat. Dit is de kennis van de wildernis. De tweede lijn zorgt ervoor dat men ophoudt met
het gevecht en terugkeert naar huis. Dit is voor bescherming. Hier zijn driehonderd families of huishoudingen, driehonderd tenten of tent-gebieden, kampen. Hier wordt de geest van valse schuld gebroken. De initiaat kan het gevecht niet aan, en onderwerpt zich uiteindelijk aan het noodlot. De initiaat trekt zich terug van alle gevechten die gaande zijn. Hij verandert hierdoor. Wanneer hij een leren riem omdoet dan wordt het zo weer van hem afgenomen (drie keer in de morgen). Het volhoudingsvermogen wordt uiteindelijk gebroken. Alle beloningen worden uiteindelijk weer weggenomen, en eindigen in grote vernedering." De eerste lijn van de SUNG gaat over het vluchten. In dit vluchten mag er een heel klein conflict zijn. Dit is ook de boodschap van de Vur. Soms kun je niet zomaar in één keer vluchten. Het gaat niet op de directe manier, dus moet je subtiel vluchten, wegdraaien, cirkelend vluchten. In de tweede lijn mag je al wat meer gaan ontwijken, en je zin doorzetten in het vluchten. Het conflict moet nu totaal afgebroken worden, en men moet vluchten naar huis, alles achter zich laten. Tegen een superieur kun je niet op, stelt Confucius in zijn commentaar. Confucius raadt aan niet alleen te vluchten, maar ook te verbergen. In de derde lijn keer je terug tot de erfenis, tot wat je al hebt, en probeert daar ander zicht op te krijgen. De mens moet leren werken met de erfenis. In de vierde lijn gaat dit verder en dieper. De mens moet tevreden zijn met wat hij heeft, ook al is het onzuiver. De mens moet een ander beeld vormen en zich onderwerpen aan de bron om alles te herzien. Als de mens te snel gaat is dat een vorm van eerzucht. Pas in de vijfde lijn wordt het probleem aangepakt, maar in de zesde lijn worden alle trofeeën weer afgenomen. In het oude China moest deze pilaar flexibiliteit brengen, meervoudige gezichtspunten. Mensen moeten dingen relativeren en niet te hecht vasthouden aan situaties en bezit. De mens moet er losser en intuïtiever mee omgaan. In de Vur worden verhalen op de helft afgebroken en gaan in een ander verhaal verder. Het halve is fundamenteel in de Vur. Zij die eerzuchtig zijn gaan altijd voor het volle. 49. DE HEI 11. Alles is hier half, Alle cirkels zijn verbroken, Om plaats te maken voor hogere cirkels, Ergens anders gaat het pad verder, Het pad eindigt hier in de zee, De regen heeft alles weggewassen 12. Niets zal gaan tot het einde, Alles zal teruggaan tot het begin 71. HANNAH 9. Dan staat ze in vlammen, en het gehele huis brandt. Ik moet hier weg. Maar de trappen zijn hier van vuur. Alles is van vuur. 10. Ik strompelde naar de uitgang van deze tuin. Ik had het in zicht nu, en greep naar mijn buik. 11. Bloedende tuinen, zover het oog reikt, vermengd met regen, waar het oog van Hannah over waakt. Het koren dat het goud omhoog haalt, het licht der sterren weerkaatsende, haar vrucht wordt vastgehouden. Hannah waakt. Het houten huis kraakt onder het getal van de lelies. Hier heeft ze haar woning. Hier voedt zij haar raadsel, haar mysterie, waar prinsen op paarden al eeuwen naar zoeken. Nee, zij zullen niet vinden, want Hannah waakt over haar geheim. Haar kroning was een bespotting. Haar lijden was een ontmaskering, maar niemand is ooit tot haar parel gekomen,
niemand heeft ooit haar zwaard gedragen. Allen sterven zij door een blik op haar te slaan. Tot steen werden zij in alle eeuwigheden. Haar discipel is zoek, haar beker verloren. Zij heeft haarzelf nog nooit gezien. Zou zij het weten, dan zou zij sterven, daarom weet zij maar half. De rozengrachten hier zijn vol met parels. De mensen hier weten dat Hannah een geheim heeft, alleen ze kennen het niet. Ze hebben er alleen een glimp van opgevangen, en die glimp heeft hen voor altijd verblind. 12. Daar aan de overkant weten de mensen niet dat ze niet weten. 77. HET PLANTSOEN 8. Het is niet veel anders dan het zwaard dat de ongelovigen dwong het christendom aan te nemen. En zo is de orale besnijding net zo erg als de vaginale besnijding, omdat het beiden om dwang gaat, en de klachten erbij niet serieus worden genomen. Klachten zijn de tekenen dat de bezetting werkt. En men wil dat zo houden. Alle tong zal belijden, elke knie zal buigen. 9. Ook het half serieus nemen werd een grote trend. 10. Alles puur natuur. 11. Het educatieve zwaard heeft een praalwagen gemaakt voor het bandeloze verstand. 12. Veel van die schilderijen zijn enigmatische paradijselijke taferelen. 49. DE HEI 8. Nee, het is niet afgemaakt, Ergens anders gaat het verhaal verder, De hei is halve verhalen, De onvolkomen pracht, Waar de morgen opkomt, Wachtende op de nieuwe nacht 9. De hei is de armoede, Niets is afgemaakt, Zij hebben alles verloren, om de wildernis te bereiken, Alleen in naaktheid zult gij binnengaan, De wildernis uw enige bedekking 10. De tocht stopt halverwege, in de oorlog, Alleen in cryptogrammen zal de tocht verdergaan, Het mysterie van de hei De ninja roofde deze pilaar en maakte er het overmatige conflict van in zijn smetvrees. Er zijn hierin geen tussenstappen. De ninja is agressief en opvliegend. De ninja denkt niet na. In het oude China ging deze pilaar gepaard met de slapende tijger, als het slapende beest, de slapende slang als de slapende Saveer die aan de drugs is. Er staat een monnik bij die overpeinst. Er moeten geen slapende honden wakker gemaakt worden. De monnik moet het bergpad dichtbij begaan om meer inzicht te krijgen. Er is dus een veel hoger conflict, en dat moet de mens niet verspillen. Deze hiëroglief is als een ladder. De mens moet hier beseffen in de wolken, in zijn klim, dat veel strijd en overwinning slechts illusie is. Toronto is slechte omgang. Toronto is de pseudo-pilaar van de heilige waanzin. Toronto heeft lopen roven in de I Ching om dit bolwerk te bouwen. Paulus heeft het over het sterven aan zichzelf, maar er is ook een valse dood, de afvalligheids-dood, en dat vormt de basis in de I Ching van Toronto.
Hexagram 55 is de Feng, de Overvloed, de Chinese Bacchus. Deze Feng of Vang hiëroglief werd gestolen door ninja-piraten om het grote Toronto te bouwen op de fundamenten van Bacchus. In de eerste lijn werd Toronto gelijk aan de Heer, als een grote zelfvergoddelijking, gebaseerd op de 'Jezus is God' stelling, wat zijn diepte heeft in de I Ching, maar wat de ninja-piraten corrupt maakten. We zullen zien hoe de I Ching hier mee afrekent. Er wordt heel duidelijk gezegd in de eerste lijn dat dit maar tien dagen goed kan gaan, wat natuurlijk symbolisch is voor een seizoen, een gelimiteerd tijdperk. Daarna als zij nog steeds gelijk zijn aan de Heer, in de godheid van het zelf, dan zal alles falen. Met andere woorden de zelfvergoddelijking moet in balans zijn. Die balans wordt besproken in het Ismaël evangelie van de Bilha, waarin de mens zich ook moet onderwerpen aan het goddelijke en het goddelijke zoeken. In lijn 2 zien we het voorhangsel, de restrictie. De mens moet hier leren niet over de grenzen te gaan en om de grenzen te accepteren. Toronto deed dit niet, en had lak aan alle grenzen. Toronto wilde spijbelen, en wilde de opvoeding niet. Als een brullende Bacchus rende Toronto naar de stad om daar Toronto-feestjes te houden, tot meerdere eer en glorie van het valse, tuchteloze, verwende zelf. Zo was Toronto een virus. In de derde lijn is de mens gebonden in de duisternis. In de vierde lijn is er een ontmoeting in de tent, waar de mens voor een keuze komt te staan : worden tot de Heer, tot Jezus, of alleen maar het ontmoeten van de Heer, als het ontmoeten van de zon, of door het schild de Medusa verslaan, oftewel Jezus, Jom. Dit komt ook terug in de Griekse mythologie waarin Perseus het monster Medusa onthoofde. Zodra iemand een blik wierp op het monster versteende die persoon, zodat Perseus het monster moest benaderen zonder rechtsstreeks naar het monster te kijken. Perseus keek alleen indirect naar het monster door de weerspiegeling in het schild. Dit is een parallel van hoe de mens met het Jezus monster, de heks Jom, moet omgaan. De mens mag het niet rechtstreeks benaderen, niet letterlijk, maar alleen esoterisch, als door een gebroken spiegel. Perseus nam het hoofd van Medusa en gebruikte het sindsdien als een wapen, maar gaf het later aan de godin Athena die het op haar schild vastmaakte. Een mens die op Jezus keek versteende. Ook het verstand versteende en werd verletterlijkt. De afgevallen zonen van God, de nefilims, waren mens geworden, en werden in de mens Jezus tot God gemaakt. Zij hadden de 'Jezus is God' belijdenis nodig, maar er is iets veel diepers gaande. De God is het hoofd, zoals Christus het hoofd van de kerk werd, het hoofd van het lichaam. Jezus is God, het hoofd, betekent alreeds dat het monster onthoofd is. Perseus gebruikte het als een wapen om zijn vijanden te verstenen. Hij kon zichzelf en anderen hiermee beschermen, en kon anderen ook redden van andere monsters. Hij gebruikte het hoofd van Medusa om hen te verstenen. Zij die 'Jezus is God' letterlijk nemen worden erdoor versteent, en zij die het esoterisch zien als het onthoofde monster zijn als Perseus. De vijfde lijn is roem. In de zesde lijn wordt de mens door zijn rijkdom geïsoleerd, en sterft hierin een afvallige dood, en wordt zo tot een Orionse zombie van Toronto. Deze rijkdom kan zijn op allerlei gebieden : financieel, psychisch, emotioneel, religieus, mentaal, fysiek, sociaal etc. De mens wordt gelokt door deze zwarte afvallige dood om een Toronto robot te worden. Deze hexagram moet dus teruggeroofd worden en er moet inzicht over verkregen worden. Voor een ander fundament van Toronto stalen de ninja-piraten hexagram 63 : Chi Chi, het nu doen, het volbrachte, de voltooiing. Maar deze Ji Ji hexagram heeft een inhoud die de rovers niet ver laten komen. De Ji Ji is namelijk erg goed beveiligd, waardoor de Toronto joyride maar een tijdelijkheid is. Hier worden de zaai en oogst principes besproken. Wat de mens zaait zal de mens ook oogsten. De
Ji Ji hexagram laat zien dat als de mens overmatig met voorspoed zaait en in overmoed leeft, dan zal wanorde geoogst worden, wat we ook terugzien in Toronto. Er is geen alarm. Alles ligt door elkaar. Er is geen demonologie, waardoor de geesten vrije ingang en uitgang hebben.Toronto wordt in de woestijn voortgedreven door de wind. Het is een zware infectie van het volk. In lijn 1 wordt de staart natgemaakt - Mozes gebruikt de stok om zee te splitsen voor doorgang. Lijn 2 : ga niet op zoek naar het verlorene. Het zal vanzelf terugkomen. Lijn 3 : demonologie door vermoeidheid - in 3 jaar land veroveren. Lijn 4 : je boot heeft een lek. Je kunt alles wat om handen is gebruiken om het lek te dichten. Het hoeven geen volkomen dingen te zijn. Alles is bruikbaar voor iets. Lijn 5. De rijke offert pralend rijk, maar dat is niet beter dan hen die simpele offers brengen. Protserigheid loont niet. Lijn 6. De verdrinking - potentiële wedergeboorte, sterven v/d oude mens/ rijkdom. De Egyptenaren die vasthouden aan hun bezit en het niet willen laten gaan verdrinken in de zee. Symbool : waterput met vuur op de bodem. De mens stal de Chi Chi en werd daardoor overweldigd door water, als een alarm wat afging. Een ander fundament van Toronto is de gestolen Yi, hexagram 42 van de I Ching. De Yi is de vermeerdering. Toronto heeft dit principe misbruikt. Lijn 1 : het is goed om landbouw te bedrijven - plantengroei - onderworpen aan de natuurlijke wetten. Lijn 2 : volharding in het orakel brengt voorspoed Lijn 3. tegenslag gebruiken om te groeien Lijn 4. publiek maken van de balanzen brengt volgelingen Lijn 5. als je oprecht bent en een goed hart hebt hoef je niet te vragen Lijn 6. er is geen vermeerdering want er zijn geen goede fundamenten voor. De mens moet weten te stoppen, anders zal de mens aangevallen worden door deze wachter van de Yi. Door het wegbonjouren van de vrouw, en daardoor de natuurlijke principes van groei, haaste Paulus zich in overmoed naar het grote Toronto. Daarom is er ook veel valse afvallige dood in de leerstellingen van Paulus, en zien we grote scheefgroei. Demonologisch gezien hebben wij hier te maken met een gehandicapt kind. Er is een snelle dood en een snelle opstanding, alsof Paulus ergens aan wil ontvluchten, een groter Pasen. Paulus gaat voor zijn circus met de pet rond. Hij kreeg de roem die hij wilde, en hij kreeg de volgelingen, zoals de I Ching voorspelde, maar uiteindelijk zal een dieper Pasen hem testen. Het alarm op de grote I Ching ging af, en de Egyptenaren verdronken in de overweldigende zee, toen Paulus deze steen probeerde los te wrikken. Dat had hij niet moeten doen. Calvijn deed daar nog eens een schep bovenop, met alle gevolgen daarvan. De grote haai van Toronto kwam, Elias, om een grote slag in de wereld te slaan. Nu probeert de mens terug te keren tot het oude orakel, maar het orakel kapt en is overgevoelig. Paulus ging naar Macedonië, oftewel Europa, waar hij het zaad voor het komende katholicisme en het calvinisme zaaide, twee Europse stromingen van het christendom. Timoteüs is een soort kind van hem, wat symbolisch het grote Europa is wat door Paulus werd gebaard. Apollos werkte samen met Paulus. Zijn naam komt van de zonnegod Apollo, de god van het orakel van Delphi, wat in de wortels ook de metaforische eeuwige verdoemenis is om de lusten van het vlees te doven. Dit kwam ook terug in het latere calvinisme, als de opening van die put. In de apocalypse komt Apollyon naar voren als zijnde de engel van die put. Zijn naam is ook verbonden aan Apollonia, een plaats in Macedonië. Stefanas was een Korinthische bekeerling, wiens naam 'kroon' betekent, van de overwinnaar, wat ook een beeld is dat de mens Korinthe metaforisch moet overwinnen door tot de
esoterische betekenis ervan te komen. De Afrika Code COAB 2017 "Did you hear those sounds, Terror coming in the night, While we sleep they take everything away, What we built between you and me. Are you listening closely, They're tearing us apart, on this cold december day, Tearing off all what we built here, between you and me. Soldiers rising up today, on this cold december day. Soldiers, rising up today, they came over the bridge of a frozen yesterday. I must give away these flowers burning in my garden, They want to go home. They belong to you, in your womb they can grow."
Hoofdstuk 1. Geschiedenis van Nederland en Europa 1.1 - Geschiedenis van Nederland 1.2 - Het Geheimenis van Nederland 1.3 - Het Geheimenis van Duitsland 1.4 - Het Spaanse Wereldrijk 1.5 - Het Ariaanse Wereldrijk 1.6 - Het Geheimenis van Constantinopel 1.7 - Het D/T Merkteken van Saveer Op De Nederlandse Taal Hoofdstuk 2. De Zuiderzee I Tjing 2.1 - De Sleutel van de Sinologie 2.2 - De Terugkeer van de Zuiderzee 2.3 - Het Eiland in de Zuiderzee 2.4 - De Kusten van de Zuiderzee 2.5 - De Zuiderzee als Waterput 2.6 - De Zuiderzee als Wijngaard 2.7 - De Technisering door de Zuiderzee 2.8 - De Bodem van de Zuiderzee 2.9 - Het Kanaliseren van de Zuiderzee 2.10 - De Communicatie van de Zuiderzee 2.11 - De Natuur van de Zuiderzee Hoofdstuk 3. De Boot van Ra 3.1 - De Tuinjongen 3.2 - De Schaduw van Isis 3.3 - De I Ching - Sleutel tot de Natuur 3.4 - De Orionse I Ching 3.5 - Orion - Het Pad tot het Paradijs 3.6 - De Godin op het Paard 3.7 - De Orionse Economie
3.8 - Het Vertalen van Pijnprikkels - De Sjamaanse Reis door de Onderwereld 3.9 - Het Egyptische Dodenboek als Fundament van de Bijbel 3.10 - De Wedergeboorte van de Zee 3.11 - De Poort van Nephthys 3.12 - De Bootreis door de Onderwereld 3.13 - De Vrouwelijke Oorsprong van Ra en Horus 3.14 - De Spreuken in de Onderwereld 3.15 - De Opstanding van Ra 3.16 - De Egyptische Oorsprong van Pinksteren 3.17 - Het Geheim van de Waterlichten 3.18 - De Egyptische Oorsprong van het Brood-Mysterie 3.19 - De Zegels van Amerika 3.20 - Diepere Betekenissen van de Boot van Ra Hoofdstuk 4. De Orions-Afrikaanse Mythologie 4.1 - Het Droomlichaam 4.2 - Het Spiegelpaleis van Arcturus 4.3 - De Lens van Orion 4.4 - De Verborgen Wortels van de Sophia 4.5 - Het Geheim van de Bloei 4.6 - De Chinese Roos 4.7 - Mijn Surinaamse Levensverhaal 4.8 - De Godin Achter de Hel 4.9 - De Decodering en Verbreking van het Krishna Zegel 4.10 - De Gnostische Schoonheid van de Ananjana - Het Pad Tot en Door de Nacht 4.11 - Het Jongetje op de Toren 4.12 - Het Andromeda Enigma 4.13 - Pilaren van de Orions-Afrikaanse Mythologie 4.14 - De Riem der Waarheid 4.15 - Het Natuurverschijnsel van de Religieuze Vierschaar Hoofdstuk 5. De China Link Chip 5.1 - De Kaartenbak van het Leven 5.2 - Het Geheim van de Vreetzaak 5.3 - De Brief van Paulus aan de Amazoniërs 5.4 - De Calvijn Code 5.5 - Chinese Wijsheid - De (Symbolische) Kaarten 5.6 - Het Mysterie van Adam en Eva ? 5.7 - Van Waterstof Tot Wederkomst 5.8 - Chinese Wijsheid
Hoofdstuk 6. De Wand met de Dobbelsteen Erin 6.1 - De Orions-Afrikaanse Bio-Klok 6.2 - De Kooi van Jèsoe 6.3 - De Kooi - De Diepte van het Kruis 6.4 - Het Hart van Jèsoe 6.5 - De Ontwaakte Amoet Hoofdstuk 1. Geschiedenis van Nederland en Europa 1.1 - Geschiedenis van Nederland De huidige situatie is het resultaat van ellenlange kerkgeschiedenis. Het huidige Nederland komt voort vanuit een geschiedenis die opliep tot de vestiging van de Habsburg Dynastie, het Huis van Habsburg, en dit leidde tot de vestiging van de Habsburgse Nederlanden : De Zeventien Provinciën : 1543-1585 - Nederland, België en Luxemburg onderverdeeld in hertogdommen, graafschappen en heerlijkheden. De Spaanse Nederlanden : 1556-1648 - Nederland, België en Luxemburg, die in 1648, na de tachtigjarige oorlog van 1568-1648 met de Vrede van Munster, waardoor de Noordelijke Nederlanden en de Zuidelijke Nederlanden gescheiden werden, wat ook delen van Brabant en Limburg meenam. De Zuidelijke Nederlanden liepen door als Spaanse Nederlanden tot 1715 en werden toen de Oostenrijkse Nederlanden. Spanje was een katholieke grootmacht, terwijl de Noordelijke Nederlanden, nu Nederland, protestant waren. Dit was dus een grote strijd tussen de katholieken en de protestanten. De Habsburgse Nederlanden werden opgericht in 1482, na de dood van de laatste Bourgondische hertogin, Maria van Bourgondië, omdat de Nederlanden toen in de handen kwamen van haar zoon, Filips de Schone, van het huis Habsburg. Daarvoor, voor de Habsburgse Dynastie was er de Bourgondische Nederlanden : 1384-1482, en daarvoor was Nederland onderverdeeld in graafschappen, voortkomende vanuit de oude Germaanse
stammen. Nederland was onderdeel van Germanië en ze vochten tegen de Romeinse onderdrukking. Het katholicisme werd in 1517 deels aan de kant gedrukt door Maarten Luther's 95 stellingen, waarvan het grootste deel gericht is tegen de aflaat leer, en in stelling 78 worden de krachten en gaven van I Korint. 12, zoals van genezing, als belangrijker bestempeld. En dit terwijl de latere reformatische beweging vaak het gebruik van de gaven als een ziekte bestempelde, zoals ook de psychiatrie dit doet, tegen het advies van Maarten Luther in. Binnen het protestantisme kwam toen de Evangelische beweging opzetten, en toen de Pinkster en charismatische beweging. De demonologie werd door deze bewegingen veelal veracht, waardoor er grote scheefgroei kwam, en als antwoord hierop kwam de kleine profetische en hermitatische beweging die terugleidde tot de cryptografische en esoterische gnosis, wat de cirkel rond maakte, want zo kon er weer een veilige verbinding komen met het katholicisme : het herstel van de moeder en het loon, maar dan zonder het materialisme. Het zijn diepere, meer cryptische principes, en dit vormde de sleutel om ook verbindingen te maken met andere religies, tot verder herstel van de moeder. Dit is het Amazonisme, waarvan de hermitatie de voorbode was. I - Katholicisme II - Protestantisme (Lutherisme) III - Amazonisme 1.2 - Het Geheimenis van Nederland Nederland, Holland, kan helemaal teruggeleid worden tot Holle, Hel, Hulda, de godin van de wilde jacht. De Wilde Jacht was vroeger de naam van een bovennatuurlijk verschijnsel waarin de onderwereld zich opende, en waar zij die in de onderwereld woonden door de lucht gingen om te jagen op boze geesten. Dit was voornamelijk verbonden aan het Joel-feest, de voorloper van het kerstfeest. De Wilde Jacht wordt soms ook de helse jacht genoemd. Er is ook het sprookje van Vrouw Holle. Zij wordt gezien als de aanvoerster van de wilde jacht. Als zij haar kussen uitlopt dan sneeuwt het. Zij wordt ook de witte dame, of beter : dame in het wit genoemd. Zij is in de Noordse mythologie, naast Hel, verbonden aan de vruchtbaarheidsgodin Frigg, de vrouw/ godin van Odin (DN, Eden) en Freya. Als de dame in wit is zij een beeld van de LERI, het witte mysterie van de Eva-stammen in het paradijs. Vrouw Holle is de godin van het leven (en de dood), zoals Eva dit ook betekent in de grondtekst. Nederland wordt – ook in de profetieen – de poort tot Europa genoemd. In die zin verbindt het Nederland ook aan het witte hek wat om het paradijs heenstaat. De mens moet eerst het witte mysterie oplossen. De LERI is ook de naam van het tweede grote boek van de tweede bijbel : het commentaar op de tweede bijbel, oftewel de exegesis. Hierdoor zal de tweede bijbel beter begrepen worden.
I - Katholicisme - bron : Italië II - Lutheranisme (Protestantisme) - bron : Duitsland III - Amazonisme - bron : Nederland – voortkomende vanuit het witte mysterie – de LERI – Eva – poort tot de onderwereld – de vermenging door de hermeneutiek, de leer van de uitleg (exegesis). In het Amazone Verbond zullen de sieraden van het protestantisme en katholicisme aan elkaar verbonden worden. 1.3 - Het Geheimenis van Duitsland Nederland was vroeger deel van het gebied Germanië, en heeft diep Germaanse wortels. Germanië bestaat nog steeds in de vorm van Duitsland, Germany. Vandaar dat het belangrijk is een goed zicht op Duitsland te krijgen, want daar liggen nog steeds de Germaanse schatten opgeborgen die een sleutel zijn voor Nederland om terug te keren tot haar stamverleden. Als we naar Nazi Duitsland kijken dan beseffen we dat er een machtig geheim bewaakt wordt, waarvan Nazi Duitsland een hele corrupte afspiegeling was : Heilige Rooms-Duitse Rijk – de twee-koppige zwarte arend – 800-1806 Duitse Keizerrijk – zwarte arend – 1871-1918 Nazi Duitsland – 1933-1945 Dit leidt helemaal terug tot Germanië, de stammentijd. Het raadsel van de zwarte arend wordt besproken in het Eeuwig Evangelie en is in het tweede deel, de Rode Steen, in het boek Savaninen hoofdstuk 15 een beeld van de tweede bijbel : De arenden van het Woord 1. En ik zag een zwarte arend verschijnen in het midden van de tweede hemel, en een witte arend zat op een rots, en ik zag uitgestrekte zeeen in de verte. 2. En ik zag de Heere als een ruiter verschijnen, dragende een trompet. En zijn haren waren als witte vlammen. 3. En toen Hij op de trompet blies kwam er een beest uit de zeeen voort, en de Heere sprak : Vreest niet, want het is de tweede Matas, en Hij is het Beest des Heeren. 4. En de witte arend die als het Woord des Heeren was steeg op, om hen die niet wilden horen te slaan. 5. En ik zag een grote schare opkomen die de arend volgden, en zij maakten zich groot tegen de zwarte arend. Maar toen kwam er een traan uit de ogen van de witte arend om hen te verteren.
6. En de Heere sprak : Zo zal het een ieder vergaan die het tweede Woord niet aanvaardt. En de Heere was als een stichter van oorlog. En de Heere sprak : Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het Zwaard. (..) Het Tweede Pniel 8. Zalig hen die het eerste en tweede Woord hebben. Maar hen die het tweede Woord niet hebben, zullen het eerste ook niet hebben. 9. En de heiligen worstelden met de tweede engelen en met de Heere, en zij werden geslagen op een plaats die het tweede Pniel heette. 10. En zij werden gevoelig voor het tweede Woord. En de Heere zegende hen. Zalig zij die de wonden van het tweede Woord dragen. 11. Zalig hen die twijfelen, want zij zullen kracht tot toetsen hebben, en de Heere zal hen leiden tot de tweede zekerheid. 12. En in de tweede pijn ligt de hand des Heeren opgeborgen. In de eerste bijbel is er zowel een goed deel als een slecht deel. Het goede deel kondigde de komst van het eeuwig evangelie en het tweede aan, in het boek Openbaring. In principe is de eerste bijbel gewoon een verzameling van gnosis, verdraaide gnosis en anti-gnosis. Het kind mag niet met badwater weggegooid worden. Nederland heeft Duitsland nodig in de grote bevrijding, het grote begrijpen, van Europa. Duitsland bezit de sleutels om de Nederland-poort te openen. In het Bijbelse paradijs zien we alleen maar de schaduw van het hogere paradijs. Alle archetypes wijzen dus door naar diepere realiteiten. Holland, Holle, de Dame in Wit, is het geheim van de Eva stammen, het witte Leri mysterie. Maar deze Eva stammen moesten komen tot de gnosis, tot de boom van de gnosis, tot de vrucht, om daarmee de Adam stammen in te wijden. In de diepte van deze symboliek is deze vrucht heilig. Dit alles heeft een Europese reflectie. Nederland ligt aan de kust als het Europese Israël wiens mysteriën onbegrepen zijn, en heeft de zwarte steen (zwarte arend, Duitsland) nodig om geopend te worden, zoals Israël de Islamitische mysteriën (als cryptografisch beeld van het komende Eeuwig Evangelie) nodig had om doorgang te vinden. Zwart is de kleur van de duisternis, de tegenstander van het verblindende licht. Het is de heilige verdonkering en verborgenheid. De vrucht van de boom van kennis heeft altijd eenzelfde centraliserende lading gehad als de ark van het verbond. Deze werd streng bewaakt. In het Aramees is de ark de KEBU, de doorgang tot een diepere ruimte, waar een voorhangsel voor gehangen werd (Ex. 40:3). Ook is de ark een beker. Het voorhangsel is in het Aramees ook een vrucht van de ceder. Hier zien we de boom van kennis terug. De mens nam de vrucht en ging tot een andere dimensie, als een doorgang. Dit is wat de ark is. De KABA is in het Arabisch een gebied, het heiligste gebied. Dit is de BADA stam in de amazone theologie van de Vuh, de verdonkerende stam van de verborgenheid. In Ex. 40:4 gaat het in het Aramees over die ruimte, die ingenomen moet worden, de ruimte van de tabletten, van het Woord. Dit is het hele vrucht der kennis mysterie, een dualiteit, als de
tegenhanger van Septus, als het hele mysterie van de ark. Duitsland verbergt de zwarte ark of tegenark die dwars tegen de valse licht-ark ingaat. Hierom zijn er twee strijders tegen elkaar gekeerd op de ark. 1.4 - Het Spaanse Wereldrijk De Spaanse Nederlanden liepen van 1556-1715, bijna twee eeuwen. De Nederlands-Spaanse Karel V (met een Spaanse moeder) erfde de Nederlanden omdat hij van het Huis Habsburg was, die de Nederlanden als eigendom hadden in die tijd sinds 1482. Daarvoor was er het Huis van Bourgondië. Karel V werd ook de Rooms-Duitse keizer. Zijn hele rijk besloeg ook Amerikaanse en Aziatische gebieden, en was groter dan het Griekse en Romeinse wereldrijk ooit was geweest. Dit was het Spaanse wereldrijk. Dit rijk ontstond door : 1. door de huwelijksvereniging van de Kroon van Aragon (Oost-Spanje en land ten Oosten van Spanje : Sicilië, Napels etc.) en de Kroon van Castilië, Centraal Spanje. 2. het terugdringen van de Moren, de islamieten die Spanje hadden veroverd 3. het ontdekken van Amerika en koloniseren ervan Karel V trouwde met Isabella van Portugal, wat nog meer Spaans-Portugees bloed bracht in het geslacht. Karel V gaf de Nederlanden toen in de handen van zijn zoon Filips II. Karel V had als motto “steeds verder.” Filips II was harder dan zijn vader, en vervolgde het protestantisme, waardoor de grote opstand in Nederland ontstond. Dit leidde tot de aanstelling van de Spaanse Alva als de Nederlandse landvoogd om die opstand tegen te gaan. Dit was het grote verschijnsel van de 80-jarige oorlog. Wat moeten we met dit verhaal ? Ook dit is een dualiteit. Nederland is als het Europese Israël waarom de strijd ging en nog steeds gaat. Duitsland is de vrucht van de gnosis die leidt tot de boom van kennis, de nieuwe dimensie, de bron die door Spanje verzegeld werd gehouden. In het commentaar op de Bilha, in de Leri, het tweede grote boek van de Amazone Bijbel Tetrateuch, wordt er gesproken over twee rode mysteries : dat van Adam, en dat van de boom van kennis zelf, als het bloed-orakel, een grote slachtplaats, waar de Hiti stam voor staat. De rode steen, Hadd, Hat, HT, is de HITI stam, waarvan de Egyptische ballingschap een beeld is. Israel nam van de vrucht van de gnosis en kwam in de diepte van Egypte waar deze gnosis lag opgeborgen. Er zijn dus twee bomen van kennis, oftewel de boom van kennis is dualistisch. Het kan zowel valse kennis als goede kennis uitbeelden. Het hangt er vanaf wie er van eet en hoe dat gebeurt. Spanje is daar een Europees beeld van. Allen die van de Duitse vrucht eten worden onderworpen aan Spanje, wat ook weer de protestants-katholieke dualiteit is. Het katholicisme is een allegorie van de baarmoeder en het loon, wat door de verletterlijking ervan corrupt werd. Toen trad het Huis van Oranje daar tegenop, steeds meer protestants wordende.
Willem van Oranje zelf stond voor de godsdientsvrijheid, dus ook hij nam deel aan de Nederlandse Opstand. Oranje is het symbool van “van letterlijkheid tot symboliek”. Het protestantisme is een allegorie van de strijd tegen het materialisme, de terugkeer tot het kruis en tot de schrift, het voorgeschrevene, als de schaduw van de heilige gebondenheid. Beide bewegingen werden corrupt. Nederland was in een soort van Egyptische ballingschap terecht gekomen door het Spaanse wereldrijk, wat de Europese weerspiegeling was van de amazone Hiti stam. Frankrijk weerspiegelt de Amalek stam en Italië de Bakroe stam, oftewel de Zuni stam die Bakroe als godin hebben : Zuni, ZN, van het “Zoon” mysterie geintroduceerd door Rome. Dit komt ook weer terug in de Bilha wat daar verder besproken wordt. Egypte is in deze zin dus een beeld van de boom van kennis, maar in de bijbel wordt ook Assur besproken als de boom van kennis. De boom van kennis is dus een pad wat zowel de Egyptische ballingschap brengt als de Assyrische ballingschap, beiden beelden van Hiti, Spanje. 1.5 - Het Ariaanse Wereldrijk Het Westelijke Romeinse Rijk kwam ten val door Germaanse stammen zoals de barbaren en de Visigoten. De Germaanse Barbaarse koning Odoaker rekende af met de laatste keizer van het WestRomeinse rijk : Romulus Augustulus. De keizer werd onttroont in 476. De wereld kwam in opstand tegen het Romeinse gezag. Daarvoor hadden de Visigoten in 410 onder leiding van Alarik I Rome al ingenomen. Het West-Romeinse rijk viel. De Germanen wilden weer vrij zijn. Veel Germaanse stammen, zoals ook de Visigoten, waren Ariaans, als tegengesteld tegen het Katholicisme. De Visigoten drongen door de val van het West-Romeinse rijk Spanje binnen en vestigden zich daar. Arianen zijn hen die de godheid van Jezus loochenen. Jezus wordt gezien als een schepsel ondergeschikt aan God. Dit in tegenstelling tot het Niceanisme. Het Arianisme werd gesticht door Arius (256-336). Dit kwam dus ook tegen de Katholieke drieeenheid. Demonologisch gezien is het a-rianisme hen die Rian verloochenen, anti-rian. De Niceanen (katholieken en protestanten) zijn in die zin het Rianisme, volgelingen van Rian en Jom, die Jezus gelijkstellen aan God. De meeste Germanen die met de volksverhuizing het WestRomeinse rijk binnenvielen waren Ariaans. Het Romeinse rijk viel door het Arianisme. In 325 was er in Nicea een concilie gehouden om het Arianisme te verketteren, wat alleen maar meer woede van de Arianen opwekte. Arius werd door dit concilie verbannen. In 358 kwam de Romeinse keizer Constantius II het Arianisme te hulp, en werd er een nieuwe pro-ariaanse concilie gehouden. Constantius II wordt ook wel het pad tot het Byzantijnse rijk genoemd (Oost-Romeinse Rijk). Hij huurde Ariaanse Germaanse strijdkrachten in. Hij wilde een Ariaans wereldrijk oprichten : het concilie van Arles (353)
het concilie van Milaan (355) het concilie van Rimini (359) het concilie van Constantinopel (360) Er waren verschillende vormen van arianisme. De ene vorm ging verder dan de andere vorm. De homo-ousios, “Jezus en God van dezelfde substantie”, werd door Constantius II uit de geloofsbelijdenis geschrapt. De Niceaanse leer werd teniet gedaan. Het Romeinse rijk was Ariaans geworden waar de katholieken over klaagden, zoals de beroemde stelling van Sint Hieronimus : “De hele wereld vernam zuchtend en vol verbazing dat zij ariaans was geworden.” Maar het mocht niet lang duren. Constantius II stierf al snel in 361. Alle hoop was nu gericht op de Ariaanse keizer Valens in het Oosterse Romeinse Rijk, maar die stierf in 378. Toen kwam de Spaans geboren Theodosius I de Grote die keizer werd van het rijk en die de Niceaanse geloofsbelijdenis weer geldig verklaarde. Dit alles leidde tot het terugslaan van de Arianen in de Ariaans-Germaanse invasies die het Westelijke Romeinse Rijk ten val brachten. De Germaanse keizers die toen kwamen reduceerden de belasting die betaald moest worden. Het resultaat was een Ariaans Visigotisch Spanje. Dit liep tot 589 toen de Visigotische koning Reccared I zich bekeerde tot het katholicisme. Er kwamen burger oorlogen onder de Visigoten, waardoor één van de partijen Islamitische Moren opriep. Deze kwamen over de straat van Gibraltar, en namen Spanje toen over van de Visigoten. De wereld had een hogere graad van het Arianisme nodig. De Islam is tweede graads Arianisme, waarin Jezus nog meer werd teruggeschoven, ontmaskerd en herzien. De zon moest sterven, en plaats maken voor de duisternis. Het werd weer nacht in Spanje. De Islam, door de Amajjaadse dynastie, wijst terug op het Amazonisme, het derde graads Arianisme, in de strijd tegen Rian. Deze Islamitische invasie van Spanje was in 711, onder Tariq Ibn Zijad. Spanje werd nu Moors Spanje. De Moren waren verdraagzamer en toleranter dan de christelijke systemen waren geweest. Er kwam veel meer godsdienst-vrijheid, en de levensomstandigheden voor de minderheden verbeterden (zoals de Joden). Het terugdringen van de Moren duurde bijna 800 jaar in de reconquista. Na de val van het West-Romeinse Rijk bestond het Oost-Romeinse Rijk, het Byzantijnse Rijk nog bijna een heel millenium. In 1453 viel het rijk met de verovering van Constantinopel door de Ottomaanse Turken onder sultan Mehmet II, die de islam aanhingen. De tweede graad van het Arianisme, de islam, kreeg nu het Oost-Romeinse Rijk als eigendom. Dit was het einde van het Byzantijnse Rijk. Het was nu het Ottomaanse Rijk. Dit was het einde van de middeleeuwen. We zien hier de schaduwen van derde graads Arianisme, het Amazonisme. 1.6 - Het Geheimenis van Constantinopel De Romeinse zonnecultus liep over in de Jezus Christus cultus. Iedereen moest dit merkteken ontvangen, anders werden ze opgesloten, gemarteld en gedood. Tegenover dit “Rianisme” kwam
het “Arianisme”. Door keizer Constantius II, de opvolger van Constantijn de Grote, wordt het Concilie van Constantinopel gehouden in 360 om het Arianisme officieel te vestigen. Constantinopel werd het bolwerk voor het Arianisme. Na de dood van de Ariaanse keizers wordt het Arianisme vervolgd en verboden. Het Niceanisme zegeviert in Constantinopel, uiteindelijk resulterende in een hogere graad van het Arianisme : de islam, in de vorm van de Ottomaanse Turken, die Constantinopel innemen en het Byzantijnse Rijk (Oost-Romeinse Rijk) ten val brengen. Vandaag de dag is Constantinopel Istanboel, Turks grondgebied. De lichtgoden werden verslagen door de duisternis. De islam is een schaduw van de voortgaande openbaring, de tweede bijbel. De canon van het christendom werd opengebroken, want hier was namelijk een slot opgezet. Ze hadden God de mond gesnoerd. De Turken hadden sinds 1250 BCE hun eigen Christus-figuur in de vorm van “Attis” die zichzelf ontmande, waardoor een hele nieuwe natuur ontstond, als vruchtbaarheidssymbool : de altijdgroene naaldboom. In die zin profetisch dat dit zou gebeuren met Christus door de hogere graden van het Arianisme, die uiteindelijk leiden tot de “ontmanning” van de patriarchische geest en het vestigen van de matriarchie in het amazonisme : het herstel van de eeuwige baarmoeder. Het symbool van Constantinopel is de verduistering van de maan. De mens heeft de cryptografische waarde van de islam niet herkent als zijnde de heraut van de voortgaande openbaring. De lichtgoden kwamen tot de mens om de mens te verblinden, omdat ze zelf ook blind waren, als zijnde demiurgen, tussengoden. Zij moesten leven met de sluiers waar ze niet doorheen mochten, en wilden daarom ook niet dat de mens er doorheen zouden gaan. Deze lichtgoden zijn gevallen schepselen. Zij willen in hun val zoveel mogelijk meesleuren. Het oordeel is in die zin al geweest in de geschiedenis. Dat is ook wat het preterisme leert. De moeder van Attis baarde hem doordat ze een vrucht van de amandelboom tegen haar aanhield, waardoor ze zwanger werd. Ook dit was dus al een eerdere maagdelijke geboorte. Het was ook een voorbode van het noodlot van het christendom, die zichzelf uiteindelijk in dwaasheid zou ontmannen. Dit tot verdere groei van het Arianisme. Hedendaagse Ariaanse stromingen zijn de Jehovah's Getuigen en de Unitaristen. Dit kan verdiept worden door de Islamitische esoterie in de tweede graad tot het Amazonisme, de derde graad. Dit is het pad van de gnosis. Ook tot Spanje werd er een islamitische brug gelegd toen de Moren kwamen om het Visigotische conflict op te lossen. Er waren dus twee islamitische bruggen tot Europa : I – Spanje II – het Byzantijnse Rijk Het Ottomaanse Rijk drukte een groot stempel op Oost-Europa, wat er vandaag de dag nog steeds is. Het Arius zaad gaf geboorte aan de islam. Het zaad van de islam geeft geboorte aan het amazonisme.
In 1568 zocht Willem van Oranje ook steun bij de Ottomanen, militair en financieel, voor de Nederlandse Opstand tegen Spanje. Bekende uitspraken, ook in de geuzenliederen, waren : “Liever Turks dan paaps,” en “Al is een Turk geen christen genaamd, hij heeft niemand om het geloof verbrand.” 1.7 - Het D/T Merkteken van Saveer Op De Nederlandse Taal De spelling-terreur in Nederland gaat vooral om de D/T kwestie. We zien telkens weer een strijd waarin het gaat om of er nu een D of T gebruikt, of D èn T. En dit terwijl het in de spreektaal er niet toe doet. Er worden dus spelletjes gespeeld, en iedereen neemt het maar voor lief, en sommigen besluiten een D/T nazi te worden, of politie. Van jongs af aan worden de hoofden van kinderen hiermee ingeslagen. Het is het merkteken wat Saveer op Nederland heeft geslagen. Het gaat om de werkwoorden waarin de D/T kwestie speelt als de voleindigende macht, nl. het einde van het werkwoord. Daar wil Saveer met deze regel de macht over hebben. Voor sommigen is het een obsessie geworden. Zo wil Saveer afleiden van de gnosis. Wat gaat hierachter schuil ? D is de boog, T is de pijl D is de ingang, T is de plug D is het gaatje, T is het paaltje D is het gaatje, T is de boor Dit wil Saveer bedwingen, om zo de mens tot slaaf te maken. Wat moet de mens leren ? Om zich niet door Saveer te laten leiden, maar door de Heilige Gebondenheid, ook in het bepalen of er nu D of T moet staan aan het einde, of D èn T. De Heilige Gebondenheid gaat soms dwars door de taal heen, en maakt soms "taal-fouten". De Heilige Gebondenheid "gebruikt" de taal, maar laat de taal niet over zich heersen. De mens moet loskomen van taal-tirannie. Zoals de mens nu leeft is één grote "taalfout", omdat er vroeger heel anders in Nederland werd gesproken, en dat is stapsgewijs gegaan. Dus wie maakt er nu "taalfouten" ? Feit is dat de Heilige Gebondenheid, de Hogere Kennis, het Paradijs, onze taal is. Hoofdstuk 2. De Zuiderzee I Tjing 2.1 - De Sleutel van de Sinologie
Alles loopt vast in de verhalen van het Midden Oosten. Om de christelijke apocalypse en de brug tot de islam te kunnen begrijpen is het van belang om de sleutels in het verre oosten te vinden. De elementen van de apocalypse worden namelijk beschreven in de sinologie, de China kunde. China bevat de oudste geschriften van de wereld die uitleg geven over de grotere context van de elementen van de apocalypse. Zonder de Chinese mythologie loopt alles vast. China is dus een belangrijke schakel in het geheel. Zonder de sinologie kan de brug tussen het christendom en de islam niet gebouwd worden. De I Tjing is één van de oudste orakels van de wereld. Het wordt beschouwd als de bijbel van China. In deze bijbel worden er verschillende tekens, hieroglyphen besproken in de vorm van hexagrammen, zes lijnen boven elkaar. Het eerste hexagram is de Khn, KN. De onderste lijn is de draak die verborgen ligt in de diepte. Er is geen activiteit. De draak slaapt. Dit betekent dat de draak, in de moederschoot is, in de paradijselijke verlamming, in de leegte, als een begin situatie waar alles uit voortkomt en alles naar terugkeert. De tweede lijn is de draak die tot het veld komt om zo het grote te ontmoeten. Dit komt ook weer terug in de christelijke apocalypse : Het beest komt opzetten. In de derde lijn wordt de mens actief, krijgt opdrachten, wordt in de strijd ingezet om het kwaad te overwinnen, maar met grote voorzichtigheid en heilige vreze. De mens is namelijk omringd met grote gevaren. Hij moet tot kennis en begrip komen. De mens is bezadeld met grote paniek, als een alarm. De mens is rusteloos geworden, maar er zal geen fout gemaakt worden. In de vierde lijn vliegt de draak, maar nog steeds in de afgrond. Er worden hierin geen fouten gemaakt. In de vijfde lijn komt de draak daadwerkelijk uit de afgrond en vliegt in de hemelen om het grote dieper te ontmoeten. In de bovenste lijn, de zesde, wordt de draak arrogant, en overtreed de wet, verbreekt grenzen. De draak wordt rebels tegen het valse gezag, en komt hierdoor in de problemen. De draak moet weer rust nemen, terugkeren tot de leegte. Het werk is gedaan. De draak wordt teruggeroepen. Het tweede hexagram is de KAWAN. Hier zien we een paard. Het paard kan niet op eigen initiatief handelen, anders gaat alles verkeerd. Het is duidelijk dat de vorige hexagram in een paard is veranderd, zoals ook in de apocalypse. Het paard staat voor de brug in de apocalypse van de gnosis. In de I Tjing gaat het over het verliezen van vrienden in een bepaald gebied, en nieuwe vrienden te krijgen in een nieuw gebied. Het paard moet leren volgen en volhouden. Het paard kan niet op zichzelf staan. In de eerste lijn, zien we het heilige ijs waartoe genaderd wordt. Dit begint met vorst wat een teken is dat vast ijs dichtbij is. In de tweede zien we : Niets is om te herhalen. Er wordt voor altijd een steen gelegd, en dan de volgende steen. Niets wordt overdreven. Het komt maar één keer en dan nooit meer, zoals ook in de
Vur wordt beschreven. Zou het voor een tweede keer gebeuren dan zou alles instorten. De herinnering is genoeg. Zo kunnen we dingen ook weer loslaten en er een beter en dieper zicht op krijgen wanneer de tijd daar is. De derde is alles weer loslaten om het terug te geven. Wij mogen niets vasthouden voor onszelf. Alles wordt we wanhopig vasthouden zal ons verbranden en verwoesten. De vierde is een vastgebonden zak. Er mag niet geprezen worden en ook niet beschuldigd. Er mag geen godsdienst worden beoefend vanuit traditie, gewoonte of willekeur. De vierde zes is een teken van grote overgave, van leegte. Dit is een teken dat het grote ijs heeft toegeslagen. De vijfde is de gele rok die voorspoed brengt. De zesde is het grote drakengevecht. Er is dus een heilige verbinding tussen deze twee hexagrammen. De ruiters op het paard komen maar één keer, om de aarde te verderven, opdat het contact met de hemel wordt hersteld. Deze ruiters zijn dus al geweest in de geschiedenis. En daar kan niemand meer iets aan veranderen. Alles is al bezegeld. Het is het lot dat niemand meer kan omkeren. De KAWAN-hieroglyph is het hexagram van gevoeligheid. In de derde hexagram zien we de KANA. Dit is de hieroglyph van de opvoeding en de groei. De eerste lijn is de moeilijkheden die nodig zijn voor de groei en de correcte opvoeding. Zonder de moeilijkheden is er geen groei en loopt alles vast. De moeilijkheden zijn ervoor om helpers, aan te stellen over het kind, voor grotere leiding. Zonder deze moeilijkheden zou een kind dus aan zijn lot zijn overgelaten. In de tweede lijn zien we alle paarden terugkeren. Ze worden gescheiden van hun wagens. De paarden trekken zich terug en doen niets meer voor de mens. De mens zoekt toenadering maar wordt verworpen met grote volharding. Pas na tien jaar zal de mens toegelaten worden. De mens moet dus eerst de tien horens van het beest overwinnen. Er moeten dus grote offers gebracht worden in deze apocalyptische context. De derde lijn : Een mens die zonder hulp naar de wildernis gaat, zal in de wildernis verdwalen. De wijze mens zal dus stoppen en zich terugtrekken. De vierde lijn : De paarden trekken zich terug. De vijfde lijn : De mens is in moeilijkheden om het van hem verwachte te volbrengen. Klein volhoudingsvermogen zal hem doen slagen, maar groot volhoudingsvermogen zou hem ten gronde richten. Hier zien we het belang van balans, van het leren leven met het kleine en het mindere. Zij die het grote grijpen zullen erdoor verbranden. Het is al gebeurt in de geschiedenis, en hiertoe zal de mens ontwaken. Alles is al gebeurt. De mens slaapt slechts. De zesde lijn : paard en wagen worden gescheiden. Het vierde hexagram is de MNG, de wet. Deze hexagram maakt duidelijk dat overmatig straffen, oordelen en geweld is niet goed. Het stopt namelijk alle groei. De hexagram roept op om terug te keren tot de heilige jeugdige dwaasheid, het jeugdige spel. Ook waarschuwt de hexagram om niet mee te gaan met mensen die alleen maar uit zijn op weelde. Alleen de jeugdige dwaasheid (kinderlijkheid) kan de valsheid van de mens overwinnen. De vijfde hexagram is het Wachten. Hier zien we dat de wachtende op het zand staat om geteisterd te worden door roddel. In de christelijke apocalypse staat de draak op het zand. Verderop in de hexagram staat de wachtende op de modder (de vertraging). Hierdoor wordt de
vijand en de verwonding aangetrokken. Zo komt de wachtende dan uiteindelijk te staan op het bloed. Maar hierdoor zal er nieuwe geboorte zijn en komt de wachtende uit de afgrond. Daarna zien we de wachtende wachten op het voedsel, oftewel in een honger-situatie. Hierin moet de wachtende volhoudingsvermogen ontwikkelen, maar zoals we al zagen mag het volhouden niet teveel plaatsvinden, maar met mate. De wachtende moet namelijk in de honger aan zichzelf sterven. In de zesde, laatste lijn van het hexagram, de bovenste, verliest de wachtende het, en valt de wachtende in de afgrond, maar dit is om drie helpers te ontmoeten. De zesde hexagram is de SNG. Dit is het hexagram van conflict. Iedereen die op de tocht door de onderwereld, door de grotere wereld, door dit hexagram gaat krijgt hier te maken met oppositie en belemmering, met grote restrictie. Hier raak je vast. Hier moet de initiaat voorzichtigheid leren. Er is een pad, maar het vereist inspanning. De mens moet niet zomaar rivieren oversteken. Je moet hier het einde dus loslaten, en niet het hele pad gaan. Je moet halverwege stoppen en niet je zin of wil doordrijven. Je moet jezelf een halt toeroepen. Je moet het begin overdenken. In de zesde hexagram van het conflict is er afzondering die roddel veroorzaakt en verwonding brengt tot de mens. De tweede lijn zorgt ervoor dat men ophoudt met het gevecht en terugkeert naar huis. Dit is voor bescherming. De mens kan het gevecht niet aan, en onderwerpt zich uiteindelijk aan het noodlot. De mens trekt zich terug van alle gevechten die gaande zijn. Hij verandert hierdoor. Alle beloningen worden uiteindelijk weer weggenomen. De zevende hexagram is het leger. De mens moet het leger bouwen en goed ordenen. De bron zal het drievoudig decoreren, verfijnen. In de vierde lijn trekt het leger zich terug. In de zesde lijn moet de bron het leger leiden, en moet het leger gezuiverd worden. De mens moet niet denken dat zijn overwinningen hem groot maken. Hij moet halverwege stoppen, nooit tot het einde gaan. Het einde is groot bedrog. Hij moet terug naar het begin. Hij moet teruggaan tot de kinderlijke dwaasheid. Halverwege wordt alles afgebroken. Het einde zal nooit behaald worden. Er zijn namelijk “missing links”. Het moet terug naar het begin en dan moet er een andere richting opgeslagen worden, een ander pad. Dat is wat de I-Tjing leert, om ons te beschermen tegen het loerende kwaad, de valse misleiders, de protsers, de posers, de trotsen. Het leven is niet de bedoeling om een leger te bouwen en te overwinnen om overal de held uit te hangen. Neen, het leger moet vanuit het verborgene voortkomen. Dit is ook de boodschap van het kruis. Dit is en blijft een belangrijke boodschap. In de I-Tjing krijgt dit diepte. De achtste hexagram is PI, de Eenheid. Maar die eenheid moet ge-reorganiseerd worden. In de eerste lijn zoekt de mens contact met iets of iemand. Door eerlijkheid zal dit slagen. In de tweede lijn gaan er dingen mis met de contacten, maar dat moet de mens aanzetten om de dingen van binnen te zoeken, de contacten met de hogere wereld. Hiertoe is alle afzondering ingezet. In de derde lijn zoekt de mens contact met degenen waar geen contact mee gezocht moet worden. In de vierde lijn wordt de mens gedwongen contact te zoeken met zijn hogere zelf, zijn ware identiteit. In de vijfde lijn zien we de mens alleen maar in drie richtingen gaan, maar niet de voorste. Alles wat voor hem is gaat dan aan zijn zicht ontsnappen.
In de zesde lijn zien we dat er niemand wordt gevonden die alles bij elkaar houdt. We zien hier de mens naar contact zoeken, terwijl hij de eerste stap aan zijn laars lapt. Het zal niet slagen. De mens moet eerst terug naar het begin. In de negende hexagram, in de eerste lijn, moet de mens terugkeren tot het pad. In de tweede lijn zien we dat ook het padook de mens tegemoet komt en meeneemt. Verder in dit hexagram zien we de afscheiding tussen mensen. De mensen zijn te gevaarlijk voor elkaar. De mens moet terugkeren tot de bron. De kar die ze samen bereden is ook gebroken. Dit is de derde lijn, die langzaam zijn macht moet overgeven aan de vierde lijn. De vierde lijn is het terugdringen van het overmatige geweld (ninja overmoed). De vijfde lijn is de lijn van dienaren. De koninklijke mens breidt het gebied uit. De zesde lijn is het einde van de mens. De mens is niet teruggegaan tot de kinderlijke dwaasheid, maar heeft de middelen tot voorwerp van verering gemaakt en is hierdoor trots geworden. Nu is het tijd voor de mens om tot de stilte te gaan, tot de vergetelheid. De tiende hexagram is die van het betreden. Standvastigheid brengt gevaar. Voorzichtigheid is veel belangrijker. Dit gebeurt juist door de afzondering, waardoor er beter overzicht ontstaat en inzicht. Deze hexagram is observerend. Het is de strijd tegen een tijger. Of het doel van I-Tjing bereikt wordt hangt af van iemands relatie met de tiende hieroglyph van de I-Tjing. Hierbij staat of valt alles. De derde lijn is de goddelijke verlamdheid, als de heilige slaap. De zesde lijn is de terugblik, aan het einde van het betreden, de herinnering. Dit is om te toetsen en om tot dieper inzicht en overzicht te komen, tot diepere verbindingen, om grotere verbanden te zien. Ook de achtentwintigste hieroglyph van de I tjing is belangrijk. De mens probeert door geweld dingen op te lossen, maar het leidt tot nergens. De mens is agressief, maar hij kan geen ijzer met handen breken. De mens moet tot inzicht komen, tot de kern. In het Chinees wordt dit 'Soen' genoemd, de heilige zwakheid. Dit komt terug in het Engels als 'Son', Nederlands : Zoon, als de weg van het kruis, de heilige zwakheid leidende tot ware sterkte en overwinning, namelijk 'inzicht'. De ware sterkte is dus de wijsheid door de heilige zwakheid, die een alertheid is en een gevoeligheid. Dit is ook wat het woord 'sterkte' betekent in de oude talen. Het is een heel diep, poetisch woord. De SN komt in de islam terug als de SOENNA, de traditie, en de soennieten, de grootste stroming binnen de islam. Zij zijn de volgelingen van Aboe Bakr, die zij zien als de eerste kalief (opvolger van Mohammed). Aboe BAKR wijst op BAKROE, de Surinaamse oorlogsgodin. Aan Aboe Bakr (Bakroe) was de esoterische leer van de islam gegeven die door hem werd doorgegeven. Onder deze druk leert de mens voorzichtigheid in de eerste lijn. De mens heeft een dubbele wond. De mens komt zo tot inzicht. Ook is dit een beeld van de opvoeding. De negentiende hieroglyph van de I-Tjing is de Toenadering, de L-N. Deze hieroglyph is het groeien, maar in deze hieroglyph, in de achtste maand, zal het instorten. Zo zal degene die groter is geworden, gegroeid is, niet tot een monopolistische status komen. De krachten moeten namelijk eerlijk verdeeld worden. Degene die toenadert is dan ook naar binnen gericht. Telkens weer zal er
balans worden gebracht. De negenentwintigste hieroglyph is de afgrond. Elk mens zal hier eens invallen. De afgrond is de val naar binnen. Hier zal de mens afbreken aan zichzelf, omringd door vele gevaren. In het ravijn zijn veel gevaren in de vorm van sterke stromingen. Hier leert de mens voorzichtigheid als hij helemaal is omringd en ingesloten door de sterke stromingen. Hij kan niet vooruit en niet achteruit. Elke stap kan fataal zijn. Zonder de heilige vreze, voorzichtigheid en discipline komt de mens nergens, en wordt dan gewoon door de baarmoeder opgeslokt. Ook zal de energie verhouding in de benen en billen sterker zijn dan in het bovenlichaam. De mens die deze hieroglyph niet kent zal roekeloos zijn energie door zijn bovenlichaam laten stromen om zo te gaan lopen pronken. De eenenvijftigste hexagram is de Donder. In de eerste lijn vreest en beeft de mens, terwijl de mens dan in de tweede lijn onderzoek doet in het zelf. In de derde lijn doet de mens dingen die de mens niet kan stoppen, wat de eigenlijke goddelijke onweerstaanbaarheid is. De mens raakt buiten zichzelf. In de vierde wordt de mens tot de modder (vertraging) geleid, de aarde, de wildernis. In de vijfde lijn leidt de donder de mens tot het binnenste, waardoor de mens veel verliest, maar ook veel wint. In de zesde lijn moet de mens discipline leren, ten bloedens toe tegen alles verzetten om alles te testen. De mens moet koste wat het koste proberen het zelf stil te houden, waar deze hieroglyph dan ook in overloopt, in het tweeenvijftigste hexagram : het stilhouden, de berg. De tweeenvijftigste hexagram is het overgangsgebied tussen dood en geboorte. Soms moeten er risico's genomen worden. De drieentwintigste hexagram is de hexagram van de afzondering. Dit is nodig om de mens tot wedergeboorte te brengen. In de vierentwintigste hexagram is de mens gezuiverd en onder de bron gesteld. Zo komt er weer evenwicht en harmonie. Het vierentwintigste hexagram is de Terugkeer. Hier is de mens dus teruggekeerd tot de bron en groeit op onder de hoede en tucht van de bron om het valse te overwinnen. De zessenvijftigste hexagram is de nomade. Dit is als het vuur op de berg, de tegenstelling tussen vastheid en het loslaten. Het vuur kan nergens lang blijven, maar is altijd in beweging, laat alles los, om zo te transformeren. Er is dus een grote spanning en wisselwerking tussen eeuwigheid, de berg, en tijdelijkheid, het vuur. De eenenveertigste hexagram is de SOEN, de vermindering, als de Ramadan in de Chinese mythologie, het vasten, de ascese, het binnengaan van de leegte. De SOEN komt ook weer terug in de islam als de Soenni, de machtigste beweging binnen de islam die Aboe Bakr volgen, als een cryptisch beeld van Bakroe, de Surinaams-Afrikaanse oorlogsgodin van de indianen. De Filistijnen ontwikkelden zich tot de Soenni Islam. Zij aanbaden de godin Delilah, wat in wezen dus Bakroe was. Vanwege deze cryptische kracht is het christendom gefixeerd op de ZOON, SN. Deze hexagram heeft als hieroglyph een berg aan een moeras. Het beest van de zee is in het Aramees ook 'het beest van het moeras', wat 'het beest van PEHU' is in het Egyptisch. PEHU betekent : 'beyond', boven, over, wat als wortel heeft PEH, de diepste nacht. Het beest zelf is in de oude bijbelse talen de vermindering, de leegte, als de afgrond, waardoor wedergeboorte komt. De shiieten, sjiieten, zijn hiervan een cryptisch beeld, de twee na
grootste stroming binnen de islam. In het Sanskrit, in de mythologie van India, komt dit terug in de bevrijding van SITA, waar ook het woord ZOET vandaan komt. Het dertiende hexagram is de gemeenschap, het sociale, de TNG-ZN. Deze hieroglyph is het vuur van de nomade die tot de hemel, wildernis, komt. Zo is de gemeenschap aan strenge voorwaarden verbonden, namelijk van het vuur dat eerst alles loslaat, als een zuiverend vuur. Dit is de sociale code. Het negenenveertigste hexagram is GE, wat Chinees is voor de reformatie. In het Grieks is GE de aarde. Het beest van de aarde is het beest van GE, als het beest van de reformatie in het Chinees. Hierdoor gaat dus de reformatie komen. Dit hexagram is het vuur in het midden van het water. Dit is het water wat het vuur voortbrengt, zoals de zondvloed van water wordt tot de zondvloed van vuur. Dit is het hexagram van Noach. De eerste lijn is fundamenteel waarin er gewacht moet worden op de juiste tijd. In de vijfde lijn zien we velen afvallen, met als beeld het veranderen in een tijger. Het geloof is tegengesteld aan discipline en kennis. De tijger is een beeld van egoisme en protserigheid, gebaseerd op oppervlakkigheid. In de zesde lijn zien we een leger van luipaarden, die veel fijner zijn, en waarvan hun vlekken een beeld zijn. Het eenenzestigste hexagram : De lijnen laten vijandigheid zien en afzondering waardoor de mens tot de beker komt, als een reward. Dit is de hexagram van Ismael die ieders vijand is." 2.2 - De Terugkeer van de Zuiderzee Eén van de kern-dynamieken van de I Ching is hexagram 38, de Verscheidenheid, de Tegenstellingen. Verschillen mogen en moeten er zijn. Er is eenheid in verscheidenheid, en de tegenstellingen vormen elkaar. Waar deze hexagram ontbreekt ontstaat dictatuur, racisme en nazisme, ook sexisme. De hieroglief van hexagram 38 is Vuur boven een moeras. Het vuur is een beeld van inzicht, en het moeras van vreugde. Hierin wordt gesteld dat er alleen maar vreugde kan zijn verbonden aan inzicht. Deze twee lopen gelijk op. Waar vreugde vooruit gaat lopen ontstaat de Toronto dynamiek, wat we willen voorkomen. De vreugde zal dus consequent in restrictie moeten komen door inzicht. Elke dynamiek bestaat uit zes onderverdelingen, energieën, als seizoenen en mogelijkheden. Als de mens deze naast elkaar stelt, dan kan de mens zien waar het pad doorheen gaat, door gevoelig worden voor de energie. Dat kan niet altijd door een lot te werpen. De mens moet zelf gevoelig worden voor energie. De dynamiek van het moeras komt ook voor in de Aramese grondtekst van Openbaring. Het beest van de zee is in het Aramees 'het beest van yam, yamma', wat ook moeras betekent, of meer. Ook in het Chinees is de onderste dynamiek in de bovenstaande hiëroglief zowel een meer als een moeras. Het beest is in de grondteksten de wildernis, de wilde, de leegte. Deze komt dus voort vanuit het moeras, als het vuur, het inzicht.
Het eerste beest is dus in het Aramees 'het beest van het moeras', wat 'het beest van PEHU' is in het Egyptisch. PEHU betekent : 'beyond', boven, over, wat als wortel heeft PEH, de diepste nacht. PEHU is verbonden aan PEHUI, de billen, de dijen, en de borsten van de duisternis. De billen zijn in het Egyptisch ook de achterkant van een schip. We zien in de Egyptische context van de apocalypse dan een heel ander beeld, namelijk van een zee, meer of moeras met een schip erop. Boven het schip is het vuur, een zon, als inzicht, maar dit kan dus ook het schip zelf zijn. De zee is vreugde in het Chinees, en het vuur is mooiheid, wat wil zeggen dat er alleen maar mooiheid is in inzicht. De rest is illusie. Mensen noemen vaak dingen mooi die juist hun inzicht uitdoven of wegbranden, omdat ze geen inzicht willen. Ook Toronto is hier op gestoeld. Het is een teken van luiheid, spijbelzucht, dienstplicht-weigering, belastingontduiking etc. Toronto is een gevaar voor het systeem van de gnosis. Het schip is als de ark van Noach waarin redding is. Is dat wat de mens achter het beest zoekt ? In het Chinees is de draak een positief teken. In het christendom is de draak een negatief teken. Toch geeft de christelijke grondtekst een heel ander beeld. Vandaar dat de hexagram 'de Tegenstellingen' van belang is. Lijn 1 : Een weggelopen paard niet najagen. Alles wat verloren is komt vanzelf terug. Lijn 2 : De Heer ontmoet je in een smalle steeg, oftewel op het smalle pad. Als je op het smalle pad gaat krijg je alles terug wat je nodig hebt. Dit is de voorwaarde voor lijn 1. Lijn 3 : Het ontvangen van een merkteken op je voorhoofd. Een os aan een kar : grote oogst. Geen (goed) begin, maar wel een goed einde : verscheidenheid, het komen tot vastheid, de steen. Hier zien we ook apocalyptische tafereeltjes. De overwinnaars komen tot de witte steen. Het beest, het inzicht, geeft aan ieder mens een merkteken. Zonder dit teken kan de mens niet 'kopen of verkopen.' Natuurlijk is dit metaforisch. Lijn 4 : Niet vooruitgaan, maar je eerst verbinden met verscheidenheid, verschillen. Je moet namelijk eerst bio-feedback geven, en je hebt eerst andere dynamieken nodig. Lijn 5 : Vlees openrijten, een conflict, oorlog. Tegenstellingen mogen elkaar niet zomaar in elke situatie en in elk geval accepteren. Er moet ook ontmaskerd worden. De demonologie is dus een fundamentele lijn. Lijn 6 : Het goede vinden in het slechte. De regen spoelt het vuile weg. Tussen deze lijnen moet balans komen. Zo komen er geen valse New Age samensmeltingen die tot Toronto leiden. Nooit mag er overmoedig samengesmolten worden. Er is ook een strijd te voeren, en het toetsen. De puzzel mag niet geforceerd worden. Het gaat om de techniek, om de tussenstappen. Anders zal de motor niet werken, of zal de motor exploderen. Een goede demonoloog is ook een goede technieker. De Zuiderzee is in de hemelse gewesten doorgebroken om zo terug te komen, golf na golf, om de mens in de hogere techniek in te wijden.
2.3 - Het Eiland in de Zuiderzee De I Ching zijn huizen met allemaal zes verdiepingen waarin de mens kan wonen en kan overschakelen. Dat schakelen is een hele kunst, maar het is al heel wat als die schakels er zijn, als de schakels worden besproken. Dat gebeurt eigenlijk in alle religies, maar het kan maar zo vastgroeien, en dan geeft de I Ching een helder overzicht, en geeft de zogenaamde "missing links". De mens verdronk in de zee van het bestaan, als een watergraf, en vanuit de zee kwam het beest, als de nieuwe natuur. Dit beest had zeven koppen. Het is het beeld van de mens die na het sterven opstaat, wedergeboren wordt. Het eerste beest is in het Aramees 'het beest van het moeras', wat 'het beest van PEHU' is in het Egyptisch. PEHU betekent : 'beyond', boven, over, wat als wortel heeft PEH, de diepste nacht. De zee, of het moeras, het watergraf, draagt dus in de diepte de nacht van de grootsheid die zal verschijnen in de Ramadan, de maand van het vasten, in de islamitische mythologie. In het Aramees is dit ook wat in het christendom de komst van de Heilige Geest wordt genoemd. Het brengt een grote geestvervoering, want in het Chinees is dit moeras ook genoemd 'de vreugde'. Dit is een dualiteit. Het kan zowel goedgaan als misgaan. Daarom heeft de I Ching in hexagram 38, de Tegenstellingen, een paar regels hiervoor opgesteld, zoals ook in het christendom en de islam regels zijn opgesteld voor het ontvangen van de heilige geest, oftewel de grote heilige nacht. In het Chinees, in deze hexagram, zien we het vuur zweven boven het moeras, als het grote inzicht. De mens moet de gnosis ontvangen, als de sleutel tot de ware vreugde. Het beest, de wilde natuur van de mens, is de wortel van de zee, als de nacht van grootsheid die geopenbaard zou worden, als een groot vuur, als een groot inzicht. Het beest had zeven koppen, als zeven schakels, want de mens zou de techniek moeten leren. Niets staat op zichzelf. Dit zijn dus de instrumenten van de grote fabriek van de gnosis, een nieuwe industrie, als een industrial revolution. Technisch gezien gaat het dan om de zeven koppen van het beest, de zeven schakelaars van het inzicht. Dit is dus de onderverdeling, wat ook de naam is van hexagram 60 in de I Ching. Dit is ook de hogepriesterlijke pessa-steen, de verdelende steen. Deze activeert de gave van onderscheiding. Laten we kijken naar het mechanisme van deze dynamiek in de I Ching : Lijn 1. Blijf in je binnenste eerst, en treedt niet naar buiten. Kom de grenzen onder ogen en zie dat deze niet vast zijn, maar flexibel, onderworpen aan het schakel-systeem. Grenzen zijn dus relatief, maar eerst moet je daarvan de mechaniek onder ogen komen en je terugtrekken in jezelf. Blijf dus in je woning, ga je tuin niet uit. Houdt het hek in ere en krijg inzicht wanneer je naar buiten kan gaan en wanneer niet. Vindt uit wanneer je in contact mag komen met anderen en wanneer niet. Dit is dus een schakel van communicatie. Hierin moet de mens diep gaan en er alle tijd voor nemen, zodat de mens dit niet slordig doet. Er staat veel op het spel. De mens moet dus de verkeerslichten van de communicatie leren verstaan. Dit is en blijft dus een heel technisch verhaal. Lijn 2. Verlaat al je oude manieren. Begin helemaal opnieuw. Laat alles los, al je kennis over zaken, en sta open voor het nieuwe. Dit is het punt waarop de mens zijn huis en tuin moet verlaten om naar buiten te gaan, op reis, buiten het hek. Lijn 3. Terugkeren tot de grenzen, maak een nieuw huis en een nieuwe tuin. Leer van het verleden,
meng de nieuwe ideeën met de oude ideeën. Maak nieuwe onderverdelingen. Inventariseer alles. Lijn 4. De beperkingen leiden tot inzicht en zo tot vreugde. De beperkingen laten namelijk het pad zien. De beperkingen sturen de mens op het pad, en beschermen de mens tegen gevaar. Lijn 5. Leef zuinig, door minimalisme. Hierdoor zul je ook anderen kunnen helpen. Lijn 6. Dit alles wordt getest door druk van buitenaf, door beschuldigingen. Toch moet de mens volharden in het goede. In het oude China was dit de hieroglief van een vis op het vuur. De vis is het beeld van de eenzijdigheid. Het vuur zorgt voor relativering, een stimulatie voor het verbeeldingsvermorgen. Het vuur zorgt voor onderscheiding. Dit is metaforisch, zoals ook de hogepriesters offers moesten brengen om de pessa, de onderscheidings-steen, op te laden. De pessa, oftewel hexagram 60, is een groot paradijselijk eiland waartoe de mens moet terugkeren. Door de inwijdingen tot de pessa ontstaat er communicatie met de pessa. De pessa ligt dus diep opgeborgen in het zand, de aphar, van het paradijs. In diepte is dit dus het werkelijke zevenkoppige beest van de Openbaring : een eiland. Pessa is de belichaming van de hogere gnosis, de schat in de eeuwige duisternis. De duisternis is dus niet een doel op zich, maar een middel. Uiteindelijk moeten we tot grotere onderscheiding komen, tot het diepere mysterie van het nachtzicht. In de worteltekst is het Griekse zand van de zee ook het zout. Zo belichaamt de pessa, hexagram 60, een geheel nieuwe natuur, van zand, wateren en zout, als een ontdekt eiland. De naam van dit hexagram in het Chinees is Tsee. In de KJV staat Johannes op het zand van de zee wanneer hij het visioen van het beest krijgt. Johannes werd hier naartoe genomen in zijn geestvervoering. Zo kon hij dit eeuwig mechanisme van het onderscheiden waarnemen en ervaren, wat dus niet buiten de dualiteit omging. Vandaar dat wij ook spreken van een dubbelvisioen hier. De Zuiderzee breekt door tot dit doel, en zal ook het eiland laten zien. De Zuiderzee overweldigt om hen die de techniek willen leren te brengen tot dit eiland. De Zuiderzee zal tot dit doel inwijden en onderwijzen. Ook brengt de Zuiderzee recht in dit tijdperk van onrecht, waarheid in het tijdperk van leugen. In dit hexagram is er een balans en samenwerking tussen gevaar boven, en vreugde onder. Zij vormen elkaar. Zonder gevaar op de reis kan er geen vreugde komen. Goed omgaan met gevaar leidt tot inzicht, wat vreugde brengt. In dit hexagram ligt het moeras onder, en het water, het onpeilbare, het gevaar, boven. Juist het gevaar is de diepte. De mens die de diepte volgens de daartoe aangestelde regels ingaat maakt vanzelf antistoffen aan tegen het gevaar. Er is ook een heilig gevaar wat een mysterie is, een gevaar wat de mens zal overweldigen. Er zijn dus verschillende soorten gevaren. Juist het heilige gevaar, wat een positief gevaar is, is de bescherming. 2.4 - De Kusten van de Zuiderzee Wie of wat is het beest wat opkomt uit de zee eigenlijk in Openbaring ? Dit wordt duidelijk in de Chinese mythologie. In de Chinese mythologie leefde er een beest onder de zee die met elke lente
opkwam uit de zee. Zoals het beest uit Openbaring was ook dit beest een mengsel van verschillende dieren. Het beest heette Nian, en was een soort kruizing tussen een leeuw en een stier. Nian is in de Chinese mythologie verbonden aan de oerzee, en in de Egyptische mythologie heet het Nun, en Nun is de oerzee zelf ook, de water-afgrond. Dit is verbonden aan het Egyptische woord 'Nen', de inactiviteit. In het calvinisme komt dit voor als de put van de machteloosheid, waarin de mens niets kan doen, de zogenaamde T-wet. De vrouwelijke vorm van Nun is Nut in het Egyptisch. In de demonologie rijdt zij soms op een paard of beest met een helm die een waaier heeft van rood metaal. De kruizing tussen leeuw en stier komt ook terug in het oude Babylon, en is verbonden aan Nebukad Nezar, NN, de leeuw, die werd tot een stier. Nebukadnezar was half mens, half beest, zoals veel Babylonische goden. Nebu is de god van wijsheid en van de Schrift. Het beeld wat Nebukadnezar in zijn droom had gezien had een hoofd van 'goed goud'. Daniel zei hierover : Daniel 2 36 Dit is de droom, en de uitlegging daarvan zullen wij de koning zeggen: 37 Gij, o koning, koning der koningen, aan wie de God des hemels het koningschap, macht, sterkte en eer geschonken heeft, 38 ja, in wiens hand Hij de mensenkinderen, waar zij ook wonen, de dieren des velds en het gevogelte des hemels heeft gegeven, en die Hij tot heerser over die alle heeft gemaakt – gij zijt dat gouden hoofd. Chawila is het land van het goede goud, een dieper gedeelte in het paradijs. Nebukadnezar betekent de wachter van het hoofdsieraad, oftewel de wachter van de oorspronkelijke sieraden van het begin. Ook is dit verbonden aan 'de vreze des Heeren is het begin, het hoofd, van de kennis.' Het draagt dus een zekere schrik, een zeker alarm, een zekere veiligheid. Vanuit de oude babylonische religies kwam de islam voort. Ook de I Ching wijdt aandacht aan dit onderwerp, in hexagram 29 : de afgrond, de oerzee. Hier ondervindt de mens dat hij niets kan. In de eerste lijn raakt de mens het pad kwijt, wat juist nodig is om het nieuwe pad te vinden. Eerst is er chaos, dan is er schepping. In de tweede lijn moet de mens in de afgrond kleine stapjes nemen, en niet protserig zijn als een superman. Zoals de leeuw de opstandingskracht van de mens is, zo is de stier de val uit het paradijs waardoor de mens tot de gnosis komt. De mens heeft deze afgrond dus nodig, waarin de leeuw en de stier moeten samenwerken, als het Nian beest. In de Egyptische mythologie draagt Nun, Nian, het schip van Ra door de onderwereld, tot de nieuwe geboorte, het aanbreken van de dag. Ra reist in zijn boot door het lichaam van Nut, de oermoeder, die hem dan baart. In de derde lijn kan de mens niets meer en is hulpeloos als een baby. De mens mag hier ook niets want alles zou afbrokkelen. De mens moet hier wachten op gunstigere omstandigheden en moet het weer in de gaten houden. Het zal wel weer veranderen.
In de vierde lijn begint de zwakheid sterkte te oogsten in de vorm van wijn. De mens oogst inzicht in de depressie die vreugde brengt. In de vijfde lijn is het water of de wijn nog niet over de rand gegaan van de afgrond om naar anderen te stromen. De mens moet eerst nog dieper zichzelf onder ogen komen, aan zichzelf werken, en aan zijn principes voordat het zal overstromen tot de ander. In de zesde lijn is de mens gebonden met touwen en ligt in de doornenstruiken, terwijl niemand helpt. Dit zal drie jaar duren. De drie jaren zijn metaforisch. In het christendom zijn dit drie dagen. In de christelijke mythologie was Jezus Christus voor drie dagen in het holst van de dood, in de afgrond, voordat hij de weg eruit vond, net zoals Jona drie dagen in de buik van de vis was in de zee. In die zin zijn Jezus en Jona ook beeltenissen van het beest. Het Mongoolse Wereldrijk in de oudheid (1206-1368) was wel dubbel zo groot als het Romeinse rijk, en liep zelfs tot in Europa. De Mongolen waren ontevreden over het onrecht gedaan naar hun volk, en baalden ook van het gebrek aan godsdienstvrijheid in de wereld, en op een dag pikten zij het niet meer. Zo ontstonden de Mongoolse invasies die als het opengaan van de hel werden genoemd. Het werd het wereldrijk van de wolf genoemd. Metaforisch staat dit voor iets groots. Kublai Khan, de Mongoolse heerser, werd ook wel de Oceanische heerser genoemd, als de overweldiging van het land door de oceanen. In de demonologie heerst Nut over dit rijk. De wolf vraagt aandacht voor het pasen. Het pasen breekt de oude structuren af, en laat de diepte zien. Vandaar dat het Mongoolse Wereldrijk verbonden is aan deze hexagram. Als de grote vloedgolven in de hemelse gewesten gaan komen, de rivieren en zeeën uit hun oevers treden, dan zullen zij ook de oude Gothische bolwerken aanvallen van het vampirisme in Europa, de fundamenten van de Westerse medische industrie. De mens moet even een stap terugdoen in de orthodoxe medicijnenleer, en komen tot een dieper pasen, het terugkeren tot de wolf. Zo mag ook het beest, Nian, tot herstel komen, en mag zijn hoofd, het begin, herstellen, zodat de wereld tot inzicht mag komen, en 'met verbazing mag volgen.' Ook dit is verbonden aan het geheim van de Zuiderzee. De Zuiderzee is nu metaforisch aan het terugkomen, zoals de metaforische Mongoolse invasies voor godsdienstvrijheid. Wat schuilt hier achter ? In de demonologie zijn dit de blauwgezichten, de buitenaardse menselijkheid van de wolven. Dit zijn paasmensen, wat ook het gehuil van de wolven verklaard. Het wolvengehuil is een alarm en een communicatie middel op verre afstand, wat ook het pasen is. 2.5 - De Zuiderzee als Waterput De afgrond mag zo worden tot een waterput, tot een wijngaard, zoals hexagram 29 laat zien. Dit is als het komen tot de put van vrouw Holle, van Hel, die samen met haar wolf de Germaanse gids van de onderwereld was, en waar ook het woord "Holland" van komt. De Waterput is ook een
afzonderlijke hexagram in de I Ching om te laten zien hoe dit werkt, hoe de waterput aangelegd kan worden. Dit is een andere kern-hexagram, hexagram 48. In de eerste dynamiek van deze hexagram, de eerste lijn, is de put nog modderig, wat een beeld is van vertraging. Alles moet eerst in de heilige en eeuwige vertraging komen, zodat alle overmoed afsterft. In de tweede lijn zit er een lek in de put, zodat het water wegstroomt, en nooit echt op kan komen. Dat kan heel frustrerend zijn, maar het lek staat juist voor een dynamiek die nog ontbreekt. Daarom heeft het lek aandacht nodig. Ook is het lek een beeld van de demonologie : eerst moet het giftige water wegstromen. Het water moet eerst zuiver worden. Het lek is er dus voor je eigen bescherming. Je moet eerst de leegte in, zodat het ware water op kan komen. Eerst moet de mens de diepte in. In de derde lijn is de put gezuiverd en hersteld, en is zo klaar voor gebruik, maar niemand neemt ervan. Dit duidt op een positie van grote afzondering. Eerst moet je zelf gebruik leren maken van de waterput. Niemand mag de bron vervuilen. Het gaat om jou en de bron. In de vierde lijn verfijn je de waterput nog meer. Je blijft werken aan de waterput om het nog beter te maken. Niemand kan je tegenhouden. In de vijfde lijn is de waterput op de juiste, centrale plaats. Het water is koud en vers, en anderen kunnen ervan drinken, als een eerste stap tot de buitenwereld. Dit mag niet overdreven worden. Richt je op de eerste verbindingen en laat de rest rusten. Zoek het grote en massale niet op. In de zesde lijn is de waterput in volle glorie die kan schenken en ontvangen, en grote menigtes kan ondersteunen. Het is een vol systeem, zeer verfijnd, en het begint routine te worden. Alles gaat automatisch. De mens wordt in deze hexagram, de Ching, uit de afgrond getrokken, zoals Noach uit de zondvloed werd getrokken en tot de wijngaard werd geleid. De Zuiderzee wordt tot een waterput, tot een wijnvat. Het is een zoute natuurbron om het hart van de mens te genezen. In de zesde lijn van de vorige hexagram die we bespraken, de afgrond, zagen we een gebondende in de doornenstruiken voor drie jaar, als onderdeel van het mechanisme van de afgrond, en in de vierde lijn kwam er wijn op vanuit de afgrond. Dit kwam dus terug in het christendom als Jezus die de doornenkroon droeg en wijn met gal te drinken kreeg om zijn pijn te verlichten. Jezus was in de afgrond van de dood voor drie dagen, wat metaforisch is. Zo is er een overgang van de afgrond tot de waterput, tot de wijngaard. Dit is ook een heel apocalyptisch tafereel. Zowel in de Germaanse als in de Egyptische mythologie leidt de wolf door de onderwereld, tot de wijngaard. Dit is wat het pasen doet. Zo mag de mens ook verbonden worden met de wijnstok en worden tot een wijnstok door het pasen heen, zoals in het christendom. Dit is iets heel metaforisch. Noach beelde het watergraf uit en kwam zo tot de wijngaard. In het oude Egypte was de wijn verbonden aan de wet. Daarom is wijn en vreugde onlosmakelijk verbonden aan inzicht, wat ook de I Ching stelt. Dit is als het beest komende uit de zee, uit het moeras, een beest met meerdere
koppen. Even later zien we in Openbaring het beest met meerdere koppen bereden worden door een vrouw, als Nut die laat zien dat haar baarmoeder een beest is waardoor de mens een reis moet maken om wederomgeboren te worden. Zoals de Egyptische Ra en de Judaïstische Jona moet de mens reizen door de buik van het beest. Dit zijn allemaal patronen van de I Ching. De moeilijke rivieren van China brengen uiteindelijk wijn tot de mens die volhardt en overwint. Dit is allemaal wanneer de mens leert schakelen, wat in de poëtische boeken van de Tweede Bijbel het 'ganneren' wordt genoemd, het luchtzeilen. In de demonologie is wijn ook een beeld van een orakel. 2.6 - De Zuiderzee als Wijngaard De waterput wordt dus steeds meer tot een wijnpers of een wijngaard naarmate we er meer mee werken, zoals water dat in wijn wordt veranderd. Dit principe wordt verder uitgewerkt in hexagram 50 : Het Vat, het wijnvat of offervat. In de eerste lijn wordt dit vat omgekeerd. Eerst moet de slechte, giftige wijn weggegooid worden voordat we kunnen spreken van echte, pure wijn. Er is een blokkade die omgedraaid moet worden, anders bekeken moet worden. Er moeten andere contacten gemaakt worden voor vruchtbaarheid. In de tweede lijn is het wijnvat vol, de wijngaard heeft een goede oogst, maar de vijanden zijn jaloers. Zolang je niet hoogmoedig en overmoedig wordt kunnen ze je geen ware schade aanbrengen. In de derde lijn kun je het wijnvat niet verplaatsen. De handvaten zijn eraf. Je kunt de wijn niet brengen waar je wil. Als het gaat regenen zal de wijn overstromen. In de vierde lijn mors je wijn op een hooggeplaatste die boos wordt. Het wijnvat is omgevallen. De wijn doet wat het wil en stoort zich niet aan de orthodoxe structuren. De wijn onderwerpt zich niet aan jou, en ook niet aan de ander. In de vijfde lijn kom je tot de kern van de wijn. Je bent vertrouwd met de wijn en dient het ook aan anderen op. De wijnvaten hebben goede handvaten. In de zesde lijn kun je alles transformeren in het offervat, in de wijn. Je gaat dingen anders zien door de wijn. Je bekijkt alles door de wijn. In de nieuwe structuren ga je het pad zien. Zo ga je als Noach je wijngaard leren kennen. De Zuiderzee wordt zo van waterput tot wijnpers, als de put van vrouw Holle, van Hel, die vrucht draagt. De Romeinse wijngod Bacchus was overgenomen uit Egypte, waar hij ook Mises werd genoemd, 'gered uit het water'. Dit betekende dus oorspronkelijk dat hij werd gered doordat het water tot wijn werd. Ook bracht hij de wet op twee stenen tafelen, wat in het Judaïsme dus terugkwam in hun Mozes verhaal. Ook vertoont het in
die zin parallellen met het Noach verhaal. Noach-Mozes werd uit het water gered tot de wijngaard, het beloofde land, en in het Exodus verhaal van Mozes is dit dus een heel volk wat uit Egypte vertrekt. Dit alles staat in verband met de apocalypse in de context van de Chinese mythologie, als het beest wat uit de zee opkomt en het volk met zich meeneemt. Het beest doet de zee splitsen en leidt het volk tot de wijngaard door de exodus. Al deze verhalen gaan over hetzelfde. Dat het getal van het beest 666 is, wat ook het getal van de troon van Salomo is en het getal van zijn jaarlijkse goudoogst, wijst terug op de hexagrammen die steeds uit het getal 6 bestaan. Het getal van het beest gaat dus over de structuur van de I Ching. Het is christelijke apocalypse verweven met de Chinese mythologie, maar de christelijke apocalypse heeft ook een duidelijke Egyptische achtergrond, en die achtergrond was dualistisch. Aan het einde van het twaalfde uur van het Egyptische boek der poorten ontvangt Nut Ra, en komt Nun uit het water voort om de boot van Ra op te tillen, te redden uit het water, om zo tot de wijn te komen. Ra is hier in zijn Kepri vorm, de kever of scarabee, als het teken van de wedergeboorte, van het aanbreken van de dag. Kepri komt in de oud Egyptische afbeeldingen tot een rode bol als beeld hiervan. Kepri betekent 'worden', wat hayah is in het Hebreeuws, waar het woord 'Jehovah' van afgeleid werd. Het komen van het water tot de wijn is dus in diepte ook het komen van het gevaar tot de wetmatigheid. 2.7 - De Technisering door de Zuiderzee De wijnpers zal steeds meer uitgroeien tot een schakelaar, want de wijn is een wetmatigheid. Dit is hexagram 49 : Het Schakelen. De religieuze spookbeelden die de mens op aarde ontvangt kunnen het zaad dragen voor de ontwaking. Het zijn slechts nevels die de mens omhullen. De wijn die geoogst wordt gaat dus vanzelf in de mens schakelen, zodat de mens technische ervaringen gaat krijgen, door dingen heen kan prikken. Dit noemen wij de technisering van het bewustzijn. De mens moet tot deze technisering komen om af te rekenen met oude denkbeelden en ze beter te kunnen plaatsen. In dit proces mag er nieuwe energie vrijkomen. In deze hexagram komt water in contact met vuur voor transformatie. De mens komt tot de schakelaar. Verderop in Openbaring wordt de aandacht gericht op een ander beest, het beest van de aarde. Aarde is GE in de Griekse grondtekst, wat ook de naam is van deze hexagram. De aarde is in het Chinees ook het veld, en daarom is het in de demonologie ook een beeld van de eigenlijke wijngaard : van het beest van de zee komen tot het beest van de aarde, als het komen van water tot wijn. De I Ching bestaat uit hexagrammen, hierogliefen van 6 lijnen die zijn opgebouwd uit trigrammen. Een trigram is een combinatie van 3 lijnen of tekens. Vandaar dat de I Ching is opgebouwd zowel uit het getal 6 als het getal 3, wat ook de 3 zessen verklaren als het getal van het beest, 666. In de demonologie draagt Nun, de oerafgrond, het teken XXX. Dit is verbonden aan het mechanische
systeem van schakelen tussen contrasten. In de wijngaard leert de mens dus te schakelen. Vandaar dat hexagram 49 van de I Ching van groot belang is. Om deze hexagram is veel te doen. Taalkundig gezien is de Duivel in het Chinees de DUI FOE. Dui is het meer, het moeras, de vreugde, de zee, en Foe is de terugkeer, als de terugkeer van de zee, of de vreugde. In het Chinees is de vreugde onlosmakelijk verbonden met inzicht. In de eerste lijn ligt de mens gebonden. Het is geen tijd om over te schakelen. In de tweede lijn is het tijd om een verandering te maken die verbazingwekkend is. Het hoofd van het beest wordt hier genezen, en de anderen volgen in verbazing. Het is goed om met anderen in contact te komen of te volgen die dezelfde verandering maken of al hebben gemaakt. In de derde lijn zijn er veel valse veranderingen om je heen. Wees niet overmoedig. Alles zal op een natuurlijke manier verlopen, niet geforceerd. Een revolutie komt alleen door veel communicatie. Eerst moeten er veel oude denkbeelden vernieuwd worden. In de vierde lijn moet het regeringswezen veranderd worden. De mens moet het hogerop zoeken, niet in het klein, maar in het groot. Oude ideeën mogen niet zomaar overboord gegooid worden, maar moeten herzien worden, zodat alles flexibel blijft en geen belangrijke oude waarden verloren gaan. Het oude zit in de kern en kan niet zomaar omzeild worden. Er komt hier contact tussen het grote en het kleine. De contrasten gaan samenwerken als de strepen van de tijger. De tijger is de metafoor van de hemelvaart. In de vijfde lijn is de mens tot een tijger geworden, en blijft vanuit de hemel veranderen, tegen de aardse denkbeelden in. De tijger stoort zich niet aan de wil van mensen, ook niet aan hooggeplaatsten, maar doet wat door de hemel wordt opgedragen. Dat is de natuur van de tijger. De tijger voldoet aan de prioriteiten, en niet aan de aardse verlangens van mensen. Hierin is de tijger autoritair en soeverein. De tijger handelt wanneer dat nodig is op zichzelf en heeft aan niemand verantwoordelijkheid af te leggen dan aan de hemel. De tijger is een pionier en kan zijn hele omgeving een andere koers op laten gaan. De tijger is een hervormer. Hierin is de tijger niet bang om scheuringen te maken wanneer dat nodig is. In de zesde lijn is de mens tot een luipaard geworden, het beeld van de wijngaard, het subtiele omvormen. De mens zoekt niet naar eer, en keert terug tot het verborgene om weer aan zichzelf te werken. De mens maakt de cirkels hier rond, en stapt dan over tot andere cirkels, zoals de huid van het luipaard laat zien. De mens is hier een meester in het vermommen. Zo kan er niets vastgroeien. Alles blijft stromen, en het vuur kan zo aangewakkerd worden wat in de diepte van de zee slaapt. Deze hexagram is in het oude China als een gebroken wiel, wat een beeld is voor de omschakeling. Ook is het een wetgever. Soms moet de mens gestopt worden om te leren luisteren en een andere richting te nemen. Het is als een gat in de muur. Ook anderen kunnen dan volgen. In de hexagram is vuur omhuld door water, zoals het beest van de zee leidt tot het beest van de aarde die vuur vanuit de hemel kan neer laten dalen. Dit komt dus uit de I Ching, uit de Chinese mythologie. Zo is ook de Terugkeer van de Zuiderzee een vorm van DUI FOE. In de Zuiderzee komt de mens tot nieuwe aarde en tot nieuw vuur, wat nieuw inzicht is, een nieuwe techniek.
2.8 - De Bodem van de Zuiderzee Zowel Mozes als Noach kwamen vanuit het beest van de zee tot het beest van de aarde, als het komen van de wilde zee tot de wilde aarde in de grondtekst, alles in de wildernis. Beiden stonden zij voor een grote exodus, die liep tot de wijngaard, een groot complex van schakelaars, de techniek van het bewustzijn wat voor de mens was weggelegd. De missing links lagen dus in de veel oudere Chinese mythologie. Zo worden vonken opgewekt en kunnen vonken ook overslaan. Als er op een zuivere manier een nieuwe en goede bron is gevonden, dan mag dit zich ook vermenigvuldigen, zoals de wonderbaarlijke vermenigvuldiging in het Jezus verhaal om de menigte te voeden. Dit kwam al voor in de Dionysus-Bacchus mythologie van de Egyptenaren, de Grieken en de Romeinen, waar ook het Mozes verhaal uit voort was gekomen. Mozes deed deze dingen ook. De mens mag tot een punt van vermenigvuldigingen komen als de mens iets goeds heeft gevonden. Dit is hexagram 7 : De Vermenigvuldiging, het Legioen, of het Leger. In lijn 1 wordt er gesteld dat het leger voort moet komen vanuit een zekere discipline, anders zal het niet slagen. In lijn 2 wordt het leger onderwezen. In lijn 3 moet het leger een brute dood aan zichzelf sterven. Zonder dat is er geen overwinning. Het leger moet uitgezuiverd worden. In lijn 4 trekt het leger zich terug, zondert zichzelf af, gaat tot het verborgene. In lijn 5 wordt het leger gereorganiseerd. Het leger wordt onder de juiste personen gesteld. In lijn 6 is de oorlog afgelopen. Er worden onderscheidingen en beloningen uitgedeeld. In Openbaring is er aan het eind een derde beest die diep in de aarde is in een gebied van woestijnen en wateren. Dit beest wordt bereden door een vrouw. Hexagram 7 is water diep in de aarde. In hexagram 1 wordt dit verklaard. In de eerste lijn zien we de draak, het beest, slapen, in de diepte van de aarde, in de wateren. Het beest is inactief. In de tweede lijn komt het beest op uit de afgrond en komt tot het veld, oftewel tot de wijngaard. Het beest komt tot het menselijke en maakt sociale contacten. In de derde lijn werkt het beest de hele dag, en 's nachts is hij waakzaam. Het beest komt tot de techniek en leert de schakelaars bedienen.
In de vierde lijn gaat het beest terug de afgrond in. Het beest trekt zich terug tot het verborgene om te rusten, om zich op te laden. In de vijfde lijn komt het beest tot de hemel, als de hemelvaart, wat ook in Openbaring gebeurt, want het boek eindigt met de hemel. Hier zien we de tijger-kwaliteiten van het beest, van zijn gestreepte huid, het contrast tussen het opkomen uit de afgrond, en de afgrond afdalen, waardoor het beest steeds dieper in de hemel doordringt. Het beest maakt hier contact met het regeringswezen. Het beest verpersoonlijkt de techniek en is hier koninklijk en een heilige, en de hele wereld volgt. In de zesde lijn worden oude gezags-structuren afgebroken. Het koninkrijk komt ten val, om eerst dieper wortel te schieten. Valse beesten worden overwonnen. Het beest sterft aan zichzelf een brute dood. Het is het teken van verandering. De gaten worden opgevuld. Oude mysteriën worden opgelost. Er worden bruggen gebouwd. Dit is een volmaakte situatie. De Zuiderzee opent de diepte. In de grondtekst van Exodus veranderde de stok van Mozes in een beest wat alle andere beesten verslond. Dit beest van de hemel splitste ook de zee, en kwam zo op uit de zee tot de wildernis. Dit ligt opgeborgen in de Zuiderzee. Daarom spreken wij ook van de Zuiderzee I Ching. Toen Ra zijn reizen door de onderwereld maakte veranderde hij telkens in verschillende beesten in de Egyptische mythologie. Ook de mythische goden van het christendom stellen verschillende beesten voor. De Yuan dynastie in China (1271-1368) was een Mongoolse dynastie. De Mongolen waren ook Europa binnengevallen om zo Europa aan de Chinese bron te verbinden. De I Ching is als een gids door de onderwereld. Ook de hemel ligt op het pad. Het pad zelf is in het Chinees de Tao. Dit wordt zichtbaar in de I Ching. Rond de tijd van het Mongoolse Wereldrijk ontstond ook de Zuiderzee door overstromingen. Vandaar dat de Zuiderzee het teken is van het Chinese verbond tussen Nederland en China. De Zuiderzee is symbolisch voor de afsplitsing van de Noordzee, als de bevrijding van Nederland van de verschrikkelijke klauwen van de geest Lark in de demonologie. De Noordzee is een manifestatie van deze geest. 2.9 - Het Kanaliseren van de Zuiderzee Als energie zich gaat vermenigvuldigen in een mens, na het vinden van een zekere nieuwe bron, dan kan dat ook weer bijwerkingen hebben, en ontladingen van energie. Vandaar dat de mens moet leren groeperen en kanaliseren. Hexagram 8, PI, is de hexagram van het groeperen. In de eerste lijn mag de mens contact zoeken met een nieuwe groep, of een vermenigvuldiging, om het zichzelf toe te eigenen, maar de mens mag hier niet over heersen. Het is een eerste contact, wat vooral onderzoekend moet zijn. In de tweede lijn moet je je terugtrekken tot jezelf om de techniek onder ogen te komen, anders zou de balans verstoord raken. Contact maken met een groep is om een deel van jezelf terug te vinden, en als je dat hebt gevonden, dan kun je dat toepassen op jezelf. Je mag jezelf niet verliezen in de groep. Je bent een individu.
In de derde lijn is het tijd om een relatie te verbreken met een bepaalde groep of persoon. De energie moet gezuiverd worden. Het werk is volbracht, en zo kunnen er deuren opengaan voor andere contacten en een nieuw leven. In de vierde lijn mag je de groep groter maken, of je groep verbinden met een andere groep, of moet je de groep verlaten en je buiten de groep aansluiten op een andere groep. In de vijfde lijn richt je jezelf op je groep zonder toe te voegen. Het moet op een natuurlijke manier zich gaan vormen, niet door het te forceren. Of de groep dan groter of kleiner wordt doet er niet toe. Het gaat om het principe. Het gaat niet om de groei van de groep, maar om de puurheid. In de zesde lijn moet er gekeken worden naar het begin, waarvanuit de energie zich langzaam kan opbouwen en herstellen. Het geeft biofeedback aan het begin, zodat ook het begin kan genezen. Zo blijven de wortels van de groep en zo de groep zelf gezond. Deze hexagram is aarde omhuld door water, als de zeebodem of een eiland. In de diepte van de zee is aarde, als het beest van de zee die komt tot het beest van de aarde. Na het groeperen moet de mens leren kanaliseren, hexagram 21. In de eerste lijn is de mens aan zijn voeten gebonden, wat belangrijk is om het kanaal te maken. De mens moet even helemaal stoppen om zich op het gat te richten, of moet eerst een gat maken, zodat de kabel daar doorheen kan. De mens moet hiervoor in de heilige vertraging, anders zou de mens niet door het gat kunnen. In de tweede lijn moet de mens door een hard algemeen aanvaard obstakel heenboren, als het omver trappen van een heilig huisje. Hierdoor verliest de mens zijn status en zijn reputatie, en verliest vrienden, maar zo wordt er wel een belangrijke en noodzakelijke kabel gelegd. Het recht staat aan de kant van de mens. Alleen als de mens harder is dan dit obstakel kan de mens hier doorheen boren. Beschuldigingen moet de mens zich niet laten tegenhouden. De mens heeft een heilige missie, en zal verkeerd begrepen worden en verkeerd uitgelegd. Mensen zullen roddelen en stoken, en er alles aan doen om die mens tegen te houden. De eerzuchtigen en mensenbehagers zullen nooit door deze lijn heenkomen. In de derde lijn wordt je geblokkeerd in het boren. Hier is de blokkade harder dan jezelf, en het begint je te vergiftigen. Hier is de grens voor nu. Stop met boren, en trek je terug, of ga ergens anders boren waar het zachter is. Werk om de harde stukken heen. Sla een nieuwe richting op. In de vierde lijn moet de mens doorgaan ondanks dat het hard is. De mens moet volhouden, ook al zijn er bijwerkingen. Het kan wezen dat juist het volhouden sterk genoeg is om het harde te breken. Geduld en volharding verhoogt de hardheid van de mens om zo door het harde heen te boren. Soms moet de mens door wilskracht iets forceren wat echt nodig is. Wat moet gebeuren moet gebeuren. In de vijfde lijn is er door het obstakel heengeboord, en de kabel wordt gelegd. Er is verbinding gemaakt met iets anders. Nieuwe energie komt vrij, en er treden vermengingen op. Er is een brug
gelegd. In de zesde lijn krijgt de mens een ketting, een beloning voor het vele boren, een teken van grote verzoening. Er is een heel netwerk van kabels gekomen. De zintuigen van de mens zijn hier geopend. De Zuiderzee wil de zintuigen van de mens openen, door de techniek. Als het beest van de aarde komt kanaliseert het het vuur, de energie van de hemel die zich op aarde manifesteert. Dan moet er een beeld van het beest gebouwd worden, wat betekent dat het beest van steen moet worden, hard moet worden, om het kanaliseren te volmaken. Dan komt het merkteken, de 666, de technische platen van de I Ching om de machine te laten werken. De Zuiderzee bouwt een nieuwe fabriek, een nieuwe industrie door de Chinese reformatie. 2.10 - De Communicatie van de Zuiderzee Het beest zou spreken in de apocalypse, menselijk worden, want ook zijn getal, de I Ching, is menselijk. Dit is een beeld van het herstel van de hemelse communicatie techniek. Iedereen die het sprekende beest, de sprekende wilde natuur, niet zou volgen zou gedood worden, wat betekent dat de mens aan zijn onverschillige zelf zal afsterven. De christelijke apocalypse vindt alleen waarde in de context van de Chinese mythologie en de I Ching waar het oorspronkelijk vandaan is gekomen. De parallellen en overeenkomsten zijn overduidelijk. Alle thema's en dynamieken van de I Ching komen hierin weer terug. In het Grieks is het beest metaforisch voor een mens van de wildernis, een wilde. Het beest van de zee komt van oudere religies dan het christendom. Adamu was de watergod van de Yoruba stam van Afrika, opkomende vanuit het water, en was ook de eerste mens. In het Hebreeuws is het beest een volk, een leger, een revolutie, en het beest van de aarde was in Genesis naar de aard van God geschapen. In Egypte is Atum de eerste die opkwam vanuit de waterige afgrond om zichzelf te scheppen. In die zin is Adam, de eerste mens of het eerste volk, het beest. In Egypte in het Oude Rijk (2639-2216 BCE) in de pyramide teksten wordt duidelijk dat de koning, Osiris, opkomt vanuit de verdrinking, vanuit het watergraf, om zo tot de witte steen te gaan die vol zit met wijn, wat ook een apocalyptisch tafereeltje is. Ook zit er water in deze steen. We zien de vergelijking hier met Mozes die op de rots sloeg voor water, en zo werd ook aan Osiris opgedragen om van het water te nemen. Atum woont in deze steen als de slager. Egyptische PT 211 : "Mijn bijmoeder is Iat (melk-godin), en zij is het die mij voedt, en zij heeft mij gebaard (vergelijk het Mozes verhaal). Ik was ontvangen in de nacht, ik was geboren in de nacht. Ik behoor aan hen toe van de suite van Re, zij die voor de Morgenster zijn. Ik was ontvangen in de waterige afgrond, ik was geboren in de waterige afgrond (oerzee). Ik ben gekomen en heb het brood tot u gebracht wat ik daar gevonden heb." We zagen in Openbaring dat de overwinnaars de witte steen en het verborgen manna ontvangen. In de Egyptische PT staan deze op de tafel van de offeringen, oftewel de tafel van de toonbroden. Het
brood is in de PT de witte steen met daarin de wijn en het water. Ook bevindt zich daar de boog van Nut. De hexagram van de voleinding in de I Ching, van het doordringen, is hexagram 11, die ook de vrede wordt genoemd. Dit is als het komen tot de tempel van Salomo, wiens troon het getal 666 draagt, als de I Ching. In dit hexagram komt de hemel in contact met de aarde. De hemel daalt neer op aarde, zoals aan het einde van Openbaring, en wanneer het beest van de aarde komt om vuur vanuit de hemel te laten neerdalen. Hier is de communicatie hersteld, de zintuigen zijn gelegd. De witte steen is in de Egyptische PT een zintuig, en niet alleen maar een gave. In de eerste lijn komt de mens tot de wortels van alles. Dit is niet tijdgebonden. De mens ziet door alles heen. De mens heeft hier dus de witte steen, een heilig zintuig, ontvangen. Het is blijvend. In de tweede lijn kan de mens de rivier oversteken over de middenweg en afstand is geen probleem. De mens heeft verzicht en overzicht, en rekent niet met de kortzichtigen. De mens komt tot een nieuwe wereld in een nieuwe wet. In de derde lijn is de aarde een spiegeling van de hemel. Hier is de grens tussen hemel en aarde, en hier gaat de mens weer terug naar waar de mens vandaan kwam, maar het kan de mens niet deren. Hemel en aarde zijn één geworden. In de vierde lijn blijft de mens doorwerken ondanks het hebben van grote rijkdom. De mens moet zich niet blindstaren op rijkdom, maar verder gaan. Het gaat om de taak die de mens heeft. In de vijfde lijn worden alle rangen en hiërarchieën omgedraaid. De eersten zullen de laatsten zijn, en de laatsten zullen de eersten zijn. Hier is niets gebouwd op erfenis, status quo, rijkdom of roof, maar op daadwerkelijke bekwaamheid en de hemelse techniek. De hemel rekent niet met de instellingen van de aarde. De hemel keert hier de aarde om. In de zesde lijn is het contact tussen hemel en aarde verbroken. Er is een grote ontlading. De muren zijn ingestort, en ook de bruggen. Alles staat open en bloot. Het beest gaat terug in de afgrond voor een nieuwe geboorte. Het is de heilige verlamming waarin er geen contacten kunnen zijn. Hierin is het beest, de mens, veilig. De grote afstand en diepte maakt de mens onbereikbaar. 2.11 - De Natuur van de Zuiderzee Als de mens tot de diepere techniek is gekomen is dit een brug tot de wildernis. De wildernis is hexagram 36 van de I Ching. In de eerste lijn moet de reiziger drie dagen niets eten maar wel gewoon doorgaan met werken en reizen. Vergelijk het Jezus verhaal van zijn drie daagse verblijf in de onderwereld om met de vijand af te rekenen.
In de tweede lijn treedt de zonsverduistering op en de mens is verwond aan het linker been. Vergelijk de kruisdood van Jezus waar hij doorstoken wordt en waar een zonsverduistering optreedt. Vergelijk ook het Jakob verhaal waarin hij op zijn heup wordt geslagen om hem gevoelig te maken. Een aards zintuig wordt gesloten, en een hemels zintuig wordt geopend. Koning Osiris ontvangt het hogere zintuig door het watergraf. Het beest van de zee komt tot het beest van de aarde die in contact met de hemel is. In de derde lijn is de wond er juist om een grote vijand te traceren en te overwinnen. In de vierde lijn is de mens in een grote duisternis gekomen waarin de mens niet meer opgemerkt kan worden. Hier kan de mens zich vermommen, en zo kan de mens ontsnappen. Er zijn geen achtervolgers. Alles is rustig. In de vijfde lijn moet de mens dubbel opmerkzaam zijn en dubbel voorzichtig. In de zesde lijn : De mens is in de hemel geweest, nu moet de mens terug naar de afgrond, dieper de aarde en de zee in. De mens is mens geworden, en moet nu weer beest worden, zoals de koning van Babel. Jezus was in de hemel opgeklommen tot boven de sterren, en moest nu naar de aarde afdalen. Na de hemelvaart is er weer geboorte in de aarde, en dan pasen. Assur de boom van kennis, groeide hoog, maar moest toen vallen. Zo moet alle kennis schakelen en uitschakelen, zodat de kennis zuiver blijft en niet hoogmoedig, verblind en verblindend. In deze hexagram valt de tijger in de put, juist om weer wolf te worden, als het schakelen tussen de hemelvaart en de helvaart. Het is een hiëroglief van groot verraad, waarin de mens soms de verrader moet zijn, en soms verraden moet worden. Vergelijk het Jezus verhaal waarin Judas optreedt. De evangeliën van het NT zijn gebaseerd op deze hexagram. Deze hexagram is de schakel tussen Jezus en Judas. Hoofdstuk 3. De Boot van Ra 3.1 - De Tuinjongen Op het fundament van de techniek kan er dan een nieuwe natuur komen. Dit gebeurt door buitenaardse verbindingen en brengt een nieuwe natuur-religie, in de zin dat de natuur voor de mens de bron van leven is. De mens kan niet zonder de natuur. Zonder de natuur gaat alles dood. De natuur is ook een weldaad voor de mens, een bron van genezing. De nieuwe natuur-religie zien we in de Vur en de Bilha. In de Drager van de Vur, boek 1. De
Vluchteling, zien we iemand geboren worden tussen de doornenstruiken : 1. Ik ben geboren tussen de doornenstruiken, De doornenstruiken brachten mij voort, Zij hadden mij flink gestoken Dit tafereeltje komt ook voor in de I Ching, in hexagram 29, de afgrond, in de zesde lijn, waar de mens gebonden ligt in de doornenstruiken, helemaal hulpeloos. Niet alleen wijst het Jezus verhaal hier naar terug, maar ook het Doornroosje verhaal. In de Vur wordt degene die tussen de doornenstruiken geboren was dan opgevoed door de doornenstruiken, die hem altijd in alles tegenhielden. Ook in de Vuh komt dit tafereel voor in het prozaïsche Roze Zwanen verhaal over een dementerende man die teruggaat naar zijn verleden waar hij de sleutel van het universum vindt : "Hij leeft weer in het verleden, alsof zijn vrouw er nog is, zijn zusjes, zijn vader en moeder. Zijn zusjes spelen op het plein. Ze zien eruit als popjes. Hij wil ze omhelzen, maar dan staat hij stijf. Zijn vader roept hem. ‘Zeg Noach, afwassen.’ Ook gaan ze naar de kerk. De stem van de dominee echoot door de kerkzaal. Hij zit weer op school. De leraren staan voor hun schoolborden, waaruit struiken komen om de kinderen mee te nemen. ‘Eindelijk,’ denkt hij. Al zijn nachtmerries komen terug, de struiken die hun dorens in de monden van jonge kinderen stoppen, en hen in hun tanden steken. En die dorens blijven daar zitten. En pepermunt wordt er in de kerk uitgedeeld, van de mintstruik. ‘Ik vraag jullie te luisteren,’ zegt de leraar. - Nee, zegt een kind. ‘Dan ga je maar naar de directeur.’ - Geen sprake van. Zo gaat dat altijd. Moe wordt hij ervan. Altijd en eeuwig die dictators. Slangen in het paradijs. Zijn hoofd is heet, zijn oude woede stroomt." De dominees, leraren en tandartsen rommelen aan de monden van de kinderen als doornenstruiken, hen programmerende hoe ze moeten denken en spreken. Iedereen moet het Jezus implantaat ontvangen, als een zwaard in de mond, om het gat van de zondeval te dichten. Het is pure dwangverpleging. Ook het verhaal "Arabisch Amalgaam" gaat hierover. Volgens de I Ching duurt de tirannie van de doornenstruiken 3 jaar, wat natuurlijk symbolisch is, en wat terugkomt in het Jezus verhaal als 3 dagen, en in het Doornroosje verhaal 100 jaar. Dan in boek 2 van de Drager van de Vur : Het Gebed, is de ik-persoon zelf de struiken geworden : 1. Ik dans in de wind als witte bloemen struiken, Ik ben de prins van de witte bloemen struiken, Twee lange zwaarden in mijn handen, Het is een zwaardendans
De prins heeft de zwaarden die gedwongen in zijn mond waren gestoken om hem monddood te maken er uit kunnen krijgen, en heeft de zwaarden nu in zijn handen, waarmee hij danst. Hij is als witte bloemen struiken geworden. In vers 5 zakt hij dieper in de rivier, om dieper te wortelen. In het derde boek, de Pop, zijn de witte bloemen struiken zijn bescherming geworden : 5. Er groeien doornenstruiken rondom mijn herinneringen, Met witte bloemen In het boek wordt er dan verder uitgelegd dat in het diepste lijden een zaad ontstaat wat deze wonderen verricht. Wat is dat zaad dan ? Dit wordt uitgelegd in de Jedorix, een magisch boek van de Vuh, in het verhaal van Roodvinger en de Vogelspin. In dat verhaal wordt er betaald met zogenaamd 'lijdens-geld': verdriets-munten, waarin een rood zaad zit, een rood kruid. Maar wat is dat dan voor kruid ? "Ze zeiden dat dat een heel gevaarlijk kruid was. Een mengsel van boosheid, angst, gemeenheid en nog veel meer." "Het kruid was veilig opgesloten in de munten, maar ze wilden het zo snel mogelijk weer weggeven of besteden in een winkel." Het kruid groeit oorspronkelijk in bepaalde struiken. "Het zijn gevaarlijke struiken. Het zijn vleesetende struiken. Zij horen thuis in de wildernis, in dit reservaat." "Ze zijn niet te vertrouwen, die struiken." Het geheim van dit zaad schijnt de rode nacht te zijn, de langste en donkerste nacht van het jaar. Dit kunnen we ook vergelijken met de islamitische theologie waarin er in de Ramadan gewacht moet worden op de nacht van grootsheid waarin vele engelen neerdalen, als een groot wonder. Door dit rode kruid verandert de mens zelf ook in een struik. Voor de buitenwereld ben je dan gek geworden, of crimineel, onbetrouwbaar, bruut en slecht. De buitenwereld zal je dan verkeerd begrijpen en verkeerd uitleggen. De buitenwereld zal dan veel over je roddelen. Nu is dat wel een beetje waar, want het rode kruid wordt ook in de wapens van de wereld van de ziel gebruikt, en er is ook een zwart kruid en een wit kruid, de sneeuw. Zo is er in dat verhaal ook een roze kruid wat nodig is om met vuur om te kunnen gaan. Hiervoor met het rode kruid met het witte kruid worden vermengd. Het roze kruid brengt een soort heilige zwijm. Ook in de poëtische boeken van de Vuh wordt er veel over het zaad gesproken. Het boek 'de Pop' in de Drager van de Vur zegt over het zaad (vs 24-28) : "Zij komen van ver weg, Zij groeien over de wegen en over de daken, Over de woestijnen en over de zeeen. Zij komen vanuit het zaad van planten, Zij komen vanuit de diepte van de rivier,
Het zaad verschijnt als wolken over de steden, En dan explodeert het, Het zal zaad regenen, Regen in het paradijs Ik zink dieper weg in de rivier van zaad, Totdat ik begin te veranderen in een struik" In boek 4, het Monument, gaat dit verder (vs 3-4) "Ik ben geboren uit een plant, Ik zag de aarde geschapen worden, Ik zag de aarde voortkomen vanuit een bloem Ik ben de tuinjongen, Ik verwijder de stenen die er niet horen, Geen herinneringen meer aan de stad, De tuinhekken zijn gesloten na middernacht" Door vanuit de planten en struiken geboren te worden en als planten en struiken te worden, als de tuin zelf, wordt de mens tot een tuinjongen. Eerst moet de mens weten wat het is om de natuur te zijn alvorens de mens kan weten hoe met de natuur om te gaan. De mens moet dus de natuur zelf worden. De tuinjongen komt voort vanuit de natuur, als een natuurverschijnsel. Soms moet de mens eerst wat meer verdrietsmunten sparen alvorens de mens iets kan kopen. De winkelier die dit in de gaten houdt is in boek 5 van de Drager van de Vur de eekhoorn, wat tegelijkertijd de naam van het boek is. De eekhoorn-winkelier is een terugkomend thema in de Tweede Bijbel. Zolang iets nog niet verdient is blijft hij 'nee' zeggen. Het wordt alleen lente als hij 'ja' zegt. Deze eekhoorn kun je niet inhalen. Het is een onbreekbaar proces. Intelligente mensen denken zo diep dat anderen hen niet meer kunnen volgen, en dan krijgen zulke mensen allerlei stempels opgedrukt. Dit komt ook terug in boek 9 van de Drager van de Vur : Het Speelgoed. 10. Zijn droom was een paradijs, en hij wilde dat verwezenlijken. Er moest een einde komen aan het trauma van de waarheid. Ze hadden al lang gevochten. De waarheid hield hen veel te veel bezig, en voor wat ? De waarheid was een gruwelijke dictator, maar hij was de dromenkoning. Hij werd bestempeld als gemeen en gek, maar het land was majestueus mooi. 11. Ze konden alles van hem zeggen, maar niet dat hij geen kunstenaar was. De nuchtere waarheid was saai. 12. Een tuin met betoverde rozen. 13. Het hek van de rozentuin was hoog, met gouden punten. Velen stierven daar. In dit boek is de tuinjongen tot koning geworden.
3.2 - De Schaduw van Isis Er is iets verschrikkelijks gaande in de wereld onder de naam ISIS. Dit is een extremistische en terroristische groep die zich voordoet als de islam, en zichzelf het recht aanpraat vrouwen te verkrachten. Denk jezelf eens in als je in zo'n benarde situatie terechtkomt, want velen zijn hierin terecht gekomen. Gelukkig wordt deze bende nu opgedoekt, maar vele slachtoffers hebben het niet overleefd. Echter, we hebben hier te maken met een grote ontmaskering. ISIS is de Opper Godin van Egypte, die werd overgenomen door de Grieken en de Romeinen, die het fundament vormden voor het christendom. ISIS was de godin van de vruchtbaarheid en de wet, en ook van de genezing en de natuur. Isis is een Griekse transliteratie van veel oudere Egyptische namen die voor haar werden gebruikt, voor dit principe. De Grieken en Romeinen gaven aan Isis hun eigen interpretatie, en het groeide uit via de Mediterrane wereld zelfs tot in Engeland, zo goed en kwaad als dat ging, maar in de oudheid was er grote aandacht voor de vrouwelijke kant van de oneindige kennis (gnosis), als de baarmoeder voor nieuw leven. Door de christelijke invasies werd het vrouwelijke onderdrukt, ook de goddelijke kant ervan, meer en meer. Isis werd geheel vervangen door Iesous, het Griekse woord voor Jezus : Het christendom vermannelijkte het goddelijke, en het werd een echte mannenwereld waar vrouwen niets in te brengen hadden. Jezus moest tot de Vader leiden, en over een moeder werd niet meer gesproken. Ik heb altijd die pijn gevoeld. In een reformatorische kerk opgroeien ben je half een wees, want er is geen Moeder God, alleen een onbereikbare Vader God. Isis was verkracht en uitgedoofd, weggebannen. Er mag een brug komen tussen de Egyptische en christelijke esoterie om deze dingen te genezen. Alles wat we hier op aarde zien qua religies zijn min of meer schaduwen van natuur-technische dynamieken die een soort trappenstelsel hebben gevormd waarin de mens heel diep is afgedaald. Dus die religies zijn dan slechts glimpen van het oorspronkelijke, hogere bewustzijn, maar
desalnietemin zeer belangrijk in deze wetenschap. Juist in de tijd is het steeds corrupter geworden, dus dan zou je weer de trappen opmoeten de geschiedenis in, dichter bij de bron. Zoals we het hier op aarde geprojecteerd krijgen is het gestolen en verdraaide gnosis, waarop dan weer doorgebouwd wordt, dus de mens moet terugkeren naar de fundamenten. Waar dieren en vrouwen op een lager plan worden gezet gaat alles mis, omdat dit juist onderdelen zijn van de mens en het hogere bewustzijn, dus we moeten dan terug in de geschiedenis om te zien waar en hoe dat fout ging. Natuurlijk gaat het niet om namen en talen, maar om principes. Maar we hebben nu eenmaal de talen en de culturen nodig om het te ontmaskeren en terug te brengen naar waar het om draait. In de begintijd van het christendom was er nog ruimte voor de vrouwelijke dynamiek in het katholicisme, maar door de reformatorische kerk in de renaissance werd deze deur voorgoed gesloten. De mens had toen alleen nog maar de vader-dynamiek, en vrouwen kregen, net als in de islam, een ondergeschikte positie, wat natuurlijk niet eerlijk is en ook niet logisch. Al in het Oude Testament zien we die vrouwenhaat opkomen, waarin alles draait om de patriarchie, en het Paulinisme maakt hier definitieve wetten voor in het christendom. Het is de karaktermoord van de vrouw. De zoon moet de mens terugleiden tot de Vader, en de dochter en de moeder worden niet genoemd. In de reformatorische kerk werd het later gedemoniseerd zelfs. Dus de mens moet roeien met de riemen die de mens heeft, de fragmenten verzamelen. Egypte is waar het christendom vandaan kwam. In Egypte was er ruimte voor de goddelijke moeder. De godinnen zijn daar allemaal archetypes van. In het christendom mocht er niet meer over godinnen gesproken worden, maar alleen God. Gelukkig is dat in de grondteksten heel anders, maar het Westerse christendom laat zich helaas niet informeren over de grondteksten en de etymologie, maar laat zich alleen leiden door het kerkelijke gezag. Het christendom heeft alle oude kennis verzegeld, wat zelfs Jezus toegeeft dat de wetgeleerden de sleutel van de kennis (gnosis) achterhielden voor de mensen, zodat ze niet konden binnengaan. De mens kan niet wedergeboren worden, want de moeder dynamiek is totaal weggehakt door het christendom. Mozes had een Egyptische opvoeding gehad, en was diep onderwezen in de Egyptologie. Vandaar dat zijn architectuur in de pentateuch heel veel weg heeft van de Egyptologie, maar dan totaal anders. De ark was in de Egyptologie de boot waarmee Ra door de onderwereld reiste, door het lichaam van moeder Nut, en die boot werd bewaakt door de godinnen Isis en Nephthys. Mozes maakte daar de ark van het verbond van en de twee godinnen werden tot cherubs op de ark. De Egyptenaren hadden ook al arken, en vaak werden er mummies of orakels in vervoerd of opgeborgen. Vergelijk dit met de cherubs. In ieder geval was er de charismatische reformatie van de 40-50-er jaren opgezet door de hervormer
William Branham. Hij wees terug op de fundamenten van Egypte, zeggende dat de tweede bijbel verborgen lag in de pyramides. Hij zei dat de Egyptenaren intelligenter waren en veel verder gevorderd dan de meeste mensen vandaag. Hij stierf jong, op 56-jarige leeftijd geschept door een dronken automobilist (Als een beeld van het komende Toronto). De charismatische beweging werd corrupter en corrupter, door het zg. welvaarts-evangelie, het evangelie van materialisme. Hieronder werden de Egyptische fundamenten verstopt, maar vandaag de dag is deze poort open aan het gaan. Wij gaan met de Egyptische religie niet religieus om, maar esoterisch, oftewel technisch, objectief. Door de veroveringen van Alexander de Grote voor het Griekse wereldrijk kwam Egypte in handen van Griekenland, en zij plunderden de Egyptische schatten, zoals Isis en Thoth, en zo verspreidde het over geheel Europa. De Egyptische archetypes representeren belangrijke principes, die dus gecodeerd zijn in de Egyptische mythologie, d.w.z. het is een geheimtaal. De Egyptische verlichting treedt op wanneer een mens daarin inzicht krijgt, en zo verlost wordt van de kortzichtige kerk-formules. Ook in Egypte moet er een reformatie komen. Dat is de enige manier om een reformatie in het christendom te krijgen, want Egypte is het directe fundament van het christendom. Op de brug tussen Egypte en het christendom is dus alles vastgelopen en verdraaid, vandaar dat het Isis-enigma aandacht moet krijgen. Er is daar een groot gnostisch geheim opgeborgen, zelfs opgesloten. Deze dagen komt dit vrij. Er is een poort geopend. Er is een hele dunne lijn tussen de gnosis en Egypte, en veel kruispunten. Wat we op aarde zien zijn weerspiegelingen van Orion. William Branham die erop hamerde dat elke charismatische beweging profetisch moest zijn, dus verbonden aan de bron, sprak dat er drie bijbels waren, en de eerste was niet de christelijke bijbel, maar de sterrenhemel, de Zodiak. De tweede bijbel is de pyramides en de derde is de christelijke bijbel. Zo legde hij het uit. In ieder geval : De Egyptenaren waren bezocht door buitenaardse wezens, van Orion en Sirius, die veel verder in intelligentie waren en hun boodschappen codeerden op aarde in Egypte, en die boodschappen waren dus een soort "tijdbommen" die later vrij zouden komen, wanneer de mensheid daar klaar voor zou zijn. Egypte werd toen verdraaid door Israël, als een zegel, wat later nog meer verdraaid werd door het christendom, die er een eigen uitleg aan gaf, en het zo selectief vertaalde dat er van een misvertaling kon worden gesproken. In de esoterie wordt deze puzzel niet ontweken, maar worden de juiste schakels vastgepakt, de juiste dynamieken, en worden er andere combinaties en volgordes gemaakt, zoals Bilha bijvoorbeeld is een slavin in het christendom, maar in de esoterie van de tweede bijbel, in de gnosis, is zij een godin, als archetype. Godin is een woord wat gebruikt wordt voor "verpersoonlijkte kennis", wat dus een heel erg geavanceerd mechanisme is, zo geavanceerd dat het menselijke kwaliteiten heeft aangenomen. Het
is van een hoger bewustzijn dan gewone mensen, dus wordt het woord "godin" gebruikt in de taal, als een metafoor. Dit is iets wat een mens zelf moet worden, dus het mag niet telkens geprojecteerd worden op iets anders. Vandaar dat het boeddhisme en het hindoeïsme metaforisch ook van groot belang zijn. We mogen het woord "godin" dus niet te pas en te onpas gebruiken, niet ijdel gebruiken. Het is een verhaal. Het punt is : Er is een deur geopend op de brug tussen de Isis-energie en de Jezus-energie. Dit is een hele lange brug, genaamd de Seismo-brug in de demonologie, van "seismos", Grieks voor "aardbeving". Dit wordt ook wel "de brug van aardbevingen" genoemd. Hier werd zowel de Isis-energie corrupt gemaakt als dat ze werd veranderd in Iesous, Jezus, en de vrouw werd op een lager plan geschoven. Zo is er ook een deur geopend helemaal aan de andere kant van de brug in Isis zelf, om tot het zuivere principe diep in Isis te komen, tot de zuivere Isis. Het gaat dus allemaal om de diepte. Niet aan de oppervlakte blijven. Er is dus een vonk vrijgekomen die reformatie wil brengen. Dit gebeurt als eerste in onszelf en in de hemelse gewesten. De man kan alleen hersteld worden als de vrouw wordt hersteld. De mens draagt beide archetypes binnenin. De man is niet het sterke, heersende deel, en daar gaat het leven ook helemaal niet om. Het gaat om het creatieve, het komen tot de oneindige kennis om zo te ontwaken. Er bestaat geen directe kracht. Alles is verbonden aan principes. De vrouw is dus ook niet het zwakke en het onderdanige, maar is het inspirerende deel, het profetische, dus metaforisch gezien kan de man helemaal niet zonder de vrouw. De vrouw is zijn hart, en dat is niet eens materieel. Iedere man is een vrouw van binnen. Dat is het ware Isis-principe. Het is de innerlijke wijsheid. De man is de gevoeligheid hiervoor. Dit was het grote beeld wat de mens in het Egyptische voorgeschoteld kreeg : Een vrouw met haar mannelijk kind. Zelfs het christendom kon dat niet stoppen, want dit werd overgenomen als Maria met haar kind. De oorspronkelijke man door de godin, de profetie, de inspiratie, voortgebracht, was dus een gevoelige man. Man betekent gevoeligheid, en het kerkelijke christendom heeft deze bron dichtgegooid, maar die bron zal weer geopend worden. Alleen dan kan er herstel komen. Het is niet zwart-wit. Het is niet dat de gnosis nooit gematerialiseerd is. Er is ook zoiets als : "heilige materie", alhoewel dit van een hele andere vibratie is, als het kruizen van de dimensies. Alles loopt dus door elkaar heen. 3.3 - De I Ching - Sleutel tot de Natuur Er is een militaire dienstplicht voor de mens in de demonologie : de strijd tegen het valse zelf en het
daaruit voortvloeiende kwaad. Dit is een plicht voor een ieder die deel wil hebben aan het leven en aan het goede. Hieraan is niet te ontkomen. De mens stond als Doornroosje voor het spinnenwiel van de heks en raakte de spoel om zo honderd jaar te slapen. In de demonologie waren dit de christelijke invasies, gedwongen implantaties van buitenaardse wezens, in de hand of in de mond (hoofd), als het merkteken van het beest, waarvan de tandarts een beeld is : de demonische vullingenplicht die pure dwangverpleging is. De mens wordt gedwongen met gevaarlijk gif in zijn lichaam te lopen, botimplantaties die het zenuwstelsel en zo de organen ook nog eens ernstig verstoren. Een groter kwaad is er op aarde niet geweest, want het martelt de mens langzaam dood, en brengt de mens in een coma toestand waarin een andere identiteit wordt geimplanteerd. De medische dwangwereld is crimineel. De mens is in strijd tegen een groot beest, en moet weer terugkeren tot de afgrond, om zo volledig te onthechten, om een anti-magnetische disconnectie tot stand te brengen. Hierin wordt de mens zelf tot wijngaard, tot struik, zoals Jehovah werd tot een brandende braamstruik om tot Mozes te spreken. Jehovah betekent "wording". Voor de mens om het paradijs binnen te gaan moet de mens eerst het paradijs zelf worden. De mens moet gelijk worden aan de paradijselijke natuur, worden tot een struik, boom, bloem of plant in het paradijs. In het watergraf wordt de mens tot een wijnstok, wanneer water in wijn verandert. Dit pad wordt ook gewezen in de I Ching. In het Roodvinger verhaal moet de mens afrekenen met een heksenkerk. De mens moet als Noach tot de wijngaard komen, en deel hebben aan de wijnstok. De mens moet zelf de wijnstok worden. Aan het einde van het twaalfde uur van het Egyptische boek der poorten ontvangt Nut Ra, en komt Nun uit het water voort om de boot van Ra op te tillen, te redden uit het water, om zo tot de wijn te komen. Ra is hier in zijn Kepri vorm, de kever of scarabee, als het teken van de wedergeboorte, van het aanbreken van de dag. Kepri komt in de oud Egyptische afbeeldingen tot een rode bol als beeld hiervan. Kepri betekent 'worden', wat hayah is in het Hebreeuws, waar het woord 'Jehovah' van afgeleid werd. De mens moet hier dus ook de wijnstok worden. Jezus werd de wijnstok door zijn kennis van de Egyptische theologie. In het Egyptische Dodenboek zingen Isis en Nephtys Ra toe in zijn boot, en beschermen hem. Het christendom nam dit tafereeltje over als de ark van het verbond, en veranderden de godinnen in de twee beschuttende cherubs op de ark. Isis is de moeder van Horus, en Nepthys is zijn bijmoeder. De mens moet leren dat zonder de fragmenten de mens niet kan terugkeren tot de bron. Die fragmenten moeten overal vandaan gehaald worden. De luien en de bevooroordeelden, hen die niet willen parelduiken, de schoonmaak-kabouters met het smetvrees-virus, kunnen niet tot de sleutels komen. In de I Ching liggen de sleutels verborgen tot het oude Egypte. Zonder de I Ching is het onmogelijk om dieper in dit grote christelijke fundament door te dringen om zo tot de esoterische waarheden te komen. De mens moet er iets voor doen. In de I Ching wordt de diepe techniek hiervan besproken, als een systeem van electriciteit. Zij die de wetten van electriciteit aan hun laars lappen, zullen onder te hoge volt komen te staan, en zij zullen wegsmelten als zij zomaar allerlei dingen gemakszuchtig willen grijpen. De spijbelaars die hier dus in volharden zullen uiteindelijk op die manier geëlektrocuteerd worden.
Hexagram 43 is het stoplicht van de communicatie. In de eerste lijn mag de mens niet vechten. De mens moet zich hier eerst beter voorbereiden en niet overmoedig zijn als de ninja-kabouter. In de tweede lijn moet men eerst waakzaamheid en voorzichtigheid ontwikkelen. Er is druk van buitenaf, geschreeuw. Dit is een staaltje demonologie die ook voorkomt in de Egyptologie. In de tombe van Ramesses VI, in het boek van de grotten, in het eerste register, is er een groep van negen cobra's die vlammen uitspuwen die de vijanden van Osiris verbranden. Deze cobra's zijn de uraei cobra's, de cobra's van de kroon. Zij bewaken de drager tegen overmoed. In de Regenbooggeschriften van Isis in de Vuh van de Tweede Bijbel wordt Isis-Osiris de godin van de wijn genoemd, de drager van het Woord. De wijn is verbonden aan de wet en de kennis. Daar waar wet en kennis wordt losgelaten ontstaat er valse wijn, zoals Toronto. Ook de Egyptenaren hadden al met zulke geesten te maken, en gingen daarom diep in de demonologie. Juist de druk van buitenaf is belangrijk om voorzichigheid en waarkzaamheid, als een alarm, te ontwikkelen. Dat is ook waar de uraei cobra's voor zijn. In de derde lijn moet men geduld oefenen, volharding in het waakzaam zijn. Dit houdt ook in het lijden aanvaarden en dragen. In de vierde lijn mag er geen communicatie zijn. Praten heeft geen zin, en zou het alleen maar erger maken. Men moet zich terugtrekken, tot de stilte gaan en zich met andere dingen bezig houden. Men is hier op de heup geslagen, zoals ook Jakob in de Israëlitische mythologie. Men moet hier gevoeligheid leren voor de bron, contact maken met de hemel, en geen mensen behagen ten koste van de bron. Een diep misantropisch gevoel sluipt hier binnen om de mens te beschermen. In de vijfde lijn is er de regelmaat van de demonologie in het verwijderen van onkruid wat steeds weer op komt zetten. Hierin moet men niet in het middelpunt blijven, want het middelpunt is te vaag, maar men moet het middelste pad bewandelen, de Tao. Men mag hierin niet verzwakken, anders valt men tot uitersten. Juist in deze lijn mag er niet zwart-wit omgegaan worden met de tuin. Pas er voor op geen goed stuk begroeiing samen met het onkruid eruit te trekken. Soms is het nauw aan elkaar verbonden en samengegroeid. Hak niet alles met de botte bijl weg wat je niet begrijpt, maar ga diepzinnig met de tuin om. Probeer de lijnen van de tuin te ontdekken en waar zij kruizen. Demonologie is het mooiste vak wat er is. Wat is er mooier dan het overwinnen van het kwaad ? Hiertoe behoort ook het begrijpen van het kwaad en het transformeren van het kwaad, zodat men niet in oeverloze drama wegzinkt. In de zesde lijn moet men schreeuwen, roepen, communiceren, contact maken en anderen waarschuwen. Hier heb je iets van de ander nodig, ook al is het een vijand. Hier heeft ook de ander je nodig. Hier moet een leger gevormd worden om een groter kwaad te verdrijven. Hier mag men niet alleen zijn, maar moet men erop uit om tot een groep te komen. Deze hexagram is genoemd de hexagram van de beslissing en van de doorbraak. Ook wordt het de uitschakeling genoemd en de vastberadenheid. Lijn 4 en 6 zijn belangrijk, als het switchen tussen geen communicatie en wel communicatie, als een stoplicht. Hierin moet de mens gebonden worden, komen tot Zij waarvan geen ontsnapping is, wat de vijfde wet van Calvijn is, de wet van de eeuwige onontkoombaarheid, wat de derde wet van het amazonisme is. Ook in de Egyptologie komt dit voor, in het boek van de nacht van de tombe van Ramesses VI, in het derde uur. De heilige onontkoombaarheid, Zij waarvan geen ontsnapping is, staat aan de tweede poort in het derde uur. Er is geen bescherming tegen haar, en zij was een beeld van de hemelvaart van Ramesses VI. Zij is de slager van de zielen. In dit uur zien we hexagram 43 terug. Er is een gebied van stilte, de vierde lijn, en een gebied van 'hen van de kanalen', de communicators, oftewel de zesde lijn. De vijfde lijn van het tuinieren zien we terug in 'hen van de velden'. De tweede lijn van de waakzaamheid zien we in
de 'drie die zijn ontwaakt'. Zij houden een kind vast, wat inhoudt dat zij voorzichtig te werk gaan, om zo niet de begroeiing met goede vrucht aan te tasten in het verwijderen van onkruid, wat dus een verbinding is met de vijfde lijn. Lijn twee en lijn vijf zijn nauw aan elkaar verbonden. Als men in het klooster van de stilte terecht is gekomen, de vierde lijn, dan kan men alleen door waakzaamheid en voorzichtigheid, lijn twee, komen tot het militaire, lijn vijf, waarvan het tuinieren een beeld is. Lijn één is dan het fundament van de school. Zo is hexagram 43 een belangrijke sleutel in het begrijpen van de Egyptische demonologie en tot de egyptologie op zich. In het elfde uur van het Boek van de Dag in de tombe van Ramesses VI zien we de stilte gepersonificeerd als een vrouw, een godin, als lijn vier. Het is de godin Meretseger, een cobra of vrouw met een cobra hoofd. Zij is de bewaker van de tombes en ook is zij verbonden aan het zevende zegel van stilte in de apocalypse. In de Egyptologie spoot zij gif op een ieder die de tombes probeerde te verwoesten of te beroven. Zij is dus een gifspuwende cobra, en werd beschouwd als zeer gevaarlijk. Stilte moet daarom nooit gezien worden als een zwakheid, maar als een wapen, een goedwerkend beveiligings-systeem. Dit gebeurt dus in het elfde uur van de dag, in de avond, als het avondrood. De naam van dit uur is "Mooi Visioen". In het tiende uur was er de overgang tot de avond boot. Men daalde in dit uur af van de middag boot tot de avond boot, om het Westen over te steken in vrede. Het is het dagdeel van de vrede, waarin de peddels tot rust komen. Dit beeldt de eerste lijn uit, de school. Dit uur is genoemd "Zij die de hemel verlicht", "Zij die inzicht is in de hemelen". Het tweede uur van het Boek van de Dag is het Uur van de Triomf, als de geboorte van de eerste zoon van Ismaël, de eeuwige vijandige : Ajuwth, wat triomf betekent. Dit is de vijfde lijn. Dit uur is genaamd : Zij die de Duisternis Verspreidt en Verdeeld, en ook Zij die de Duisternis Verdrijft. Ajuwth staat voor de vruchtbaarheid. Door de triomf is er doorgang tot de velden van Yaru, de rietvelden van het eeuwig leven, in het negende uur. In het eerste en laatste, twaalfde uur van het boek van de dag is er sterke communicatie, de zesde lijn. In het eerste register van het eerste uur zien we twee dragers van speren die zijn genaamd : 'Die met zijn tong doodt' en 'Die vernietigt door zijn spraak.' Een derde speer-drager is genaamd : 'Die waarvan de stem in de Vlam is'. Dit is ook de naam van één van de mes-dragers. Het twaalfde uur is genaamd : 'Zij die inzicht is op het Eiland van het Leven.' In het vijfde register zijn er vijf cobra's in manden. Twee van hen zijn genaamd : 'Haar vlam is in haar mond,' en 'Haar vlammen zijn op haar mes'. Dit komt ook terug in het begin van het boek Openbaring waar een mensenzoon een mes in zijn mond draagt, en die zichzelf de eerste en de laatste noemt, wat dus uit het Egyptische Boek van de Dag komt. 3.4 - De Orionse I Ching Het contact maken met de Orionse energie gaat door een orakel. Wij moeten de bron van de I Ching zoeken in Orion, in de voor de aarde verborgen Orionse I Ching, de coderingen van de Orion energie. Dit staat ook bekend als het Orionse Tijger Orakel en het Orionse Dromen Orakel. De aardse tijger is slechts een afgeweken vorm van de Orionse Tijger. De aardse tijger heeft de Orion energie en het orakel min of meer misbruikt, en werd toen naar de aarde verbannen. In die zin is de aardse tijger dus wel interessant en van belang, om dat het een heenwijzer is, als een schaduw.
De Orionse I Ching die ten grondslag ligt aan de Chinese I Ching bestaat uit trigrammen in plaats van hexagrammen, en ditmaal staan de lijnen rechtop in plaats van horizontaal, als al dan niet onderbroken palen. Vandaar dat de Orionse I Ching ook wel de Vertikale I Ching wordt genoemd. Het is dus een kwartslag gedraaid, en de basis palen zijn : 1. de tweemaal onderbroken paal, de zon : de zon is in het Orions niet de daadwerkelijke zon, maar de bron, dus dat kan ook de bron van duisternis zijn of van ijs. 2. de ononderbroken paal, het vuur 3. de aan de onderkant onderbroken paal, de droom 4. de aan de bovenkant onderbroken paal, de steen Hieruit ontstaan 64 trigrammen van elk drie lijnen. 1. Water
Tekst : Water is altijd een potentieel gevaar. Ga er goed en wijs mee om. Lijn 1: Drie keer gebroken, de zon/ bron. De bron is zout. Blijf doorlopen. Verderop is het water zoeter en drinkbaar. Commentaar : Wij moeten niet denken als we water zien : "Hoera, water", als we in een droge woestijn zijn. Het kan een zinsbegoocheling zijn, een fata morgana. Ook kan het giftig water zijn, of in dit geval zout, en je kunt het niet drinken. Eerst moet water altijd getest worden, en men moet op de hoede zijn. Als het niet in orde is moet men verder zoeken, en niet opgeven. Lijn 2: ongebroken lijn, vuur. Je hebt passie. Iemand (een man) komt te laat. Je moet het alleen doen. Er zit niets anders op. Je innerlijk vuur zal je leiden. De waterbron is drinkbaar verderop. Drink hier niet. Het is geen tijd. Commentaar : Veel mensen nemen het eerste niet, maar het tweede. Ze geven snel op, en zijn lui. Maar dit is demonologisch niet verantwoord. Het vuur moet leiden tot de juiste bron. Eerst moet alles zuiver zijn. Iemand komt te laat. Als anderen niet meewerken, dan moet je het alleen doen. Je moet anderen je hogere plan niet in de war laten schoppen. Mensenbehagenis zou je je doel laten missen. Laten de doden de doden begraven. Laat je niet tegenhouden door verkeerde contacten, want dan wordt je nog naar het vuile water gesleept. Hier moet je loskomen van verkeerde relaties. Doe je dat niet, dan zal het water je of vergiftigen of laten verdrinken. Lijn 3: Lange lijn op korte lijn: de droom. Je hebt volgehouden. Je bent door een dimensie heengebroken. Hier kun je drinken. Commentaar : Het stoplicht is hier op groen. Je kunt water drinken. Je hebt macht over het water gekregen. Je bent bij het juiste water aangekomen. Houdt het water teken van de Orionse I Ching dichtbij je. Begin een relatie met deze kaart om je te leiden en je te bewaren voor gevaren. Wordt gevoelig voor de lijnen, zodat je weet wanneer je moet overschakelen. Mediteer op deze kaart om veilig te zijn tegen watergeesten. Technisch gezien loopt het goede water uit het gat op de derde lijn, de droom, in dit teken. De tweede lijn, het vuur, is belangrijk voor het losbranden van verkeerde bindingen, wat ook heel goed misleidende geesten kunnen zijn, misleidende ideeën in je hoofd. De tweede lijn van vuur is dus een belangrijk fundament om in wedergeboren te worden. De zon, of bron, de eerste lijn, is een belangrijk onderscheidings-mechanisme hier, of ontmaskerings-mechanisme. Hier krijgt de mens zicht op de vijand, en op de tijd. Het doorlopen betekent ook het gaan naar andere seizoenen, zodat de bron gezuiverd kan worden en kan rijpen. De vijand wordt dus gerecycled. Het is allemaal bruikbaar materiaal. In een later seizoen is de vijand dus iets heel anders, en is dit gewoon een natuurlijk proces, waarin 'vijand' betekent : nog geen tijd, of nog niet rijp, nog niet zuiver, enzovoorts. Eerst moet de "vijand" dus nog door allerlei processen heengaan, waarin er door een prisma tot een beter spectrum wordt gekomen, door de doorvertaling, door het te spiegelen. Draai om de vijand heen en zie waar de openingen zijn. Deze trigram, Water, is een groot oorlogsleider, zeer strategisch, die veel meer op het oog heeft dan alleen maar oorlog. Het Orionse roofdier is goed gewapend en toegerust met deze kaart. Dat kan een Orionse leeuw zijn of een Orionse tijger. Zij hebben deze kaart in hun mentale dashboard. Zij communiceren met deze kaart. Deze kaart
onderwijst hen. Deze kaart kan bij goed gebruik beschermen tegen overstromingen in de Orionse onderwereld, en tegen gevaarlijke vissen. Misbruik kan juist overstromingen veroorzaken. De Orionse naam van deze trigram is TONGST. Door Tongst kun je vijandelijke schepen laten zinken in de onderwereld. Zij is een godin van water. In de demonologie worden demonen getemd door deze kaart. Zij is ook genaamd : "De godin die uit het water komt", waar ook de verhalen van Mozes weer op gebaseerd zijn. Die verhalen kwamen uit Egypte, maar Egypte was bezocht door buitenaardsen van Orion die hun kennis in de pyramides hadden gecodeerd. TONGST speelt ook een grote rol in de Orionse apocalypse. Haar wateren zullen de onderwerelden overweldigen, en zij zal een nieuwe onderwereld scheppen. Er is een grote strijd in de gewesten van de ziel omtrend deze godin. Demonen vrezen haar naam, en willen het verborgen houden. Zij willen niet aan haar herinnerd worden. Het element water zal hen namelijk vernietigen. Goed gebruik van deze kaart zal een weg door het water kunnen maken, als een tunnel. De mens in de gnosis moet het element water leren te beheersen. 3.5 - Orion - Het Pad tot het Paradijs Orion is een belangrijk sterrenstelsel in het heelal. Orion is belangrijk in de reis die de ziel moet maken naar het paradijs, het hogere bewustzijn. Orion wordt weleens de Poort tot het Paradijs genoemd, of de medicinale opslagruimte van het paradijs. De Egyptenaren stonden in contact met buitenaardsen van Orion waardoor ze grote kennis kregen. De beschaving van Orion is veel verder dan die van de aarde, maar er is ook een parasitaire schaduwzijde van Orion. Vanuit het hele heelal werden zielen door deze parasieten geroofd en verbannen naar Orion waar ze een matrix ervaring kregen genaamd "de aarde". Je kan je dat voorstellen als op een tafel liggende met een virtual reality bril op, waardoor je helemaal in een andere wereld komt, en je niet meer beseft dat je gewoon op een tafel ligt met een VR bril op. De mensheid is dus in een soort slaap. De mens moet van het lagere Orion ontwaken tot het hogere Orion, het paradijselijke Orion. Alles wat de mens hier op aarde ziet is een schaduw van Orion, een corrupte weerspiegeling. Ook het oude beroemde Chinese wijsheidsboek de I Ching heeft zijn bron en fundament in de Orionse I Ching, wat gebaseerd is op trigrammen in plaats van hexagrammen, en waar de lijnen vertikaal zijn in plaats van horizontaal. 3.6 - De Godin op het Paard 2. Schepping
Tekst : De stoker : twee keer steen is extra hard, maar de derde zal stoken, zodat ze elkaar afbreken, en dan kan vernieuwing komen. Lijn 1: steen – er is hier teveel steen. Je kan hier niets beginnen. Blijf wachten op betere tijden. Commentaar : Teveel steen belet alles. Alles is vol met blokkades. Ook wordt de mens hier zelf beschermd door de vele blokkades. Alles loopt vast, ook de vijand. Lijn 2: steen - er is hier weer steen. Twee keer het steen teken : extra hard, extra verdrukking : geef niet op. Eens zal er doorbraak komen. Je kunt niets doen. Aanvaard het lijden. Commentaar : Dit hoeft geen hopeloze situatie te zijn. Je kunt ook anders naar de steen kijken, er anders mee omgaan. De steen lijn heeft een opening bovenaan, waaruit water kan stromen, want de naam van deze trigram is “Zij die water uit steen kan halen.” Zij is dus een alchemist. Lijn 3: steen – ook nu steen, de derde keer, maar drie keer steen betekent dat de stenen elkaar beginnen aan te vallen en op elkaar in slaan : er zal verandering komen. Ondertussen kun je van de brokstukken iets nieuws maken : Wees creatief. Jij bent de schepper. Commentaar : Zij die water uit steen kan halen is het Orions fundament voor Mozes die hetzelfde deed. Maar nu gaat er een hele nieuwe schepping komen. Zij kan de stenen maken tot meloenen. Stenen zijn geen probleem voor haar. Zij doorziet het, en gaat er anders mee om, ziet het anders. Zij loopt om de steen heen, en ziet de zwakke plek, de opening. Hier stroomt de nieuwe schepping uit. Kun jij water en zelfs een hele nieuwe schepping uit jouw stenen halen, uit jouw blokkades ? Dat is de uitdaging van deze trigram. In deze trigram zit daarvoor ook de technologie. In de demonologie verbreekt deze trigram ook de ark op het water. Ook de ark wordt verzwolgen door de golven. Er zijn hier geen heilige huisjes die overal vrij van blijven. Noach en zijn familie worden door de woeste golven en watervallen meegesleurd, en moeten ook het watergraf in, net zoals ieder ander. De Schepper schept een nieuwe wereld vanuit de zondvloed, vanuit het watergraf. Haar Orionse naam is SOEDI, en zij zit op een paard om het volk te leiden tot het beloofde land, als een soort Mozes-figuur. Zij leidt het volk door woestijn en wildernis, en leert het volk met het lijden om te
gaan en het tot een creatieve kracht te maken. In die zin is zij een groot alchemist en tovenares. In de opening van de eerste lijn vloeit bescherming, uit de opening van de tweede vloeit water, en vanuit de derde vloeit de schepping. De mens moet hier leren het element steen te beheersen. Dit betekent ook dat de mens steen kan maken om daarmee te bouwen. SOEDI kan ook steen verpulveren tot zand, om zo overtollig zeegebied of watergebied droog te leggen of minder diep te maken. Zij is de verdeler van het land. Extra commentaar derde lijn : De stenen om ons heen waarin we opgesloten zaten beuken op elkaar in. Dat kan zich uiten in ruzies of oorlog. Hoe erg dit ook kan zijn : het beeld ook een bepaalde bevrijding uit. Dit hoeft niet materieel te zijn. Het kan ook verbaal zijn of in de hemelse gewesten. Dit alles is om los te komen. Soms wordt de vijand afgeleid door iets anders, en dan kun jij ontsnappen. Soms is de vijand van je vijand je vriend. In de derde lijn wordt de mens wedergeboren in steen, en zal harder zijn dan het steen wat de mens opgesloten hield. De mens zal zelf tot steen worden, waar ook de apocalypse van de Vur over spreekt in boek 4 van de Drager van de Vur : Het Monument vs. 1-2 : 1. Ik ben geboren uit steen, Nu rijst het leger op, Wij zullen zijn als steen, Harder dan het steen van de stad, Ramen slaan wij in, Gebouwen breken wij af, Hun monumenten, allen in rouw 2. Ik ben geboren uit steen, Nu rijst het leger op, Het steen van de stad zal smelten, Het steen van de stad zal sterven De derde lijn is dus ook de wedergeboorte in steen als harder gesteente, door de opening van deze lijn aan de top.
3.7 - De Orionse Economie Als we vandaag de dag om ons heenkijken, dan zien we hoe er vuile economische spelletjes worden gespeeld over de ruggen van de armen. Belachelijk grote bedragen worden uitgegeven aan pietluttige zaken. Velen hopen op een evolutie in deze dingen, dat er toch eens eindelijk recht en gelijkheid zal ontwaken. Velen zijn doodziek van deze spelletjes en willen niet meer meedoen. Zij zijn aan de zijlijn gaan staan. Evolutie betekent het hogere wat voortkomt vanuit het lagere en zich zo ontwikkelt, maar er bestaat ook iets wat Emanatie heet, en dat is precies het tegenovergestelde, namelijk het lagere wat voortkomt vanuit het hogere. Deze krachten werken tegen elkaar in, en vormen een soort trappenstelsel, een waaier van schaduwen en reflecties. Zo beschermt het hogere zichzelf, als een stelsel van sluiers. Het hogere laat zich niet eenvoudig vinden, maar geeft tekenen voor de oplettenden. Voor die tekenen mag je een gevoeligheid ontwikkelen. Gevoeligheid voor iets ontstaat wanneer je er mee bezig gaat, het leert ontdekken en kennen, wanneer je er je aandacht op richt en erover mediteert. Dan ontstaat de gevoeligheid bijna vanzelf.
We zien dat er een oneerlijke economie heerst op aarde. De rijken worden steeds rijker, en de armen worden steeds armer, en vaak zijn de slechterikken de rijken, en de armen de goeden. De slechterikken grijpen, graaien, stelen en plunderen. Zij gaan over lijken om rijk te worden. Zij kennen het minimalistische pad niet, en zijn daardoor vastgegroeid in hun materialisme, versteend en zo tot zombies geworden. Het zijn vraatzuchtige, kannibalistische zombies. Daarom is de demonologie ook zo belangrijk, die de alarmologie is : Ken uw vijand. Alleen de demonologische economie is in die zin van belang, en belangrijk voor ons overleven. Dit is een buitenaardse dynamiek in het Orion-stelsel, die het ware magnetisme leert. Die economie zal komen, als de paradijselijke energie waarin alles eerlijk verdeeld is, en waarin de mens alles op een eerlijke manier mag verdienen, gebaseerd op de juiste condities. Dit magnetisme is heel wetmatisch en natuurlijk, en kan ook anti-magnetisch zijn wanneer dat nodig is. Zo vind het zijn weg. Deze dynamiek is een belangrijke kaart in het Orion Orakel, genaamd de JÉKÉ. We zien hier de zonnelijn en dan twee dromen-lijnen. De twee dromenlijnen leiden tot de bron, de zon. De Orionse zon is niet per definitie heet en licht, maar kan ook heel goed koud en donker zijn. Het is een woord voor de bron. Tekst : De bron zal overstromen en twee dromen brengen. Lijn 1: Man in de golven. Man wordt meegesleurd met stroom. Overstroming. Commentaar : De mens kan zich niet verzetten tegen wat hem overkomt. Hij is zijn vaste grond kwijt en overgeleverd aan de natuur die hem naar een hele andere plaats zal brengen. Lijn 2: De mens staat aan de zee en moet wachten op een roofvogel die hem over de zee zal brengen. Commentaar : De mens moet wachten op de natuur. Eerst moet de natuur de nodige voorbereidiingen treffen.
Lijn 3: De mens moet tot de waterput gaan. Commentaar : Het water moet uit de diepte komen. De mens moet alles doorleven. De mens moet er hard voor werken. Niets is simpel en vanzelfsprekend. Deze kaart is ook genaamd : Het Woord, de Communicatie, het Magnetisme. Het is verbonden aan Thoth, die oorspronkelijk de Egyptische godin van de schrijfkunst en de talen was. In de Regenboog-geschriften van Isis beweegt Zij door het water tot de poort. In het Orions is Zij dus de godin JÉKÉ. Zij is de Logos, het Griekse woord voor het Woord. In de Ontwaking, een boek van de Vur, staat geschreven dat alles opgelost zal worden als je blijft doorlezen. Het pad toont zich vanzelf. Op lezen staat een hoge beloning. In deze trigram beweegt de godin zich door het water tot de poort. De poort kan niet makkelijk bereikt worden, want er zijn vele overstromingen die vanuit de bron komen, om hen die naderen te testen. De bron is goed beveiligd tegen indringers. Alleen de roofvogel kan over de woeste zee brengen. De roofvogel is het beeld van alles loslaten om overzicht en inzicht te krijgen. De bron is de dubbele verbrokenheid waardoor die gevoeligheid ontstaat. Zo komt de mens tot de waterput, tot de put van vrouw Holle, de personificatie van Holland. Alleen op die basis kan de nieuwe economie gebouwd worden, vanuit de diepte. Vanuit de diepte komt het water opzetten. 3.8 - Het Vertalen van Pijnprikkels - De Sjamaanse Reis door de Onderwereld Normaal gesproken gaan sjamanen door een diepe inwijding waarin ze een reis door de onderwereld maken in de vorm van een bepaalde blokkade in hun leven, juist waardoor hun latente innerlijke vermogens worden aangewakkerd, gespitst om meer inzicht te krijgen. Oefeningen hiertoe zijn voornamelijk om contact te maken met de goddelijke energie en het diepere zelf, en dit gaat stapsgewijs, niet in één keer. Het is een leerproces en geen wondermiddel, alhoewel wonderen soms kunnen plaatsvinden als natuurverschijnselen, en die zijn beperkt juist om het leerproces te ondersteunen, en niet te verstoren. Anders zou de hele aarde geen obstakels meer hebben en dan zou de mens dus niets meer leren. Dan zou de mens ook totaal vastgroeien en uitgeschakeld worden, want dan is de Yin Yang weg, de polaire balans. Dat pad wordt ook in de religies besproken, en in de I Tjing, de oude wijsheid van China. Het is dus een weg en geen tovermiddel, alhoewel er dus wel middelen aangereikt kunnen worden op het pad. Er zijn hierin verschillende seizoenen. Soms is het van belang om te vechten, soms is er een tijd van het bouwen van de muren, en op andere momenten is er het aanvaarden van het lijden, het dragen van het kruis, om hierin een boodschap te zien, dus in principe het aanvaarden en vertalen van de pijnprikkels wat ook kan leiden tot het transformeren van pijn prikkels. Elke pijn op het pad van de mens heeft een bedoeling die de mens vaak niet kan overzien. Elk lijden heeft een diepere betekenis, draagt een boodschap. Dat is ook de hele gelijkenis van de zaaier dat
een zaadkorrel eerst symbolisch moet 'sterven', 'kapot moet springen', om zo diep te wortelen en uit te spruiten, nieuw leven en nieuw inzicht, in een nieuw perspectief, hetzelfde als de rups die door de kokon gaat om een vlinder te worden, te leren vliegen, nieuwe uitzichten en overzichten te krijgen. Dit kan dan weer nieuwe impulsen aan het lichaam geven en andere ervaringen. Als een gesel of een kruis de mens maar blijft slaan, en er geen ontsnapping mogelijk lijkt, dan is het soms belangrijk om juist het kruis te omhelzen, te aanvaarden, zodat het de mens niet kan verbrijzelen. Dat is ook een weg van het pastoraat, als een bepaald seizoen. Zoals in de godsdienst er een onderscheid gemaakt wordt tussen de oude mens en de nieuwe mens, en dat de oude mens symbolisch moet 'sterven' als de graankorrel, zodat de nieuwe mens op zal staan. Ook daartoe is het lijden tot de mens gezonden, zodat het contact met het goddelijke hersteld kan worden en de mens loskomt van zijn oude leven. In dit aardse leven leeft de mens in een schelp, los van de goddelijke energie vaak. De mens heeft dan een heleboel gevoeligheid verloren voor de hogere, meer goddelijke frequenties. Het lijden doorbreekt die schelp waardoor de mens weer gevoelig kan worden voor het goddelijke, zoals Jakob die op zijn heup werd geslagen en zo gevoelig werd voor de hogere leiding. Soms zit de mens door het aardse leven helemaal vast in verkeerde verbindingen, en die worden ook door het lijden losgeslagen, als een soort bescherming. Ook verbindt het lijden met het lijden van andere mensen, zielen, of energieën en het lijden van het goddelijke. Dus de kruizen die we dragen zijn ook weer tunnels tot de ander, de medemens. Het lijden is dus ook een schat-eiland, maar eerst moeten die schatten ontdekt worden, en het potentieel wat het heeft. In die zin is het lijden dus een gemaskerde engel. 1. het lijden als een bepaalde bescherming tegen iets ergers 2. het lijden als tunnel tot de lijdende medemens 3. het lijden als de brenger van gevoeligheid tot het goddelijke 4. het lijden als afremmer, om dingen te pauzeren 5. het lijden als een middel om weer terug te komen tot je diepere zelf (zelf-reflectie) 6. het lijden als een cryptische boodschap 7. het lijden als onderdeel en taal van een hoger communicatie en beveiligings-systeem wat de mens nog niet begrijpt 8. het lijden als het zaaien voor een bepaalde oogst later 9. het lijden als een contact met het voorgeslacht of engelen (die vaak op die manier de aandacht trekken en proberen te communiceren) 10. het lijden als een trainer, die hiervoor het tegenovergestelde wil opwekken (yin yang, polaire balans) 11. het lijden als een belastings-systeem (en verzekering) om de mens deel te laten hebben in een bepaalde hogere communiteit (belasting is lastig, maar heeft ook zijn voordelen.)
Dit zijn wat punten waarmee een pijnprikkel omsingeld mag worden, om het zo door te vertalen. Daar kan dan op gemediteerd worden voor een bepaalde rust en vrede, het zingeven en doel geven aan het lijden. Qua straling is dat vaak niet allemaal te meten door aardse apparaten en instrumenten. Vandaar dat de metafysica hierin verder gaat. Positief denken is daar ook een zeker onderdeel van. Het is een speurtocht naar de diepere kennis en naar aanvullende contacten die licht op de zaak kunnen werpen en iets kunnen betekenen op een bepaalde manier, zoals Spreuken 15:22 zegt : "Goede plannen ontstaan door vele raadgevers." Raadgevers hoeven niet altijd persé direct mensen te zijn, maar kunnen ook boeken zijn, of engelen, of gidsen, of de goddelijke energie zelf. Er zijn vele raadgevers in het heelal. Sjamanen werken bijvoorbeeld ook met dierentotems. Heel veel mogelijkheden dus. 3.9 - Het Egyptische Dodenboek als Fundament van de Bijbel Zowel in het Egyptisch als in het Hebreeuws is RA het lijden, het 'kwaad'. Het was in het Egyptisch de mond van de onderwereld, en RA was ook de zon of de zonnegod die op een dodenboot door de onderwereld reiste om zo elke morgen wederomgeboren te worden, oprijzende vanuit de zich openende moeder schoot. Zowel in het Egyptisch als in het Judaïsme is RA de poort, de tester, als een engel die de mensheid moest beproeven. RA staat in het Hebreeuws gelijk aan Satan. Zowel in het Hebreeuws als in het Egyptisch had dit
een positieve betekenis, maar met de opkomst van het christendom kreeg Satan een steeds negatievere betekenis. Er mag ruimte zijn voor de dualiteit zoals in het Judaïsme en het Egyptisch. In het Egyptische dodenboek in Spreuk 10 was het RA die de aarde doorkruiste om zijn vijanden te overwinnen, terwijl dat in het boek Job in Satan werd veranderd. Zowel in het boek Job als in het Egyptische dodenboek is dit een doorkruizing van de onderwereld. In Spreuk 15 leeft het schip van RA in de onderwereld op, als het vlees van RA wat zich verjongt, om zo zijn vijanden te overwinnen. Het schip achtervolgt zijn vijanden, als het verjagen van de zonden, het verdrijven van de leugens. Dit is in Spreuk 17 de besnijdenis van RA. Deze besnijdenis werd verricht door Isis en haar zuster Nephthys die in het Judaïsme werden tot de twee gevleugelde cherubs op de ark. Spreuk 18 laat zien dat Thoth, het Woord, Osiris heeft doen zegevieren over zijn vijanden. Osiris, SRS, is een anagram van SA-RASHA, SRS. SA is de kennis, de gnosis, in het Egyptisch, en de RASHA is in het Hebreeuws het heilige kwaad als de heilige rebellie, ook verbonden aan het neutrale Hebreeuwse woord 'satan', wederstaan. OSIRIS, SA-RASHA is dus de kennis van de RASHA stam in het Israëlitisch-Egyptisch, als de demonologie. Horus, RS, is een anagram van de Rasha op zich. De RASHA stam is in het OT de stam van de overwinnaars. Voor de troon van Osiris worden de vijanden getransformeerd tot kuddes vee, en zij worden in het oordeel tot de slacht gebracht. Zo zal er afgerekend worden met de vijand. Dit gebeurt in Boesiris als het openhakken van de aarde. Er worden in deze nacht van Boesiris twee djed-zuilen opgericht, die de armen van de Horus van Letopolis zijn en die rondom Osiris zijn om hem te laten zegevieren door Thoth, het Woord. In het OT waren dit de armen van Mozes die opgeheven moesten worden om overwinning over de vijand te geven (Exodus 17). Dit is de nacht van het avondmaal in Letopolis, in spreuk 18 van het Egyptische dodenboek. Dit is de dageraad van de dag waarop Osiris begraven wordt, wat later werd overgenomen in het NT voor Jezus. In Abydos was er het haker-feest, het vastenfeest, de Egyptische Ramadan, om de opstanding van Osiris en de overwinning over zijn vijanden te vieren. HAKAR is in het boek der poorten een godin of groep godinnen die rondom het altaar of de tabernakel staat, als een beeld van de kroon, de hoofdtooi. In de Aramees-Hebreeuwse talen is de kroon een scalp of kop van prooi, als een beloning, een trofee. HAKAR komt in het OT voor als HAGAR, de moeder van Ismael. Toen HAGAR Ismael opvoedde werd er ook in het Hebreeuws soms gebruikt gemaakt van een bijmoeder. Ook Abraham stelde een bijmoeder aan, die HAGAR hielp Ismael op te voeden. Hakar wijst ook op de AKER, de dubbele Egyptische wachter van de onderwereld met de twee leeuwenhoofden, als een beeld van de dubbele moeder, de vrouwelijke vruchtbaarheid. De kroon is in het Hebreeuws-Aramees een cyclus, als het sieraad van de uren. De kroon brengt tot knielen in de Hebreeuwse wortels (qodqod-qadad). In de Israelitische literatuur is de moeder van Ismael soms Ketura, de vrouw die Abraham huwde na de dood van Sarah. Ketura wordt soms gelijkgesteld met Hagar. Hagar zou alleen een titel zijn,
namelijk van vreemdeling, en geen naam. KTR, TR, is het anagram van RT, Areta, oftewel de donder, een beeld van de heilige Vreze. Areta is dus de moeder van Ismael. De uraei cobra's zijn in het Egyptisch de cobra's van de kroon. Zij bewaken de drager tegen overmoed. Naref is de nacht van de geheime ceremoniën van de begrafenis van Osiris, wat in het NT de geheime begrafenis van Jezus werd. Spreuk 92 is de opening van het graf waardoor de overledene naar buiten kan komen bij dag om zijn benen te gebruiken om zo tot de dagboot te gaan. Dit komt ook terug in het NT in de verhalen van Jezus. In Spreuk 102 komt de overleden god tot de hemelvaarts-boot van Ra, om het lichaam van Osiris te genezen door spuug. Het genezen door spuug wordt later gebruikt in de verhalen van Jezus waarmee Jezus een blinde geneest. Het Egyptische Dodenboek uit het Nieuwe Koninkrijk Tijdperk van Egypte wordt ook wel 'Het Boek van Thoth' genoemd. 3.10 - De Wedergeboorte van de Zee In de Latijnse Bijbel, de Vulgata, was Jozef van Arimathea de occulte discipel van Jezus, vertaald de geheime discipel van Jezus, die ook Jezus in het geheim, in het occulte, begroef. Hij had een nieuw graf uitgehouwen in een rots, in een graftuin. In het Egyptische Dodenboek waar dit uitgehaald is om de christelijke mythe te formeren is dit de Naref-nacht waarin Osiris in het geheim wordt begraven in spreuk 18. Dit graf wordt in spreuk 92 geopend, waardoor Osiris gewekt wordt door het oog van Horus, door zijn zoon. Boven het graf bevindt zich de zonneschijf. Osiris zou dan mee gaan met het oog van Horus, opdat Osiris het terug zou geven aan RA. Oorspronkelijk was dit het oog van Ra, en het stelde zijn dochters voor, als de vrouwelijke zon. Het oog van Horus was een godin genaamd Wadjet, de uraeus, de slang op de kroon, die de opstanding uitbeeldde. Ook wordt aan het einde van deze spreuk de weg geopend om te komen tot de dagboot, als een beeld van de hemelvaart. In spreuk 100 zijn dit de grotten van Hapi die geopend zijn, om zo de wegen vrij te maken voor de zonneschijf. Hapi is een zoon van Horus, en de god van de overstroming van de Nijl. Ook is hij de god van de vissen en de vogels, en wordt genoemd als de grote renner en het belangrijkste kind van Horus in spreuk 521 in de sarcofaag teksten van het Midden Koninkrijk. De opstanding en wedergeboorte heeft te maken met eb en vloed, als het sterven en de wedergeboorte van de zee. Dit ligt ten grondslag aan het ondergaan en opkomen van de zon en het hele christendom wat daaruit voort is gekomen. De eb en vloed van de Nijl werd toegeschreven aan de zaadlozing van de scheppergod Atum, die vaak aan Ra gelijkgesteld werd als Ra-Atum. Dit hele idee komt ook terug in de Bilha, in boek 29. Het Zaad van Ham, waarin het zaad van Ham de
zondvloed veroorzaakte, wat voorkwam in de Saramse mythologie, oftewel de mythologie van Mars, wat de Romeinse naam voor deze planeet is. Ham was één van de zonen van Noach in het OT. In Spreuk 100 van het Egyptische Dodenboek is Osiris overgevaren naar Boesiris, een belangrijke troonplaats van Osiris in het Laatste Oordeel. Hier wordt in spreuk 18 de vijand tot vee gemaakt, en geslacht, waarop het bloed tot de inwoners van Boesiris wordt gebracht. Dit wordt ook het openmaken van de aarde genoemd. Dit komt nog lichtelijk terug in de latere Aramese en Israëlitische teksten van het OT, maar wordt totaal verkeerd voorgesteld in het christendom in de cultus rondom het bloed van Jezus. Oorspronkelijk ging dit dus om het bloed van de vijand, als het teken van de overwinning over de vijand, wat voorgesteld werd als de jacht en de slacht. Ook Horus was oorspronkelijk de jagersgod. In spreuk 96 wordt het speeksel van Aker besproken, de dubbelhoofdige leeuwengodin van de aarde verbonden aan het Haker-feest, het vastenfeest van de opstanding van Osiris, ook verbonden aan Hagar, de moeder van Ismaël, Areta. Dit speeksel is om de vijand tot rust te brengen, en ook het bloed van het ruggemerg van Geb, de aarde, werd hiervoor gebruikt, als een beeld van de vijand die tot vee was geworden en werd geslacht in Boesiris, als het openhakken van de rug van de aarde. Hier komt dus oorspronkelijk de mythe van het speeksel van Jezus dat de blinde genas vandaan. Het speeksel was oorspronkelijk ook een beeld van de sexualiteit, verbonden aan de Aker, die de vijand overwon, dus in die zin is sexualiteit demonologisch, en als het eenworden met de godin van de aarde. Dit wordt verricht door degene die in het oog van Horus woont, die de Wet tot Ra brengt. In de daaropvolgende spreuk 87 wordt deze persoon 'de Overstroming' genoemd. Het speeksel wijst ook op de wet van eb en vloed, op het sterven en wedergeboren worden van de zee. Spreuk 101 is een spreuk om de boot van Ra te beschermen, terwijl spreuk 100 een spreuk was om aan boord te gaan van de boot van Ra. Spreuk 101 gaat over hij die het water splijt, als een beeld van het sterven van de zee, wat ook terugkomt in de latere Mozes mythe. Vandaaruit rijst hij op uit de oerwateren, op het achterste van zijn boot. Dit is Ra waarvan in spreuk 87 gezegd werd dat hij de Wet zou ontvangen, zoals Mozes dus. Dit gebeurt in spreuk 101 door de majesteit van Thoth, het Woord, waarvan Hapi, de Overstroming, een belangrijk onderdeel is, als de wedergeboorte van de zee. Dit is in spreuk 101 het geheim van zijn grotten waardoor Re verlicht werd en Re werd, en een ieder die dit geheim kent. In de Egyptologie wordt ook telkens de lijn tussen god en mens doorbroken, opdat de mens zelf als god wordt, en niet afhankelijk, dom en onderdrukt wordt gehouden. De Egyptologie is dus de zwaar metaforische filosofie van de demonologische emancipatie waarin de aan zichzelf stervende mens deel kan hebben aan de goddelijke natuur. 3.11 - De Poort van Nephthys Nephthys is de duistere zuster van Isis, de dualiteit. In de Bilha staat vermeld dat zij de bijbel en de koran heeft geschapen, niet als waarheid, maar als de enigmatische sluiers van haar tempel. Nephthys en Isis waren de gevleugelde godinnen op de Egyptische ark : de boot van Ra. Dit werd overgenomen door Mozes : De boot werd tot kist, en de godinnen werden tot cherubs. Nog steeds is de ark Egyptisch en herbergt een groot geheim. Nephthys is in de Egyptologie de nacht, terwijl Isis de aanbrekende morgen is, als een grote dualiteit. Isis is de goddelijke kern, en Nephthys moest dit
verhullen, en daarom is Nephthys ook onmisbaar in de verklaring van de apocalypse, Openbaring. Nephthys is de godin van het water, van de zee, en ook van de wedergeboorte van de zee. Zij is de godin van de geboorte, een hoogst-belangrijke dynamiek in de Egyptische filosofie. Zij brengt het diepste van de mens naar boven, als godin van de onderwereld. Isis betekent 'troon', en zij is als de goddelijke troon, de goddelijke koningin. Zij was de koningin en moeder van de goden, en was de kern-dynamiek waaruit later Jezus voortkwam om dit te vermannelijken en te bedekken. Nephthys zelf richtte de Jezus cultus op om haar zuster, Isis, te beschermen. Het was een oorlogs-strategie, om indringers in de tempel af te leiden. Nephthys is daarom ook de personificatie van de zwarte tempel en de verdonkering van de vrouw. De Nephthys leidt helemaal terug tot het Orionse Taka-principe van de dualiteit, als de waterdualiteit van de zestiende steen of tablet van het Orionse Tijger Orakel, de voorloper van de I Tjing. Taka is de Orionse Nephthys, de dualiteit van eb en vloed en de wedergeboorte van de zee. Dit is ook de dualiteit tussen korte en lange afstands wapens, als een arsenaal, wat in evenwicht gehouden wordt door een school. arsenaal, wapen-inventaris : lijn 1. EB - korte afstandswapens lijn 2. VLOED - lange afstandswapens lijn 3. SCHOOL Deze unit bevindt zich in de rechter pols, als een horloge, als een computer-muis, die het hele lichaam bestuurt. Hier is waar het pad door het hart en de buik verder gaat. Nephthys is de gezichten van de zee, vele malen gesplitst. Het zijn allemaal haar fragmenten. Om haarzelf en haar zuster te beveiligen schiep zij ook de Romeinse religie, niet als de volle waarheid, maar als een cryptografische sluier. Zo richtte zij Neptunes op als zeegod om haar geheimen als zeegodin te bewaken. In het Grieks was dit Poseidon. Dit doet zij in haar slaap, als een automatisme, en zij zal hierin ontwaken en haarzelf niet begrijpen. Dat is een eeuwige dualiteit tussen het snappen en niet snappen, zoals er ook een eeuwige dualiteit
van oorlog is, maar hierin zullen de inzichten zich verhogen, en zal er tot steeds nieuwere beelden gekomen worden. Het is dus heel creatief materiaal allemaal. Hiertoe wordt de grote Poort van Nephthys geopend, als een nieuwe stap voor de mensheid. Nephthys is de schaduw van Isis, en de mens zal deze schaduw moeten leren begrijpen. De Godin kent maar half, want als zij geheel zou kennen dan zou zij verstenen, verklaart de Vur in het boek Hannah, boek 71. Zij richt zich op kernkennis, en de rest vergeet zij in haar slaap, waarin zij tot wedergeboorte komt en tot wedergeboorte leidt, als het geheimenis van de zee, van eb en vloed. Er is geen zon zonder dat principe, en zij heeft de zon opgesteld om dat principe te bewaken. 3.12 - De Bootreis door de Onderwereld De Egyptologie ligt ten grondslag aan het christendom. Het christendom is er een verdraaide vorm van. De Egyptologie is een dualistische en metaforische filosofie voor het symbolisch verwerken van problemen in het dagelijks leven. Het gaat om het afleggen van het oude leven en het aandoen van het nieuwe leven, als een reis door de onderwereld. Het christendom, de verdraaiing van de Egyptologie, werd groot op aarde om veel hiervan te versluieren. Hoe werd het christendom groot ? Door kolonisme en slavendrijverij. Miljoenen Afrikanen werden door het christendom overgescheept naar Amerika om daar als slaven te werken. Zij werden, net als Europa, gedwongen christenen te zijn, en werden bang gemaakt met de eeuwige hel. In de Egyptologie is er geen eeuwige hel, maar een baarmoeder die het goede nog beter maakt, en het slechte transformeert. Alles is metaforisch, zelfs de eeuwigheid, dus het is geen letterlijke religie zoals het christendom. Vandaag de dag is er een grote exodus van Westerse Afrikanen terug naar de Egyptologie (Egypte is ook een Afrikaans land), om zo los te komen van de christelijke slavenbanden : emotioneel, mentaal, fysiek, spiritueel, religieus, economisch, educatief. pedagogisch, sociologisch, filosofisch enzovoorts, op allerlei gebied. Zij claimen dus hun identiteit terug, maar ditmaal een nieuwe identiteit. Wij mogen dit allemaal doen, en ook deel hebben aan deze reis door de onderwereld, terug naar de bron. 3.13 - De Vrouwelijke Oorsprong van Ra en Horus Hoe dieper de mens in het paradijs komt, hoe donkerder de vrouw zal zijn, als een beeld van de verborgenheid. De vrouw ligt hier niet meer te grabbel zoals in de lagere aardse gewesten. Daarentegen zal de man steeds lichter zijn dieper in het paradijs, steeds blanker. Vandaar dat in de lagere aardse gewesten in het enigmatische racisme de donkeren worden onderdrukt, en de witte man wordt verheerlijkt. Zij willen niet dat de witte man een stapje terugzet. Zij willen de donkere moeder blijven onderdrukken. Toch is deze schijnrealiteit opgezet door Nephthys, om de mens door de illusies van controle af te leiden van het geheim. De Moeder wil geen indringers, en daarom zet zij deze leugen-labyrinten op. Het is niet haar realiteit, en die zal ze ook niet makkelijk delen. Voor de moeder is de ideale man niet de man van de lagere aardse gewesten die overal laat zien hoe
wit hij is en hoe toegewijd aan de aardse systemen : dominant over de vrouw, dominant over de donkeren, als een vriend van de stad. Het witte wordt vereerd als de topkleur, en zij hebben hun grote witte troon opgericht. Ook in het enigmatische, maar racistische, recente boek van Mormon wordt het witte opgehemeld en wordt het donkere gezien als een vloek die over de zondige mens kwam. Vandaar dat nog niet zo lang geleden er geen donkeren in het Mormoonse priesterschap mochten worden toegelaten. En dit zijn wel hele verdraaide paradijselijke glimpen. De moeder wilde geen allemansvriend die altijd maar ja zou knikken bij alles wat het systeem uitvoerde. Neen. De moeder wilde een vijandige man, die een vijand was van iedereen, en iedereen een vijand van hem. De moeder wilde een afgezonderde man, een vechter. Geen materialistische vechter, een vechter voor geld en macht. Neen. Een vechter voor het hoogste goed, een vechter tegen de demonen van de tijd. Zo schiep de moeder Ismaël. Genesis 16 11 Voorts zeide de Engel des Heren tot haar: Zie, gij zijt zwanger, en zult een zoon baren, en hem Ismaël noemen, want de Here heeft naar uw ellende gehoord. 12 Hij zal een wilde man van een mens zijn; zijn hand zal tegen allen zijn en de hand van allen tegen hem. Hagar-Areta was de moeder van Ismaël. De RASHA stam is in het Hebreeuws de stam die afrekent met het huichelende recht van de stad. Zij zijn aangesteld onder Areta. Ismaël is nauwverbonden met de rasha stam. Ook Egypte is onderdeel van de RASHA (Ex. 9:27). In I Samuël 2:9 zijn de rasha hen die een theofanie, godsverschijning, (damah) hebben ontvangen en daardoor in de duisternis met stilte (damam) zijn geslagen om zo afgezonderd te zijn. Zij leven niet door kracht maar door verbrokenheid. Zij staan niet stevig in het leven. Zij rennen van het leven weg. Zij zijn bewoners van de hel in Psalm 9, de baarmoeder. Zij leven en kampen met pijn en vrees hun hele leven, als op de golven, in Job 15:20, en overwinningen zijn altijd maar kort in Job 20:5. Rasha is oorspronkelijk een Egyptisch woord, een bijnaam van Ra, wat hetzelfde betekent. Rasha betekent in het Egyptisch 'het land dat overgaat in de zee'. Verbonden hieraan is RESU, RES, RS : wakker houden, priester, offeren, slachten, fokker, vee-kooi (van lammeren), veehouder en RESHA, RESHI : overwinning, triomf, alertheid, tederheid en RESH, RESHI, schaamteloos. Het was de volledige naam van Ra, als de oorspronkelijke Egyptische Ismaël. RASHA is geen eenzijdigheid, maar dualiteit, verbonden aan de visvangst, die in de Bilha een metafoor is voor het overwinnen van de eenzijdigheid. De strijd tussen eb en vloed is de strijd tussen eenzijdigheid en dualiteit. Nephthys is altijd de schaduw-stem in ons die precies het tegenovergestelde zegt, en dit is RA-SHA ook. SHU, SHA, is de zoon van RA als zijn innerlijke kind, die scheiding maakte tussen Geb en Nut, tussen de aarde en de hemel, opdat de sterren geboren zouden worden. Hiervan horen we de echo in Jezus die kwam om scheiding te brengen, het zwaard. Het is de strijd tussen sterven en wedergeboorte. In het Boek der Poorten wordt Osiris ook de zoon van Ra genoemd. Osiris, SA-RASHA als de zoon van RASHA. RASHA is dus de weg tot de SA, de Egyptische gnosis. Op Ra's tocht door de onderwereld op zijn boot vaart hij altijd met SA die het woord voor hem doet. SA spreekt de wachters aan, als beeld dat een mens geleid moet worden door de gnosis. Horus, RS, ook een vorm van Rasha, is het innerlijke kind van Osiris, de 'zoon' van Osiris, wat een sleutel is in de opstanding van Osiris. Dit komt ook terug in het NT dat een mens niet binnen kan gaan zonder een kind te worden. In die zin moet dus ook het Jezus verhaal begrepen worden dat Jezus het innerlijke kind is, en dat zonder kind te worden de mens niet binnen kan gaan. Daarnaast blijft de nadruk dus op de zoon in de zin dat de mens zich moet onderwerpen aan de Moeder, terug moet gaan naar de Moederschoot, de hel, om te worden tot de rasha, een rashiet. Er zijn dus twee
redenen waarom een mens niet kan ontkomen aan het woord 'zoon'. Het is alleen de bedoeling hier esoterisch mee om te gaan en niet orthodox. Horus, Heru, was één van de vormen van Ra waarin hij veranderde op zijn tocht door de onderwereld, als het innerlijke kind wat overwon, maar het hele principe trad uit zijn bedding en resulteerde uiteindelijk in de Jezus Christus cultus, een allesverwoestend vuur. Daarom is het van belang tot een dieper begrip te komen wat Horus oorspronkelijk was. Horus was dus een element van Ra, als H-ra, H-rasha. De H is een belangrijke letter in de Egyptologie, en een belangrijk element in de dodentocht van Ra, of de Rasha stam, door de onderwereld. De H staat in het Egyptisch voor loon, zodat Horus, H-RA(SHA), het loon van de rasha betekent, het loon van de heilige rebellie, de heilige vijandigheid. Horus als HA-RASHA betekent in het Egyptisch de heilige gebondenheid van en door de heilige vijandigheid, als het loon van Ismaël. HA-RASHA betekent ook het binnengaan van de boot van RA, van de rasha stam. In die zin moest Ra dus wel in Horus veranderen om zijn eigen boot binnen te kunnen gaan. Horus als HAI-RASHA betekent het naakt zijn van de rasha stam, het leeg worden, het openbaren. HAI is de naakte god in het Egyptisch. HAI is ook een vorm van RA. Horus als HEH-RASHA is het eeuwige land van de rasha (ra). De impact van HERU, Horus, is niet meer weg te denken. Horus werd vermannelijkt en nam het hele Egyptische rijk over, en werd het fundament voor de komst van Jezus Christus. En dit terwijl Horus oorspronkelijk vrouwelijk was, wat ook werd aangegeven in de Pyramide teksten van het Oude Koninkrijk (2639-2216 BCE). In PT 42 staat : "Neem de punt van de eigen borst van HERI, HERE, Horus, en neem wat voor je mond is : melk." HERA is ook een Egyptisch woord voor melkvat. Als HEER werd Horus groot in het Germaanse christendom. Zij was oorspronkelijk dus HERI, de godin. Wanneer het woord HERE gebruikt wordt in de christelijke liturgie, dan gaat dit helemaal terug naar de oorspronkelijke vrouwelijke Horus. HERE is ook de naam voor de Griekse moedergodin in het Ionisch en Homerische Grieks. Als we het over HERE hebben, H-RE, dan hebben we het over het touw van RE in het Egyptische alfabet, want de H heeft als hiëroglief het touw, wat een beeld is van de heilige gebondenheid. Zonder het touw komen wij niet op de boot van RE voor wedergeboorte in de onderwereld. De H, als HA, zorgt ervoor dat wij in die boot eerst afdalen in de onderwereld om hard werk te doen, waar de mens aan zichzelf sterft. De HA leidt de valse natuur van de mens tot de vernietiging. De HA is hiertoe ook een groot vuur in de onderwereld. Het Germaanse, Duitse 'Herr', wat Heer betekent, is in het Egyptisch vrouwelijk als het baren van kinderen. Dan leidt de HA de mens dieper in de honger, in de leegte, om van alles los te komen. HA A, HA, is ook het begin, zodat H-RE, HERE, het begin van RE betekent, als de wortels van RA. De mens moet de wortels van RE kennen om op de boot van RE te komen. H als HAI betekent wenen. H als HAU is boot, zodat HERE ook de boot van RE is. HA, HAA is ook het achterste, zodat HERE ook de billen van RE is, maar in het Egyptisch is de oorsprong van RE vrouwelijk. R, ER is namelijk een godin. R, als ER en ERR betekent namelijk : sterker dan de goden. Zij is de schepper van alle goden, en zij betekent ook : 'mooier'. De letter R betekent in het Egyptisch, net als RA : 'tegen', als tegenover en tegenstander, als de dualiteit. De Egyptische hieroglief van de letter R is de mond, wat dezelfde betekenis is van RE. RE betekent tegenspreken, R als RAAU betekent ook : onbereikbaarheid, weggaan. HERE is ook de seizoenen van RE, R. R is in het Amazone alfabet de godin van de psalmen. H als HA, HAA betekent het binnengaan van de boot, en ook binnengaan op zich, en het afdalen,
een zeetocht. HA betekent ook copuleren. HERI, HERE, is de metaforische geslachtsgemeenschap met de godin R, ER. De boot is een beeld van haar vagina. De mens kan haar vagina alleen binnengaan door het heilige touw, door het afdalen in de onderwereld, door aan zichzelf te sterven. Zo kan de mens ook tot overwinning komen, tot de heilige vreugde en het aanbidden van R, ER (hai, haiu). In PT 697 splijt de mond van de aarde open, waardoor de aarde spreekt, waardoor de koninklijke R opkomt, zoals het beest uit de aarde in de Openbaring en de vrouw op het beest als zijnde de vrouw op de boot. Ook is dit in deze spreuk verbonden met Orion. Zij is aan vele wateren en koninklijk. Ook de opkomst van de wereldrijken in de teksten van Daniël zijn de verschillende vormen van R waarin Zij veranderd wanneer Zij door de onderwereld gaat op Haar boot. In PT 681 verandert R in Heri, Here, en zij wordt als zodanig gekroond door de dode, opdat de dode in Haar ascensie zal vinden. In PT 683 komt Horus in ascensie voort vanuit de Nijl, als de lange hoorn, als de adder voortkomende vanuit Re, als de uraeus van Seth. Deze twee slangen zijn één en zijn vrouwelijk. In het boek Daniël wordt een ram, het Perzische rijk, omvergestoten door een bok met een lange hoorn, het Griekse rijk. De ram is een veelgebruikt symbool voor Ra en wordt zo overgenomen door de lange hoorn, Griekenland, door HERE, die ook de Griekse moedergodin was. Deze overgang is als het komen van R tot Haar boot, HERE. In de Aramese grondtekst van de bijbel is Marya, Mara, de naam van God, wat overgenomen werd door het Roomse rijk als de moeder godin, Maria. MA-RA is in het Egyptisch de Wet van Ra. 3.14 - De Spreuken in de Onderwereld Ik groeide op dichtbij mijn donkere medemens. Mijn tweede ouders waren Indonesiërs die later onze buren werden voor geheel mijn jeugd. Al op jonge leeftijd kreeg ik verschillende Surinaamse vrienden die net wat ouder waren dan mij en die zich - hoe jong als ze waren - zich opstelden als mijn onderwijzers over het leven, bewust van hun grote verantwoordelijkheid over mij. Het waren degelijke, reine, betrouwbare mensen die mij in het leven introduceerden. Ze leefden bewust en met grote voorzichtigheid. Later ontmoette ik de verkeerde soort donkere mensen, en kwamen donkere mensen verkeerd in het nieuws. In de 70-er, 80-er jaren hadden de donkeren veel goeds gedaan voor de muziek, die nog flink onschuldig was in die tijd, maar daarna ging alles bergafwaarts, voornamelijk onder invloed van rap. De donkere mens wilde meer macht, en snel, vooral de nieuwere generatie, en op een gegeven moment zag je niets anders meer op TV dan donkere idioten die hun billen bewogen voor de camera. Dat moest dan de nieuwe muziek wezen. Donkere vrouwen werden misbruikt en lieten zich misbruiken, allemaal voor geld. Natuurlijk wilden ze laten zien dat ze lak hadden aan alles, en nog steeds hadden ze mijn ondersteuning, want de racistische druk was zwaar. Er waren andere manieren, maar ze wilden niet luisteren. Voor mij was dit een reis door de onderwereld, en dat is ook wat de aarde is : een onderdeel van de onderwereld, een bedriegelijke glitterwereld. En die reis was al zwaar door het christendom, en nu dit nog. Aan alle kanten stonden vuurspuwende slangen die bijbelteksten op de mens afspuwden, en het werd allemaal van kwaad tot erger. De Egyptenaren werden in de onderwereld bewapend met spreuken om rein te blijven van zulke slangen, maar hoe dan ook was het een zwaar gevecht. Je mag openstaan in je leven voor die
"Egyptische spreuken" die op onze levensreis ons worden aangeboden ter bescherming tegen zulke bijbelvers-spugende slangen, en er zijn ook slangen waarvan het lijkt alsof ze rechtstreeks verzen vanuit de roddelblaadjes op je afspugen. Daar moet de mens ook doorheen, door de stadse, materialistische slangenmassa's. Ze spuiten het ook in je ogen, als gif, zodat je de wereld even helemaal anders ziet, alles zwartgallig, en dan ineens zie je ook jezelf helemaal anders door dat gif. Je ziet niet meer nauwkeurig, en je gelooft de leugen, ook al weet je beter diep van binnen. Wij mogen dus openstaan voor die "Egyptische spreuken" die ons worden aangeboden in ons leven, en dat kan op vele manieren. Het kan iets goeds zijn wat je leest of hoort, of zomaar ineens een verlichtende gedachte. Soms is het goed om het op te schrijven, want het is een geschenk aan jou, als een stukje loon. Wees daarom alert naar alles wat op je afkomt. Soms is het je loon, soms is het de belasting die je moet betalen, of iets wat je moet overwinnen. Ook de voorouders en de goede energieën in het heelal kunnen ons soms zulke spreuken aanreiken. Zij geven ons items die ons zullen helpen op onze reis. Zij doen installaties in onze boot, of in of op ons energetisch lichaam om ons te genezen en veilig te houden. Wij mogen dit niet onderschatten. Nu is er een beweging die ik in het bijzonder ondersteun in de donkere samenleving, en dat is de terugkeer naar de Egyptisch-Afrikaanse spiritualiteit, om los te komen van bepaalde christelijke leugens, en christelijke "dwangverpleging". Vele Afrikanen keren terug naar het moment voordat ze weg werden gekaapt als slaven. Zij nemen nu Egyptische namen om aan hun verleden te kunnen ontkomen. Zij strijden de goede strijd. Ik zie in dit soort mensen vaak de eerste donkere mensen die ik in mijn leven tegenkwam, toen alles nog goed en opbouwend was, een soort van sereniteit en rust dragen zij met zich mee. Het is goed om donkere mensen te zien ontwaken in plaats van dood en dom hun billen bewegen voor de camera, zoals we allemaal moeten ontwaken. Een klein kind zei eens : "Mama, kijk eens hoe die negers hun billen op TV laten zien zonder enige schaamte. Dat is toch vies ? Daar poepen ze toch mee ?" Weldenkende, intelligente mensen winden zich hier terecht over op. Maar wat voor een enigma is dat ? De billen zijn in de Egyptologie een beeld van de boten die door de onderwereld gaan. Alleen door "goddelijke" tussenkomst komt de mens op die boten, door de heilige, hogere kennis toe te passen dus, en niet door schaamteloos de billen op TV te schudden of ernaar te kijken. De tegenstander wil de mens dus afleiden en alles goedkoop voorstellen. Er wordt groot misbruik gemaakt van de Egyptische spiritualiteit. Het wordt verletterlijkt en materieel voorgesteld, zodat alle betekenis verloren gaat. Weer een spijbelaar erbij. De bijbel is in de grondteksten en de etymologie potentieel een prachtig boek met rijke Egyptische en Israëlitische wortels. Wij maken groot onderscheid tussen de Semitische spiritualiteit en het latere westerse christendom wat niets meer met de oorspronkelijke bijbel te maken heeft, maar met cultuurbarbaars plagiarisme. 3.15 - De Opstanding van Ra In het boek Openbaring van het NT zien we een vrouw op een beest in plaats van de godin R op de boot. In de Bilha, boek 39, staat : 21. Zo zien we Bilha die op het beest rijdt worden tot Bakroe die Haar heilige billen laat zien, als de poort tot de wedergeboorte.
In de Pyramide Teksten van het Oude Rijk, in PT 539 staat : "Mijn billen zijn de nachtboot en de dagboot." In de Egyptische taal is het schip een metafoor van de billen. Dit is een dualiteit. De billen zijn een teken van de jacht, de opstanding en de wedergeboorte. In het twaalfde uur zien we Nun, Nu, het schip van Ra optillen. Nu is de jacht, en zijn vrouwelijke equivalent, NUT, NU-T, is de eeuwige jachtvelden. We zien hier Ra de eeuwige jachtvelden binnengaan, oprijzende als de KHEPRI, wat beeld betekent, projectie, illusie, creatie, transformatie. Het beest, Ra, krijgt hier een beeld, wat ook weer terugkomt in Openbaring in het NT. Kephri is in het Egyptisch ook een wonder, een helm en één van de negen vernietigers van de verdoemden. Het is een zekere dans van signal processing, photonics en structural coloring die een illusie creëert, een projectie, als een camouflage, een masker, als een dualiteit, waardoor spontaan het verschijnsel van wedergeboorte ontstaat. Ra ontvangt hier zijn dubbel. Ismaël wordt bedekt met het paradijselijke vuil van de aardbodem. Een ander Egyptisch woord voor jacht is HEMA, wat ook een andere naam is voor NU-T. 3.16 - De Egyptische Oorsprong van Pinksteren In de voordynastische periode van Egypte was Serket de moedergodin, de schorpioen. De eerste farao's noemden zich daarom ook soms "Schorpioen". Zij is het fundament van Egypte. De schorpioen was in Egypte het beeld van het moederschap. Ook was de schorpioen een beeld van het meer van kokend water, van het vurige gebied van de onderwereld. Dit was een gebied van eeuwige oorlog, als een arena, ook wel genaamd de Serser. De schorpioen was een beeld van de invoersbelasting, als een soort van douane, en dus ook van de grenzen in het leven, de restrictie. De schorpioen was de baarmoeder, de TEN. Dit was een principe van wederstaan, als een tegenstander, een vijand, om het kind te vormen. Alleen zo kon de moeder het kind in leven houden en het kind bezitten. De schorpioen was dus een beeld van preventie. Later werden de godinnen steeds meer veranderd in vee en kwamen mannelijke goden steeds meer op de voorgrond om de godin weg te drukken. Oorspronkelijk was Serket de tocht door de onderwereld, de TA, wat ook schorpioen betekent, en als de UHIT staat het voor de kampen van nomaden in de wildernis. Oorspronkelijk gingen de doden door het lichaam van Serket, als de schorpioen. Later werd dit vervangen door de koe en hemelgodin, Nut. Alle aandacht werd toen ook gevestigd op Ra die de tocht door de onderwereld maakte, terwijl Isis ook zulke tochten maakte. Isis was ook een schorpioen godin, st-ta-uh, SATA-UH, als een dochter van Serket. Serket is ook een aspect van Isis. In Orion wordt Serket ook wel SUTI genoemd. Om in contact te komen met de schorpioengodin moest de mens eerst symbolisch sterven door de schorpioensteek. Dat wat de christenen de Heilige Geest noemden en de gnostici de gnosis was in Egypte de ka, wat als het overstromen van de Nijl was, en van een meer in de onderwereld (kha). Tegelijkertijd is dit de vlammen die de doden opwekken in het boek der poorten. Deze vlam is genaamd STY, wat ook weer verwijst naar het Orionse SUTI, en naar SATAN, en is een vorm van Serket, van de opvoedende hel, de baarmoeder. Ook in de Bijbel wordt er voor het vuur van de hel en het vuur van de Heilige Geest hetzelfde woord gebruikt. Het wortelwoord van KA is KHAU, wat gebondenheid betekent, touw, als een beeld van de heilige gebondenheid. STY is in het boek der poorten afgebeeld als een slang, wat een beeld is van het touw. Het gaat dus in diepte om het
ontvangen van het touw. De baarmoeder is in het Egyptisch ook een gevangenis, als een gids. Hier wordt dus alles afgemeten. Het kokende water is verfrissend voor de heiligen, maar voor de onrechtvaardigen is het vernietigend. In het boek der poorten van de periode van het nieuwe koninkrijk gaat het hier om twaalf goden die Ra vereren. Ra was dus degene die Isis verving in haar tocht. Jezus en de twaalf discipelen komt van Isis (Ra) en de twaalf goden. Zij gaan door verschillende fases heen om tot ka te gaan, wat door de christenen tot heilige geest werd gemaakt. Zij gaan tot een meer van sissende slangen, wat betekent dat zij gaan tot een hypergevoelig alarm wat alles wederstaat om het te testen, zich niet zomaar over te geven, voorzichtig te leven, wat zelfs een oproep in de bijbel is om voorzichtig te zijn als slangen. Dat is ook het teken van het ontvangen van Ka. Het is een ontwaking. De mens wordt zo tot een heilige satan, een heilige tegenstander. De mens komt zo in contact met serket, wat ook terugkomt in het boek Openbaring waar de put van schorpioenen wordt geopend. Dit is een beeld van de amazones die terugkomen, de oorspronkelijke moedergodinnen, want er wordt duidelijk bijgezegd dat het vrouwen zijn (Opb. 9:8). Opb. 9 5 En hun werd gegeven, dat zij hen niet zouden doden, maar dat de mensen zouden gepijnigd worden, vijf maanden lang; en hun pijniging was als de pijniging door een schorpioen, wanneer hij een mens steekt. 6 En in die dagen zullen de mensen de dood zoeken, maar hem geenszins vinden, en zij zullen begeren te sterven, maar de dood vlucht van hen weg. Vijf maanden is zestig dagen, wat natuurlijk symbolisch is. In deze tijd kunnen de mensen zich niet meer verstoppen in "de dood". Ze kunnen niets meer negeren of afwimpelen, maar moeten de consequenties van hun levensstijl onder ogen komen, en alles wat ze anderen hebben aangedaan. In die zin hebben we te maken met een goddelijke twee-eenheid van Serket en Isis, moeder en dochter en hun legers. Serket is dus een aspect van Isis, zoals de moeder een aspect is van de dochter. De twaalf heiligen gaan dus tot het meer van de slangen, wat een beeld is van het ontvangen van ka, khau, als het touw, de heilige gebondenheid. Dit is een sissende, blazende voorzichtigheid. Het is het ontvangen van Serket, de godin van gif, de schorpioengodin van de Egyptische prehistorie. Isis gaat op haar boot door het lichaam van haar moeder Serket, als het sterven en wedergeboorte van de zee, of de rivier de Nijl, als eb en vloed. Zij is een beeld van Orion die steeds vernieuwd wordt, als de metaforische "zon" (bron) van het heelal. 3.17 - Het Geheim van de Waterlichten De Egyptische wortel van het hele satan gebeuren, STN, is de tocht door de onderwereld, als de schorpioen, de voorzichtigheid die zich uit in het wederstaan. STN, shten, is ook de heilige gebondenheid en het koninklijke, als een goddelijke wortel en bron, als een gids, wat ook weer terugkomt in het Orionse orakel, waarin Serket de gids is, de map. Serket is dus de vrouwelijke oersatan, de moedersatan. Zonder dit principe is er geen wedergeboorte en geen doorgang in de onderwereld. Vandaar dat de christenen 'satan' overmatig demoniseerden. Ook heeft STN de TN, TEN wortel van de moederschoot. Dit is ook de wortel van de TENTA, een ander woord voor schorpioen. In het nieuwe rijk was er de farao Akhenaten die na de semimonotheïstische cultus van Amen een puur monotheïstische TEN, ATEN cultus oprichtte, die het fundament werd voor het christelijke monotheïsme. Deze god was vrouwelijk en mannelijk en wees terug op de oorspronkelijke TEN, als de rode zon, een beeld van de schorpioen, de moederschoot
van het primitieve tijdperk. De T klank is ook de letter van het steken. De Judaïsten namen deze god over en vermannelijkten het tot Adon, Adonai, de vader, de meester, maar zij hadden nog steeds de TEN, als de S-TN, satan, als de beproevende agent van God. In Numeri 22:22 verandert de engel des Heeren in de satan om Bileam tegen te houden, in de Hebreeuwse grondtekst. Met de opkomst van het christendom werd de stn volledig gedemoniseerd. Jezus, de enige weg tot God, was als een voortzetting van Akhenaten, die zichzelf als de enige weg tot de Aten had opgesteld. Ook in de Egyptische Bijbel (EB) in het Vuh deel van de Amazone Bijbel, de Tweede Bijbel, staat dat de Aten een schorpioen is, in Emerius 4. In de apocalypse van de bijbel, in Openbaring 9, wordt de put van de schorpioenen geopend door een vrouwelijke engel. Dit is als de terugkeer van TEN, van Serket. Het hele boek Openbaring is als een reis door de onderwereld. In de Egyptische Bijbel staat hierover, in de boeken van Tefnut over de vernieuwing van Orion : "In Tefnut (water- en vuurgodin) hebben wij volmaakte liefde, slaapliederen en nachtliederen om de poorten te openen. De nachtspelers wekt zij op, en zij komen tot het zwarte gat. Zij leert hen harp en viool te spelen, en te duiken in de nacht. Grote glorie trekt zij voort, en zij laat niet weinigen achter. In Tefnut hebben wij volmaakte liefde, door nederigheid voortgetrokken. In stilte is haar vertrouwen, en zij leidt haar geliefden van stilte tot stilte. In Tefnut hebben wij volmaakte liefde, door pijn verkregen, door moed om door te gaan, om de doorn te laten indalen. Doornen hebben wij gegeten. Schorpioenen zijn in ons binnengekomen. De stenen van Tefnut kennen wij, waaruit zij haar sappen schenkt. Haar stenen en doornen kennen wij, de steen, de doorn, en het sap wat erdoor stroomt. Haar geheimen kennen wij, die zij ons door Bastet heeft gebracht. Ja, niemand zal ons de Anubis ontnemen. Zij heeft hem verzegeld. Wij hebben haar slaapliederen gespeeld, wij hebben schaamte en schuld gedragen om haar wil. Door betoveringen bracht ze ons tot leven in de nacht. Zij maakte van onze pijnen een schip, van onze angsten een zeil. Zij maakte van onze schaamtes een roer, van onze schulden een zee." Tefnut is vuur en licht voortkomende vanuit het water, vanuit eb en vloed, als de waterlichten. In de EB wordt duidelijk in het boek Scarabeeen dat de waterlichten in het huis van Aten, TEN, zijn : Hoofdstuk 2. 9. Zij opent de kelen en doet de voeding vloeien. Als melk is zij, als de tepel van Sekmeth. 10. Zij dan woont in het huis van Aton. Zij is de Esmeralda. Wanneer haar stralen zijn doorkliefd, neemt hij haar mee, tot de kamer van zijn hart. Hij laat haar zien, de gouden straten vanuit zijn ramen. 11. De lichtgouden globe staat op zijn tafel. Zij draagt hem, als de standaard van een lam. 12. De waterlichten liggen op zijn tafel. Zij heeft sleutels om deuren te openen. Zij is zijn prinses, als het vuur van zijn adem. 13. Oh, Aton, gouden muren staan tussen jou en mij. Als zij doorkliefd zijn, zullen wij samen zijn. De waterlichten zijn hier dus belangrijke sleutels. Dit is ook belangrijk om het valse licht te overwinnen. In de poëtische boeken van het Eeuwig Evangelie (EE) in het Vuh deel van de Tweede Bijbel worden de waterlichten uitvoerig besproken. Ook daar zijn zij sleutels, en zij zetten de opgesloten kinderen vrij. In het boek Waterlichten III staat hierover : "De kinderen waren opgesloten achter gouden tralies. Maar de waterlichten openen hen nu." In het boek "Terreur van het Oude Schaakbord" wordt beschreven dat de waterlichten hongerig zijn om de andere lichten (het valse licht) te eten. Niemand kan redden wanneer de waterlichten toeslaan, en zij zonderen het oude, valse licht totaal af, zodat niemand het meer kent. Zij die de valse lichten volgen worden tot vreemdelingen in hun eigen land, en zij zullen gedisoriënteerd zijn, niet meer wetende waar zij zijn. De waterlichten zullen ook de valse, oude schoolbellen van het valse licht eten. Zij worden beschreven als lange insecten. De bijbel beschrijft hen als sprinkhanen, met de stekende eigenschappen van schorpioenen. Als Ra tot wedergeboorte komt in de morgen na
zijn tocht door het lichaam van de moedergodin, de onderwereld, dan wordt hij tot de morgenzon, de Khepri, wat ook een insect is in de Egyptologie, een kever. Dit is verbonden aan de rode zon, de schorpioen, de aten, TEN. De SA TEN is de kennis van TEN. Vandaar dat de christenen de satan weergaloos bestrijden zonder er ook maar iets wijzer van te worden. De Khepri wordt soms ook afgebeeld als een persoon met een insect als hoofd. In dit boek, "Terreur van het Oude Schaakbord", wordt duidelijk gemaakt dat de moeder dit veroorzaakt. De moeder, de baarmoeder, is de drijvende kracht achter de waterlichten. In het boek "Maankind" worden de waterlichten beschreven als het vergetene, als de vergetelheid, als verloren geraakte kinderen, wat duidt op de kinderen van de wildernis. In het boek "De Bomentaal" worden de groene waterlichten genoemd die "het Egyptische oog" omhullen, oftewel het Egyptische geheim, enigma. Dit is een geheim diep in de distelvelden, wat ook weer een beeld van de schorpioen is. Het wordt beschreven als een grote oorlog. In het boek "Het Wekken van de Wesp" worden de waterlichten beschreven als "de goden van TEN", oftewel van de schorpioen, de moederschoot. Zij staan beschreven als gezichten op speelkaarten. In een ander poëtisch boek in de Vuh, in de Kodok, in het boek "Het Witte Konijn" worden de waterlichten ook beschreven als zachte groene lichten die ook tot draaikolken kunnen worden. Zij splitsen en breken de hersenen van hen die door hen heentrekken. Er blijft dus niets van het oude verstand over. Alles wordt geanalyseerd. Het zijn gebroken lichten. Wanneer ze spreken worden hun ogen wild en hun tong raakt in vuur. In weer andere boeken komen zij voort vanuit de geboorte, vanuit het verjaardags-enigma, soms voorgesteld als een portemonee. In die zin kan worden geconcludeerd dat de waterlichten als het geld van de gnosis zijn, als het loon, maar dit is dus niet los van de geboorte. Het is de portemonee van de verjaardag, dus in die zin kan het niet gestolen worden. Het moet verdiend worden. Het moet door natuurlijke processen geboren worden. Geld, loon, moet eerst geboren worden voordat je het hebt. Er is geen andere manier. In weer andere boeken worden de waterlichten voorgesteld als de scherven van een gebroken spiegel. Het was een kind die op een standbeeld van een zwart paard was geklommen en er toen afviel. Het zwarte paard rende toen de markt op, terwijl het kind een hoofdwond had, maar dit was om de afstand tussen de mens en de godin, gnosis, uit te beelden. Ook worden zij voorgesteld als "vreemde dagen", wat de naam is van een soort drug van de gnosis. 3.18 - De Egyptische Oorsprong van het Brood-Mysterie Isis had veel namen in het oude Egypte, waaronder S, ST, SAT, en US. Als SA, of US, was zij de gnosis, de practische kennis, op de boot van Ra, die door de onderwereld ging door de poorten van de verschillende uren. SA, US, oftewel Isis, deed het woord voor Ra. SA was zowel een manifestatie van Ra als van Isis. Vandaar dat Ra en Isis nauw aan elkaar verbonden zijn. In het Orions is Isis zowel US genaamd als KRAAL. TEN is een naam voor Serket, wat haar de moeder titel gaf, als een beeld van de moederschoot van de onderwereld. Isis, als SAT, SA, gnosis en Serket als TEN, moederschoot, vormden een belangrijke twee-eenheid in het oude Egypte, als SA-TEN, SATAN, wat door de christenen gedemoniseerd werd, want zij vreesden de dubbele Moeder Gnosis. Het vormde een bedreiging voor hun patriarchische markt. Satan, oftewel Isis-Serket, was de nucleus, de kern van het oer-Egypte, het principe van de wedergeboorte. Zonder dit principe kon de mens niet de cyclische tocht door de onderwereld maken. Daarom draagt de bijbel nog steeds in de diepte deze Egyptische cyclus. In het zevende uur van het boek der poorten moeten de twaalf gezegenden (discipelen) als onderdeel van het ontvangen van de heilige gebondenheid (KA, KHAU) komen tot de Wet, de
godin MOA (Ma'at, Ma), om zo haar veren te ontvangen, haar wetten, die hen in de heilige gebondenheid houden. Zij moeten deze veren dan ook dragen, en zij ontvangen die veren als vlammen op hun hoofd, als een pinksteren. Zij zijn degenen die de Wet hebben uitgevoerd, en hebben gestreden voor hun godin. De godin MOA staat namelijk ook voor de heilige arena. Dit is ook een plaats van het heilige oordeel waarin zij worden getest aan de veren van MOA. Als zij de veren van MOA dragen kunnen zij niet verstoord worden door het kwaad, dus zij komen dieper in de heilige rust, in de heilige leegte, door deze wetten. In dit proces worden zij nog dieper gebonden aan de palen, en zo ook hun vijanden. Dit zijn twee lagen onder elkaar. In de bovenste laag krijgen de twaalf de veer van MOA, de wetten, en in de onderste laag worden zij en hun vijanden (hun valse natuur) gebonden aan de palen, om gekastijd te worden. In de laag daaronder komen de twaalf tot de graanvelden. Eén van de Egyptische woorden voor graan is BUT, BT. BT is ook de sprinkhaan, lang insect (bai-t), als een beeld van de waterlichten, de geboorte van het ware inzicht door eb en vloed. Ook is BT een woord voor wapens (baait). Door het ontvangen van de wetten en de heilige gebondenheid kan de gezegende zo veilig de wapens ontvangen, om zo te vechten in de arena van MOA tegen het valse zelf, opdat ze aan hun valse natuur zullen sterven. Een ander Egyptisch BT woord voor graan is BET-T, wat een beeld is van de troon (bet). De traan is een beeld van de heilige tabletten van het goddelijke woord (beta). Ook ISIS is de troon in het Egyptisch. De twaalf komen hier heel specifiek tot Haar, tot US. Dit weerspiegelde in het christendom als Jezus zijnde het Woord. In Egypte is ook de ibis-vogel een beeld van het Woord, de Logos, als zijnde de vogel die boven alles is uitgestegen. In het Egyptisch is graan als HI, H, verbonden aan de papyrusplant (ha, hai), de studie van het Woord (haiu), waarvan het afdalen in de onderwereld (hi, ha, haa) om de godin te dienen (hi, ha, hai) een beeld is. Dit is het ware metaforische 'komen tot de billen van de godin' (haa), als zijnde de tabletten van het Heilige Woord van de ibis. Dit wordt ook HAA-T, HT, genoemd, naast HAA, wat een naam is voor de godin van water en vuur, van de waterlichten, Tefnut (hait). In de billen van de godin, het Woord, komt het vuur voort vanuit de oceaan, vanuit eb en vloed, als het ware inzicht en licht. Zij die hier in onheiligheid naar grijpen zullen sterven, maar een ieder die tot de godin komt zal sterven aan zichzelf. Haar voorkant is HA-TI, HT, wat ook heerseres betekent (hatt a), en het primitieve, het eerste, het begin (ha-t, ha a, ha-ti a), wat helemaal doorloopt tot het einde als een pad. Dit zijn ook de borsten van de godin. Hier mag niet te licht over gedacht worden. Het is een oorlog (haa). De godin zal hen die toenaderen eerst bevechten en slaan (haa-t, haait), om zo de mens te leiden tot de heilige restrictie (hat). HA-T is ook de geslachtsdelen van de vrouw, haar schaamlippen. Het is de vuilheid van de vrouw (hua-t). Zij is als de HT ook de poortwachter. Zij die hier komen zijn niet roekeloos, want allen zijn zij geslagen met vrees (huti). Zij is een agent van vrees (huti). Zij is als een schorpioen (het-t). Hier hangen de bloedende vervuilde huiden (heta) van haar geslachte vijanden, van geslacht vee (runderen, het). Zij slaat hier met ziekte indien nodig (heta). Zij wordt hier voortdurend wedergeboren (heti-t). Zij die hier komen hebben niets in te brengen en zijn onderworpen aan haar belastingen (ook : invoerbelasting, militaire oproep, het). Het zesde uur is de ingang tot de troonzaal van Osiris, de hal van het oordeel. Osiris, Egyptisch : Usir, User is een latere vermannelijking van Isis-Serket, de dubbelgodin US-SER, als een beeld van de tronende moederschoot van de onderwereld. Oorspronkelijk was het zesde uur de ingang tot de troonzaal van Isis-Serket, US-SER. Van hieruit werd MOA, de woeste wildernis godin van de Wet en de Arena uitgezonden om de heilige gebondenheid te brengen, haar touwen uit te werpen. Zij is in de Israëlitische religie Abbadown, de Vernietigster. In het boek Iyowb staan de Onderwereld en de Vernietiger, Abbadown, naakt, zonder bedekking, voor het Aangezicht van God (26 : 6). Zij zijn
als Jagers op de mens afgezonden om de mens terug te brengen tot de diepere plaatsen van de onderwereld waar de mens vandaan komt. Iyowb weet dat hij naakt tot die plaatsen zal wederkeren, omdat hij daar naakt vandaan is gekomen. In het boek Openbaring bewaakt Abbadown de schorpioenen-put van de afgrond, de Teoom. Abbadown is ook de verlorenheid, want de mens moet eerst het zelf verliezen, aan het zelf sterven. Het dode lichaam van Ra is de AFU, wat ook brood betekent. Hier komen ook de brood-mysteriën van Christus vandaan. De AFU of AF is het brood als het verborgen lichaam, wat het verborgen manna is in het christendom. Het brood was al in Egypte het beeld van de verbrokenheid (pet, pett), en was een beeld van de priester die ingaat om de dienst te lezen, als de gevoeligheid voor het Woord en de regelmaat van het ingaan (aq, aqui). Het brood was zo het beeld van het waarlijk verstaan van het Woord. Ook was het een beeld van het watergraf (aka). Ook was het een beeld van het gebed en het smeekgebed (pteh), en het beeld van het pijl en boog amulet van de jacht. In het boek der poorten aan het begin van het zevende uur, dragen de twaalf gezegenden het brood op hun hoofd. Telkens weer komt het brood terug als een offerande, en ook wordt water in wijn veranderd, wat ook door het christendom werd overgenomen. In het negende uur, wat een heel belangrijk uur is, zien we de twaalf gezegenden komen tot het eiland van vuur, wat uit de oceaan is voortgekomen, vanuit de wedergeboorte-wetten van eb en vloed. Hier ontvangen hun ba-zielen brood. Dit eiland kan door niemand zomaar bereikt worden, en is aan zware wetten onderhevig. Het is het eiland van de waterlichten, van het ware inzicht. Hier vindt een grote overstroming plaats. Zij die het brood hebben kunnen ademen. Het brood is hier een beeld van de longen. Het water kan hen niet verwoesten. Zij hebben macht over het water. Ook is het brood in het Egyptisch een beeld van het hart. Nu het vuur vanuit het water is geboren kan de grote slang, het beeld van de heilige gebondenheid, het touw, vuur spuwen om de vijanden te vernietigen. Dit is ook een teken van de jacht. De slang brengt zo een grote betovering. In het tiende uur kan zo de valse slang, het valse touw, vernietigd worden. Aan het einde van het tiende uur komen zij tot de brandende poortwachter van het elfde uur. In het elfde uur komen zij tot Serket, de schorpioengodin van de baarmoeder. Zij heeft de slang overwonnen. Dit is het uur van de rust. 3.19 - De Zegels van Amerika Het is duidelijk aan de hand van de Amerikaanse symboliek dat Amerika is gebouwd op Egyptische fundamenten, en die zijn niet zuiver gebruikt. Er is een grote strijd gaande om Egypte. Wel is het zo dat het goed bruikbaar is, ook cryptisch. Amerika is namelijk een groot raadsel van Egypte wat opgelost moet worden. Zo mogen we op de tocht door de onderwereld spoorzoeken in Amerika, waar ook zeker de tocht doorheen gaat. Het Westen was voor de Egyptenaren een beeld van de dood, als de zon die ondergaat. De vijftig staten van de Verenigde Staten zijn hierin van belang. Ook is het belangrijk naar hun afzonderlijke vlaggen en wapens te kijken. Tennessee is een anagram van TEN-SE, SE-TEN, oftewel SATAN, de kennis (sa) van de moederschoot (ten), van Isis-Ten, oftewel Isis-Serket. Het zegel van Tennessee heeft in de bovenste laag een graanveld, en in de onderste laag een boot, wat regelrecht uit het boek der poorten komt. Het graanveld is een Egyptisch beeld van de hemel, van de studie van het Woord, en de boot van Ra (een Egyptisch en ook Hebreeuws woord voor tegenstander, "tester", een ander woord voor satan) gaat hier doorheen. Tennessee is in het Cherokees : TA-NA-SI. TA is een Egyptisch woord voor de tocht, de grens, en ook kokend water, als een beeld van de schorpioen (tai), wat ook weer verbonden is aan het wederstaan, oftewel het testen.
Eén van de grootste steden in Tennessee is Memphis, wat de naam is van een oude Egyptische stad, de stad van Ptah, PTH, de god van de architectuur. PTH betekent bidden en smeekbede (pteh). Ook betekent het het pijl en boog amulet, de jacht (pet-t). Het is een oud Egyptisch teken van verbrokenheid (pett), en heeft ook graan of brood als symbool (pet). Ook was het de naam van één van de zeven schorpioengodinnen van Isis (petit). Het is het wortelwoord van PETR, wat openbaring betekent, een gewest in de hemel. PETRA was een Egyptische hemelgodin. In het christendom werd het gebruikt voor Petrus, de wachter van de hemel, de rots waarop de kerk was gebouwd, en de eerste paus. In het Eeuwig Evangelie is de Peter een beeld van de verslondene, een dynamiek van het kruis die tot de wildernis leidt. Hiervan is ook de wolvenwagen een beeld, als de dynamiek van het afdalen in het pasen om dieper inzicht te verkrijgen. Ook wordt de Peter de kikkerkoning genoemd. Memphis was in het Oude Egypte ook wel genoemd : de witte muren (inbu hedj), wat het verbindt aan de Tweede Bijbelse term "het witte hek", Temet in de amazone taal. Temet is de paradijselijke tijd, de paradijselijke restrictie, oftewel het witte hek. Zonder dit hek kan de mens nooit dieper in het paradijs komen, vandaar dat Zij fundamenteel is. Zij zorgt ervoor dat de mens zowel niet te laat is als niet te vroeg. In het paradijs is dus alles geordend, waarvan de hof van Eden, de omsloten hof, een beeld is. Temet is de godin van de Leri stam van de hof van Eden. In Ezechiel 31 is Eden een andere naam voor Lebanon, de witte steen. Wit is de kleur van het ontwaken en van het spel. Temet is de godin van de ontwaking en de morgen, en de identiteit van de vrouw met de witte laarzen, een ander boek in de Vur. Ook is Zij de Leri stam Zelf, het begin van alle dingen. In de Vuh, het eerste grote boek van de tweede bijbel, is Zij de amazone kalender. Zij is de grote tocht door de onderwereld. Temet is de heilige gebondenheid waardoor we tijd leren onderscheiden, en grenzen. Om tot het paradijs te komen moet de mens eerst helemaal tot stilstand gedreven worden in de grote vertraging. Dit is als een soort heilige bevriezing. De mens moet helemaal leeg worden voor Haar, het paradijs, en beseffen dat het een school is. Stap voor stap zal Zij leiden. In de Vur staat : "Zalig zij die tot Temet zijn gekomen." De mens was bevroren in de tijd. Vanuit het paradijs bekeken is het lijden slechts een bliksemstorm die ons opnam tot het paradijs. Het is het wonder van Temet, de vrouw met de witte laarzen, het begin van elk spel. Zij roept de mens door de bliksem. Zij is het inleidende deel van de hogere kennis. Wij mogen nergens aan vast blijven plakken. We moeten altijd verder trekken. Dat is het geheim van tijd, van Temet, het witte mysterie. Dit is waarom het witte hek draait. Het brengt ons in cirkels, dieper en dieper, als spiralen. De LERI stam is de diepte van de witte steen, als het geheim van de paradijselijke afbakeningen, de literaire constructies van de psalmen van het paradijs. In die zin is LERI de slang van de hof van Eden, als het touw van de heilige gebondenheid, als de lokkende ziel van Eva. Door het touw, de restrictie, de tucht, wordt de mens zo ingewijd in de duisternis, de verborgenheid (de zwarte steen) en de demonologie (de rode steen). De hoofdstad van Tennessee, Nashville, wordt ook wel "de Muziek Stad" genoemd. In het Oude Rijk van Egypte was Memphis voor een lange tijd de hoofdstad van Egypte. Het was namelijk een strategische plaats die ook wel "De Burcht van de Witte Muur" werd genoemd. Later werd ook Alexander de Grote hier gekroond als nieuwe farao, waardoor het verbonden werd aan het Griekse Wereldrijk. De witte steen, als de witwordende man, is een beeld van de ontwakende man, de man die op zijn plaats wordt gezet, oftewel "het verstaan van de mannelijke dynamiek", de
dynamiek van de receptor, de gevoeligheid, de antenne. Ook hiervan is de graanhalm een beeld. De witte steen is de man komende tot de melk. In de Bilha is e slaap het paradijs als de melkgevende tepel. Dit is ook de betekenis van slaap in het Sanskrit. Door de heilige slaap of in een trance, Tardemah in het Hebreeuws, ontmoette Adam Eva. In de worteltekst is dit het neervallen door grote vrees en tegelijkertijd verwondering. Ook is dit de dood, radam. Zo ingrijpend was het voor Adam om de paradijselijke amazone te ontmoeten. Wij moeten allemaal komen tot Tennessee, tot TEN-SA, de baarmoeder van de kennis, het studiecentrum. In de diepte is dat ook wat Ptah betekent : de architectuur van het heilige Woord. Arizona is RA-ZUNI. RA is in het Egyptisch en Hebreeuws de tester en de ZUNI is een amazone stam onder leiding van de godin Barkroe (Delilah). ZUNI betekent vermindering, en is de naaktmakende, oftewel openbarende stam. De vlag van Arizona is een oranje ster, wat een symbool is van de kopermijnen, maar wat in de Tweede Bijbel een symbool is van de oranje zon, de dynamiek van symbolisme en cryptiek, oftewel surrealisme, het abstracte multiversum. Boven komen rode en gele stralen. Rood is de kleur van de verhalen en geel is de kleur van de tegenstellingen. Zo brengen de tegenstellingen van het leven dus verhalen voort, en dit zijn ook de kleuren van de Spaanse vlag. Onder de ster is blauw, wat de Colorado rivier representeert. Het is als de oranje zon van abstractie die opkomt om de geest van letterlijkheid en drama te verslaan. De zon komt op vanuit het water, vanuit eb en vloed, wat ook weer een Egyptisch tafereel is. Bilha rijdt op het beest, en op een dieper niveau is het beest de billen van Bakroe die zij in de amazone mythologie laat zien als de poort van wedergeboorte en het teken van oordeel. Dit is een groot apocalyptisch geheimenis in de Bilha. Bakroe representeert de Zuni stam die de zegels van de boekrol verbreekt. Wanneer dit gebeurt komen er grote natuur-verschijnselen als cryptische manifestaties van het hogere Woord, de hogere kennis, die verborgen werd gehouden. Geel is ook de mannelijke onderwerping aan de baarmoeder, als een teken van geboorte, als het beeld van de heilige slavernij, de heilige gebondenheid, de opkomst van het robotisme, het leven door de hogere automatismes van de gnosis. Dit is waar de calvijn code over gaat. Geel is ook een belangrijke kleur die de gestreepte waterlichten, het hogere insectische ras, zal brengen. Geel zal hersteld worden. Het zal terugleiden tot de boeken, zoals het Eeuwig Evangelie zegt : "Oorlogsgebed, laat mij dalen in het jagersbed. Om te zuiveren het gele, duizend duizendmaal, op het altaar van de wilden, tot oorlogsmaal. Gedaald tot onder het gele ben ik, een toekomst heb ik niet, alleen wat oude boeken om in te vergaan." Dit is ook weer verbonden aan Bakroe, die de oorlogsgodin is, en Simson moest onderwerpen opdat hij de Zuni stam (Suni, filistijnen) zou dienen, wat ook de betekenis van zijn naam is : Sama (luisteren en gehoorzamen, Hebreeuws) Suni. Zoals de Bilha zegt : "Bakroe is het geheimenis van de hoofd-besnijdenis. En zij is gekomen om visioenen te geven, en om de heiligen doorgang te geven, want lang zijn zij door onderdrukking tegengehouden." En : "Bakroe is van de diepere wildernissen van het paradijs. Zij draagt het wapen om gehoorzamen te testen. Zij is als de sieraden van het lijden. Zij spreekt recht in list en symboliek. Zij raakt het letterlijke niet aan. (..) Zij is de weefster van het paradijs. Zij weefde het paradijs als in een mysterie. In de dieptes van de wildernis woont zij, om dapperen te onderwijzen, zij die door hun lijden tot haar zijn gekomen. Als de amazone van de Heerin is zij." Bakroe wordt in de Bilha de oudste dochter van Bilha genoemd. Het zegel van Arizona is een mijnwerker. In de Gor boeken zijn de mijnwerkers onderworpen aan de amazones van Tharna, die hen uithongeren, als een beeld van de Ramadan, het komen tot de leegte. 3.20 - Diepere Betekenissen van de Boot van Ra
Het hele gebeuren van Ra op zijn boot in de Egyptische mythologie heeft te maken met het leren beteugelen, beheersen en berijden van het zelf, het ik-beest. Dit komt ook weer terug in het zegel van Florida waarin een vrouw met bloemen nadert tot een boot. De bloem stelt de cyclus voor van het leven, de vibratie, als de golven van het leven, en die moet zij leren te bevaren op de boot. Dat zit ook opgeborgen in de naam Florida : FL-IRAD, als een anagram. FL is Filippe, de beestenrijders in het Grieks, zij die hun ego hebben leren berijden. Irad is een amazonisch gebied en ook verbonden aan de tegenstellingen. Florida, wat eerst een Spaanse kolonie was, komt van Pascue Florida, wat bloeiend pasen betekent, een naam voor palm zondag. Dit is ook waar de billen voor staan, als het zadel van het lichaam om het ego te beheersen en het lijden ten positieve te gebruiken. Florida is in die zin de wedergeboorte van de billen in het water, als de zich openende baarmoeder die vanuit de zee opkomt, als het beest van de zee Alabama is ILA-BA-MOA, wat de Wet van de godin Bakroe betekent. Het zegel van Alabama is het rivieren-zegel. In het Egyptisch is rivier de onderscheiding en de klok. De rivier is de restrictie. Alabama was oorspronkelijk de naam van een indiaanse stam in het gebied. Hoofdstuk 4. De Orions-Afrikaanse Mythologie 4.1 - Het Droomlichaam Toen Ra op zijn bootje door de onderwereld ging was het al nacht en was hij al in slaap gevallen en in de droomwereld terechtgekomen, de metaforische "dood", en werd hij de "Afu" genoemd, wat ook het verborgen lichaam is in het Egyptisch, het droomlichaam, waarvan brood een beeld is. Dat werd later door het christendom overgenomen als Jezus die met pasen - ook een reis door de onderwereld, door het kruis - tot brood werd, en in het boek Openbaring wordt aan de overwinnaars van het kwaad "het verborgen manna" beloofd. Ook werd water in wijn veranderd op de reis van Ra in het zogenaamde poortenboek van de farao's, en dit truukje werd later ook door Jezus overgenomen. In de mythologie van de Tweede Bijbel wordt er gesproken over een man genaamd "Ova" die ook reizen maakte door de onderwereld, over groene rivieren. Ova wordt ook wel "de prins van de eiken" genoemd. Hij reiste over de groene rivieren met een kanootje. Hij deed dit iedere dag, net zoals Ra, de ondergaande en oprijzende metaforische zon. In het Insectische Dodenboek van de Tweede Bijbel is de bootreis van Ova over de groene rivieren tot de Smaragden Zon, oftewel de groene zon. De groene zon is om het verleden te overdenken en te herzien, om zo alles te veranderen. Het is als het ware het herkauwen van het verleden. De groene zon is de wildernis zon, wat er voor zorgt dat alles door natuurlijke processen tot ons komt, eigenlijk als anti-stof tegen de materiele zon. Zo mag ons verleden tot wedergeboorte komen, alles in een nieuw inzicht. In het Insectische Dodenboek wordt Osiris de zoon van Ova genoemd. Osiris is in de Egyptische mythologie zowel de zoon van Ra als de zoon van Geb, de god van de aarde. Vaak worden alle
andere goden manifestaties van Ra genoemd. In die zin wordt Ova gelijkgesteld aan zowel Ra als Geb, en woont dus diep in de aarde, in de verborgenheid, als de Afu, het droomlichaam. Wij hebben allemaal een droomlichaam. Het droomlichaam is ervoor om alles van het leven daarboven te transformeren, in een nieuw licht (inzicht) te brengen. Wij maken net als Ra en Ova telkens deze cyclus van nacht tot dag, van verborgenheid tot openheid. Wij slapen en dan ontwaken wij, en dat gaat zo maar door, om dieper en dieper tot de kern te komen. In de Tweede Bijbel wordt er ook veel over de oranje zon gesproken, wat de bron van de symboliek is waardoor je alles wat je meemaakt, al het ogenschijnlijke letterlijke en dramatische, mag vertalen tot iets cryptisch met een diepere betekenis. Vandaar ook de Tweede Bijbelse poëtische term "oranje leugenaars op een zebra-boot". Zij reizen met je mee en lijken op vijanden, maar in diepte zijn zij vrienden, want de leugen is slechts de vermomde waarheid, zoals het lijden het vermomde geluk is. De zebra heeft geleerd te leven met de tegenstellingen, zwart en wit, en gebruikt hen ten positieve. In die zin kunnen wij veel leren van de zebra. De zebra is een Afrikaans dier, dus daarvoor moeten wij ons richten op Afrika waar deze geheime sleutels te vinden zijn. De reis door de onderwereld in ons droomlichaam gaat ook door Afrika. Daar is het geheim van de zogeheten "Zebra Brug", wat in de Tweede Bijbel wordt besproken : "De laagjes van die vruchten zijn de verschillende realiteiten die met elkaar verbonden zijn. In de ene realiteit ben je iemand anders dan in de andere realiteit, maar ze hebben wel met elkaar te maken. Er zijn bewuste laagjes, en onbewuste laagjes, en ook de zwarte laagjes gebruiken we om de witte laagjes te laten groeien. In die zwarte laagjes is alles omgekeerde wereld, maar die laagjes zijn nodig om de ware wereld te openen. Dit is het geheim van de Zebra-Brug." En denk maar eens aan het zebrapad om veilig over een drukke weg te komen. Ook de tijger met zijn gestreepte huid kent dit principe. Je kunt het ook tot je voordeel gebruiken om daarmee je strijders-mentaliteit op te wekken. Je moet even die golfbeweging leren kennen en dan op de golven meegaan, om zelf als de golven te worden, te leren "ribbelen", wat ook besproken wordt in de Tweede Bijbel. En dan maken we ineens een ritje op de rug van een zebra of een tijger, maar ook dit is een tegenstelling, dus in de cyclus vallen we daar ook weer vanaf, en dat moeten we ook leren plaatsen en leren begrijpen. Het ribbelen gaat diep. Het is als leren vliegen, de wetten van het leven leren kennen. De Tweede Bijbel noemt het een raadsel. Maar de Tweede Bijbel is zo onnoemelijk groot, als het grootste boek aller tijden, dat dit raadsel zeker opgelost gaat worden. Alles in het leven ribbelt, alles is in vibratie, alles is de golven van de zee, maar hoe kun je nu surfen op de golven zonder te vallen ? Helaas is dat niet mogelijk, want dan zou het geen ribbelen meer zijn. Soms moeten we vallen om de dieptes van de zee te leren kennen, om op avontuur te gaan en te zoeken naar de parels. Dat is het ware ribbelen : Hoe dieper we gaan, hoe hoger we komen. Het altijd maar surfen op de oppervlakte brengt ons nergens. Daarom zijn wij op een boot die door de onderwereld gaat. Soms zijn er overstromingen en worden wij meegesleurd of door iets anders gegrepen, maar zo leren we de wereld ontdekken. De reis is door de oranje zon van de symboliek en de cryptiek, oftewel het surreële, komen tot de groene zon van het verleden, waar ons verleden tot een sieraad is geworden van levenslessen, waar we de schat in het verleden hebben gevonden. Dit zal onze ware toekomst zijn. Allemaal een goede ontdekkingsreis toegewenst. 4.2 - Het Spiegelpaleis van Arcturus
Op het Amerikaanse dollarbiljet zien we het oog van Horus wat zweeft boven een pyramide. Eronder staat : "Novus ordo seclorum", wat Latijns is voor de nieuwe orde van tijden, en daaronder staat "The Great Seal", het Grote Zegel. Zwaar geschut dus. Waar komt het vandaan, en staan ze in hun recht om dit te gebruiken, of zijn ze genoodzaakt het gebruiken, zoals het verhaal van de christelijke rovers die na het plunderen van Egyptische grafkelders niet meer konden stoppen met het zeggen van "Amen", wat "Het Grote Verborgene" betekent. Zij waren onder de vloek van de farao terechtgekomen. Omdat zij het hadden gestolen en niet daadwerkelijk hadden verdiend of gekregen als beloning bleef het dan ook voor hen verborgen, dus hadden ze er niets aan. Het oog van Horus wordt ook wel het oog van Ra genoemd, als het oog van de zon, en betekent eigenlijk gewoon het opkomen van de zon, het aanbreken van de dag : de zonnegod, Ra, die zijn ogen opendoet, als het ontwaken, wat een heel neutraal symbool is waar je alle kanten mee opkan. Het oog is ook een beeld van zijn dochter, de oorlogsgodin (soms genoemd Sekhmet, de leeuwin), als een nieuwe geboorte. In die zin hebben we te maken met een amazone. Het oog van Horus is vrouwelijk. Ook Horus zelf was in de pyramide teksten van het Oude Rijk van Egypte soms vrouwelijk, want Horus had vrouwelijke borsten die melk gaven. Horus is meer een Westerse term en wordt vaak verkeerd voorgesteld. In Egypte heette hij of zij : Heru of Here. Komt je dat bekend voor ? Here is ook een woord wat christenen in Nederland gebruiken voor God. Het Egyptische geloofsgoed kwam via Griekenland tot Europa, en begon zich steeds meer te vervormen. In het Ionische en Homerische Grieks was "Here" de moedergodin, die nu in het Westen nu bekend staat als "Hera". Zij was de vrouw van de oppergod Zeus. Zowel Here als Zeus werden de grondslag voor het christendom. Zeus werd ook Deus genoemd, wat later gebruikt werd voor de christelijke God in het Latijns. Here God is dus het goddelijke koppel Here en Zeus, en heeft zijn wortels in Egypte, in Horus, of Ra, en zijn oog, oftewel Ra die ontwaakte en zijn dochter zag als de oorlogsgodin. Dit was dus allemaal oorlogs-strategie, want ra was heel diep in de problemen gekomen met de mensheid. Hij wenste eigenlijk dat hij de mensheid nooit had geschapen. In de christelijke bijbel zien we dit ook gebeuren, dat God op een bepaald moment het betreurt dat hij de mensheid had geschapen. De oorlogsgodin was dan het beeld van de apocalypse : Ra, God, zou de wereld verwoesten, om zo een nieuwe schepping te maken. Dit kon alleen gebeuren door de goddelijke baarmoeder. Nu, laten we kijken waar "Novus ordo seclorum" vandaan komt. Het wijst op een gedicht van Virgilius (Virgil), een Romeinse dichter uit het tijdperk van keizer Augustus, rond de tijd van Jezus. Het komt uit de zogeheten Bucolia, de herdersgedichten, waarin staat dat nu eindelijk het laatste tijdperk komt van het lied van de Sibyl, de wedergeboren grote orde van de tijden. Nu zullen rechtvaardigheid en de wetten van eer terugkeren. Nu zal Saturnus terugkeren, een nieuwe lijn van afstamming is gezonden vanuit de hemel. De Sibylen waren profetessen, vrouwelijke orakels, die goddelijke boodschappen brachten bij heilige plaatsen. Alle religies die op aarde geprojecteerd worden komen van veel grotere buitenaardse religies, als filosofische, metaphysische systemen, als natuurverschijnselen. Het licht wordt vele malen gebroken, en dan pas bereikt het de aarde in hele andere vormen. Je kunt die verschijnselen dus ook niet zomaar wegkrijgen, maar je moet het ontcijferen. Oorlog over religie is nutteloos. Educatie is levensreddend, oftewel het afdalen in de diepte om te zien waar het precies vandaan komt. Alles is een ingewikkeld wiskundig spel van weerspiegelingen. Alles is kaleidoscopisch. De mensheid is
opgesloten in het spiegelpaleis van Arcturus, wat een Orionse creatie is, wat we ook wel "de matrix" noemen. Dit is een labyrint. Daar kom je ook niet zomaar even uit. Het is een school, een puzzelavontuur. In die zin is het leven dus heel interessant en kostbaar. Geef daarom ook nooit de moed op. Sluit je aan bij andere oprechte puzzelaars die het heelal zuiver objectief bekijken. Het spiegelpaleis van Arcturus, wat is dat ? Arcturus is de alfa ster in het sterrenbeeld van de Ossenhoeder. Arcturus is Grieks voor Berenhoeder. Het is een grote heldere oranje reuzenster, één van de helderste sterren die de mens kent. Arcturus wordt daarom ook weleens "de oranje zon" genoemd. De oranje zon is in de Tweede Bijbel een dynamiek die niets letterlijk neemt, maar symbolisch en cryptisch, als een puzzelaar. Ieder mens heeft die dynamiek latent in zich. Het metaforische natuursysteem van de Egyptenaren kwam voort vanuit omliggende Afrikaanse landen. Egypte behoort zelf ook tot Afrika. Vandaar dat de wortels van het christendom Afrikaans zijn. Afrika zelf is natuurlijk maar een projectie van veel hogere en intelligentere buitenaardse samenlevingen, voor-Afrikaanse extra-terrestiale technocratische beschavingen. Waar komt in die zin Horus vandaan dan ? In het sterrenbeeld van de Jager, Orion, is er zo'n buitenaardse voorAfrikaanse beschaving, met een heel ander trillingsgetal wat voor het gemiddelde menselijke oog niet zichtbaar is. De mens mist zo een groot stuk natuur, van dit Orions-Afrikaanse gebied, waar een heleboel geheimen van ons bestaan liggen opgesloten. Gelukkig kan de mens het dan onder bepaalde condities weer wel zien door het dromenlichaam. Horus komt in diepte voort vanuit de Orions-Afrikaanse toekan-god "Heres". De namen lijken verdacht veel op elkaar, en ook het feit dat ze beiden vogels zijn : Horus is een valk, en Heres is een toekan. Horus is een manifestatie van de Egyptische god Ra, de zon, die elke dag een tochtje maakte in zijn bootje door de onderwereld, als het ondergaan en opkomen van de zon, als een beeld van de wedergeboorte van de mens, het "tot inzicht komen" door alle problemen van het leven. Ook voor Ra was dit een dagelijkse strijd, een strijd tegen een slang. Kenmerkend is dat de Egyptenaren het aanbreken van de dag zagen als het punt van de wedergeboorte, na een lange nacht van strijd. Dit was ook zo in het latere christendom : Jezus als de morgenster, de opgestane zon. Echter in de Orions-Afrikaanse esoterische religie, als een metaforisch systeem voor de natuur-realiteiten, gebeurde dit net andersom. Heres, de toekan-god, werd voortgetrokken op een rijtuig door zijn speerdragende soldaten. Overdag ging dit rijtuig door de woestijn waarin er moeizame gevechten waren met rovers en ander gespuis, verschrikkelijke monsters, enzovoort. Waar Ra (Horus) nog werd verslonden door de nacht werd Heres verslonden door de dag. De wedergeboorte kwam voor Heres juist aan het einde van de dag, waar de nacht begon. Heres komt in de avonduren tot een enorme woestijnzee, waar zijn rijtuig verandert in een bootje, en zo wordt hij wedergeboren op de golven van de zee, als een beeld van de baarmoeder, en wordt hij geboren in het oerwoud, waar hij opgroeit. De toekan-god komt dus door de zee tot nieuw land, of tot een eiland. De nacht heeft hem verlossing gebracht. Dit is ook het thema in de islam, waar de nacht een beeld is van de komende heilige geest, waar de mens open voor moet staan. Dit was ook het geval in het oude, oorspronkelijke Aramese christendom. Het is voor de moslim belangrijk in hun geloof om met de vastenmaand, de Ramadan, te wachten op het verschijnsel van de grote, wonderbaarlijke nacht, waarin de engelen neerdalen voor een grote zegen. Denk bijvoorbeeld ook aan het beroemde islamitische sprookjesboek : 1001 nacht, met hetzelfde thema. De nacht is ook het symbool van rust en tot verademing komen na een lange slopende dag. De nacht is in die zin ook heel mysterieus en levendgevend. Per slot van rekening is de nacht ook de brug tot de droomwereld en het dromenlichaam. Vandaar dat de nacht dus ook een grote meestersleutel kan zijn in het leven, van alles loslaten en tot een hogere werkelijkheid, een groter bewustzijn te komen. Vandaar dat de wijzen het ook vaak aanbevelen om
te studeren in de nacht. Ik zag plaatjes van de toekan-god Heres, en vond dat hij verdacht veel op Horus leek. Hij was op zijn rijtuig, en speerdragende soldaten trokken het rijtuig voort, bijna als een koninklijke koets. Hij was heel prinselijk, en zijn snavel was veel korter dan gewoonlijks bij de aardse toekans. Het plaatje was een gravering in bruin-oranje metaal. Mythologie is interessant ter informatie. Het gaat om de principes, om het leren begrijpen van de symbolen, en het is ook gewoon voor antropologisch nut, dat er objectief gekeken kan worden naar verschillende zowel aardse als buitenaardse culturen, als een ontdekkingsreis, en dan later te zien welke waarde het kan hebben in je eigen leven. Het is voor in de boeken, als een museum, als een bibliotheek. Het kan soms wat antwoord geven op de vraag waar we vandaan komen. Is alles wel zoals het gepresenteerd wordt ? Blijf je ogen openhouden zeg ik altijd. Het leven is om van te leren, niet om vervroegd met pensioen te gaan en alles maar aan de oppervlakte te houden. Als je een boek krijgt ga je dan alleen maar kijken naar het plaatje op de kaft, of ga je het boek ook daadwerkelijk lezen ? Alles wat we om ons heenzien zijn boekenkaften. Het gaat niet om de kaft. De kaft kan misleidend zijn. Het gaat om de inhoud. Ik wens jullie allemaal veel leesplezier in jullie leven. Blijf lezen, dan kom je vanzelf waar je moet wezen. 4.3 - De Lens van Orion Door de gallactische lens van de Arcturus planeet, één van de helderste sterren aan de hemel, worden de stralen van het sterrenbeeld de Jager, Orion, gefilterd, gesplitst, en zo ook de projectie van de buitenaardse Orionse Afrikaanse cultuur op aarde. De Heres-straal van de toekangod werd gesplitst waardoor een deel in het hindoeisme kwam, als Garuda, de mythische vogel die het voertuig was van God, en een ander deel in Egypte als Horus. Vandaar dat het hindoeisme en de Egyptologie bij elkaar horen en elkaar aanvullen. Ook de bijbel kwam voort vanuit deze twee culturen, dus de bijbel kan veel beter begrepen worden als men meer begrip heeft van deze twee fundamentele culturen. Dit behoort ook tot de ethische theologie die de etymologie in de gaten blijft houden. Het is per slot van rekening de theologie van de integratie. Stel je voor dat allerlei gebouwen door onder- of bovengrondse tunnels met elkaar verbonden worden, en dat ook die tunnels huiselijk gemaakt moeten worden. Dan is er eerst een periode van grote verbouwing, en misschien hadden anderen vroeger al zulke ondergrondse tunnels gemaakt, en dan kun je een kijkje nemen in iets wat bijvoorbeeld vergeten was, want de mens fixeert zich gewoonlijks normaal gesproken op het bovengrondse. Het is wel interessant wat je dan allemaal kan tegenkomen, en misschien geeft dat ook wel een bepaalde gezonde spanning van avontuurlijkheid. De binnenshuis architectuur kan heel ver gaan, en kan zich ook weer uitbreiden, zelfs in tunnels. Stel je dan voor dat je de mythische vogel Garuda daar tegenkomt, het voertuig en de bewaker van God, wat in het latere Judaïsme de gevleugelde cherubs werd. Zij werden op de ark geplaatst en moesten ook het paradijs bewaken. Dan hebben we hier alleen nog maar een fragment te pakken van iets veel grootser. Zowel op het wapen van Thailand als dat van Indonesië is de Garuda afgebeeld, en op het Indonesische wapen staat : "Eenheid in diversiteit". De Garuda bracht de godenmelk, de soma, wat in het Hebreeuws de shama is, de drank van horen, en ge-hoor-zamen, van de hemel naar de aarde, als de moederborst van de logos, het goddelijke
woord. In Egypte was dit de ibis-vogel, Thoth. Het is ook verbonden aan de papyrus-plant en het riet als het groeien van het Woord vanuit het water, en dan personificeert het zich eerst als de ibisvogel, het symbool van het oude Egypte, als de vogel die boven alles is uitgevlogen. In de Egyptische boeken van de onderwereld, van de farao, is dit ook verbonden aan de graanvelden als een beeld van de hemel. De geraffineerdheid van het graan staat gelijk aan de studie van het hemelse Woord, de Gnosis, wat zich dan verder uit in de veren van de ibis. De ibis was de hemelse schriftgeleerde die de gnosis bracht, in tegenstelling tot de aardse schriftgeleerdes die hun gestolen inzichten verkopen en tot de absolute autoriteit maken waarvoor iedereen moet buigen, als het merkteken van het beest. De veer van de godin MOA (Maat) is in de Egyptische mythologie één van de belangrijkste dingen, omdat het de hogere, hemelse wet voorstelt waardoor iedereen getest en geoordeeld wordt. Niemand kwam zomaar langs die veer heen. Al deze sporen komen uit het diepere Afrika, en het buitenaardse Afrika in Orion. In de Zulu mythologie van Zuid Afrika was de oppergoddelijkheid voortgekomen vanuit het riet en schiep vanuit het riet toen de gehele mensheid. Het riet wordt de oorsprong van het bestaan genoemd, als de waterige oorsprong van alle dingen. Daarom is het Mozes verhaal ook nog steeds zo diep op het netvlies van de mensheid gegraveerd, omdat het daar naar terugwijst, en het gaat over de Orionse bron van al het aardse leven, de buitenaardse baarmoeder. De veer is de bode van de kaleidoscopie, dus is figuurlijk goed te gebruiken voor de hogere, technocratische wet van het heelal. Geen aardse mens kan dit bevatten, alleen geïnitieerde, hooggeschoolde zielen die de nodige tocht door de onderwereld hebben gemaakt om het geheim van het leven te ontdekken. Het aardse recht is daar een slappe, lachwekkende karikatuur van. Zij hebben het recht van de gnosis verworpen, verscheurd, en er een markt van gemaakt. Het zijn allemaal projecties van fragmenten van de Orions-Afrikaanse Witi stam, wat gesplitst werd in India en Afrika (Egypte en Zulu). Vandaar dat Garuda belangrijk is. Vele eeuwen geleden ontstond het Garuda Purana geschrift. Het is een esoterisch (metaforisch) geschrift van wet, recht en wedergeboorte. Het laat de consequenties zien van de ziel die naar aardse schaduwgeneugtes verlangt ten koste van andere wezens, een ernstige vorm van hebzucht. Vlees eten is daar één van. Zelfs de bijbel zegt dat wie een stier vermoord die vermoord een mens, in Jesaja 66. Dat wil zeggen dat de teksten over dierenoffers metaforisch waren. Ja, nogal wiedus ! Zelfs in de originele grondteksten was het metaforisch en ging het om de strijd tegen demonen, zonden, dwaalleer, als een allegorie ! Christelijke westerse idioten namen het letterlijk en hebben hun kinderen vergiftigd met dierenlijken ! Nu lopen ze rond met kanker en hartziektes, en wanneer ze sterven zullen die dieren en hun families hen al staan op te wachten om hen zwaar terug te betalen ! Het heilige Indische geschrift, de Srimad Bhagavatam, Canto 4, Hoofdstuk 25, Tekst 7, 8 zegt hierover : De grote heilige Narada zei : "O meester van de burgers, mijn beste koning, zie alstublieft in de hemel de dieren die u meedogenloos en genadeloos in het offerperk hebt gedood. Al deze dieren wachten uw dood af, zodat zij zich kunnen wreken voor het letsel dat u hen hebt toegebracht. Wanneer u gestorven bent, zullen ze u woedend met ijzeren hoorns doorboren." De Garuda Purana zegt hierover : 5:3 - De moordenaar van een koe zal gebocheld zijn en een imbeciel. Natuurlijk is dat metaforisch en voornamelijk voor het hiernamaals. Iedereen zal op een bepaald moment voelen wat hij een ander mens of dier heeft aangedaan, en dan heeft de mens nog steeds de tijd om zichzelf te verbeteren. De Garuda Purana komt ook op voor vrouwen (maar laat
tegelijkertijd zien dat vrouwen geen spelletjes moeten spelen, want dan houd het voor hen ook op). India gaat over het herstel van het dier en het herstel van de vrouw, maar India moet zelf ook gezuiverd worden. India representeert slechts een goddelijk fragment. Zij die van het materialisme houden zullen het dier nooit eren, en zij die van protsen houden zullen de vrouw nooit eren. Zoveel sluiers zijn er tussen het paradijs en de aarde, allemaal om de mens te testen en de condities te laten zien, als een grote trap. Velen stoppen ergens halverwege, terwijl anderen nooit aan de grote tocht beginnen. Dit is nog maar het begin. De Oer Moeder roept : "Kom dieper !", terwijl de gemaskerde clowns tot de mens roepen : "Blijf hier aan de oppervlakte !" 4.4 - De Verborgen Wortels van de Sophia "Zij die overal onder is" is de naam van de wachter van de Egyptische onderwereld, een dubbele leeuwin genaamd Aker. De leeuwinnen kijken tegengestelde richting op, en zijn genaamd "gisteren" en "morgen", als een beeld van verleden en toekomst. In de Sarcofaag-teksten van het Midden Rijk komt Aker voor als de veervrouw van de nachtboot van Ra, en geeft geboorte aan het einde van de nacht aan het ochtend-insect, als de opkomst van de jonge zon. Zij moest eerst de sarcofaag van het ochtend-insect door de onderwereld dragen. Het ochtend-insect is één van de vormen van Ra. Ra met zijn moeder Aker had zich steeds meer teruggetrokken van de mensheid doordat hij vals beschuldigd werd. In Abydos was er het haker-feest, het vastenfeest, de Egyptische Ramadan, om de opstanding van Osiris, Aser, ook een vorm van Ra, en de overwinning over zijn vijanden te vieren. Doet ons dit niet ergens aan denken ? Het Hebreeuwse woord HAKA, hagah, is het grommen van een leeuw als beeld van het mediteren en het verbeelden. HAKAR, oftewel HAGAR, is in het Judaïstische verhaal van Ismaël de Egyptische moeder van Ismaël en haar naam betekent "vlucht". Hagar was een Egyptische slavin die hard werd behandeld door Sarah. Er werd een groot feest aangericht voor Isaac, waarin de slavin Hagar hard moest werken, en haar zoon kwam voor haar op en begon te spotten. Dit werd Sarah teveel en zorgde ervoor dat Hagar en haar zoon de woestijn werden ingezonden, als een beeld van de onderwereld. Spotten kan in het Hebreeuws ook onderscheiden en interpreteren betekenen. De woestijn, de onderwereld, is dan een beeld van het in de diepte gaan om iets te ontmaskeren. Vandaar dat sjamanen dit blijven doen. Natuurlijk is Hagar een Hebreeuws beeld van de Egyptische Aker, die met haar zoon, Ra, rondtrok door de onderwereld. Mozes haalde al zijn verhalen uit Egypte. In het Egyptisch is kracht en sterkte niets anders dan wijsheid, de term BU AQER, wat ook "samenwerken met Aker" betekent, dus net als AKER overal onder komen, oftewel overal "achter komen". Dit is dus ook waar de Egyptische leeuwinnengodin van kracht, Sekhmet, voor staat. Ware kracht is wijsheid. In het Aramees is de wijsheid genoemd "HEKHMET", wat dus vooraf ging aan het Griekse woord "Sophia", de godin van de wijsheid die door de eerste, gnostische christenen werd vereerd. Toen de kerk kwam opzetten werden de meeste gnostische, oftewel esoterische, christenen uitgeroeid. Vandaar dat de kerk ook niet meer echt een moeder heeft, alleen dan misschien nog wat halfgebakken in de Rooms Katholieke kerk. BU AQER is een oud Afrikaans principe van de wijsheid van de diepte. Als BURUKU is zij de Afrikaans-Ghanese godin van de schepping en van de maan. Als BUK is zij de Sudanese de nachtgodin en de riviergodin van de vruchtbaarheid. Zij is de bron van het leven. Bij de indianen van Suriname stond zij bekend als Bakroe. In de buitenaardse Heres-mythe was de wedergeboorte een gebeurtenis aan het begin van de nacht, waar de dag ophield. Het aanbreken van de dag was de stervenservaring. Dit komen we
ook tegen in de nachtspeler-poëzie van de Tweede Bijbel, waarin het daglicht een moordenaar is, terwijl de nacht dan tot leven brengt. Wanneer Paulus spreekt over "het spreken over wijsheid bij hen die daarvoor rijp zijn, een wijsheid niet van deze eeuw, niet van de beheersers van deze eeuw, maar als een geheimenis, de verborgen wijsheid," (I Korint. 2:6-7) dan is wijsheid SOPHIA in de Griekse grondtekst, de godin van de eerste gnostische christenen, maar in de originele Aramese grondtekst is dit HEKMET, wat verwijst naar het Egyptische Sekhmet, het Egyptische beeld van de ontwaking (wijsheid en kracht), de dochter en het "oog" van Ra. Nu is het wel zo dat SOPHIA komt van het Aramese "sopiya" (swpy), wijsheid, maar dit heeft Egyptische wortels in sabut, wijsheid, van saub, saup, onderwijzen. De sabu of sapu waren de wolf en jakhals gidsen van de onderwereld, waarvan Anubis de bekendste is. De jakhals is een beeld van de spotter, de imitator, wat ontmaskeren en vertalen betekent, oftewel onderscheiden. De sab (sbau, sep) is de plaats van correctie, het prototype van de gevangenis en de politie. Het is een oud Egyptisch woord voor gerechtigheid. Het is de tester, en leidt terug naar het riet. Sophia leidt ook terug tot het Egyptische "sfi", "mengen om te zuiveren en op te helderen", wat het doel van de esoterie is. De Sophia heeft diepe wortels die helemaal terugleiden tot het diepe Afrika en het buitenaardse Orionse Afrika. De mens moet op de tocht naar de baarmoeder van kennis niet ergens onderweg blijven steken om er een handeltje van te maken. BU AQER betekent wijsheid, kracht EN perfectie. De SA was een onderdeel van de boot van Ra, als de intelligentie en bovennatuurlijke kennis die de wachters van de poorten aansprak en zorgde dat de poorten opengingen. Het is allemaal hetzelfde als de leeuw van Openbaring die de zegels verbreekt, als de manifestatie als "dat wat onder alles is". Het masker zal er dus afgaan. Eeuwenoude muren zullen afgebroken worden. De mens zal teruggaan tot de bron. De druk van het oer wat zo lang afgedekt is gehouden wordt alleen maar groter en groter. Niemand zal het meer kunnen tegenhouden. 4.5 - Het Geheim van de Bloei Groeien en bloeien is een langzaam proces. Het mag zeker niet te snel gaan, en er moeten goede balanzen zijn. De mens moet leren kennen wanneer het bloeitijd is. Sommige mensen willen altijd bloeien en altijd vrucht dragen, altijd in de belangstelling staan, altijd gezien worden, maar dit is vanuit het oogpunt van de natuur nonsens en zelfs gevaarlijk. Het bloeien is daarom iets wat onderhevig is aan regels en seizoenen, om zo de gnosis te accentueren, en niet de praalzieke mens. Een heleboel mensen verliezen hun ziel door te pronken, maar wat valt er eigenlijk te pronken ? Het is allemaal erg oppervlakkig en walgelijk. De hexagram van de I Tjing die hierover gaat is hexagram 35 : Het Bloeien. Wat is het ware bloeien ? Hexagram 35 is het opkomen van de zon in het teken van de aarde. Wat betekent dat ? De zon is een metafoor voor de bron in het Orions, en dat is in die zin de moedergrond, de moederaarde. De mens moet hiermee bedekt worden, komende tot de paradijselijke grond. Die zal de mens allereerst niet bewapenen. Eerst moet de valse natuur "sterven", begrepen worden. De mens zal bloeien op een donkere plaats. Het is niet iets wat te grabbel gegooid mag worden. In de Egyptologie wordt de mens metaforisch tot een insect, wat een beeld is van de verfijndheid. Het gaat niet om de lompe olifanten die in een circusstoet de stad binnen gaan om door de mensen bekeken te worden. Wil je dat zijn ? Dan heb je de zin van het
leven verloren. Dan gaat je ziel eraan. Dan ben je niets dan voer voor de parasieten. Zij bewonderen je niet, maar zij bespotten je. Al hun complimenten zijn spot om je voor te bereiden op de slacht. In hexagram 35 komt de zon op als de nachtzon. Het is de zwarte zon verbonden aan de aarde, als de modderzon, of modderbron, waarmee de mens gecamoufleert wordt. Dit is niet vies zoals ze in de stad zeggen. Zij bespotten de moederaarde. Het is juist de bescherming voor de mens, bescherming tegen het valse verlammende licht van de stad. De mens "sterft" eerst aan zichzelf wat betekent : de mens leert zichzelf kennen, en kan zo de schil afpellen. De mens is zijn ergste vijand, en door zijn vijandige zelf te kennen kan hij uiteindelijk zijn ware zelf leren kennen. Dit gebeurt in de heilige modder van het paradijs, waarin de mens kan rollen, waarin de mens gecamoufleert wordt. Hierin verdwijnt alle valse drama van de stad. De mens komt tot zichzelf, gehuld in de moederaarde. De moederaarde op zijn huid is levengevend. Dit is ook de Egyptische wortel RUH, wat de Geest is voor de Islamieten en de Aramezen, verbonden aan de nacht. De grootse nacht wordt ontvangen in de Ramadan, de vastenmaand, als het afdalen van de engelen, een grote bron. RUH betekent modder in het Egyptisch, dus dit is de diepte van het hele 'komen tot de heilige nacht' gebeuren. RUHA, avond, en RUH, modder, aarde, grond. In lijn 1 wordt de mens tegengehouden en moet de heilige vertraging ingaan. Je mag anders tegen het obstakel gaan aankijken. Dat is ook het ware brullen van de leeuw in de oude talen : Het is het veranderen van gezichtspunt, een beroep doen op je verbeelding. Sommige verbeelding is goed, en andere verbeelding is niet goed. De mens moet leren verbeelden. Het is een wetenschap, iets technisch. Lijn 2 : Bloeien kan alleen dieper in de onderwereld, door diepere wortels. Wat is bloeien eigenlijk ? Het klinkt oppervlakkig, maar het heeft een diepere betekenis. Het ware bloeien is het komen tot inzicht, maar daar moet de mens eerst een heleboel valse inzichten voor verliezen. De valse inzichten liggen als parasieten over de hoofden van de mensen, als kwallen, en zij hebben het heilige zenuwstelsel uitgedooft, en besturen nu alle lichaamsfuncties. De mens denkt dat hij leeft, maar is morsdood, een robot. Daarom moet de mens allereerst aanvaarden dat wat hem dieper in de onderwereld brengt om zijn heilige zintuigen weer op te wekken. Dat is ook wat de wet betekent in het Aramees : de hemelse zintuigelijkheid, oftewel het hogere bewustzijn, en daar moet de mens dus eerst heel veel vals bewustzijn voor verliezen. De zombie-mens ziet iedereen om zich heen liegen, maar dat weerhoudt hem niet om door te blijven liegen. Hij moet en zal haantje de voorste zijn. Het ware bloeien is sterven aan je valse, leugenachtige, koppige, betweterige zelf. De mens gaat hierin van bloei tot bloei. Er is een tijd voor alles. Lijn 3 is een prachtige lijn, namelijk het vinden van een vriend die op hetzelfde principe leeft, als een wedergeboorte. In de diepte is dat het vinden van een verloren deel van jezelf, als het meer en meer compleet worden van je sieraad. Dit is het ware vruchtdragen. Je hebt niemand anders nodig. Je geeft geboorte aan jezelf. Ware vrienden zijn nauwelijks te vinden, en zijn de zeldzame momenten in het leven. Dat mag je koesteren en op jezelf betrekken. Je hebt het zelf gedaan. Je hebt jezelf gevonden. Niemand anders kon dat voor je doen, en je hebt er een hoge prijs voor betaald. Lijn 4 : Drijf je zin niet door. Alles is gevaarlijk hier. Je zou kunnen vastgroeien als je dingen grijpt waar je niet klaar voor bent. Leer te golven, leer subtiel te zijn en te cirkelen. Wees niet bang om grote omwegen te maken. Zij die de korte weg naar succes nemen zullen bedrogen uitkomen. De tronen die ze grijpen zullen hen vernietigen. De kronen die ze grijpen zullen hen laten wegsmelten. Ze komen aan de macht, maar worden tot een standbeeld, tot steen, en hun inzichten zijn vals en beperkt. Ze kunnen niet meer verder groeien in de onderwereld. Ze worden een cliche, een icoon, en bevriezen zo in de eeuwigheid. Al het gejuich van hun aanhangers is slechts de voedertijd van de parasieten. Het is allemaal heel tragisch.
Lijn 5. Winnen of verliezen is onbelangrijk. Het gaat erom tot de hogere kennis te komen. Soms is verlies winst, en winst verlies. Soms moet de mens winnen, en soms moet de mens verliezen. Lijn 6. De wet van energie is : forceer niets, zoals in lijn 4. Overwin jezelf, beheers jezelf. Als je geweld gebruikt loop je gevaar. Richt je op het gebied waarover je bent aangesteld, maar raak ook dat maar lichtelijk aan. Er moeten andere dingen gebeuren. Verander je plan. Wees open voor nieuwe dingen, nieuwe richtingen. Wees creatief, en laat valse drama los. Bloei ? Wat is bloei ? Bloei is de verbinding van fragmenten van kennis. Die raken elkaar maar heel lichtelijk aan, en dan laten ze weer los om nieuwe verbindingen te maken, om plaats te maken voor de grotere context. Daarom is bloei iets heel fragiels en zeldzaams, heel kortstondig. Forceer het en het is stuk. Bloei is de magie van het moment. Alles zal veranderen, maar de herinnering zal blijven, alhoewel ook de herinnering zal veranderen. Hexagram 35 is de CHIN, het geheim van China, het geheim van de bloei. 4.6 - De Chinese Roos Het Chinese orakel is één van de oudste orakels die de wereld kent, en de grondslag van de religies. Ook waaide het over naar het Westen, en de I Tjing is het bekendste wat we van China hebben. Hexagram 15 is als de Chinese roos van Nederigheid, van Bescheidenheid die direct één van de grootste problemen aankaart : trots. Het is één van de grootste vragen voor hen die de gnosis willen leren kennen : Wanneer moet de mens zich onderwerpen, en wanneer moet de mens ingrijpen ? En hoe gaat dat precies ? Het is een moeilijk en ingewikkeld vraagstuk waar de mensheid zich over buigt. De schaduw van de mensheid rooft en plundert, en neemt roekeloos zonder enige terughoudendheid de macht, maar aan de andere kant ligt er ook het gevaar van de valse nederigheid, van het onderwerpen aan de leugen. Soms moet er gevochten worden, maar vecht men niet. Waar en hoe ligt ergens die grens ? We hebben hier een hele exotische kern van de I Ching te pakken. Het vertraagt ons aan alle kanten, als het schild van de schildpad. De mens moet eerst vertragen om dit patroon te kunnen zien. Daar moet een mens alles voor wegleggen. De mens die te snel gaat zal dit inzicht niet kunnen oppikken. Het teken van dit hexagram is de berg in de aarde of de berg voortkomende vanuit de aarde. Het is de berg in de onderwereld. De berg is in het Egyptisch een beeld van de baarmoeder, van moeder met kind, en het kind wordt ook bedekt met de aarde, als een geschenk van de heilige nacht die het kind tot het droomlichaam leidt. Dit is de verre diepte van wat christenen domweg het ontvangen van de heilige geest noemen en islamieten het komen tot de majestueuze nacht in de ramadan, in de leegte. Wij worden in het teken van de berg verbonden aan de moederaarde, krijgen de heilige grond op onze huid, als een grote bescherming, als een diepe genezing. Ra maakt de nachtreis ook in de berg, want de berg staat voor de reis. De berg is het Egyptische teken van de wedergeboorte, en van het ontvangen van de eeuwige inscripties, wat ook weer terugkomt in het Mozes verhaal : Mozes die de berg opgaat om de heilige wet te ontvangen. Dit zijn de inscripties op de tafelen van het hart tot wedergeboorte. Wat een groot Egyptisch geheim herbergt Mozes, en dat is ook niet zo vreemd, want hij was onderwezen in de Egyptologie. In diepte betekent dit dat Mozes werd bedekt met de modder van het paradijs. In de Hebreeuwse tekst ontmoette hij de God ASER, wat een Egyptische God is, namelijk de god van de onderwereld,
oftewel de god die met de aarde is bedekt. Dit zijn metaforen. ASER werd later één van de stammen van Israël. De berg is een Egyptisch teken van het Woord en van de morgen, oftewel van de droom. De berg is het teken van het kind wat tot zijn moeder komt, een teken van gebed. Dit is ook waar de leeuw voor staat in het Egyptisch. In die zin is hexagram 15 de baarmoeder van China. De berg is de ken in het Chinees, het stilhouden, als de verbinding tussen hemel en aarde. Het is een natuurlijke wet dat het hoogste punt altijd weer de diepte in zal gaan, en dat het diepste punt altijd weer de hoogte ingaat, als de cyclus van de zon. Dit is de wet van de hemel, en dit is wat het oordeel ten diepste inhoudt. Lijn 1 : Het gaat erom nederig te zijn tot het hemelse systeem, niet tot het duivelse systeem. De mens moet de rivier van de door mensen vals opgestelde grenzen overgaan om zo tot de berg te komen en tot de aarde, om zich daarmee te bedekken, en niet met de valse bedekkingen van de stad. Nederigheid naar de duivel toe kan een mensenleven verwoesten. De mens moet ook niet nederig zijn tot zijn eigen egoïsme. Lijn 2 : Je mag uitkomen voor de ware nederigheid, en hierin creatief zijn. Je hoeft niet over je heen te laten lopen. Je moet voor jezelf opkomen, want het gaat tussen jou en het goddelijke, en zodra die link is gelegd mag je die ook verdedigen. Stel een mens nooit boven het goddelijke. Als je openbaring hebt ontvangen mag je dat uiten binnen de grenzen van die openbaring, niet binnen de grenzen die mensen opleggen. Lijn 3 : Belangrijk is het in het contact met de oernatuur te blijven groeien, in voortgaande openbaring, groeiende kennis, zodat het niet verstart. Hierin mag je jezelf ook niet doen promoveren wat je nog niet verdient hebt en waar je nog niet klaar voor bent. Je mag niks forceren. Dit vereist nederigheid tot het hemelse tijdschema, oftewel geduld. Lijn 4 : Hier ligt het onderscheidingsvermogen van de verfijnde nederigheid, in welke richting, in welke mate en in welk tijdsbestek, heel specifiek en digitaal. Hierin mogen geen fouten gemaakt worden. De mens moet zuiver meten en niet afwijken. Er mag ook niet met twee maten gemeten worden. Hypocrisie is een grote vijand. Muiterij is het gevolg van een niet goed werkend onderscheidingsvermogen in deze zaken. Daarom moet de mens tot de berg komen, een beeld van de hemelse opvoeding en wat in de oude talen een beeld is van hemelse promotie, tegengesteld aan de valse, lagere aardse promoties die de mens bedriegen en die altijd weer marktgericht zijn en niets met de werkelijkheid en rechtvaardigheid hebben te maken. Lijn 5 : Hier moet je terugvechten. Ga geen compromis aan met de vijand. Onderwerp je niet, maar neem de nodige actie. Valse nederigheid is verraad. Gebruik de middelen die je hebt, en schakel zo nodig nieuwe middelen in. Wees creatief. Je bent hier met kop en schouders boven de vijand. Maak hier gebruik van. De overwinning is je gegeven. Aanvaard het en laat valse bescheidenheid niet in de weg staan. Lijn 6 : In de Egyptologie is de berg verbonden aan de wind, en dit is iets magnetisch. De lucht is de berg, en het is een reis hogerop. De wind kan je dus tegenhouden of aantrekken. Er zijn strenge wetten aan de promotie verbonden. Je moet aan de condities voldoen. Het koud of warm zijn van de wind vertelt een verhaal. De wind kan hard zijn of zacht. Stormen kunnen je opnemen of afstoren. Al met al is de Chinese roos geen katje om zonder handschoenen op te pakken. Haar doornen kunnen venijnig steken. Zij laat niet met zich sollen, maar zij heeft ook haar tijden dat het moeilijk gaat met haar, en wanneer het belangrijk is dat zij zich onderwerpt aan het hogere. Zij is fragiel als porselein, maar als zij breekt steekt zij als de schorpioen. Haar kwetsbaarheid mag niet verward worden met gemakkelijkheid en goedkoopheid. Haar stilte en verbrokenheid is geen zwakheid. De Chinese roos is van een hoge prijs in alle opzichten.
4.7 - Mijn Surinaamse Levensverhaal Alhoewel ik in Nederland ben opgegroeid heb ik mijzelf wel altijd als volbloed Surinamer beschouwd, omdat ik van kinds af aan door Surinamers ben opgevoed. Deze opvoeding zag ik hoger aan dan de opvoeding van mijn ouders. Mijn tante in Kampen had Surinaamse buren, en toen er Surinaamse familie uit Amsterdam bij hen op bezoek was en ik in de speeltuin in aanraking kwam met hun zoontje, die iets ouder dan mij was, was het alsof ik in de hemel was gekomen. Nog nooit had ik zo'n aardige jongen meegemaakt, en ik was helemaal in de wolken. Dat gevoel is nooit echt helemaal weggegaan, en ik hoopte maar dat ik hem weer terug zou zien, maar het is bij die ene keer gebleven. Maar al snel kwam er een Surinaamse jongen bij mij in de klas, die was blijven zitten, dus weer ouder dan mij, en die zich direct opstelde als mijn oudere broer en als een vaderfiguur. Al heel snel zei hij dat hij van mij hield, iets wat ik nog nooit van mijn eigen ouders had gehoord. Die zeiden dat soort dingen niet. Die jongen vertelde me dat God persoonlijk contact met mij wilde, waar ik ook nog nooit van had gehoord. Bij ons in de kerk was God heel ver weg, en die sprak niet. Hij gaf mij een hele stapel boeken en tijdschriften, en ik las daar meer in dan dat ik in mijn schoolboeken studeerde. Ik kan wel zeggen dat dat een levensveranderende ervaring was geweest. Maar hij legde me niet uit hoe God dan met de mens communiceerde. Het was meer een soort van persoonlijk contact, en dat was niet uit te leggen. Mijn deels Surinaamse partner legde mij later uit hoe God met de mens communiceerde, maar toch was ik er niet tevreden mee, want ik merkte dat het elkaar tegensprak. Ook in hun kerk spraken mensen elkaar voortdurend tegen, terwijl ze claimden God te kennen en dat God met hun sprak. Tegelijkertijd was er veel racisme, ook als Surinamers onder elkaar, dus ik merkte dat er spelletjes werden gespeeld, en ik begon me terug te trekken. Ik moest en zou met God communiceren, maar als er geen duidelijke techniek zou zijn waarin je dat zou kunnen onderscheiden, dan hoefde het voor mij niet, en dan was ik liever dood. Ik wilde dus niet meespelen met die spelletjes van : "Ik weet het beter" en "Mijn God is beter dan jouw God" en al die verdere onzin, dus ik liet hen aan hun lot over en trok me terug. Wij verlieten beiden die kerk, mijn partner en ik. Ik ben toen naar bed gegaan en wilde niet meer leven. Ik wilde bij God zijn, en ik wilde niet in leugens terechtkomen. Het goddelijke heeft mij toen beloond en laten zien dat het iets zuiver technisch was, en heeft me ook de hele techniek uitgelegd, en laten zien dat er een veel diepere ervaring nodig was, namelijk de heilige controle, als een soort robotisme. Ik begon toen ook te zien waar ik vandaan kwam en wat alle dromen betekenden die ik in mijn jeugd had gehad. Op deze manier kon ik dus verder leven. Mijn partner had mij laten zien vanuit een boek dat vlees eten moord is, en dat zag ik ook als iets van het goddelijke. Dat drong vroeger nooit tot me door, dus het was als een grote ontwaking. Vlees werd van ons menu geschrapt. Door de nieuwe techniek kwam ik erachter dat materiele oorlog geen zin had, maar het ging om de strijd in de metafysische wereld, en er moest gewoon een betere beveiliging gebouwd worden. Dit zou allemaal door educatie gaan, en geen daadwerkelijke oorlog. De heer Bouterse is het daar nooit mee eens geweest. Bij ons op school werden er al grapjes gemaakt zoals : "Wat is een kabouter met een mitrailleur in het bos ?" Antwoord : Kabouterse. De Surinaamse regering was corrupt, en toen heeft hij met geweld het heft in eigen handen genomen en werd de dictator van Suriname, waarop de beruchte "december-moorden" volgden. Radiostations werden uit de lucht gehaald, kranten kregen een zwijgverbod, dus er was geen vrijheid van meningsuiting meer. Nog steeds hangen de
december moorden van 1982 als een waas over Suriname heen. Bouterse gaf hiertoe de opdracht. Hij is als een wilde ezel heen en weer gaan schoppen, meer dan hem lief was, want na de december moorden werd er ineens gezegd dat twee van de vijftien niet omgebracht hadden mogen worden. Foutje, bedankt ! Zo werd er met levens gespeeld. Politieke tegenstanders werden niet geduld, en werden zonder enig proces geexecuteerd. Ze werden van hun bed gelicht, ontvoerd, en naar Fort Zeelandia gebracht, en er zijn daar verschrikkelijke dingen gebeurd, en dit was nog maar het begin, want er zijn veel meer mensen daarna vermoord. Vandaar dat Bouterse de vloek van Suriname werd genoemd, en nu is hij zelfs president. Voor velen in Suriname is dit te veel. Nu proberen ze weer hun recht te krijgen, en is Bouterse weer in het nieuws vanwege de december-moorden. In mijn eigen Surinaamse gezin is er ook een periode geweest die ik altijd "de decembermoorden" heb genoemd. Dat vond ook in december plaats. De geschiedenis heeft een echo, herhaalt zich, en die geest kwam ook over ons huis, omdat zij de controle over ons wilden hebben. Zij konden niet tegen de heilige controle. Surinamers hadden toegegeven dat ons huis een bibliotheek en arsenaal was tegen de machten van het kwaad, maar er zijn toen wraakacties geweest. Er is een heel leugennetwerk tegen mij opgestaan, in december, een grote karaktermoord, en daarna hadden ze een groot feest. Vandaar dat ik altijd betrokken ben geweest bij de nabestaanden van de decembermoorden, want ik ben door iets soortgelijks heengegaan. Als ik de documentaires over de decembermoorden zie dan kan ik mijn tranen niet bedwingen. Nog steeds hangt de geest van de decembermoorden over Suriname als een groot raadsel. Er moet veel over gebeden worden om inzicht, en vooral geluisterd. Suriname is qua natuur een stuk paradijs op aarde, als een stuk pure Orion, waar Orion de aarde raakt, en de decembermoorden is een sluier hiervan, een zegel wat verbroken, oftewel ontraadseld moet worden. Normaal gesproken was Suriname altijd heel gastvrij en integraal, multi-cultureel, maar de decembermoorden zijn het tegenovergestelde. Het laatste woord is hier nog niet over gezegd. Ik heb er veel over gesproken, maar op een gegeven moment dacht ik : Ik houd er over op. Toen schreef ik een gedicht over de decembermoorden. De decembermoorden zijn iets universeels. We hebben ze allemaal in ons leven. Ook in mijn gezin waren de decembermoorden pas het begin van een heel groot staatscircus van dictatuur. Alles werd aan flarden gescheurd, zoals in Suriname zelf. Moeder Suriname kwam tot mij, en ik heb veel over haar geschreven om haar trachten te genezen, en zij geneest mij. Door onze problemen zijn we aan elkaar verbonden. Wij dragen elkanders lijden. Daarna heb ik meerdere indiaanse partners gehad, niet alleen maar omdat ik een bloedhekel aan racisme heb en me verbonden voel met het zwaarst vervolgde volk, maar ook omdat het natuurmensen zijn, alhoewel zij vaak al teveel verstadst waren, materialistisch geworden, zodat de relaties vaak geen stand hielden. De december-moorden leven voort ... Dit allemaal als een teken dat we zelf moeten terugkeren tot de natuurbron. Het is de sleutel tot Orion. Wordt vervolgd, en hier is het gedicht : Poetry from the White Chocolate Cold December Day Red Seas Did you hear those sounds, terror coming in the night, while we sleep they take everything away, what we built between you and me. Did you hear those words and the thunder, while our babies are crying ? Nothing they can do,
nothing we can hide away, there is no escape, on Laprakod's Day. Did you hear those screams, telling us goodbye, Are you listening closely, they're tearing us apart, on this cold december day. They're tearing off these babies, tearing off all what we built here, between you and me. Nowhere to Run Come away with me, and let us forget about everything, let us hide away and fall, that's better than keep standing here. Take me away, to your shelters, where you have your secret calls. Come away with me, come and let us fall, for everything here is burning. Come away with me, far away from these red seas, show me all those secret places, all what you were hiding for me, or we don't have anything to run to ... * I know of all your tears, I know of all your pains, fragile woven, the clothes you wear everyday. * Golden Yesterday Soldiers rising up today, on this cold december day. I'm frozen like a chocolate soldier, waiting for the bite again. Soldiers, rising up today, they came over the bridge of a frozen yesterday. Waiting for the strike of chocolate, waiting for the big bite. If I fall tomorrow, I always have today, as a golden yesterday. Burning Flowers I must dive, I must get through all these rings of fire, dancing through my mind. I must give away these flowers burning in my garden, they want to go home. They belong to you, in your womb they can grow 4.8 - De Godin Achter de Hel Je zaait wat je oogst is een belangrijk gegeven. Er is geen tovenaar boven ergens in de hemel die daar tussen gaat komen. In die zin is het orthodoxe christendom gevaarlijk, want zij hebben een soort van tovenaar bedacht die ervoor zorgt dat zij rustig kunnen doorzondigen zonder gevolgen. Die tovenaar was dan direct een soort zondebok die alle eventuele nare gevolgen wel zou dragen. Stijfkoppige christenen zijn van dat idee niet af te helpen. Hoe vreemd deze gedachtegang ook is,
voor een orthodoxe christen is dit de normaalste zaak van de wereld. En als je denkt dat je dan alles wel gehad hebt hebben ze ook nog eens een hel bedacht voor een ieder die deze onzin niet gelooft, en daar zou je dan ook nooit meer uitkomen. Zo kunnen ze zichzelf dus helemaal goedpraten in de warme, westerse kokon van deze eeuwige leugen. Anderen kunnen mooi voor alles opdraaien wat er aan hun stelling mankeert. Zij willen er niet over na denken. Zij zijn aan de drugs, en willen niet gewekt worden. Het zijn verwende babies met fopspenen in hun mond. Dat was ook een reden waarom ik als een grote bedreiging werd gezien in de christelijke kerk, en voor mij was het dan ook tijd om voorgoed te vertrekken. Maar uit die gevangenis ontsnap je niet zomaar. Iedereen die uit het orthodoxe christendom probeert te ontsnappen krijgt wel huurmoordenaars achter zich aan. Helaas was ik zo opgevoed, en ik was bang gemaakt met de altijddurende hel, wat gewoon een middel is om te manipuleren. Ik was ook altijd bang dat mijn vriendjes die niet geloofden in de hel zouden komen. Vreemd genoeg had ik als kind zijnde veel dromen, oftewel nachtmerries, over de hel, maar die hel was nooit altijddurend. De altijddurende hel is slechts een westerse uitvinding, want die komt niet eens voor in de oorspronkelijke bijbel. Een simpele studie van de grondteksten kan een mens verder helpen, en helemaal als de mens eens goed de geschiedenis studeert. Vóór de christelijke invasies was "Hel" onze Germaanse moedergodin, als een principe van de vruchtbaarheid. Zij was de gids door de onderwereld, oftewel de gids door de moeilijkheden van het leven, en die hebben ze overboord gekieperd. Zij was ook genaamd Hulda, of vrouw Holle. In die zin moeten we allemaal door de hel, de baarmoeder, om wedergeboren te worden. De hel is de opvoeding, en daar hoort ook correctie bij. In de grondteksten van de bijbel is de hel iets heel moois, voor genezing. Ik ben de hel dus anders gaan zien, en ook meer abstract, en gebaseerd op mijn kinderdromen. Een ander woord voor hel was het Hoogduitse "Peraht", ook verbonden aan het oud-Duitse "pergan", wat "verborgen" betekent. De personificatie hiervan was de Zuidelijke nicht van Hel, genaamd Perchta, Berchta, Bertha, Brigit of Berit. Beiden zijn zij beschermers van de beesten. In Ierland was dit de godin Brigid en Sint Brigid, en in Zuid-Amerikaans Catholicisme is dat Maman Brigitte. Bertha, Brigit, oftewel Berit, reed 's nachts gedurende het joelfeest, en het latere kerstfeest, op een rijtuig door de nacht als aanvoerster van de Wilde Jacht, die bestemd was om boze geesten te verjagen. Zij bezocht ook de kinderen. Als kinderen goed waren geweest kregen ze een zilveren munt in hun schoen. Als ze slecht waren geweest dan werden hun buiken opengesneden en dan werden er stenen in gedaan. Vergelijk ook het verhaal van Roodkapje waar dit met de wolf gebeurt. Zij was de brenger van nachtmerries, Zij die de adem wegneemt, op haar slachtoffers inhakt met een bijl, en lawaai maakt met ijzeren kettingen. Zij bracht ook verlamming. Bovenstaand verhaal kun je ook vergelijken met het Sinterklaasfeest. In Italië wordt zij de kerstfee of kerstheks genoemd, en beloont goede kinderen met snoep in hun sok, en slechte kinderen met kolen of as in hun sok. Dit is verbonden aan het drie koningen feest, van de drie wijzen die het Christus-kind bezochten om geschenken te brengen. Er is ook een legende dat zij haar zoon verloor en het daar heel moeilijk mee had, en dat toen ze hoorde dat het Christus-kind werd geboren ze dacht dat het haar zoon was en hem bezocht om hem cadeautjes te geven. In een andere legende werd ze bezocht door de drie wijzen die op weg waren naar het Christus-kind. Ze vroegen haar om de weg, maar die wist ze niet. Ze bleven die nacht bij haar slapen, en vroegen haar toen mee te gaan met hen, maar dat wilde ze niet. Even later wilde ze toch, maar ze kon de wijzen en het Christus-kind niet vinden, en zou sindsdien altijd hebben rondgezocht. Al met al is zij de moeder van alle kinderen, en ook van het Christus-kind, en is zij een soort personificatie van het loon-systeem. Dat is dan eigenlijk ook wat de hel is. Al in de Egyptologie
was het zo dat de hel geschenken van kennis gaf aan de goeden, en de slechten werden erin vernietigd. De hel is gewoon het pad van het kruis waarop we allen moeten gaan. Juist de goeden moeten veel lijden om tot de kennis te komen. Als het lijden er niet is dan valt de mens in een boze slaap, en dan leven ze in een leugen. "No pain, no gain." Als sint Brigid is zij vergezeld met eeuwige vlammen, met het eeuwige vuur. Haar eeuwige vuur was omgeven door een heg. Als men die heg probeerde over te gaan dan kwam er een vloek over hen heen die hen krankzinnig maakte, of verlamd of die hen doodde. Natuurlijk is dat mythologie met een diepere betekenis. Brigid, of Brigit, is de godin van poëzie, vruchtbaarheid, genezing, educatie en de smeedkunst. De hel heeft dus altijd mijn interesse gehad. Het is een spookverhaal met een diepere betekenis, en ik heb er zowel spookverhalen als spotliederen over geschreven. Ook heb ik de hel erger neergezet dan de orthodoxe christenen het hebben gedaan, gewoon als karikatuur en parodie. Lekker overdrijven om ze te laten zien hoe dom het is en hoe het hen later in de kont terug zal bijten. De hel is dus puur metaforisch, voor kunst en techniek. Het laatste woord is daar zeer zeker nog niet over gezegd. Hel en Berit werden steeds meer vervangen door mannelijke goden, om de Germanen al voor te bereiden op de komst van het zwaar patriarchische christendom. Eerst wilden ze de baarmoeder dichtgooien, zodat de mens niet meer kon opgroeien en niet meer wedergeboren oftewel ontwaken kon. Odin en Wodan moesten de godinnen verborgen houden, om zo plaats te maken voor "God", wat in het proto-indo-Europees GEU-ODIN was, wat betekende : "Het offeren tot Odin" en GAUODIN, "Het oproepen van Odin", en wat toen werd verkort tot "God". Dit is dus een zegel wat verbroken moet worden om tot de baarmoeder, Berit, te komen. In het Surinaams, Sranan Tongo's, is dit "bere". Alle oorspronkelijke vrouwelijke energieën die de mens en de natuur nodig heeft om te kunnen groeien en ontwaken liggen dus in deze codes verborgen. Het is dus om mee te puzzelen. De puzzelaar zondigt niet, maar puzzelt. Zij die geen tijd hebben voor het puzzelen worden letterlijk en materialistisch, en dat is dus eigenlijk wat zonde is. Zonde is niet wat de kerk zegt wat zonde is. De kerk heeft alles omgedraaid, maar natuurlijk zijn er wel kruispunten. We zien de mythe van Berit steeds meer werkelijkheid worden. Het christendom die de Germaanse gebieden begon te bezetten stelde de man als absolute heerser over de vrouw aan, en ook in de zin dat de goddelijke moeder meer en meer werd verworpen en gedemoniseerd. Eerst werd het vervangen door een christelijke goddelijke moeder (Maria), en met het protestantisme werd er geheel afgerekend met de godin. In grote woede heeft Berit toen in de buiken van deze mannelijke vrouwenhaters gesneden om deze te vullen met stenen. Deze mannen waren altijd in de waan dat ze sterker waren dan vrouwen en wilden dat in uiterlijke tekens laten zien, als bewijs. Het is een teken van de zondeval in Genesis 3. Maar zij zijn onder de vloek van Berit gekomen, die hun buiken met stenen heeft gevuld, en ze laten die buiken overal zien. Dit is Sodom en Gomorrah, dat de vrouwelijke gevallen engelen niet kunnen nalaten hun billen te laten zien, en mannelijke gevallen engelen niet kunnen nalaten hun buiken te laten zien. Ze laten zien dat ze onder het oordeel zijn. Zij hebben stenen in hun buiken. Zij zijn dag en nacht bezig om hun buiken zo hard te maken dat hun spieren bijna door hun huiden heenbreken. Zij hebben geen tijd meer voor andere dingen. Zij hebben geen spiritualiteit, want zij zijn onder een grote vloek. Die stenen in hun buik zorgen ervoor dat de kanalen van goddelijke visioenen, van goddelijke zintuigen, verstopt raken. Krankzinnigheid is het resultaat. Het woordje BRIDE, bruid, en Brittanië, kwam ook voort vanuit deze godin. Zij verandert water in melk. Haar volgelingen waren de Berserkers, die bedekt waren met de moeder aarde, of zich hadden geverfd met zwarte verf. Zij waren degenen die aan zichzelf waren gestorven in de aarde, zoals de
einherjars die door de Germaanse oorlogsgodinnen genaamd de Walkuren opgenomen waren. De walkuren namen de geselecteerde strijders die hard aan zichzelf gestorven waren mee om hen voor te bereiden op de eindstrijd, de Ragnarok. Zij protsten niet in de stad, ze verkochten hun zielen niet. Zij leefden in het verborgene. Sint Brigid leidde de mens weg van de stad tot de kloosters. Zij was de moeder van de moniken en nonnen. Natuurlijk moet dat metaforisch worden opgevat. Wij moeten in geen geval orthodoxe moniken of nonnen worden, maar het is figuurlijk. De kloosterganger trekt zich terug om het goddelijke te zoeken, om zo met zichzelf in het reine te komen. Dat is wat de hel betekent : het afsterven aan jezelf, en dit gebeurt in het verborgene, oftewel in Berit, de zuidelijke nicht van Hel, in de onthechting, in het loskomen van het materialisme. 4.9 - De Decodering en Verbreking van het Krishna Zegel In orthodoxe, letterlijke zin zijn religies verwerpelijk en onzin. Het zijn slechts allegorieën die je metaforisch op je leven kan toepassen. Het zijn de archetypische talen van de voorouders waarin diepere betekenissen, de metanatuur, gecodeerd liggen. Wij hebben de mythische laag van zulke sprookjes dus wel nodig, juist omdat de filosofische principes hierin verborgen liggen. Het kon en kan niet zomaar open en bloot tot ons gezonden worden. In gevaarlijke tijden zoals deze kan een boodschap alleen maar veilig overgezonden worden wanneer het "encrypted" is. Cryptiek is de taal van een leger in oorlogstijd. In die zin krijgen religie en mythe ineens weer heel veel zin, en worden ze zelfs onmisbaar. Vandaar dat ik altijd een haat-liefde relatie heb gehad met religie. Het orthodoxe is dus nog ergens voor nodig, maar dit moet zich spiegelen in de esoterie, want op zichzelf is het een zinkend schip. Alles moet gerecycled worden. De nacht is er om aan het zelf af te sterven, aan alle misleidende zintuigen waarmee een mens in de aardse gevangenis geboren wordt. Deze valse zintuigen waren gegeven om de mens vast te houden in de staat van onbewustzijn, zodat de mens niet zou kunnen ontsnappen. De mens moest namelijk deze matrix dienen. Daarom is de nacht dus belangrijk, waarin een mens hiervan kan loskomen, om de zintuigen van het hogere bewustzijn te ontvangen. In de nacht wordt al het andere even lamgelegd, zodat er geen inmeng is. Vandaar dat ook de islamieten zich richten op de nacht, en wachten op die ene majestueuze nacht waarin de engelen neerdalen. Dit is een voortzetting van het veel oudere, originele Aramese christendom waarin wat nu "het ontvangen van de heilige geest" heet gewoon het ingaan van de nacht was, het wachten op de nacht. Alles moet eerst "afsterven" om opnieuw geboren te worden. Dit waren al oude Egyptische termen, en de nacht was een beeld van de paradijselijke grond, de moeder aarde waarin een mens wedergeboren kon worden, door met haar bedekt te zijn. Hier is al veel over gesproken. Het leidt helemaal terug de tijd in tot het oude hindoeisme, waar Krishna, een alter-ego of avatar van de hoofdgod, Vishnu, niets anders betekent dan "nacht", KRSNE, als een principe wat steeds meer vermannelijkt werd. Vishnu is een sanskrit principe van alles doordringen in de diepte. Het bewustzijn van de mens is maar een druppel vallende in een zee van vuur, dus het bewustzijn van de mens zegt helemaal niets. Je bent niet wat je denkt dat je bent. In de aardse matrix krijgt
iedereen een identiteit opgelegd, en ben je een man, een vrouw of een dier, en moet je je volgens een bepaalde opgelegde code zo gedragen. Allemaal onzin, allemaal gevangenisjukken, dwangbuizen. Wanneer de mens de nacht ingaat, in het onderbewuste, is de mens iets heel anders. Mannen worden vrouwen, vrouwen worden mannen, dieren worden mensen, en mensen worden dieren. De mens is niet zuiver mannelijk of zuiver vrouwelijk. Er wordt de mens een rad voor de ogen gedraaid. Daarom is vlees eten ook onethisch, wat zelfs de bijbel in Jesaja 66 toegeeft dat wie een stier eet een mens eet. Het is puur kannibalisme. Dieren zijn ook mensen. Als je in de ogen van een dier kijkt en niet ziet dat het ook een levend wezen is met diepte, dan is het bedrog heer en meester over je. Man en vrouw zijn principes die zich in een ieder bevinden, en de mens moet leren tussen deze twee polen te vibreren. De mens is een dualiteit, een omniteit zelfs. Daarom is Shiva in het hindoeisme ook zo belangrijk, niet als mannelijke god, maar als principe. Shiva betekent namelijk emancipatie in het Sanskrit. Emancipeer en laat anderen ook emanciperen, want dat wat je een ander aandoet, doe je jezelf aan. In het hindoeisme zijn vier hoofdstromingen : Vishnuisme - waar alles draait om Vishnu (en zijn tien incarnaties), het gaan in de diepte Shivaisme - waar alles draait om Shiva, de emancipatie, het loskomen door ascetisme Shaktisme - waar alles draait om Shakti, de moeder godin in haar vele vormen Smartisme - het veelgodendom In orthodoxe, letterlijke zin zijn deze religies waardeloos, maar esoterisch gezien zijn ze interessant voor de principes waarvoor ze staan. Daarom is één van de hoofd-principes van het sikhisme, een andere religie van India (Noord India) : "soms vallen we het (een religie) aan, soms accepteren we het". Dat is dus een belangrijke dualistische sleutel hoe om te gaan met religie. Ook in het hindoeisme moet er een grote reformatie komen. Er liggen daar veel gnostische schatten opgeborgen. Interessant is buiten de geeikte paadjes om te gaan : de verborgen godinnen van de Bhagavad Gita bijvoorbeeld, zoals ANANJANA, BG 12:6-7 : Maar voor hen die Mij vereren, die al hun activiteiten aan Mij wijden, die Mij met onverdeelde aandacht (ANANJANA) toegewijd zijn, die devotionele dienst aan Mij verrichten en voortdurend op Mij mediteren door hun geest op Mij te richten, voor hen, o zoon van P?tha, ben Ik degene die hen zeer snel uit de oceaan van geboorte en dood bevrijd. Ananjana betekent met onverdeelde aandacht, zonder compromis, onveranderlijke trouw. Zij wordt ook wel "de duistere wildernis godin van de grotten" genoemd in de gnosis, wat natuurlijk figuurlijk is. 4.10 - De Gnostische Schoonheid van de Ananjana - Het Pad Tot en Door de Nacht Uit de Bhagavad Gita (BG) 5-14 : Mensen met weinig intelligentie vereren de halfgoden en de vruchten die ze ontvangen zijn beperkt en tijdelijk. Zij die de halfgoden vereren gaan naar de planeten van de halfgoden, maar Mijn toegewijden bereiken uiteindelijk Mijn allerhoogste planeet. Voor dwazen en onintelligente personen ben Ik nooit zichtbaar; voor hen ben ik verhuld door Mijn interne vermogen. Door alle poorten van de zintuigen te sluiten, de geest op het hart te concentreren, raakt men verankerd. Deze kennis is de koning van alle onderricht, het geheimste van alle geheimen. Ze is de zuiverste
kennis en omdat ze door bewustwording rechtstreeks inzicht geeft in het zelf, is ze de vervolmaking van religie. Ze is onvergankelijk en wordt met plezier beoefend. Ik ben de Superziel, o Arjuna, die zich in het hart van alle levende wezens bevindt. Ik ben het begin, het midden en het einde van alle wezens. (Vgl. christendom. Christendom is dus niet uniek, maar nam het uit het hindoeisme en paste het op zichzelf toe) Van geheime dingen ben Ik de stilte en Ik ben de wijsheid van de wijzen. O machtige overwinnaar van vijanden, Mijn goddelijke manifestaties zijn oneindig. De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei: Mijn beste Arjuna, o zoon van P?tha, aanschouw nu Mijn volheden, honderdduizenden verschillende goddelijke en veelkleurige gedaanten. (Maakt korte metten met de belachelijke monopolistische eenzijdigheid van het christendom) Aanschouw de vele wonderbaarlijke dingen die niemand ooit eerder gezien of gehoord heeft. (Voortgaande openbaring) Maar met de ogen die je nu hebt, kun je Me niet zien. Daarom geef Ik je goddelijke ogen. Aanschouw Mijn mystieke volheid! Mijn dierbare Arjuna, alleen door onverdeelde devotionele dienst (ANANJANA, verborgen godin van de BG, 11.54, komt ook voor in 12:6-7) kan Ik worden gekend zoals Ik ben, zoals Ik hier voor je sta, en kan Ik rechtstreeks worden gezien. Alleen op deze manier kun je doordringen in de mysteries van het begrijpen van Mij. (ANANJANA = zonder vermengd te zijn met resultaatgehechte activiteiten of speculatieve kennis, het pad tot de majestueuze nacht (KRSNE), de schatkamer van de oneindige kennis.) Degenen met de visie der eeuwigheid, kunnen zien dat de onvergankelijke ziel transcendentaal is en eeuwig en dat ze ontstegen is aan de hoedanigheden van de materiële natuur. Ondanks haar contact met het materiële lichaam, o Arjuna, doet de ziel niets en raakt ze nooit verstrikt. (Natuurlijk betekent dit geen kruisloos leven, integendeel, maar het betekent het loskomen van de zonde en de leugens van het lagere aardse) Door gegrond te raken in deze kennis, kan men dezelfde transcendentale zijnstoestand bereiken als die van Mij. Wie daarin gevestigd raakt, wordt niet geboren op het moment van de schepping en raakt niet verstoord wanneer alles wordt vernietigd. O zondeloze, de hoedanigheid goedheid, die zuiverder is dan de andere twee, is verlichtend en bevrijdt iemand van de karmische reacties op zijn zonden. Zij die zich in deze hoedanigheid bevinden, raken geconditioneerd door een gevoel van geluk en kennis. De hoedanigheid onwetendheid, die iemands kennis versluiert, bindt iemand aan waanzin. De aanwezigheid van de hoedanigheid goedheid kan worden ervaren wanneer alle poorten van het lichaam door kennis worden verlicht. Wanneer de hoedanigheid onwetendheid toeneemt, o zoon van Kuru, worden waanzin en illusie zichtbaar. Wie (aan zichzelf) sterft in de hoedanigheid goedheid, bereikt de zuivere, hogere planeten van de grote wijzen (door astrale reizen). Uit de hoedanigheid goedheid komt werkelijke kennis voort. En Ik ben de basis van het onpersoonlijk Brahman (Het Hogere Zelf), dat onsterfelijk, onvergankelijk en eeuwig is en dat de wezensstaat is van de allerhoogste vreugde. 4.11 - Het Jongetje op de Toren
De Erina is een vervolg op het Eeuwig Evangelie binnen de Tweede Bijbel die de Orion Chip bespreekt. Deze chip is belangrijk om alle Orion golven die op de aarde worden geprojecteerd te balanceren, en de negatieve energie te transformeren : Onderdeel 6. Factor Z. Het vervormen van de aardse code. Hier komt het absurdisme dus soms om de hoek kijken. Absurdisme moet goed gebalanceerd zijn, en goed gedoseerd, dus niet teveel en niet te weinig. Een aantal jaren geleden ging hierover een brief door ons netwerk. De brief ging over een droom over de Erina, dat het een tussenschakel was in de reis uit de aardse canon-gevangenis, en besprak de noodzaak van onthechting, anders blijf je in cirkeltjes gaan. Toen stond er : "Ik moet zoeken naar de juiste verhoudingen, hoe die geloven/geschriften in verhouding tot elkaar moeten werken, en hoe ze moeten plaats maken voor nieuwe informatie. Die nieuwe informatie geeft dan weer feedback in de vorm dat die oude boeken zich gaan openen, dus die boeken blijven gewoon belangrijk. Ik zie die boeken en ook die thrillers enzo als sieraden van het lijden, als juwelen in onze wapenen. Door een bepaalde code herbergen ze de energie die nodig is om de wapenen te laten werken. Telkens komen er weer verschuivingen als er nieuwe boeken komen, omdat we van level naar level gaan. Die boeken zijn nodig om ons onsterfelijk lichaam te bouwen in de geest, maar dit lichaam zal zich wel steeds dieper moeten transformeren/ verfijnen. dan is het harde leven in ieder geval toch nog ergens goed voor. Ik ben maar gewoon een trouwe channel voor al die hogere energieen. Ik kan het absoluut niet sturen. En dat is maar goed ook, want verstandelijk kan ik het ook niet altijd volgen. Wel weet ik dat het een bepaalde code is die ons uit de oude code, die van de canon op allerlei vlak, moet halen. Ik heb voor mezelf geworsteld met het begrip 'tragiek', heb er ook over geschreven om het in goede banen proberen te leiden. Weer kwam ik op onthechting en verlichting om er op een andere manier tegen aan te kijken, maar het blijft moeilijk. als we proberen door te dringen in 4d, 5d, 6d etcetera is het goed om relaties met zulke wezens aan te gaan, zodat ze ons kunnen integreren, maar vaste relaties in die zone benauwen me ook. Ik wil vrij zijn, en verder reizen, en niet wegzinken in zogenaamd 'geestelijk materialisme'. We moeten ook onthecht raken aan de geestelijke dingen en naar de nog diepere werelden van de geest gaan, om vervolgens weer te vertrekken. we gaan van station naar station. Ik zaai mijn zaadjes en vertrek weer. Ik wil niet blootgesteld raken aan allerlei geestelijk ouderschap in bepaalde dimensies. Ik heb het geheel op het oog. We zitten ergens bevroren in de tijd. Alles gaat zo langzaam, en toch kan en wil ik niet sneller. Alles om ons heen is een code om ons vast te houden in de aardse canon. De manier waarop dingen bewegen, de verhoudingen van kleuren, etcetera etcetera, het is tot in de kleinste details uitgedacht om ons niet te laten ontsnappen. De manier waarop licht en geluid werkt is één groot hi-tech gevangenis-implantaat, en toch kunnen we niet zonder. Daarom zijn die boeken ook zo belangrijk om stap voor stap die code te veranderen. Ik word niet blij van de dingen om me heen. als ik ergens lol in denk te hebben, dan moet ik later tot de conclusie komen dat het me gebonden heeft, maar ja, we gaan van gebondenheid tot gebondenheid, en de dingen werken natuurlijk aan twee kanten. Maar ik wil gewoon op het hoogst mogelijke niveau leven, op de juiste manier met de dingen om me heen omgaan, in juiste verhouding." En dan worden de voorwaardes voor het absurdisme besproken. (De Tweede Bijbel staat ook vol
met absurdisme, om de code te verbreken, maar dit absurdisme is goed beteugeld.) "Hier even een vervolg op de vorige info. Het gaat over mijn dromen van de afgelopen tijd, die naar een bepaalde richting heenwijzen. Het pad gaat eigenlijk over 3 punten : lijden, onthechting en trance of extase. Het lijden is het doel niet, en ook onthechting niet. Het lijden moet tot onthechting leiden, anders heeft het lijden al helemaal geen zin. trance is het doel van de onthechting in die zin dat het ons met andere werelden verbindt, als een soort oplossing van al het racisme. lijden is op zich een doodlopende weg en moet overgaan in onthechting, en onthechting is op zich ook een doodlopende weg, maar moet overgaan in trance/extase (niet in hedonistische zin, maar als middel om verbonden te worden met andere werelden dus). In dit drie-stappen-plan zijn veel valstrikken. de doods-kracht (zwart) moet juist gedoseerd worden. De doods-kracht kan het pad van het lijden namelijk uitdoven, op een laag pitje brengen of in een extreem brengen, allemaal door verkeerd gebruik van de zwarte vibratie. overgebruik zien we terug in de zwarte sm bijvoorbeeld en in de alto-beweging. Bruin is de vibratie van het lijden, en (meer nog) rood, en dit moet op het juiste moment overgaan in onthechting (blauw, wit). Zwart kan hierin dus een stokje steken, door het lijden vroegtijdig af te breken, en vervroegde en al dan niet corrupte onthechting te geven. Dit kan dan weer leiden tot valse trance, vroegtijdig opgewekt door bijvoorbeeld drugs. Als de drie punten goed met elkaar samenwerken, dan kunnen de op zich zware punten van lijden en onthechting door de trance en extase getransformeerd worden, min of meer. Dan wordt het dus een soort booster, een soort springkussen. het lijden heeft een bepaalde eis, en ook de onthechting, maar als de maat hierin vol is, dan kan trance het roer overnemen, de nieuwe vibratie tot het openen van andere realiteiten. Ik vind het christendom een kromme manier van lijden, en het boeddhisme een kromme manier van onthechten, en alles er omheen is een kromme manier van trance en extase. zodra er een goede balans is opgesteld, een goede hierarchie, een goede volgorde, een goede chronologie kan er transformatie in dit stelsel plaatsvinden. I - Ascetisme/lijden II - Hermitisme/onthechting III - Surrealisme/trance/extase - IRRATIONALISME Dit kan natuurlijk nog anders geformuleerd worden. De ratio, oftewel het verstand, is hierin gevaarlijk. Het verstand geeft namelijk telkens vibraties af die ons in de problemen brengen. Het gaat altijd volgens een bepaalde code, die al helemaal niet logisch is, omdat het verstand gewoon een optelsom is van geweten, gevoel en geheugen, waar nogal wat aan mankeert. De irratio werkt vanuit onuitputtelijk overzicht, vanuit het hogere, opgewekt door trance en extase. Ik kreeg in één zo'n droom een pak waar die drie dingen in juiste verhouding ingebouwd waren, en ik werd in een diepe put gekletterd, maar het mooie was dat ik door de lucht zelf er weer uit werd gewipt.
Ik denk dat de Orientaalse energie (Japan, India e.d.) een grote creativiteit heeft door het gebruik van deze drie punten, maar dan wel corrupt. Ik denk dat ze zowiezo op punt 3 gefocussed zijn, en dit vaak proberen te behalen door extreem ascetisme en extreme onthechting. Het is cryptisch volk, maar door extreme vormen worden vaak de andere gebieden van hetzelfde punt buitengesloten. Het vertikale, als een snelweg naar de hemel, en dan het horizontale dat door variatie dingen met elkaar verbindt vergeten. Diepgang kan dus gevaarlijk zijn, want het kan poorten sluiten voor integratie. Het wiel is dus een belangrijk punt, maar kan ook weer andere dingen buitensluiten. De irratio is een gele vibratie, maar komt tot z'n recht in gebalanceerd rood en blauw, en natuurlijk andere kleuren. Dan kan de transformatie beginnen. Punt is : hebben we genoeg verf op al die gebieden om een goede mix te maken ? Voordat we ons richten op nog meer zwaar lijden en zware onthechting moeten we in het verleden kijken of we die strepen misschien al niet gehad hebben. In het lijden en in het onthechten kun je soms zo vastlopen dat je geen kracht meer heb om je te verzetten, en dan wordt je weer met één of andere zware storm meegezogen, terug naar af. We moeten juist op zo'n moment overschakelen naar extase en trance, even het lijden en de onthechting laten wat het is, en gewoon deelhebben aan de transformatie, die veel dieper gaat dan lijden en onthechting ooit kunnen gaan." Tot zover de rondgezonden brief. Ik wilde hierbij opmerken dat waar absurdisme uit evenwicht gaat en geen fundamenten meer heeft, daar ontstaat Toronto, hedonisme. De aardse, valse ratio en valse logica moet dus verbroken worden door de IRRATIO, die dus de hogere ratio is, de gnosis. Dit is een veel grotere intelligentie, maar lagere geesten kunnen dat niet oppikken. Er is dus wel een heel kien mechanisme in het absurdisme. Het is de bedoeling langs al het aardse heen te leven en tot de ware realiteit te komen, het hogere bewustzijn. Het "langs alles heenleven" is ook een Eeuwig Evangelie term. De aardse ratio is tegelijkertijd de valse irratio en het valse absurdisme, omdat er fundamenten missen. De computer heeft niet de nodige bestanddelen. Het is dus een soort drilpudding-realiteit. Het zijn waterhoofden. Vandaar dat die code dan heel subtiel verbroken moet worden door heel subtiel er iets anders van te maken, want het kan gewoon niet rechtstreeks, en dat is ook de boodschap van de Vur : Het gaat om het cirkelen, om de subtiliteit, de diepgang. Je kunt niet zomaar met de botte bijl op dingen in gaan hakken. Dan komt alles tegen je, en je hebt al genoeg tegen je. Wijsheid is oorlogs-strategie, als her-interpretatie. Blijf decoderen, blijf doorvertalen. Factor Z, wat staat voor "Factory Zero", Fabriek Nul, is als een projectie van Orion op aarde. De Tweede Bijbel maakt duidelijk dat Rotterdam in de gaten gehouden moet worden. Er zijn daar Orionse implantaties gedaan om de aarde te helpen. Er staat een buitenaards jongetje op een Rotterdamse torentop (In plaats van de gewoonlijkse haan), die telkens in allerlei dingen veranderd. Het is als een soort standbeeld. Hij kan in een konijn veranderen om "dom" en "doof" te zijn naar de aardse systemen die hem proberen te programmeren. Probeer contact te maken met deze buitenaardse installatie in Rotterdam. Het is een belangrijk schild, wat zich dan ook in jezelf kan downloaden. Wie is dat jongetje en hoe kwam hij daar ? Het heeft iets te maken met dit poetisch-absurdistische verhaal, een metaforische fabel : The Secret of the Apple People The guards of the witch were in the city, there where the king lived on a hill. They came to bring the spell. Everyone of the city would soon turn into stone. The watchers of the witch knocked on all the doors, and stuck a piece of paper on the doors. The witch would not change her mind. Slowly the people turned into stone. The king was in panic. He called for his advicers, but none of them
knew what to do. There was nothing they could do. But soon someone read in an old book that only the apple people would have a solution to it. They would have the power to break the spell. But no one knew where such apple people would live. The guards of the king brought the news into the city, and asked if anyone knew where the apple people would live. An old woman told them that the apple people were locked up under the castle of the witch. The king sent some guards to the castle of the witch to get them out. After long searching they found the apple people living there in the underground. They were beautiful. But they lived there chained and in cages. Suddenly the witch showed up and struck the guards of the king by lightening. Some turned into stone, while others could run away. They went back to the king and told him how beautiful the apple people were. Again the king sent them back to the castle. But the guards of the witch had overguarded the castle now. They were all marching with their swords and spears, like knights, doing strange dances. It brought fear into the hearts of the guards of the king, but when they got back to the king, the king got very mad. ‘Get me the apple people, or we will all turn into stone too soon. We have not much time.’ Although the guards of the king were already of stone, they could still move, but everything got slower. The king was shouting, and soon they went back to the castle again, and waged a war against the watchers of the witch. One of them could enter the castle, and ran to the underground. He still knew the way. But soon the witch stood before him. ‘Please witch, have mercy on us,’ he wept. But the witch chained him also. Soon he was among the apple people, and had to do a lot of slavery. He realized that he was changing into an apple man himself. One day a friendly watcher of the witch set him free. He didn’t know why, but he just enjoyed and accepted his freedom. He ran back to the city, and to the king. They were all of stone now, but as soon as he touched them they could move. They became juicy again, but soon they were soft as water and started to stream towards the sea. It was like there was another curse on them. The apple man started to read in the books if he could find anything about that, and finally he read that only a golden apple would be able to break the spell. He took some goldpaint and painted himself. But nothing happened. The people were still melting, and becoming like the waves. The apple man decided to return to the castle of the witch. When she saw him she was shocked and screamed : ‘You have found the secret.’ The witch turned into a flame, and soon the castle was also melting, and the apple people became free, and many of the watchers of the witch. The sea however was growing bigger, so they all went towards the hill of the king where they would be safe. On this hill they built a boat, and the golden apple man became their king. Zie of je de sleutel kunt vinden, en in contact kunt komen met het jongetje op de toren. Hij trekt gekke bekken en zal niet met je meepraten, maar zal je mee willen nemen naar een andere wereld, een andere manier van denken en kijken. Alhoewel hij in de stad Rotterdam staat is hij dus NIET aards stads. Hij is sprookjesachtig en doet absurd. Hij is NIET gelijkvormig aan de stad. Hij is geen protser of "popie jopie", maar hij kan wel verschrikkelijk opscheppen (niet over aardse dingen dus). Het is geen materialist. Het jongetje op de toren functioneert als een buitenaardse wegwijzer. Op de Veluwe aan het Veluwemeer is ook zo'n mannetje. Dat is ook een wegwijzer, en ook een Orion installatie, voor op de Bible Belt van Nederland. Het is een mannetje met een cowboyhoed op. In de Veluwse dorpjes en stadjes zitten de mensen opgesloten in het orthodoxe christelijke geloof, en het mannetje probeert hen dan weg te lokken naar de bossen om vrij te komen, en naar het Veluwemeer om hen daar te brengen naar een schip genaamd "The High Tide", vertaald : de Vloedgolf. Dat schip gaat
ook langs Rotterdam tot het jongetje op de toren, zodat degene die uit de kerk-gevangenis is ontsnapt daardoor verder kunnen ontsnappen. Het zijn dus twee portalen. Onderdeel 7. Andromeda Andromeda is een sterrenconstellatie, als onderdeel van de Orion-chip, om het zoete te balanceren. Het is een bron van insuline, maar ook het ware, natuurlijke zoete. Er zijn een heleboel wetten verbonden aan het zoete. Teveel zoet is niet goed. 4.12 - Het Andromeda Enigma De vrouw is geen persoon, maar een principe. Dit principe ligt in iedereen, als het principe van kennis en schepping. De man is ook geen persoon, maar een principe. Het is de receptor. De vrouw is een beeld van het goddelijke, en de man is een beeld van de ontvanger van het goddelijke. Dit zijn twee principes in ieder mens. Het bewustzijn van de mens is maar een druppel die valt op een gloeiende plaat. De matrix zingt mensen in slaap, om ze te doen geloven dat ze of man of vrouw zijn, of mens of dier. Daarom moet de wand van de matrix doorbroken worden, en moet de mens terugkeren tot de buitenaardse realiteit in de macrocosmos. De aarde is in die zin de microcosmos, als het raadsel van de macrocosmos. Waar komt in Afrikaans-Orionse termen de Jezus-betovering vandaan ? In het Afrikaanse Orion is er een godin genaamd Jèsoe, de godin van de jacht, visserij en kennis. De jacht is metaforisch en demonologisch. Haar moeder, de godin van oorlog, jacht en wijsheid is genaamd Ajawoe. Door de Orionse Arcturus-lens werd dit vervormd en vermannelijkt op de aarde ingestraald als "Jezus en Jahweh". Deze twee woorden zijn niet van de aarde weg te branden. Het zit te vast en te diep. Als je denkt dat dit komt omdat de christenen zo verschrikkelijk stijfkoppig zijn dan is dat slechts een deelwaarheid. In elke christen zit een Orions-Afrikaanse entiteit die alleen maar naar buiten komt via de Arcturus-lens, dus alles wat de Orions-Afrikaanse entiteit zegt wordt verdraaid. Iedere christen is dus een Arcturus-bot, als een natuur-verschijnsel. Dan kun je er wel hard op blijven rammen, maar je moet de technologie kennen. Het christendom is dus een technisch probleem veroorzaakt door de Arcturus-lens. Johannes 16 12 Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; 13 doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid. 7Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. Johannes 15 26 Wanneer de Trooster komt, die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest der Waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen; 27 en gij moet ook getuigen, want gij zijt van het begin aan met Mij. Dit wordt in de moslim wereld vaak geïnterpreteerd als de komst van Mohammed die de weg leidt tot Allah. Allah is de Arabische term voor God en werd al in het oude Aramees gebruikt, de moedertaal van het Hebreeuws. Ook dit heeft Orions-Afrikaanse wortels, namelijk in de godin Oeloe, de godin van de wet, het recht, de communicatie, de godin van educatie, het Woord, de Weg, de Brug. Haar symbolen zijn de ibis en de schorpioen, wat ook gelinkt is aan het oude Egypte, aan Thoth, het Woord, de Logos, de ibisgodin die achter en boven alles is, en aan Serket, de schorpioengodin, de godin van de natuur, medicijnen en de vruchtbaarheid. Oeloe is de oerkracht achter het kruis en dat wat christenen "de Heilige Geest" noemen, als een brug, een weg. Zowel de
christenen als de moslims houden dus "deel-waarheden" vast. Deze oerkrachten zijn dus heel zwaar door de Arcturus-lens op de aarde geprojecteerd als zijnde de macht van het christendom en de islam, van het OT (Ajawoe), het NT (Jesoe) en de Koran (Oeloe). De mens moet dus aan de andere kant van de Arcturus-lens komen. Hoe kan dit gebeuren ? Het antwoord hierop is : door Andromeda, het zevende onderdeel van de Orion-chip. Andromeda is namelijk het sterrenbeeld van de vogels, van het boven alles uitstijgen, de ibis. Andromeda is daarom ook de lift door Orion en die zin essentieel om tot ascensie te komen in Orion. In dromen over Andromeda vele jaren geleden werden er Andromedische ruimteschepen vertoond in de vorm van vogels. In de woestijnen op Andromeda waren er de zogenaamde "Andromedische Disc-Warriors" die toegerust waren met de hi-tech van vogels, en ook dashboards in hun ogen hadden ingebouwd, als de thermo-nucleaire visuele capaciteiten van vogels. De ibis is de heilige graal van de vogels. Andromeda komt uit de Griekse mythologie. Zij zou geofferd worden aan een zeemonster, en was al aan de rotsen geketend. Zij werd bevrijd door Perseus, die het hoofd van Medusa had waarmee hij alles kon verstenen. Andromeda was ook uitgehuwelijkt, als een beeld van het zeemonster, maar Perseus redde haar ook van de uithuwelijking, en versteende hen die haar dat aan wilden doen. In die zin steeg Andromeda dus boven haar gebondenheden uit, en werd ze door Zeus aan de sterrenhemel geplaatst als een sterrenbeeld. 4.13 - Pilaren van de Orions-Afrikaanse Mythologie Wat was er precies gaande een paar eeuwen na het christendom toen Mohammed in een grot de eerste Openbaringen van de Koran begon te ontvangen ? Hij probeerde er van weg te rennen, en hij heeft momenten van grote angst gekend. Het was niet te stoppen wat door begon te komen. Wat was hier precies aan de hand ? Duidelijk hebben we te maken met een buitenaards portaal wat geopend werd, en werd de buitenaardse druk gesplitst door de Arcturus lens, zodat het nogal een moeilijke puzzel is. Sommige dingen waren inderdaad nodig, zoals de benadrukking van de hulp aan de armen, wat een thema is wat telkens weer terugkeert in de Koran. Er ligt een prachtige esoterie in verborgen, maar de orthodoxe, letterlijke benadering kent geen heil. Hoe dan ook moet dit portaal ontcijferd worden. Ook dit heeft te maken met de buitenaardse Orions-Afrikaanse druk op de aarde, die toen werd vervormd en vermannelijkt door de Arcturus-lens. De Andromedaenergie breekt door deze lens heen, om terug te komen tot het Orionse Afrika, een reusachtig gebied. Dit is een vergevorderde samenleving die teruggekeerd is tot de natuur. Het is hoogfilosofisch en metaforisch, als de overwinning over het letterlijke. Zij zijn aan de andere kant van de Arcturus-lens gekomen. Het is iets van de toekomst. De aarde zal over het Andromeda-pad door de Arcturus-lens terug moeten gaan tot de Orionse oorsprong. Voor de vierde pilaar van de Orions-Afrikaanse religie (bio-technologische, metaforische filosofie) "moeten" we onze aandacht richten op Mohammed. Het daadwerkelijke bestaan van zowel Jezus als Mohammed wordt in twijfel getrokken. Als er personen waren geweest met enige gelijkenis hiermee, dan zijn er in ieder geval heel veel legendes omheen gevormd die weer terug te voeren zijn tot oudere mythes. Het is en blijft mythologie die een sleutel kan zijn op het pad. Er wordt een boodschap in code overgedragen, en die boodschap werd gesplitst door de Arcturus-lens, et voila : de Matrix. Mohammed, oftewel MMED, die het komende oordeel aankondigde over de zonde, de vernietiging van de oude natuur, en de al dan niet goddelijke wet bracht, is een echo van de Egyptische Wet, de
MOAD, vaak de godin MA'AT genoemd (MOA, MOET). De mens wordt getest door de veer van MOAT, en als het hart niet door de test heenkomt en niet goed is, dan werd het verslonden door de beestachtige godin "AMOET" (Ammut, Ammit), deels leeuw, deels krokodil, deels nijlpaard. Dan kon de ziel niet verder reizen, en stierf een tweede dood. Het is heel logisch : "zonde blokkeert de mens, en dan moet de mens eerst aan die zonde afsterven om verder te kunnen". Het was dus een soort baarmoeder idee, een soort hel of vagevuur, en deze godin was gevreesd. In de OrionsAfrikaanse mythologie komt de godin AMOET ook voor, als zijnde de heilige controle, de heilige gebondenheid of onweerstaanbaarheid, oftewel het hogere bio-robotisme, een automatische piloot, om zo de mens veilig te houden tegen zonde en bedrog. Dit is dus de Orions-Afrikaanse en Egyptische druk die door de Arcturus-lens werd vervormd tot Mohammed : Orions-Afrikaanse Mythologische pilaren : I - Jèsoe (vgl. Jezus - NT) II - Ajawoe (vgl. Jahweh - OT) III - Oeloe (vgl. Allah - Koran) IV - Amoet (vgl. Mohammed - Koran) Van Amoet heeft de Nederlandse taal ook het woord "moeten", wijzend op de heilige drang. Dit is dus van Orions-Afrikaanse oorsprong. De mens moet onder een hoog-technische controle komen om zo beschermd te zijn tegen hackers en phishers. Als dit niet automatisch gaat dan zal de mens rusteloos blijven, en nooit de eeuwige sabbath ingaan. De mens moet dus wedergeboren worden in de hogere automatische techniek, zoals het lichaam ook deels zo in elkaar steekt. Het zou niet best zijn als het hart van de mens niet automatisch zou kloppen, en wanneer de mens geen automatisch immuunsysteem zou hebben. Automatische techniek, oftewel "auto-techniek" is dus de toekomst. Dit was ook de esoterische leer van Jeremia, Jezus en Paulus, wat ook letterlijk zo in de Westerse bijbel staat, maar de pinkstergemeente is daar nooit echt open voor geweest, en is daarom ook altijd verdeeld gebleven. De hogere techniek vernietigd het ego, en daar willen ze gewoon niet vanaf. De kennis heeft zich in het begin al razend opgesteld, razende om alles te bouwen wat nodig was. De kennis had geen limieten, en maakte een oplossing voor alles, gewoon door door te denken, door te bouwen, en tot de beste oplossing te komen. Het is het logische gevolg van de evolutie, waarin alles is, en waarin tijd slechts een ondergeschikte rol speelt in het laten zien van deze tussenstappen. De kennis heeft altijd al bestaan en zal altijd bestaan, en is altijd op het toppunt van het kunnen geweest. Ook alle anti-kennis en valse kennis kreeg hierin een plaats, door het draaien van de posities, van de combinaties en de hiërarchieën. De ultieme kennis kan zo gezien worden als een piramide. In de top past alles en is alles opgelost. De driehoek van kennis is een driehoek van auto-techniek. Auto betekent zelf in het Grieks, en staat ook voor 'automatisch', 'vanuit zichzelf'. De kennis is al beschikbaar. Die ligt voor de mens opgeslagen in het heelal. De kennis, de Jèsoe in het Orions-Afrikaans, is het centrum van de driehoek, waar de andere drie punten uit voort komen, vandaar dat "Jèsoe" de basis is die zich op drie manieren uit. Het is een vrouwelijk woord, geen persoon. Het is maar een taal, zoals "yeshuwah" een vrouwelijk Hebreeuws zelfstandig naamwoord is voor overwinning en redding, wat al werd gebruikt door Jakob, Mozes en David in het OT. Terecht werd er in het OT gezegd dat de weg tot "redding" de wijsheid is, de sophia in de Septuagint, ook voornamelijk in het boek "Wijsheid van Salomo", wat ze in modernere
bijbels eruit hebben gelaten. In het originele Aramees was het hele Jezus-verhaal ook een uiteenzetting van het baarmoeder principe. Er worden in het Westen dus dingen voor de mens achtergehouden in de Westerse matrix. Op aarde leidt alles terug tot de Egyptologie omtrend de godin Isis als een direct portaal tot Orion, en het Afrikaanse Orion, tot het Jèsoe principe van kennis (gnosis, Grieks ; Vur, Amazonisch). Op aarde zien we de kannibalistische Christus-cultus waarin de mens gered wordt door het eten van de afgod (zijn vlees eten en zijn bloed drinken). Wij moeten klaarkomen met dat plaatje. Het is al zo oud als de wereld zelf, want ook in het oudere Mithraïsme gebeurde dat al. Het bloed van Jezus is één van de stokpaardjes in de kerk waarop de kinderen spelen. Moet het echt allemaal zo gruwelijk ? Moet dat dan telkens weer genoemd worden ? Het is een technisch probleem, een technische storing, door de Arcturus lens. Het pad lag al in de Aramees-Hebreeuwse teksten waarin het bloedoffer slechts iets symbolisch was van de mens die zijn valse zelf aflegt. Het bloed leidt helemaal terug tot de rode zon, de ten, een oud Egyptisch beeld van de schorpioenen-godin, de baarmoeder. De baarmoeder vormt het kind, en snijdt het kwaad weg. Voor zover het kwaad blijft gebruikt de baarmoeder het om het kind te vormen. Het is het geboorte-bloed. De moeder is geen moordenaar. De dood is een metafoor, iets wat vooraf gaat aan de geboorte. Rood is de kleur van het verhaal. Het bloed heeft te maken met de geboorte van de rode zon die hiervoor elke nacht "sterft". Het zijn slechts dynamieken, en zeker niet iets om lullig over te doen zoals in het christendom. Het christendom is pure horror, en houdt de wereld ondergedompeld in pure horror met hun gezwets. Het is een sluier in de tempel, de Arcturus-lens waar we even doorheen moeten. De aardse religie is in evolutie op het pad van Andromeda, tot de Orionse zijde van de Aracturuslens, aan de andere kant. Dans op de lens. 4.14 - De Riem der Waarheid De druk van Afrika-Orion werd door de Arcturus-prisma vervormd tot Mohammed en zijn boek, als een code. Daarvoor was door dezelfde druk al het christendom ontstaan. Na het christendom ontbraken er nog een paar elementen, en die konden niet rechtstreeks geïmplanteerd worden, maar door een spiegel, de islam. Als het rechtstreeks tot de aarde zou zijn gekomen, dan zou het de aarde hebben verwoest. Dit is ook de boodschap van de Vur : "Het kàn niet rechtstreeks." De mensheid had een buffer nodig, een gecodeerde protectie-laag, en dat was de islam. De islam betekent "overgave", en dat ontbrak in het christendom, zoals het vandaag nog steeds ontbreekt. De Moeder moest haar tempel beveiligen met cryptiek, zodat indringers uitgezifd zouden worden. De Moeder creëerde de voorhangsels van het christendom en de islam om de mensheid te testen. De mens moet eerst de leugen verslaan en decoderen, en kan dan pas tot de waarheid komen. De waarheid komt niet rechtstreeks. OELOE, de Orions-Afrikaanse godin achter Allah, de beloofde "Heilige Geest", is het kruis, de brug. Het is een put of brug van botten die geopend werd toen de Koran als een spiegel tot de aarde kwam. Het is de brug of put van OELOE. De mensheid moest namelijk "aan het kruis" om verder te komen. De mens moest geisoleerd worden van de afgod, en daarom had Allah ook geen kinderen. Dit gebeurde ook met Jezus aan het kruis dat God hem verliet en verstootte. Dit was niet letterlijk, maar metaforisch en kwam terug in de islam. De islam is de echo en de diepte van het kruis, de duisternis van de moeder aarde, het aanbreken van de nacht. De mens kwam in aanraking met de moeder grond, en werd erdoor gecamoufleerd. Dat is ook de Egyptologische diepte van de nacht.
De mens moet de onderwereld in. De put of brug van Oeloe leidt helemaal tot Amoet, de robotische implantaties, de autotechniek, waarvan ook de geestelijke gaven een beeld zijn in het christendom. De talenten moeten verbonden zijn aan en bestuurd worden door een hoofd-bron, anders kunnen er fatale fouten gemaakt worden. In de islam spiegelt dit als Mohammed. In het christendom is dit ook verbonden aan het kerstfeest waarin cadeautjes worden gegeven en de geboorte van Jezus wordt gevierd, maar de diepere betekenis van de geestesgaven, een ervaring na of tijdens de pinkster-ervaring, wordt niet standaard besproken. Werk gaat altijd via de robotische chip, gaat altijd via de hogere controle. Voor de mens is dit een absolute "must", het "moeten", wat etymologisch verbonden is aan Amoet. Het robotisme is de bedekkende steen van de pyramide. Het kerstfeest heeft in die zin alleen maar esoterische waarde en geen letterlijke waarde. Het is een abstractie, een variabele, zoals alle andere elementen van het christendom en de islam. Het is een noodzakelijke spiegel om daarmee het Medusamysterie te benaderen. Dit komt ook terug in de Griekse mythe van koning Midas waarbij alles wat hij aanraakte in goud veranderde, zelfs zijn voedsel en zijn kinderen. Daarom moest hij tot de Turkse Pactolus rivier gaan om hier vanaf te komen, wat een beeld is van de spiegel die nodig is om het Medusa geheim te benaderen. Dat is ook het hele idee van het komen tot de nacht, tot de modder, om zo gecamoufleerd te worden. De smetvrees is juist waardoor de mens versteent, de xenophobie, oftewel de afkeer aan het vreemde. De spiegels moeten terugleiden tot het onderliggende bot, in de oudheid een beeld van het "zelf", wat ook gelinkt was aan Orion. Johannes 16 7Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. 8En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel; 9van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; 10van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet; 11van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. 12Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; 13doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Volgens de moslim theologie gaat dit over de komst van de Koran. De weg tot de volle waarheid wordt hier beloofd. Moslims beschouwen dat ook als de laatste openbaring aan de mensheid, als de afsluitende top van de pyramide. In de wapenrusting van Efeziërs 6 komt dit weer terug : 14 Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid. Het is dus een riem. In het oude Egypte stond de riem van Isis centraal, de Tjet. Dit stond bekend als het bloed van Isis, en dat was menstruatie-bloed, en geboorte-bloed, om de nieuwgeborene tot de hemelse wetten te binden. Door de Jezus-spiegel werd dit helemaal verkeerd voorgesteld. Isis werd vermannelijkt en alle Egyptische wetten werden omgedraaid. Toch hebben wij dus de christelijke spiegel nodig om terug te komen tot het Isis-principe en zo tot Jèsoe, het Orions-Afrikaanse principe van kennis. Het Tjet teken was een geknoopt touw of riem, zoals Jèsoe wijst op Amoet. Jèsoe uit zich in Amoet, zoals Jezus de aandacht richtte op de komende Mohammed. Het menstruatie-bloed van Isis en het geboortebloed hadden magische eigenschappen, en dit teken werd vaak uitgebeeld als een rood amulet.
4.15 - Het Natuurverschijnsel van de Religieuze Vierschaar Een mens komt metaforisch tot Jèsoe, de Orions-Afrikaanse godin van kennis, als het komen tot een principe, niet als een paswoord-dictatuur. Jèsoe is een abstractie, een variabele, wat wil zeggen dat het telkens een andere waarde kan hebben. Het is flexibel. Het is geen toverwoord, geen vrijkaartje uit de gevangenis zoals in de Jezus-cultus. Het is hard werk, een moeilijke puzzel. Het is werken aan de technologie. Hoe liggen precies de draadjes ? Het is echt niet simpeler dan de rakettechnologie. Gnosis-technologie is een school. Het is dus een voorbeeld om te volgen. Dat in de christelijke apocalypse de wateren in bloed veranderen is gewoon een teken van wedergeboorte, van het opkomen van de rode zon, bron, het geboorte-bloed, en de menstruatie als teken van de vruchtbaarheid. Het is de komst van de Oeloe, op aarde verpakt in de islam. De brug tussen christendom en islam is dus esoterisch van belang. Door de Oeloe, het kruis, de steek van de schorpioen, is er contact met de Jèsoe mogelijk, de hogere oerkennis, het hogere bewustzijn. Dit is een deel van de mens zelf. De mens moet zelf Jèsoe worden, anders heeft het allemaal geen zin. De mens moet zelf veranderen, en geen projectie-spelletjes spelen. In ieder geval moet de mens over het zware Oeloe pad om aan zichzelf te sterven, en klaargemaakt te worden voor de immunologisch-robotische implantaties om hen veilig te houden tegen de misleidingen van demonie. Het zijn de nodige bio-computer-updates van het menselijk lichaam. Zo kan er een poort opengebroken worden waardoor de mens contact krijgt met zijn metafysische zintuigen, om zo in de hogere Orionse realiteit te komen. Dit pad zal de mens niet vernietigen, maar is voor wedergeboorte. De installatie kan stekend zijn als de schorpioen maar is levensreddend. Zo heeft de mens een tegengif en antistof voor de gevaren om de mens heen. Allah is in die zin een groot enigma die hier op wijst. De Orions-Afrikaanse godin Oeloe zit verborgen in de Koran. Het laatste oordeel in de Egyptologie is een allegorie van het volledig verliezen van het geprojecteerde, opgelegde illusie-zelf, en daarin is altijd de ontmoeting met Amoet, die dit bedriegelijke schaduw-zelf verslindt. Amoet heeft altijd het laatste woord, en hierin heeft de mens het robotische nodig, moet de mens machinaal worden, om door de aardse mijnenvelden heen te komen. Vandaar dat de mens niet zomaar aan het Mohammed-enigma kan ontsnappen. Het kind mag niet met het badwater weggegooid worden. De vierschaar Jahweh-Jezus-Allah-Mohammed waarin de aarde is vastgeschroefd zijn noodzakelijke maskers van de grote technologische archetypes van het heelal waartoe de mens moet ontwaken. Zonder maskers en spiegels is de mens nergens, want dan staat de mens blootgesteld aan teveel licht en hitte, omdat de mens het nog niet kan verwerken. De mens heeft filters nodig, tussenstappen. Dat is een belangrijke wet van de metafysische technologie van het heelal. De mens die rechtstreeks het zeewater inrent zal gegrepen worden door een haai. Roekeloosheid gaat dwars tegen kennis en wijsheid in. Techniek is gebouwd op subtiele tussenstappen. De natuur slaat geen stap over. Daarom lijkt alles ook zo lang te duren. In het grote plaatje worden daarom geen fouten gemaakt. De hogere robotica is namelijk perfectie. Alles zal uiteindelijk terugkeren tot de robotische bronnen, en alle schaduwen zullen wegvagen, opgelost worden. De hogere robotica is niet politiek correct en al helemaal niet foutloos naar menselijke maatstaven. De hogere robotica maakt opzettelijk fouten om de menselijke
systemen te verbreken, slaat voortdurend gaten in de menselijke etiquette. De hogere robotica brengt verwarring, om zo de hogere orde te laten zien. Je kan de hogere robotica dus inderdaad betrappen op tegenstrijdigheden, want de hogere robotica is gebaseerd op dualiteiten, zoals de wisselwerking tussen de seizoenen, wat ook een belangrijke basis is in het sikhisme, een monotheïstische religie in Noord-India. Het is voortgekomen uit een mengsel tussen het hindoeïsme en de islam. De vier religieuze superspoken : Jahweh, Jezus, Mohammed, Allah, zijn onbegrepen natuurverschijnselen. De mens moet het leren plaatsen. Wijsheid is de begrijpende factor van de kennis, de decoderende factor, als een loon, waar het Ajawoe principe voor staat in de Orions-Afrikaanse filosofie. De kennis mag alleen ontzegeld worden op de daartoe aangestelde tijd, anders is het beschermende spiegeleffect weg, en dan zou de mens verstenen vanwege het overweldigende. De mens kan dus inderdaad niet zomaar tot Ajawoe komen, want dan zou de mens verblindt worden door het licht. De mens moet groeien in Jèsoe, kennis, en Oeloe, het kruis, de wet. Soms moet de mens leren leven met het niet begrijpen. De mens mag niet grijpgraag worden in de kennis, maar moet zich onderwerpen aan het schoolprincipe. De mens mag niet van de eerste klas naar de vijfde klas springen. Er moet balans komen, zonder dat er stappen worden overgeslagen. Oeloe is daarom een onmisbaar element als school. De mens moet afgeremd worden door het kruis en de wet. De mens kan geen moeder zijn als de mens niet heeft geleerd eerst als een dochter te zijn. Hoofdstuk 5. De China Link Chip 5.1 - De Kaartenbak van het Leven Alle religieuze boeken zijn orakels van opgehoopte voorouderlijke energie ... kan wat moois tussenzitten, maar ook veel rotzooi ... daarom gaat het om goudzoeken in de diepte ... Niet zomaar zonder meer alles letterlijk nemen, want die verhalen zijn van geslacht tot geslacht, van wereldrijk tot wereldrijk overgeleverd, en telkens werden de verhalen veranderd. Het heeft symbolische waarde, maar hoe nu om te gaan met die orakelboeken ? Vroeger op de bijbelschool waren de meningen erover verdeeld. Ik en een vriend van me sloegen soms gewoon de bijbel ergens open en namen dan datgene aan wat we lazen als een soort van hogere boodschap, ook al was het helemaal uit z'n verband gerukt. We waren dus toen al heel cryptisch bezig ermee, en toen kwam ik later in contact met lieden die dat eigenlijk met alles deden, dus ze namen de tekenen om zich heen als serieus. Bijvoorbeeld een zag een blikje op straat liggen van het merk 3ES, en zag dat als een teken dat hij een vriend genaamd Dries moest bellen. Natuurlijk kan inspiratie zo gaan, maar het kan ook heel makkelijk de mist ingaan dat mensen zo obsessief in alles een voorteken zien dat het roekeloos wordt. De gouden sleutel hierin is dus : "wanneer de natuur je zo leidt en inspireert, op z'n tijd", anders zou je helemaal gek worden. Er zijn
ook weer andere manieren. Soms moet je ook het materiële geheel laten rusten en naar binnen keren. Dan mag je alle materiële tekens vergeten. Zo mag de mens de dromen rijgen, en dromen mengen. Ik heb ook wel gehad dat ik geinspireerd werd de bijbel open te slaan willekeurig, en dat wat ik dan las precies op mijn situatie sloeg, of zelfs dat ik van te voren wist op welk bijbelvers ik hem zou openslaan. Daar waren ook anderen bij, dus die hoorden mij het boek en versnummer opzeggen en zagen toen met stomme verbazing dat ik hem daar ook opensloeg en mijn vinger erop wees om het voor te lezen. Dat kan dus allemaal gebeuren, maar dat hoeft natuurlijk niet. En dan zijn er kaartsystemen waarmee mensen dan door ze willekeurig te leggen inzicht proberen te krijgen in het leven. Kaarten zijn natuurlijk symbolen en dynamieken van het leven om dingen helder te krijgen. Daarom houden veel mensen van kaartspelletjes of leggen kaarten, of verzamelen kaarten. Met kaarten mag je omgaan. Het zijn energieën die hulp en leiding kunnen bieden, als onderdelen van het goddelijke. Ook dat hoeft niet altijd materieel te gaan. Je mag een relatie aangaan met de onzichtbare kaarten in de energie wereld. De aardse kaarten zijn slechts een hulpmiddel, als een projectie. Het is dus belangrijk om door de materiële sluier tot de onzichtbare kaarten van het goddelijke te gaan, en daarmee te leren communiceren. De kaarten bevatten onderwijs. Het zijn onderdelen van boeken, van een bibliotheek, van een school. De spijbelaars zullen dat vaak als onzin bestempelen, maar ook zij hebben hun kaarten. Iedereen leeft door bepaalde kaarten met bepaalde informatie, waardoor we op het punt komen dat er ook valse kaarten in de omloop zijn. Ook de Vur spreekt veel over het onderwerp "kaarten". Het is als een groot spel : De mens kan steeds weer kaarten erbij verdienen. De kaarten verdien je door de juiste keuzes te maken, door te luisteren naar het hemelse onderwijs, naar de oneindige kennis. Als je met een beetje kennis getrouw bent, dan zal jou grotere kennis toevertrouwd worden. De oneindige kennis test ons daarvoor, zodat zij niet zomaar haar kennis uitgiet over een dwaas die het toch allemaal gaat verspillen. De schatkamers van de kennis zijn dus verrijkt met wachters waar de mens niet zomaar langs komt. Alles begint in het klein, wat ook de boodschap is van de I Tjing en de Vur, en de verschillende religies. "Wie het kleine niet eert is het grote niet weert". Het verdienen van een kaart kan je dan ook losmaken van de valse kaarten in je hoofd. 5.2 - Het Geheim van de Vreetzaak Ik liep in de grote stad. Er liep een oude vrouw achter me te mompelen. Ik vroeg : "Wat zegt u ?" Ik kon het niet goed verstaan. "Alweer een vreetzaak, verschrikkelijk," zei ze. Ik moest lachen, en zei : "Ja, het staat er vol mee." We liepen net langs één of andere snackbar of eettent voor pizza broodjes of wat het dan ook was. Ik kon haar goed begrijpen. Mijn oma zou zeggen : "Hier vreet iedereen maar door, terwijl ze aan de andere kant niets te eten hebben. Het is zo oneerlijk." Dat zei ze ook altijd over kleding, en dat was ook altijd de reden waarom ze zich sober kleedde, en zuinig leefde. Affijn, ik liep door, en die vrouw ging ook haar eigen weg, maar ik kon merken dat het een markante vrouw was, die dingen gewoon zegt zoals ze zijn, en er niet omheen draait of het verdoezelt. Ik vroeg me af hoe het zou zijn geweest als ik haar had gekend, of als we misschien
familie waren geweest, als ik hier in deze grote stad zou zijn opgegroeid met haar. Ze zei het op zo'n manier dat ik wist dat ze wel een grote humor moest hebben, maar aan de andere kant was ze doodserieus, dus dodelijk accurate humor, als een wapen. Ik ging een boekhandel binnen, een boekhandel waar alles weg moest, er was een grote opheffings uitverkoop. Ik keek even door de boekjes, en zag de meest bizarre dingen, alsof ik niet meer op de planeet aarde was, maar op de planeet Mars of iets dergelijks. Alles was anders. Ik dacht : "Hier moet ik gebruik van maken, want ik zou het liefst op een andere planeet willen wonen." Ik begon in een boek van de kerkgeschiedenis te bladeren. Het ging over de Middeleeuwse kerkelijke vervolgingen van de ketters door de papen. Maar toen ging het ineens over de Middeleeuwse lijdensmystiek, dat er iemand in die gevaarlijke tijd beweerde dat in Jezus geloven niets voor je doet, maar dat het gaat om de lijdensmystiek te kennen, de kruismystiek waardoor je loskomt van alle aardse idioterie. Toen was er een plaatje met Willem van Oranje en zijn vrouw, die baden dat ze verlost zouden worden van de goddeloze koning van Spanje. Want Spanje bezette Holland in die tijd. En ik dacht eraan hoe Spanje nog steeds een tirannie is voor Europa, door hoe ze de dieren behandelen, een beetje als Wimpie. En ik bladerde verder in de boeken en zag bekende geschiedenis figuren op plaatjes die de volkeren opvraten als kannibalen. Toen dacht ik weer terug aan de woorden van die oude vrouw : "Alweer een vreetzaak, verschrikkelijk." Het waren allemaal karikaturen, als een natuurverschijnsel. Eén lichtjaar is de afstand die het licht in één jaar aflegt. Het licht heeft een snelheid van 300.000 kilometer per seconde. In één seconde legt het licht dus 300.000 kilometer af. Het is oud licht heel lang geleden uitgezonden, van dingen die dus allang niet meer bestaan, maar wat ons nu pas bereikt. Dit wordt ook wel "verjaarde projectie" genoemd. En dan te bedenken hoe licht zich kan vervormen door de snelheid en de afstand, en hoe dat dan bij de mens overkomt, hoe de hersenen dit oppikken. Geen simpel rekensommetje, maar diepgaande, duizelingwekkende wiskunde. Ik begon steeds meer boeken te grijpen, en het werd steeds bizarder, en ik voelde hoe ik meer honger kreeg naar kennis hierover, alsof ik in een ander soort vreetzaak was gekomen. Ik zei tegen mezelf : "Nee, ik wil dit niet !" Ik kocht een afgemeten aantal goedkope boeken die de kernschakels van het verhaal waren, en ik ging terug naar huis. Ik klikte de computer aan, en het verhaal ging verder in een clip die de advertenties al voor me hadden uitgezocht, "het geheim van de vreetzaak". 5.3 - De Brief van Paulus aan de Amazoniërs Net als je denkt dat dingen saai beginnen te worden kun je soms ineens wat interessants tegenkomen. Er is natuurlijk veel interessants, maar je moet het maar net kunnen vinden. In dit geval ging het over het beruchte 'zwijgverbod voor vrouwen' in de brieven van Paulus, in de bijbel dus. Het artikel heet : Paulus en de Amazones, en de schrijver vroeg zich af wat Paulus zou hebben geschreven aan de gelovigen in Amazonië. Amazonië (volgens sommigen mythologisch) was een gebied bestuurd door vrouwen in plaats van mannen. Niet mannen maar vrouwen reden daar te paard, en de vrouw had daar haar eigen zelfstandigheid, en had geen man boven haar nodig als curator of tutor. Dan schrijft de schrijver : 'Wanneer hier nu eens gemeenten waren gesticht, hoe zou Paulus daaraan dan geschreven hebben?
Zouden we dan bijvoorbeeld het volgende gelezen hebben? En zou er rnisschien eens een apocriefe brief gevonden kunnen worden waarin dit te lezen is? 'Hoewel ik in alle gemeenten van de heiligen de vrouwen opdraag te zwijgen, draag ik dit bij u aan de mannen op, want het staat lelijk wanneer een man spreekt in de gemeente. Laten zij thuis hun vrouwen vragen wanneer zij iets te weten willen komen.' 'Alhoewel Adam eerst gemaakt is en daarna Eva, raad ik u aan dat de vrouwen leren in de gemeenten en dat de mannen zich daarvan onthouden, want zo is het welluidend in uw midden.' Ik vraag me af hoe hierop gereageerd zou worden als er zo'n brief zou bestaan. Natuurlijk zou dan het huis te klein zijn. De trotse man zou zijn religieus ingebeelde bevoorrechte positie niet zomaar willen opgeven. Hij maakt zich niet druk als het andere geslacht moet zwijgen, maar zal protesteren als het om hemzelf gaat. De schrijver komt tot de conclusie dat zo'n brief niet bestaat, maar dat de bestaande brieven van Paulus ook anders gelezen kunnen worden. Hij wijst erop dat er vroeger allerlei soorten vrouwen waren, zelfstandig en onzelfstandig, dus heel gevarieerd. De schrijver waarschuwt dat de mens niet zwart-wit met de bijbel en de bijbelse tijd moet omgaan. Eigenlijk probeert hij alles een beetje goed te praten. Wel stelt hij dat feministische theologie een heilzame werking kan hebben. Volgens hem is God ook niet man of vrouw, maar oneindig ver verheven boven deze dualiteit. Hij staat dus wel open voor herziening van de bijbelse interpretatie, ondanks dat hij de bijbel ziet als het Woord van God. Tot op zekere hoogte kunnen boeken ook door blijven groeien, en als alles cryptisch wordt genomen kan elk boek zelfs tot de waarheid worden, maar dit moet blijven plaatsvinden in de dualiteit, de balans, tussen ontmaskeren en herzien, dus wat wij noemen : "werken boven de schelp en onder de schelp". Verder zegt hij wel wat goede dingen als je langs sommige dingen een beetje heenleest : 'In Christus is noch man noch vrouw. Er is geen waardeverschil voor God en dus ook niet voor elkaar (wij zijn medeërfgenamen). Dit is nu duidelijk een element dat bewijst hoezeer de apostelen geen kopieën zijn van hun tijd. Hier sloeg en slaat de genadige openbaring van God heel wat menselijke zekeringen stuk!' 'In de christelijke gemeente delen allen gelijkelijk in de gaven van de Geest (er zijn profeten én profetessen). Deze gaven worden ook niet afgeremd.' Het zijn allemaal spiegelbeelden. De Amazone Bijbel, oftewel de Tweede Bijbel, bevat betogen over een spiegelwereld waar inderdaad alle rollen omgedraaid zijn, waar de matriarchie de gewesten bestuurt. Wel wordt er duidelijk gesteld dat dit metaforisch is en geenszins letterlijk mag worden opgevat. Er is namelijk geen onderscheid tussen man en vrouw. Geslachtelijke bepaling maakt geen snel onderscheid over wat de taak van iemand is. De materialistische mens ziet voortdurend een onderscheid tussen mannen en vrouwen, en probeert daar altijd weer een slaatje uit te slaan. De materialistische mens heeft namelijk een onderhandelingsgeest, en geen strijdersmentaliteit. De materialistische mens leeft niet van de goede strijd tegen het kwaad, dus moet wel onderhandelen, en komt dan ook vast te zitten in de bijbelgevangenis, want zonder de bijbel, het merkteken van het beest, kun je namelijk niet onderhandelen. Alleen strijders kunnen loskomen van de macht van de bijbel. De onderhandelende geest zal daarom ook altijd hameren op de ongelijkheid tussen man en vrouw, want zo blijft het geld binnenrollen. De onderhandelende geest onderdrukt en zaait angst, en richt zo een medische en juridische markt op om zo een oplossing te verkopen. Slim maar dom, zeggen we dan, of zoals clown Bassie het zegt : "Ik ben wel dom, maar niet slim." Ik herkende veel in de dromen van de schrijver van het artikel. Ik droomde ook veel toen ik nog een gedwongen christen was, maar werd toen weer geconfronteerd met mijn ketenen aan het einde van de droom. Het is een beetje het "Meisje met de Zwavelstokjes" idee. Maar langzaamaan kunnen
deze dromen ons dus wel uitleiden, als we gehoor geven aan de dromen van de diepere realiteit. Natuurlijk is de brief van Paulus aan de Amazoniërs maar een grap, maar het bevat wel een diepere waarheid. Dromen zijn vaak abstract. Het gaat juist om het vinden van het verwaarloosde moederlijke deel in ons, het vrouwelijke deel, om zo heel veel boze stemmen in en rondom ons tot zwijgen te brengen, en zo hierdoor ook tot een bepaalde wedergeboorte te komen : het vinden van je eigen innerlijke kind. Elk mens heeft binnenin zich een innerlijke familie, en mag ten volle de mogelijkheden en kwaliteiten van elk onderdeel daarvan ten goede benutten. De mens mag zo een ontdekkingsreis maken door zijn/ haar eigen lichaam. Voordat je naar buiten treedt : Ga eerst naar binnen. Hier liggen vele geheime sleutels opgeborgen. Zo kun je ook de valse stem van buiten het zwijgen opleggen, en komen tot de verloren stem van binnen, je eigen gids. Zo kunnen de woorden van Paulus, en zelfs de denkbeeldige brief van Paulus aan de Amazoniërs toch op een hele vreemde manier waarde gaan krijgen. 5.4 - De Calvijn Code De taal van letterlijkheid heeft veel drama in de wereld gebracht. Zo mogen de bruggen daarom ook poëtisch en prozaïsch gelegd worden. Dit is een belangrijk thema in de Vuh, het eerste grote deel van de Tweede Bijbel. Als de mens terugwil naar het paradijs, en de wereld tot een paradijs wil veranderen, dan moet de mens stoppen met telkens racistische afscheidingen maken door de taalspelletjes. De mens mag de verschillende talen gebruiken, en soms is dat zelfs nodig, maar de mens moet voornamelijk de hartstaal kennen die door alle talen heenbreekt en hen samensmelt. Dit is ook de samensmelting tussen de religies, waar een klein geschrift genaamd "De Boeddhistische Bijbel" over spreekt in de Vuh. Het paradijs is niet alleen maar voor een bepaalde religie weggelegd, zoals velen denken. Zij stellen zich op als de poortwachters van het paradijs en vragen om een wachtwoord. Alle religies spreken over het paradijs in hun eigen taal, met hun eigen voorbeelden, als de verschillende zijden en hoeken van een diamant. De mens moet zelf het paradijs worden. Dat kan alleen als de mens oog heeft voor alle zijden en hoeken van de diamant. De mens mag zelf tot die diamant komen. Zo mogen de verschrikkingen van de kerkgeschiedenis op een andere manier bekeken worden. Het zijn duistere raadsels en de mens mag ontwaken tot de diepere betekenis. Hierover gaat ook het boek : De Calvijn Code. Een goed cadeau hoeft niet weggegooid te worden omdat er slecht pakpapier omheen zat. Zo zijn religies vaak het slechte pakpapier, maar zij verbergen grote schatten. Om hier naar op zoek te gaan
noemen wij "parelduiken". Ook is het graven in de duisternis of het vuil naar goud. Alle onderdelen die gevonden worden zullen omgesmolten worden tot iets nieuws, tot de poorten van het paradijs. De mens is hierin opgeroepen om op een degelijke manier met de erfenis om te gaan, zowel niet lichtzinnig als onverschillig. De religies hebben veel gnosis gestolen, en zij verkopen het voor hoge prijzen op de markt. Alles moet teruggeroofd worden, ontmaskerd en herzien, en tot de smid teruggebracht worden voor groot herstel. 5.5 - Chinese Wijsheid - De (Symbolische) Kaarten Zo'n beetje het oudste boek ter wereld is de I Ching. Sommigen gebruiken het als orakel, anderen als een boek van wijsheid met verzen, als de levensdynamieken die de reis beschrijven van het leven, hoe daar mee om te gaan en hoe het in balans te krijgen. Het zijn ook levens-seizoenen, en de kaarten gaan er genuanceerd mee om, en forceren niets. Het is de Chinese cultuur, en met alle culturen geldt : je moet het niet letterlijk nemen en niet gaan verafgoden als onfeilbaar, maar zien wat voor persoonlijke waarde het kan krijgen, ter ondersteuning, dus eigenlijk mag je het symbolisch toepassen en het goddelijke hier IN vinden, want het goddelijke kan overal doorheen werken. Het gaat erom 'hoe' de mens het gebruikt. Sommigen gebruiken het voor het goede, anderen voor het kwaad, zoals alle religies uit dit boek voortkwamen. Sommigen hebben het gewoon corrupt gemaakt. Zoals de Bijbel kan de mens het laten zeggen wat de mens wil, dus is het open voor meervoudige interpretatie. De uitdaging is altijd : probeer er de rode lijn in te vinden voor je leven. Bewaar het goede, en laat het slechte los. Maak er iets moois van. Over de kaarten kun je na denken, gebruiken voor meditatie, als helpers. China heeft ook een goddelijke gave. Het is schatzoeken, of parelduiken, hoe je het ook noemen wil. Het zijn potentieel prachtige energieën waar de mens contact mee mag hebben. 5.6 - Het Mysterie van Adam en Eva ? Adam en Eva zijn zulke ingeburgerde woorden. "Ja, de eerste mensen waren dat," zeggen ze dan. Ieder volk had zo zijn scheppingsverhalen en vaak kwam het op hetzelfde neer, maar dan in andere bewoordingen met andere namen. Natuurlijk is het verhaal van Adam en Eva symbolisch, helemaal als je de Hebreeuws-Aramese grondtekst kent, want Adam en Eva konden ook twee volkeren wezen. Toch heeft het paradijs me altijd geinteresseerd en bezig gehouden. Het is een beetje zoals Kraak, het bosmannetje, die in zijn bootje heel diep het bos ingaat over een bosrivier, en dan allerlei geheimen ontdekt.
Een rood mysterie, wat altijd glimpen geeft en dan vertrekt in de verte, en een wit mysterie wat ons steeds dieper trekt, maar ons nooit doorlaat. Daar mogen de wiskundigen hun hoofd over buigen. Je staart bijvoorbeeld ergens naar, naar bijvoorbeeld een schilderij van een haan aan de muur. De haan heeft een rode kam, en een rode kin, en dan vraag je je af wat het nut is van schilderijen. Ze hangen aan een muur, en als je dan naar het schilderij kijkt, dan zie je een wereld in de muur, of door de muur heen. Dus al dromend over het schilderij kun je dus door de muur en zie je de andere kant, maar daadwerkelijk kun je natuurlijk niet door de muur heen. Dat is het wonder van schilderijen, of is het bedrog ? Het paradijs kun je niet zomaar even naartoe gaan ergens. Het paradijs is overal en nergens, en is te bereiken door wat weldoordachte truukjes : het witte en het rode mysterie. Dit is waar de Vur over gaat, over beide mysteries. 5.7 - Van Waterstof Tot Wederkomst Religieuze wiskunde, de wiskunde van het leven, met al z'n ingewikkelde, alsmaar draaiende tegenstellingen ... een hele opgave ... een belangrijk vak op school, behalve dat het niet onderwezen wordt ... De meesters en de juffrouws vinden het vaak belangrijker dat een kind leert tellen, zodat ze allemaal kunnen tellen, en allemaal ook kunnen meetellen ... Dat vinden ze vaak belangrijker dan het juist niet meetellen en niet kunnen tellen ... want dan gaat alles in de war, en dan komt er chaos, en dan kunnen ze de dingen niet meer overzien ... En dan moet de politie erbij komen, de brandweer en ga zo maar door ... Ingewikkeld dus ... daarom vinden ze het belangrijk dat een kind goed leert tellen, en goed oplet ... Maar op de diepere vragen van het kind komt geen antwoord, of krijgt het kind een halfgebakken antwoord om er maar zo snel mogelijk overheen te praten ... Ik heb dat altijd moeilijk gevonden, nam nooit genoegen met simpel cirkel-geredeneer. Religieuze wiskunde, de wiskunde van het leven, met al z'n ingewikkelde, alsmaar draaiende tegenstellingen ... Maar wat is dat dan ? Waarom leggen ze dat niet uit, en optelsommen en taal wel ? Wat proberen ze te ontlopen ? En dan krijg je later economie en scheikunde, en wordt er weer niets diepers uitgelegd, geen levensvragen beantwoord ... Misschien hebben ze het antwoord niet ... Gelukkig had ik een scheikunde leraar die er anders over dacht ... Hij moest en zou via de scheikunde uitleggen over het leven, hoe het leven was ontstaan en wat het doel van het leven was ... En ja, hij waagde zich aan de religieuze wiskunde ... En hoe ... Hij ging er zo ver over door dat ik het niet meer kon volgen, en als hij het bord half had uitgeveegd schreef hij er zijn formules overheen, zodat alles door elkaar heen kwam te staan ... Het was een stortvloed ... Maar tenminste probeerde hij een antwoord te geven op het leven, op de levensvragen ... Het waren dingen die ik niet hoorde in de kerk ... Het was totaal anders ... Hij had zelfs een boek geschreven waarin hij religie en het leven volgens de scheikunde uitlegde, en ook de wederkomst van God scheikundig beschreef ... Dat boek heette : "Van Waterstof tot Wederkomst", een boek uit de 70-er jaren ... 1976 om precies te zijn ...
De subtitel is : een intuitief-empiristische benardering van de Godsvraag ... Hij stelt in zijn voorwoord al dat wolkerig, vage traditionele (aangeleerde) geloofstaal in intellectueel opzicht geen overtuigingskracht heeft, en waardoor veel mensen er buiten vallen. Hij is met deze problematiek opgegroeid want zijn vader was dominee. Hij zegt dan : "De traditionele geloofstaal is voor velen een onverstaanbaar spreken in 'tongen' geworden, naar analogie van 1 Korientiërs 14." Dit is de reden waarom hij een brug wil bouwen : Hij heeft de overtuiging dat er een einde kan en moet komen aan de wanorde van het elkaar niet verstaan ten aanzien van deze problemen. Hij wil graag zien dat er tussen mensen van verschillende levensovertuiging toch een gemeenschappelijk bewustzijn is, als een verlangen naar vrede en gerechtigheid, Dit is het gemeenschappelijke wat alle mensen samenbindt en waaraan hun overige opvattingen (ook hun Godsbeeld) ondergeschikt is. Deze boodschap is dus ook juist voor vandaag de dag belangrijk en actueel. Hij overleed in de 90-er jaren, of liever gezegd : ging naar de andere dimensie. Hij heeft in het boek in die mate problemen met het christendom dat hij het christendom totaal wil herzien door een persoonlijk contact met de bron te maken, en vandaaruit bruggen van vertaling te maken naar alle takken van de mensheid, als een tolk dus. Hij ziet het potentieel en de waarde van sommige dingen van het christendom, dus hij gooit het kind niet weg met het badwater. Hij stelt in het eerste hoofdstuk dat de wereld zich moet ontwikkelen tot het koninkrijk van God, maar dat hiervoor een nieuw waardensysteem moet komen wat mondiale geldigheid zal moeten hebben. (mondiaal = universeel) Zoals gewoonlijks wil hij dit niet simpel doen. Hij vergelijkt de ingewikkeldheid van de spirituele wetenschappen met de complexiteit van de hersenen. Hij heeft twee van zulke boekjes geschreven. Oók één van 1980. Ze liggen beiden in de kast. Soms lees ik er wat uit, en leg het weer weg. Ik zie hem als één van ons, als regenboog-mensen, bruggenbouwers, waar wij ook mee bezig zijn met de Vur en de Bilha in de tweede bijbel. In die zin zie ik dus in waarom hij op mijn pad was gebracht. Een tijd geleden ging ik terug naar het oude college waar ik opzat. Ik liep er alleen maar langs om naar de stad te gaan. Plotseling voelde ik een hand op mijn rug en er gleed een warmte door me heen, en toen ik mij omdraaide zag ik een oude man, als een leraar, maar ik kende deze man niet. De oude man verdween toen weer in het niets. Ik begon me af te vragen wie het zou kunnen zijn, en wat hij van me wilde. Later in een droom vertelde de scheikunde leraar mij dat ik de oude man op aarde nooit had gekend, maar dat het een leraar voor mijn tijd was. Ik word nu weer warm van binnen nu ik het schrijf. Gisteren was ik begonnen met het schrijven van dit stuk, en vannacht had ik weer een droom over de scheikunde leraar. We waren in een zaal met mannen die hemelse klassieke muziek schreven en maakten. Ze hielden allemaal toespraken ook om elkaars werk te waarderen. De scheikunde leraar scheen er geinteresseerd in te zijn, en waarschijnlijk was hij er ook mee bezig. Er begon een vrouw te zingen over de morgen die doorbrak, en toen werd ik wakker, en ik voelde dat er paradijselijke stralen in mijn hoofd waren doorgebroken. Na die keer dat ik het college had bezocht ging ik er nog een keer terug, ik ging er langs om naar de stad te gaan, maar ook wel een beetje om te zien wat er dit keer zou gebeuren. Ik zag overal metalen kleuren. Ik herinnerde dit gekleurde metaal van mijn opa die een keer als een soort ridder in mijn droom verscheen om me te helpen in een bepaalde strijd. In ieder geval was er een strijd gaande om de school. Ik denk dat er nog steeds een strijd om gaande is. Ook schoolgeschiedenis is belangrijk. Alles komt later van pas. We staan er niet alleen voor. Ook zij die al overgegaan zijn naar de andere dimensie, de wolk van getuigen (de jinns), helpen ons.
Religieuze wiskunde, de wiskunde van het leven, als de regenboog-spiritualiteit, ik zie er wel wat in ... de lucht vol met regenbogen, allemaal bruggen, van hart tot hart, door de Hogere Kennis gegeven ... Nu, wanneer we de reusachtige kloof tussen het westen en de arabische wereld zien, hoe overbruggen we dat ? De mythologie van deze twee culturen kan soms erg bedreigend of verwarrend overkomen. 5.8 - Chinese Wijsheid China is een land dat zo'n beetje de oudste geschriften van de wereld heeft, en waar al deze elementen van het christendom en de arabische wereld weer terugkomen, ook alle karakters en dynamieken die we tegenkomen in bijvoorbeeld het apocalyptische boek 'Openbaring' in de bijbel. Ik vond dat vroeger interessant als kind. Het las weg als een sprookje, alhoewel ik er niet veel van begreep. Mijn hele leven bestudeer ik dat boek al, en was zelfs in mijn jeugd lid van een tijdschrift geheel gewijd aan het bespreken van het boek 'Openbaring'. Maar er waren 'missing links'. Juist door mijn bestudering van andere culturen, zoals de Azteken, India, Egypte en China werden deze metaforen duidelijker. De I-Tjing is zo'n beetje de 'bijbel' van China, en wordt zelfs in het Westen veel gelezen. Het gaat over de metaforische bespreking van de reis door het leven. Die reis gaat door 64 gebieden die allemaal 6 verdiepingen hebben (64 hexagrammen, huizen). De I-Tjing wordt ook wel 'Het Boek van Veranderingen' genoemd. De I-Tjing laat zien dat het leven vol is van ogenschijnlijke 'teleurstellingen', maar die zijn nodig om verder te komen. Bijvoorbeeld als je valt in een put, dan vindt je op de bodem anderen (personen of energieen) die je een sleutel aanreiken om verder te komen in je leven. Zonder die put zou je die 'anderen' nooit zijn tegengekomen. Hoofdstuk 6. De Wand met de Dobbelsteen Erin 6.1 - De Orions-Afrikaanse Bio-Klok
In de Orions-Afrikaanse mythologie staat de godin Jèsoe op de bottenbrug van Oeloe. Dit ligt diep gecodeerd in het collectieve geheugen van de mensheid. Denk bijvoorbeeld aan het dal van doodsbeenderen in het boek Ezechiël. Het bot is een beeld van het sterven aan het illusoire, geprojecteerde zelf, opdat het ware zelf opkomt. Alles wordt in die zin geanalyseerd tot op het bot. Het is een beeld van Openbaring. Jèsoe, kennis, heeft de vijand van de valse kennis en de antikennis, oftewel haar schaduw-zelf, overwonnen, oftewel herzien. Ze heeft het een plaats gegeven. Het is duidelijk geworden in de hogere orde. Dit mythische plaatje verbindt de oude wereld met de nieuwe wereld, oftewel de illusoire wereld met de kern. Ergens midden op de brug, daar waar de godin Jèsoe staat is er een dimensionale overgang, worden de vibraties omgebogen. Daarom vermeld de Vur ook terecht : "Er is alleen leven mogelijk op de brug". Hier is het kruispunt van de realiteiten, van de afgezonderde fragmenten, en wordt de puzzel compleet. Deze belofte lag al in het NT dat de mensheid geleid zou worden tot de volle waarheid. De bottenbrug is wat de aarde verbindt aan het Orionse Afrika. In de bijbelse boodschap was al gecodeerd dat de mens tot de volle waarheid geleid zou worden : Johannes 16 12 Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; 13 doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid. In de moslim theologie gaat dit over de islam die zou komen. Waarheid is "emeth" in het Hebreeuws, wat komt van het Egyptische woord voor Waarheid "moa", "moet", die de godin van de Waarheid is, en de wet, de godin van het laatste oordeel, wat haar dualiteit heeft in het verslindende monster Amoet, die de zonde moet verslinden. In de Afrikaans-Orionse mythologie is dit ook Amoet, als de heilige bio-robotica. Mohammed is de reflectie van het emeth-amoet principe. De brug leidt tot Amoet. Dat is waar alle wegen toe leiden. Daarom gaat het Mohammed enigma ook niet zomaar weg. Het moet opgelost worden. Amoet is één van de gezichten van Jèsoe, die een viereenheid is. We hebben te maken met een Orions-Afrikaanse biologische klok en biotechnologisch mechanisme. Dit is iets groots waar ik als kind zijnde al krachtige buitenaardse dromen over had. De Kennis staat op de bottenbrug, roepende tot de mens die verstrikt is geraakt in de netten van de lagere aardse bestaansvormen. De Kennis roept vanuit het diepste van onze putten. Dit komt ook weer terug in de Spreuken van Salomo hoofdstuk 8 : 1Roept de Wijsheid niet en verheft de Verstandigheid niet haar stem? 2Boven op de hoogten aan de weg, daar, waar de paden samenkomen, is zij gaan staan, 3aan de zijde van de poorten, aan de ingang der stad, waar men de poortdeuren binnengaat, roept zij luide: 4Tot u, mannen, roep ik en mijn stem gaat uit tot de mensenkinderen! 5Gij onverstandigen, leert schranderheid, gij dwazen, verstaat het met uw hart. 6Hoort, want ik zal verheven dingen spreken en mijn lippen openen tot wat recht is. 7Want waarheid spreekt mijn gehemelte, een gruwel voor mijn lippen is de goddeloosheid.
8Al de woorden van mijn mond zijn in gerechtigheid gesproken; niets daarin is verdraaid en verkeerd. 9Zij alle zijn voor de verstandige juist, betrouwbaar voor wie kennis gevonden hebben. 10Neemt mijn vermaning aan en niet zilver, en kennis boven uitgelezen goud. 11Want wijsheid is beter dan koralen, al wat men zou kunnen begeren, kan haar niet evenaren. 12Ik, de Wijsheid, woon bij de schranderheid en ik verkrijg kennis door overleggingen. 13De vreze des Heren is het kwade te haten; hoogmoed en trots en boze wandel en een mond vol draaierijen haat ik. 14Mijner zijn raad en overleg, ik ben het inzicht; mijner is de kracht. 17Ik heb lief wie mij liefhebben, wie mij ijverig zoeken, zullen mij vinden. 32Nu dan, zonen, luistert naar mij, want welzalig zijn zij die mijn wegen bewaren. 33Hoort naar de vermaning, dan wordt gij wijs, slaat haar niet in de wind. 34Welzalig de mens die naar mij luistert, dag aan dag wachthoudende aan mijn deuren, bewakende de posten van mijn poorten. 35Want wie mij vindt, heeft het leven gevonden, hij heeft van de Here welgevallen verkregen. 36Maar wie mij mist, doet zijn leven geweld aan; allen die mij haten, hebben de dood lief. Dit is ook de ware oorspronkelijke Aramees-Griekse betekenis van wat ze nu heel slap "geloof" noemen, alsof het een gedachte is dat iets bestaat en daarmee is het af. "Geloof in Jezus," zeggen ze dan, en daarmee moet je dan belijden dat hij bestaat en iets voor je gedaan heeft, en klaar is het. Dat heeft niets met de oorspronkelijke betekenis van geloof te maken. Het Westelijke christelijke "geloof" is een bastaard, oftewel niet geldig, niet wettig. Oorspronkelijk is de Aramees-Griekse betekenis : "het luisteren naar en gehoorzamen van de Waarheid", "getrouwheid", "eed tot de Waarheid". Het is een instelling, geen opzegversje. In het Hebreeuws is het de zekerheid en betrouwbaarheid, de geverifieerde kennis. Het is een aanhoudend beveiligingssysteem van de waarheid, het woordje Amen, wat overgenomen is uit het Egyptisch. Amen staat voor : "gerechtigheid voor de armen", een thema wat ook telkens in de Koran terugkeert. In het EgyptischAramees, de twee moedertalen van het Hebreeuws, is de Amen de schepping door de baarmoeder, en in het Hebreeuws bereid dit voor tot de oorlog, als een opkomende ster. Het is een beeld van de wedergeboorte door het afleggen van de zondige schaduw-natuur. In het boek Openbaring is de Amen de getrouwe en de waarachtige. Het ware, oorspronkelijke "geloof" is in de oude talen gewoon "betrouwbaarheid" en "standvastigheid", het binden door een eed tot de waarheid, als een
heilige "gebondenheid". Er was ook een vorm van negatief geloof in het Grieks, namelijk : lichtgelovigheid, makkelijk te overtuigen, wat gewoon niets anders is dan onnozelheid. Dit is de vorm van geloven die vaak in het Westen wordt teruggevonden. De Egyptische 'mn' wortel van amen was het dagelijkse werk en de eeuwige inscripties in het hart waaruit de mens kon leven, wat symbolisch werd uitgebeeld als een touw waarmee de mens verbonden bleef aan de hogere natuur. Het is daadwerkelijk schandalig hoe het hedendaagse "geloof" zo'n corrupte betekenis heeft gekregen. 6.2 - De Kooi van Jèsoe Een ander Afrikaans-Orions mythologisch plaatje is Jèsoe en de Kooi. Jèsoe, de Kennis, was onder de mensen, maar de mens wilde de kennis niet, en zij sloten haar op in een kooi en behandelden haar beestachtig. Vergelijk dit met het Jezus aan het kruis verhaal. Het kruis is altijd het krachtigste symbool van de christenen geweest, maar het kruis speelt gewoonlijks geen grote rol in het leven van een christen. Wij maakten altijd verschil tussen de paaschristenen en de pinksterchristenen. De pinksterchristenen hadden min of meer het kruis verworpen. Het kruis is een symbool voor de pedagogische tucht (de opvoedingsleer). Wie het kruis verwerpt komt onherroepelijk in Toronto terecht, oftewel het pinkster-hedonisme. Jèsoe werd dus weggestopt in een kooi, in de Afrikaans-Orionse mythologie, zoals Jezus aan het kruis werd genageld in de christelijke mythologie. Alle theologieën rondom Jezus aan het kruis zijn gewoonlijks waardeloos, maar de mens kan zich soms wel met de man aan het kruis vereenzelvigen. Alleen : waar is de vrouw ? Waar is de moeder ? De man werd gevormd in de moederschoot van de aarde, een ander element zwaar verworpen door het kerkelijke, westerse bijbel-aanbiddende christendom. Hiertoe moest de islam komen, maar de archetypische moeder grond droeg nog steeds een masker in eerste instantie. De kooi maakte Jèsoe, de kennis, tot een wild beest. Zo brak zij ook uiteindelijk los uit haar kooi, en dit ligt diep in het archetypische onderbewustzijn van de mens verborgen. De kooi is een sleutelmetafoor die de oerkrachten van de afgronden van de menselijke ziel oproept. De mens komt zo in contact met zijn figuurlijke beest-zelf, die de mens moet helpen. De mens is immers deels beest. Jèsoe werd voor lange tijd zo gekweld in haar kooi dat zij uiteindelijk veranderde in het zondeverslindende beest "Amoet", wat ook terugkomt in de Egyptische mythologie van het laatste oordeel. Zo brak Jèsoe uiteindelijk vrij van haar kooi, terug de wildernis in. In sommige mythes van het Orionse Afrika verslond zij eerst een groot aantal van haar onderdrukkers, en ging de steden in om enorme slachtingen aan te richten, als een beeld van de wraak en het oordeel van God over de zonde van de mensheid. De mens betaalt een hoge prijs voor het achterhouden van de kennis. De kooi is in die zin een machtig symbool voor de Orionse Afrikanen waarmee zij zich kunnen vereenzelvigen in hun lijden. Vaak wordt de godin Jèsoe afgebeeld boven de kooi, als een teken dat zij de kooi heeft overwonnen, en dat een ieder die tot Haar, de Kennis, wil komen eerst door de kooi-ervaring moet gaan. De kooi is ook een beeld van Amoet zelf, de hogere gebondenheid, als de eed tot de zalige kennis. De kooi is dus net als het kruis tweeslachtig. Het beest waarin Jèsoe in haar kooi verandert verschilt per mythe. In sommige mythes is dit een zwarte panter, in anderen een zwarte roofvogel, of een combinatie tussen een zwarte leeuw en een
zwarte hyena. In de Egyptologie komt dit niet alleen terug in Amoet, maar ook in Anubis, de zwarte hondenwachter (jakhals, wolf, hyena etc.), de gids van de onderwereld. In de Germaanse mythologie komt dit krachtig naar voren in de mythe van Roodkapje en de wolf, waarin de wolf het meisje initieerd tot haar hogere zelf. Eerst wordt het meisje door de wolf opgeslokt, als de kooi, en dan wordt zij door dit proces zelf de wolf door tussenkomst van het jagers-archetype. Het verjaagde wordt zelf tot de jager. Deze natuur-verschijnselen zijn niet te stoppen vanwege de zogeheten spiegelwet dat de mens wordt tot wat hem onderdrukt. De mens moet worden tot zijn kooi in de Afrikaans-Orionse filosofie. Dat is ook het doel van de kooi-ervaring, en dit wordt dus door de Kennis gebruikt. De Kennis is hier eerst zelf doorheen gegaan, dus zij zit niet op een hoog troontje als een "regelmien" om iedereen zomaar vanuit het niets te betuttelen. Zij komt vanuit de bodem van onze put. Zij komt altijd van onderen. Dit is ook altijd een belangrijke boodschap geweest in het paaschristendom. De Kooi van Jèsoe is in die zin een machtige metafoor. De Kennis voelt met ons mee en kent het, en is onze leidraad hier doorheen, om het om te buigen tot iets goeds. 6.3 - De Kooi - De Diepte van het Kruis Het beest-zijn staat voor de bio-robotische oerinstincten van de mens, als de slapende Amoet die ontwaakt in de diepte van de ziel van de mens. De mens kan daarom niet zonder zijn beestnatuur. Op de Egyptische sarcofagen waren vaak beesten te vinden, als een beeld van de dode wiens ziel losbreekt uit zijn kooi door in contact te komen met zijn beest-zelf. Daarom wordt het beest ook zo door het controle-zieke christendom zo verafschuwd en gehaat. Dit is ook hoe Ra telkens tot transformatie komt in de onderwereld, telkens weer in een ander beest, als de verschillende aspecten van de robotische oerkennis, door de onderdrukkende, kooiende krachten van de tunnel van de onderwereld, die is verdeeld in gebieden tussen poorten en hun wachters, die als bewakers zijn. Onder deze druk wordt Ra wedergeboren. Al met al is de onderwereld het gebied van de zondeverslindende Amoet, wat een onderdeel is van het hogere zelf, als de top van de pyramide van het zelf die versluierd is door het onderbewustzijn. Als de mens in contact komt met zijn Amoet-zelf, dan breekt de mens door een bepaalde wand heen, maar dat is nog maar het begin van de tocht, en deze tocht is cyclisch, en zal telkens weer herhaald moeten worden om zo tot verdieping te komen. De mens komt dus in steeds diepere lagen van het Amoet-complex van de tunnels van de onderwereld. Zij zijn er voor om het diepste van de mens omhoog te brengen. De kooi is altijd ten dele, en kaleidoscopisch. De mens moet het kooi-medicijn leren kennen. Het is een medicijnen-wiel van transformatie, van het evenwicht tussen mens en beest. De kooi is een droom. Het kan de mens in alles blokkeren, maar nooit in zijn groei en creativiteit. Daarom is de kooi voor de Orionse Afrikanen ook een teken van overwinning. Het Jèsoe principe van kennis is alleen te vinden in de kooi. Hier op aarde zijn de religies een beeld van deze kooi. De mens kan er niet omheen, maar moet in de restricties gaan parelduiken. Jezus is in die zin de kooi van Jèsoe. Het kan niet zomaar in z'n geheel overboord gegooid worden, want dan wordt er meer weggegooid dan
je lief is. Er ligt een grote opdracht verborgen in het gevangeniscomplex genaamd J.E.Z.U.S. De mens moet hiermee zorgvuldig omgaan. Ook G.O.D. is zo'n gevangeniscomplex. De mens moet leren werken met dit potentieel gevaarlijke medicijn. Zoals het kruis aanvaarden moet de mens ook de kooi aanvaarden. Het kruis doodt de mens, maar de kooi houdt de mens gevangen en maakt de mens tot slaaf. De kooi is de diepte van het kruis. Het Eeuwig Evangelie in de Tweede Bijbel spreekt ook over een tweede (dieper) kruis in Afrika, iets wat groot zou worden. Het Roodkapje verhaal heeft diepe Egyptische wortels in de Anubis mythe, de wolf, hond of jakhals die de overledene door de onderwereld leidde. Hij leidde de ziel van de dode tot en door het oordeel in de onderwereld, waar hij het hart testte en bepaalde of het doorgang kon krijgen of verslonden moest worden door Amoet. In die zin moest Roodkapje dus verslonden worden als een beeld van het sterven aan haar zondige schaduw-natuur. Ook heeft het zijn wortels in de mythe van Hel, de Germaanse godin van de vruchtbaarheid, die een met bloed besmeurde hond had genaamd Garmr, wat "lap" betekent, als een rode lap, wat je kunt vergelijken met het rode kapje. Deze met bloed besmeurde hond, de rode lap, was de poortwachter van de onderwereld, van de poort van Hel. Het gebrul van de rode lap, het voorhangsel van Hel, is in de Edda, het heilige Noord-Germaanse boek, de Vikingse bijbel, de aankondiger van het Ragnarok, de Vikingse apocalypse waarin Odin, oftewel God, wordt verslonden door de wolf Fenrir, als een zinnebeeld dat het gods-idee van de mens vernieuwd zal worden. Ragnarok begint wanneer de wolf losbreekt van zijn ketenen. Ook Loki, de Hogere Germaanse Logos, het Hogere Woord, zou losbreken van zijn ketenen en de goden, die een beeld zijn van het Lagere Woord, ten val brengen, oftewel "herzien". Loki had zowel Hel als de wolf Fenrir voortgebracht, als Haar eigen transformaties. Dit zijn allemaal onderdelen van Roodkapje zelf, van haar hogere zelf, en dit ligt diep opgeborgen in de menselijke natuur. De mens moet de hel zien als het vruchtbare deel van het zelf. In de Egyptologie was dit Serket, de schorpioengodin van de baarmoeder van de onderwereld, de rode zon, de kern van de cyclische en nomadische natuur. Het bloed maakt een eeuwigdurende tocht door het menselijke lichaam. In een droom was Roodkapje in een geheel rode pij met kap. In een droom van de negentiger jaren werd ik achterna gezeten door valse beschuldigingen en rende ik door de glazen wand van de stad heen de wildernis in. Ik rende rechtstreeks op Roodkapje af die mij toen leidde naar een wand met een dobbelsteen erin. Dit is de dobbelsteen van de nodige transformaties van de mens. We kunnen stellen dat de bloedbesmeurde hond van Hel, de rode lap van de baarmoeder van de onderwereld, het voorhangsel van de menstruatie is, als de aankondiger van de vruchtbaarheid, het Ragnarok, waarin de mens met zijn godsbeelden eerst aan zichzelf moet afsterven om tot de hogere natuur te komen, wat ook weer terugkomt in het Roodkapje verhaal. Roodkapje is ook gebaseerd op de oergermaanse Volva of Wolwa, waar het woord "wolf" vandaan komt. De Volva (vgl. vulva, de uitwendige vagina als poort van de baarmoeder) was een vrouwelijke priesterorde van sjamaanse zieneressen. Zij werden herkend aan hun rode pijen met rode kappen. Zij werden ook wel spakona genoemd, profetessen, van het woord "spa", profetie. De volva stonden hoog in aanzien, en waren ook godinnen. Zelfs Odin kwam soms bij hen om raad vragen. Zij hadden grote macht, ook als oorlogsgodinnen, en hielden zich bezig met het offeren van de vijand, als een beeld van het doden van het ego, wat ook weer terugkomt in de psychologie van Jung. Het zelf is het synoniem van het goddelijke, en het ego is het synoniem van de vijand, of de zoon van het goddelijke. De oorlogsgodinnen gaven ook het moment van de strijd aan en gaven een oorlogsoproep, en functioneerden daarom als Germaanse amazones. Dit was ook de functie van de Germaanse profetessen. Van "spa", profetie, observeren, komt ook het Engelse woord "spy", onderscheiden, detecteren, het verzamelen van informatie, spioneren.
De volva gebruikten ook het bloedorakel, oftewel het zoeken van profetie door bloed. Zij hadden hiervoor de eeuwige bronnen van bloed, als watervallen van bloed. Ook Hel was een ingewijde in de Volva. Zij konden uit geboortebloed en menstruatiebloed de toekomst voorspellen of inzicht krijgen in de diepere achterliggende patronen. Het "bloed" is een metafoor voor de voortgaande (nomadische) openbaring. Er is geen aanleiding in deze mythologieën om bloed letterlijk te nemen. Ook dit is gewoon een figuurlijk, variabel onderdeel van de psychologie. In sommige NoordGermaanse mythes verlieten de Volva hun families en gingen in de wildernis wonen, wat ook allegorisch terugkomt in het Roodkapje verhaal. Roodkapje gaat naar het bos, naar haar grootmoeder, een beeld van het contact zoeken met de familie-stam in de onderwereld, door het "verlaten" van de huidige familie-banden. In de Edda zijn de Volva afstammelingen van de wolf. In de esoterie zijn wolven een beeld van het pasen. Zowel in de Germaanse als in de Egyptische mythologie leidt de wolf door de onderwereld, tot de wijngaard. Zo mag de mens ook verbonden worden met de wijnstok en worden tot een wijnstok door het pasen heen. Dit is iets heel metaforisch. Noach ging als Ra op zijn bootje door de onderwereld, waarvan de zondvloed een beeld is, en kwam zo tot de wijngaard. In het oude Egypte was de wijn verbonden aan de wet, en in de I Tjing is het verbonden aan inzicht, het hogere bewustzijn. 6.4 - Het Hart van Jèsoe Jèsoe, het psychologische Afrikaans-Orionse archetype van de kennis, stond aan de glazen wand van de stad, en tikte er op. Ze begon steeds harder te tikken, totdat het glas brak, en de barsten in het glas lieten het glas brokkelen, en andere dimensies kwamen door het brokkelende glas naar binnen, en ze begonnen te communiceren door het gebroken glas, de brokstukken gebruikend, en de stukken begonnen te verzachten totdat het plastic was, en ze begonnen te bewegen en van plaats te verwisselen. In de stad riepen de mensen altijd : "Het bloed van Jezus redt." Dat werd van mongool tot mongool doorgegeven, en aan hun kinderen. Bloed maakt niet zo'n verschil. Dan stroomt er bloed, en wat dan ? Dan heb je nog niks. Esoterisch valt er wel wat mee te doen, maar de orthodoxe, letterlijke formule is gebazel, puur vampirisme en luiheid. "Oh help, ik heb gezondigd. Laat ik er even wat bloed van de Heere Jezus oversmeren, en dan is het weg, en dan kan ik morgen doorzondigen, en dan weer even wat bloed van Jezus erover, en weg is het. Wat een heerlijk leven." Dus ja, dat kun je diepere betekenissen gaan geven, maar hoe kom je van zulke vampieren nu daadwerkelijk af ? Jèsoe bleef het raam inslaan, bleef erop tikken. Zij richtte de aandacht op een bijbelvers : Leviticus 17 10Ieder van het huis Israëls en van de vreemdelingen, die in hun midden vertoeven, die enig bloed eet – tegen zo iemand, die dat bloed gegeten heeft, zal Ik mijn aangezicht keren en hem uit het midden van zijn volk uitroeien. 11Want de ziel van het vlees is in het bloed en Ik heb het u op het altaar gegeven om verzoening over uw zielen te doen, want het bloed bewerkt verzoening door middel van de ziel. 12Daarom heb Ik tot de Israëlieten gezegd: Niemand van u zal bloed eten. Ook de vreemdeling, die in uw midden vertoeft, zal geen bloed eten.
Nu, "ziel" is "nephesh" in het Hebreeuws, wat ook "beest" betekent. Letterlijk staat er : "want het beestelijke is in het bloed." Het beestelijke is de robotische oer-instincten. Deuteronomium 12 23Houd er echter aan vast, dat gij geen bloed eet, want het bloed is de ziel (het beestelijke) en gij zult niet de ziel (het beestelijke) met het vlees eten. 24Gij zult het niet eten; gij zult het op de aarde uitgieten als water. 25Gij zult het niet eten; opdat het u en uw kinderen na u wèl ga, als gij doet wat recht is in de ogen des Heren. "Het vlees" is een figuurlijke term voor de zonde, wat verslonden moet worden. Natuurlijk is dat niet letterlijk. In de grondteksten is het vlees ook metaforisch, als zijnde dwaalleer en demonie. Het "vlees", oftewel de zonde, moet "verslonden" worden in figuurlijke zin. Christenen gaan zelfs zo ver te zeggen dat je alleen gered kan worden als je het bloed van Jezus drinkt, maar in het OT staat dat bloed niet ingenomen mag worden. In ieder geval : Wat wil Jèsoe daar mee zeggen ? Het bloed van Jezus is een veelgebruikt stokpaardje wat regelmatig van stal wordt gehaald, en alhoewel daar esoterisch wel wat voor te zeggen valt is de letterlijke en orthodoxe zin van deze fabel werkelijk waar afschuwelijk en misdadig. Natuurlijk is dit een zegel wat verbroken moet worden. Het bijbelvers gaf het al aan : Diep in het bloed verborgen zit het beestelijke, het robotische oer-instinct van het zelf. Nephesh betekent namelijk ook "zelf". Dit is dus iets heel practisch wat de mens nodig heeft. "Het bloed bedekt alles." Ja, meer dan ons lief was. Het is tijd om in de diepte te gaan, en te komen tot het "beestelijke van Jèsoe", van de kennis. Het beestelijke is namelijk gemaakt naar de aard van het goddelijke. Dit is ook de reden waarom in de Egyptologie de goddelijke archetypes zowel mens als beest zijn. Ook in de bijbel is dat een feit. De mens heeft zijn beestelijke natuur dus nodig. Het kruis leidt tot het bloed. En dan ? Neen. Nog dieper is de kooi die tot het beestelijke leidt. Dan komen we tot de kern van de Afrikaans-Orionse psychologie. Door het beestelijke zelf kan de mens weer dromen en door aardse muren heenbreken. Dit is waartoe Ra door de onderwereld reiste. Zo kwam hij ook weer voort vanuit de moederschoot. Jèsoe tikte op het raam. Ze was het zat. Haar kennis komt tegen de zieldodende kletspraat van het bloed van Jezus. "Jezus" was een voorbeeld om na te volgen, geen goedkoop afwasmiddel. In ieder geval "het bloed" moet zijn plaats vinden, en gedecodeerd worden. Het beestelijke is het geheim achter deze sluier. Het beestelijke verbindt de mens aan de hogere robotische chip. Het beestelijke is zware technologie om je weg te vinden door het gallactische oerwoud van zoveel gevaren. Jèsoe richtte toen de aandacht op een ander vers : Hebreeën 10 29Hoeveel zwaarder straf, meent gij, zal híj verdienen, die de Zoon van God met voeten heeft getreden, het bloed des verbonds, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht en de Geest der genade gesmaad heeft? 30Want wij weten, wie gezegd heeft: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden! En wederom: De Here zal zijn volk oordelen. 31Vreselijk is het, te vallen in de handen van de levende God! Het beestelijke in het bloed is het instinctieve, intuïtieve, robotische deel : het hart. In het Bloed van Jezus zit diep verborgen : het Hart van Jèsoe, het immunologische spasme wat het lichaam bestuurt en behoed. Dit is wat de mens met voeten heeft getreden, en de mens zal die sluier af moeten doen, want het is een schaduwzelf. Waarom blijft de mens hier omheen draaien ? Jèsoe sprak : "Kennis zonder zintuigen is dood. Kennis zonder hart is dood." Het hart is het robotische centrum van het menselijk lichaam zonder welke geen leven mogelijk is. Leven is zintuigelijkheid in het metafysische, anders is de mens levende dood. De materialistische mens heeft geen hart en is hierdoor versteent. Het hart is het esoterische centrum van de mens. Het christendom is een bloedoffer-cultus, oftewel bloed-obsessief. Gecodeerd in de bijbel liggen de woorden van Jèsoe die
de mens terug wil leiden tot het hart, de bron van het bloed. De mens kan niet met bloed omgaan. De mens moet terugkeren tot het hart. "Geweld", ook "goddelijk geweld" mag alleen maar gezien worden als een metafoor. In die zin is het hart het gewelddadigst, want de bloedzuigende mens moet een harde dood aan zichzelf sterven. Door allerlei ingewikkelde spiegelwetten manifesteert "goddelijk geweld" zich soms wel in het materiële, maar het heeft een filosofisch-robotische oorsprong. Het is een psychologisch element wat niet weggedacht kan worden, maar wat gedecodeerd en geanalyseerd moet worden. De tucht is gewelddadig, maar zij is uitgemeten en rechtvaardig. Wat wordt hiermee bedoeld ? Het is het natuurverschijnsel van de kettingreacties. Niemand kan dit stoppen. Het is het boemerang-effect. De mens kan het schuiven op God of de duivel, maar het zijn gewoon spiegelingen. God en de duivel doen niks. De mens moet gewoon ontwaken tot de hogere spiegel-kennis. Alles wat zich hier op aarde afspeelt zijn de ingewikkelde wetten van energie-wisseling. Hiertoe moet de mens de hogere natuurkunde, de metafysische natuurkunde bestuderen. De kern van het leven is robotisch, waarvan in de Afrikaans-Orionse psychologie "het Hart van Jèsoe" slechts een metafoor is. 6.5 - De Ontwaakte Amoet Het "oordeel", oftewel de karmatische kettingreacties, over het christelijke schaduwzelf staat gecodeerd in de bijbel die stelt dat bloed niet ingenomen mag worden, terwijl de christenen het bloed van hun afgod drinken en zo het bloed van het verbond vertrappen. Deuteronomium 12 25Gij zult het (bloed) niet eten; opdat het u en uw kinderen na u wèl ga, als gij doet wat recht is in de ogen des Heren. In een droom ging Roodkapje volledig gehuld in een rode monnikenpij met kap op een bootje de diepte van de wildernis in om haar grootmoeder (grote moeder) te bezoeken, als een beeld van het verloren familielid, het hart. Hiertoe moest Roodkapje het beest ontmoeten. Dit beest nam alles over, zowel de grote moeder als Roodkapje zelf. Het was een beeld van het bio-robotische. Het overweldigt alles, als een beeld van de apocalypse. De bootreis van Roodkapje dieper de wildernis in ligt gecodeerd in de islam. De islam is de code van het diepere van het kruis, terug de baarmoeder in van de onderwereld, de kooi. Dit is verbonden aan een ander sprookje, namelijk dat van Hans en Grietje, wat zich ook afspeelt rondom een kooi diep in de wildernis. In die zin zijn deze sprookjes ook weer verbonden aan de islam als een belangrijk element in de filosofische kosmologie. De ziel is in het bloed, betekent ook in het Hebreeuws : "het hart is in het bloed." Dat is precies wat gecodeerd ligt in het Roodkapje verhaal. Het hart, de robotica, is verbonden aan de eeuwigheid, want zonder de eeuwigheid kan de ware robotische impuls niet opgewekt worden. De mens is omringd met spiegel-realiteiten waarin de mens is opgesloten. De mens wordt gekweld door zijn eigen spiegelbeelden en schaduwen. Het is om het beest op te wekken, de robotische impuls, als in het yin yang mechanisme dat het kwaad het goede vormt en oproept. De mens vindt dan rust in het eeuwigheids-principe, maar in het christendom had dit een nogal nare schaduw van de eeuwige hel.
Dit is voornamelijk een Westerse christelijke leugen, want in het Grieks is aion de eeuwigheid als een beginnend en eindigend tijdperk, als een locatie ergens in het onderbewustzijn. Aion is oorspronkelijk de Griekse god van de tijd, een metafoor van creativiteit en diepte. In de Romeinse religie werd dit principe vervrouwelijkt tot de godin Aeternitas. Dit waren abstracte tekenen van wedergeboorte. De eeuwigheden of aeonen waren gepersonificeerde principes die het rijk moesten beschermen, wat ook gebeurde in de gnostische kosmologie. Zij werden soms ook op munten afgedrukt. Alle eeuwigheden bij elkaar vormen de code van het ultra-robotische bio-ritme van de gnosis, de ontwaakte Amoet. Dit is het punt waarop de wolf verschijnt in het Roodkapje verhaal. Het is het geheim van het hart van Jèsoe, en dat is ook waar de godin Aion voor staat : de mysterie religie. De klok kan het niet bevatten, dus draait door, totdat de cirkel vele malen is rondgegaan, en het diepte heeft gevonden. In de gnostiek vormen de aeonen, de eeuwigheden, de trap (tussenstappen) van de emanatie van de gnosis. In het gnostische evangelie onderwijst ook Jezus over de aeonen. De hogere aeonen werden in de gnostiek soms de waterlichten genoemd, wat ook weer diepgaand terugkomt in de poezie van de Tweede Bijbel. Ook werden zij "de stilte" genoemd, en zij waren esoterisch, terwijl de lagere aeonen orthodox waren en bedriegelijk. Zij kopieerden en verdraaiden. Tussen de hogere aeonen en de lagere aeonen is er een sluier, een limiet, een midden. De lagere aeonen waren dus schaduwen, tegengestelden, van de hogere aeonen. De hogere aeonen zijn de wateren die boven de materie zijn, dus eigenlijke "het water dat op de materie loopt", in plaats van andersom in de Jezus mythe. Mensen die de gnosis brachten werden zoveel mogelijk uitgeroeid door de kerk, ook hun geschriften werden vernietigd. Daarom is het van belang te zoeken naar dat wat er nog is overgebleven, om daar hemelse sleutels in te vinden. De mens moet dus een reis maken door de verschillende aeonen.
De Egypte Code COAB 2017 Hoofdstuk 1. De Orion Link 1.1 Het Schip van Jèsoe 1.2 De Arcturische Lens in Babylonische Mythe 1.3 De Bijbel als Spiegelboek van de Babylonische Mythologie 1.4 De Paradijs Mythe en het Raadsel van de Tweede Wereldoorlog 1.5 De Wet van Wijsheid - De Esoterische Betekenis van de Wet 1.6 De Zoektocht naar de Heilige Veer Hoofdstuk 2. De Noord-Korea Link 2.1 De Interne Sleutel van Noord-Korea - De Decodering van de Dreigende Atoom-Oorlog 2.2 Noord Korea - Het Raadsel van de Diathesiek Hoofdstuk 3. De Egyptische Wortels van het Christendom 3.1 Het Begrijpen van de Vader Cultus 3.2 De Onderwerping van de Wil 3.3 Het Kain Verhaal Wat Zijn Oorsprong Heeft In Egypte - De Motor van de Gnosis 3.4 De Egyptische Wortels van Jehovah 3.5 Ra in het Oude Testament 3.6 De Egyptisch-Israëlitische Wortels van het Wodan Mysterie 3.7 De Egyptische Wortels van Kaïn 3.8 De Egyptische Wortels van Amen
Hoofdstuk 4. Het Kruis in de Woestijn 4.1 De Noord-Koreaanse Oorlogs-dans 4.2 De Dieren van het Paradijs 4.3 Surven op de Golven van het Paradijs 4.4 De Komst van de Wereldschepen 4.5 De Wereldschepen 4.6 De Egyptische Wortels van Job 4.7 Poëtiseren 4.8 Het Witte Hek Mysterie 4.9 De Roep van de Pauw 4.10 Muziek van de Gnosis 4.11 Het Herkennen van de Lagere Wil 4.12 Het Herkennen van de Lagere Wil II 4.13 IJsziek Zijn 4.14 De Samensmelting van Stad en Natuur 4.15 Positive Atomic Energy 4.16 Toy Energy 4.17 Het Leven Is Een Wasmachine 4.18 De Diepte van de Kooi 4.19 Leiding in de Woestijn Hoofdstuk 1. De Orion Link
1.1 Het Schip van Jèsoe Een vredesduif vliegt hoog in een kerk. Overal zijn ramen. De vredesduif begint te krijsen en de ramen worden rood. Even later is de hele kerk ommuurd met rode glazen wanden. Hier binnen speelt het leven van de kerkelijke mens zich af, en van de mens die uit de kerk is ontsnapt, want je kan wel de kerk uitgaan, maar hoe krijg je de kerk uit jezelf weg ? De vredesduif is een belangrijk symbool van de christenen, namelijk van de Heilige Geest, maar die duif brengt helemaal geen vrede. Het bedreigt andersdenkenden met de eeuwige hel. Niet metaforisch, maar leterlijk. Althans ... bekeken door de Arcturische lens, de lens waardoor de mens het aardse beleeft. De vredesduif van de christenen brengt dus een valse vrede, een verdraaide vrede, heel selectief. De kerk is diep in het rode ijs. Het leidde mij tot een plaats waar een tamtam stond, van de oerritmes, van de natuur-wiskunde. Een lam, het symbool van de wederkomst van Christus, getekent op het glas van de kerk. Het glas brak, werd ingeslagen, en in de plaats van het lam was een geldstuk, als beeld van de oer-economie. Zo waren er oersymbolen verborgen achter de symbolen van het christendom : kruis - oerkooi bloed - oerhart duif - oertamtam lam - oergeldstuk Hoe deze orthodoxe symbolen te neutraliseren ? Denk eerst drie seconden aan het orthodoxe symbool, en mediteer dan een paar minuten over het oersymbool wat erachter ligt, totdat je merkt dat je de energie ervan hebt opgepikt, als een eerste contact. Probeer dan voor één seconde terug te denken aan het orthodoxe symbool, en mediteer dan weer een paar minuten over het oersymbool wat erachter ligt. Het is belangrijk dat de oereconomie hersteld wordt, van Orion, wat geen materieel geld is, maar in de zin dat geld een metafoor is van de wet, van "het aan de condities voldoen". Orion is de innerlijke wet, waarvan het oergeld dus een metafoor is. We zien dus in het christendom de verafgoding van de duif en van het lam. Hoe is dat precies ontstaan ? Het antwoord is : de Arcturische lens. In de Orions-Afrikaanse mythologie is er het reusachtige symbool van het oerschip, wat ontstaat in de woeste wateren van het bestaan. Dit wordt door de Arcturische lens gesplitst in de illusie van de christelijke Heilige Geest en het christelijke lam, de Wederkomst. En deze illusie heeft altijd de aarde geterroriseerd, en nog steeds, sinds de
opkomst van het christendom. In de wilde wateren van het leven wordt de mens tot een schip. Dat is eigenlijk de boodschap en het doel van de wilde wateren. Het lammetje en het duifje proberen daarvan af te leiden, maar toch hebben ze het ook in diepte in hen, omdat zij de gesplitste en verdraaide delen van het schip zijn door de Arcturische lens. Vandaar ook dat het Eeuwig Evangelie spreekt over het duivenschip, wat die link laat zien. De mens moet door alle sluiers heen doordringen tot het Centrale Orion, tot het Hogere Orion, waar een prachtige natuur is. De poortwachter of sleutel tot die plaats is de metafoor van een man met een hoofd wat een schip is. In Saturnus was een soort buitenaardse voor-Egyptische cultus (liggend achter de Egyptische energie en ermee verweefd), en de goden en godinnen hadden zoals in Egypte andere hoofden, maar ditmaal geen dierenhoofden, maar hoofden van objecten en zelfs zwaar technologisch, dus bijvoorbeeld : een TV-hoofd, een treinhoofd, een vliegtuig als hoofd, een bloem als hoofd, een telefoon als hoofd, enzovoorts. In ieder geval de man met het schiphoofd was genaamd TEE, en hij kan ook in een schip veranderen, een heel groot schip. Dit schip gaat door een heel groot oerwoud in Centraal Orion, over een grote wildernis-rivier. Die man met het schiphoofd is als een achterliggende energie van Ra (die altijd reizen door de onderwereld/ oerbaarmoeder maakte op een schip). Natuurlijk hebben die buitenaardse "cultussen" geen verknipt beeld van goden zoals het oppervlakkige christendom, maar als metaforisch, personificaties van dynamieken binnen de gnosis/ oneindige kennis. In ieder geval is die "cultus" dan ook in Centraal Orion, dus niet alleen op Saturnus, dus het is een groot buitenaards netwerk, en die "cultus" is puur filosofisch, wat ook de Egyptologie was. In Afrika-Orion ligt dan de oorsprong van het schip, wat ook een beeld is van de godin Amoet, die in het wilde water, de zee, waarin zij opgesloten zat, losbreekt en tot een schip wordt. Dit is hetzelfde idee als dat Jèsoe, de metaforische godin van de kennis, opgesloten zat in een kooi en onder die druk de woeste zondeverslindende Amoet werd, als een beest, of als de kooi zelf. Amoet zou net als Andromeda in de Griekse mythologie, geofferd worden aan de zee. In de Griekse Andromeda-mythe kwam Perseus haar te hulp. Zij was geketend aan een rots. Perseus had het Medusa monster verslagen, en droeg nu zelf het Medusa hoofd als masker. Perseus was slechts een deel van Andromeda zelf, haar beesten-zelf, die haar tegemoet kwam. Andromeda veranderde dus in diepte zelf in het beest. In de Afrikaans-Orionse mythologie is Jèsoe of Amoet in de Andromeda rol, in de zin dat Jèsoe verandert in het beest Amoet. Jèsoe-Amoet raakt in dat proces los van haar ketenen, maar in het water raakt zij in gevecht met een monster, of is zij in gevecht met de golven. In dit gevecht verandert zij in een schip. Vandaar dat niet alleen de kooi en de ketenen belangrijke Orionse-Afrikaanse symbolen zijn voor het kruis, maar ook de zee. De woeste, onderdrukkende macht van de zee is dus nodig om Jèsoe-Amoet in een schip te doen veranderen.
Vandaar dat het Eeuwig Evangelie ook spreekt over de komst van de wereldschepen waarin grote "behoudenis" is en die de mens zal terugleiden tot de verhalen. Er is een grote Eeuwig Evangelische mythologie rondom de wereldschepen. 1.2 De Arcturische Lens in Babylonische Mythe Het leven is heel economisch. Je hebt iets gekocht of gehuurd en daar hangt dan een prijskaartje aan en mogelijke belastingskosten. Als je een monster hebt verslagen en je hebt daarvoor een bepaald wapen gebruikt, dan moet het wapen ook betaald worden, de ammunitie en betaal je wapenbelasting enzovoorts. Naast het Egypte-fundament van de civilisatie, zwaar verstopt onder het christendom overigens, ligt er ook het Babylonische fundament, wat gelijk opliep. Het is belangrijk voor het begrijpen van het christendom en de Arcturische lens. Ook dit fundament werd naast het Egyptische fundament zwaar gebruikt in het tot stand laten komen van de bijbel, en toen moest dit fundament dus ineens snel verborgen en gedemoniseerd worden, want dit was de gevoelige plaats van de christelijke kerk. Hier had de christelijke kerk haar schuilplaats. Laten we kijken hoe dat gebeurde : De Babylonische oergodin van de zoute oerzee van chaos en schepping was Tiamat, een Akkadisch-Babylonisch woord, wat later door de Israëlieten werd overgenomen als de Tehom diepte van Genesis 1:2, waaruit de schepping voortkwam. Tiamat of Tiamut is T-Amoet, wat in het Egyptisch betekent "de Amoet" of "de zee Amoet", wat laat zien dat dit Amoet, de zondeverslindende baarmoeder, in haar zee-vorm is. Vanwege de wet van contrasten bracht zij uiteindelijk Marduk voort, een boerse en stadse staatsgod, als een soort van Arcturische lens in de Babylonische mythologie, die haar verscheurde, opsplitste, en zo een deel van haar gebruikte voor de hemel, en een ander deel voor de aarde. Zo werd dit op aarde geprojecteert als een illusie waarin een "godenzoon" zijn moeder, de oermoeder van de godenwereld, ombracht om zich op haar troon te zetten, wat ook min of meer in de gnostische mythologie gebeurde, waarin het verblindende licht, Sabaoth, de oerduisternis verslond, en zo de wijsheid, sophia, en de kennis, gnosis, de gnostische oermoeders, versluierde. Hij volgde hierin zijn vader, Yaldaboath, op, die hier al mee was begonnen, maar Sabaoth vond hem nog te duister. Deze overgang zien we ook terug in de overgang van het OT naar het NT, van Yahweh naar Jezus, oftewel van het Judaïsme tot het christendom.
Dit is dus een natuurverschijnsel door de wet van contrasten, door de wet van yin yang, dat Tiamat, T-Amoet, oftewel Amoet, haar tegengestelde voortbracht om Haarzelf te verbergen achter de Arcturische lens, Marduk. Wij leven nu alleen met de verdraaide fragmenten van de afgesplitste kennis. Door Marduk werd de mens losgesneden van de oermoeder, van het oerbeest, oftewel van de beestelijke kwaliteiten van de mens, en zo werd de mens tam gemaakt, tot een slaafse consument van de staatsmarkt. Jezus had de wilde zee gekalmeerd. De mens kon het niet aan, want de mens had eerst een tegengestelde cryptische laag nodig om zo door langzaam te reflecteren een pad terug te vinden tot de woeste oerdiepte, die overigens van een hogere orde was. Vandaar dat deze natuurverschijnselen van scheuring door de Arcturische lens van levensbelang zijn. 1.3 De Bijbel als Spiegelboek van de Babylonische Mythologie Als kind was mijn favoriete bijbelverhaal altijd "het beest uit de zee". Dat vond ik zo spannend, en zelfs echt griezelig, vooral omdat ik dacht dat het echt zo letterlijk zou gebeuren, dat er een zevenkoppig beest uit de zee zou komen. Het brak mijn hele fantasie-wereld open, en het inspireerde mij op allerlei manieren. Ik had er vlinders van in mijn buik. Ik was verliefd op dat verhaal, en die liefde is eigenlijk nooit weggegaan. Ik bewonderde het plaatje in mijn hoofd wat ik erover had, maar natuurlijk was het beest iets wat door het christendom geminacht werd. Het beest stond natuurlijk volgens hen niet aan de juiste kant van het schaakbord, en daar viel ook wel het één en ander over te zeggen. In mijn tiener-jaren begon ik de apocalypse rondom het boek Openbaring, rondom het beesten-verhaal, ijverig te bestuderen. Ik werd zelfs lid van een magazine erover, en kwam uiteindelijk op een theologische school terecht vanwege deze obsessie. Ik moest en zou het antwoord weten wat die raadselen betekenden. Het was pure mythologie, en hoe meer ik het bestudeerde hoe meer ik erachter kwam dat het dualistisch van aard was, en niet slechts eenzijdig zoals de christenen het altijd brachten. Toen ik daarna ook de grondteksten van het verhaal in Grieks en Aramees begon te studeren bleek ik daar ook wel in bevestigt, want ook in de grondteksten was het een dualiteit. Het beest kon aan beide kanten van het schaakbord staan. In de grondteksten werd de vrouw op het beest zelfs door Johannes bewonderd en vereerd. Toen later kwam ik het hele verhaal ook in de mythologieën van andere culturen tegen. In de bijbel werd de vrouw die op het beest reed de moeder van het geheimenis van het grote Babylon genoemd. In het Grieks is het geheimenis de allegorische betekenis van iets of van de bijbel. In het Aramees heeft het dezelfde betekenis. Dit beest zou voortkomen vanuit de oerafgrond, en de vrouw zat op of aan vele wateren. Deze teksten gaan in de context van de babylonische mythologie over Tiamat, de Babylonische vorm van Amoet, die een belangrijke rol speelde in het Laatste Oordeel in de Egyptische mythologie en theologie. Tiamat had verschillende beesten voortgebracht die aan haar zijde streden tegen de opstandige goden die haar partner hadden omgebracht. In die zin vervulde zij de rol van een soort Babylonische Maria Magdalena.
De dualiteit is dat de mens zowel het beest moet overwinnen als worden. Er is dus een goede beestnatuur en een slechte beest-natuur. Vandaar dat er ook wordt gesproken over een Ouroboros teken in de Egyptologie : een slang of draak die zichzelf in de staart bijt, als een teken van zelf-zuivering. Het beest verslindt zichzelf als een teken van de eeuwige cyclus van sterven en wedergeboren worden, slapen en ontwaken, waardoor de natuur zichzelf zuiver houdt. Het is het teken van transformatie, want het beest geeft ook weer geboorte aan zichzelf. Ook in de gnostiek werd het Ouroboros teken gebruikt, en werd het ook het autogenes-principe van zelf-geboorte genoemd, wat een reden was waarom de kerk de gnostici vervolgden, want de kerk had gesteld dat er alleen wedergeboorte was door de kerk. In Openbaring treedt de Ouroboros in werking op het punt wanneer het meerkoppige beest en zijn horens de vrouw die erop rijdt verslinden. Dan kun je stellen : Het is Marduk, die Tiamat verscheurde, maar het was ook Tiamat zelf die haar schaduw-natuur verslond. Marduk is een Babylonisch beeld van Jezus die de draak versloeg. Dit is een dualiteit. Het heeft een goede kant en een slechte kant. In dat opzicht kunnen we ook in deze mythe niet eenzijdig een partij kiezen, maar moeten we tot de ambiënte betekenis van het raadsel komen. Het is dus een groot orakel. In de Aramese betekenis is het geheimenis van de vrouw op het beest de eucharistie, oftewel het avondmaal. De letterlijke betekenis van het avondmaal is de valse bloedleer waarin onschuldig bloed vergoten moet worden om de schuld van de schuldigen weg te wassen, als door een tovertruukje, wat ook in de kerk wordt geleerd. Er is dus verschil tussen de lagere kerk en de hogere kerk. De hogere kerk is esoterisch, en die gaat ook tot de esoterische diepte van de grondteksten, die al esoterisch in definitie waren, omdat die talen al per definitie esoterisch zijn. De bloedoffers waren symbolen, geen letterlijkheden. Het bloedoffer was de mens die zichzelf overwon, zijn valse, leugenachtige natuur. De Bilha, het grote boek na de Vur, binnen de Tweede Bijbel, brengt de oorspronkelijke betekenissen in de grondteksten van deze gruwelijke teksten weer terug, en dat is hoog nodig in deze gevaarlijke tijden van religieuze obsessie en extremisme. De mens moet het raadsel ontraadselen, anders zal het in zijn gezicht ontploffen. De tijdbom tikt. De eucharistie is in de goede zin van het woord het ontraadselen en analyseren, ook het allegoriseren, als de Ouroboros, de zichzelf verslindende Amoet. 1.4 De Paradijs Mythe en het Raadsel van de Tweede Wereldoorlog Ieder kind in het Westen kent wel het verhaal van Adam en Eva die van de verboden appel aten en zo in de onderwereld terecht kwamen, maar deze mythe komt in verschillende culturen voor. In de indiaanse Azteekse mythe van Meso Amerika nam Xochiquetzal, de Azteekse Eva en godin van de vruchtbaarheid, bloesem van de heilige boom, een bloem, en werd hierdoor gegrepen door de
slangengod, Tezcatlipoca, de spiegelgod van de nacht, die een been had als een slang, wat ook een spiegel was. Zo werd Xochiquetzal naar de onderwereld gesleurd als beeld van een "drugs-trip". De wortels van de Midden Oostelijke beschaving liggen in Sumer, in Zuid-Mesopotamië, het exotische gebied aan de Perzische golf, een inham waar de Eufraat en de Tigris de Perzische golf ingaan, aan de kust van het huidige Irak. Mesopotamië betekent : het land tussen de rivieren. Sumer is ook de wortels van het Babylonische rijk. Enki was in de Sumerische mythologie de god van de vruchtbaarheid en de schepping. Zijn partner was de godin Ninhursag, de moeder en koningin van de goden. Zij had planten geschapen van zijn zaad, en ze vervolgens verboden. Toen Enki toch van de planten nam kwam hij onder een vloek en werd tot de onderwereld genomen. Dit was ook een teken dat hij van zware drugs had genomen. Het had hem gestoken in zijn keel. De godin Nazi, de godin van het sociale recht en van profetie, de godin van de Perzische golf, moest hem toen genezen. De mythe van Enki en Ninhursag ging vooraf aan de Joodse versie hiervan, en er waren nog wel andere mythes van Sumer die geboorte gaven aan de Joodse versie die we kennen van de bijbel. Adam en Eva hadden in de oorspronkelijke Joodse tekst niet zomaar van een appel genomen. In het Hebreeuws wordt het woordje "periy" gebruikt, wat ook takjes kan betekenen. Zij hadden genomen van een bepaald kruid wat een zware hallucinatie had opgewekt. Zij hadden drugs genomen, en kwamen zo in een andere wereld. Zie hier de vergelijking met de Arcturische lens van de matrix, waardoor alles wordt gesplits en omgedraaid, als door een betoverde spiegel. Daarom is het in de wereld waarin wij leven zo'n zooitje. Adam en Eva gingen via de drugs door de Arcturische spiegel, zoals de Azteekse Xochiquetzal en zoals Enki in de mythes van Sumer. Waar gaat het nu om ? We zagen dat de godin Nazi dit kon herstellen, als de Sumer versie van het Andromeda-mechanisme wat door de Arcturische lens breekt om de mens terug te leiden tot het hogere Orion. Daarom werd de godin Nazi juist door de Arcturus-lens helemaal verkeerd voorgesteld. Alles werd omgedraaid en vermannelijkt in Nazi Duitsland in de tweede wereld oorlog, de nationaal socialistische partij die miljoenen Joden om zeep hielpen. Nationaal socialisme, de valse nazi, is tegengesteld aan Nazi, de godin van de sociale gerechtigheid (internationaal). Wij kregen een gruwelijke afgebogen, corrupt geworden reflectie van dit principe te zien op deze gevallen aarde. De godin werd gruwelijk bespot. Wel is het dus een raadsel. Het jodendom was in zijn orthodoxe vorm ook een soort van nationalisme, want andere rassen en religies werden door deze harde kern niet geduld, terwijl ze wel liepen te pronken met de mythes van andere volkeren. Het was puur plagiarisme. Dat zou op zich niet zo erg zijn, maar dan moeten ze niet ineens net doen alsof het allemaal van hen alleen is, en dan er hun monopolie over wanen. Niet alle Joden zijn zo, gelukkig maar. Er waren ook een heleboel esoterische Joden, dus het generaliseren van alle Joden door de Duitsers des tijd was natuurlijk goed fout, maar het was een bijverschijnsel van de Arcturische lens, iets hoogtechnologisch, wat alle dingen omhuld met zijn of haar contrasten, en dan kom je in een doolhof van raadselen terecht, een labyrint, allemaal om de mens te testen en het beste van de mens omhoog te brengen. Daar kan de mens dus niet aan ontkomen. De mens moet de puzzel van de Arcturische spiegel zien op te lossen. Het is een gevecht tegen de matrix in een groot
puzzelavontuur. Dit avontuur wordt ook beschreven in de Tweede Bijbel in het mysterie van het meisje met de rode laarzen. Als de mens denkt de tweede wereldoorlog te zien, dan was het maar een meisje die haar rode laarzen had verloren, stelt de Vuh, het eerste grote deel van de tweede bijbel. In de Vur, een ander deel van de tweede bijbel, staat hierover : 104. RODE LAARZEN 5. Druipend bloed, Maar het was gewoon een vrouw met rode laarzen, Oorlogen, Maar het waren gewoon haar rode laarzen In deze boeken is dit ook verbonden aan het paradijs-mysterie. De mythe wil dat de laarzen gemaakt zijn van de vacht van rode tijgers, die zij eens nam uit de ark van Noach. Maar deze mythe gaat eindeloos door in de tweede bijbel. Ik wens jullie allemaal een goed puzzelavontuur in dit labyrint genaamd aarde. En onthoud : Niets is wat het lijkt. 1.5 De Wet van Wijsheid - De Esoterische Betekenis van de Wet In het Orionse Babylon, oftewel het buitenaardse Babylon, zien we de godin Soera met haar Abraham, wat op aarde in de Joodse traditie is geprojecteerd als Sara en Abraham. Abraham was geboren in Ur, in Babylon, wat nu Irak is. Soera is de Orions-Babylonische godin van wijsheid, als de Sophia-bron, en Sarsia in het Atlantistijdperk beschreven in de Atlantische bijbel destijds, genaamd de Troiade, ook genoemd in het Eeuwig Evangelie waarin Sarsia een bepaalde rol heeft als oorlogs-engel. Zij is ook de godin van de schepping en de kunst. De oorlog is puur een metafoor voor het ontzegelen, decoderen, het begrijpen, wat ook de definitie van wijsheid is. Net als in het Orionse Afrika wordt in het Orionse Babylon het filosofisch-metaforische Jèsoeprincipe van de kennis toegepast. In het hogere Orion worden de gnostici daarom ook wel de
Jèsoeieten genoemd, wat ook weer verklaard waarom op aarde er zoveel stijfkoppige christenen rondlopen die bij hoog en laag beweren dat "Jezus" "God" is, en die zijn geen mogelijkheid er vanaf te brengen, omdat dit een bijna bevroren reflectie is van het Jèsoe-principe door de Arcturus-spiegel die alles heeft omgedraaid en verletterlijkt totdat het materialiseerde als keihard onwrikbaar steen. Dit is vooral zo in het Westen, waar alles zich naarmate de tijd verstreek steeds meer ging verletterlijken tot het literalistische christendom, totaal afgesneden van de Oosterse oorspronkelijke betekenis. Naarmate de mens dieper het Oosten ingaat valt de letterlijke sluier weg en worden dingen steeds meer esoterisch, om zo terug te gaan tot de gnostische wortels. Heel duidelijk is de Arcturische lens als een spook tussen Oost en West, die alles wat vanuit het Oosten op het Westen wordt geprojecteert verletterlijkt, verdicht, castreert, verdraait en dramatiseert. In de Troiade van Atlantis, en het Eeuwig Evangelie is Sarsia de oorlogsengel, degene die Metensia, een Atlantische term van Maria, van het moederschap en de wet van opvoeding, een schuilplaats biedt. De Wet en het Recht moet namelijk omhuld worden met wijsheid, begrip. Zo is dus ook Soera als een schuilplaats voor de Sumer-godin Nazi, het sociale recht, in Babylon en het Orionse Babylon. Sarsia is ook de zwarte pantergodin die op het moment dat ze in een panter verandert door de glazen wand van de markt heenrent om de slaven van de markt (de consument) vrij te zetten. Ook dit is een grote gebeurtenis in het Eeuwig Evangelie. Wijsheid omhult de Wet, om de wet te beschermen en zuiver te houden, om inzicht te geven in de Wet. Dit is het mechanisme van het basis-principe "kennis", Jèsoe. De Wijsheid is het loon van de kennis, de ingang tot de vertaling, het begrijpen. Zij die getrouw zijn met het beetje kennis wat ze hebben ontvangen zullen tot grotere diepte komen. Dit is ook de betekenis van Sara in het Hebreeuws. De wortel "sar" betekent de prins, prinses, van de handel, de economie, ook als een bewaker. Ook is Soera, Sophia, Sarsia, Sara, verbonden aan Maria Magdalena in het NT, de tweede bijbel en verdere gnostische geschriften. Zo is zij ook een beeld van genezing voor hen die door de aardse Wet kapot zijn gemaakt. Zij komt tegen alle farizeïstische instituten die alles letterlijk hebben gemaakt om de gnosis achter te houden. Lukas 11 52Wee u, wetgeleerden, want gij hebt de sleutel der gnosis (kennis) weggenomen; zelf zijt gij niet binnengegaan en hen, die trachtten binnen te gaan, hebt gij tegengehouden. In het Jèsoe principe van kennis worden wijsheid en wet met elkaar verenigd.
1.6 De Zoektocht naar de Heilige Veer In het Babylonische deel van Orion zien we het wijsheids-principe genaamd Soera als de bewaker van de Wet. Niemand mag zomaar zonder wijsheid de wet hanteren. Dit zien we op aarde terug in de diep metaforische en esoterische wetten van de Koran. Die zijn namelijk allemaal onderverdeeld in Soera's. In de Afrikaans-Orionse mythologie van de psychologie is Ajawoe de grote wijsheidsmoeder, die op aarde vervangen werd door haar arrogante tegenpool beunhaas : Jahweh, oftewel de blinde god en demiurg, de valse tussengod van de sluier tussen de materiële aarde en de metafysische werkelijkheid, zoals de gnostiek hem beschouwt. In die zin bewaakt Ajawoe de Oeloe-wet in deze mythologie. Omdat er een groot contrast is tussen het Jèsoe principe in de hogere Orionse gnosis en de bloedleer van de Westerse literalistische Jezus op aarde is een belangrijk onderdeel van de gnostische beweging op aarde altijd "de zoektocht naar de heilige graal" geweest, om toch een beter zicht te krijgen op wat het zogenaamde "bloed van Jezus" dan daadwerkelijk inhield, of oorspronkelijk was voordat het corrupt werd. Deze zoektocht werd in verschillende tradities beschreven. In de gnostiek werd de heilige graal vaak beschouwt als een metafoor van de baarmoeder van de gnosis. De mens kon zo ontsnappen aan alle corrupte reflecties in het in slaap gedutte christendom wat meer op een markt gericht was dan op de gnosis, meer op politiek gezag dan op waarheid. In het Egyptische filosofische gnosticisme was er ook een andere belangrijke zoektocht, namelijk de zoektocht naar de heilige veer van Moat, de veer van de wijsheid, de waarheid en de wet, de veer van gerechtigheid. Deze veer zou het hart testen om zo doorgang te geven tot het paradijs, namelijk het verhoogde bewustzijn, het hogere inzicht. Wel liep de mens zo het risico verslonden te worden door Amoet als het hart niet oprecht was. Daarom ging de zoektocht naar de heilige veer altijd gepaard met grote voorzichtigheid en zelf-onderzoek. Dit heeft zijn oorsprong in de Orions-Afrikaanse metaforische filosofie, als de droom-psychologie waarin de heilige veer een beeld is van Ajawoe, de moeder of het moederlijke deel van Jèsoe. De heilige veer is het zuiverende, oftewel begrijpende, element van Jèsoe. Er is geen bloedleer zoals in het christendom dat een onschuldige moet sterven om schuldigen schoon te wassen, geen zondeboktheologie. Hoogstens komt het bloed metaforisch voor als het bloed van de menstruatie en de geboorte, en als het bloed van de vijand, maar dit leidt helemaal terug tot het hart van Jèsoe, tot de dierentotems van het hogere zelf, die de poort openen voor de zoektocht naar de heilige veer. Al deze wegen leiden dus terug tot de heilige veer van Jèsoe : Ajawoe, het wijsheids-principe, het heilige loon en de decodering van alle dingen. Zo is dus de heilige veer net als in de Egyptologie de poort tot het verhoogde bewustzijn, die de cirkel van de gezichtspunten heeft leren verstaan en tot het centrum daarvan, tot de as ervan, is aangekomen. Dit is het grote "Arrival", het aankomen (arriveren). De heilige veer is zoals de vogel hoog boven alle dingen, verbonden aan de hemel. De heilige veer
staat in die zin voor de nomadische inspiratie, als een doorgang, een poort. De wijsheid communiceert de kennis, door de wet (Oeloe, Orions-Afrikaans), en laat de details en contexten zien vanwege het grote overzicht, en is daarom een wezenlijk deel van de kennis. Dit is hoe Jèsoe haarzelf voortbracht, door haar Ajawoe-deel, door de heilige veer, als het gnostische autogenes principe van zelf-geboorte. In die zin is de heilige veer ook het symbool van de vruchtbaarheid. Het is de metaforische sleutel tot evolutie, revolutie en ascensie. De indianen communiceerden door veren met de onderwereld en de hogere werelden. Vogels wisselen vaak hun veren en krijgen dan nieuwen. De indianen verzamelen de afgeschudde veren die ze dan weer kunnen gebruiken voor het communiceren met de hogere dimensie. Ook is het bij de indianen een beloning-systeem. Ook zijn veren een symbool van gebed wat zij gebruiken. Hoofdstuk 2. De Noord-Korea Link 2.1 De Interne Sleutel van Noord-Korea - De Decodering van de Dreigende Atoom-Oorlog Na de aggressieve energie uitstorting van Isis in de apocalypse op aarde lijkt deze stofwolk zich te hebben verschoven tussen Amerika en Noord-Korea, die elkaar met een "nucleaire oorlog" bedreigen. Deze dreiging hangt op dit moment over de wereld heen, na of "samen met" de Isisdreiging. Natuurlijk gaat het hier weer (zoals altijd) om hogere principes die volkomen verknipt en verdraaid zijn door de Arcturische lens. Daarom is het van belang om deze energie te decoderen en te zien wat er nu daadwerkelijk aan de hand is. Na de aandacht op het Midden-Oosten verschuift de aandacht zich ineens naar Noord-Korea, het bovenste gedeelte van het Koreaanse schiereiland aan de Noord-Oostelijke Chinese grens. Zowel Amerika als Noord-Korea zijn zwaar corrupte landen. Over Amerika is veel bekend, maar niet over Noord-Korea, omdat het een obscure staat is, ook wel de "hermieten staat" genoemd. Noord-Korea is een robo-dictatuur met tien gouden wetten waarin de mens totale onvoorwaardelijke gehoorzaamheid en zelfs aanbidding zweert aan de dictators van dit land. Criticisme is hierin geen optie en zelfs gevaarlijk. Er is geen vrijheid van menings-uiting. Het is een totalitarische staat. Natuurlijk is dit een corrupte verdraaiing van de hogere robotiek door de Arcturische lens. De fundamentele filosofie van Noord-Korea is genaamd "Juche", en alhoewel het voortkomt uit het communistisch-socialisme gaat dit nog een stap verder. Op vele punten is de Juche-filosofie te prijzen, maar dan ergens wordt het corrupt vanwege de materialistisch-orthodoxe benadering ervan. Wij willen het daarom esoterisch-cryptografisch benaderen. Waarom oefent Noord-Korea zo'n druk op de wereld uit op het moment ? Wat moeten wij van Noord-Korea leren ?
Is er misschien een missing link die de mens over het hoofd heeft gezien ? De mens is in een race tegen de klok. Het raadsel dreunt en stampt op de mensheid met een grote dreiging. Het is tijd voor de mens om het te decoderen, om het te ontmantelen, en zo de goede principes die het herbergt esoterisch toe te passen. De materialistische schil moet eraf. Eerlijkheidshalve werd er door de Juche-filosofie in Noord-Korea wel gesteld dat waar het systeem haperde en corrupt werd het een teken is van een gebrek aan "Juche". Daarom is Juche ook een filosofie in evolutie. Er moet dus een wil zijn voor "meer Juche". Het volgende betoog zal kort de Juche filosofie bespreken, maar wel op zo'n manier dat wanneer er gevaarlijke bochten ontstaan dat dan de filosofie van de Tweede Bijbel erbij wordt gehaald, want die heeft dezelfde principes, maar dan veel beter en veiliger. De Tweede Bijbel is hierom de brenger van de "volmaakte" Juche, in de zin dat de Tweede Bijbel altijd weer hamert op de demonologie en de heilige gebondenheid tot de hogere kennis (gnosis) in plaats van tot aardse systemen. De principes van Noord-Korea begonnen goed, maar eindigden in een cultus van persoonsverheerlijking in plaats van principe-verheerlijking. Juche zal dus consequent besproken worden in de context van de hogere psychologisch-filosofische technologie van de Tweede Bijbel. Ook zullen we zien hoe Juche is verbonden aan het Orions-Afrikaanse "Jèsoe" principe van kennis. De mens is een totaal-ontvanger. De gedachten en gevoelens die de mens krijgt zijn niet uniek, maar komen ergens vandaan. De sterren besturen de mens voor een groot deel, want het zijn satellieten, en dan is er nog een grote inslag van de buitenaardsen, en ook de inslag van de voorouders. Al deze invloeden vormen een laag om de mens heen, van zowel negatieve als positieve bio-electriciteit, wat ook wel eens de aura wordt genoemd, als een energetisch schild. In deze kokon moet de mens zichzelf ontwikkelen, alhoewel de mens dus wel hulp krijgt. De mens is dus deel van een veel groter collectief dan alleen maar de mensen om hem heen. Er is natuurlijk in al deze lagen een strijd tussen positief en negatief, maar hoe kom je dan tot het ware collectief ? Om jezelf zomaar te onderwerpen aan het collectief als "de meesten stemmen gelden" is een vorm van wat we flunkeyisme noemen. Flunkeys zijn de laffe vleiers die alles volgen op grond van veelheid, rijkdom en macht. Daarom wordt de vraag gesteld : Gaat het je om de macht of om de waarheid ? Flunkeys zijn luie nalopers, copy-cats. Ze imiteren alleen, maar hebben geen leven in zichzelf. Ze volgen gewoon de dode massa's. Als de massa verandert, dan veranderen zij ook. Het zijn trendvolgers. Mode-apen. Zij zijn pionnen van de illuminati, krachtvoer voor de matrix. Wel is het collectief, de massa's, cryptisch goed bruikbaar, maar hoe kom je dan tot het ware, cryptische, collectief ? Hoe doe je dat ? Want altijd maar "me or us against the world" spelen is heel vermoeiend en onvruchtbaar omdat het een missing link heeft. Daarom hamert de dialectiek van Hegel op : these - antithese - synthese, oftewel : stelling, tegenstelling en samenstelling. Er moeten namelijk ook verbindingspunten zijn. Niet alles is zwart-wit. Er is ook wat we noemen "het ware collectief", of "het goddelijke collectief", wat dan het goddelijke zaad in de "massa's" is. Wat we moeten begrijpen is dat het collectief een onderdeel van het individu is, als een reflectie. Hierin moet het individu tot het ware collectief komen, zodat de kloof wordt overbrugt. Er is een
fijne storm van goddelijk zaad in het collectief, als de morgendauw, als een regen van stuifmeel. Er is een cryptisch vruchtbaar principe in het collectief. Het individu heeft niet de goedkeuring nodig van iemand anders, maar moet allereerst in de zoektocht naar de waarheid onafhankelijk worden, niet beinvloed door de massa. De mens moet allereerst loskomen van de opvattingen van de massa, want dat zou hem ernstig kunnen misleiden. De onafhankelijkheid is dus een groot basis-principe, en onafhankelijkheid uit zich niet in gelijkvormigheid, maar in creativiteit. Onafhankelijkheid is niet formeel. Om dus tot het ware collectief te komen moet men eerst komen tot het ware individu, de mens zelf, door het onafhankelijkheids-principe, waardoor het vruchtbaarheids-principe in werking wordt gezet. Deze wet is zo vast dat robotisme het gevolg is, oftewel het technische automatisme, en dat is nodig, omdat de mens niet zomaar met de natte vinger in de lucht door het gevaarlijke mijnenveld van de matrix heenkomt. Robotisme is de heilige graal van de technologie, en essentieel om als individu en collectief te overleven in de abstracte chaos van het bestaan, het duizelingwekkende labyrint. Het ware collectief is dus de creativiteit van het individu, het loon van het onafhankelijkheidsprincipe. Het individu is door deze principes het meest krachtige in de wereld, en kan hierdoor de wereld transformeren. Het ware individu kan zowel de natuur als de wereld als de massa transformeren. Het ware individu beslist alles en is de meester van alle dingen. In de robotische chip moet er door de massa's gewerkt worden, want die zijn een deel van het individu, en daarmee uit het individu zich, als een klankbord. Dit gaat niet rechtstreeks, maar cryptisch, want de mens heeft met de Arcturische lens te maken, die alles splitst en verdraait. Alleen door de strijd tegen de Arcturische lens krijgt de mens grip op de werkelijkheid en kan de mens scheppen en herscheppen. De strijd is dus een essentieel principe in het decoderen. De mens is dus al dichter bij het einddoel dan de mens denkt, want het is cryptisch. De strijd heeft te maken met technologie, en technologie encrypts oftewel verpakt, codeert, zichzelf in theologie. Dit is niet voor de luien. De schil van het luie individu, en dus ook van het luie collectief moet eraf, en de afhankelijkheids-link moet verbroken worden, want dit is alleen maar voor de markt, en een creatie van de Arcturische lens om de mens in de matrix te houden. De mens kan zelf creëeren en kan daar rustig de massa's voor gebruiken, zolang het abstract en cryptisch blijft, anders zou de mens vervallen tot imperialisme, kolonialisme en totalitarianisme. De mens moet dus ook loskomen van de flunkeyistische robotische chip, een valse chip. Er is dus een strijd voor individualiteit, bewustzijn, creativiteit en onafhankelijkheid om de grijptentakels van de controle-machine te verbrijzelen. Bovenstaande principes vormen dan een nieuwe "controle" waarin iedereen gelijk is. Zo wordt er dan een nieuwe "waakhond" opgesteld, als een "zorghond", maar die moet abstract blijven. Het gevaar van letterlijkheid en de daaraan verbonden drama en stress is te groot. De mens moet in haar strijd tegen de Arcturische lens ook loskomen van de literalistische chip. De mens moet loskomen van klasse-verschil en nationalisme, het valse collectief. Eerst moet de mens terugkeren tot het ware, onafhankelijke, creatieve individu. De mens moet zich dus eerst
isoleren, "hullen in ijs", om deze valse machten te verbreken. "Ik isoleer ! Ik heers !" moet de mens tegen zichzelf zeggen. Zonder isolatie kan de mens namelijk niet over zichzelf heersen. In die isolatie moet de mens dus ook de heerszucht over anderen loslaten. De mens mag alleen over zichzelf heersen. Het ware individu heerst, en heerst zo over het ware collectief, als een beheersing. De mens moet komen tot meesterschap over zichzelf. Het ware individu heerst zelf over het collectief, en hoeft die heerschappij niet in iemand anders handen te leggen. De mens moet stoppen lui te zijn en alles op iemand anders te projecteren. De mens moet zelf verantwoordelijkheid nemen. Niet direct, maar abstract. Hiërarchieën, klassen en rangen zijn om te lachen. De hiërarchieëen zijn in de mens zelf, en die zijn absurd. Het kapitalisme is een creatie van de Arcturische lens, als een karikatuur van de hogere principes. Het communisme was de eerste slag in het gezicht van het kapitalisme. Het communisme spreekt namelijk over gelijkheid en eerlijke verdeling. Maar als hierin niet de juiste principes worden toegepast, dan komt er corruptie. De mens moet teruggeleid worden tot het ware individu door het principe van de onafhankelijkheid. De mens moet komen tot de ware vrijheid, en daarin is isolatie essentieel. Als er iets is wat wij "aanbidden" dan is het wel het principe van isolatie, waarin het principe van onafhankelijkheid kan wortelschieten. Wij durven hierin zelfs zo ver te gaan om te spreken over "het heilige ijs", wat natuurlijk een abstractie is voor de evolutie van isolatie-techniek tot het ware robotisme. Wees een cyborg, lieve mensen. Het is u allemaal gegeven om u te beschermen tegen de exloiteurs en kolonisten die u willen leegplunderen en uitbuiten. Automatismes zijn de "toys" van de toekomst. Houd het goed in de gaten. Alle massa's die nu lijden onder de corrupte dictaturen van de elitisten worden uitgenodigd om zelf weer het meesterschap over hun leven in eigen handen te nemen. U bent niet het eigendom van de staat. U bent het eigendom van iets veel hogers : het ware individu. Waar het communisme van eerlijkheid en gelijkheid een eerste stap was tegen het kapitalisme, werd het socialisme een tweede stap om zo zorg te dragen voor het individu. Het socialisme is de zorgfactor van het communisme, om zo de wond te genezen die was onstaan door de beet van het roofdier genaamd kapitalisme. Er is niet het recht van de meesten en het recht van de rijksten en het recht van de sterksten, en ook niet het recht van de machtigsten. Er is alleen het recht van het ware individu. Knoop dat goed in uw oren. De waarheid is alleen objectief, niet relatief. De waarheid is alleen individueel, niet collectief. Alleen het ware individu, gegroeid in isolatie en onafhankelijkheid, kan in dienst aan deze principes de waarheid scheppen. De mens moet terugkeren tot het verantwoordelijkheids-principe en niet alles op iemand anders schuiven. De mens is zelf verantwoordelijk. Alleen hierdoor kan de mens het ware collectief gebruiken. Er is een heilige poort van het individu tot het collectief. En dit is de heilige veer van de filosofie. Het woeste, razende raadsel van het collectief zal hierin opgelost worden. Het ware individu is toegerust met elk gereedschap, inclusief het ware collectief, wat nodig is om meesterschap te bewerken. De mens is niet afhankelijk van een "Joop Boskoop" ergens op een
troontje voor zijn bestaan. Ook is de mens niet afhankelijk van het kroontje of handtasje van tante Mien Meut of haar hondje. De "regelmien" is van het lagere Orion, opgesteld als een bliksemafleider door de Arcturische lens. De mens moet terugkeren tot het hogere Orion, tot het centrale Orion. Door creativiteit komt het ware individu tot het ware collectief, om het als een automatisme te gebruiken. Dat is onderdeel van de machine. Dit is de sleutel tot de transformatie van de sociale omgeving, als een pad er doorheen. Het is de sleutel van de hogere natuur. Het ligt opgeborgen in de mens zelf, in zijn ware individu. En creatie gaat alleen door strijd. Zonder strijd is het onmogelijk vat te krijgen op de nieuwe en hogere schepping. Alles moet doorleeft worden. Er zullen geen tovertruuks plaatsvinden. De mens moet ervaring krijgen. De mens moet meesterschap verwerven in het avontuur. Er is geen avontuur zonder een strijdtoneel. De mens moet de "vijand" leren kennen en "decoderen". De vijand is een personificatie van alle valkuilen op het pad. De vijand is een personificatie van verkeerde en verdraaide principes. De zintuigen van de mens werken alleen door confrontatie, oftewel door strijd. Dit is een moeilijk geboorteproces wat niemand ook zal ontkennen. Alles is een proces, en New Age snelkook cursussen en "flip-flap-floep" tovercursussen zijn dan ook een valkuil, want ze maken de mens blind. Teveel en te snel zijn de vijanden, het verblindende licht. Het aroma van de ware kracht is de gematigdheid, de vertraging, de gevoeligheid die de wijsheid verwekt. Individualiteit, isolatie en onafhankelijkheid is niet de kortste, snelste weg. Neen. het is de langste weg, maar het leidt uiteindelijk wel tot de overwinning. Waarom zou je jezelf bedriegen ? Er zijn geen makkelijke, snelle oplossingen. Al deze bovenstaande principes kunnen eenvoudig corrupt worden als ze te weinig worden toegepast, als er niet in hen wordt volhard. Discipline is het sleutelwoord. Geen water bij de wijn doen. Compromissen zijn de "onthoofders" van de radicaliteit. De lauwen zullen uitgespuwd worden. Als iemand van zichzelf beweert "lauw" te zijn, dan moet dat een groot alarm zijn. Zij zullen je ongetwijfeld op een later tijdstip in de nek springen, omdat zij zichzelf zo hebben geprogrammeerd. Zodra je lauw bent heb je het spel verloren, en ben je een verrader geworden. Twee van mijn "beste" vrienden (waaronder mijn levenspartner die tijd) hebben mij ooit gezegd dat ze "lauw" waren geworden, en niet lang daarna sprongen ze mij in de nek. Ik heb het alleen kunnen overleven door bovenstaande principes, want bij één van hen is het op een criminele manier gegaan. Bovenstaande principes hebben mij van mijn geboorte af aan al onderwezen en beschermd. Zo is het ook weer. Het ware collectief moet dus abstract geactiveerd worden om de natuur, de wereld en de sociëteit te transformeren. Dit gaat dus gepaard met veel strijd, zonder welk er geen herschepping is. Het ware individu decodeert die strijd, opdat die strijd hem niet ten gronde zal brengen. Letterlijke strijd heeft geen zin. De strijd is door educatie en kunst. Het ware individu heeft zijn strijd in de isolatie, oftewel in de Ragnarok, een woord gebruikt voor de Noord-Germaanse apocalypse. Het zijn de ijstijden. De natuur moet vervormd worden door de massa. U kent de sleutel nu. Gebruik het goed. Afzwakken in de creativiteit is de doodsteek aan de onafhankelijkheid. De onafhankelijkheid moet
zwaar bewapend zijn met creativiteit, en die creativiteit mag niet formeel zijn, maar moet "absurd" zijn en tegendraads. Een heleboel geven op in deze strijd, waardoor hun bovenstaande principes corrupt worden. Maar de mens moet standvastig worden in ABSURDE creativiteit. Dit is wat we "de psychedelische beweging" noemen, waarin de mens inplugt in de vibratie van de abstracte poëzie en de proza. Literalisme ontmaskert de mens, neemt zijn camouflage weg, zodat de mens een makkelijke prooi is. De mens HEEFT de abstracte laag nodig om te kunnen spiegelen, om stapsgewijs te kunnen bouwen, zodat de mens niet ver weg valt in een put. Het principe van creativiteit is dus fundamenteel, waaraan ieder individu getest moet worden. De mens moet scheppen, anders wordt de mens een copy-cat. De mens moet vruchtbaar zijn. Hiervoor gebruikt de mens het ware collectief. De creativiteit van het collectief mag hierin niet onderschat worden, en de mens moet op het onafhankelijkheids-principe leren "afhankelijk" te worden aan de creativiteit van het ware collectief, want het is een deel van de mens zelf. Zo mag de mens langzaam groeien in die "afhankelijkheid" aan de creativiteit van het ware collectief, omdat het de creativiteit van het ware individu is, als een reflectie. Zo mag de mens veranderen in een beest, in het collectieve, de massa zelf. De mens wordt tot de massa, en de mens brult van creativiteit. Nu moet de mens oppassen voor verkoop-truukjes. De mens moet oppassen voor valse dankbaarheid en valse nederigheid. De mens heeft het namelijk zelf gedaan. De mens heeft het zelf volbracht, en de massa is slechts zijn loon. Hij is de massa niets verschuldigd. Alle creativiteit van het ware collectief is zijn eigen creativiteit, zijn eigendom. 2.2 Noord Korea - Het Raadsel van de Diathesiek Wij zien de problemen om ons heen, maar doen niet aan symptoom-bestrijding. Dat zou een soort van spoken-werk zijn, want dan sla je een kop van het monster af en dan komen er twee voor in de plaats. Daarom voeren wij ook geen dwaze materiële oorlog. De mens wordt bestuurt door negatieve energieën, door parasieten, daarom strijden wij tegen parasieten en niet tegen mensen. De strijd is in het gebied van de ziel, niet op aarde, en die strijd gaat door educatie die bij de mens zelf begint. Het lagere zelf is de grootste vijand van de mens. De mens moet leren eerst naar zichzelf te kijken. Zonder de robotiek zouden er grote fouten gemaakt worden. De mens maakt dan een verkeerde beweging die een verschrikkelijke ketting-reactie in werking stelt, en dan is de ramp niet meer te overzien. Deze hogere robotiek wordt niet door het lagere zelf begrepen. Het lagere menselijke zelf strijdt tegen de hogere robotiek. In het christendom, onze oude christelijke taal wordt dit genoemd : "het vlees strijdt tegen de hogere natuur". De hoge natuur is gedisciplineerd, niet op een aardse, materiële manier, niet volgens de politieke, sociale correctheid, maar volgens de hogere wetten van de gnosis waartoe een mens verlicht moet worden. Het gaat allemaal om de verlichting tot de hogere werkelijkheid, en dan moet er dus eerst heel veel valse kennis verduisterd worden. Een heleboel valse kennis van de mens moet eerst in slaap vallen. Hierin is "vrijheid" een mythe. De mens kan niet zomaar van alles wegrennen en dan met vrije wil
doen waar hij zelf "zin in heeft". We zijn altijd onderworpen aan een universele code, aan diepgaande mechanische wetten die niemand kan breken. Hedonisme, genotzucht, ten koste van anderen, ten koste van hogere principes, is niet de weg. Dat zou een doodlopende weg zijn. Neen. De mens moet de absolute waarden van het leven onder ogen komen, en die zijn ook altijd al dan niet abstract om de mens heen om de mens te onderwijzen. Er zal dan ook altijd een soort van "staats-apparaat" zijn. De mens is en blijft een sociaal wezen, al is het alleen maar in zichzelf : de interacties tussen principes. De mens kan dus wel een staat ontvluchten, maar zal altijd geconfronteerd worden met zijn innerlijke "staat". De staat is dus een abstractie die nodig is voor de mens om de weg door het leven te leiden, en die staat is in de mens zelf, wat ook het NoordKoreaanse "Juche" idee is. De mens is dus de staat, en alles wat om de mens heen gebeurt zijn slechts al dan niet vervormde projecties. Hierin mogen we dus niet te materialistisch en letterlijk zijn, en mogen we van alles maar hele kleine beetjes nemen om zo niet tot corruptie te vervallen. Zo heeft de mens dan ook een paar druppeltjes "communisme" nodig, oftewel gelijkheid, om niet in de valstrikken van het opportunisme en het kapitalisme te vallen. Het communisme betekent eenheid en eerlijke verdeling, maar ook dit kan zeer snel corrupt raken als de verkeerde stoffen zich daar in gaan mengen. Zuiver communisme gebruiken is de kunst van alchemie. In orthodoxe-letterlijke zin kan het communisme gevaarlijk zijn, maar esoterisch, oftewel symbolisch, diepgrijpend, is het communisme een belangrijke bouwsteen, een belangrijk ingrediënt in het bouwen van de paradijs-brug. In die zin is het raadsel van Rusland van belang. Er zal een geheel nieuwe machine gebouwd moeten worden om het communisme tot zijn recht te laten komen, en de gevaarlijke kantjes zullen eraf moeten. Het kan allemaal veel gestroomlijnder. Hier komt een stukje territoriale oorlogsvoering in het hart bij kijken, in de ziel. Het corrupte communisme is een losgeslagen, gulzige beer. Die wil je niet 's nachts in het bos alleen tegenkomen. We spreken daarom ook consequent van esoterisch of gnostisch communisme om het zuiver en dialectisch toe te passen. Dat mag ook, want het communisme is oorspronkelijk Hegeliaans. Karl Marx, de grondlegger van het communisme was een Hegeliaan. Hegel voerde de dialectiek in, een systeem in de vorm van de Westerse "yin yang" dat alles zich vormt door tegenstellingen, tot een hogere metafysica waarin samenstelling ontstaat, vandaar de dialectische driehoek : stelling, tegenstelling, samenstelling. Op deze wet is het hele universum gebouwd. De poort tussen stelling en tegenstelling is de demonologie, oftewel de esoterische defensie. De poort tussen tegenstelling en samenstelling is de cryptiek, als de esoterische decodering, en de poort tussen stelling en samenstelling is het communisme, gezien vanuit de tweede bijbelse context.
Dit is een goed en zuiverend fundament voor esoterische, tweede bijbelse Juche, als tegengesteld tot het Noord-Koreaanse materialistische Juche model. We hebben hier een belangrijke eso-robotische motor te pakken die door de Arcturische lens via Marx enigszins verdraaid en verknipt op de aarde kwam, als een nieuwe vorm van dictatuur. Dit waren allemaal ongewenste versteningen van extreem communisme, en daarom moeten wij terug naar de bron. De demonologie, in zichzelf door de matrix gedemoniseerd, door velen verafschuwd, is de vriendelijkste, eerlijkste en zachtmoedigste vorm van oorlogsvoering. Het is het orgaan van de esoterische defensie, tegengesteld aan de materiële, letterlijke oorlogsvoering. Wij noemen het ook Auto-Eso Defensie, omdat het dus wel potentieel gevaarlijk is als mensen dit gaan loskoppelen van de heilige gebondenheid, want dan wordt het "blinde vuistvechter" mentaliteit. In die zin is er dus wel een valse demonologie. Het gaat om de symbolische defensie, maar de oorlogsmarkt wordt daar zenuwachtig van, dus de intelligenten die geen machtsspelletjes willen spelen moeten veel lijden onder de machtszucht van de dommen die ijverig naar het goud der dwazen grijpen om over anderen te kunnen heersen. Hegel stelde dat autoriteit en verantwoordelijkheid evenredig en wederzijds moeten zijn. De dialectiek overbrugt dus de kloof tussen arm en rijk, macht en ondergeschiktheid, en beschermt zo ook tegen dogmatiek. Waar intellectuelen zich terugtrekken, daar grijpen de dommen de macht, maar deze "macht" zal vanzelf met de dommen afrekenen. De troon slokt hen op, en maakt hen door de wet van de dialectiek een deel van zichzelf. Het object waarover je macht probeert te krijgen zal door de wet van symmetrie ook macht over jou krijgen. In die zin is de relatie "meester-slaaf" een illusie, want
de meester zal door de slaaf geassimileerd worden. Alle machtsverhoudingen zullen dus transparant worden en gaan omdraaien. Dit behoort ook tot de spiegelwet. Door het bovenstaande kunnen we tot de volgende conclusie komen : Er is alleen een vertikale staat. Elke horizontale staat is daar een reflectie of een verdraaiing daarvan. De filosofoof Immanuël Kant stelde al dat de waarneembare realiteit niet de daadwerkelijke realiteit is, en slechts een weerspiegeling is. Het rationalisme alleen kan dus nooit tot de werkelijkheid komen, en kan de werkelijkheid ook niet bewijzen, omdat de ratio van de mens maar beperkt is, en altijd machtszuchtig en betweterig tegen anderen strijd, als een eindeloze en vicieuze cirkel. Het ratio van de mens schept zijn eigen werkelijkheid. Vandaar dat de Tweede Bijbel altijd weer hamert op de demonologie, oftewel de auto-eso defensie. De mens kan alleen spiegelen en vervormen, en heeft zo zelf door zijn verstandelijke reflectie zowel "tijd en ruimte" als "oorzaak en gevolg" opgesteld, als subjectieve ervaringsvorm. Het is geen absolute waarde van het bestaan, stelt Kant. Al in zijn tijd beschreef Kant de werkingen van de matrix en de Arcturische lens. Het bewustzijn van de mens is te klein om hier iets over te zeggen. Vandaar dat er buitenaardse hulp is gekomen. Vandaar dat ook de Tweede Bijbel een buitenaards werk is om de mens tegemoet te komen, om de mens de hogere techniek te onderwijzen. De dialectiek wordt door een "missing link" zo tot diathesiek, oftewel de diepte-stelling, een diepere driehoek van communisme, robotisme (automatisme) en individualisme, als de evolutie en revolutie van het eso-communistische systeem. Het socialisme is hier gewoon een onderdeel van het communisme, als een diepere vorm, als de sleutel tot het individualisme. Deze buitenaardse driehoek die op de aarde indreunt is de esoterische "juche" van de Tweede Bijbel, om de materialistische juche van Noord-Korea te decoderen en zo neutraliseren.
De gallactische centra parasiet Saveer is een creatie van de Arcturische lens, voor het blote oog van de mens onzichtbaar gemaakt, dus in een andere vibratie. Deze parasiet bestaat uit diverse elementen, waaronder de Saveer-Ubike [Ubiekeh] in de vorm van een grote, harige zwarte spin, een soort vogelspin. Dit specimen heerst "Noord-Koreaans" over de mensheid. Het is dan ook de geest van Noord Korea, en die bezadelt mensen met zwijgplichten, ontneemt de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van religie en spiritualiteit. Noord Korea is geen communistisch land, maar een kapitalistische dictatuur waarin selectief communisme wordt bedreven om de bevolking te onderdrukken en gevangen te houden. Misschien ken je in je eigen leven ook wel zulke "Noord Korea" ervaringen. Het is een boerderij waarin mensen als kasplantjes worden gekweekt voor opportunistische doeleinden van de elite. De mens kan hieraan alleen ontkomen door de ontwaken tot de driehoek van de Diathesiek. Noord Korea heeft dus ironisch gezien een gebrek aan "Juche". Voorbeelden van de werken van Saveer-Ubike zijn : de orthodoxe psychiatrie en de tandheelkunde, wat pure Noord-Koreaanse criminele dwangverpleging is. Het is de geest van ontvoering voor dit soort praktijken. In een droom over Saveer-Ubike kwam deze zwarte vogelspin achter mij aan. Ik pakte toen een stoel en verpletterde de spin door er met een stoelpoot op te rammen. Deze parasiet mag verbroken worden in de naam van het communisme. De mens mag groeien in de Diathesiek zodat er een scherm om de mens wordt gebouwd om bescherming te bieden tegen deze afschuwelijke parasiet. Wij bidden en strijden voor een vrij "Noord Korea".
Hoofdstuk 3. De Egyptische Wortels van het Christendom 3.1 Het Begrijpen van de Vader Cultus De stad verteld de mens om toch maar zoveel mogelijk te volharden in hetzijn van het toebedeelde geslacht : man of vrouw, allemaal voor een markt. Het zijn geslachts-spelletjes die er gespeeld worden, en de kerk schept daar nog een flinke scheut homofobia op. De kerk is de hele dag obsessief bezig als de geslachts-politie om ieders gaatje of staafje te controleren, en door die hysterische obsessie worden we allemaal gesexualizeerd. Altijd en eeuwig zijn het juist de christenen die het altijd over sex hebben, en ieder ander mens wordt er kotsmisselijk van. Overal rollen hun ogen rond om over onze geslachtsdelen te gaan, want ja, alles moet natuurlijk blijven : mannetje-vrouwtje. Mensen van de gnosis zijn daar helemaal niet mee bezig. Zij keren terug naar de wonderlijke natuur, en zijn op de hoogte van de pracht van de geslachtelijke verwisselingen binnen de kaleidoscopische biologie van het beestenrijk. Vandaar dat de mens niet alleen maar zijn beestenpolen in zichzelf moet ontdekken, maar ook zijn geslachtelijke polen. Wees creatief. Wij zijn niet slechts man of vrouw, of mens of beest. Al deze polen stellen principes voor die we nodig hebben om uit de matrix te ontsnappen, om terug te gaan door de Arcturische lens, dus laat woordspelletjes, naamspelletjes en geslachtsspelletjes van kerk, stad en staat je niet tegen houden. Bijvoorbeeld de slak is een hermafrodiet die beide geslachtelijke organen heeft. Zij zijn dus tegelijk man en vrouw. Een ieder die zo'n grote bek heeft tegen homosexuelen en transsexuelen bijvoorbeeld zou eens goed de natuur moeten bestuderen, waarin in verschillende vissoorten de geslachtswisseling plaatsvindt, zoals in bijvoorbeeld de clownsvissen. Dit zijn normale biologische en anatomische processen. Ook gebeurt dit in de hermafrodiete papegaaivissen, en de haviksvissen bijvoorbeeld, maar de apathische mens blijft in de stad en kent de natuur niet. De apathische mens spijbelt er heel wat op los, en is bang voor de natuur. De wetten van de natuur hebben namelijk geen marktwaarde voor de mens. De hermafrodiete en geslachtswisselende beesten zijn een beeld van de veranderings-capacieten van de menselijke ziel. Zij vormen de sleutel voor innerlijke transformatie. Ook de octopus heeft verschillende veranderingstruukjes, voor camouflage en overleving, en vormt zo het midden van de schakelaar in de menselijke ziel die ontwaakt moet worden en geactiveerd. Vandaar dat de octopus op gezette tijden wordt besproken in de Tweede Bijbel. Het octopus-medicijn is een belangrijk en centraal poort-medicijn in het overschakelen in de esoterische driehoeken van dialectiek en diathesiek. De octopus representeerd een schakel-orgaan in de mens zelf. De christen denkt dus dat hij alles in kannen en kruiken heeft, maar op een dag zal de oneindige weelderigheid en diversiteit van de natuur hem overweldigen. Er is een heel trappenstelsel tussen het lagere zelf en het hogere zelf waar de mens over moet. De mensen en situaties rondom het individu zijn hiervan de tredes. Er is alleen het "zelf" en al zijn gecamoufleerde stadia. De psychofilosoof Carl Jung beschouwde het zelf als een archetype van heelheid. Het "zelf" zou ook gesteld kunnen worden als een archetype van het labyrint van het bestaan. De mensheid is verdwaald in het
grote en raadselachtige bos van de individualiteit tussen het bewustzijn en het onbewustzijn in. Al deze treden bevatten een potentieel verborgen medicijn, klaar om ontdekt te worden. Het "zelf" is volgens Jung ook het regulerende centrum van de psyche. Het vader archetype is een belangrijk archetype, maar de mens snapt dit archetype niet. De mens heeft het lopen verletterlijken en dramatiseren. De mens heeft het zo gematerialiseerd en verkeerd voorgesteld dat het uitliep op een ware cultus. De vader cultus is een grote cultus op aarde waar we niet zomaar vanaf komen. Het is een stalker. In het orthodoxe christendom wordt de vader aanbeden, en de moeder genegeerd. Wat kunnen we hier van leren ? De man werd geschapen als het principe van onderworpenheid, het principe van horen en gehoorzamen, aan de hogere principes van het leven. Dit principe is in iedereen. Iedereen heeft een man-pool, als de bron van nederigheid, maar deze bron is verziekt en vergiftigd op aarde. De climax van het archetype van de "man" is de "vader", waarin de vader geinspireerd wordt door de moeder, en zo geboorte geeft aan een dochter, een boodschap, een antwoord. En zo wordt de kennis opgebouwd. Zo leert de vader ook de moeder begrijpen, als een beeld van de wijsheid. Dit is een mooie, paradijselijke allegorie. In het hogere paradijs geeft de man alleen geboorte aan dochters. In de lagere aardse gewesten, wat we "onder de schelp" noemen hebben vaders zonen, maar metaforisch is dit zijn eigen innerlijke kind, het kind-zelf. De vader is de climax van de sensitiviteit, als het breekpunt, waarin de valse natuur sterft, ook de vader zelf, als het afvallen van de sluiers van het lagere zelf, zodat het hogere zelf wordt geboren. De vader is de climax van overgave, submissie. Hier komt ook het hele Absalom verhaal bij kijken. Absalom had een plan opgesteld om zijn vader, koning David, om te brengen. De dood is een metafoor van het begrijpen. Absalom wilde het geheim van de vader begrijpen, en dat is ook wat zijn naam betekent : Ab-Shalom, de vrede van de vader, het compleet maken van de vader, het begrijpen van de vader. Hiertoe moest Absalom eerst de schaduw van de vader overwinnen. Absalom raakte in deze plannen verstrikt met zijn lange haren in de takken van een boom toen hij daar met zijn rijdier onderdoor reed, zoals de mythe vertelt, maar in het Aramees gaat dit om het komen tot begrip, tot de grotere context. Deze boom werd genoemd "de boom van wonderen". Absalom kwam zo in een nieuwe dimensie, in een nieuw gezichtspunt. In het Hebreeuws kwam Absalom tot de Sowbek, een netwerk van takken. Sowbek is verbonden aan het Egyptische Sobek, de krokodillengod van de oorlog, of in de Amazone theologie de Sa-Bak, de kennis van Bakroe, de kennis van de oorlog, de demonologie. Absalom zelf is als BS-LM de eeuwige Bosse, een scheppergodin van de Vur. In het Egyptisch is dit de woeste leeuwinnengodin Bast, die later in één van de Egyptische schandalen meer gemaakt werd tot een huis- tuin en keukenkatje, Bastet. Bast was oorspronkelijk een wilde zwarte panter van de oorlog. In het Eeuwig Evangelie breekt zij door de glazen wand van de markt om de slaven vrij te zetten en terug te nemen tot de natuur. Dit is de diepte van de Absalom code. Joab vermoordde Absalom toen hij daar hing, maar hoe moeten we dat esoterisch zien ? Christelijke ouders gooien hun kinderen dood met dit soort lugubere verhalen, maar vertellen niet de diepte ervan en wat het betekent. Joab is Yowab in het Hebreeuws wat uitgesproken wordt als YO-AV, meer als "Jove". "Jove", oftewel Jupiter, werd door de Romeinen gekozen als hoofdgod. Joab, oftewel Jove, was de legeraanvoerder van koning David, en zijn naam betekent : Jehovah is
vader. Weer zien we hier het vader-principe terug. Jehovah betekent : worden, wording, en heeft zijn wortels in de Afrikaans-Orionse godin Ajawoe, de oer-moeder godin van de wijsheid, de godin van de metaforische oorlog en jacht. De wijsheid is in die zin niet alleen de vertaling, maar ook de wording. Ajawoe (Jehovah, Yahweh) is een belangrijk element in de motor van de schakelaar van de archetypes. Wij zullen deze motor van de gnosis gaan bespreken. 3.2 De Onderwerping van de Wil Anubis nam de dode altijd mee op een tocht door de onderwereld naar de hal waarin alles getest zou worden. Daarna zou de havik Horus komen om de dode te leiden tot Osiris. Na het oordeel door Osiris kan er een nieuwe schepping komen, door Kheper, de kever, een gedaante van Ra. Kheper schept door het afval. Hier gaat een enorme diepte in schuil. Hierover is het laatste woord zeer zeker nog niet gezegd. Al deze momenten van het geheugen zijn "heilig" in de zin dat alles een bedoeling heeft. Er gaat een groter script achter schuil wat door de Arcturische lens was vervormd, maar wat ook weer nodig is om het te herstellen. We mogen daarom niets zomaar weggooien, maar moeten de diepte ingaan. Al deze momenten zijn heilig in het geheugen. Ze hebben een bepaald plaatsje, iedere herinnering die je krijgt. Soms knagen ze, maar ze zijn heilig en hebben een diepere betekenis. Vraag jezelf af : "Waarom is het gebeurd ? Wat kan ik hiervan leren ?" Ook die herinnering zal vervormd worden. Het zijn belangrijke bestanddelen, als onderdelen van een heilige drug. Alles zal goedkomen. Alles is niet wat we denken dat het is. Er gaan belangrijkere dingen achter schuil. Ook de details zijn belangrijk. Je mag ook de hele kleine details van je leven in je hand houden en je hand omhoog steken en zeggen : "Ook deze herinnering, ook dit detail, is heilig en van belang." Christenen zijn aan de drugs. Dat mag duidelijk zijn. Daarom hebben wij een nog krachtigere drug nodig om hier doorheen te kunnen komen. Wij hebben een heilige drug nodig. Christenen zijn zwaar aan de drugs. Daarom moeten wij nog zwaarder aan de drugs raken, maar ditmaal een goede, heilige en educatieve drug. Christenen zijn aan een dodelijke drug, maar wij hebben een drug die tot het leven brengt, oftewel tot een hoger bewustzijn. Onze drug is de drug van verlichting, en dan hebben we het niet over daadwerkelijk licht, want teveel licht kan verblinden, maar we hebben het over overzicht, doorzicht en inzicht. Zowel in de Septuagint, het Griekse OT, als in het Gnostische scheppingsverhaal, is de boom van
kennis, de boom van de gnoston (het gekende, een vorm van gnosis, kennis), een goede boom waar de eerste mens de heilige, paradijselijke drug van de hogere kennis ontvangt. Gnosis is namelijk in de Griekse grondtekst de sleutel tot de behoudenis in de woorden van Jezus. In het Grieks zien we dan in het paradijs de boom van de gnoston, de gnosis, als een poort tot de hogere wereld, die alles behalve een makkelijke wereld is, want er moeten zoveel raadselen in opgelost worden. Wij komen tot dit geheim als het zegel van de waterdoop is verbroken, wat ook een stokpaardje van de christenen is. De waterdoop is voor veel christenen één van de fundamenten van de redding en het christelijke geloof. Metaforisch gezien valt daar wel veel voor te zeggen, maar leterlijk gezien is dat natuurlijk pure onzin en volksverlakkerij. Het is groot boerenbedrog en een vorm van religieus materialisme. Wel kan het dus soms helpen als symbool, als een bepaalde profetische strategie, maar de christenen hebben de waterdoop veel te veel macht gegeven, en zo ontstond er dan ook een geest van teveel dopen tot het punt dat het een overdoop was. Het is een dooptik! Pure geestesziekte! Het is voor veel christenen een obsessie, en de werkelijke diepere betekenis is daardoor verloren gegaan. Achter deze sluier bevindt zich dus de heilige drug, waar de Vur ook veel over spreekt. Dit is een heilig kruid of zaad wat visionaire vermogens heeft, om de mens tot die andere wereld te brengen. Wij mogen door de sluier van de waterdoop gaan om zo te komen tot een diepere betekenis van het Adam en Eva verhaal. We mogen terugkomen door het sluier van de zondvloed, en dan een hapje nemen van de kennis. De christenen hadden deze boom 100% verboden, want ze willen niet dat mensen kennis krijgen. Ze willen mensen blind houden. De boom van kennis is een dualiteit. Er is een goede boom van kennis en een slechte boom van kennis, want er is ook valse kennis, en die is juist nodig om de goede kennis te vormen. Wij mogen inderdaad niet nemen van de boom van valse kennis, maar christenen hebben deze mythe geheel uitgebuit en de boom van kennis werd geheel gedemoniseerd, overgedemoniseerd zoals wij dat noemen. Het zegel van de waterdoop die een christen wordt opgedrongen is een geest van verkrachting. Nogmaals : soms kan dit symbool helpen, maar het mag niet overdreven worden. De waterdoop moet dus een stapje terugnemen. Het verkracht mensen. Het komt op privé terrein. Daarom is het ook belangrijk de heilige drug te nemen om je zo tegen deze geest te beschermen. Daar is de Vur ook voor gekomen. De heilige drug wordt geschonken door Nephthys, de zuster en schaduw van Isis. Nephthys en haar zuster Isis zijn in de Egyptische pre-Israëlitische mythologie de twee godinnen op de ark. Nephthys is de godin van het water en de nacht. Zij draagt een huis met een mand als dak op haar hoofd. Haar man, Seth, is de god van de wildernis, en haar zoon is Anubis. Zij is degene die de boot van Ra in de diepte van de onderwereld sleept, terwijl haar zuster Isis de boot weer optrekt. Deze zusters zijn een dualiteit. De drug leidt tot slaap, en dan tot een hogere ontwaking als in een droom. De heilige slaap die dan vat is waar Anubis voor staat, haar zoon, haar vrucht. Dit is achter het zegel van de wedergeboorte. De wedergeboorte is een christelijk item wat zwaar wordt overdreven. In het christendom wordt de mens zogezegd "overgeboren". Alles draait om de wedergeboorte door een paswoord, en de diepte laten ze niet zien. Vandaar dat het verwende babies zijn die rondrennen om elkaar de hersens in te slaan. Ze groeien nooit op. Ze willen alleen geboren worden, maar niet opgevoed worden. De wedergeboorte, alhoewel belangrijk, is een overdreven, corrupt stokpaardje geworden in het christendom waaraan alles getest wordt via wachtwoord spelletjes. Het is een papier dictatuur. Het zijn aanbidders van blokken hout. Het christelijke zegel, de sluier van wedergeboorte, moet verbroken worden om tot de heilige slaap te gaan, om zo opgevoed te worden door dromen. Nephthys is als het meisje met de zwavelstokjes die deze heilige drugs aanbiedt. Zo komen wij tot het Anubis mysterie, de gids door de onderwereld, de slaap.
Ook wordt er in het christendom veel gehamerd op het ontvangen van de heilige geest, maar zodra de geest is ontvangen slaan ze elkaar weer de hersenen in over wie de juiste geest heeft en de juiste interpretatie van de bijbel. Vele spelletjes worden gespeeld. Het is een arena. Vandaar dat het zegel van het ontvangen van de geest verbroken moet worden. Men moet door de sluier gaan, en komen tot de onderwerping van de wil, want de valse wil van de mens is tegen zichzelf verdeeld en moet overwonnen worden. Dit is waar de aardgod "Geb" voor staat. De mens moet dieper de aarde in, om zo zijn wil te onderwerpen aan het hogere. Contracten met de bijbel en met spoken en geesten zoals in het christendom heeft verder geen enkele zin als de wil nog niet verbroken en onderworpen is. Anubis leidt tot de aardgod Geb, een groot mysterie. Het is geen echte god, maar een archetype, een principe. De Geb-dynamiek moet begrepen worden in de filosofie en psychologie van de Egyptologie. Het is geen persoonsverheerlijking zoals in het christendom. Het is educatieve demonologie. Geb is in de Egyptische taal de poel van het vuur waarin de wil gebroken moet worden : KHEB. Dit is voor christenen een vies woord, want christenen willen altijd de poel van het vuur ontwijken. Ze willen de tucht niet. Ze verafschuwen de hel, maar de hel is zelfs in de bijbelse grondteksten vaak iets heel positiefs, als een medicijn, om zonden en leugens weg te snijden. Deze aarde is de hel, als een onderdeel van de hel, om ons te beproeven en te zuiveren, ja, zelfs om ons te genezen. Het is om ons wakker te schudden en op te leiden. Dit is waar Geb, de aardgod, voor staat. KHEB is in het Egyptisch als een wesp die ons moet steken om onze aandacht te trekken. Heb je die wesp al in je leven ontdekt ? Ook is KHEB een honingplant. De bij moet tot de bloem gaan om zo tot de honing te komen. Het leven lijkt misschien bitter, maar er is zoetheid binnenin. Geb is in het Egyptisch het diepste binnenste, de QEB, als een diepere reis, een circuit. Wij gaan telkens in cirkels, dieper en dieper, als een spiraal, dus het lijkt hetzelfde, maar het is net even iets anders. GEB kopieert en vermenigvuldigt. Geb verdubbelt, geeft loon. Deze wenteltrap bevindt zich in het midden van de poel van het vuur. GEB is het centrum (QAB). Het vuur van de geest in de Griekse bijbel is namelijk hetzelfde woord als het vuur van de hel. Het is precies hetzelfde. Wij moeten hier doorheen om onze wil te onderwerpen aan de gnosis. Het gaat niet om "Doe wat je wilt" zoals in het Crowleysche genade-christendom, die liefde onder de wil heeft gezet. Zij aanbidden de vleselijke wil, de lagere wil. Maar de gnosis wil de wil onderwerpen, zodat alle hogere kennis zichtbaar wordt. Dus niet "Do what thy wilt", zoals in het duivelse crowley christendom, "want alles is toch genade". Nee : "Uw Wil geschiede", en de gnosis is de ware wil, namelijk "kennis". Het is heel simpel. Het gaat niet om de wil, het gaat om de kennis. Daarom is Geb een prachtig esoterisch mysterie. In de Egyptische boeken van de onderwereld is Geb de paal waaraan het vlees moet afsterven, waar de wil aan gebroken wordt en zo onderworpen. De wil van de mens is namelijk een grote vijand. De Geb-palen in de onderwereld, als een beeld van het kruis, de stauros in het Grieks, wat ook paal betekent, hebben de koppen van Anubis, van jakhalzen, hyena's, wolven of honden. Anubis is de brenger van slaap. Alleen op het pad van de heilige slaap, na het nemen van de heilige drug, zal de wil onderworpen worden. Als wij gewoon in de stad en in de kerk blijven om te lofprijzen met zombies dan zal onze wil nooit gebroken worden. We moeten de heilige slaap in. We moeten wachten op de nacht. Geb wacht op ons, een groot mysterie in de Tweede Bijbel.
3.3 Het Kain Verhaal Wat Zijn Oorsprong Heeft In Egypte - De Motor van de Gnosis Geloof en goedkope genade zijn twee zware drugsstromen in de kerk, die dan ook weer hun eigen wet maken. Het zijn spijbelaars die dan hun eigen school opzetten, en alles wordt getest aan een bepaald boekje. Het is het Crowleyaanse christendom van "Do what thou wilt", doe wat je wil, want alles is genade en het gaat om geloof. Het zijn spijbelfeestjes, want kennis willen ze niet. Ze zijn er vies van. "Ewwww," zeggen ze dan, al die verwende kinderen. Alles wat ze willen is snoep, veel snoep, een suikerzoete Jezus, maar die dan wel een ieder die hun konten niet kussen voor eeuwig naar de hel zendt. Het is dus zwaar giftig snoep. De suikerzoete Jezus is dus gemeen, achterbaks en hypocriet. Maar ja, die kent iedereen zo langzamerhand wel. Alleen de volgelingen van die Jezus doen alsof hun neus bloedt. Het is als praten met dronkaards. Ze zijn niet voor reden vatbaar. Geloof en genade zijn hun toverstokjes, en ook hun gesels. Ze martelen mensen hier mentaal mee en daar is zeker het laatste woord nog niet over gezegd. Geloof en genade, twee gevaarlijke zusters, twee sluiers waar we doorheen moeten. Wat is er aan de overkant ? Geloof en genade is een Noord Korea op zichzelf, als een extremistische islamitische staat cultus. De ware militaire dienstplicht van de gnosis hebben ze ontlopen, en ze hebben nu zelf hun eigen materialistische militaire bewind opgezet, als de december moorden van Suriname. Geloof en genade zijn twee uiterst onbetrouwbare corrupte leiders. Het zijn de ontstekingen van de samenleving. Als een kankergezwel woekert het voort. Geloof en genade, twee demonische toverspreuken. Zo komen de hersenen onder een vloek, en het hart gaat verloren. Wat is er toch gebeurd ? Wat is er aan de hand ? Deze geesten broeden en liegen dat het een lieve lust is, en zij sleuren velen met zich mee. Het is de zombie apocalypse. Deze wereld is verrot tot de pit. Het is een zieke appel. Ze aanbidden de dood. Niets schokkeert hen nog. De eeuwige hel is hun vader, hun obsessie. Maar daar mag niets over gezegd worden. Nee, want dan is het huis te klein. Zij dulden geen tegenspraak. Het is hetzelfde als hen die terrorisme bedrijven naar dieren toe door hen in slachthuizen en pelsfokkerijen te stoppen, en als er dan een tegen-actie komt van dierenbevrijdings fronten, dan worden die acties terrorisme genoemd. Het is totaal omgedraaid. Hierover gaat het oordeel van de gnosis komen. Er wordt gelogen, en men liegt totdat men barst. We hebben wel gezien dat dit oordeel vaak niet recht voor z'n raap is. Geweld is ook niet de oplossing. Educatie is de oplossing. Er is geen heil in oorlog in de materiële wereld. De oorlog moet in de hogere wereld uitgevochten worden, door de demonologie. Het oordeel komt door de kunst, door de educatie, waarin dingen rechtgezet worden. Het oordeel gaat door een hoger rechtssysteem dan het aardse. Het oordeel is metaforisch. De natuur zal zelf met dingen afrekenen, dingen omzetten, op haar tijd. De vleselijke mens wil altijd snelle afrekening zien en neemt vaak het recht
in eigen handen, maar de natuur neemt de tijd. De natuur doorziet alles en heeft een hoger plan. Mensen die de gnosis kennen hebben een onderwijs-plicht. Daar ontkomen we niet aan. Maar dit gaat niet op een materiele manier. Het gaat door het hart. Soms gaat dit onderwijs zonder woorden. Soms moet je je terugtrekken om de zielen in de andere wereld te onderwijzen, of om onderwezen te worden door hen. Alles komt van twee kanten. Geloof en genade zijn twee gevangenis-implantaten in de mens. Het ligt om het verstand van de mens heen, opdat het verstand van de mens dom blijft en onder de drugs, als een dokters-spuit. Het is heel demonisch. Geloof en genade verlammen de mens. Ik vind het verhaal van Kain en Hobel een mooi verhaal. Niet de Westerse versie, maar de Hebreeuwse versie. Hobel wordt RA (RA-A, Hebreeuws) genoemd, als een herder, en Kain was een abad, dienstknecht, van de adamah, de rode moeder aarde. Hobel betekent adem in het Hebreeuws. We kennen allemaal het verhaal van Kain die zijn broer vermoordde, maar dit is diep metaforisch in het Hebreeuws. Het is een beeld van het uitademen, van het doden van het vlees, de valse schaduwnatuur. Hobel was in die zin een deel van Kain, dus niet echt een broer, maar een onderdeel. Weer zien we hier de Egyptische wortels terug, want RA moest inderdaad sterven om zo in de baarmoeder van zijn moeder, Nuwd, te komen, als een tocht door de onderwereld voor wedergeboorte. Moeder Nuwd komt in het Hebreeuws terug als het land Nod, waar Kain zich dan vestigt. Nod betekent nomadisch, maar zelfs in het Hebreeuws wordt ook soms het woord Nuwd gebruikt. Genesis 4 12Wanneer gij de aardbodem bewerken zult, zal hij u zijn volle opbrengst niet meer geven; een nomade en een vluchteling (nuwd) zult gij in de onderwereld (erets) zijn. Kain moest door de dood van Hobel, de RA, dus in het Hebreeuws de onderwereld in naar het land Nuwd, zoals in de Egyptologie Ra in de baarmoeder van zijn moeder Nuwd moest, om een nomade te zijn in de onderwereld, om zo zijn weg te vinden tot de wereld van de ziel. Mozes die in de mythe deze verhalen zou hebben opgetekend had een enorme grote kennis van de Egyptologie, omdat hij daarin was opgevoed. In het Aramees, de andere moedertaal van Hebreeuws, is Nuwd het land van de ontwaking. In het Aramees wordt het woord "RA" gebruikt voor de grond. Nuwd is in die zin in RA zelf, in Kain zelf. 11En nu, vervloekt zijt gij, ver van de bodem, die haar mond, PEH, de baarmoeder, heeft opengesperd om het bloed van uw ach, broeder, van uw yad, mannelijk geslachtsorgaan, te ontvangen. De ach of akh, de broeder, komt voor in de Egyptologie als de levende ziel in de onderwereld, als het onderwereld-lichaam, dus "broeder" is puur metaforisch in de zin dat het gewoon een parallel van de persoon zelf is. Kain en zijn ach zijn dezelfde persoon. De ach is dus de RA die moet sterven om zo dieper in de onderwereld te komen om zo te ontwaken. Het Hebreeuws windt er verder geen doekjes om : Het gaat om een vruchtbaarheids-principe. De
yad, het mannelijke geslachtsorgaan, komt in de peh, het vrouwelijke geslachtsorgaan, om zo het bloed van het sterven aan het vlees in haar uit te storten, als het zaad voor het nieuwe leven. Daarom is sexualiteit een metafoor van de demonologie. Een paar dagen geleden had ik een droom over moeder Nod, en haar gezicht was de kern-energie van de hogere dromen. Haar gezicht bleef veranderen. Ik kon niet lang in haar gezicht kijken, omdat het te intens was. Als kind zijnde droomde ik vaak over de Egyptische moeder Nuwd, Nod. Ook het nageslacht van Kain is metaforisch, als zijnde zijn eigen gedaante-verwisselingen, zoals Ra in de onderwereld. Het is het principe van de vruchtbaarheid. 16Toen ging Kaïn weg van het aangezicht des Heren, en ging wonen in het land Nod, ten oosten van Eden. 17En Kaïn had gemeenschap met zijn vrouw en zij werd zwanger en baarde Henoch; daarna werd hij de stichter van een stad en hij noemde deze stad naar zijn zoon Henoch. Henoch, Enak, betekent in de Hebreeuwse worteltekst de initiatie en de educatie. Hier moest Kain doorheen, als een vestiging in het land Nod. Ook betekent Enak overgave, als de onderwerping van de wil. 18En aan Henoch werd Irad geboren. Iyrad is in de Hebreeuwse worteltekst de afzondering, de isolatie. Dit is belangrijk om de overgave en de onderwerping van de wil verder te verdiepen. Dit heeft met het hele proces van de heilige gebondenheid, het heilige touw, te maken. Dit was het teken van redding in het boek Jozua, want Rachab werd gered door het touw. In de Egyptische onderwereld boeken heeft het touw een prominente plaats, en is vaak verbonden aan de slang, die een beeld is van het touw. In de Egyptologie wordt Geb soms afgebeeld als een slang, als de zoon van de aarde, als beeld van de onderwerping van de wil. Dit is waar Kain toe naderde in de onderwereld. Ook Nod zelf is als een touw in de nacht. Daar droomde ik als kind vaak over. Dan werd ze heel lang en dun en onbereikbaar. Dit gebeurde ook in de Egyptologie. Zij was de partner van Geb. Ik kende de Egyptologie als kind zijnde niet, maar droomde er al wel van. Het was altijd extra sterk als ik ziek was, koorts had. Ik kon gewoon in de onderwereld kijken. De moeder verandert in een koord om ons in veiligheid te brengen in de aarde, in Nod. Hier is de kern energie van de dromen, de motor van de gnosis. De ach, de akh, de Hebreeuwse broer-metafoor, het onderwereld-lichaam, is in de Egyptologie een ibis, die zo boven alles uitstijgt. In Genesis 4:7 wordt er aan Kain in het Hebreeuws beloofd dat als hij goed doet, dan krijgt hij Se'eth, het oprijzen, het opstijgen boven alles. In de wortels is dit een wapendrager. Kain krijgt inderdaad later deze nieuwe metaforische "broer", oftewel een ibis, erbij, genaamd Seth. Seth komt ook uit de Egyptologie, als de god van de wildernis en de nacht, een zoon van Nuwd en Geb. Het is één van de gedaantes van Ra, zijn oorlogs-gedaante. Se'eth was beloofd aan Kain, wat ook zwellen betekent in het Hebreeuws, als het zwellen van het mannelijke geslachtsorgaan voor de oorlog tegen het kwaad. Het zijn oorlogs-metaforen die de mens helemaal verkeerd heeft voorgesteld. Wanneer het mannelijke geslachtsdeel de schede van de vrouw ingaat, dan gaat hij de oorlog in tegen het vlees, om zo geboorte te schenken aan een andere gedaante in hemzelf. Dit is de diepte van de tocht van Ra door de onderwereld. Het is om geboorte te schenken
aan het innerlijke kind. Ra moest daarvoor eerst zijn leven geven. Doet ons dat niet ergens aan denken ? Ook Jezus moest zijn leven geven, maar dat moeten we allemaal. Niemand ontkomt aan deze principes. In die zin is alles dus "communistisch" van aard. Iedereen gaat door hetzelfde heen. De tocht door de onderwereld, door moeder Nod, is standaard. 3.4 De Egyptische Wortels van Jehovah We komen in de zalen van de onderwereld, de grotten die door de Egyptenaren allemaal waren onderverdeeld in metaforische uren. Aan het einde van de nacht veranderd Ra in een kever, in Khepra, oftewel Geb-Ra, om de nieuwe dag aan te kondigen. Het Nederlandse woord "kever" heeft dus diepe Egyptische wortels. De kever is een verwerker van afval. De kever heeft geen smetvrees, maar grijpt het afval en schept erdoor. De kever is daarom het symbool van transformatie en nam een prominente plaats in bezit in de Egyptische kosmologie. Daarom betekent Ra ook in het Egyptisch : "bedekt met het heilige vuil", met de modder van de moeder grond, ook als camouflage. In het NT komt Khepra als Gabriel om de geboorte van Jezus aan te kondigen.
De onderwerping van de wil is de sleutel tot de verlichting. De wil gaat tegen de kennis in, dus die moet gebroken worden, de verlamming ingaan. De verlamming is ook de betekenis van Nod in de Egyptische taal. In het boek Iyowb van het OT werd Iyowb (Job) tot de Nod-verlamming (nuwd) geleid. Hij begon te beven en te schudden, te trillen in hoge koorts, om zijn lagere wil tot onderwerping te brengen. Ook komt dit dus voor in het Israëlitische verhaal van Kaïn. Zijn "broer" Hobel werd de stervende RA genoemd (ra-ah, ra-a, herder, Hebreeuws), als een deel van hemzelf. Zijn tweede "broer" was Seth, als de opstijgende ibis. De mens moet tot kennis komen om de lagere wil af te schudden. De mens moet vrijkomen van de lagere wil, en opstijgen als de ibis, boven alles uit. In de Egyptologie, in de onderwereld, gebruikt Anubis de Nod (Nu-t) als een metalen instrument om het verstand en de mond van de ziel in de onderwereld te openen. Dit is ook verbonden aan de NTI of NTU, de poel van de vergetelheid, waar de mens eerst een heleboel valse kennis moet vergeten. Dit is dus ook een onderdeel van Nod. Om tot de "verlichting" (inzicht, uitzicht, overzicht, doorzicht) te komen, moet de mens eerst tot de verduistering komen, de oceaan van de vergetelheid in de onderwereld. Hiermee is Nod omhuld. Allen die tot Nod willen komen zullen eerst deze rivier of zee moeten overzwemmen. Dit wordt ook wel het grote Nirvana genoemd of de Lethe (Grieks). Op de tocht door de onderwereld veranderd Ra op een gegeven moment zelf in Nod. Hij moet dus in principe geboorte geven aan zichzelf. Wij hebben niemand anders van node. Dit zijn slechts symbolen in onszelf. Het is ons eigen lichaam. Nod is verbonden aan Geb, haar partner. Geb is in het Egyptisch ook verbonden aan KHABU, het neerbuigen. Door KHABU, het neerbuigen, komt Ra tot Nod, zijn diepere, creatieve ziel, zijn hart. Wij moeten neerbuigen in het stof als de slang, de Geb, om zo te komen tot de diepte van de moeder grond, Nod. Hier zijn de creatieve vuren van transformatie, in het hart van de grond. Dat is ook wat Khep-ra betekent : Het neerbuigen van Ra, Khabu-Ra. Ra komt tot Nod, en wordt dan tot Nod. Khepra is in de Egyptische taal de wording. Dit is ook wat het woordje Jehova betekent in het Hebreeuws. Daarom is er nooit een absolute, algehele scheiding tussen God en mens. De mens moet tot God worden, omdat het iets in de mens zelf is. Daarom moet er een balans zijn tussen het neerbuigen voor God en het worden tot God, en tussen het zoeken van God en het zijn van God, zoals dat ook in de Bilha wordt besproken. Dit heeft dus niets met de spijbelende zelfvergoddelijking van de New Age te maken. Er is ook een valse zelfvergoddelijking die tot verderf leidt, zoals in het Westerse pseudo-christendom, waarin de mens zichzelf door het bedrog van geloof en genade tot god maakt over anderen. Er is geen snelkookpancursus voor doe-het-zelf vergoddelijking. Alles is onderworpen aan stricte wetten en condities, en het zal altijd plaatsvinden in een hiërarchie van balanzen. De natuur heeft haar eigen rangensysteem. Het heeft niets te maken met persoonsverheerlijking, maar met het komen tot de diepere principes van het bestaan. Op dit pad zijn zoals gezegd vele valkuilen. Maar wij moeten dit pad van vergoddelijking bewandelen, om zo niet altijd alles op iemand anders te schuiven. Projectie is een gevaar. De mens moet zelf veranderen, en zelf tot het paradijs worden, anders komt de mens het paradijs niet binnen. De sleutel ligt in het worden, in Khep-ra, in Jehova als een esoterisch werkwoord, wat helemaal terugwijst naar het Orions-Afrikaanse moeder-principe van Ajawoe. De mens moet zelf de moeder worden. De mens moet zelf een schepper worden. Dit ligt op het pad van de gedaanteverwisselingen van Ra, oftewel Kaïn in het Israëlitisch, in de tocht door de onderwereld, door het land Nod, het lichaam van zijn moeder. De materie is het "vuile", en door het woord wat Khepra daarover spreekt komt er een veel hogere schepping. Zo schiep Khepra, de schepper van alle dingen, ook zichzelf. Het is een principe waarvan de kever een bepaald symbool is. Khepra, Khabu-Ra, is het principe van Ra (of Kaïn in het Israëlitische) die neerbuigt in het stof, die zich bedekt met de moeder aarde, komende tot het vuil van de materie waarin hij herboren wordt door het hogere woord hierin verborgen. Dit is het geheim van de sluiers van het Khepra mysterie. Materie is een verdraaiing van de oertijd, maar de oertijd
ligt hierin nog wel opgeborgen. Geb is verbonden aan de Aramese Keba ark en de Arabische Kaaba steen die van wit tot zwart verkleurde. Geb wordt ook wel Seb genoemd, wat een afkorting is voor Sebek, de krokodillengod van de oorlog. Sebek is ook een godin. Het is slechts een onderdeel van Nod zelf. De krokodil is een krachtige metafoor van de timing van de baarmoeder, van de vruchtbaarheid, de regeneratie. De robotologie is gebouwd op timing. Daarom is Geb in zijn Sebek gedaante onmisbaar. Oorlog is hierin een symbool van de vruchtbaarheid. In de Tweede Bijbel wordt Sebek geschreven als het diepere gebeente van het Jezus Mysterie, als de oorspronkelijke code die ervoor zal zorgen dat dit mysterie opgelost wordt. De Jezus afgod zelf zal in dit proces totaal afsterven, als een sluier die weggeschoven zal worden. 3.5 Ra in het Oude Testament Timing is één van de belangrijkste dynamieken van de robotologie, als een belangrijk kenmerk, waar de krokodil symbool voor staat, oftewel de Sebek, Sa-buk, in de Egyptologie, een gedaante van de aardgod Geb, als onderdeel van de Nod-moeder. Ra ging op zijn bootje door het lichaam van de Nod-moeder, zoals Kaïn in de Israëlitische theologie door het land Nod trok. Ra werd op deze tocht bijgestaan door Sa, die de wachters van de poorten van de uren aansprak, als de timing van de kennis. Sebek komt in de Egyptologie ook voor als godin, en heeft haar diepere wortels in de Afrikaanse godin Buk, de eerste mens (Zuid-Sudan, Ethiopië), als een vruchtbaarheids-godin van de rivieren en de nacht. Zij is de Indiaans-Surinaamse oorlogs-godin Bakroe. SA-BUK betekent in die zin de timing van de demonologie, van de baarmoeder. In het Aramees is de ark de QEBU, de doorgang tot een diepere ruimte, waar een voorhangsel voor gehangen werd (Ex. 40:3). Ook is de ark een beker. Het voorhangsel is in het Aramees ook een vrucht van de ceder. Hier zien we de boom van kennis terug. De mens nam de vrucht en ging tot een andere dimensie, als een doorgang. Dit is wat de ark is. In Ex. 40:4 gaat het in het Aramees over die ruimte, die ingenomen moet worden, de ruimte van de tabletten, van het Woord. Ook is het de ruimte van een kandelaar wat in de Hebreeuwse wortels een juk is. In vers 5 moet tot 'Zij die zingt', de Aramese betekenis van een altaar, in dit gedeelte genaderd worden. Zij die Zingt is in het Egyptisch Nod, "Nu-ti", de zingende godin. Geb is dan de doorgang tot Nod, zijn partner, die de psalmen draagt. De Geb-Nod schakel is belangrijk in de Egyptologie, zoals dat ook in het OT is. De Geb is de tocht door Nod, als de boot van Ra, de Aramese ark, de Kebu.
Ra komt veel voor in de Hebreeuwse tekst van het OT, in verschillende vormen, die allemaal net even iets anders worden geschreven, maar vaak dezelfde uitspraak hebben. Zo is er RA de herder, die de ayin A in het Hebreeuws heeft, en RA als de openbaring wordt geschreven met een alef A. Ze worden beiden hetzelfde uitgesproken, alhoewel soms de ayin vanuit de keel wordt uitgesproken. In het Mozes verhaal in het laatste hoofdstuk van Deuteronomium, hoofdstuk 34 wordt Mozes in de Hebreeuwse grondtekst geleid tot RA, de openbaring, en hem wordt het beloofde land getoond. Tonen is dan de vertaling van het woord RA in het Hebreeuws. RA werd gegeven aan Mozes als een visioen, maar er werd bijgezegd dat Mozes het beloofde land niet zou binnengaan. Het was voor het zaad van Mozes. Dit heeft een hele diepe betekenis. Mozes had een ontmoeting met RA gehad, en stierf. De PEH, oftewel de moederschoot van de aarde, opende zich in vers 5. En dan in vers 6 wordt hij begraven in de QEBU-RA (qebuwrah), een grafplaats in een vallei. We zien hier dus dat Mozes in de ark (qebu, Aramees) van Ra gaat, in de boot van Ra, om een tocht door de onderwereld te maken. QEBU-RA is in het Egyptisch Geb-Ra en Khepra, de kever als één van de gedaantes van Ra, die door Aker (Hagar), de veervrouw van de boot van Ra in de sarcofaag-teksten van het Middenrijk, in een sarcofaag door de onderwereld werd gedragen om hem in de morgen te verwekken (als de zoon van Hagar, Ismaël). Zo kreeg Mozes door de Khepra in vers 6 deel aan het geheimenis van wedergeboorte. Hij zou dus via een omweg naar het beloofde land geleid worden, door het sterven, zodat zijn zaad tot het beloofde land zou komen. Dit wordt ook in de Vur besproken, dat we niets direct kunnen bereiken, maar alleen door het cirkelen, de subtiele energie, door het ondergrondse pad te nemen. De QEBU is dus de ark in het Aramees, wat in het Hebreeuws de Arown is. Aäron, de broer van Mozes, stelt dus in die zin de ark voor. Het hele leven van Mozes was al een tocht door de onderwereld, de erets, in de Hebreeuwse grondtekst. Mozes moest plaats maken voor Jozua, Iesous in de Septuagint, als zijn zaad, wat verwijst naar Jèsoe, de Orions-Afrikaanse dynamiek van kennis. Mozes had dus RA ontmoet en werd aan RA gelijkvormig, en moest sterven aan zichzelf door de baarmoeder van de onderwereld in te gaan in de boot van RA. Mozes kwam dus zoals RA tot moeder NOD, of het land NOD, het land van Kaïn. In het Hebreeuws is Mozes Mosheh, en in het Arabisch Moesa. MOA-SA betekent in het Egyptisch "de timing van de wet". 3.6 De Egyptisch-Israëlitische Wortels van het Wodan Mysterie Mozes wees op de slang in de woestijn als een groot geheim principe van redding, wat verdiept werd in het Jozua-verhaal wat erna kwam. In het boek Jozua, Iesous in de Septuagint, wordt het touw als het grote geheime principe van de redding aangewezen in het verhaal van de inname van Jericho. Zij die gespaard wilden blijven moesten een rood koord uit het raam laten hangen als een teken. De hoer, Rachab, gehoorzaamde aan dit bevel. Zij had met ditzelfde rode koord Israëlitische spionnen laten ontsnappen uit de handen van de koning van Jericho. Het is een mythe met een enorme diepte, Egyptisch van oorsprong, en helemaal verkeerd voorgesteld door het Westen. Het
mysterie van het touw kwam al voor in Egypte, in de onderwereld boeken. Het touw moest de boot van Ra voorttrekken, en hield de boot van Ra veilig. Soms was dit touw een slang. Als leerling van Mozes moet Jozua een enorme kennis van de Egyptologie hebben gehad. Ra-chab komt van het Egyptische Ra-Geb, oftewel Geb-Ra, de Khepra-kever van de morgenstond, als een beeld van de wedergeboorte en de opstanding van Ra nadat zijn lagere wil is afgeschud in de diepte van de onderwereld. In Khepra, Rachab, ligt dus het mysterie van het touw opgeborgen. Rachab betekent in het Hebreeuws : grote leegte, grote ruimte hebben, "openminded" zijn. Dit is dus de weg naar het reddende touw wat ons altijd weer voorttrekt, en wat er voor zorgt dat we niet afwijken of verdwalen. Het touw leidt ons door het labyrint, zoals in de Griekse mythe van de draad van Ariadne. Wij kunnen alleen het touw ontvangen als we "rachab" zijn, oftewel vrij van vooroordelen, leeg. Wij moeten loskomen van het lagere zelf en de lagere wil. Dit gebeurt op de RA-tocht door de onderwereld. In Deuteronomium 33:26 wordt God beschreven als een Rakab, een soortgelijk Hebreeuws woord wat rijder van een beest betekent. Wij moeten niet door onze wil bereden worden, maar wij moeten de wil beteugelen en berijden. Dit is de definitie van het woordje "God", als het berijden van ons lagere zelf zodat het niet over ons heerst. Wij moeten onszelf disciplineren en temmen. Dit is ook de Egyptische woordwaarde van Khepra, namelijk dat de kever het afval gebruikt, tot nut maakt, erdoor schept. Dat is ook de symbolische betekenis van de hoer (Rachab), namelijk dat zij alles naar binnen neemt en zo dit van binnen transformeert en geboorte geeft, wat natuurlijk niet inhoudt dat wij letterlijke hoeren moeten zijn. Het is maar een metafoor, en we moeten klaar komen met deze dingen. Vandaar dat Jezus ook zegt dat hoeren zullen voorgaan in het koninkrijk der hemelen. Een hoer is een metafoor van iemand die het kruis draagt, die het niet van zich afgeworpen heeft, oftewel iemand die geen geestelijke smetvrees heeft. Ook de maagd is een bijbehorende metafoor die zich niet bevuilt aan de zonde. Wij moeten het lijden dragen, maar hierin mogen wij niet zondigen. We mogen niet materialistisch worden en dingen gaan verletterlijken. Zo moeten wij Maria Magdalena ook vertalen, dat zij geen letterlijke hoer was, maar iemand die net als Jezus haar kruis droeg. In de gnosis waren zij partners. Maria Magdalena was de vrouwelijke Jezus, de godin. Daarom is aan de goede kant van de dualiteit de hoer van Babylon die op het beest rijdt een beeld van de hoer Rachab, als de grote menger, als tegengesteld tegen het nazi-christendom. Het is een beeld van de opkomende Khepra die zichzelf regenereert door het afval. Dit is een mooie diep Egyptische symboliek. In de symboliek horen de hoer en de maagd bij elkaar, als twee kanten van dezelfde munt. De archetypes van de hoer en de maagd scheppen samen een nieuwe wereld, een paradijs, een hemel. Het zijn diepe realiteiten van het zelf in de mens. Deze gestaltes zullen aan de oppervlakte komen. Zij zullen voortkomen vanuit de zee van het verleden. Zij zullen mysteriën gaan oplossen. In Genesis 41:43 wordt Jozef een Ra-kab (Khep-ra) waardoor alle knie zich voor hem buigt. Hij werd tot heerser over het land Egypte. Door Rakab, Khepra, wordt het lagere zelf onderworpen, en moet buigen. Zonder de rakab kon er geen hand of voet opgeheven worden (:44). Dit gaat dus om het ware principe hoe het zelf te overwinnen. In de Eliza mythe in het Hebreeuws-Aramees is Rakab verbonden aan de boogschietende donderstorm godin. De bliksem is hierin een voorstelling van het heilige touw. Dit is ook het hele mysterie van Wodan, de oppergod van de donder in de Germaanse kosmologie.
3.7 De Egyptische Wortels van Kaïn Het kwaad is in de Egyptologie een dualiteit. Het is iets heel relatiefs en neutraals in veel opzichten, en kneedbaar. Door slechte timing wordt het goede het kwade. Het kwade kan dan door de juiste timing weer het goede worden. Ook door een verkeerde volgorde of hiërarchie kan het goede het kwade worden, en ook dat kan weer teruggedraaid worden. Het gaat dus niet om het "ja" of het "nee", maar om het "hoe". In de Egyptologie zijn de vijanden, net als de goden en de godinnen, archetypes die een keerzijde hebben. In de Egyptologie moesten de goden en godinnen de vijanden overwinnen door de vijanden te worden en een andere invulling te geven. Tegenstander is een heel relatief begrip. Ook de Israëlieten en de Grieken hanteerden het principe van de dualiteit, en bij de Azteken kwam het ook voor. De christelijke wereld rekende af met deze dualiteit, en polariseerde alles, en begonnen de oude teksten heel eenzijdig zwart-wit te maken, en verschrikkelijk kortzichtig begonnen zij alles te verletterlijken. Hetzelfde lot onderging Kaïn, die oorspronkelijk uit de Egyptologie kwam. Ka-en-moat, de Wet van Ka-en, was de slangenwachter van het zevende uur in het boek der poorten. Ka-en was de Egyptische basis voor Kaïn, als de wachter van het zevende uur van de nacht. In dit uur ontvangt de ziel in de onderwereld de veer van Moat. Deze veer moest het vlees doden en testen. Zo kon de veer boven alles uitstijgen, om zo voor Nod te komen, het verhoogde bewustzijn, de kernenergie van de dromen. De veer is het symbool van het nomadische leven, van het land Nod, of moeder Nod. Het nomadische is de begrijpende, verdiepende en vertalende dynamiek. De veer is dus een teken van het overwinnen van het kwaad, als het begrijpen, transformeren, verdiepen en doorvertalen van het kwaad, door de keerzijde ervan onder ogen te komen. De wet is hierin verbonden aan de waarheid, die doorzichtig is en transcendent. Verderop in het uur ontvangt de ziel in de onderwereld de sikkel, wat een beeld is van timing. De sikkel weet wanneer het oogsttijd is. Dit is belangrijk, want zelfs het goede is het kwade als timing ontbreekt. Kaïn was de landbouwer in de Israëlitische mythologie, de drager van de sikkel. In het zevende uur van de Amduat komt de ziel in de onderwereld vrij van de apep-slang. Apep is een titel voor de vijand van Ra, en staat voor glibberigheid. De ziel krijgt hierbij hulp van de magie van Isis, wat in de Orions-Afrikaanse mythologie Jèsoe is, het principe van kennis. De ziel is inmiddels in de grot van Osiris, Aser, aangekomen, en komt tot de poort van Aser. Het zevende uur is genoemd : Het overwinnen en onthoofden van het kwaad, wat een metafoor is voor het analyseren. Dit is een groot mysterie. De ziel leert hier zeilen door de magie van Isis (Jèsoe). Dan komt de ziel tot Osiris, Aser, die omhuld is door de Mehen slang. Mehen is de naam van een oud Egyptisch bordspel. Osiris is dus onder de hoede van een spel, en de slang betekent ook het touw, als een teken van leiding en bescherming. Het touw zorgt er namelijk voor dat de boot wordt voortgetrokken en niet afwijkt van het pad. Osiris is dus in de Mehen slang, op een troon. Zonder
deze slang zou hij niet kunnen regeren. De slang is een teken van de heilige gebondenheid, oftewel de robotologie. Zonder deze slang zou Osiris van de troon afvallen, en afwijken van het pad. Door de Mehen slang heeft hij ook zijn vijanden overwonnen, oftewel zijn eigen lagere zelf, zijn lagere wil. Die is in drievoud geknield, gebonden en onthoofd voor zijn troon. De lagere wil is onderworpen. Dan spuwt de Mehen slang vuur om de lagere wil totaal te vernietigen. De drie delen van de lagere wil worden door de Mehen slang verslonden. In het middelste register is Ra ook omhuld door de Mehen slang, en ontvangt de ziel de Mehen slang. De Mehen slang leert de ziel te transformeren door verschillende beelden. Die beelden zijn onderdelen van het Mehen spel. In de Tweede Bijbel wordt Mehn besproken als een land. Op een bepaald punt in het zevende uur van het boek der poorten heeft Qaen, Kaen, een menselijke gedaante en heeft een touw om zijn nek, als beeld dat zijn woorden gebonden zijn en zijn adem. Adem is de betekenis van Hobel, de broer van Kaïn in de Israëlitische mythologie, wat een beeld is van zijn eigen sprekende capaciteiten die de heilige gebondenheid, oftewel leiding, ontvangen. Dit is de Egyptische diepte en oorsprong van het Kaïn en Hobel verhaal. 3.8 De Egyptische Wortels van Amen Kaïn (Hebreeuws : Qayin) komt uit het Egyptische Boek der Poorten. Ka-en was de naam van het zevende uur, als Ka-en Moat, de Wet of Waarheid van Ka-en, waarin de ziel op de tocht door de onderwereld de wetten van de metaforische landbouw moest leren kennen, en daarvoor de sikkel ontving als een symbool van de timing. Kaïn was daarom ook in de Israëlitische mythe een landbouwer. In het zevende uur zien we dan ook de god Qan of Qa-en met een ketting om zijn nek, als een symbool dat zijn spreken gebonden is aan de wet, oftewel zijn adem. Dit komt ook terug in Spreuken 1 : 8Hoor, mijn zoon, de tucht van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet; 9want zij zijn een liefelijk sieraad voor uw hoofd, een keten voor uw hals. De halsketting is de ANAQ in het Hebreeuws, en ook die komt van het zevende uur van het Egyptische boek der poorten. ANAQ is de god van de bedwinging van de tong, de wachter van de tong, die ervoor zorgt dat een mens niet overmoedig of verkeerd spreekt. ANAQ is dus de leiding van de mond. De liefelijkheid is chen, of khan in het Hebreeuws, en dit betekent ook gebed. Het spreken is de adem, wat de betekenis is van Hobel in het Hebreeuws, dus het verhaal van Kaïn en Hobel gaat gewoon over het uitademen van Kaïn, het beteugelde spreken van Kaïn. Dat is ook de definitie van liefelijkheid, khan, als tegengesteld aan het roekeloze en overmoedige.
Ook Ra op zijn nachtboot is beteugeld. Hij is omhuld door de mhn slang, vaak Mehen genoemd, of de amen slang. Dit is ook een bordspel in het Egyptisch. Het laat dus duidelijk zien dat de tocht door de onderwereld maar een spel is, een puzzel. Amen betekent verborgen. De amen slang moet Ra veilig houden en voortleiden. Het is als een touw, een ketting. Amen is in de Egyptische mythe de verborgene en de getrouwe die de gebeden hoort. Er is maar één letter verschil tussen touw en trouw in het Nederlands. Zij horen bij elkaar. De mens moet loskomen van de lagere aardse wil door in het verborgene te gaan, tot het hogere touw waarvan de amen slang een beeld is. Vanwege deze Egyptologische kennis die Mozes had richtte hij de Israëlieten in de wildernis op de koperen slang die hij had laten maken, als beeld van redding. In het boek Jozua, van de leerling van Mozes, is het beeld van redding het touw. Slang en touw zijn hetzelfde. Ook in de poëzie van het Eeuwig Evangelie in de Tweede Bijbel wordt dit benadrukt dat het raadsel van de slang de enige is die de mens over de rivier van de dood kan brengen. Alles komt aan op dit gebed van David in Psalm 141 : 3 Here, stel een wacht voor mijn mond, waak over de deuren van mijn lippen; 4neig mijn hart niet tot iets kwaads om in goddeloosheid boze daden te volvoeren met mannen die bedrijvers van ongerechtigheid zijn, en laat mij van hun lekkernijen niet eten. 5Slaat een rechtvaardige mij, het is liefde, kastijdt hij mij, het is olie voor mijn hoofd, die mijn hoofd niet zal weigeren. Dat is dus oorspronkelijk de les van het zevende uur van het Egyptische boek der poorten, het uur van Ka-en Moat, oftewel de Wet van Kaïn. In het Amduat boek van het verborgene troont ook Osiris, Aser, in het zevende uur omhuld met de amen slang (mhn, Mehen, Mehn), wat erop duidt dat dit in het verborgene was. De mens moet alles achterlaten om de diepte in te gaan, om zo weer meester te worden over het zelf, als de onderwerping van de lagere wil. De mens die nog in de glitterwereld wil zijn vol van illusies kan deze meesterschap nooit behalen. De Amen roept ons tot het verborgene, het verlatene, om een tocht te maken door de onderwereld. Amen zelf zal ons beschermen en leiden. Het is een slapend deel in onszelf, als de slapende slang, het slapende touw. Het is een metafoor met een groot potentieel. Als wij dan omhuld zijn door de amen slang, zoals Ra en Osiris, dan zal ook de sikkel van timing tot ons komen. Dan gaan we inzicht krijgen in tijden en seizoenen. Dit behoort allemaal tot het grote spel van Amen. Door timing worden er weer nieuwe deuren in ons geopend die daarvoor nooit geopend konden worden. Ook Ka-en, Kaïn, had deze ketting in het boek der poorten, als een halssnoer. Het is een magisch halssnoer wat ons leidt door de onderwereld, als een amulet, wat ons alert maakt voor de gevaren en ons er tegen beschermt, die ons niet laat afwijken van het pad. In het Israëlitisch is dit dus de Anaq-ketting, of Enak-ketting. Enak, Anowk, oftewel Enoch, was de eerste zoon van Kaïn, die op het geheimenis van het halssnoer wees. Dit was dus de god Anaq, de poortwachter van de mond, in het zevende uur van het boek der poorten in de Egyptologie. In het achtste uur geeft het touw geboorte aan de mysteriën. Er komen hoofden uit het touw, als nieuwe avatars die de ziel nodig heeft om door de onderwereld te gaan, als het geheim van de transformaties. Het halssnoer bestaat dus uit meerdere personen, meerdere rollen, die samen de persoonlijkheid vormen. Het is dus een schijf van identiteiten die met elkaar mogen samenwerken.
Elke identiteit is een sleutel voor een bepaalde poort. Na de dood van Hobel kreeg Kaïn een nieuwe broer : Seth. Ook Seth komt uit de Egyptologie. Seth behoorde ook tot de boot van Ra. Seth hielp Ra, als een andere gedaante van Ra, om de valse apep slang te verdrijven. Seth is de wildernis gedaante van Ra, en de duisternis, als de oorlogsgedaante. Seth droeg een speer om de apep slang van de boot weg te houden. Om de duistere Seth op te roepen moest Ra er dus wel voor zorgen dat hij in de mhn slang, oftewel de amen slang, zou blijven, in de verborgenheid. Alleen in de verborgenheid, in de Amen, kon Seth opgeroepen worden. In het achtste uur blijkt dat het touw, oftewel het halssnoer (slang), die Ka-en draagt, de magische capaciteiten heeft van het scheppen van de uren, als de schepper van tijd en timing. De uren zijn verschillende avatars die de ziel nodig heeft in de tocht door de onderwereld, als de belichaming van tijd en timing. Seth kon alleen komen toen Hobel, de adem, metaforisch aan zichzelf was gestorven, oftewel uit was geademd. Ook Osiris, Aser, is één van de hoofden die uit het touw komt. De mehen of amen slang (mhn, mn) wordt ook weleens vergeleken met de ouroboros slang die zichzelf opvrat, als een beeld van de regeneratie. In dat licht moeten wij ook het Kaïn en Hobel verhaal zien. De broedermoord was al een allegorie in Egypte, namelijk in het verhaal van Osiris en Seth. Dit is nooit letterlijk geweest, maar dit waren diepe inwijdings-mysterieën om zo los te komen van het lagere aardse, de schaduwzijde, oftewel de lagere wil. Het heilige halssnoer doodt het vlees om zo de ziel van de drager veilig te houden. Het doden is een metafoor van het toetsen. Ook in de Vur wordt deze symboliek en cryptiek verder uitgewerkt. 87. Het Toetsen Het heilige halssnoer draagt de paradijselijke kennis, zegt vers 14. Er wordt gesproken dat alles getoetst moet worden in de tabernakel. 17. De opslagplaats van schatten, de opslagplaats van heilige literatuur. Het wordt niet gevonden in het land der levenden. Hoofdstuk 4. Het Kruis in de Woestijn 4.1 De Noord-Koreaanse Oorlogs-dans In het verleden was ik een zwarte band karateka. Ik trainde ook anderen in karate. Ik ben hiermee gestopt toen ik naar de bijbelschool ging. Al snel merkte ik dat mijn grote liefde de demonologie is, als een soort geestelijke karate. Ik had een roeping voor de demonologie en werkte als exorcist. De
zwaarste gevallen kwamen altijd bij mij terecht omdat niemand anders hen kon helpen. Karate was slechts een voorbereiding tot dit vak, als een aardse schaduw, een metafoor. Ik heb mijn karatediploma's allemaal verscheurd, als sluiers van de tempel, en kreeg er een hogere vechtkunst voor terug : de demonologische vechtkunst. Wel had ik op de bijbelschool mijn rood-witte karate tas nog, waar Japanse tekens opstonden en een beest of draak. Op karate leerden wij de zogenaamde kata's. Dat waren reeksen van de gevechtskunst, als gevechtsdansen. Elke band had zijn eigen kata's, en ik gebruikte nog steeds fragmenten ervan in de hogere vechtkunst van de demonologie, want ook de demonologie is zeer lichamelijk. Lichaam en ziel moeten in een eenheid zijn in de demonologie. Ook gebruikte ik er Michael Jackson dans-fragmenten voor, want die waren ook zeer militair en vaak van een hogere orde. Zo ontwikkelde ik een zeer strenge gevechtskunst, namelijk die van de gnosis. Wat dat aangaat is karate nog steeds een inspiratie. De engelen van mijn karateleraar destijds zijn ook altijd bij mij gebleven om mij in de hogere gevechtskunst te onderwijzen. Voor mij is het het mooiste vak van de wereld. Ik heb velen onderwezen, maar ik heb er nooit geld voor gevraagd. De kern hiervan is de literaire gevechtskunst, en die is heel subtiel, als een architect. De pen is een groot wapen. Het loopt synchroon met het lichamelijke. De gevechtskunst zit in mijn bloed. Ik ben een vechter in hart en nieren. Zo ben ik geboren, en zo zal ik ook altijd blijven. Op virtual reality is er de rage van het boogschieten. In mijn vrije tijd train ik soms mensen hierin, omdat virtual reality voor mij wel het portaal tot de droomwereld is, als een soort twilightzone en trappenstelsel tussen lichaam en ziel. Ik maak er graag gebruik van. Ook Ra was een vechter. Elke nacht weer ging hij in zijn boot door de onderwereld om tegen de slang van het kwaad te strijden. Ook al ging hij ten onder, in de ochtend stond hij weer op. Hij streed tegen zijn lagere wil, het lagere aardse zelf. De mens is geroepen zichzelf te overwinnen, oftewel te analyseren, te begrijpen en te transformeren. Het houdt de mens mentaal gezond. In het Orionse Egypte komt dit verhaal weer terug als Ova die over de groene wildernis-rivieren van de onderwereld ging in zijn kano, om zo te gaan tot de groene zon, de bron van het verleden waarin alles duidelijk wordt, om zo tot een hoger bewustzijn te komen. Ova wordt veel vergeleken met Ra en Geb. Ova had te strijden tegen de rode krab. De rode krab was een ontvoerder van kinderen, die vervolgens hun harten uit hun lichaam zoog om vervolgens een rode krab in hen achter te laten als hun nieuwe hart, onder zijn controle. Hiervoor had de rode krab dus een heel leger van rode krabben. De naam van deze rode krab is Saveer-Beli, als een onderdeel van Saveer. De rode krab kan in allerlei gedrochten veranderen, zoals een slang, een krokodil, een zwarte leeuw enzovoorts. Het is het zwaar listige en creatieve principe van het kwaad. Een oorlog kan alleen gewonnen worden wanneer er een strakke discipline is. Die discipline is er niet vandaag de dag in de kerk. De kerk is tegen haarzelf verdeeld, en ze is lauw en materialistisch, naast verschrikkelijk kortzichtig. Zonder de zware hogere robotologie kan de oorlog nooit gewonnen worden, want de vijand is zwaar robotisch. De kerk heeft over het algemeen geen kennis van de geschiedenis, niet van de kerkgeschiedenis, niet van de bijbelgeschiedenis, en al helemaal niet van de etymologie. De kerk zit vol met leken, met leiders die westers zijn opgeleid en niet oosters. Ze hebben niet de juiste contacten, en vaak is het gewoon een markt. Ze leven van het domhouden van hun publiek. Ook is het zo dat veelal hun zintuigen niet geopend zijn. Sommigen mogen dan zeggen dat ze eens een visioen of droom hebben gehad, of een stem hebben gehoord of zelfs een bijna dood ervaring, maar de realiteit is dat een blinde die 99% van de dag blind is nog steeds een blinde is. En die blinden leiden dan ook andere blinden ... naar de vernietiging. Vandaar
dat ons werk staat voor de volledige opening van de geestelijke zintuigen van de gnosis. Een ware vechter is natuurlijk geen roekeloze blinde vuistvechter of andere soort van krachtpatser. Neen. De ware vechter is een strateeg, een spion, een detective. De rode krab die zich in de borstkas van kinderen nestelt scheidt dan een hormonale drug uit, om de kinderen te verdrinken in drugs. Zo zijn zij geheel onder hypnose van de krab. Het is een bepaalde klier. Vannacht had ik een droom over de rode krab, maar dat gebeurt wel vaker. Het is de geest van Amsterdam. Toen ik me voor het eerst met de demonologie van Amsterdam ging bezig houden woonde ik nog in Amsterdam met mijn partner. Ik weet nog wel toen we het gevecht met dat beest aangingen moesten we ons eerst door een heel hiërarchisch trappenstelsel boven Amsterdam heenwerken. De eerste heersende parasiet was genaamd Mastar, als een zwarte vogel, een soort arend, die ook in een spin kon veranderen. Toen we daarmee begonnen was er een enorme klap ineens vlak bij ons raam, als een explosie, in de materiele wereld. De natuurlijke en geestelijke wereld staan met elkaar in verbinding. Ook kan ik me de strijd tegen Synaps nog herinneren, een witte arend. Een paar weken geleden had ik een droom over Michael Jackson die op een toren in Noord Korea stond en op de toren een strict robotische gevechtsdans uitvoerde als zijnde het metaforische Noord Korea als een allegorie. Noord Korea is cryptisch gezien de robotologie, maar het materiële Noord Korea is daar een corrupte afschaduwing van door de Arcturische lens. We moeten tot het hogere Noord Korea komen. In ieder geval was de dans een Noord Koreaanse dans van robotisme, een oorlogsdans. Het was de discipline van de tong, de wachter van de mond. De wereld is bezeten door een vleiende, roekeloze geest van de tong, waardoor de wereld in slaap wordt gesust. Vandaar dat de wereld het cryptische Noord Koreaanse geheim nodig heeft. Ook dit zal een belangrijke sleutel vormen voor de bevrijding van Amsterdam. 4.2 De Dieren van het Paradijs "Een klein lek maakt het hele schip tot zinken." In de diepte gaat het er niet om je aan iets anders te onderwerpen, maar aan je hogere zelf, want anders eindig je in afhankelijkheids-spelletjes die niet eerlijk zijn, als een soort cheaten, want dan blijft er een scheiding tussen jou en het goddelijke terwijl je zelf goddelijk moet worden en het in jezelf moet vinden. De mens moet zelf veranderen en het niet altijd en eeuwig op iets anders schuiven, want dan is het niets anders dan projectie en luiheid. In die zin bedonderd het christendom de boel. Onderwerp je dus aan het goddelijke in jezelf, je eigen hogere, goddelijke deel. Natuurlijk is het woordje goddelijk heel wazig. God is geen alleenheersende bitch of regelmien buiten onszelf op een troontje, want dat is wel de karikatuur die ze ervan hebben gemaakt. God is gewoon een woord voor de technologie van de oneindige kennis in onszelf. Het is de technologie van het hogere zelf waar niemand aan kan ontkomen. Wel is het zo dat wat buiten ons lijkt eigenlijk gewoon van binnen ergens zit. Alles wat we om ons heenzien is in onszelf, als een cryptische code die de
oneindige kennis heeft gemaakt om zich veilig te stellen. Het ligt er niet voor het grabbelen, maar het is de bedoeling dat je er al puzzelend in opgroeit en het je daadwerkelijk eigen maakt. Het is dus ontwaken tot wie je bent. Hierin heeft iedereen de luisterende pool in zichzelf (man), en de inspirerende pool (vrouw). Gevoeligheid (man) versus creativiteit (vrouw). En daarom plugt de man-pool ook metaforisch in de vrouw-pool, waar ook allemaal heel wazig over gedaan wordt, en heel letterlijk. Het is iets in de mens zelf. Je stekkertje moet in jezelf het stopcontact vinden. Waar passen de dieren hier ergens in ? Zij zijn de klieren van het paradijselijke lichaam, het energie-lichaam, van de ziel diep binnenin de mens. Alles is al gebeurd, want tijd is slechts de sluier van de oneindige, volmaakte kennis. In die zin is er niets onvolkomen, maar moet de mens zijn paradijselijke lichaam diep in zichzelf ontdekken, her-inneren. Dit houdt ook in dat er ergens diep in de mens nog zijn paradijselijke hersenen bevinden. De hersenen staan niet op zichzelf, maar zijn het klankbord van het hart. De hersenen moeten de impulsen van het hart opvangen, om zo alles tot actie om te zetten. De hersenen zijn dus onmisbaar in het paradijselijke lichaam. In het paradijs liggen de hersenen door het hele lichaam heen, net zoals het hart. We zullen de klieren van het hoofd bespreken : Voorkant : de vliegen-klier - vergetelheid-klier - om te kunnen vergeten - als een schild Links : de slangenhoofd-klier - droom-klier Rechts : de spinnenklier - timing-klier Achterkant : de vogelklier - robotic-klier - juist omdat het robotisch is kan het inhaken in het hoogste doel, pakkende de beste schakel nodig voor het moment - dit is de heilige draad, als de heilige ibis Kin : de orca klier - de klier van de eeuwigheid - de robotische klier kan alleen werken door de eeuwigheids-klier, want zo is het volkomen in de zin dat er geen begin en einde mag zijn. het is de klier van eindeloosheid qua tijd Nek : de walvisklier - de eindeloosheid qua ruimte - zonder begin, zonder eind, de eindeloosheid qua grootte, dus ook het grootste kruis, en dat hebben we nodig om aan onszelf te sterven - is dit er niet en zijn er haperingen in de tucht, en is het net niet het grootste kruis, dan gaat het aan onszelf sterven niet door - er is dus geen hoop voor mensen die niet radicaal zijn ... lauwheid zorgt ervoor dat we de sleutel naar het paradijs missen ... 99% het goede dienen is nog steeds het kwaad dienen, want een klein lek maakt het hele schip tot zinken. daarom moeten wij ons altijd richten op de 101% om veilig te zijn, en wanneer het aankomt op leeg worden van onszelf (van de lagere wil) moeten we ons richten op "less than zero". Natuurlijk hebben deze klieren ook hun schaduwen en vervalsingen. Ook het eeuwig evangelie spreekt over deze dynamieken. Natuurlijk is de bron dan in het hart, en dan gaat het om de borst zone : krokodil : timing-klier
nijlpaard : vergetelheid haai : eeuwigheid olifant : grootste, eindeloosheid beer : droom draak : robotics Dit zijn dus de harts-klieren. Maar hoe loopt dit alles nu gesmeerd ? De Tweede Bijbel spreekt over het eeuwiggroeiende kruis, wat als de zee is. De zee komt opzetten als een vloed, maar is dit dan het einde ? Nee, want daarna komt er ook weer eb. Wij zijn geroepen om het kruis te dragen, ook en juist : het eeuwiggroeiende kruis. Als je door het kruis geslagen wordt is het het beste het kruis te omhelzen. Als je door de gesel geslagen wordt is het het beste de gesel te kussen, want het zijn de vruchtbaarheids-principes die we in ons leven nodig hebben. Daarom vragen wij om het kruis. "Kruis, kom je buiten spelen ?" En zo geldt dat ook en juist voor het eeuwiggroeiende kruis waar de zee een beeld van is. Zijn wij al tot de geheimen van de zee gekomen ? "Kop op, het zal nog erger worden," zei de Amerikaanse oud-directeur van onze bijbelschool weleens. Ik moest daar dan wel om lachen, maar het was wel waar. In diepte had hij het over het eeuwiggroeiende kruis. Nee, dit kruis brengt ons niet ten onder, maar voedt ons op, en brengt vruchtbaarheid. De lagere aardse wil sterft zo af. Daarom moeten wij gaan tot de zee van het hart, het grote centrum. Hier leggen wij onze lagere, opgelegde zelf af. Alle andere kruisjes die mensen aankopen hebben die macht niet. Alleen het eeuwiggroeiende kruis heeft deze macht, en dan is het alsof de stekker in het stopcontact is gegaan. Het kruis is altijd de sleutel geweest tot het paradijs, maar de mens moet het kruis leren kennen. Werpen wij het kruis van ons af dan stopt de reis. Velen dragen het kruis maar half, of tutten hun kruis op totdat het geen kruis meer is. Velen dragen een gouden kruis met een stropdas en een glaasje wijn. Er is een vals, plastic kruis in de omloop wat goed verkocht wordt, en wat leugens predikt. De waarheid is een hard kruis waaraan je niet ontkomt : het eeuwiggroeiende kruis, zodat het lagere, valse zelf en de valse wil volledig wordt ingesloten en niet meer kan ontsnappen. Die tsunami hebben we nodig in ons leven. Daar zien we de rode lijn in de Jezus-fabel die wel klopt en waar we nooit afstand van hebben gedaan, namelijk waarin Jezus, Iesous, oftewel in diepte : Isis (Egyptisch), Jèsoe (Orions-Afrikaans) zegt in Matteus 5 : 39Ik zeg u, de boze niet te weerstaan, doch wie u een slag geeft op de rechterwang, keer hem ook de andere toe; 40en wil iemand met u rechten en uw hemd nemen, laat hem ook uw mantel; 41en zal iemand u voor één mijl pressen, ga er twee met hem. Er is dus allereerst een seizoen om het lijden te aanvaarden, als de heilige tucht die ons beschermt. Een ouder die zijn of haar kind niet tuchtigt haat zijn kind. God, de gnosis, de oneindige kennis, tuchtigt ons, en hard, om ons van de roofdieren weg te houden. Een ouder die zijn kind te licht heeft getuchtigd wordt hier door de gnosis zwaar verantwoordelijk gesteld, en de gevolgen zijn niet te overzien. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Uit de Spreuken van Salomo : Spreuken 4 13 Grijp de tucht aan, laat niet af; bewaar ze, want zij is uw leven.
Spreuken 8 10 Neemt Mijn tucht (onderwijs, instructie) aan, en niet zilver, en kennis (wetenschap), meer dan het uitgelezen uitgegraven goud. 33 Hoort de tucht, en wordt wijs, en verwerpt die niet. Spreuken 1 7 De dwazen verachten wijsheid en tucht. 8Hoor, mijn zoon, de tucht van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet; 9want zij zijn een liefelijke krans voor uw hoofd, een keten voor uw hals. Spreuken 27 5 Een onomwonden bestraffing is beter dan verborgen liefde; 6 oprecht gemeend zijn de wonden door een vriend geslagen, maar overvloedig zijn de kussen van een vijand. 29Omdat zij de kennis hebben gehaat en de vreze des Heren niet hebben verkozen, 30mijn raad niet hebben gewild, al mijn vermaningen hebben versmaad, 31zullen zij eten van de vrucht van hun wandel en verzadigd worden van hun raadslagen. 32Want de afkerigheid der onverstandigen zal hen doden, de zorgeloosheid der dwazen zal hen te gronde richten. 33Maar wie naar mij luistert, zal gerust wonen, beveiligd tegen de verschrikking van het onheil. Spreuken 19 18Straf (onderricht, disciplineer) je zoon zo lang er nog hoop is, en bekommer je niet om zijn gejammer. Spreuken 12 1Wie tucht liefheeft, heeft kennis lief; maar wie terechtwijzing haat, is dom.
4.3 Surven op de Golven van het Paradijs Hier nog een stuk Science Fiction : - De Vloek van het Normaal Zijn Oh, wat zijn we allemaal normaal. Helemaal niet. Maar dat wil niemand horen. We houden ervan te denken dat we normaal zijn, Maar voor de buitenaardsen zijn we vreemd. De aarde is zo'n beetje het laagst ontwikkeld van alle planeten. Het is de planeet van DOM. Iedereen heeft het hoogste woord over hoe dingen in elkaar zitten, en vaak zijn ze daar zelf niet opgekomen, maar is hen dat met de paplepel ingegoten dus MOET het wel waar zijn. Het is een vreemde logica, maar het wordt aanbeden. Dat is ook het makkelijkst : Teren op je opvoeding, hoe het je allemaal is bijgebracht. NU heb je echt alles in kannen en kruiken. Dat klinkt wel heel extreem hè ? Gelukkig zijn er mensen die "vreemd" durven zijn, die durven algemeen aanvaarde dingen in twijfel te trekken, die durven te onderzoeken. Gelukkig zijn er mensen die ermee zijn gestopt zulke "normaal" spelletjes te spelen, en stellen ze zich nu open voor het "andere", het "vreemde", het "onbekende". Ze willen graag groeien en komen tot de echte waarheid, niet de opgelegde waarheid. Kun je dingen van een hele andere kant bekijken ? Durf je "anders" te zijn ? Durf je creatief te zijn, ook als je door miljoenen fluitjes om je heen wordt teruggevloten ? Durf je rebels te zijn tegen de maatstaf ? Er is namelijk geen algemeen aanvaarde maatstaf. In ieder land gelden er weer andere regels, en in iedere samenleving. Die samenlevingen lopen door elkaar heen en hebben hun kruispunten, maar er is nog steeds een grote verbale en schriftelijke oorlog gaande over wat de maatstaf is. Je kunt hier moe van worden, verward, en dat worden vele mensen ook. Soms is het maar het beste om gewoon het verhaal te lezen, want het is een verhaal, niets anders. En het is een heel bizar en vreemd verhaal. Niets wordt buiten schot gehouden. We kunnen er niet om heen : Het is een wreed verhaal, onmenselijk. Toch is het een verhaal, en waarom ? Waar liggen de grenzen ergens bij sommige "mensen" ? Zijn het wel echt mensen ? Nee, natuurlijk niet. Niet alles is mens wat zich als mens voortdoet. Als je dat denkt, dan onderschat je de gewiekstheid van het universum, van de aanwezigheid van parasieten die allerlei camouflage taktieken bezigen om aan voedsel te kunnen komen. Vandaag de dag leven we in de zombie apocalypse, en we zijn haastig op zoek naar hen die nog geen zombies zijn geworden. De zombies eten hersenen, en zijn totaal dood voor empathie en gevoeligheid. Alles maar dan ook
alles is afgestompt. Het kan hen allemaal niets, maar dan ook niets schelen. Wel hebben ze allerlei truukjes om je emoties te bespelen. Christenen die elkaar naar de eeuwige hel verwenzen gooien graag het balletje "liefde" op, en blijven elkaar zegenen, terwijl ze eigenlijk bedoelen : "Loop naar de (eeuwige) hel." Als je gezegend wordt door een christen na een woordenstrijd, dan weet je precies hoe laat het is. Het is hun dodelijkste wapen, als de steek van een insect om je te verlammen. Ik zei dan weleens : "Ik wordt liever vervloekt door een satanist dan gezegend door een christen." De eeuwigheid is in de grondtekst niet eens altijddurend, maar een bepaald tijdperk, en is metaforisch. De eeuwigheid is een geografisch gebied, en heeft niet eens zoveel met "tijd" te maken. Maar dat maakt een Westerse christen allemaal niet uit. Die leeft gewoon voor de markt, als een parasiet, want bangmakerij verkoopt nog steeds erg goed. Je moet natuurlijk een mens wel goed waarschuwen voor de gevolgen van verkeerde keuzes, en soms moet je het balletje terugspelen. Ik zeg weleens : "hen die dreigen met de eeuwige hel zullen in iets veel ergers worden geworpen dan de eeuwige hel," of "de enigen die naar de "eeuwige hel" gaan zijn degenen die dit voor anderen creëeren," maar natuurlijk is dat sarcasme. Natuurlijk is dat maar gekkigheid, maar gekkigheid is soms de beste verdediging. Laat je in ieder geval niet gek maken. Even de andere kant wat ze eigenlijk nooit in de kerk laten zien : - Surven op de Golven van het Eeuwiggroeiende Lijden Soms welt het lijden op als een golf, en soms is het beter om te zien waar het je naartoe leidt in plaats van je ertegen te verzetten. Soms is er geen kruid tegen zo'n golf opgewassen, en dan moet je leren surven op de golven van het eeuwiggroeiende kruis. Het zijn reusachtige golven die een doel hebben. Vaak begrijpt de mens het lijden helemaal verkeerd. Het lijden is een bepaalde boodschap van het paradijs. Soms moeten we dus leren meegaan met zulke golven, leren surven, leren meebuigen, anders komen we nergens. Het lijden is een andere taal die de mens nog niet begrijpt. Het paradijs is een eiland of gebied van eilanden omringd door woeste zeeen waarop de mens eerst moet leren surven. Vandaar : Leren surven op de golven van het paradijs. 4.4 De Komst van de Wereldschepen De mens mag niet lichtzinnig met muziek omgaan. Muziek is de taal van het hart, van een andere wereld, en het wordt zowel door het goede als het kwaad gebruikt. Geef je niet zomaar over aan muziek, maar test het. Veel hedendaagse muziek is rommel die je lagere aardse wil probeert op te wekken om je zo tot slaaf te maken van een bepaalde markt. Wij kunnen daar niet genoeg tegen
waarschuwen. Vraag jezelf bij muziek die je "leuk" vindt af of dit je hogere zelf is, of je lagere zelf, je lagere wil die spelletjes met je probeert te spelen. Muziek programmeert, dus je moet heel goed weten waar je mee bezig bent. Spring niet zomaar overal in. Het is geen luilekkerland. Het zijn boodschappen, het zijn jagers, en ze zijn op jacht naar je ziel. Je wilt geen deel hebben aan één of andere poppenkast. Ga dus technisch met muziek om, spiritueel, niet materialistisch. Het is geen grabbelton. Een heleboel mensen hebben niet door dat muziek tot hen gezonden is om hen toe te rusten. Vaak nemen ze de tijd er niet voor, en nemen alleen datgene wat makkelijk in de oren klinkt, om hun ziel te doven. Er is in die zin een heleboel zieldovende, vleselijke muziek, oftewel zombie muziek. Het gaat er dus om de buitenaardse muziek van de oneindige kennis te zoeken, van de heilige robotiek. Op de bloemenzee in het Eeuwig Evangelie waar we door de wereldschepen worden gebracht wonen de heiligen ook in woonboten, tussen de bloemen. Die woonboten zijn allemaal aan elkaar verbonden, als een soort complex. Eerst worden de heiligen op de grote wereldschepen in veiligheid gebracht. Eén van de namen van die wereldschepen is Biskidde die de heiligen tot de heilige slaap moet leiden. Biskidde is de Atlantische vorm van Anubis in de Troiade, de bijbel van het Atlantische tijdperk. In de heilige slaap moet de mens dus komen tot de heilige dromen. Daar is ook een wereldschip voor in het Eeuwig Evangelie. Daar zullen we het later nog over hebben. Het mysterie van Anubis is dus de dynamiek van het grote slaap-medicijn, als één van de grote wereldschepen. Het is het vinden van je mannelijke pool in jezelf, oftewel : je luistervermogen, je downloadvermogen, wat een heel belangrijke receptor is, als je inbox. In het Eeuwig Evangelie komt na het slaapschip het zwijmschip. 4.5 De Wereldschepen De wereldschepen die gaan komen zijn de oude Egyptische mysterieën. De wereldschepen worden besproken in het Eeuwig Evangelie van de tweede bijbel. Allereerst komt het schip van de nacht, wat gelijkgesteld kan worden aan het Nephthys mysterie, de Egyptische godin van de nacht, en waar ook de esoterische islam op gericht is : het ingaan van de nacht, het wachten op de heilige, grootse nacht. Deze nacht kan binnengaan worden en ontvangen worden in de Ramadan maand van het vasten. Dit is ook de Aramese, oorspronkelijke betekenis van het woordje ruh, de Heilige Geest. De nacht moet namelijk de aardse zintuigen doven, zodat de mens opengesteld kan worden voor het
hogere. Ruh is de Aramese vorm van Ra/ Ruh. Ruh in het Egyptisch betekent de modder, de grond, en Ruha de avond, nacht, duisternis. Het ingaan van de nacht betekent het terugkeren tot de moeder aarde, de moeder onderwereld. Hierin biedt Nephthys de goddelijke drug aan als het eerste wereldschip, het nachtschip. Dit schip brengt ons diep in de duisternis, zodat al het valse licht kan afsterven. Dit wereldschip wordt in het Eeuwig Evangelie de Adaka genoemd, de TroiadischeAtlantische term dus (de voortijdse, pre-adamitische naam). Het tweede wereldschip is het schip van de wildernis, wat ons terugleidt tot de natuur en de stilte, om zo te komen tot de ware kennis, door het loskomen van het materialisme. In het Eeuwig Evangelie is dit schip genaamd de Trideria. De god van de wildernis in de Egyptologie is Seth, of Sut, sth, maar dit is ook een naam van Isis, de zuster van Nepthys. Een aspect van Isis is de schorpioenengodin Serket die ferme steken toebrengt om de mens los te doen raken van de stadse bindingen. In de achterliggende Orions-Afrikaanse mythologie is Isis-Serket genaamd Jèsoe-Assur, de overwinnende kennis, de overgave aan de kennis, zoals in de Arabische wortels islam, slm, de totale overgave betekent, en volkomen vrede, ook weer verbonden aan Salomo (slm). Deze projectie is ook goed doorgekomen in de bijbel, in de hebreeuwse grondtekst, in Jozua 1:16 - Eed om gehoorzaam te zijn aan Jozua (Grieks : Iesous (Jezus), Egyptisch : Isis (sth), Orions Afrikaans : Jèsoe (gnosis) in volkomenheid, ASHER (assur), oftewel totale overgave. Nepthys en Sth (Isis, haar zuster) waren partners en brachten samen Anubis voort, als een voorbeeld van vrouwelijke vruchtbaarheid. Anubis is de gids van de slaap door de onderwereld, waardoor de mens in een volkomen trance valt. Dit is het derde wereldschip van de slaap, de Biskidde. Anubis is vaak een bewaker in de Egyptologie, als de wachter van de onderwereld, de bewaker van de heilige kennis. D.w.z. als we een ontmoeting met het goddelijke hebben gehad, een glimp van de heilige oneindige kennis hebben opgevangen als een fragment, dan hebben we weer met de bewaker te doen. Het is als een belasting-aanslag. We betalen een hoge prijs. Anubis is verbonden aan de "politie-macht" van de gnosis. In diepte is dit dus een gids, het slaap-medicijn. Dit wereldschip moet dus wel voortgebracht worden om dieper in de voorgaande wereldschepen te kunnen komen. Het vierde wereldschip is dan het dromenschip, het schip van de zwijm, maar dit is niet iets oppervlakkigs. In diepte heeft het te maken met de gebrokenheid en onderwerping van de wil. Dit is het hele Geb (Seb) mysterie, ook als de Sebek, de goddelijkheid van de oorlog. Sebek is het hele mysterie van timing, als de krokodillenklier van het hart. Timing is een belangrijke sleutel in het paradijs. Zonder timing gaat alles mis. Dit is ook verbonden aan het eeuwiggroeiende kruis die ons altijd tegenhoudt en die een wachter van onze mond is, van onze hand en ons been. In het Eeuwig Evangelie wordt het vierde wereldschip beschreven als de bloesem van het water en de brenger van de nachtliederen. Hermitaten 3. De wereldschepen 1. Laat dan het grote Metensia u leiden tot het schip der liefde. Dan zult gij varende door bloemenwateren de hemelpoorten van Kabbernal bereiken. 2. Oh gij, die tot de wereldschepen zijt gekomen, en tot het schip van Metensia, laat haar dan uw
winden leiden. 3. Vrees dan niet de stormen der gewesten, want zij zullen uw sieraden laten branden als kandelaren in de nacht. 4. Smeekt dan vurig om de Tranen Gods, als honing voor uw boten. 5. En Haar haren zullen vlammen van verdoving, en gij zult haar verzegelde tranen zien. Laat haar Tranen u dan dronken maken, opdat gij verlichting brengt tot haar hart. 6. Dooft dan haar vlam niet uit, maar breekt de zegels der wateren. 7. En steeds hoger klinkt haar stem, als zij de berg bestijgt, en haar nachtgewaad bedekt de wateren, voor het stille nachtlatijn. 8. Haar slaapliederen verdoven harten, en brengen de wateren tot stilte. 9. In haar Tranen beeft het heilig zaad, gemanteld door haar liefde. 10. Scherpe pijlen zijn op haar boog, door wonden vinden zij hun weg, om paden in de duisternis te maken. 11. Zalig zij die tot haar Tranen genaderd zijn, haar zeven Geesten. 12. En de Lichten van Spricht stralen in haar Tranen. 13. Haar monden zijn verzegeld. Laat hen spreken. Zij brengt zoete woorden en zoete wijn, om harten te verdoven, om genezing te brengen tot hen in zwijm. 14. Laat haar Verstand uw sieraad zijn, en haar Wijsheid u omhullen. Zij heeft bliksem in haar ogen, met de sneeuw als haar mantel. Metensia is ook een oud-Atlantisch woord voor schip, ook wel Matanasse of Matanassa. Veel in de Atlantisch-Eeuwig Evangelische mythologie draait om Metensia. 4.6 De Egyptische Wortels van Job Ra gaat dus in zijn bootje door de onderwereld om zijn problemen te transformeren. Dit is de reden waarom hij door de nacht gaat, om een ander gezichtspunt op dingen te krijgen, om dingen in een grotere cirkel, een grotere context te plaatsen. Ra is een reiziger voor die reden, een reis door de ziel. Hij is geen materialist. Neen. Hij heeft alles achtergelaten. Hij is teruggegaan naar de baarmoeder tot een nieuwe schepping. Dit is gewoon een metafoor van de droomwereld, het eigen innerlijk vermogen om te scheppen. In wezen bestaat er geen dood, want alles is telkens in transformatie. Het droomlichaam van Ra werd de Afu of de Af genoemd. Iedereen heeft een droomlichaam. In het Insectische Dodenboek van de Tweede Bijbel is dit Ova die in zijn bootje over de groene rivieren van de wildernis gaat, want dat is ook de oorspronkelijke bedoeling, namelijk het teruggaan tot de natuur, het natuurlijke. Ova is de prins van de eiken, de vader van
Osiris, en kan daarom gelijkgesteld worden aan Ra en Geb (Seb). Dit zijn dus allemaal vormen van Ra waarin hij transformeert in de onderwereld. De Afu, Af (Ova) is dus zijn verborgen lichaam, zoals we allemaal een verborgen lichaam hebben. In het Egyptisch is dit verbonden aan de Afa, het zaad, het vuil, de paradijselijke grond, wat in het Hebreeuws de afar (aphar) is. In het Egyptisch is de Afa ook weer een bepaalde klasse van goddelijke wezens in de andere wereld, en dit wordt metaforisch voorgesteld als een krokodil. Ook de krokodil gaat door de wateren heen, en het is een symbool van de timing. De afa-krokodil is een tegenstander, als een tester, in de zin dat hij zich niet zomaar met iedereen inlaat in goed vertrouwen. De afa-krokodil is waakzaam en toetst alle dingen. In de bijbel komen deze dynamieken terug in het Job verhaal. Omdat de letter "b" in het Hebreeuws, de BET, geen punt heeft in het woord Iyowb wordt de b als een V uitgesproken, als EYOVE. Zou de punt er wel zijn dan zou het gewoon als een b worden uitgesproken. We zien hier weer duidelijke de Egyptische oorsprong : Eyove of Eyova komt van de Egyptische Afu, Ave, van Ra, het verborgen lichaam. Ook Eyove maakt een reis door de nacht, door het lijden, en wordt geconfronteerd met de krokodil. Afu, Ave, of Eyove, is een vorm van Ra, en wordt door de christenen aanbeden als Jehovah en door de Romeinen als Jove (Jupiter). Job, oftewel Eyove, wordt beschreven in de bijbel als zonder zonde, dus goddelijk. In het Aramees is Eyove de thummim, de heilige steen van de hogepriester waaraan hij alles toetst. Thummim betekent perfectie. Er werd door de hogepriesters niet getoetst aan de bijbel of andere geschriften, maar aan de perfectie zelf. Jeremia waarschuwde voor de valsheid in geschriften, en viel zelfs de geschriften van Mozes aan, zoals ook Petrus en Paulus met elkaar in strijd waren. Zo zien we dus ook eindelijk het kruis van de vader in het OT, van Eyove, als Jehovah geincarneerd, die later door de Romeinen werd overgenomen. Oorspronkelijk was dit dus Afu, het verborgen lichaam en zaad van Ra, maar langzaamaan begonnen alle Egyptologische betekenissen verloren te gaan. Afu, Af, komt ook weer terug in het Hebreeuws als "vader", Av, wat ook geschreven wordt als "ab" waarin de b geen puntje in het midden heeft, dus als een V wordt uitgesproken. Ab en de uitspraak Av zijn dus nauw aan elkaar verbonden. In het Egyptisch is de AB (JB, IB) het hart, het zelf, de kennis. Ook is het de tegenstander, de toetser, die alles zuivert en zuiver houdt. AB is dan ook een goddelijkheid, soms de goddelijke dynamiek van het graan. Achter graan schuilt een diepe symboliek, die ook weerspiegelt in het Hebreeuws en Aramees. AB is het creatieve verbeeldingsvermogen, het vermogen tot mengen, en ook het zaad, als een medicijn. AB heeft dezelfde betekenis als eb in de Nederlandse taal en ebb in de Engelse taal. Ook is AB het gevlekt zijn. Door zijn lijden werd Eyove (Job) ook bevlekt. AB betekent het zien van verschillende kleuren. Wij mogen symbolisch door de natuur bevlekt worden voor die reden. De AB (ABB) is ook de kever, de scarabee, het symbool van de transformatie van vuil. Daarom is de Afu bekleed met de aarde, met de modder, met het "vuil", om dit tot transformatie te brengen, wat dus een pad is van de gnosis. Ook is dit ter camouflage. Ra was natuurlijk een spion in de onderwereld, en een heleboel gevaren bedreigden hem. Verder is AB in het Egyptisch de aandacht, de dorst. Nu is het zo dat de mannelijke Hebreeuwse pool, de shama, een mannelijk woord staande voor luisteren, horen en gehoorzamen, een beeld is van de gevoeligheid, gedreven door een dorst tot het hogere. De vader dynamiek is dan de climax van de gevoeligheid, waardoor er dus daadwerkelijk een verbinding komt met de moeder dynamiek, en dan is geboorte het resultaat, de ontvangst. De man-pool kan dus niet zonder de vader-dynamiek. De man-pool moet uitgroeien tot de vader, maar dan als doel om de moeder te bereiken. In het christendom is dit weggekapt. Jehovah betekent wording, wat de kever is in het Egyptisch, de
kepra, oftewel Geb-Ra, Ra bedekt met de aarde. Om alles te transformeren moet de mens dus niet de aarde ontvluchten, maar dieper de aarde ingaan, zoals Ra. Als de manpool in de mens uitgegroeit is tot de vaderpool, dan is dat het punt van het ontvangen van de ziel, het komen tot transformatie. In de Egyptologie is de AB de vliegende kever (ABB), en het vliegen zelf, wat ook de kracht van de ibis is die boven alles en achter alles uitvliegt. De vaderpool is een belangrijke climax in de demonologie om een brug te slaan tot de moeder. Het stopt dus niet bij de vaderpool zoals bij de christenen, en die hebben daardoor ook een heel verkeerd vaderbeeld ontvangen vanwege het ontbreken van de moederpool. De manpool is dus allereerst een zoonpool die moet uitgroeien tot vaderpool om zo tot de moederpool te komen. Dit is waar esoterisch Absalom, een zoon van David, voor staat : Absalom wilde het geheim van de vader begrijpen, en dat is ook wat zijn naam betekent : Ab-Shalom, de vrede van de vader, het compleet maken van de vader, het begrijpen van de vader. Hiertoe moest Absalom eerst de schaduw van de vader overwinnen. Hij moest dus afrekenen met het valse vaderbeeld. Het is een metaforisch verhaal wat niet letterlijk genomen mag worden. Absalom kwam met zijn haren in de eiken terecht. Deze boom werd genoemd "de boom van wonderen". Absalom kwam zo in een nieuwe dimensie, in een nieuw gezichtspunt. In het Hebreeuws kwam Absalom tot de Sowbek, een netwerk van takken. Sowbek komt van het Egyptische Sobek, de krokodil, wat ook weer verbonden is aan de Afakrokodil, als een beeld van de toetsende reis door de onderwereld. Hierom moest Absalom eerst "aan zichzelf sterven" oftewel de slaap ingaan, wat metaforisch door Joab, de generaal van David, gebeurde, die in de Hebreeuwse grondtekst drie maatstaven wierp in het hart van Absalom (drie toets-speren). In het Aramees waren dit drie "speren" van bliksem, drie plagen (ook : demonen). Joab heeft een bet, een b, in het Hebreeuws zonder een punt in het midden, dus het wordt uitgesproken als Joav, en dus weer in verbinding staat met de Romeinse oppergod Jove, Jupiter, de god van de donder, die als symbolen heeft : de eik en de bliksemschicht, wat ook weer terugkomt in het Absalom verhaal. We zien dus dat Eyove (Job) op verschillende plaatsen een dubbelrol speelt, als een dubbelspion. In het Absalom mysterie zien we dus de zoonpool worden tot de vaderpool door tussenkomst van het Eyove-Job mysterie (Joav-Joab), wat laat zien dat de reis door de onderwereld, door de nacht, van groot fundamenteel belang is. Het Eyove-Joav mysterie, waarin Joav de betekenis heeft van "Jehovah is vader" in de Hebreeuwse grondtekst, komt dus van het Egyptische Afu mysterie en het onderliggende Ova mysterie van "de prins van de eiken" (een symbool van Jove-Jupiter uit de Romeinse mythologie) uit de Insectische mythologie. Dit is dus van belang in het oplossen van de puzzel. Het Afu mysterie is dus beslissend in het schakelen tussen de polen binnen een mens zelf. 4.7 Poëtiseren
"Noëtiseren" is een term bedacht door mijn scheikunde leraar van vroeger, en wat betekent : tot een meer poëtische uitleg komen van bijbel-gedeeltes, omdat ook de bijbel al oorspronkelijk geschreven was in poëtische talen. Hij stelt ook dat het door de afstand van de culturen onmogelijk is om precies te weten wat de oorspronkelijke bedoeling was van de bijbelschrijvers, en dat daar in de kerken veel te makkelijk (te "Nederlands") over wordt gedacht, alsof ze "God", of één van de bijbelse personages in hun broekzak hebben zitten. Zijn vader was dominee, dus hij bleef over dit soort zaken denken, en heeft grote delen van de bijbel "genoëtiseerd". Dit woord komt van Noach in het Latijns, Noe, die ook alle dieren sorteerde twee aan twee om ze tot de ark te brengen. Noëtiseren betekent ook dualistisch bekijken, omdat elke diersoort een mannetje en een vrouwtje heeft, dus twee polen. Als je bent aangevallen, gebeten, door wilde honden, of de honden van de liefde, dan mag je daar ook anders naar kijken. Dat is het wonder van de poëzie dat alles dubbele betekenissen heeft, paradoxaal. Dit gaan we ook met de bijbel doen, en zo was het ook oorspronkelijk in de context van die culturen. Er is heel veel om recht te zetten, want kinderen vandaag de dag worden helaas gebrainwashed door starre, eenzijdige westerse theologie die is afgeweken. Ook de Jezus legende wordt vaak heel eenzijdig gebracht in de kerken dat Judas altijd de slechterik is, maar in de gnostische verhalen heeft Judas ook een veel positievere betekenis, veel metaforischer. In de Tweede Bijbel wordt op veel plaatsen de bijbel als een spiegelboek gebruikt. Dat is ook veel gezonder. Zo is er een cyclus waarin het gezichtspunt telkens verandert, en waar je klaar kunt komen met onderwerpen. Het is een natuurverschijnsel van genezing, van transformatie, als de golven van de zee. Alles gaat om het houden van balans. We steken onze kop niet in het zand, en we moeten blijven strijden tegen het kwaad, maar dan moeten we ook tot een dieper begrip komen. Het kan heel bevrijdend zijn om ook de andere kant van het verhaal te zien. Een verhaal is altijd multi-functioneel en geen wachtwoord. Het verhaal is een rad dat altijd draait, als een orakel. 4.8 Het Witte Hek Mysterie Het is een natuur verschijnsel in de samenleving. Het is een draaiend hek wat alles omdraait. Misschien ben je dat ook wel in je leven tegengekomen dat mensen alles omdraaien wat je zegt en bedoelt, of het doorroddelen en dat er dan hele andere verhalen ontstaan waar je jezelf niet meer in herkent. Het is als je echo die dan gaat vervormen in de wind. Het is een natuurverschijnsel wat besproken wordt in de Vur en het commentaar op de Vur, genaamd "Het Wonder van de Vur". Weer gaat het om het "noëtiseren", oftewel het poëtisch bekijken van de dingen om ons heen.
4.9 De Roep van de Pauw Omdat menselijke religie verlegen staat met de eindeloosheid van het bestaan heeft de mens voor het gemak wachtwoorden bedacht, om alles te vereenvoudigen, maar dat kan al snel afdwalen tot een soort van spijbelen, tot struisvogel politiek. Ik kan ook zeggen : "Ik ga niet naar school, ik ga niks leren, want ik kan alles voor elkaar krijgen met wat magische woorden." Natuurlijk werken dingen zo niet. Er zijn geen toverwoorden waardoor je zomaar alles kunt regelen. Luiheid dient de mens, en houdt de mens voor de gek. In de Vur in boek 92. wordt er gesproken over een hemelse industrie om te laten zien dat er werk aan de winkel is. Er moet een hemels systeem van filosofie gebouwd worden om klaar te komen met de grote vraagstukken van het bestaan. 4.10 Muziek van de Gnosis De Muziek van de Gnosis leeft, en is tot de aarde gekomen, gewoon door welke muzikant dan ook. Het grijpt om zich heen en vindt dan een weg. Het leeft, het is een persoon. Het zoekt mensen op. Zodra een mens problemen heeft met de Muziek van de Gnosis, zoals in het geval van wat we noemen "het verwende oor", dan is dat een blokkade van het lagere zelf, van de lagere wil van de mens. De lagere wil wil mensen van de gnosis afhouden, dus ook van de muziek van de gnosis. Dat even voorop. Het gaat niet in het leven om het hebben van smaken of meningen, want dan heeft het lagere zelf en de lagere wil vrij spel. Het gaat om de gnosis, oftewel de oneindige kennis. Muziek is geen spelletje. Het zijn codes voor de rest van je leven. 4.11 Het Herkennen van de Lagere Wil De lagere wil, het lagere zelf, is een groot probleem in de verwende mens. Het probeert de mens
van de oneindige gnosis af te houden. In allerlei culturele boeken wordt de gnosis beschreven als het allerbelangrijkste, zoals in de I Ching, de Koran, de Srimad Bhagavatam, de Bijbel, enzovoorts, maar ook als het niet door die boeken zou zijn genoemd zou het nog steeds het belangrijkste zijn. Wij zijn namelijk niet afhankelijk van wat mensen in hun boeken vastleggen. Feit is dat de gnosis er doorheen werkt, en de mens mag spoorzoeken naar die rode draden door de culturen, en ook door de muziek, de taal van het hart. Hoe kun je herkennen wanneer de lagere wil, het lagere zelf, een spelletje met je speelt ? Als de lagere wil met de gnosis wordt geconfronteerd dan doet het dit : "Ja, eh, daar heb ik geen zin in, hoor." "Ja, eh, daar heb ik geen tijd voor, hoor." En dan kan de lagere wil duizend en één andere excuses hebben of excuses maken om maar aan de noodzaak van de gnosis te proberen te ontkomen. Allemaal struisvogel politiek. Hoe kan je zulk soort spelletjes van de lagere wil verder herkennen ? De gnosis is in de wereld van de ziel, de fijnere materie, terwijl de lagere wil zich veelal bezig houdt met de grove materie, oftewel het materialisme, de uiterlijkheden. Waarom is de lagere wil altijd eindeloos met "kleding" bezig ? Het is heel simpel : de lagere wil heeft namelijk heel wat te verbergen en moet daarom hysterisch op zoek gaan naar bekleding omdat de lagere wil doodsbenauwd is ontmaskerd te worden. Daarom staan de roddelblaadjes ook vol met - niet met spirituele dingen, want dat verkoopt niet - maar met vooroordelen, geroddel over kleding, altijd en eeuwig. Over de armen die geen kleding hebben wordt niet gesproken. Dat moet een groot rood licht zijn. Het wil niet zeggen dat elk materialisme per definitie verkeerd is, en ook wil het niet zeggen dat alle kleding verkeerd is en dat je er je niet mee mag bezig houden. De mens heeft materie, en dus ook kleding, nodig, en moet zich er wel degelijk mee bezig houden, maar de vraag is hoe en in wat voor verband. Dit begint bij : HELP DE ARMEN. Stop met roddelen over andermans kleren of obsessief bezig zijn met kleding, maar kom eerst leeg tot de gnosis. Verberg jezelf niet. Durf te geven en weg te geven in plaats van te nemen en op te potten. Wees vrij van extreme kledingdrangen, want je wordt zo een slaaf van de markt. Houd dingen simpel, en zo natuurlijk mogelijk. Leef sober, niet stads, want de stad sleurt je mee naar het verderf. Leer eerst wat kleding werkelijk is. Leer wat basis principes. Wanneer de gnosis terug komt dan zullen de mensen roepen : "Oh heuvelen en bergen bedek ons, val op ons," wat zich uit in kledingzucht en overmatige sierzucht. Er zijn regels in het kleden en sieren om zo niet in de handen van de sluwe vijand te vallen. Allereerst moet ons sieraad van binnen zijn, en moeten wij zelf een sieraad zijn van de gnosis. In plaats van bedekzucht en verbergzucht te hebben in de vorm van kledingobsessie moeten wij leren zelf een kledingstuk te zijn voor anderen. Kleding is een wapenrusting, en dat begint in de diepte van de ziel, daar waar je de kennis leert. Je moet leren wanneer het een tijd is om te kleden, en een tijd is om af te doen, en te leren wat die kleding dan precies inhoud. Wat is het ? Zoals altijd gaat het dus niet om "JA" of "NEE", maar om het "HOE" en "WANNEER". Het is niet simpel, zwart-wit of extremistisch, aan beide zijden niet. Materie hebben we nodig, maar waarvoor gebruiken we het ? Wat zijn onze doelen ? Sommige materie is van de gnosis, en dan spreken we over een heilig materialisme. Wij mogen creatief zijn.
Ook het oneindig roddelen over andermans kleding, zoals de roddelbladen doen, is een teken van dat ze heel wat te verbergen hebben. Daarom is het het makkelijkst om dan over iemand anders te beginnen, en dan het liefst vanuit een groep, want de groep is ook weer een middel om jezelf te verbergen en niet op te vallen, zodat je lagere zelf niet ontmaskerd wordt. Dus we zien hier een heleboel grove fouten van de lagere wil in één keer : Ze zijn materialistisch en zelfs daarin kunnen ze het niet nalaten om de ander - die in hun ogen niet materialistisch genoeg is - de zak te geven, plus ze proberen een meerderheid op te bouwen zodat ze zich in hun leugens ondersteunt weten. Trap hier nooit in. Volg de meerderheid nooit in het kwaad. De meerderheid aandragen als excuus is geen goed argument, maar een drogreden. Zwem dus altijd tegen de dode massa in, hoe moeilijk dat ook is. Je zal rijkelijk beloont worden. Wees geen kudde dier, en beoordeel niks door de kuddes, want je gaat eraan. Beoordeel alles door de gnosis, en dat begint bij jezelf. JIJ moet veranderen. De ander is slechts een reflectie. Jij bent de diamant, de prisma. Al het licht gaat door JOU heen, en dan ontstaan al die "vervelende" mensen om je heen, omdat het licht wordt afgebogen en wordt vervormd door jouw steen. Misschien dat je er dan zelfs achter gaat komen dat niet de ander zo vervelend was, maar jezelf. Alles is een strijd tussen het lagere en het hogere zelf, tussen de lagere en de hogere wil. Het zijn natuurverschijnselen. In die zin moet ieder mens ontwaken. Als je je siert of kleed, vraag jezelf dan af welke boodschap je ermee brengt. Wat draag je over naar de ander met jouw sieraden en jouw kleding ? Leidt je hen tot de gnosis, of wil je graag de aandacht trekken om mensen te laten denken hoe goed jij je kunt sieren of kleden. Het enige sieraad ligt erin een ander te helpen. De enige kleding is de gnosis. Al het andere zal wegsmelten. Sier en kleed je je voor de gnosis, voor de diepere boodschap, of voor egoïstische doeleinden ? Mensen die hierin steeds "duurder" en "exclusiever" willen doen, alsof ze in een auto race zijn : Besef je dat aan de andere kant van de wereld mensen helemaal geen kleren hebben en zelfs niet te eten ? Hoe kom je aan je kleding en sieraden ? Heb je het daadwerkelijk verdient, als een beloning, of probeer je anderen ermee voor de gek te houden ? Welke spelletjes speel je ? De gnosis siert en kleedt een mens dus altijd : - als een beloning op het kleden van andere mensen (armenhulp) - als een wapenrusting - om een boodschap uit te dragen Oma-verwennerijen en verjaardagsfeesten zijn daarom een vorm van cheaten, want je beloont kinderen dan alleen maar omdat ze een jaartje ouder zijn geworden (en misschien niet eens wijzer), en niet omdat ze het verdient hebben en er klaar voor zijn. Je maakt zo een kind "gek", want je belaadt hen met gestolen goederen en niet met eerlijke verdiensten. Je gooit zo een kind in het diepe, zonder ze eerst te leren zwemmen. Kinderen hebben veel nodig, maar dat moet het HELE JAAR DOOR en niet alleen met kerstfeest en de verjaardag. Kinderen hebben onderwijs nodig, maar dan ongedwongen. Helaas leven we nog in het tijdperk van schooldwang en medische dwang (de vullingenplicht - i.e. kinderen lopen met gedwongen gif in hun botten). Ook worden kinderen gedwongen met zwaar giftige medicijnen waar hun lichaam te overgevoelig voor is, en wereldwijd heeft de medische industrie hierdoor vele doden op hun geweten.
4.12 Het Herkennen van de Lagere Wil II Wanneer er iets met een mens aan de hand is, wanneer die mens heel rijk is en in het Westen leeft gewoonlijks, dan gaan de ambulances met gillende sirenes door de stad om zo'n mens uit de penarie te helpen. Als het geen mens is, maar een dier, dan is er geen kip die erom kraait. Als een varken of rund verwond raakt dan zijn er geen gillende sirenes, en ook als een kind in de derde wereld aan de hongerdood stervende is, dan zijn de gillende sirenes er niet. De gillende sirenes zijn grote clowns, en wij zijn in een clown wereld. Trek maar aan de vinger van de opgedoste clown, dan maakt hij een grapje. Gooi je munt maar in de grote clown machine, dan doet het een kunstje. Dat is in het kort op welke fundamenten de stad is gebouwd. We worden allemaal voor het lapje gehouden. Kinderen wordt het met de paplepel ingegoten, en er wordt bij gezegd : "Er is niets aan de hand, hoor, alles is goed." Het wordt kinderen geleerd om dit allemaal doodnormaal te vinden. Natuurlijk kun je daar uren over doorpraten en jezelf helemaal gek maken, maar dat gaan we niet doen. We mogen beseffen dat dit soort parasieten (want dat zijn het) al achter glas zitten. Ze zijn al keurig netjes opgesloten in de stad, en je kunt daar voor je algemene ontwikkeling en voor een stukje biologie naar kijken, veilig achter glas, als in een laboratorium of museum. Wie ons (of onze geschriften) nog kennen van de 90-er jaren weten dat de boodschap van de Traan centraal stond. Altijd werd er weer verwezen naar de Traan, omdat door de Traan je nog je zintuigen hebt en mensen kunt begrijpen en helpen. De Traan is een teken van een verbroken hart wat nog leeft. Het tegenovergestelde is het harde, onverbroken hart, wat al dood is en niets meer opmerkt. Het verbroken hart, oftewel de Traan, is het alarm. Zo testten wij de mensen ook altijd, of zij "De Traan" hadden of niet. Denk bijvoorbeeld aan Alice die door een zee van haar eigen tranen werd opgenomen tot het sleutelgat waardoor ze het wonderland binnen kon gaan. De Traan heeft dus een grote sprookjesachtige waarde als een voertuig, als een zintuig voor de hogere dingen. Als je het belang van de metafoor van de traan hebt ingezien, dan is dit nog maar het begin van het grote doolhof, want er zijn ook valse tranen, verwende tranen, de tranen van de hebberige prinses. Kortom, je komt dan in een grote oorlog terecht tussen de tranen van je lagere wil en de tranen van je hogere wil, net zoals Alice, want in wonderland was echt niet alles koek en ei zoals je misschien
wel weet. Het leven in deze afgedwaalde realiteit draait niet om de Traan, maar om de allesverwoestende, allesverlichtende zon. Ik heb er vroeger veel voor gewaarschuwd : "Mensen, pas op voor de zon." Steeds meer onderzoekers komen er achter hoe schadelijk de zon kan zijn. Teveel licht is verblindend en verdovend op allerlei manieren. Zo wordt je ziel opgesloten gehouden. De duisternis wordt vaak gedemoniseerd, maar is een belangrijke dynamiek om jezelf te beschermen. De nacht is een groot verteller en de schepper van een betere realiteit dan waar we nu in leven. Hoe dan ook hebben we de Traan nodig en moeten we hier doorheen om antistoffen aan te maken. Deze confrontatie moet er dus wel zijn. Laat je leven draaien om de Traan, niet om de allesverblindende zon. D.w.z. blijf gevoelig als een alarm, opdat je de nodige leiding in je leven hebt. Leer je gebroken hart te zien als een gave, als het loon van hen die de gnosis, de hogere, oneindige kennis, volgen, in plaats van wat de stad hen aanbiedt. Je vraagt om een "heel" hart, maar alles wat je krijgt zijn snippers en fragmenten, opdat je wakker blijft, waakzaam en oplettend. LET OP. Want niet alles wat blinkt is goud. 4.13 IJsziek Zijn We zijn de laatste tijd veel bezig geweest met het onderwerp slaap. De hersenen komen niet diep genoeg in slaap en blijven zo steken in een nachtmerrie realiteit, wat we symbolisch weleens de "ijsheks-nachtmerrie" noemen. De mens zit zo opgesloten in een science fiction verhaal. Hoe kan dit verholpen worden, of kan dit wel verholpen worden ? De Rode Tent was wel één van de engste films die ik als kind zijnde heb gezien. Toen het op de tv was was mijn nichtje, Rachel, bij ons. Het ging over een schip verloren op zee, en de bemanning spoelde aan op een ijs-eiland, en moesten toen een gevecht leveren tegen het ijs. Het einde zal ik niet meer vergeten waarin een man dan door de kou begint te hallucineren en waanzinnig wordt. Je zou het de ijsziekte kunnen noemen. Is dat ook niet wat de wereld in diepte is ? Het resultaat van ijlen op een ijseiland ? Vele mensen weten wel wat zeeziekte is en sommigen hebben dat ook wel meegemaakt, zoals ikzelf ook vroeger op het ijsselmeer, maar ben je weleens ijsziek geweest ? Het gaat over de strijd van de natuur-elementen, en in principe komt alles weer goed door de tijd.
4.14 De Samensmelting van Stad en Natuur Speelgoed is altijd één van mijn grote interesses geweest. Mijn opa was speelgoedwinkelier, en later nam mijn oom het bedrijf over. Ik groeide ermee op zo te zeggen want we kwamen er regelmatig. Zowel mijn opa als mijn oom waren hele zachtaardige mensen (oom leeft nog steeds), geen zwaarwichtige pseudo volwassen toestanden. Speelgoed en video-spelletjes houdt de mens jong en creatief. Het gaat om het doorzien van structuren, en dingen aanpassen. Waar dit niet gebeurd worden dingen eng, zoals in veel takken van de "volwassen" wereld. Zij zijn ergens in vastgegroeid en grijpen en sleuren ook anderen met zich mee, in hun dictatuur. Spelletjes zorgen ervoor dat een mens strategisch blijft denken en vindingrijk blijft. Er rust vaak een enorme taboe op, en ook is er de dromen-politie, die niet wil dat mensen dromen en verbeeldingskracht gebruiken. De dromen-politie heeft de macht gegrepen en zien dromende mensen als een bedreiging. Telkens zien we weer hoe grote dromers worden "uitgeschakeld" (Denk aan John Lennon, Michael Jackson enzovoorts). De grootste dromers zoeken vaak de publiciteit niet eens op, omdat ze de gevaren ervan kennen. Vele bekende artiesten klagen erover als in een glazen kist te leven. Vandaar dat verborgen artiesten vaak nog wel belangrijker zijn. Daarom blijven wij dromen over het kunstgallerij, of museum, in de diepte van de natuur. Zij die in het verborgene leven vinden andere, diepere wegen. De natuur geneest en zet vrij, terwijl de stad opsluit en oppot. Wij moeten klaarkomen met deze dynamieken. Er mag een samensmelting plaatsvinden tussen stad en natuur. Dit gebeurt ook door de tuinen, maar voornamelijk door de literatuur. De literatuur verdiept namelijk de natuur en opent deuren. Het is zoals we dat zeggen de hogere natuur, en natuurlijk hebben we het dan over de literatuur van de gnosis, de oneindige kennis. Dit is een robotiek die moet samensmelten met speelgoed, omdat er teveel gevaren op de loer liggen van vastgegroeide volwassenheid, waarin men alleen nog maar een copycat kan zijn, en niet meer daadwerkelijk creatief. Daarom is het juist belangrijk om geen kuddedier te zijn, en zo blijf je vrij van de roofdieren. De kuddes zullen eraan gaan. Vecht, en ga tegen de grote massa's in om te kunnen overleven. 4.15 Positive Atomic Energy Zoals om de mens heen de materiële atoom dreiging stijgt, vanwege de technologische
ontwikkeling, zo stijgt ook de noodzaak van de mens om zich hier energetisch tegen te bewapenen, en dan wordt de atoom energie van de natuur besproken. We komen dan tot de verbinding tussen deze drie dynamieken, als een belangrijke driehoek : ROBOTICS - TOYS - NATURE (robotiek - speelgoed - natuur) Het spel is een belangrijk ingrediënt in je innerlijke "atoom-energie", want het spel maakt van alles een veilige simulator, en kan gevaarlijke dreigingen en aanvallen neutraliseren en transformeren. Het spel heeft een verzachtende werking, zodat de scherpe kantjes eraf gaan. Dit is het nut van de speelgoed-dynamiek, die verbonden mag worden met de natuur en de robotiek, zodat de over-drama die de stad hysterisch en extremistisch "verkoopt" (want het is niets dan een markt) geheel afgepeld zal worden. Zonder "speelgoed" wordt de mens zuur en bevooroordeelt, zwaarwichtig en stijf. Je zou eigenlijk velen bij wijze van spreken een stuk speelgoed voor moeten houden en te zeggen : "Zeg, ga jij eens spelen. Ga spelen." Het gaat dus om deze tabel : Hier kun je op mediteren. Of je kunt erop mediteren in driehoek vorm :
De dynamiek van de robotiek is fundamenteel voor de mens, zodat de hogere automatismes, van het hogere zelf, de mens kunnen beveiligen en veilig door het mijnenveld heen kunnen leiden. Dat wil niet zeggen dat we niet verwond kunnen raken, want juist door de verwondingen moeten we leren het pad te vinden en de grenzen te kennen. Juist door de verwondingen maken we de juiste antistoffen en de juiste muren aan als tunnels. Deze dynamiek mag dus geactiveerd worden, en dat gaat juist door het speelgoed, de simulator, heen. Daarom moet die verbinding er wel zijn, anders kan het hogere automatisme van de mens nooit geactiveerd worden. Door het speelgoed, de spelvorm, neemt de mens afstand van de dingen, en onderzoekt de mens het, zonder een vooroordeel te hebben, zonder onnodig overmoedig dramatisch te gaan doen. De gnosis heeft al genoeg aan haar eigen drama. Het is allemaal al erg genoeg. Alles moet natuurlijk blijven, dus ook moet de link met de natuur gemaakt worden, zodat niets "steriel" is, geen stadse, giftige kunstmatige stoffen die alles "nep" maken. Het moet "organisch" blijven. Het speelgoed is de tester, de onderzoeker, om zo de robotiek te vestigen, maar dat moet dus wel verbonden zijn aan de natuur, om misbruik te voorkomen. Misbruik van atoom-energie wordt door de natuur zwaar gestrafd, en dat moet ook wel. We hebben te maken met hoogspanning. Speelgoed heeft te maken met het worden als een kind, door alle hoogmoedige en overmoedige bedenkselen af te leggen, alle valse voortijdig gegrepen volwassenheid, om zo de leegte in te gaan, zodat de gnosis het kan vullen. Het is het terugkeren naar "school" (van de hogere wereld), en het afleggen van alle valse pretenties, gekochte bevoegdheden, en gestolen professies. Het is stoppen met "werken" (want het was toch vals, bedrog), en teruggaan naar de basis. Dit vereist een stuk nederigheid, een pad wat niet velen willen begaan. Het is geen makkelijk pad. Het is een smal pad, en heel eenzaam, maar het zal je leiden naar de waarheid. De waarheid beloont hen die dit pad begaan. De waarheid komt hen tegemoet.
4.16 Toy Energy Het is niet zo dat er nu een heel groot onderscheid ligt tussen stad en natuur. De stad is meer een allegorie van de natuur. Wel is het van belang om die allegorie te leren kennen, anders kunnen er grote misverstanden komen. Hierover gaat de Vur. In de Vur wordt de mens naar alle kanten toegeslingerd. De Vur kent geen smetvrees in die zin. In tegendeel. Zodra de mens opgroeit komt de mens erachter hoe verrot alles is, of niet, en dan wordt de mens gewoon een deel van het verrotte systeem. Het is een lijkendans, en de lijken dwingen kinderen op allerlei manieren. Ook de voedsel industrie is verrot. Voedzame bestanddelen worden vaak verwijderd zodat de mens honger blijft voelen en dooreet, of er wordt teveel zout en suiker toegevoegd voor dezelfde effecten. De voedsel industrie wil dat je meer eet en meer drinkt en dan niet voor gezondheidsredenen, en dan gaat het om hun speciale product, en dan wordt er een heel arsenaal geopend om je daar verslaafd aan te krijgen. Lijken hebben geen geweten. Ze zijn dood, en willen zoveel mogelijk meesleuren in de dood, en daarvoor hebben ze hun truukjes. Daarom is het gemanipuleerde voedsel vandaag de dag niet meer natuurlijk en medicinaal, maar moet je oppassen wat je koopt en eet. Eigenlijk is het "materiële" leven (een bepaald vibratie-getal van energie waarin de mens zit opgesloten, dus puur een bepaalde vorm van corrupte electriciteit, een energie mafia) maar (let op) 0,00000000000001 % van je daadwerkelijke leven en bestaan. De andere 99 komma zoveel procent is binnenin jezelf, en de 0,00000000000001 % van je materiële leven is slechts een bepaalde cryptische uiting daarvan. Wel is deze kleine parel dus noodzakelijk en van groot levensbelang vanwege diverse redenen. Het is dus tijd om wakker te worden en je te distantiëren van de wandelende, gewetenloze lijken, die slechts ijlen, en je alleen maar willen meesleuren in het verderf. Daarom is innerlijk voedsel nog wel belangrijker, want die kan ook weer een positief effect geven op je "materiële" leven (wat dus geen daadwerkelijk materieel leven is, maar een visioen, of hallucinatie). Nu, na alle rotzooi opgesomd te hebben in het lijstje hierboven : Wat is precies "speelgoed voedsel" ? Volwassenen hebben het voedsel vergiftigd, en daarom staat het zg. "speelgoed voedsel" hier tegenover. Het speelgoed voedsel is een term voor medicinaal en natuurlijk voedsel die een onderwijzende, vertellende en spelmatige factor heeft. Het is dus voedsel met een boodschap, want voedsel is slechts een allegorie van het innemen van kennis. In het Tweede Bijbelse boek "De Vijfde Rivier" wordt er gesproken over het geheim van het dropkruid, als een soort symbool voor het speelgoed voedsel. Het is één-dags-kruid en kan dus niet zomaar gekocht of gestolen worden, want dan heb je er niets aan. Het kan alleen "begrepen" worden, "verdiend" worden, als in een leerproces, als het winnen in een spelletje. Ook zijn dit de principes van de Vur. Hierop is elk zuiver speelgoed en elk zuiver "spel" gebouwd, als zo ook het "speelgoed voedsel". Ik heb hier veel dromen over gehad voor vele jaren, en het is een belangrijke dynamiek in de komende nieuwe realiteit, die gewoon een diepere realiteit is. De schillen moeten er
dus af. De materiële voedsel industrie is slechts een schil. Het is een insectide om de "vrucht" te beschermen tegen parasieten. Een parasiet wordt geabsorbeerd door deze schil en wordt één met de schil, maar zij die de prijs willen betalen zullen door de schil heenkomen. Hierin ligt de test. Kijk goed om je heen en vraag jezelf af of de "mensen" om je heen van het systeem zijn, ja of nee. De tandarts is een corrupte schaduw van het speelgoed voedsel. Hij werkt met allerlei giftig schuim en gedwongen implantaten. Hij heeft hiervoor een heel arsenaal, en bakt je tanden helemaal op, om zo je mond, en zo ook je denken, onder zijn controle te krijgen, al je dromen. Een tandarts heeft zelf aan mij toegegeven dat tandartsen heel vaak operaties verrichten die helemaal niet nodig zijn, gewoon om bezig te blijven en grof geld te verdienen. De tandarts staat namelijk in de top 10 van best betaalde banen. Kijk maar eens in wat voor huizen ze vaak wonen. Het zijn opportunisten, ten koste van de gezondheid van anderen. M.a.w. het zijn aasgieren. Als tandartsen hun gifjes aan het brouwen zijn, dan zeggen ze tegen hun stagiëres en studenten dat ze het niet mogen aanraken omdat het gif is. Ik kan me nog herinneren dat één van die hulpjes toen zei : "Als het gif is, waarom stop je het dan in de monden van mensen ?" Het is een criminele organisatie die met drogredenen de macht heeft gegrepen. Het speelgoed schuim gaat daar dwars tegenin. Dit is een natuurverschijnsel in je hart. Het beschermt je tanden, en het is voedzaam, en het brengt een boodschap. Het is niet zoet, maar verbonden aan het dropkruid, wat in de tweede bijbel wordt beschreven als de vrucht van het lijden. Het is niet bewerkt met suiker. Je moet dus geen drop-verslaafde gaan worden in de materiële wereld, want het drop in de materiële wereld is vaak corrupt. Het is een energie, een kruid wat in je hart groeit. Het groeit in de natuur. Vandaaruit mag je onder ogen komen hoe verrot de schoonmaak en was industrie is. De mensheid maakt schoon door chemicaliën, waardoor dingen wel schoon lijken te worden, maar tegelijkertijd trekt het zeeën van ziekmakende bacteriën aan, omdat het niet natuurlijk is. De schoonmaak industrie is een allegorie. Wat daadwerkelijk "schoongemaakt" moet worden is je hart. Zo zijn er speelgoed wasmiddelen die juist medicinaal zijn en natuurlijk, genezend en beschermend. Stel je voor : speelgoed shampoo, speelgoed wasmiddel, speelgoed zeep, en het is zo goed dat het eetbaar is. Waarom ? Omdat voedsel oorspronkelijk bedoeld is als schoonmaakmiddel, als een beveiliging. Alcohol is daarvan een allegorie. Het is oorspronkelijk een schoonmaakmiddel, maar wordt verkocht als voedsel (drank). Helemaal verkeerd natuurlijk, want de bewerkte voedsel industrie verkoopt gif met het doel mensen verslaafd te maken. Mensen hebben geen demonologie geleerd, geen immunologie, en worden op aarde geboren en denken : "Lang leve de lol." Ze denken dat ze in luilekkerland zijn aangekomen, en nemen gewoon alles aan wat hen aangeboden wordt in groot vertrouwen. STOP. De aarde is een jachtterein. De zielenjagers zijn hier. WAAK OP, GIJ DIE SLAAPT. En dan is er nog de kleding industrie die kinderen via slinkse manieren in de mode dwingt, ook allemaal voor geld. Kleding is een allegorie van de wapenrusting, en de kleding industrie is in de handen van de vijand. Leer in voedsel, schoonmaak en kleding de lijnen van de gnosis te ontdekken, want de vijand heeft de wapenrusting weggenomen en de mens spotklederen gegeven. De mens waant zichzelf koning,
maar het zijn spotklederen (denk aan het sprookje : de nieuwe kleren van de keizer). Hoe werkt de gnosis dan in energie-voedsel, oftewel het voedsel voor de ziel ? Hoe onstaat het energie-voedsel ? Wat mag een mens wel en niet eten ? Het was- en schoonmaakmiddel van de gnosis is als een speelgoed wasmiddel, strategisch, als een soort puzzel die opgelost wordt, waardoor er "vrucht" vrijkomt, als in voedzame natuur-stoffen. Het speelgoed-wasmiddel is in die zin multi-functioneel omdat het voedsel creeert en kleding. Je kan er zelfs huizen mee bouwen. Stel je zo'n wasmiddel voor. Het zijn de wetten van vruchtbaarheid : 4.17 Het Leven Is Een Wasmachine Zoals voedsel zuiverend moet zijn, als een soort voedzaam wasmiddel voor het lichaam, zo moet ook vervoer zuiverend zijn, en dat moet een vereiste zijn. Zonder zuivering kom je in de gnosis namelijk niet vooruit. In die zin werkt ook het vervoer door een wasmiddel, als een sprookjesachtige allegorie. Als een fee bijvoorbeeld met haar stokje toverstof verspreid, of denk aan het toverzand van Klaas Vaak, dan is dit een heenwijzing naar een magisch waspoeder. Dat is ook waar de woestijn in diepte voor staat. Het is het visionaire waspoeder van de gnosis, die nieuw en zuiverend zicht geeft op de dingen. Zo werken alle machines, zo werkt electriciteit en zelfs de economie binnen de gnosis, als een verborgen en fundamentele realiteit in het hart. Het is het zielekruid diep in de mens, als het dropkruid, wat de poeder voortbrengt. Er is een hogere technologie, een hogere realiteit. Ook dit is verbonden aan een energie-systeem, waarvan het aardse en stadse maar een schaduw is. Het wijst ergens naartoe. Het zijn bakjes die gevuld kunnen worden met een magisch, demonologisch waspoeder die verbonden zijn aan de motors en de electriciteitshokjes. Als het waspoeder erinzit en het klepje gaat dicht, dan zijn daar
twee metalen staafjes die aan het klepje verbonden zijn als aan een stekker, en die worden zo in de waspoeder gedrukt tot het contact met de bodem, en dan hoor je een klik. Het werkt net zoals een stopcontact, maar die staafjes worden dan opvolgend heet en koud, om zo het waspoeder tot een schuim te maken waardoor energie ontstaat, juist door het zuiveren, want zuiveren transformeert, en dan wordt er nieuwe energie opgewekt. En dit wasmiddel is dus loon, als een uiting van economische gerechtigheid. Er komen hier geen valse genade-truukjes in voor van bedriegelijke geschenken. Het wasmiddel zelf is ook een alarm. Het is een beveiligingssysteem. Door de Arcturische lens is dit op aarde vervormd. Kijk bijvoorbeeld naar Spanje waar Spanjaarden denken dat geprik in stieren hen geluk brengt. Sommigen gaan zelfs zo ver te denken (geloven) dat dit hen reinigt van zonde. Het is pure dementie, pure, boosaardige geestesziekte, en dit syndroom is zo koppig dat er geen geneesmiddel voor lijkt te zijn. Maar dit is dus een corrupte schaduw van bovenstaand systeem van de gnosis. Er is daar in Spanje een corrupt, crimineel wasmiddel aan de gang : het stierenvechten. Er wordt niks schoongemaakt. Het wordt alleen maar vuiler, maar de mensen leven door in hun illusies. Ze zijn blij om niets. Het is een dom ritueel wat alleen maar door de Arcturische lens begrepen kan worden. Als het ware wasmiddel van de gnosis komt dan zal dit voorhangsel scheuren. Catalonië probeerde zich los te maken van dit corrupte systeem genaamd Spanje, maar zij werden teruggefloten door de regering. Er is een vals, gedwongen wasmiddel daar in de omloop, en de clowns verkopen het. Het gnosis wasmiddel is het immunologische fundament voor het energie-lichaam van de mens. De mens moet de Spaanse code leren begrijpen en ontmaskeren. Zo werkt het menselijk lichaam. In het Oud Nederland heerste Spanje als een enigma hiernaar wijzende. Omdat alles voortdurend moet plaatsvinden in zuivering, opdat er ook continue beveiliging is, is er de abstractie van het wasmiddel, als een belangrijke regel van het speelgoed, wat een abstractie is op zichzelf. het is een uitdaging om je verbeeldingsvermogen, meditatie en energie creatief langs deze lijnen proberen te ontwikkelen om zo contact te maken met die hogere techniek, die het innerlijke kind binnen de mens geneest en toerust. De mens moet de hogere energie herstellen om zo de lagere aardse schaduwsystemen te kunnen vervangen.
4.18 De Diepte van de Kooi De hoofden van de mensen zijn hi-tech camera's die alles registreren en volgens hun eigen programma's indelen. Ze maken ervan wat ze zelf willen maken, en als er geen goede zuivering is, dan is het een doodlopende weg. Mensen zitten boordevol met vooroordelen over wat ze zien, en ze spreken elkaar allemaal tegen. Het is één grote chaos. Mensen wanen zichzelf rechters over dingen waar ze totaal geen verstand van hebben. Vandaar dat het wasmiddel van de gnosis belangrijk is om de camera goed te laten werken. Dit wasmiddel is dus juist niet schadelijk voor de ogen. Het is een energie. Dit in tegenstelling tot de materiële wasmiddels. Het wasmiddel van de gnosis, het wasmiddel van de ziel, is als een ogenzalf die visioenen opwekt, de mens dromen geeft. Het is geen chemisch poeder, maar een natuur-poeder, een fijne energie, als een stuifmeel. Daarom is het archetype van de zandman van belang en zo ook de zandvrouw, de fee. Het natuurlijke wasmiddel van de ziel is een poeder wat communiceert. Zo houdt het alle communicatie tegelijkertijd zuiver. Metaforisch gezien werken de camera's dus ook door het wasmiddel, en verder het hele communicatie systeem. Het volk Israël leefde in de Exodus mythe in slavenketenen, en moest tot de diepte komen van die ketenen, en werden zo geleid tot de woestijn, een beeld van het waspoeder. De woestijn is ook een beeld van honger, van dorheid en droogheid, de ogenschijnlijke saaiheid van de oneindige oppervlakkigheid waarin je geen stap verder lijkt te komen. Er is dus geen snelle weg uit onze gevangenschap. We moeten er dieper in, totdat we bij de geheimen van de woestijn komen, want
honger is weer een beeld van de leegte, waar gezaaid wordt met tranen, en waar de enige oogst urine is. Wat betekent dit ? Het is oorspronkelijk een paradijselijk hallucogeen. In de grondteksten van het OT werd de aarde geschapen vanuit urine, vanuit een visioen, vanuit een drug. De diepte van de woestijn, van de honger, de ramadan, leidt dus tot het creatieve grondbeginsel, de kiem van het ware leven. Al het andere sterft af in de woestijn, zodat het zaad niet verstikt kan worden. Vandaar dat de woestijn een belangrijke dynamiek is in de diepte van de kooi allegorie, een lijn die dus ook door het boek Exodus heenloopt. De woestijn is een mind-altering drug ver achter de kruis-mysteriën, als een hemels waspoeder wat uiteindelijk paradijselijke visioenen opwekt, als zicht op een nieuwe wereld. Maar dit eendags kruid kan dus niet zomaar gegrepen worden. Het moet verdiend en begrepen worden. Het glipt tussen je vingers weg, opdat je het pad door de woestijn volgt. Alles veranderd hier door de geheimen van de woestijn. Het is een natuur element, een natuur verschijnsel. Het is alles overweldigend als je geconfronteerd wordt met deze dynamiek van de natuur. Urine is een metafoor van het uitgescheiden verleden wat getransformeerd is. De nieren zijn hiertoe belangrijke filters. De nieren zijn in de oude talen de onderwijzers en de agressors, de ontraadselers en de onderwijzers, als het teruggaan tot de oppervlakte om zo tot begrip te komen. Je ontloopt zo je verleden niet, maar je gaat er recht doorheen. Je komt die oneindige oppervlakte onder ogen, en door je boosheid en strijd hierover, je bloed, zweet en tranen, mag dit ombuigen, mag je tot de diepte van de watervallen komen. Ook zijn de nieren in de klassieke talen 'het komen tot de kern', 'het komen tot de oplossing'. Ook in het Tweede Bijbelse boek "De Vijfde Rivier" komt de urine metafoor voor, en zoals gezegd ook in de grondtekst van de bijbel. Niet alleen in het OT, maar ook in het NT : Kolosenzen 1 : 5 – “want de hoop is voor u weggelegd in de hemelen, ouranos. Daarvan hebt gij tevoren gehoord in de prediking der waarheid." Is voor ons weggelegd in OURANOS, die de god van de lucht is in het oude Griekse rijk. Dit komt voort vanuit het Griekse woord ouron, urine, en heeft ook zijn wortels in de regen in het Sanskrit, etymologisch gezien. Ouranos, regen, urine, is dus het diepere deel van Jezus wat verborgen wordt gehouden. De paradijselijke urine, de mayim in het Hebreeuws, is een stof die diepe visioenen geeft, en waardoor de hele schepping is voortgekomen. De paradijselijke urine, de mayim, staat dus voor een groot medicijn-wiel in het paradijs, waaruit men kon leven, en wat de bron was van alle schepping. De Tweede Bijbel gaat diep in op deze metaforen. De NAGA, de slang (Hebr. Nachas), is in het Sanskrit urine, als de urine-buis die tot de 'vrucht' leidt om tot de diepere onderwereld te gaan in het paradijs. De vrucht in het paradijs is een groot mysterie, als een voortplantings-orgaan die een geheime plaats bewaakt. Er zijn dus zowel goede als slechte slangen in het paradijs en de woestijn, wat ook weer terugkomt in het boek Exodus. Het is van belang het dualistische mysterie van de slang te kennen. Het is een deel van de anatomie van de mens. In het boek Leviticus wordt dit diepgaand en esoterisch besproken in de grondteksten, maar de onopgeleide westerse mens heeft dit verletterlijkt en gedramatiseerd, zodat het nu als een vloek over de landen heerst en overal chaos en
verderf zaait. Ook het verhaal van Mozes en de brandende braamstruik is een heenwijzing naar het eendagskruid in de woestijn. 4.19 Leiding in de Woestijn Het verhaal van Mozes is in de grondtekst gewoon metaforisch, en ook dualistisch van aard. Het volk Israël is in Egyptische ballingschap, in slavenketenen, wat ook gezien kan worden als een beeld van de heilige gebondenheid. Israël was door Egypte van de hongersnood gered, en kwam zo in het diensthuis terecht als een soort van terugbetaling. Natuurlijk heeft deze mythe ook een negatieve uitleg, maar we gaan nu even uit van de positieve uitleg. In het metaforische kunnen er verschillende kanten opgegaan worden. In ieder geval was Israël in de "kooi" van Egypte, en moest toen tot de diepte van die kooi gaan, en kwam zo in de woestijn terecht. Dit is ook een teken dat wanneer we het heilige touw hebben ontvangen, de heilige leiding, oftewel de hemelse robotiek die ons beschermd, we het niet zomaar ineens heel makkelijk hebben. Integendeel : we worden geisoleerd in de woestijn, gedreven tot de woestijn-periode. We moeten die woestijn in ons leven aanvaarden, als de diepte van het kruis en de kooi. Alleen de kooi is niet genoeg. We moeten ook de leegte in, de afzondering, om zo anders te zijn dan anderen. Het boek Jozua is het boek van het hemelse touw als symbool van redding, en in hoofdstuk 5 leidt dit tot de besnijdenis. De besnijdenis is een hyperbool, m.a.w. het is niet letterlijk, maar een overdrijving om iets te beklemtonen. Het is niet de bedoeling in je lichaam te gaan snijden, maar het gaat om de besnijdenis van het hart. D.w.z. er worden dingen uit je leven weggesneden als je het hemelse touw hebt ontvangen, nl. de dingen die je tegenhouden in je groei in de gnosis. De besnijdenis zondert dus ook af, als gevolg van het ontvangen van het hemelse touw, de hemelse robotiek. De besnijdenis is een hyperbool, overdrijving, van de demonologie. De bijbel staat vol met zulke hyperbolen, aburdisme, wat niet letterlijk genomen mag worden. Het hoort bij de zwaar poëtische Hebreeuws-Aramese cultuur. Het hemelse touw, het rode touw van Rachab, is een beeld van de heilige gebondenheid, de volkomen gehoorzaamheid. Als de Israëlieten niet volkomen metaforisch met de vijand zou afrekenen en nog dingen achter zou houden, dan zou dit zich gaan wreken. Vandaar dat Leviticus ook over het volkomen offer gaat, en dat gaat over de mens zelf. De mens moet zijn eigen vlees offeren, waarvan de dieren slechts een symbool zijn, en geen materiële letterlijkheid, want dan zou het crimineel en dierenmishandeling zijn. We hebben hier dus weer te maken met een hyperbool, een overdreven, abstracte voorstelling om een boodschap over te brengen in verhaal-vorm. Natuurlijk is er door de tijden heen misbruik gemaakt van deze teksten. In hoofdstuk 7 van het boek Jozua zien we dat Achan uit de stam Juda iets van het gebannene wegnam en toen onder de toorn van God kwam. Achan die zich vergreep aan het gebannene legde zo het fundament voor de
dievencultus van Jezus Christus, die door latere ongeletterdheid de offerdienst totaal corrupt voorstelde, en zo een zwaar corrupte kerk voortbracht. Natuurlijk is dit verhaal mythologie, net zoals de andere passages waarin Jozua de zon stilzet. Het herbergt demonologische lessen. De India Code "Deze vissen steken zacht, Ik zwem dieper, Tot de zeeen van vanille, Tot haar tempelen, Nooit kan ik daar iets aanraken, Maar het verandert mij, Mijn gehele verleden, Alles is nu anders. Gij bent het cryptische en het surreele, Ja, gij bent de zachte, het draaien van het verleden, Tot dromen brengt gij ons." COAB 2017-2018
Hoofdstuk 1. De Bamboe Stengel Hoofdstuk 2. Het Nut van Depressie Hoofdstuk 3. Gemaskerde Optochten Hoofdstuk 4. Oer Hiëroglyphen Hoofdstuk 5. Het Wezep Raadsel Hoofdstuk 6. De Verborgen Egyptische Wortels van het Jozef Verhaal Hoofdstuk 7. De Egyptische Wortels van Korinthe Hoofdstuk 8. De Diepere Boodschap van Maleachi Hoofdstuk 9. De Egyptische Wortels van Habakuk en Zefanja Hoofdstuk 10. De Heka-wortel van Haggai Hoofdstuk 11. De Verloren Paradijselijke Hersenklier Hoofdstuk 12. De Paradijselijke Biologie Hoofdstuk 13. De Verborgen Egypte-Wortel van Ezau Hoofdstuk 14. De Oorspronkelijke Ladder van Ezau in de Egyptologie Hoofdstuk 15. Het Tephnut Mysterie in het Paradijs Hoofdstuk 16. De Kern Energie van de Psychologie Hoofdstuk 17. Het "Ik Ben" Principe van de Demonologie Hoofdstuk 18. Puzzelogie Hoofdstuk 19. De Indologische Wortel van het Charis-loon Hoofdstuk 20. De Indologische Wortel van Kolossenzen en Galaten Hoofdstuk 21. Filippi de Paardrijder Hoofdstuk 22. Het Geheim van de Indische Vijgeboom Hoofdstuk 23. Het Ontwaken in de Indische Tuin Hoofdstuk 24. De Indische Mattheus Tuin Hoofdstuk 25. Het Bereiken van het Nirvana Hoofdstuk 26. Mensen zoeken of Kennis zoeken ? Hoofdstuk 27. De Hindoe Code Hoofdstuk 28. Het Pad van de Bhakti Hoofdstuk 29. De Indologische Wortel van Ezau Hoofdstuk 30. Het Bootje in de Wildernis Hoofdstuk 31. De Indologische Wortel van Ruth en de Vloek van de Marthanisten Hoofdstuk 32. De Sleutel van Herhaling Hoofdstuk 33. Dieper Erin = Dieper Eruit Hoofdstuk 1. De Bamboe Stengel Genesis 1, Septuagint
14 En God zeide: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels, ouranos, ouron, urine, om scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot aanwijzing zowel van vaste tijden als van dagen en jaren; Ouranos is de god van de lucht in het oude Griekse rijk. Dit komt voort vanuit het Griekse woord ouron, urine, en heeft ook zijn wortels in de regen in het Sanskrit, etymologisch gezien. Hier zien we dat het licht in het paradijs de urine was. De paradijselijke urine, de (sha)mayim in het Hebreeuws, is een stof die diepe visioenen geeft, en waardoor de hele schepping is voortgekomen. De urine is een groot waarschuwings-systeem, een alarm-systeem voor de jacht en de oorlog, ook om hen gebonden te houden in de heilige slavernij, die beschreven werd als de ware veiligheid. De Alnilamse paradijs teksten van Orion spreken over drie oerstammen. Ook gaat het over dat de mens leefde door bloed, zaad en urine, wat door het lichaam heenstroomt, en hen in een lichte vorm van dronkenschap houdt. In Spreuken 15:4 is de goede, heilige tong de boom des levens, wat ook de boom van kennis is. Die wordt bewaakt door de slang, de nachas in het Hebreeuws. In de Indologie zijn dit de naga's die de schatten van kennis bewaken. Naga betekent in het Sanskrit ook urine. Vandaar dat er een enorme diepte zit in het paradijs verhaal in de grotere context. De aarde zelf was ook de onderwereld en in het midden daarvan hebben we te maken met de hel zelf, of de doorgang naar de hel. Deze plaats werd afgesloten met een zegel van leegheid. De plaats was omringd door Lethe, vergetelheid in het Grieks, zodat het geheim gehouden werd. Ook werd het afgesloten met vuil. Dat gaat in de grondtekst heel ver, want je zou dan door een waterval van urine heen moeten gaan om daar te kunnen komen. Ook zou er dan geweld tegen je gebruikt worden, kortom het was een hele gevaarlijke muur waar je dan overheen moest. In het Aramees was dit ook de plaats van verlokking. In die vergetelheid zou je bloot gesteld kunnen worden aan leugens, en dat je gevangen zou worden in de aanbidding van hele verkeerde goden, en dat je vreemd gedrag zou gaan vertonen. In het Sanskrit is de urine verbonden aan heilig water en aan watervallen. De urine is onderworpen aan de urine-buizen die geheel door het paradijselijke lichaam heenliggen. De bamboe-stengels zijn hier een symbool van. Bamboe wordt daarom veel gebruikt in het paradijs. In het Sanskrit is de paradijselijke urine verbonden aan honing. Het wordt ook door de paradijsbloemen voortgebracht om zo de rivieren, meren en zeeen te maken en te ondersteunen. De urine-buis is de creativiteit van het paradijs. In het Sanskrit is mehana een woord voor zowel urine als sexualiteit, oftewel het scheppen. De urine was een paradijselijk zintuig van onderscheiding. Genesis 22 17 Ik zal u rijkelijk zegenen, en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren des hemels en als het zand aan de oever der zee, en uw nageslacht zal de poort zijner vijanden in bezit nemen.
sterren des hemels, aster ho ouranos, stronnymi ho ouron, de verspreiders van urine, het paradijselijke hallucogeen. Jakob kwam tot de ouron, de hemelse urine, door een ladder in een droom. De ladder is in de Hebreeuwse wortels 'het belonen'. Als wij tekort schieten in het eerlijk belonen, en alleen bezig zijn met loon ontvangen, dan zullen we niet tot de paradijselijke drug komen. Deuteronomium 4 11 En gij naderdet en stondt onderaan de berg, terwijl de berg laaide van vuur tot in de kennis van de urine – duisternis, wolken en donkerheid. De paradijselijke urine is de opslagplaats van de gnosis. Daarom noemde Jakob de plaats waar hij de droom van de urine ontving : Beth-el, oftewel het binnenste van het visioen. El is in het Hebreeuws visioenen en natuurverschijnselen. Deuteronomium 32 1 Neigt uw oor, gij urine, dan wil ik spreken, en de aarde hore naar de woorden van mijn mond. Telkens weer komt urine voor in de Septuagint als de hemel, en wordt de god van urine geprezen, oftewel het natuurverschijnsel, de visioenen van urine. In Genesis 6 was de aarde vol van demonen die tot de aarde waren gekomen. Hierom moest de zondvloed komen. Dit was de vloed van mayim, oftewel urine in het Hebreeuws. Ook in de dierenwereld is urine een beeld van beveiliging, namelijk de afbakening van gebied. Urine is de bescherming tegen demonen. Urine, ouron, is ook het wortelwoord van Orion. Dit wordt ook weer bevestigd in het Sanskrit waar de urine de paradijselijke regen is. Soms geven incest slachtoffers aan dat de urine buis nog het enige is waardoor ze veilig sexualiteit kunnen ervaren. Dit houdt ook een belofte van genezing in voor hen die misbruikt waren in hun leven en daardoor een groot trauma hebben opgelopen. In het paradijselijke lichaam is er een urine-omloop, zoals er een zaadomloop en een bloeds-omloop is, voor neutraliserende en medicinale doeleinden. Nehemiah 9 15 Brood uit de hemel hebt Gij hun gegeven voor hun honger, en mayim, urine, voor hen uit een rots doen komen voor hun dorst. Ook hebt Gij hun bevolen het land in bezit te gaan nemen, dat Gij gezworen hadt hun te zullen geven. De paradijselijke urine is een drinkbare hallucogene drug, in de diepte van de woestijn, daar waar de honger tot een climax is gekomen. Dit is geen luilekkerland drugs. Het zijn demonologische drugs, dus allereerst zullen de demonen ontmaskerd worden zoals dat bij sint Antonius in de woestijn gebeurde, waar hij als kluizenaar leefde. Hij werd gekweld door demonen die in allerlei vormen tot hem kwamen, zoals beesten en naakte vrouwen.
Hoofdstuk 2. Het Nut van Depressie "Vanille in een gebroken ketel ... de wraak van de vlinder ..." De ladder van Jakob is in het Aramees ook een psalm. Door een psalm kwam hij tot het hemelse gebied. In het Hebreeuws is de ladder in de diepte, in de wortel, het belonen. Jakob kon alleen tot de hemel komen door te leren belonen. De mens moet leren geven en uitdelen, niet alleen ontvangen. De mens is een kanaal. Als de mens dit niet leert, en zo alles oppot, dan groeit de mens vast. De mens moet leren leven in de leegte van de woestijn, de heilige honger, het heilig vasten. Allereerst is dit een depressie. De mens is eenzaam en geisoleerd. Re betekent in het Egyptisch vele dingen. Niet betekent het de nacht en de aarde (onderwereld) ingaan om zo bedekt te worden met de aarde, maar ook betekent het een psalm. De letter R heeft in het amazone alfabet dezelfde betekenis. Het zijn de psalmen. Zo ging Re op zijn boot door de onderwereld, door psalmen, maar in diepte is dit dus het belonen. Wij moeten niet vol worden, maar leeg worden. Dit is het nut van depressie. Depressie is onbegrepen. Het betekent 'loslaten'. Dat wil niet zeggen dat dat altijd een vervelend gevoel is. Er zijn vele vormen en graden van depressie, en depressie kan ook een gevoel van opluchting en vrijheid geven, van dieper gaan. Depressie kan ook zoet zijn, als vanille. Vanille planten groeien in de diepte van de urine rivier. Eerst is het onbereikbaar, maar de mens kan dichterbij komen door het leren belonen, door een aanbidder te worden van de gnosis. Dit is het achtste uur in de Egyptische tocht door de onderwereld, de SethRa, oftewel het belonen (prijzen) in de woestijn. In de Tweede Bijbelse poëzie wordt dit besproken als de Wraak van Vanille, daar waar het er bijna maar nooit is. "zo ver weg, maar ook zo dichtbij ... aanraken kun je ze niet .... vanille druipt van hen" "Je leidde hen veilig door de straten, terwijl je hen vanille gaf om hoger op te rijzen en om te vliegen op vlinder-vleugels." "maar het lijkt wel alsof we daar nooit aankomen, alsof het onbereikbaar is, als een vanille strand." "op grote zoektocht, naar de laatste vanille eilanden." "Als vanille in mijn hoofd, Als Tantalos, waar ik naar grijp, verdwijnt, Nooit bereik ik iets hier. Ik leef op een lens, Dit is niet het ware. Vanille staat altijd ver weg, is nooit dichtbij." "Tot het land van Vanille,
Nooit kom ik daar aan, Ik kan alleen maar dromen." "Als vanille in mijn hoofd, Ik kan het niet aanraken, Maar het verandert alles." "En dan wordt alles zachter, totdat alles ontploft, Hij draagt de bakkers' kroon. Bakkerman's gezichten tussen jou en mij, Ze laten het verleden zien, Om dan alles te veranderen, Als gezichten van een octopus kroon, Van een bakkers kroon. De kroon draait, en het verleden verandert, Het steekt nu niet meer, Alles is nu zacht, Het steekt lang zo erg niet meer, Alleen het zachte steekt, Als zachte bakkers bomen. Deze vissen steken zacht, Ik zwem dieper, Tot de zeeen van vanille, Tot haar tempelen, Nooit kan ik daar iets aanraken, Maar het verandert mij, Mijn gehele verleden, Alles is nu anders. Een poort opent in mijn hoofd, Daar waar de zwarte hond rende, Neem mij mee, Op een tocht door de zee, Opdat ik de bakkers kroon zal zien, Nu draai ik, Met echo's in mijn hoofd, Zij veranderen de betekenissen, Vanille heeft mij hard geslagen. Het trauma is diep, De kok weet haar te veranderen, Want hij draagt de kroon van de bakker, Een oranje octopus op zijn hoofd, Het eet zijn weg naar binnen,
Het baant zijn weg, als de zwarte hond. Alles is brei in zijn hoofd nu, Hij zit daar maar, en beweegt zich niet, En dan al die bakkerman's gezichten, Zij doen het werk voor hem. Heilige maskers zijn het, In de tempel van Vanille. Vanille in mijn hoofd, De zwarte bloemen verwelken niet, Zij rijzen op vol trots. Vanille in mijn hoofd, Ik draai er niet omheen, Ze draaien alles om. Het is komen en gaan, Zij blijft nooit lang, Zij is te speciaal en duur. Altijd ben je op de loop, Nooit kan ik eens lang met je praten. Wat kan ik doen als je wegloopt, en mijn hart in brand laat staan, Ik kan alleen maar dansen, Hopende dat de pijn weg zal gaan. Ik loop al jaren met dit hart, Ik denk dat ik een joker ga worden, Een joker zoals jij. Ik kan alles van een afstand bekijken, Om het zo beter te rangschikken Zij gaf mij nachtmerries en dromen, Om pijlen te hebben voor de nieuwe morgen. Gij verandert het verleden in mijn hand, Om het zoete te laten zien, Gij maakt het zoete wild, En dan een nieuwe morgen, Waarin ik mag opstaan Gij hebt onze harten gemalen, Totdat zout voortkwam,
Maar nu is het zoet. Gij hebt met ons geen medelijden gehad, Maar gij hebt ons geleerd eigen loon te verdienen. Waarin alle tijden veranderen. Gij bent het cryptische en het surreele, Ja, gij bent de zachte, het draaien van het verleden, Tot dromen brengt gij ons. Gij neemt ons mee tot achter de hekken, Wij zien alles van een afstand, en dan verandert het, Wij leven in een visioen, uw visioen." Dit zijn ook principes in de Vur, dat we altijd dichterbij komen, maar het nooit zullen bereiken, zodat er altijd ruimte blijft voor andere, belangrijkere dingen. We moeten altijd weer tot hogere levels komen. Daarom worden de verhalen altijd afgebroken en moet alles half blijven, onafgemaakt. Dit is waar Vanille voor staat in de tweede bijbelse poëzie. Hoofdstuk 3. Gemaskerde Optochten "Zuivere en onbevlekte gnosisdienst is: omzien naar de armen, de wezen en weduwen in hun druk en zichzelf onbesmet van het stadse bewaren." (vrij vertaald naar Jak. 1:27) Ook voor de komende dagen, of liever gezegd : "juist voor de komende dagen" raden wij aan om sober te blijven leven, nu de steden weer een groot slaatje proberen te slaan uit de armoe van anderen. In Amerika begint dat altijd al met Thanksgiving Day in november, en dat heeft zijn hoogtepunt in het kerstfeest. Mijn oma leefde altijd sober, wilde nooit geen dure jurken, omdat ze dat niet kon vanwege de armen. Ze draaide elk dubbeltje om voor de armen. Mijn oma had het altijd over de armen. Blijf uit de buurt van hen die het nooit over de armen hebben of hen die zelfs het woord "armen" niet durven op te noemen. Blijf uit de buurt van hen die niet aan armenhulp doen. Armenhulp hoeft niet altijd materieel te zijn, maar kan ook in de stilte, door voor hen te mediteren en te bidden, en door armenbewustzijn. Per slot van rekening als we het over een arm kind hebben, dan hebben we het over ons allemaal. Als één lijdt, lijden wij allemaal. Zo niet, dan zijn wij slechts parasieten.
De steden zullen weer hun optochten houden van dure kleding, chique drank en veel vlees, wat zijn hoogtepunt zal hebben met Oud en Nieuw wanneer de glazen met peperdure drank worden opgeheven. Alchohol is geen voedsel, maar een schoonmaakmiddel. Je drinkt dan gif, en je roept zo niet een zegen uit over het "nieuwe jaar", maar een vloek. Wij kunnen daar niet genoeg tegen waarschuwen. Ook de kerken zullen weer in hun gemaskerde optochten gaan met de feestdagen, naar elkaar kijkende wie het "best gekleed" is, en gaan roddelen over wie het "slechtst gekleed" is, wat volgens hen de armen zijn. Armen kunnen hun peperdure artikelen niet kopen. Veel kerken voeren nog steeds een evangelische markt. Hun "meest belangrijke" inzichten verkopen ze in boeken en dvd's die door de armen niet gekocht kunnen worden, zodat de rijken nog meer "macht" krijgen over de armen. Dit zal niet voor altijd blijven doorgaan. Er zal een zwaar oordeel komen op zulke kerken. O.a. voor deze reden hebben wij ook nog nooit ons materiaal verkocht. Goed onderwijs moet beschikbaar zijn voor zowel rijk als arm, voor een ieder die daarvoor open staat. We kunnen de gnosis niet verkopen als een hoer, want dan staan we - net zoals de kerken - schuldig aan pooierij. Voor een heleboel mensen is het geen feest, maar wij hebben feest omdat wij de diepte van alle dingen mogen zien, als een vooruitblik dat eens alles goed zal zijn. Die realiteit is alreeds in ons hart, dwars door alles heen, en zal ook altijd het laatste woord hebben. Hoofdstuk 4. Oer Hiëroglyphen Het leven is heel exotisch. Mensen hebben allerlei grenzen en muren gebouwd waarachter ze zich verstoppen tegen de overweldigende diversiteit van het leven. De mens heeft allerlei normen opgesteld wat ze als "normaal" bestempelen, denkende de wijsheid in pacht te hebben, maar wat is de mens ? De mens is maar een zucht, een veertje in het heelal. De mens kan het bestaan niet doorgronden, maar waant zichzelf koning en meester over alles. Het is allemaal kinderspel. De mens heeft alles, maar dan ook alles in hokjes gestopt, of het nu past of niet, vanwege de onuitblusbare controle-lust en bezitsdrang van de mens. Daarom moet een mens aan zichzelf sterven, maar wie doet dat tegenwoordig ? Ook dit is de exotica van het leven. De mens is als een bepaalde soort van parasiet, een insect. De mens is slechts een bacterie. De lagere aardse mens is dus een eigenaardig insect wat in cirkeltjes denkt, en kortzichtig, als "klein denkend", omdat de mens geen overzicht heeft. Dan kan zo'n mens blijven doorslapen of ontwaken. Ook het zwaar christelijk, orthodox kerkelijke denken is een parasiet die in de hersenen van veel mensen woont. Dan hebben we te maken met allerlei vreemdsoortige wiskundige formules die in het grotere plaatje van geen kant kloppen, maar voor hen is het doodnormaal, omdat ze zo zijn opgevoed en geschoold. Als ze in de orthodoxe islam geboren waren geweest dan waren ze nu
orthodoxe islamieten, of als ze in een mormoonse famile waren opgegroeid dan waren ze nu orthodoxe mormonen. Interessant is het dan om in de diepte te gaan. Vaak komen de symbolen pas echt tot leven als er naar de achtergrond wordt gekeken, en dan onstaat er ineens een hele andere uitleg waar de mens iets mee kan en verder kan komen. En dat is ook de bedoeling van het hele verhaal. In de esoterie wordt ineens alles bruikbaar. Het kruis was oorspronkelijk een Egyptische hiëroglyph, het biliterale ND, of n'd, NOD, de godin door wiens lichaam Ra moest gaan in de nacht, als een tocht door de onderwereld, om zo door vrij te komen van zijn lagere zelf, de vijand, tot wedergeboorte te komen. Het kruisteken was oorspronkelijk de godin die haar ellebogen had gespreid om de mens binnen te nemen, zodat de mens los zou komen van zijn lagere wil, aan zichzelf zou sterven, om zo wederomgeboren te worden in haar schoot. Dit is ook de Germaanse en Egyptische betekenis van de hel. In de Germaanse mythologie was hel de naam van de godin van de vruchtbaarheid. Ook Kaïn moest in de Judaïstische mythologie naar het land Nod. Dit is dus het Egyptische kruis. I - Het Amazone Tijdperk II - Het Pre- Atlantische Tijdperk/ Het Natuur Tijdperk (Dorga) III - Het Atlantische Tijdperk (Nia) IV - Het Huidige Tijdperk Ook in het Amazone tijdperk was er zo'n hieroglyph wat gebruikt werd voor de ND (NoD) en de ZD (ZaaD). Bij de ND waren los van het teken aan de rechterkant twee extra streepjes. Hier komt oorspronkelijk de godin met de gespreide ellebogen vandaan. Alles wat we om ons heen zien is terug te leiden tot de hieroglyphen. De hieroglyphen waren symbolisch, maar door de Arcturische lens werd alles verletterlijkt. De mens maakt zich zorgen om Isis die een obsessie heeft met het letterlijke afkappen van hoofden. Dit kwam al voor in de Egyptische onderwereld boeken, zoals in het zevende uur van de Amduat. Echter, deze hieroglyph bestond al in het Amazone tijdperk. Het zijn symbolen in de mens zelf. Zijn hoofd wordt afgehakt in de zin dat hij al zijn opgelegde normen, waarden en herinneringen verliest, om zo de leegte in te gaan, de honger en de depressie, de woestijn-ervaring. Dit komt ook weer terug in het Elia-verhaal en het Johannes de Doper verhaal. Soms moeten wij hiervoor symbolisch ons hoofd verliezen. De hieroglyph van de persoon zonder hoofd in het Amazone Tijdperk staat voor de letter F/ V. De amazone hieroglyphen zijn van het eerste, oertijdperk, en daarna kwam er het tweede amazone tijdperk waarin er een zwaar vereenvoudigd schrift kwam. daarin zien we de F als een streep met drie punten eronder, die drie hoofden voorstellen. Hoofdstuk 5. Het Wezep Raadsel We gaan verder met de stedenraadselen. Natuurlijk horen daar ook de dorpen bij. Een andere plaats die een bepaalde rol in ons netwerk en leven gespeeld heeft is het esdorp "Wezep". Een "esdorp" is een randdorp, aan de rand van de zandgronden van Nederland, wat nog uit de tijd van de middeleeuwen komt grotendeels. Een esdorp is te vinden in de overgang van nat weidegebied en
droge zandgrond. In principe zijn zulke dorpen gewoon enigmatische visioenen in de natuur, als natuurverschijnselen die een raadsel vormen waar de reizigers mee te maken krijgen op hun tocht door de "onderwereld". Wezep heeft zowel een negatieve als positieve rol in ons netwerk gespeeld. Ook woonde er familie. Vandaar dat Wezep ook helemaal terugleid tot mijn jeugd. Ook zijn er in de Tweede Bijbel veel indirecte en directe verwijzingen naar Wezep. Wezep ligt aan de rand van de Veluwe, en is grotendeels ontstaan na de tweede wereldoorlog. Wezep is in de Tweede Bijbel een anagram van de wesp of de wespenzeep, een middel wat steekt en brandt om de ziel te wassen. Dit kan een verschrikkelijke, zelfs traumatische ervaring zijn, en dat is direct de reden waarom we in ons leven soms door zulke periodes heenmoeten. Ook esoterisch gezien is de "Wezep" ervaring dus heel dubbel. Ik heb hele goede, sprookjesachtige ervaringen gehad met Wezep in mijn jeugd, verbonden met familie die daar woonde. Ik kan me herinneren dat ik daar was op een kinderkamer boven, en een heel mooi sprookjesboek las, met de zeven dwergen op de voorkant. Het verhaal van Sneeuwwitje stond er dus ook in, ook zo'n dubbel verhaal. Mijn tante zei dat ik het boek wel mocht lenen, dus toen heeft het heel lang bij ons thuis gelegen, en later kreeg ik het zelf ook. Dat is dus van mijn jeugd, maar daarna zijn we met verkeerde types in Wezep in aanraking gekomen. Maar ja, dat zijn dan de nodige antagonisten in het verhaal. Het tweede bijbelse sprookje "Het Koninkrijk van Chocola" gaat ook over Wezep, over de wespenzeep. Weeskinderen komen hierin terecht, en dan begint alle ellende. Hier volgt een bespreking : Het Koninkrijk van Chocolade De indiaanse weeskinderen gingen op een klein bootje over dat afschuwelijke meer van wespenzeep. Wanneer de zeep hun handen raakten dan begonnen die te branden en te steken. Dit kunnen allerlei situaties in het leven zijn die een mens overhoop proberen te steken. Het kan kort of lang duren, of zelfs heel lang totdat het chronisch is. Maar even later merkten ze dat het bootje begon te lekken. En zo zakten ze langzaam in die afschuwelijke diepte. Sommigen zwommen verder, terwijl anderen van de pijn verkrampten en geheel wegzakten. Iedereen reageert er weer anders op en elke situatie is ook anders. Dit heeft met allerlei factoren te maken, en daarom mag een mens ook niet zomaar een ander mens oordelen over hoe de ander met het lijden omgaat. De ene mens heeft ook meer draagkracht dan de ander, en de mens kan niet zien of voelen wat er nu daadwerkelijk in de ander omgaat en in wat voor situatie iemand zich bevindt. Snelle vooroordelen zijn daarom taboe, en het spreekwoord "De beste stuurlui staan aan wal." De weeskinderen die waren overgebleven kwamen uiteindelijk vermoeid aan op het hoornaarsstrand. Ook hier steekte het en brandde het, en waar ze kwamen lieten ze bloeddruppels achter. Oh, wat stak dit strand. Vele kinderen zakten weg op dit strand, terwijl de laatste twee kinderen na lang lopen een kasteel ontdekten waar alles van goud was, en waar bruin fluweel en
leer lag. De kinderen waren gebronst door de modder en de doorns van een lange dag, gebleekt door de afschuwelijke zon die hun gezichten teisterde. Ieder mens zal een moment hebben waarop hij of zij niet meer verder kan. Sommige mensen waren al veteranen en hadden al heel lang geleden, heel lang gestreden, en heel lang doorgegaan, en dan komt het moment dat ze eindelijk breken en instorten. Iemand die niets heeft meegemaakt en die gewoon fluitend door het leven heengaat omdat hij of zij nog heel jong is kan daar niets over zeggen. Ieder mens gaat door verschillende seizoenen heen, en ieder mens moet aan zichzelf afsterven. Ook zien we hier dat er een zon is die niet bruin maakt, maar verbleekt. Overal waar ze waren geweest hadden ze tranen en zweet achtergelaten, en nu waren ze dan eindelijk hier, waar de zon vriendelijk scheen. Een vriendelijke leeuw kwam naar hen toe, en vroeg waar de andere kinderen waren. ‘Oh,’ zeiden de twee kinderen, ‘de reis was verschrikkelijk, en we hebben velen achter moeten laten.’ Dan schijnen ineens alle dingen om te draaien. Ze zijn ergens over een rand heengegaan. Hier is de zon vriendelijk. In andere poëzie wordt er gesproken over de tovenaar van Wezep die soms in een leeuw verandert. Ze zijn dus ergens in doorgedrongen. De leeuw keek naar hun wonden die bloeiende bloemen begonnen voort te brengen, waar melk uit stroomde. De leeuw trok de diepe angels uit hen weg, terwijl er ook chocolademelk uit de bloemen scheen voort te stromen. ‘Volg mij,’ zei de leeuw. En zowel de leeuw als de kinderen lieten stroken van melk en chocolademelk achter zich. En de leeuw leidde hen tot de tuinen waar chocolade werd gemaakt. Het steken duurt dus niet voor altijd, maar daarna brengt het lijden vrucht voort, wanneer de tijd rijp is, en dan zie je de magie door alles heen. Het leven bestaat uit tegenstellingen die elkaar oproepen. Chocola is gemaakt van cacao wat een natuurlijk anti-depressie medicijn is. In de Tweede Bijbel is chocola de vrucht van de dood, van het sterven aan jezelf. De "dood", wat een metafoor is, is dus zeer zeker geen doodlopende weg. Ook cacao is een natuurverschijnsel. De kinderen worden zo geleid tot de tuinen van cacao. En achter die tuinen was een afgrond waar de chocolade werd ingeworpen. De leeuw sprong, en de kinderen sprongen hem achterna. Hier werd de chocolade gesmolten door de zon, en hier gleden de kinderen met de leeuw. De leeuw voorop, en daarachter de kinderen. Verderop had de chocolade allerlei kleuren, en de kinderen begonnen misselijk en draaierig te worden. En de kinderen werden zo ziek dat ze dachten : waren we maar bij de anderen gebleven. Plotseling vlogen ze door een donker gat en kwamen weer in het meer van wespenzeep terecht. En hier hebben ze toen hun koninkrijk van chocolade gebouwd. We zien hier dat het doel van cacao niet is om kinderen te verwennen en te besparen voor al het nodige lijden, maar om de cirkel rond te maken, omdat er nog zoveel veranderd moet worden. De cacao leidt dus weer terug tot het meer van wespenzeep, tot Wezep, wat ook een beeld is van weer teruggaan naar het verleden. Maar omdat de kinderen nu de tovenaar hebben ontmoet mogen ze dit doen met een nieuw zicht en een nieuwe magie, en mogen ze zo de wespenzeep mengen met cacao.
Het leven is bitter-zoet, zodat de zintuigen open blijven, opengaan, en de creativiteit kan voortleven. Dit is een belangrijke cyclus opdat we niet oppervlakkig worden, en geen luilekkerland bouwen waar geen diepere lessen meer geleerd kunnen worden, oftewel het Toronto gevaar van het verblindende "overpositieve". Zo mag dus het raadsel van Wezep worden tot een prachtig sieraad, een belangrijk wapen in de strijd. Hoofdstuk 6. De Verborgen Egyptische Wortels van het Jozef Verhaal De vijand komt vaak niet als een brullende woeste leeuw die moordend in het rond gaat, plunderend en verslindend. Neen. Veel vaker komt de vijand als een vriendelijke vriend met allerlei cadeau's en verwennerij. Hij zal je niet onderwijzen over de dingen die je moet weten. Het is meer een gezellig slaapliedje. De vijand is een conformist die met de massa's meeloopt. Om de vijand te kunnen ontlopen moet je de diepte ingaan. We kennen allemaal het verhaal van Jozef die als slaaf werd verkocht door de Ismaëlieten. Hij kwam in het huis van Potifar, en we zien dan een soort Judas-verhaal waarin de vrouw van Potifar wil dat hij bij haar komt liggen. Omdat hij weigert komt hij door leugens van deze vrouw in de gevangenis terecht. In het Nieuwe Testament is de verrader een man, Judas, maar in het Oude Testament zijn dit vaak vrouwen. Denk aan Delilah, Eva en de vrouw van Potifar. Maar wat betekenen die verhalen eigenlijk in de diepte en de oorspronkelijke talen ? Wetende dat de Egyptische taal hieraan ten grondslag ligt, omdat Mozes een Egyptische opvoeding had gehad. Wat is nu werkelijk de diepere les van het verhaal van Jozef en de vrouw van Potifar ? In het Aramees zei de vrouw van Potifar dat Jozef ingewijd wilde worden in de mysteriën en de verborgen kennis ('LL) door tot haar te komen als zijnde een verpersoonlijking daarvan. Hij werd vervolgens in een kooi gestopt. In de Hebreeuwse wortels is de kooi (bayith, bayith cohar) de adoptie (banah). Jozef had zijn ouders verloren, en kreeg nu een nieuwe moeder. De vrouw van Potifar wordt in de Aramese grondtekst NTT, NTH, genoemd, verwijzende naar de Egyptische moeder N'T, of NOD, die de tocht door de onderwereld uitbeeldde die Ra moest maken. Jozef begint dus net als Ra deze tocht. Als het verhaal zegt dat de vrouw van Potifar Jozef riep om bij haar te liggen staat er in het Aramees ook : om te sterven. De moeder Nod roept de mens op om aan zichzelf te sterven, aan de lagere wil. Vandaar dat dit een belangrijk verborgen portaal is in de bijbel. Jozef, en het Jozef verhaal is een Oud Testamentische verbeelding van Christus. Het kruis van Christus is een Egyptische hiëroglyph, de N'D, oftewel Nod (NTT), als de godin die haar ellebogen heeft uitgespreid om de mens binnen te nemen tot haar baarmoeder, wat ook de oorspronkelijke
betekenis van de hel is. Het is de godin van vruchtbaarheid. Jozef kwam dus in de gevangenis terecht als een symbool van de tocht door de onderwereld, de wedergeboorte. In de gevangenis kwam hij ook alle andere gevangenen tegen die daar gebonden waren, in Genesis 39:20. In het Hebreeuws wordt aangegeven dat deze gebondenheid ook een harnas kan zijn, als een oproep voor de strijd. Het woord is ACAR, ASAR. Ook kan dit toewijding betekenen, een gelofte, een plicht. Gebondenheid is in die zin een verbondenheid. In de Hebreeuwse betekenis is dit een voorbereiding. Ook in het Aramees wordt dit woord gebruikt met dezelfde betekenis. Gebondenheid staat ook voor een bepaalde gelofte tot onthouding, als een vasten voor hogere doeleinden, wat absoluut noodzakelijk is als een mens de gnosis wil binnengaan. Jozef werd dus hiertoe voorbereid. In het Aramees is de gebondenheid ook het verbodene in die zin. De gevangene, de gebondene, ASIR, SYR, is de gordels voor de strijd, het verbodene, in de zin dat er eerst aan allerlei condities voldaan moet worden. De gebondenheid is de gebondenheid aan de wet, de voorwaarden. Dat is dus de diepte van het hele "verboden appel" gebeuren, wat zo een link maakt naar het Adam en Eva verhaal. Deze verhalen lopen parallel. Ook Adam moest een tocht maken door de onderwereld, door het lichaam van de vrouw, om zo tot wedergeboorte te komen, tot de gnosis te ontwaken, net als Jozef. Ook het Simson verhaal loopt hieraan parallel die in de gevangenis kwam en later meer vijanden versloeg dan ooit, juist door de gevangenis-ervaring. De Bet Asire, Bet Syr, is de gevangenis in het Aramees, als het huis van Asir, Aser, van Osiris, de oordeler van de doden in de onderwereld, wat dus ook het beeld is van bovenstaande gevangenschap. Osiris is de Griekse naam van deze Egyptische god. De Hal van Aser, Osiris, de gevangenis, is dus ook de hal van de adoptie, van de bewapening voor de strijd in de gewesten van de onderwereld tegen het lagere, valse zelf, en ook is het de plaats van de geloftes, van de toewijding. Jozef kwam goed door deze gevangenis heen en werd zo onderkoning in Egypte. Dit betekent dat hij een grote overwinning had behaald over zijn lagere wil. Hoofdstuk 7. De Egyptische Wortels van Korinthe De taalkunde is geen exacte wetenschap, en vaak bestaan onderlinge talen ook weer uit een heleboel dialecten. Bij de taalkunde hoort ook de etymologie waarin je de samenhang tussen de talen bestudeert en de oorsprong, dus dan ga je de verschillende lagen zien. In die zin is ook de cryptografie onlosmakelijk verbonden aan de taalkunde. Talen ontwikkelen zich door bepaalde code-structuren, en die codes moet je ook leren herkennen en decoderen. Zo wordt er door de taalcodes heel wat kennis opgeslagen die dan al snel verborgen raakt als een mens zich niet bezig houdt met de etymologie van dingen, de oorsprongsleer. Westelijk christendom is één groot terrein van beunhazerij die dit allemaal hebben genegeerd vanwege een markt. De westelijke traditie verkoopt goed en heeft daarvoor allerlei theologische formules, dus al het ander zien ze als een grote bedreiging. Ra kwam tot N'T, Nod, en zo ook Kaïn die tot het land Nod kwam, en ook Jozef kwam tot NTT,
NTH, oftewel Nod, waarvan de vrouw van Potifar een personificatie was. Hij was al in het land Egypte, waar N'T, NOD, de moedergodin van de vruchtbaarheid is. Hij moest door haar ingewijd worden, wat ook weer terug te vinden is in de oorspronkelijke Hebreeuws-Aramese grondtekst. NTH, Neith, is in Egypte de godin van de jacht, en ook dit is metaforisch. Deze code is zelfs terug te vinden in het Nieuwe Testament. Paulus kwam tot de Griekse stad Korinth, KR.NTH. KR is neerbuigen in het Aramees. KR.NTH is het neerbuigen tot de moedergodin, de baarmoeder van de onderwereld. KR is ook de moedermelk in het Aramees. Het boek I en II Korinth staat het best bekend door het stuk over de Agape, de liefde, en de charismatische gaven. De liefde is verbonden aan de baarmoeder in het Hebreeuws, en leidt helemaal terug tot het Hebreeuwse AQEP, de billen, als een beeld van de baarmoeder, en tot de oorspronkelijke Egyptische AQEP : de dualiteit, de tegenstelling. Dit is verbonden aan Geb, de god van de aarde, de poel des vuurs waarin de lagere wil gebroken wordt om getransformeerd te worden, als een loonsprincipe. De billen zijn een beeld van de dualiteit van de baarmoeder, de tegengestelde krachten om iets te scheppen. De kerk en de stad proberen dit allemaal verborgen te houden en als dat niet helpt, dan stellen ze het verkeerd voor. AQEP komt al voor in Genesis 3, als de billen en de voeten van de vrouw, vers 15. Dit vers wordt vaak veel te selectief vertaald in het Westen : "En Ik zal vijandschap zetten tussen u (de slang) en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen." Dit heeft de christenen voor eeuwig bitter gemaakt in de eeuwige strijd tussen hen en de satan. Het is als het dag in dag uit kijken naar voetbalwedstrijden. Je wordt er ziek van. Het is iets chronisch. En natuurlijk is er de strijd tegen het kwaad, maar de mens moet weten wat het kwaad is, en er is ook een andere kant aan verbonden, namelijk van de etymologie, het teruggaan naar de oorsprong en een nieuw zicht krijgen op dingen. Zoals het boek Leviticus in de grondtekst een metafoor is van de "sexuele" omgang tussen de mens en de godin, de gnosis, zo is het paradijsverhaal dat ook, en let wel : Sexualiteit is weer een beeld van de demonologie, en is dualistisch, dus niet eenzijdig, zoals in het christendom. "En Ik zal vijandschap zetten tussen u (de slang) en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen." In het Hebreeuws is dit zogenaamde "vermorzelen" : opengaan, opwachten en bedekken, shuwph. De hiel is de AQEP, wat zowel de voeten als de billen is in het Hebreeuws. Dit is ook het geval in het Aramees (QB, QEB). Als het om de voeten gaat, dan is de slang het beeld van de wijnstok, en de kop het beeld van de druiven die getreden worden, oftewel "begrepen" worden. Als het om de billen of baarmoeder gaat, of de schede van de vrouw, dan is de slang het symbool van de fallus die door de opengaande schede bedekt wordt. De AQEP wordt gepersonificeerd door ACHAB die de wijngaard van Naboth nam, oftewel de druiven trad. Vandaar dat ook de schenker in ere hersteld werd in het Jozef-verhaal. In het Aramees is de vrouw in Genesis 3:15 NTT, NTH, oftewel N'T, NOD, de moeder godin van de onderwereld. De definitie van de AGAPE wordt gegeven in Johannes 15:13 : Niemand heeft grotere agape, dan dat hij zijn leven neerlegt, geeft, voor zijn vrienden. In de valse kerk wordt er op die manier niet gegeven. Zij hebben hun leven niet afgelegd. Zij zijn
niet aan zichzelf gestorven. Het is een markt. Zij hebben alles verletterlijkt, eenzijdig gemaakt en gedramatiseerd. Het is hen verboden dualistisch, caleidoscopisch en cryptografisch te denken. Zij mogen niet dromen. De kerk fluit hen terug zodra zij dit doen. Hun vleugels zijn hen afgenomen. Nooit kunnen zij wegvliegen. Calvijn stelt terecht in zijn Korinthe commentaar dat vaak degenen die van de waarheid zijn afgeweken overal met hun hoge titels lopen te protsen, zoals de valse profeten dit deden met verheven minachting. Zij die uit zijn op roem leggen voor zichzelf een valstrik. Zij denken in kerkgroei statistieken, en doen graag water of gif bij de wijn om de nummers te verhogen. De KR van KR.NTH, Korinthe, neerbuigen in het Aramees, komt van het Egyptische KR wat hetzelfde betekent, en neervallen, KHR, KHER. Ook betekent het het sterven aan het zelf, het uitgieten, schenken van vloeistof, en de slang, wat een beeld is van de fallus, als het offeren van het levenszaad aan de godin, wat een metafoor is van zelf-opoffering. De KR, KHERU, is de gevallen strijder die zo door de godin wordt opgenomen in het hiernamaals. In de Germaanse mythologie gebeurde dit door de walkuren, die alleen degenen die hard aan zichzelf gestorven waren opnamen. De KR duidt op totale overgave en onderdanigheid, en duidt op het gebied van de godin, waar KR.NTH voor staat. KR is in het Egyptisch ook de zaadballen, de bron van het levenszaad. Calvijn stelt daarom ook terecht in zijn commentaar op Korinthe dat men niet praalziek tot God moet komen en niet met eergierigheid. Er is zoveel om af te leggen. De mens moet eenvoudig, sober en leeg komen tot de gnosis in die zin, niet met uitwendige, stadse opsmuk. Eerst moet de mens geheel ontwapend worden, als in een vasten. Welke mens durft dat aan ? Dit is de enige weg tot de heilige gebondenheid. Wij mogen niets voor de heilige gebondenheid achterhouden. De heilige gebondenheid zal ons omgorden. Doen wij dat buiten de heilige gebondenheid om dan is het slechts piraterij. We mogen wachten op de nacht die ons zal terugbrengen tot de natuur, geheel naakt, opdat wij in de aarde worden wedergeboren, in de baarmoeder van de godin. Dit is slechts een dynamiek binnen onszelf, als ons hogere zelf. Het is slechts een metafoor. Letterlijke religie heeft geen enkel nut. Het is slechts ter illustratie. Nooit mag de mens komen tot iets buiten zichzelf en dat gaan vereren terwijl de mens zelf niet veranderd. Dan zou de mens zichzelf bedriegen, wat in de valse kerk gebeurt. Alle uitwendige religie is zelfbedotterij. Projectie op de ander is een doodlopende weg. Het is de luiheid en gemakszucht van het lagere zelf die onder een sluier leeft. God is de wording in onszelf, wat ook de Hebreeuwse betekenis is van het woordje "Jehovah". In het Egyptisch is dit de Khep-Ra kever. Je zou KR daarvan ook als een afkorting kunnen zien, als de wording, de KR, door NTH, het baarmoeder principe, wat tegelijkertijd de diepte is van het Korinthe raadsel, van KR.NTH. Hierin ontstaat het loon van de charismatische gaven in de Griekse grondtekst, want charis betekent loon. Dit is de opening van de hemelse zintuigen die de mens nodig heeft om in het paradijs te leven, oftewel de onderwereld. Hemel en hel horen in die zin bij elkaar als een scheppende, wordende, dualiteit. Hoofdstuk 8. De Diepere Boodschap van Maleachi
In de mythologie van de Tweede bijbel gaat Jozef in de onderwereld op zoek naar een vrouw genaamd Elusiana, die hij in zijn dromen heeft gezien. Elusiana verwijst naar Louisiana, een staat in het zuid-oosten van de USA. De Tweede bijbel beschrijft de staten van de USA als raadselen. Zij vormen belangrijke sleutelen op de tocht door de onderwereld. Louisiana was in het verleden een veel groter gebied als onderdeel van Nieuw Frankrijk, de Franse kolonie in Amerika. Dit gebied reikte helemaal tot aan Canada. Louisiana is een moerasland, en werd ook wel de Pelikanen staat genoemd. De Pelikaan komt ook weer terug in de vlag en het zegel van Lousiana. Moeras heeft in het Egyptisch de betekenis van transcendentie, van overstijging, 'beyond' (PEHU), wat ook verbonden is aan de dijen, billen en borsten van de moeder aarde, als de dualistische, tegengestelde scheppende krachten van de baarmoeder (PEHUI). Pelikanen zijn wateren moerasvogels die symbool staan voor de moeder. De pelikaan heeft een grote keelzak waaruit het haar jongen voedt met halfverteerd voedsel, wat een aspect is van de demonologie dat de moeder meehelpt met het doorvertalen. In de oude talen is de vijand een dualiteit, en kan in sommige opzichten ook neutraal gebruikt worden. De vijand is in de oude talen, zoals het Hebreeuws en het Egyptisch, een tester. Denk bijvoorbeeld aan het woord 'satan', wat in het Hebreeuws gewoon een zelfstandig naamwoord is voor tegenstander, iemand die weerstaat, en wat zelfs God voor zichzelf gebruikte, God veranderende in satan, om iets te weerstaan (Numeri 22:22). Vandaar dat de Joden ook vaak een veel gebalanceerdere kijk op de satan hebben. De vijand is een toetssteen, direct of indirect. Er zijn dus goede vijanden en slechte vijanden, oftewel goede en slechte onderscheiding. Alleen door de toetssteen kan er ware informatie en communicatie komen. Het is dus ook een soort van messenger, wat ook de Hebreeuwse betekenis is van Maleachi, het laatste boek van het Oude Testament : "Mijn messenger." Het komt van het woord "malak", engel. Dat is dus de diepte en noodzaak van het neutrale woord "vijand". De "ach" of "akh" betekent broer, maar ook "hetzelfde", en ditzelfde woord komt uit de Egyptologie als zijnde het onderwereld-lichaam, de levende ziel in de onderwereld, als een soort parallel, een dubbel. De "broer" is dus een metafoor van iets in de mens zelf, als een tester, een messenger. Daar vangt het boek Maleachi ook mee aan. Jakob en Izav (Esau) worden erbij gehaald, en God maakt bekend dat hij van Jakob hield en Izav haatte hij : 1:3 - Toch heb Ik Jakob liefgehad, maar Isav heb Ik gehaat; Ik heb zijn bergen (har, promoties) tot een woestenij gemaakt en zijn erfdeel aan de tannah, woningen, der woestijn prijsgegeven. Isav is dus een ander deel van Jakob, het "vijandelijke" deel, de toetssteen, de strijder, dat wat we ook wel "ruggegraat" noemen, oftewel het critische denken waardoor je geen meeloper wordt. Ook het "haten" moet in die zin verstaan worden, want al onze toetsstenen moeten getoetst worden aan de oneindige kennis. Er is dus ook een toets-haten, wat "onderzoeken op een afstand" betekent. Wij mogen namelijk geen ja-knikkers worden. Eerst moet alles getest worden, en onze testmiddelen moeten getest worden. Zo kom je uit bij de bron van al het testen : de gnosis. Onze testmiddelen mogen dus nooit indutten. Vandaar dat Jakob zijn Isav-bron nodig heeft, en die bron moet altijd onderworpen zijn aan de gnosis. Vandaar dat Isav tot de woestijn werd gedreven, om zo onderworpen te zijn aan de wetten van de hemelse natuur. Vandaar dat ook wij telkens tot de woestijn worden gedreven om onze middelen te zuiveren. Een drie-daagse kruisdood is niet genoeg. Hieronder lagen de mythes van Osiris, Aser, in de Egyptologie, die werd opgesloten in een kist, een kooi, als een teken van de restrictie door de heilige, hemelse wet. Dit komt ook weer terug in de
Egyptische hieroglyphen. De ND (NOD) hieroglyph is het kruis, en wordt vaak afgebeeld met een pot, de NU, die er naast en onder ligt. Deze hieroglyph wordt de toetser genoemd, en ook de beschermer, als defensie, en is tegelijkertijd de communicator, de messenger. De NFR hieroglyph is een kruis op een gesloten ruimte, als een cirkel. Beide hieroglyphen wijzen op de kooi van Aser (Osiris) die eronder ligt. Het kruis heeft als uiteindelijke doel om ons tot de hemelse kooi te leiden, de heilige gebondenheid, of verbondenheid, met de hemelse Wet. Hierin kunnen alle valse wetten van de lagere aardse gewesten, van de lagere wil, afsterven. Alle vormen van aardse gebondenheid zijn schaduwen van de hemelse verbondenheid. In Egypte was de NFR hieroglyph een verwijzing naar de kroon van Boven Egypte, en betekende "goed en mooi". Demonologisch gezien leiden het kruis en de kooi tot de ware schoonheid en de ware overwinning, waarvan de Egyptische kroon een symbool is. Ook stond de NFR hieroglyph van "kruis en kooi" voor "keel en hart". 1:4 - Wanneer Edom (het volk van Isav) zegt: Wij zijn verwoest, doch wij zullen de puinhopen weer opbouwen – zo zegt de Here der heerscharen: Laten dezen bouwen, maar Ik zal afbreken; men zal het noemen: gebied van de rasha, en: het volk waarop de Here voor eeuwig toornt (ook : eeuwige verwerping). Dit is een dualistisch vers. De RASHA stam is in het Hebreeuws de stam die afrekent met het huichelende recht van de stad. Het is ook de heilige onrechtvaardigheid, als de heilige vijand. De RASHA stam bespioneert het systeem van stadse wetsgeleerdheid en zoekt het te onderwerpen (Psalm 37 : 32). Zij zijn sterk anarchistisch en atheistisch in hun rebellie tegen de stad, maar zij zijn strijders van de woestijn moeder. David zei dat zij een nomadische stam waren. Zij trokken verder en niemand kon hen nog vinden. In het Aramees betekent dit dat zij niet meer overwonnen konden worden (Psalm 37 : 35-36). Ook zijn de RASHA stammen de recorders van de gerechtigheid, die alles vastleggen op tabletten in hieroglyphen. De "eeuwige toorn en verwerping" dient vertaalt te worden als "eeuwige toets", als het eeuwige Pniël waarin alles veilig en verantwoord blijft. 1:2 - Ik heb u liefgehad, zegt de Here. En dan zegt gij: Waarin hebt Gij ons uw liefde betoond? Was niet Esau Jakobs ach, broeder? luidt het woord des Heren. De ach, de metaforische "broeder" is dus het duistere schaduwzelf van de mens in de onderwereld, en dit in positieve zin als de toetser, de heilige vijandelijkheid, en die toetser moet dus vereeuwigd worden, zodat er geen gaten ontstaan in het toetsen. Wij moeten komen tot het eeuwige toetsen, de eeuwige onderscheiding, om zo veilig te zijn, "gebonden" te zijn in de heilige wetten van de demonologie. Dit gebeurt op het eeuwige Pniël, waar Jakob de goden moest toetsen door met hen te worstelen. Ons toetsen, onze "broeder", ons schaduwzelf, moet dus volkomen worden. Dat is ook wat ML betekent in het Aramees in het woord Maleachi, ML.ACH. ML betekent volkomen, als de overstroming, als de eerste melk na de (weder)geboorte. Maleachi betekent het volkomen worden van de broeder, als de vereeuwiging van het toetsen, van de communicatie, als een gevoeligheid die zijn climax bereikt, waardoor de zintuigen spontaan opengaan. Deze climax van het metaforische broeder-principe is de vader. De zoon is metaforisch, als het innerlijke kind van de vader, een deel van de vader zelf. De zoon staat voor het luisteren en gehoorzamen, wat ook de betekenis is van het geloof in het Grieks, pistis, en wat het Westen helemaal verkeerd vertaald heeft. In het Engels staat geloof als faith verbonden met faithful, wat getrouw betekent. De zoon is dus een bepaalde gevoeligheid die zijn climax krijgt in de vader-metafoor, wat onderworpenheid betekent, waarin de lagere wil afsterft. Het vader-principe is de climax van de demonologie, waardoor er dus
daadwerkelijk een verbinding komt met de moeder dynamiek, en dan is geboorte het resultaat, de ontvangst. In die zin kan de zoon niet zonder het broer-principe, zonder zijn schaduwzelf, zijn toetser, worden tot vader. Het broer-principe is dus de brug, en wordt vereeuwigd door het worden van de vader. Dat is de diepere betekenis van ML.ACH in de grondtalen. Zintuigen kunnen alleen daadwerkelijk opengaan in de vereeuwiging. Ieder mens heeft deze dynamieken in zich. Het heeft dus geen zin om dat op anderen te gaan projecteren. De mens moet teruggaan tot zichzelf. Andere mensen zijn daar slechts een reflectie van. En dit is ook de boodschap van het boek Maleachi : 4:5-6 - Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt. Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen, opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban. Elia was de depressieve woestijn-profeet, wat in het Nieuwe Testament werd voortgezet door Johannes de Doper, die werd beschreven als de teruggekeerde Elia. Ook hij was een woestijnprofeet. Juist door de depressie van de woestijn worden wij op onszelf teruggeworpen om deze dynamieken in de diepte van onszelf te ondervinden. Dit is dan ook de esoterische en metaforische diepte van Jezus die tot de Vader leidt. Jezus, de zoon, werd "omgebracht" door zijn schaduwzelf, Judas, om zo tot Vader te worden, oftewel van het toetsen tot de heilige verbondenheid. Zo werden de zintuigen hersteld, wat de esoterische betekenis is van de Heilige Geest, oftewel de komst van de geestesgaven, wat loon betekent in het Grieks, charis. Het heilige schaduwzelf leidt dus tot de nacht, wat dan ook weer de oorspronkelijke betekenis was van de Heilige Geest, ruh, in het Aramees, en wat in de islam ook naar voren komt. Zij strekken zich uit naar de grote hemelse nacht, in de Ramadan, het heilige vasten, wat metaforisch is voor het afleggen van het lagere zelf. Door de Arcturische lens van de lagere wil is dit geheel omgedraaid en verkeerd doorgekomen op aarde. In het christendom is dit nog slechts een karikatuur. Het gaat bij hen niet om het vertellen, maar om het tellen (van zieltjes en geld). Laten we daarom de diepere en oorspronkelijke boodschap van Maleachi serieus nemen. 3:1-3 - Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, hij komt, zegt de Here der heerscharen. Doch wie kan de dag van zijn komst verdragen, en wie zal bestaan, als hij verschijnt? Want hij zal zijn als het vuur van de smelter en als het loog van de blekers. Hij zal zitten, het zilver smeltend en reinigend. Hij zal de zonen van Levi reinigen, hij zal hen louteren als goud en als zilver, opdat zij de Here in gerechtigheid offer brengen. Dit komt terug als de Johannes de Doper mythe in het Nieuwe Testament, maar deze mythe bestond al in Egypte. Johannes de Doper werd onthoofd, als een metafoor van de leegte, de depressie. In de hieroglyphen van het zevende uur van de Amduat in de Egyptologie is degene wiens hoofd is afgehakt afgebeeld aan de voorkant van Osiris, Aser, die troont in de omhulling door de amen-slang (mehen), als een facet van zijn kooi. In die zin moeten we ook de aanvallen zien van de islamitische onthoofders van de IS-cultus, dat het een schaduw is van veel diepere, esoterische principes, door de Arcturische lens van de lagere wil, die alles heeft verletterlijkt, verdraaid en gedramatiseerd. Het is dus een Egyptische onderwerelds-hieroglyph die geheel uit zijn context is gerukt en op tilt is geslagen. Door de ware esoterische kunst zal het terug moeten worden geplaatst in het museum. Dit
gebeurt door de openbaring van de tweede bijbel. Alles zal teruggaan naar het museum. Alles zal zijn rechtmatige plaats krijgen. Door bovenstaande kunnen we nu ook deze woorden van Jezus begrijpen : Lukas 14 26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. Haten betekent in deze zin dus testen, en niet zomaar blindelings volgen, en niet zomaar een jaknikker worden naar hen. Haten betekent positief het onderzoeken, bestuderen, zonder vooroordelen, dus dat gaat veel verder en dieper dan valse liefde. In die zin heeft de heilige haat dus veel meer met tederheid en zorg te maken dan de westelijke christelijke liefde die de kennis probeert te verblinden. Zij volgen niet Jezus en het ruwhouten kruis, maar zoete, lieve Gerritje die elk degelijk onderwijs in de demonologie van hen afhoudt door verwennerij en magische woordjes, als slaapliederen. De mens heeft zich allerlei beelden gevormd van anderen, als afgoden of vooroordelen. Al deze zelfgemaakte beelden moet de mens "haten" in de zin van loslaten en afleggen, om zo de woestijn in te gaan, het symbool van de onthechting, de leegte. In de diepte van de woestijn mag de mens zo komen tot de ware weerspiegelingen van de gnosis, om dit pad te volgen, om zo te komen tot de hemelse zee in de eeuwige woestijn. Hoofdstuk 9. De Egyptische Wortels van Habakuk en Zefanja Habakuk is een wat korter profetisch boek van het Oude Testament, zogezegd behorende tot "de kleine profeten", net zoals Maleachi. Habakuk leed aan ernstige profetische visioenen van geweld, en aan woede-uitbarstingen ten gevolge hiervan. Vooral in het Aramees wordt dit dieper en beter beschreven dan de latere Westerse vertalingen. In het Hebreeuws wordt duidelijk dat alhoewel deze visioenen en uitbarstingen heel erg zijn het ook een orakel is. 1:2-4 Hoelang, Here, roep ik om hulp, en Gij hoort niet; schreeuw ik tot U: geweld! en Gij verlost niet? Waarom doet Gij mij ongerechtigheid zien, en aanschouwt Gij ellende? Ja, onderdrukking en geweld zijn voor mijn ogen, en er is twist, en tweedracht verheft zich. Daarom verliest de wet haar kracht, en nimmer komt het recht te voorschijn, want de goddeloze omsingelt de rechtvaardige,
daarom komt het recht verdraaid te voorschijn. Hier zien we even kort in de Westerse vertaling hoe ernstig dit was. De vijand is een van nature neutraal en dualistisch woord voor strijder. Dit is dus een metafoor voor de toetser. Ieder mens is opgeroepen om te toetsen en het goede te behouden, niet om een blinde gelover of navolger te zijn. De toetser is een beveiligings-systeem. Die toets moet zo diep gaan totdat het een robotische impuls geeft, anders kan er nog inmeng zijn van de lagere aardse gewesten, de lagere wil. De toets is er dus voor om tot de hemelse wil te komen, die gebaseerd is op de oneindige kennis. HBG, HBK van HBK.KK, Habakuk, betekent in het Aramees de tegenstander, maar dit heeft hele diepe Egyptische wortels. De HB wortel betekent de triomf, de overwinning (Heb). En deze overwinning over de lagere wil transformeert alles tot een spel, tot een simulator, in deze Egyptologische wortel. De HB wortel is een messenger (Hebu), maar ook een verbintenis, als een collectie (Hab). De HB wortel heeft als symbool de ibis vogel die boven alles is uitgestegen (Hab), en heeft ook de betekenis van de overstroming, en een boot. Denk aan de mehen-slang op de boot van Ra die ook een spelbord uitbeeldt in het Egyptisch. Eén van de opdrachten van het leger (hab) is het maken van spelletjes, om daarbij anderen te helpen, en om diepte te brengen en veiligheid. Het leger moet simulators opstellen waarin veilig geoefend kan worden. De KK wortel betekent zaad (khukha) en het mixen, als het opstellen van bruggen (khakha). Als twee energieën met elkaar in aanraking komen dan is er een enorme electrische ontlading en energie-uitwisseling, en dan moet er getoetst worden om het zuiver te houden, dus vandaar dat dit kan overkomen als een enorm geweld, maar men moet tot de metaforische diepte hiervan gaan, hoe moeilijk dat ook is. Dat wil niet zeggen dat we niet boos mogen zijn wanneer dat nodig is. Habakuk gaat over de heilige boosheid. Het is nodig om de metalen te smelten en ze aan elkaar te verbinden, als het werk van de smid. HB is in de Egyptologie de vragen steller, de twijfelaar, de toetser (Heb). Ook onze boosheid moet getoetst worden. Er mag alleen boosheid zijn in de gnosis, in de heilige gebondenheid, niet in overmoed, zelfzucht of vooroordelen. De boosheid moet dus nauwkeurig gericht worden en zijn rechtmatige plaats krijgen in het proces en systeem van de gnosis. Soms is het geen tijd om boos te zijn, maar om te toetsen, alhoewel er wel een toets-boosheid is. Soms is het tijd om eerst het lijden te aanvaarden. Hiervoor zijn er verschillende seizoenen als in de klok en kalender van de gnosis. De mens moet leren klokkijken in de gnosis. Zefanja, een ander kort profetisch boek in het OT betekent : sieraad van de wording. In de Egyptische wortel betekent het het aanvaarden van de eeuwige woestijn, als het lijden wat tot vruchtbaarheid brengt, de bron in de woestijn. Dit is de Egyptische definitie van wat genade is, gracieus, als het aanvaarden van de tucht die tot leven leidt, als geduld, S-FEN. Sefi-Neheh, SFN, Zefanja, is Aser, Osiris, die in de diepte van de kooi tot de eeuwige woestijn komt. In het westelijke christendom hebben ze een hele andere, meer luie, definitie van genade, en is genade ook losgekapt van loon. In het Grieks was genade een vorm van loon (charis), maar het Westen vertaalde dit heel erg selectief. Genade is alleen geldig in de zin van rechtvaardigheid, bijvoorbeeld wanneer mensen ten onrechte zijn benadeeld of een hogere straf hebben ontvangen dan nodig was, dan krijgen ze genade. Er is dus een groot onderscheid tussen valse genade en heilige genade. In de Egyptologie wordt er gesproken over een eeuwige genade als een sieraad van geduld in het lijden, de onderwerping en aanvaarding van het lijden, wat optreedt wanneer de menselijke kom breekt, wanneer de mens aan zijn lagere wil afsterft. De mens moet eerst toetsen en niet zomaar blindelings alles aannemen. Eerst moet de mens worstelen, onderzoeken, zoals Jakob op Pniël, totdat de mens
zoals Jakob breekt en zijn lagere zelf heeft overwonnen, om zo in contact te komen met de gnosis. De mens moet deze strijd en dit lijden aanvaarden en in die zin gracieus zijn. In het Aramees spreekt de SPH, de SF-wortel van Zefanja, over een natuurlijk overgangsgebied tussen woestijn en water. Alleen in de eeuwige woestijn kan de mens aan zichzelf afsterven, want eeuwig is een metafoor van het volkomene. Alleen als de mens diep genoeg doordringt in deze woestijn, door gracieus te zijn, door de Egyptische Zefanja wortel, dan komt de mens vanzelf als in een natuurlijk proces tot het levengevende water. Westelijke christenen zijn de aanbidders van luie, valse genade, helemaal uit de oorspronkelijke context gerukt. Deze valse genade is de poort tot hun valse hemel. Die genade kun je ontvangen door geloof, een andere luie afgod die zij aanbidden. Voor die genade en dat geloof hoef je helemaal niets te doen, en mag je ook niets doen. Het komt je zo je mond inrollen als je hun heilige toverformule opprevelt. Zorg dat je Jezus er in betrekt en dat je in Jezus gelooft, en dan is het klaar. Natuurlijk is dit allemaal vanuit een boekje wat van generatie tot generatie is doorgegeven, en ook van taal tot taal vertaald is, en waarin zo de werkelijke betekenis verloren ging. Het is allemaal van horen zeggen, terwijl hen die door geopende zintuigen zelf de hemel hebben gezien weten dat alleen degenen die de hemel worden tot de hemel kunnen gaan. En de hemel is gewoon de gnosis. Het goddelijke betekent wording in het Hebreeuws. Het is een werkwoord, een school, geen geloof. Door blindelings dingen vanuit een gegeven boekje te geloven begeef je jezelf op glad ijs. Het gaat ook niet om het materiële. Vaak moet je er ook nog grof geld voor betalen om het heilige boek van de westelijke christen op je bureau-tafel te krijgen. Men koopt dus gewoon genade en geloof in. Het is een truukje. Door de Arcturische lens is dit zo op aarde geprojecteerd. Het ware gracieuze is de diepte in alles zien, en dat je zo alles ook poëtisch kunt aanvaarden als een raadsel. Het is het pakpapier van een cadeau wat je zelf kunt worden. Het is iets wat je zelf kunt winnen en verdienen, als in een spel, op een school. Het gaat niet buiten jezelf om. Het gaat om de wording, maar dit wordt in het ongeletterde westelijke christendom verafschuwd, want zij moeten juist de mens dom houden voor een markt. Genade en geloof houden de mens dom, wat tegengesteld is aan de gnosis. Domme mensen zijn dus een sta in de weg, maar zijn ook een raadsel. Zij houden dus zelfs voor ons de sleutel vast om verder te kunnen komen. Daarom moeten wij veel aanvaarden, wat ook de boodschap is van de Egyptische wortels van Zefanja. We kunnen niet ontkomen aan de woestijn. We moeten er doorheen, en kunnen niet halverwege terugkeren. In de woestijn gebeurt vanzelf het wonder van de natuur, het wonder van de Vur en de Bilha. Als we blijven doorlopen zullen we vanzelf in het beloofde land komen. Dit is al om ons heen in alle dingen gecodeerd. Het is iets wat de mens moet ontdekken. De seizoenen zullen dus in elkaar overlopen door natuurlijke processen van verbrokenheid. De mens die toetst en hierin niet opgeeft wordt tegemoetgekomen in de gnosis door een soort van breekpunt, en dan stroomt er gnosis binnen die de mens niet meer kan tegenhouden. Er is een verbinding gekomen, een overstroming, want de mens is als Jakob op de heup geslagen, als een beeld van het open zijn van de hemelse zintuigen. Nu aanvaart de mens het lijden als metaforisch onderwijs, totdat de mens hierin nog een keer breekt, en de strijd weer begint. Zo vloeien de seizoenen telkens in elkaar over. Het eeuwig evangelie vertelt hier ook over, in de zin dat als er een wond is, dan zal ook de wond gestoken worden, zodat er nog meer diepte komt. Joringel 3
1. Te vaak in mijn wonden gestoken, nu ben ik tot onder het zachte gedaald, tot diep onder het roze. 2. In een doodstrijd, tot onder het zachte gedaald, een nieuwe pijn bevrijdde mij, in zacht vuur te ontwaken, tussen rozenschuim en lelieschuim, waar een donk're nacht het op heeft gegeven, tot onder het donk're gezakt. De Nieuwe Handelingen 4 7. Ze hebben me gestoken, die bijen des hemels, en nu ben ik dan honing van het kruis, driemaal verbroken, driemaal op dezelfde plaats gestoken. 8. Ze schiepen daar een wond in een wond, als een waterig trauma, geen kracht meer om op te komen. 9. En de derde steek was dan om te doden, om mijn ogen te openen. Ze stak mij diep, de zoete spin, en nu stroomt geurige wijn. 10. Het gebak der eeuwen is niet meer te vertrouwen. Steek mij nu, voordat het te laat is. 11. Ziet het bloed is vlees geworden, waar winden tezamen komen, waar harten elkaar verstaan, zo diep gestoken. 8 1. Gij eet dan honing van de dood, nadat gij driemaal bent gestoken. Neem hen mee tot de velden, en maak hen wijs. 9 7. Hebben wij macht over de dood, als wij viermaal zijn gestoken, als bloed tot wijn wordt. Het bloed is vleesgeworden, het heeft onder ons gewoond, maar wij hebben het niet geweten, wij hadden alles vergeten, in de vierde dood. 8. Ik kom tot het morgenrood, om alles terug te draaien, maar ik kan de tijd niet draaien. 9. Ik wacht om een vijfde keer te worden gestoken. In al die ellende keer ik mij, we ontmoeten elkaar zij aan zij. 10 1. Zij heeft mij vijf keer gestoken, zij heeft mij vijf keer gebroken. 2. Alles deed pijn, maar van het kruis zingt zij, als van zoete dromen. 5. Na de vijfde maal, alles weer één taal, na de vijfde seconde, alles weer verbonden. Het leek wel duizend jaar, maar het was maar een seconde. 6. Als je zo diep gestoken bent, dan beleef je alles anders. De Openbaring van de Rode Steen V 4. Witte roos, tederheid na de steek, wonden veelvoudig gestoken, nu spiegelt het dan in de wind, al die gezichten die ik was vergeten. Hermitaten 34 1. Het zicht is als een spiegel. De witte spin heeft gestoken, om beminden tot de mystiek des Heeren te brengen. Als witte sneeuw kende de Heere u, hen die Zijn paarlen dragen. Het schuim van rozen
droegen zij als het schuim der rozenwijn. De Nieuwe Openbaring III, 5 31. Goed is het dan om tot stilte te komen en goed is het dan om gebroken te worden, want zijt gij niet allen afgedwaald. 32. Ik dan ben de Goede Herder, en ben reeds geweest waar gij komt. Weet dan dat gij door het lijden elkander hebt leren kennen, en door de muren van elkanders harten bent heengebroken. Weest dan met elkaar verbonden in het lijden, en het ijs, want buiten lopen de wolven wachtende om datgeen te verslinden dat losgeraakt is en achtergebleven. Hoofdstuk 10. De Heka-wortel van Haggai De gekooide ziel dwaalt in de diepte door de woestijnen, en kan de dingen die hij wil bereiken niet bereiken. Alles ligt ver weg, te ver. Het is onbereikbaar. Er zijn allerlei restricties opgelegd waar de gekooide ziel zich het hoofd over buigt. Het vierde uur van de nacht in het Egyptische Amduat-boek van de onderwereld gaat over deze tocht door de woestijn. Het uur is natuurlijk een metafoor voor een bepaald seizoen waardoor de mens heengaat. In het vijfde uur van de nacht vindt het wonder in de woestijn plaats. De mens bereikt hier de verborgen grot van de transformatie. Het vijfde uur is het uur van Heka, een mysterie wat altijd op de boot van Ra aanwezig is, achter de peddels, als de stuurman of veerman. In het uur van Heka vindt het wonder van de woestijn plaats waarin alles wat de mens in de woestijn verloren heeft weer opgebouwd wordt, weer bereikt wordt, maar dan op een hele andere manier, veel dieper, en beter, als de herbouw van de tempel. Dit komt ook weer terug in het boek Haggai in het Oude Testament, wat ook een kort profetisch boek is, als één van de zogeheten "kleine profeten". HEKA is namelijk de Egyptische wortel van Haggai. De verborgen grot is gelegen in het hartje van de woestijn, boven de poel des vuurs, die ook een poel van genezing, verjonging en wedergeboorte is. De poort wordt bewaakt door de tweekoppige leeuwin AKER, de Egyptische moeder aarde. De poel des vuurs is haar baarmoeder. In spreuk 96 van het Egyptische dodenboek wordt het speeksel van Aker besproken, de dubbelhoofdige leeuwengodin van de aarde verbonden aan het Haker-feest, het vastenfeest van de opstanding van Osiris, ook verbonden aan Hagar, de moeder van Ismaël. Dit speeksel is om de vijand tot rust te brengen. Hier komt dus oorspronkelijk de mythe van het speeksel van Jezus dat de blinde genas vandaan. Het speeksel was oorspronkelijk ook een beeld van de sexualiteit, verbonden aan de Aker, die de vijand overwon, dus in die zin is sexualiteit demonologisch, en als het eenworden met de godin van de aarde
. De Aker-leeuwinnen kijken tegengestelde richting op, en zijn genaamd "gisteren" en "morgen", als een beeld van verleden en toekomst. In de Sarcofaag-teksten van het Midden Rijk komt Aker voor als de veervrouw van de nachtboot van Ra, wat haar gelijkstelt aan Heka. Het Hebreeuwse woord HAKA, hagah, is het grommen van een leeuw als beeld van het mediteren en het verbeelden. In de verborgen grot lag het lichaam van Sokar, een vorm van Osiris, en een mengsel met Ra. Sokar is hij die op het zand staat, of in de woestijn, als een beeld van Ismaël, die de woestijn was ingezonden, samen met zijn moeder, Hagar. Hagar bewaakt dus het lichaam van Ismaël, als een vorm van Heka, wat dualistisch is. Heka betekent ook transformatie, wat plaatsvindt door tegenstellingen, ook door de tegenstelling tussen de man-pool en de vrouw-pool. In die zin zijn het vierde en vijfde uur belangrijke onderdelen in het esoterische sieraad, van woestijn, tot wonder in de woestijn. Aan het einde van het vijfde uur staat Sokar tussen de dubbele Aker-leeuwinnen in. Zowel Heka (heqa) als Sokar (skr, skkr) betekenen ook de verhongering, als een beeld van het leeg worden, de ramadan. Dit is in het Egyptisch verbonden met komen tot de details, tot decoreren. Ook is het verbonden aan het openen en openbreken van een deur (seqer). Het tweede uur wordt in het boek der poorten omschreven als het uur van Aqebi, oftewel Geb, de baarmoeder van de aarde, de onderwerping van de lagere aardse wil. Aqebi werd in het Hebreeuws Aqep, de voet (of billen) die de kop van de slang zou "vernietigen", meer als in een persen en begrijpen. In het Grieks werd dit de Agape, maar dit is in het Hebreeuws nog steeds verbonden aan de baarmoeder. Ook het tweede uur van de nacht is een belangrijk onderdeel van het demonologische sieraad, om zo veilig te blijven tegen het christelijke hedonisme, oftewel het grote Toronto (de genotzoekers, golddiggers). Het is dus om veilig te blijven tegen clownsgeesten die ons maar wat graag op hun joyride willen meenemen. Ook zijn dit verjaardagsgeesten. In de Egyptische uren van de nacht liggen hiervoor dus de antistoffen. Zo kunnen ook de verwesterlijkte spookverzen van de bijbel geneutraliseerd worden. Het is dus het noodzakelijke werk van de smid. Dit gaat verder in het derde uur, wat soms ook als onderdeel van Aqebi, Geb, wordt beschreven. De uren van de nacht beschrijven dus de verwondingen, de doorstekingen van het hart en tegelijkertijd de sieraden die er doorheen gaan, als piercings, als de demonologische sieraden van het hart. Vandaar dat de verscheuringen en doorstekingen van ons hart niet voor niets zijn. In het derde uur van het boek der poorten, wat ook een uur van Aqebi, de baarmoeder van de aarde, is (Geb), wordt dit extra intensief besproken. Hier gaat de boot van Ra over de poel des vuurs, een facet van Geb, en moet de mens leren loslaten en leren belonen met rechtmatig loon. Vandaar dat de mens hierin onderscheiding (s-ten) moet krijgen. De mens kan niet als een wilde weldoener zomaar overal loon gaan rondstrooien. Zij die juist leren belonen zullen meesters van transformatie zijn, wat wordt voorgesteld als graan wat vanuit de poel des vuurs groeit. Graan is ook weer een beeld van het hart en de troon, waarin overwinning dan transformatie door begrip betekent, oftewel inzicht in de diepte van de dingen. Ook wordt er zo een heilig bier van graan (gerst) gebrouwen in de poel des vuurs voor hen. In de poel des vuurs worden twaalf goden afgebeeld waarvan één een kruishieroglyph draagt, en een ander een omgekeerd kruis, en weer een ander een voet op een rond uiteinde. Deze hieroglyphen komen ook weer terug in de christelijke mythologie. De voet komt als het Hebreeuwse AQEP terug in Genesis waar deze de kop van de slang onder zich heeft. De AQEP, de voet, beeldt dan ook het zaad van de vrouw uit. Deze twaalf goden staan tussen het graan in waar
de boot van Ra langsgaat. In het christendom werden dit de twaalf discipelen van Jezus. Zij vertegenwoordigen ook de twaalf uren, de twaalf seizoenen. De poel des vuurs is om te toetsen, iets waar ieder mens doorheen moet. Alles moet namelijk getoetst worden. Ook komt de mens op de boot in de poel des vuurs andere boten tegen, zoals besproken wordt in het Amduat-boek. In de poel des vuurs lopen namelijk alle dimensies over, en ontwikkel je de zintuigen van de gnosis. Hoofdstuk 11. De Verloren Paradijselijke Hersenklier De mens die zichzelf had opgeofferd voor de gnosis werd door Ra in het eerste uur van de nacht verborgen voor hen die op de aarde woonden. Deze mens werd verborgen in de woestijn, en aan deze mens wordt het oog van Ra gegeven, het oog van visioenen, van visie en een dieper inzicht. Zij die in de woestijn zijn moeten hier leren de anderen in de woestijn te belonen, en zij worden zelf ook beloond in het eerste uur, en hier ontvangen zij hun kronen. Natuurlijk is de kroon metaforisch. Het is zeker niet het oppervlakkige wat vandaag de dag in het Westen over de kroon wordt geleerd. In Abydos was er het haker-feest, het vastenfeest, de Egyptische Ramadan, om de opstanding van Osiris en de overwinning over zijn vijanden te vieren. HAKAR is in het boek der poorten een godin of groep godinnen die rondom het altaar of de tabernakel staat, als een beeld van de kroon, de hoofdtooi. In de Aramees-Hebreeuwse talen is de kroon een schedel of kop van een verslagen demoon, als een beloning, een trofee. HAKAR komt in het OT voor als HAGAR, de moeder van Ismael. Hakar wijst ook op de AKER, de dubbele Egyptische wachter van de onderwereld met de twee leeuwenhoofden, als een beeld van de dubbele moeder, de vrouwelijke vruchtbaarheid. De kroon is in het Hebreeuws-Aramees een cyclus, als het sieraad van de uren. De kroon brengt tot knielen in de Hebreeuwse wortels (qodqod-qadad). In de kroon zijn dus alle uren van de nacht vastgelegd, waardoor de mens door de uren kan gaan om tot de diepere gnosis te komen. De kroon is een teken van overgave, van zelf-opoffering, het begin van de tocht, niet het einde. In het eerste uur van de nacht wordt de kroon ook voorgesteld als de nek, of een halsketting. In ieder geval komt de verberging in de woestijn terug in het Mozes verhaal in het OT, en in Openbaring in het NT : 12:4-6 - En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig
dagen onderhouden zou worden. 12:14-16 - En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven om naar de woestijn te vliegen, naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het gezicht van de slang, een tijd en tijden en een halve tijd. Deze verberging is niets anders dan een dimensie-shift, een overgangsgebied, waardoor de mens losbreekt uit de materiële gevangenschap en komt tot de diepere frequenties. In de Egyptologie is dit de peh of peh-t, het bereiken van een plaats of object, wat aan het einde, of in het diepste, van de nacht gebeurt, als de afsluiting van een boek. Het is het wortelwoord van de pehuit, de anus, maar dit komt ook weer terug als de achterkant van de nek, als zijnde een lichaamsdeel in het gebied van het hoofd. Het is ook een woord voor fundament, verbonden aan pehu, beyond, oftewel transcendentie. De pehuit, de anus, is in het Egyptisch ook een aanhangsel, een sleeptouw van een boot. In het Surinaamse bijbel gedeelte van de tweede bijbel wordt de anus beschreven als een klier in de hersenen. Oorspronkelijk is de anus dus veel meer dan alleen maar de ontlaster. Er is ook een ander Egyptisch woord wat gebruikt wordt voor anus en dat is mau-t, wat de kern of moraal van een verhaal is, en de totaalsom, de conclusie. Het is verbonden aan de mahet, de tunnel, de doorgang, en heeft als wortelwoord maha, het achterhoofd, of de achterkant van de nek, en mau, zachtheid. In de Surinaamse bijbel van de tweede bijbel is de anus dus ook een onderdeel van de hersenen, als een hardheids-zintuig wat functioneert door het meten en registreren van zachtheidswaardes, de oeroeboel. In de stad mag het woord niet genoemd worden, want dat is vies, en er mag ook niet over nagedacht worden, want het is als de verboden vrucht. De stad wil niet dat de mens zicht krijgt op wat de anus is, en de kerk ook niet. Toch is het een lichaamsdeel door God geschapen, als een evenbeeld van God, en horen alle lichaamsdelen met elkaar samen te werken, dus ook de anus (I Korinte 12-14). Maar in de stad staan de hevig opgedoste dametjes met hun oma-knotjes met hun spiegeltje, en hun parfumspuitjes om het geheim van de anus te verbergen. De anus is in hun ogen alleen maar iets vies waar je niet over mag praten, en het is door hen gedemoniseerd, net zoals wat andere belangrijke lichaamsdelen. In de achterbuurten daarentegen is het totaal het tegenovergestelde. Kleine jongetjes wordt het van jongs af aan geleerd de anus van vrouwen te aanbidden, maar dan op een hele onbeschofte, onrespectvolle manier. Het wordt enorm overdreven als een karikatuur, en ze missen de gnosis. Ook zij zijn de bewakers van het geheim van de anus. De dametjes in de stad met hun oma knotjes en hun lange jurken gebruiken de parfum spuit als een insectenverdelger, maar ze vernietigen de hele natuur. De kleine jongetjes uit de achterbuurten voelen zich tekort gedaan door de rijken, en voelen zich monddood gemaakt door de aristocratie, de stropdassencultuur, en in hun pijn gaan ze zo in hun overmoed en ongeduld door mooie muziek heenpraten op een geforceerde manier, wat ze dan rap noemen, uitgesproken als rep. Ook duwen sommigen van die onzekere, roekeloze jongetjes als een karikatuur hun borsten overdreven vooruit, en hun buiken, terwijl anderen het meer doen door met dure sieraden te lopen, zo glimmend mogelijk, wat ze zelfs in hun mond laten implanteren, om maar zo rijk mogelijk over te komen. De weg van de gnosis en van het kruis kennen ze niet. De achterbuurt en de stad, elkaars tegengestelden, maar ze werken met elkaar samen, als bewakers van het anus-geheim. De achterbuurt heeft een valse anus, en de stad heeft een anti-anus, als een smetvrees. Die trekken zo een blik politie-agenten open als iemand te dicht bij de verboden vrucht komt.
De moeder anus is in het Sanskrit, de heilige taal van India, de vrucht van het paradijs. In de tweede bijbel gaat het veel over geboortes door de moeder anus. De anus is de poort tot de onderwereld, en het afsterven aan jezelf. Het is het gebied van de verbeelding. Oorspronkelijk was het dus een hersenklier, en die is door buitenaardsen weggesneden uit de hersenen, opdat zij over de mens konden heersen. Zij hebben de mens onderworpen aan de pijnappelklier, het slaap en waak ritme. Het is dus van belang om de anus klier weer te ontwikkelen. Er is een planeet genaamd "Hart en Anus", een zacht rood-roze planeet, die de energie bewaart waarin het hart van de mens verbonden wordt met de oorspronkelijke anus-klier in de hersenen. Het is een zachte substantie in de hersenen die moet ontwaken. Als die verbinding is gelegd kan de mens zich weer aanleren creatief te zijn, creatief te denken. De new age leert de mens zich helemaal blind te staren op de pijnappelklier, als het derde oog, maar het houdt de mens vast in zwaar materiele spirituele systemen van de lagere aardse gewesten, en draait vaak om een markt. De mens wordt zo een slaaf van de new age. Er wordt zo een soort van overmoedige dronkenschap in de mens opgewekt, waardoor de nodige demonologie uit het oog raakt. Het licht vreet alles weg. Er kan beginnen worden met een link tussen het hart en de anus klier in de hersenen, een zachte substantie in de hersenen, diep in de hersenen. Zo vertalen we dan het Egyptische "achterin" met diep, want het ligt in het voorhoofd. De pijnappelklier ligt in het achterhoofd, en wordt door de New Age vaak gezien als de deur tussen lichaam en ziel, als de zetel en het centrum van de ziel. De pijnappelklier brengt een hele zware energie, terwijl de anusklier een hele lichte energie brengt en aanboort. Dan is het van belang om te leren ademen vanuit de anus klier in het voorhoofd, vanuit de lichte energie. Je kunt dan je ogen sluiten en zien wat voor beelden er verschijnen op je netvlies, maar als er niks gebeurt is dat ook goed. Adem dan diep in en uit, je richtende op de anus klier in het voorhoofd, de zachte energieen tot je nemende. Het is een klein zacht watervalletje in het hoofd. Eerst moet het ontdekt worden, en moet men erdoor leren leven, vanuit de hartlink, dus vanuit de hartbron. De energie stijgt vanuit het hart omhoog tot de anusklier, en die adem je dan in en uit, zodat er een cirkel onstaat tussen hart, anusklier en longen, als een cyclus. De pijnappelklier is ontzettend overbelast. Het hoe en wat van de anus klier is vrijwel onbekend voor de mensheid. Zo mag je een verbinding maken met de planeet "Hart en Anus". Zoals de Egyptologie de anus beschrijft is het een sleeptouw, om de mens voort te trekken, zodat de mens niet achterblijft of afwijkt, en dit ligt in de "diepte" van het hoofd, in het voorhoofd. Deze planeet is onbekend voor de mensheid, maar wordt alleen getoond aan hen die de diepte zoeken in de gnosis. Zij die stads leven en blijven leven zullen het nooit zien. In het Sanskrit, de heilige taal van India, is dit dus een esoterische verdieping van het Adam en Eva verhaal, de anus klier als zijnde de verboden vrucht. Als de mens van die vrucht neemt, dan sterft de mens aan zichzelf af. Door de Arcturische lens is dit grote geheimenis geheel anders op aarde geprojecteerd, als een raadsel. Stort jezelf er niet in, maar ontraadsel het. In het paradijs is de tong van de mens, oftewel het spreken, de taal, onderworpen aan de anus klier, als zijnde aan de transcendente opslagplaats van de gnosis, wat ook verder besproken wordt in het Surinaamse bijbel gedeelte van de tweede bijbel. De tong van de mens maakt dus een verbinding met de paradijselijke hersenklier, de vrucht, en wordt zo beteugeld. Een wachter wordt er zo voor de tong gezet, ook als een proces van de heilige gebondenheid, wat een heilige verbondenheid is. Deze hemelse klier trekt de mens voort. Waar dit niet gebeurt komen demonen om de mens voort te trekken, geheel de verkeerde kant op.
In het Sanskrit was de anus oorspronkelijk een zintuig. De dames in de stad en in de kerk met hun witte poederdoosjes en hun parfumspuiten gebruiken dit zintuig niet. Ze kennen de geheimen van dierenwereld ook niet, want ook dat is vies. Waar komen die "dames" vandaan ? Het zijn gimmicks, reclamespotjes van de stad. Ze hebben heel wat te verbergen. Ze zijn apathisch en hebben smetvrees. Ze verkopen een product : een schoonmaakproduct, dus smetvrees is de beste advertentie strategie. Het zijn clowns. En de kleine jongetjes in de achterbuurten en krottenwijken rappen over de vrouwen anus alsof het hun enige bezit is. Maar ze kennen de betekenis niet. Ze verkopen het. Het zijn pooiers. Sinds alle lichaamsdelen een reflectie zijn van het goddelijke en van de natuur is het dus ook een hemelse plaats, een natuurverschijnsel. De anus klier in de hersenen is als de vulkaan van zachtheid, niet noodzakelijk van vuur, zoals hemelse zonnen ook niet van vuur hoeven te zijn, maar gewoon van bepaalde natuur-polen, zoals ijs, hardheid, water, aarde, klein, groot enzovoorts. Deze vulkaan heeft haar eigen zoetheid, geregeld door de zachtheid. Eerst moet alles zacht en zwak worden, wegvagen, zodat de lagere aardse wil kan sterven, en al het valse harde in ons kan afbreken, want dit houdt ons tegen. Alle lagere aardse muren moeten afgebroken worden. We mogen komen tot de zachte wateren van de hemelse natuur om tot diepere transcendentie te komen. Alles wat hard en vast is, met een hoge materiele dichtheid moeten we loslaten, om zo dieper te komen, dieper te zwemmen in dat wat de vulkaan heeft losgelaten. Deze vulkaan kan ons hele lichaam laten onderlopen. Al het valse "zelf" moet afsterven, om zo tot het ware zelf te komen, de hogere wil van de goddelijke natuur die de gnosis kent. Het is een buitenaardse ervaring. Hoofdstuk 12. De Paradijselijke Biologie Vanwege de Egyptische oorsprong kan er ook gezegd worden dat wanneer de islamieten op zoek zijn naar het wonder van de nacht, dan zijn ze in de Egyptische taal op zoek naar de verloren geraakte hersenklier, of anus klier. Buitenaardsen hadden geklooid met de menselijke genetica. Zelfs als een mens sterft is er geen makkelijke ontsnapping, want een beetje shamaan weet wat er in het hiernamaals te wachten staat, wat een verlengstuk van dit leven is. Geen letterlijke hemel of hel, maar scholen, gerechtshoven, gevangenissen, ziekenhuizen enzovoorts, net zoals op aarde. Elke "een beetje shamaan" weet dat de tandarts de grootste vijand is, zowel hier als in het hiernamaals, die kinderen van jongsaf aan gedwongen implanteert, in het bot, want tand is bot. Alle lichaamsfuncties worden zo in de war gestuurd, want het lichaam zal dit niet accepteren. Het lichaam herkent het niet als lichaams-eigen en gaat er dan omheen werken met alle gevolgen daarvan. Ook zijn de stoffen die gebruikt worden vaak supergiftig, en de zenuwen komen zo onder een enorme druk te staan. Bot-implantaties, oftewel vullingen, hebben hoge gezondheids-risico's, en in het hiernamaals gaat deze kermis rustig door, en ook geheel door het lichaam heen.
Buitenaardsen krijgen macht door implantaties, en zo monitoren ze elke ziel. Sterven is geen uitgang uit de matrix. Neen. Het is het begin voor velen, want dan pas gaan ze zien waaruit ze voortkwamen. De tandarts is dus een reflectie van iets zwaar demonisch wat zich diep in de onderwereld afspeelt. Hierover wordt ook volop in de tweede bijbel gesproken, zowel door verhalen als recht voor z'n raap. De aarde is onder een grote vloek. Het materiaal wat in het hiernamaals in de gestorven ziel wordt gespoten is genaamd "snode". Het is een verzamelnaam voor een heleboel soorten, zacht, hard, metaal, plastic, enzovoorts. Het wordt dus niet alleen in de tanden gedaan, maar ook in de kaken, en in andere botten van het lichaam, zowel bewust als onbewust. Dit zijn allemaal de gevolgen van het niet hebben van de anus klier in de hersenen. Shamanen zijn dan een soort esoterische tandartsen die deze gevaarlijke en giftige stof, snode, kunnen verwijderen, en zij kunnen het bot weer aanvullen met een geheel natuurlijke lichaamseigen stof, maar nog wel belangrijker is het activeren van de anus klier, anders is het dweilen met de kraan open. Tandartsen zijn het gevolg van het niet compleet zijn van het menselijk lichaam. Het zijn nare bijverschijnselen, en veel mensen hebben niet eens door dat de wortel van hun problemen het werk van de tandarts is. Ook worden tandarts-gerelateerde problemen doorgegeven van geslacht tot geslacht. Het zit diep in de genen van de mens. Tandartsen zijn geen vrienden van de gezondheid, maar vijanden, en vijanden van je ziel. Ze leggen de basis voor veel ellende, psychisch en lichamelijk, voor een kind. Daarom is het van belang al zo vroeg mogelijk te beginnen met het ontwikkelen van de verloren paradijselijke hersenklier. Snode is hypergevoelig gevangenismateriaal, een gevangenis-implantaat wat je onder stroom zet zodra je probeert het te verwijderen. In de ontsnappingspoging vallen veel doden, vaak door zelfdoding. Het spul zet je op tegen jezelf. Blijf daarom dichtbij de gnosis en bij de demonologie. Er is een weg. Veel mensen weten niet dat het "snode" is wat hen lastigvalt. Het kennen van snode is al het halve werk. Die implantaten liggen door het hele lichaam en tappen de mens af, houden de mens in de gaten, en besturen de mens. Door de paradijselijke anale hersenklier in het voorhoofd kan de mens beginnen los te komen van deze implantaten. De mens moet terug naar de paradijselijke vrucht van de gnosis. Het is dus een menselijk lichaamsdeel wat een sap afgeeft, uitscheidt, een sap om de snode-illusie te verbreken. In de onderwereld is hierover een grote strijd. De anale hersenklier zal elk beetje snode in ons lichaam onder stroom zetten en het losweken, maar dit is verbonden aan een heleboel wetten, en is een oorlog. Snode heeft ieder mens de oorlog verklaart, en wil ieder mens geheel voor zichzelf innemen. Alle tandartsen die niet esoterisch en holistisch zijn, dus tandartsen die spelletjes spelen met de mens door hen te implanteren in het bot met allerlei chemische en zwaar metalen rotzooi, zijn zwaar bezeten door Snode, en dit soort demonen vangen ook de mens die sterft op om ze verder te implanteren voor het hiernamaals. Zo dolen vele zielen rond met die troep in hun mond, op zoek naar een shamaan om hen hiervan vrij te helpen. De anale hersenklier is een portaal van transformatie, als een tuner. Ook is het het tegenovergestelde van een naaimachine, als een zachtmachine. Stel je in je voorhoofd een klein machinetje voor als een naaimachine, maar dan tegenovergesteld, in de zin dat het geen harde, scherpe naald is maar een geheel zachte, vloeibare pin die door een bepaald sap je verscheurde hart weer aan elkaar "naait". Ook je hersenen zelf worden zo geheeld door deze softmachine. Het is een soort roze spul. Het maakt contact met parallelle werelden, en kan op basis van gnosis-principes bepaalde contacten daarmee herstellen. Het is een shifter en een switcher tussen de dimensies.
Het punt is dat de anus en de anus klier een bepaald trillingsgetal heeft wat door het hele lichaam heen hersteld dient te worden, omdat buitenaardsen dit trillingsgetal hadden uitgedoofd om het zaakje over te nemen. Wij bekijken dit dus vanuit medisch-esoterisch oogpunt, vanuit de demonologie. Het materiële is corrupt, maar wijst door naar een diepere realiteit, diepere principes. De mens mag komen tot deze verborgen zee van paradijselijk hormonaal sap met dit trillingsgetal. Het is het trillingsgetal van de zacht rood-roze planeet "hart en anus", wat een anti-stof afgeeft tegen corrupte straling van ondermeer Venus en Rigil Kent die beiden garant staan voor zg. overschoonmaak, te sterk geconcentreerde schoonmaakproducten, te chemisch en aggressief, gebaseerd op smetvrees, gebrek aan demonologie. Hoofdstuk 13. De Verborgen Egypte-Wortel van Ezau Het leven bestaat uit zware worstelingen met energetische parasieten. Velen vechten er niet meer tegen maar hebben het gewoon op een contract of vriendschap gelegd met de parasieten, en gaan nu door het leven als vrolijke, gezellige mutsen en dozen. Zo zijn ze zelf een parasiet geworden, en willen daarom ook niets weten van de diepte en de demonologie, want dan gaan er teveel alarmen in hun hoofd af, en dan moeten ze weer worstelen. Ze gooien liever alles overboord om in een leugen te leven, de zachte, comfortabele, warme kokon van het eeuwige zelfbedrog. De weg van het kruis kennen ze niet. De prijs is hen te hoog. Ze hebben smetvrees. Zo schrobben ze hun huis, maar niet hun ziel. Het worden keukenfiguren : veel eten om alles te vergeten. Alles moet vooral mierzoet zijn, als een goed antidepressivum. Voor de rest gebruiken ze alcohol om alles weg te spoelen, en dat geeft ook nog eens een extra boost, een vrolijke hik. Zo gaan ze met een parasiet door het leven. Ze houden zichzelf voor de gek, en alles is omgekeerde wereld. Jakob en Ezau worstelden al met elkaar in de moederschoot. Jakob werd een tentenman, een huiselijk type, een muurbloem, meer romantisch, terwijl Ezau meer buitenshuis was, een jager ... veel bruter ... Jakob was meer een gezelligheidsmens, terwijl Ezau een eenling was, altijd op pad, altijd in de natuur. Jakob was ook meer een prater, en had een goed contact met zijn moeder. Veel mensen kunnen zich daarom ook meer vinden in Jakob dan in Ezau. Ezau was veel ruwer en abstract, veel onbereikbaarder, en daarom ook veelal verkeerd begrepen. Ik hield er vroeger altijd van om naar dominees te luisteren om te horen wat ze over Jakob en Ezau te vertellen hadden, en het kwam meestal op dit soort dingen neer. Al het geneuzel blijft lekker aan de oppervlakte, terwijl de oorspronkelijke grondteksten en de Egyptische achtergrond veel interessanter zijn. In het Hebreeuws staat er dat Ezau zijn eerstgeboorterecht, oftewel de aan hem beloofde erfenissen,
verkocht voor rebellie, het loskomen van het civiele, de sociale norm, wat de rode soep in de wortel betekent. Het is een "gewelddadige", vechtlustige passie voor de gnosis, en daar gaf Ezau graag zijn aardse, lagere rechten en verplichtingen voor weg. Ezau wilde nog meer loskomen en dieper de natuur in. Ezau wilde het barbaarse, wilde pad op, en dat verkocht Jakob aan hem, in de zin dat Jakob de sociale verplichtingen van Ezau op zich nam. Ezau liet zijn bezittingen achter voor Jakob, omdat Ezau niet wist wat voor baat hij zou hebben bij bezittingen. Naar zijn gevoel hielden zijn bezittingen hem alleen maar tegen. In die zin is het dus waarschijnlijker dat Jakob een wapen verkocht aan Ezau, of hem aanbood te ontsnappen uit zijn sociale gevangenis. De Egyptische achtergrond is nog interessanter. Ezau wordt Suw genoemd in het Aramees, de moedertaal van het Hebreeuws. Het Aramees ligt in tussen het Egyptisch en het Hebreeuws. In die zin is het Egyptisch zowel de moedertaal van het Aramees als het Hebreeuws. Deze drie zijn de brontalen van de bijbel. Zonder het Egyptische fundament te begrijpen is het daarom onmogelijk de diepte van de bijbelse boodschap te begrijpen. De Egyptische wortel van Ezau, oftewel van Suw, is de god Shu, de brug tussen hemel en aarde. Shu was de eerstgeborene van Ra. Hij was zeer nomadisch, net als Suw. Shu's naam betekent in het Egyptisch ontladen en leegheid, het loslaten. Hij was een strijder, een vechter, maar ondanks dat hij tot de overwinning kwam raakte hij enorm verzwakt als gevolg van de strijd. In de hal van Ma (Moa, Moat), oftewel de hal van wet en waarheid, de hal van het oordeel over de doden, was hij de vernietiger van de veroordeelde doden. Zijn naam betekent ook verkoop, en vooral het strijden over de verkoop, over de prijs, het onderhandelen, wat ook weer terugkomt in het Jakob en Suw verhaal. Dit is een metaforische verkoop, meer als een offering. Ook is hij in het Egyptisch de god van de kinderen. In zijn relatie tot de hal van Ma, wordt hij ook Sha-Ma genoemd. In het Egyptisch is de "sam" wortel de implantatie, het inprinten, graveren van de wet in het hart. De sam, sm, wortel betekent ook verbinden, de hemel met de aarde verbinden, en het gehoorzamen, wat ook weer terugkomt in het mannelijke Hebreeuwse werkwoord "shama". De sm, sma, is de fallus, de verbindingsplug hiertoe. Dit is ook de wortel voor Shama-el, oftewel Samuel, die als kind zijnde werd gebracht tot de tempel om God te dienen, wat ook de betekenis is van zijn naam. Er ligt dus een belangrijke esoterische verbinding tussen Ezau en Samuel. Samuel werd aan de tempel verkocht door zijn moeder Hannah. Samuel is een verdieping en verlengstuk van het Ezau verhaal. Suw, Ezau, komt tot Ma, de tempel van de onderwereld, en wordt zo Shama, Samuel. De sm, sma wortel betekent in het Egyptisch ook zowel tempel als haar, een ander kenmerk van Ezau, als de harige. Haar heeft in het Hebreeuws de betekenis van storm en van het mengen, wat ook de betekenis van de sm, sma wortel is in het Egyptisch. Suw gaf zich over aan drie vrouwen : ADAH – sieraad BASHEMATH – zoete odor OHOLIYBAMAH – nomadische tent in de wildernis van de hoge plaats, berg, oftewel tent van de berg van de moeder schoot, wat in de wortels ook oorlogsveld, arena betekent, en aanbiddingsplaats van een cultus. Deze vrouwen staan metaforisch voor het inprinten van de wet, het komen tot de tempel, zodat suw werd tot suwma, samuel. Dit was uiteindelijk waar het hem om te doen was, en wat hij in diepte van Jakob had "gekocht" door zijn leven te geven. Hiervan is de rode soep ook een beeld, namelijk van
het messiaanse bloed van zelfopoffering voor een groter doel, namelijk het komen tot de tempel in de wildernis, de zwarte tabernakel, de meownah. Dit bloed is de overwinning over de lagere aardse wil. Vandaar dat er in de tweede bijbelse poezie en gnosis ook een zware link ligt tussen Ezau en Jezus. Ezau kwam verzwakt tot Jakob, en kwam tot het mysterie van het messiaanse bloed, uitgebeeld door de rode soep, wat een beeld is van het sterven aan het lagere zelf. We komen hier dus tot de kern van de paradijselijke anus klier in de hersenen, tot de zon van water, die is als een kwal. Om deze zon draaien de andere planeten verbonden aan deze paradijselijke klier, zoals de planeet "hart en anus". Ezau werd tot een woestijnvolk, Edom, zoals ook Shu in de Egyptologie werd tot een woestijnvolk. In de apocalypse zou de zon veranderen in een haren vel, wat het teken van Suw is, en van Suw komende tot de tempel, als Suwma, shama-el, als het komen van de storm, het mengsel, de brug tussen hemel en aarde, en tussen dag en nacht. Ezau heeft te maken met het kruis van Christus. Zoals Ezau harig was is dat ook de betekenis van Golgotha. Suw die wordt tot Suwma om zo tot de duistere tempel in de wildernis te komen, de verloren geraakte natuurwetten, is het pad van Golgotha. De verloren geraakte Egypte-Israel link brengt dus leven en richting tot de mythes van het Nieuwe Testament. Hoofdstuk 14. De Oorspronkelijke Ladder van Ezau in de Egyptologie De rode soep die Ezau kocht in ruil voor zijn eerstgeboorterecht is een beeld van zijn bloed om los te komen van zijn lagere zelf en wil. Natuurlijk is dat metaforisch. Ezau is Suw in het oorspronkelijke Aramees, wat zijn wortels heeft in de god Shu, die ook besproken wordt in de sarcofaag teksten van het Midden Rijk. In Spreuk 75 wordt Shu beschreven als de woestste van de goden, en wordt er gesproken over de ladder van Shu in Spreuk 76, wat in de bijbel terugkomt als de Jakobsladder. Hier is het dus de ladder van Suw, van Ezau, en de ladder wordt gemaakt van het bloed van Shu. In deze spreuken wordt de ziel in de onderwereld zelf tot Shu, en kan uit de put komen door aan zichzelf te sterven en zichzelf te scheppen. De put komt terug in het Jozef verhaal, een zoon van Jakob. In de Egyptologie staat Shu op Geb, de aarde, en houdt Nut, de hemel, boven zijn hoofd. Geb en Nut zijn zijn twee kinderen die hij van elkaar gescheiden heeft, en waartussen hij de brug is. Shu is de leegheid, de god van de lucht, en hij wordt geboren uit de mond van Ra, als de adem. In Genesis komt dit terug waarin Suw als eerste uit de moederschoot komt, terwijl Yaqob als een Hebreeuwse transliteratie van Geb, zijn hiel vasthoudt. In de paradijs-profetie van Genesis 3 is dit net andersom, want daar staat (zit) Aqeb (voet, billen) op de slang, wat ook zo in de Egyptische mythe gebeurd dat Geb zich tegen Shu keert en tijdens de zwakheid van Shu zijn troon overneemt, wat in het Jakob en Ezau verhaal terugkomt als Jakob die het eerstgeboorterecht overneemt van Ezau wanneer deze
zwak en hongerig terugkomt van de jacht. Ook Jezus moest tijdelijk onder de engelen geplaatst worden. Dit zijn seizoenen. Het zijn afwisselende realiteiten binnen de mens zelf. Zowel Shu als Geb zijn vormen waarin Ra zich veranderd tijdens zijn tocht door de onderwereld. In die zin betekent Yeshua, Yah-Shu, niets anders dan "het worden van Shu". Het gaat niet buiten het zelf om. Yeshuwah betekent redding in het Hebreeuws, overwinning, en in de diepte betekent het in stand houden en wraak. Het is gewoon een Israëlitische woord voor het succesvolle verzet. In de diepte van de woestijn is er uiteindelijk de tornado van Shu, de ladder van Ezau, waardoor de mens aan zichzelf afsterft door zelf Shu, Ezau, te worden. Het is een ladder van bloed, en dit zijn niks geen hocus pocus toestanden zoals in het westelijke christendom, die er gewoon Engelse drop van heeft gemaakt. De Egyptologie is een metaforische filosofie gebaseerd op buitenaardse technologie van de natuur, en heeft niet veel te maken met christelijke stokpaardjes en verdere struisvogel-politiek. De Egyptologie ligt open en bloot, en windt er geen doekjes omheen. Het was nooit zo simpel als het westelijke christendom in haar achterlijke ongeletterdheid heeft voorgesteld. Er gaat een grote diepte achter schuil. Dit kun je niet even kopen of winnen bij Klaas Kinkhoest ergens op de kermis. Het christendom verkoopt het bloed van Jezus als popcorn, maar deze hele wetenschap is van zijn sappen ontdaan, en is totaal niet meer wat het oorspronkelijk was. Ik heb altijd de tintelingen gevoeld als er over het bloed van Jezus gesproken werd, en ik heb er zelf veel over geschreven, altijd vanuit de diepte. Ik wist dat de kerken iets groots achterhielden. Ik wist dat de kerken het verkeerd voorstelden. Het was een valstrik geworden. Dan loop je op de kermis, en dan zie je die grote clowns staan, en dan moet je je vinger in zo'n gat steken, en dan tappen ze alles van je af. Dat is wat de verwestelijkte kerk is. Wij moeten terug naar de woestijn, terug naar de gnosis die verborgen ligt in Egypte, waarvan de Egyptenaren altijd al beweerden dat het iets technologisch was, als een kunst. Zij leefden dicht bij de natuur. Zij waren gegrepen door het buitenaardse. Het westelijke christendom is gebaseerd op het stadswezen, op controle politiek, op een markt, als zaken doen met een beest. Dit gruwelijke monster is een gedrocht van vraatzucht, en vreet de mensen op met huid en haar, en zo dienen hun zielen dit monster voor de rest van hun bestaan. Daar waar de grondtalen van het natuur tijdperk nog poetisch waren en diep metaforisch, zo zijn de westelijke talen dit niet. Zij zijn plat, oppervlakkig en lomp. En maar pronken met allerlei rommel en met gestolen goederen. Alles is uit de context gehaald, alles is verdraaid. en ze maken kinderen ziek op school met gedwongen getalletjes en westelijke talen, maar diepere principes leren de kinderen niet. Kinderen worden op school gek gemaakt. Het is een grote schande dat de demonologie en de Egyptologie niet geleerd wordt, en zelfs niet de omliggende HebreeuwsAramese achtergronden. In de poezie van het eeuwig evangelie in de tweede bijbel wordt er gesteld dat als je in aanraking komt met gekken, dan moet je zelf nog wel gekker worden om eraan te kunnen ontkomen. Dit is ook te vinden in de worteldiepte van het woord Shu, want het leidt terug tot de heilige waanzin, de extase van de verscholen diepte van religie, de sih, waardoor je onder een hemelse, profetische hypnose komt, suh, vanuit een vrije geboorte, een heilige vrijheid, waardoor je in een hogere natuurlijke rang komt, als een ingewijde in de hemelse filosofie, sih. Dit leidt allemaal terug tot de achterliggende vrouwelijke Sé kern in de amazone theologie. De gnosis is er niet voor om de mens alleen maar dof te laten lijden, want lijden, en ook leegheid, is geen doel op zich. De mens moet komen tot de parallelle dimensie, tot de verdiepende dimensie die dwars tegen de huidige dimensie ingaat. De gnosis is creativiteit en extase, maar niet zoals de Toronto extase, en geen farizeeer
extase van wat de boer niet kent dat vreet hij niet, maar van het hogere bewustzijn door het kruis. Confrontaties worden niet uit de weg gegaan. Als er een poort geopend moet worden, dan wordt er gestreden met de wachter, en dan gooit men het niet op een dealtje. Water of gif bij de wijn doen is nooit een betrouwbare gids. Mensen van de gnosis zijn radicale mensen, woest als Ezau. Lauwheid in de gnosis is ongetwijfeld fataal. De lat hangt zeer hoog, en maar weinigen zullen het poortje vinden. Ook dit komt weer terug in het Nieuwe Testament, dus we gooien zeer zeker het kind niet met het badwater weg. Ook Paulus sprak over de heilige waanzin, wat rechtstreeks uit de Egyptologie kwam : 1 Korinte 1 25 Want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen. De gnosis brengt uiteindelijk extase, oftewel inzicht, bar none. Hoofdstuk 15. Het Tephnut Mysterie in het Paradijs In de Aramese grondtekst van de bijbel was Ezau zowel jager als visser (sed, seda). Metaforisch staat de visser voor iemand die de diepte ingaat, en ook als het verwerken van het verleden. Ezau was een visser in de "yada", wat een Hebreeuws woord voor gnosis is, en onderscheiding (demonologie). Het is mythologie komende vanuit Egypte, dus het gaat niet om letterlijke vissers. De diepte van de oorspronkelijke Egyptische Ezau, Shu, kent verschillende wortelwoorden, zoals "seh" wat ook vissen betekent, vangen in een net. Ook Sa is zo'n wortelwoord, kennis, die altijd met Ra was op zijn nachtboot om de wachters van de poorten der uren aan te spreken. Sa kwam hiervoor ook uit de mond van Ra, zoals Shu uit de mond van Ra kwam, dus zij horen bij elkaar als het gesproken Woord. We kunnen hierbij ook denken aan het mes of wapen wat uit de mond van Jezus komt in de apocalypse. Jezus is hier in het Aramees als de sms, de gouden zonneschijf, de shamasa (Shamash), de zonnegod en de god van het recht in de Semitische religies. Shama-sa betekent het gehoorzamen van de kennis, en is verbonden aan Shu (Ezau) en Samuel. Shu moest in de hal van Ma de veroordeelde doden vernietigen. In het Nieuwe Testament komt dit dus weer terug in de openbaring, waarin Jezus de opgestane is, wat ook de titel van Shu was. In Spreuk 76 van de Sarcofaag teksten (Coffin Texts) van het Midden Rijk raakt Shu in gevecht met een stier, die een beeld is van zijn chaos-zelf, om zo orde te scheppen. In dit gevecht doet hij de stier bloeden, opdat het een ladder zou vormen. Hij was diep in een afgrond, wat in de bijbel terugkomt in het Jozef verhaal, de zoon van Jakob. Door de Arcturische lens wordt dit vervormd geprojecteerd in Spanje in
het stierenvechten. Dit komt omdat zij de metaforische, diepere wortels niet kennen. Ze willen de demonologie niet, dus ze bevechten de dierenwereld in plaats van aan zichzelf af te sterven. Het is een demente geest die daar aan de gang is, en ze noemen het traditie, dus het hoort zo, en daarmee uit. Met die dronkenlappen valt ook niet te discussiëren. Ze zullen vanzelf vallen door het zwaard van de gnosis, wanneer de gnosis zich zal openbaren ten volle. Ze zullen verblind raken en wegsmelten. Ze zullen het niet kunnen verdragen. En het is waar : In zowel de veda's als het christelijke Nieuwe Testament draait alles om de sm wortel, wat ze soma noemen. Voor de hindoes is dit een goddelijke drank, en voor de christenen is dit het lichaam van Christus. In de gnosis leidt dit terug tot de Shama, Shu in de tempel van Ma, de hal van het oordeel, als Samuel, het gehoorzamen van God. Samuel was een richter, een shaphat, wat in diepte gewoon metaforisch een "slager" is verbonden aan het laatste oordeel. Ook in de Tweede Bijbel komt de slager voor als metafoor van het verwerken van het verleden, van het geheugen. Letterlijke slagers zullen dus ook nooit tot deze diepte kunnen komen. Zij willen een materialistisch loon, een materialistische demonologie, om even snel met hun problemen af te rekenen. Zij hebben hun loon reeds, en zullen het in de hemel niet krijgen. De Tweede Bijbel is een slager van slagers, een matador tegen matadors. En dat is dus ook wat Ezau in diepte was, en waarom hij zo werd gehaat. Maar Ezau werd tot een groot woestijnvolk, Edom. De roependen in de woestijn zullen elkaar ontmoeten op de ladder van Ezau in de diepte van de woestijn. Dit zijn eenlingen die eerst zwaar zijn getest. Velen komen niet door de beproevingen van de woestijn heen. Het kost je alles om tot het beloofde land te gaan, maar het is het waard om alles voor deze parel te verkopen. Shu, als de storm tussen hemel en aarde, droeg de hemel, zijn dochter Nut, staande op Geb. Het staat in verband met Jezus in de christelijke mythologie en Atlas in de Griekse mythologie die de aarde moesten dragen. Shu wordt ook vaak afgebeeld met gespreidde armen. Shu raakte dus met zijn lagere aardse wil in gevecht als met de verschrikkelijke stier van chaos. Ezau had dus zijn eigen Pniël-ervaring, wat resulteerde in het verschijnen van de ladder. In het Nieuwe Testament komt deze hemelsladder terug in Tessalonicenzen. Hier gaan de heiligen de wolken in om Yeshua tegemoet te gaan, oftewel Yah-Shu, het worden van Shu, te worden als Ezau, en zo te worden tot Shama, Samuel, oftewel Shu in de hal van Ma, de heilige wet die geprint wordt in het hart, om zo de dolle stier van roekeloosheid totaal te overwinnen. Dit wil niet zeggen dat Ezau tot een zoete, lieve Gerritje wordt die nooit boos wordt en die als een ja-knikkende opa alles maar goedkeurt. Neen. De Gnosis is een woeste oorlogsvoerder die zich niet aan aardse en sociale normen en waarden houdt. Het wil zeggen dat Ezau zijn overmoed inwisselt voor heilige woestheid, in de zin dat hij ontembaar is voor het aardse systeem, rebels, voerende een hogere oorlog, zonder daarbij te vervallen tot materialistische methodes. Dit is het barbaarse pad van de demonologie, wat decoratief soms heel poetisch kan zijn, en zelfs plaats biedt voor zielen zoals Yaqob. Ezau en Yaqob zijn een bepaalde dualiteit binnen een mens. Ze staan voor bepaalde principes die met elkaar in balans moeten komen. Dit is dus de Geb en Shu relatie in de Egyptologie. Met alle dingen die tot ons komen moeten we worstelen en ze niet zomaar aannemen. Dat is de natuur van Ezau. Eerst moet alles getoetst worden, en deze toets moet zuiver en eeuwig zijn. Dit kan alleen gebeuren als de mens aan zichzelf afsterft, als Ezau komende tot het kommetje rode soep.
Genesis 25 29 Eens had Jakob een gerecht gekookt, en Esau kwam vermoeid van het veld. 30 Toen zeide Esau tot Jakob: Laat mij toch slokken van dat rode, dat rode daar, want ik ben moe. Daarom gaf men hem de naam Edom. 31 Maar Jakob zeide: Verkoop mij dan eerst uw eerstgeboorterecht. 32 En Esau zeide: Zie, ik sta op het punt van sterven; waartoe dient mij dan het eerstgeboorterecht? Edom, rood, heeft het wortelwoord Adam, ook rood, of rood zijn, rood geverfd. In die zin is Ezau dus ook verbonden aan Adam in het paradijs. In de Egyptologie was Tephnut, de regengodin, de vrouw van Shu. Tephnut betekent de appel of vrucht van Neith, de oermoeder en moeder van Ra. In de Aramese grondtekst van bovenstaande verzen gaat het om een implantatie, een gravering in het hart. Natuurlijk gaat het hier om een goddelijke, natuurlijke implantatie, als tegengesteld aan de implantaties van de tandarts, die daarvan een corrupte schaduw zijn door de Arcturische lens. Wij moeten de heilige, bovennatuurlijke implantaties en graveringen ontvangen om zo veilig te blijven tegen die van de lagere aardse gewesten. Het beeld van de hemelse implantaties en inprintingen is de heilige regen, oftewel Tephnut in het Egyptisch. Zij is de zus van Ma (Moa, Moat), de heilige wet, en werkt met haar samen. Tephnut is de installatie van de wet, van Ma. Ma, Moa, Moat, komt tot ons door Tephnut. Het Tephnut mysterie is van belang om los te komen van het lagere gezwam van tandartsen die de monden der mensen onder controle willen houden door hun giftige en valse implantaties van de lagere wil, de lagere, valse wet. Ook Tephnut is een woeste godin, vaak afgebeeld als een leeuwin. Zonder haar woestheid zou ze nooit de inprintingen in het hart kunnen verrichten. Shu beschermde Ra op zijn boot tegen slangen, oftewel tegen de sociale koorden die hem probeerden te strikken. In die zin was er een belangrijke Ra-Shu verbinding, als tussen vader en "zoon", als zijn innerlijke kind, zijn zoonzelf die luisterde naar zijn moederzelf. De ra-sha komt ook weer terug in de Hebreeuwse grondtekst van de bijbel als de recorders van de gerechtigheid, die alles vastleggen op tabletten in hieroglyphen in de heilige strijd tegen de stadgelijkvormigheid. Ra spuugde Shu uit als een wapen. Ook het spugen op zich is een beeld van Tephnut. Zij installeert door het Woord. Een Hebreeuws woord voor inprinten, graveren, is "cha-rash". Cha of Ga is in de Egyptische wortel gewoon het zien of het uitreiken naar, en de Egyptische res wortel is het ontwaken. Van charash, het inprinten van de wet, komt ook het Griekse woord 'charis', wat loon betekent, en waar ook weer het woord 'kerst' van komt, maar wat ze later steeds meer los begonnen te trekken van het oorspronkelijke loon, zodat het meer een gift was, genade. In de Egyptologie is dit een proces van zaaien en oogsten, wat ook weer abstract te vinden is in het hele begrip van kerstbomen. Ook dit is weer verbonden met de boom van kennis. Eten is een beeld van het inprinten. Telkens als de mens eet dan print hij zichzelf wat in. Ook de zaaier is hiervan een beeld. Eva moest Adam inwijden in de vrucht van kennis, van de moederboom, oftewel de appel, teph, van Neith, Tephnut, opdat hij aan zichzelf zou afsterven. Bij hem moest de wet ingeprint worden wat het programma in hem zou afdraaien om zo tot het beloofde land te komen. In die zin speelt Eva in de Hebreeuws-Aramese versie Tephnut. Eva was als de regen in het hoofd van Adam.
Tephnut is als het principe van de late regen, als het gevuld worden met het charismatische loon van de gnosis, in plaats van gevuld te worden met allerlei rommel van de tandarts. Dat is nogal een verschil. Het is daarom ook een dualiteit. Alle dingen hebben twee kanten. Eerst moet Tephnut daarom een soort zondvloed brengen, want ook de zondvloed was een uitstorting van het Tephnut principe. Hoofdstuk 16. De Kern Energie van de Psychologie De vrouwelijke partner van Shu is Tefnut, tfnt. Tef betekent zaad, vrucht en ook de kern (tf, tauf, taf) en woede, woestheid, passie, als de toorn, tf, van nut, oftewel de kern-energie van Nod. Dit is de Egyptische kern-energie, de kern van de Neith-moeder, waarnaar Ra een tocht maakt, zoals ook Kaïn deze tocht maakte in het Oude Testament. Zijn "broer" Hobel werd de stervende Ra genoemd (ra-ah, ra-a, herder, Hebreeuws), als een deel van hemzelf. Wij kunnen alleen tot de moederlijke kern-energie van Nod komen als we aan onszelf sterven. Ik had eens een droom over moeder Nod, en haar gezicht was de kern-energie van de hogere dromen. Haar gezicht bleef veranderen. Ik kon niet lang in haar gezicht kijken, omdat het te intens was. Als kind zijnde droomde ik vaak over de Egyptische moeder Nuwd, Nod. Ik kwam dus in die zin tot tf-nod, de kern-energie van Nod. Het was een hele pure energie, puur natuur, niet chemisch of materieel. Een paar dagen geleden droomde ik over deze kern-energie waar de diepte van de woestijn overging in woestijn-zee, in water, waar een tornado (Shu, Ezau) leidde tot waterzonnen, die waren als kwallen, vormende de paradijselijke hersenklieren. Ook wanneer Yeshua (het worden tot Shu) het over het water des levens heeft in het Nieuwe Testament, dan komt dat uit de onderwereld boeken van Egypte. In Spreuk 685 van de Pyramide Teksten van het Oude Rijk komt het water des levens voor als komende vanuit Shu en Tefnut. Door deze wateren wordt de mens gereinigd en vergoddelijkt in deze spreuk. Het zijn pure, natuurlijke wateren, stromend vanuit de geslachtsdelen van Shu en Tefnut, en die kunnen wij ook zien als hersenklieren. Dit gebeurt allemaal door Ra als het goddelijke zelf. Het zijn principes die de mens zelf moet worden. De mens moet deze taal leren. De wateren van Shu en Tefnut maken weer jong, brengen tot wedergeboorte. Dit zijn dus allemaal dynamieken binnen de mens zelf. De mens heeft niemand van node om hem te scheppen. De mens moet zichzelf scheppen, door de diepere natuurlijke principes. De mens hoeft niemand zwanger te maken dan zichzelf. In Spreuk 479 van de Pyramide Teksten wordt Ra opgedragen om de moeder Nod waardoor hij de tocht maakt, zwanger te maken met het zaad van haar eigen kern. Dit gaat over een diepere bevruchting door inzicht. Dit zijn dus polen binnen de mens zelf en natuurverschijnselen. Dit is het punt waarop Tefnut de hand van Ra vastpakt, en Ra geeft haar zijn hand. De boodschap van de Egytologie is : "Schep jezelf." Niemand kan dat voor je doen, want iedereen is slechts een bepaalde reflectie van jezelf. Niemand kan je dus daarwerkelijk
bevrijden en ook niet daadwerkelijk vernietigen. Het leven is een visioen en een raadsel van het zelf. Het zelf wordt opgelost in de eeuwige principes van de natuur, oftewel de gnosis. Een vijand versla je door de vijand te "worden", wat ook weer een Yeshua principe is die aan het kruis stierf en gelijk werd aan de vijand. Dit worden betekent ten diepste dus transformeren. Dit komt ook weer terug in het Pre-Atlantische Dorga-tijdperk, oftewel het tijdperk van de natuur-mens. Word de vijand dus als een simulator, neem het cryptisch en gebruik het ten goede. Alles draagt een diepere boodschap. Ook in die zin komt her er op aan geen smetvrees te hebben. Er zijn een heleboel goede principes die van de vijand overgenomen kunnen worden, maar dan net even op een andere manier, even een kwartslag gedraaid. De ander is slechts een losgeraakt alter ego van onszelf wat we ons weer op de juiste manier en op de juiste condities moeten toeeigenen, wat ook telkens weer terugkomt in de Egyptologie. In diepte is de mens dus niet afhankelijk van de ander, maar is de ander een spiegel waarin de mens zichzelf kan zien. Zo vervalt de mens ook niet tot afgoderij, ook niet tot zichzelf, want het zelf is slechts een abstractie van de gnosis. Het opgelost worden in de gnosis is het uiteindelijke doel. Er moet dus een goede balans blijven tussen het zelf en het onpersoonlijke principiële, anders vervalt men tot egoïsme en zelfverheerlijking. Zonder de verloochening van het lagere zelf en de lagere wil is men op een doodlopende weg. Tefnut is de wordende kern-energie, de scheppende, als de Yah, wat ook diep verborgen ligt in de cryptiek van het Yah-shua verhaal, net als Shu. Hier is het Yah-kob en E-Shu verhaal dus ook een reflectie van. We moeten de ander dus ook op een bepaalde manier worden, anders blijven we altijd ronddolen in heimwee en onbereikbaarheid, en dan wordt verlies ondragelijk. De ander als verloren parallel zal dus in het zelf geimplanteerd moeten worden op een natuurlijke manier, de goddelijke kern ervan, wat zich dan op een natuurlijke manier met het zelf gaat mengen, zodat het één geheel wordt en op een natuurlijke manier wordt aangepast. Tefnut staat dus voor die natuurlijke implantatie, als van avatars. Zo wordt de ander dus ook volkomen geneutraliseerd. Vandaar dat we niet alleen het kruis dienen te ontvangen, maar ook de spijkers. Dit proces kan alleen in de woeste wildernis gebeuren, niet in lauwe, onverschillige stadgelijkvormigheid. Door het Hebreeuwse "charash", het inprinten van de wet, komt het Griekse "charis", het ontvangen van loon. Dit is dan de esoterische diepte van het kerstfeest. Ezau wordt Edom, het rode, Adam, de aan zichzelf gestorvene, en komt zo tot de vrucht, de kern, van de gnosis, uitgereikt door Eva (Tefnut). Hij komt tot de ladder van het paradijs, en zo tot de kern-energie van het bewustzijn.
Hoofdstuk 17. Het "Ik Ben" Principe van de Demonologie Spreuk 339 van de Pyramide Teksten van het Oude Rijk : In de woestijn leidt het Shu en Tefnut principe, oftewel Ezau en zijn vrouw(en), de ladder tot de kern energie van de psychologie, tot de honger en de dorst opdat er eerst wordt losgekomen van de voeding van de lagere wil. In dit proces sterft de lagere wil dan ook af, opdat het morgen-brood, het manna, van Shu en Tefnut ontvangen kan worden. Het is het goddelijke voedsel, het beeld van openbaring. Het metaforische spijsoffer in Leviticus betekent in de grondtekst in principe gewoon "naakt" komen tot God, wat de betekenis is van het fijne meel. Naaktheid is een abstractie van openbaring, omdat zo de bedekkingen zijn weggeschoven. Naaktheid is dus een metafoor van iets profetisch. Wanneer Yah-Shu, Yeshua, in het Nieuwe Testament zegt dat hij het brood des levens is, dan komt dat rechtstreeks uit de Pyramide Teksten. De brood-mysteriën leefden al volop in het oude Egypte. In het Aramees is Tefnut getranslitereerd als Tw-ndd, Tw-Nod. Tw, taw is merkteken, en ndd is doen ontwaken door piercings, steken. De Tw is ook de laatste letter van het Aramese alfabet, zoals Yah-Shu zegt in Openbaring 22 : Ik ben de alaf, de eerste, en de taw, de laatste, het begin en het eind. De tw (Tav, Taf) is ook een kruis, waar de latere westerse T vandaan komt. De tw is de Semitische omega, de afsluiter. In de Pyramide teksten, in spreuk 254, komt Tefnut voor als de slangenstaf, wat ook weer terugkomt in de Mozes mythe. De slangenstaf, en ook de opgerichte staf in de woestijn, is een beeld van de installatie van de wet. Er moet een balans zijn tussen worden en zijn. Zoals Yah "worden" betekent, zo is de "Ik Ben" die Mozes ontmoette het "zijn". Dit gaat heel diep, en houdt zelfs assimilatie in, maar dan door het kruis. De mens lijdt onder de vijand, om zo vermengd te worden met de vijand om de verloren elementen over te nemen, en het kwade ten goede te keren. Aan het kruis werd Yah-Shu de dood en zonde gelijkvormig, zowel als een spion en als herschepper. YahShu werd gelijk aan de vijand, de tegenstander, door het kruis, smolt er geheel in over, en werd zelf tot satan, maar dan op een hele andere manier. In het Oude Testament worden God of de engelen soms ook tot satan in de grondtekst, omdat het een neutraal woord is van iets wederstaan, als tegenstelling. Het gaat er dus om dit goed in te vullen. Wij moeten komen tot de Ik Ben, en dan kunnen we de naam van onze vijand erachter zetten, wat een mens kan zijn, of een monsterlijk probleem of wat dan ook. Het zijn losgeraakte onderdelen van ons die corrupt zijn geworden, en die we weer moeten terugclaimen. De Ik Ben is dus belangrijk in de demonologie, in de strijd. Ik Ben ... en dan kunnen we het hele rijtje afgaan van mensen en geesten die ons onrecht hebben aangedaan. Laat iemand anders het niet zijn, want dan ga je eraan. Wees het zelf en gebruik het ten goede, door het kruis. Assimileer het en gebruik het ten goede. Dit thema komt telkens weer terug in de tweede bijbel, en ook in de Egyptologie en de grondteksten van de bijbel. Ook komt dit voor in de Dorga theologie van het pre-atlantische tijdperk, het tijdperk van de natuurmens. De Ik Ben is een machtig wapen in de strijd. In het Egyptisch is dit de N'k. Zo worden de poorten tot de parallel werelden geopend. De Ik Ben is de sleutel. Het Kwaad is verdraaide goede principes die hun timing hebben verloren en hun oorspronkelijke hierarchieën en volgordes. Het Kwaad is de cryptiek van het Goede. Het gaat dus om het ontwaken in de Ik Ben, in de baarmoeder van Tefnut, de kern energie van de demonologie. De woestheid is dus scheppend en herscheppend, en ook weer ordenend, verdiepend, als een dualiteit, en niet een onbeheerste, overextreme, eeuwige aggressie zoals bij de fundamentalistische christenen, maar ook zij dragen een stuk van cryptische waarheid wat begrepen
moet worden, dus ook zij moeten toegevoegd worden aan de Ik Ben. Ik Ben hen. Ik dring door tot hun goddelijke zaad, tot hun goede parallel. Ik ben hen. Je kunt ze dus desnoods naam voor naam gaan opnoemen. Jij bent ze allemaal. Het zijn delen van jou, losgeraakte stukken potentiele gnosis. Het is zaad waarmee gewerkt moet worden. Dit komt ook diep terug in de hindoeistische leer. Mozes kwam tot deze kern energie toen hij de brandende braamstruik ontmoette waarin Ik Ben verscheen, als de Tefnut moeder, de kern van de moeder. De braamstruik stond in brand, maar werd niet verteerd. Ditzelfde soort vuur wordt beschreven in het IJsroosje sprookje van de tweede bijbel. Mozes moest zijn gelaat verbergen want hij kon het niet aan, het was te intens. Ook ik kon er niet te lang naar kijken in mijn droom toen ik de kern energie van de Nod moeder zag (Tfnt). Het was zo wonderlijk dat het ondragelijk was. Ik kon het alleen verdragen in kleine beetjes. Ook als kind heb ik verschillende ontmoetingen met de moeder God gehad, en dat terwijl ik zwaar orthodox was opgevoed met alleen een vader God. Een moeder God was dus in principe onbekend voor mij in mijn opvoeding, maar Zij riep mij door donder en bliksem. Een heleboel dingen begreep ik niet. Van alles wat ik heb meegemaakt heb ik nog geen 1% aan de mensheid verteld. In ieder geval riep Zij mij bij mijn naam, als het Ik Ben principe. Voor de orthodoxe christenen is dat vaak : Ik Ben Niet, want voor hen is het altijd iemand anders die het moet zijn. Zij schuiven graag alles af. We hebben te maken met een diepe natuurlijke technologie van het zijn. Het is zeker niet simpel en makkelijk. Veel gevaren liggen er op de loer, die al uitgebreid besproken zijn, en waarmee verder gegaan zal worden. Elke vijand stelt een bepaald verloren wapen van je voor, wat je weer terug moet nemen, op waarde moet leren schatten. Elke vijand representeert een gestolen deel van jou. Het is van jou. Je bent het zelf. Hoofdstuk 18. Puzzelogie Het "Ik Ben" principe wordt vaak overmatig en ongebalanceerd gerepresenteerd door India, en al helemaal door westerse New Age groepen die hier een soort van snelkookcursus zelfvergoddelijking van maken, vaak voor een bepaalde markt. Het is de "feel good" generatie, en er wordt zo overmatig "positief" gedacht dat er helemaal geen plaats meer is voor de demonologie. Het alarm is dus overboord gekieperd, en zo komt men in een soort van parasitaire realiteit, een illusie van vretend licht, een verschrikkelijk gulzig gedrocht wat over de steden heerst. De natuur
wordt verloochend en ontkend met al haar principes en processen. Het is een heel oppervlakkig hindoeisme geworden, losgesneden van al haar sappen, terwijl van oorsprong het hindoeisme zwaar demonologisch is, waarvan de schatten nog steeds diep opgeborgen liggen in India. Oppassen geblazen dus, want de kruisloze Ik Ben is een valse Ik Ben, een kermis opblaaspop. Spanje is een stuk losgeslagen demonologie wat daarbij hoort om de boel in balans te houden. Ik houd van de Spanje-India link, waarin Spanje als het raadsel van Shu en Ezau is. Over de Spaanse brug kan men zo veilig tot India komen, tot de kern energie van de Ik Ben, de Tef van Nod (tfnt). Dit heeft dus een diep Egyptologische context. Zonder Egypte zou de Spanje-India link in de fik vliegen. De Egyptologie heeft zich verder ontwikkeld door de Aramese en Hebreeuwse grondteksten van de bijbel. Door het Ik Ben principe van de demonologie is het ook van belang de Spanje Code te begrijpen. Spanje is een beeld van Shu (Ezau) in gevecht met de stier van de chaos van de lagere wil. Spanje op zichzelf, als materiële entiteit, leeft in diepe hekserij door dit alles te verletterlijken en te dramatiseren. Ik Ben Spanje is dan een roeping terug te gaan tot de metaforische demonologie van Egypte en India. Het Hebreeuws-Aramese Judaïsme en christendom kan dan begrepen en op waarde geschat worden in deze context. De valse, overmoedige Ik Ben is een parasiet genaamd Kua. Zij heeft de realiteiten van de gnosis nagebootst en verdraaid. Zij troont op illusies met een hoofd als een waterzon, of ijszon, hebbende een hart van ijs. Om haar draaien alle parasitaire planeten die met haar dineren in haar dinerzaal. Zij is de verdraaide gnosis door de Arcturische lens. Zij troont in het materialisme als een heks. Haar hulpje is een leprechaun genaamd Tameer, die soms verschijnt als een varken met een arendskop. Hij doet verkrachtingen door implantaten, neemt wat hij wil en is dan weer weg. Het is een zwaar ziekelijke parasiet, als een afbuiging door de Arcturische lens (prisma). Deze valse geest van implantatie (gedwongen) heeft het "snode" materiaal gebrouwen en vervaardigd. Zij werken niet alleen in het medische systeem, maar ook in het rechtssysteem en het schoolsysteem. Deze valse Ik Ben kan zich niet in de ander verplaatsen, maar heeft zich gewoon boven iedereen als God aangestelt, als een dove heks. Als Shu (Ezau) dienst doet in de hal van Ma, dan wordt hij Shama, Samuel. Samuel stelt David aan als koning over Israël, als een ander deel van hem, zoals Ra in Aser, Osiris, veranderde, de koning van de onderwereld. In de Psalmen zien we de lijdensweg van David beschreven tot aan het kruis toe in Psalm 22 : 2 Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, bij de woorden van mijn jammerklacht? 3 Mijn God, ik roep des daags, en Gij antwoordt niet, en des nachts, en ik kom niet tot stilte. 17 Want honden hebben mij omringd, een bende boosdoeners heeft mij omsingeld, die mijn handen en voeten doorboren.
19 Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad. Ook spreekt David volop over zijn opgeslotenheid, zijn kooi. Er zijn vele parallellen met Aser, Osiris, S.R, waarin S, Shu, tezamen komt met R, Ra. De S is in het Matriarchische alfabet in het pre-dorgische tijdperk de proza, die een opslagplaats van de gnosis is. De R is in dit alfabet de psalmen, als de liturgische smeedkunst, wat allereerst gewoon literatuur is, en niet per sé gezongen. Het koningschap van David was één van de grootste evenementen van het Oude Testament, wat zelfs in het Nieuwe Testament gebruikt werd in het Jezus verhaal, die zal zitten op de troon van David. Er zal dus een brug zijn tussen de proza en de psalmen. Het is opmerkelijk dat het hele Mozes verhaal al in Egypte bestond. Mozes is in het Hebreeuws Mosheh, van het Egyptische M'sha, het opensplijten, wat Mozes ook deed : hij splitste de zee open. Ook betekent M'sha een doortocht. Het heeft de Egyptische m's wortel, van voortleiden, wat Mozes ook deed met zijn volk. Shu was ook degene die splitste. Hij splitste de aarde van de hemel. Mosheh komt van Ma-Shu, de wet van Shu, wat in de Hebreeuwse mythe gestalte krijgt in Mozes die de wet ontvangt en brengt tot het volk. Hij moet het volk door de woestijn, door de wildernis, leiden tot het beloofde land Kanaan, KNN, wat komt van de Egyptische knn, wat vochtig en riet betekent, en van kanu, wijngaard, tuin, riet. Khen is waterbron in de woestijn, als het diepste deel van het lichaam (khenu). Het is het meest heilige van een tempel. Ook is het een marktplaats. Khen is een Egyptische god. De Khena is de kooi en de vergetelheid, de eenzaamheid in de afgezonderdheid. Het is een vorm van ra als het Egyptische Khenra, wat opgesloten in de kooi betekent, of ra in de kooi, waarin hij dus ook loon ontvangt, als een hemelse marktplaats. De "khenru" zijn de eenlingen. De KN wortel (khn) is in het Egyptisch de afgezonderde en afgesnedene, wat in de Hebreeuwse mythe gepersonificeerd werd als Kain (Qayin). De khenr, khenr zijn de weggenomenen, de 'vernietigden' en de 'verlorenen'. Hobel, Abel, werd ook RA genoemd in de Hebreeuwse grondtekst, en werd door Kain 'omgebracht'. KN is het gehele pad van kooi tot woestijn tot loon, water, wat de mens in zichzelf moet ontdekken. De mens moet dus tot KN ontwaken. Het is de ontwaking van Kaïn, wat gebeurt in het zevende uur van de nachttocht door de onderwereld, het uur van de wet van Kain (kaen-moat). In dit uur ontmoet Ra de god N'K (anku, ankh), wat staat voor "Ik Ben", die Mozes ontmoette in de brandende braamstruik. De god N'K bindt de heilige touwen zo goed vast dat er geen ontsnapping van kan zijn. Het is een god (principe) van eeuwigheid. Door het Ik Ben principe worden zo niet alleen de heiligen in veiligheid gesteld, maar wordt er ook door de god N'K zo afgerekend met de vijanden van Asar, S-R (Osiris), oftewel met de vijanden van de proza en de psalmen. Kain was de landbouwer, zoals KN, kenu in het Egyptisch graan betekent, en het zevende uur van de nachttocht, KN-MT, de wet van Kaïn, over graan gaat. Zowel in het Egyptisch als het Hebreeuws is graan een beeld van openbaring, het begrijpen van het Woord. De Egyptische KN wortel (qn) is de overwinning en de voleinding, wat dus gewoon het verstaan betekent. Zowel in het Egyptisch als het Aramees is het een woord voor priester. Het gehele boek Leviticus is in die zin gebaseerd op het KN, Kaïn principe. Het leidt helemaal terug tot het vrouwelijke principe KN, qena, in het Egyptisch, wat borst betekent. Ra (Hobel, Abel) daalt in de onderwereld, sterft aan zichzelf, door het Kaïn principe, en komt zo tot de borst (kn, qn) van Nod. Ook is de KN wortel vermenigvuldiging (qn), waardoor het Ik Ben-principe geinstalleerd kan worden, N'K.
Hoofdstuk 19. De Indologische Wortel van het Charis-loon Het zevende uur van de nachttocht door de onderwereld, de Kaen-Moa(t), KNM, is de wet van de woestijntocht en de heilige kooi in het Egyptisch. De heilige kooi is er voor onze eigen veiligheid, voor bescherming en leiding. In deze kooi vindt openbaring plaats, het zaad van overwinning, van vertaling. KNM staat ook voor de ramgod Knum, Khnum (Khnemu) de vader van Ra en de echtgenoot van Neith, die Ra's moeder is. Khnum, Khnem, is de goddelijke pottenbakker, de schepper van de kinderen. Khnm, Khnem, is ook een nijlpaard godin. Khnm betekent bouwer, mengen, verbinden. De wet (ma) van Kain, oftewel KNM, Khnem, is dus de bouwer van het beloofde land Kanaan. We gaan kijken wat dit precies inhoudt, want de KNM wortel betekent in het Egyptisch een mengsel. Wij hebben dus ook andere delen nodig. Hiervoor gaan we naar de India parallel, de weelderige rijkdom van de heilige Sanskrit taal en de daarbij horende mythologie. De wet moest natuurlijk ingeprint worden, wat charash is in het Hebreeuws, en waarvan het Griekse woordje 'charis' afstamt, wat loon betekent, en gegeven loon (charismatische gave). De Egyptische wortel is khaara, wat vrucht en zaad betekent, en afdalen, khari. In het christendom wordt er onderscheid gemaakt tussen gave en vrucht, maar in de Egyptische context is de 'gave' dus iets wat je zelf voortbrengt, als een oogst, vandaar dat het dus om 'loon' gaat, en niet zomaar een gift. Het is iets wat je zelf bent, als een deel van jezelf, wat je in eerlijkheid hebt gezaaid en in eerlijkheid hebt geoogst. Charis komt van het Egyptische 'kheri', dienende, en van kheri-a, het voorttrekkende touw, waarin qar leegte betekent en qarr zwakheid. In de wortel komt het loon voort vanuit het totaal afsterven aan jezelf. Het is een Egyptische godin. In de Sanskrit parallel zien we KRSI, agricultuur. Dit is ook zowel het wortelwoord voor Krishnah als voor Christus. Nah is in het Sanskrit de (ver)binding. De agricultuur is een symbool voor het principe van zaaien en oogsten. Al deze mythes zijn transcendentaal en syncretisch, aan elkaar verbonden. Ze leggen elkaar uit en vullen elkaar aan. Krishna is het Sanskrite wortelwoord van charis, loon, in de zin dat het loon niet buiten het zelf omgaat. Het lagere zelf moet afgelegd worden, en het ware, pure zelf wordt in dit proces geboren. Dit is waar Krishna voor staat. Dit is een trialiteit van zelfverloochening, wording, en zijn. In het oer-alfabet van het matriarchische tijdperk :
K = visser met net als metafoor van diepte, het verwerken en vertalen van het verleden R = psalmist, persoon met een mes, de liturgische literatuur als een smeedkunst, de smid S = de verhalen verteller van de proza N = de peddelaar N is een soort Noach-persoon of Nun (Egyptologie). In de Bilha, deel I, boek 28, wordt deze letter besproken : 28. SARAM 1. De vrouwelijke Noach is N. Kwam Zij niet tot u met vele schepen om u te nemen tot de afgrond van Saram, wat door de Romeinen Mars genoemd wordt ? 2. Ziet, Zij waarschuwde u voor lange tijden, maar gij luisterde niet naar Haar. 3. Zo kwam Zij om uw wereld in vuur te laten vergaan. 4. In de dieptes van Saram gaf Zij u nieuw leven, en opende uw oren. 5. Volg Haar dan, en luister naar Haar stem. 6. Zij spreekt in vuur, het vuur dat uw wereld verbrandde. Ook is het een beeld van Heka, de peddelaar van de boot van Ra in de Egyptologie (Aker, Hagar, Haggaï). Het heeft dus zowel een mannelijke als vrouwelijke pool. Het is een nomadische letter, wat ook de eerste letter is van NOD, het land van de nomaden, als de tocht door de moeder NOD (Neith). De N roept dus op om progressief te zijn, om door te blijven vertalen. Krishna, charis-N, was geboren in een gevangenis, en werd een herder omringd met herdersmeisjes, genaamd de Gopi's, wat ook een Sanskrite parallel is van de Egyptische Geb, gp, de aarde. Gopi betekent ook natuur in het Sanskrit. De Gopi's zijn de vele reflecties van het Krishna-principe, wat een loonsprincipe is (charis), en het inprinten van de wet (charash). In de Rasa Lila, het hemelse spel of speelgoed, verandert Krishna in een heleboel Krishna's, een wonder wat door de Gopi's wordt aanschouwd. Zo sterven zij af aan de lagere aardse wil, wat ook een betekenis is van het Geb (gp) principe wat hieraan parallel loopt in de Egyptologie. Ook komen veel van deze principes weer terug in het christendom. Als de regenboog opkomt, dan mag het kind niet met het badwater worden weggeworpen. De gnosis is geen nazi. Op basis van de demonologie kan alles cryptisch aan elkaar gepast worden. Krishna heeft een mannelijke en vrouwelijke pool, zoals ook de Aramese Jezus. Die was in de mythologie ook een herder, en geboren tussen herders. Hij had vele vrouwen om zich heen die gezien kunnen worden als de gopi's, zoals Maria Magdalena en andere vrouwelijke volgelingen. De gb, gp wortel beeldt de verbinding met de moeder aarde en de natuur uit. Hier is ergens een belangrijk kruispunt tussen de Egyptologie en de Indologie, als een brug tussen twee parallellen. De gopi's volgden de fluit van Krishna. De fluit is ook een symbool van de smid die alles in elkaar doet passen. Zo maakt het krs-n-principe (charis-n) contact met al je verloren delen. Het is een esoterische fluit, de bouwer van de proza. De proza is de opslagplaats van de gnosis. De fluit is transcendentaal, belangrijk om los te weken van de lagere aardse materialistische sferen. De fluit hoeft niet noodzakelijk muzikaal te zijn, maar is een abstractie van het spelen met woorden en taal. Charis-N is een beeld van het heilige speelse in de mens, de diepte-creativiteit. Het kan zo allerlei drama van het lagere aardse schijn-zelf gaan transmuteren.
Krishna, Charis-N, oftewel de tocht van loon, is het diepste Zelf, dus hierin leert de mens af om alles op iemand anders te projecteren. Het is de verantwoordelijkheid van ieder mens om te onthechten van de ander en het diepste Zelf in zichzelf te vinden. Charis-N is de Ik Ben in de Indologie, wat parallel loopt aan de Egyptologie. Het zelf kan alleen waarlijk verloochend worden als het diepste Zelf wordt gevonden. Hoofdstuk 20. De Indologische Wortel van Kolossenzen en Galaten Mensen in het Westen denken zo verschrikkelijk nauw dat de Indologische parallel belangrijk is om hieruit te ontsnappen. Het Westen is een totale nachtmerrie van taal. De Westerse talen zijn letterlijk, materialistisch en oppervlakkig. Het kent geen diepte en geen poezie. Niets kan en niets mag. Het moet allemaal op de manier van deze aristocratische piraten. Maar de zee van Indologie zal hen overspoelen. De wondervogels van het Sanskrit zullen komen om hen van de gnosis mee te nemen. Ook de wondervissen van het Sanskrit zullen komen om hen van de gnosis mee te nemen. Hiertoe is het oorlog. De Westerse farizeistische schelp moet gebroken worden. De taalpiraten willen mensen dwingen met hun implantaten om de mens kortzichtig te maken als hen, of erger. De Sanskrite wortel is poetisch. Het laat zich niet in een klein hokje drukken. Al deze verdrukkingen doen de fluitketel aangaan, en de thee zal overstromen. In die zin hebben we inprintingen van de gnosis nodig om aan de valse implantatie te ontkomen die ons in de stadse schelp wil houden aan de oppervlaktes. Dit is de charis, het loon, in christelijke taal 'de charismatische gaven' die Calvijn in Filippenzen 1 de ware tekenen van godvruchtigheid als de merktekens van adoptie noemt. Alleen door de hemelse adoptie ontkomen we aan de implantaties van valse adopties, die door ontvoeringen waren ingebracht. Als iemand dan een hemels spuitje van de oneindige kennis heeft gehad, oftewel van de gnosis, dan zal het vlees, oftewel de oppervlakkige, aardse wil hiertegen hevig protesteren, en dat geeft dan nare bijwerkingen die we om ons heen zien. Het is als de avonturen van Pietje Prik. Maar in deze tegenstelling kan de hemelse kennis zich juist in een mens ontwikkelen. Dus we kijken naar het verleden en zijn overstuur, maar dan mogen we dit vertalen tot wat het werkelijk was. De sluiers mogen dan weggeschoven worden. Het medicijn geneest juist door de bijwerkingen. De bijwerkingen zijn als de steigers van het huis. In het boek Colosse bespreekt Paulus het centrum van de kerk, als een technologische dynamiek :
1:18-20 18 En Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is. 19 Want het heeft de ganse volheid behaagd in Hem woning te maken, 20 en door Hem, vrede gemaakt hebbende door het bloed zijns kruises, alle dingen weder met Zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is. Dit komt regelrecht uit de Egyptologie over Shu, de eerstgeborene van Ra (God), die in een kruishouding de aarde (geb) verzoende met de hemel (nod). Shu betekent de opgestane. Het is iets metaforisch en natuurlijks wat in ieder mens moet plaatsvinden, vandaar ook het woord Yah-Shu, Yeshua, wat het worden van Shu betekent, wat dus heel persoonlijk is, en niet ver weg. Het is dus als een voorbeeld opgesteld, als een symbolische voorstelling van het natuur-proces van zaaien en oogsten. Heb je een probleem, dan kan dat zelfs de sleutel zijn tot je verdere ontwikkeling, iets wat zelfs terugkomt in een sprookje als Assepoester. Het gaat om het openstaan voor andere talen en culturen die hetzelfde zeggen. Alle religies komen in diepte neer op dezelfde kern, dus het is niet nodig onderscheid te maken. De mens mag zo komen tot de verzoening tussen hemel en aarde, door de verzoening tussen de verschillende culturen en talen. Dit is iets moois. Dit is nodig. Niemand zit te wachten op verdere religieuze oorlogen. Colosse was een deportatie gebied waar Joodse families vanuit Babylonisch gebied naartoe werden gebracht. Zowel Colosse als de havenstad Efeze waren steden in Frygië in het huidige Turkije. Turkije is een brug tussen Europa en Azie, met de zee aan weerszijden, de Zwarte zee en de Middellandse zee, als een schiereiland. De Colosse brief was geschreven vanuit de gevangenis. Naast Colosse lag de rivier de Lycus die daar de aarde inging en een eind verderop weer opkwam om langs Laodicea te gaan. Deze verstoring of onderbreking komt ook weer terug in het Sanskrite wortelwoord van Colosse : Kalusya. Hiervan is het wortelwoord kleza, wat een zwaar lijden is wat veel energie kost. Kalusya is de sedimentatie waardoor gesteente ontstaat door het bezinken en ophopen van sedimenten. Dit is ook verbonden aan kelasa, kristal of kristallen tempel, als de top van een berg. Ook is kola een wortelwoord, wat schoot betekent, baarmoeder, en borst waarin zich een barbaars (rebels) wapen vormt. Ook betekent het 'boot' (kaula). Dit zijn allemaal metaforen voor het lijdensproces waaruit overwinning voortkomt, leven vanuit de dood. Calvijn stelt in zijn commentaar op de Colosse brief dat voorzichtigheid groeit door de blokkades op het pad. In tegenstelling tot blind geloof stelt hij ook dat er gestreefd moet worden naar zekerheden die de majesteit van de goede boodschap kunnen dragen en uitvoeren. Voorzichtigheid maakt korte metten met blind geloof, en voorzichtigheid brengt ook weer een persoonlijke factor. Ook brengt voorzichtigheid onderscheiding. Deze goede boodschap, stelt Calvijn, zondert de mens af tot het eeuwig leven. We zien het natuurverschijnsel van de Lycus rivier ook weer terug in Openbaring 12 : 15 En de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten medesleuren. 16 En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen. De baarmoeder neemt al onze problemen in en onderscheid het en maakt er iets moois van. De
baarmoeder gooit dus zeer zeker het kind niet met de rommel weg. De baarmoeder is altijd weer transformerend, als een recycler. Calvijn stelt ook dat in diepte de goede boodschap geen gift is, maar een voorbeeld van geduld, want ieder voor zich zal de dood aan zichzelf moeten sterven om aan deze dingen deel te hebben. Hij haalt het voorbeeld aan van een boom die diep moet wortelen in heilige vreze (voorzichtigheid) in plaats van groot willen zijn in vol aanzien door praterige vooroordelen. Hij stelt dat ondankbaarheid ervoor zorgt dat we niet kunnen wortelen. Eigenlijk komt er dan bij me op dat ondankbaarheid een soort van hoesten is als we het voedsel van de gnosis aangeboden krijgen, het afwijzen van hemels voedsel, als Klaas Kinkhoest. De Sanskrite wortel 'kola' van Colosse betekent ook de vrucht van de Jujube boom wat tegen hoesten wordt gebruikt. Ook wordt er beweert dat de vrucht verzoening bewerkt. Calvijn stelt dan dat er vele misleiders zijn met allerlei vrome woorden die uitgezonden zijn om te plunderen, zoals ook gesteld wordt in de Colosse brief. Hij stelt dan dat alles getest moet worden op de diepte. Hij stelt dat we daarom uitermate voorzichtig moeten zijn met tradities van mensen, de elementen waarop de samenleving is gebouwd, want daarin schuilt juist vaak het kwaad, en het wordt voortdurend uitgebroed in de hoofden van de mensen. Het boek Galaten heeft in het Sanskrit de wortel galati, wat onthechting betekent, het afdalen, het vallen, wat ook wordt uitgebeeld door het slikken, het eten, symbolisch. Galati is het verdwijnen, maar ook het manifesteren, als de openbaring, wat ook de Aramese GLY wortel betekent. Al met al is het Sanskrite galati een filter, de onderscheiding. Hierdoor ligt er een brug tussen Kolosse en Galatië, als zijnde dat de mens tot de Jujabe boom komt om van de vrucht te eten. De tegenwerkende, oppervlakkige wil lost zo op. Ook Galatië lag in het huidige Turkije, in de hooglanden. Beide boeken lopen parallel aan elkaar en kruizen elkaar. Waar het in diepte op neer komt in de Galaten brief is dat het niet om werken op zich gaat, maar om de overgave aan het hemelse, zodat het hemelse, de gnosis, door ons heen kan werken, zodat alles zuiver blijft. Het gaat dus om het werk van de gnosis, door de overgave. De mens in de stad moet aan zichzelf sterven om afgescheiden te worden van de oppervlakkige, corrupte werken van de stad. Calvijn stelt in zijn commentaar op de Galaten brief dat de Galaten de goede boodschap corrupt hebben gemaakt, en verdraaid, tot bijgeloof. Ze hebben zichzelf een eigen beeld gemaakt van de hemelse realiteiten, wat puur hun eigen mening is, hun eigen uitvinding. Calvijn stelt dat je God niet zomaar mag verzinnen. De Galaten hadden God gemaakt in plaats van andersom. Calvijn stelt dat de Galaten dit deden omdat ze ondankbaar waren geworden en niet konden wachten op ware openbaring. Ze hadden het probleem dat ze geen geduld hadden ontwikkeld, en zo werden ze weggegrepen door lichtzinnigheid. Calvijn stelt dat ze de goede boodschap hadden ondermijnt en dat was in zijn ogen een grote misdaad, als het verwonden van God. Volgens Calvijn was het nog wel erger dan corruptie. Voor Calvijn is het simpel : Je kan alleen iets geloven als je het kent. Hij stelt dat er geen geloof mogelijk is zonder kennis. Als aanvulling wil ik hierbij aangeven dat geloof in het Grieks gewoon horen en gehoorzamen is, trouw zijn tot de hemel, de realiteit van de oneindige kennis. Calvijn doet hier een belangrijke uitspraak die in principe neerkomt op : "Geloof zonder kennis is dood." Calvijn is uiterst op zijn hoede wanneer lieden over geloof beginnen te praten. Hij prikt er met zijn grote kennis dwars doorheen. Calvijn was zeer zeker geen zoetsappig, kerkelijk geloofsmannetje die allerlei ronddraaiende aangeleerde geloofsformules opprevelde als
een soort papegaai. Neen. Calvijn was een piraat met veel gestolen schatten aan kennis, wat hem tot een interessante historische figuur maken waarmee we veel kunnen optrekken, maar waarbij we ook een duidelijke streep moeten trekken, omdat hij geheel bij die tijd hoorde. Op veel punten moet Calvijn een kwartslag gedraaid worden, en moet er grote verdieping komen. Het is zeer bruikbaar en creatief materiaal zolang er aan die regel gehouden wordt : esoterisch met Calvijn omgaan, syncretisch, en niet orthodox en conventioneel. De boodschap van Galaten is dat de oppervlakkige, corrupte wet moet plaatsmaken voor de wet van de kennis. Het is als Adam komende tot de jujube boom der kennis (Colosse) zodat zijn oppervlakkige, vooroordelende natuur zou afsterven. Dit is wat het Sanskrit, de heilige taal van India, laat zien, want galati betekent de val als een onthechting, als het eten van de openbaring die druppelt. Het druppelen betekent dat het een proces is. Dit is om geduld op te wekken. Calvijn wilde een nieuwe betekenis geven aan het woordje geloof, want hij was erg op zijn hoede. Hij gaf als definitie dat het ware geloof het geweten is wat zich geheel aan God alleen heeft overgegeven in volharding en vastheid, als tegengesteld aan trots vertrouwen in het materiële. Dit is volgens hem niet zomaar iets wat er al is, maar een beoefening. Er is verschil tussen een oneindige wet en een oppervlakkige wet. Beiden zijn als wilde honden op de mens afgestuurd op de mens te testen. Calvijn stelt dat het niet om oppervlakkig geloof gaat, want dat is bedriegelijk. Het gaat om de volle openbaring van dingen die eerder alleen maar vaag waren. Hij stelde dat hen van eerdere tijden te weinig inzicht hadden om dingen met zekerheid vast te stellen, en dat er daarom naar een nieuwe en andere methode gezocht moet worden. Hij stelt dat er vroeger geen ware openbaring was, alleen maar het zaad van ware openbaring. Calvijn stelt dat ze vroeger onder een vloek leefden hierom. Ze waren gevangenen van de lagere wet, gevangenen van een onvolkomen school. Vervolgens stelt Calvijn dat om hier aan te ontkomen moet de mens eten van de vrucht van de hemelse adoptie. Die adoptie is door de verlichting door hemelse kennis, zonder welke we verslaafd blijven aan valse religie, wat voor smoesjes we er dan ook voor mogen gebruiken. Hoofdstuk 21. Filippi de Paardrijder Loon is een abstractie van timing. Loon komt nooit te vroeg en nooit te laat. Genade, giften, kunnen te vroeg of te laat komen. De mens moet leren leven door eerlijk loon, oftewel ware timing. De hemelse klok is er voor hemelse bescherming en leiding. In de nacht glijdt al het oppervlakkige af
als een sluier en gaat de mens de diepte in. Vandaar dat veel arabieren wachten op de wonderlijke nacht, een natuurverschijnsel. In India heeft Krishna de betekenis van de wonderlijke nacht, dus het ligt allemaal heel dicht bij elkaar. Er mag een brug komen tussen Arabië en India. Deze mysteriën vullen elkaar aan. De mens heeft een diep natuurzelf die versluierd is door zijn droomstad zelf, als een raadsel, want de mens leeft in een stadse wereld waar steden heerschappij voeren over de mens. Omdat de mens het natuurzelf nog niet kon grijpen hebben de hersenen een soort schijnzelf geschapen, een sluier van illusie waarin het ware zelf cryptisch opgeborgen ligt. De mens heeft nog geen diepe kennis van het natuurzelf, dus de hersenen hebben een soort simulator gemaakt waarin de mens leeft. Krishna, charis-n is het loon van de peddelaar, van volhouden, geduld en volharding. Soms wordt de mens op die tocht overrompeld om de mens te testen en om de mens voorzichtig te maken, vanwege de vele gevaren in het oerwoud van het leven wat achter alles schuil gaat. Denk je dus eens in : allerlei ingewikkelde situaties of patronen in je leven zijn dus bepaalde onbekende bomen en planten van dit oerwoud. Ze hebben verborgen medicinale capaciteiten. De mens mag die in zijn leven leren ontdekken. Gebruik je van bepaalde stoffen teveel of te weinig, dan kan het giftig zijn. Vandaar dat de mens timing moet leren, waarvan loon een symbool is. Eerlijk loon houdt je op het ware pad. Genade en gaven waar je niet toe voorbereid bent, die je niet hebt "verdiend" is als een roofdier om je te grijpen. Vandaar dat de Vur en het Vurische een handleiding hierin mag zijn, als een weg van het stadse zelf tot het diepere droomstad zelf die leidt tot het tuinzelf en zo tot het natuurzelf. Ik noem het woordje 'zelf' omdat dit een heel persoonlijk proces is waarin je ook het schijnzelf als een sluier kunt afleggen. Het zelf is in die zin een abstractie van de paradijselijke principes. Die mag je zelf dus gaan toepassen en worden, opdat je schijnzelf in dat proces geheel opgelost wordt. Het zelf bestaat dus uit een heleboel verschillende laagjes. Zo mag alles afgepeld worden totdat je kernzelf overblijft. Dit is een lastig proces. De mens zit namelijk opgesloten in een schelp. Ook kunnen we dat niet forceren. Het is als het uitbroeden van een ei. Als je voordat het tijd is het ei openmaakt heb je niks. Vandaar dat het weer om timing gaat waarvan loon een metafoor is. In het westen is er de charis-T, oftewel christ, christus, wat betekent : Het loon (Grieks : charis) van het kruis, de Aramese T, de taw, de laatste letter van het Aramese alfabet, als de Aramese omega. Dit is het loon van het lijden voor het hemelse doel. In het verre oosten is er dus de charis-N, oftewel krishna, het loon van de peddelaar, de volhouder, als de verdieping van de charis-T. De verhalen van christus en krishna lopen dan ook parallel met vele kruispunten. N, Nu, in het Egyptisch betekent de leegte, de afzondering, de onthechting, als de grote oerafgrond en oerbaarmoeder waaruit alles voortgekomen is. In de leegte is altijd weer doorgang, ook als het lijkt alsof je in alles wordt tegengehouden. Wij worden in alle dingen tegengehouden, maar nooit in onze groei. Blokkades leren ons voorzichtigheid en geduld om zo het ware pad te vinden, en dat is niet het ogenschijnlijke. Blokkades leren ons de diepte in te gaan. Soms moeten we even wat stapjes terugnemen, hebben we een belangrijke les vergeten, of ergens iets laten liggen. Zo is dat ook in video-spelletjes. Er is altijd een reden waarom we niet door een bepaalde deur kunnen. Soms moeten we het dan even ergens anders zoeken om daar de sleutel te vinden. Soms moet er eerst een verborgen wachter verslagen worden ergens. Het gaat om het leren puzzelen en het leren zoeken. Soms moeten we wachten voor een hele belangrijke reden, namelijk
dat het nog geen tijd is. Soms is de situatie totaal onrijp. Forceer daarom niets, wat ook een boodschap is van de Vur. Let op het natuurlijke. Leer over hoe planten en bomen groeien. Maak contact met je tuinzelf en je natuurzelf. Zodra je aandacht aan ze schenkt zullen ze je onderwijzen. Dit onderwijs is niet altijd ogenschijnlijk dus. Verwacht geen papiertjes die uit de hemel vallen. Het zit in de kleine dingen. De mens mag leren opmerkzaam te worden. Dit is ook wat zowel de Griekse als Sanskrite betekenis van Filippi is, van het boek Filippenzen. Filippi betekent 'vriend van paarden'. De Sanskrite wortel is Vallabha, wat dezelfde betekenis heeft. Het paard is het symbool van de tocht door de natuur. De Filippi brief was net als de Colosse brief geschreven vanuit de gevangenis. Is dit dan een blokkade ? De andere Sanskrite wortel is Vilopa, wat onderbreking, verstoring en verlies betekent, als een pauze. Soms hebben we dus die pauzes nodig. Pauzes kunnen de herauten zijn van hemelse dingen. Moeten wij dan dankbaar zijn met het lijden ? In het boek Job zegt Job : 'De Hemel heeft gegeven, de Hemel heeft genomen. Zouden wij het goede van de Hemel aannemen en het kwade niet?' Alles heeft een bedoeling, wat de mens niet kan overzien. Daarom is er de metafoor van de Hemel waarop de mens zich kan richten. Dit is een verborgen capaciteit in de mens zelf. Een mens zit op school om naar het onderwijs te luisteren om zo zelf wijzer te worden en zo te veranderen in die wijsheid. Dit is voor ieder mens weggelegd. Het is de natuur waartoe de mens mag ontwaken. Mensen hebben daar hele simpele voorstellingen van gemaakt in religies, maar die voorstellingen mogen wel verdiept worden en samengevoegd, zodat de diepte zichtbaar wordt. Iedereen heeft een deel van de puzzel, iedere cultuur heeft wat. Wij mogen dus niet zeggen dat de hemel alleen van een bepaalde cultuur is. Dat zou racisme zijn. De talen horen bij elkaar, en vertellen een verhaal. Zijn wij daar open voor, of gaan we wachten op een nieuwe religieuze oorlog over wie god in zijn broekzak heeft en wie niet. Zijn religieuze oorlogen niet allemaal heel kinderachtig ? Maar dit hangt boven ons hoofd als wij onze kinderen en elkaar niet onderwijzen. Het is nog niet te laat. Religieuze oorlogen zijn ondervoedde kinderen die nooit diep onderwijs hebben gehad. Is dit geen schande ? De Sanskrite Vallabha wortel van Filippi is ook een herder, waardoor het verbonden is aan Krishna en Christus, die beiden herders zijn. Ook is Vallabha een goede, onderwijzende vrouw van de natuur, moeder natuur. Zie hoe een kind in de buik van de moeder de tijd moet nemen om eerst in de buik te groeien. Je zou het gevangenschap kunnen noemen, maar als het kind te snel de buik uit zou gaan dan zou het een miskraam zijn. Dit soort gevangenschap is dus van levensbelang. Daarom zegt Paulus in hoofdstuk 4 : 11 Niet dat ik dit zeg, als zou ik gebrek lijden; want ik heb geleerd met de omstandigheden, waarin ik verkeer, genoegen te nemen. 12 Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek. De natuur leert dus de les dat het om natuurlijk vruchtdragen gaat in geduld, niet in overmoed en niet dat alles zomaar in de schoot wordt geworpen. Het is ten diepste dus geen gave. Dat zou levensgevaarlijk zijn. Deze stadse wereld is gebaseerd op overmoedige, onvoorzichtige gaven. Daarom zegt Paulus :
17 Niet, dat het mij om de gave te doen zou zijn, maar het is mij te doen om de opbrengst. Gaan we voor het cadeau, de gift, of gaan we voor de vrucht ? Het voortijdige cadeau leidt tot de dood. De vrucht leidt tot leven. Als je iets heel graag wil, denk dan eerst aan de ander, aan de behoefte van de ander, want je mag niemand het loon onthouden. Voordat je gegeven wil worden is het dus belangrijk de vraag te stellen : Heb je zelf al genoeg gegeven ? Het gaat om het zaaien, wortelschieten en vruchtdragen, deze trialiteit. Daarom zegt Paulus in hoofdstuk 2 : 2 Maakt dan mijn blijdschap volkomen door eensgezind te zijn, één in liefdebetoon, één van ziel, één in streven, 3 zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang, 4 maar ieder lette ook op dat van anderen. Wij kunnen in die eensgezindheid van een ieder iets leren en van iedere cultuur. Juist in de gevangenis van ons leven gebeurt dit wonder dat we ineens contact hebben met de ander die door iets soortgelijks heengaat. Ineens kunnen we de ander door dit wonder zo begrijpen en op waarde schatten. De kooi is dus juist de tunnel tot de ander. Wij mogen de kooi, oftewel de beperkingen, in ons leven dus niet onderschatten. Eén van de eerste dingen die Paulus opnoemt in de Filippi brief, tijdens zijn Romeinse gevangenschap is dankbaarheid, want door zijn kooi komt hij in aanraking met anderen die in kooien leven en kan zo nieuwe geboorte aan hen geven. En zo kunnen zij ook weer aan anderen nieuwe geboorte geven. Paulus kan op die manier dus loon schenken aan anderen die op ditzelfde niveau zijn gekomen. In het Sanskrit is Filippi (vallabha, vilopa) de wonderlijke bevruchtingsmethodes van de natuur. Kijk maar eens naar de bomen en de bloemen hoe die zich voortplanten. Ze staan allemaal afgezonderd in hun eigen kooi om het zomaar eens te zeggen, en het stuifmeel wordt overgebracht door de wind en de insecten. Filippi is de vruchtbaarheid van de kooi. In de Sanskrite wortel is Filippi ook de vrouwelijke koeherders, die in de Indologie ook wel de gopi's worden genoemd, en die altijd om Krishna heen waren. Paulus laat in de Griekse grondtekst weten dat hij in de buik van de hemel is, waarvan zijn gevangenschap een schaduw is. Hij bevindt zich dus in de baarmoeder van moeder paradijs, van de herderin. De buik van de hemel, en ook de herderinnen, zijn beelden van de tedere zorg en aandacht die er voor ieder mens is die tot dit mysterie komt. Ook is deze ontferming dus zeer voorzichtig en vluchtig, zoals ook in de Vur wordt beschreven. Waarom is dit ? Dit gebeurt opdat wij gevoelig zullen worden, en onszelf kunnen ontwikkelen. Dit zou niet kunnen gebeuren als alles maar als een sinterklaas in onze schoot wordt geworpen. Stel je voor. Daar zouden de grootste ongelukken van komen. Het maakt de mens lui, afgestompt, ongevoelig, en zo een gemakkelijke prooi voor parasitaire roofdieren. De hemelse natuur is wijs en werkt met strategie. Van het geprojecteerde en opgelegde schijnzelf komt de mens niet zomaar af. De mens komt niet zomaar af van de lagere wil die telkens als een schaduw de mens overal stalkt. Daarom moet de mens de lagere wil temmen en leren berijden zoals een paard, wat ook de boodschap en betekenis is van Filippenzen. Oppervlakkigheid is potentieel creatief materiaal, en mag cryptisch benaderd worden om zo de droomstad te bouwen waarin er een pad is tot de tuin en zo tot de natuur. Teveel vrijheid is hierin een gevaar, als valse, corrupte vrijheid die de mens doet afdwalen. Daarom is de kooi belangrijk, de grenzen in het leven van een mens, de
restricties. Door dit principe op waarde te schatten kan de mens veel vrucht dragen. Hoofdstuk 22. Het Geheim van de Indische Vijgeboom Vannacht had ik een droom dat ik een diploma had behaald in een bepaalde vechtsport. Ik vond dat vreemd, want ik had vroeger al mijn karate diploma's verscheurd en was niet van plan om nog andere vechtsport diploma's te halen, maar toen ik wakker werd realiseerde ik me natuurlijk dat het iets symbolisch was, als een vechtsport in de hemelse gewesten waarvan ik een diploma had gehaald. Het heeft te maken met het decoderen van het Nieuwe Testament, wat een zeer gedisciplineerde kunst is, als een gevechtskunst metaforisch gezien. Als je bijvoorbeeld kijkt naar flamingo's die op één been staan, dan is dat een teken van concentratie in een soort van energetische gevechtskunst waar de mens nog niet veel weet van heeft. Die gevechtskunst is het doorvertalen en ontcijferen van dingen, zodat er diepte komt. Vandaar dat er laatst wat tweede bijbel verzamelingen van verhalen zijn uitgekomen met de flamingo in de titel. De flamingo is een paradijsvogel. De stad Thessaloniki van het boek Thessalonicenzen is genoemd naar een halfzus van Alexander de Grote. Er was een legende waarin Alexander op zoek was naar de fontein van onsterfelijkheid, waar hij uiteindelijk een fles van vond met daarin het water van onsterfelijkheid. Hij smeerde dit op het haar van zijn halfzus. Toen Alexander stierf wilde zij ook sterven en sprong in de zee, maar zij kon niet verdrinken, want Alexander had haar haar ingesmeerd met het water van onsterfelijkheid. Zij werd toen een zeemeermin die als een sfinx vragen stelde aan schippers. Als ze de vragen niet konden beantwoorden, dan liet zij hun schepen zinken tot de bodem. De Sanskrite wortel Tisya betekent precies hetzelfde, namelijk onsterfelijkheid en verjonging in de vorm van een boom genaamd de Indische kruisbessen boom, de amla boom, of amalaka. In India is dit een heilige boom. De boom ontstond doordat er druppels van de onsterfelijkheids-drank uit de hemelse oceaan van gekarnde melk op de aarde vielen door het gevecht tussen goed en kwaad. Het boek Thessalonicenzen van Paulus gaat ook over de onsterfelijkheid in de zin dat door het goede te doen je ziel zal oprijzen in de wolken tot de hemel waardoor je eeuwig leeft. Dit houdt verband met de strijd tussen goed en kwaad, want je moet wel zelf het kwaad verslaan. Eeuwig leven is een technologie die je moet kennen, als een school, de gnosis. Zo mogen we ook de legende van de zeemeermin Thessaloniki begrijpen, dat zij de schippers testte om te zien of ze de gnosis van de hemel hadden. Dit is ook wat de diepere Sanskrit wortel Toza betekent : testen, onderscheiden (filteren). Ook betekent het druppelen, als de druppelende onsterfelijkheids-drank. Daarom staat er ook in het boek Thessalonicenzen : toetst alles en behoud het goede (I, 5:21). Ephesus (Efeze) heb ik altijd een belangrijk boek gevonden, omdat het over de hemelse
gevechtskunst gaat. De wapenrusting wordt in dit boek beschreven met daaraan voorafgaande de oproep om te ontmaskeren. "Neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer." Ontmaskeren betekent niet alleen de diagnose stellen, maar ook het decoderen, en het gaan tot de wortels, de etymologie, om zo juist het medicijn te vinden wat het probleem al in zich draagt, want het probleem had dit verkapseld. Dit noemt Paulus een ontwakingsproces : "Daarom heet het : Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doden." Dit is dus de daadwerkelijke opstanding en hemelvaart. Daar wordt dan bijgezegd : "Weest daarom niet onverstandig, maar tracht te verstaan, wat de wil van de hemel is." We mogen dus nooit deze gevechtskunst beoefenen door onze eigen lagere wil, want dan zouden we onszelf in de vingers snijden. Wij moeten de gevechstkunst beoefenen alleen vanuit de hemelse wil, die gebaseerd is op de gnosis, als de hemelse wet. Die moeten wij leren kennen op de hemelse school die zich diep in ons hart bevindt. Dit is geen kennis van alleen maar een bepaalde cultuur of religie. Neen. In het derde hoofdstuk wordt gesproken over het bekendmaken van "de veelkleurige wijsheid die van eeuwen her verborgen is gebleven," als de bediening van het geheimenis. Dit gaat dus heel diep. De Sanskrite wortel van Ephesus is peza, een ornament, sieraad, het decoreren als een architect. Ook in het boek Efeze wordt er gesproken van het bouwen van een hemelse tempel en een hemelse stad, als tegengesteld aan de lagere aardse stad. Peza is de Sanskrite architect, en een ander wortelwoord is pacya, het rijp worden, want het bouwen gaat op een natuurlijke manier, door het vruchtdragen, niet door bedriegelijke omkopingen, steekpenningen en verwennerijen. Paulus maakt duidelijk dat het om het groeien gaat en het wortelen, als een boom. Het leidt helemaal terug tot de diepe pazu wortel in het Sanskrite wat de indische vijgeboom betekent. Kenmerkend is dat de vijgen op of dichtbij de stam groeien, als een beeld dat ze dichtbij de bron blijven. Het wordt de boom van verlichting genoemd, waaronder een bepaalde boeddha eens werd verlicht. Ook is het de boom van de gevechtskunst, want alle vijanden zouden erdoor opgelost worden. Het wordt ook de boom van weelderigheid genoemd. Het boek Efeze legt uit om welke weelde het gaat : 3:8 - de onnaspeurlijke rijkdom van de hemel 3:16 - de rijkdom van hemelse heerlijkheid Wat is die heerlijkheid precies ? Grieks : 1:6 - de heerlijkheid van de charis, het loon in het originele Grieks, oftewel de vrucht. Aramees : 1:6 - de heerlijkheid van het goede doen, het correcte, de toewijding, de overgave, waardoor adoptie onstaat. Alles wijst terug op natuurlijke principes. In plaats van te hangen aan het kunstmatige mogen we terugkeren tot de natuur, tot de indische vijgeboom, de hemelse boom, om ervan te leren. Wij mogen komen tot de diepere geheimen die de boeken verborgen houden. In de diepte is de vruchtbaarheid. Alles wat aan de oppervlakte blijft is onvruchtbaar. Efeze zegt daarom ook : Heb geen deel aan de onvruchtbare werken. De valse gave is giftig en maakt je een slaaf tot de stad en de markt. Een gift is nooit vrijblijvend. Wees op je hoede in het oerwoud. Neem geen valstrikken aan. Er gaat een hele wereld van verlokkerij schuil achter giften. Wees er zeker van of het je loon is, je vrucht. Ben je een boom, dan pas is het een stralend geluk, maar dan begint het pas. We gaan van kruis tot kruis, van wortel tot
wortel, van vrucht tot vrucht, van geluk tot geluk. Dat is de les van de Indische Vijgeboom. Houdt je vast aan de dingen die eeuwigheidswaarde hebben. De rest zal vergaan. Hoofdstuk 23. Het Ontwaken in de Indische Tuin Als je dan als mens in de diepte van de natuur gaat en je plotseling overweldigt wordt door de veelkleurige verscheidenheid van de natuur, of je bevindt jezelf op de golven van de zee en het wordt erger en erger, tot op het punt dat je het niet meer weet, dan bemerk je ineens dat je helemaal alleen bent in de onnaspeurlijke en eindeloze rijkdom van de natuur die je niet begrijpt. Dan zie je alleen nog maar het Zelf omringd met de mysteriën van kennis. En de kennis heeft helemaal geen behoefte aan een zelf. De kennis IS er gewoon. Alles wat je om je heen ziet, echt alles, is een reflectie van de kennis, zowel corrupte reflecties, indirecte reflecties, als directe, waarheidsgetrouwe reflecties. Dat zijn de mensen om ons heen, de situaties en al het andere. Zelf ben je ook een reflectie en onderdeel van een groter geheel. De kennis gaat diep en is ingewikkeld en voor een mens niet te bevatten. Daarom mag een mens de natuur-kennis ontmoeten en het zo leren begrijpen. Het Sanskrit, de heilige taal van India, is één van de oudste talen van de wereld, waaruit de jongere talen zijn voortgekomen. Om dingen dus daadwerkelijk te kunnen begrijpen kan het helpen naar de Sanskrite wortel te kijken. We kunnen stellen dat religies in die zin grote symbolische waarde hebben, in verhouding met elkaar, om elkaar aan te vullen en elkaar beter te doen begrijpen, maar op zichzelf genomen en in letterlijke zin is het slechts een bedriegelijke illusie die corrupt geworden is in de wind. Dit is het gevolg van gebrek aan educatie en ongeletterdheid m.b.t. de oude, oorspronkelijke talen. Als we kijken naar het christelijke kruis en opstanding symbool, dan gaat dit over een bepaald principe van vruchtbaarheid wat we in ons leven kunnen toepassen. Kijken we dan naar het paulinisme wat daarna kwam, dan zien we Paulus in de gevangenis die hierdoor kennis ontvangt en dit ook weer mag doorgeven. Dit is het kooi en gnosis symbool. Dit is dus ook een vruchtbaarheidsprincipe wat we kunnen toepassen, waarin Paulus dan het symbool is. De kooi staat dus voor de beperkingen in ons leven, de muren, de grenzen waar we niet overheen kunnen. En door de gnosis
te ontvangen op school ontstaat er weer loon. Dat is ook wat de Sanskrite phala wortel betekent van Paulus (Paul, Engels) : loon, vrucht. We mogen dus op de uitkijk staan voor de wonderen van de natuur, de natuurverschijnselen van de evolutie, wat in diepte gewoon een ontwakingsproces is, want het was er altijd al. Alles ligt besloten in de oneindige logica, die niet de logica van het lagere zelf is, maar van het eindeloze Zelf. Er zullen dus sluiers afgedaan worden. Als je tot de ontdekking komt dat er maar één groot, allesomvattend Zelf is en dat de rest daar allemaal weerspiegelingen van zijn, dan mag je van dit Zelf komen tot het Zijn. Dit is een wordingsproces, in diepte dus een ontwaking, omdat je het al bent diep van binnen. Er is dus in het ontwakingsproces van de evolutie een strijd tussen het lagere zelf en het Eindeloze Zelf, en die zal resulteren in het natuurverschijnsel van het Zijn. Onze lagere kennis zal plaats maken voor de Eindeloze Kennis. Zo hebben wij deel aan het wonder van de natuur, en worden het ook zelf. We lossen er geheel in op, en maken zo plaats voor het Eindeloze Zijn. Dit is dan wat je de hemel of het nirvana kunt noemen, maar het is niet oppervlakkig. Het gaat heel diep. Alle diepe religieuze principes blijven gewoon als symbolen en worden verder verdiept en met elkaar in verband gebracht. Waarom noem ik het woordje 'zelf' ? Omdat ieder mens zelf verantwoordelijk is, en dit niet op iets of iemand anders kan afschuiven. De mens moet zelf veranderen, anders heeft alles geen zin. Het Zelf is dus a.h.w. een oproep om zelf terug te keren tot de bron. We spelen het dus eerlijk, vandaar de woordjes "loon" en "Zelf". Het heeft geen zin om verstoppertje te gaan spelen. Juist in de kooi van ons leven komen we in contact met het diepere, dat wat onder de oppervlakte is verdwenen. De Sanskrite wortel van Paulus : phala, betekent ook collectie, verzameling. Wij mogen zo al het verlorene weer verzamelen als wij ons in een kooi voelen. De kooi wijst namelijk de weg. Het is een tunnel tot de diepte, terwijl teveel vrijheid alleen maar aan de oppervlakte is. Wij hebben zowel het kruis als de kooi nodig, oftewel zowel het Yah-Shu principe als het Paulus principe, symbolisch gezien. In de kerk zijn deze dingen door de ongeletterdheid van het Westen geheel verwaterd, en wordt het totaal afgeweken voorgesteld. Vandaar dat de mens terug moet de natuur in, en naar de school van de natuur, die bruggen bouwt naar de andere kanten van het verhaal, om zo weer balans en diepte te scheppen. De Sanskrite pala wortel van Paulus is de timing, en dat is nu ook precies wat er gebeurt door de obstakels van de levenskooi. Wij leren timing alleen door obstakels. Pala is een herder en bewerker van de aarde als een tuinman. Zonder timing, geduld en voorzichtigheid is dit onmogelijk, dus heeft hij de obstakels op het pad nodig die hem afremmen wanneer het de tijd nog niet is. Dit is een school-principe. De Sanskrite palaza wortel van Paulus is de boom genaamd "vlam van het bos", oftewel het boomvuur, wat ook besproken wordt in de Tweede Bijbel. Het is een Zuid-Aziatische, Indische boom, ook wel geassocieerd met de lente, wat een beeld is van vrucht, oftewel natuurlijk loon. Dit komt ook weer terug in de brieven van Paulus. Paulus is dus in de Sanskrite wortel een Indische tuin. Van alles kunnen we in die tuin vinden. Blijf leren van de tuin, en omsingel alles van de stad met de tuin-principes, zodat het je niet in de nek springt. Zonder de tuin is de stad corrupt. De natuur is voor de mens een frisse adem. Als de Indische boom "vlam van het bos" gaat bloeien en bloesem
krijgt, dan worden de bloesems weleens vergeleken met de pijlen van de oneindige kennis die de jonge harten verwonden, als de pijlen van de liefde van Cupido of Kamadeva, de Indische god van de liefde. Ook lijken de bloesems op netten, als het grote universele net waarin alle zielen, oftewel alle reflecties van het Zelf, weer terug worden genomen. Dit zal een groot wonder zijn in de evolutie, wanneer dit zal manifesteren. In de filosofie is dit moment al gebeurd en ligt gecodeerd in de geschiedenis waartoe de mens mag ontwaken. Ware liefde is een abstractie van onze verbinding met de Eindeloze Kennis. Juist door de verwonding van deze pijl in het hart ontwaakt het hart, als het ontwaken in een Indische tuin. Hoofdstuk 24. De Indische Mattheus Tuin De indologie is de sleutel tot het beter begrijpen van de bijbel. Het is iets zwaar technologisch. Het Zelf is als een archetype, een symbool, zwevende boven de wateren als een groot mysterie. Het zelf heeft ons geheel in bezit, en de mens is geobsedeerd met het zelf, vandaar dat het belangrijk is het mysterie van het Zelf te kennen. Er is een groot verschil tussen het lagere zelf en het eindeloze Zelf. Alleen de Eindeloze Kennis kunnen we vertrouwen, maar de eerste stap mag nooit vertrouwen zijn. De goden die ze in de stad aanbieden met een prikkertje en een vlagje kunnen we niet vertrouwen. Wij mogen loskomen van het lagere spel wat ze in de stad spelen en komen tot het spel van de Eindeloze Kennis. En dan is het belangrijk om "in het spel" te blijven. Stay in the Game. Gelukkig dat de Eindeloze Kennis er is, want door de ontwaking daartoe zullen we dan ook de eindeloze creativiteit ervan zien, en dan is er voor Westerse, ongeletterde leugens zoals de letterlijke eeuwige hel waarin triljoenen en triljoenen mensen door alle eeuwen heen ingeworpen zouden worden geen plaats. Het is maar een metafoor. In de oertalen had dit een hele andere betekenis dan dat het domme westen er nu aan geeft. Met de Eindeloze Kennis mogen wij daar doorheen prikken. De enige hel is de baarmoeder, en die heeft nu eenmaal een vreemd soort sarcasme. Noem het "black humor". Alleen gestoorde gekken nemen dit letterlijk. De baarmoeder is dus niet sadistisch, maar sarcastisch, als een verteller van spookverhalen. Die verhalen hebben een diepere en veelzijdige betekenis, en die zijn nog wel erger dan de christelijke bangmakertjes. De baarmoeder gaat zo diep tot pure horror, maar dit is allemaal om de mens te doen ontwaken tot de diepere esoterie. De baarmoeder moet dit zwaar geschut wel uit de kelder halen, want zij heeft nogal ergens tegen op te boksen. Dus horror verhalen ? Ja. Maar het gaat erom hoe je het interpreteert. Als schrijver voor de hemelse kennis schrijf ik niet zomaar alleen zoetsappige verhalen. Ik heb ook
zware horror geschreven. Er is een groot verschil tussen medicinale, demonologische horror en flauwe, arrogante, sadistische christelijke horror, want die menen ook nog eens alles letterlijk wat ze zeggen. Ze wensen mensen die niet dezelfde mening hebben als hen vaak de ergst mogelijke dingen toe. Esoterische christenen is allemaal prima, maar orthodoxe christenen zijn vaak het scum van de aarde. En de vier evangeliën zijn vaak het centrum waaruit ze leven, die overigens bijna kopieën van elkaar zijn. Vandaar dat het belangrijk is om die onder handen te nemen, en dan te beginnen met Mattheus. Ga je ineens de indologie erachter zien dan kun je ineens weer ademen. Het oude India was eens het esoterische en religieuze centrum van de aarde waarvanuit vele jongere religies een slap aftreksel maakten voor een markt. Iedere sluwe vos weet dat het wegkappen van wortels en het onttrekken van sappen economische winst oplevert, want mensen blijven zo je product kopen, omdat ze er afhankelijk aan worden, en meer van het spul willen hebben, omdat het hen net niet verzadigd. Het houdt hen er namelijk tussenin, wat het geheim is van allerlei soorten criminele markten, zoals de religieuze markt, de medische markt en de rechtsmarkt. Dit is hoe het westen werkt. De Sanskrite wortel van Mattheus is mati, intuïtie, en matha, de hut van een asceet en het karnen, wat terugwijst op de oeroude Indische mythe van het karnen van de oceaan van melk. Deze mythe wordt ook besproken in de Tweede Bijbel. Deze oceaan van melk, als beeld van de moederborst, werd gekarnd opdat het de onsterfelijkheids-drank zou voortbrengen, het water des levens. Het karnen zou gebeuren door de strijd tussen goed en kwaad, en door een slang te gebruiken als karntouw. De slang spoot een gif wat alles zou kunnen vernietigen, daarom verzamelde de god Shiva al het gif in een beker en dronk het op, waardoor zijn keel blauw werd. In het christendom werd dit tot Jezus die de lijdensbeker dronk. Door het karnen kwam de maan, soma, die uit het water opkwam als de levensdrank. Soma wordt daarom ook als medicijn beschouwd. In de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament, is Soma het levenbrengende lichaam van Christus. De Hebreeuwse wortel is echter shama, horen en gehoorzamen (Vgl. Shama-el, Samuël). Zo kunnen we indologisch gezien ook deze tekst uit Openbaring 6 beter begrijpen : 12 En ik zag, toen het zesde zegel geopend werd, en daar geschiedde een grote aardbeving en de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd geheel als bloed. Dit is al lang geleden gebeurd, toen het christendom de levensdrank van de moederborst, de maan, de soma (shama) bedekte en veranderde tot het bloed van Christus. Het gaat hier dus over de geschiedenis. De indologische wortels werden weggekapt, en onheil en onbegrip kwam over de aarde. 14 En de hemel week terug als een boekrol, die wordt opgerold, en alle berg en eiland werd van zijn plaats gerukt. In India is er ook de Soma boom, of Shami boom (sama), de witte doorn boom, die ervoor was om de wapens op te bergen en te beveiligen, als een arsenaal boom, als een inventaris. Deze boom wordt ook wel Vasin genoemd in het Sanskrit, vsn. Vsn als Visnu is een belangrijke god voor de hindoes. Krishna was één van de avatars van Visnu.
Het Visnu principe : Vasaniya, vsn = het begrijpen door veel reflectie, door veel meditatie = het verblijven in, het leven in, verbondenheid, wat ook weer terugkomt in het christendom, in het "Blijf in Mij, dan blijf ik in jullie, opdat jullie vrucht dragen", over de ware wijnstok, weer als beeld van loon en niet van letterlijke gave. Vasin, vsn, betekent gehoorzaamheid (vgl. shama, Hebreeuws, horen en gehoorzamen). Vasana, vsn, betekent kennis afgeleid van het geheugen (het verleden, de geschiedenis, dat wat alreeds gebeurd is, preterisme) Vazin, vzn, vsn, betekent de overwinnaar over het lagere zelf. Vasna, vsn, betekent huur en loon, weelderigheid, rijkdom (van de gnosis) Vazani, vzn, vsn, betekent (leeg) kanaal van (het oneindige) Handelingen 2:20 - De zon zal veranderen in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en doorluchtige dag des Heren komt. Joël 2:31 - De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt. Het christendom is grotendeels voortgekomen vanuit de avatars van Visnu, vsn, de soma boom (shami, shama). 1e avatar van vsn : Matsya, de vis, die aan de eerste mens opdroeg een boot te bouwen voor het redden van alle wijzen, alle diersoorten en granen, vanwege de komende zondvloed. De zondvloed komt, en de vis trekt de boot voort naar de toppen van het Himalaya gebergte, of de noordelijke bergen. Ze moeten ook door een verschrikkelijke storm voordat ze daar komen. De vis trekt de boot voort door een slang. Het was het eind van een tijdperk waarin een demoon het heilige woord, de heilige boeken (de vedas) had gestolen, die de vis op de bodem van de oceaan weer terugvindt. Vanuit dit verhaal kwam ook de Noach mythe, en het verhaal kondigt ook de terugkeer aan van de Sanskrite wortels van alles die waren gestolen, weggedrukt. Dit wordt weer teruggegeven aan de mens (de wijzen) door de vis. 2e avatar van vsn : Kurma, de reuzenschildpad, die wordt gebruikt om de berg die als karnstok werd gebruikt op zijn plaats te houden tijdens het karnen van de oceaan van melk. Alleen de trage (voorzichtige, geduldige) reuzenschildpad kon het gewicht van de berg dragen. Dit houdt in dat het een diep en langzaam proces is, iets wat werd weggekapt door het overmoedige christendom die alles snel snel wil doen. De soma maan-drank zorgde ervoor dat de goden "duizend jaar" konden leven, wat ook weer terugkomt in het christendom in de apocalypse van het duizend jarig rijk. 3e avatar van vsn : Varaha, het wilde zwijn, die de aarde van de godin redde van de bodem van de oceaan die daar door een demoon ingesmeten was na de duizend jaar, wat ook terugkomt in het christendom in de apocalypse dat na het duizendjarig rijk de duivel opnieuw aanvalt. Na de redding draagt hij de godin van de aarde op zich, wat ook weer terugkomt in Openbaring als de vrouw op het beest, maar in het Westen is dit vaak heel eenzijdig vertaald als alleen maar negatief. 4e avatar van vsn : Narasimha, de leeuwmens, die religieuze oorlogen en vervolgingen zou
beeindigen en het kwaad zou oplossen door het herstel van de dharma, de hemelse leer. De demoon Hiranyakashipu vervolgde de volgelingen van Visnu, vsn, en hij kon niet gestopt worden door een afzonderlijk iets, alleen maar door een gemengd iets. Daarom kwam Visnu als een mengsel tussen mens en dier, en kan de demoon een halt toe roepen op het kruispunt van alle dingen. Dit is een voorbode van dat een enkele religie het kwaad niet kan uitbannen, maar alleen waar alle religies samenkomen, en zo tot diepte te komen om de gnosis te herstellen. Ook in de christelijke mythologie komen leeuwmensen voor, zoals in Daniël 7. 5e avatar van vsn : Vamana, de dwerg, die door goed onderwijs de demoon Bali die over de wereld heerste overtuigde en zo de wereld redde. Bali kwam aan de macht door zelf-verloochening, wat ook in het christendom gebeurt, maar dit moet wel gepaard gaan met zelfverwezenlijking, anders is het niets anders dan projectie. Er moet een nieuw zelf komen, maar dat zelf moet goddelijk zijn, en onderworpen aan de eindeloze hemelse kennis, dus er zijn een aantal balanzen nodig om dit zuiver te houden in een multiteit. NIET-ZELF - ZELF - KENNIS NIET-ZIJN - WORDEN - ZIJN ONDERDANIGHEID - WORDEN - ZIJN De dwerg staat voor het aandacht schenken aan details en zo tot diepte komen. Het is een onmisbaar principe voor zuivere technologie waarin geen schakels ontbreken. 6e avatar van vsn : Parasurama, de boze strijder, die strijdt tegen valse regeringsmachten van de kshatriya kaste, de kaste van heersers en strijders, die corrupt was geraakt. Visnu wordt hiervoor geboren in de hoogste kaste, die van de brahmanen, de priesters, de schriftgeleerden. De kshatriya kaste is de kaste die daaronder is, als de op één na hoogste kaste. Het is de voorbode dat het regeringsapparaat uiteindelijk hervormd zal worden door een hogere gnosis. Dat Parasurama de boze en woeste genoemd wordt heeft te maken met het feit dat hij een demonoloog is met passie. Het is een voorbode van het herstel van de demonologische educatie. Ook de brahmanen kaste zal dus gezuiverd gaan worden, en alles wat niet voort is gekomen vanuit het demonologische fundament van de esoterie zal wegvagen. Parasurama wordt ook wel Rama met de bijl genoemd. Het verschil tussen ware brahmanen en kshatriya's is vaak dat ware brahmanen zoeken naar kennis en diepte, het hemelse, terwijl kshatriya's vaak zoeken naar macht, en uiterlijk vertoon. 7e avatar van vsn : Het Rama mysterie, en dit is niet het ogenschijnlijke, want het Sanskrit gaat heel diep op dit mysterie in. Rama heeft zowel een mannelijke als vrouwelijke pool. Rama is de rode aarde en de roodbloeiende Ashoka boom, als de weelderigheid van de onderwereld die bewaakt wordt door de Yakshi, als zijnde de schatten van de gnosis. Ze zijn dualistisch. Ze doen de mens die dichter bij hen komt aan zichzelf afsterven. De Yakshi draaien rondom het Kubera mysterie, een heel traag mysterie in het Sanskrit, wat zich niet snel prijs geeft. Het is in het Sanskrit ook de rode ceder boom, de Toona Ciliata, wat ook wel het rode goud wordt genoemd. Kubera is de Sanskrite parallel van het Egyptische Geb-ra (Kep-ra), Khepri, mysterie van de opkomende dageraad als een kever, de capaciteit tot decoderen, een beeld
van etymologie. Kubera wordt ook Kuvera genoemd, en betekent ook mengsel (kavara, kvr), wat wijst op het syncretisme, het bruggenbouwen, de multiteit, als de sleutel tot de gnosis. Alles wat op zichzelf staat zal wegvagen. Het is een stekend mysterie (kavari, kvr), en daarom verbonden aan de Acacia, van akis, doorn (Grieks), en manifesteert zich als een luchtweerspiegeling in de oceaan of in de woestijn (khapura, kpr). In het Sanskrit manifesteert het ook als een slechte, moeilijke of twistzieke vrouw (kubharya), die vaak aan de hemelzoekers worden toebedeeld als een beeld van het kruis, als cryptische sleutel. Kubra is de wildernis en een gat van offervuur waarin de hemelzoeker aan zichzelf afsterft. Er is geen andere doorgang tot dit mysterie. Al deze dingen zijn nodig om de mannelijke pool perfect te maken, waartoe het Rama mysterie is uitgezonden. Rama wordt de perfecte man, brahmaan, toegewijde genoemd, maar heeft ook een vrouwelijke zijde. Het is een principe ten diepste, geen persoon. Persoonlijkheid is een illusie die ontstaat wanneer de kennis tot een climax komt. De persoon is en blijft slechts een metafoor, een archetype van dieper liggende principes die tot rijping zijn gekomen. Door de zuivering, decodering, van de mannelijke pool, gebeurt dit ook met de vrouwelijke pool in het Rama mysterie. Het Rama mysterie is de belichaming van de dharma, de Indische gnosis. Rama moest de meerhoofdige demoon Ravana een halt toeroepen, als een beeld van het valse, overmoedige mengsel, die alles als een rovende en ontvoerende entiteit samenbindt zonder diepgaande condities en principes, die alles geforceerd doet en gif opdringt zoals in de tandarts industrie die lichamelijk, natuurlijk bot implanteert met tegen-natuurlijke, giftige middelen die niet met elkaar samengaan, die niet bij elkaar horen. De Ravana demoon ontvoerde eens Rama's vrouw, Sita. Dit gebeurde toen Rama en Sita samen naar de wildernis waren gegaan. De wortel van Rama, ram, betekent stoppen, stilstaan. 8e avatar van vsn : Krishna 9e avatar van vsn : Balarama, de broer van Krishna, oftewel zijn schaduw-zelf, of parallelle zelf, wat tot wedergeboorte is gekomen in het Kubera-principe (Khepra, Egyptisch). Balarama betekent de sterke Rama, oftewel de gevoelige, onderscheidende Rama. In het Egyptisch is Ra-ma de wet van Ra. Soms is deze avatar Boeddha. 10e avatar van vsn : Kalki, de Messiaanse Brahmaanse strijder op het witte paard met het vurige zwaard die het huidige tijdperk, Kali Yuga, zal afsluiten, door de adharma, de anti-gnosis, weg te nemen. Hij zal de mensheid weer terugleiden tot de Satya Yuga, het eerste tijdperk van transcendente kennis en meditatie, zodat de cyclus rond is. Dit principe zal de onrechtvaardige heersers van de huidige wereld onttronen. Dit kan alleen gebeuren door educatie en transcendente verlichting in de multiteit. Het is niet het einde van de wereld, maar het begin. Hij leidt een leger van Brahmaanse, priesterlijke, strijders. Dit komt ook terug in het christendom, in Openbaring 19 : 11En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. 12En zijn ogen waren een vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen en Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf. 13En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods. 14En de heerscharen, die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen.
Het beschrijft de apocalypse. In de islam is dit de Mahdi, wat in de wortel de hemelse leiding betekent, als een principe. In het boeddhisme is dit Maitreya. Apocalypse betekent : openbaring. Dat wat er al is wordt duidelijk. Hoofdstuk 25. Het Bereiken van het Nirvana En dan mag je zweven boven die grote wilde oceaan van het leven, tussen het Eindeloze Zelf en de Oneindige Kennis in, zodat je schijnzelf, je opgelegde zelf, geheel daartussen kan oplossen. Je nieuwe zelf vibreert dan heel snel tussen het Eindeloze Zelf en de Oneindige Kennis in, als je diepere, ware zelf. Je mag daar blijven oplossen, om daar over te gaan in het Oneindige Zijn. De wilde oceaan beneden je was er om je te vormen. De wilde oceaan was er om je te laten opstijgen. Dat was het doel van de wilde oceaan : om je de parallel te laten vastgrijpen. We gaan eens dieper het centrum in, de kern van het christendom : de vier evangeliën. Het is als een electriciteits-centrale. Ik kreeg in een droom een band om mijn arm met vlammetjes daarin, naast elkaar, als een nieuwe electriciteit. Het was de verborgen Sanskrit wortel van Marcus. Mattheus ging meer over wat er moest gebeuren, en Marcus gaat meer over wat er gebeurd is, als het leren luisteren naar de geschiedenis : Marcus 11:24 (Griekse grondtekst) - Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en nodig hebt, luister (en gehoorzaam) naar het feit dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden. Dit is dus een puzzel-oproep voor het verleden, want het is er al. Marcus is in die zin preteristisch. De toekomst is al geweest. Waar Mattheus meer over de preken en de wet gaat, gaat Marcus meer over de wonderen, het bovennatuurlijke. De MR wortel in het Sanskrit staat voor de hallucinogene levensdrank van de oceaan (van melk) (mr, mira, maireya). Wel is het zo dat dit voor de mens niet makkelijk te verkrijgen is, al helemaal niet door simpel geloof, wat door het Westen bedacht was als een verkoop-truukje. Neen. De Sanskrite MRK wortel van Marcus is het spiegelprincipe, dat alles wat je doet naar je terugkomt. De moordenaar vermoord zo in werkelijkheid zichzelf, een principe wat ook weer terugkomt in Openbaring. Leef je met het zwaard, dan zul je ook door het zwaard ten onder gaan. Alles wat je de ander aandoet doe je jezelf aan, want het spiegelt terug (maraka, Sanskrit). Markus is dus in de indologische diepte een doorntuin of spiegeltuin, als een doolhof, een puzzel. Alleen degene die leven schenkt zal het leven vinden. Alleen degene die het goede doet zal het goede vinden. Je kunt dus alleen iets vinden door het zelf te worden.
Lukas gaat meer over het zoonschap, en geeft veel meer aandacht aan vrouwen, en is een prijs in het Sanskrit, als een spel (lks, laksa). Ook is het een merkteken. Johannes gaat over de Ik Ben, en is in het Sanskrit jnz, jineza, jns, een arhat, iemand die het Nirvana heeft bereikt, de hemelse staat van verlichting. In het boek Johannes wordt gesteld dat de literatuur, het Woord, het goddelijke is, als de weg tot de hemel (Nirvana). De hemel is pure kennis. Het is een vruchtbaarheids-principe. Het gebeurt alleen in een staat van onthechting, in afzondering. Het is een bepaalde ervaring. Nirvana is een woord in het sanskrit, en betekent ook : onderricht in technologie. Nirvana is dus een school van techniek. Nirvana is de grote finale van de gnosis. Nirvana is in het sanskrit de dood van het lagere zelf. Dit is wat de ware opname of verdwijning is, en het is iets metaforisch. Het is te behalen in het spel van de gnosis, en zij die het behalen zijn jina, een sanskrit wortelwoord van johannes wat 'overwinnaar' betekent, in de zin dat je de schaduwen en spiegelbeelden van je lagere wil hebt overwonnen. Het is een ontwaking. Je komt zo in een andere vibratie, een hemelse vibratie, waardoor je diepere zintuigen openspringen. Hoofdstuk 26. Mensen zoeken of Kennis zoeken ? Ra op zijn bootje in de onderwereld om er het beste van te maken was nog de echo van de R als de taalsmid in de oertaal. Ra veranderde in allerlei avatars om door de onderwereld heen te komen, als sleutels van uur tot uur. In de Indologische parallel gebeurt dit hetzelfde met Vishnu, die zat op zijn bootje, een witte slang met vele hoofden, op de oceaan van melk. Hij verandert in allerlei avatars om alles tot voleinding te brengen. Ook vliegt hij hiervoor rond op een vogel genaamd Garoeda. De indologie heeft in die zin vele kruispunten met de egyptologie. Het loopt parallel aan ons eigen leven. De mensen om ons heen, of die nu goed of slecht zijn, moeilijk of makkelijk, houden in diepte het zaad van onze avatars. Zij zijn onze verborgen avatars, niet in letterlijke zin, maar in cryptische zin. Zij staan voor een bepaalde eigenschap. Het Zelf is altijd op zoek naar het verloren Zelf. Ons Eindeloze Zelf heeft ons alreeds omringd. Toch is het belangrijk te beseffen dat we steeds dieper naar binnen moeten, en dat de buitenwereld slechts een reflectie is van het binnenste. De mens is een natuurverschijnsel wat ontstaat wanneer kennis en principes gaan ophopen en tot een climax komen. Dit kunnen goede principes zijn of slechte principes of een mengeling. Als die extreem worden dan gaan ze zich personificeren, en dan
ontstaat er een mens. Vandaar dat het erg belangrijk is om voorzichtig te zijn met mensen, en geen mensen-zoeker te worden. Belangrijk is het om een kennis-zoeker te zijn, een principes-zoeker. Het zoeken naar mensen brengt oneindig leed, want je komt zo nooit tot de kennis. Terwijl als je kennis zoekt dan wordt alles je gegeven, maar dan op z'n tijd, in de juiste verhouding en in de juiste hoeveelheid. We mogen het natuur-proces dus nooit omdraaien. Hier is een lijstje van gevaarlijke zoekers waar je dus beter niet mee aanpapt, en die allemaal tegengesteld zijn aan het zoeken van kennis, als een afleiding : mensen-zoekers zoekers van mensen-begrip zoekers van mensen-eer zoekers van mensen-macht zoekers van sex zoekers van liefde zoekers van mensen-liefde zoekers van genot zoekers van geluk zoekers van materie zoekers van geld zoekers van familie Al deze zaken leiden af van het doel : kennis. Een goed christelijk principe is dan : Zoek eerst het koninkrijk van de hemel (gnosis) en de rest zal u gegeven worden. Zoek de dingen die in de hemel zijn, niet die op de aarde zijn. Bovenstaand lijstje zijn parasieten. Ze hebben niet het goede met je voor, maar willen je bezitten, zodat ze je altijd kunnen uitzuigen. Ze komen met duizend-en-een gedachtes in je hoofd om je in hun aas te laten bijten en dan hebben ze je. Je kan er niets aan doen als ze over je hoofd vliegen, maar je moet ze geen nestjes in je haar laten bouwen. In de kennis is alles te vinden wat we nodig hebben. Kennis-zoeken is dus allereerst onthechting van de parasieten van de lagere wil die altijd allerlei egoïstische excusen in de mens blazen, smoesjes. Op aarde volgt de mens spiegelbeelden achterna, in een dolle kermis van illusie. De Korinte brief zegt hierover (I, 13:11-12) Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik tot rijpheid ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was. Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben.
Hoofdstuk 27. De Hindoe Code Er hoeft dus niet een te grote scheiding te zijn tussen universum en het plaatselijke, tussen het collectieve en het individu, tussen de buitenwereld en de binnenwereld, de macrokosmos en de microkosmos enzovoorts, want alles kan namelijk geininternaliseerd worden, geassimileerd, eigen gemaakt worden, in een proces van syncretisme, het mengen. Dit is ook het principe van het Javanisme in Indonesië, wat een mengsel is van hindoeïsme, boeddhisme, animisme en de islam. Dit werd verspreid door de resi's, de Javaanse shamanen (asceten, hermieten, zieners), van het Sanskrite (Indische) woord 'rishi' met dezelfde betekenis, het leven door openbaring, heilige kennis (gnosis). Parallel loopt hieraan het Hebreeuwse 'rasha', de rebel, de oer-taalkundigen die niets hebben te maken met moderne marktbewuste aftreksels. Zij zijn de bewaarders van de oerhieroglyphen die inzicht geven in het geheel. Indonesië is één van de meest bevolkte landen, over een kwart biljoen. India en China zijn het meest bevolkt met beiden over de biljoen en een kwart inwoners. Indonesië was vroeger een mengsel van hindoeisme, animisme en boeddhisme. Met de late middeleeuwen begon de islam zich daar doorheen te mengen, waardoor Indonesië na de middeleeuwen uitgroeide tot een islamitisch land. Dit gebeurde ook in Maleisië, wat boven Indonesïe ligt. Beiden zijn Sunni, de hoofdstroming binnen de islam, en van de Shafistische vertakking (shafi-sunni's). De islam dekte dus het hindoeisme af, maar het was puur een taaltruukje om het Arabische te mengen met het Indische. Er zijn twee hoofd-stromingen binnen het hindoeisme : de vaishnavieten waarbij het om Vishnu draait en de shaivieten waarbij het om Shiva draait, als Brahman, het transcendente en transmuterende Zelf die alles zal rangschikken en herscheppen, als de goddelijke menger. Shiva heeft de SV wortel wat het verbindt aan het Hebreeuwse Esav, sv (Ezau, Suw, Aramees), die Shu is in het Egyptisch. Net zoals Shu (esav, sv) heeft Shiva de dolle stier van de lagere aardse wil getemd. Shiva rijdt op een stier in de mythologie. Iets anders wat hem verbindt aan Esav is dat in het Tamils (Zuid-Oost India) 'sivan' de rode betekent. Ook Shiva's kruis was een drank. Hij dronk namelijk het slangen-gif wat was voortgekomen bij het karnen van de oceaan van melk. In de islam is de SV de shafi stroming binnen de sunni, een stroming die zo dicht mogelijk bij de grondtekst van de heilige teksten blijft, en zich verre houdt van persoonlijke voorkeuren van geleerden. Ook komt de SV wortel weer terug in de esoterische islam, het soefisme. Dit is dus meer syncretisch van aard, zoals Shiva het meng-principe is, maar ook tegelijkertijd gebaseerd is op de wet, waarvan het shafisme dan weer een cryptisch beeld is. Sunni wijst terug op de SN wortel. Suna, sn, is een naam voor Indra, een aspect van Shiva, wat ook een menger is (zayana, zn, sn, kameleon, sanskrit), door de abstractie van oorlog. Bloed is een abstractie van mengen, en het mengsel wijst op de heilige
weelde, beschreven als een rood paard in de veda's, de oeroverleveringen van India. Dit is ook als een alarm-systeem, uitgebeeld door Indra. Dit is dus de enige rijkdom waar we ons naar uit mogen strekken : de rijkdom van de gnosis, de rijkdom van de natuur. De SN wortel komt zowel terug in Vishnu, v.SN, als Krishna, kr.SN. De islam code is dus puur een parallel die het hindoeïsme bevestigd en uitlegt. Ook het hindoeïsme is een code van diepere dingen, terugleidend tot de oertaal, en juist door de parallellen wordt dit gedecodeerd. In de 90-er jaren had ik een droom die ik nooit meer zou vergeten. De islam en de hindoe parallel braken als een trein door de muren van de kerk heen in het midden van de nacht, en alles werd gemengd. In geisoleerde orthodoxe vorm zijn deze religies gevaarlijk, maar in esoterische samenhang met elkaar kunnen goede principes eruit gefilterd worden, zodat alles zin krijgt. In de diepte krijgt alles zin en komt de waarheid naar boven. We zullen daarom tot de kern gaan van het hindoeisme om klaar te komen met het raadsel, met de code van India. Hoofdstuk 28. Het Pad van de Bhakti Er zijn veel overeenkomsten tussen de Hebreeuwse Esav (Ezau, Shu) en de Indische Shiva, die beiden de SV wortel hebben. Bhairava, de nomadische avatar van Shiva, zijn aspect van vernietiging, ook bekend staande als de bedelaar, kwam na een lange tocht aan bij Vishnu met zijn bedelkom om Vishnu om voedsel te bedelen. Dit komt weer terug in het Jakob en Ezau verhaal waarin Ezau vermoeid na de jacht tot Jakob kwam om hem om een kom rode soep te bedelen, wat een diepe esoterische betekenis heeft. Om de toorn van Bhairava te kalmeren gaf zijn vrouw, de godin Kaumari hem ook eens een kom. Op zijn beurt heeft Shiva veel te maken met de toorn van zijn vrouw, de godin Kali, een woeste moeder godin in het hindoeïsme, en de vrouwelijke pool van Shiva. Eens was Shiva bang dat in haar strijd tegen het kwaad ze alles zou verwoesten. Hij gooide zich daarom onder haar voeten, waardoor Kali kalmeerde. Het laat zien dat de mannelijke pool terug moet keren tot de baarmoeder, anders zal de baarmoeder blijven toornen. Deze wereld is onder de wraak van Kali, omdat de mens niet teruggekeerd is tot de kern. In het Shaktisme, een stroming binnen het hindoeisme, is de hindoe geheel teruggekeerd tot de baarmoeder van de moedergodin. Edom, het volk van Ezau, is in de Hebreeuwse wortel Adam. Adam komt tot Eva, opdat zij hem inwijdt in de gnosis, wat ook een beeld is van het terugkeren tot de baarmoeder. In de Egyptische parallel is de SN wortel de goddelijke jager, de Sunu. Deze schiet pijlen van genezing af als een dokter, en is in die zin te vergelijken met Cupido en Kamadeva met de pijlen
van de ontwaking. Al deze pijlen zijn ervoor om de mens dan wel laten af te sterven aan de lagere wil, maar ook om de mens tot een hemelse school te brengen. Zo is er in India de school van de Jaga's. De Jaga's zijn de verschillende disciplines die men nodig heeft om te overleven en te groeien. Het zijn verschillende paden van meditaties : Bhakti-Jaga is het pad van de overgave, de devotie (tot de gnosis). Het is belangrijk te weten waar je je bhakti op richt. Bhakti heeft in het Sanskrit de bajh wortel, wat afscheiding betekent, maar ook ergens bijhoren. Als je je van dingen afscheidt of je wordt van iets of iemand afgescheiden, dan is dat nooit een doel op zich. Je wordt dan automatisch ook weer aan iets anders verbonden. Het gaat erom tot overgave te komen aan de oneindige kennis. Zo wordt je dan door zuivere principes op het pad geleid, en niet door je lagere wil en de illusies die het schept. Door de discipline van overgave en opoffering, bhakti, ontstaat er zo een band met de heilige kennis, het oneindige transcendente bewustzijn van de ontwaking, wat mag leiden tot een diepe intimiteit, de kama in het Sanskrit. Kama is één van de vier doelen van het leven in de hindoe traditie. Het mag persoonlijk worden tussen jou en de gnosis, maar die persoonlijkheid is de vrucht van kennis die niet voor haar tijd wordt opgewekt. Dit zijn goddelijke ervaringen waarin er een balans is tussen principe en persoon, in die volgorde. Waar het principe op een lager plan wordt gezet valt men in de illusies van afgoderij en orthodoxe, nationalistische religie, oftewel persoonsverheerlijking, wat een vorm is van mensenzoeken en mensenverafgoding. Binnen de gnosis heeft alles een plaats, maar dan in balans, gebaseerd op principes en goed beveiligde en getoetste technologie. Je kunt je soms binnen de gnosis aan een mens ophalen, maar het doel is dat je het zelf wordt, dat je het gaat zien als een weerspiegeling van jezelf. Afgoderij ontstaat waar je gaat lopen projecteren en jezelf niet ontwikkeld, wat veel in de kerken gebeurd. Altijd is het weer de ander die dingen moet regelen en dingen moet zijn, en zijzelf zijn gedoemd tot zonde. Dit is alleen een deelwaarde, als een secte, wat de verabsolutering van een deelwaarde is. Onderwerping is dus niet het totaaldoel, maar moet in balans zijn met de wording en het zijn. Zo mag je ook niet zomaar mensen gaan onderwerpen en ze niet helpen om te komen waar jij bent. Dat zijn machtspelletjes, en dat gebeurt ook vaak in de kerk. De Bhakti en de Kama moeten dus altijd leiden tot Moksha, de zelfverwezenlijking, het oneindige Zelf in jezelf ontdekken, als een verlichting. De toekomst is al geweest. Er is dus een zelf van overgave, de mannelijke pool, en een oneindig zelf, de zelfverwezenlijking, de vrouwelijke pool, en daartussen mag diepe intimiteit komen om zo vrucht te dragen. Dit is het Nirvana. Alle andere realiteiten zullen wegvallen.
Hoofdstuk 29. De Indologische Wortel van Ezau Omdat het Hebreeuws oorspronkelijk geen klinkers had is de verbinding tussen Esav en Shiva nog duidelijker, want Ezau was gewoon SV in het Hebreeuws. Shiva bedelde in zijn Bhairava vorm van de nomadische bedelaar tot Vishnu om 'het rode', en ook zijn vrouw gaf hem eens een kom met het rode om zijn toorn te kalmeren. Bhairava is in het Sanskrit de heilige vreze, oftewel de heilige voorzichtigheid, die nodig is om de tempel te betreden om tot de dharma te gaan, de heilige leer. Bharaiva is dan ook de woeste sleutelbewaarder van de tempel en de dharma, als een dharmapala. Pala betekent beschermer, beveiliger, en ook de bedelaarskom, in de zin dat deze taak alleen goed gedaan kan worden als er overgave is, toewijding. De pala is de beschermer van de aarde, ook in de zin dat hij bedekt is met de aarde. Vandaar dat Bhairava ook wel Mahalaka wordt genoemd, de zwarte, de met aarde bedekte, als een wildernisbewoner, wat een teken is van absorptie en vermenging (exotisch). Hij heeft dus een kom of schedel gevuld met bloed, wat de onderwerping van het schijnzelf van illusies betekent, en hij staat op de zon, als een beeld van de verlichting en de ontwaking. Dit komt ook weer terug in Openbaring 19 : 17 En ik zag een engel staan op de zon en hij riep met luider stem en zeide tot alle vogels, die in het midden des hemels vlogen: Komt, verzamelt u tot de grote maaltijd Gods. Ook houdt de vrouw op het beest in de wildernis een kom met bloed vast. Mahalaka betekent ook "beyond time and death" in het Sanskrit, en hij komt ook voor in het boeddhisme. Het is de verwoestende kracht van Brahman, het Oneindige Zelf. Uit Brahman kwam Abraham voort in het Judaïsme, uit wiens bloedlijn ook Jakob en Ezau kwamen. Mahalaka wordt ook wel de Heer van de Tent genoemd. In Japan is hij één van de zeven "geluks" goden, als Daikokuten, in de zin van een god van fortuin, weelde, en esoterisch gezien gaat het dan om de onnaspeurlijke weelde van de natuur-gnosis. Ook in Japan is hij net als de Hebreeuwse Ezau een archetype van de jager. Bhairava moest de kapali eed afleggen. Kapala betekent schedel, als een bedelaarskom, en deze eed houdt in naar de wildernis te gaan om daar een nomade te zijn, naakt en bedekt met de aarde, met een bedelaarskom, als een beeld van nederige overgave, wat dus ook weer terugkomt in het Jakob en Ezau verhaal waarin Ezau de wildernis ingaat en uiteindelijk bij Jakob bedelt om het rode. Het pad van Ezau is dus het bhakti pad waarin hij afsterft aan zijn aardse rechten, zijn eerstgeboorte recht, als het pad van zelf-opoffering en overgave. Ook Yeshua (Yah-Shu, de wording van Ezau) liet in de oorspronkelijke gnostisch-Esseense mythologie zijn hemelse rechten achter zich en vernederde zich door naar de aarde te gaan. De schedelkom is dus een beeld van het afleggen van het lagere aardse zelf, de lagere wil, ook in de zin van het inzicht krijgen in de psychologie ervan. Telkens komt alles terug op de kennis. Zonder diagnose is er geen genezing. Inzicht is de weg. In dit opzicht mogen we daar om vragen op het pad van Bhakti, met een lege kom. We komen zo tot de oneindige kennis en vragen haar om ons te vullen. Dit is een daad van overgave. We stellen ons zo open voor het oneindige. Als wij niet leeg zijn van onszelf, dan is dit onmogelijk. Het gaat dus om de keuze leeg te zijn, en niet met allerlei smoesjes te komen. De schedel die we opheffen is de schedel van het schijnzelf. Zonder zelfopoffering en zelfverloochening is het bhakti pad onmogelijk. Het is een meditatie, een
discipline, waar de mens de tijd voor moet nemen. Het is geen stap, maar een pad, een proces. Als wij de eerste stap hebben gezet, dan zullen wij verder geholpen worden op dit pad. Op het bhakti pad gaat dus wel het mes erin. Het doel is dat er niets van ons lagere schijnzelf overblijft. Bhakti zelf is niet het eindstation. Op het pad van de Bhakti-Jaga mag de mens komen tot de Kama-Jaga, de verzoening met de gnosis. Wat dat aangaat zijn het hele christelijke principes van de mens die zich verzoent met het goddelijke, het bovennatuurlijke. Maar omdat de mens in het Westen opgesloten zit in de christelijke schelp van formule-redeneringen en alles snel, snel willen, is het belangrijk om de indologische parallel er vlak naast er op in te laten werken, voor meer diepte, om zo te komen tot een eerlijkere brug van gnosis. De lijn van de studie, de jnana in het Sanskrit, of de jn wortel, gnosis. In de oertaal zijn de jana en de jani een beeld van de urim en de thummim, het toetsen en het loon, als een studie-proces van de gnosis. Zonder het studie-principe zijn er geen wonderen te verwachten. Het westen is één groot spijbelfeest, en daarvoor is de indologische parallel belangrijk om uit de brand te ontsnappen. Alles is dus altijd in de context van de Jnana Jaga, de discipline van de studie, anders kom je nergens. Buiten deze discipline kom je alleen van illusie tot illusie, totdat alles uiteindelijk geheel is afgebrand en je niets meer over hebt aan eeuwigheids-waarde. Verdienen aan het leed van iemand anders. Het komt overal op deze wereld voor. Het zijn de marktsystemen van psychiatrie, de kerk, het rechtswezen, de tandheelkunde-industrie, het medische wezen, het schoolwezen, en ga zo maar door. Veel van bovenstaande systemen zitten vol met contactgestoorde mensen die allemaal door iets anders afgeleid worden. Ze zijn er niet om je te helpen. Je bent voor hen een gevangene, een nummer. Vaak zullen ze dat niet laten merken, maar ik weet wel dat velen pas na hun dood merken hoe diep ze zijn verminkt door dit soort mensen. Hoe komt dit ? Het antwoord is simpel : yoga. In het Westen is de yoga geheel losgekapt van de oorspronkelijke jaga, en wordt vaak de nadruk op het lichamelijke gelegd in plaats van op de transcendente kennis die het ooit was. Yoga is in het westen een materialistisch marktsysteem geworden, als een corrupte bijwerking van het Nirvana. De Westerse yoga is een rover, een afleidings-mechanisme, en vaak symptoom-bestrijding die de wortel van het probleem afdekt, zoals dat ook in de tandheel-industrie gebeurd. En het is pure dwangverpleging want voor de tandheel-industrie en de psychiatrie is de mens hun lagere zelf waarover zij willen heersen. Ze zijn te lui om de gnosis in te gaan, de diepte in te gaan, om de demonologie onder ogen te komen, maar net als de vlees-industrie hebben ze het gemunt om de mede-schepselen. Het is allemaal valse, westerse yoga. De Hatha Jaga is in werkelijkheid, in het Sanskrit, het gevecht, de volharding in het komen tot de diepte van de vijand, als de discipline van de demonologie, oftewel het hele Pniel verhaal, verbonden aan Jakob en Ezau, en aan Shu in de Egyptologie die zijn eigen Pniel ervaring had. In het Sanskrite is dit dus de Hatha, waarin de mens zich dus niet zomaar overgeeft aan wat op de mens wordt afgestuurd, via de opvoeding en het sociale en het educatieve systeem bijvoorbeeld. De mens worstelt ermee, in een toetsgevecht. De uitkomst is niet één of ander stemmetje die zegt : "Aye, het is okay, hoor, de kust is veilig," en het is ook niet één of andere bijbeltekst die de schijn wekt dat dingen bevestigd worden. Neen. De uitkomst is de heilige vreze, de heilige voorzichtigheid, het tot bloedens toe je verzetten tegen iets wat zich aan je opdringt als zijnde de waarheid, omdat je niet zomaar met de eerste de beste boot mee wil gaan. De gnosis komt alleen de heilige voorzichtigheid tegemoet, dus de gnosis zal je dan zelf gaan openen, zodat je je er niet meer tegen kan verzetten. Zij
die dit punt hebben bereikt weten dan ook dat dit de gnosis is, want er is daadwerkelijk niets anders wat ze kunnen doen. Dit is een goddelijke ervaring die alleen zij die het hebben meegemaakt kunnen begrijpen en het is genaamd de heilige gebondenheid, of heilige onweerstaanbaarheid. Als het niet gepaard gaat met de heilige vreze en met geduld en volharding, dan is het flut. We hebben het hier dus over de hogere hemelse robotiek, een muurvast en waterdicht systeem, wat gebouwd is op kennis, als in een school proces en wat de mens niet zomaar komt aanwaaien. Het gebeurt op het grote Pniel, de heilige arena van het toetsen, op het pad van de Hatha Jaga. Zonder de Hatha Jaga is het pad van de Bhakti waardeloos. Er is geen overgave en zelfopoffering mogelijk zonder studie en toetsen, anders weet je niet eens waar je jezelf nu op moet richten. Wat moet je loslaten, en wat moet je niet loslaten ? Het gaat om openbaring over deze dingen, en openbaring is niet zomaar een stemmetje of bijbeltekst, maar een school. Juist door de Pniel ervaring, de Hatha Jaga, wordt het pad van de Bhakti gericht en uitgestippeld. Zo wordt de zuivere bhakti onderscheiden. Je kunt niet zomaar met wat toverwoorden je overgeven aan de kennis, want er is zoveel valse kennis. Kennis is de militaire school en kunst van de hemelse technologie. Hoofdstuk 30. Het Bootje in de Wildernis Ezau is dus in het Hebreeuws Esav, en in het oorspronkelijke Hebreeuws wat geen klinkers had SV. Shiva is in het Sanskrit Siva, SV, dus het is gewoon letterlijk hetzelfde, wat ook de beide mythologieën laten zien. Heel veel oppervlakkige gedachtes breken stuk zodra je de diepte ingaat. Ezau werd tot het volk Edom, waarvan Adam de wortel is. Adam nam de vrucht van de gnosis uit de hand van Eva in de gnostische mythologie en de oorspronkelijke teksten, wat een beeld was van de intimiteit, verzoening, met de gnosis, oftewel de diepte. Dit is de Kama in de Indologie, als de Kama Jaga, wat een bepaalde school of discipline is. Principes komen tot rijping en verbinding en worden zo vruchtbaar. Intimiteit is slechts een metafoor van dit proces. Het is een abstractie van de eindeloze diepte waarin alle dingen tezamen komen, als een mengsel. Hoe dieper je gaat, hoe meer je de eenheid gaat zien van alle dingen, het transcendente. Kama is dus een belangrijk doel in de Indologie, als de verzoening, het mengsel, wat in de Vur terugkomt als het natuurverschijnsel van de brug : 112. DE BRUG
1. Ik kwam tot de brug, waar vele moeders waren met hun kinderen, En mensen, veel mensen, De brug was wijd en wit, En ze spraken dat ergens in het midden van de brug, Daar is geen tijd meer, Daar is een mist waar iedereen elkaar verliest 2. Ik vroeg me af waarom zoveel tot deze brug gekomen waren, Maar ik zag in dat er geen andere keus was, Er was een oorlog in hun land, En hun land zou in vuur vergaan 3. En men schiep religies, om aan de macht van de brug proberen te ontkomen, En men begon te twijfelen aan het verhaal van de brug 4. Ik ging de brug op, en liep door totdat ik in witte bloemenvelden kwam, Ik zag niemand meer, ik was helemaal alleen, Plotseling voelde ik een hand, En ik ontwaakte 5. Aan de andere kant van de brug was ook een oorlog, Ook dat land zou in vuur vergaan, Er was alleen leven op de brug Nauwverbonden hieraan is de weelde van de gnosis, een ander doel in de Indologie wat hieraan parallel loopt, de Artha, oftewel de Artha Jaga, de discipline van de rijkdom van kennis. Het gaat om het komen tot de overvloed van kennis, om zo door een volwaardige, volmaakte technologie, daadwerkelijk het goddelijke te kennen, als de toppen van de piramides van de kennis. Dit is het natuurverschijnsel van de regen. De regen is een groot doel in de esoterie, en alle paden van de gnosis lopen hier op uit. Zoals het Boek van de Roependen in de Tweede Bijbel daarover zegt : "Het is een eeuwiggroeiend vuur, wild om zich heengrijpende." Het is als het waarlijk thuiskomen. Meer en meer van het goede is het doel. De heilige tekst van het Boek van de Roependen zegt dat alleen de hogere, hemelse rijkdommen de gevaren van de lagere aardse weelde en het bijbehorende materialisme kan uitdoven. Het is dus voor ons eigen levensbehoud dat we streven naar de rijkdommen van de gnosis, de rijkdommen van het hemelse bewustzijn. Alleen zo kunnen we ook dieper groeien in de Kama-intimiteit van de gnosis. Deze twee parallellen vuren elkaar aan. De mens mag hieraan bouwen door heilig loon. Alleen heilig, eerlijk verdiend, loon is de sleutel tot de heilige weelde van de esoterie. Er moet dus ook een intieme relatie ontwikkeld worden met het Heilig Loon, volgens het Boek der Roependen, anders komt er bedrog in het spel. Kama is er dus voor onze eigen beveiliging, als een belangrijke sleutel, als de demonologie van de verbinding tussen intimiteit en de hemelse economie. Het Heilig Loon bewaakt de Heilige Weelde. Niemand komt zomaar tot de heilige Weelde. Hier is dus een school voor die de tussenstappen laat zien. Het Boek der Roependen laat zien dat alles maar één keer gebeurt, en dat de rest slechts herhalingstruukjes zijn van het herinneringsmechanisme. Dit is ook de boodschap van de Vur. Dit moet ook wel, want anders zou er niet genoeg ruimte zijn. Maar in
deze wetenschap mag de mens ook rusten. Tijd is een illusie. Het gaat om de principes die allemaal hun eigen magie hebben. Chronologie is dus ook een illusie, een valse, verdraaide volgorde verbonden aan het bestaan in de aardse illusie. De mens moet dus tot de diepere, achterliggende volgorde en prioriteiten komen. Ook tijd-lengtes van de evenementen van het leven zijn dus illusies. De aarde is een hypnotische schijnwerkelijkheid waaruit de mens moet ontwaken. Hypnose kan dit soort truukjes doen, en de mens is zwaar aan de gedwongen drugs, wat gewoon al bij de geboorte in het lichaam opspeelt als een gevaarlijke cocktail van hormonen en genetica. De mens is gedwongen intiem met de machten van deze wereld, als in een mensenhandel. Kama Jaga is ervoor om de mens hiervan te bevrijden en tot intimiteit, oftewel mengende diepte, te brengen met de gnosis. In de stadse schijnrealiteit wordt het als volkomen normaal gezien dat de mens leeft zonder bovennatuurlijke zintuigen. Het wordt de mens niet geleerd. Kinderen worden gekweld met getalletjes op school en andere dode kennis, terwijl het bovennatuurlijke en de technologie van de gnosis wordt genegeerd. Het is een parasitaire spiegelrealiteit. Neen, kan ik zeggen. Het is niet normaal. Het is een nachtmerrie, en de mens moet zichzelf wakker schudden. Veel mensen lijden aan paniek-stoornissen vanwege deze nachtmerrie, maar het is beter paniek-stoornissen te hebben dan zomaar door te leven alsof er niets aan de hand is. De mens moet terug. Word maar boos, raak maar in paniek, en heb weer passie. Het is een teken dat je nog leeft. Het scheidt je af van de dode massa's voor een bijzonder plan. In het hemelse koninkrijk heb je waarde. In de stad kijkt er niemand naar je om, en als ze naar je omkijken dan is het vaak met bijbedoelingen. Er is geen zorg in de stad. Het is allemaal een markt. Ze letten op de teller en of het kwartje wel in de gleuf is gegooid. De stad moet een kwartslag draaien. Iemand heeft aan de hypnotische knop lopen draaien. Wie ? De Westerse yoga die een karikatuur van de Kama Jaga heeft gemaakt. Het is een zwaar kunstmatige vervalsing. De ware natuur kennen ze niet. Daar hebben ze geen tijd voor. Het kan niet groeien. Er is geen creativiteit. Ze kunnen alleen elkaar na-apen. Een kwartslag moet het draaien dus. Even de hypnotische knop een goede slinger geven. Breng de natuur maar weer tot leven. Op het bhakti pad van de zelfverloochening en overgave, wat ook terugkomt in het christendom en de islam, dieper de wildernis in, komen we uiteindelijk tot het kama principe, wat kan verschijnen in de vorm van een godin, de godin van de intimiteit, het wonder van het mengsel in de diepte, de godin Kama (of Koemoe in de oertaal). Zij is degene die leidt tot het moksha principe van worden en zijn, oftewel het oneindige Zelf. Het is dus gewoon een personificatie, een archetype, van een collectie van principes. Zodra een god of godin je niet terugleidt naar je eigen bron is het slechts een illusie. De godin Kama, als archetype van de brug, van relaties, leert de mens dus te worden en zijn zoals Haar, en juist daarin vindt Zij haar goddelijkheid. Zij leidt tot het bootje op de bosrivier, dieper de wildernis in, tot Moksha, de zelfverwezenlijking, wat ook als een godin kan verschijnen. Zo komt de mens tot een hele dualistische ervaring van het Nirvana. Zij blaast op Haar hoorn. Zij roept de mens, als een roepende in de woestijn. Net zoals de mens Artha, de heilige weelde, nodig heeft om de valse, overmoedige weelde te overwinnen heeft de mens Kama, de heilige diepte en intimiteit, nodig om de valse, overmoedige intimiteit van de stad te overwinnen.
Hoofdstuk 31. De Indologische Wortel van Ruth en de Vloek van de Marthanisten De Egyptische KM wortel van Kama, de Indologische godin van het diepe contact, als de Indische Cupido, is eigenlijk precies hetzelfde : De verzoening is er alleen door verwonding. In Egypte is het KM principe het heilige der heilige. Dit is hetzelfde principe wat in de diepte van het christendom ligt. Er worden pijlen van verzoening afgeschoten, van diep contact en dat verliefde gevoel, en dit laat verwondingen achter. Dat moet wel, want de verwonding staat voor de vermenging. Onze werelden moeten dus eerst opengebroken worden, en dan pas is er de brug. In de Egyptologie is de KM het volbrachte werk, en dit is eindeloosheid. Het ligt dus ook opgetekend in het christendom, maar in het Westen is dit helemaal verdraaid en uit z'n verband gerukt. Het is een complete nachtmerrie geworden. KM (khem) is in het Egyptisch de godin van de vruchtbaarheid en de schepping, wat haar verbindt aan Kama in de Indologische parallel. Het is hetzelfde principe. De KM is in de Egyptologische diepte de openbaring (kemh, gamh, zien, onderscheiden). Het is dus iets heel technisch. Het is het contact met de kennis. Het ware Zelf ligt diep opgeborgen in de Kennis. Een belangrijk energetisch plaatje is in de bijbel het verhaal van Maria en Martha. Zij worden bezocht door Yah-Shu, of Yah-Sa, de KennisWording (Yeshua). Martha gaat als een bezetene over tot het bedienen, en heeft door haar vele werk niet de tijd om de woorden van Yah-Sa, van de gnosis, te horen, maar Maria daarentegen zit tegenover de Yah-Sa om te luisteren. De Yah-Sa zegt dan dat Maria het juiste deel heeft gekozen. Martha deed wat de sociale code van haar verlangde, de etiquette, maar Maria betekent in haar naamwortel 'rebellie'. Maria was verbonden aan de gnosis. Deze rebelse wortel is de mara in het Hebreeuws, wat in het Egyptisch de wet van Ra is, de wet van de overgave. Maria ging hiervoor naar de bron. De wet van Ra komt ook weer terug in het Oude Testament waar Hobel, de broer van Kaïn, Ra wordt genoemd in het Hebreeuws. In het vorige boek, de Egypte Code, is dit besproken in de Egyptische context waar het op neer komt dat het verhaal van Kaïn en Hobel metaforisch gaat over de wachter van de tong, oftewel de beteugelde tong. Maria sprak niet, maar luisterde, en zou alleen spreken als de Kennis haar zou laten spreken. Wij mogen alleen spreken door Kennis. Wij moeten niet roekeloos en overmoedig zijn als Martha die rondrende om mensen te behagen. In het Oude Testament komt dit terug in het Ruth en Boaz verhaal, waarin Ruth aan de voeten van Boaz, haar losser, een Messiaans beeld, in slaap valt, als een beeld van overgave, van symbolisch
afsterven aan jezelf, om zo het Kennis-Zelf te ontvangen. Dit is dus het Bhakti pad in de bijbel. Dit pad wordt bijna niet in de stad en in de kerk geleerd. De mens wordt opgeleid tot een Martharobot, om het systeem te dienen. Daarbij is het doodnormaal om te pas en te onpas je mond los te trekken, ook om te zingen. Dan is het goed je af te vragen welke geest er bezig is : Maria of Martha. Martha wil niet wachten. Martha wil gezien worden, eer ontvangen. Bij Martha gaat het erom door mensen geaccepteerd te worden in plaats van de Kennis. Martha's zijn in die zin doof en er valt vaak ook niet mee te praten. Maria's worden door Martha's altijd beschuldigd door vooroordelen. Maria is diep in de hemelse techniek, terwijl Martha oppervlakkig is. Martha speelt altijd rechtertje en politie-agentje, terwijl Maria vaak zwijgzaam lijdt, wachtende op de Kennis, op openbaring. Maria wil niet geleid worden door de stad. Maria worstelt in afzondering op het grote Pniël met al die stadse goden die haar willen wurgen. Martha biedt haar hierin niet de helpende hand, maar trapt haar nog dieper weg. Om het pad van Ruth te vinden, van de heilige slaap van overgave, hebben we heel veel kennis nodig om aan onszelf af te sterven, omdat het een stuk technologie is, als een school. Hoe het zelf nou daadwerkelijk te verloochenen is een groot vraagstuk. De mens heeft de rijkdom van de gnosis hiertoe nodig, als de heilige regen, wat in de Indologie ook de Artha is, de RTH, wat dan ook de Sanskrite wortel van Ruth, RTH, is. Artha betekent in het Sanskrit de zintuigen en de vaardigheden, de betekenis, de vertaling, het teruggaan naar de oorzaak, de wortel, als één van de vier hindoeïstische doelen in het leven. Het betekent ook doel. Artha is dus ook noodzakelijk om tot Kama, de brug, de vermenging in de diepte, te komen. Zodra de mens dingen in Artha kan begrijpen, dan kan de mens loskoppelen van zijn schijnzelf en lagere wil. Zo valt de mens in de ware heilige slaap, als Ruth, om tot overgave aan de gnosis te komen. Vreemd genoeg betekent Martha ook rebellie, en heerser, maar dan is het rebellie naar de gnosis toe. Ze grijpt graag de macht. Ze luistert niet graag. Christenen in de kerk aanbidden haar. Het zijn Marthanisten die Marthan volgen en aanbidden, en vaak nog wel erger zijn dan satanisten. Het is een huwelijk tussen Mammon (materialisme) en Marthan. Hoofdstuk 32. De Sleutel van Herhaling Godsdienst is een ander woord voor leven vanuit de bron, maar 'demonologie' is hierin belangrijk om te zorgen dat je leeft vanuit de juiste bron. Er zijn namelijk ook veel giftige bronnen zoals we
weten. Demonologisch onderwijs is wat helaas vaak ontbreekt in de godsdienst en velen willen het er niet over hebben. Godsdienst en demonologie gaan hand in hand, en dit zijn natuurlijk maar woorden. Je kunt het ook anders noemen. De demonologie is je virus scanner, je alarm, je beveiligings-systeem, dus daar kunnen we niet lichtzinnig over doen of het zomaar afwimpelen. Waar openbaring (onderwijs) ontbreekt verwildert het volk. Het gaat hierin om de technologie. Zit er een lekje in die technologie, dan kun je alles wel vergeten. Alleen perfectie brengt ons over de woeste zeeën van het bestaan. Dit is een ander vies woord voor vele godsdienstigen. Ze hebben zich er bij neergelegd dat ze altijd zondigen. Wat een ellendig bestaan. Waarom volgen ze God dan als ze niet zoals God worden ? Zo worden er verschrikkelijk gevaarlijke spelletjes gespeeld, wat we de projecties van de Arcturische lens noemen. Het zijn natuurverschijnselen. Aan de voet van de heilige berg wordt er veel geroddeld, veel gelogen, veel gespot en weggelachen. Er zijn daar veel geruchten als een sluier, een voorhangsel, om de mens te testen en te zuiveren, klaar te maken voor de volmaakte bron. Dit is geen volmaakte bron naar letterlijke en menselijke maatstaven. De technologie van het bestaan is namelijk abstract en obscuur. Als je tot de ware bron wil komen, dan gaat dit door het kruis, de strijd en het onderwijs. We hebben het namelijk over de oneindige kennis. Dit onderwijs gaat veel door herhaling, zodat het wortel kan schieten, en zodat het kan blijven testen en zuiveren. In herhaling sterft de lagere wil, de schijn-wil of geprojecteerde wil, af. Beveiliging is een systeem van herhaling, maar telkens zal die herhaling net even iets anders zijn om zo wat nieuws toe te voegen, om het even van een andere kant te laten bekijken. In herhaling bestaat dus openbaring. Die openbaring leidt tot heiliging, oftewel afzondering, maar daarna leidt die openbaring weer terug naar het begin om het op een andere manier te bekijken, te herzien, zodat het gewoon geintegreerd wordt in het systeem. We kunnen daarom niet het kind met het badwater weggooien. Voordat de King James bijbel kwam was er de Geneve bijbel van 1560, wat min of meer Calvijn's bijbel was. Deze bijbel had begeleidende verzen bij elk vers, als een echo, of de zogenaamde dubbel-verzen. Het maakt vanaf het begin al duidelijk dat de schepping van het licht niet de zon is, want die bestond toen nog niet. Het was dus een ander soort licht, als een inzicht. Ik zou willen zeggen dat het het licht was van openbaring, van visioenen en dromen, van de parallelle werelden. Het was transcendent nachtzicht, als de vrucht van de nacht. De schaduwen om ons heen houden niet van herhaling. Zij haken ergens af halverwege. Dit kan enorm frustrerend zijn, als een afval race, maar ook dit zijn voorhangsels, en zij hebben enige cryptische waarde. Vandaar - en dit is vaak gezegd - moeten wij puzzelaars zijn. Door de herhalingen in het leven worden er parallelle deuren geopend waardoor situaties ineens heel anders zijn. Er kan ineens een wonderlijke vermenging komen. De herhaling, het volharden, is hierin de sleutel. Herhaling heeft eeuwigheidswaarde, en als herhaling de kans wordt gegeven dan kan zij zich beter uiten en uitleg geven. Dan kan er diepte komen. Zo kunnen mensen ook ineens veranderen als hun parallelle deuren worden geopend. Mensen zijn als lopende verzen, maar zij hebben vaak hun dubbelvers nodig om er zicht op te geven. Ieder mens heeft een parallelle zelf. Ook heeft de mens parallelle dier-zelven, en ook omgekeerd is dit zo. Dieren hebben parallelle mens-zelven. Vandaar dat het ook totaal onverantwoord is om dieren te eten. Dit kan alleen metaforisch. Dieren zijn namelijk ook mensen. Ieder mens heeft dus parallelle dier-zelven, waaronder ook parallelle vee-zelven. Denk je eens in in
hoeveel realiteiten je wel niet gefokt wordt voor de slacht. Zowel letterlijk als figuurlijk ! Dan help je jezelf niet als je in deze realiteit dieren eet, want je houdt zo je eigen slacht in stand. Zo eet je in principe jezelf. Het is nog steeds een totale holocaust in deze wereld voor de dieren, en dus ook voor de mensen. Belangrijk is het tot de allegorische betekenis te gaan en los te komen van schijn-werkelijkheden en al hun sluiers. Dit behoort ook tot je weg zien te vinden in de stad om zo te komen tot de diepte van de natuur. We kunnen stellen dat zij die gebrek hebben aan demonologie automatisch gezogen worden tot het moorden en eten van dieren. Demonologie is metaforisch carnivorisme, terwijl de vlees industrie letterlijk carnivorisme is. De mens kiest tussen metaforisch leven of letterlijk, materialistisch leven. De mens die het metaforische leven niet kent wordt zo gegrepen door het materialisme, door de Mammon. De mens kiest dus tussen of diep leven, of oppervlakkig. Leven aan de oppervlakte is zoals we zagen niets dan zelfmoord. Alleen de kennis doet waarlijk en eeuwig leven. In de Geneve bijbel wordt er gesteld dat de mens die geroepen is perfect gemaakt zal worden, en dat dit een veilig en zeker proces is (I Ts. 5:24). Dit is diepte-technologie voor ingewijden, dus het valt niet te bewijzen voor hen die materialistisch willen leven in zonde. Alleen het diepe kan het diepe verstaan. Er zijn dus condities verbonden aan het geopenbaard worden van de waarheid. Het is niet ergens te koop. Het is niet iets wat je even kunt bewijzen aan Jan en Alleman. Het is geen hoer. Het is obscuur en vluchtig. Het zal wegrennen van je. Het zal je op de proef stellen. Het is zeker niet iets wat je zomaar even met de vrienden of wat voorbijgangers kunt delen. Het is niet op zoek naar een pooier. Bezint eer ge begint. Hoofdstuk 33. Dieper Erin = Dieper Eruit Er zijn geen snelle uitvluchten. Mijn mandaat - wat ik overigens in de hemel heb ontvangen - is altijd geweest : "Wil je ergens uit, ga er dan eerst dieper in." Altijd weer is dit een gouden sleutel gebleken. De reformatorische kerk waarin ik opgroeide heeft mij altijd zwaar geïntimideerd, zo erg dat ik er studie van wilde maken. Ik moest en zou weten wat het was, en tot de bodem gaan. Ik had zoiets van : "Oh, dus dit heb jij ergens uit een reformatorisch boekje gehaald, denkende iets te weten ? Goed. Ik zal nog dieper hierin gaan dan jou, en ik zal komen tot het wonder in de diepte van de hele reformatorische put, die bodemloos is." Alleen zo kun je dingen herzien. Ken je vijand, en ken ook zijn goede principes. Houd je vijand in die zin dichtbij je. Ga eerst dieper de gevangenis
in voordat je daadwerkelijk kunt ontsnappen. De sleutels liggen namelijk dieper in de gevangenis verborgen. Het medicijn is in het probleem zelf. Gooi je het probleem weg, dan is alles verloren. Natuurlijk moeten we veel weggooien, maar ook moeten we veel herzien, en leren kennen, op waarde leren schatten. Een beetje draaien, een beetje puzzelen, een beetje op zoek gaan naar dubbele bodems. Vaak vinden we juist in de diepte van zulke kerkers en putten juist ook weer zoveel andere gevangenen, lotgenoten, die een heel ander licht op alles kunnen schijnen, en misschien zelfs de sleutel tot alles dragen. Zulke situaties of personen wil je natuurlijk niet missen. Vandaar ook : afrekenen met de smetvrees. Geestelijke smetvrees is een vorm van spijbelen. De mens moet genezen worden van xenofobische smetvrees, angst voor vreemden en buitenlanders, wat een vorm van racisme is. Het is een elitaire, gemakzuchtige rijkdomsziekte in het Westen. Men is zo oververwent dat men waant alles al te hebben en niets meer nodig heeft. 't Is er al, dus buitenlanders en hun culturen zijn niet gewenst. Alles is al in kannen en kruiken. Juist onze zg. "vijanden", onze nachtmerries, zullen ons helpen over de woeste zeeën van het bestaan. "Vrienden" en dromen zullen ons niet verder helpen. Juist het ergste wat je in je leven hebt meegemaakt is je sleutel. Vaak moeten we tot de conclusie komen dat onze ingebeelde vijanden onze vrienden waren, en onze vrienden waren onze grootste vijanden. Vaak moeten we tot de conclusie komen dat niet de ander de vijand was, maar wijzelf, in onze onwetendheid. Ik heb het dan ook over hoe je als kind wordt opgevoed met een ingebeelde vijand, zoals mensen van een ander geloof of helemaal geen geloof, of mensen uit een ander land. Die andere landen zijn wel zo afgeweken, en daar kan niets goeds uit voortkomen, enzovoorts, enzovoorts. Neen. De mens moet zelf zijn vijandige deel onder ogen komen. Dat kan een hele grote ontwaking zijn. Ik was al heel zwaar opgevoed in het reformatorische geloof, maar om ons heen waren er kinderen die nog wel zwaarder waren opgevoed : ze mochten geen televisie bijvoorbeeld. Een heleboel voor ons gewone dingen mochten niet. De ouders van die kinderen waren zwaar paranoïde, en het werd hen altijd ingeprent dat ze zwaar zondig waren, en dan allerlei theologieën van de uitverkiezing waarin je nooit zeker weet of je het gaat redden, als een soort gokkast, want daarboven in de hemel wordt alles beslist. Een mens heeft daar geen eigen inmeng in. Zo spreken ze dan. Ik dacht : "Oh ja ?" Ik vond het in het gezin waar ik werd opgevoed al loodzwaar, zo zwaar dat ik ontsnapte naar een wat lichtere kerk, de evangelische, en toen het vol evangelische, te vergelijken met de pinksterkerk, waar ik ook uiteindelijk terecht kwam in mijn vlucht. Mijn familie was daar goed overstuur van. Eentje ontplofde er zelfs. Maar ja, ze waren dus zelf de zwaarsten nog niet eens, terwijl het al lood en lood zwaar was, met altijd het zwaard van de eeuwige hel wat aan een dun draadje boven je hoofd hing. Nooit was er rust. En dan op te groeien met een opa die vaak jankte van angst vanwege de hel. Ik kwam ook diep in die angst terecht, ook door bepaalde bovennatuurlijke ervaringen die ik had gehad en niet begreep, en die door de westerse bijbel helemaal verkeerd werden uitgelegd. Eigenlijk was daar geen plaats voor tussen al die vrolijke mensen in de pinksterkerk. Ik was op een gegeven moment helemaal niet meer vrolijk. Ik werd achtervolgd. Ik voelde me meer als die nog zwaardere gereformeerde gezinnen bij ons in de buurt, die altijd in angst en depressie leefden vanwege hun theologie. En ik dacht : "Okay. Dus zo wordt het even op mijn bord geslingerd ? Oh ja ? Ik zal nog dieper in deze materie gaan dan jullie ooit zijn gegaan." En ik kan gelukkig zeggen dat er leven is op de bodem van die put. Er wordt namelijk veel achtergehouden, veel verborgen gehouden voor de mens. Ik ben zo diep doorgegaan totdat ik uiteindelijk in de hemel kwam, God ontmoette, en het was totaal niet zoals ze dat in de kerk leerden. De kerk is steke en steke blind, totaal verkeerd ingelicht, en niemand die het nacheckt. Dat
durven ze ook niet in hun angst voor de eeuwige hel. Het zijn gevangenen. In de hemel werd mij verteld alle theologieën die ik geleerd had in de kerk los te laten, echt alles. Ik kreeg daar toen een zwaard voor in de plaats wat mij door dingen heen liet kijken, en ik moest naar de bibliotheek om in de geschiedenis te zoeken. Oorspronkelijk waren dingen namelijk heel anders. Openbaring en studie gingen in die zin dus hand in hand. In de Geneve bijbel staat : "Ze houden zoveel van leugens, dat ze er zelfs plezier in hebben, wat de ergste krankzinnigheid is die er bestaat." (II Ts. 2:12) Het westen is totaal doorgedraaid in het pragmatisme : "Voelt het goed, dan is het goed." Ik wilde niet meer zulke spelletjes spelen. Dat wat ik had ontvangen in de hemel wilde ik niet meer verliezen. Het brak al mijn zintuigen open, en dit ging door zware studie, dag en nacht. Ik zag de hemelse technologie, en dat was nog maar het begin. Het was pure robotiek wat beveiligd was door hoge voltage, wat alles terugslingerde wat er niet hoorde. Er is namelijk een groot verschil tussen de robotiek van de oneindige kennis, en de robotiek van de lagere wil. Helemaal totaal gek zou je kunnen worden van de kerk. En als je dan in de diepte van de kerk wil gaan om dieper eruit te kunnen komen, ga dan wel als een joker, als een clown. Laat het je niet verzuren. Blijf creatief onder alle omstandigheden. Je krijgt een pak kaarten waarmee je goocheltruukjes kunt gaan doen. That's it. Wordt nooit één van hen. We gaan dus dieper om anders dan hen te worden, om los te komen. Het is goochelen met woorden, spelen met taal, totdat je de sleutel hebt gevonden, de juiste combinaties. Er is geen makkelijke uitvlucht : Ga er dwars doorheen, en maak alles anders. Oorspronkelijk was toch alles van ons. Zij hebben het gestolen en verdraaid. Nu moet het weer terug. Het is van ons. Het is onze kunst. Het is de oneindige kennis waarvan ze stukjes hebben afgebroken en er hysterisch lachend mee weg zijn gelopen. Ze hebben er een zotte kermis van gemaakt, maar wij zullen nog zotter zijn. Laat je niet voor een gat vangen. Wees een kolderkat, een maartse haas of een gekke hoedenmaker met deze religie. Laat hen je er nooit onder krijgen. Ga tot het raadsel en wordt wijs. In de stad zijn de goden op een rij geplaatst als een beeld van de lagere wil. De lagere wil heeft zich als zodanig in zulke idioten gepersonificeerd. "God is goed, wij zijn slecht," wordt er dan gezegd. Maar waarom leef je dan ? Ze doen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, maar het is puur duivels. Wij zijn ook goddelijk en behoren goed te zijn. Wij behoren te leven als de engelen, ook al zien we overal duivels om ons heen. Des te meer behoren wij als engelen te leven. Niet naar menselijke maatstaven, maar naar profetische maatstaven van de robotiek van de oneindige kennis, die onnavolgbaar is door de lagere wil. Daarom laat de Geneve bijbel al zien waar het op uit gaat lopen : Hosea 2:16 - En het zal zijn op die dag, zegt de Heere, dat gij mij Ishi noemt, en niet meer Baal. Ishi, iysh, betekent dienstknecht, ondergeschikte, en Baal betekent heer, meester. Het is een heel slim vers, want er zal een dag komen dat we God geen meester mogen noemen, puur omdat we zelf meesterschap moeten verwerven, en onze lagere wil, waarvan de lagere goden, ook de lagere "God" van de stad, een beeld zijn, moeten we disciplineren en temmen, leren berijden. Je komt er niet zomaar vanaf. Het is een worsteling. Je kan de lagere wil niet zomaar wegsturen. Je moet de lagere
wil overwinnen en ten goede laten meewerken. Je lagere wil is namelijk je verdraaide kennis-wil. Het is creatief materiaal en kan cryptisch gebruikt worden. Het zou zonde zijn om het in rijkeluis smetvrees allemaal weg te gooien. Vandaar dat de ruiter op het beest ook zo belangrijk is. Je lagere zelf is het raadsel van je kennis-zelf, je ware zelf. Je moet er mee puzzelen. Je moet ermee optrekken. Je moet het leren berijden, dieper mee gaan, leren onderscheiden, leren een diagnose op te stellen. Gebrek aan studie is de valkuil. Dit was ook de reden waarom Hosea met de hoer, Gomer, moest trouwen, als een metaforisch beeld. Het hele boek Hosea gaat over het liefhebben van hen die als de vijand leven, als een beeld van het dieper erin gaan om eruit te komen, wat ook direct de betekenis van de Messiaanse tekst "Hebt uw vijanden lief" is. Dit is niet roekeloos en letterlijk, maar strategisch en metaforisch. In hoofdstuk 3 moest Hosea hetzelfde truukje doen. Weer moest hij een relatie aangaan met een overspelige hoer, een afgodendienaar. Hij deed dit om haar af te zonderen : 2Toen kocht ik haar voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerst. 3En ik zeide tot haar: Vele dagen zult gij blijven zitten; gij zult geen ontucht bedrijven, geen man toebehoren; en ook ik zal tot u niet komen. Dit alles was een beeld van hoe de Hemel met het zondige volk omgaat. De Vrouw rijdt op het beest. Zoals Paulus het zegt : "Ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang." I Korinthe 9 24Weet gij niet, dat zij, die in de renbaan lopen, allen wel lopen, doch dat slechts één de prijs kan ontvangen? Loopt dan zó, dat gij die behaalt! 25En al wie aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles; zij om een vergankelijke erekrans te verkrijgen, wij om een onvergankelijke. 26Ik loop dan ook niet maar in den blinde en ik ben geen vuistvechter, die zo maar in de lucht slaat. 27Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang. Paulus moest het dus winnen van zijn lagere wil. Dit is ook waar het boek Filippenzen in de grondtekst over gaat, over het liefhebben en berijden van het beest. Het is de betekenis van Filippe. Dit liefhebben houdt een zorg en een aandacht in om alles tot sieraad te strekken. Dit is ook wat tucht, kastijding, betekent. Het betekent opvoeden. De lagere aardse wil is vaak ook het kind in onszelf. Ontucht ontstaat waar die opvoeding er niet is. Ontucht is een gebrek aan tucht, een gebrek aan richting en leiding. De lagere aardse wil moet dus terug in de baarmoeder.
De Twaalf Kleine Profeten COAB 2018 Theologie zonder demonologie is waardeloos, zoals ook de demonologie zonder etymologie (taaloorsprongen) waardeloos is, want alles heeft een diepere wortel. Omdat taal practisch moest worden om de communicatie gesmeerd te laten verlopen was de taal genoodzaakt gebruik te maken van cryptogrammen. Zij die hier geen rekening mee houden komen in het materialisme terecht. Het "oordeel" over het materialisme is allang geweest, en draagt de buitenaardse codes hiervoor in de twaalf kleine profeten. Het "oordeel" is het herzien van het ego in de diepte, het opnieuw rangschikken van dat wat er verdraaid was aan de oppervlakte. Hierover gaat dit boek. Hoofdstuk 1. Het Filippenzen Apparaat Hoofdstuk 2. Colossi - De Vrouw met de Spiegel Het Geheimschrift van de Onderwereld
Hoofdstuk 3. Ragnarok en het Walkurische Geheim Hoofdstuk 4. Het Nachtgesprek Hoofdstuk 5. De Gereformeerde Gemeente Hoofdstuk 6. Laodicea en het Ruiterlijke Denken - Kritiek en Cryptiek Hoofdstuk 7. Het Hemelse Metaal Hoofdstuk 8. Amos en de Vrucht van de Leerschool van het Toetsen Hoofdstuk 9. Amos Bekeken Vanuit Psychologisch Opzicht Hoofdstuk 10. Het Geheim van de Uitverkiezing Hoofdstuk 11. David en Batseba in de Orionse Mythologie Hoofdstuk 12. De Sleutel tot Sion Hoofdstuk 13. De Oorlog Winnen of Een Product Verkopen ? Hoofdstuk 14. Het Kruis van Vernedering Hoofdstuk 15. De Brug tussen de Indologie, het Judaïsme en de Christologie Hoofdstuk 16. De Putten van Galati Hoofdstuk 17. Groeien in het Huis van Jakob Hoofdstuk 18. De Tocht naar Èrk Hoofdstuk 19. De Verborgen Vur-Bomen In De Bijbel Hoofdstuk 20. De Verborgen Vur-Bomen In De Bijbel II Hoofdstuk 21. De Vur Natuur School Hoofdstuk 22. Document Informatie over de Saveer-energie-parasiet Hoofdstuk 23. De Orions-Indiaanse Mythologie Hoofdstuk 24. Maleachi Hoofdstuk 25. Het IS-Complot - Wat hebben het christendom en de psychiatrie met elkaar gemeen ? Hoofdstuk 26. Bijlage Het IS Complot Hoofdstuk 27. De Gelijkenissen van Maleachi Hoofdstuk 28. De Indologische Wortels van Obadja Hoofdstuk 29. De Orionse Demonologie - Demonen in Orionse Zeegebieden Hoofdstuk 30. Orionse Demonologie II - De Fjork dream-controller chip Hoofdstuk 31. Orionse Demonologie III - Fjork-Finno Hoofdstuk 32. De Orionse Wortels van Zefanja Hoofdstuk 33. De Orionse Liturgie Hoofdstuk 34. De Edoms-Spiegel van Abadja Hoofdstuk 35. Het Heilige Geheim van de Olifant Hoofdstuk 36. De Steniging van Zacharia Hoofdstuk 37. Het orakel van Habakuk Hoofdstuk 38. Het Raadsel van Hosea Hoofstuk 39. De Wijngaard van Hosea Hoofdstuk 40. Het Oversteken van de Grote Orionse Oceaan Hoofdstuk 41. West Orion Map Hoofdstuk 42. Het Mysterie van de Heilige Dief Hoofdstuk 43. De Leeuw en de New Age Muis - De Bespreking van Micha Hoofdstuk 44. Het Odin Mysterie - De Komst van Orion Hoofdstuk 45. De Opstanding van Balder Hoofdstuk 46. Het Draupnir-orakel van Odin Hoofdstuk 47. De Odin Sleutel
Hoofdstuk 48. Odin en het Yule Feest Hoofdstuk 49. De Katholiek-Protestantse Ballingschap Hoofdstuk 50. Nahum Hoofdstuk 1. Het Filippenzen Apparaat Van de iconen van het Nieuwe Testament, oftewel de boeken ervan, komen we niet zomaar af, en dat hoeft ook niet. Ze bezitten veel gnosis, vooral in de esoterische betekenis. Het is een bepaalde taal die gesproken wordt. Aan de oppervlakte, zoals de kerken het presenteren, is het verdraaid, maar door diepte kan alles verbroken worden. Het is een groot kruis. Het is allemaal gestolen en op de markt te koop gezet. God als een hoer. Boeren onderhandelen erover in hun niet na te volgen
boerse accenten. Je kan er dus wel op een hele andere manier tegen aan gaan kijken, en dat is een hele uitdaging. Heel lang geleden had ik een droom waarin ik bijbelboeken zag als kooien waarin wilde vrouwen waren opgesloten, natuur-vrouwen, die de personificaties van de verschillende aspecten van de moeder aarde waren, de bovennatuurlijke aarde dwars door alles heen. Zij waren als wilde beesten en ik wist dat ze één dag zouden losbreken. Vandaar dat ik me ook altijd gewijd heb aan de natuur-uitleg van de bijbelboeken, om zo de kooien los te maken. Aan de andere kant zijn deze kooien de sluiers van de moeder aarde, van de natuur-kennis, als de voorhangsels van de tempel, dus het is weer heel dualistisch. In wezen waren de bijbelboeken oorspronkelijk dus een soort van godinnen. Vooral ook in de grondteksten komt dit naar voren, en het is een onderwerp wat me blijft boeien : de verborgen Godin in de bijbel, want één ding is zeker : de vrouw als archetype moet in deze wereld hersteld worden. Er moet een beter zicht op komen wat de vrouw precies is, op het principe en de metafoor ervan. Toch moet Zij zich ook blijven versluieren tot de tijd van openbaring en manifestatie. De diepte van dit alles brengt geduld. Diepte is dus de sleutel tot geduld, en zij die die diepte niet hebben zullen weggezogen worden door ongeduld en overmoed. Diepte is een belangrijke schuilkelder tegen de stormen. Filippi betekent in de Griekse grondtekst een paardrijder, oftewel als de vrouw op het beest. Vandaar dat je het hele Filippenzen traject in het Nieuwe Testament, wat overigens een gevangenisbrief van Paulus was, kunt zien als een tunnelcomplex, vers voor vers. In elk vers zit een diepe sleutel verborgen, om zo verder te komen. Elk vers heeft verschillende lagen, en omdat het christendom de grootste religie op de wereld is, kunnen we niet zomaar hieraan ontkomen, maar moeten we het raadsel oplossen. Het is een kooiencomplex, en de sleutels moeten gekend worden, en uitgeoefend worden. Het is een buitenaardse kooi op de mens geforceerd. Het christendom kwam door buitenaardse invasies van voor het menselijk oog onzichtbare wezens. Het hele gevangeniswezen moet omgevormd worden. Ik heb het Paulus personage altijd interessant gevonden, vanwege zijn werk in de gevangenis, en zijn betogen over hoe met het lijden om te gaan, en ook zijn strijd tegen het materialisme. Ik voelde altijd dat er een groter mysterie achter verborgen ging. Ik weet nog wel dat ik op de bijbelschool een heel klein kamertje kreeg, en dat ik achter mijn bureau zat en blij was dat ik nu eindelijk alle tijd had om het eens te bestuderen wat het nu eigenlijk was. Zo kon ik toen al sleutelen aan de gevangenis-wand. Ik zat achter mijn bijbeltje, en bladerde door de brieven van Paulus en er kwam een onbeschrijfelijke blijheid en rust over me heen, een gevoel van veiligheid. Maar ik kon niet grijpen wat het was. Ik was mijn ontmoetingen met theofanische vrouwen in hele heftige dromen als kind zijnde alweer vergeten. Ik sprak er ook niet over. Ik zat diep in de kerk-gevangenis, maar ik zag een straaltje licht. Er groeide iets in mij, maar ik wist niet wat. Natuurlijk had ik daar wel mijn christelijke baby-taal voor om het uit te leggen, maar het was iets anders, iets diepers. Ik had contact met een moeder, maar zo werd dat niet geuit. Later begon ik steeds meer door de christelijke kermissen heen te prikken, en ik kreeg het aan de stok met de bijbelschool leiding, op mijn tweede bijbelschool, want ik was inmiddels verhuisd. In hun ogen was ik te rebels en eigenzinnig, maar inmiddels had ik diepe ervaringen met de andere wereld en dat botste gewoon. Ik begon in te zien hoe hypocriet ze veelal waren, en zelf niet eens volgens hun boekje leefden. Ik was niet de enige die dit inzag, want ook anderen begonnen te vertrekken. Er werden veel machtsspelletjes gespeeld, en toen viel voor mij ook uiteindelijk het doek. Ik had het helemaal gehad. Nog steeds heb ik ook heel veel goede herinneringen van die tijd,
en heb ik ook hele fijne mensen mogen ontmoeten. Ik bouw en werk nog steeds met deze herinneringen. Maar het Paulus personage zie ik soms weleens een beetje als Ra in zijn bootje door de onderwereld, die eigenlijk doorging waar Jezus was gestopt. De westerse Paulus heb ik niet zoveel mee, maar de esoterische, meer mythische Paulus, en de Paulus van de grondteksten is weer een heel ander verhaal. Er is wat dat aangaat een goede simulator-Paulus. Als Paulus het heeft over de vijanden van het kruis, dan heb ik daar een bepaald beeld van. Het spreekt erg tot mijn verbeelding in de zin dat die diagnose bruikbaar is. Het christendom is de grootste vijand van het kruis ooit. Ik had een droom over het hele Filippenzen apparaat. Filippi is dus oorspronkelijk een godin. Paulus heette oorspronkelijk Saul, zijn Israëlitische naam (van Selah), wat in de wortels het raadplegen van een orakel betekent. Saul kwam in die zin tot de godin Filippi, en schreef haar gnosis op. Filippenzen is natuurlijk door de tijden heen enorm corrupt geraakt. In de droom kwam ik tot een medisch centrum met allerlei loketten waar telkens dezelfde vrouw achter zat, in allerlei verschillende gedaantes. Ik moest daar een gevaarlijk jongetje afleveren die mensen aanviel met een injectie spuit. Ik werd door die vrouw totaal niet serieus genomen. Ze begon allemaal over andere dingen, alsof ze zich niet in de werkelijkheid bevond, totaal ongeïnteresseerd. Ik dacht : "Laat maar zitten." Ik nam het jongetje weer mee. In de oorspronkelijke Geneva Bible van de protestantse en calvinistische reformatie, in Filippenzen, bevindt Paulus, oftewel Saul, zich in de gevangenschap van de baarmoeder, wat dus eigenlijk een teken is van komende wedergeboorte. In 1:7 noemt Saul zijn gebondenheid "genade" om aan te geven dat dit buiten hemzelf omgaat, zijn lagere zelf geen inmeng heeft, maar vooral door het latere christendom in het westen kreeg dit een hele andere betekenis. In het Grieks is de genade, of de gave, altijd verbonden aan loon, als de loons-gave, terwijl hier het gaat om de loons-gave van gebondenheid. Er is dus een heilige loons-genade en een valse genade die de vrije wil afneemt, of die de vrije wil wel waardeert, maar dan genade maakt tot een wachtwoord waar je verder helemaal niets voor hoeft te doen. Saul stelt al heel duidelijk dat het niet om de gave gaat, maar om de vrucht. Ook stelt hij dat zij die niet werken ook niet zullen eten, en dat ieder voor zich moet werken, wat een diepe esoterische betekenis heeft. (Zie Thessalonicenzen). Het heeft dus wel potentieel, maar het moet even juist gedraaid worden. In ieder geval komt het er op neer dat in de Geneva bijbel wel duidelijk zichtbaar is dat genade als een hulpeloosheid is die plaatsvindt in de gebondenheid van de baarmoeder, en waardoor er ook bovennatuurlijke richting kan komen. Dit is dus een hele andere genade dan die in het westerse evangelische christendom wordt geleerd. Het punt is dat we niet aan deze dingen ontkomen, zowel aan genade niet, als aan de bijbelboeken niet, juist omdat ze een belangrijke kern bevatten. Ze moeten dus even anders uitgelegd worden, en dan kunnen we verder. Wij geven dus een hele andere definitie aan genade : 1. Genade als een loonsgave 2. Genade als tegemoetkoming waar iemand boven de maat veroordeeld is 3. Genade als de hulpeloosheid van de heilige gebondenheid die nodig is om bovennatuurlijk geleid te worden zonder inmeng van de lagere wil. In die zin gaan zowel de grondteksten als de Geneva Bible dus veel dieper. De Geneva bijbel roept weer op tot soberheid, ingetogenheid, daar waar de latere evangelische bewegingen steeds vrijer en roekelozer werden als genade-freaks, met zogenaamde gratis giftige milkshakes, maar waar de schaapjes peperduur voor moesten betalen. De genade drug suste het volk in slaap.
Het jongetje in de droom liep rond met een soort eetbaar speelgoed, waar ook nog eens chocolade in zat, maar het was puur gif. Hij had ook geleerd zijn 'evangelie' op te dringen, en viel dus mensen aan met deze drug. Hij stak mij ook in de arm met die spuit, dus vandaar dat ik hem naar het medisch centrum bracht van Filippenzen. Ze namen hem daar dus niet aan, dus ik gaf hem een aai over zijn bol, en zou wel een andere oplossing vinden. Ik moest het knulletje wel goed in de gaten houden dus. Hij wilde mij ook chocolaatjes aansmeren, maar die gaf ik weer terug. Die at hij toen zelf op. Een andere reden dat ik hem aangaf was omdat hij mij dus een eetbaar stuk speelgoed had gegeven, een soort busje, en ik had het in mijn mond gestopt, en spuugde het weer uit, omdat ik merkte dat het niet echt te vertrouwen was. Vooral ook omdat hij zei dat hij het had ingesmeerd met troep nadat ik het in mijn mond had gestopt. Later zei hij dat dat maar een grapje was, maar het was een echte belhamel. Hij moest echt opnieuw opgevoed worden. In ieder geval merkt Saul op in 1:12 in de Geneva Bible dat alles is omgedraaid, juist zodat de boodschap doorgang kan krijgen. Het is weer de situatie van het ei, waarin het kuikentje alleen kan groeien als de eierdop er omheen blijft. Die eierdop zal op een gegeven moment, wanneer het daarvoor tijd is, barsten. Als dit voor zijn tijd gebeurt, dan is het als een miskraam. Vandaar dat we niet te wijs moeten zijn, niet te haastig moeten doen, maar moeder natuur haar tijd te geven. Vandaar dat we nederig moeten zijn en boete moeten doen, opdat we kleiner zullen worden, leger, zodat de natuur weer in ons plaats kan nemen. Zo komen we ook tot de godin Filippi. In mijn droom kon ik alleen tot Haar komen door een soort theater opvoering van 'negatieve' belijdenissen van nederigheid en zelfvernedering, als een manier van zelfkastijding, en dat is nodig, want we hebben twee polen in ons, zowel het goddelijke, als het kanaal, en het kanaal moet leeg zijn, en leegte ontstaat alleen door zelfvernedering, zodat je natuur vrij blijft van invloed van de lagere wil. Het is dus puur een technologische virus scan. Je komt in wezen tot niemand anders dan je eeuwige en oneindige kennis-zelf, en de rest is allemaal proza en verhaaltjes, theater opvoeringen, die dit technologisch uitbeelden en coderen. It's all in the Game. It's all in yourself. Jij bent Filippi, de godin op het paard. Jij bent de natuur-kennis. Jij bent ook het kanaal, en dat moet je zuiver houden. Het werkt aan twee kanten. 1:6 Zij, die een goed werk is begonnen in u, zal getrouw zijn dit ten einde toe voort te zetten. Dit gaat dus over je diepere, volkomen zelf. Als wij de hemelse banden hebben ontvangen, dan hebben wij ook macht om anderen die hiervoor open staan mee te trekken tot de hemel. Wij mogen in die zin samenwerken met de baarmoeder. Dit is een multi-dimensionaal werk. Er is veel te doen in de parallelle werelden. We moeten leven wat ons gegeven is, ook het leven hier op aarde, het leven in het vlees, waar Saul het ook over heeft, omdat de schat in aarden vaten is. 22Indien ik in het vlees blijf leven, betekent dat voor mij werken met vrucht, en wat ik moet kiezen, weet ik niet. 23Van beide zijden word ik gedrongen: ik verlang heen te gaan en met de chasma (baarmoeder) te zijn, want dit is verreweg het beste; 24maar nog in het vlees te blijven is nodig om uwentwil. 25En in deze overtuiging weet ik, dat ik zal blijven en voortdurend bij u allen zijn, opdat
gij verder moogt komen en u in het luisteren en gehoorzamen verblijden. We kunnen dus voor dit doel op de aarde leven terwijl we niet van de aarde zijn. Hoofdstuk 2. Colossi - De Vrouw met de Spiegel Het Geheimschrift van de Onderwereld Zelfvernedering hoeft geen realiteit te zijn, maar het is metaforisch, en ook om de trots van de lagere wil te ontlopen. Het is dus voor je eigen bescherming dat je de pool van zelfvernedering en zelfkastijding in ere houdt, en dat is ook de reden waarom we hier op aarde door veel vernedering heenmoeten. Dat is ook weer een thema in Filippenzen. Dit doe je dan voor een hoger doel, net zoals in de Yah-Shu mythe, waarin Yah-Shu ging van de hemel tot de aarde, en toen tot de onderwereld om zichzelf te vernederen, om de andere pool te helpen. Filippenzen 2 3zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang, 4maar ieder lette ook op dat van anderen. 5Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Yah-Shu was, 6die, in de hemelse gestalte zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, 7maar zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. 8En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft hij zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises. Soms moet je jezelf zo klein mogelijk maken om ergens doorheen te kunnen komen, wat ook weer tot oorlogsstrategie behoort. Dit is ook de eigenschap van de spion. Hij verraadt zichzelf niet, dus hij kan zichzelf voordoen als wat dan ook maar nodig is om zijn werk te kunnen doen, zonder daardoor problemen te krijgen met zijn baas. Het doel heiligt de middelen. Paradijselijke kameleonen blijven daarom niet voortdurend veilig in het paradijs als een schoothondje. Neen. Zij gaan voortdurend eruit voor ingewikkelde opdrachten. Het zijn geheime detectives. Zo is ook het profetische leven. Het is onvoorspelbaar, en er zijn altijd weer uitzonderingen op de regel. Als je mensen wilt behagen en het iedereen naar hun zin wil maken kom je nergens. Wij hoeven ons ook niet altijd te verdedigen naar de mens toe. Soms is het beter om stil te zijn. De mens mag ook los komen van alle zelfverdedigingszucht. Laat af van de mens, want hij is maar een zucht. Genade, Charis, was oorspronkelijk een Griekse godin van de natuur en de vruchtbaarheid, wat dus een hele andere betekenis had dan wat westerse christenen er vaak aan geven. In de diepte is genade gewoon de hemelse werkingen van de heilige gebondenheid, en geloof, Pistis, was ook oorspronkelijk een Griekse godin, en betekende verbondenheid, eerlijkheid, oprechtheid, waarheid en vertrouwen, wat in wezen gewoon de hemelse verbondenheid van de heilige gebondenheid is, en
niet het vage, blinde geloof wat westerse christenen er vaak op na houden vandaag de dag. Toen Saul (Paulus) in de gevangenis was en de Filippenzen dit hoorden stuurden ze Epafroditus naar hem toe met gaven om hem te helpen, en toen gaf Saul hem een brief mee voor hen. Epafroditus betekent toegewijd aan Aphrodite, de moeder van Charis (soms in het meervoud). In de Bijbel is geloof de bron van genade, telkens weer. Geloof, pistis, is in die zin de moeder van genade, charis. Het ware geloof is de verbondenheid aan de kennis, ook een aspect van Aphrodite. De liefde is in de bijbel het grootst, zelfs boven geloof. De ware liefde is de testende baarmoeder, de onderscheidende kennis. Conflict-situaties en restricties zijn dus belangrijk, als een onderdeel van de ware liefde, de agape. De liefde van de lagere wil is allemaal omkoperij, dus vandaar dat het om de kennis draait om hiertegen veilig te blijven. Zo zien we verschillende aspecten van de hemelse gebondenheid, als de herdefinitie van de christelijke pilaren : 1. genade als de hemelse werkingen door de heilige gebondenheid 2. geloof als de hemelse verbondenheid door de heilige gebondenheid 3. liefde als het hemelse toetsen door de heilige gebondenheid De heilige gebondenheid is de sluitsteen van de oneindige, eeuwige kennis. Ook Colossi, het daaropvolgende boek, is een godin, een gepersonificeerd aspect van kennis. Het offer op het altaar is in de grondteksten een metafoor van het nomadische leven, van de brug, waardoor er ook contact komt met anderen. Saul (Paulus) verheugd zich hierin. Saul heeft zich in die zin geofferd aan Colossi. In de grondteksten komt het altijd weer neer op zelf-offering, en dit is altijd metaforisch. Het is een zinnebeeld van het toetsen, zodat alles zuiver blijft. Toetsen betekent analyseren, onderscheiden, de diepte ingaan. Toetsen is studie, en je niet laten misleiden door de oppervlaktes van de dingen. Daarom lijden wij in het leven, zodat we dieper en dieper kunnen gaan. Het kruis is de gevoeligheid die alle delen met elkaar verbindt, als een communicatie-systeem, tot één lichaam. Al deze dynamieken bevinden zich in jezelf. Het is je innerlijke zelf-familie. Dat is ook wat Colossi betekent : het grote, allesomvattende geheel. In de grondtekst staat Saul voor haar als voor een wild beest, en zij heeft meerdere koppen, die haar verschillende aspecten uitbeelden. Colossi is een vrouwelijk woord en meervoudig. Saul bewondert haar als een kerk, als een geheiligd lichaam, wat ook in de bijbel wel vaker als een vrouw wordt gepersonificeerd. Colossi is deels vrouw en deels beest, verbonden aan de natuur. In de diepte is dit net als Filippi weer een vrouw op een beest. In de Geneva bijbel, in Colossi, wordt het kruis beschreven als een triomferende strijdwagen. Het is een nomadische dynamiek, zoals de vrouw op het beest. Soms is het beest een beeld van de baarmoeder. Al deze dingen horen bij elkaar. Ook Colossenzen is een gevangenis-brief van Saul. Aan het einde ervan draagt hij de Colossenzen op zijn gevangenschap, zijn banden, te herdenken. Saul is in het beest om tot wedergeboorte te komen, tot de bevrijdende werking van het tot inzicht komen. Het is heel dualistisch, net zoals het boek Openbaring heel dualistisch is als het over de wilde beesten gaat. Het is een paradox van kunst. Het is om los te komen van de lagere aardse gewesten. Colossi neemt hem mee naar boven. Colossi gaat over de heilige spiegel, het spiegelbeeld van het onzichtbare goddelijke, waardoor de
mens heen kan gaan om zo telkens tot een ander inzicht te komen. Colossi is daarom ook de vrouw met de spiegel. In de Vur wordt gesproken dat juist de spiegel de droom in stand houdt. Deze twee hebben elkaar nodig. Dit is een mooie demonologische dualiteit. De valse spiegel moet natuurlijk ingeslagen worden, zodat de valse droom wegvaagt, opgelost wordt. Saul spoort de Colossenzen aan om de dingen te zoeken die boven zijn, en laat zo ook de heilige spiegel daartoe zien. De Geneva bijbel stelt dat de redenen en de wil van de mens corrupt zijn (3:5). Saul stelt dat de mens zelf de heilige spiegel moet worden (3:10). De nieuwe (diepe) mens is die spiegel. Dit transformatie-proces geschiedt door de vernieuwing van kennis. Hierin vallen ook alle valse onderscheidingen weg. In de heilige spiegel zien we onze verloren aspecten en onze parallelle zelven. Ook het beest heeft een spiegel in het boek Openbaring. In de diepte is dat een altaar, wat ook het geheim is van onze meervoudige identiteit. In de latere vertalingen van de bijbel werd dit steeds eenzijdiger neergezet. Oorspronkelijk kwam het uit de Egyptische onderwereld boeken waarin de spiegel van Nun, de zee, de onderwereld opende naar de hemel, opdat Ra op kon staan, als de hemelvaart. In Openbaring maakte de spiegel dat het beest weer kon spreken. In het twaalfde nachtuur van het Egyptische Boek der Poorten dragen vier goden de spiegel waarmee ze de poorten van de onderwereld bewaken, en waarmee ze Ra tot rust laten komen in de baarmoeder van Nod. In het Amduat boek is het loongevend aan hen die deze mysterieuze spiegel kennen, en zij ontvangen hun akh, hun dubbel (metaforisch : broer), hun schaduw die hen bijstaat, hun parallelle zelf. De Amduat beschrijft deze spiegel als transcendent, iets van de wereld beyond, als een interdimensionale poort. Deze spiegel geeft doorgang aan Ra in de onderwereld, zorgt ervoor dat Ra nergens blijft steken. Deze spiegel is in de diepte van de woestijn, in het diepste van de nacht, waar alle realiteiten ombuigen en in elkaar overvloeien. Het is als de nachtelijke woestijnzee. Ra moet zelf tot deze spiegel worden. Hij moet tot zijn spiegelbeelden komen, zijn parallellen, zijn verborgen identiteiten. Dit zijn zijn sleutels in de onderwereld. De bovennatuurlijke spiegel is zijn gids. Het is het geheimschrift van de onderwereld. Het Amduat boek zegt dat alleen maar een paar dit kennen. Verder kent niemand het. Hoofdstuk 3. Ragnarok en het Walkurische Geheim In een droom ontmoette ik Ragnarok, de Noord-Germaanse Eindstrijd in de Apocalypse, te vergelijken met het Armageddon. In het Zuid-Germaanse gebied werd dit ook wel de Gotterdammerung genoemd, de godenverduistering. Ik ontmoette Ragnarok in West-Orion in een gebouw. Hij kwam als een jongen die net volwassen was geworden. Hij smeerde een lijm op zijn onderlip en zijn gezicht raakte bevroren en kwam zo onder een zware hemelse magie terecht. In het oude Germanië in Europa draaide alles om de Walkuren (Valkyries, Noord-Germaans), de strijdgodinnen die hen die hard aan zichzelf gestorven waren opnamen in de hemelvaart. Ragnarok was niet alleen een metaforisch tafereel van de toekomst, maar ook een persoonlijk principe wat toen al in de mensen werkte. Het is een pad door het metaforische ijs wat tot de metaforische
duisternis en eeuwige nacht leidt, of de grootste nacht, een principe wat ook weer terugkomt in de islam. Het ijs staat namelijk voor de ramadan, de vastenperiode waarin je alles aflegt, jezelf vernedert, opdat je lagere, materialistische schijnwil afsterft. Het is een periode van onthechting waardoor je contact kan leggen met de andere, "verloren" wereld. De Walkuren werken dus in de Ragnarok om te zien wie tot het diepste ijs is gekomen. Zij vissen dus de bevroren zielen uit het ijs. Er is geen hemelvaart zonder aan jezelf af te sterven in het ijs. Vanwege dat het ijs leidt tot de nacht, als een natuurverschijnsel, leidt het tot het zwarte ijs. In het nachtijs sterven de lagere zintuigen af, en vandaar de term 'de zwarte moeder godin', en 'de zwarte Heerin', wat dus belangrijke metaforen hiervoor zijn. De mens moet teruggeleid worden tot het zwarte, de donkere moeder aarde. De Walkuren, de Germaanse oorlogsgodinnen, helpen en testen in deze tocht, in het Ragnarok. Zij wonen in het zwarte ijs, als ijsgodinnen. Zij zijn zelf het zwarte ijs. Wij hebben dus de ijsziekte nodig om tot de grootse nacht te komen. Deze ijsziekte brengt de hemelse hallucinaties, de nieuwe zintuigen. Zo kan ook uiteindelijk de hele wereld veranderen. De hele wereld zal in deze ijsziekte moeten gaan, in het Ragnarok, om zo af te sterven aan de lagere, materialistische hallucinaties. Zo kan er uiteindelijk een nieuwe schepping komen. Ook de Walkuren zelf zijn dus slechts een gebied waar de mens doorheen moet om zelf een Walkure te worden. Het Walkurische gebied ligt diep in de ijsnacht. Dit gebied is het hemelse robotische systeem. Ergens in de diepte van de ijsnacht is de hemelse donder en bliksem van de kennis, een nieuwe energie centrale. Er is dus geen makkelijke weg uit de stad, van de tuinen tot de wildernis. Dieper in de tuinen en de parken wordt het kouder en kouder, en velen keren op dat punt terug naar de warme stad die hun lagere, materialistische zelf in leven houdt. Zij die uit de winter tuinen komen tot de wildernis gaan zelfs dieper de kou in, want hier zijn de stadsmuren niet meer, en geen warme haarden in de buurt. Eerst komt de mens in de ijsvlaktes van Ragnarok terecht, en er zijn vele waaghalzen die eerst nog wel durfden die dan terugkeren, want dit gaat hen toch echt te ver. Snel weer terug naar de stad, waar alles veilig is en comfortabel, waar alles voorgekauwd is. Voorgekauwd ? Ja, de stad kauwt alles voor. In ieder geval in dat diepe ijs, daar ga je zeker klagen, en terug verlangen naar hoe het eens was, waar je eerst was. Al die flashbacks van goede, warme herinneringen kwellen je dan. Velen haken op dat punt af en gaan weer terug. Maar de mens moet dieper de nacht in. De mens moet door alles heenprikken, en er wacht een nieuwe natuur op de mens. De mens moet dieper de slaap in, en dat gebeurd door de ijsziekte. Het wonder van het licht in het diepste van de ijsnacht is dan niet de opkomende zon, maar iets van de natuur voortgebracht door plantjes en kruid, als lichtbolletjes, zaadjes met visioenen, en gedragen door insecten. Zij brengen een nieuwe lijm voort, die Ragnarok op zijn lip smeerde in de droom. En zo is warmte ook iets wat voortgebracht gaat worden door planten en kruid, en gedragen door insecten.
Hoofdstuk 4. Het Nachtgesprek In de hemel las ik boeken van de amazone ijs theologie. Die gaat als volgt : Net zoals licht komt ook het ijs voort vanuit de planten en het kruid, en wordt gedragen door insecten. We hebben het dan over de natuur van de onderwereld. De insecten zijn exotisch. IJs is een kruid. Er zijn vele soorten ijskruiden, zoals het kruid van ijsziekte en ook van ijsdood. De ijsdood is nodig om af te sterven aan je lagere zelf en je lagere zintuigen. Het leidt tot de nacht. De nacht komt ook weer voort uit plantengroei, en wordt gedragen door insecten. Het waren grote, dikke boeken die ik las, en ze waren al heel oud. Soms waren er zwart-wit plaatjes bij en soms in kleur. Er was een ijszon die ook voortgebracht werd door plantengroei, en er was ook een eeuwige ijsdood, wat gewoon een tussenlaag was in het menselijk lichaam, dus als een tussenstap en geen uiteindelijk doel. De dood is metaforisch en gewoon een poort en programmerings-laag, als een beveiliging. De boeken waren hoog technologisch. Uit de dood komt altijd weer nieuw leven voort. In die zin is de dood dus een beveiligings-systeem, en dit moet eeuwig zijn, zodat het ook weer eeuwig leven kan voortbrengen. Een doods-laag die niet eeuwig is heeft niet de potentie om het lagere zelf totaal te laten afsterven. Zo brengt de plantengroei dan uiteindelijk de eeuwige ijszon voort binnen het menselijk lichaam die deze eeuwige ijsdood brengt waarin de lagere, materialistische wil afsterft, en waardoor de paradijselijke zintuigen opengaan. Binnen het Ragnaroks-principe leidt dit ook tot de nachtzon, die dus niet bestaat uit licht en warmte, maar puur uit de grootste en eeuwige duisternis, waarin het valse licht wordt uitgedoofd en wegvaagt, als een reset. Dit wordt ook voortgebracht door de planten. Juist omdat de nachtzon het duisterste punt is komen er contrasten, zodat door de contrasten het nachtzicht gaat werken. Vandaar dat het duisterste punt nodig is. Het is een belangrijk onderdeel van een zintuig, en moet ook als zodanig herkend worden. Vandaar dat een mens soms door duisternis heengaat en heenmoet in zijn of haar leven. Het zijn installaties van de hemelse natuur. De mens herkent dit vaak niet, omdat er heel wat slappe verhalen over de hemel in de omloop zijn, vaak vanuit hele selectieve Westerse vertalingen van oudere Oostelijke teksten. Het nachtzicht van verschillende graden duisternis kan dan worden tot ijszicht, waarin verschillende graden van ijs nieuw zicht vormen. Door het gebruik van de ijszintuigen kom je langzaam in een nieuwe natuur, nieuw groen. Het begint als ijsgroen, heel koud en ver weg. Zodra je het probeert te grijpen glipt het uit je vingers weg, of vaagt het weg. Dat moet je dus niet doen. Het is een natuur proces. Je kan het niet forceren. Dingen zomaar grijpen hoort niet bij het leven in ijs. Het hoort niet bij de natuur-ijsrobot. Je wacht op de natuur. Je rafelt niets af. Je doet helemaal niets dan de natuur zijn gang laten gaan. In principe gaat het dus weer om de Vur-principes. Je gaat nergens rechtstreeks op af, maar je cirkelt er omheen. Je richt je op het halve, niet het hele, of je richt je op een druppel. Zo is er ruimte voor verandering en inmeng. Je glijdt door het ijs. Je houdt nergens aan vast. Je hebt alles losgelaten. Je bent een skiër.
Groen ontstaat waar je loslaat. Groen is het natuur proces wat je door het loslaten een kans geeft. Het is het groene ijs, het ijsgroen. Het ijszicht heeft fotografische capaciteiten, zodat je een nieuw geheugen opbouwt, een nieuw hartsmuseum. Heb geen zorgen over de materialistische lagere aardse gewesten. Ik zeg het weer : Heb geen zorgen over de materialistische lagere aardse gewesten, heb geen zorgen over de stadse gewesten en hun kortzichtigheid. Het zijn allemaal schaduwen. Laat het je niks kunnen schelen, want alles zal in vuur vergaan. Houd er niet aan vast. Probeer er ook geen koning of koningin te worden, want ze zetten je vast. Het leven daar is een leugen, het tegenovergestelde van de waarheid. Ze zullen nooit eerlijk zijn, en ze zullen je nooit daadwerkelijk onderwijzen en de waarheid vertellen, ook niet over jezelf. Als je alleen maar complimenten krijgt, en iedereen vind je geweldig, dan hebben ze je. Dat is een teken dat er iets goed mis is. Wees hun koning of koningin niet, want dan ben je een slaaf. Als je daar een kroon hebt is het allemaal illusie. Velen verkopen hun ziel voor zulke trofees. We zijn nog niet klaar met het gevangenis-implantaat van de stad, want hoe werkt dat nu eigenlijk ? Besproken is dat de tandarts-industrie de mens gevangen houdt in de stad. Bekend is dat fluoride wat ze door veel tandpasta's gooien een afvalproduct is van de chemische industrie wat giftig is voor de hersenen en het zenuwgestel. Ik had vele jaren geleden daar een droom en nachtvisioen over gehad waarin de gnosis mij dit ook verzekerde. Ik zag een klein jongetje met een fluoride vergiftiging wat in vele lagen van kleuren om zijn hoofd heenzat en waardoor alles in zijn leven in de war werd geschopt, vooral in zijn hersenen. Zo zijn ook de gevaren van vullingen en zogeheten wortelkanaalbehandelingen besproken, die nog veel gedwongen worden op mensen, tegen hun wil in, wat ook laat zien dat dit niet voor hun algemeen welzijn is, maar voor gevangenschap in de stad, en voor slavernij. Iemand zei eens : "every minute a sucker is born", oftewel een parasiet. En dat is ook zo. Buitenaards ongedierte heeft een grote interesse in de baarmoeders van de aarde, opdat ze zo op aarde kunnen incarneren om de massa's te onderdrukken. Het zijn pionnen. Niet ieder mens is dus daadwerkelijk een mens, want er zitten vele parasieten tussen die gewoon "mensje spelen". Ze komen niet alleen als brullende leeuwen, maar ook als engelen des lichts : aardig en betuttelend. Aan mensen die alleen maar aardig zijn hebben we helemaal niets. Zij zijn de NSB-ers van het systeem, de slaapliedjes. Pas ermee op met zulke mensen die alleen maar aardig zijn en geen groot rechtvaardigheidsgevoel hebben, alhoewel ze soms wel net doen alsof. Prik er doorheen. Laten we dit even een stapje verder trekken : Hoe ziet dat gevangenis-implantaat er nu in diepte uit ? Hoe werkt het precies ? Is er iets wat over het hoofd gezien wordt ? Vele mensen lijden onder vullingen en weten dat het niet klopt. Velen gebruiken geen fluoride tandpasta meer, maar fluoridevrije tandpasta. Zijn we er dan al ? Neen. Over vullingen is veel bekend. Zo is het bekend dat als je witte vullingen hebt dat je dan gewoon plastic in je mond hebt, met een veel lagere dichtheid dan je bot zelf, waardoor je zenuwstelsel direct of indirect gaat lijden vroeg of laat. Vaak gaat dit heel subtiel, maar dit maakt uiteindelijk ook je hele gebit gevoeliger, en gevoelige tanden zijn vandaag de dag hierdoor een epidemie. Langzaam gaat dit dan ook je zenuwstelsel overnemen en je hersenen, en wordt je zo monddood gemaakt, en nog erger. Het is een "smooth criminal", maar het kon je ook direct in de nek springen. Vele
mensen zijn totaal in de vernieling geholpen door witte vullingen, die minstens zo gevaarlijk zijn als amalgaam, de kwikvullingen. Maar dit is het ergste nog niet. Want hoe is dit allemaal ontstaan ? Wat is nu precies de wortel van deze tandarts-industrie, die de industrie van de dood is ? In de Tweede Bijbel wordt besproken dat het leven in de stad een hallucinatie is die is opgewekt door gevaarlijke mond-bacteriën. De mensheid wordt door zware, aggressieve mond-bacteriën hierin gehouden voor gevangenschap en slavernij, behekst door parasieten. Het is een hysterische controle als een drug. En de mens is hieraan hardnekkig verslaafd. Heel vroeger had ik hier een droom over dat wanneer speeksel op de grond valt, dan verandert het in een haai. Mensen hebben hier vaak geen idee van, maar ik zal het even gaan beschrijven. De mond wordt door de tandartsparasiet, wat gewoon een gevangenisbewaker is, in mondenrekken gezet, door alle gedwongen betuttelingen, smeerseltjes, implantaatjes en ga zo maar door. Maar dit is nog niet het ergste. Dit is niet het gebied van het paradijs waar we leven, maar van de vijand, van een fokkerij. De mens is voor deze fokkerij niets anders dan een melkkoe en een slachtvarken. De mens werd buiten het paradijs geboren, dus het gevangenis-implantaat zat al in het lichaam bij de geboorte, en wel in de mond, in het speeksel. Veel mensen denken hier niet over na, maar het is de druk van de tijd waardoor dit mysterie besproken dient te worden. De mens kan geen bacteriën zien, en zelfs de wetenschap kan nog geen 0,0001 procent zien van wat er daadwerkelijk gaande is. Het grootste gedeelte van de bacteriën en parasieten zijn voor de wetenschap nog onzichtbaar. Met al hun dure apparaten komen ze niet ver, en worden ze nog steeds uitgelachen, omdat materialisme het materialisme nooit kan verslaan. De wetenschap bevindt zich dus in een zinkend schip, omdat ze geen rekening houden met het bedrog van de matrix waarin ze leven. Vandaar dat alleen de metafysische wetenschap van de gnosis zal overleven. Dat kan niet gekocht worden, en dat kun je ook niet, en mag je ook zelfs niet, zomaar even aan Jan en Alleman gaan bewijzen, omdat het alleen voor geheiligde ingewijden is, voor hen die aan de condities voldoen. Het bewijs ligt diep binnenin, dus materialisten zullen het nooit vinden. Zelfs als ze bewijzen zien dan zullen ze het vanwege hun markt afwijzen en verstoppen, zoals tandartsen dit ook doen die nooit geen mensen serieus nemen. Er zijn zelfs op het terrein van de holistische tandartsen infiltranten die mensen dwingen met vullingen te lopen. Een holistisch tandarts vertelde mij dat de tandarts-industrie vol zit met slagers en dat tandartsen zelfs gaatjes boren in de gebitten van mensen om zo bezig te blijven en veel geld te verdienen, want vullingen zijn lekker peperduur. En ik zeg nu : Stop en pas op met die witte vullingen, want die zijn soms niet eens meer te zien in het gebit, en zelfs niet op een röntgen foto. Als je dan problemen gaat krijgen en je weet niet in welke kies het is gelegd, dan kom je er niet meer zo snel achter. Dan loop je met troep in je botten (want tanden zijn stukken bot) zonder dat je het weet, die je hele leven overhoop halen. Het zijn tijdbommen, en ze moeten dan eens in de zoveel tijd vervangen worden, zodat het steeds dichter bij de zenuw komt te liggen, ook met alle gevolgen ervan, want je lichaam gaat dit niet pikken. Het hoort er niet. Zo kunnen zelfs je zenuwen ongemerkt gaan afsterven en infecties veroorzaken, en ook dat is niet altijd te zien op röntgen foto's vanwege beperkte technologie. Maar goed, dit is al veel besproken. Wat schuilt hier dan nog achter ? We hebben het dus over het gevangenis-implantaat van de stad, wat ook nog eens begint te piepen als je probeert te ontsnappen, omdat het hooggevoelig is voor je marktwaarde en niet voor je persoonlijk welzijn. Je bent bezit. In de space opera "Star Wars" die begon in de zeventiger jaren stonden de Sith Heren, de Sith Lords, voor emotie-gestuurd leven vanuit egoïsme en hebzucht, niet vanuit redenering en diepte
kennis, zoals de Jedi. Het denken van de Sith Lord gaat altijd in dezelfde cirkeltjes, dus als ze dan redenaties hebben, dan is dat altijd gelimiteerd en om henzelf op te pompen, machtslustig als ze zijn. Veel godsdiensten zijn zo georganiseerd, vooral de orthodoxe, letterlijke afdelingen ervan, zoals het christendom het meest berucht is daarvoor, en de ISIS-afdeling van de islam. Ook de tandartserij en de psychiatrie zijn zo georganiseerd. Het zijn materialistische systemen voor de markt, niet voor de uiteindelijke educatie. Zij verkopen wel educatie, maar dit is altijd weer beperkt en altijd tot het doel slaven te maken voor hun Sith Lords. Als iets ijzer is wat je met je handen niet kan breken, als iets je stalkt en je er maar niet vanaf komt, neem het dan cryptisch. Ik moet dan zelf denken aan het geloofsspook van massa's mensen die niet door zintuigelijke openbaring van de bovenaardse en buitenaardse kennis leven, maar door blind geloof. Wat moet je met dit stalkende spook genaamd Geloof dan doen ? GL.F. GL, GLY, is openbaring in het Aramees, en F is Eva, de oorspronkelijke godin van het paradijs die de gnosis tot de mens, Adam, bracht, in de gnostiek. GL.F is dus de openbaring van Eva. Dit ligt ten grondslag aan Jehova en Ejove (Job), Afu (vorm van Ra, Egyptisch), als de verborgen Godin, de personificatie van de Gnosis. Hoofdstuk 5. De Gereformeerde Gemeente Iets blijft ons stalken totdat we hebben ontdekt wat het daadwerkelijk is. Dat kan een bepaalde gedachte zijn, een bepaalde emotie, of een herinnering. Het kan een bepaalde persoon zijn. Sommige dingen gaan niet zomaar weg. Zo is dat ook met de stad en het christendom. Vandaar dat we er niet met smetvrees mee om moeten gaan, maar esoterisch, symbolisch, en zelfs cryptisch. Nu, dat is een bekend verhaal. Maar daar komt nogal het één en ander bij kijken, want hoe decodeer je dat dan, en waar begin je ergens ? Zijn dat niet juist de dingen die ons zo kwellen, of moeten we het even ergens anders zoeken voor wat afleiding ? Als we hier voor open staan wordt het pad vanzelf getoond, op een hele natuurlijke manier, niet geforceerd. Ik heb altijd een diepe liefde gehad voor de Gereformeerde Gemeente, oftewel de zwarte kousen kerk, zoals die ook wel genoemd wordt, omdat onze buurt deels van de Gereformeerde Gemeente was, en mijn vriendinnetjes. Ook onze buren waren van de Gereformeerde Gemeente, maar ja, ik groeide op in de Bible Belt van Nederland. Onze andere buren waren Indonesiërs, vrienden van mijn vader van school, en zij waren mijn tweede ouders. De Gereformeerde Gemeente is en was zo'n beetje de zwaarste kerk van Nederland, zwaarmoedig in vergelijking met de andere kerken. Ik had een diepe liefde voor die mensen want ze leden echt, en mochten geen televisie kijken. Mijn vriendinnetje kwam dan gewoon stiekem bij ons televisie kijken, en dat deed ze graag. Ik vond zelfs mijn eigen kerk waarin ik opgroeide, de Nederlands Gereformeerde kerk al loodzwaar, vooral vanwege de eeuwige verdoemenis die ze daar letterlijk predikten, dus ik kwam er al snel mee in botsing. Ik was op de vlucht voor de kerk, maar niet voor God, niet voor de spiritualiteit. Ik kwam in steeds lichtere kerken terecht. Ik kon me daar in die tijd beter vinden, want daar namen ze je serieus als je dromen en visioenen had. In mijn eigen kerk was daar geen ruimte voor. Dat werd niet
geaccepteerd. Er was geen communicatie mogelijk met God in hun ogen. Dat was nogal vreemd, want de grote vaderen van de Reformatie, zoals Luther en Calvijn, zeiden dat het juist wel belangrijk zintuigelijke communicatie te hebben met God, en dat komt ook weer terug in de stellingen van Luther over de geestesgaven. Maar ik kwam er in die lichtere kerken achter hoe makkelijk ze erover dachten. Er was totaal geen onderscheiding, geen educatie over deze dingen. Vaak was het natte vinger werk, en wat ik vaak doorkreeg was allemaal heel zwaar en gedisciplineerd, over de noodzaak van heiliging en radicaliteit, over de demonologie, het overwinnen van het kwaad en jezelf. Ik voelde mij verbonden met de zwaardere profeten uit het Oude Testament, zoals Jeremia en Jesaja, als een eenling. Ook werd ik ontzettend depressief en bang vanwege mijn bovennatuurlijke ervaringen. Ik begreep het niet. Ik kwam het wel allemaal in de bijbel tegen, dus dat was mijn steun. Het scheen erbij te horen, en dat werd ook veel gezegd, maar hoe erger het werd, hoe minder ik mij thuisvoelde in die lichtere kerken, en ik moest ook hen boodschappen brengen over dat ze te ver afgedwaald waren, en dat werd vaak niet in dank afgenomen. Dat wilden ze niet horen. Ze wilden vaak alleen de in hun ogen goede en positieve dingen horen. Mijn boodschappen kregen steeds meer een voorspellend karakter, en de voorspellingen kwamen uit, zelfs over hele zware dingen, zoals de dood. Maar ik predikte tegen de letterlijke eeuwige hel. Dat werd ook vaak niet geaccepteerd, want die letterlijke eeuwige hel brengt gewoon teveel geld in het laatje voor de christelijke markten. Daar wilden ze niet mee afrekenen. Ik begon inmiddels wel van hele grote kerken uitnodigingen te krijgen om daar te prediken vanwege deze bevrijdende boodschap. Ik werd dus aan de ene kant lichter, maar aan de andere kant zwaarder. Alles begon een kwartslag te draaien. De lichtere kerken waren zo licht geworden dat het gevaarlijk was geworden. Er waren geen wortels meer, en zo maakte ik het cirkeltje rond en ging me eigenlijk weer wat open stellen voor de zwaardere kerken, en ditmaal het calvinisme en de Gereformeerde Gemeente. Niet dat ik er naartoe ging, maar ik begon hun geschriften te bestuderen, en ik nam alles meer symbolisch en zelfs cryptisch. Ik had inmiddels diepe studie verricht in het Aramees en de andere grondtalen van de bijbel, waardoor je een veel dieper zicht krijgt, en betekenissen veranderden. Ook had ik diepe studie verricht in de onderliggende Egyptologie, en zo had ik dus de sleutels van geletterdheid om binnen te gaan in de esoterie van de Gereformeerde Gemeente, en het was bloedmooi. Ik kon door alles heenprikken. Het benauwde me niet meer zoals vroeger. Er is zoveel van de gnosis daar opgesloten. Zoveel van de gnosis is erin doorweefd. En er ligt daar gewoon veel zwaardere munitie wat grote potentie heeft als je het even een kwartslag draait, er even een heel andere betekenis, een diepere betekenis, aan geeft. Ik zag in dat toen ik in de charismatische beweging terecht was gekomen ik eigenlijk nog steeds verbonden was aan de Gereformeerde Gemeente. Het was een prachtig mengsel geworden, en nu moest het vertaald worden. Ik kwam erachter dat de Gereformeerde Gemeente ook weer een charismatische diepte had, en zij worden dan ook heel vaak bevindelijk genoemd, leven door de godservaring. Er werd alleen niet zo lichtzinnig mee omgesprongen als in die lichtere kerken, maar juist voorzichtiger als in de heilige vreze, het heilige alarm. Daarom is er dan net zoals in mij dat moest gebeuren in de Gereformeerde Gemeente een reformatie nodig om de gevangenen vrij te zetten, als de Geletterde Gereformeerde Gemeente, want nu zitten ze vast in ongeletterdheid. Ze kennen de achtergronden niet. Ik zeg dit omdat in dromen overleden
mensen, ook predikanten, van de Gereformeerde Gemeente tot mij kwamen voor hulp. Ook zij hadden ingezien dat er zoveel demonie in de kerk was, ook in hun eigen kerk. Hier op aarde bouwen mensen een soort schelp om hun hoofd heen waardoor ze een heleboel zintuigelijke gevoeligheid missen, en dan na hun dood is ineens die schelp weg, en dan worden ze in het diepe geworpen. De mens moet leren niet te verletterlijken en te materialiseren, maar te spiritualizeren en te symboliseren. Literalisten zijn een hoge graad van materialisten. Ook een overleden vader van één van de vriendinnetjes had contact met mij gemaakt. Het is een buitenaards ras die een code zond, maar die code is nog niet geheel gedecodeerd. Zij van de Gereformeerde Gemeente waren bang, en maakten anderen bang. Zij waren depressief, en maakten anderen depressief. Maar in de lichtere Evangelische kerken zijn ze niet bang, maar maken wel anderen bang. Ze zijn niet depressief, maar maken wel anderen depressief. Dat is een groot verschil, en natuurlijk is ieder mens weer anders, maar zo heb ik het gewoon vaak meegemaakt, en dat is wel de groep-spirit die er vaak hangt. Zij zijn vrolijk, terwijl zij anderen naar de hel denken te kunnen zenden, de eeuwige hel, letterlijk. Hoe kan iemand daar in godsnaam vrolijk over zijn ? Het is een vorm van lauwheid. Ze leven niet meer. Er is geen passie voor de mens. Het zijn zombies. Het zijn marktspelletjes die ze spelen, met een hete aardappel in hun keel. De manier waarop ze "Christus" al uitspreken, met een G, geeft mij al kotsneigingen, terwijl mijn opa die ook in een zware kerk zat de naam Christus niet eens durfde uit te spreken. Als mijn oma die naam uitsprak zei hij weleens : "Mens, hoe durf je dat te zeggen ?" Hij jankte vaak als hij de bijbel voorlas. Ook was hij intens bevreesd en depressief over het vers : "Velen zijn geroepen, maar weinig zullen behouden worden." Met tranen in zijn ogen in grote angst en wanhoop zei hij dan : "Miljarden, en miljarden, gaan naar de hel." Maar er mag vermenging komen, ook met andere volkeren, en dan zal alles verhelderd worden. Ga er metaforisch mee om. Alle onderwerpen zijn slechts deel-realiteiten, en bevinden zich ergens in je lichaam. Het is een spel van contrasten. Maar zo moeten we ons dus wel wapenen, want de christelijke boodschap is overal. Het stalkt en je ontkomt er gewoon niet aan. Daarom moet je het een kwartslag kunnen draaien. Je moet het kunnen doorvertalen zodat je er immuun voor wordt, dat je er gewoon naar kunt luisteren, en het goede eruit kunt halen, zodat je anti-stoffen ertegen aanmaakt. Het is per slot van rekening ons spul wat verdraaid was. Het moet teruggedraaid worden. Gezonde angst is goed, om je te beveiligen tegen misleiding en bedreiging. Ook gezonde depressie is goed, om je te beschermen tegen de parasitaire, verblindende, valse vreugde van de stad. De India Code in de Tweede Bijbel zegt hierover : "Wij moeten niet vol worden, maar leeg worden. Dit is het nut van depressie. Depressie is onbegrepen. Het betekent 'loslaten'. Dat wil niet zeggen dat dat altijd een vervelend gevoel is. Er zijn vele vormen en graden van depressie, en depressie kan ook een gevoel van opluchting en vrijheid geven, van dieper gaan. Depressie kan ook zoet zijn, als vanille." We gaan dus in het leven door allerlei seizoenen, en dan komen we ook tot het centrum van de seizoenen waarin alles vermengd wordt. Alle periodes in ons leven zijn dus van belang, en onderdeel van het sieraad.
Hoofdstuk 6. Laodicea en het Ruiterlijke Denken - Kritiek en Cryptiek De Gereformeerde Gemeente - Het duisterste hol van Nederland, maar zeer zeker niet het zondigst en het slechtst. Zij leven in een diep vasten, afgezonderd van de stad, en hebben een zwaar kruis. Zij spreken in code. Zij zijn altijd anders geweest, stadvreemd, als natuurmensen. Zij leven onder grote bedreiging, en bedreigen zelf ook. Maar als je dieper in die tunnels gaat, dan kom je aan bij een buitenaards ras, een buitenaards zaad, een zwart zaad. Dan kom je uit bij een woestijnvolk. Zij leven daar in gevangenschap. Zij leven in een Ramadan opdat zij niet samen met de vetgemeste stad geoordeeld zullen worden. Daarom is de cryptiek belangrijk, naast de gezonde kritiek. "Crytiek" en Cryptiek gaan hand in hand, en dat moet ook wel om balans te blijven houden, en om de kritiek zuiver te houden. Kritiek mag nooit een doel op zich zijn. Er is maar een letter verschil : cryPtiek, de letter P, wat in het pre-atlantische amazone alfabet de panter is die door de glazen wand, de ruiten, heenrent, als het doorbreken van de markt-gevangenschap, wat ook weer terugkomt in het Eeuwig Evangelie. De amazone P lijkt wel een beetje op de Westerse P, maar dan meer gekanteld naar achter, als een werpnet. En zo behoort de cryptiek ook te zijn, dat je vat gaat krijgen op dingen waarvan je weet dat het niet goed is. Kritiek moet overgaan in cryptiek, zodat je tot de oorspronkelijke, verloren kern kunt komen, om het te assimileren, integreren en inventariseren in jezelf, het "tot nut draaien". Als je overkritisch wordt dan gaat het zwaard zich tegen jezelf keren, maar kunstenaren weten dit te balanceren, ook door de woordkunst, de natuur-literatuur. Vandaar dat het goed is om te lezen, maar dit ook te blijven balanceren met het lezen van de nodige dosis verhalen. Blijf creatief met alles wat op je pad komt. Verhalen zijn ook weer nodig zodat het niet star en onbuigbaar wordt. Door verhalen wordt alles toepasbaar en flexibel. Het is namelijk een organisme die zich zal moeten kunnen aanpassen. Zonder aanpassingsvermogen sterft ieder systeem. Het is waar alles dun wordt dat alles in elkaar over begint te vloeien. Dat kan niet waar de stad alles vetmest. Zij hebben wel hun fusies, maar die zijn altijd beperkt, en niet van de natuur. Alles wordt dun in de Ramadan, in de Rama-Dun, in het komen tot de ontlediging. Er is zoveel wat losgelaten moet worden, zoveel vooroordelen, en zoveel voorgeprogrammeerde troep. Zo mag je loskomen van het markt-implantaat, want ook jezelf was slechts een product. Hierin heb je zwaar geschut nodig, en mensen-aaien gaat je dan echt niet helpen. Vandaar dat de Gereformeerde Gemeente daarvoor een cryptisch model is. Neem het vooral niet letterlijk, want zij spreken in code. Volg de lijnen van het buitenaardse zwarte zaad, zodat je het schadelijke overlicht wat je verblindt heeft kunt doven. Dit overlicht was in je geimplanteerd door de stad. Denk eens aan de amish in NoordAmerika die qua techniek in de jaren 1800 leven en tegen de moderne technologie zijn. Dat hoef je dan niet letterlijk te nemen, maar soberheid is een behoudend principe om mee te leven. Houd je meer van de stad dan van de gnosis, dan zal de technologie je naar de ondergang brengen. Eenvoud siert de mens, maar de verwende mens ziet dit niet. De verwende mens wil meer en meer en dan op een dag explodeert alles. Het is een droom die niet voor eeuwig in stand gehouden kan worden. Vandaar dat het juist gaat om de natuur-technologie van de gnosis. Het christendom en de kerk wordt hierin gewoon geassimileerd, op zijn diepte gewaardeerd, want we vinden juist onszelf
terug in die diepte, daar waar Jantje Gewoon en Pietje Normaal nooit zullen komen. Ook is dit zo met de bijbel, en wij hebben altijd een haat-liefde verhouding ermee gehad, wat voor ons een kunstenaars-uitdaging was. De xenofobische smetvrees van de stad mogen we zo achter ons laten. In de diepte is toch alles anders. Dan hoor je hele andere geluiden en hebben dingen een totaal andere betekenis, en een totaal andere verhouding. Als we het totaal loslaten dan zal dat een eeuwige wond blijven. Het heeft een dokter nodig. Ik denk weleens : Was er maar iemand om me de waarheid van de grondteksten en de gnosis te vertellen in de tijd dat ik zwaar christelijk werd opgevoed. Maar die kwam niet. Ik had de "man after midnight" nodig, maar nee, ik kreeg een zwaarder kruis. Farao liet me niet gaan, en verdubbelde de lasten. Ik kwam tot het grootste, eeuwige kruis waaraan ik stierf, en achteraf is dit het beste geweest, want alleen zo komen we tot het eeuwige leven, tot de hemelse openbaring. De zintuigen van de stad moeten eerst ten onder gaan voordat de zintuigen van het paradijs kunnen komen. Alles zal nieuw worden door deze dingen heen. Ik moest eerst dieper om er doorheen te kunnen komen. Eerst is er de bittere gevangenschap. Eerst ontvang je de code, en daarna pas de decodering. Wij zijn als zaad op een akker. Dit lijden weegt niet op tegen de eeuwigheid die geopenbaard zal worden. Dit lijden is maar een flits. Het is geen probleem in het grotere plaatje. Het lijden is geen doel op zich. Het spreekt, en verbindt je met de andere wereld, een diepere wereld. Wat een teleurstelling zou het zijn als je later moet beseffen dat je te weinig hebt geleden, zoals in de vele kerken waar het lijden en de lijders vaak geminacht worden. "Depressieven kunnen niet door God gebruikt worden," werd er weleens gezegd. En : "Blijdschap is een graadmeter om te zien hoe vol je bent met de Heilige Geest." Toch ben ik er ook hele fijne mensen tegengekomen. Sommigen van hen zijn al overleden, maar ik houd contact met hen in de andere wereld. Ook zij waren op reis, en ook van hen heb ik verschillenden tot de gnosis mogen leiden. Maar wat een teleurstelling zal er zijn als een mens later moet constateren dat hij te weinig heeft geleden, en er zo geen fundament is. Sommigen hebben elkaar toegeroepen : "Als je dan zo dicht bij God leeft, kom dan van dat kruis af." Dat is zelfs in de bijbel te vinden, en dat was wat de duivel zei in dat verhaal, om de lijdende te bespotten. Maar dit zeggen "christenen" tegen elkaar. Ik heb het aan de lijve ondervonden. Er zijn daar hiërarchieën die totaal ondersteboven staan. Zij die geen kruis hebben staan bovenaan, en zij die een kruis hebben staan onderaan. Dan is het soms goed om weer even terug te keren naar de Gereformeerde Gemeente waar het kruisdragen als een kunst wordt beschouwd. Zij zijn de kunstenaren die hun kruis liefhebben, en het niet zomaar weggooien. Het is hun penseel, hun pen, om de grote openbaringen van de hemelse verborgenheden door te laten komen. Zij houden van de natuur. Zij zijn in het schip. Zij die niet lijden en niet willen lijden en meelijden zijn in de golven. Een grote teleurstelling zal het wezen, als alles waarvan je dacht dat het waarheid was een leugen blijkt te zijn. Als alle afgoden die je gekozen hebt tijdens je leven beginnen te branden in je handen. De stad boven het kruis gezet, boven de gnosis, boven de natuur. Altijd stad en de "meerderheid" gebruiken om alles mee af te meten, terwijl de gnosis zegt : "Gij zult de meerderheid in het kwaad niet volgen." En vaak is het niet eens de meerderheid, maar dat verzinnen ze gewoon, of hebben ze overgenomen van de fabels van anderen. Wie bepaalt wat de meerderheid is en is dat belangrijk ? Is de gewaande meerderheid het belangrijkste voor je ? Dat is heel arm. Dan denk je dat je rijk bent, maar je bent arm en naakt, een blinde. Dan behoor je tot de kerk van Laocidea. Dan ben je lauw. Openbaring 3
14 En schrijf aan den engel van de Gemeente der Laodicensen: Dit zegt de Amen, de trouwe, en waarachtige Getuige, het Begin der schepping Gods: 15 Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet; och, of gij koud waart, of heet. 16 Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen. 17 Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt. De stad Laodicea lag ten Westen van Kolosse. Het was een Griekse stad die later Turks werd, en uiteindelijk werd verwoest door de Mongoolse invasies. De stad was genoemd naar Laodice, de eerste vrouw van de Griekse Koning Antiochius II die ook Theos werd genoemd (God). In sommige mythes werd hij later door Laodice vergiftigd. Laodicea lag in Frygisch gebied. In de mythologie kwamen diverse koningen daar vandaan, zoals Midas die alles in goud veranderde wat hij aanraakte, en die de zoon was van koning Gordias, bekend van de Gordiaanse knoop, de onlosmakelijke knoop. Een andere koning was Mygdon die tegen de amazones streed, tegen de geëmancipeerde natuur-vrouwen. Een orakel had gesproken : "Hij die de knoop kan losmaken zal heersen over heel Azië." De knoop werd door het zwaard van Alexander de Grote, de Griekse veroveraar, doorgehakt. Het was mythologisch gezien de poort tussen Europa en Azië. Ook Tantalus kwam uit dit gebied. Tantalus staat bekend om zijn onbereikbaarheid. Alles wat hij wilde vastgrijpen gleed altijd van hem weg, ook als hij iets wilde eten, dan bewoog het voedsel van hem weg, als een beeld van de Ramadan, het vasten, en van de weg van het minimalisme, wat ook een Vurisch natuurpad is, het leven met wat de natuur je geeft. Dit zijn dus allemaal erg interessante dynamieken omtrend het Laodicea verhaal. Het orakel was het orakel van Sabazios, de Frygische equivalent van Zeus en Jupiter, Jove, oftewel van Jezus en Jehovah. Sabazios was een nomadische ruitergod, voor de gnostiek was dat een godin, die voortkwam vanuit de vele paardencultussen van dat gebied. Dit gold ook voor het aanliggende Thracië, en vanuit deze paardencultussen kwam ook Filippi hier voort, wat ook deze naambetekenis heeft. Ook de amazones hadden zulke ruitergodinnen, vrouwen op beesten, die in Europa de valkyries werden genoemd, de strijdgodinnen. De ruiters komen ook weer terug in het boek Openbaring van het Nieuwe Testament van het christendom, als onderdeel van de apocalypse. Het laat de dualiteit zien, het contrast en samenspel tussen het hogere en het lagere. In principe komt het ook neer op de balans tussen kritiek en cryptiek, zodat het ook een zware educatieve factor heeft, als je tot de diepte van de ruiter-dynamiek gaat. De mens ontkomt hier niet aan. Ik was altijd geobsedeerd in mijn latere jeugd door deze dynamiek in de apocalypse : de ruiters en de vrouwen
op beesten. Het boek Openbaring is dus als het orakel van Sabazios, van de vrouw op het beest, van het samenwerken met de elementen en situaties van het leven door kritisch denken en cryptiek. Alles zal per slot van rekening uiteindelijk medewerken ten goede. In die zin is dit ruiterlijk denken. Het is een kunst om de beesten te leren berijden. Dat is ook de diepere boodschap van Filippi. Er is dan eerst wel veel zelfvernedering en zelfkritiek, soms zelfs zelfspot, maar dan is er ook de ruimte voor een intense samenwerking door de cryptiek. De stad en de kerk is gebouwd op Laodiceaans fundament. Toch wordt er ook op de deur van Laodicea geklopt : 20 Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij. 21 Die overwint, Ik zal hem geven met Mij te zitten op Mijn troon. Die troon is een zadel. Eerst moet de mens zelf beteugeld worden met onlosmakelijke knopen, voordat de mens op het zadel kan zitten. Eerst moeten de valse knopen van stad en kerk verbroken worden, zodat de poorten van Azië wijd opengaan, als een beeld van de natuur. Als kind had ik een droom dat er op de deur werd geklopt. Ik deed open en alles werd zwart voor mijn ogen, en ik werd gillend wakker. Nog vaak denk ik terug aan die droom als aan een onlosmakelijke knoop. In latere dromen ging dit verder waarin ik op de rug zat van een beest. Eerst verslindt het beest ons, en daarna berijden wij het beest. Dit is symbolisch voor dat het letterlijke ons eerst aangrijpt, maar daarna zien wij de cryptiek. In die zin zal alles wat wij aanraken "in goud veranderen." Laodice zit op het beest, gewapend met gifpijlen. Zij moet de lagere natuur overwinnen, haar eigen zelf. Het lauwe Laodicea moet vergaan. Dit is geen materieel pad. Het is het pad van Tantalus, van de Vur, het natuurpad waarin wij moeten minderen, tot soberheid kunnen komen, om zo de rijkdom van de natuur te kunnen zien en ervaren. Hoofdstuk 7. Het Hemelse Metaal In een droom kwam ik in een hele grote kerker onder de grond waar overleden predikanten van de Gereformeerde Gemeente waren vastgeketend door IS-terroristen. Deze predikanten werden door hen als gevaarlijk bestempeld. Ik kwam die massale ondergrondse ruimte binnen en raakte direct in een hevig gevecht met allerlei gespuis. Ik werd helemaal bedolven, en ik begon te prediken over de gnosis, en begon ook te vertellen over de godin. Sommige geketende predikanten raakten daarvan helemaal overstuur, vooral omdat ik het woord "godin" had gebruikt, en sommigen noemden mij een godslasteraar, een bezetene of een duivel. Maar door mijn kruis overwon ik het tuig na een grote worsteling, en sloeg ze van mij af. Ik stond weer op mijn benen, en ik had een soort poeder in mijn hand wat ik begon te verspreiden onder die geketende predikanten. Ik begon visioenen en openbaringen te verspreiden. Die geketende predikanten waren ook erg gekweld en bedreigd door die demonen. Ik begon de geketende predikanten los te maken, en een hemels gasvormig,
doorzichtig metaal als zilver, aluminium of chroom begon neer te dalen wat ons begon te omhullen. Sommige predikanten dachten dat ik de Christus was die kwam om hen te verlossen, anderen dachten dat ik een profeet was, of een engel. Ik leidde ze vanuit de ondergrond tot een natuurgebied, waar een kamp was, en ook wat boerderijen. Het was een weilandengebied aan de rand van een groot bos. Het hemels metaal was nog steeds over ons, en het beschermde ons tegen de IS-terroristen. Die hielden ook een stad in bedwang, en ik ging toen ook de stad in. Ze hadden ook hun kampen aan de rand van de stad. Ik moest daar verschillende wapens van hen roven. Ik kon ook vliegen zodra dat nodig was. Als kind zijnde had ik zware nachtmerries waarvan ik altijd gillend wakker werd, en ik leed ook aan ernstige slaapwandelingen. Ik rende door het hele huis, en het was een hopeloze situatie. In mijn latere jeugd had ik toen eens een droom dat er een rode bal naar me toekwam, onder mijn voeten, en sindsdien kon ik vaak vliegen in mijn dromen. En dat hielp ook goed in mijn shamanistisch werk, want de bedoeling daarvan is dat je afdaalt in de onderwereld om daar de gevangenen vrij te zetten. Dit shamanistische werk wordt ook tussen de bedrijven door beschreven in de bijbel, en daar heb ik ook altijd aan vastgehouden. Het is iets indiaans, en in de indiaanse spiritualiteit worden ze ook aangemoedigd op zogenaamde vision quests te gaan. Dan ga je de natuur in, dan vast je, in een soort van ramadan, en dan wacht je op visioenen en openbaringen. Maar dit kan ook gewoon in je ziel, op je eigen kamer, of in de tuin. Vision quests doe je van binnen, maar ik ben ook wel naar steden gegaan om daar door het centrum te dwalen, wachtende op openbaringen, want juist is er ook weer zoveel in de stad verborgen. In die zin is het leven dus mooi en interessant, en zo ontstaan er kostbare contacten. Je kan in meerdere dimensies tegelijk leven. Wij leven interdimensionaal, net als op een computer waarop je in meerdere virtuele werelden kunt leven met verschillende avatars die allemaal hun eigen wapens en speciale eigenschappen hebben. Die mag je bij jezelf ontdekken. Ik verzamelde in die droom dus vrijgezette predikanten van de Gereformeerde Gemeente in boerderij-gebied en natuurkampen. Nu moeten ze heel voorzichtig onderwezen worden in de gnosis. Ik zei tegen hen : "Ik overspoel jullie met mijn oceanen van liefde," want ze waren vaak helemaal gebrainwashed door die IS-terroristen. Ze waren slachtoffers van extreme marteling. Dan is er ware liefde en zorg nodig, door her-educatie. Ze waren opgesloten onder een stad, in Westelijk Orions gebied. Die energieën zijn nog steeds om me heen. We zullen zien waar het op uit gaat lopen. Hoofdstuk 8. Amos en de Vrucht van de Leerschool van het Toetsen Waarom lijdt de mens ? Opdat de mens leert voelen. Waarom moet de mens leren voelen ? Opdat de mens door leert te vertalen, te transformeren, creatief te zijn. Daar is soms hoge druk voor nodig
dus. Lijdt nooit om het lijden zelf. Kijk dieper. En heus, dit is makkelijker gezegd dan gedaan, want je kan zoveel weten, maar dan toch glijdt je weer dieper soms, en dan weet het lijden je toch weer te vinden. Ja, soms kan het leven een nachtmerrie zijn. Soms kun je je omsingeld voelen zodat je geen kant op kan. Soms voel je je schaakmat gezet. Waarom voelt de mens zich soms gebonden ? Het is het raadsel van verbondenheid. De mens hoort bij iets, en soms is dit onontkomelijk. Dan krijg je een boodschap door, maar je kunt het niet vertalen. Je voelt alleen de pijn en de gebondenheid, en je snakt naar adem. Er is zoveel wat de mens niet weet. Alles wat de mens weet is slechts een druppel van een eindeloze oceaan van kennis. De mens is in een diepe slaap. Je hoort het geruis van bulderende rivieren en watervallen op de achtergrond, van een hemelse natuur, maar je kunt het niet grijpen. Het is teveel voor het menselijk verstand. En daarom houden de hersenen het simpel. Maar het is dus iets om naartoe te leven. En de menselijke natuur geeft ook niet zo snel op. Je moet wel doorgaan. Soms kan je niet anders dan sterven, en soms kan je niet anders dan leven. Soms kun je niets anders dan vechten, en soms kun je niets anders doen dan vluchten, gewoon alles loslaten, alles achterlaten, en de natuur inrennen, of wat er dan ook aan afleiding valt te vinden. Soms duik je dan eens een bibliotheek in, en blader je door vele boeken, op zoek naar wat rust, wat afleiding, wat andere inzichten, en ga zo maar door. Er is ook zoveel wat we weer moeten vergeten, maar sommige dingen blijven soms prikken, langer dan je lief is. Ook dat hoort er weer bij. Er klopt iets, er steekt iets, er staat iets voor de deur, iets wat je over het hoofd hebt gezien, een bepaalde boodschap. Het is gehuld in doffe ellende, maar dat is slechts een vermomming. De mens mag maken wat er van te maken valt, en er valt nog heel veel van te maken. Ook als je je halfdood voelt, of misschien zelfs dood, dan is dat toch het einde niet. Soms lijken situaties uitzichtloos, maar toch laat de Vur een ander leven zien, een dieper leven. Er bestaat een bovenaardse natuur, een diepere natuur in de natuur, waarmee te communiceren valt, waarmee samen te werken valt, voor een betere wereld, een beter bestaan. Moet dat allemaal weer via sociale contacten ? Neen. Je mag het in jezelf vinden, in de natuur principes. De mens hier op aarde is overgesocialiseerd en het vreet alles weg. In die zin mogen we een voorbeeld nemen aan de bomen, de bloemen en de planten, die in een veel diepere wereld leven. Zij zijn door het zwarte gat heengegaan en hebben een nieuw leven gevonden, een nieuwe manier van communicatie. Die communicatie is gewoon in jezelf, tussen de verschillende delen van jezelf. Dit zijn eeuwige waarden, eeuwige principes, met eeuwige communicaties. Alles staat al vast, alles is al gebeurd, in zuivere harmonie, en dat mag de mens ontdekken. Daartoe mag de mens ontwaken. Het verleden kan zo een nachtmerrie zijn, en dan kan de herinnering iets om te vrezen zijn, als een roofzuchtig beest wat ons aanvliegt. Als we dan in het oerwoud zijn, en we gaan in ons kanootje of bootje over de groene bosrivieren, dan kan zo'n herinnering ons zo ineens aanvallen als een woeste krokodil. En voordat je het weet heeft het je in de diepte getrokken. Hoe ga je daar mee om ? Ga nooit het oerwoud van de herinneringen in zonder een goede vertaler. Ga nooit in je verleden spitten zonder een goede tolk, want je kan zo op een mijn stappen, een bom vinden. Ga dus nooit het verleden in zonder een goede ontmijner. Het is oorlogsgebied. Maar ja, wat als het je zomaar ineens aanvliegt ? Je bent dan helemaal niet met het verleden bezigt, maar ineens staat het voor je, en grijpt je. Dat kan zijn als een ontvoering, en dan ga je weer door zo'n worsteling, die kort of lang duurt. Je kan dat ook als een uitdaging zien, want hoe goed bewapend en beveiligd je ook bent, soms
gebeuren die dingen. Je moet de beesten van het oerwoud leren ontdekken en kennen. Hoe werkt het ? Ook daar kan een goede gids over vertellen. Je bent nooit alleen, want het zit in jezelf. Al die beesten bewaken de geheimen van het oerwoud. Ze dragen de sleutels tot geheime grotten en tunnels die leiden tot de diepere natuur, de hemelse watervallen en rivieren, ja, tot verborgen paradijselijke oceanen. Soms heb je dingen verkeerd begrepen. Je spreekt en denkt in een bepaalde aangeleerde taal, en pikt zo dingen op, maar wat als het in een andere buitenaardse of bovenaardse taal iets heel anders betekent ? Als je dat gaat leren, dan zijn bepaalde gewaande vijanden ineens je vrienden. Het waren altijd al je vrienden, maar je herkende het niet, omdat je stadse alarmsysteem begon te piepen. De stad wil namelijk niet dat je vrijkomt, dus die zal jouw vrienden als vijanden bestempelen. De stad gaat dan stoken tussen jou en je vrienden, en laat al hun lieflijke en zorgzame boodschappen verkeerd vertalen. Het leven draait dan grotendeels om zulke misvertalingen. Er is een andere wereld die wacht. Ook als wij het zwaard gebruiken, nadat wij een hemels zwaard daartoe hebben ontvangen, en dit hemelse zwaard ons leidt in plaats van andersom, dan nog is het geen directe en letterlijke strijd, maar een vertaling, als het afpellen. Dit is een kunst, als een cyclisch mechanisme, wat niet buiten het lichaam omgaat. Het is ook lichamelijk als een dans, en ik heb gemerkt dat juist ook heel veel Spaanse stierengevechts posities terugkomen hierin als onderdeel van de demonologie, wat in principe gewoon een metaforische vertaalkunst is. De Spanjaarden hebben deze kunst misbruikt, en toegepast op een hele lelijke en corrupte manier voor hun markt, want alles draait om geld. Zij hebben de gnosis gestolen en verletterlijkt, gematerialiseerd. Ze zijn te lui en egoïstisch om hun eigen zelf te overwinnen, om het daadwerkelijke strijd te bestrijden, en door puzzelen te vertalen, dus dan is een gevecht tegen een doodgewone, onschuldige stier de kortste, en die leidt tot de dood. We zien de zombies in actie, en vele Spanjaarden zijn hier gelukkig op tegen, dus er zal ook een nieuw Spanje uiteindelijk gaan komen. In een droom zag ik eens Spanje als in een spiegelbeeld, dus het lag omgedraaid, en het was veel groter en natuurrijker, veel woester, met vele prachtige natuurstranden, en er waren minder mensen. Het viel mij op in die droom dat Italië niet bestond. Het leidt helemaal terug tot de ruiter en vrouw op beest mythologieën waarin de vrouw als de vertaler was, als een soort tussenlaag en buffer, om zo het orakel, het beest, uit te leggen. Zo bracht zij de gnosis als Eva. Door de Arcturische lens is dit allemaal gematerialiseerd, verletterlijkt en vermannelijkt, door Rome heen, en vandaar dat Rome er ook niet meer was in die droom. Rome moest gereset worden. Spanje is als een ruiter die van z'n paard is gestoten, en daarom heeft de Spaanse zombie ook zo'n woede naar het beest, want hij komt er niet meer op. In plaats van nu het smalle natuurpad van de Vur te gaan om weer balans te vinden gaat het Spaanse spook laf doen, en gedraagt zich krankzinnig naar de dieren, met een vervroegde alzheimer. Wat een ellende. Het geprik van de laffe Spaanse stierenvechter loopt simultaan met het geprik van de tandartsen in de botten van mensen (tand is bot). Proberen traditionele Spanjaarden te overtuigen is als het argumenteren met dronkaarden. Het leidt nergens toe, en zo is het ook vaak met de tandartsen. Ze zijn als lappen poppen die je tegen de muur kunt slingeren, maar ze zullen er niets van voelen. Ze zijn namelijk al dood. Het zijn de levende doden, en dan is veel vertalingswerk de enige oplossing, de educatie. Als je goed oorlog wil voeren, wees dan een goed vertaler. Eens zullen deze doeken gaan vallen. Eens zal dit voorhangsel scheuren. De ruiter op z'n paard, de vrouw op het beest, is een communicatie-systeem waarin een boodschap,
een signaal, naar de baarmoeder wordt gestuurd, om zo vertaald te worden. Zolang die verbinding er nog niet is zal er gestoken blijven worden. Eerst moeten er kanalen aangelegd worden. De droom van gisteren had vannacht een vervolg. De droom van gisteren ging bijna alleen maar over mannen, maar ditmaal waren er ook kinderen bij, en jeugd. Ook zij kwamen uit een oorlog. Sommigen hadden armen of benen verloren of andere lichaamsdelen, en die waren vervangen door biologische cybernetica, wat gewoon op hun lichaam aansloot en één geheel vormde. Ze lieten mij ook hoog-technologische wapens zien, computer-bestuurd. Het was een hele korte droom in vergelijking met die van gisteren. Ik zie het helemaal zitten met die kinderen samen te werken. Zo is er in de bijbel een overblijfsel van rood goud te vinden, als rode, zoete wijn. Het letterlijke leidt tot de dood, maar het geletterde leidt tot leven, en een ieder die geletterd is weet dat deze teksten oorspronkelijk symbolisch waren. Het is mythologie gemengd met de geschiedenis, wat vaak gebeurt. Amos was een veehouder en een vijgenboer, en werd opgeroepen om te prediken tegen het tienstammenrijk in het Noorden van Israël, ook wel het volk van Samaria genoemd. Amos woonde zelf in het Zuidelijke rijk, het tweestammenrijk, genaamd Juda. Hier hoorde de stam Benjamin ook bij, als de tweede stam van dit rijk. Later voegde de stam Simeon zich daar nog bij, maar die verloor de eigen identiteit, dus die stam werd er gewoon doorheen gemengd. Het volk was uiteengescheurd omdat het Zuidelijke rijk in het huis van David bleef en Rechabeam, Salomo's zoon, als koning accepteerde, en het Noordelijke rijk bestond uit hen die Jerobeam, Salomo's generaal, als koning accepteerden. De scheuring was het gevolg van de hevige belasting die Salomo inde, en die zijn zoon alleen maar wilde verzwaren. Amos zelf kwam uit Juda, uit Tekoa, en moest ook tot Juda prediken. De hel en verdoemenis breekt al direct los in het eerste hoofdstuk. De metafoor van de brullende leeuw wordt gebruikt, als een teken dat God goed boos is. Letterlijk gezien zijn sommige dingen een beetje overdreven, maar het boek heeft gewoon een aantal goede punten waar we niet onderuit kunnen. De armen werden namelijk verdrukt door de rijken, en hier moest Amos tegenop treden, als een soort van Oud Testamentische Robin Hood. Amos kwam dus op voor de armen, dus hier hebben we al wat edelmoedig rood goud te pakken. Maar hoe moeten we dit nu zien ? Vuur komt uit de hemel dalen in het eerste hoofdstuk, althans dat wordt aangekondigd. In het Aramees is dit vuur de urim, de toetssteen. De urim is een Hebreeuws woord, maar in het Aramees is het de nura. Deze toetssteen wordt ook telkens gebruikt in het boek Leviticus in de offerdienst, dus het is helemaal geen rechtstreekse aanval op het volk, maar een toetsen. Het is een toetsvuur om het volk te zuiveren, om te ontmaskeren, dingen aan de kaak te stellen, oftewel om te onderscheiden goed van kwaad. Het is allerminst de bedoeling dat de mens zomaar een blinde vuistvechter wordt, als een waanzinnige woesteling die alles platmaait. In de grondtekst is er dus ruimte voor nuance. Aan het einde van het eerste hoofdstuk gaat een koning in gevangenschap, en ook de vorsten onder hem, als krijgsgevangenen, maar in het Nieuwe Testament wordt ook weer duidelijk wat het krijgsgevangenschap is, want dit hoort namelijk weer bij het toetsen :
2 Korinthe 10 3 Want wandelende in het vlees, voeren wij den krijg niet naar het vlees; 4 Want de wapenen van onzen krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig door God, tot nederwerping der sterkten; 5 Dewijl wij de overleggingen ter nederwerpen, en alle hoogte, die zich verheft tegen de kennis van God, en alle gedachte krijgsgevangen leiden tot de hemelse gehoorzaamheid. Het oordeel is dus symbolisch het toetsen, het onderscheiden. In het tweede hoofdstuk van Amos zien we wat er dan gaat gebeuren : 16 En de kloekhartigste onder de helden zal te dien dage naakt heenvlieden, spreekt de Heere. Naaktheid is een beeld van ontmaskering en openbaring. Alle maskers moeten dus afgerukt worden, en de klederen van de gedachtes die op ons afkomen moeten afgescheurd worden. Er mag niets achtergehouden worden. In het derde hoofdstuk zien we al heel snel wat de openbaring bewerkstelligt : 1. Verzoening - "Zullen twee te zamen wandelen, tenzij dat zij bijeengekomen zijn?" (vers 3) 2. De Heilige Vreze (voorzichtigheid, alertheid) - "Zal de bazuin in de stad geblazen worden, dat het volk niet siddere? zal er een kwaad in de stad zijn, dat de Heere niet doet?" (vers 6) 3. "Geboorte" van een dienstknecht - "Gewisselijk, de Heere zal geen ding doen, tenzij verborgenheid aan de knechten, de profeten, geopenbaard is." (vers 7) 4. Profetie - "De leeuw heeft gebruld, wie zou niet vrezen? De Heere heeft gesproken, wie zou niet profeteren?" (vers 8) In hoofdstuk 4 gaat het over de dood die komt, het sterven, maar dit gaat over het afsterven aan het lagere zelf. Hoofdstuk 5 gaat over de Schepper van Orion : 6 Zoekt den Heere, en leeft; opdat Hij niet doorbreke in het huis van Jozef als een vuur, dat vertere, zodat er niemand zij, die het blusse in Beth-el; 7 Die het recht in alsem verkeren, en de gerechtigheid ter aarde doen liggen. 8 Die het Zevengesternte en den Orion maakt, en de doodsschaduw in den morgenstond verandert. Verderop in het hoofdstuk wordt aangekondigd dat het volk in ballingschap zal gaan, verder dan Damascus. Damascus is een belangrijke plaats in de Bijbel, want hier kwam Paulus (Saulus, Saul) tot de Heilige Vreze (voorzichtigheid, alertheid, onderscheiding), als een grote ontwaking, en dit veranderde zijn hele leven. Het is een verhaal waar je meerdere kanten mee op kan. Damascus ligt in Syrië en dit vers wees op de komende Assyrische ballingschap. En daar valt ook wel wat voor te zeggen, want de rechters waren corrupt en namen steekpenningen aan, en het volk wilde van geen
tucht weten. 10 Zij haten in de poort dengene, die bestraft (opkomt voor het recht), en hebben een gruwel van die oprechtelijk spreekt. 11 Daarom, omdat gij den arme vertreedt en een last koren van hem neemt, zo hebt gij wel huizen gebouwd van gehouwen steen, maar gij zult daarin niet wonen; gij hebt gewenste wijngaarden geplant, maar gij zult derzelver wijn niet drinken. 12 Want Ik weet, dat uw overtredingen menigvuldig, en uw zonden machtig vele zijn; zij benauwen den rechtvaardige, nemen zoengeld, en verstoten de nooddruftigen in de poort. 13 Daarom zal de verstandige te dier tijd zwijgen, want het zal een boze tijd zijn. In hoofdstuk 6 wordt duidelijk dat de ballingschap helemaal tot de wildernis leidt, zodat de mens wordt teruggedreven tot de natuur. Ook wordt het rijken banket weggenomen, opdat de mens tot soberheid komt, om zo meer open te staan voor het geestelijke, het diepere. In hoofdstuk 7 komt Amos terecht in een gevecht met de priester Amazia van het Noordelijke tien stammenrijk waar Amos naartoe was gezonden. Amazia is niet gediend van de woorden die Amos spreekt, dus hij wil dat Amos weer teruggaat naar het Zuiden, naar Juda. Maar dan richt Amos zich ook tot Amazia, en predikt ook tot hem een zware boodschap. Amos komt dus in een arena terecht en wordt op de proef gesteld, zoals ook Jakob op de proef werd gesteld. Maar ondanks dat blijft Amos wel de boodschap verkondigen. In hoofdstuk 8 profeteerd Amos dan over de komende honger, de komende Ramadan, een groot vasten. De mensen zullen zoeken naar de hemelse woorden, maar ze zullen het niet vinden. De poorten van de hemel zullen gesloten blijven, en liederen zullen worden tot geween. Eerst zal de mens namelijk moeten komen tot de woeste ledigheid om zo geheel los te komen van alle valse, bedriegelijke woorden en liederen. Eerst moet de mens tot diepe verbrokenheid geleid worden. Wat het doel hiervan is zien we in het laatste hoofdstuk van het boek Amos, hoofdstuk 9, waarin al het lijden wijngaarden voortbrengt met zoete wijn. 13 Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, dat de ploeger den maaier, en de druiventreder den zaadzaaier genaken zal; en de bergen zullen van zoeten wijn druipen, en al de heuvelen zullen smelten. 14 En Ik zal de gevangenis van Mijn volk Israël wenden, en zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, en wijngaarden planten, en derzelver wijn drinken; en zij zullen hoven maken, en derzelver vrucht eten. 15 En Ik zal ze in hun land planten; en zij zullen niet meer worden uitgerukt uit hun land, dat Ik hunlieden gegeven heb, zegt de Heere, uw God. Het loopt gelukkig dus allemaal goed af in het boek Amos. Dit is dus de rijpende vrucht van de leerschool van het toetsen. Soms als we het moeilijk hebben en we staan al klaar om de volgende klap op te wachten dan kan zo ineens ons lot keren, omdat het daarvoor het seizoen is. Er is niet alleen maar een oordeel wat steeds erger wordt. Neen. We moeten ons richten op wat het voort brengt, het uiteindelijke doel. Dan lees je over God die het volk oordeelt in de mythologie van Israël, in hun gelijkenissen, en als je dan denkt dat alles nog erger wordt, dan draait God ineens alles om, en dan oordeelt God niet meer, maar dan lokt God het volk tot de wildernis (Hosea 2:13
14). Ook dat is een groot geheimenis van het rode goud verborgen in de bijbel. Hoofdstuk 9. Amos Bekeken Vanuit Psychologisch Opzicht Vanuit psychologisch opzicht bekeken is de strijd en prediking van Amos binnen hemzelf. Het Noorden is in de oude talen een beeld van de verborgenheid, het onderbewustzijn, waar het tien stammenrijk zich bevindt. Amos moet dus prediken tot zijn onderbewuste identiteiten. Amos woont zelf in het Zuiden, in Juda, het twee-stammenrijk, wat een beeld is van het bewustzijn. In de oude talen is het Zuiden een beeld van de honger. De Ramadan, het vasten, brengt uiteindelijk vrucht voort, wat ook weer een beeld is van het Noorden, namelijk als het sieraad. Het was een natuurlijk mechanisme dat Amos uiteindelijk in het Noordelijke rijk terecht kwam om daar een oogst te hebben. In het Egyptisch is het Zuiden de ontwaking en de openbaring, wat dus eerst in Amos moest gebeuren. Hij werd opgewekt tot een hoger leven. In het Egyptisch is dit de rs, rsi wortel, die ook weer in het Aramees terugkomt, rsy, als het Zuiden. In het Egyptisch is de kn wortel het nomadische aspect van het Zuiden, waardoor Amos dan ook uiteindelijk in het Noorden terecht kwam. In de Egyptologie heeft het Zuiden ook de betekenis van de kern van de mens, het privé gedeelte, de diepte van de mens. Psychologisch gezien moest er een brug komen tussen het Zuiden en het Noorden in Amos, tussen zijn ontwaakte deel en zijn slapende deel. Het slapende, onwetende, onbewuste deel van Amos was woest over zijn komst, als een tienkoppig beest. Amos moest dit beest temmen, maar ook van dit beest leren, want het beest in zichzelf droeg dus wel cryptische geheimen. Amos moest juist komen tot het Noorden om tot een nog grotere ontwaking te komen. Het Noorden, het conflict, wakkerde juist zijn profetische gave aan. Amos begon in hoofdstuk 7 visioenen te krijgen : 1. sprinkhanen die het kruid van het land zouden opvreten. Sprinkhanen zijn een beeld van de honger, van de Ramadan, van het vasten. 2. vuur wat een afgrond en een stuk land zou verteren Dit is het toetsvuur wat wordt opgewekt in de ontlediging van alles. 3. een paslood wat de hoogtes zou verwoesten en de eigendommen zou verstoren, heilige huisjes zouden omver getrapt worden Dit is de hemelse rechtspraak die de balans terug zou brengen. Dan in hoofdstuk 8 : 4. mand met zomervruchten, een vrucht die de dood brengt en die de doden stilzwijgend wegwerpt in de vergetelheid. Dit is de vrucht van het vasten, de hongerpediode waarin de mens ontledigd wordt, en tegelijkertijd de vrucht van het toetsen, wat tegelijkertijd een groot oordeel is, als het afsterven van de lagere wil en valse identiteit. De mens kan tot verdiepte en vernieuwde herinneringen komen door het vergeten van het vorige.
Dan in hoofdstuk 9 : 5. de verwoesting van het vorige altaar opdat een nieuw altaar komt, de tent van David. De oude, kortzichtige toetsmethodes worden afgedaan, om zo te komen tot diepere, hemelse toetsmethodes. De gave van onderscheiding zal hersteld worden. Hoofdstuk 10. Het Geheim van de Uitverkiezing De uitverkiezing, een groot en zwaar apparaat in de wat zwaardere kerken, waar veel mensen bang voor zijn. Het komt er op neer dat je daar eigenlijk niets aan kan doen. Alles staat al vast, en God heeft mensen kris kras uitverkoren en andere mensen verworpen. In de lichtere kerken kom je dan het tegenovergestelde tegen waar alles zo gemakkelijk is gemaakt dat je alleen maar even een opzegversje hoeft te doen, en dan ben je door God uitverkoren, hoe je verder dan ook leeft. Zo heeft iedere kerk zijn eigen "uitverkiezing". In sommige kerken kun je het kopen, en in andere kerken dus via een opzegversje of wat wachtwoorden, maar in de zwaardere kerken is er dat loodzware gewicht, dat zwaard van Damocles wat aan een dun draadje boven je hoofd bungelt, wat vertelt dat God alles geheel heeft beslist, en dat niemand daar verder iets aan kan doen. In beide gevallen, zowel in de zware hoek als in de lichte hoek, wordt er nogal wolkerig over gedaan, en is de logica totaal van de aardbodem verdwenen. Zwaardere kerken worden overstuur als het geloof te gemakkelijk wordt gemaakt, bijvoorbeeld door een opzegversje, dus daarom hebben ze het zware apparaat van de uitverkiezing uit de schuur gehaald, als een woeste waakhond, zodat mensen er niet te gemakkelijk over denken. Op zich is dat natuurlijk begrijpelijk, want de lichte kerken hebben van God vaak een goedkoop hoertje gemaakt. De ijzeren poortwachter moet er dus wel zijn, maar hoe moet het functioneren ? In de Uitverkiezing valt er niet met God te onderhandelen. Alles staat al vast, maar dat is natuurlijk fatalistisch denken. Vandaar dat veel mensen in de zware kerken ook enorm bang zijn voor de uitverkiezing. Hoe moet je het zien ? Wat is de vertaalsleutel hiertoe ? In het oude Germaanse Europa waren de valkyries of walkuren, oftewel de strijdgodinnen, de uitverkiezers. Dat is ook wat het woord valkyrie betekent : het kiezen van de gevallenen. Zij gingen langs de strijdvelden om te zien wie daadwerkelijk hard en volkomen aan zichzelf gestorven was, en die namen ze op in de hemelvaart. Dit was het oorspronkelijke Germaanse uitverkiezingssysteem voordat de christelijke invasies kwamen. Wel zijn er duidelijke verbindingen met het voorchristelijke Judaïsme. Het boek Leviticus over de offerdienst, wat oorspronkelijk ging over jezelf offeren aan God door aan jezelf af te sterven, waardoor God je "verkiest", heet in het Hebreeuws : Vayikra, Vaykyra of Wayikra, wat "God roept" betekent, wat hele diepe Indologische wortels heeft in het Sanskrit, namelijk Vaikarya, wat verandering betekent, toepassing, en Vakraya, prijs. De oorspronkelijke uitverkiezing ging dus om iets wat je kon behalen, verdienen, als in een wederzijdse relatie. De uitverkiezing komt van twee kanten en is een heel systeem van
voorwaardes, van technologie dus, wat ook dus weer cryptisch terug te vinden in de uitverkiezingsleer van de zwaardere kerken. In die zin zijn de zware kerken dus symbolisch goed bruikbaar, als er even hier en daar wat verschoven en gedraaid wordt. Een verkiezing is dus heel principieel : voldoet iemand aan de voorwaardes, en zo niet : wat is de weg om aan de voorwaardes te voldoen. Zoals we zagen is de verkiezing ook een roepende, als een oproep tot overgave en zelfopoffering, waarvan de offerdienst een beeld is. Je offert niets anders dan jezelf. De valkyries reden op beesten, als de vrouwen op de beesten. Zij hadden hun lagere natuur getemd, bedwongen, en konden hun lagere natuur ook ordenen en doorvertalen. Kun je rijden op de geschiedenis, op je verleden, op je lagere wil, om het zo ten goede te keren ? Kun je het bruikbaar maken, een ander zicht erop krijgen ? Denk aan de psychologie van het sprookje van Assepoester waarin al haar schijnbare lijden tot groot nut wordt. Velen zijn dus geroepen, maar weinigen uitverkoren in de zin dat een heleboel (nog) niet aan de voorwaardes voldoen. Wij zijn allemaal geroepen door de valkyries en om als de valkyries te worden door onze lagere natuur te berijden in plaats van andersom. De valkyries, de strijdgodinnen, roepen nog steeds. Hun uitverkiezingen zijn heilig en diep, maar in de stad en in de kerk zien we hiervan de karikaturen. Juist omdat er zoveel valse uitverkiezings-systemen zijn, vooral ook in de lichtere, stadse kerken, hebben we die code van de zware kerken nodig, maar dan bedoelen we het net even anders. Juist vanwege makkelijke, snelle, onvoorwaardelijke ingang, wat pure verkrachting is, moet er soms gezegd worden : "God verkiest. Daar kan een mens niet over beslissen. Alles staat al vast. Daar kan een mens niets meer aan veranderen." Wat bedoelen we daar dan mee ? We hebben het dan over de bovenaardse natuur-wetten en voorwaardes die al vaststaan en waar niemand iets aan kan veranderen. De uitverkiezingen van mensen en kerken zijn corrupt, dus vandaar dat ze niks in te brengen hebben als ze niet aan de al gestelde en vaste voorwaardes van de natuur voldoen. Het hemelse wetboek staat al vast en dat is hetgene waaraan niets kan veranderen, maar de mens kan dit wel gaan toepassen in zichzelf, en zo tot een ware, hemelse uitverkiezing worden, als een valkyrie rijdende op het beest. De regels staan vast, maar binnen die regels mag de mens de strijd tegen het kwaad aangaan en overwinnen. De Valkyrie roept, met het boek der roependen in haar hand. Zij blazen hiertoe op de bazuinen. Met deze vertaal-sleutel mogen wij de boeken van de Gereformeerde Gemeente met een glimlach lezen, omdat wij de Germaanse diepte die erin verborgen ligt kunnen zien, en zo een ijzeren beveiligings-systeem hebben. God zei dank voor die uitverkiezing. Hoofdstuk 11. David en Batseba in de Orionse Mythologie Het ware uitverkiezings-systeem, wat verborgen wordt gehouden in de zware kerken van de uitverkiezing, is dus een toets-systeem, een filter, die spam en phishing, het vervalste, buiten de deur houdt. Dit systeem hebben wij dus nodig. In dit systeem wordt de robotische vrucht geboren.
God is niet één of ander spook die alles al in kannen en kruiken heeft en die in de lucht een loterij houdt waarin we met knikkende knieën gaan zien of we uitverkoren zijn of niet. Neen. Wij mogen zelf vat gaan krijgen op deze hemelse machine, als de leerschool van het toetsen. De uitverkiezing is ons wapen tegen het kwaad. Het is ons schild. De valkyries, de strijdgodinnen in de Germaanse mythologie, zijn dus beeldende en vruchtbare personificaties, oftewel evoluties, van het hemelse toets-systeem. Eens na een verhuizing had ik een droom dat ik terug was in het huis waarin ik het grootste deel van mijn jeugd heb doorgebracht. Ik was achterin de woonkamer en ineens drongen buitenaardse camera's door in het huis met laserstralen, en ze vielen het huis aan, en het begon al te branden. Ik begon weg te zinken en over te gaan in een andere dimensie, en er waren ineens overal geprogrammeerde robotische vrouwen om mij heen. Ze waren in mij, en ik was er helemaal één mee, als in een leger. Er was niets anders meer dan dat, en ik ging er totaal in op. We komen helemaal bij David uit. David moest strijden tegen Goliath. Goliath komt van het Hebreeuwse golah, wat openbaring betekent, en krijgsgevangene, wat in de Paulinische brieven te maken heeft met het toetsen. David moest dus worstelen over de openbaring, de openbaring zuiveren, onthullen en overpeinzen, om zo tot de diepte te komen. Dit is een ontzegelings-proces en ontmaskerings-proces, oftewel het toets-proces, zoals Jakob zo'n ervaring had op Pniël. Dit was David's Pniël ervaring in de grondtekst. David moest stenen, "eben" in het Hebreeuws, tot Goliath "werpen". Dit zijn de stenen van de heilige wet in de grondtekst, als de toets-stenen, als de Urim en de Thummim. Goliath viel, maar David nam de wapenen van Goliath, ook een werktuig of apparaat in het Hebreeuws. David moest dus eerst de wachter (goliath) van de openbaring (golah) "verslaan", oftewel toetsen, om zo tot de kern te komen. David moest de vrucht van openbaring eerst afpellen. De Judaïstische mythologie is dualistisch, dus ook het hele Batseba verhaal kan positief of negatief uitgelegd worden. Vaak leggen de kerken het alleen maar negatief uit, maar er is ook een positieve versie, en die ligt ook in de grondtekst. Ook de Vuh spreekt daarover, maar David moest tot Batseba komen, omdat Batseba 'dochter van overgave' betekent, als 'de vrucht van overgave'. In het Eeuwig Evangelie wordt Batseba beschreven als een godin. In die zin waren de psalmen tot Batseba gericht. Batseba was het gepersonificeerde beeld van de heilige gebondenheid en verbondenheid die David ontving door overgave, oftewel als het beeld dat David tot een hemelse robot werd. David had wel meerdere vrouwen. David was het Judaïstische archetype van de geestelijke strijder. Het mocht dus niet letterlijk genomen worden. En zijn vrouwen waren beelden van de strijdgodinnen, de valkyries, oftewel de voorschriften van de offerdienst, een andere Hebreeuwse benaming voor het boek Leviticus. In de buitenaardse en bovenaardse grondslagen van de bijbel in Orion wordt David ook wel "Ahn" genoemd, wat ook weer terugkomt in de Vuh en de Bilha, binnen de tweede bijbel. In de Aramese grondtekst staat Saul voor Orion. Saul betekent in het Hebreeuws de leegte, de raadpleger van een orakel. Hiertoe kwam David in contact met Saul. In de Davidische mythologie zijn Goliath, Saul en Batseba belangrijke archetypes met een diepe dualistische betekenis. In de Bilha, het vierde grote voek van de tweede bijbel, wordt geopenbaard dat Batseba het wapen van Ahn, David, is. In diepte komt het er opneer dat Batseba de vrucht was van het verslaan (openbaren, begrijpen) van Goliath is, als het wapen van Goliath wat in David's handen kwam. Batseba wordt ook Jana genoemd in de Bilha. Jana is ook een tweede bijbelse term
voor de urim, de toetssteen van de offerdienst, als een godin. Jana is ook de naam van het laatste boek van de vierdelige Bilha. In die zin is Batseba een beeld van het uitverkiezings-systeem van het toetsen, als het herstel van de gave van onderscheiding. Dit is dus als een baarmoeder, als beeld van de vruchtbaarheid. Het is een filter waardoor David met de hemel kan communiceren. In de Bilha komt dit terug in de Ahn en Jana mythologie van Orion. In het kort : de vrucht van het toetsen is het robotische. Dit is waar het ware uitverkiezings-systeem om draait, uitgebeeld door David en Batseba, oftewel Ahn en Jana in de Orionse mythologie. In het Eeuwig Evangelie is Batseba Zij die test aan de poorten. Zij is het geheimenis van het kruis, en de glorie van het Woord in de diepte van het paradijs. Ook zegt het Eeuwig Evangelie over haar : "Verbreek daarom de zegels van Batseba, en gaat in door haar sluiers. Als een zwaard is zij daar, om te oordelen de levenden en de doden. Zij is het Zwaard van David." Hoofdstuk 12. De Sleutel tot Sion Zonder de Ramadan, de leegte ingaan, is het onmogelijk om daadwerkelijk te toetsen. Dit is ook wat de naam Saul betekent in het Hebreeuws, en zo ook de Saul van het Nieuwe Testament, Paulus. De mens kan geen ware openbaring ontvangen als de mens in de kerk blijft. De mens moet hiertoe alles verlaten en opgeven en de wildernis ingaan, als symbool van de afzondering in de verborgenheid. Wie nog door de mens gezien wil worden komt nooit tot ware openbaring, maar zal misleid worden in zijn eerzucht. En dat is ook wat Saul, de leegte, als beeld van de ramadan, deed. Hij dreef David tot wanhoop en tot de wildernis, waar David naartoe moest vluchten, want Saul, de leegte, zocht zijn lagere natuur te doden. Symbolisch gezien krijgt Saul daardoor een positiever beeld, wat ook weer terugkomt in de islam, waarin Saul (Talut, Arabisch) de ark terugbracht, een toetser was en begaafd was met grote kennis. De Ramadan, de woestijn-ervaring, bracht David in grote problemen, maar daardoor ontving hij openbaring, golah, wat tot hem kwam in de vorm van Batseba, de vrucht van overgave. Het verhaal is zowel negatief als positief uit te leggen vanuit de grondteksten, omdat het geschreven is in poëtische, paradoxale talen. En dat is ook de rijkdom ervan. Batseba is de verpersoonlijking van de wapenrusting van Goliath die David bemachtigde. Theologie kan in dat opzicht dus niet zonder de taalkunde. Theologie zonder taalkunde kan al snel kortzichtig en zo corrupt worden. Vandaar dat er een brug moet komen tussen deze twee dynamieken, opdat er weer verzoening en vrede kan komen op aarde. Het zit te diep in de mens om het zomaar te negeren. We moeten er dwars doorheen om
het te herzien. Wij hoeven dat niet te doen vanuit de stad en de kerk, maar wij moeten net als David tot de wildernis gaan, waar een schuilplaats voor ons is. Batseba is dus een vrucht die diep in de wildernis wordt ontvangen, in de Ramadan van overgave. Bathseba is in het Hebreeuws de dochter van overgave. Seba betekent ook zeven, het getal van de volkomenheid, als een volkomen overgave en offer. In het verhaal van Salomo, David's zoon, wordt hij met geschenken beladen door de koningin van Seba, vanwege zijn grote wijsheid. Alleen de Ramadan kan terugleiden tot de geestelijke gaven, zoals ook Paulus (Saul, leegte) leidde tot de geestelijke gaven in 1 Korinthe 1214, en de geestelijke wapenrusting in Efeze 6. De geestelijke gaven en de wapenrusting komen dus voort vanuit het toetsen, vanuit het verslaan van de lagere natuur. Als Filippi wordt de mens dan op het paard geheven. Alleen door de Ramadan wordt de mens een hemels strijder. In de woestijn groeit niet veel, maar wat er groeit is als het druppelen van de hemel. We hebben niet veel nodig. Als we teveel nemen groeien we vast, zoals dat in de stad gebeurt. Vandaar dat de druk van Saul, van de Ramadan, ons tot de woestijn trekt, en dit is voor onze bescherming en ons behoud. Psalm 1 1 Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in de kring der spotters; 2 Maar zijn lust is in des Heeren wet, en hij overdenkt God's wet dag en nacht. 3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken. Sion is het Davidische Jeruzalem, het eeuwige Jeruzalem, wat in de grondtekst van het Hebreeuws de hemelse wildernis is. Een ieder die de stadse kerk heeft verlaten en komt tot het diepe Sion in de wildernis, het achterliggende, het verborgene, zal zo ingewijd worden op de lijdensschool om zo de wet te leren. De wet brengt noodzakelijke slagen aan, opdat de mens behouden wordt. De lagere natuur wordt "doodgeslagen" door de wet, oftewel doorvertaald, gerecycled. De dood zal blijven woeden totdat de mens dit mysterie van de symbolische dood heeft begrepen. De hemelse wet werkt door timing, door discipline. De ongedisciplineerde natuur van de mens zal moeten sterven. Dit gebeurt door het wonder van de Vur wanneer de mens met de hemelse natuur in aanraking komt. Dit gebeurt alleen op het smalle pad, als de mens door de enge poort gaat. Die leidt terug tot een vergeten en verlaten wildernis, tot Sion. Psalm 2 1 Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? 2 De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den Heere. 6 Sion, den berg Mijner heiligheid. 9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter.
10 Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde. De ijzeren scepter is het Germaanse uitverkiezings-systeem van de valkyries, waarvan de zwaar kerkelijke uitverkiezing een code is. Dit systeem is in de handen van hen die in Sion wonen. 8 Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot Uw bezitting. 4 Die in den hemel woont, zal lachen; de Heere zal hen bespotten. De zondige natuur van de mens moet bespot worden. Er is ook zoiets als heilige spot. Het is een vorm van ontmaskeren, van openbaren. Als de zondige mens tot Sion komt, krijgt de mens een spotkleed en een kruis van tucht, opdat zijn zondige natuur volkomen zal afsterven. De ijdele natuur moet eraf. Psalm 3 2 O Heere, hoe zijn mijn tegenpartijders vermenigvuldigd; velen staan tegen mij op. 3 Velen zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen heil bij God. Sela. Het lijden is ervoor zodat de mens geen toevlucht zoekt in ijdele dingen, maar alleen bij God. Dat is het doel van de aanvechtingen, dat de mens het niet meer zoekt bij de mens, maar in het diepe geestelijke, in afzondering. Hiertoe is alle beproeving. Het drijft de mens tot Sion. Ik had een droom waarin ik alleen was in de velden aan de rand van een bos. Ik zag verderop een natuur-vrouw staan, en ik liep op haar af. Ik zei tegen haar : "Neem me mee naar huis." Ze zei toen : "Dat kan ik niet. Je moet de psalmen bestuderen. Daarin zijn wij verborgen." Dit is de reden waarom ik de psalmen blijf studeren. Ik heb er al veel over geschreven, en zal er nog veel over schrijven, totdat we thuis zijn. Psalm 4 3 Hoe lang zult gij de ijdelheid beminnen ? Het zogenaamde goede van de stad zal vergaan, het ijdele materialisme, maar wij moeten jagen naar de roeping die God ons gegeven heeft. God, het geestelijke, roept ons, heeft een groot plan met ons. Alle ijdelheid zal vergaan, want je grijpt het en het zal al beginnen weg te rotten. Sion is in de natuur, niet in de stad. Wij mogen alles vergeten wat achter ons ligt, en ons uitstrekken naar datgene wat voor ons ligt, de roeping van God. Zo krijgt je leven waarde en invulling. Verdoe je tijd niet met altijd maar weer zoeken naar de verloren gegane tijd. Er is een hogere roeping. De stad roept ook, en de stad heeft ook een plan met je, maar dit is een valse roeping die alleen maar verderf brengt. Hoe lang zult gij de ijdelheid nog beminnen ? Hoe lang zult gij uw tijd nog verdoen ? Het gaat niet om het leven in de stad, maar om het leven in Sion, dwars door alles heen. Velen kiezen voor een voorspoedig leven in plaats van voor een geestelijk leven, maar voorspoed op zich kan de mens niet helpen. Het is maar tijdelijk. Maar de diepte van het geestelijk leven leidt tot het eeuwig leven. Psalm 5
9 Leid mij in Uw gerechtigheid. Gerechtigheid maakt geen fouten. Gerechtigheid zal ons nooit te licht of te zwaar belasten. 7 Gij zult de leugensprekers verdoen; van den man des bloeds en des bedrogs heeft de Heere een gruwel. De waarheid is eeuwig, maar de leugen is slechts tijdelijk. De leugen is ook het vooroordeel, waar de rechtvaardigen mee omringd zijn. Altijd maar weer worden hun woorden verdraaid en uit het verband gerukt, en dat niet als een vraag of als een ernstig zoeken, een wikken en wegen, maar als een hard, vaststaand vooroordeel, als een etiket. Hun zielen worden hiermee dag en nacht doorboord. Dit zondert hen nog meer af, en is de sleutel tot Sion. Hoofdstuk 13. De Oorlog Winnen of Een Product Verkopen ? Er is dus geen bevrijding door zomaar opzegversjes of wachtwoorden, maar door diepe studie, en dan gaat de mens ook zien wat bevrijding nu eigenlijk betekent. Het is de bevrijding van de lagere natuur. Waarom is de ware, heilige uitverkiezing zo belangrijk ? Opdat we zullen weten dat mensenvlees wat ons kwelt en ons onderhevig laat zijn aan hun valse verkiezingssystemen niet het laatste woord heeft. Op aarde worden we aan allerlei aardse, religieuze verkiezingen blootgesteld die puur zijn opgesteld door de hoogmoedige mens, voor een markt. Wat wordt er hierin met de ellebogen gewerkt. Wij mogen dus rust vinden in de hemelse uitverkiezing, waarin het persoonlijk gaat tussen God en de mens. Geen vlees kan hier tegenin gaan. Als wij aan de hemelse voorwaarden voldoen, dan groeien wij in kennis door studie, ook al betekent dat dat we tegen aardse voorwaardes in moeten gaan, die mensen en kerken hebben opgesteld. Alle menselijke kennis mag stukbreken op de hemelse uitverkiezing. De hemelse uitverkiezing komt van twee kanten. Telkens weer is het de vraag : Kiezen we de korte weg van compromissen of de lange weg van voorzichtigheid en studie ? Hoe gaat die uitverkiezing precies ? Die staat in Ezechiel 9 en daar heb ik mij ook altijd aan vastgehouden, als een heilige toetssteen : 4 En de Heere zeide tot hem: Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden der lieden, die zuchten en uitroepen over al die gruwelen, die in het midden derzelve gedaan worden.
Psalm 6 7 Ik ben moede van mijn zuchten; ik maak mijn bed den gansen nacht nat; ik doorweek mijn bed met mijn tranen. 3 Ik ben verzwakt; mijn beenderen zijn verschrikt. 4 Ja, mijn ziel is zeer verschrikt; hoe lang? 8 Mijn oog is doorknaagd van verdriet, verzwakt, vanwege al mijn tegenstanders. 11 Al mijn vijanden zullen zeer beschaamd en verbaasd worden; zij zullen terugkeren, zij zullen in een ogenblik beschaamd worden. Psalm 6 is een diep duister gat van nachtmerries, waarin David neerdaalt op zijn bed. Hij is omsingeld door de werkers van de ongerechtigheid, de "wil niet" en "weet niet" generatie. Hij wordt vals berecht, maar hij weet dat de ware uitverkiezing veel dieper ligt, en dat door dit hemelse metaal de vijand toch uiteindelijk moet loslaten en beschaamd zal worden. Psalm 7 9 De Heere zal den volken recht doen; richt mij, Heere, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, die bij mij is. Het richten, oordelen, is in zowel het Hebreeuws als het Aramees het maken van beslissingen, het verkiezen. We zien hier dat die verkiezing volledig gebaseerd is op David's eigen gerechtigheid, en het zal niet verder komen dan dat. David ontvangt dus het recht in de mate waarin hij rechtvaardig is, wat weer wijst op hoe de heilige uitverkiezing werkt. In het Aramees gaat dit om een studie, een analogie, waarin tot diepte-begrip wordt gekomen. Alle andere systemen van valse, menselijke verkiezingen zullen hierop stukbreken. Wij mogen dus hier ook lezen : "De Heere zal den volken uitverkiezen; verkies mij uit, Heere, naar mijn gerechtigheid, en naar mijn oprechtigheid, die bij mij is." Die uitverkiezing stippelt dus het gehele pad uit, en is niet alleen maar beperkt tot toegang tot God. De heilige uitverkiezing mag ons leiden, stop voor stap. Het verkiest ook ons pad, en de mate van tucht die nodig is in ons leven. 10 Laat toch de boosheid der goddelozen een einde nemen, maar bevestig den rechtvaardige, Gij, Die harten en nieren beproeft (toetst), o rechtvaardige God. Wij kunnen ons uitstrekken naar het oordeel over de lagere wil van de mens die ons onderdrukt, maar wat houdt dit oordeel in ? In vers 10 gaat het om het toetsen, en dat ligt geheel in de handen van de mens zelf. De mens zal zelf moeten leren toetsen en daardoor onderscheiden, wat in het Hebreeuws en Aramees ook bij de uitverkiezing behoort. Menselijk toetsen, menselijk onderscheiden en oordelen is niet waterdicht en maakt grote brokken. Vandaar dat de mens moet
terugkeren tot de heilige uitverkiezing. Dit is de leerschool van het toetsen. Dit is hoogwaardige technologie op intellectueel niveau. Dit heeft niks met stadse wijsheid te maken die overal verkocht wordt en overal wordt geprezen. Neen. Het is de dwaasheid van het kruis. Het dwaze van God is wijzer dan de wijsheid van de stad. De ware intelligentie gaat zo diep dat velen het niet kunnen en willen volgen. Het maakt geen compromissen, het is niet eerzuchtig, houdt zich niet bezig met kerkgroei-statistieken. Het brengt geen vrede, maar het zwaard. De boodschap van het kruis is offensief. Het is strijders-intellectualiteit, en niets anders. Het werkt met strategie om de oorlog te winnen, en niet om een product te verkopen. Hoofdstuk 14. Het Kruis van Vernedering Psalm 8 3 Uit den mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, om Uwer tegenstanders wil, om den vijand en wraakgierige te doen ophouden. Dit betekent dat het vanuit onze zwakheid zal gebeuren, niet vanuit onze sterkte. Zwakheid, leegheid, is de sleutel. Het maakt verbinding met het bovennatuurlijke, wat een hemelse kracht is. Daarom zeggen we : Als we zwak zijn, zijn we sterk. Alles wijst terug op de grotere natuur. Luther noemt dit het vreemde werk van God, dat God de mens zwak maakt, zoals Jesaja 28:21 zegt : Zijn werk zal vreemd zijn; en om Zijn daad te doen, Zijn daad zal vreemd zijn. Eerst moet het vreemde werk van ontlediging gedaan worden. Psalm 9 is volgens Calvijn een gebedspsalm waarin David door de macht van God te herinneren in zijn leven zichzelf aanmoedigd tot vertrouwen. Calvijn stelt dat dit een gewoonte van David is die hij zichzelf heeft aangeleerd. Het is dus ook juist de herinnering aan God's werk in het leven van de mens wat de relatie tussen God en mens verdiept. Het beste vertrouwen is dus gebaseerd op relatie en herinnering. Calvijn stelt dat als wij willen dat God ons bijstaat, dan zullen we ons onder God's leiding moeten plaatsen. Hij stelt echter dat God in het verborgene is, Zich verborgen houdt, omdat het niet altijd tijd is voor openbaring. Het kruis van vernedering moet er namelijk eerst zijn, omdat de mens dit nodig heeft, waarvan Luther dus zegt dat dit het vreemde werk van God is. Als wij aan God vragen de vijand te verslaan, dan worden we zelf onder het kruis vernederd, omdat wij zelf onze grootste vijand zijn, en de vijand in ons is, ons vlees is. Calvijn stelt dan dat het kruis lang nodig is tot het temmen van de mens. God is er daarom niet om de beproeving te voorkomen. 11 En die Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat Gij, Heere, niet hebt verlaten degenen, die U zoeken, 12 de Heere, Die te Sion woont.
Dan gaan we voor nu even over naar Deuteronomium 1 : 40 Gij daarentegen, keert u, en gaat naar de wildernis. Dit is de terug naar de natuur oproep. Alleen in de zuivere natuur vind de mens heil. De rest is allemaal illusie, dwaasheid en misleiding. 42 Zo zeide de Heere tot mij: Zeg hun: Trekt niet op, en strijdt niet, want Ik ben niet in het midden van u; opdat gij niet voor het aangezicht uwer vijanden geslagen wordet. Het betekent ook dat we geen strijd moeten aangaan zolang de Heere ons daarvoor niet heeft geroepen. Deuteronomium 2 37 Behalve tot het land van de kinderen Ammons naderdet gij niet, noch tot de ganse streek der beek Jabbok, noch tot de steden van het gebergte, noch tot iets, dat de Heere, onze God, ons verboden had. Wij moeten afblijven van wat ons door de Heere verboden is. Deuteronomium 3 20 Totdat de Heere uw broederen rust geve, gelijk ulieden, dat zij ook erven het land, dat de Heere, uw God, hun geven zal aan gene zijde van de Jordaan; dan zult gij wederkeren, elk tot zijn erfenis, die ik u gegeven heb. Wij mogen alleen datgene nemen wat de Heere ons heeft gegeven. Niets meer. Deuteronomium 4 1 Nu dan, Israël! hoor naar de inzettingen en naar de rechten, die ik ulieden lere te doen; opdat gij leeft, en henen inkomt, en erft het land, dat de Heere, uw God, u geeft. Het contact met God is niet zomaar gebaseerd op het luisteren naar stemmetjes, maar is gebaseerd op het leren van de wetten van de hemelse technologie. Het is een studie. Deuteronomium 5 3 Met onze vaderen heeft de Heere dit verbond niet gemaakt, maar met ons, wij die hier heden allen levend zijn. 4 Van aangezicht tot aangezicht heeft de Heere met u op den berg gesproken uit het midden van de urim (Aramees), 5 Ik stond te dien tijd tussen den Heere en tussen u, om u des Heeren woord aan te zeggen; want gij vreesdet voor de urim en klomt niet op den berg.
Hier zien we hoe we het hemelse Woord ontvangen, want dit gebeurt in heilige vrees, oftewel voorzichtigheid, zorgvuldigheid en tederheid, in het toetsen. Dit gaat rechtstreeks, dus niet via voorouders. Mozes stond er dan wel tussen, maar dit is een metafoor voor de gebrachte boodschap : "wat uit het water komt", "uit het woord", als de profetie. Het komt uit de urim, de toetssteen. Deze kan alleen benaderd worden met heilige vreze. 25 Maar nu, waarom zouden wij sterven? Want deze grote urim zou ons verteren; indien wij voortvoeren de stem des Heeren, onzes Gods, langer te horen, zo zouden wij sterven. 26 Want wie is er van alle vlees, die de stem des levenden Gods, sprekende uit het midden van de urim, gehoord heeft gelijk wij, en is levend gebleven? Het horen van God's stem heeft zware consequenties. Je sterft erdoor af aan jezelf. Het is niet iets waar lichtzinnig over gedaan mag worden. 32 Neemt dan waar, dat gij doet, gelijk als de Heere, uw God, u geboden heeft; en wijkt niet af ter rechter hand, noch ter linkerhand. Om met God te leven eist volmaakte gehoorzaamheid. Deuteronomium 6 3 Hoor dan, Israël, en neem waar, dat gij ze doet, opdat het u welga, en opdat gij zeer vermenigvuldigdet gelijk als u de Heere, uw God, gesproken heeft in het land, dat van melk en honig is vloeiende. Horen en gehoorzamen leidt tot het beloofde land. Deuteronomium 7 2 En de Heere, uw God, hen (de vijand) zal gegeven hebben voor uw aangezicht, dat gij ze slaat; zo zult gij hen ganselijk verbannen; gij zult geen verbond met hen maken, noch hun genadig zijn. Er mogen geen compromissen gesloten worden met demonen. 3 Gij zult u ook met hen niet vermaagschappen; gij zult uw dochters niet geven aan hun zonen, en hun dochters niet nemen voor uw zonen. 4 Want zij zouden uw zonen van Mij doen afwijken, dat zij andere goden zouden dienen; en de toorn des Heeren zou tegen ulieden ontsteken, en u haast verdelgen.
Als de mens zulke verbonden wel maakt, dan gaat de mens daardoor verloren. 5 Maar alzo zult gij hun doen: hun altaren zult gij afwerpen, en hun opgerichte beelden verbreken, en hun bossen zult gij afhouwen, en hun gesnedene beelden met vuur verbranden. 6 Want gij zijt een heilig volk den Heere, uw God; u heeft de Heere, uw God, verkoren, dat gij God tot een volk des eigendoms zoudt zijn uit alle volken, die op den aardbodem zijn. Alles van de duivel moet vernietigd worden. Alleen als wij God verkiezen worden wij uitverkoren. Dan gaan we nu over naar Exodus : Exodus 1 12 Maar hoe meer zij het verdrukten, hoe meer het vermeerderde, en hoe meer het zich uitbreidde. Het kruis maakt ons vruchtbaar. Alleen zo kan het zaad wortel schieten. De onderdrukking door de duivel wordt dus gebruikt om het volk van God groter te maken. Exodus 2 10 En toen het knechtje groot geworden was, zo bracht zij het tot Farao's dochter, en het werd haar ten zoon; en zij noemde zijn naam Mozes, en zeide: Want ik heb hem uit het water getogen. Het water is het Woord des hemels, en Mozes is een metafoor van de profetie die daaruit genomen wordt om tot het volk te gaan. Dit is ook wat het beest opkomende vanuit de zee betekent, sinds de bijbel een spiegelboek is in de grondtekst. Dit resulteert in de opkomst van de plagen, die als een gesel zijn om het volk op het rechte pad te houden. Degene die alleen maar één kant van die verhalen begrijpt is een ongeletterde. Exodus 3 22 Maar elke vrouw zal van haar naburin, en van de waardin haars huizes, eisen zilveren vaten, en gouden vaten, en klederen; die zult gijlieden op uw zonen, en op uw dochteren leggen, en gij zult Egypte beroven. Vandaar dat zowel het Jodendom als het christendom gestolen Egyptisch goed is, gesticht door de Egyptenaar en Egyptoloog Mozes. Wie dus deze twee religies niet vanuit Egyptische context bekijkt is verkeerd bezig. Exodus 4 15 Gij dan zult tot hem spreken, en de woorden in zijn mond leggen; en Ik zal met uw mond, en met zijn mond zijn; en Ik zal ulieden leren, wat gij doen zult. Het horen en gehoorzamen van God's stem is een leerschool. Er mag niet makkelijk over gedacht worden.
16 En hij zal voor u tot het volk spreken; en het zal geschieden, dat hij u tot een mond zal zijn, en gij zult hem tot een god zijn. Mozes is de god van profetie. Exodus 5 9 Men verzware den dienst over deze mannen, dat zij daaraan te doen hebben, en zich niet vergapen aan leugenachtige woorden. Zodra de mens God zoekt, zal de vijand allereerst de lasten verzwaren. Exodus 6 28 Zo sprak de Heere tot Mozes, zeggende: Ik ben de Heere. Spreek tot Farao, den koning van Egypte, alles, wat Ik tot u spreek. We kunnen alleen tot de vijand spreken als we de woorden van God spreken, door profetie. Anders is alles verloren. Exodus 7 1 Toen zeide de Heere tot Mozes: Zie, Ik heb u tot een God gezet over Farao; en Aäron, uw broeder, zal uw profeet zijn. Weer wordt Mozes een God genoemd. Dit gaat dus duidelijk om zelfverwezenlijking. Exodus 8 2 En indien gij het weigert te laten trekken ... Er zijn altijd consequenties voor de vijand als ze het volk van God niet laten gaan. Hoofdstuk 15. De Brug tussen de Indologie, het Judaïsme en de Christologie Krishna is wat in de Vur beschreven staat het cirkelen in plaats van rechtoe rechtaan benaderen. Krishna is het speelse verbeeldingsvermogen wat altijd ruimte geeft voor andere dingen. Vandaar dat Krishna ook de ekster wordt genoemd in de Tweede Bijbel. Het is het oog hebben voor detail, het decoreren. Het is een kien zintuig voor de tussenstappen. Het cirkelen is ook de betekenis van
de naam van Haggai in het Hebreeuws. Via de Egyptische Heka-wortel gaat dat terug naar de Aker en Haker-wortel in de Egyptische Amduat en het Egyptische Dodenboek van het Nieuwe Koninkrijk tijdperk in de Egyptische geschiedenis. Dit komt vervolgens weer terug in de Hagar en Ishmaël mythe binnen het Judaïsme, wat ook al beschreven was in een vorig boek genaamd 'De India Code'. Ishmaël draagt de metalen schijf van binnen, als een diepere wortel van Haggai. Dit is in de esoterie beschreven als de Krishna brug, die heel diep gaat. Hierdoor toetst Ishmaël als door de heilige toetsschijf. Wanneer wij willen dat we sterker zijn, wil Krishna dat we zwakker zijn, om een dieper pad te vinden, een eeuwig pad. Kracht is een illusie. Kracht verandert niets, maar laat alles vastgroeien. Zwak zijn, open zijn, nederig zijn, leeg zijn, opent de deuren van de eeuwige wijsheid. Het Krishna archetype wil dat we gevoelig zijn. Wanneer wij het materiele willen, wil Krishna dat we er langsheen kijken. Kijk er doorheen, en vindt het diepere. Krishna is een kaart in het Vishnu kaartendek. Vishnu is dat wat alles doordringt, het transcendente. Vishnu heeft in die zin geen smetvrees, maar mengt alles en maakt er iets moois van. Hij kan alles tot grotere diepte leiden, om zo alles te veranderen. Dit komen we ook weer tegen bij Hosea die met een hoer moest trouwen als een beeld van het dieper erin gaan om eruit te komen, wat de diepere betekenis is van het christelijke mandaat : "Hebt uw vijanden lief". Liefde is een baarmoeder in het Hebreeuws, dus het betekent dat we alles tot wedergeboorte kunnen brengen, in een andere context kunnen plaatsen, dingen op waarde kunnen schatten. Er is dus een belangrijke link tussen Vishnu en Hosea. Dit zijn allemaal beelden van het contact hebben met het vreemde, de andere wereld. Het is ook verbonden aan David die de wapenrusting van Goliath nam, waarvan Batseba de verpersoonlijking was, als het orakel wat David raadpleegde. In de Christologie komt dit ook terug in de mythe van Jezus die water in wijn veranderde te Kana, in de zin van de verchristelijking van Genesis 50:20 "Gijlieden wel, gij hebt kwaad tegen mij gedacht; doch God heeft dat ten goede gedacht; opdat God deed, gelijk het te dezen dage is, om een groot volk in het leven te behouden," wat in het Paulinisme terugkomt als "En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn," in Romeinen 8:28. Hoofdstuk 16. De Putten van Galati Het hindoeïsme is de derde grootste godsdienst van de wereld, en vandaar van belang om de context van de wereld te kunnen begrijpen. Deze godsdienst heeft haar oorsprong in Orion. Het is daarom
goed om de Orionse wortels te bestuderen. Het Orionse India is genaamd Kèlè en het Orionse hindoeïsme is genaamd Kèlèisme, genoemd naar de godin Kèlè, die in het hindoeïsme op aarde Kali wordt genoemd, de partner van Shiva, Esav (Ezau). Zij wordt ook de zwarte nacht genoemd en de grote nacht en rust van het bestaan. Esav is slechts een deel van Jakob. Kèlè, Kali, staat voor het scheppende aspect, en Shiva, Ezav, staat voor bewustzijn. Als de schepper is Kèlè ook de demonologie waardoor alle schepping plaatsvindt. Zij is de vernietiger van het kwaad. De mythe van Noach komt weer terug in het Orionse kèlèisme als een onderdeel van Jakob, en als beeld van sexualiteit en demonologie, in de zin dat de ark het rijzende geslachtsdeel van Jakob is, en de wijngaard waartoe Noach kwam na de zondvloed is de vagina van Kèlè, waardoor Jakob aan zichzelf afsterft, als door een zelf-offer. Het oprijzen van de ark, het geslachtsdeel, gebeurt door de zondvloed als een beeld van onderdrukking. In het Westen van Orion ligt een grote kosmische rivier genaamd de Benshlam. Achter deze rivier ligt het rivierengebied Kèlè. Hier liggen dus de diepere Orionse oorsprongen van het hindoeïsme. Het hindoeïsme is toch een zekere verdraaiing ervan door de Arcturische lens. Ook het christendom en de islam kwamen hier uit voort, en andere religies. Vandaar dat het belangrijk is deze religies te onderzoeken om te zien welke sporen ze hebben opgevangen. Zomaar al deze religies af te doen als onnuttig zou geestelijke zelfmoord zijn. Ze bevatten vitale onderdelen van levensbelang voor het voortzetten van de tocht in de gnosis, de diepte in. Ergens halverwege te stoppen zou vastgroeien betekenen, en dan kan men niet meer dieper, en dan sterft de ziel af, om overgenomen te worden door parasieten. Er liggen diepe parallellen tussen Kèlè en Kali. De horror die bij hun mythologie hoort is metaforisch voor het vernietigen van het ego. Hun naaktheid is metaforisch de openbaring. Kali, oftewel Kèlè, is een beeld van de apocalypse, de uiteindelijke dood van het ego wat tot bewustzijn leidt. Dit is een heel cyclisch gebeuren, en gaat telkens dieper. De Kèlè (Kali) wortel in het Nieuwe Testament : Lukas 8:15 - zaaien in goede (kale-kali) aarde Johannes 10:32 - Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele goede (kale-kali) werken doen zien vanwege mijn Vader; om welk van die werken wilt gij Mij stenigen? 1 Petrus 4:11 - Dient elkander, een ieder naar de genadegave, die hij ontvangen heeft, als goede (kaloi-kali) rentmeesters over de velerlei genade Gods. Ook is Kèlè (Kali) terug te vinden in de Galati wortel : GL.T, KL.T als Kèlè-T. T is een oerhieroglyph van de heilige gebondenheid. Het boek Galaten gaat over het afsterven van de lagere werken van het vlees, en het verbonden worden met de gnosis, opdat het goede (Kèle) werken zal voortbrengen. Wij moeten dus leven vanuit de geestelijke charis, de loonsgaven van de gnosis, oftewel de werken van Kèlè, die voortkomen vanuit de heilige gebondenheid. Dit komt dus voort vanuit geduld, hetgeen ook Calvijn stelt in zijn commentaar op het Nieuwe Testament. De charis, de loonsgaven van Kèlè, de Orionse godin van de grote, zwarte nacht, van het afsterven van het ego, zijn de bruidsgaven in het Aramees. KLH, Kalu, kali, betekent vernietiging, bruid en huwelijk, wat dus een allegorie is van het offeren van het ego. In de Gnosis van het Nieuwe
Testament wordt dit pad beschreven. Wanneer een mens deze heilige bruidgaven aanraakt, als het eerlijk verdiende bruidsloon, dan sterft het ego af. Het zijn wapenen die eerst met de mens zelf zullen afrekenen. Alleen door de heilige, eeuwige dood van het ego, kan de mens deelnemen aan deze oorlog. Ook komt deze godin terug in het woord Kolosse, KL.S, Kèlè-Sa, als de onderscheidende en dus ook verzoenende kennis (Egyptisch) van Kèlè. Kolosse is het boek van de dualistische gnosis, als een belangrijke dynamiek in het geheel, een belangrijke kraal, een belangrijke schakel van het heilige sieraad. De verbinding tussen Galati en Kolossi is daarom ook de S.T, de SAT, ZaaD, van Kèlè (Kali), wat een oerhieroglyph van het "kruis" is waarin de godin haar ellebogen heeft gespreid om de mens tot haar te nemen. De T is in het amazone alfabet ook de vrouwelijke Nehemia, de reformator en bouwer van de amazone kerk van de gnosis. De T is dus een tempelbouwer, een kerkbouwer, in de geestelijke gewesten, wat ook weer tot zijn recht komt in Kèlè-T, oftewel Galati, de Paulinische brief aan de Galaten. Wij moeten tot de diepte komen van deze twee belangrijke boeken. Kèlè leidt tot de heilige gebondenheid tot het afsterven van het ego in Galati, en zo tot Kolossi het natuur-proza, de amazone S, te komen, als de opslagplaats van de gnosis. Vandaar dat deze twee letters nauw aan elkaar verbonden zijn. De T bouwt de S, of leidt tot de S, de natuurkerk van de gnosis. Er zijn grote energie-uitwisselingen tussen Galati en Kolossi. Het is een allegorie van de mens komende tot de godin, de zwarte baarmoeder, het zwarte gat, wat diep ge-encodeerd ligt in deze mythologie. De Kolossi-spiegel is de bewaker. Het is het geheimschrift van de onderwereld. Alleen door de Galati sleutel, de T van Kèlè, kan een mens tot de Kolossi-spiegel gaan. Dit is een groot mysterie. Het boek Galaten heeft in het Sanskrit de wortel galati, wat onthechting betekent, het afdalen, het vallen. Eerst moet de mens loskomen van het materialisme. De boodschap van Galaten is dat het niet om uiterlijke tekenen gaat. Het gaat niet om wachtwoorden, maar om het diepere werk. De mens moet geen eigen koninkrijkjes bouwen, en ook geen naam voor zichzelf. De mens moet daar geheel van loskomen. Eerzucht en naammakerij zijn valse geesten. De mens zal nooit tot Kolossi komen, tot de S van Kèlè, als de mens nog zulke afgoden in het hart draagt. De S is de onderscheiding en ook de verzoening met de hemelse realiteit, zoals de boom van kennis, van goed (kalou-kali, Septuagint) en "kwaad" (ra, Hebreeuws), wat gewoon puur het toetsen en de onderscheiding is. Het heilige kwaad, het afdalen in de onderwereld, is belangrijk om het ego te onderscheiden en af te leggen. Dit is de boom van de gnosis (Septuagint) van Kèlè (Septuagint), van de onderscheiding (Ra, Hebreeuws). Hier hangen de vruchten van zowel Galati als Kolossi. De mens is door al het materialisme esoterisch bankroet gegaan. Laat u niet meer tegenhouden door de uiterlijke tekenen van de kerk, maar ga de diepte in. Kolosse gaat over het opgroeien in de rechte kennis, in de dualistische en demonologische kennis van Kèlè, als een toerusting van de heiligen. Kolosse gaat over het vruchtdragen door verbinding met Haar, nadat het ego is gevallen in de putten van Galati. In Kolossi wordt de gemeente opgeladen, nadat de gemeente diep in de Ramadan is gegaan. Kolossi gaat over de schatten en sieraden in de grotten van de gnosis, als een mijnenstelsel. Eerst raakt de mens hierin verdwaald en verstrikt, om eerst door de Galati-ervaring tot een dieper pasen te komen. Hier komt de mens tot de heilige tekenen van het hart, de geestelijke en esoterische tekenen die eeuwigheids-waarde hebben. Alles krijgt hier een diepere betekenis, en de diepere structuren worden geopenbaard. Dit is een vast, aansluitend werk.
De mens is zo klaar om deel te worden van het grotere geheel, wat ook de woordbetekenis van Kolosse is. De mens moet hier de lagere wet van het ego volkomen loslaten, om zo deel te hebben aan de openbaring van de hogere wet van het evangelie van de gnosis. Dit wordt niet geopenbaard aan hen die denken wijs te zijn, maar aan kinderen, zij die uit de baarmoeder komen. Zij die in verbinding staan met hun godin, hun innerlijke moeder. Zij komen voort uit een duistere nacht, waarin de vleselijke, arrogante wijsheid van hun ego is gestorven. Zij worden voortgetrokken door iets wat ze niet begrijpen, maar het is niet de stad, niet hun ego wat ze hebben afgelegd. Zij worden door de diepere natuur geroepen. Zij hebben de diepte van de psalmen gezien. Kèlè is Zij die de vijand, het ego, heeft verslagen, ook in het hindoeïsme. Dat is waaraan de mens zichzelf moet hervormen. De mens moet haar ontvangen en zoals Haar worden. Het is een belangrijk archetype verankerd in de diepte van de ziel van de mens. De mens kan dit accepteren en zich erdoor laten onderwijzen, of het archetype zal de mens ten onder brengen als deze mens nog steeds vastkleeft aan het ego. Het is dus buigen of breken als de mens komt tot de tempel van tijd. Kèlè (Kali) is eeuwige tijd, de verslinder van tijd. Alles is in haar tot volmaaktheid gekomen. Daarom is zij in het Grieks ook "het goede". De mens kan aan haar niet ontkomen. Het is een tikkend raadsel. De mens moet daarom klaar komen met dit mysterie. Er ligt hierin een grote opdracht voor de mens. Hoofdstuk 17. Groeien in het Huis van Jakob Hindoeïsme behoort tot de grote drie van wereldgodsdiensten, samen met de islam en het christendom. Daarom is het hindoeïsme van groot belang om de samenhang van de wereld te begrijpen. De parallellen zijn overduidelijk, en vullen elkaar aan. Het zijn drie delen van hetzelfde. Het is belangrijk de lijnen te volgen, te zien waar het spoor ergens loopt, en je niet af te sluiten in smetvrees. Esoterisch gezien is het bruikbaar. We zijn nu in het tijdperk waarin de spiritualiteit verloren is gegaan, en demonen zegevieren, maar dit is slechts aan de oppervlakte. Vandaar dat we de diepte kunnen ingaan om te zien dat alles al om ons heen is. Kali is de doemsdag. Zij betekent zwart, wat komt van tijd, kala. Kali is ook de nacht, en de godin van tijd. Ook is zij een oorlogsgodin. Kali is de oorlog tegen het ego, en de verwoesting van het ego. Zij is de moeder aarde. Kali was ook overgenomen door de Grieken. Kali of Kalli betekent het goede, het volkomene en ook het zwarte. Kali kent verschillende vormen in het Grieks, zoals kalo, kale, kalou en kala. Dit woord is diep verwoven in het Griekse Oude Testament, de Septuagint, naast het Griekse Nieuwe Testament. God is Kali in de Septuagint, in het boek Hooglied (1:15, 4:1, 2:10, kale). De profeet Jeremia was gekomen om hen die niet als Kali waren te bestraffen, omdat ze onschuldig bloed vergoten. Kali is alleen gekomen om het ego te verwoesten (Jeremia 22:17, kale).
In Ezechiel 16:13-14 maakte God de mens als Kali. Gij at fijn meel, honig en olie, en gij werdt uitermate volkomen (kale), ja, het koningschap waardig. Zo ging er een roep van u uit onder de volken vanwege uw volkomenheid (kallei), want die was volmaakt, dank zij de sieraden waarmee Ik u getooid had, luidt het woord van de Here Here. In Ezechiel 31:8 wordt Assur, de boom der kennis, Kali genoemd (kallei-kali). In Psalm 45:4 (=Psalm 44:4 in de Septuagint), een psalm die over de bruiloft gaat, is er de oproep te bewapenen met Kali : Gord uw mes aan de heup, gij held, uw glorie (kallei, kali) en uw luister. In het voorafgaande vers werd al gezegd dat deze held het meeste als Kali is onder de mensenkinderen : 3 Gij zijt het meest volkomene (kallei, kali) van de mensenkinderen, liefelijkheid is over uw lippen uitgegoten; daarom heeft God u voor altoos gezegend. Het resultaat van deze wapenrusting : 6 uw pijlen zijn gescherpt – volken zijn onder u – zij dringen in het hart van de vijanden. In Esther 2:2 gaat het om de zoektocht naar Kali (kala vrouwen, kali). In Zacharia 1:13 wordt het Woord van Kali (kala, kali) door de Heere, door engelen tot de mens gebracht. Spreuken 15:2 zegt dat de tong van de wijzen Kali kent (kala, kali). Micha 3:2 zegt dat zij die Kali (kala, kali) haten onder het oordeel komen. Joel 4:5-6 maakt duidelijk dat de sieraden van Kali (kala, kali) gestolen zijn, en dat daardoor de kinderen van Juda en Jeruzalem aan de Grieken zijn verkocht als slaven. Spreuken 3 vertelt hoe Kali te vinden : 1Mijn zoon, vergeet mijn onderwijzing niet en uw hart beware mijn geboden, 2want lengte van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen. 3Bindt schaamte, criticisme en afkeuring, CHECED, om je nek, schrijf ze op de tafel van uw hart, 4Dan zul je SUKKAL, zintuig en kennis, vinden, en een onderwijzer zijn (SEKEL, Hebreeuws). Dan zult gij Kali (kala, kali) en onderscheiding verwerven,
tussen de ogen van God en mensen. 5Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. 6Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken. 7Wees niet wijs in eigen ogen, vrees de Here en wijk van het kwaad. Een andere belangrijke godinse dynamiek is Lakshmi, de godin van de weelde van openbaring. Zij wordt geboren vanuit de oceaan van melk, door het karnen, door de strijd in de hemelse gewesten. Zij is de godin van de vruchtbaarheid, die dus nauw samenwerkt met Kali, als een onderdeel van Kali. LKS.M komt terug in het boek Lukas van het Nieuwe Testament, wat meer gericht is op het medicinale proces van het zoonschap tot de Moeder Godin. Lukas gaat dan ook meer over vrouwen. Lukas is een prijs in het Sanskrit, als een spel (lks, laksa). Ook is het een merkteken. Lakshmi is dus de trofee die door Kali behaalt wordt, en die iedereen persoonlijk moet behalen. De trofee is dus de weelde van de openbaring, als de regengodin. Het is het moment waarop de zintuigen openbreken, door de dood van het ego. Zo raakt de mens verstrikt in de heilige gebondenheid. Psalm 4:9 In vrede kan ik mij te ruste begeven en aanstonds inslapen, want Gij alleen, o Here, doet mij veilig wonen. Lakshmi is de serene vrede na de oorlog. Zij is dus LKS.M, de M, wet (Egyptisch) van Lukas. In de oerhieroglyphen is de M een staande man zonder armen, die zich niet kan verdedigen, en dus het lijden moet aanvaarden. Ook is het de man zonder werk, die dus niet uitgezonden mag worden, maar moet verblijven in en rondom de tent. Het is een beeld van de wedergeboorte, waarin de man zijn innerlijke baby vindt. Hij moet in en rondom de baarmoeder blijven, als het heilige zoonschap. Hij moet op de moeder leren vertrouwen, het leren leven door verbondenheid aan haar. Het boek Lukas gaat over het groeien in het huis van Jakob door het zoonschap (1:33). Jakob was ook een tentjongen, een moederskind, als tegengesteld aan Ezau die er altijd op uit ging. In die zin was Jakob een Maria die aan de voeten van de Heere Godin zat, als een Ruth die aan de voeten van Boaz in slaap viel. De Sanskrite laks en laksa wortel betekent onderscheiden, begrijpen, kennen en doel. Het verbindt de mens aan het onderwijs, aan een school. Zij komt voort vanuit de lotus of lelie, een thema ook besproken in de Vur. De Vur; De Pop 15. Als een wonder in de rivier, In de waterlelie gebeurt het, Een trap tot de hemel, En dan allemaal water, In alle lagen, Een trap tot het paradijs
Hoofdstuk 18. De Tocht naar Èrk Het hindoeïsme heeft over de biljoen volgelingen, iets wat alleen de islam en het christendom kan nadoen. Dit houdt in dat ongeveer een zevende deel (1/7) van de mensheid hindoe is. Het christendom is de enige religie die over de twee biljoen volgelingen heeft, en de islam hangt in aantallen tussen het hindoeïsme en het christendom in. Vandaar dat het hindoeïsme belangrijk is om de samenhang te begrijpen. Het zijn de drie grote pilaren van godsdienst in de wereld. Wat houden ze verborgen ? Het is van belang de hindoe sleutels te kennen om de twee grotere religies : de islam en het christendom, te ontcijferen. Van deze drie religies is het hindoeïsme namelijk de oudste, en heeft zo de wortels van deze religies in zich. Zonder het kennen van het hindoeïsme is het onmogelijk de islam en het christendom ten diepste te begrijpen. Alles in het westen en midden oosten heeft een Sanskrite wortel in het verre oosten. Het christendom is voornamelijk een westelijke religie, hoewel het zijn wortels heeft in het oosten. Het christendom is voornamelijk groot door het katholicisme. In het oosten is het christendom een minderheid. Het overgrote deel is dharmisch, oftewel van Indische religies, alhoewel de islam de grootste religie is in Azië. Het hindoeïsme is de tweede, en het boeddhisme de derde, welke beiden dharmische religies zijn. Azië is het grootste continent ter wereld. In Afrika, het twee na grootste continent domineren de Abrahamische religies, de islam en het christendom. De ziel mag een tocht maken door West Orion om zo de puzzels van de steden op te lossen en zo de grote Benshlam rivier over te gaan tot het Kèlè natuur-gebied en rivieren-gebied, het Orions India, waar ook het kèlèisme wordt beoefend, het Orionse hindoeïsme. In dit gebied mogen ook de hindoeïstische raadsels opgelost worden. Het oplossen van de hindoeïstische raadsels waar we in de indologie op het moment mee bezig zijn zal leiden tot het komen tot de grote orion-oceaan achter het Kèlè-gebied. Achter die oceaan ligt het Orionse indiaanse gebied, het Èrk-gebied, waar zich ook het grote Èrk Orakel bevindt. Het gaat dan even om deze raadsels die door de buitenaardsen van Orion getoond werden. Zij werden gegeven als sleutels. Devi, de godin in het hindoeisme : D + Eva. De D is de hangende vis in het Amazone alfabet, dus het gaat om de hangende vis van Eva, als zijnde een visser van mensen. Durga, de godin van onbereikbaarheid, durka : D-RK, oftewel de D van Èrk, de hangende vis van Èrk als een visser van mensen. DRK komt ook weer terug als de weg in de Hebreeuwse bijbel, derek, het pad naar de boom des levens (gen 3:24). De drk in gen 18:19 is de drk van de heere = recht doen en oordeel. God leidde het volk door de drk, weg, van de wildernis in ex. 13:18. Zij moesten in de drk blijven wandelen om zo in het beloofde land te komen (18:20). Drk is dus de hindoeistische oorlogsgodin
Durga, de moeilijk benaderbare, omdat ze staat voor de demonologische voorschriften en condities, en dit heeft dus zijn wortels in de indiaanse Orionse godin "Èrk" met haar hangende vis, D, als de vissersgodin van mensen. Dit komt weer terug in het Nieuwe Testament in het evangelie. In ex. 33:13 staat dat zij die drk verlaten door haar zullen worden vernietigd. In num. 21:1 wordt er gesproken over de drk van de spionnen. In 22:22 stond de heere in de drk, in durga, om te veranderen in satan, een tegenstander, om Bileam de weg te versperren. deut. 8: 6 - wandelen in de drk = het houden van de geboden. 10:12 - de heere te vrezen = wandelen in alle drk, oftewel het volledig dienen van durga. joz. 5:5 - men wordt in de wildernis geboren door de drk, door durga. 5:7 - de besnijdenis gebeurt door de drk. In 1 sam. 12:23 is er de oproep de goede en ware drk te onderwijzen. Jezus zei dat hij de drk, de weg was, waarmee hij dus aangaf dat hij de godin Durga was. Durga is de belichaming van de toorn van de goden, de woede, over de zonden van de mensheid. Zij strijdt tegen de mannelijke demonen die de wereld beheersen, en is daardoor een feministische godin. Zij is een woeste godin van de wildernis, maar zeer geduldig. Dan is er nog Lakshmi, de godin van esoterische weelde, de weelde van de gnosis, de regengodin, lksm, oftewel Lokos-shama, het gehoorzamen van de logos, het Woord, Loki, of Loko. Het Woord is de opslagplaats van de gnosis. Dit is iets geestelijks, niet iets materieels, maar het kan zich wel materieel manifesteren, zoals in de Tweede Bijbel, en hier en daar in de bijbel en andere culturele heilige boeken. Er is wat dat aangaat dan ook weer heilige materie, maar de bron is in de geestelijke gewesten. Devi, de godin, Eva de vissersgodin en het volk van de Dravidianen in Zuid-India die gericht waren op het goddelijk koningschap zijn de Sanskrite wortels van David. Deze sleutels zijn dus belangrijk om door het Kèlè gebied heen te komen tot de grote orionse oceaan en zo tot het Èrk gebied te komen. Èrk begint met Vurische natuur-steden en hoe dieper je in Èrk komt, hoe meer wildernis. Je moet dus eerst door een groot orakel heen, het orakel van Èrk. Hier zijn ook kerken, bijvoorbeeld de Èrkse gereformeerde gemeente. Ook hebben de kerken kerkvaders zoals Manisferus. We hebben hier dan te maken met natuurreligies, Vurische mengsels, het brug-principe. Ook daar is de Vur een heilig boek. Als eerste is daar ook het Hosea principe dat je je soms moet hechten aan onreine dingen om het zo rein te maken door het vermengen, om te komen tot de reine kern. Hosea moest hier doorheen toen hij met de hoer Gomer trouwde, als beeld van het onbekende en vreemde waarmee verbindingen moeten komen, zodat alles gerangschikt kan worden. Ook is het een beeld van de godin die de man weer terugneemt nadat de man onrein is geworden doordat de man werd uitgezonden naar vuil gebied
voor een opdracht. De godin neemt de man weer binnen na de jacht. Hoofdstuk 19. De Verborgen Vur-Bomen In De Bijbel Hosea (Howshea, Hebr.) moest met een zondares trouwen, om te laten zien hoe God getrouwd was met het zondige volk Israël. Dit heeft hele diepe, dualistische Egyptische wortels. In Egypte zien we het plaatje ook andersom : De Hesi of Hesu is de gezegende dode die ondanks zijn zonde toch uitverkoren was door Osiris of de godin van de onderwereld, om zo binnen te gaan in het hiernamaals. De Egyptische HES-wortel betekent 'verdrinken', 'verdronken worden', wat symbolisch is voor het sterven aan jezelf om zo tot ontwaking tot begrijpende kennis te komen, waar ook de waterdoop een beeld van is. De onreine, vervuilde ziel in de onderwereld komt tot de poort van de godin, en wordt of verworpen, of aangenomen, gebaseerd op een test. De HES is een lied, een spreuk (hesi) tegen de duivelse machten van het water. Dit lied is een lofzang tot de godin. Zo krijgt de ziel toegang tot haar melk, tot Hesa, de godin van de verdronkenen. De ziel wordt door het touw van Hesa uit het water getrokken. De HS-wortel is dus heel dualistisch. Dit vindt zijn diepte in het Izaak (Yishaq, Hebr.) verhaal, wat ook uit Egypte komt. SK, shkei, staat in het Egyptisch voor het doen oprijzen. Het oprijzen van de fallus is een beeld van het offeren aan de godin wat ook weer terugkomt in het zesde uur van de nacht in zowel het boek der poorten als de amduat. SK, skhi, is een god van de onderwereld, wat ook de hemelvaart betekent. SK is de god (re) van het zesde uur van de nacht. Het betekent het einde van materie (sek), als een slag van verbazing, wat vergeleken kan worden met de Damascus-ervaring van Paulus. Het is een mes, een troon (ska). De saki is een warrior. In het dodenrijk komt SK tot een soort hemelvaart wat hem brengt tot de poort van de godin, waar hij wordt aangenomen, als een offer. SK.MT, de woeste leeuwinnengodin, is meer een titel dan een naam, als de wet (mt) van de warrior (sk), en de wet van het offeren, als de wet van Izaak (sk), het einde van het materialisme. Zij is dan ook een beeld voor Rebekkah, de vrouw van Izaak. In de Vur is Rebekkah een boek gericht tegen het materialisme. Het offeren is in die zin nodig om via de vrouwelijke poort in te gaan tot het hogere. Obadja, oftewel Obadyah in het Hebreeuws, Abad-yah, betekent de dienstknecht van Jehovah, waarvan Jah een afkorting is. Havah is Eva in het Hebreeuws, wat ten grondslag ligt aan het hele Jehovah mysterie in de gnosis en de grondteksten. Eva is de godin, de interpreterende kennis in de naambetekenis. Obadja is een profetie over het oordeel over Edom, Ezau. Edom betekent rood, wat ook in de Hebreeuwse wortel Adam is, en dam is bloed. Adam kwam in de gnosis tot de godin Eva in Genesis, en moest afsterven aan zichzelf door de boom van kennis, om zo in de onderwereld af te dalen. Jehovah betekent ook afdalen, vallen (hava). Ook betekent het worden. Wij komen alleen in de heilige wording door het afdalen, het vallen. Dit komt ook weer terug in het Ezau verhaal, dat hij
moest komen tot de kom met het rode, het bloed, het afsterven aan zichzelf. Adam wordt zo tot een dienstknecht van de godin, oftewel Abad-Eva, de dienstknecht van Eva, de openbaring van kennis (de gnosis). Het boom der kennis verhaal is dus de poort tot het boek Abadja, waarin Adam (Edom) dieper aan zichzelf moet afsterven voor diepere openbaring van kennis. Adam raakt zo verbonden aan de kennis, uitgebeeld door een riem in de grondtekst, als beeld van de heilige gebondenheid door heilige voorzichtigheid (de heilige vreze), de chagowr. Dit verhaal loopt parallel aan het Griekse verhaal van Hercules die de leren riem van de Amazone-koningin, Hippolyte, moest "stelen". Hippolyte wilde hem de leren riem geven, maar de andere amazones stonden het niet toe en bestreden hem, dus er was eerst een oorlog. Zo is er dus een boom of wijnstok van de Vur verbonden aan deze verhalen, waardoor het toch waarde kan gaan krijgen. We zullen veel meer van deze bomen gaan bespreken. Hoofdstuk 20. De Verborgen Vur-Bomen In De Bijbel II Ook dit is een prachtige boom of wijnstok van de Vur verborgen in de bijbel : Zefanja, Tsephan-yah in het Hebreeuws, betekent het verborgene, het waardevolle bezit, van Yah, Havah, Eva, de interpreterende kennis. Adam komt hier tot haar diepe bron. 1:12-Het zal te dien tijde geschieden, dat Ik Jeruzalem met lampen zal doorzoeken; Ik zal bezoeking doen over de mannen die dik geworden zijn op hun droesem, en die bij zichzelf denken: De Here doet geen goed en Hij doet geen kwaad. De mens wordt hier tot de Ramadan geleid, om aan zichzelf af te sterven en leeg te worden. Dat is het ware beeld van de baarmoeder en de vagina. Adam komt zo symbolisch gezien in een intieme relatie met de Kennis, maar moet hiervoor alles afleggen. 15Die dag is een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en van angst, een dag van vernieling en van vernietiging, een dag van duisternis en van donkerheid, een dag van wolken en van dikke duisternis, 16een dag van bazuingeschal en van krijgsgeschreeuw tegen de versterkte steden en tegen de hoge hoektorens. De baarmoeder, het verborgene van de Kennis, is de duisternis, als een oorlogsgodin. En dit is dan het resultaat :
3:12-En Ik zal in uw midden overlaten een ellendig en gering volk, en wie schuilen bij de naam des Heren. Ook dit is een Vur-boom of wijnstok die groeit vanuit Genesis, vanuit de diepte van het boom der kennis verhaal. Zefanja was de zoon van Cushi, wat zwartheid betekent. Hij was de zoon van de duisternis waarin de kennis opgeborgen ligt. Hij is de zoon van de duistere leegte, van de Ramadan. Cushi was de zoon van Gadal-yah, als de Grote Yah, Havah, Eva. Er is dus een verschil tussen de lagere, vleselijke Eva, en de grote, geestelijke Eva van de gnosis. In de bijbel is er telkens die dualiteit. Gadal-yah was de zoon van Amaryah, wat betekent de Yah, Havah, Eva, die in het hart spreekt. Dit is dus iets profetisch waar Zefanja naartoe leidt : de bron van het Woord van Eva in de dieptes van het hart. Amaryah is de zoon van Chizqi-yah, oftewel het verbindende, bindende en verzoenende medicijn van Eva. Deze Vur boom is dus als de geslachts-wijnstok van Zefanja. 1:10-Het zal geschieden te dien dage, luidt het woord des Heren, dat er een luid geschreeuw zal zijn uit de Vispoort. Dit leidt weer helemaal terug tot het hindoe woord voor godin "d-evi", of "d-eva", hemels, als Eva met de D van het amazone alfabet, de hangende vis, als de visser van mensen. De netten bestaan altijd uit profetie, het hemelse Woord, wat zich ook weer emaneert tot lagere vormen. Hoofdstuk 21. De Vur Natuur School Zachari-yah is het heilige geheugen van Jehovah, Havah, oftewel van Eva. Dit houdt ook een belofte in voor het herstel van het geheugen. Hobel (Hebr.), Eva's zoon, betekent 'leegte', als een teken dat wanneer wij hebben begrepen dat het zoonschap de enige weg is tot de moeder, tot het geheugen van de interpreterende kennis, Eva, dan kan dat alleen maar door de leegte, Hobel, en die moest zoals we weten sterven in de leegte. Zacharia 13:5 (Hebreeuws-Aramees) Ik ben geen profeet, ik ben een man die werkt in de natuur (dienst doet aan de aarde) als soldaat, want iemand heeft mij gekocht in mijn jeugd. Het gaat dus niet zomaar om profetie, om op de uitkijk te zijn voor woorden van de Heer. Het gaat om het terugkeren tot de natuur, om de natuurlijke processen en principes onder ogen te komen. Het is een oorlog, en daarom moet men voorzichtig zijn, als demonologen, geestelijke soldaten. Zomaar met profetische dingen bezig zijn is dus niet genoeg. Het gaat om het dieper doordringen in de lagen van de natuur om zo de stadse profetie los te laten.
Hobel is dus Eva's zoon, wat leegte betekent, en dat is ook precies de betekenis van Hosea, waardoor in de gnosis ook Hosea een zoon van Eva is. De leegte is de sleutel tot de moeder. Daarom moet onze leegte volkomen zijn en mogen wij geen compromissen sluiten wanneer we de Ramadan ingaan. Hier loopt de Ragnarok aan parallel. Vandaar dat Hosea een belangrijke gids is tot de moeder, een gids van het zoonschap. De natuur-soldaat gaat niet te werk door brute kracht en directe, grove geweldadigheid. Neen. De natuur-soldaat werkt door educatie. De natuur-soldaat werkt door de geestelijke economie, de natuur-economie, en werkt via dit systeem van belasting, loon en schuld, verbonden aan economische natuur-principes. De natuur-soldaat is een student van de Vur natuur school, en alles wordt geregeld via die school. Hij gaat niet zomaar alleen op pad om met de botte bijl eigen rechter te spelen. De soldaat werkt door inzicht, door openbaring, en dit is verbonden aan de Vur natuur en is afremmend, niet overmoedig. Het is tegengesteld aan de stad die in overmoed leeft, alhoewel er wel natuursteden zijn van de Vur die metaforisch de natuur-principes gestalte geven, uitbeelden. De mens staat erom bekend vaak het heft in eigen hand te nemen. Ook al is de mens dan vaak niet geweldadig, kan de mens toch geweldadig zijn in zijn gedachten en fantasieën. Op zich zijn 'geweldsfantasieën' een manier om te verwerken, zoals ook veel mensen naar geweldsfilms kijken om zo een gevoel van rechtvaardigheid op te wekken, maar het is belangrijk om naar de diepere principes te kijken, wat er nu daadwerkelijk gaande is en moet gebeuren. De mens moet terug naar school en de economie leren. Alles gaat door rekeningetjes en is puur financieel, in de zin van loon, schuld en betaling. Het is niet aan de mens te bepalen hoe dat zich in iemands leven manifesteert. De mens moet dus oppassen met vals oordeel en valse verwensingen. Alles werkt door de school, door studie. Als daar een gat in valt, dan is alles verloren. De mens moet dus terugkeren tot de natuur-school. De mens moet de stadse school verlaten, want die houdt alle horror en ellende in stand. De stadse school zal vergaan. Het is een zinkend schip met veel lekken, die alleen gedicht kunnen worden door de natuur. De natuur school van de Vur is te vinden in de dieptes van Orion, in Èrk. Hoofdstuk 22. Document Informatie over de Saveer-energie-parasiet Dit is even een overzicht van aantekeningen over Saveer. Saveer is de verletterlijkende geloofsgeest die de dieptes voor de mens verborgen houdt, als een parasiet. Saveer bestaat mechanisch gezien uit een heleboel onderdelen die de aarde via diverse kanalen koeioneren. Die onderdelen worden even
kort besproken. Even wat demonologische informatie : Drentse geesten om de mens heen, met verwijten, een Drentse bende. Ze infiltreren in alles om ons heen, en kunnen van vorm veranderen. Daar was ook eens een droom over. Ze hebben contact met een soort witte buitenaardsen met hele grote ogen, die hun locatie hebben op Ameland. Die bende van schurken vechten tegen het eeuwig evangelie en de vur, tegen de gnosis. Het zijn dieven, en het is een strijd om boten. Ze zijn kwaad vanwege de gnosis. De bende kan niet tegen de energie van de gnosis, want dan moeten ze hun oude levensstijl afleggen. En ze zijn kwaad vanwege de verschillende alarmsystemen van de gnosis. Ze hebben hun woning in de mensen en willen niet weg. Het gaat om de schakel-kennis, d.w.z. de belangrijkste schakel in het geheel pakken. De demonologie vind altijd plaats in het kader van de territoriale (hierarchische) oorlogsvoering, anders wordt het dweilen met de kraan open. Familie-geesten, en dus ook delen van het voorgeslacht, kunnen verbonden zijn en/of beinvloed worden door de Drentse bende die ordes hebben vanuit Ameland, en wat ook gepaard gaat met "gedwongen implantatie", dus ze doen implantaties in de mens voor energetische aftappingen, dus een soort van crimineel netwerk van dieven. Ze werken door de medische wereld heen (ook de tandartserij), justitie en telefonie bijvoorbeeld. Het is een hele chaotische energie. Drugs en alcohol is ook in het spel. Het zijn ratten. Dat zit dus ook heel diep in de voorgeslachten. Alcohol zit achter het mengpaneel, dus als je bijvoorbeeld dan die hele stamboom voor je ziet, dan zijn er hier en daar knipperende rode lichten van alcohol misbruik, die vandaaruit opereren. Alcohol is een soort "majoor van infiltratie en bezetenheid". Het geloof is een dievencode, een oplichterscode, die ze gebruiken. Ameland staat als een buitenaards portaal direct in contact met een witte reuzenster ergens ver in het heelal, zo'n 80.000x groter dan de aarde. Die ster is genaamd Jistefis, ook wel "Groot Ameland" genoemd, bestuurd door Saveer-geesten en Elias-geesten. Ze zijn verstrooid en kortzichtig, en hebben zo hun eigen abstracte realiteit geschapen, en leven zo langs alles heen. Het is een valse realiteit van koudheid en bedrog. Wat namen : Alko, Saveer-geest -> alcohol is dan eigenlijk "hol van Alko" Robko, Elias-geest Ze komen binnen waar een mens niet hyperbolisch kan denken, wat ze zelf ook hebben toegegeven. Hyperbolisch is vertaalt tot de natuur/ hogere natuur. Deze geesten staan weer onder een Spaanse Saveer-geest genaamd RENIN, of Saveer-Renin. Shapeshifter, want ze is in principe een omaatje met een knotje die de mensheid moet verwennen en de jeugd moet laten afdwalen in materialisme, drank, drugs en onzinnigheid, idiote spelletjes, joyride, vandalisme, etc. Soms is ze een dun donker meisje achter de piano met lepra handen, dus haar vingers zijn helemaal afgeknot als een soort stompjes. Ze laat de jeugd ook helemaal afdwalen
in merk-gekte, als ze in haar omaatjes gedaante is, dus dat ze een bepaald merk moeten kopen, anders horen ze er niet bij, en lid zijn van een bepaalde voetbal fanclub etc. Ze wil ook dat de jeugd verslaafd is aan allerlei suikerhoudende en koolzuurhoudende drankjes, allerlei doping frisdrank, energie-drankjes etc. (coca cola, pepsi, dr. pepper en ga zo maar door). Zij is ook de geest van tijdschriften-gekte, van de roddelblaadjes. Het is verblindend wit licht, houdt de mens kortzichtig en draait dingen om. Dit is allemaal geschapen door een Saveer-geest genaamd RENAK, een man met een baard, een soort tovenaar-sinterklaas. Hij heeft er een echt kunstwerk van gemaakt. Zijn kleding is paars en rood met torentjes-patronen. Hij kan in allerlei vormen veranderen, ook als een kabouter in een trainingspak die over de ijsvlaktes gaat met zijn technische hoogsnufjes, zijn voertuigen. Soms heeft hij zijn lange kousen aan, en zit hij op zijn skippybal. Hij is een poortwachter van de dieptes. Dan is er nog Saveer-Ichtus, de speelgoedlaag, en Saveer-Hoorican, de sex-industrie, sex toys, "het oog". Er is een bepaalde piramide waarin de onderlaag speelgoed is, en waar dan een laag van telefonie overheen gebouwd is, en de top van de piramide is sex toys. Dan is er nog een saveer-geest genaamd RANJA, een Spaans grootmoedertje, die werpt met haar zwarte ondergoed en panties. Zij wurgt mensen met haar panties. Laten we even naar een verder lijstje kijken : Japan - Saveer-Deo - kannibaalse piraat - uitvinder vals Latijns - grote lynxachtige kat China - Saveer-Neor - kannibaalse oude vrouw - uitvinder vals Grieks - met zwarte panties - gooit haar ondergoed. Vietnam - Saveer-Ani - the gate Amsterdam/ NL - Saveer-Beli - rode krab - snijdt harten uit kinderen om te vervangen door rode krabben - kan veranderen in slang, krokodil, zwarte leeuw, allerlei soorten monsters, ontvoerder van kinderen. Noord-Korea - Saveer-Ubike [Ubiekeh] - zwarte spin, groot, harig, selectief communisme, gemaskerd capitalisme, psychiatrie, tandheelkunde, verlammende geest Spanje - Saveer-Keef - octopus, hyperpraterig, child-abuser, childkiller, kinder-ontvoerder De mens moet komen tot de ijzeren school van demonologie. Zweden - Saveer-Arg Noorwegen - Saveer-Pla Finland - Saveer-Look Denemarken - Saveer-Arg 2 Albanië - Saveer-Kreko Georgië - Saveer-Azo Armenië - Saveer-Blada Bulgarije - Saveer-Agné/ Flagé Roemenië - Saveer-Bulda Oekraïne - Saveer-Kidné - cobra
Vulgaat en Septuagint (Latijnse en Griekse (OT) bijbel) Saveer-Jecht - Leviticus Saveer-Acht - Numeri Saveer-Dee - Exodus Saveer-Klunk - Deuteronomium Saveer-Achtk - Jozua Saveer-Fix - Psalmen Engeland : Saveer-Viki Polen : Saveer-Masten - clown met lange jas Rusland : Saveer-JAMA - ramen begonnen te springen in de USA. Duitsland : Saveer-Tilko - witte spin, zeemonster, belhamel, enfant terrible, rotzooischopper, onhandelbaar, dollmaker, terrible leprechaun. Saveer-GAIT : zwart-gele slang "Ik heb alles in kannen en kruiken. Ik ben van de media en de politiek." Saveer-MEHREN - IS-thugs, false islam spirits : zwarte slang, dik zwak, versufd Frankrijk - JIBITSR - mannetje op koets met snorretje Vrijmetselarij - ROKTEAC DAKNAAN - derde graads VM, schilderij van Salvador Dali-achtige Spaanse indiaan : lang, hoekig, surreëel. "Hiram came before the eye." Hoofdstuk 23. De Orions-Indiaanse Mythologie De Vur, boek 31. DE INDIAANSE PRINSES is een heel kort boek. De veel langere versie van dit stuk is het Hugo verhaal in de Vuh van de Tweede Bijbel. Het korte Vur-boek van de Indiaanse Prinses gaat over het orakel van Èrk, wat eigenlijk ter beveiliging van Èrk is. De mensheid heeft hierin een gids nodig. Het orakel van Èrk is de schepper van de Arcturische lens om het volk op de proef te stellen en om de dwazen af te leiden. Het is dus een noodzakelijke bescherming. Een bijeffect van de Arcturische lens is de witte reus, Jistefis, een ster. 1. Na een tijdje stond hij op, hij keek door het raam, maar alles wat hij zag was duisternis en bliksem. Het donderde en spoedig was het hard aan het regenen.
2. Het orakel was een labyrint. Het leidde helemaal tot onder de grond, maar het was ook een heel gevaarlijk labyrint. Je kon ergens vastraken. 3. Als het orakel op de juiste manier werd behandeld gaf het de juiste antwoorden. 4. Een indiaanse prinses bevrijdde hem eens uit een valstrik. Zij vertelde hem vele geheimen. 5. Het was een orakel van wilden. Het was om de ondergrond te beschermen. 6. Door haar kon hij eindelijk het verleden vergeten. Dit hele aardse bestaan is het orakel van Èrk, vol van valstrikken, vol van geheime doorgangen, en er moet een gids bijkomen om er goed doorheen te komen. Èrk is het indiaanse Orion, in West Orion, over de grote Orion oceaan. Dit is dus een heel belangrijk punt op de tocht door Orion. Het orakel moet gedecodeerd worden. Het aardse bestaan is een puzzel. Hoe we met die puzzel omgaan bepaald waar we naartoe gaan. In Èrk zien we het levensmysterie van Jezus/ Jèsoe in het OrionsAfrikaans, verschuiven naar het vers waarin Jezus zegt de Weg te zijn, in het Hebreeuws : de Derek, DRK, van de Sanskrite oorlogsgodin Durka/ Durga. Zoals we zagen gaat het hier om de godin Èrk die een hangende vis vasthoudt, de D in de amazone taal, als D+(È)RK. We zien dus de Jezus/ | Orions-Afrikaanse Jèsoe-wortel zich verschuiven als we tot Èrk komen, in de Orions-Indiaanse mythologie. Zij is een vissersgodin, als de visser van mensen. Een ephitet of bijnaam van haar is Suri. Hier loopt Jèsoe-Assur in de Orions-Afrikaanse mythologie aan parellel, of liever gezegd : We bespreken nu de indiaanse natuur-wortels hiervan. Jozua 1:16 - Eed om gehoorzaam te zijn aan Jozua (Grieks : Iesous (Jezus), Egyptisch : Isis (sth), Orions Afrikaans : Jèsoe (gnosis) in volkomenheid, ASHER (assur), oftewel totale overgave, de heilige gebondenheid. In Orions Indiaans is dit dus totale overgave en gehoorzaamheid aan Suri, als ephitet van Èrk, en zoals gewoonlijks zijn dit metaforen van principes. Personificaties van kennis, als practisch gemaakte dynamieken. Jezus Christus is dus in het Egyptisch Isis-Serket, in het Orions Afrikaans Jèsoe-Assur, en in het Orions Indiaans Èrk-Suri, wat ook weer verbonden is aan Suriname. Suri is de dynamiek van Suriname. Dit ligt dus ook ten grondslag aan Usir/ Osiris, die troont in de onderwereld. Zo komen we ook in de Egyptologie tot een meer vrouwelijke bron. De kerk heeft dit proberen te verstoppen, want vrouwelijke vruchtbaarheid is de doodsteek aan de markt. Daarom beeldde het christendom ook altijd de vrouw uit als slaaf, als ondergeschikte, van de man. Het christendom vreest het vrouwelijke, het inspirerende, oftewel de profetische kennis. Vandaar dat de kerk een slot zette op de bijbel. Suri, oftewel Assur (SR), als Èrk-Suri (Jèsoe-Assur), is de kennis die doet knielen, als brug tot wijsheid, als Zij die doet knielen, (overgave) onderwerper : Fil.2:10-Elke knie zal buigen voor jezus/ Jèsoe/ derek, de Weg - Èrk (kennis, gnosis) :11-Elke tong zal belijden dat Jezus God is. We komen dus nu aan bij de Orionse Indiaanse verscholen diepte van deze verzen. Zo mogen er kanalen geopend worden. Spr. 3:13 - Gezegendheid = asher - een beeld van het knielen in het Hebr. als middel om wijsheid te vinden.
Hoofdstuk 24. Maleachi Maleachi is het laatste boek van de kleine profeten, en wordt ook wel het zegel van de profetie genoemd. In het Hebreeuws heet het Malakiy, MLK, wat in de gnosis Amalek is. Amalek is in de gnosis een belangrijke moeder godin, en ook het tweede deel van de vierdelige Bilha. In Maleachi, MLK, Amalek, gaat het Ezau/ Edom/ Adam verhaal verder : Maleachi 1 : 3Esau heb Ik gehaat; Ik heb zijn bergen tot een woestenij gemaakt en zijn erfdeel aan de jakhalzen der woestijn prijsgegeven. 4Wanneer Edom zegt: Wij zijn verwoest, doch wij zullen de puinhopen weer opbouwen – zo zegt de Here der heerscharen: Laten dezen bouwen, maar Ik zal afbreken; men zal het noemen: gebied der goddeloosheid, en: het volk waarop de Here voor eeuwig toornt. Ezau dronk van het kommetje rode soep, als een beeld van het lijden, en kon zo niets meer afmaken. Alles gebeurde half. Hij moest leven van snippers, als een beeld van de wildernis. In de wildernis is niets klaar. Alles is wild. Alles is gevaarlijk. Het is ongetemd. Dit is hoe het paradijs werkt. Adam mag geen stad voor zichzelf bouwen, en geen naam maken. Hij moet in de natuur blijven, en komen tot de diepte. Elke hoogte zou afbreken. Dat is natuurlijk een hard gelach en een bespotting aan het adres van Adam, die de wortel is van het woord Edom. Iemand komt met z'n tengels aan al zijn werk en breekt het weer af. Adam nam van de vrucht van kennis, van onderscheiding, en zag toen ineens nog meer demonen. Natuurlijk waren die demonen er al, maar nu waren zijn ogen geopend. Het bracht hem tot grote zwakte. Dit is wat de gave doet. Het laat niets heel van de mens. Alles moet de verbrokenheid in. De profetische gave leidt tot diepe woestijnen, tot grote duisternis, maar de zintuigen gaan open, en dat is het allerbelangrijkste. Het loon is 'spot'. Het directe is namelijk gevaarlijk. Spot is een abstractie van loon. Ook is het de test van loon. Als wij het spotkleed niet willen dragen, dan komen we nooit tot waarlijk loon. Wij mogen zowel het kruis als het spotkleed zien als loon. Het gaat de gnosislozen vaak allemaal voor de wind. Wij mogen daarom zelfs blij zijn met het kruis en het spotkleed. De bedoeling is dat de mens zo afgezonderd wordt, en zo kan de mens gehoor geven aan de roeping die op zijn leven rust. Hier mag de mens dus ook dankbaar voor zijn, maar weer geld : Als de mens bouwt met dankbaarheid zal ook zijn dankbaarheid afgebroken worden. Teveel dankbaarheid kan namelijk in slaap sussen. Er moet ook gewerkt worden, en geleden, en diep lijden leidt tot een heilig klagen, als een demonologisch klagen. Allereerst is dat een klagen over het ego, over de demonen. Het is zeer zeker geen vleselijk klagen. Alles wat de mens opbouwt zal maar een druppel van over blijven, opdat de mens verder kan komen, en niet in hoogmoed en overmoed ten gronde gaat. Adam at van de vrucht van kennis, en daalde zo als Ra in de onderwereld, om diepe lessen te leren, om te
komen tot de heilige honger, de ramadan. Adam kwam uit de aarde, en moest weer wederkeren tot de aarde. De mens wordt geschapen vanuit de aarde en zijn ziel vanuit de leegte, vanuit het niets, stelt Calvijn. Hij stelt ook dat de uitverkiezing door Abraham niet genoeg is, maar dat de mens ook uitverkoren moet zijn door Jakob, als een diepere uitverkiezing. Ook in de Bilha wordt die uitverkiezing besproken. Door het hele Jakob en Ezau verhaal kan die uitverkiezing dus verdiept worden, waarin Ezau slechts een principe is van Jakob, als een belangrijk fundament. Hoofdstuk 25. Het IS-Complot - Wat hebben het christendom en de psychiatrie met elkaar gemeen ? Ik kan er niet genoeg op hameren hoe belangrijk het is dat alle zintuigen in de geestelijke wereld geopend moeten zijn. Als één zintuig mist, dan ga je daar zeker de gevolgen van krijgen vroeg of laat. Het gaat om het totaal-plaatje, anders gaan de blinden de blinden leiden. Ook is het niet voldoende om alleen maar op bepaalde tijdstippen geestelijke gevoeligheid te hebben in de vorm van een visioen, een beeld, een droom, een nachtgezicht, een profetie enzovoorts. Virtual reality in de geestelijke wereld is een absolute must. Nu, daar kom je als mens niet zomaar, maar het is goed om ernaar uit te strekken. De mens kent ook zijn droge periodes en die zijn ook belangrijk : de tocht door de woestijn, maar met het uiteindelijke doel dat de geestelijke zintuigen dieper geopend gaan worden. Er zijn vele zintuigen in de geestelijke wereld, en die moeten met elkaar in balans komen en hun volgorde kennen. Een hogere gevoeligheid is het doel, opdat de alarm-systemen beter ingesteld kunnen worden. Dit is een heel technologisch verhaal, en er wordt niets aan vaagheid overgelaten. Natuurlijk is dat niet helemaal waar, want de Vur-principes laten ook juist weer het belang zien van vaagheid, mist, het halve, om zo juist de zintuigen te trainen. Als alles ons zomaar in de schoot wordt geworpen, dan worden onze zintuigen lui. Soms moeten we leren maar met één oog te leven, of één been, als een piraat, om juist de zintuigen die we nog hebben sterker te doen worden. Maar dan moet er goede vervanging zijn. Soms hebben we hulpstukken nodig. Maar ja, dit is een lang verhaal. Er zijn altijd uitzonderingen op de regel. De geestelijke wereld is groot en diep, en zo zijn de principes daarvan dat ook. Iedere situatie is weer uniek. De IS of ISIS gang is een reflectie van wat er in de geestelijke wereld gaande is. Het is een code. Het is niet wat het lijkt en dat is zelfs voor de islam zo. Het zijn codes van andere dingen. Nu is er de vleselijke islam en de natuur-islam, en daar zit nogal een verschil tussen. Goed en kwaad heeft zich erin gemengd, zoals in elke religie. Er is verschil tussen de lage islam, de schil, en de hoge islam, de esoterische. De code van de islam is voor een restaurant-keten in de geestelijke wereld. Het is de code van de planeet Saturnus die op aarde wordt gestraald. De code van IS is veel erger, namelijk die van de medische dictatuur, van medische terreur. Dit staat niet op zichzelf, want in principe worden mensen en zielen zo gemaakt tot "sex toys for aliens". Het is een sex toy fabriek, een poppenmakerij. Er gaat dus iets heel duisters schuil achter
medische takken zoals de tandartserij en de psychiatrie, en dat verklaart ook waarom velen die in deze medische industrieën werken zo contact-gestoord zijn, en waarom ze het openen van de geestelijke zintuigen zo vrezen, want dat zal de ondergang van hun doods-industrie zijn. Ik noem het woordje "dood", want ze gaan door totdat mensen zombies zijn geworden. Ze werken routine voor een industrie, dus ze hebben vaak geen oog voor het persoonlijke. Je bent werkmateriaal voor hen, en dan denken ze vaak niet aan jou gezondheid, maar aan hun verborgen doelen met jou. Ze hebben een verborgen agenda. Het wordt bestuurd door gigantische alien-machines. Vandaar dat ze ook vaak mensen met geopende zintuigen een etiket opdrukken. Je komt dan ook op een soort "dodenlijst" terecht. IS blijft daarom samensmelten met grote industrieën, mafia's en zelfs grote werelddelen in de geestelijke wereld om hun alien-fokkerijen in stand te houden. Hier betalen ze ook grof geld voor. Ze kopen systemen over. Ze hebben vele huurlingen. Ook huren ze geestelijke "assassins" in, huurmoordenaren. Dit is ook wat IS op aarde deed en doet. Hierin zijn wij niet aan ons lot overgelaten. Zij die geen compromissen sluiten en zich hebben afgezonderd om het geestelijke te onderzoeken en tot hulp te zijn voor het goede, gewijd aan de verspreiding van de natuur-kennis (gnosis, vur), hebben "superpowers" opdat ze kunnen komen waar ze moeten zijn. Ja, ze hebben veel geleden, maar zo hebben ze deze "superpowers" ontwikkeld. Het is iets shamanisch. Hoe zit het dan met het christendom ? Er is het lage, vleselijke christendom, en het esoterische christendom, een groot verschil. Maar wat is nu precies de code waarmee het christendom werkt ? Het is een code voor de auto-industrie. Laat je nooit het hoofd dolmaken dat het christendom daadwerkelijk een religie is. Het is een markt, een industrie. Ook hier gaat een duister geheim achter schuil. Auto's ontstaan niet zomaar. Er worden vele zielen voor geslacht. Hun onderdelen worden verwijderd, en door hekserij wordt dit tot materiele energie omgezet, en zo worden verschillende delen aan elkaar gevoegd om auto's te maken. Dit gebeurt zowel in de geestelijke wereld als op aarde. Daarom zeg ik : Leer door systemen heen te prikken. Niets is wat het lijkt. Beide instituten, zowel christendom als IS zijn gestoeld op de zielen-slagerij. Deze instituten werken met elkaar samen. Vandaar dat het belangrijk is de diepte in te gaan van het Judaïsme en de islam om tot de diepere Egyptische en Sanskrite wortels te gaan, om zo door verdieping tot de veel zuiverdere kernen te komen, en zo terug te gaan tot de Èrk-kern in West Orion. Het christendom is al heel lang een onderdeel van IS, en ook de grote werelddelen. Dit heeft zijn wortels in de geestelijke wereld. Elke ziel is via een identificatie-systeem in deze markt opgenomen. Er is een weg uit. De aarde is een prison-planet, maar er is hulp in de natuur. Het is nog geen verloren zaak. De natuur zal een grote tegen actie tot stand brengen, en het goede nieuws is dat dit al is gebeurd. Het zit cryptisch in onze genen verborgen. De toekomst is allang geweest, en de mens mag hiertoe ontwaken.
Hoofdstuk 26. Bijlage Het IS Complot IS op aarde lijkt dan wel kleiner te worden, maar in de geestelijke wereld wordt IS alsmaar groter. In mijn jeugd leed ik aan zware nachtmerries die het nachtleven onmogelijk maakten. Ik werd vaak gillend wakker, of rende door het hele huis. Het had vaak te maken met het dalen in de onderwereld en ontmoetingen met de meest verschrikkelijke monsters en gedrochten. Ik kon vaak geen kant op. Aan het begin van mijn twintiger jaren kwam er eens in zo'n nachtmerrie een rode bal onder mijn voeten en sindsdien had ik een superpower : ik kon vliegen in mijn dromen. Die superpower is nooit weggegaan. Ik had nu een manier om te ontsnappen als ik achterna werd gezeten. Ik ben sindsdien ook nooit meer gillend wakker geworden. Wat daarvoor soms nog weleens lukte was in de nachtmerrie heel hard te gaan draaien, waardoor ik soms als ik geluk had wakker kon worden. Ik had een droom dat IS in de geestelijke wereld, in de onderwereld, was samengesmolten met grote Gothische en Pagan werelddelen, grote pagan mafia's en industrieën. Normaal gesproken als ik in mijn dromen kon vliegen dan konden anderen dit niet, en zo bleef ik veilig, maar ditmaal had IS door die fusie een superpower erbij. Zij konden namelijk ook vliegen, en die pagans vlogen naar mij toe om me te grijpen. Ze namen mij naar een huis waar een kamertje was als een gevangenis. Er stond een bed daar en wat andere meubels, zoals een tafeltje en bureautje. Ik zei dat ik moest plassen, en ze brachten me naar de keuken tegenover het kamertje, en ze gaven me een bord waarin ik moest plassen. Ik dacht dat ik vastzat omdat ze mij met hun superpower hadden vastgezet. Ze deden verder heel vriendelijk, en even twijfelde ik over hun identiteit, vooral toen ze mij omhelsden alsof ze vrienden waren. Maar mijn geestelijke alarmsysteem vertelde mij dat het geen vrienden waren, maar dat ze daadwerkelijk van de IS-fusie waren, pagans die samengesmolten waren met IS, dus gewoon voor hun industrie. Voordat ik het wist was ik uit deze gevangenis-situatie uitgebroken. Het bleek dat ik er een superpower bij had gekregen. Ik kon uit zulke gevangenissen breken. Hoofdstuk 27. De Gelijkenissen van Maleachi Waarom is monotheïsme belangrijk ? Dat klinkt misschien vreemd, want waarom zou het maar om één god draaien ? Manifesteert het goddelijke zich niet overal op verschillende manieren ? Toch is het dan die ene god, die ene gnosis. Maar ik zal laten zien waarom het zo belangrijk is. Het is een metafoor voor eenheid, dus alleen maar even om het simpel en gefocust te houden. Het is een metafoor voor het ware pad waarvan je niet mag afwijken, maar dit pad kan zich natuurlijk op allerlei manieren en in allerlei culturen manifesteren. Het gaat niet om wachtwoorden. In die zin is monotheïsme in de esoterie en de gnosis van wezenlijk belang. Het geeft rust en verademing. Wij moeten in codes leren spreken, anders wordt het te vermoeiend en ingewikkeld. Het is een heel
eenvoudig model, wat we dus nooit letterlijk mogen nemen, maar puur als een hulpmiddel. In die zin zijn monotheïstische talen zoals het christelijke en het islamitische handig. Zo kunnen we dan ook esoterisch begrijpen wat ermee bedoeld wordt in de gnosis als er wordt gezegd dat er geen gemengde huwelijken mogen zijn met andere naties. De uitleg is helaas verdwenen. In Maleachi 2: 11-12 wordt duidelijk dat wie gemengde huwelijken sluit met hen van vreemde goden uitgeroeid moest worden uit de tenten van Jakob. Zo moeten wij ook de teksten van slavernij opvatten. In Leviticus 25 : 45-46 wordt duidelijk dat slaven in het bezit van de stam moesten blijven, om zo van generatie tot generatie overgedragen te worden. Natuurlijk is dit niet letterlijk genomen, maar in de bijbel is de relaties binnen de stam altijd een beeldspraak over de relatie tussen God en mens. Wij kunnen en mogen deze mythes dus niet letterlijk nemen, niet alleen vanwege de grondtekst, maar zelfs vanwege de verhalen zelf die laten zien dat het esoterisch is, als een gelijkenis. Zowel vertikaal als horizontaal mogen wij tot deze conclusie komen. De mens die de stam dient is een gelijkenis die laat zien dat de mens God moet dienen, door de heilige gebondenheid, als de heilige verbondenheid, wat uitgebeeld wordt door de wijnstok. Dit is ook het doel van het metaforische huwelijk, dat de mens in dienst wordt gehouden. We kunnen dan wel heel dramatisch doen over de afscheidingen van bepaalde mensen die het niet zo nauw met God nemen, en die dan uitgeroeid worden uit de tenten van Jakob omdat ze gemengde huwelijken met vreemde goden hebben gesloten, maar het gaat hier ten diepste om de besnijdenis. Ieder offer is namelijk binnen de mens zelf. De voorhuid van de mens zelf moet eraf. Dit is het fundament van de gehele offerdienst en de afscheiding. Dit is ook wat de exodus ten diepste is : de besnijdenis. Het huwelijk is dus een gelijkenis over het rechtsinstituut, wat versterkt wordt door de metafoor van het monotheïsme. De mens mag niet afwijken van het recht. Dit mag niet zomaar rechtstreeks op de mens afkomen, want het zou de mens kunnen vernietigen en corrupt maken. Alleen binnen de verhalende strategie van de gnosis kan het zijn plaats en diepte hebben. Nooit heeft dit betekent dat het letterlijk maar één god of één mens moest betekenen, en één cultuur, één stam. Neen. Het OT is overduidelijk dat polytheïsme wettelijk is, maar ook dat is slechts een gelijkenis. Monotheïsme gaat hand in hand met polytheïsme, zoals monogamie met polygamie. Dit betekent : eenheid in verscheidenheid. Daarom moet de mens exotisch blijven denken als men deze teksten onder ogen komt. De bijbel is hier heel duidelijk in, en die context moet in oog gehouden worden. De bijbel is een cultureel verhaal met een diep rechtsmechanisme, maar is dus geen letterlijk betoog zoals in het westen. De Israëlieten stonden bekend om hun verhalen. Het waren mythe-makers, sprookjesmakers. Helaas zijn corrupte lieden hiermee op de loop gegaan en maakten er een markt van. De bijbel is niet christelijk, maar was van de esoterische Judaïsten, verhalenvertellers dus. Uit allerlei omliggende landen haalden ze hun onderdelen, en maakten het tot hun bezit, wat ze van geslacht tot geslacht konden overdragen. Steeds meer betekenis en context begon verloren te raken in het geheel, zoals in roddelblaadjes. Oorspronkelijk was het dus allemaal van de gnosis. Ook de verhalen in het NT komen uit veel oudere mythes. Wat dus nodig is vandaag de dag zijn natuurgetrouwe, gnosisgetrouwe bijbel commentaren die de context weer laten zien. Gebeurt dit niet, dan blijven het gevaarlijke boeken. Gnostici : ken uw opdracht. In de Koran staat dat de vrouw het kleed is van de man en omgekeerd (2:187). Het kleed is natuurlijk een metafoor voor een onderdeel. Het hoort bij het leven. Daarom moeten wij er goed
mee omgaan, het in wijsheid kennen. Er staat dat het in de nachten van het vasten (vgl. ramadan) toegestaan is omgang te hebben, wat een sleutel is. Wij komen alleen tot die diepte door het leegworden in de duisternis. Dan kan er verzoening komen binnen onszelf en gaan de puzzelstukjes passen. Vandaar ook dat het onzin is om dat zomaar allemaal weg te zenden in echtscheiding, waar Maleachi ook metaforisch tegen waarschuwt. Echtscheiding is een beeld van zelfverwerping en gnosisverwerping. Dit is wat niet-spirituele atheïsten doen die alleen materieel bewijs willen zien. Zij keuren bij voorbaat elke religie en elke spiritualiteit af. Esoterische beleving is dan ook niet mogelijk. Het is een groot leed en allemaal drama. Zoals we weten verkoopt dit goed. Maleachi laat in dit opzicht zien dat God de echtscheiding haat. De echtscheiding met "de vrouw van uw jeugd" is dan om de deur te openen tot verbintenissen met de vreemde goden. Zulke echtscheiders moeten verwijderd worden. Het is de voorhuid. Alleen besnijdenis kan dan helpen, als abortus. Weer is dit dus metaforisch. En dat geeft dan ook ware betekenis aan het gebod van gij zult niet echtbreken. Dit is ook de manier waarop profetische openbaring gaat : Geen gemengde huwelijken, geen echtscheiding, dienst doen binnen de stam. Zo blijven de wijnstokken gezond. Zodra dit niet meer als gelijkenis wordt gezien dan is alles verloren, en dat is nu precies wat in de kerk gebeurde. De bijbel werd verletterlijkt als de westerse bijbel voor een duivelse industrie, en de ramp was niet meer te overzien. Gnostici : Keert terug tot uw wortels. Hoofdstuk 28. De Indologische Wortels van Obadja Obadja, abad-ja, is de dienst tot God in de naambetekenis. Het is een boek met maar één hoofdstuk, wat tegen Edom gekeerd is, tegen Ezau, Esav in het Hebreeuws, SV. Dit leidt helemaal terug tot de mythe van Siva, SV, in de Indologie. Zijn godin en partner is Durga, die ook in Kali kan veranderen als haar gepersonificeerde woede tegen het ego, wat ook de vernietiging van het ego inhoudt. Zij wordt ook Devi en Sakti genoemd. Sakti is de gepersonificeerde vrouwelijke oer-creativiteit. Siva moest zich altijd onder haar voeten werpen om Kali (Sakti) te kalmeren. In de Egyptologie moest Ra de leeuwinnengodin van de oorlog, Sakhet, ook wel Sekhmet genoemd, kalmeren door rood bier. Het is de vrouwelijke zijde van Siva, van Esav. Ook de vrouw van Siva, als Sakti Kaumari gaf hem eens een kom bizonbloed om zijn toorn te kalmeren, wat ook weer verbonden is aan het rode wat Ezau dronk. In ieder geval is er een duidelijke parallel tussen Sakti in India en Sakhet in Egypte. Sakti is de agent van verandering in het hindoeïsme. In de gnosis staat het voor Zukki-T. Zukki is de stam die het volk van Ishmael door de woestijn leidde tot het land Nod, wat beschreven wordt in de Bilha. De T is een oer-hieroglyph van heilige gebondenheid, en in de amazone taal is de T de vrouwelijke Nehemia, de reformator. Ishmael is het archetype van het toetsen, en komt zo aan door de woestijn in het land Nod, wat een beeld is van reformatie. In de gnosis heeft Obadha de BD wortel als zijnde de bada stam, wat een personificatie is van de zwarte steen. Het is een beeld van het verborgene. In de Ismaelitische bijbel van de Vuh wordt de bada stam in verband gebracht met de stam Aser. Ook wordt het boek Jeremiah het boek Bada genoemd. Bada is in het Aramees een
religieus ritueel, en de opgelegde wet. In het Sanskrit is dit baddha, bada : de test tot de opname en de heilige gebondenheid, wat verbonden is aan het werk van de valkyries in de Germaanse mythologie. Dit is wat de daadwerkelijke opname is. Bada staat voor : verdonkeren – verborgenheid – verzameling. Zoals de Koran vermeldt dat er alleen verzoening is in de nachten van het vasten (2:187). De vrouwelijke mens wordt zo tot duisternis, en de mannelijke mens gaat tot haar in om zo bedekt te worden met de moeder aarde. De man daalt zo af in de onderwereld. Andere boeken die in de gnosis als "bada" worden bestempeld : I en II Korinthe, over het achterlaten van stadse wijsheid om te komen tot de heilige dwaasheid, tot het kruis, het toetsen en het worstelen. Ook Deuteronomium is een bada boek in de gnosis, en natuurlijk Obadja. Ishmael komt tot de zwarte steen in het land Nod, na het testen, na de tocht door de woestijn. Dan kan Ishmael uiteindelijk de verborgenheid ingaan. Dit is het resultaat van het toetsen, het worstelen. Het drinken van het rode wat we zien in de Jakob en Ezau mythe, de Ra en Sekhmet mythe, en de Kaumari en Shiva mythe, is een heenwijzing naar het heilig avondmaal. De mens is genaderd tot de heilige graal, de heilige beker, en drinkt van het rode bier of de rode soep, van de wijn van het oordeel over het ego, als de wijn van de besnijdenis, als het zegel van een heilig huwelijk tussen hemel en aarde. De mens eet en drinkt van de sappige vrucht van de boom van de gnosis, de boom van onderscheiding. Als we Obadja moeten geloven dan blijft er niets meer van Edom over. Het is een betoog tegen de hoogmoed. De mens moet weer afdalen in de aarde, in de onderwereld, om tot wedergeboorte te komen. Alle valse, hoogmoedige, vleselijke wijsheid moet weggehaald worden. Het zou gebeuren als door een dief in de nacht (:5). Ezau zou geheel doorzocht worden voor verborgen sieraden. 16Ja, zoals gij gedronken hebt op mijn heilige berg, zullen alle volken zonder ophouden drinken; ja, zij zullen drinken en zwelgen, en zij zullen worden, als hadden zij nooit bestaan. Er wordt gedronken om het ego af te leggen, als het komen van het avondrood en het morgenrood. De vrouw op het beest drinkt ook. Allemaal draait het om het avondmaal, maar wat betekent het ? In de Egyptische onderwereld worden de monden geopend opdat er weer gedronken kan worden. Er wordt gedronken van een oogst. Er wordt gedronken om te kalmeren van alle drama. Er wordt gedronken om de toorn te verminderen, anders zouden zij er allemaal aan gaan. Allemaal drinken ze uit hun kommetje. Allemaal zitten ze aan het heilig avondmaal. De beker is de baarmoeder waardoor ze gevoed worden. Ze worden gevoed door de navelstreng. De baarmoeder is het verborgene van de nacht. Het zijn allemaal beelden van de oermoeder.
Hoofdstuk 29. De Orionse Demonologie - Demonen in Orionse Zeegebieden De mens kwam in een patriarchische valstrik. Toronto, de geest Elias, is een wachter van de islamitische en hindoeïstische esoterie. Het werd groot in Europa via Spanje en Calvijn. Het is het snoephuisje van de heks van Hans en Grietje. Zij zijn overmoedige grijpers waardoor zij verstenen. Door de heilige honger, de ramadan, het afleggen van het materialisme, komt de mens tot de heilige waanzin die wijzer is dan de wijsheid van de stad, wat de overwinning over Elias, de geest van Toronto is. De grote haai van Toronto kwam, Elias, om een grote slag in de wereld te slaan. Nu probeert de mens terug te keren tot het oude orakel. Elias is de rechterhand van Saveer, ook wel het zegel van Saveer genoemd, of het merkteken van Saveer. Elias, de haai, de geest van Toronto, is als een geestelijke zelfmoord-terrorist, wat een hele corrupte weerspiegeling is van het sterven aan het zelf. De mens moet Elias overwinnen, die het gedwongen merkteken van Saveer is, ook wel de giftige beet en het boze oog van Saveer genoemd. In de ijszee strijdt de mens tegen de haai van Toronto, Elias, de overmoedige afwimpelaar die tot het giftige luilekkerland leidt, als de komst van Sinterklaas. De mens die niet aan zichzelf wil sterven in de ijs-zee vindt valse troost en hulp bij deze geest. De heiligen echter bestrijden dit beest en worden in vreze apart gezet. Zij sterven aan zichzelf. Omgang met het heilige touw zal het alarm tegen Elias, de Toronto-haaiengeest, doen ontwikkelen. Zo zal het merkteken van Saveer weggewassen worden, en de leer van Calvijn gezuiverd, vergeestelijkt, oftewel verdiept. Nu, de geest Elias bestaat uit verschillende delen, net zoals Saveer. De mens moet dit mechanisme kennen. Een tussenvorm van Elias is de aborterende schorpioen. Het zijn Marsiaanse demonen. Zo slachten ze de mens. Het zijn grenswachters van de kannibalen-industrie. Elias bevindt zich ook in de Orionse zeeën, ook met name in de grote Orion oceaan tussen het Kèlè gebied (Orions India) en het Èrk gebied. Als een rode reuzen-octopus leeft Elias in woeste Orionse zeeën waar hij zijn slachtoffers in de diepte trekt. Elias voedt zichzelf met de hersenen van zijn slachtoffers. Hij kan zichzelf heel groot maken om de gehele aarde te omvatten, en dan gaat hij zuigen, zuigen uit de hersenen van de mens. De naam van deze octopus is Elias-Sanpé. Elias-JEREG is een lange roofvogel die de kusten van Orion onveilig maakt. Het is een stalker. Hij valt aan om zijn kinderen te voeden. Elias-Robko is een Elias-geest van Ameland. De mens moet terugkeren tot het orakel. Hiervoor moet de mens de grote Orionse oceaan over, om tot Èrk te gaan. In deze grote oceaan woont een walvis-demoon met spuitende bloed-ogen, genaamd TSEULAAT. Als hij met zijn kop en rug boven de zee uitkomt, dan spuit hij vuur en bloed vanuit zijn ogen om schepen tot zinken te brengen. Ook TSEULAAT bestaat uit verschillende avatars : TSEULAAT-Elsbel is een haaienkliek in Orionse zeeën. Het zijn stalkers. Elsbellen zijn zware demoon-haaien. Ze kunnen zielen verstenen. Ze brengen coma en ongeluk. Ze eten de harten uit de
zielen van de mensen. Het zijn veelvraten. Overmoed is de boodschap die ze verkondigen. Zo hebben ze de mens. Een mens in overmoed is omsingeld met Elsbellen. Hoofdstuk 30. Orionse Demonologie II - De Fjork dream-controller chip Tseulaat-Zachtare rampentoerisme Wanneer zijn familie bezoekjes rampentoerisme ? Wanneer mensen hun familie bezoeken om dingen kapot te gaan maken en dan toe te gaan kijken. Of wanneer mensen hun lijdende familie bezoeken en dan niet de helpende hand bieden, maar hen gewoon behandelen als een monument of een koffiezet-apparaat. Zal ik het nog verder trekken ? Sommigen bezoeken hun familie als het melken van koeien. Dit is wat zulke geesten doen, de Tseulaat-Zachtare geesten, die leven in de Orionse zeeën. Het zijn kwallen die zich hechten aan de lichamen van hun slachtoffers, en beginnen dan te zuigen. Wat tappen ze zoal af ? Bloed, zaad, en urine, als brandstof voor hun voertuigen, hun auto's. Het is een auto-gekte, want hiermee kunnen ze moeder natuur om zeep helpen, om zo de patriarchie te bekrachtigen, het stadse. Het is dus een patriarchisch complot van de stad. In de Orionse zeeën loeren zij op bloed. Tseulaat-Tsavingen - kwallen boeren-industrie, fokkerijen Orion maken zielen tot vee door medische injecties vangen zielen door ziekenhuizen. zetten kerken uit als vangnetten, strikken. grote kwallen-invasies. Tseulaat-Fjork Spanje haaientand belasting-systeem ijsgeest kwallen orca/ orca's banksysteem - fundament van lager orion - forced micro chip system
identification company black knights langwerpige micro chip als een staaf, als een pin draait rond om de mens via draaiende coderingen opgesloten te houden. zwarte staaf, diep in de hersenen, in de hersenstam zwembad-prison geest - houdt de mens in voortdurende verdrinking/ overfluid/ overbevloeiing, verstikking, houdt de mens in nachtmerrie-realiteit (gesimuleerd) Tseulaat-Fjork, of gewoon 'Fjork' is de kroon-identiteit van het Tseulaat-beest. HAAI, witte orca, jif, valse schoonmaakmiddelen, vullingen, tandartsen Tseulaat = Fjork (hoofd-identiteit en kern) false robotics hypersensitive alarms krankzinnig/ vraatzuchtig Chinese poppen/ oplichting/ leugens/ roddelblaadjes valse chirurgische geesten gevangenis-chirurgen (die dus chirurgie uitvoeren om de ziel opgesloten te houden) glazen wand in hersenstam paralysis is their mission, possession, and then zombification for false resurrection in their system by false money system - they live by money. underwater shark prisons "Fjork Dream Controller" c-h-i-pHoofdstuk 31. Orionse Demonologie III - Fjork-Finno Wat heeft de Fjork Dream Controller chip gedaan ? Het zijn de fundamenten en pilaren van het lagere Orion. Zij heeft door de Arcturische lens 'de geschiedenis' op aarde geprojecteerd. De geschiedenis is een leugen, een illusie. Deze chip zit diep in de hersenstam, als een zwarte pin. Deze electro-chip draait. Het is een orde van zwarte techno-ridders, black knights, waarvan één van de verschijningsvormen een reuzen zwarte octopus is, naast een heleboel andere zee-creaturen. De zwarte octopus is FjorkFinno. Deze chip moet uitgeschakeld worden. Het bestuurt de motoriek van de mensheid. De geschiedenis is een leugen, een projectie, als een gevangenis, een zwarte gevangenis. Het is onderwater. Het heeft lopen knoeien met chronologie en volgorde, met tijd in het chronologisch
geheugen. Tijd is de snelheid van het bewustzijn, het verplaatsen van bewustzijn, dus als het bewustzijn bestuurd wordt door de Fjork, dan ook tijd. De mens moet terug tot de gnosis waarin het probleem en mysterie van tijd opgelost is. De mens moet gaan tot de boeken onder de verdwazing van tijd. Als er dan in de westerse bijbel zoveel grootspraak wordt verheven tot waarheid, dan is een commentaar van protest belangrijk, als weerwoord. Bijbel-commentaren kunnen dus van levensbelang zijn om te neutraliseren. De mens is opgesloten in tijd-capsules. De één zal tijd anders beleven dan de ander, en zo wordt een ieder tegen de ander opgezet. Het is een arena. De Fjork wil bloed zien vloeien, en ook urine, zaad en melk, als brandstof voor zijn machines van totalitarisme. Hierin wil de Fjork niet alleen eenheid zien, maar ook verdeeldheid, als onderdeel van het plan. De Fjork stookt dus tussen mensen en groepen. Zij vormt groepen, maar laat ze ook weer elkaar afbreken, allemaal voor het winnen van brandstof. 'Zie de witte haai oprijzen, Zij is nog maar net begonnen, Zie hoe zij bedriegt, hoe zij haar ziekenhuizen opent, Zie de witte haai draaien met zijn kop, en hoe zij toeslaat, Zij is niet de vis, maar de visser.' 'Zij droomt, en laat de ander dromen, Zij trekt hen tot het zand, waar zij hen laat wegzinken, Zij trekt hen tot de zee, waar zij hen grijpt, Tijd laat zij draaien in hun hoofden, En zij is de afkapper der hoofden.' 'Kijk hoe de Fjork draait met zijn hoofd, Hoe hij man en vrouw bespeelt, Allen zijn zij onder haar betovering, Zo wordt het grote Orion gebouwd.' 'Als de bel des doods is zij, Als een groot natuurgeweld, Wie is deze vis ? Of is het de visser ? In een zwembad brengt zij hen allen ten onder.' 'Zij zit hoog achter de knopjes, Oh vriend, ga haar zien, voordat het te laat is.' Allerlei Orionse rijmpjes zijn er over haar, en natuurlijk gaat die rijm verloren in de vertaling ervan. Orion is in een groot gevecht met haar schaduwzijde, het Fjork micro chip systeem, de dream controller. Fjork is de emanatie van de gnosis tot lagere vormen, dus we hebben dit systeem wel nodig om te kunnen spiegelen. Het is een cocon. Het is wat gebeurd in de baarmoeder. Fjork is de versluiering van de moeder godin. Wat is Fjork precies, en hoe kunnen we eraan ontkomen ?
'Fjork, laat mijn hersenen los, Laat mijn mond los, mijn tanden, Laat mijn tong los en mijn ogen, Laat mijn hart los en mijn longen, Mijn lever en mijn darmen, Laat mijn handen los. Fjork, laat mijn maag los, en mijn klieren, Laat mijn lichaam los, nu.' Dit is ook een Orions rijmpje, maar in het Nederlands is die rijm natuurlijk niet meer terug te vinden. Het is een zeer stads mechanisme, dus in tussenstappen kan de mens teruggaan tot de natuur. Het zijn beesten die zijn uitgezonden om ook hen die ontsnapt zijn in de natuur terug te halen, en zo werken zij ook met valse natuur. Hoe dan ook is het een natuurverschijnsel, een exotisch beest. De stad is slechts een metafoor. Dit systeem moet dus gehackt worden. Als eerste zijn er de tuinen, zowel achterin de stad, dichtbij de stadsmuren, en achter de stadmuren. De natuurridders van de Vur kunnen hierbij helpen. Ook wordt er in de Erina een natuurridder-orde besproken, een heel trappenstelsel terug tot de natuur. Alle boeken van de Vur kunnen in eerste instantie functioneren als natuurridders, en daarna kan het tot diepere natuur leiden. Dat draait gewoon mee dus. De mens moet vrijkomen van deze prison chip, zodat de mens kan komen tot de ruimere natuur van Orion. Ook gaan we hiervoor dieper de kleine profeten bespreken. Er liggen daar in de verborgen dieptes belangrijke sleutels verborgen om aan bovenstaand systeem te ontkomen. Ook kunnen de aanvangsboeken van de Tweede Bijbel, van de Vuh : "De Bibelebonse Pap" en "Het Paarse Complot" hierbij helpen, via de verhalende strategie. De Fjork Chip is namelijk een verhaal, en dit verhaal mag verder afgemaakt worden. Het is Science Fiction. De mens leeft in dit Science Fiction verhaal. Het is een spel. Hoge technologie ligt erin verborgen. Hiertoe mag de mens ontwaken in de Vur Natuur School door het vak Orionse Demonologie, wat een belangrijk klaslokaal is. Zonder de Orionse Demonologie is het onmogelijk om dieper in Orion te komen en dieper Orion te begrijpen. Hierin zijn de Orionse buitenaardsen van de gnosis ons tegemoetgekomen. Hoofdstuk 32. De Orionse Wortels van Zefanja Er is een gevecht om de bijbel, een gevecht om het commentaar op de bijbel, de interpretatie van de bijbel, en daarmee worden de kinderen ingestraald, met de codes van de overwinnaar. Ook wij van de gnosis hebben deel aan deze strijd. Niet de publiciteit en de populariteit is hierin het antwoord, maar het bouwen van de gnosis zonder compromissen te sluiten, desnoods in het verborgene. Het
gaat erom tot de diepere kennis te komen, tot de Grote Kennis. Als je dieper gaat en niet stilstaat dan kom je onherroepelijk meer en meer het roboticisme van de natuur tegen. Alles is voorgeprogrammeerd. Zefanjah betekent de diepte van God, dus dat is een belangrijk boek. Een heleboel mensen willen niet horen wat de oordeelsprofeten te zeggen hebben. In het laatste vers van het boek Zefanja staat : 3:20-Te dien tijde zal Ik u doen komen, namelijk ten tijde dat Ik u verzamelen zal. Want Ik zal u stellen tot een naam en tot een psalm onder alle volken der aarde, wanneer Ik voor uw ogen u zal overweldigen en opneem in (heilige) gevangenschap om een keer te brengen in uw lot, zegt de Here. Deze gevangenschap is de shebuwth in het Hebreeuws, een vrouwelijk woord, als het binnengaan van de baarmoeder. In het Aramees staat dat het heilige gevangenschap begrepen zal worden, vertaald. Het gaat om een heilige ballingschap als de ware opname. Het heeft dezelfde woordwortel als de shabbat, wat de leegte is, SBT. Shebuwth en ook Shabbat zijn anagrammen van Batsheba, die als een beeld stond van de wapenrusting van Goliat die David moest bemachtigen, als een beeld van de heilige verbondenheid en gebondenheid. Dit is de esoterische diepte van dit verhaal in de grondteksten. Bathsheba is ook een beeld van de psalmen. Zij is de openbaring van robotische kennis. 3:19-Ik zal het kreupele en het verlamde tot de leegte leiden en het verstrooide zal Ik verzamelen; Ik zal tot een psalm en tot een naam stellen hen, wier schande was over de gehele aarde. 3:18-Wie bedroefd zijn, ver van de feestvergadering, zal Ik samenbrengen; zij behoren toch bij u. Als een last drukt de smaad op hen. We kunnen niet geheel vrolijk en op z'n Jan Boerenfluitjes de leegte in om de heilige gebondenheid te ontvangen. Neen. We moeten "kreupel" worden als Jakob, geslagen totdat we gevoelig zijn geworden, in verbrokenheid en droefheid, komen tot de leegte om zo de heilige gebondenheid te ontvangen, in grote afzondering. We mogen geen deel hebben aan stadse feestjes. Wij moeten tot een wildernis-psalm gesteld worden. Dit is het pad van Zefanja, van de diepte van God. In 3:13 wordt er gesproken over een overblijfsel. De rest zal vergaan. Er moeten heel wat schillen verwijderd worden. Er moeten heel wat voorhangsels scheuren. Het pad van Zefanja leidt tot het diepste van de tabernakel geheimen. 3:12-En Ik zal in uw midden overlaten een ellendig en gering volk, en wie schuilen bij de naam des Heren. 3:11-Te dien dage zult gij u niet behoeven te schamen over al de daden waarmede gij tegen Mij hebt overtreden, want dan zal Ik uit uw midden uw hoogmoedig juichenden verwijderen. En voortaan zult gij niet meer overmoedig zijn op mijn heilige berg. Op het pad van Zefanja zal alle hoogmoed en overmoed uit de mens worden weggesneden. De mens zal op het pad van vertraging gaan om geduld te leren. Hierin zullen alle tussenstappen zich
bekend maken. Het oordeel over de stad en de markt wordt in Zefanja bekend gemaakt : 1:11-Huilt, gij inwoners van de holen, want al het volk van kooplieden gaat te gronde en alle geldwegers worden uitgeroeid. Dit oordeel is een oordeel in de mens zelf, wat uitgevoerd wordt naarmate de mens dieper gaat. Het is dus geen wachten op het oordeel, maar men moet dieper gaan om dit oordeel te ontmoeten. Zefanja bespreekt de rechters van de valse stad als zijnde avondwolven die niets overlaten tot de morgen. Er wordt niet rechtgesproken om het recht, maar om geld. Het boek is een betoog tegen het materialisme. 1:18-Noch hun zilver, noch hun goud zal hen kunnen redden op de dag van de verbolgenheid des Heren. Door het vuur van zijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden, want vernietiging, ja, een verschrikkelijk einde zal de Here alle inwoners der aarde bereiden. In een droom kwam een bekende prediker tot mij die was overleden. Hij had markt gedreven met het evangelie. Zijn bediening draaide om geld. Het was een business. Hij kwam tot mij om hulp. Hij vertelde me dat zijn handen brandden, omdat hij het evangelie had verkocht. Het is een realiteit en een grote waarschuwing. Iedere prediker die het evangelie heeft verkocht zal uiteindelijk gaan merken dat zijn handen beginnen te branden, en ze zullen het vuur niet zomaar kunnen stoppen. Zij moeten alles weer terugbetalen, en dat kan een hele lange weg zijn. 1:14-Nabij is de grote dag des Heren, nabij en hij nadert haastig. Hoort, de dag des Heren; bitter schreeuwt dan de held. 15Die dag is een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en van angst, een dag van vernieling en van vernietiging, een dag van duisternis en van donkerheid, een dag van wolken en van dikke duisternis, 16een dag van bazuingeschal en van krijgsgeschreeuw tegen de versterkte steden en tegen de hoge hoektorens. 17Dan zal Ik de mensen benauwen, zodat zij gaan als blinden, want zij hebben tegen de Here gezondigd, en hun bloed zal worden uitgestort als stof en hun ingewand als drek. 1:12-Het zal te dien tijde geschieden, dat Ik Jeruzalem met lampen zal doorzoeken; Ik zal bezoeking doen over de mannen die dik geworden zijn op hun droesem, en die bij zichzelf denken: De Here doet geen goed en geen kwaad. 13Hun rijkdommen zullen zijn ter plundering en hun huizen ter verwoesting. Al bouwen zij huizen, zij zullen ze niet bewonen; al planten zij wijngaarden, zij zullen de wijn daarvan niet drinken. Zefanja wordt bestempeld als de laatste kleine profeet voor de Babylonische ballingschap. Hij profeteerde in de dagen van koning Josia, de hervormer. Hij was de zoon van Cush, wat zwart betekent. Hierin ligt het zoonschap tot de duistere wildernis moeder. Er is een strijd tegen de letterlijke en verwesterlijkte versie van dit boek. We moeten daarom dieper de grondteksten in om zo tot de natuur-oorsprong te komen van dit boek. Het boek Zefanja is dus een dualiteit. Er zijn vele verdiepingen in dit boek. De Egyptische wortel van Zefanja, Shefi, is een vorm van Osiris, die ook wel Aser werd genoemd.
Shef of shefa of sheft is in het Egyptisch de overweldiging, de onderwerping, de gevangenneming. In het Hebreeuws is dit shebuwth wat we bespraken, want dit wordt uitgesproken als shevuth, wat zowel in het Egyptisch als het Hebreeuws de sft wortel heeft. Dit staat niet op zichzelf want het Aramees zegt dat er vertaling zou komen van het woord "heilige gevangenschap" als de heilige gebondenheid. Wat betekent het ? Sheft betekent in het Egyptisch ook boek, document, geschrift. De touwen of ketens waarmee de mens verbonden is met de gnosis is het Woord. Dit is namelijk ook het opslagmiddel van de gnosis. De gnosis zweeft er niet bij als een vage wolk. De gevangenschap is dus ook niet vaag, maar een school, een boek, zoals het Eeuwig Evangelie zegt dat de heiligen veilig in boeken zullen wonen. Zij zullen leven in verhalen, in mythe. Shefit(-ha-t) is de vierhoofdige ram-god Khnemu, als beeld van de heilige leugen. De mens wordt in ogenschijnlijke leugens verstrikt, maar het heeft diepere betekenissen. Vandaar dat de mens het moet doen met wat hem in het leven wordt gegeven. De waarheid ligt op de bodem van de put van de leugen. In Egypte : Sefi-Neheh, SFN, Zefanja, is ook een vorm van Aser, Osiris. Aser heeft diepe Orionsindiaanse wortels in Èrk als Suri, die beiden de SR wortel hebben. Dit komt in de bijbel ook terug als Assur (sr). Dit is de totale overgave en onderwerping, de kennis die doet knielen. Uiteindelijk moeten we de wortels van Zefanja dus zoeken in Orion. Assur, oftewel Suri in het Orions-indiaans, is de boom van kennis, oftewel de drager van kennis, het Woord. Deze boom bracht Adam tot knielen. De boom is slechts een metafoor van het Woord. Een ander metafoor is de ibis-vogel, Thoth, die boven alles uitstijgt, als de Egyptische logos, wat in het Germaans komt als Loki, de toetser en beproever (vergelijk satan in het Judaïsme, seth in de Egyptologie), en in het hindoeïsme als Lakhsmi, de geestelijke rijkdom van het Woord en de overgave daaraan (logos-shama). Al met al leidt Zefanja dus ook terug naar Esav, Ezau (Shiva), die dus door het kommetje van het rode moest sterven aan zichzelf om zo tot de eeuwige rust te komen. Wij moeten de eeuwige sabbath binnengaan, en niet de sabbath gaan lopen verletterlijken. Ook aan het letterlijke moeten wij afsterven. Hiertoe is dus het pad van Zefanja aangelegd. De mens moet de rust niet verschuiven naar een dag in de week, maar moet leren leven vanuit de eeuwige rust. Dit is zeker niet iets passiefs, maar een fundament. Er wordt in rust gezaaid en in kennis geoogst. Dit alles is te vinden in de school van het Woord, wat het Woord van de Natuur is, zoals Zefanja de zoon van de duisternis was, als wedergeboren, zo had Shiva ook zichzelf onderworpen aan Kali, opdat zij ook in de eeuwige rust zou blijven. Alleen zo kon Shiva's ego afsterven. Ezau kwam dus niet zomaar tot Jakob, maar tot de moeder wildernis. Dit is een machtige Zefaniaanse poort. De kleine profeten bevatten de voleindiging van de Abrahamitische mythes, en leiden zo terug tot Orion, langs het hindoeïsme. Hoofdstuk 33. De Orionse Liturgie De "boom" van kennis, het Woord van Kennis, als de ibis die boven de oer-oceaan zweeft om een nieuwe schepping te brengen. Beneden is de slang, wat ook weer een metafoor is van het touw en
het Woord. De ibis projecteert haarzelf als de slang op aarde, om de mens de onderwereld in te trekken, op een shamanistische tocht. Die diepte is nodig. Dit is het Zefanja pad wat door het hele OT heentrekt. Hierom is de Indologische vruchtbaarheidsgodin Lakshmi zo belangrijk als een archetype, een dynamiek, komende van het Sankrite woord Laksa, wat doel betekent, en het rode. Ezau moest in die zin tot laksa komen, het rode. In het Sanskrit zijn dit ook de billen, als een beeld van de baarmoeder. Dit komt terug in het NT als Lukas (lks), wat over het zoonschap gaat. Lks is dus de logos die als een moeder-ibis boven de oer-oceaan vliegt om die te bevruchten, uit te broeden. Vandaar ook de focus van Lukas op het vrouwelijke en het zoonschap. Lakshmi is de oerrust die de mens moet ingaan, als het gaan tot het hemelse Woord, wat ook de sabbath metaforisch voorstelt. Men komt tezamen om naar het Woord te luisteren. Men doet niets, maar is verbonden aan de bron, aan de Kerk, de moeder, de vrouw. Zowel Woord en Kerk zijn geestelijke entiteiten. Het Woord wordt bij elkaar gehouden door Orions ritme en rijm, door psalmische woord-structuren. Het Woord is alomvattend en multi-dimensionaal, vandaar dat de Kerk de draagster is van het Woord. Het Woord is een geestelijke liturgie. Er zijn hierin verschillende vormen van rijm. Via de rijmen kan er ook overgeschakeld worden tussen de lijnen en parallellen, als een voertuig. Dit is de gehele motoriek van de nomadische ziel. Dit moet aan alle kanten diep cryptisch zijn, opdat het een orakel is waarin de mogelijkheden oneindig zijn. De Kerk is niet alleen de draagster van het Woord, maar ook het pad door het Woord, als de d-rk, de vissende Orionse godin Èrk. In de oer-hiëroglyphen is K een vissers-hieroglyph van een persoon met net, wat ook weer terugkomt in het tiende uur van het Boek der Poorten. K is ook een woord voor godin, als "Iku". Kerk, of K-Èrk is dan de godin Èrk, of Èrk met haar vissersnet, als de vissende godin van mensen, als een metafoor van het pad, want vissen heeft alles met geduld te maken. Èrk-Suri is dan in het Orions de verbinding tussen Kerk (pad) en Woord, als de diepte van het Jèsoe-Assur mysterie, oftewel Jezus Christus. Het leidt helemaal terug tot het indiaanse Orion in het Westen. Het is dus belangrijk om taalgevoelig te worden, en dan vooral niet in letterlijke zin, maar in geestelijke zin. Het gaat hier om levende taal, en niet om de dode wetjes die de mens van taal heeft gemaakt. Psalmisten hebben lak aan zulke regels, en leven vanuit de hemelse taal en liturgie. Het zijn natuur-liturgen. De mens moet profetisch omgaan met taal, en niet vleselijk. De mens moet de Orionse natuur-liturgie achter alles gaan ontdekken. Uiteindelijk is het de mens zelf die moet ontwaken. Alles om de mens heen is de staat van zijn eigen bewustzijn. Dit zal veranderen en zich verdiepen naarmate de mens zelf tot een hoger bewustzijn komt. Dit is dus allemaal standaard. Ritmisch te worden in taal is dus van levensbelang, en ook om los te komen van de materialistische taal. Door de materialistische taal begrijpt de mens elkaar niet meer, en begrijpt de mens God ook niet. De mens moet dus exotisch worden in taal, en niet ergens vastgroeien. Klim maar op tegen die zanderige heuvels van het Èrk-gebied in Orion, om zo dieper in de natuur daar te komen. Leer het medicinale van taal maar ontdekken, hoe je zo vrij kunt worden van bekrompen denken. De taal is nooit een exacte wetenschap geweest en zal dat ook nooit worden, maar in de diepte is het dus weer wel een exacte wetenschap. Taal is heilig als het op de juiste manier wordt gebruikt. Taal moet je voelen. Taal moet je leven. Het is een levens-energie.
Zonder de taal heet het Woord natuurlijk geen inhoud, en ook de Kerk niet. De Taal draagt dus de Kerk en zo ook het Woord. Parvati is de dochter van de bergen en de godin van de taal die de verbonden die alles verenigen voorbracht. Zij is de vrouw van Shiva (zoals Kali en Durga). De Kerk en het Woord komen voort vanuit de hemelse taal die zij voortstelt. Door de hemelse verbonden kan ook de demonologie plaatsvinden waardoor alles gezuiverd kan worden. De mens kan zo loslaten. In het Shivaïsme binnen het hindoeïsme staat zij centraal samen met Shiva. Parvati komt niet alleen van het woord parvata, berg, maar betekent ook rots. Dit verduidelijkt ook het schriftgedeelte waarin Petrus werd aangesteld als de rots waarop de gemeente gebouwd zou zijn. Parvati, de taal, is de rots waarop de kerk gebouwd is, en zo ook het Woord. In het Orions-Indiaans, in het Èrkgebied, is zij genaamd Polè. Taal is dus geen exacte wetenschap naar menselijke maatstaven, maar wel naar hemelse maatstaven, voor hen die het totaal-overzicht hebben of ermee in contact staan door de heilige gebondenheid. Er zijn dus in de diepte absolute waarden te vinden, maar die zijn niet menselijk. "God" is iets abstract, als een orakel, maar in de diepte voor hen die daarvoor klaar zijn is het weer zeer concreet. Voor "God" is de chaos geen chaos, maar een grotere orde die de mens nog niet kan overzien. Als mens zijnde breken we daar ons hoofd over. Onze taak is in de heilige gebondenheid te komen, wat alleen een diepte-ervaring is. Dit zal nooit aan de oppervlakte gebeuren. Dit is iets waar het boek Zefanja in de diepte over gaat. Esav, SV (siva) komt tot het rode (lakshmi, de rijkdom van het Woord), wat gedragen wordt door de kom, als een beeld van de kerk, het pad. Hij drinkt ervan en komt in aanraking met de hemelse taal, de berg van Parvati, als een openbaring die zowel het woord als de kerk, het pad, draagt. Hij komt tot Parvati, tot Polè in het Orions. Dit is heel eenvoudig te verklaren. Zodra je de hemelse taal kent, zul je ook daadwerkelijk het pad gaan zien. De Levitische Bijbel zegt hier verder over : "In het Orions een priester is een Sioux, een Su of Suw, wat ook Aramees is voor Esau. Esau, Suw, betekent ook priester in de wortels, ASAH. Suw was een priester van de Meownah, de duistere priester-tent van de Amazonen, een plaats en hol van wilde dieren, zoals ook Iyowb dat was. Esau, Suw, had Hettitische vrouwen, wat een beeld is van dat hij de berg van de moeder God was opgegaan. De Hettieten waren een bergvolk in het Noorden van Kanaan. De Israelieten moesten tot het Hettitische geheim komen, 'de berg opgaan.' Suw beeldde dit uit. Berg is ook borst in het Aramees. Wij moeten dus komen tot de moeder borst." Ook Jezus draagt de Esau wortel nog in zich : J-ezau-s. In het Aramees is Jezus gewoon Eshu. Zefanja 3:9-Maar dan zal Ik de volken een pure taal (saphah) geven, opdat zij allen de naam des Heren aanroepen; opdat zij de Here dienen met eenparige schouder. De taal, Parvati, is dus van belang om weer in de eenheid van de kerk te komen. De mens zal dus hiervoor moeten terugkeren naar het Indologische Parvati mysterie, en niet denken : "Oh, dat is allemaal de ver van mijn bed show, dat heb ik dus niet nodig." Het zijn namelijk belangrijke puzzelstukjes. Ook saphah, de taal, ligt in die zin ten grondslag aan de naam van Zefanja. Openbaring 12
4En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. 5En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. 6En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden. De vrouw, de kerk, vluchtte naar de woestijn als een beeld van de natuur-taal. De draak is in die zin een beeld van de stad en de stadse taal. 13En toen de draak zag, dat hij op de aarde was geworpen, vervolgde hij de vrouw, die het mannelijke kind gebaard had. 14En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven om naar de woestijn te vliegen, naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het gezicht van de slang, een tijd en tijden en een halve tijd. 15En de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten medesleuren. 16En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen. De ware "kerk" vlucht dus terug naar de natuur, naar de hemelse taal, en wordt dan ook door de aarde tegemoet gekomen, door Parvati, die de drager van de kerk is, als een vrouwelijke Petrus. Zoals Mozes water uit de rots sloeg, kan de rots dus ook weer water binnennemen. Dit is een beeld van dat de hemelse taal alles kan verwerken en in zich op kan nemen. Openbaring 21 24En de volken zullen bij haar kennis wandelen en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid in haar. 26en de heerlijkheid en de eer der volken zullen in haar gebracht worden. Hoofdstuk 34. De Edoms-Spiegel van Abadja De godin Parvati, oftewel Polè in het Orions, als de godin van taal en de huishouding, de voedende moeder, wordt ook wel Uma genoemd, welke wortel ook weer terugkomt in het Hebreeuws en het Arabisch voor het woord moeder. Telkens weer komt deze wortel terug in de bijbel als moeder. Parvati was de vrouw van Siva, oftewel SV, Esav, die het ascetisme van Jakob moest uitbeelden, als een deel van hem. Parvati is het kalmerende effect op Shiva, Esav, nadat hij van het rode heeft gedronken. In de Jakob en Ezau mythe is er de Jakob-Ezau dualiteit, maar in het boek Abadja is dit de Abad
Ezau dualiteit. Abad is de dienstknecht. In de Judaïstische literatuur wordt de profeet Abadja verbonden aan de Abadja die eens in de tijd van Elia honderd profeten verborg in een grot tijdens de profeten-vervolging, om hen te voeden. Dit is ook een beeld van de voedende godin van het huishouden, Parvati. In de Judaïstische literatuur wordt er vanuit gegaan dat Abadja door het voeden van de profeten zijn profetische gaven ontving. Ook Jakob voedde Ezau. Het gevoed worden is een beeld van overgave, wat ook bij de Indologische tentgodin Parvati hoort. Door het gevoed worden stelt men zich ook onder een bepaalde tucht die hoort bij de boodschap, om zo de boodschap zuiver te houden. Vandaar dat zowel Jakob als Abadja Ezau tuchtigden. Als een moeder een kind alleen maar voed en geen regels en geduld bijbrengt, dan kunnen we stellen dat het een slechte moeder is die niet om haar kind geeft. Het zijn de verwenmoeders die alleen maar lief en aardig gevonden willen worden. Wee u wanneer iedereen wel van u spreekt. Een ware moeder leert haar kind timing, door de natuurwetten, opdat de ziel van het kind niet verloren gaat. Zo'n moeder is niet gericht op het materiele, maar op de eeuwige natuurwaarde van het kind. Zij heeft ook het hiernamaals op het oog. De ware moeder leert het kind de exotische natuur-taal, die best ingewikkeld kan zijn, maar het is voor het bestwil van het kind. Er was altijd al een strijd tussen Israël en Edom, tussen Jakob en Ezau. Eens nam David Edom in en kreeg zo toegang tot de kopermijnen van Edom en ook de handelsroutes kwamen onder Davidisch gezag, waardoor Edom een Israëlitische provincie werd, wat in Salomonische tijden weer veranderde. Het ging op en neer, omdat het een dualiteit is. Deze twee delen horen bij elkaar. Juist in de voeding van de moederborst is ook de tucht inbegrepen die ervoor zorgt dat Edom aan zichzelf kan afsterven : Abadja 16-Ja, zoals gij gedronken hebt op mijn heilige berg, zullen alle volken zonder ophouden drinken; ja, zij zullen drinken en zwelgen, en zij zullen worden, als hadden zij nooit bestaan. Klaagliederen 4:21-Verblijd en verheug u maar, gij dochter van Edom, gij, die woont in het land Uz – ook tot u zal de beker komen, gij zult dronken worden en u ontbloten. De heilige dronkenschap is een beeld van het afsterven aan de lagere wil, waardoor ontbloting plaatsvindt, oftewel openbaring. Ook Edom moet tot overgave komen, wat al gebeurde toen Adam, het wortelwoord van Edom, zich overgaf aan de boom der kennis, aan het Woord van Kennis. Eva werd aangesteld tot de Uma, de moeder, van de hongerenden, oftewel als Parvati. Adam kwam tot de kom. Door David werd Edom een onderdeel van Israël, als de schatten van Israël, want Edom stond bekend om zijn wijsheid. Edom moest komen tot de tent in duistere wildernis, tot de zwarte Parvati, wat ook in de Levitische bijbel wordt besproken. Hij was een kind van de wildernis. Parvati is in het hindoeïsme als het thuiskomen. Dit is niet als het thuiskomen in de stad, op materialistische wijze, maar als het vinden van de oer-spiritualiteit, het gaan over de rivier die de stad en de wildernis gescheiden houdt, en dan te komen tot de natuurbron in de diepte van het oerwoud. De mens is maar een zucht, en alles gaat voorbij. Daarom is het belangrijk om jezelf te
richten op de dingen die eeuwigheids-waarde hebben. Verkeerd leven loont op den duur niet, want het is maar een spiegel, waardoor je alles slechts jezelf aandoet, is de boodschap van Abadja. Om ons heen mogen sommigen dan verkeerd leven in onze ogen, maar dan kunnen we dus of helemaal wegzakken in de drama hierover, of het gaan beschouwen als een orakel, als een weerspiegeling van onszelf die nog niet begrepen is. Alle dingen hebben zowel een positieve als een negatieve zijde in het verhaal. Dat is het geheim van de Edoms-spiegel van Abadja. Hoofdstuk 35. Het Heilige Geheim van de Olifant Er zijn twee soorten mensen : asceten en hedonisten (materialisten). Door ascetisme, soberheid, voorzichtigheid, wordt de mens aangesloten tot de oneindige natuurkennis. Materialisten worden aangetrokken tot materialisme, tot oppervlakkigheid en worden zo ook tegengehouden om tot de oneindige kennis te komen. Shiva staat voor ascetisme. De aantrekkingskracht tussen Shiva en Parvati was gebaseerd op ascetisme en niet het materialisme, want dat zou hun relatie vernietigen. Materialisten zijn stads, terwijl asceten in de wildernis leven, zoals ook Shiva, die de hindoe-wortel is van de Ezau mythe. Materialisten zijn roekeloos, overmoedig, en grenzeloos, terwijl asceten gedisciplineerd zijn, bezonnen, met mate, en erg voorzichtig. Ze denken over alles wel meerdere keren na voordat ze ergens inspringen. Ook zijn het kruisdragers. Ze zoeken niet naar snelle, goedkope en bedriegelijke oplossingen voor het gemak. Ze huiveren als ze het woord gemak horen, want ze willen diepte en echtheid. Ze zijn waakzaam en weten dat gemak het alarm zou kunnen doven. Ze willen niet in slaap vallen. Shiva wordt in de Mahabharata ook besproken als een wildernis bewoner. Parvati wilde altijd alleen zijn als ze ging baden, en van haar zweet en vuil schiep ze de jongen Ganesha, die haar privacy moest bewaken, als een emanatie van haar. Toen Shiva terugkwam herkende hij zijn zoon niet, en onthooft de jongen die hem de weg verspert. Dit resulteert in een grote oorlog tussen Parvati en Shiva, en Shiva geeft de jongen een olifantenhoofd om Parvati's woede te sussen. Dit is één van de belangrijkste mythes van het hindoeïsme, met een diepe betekenis. Ganesha is één van de belangrijkste goden van het hindoeïsme, en belangrijk om het christendom te verstaan. Het is ook één van de bekendste goden van India. Toen ik jong was had ik eens een visioen van een jongetje die op een olifant reed in een adembenemend prachtig oerwoud. Ik wist toen nog niet wat visioenen waren, dus ik bestempelde het als een fantasie, maar het had een diepe impact op me wat ik nooit meer ben vergeten. Het raadsel van de olifant heeft mij altijd gefascineerd. Natuurlijk is het beeldspraak. Het is één van de grootste krachten van de natuur. En ook één die één van de diepste geheimen van de natuur draagt. Ik ben me bewust van de heiligheid van deze woorden en dit mysterie. De olifant is als een touw aan de mond, zijn slurf. Het is iemand
wiens tong is "gebonden", bedwongen en getemt. Het is iemand die een wachter voor de mond heeft gezet, zoals dat ook terugkomt in Psalm 141 : 3 Here, stel een wacht voor mijn mond, waak over de deuren van mijn lippen; 4 neig mijn hart niet tot iets kwaads om in goddeloosheid boze daden te volvoeren met mannen die bedrijvers van ongerechtigheid zijn, en laat mij van hun lekkernijen niet eten. Het is dus een belangrijke eigenschap van de asceet, die zijn tong heeft gedisciplineerd. De olifant is metaforisch een keten hebben om de nek, wat ook weer metaforisch is voor "het geleid worden in je spreken." Wij mogen alleen maar heilige, goddelijke woorden spreken, want wij zullen geoordeeld worden (karma ontvangen) voor elk ijdel woord wat wij zullen spreken. Dit houdt niet in dat alles letterlijk waar en politiek correct moet zijn naar menselijke maatstaven. De tong van God spreekt in orakelen, in gelijkenissen. Hoe meer ik God leerde kennen, hoe rebelser ik werd naar het aardse systeem. De tong van God gaat dus tegen de tong van de mensen in. Mensen zullen soms zeggen van de profeten : "Spreken zij niet slechts in raadsels ?" Vleselijke mensen kunnen namelijk het geestelijke niet begrijpen. Het is voor hen koeterwaals. Ze zijn er dan ook als de kippen bij om je als ziek te bestempelen, als je niet helemaal spreekt volgens het boekje, en als je niet denkt zoals zij denken. Een profeet krijgt van alles naar zijn hoofd geslingerd. Door zijn grote intelligentie en zijn geletterdheid ontmaskert hij de huidige toestand, en dat wordt hem vaak niet in dank afgenomen. In de Egypte Code hoort dit bij Kaïn. Ganesha, Kan-esha, is in de gnosis de verbinding tussen Kaïn en Ezau, Kaïn-Ezau. Zonder de bedwongen tong kunnen wij niet tot het heilige paradijs komen. Vandaar dat Ganesha dus een belangrijke sleutel is. In een visioen veel recenter zag ik de kop "afrollen" van een Ganesha-man/ jongen. De nek brak, en het hoofd hing er slap bij, en de man/ jongen werd als "vee", met een "weeeeeeeh" geluid. Dit is ook het geluid wat babies maken. Zowel vee als babies zijn onder het Ganesha mysterie. Dit komt ook weer terug in het Nieuwe Testament bij de geboorte van Johannes de Doper. Zijn vader Zacharias kon vanwege dit mysterie niet meer spreken, nadat een engel aan hem was verschenen. Pas bij de besnijdenis van Johannes de Doper kon Zacharias weer spreken. Ook Johannes de Doper werd net zoals Ganesha onthoofd. Het is een symbool van de besnijdenis van het spreken, van de tong. Hoofdstuk 36. De Steniging van Zacharia
We zagen hoe belangrijk het is een wachter voor de mond te hebben, waarvan de slurf van de olifant een beeld is, het gehele Ganesha mysterie van India. Het boek Zacharia, Zekaryah in het Hebreeuws, ZKR, heeft Sokar, SKR, ZKR, als Egyptische wortel. Sokar of Seker is een Egyptische god van de onderwereld uit Memphis en nauwgerelateerd aan Ptah. Zijn naam betekent 'het reinigen van de mond', wat een symbool is van de wachter van de mond. Hij is ook 'hij die op het zand staat' en het vierde uur van de Amduat gaat over de woestijn van Sokar, waardoor de dode moet heentrekken om tot Sokar's grot van wedergeboorte te komen in het vijfde uur van de nacht. Dit zijn symbolen van de vruchtbaarheid van de natuur, van het afsterven aan het zelf, de lagere wil. Sokar is ook een god van de vruchtbaarheid van de aarde, van de natuur. Sokar bevindt zich in die grot als het heilige vlees wat de dode nodig heeft om in de onderwereld te kunnen leven. Sokar is het heilige lichaam van de onderwereld. Dit wordt uitgebeeld door een slang, als een touw, wat weer verbonden is aan de geketende mond, als de getemde, gedisciplineerde, reine mond, wat in verband staat met Ganesha, de heilige olifant uit India, de god van de doortocht. Onder de grot van Sokar ligt de poel des vuurs, wat ook zijn adem is. Dit is een beeld van de urim, de toetser. Dit is de speer in de mond in het boek Openbaring. Sokar is dus zowel de wachter van de mond als van de poel des vuurs, als de wachter van de baarmoeder waarin verjonging is. Dit was ook de taak van Ganesha, die de badplaats van zijn moeder Parvati moest bewaken. Dit komt ook weer terug in de Davids-mythe, waarin David nauwgezet de badplaats van Batseba in de gaten hield. In die zin is de poel des vuurs dus onmisbaar om terug te keren tot het paradijs. Hierin sterft de mens aan het zelf en wordt zo wedergeboren. Hierdoor ontvangt de mens een wachter voor de mond. Deze wachter is dus ook degene die de mond op de juiste momenten zal openen. De heilige gebondenheid heeft alles te maken met het bedwingen van de tong. De tong moet als een slang getemt worden. De grot van Sokar wordt bewaakt door de dubbele Aker-leeuwin, wat terugkomt als Hagar in de Judaïstische mythologie. Sokar is een beeld van Ismaël, die de woestijn was ingezonden, samen met zijn moeder, Hagar. Aan het einde van het vijfde uur staat Sokar tussen de dubbele Aker-leeuwinnen in. Sokar (skr, skkr) betekent ook de verhongering, als een beeld van het leeg worden, de ramadan. Dit is in het Egyptisch verbonden met komen tot de details, tot decoreren. Ook is het verbonden aan het openen en openbreken van een deur (seqer). Ismaël is de toetser in het Judaïsme, in die zin "ieders vijand" (Vgl. II Korinthe 10:5). In het boek Zacharia van de kleine profeten wordt dit Sokar mysterie in de diepte uitgewerkt, en wordt zo het Ganesha mysterie ontsluierd. In de mythe werd Zacharia gestenigd, wat een beeld is van : 1. Het de wet voorlezen, omdat stenen beelden waren van de wet. 2. De verzachting van het hart. Dit is dus een symbolische dood waar iedereen doorheen moet. Zonder de steniging ontvangt
niemand een wachter voor de mond. De stenen zijn eben in het Hebreeuws, met banah als wortelwoord, wat de tempelbouw betekent. Er moet een nieuwe tempel in ons gebouwd worden. De tempel van de verkeerde natuur moet afgebroken worden. Dit is ook waarom een mens soms bultjes of puistjes heeft, of littekentjes, als herinnering aan die symbolische steniging. Het hoort bij het diepere leven. Steniging is caqal, skl, in het Hebreeuws, uitgesproken als sakal. Skl in het Aramees (sukkal) is de plaats van kennis door ervaring, zintuigelijkheid. De symbolische stenigings-ervaring is dus noodzakelijk om profetische gaven te ontvangen. Hierom komt de steniging zo vaak terug in zowel het OT als het NT. Het is een standaard initiatie-mythe. In die zin zijn grote visioenen en diepe profetische gaven een resultaat van grote "stenigingen", ervaringen waardoor de wet diep in ons wordt geprint. Hoofdstuk 37. Het orakel van Habakuk Zekaraya (Zacharia), ZKR, oftewel de Egyptische Sokar, de wachter en reiniger van de mond, komt van het Sanskrite sagra, sgr, skr, wat volledig betekent, als de volledige overgave. Ook betekent het volharding, sagraha. Dit is ook de boodschap in de grondteksten van het boek Leviticus dat het offer volledig moet zijn om God te kunnen behagen. In het Sanskrite gaat dit zo ver dat het een heilige hardnekkigheid is, sagraha. Dit wordt uitgebeeld als het gevuld zijn met krokodillen. Ook is de indologische zkr-wortel de vrouw en de huiselijkheid (sahacari, zkr), en het samenzijn met haar (sagrha, zkr). ZKR is in die zin een benaming voor de godin Parvati. Ook is het een woord voor rust (zakura, zkr). In de gnosis wordt Zacharia, ZKR als ZK-R ook beschouwd als de psalmen (R) van Izaak (zk), want de R in de amazone taal staat voor de psalmen. Habakkuk heeft de BK wortel die wijst op verschillende Afrikaanse godinnen en Bakroe (BK-R) in de amazone gnosis, waarvan Rebekkah, de vrouw van Izaak een anagram en een andere naam is (RBK). In de Bilha komt zij ook voor als de godin Delilah in de Simson mythe. De B is de voethieroglyph in zowel de Egyptologie als de Amazonologie, wat een beeld is van diepte en zorgvuldigheid, tederheid. De B staat in de amazone taal voor het offerfeest. De K is als Iku gewoon een algemene benaming voor god. Habakkuk is dus in diepte gewoon het psalmenboek van Bakroe of Rebekkah. Zij is de moeder van Jakob (ykb), waarvan Habakuk een anagram is (ybk). Jakob moest geweld zien en ongerechtigheid. Hij moest het offerfeest zien. Zijn moeder was de godin, als een offerdienst. Het was een gewelddadig visioen met een diepere betekenis. Hij werd hierdoor gekweld. Hij had lang door de woestijn gezworven, en toen begaven zijn zintuigen het en kreeg hij deze zware hallucinaties, waarin hij de diepere realiteit zag, die hij eerst niet begreep.
Habakuk 1 1De godsspraak, die de profeet Habakuk (ybk, een anagram van ykb in de gnosis, Jakob) geschouwd heeft. 2Hoelang, Here, roep ik om hulp, en Gij hoort niet; schreeuw ik tot U: geweld! en Gij verlost niet? 3Waarom doet Gij mij ongerechtigheid zien, en aanschouwt Gij ellende? Ja, onderdrukking en geweld zijn voor mijn ogen, en er is twist, en tweedracht verheft zich. 4Daarom verliest de wet haar kracht, en nimmer komt het recht te voorschijn, want de goddeloze omsingelt de rechtvaardige, daarom komt het recht verdraaid te voorschijn. Rebekkah was een zeer huiselijke godin, net zoals Parvati, en zorgde voor Jakob in de wildernis. Jakob was een tentenkind die dichtbij zijn moeder leefde, maar in zijn Ezau-gedaante was hij nomadisch, zwierf hij, en aanschouwde de oorlog en de jacht. Dit was slechts een visioen. Hij keek naar zijn moeder die kookte. Hij zag zijn ego aan flarden gescheurd worden, omdat dat het heilige koken is, dat er afgerekend wordt met het vleselijke. Hij zag de geslachte beesten, en kon het niet begrijpen. Hij was het zelf. Nu moest er een diepere betekenis komen. Jakob moest ontwaken. Daartoe kwam het boek Habakuk. Hoe heeft dat anagram zich kunnen vormen, van YKB, Yakob, tot YBK, Habakuk ? Toen Jakob (YKB) de rivier de Yabboq (YBK) was overgegaan had hij een worsteling met een engel. Yabboq betekent leeg worden. Dat is ook wat de wortel bqq betekent, geheel leeg worden, leeg maken. Dit is dus een beeld van het toetsen. Het boek Habakuk (ybk) is dus de rivier waarover Jakob moet gaan om te toetsen, om de worsteling te hebben met God. Vandaar dat dit een heel belangrijk boek is. Jakob moet over die rivier gaan om tot diepere betekenissen te komen, om zo een ontmoeting te hebben met de godin. Eerst ziet hij niets anders dan geweld. Het is namelijk een andere realiteit, en dan botsen de twee realiteiten en dan is er onweer. Toen ik als kind de Moeder God ontmoette gebeurde dit in een nachtmerrie tijdens groot onweer. Toen riep ze mijn naam. Toen schrok ik wakker, en er was inderdaad onweer. Dit is zo ingrijpend geweest, en ik begreep er toen niets van. Ik was namelijk niet opgevoed met een Moeder God, maar in een zwaar protestants gezin. God was een man. Er was geen plaats voor een moeder beeld. Later begon ik te beseffen wat er was gebeurd. Mijn nachtmerries waren zo gewelddadig, omdat het twee realiteiten waren die met elkaar botsten. Pas rond mijn twintigste begon er meer rust te komen, meer betekenis. 13Gij, die te rein van ogen zijt om het kwaad te zien, en die het onrecht niet kunt aanschouwen, waarom aanschouwt Gij de trouwelozen en zwijgt Gij, als de goddeloze verslindt hem die rechtvaardiger is dan hij, 14zodat Gij de mensen maakt als vissen der zee, als het kruipend gedierte, dat geen heerser heeft? 15Hen allen trekt hij op met de haak, sleept ze in zijn net en vergadert ze in zijn zegen; daarom is hij verblijd en hij jubelt. 16Daarom slacht hij offers voor zijn net en ontsteekt ze voor zijn zegen; want door deze is zijn deel vet en zijn spijs overvloedig. 17Zal hij daarom zijn net ledigen, en voortdurend volkeren doden zonder mededogen? De mens is dus zelf het offer. De mens moet tot God komen opdat het ego kan afsterven. De vis en het vee zijn hiertoe metaforen. Wanneer we dus lezen over al die offers, dan gaat dit over onszelf. Dit is de enige manier om tot de ontwaking te komen, tot de hogere openbaring. Het heeft dus een doel, en dat moet de mens leren begrijpen. Het zijn de materialisten en de hedonisten die dit allemaal hebben verletterlijkt.
Habakuk 2 1Ik wil gaan staan op mijn wachttoren en mij stellen op de wal, ik wil uitzien naar wat de Here tot mij spreken zal, en wat ik moet antwoorden op mijn klacht. Na deze gewelddadige visioenen wil Jakob de betekenis weten. Het houdt hier dus niet op, en dan is hij weer even die rusteloze, nomadische Ezau, op zoek naar een verklaring. Hij staart naar zijn moeder, Rebekkah, naar de pot, en naar het vlees wat zij hem brengt, als naar een orakel. Hij is nog steeds in het visioen. Hij heeft contact met de Moeder God die hem wil onderwijzen. Hij is over de rivier de Jabbok gegaan, dieper de wildernis in, en hij worstelt met de Moeder God. Hij wil haar niet laten gaan. Na de oorlogsgodinnen, Kali en Durga, te hebben ontmoet, komt hij tot de huiselijke godin, de tentgodin, Parvati. Hij eist uitleg. Hij kan niet meer leven met het in zijn ogen zinloze geweld. Hij is in diepe verwarring. Hij is in diepe afzondering geweest, zoals Ezau, en nu keert hij terug tot de gemeenschap, het sociale, het kerkelijke. Hij is losgekomen van het stadse. Hij is nu in het mysterie van verzoening in diepere natuur. Hij is aan zichzelf afgestorven, aan zijn ego, en hij wacht op de verbinding met het Woord. Hij is waakzaam en op zijn hoede. Hij wil niet misleid worden. Hij weet dat juist ook in diepe wildernis zoveel gevaren zijn die hem kunnen afleiden van het doel. In het oerwoud overleven maar enkelen. Hij worstelt niet alleen met God, maar ook met zichzelf. Jakob is tot Pniël gekomen, achter de Yabbok rivier. Het eist van hem volkomenheid, het geheel afleggen van het ego. Dit moet hij overwinnen. Hij moet bovenal zichzelf overwinnen. Hij is geplaatst in de arena. Hij strekt zich uit tot de hemelse leer, en toetst deze. 2Toen antwoordde de Here mij: Schrijf het gezicht op en zet het duidelijk op tafelen, opdat men het in het voorbijlopen zal kunnen lezen. 3Want wel wacht het gezicht nog tot de bestemde tijd, maar het spoedt zich zonder falen naar het einde; als het vertoeft, verbeid het, want komen zal het gewis; uitblijven zal het niet. Hij moet over alles mediteren, er werk van maken. Het is creatief materiaal. Hij kan er wat mee, en zo zal hij zijn pad vinden. Hij schrijft het op zodat hij er tot kan terugkeren, om meer diepte te zien. 6Wee hem die zich verrijkt met wat niet van hem is – tot hoelang? en die gepand goed op zich laadt! 7Zullen niet plotseling opstaan zij die u bijten, en ontwaken zij die u schrik aanjagen, zodat gij hun worden zult tot een gewisse buit? 8Omdat gij vele volkeren geplunderd hebt, zal al wat van de natiën overgebleven is, u plunderen, vanwege het vergoten mensenbloed en vanwege het geweld het land, de stad en al haar inwoners, aangedaan. 9Wee hem die onrechtmatig gewin bijeenbrengt voor zijn huis, om zijn nest te maken in de hoogte, ten einde zich te redden uit de greep van het onheil! 10Gij hebt schande tegen uw huis beraamd, toen gij het voornemen hadt vele volkeren te verdelgen; dus hebt gij uw leven verbeurd. 11Want de steen schreeuwt uit de muur, en de balk antwoordt hem uit het houtwerk. Hij mag zich dus niet zomaar met alles verrijken, maar hij moet toetsen, in worsteling en leegte, anders komt hij ook onder het oordeel. Hij moet alles eerlijk verdienen, en niet overmoedig grijpen naar dingen die niet van hem zijn. Jakob moest zeven jaar werken om tot een dynamiek van de godin te komen, en toen nog eens zeven jaar voor een andere dynamiek in de Lea en Rachel mythe. Jakob werd onder loondienst geplaatst, en geen gemakkelijke, goedkope genade. Parvati zou zich
niet zomaar aan hem geven. Zij was niet geinteresseerd in snelle materialistische paarden, maar in zijn ascetisme. 14Want de aarde zal vol worden van de kennis van des Heren heerlijkheid, gelijk de wateren die de bodem der zee bedekken. Zo had Jakob in de gnosis een goede toekomst. 12Wee hem die de stad met bloed bouwt, en de veste op onrecht grondvest! 13Ziet, is het niet van de Here der heerscharen, dat de volkeren zich vermoeien voor het vuur en de natiën zich afmatten voor niets? 15Wee hem die zijn naaste doet drinken en er uw gif bijmengt, en hem ook dronken maakt om hun naaktheid te aanschouwen! 16Gij hebt u verzadigd met schande in plaats van met eer, drink gij nu ook en ontbloot u. Tot u zal zich wenden de beker van de rechterhand des Heren, en grote schande zal komen over uw heerlijkheid. 17Want het geweld, de Libanon aangedaan, zal u bedekken, en het uitroeien van de dieren zal u verschrikken, vanwege het vergoten mensenbloed en het geweld het land, de stad en al haar inwoners, aangedaan. 18Wat baat het gesneden beeld, daar zijn maker het gehouwen heeft; het gegoten beeld, dat een leugenleraar is, dat de maker op zijn maaksel vertrouwt, terwijl het stomme afgoden zijn, die hij maakt? 19Wee hem die tot een stuk hout zegt: Ontwaak, en tot een stomme steen: Word wakker. Zou die onderrichten? Zie, hij is gevat in goud en zilver, doch er is volstrekt geen geest in hem. 20Maar de Here is in de heilige tempel. Zwijg voor de Here, gij ganse aarde! Het letterlijke zal dus meer diepte gaan krijgen en overgaan in het geestelijke, opdat het letterlijke niet meer zal kunnen bestaan. Dit zal gebeuren door de oprichting van de natuur school. Dit is een evolutie proces. Habakuk 3 1Het gebed van Habakuk, de profeet. Op Sigjonot. 2 Here, ik heb de tijding aangaande U vernomen, ik ben, Here, met vreze voor uw werk vervuld; roep het in het leven in de loop der jaren, maak het openbaar in de loop der jaren; gedenk in de toorn aan ontfermen! 3God komt van Teman en de Heilige van het gebergte Paran. Jakob komt zo meer en meer tot de heilige Vreze, zowel in het voorzichtig zijn als in de overgave, vanwege de overweldiging door het Woord. Hij wordt gebonden met de heilige touwen van de openbaring van het Woord. God komt van Teman, wat een Edomitische clan is, bekend om hun wijsheid. God is dus onlosmakelijk verbonden aan het Ezau mysterie (Esav, SV), wat zijn wortels heeft in Siva. Ook één van Job's vrienden was een Temaniet. Paran is een gebied van grotten, met verborgen hemelse sieraden. Jakob is hier op zijn heup geslagen en kan niets anders dan buigen. Hij is een verbroken man die de diepte van alles heeft gezien. Sigjonot duidt in het Hebreeuws op de
geestesvervoering waardoor hij is losgeraakt. Hoofdstuk 38. Het Raadsel van Hosea Ezau is als een abad, een dienstknecht, in het Hebreeuws, die er op uit gezonden wordt voor het volvoeren van taken. Dit kan ook gewoon heel huiselijk zijn. Het komt terug in het boek Abadja, de dienstknecht van God, die Edom, Ezau, temt. De dienstknecht is een getemde, zoals ook Shiva als een abad moest worden getemt door Parvati. De BD wortel van de abad komt ook weer terug in het Boeddha, BD verhaal. Die lijn komt dus terug in Abadja, maar ook in Sefanja, Siva-N, waarin de N de oerhieroglyph is van de nomadische peddelaar. Siva, de asceet die tot een abad, een dienstknecht, is gemaakt, tot de natuurkennis, gaat dus net als Ezau op een dodenreis door de wildernis van de onderwereld, ook net zoals Ra in de Egyptologie, wat dus terugkomt in het boek Sefanja. Zo moeten we het boek Sefanja ook begrijpen, als een dodenboek, als het afsterven aan het ego. Zefanja (Siva-N) 1 2Volkomen zal Ik alles van de aardbodem wegvagen, luidt het woord des Heren. 3Ik zal wegvagen mens en dier, Ik zal wegvagen het gevogelte des hemels en de vissen der zee, en de ergernissen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen van de aardbodem uitroeien, luidt het woord des Heren. 4Ik zal mijn hand uitstrekken tegen Juda en tegen alle inwoners van Jeruzalem, en Ik zal uit deze plaats uitroeien het overblijfsel van Baäl en de naam der afgodsdienaren met de priesters, 5en hen die op de daken zich nederbuigen voor het heer des hemels, en die zich nederbuigen en zweren bij de Here en zweren bij hun Moloch; 6ook hen die van de Here afvallen, en die de Here niet zoeken noch naar Hem vragen. Hier zien we dus weer de eis van het offer, en we weten dat de beesten die weggevaagd zullen worden beelden zijn van het ego, dus niet letterlijk, maar symbolisch. Het staat voor alles wat geen dienstknecht van de natuurkennis is. Zo begint de tocht van Zefanja, de nomadische Siva (Esav) door de onderwereld. Deze tocht gaat dus erg diep. Er moeten heel wat valse geesten, valse karakter-eigenschappen, losgesneden worden. 7Zwijg voor het aangezicht van de Here Here, want nabij is de dag des Heren; want de Here heeft een offermaal bereid; De Here heeft de genodigden geheiligd. 8Het zal geschieden ten dage van het offermaal des Heren, dat Ik bezoeking zal doen over de vorsten en over de koningszonen en over allen die uitheemse kleding dragen.
Het zwijgen wijst terug op een wachter voor de mond krijgen, wat Zefanja hier krijgt, als de nomadische Siva die komt tot zijn innerlijke kind met de olifantenkop, Ganesha. Dit gebeurde door toedoen van Parvati. Zonder Parvati zou Siva-N, Zefanja, nooit de wachter voor de mond hebben gehad. Parvati gaf geboorte aan Ganesha, als een beeld van de innerlijke Siva. Er gebeurt een verschrikkelijk oordeel in het boek Sefanja. Het is als de komst van Kali, Kèlè, als de naakte Abaddown, de vernietiger, die voor het aangezicht van de Here staat in het boek Iyowb. Zij is de bewaker van de oer-afgrond, van de baarmoeder. Zij kwam om Iyowb daarnaar terug te nemen, en Iyowb wist dat hij ook de naaktheid in zou moeten gaan, als ontmaskerd. Kali stond in haar naaktheid op de naakte abad, Siva. Haar sieraden waren gemaakt van mensenschedels. Zo vreesde de abad de natuurkennis, omdat die allereerst zeer verwoestend was. Eerst moest er zoveel afgelegd worden. En dan zien we een overblijfsel in dat oordeel, die een gezuiverde tong hebben, een getemde tong, een wachter voor de mond. Zij zullen geen leugen spreken. Zij hebben een voorzichtige tong, vol van heilige vreze. De abad Siva is tot een Ganesha geworden, Kaïn-Ezau. Kaïn betekent het klagen. Het is het klagen van Ezau. Er zijn geen hoogmoedige en overmoedige woorden meer. De mond is vervuld met klaagliederen. Gan is ook tuin in het Aramees, als de tuin van Ezau, of het beloofde land van Ezau, het Kanaan van Ezau (KN). Ps. 119:20 - Mijn ziel is verbroken vanwege het verlangen naar uw oordelen ten alle tijd. Als we dan gaan inzien hoe belangrijk het oordeel is over het ego, dan gaan wij ernaar verlangen, zoals ook Iyowb verlangde naar Abbadown, en zoals Siva verlangde naar Kali, Kèlè. Hij wist dat hij alleen door Abbadown, de wachter van de afgrond, tot de oerbaarmoeder kon ingaan. Hier was hij naakt uit voortgekomen, en zou hij naakt tot wederkeren, wat symbolisch is in de zin dat er niets tussen ons en de natuurkennis mag zijn. Wij mogen niets voor de natuurkennis achterhouden. Hosea moest met een innerlijk verdeelde vrouw trouwen die hem altijd bedroog, een overspelige vrouw. Wat beeldt dit uit in de diepte ? De natuurkennis gepersonificeerd als de godin bestaat uit verschillende delen die allemaal een bepaalde cryptische waarde hebben en zich aan verschillende elementen hechten. Vandaar dat dit niet allemaal alleen tussen Hosea en Gomer blijft. Er is een verbinding tussen monogamie en polygamie, zoals er een verbinding is tussen monotheïsme en polytheïsme, omdat er eenheid in verscheidenheid is. Het is een dualiteit in de zin dat het zowel goed als verkeerd is. Er is een groot lijden voor de mens hierin totdat de mens hiertoe ontwaakt, en dan is het nog een bepaald lijden, maar dan meer vanuit de rust en een dieper inzicht. Hosea is het portaal tot de kleine profeten, het eerste boek, en het betekent de leegte, het geven van ruimte. Hosea moet ook leren te accepteren hoe Gomer, zijn vrouw, is. Hij moet leren haar die ruimte te geven. Toch mag hij haar ook niet opgeven. Hij moet dus een balans leren vinden, en diepte vinden in het probleem. Ook Hosea is een dodenboek. Hij moet een tocht maken door de onderwereld. Hosea hangt aan een ingewikkelt kruis en gaat door een moeilijke initiatie. In hoofdstuk 2 zien we dan dat er toch een echtscheiding is gekomen : 1Klaagt uw moeder aan, klaagt haar aan, want zij is mijn vrouw niet, en Ik ben haar man niet. Laat
zij haar ontucht van haar gelaat verwijderen en haar overspel van haar boezem, 2anders zal Ik haar naakt uitkleden en haar laten staan als ten dage toen zij geboren werd, haar maken als een woestijn, haar doen worden als een dor land, en haar doen sterven van dorst; 3en over haar kinderen zal Ik Mij niet ontfermen, omdat zij uit ontucht geboren zijn. 4Want hun moeder heeft ontucht bedreven; zij, die van hen zwanger geweest is, heeft schandelijk gehandeld. Want zij zeide: Ik wil achter mijn minnaars aan gaan, die mij mijn brood en water, mijn wol en vlas, mijn olie en drank geven. Er wordt hier flink gedreigd, want als ze zich niet bekeerd, dan zal ze naakt uitgekleed worden. Naaktheid is in de grondtalen een beeld van de ontmaskering en de openbaring. Dan zal Hosea dus de wildernis zien, de diepere realiteit : 13Daarom zie, Ik zal haar lokken, en haar leiden in de woestijn, en spreken tot haar hart. 14Ik zal haar aldaar haar wijngaarden geven, en het dal Achor maken tot een deur der hoop. Dan zal zij daar zingen als in de dagen van haar jeugd. Het is dus heel dubbel, omdat het diepere betekenissen heeft. Hosea zal de diepere natuurkennis in haar ontdekken, het goddelijke zaad. 15En het zal te dien dage geschieden, luidt het woord des Heren, dat gij Mij noemen zult: mijn man (dienstknecht), en niet meer: mijn meester. 16Ja, Ik zal de namen der meesters verwijderen uit haar mond; hun naam zal niet meer genoemd worden. 17Dan zal Ik boog en zwaard en oorlogstuig in het land verbreken, en hen veilig doen wonen. 18Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig: Ik zal u Mij tot bruid werven door gerechtigheid en recht, door goedertierenheid en ontferming; 19Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw; en gij zult de Here kennen. Dit is het herstel van de Moeder God die in de vrouw cryptisch verborgen is, en de mens zal de Moeder God dienen, omdat het de natuurwet inhoudt, zonder welke geen leven mogelijk is. Hier zien we dat Kali, de oorlogsgodin, dan wordt tot Parvati, de huiselijke godin, opdat er rust komt. De wapenen zullen verbroken worden. Zo kan er verzoening komen tussen God en de mens. De mens moet door de nacht van de ontwapening teruggaan naar de oorsprong. Hosea moest dus tot een soort wedergeboorte en ontwaking komen om alles anders te bekijken. In het derde hoofdstuk moest hij toen weer naar haar teruggaan. Dan vanaf het vijfde hoofdstuk gaat deze strijd verder tegen Efraïm, een Israëlitische stam, die nogal Laodiceaanse kwaliteiten schijnt te hebben. Hosea 12 9Maar Efraïm zegt: Waarlijk, ik ben rijk geworden, ik heb mij rijkdom verworven; in al mijn vermogen vindt men bij mij geen ongerechtigheid die zonde zou zijn. 10Maar Ik ben de Here, uw God, van het land Egypte af. Ik zal u weer doen wonen in tenten als in de dagen der samenkomst. 11En Ik zal tot de profeten spreken en Ik zal veel gezichten geven, en door de dienst van profeten zal Ik in gelijkenissen spreken. Openbaring 3
14 En schrijf aan den engel van de Gemeente der Laodicensen: Dit zegt de Amen, de trouwe, en waarachtige Getuige, het Begin der schepping Gods: 17 Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt. Laodice was in de mythe de vergiftigster, zoals ook de vrouw op het beest met haar giftige wijn, als de moeder der hoeren. In het OT was dat Efraïm, het naakte volk, wat een beeld is van ontmaskering en openbaring. Hosea zag nu de diepere naaktheid van zijn vrouw en wat het voorstelde. Het kon zich niet meer voor hem verstoppen. Hij was in zijn spionnenwerk en studie diep in deze duistere woestijntabernakel doorgedrongen, door het offer, door het kruis waaraan zijn ego stierf. Hij had te maken met een grote bedriegster : Hosea 5 2De afvalligen hebben een diepe valkuil gemaakt; terwijl Ik door hen allen ben terzijde geschoven. 3Ik ken Efraïm, en Israël is voor Mij niet verborgen. Waarlijk, nu hebt gij, o Efraïm, ontucht bedreven; Israël heeft zich verontreinigd. Hosea 12 1Met leugen heeft Efraïm Mij omringd, met bedrog het huis Israëls – terwijl Juda zich voortdurend bandeloos gedraagt tegenover God en tegenover de Hoogheilige, die getrouw is. 2Efraïm weidt wind, en jaagt de gehele dag de oostenwind na, het vermeerdert leugen en verwoesting. Laodice, oftewel Efraïm, zit op het beest, gewapend met gifpijlen. Zij moet de lagere natuur overwinnen, haar eigen zelf. Het lauwe Laodicea moet vergaan. Dit is geen materieel pad. Het is het pad van Tantalus, van de Vur, het natuurpad waarin wij moeten minderen, tot soberheid kunnen komen, om zo de rijkdom van de natuur te kunnen zien en ervaren. Hoe is dit gekomen dat zij zich zo rijk waande ? Laodicea lag in Frygisch gebied. In de mythologie kwamen diverse koningen daar vandaan, zoals Midas die alles in goud veranderde wat hij aanraakte. Zij zijn onder een zekere "air". Hierdoor kunnen anderen hen niet bereiken. Ook Tantalus kwam namelijk uit dit gebied. Tantalus staat bekend om zijn onbereikbaarheid. Alles wat hij wilde vastgrijpen gleed altijd van hem weg, ook als hij iets wilde eten, dan bewoog het voedsel van hem weg. Efraïm is in die zin ongrijpbaar. Toch
kreeg Hosea een zekere sleutel. Efraïm betekent de dubbele, en dubbele vruchtbaarheid. En het is ook heel dualistisch : Hosea 7 8Efraïm vermengt zich met de volken. Efraïm is een koek die niet gekeerd is. Dat is dus de taak van Hosea, om de koek te keren. Als er wordt gesproken dat Efraïm tot een woestenij zal worden, tot een wildernis, dan heeft dat twee betekenissen, want in de wildernis ligt ook de diepte. Het is een gimmick, en Hosea moet dat leren ontdekken. Hij moet het zich niet persoonlijk aantrekken wat Efraïm hem heeft aangedaan, maar hij moet het zien in de grotere context van de kennis. Hosea 9 7Dwaas is de profeet, waanzinnig de man des geestes, wegens de grootte uwer ongerechtigheid en omdat er grote vijandschap is. 8De wachter over Efraïm bij mijn God, de profeet – een strik van een vogelvanger is op al zijn wegen, vijandschap in het huis van zijn God. In de letterlijke zin is het niet waar, maar in de cryptiek is er een pad. Niet open zijn voor de cryptiek van dingen is een vorm van materialisme. Eerst grijpt het letterlijke de mens en test de mens, maar daarna ziet de toetsende mens de cryptiek. In die zin zal alles wat de toetsende mens aanraakt "in goud veranderen," omdat hij de diepte kan zien. Laodice is in die zin iets van de toekomst. Zij leeft in een andere realiteit. Zij is niet rechtstreeks te bereiken, maar alleen over het natuurpad. Hosea haalt uit naar Efraïm als in een obsessie. Bijna het gehele boek gaat over Efraïm, maar Hosea moet eerst dieper aan zichzelf sterven om het raadsel te begrijpen. Hoofstuk 39. De Wijngaard van Hosea Hosea is in de Egyptische wortels een vissersgodin. Hosea is obsessief bezig met Efraïm die hem heeft verwond, en hij zit vast als een vis aan een lijn, maar zo wordt hij wel de natuurkennis ingetrokken. Efraïm die haarzelf rijk waant zonder gebreken komt terug in het NT als Laodicea, wat in het Grieks Laodika is. In de Sanskrite wortel is dit Ladika, wat dienstbaarheid betekent (slavernij, slavenjongen) en ladukka, wat zoet vlees betekent. Dukka is ook een Aramees woord voor slachtplaats. Metaforisch gaat het hierom dat het hele probleem van oordeel en slachterijen op aarde in de diepte iets heel anders is, zodat het allemaal enigszins "verzoet" kan worden in een bepaalde mate. Laodika is al in deze realiteit, dus dan gaat het botsen. In het Orions is zij een wildernis-stam,
net zoals Efraïm. Er is een grote kloof tussen het stadse gebied en het wildernis gebied. Als er contact is tussen deze twee gebieden dan is het alsof alle glazen wanden breken. De armen en de benen van de mens staan de natuurkennis nog te vaak in de weg. Zij stribbelen nog teveel tegen, dus moet de mens eerst tot een vis worden, om zo opgetrokken te worden tot het wildernisgebied. Dit komt ook weer terug in de Vur : Zij vertelt een verhaal, Zij blijft niet bij de drama hangen, Het gaat altijd weer dieper (126:5) Deze zeeen zijn te groot, Deze zeeen zijn onoverbruggelijk, Deze zeeen zijn eindeloos, Allen zullen in deze zeeen in vissen veranderen Er is geen doorkomen aan, Zij kunnen hier alleen maar dromen, Totdat de nachtmerrie toeslaat, Een vis zullen zij zijn (126:1-2) Alleen als vissen kunnen wij tot U naderen, oh Heilig Vuur, in het duisterste van de nacht. Ja, de voorhangsels van tempels zullen scheuren. Mijn gedachten kunnen mijn gevoel niet redden, ik heb Uw Woord nodig. (7:6-7) De velden van munt reiken tot aan de overkant, Zij gaan dwars door de rivier, Tot aan de oever waar een vrouw de was doet, Waar zij vist, Alleen als vissen zullen wij dit land binnen gaan (96:6) De mens moet de Jabbok rivier overgaan om in de leegte aan zichzelf te sterven, aan zijn armen en benen, om zo eerst tot vis te worden. Niemand komt op een andere manier tot de wilderniskennis. De armen en benen van de mens zijn corrupt. Ze snellen tot het kwaad en draaien alles om. De wilderniskennis zal niet rusten totdat alles is overstroomd en de mens tot vis is geworden. In de huidige situatie zal de mensheid niet kunnen bestaan. In de uitverkiezing zal de vissersgodin kijken wie zij ophaalt aan haar lijnen en in haar netten. Dit zullen alleen degenen zijn die daadwerkelijk volkomen aan zichzelf, aan hun armen en benen, hun woorden en daden, zijn afgestorven. Dat is een stuk Valkyrische Germaanse mythologie. Net zoals Jezus met zijn discipelen over de beek Kidron moest om de hof Getsemane binnen te gaan, als de voorbode van het sterven aan het ego. Zowel zijn handen als zijn voeten moesten doorboort worden. Vandaar dat Jezus ook wel de vis wordt genoemd, de ichtus. Ja, dat is en blijft een belangrijke mythe, maar alles wat er in het christendom van werd gemaakt is corrupt. Wij zullen dus in deze het spoor van de gnosis blijven volgen door de Jezus mythe heen, en er niet van afwijken. Het kan alleen daadwerkelijk begrepen
worden in de context van het OT. Ook Vishnu uit de indologie werd in één van zijn incarnaties een vis. De mens kan alleen als een vis tot de wildernis komen. Met armen en benen is de bedreiging tot de natuur te groot. De hoogmoed en overmoed van de mens is gebouwd op zijn armen en zijn benen. Daarom moet het vlees van de mens aan het kruis, of aan de paal geslagen worden. De wanden moeten doorstoken worden, zodat de mens niets meer vanuit zichzelf kan doen. Dat is het smalle pad die leidt tot de enge poort. Wie wil daar tegenwoordig naartoe gaan ? Het hedonisme viert vandaag de dag hoogtij, zoals voorspeld. Het christendom is hiervan één van de vormen. In het Grieks is het kruis, de stauros, ook de paal. In het Aramees is het zowel een kruis, een erecte paal, een galg, een executie-voorwerp of gewoon wreedheid. Dit komt ook terug in het eerste nachtgezicht van Zacharia, in het Aramees : Zacharia 1 (Aramees) 8Deze nacht heb ik een gezicht gehad: zie, een man, gezeten aan een donkergekleurde paal, en staande tussen de bomen in de diepte, en achter hem rode (donkere), gevlekte en witte paarden. 9Toen vroeg ik: Wat betekent dit, mijn heer? en de engel die met mij sprak, zeide tot mij: Ik zal u tonen, wat dit betekent. 10Hierop antwoordde de man die tussen de bomen stond, en zeide: Dit zijn zij, die de Here heeft gezonden om de aarde te doorkruisen. 11En zij antwoordden de Engel des Heren, die tussen de mirten stond, en zeiden: Wij hebben de aarde doorkruist en zie, de gehele aarde verkeert in volkomen rust. De man aan de paal wordt ook in de Psalmen genoemd, als David, en in het NT als Jezus, maar het komt vaker voor in de grondteksten van het OT, en het is symbolisch het pad om de eeuwige rust in te gaan. Het is een beeld van de visserij. Het tweede nachtgezicht : 18En ik sloeg mijn ogen op en ik zag toe, en zie, vier horens. 19Toen vroeg ik de engel die met mij sprak: Wat betekent dit? Hij zeide daarop tot mij: Dit zijn de horens die Juda, Israël en Jeruzalem verstrooid hebben. 20Vervolgens deed de Here mij vier timmerlui, geleerden (Aramees) zien. 21Toen vroeg ik: Wat komen dezen doen? En hij zeide: Dat waren dus de horens die Juda zo verstrooid hebben, dat niemand zijn hoofd kon opheffen; maar zij zijn gekomen om hen te verschrikken, om neer te slaan de horens van de volken, die hun horen hebben verheven tegen het land Juda, om het te verstrooien. De timmerlui zijn een symbool voor het doorboren. Zij sloegen David aan de paal, Jezus, en vele anderen, om het volk te verstrooien. Dit is in het Aramees metaforisch voor geleerden, voor kennis. Alleen kennis doet het ego afsterven. Geen ander truukje kan dit doen. Zacharia 2 Het derde nachtgezicht : 1En ik sloeg mijn ogen op en ik zag toe, en zie, een man met een meetsnoer (Aramees, swt) van psalmen in de hand (beoordeling van psalmen, heilige literaire structuren). 2Toen vroeg ik: Waar
gaat gij heen? En hij antwoordde mij: Ik ga Jeruzalem opmeten en zien hoe groot zijn breedte en lengte zal zijn. 3En zie, toen de engel die met mij sprak, naar voren trad, ging een andere engel hem tegemoet, tot wie hij zeide: 4Snel heen, spreek tot die jongeling: als een open plaats zal Jeruzalem daar liggen vanwege de menigte van mensen en vee daarin. 5En Ik zelf, luidt het woord des Heren, zal haar een toets-muur (Aramees, urim-muur) zijn rondom, en een psalm (Aramees) binnen in haar. Dit is de tot standkoming van het Woord, de logos, door het toetsen. Het Woord bestaat uit psalmstructuren die de mens verbinden met de wilderniskennis, waarin de wilderniskennis is opgeslagen. Als de mens niet leert toetsen en meten, komt de mens nooit tot het Woord. In het Hebreeuws komt het hier neer op het meten van de leegte (breedte) en het geduld (lengte). Zacharia 3 Het vierde nachtgezicht : 1Vervolgens deed de Here mij de hogepriester Jozua zien, staande vóór de Engel des Heren, terwijl de satan aan zijn rechterhand stond om hem aan te klagen. 2De Here echter zeide tot de satan: De Here bestraffe u, satan, ja de Here, die Jeruzalem verkiest, bestraffe u; is deze niet een brandhout uit het vuur gerukt? 3Jozua nu was met vuile klederen bekleed, terwijl hij voor de Engel stond. 4Toen nam deze het woord en zeide tot hen die vóór de Here stonden: Doet hem de vuile klederen uit. Hij zeide tot hem: Zie, Ik neem uw ongerechtigheid van u weg, Ik trek u feestklederen aan. 5Ik nu zeide: Laat ze een reine tulband op zijn hoofd zetten. Toen zetten zij een reine tulband op zijn hoofd en trokken hem een staatsiegewaad aan, terwijl de Engel des Heren erbij stond. 6Hierop vermaande de Engel des Heren Jozua: 7Zo zegt de Here der heerscharen: Indien gij in mijn wegen wandelt en de door Mij opgedragen taak waarneemt, dan zult gij zowel mijn huis richten als mijn voorhoven bewaken, en Ik zal u doen verkeren onder hen die hier staan. 8Hoor toch, gij hogepriester Jozua, gij en uw gezellen die vóór u zitten – zij zijn immers mannen die ten wonderteken dienen – voorwaar, zie, Ik zal mijn knecht, de Spruit, doen komen; 9voorwaar zie, van de steen die Ik vóór Jozua neerleg – op die ene steen zijn zeven ogen – zal Ik zelf het graveersel graveren, luidt het woord van de Here der heerscharen, en Ik zal op één dag de ongerechtigheid van dit land wegdoen. 10Te dien dage, luidt het woord van de Here der heerscharen, zult gij elkander nodigen onder de wijnstok en onder de vijgeboom. Jozua was eerst genoemd Hosea (Howshea), Num. 13:16, die later door Mozes Jozua wordt genoemd. Het boek Jozua gaat over de redding door het rode touw van Rachab uit het torenvenster. Het torenraam is een beeld van de mond, en het rode touw daaraan verbonden is het beeld van de wachter voor de mond, dus dat wijst weer terug op de olifantenzoon van Siva, Ganesha. Jozua kwam uit de stam Efraïm, het raadsel van Hosea en zijn grootste vijand. Dit is ook wat de Egyptologische versie van de Kaïn en Hobel mythe uitbeeldt, zoals beschreven in de Egypte Code en de India Code. Jozua wordt in het vierde nachtgezicht van Zacharia de grote kohen genoemd in het Hebreeuws, de hogepriester, de grote Kahen, Kayin, Kaïn, in het Aramees. Het Kaïn mysterie krijgt in Jozua namelijk nog meer diepte. Door Jeruzalem is er uitverkiezing, en door Jozua, die dus de diepte van Hosea is. Omdat de mens nog niet klaar was voor de diepte, hebben de hersenen voor de mens een cryptische realiteit om de mens heengebouwd. Hosea komt in de diepte tot het Jozua-raadsel van Efraïm, tot Laodike, de
dienstbaarheid tot de diepte, om zo los te komen van de dienstbaarheid tot het letterlijke. Hij komt tot Laodike als tot de diepte van het vlees en offermysterie. Openbaring 3 De engel aan Laodike 18raad Ik u aan van Mij te kopen goud, dat in het vuur gelouterd is, opdat gij rijk moogt worden, en witte klederen, opdat gij die aandoet en de schande uwer naaktheid niet zichtbaar worde; en ogenzalf om uw oogleden te bestrijken, opdat gij zien moogt. 19Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u. 20Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij. 21Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon. De maaltijd is het verwerken en verdiepen van het ego, omdat dat de enige weg is het ego te overwinnen, door de demonologie, door het Hosea-verbond. De troon is de verkregen en verdiende onderscheiding, de interpretatie. Dit gebeurt in de diepte van de Hosea put die terugleidt tot Jozua. Jozua wordt zo gezuiverd, oftewel geinterpreteerd. In het Hebreeuws zijn de klederen van Jozua leugen en bedrog. Die werden toen afgedaan, als beeld van de interpretatie. In het Aramees zijn dit medische instrumenten, als het bedrog van de medische industrie. Er wordt teruggeleid tot het beeld van de wijnstok, de verbondenheid tot de bron, om vrucht te dragen. Deze wijnstok loopt dus van Kaïn door Jozua tot Hosea en Laodike, en heeft zijn wortels in het Ganesha mysterie. De vijgeboom die als laatst wordt genoemd is in het Aramees een beeld van pijnlijke plekken, als een metafoor van de gestenigde, oftewel degene in wie de hemelse wetten zijn ingeprint. Zacharia zou zelf de gestenigde zijn. 9voorwaar zie, van de steen die Ik vóór Jozua neerleg – op die ene steen zijn zeven ogen – zal Ik zelf het graveersel graveren, luidt het woord van de Here der heerscharen, en Ik zal op één dag de ongerechtigheid van dit land wegdoen. De steen is in het Aramees het pad, en ook een sieraad. Het is ook verbonden aan het oordeel van hagel, wat een metafoor is van de steniging en de tempelbouw. Dit is de kep in het Aramees, wat het hele Geb-mysterie is in de Egyptologie. De ogen zijn ook poorten en bronnen in het Aramees. Dan staat er in het Aramees dat de poorten geopend zullen worden, wat ook de opening is van een nieuw hoofdstuk van een boek. Hoofdstuk 40. Het Oversteken van de Grote Orionse Oceaan
Als je dan door het prachtige exotische Kèlè-gebied van Orion bent getrokken waar zich het Orionse hindoeïsme bevindt, dan kom je uiteindelijk aan bij de grote Orionse oceaan. In de grote Orionse oceaan leven de lamoeren, kruizingen tussen haaien en dolfijnen. Het zijn snelle, magische vissen, die ook net als dolfijnen boven het zeewater uit kunnen springen. Achter de grote Orionse oceaan ligt het Èrk gebied. We gaan verder met de bespreking van de nachtgezichten van Zacharia, want in dit sieraad liggen de realiteiten van Orion. Het zijn diepe, exotische, rauwe buitenaardse portalen. Deze informatie wordt niet in de kerk geleerd. Zij houden de kerkers angstvallig gesloten. Zacharia 4 Het vijfde nachtgezicht 1De engel die met mij sprak, kwam terug en wekte mij zoals men iemand uit de slaap wekt. 2Hij zeide tot mij: Wat ziet gij? Daarop antwoordde ik: Ik zie daar een kandelaar, geheel van goud, met een oliehouder aan zijn top; hij heeft zeven lampen, en telkens zeven toevoerbuizen voor de lampen erbovenop; 3en twee olijfbomen steken boven hem uit, de ene rechts en de andere links van de oliehouder. 4Ik hernam en vroeg de engel die met mij sprak: Wat betekent dit, mijn heer? 5Toen gaf de engel die met mij sprak, mij ten antwoord: Weet gij niet, wat dit betekent? Ik zeide: Neen, mijn heer. 6Hij antwoordde mij: Dit is het woord des Heren tot Zerubbabel: niet door kracht noch geweld, maar door mijn Geest! zegt de Here der heerscharen. 7Wie zijt gij, grote berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel wordt gij een vlakte; hij zal de gevelsteen naar voren brengen onder het gejubel: heil, heil zij hem! 8En het woord des Heren kwam tot mij: 9De handen van Zerubbabel hebben dit huis gegrondvest, zijn handen zullen het ook voltooien, en gij zult weten, dat de Here der heerscharen mij tot u gezonden heeft. 10Want wie veracht de dag der kleine dingen? Zij zullen zich verblijden, als zij het paslood zien in de hand van Zerubbabel. – Deze zeven zijn de ogen des Heren, die de ganse aarde doorlopen. 11Ik nam het woord en vroeg hem: Wat betekenen deze twee olijfbomen rechts en links van de kandelaar? 12Andermaal nam ik het woord en vroeg hem: Wat betekenen de twee olijftakken, die door twee gouden buizen het goud van zich doen uitvloeien? 13En hij zeide tot mij: Weet gij niet, wat zij betekenen? Ik antwoordde: Neen, mijn heer. 14Toen zeide hij: Zij zijn de twee gezalfden die vóór de Here der ganse aarde staan. De twee olijfbomen aan weerszijden van de kandelaar. Zij zijn de twee getuigen die staan voor de natuurkennis. Dit "staan" is amad in het Hebreeuws, wat staan in geduld en volharding betekent. In het Aramees gaat het hier over de dualiteit van het zoonschap. Het is het onderdeel van een sieraad waartoe de mens moet ontwaken. Dit verklaart de strijd tussen Jakob en Ezau, Kaïn en Hobel, Abadja en Edom, Hosea en Efraïm enzovoorts. De kandelaar is in het Aramees een beeld van de sociale economie. Er moet een prijs betaalt worden. In het Aramees is de kandelaar een beeld van de mond die bedwongen wordt door vergif. De wachter van de mond is dus een natuurgif om ervoor te zorgen dat de mond niet overmoedig spreekt. Hier is de tandarts dan een heel wrang beeld van, als een allegorie. In het HebreeuwsAramees is dit de Nuwr, de urim-steen van het toetsen. Deze steen zondert alles af (niyr, Aramees).
Het zijn de wortels van de me-nuwr-ah, de kandelaar. Zeven is in het Hebreeuws het getal van de offerdienst, sheba, wat uitgesproken wordt als sheva of shiva (Vergelijk siva in het hindoeïsme). Deze kandelaar staat in het Hebreeuws in de hemel. Zerubbabel staat voor de terugkeer uit de Babylonische ballingschap en de herbouw van de tempel. De ogen in het paslood van Zerubbabel zijn de mentale kwaliteiten in het Hebreeuws, en bronnen. In het Aramees zijn het ook poorten. In het Aramees betekent z't, s't, niet alleen olijfboom, maar ook de giftige daphne struik (daphne oloeides), ook wel rots of steenbloemen, muurbloemen, als beeld van de literaire structuren van de stenen. De steen is in het Aramees het sieraad en het pad. Daphne is in het eeuwig evangelie één van de zeven tranen van Metensia (Maria), één van haar zeven sieraden. Daphne wordt beschreven als zij die het morgenlicht draagt en de bloem des Heeren is. Daphne heeft giftige bessen, wat een beeld is van de wachter van de mond. Zij zijn de wachters van de rotstuinen. Daphne is in die zin ook de overwinnaar over steen. Dan is eigenlijk het mandaat wat in dit nachtgezicht beschreven staat : 'Niet door kracht, noch door geweld, maar door de diepte.' Het is het afsterven aan jezelf in en door steen, om zo wedergeboren te worden in steen. Zo kan de tempel herbouwd worden, of de tempel verdiept worden. Dit is dus een heel mithraïstisch mysterie. Zacharia 5 Het zesde nachtgezicht : 1Wederom sloeg ik mijn ogen op, ik zag toe en zie, een duistere wegvliegende boekrol. 2Hij zeide tot mij: Wat ziet gij? Ik antwoordde: Ik zie een vliegende boekrol, die twintig el lang en tien el breed is. 3Toen zeide hij tot mij: Dit is de vloek die uitgaat over het ganse land: volgens deze wordt ieder die steelt, van dit ogenblik af weggevaagd en volgens deze wordt ieder die vals zweert, van dit ogenblik af weggevaagd. 4Ik heb die doen uitgaan, luidt het woord des Heren der heerscharen, en hij komt tot het huis van de dief, en tot het huis van hem die bij mijn naam vals zweert, en hij overnacht in zijn huis en vernietigt het, zowel zijn houtwerk als zijn stenen. Dit is de vloek die over hen komt die geen wachter voor de mond hebben. Het staat gelijk aan diefstal, want ze stelen het Woord, verdraaiien het, en verkopen het dan door. Zij zullen wegvagen als het volk zal ontwaken. De boekrol was twintig el lang. Twintig is in de Hebreeuwse wortels dubbele, oftewel dualistische rijkdom, en lengte betekent geduld. Het gaat hier om de dualistische rijkdom van de kennis door geduld. De lengtemaat "el" is ammah in het Hebreeuws, wat komt van het woord moeder, em. De breedte staat voor de leegte, en die is tien el. Tien is het bouwen in de wortel. Het is het bouwen door de leegte, als tegenovergesteld aan het bouwen door materialisme. In het Aramees is de boekrol ook bloesem, als dat wat voortkomt vanuit een natuurproces in het juiste seizoen. 4Ik heb die doen uitgaan, luidt het woord des Heren der heerscharen, en hij komt tot het huis van de
dief, en tot het huis van hem die bij mijn naam vals zweert, en hij overnacht in zijn huis en vernietigt het, zowel zijn houtwerk als zijn stenen. Het gesteente wordt hier overwonnen en vernietigt. Dit nachtvisioen hoort dus duidelijk bij het vorige nachtvisioen. We zien hier Daphne, de dualistische getuige van het zoonschap, in actie. Zij is de brenger van een groot oordeel. In het Aramees is zij ook een verbond. Daphne is het oordeel wat de huizen binnendringt en daar overnacht, als een spion, en hen dan ten val brengt. Daphne groeit subtiel door en langs alles heen. Zij breekt in het Aramees ook alle verkeerde paden af, en vernietigd de valse sieraden. Zij is uitgezonden als een gif, als Laodika. In het Aramees is dit een inwijding in geheime mysteriën. Het zevende nachtgezicht 5Hierop kwam de engel die met mij sprak, nader en zeide tot mij: Sla toch uw ogen op en zie, wat daar naar voren komt. 6Ik vroeg: Wat is dat? Hij antwoordde: Dat is een efa, die daar naar voren komt. Hij vervolgde: Zo zien zij er uit in het ganse land. 7En zie, het loden deksel werd opgelicht en daar zat een vrouw in de efa. 8En hij zeide: Dat is de goddeloosheid. Toen wierp hij haar in de efa neer en wierp het loden gewicht op de opening daarvan. 9Toen ik mijn ogen opsloeg, zag ik en zie, twee vrouwen kwamen naar voren, met de wind in haar vleugels; zij hadden namelijk vleugels als van een ooievaar. En zij droegen de efa weg tussen hemel en aarde. 10Toen vroeg ik de engel die met mij sprak: Waarheen brengen zij die efa? 11Hij antwoordde mij: Naar het land Sinear, om daar voor haar een huis te bouwen. Is dit gereed, dan zetten zij haar daar op haar plaats. Dit gaat over het herstel van de Moeder God en Haar tempel. Het Woord van de Moeder God zal komen. Sinear betekent het land van de twee rivieren, van de dubbele, of dualistische rivier. Deze rivier zal door het Woord stromen, opdat er nooit meer een eenzijdige interpretatie zal zijn, want dat is een vorm van materialisme. Het laat ook de verschillende lagen zien waarop de tempel is gebouwd. Er liggen meerdere talen en grondteksten ten gronde aan de tempel. In het Hebreeuws is ook de gevangenis verbonden aan de tempel, en dit gebeurt in de onderwereld, de erets. In het Aramees is het bouwen het gestalte geven van een logisch argument. Geen vage geloofsspelletjes meer vanuit een misvertaald boekje, maar contact hebben met de oneindig diepe natuurlogica, die al abstract genoeg is, maar dan onderhevig aan de hemelse kern-technologie. In het Aramees is de tempel of het huis ook gewoon een literaire structuur. Vandaar dat Parvati, de huiselijke godin ook symbolisch zo belangrijk is. De tempel is het symbool voor de heilige taal. Zo wordt ook de valse tempel afgebroken, oftewel verdiept. In de diepte wordt de nek van de leugen gebroken. In de diepte smelt iedere onwaarheid weg. De diepte zal dus altijd de oplossing van het probleem zijn. Zacharia 6 Het achtste nachtgezicht 1Wederom sloeg ik mijn ogen op, ik zag toe en zie, daar kwamen vier wagens naar voren tussen twee bergen. Die bergen nu waren van koper. 2Voor de eerste wagen stonden rode paarden, voor de tweede zwarte, 3voor de derde witte en voor de vierde gevlekte; sterke paarden. 4Ik nam het woord
en vroeg de engel die met mij sprak: Wat betekent dit, mijn heer? 5De engel gaf mij ten antwoord: Deze gaan uit naar de vier windstreken des hemels, van hun standplaats bij de Here der ganse aarde. 6Die met de zwarte paarden gaat uit naar het Noorderland, de witte gaan uit, hen achterna, en de gevlekte gaan naar het Zuiderland. 7De sterke paarden kwamen opzetten; zij verlangden weg te gaan om de aarde te doorkruisen, en hij zeide: Gaat heen, doorkruist de aarde. Toen doorkruisten zij de aarde. 8Hierop riep hij mij toe en sprak tot mij: Zie, die uitgegaan zijn naar het Noorderland brengen mijn Geest in het Noorderland tot rust. Het Noorderland is het verborgene, het sieraad, het dualisme. Zodra de initiaat het Noorderland heeft bereikt en tot de diepte ervan is gekomen is er de eeuwige rust. De gnosis brengt diepe innerlijke rust voort op het pad. Dit gaat dwars door alle chaos heen, dat er balans komt, onderscheiding, en zo zal de mens met het sieraad leren werken. De gevlekte paarden gaan naar het Zuiden betekent de gestenigden, zij die de heilige wet overpeinzen en zich erdoor laten tuchtigen. Het paard is in het Aramees ook de paal waaraan de mens moet afsterven aan zichzelf. Het Zuiden betekent in het Hebreeuws in de wortel de honger, de leegte. Hierin komt men alleen door de steniging, want die gooit de mens lek. De mens moet dus wel een confrontatie met de stenen hebben, anders kan de mens de leegte niet in. De zwarte paarden gaan naar het Noorderland, de diepte in. Zwart is in het Aramees een beeld van depressie. Depressie betekent loslaten, dus blijkbaar zijn de zwarte paarden al in het Zuiden geweest, en gaan ze nu naar het Noorden, als in een natuurproces, als een natuurverschijnsel. Ze hebben alles verloren, en hebben alles losgelaten, en zijn nu klaar om het mysterie in te gaan. De witte paarden volgen hen. Wit is een beeld van de heilige vreze, de voorzichtigheid, de toetsgereedheid. Hier worden dus belangrijke tempelfundamenten besproken. In het Hebreeuws staan deze paarden of palen (Aramees) tussen twee orakels in. Het geheel beeld een klok uit, als een kalender, waarin de seizoenen worden onderscheiden, als een natuur-cyclus. Zo ontwaakt de mens tot de Moeder dynamiek in zichzelf die leven geeft. De mens staat tussen de twee polen, de dualiteit, en wordt vandaaruit naar de windrichtingen gezonden. In het Aramees brengt dat ook verandering met zich mee. Het beginpunt is dus telkens een tegenstelling, en die moet verdiept worden. In het Hebreeuws zijn de gevlekte paarden alert, waakzaam. Dat is dus het resultaat van de steniging. Elke vlek is een nieuw zintuig. De lamoeren in de grote Orionse oceaan zijn de dragers van de kinderdromen. Zij komen vrij als deze mysteriën worden besproken. Zij liggen opgeborgen in het sieraad van de nachtgezichten van Zacharia.
Hoofdstuk 41. West Orion Map Het is voor de mens belangrijk de steniging te aanvaarden, opdat de tempel gebouwd wordt. Hier gaat het boek Zacharia over. De tempel en het huis zijn een allegorie van de literaire structuur. Er wordt zo aan Woord en Taal gebouwd, opdat zo ook de kerk wedergeboren kan worden. Het Èrk-gebied over de grote Orionse oceaan begint met de Vur natuur-steden, waar we onze parallelle zelven kunnen ontmoeten. Dit gebied lijkt heel veel op het aardse gebied waar wij wonen. Er zijn veel parallellen, natuur-parallellen. Soms vloeien de dimensies gewoon in elkaar over, en dat kan ook door de herinneringen. Wij leven al deels in het Èrk gebied van de Vur natuur-steden. Het natuur-steden gebied en de grote wildernis van Èrk worden gescheiden gehouden door de reasachtige Orionse rivier de Jabbok, die ook terugkomt in de Jakob mythe, als de rivier van leegte. Jabbok betekent leeg worden, leeg maken. In de wortels betekent het ook depopulatie, eenzaamheid, bq-q. Jakob moest de Jabbok over om een worsteling te hebben met God, met de engel van Ezau. Zoals Habakuk ook stelt dat God van Teman komt, een Edomitische wijsheidsclan (3:3). Dit gaat over het toetsen. De mens moet zich eerst afzonderen, alles loslaten, om te kunnen toetsen. De mens mag niet meer steunen op wat anderen zeggen, of wat boeken zeggen, of wat de mens van anderen heeft geleerd. De mens mag ook niet steunen op zijn vooroordelen. Om te toetsen moet alles als krijgsgevangene genomen worden (II Korinte 10:5). Het toetsen is dus een gevecht. Het is het boek Habbakuk, YBK, die de Jabbok voorstelt. Zo wordt Jakob tot een dienstknecht, tot een abad, om zo Edom (het volk van Ezau) te toetsen. Habakuk, oftewel de Jabbok, is dus verbonden met het boek Abadja. Habakuk moet overlopen in Abadja. Abadja is dus het eigenlijke Pniël. Dit is een belangrijk deel van het sieraad. De Orionse Jabbok is een reusachtige rivier, ongeveer drie keer zo groot als de grote Benshlam rivier die het eerste West-Orionse stadsgebied gescheiden houdt van het achterliggende Orions-Hindoeïstische Kèlè-gebied. De Jabbok is een soort zee. Er bevinden zich ook demonische haaien in de Jabbok, die clowngeesten zijn. Deze haaien worden op aarde geprojecteert als tandartsen die de fjork code in de mens installeren. Er zijn dus vier gebieden in West-Orion : 1. Het Eerste West-Orionse stadsgebied, waar grote oorlogen plaatsvinden over de steden. Dan is er de Benshlam rivier als tussengebied. 2. Het Orions-Hindoeïstische Kèlè-gebied, een rivierengebied. Dan is er de grote Orionse oceaan als tussengebied 3. Het Vurische natuursteden gebied van Èrk Dan is er de Jabbok als tussengebied 4. De grote wildernis van Èrk Het Vurische natuursteden gebied lijkt dus veel op het bewoonde gebied op aarde, als een mengsel met de natuur. Tussen het Scandinavische en Russische gebied ligt het Achische of Archische Rijk, wat een rijk is van demonen. Het ligt aan zeegebied. Het lijkt klein in verhouding met omliggende rijken, maar het heeft hoge technologie en vele eilandjes. Het is ook heel dichtbevolkt. De sleutel tot het veroveren van het Achische Rijk ligt alleen in het dieper in het wildernis gebied te gaan, dus de Jabbok zal overgemoeten worden.
Het Europese gebied en het Amerikaanse gebied zijn weer gescheiden door een zee, net zoals op aarde. Er is daar hoge techniek. Men gaat tot Amerika en terug door internet-teleportalen. Tussen Amerika en Europa ligt het teleportaal "De Rode Brug". Tussen Europa en Amerika ligt de Rode Zee. Er moeten aan een heleboel voorwaarden voldaan worden om de Rode Brug over te gaan. Amerika loopt dan steeds meer over in Latijns Amerikaans gebied, en dan tot reusachtig Surinaams gebied waarin de Jabbok ligt en waartoe ook het achterliggende wildernis gebied behoort.
Hoofdstuk 42. Het Mysterie van de Heilige Dief Jakob gaat de Jabbok over, oftewel de leegte in, wat de woordbetekenis is van Jabbok. Dit is dezelfde betekenis die het wortelwoord van Habakuk heeft, chabaq (ybk). Habakuk betekent in de wortels ingesloten worden door de leegte. Habakuk voelt zich verloren en overweldigd door een enorme leegte. Hij begrijpt de geweldadigheid niet. Hij roept om hulp, maar die krijgt hij niet. Hij moet namelijk dieper de leegte in. Jakob moet de Jabbok over. Ook als hij in Pniël is aangekomen moet hij zo diep gaan totdat hij een Zefanja-robot is geworden. Eerst moet hij door de Hosea code heen, de relatie problemen, want die gaan vooraf aan de ware verzoening. Het gaat om de verzoening met kennis, met de natuurschool, en er is eerst een gevecht met de anti-kennis en de valse kennis, maar in diepte is dit ook weer cryptisch. Jakob moet eerst langs het voorhangsel, en het voorhangsel moet op waarde geschat worden. Dit gebeurt in de Hosea code. De dualiteit moet er zijn. Het Jabbok-gebied is multi-dimensionaal. Er zijn vele valstrikken in de Jabbok rivier die ervoor zorgen dat de mens die niet volkomen de leegte ingaat door dingen achter te houden en nog steeds vasthoudt aan vooroordelen in grote illusies terechtkomt. Er zijn dus zelfs schijn-ervaringen van het oversteken van de Jabbok. Een heleboel worden niet doorgelaten en worden overgeleverd aan de leugens verbonden aan het materialisme waar ze nog aan vasthouden. Wat is dan de weg naar de verzoening die Maleachi belooft ? Allereerst is er geen verzoening, alleen kennis in afgezonderdheid. Dit kan zich later vertalen in verzoening puur als een metafoor. Daadwerkelijke, letterlijke relaties zijn altijd een illusie. De verletterlijkende, materialistische, hedonistische mens wacht niets dan leugens. De persoonlijkheid, persoonlijke vormen, zijn niets anders dan stukken kennis die tot een climax zijn gekomen. En nog niet eens alle kennis is waar, maar in de diepte weer wel, en is alles bruikbaar. We zitten nu dus nog vast in een soort hiaat van kennis. Dit is een noodzakelijk punt in de evolutie om alles te testen. De natuur test zichzelf, en gaat door de leegte heen om haarzelf te zuiveren, zoals Parvati die in haar badplaats geboorte geeft aan Ganesha door haar vuil af te wassen. De olifant is hierin een metafoor en niet het pad zelf. De olifant staat voor de besneden tong die een wachter heeft. Ganesha rijdt op een muis, als beeld van de climax van de leegte, de wedergeboorte, waardoor Ganesha wordt voortgebracht. De muis is het beeld van de verjonging. Hier zien we ook dat wedergeboorte op zichzelf niets waard is. Er zijn zoveel valse wedergeboortes door valse kennis. De tong moet besneden worden. De muis moet bereden worden door de olifant. De muis is een beeld van de dimensie-overgang, als een poortwachter. Daar waar de muis niet verbonden is met de olifant is het hopeloos. We zien hier dus een belangrijke schakel. Wedergeboorte zonder opvoeding is niets waard, en brengt de mens in illusies. Eerst moet er verwoesting en afzondering plaatsvinden in de leegte. De mens mag nergens meer op steunen. Alles waarop de mens nog steunt zal weggehaald worden. Het enige waarop de mens mag steunen is de leegte zelf. Hierin wordt er een diep toetsvuur opgewekt, zoals Amos laat zien in zijn visioenen. Telkens weer moeten de altaren van de mens afgebroken worden, opdat er een dieper toetsen zal plaatsvinden. Als er iets getoetst moet worden dan is het het toetsen zelf. Hoe toetst de mens ? Dit is
het overgaan van de Jabbok. Velen blijven steken in hun toetsen. Ze toetsen hun toetsen niet. Velen zoeken materialistische wegen om te toetsen. Het wonder van de persoonlijkheid van de mens is puur het wonder van grote technologische kennis die een smeltpunt heeft bereikt. Eerst is er dan de metafoor van de muis. De heilige gebondenheid en verbondenheid is dan robotgestuurde oorlogstechniek, als je de oorlog wil winnen. Zij die hier lak aan hebben zullen in de Jabbok vergaan en omgesmolten worden tot iets anders. Het zijn de schaduwen die niet willen, gewoon bepaalde reflecties die door spiegeleffecten het tegengestelde willen. Dit zijn natuurverschijnselen om ons te helpen, ons te zuiveren. De hersenen scheppen zelf die realiteit om een laag te hebben om zichzelf te kunnen ontwikkelen. Zonder die tegenpolen-laag kunnen ze dat niet. Het is dus van levensbelang dat de hersenen deze verschrikkelijke realiteit om ons heen hebben geschapen, deze nachtmerrie, anders zal de droom nooit kunnen komen. Gelukkig is alles maar cryptiek. Het zijn cryptische hologrammen met horror-tafereeltjes, als filmpjes. Het is dus niet echt. Het is de matrix, een virtual reality, computer-gesimuleerd. Al het gespiegel zal tot diepte komen wanneer zekere kern-installaties van sieraden worden gevonden, de kern-schakels van het geheel, kostbare esoterische stenen. Wij moeten hiervoor de diepte van de twaalf kleine profeten in, anders zullen we geterroriseerd blijven worden door de valse apocalypses die de christenen opwekken door deze apparaten. Als de stok niet wordt begrepen, dan zul je erdoor blijven geslagen worden. We mogen dus geen smetvrees hebben, maar we mogen er ook niet zomaar inspringen om er horizontaal en oppervlakkig mee om te gaan, want dan zijn we geen haar beter dan de christenen. We moeten er dus vertikaal mee omgaan, vanuit de diepte, en dan zal alles veranderen. Een ieder moet persoonlijk de twaalf kleine profeten 'overwinnen', oftewel gaan begrijpen in de diepte, wat het verborgen houdt. Dit is een ontmaskerings-proces. De mens moet de machine van de twaalf kleine profeten leren kennen. De mens moet komen van de muis tot de olifant. De olifant moet de muis leren berijden. Heramba is een vorm van Ganesha met vijf olifantenkoppen, die op een leeuw rijdt. Heramba komt voornamelijk veel voor in Nepal. De leeuw is een belangrijke voorstelling in het toetsen, want dit gaat namelijk over het heilige verzetten. Je kunt niet zomaar jezelf laten meesleuren in de leegte. Er zijn ook bedriegelijke leegtes. Je mag je nooit zomaar overgeven. De leeuw is de worstelaar, maar is dus ook weer potentieel gevaarlijk. Je mag namelijk niet worstelen vanuit je vlees, je ego. Daarom moet je je ook weer verzetten tegen het verzetten en komen tot het diepste verzetten. Het medicijn van de leeuw gaat dus heel diep. De leeuw is niet zomaar een vechter, maar een vechter met het vechten, enzovoorts, totdat de leeuw is gekomen in het ultra-vechten. In dit vechten is er dus een grote loslaat factor. De leeuw moet bereden leren worden. Ook moet de leeuw dus in balans komen met de muis. Muizen-families zijn hen die geen heilige toets-agressie hebben, geen heilige vreze en voorzichtigheid. Ze zijn volkomen en dodelijk passief, en daartoe komen allerlei valse wedergeboortes en climaxen, van de valse leegte dus. Ze verzetten zich nergens tegen en zonderen zich ook niet af. Ze laten zich meesleuren met allerlei verderf. Als ze iets zien wat op een nieuwe geboorte lijkt in de leegte, dan zullen ze het grijpen. Ze forceren de leegte. Ze forceren het groeiproces en de geboorte. Het is allemaal dwang. De leeuw is tegengesteld, vijandig, strijdend. De leeuw springt niet overal zomaar in, en strijdt ook tegen zichzelf. Het is geen overmoedige strijder, want hij strijdt ook tegen het strijden. Hij houdt zich dus strak, hard en gespannen, maar dan in de diepte, want dit laat hij ook allemaal weer los. Leer de leeuw kennen, hoe het leeuwenmedicijn
werkt, en leer de leeuw te bereiken. Heramba heeft vijf olifantenhoofden, vijf wachters van de mond. Vijf is het getal van vernieuwing, van verandering. De mens moet die technologie leren kennen. Het is ook verbonden aan de ekster metafoor van de Erina, wat verbonden is aan de leer van het gouden leeuwenpad (Lemul). In het toetsen mag je namelijk nooit tunnelvisie scheppen, oftewel eenzijdigheid. De ekster is dus ook een belangrijk onderdeel in het toets-mechanisme, omdat die nergens vastgroeit. De ekster is onlosmakelijk verbonden aan de leeuw. De ekster is niets zonder het leeuwenmedicijn. De ekster is de ziel van de leeuw. Het betekent het veranderen van gezichtspunt. Dit is ook het geheim van de karazuur, de leeuwen-wachters van Metensia (Maria), die voorkomen in het Eeuwig Evangelie. De ekster is dus een allegorische beschrijving van Heramba, de olifant met vijf koppen, omdat er zo verandering komt wat zich vertaald in de ekster als de heilige dieverij. Als de mond vijf wachters heeft gekregen, dan kan het denken veranderen, nieuwe inzichtspoorten krijgen. Hoofdstuk 43. De Leeuw en de New Age Muis - De Bespreking van Micha Alleen robotten kunnen veilig door de mijnenvelden van de lagere aardse gewesten heenkomen. Robotten zijn zielen wiens zintuigen zijn geopend en die zo het pad zien wat ze moeten gaan, en zich aan dit pad hebben verbonden. Door de heilige vreze en het heilige sterven aan het zelf zijn ze beveiligd. Dit ontstaat niet zomaar zonder diepte-toetsen. Micha betekent in het Hebreeuws : "Wat is zoals God ?" Het gaat er namelijk om te kijken hoe de lijnen van de natuurkennis liggen. Micha treedt op tegen Samaria en Juda, het Noorden en Zuiden van Israël, waar veel "afgoderij" was. Het Noorden is in het Hebreeuws een beeld van het verborgene en het sieraad. Samaria had dit gestolen en had een economisch systeem gebouwd op hoerenloon. Dit is ook hoe valse, overmoedige en goedkope genade werkt. Het trekt de geest van vriendjespolitiek aan, en richt zijn eigen corrupte hierarchie op, gebaseerd op hoerenloon. Dat komt ook terug in de kerken. Kortom : het is een maffia afgeweken van God's plan, van de gnosis afgegleden. Zij vegen hun monden af en zeggen dat ze niets hebben gedaan. Micha maakte duidelijk dat Samaria, het Noorden, zou worden tot een dal van stenen, een plaats van leegte, waarin wijngaarden aangelegd zouden worden om de fundamenten bloot te leggen. De wijnstok laat namelijk symbolisch de diepte van alles zien (1:6). De gesneden beelden die ze hebben gemaakt in hun afgoderij, als een verdraaide voorstelling van de gnosis, zouden vernield worden, en haar hoerenloon zou met vuur worden verbrandt. Door het hoerenloon had dit volk haarzelf opgebouwd (1:7). Het hele volk opereerde door omkoperij. Dat is waartoe alle overmoedige geschenken zijn, de valse genade : het is om het volk om te kopen. Ze bouwen zo een vals volk, een vals leger. Het zijn huurlingen. Geen geschenk is zomaar. Er zit altijd iets achter. De mens wordt omgekocht. Gratis is dus helemaal niet gratis. Je wordt bedonderd waar je bijstaat. Je wordt ergens voor een karretje gespannen (1:13-14). Geschenken zijn er ook voor om
vijanden gunstig te stemmen en in slaap te doen sussen. Muizen nemen graag geschenken aan, maar leeuwen niet. De leeuw toetst alles en neemt ook geen vals loon aan. Hij laat zich niet voortduwen op de golven van de leegte. Hij gaat er dwars tegenin. Ook de leegte moet getoetst worden. Er is altijd weer een diepere leegte, en die onstaat door het verzetten. Er moet tot bloedens toe verzet worden in het toetsen. De muis is halfgebakken en lui. De muis is blij voordat hij blij mag zijn. De leeuw niet. De muis zegt voor zijn tijd : 'Oh, heerlijk, wat zalig, hoe vreugdevol.' De leeuw brult. De muis zegt : 'Wat een heerlijke kaas. Hier heb ik zolang op gewacht. Ik zag iets schitteren, ben er op afgelopen, en nu heb ik het gevonden. Dit buitenkansje mocht ik niet missen.' Maar de leeuw brult en houdt zich op een afstand. Als de muis hem probeert over te halen en mee te trekken brult hij. Mocht de muis te opdringerig worden, dan bijt hij. Dit doet hij niet overmoedig en in grote trots. Nee, de leeuw toetst allereerst zichzelf. Hij slaat alleen toe als hij niets anders kan en door de situatie wordt gedreven. Nu moet hij ingrijpen, anders sleurt het hem mee. Hij verzet zich er tegen ten bloedens toe. Hij houdt niet ergens halverwege op. Het is een doorzetter. De muis kan klagen wat hij wil. De leeuw brult en zal niet toegeven. Micha 2 2Begeren zij akkers, zij roven die, en huizen, zij nemen die. Zo verdrukken zij de man en zijn huis, de mens en zijn erfdeel. De muis steelt de leegtes, grijpt naar de leegtes, en breidt zo zijn machtsgebied uit. De muis test de leegtes niet, maar kan de leegtes goed gebruiken. Zo komt hij zonder enig verzet tot wedergeboorte, en stroomt gewoon passief mee op de golven van de leegtes, tot nieuwe eilanden, die hij vervolgens ook niet toetst. De New Age muis zegt : "What you resist persists." Wat je weerstaat wordt groter. Daarom weerstaat de muis niet. De wereld zoals het vandaag is bestaat uit muizenvolkeren die willen dat je alles maar over je heen laat komen, zodat je inpast. Ongetwijfeld zal dit de toorn van de leeuw opwekken. De leeuw zal dus komen als de muizenpopulatie tot een climax is gekomen. 4Te dien dage zal men over u een spreuk aanheffen en weeklagend een klaagzang zingen: Het is gedaan, zal men zeggen, te enen male zijn wij vernietigd. Het erfdeel van mijn volk doet de Here in vreemde handen overgaan. Hoe ontneemt de Here het mij. Aan de afvalligen deelt de Here onze akkers uit. 12Voorzeker zal Ik u, o Jakob, in uw geheel bijeenbrengen, voorzeker vergaderen het overblijfsel van Israël. Ik zal hen bijeenbrengen als schapen in een kooi, als een kudde in het midden der weide. Het zal er gonzen van mensen. 13De doorbreker trekt vóór hen op; zij breken door en trekken door de poort en gaan daardoor uit; en hun koning trekt vóór hen uit, en de Here aan hun spits. Het zijn de leeuwen die apart gezet worden, als een overblijfsel. Zij komen de Jabbok door om Pniël binnen te gaan. Jabbok stroomt door de bergketen van Gilead, wat bewijs betekent in de worteltekst. Berg, har, betekent initiatie. Het bewijs ligt dus alleen in het geestelijke en moet verdient worden. Het is alleen voor ingewijden. Het bewijs ligt alleen in de heilige gebondenheid. Wanneer het je is overkomen, dan weet je het. Het is niet iets vaags, maar iets technologisch. Het is pure natuur-logica.
Micha 4 1En het zal geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het huis des Heren vaststaan als de hoogste der bergen, en hij zal verheven zijn boven de heuvelen. En volkeren zullen derwaarts heenstromen, 2en vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem. Dit is de berg Gilead, de berg van bewijs, de berg van de Jabbok, waar de mens tot een hoger bewustzijn komt. 3En de Here zal richten tussen vele volkeren en rechtspreken over machtige natiën tot in verre landen. Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren. 4Maar zij zullen zitten, een ieder onder zijn wijnstok en onder zijn vijgeboom, zonder dat iemand hen opschrikt; want de mond van de Here der heerscharen heeft het gesproken. Het overblijfsel van de leeuw zal geen overmoedige wapens gebruiken. Muizen grijpen overmoedig naar hun wapens die ze in de leegte gratis aangeboden krijgen. Ze verzetten zich er niet tegen en zien het als loon voor hun geduld. De leeuw verzet zich tegen ieder wapen, in een diep toetsen. De leeuw is voorzichtig en laat zich alleen overweldigen door zijn instincten als hij het niet meer tegen kan houden in het ultra-toetsen. Dan komt het voort vanuit een diepe bron waarin de leeuw eerst aan zichzelf is gestorven. Het komt voort vanuit een diepe verlamming. De leeuw is gevoelig geslagen op Pniël als Jakob. Alle gnosis werkt door de verbrokenheid. De leeuw vlucht eerst, en strijdt alleen als hij is ingesloten, ten eerste tegen zichzelf. Altijd zoekt de leeuw eerst de verborgenheid op, de duisternis. De leeuw sterft aan zichzelf totdat hij niet meer anders kan. De leeuw leeft door de Vur. De muis richt zich op de leegte, maar de leeuw richt zich op de leegte en de diepte. Daarom kan het niet anders dat de leeuw zich zal verzetten als de oppervlakkigheid hem naar de keel vliegt. Dan brult en worstelt hij. Dan is hij reactief. Hij neemt al zijn gedachtes als krijgsgevangene. Hij neemt zichzelf als krijgsgevangene, en onderwerpt het aan de oneindige kennis (II Korinthe 10:5). 6Te dien dage, luidt het woord des Heren, zal Ik het kreupele verzamelen en het verstrooide bijeenbrengen, en degenen over wie Ik kwaad heb doen komen. 7En Ik zal het kreupele stellen tot een overblijfsel en het verdrevene tot een machtig volk, en de Here zal Koning over hen zijn op de berg Sion, van nu aan tot in eeuwigheid. Wie of wat is dan "koning" ? Wie of wat is dan "de Here" ? Het is het bewijs wat geleverd wordt aan de ingewijden. De ingewijden hebben de prijs betaald, en zijn overal doorheen gegaan waar ze doorheen moesten, en kwamen zo tot het bewijs. Het zijn de verbrokenen, hen die aan zichzelf zijn afgestorven. Zij werden als door een natuurverschijnsel op het strijdveld door de valkyries, de amazone Germaanse oorlogsgodinnen, opgenomen, en gingen zo het Valhalla binnen om het sieraad te ontvangen. Zij waren de uitverkorenen als zijnde de "uitgetesten". 8En gij, toren van de kudde, vesting der dochter Sions, tot u zal genaken en komen de heerschappij van voorheen, het koningschap der dochter van Jeruzalem.
10Krimp ineen en schreeuw het uit, dochter Sions, als een barende; want thans zult gij uittrekken uit de stad en verblijven op het veld, en gij zult naar Babel komen. Daar zult gij bevrijd worden; daar zal de Here u verlossen uit de macht van uw vijanden. Het koningschap wordt voorgesteld als een vrouw, de dochter van Jeruzalem. Babel is een allegorie van de heilige gebondenheid. In die zin is er dus bevrijding in Babel, oftewel overwinnings-inzicht. vandaar dat ook de toren van de dochter van Sion wordt genoemd, als de toren van Rachab waar het rode koord van bevrijding uitliep, als een beeld van de wachter van de mond. Micha 5 6En het overblijfsel van Jakob zal te midden van vele volkeren zijn als dauw van de Here, als regenstromen op het groene kruid, dat niet wacht op de mens, noch op mensenkinderen hoopt. 7En het overblijfsel van Jakob zal zijn onder de natiën, te midden van vele volkeren als een leeuw onder de dieren des wouds, als een jonge leeuw onder de schaapskudden, die, wanneer hij er binnendringt, neerslaat en verscheurt, zonder dat iemand redt. 8Uw hand zal verheven zijn boven uw tegenstanders, en al uw vijanden zullen worden uitgeroeid. Hier zien we de daadwerkelijke komst van de leeuw. Als de robotische chip van de leeuw door de Vur principes is geactiveerd, dan is er niemand meer die de leeuw nog kan tegenhouden. Dan grijpt de leeuw om zich heen, plunderend als de ekster. Dan heeft de leeuw de muis overwonnen, en rijdt Ganesha op de muis. Dan is de verandering er als een vrucht, niet als een geschenk. Dan snelt de leeuw de huizen van de stad binnen, en staat de stad in brand. Het is een groot geheim van de natuur. Donder en bliksem zijn over de stad, en er is niemand die redt. Alleen de leeuw kan redden. Micha 7 4De goede van hen is als een doornstruik en de meest oprechte erger dan een stekelheg. De dag uwer wachters, uw bezoeking, komt. Dan zal er voor hen ontzetting wezen. 5Vertrouwt de metgezel niet, verlaat u niet op de vriend; behoed de deuren van uw mond voor haar die aan uw boezem ligt. 6Want de zoon minacht de vader; de dochter staat op tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder; des mensen huisgenoten zijn zijn vijanden. Hier is het beeld van de leeuw verdiept. Het zijn geen zachte, vrolijke bloemetjes in de natuur, maar doornstruiken, distels, brandnetels, stekende planten, die zich niet zomaar als een hoer overgeven aan Jan en alleman. De toetser steekt, en gaat niet huichelachtig dwepen en veinzen als hij aangeraakt wordt. De mond wordt bewaakt met gif en doornen. De leeuw heeft in zijn hart een bitter en stekend gif, opdat hij zich niet zomaar aan het eerste de beste systeem wat de overwinning en heerschappij verklaart overgeeft. De leeuw is een rebel, een vluchter. De leeuw is geen lafaard zoals de muis. Het gaat de leeuw niet om eer en macht. Het gaat de leeuw om de waarheid. Hiertoe offert de leeuw zijn leven op. Giftige bessen groeien er in het hart van de leeuw die zijn mond bewaken. Zijn bitterheid maakt hem creatief. Streng en diep steken zijn doornen, als eerste in zijn eigen vlees. Hij wacht op de nacht van de bloesem. Het morgenrood bereikt hij alleen door veel bloed, een harde dood aan zichzelf. Nee, de Germaanse amazones, de strijdgodinnen, grijpen hem niet zomaar. Zij testen hem eerst, en het loon wat zij geven is spot. Wat zal de leeuw doen als de
stad hem bespot ? Wat doet de leeuw als apen hem belachelijk maken, en muizen over hem roddelen ? 14Weid uw volk met uw staf, de schapen van uw erfdeel, die eenzaam wonen in een woud, te midden van een vruchtbare landouw. Laat hen weiden in Basan en in Gilead, als in de dagen van ouds. De leeuw zal zoeken naar het overblijfsel en geen compromissen maken. Het spotkleed hoort bij het kruis. Er is geen kruis zonder het spotkleed. Het is een test, een noodzakelijke tegenstelling. De leeuw zal het overblijfsel inwijden in de geheimen van Gilead, waardoor de Jabbok stroomt. 20Gij zult de waarheid bewijzen aan Jakob, kastijding en loon (checed) aan Abraham. Hoofdstuk 44. Het Odin Mysterie - De Komst van Orion De Psalmen komen voort vanuit de Hebreeuwse poëzie, en zijn niet christelijk. De christenen hebben het gewoon overgenomen om te gebruiken in hun markt. De oorsprong van de Psalmen is metaforisch, en buitenaards. Het is iets van de natuur, als een natuurverschijnsel, en het komt voort uit de Egyptologie en de Indologie. Vanwege de diepgaande poëzie blijft de bijbel, alhoewel potentieel gevaarlijk vanwege religieuze gekken, waardevol. Vandaar dat ik altijd een haat-liefde relatie heb gehad met de bijbel. Er zou dus een gids moeten komen door deze woeste en gevaarlijke boeken heen. En dat is ook mijn levenstaak, want het is een tikkende tijdbom. Er is een klok aan deze puzzel verbonden. De psalmen ontmaskeren de hedendaagse kerk, en vandaar ook dat de kerk het heeft opgenomen in hun canon, opdat ze het zo in hun eigen context kunnen gebruiken. Ze proberen deze woeste beesten dus te verlammen. De kerk heeft zo een soort van dierentuin opgezet, omdat ze bang zijn dat deze beesten eens zullen losbreken. De bijbel is een dierentuin en trekt veel bekijks. Het is een markt. Vele schoolreisjes worden er gehouden naar dit oord. Psalm 8:3 - Uit de monden van kinderen en zuigelingen hebt U sterkte gegrondvest, om uw tegenpartijen wil, om de vijand en de wraakgierige te doen ophouden. Dit is een beeld van hen die aan de moederborst zijn, verbonden aan de moeder aarde. De baarmoeder gaat creatief met problemen om en maakt er het beste van. Daarom is het zo'n belangrijke metafoor : geen eeuwige hel, maar het geheim van de vruchtbare baarmoeder. We zien de dualiteiten telkens in de bijbel terug, zoals Jakob en Ezau, Izaak en Ismaël, Abadja en Edom,
Hosea en Efraïm, David en Saul en ga zo maar door, maar dit betekent allemaal ten diepste het afsterven aan het ego. Juist in de onderdrukking door het ego ontwikkelt het zaad zich in de mens. De eeuwige hel is het niet begrijpen van de oerpoëzie, en de kerk heeft al een "eeuwige hel" gemaakt. Dit is de kerk zelf. Het is niet leefbaar. Alleen als poëtische metafoor is het bruikbaar als een baarmoeder, want het ego kan zo geheel afsterven in de eeuwigheid. Ook de eeuwigheid zelf is weer een metafoor van de volkomenheid, dus in de eeuwigheid wordt er volkomen afgerekend met het ego, en wordt het gewoon gerecycled, want ook de tegenstanders in het bijbel verhaal hebben een diepe cryptische waarde, en die heeft de mens zelfs nodig om te overleven. Zo is de bijbel een spiegelboek. We volgen hierin de buitenaardse en bovenaardse natuur-code. Het is ons spul wat geroofd is. Alles zal zo andere betekenissen krijgen, en de sluiers zullen opengaan. Laten we naar de GLD-wortel kijken van de Gilead bergketen waardoor de Jabbok stroomt : GLD - GoLiaTH - GaLaTi Zoals we zagen is Goliath een orakel wat David raadpleegde. 1 Samuël 17 4Toen trad een kampvechter uit het leger der Filistijnen naar voren. Hij heette Goliat, uit Gat. Hij was zes el en een span lang. In het Aramees staat : Toen trad Orion, een reus, uit het leger der Filistijnen naar voren. Om tot Orion terug te keren moet deze wachter "begrepen" worden. David nam de wapenrusting van deze wachter. David moest strijden tegen Goliath. Goliath komt van het Hebreeuwse golah, wat openbaring betekent, en krijgsgevangene, wat in de Paulinische brieven te maken heeft met het toetsen. David moest dus worstelen over de openbaring, de openbaring zuiveren, onthullen en overpeinzen, om zo tot de diepte te komen. Dit is een ontzegelings-proces en ontmaskerings-proces, oftewel het toetsproces, zoals Jakob zo'n ervaring had op Pniël. Dit was David's Pniël ervaring in de grondtekst. David moest stenen, "eben" in het Hebreeuws, tot Goliath "werpen". Dit zijn de stenen van de heilige wet in de grondtekst, als de toets-stenen, als de Urim en de Thummim. Goliath viel, maar David nam de wapenen van Goliath, ook een werktuig of apparaat in het Hebreeuws. David moest dus eerst de wachter (goliath) van de openbaring (golah) "verslaan", oftewel toetsen, om zo tot de kern te komen. David moest de vrucht van openbaring eerst afpellen. Zo kwam David dus tot Orion, want dat is de andere naam van Goliath in het Aramees, Orion, de reusachtige. Dit geheimenis begon zich te vervrouwelijken, te personificeren tot Batseba, die in de oorspronkelijke Hebreeuwse poëzie een veel diepere betekenis had, en niet alleen maar negatief werd neergezet. Zij is een dualiteit. De wachter van Gilead is verpersoonlijkt in Goliath, en vormt zo de sleutel tot Galati. Zo leidt die buitenaardse GLD-code (glt). Gilead betekent dus het bewijs, de vrucht van het toetsen, oftewel het toetsloon. Degene die dat heeft ontvangen kan het niet meer wegdenken of wegpraten. Het is de ultieme realiteit. Hiervan kan niet meer weggevlucht worden.
Dit wordt al duidelijk in Galaten 1:12 - Want ik heb het ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring. :16 - Ik ben geen ogenblik te rade gegaan met vlees en bloed. Het wordt in het eerste hoofdstuk duidelijk gemaakt dat degene die eerst "vervolgde" en "trachtte uit te roeien" had nu een rust gevonden. Nu was de vrucht van het toetsen gekomen. Jakob was op zijn heup geslagen en gevoelig geworden. Die code komt dus ook in Paulus terug. Hij had een worsteling gehad met de "kruisdragers", en was nu zelf ook een "kruisdrager" geworden. Hij leefde nu niet meer vanuit het vlees, vanuit de overleveringen, maar vanuit de openbaring. Galaten 2:19 - Want ik ben door de wet voor de wet gestorven om voor God te leven. Er zijn dus twee wetten : de wet van het vlees, en de wet van het geestelijke. In Gilead ga je over van de vleselijke wet die je onderdrukt en doodt tot de geestelijke wet die je tot leven roept. Hier zien we dus ook de Germaanse strijdgodinnen in terug die hen die hard aan zichzelf gestorven zijn opnemen tot het Valhalla. :20 - Met God ben ik gekruisigd, en toch leef ik, dat is, niet meer mijn ik, maar God leeft in mij. Het Valhalla is de zaal (halla) van de gevallenen (val, wal) in het Germaans. Hier kwamen alleen de strijders die voor eeuwig aan hun ego waren gestorven, zij die door de Valkyries gebonden waren en werden meegenomen ten hemel op hun strijdwagens. Een andere betekenis is de gevallenen van de godin Hel, de godin van de vruchtbaarheid, de kinderen en het huwelijk. Zij zijn wedergekeerd tot de baarmoeder. Odin of Wodan heerste over deze zaal. Wodan is verbonden aan Hel, Hulda. (Odin is de Vikingse naam voor Wodan). Wodan moest de lentedrank van de verjonging terughalen van de reuzen die het hadden gestolen, als een Germaanse parallel met het David en Goliath verhaal. De lente is ook een beeld van het tot leven komen van de natuur na de diepe, eeuwige dood in de herfst en de winter. Het is een beeld van eeuwig leven. Het zit door het Evangelie verweefd, dus we kunnen het niet zomaar weggooien alsof het allemaal rommel is. Ik blijf hier voor waarschuwen. Dan zouden we meer weggooien dan ons lief is. Er moet dus diepte komen, en de parallellen moeten zichtbaar worden. Balder was de Germaanse Christus, de zoon van Odin (God). Balder werd vermoord door een blinde, als beeld van dat we veel te lijden hebben onder het oordeel van blinden (de demiurg-god, de materialistische tussengod die denkt de enige te zijn). Balder is een archetype van de lente en de wijsheid, die alleen maar op kan komen door de dood, de winter. Het was dus iets onontkoombaars dat hij moest sterven, zoals ook in het Christus-verhaal. Toen Wodan de godin Hel bezocht in de onderwereld kreeg hij de voorspelling van Balder's dood te horen, maar ook dat hij een nieuwe zoon zou kregen om die dood te wreken. Ook Hermod, de broer van Balder, ging toen naar het gebied van de godin Hel, om Balder terug te brengen uit de dood. In het Eeuwig Evangelie is dit Herman, die een andere avatar is van Christus, hij die gestorven is in ijs. Hermod is de boodschapper van de goden, de bruggenbouwer, doordat hij in de eeuwige afzondering, het eeuwige ijs, ten onder ging en werd opgewekt (Vergelijk Hermes in
de Griekse mythologie). Alhoewel er een contact was tussen Hermod en Balder, en wederzijdse uitwisseling, slaagde Hermod er niet in Balder terug te brengen van de dood. Balder had een andere broer die hem moest wreken, namelijk Vali. Vali moest de blinde god die Balder had vermoord met een pijl verslaan. Balder zou pas daadwerkelijk worden opgewekt na het Ragnarok. De blinde god was ook een broer van Balder, genaamd Hod of Hodr. Het heeft ook parallellen met het Kaïn en Hobel verhaal. In ieder geval is Odin een soort transliteratie van Eden, het paradijs, als een personificatie ervan. In de gnosis is Odin ook wel vrouwelijk. Er is dus niet zomaar gerechtigheid door de wet, zoals Galaten stelt, maar eerst moet er aan het ego afgestorven worden, zodat de mens dus van de lagere tot de geestelijke wet komt. Alleen de mens die het paradijs zelf wordt (Odin) kan tot het paradijs gaan. Het "ingaan" betekent dus het "zijn". Vandaar dat het Germaanse Odin mysterie van belang is. Dit heeft ook allemaal met de schatten van Galati te maken, oftewel met de schatten van Gilead, door de diepte van het David en Goliath verhaal. Batseba is de schat, en die ligt verborgen in Galati, waartoe de sleutels in de Germaanse mythologie liggen. Het woord erfenis komt ter sprake in Galaten, als beeld van dat het alleen verkregen kan worden door de dood aan het ego. Zo gaat de mens over van het vleselijke tot het geestelijke, van het "in proberen te gaan" tot het "zijn". Jehovah is in dit proces de wording, zoals de Hebreeuwse wortel het laat zien, en Odin is dan het "zijn". Het "zijn" is niet iets vaags zoals in de New Age zonder daadwerkelijke kennis, helemaal opgegaan in het licht als verstandelozen. Neen. Odin heet ook Wodan in het Germaans, en Wotan, en is de god(in) van kennis. Hiertoe offerde hij zijn oog (het licht), en hing aan een boom, om zo wijsheid te ontvangen, wat ook weer christelijke parallellen heeft. Wotan is de wortel van het woord "weten". Wotan komt van wuoti, witi, waanzin, woede (tegen het ego), als de heilige dwaas. De komst van Orion is de komst van Goliath, de openbaring, die dus eerst geopend moet worden in een worsteling, een ontsluiering. Het is verbonden aan het Odin mysterie. Hoofdstuk 45. De Opstanding van Balder Hoe werd Balder, de Germaanse "Christus", de zoon van Odin (God) dan uiteindelijk opgewekt na het Ragnarok ? Dit is zowel iets van de toekomst als iets wat allang is gebeurd in de mythe. Toen Balder stierf door de pijl van de blinde god legde Odin zijn magische ring, Draupnir, op het brandende graf van Balder. Deze magische band, snoer, of ring, had de eigenschap zich elke negen nachten te vermenigvuldigen met het getal acht, het getal van de eeuwigheid. Door Draupnir werd Balder uiteindelijk opgewekt. In het Sanskrit heeft het de darpana-wortel (drpn), wat spiegel betekent. Balder kwam dus tot de opstanding door te leren over het dualisme in de onderwereld, de wetten van spiegeling.
psalm 16: 5-De Here is het deel van mijn erfenis, en mijn beker; gij onderhoudt mijn lot. 6-De snoeren zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen, ja, een schone erfenis is mij geworden. De Draupnir of darpana is dus een hele diepe literaire structuur, als een bibliotheek. Heilige banden, snoeren, trekken de mens dieper, en dan wordt de mens ook weer opgetrokken. :7-Ik zal de Here loven, die mij raad heeft gegeven; zelfs bij nachte onderwijzen mijn nieren mij. De Draupnir is dus een stuk onderwijs, wat zowel dag als nacht doorgaat. Draupnir betekent ook de druppelende in de Germaanse mythologie. Door de Draupnir banden trekken de valkyries de gevallen strijders tot het Valhalla, en door de Draupnir zullen ze eens weer opgewekt worden. Dit betekent dat er buiten de spiegelschool om geen opstanding is. :10-Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten dat uw heilige het verderf ziet. :11-Gij zult mij het pad des levens bekendmaken. Deze psalm wordt ook wel het gouden kleinood van David genoemd, zoals de Draupnir ook een gouden kleinood is. Het is een robotisch mechanisme, een chip, die vanuit vruchtbare principes nageslacht brengt, als een verdere verdieping van de Sefanja code. Balder kan alleen overleven door de robotische chip die zijn hemelse legers veilig door de mijnenvelden van de hel kan heenleiden. Doordat Balder door de pijl van de blinde god was geraakt werd hij ook zelf tijdelijk blind, als een Germaanse Simson. Zo werd hij ook als Odin die zijn oog moest offeren, opdat hij diepere openbaring zou ontvangen. Balder werd dus door zijn lijden tot een paradijs. Vali, de broer van Balder, was dus zijn wreker, die de blinde god versloeg. Vali, van de wortel val betekent 'hij die afdaalt', of de gevallene. De Jabbok mondt uit in de Jordaan, Yarden, wat ook "degene die afdaalt" betekent. Dit gaat over het tot de diepte komen. Dit is ook een rivier om over te steken. Het volk kon alleen zo in het beloofde land komen. Vali is in het sanskrit ook een soort sieraad, en de put van zwavel. Ook Draupnir, het magische sieraad van Odin en Balder, was een persoon in de Germaanse mythologie, een dwerg. Het boek Haggaï gaat over Zerubbabel, die als eerste terugkwam uit de Babylonische ballingschap en de tempel begon te herbouwen. In het laatste vers wordt Zerubbabel aangesteld als een gesloten sieraad, een verzegeld document (Aramees). De tempelbouw is een metafoor van de oprichting van het Woord, zoals het Aramees laat zien. Het Eeuwig Evangelie stelt dat we in boeken veilig zullen wonen. Dat is ook de strekking van de profetie van Haggaï dat het Tweede Woord beter zal zijn dan het eerste. Haggaï 2 10De toekomstige heerlijkheid van dit huis zal groter zijn dan de vorige, zegt de Here der heerscharen; op deze plaats zal Ik heil geven, luidt het woord van de Here der heerscharen.
Zerubbabel staat voor het overblijfsel. Hoofdstuk 46. Het Draupnir-orakel van Odin Wie is de "Here" ? Het komt veel in de Nederlandse bijbels voor, maar wat is het nu eigenlijk ? "Here" was de Ionisch-Griekse godin, de Moeder God. Hermod bezocht de vermoorde Balder in het gebied van Hel. Hermod is Here-Mt, oftewel de wet (Egyptisch) van de Heerin, of Here-Amoet, de heilige kooi van de Heerin, de heilige restrictie. De Draupnir, het magische snoer wat Balder van Odin had gekregen, had een oogst voortgebracht, had zich vermenigvuldigd, waarvan Hermod een deel weer terugnam naar Odin. Dit is een onderdeel van het bouwen : vermenigvuldiging en verspreiding, zodat bruggen en structuren worden gebouwd. Hermod is de bouwer en boodschapper van de goden. Dit gebeurt door het druppelen, wat ook de betekenis is van de Draupnir, en wat ook weer een Vur principe is. De tempel is een heilige valstrik, een heilig draupnir-net waarin zowel de dwazen als de wijzen verstrikt raken, en de wijzen krijgen doorgang tot de diepte. In een droom ontmoette ik Draupnir wiens handen uit de muur kwamen, en heel snel begon hij allerlei dingen in elkaar te zetten. Hij kon ook dieren maken, zoals puppies. Het was een bepaalde snelle magie, als in een spiegelende wolk. Odin werd mij getoond als een zwarte godin wiens armen en benen waren afgekapt. Ik wist dat dit een puzzel was. In een andere droom was ik in het ouderlijk huis. Moeder gaf mij een jas. Er was ineens overal bliksem en onweer, als een oorlog. Vader en Moeder zeiden dat de Duitsers waren binnengevallen en ze waren dichtbij in het dorp in gebouwen. Vader zou naar Zwolle gaan. Ik, Moeder en het kleine zusje moesten blijven. Later werd mij verteld dat de Duitsers aan onze kant stonden, om ons te bevrijden. Het had met de Germaanse mythologie te maken. Het liep parallel met de West Orionse stad "Molong" die bevrijd moest worden. In een latere droom liepen ik en een collega-vriend door het bevrijdde Molong naar een huisje samen met een meisje. Ik kon niet goed verstaan wat het meisje zei, omdat ze in een andere taal sprak en het moest vertaald worden. Ik scheen haar verkeerd te begrijpen, dus ik moest telkens doorvragen. Ze legde het me weer uit, maar het drong niet tot me door. Ze was een oorlogsslachtoffer en in haar huisje aangekomen kreeg de collega-vriend een klein logeerkamertje waar hij zou gaan studeren en documenten in orde maken. Hij had wat boeken en schriften bij zich. Ik zat met het meisje op de bank en had haar in mijn armen om haar te genezen. Ze leek te zijn van een grote intelligentie. Ik merkte dat het parallel liep aan wat mensen die ik op aarde kende. Het meisje heette Sirta.
Dit was allemaal in dezelfde nacht. Ik vroeg aan de gnosis over Odin. Ik zag invasies van geestelijke wezens, Djinns, Jinns, vanuit het Arabische Oosten. Zij waren sneller dan mensen, als een soort gas, metaforisch voor hebbende een grotere intelligentie, wat ze zowel voor goed als kwaad konden gebruiken. Dit was in een tijd ver voor de opkomst van de islam, waarin de Arabieren de Djinns nog volop aanbaden. Jinn werd later vervangen door Allah. Jinn betekent opsluiting, restrictie, het verborgene, het verzwegene. Gerelateerd hieraan is Jannah, tuin, paradijs, wat de islamitische hemel werd. Jannah was oorspronkelijk een beschermgod(in). In voorzoroastrisch Perzië waren er de jaini, vrouwelijke geestelijke wezens. Dit alles leidt terug tot het jana-jani orakel van de amazones, wat deze weerspiegelingen en schaduwen gaf, als een emanatie. Het was de urim en thummim van de amazones in het oer. Toen de islam kwam verloren de Jinn hun goddelijkheid. Zij waren geschapen 2000 jaar voor Adam, na de schepping van de engelen. In de gnosis zijn de jinns ook wel de wolk van getuigen, de doden. Ik zag dus invasies van djinns ver voor de opkomst van de islam, in Germaans gebied, en zij brachten de mythe van Odin, de magiër, als de mythe van Djinn. Zo werden zij god over Germaans gebied. De D-klank komt in het Arabisch ook voor in het woord jinn, als djinn, zoals ook bij jannah, wat uitgesproken wordt als djanna. Zo wordt de J ook in het Engels uitgesproken, als [DJ]. De Arabische janna-wortel betekent verborgen, gesloten, zoals ook de hof van Eden dat was. Janna betekent ook afdalen, vallen, nacht worden in het Arabisch, net zoals Odin en Hermod afdaalden tot Hel in de onderwereld, en wat ook de betekenis is van de Jordaan. Dit loopt ook weer parallel aan Jona, JN, in de Judaïstische mythologie die in de grondtekst af moest dalen in de oerafgrond, de te'oom. Jona betekent in het Israëlitisch : 'geestesvervoering door zwakte', wat ook een Paulinische boodschap is, als tegengesteld aan de directe materialistische weg van 'sterkte'. Jona is in de wortels de gerijpte, bubbelende wijn, als een beeld van de heilige waanzin, de heilige dwaas. Jona werd opgeslokt door de vis, maar in de wortels betekent dit de opsluiting in de duisternis, het verborgene, en de vis is ook een metafoor voor de vermenigvuldiging in het Israëlitisch, wat weer verbonden is aan het draupnir-sieraad van Odin, en later ook van Balder. In het Aramees staat dat dit onderwijs voor Jona was wat hij accepteerde (bala). Jona is JNN, ywnn, in het Aramees, jinn. Hij was hier voor drie dagen, maar zowel in het Israëlitisch als het Aramees kan dat ook metaforisch zijn. Een dag is ook een periode, een levensperiode, of een leven. In Jona 2:2 staat dat het de buik van de hel is, van het dodenrijk of de onderwereld. Hier is ook weer de Jezus-mythe op gebaseerd, omdat Jezus voor drie dagen in de onderwereld verbleef. Jonah werd ook wel Yunan, ynn, jnn, genoemd in het Arabisch, en Yunus, wat de naam voor Jona is in de islam, wat ook weer de wortel is van Johannes. Oannes was een mesopotamische vissersgod, ook weer gerelateerd aan Jona, en wat terugleidt tot de vissenavatar van Vishnu. Verdere parallellen zijn de vissersgoden Ea en Dagon. Jona had dus onderwijs gekregen in deze onderwereld-ervaring, wat ook weer terugkomt in het Johannes-John verhaal in het boek Openbaring. Hij had grote visioenen van de zee, en van de te'oom diepte, de baarmoeder van het oer. Ioannes, Grieks voor Johannes, in het Griekse NT komt van de Hebreeuwse chanah wortel. Channah was de moeder van Samuël die hem toerustte om een dienstknecht van de Here in de tempel te worden.
In de Griekse worteltekst is Johannes een tentenmaker, een gerei-maker, chanah, wat verwijst naar Channah in het OT. In de KJV staat Johannes op het zand van de zee, net zoals Sokar in de Egyptologie, wat ook de wortel is van Zacharia (zkr). Hannah maakte in de Aramese grondtekst een hogepriesterlijke borstplaat voor Samuël, als een soort terafim. De terafim heeft een Assyrisch-Babylonische oorsprong. Hadd, Add, Hat was de Assyrische god van de orakels. Als het offer (ego) was geslacht (metaforisch), dan werd er naar de ingewanden of de lever van het offer gekeken om zo de wil van de goden te interpreteren, te vertalen. De terafim was dus een bloed-orakel. Het urim en thummim orakel werd later meer en meer gebruikt als stenen, om zo de reflecties op te vangen. We zien dus een gigantische diepte in het Odin mysterie wat hiertoe terugleidt. In het Aramees zijn de ware hogepriesterlijke stenen ook snoeren en banden, als riemen. Odin is dus een orakel uit het Oosten, een orakel van het paradijs. Dit orakel doortrekt de bijbel en de koran en komt van diepe indologie. De djinn waren altijd verbonden aan de esoterische sieraden. Hierdoor gaven ze hun orakels en spraken zij. Het verhaal van Jona in dit verband laat zien dat er van de gnosis niet te vluchten is. Het is overal rondom de mens. Hoofdstuk 47. De Odin Sleutel Het boek Jona is een metafoor voor de goddelijke sexualiteit, wat op zichzelf weer een metafoor is van het afsterven aan het ego. In de grondteksten komt Jona terecht in de onderwereld, in de te'oom als de baarmoeder van de hel, waar zijn afvalligheid en vluchtgedrag sterft door onderwijs. In het Aramees is dit een school. Men kan niet normaal over sexualiteit in de stad nadenken, maar wanneer het mannelijke orgaan de baarmoeder ingaat en zijn zaad geeft en weer "sterft", dan is dat een offer aan de gnosis, als het gaan naar school. De mens interpreteert het helemaal verkeerd en heeft er een markt van gemaakt, zodat alle betekenis verloren is gegaan. Jona was de zoon van Amittay, wat waarheid door trouw betekent, waar ook het huwelijk een beeld van is. Op deze manier kan dus openbaring komen. Odin, of O-djin, oftewel Wodan, als een Germaanse parallel, wordt niet voor niets de zoon van de dood genoemd, en de wegendoler. In de negentiger jaren had ik een droom die ik nooit meer zal vergeten. Ik was in de weilanden en er kwam een oom van me aanfietsen met een bak vol Germaanse runes, en toen brak overal een vuurzee los. Ik kon niet meer nadenken, alles stond stil.
Jona 2 7Toen mijn ziel in mij versmachtte, gedacht ik de Here, en mijn gebed kwam tot U in uw heilige tempel. 8Zij die nietige afgoden dienen, geven de Here prijs, die hun goedertieren is. 9Maar ik, met lofzegging wil ik aan U offeren; wat ik beloofd heb, wil ik betalen. Sexualiteit is een metafoor van het gebed, van het offeren. Dat kan alleen in de demonologie. Alle andere vormen van sexualiteit is afgoderij en materialisme. In principe wordt er zo geboorte gegeven aan demonen. Het gaat niet om het kerkelijk bidden, maar om het offer. Een gebed mag alleen plaatsvinden vanuit de dood aan het ego, anders is het vleselijk. Het ware gebed is communicatie met God en door God, dus dat kun je niet forceren. Daarom zegt Jona 4:8 : "Jona wenste dat hij sterven mocht, zeggende: Het is mij beter te sterven dan te leven." We zien de snelle djinn magie terug in het verhaal van de wonderboom, die heel snel opschoot in Jona 4 en ook weer snel wegvaagde, omdat de mens de magie moet leren volgen, en dat kan alleen door het druppelen, door draupnir, door de kleinste, wegvagende hoeveelheden die het diepere pad laten zien. Dit pad gaat alleen door de dood van het ego, door het halve, want telkens weer moet alles door de heilige dood, opdat er diepere cirkels worden getoont, ontbrekende schakels. Hierom leeft de mens opgesloten in Tantalos. Alles wat de mens grijpt vaagt weg. Dit tot het punt waarop de mens niet meer wil leven, en de dood verkiest, wat ook de metaforische bedoeling is, want alleen door het sterven van het ego krijgt de mens weer houvast in het diepere. Dit gaat natuurlijk heel erg subtiel, en komt nooit direct. Alleen door trouw komt de mens tot de waarheid, en de getrouwheid moet getoetst worden. In het Jona verhaal komen er ook weer wat esoterische Calvinistische pilaren terug, zoals de heilige onontkoombaarheid, de heilige restrictie en de heilige onweerstaanbaarheid. Jona zelf probeerde te ontsnappen, en dat is ook een heilige toets-dynamiek. Natuurlijk mag dit niet door het vlees gebeuren, niet door het materialisme, maar alleen als een toets-principe, opdat wij niet komen tot een overmoedig oordeel, tot vooroordelen. Wij mogen geen enthousiaste, aanmatigende oordeelsprofeten worden die elk wapen aangrijpen wat langs hen heen drijft. De heilige vreze, oftewel de heilige voorzichtigheid is de sleutel, en die uit zich ook in het heilige toets-ontsnappen, het heilige toets-vluchten. Dit hangt nauw samen met het heilige toets-verzet. Je toetst iets door ervan te vluchten, niet door het begerig vast te grijpen. Vluchten is dus een vorm van voorzichtigheid. We worden dus geen stadsbouwers en naambouwers die overmoedig naar allerlei peperduur gereedschap grijpen, maar we worden wegendolers, zoals Wodan, als nomaden, als Jona. De heilige vluchters-dynamiek wordt metaforisch voorgesteld als een konijn, wat ook een belangrijk archetype is in het Eeuwig Evangelie, en zelfs fundamenteel : 63. En allen die de konijnenboom aanroepen zullen behouden worden, als de toorn van Narzia tot de aarde zal komen. Maar velen zullen zeggen : Heere, Heere, terwijl de Heere hen niet kent. Want zij hebben de armoede vergeten die tot zaligheid leidt. 64. Hoe moeilijk zal het dan zijn voor een rijke om het koninkrijk der hemelen binnen te gaan. (De Nieuwe Openbaring IV, 8)
Narzia wordt besproken als het hemelse vuur, wat ook direct mijn droom verklaart uit de negentiger jaren over de overweldiging van de aarde door de vuurzee. De heilige armoede is het heilige vluchtgedrag wat nodig is te ontkomen aan de materialistische aanbiedingen, aan allerlei hedonistische reclame. Vlucht zolang je kan. Wijdt je er aan toe als een heilig toets-principe. Geef je niet zomaar over aan de realiteiten die zich aan je opdringen. Van "oh, dit is dit, en dit is dat." Want dat is boers, en komt van de muizenvolkeren. Allerlei "1+1=2" nonsens. Hoofdstuk 48. Odin en het Yule Feest Gilling was een ijsreus. Twee dwergen, Fjalar en Gjalar, wisten hem zo ver te krijgen dat hij hen meenam in een boot naar het midden van een meer. Toen lieten ze de boot zinken, en gingen er vandoor met de buit en lieten Gilling verdrinken. Toen gingen ze naar het huis van zijn vrouw, klommen op het dak, en riepen dat haar man was verdronken. Toen ze in een shock naar buiten rende, lieten ze een molensteen op haar hoofd vallen, en zo kwam ook zij om. Hun zoon, de reus Suttungr zwoor toen wraak. Hij zocht de dwergen en hun hulpjes op, en bond ze aan een rots aan zee, waar spoedig vloed zou komen om hen te overspoelen. De dwergen smeekten hem toen hen los te laten in ruil voor de magische dichtersdrank. Suttungr nam de dichtersmede en verborg het in de berg Hnitbjorg, wat botsende rotsen betekent. Indringers zouden door de stenen vermorzeld worden. Ook stelde hij zijn dochter, Gunnlod, aan als bewaakster van de mede. Odin wil drinken van de dichtersmede, en zou het via de broer van Suttungr spelen, Baugi. Hij zou voor Baugi werken voor een zomer, in ruil voor Baugi's hulp in het verkrijgen van de dichtersmede. In de winter gingen ze naar Suttung om betaling voor Odin te vragen, maar Suttung weigerde Odin van de dichtersmede te laten drinken. Odin drong er toen op aan bij Baugi om hem mee te helpen in een list. Baugi zou een gat boren in de berg, maar hij deed dit alleen maar half, in de hoop dat Odin vast zou komen te zitten. Odin blies terwijl de splinters in zijn gezicht kwamen. Hij wist toen dat het gat niet diep genoeg was. Weer liet hij Baugi boren, en toen Odin weer blies gingen de splinters de andere kant op, dus toen wist hij dat het gat volkomen was. Odin veranderde in een slang (als beeld van het heilige touw, de heilige gebondenheid) en ging door het gat, maar Baugi probeerde hem te doorboren met zijn boor. Baugi slaagde hierin niet. Zo kwam Odin de berg binnen, en daar kwam hij tot Gunnlod. Hij sliep met haar voor drie nachten, en toen besloot ze hem van de dichtersmede te geven. Ze zette hiervoor een gouden stoel voor hem neer. Hij mag maar drie slokjes nemen, maar Odin drinkt in drie grote slokken alle mede op. Dan verandert hij in een adelaar en vliegt weg. Suttung ziet hem dan, en verandert ook in een adelaar om hem te achtervolgen. Odin ontsnapt ter nauwernood. Nu bewaart Odin de magische dichtersmede en aan wie het geschonken wordt kan verzen aan elkaar smeden, want het was een heilig elixer. In mijn kinderjaren had ik altijd terugkerende nachtmerries, vooral wanneer ik koorts had, over een
vrouw in een keuken die mij op een stoel zette, en dan kreeg ik een kopje waarvan ik moest drinken. Dan werd ik duizelig en begon door de grond te zakken en kwam in een soort tunnel naar beneden terecht, wat eindige in een grot met reuzenbotten en reuzenschedels. Lang heb ik niet de diepte hiervan begrepen, maar ik weet nu wel dat het hiermee te maken heeft. We zien hier ook duidelijk een Jona parallel die drie nachten in de onderwereld moest verblijven om onderwezen te worden, en zo kwam tot de magische wonderboom. Hier is dan ook weer de Jezus mythe op gebaseerd. Odin sprak dat hij het zonder Gunnlod's hulp niet zou hebben gehaald. Haar naam betekent : strijdvreugde. Odin was ook de leider van het joelfeest, de wilde jacht, of wilde Heer. Het zijn hen die op een geweldadige manier om het leven kwamen, als beeld van de harde en volkomen dood van het ego. Hiervan is het sinterklaasfeest ook een allegorie. Het gaat om de metaforische jacht op het ego. Odin behoorde tot de Asir goden, de strijdgoden. Asir loopt parallel aan Assur, de boom der kennis, en de Orionse Suri godin van Èrk waarvoor alle knie zal buigen en elke tong zal belijden. Dat zal nooit gebeuren tot een persoon, maar alleen maar tot de kennis, alhoewel de kennis zich wel kan personificeren. Het joelfeest bestaat uit twaalf nachten, en loopt ook parallel aan het boek Joël. 'Omriem uzelf en klaag,' is de opdracht. (1:13) En de oproep is om te vasten, als een metafoor van het leeg worden. (:14) Het is een oproep van ontwaking (:5). Dat is ten diepste de 'wilde jacht'. Het gaat erom een alarm te zijn (2:1), als een oproep tot voorzichtigheid, heilige vreze. Het gaat over de komst van het leger van de gnosis. 3Voor hem uit verteert een vuur en achter hem laait een vlam; als de hof van Eden (Odin) is het land vóór hem, en achter hem is het een woeste wildernis; en ook is er aan hem niet te ontkomen. 9Zij stormen op de stad aan; zij rennen op de muur; zij klimmen in de huizen; zij komen door de vensters als een dief. 11En de Here verheft de stem voor de strijdmacht heen, want het leger is zeer talrijk; want machtig is het leger dat het woord volbrengt; want groot is de dag des Heren en zeer geducht. Wie zal hem verdragen? 10de zon en de maan worden zwart en de sterren trekken haar glans in. Andere namen van de Germaanse dichtersmede zijn ook de regendrank en drank van de lenteregen die door de reuzen was gestolen. Het heeft ook weer met Lakshmi te maken, de regengodin in de Indologie, als een beeld van de weelde van kennis. De mede wordt ook wel de mede van profetie genoemd, en de mede van inspiratie. Het is de mede van de verjonging, waar ook de indologie om draait, de shama (sm), wat in het Israëlitisch horen en gehoorzamen betekent. Lakshmi werd geboren vanuit de oeroceaan van melk, door het karnen, de tegenstelling, en de Sanskrite lks wortel is prijs, trofee, als het moment waarop de zintuigen losbreken door de dood van het ego, waarvan ook het boek Lukas de buitenaardse code draagt, wat over het groeien in het huis van Jakob gaat door het heilige zoonschap. De drank verbindt de mens aan de opvoeding.
Joël 2 23En gij, kinderen van Sion, juicht en verheugt u in de Here, uw God, want Hij geeft u de leraar ter gerechtigheid; ja, regenstromen laat de Here voor u nederdalen, vroege regen en late regen, zoals voorheen. 24De dorsvloeren zullen vol koren zijn en de perskuipen van most en olie overstromen. Joël 3 18Te dien dage zal het geschieden, dat de bergen van jonge wijn zullen druipen en de heuvelen van melk zullen vloeien en alle beken van Juda van water zullen stromen; een bron zal ontspringen uit het huis des Heren en zal het dal van Sittim drenken. Sittim is de doorboorder in de wortel, zoals Baugi een gat boorde in de bergrots waarachter de mede was opgeborgen. In de gnosis liep de magische mede uit de berg door dit gat toen Odin drie nachten met de reuzendochter had geslapen, met strijdvreugde. Het begon van de berg af te druipen, zoals in het boek Joël. Zo kwam de heilige regen tot de aarde. Het boek Joël is hierom een kernschakel van de twaalf kleine profeten, oftewel de twaalf nachten van het joel feest, van de wilde nacht. Hoofdstuk 49. De Katholiek-Protestantse Ballingschap Het boek Amos is een betoog over de diepte van het toetsen, en gaat over het krijgsgevangenschap, zoals ook Paulus dat bespreekt in 2 Korinthe 10. Voor het toetsen is het belangrijk dat we in het heilige krijgsgevangenschap zijn en leren leven. Zouden we anders niet overmoedig oorlog voeren ? Het begint bij een diep krijgsgevangenschap in de gnosis waarin de mens opnieuw wordt opgevoed. Dit noemen we de wederopvoeding, die na de wedergeboorte moet komen. Er staat een belangrijke profetie tegen hen die een letterlijke eeuwige verdoemenis verkondigen : Amos 1 11Zo zegt de Here: Om drie overtredingen van Edom, ja om vier, zal Ik het niet herroepen. Omdat hij zijn broeder met het zwaard heeft vervolgd en zijn medelijden heeft verstikt, zodat zijn toorn eeuwig verscheurt en hij zijn gramschap immer blijft koesteren, 12zal Ik vuur werpen in Teman, zodat het Bosra’s burchten verteert. De gnosis is geen sadist, maar diepe educatie waarin metaforen worden gebruikt, die dus niet letterlijk genomen mogen worden. Het zijn allegorieën. In Amos 2 staat dan dat er niet volledig met de leer van de eeuwige verdoemenis, waarvoor Edom symbool staat, afgerekend mag worden, omdat het namelijk iets esoterisch is, en zelfs iets is waar
een ieder doorheen moet opdat het ego afsterft. 1Zo zegt de Here: Om drie overtredingen van Moab, ja om vier, zal Ik het niet herroepen. Omdat hij het gebeente van Edoms koning tot kalk verbrand heeft, 2zal Ik vuur werpen in Moab, zodat het Keriots burchten verteert, en omkomen zal Moab in het slaggewoel, onder krijgsgeschreeuw, bij trompetgeschal, 3en Ik zal uit zijn midden de heerser uitroeien en al zijn vorsten met hem doden, – zegt de Here. Moab betekent 'van de vader', en staat hier symbolisch voor hen die de vis met de graten weggooien, dus zich niet bezig houden met de esoterie en cryptiek van dingen. Ze zijn materialistisch, zonder moeder, terwijl de moeder symbool staat voor het geven van andere betekenissen aan ideeën. Moab zijn de atheïsten, de materialisten, de niet-spirituelen, de orthodoxe medische markt, de psychiatrie die al het geestelijke bij voorbaat verwerpt. Zij zijn kannibalen die mensen eten met de botten erbij. In het toetsen moet alles ontmaskerd en ontkleed worden, "naakt gemaakt" worden, en zal alles de "toets-dood" in moeten gaan (2:12-16). In Amos 3 staat dat het heilige toets-krijgsgevangenschap onvermijdelijk is. 4Brult een leeuw in het woud, zonder dat hij prooi heeft? Laat een jonge leeuw zijn gegrom horen uit zijn hol, tenzij hij iets heeft gevangen? 5Schiet een vogel neer op het klapnet op de aarde, zonder dat er een lokaas voor hem is? Vliegt het klapnet op van de grond, zonder dat het iets vangt? In Amos 4 staat : 2Voorwaar, zie, dagen zullen over u komen, dat men u met angels zal optrekken en wie van u overblijven met vishaken. 3Door de bressen zult gij uitgaan, elk recht voor zich heen, en gij zult weggesleept worden naar Haharmon, luidt het woord des Heren. Haharmon is een vestiging van vrouwen, als beeld van de baarmoeder. De mens is daar uit voortgekomen en zal daar ook teruggaan. Amos 5 gaat over het heilige vluchten, en laat ook zien dat er van de gnosis niet te vluchten valt. De gnosis zal de heilige vluchter dus altijd tegemoet komen : 19Zoals wanneer iemand vlucht voor een leeuw, en een beer overvalt hem; en hij komt naar huis en leunt met zijn hand aan de muur, en hem bijt een slang. De slang is een beeld van het heilige touw. Er is dus een heilig krijgsgevangenschap en een heilige jacht, en dan kom je weer bij de eeuwige esoterische pilaren van Calvijn terecht. Velen hebben een heel zoetsappig beeld van de hemel, maar er staat : 20Duisternis zal immers de dag des Heren zijn en geen licht, ja donker en zonder glans. Dit is dus geen letterlijke dag, maar een periode, als een principe, totdat de mens diepte erin gaat
zien en tot inzicht komt. Wij leven dus al in de dag des Heren. 27Dus zal Ik u in ballingschap voeren, – voorbij Damascus – zegt de Here, wiens naam is God der heerscharen. In de vikingse legendes trouwde Odin met de reuzin Gunnlod door een list, door een vermomming, waardoor hij toegang kreeg tot de dichtersmede of mede van openbaring. Toen hij de drank had bemachtigd ging hij weer weg. Dit loopt ook parallel aan de mythe van het huwelijk tussen Hosea en Gomer, wat een profetisch huwelijk was. Het zijn twee verschillende werelden die aan elkaar verbonden worden voor een reden. In het toetsen zal er ook altijd een bepaalde verzoening komen, een bepaalde link worden gelegd, dus in het heilige krijgsgevangenschap. Beide huwelijken liepen ook weer uit op een scheiding, omdat het dieper de heilige dood inmoest. Het gaat om principes die geopenbaard moeten worden, en niet de relaties op zich. Het zou zijn als in de dagen van Noach, etende, drinkende en huwende. Het werden doelen op zich. Amos 6 1Wee de zorgelozen op Sion, en die zich veilig voelen op de berg van Samaria, de uitgelezenen van de keur der volken, tot wie het huis Israëls komt. 4die nederligt op ivoren bedden, en omhangt op uw divans, die lammeren uit de kudde opeet en kalveren midden uit de stal, 5die joelt bij het geluid van de harp, die gelijk David muziekinstrumenten voor u uitdenkt, 6die uit plengvaten drinkt, vol wijn, en met de voortreffelijkste olie u zalft, maar om de verbreking van Jozef u niet bekommert! 7Daarom zullen zij nu in ballingschap gaan aan de spits der ballingen, en uit is het met het getier van wie zo omhangen. 14Voorwaar, zie, Ik verwek over u, huis Israëls, luidt het woord van de Here, de God der heerscharen, een volk dat u zal verdrukken van de weg naar Hamat tot de beek der Araba. De beek van Araba is een mijnentunnel in het Israëlitisch, als een beeld van de baarmoeder, en Araba is de wildernis, het donker worden, het bedekt worden met de modder van de moeder aarde. Zowel Odin als Hosea moesten bedekt worden met het heilige "vuil" van de aarde door een gemengd huwelijk om hun doel te bereiken. Ze moesten terugkeren tot de zwarte moeder aarde, want zowel Gunnlod als Gomer waren verbonden aan de aarde (onderwereld). In de arabah wortel werden ze profetisch "uitgehuwelijkt", en werden ze bezit van de baarmoeder, en werden zo voor de symbolische drie dagen dienstbaar gemaakt tot de moeder aarde. Als een man nadert tot een vrouw dan nadert de man tot de heilige leegte waarin hij aan zijn ego kan afsterven, als een beeld van de heilige honger. Amos 8 11Zie, de dagen komen, luidt het woord van de Here Here, dat Ik een honger in het land zal zenden – geen honger naar brood, en geen dorst naar water, maar om de woorden des Heren te horen.
12Dan zullen zij zwerven van zee tot zee, en van het noorden naar het oosten zullen zij dolen, om te zoeken het woord des Heren; maar vinden zullen zij het niet. 13Te dien dage zullen de schone maagden en de strijdbare jongelingen in onmacht vallen van dorst, 14die zweren bij wat de schuld van Samaria is, die zeggen: Zo waar uw god leeft, o Dan. en: Zo waar de bedevaart naar Berseba leeft. Ja, zij zullen vallen en niet weer opstaan. Het vierde visioen van Amos gaat over een korf met rijpe vruchten, wat het einde van Israël aankondigt, in de zin dat het oordeel rijp is. In de gnosis wordt dit geïnterpreteerd als het einde van het ego. De korf is het heilige krijgsgevangenschap van het toetsen waarin uiteindelijk het ego tot zijn einde komt. De moeilijke situaties die zich soms voordoen in het leven zijn gnostische sieraden die een esoterische betekenis hebben. Vandaar dat het gebonden is aan een bepaalde tijdsperiode. Het leest als een boek. Het maakt een inprint in het bewustzijn, en dan gaat het bewustzijn verder. We gaan daarom exotisch om met zowel de bijbel als de persoonlijke en collectieve geschiedenis. We zien de Egyptische en Babylonische ballingschap daarom ook als allegorieën van het heilige krijgsgevangenschap van het toetsen, waarover Paulus spreekt : 2 Korinthe 10 3Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, 4want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, 5zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan God, 6en gereed staan, zodra uw gehoorzaamheid volkomen is, alle ongehoorzaamheid te straffen. De mens ging uiteindelijk in de Katholieke ballingschap, en vandaag de dag leven wij in de Protestantse ballingschap. Dit zijn dus allemaal toets-dynamieken die de mens nog niet begrijpt. De protestantse ballingschap is de zogeheten vlucht-ballingschap, want de reformatie was puur opgezet om los te komen van het katholieke systeem, en daarin slaagde men niet geheel. In het ultravluchten, het vluchten van het vluchten van het vluchten, komt de gnosis de mens tegemoet en overweldigd de mens, waarvan de Katholieke ballingschap een allegorie is. Vandaar dat in de diepte de Protestantse ballingschap nog steeds de Katholieke ballingschap is. De mens is er niet in geslaagd te vluchten.
De Egyptische ballingschap begon al met Jozef. Toen de vrouw van Potifar hem benaderde verzette hij zich ertegen, maar de klem werd alleen maar zwaarder. Jozef kwam door dit verzet zelfs in de gevangenis terecht. Dit is hoe de gnosis werkt. Als wij ons verzetten tegen gedachtes die ons opdringen in het heilige toetsen, dan zal de gnosis ons hiervoor belonen en ons in gevangenschap nemen. Over dit heilige gevangenschap spreken zowel Jezus, Paulus, als de profeten. Daarom worstelt Hosea voortdurend met de stam Efraïm, oftewel de stam van Jozef. De Egyptische ballingschap is de toets-dynamiek van het heilige verzetten. Dit zien we ook in de daadwerkelijke Egyptische ballingschap in Exodus. Hoe meer de Israëlieten werden onderdrukt, hoe meer zij zich gingen vermenigvuldigen in verzet. Mozes die was onderwezen in de Egyptologie en erin was opgevoed begon zich te verzetten tegen de Farao vanwege het volk, maar de Farao begon de lasten alleen maar te verzwaren. Als wij ons in het heilige toetsen blijven verzetten tegen de gedachtes die zich opdringen aan ons, vanwege de heilige voorzichtigheid, en ons ook verzetten tegen het verzetten tegen het verzetten totdat wij in het ultra-verzet zijn aangekomen, dan pas zal de gnosis haar druk op ons verzwaren om zo een diepere ontmoeting met haar te hebben, om zo dieper in het heilige gevangenschap te komen. Wij mogen het boek Exodus dus op een nieuwe manier bekijken. De mens die bang is geworden voor zijn eigen ego en wil dat het ego sterft koste wat het koste zal snakken naar die heilige gevangenschap, want zo kan zijn ego hem niet meer misleiden. De Babylonische ballingschap heeft alles te maken met het heilige loslaten, zoals Daniël niet van het koninklijke Babylonisch voedsel wilde eten om hem niet te verontreinigen. Hij ging een vasten in en at alleen groente en dronk alleen water. Ook zonderde hij zich af van Babylonische rituelen en trok zich terug in zijn kamer om zich tot God te richten, en niet tot de koning. Wat was hiervan het resultaat ? Daniël kwam zo in nog grotere leegte, namelijk in de put der leeuwen. Leeuwen zijn het symbool van het heilige verzet. We zien hier de schakel tussen het heilige loslaten en het heilige verzetten. De diepere leegte zal ongetwijfeld leiden tot een groter verzet. Het heilige loslaten houdt ook in : het loslaten van het loslaten van het loslaten, totdat we in het ultra-loslaten zijn gekomen. Zo komen we binnen in grote vruchtbaarheid. De Babylonische ballingschap begon met de verwoesting van de eerste tempel van Jeruzalem die was gebouwd door Salomo. Het was in die zware tijd dat er vele heilige geschriften werden opgesteld. Zoals men zegt : Nood leert bidden, kan men ook zeggen : Nood leert schrijven. Daarvoor was er de Assyrische ballingschap, na de val van Samaria, toen het Noordelijke tienstammen-rijk als krijgsgevangenen werden meegevoerd tot Assyrië. Assyrië is in het OT een beeld van de boom van kennis, en een roede in God's hand. Juda werd zo afhankelijk van Assyrië als een vazalstaat. Juda verloor schriftelijk zijn onafhankelijkheid. Toen Assyrië het Noordelijke rijk Israël veroverde bleef er in principe niets meer van het tien stammenrijk over. Een deel vluchtte naar Juda, en een ander deel werd in ballingschap genomen om te vermengen met Assyrië, en in Israël werden ook andere volkeren geplaatst door Assyrië. Het is dus een grote worsteling geweest die een onnaspeurlijke vermenging heeft gebracht. Wij moeten in het toetsen ook worstelen met alles wat zich aan ons opdringt, en zo zullen wij ook vermengd worden met de gnosis. De gnosis komt namelijk hen die worstelen in het toetsen tegemoet. De mens mag in het toetsen niet zomaar worstelen, maar moet ook worstelen met het worstelen met het worstelen, totdat de mens in het ultra-worstelen terecht is gekomen.
Het worstelen, het prik-toetsen is ook nauw verbonden met het ontmaskeren, het draaien, waarin je tot diepere lagen en betekenissen komt, waarvan de ekster een beeld is. Dit is de dynamiek van de Katholieke ballingschap. Egyptische ballingschap - heilig verzetten Assyrische ballingschap - heilig worstelen Babylonische ballingschap - heilig loslaten Katholieke ballingschap - heilig draaien Protestantse ballingschap - heilig vluchten In mijn kinderjaren moest ik ook vaak in nachtmerries zo snel mogelijk proberen rond te draaien, om zo wakker te worden. De ekster waakte over mij. Hoofdstuk 50. Nahum Nahum betekent depressie en het onderhandelen met depressie. In de gnosis is depressie niet noodzakelijk somberheid en diep lijden, maar het kan ook loslaten betekenen, als een toetsdynamiek. Het is belangrijk om eerst los te laten, eerst te vluchten, als de mens wordt bedolven onder opdringerige gedachtes. Ga nooit zomaar het gevecht aan, maar ga eerst de leegte en de afzondering in, en mocht het blijven aanhouden, verzet je er dan tegen en ga worstelen. Dit is hoe de heilige voorzichtigheid zich uit, als de heilige vreze, om zo niet tot een prooi te worden van overmoed. Laat je ook niet met leegtes meesleuren, maar ga de diepere leegtes in. Leegte heeft te maken met loslaten, zodat het zich kan verdiepen, en het loslaten laat je ook weer los, en dat laat je ook weer los, totdat je in vruchtbare ultra-loslaten bent gekomen en tot het eeuwige loslaten. Deze dynamiek moet ontvangen worden, als een belangrijke ervaring. De mens mag daarnaar streven, maar blijf alles toetsen. Loslaten alleen is niet genoeg, maar blijf ook vluchten, en verzetten. Zo komt het loon van de gnosis en worden de gedachtes zuiverder. De gnosis beloont hen die in de heilige vreze leven. Zo schakel je over op de diepere wereld. Er is zoveel om af te pellen. Dat is het ware beeld van de sexualiteit, wat in de mens zelf ligt, iets tussen God en hem. Je pelt af, en zo ontstaat vruchtbaarheid, verandering, groei, in de wederopvoeding. Het is iets demonologisch. Het is geen romantische zelfbehaging. Nee, het is een oorlog tegen het ego. Je bent in gevecht met een beest. Het is geen tijd voor overmoedig vertrouwen. Het zijn juist de muizenvolkeren die alles willen voelen, van alles willen genieten, in pure zelfbehaging. "Oh ja, heerlijke kaas, oh Heilige Geest, kietel me even hier, kietel me even daar. Oh, wat heerlijk smikkelen en smullen wij." En de kennis wordt genegeerd in dit grote spijbelfeest. Kanonnen en overal vuurwerk. Hoera, hoera. En dan nemen ze steden in door polonaise, en zo gaan ze allemaal vrolijk en feestend de ondergang tegemoet. Hoera, hoera. Nahum streed met Assyrië. Daar is zijn gehele boek aan gewijd. Hij voorspelde de ondergang van Ninevé, de hoofstad. Het Assyrische rijk ging uiteindelijk ten onder door Babylon, wat duidt op de
schakel tussen het heilige worstelen en het heilige loslaten. Waarom is dit belangrijk ? Zonder de leegte is het namelijk onmogelijk te toetsen. Hierom moest Daniël de leeuwen put in. Het heeft een diepe esoterische betekenis. Het Nahum orakel is belangrijk om veilig te blijven tegen de overmoedige ninja kabouter en de geest van overmoed. Loslaten en worstelen moet in balans komen. Daarom zijn er soms depressieperiodes in het leven van de mens, opdat de mens niet overmoedig naar zijn wapens grijpt. Een wapen overmoedig gegrepen zal zich op dan duur tegen de grijper gaan richten. Laten we beseffen dat wapens zielen zijn die niet zullen rusten totdat ze degenen die hen misbruiken naar de ondergang hebben gebracht. Nahum was een Elkoshiet, wat 'in een heilige valstrik' betekent, wat betekent dat hij niet overmoedig kon zijn. Nahum leefde dus in de heilige restrictie, waarvan de heilige valstrik een beeld is.
Het Plumares Mysterie COAB 2018 Hoofdstuk 1. Het Christendom als Ironische Literatuurkunst In het Boek van de Olifant - De Humor van de Olifant Hoofdstuk 2. Orionse Portalen Hoofdstuk 3. De Germaanse Opname Hoofdstuk 4. De Genezing van Aardse "Scheelheid" Hoofdstuk 5. De Achterliggende Psychologie van de Islam Hoofdstuk 6. Fjork-Valmit Hoofdstuk 7. Valmit, de Havik Hoofdstuk 8. Van Hosea tot Joël Hoofdstuk 9. De Tent van Jael - De Germaanse Huwelijks-beeldspraak Hoofdstuk 10. De Jeremia Ervaring Hoofdstuk 11. Jeremia en de Krokodil Hoofdstuk 12. De Jeremia Put Hoofdstuk 13. De Wijnstok van Jeremia Hoofdstuk 14. Jeremia en de Rode Kroon van Noord-Egypte Hoofdstuk 15. De Rode Gnosis Hoofdstuk 16. Numeri Hoofdstuk 17. Johannes Hoofdstuk 18. Geloof - Het excuus van het lagere ego Hoofdstuk 19. Een ander groot gevaar van de stad Hoofdstuk 20. Journey through the medieval Hoofdstuk 21. Alles is ten dele Hoofdstuk 22. "Het geloof geeft mij rust." Hoofdstuk 23. Numeri 1-2 Hoofdstuk 24. De Egyptologische Wortels van David Hoofdstuk 25. Numeri 2-3 Hoofdstuk 26. Sin for a Season Hoofdstuk 27. Moeder Orion Hoofdstuk 28. Numeri 3 Hoofdstuk 29. Het Orionse Woordenboek Hoofdstuk 30. Het Orionse Woordenboek II Hoofdstuk 31. De Esodus Hoofdstuk 32. De Verzoening door Jezus in de Egyptische Wortels Hoofdstuk 33. De Dubbele Verzen
Hoofdstuk 34. De Dubbele Verzen II Hoofdstuk 35. De Dubbele Verzen III Hoofdstuk 36. De Dubbele Verzen IV Hoofdstuk 37. De Dubbele Verzen V Hoofdstuk 38. De Waakzaamheid Hoofdstuk 39. De Waakzaamheid II Hoofdstuk 40. Het Verstand Hoofdstuk 41. Betelgeuse - De Kern van Orion Hoofdstuk 42. Het Verstand II Hoofdstuk 43. Betelgeuse-Oost Hoofdstuk 44. De Germaanse Achtergrond van het Calvinisme Hoofdstuk 45. Shamanistische Betekenissen van de Dierenwereld Hoofdstuk 46. Het Plumares Mysterie Hoofdstuk 47. Het Ragnarok Mysterie Hoofdstuk 48. Jezus Was Een Atheist Hoofdstuk 49. Het Rusland Mysterie Hoofdstuk 1. Het Christendom als Ironische Literatuurkunst In het Boek van de Olifant - De Humor van de Olifant David had zich onderworpen aan God, maar de Psalmen staan vol met klachten dat hij onderworpen was aan de vijanden. Waarom laat God dit soms toe ? God is de oneindige kennis. We gebruiken dit woord God vanwege de taal. De vijand had een heleboel van de oneindige kennis gestolen, waardoor David God eigenlijk niet goed kende. Er ontbraken delen van God. Vandaar dat hij eerst aan de vijand onderworpen moest zijn, omdat dit cryptisch gezien weer delen van God waren. In het Orions wordt David Ahn genoemd. God liet dus al het leed, alle onderdrukking door de vijand, gewoon toe. David moest ontwaken tot de oneindige kennis, tot de ontbrekende schakels. Het is dus een heel technologisch verhaal. In de diepte van de grondteksten wordt God besproken
als een moeder, wat ook weer een metafoor is van de oneindige kennis. We kunnen dus ook het woord Moeder telkens gebruiken als er God staat. Kennis is ook een goed woord voor God, maar het probleem is dan dat we soms bezig zijn metaforen te bespreken, en om het dan practisch te maken helpt het om te personificeren. Vandaar dat we dan ook wel archetypes gebruiken zoals God en Moeder. Daar waar kennis tot een climax komt personifeert het. Dat gebeurt in de diepte. Dat wil dus niet zeggen dat we kerkelijk of gelovig zijn, maar zelfs die woorden kunnen we een diepere betekenis geven omdat het een onderdeel van onze taal is. In Psalm 3, het Morgenlied, staat dan : 2O Here, hoe talrijk zijn mijn tegenstanders; velen staan tegen mij op; 3velen zeggen van mij: Hij vindt geen hulp bij zijn Moeder (God). Hoe vaak voelen wij ons wel niet zo in het leven ? Het is heel herkenbaar. We zouden soms wel willen dat Moeder zou komen om onze tegenstanders eens een lesje te leren, en die tegenstanders hoeven niet speciaal personen te zijn, maar kunnen ook problemen en obstakels zijn. Natuurlijk worden wij ook wel geholpen, maar lang niet altijd, en sommige dingen op aarde lijken maar niet weg te gaan, als een eeuwig stromende wond. De hulp is dan dat God, de Moeder, de Kennis, dan wel altijd bij ons is, in de buurt is, en ergens mee bezig is. Wij moeten ook in die duistere kennis ingewijd worden, die gestolen kennis, en vandaar dat het niet altijd rechtstreeks gaat. We hebben soms een vijand boven ons nodig. En dan gaat het om diepte te leren vinden en God erin te ontdekken. Soms kunnen we erg kwaad zijn. Soms kan het ook heel terecht en zelfs nodig zijn dat we kwaad zijn, maar het gaat om de kennis, en niet om het kwaad zijn op zich. Paulus had een doorn in zijn vlees, maar die werd niet weggenomen, en hij kreeg te horen dat de tegenwoordigheid van God genoeg was, het feit dat God er altijd is. Wij zijn omringd met diepe kennis, dus het kan gewoon niet misgaan. Er waren een heleboel gevaren van zonde, de kennisloosheid, dus die doorn moest er wel zijn om zo de tegenwoordigheid van de kennis diep in hem te laten doordringen. Er werd gezegd : De lieflijkheid en tederheid van God is genoeg. Deze lieflijkheid zal nooit tegen de kennis ingaan, maar die kennis inbrengen. Deze lieflijkheid kan soms heel hard zijn en ruig, dat we het gevoel hebben dat God ons treitert, ons pest. Dit kan gebeuren als we het verschil zien tussen onze wereld en de wereld van God. Dat wil niet zeggen dat we slecht zijn per definitie, of in zonde leven. Nee, vaak juist het tegenovergestelde. Ook de zoon van God ging hier doorheen toen hij naar de aarde en de onderwereld ging. Dat botste met de hemel. 8Sta op, Here, verlos mij, mijn Moeder (God)! Soms zijn degenen die het etiket "vijand" opgekregen helemaal geen echte vijanden. Soms is het gewoon ons eigen alarm-systeem, en dat is weer een reden waarom God, de Moeder, soms dingen toelaat. Dan in Psalm 4, het avondgebed :
2Als ik roep, antwoord mij, o God mijner gerechtigheid, die mij leeg heeft gemaakt in benauwdheid; Geef mij de borstmelk (Aramees) en hoor mijn gebed. 3Gij mannen, hoelang is mijn eer tot versmading, hoelang hebt gij ijdelheid lief, jaagt gij de leugen na? Hier is David als een kind wat naar zijn Moeder verlangt, naar Haar borstmelk. 8Gij hebt meer religieuze vreugde (Hebreeuwse wortel) in mijn hart gegeven. Laten we beseffen dat dit religie puur metaforiek is om het leven te leren begrijpen. Dit geeft rust en vrede, en zelfs vreugde. Die rijkdom hoeven we in de diepte niet weg te gooien, maar we moeten niet aan de oppervlakte blijven, want dat is vals geluk, valse vrede en valse vreugde. Psalm 5 is weer een morgengebed : 8Maar ik zal, dank zij uw grote goedertierenheid, uw huis binnengaan, mij nederbuigen naar uw heilige tempel in vreze voor U. 9 Here, leid mij door uw gerechtigheid om mijner belagers wil; effen uw weg voor mijn aangezicht. 10Want in hun mond is niets betrouwbaar, hun binnenste is enkel verderf, hun keel is een open graf, zij maken hun tong glad. 11Doe hen boeten, o God, laat hen vallen door hun eigen overleggingen, verstoot hen om hun vele overtredingen; want zij zijn wederspannig tegen U. David gaat dus binnen in de tent van God, zijn Moeder, en onderwerpt zich aan God's onderwijs. Toch heeft hij het dan nog over een tegenstander. Hij wil dat God ingrijpt. 13Want Gij doet de rechtvaardige knielen, o Here, (Hebreeuws) Gij doet hem terugkeren (Aramees) door een doorn (Hebreeuws). Hier zien we weer de doorn in het vlees, wat een middel is om de mens tot God te doen terugkeren. Het betekent ook een haak of een piercing, en een koudheid. Vandaar dat de kennis soms enorm afstandelijk kan doen, juist om de aandacht te trekken. In het Hebreeuws wordt het woord voor het Aramese "doen terugkeren" soms ook gebruikt als het opdoen van een kroon, wat in dit verband meer te doen heeft met de doornenkroon, wat een spotkroon was. Psalm 6 is het gebed in doodsgevaar. Hier is David in gevangenschap van de vijand, of het andere deel van God, een andere dynamiek van de kennis. Hier moet zijn ego door afsterven en hij moet
ingewijd worden in deze duistere kennis die hij nog niet kent. Het gaat heel diep, want David weent hier, en zegt dat God zijn wenen heeft gehoord, dus God is wel bij hem, maar de tegenstander is niet verwijderd. God houdt een zekere afstand. De tent van de "vijand" staat gewoon naast de tent van God. Wat doet God eraan ? Wat doet de kennis eraan ? De kennis doet niet altijd wat. De kennis wil ons onderwijzen. Wij moeten beseffen wat er gaande is. Wij moeten de diepte gaan zien. Psalm 7 is een klaaglied van David. Blijkbaar was David overvallen door de "vijand" in God's tent, en hij zegt dat hij nog steeds bij God is, maar hij vraagt dat "de vijand" hem niet zal wegslepen. In Psalm 8 wordt de kroon besproken, namelijk de mens. De spotkroon komt dus in de vorm van een mens, wat zowel God kan zijn, als een vijand, als een cryptisch deel van God wat nog niet ontdekt is, waartoe de mens nog niet is ontwaakt. De mens is de kroon van de schepping, en heerst over de schepping, en alles is onder de voeten van de mens gelegd. In Psalm 9 is er afgerekend met de vijand. De daadwerkelijke vijand is het ego van de mens. Zelfs de gedachtenis aan de vijand is vergaan. De mens is in een nieuw bewustzijn gekomen. De mens heeft diepte gezien. Zowel Ganesha, de Indische olifant, als Jezus zijn archetypische beelden van het hebben van een wachter voor de mond. Voor Ganesha is dat zijn slurf, en Jezus zei altijd dat hij vanuit zichzelf niets kon zeggen, alleen als hij het de Moeder zag zeggen. In die zin werd David's gebed verhoort. Een wachter voor de mond komt niet rechtstreeks, maar door verhalen. Hierin kunnen namelijk de Vurprincipes tot gestalte komen, de natuur-principes, het opgeven van de posities in de stad, zoals ook Ezau zijn eerstgeboorte-recht moest opgeven voor het rode, het diepe, wat heenwijst naar de kruisiging van Yeshua. Ganesha, Gan-S, betekent de tuin (Aramees) van Esau (Hebreeuws : Esav, India : Siva). De S is in de amazone taal de letter van de proza, van het verhaal, dus in die zin spreken we over de tuin van de verhalen. Yeshua, Yah-Ezau, of Yah-S, is dan het vestigen, het bestaan, ontstaan, van de verhalen, want dat is wat Yah in het Hebreeuws betekent. Verhalen betekent dus de diepte, de Vur-principes. Zoals Ganesha, de jongen met het olifantenhoofd, de wachter was van Parvati, de tentgodin (van het huishouden), oftewel van de tabernakel, zo was Jezus de wachter van Maria. Zij beeldden het zoonschap uit, dus in die zin kon niemand tot de moeder komen, de natuurkennis, dan degenen die als een kind waren geworden. Zoonschap is een metafoor voor het luisteren, wat de olifant ook uitbeeld door zijn grote oren. Mattheus begint dan met een geslachtsregister van Jezus, wat helemaal terugleidt tot Adam, de zoon van God, maar wat in principe ook helemaal terug kan leiden tot Ganesha, de zoon van Moeder God, van Parvati. Zowel Adam als Ganesha werden geschapen vanuit het vuil van de aarde. Het gaat erom de boodschap van het zoonschap op te pikken als een metafoor. Dat is het ware messiaanse leven, dat het zoonschap de weg is tot diepe inwijding in de kennis. Het gaat hier om een warme geestelijke familie-band, niet om dat wat christenen ervan gemaakt hebben. Deze familie-band is niet materieel en geen wachtwoord. Zoals bij Ganesha was er geen man aan te pas gekomen om geboorte aan hem te geven. Zowel Ganesha als Jezus werden geschapen vanuit het vuil van de baarmoeder zelf, van de aarde, de onderwereld. Ganesha wordt ook Isa genoemd, wat ook weer de Arabische naam van Jezus is. Parvati was aan het baden in de wildernis en waste het vuil en zweet van haar af, waardoor Ganesha
ontstond, die later een olifantenhoofd zou krijgen. Ook dit was dus een maagdelijke geboorte. Hierdoor is het een heilig zoonschap. Dat betekent ook dat zowel Ganesha als Jezus de onderwereld in moesten, als shamanen. Dit zou hen vormen, In die zin transformeert het zoonschap van de kennis de zonde. De mens moet dus ook zelf maagdelijk geboren worden, en het gaat niet door een wachtwoord of door een tovertruukje zoals in het christendom. Het gaat om de wording, het worden van een herschepping. Er moet een brug komen tussen twee werelden in de onderwereld. De worsteling van Jakob met God weerspiegelt weer in het verhaal van David, de oorlogsvoerder. We nemen dit als een metafoor van het toetsen. Hier kwam Jezus dus uit voort, als een beeld van Ganesha, hij die door het toetsen een wachter voor de mond heeft gekregen. Zelfs de afsluiting van de canon is hiervan een allegorie, van de wachter van de mond. Zo mogen we de kerkgeschiedenis anders bekijken. Parvati was zwanger van dit kind. Als wij naar de bloedige kerkgeschiedenis kijken omtrend de tot stand koming van de bijbelse canonieke autoriteit, dan mogen we daarin Parvati zien met een hele dikke buik. Er was een geboorte op komst. Dit is een groot mysterie. De mens moet het wel anders bekijken, want het gaat niet weg, en anders zou de mens gek worden. Er valt niet met de hedendaagse drama te leven. De natuurkennis is de uitweg. Wie gaat er mee ? En wie blijft er achter, en voor hoe lang ? De kerkgeschiedenis is dus de barensweeën van Parvati, het teken van de komst van Ganesha. Dit is een mythe met een diepere betekenis. Dus ook de Indische olifantencultus is een belangrijke metafoor. We kunnen dit zien door de vier evangelieën heen. Maria is dus een Nieuw Testamentisch beeld van Parvati in de esoterie. Dit zoonschap liet dus zien dat het koninkrijk geestelijk was, maar wat betekent "geestelijk". Dit woord kan zo bedriegelijk zijn. Geestelijk betekent niet letterlijk, maar het verborgene. Velen leven dus nog steeds in geestelijk materialisme. En al dat materialisme moet betaald worden, vandaar de geestelijke markt, iets wat zelfs Jezus en Paulus hadden verboden. Beiden gaven het evangelie om niet. Paulus werd tentenmaker om in zijn levensonderheid te voorzien. Ook dit verwijst weer naar het werk voor Parvati, de tentgodin. Herodus was op een slooptocht, want een kind met een wachter voor de mond, dat zou echt niet kunnen. De wijzen uit het Oosten, uit Arabië, waren van het zoroastrisme, wat zich later tot de islam ontwikkelde, en zij waren welkom bij Jezus en zij onderwezen zijn familie, en zij redden het leven van Jezus door hen te waarschuwen voor Herodus. Hoe wordt de islam vandaag de dag in de kerk behandelt ? Nog steeds draagt Jezus de Arabische geschenken van mirre, wierook en goud in zich, wat hem eens het leven redde, en hem tot Egypte bracht, als een schuilplaats. Vandaar dat de Egyptologie bij Jezus hoort en van levensbelang is. Zij die de wijsheid van de islam verwerpen, hebben zo ook de wijsheid van de Jezus mythe verworpen. Zij die de Egyptologie verwerpen : hetzelfde verhaal. Zonder de Egyptologie heeft Jezus geen bestaansrecht. Vandaar dat de Jezus die in de kerk wordt gepredikt veelal een valse Jezus is. Wij bespreken alleen een esoterische Jezus, als een archetype, een personage van een verhaal uit een bepaalde cultuur. Voor het gemak gebruiken wij de naam Jezus, omdat dat nu eenmaal de taal is. Maar de Jezus in de kerk is een hamburgerindustrie. Het zijn vet-gieters, om zo de medische markt draaiende te houden. "Eet gij dan vele Jezus-burgers, totdat hij wederkomt. Amen." Nee, het gaat niet zomaar weg. Dus wij gaan de diepte in. Mirre, wierook en goud. Mirre, de bloed
eed van Mitra die ook Shiva deed, en Ezau, om af te sterven aan het ego, als een voorloper van het kruis, een diep indologisch mysterie, en dan wierook, de verdere zoroastrische en islamitische esoterie, en dan goud, de Egyptologie. Dat was het geschenk aan Jezus. De islam : het verborgene, het duistere, het lege, oftewel de wierook van het gebedsleven, van de psalmen. In deze woeste ledigheid, de beginsituatie van Genesis, sterft de mens aan zichzelf, als het mirre, de diepte van de indologische demonologie. Het goud is dan het openen van de mond, als het ontstaan van het heilige Woord, waarvan de Egyptologie een allegorie is. Zo had Jezus als Ganesha een wachter voor de mond, als de slurf van Jezus. Die wachter wil de kerk niet. Daarom hebben ze de esoterie van deze culturen grotendeels verworpen. Het wordt genegeerd. Er wordt niet over gesproken. De christenen zijn dus zelf niet christelijk. Maar de waarheid was nooit hun eerste interesse. Ze maken mensen monddood. Dat is dan een hele wrange ironische allegorie van de wachter van de mond, als een olifantengrap. Deze ironie moeten we leren verstaan. In deze ironie moeten we ingewijd worden. Ironie is een spiegelende stijlvorm, een literaire kunst, waarin schijnbewegingen worden gemaakt om zo net niet te zeggen wat je bedoelt, maar via een omweg, een buffer, als een soort versleuteling van de boodschap, zodat het niet in verkeerde handen valt. De olifant staat voor deze ironie. Het christendom is dus ironische literatuur van de olifant. Ga niet zomaar rechtstreeks en gemakzuchtig, hamburger-verlangend met het leven om, want het leven is potentieel gevaarlijk, als een dolle stier. Je kunt het alleen benaderen als een stierenvechter, door de gebruikmaking van ironie. Ironie is voorzichtig, en houdt een zekere afstand. Ironie is een andere taal met andere wetten. In Frankrijk wordt de ironie "het wapen van de zwakheid" genoemd, "het wapen van de zwakke", want het is strategisch en alleen bestemd voor een bepaald publiek (l'arme du faible). In het Frans wordt het ook wel "fijne spot" genoemd. Het maakt een karikatuur, een cartoon, zonder de daadwerkelijke oorlog aan te gaan. "Niet door kracht, noch door geweld, maar door ironie." Alleen hen met "grote oren" zoals de olifant, kan de heilige ironie verstaan. Kun je door de heilige ironie je bewegen, of ga je jezelf verraden ? We zijn in een gevaarlijk mijnenveld. Het christendom is zwaar overdreven taal, hyperbolisch, als onderdeel van de ironie. Het christendom is zwaar omgekeerd, ook een onderdeel van de ironie. Ook is het christendom parabolisch, het tegenovergestelde van de hyperbool, waarin het juist kleiner wordt voorgesteld dan het is, verzwakt weergegeven, wat ook een onderdeel is van de ironie, juist om de tegengestelde reactie op te wekken, mensen wakker te schudden. Dit wordt ook wel de understatement genoemd. Zo is er dus naast het esoterische christendom, of meer als onderdeel ervan, het ironische christendom, als een taal-strategie, een literaire kunstvorm. Het is de humor van de olifant. Hoofdstuk 2. Orionse Portalen De woeste wildernis van Èrk achter de Jabbok Rivier in het Westen van Orion is gigantisch groot, en is ook weer onderverdeeld in gebieden. Door het Èrk orakel wordt het vervormd en door de
Arcturische lens op aarde geprojecteerd. Het loopt dus parallel aan elkaar. Zo is er het gebied van de godin Iran, met de rn-wortel, waar ook het woord ironie (irony, Engels) uit voortkomt, en het land Iran, en het woord 'iron', ijzer. De mens is genoodzaakt zowel de bestaande taal als theologie te gebruiken om te communiceren, zoals de mens zijn bestaande lichaam nodig heeft om te kunnen leven. Daar moet de mens het mee doen, en zo er het beste van maken. Natuurlijk is dit parelduiken. De mens moet het rode pad vinden hierin. Taal en theologie is dus heel ironisch, omdat de mens genoodzaakt is het te gebruiken, terwijl het hart eigenlijk veel meer wil zeggen, en dan in een hele andere taal, maar dan zou het niet overkomen. De ironische literatuur is dus een noodzaak en een kunst, een strategie. Het leidt door de wildernis heen. De ironie is ook tegelijkertijd de beschermingswand. De mens die hierin heeft leren leven is een Ironian, of Iranian, van het Iran gebied in de Èrk wildernis. De godin Iran is dan gewoon een personificatie, een archetype, van de ironische kennis. Dit is dus ook de eigenlijke naam van de parelduikers. Dat is dus het raadsel van het land Iran op aarde, als onderdeel van het Èrk orakel. De mens leeft in het Èrk orakel, om zo tot het oneindige, eeuwige bewustzijn te komen. Iran ligt aan de rechterkant over de Jabbok. Een mens die aan de rechterkant over de Jabbok heengaat, die komt dus eerst in dat gebied binnen, om zo de ironie te leren. Juist in die ironie kan alles doorvertaald worden, herschapen. Zonder deze ironie is er geen schepping. In het Oude Testament is Iran gecodeerd als Aaron, rn, de hogepriester en de broer van Mozes. Het komt van het Sanskrite 'arana', afstandelijkheid, diepte, en aryan, rn, geboren in de wildernis. Ook komt het van arohin, rn, wat berijden betekent. Ironie is als het berijden van een beest. Wij kunnen niet zomaar van alles wegrennen, want het gaat zich voortplanten en zal ons dan overweldigen. We moeten de beesten leren berijden. De Sanskrite rn wortel betekent ergens in afdalen en vervolgens oprijzen. Deze ironie is dus een bepaalde gezonde afstandelijkheid wanneer er een dolle, woeste stier is, Dit is dus ook de reden waarom de kennis afstandelijk is, wat ook weer terugkomt in Psalm 10 : 1Waarom, Here, staat Gij van verre, verbergt Gij U in tijden van nood? Het komt niet te dichtbij, en het onthuld niet teveel. De Vur-principes worden uitgevoerd. Vaak denken we dat de vijand met ons bezig is, terwijl het de kennis is. Zo was dat ook in David's geval. Het zijn hele dualistische psalmen, levensdynamieken, met verschillende lagen in de grondtekst, waardoor er caleidoscopische betekenis kan zijn. De tegenstander kan zowel de vijand als God zijn. 8hij ligt in hinderlaag bij de gehuchten, in het verborgene doodt hij de tuchteloze (Hebreeuws). Zijn ogen bespieden de zwakke, 9hij loert in het verborgene als een leeuw in de struiken; hij loert om de ellendige te vangen, hij vangt de ellendige, hem trekkend in zijn net. 10Hij bukt, duikt ineen, en de zwakken vallen in zijn sterke klauwen. 11Hij zegt in zijn hart: God (hijzelf, zij, als spreken over zichzelf in de derde persoon) is afstandelijk, kan het niet schelen (Hebreeuws),
Hij verbergt zijn aangezicht. De kennis moet zo wel zijn in gevecht met het ego. De kennis gebruikt deze strategie. Vaak worden de psalmen maar eenzijdig uitgelegd en vertaald, maar wij willen nu juist de andere zijde laten zien. Dan is er ook weer ruimte om te ademen, want alles was vernauwd in tunnelvisie. Vele westerse bijbels zijn puur geestelijke trombose. Het is dus van levensbelang dat we recht gaan doen aan de psalmen. De psalmen zijn niet christelijk. Ze waren gestolen en verdraaid door de christenen. De psalmen zijn buitenaards en kwamen tot de aarde als Hebreeuwse metaforiek, als modellen van hoe de mens tot de natuurkennis kan komen. De psalmen representeren de gebieden van de Èrk wildernis in het Westen van Orion. Dit zijn dynamieken van de natuurkennis. De psalmen waren oorspronkelijk belangrijke buitenaardse installaties op aarde. De mens heeft het niet herkend, en ging ermee op de loop en maakte er een markt van. Psalm 11 wordt door David (Ahn) gericht op de Eeuwige, het opperhoofd van de psalmenzingers in het Hebreeuws, de natzakh. In het Aramees kijkt hij naar haar op voor onderwijs (sbr, sober). David is tot haar gekomen in de onderwereld in het Aramees. In het Aramees is zijn ziel om het leven gekomen. In de Orionse wortel was zijn nek gebroken en is hij door haar "gezombificeerd", in de zin dat Zij hem meegenomen heeft nadat hij aan zijn ego was afgestorven, zoals de valkyries dat doen in de Germaanse mythologie. Nadat de stijfkoppige nek van het ego is gebroken begint het leven pas echt. In het Orions is dit de nekbrekers psalm, als het begin van het onderwijs. Dit komt verder terug in vele Orionse teksten. In het Hebreeuws is David hier in Nuwd aangekomen, in het zwerven door de leegte, oftewel in het land Nod. (:1) Het is het land van de klaagliederen. Hij staat niet recht op zijn benen. Hij is zwak, en hij trilt. Hij is in een overgangsgebied. Hij is zoekende. Dit is fundamenteel voor het ontvangen van de hogere natuurkennis. Ook Job kwam in deze situatie terecht, en ook Jona, Paulus, Jezus en Calvijn. Het is de Damascus-ervaring. De mens staat niet meer trots en pronkend op zijn voetstuk na deze ervaring. Alles wat David wilde was onderwijs. Psalm 11 is een belangrijk buitenaards, Orions portaal hiervoor. 2Want zie, de rasha spannen de boog, zij leggen hun pijl op de pees, om oprechten van hart in het duister te treffen. Het spannen van de boog is in het Hebreeuws het ombuigen en verharden, verdichten van hun macht om zo te vangen met hun netten. Dit is hoe het Èrk orakel werkt, waardoor de esoterische Èrk wildernis zich emaneert, dus van hogere tot lagere vormen projecteert, om zo alles te verdraaien en te verdichten, oftewel te materialiseren in de ironische literatuurkunst. Er vormt zich zo een trappenstelsel als een beveiliging, en waarin alles onderverdeeld kan worden. Hierin kan het ego afsterven om zo opgenomen te worden door de valkyries, die als een soort cupido's zijn, wat dan in het Hebreeuws de rasha's zijn. Het is een ironisch rechtsysteem. In de westerse vertalingen wordt het vaak eenzijdig als de goddelozen vertaald, omdat het ook rebellie kan betekenen. Dat is iets wat de westerse religieuze markt niet wil hebben. In de Hebreeuwse wortels is het een dualiteit, en we laten nu de andere zijde zien. De rasha zijn de vijandigen, maar dat kan natuurlijk ook naar het stadse systeem zijn, zoals de profeten dit ook waren. Ook is er de heilige vijandigheid van het toetsen. Zij stammen af van Ishmaël, die een vijand was van iedere man. De rasha is meer als de
islamitische esoterie en ironie, wat al begon in het zoroastrisme, en wat indologische wortels heeft, en dus helemaal terugleid tot de Orionse wortels. Rasha betekent in het Hebreeuws ook een rechtsysteem, en veroordelen, als werkwoord. Ook in de bijbelcontext zelf is het een dualistisch woord. Wij zijn dus in de materiële wereld omringd met ironie, als onderdeel van de esoterie. Alleen in de duisternis, als ons ego met pijlen is doorboord, zal de rasha ons opnemen. In het Aramees zijn dit de Hiti, wat ook weer een amazone stam is als een beeld van Egypte in de Exodus mythe. Farao verdronk de kinderen, zoals in het Nieuwe Testament het ego verdronken moet worden in de doop. Het hele farao verhaal is daar dus een ironie van. In de diepte is het het ontwaken, het komen tot het oneindige en eeuwige bewustzijn. De waterdoop is het Farao-JonaJezus model, wat een rasha model is, als zijnde de heilige verdrinkers, in het Orions dus de Hiti stam. Ook in het Aramees trekken de Hiti naar het water om de heilige verdrinking te beoefenen (mly). In de Indiaanse mythologie was de geslachtsgemeenschap een beeld van het "verdrinken" van de man (in de baarmoeder) "opdat hij visioenen zou zien". De boog die gespannen wordt is in het Joods-Babylonisch Aramees de baarmoeder. In het SyrischAramees gaat het hier om een heilige (uit)huwelijking wat een beeld is van leiding en onderwijs. Het gaat hier om een installatie. In andere vormen van het Aramees gaat het hier om een versiering, als een sieraad, wat een beeld is van een bepaalde gave. Ook in het Aramees heeft deze psalm een dualistische betekenis. De pijlen die afgeschoten worden zijn de automatische consequenties verbonden aan keuzes, als karma (gr, kr), in het JoodsBabylonisch Aramees. De oprechten van hart zijn in het Aramees degenen met ervaring, zij met een erect hart. Zij zijn in het Syrisch-Aramees verbonden aan Damascus, oftewel zij hebben een Damascus-ervaring gehad zoals Paulus. Daarom hebben de valkyries hen opgenomen. Het treffen van de pijlen wordt in het Aramees omschreven als het omringd worden met roddel. Roddel is dus de emanatie van de gnosis, waarin het in lagere, cryptische vormen tot de mens komt, oftewel de ironische literatuurvorm. Hoofdstuk 3. De Germaanse Opname De emanatie, van het hogere tot het lagere, is het tegenovergestelde van de evolutie, van het lagere tot het hogere. Deze golven zijn overal om ons heen. Ze gaan op en neer, duwen weg en nemen op. Deze golven komen van Orion, en scheppen ons bestaan, alles in en rondom ons. De mens moet leren op deze golven mee te gaan, te leren surven. Als eerste moeten we deze golven leren herkennen, leren ervaren, in contact komen met deze golven. Wij moeten hiervoor de zee in. Wij mogen leren zeilen op deze golven, ook in het zogenaamde luchtzeilen wat in de Tweede Bijbel voorkomt, het zogenaamde "ganneren". Deze techniek hebben de vogels zich ook aangeleerd.
Vogels zijn in die zin ook beelden van de luchtzeilers. Zo mogen we de pracht van de Orionse natuur ervaren. Psalm 12 6 Ik neem hen die de prijs hebben betaald (Aramees) op van het slagveld (Hebreeuws, yesha, yasha). Hier zien we een Valkyrisch vers. In de Germaanse mythologie nemen de strijdgodinnen hen die de prijs hebben betaald door hard aan hun ego te sterven op. In het Hebreeuws wordt daar de Jezus wortel "yesha" voor gebruikt, wat dus om de ware losprijs gaat : het hard sterven aan het ego. Dit hebben de christenen in hun ongeletterdheid dus helemaal verkeerd voorgesteld. In het Aramees zijn het hen die gekastijd zijn tot gehoorzaamheid (Syrisch Aramees), dus zij die de Damascus ervaring hebben ondergaan zoals Paulus. Yesha is dus de Hebreeuwse vorm van het werk van de walkuren (valkyries), de Germaanse opname. David gebruikt dit woord, yasha, om het te vragen, in het eerste vers, want een gekastijde volharde is compleet geworden, en tot een einde gekomen (zijn ego), in het Hebreeuws, als rijp om geoogst te worden. In het Aramees is dit ook een geboorte waarin het kind van de lichamelijke connectie met zijn moeder wordt losgetrokken (Palestijns, Galilees), ook in de zin dat "een volwassen geworden kind zijn moeder "verlaat" om zijn vrouw aan te hangen." Dit zijn verschillende archetypes van de kennis. Ook is het in het Aramees het kreupel of verlamd geslagen zijn, wat ook weer terugkomt in de Jakob mythe die met de engel streed. Deze opname is in het Aramees voor hen die het bewijs gevonden hebben, wat de Aramese definitie is van "geloof", en wat verbonden is aan trouw en standvastigheid. Het is een argument, dus niet het vage en blinde cirkeltjes-geloof van de christenen die zeggen : "Je moet geloven wat je niet hebt gezien, anders is het geen geloof meer." Ze doen alsof ze hiermee het universum een dienst hebben bewezen. Met zulk soort stellingen kun je wel aan de gang blijven en zo alles goedpraten. Dat halen ze dan uit Johannes 20:29 waar Jezus zegt : "Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven." Maar hier gaat het om het normale zien van de materie versus geestelijk zien, door de wetten van de ziel. De christenen zien de bijbel en de kerk en zij geloven het daarom, vanwege dat ze materialistisch zijn, maar zalig zijn zij die hier niet naar kijken en tot de waarheid van de ziel zijn gekomen door de opening van hun geestelijke zintuigen. Christenen draaien alles om. Psalm 15 1 Here, wie mag verkeren en ingewijd worden in uw tabernakel ? (Hebreeuws) Wie mag het interpreteren ? (Aramees) 2. Hij die wandelt met de tamiym, wat een andere vorm is van de thummim met dezelfde betekenis, wat 'volkomenheid' betekent en het geheel. (Hebreeuws) De urim en de thummim zijn het hogepriesterlijke orakel van profetie en de toetsstenen. In de Psalmen is jehovah gewoon een woord voor compleetheid (zowel worden als zijn), wat een
ieder op zichzelf moet toepassen. David komt dus tot de compleetheid en wil erdoor onderwezen worden. Deze compleetheid is het gedane werk. We zijn nooit helemaal klaar, dus het is belangrijk ons telkens weer toe te wijden aan het werk in wording en ook ons toe te wijden aan het gedane werk. Dit is als een hemelse institutie. Hoofdstuk 4. De Genezing van Aardse "Scheelheid" Jezus, Yasha, het wortelwoord van Yesha, is dus in het Hebreeuws "de opname van het slagveld", wat weer terugkomt in de Germaanse mythologie van de valkyries, die hiervoor de gevallen strijders verkiezen (uitverkiezing). Jezus is dus in diepte een opname-mysterie waarin de mens aan zijn ego en onwetendheid sterft en zo tot het hogere bewustzijn wordt genomen door de valkyries, tot zijn hogere zelf. "Jezus" is gewoon een Hebreeuws woord voor opname, wat in het Germaans valkyrie (Noordelijk) of walkure (Zuidelijk) is, wat de uitverkiezing (kyrie) van de gevallenen (val) betekent. Jezus is dus in diepte een groep natuurvrouwen als een groep natuurprincipes die een baarmoeder vormen om de mens wedergeboren en wederopgevoed te doen worden in de bovenaardse natuur. De opname is een uitverkiezing. De uitverkiezing is een keuze die je zelf maakt, als een reflectie. Alles om je heen kan slechts reflecteren. Parvati schiep Ganesha, de heilige met het olifantenhoofd, vanuit de aarde, net zoals Adam vanuit de aarde werd geschapen, als een beeld van dood en wedergeboorte. Het is de wachter die de mond en zo ook het denken beschermd tegen het ego. De valkyrische opname is dus ook een hele olifantse opname. De opgenomenen kwamen allemaal onder Odin, als in Eden, de paradijselijke tuin. Het woord 'yasha' wordt ook gebruikt voor de exodus (Ex. 14:30). In Job 5:15, in de rede van Elifaz, komt het er op neer dat de yasha, de opname van het slagveld, er is voor de onderdrukte, de arme, de lege, om hem te redden van de mond, van het zwaard van de mond, oftewel van het verbale ego. Psalm 7:11 Mijn schild is bij God, die de oprechten, yashar, van hart verlost, yasha. Zij die voor 'yasha' (opname, uitverkiezing) in aanmerking willen komen, moeten yashar hebben, oprechtheid, rechtvaardigheid. Yasha-r, zou dan in de amazone diepte de psalmen (R) van de opname, yasha, betekenen. Deze psalmen worden verborgen gehouden in de aardse psalmen. De aarde is een psalmen-matrix. Yasha betekent in het Aramees het losgetrokken worden van de lichamelijke connectie met de moeder bij de geboorte, ook als een beeld van de man die zijn moeder "verlaat" om zijn vrouw aan te hangen, oftewel de diepte van zijn moeder ontdekt. De man komt dus van de vleselijke, letterlijke "moeder" tot de geestelijke "moeder". Dit is waar de islam voor staat, want de moeder heeft geen zoon. De zoon komt hier los van de aardse moeder, om zijn
hemelse "moeder", zijn "vrouw" te ontmoeten. Het christendom kan zich dus niet verdiepen zonder de islam. Deze delen horen bij elkaar, als moeder en vrouw van de man. Dit is allemaal niet materieel, maar in leb, het hart (Hebreeuws). In Psalm 22:22 gaat het om de yasha, opname, uit de bek van een leeuw (als beeld van het verbale ego). In Psalm 54:1 gebeurt de yasha door de naam van God, maar hier is waar het verkeerd gaat bij de christenen, want zij denken alles voor elkaar te krijgen door de naam van Jezus, alsof het een wachtwoord is, maar dat is dus niet zo in het Hebreeuws. Naam, shem, in het Hebreeuws betekent de afgezonderde individualiteit van de mens zelf. Alleen zij die zichzelf hebben afgezonderd in de zin van persoonlijk contact hebben gezocht met de natuur, kunnen opgenomen worden. Het Oude Testament is buitenaardse mythologie wat zich op aarde projecteerde. Adam werd opgenomen toen hij van de boom van kennis at, van Assyrië, wat ook een paradijselijk gebied was in Genesis (2:14). Assyrië was ook de tweede zoon van Shem als de stamvader van Assyrië. Shem was de oudste zoon van Noach. Zijn naam betekent "naam" en de afgezonderde individualiteit, die dus nodig is om de gnosis te ontvangen en de opname. De Assyrische ballingschap is een beeld van de opname, als de heilige ballingschap in de gnosis, terug naar het Assyrische paradijs. Jesaja, Yasha-yah, oftewel het zijn van de opname, had een grote toets-strijd met Assyrië, zoals Adam dit had met de boom van kennis, wat ook een beeld is van Assyrië in Ezechiël 31. Het is dus ook belangrijk Assyrië van een andere kant te bekijken, van een buitenaardse zijde, de paradijselijke zijde. Het is per slot van rekening dualistische mythologie. In een droom bezochten buitenaardsen van de Vur natuursteden in het Èrk-gebied in het Westen van Orion. Ik had daar ook een woning, en ze zeiden dat ik een mooi huis had, maar ik zag wat vlekken op het meubiliar. Ik kwam dichterbij het meubiliar waar de vlekken waren, maar toen ik dichterbij kwam zag ik dat het een soort doorzichtige tegels met patronen waren die over elkaar heenlagen, wat een effect gaf van vlekken. Die tegels moesten dus nog gesorteerd worden, en daar moest ruimte voor komen. De binnenwonings-architectuur was dus nog in aanbouw. Ik realiseerde mij dat zo het leven op aarde is : we zien vlekken in ons leven, maar dit is slechts gezichtsbedrog. Het zijn doorzichtige tegels met patronen, met boodschappen, met natuurkennis, die nu nog over elkaar heenliggen. In de grotere ruimte zal dit dus vanzelf gesorteerd worden. De buitenaardsen zeiden dat het in principe al gesorteerd was, maar dat door gebrek aan ruimte en inventaris het bij de mens overkomt alsof de tegels over elkaar heenliggen in plaats van naast elkaar. Dat had niets met mij te maken, maar met hoe de mens op aarde een zekere "scheelheid" heeft. De buitenaardsen hadden het over de komende genezing van de aardse ogen, door de Vur.
Hoofdstuk 5. De Achterliggende Psychologie van de Islam Genezing - rangschikking van de natuurkennis, van de Vur-tegels. De mens moet in de wederopvoeding op het pad gehouden worden, dus als de mens afwijkt naar links of rechts, dan moet de mens even onder stroom staan om op het pad terug te keren. Alleen door schokdraad kan de mens op het pad blijven, alleen als de zintuigen van de mens open zijn en hij de geestelijke gaven heeft ontvangen. Een blinde kan nooit op het pad blijven. Er is veel slavernij op aarde geweest, en nog steeds, en het kan niet zomaar verbroken worden, maar wel verdiept. Dit verdiepen betekent ook te komen tot het dualisme ervan en het cryptisch leren te zien. Slavernij is een allegorie van geestelijk zicht, wat inzicht en overzicht betekent. Ook de leer van de eeuwige verdoemenis schijnt maar niet uitgebannen te kunnen worden. Het wordt kinderen met de paplepel ingegoten en het gaat ongestoord verder van geslacht tot geslacht. Ook deze leer moet dan juist verdiept worden om het een kwartslag te kunnen draaien door de cryptische betekenis. Eeuwig is een metafoor van volkomen. Het ego moet volkomen afsterven. Dan is er nog de islam, de op twee na grootste religie ter wereld. In de islam heeft God geen zoon, juist als een beeld dat de zoon bij de geboorte, bij de educatie en bij het volwassen worden wordt "losgesneden" van de moeder. In wezen wordt de zoon alleen losgesneden van de vleselijke moeder om de diepere moeder te ontmoeten. Dit is de ware, esoterische les van de islam. Hannah is in de grondteksten van het OT en de Vuh degene die haar zoon, Samuël, verkoopt aan een bijmoeder of vrouw, als een beeld van het overleveren aan de educatie. Hannah heeft dus in die zin "geen zoon", als een beeld van de islam. Het is het principe van het afstaan. De mens mag dus niet totaal blindstaren op God en altijd maar een kind zijn van God, maar de mens moet het onderwijs in om zelf als God te worden. Dit gebeurt ook in het diepste van het kruis waar Jezus roept : "Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten ?" Hier begint het onderwijs. Hier begint de islam. Het sieraad van de islam is vaak onbegrepen. Samuël kwam tot Hannah's diepte, waar de Vur ook over spreekt, tot de diepte van de islam. Dit is dus de achterliggende psychologie van de islam. De Lawine :116. Het gebeurt wanneer zij aan de borst van Hannah zijn, wanneer zij van haar melk drinken. Dan geeft zij hen de winterdroom. De melk verlamt hen, verblind hen, en prikkelt de zintuigen op een vreemde manier, om hen te verwarren, te misleiden, opdat zij haar nooit kunnen vernietigen. Zo ervaren zij kou, als een geboorte op aarde. Zij gaan in deze kou ten onder of worden gedreven tot Hannah's hart. De moeder staat haar kind af voor het onderwijs, zodat het kind ook zelf als een moeder kan worden, anders zou het kind de moeder kunnen vernietigen, dan zou het kind vastgroeien. Juist waar dit niet gebeurt, waar de esoterische islam niet bestaat, groeit de mens vast en gaat door
deze verdichting over de vrouw heersen. Dit gebeurt waar geloofs-projectie plaatsvindt, waar de mens helemaal wegzakt in het idee dat de mens een kind van God is, als een schoothondje. Alleen als het kind eerst loskomt van de moeder, bij de geboorte, bij het volwassen worden en een vrouw krijgen, en door de educatie waarvan dit een beeld is, kan het schokdraad aan beide kanten van het pad komen, opdat de mens op het pad blijft. Het loons-principe is keihard. Er mag niet gesjoemeld worden, want dan is alles verloren. Het harde onderwijs is een noodzaak. De mens moet zich disciplineren in de natuurkennis, want dit is de enige weg tot leven. Er is een eeuwige, volkomen structuur waarvan niet afgeweken mag worden, en waarbuiten alles verwoest zou worden. Het kindschap tot de valse god moet sterven. De ijsdood is een belangrijke dood om het ego te laten afsterven. De ijsdood zondert de mens af, heiligt de mens. De esoterische islam leidt tot het ijs, de afzondering, het toetsen. Ook "God" moet getoetst worden, want er zijn vele valse goden. De islam stopt niet als wij tot het ijs zijn gekomen. Het ego moet de ijsdood in. Het gaat niet om de islam op zich, maar om de diepere principes waarvan het een code is. Het is mythologie, als gelijkenissen. Wij moeten afstand houden van het moeder-kind idee als het tijd is om de diepte in te gaan voor onderwijs. De moeder zal haar zoon overleveren aan een andere "vrouw". Natuurlijk is dit een ander deel van de moeder, een dieper deel. Maar zoals Jezus en ook David moet de mens op een plaats komen waar hij uitroept : Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten ? (Psalm 22) De mens moet de brug over om contact te maken met een andere wereld. De mens moet de dichtkunst leren kennen die gebruik maakt van zulke metaforen, zoals ook de Psalmen. In de amazone taal is de letter R de letter van de psalmen. In de oer-hiëroglyphen is dit de persoon met het mes. Het mes staat symbool voor de educatieve afscheiding. Alle afscheiding is slechts een metafoor voor onderscheidingsvermogen. Als we het schokdraad hebben ontvangen, kunnen we niets anders meer dan het pad te bewandelen. Er is slechts één mogelijkheid. Alle andere paden leiden tot de dood. Het schokdraad betekent de enige weg. Er zijn geen andere mogelijkheden. Alleen degene die deze ervaring heeft gehad weet ten diepste wat het is. In de Vur is Bosse het ijsgebied. Zonder Bosse is er geen leven mogelijk. Alleen in het diepste ijs is doorgang. Bosse is de winterdroom gegeven door Hannah's melk. Samuël moet tot de aarde gaan, voor onderwijs. Samuël moet tot de wijsheid van de esoterische islam komen, tot haar metaforiek. Hij moet het letterlijke achter zich laten, oftewel verdiepen. Alleen in het ijs, in de afzondering, kunnen we doeltreffend op het ego "jagen", in de zin van tot de cryptische waarde van het ego komen. Het ego heeft geen waarheid, maar waarde. De leugen is het raadsel van de waarheid. Het "jagen" heeft de betekenis van rangschikking, zodat de mens zichzelf
onderwijst. Het is belangrijk dat de mens hiervan ook de diepere, geestelijke betekenis leert kennen, want de letterlijke jacht op aarde lijkt maar niet weg te gaan, waar zowel mens als dier, als de gehele natuur, de dupe van is. De speer is de metafoor voor de ijsdood. Het is een afstandswapen. Het mes scheidt, maar de speer brengt afstand, tot het moment dat de dood van het verslaafde ego intreedt. Het ego moet "gegeten" worden, dieper verwerkt, opdat we tot de waarheid komen die het verborgen houdt. De beesten van het ego verbergen ook een dieper ijs wat nodig is tot volkomen afsterving van het ego. Zo komt de mens tot het eeuwige ijs. Dit is een machtig medicijn. Dit is waartoe de esoterische islam leidt. Alles wordt doorvertaald tot diepere principes. Niets staat op zichzelf. Het ijs-gebied loopt over in het duisternis-gebied, tot verdere afsterving van de lagere aardse zintuigen die de mens verslaafd houden, zoals ook in het Ragnarok in de Germaanse mythologie. Speren zijn een teken van de ijsdood van het ego, in de afzondering, waardoor de mens tot het nachtgebied in de onderwereld komt. Hier moet de mens de heilige, hemelse natuurzintuigen ontwikkelen. Hannah draagt Samuël over aan andere "natuurvrouwen" die symbool staan voor de verdere educatie, de verdere natuurprincipes. Samuël begrijpt dit niet, en worstelt hiermee, al toetsend. De realiteit is dat het kind onderwezen moet worden door andere archetypes. De moeder staat nooit op haarzelf, maar is in samenwerking met haar andere dynamieken. Dit is de mechaniek van kennis. Een kind moet hieraan wennen, en zal eerst protesteren, omdat het de warme baarmoeder moet verlaten. Dit is een normale reactie. Het kind krijgt het koud, raakt in de war en zal het moeten toetsen wat er gebeurt. Samuël moet zich erbij neerleggen dat het leven soms een andere weg gaat. Toch is dit weer de diepte van Hannah zelf. Hij ontmoet dus gewoon andere, diepere delen van de moeder. Samuël wordt een vaste weg getoond, waar hij niet van kan afwijken. Het is de heilige onweerstaanbaarheid en onontkomelijkheid van de kennis. Hij moet volledig deelkrijgen aan de ervaring, en volledig in het bezit komen van de andere kennis-dynamieken. Hij kan het nog niet vatten. Het begrijpen heeft tijd nodig. Hij moet geduld leren. Voor zover het lijden is moet hij dat leren aanvaarden. De natuurkennis gaat niet buiten het kruis om. Hannah is al veel verder dan hem, omdat Hannah zijn hogere zelf reflecteert. Er is dus een grote kloof tussen Hannah en hem. Die kan hij ook niet zo snel overbruggen. Dit is dus weer het schokdraad wat nodig is om het pad te blijven. Dit gaat heel diep, omdat het een lang pad is. Zoals het pad ingewikkeld is, is het schokdraad ook ingewikkeld. Het gaat nooit verder dan het kan gaan. Alles is gebonden aan de strenge wetten van de kennis. Dit zijn ijzeren wetten die niet verbroken kunnen worden. Het stopt waar het moet stoppen. Het is een
school. Genade bestaat niet, omdat de mens tot zelfverwezenlijking moet komen, door persoonlijk loon. De mens kan het niet van een ander verwachten. De mens is zelf deze dynamieken, die een ander alleen maar kan weerspiegelen. De mens moet worden en zijn, wat ook de Hebreeuwse betekenis van het woord jehovah is, en wat komt uit de Egyptische kepra mysteriën. Alleen als het persoonlijke ego van de mens sterft, oftewel herzien wordt in betekenis in de kepra mysteriën van Egypte, waarvan de vuilverwerker, de kever, een beeld is, dan kan de mens door de hemel opgenomen worden, zoals dit ook in de Valkyrische-Germaanse mythologie gebeurt. Alleen zo zal de mens door de valkyries, de amazone strijdgodinnen, verkozen worden. Dit is dus geen daadwerkelijke strijd, maar een school. Valkyries zijn onderwijzeressen die hun leerlingen belonen en naar een volgende klas laten doorgaan, en de spijbelaars overslaan. Er zijn harde regels op school, anders zou het een zootje worden. Er moet eerst gewerkt worden, en dan pas verdiend. Genade is een valstrik, een leugen, want zo zou het kind beloond worden terwijl er geen verandering is geweest, en zo zouden beroepen totaal verkeerd uitgevoerd worden, wat een groot gevaar voor de samenleving zou vormen. Vandaar dat de valkyries preventief bezig zijn. En dan de oorlogen die ook maar niet weggaan. Dit is dus geen daadwerkelijke oorlog, maar een school waarin de student worstelt met het onderwijs-materiaal en zo wordt ingewijd. Dit is een volkomen proces. Het mag niet ergens halverwege stoppen. Hoofdstuk 6. Fjork-Valmit De oorsprong van het vuilverwerkings-mysterie waarin Adam werd herschapen vanuit het vuil van de aarde ligt via het Egyptische Kepra mysterie, de vuilverwerkende kever, geb die als de opgestane ra opkomt vanuit de aarde, als geb-ra, heel diep in de indologie omtrend het Ganesha mysterie die ook geschapen werd vanuit het vuil der aarde, als de heilige met het olifantenhoofd, als het beeld van iemand met een wachter voor de mond. Ganesha is degene die blokkades legt en blokkades weghaalt. We zien hier een soort liturgische wasmachine. Als er in Psalm 43:3 in het Aramees staat : Zend uw literaire commentaren, als kritiek en uitleg, en uw bewijs, en in het Hebreeuws : Zend uw instructie en kennis, waarom staat er dan in veel Westerse vertalingen : "Zend uw licht en waarheid." Dan staat erachter : "Mogen die mij geleiden." Als er dan in de Egyptische Amduat in het vierde uur van de nacht staat : wrt m shmw.s, als zij die groot is in sterkte, en daarachter : jw rhw ssmw pn m wnmw ta, als "hij die dit beeld kent is degene die brood eet", en shmw, shma in het Egyptisch ook verbonden is aan zowel de vervuiling (sham)
als het wassen van het vuile (shamu), als het "diepte-zicht", dan kunnen we stellen dat het wassen alleen plaatsvindt in de diepte. In de oertaal van de amazones zou shma.s het jezelf toewijden, onderwerpen, aan de literatuur betekenen. De letter S staat voor de literatuur. Shama betekent in het Hebreeuws ook luisteren en gehoorzamen als overgave, waarvan Samuël ook weer een beeld is, als shama-el, het luisteren naar god (onderwijs). In het Egyptisch is de shm, shamu, de decoratie van het leven, wat dus gebeurt door vervuilen, wassen in de diepte, als een mengen en afscheiden, opdat er een zuiver mengsel ontstaat. In de Egyptische liturgie heeft de shma de betekenis van gebed en gelofte. Soms moeten we de aarde in om ons juist te vervuilen, om het vuil te verwerken. Soms moeten we ons vermengen. Zo kan alles ook verduidelijkt worden. Xenofobie, angst voor het vreemde, is het grootste probleem van deze tijd. Juist de xenofobie moet ook gewassen worden opdat de mens weer in aanraking komt met het "heilige vuil" van het paradijs, het vreemde. Zo zijn de wasmachines van de gnosis ook ingesteld. Waar we te "schoon" zijn worden we even wat vuiler gemaakt. Dit is ook de diepte van de ware overgave, het ingaan van de wasmachine van de gnosis. Er wordt dan een wasprogrammaatje gedraaid. Psalm 43:2 - waarom verstoot Gij mij? Waarom ben ik vervuild, vanwege des vijands onderdrukking? Nee, vanwege het mengen en wassen van de gnosis. Het is wasmachine technologie. Het waspoeder van de lagere aardse stad is giftig, en maakt alles te schoon, vanwege smetvrees, en trekt daarmee nog wel ergere parasieten aan. Het waspoeder van de Vur is natuurlijk en exotisch. Het is diep, niet oppervlakkig. De stad in de lagere aardse gewesten, waar de xenofobie als schoonheid wordt aanbeden. Dit is ook de scheelheid van de stad, wat recht tegen de Vur-principes ingaat. De xenofobie is de valse vreze des heeren. De mens wil zo rein blijven van alles wat natuur is dat de mens zo overschoon wordt dat er een vals verblindend licht wordt verwekt, waarin de mens sterft aan het geestelijke en zo geheel verdicht wordt door de vetgieters en geheel in tunnelvisie komt. Nee, het is niet eens meer zicht. Hier is een ander zintuig aan de gang. Het is de wasmachine van de Fjork. Het ruikt een bedreiging tot zijn ego, en gaat dan overmatig wassen en fantaseren in zijn paranoia. Het is puur een psychose. Zijn ogen zijn blind. Hij zit op de troon met een vals oog. Hij zendt zijn fluisteraars uit, de vijf zusters, Hegge, Mulle, Mudde, Sidde en Male. Sidde is de leidster, en Male de jongste, de minst erge. Zij gaan tot de steden om te fluisteren, te roddelen, te verleugenen, opdat de mens het Fjork wasmiddel koopt. Het zijn reclame clipjes. Zij verkopen vals, verblindend licht voor schijnschoonheid. Lekker makkelijk. Deze vijf zusters besturen legers van clowns met waspoeders van de Fjork. Zij moeten het volk "wassen", oftewel bedonderen. Men is zo verzot op dit waspoeder. Men drinkt het zelfs. Kinderen worden gedwongen het in te nemen. Bij de tandarts wordt het in hun botten gespoten. Dit volk is zwaar ziek. Hele families verdwijnen in de wasmachines van de Fjork. Het is een gulzig monster. Het heeft ook met de Jezus-reclame te maken. Jezus die alle zonden van de hele wereld op zich neemt, al uw vuile was, en dan alles wit als sneeuw weer schoonwast. Natuurlijk heeft dat wel een
diepere betekenis. In Egypte waren er de Kepra-mysteriën van de vuilverwerkende kever, maar dat is in principe een mysterie van de aarde, Kep of Geb. Dit zijn ook de spotpalen in de onderwereld, de Egyptische kruizen. In het Grieks kon het ook gewoon een paal zijn, als we het over het christelijke kruis hebben, en in het Aramees kon het ook een galg zijn. In ieder geval moest het ego in de Egyptische onderwereld aan de spotpaal om te sterven. In de Egyptische religie stond Geb ook voor het uithuilen van het ego. Het ego moest dus uit het lichaam gehuild worden, als een natuurproces, want het ego zit heel vast in de mens. De mens moest daarom tot de verbrokenheid komen, waarvan de spotpaal het symbool was. In het hindoeïsme zien we dan Krishna, het archetype van overgave en devotie, omringd door de dansende gopi's, de herdersmeisjes, als de indologische geb-wortel (gp, gb), wat ook een zeker wasprogrammaatje is. In de diepte zijn dit dus allemaal weer reclame-spotjes en klantenwervingen. In de diepte is het pure economische transacties, allemaal draaiende om het product school. In de diepte stoort men zich niet aan de wensen van de mens, maar heerst er een keiharde economie en schoolplicht. Dit is niet letterlijk of materieel. Ganesha die uit vuil geboren werd is in het Egyptisch Khensu, kns, gns, met dezelfde woordwortel, en dezelfde betekenis. Ook Kenshu betekent vuil, en hij is een nomadische maangod die door de onderwereld trekt. Hij is verbonden aan het achtste uur, wat het getal van de eeuwigheid is. In het achtste uur van de Amduat wortd er gesproken over de B-zielen (ba) als zijnde de geheime ziel. De B is de letter van de voet in het Egyptisch. De voet is dus het metafoor van de geheimen. In het achtste uur brengen de B-zielen de schaduwen tot rust. Zij zijn de wegwijzers en de getuigen. Zij hebben messen in hun mond, wat een beeld is van de wachters van de mond, zoals dat ook voorkomt in het boek Openbaring van het Nieuwe Testament. Dan gaan de B-zielen door een grot genaamd "Zij die de onwetenden vernietigt." Dan komen ze in een grot van vier godinnen : "Zij die voorhangsels hangt", "De duistere", "Zij die decoratie maakt" en "Zij die tezamen voegt." De naam van deze grot is "Zij die haar beelden omhuld." De B-zielen roepen tot Re, wat in de oertaal het roepen tot de psalmen is. In het Egyptisch zou dit ook het roepen tot de aarde betekenen om zich met het vuil van de aarde, met modder, te omhullen. Ook dit gebeurd in Openbaring wanneer de sterren op de aarde vallen en er geroep tot de bergen is : Val op ons en verberg ons. En zij verscholen zich in holen en grotten." (Opb. 6, vgl Lukas 23:30) In het Woord is alles gerangschikt, als een pad door de kennis. In het Woord is al het vuil verwerkt. In het Egyptisch is de ibis hiervan een beeld, als het opengeslagen Woord, de eerste vleugel is de emanatie, en de tweede vleugel is de evolutie. Zo gaat het Woord neerwaarts en opwaarts. De ibis is de D't in het Egyptisch, ook wel Thoth genoemd in het Grieks, T't. De T is in de oertaal de letter van de reformatie, en de D is de hangende vis, zodat de T, de reformatie, de visser van mensen is. Hierin is er een strijd tegen de haviksgeest Fjork-Valmit, het valse woord. Vogels kunnen alleen vliegen door hun vleugels naar beneden te duwen en omhoog te duwen, door emanatie en evolutie. Zo moet de mens leren denken, leren vliegen met het Woord, en zo het Woord te worden en te zijn.
Hoofdstuk 7. Valmit, de Havik De letterlijke, eenzijdige betekenis van de Mozes-mythe is natuurlijk zonder waarde in vergelijking met de esoterische diepte ervan. Het is een dualistisch draaiwerk, als een klok. Jakob's toetsworsteling leidde hem helemaal tot Egypte. Israël leefde in een hongersnood, en Egypte kwam Israël tegemoet, door Jakob's eigen zoon, zijn vrucht, Jozef, als de vrucht van het volhardend, eeuwige toetsen, het eeuwige Pniël. Jakob stierf dan ook in Egypte, in het Nieuwe Rijk. Later boog dit zich om tot een ballingschap. De diepte ervan is belangrijk. Egypte is de wortels van Israël, en van het Israëlitische Woord. Het is ook de moedertaal van het Israëlitisch. Israël was in de netten gekomen van het Woord van Egypte. Egypte was als een visser van mensen, om de mens op te halen in een nog groter mysterie. Ook Israël zelf werd later een visser van mensen in de Jezus mythe. Dat is ook wat het Woord betekent in Egypte, D't, de ibis, wat in de oertaal de reformatie als visser der mensen betekent. D is de hangende vis in de oertaal, en in de oerhiëroglyphen is het ook een persoon met een hangende vis aan de hand. Dit is metaforisch wat het Woord doet en inhoudt. Het Woord manifesteert zich als een sociale structuur, als de Kerk. Dit gaat niet zozeer om mensen, maar om zielen. Dit is dus een natuurkerk, een kerk in de onderwereld. Het is niet letterlijk of materieel. Woord en Kerk werken dus nauw met elkaar samen. De Kerk moet het Woord worden en zijn, anders is het de Kerk niet. Er mag dus geen al te grote scheiding zijn tussen Woord en Kerk. Het Woord en de Kerk zijn aan elkaar verbonden door een literaire drug, de opium, oftewel de Vur, de natuurkennis. Het Woord en de Kerk dienen als opslagplaats hiervan, anders is het niet meer het Woord en de Kerk. De Egyptische ballingschap mythe liet zien dat het volk ingewijd moest worden in de Egyptologie. Fjork-Valmit, de haviksgeest van het valse woord, sprak tot Mozes, en mengde de Egyptologie met leugens. Zo ontstond de bijbel, een Egyptologische cocktail gemixt met sterke drank. Het was een emanatie van de Egyptologie. Mozes gaf het volk een zware drug om uit de Egyptische ballingschap te komen. Toen Jezus werd geboren vond zijn familie een schuilplaats in Egypte. Net als Jakob stierf Jezus in Egypte, volgens Openbaring 11 : 8En hun lijk zal liggen op de straat der grote stad, die geestelijk genaamd wordt Sodom en Egypte, alwaar ook hun Here gekruisigd werd. Dit is dus een gegeven in de Jezus mythe dat Jezus nooit Egypte had verlaten. Ook Jezus kwam in de Egyptische ballingschap van het Woord om zo onderwezen te worden, en zo kon zijn ego sterven. Egypte is een buitenaardse implantatie om de mens te helpen. Niet letterlijk, maar figuurlijk. Het komt uit Orion, en was gezonden om de Fjork chip onschadelijk te maken en uit te werpen, uit het lichaam van de mens. Dit gaat niet direct, maar subtiel, niet aan de oppervlakte,
maar in de diepte. De mens moest hiervoor diep de Fjork chip in. Ook de getuigen moeten dus hier aan hun ego sterven volgens Openbaring 11. 9En uit de volken en stammen en talen en natiën zijn er, die hun lijk zien, drie en een halve dag, en zij laten niet toe, dat hun lijken in een graf worden bijgezet. 10En zij, die op de aarde wonen, zijn blijde en verheugd over hen en zullen elkander geschenken zenden, omdat deze twee profeten hen, die op de aarde wonen, gepijnigd hadden. 11En na die drie en een halve dag voer een levensgeest uit God in hen, en zij gingen op hun voeten staan en grote vrees viel op allen, die hen aanschouwden. 12En zij hoorden een luide stem uit de hemel tot hen zeggen: Klimt hierheen op. En zij klommen naar de hemel op in de wolk, en hun vijanden aanschouwden hen. Zo worden ook zij door de valkyries opgenomen. Het gaat hier om de Egyptologische baarmoeder die daadwerkelijk vanuit Orion de mens tot wedergeboorte kan brengen. De bijbel heeft deze macht niet, want Mozes zorgde ervoor dat de Egyptologische baarmoeder werd geamputeerd. Dit was het werk van Valmit, van de Fjork, de haviksgeest die het volk uit de esoterie wegleidde en bond tot de letterlijke betekenis. De mens werd gemaakt tot letterslaaf. Zij moest Fjork-Valmit aanbidden, de havik van het valse woord. Zo ontstond ook de valse kerk. Het Woord heeft ons niet in de steek gelaten toen we in de valse kerk waren opgesloten. Het Woord werkte dwars door alles heen. Het Woord is machtig. Zou het dan niet door het valse woord heen kunnen werken ? Het Woord is allesdoordringend. Niets blijft er voor het Woord verborgen. Jezus werd ook het Woord genoemd. Het Woord is dus nooit letterlijk een materieel boek geweest. Het gaat om het Woord, de logos, de ibis, of in het Germaans de dualistische Loki, en in het hindoeïsme de heilige regen, Lak-shmi, oftewel de wassende Logos, als het heilige pad door de kennis. Het is de Lukas. In de Egyptische Bijbel is het Woord de Log, wat gebracht wordt door de A-jongen. De A is in de oertaal de aankondiger van de dood (van het ego), en van ballingschap, zoals de profeten van het Oude Testament dit waren. De metafoor hiervan is de bizonvlieg, een Orionse vliegensoort, en wat ook de A-hiëroglyph is in de oertaal. Vele jaren geleden had ik een droom over de Log. Ik was in het Vur natuursteden gebied van Èrk in het Westen van Orion, en de Log tunnel leidde van de steden tot diep in de natuur. Het was een bepaalde tocht, en alles was hier onder zware controle, als militaristisch. De bizonvliegen zijn een soort navigatie systeem die de doelwitten laten zien. In dit verband wordt er in de Egyptische bijbel ook gesproken over de AZ, dus de A en de Z/S klank, wat in de Egyptologie ook terugkomt als de SA die het navigatie-systeem van Ra is op zijn tocht door de onderwereld. De Z/S is in de oertaal de proza, de literatuur, waardoor AZ of SA dan de aankondiging van het Woord is, als een pad er doorheen, en ook is het de aankondiging van de dood van het ego door het Woord. In mijn kindernachtmerries waren de fluisteraars van de Fjork vaak om mij heen, de vijf zusters, en zij bespraken mijn dood, hoe ze mij zouden vermoorden, maar in de diepte was het dus een shamanistisch medicijn wat de dood van het ego aankondigde, van de opgelegde, valse identiteit die was geprojecteerd door de Fjork chip. In de diepte waren het dus de bizonvliegen, het navigatie-systeem door de onderwereld. Mijn kindernachtmerries waren vol met Egyptische mythologie en metaforiek, maar ik begreep er natuurlijk helemaal niets van. Ik werd
zwaar christelijk opgevoed en over de Egyptologie werd niet gesproken. Ik kon in principe toen al dwars door de kerk-systemen de Egyptische wortels zien. In de diepte van elke nachtmerrie ligt een medicijn. Moeilijke situaties zijn onze orakels, cryptogrammen van het bovennatuurlijke leven. Farao die de lasten verdubbeld wanneer wij ons tegen het systeem verzetten is een beeld van de gnosis die dieper in ons doordringt wanneer wij toetsen. Het is een allegorie. We hoeven niet altoos en eeuwig met botte en doffe drama te leven. We mogen de diepte ingaan en het een kwartslag draaien. Als de Egyptologie de druk op ons verdubbelt, dan is dat voor onze eigen bevrijding van de valse kerk en het valse woord. Het is ter verdieping, en de gnosis komt ons tegemoet als we in het toetsen ons tegen alles wat op ons afkomt heilig verzetten. Dit is het begin van het Exodus-sieraad. Dus kinderen worden in deze mythe in de Nijl geworpen ? Dit is een beeld van de waterdoop. Ook dit verlost hen van de valse kerk en het valse woord. In het Egyptisch heeft de Nijl verschillende namen, zoals de Atru, of Atr, wat ook de Riem van Orion betekent. Ook betekent het papyrus, wat een beeld is van het paradijselijke Woord, oftewel de "verdrinking" van Israëls kinderen in de Nijl was gewoon een educatie in het Egyptische Woord. Een andere naam voor de Nijl is Hethet, wat het omcirkelen betekent, verbonden aan hett-it, draaiende boor. Het draaien is een belangrijk Vurprincipe, wat het veranderen van gezichtspunt betekent, en ook het subtiele in plaats van het rechtstreekse, en dit is dan door de Arcturische lens heel wrang op aarde neergezet als kinderen die vandaag de dag geofferd worden aan de boor van de tandarts, de hedendaagse Moloch, zodat ze giftige rommel in hun bot gespoten krijgen, wat vandaag de dag zelfs in vele gevallen niet eens meer te zien is vanwege dat ze de rommel dezelfde kleur als de tand hebben gemaakt, en als het kleine hoeveelheden zijn is het zelfs niet meer op de rontgenfoto's te zien. Als er dan problemen komen, dan valt het bijna niet meer te achterhalen. Zo heeft de duivel zich gecamoufleerd en komt zo subtiel het lichaam van het kind binnen. Een andere naam voor de Nijl is de Hup, wat ook geheim betekent, mysterie, verborgenheid. De kinderen die dus zogenaamd in de Nijl werden "verdronken" werden dus gewoon ingewijd in de Egyptische mysteriën. Farao liet ogenschijnlijk het volk gaan, maar zij kwamen alleen maar dieper in het Egyptische mysterie. Mozes zou hen namelijk nog meer Egyptologie leren. Het hele Mozes verhaal kwam uit de Egyptologie zelf, en gebeurde binnen Egypte, om zo dieper in Egypte te komen. Het volk werd gewoon van het ene deel tot het andere deel gestuurd. Ook is het als het komen van het vleselijke Egypte tot het geestelijke Egypte. Mozes leidde hen tot de cobra in de woestijn die ze moesten aanbidden. De cobra is een Egyptische godheid. Natuurlijk is dit maar een metafoor, namelijk van het touw, en dat is weer een symbool van de vruchtbaarheid, wat ook terugkomt in het boek Jozua, de leerling van Mozes, die dus ook diep ingewijd was in de Egyptologie. Shu (sha) was de Egyptische god van de hemel en de lucht, de leegte, waar ook het Hebreeuwse woord voor hemel 'sha-ma-yim, shu-mayim' op gebaseerd is, als de wet (ma, Egyptisch) van Shu, de wet van de leegte, of het zaad (mayim, Hebreeuws) van Shu, van de leegte. Shu komt in het Aramees terug als Suw, oftewel Ezau, de wildernismens, de leegte. Mozes zou het volk leiden tot de leegte in de wildernis, tot de wet van Shu, Ezau, de wet van de leegte, opdat ze aan hun ego zouden afsterven. Hij zou ze leiden tot het beloofde land, tot de hemel. S-shu, shu, is de hemelvaart in het
Egyptisch, verbonden aan Seshu, de god van literatuur. S-shui is ook een woord voor de leegte. De leegte is in het Egyptisch verbonden aan het tot een einde brengen. In Egypte was er het idee dat de leegte de ware kennis bracht, en het Woord. In de leegte valt de mens in slaap, in de sha, shu, het zand, in de diepte van de woestijn waar alles de leegte ingaat. In de Egyptologie wordt dit ook het bed van Osiris, Aser, genoemd (Suri, Orions). Het is het zand wat een splitsende kracht is, wat alles verdeeld tot hele kleine korreltjes. Niets kan nog groot blijven, en dan komt alles tot leegte. Sha, sai is leegmaken, splitsen, en scheppen. Ook Ga is een Egyptisch woord voor leegte, als een blokkade, waarvan de verdrinking een metafoor is in de Egyptologie (ga, g). In de leegte komt niets gemakkelijk. De Israëlieten in de woestijn leden honger. Ze moesten alles verdienen. Ik kom tot het Woord, Ik wil diepte, Ik kom tot het orakel van alle situaties waarin ik leef, En het orakel van mijn verleden, Hierin ligt het shamanistische medicijn opgeborgen, Geef mij kennis en inzicht hierover, Dat het niet renteloos blijft liggen, Ik breng het tot de hemelse bank als een spaartegoed, Opdat de rente van openbaring tot mij zal komen, Amen Selah. Hoofdstuk 8. Van Hosea tot Joël Het haviks-labyrint in de stad is omringd door electrische haviksmuren. Mocht je daar doorheen breken, dan geeft het een gif af, en overstroomt alles. Dan ga je dus door een verdrinkings-ervaring, maar dat kun je dan ook weer esoterisch ondergaan, als je weet wat het betekent. Als je door de haviks-stadsmuur heenbreekt, dan overstroomt het ook in je mond, zodat je gedwongen wordt troep te drinken. Er is dus een kruis verbonden aan het doorbreken van de haviksmuur, maar door de esoterie kan dit verdiept worden. In het Egyptisch is de verdrinking dus het komen tot de hemelse papyrus, tot de ibis van het Woord, de logos. Zo kom je in de natuur. De haviksgeest achtervolgt de mens die door de zee heengaat dus, maar zal zelf verdrinken in die zee, terwijl er voor de mens een doorgang is, zoals in de Mozes mythe. De mens wordt zelf tot een ibis om in de diepere lagen van de hemel door te dringen, daar waar de havik niet kan komen. De havik wordt verdreven uit de hemel wanneer de mens ontwaakt tot de diepere lagen van de hemel. De havik valt uit de hemelen, en zal zo als een bezetene hen achtervolgen die nog niet tot de diepere lagen van de hemel zijn
doorgedrongen. De havik zal grijpen wat hij nog kan krijgen. Dat is voor hem alles wat er is. De haviksgeest staat voor het valse woord, het woord van de stad, van de verdichte, verletterlijkte materie, waardoor de mens gebonden blijft aan de stad. De haviksgeest leeft zo van de uitwerpselen en sappen van de mens, als van een boerderij. Daartoe is het geloof in de onfeilbaarheid van de bijbel. De haviksgeest houdt de mens in deze geestesziekte. Ook brengen zij "valse profetische gaven" gebonden aan de bijbel, wat de mens alles kan laten beweren. Al het materiële geloven zij, en hebben hun vooroordelen en definities van alles wat ze denken te zien, terwijl ze in de haviksmatrix leven. Alles wordt hen voorgekauwd. Ze leven in een vals visioen, een hallucinatie. Het is een zware drug. Hiertoe kwam Psalm 63 de mens die door de haviksmuur heenbrak tegemoet. David is in de woestijn van Juda, op zoek naar een nieuw leven. De woestijn is de brug tot de lucht, de hemel, de leegte. Hij sprak : "Maar wie mijn leven zoeken te verderven, zullen komen in de diepten der aarde." (:10) en "Men zal hen overleveren aan de macht van het zwaard, zij zullen een prooi der vossen worden." (:11) Hij zocht naar het hemelse water ver buiten de stad en zijn familie. Hij had alles achter zich gelaten. Hij zocht naar de opname, zoals in Zacharia 12:7 - Ook zal de Here de tenten van Juda allereerst opnemen (yasha), opdat de trots van het huis van David en van de inwoners van Jeruzalem zich niet verheffe tegen Juda. Juda is in de wortels de knopen van de tabernakel structuur, de schakels, de verbindingen. Zacharia, zkr, Sokar (skr, skkr) was in Egypte de in de woestijn gezondene en betekent leeg worden. Dit is in het Egyptisch verbonden met komen tot de details, tot decoreren. Ook is het verbonden aan het openen en openbreken van een deur (seqer). Verder staat er in dit hoofdstuk : 2Zie, Ik maak Jeruzalem tot een schaal der bedwelming voor alle volken in het rond; ja ook tegen Juda zal het gaan bij de belegering van Jeruzalem. 3Te dien dage zal Ik Jeruzalem maken tot een steen, die alle natiën moeten heffen; allen die hem heffen, zullen zich deerlijk verwonden. En alle volkeren der aarde zullen zich daarheen verzamelen. 4Te dien dage, luidt het woord des Heren, zal Ik alle paarden treffen met verbijstering, en hun berijders met krankzinnigheid; over het huis Juda zal Ik mijn ogen openhouden, doch alle paarden der natiën zal Ik treffen met blindheid. David kwam tot het geheim waartoe de volkeren geen ingang hadden. De havikken botsten tegen de muren van dit geheim aan. Psalm 63 begint met : "mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, in een dor en dorstig land, zonder water." (:1) Als we zijn "verdronken" door het water-alarm van de stad, en dan door de woestijn worden opgenomen, dan komen we in de Egyptologie tot Hes, de godin van de verdronkenen, de wortel van Hosea (hs). De hes is een lied, een spreuk (hesi) tegen de duivelse machten van het water. Zo krijgt de ziel toegang tot de melk van Hes. Door haar touw trekt zij zielen uit het water. Hosea is dus een soort EHBO, als de eerste kleine profeet, het Hes-mysterie van de verdrinking. Als kind had ik 's nachts ook zulke ervaringen en zag dan een lang touw in de verte tot mij komen. Alles om me heen begon dan ook langwerpig te worden. Ik ben me ervan bewust dat ik als kindzijnde al door zulke
haviksmuren heenbrak, om opgenomen te worden door de natuur. David kwam in de onderwereld, in de erets, in Psalm 63. Diep in de woestijn is de oermoeder, waartoe Hosea komt, als tot Gomer. Het stadse implantaat zegt dan direct dat het een verkeerde vrouw is, maar esoterisch, in de diepte, is dit slechts cryptisch. Gomer is een Israëlitisch beeld van Hes, de godin van de verdronkenen. Het was slechts een beeld van het "gemengde huwelijk". Hier zag David in een visioen de tabernakel, en in het Aramees zag hij de "stevigheid" als een rivier. (:3). Als David dan zijn handen in de lucht doet, dan is dat in het Aramees een beeld van het nomadische leven, van de tocht door de onderwereld, door de stevige baarmoeder, over de rivier, waar de Egyptologie om draait. In vers 8 is David in de schaduw van haar schoot of borsten in het Aramees. Schaduw is in het Hebreeuws een beeld van de tijdelijkheid. De mythe van Jael en Ciycera, Sesera (ssr, sr), is weer een van de vele voorbeelden van Israël die put uit de oorspronkelijke Egyptische mythe van Osiris, Aser (sr). Aser werd door Seth in een kist gelokt, en nagelde toen de kist dicht, zoals Jael het hoofd van Sesera nagelde. In het Aramees ging het hier om een inwijding in de geheime leer, wat ook in de Egyptische mythe de achtergrond is. Seth is de wildernis, en hiertoe moest Osiris ingewijd worden. Jael wordt nth, ntt in het Aramees genoemd, oftewel Nut (Nod), de moedergodin van de onderwereld waardoor Ra een tocht moest maken (Richteren 4). In de bijbel worden vrouwen vaak zo genoemd, als beeld van deze Egyptische oergodin. Zij is een inwijder. Het is geen letterlijke dood. Omdat het christendom al deze mythes heeft verletterlijkt is er nog steeds zoveel drama in de wereld. Alleen als de mens het doorvertaald tot de diepte ervan zal de mens tot het paradijs kunnen terugkeren. Er is dus nog veel te doen voor de mens. De mens blijft op het moment nog steken in deze cryptogrammen. Jael betekent in de wortels de hemelvaart, het geven van betekenis. Dit gaat door in de tweede kleine profeet met practisch dezelfde naam, Jael of Joel. De mens komt dus door de Hes-ervaring van het "verdrinken", de vermenging, waarvan ook het "gemengde huwelijk van Hosea en Gomer" een beeld van is, tot de tent van Jael in het boek Jael, Joel, waar de mens wordt ingewijd door de tentpin in het "hoofd". Het "hoofd" is slechts een metafoor van het begin in het Hebreeuws. Dit betekent dus dat de mens terug moet gaan tot de wortels. Hoofdstuk 9. De Tent van Jael - De Germaanse Huwelijks-beeldspraak
De mens gaat de Jabbok-rivier over door de afzondering en de onthechting. Er zijn een heleboel dingen om van te onthechten, en het leven zelf helpt de mens daar ook in, want als de mens zich teveel ergens aan hecht, dan zal het vanzelf weggenomen worden. Hechten werkt averechts. Dieper in de Èrk wildernis in het Westen van Orion is er dan nog de Jordaan rivier, wat neerdaling betekent in het Hebreeuws, als het afdalen tot de onderwereld. Zo komt men tot het gebied van Jael, dieper in de Èrk wildernis. De Jordaan staat voor het shamanisme. Shamanisme in het Nieuwe Testament : 1 Petrus 3 18hij, die gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar het geestelijke, 19in welke hij ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de geesten in de gevangenis. Efeze 4 8opgevaren naar den hoge voerde hij krijgsgevangenen mede, gaven gaf hij aan de mensen. 9Wat betekent dit: hij is opgevaren, anders dan dat hij ook nedergedaald is naar de lagere, aardse gewesten? 10Hij, die nedergedaald is, hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen, om alles tot volheid te brengen. Het shamanisme, het afdalen in de onderwereld, is een verdiepingsproces, wat ontstaat in het toetsen. Hierin wordt de oorlogs-metaforiek gebruikt, zoals ook in 2 Korinthe 10. Amos is de derde kleine profeet. Ook hij laat dit proces zien. In hoofdstuk 1 begint al het krijgsgevangenschap, en in hoofdstuk 2 de naaktheid van de vijand, als de ontmaskering. Dit is wat er in de tent van Jael gebeurt. Het is de inwijding tot de geheime leer. In de oorlog van het diepte-toetsen sterft het ego en wordt tot verbrokenheid geleid opdat de ziel gevoeligheid herwint. Dit resulteert in klaagliederen, als tekenen van die verbrokenheid. Als de verbrokenheid niet diep genoeg is doorgewerkt, de toets niet volledig was, dan zal dat zich uiten in allerlei valse en overmoedige blijdschap. Vandaar dat Amos 5 gaat over het klaaglied. Amos 6 waarschuwt tegen de valse gerustheid : 1Wee de zorgelozen op Sion, en die zich veilig voelen op de berg van Samaria, de uitgelezenen van de keur der volken, tot wie het huis Israëls komt. 6die uit plengvaten drinkt, vol wijn, en met de voortreffelijkste olie u zalft, maar om de verbreking van Jozef u niet bekommert! Er wordt dan gewaarschuwd tegen hoogmoed (:8).
Psalm 118 Hebreeuws 2Laat Israël nu zeggen: De Here's opvoeding (checed) is tot in eeuwigheid. Het woord checed wordt vaak genoemd in de Psalmen, en vaak door het westen slap vertaald in goedertierenheid en genade, terwijl het ook opvoeding betekent, en educatie. Dat geeft direct een heel ander en dieper beeld. Er mag een balans komen tussen wedergeboorte en wederopvoeding. De opvoeding is overal om ons heen in de lucht. De genade verblindt het. Psalm 121 1Een bedevaartslied. Ik hef mijn ogen op naar de bergen, har, initiatie, opvoeding: Hebreeuws vanwaar ik zal veranderen. Aramees Veel vertalingen van het westen zeggen gewoon domweg : Ik hef mijn ogen op naar de bergen vanwaar mijn hulp zal komen. Psalm 123 3 Geef ons de borst, Here, geef ons de borst, Aramees want wij zijn meer dan verzadigd van verachting; 4onze ziel is meer dan verzadigd van de spot der overmoedigen, de verachting der hovaardigen. In veel Westerse vertalingen staat gewoon : Wees ons genadig. Jehovah heeft verschillende betekenissen in het Hebreeuws, gewoon als een werkwoord : worden en zijn, en ook betekent het de gevallenen. In de Westerse vertalingen is psalm 150 een loof-psalm, maar het betekent in de grondteksten veel meer. Halal, wat telkens maar weer in loven en prijzen wordt vertaald, maar het betekent ook pronken, wat verbonden is aan een huwelijksfeest. 1Halleluja. Looft God in zijn heiligdom, in offers (Aramees) Er is goed en slecht "pronken". Pronken is vertoon, met een bepaalde boodschap, wat ook in de dierenwereld gebeurt, in de taal van patronen en tekens. Het brengt detail, legt ergens accent op, om een bepaalde verbinding te maken. In dit geval gaat het om een huwelijksfeest. In de lagere aardse stadse gewesten gaan huwelijken vaak om uiterlijk vertoon in bepaalde tradities, maar in de wildernis gaat het om het offer, om de ontmaskering van het ego. Halleluja. Het huwelijk met de "gevallenen" door offers (van het ego). Dit gaat over de valkyries die de gevallenen op het strijdveld die hun ego hebben opgeofferd opnemen tot een "huwelijk" met
Valhalla, de hemel. Dit is de Germaanse opname van verzoening met het hogere zelf. De hemel is niet een passieve, overgelukzalige staat, maar een opening van de zintuigen. "God" is dus de gevallenen die aan hun ego gestorven zijn in de Hebreeuwse grondtekst en de Germaanse context, en zo met de valkyries zijn verzoend als een beeld van hun hogere zelf. Dit is ook wat het Virgo-sterrenbeeld (Maagd) uitbeeldt en uitdraagt. 2looft de Here om machtige daden, gebuwrah, Hebreeuws Gebuwrah, van het Aramese "gabara", wat Orion betekent. Het huwelijk tussen de heilige "gevallen" mens en zijn hogere zelf vindt dus plaats in Orion. "Het huwelijk met de "gevallenen" in Orion." 3Looft de Here met harp en citer, De harp is in de Hebreeuwse wortel het plukken (van het ego). "Het huwelijk met de gevallenen door het plukken van de veren (van het ego)." Dat wat we om ons heen zien is oud onvertaald licht. Het moet vertaald worden. Hierom moeten de psalmen ontzegeld worden. Het is allemaal bevroren licht. De mens leeft in herhaling. In psalm 149 gaat het ook weer over het huwelijk van de "gevallenen" met het hogere zelf. Hier wordt het ego geketend, wat ook de ketenen voor de heilige gevallenen moeten zijn, want het Hebreeuwse idee achter de gebondenheid is dat van een dier die zich voorbereid om een hele grote sprong te maken en zijn poten samenvoegt om de sprong extra kracht te geven. In die zin kunnen alleen de "gebondenen" de sprong, de opname, naar de hemel maken. Dit is ook het hele idee van de valkyrische ketenen. Springen is dan ook het wortelwoord van de gebondenheid in het Hebreeuws. In het Aramees is de keten een beeld van het verbod en de gelofte. In vers 9 worden zij onderworpen aan een exegese, oftewel schriftuitleg, in het Aramees. Het sleutelwoord is dus het verdiepen, als het verdiepen van het ego. Dit is waar het "oordeel" voor staat in het Aramees. Het is het blootleggen van de wortel. Hoofdstuk 10. De Jeremia Ervaring Als we kijken naar de Westerse bijbel, dan zien we dat het is opgedost met veel flair tot een product voor de markt, maar de oorspronkelijke Hebreeuwse en Aramese manuscripten hadden geen klinkers en geen leestekens. Vandaar dat het belangrijk is om terug te gaan naar de oorspronkelijke medeklinkers om deze cultuur te begrijpen, want de rest is er dus allemaal bijverzonnen.
Jezus betekent "Jehovah is redding, opname van het strijdveld", yehowshua, Hebreeuws, Yah-shua. Jehovah, of de afkorting Jah, betekent worden, zijn, en vallen, als de gevallene op het strijdveld die aan zijn ego gestorven is. Shua is dus gewoon een Hebreeuws woord, wat achter Yah werd gezet, als een eigenschap. Shua is ook de zesde zoon van Abraham, die hij kreeg met Ketura, nadat Sara stierf. Het was de jongste zoon van Ketura. Uit hem voort kwam de Arabische stam van de Shuhieten voort. Bildad, één van Job's vrienden, was een Shuhiet. Shua betekent vernedering, zinken, verdrinken, depressie, sloot. Yah-shua betekent dus ook "de verdronkenen die opgenomen zijn", waarvan de Orionse vissersgodinnen een beeld zijn die de "verdronkenen aan hun ego" opvissen uit de wateren van de onderwereld, wat ook weer verbonden is aan de waterdoop. Jezus is dus niet zomaar een wachtwoord, maar in de diepte een proces van het verdrinken van het ego, waardoor de geheiligde ziel uit het water getrokken wordt, wat de Orionse mythologie achter de valkyries is. Ook Mozes is hiervan een Messiaans beeld als de "uit het water getrokkene". We noemen dit in de gnosis de Jeremia ervaring, van Jeremia 20. In vers 7 in het Aramees en Hebreeuws maakt hij duidelijk dat God hem "misleid" heeft, "bedrogen", "verleid". Dan zegt Jeremia dat God te sterk was en hem heeft overmocht. Jeremia kon geen kant meer op, en dat gebeurt als het ego verdrinkt en de vis in het net terecht komt, als een beschrijving van de opname. Jeremia verzette zich hiertegen, maar zonder resultaat (:9). Een ontwaking valt niet tegen te houden. Het is een natuurverschijnsel. "Als God ons roept" in de metaforiek, als ons ego is verdronken, dan kan het niet gestopt worden. Daarna zegt Jeremia : "Vervloekt zij de dag waarop ik geboren ben; de dag waarop mijn moeder mij baarde, zij niet gezegend." (:14) Jeremia was zwaar depressief, oftewel afgezonderd van de matrix. Hij telde zijn vlees niet. Hij was apart gezet, en vervloekte het lagere aardse leven, zijn lagere aardse zelf. "God verdoem mij, mijn ego" ligt op dezelfde golflengte. In het Aramees vervloekt hij zijn opvoeding. Ook vervloekt hij het daglicht. Het is niet eens zo zeer dat hij de dag waarop hij geboren werd vervloekte in het Aramees en Hebreeuws, maar zelfs zijn hele leven. Ook heeft hij het in het Aramees over zijn leven in de stad, wat hij vervloekt. Jeremia, Yah-rm, betekent "uitverkoren door yah, het vallen (van het ego)", als de Hebreeuwse uitverkiezing die parallel loopt aan de Valkyrische Germaanse uitverkiezing. RM betekent de opname in het Hebreeuws, als een offer. Jeremia wordt de wenende en klagende profeet genoemd, en traditioneel was Jeremia de schrijver van het boek Klaagliederen. Dit is ook wat de RM-wortel betekent in het Egyptisch : wenen, klagen. RM betekent ook tranen, en vis. RM is het menselijke ras. RM is één van de vormen van Ra, als de wener, de klager. RM is een Egyptische vissersgod, en betekent ook de opname, tot een hoger niveau komen. RM-ra, of ra-rm, als een Egyptische vorm van yah-rm, is ook een vorm van de krokodillengod Sebek, een Egyptische watergod. Het water kwam voort uit zijn zweet. Hij is verbonden aan de bescherming die de zusters Isis en Nepthys geven, en helpt bij de geboorte. Ook is de rm wortel de leeuw, rema. In het Grieks komt de rema als het gesproken, profetische, woord, van rheo, uitgieten. Jezus sprak dat de mens niet alleen van brood moest leven, maar ook van rhema, rm, als het woord van god, yah-rhema, oftewel Jeremia. Romeinen 10:17 noemt "rhema" als de brenger van het horen. In Efeze 5:26 moet de mens gewassen worden door de rhema, rm, zodat het metaforische hemelse "huwelijk" kan plaatsvinden (de verzoening tussen de mens en zijn hogere zelf). De rhema, rm, is ook een gezegde, een metafoor, een gelijkenis :
Lukas 2:49-50 En hij zeide tot hen: Waarom hebt gij naar mij gezocht? Wist gij niet, dat Ik bezig moet zijn met de dingen van de hemel ? En zij begrepen het gezegde, rhema, niet, dat hij tot hen sprak. Ook in het Aramees is de RM de hoogte, de heuvel, verbonden aan Rimmon, de Syrische god van de donder, storm en regen, van Damascus (vgl. Damascus ervaring van Paulus, ook genoemd Had, Hadad, HT, de god van het bloed-orakel, oftewel van het ontvangen van het profetische woord door het doodbloeden van het ego. Dit leidt helemaal terug tot de Orionse Hiti stam. Het Jeremia verhaal heeft dus hele diepe wortels in andere culturen. In de mythologie moest de orakelgod HT het zevenkoppige zeemonster Lotan verslaan, de voorloper van Leviathan. Dit gevecht komt ook weer terug in het boek Openbaring. De Griekse rm, rhema, het profetische woord, het woord als orakel, komt dus van rheo, gieten. Gieten heeft in het Aramees de betekenis van het roddelen, het spreiden van geruchten, sd (st). Het komt veel voor in Leviticus, het boek van de offerdienst. Het is een natuurverschijnsel aan de voet van elk probleem, dat alles verdraaid en omgedraaid wordt. Dit zijn de voorhangsels van de tabernakel om de mens te testen wanneer hij tot de kennis komt. De offerdienst is een metafoor van de opname, waarin het ego moet doodbloeden. In de opname moet dus alles emaneren, uitgegoten worden, tot lagere vormen gaan, anders is er geen brandstof voor de opname, en geen beveiliging. Juist ook door die emanatie ontstaat er afzondering. Als de mens een profetisch woord ontvangt, dan mag de mens dit niet als een dolle bezetene gaan rondstrooien als parels voor de zwijnen, maar de mens moet zich gaan bezig houden met de architectuur. De bijbel is een roddelblad van die tijd, allemaal "dark humor", barbaarse mythologie. Het zijn duistere gezegdes, en de mens moet er mee klaarkomen. Als de mens "opgenomen" moet worden, dan betekent dit allereerst de opname tot een diepere betekenis van deze dingen. Alles moet dus in lagere vormen omgezet worden opdat er voldoende brandstof is om weer tot hogere niveau's te komen. Hoofdstuk 11. Jeremia en de Krokodil Ra ging met zijn bootje over de wateren van de onderwereld, door de baarmoeder van zijn moeder Nod, Nuwd, en veranderde op een bepaald punt in RM, de klager, de wener, de vissersgod. Hij was in zijn afu-lichaam, oftewel zijn nachtlichaam (ova, jehovah), en hij zag alles tot lagere vormen komen, en hij weende en klaagde daarover, en werd RM (jeremia). Juist dit zou het geheim van zijn opname worden. Zijn "ego", zijn lagere vormen, was hiertoe de brandstof. Dit is een heel diep proces, en gaat eigenlijk alleen maar dieper. Dit was in zijn Sebek-krokodillenvorm. Hij moest nu ook de lagere vormen van zijn ego verslinden, om daarin diepte te vinden. Dit is een exegetisch proces (exegese = schriftuitleg). We zien hier Sebek en Ra kruizen, en het resultaat is RM, Jeremia.
De krokodil is een exegetisch dier. Hij heeft een lange bek, als beeld van het komen tot de diepte van het voedsel. De brandstof moet omgezet worden. Hierin ligt dus een taak opgesloten voor de klagende, wenende mens. Het klaaglied moet ergens toe leiden. Het is het liturgische spijsverteringsproces. De krokodil zit zwaar in het harnas. De krokodil staat voor discipline, geduld en timing. Kom nooit tot de krokodil voordat het daarvoor tijd is, want hij grijpt je. De mens mag geen schrokop worden wanneer het komt tot exegese, de doorvertaling, de verwerking. Allereerst moet de mens het lijden leren aanvaarden, en geduld oefenen, wachten op rhema, het profetische woord, wachten op yahrhema, jeremia. De mens mag de natuur niet forceren. Eerst moet de mens de diepte in. Eerst moet de mens zien hoe alles tot lagere vormen gaat. De mens wordt in de diepte gezogen, en er is niet veel wat een mens kan doen. Ook Jeremia kon dit niet tegenhouden. Hij moest leren leven met spot en smaad vanwege de boodschap die hij bracht. Het brandde als een vuur in hem. Er moest brandstof zijn, dus vandaar dat Jeremia tot de lagere vormen moest komen, om daardoor omsingeld te worden, contact mee te hebben. Hij hield er niet van, maar het moest, anders zou hij geen brandstof hebben voor zijn vuur. Jeremia was een krokodil, een Sebek. Jeremia moest de emanatie onder ogen komen. Hij vereenzelvigde zich er niet mee, maar hij gebruikte het wel. Jeremia moest het vuur brengen. Jeremia was het profetische spijsverteringskanaal. Sebek, sbeq, betekent vergaderen, samenvoegen, in het Egyptisch, als de samenvoeger van het lichaam van Aser, Osiris. Dit is dan ook wat de exegese doet, namelijk tot de diepte en etymologie (wortelkunde) van de teksten gaan, en zo de verbindingen zien met andere teksten en culturen, waardoor syncretisme ontstaat. De krokodil is dus een belangrijk beeld van de verzoening van de culturen, waardoor het exclusieve, elitaire, racistische, kerkelijke ego sterft. Hoofdstuk 12. De Jeremia Put In een droom was mijn geestelijke Egyptische moeder, Neith-Isis, bezig alle ramen en deuren te sluiten. Er waren terroristen van Orion aan de gang, van het lagere Orion. Ik zag dat ze een klein raampje vergeten had dicht te doen. Ik vroeg of het kleine raampje dan niet dicht moest, maar volgens haar hoefde dat niet. Waar Sebek, de krokodil, en Ra op zijn boot elkaar kruizen, daar verandert Ra in RM, als ra-rm, of in het Hebreeuws ya-rm, Jeremia. Hoe werkt dit precies ? Hiervoor moeten we gaan kijken naar de wortels van Sebek in de Egyptologie. De bak-wortel is het graveren. Bak is de god van de letters, en ook een klagende god. De BK (bek) wortel is de ladder, de trap. Ook Bak is een ladder. Net zoals de RM wortel betekent de BK wortel het wenen en het klagen, en ook weer vis (bg, bk). BK is ook
verbonden aan het afdalen in de onderwereld. Juist in de betekenis van ladder, trap, afdalen en opkomen, is dit het emanatie proces, van hogere tot lagere vormen komen, om verbinding te maken, om een klankbord te hebben, en zo ook weer te komen tot verdere evolutie, van laag tot hoog. Sebek, of BK, heeft in die zin geen smetvrees, maar gaat gewoon de diepte in van alles. Dat is ook wat de definitie van de natuur is, als diepte. De natuur is de tedere, diepere wortel van alle dingen, dat wat verborgen wordt gehouden. BK als beq was een god van de dageraad die de boot van Ra voorttrok door de onderwereld. Dit zijn allemaal wortels van de Sebek-krokodil, en dit is de taal van de wildernis, want daar draait de gehele BK-wortel van Sebek om : de letters. Het is een tocht door het alfabet, en het alfabet spaart de mens niet. Elke letter heeft een functie. De taal heeft veel macht en kan het volk in een gevangenschap houden. De taal beslist de betekenissen. Vandaar dat het Jeremia mysterie een groot mysterie is, en heel diep gaat. Op de Jakobsladder gingen de engelen zowel op als neer, wat ook weer een beeld is van het emaneren en evolueren, en wat bij Sebek hoort, en waarom Sebek doet klagen, zoals bij Jeremia. Ook Jezus moest emaneren en tot het kruis komen, tot het klagen, en zo ook de engelen die afdaalden tot de aarde. Dit is hoe het alfabet werkt : alles wordt verwerkt door taal, en door de taal komt de mens tot de diepte. Waar Sebek Ra kruist komt Ra tot de heilige taal. Dit is dus Sebek-Ra of Ra-Bek, één van de vormen van Ra op zijn tocht door de onderwereld, als Ra, de klager, de wener, de RM, die Jeremia was in het Hebreeuws. RaBek, als Ra, de god van de letters, als een diepere wortel van Ra-Sebek, is Rebekkah in het Hebreeuws, de moeder van Jakob en Ezau. Jakob en Ezau vochten al met elkaar in de moederschoot, als een beeld van Jakob die moest leren emaneren. Jakob moest tot de diepte van Ezau komen, tot de diepte van de aarde. Dit gevecht in de moederschoot was al de Jakobsladder. Jakob moest dus de onderwereld in. Verder met de droom : Ik was dus met mijn geestelijke Egyptische moeder, Neith-Isis. Buiten waren de terroristen aan de gang, terroristen van Orion. Zij spraken de taal genaamd Orionix, ook wel het Sovard genoemd. Ze waren als buitenaarde mollen die ook stekels konden opzetten, ook electrisch, als egels. Die mollen konden heel groot en lang worden. Ze werkten met de Fjork chip, gedwongen implantaten, in de hersenen, de monden en de botten, als tandartsen. Het was een tandartsen-cultus, maar het doel was het bedwingen van de monden, als de taalpolitie. Taal is een gevangenis. Ook zij waren de Jabbok overgegaan, aan de linkerkant, als een valse reflectie, waar ze hun nederzettingen hadden gezet in de Èrk woestijnen, zelfs tot over de Jordaan tot in het Jaelgebied. Hoofdstuk 13. De Wijnstok van Jeremia De BK-wortel van de Sebek-krokodil in Afrika : Buk of Abuk, Abek (bk) is de eerste vrouw in Zuid-Sudan en Ethiopië mythologie, als de "Eva", en tegelijkertijd de godin. Zij is een riviergodin van de vruchtbaarheid, die de regen heeft
voortgebracht. Zij wordt ook wel de luipaarden-godin genoemd en het luipaard van de nacht. Zij is de bron van het leven, net zoals Eva de "moeder der levenden" is. Het luipaard heeft vlekken als gebroken cirkels, wat een Vur-principe is. Dit is tegengesteld aan de christelijke "zonder vlekken" bruid, die vol met smetvrees staat te pronken in de stad over hoe vlekkeloos zij is, omringd met chemische schoonmaakmiddelen. Zij heeft zelfs haar troon in de tuinen en in de natuur. Maar de natuur betekent diepte, en de mens moet niet zomaar de natuur in, maar komen tot de woeste wildernis, zonder smetvrees. Als de mens zonder vlekken en kleerscheuren door de wildernis wil gaan, dan kan de mens beter thuisblijven. De mens moet afdalen in de onderwereld, en niet te keurig, correct en compleet zijn, want vaak is dat voor de markt, de ongebroken cirkels, alles pico bello in orde. De natuur kennen zij niet. Zij hebben een stadse natuur gemaakt, en zijn nog steeds ommuurd. Het zijn de park-christenen, of park-atheisten. Ze komen de stad niet uit. Ze aanbidden de schoonmaakmiddelen. De mens moet dus afdalen in de wildernis van de onderwereld, tot het vaagheids-principe, het principe van het halve, waardoor de mens kan groeien. Als alles te vast en duidelijk wordt, dan sterft het inzicht van de mens af. Dat is de natuur van het ego. De luipaard met zijn vlekken van gebroken cirkels gaat hier dus tegenin. Alleen zo kan er een nieuwe taal komen. De luipaard emaneert, en rent zo de stad in, om het ego te doden. Buk is omringd met luipaarden, als de watergodin. Zij communiceert door dromen en verkiest zo hen die daadwerkelijk zijn afgedaald tot de gebroken cirkels, haar "luipaarden". Hierom moet Jeremiah de put in, en hierom moest Jakob tot Ezau komen, zijn wildernis deel. Zoals boek 109 in de Vur spreekt : VUILE PAARSE BLOEMEN VUILE PAARSE BLOEMEN 1. Vuile paarse bloemen groeien langs de kant van de grote rivier, Met vuile gezichten staren ze ons aan, Bedekt met modder 2. Zij zijn één met de natuur, Zo is het altijd geweest 3. De brug over de rivier komt nooit aan, maar leidt ergens anders heen, In het midden heerst altijd de mist, Deze twee landen kennen elkaar niet, De brug heeft hen nooit de waarheid over elkaar verteld 4. En vuile paarse bloemen groeien aan de waterkant, Met hun vuile gezichten kan het hen niet schelen, Ze bewaken het mysterie, In de rivier verdwijnt alle tijd Ook in het Aramees is de BK wortel het klagen en wenen (bkw, bky), verbonden aan het water, het
afdalen in de diepte. De Afrikaanse moedergodin Buk komt als Rebekkah in het Judaïsme, de moeder van de Jakob-Ezau dualiteit, het beeld van het zoonschap van de gebroken cirkels. Ezau moest van het kommetje bloed drinken als een beeld dat hij diep genoeg was geëmaneerd opdat zijn ego zou sterven, als het komen tot het morgenrood. Hij kwam van een diepe tocht door de wildernis. Het is een beeld van de Jeremiaanse put. Als het niet diep genoeg gaat, dan komen wij nooit aan. We spreken dus over de wijnstok van Jeremia die terugleid tot de baarmoeder van de godin, van Buk, van Rebekkah. Jeremia moest leren leven met de Jakob-Ezau dualiteit in hem. Jeremia kwam in een strijd, een strijd met de taal van de goden van het directe, het letterlijke, maar waarin zij ook hun agenda hebben verscholen. Zij hebben hun eigen, valse, diepte. Hij raakte in gevecht met de Sovard geesten van de Fjork chip, van het lagere Orion, de geesten van het Orionix. Hun vlag is de letter "N". Deze letter is ook wel genaamd de Enix. De rechterhand van Enix is de letter "K", de Klaru. De K in het Orionix is een gekantelde K, 90 graden naar rechts gedraaid. Hoofdstuk 14. Jeremia en de Rode Kroon van Noord-Egypte De BK wortel van de Sebek-krokodil wordt ook gebruikt voor de wachter van het derde uur. In het Amduat boek, in het derde uur van de nacht, is de Khepri kever van goud, als een teken dat al het vuil is verwerkt tot zaad. Het uur begint met de roeiers op de wateren van Osiris, Aser (Suri, Orions). Het gebied heeft een lengte van ongeveer 309 mijlen. Osiris, Aser, geeft ordes aan de schaduwen. De nema is het op en neer gaan van het water van Osiris, als aser-nema, of suri-nema. Nema is ook de roep van de overwinning (nema, nhm). In de Afrikaanse mythologie is Nema, of Nyami, Name, een riviergodin die water in bloed verandert, wat ook een teken is van het sterven
van het ego. Dit is dus in diepte waar Suri-Name voor staat, wat ook weer terugkomt in het boek Openbaring en het wonder te Kana. Veel van de Afrikaanse goden zijn overgewaaid naar Suriname. Het derde uur gaat over de dief die grijpt in de nacht, wat ook voorkomt in Openbaring, en wat een beeld is van de ekster, het draaien van gezichtspunt, op en neer. Vandaar dat de mens ook steeds moet emaneren. Deze leidt tot de plaats waar de klaagliederen zijn, de RM, in het derde uur van de Amduat. Dit leidt tot de plaats waar de B-zielen hun geheimenissen spreken, en waarvanuit hun schaduwen gaan, om te klagen, en om de overstroming van het water te brengen. De gouden kever komt voort vanuit de wateren en het verborgene. Het leidt allemaal tot Osiris in het derde uur die ook Orion wordt genoemd. Osiris, Orion, draagt de rode kroon van Noord-Egypte, wat in het Egyptisch de kroon van mirre is, van de woestijn, en de kroon van de klaagliederen. Mirre is in het Egyptisch namelijk een beeld hiervan (aan, ugam-uga). Hoofdstuk 15. De Rode Gnosis De Fjork-Sovard terroristen hadden de rode kroon van Noord-Egypte gestolen en zo hun klaagliederen verspreid om de mensen te onderdrukken. De rode kroon is de wortel van het Jeremia mysterie, de kroon van mirre. In de christelijke esoterie ontving Jezus deze kroon van mirre van de drie zoroastrische wijzen uit het land Perzië, wat zich later manifesteerde als de doornenkroon, de kroon van spot en smaad. Jeremia droeg deze kroon, deze rode band, om zijn hoofd al veel eerder. Dit was het Woord wat om zijn denken was aangebracht (Jeremia 20:8). De kroon is in het Hebreeuws-Aramees een cyclus, als het sieraad van de uren. In de kroon zijn dus alle uren van de nacht vastgelegd, waardoor de mens door de uren kan gaan om tot de diepere gnosis te komen. In het eerste uur van de nacht wordt de kroon ook voorgesteld als de nek, of een halsketting. De Rode Kroon is dus een sieraad van klaagliederen. Mirre is "aan" in het Egyptisch wat ook de Orionse naam van David is (Ahn). Dit kwam tot uiting in de klaagpsalmen van David. Toen Ezau tot het rode kwam verloor hij zijn eerstegeboorterecht, waardoor hij al snel tot klagen kwam. Water verandert in bloed, als een teken dat het ego sterft. In het boek Jozua is het rode touw een beeld van de opname, om zo te komen tot de diepte. Dit zijn allemaal beelden van de rode kroon van Noord-Egypte. David droeg deze kroon van klaagliederen, en zat op de troon van de klaagliederen. In het Sanskrit komt David van het woord voor godin "Devi" of god "Deva", "Devata", wat het hogere bewustzijn betekent, en waar ook het Engelse "divine" van afstamt. In ieder geval is Devi in de oertaal de DEva, als de vissende Eva. In de Israelitische mythologie verleidde Eva Adam tot het eten van de verboden vrucht, wat voornamelijk in het christendom werd gebruikt om de vrouw op een lager plan te zetten. De vrouw was de boosdoener. In de gnosis is deze mythe een dualiteit. Eva verleidde
Adam tot de gnosis, de heilige kennis, zoals ook Jeremia door God werd verleid in Jeremia 20 : 7Gij hebt mij verleid, Here, en ik heb mij laten verleiden; Gij zijt mij te sterk geweest en hebt overmocht. Ik ben tot een bespotting geworden de ganse dag, allen honen zij mij. Zowel Adam als Jeremia werden opgenomen als een vis. Zij werden beiden ingewijd tot de klaagliederen. Adam betekent ook het rode in de grondtekst. Aan Yeshua werd het rode geschonken, als de mirre. Yeshua is een Hebreeuws woord voor de opname. Het gaat dus niet om de woorden, want dit is in elke taal weer anders. Het gaat om de diepte. Yeshua zou op de troon van David komen, op de rode troon, de troon van de mirre, van de klaagliederen. Dit betekent dus dat er alleen opname is door de klaagliederen. Het Woord bestaat uit psalm-structuren die de mens verbinden met de wilderniskennis, waarin de wilderniskennis is opgeslagen. Het heeft te maken met de opmetingen van de tabernakel. Het klaaglied is de meetlat van het Woord. Dit is de rode kennis, of rode gnosis, wat ook een belangrijk thema is in de Vur. Zacharia 2 1En ik sloeg mijn ogen op en ik zag toe, en zie, een man met een meetsnoer (Aramees, swt) van psalmen in de hand. 2Toen vroeg ik: Waar gaat gij heen? En hij antwoordde mij: Ik ga Jeruzalem opmeten en zien hoe groot zijn breedte en lengte zal zijn. In boek 14. van de Vur wordt de rode veer, als beeld van de rode hoofdtooi, de rode kroon, beschreven als een middel ter bescherming tegen piraten en om hen te bedwingen. Piraten zitten eigenlijk tussen stad en wildernis in, als wachters, maar zijn nog erg stads. Het zijn gnosis-rovers die vandaaruit alles verdraaien. Zo verkopen ze alles weer door, wat ook in de kerk gebeurt. En zoals de Vur zegt in boek 117. DE RODE ZEE 1. In de droom van de rode zee, Golf na golf komt het, Slag na slag, Omdat het rode op ons wacht. De mens moet komen tot de rode gnosis, anders zal de mens altijd een gevangene blijven van de piraten. De wereld is in handen van piraten, de wachters tussen stad en wildernis. De mens is ergens vastgegroeid. De mens kan niet meer dromen. Al hun dromen zijn verkocht en verdraaid. Al hun dromen zijn geroofd. Maar het rode zal terugkomen om toe te slaan. Het rode zal de wereld gaan overweldigen. De mens heeft een meetsnoer nodig. Alles moet doorgemeten worden, gerangschikt. Nu ligt alles door elkaar. De stad is hiervan een schaduw. Iedereen wordt opgemeten in de stad. Ze meten je geheel door. Wat je doet, wie je moet zijn, hoe ver je afwijkt van de norm, zij weten er alles van. Ze tikken je voortdurend op de vingers. Je moet geld in het laatje brengen, anders tel je
niet mee. De leprechauns werken samen met de piraten. Het rode kennen ze niet, en willen ze niet kennen. Zij hebben het rode altijd vervolgd. Zij vrezen het rode. Eva verleidde Adam tot de rode appel, tot de rode gnosis, tot de diepere architectuur, en Adam kwam tot het klaaglied, en sindsdien waren er altijd klaagliederen. Zij tonen hun diepte. Het is het rode pad, het pad van de moeder aarde, dwars door de wildernis heen. Eva of Buk in de Afrikaanse mythologie vist, en neemt haar netten op. Zij is de godin van de rivier, een groot mysterie. Zij is een lokker, een verleider, niet van de stad, niet voor de stad, maar van en voor de wildernis kennis. Zij staat klaar om in te wijden. Zij brengt rode banden om hun hoofden, om hun denken, om het Woord op te meten. Zij meet alles op. Zij meet het leven, want zij is de moeder van het leven. Zij leidt hen tot het mysterie van de rode kroon, een Jeremiaans mysterie, in de diepe grotten van Egypte, in de onderwereld, in Orion. Velen grijpen naar de kroon en smelten weg. Velen springen op de rode troon en worden niet meer gevonden. Zoveel illusies zorgen ervoor dat mensen er langsheen glijden. Alleen het Woord is een zeker pad. Niet het Woord van de stad, maar het Woord in de diepte van het hart. Er is maar één weg uit, en dat is "dieper". David heeft net als Osiris de rode kroon, net als Jeremia. Zij brengen de klaagliederen als een vast pad door het lijden. De prachtige klaagliederen als de climax van de taalkunst, waar alle kennis in opgeborgen is. Het is iets van de natuur. Waarom klagen wij, waarom emaneren wij ? Waarom gaan wij telkens weer van hoog naar laag, dieper en dieper ? Om zo ook weer hoger en hoger te komen, om zo te leren draaien, te leren cirkelen en te komen tot de verloren cirkels. Het sieraad bestaat uit vele schakels. Het is de rode natuurtechnologie. Ezau kwam niet voor niets tot het rode, en heeft er niet voor niets van gedronken. Zo kwam ook hij tot de Jakob's ladder. Leer mij naar uw wil te handelen, Ik zal dan in uw waarheid wandelen, Niet alleen van de wijnstok te leren, Maar ook de wijnstok te zijn. Ik ben de ware wijnstok. Hoofdstuk 16. Numeri De ergste vijand van de christen is niet satan. Zijn ergste vijand is kennis. Daar vecht hij uit alle machtt tegen, dagelijks, iedere seconde van de dag, want wat de boer niet kent, dat vreet hij niet. De kennis zou hem ook van zijn troontje kunnen stoten, en daarom doet hij niets anders dan de kennis te bestrijden, onder het mom van dat hij strijd tegen satan. Satan is een neutraal Hebreeuws woord
voor wederstaan en scheiden. Het heeft zijn wortels in de Egyptische taal, de moedertaal van het Hebreeuws. Stn betekent onderscheiden (s-ten, s-thn, sethenu) en is de witte kroon van het Zuiden van Egypte (stn, stenu), als de kroon van onderscheiding en afzondering (heiligheid, ijs). De kroon is bijna driehoekig, maar dan als twee tegengestelde golven die in elkaar opgaan en op de top een knop vormen. De Katholieke mijter komt daar ook uit voort. De stn was de afgezonderde, de onderscheidene (stn, stennu), wat ook de naam was van de witte kroon, ook wel sta genoemd, ook verbonden aan het golven, het op en neer gaan (stt, sett). De witte kroon is ook een beeld van de opname, van het ophalen van de vis (sta, setti). Toen het Noorden en het Zuiden verzoend werden kwamen ook de kronen samen, als de dubbele kroon, de skhemti, verbonden aan sekhmet, de leeuwinnengodin en dochter van Ra. In het Aramees : hokmet, wijsheid. De dubbele kroon is de kroon van wijsheid, van vertaling, de skhmt, de kroon over geheel Egypte. De witte kroon functioneert als een soort Jakobsladder, waardoor men door Nephthys, de godin van de duisternis, afdaalt in de onderwereld, zoals Ra elke nacht, en zo komt tot de diepere betekenis van alles, als een opname. De witte kroon brengt afzondering en dan openbaring. Alleen door afzondering kan men de diepte ingaan en onderscheiden. Dit gaat door de rode kroon, de klaagliederen, de mirre, en dit brengt uiteindelijk een diepere vertaling met zich mee in de vorm van de dubbele kroon. We zien hier dus een stukje Egyptische technologie. Adam kwam tot de boom van onderscheiding van goed en kwaad, de boom van kennis, als tot de witte kroon, die hem dieper in de onderwereld zou leiden, door de rode kroon, de klaagliederen. Het Noorden en Zuiden van Egypte werd hier verzoend. Het is als een soort Egyptische urim en thummim. De mens moet zich diep genoeg afzonderen om te kunnen toetsen. De mens moet eerst loskomen van alles en onthechten, net als vogels die de leegte ingaan, en dan hun vleugels op en neer bewegen. De mens komt namelijk dan in de golven terecht, en bemerkt ook de gevangenschap, maar daar mag de mens in het hart afstand van doen. Zo leert de mens een andere taal. De mens krijgt zo het zicht van een vogel, zoals de witte kroon ook wel het oog van Horus wordt genoemd (of van Ra). Dit is ook het ijszicht, alles van een afstand bekijken. Zo mag de mens komen tot de oerbewegingen, tot de oerklok. Hierin is het Orionse ritme en rijm. Er zijn verschillende soorten rijmen. Rijmen is ook als je een bepaalde woord-structuur, een bepaald taalpatroon, weer terugvindt in een parallelle cultuur. Zo emaneert en evolueert alles, van laag tot laag, van cultuur tot cultuur, en betekenissen veranderen, worden verborgen of geopenbaart. Dit golvende proces van de Jakobsladder, van op en neer, is als het geestelijk leren ademen, en geestelijk leren eten, leren kauwen. Je lichaam moet het dan verteren, verwerken, vertalen, tot nut maken, als een beeld van de dubbele kroon. De troon is een beeld van het verborgene, het onbekende. De witte kroon manifesteert zich in het boek Openbaring als de witte troon, als een beeld van de hemelvaart, de afzondering. De rode kroon manifesteert zich als het tot bloed worden van de wateren, als het avondrood wat de nacht aankondigt. Toen de terroristen van Sovard-Fjork de rode kroon hadden gestolen werd de mensheid gedwongen van hun giftige wijn te drinken, van het bloed van Jezus, waardoor de mensheid onder een zware bedwelming kwam, maar in het boek Jeremia zullen de onrechtvaardigen uiteindelijk zelf bedwelmd worden door die wijn. Zo zal er ook een nieuwe wijn geschonken worden van de ware
wijnstok, want daartoe is het lijden der heiligen gekomen, om de heiligen af te zonderen en in de heilige "dronkenschap" te brengen, in geestesvervoering : Jeremia 23 9Mijn hart is in mijn binnenste gebroken, al mijn beenderen sidderen; ik ben als een beschonken man, als iemand wie de wijn naar het hoofd gestegen is, om de Here en om zijn heilige woorden. Er zal iets in het hart van de onrechtvaardigen gebeuren. Jeremia 48 41ingenomen worden de steden en de burchten worden veroverd, en het hart van Moabs krijgers wordt op die dag als het hart van een vrouw in barensnood. 42En Moab zal worden uitgeroeid als volk, omdat het zich tegen de Here verheven heeft. Dit houdt in dat wat ze verborgen hebben gehouden al die tijd, moeten ze prijsgeven. Het boek Psalmen in de Israelitische literatuur staat vol met klaagliederen, die door de rode kroon van Noord-Egypte hun bron hebben in Orion. De rode kroon is de kroon van de mirre, van het morgenrood, als de val van het ego. In Psalm 57 zegt David : Waak op, mijn ziel, waak op, harp en citer; ik wil het morgenrood wekken (:9). Ook David had net als Ezau honger naar het rode. Over het morgenrood zegt de Vur : "Ik kom tot het morgenrood, om alles terug te draaien, Zij hebben mij teveel gestoken, Zij hebben mij teveel gebroken. Alles deed pijn, maar van het lijden zingt zij, als van zoete dromen." (42:11) "Wij hebben het morgenrood bereikt, Het spreekt nu tot ons, Als het rode zicht." (66:6) "Alles gaat in cirkels hier, Het leven houdt op en gaat dan door, De narcis houdt de schepen af van het geheim, Alleen het morgenrood zal het zien, De eeuwige nacht van ijs, De leugen overvloeiende in de waarheid, Totdat het rode ontwaakt." (44:10-11) En in het Wonder van de Vur, het commentaar op de Vur 32:34 : "Er zal ook een ochtend wezen in de nacht, een ontwakend besef, als een vuurgloed in ons hart, als het overspoelende morgenrood." Dit "vuur" ontving Jeremia ook. Het was de rode kroon van Noord-Egypte, de kroon van de klaagliederen. Het leidde hem tot spot en smaad, juist omdat hij dieper moest. Het was een doornenkroon. Het leidde hem tot de put. Het rode was uitgezonden om zijn ego te doden. Eva verleidde Adam met de gnosis, waardoor hij tot de klaagliederen kwam, de diepte. Adam kwam zo tot de rode kroon, als een bittere vrucht. Het christendom stal de rode kroon van de gnosis, stal de klaagliederen en maakte er het evangelie van Jezus van, en de brieven van Paulus. Efeze is EvaSa, oftewel de kennis (sa, Egyptisch) van Eva, waarmee zij Adam verleidde. Wij moeten goed door het boek Efeze heenkijken en goed luisteren, om zo de roep van Eva te horen. Efeze, Eva-Sa is in de amazone taal het Woord van Eva. Efeze was gesticht door amazones. Paulus biedt dan het klaaglied
van Jezus aan, en in de Westerse vertalingen zet hij de vrouwen op een lager plan, en leidt alles terug tot de Vader. Het Paulinisme wijst Eva als de boosdoener aan, en tegelijkertijd alle vrouwen. Er is hier wat gestolen en verdraaid. Eva bood de gnosis aan, de sa, als Eva-sa, Efeze, de amazone nederzetting. In hoofdstuk 6 gaat het over de geestelijke wapenrusting, de oorlogs-strategie, wat een beeld is van de vertaling, de wijsheid, het gaan tot de wortels. Eva onderwijst Adam hier dus. Zodra het over het bloed van Jezus gaat, gaat het in de diepte over de klaagliederen. In het Jezus verhaal zijn die uit hun verband gerukt. Door de zondeval ging de man over de vrouw heersen, wat teruggezien wordt in het Paulinisme. Eva bood de man de rode appel van de gnosis aan, maar het christendom wil de man dom houden. Paulus had een zeer giftige appel bereid in de Westerse vertalingen, de appel van genade, van geloof. Hierdoor zou de mens doodvallen aan de voeten van Jezus. Paulus predikt vader en zoon. Over moeder en dochter wordt niet gesproken. Paulus ging er met de rode kroon vandoor en maakte er iets heel anders van. Maar niemand rooft met succes Egyptische relikwieën. Hij kwam hierdoor onder een enorme vloek. Zo zetten christenen bij zichzelf de rode kroon op, en beginnen enorm te klagen, over de satan, en over de ongelovigen, en zelfs over de gelovigen die niet helemaal zoals hen geloven. Het zijn valse klaagliederen die ze zingen. Maar de rode kroon kan wel voor zichzelf zorgen en heeft zichzelf weggelegd voor hen die de prijs willen betalen. Het is geen kroon van directe, openbare macht, maar juist van de verborgenheid en de diepte, van leegte. Het is de dwaasheid van het kruis, wat door de stad bespot wordt. Het is de doornenkroon, een rode band om het denken. Hierdoor sterft het ego af. De mens verliest juist het valse koningschap door deze kroon. De Hebreeënbrief gaat over het zoonschap. Er wordt gesteld dat er eerst door de profeten werd gesproken, en nu door het zoonschap, zodat de profetie en openbaring intiemer wordt. Dit zoonschap was niet alleen tot God, maar ook ondergeschikt aan de engelen, als de geestelijke moeders. Een mens heeft zo een heleboel geestelijke moeders. Dit is natuurlijk deels, want de mens moet ook zelf een geestelijke moeder worden. Calvijn stelt in zijn commentaar op Hebreeën dat Jezus het vlees van de hele wereld moest dragen, van het ego dus. Hij stelt dat Jezus ermee bekleed werd. Uiteindelijk werd dit vlees dus wel gedood. Het werd verbrand in de onderwereld. Gehenna was een vuilverbranders plaats. Zij die dus in de eeuwige hel geloven zijn mensen die hun vuil niet kwijtwillen. Het vuil wordt door hen gewoon opgeslagen. Body builders zijn hier een beeld van. Zij zijn onder dezelfde geest, zij het in een andere vorm of parallel. Het is een allegorie. Vetgieters, vuilgieters en spiergieters staan allemaal op één lijn. Vooral als dit product wordt aangeboden door oude mannetjes met stropdassen, dan weet je precies hoe laat het is. Hebreeën is het hart van het christendom, het bloedvatenstelsel. Ik kreeg een visioen van Hebreeën als een moeder, en ik zag mijn hart zweven boven het Veluwemeer, het meer van de Bible belt. Ik kon mijn hart voelen, mijn bloed, de warmte. Ik voelde mij ineens diep verbonden met de wildernis, met de luipaarden en de jachtluipaarden, de cheetah's. Hebreeën beschrijft dan de weg van het zoonschap tot het hogepriesterschap, waarin het offeren een beeld is van het ingaan in de diepte van God, niet als een moeder, maar als vrouw. De mens moet het duistere gat in om alles los te laten, om te komen tot de geestelijke betekenis. De mens die de vrouw binnengaat is een beeld van het ingaan in de sabbath, de rust. Dit hogepriesterschap is dus
ysh, het aan jezelf sterven op het strijdveld om opgenomen te worden. Het strijdveld is het verdiepen en het vertalen. Dit is de ware betekenis van het binnengaan van een vrouw, als de inwijding in de gnosis. Deze gehoorzaamheid wordt alleen geleerd door het lijden, stelt de Hebreeënbrief. Het lichaam is een tabernakel. Als een mens de vrouw binnengaat gaat de mens de tabernakel in. Er moet een balans zijn tussen het sterven van het individuele ego en het sterven van het collectieve ego. De terroristische Sovard-Fjork buitenaardsen stalen de Egyptische RM wortel van yah-rm, oftewel van Jeremia. Zij stalen de klaagliederen, de rode kroon van Noord-Egypte, de mirre, en gebruikten de RM om hun eigen RM te bouwen, namelijk Rome, en de brief van Paulus aan de christenen te Rome, RM. Numeri 1 1De Here sprak tot Mozes in de woestijn Sinai, in de tent der samenkomst, op de eerste dag der tweede maand in het tweede jaar na hun uittocht uit het land Egypte. In de Rabbijnse literatuur stamt de naam Sinai af van sana, sineh, wat haat en vijand betekent, als een beeld van het toetsen. Dit komt vanuit het Egyptische "sunu", de goddelijke jager, en "sun", open maken, open forceren, en "senu", wenen en klagen. Over deze berg daalde God af tot Mozes om de wet te geven. 2Neemt het aantal op van de gehele vergadering der Israëlieten naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen, allen die van het mannelijk geslacht zijn, hoofd voor hoofd, Het gaat hier om een leger zoals in vers 3 duidelijk wordt, wat symbolisch is voor hen die aan het ego sterven, als een offer, om binnen te gaan. In het Aramees gaat het hier om het kastijden. 3van twintig jaar oud en daarboven, allen die in het leger uitrukken in Israël; gij zult hen tellen naar hun legerscharen, gij en Aäron. Leger is tsaba, en dit is de geestelijke oorlog, maar ook gewoon tentdienst, tabernakeldienst. Er is nooit een directe oorlog, en ook nooit directe communicatie. Het gaat via de priesterdienst. 4Daarbij zal u uit elke stam één iysh behulpzaam zijn, degene die het hoofd is van zijn gevangenschap. Iysh is slaaf. Hoofd betekent "begin", in andere woorden een diepere ingewijde slaaf. Gevangenschap is bayith, met als wortelwoord de bana, de kinderloze vrouw die de leider wordt van de familie. Dit wijst ook op de islam waar God geen kinderen heeft, omdat dit het mysterie van de verstoting is, waartoe een man moet komen van zijn moeder tot zijn vrouw, die in wezen gewoon een bijmoeder is. Zij maakt het lichaam van de man als een tweede moeder.
5En dit zijn de namen der mannen die u ter zijde zullen staan: van Ruben Elisur, de zoon van Sedeür; Ruben kwam tot Bilha's tent, als haar tweede minnaar, maar tegen betaling van zijn eerstgeboorterecht, waardoor het een zelfde situatie werd als van Jakob en Ezau. Ruben ging tot Bilha in om aan zijn ego te sterven, zoals Ezau het rode nam om aan zijn ego te sterven. Bilha betekent "plotselinge dood" in de hebreeuwse wortel, bahal. In de Rabbijnse literatuur verhuisde Jakob na de dood van Rachel naar de tent van Bilha. In het Hebreeuws is het Bilha verhaal een dualiteit, want Jakob wordt ook als een iysh besproken, als haar dienstknecht. Het christendom stelde haar als een slavin voor, maar in de Tweede Bijbel wordt de oorspronkelijke status van Bilha getoont, als godin. Elisur betekent de stille, de stomme, als een beeld van iemand met een wachter voor de mond. Sedeur is in het Hebreeuws-Aramees de wildernis-urim, de toetssteen van de wildernis. Elisur Sedeur is een beeld van de heilige gebondenheid. 6van Simeon Selumiël, de zoon van Surisaddai; Selumiel betekent vrede, als beeld van een orakel en de opvoeding. Surisaddai is de stilte, de stomheid, weer als iemand met een wachter voor de mond, waarvan de vrucht dus het orakel en de opvoeding is, suri, terwijl saddai de geweldadige dood is (aan het ego). Saddai is ook een naam voor de almacht van God. 7van Juda Nachson, de zoon van Amminadab; Nachson betekent de aankondiger. Amminadab betekent "verduistering door samenvoeging". 8van Issakar Netanel, de zoon van Suar; Netanel betekent roddelen, smaad, lasteren. 9van Zebulon Eliab, de zoon van Chelon; Zebulon was een stam in het Noorden die een haven toegewezen kreeg, Akko, voor het visserswerk, wat een beeld is van de opname. 10van de zonen van Jozef: van Efraïm Elisama, de zoon van Ammihud; van Manasse Gamliël, de zoon van Pedasur; Jozef was degene die het volk inwijdde in de Egyptologie. De stam Efraim is het centrale thema in het boek Hosea als het naakte wildernis-volk, wat een beeld is van ontmaskering en openbaring. Efraim was een beeld van de uitheemse vrouw van Hosea waar hij voortdurend mee in gevecht lag, vanwege de taalbarriere. 11van Benjamin Abidan, de zoon van Gidoni; Benjamin is in het Egyptisch bena-jmn, de wijn van Amen, de wijn van het verborgene, of de wijn van de nacht, als een beeld van bloeddorst.
12van Dan Achiëzer, de zoon van Ammisaddai; Dan is de stam van Simson, die zijn geheim en zo ook zijn leven verkocht aan de vrouw die hem hiertoe verleidde, in ruil voor gemeenschap. Dit is ook parallel lopend aan het Adam en Eva verhaal, aan het Jakob en Ezau verhaal, en aan het Ruben en Bilha verhaal. Het is een allegorie van het sterven van het ego. 13van Aser Pagiël, de zoon van Okran; De stam van Aser is de stam van de profetes Anna (Lukas 2:36). Zij was altijd in de tabernakel, en dat is ook wat haar naam betekent : het wonen in tenten, chanah. 14van Gad Eljasaf, de zoon van Reüel; Gad betekent het komen tot het bloed van de vijandelijke prooi. 15van Naftali Achira, de zoon van Enan. Zowel Dan als Naftali waren zonen van Bilha en Jakob, als een dualiteit. Naftali was ook een vissersstam. Dan, de DN-wortel, komt van Eden, wat de Hebreeuwse vorm was van de Egyptische aten, ten, de schorpioen, als het oorspronkelijke paradijs, een beeld van de baarmoeder. Sa-aten, of Sa-ten is de kennis van het paradijs, van de hel. Ten komt van de Orionse oan-wortel. Oan is een Orionse liturgische benaming voor het paradijs. Oannes was een Mesopotamische vissersgodin, wat in het Nieuwe Testament voorkomt als Ioannes, Johannes als de Orionse Oan-Sa, de kennis van Oan. 16Dit zijn degenen die uit de vergadering moeten worden opgeroepen, vorsten van de stammen hunner vaderen; hoofden van Israëls geslachten, van duizenden zijn zij. De geroepenen, qariy, zijn in de worteltekst de gevallenen, zij die aan hun ego zijn gestorven, door een geweldadige ontmoeting, zeer plotseling en onverwachts, wat ook de betekenis is van Bilha. De Bilha, het vierde grote boek van de Tweede Bijbel, is de plotselinge en overwachtse, geweldadige dood van het ego. Het ego zag dit niet aankomen, en wordt er totaal door overweldigt. De vorsten, de prinsen, zijn de opgenomenen, nasiy-nasa. Zij zijn de "getrouwden". De Egyptische nas-wortel is de roeper, wat ook een titel van een god is. De nas-ra is een intercessor tussen ra en de mens, als een middelaar. Dit is weer een bewijs van hoe dicht het Hebreeuws ligt bij het Egyptisch. De nash is namelijk de machtige, de grote, wat in het Hebreeuws zowel de nasiy als de saddai is, de geweldadige dood (aan het ego). De Egyptische ns-wortel is ook een deel van een kroon. De nswortel (nhs, nehes) betekent ook het ontwaken en de waakzame, en was een wachter op de boot van Ra. Ook betekent het de rebellen, soms als een naam voor Set, de god van de wildernis, de storm en de duisternis. Zij zijn de vervuilden, de afgedaalden. De Nesu (ns) was de koning van Zuid-Egypte, en een algemeen woord voor koning, wat dus nasiy (ns) werd in het Hebreeuws. De Egyptische nesu in het Zuiden van Egypte droeg de witte kroon (stn) van afzondering, van het afdalen en opkomen, wat dus een shamanistische taak inhield. Dit is dus de Egyptische oorsprong van het satan-woord, het gaan in de diepte en zo opgenomen te worden, opkomen, als het werk van de
shamaan. De Orionse wortel van ten is dus oan, als sa-oan, de kennis van Oan, het paradijs. Duizend is een Hebreeuws symbool voor educatie en samenvoeging (eleph-alph), wat ook een belangrijke metaforische betekenis is van het duizendjarig rijk. In het Aramees wijst het op de Hebreeuwse bayith, de gevangenis, oftewel de bana, wat een beeld is van de overgang van de moeder tot de vrouw als huwelijkspartner, oftewel komen van opvoeding tot educatie. Het "huwelijk" is dus tot een school. Hoofd is in het Aramees het begin, als een beeld van de etymologie (woord-oorsprong). Het is ook een jachtsgif. De etymologie dringt diep door tot het hart, en in de botten. 17Toen namen Mozes en Aäron deze met name aangewezen mannen, Aaron is Aharon in het Hebreeuws, met de har wortel van berg, inwijding. Met name, shem, betekent de afgezonderde individualiteit, en Mozes en Aaron brachten deze mannen tot het "huwelijk", laqach, wat als beeld van de opname is. Zij werden als vissen opgenomen, wat ook de betekenis van Mozes is : uit het water getrokken. Zij waren voorbereid door het vasten (vgl. ramadan), door het leeg worden, waardoor ze afgezonderd werden. In het Aramees was dit ook een nieuwe schepping, een tweede schepping, wat ditmaal niet door hun moeder gebeurde, maar door hun vrouw. 18en zij riepen op de eerste dag der tweede maand de gehele vergadering samen, die zich opstelde volgens geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen, van twintig jaar oud en daarboven, hoofd voor hoofd. In de Hebreeuwse worteltekst zijn zij naakt, als beeld van de openbaring, van hoofd tot hoofd, oftewel van wortel tot wortel in het Aramees, wat over de diepte van de etymologie gaat. Hoofdstuk 17. Johannes Johannes 1 1In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Aramees : In het hoofd was de Reden en de Reden was bij God en de Reden was God. Reden is mlh, en God is alah. Het gaat dus niet om geloven, of zo maar dom gezwets, maar om
redevoering, om onderbouwing. Geen cirkelredenatie. Het gaat dus om de diepe logica, niet de materialistische logica. Dit is dus de definitie van God. 2Dit was in den beginne bij God. Aramees : Dit was in het hoofd bij God. Het mag dus niet buiten de mens omgaan. Het is iets persoonlijks. 3Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. Aramees : Alle bezittingen zijn door de Reden geworden. Er is dus geen bestaan buiten de Reden om. 4In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen; Aramees : Hierin was leven en het leven was het verstaan van het orakel van de mensen, de verlichting. Het woord nura wordt gebruikt wat Aramees is voor de urim, de toetssteen. Ook : Hierin was leven en het leven was het verstaan van het orakel van het innerlijk, van de persoonlijkheid. 6Er trad een mens op, van God, Reden, gezonden, wiens naam was Johannes; In de Orionse wortel is ioannes OAN, een liturgisch woord voor paradijs. Het paradijs ontstaat dus wanneer een mens in contact komt met Reden. 14De Reden is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben haar heerlijkheid aanschouwd. In Johannes 1, oftewel OAN 1, wordt er op Jezus gewezen, wat dus in het Hebreeuws een woord is voor de opname door de ondername. Zo komt de mens tot OAN, als een liturgisch woord voor paradijs. Er zijn verschillende afdelingen in het hiernamaals en voormaals. Het is goed om te kijken naar de Orionse wortels van de hel. In Orion is er de Balla en de Mel. Beiden zijn dit afdelingen van kastijding, want Balla is bestraffing en Mel is vernedering. Oan is de paradijselijke slaap. Dit zijn allemaal afdelingen van de baarmoeder. Witi is de paradijselijke vergetelheid, het Orionse nirvana. Bilha is dan een andere uitspraak van het woord "balla". De Bilha is het vierde grote boek van de Tweede Bijbel. Hier in Europa, in Germanië, heeft Wodan, Wotan, de Orionse Witi-wortel, als de paradijselijke drug van vergetelheid, als het Germaanse nirvana.
Als men in Oan is gekomen, in slaap is gevallen, dan sterft het ego verder af, en kan dit tot Balla en Mel gaan, onderdelen van Oan, om dit te verdiepen. Balla en Mel zijn droomgebieden, terwijl Witi nog diepere slaap kan brengen in de vergetelheid, om zo ook de dromen weer te verdiepen, en te komen tot zuiver geheugen, tot oorspronkelijk geheugen. Ook Witi is een afdeling van de OAN. Zo is er in het tweede hoofdstuk van Johannes, oftewel van OAN, de bruiloft te Kana waarin water in wijn wordt veranderd, als water in bloed, tot verder afsterven van het ego. Het gaat hier om de rode verlichting waardoor het ego afsterft. Het rode is ook een groot mysterie in de Vur. Het is een rijpingsproces. Na de bruiloft te Kana is er het kort verblijf in Kapernaum. Kapernaum wordt beschreven in de Bilha als de tent des Heeren, als de tabernakel. Na het kort verblijf in Kapernaum is er de tempelreiniging waarin de verkopers en wisselaars uit de tempel werden verdreven. Allegorisch gaat het hier over de zuivering van het Woord. Johannes 3 gaat over het nachtgesprek met een farizeeër, waarin staat : 13En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, het zoonschap. Weer gaat het hier om de opname door de ondername, oftewel door het nachtgesprek. De mens moet de nacht ingaan om tot de verlichting te komen, wat dus puur een verdieping is. Dan wordt er weer door Johannes, OAN, de Doper op Jezus gewezen, in de zin dat de mens alleen door de slaap kan komen tot de ondername en de opname. De mens moet dus eerst door nachtmerrie-gebied heen in de ondername. Johannes 4 gaat over Jezus in Samaria, wat waakzaamheid betekent. Hij kwam tot de stad Sichar, wat geestesvervoering betekent. Hij had daar een gesprek met een Samaritaanse vrouw bij een waterput. Hij vroeg haar te drinken, wat ook een beeld is van de ondername en de opname. Het water komt van diep. Joden gingen niet met Samaritanen om, dus voor Jezus was zij een uitheemse vrouw, en toch vroeg hij haar om drinken. De Reden stoort zich niet aan menselijke barrieres, en
komt terug tot de uitheemse moeder om van haar borst te drinken. Het ondername en opname principe moet dus toegepast worden op een vrouw, en die vrouw is uitheems, als een beeld van de diepte van moeder aarde, zoals in de Egyptische en indiaanse mythologie. Dan zijn er verder wat wonderen en tekenen die allemaal betrekking hebben op OAN. Hoofdstuk 18. Geloof - Het excuus van het lagere ego Geloof hoeft niet na te denken, geloof hoeft niet moreel te zijn, en geloof hoeft niets te testen. Geloof is de joyride van de christen. Geloof zorgt ervoor dat je altijd gelijk hebt. Is dat geen bijzonder, prima prachtig plan ? Het is een amulet wat bijna elke christen wel in zijn zak heeft. Op een hele wonderbaarlijke manier geeft het hun altijd gelijk in elk gesprek, en hebben ze altijd de ondersteuning en ja-knikkende goedkeuring van hun god, want het is immers "geloof". Ja zeg, kom, zo lust ik er ook nog wel een paar honderd van. Jottems, nou gaaf, zo kunnen we alles voor elkaar krijgen, nietwaar ? Zo ligt de hele wereld aan onze voeten. Het lijkt wel een beetje op het sprookje van de nieuwe kleren van de keizer, een sprookje over hoe ver ijdelheid kan gaan, want dat is in principe wat geloof is : het bedrog van de ijdelheid. Geloof liegt dus en bedriegt, allemaal voor het lagere ego, opdat de duivel gemaskerd blijft en zijn werk kan blijven voorzetten. Geloof is zo de schepper van het vooroordeel. Hoofdstuk 19. Een ander groot gevaar van de stad Misschien ken je ze wel, die kerk-mensen die denken dat een ieder die niet zoals hen geloofd, zoals mensen van andere religies en andere levenswijzen, voor eeuwig zullen branden als brandhout in een speciaal daarvoor gemaakte plaats genaamd de hel of gehenna. Wat is het eigenlijk ? Wat zijn dit voor mensen. Ik weet er alles van, omdat ik zelf namelijk zo was opgevoed. Mijn ouders spraken hier liever niet over, maar de plaats waar ze mij gedwongen naartoe namen elke zondag had het er
vaak over. Als kind begrijp je zulke dingen niet, en kan het je ook bang maken. Waar is het goed voor ? Het spreekt van weinig creativiteit en het is ook een beetje dom. Mensen die voor altijd branden als brandhout in een bepaalde plaats en daar ook nooit meer uit weg kunnen komen. Wie verzint zoiets ? U kunt natuurlijk begrijpen dat ik toen ging "fietsen". Ik fietste naar een dorpje dichtbij toen ik inmiddels een tiener was geworden, even in een ander kerkje kijken, maar overal was het het zelfde. Als kind had ik me daar al enorm druk om gemaakt, omdat ik bang was dat mijn vriendjes en vriendinnetjes op die plaats zouden komen als ze niet al die dingen geloofden die mij gedwongen en met de paplepel ingegoten waren. Ik maakte me zorgen, en ik weet nog wel dat ik ze hele lange brieven erover schreef, om er maar voor te zorgen dat ze niet op die verschrikkelijke plaats zouden komen. Mijn ouders waren hier voor verantwoordelijk. Ik was nog maar een kind. Het heeft een flink deel van mijn jeugd verpest. Ik wilde weten wat het was, dus ik ging naar de bijbelschool. Niet de bijbelschool van hen, maar van een lichtere kerk, maar ook daar predikten ze zulk soort zotterij, dus ik ging weer "fietsen". Toen kwam ik aan bij een nog lichtere kerk, en ook daar predikten ze het. Er was geen ruimte voor andere religies, ideologieën bij hen. Wat is het ? Op een bepaald moment was ik er helemaal klaar mee. Ik ging de taalkunde bestuderen, de etymologie, de taal-oorsprongen, en kwam in contact met de bijbelse culturen, de bijbelse achtergronden, en kreeg vrienden in dat wereldje, en ik kwam erachter dat de dingen die die kerkmensen van vroeger predikten helemaal niet in die oorspronkelijke bijbelculturen voorkwamen. Het oude testament is uberhaupt al niet christelijk, maar van het jodendom. Het christendom verziekte alle oorspronkelijke talen, maakte het corrupt, vandaar dat Israël maar voor 2% christelijk is. De christenen doen alsof ze Israel bezitten, maar ze hebben er geen rechten. Iedere Jood weet hoe verschrikkelijk slap de bijbel in het westen is vertaald. In het jodendom bestaat er geen eeuwigdurende brandende hel. Zelfs in de manuscripten van het nieuwe testament bestaat dit niet. Het is een westerlijk verzinsel. Gehenna was altijd een vuilnis verbrandingsplaats. Ze sloegen het vuil daar niet op, en lieten het ook niet voor altijd branden. Nee, de vuilnis werd tot as verbrand, en dan was het weg. Christenen die zottigheid zoals de letterlijke eeuwig brandende hel prediken voor ieder mens die anders is zijn geen echte "christians", maar "hellians". Het is nogal vies om je vuilnis te bewaren en niet totaal op te branden. Het is een verbrandingsprobleem, technisch gezien, zoals koolstofmonoxide ontstaat wanneer brandstof niet volledig wordt verbrand in bijvoorbeeld een cvketel, en als het koolstofmonoxide dan niet afgevoerd wordt, dan heb je een zwaar probleem, een heel zwaar probleem. Ik spreek uit ervaring want in een vorige woning was er een koolmonoxide probleem bij de buren die twee mensen het leven heeft gekost. Weer dus de dood recht in de ogen gezien. Elk jaar sterven er wel mensen door en belanden er velen door in het ziekenhuis. De "hellians", zij die alles onvolledig verbranden, de zogenaamde hel en verdoemenis kerken, zijn dus een allegorie van het zwaar giftige en gevaarlijke koolstofmonoxide gas, ook wel koolmonoxide genoemd of gewoon CO. Het is één van de gevaren van de stad wat je in de gaten moet houden, zoals ook gaslekken gevaarlijk kunnen zijn. Zowel oude cv-ketels als nieuwe cv ketels hebben dit potentiele gevaar, vandaar dat je bepaalde melders in je huis kunt ophangen, koolmonoxide melders, die het aangeven wanneer het koolmonoxide niveau te hoog is, door een alarmpje. Het werkt dus als een rook melder, maar dan niet voor rook maar voor koolmonoxide. Koolmonoxide is verder geurloos en kleurloos, onzichtbaar, dus je kan het zelf niet opmerken.
Hoofdstuk 20. Journey through the medieval Het is ongelovelijk hoe mensen vandaag de dag met muziek omgaan, alsof het een soort van sinterklaas is om hun ego te bevredigen, of een kerstman. Luister naar muziek die je tot de diepere spiritualiteit brengt, en sla dat wat je in slaap sust, je materialistisch maakt, over. Muziek is een oorlog om je ziel. Het is niet om spelletjes te spelen. Soms is het parelduiken, en moet je je erdoor heen zien te werken. Niet alle muziek is even zuiver, zelfs als je merkt dat het je de goede richting intrekt. Blijf op je hoede. Neem de muziek die je reizen door de onderwereld laat maken en door de natuur, niet de muziek die je in de valstrikken van de stad leiden, zoals veel rap en nietszeggende bandjes die het alleen maar om populariteit is te doen en veel geld. Ze liegen voor veel geld, dus trap er niet in. Soms kunnen ze zelf ook geen kant op, en zijn ze marionetten van de grote muziek-bazen. Neem ook eens muziek die gewoon anders is, of van een andere cultuur. Veel stront komt er op dit moment vanuit Amerika, allemaal dom geleuter, gewoon je tijd vol lopen maken met dingen die er niet toe doen, ijdel gezwets over drank, drugs en feesten, en dat is de reden waarom ik al lang niet meer naar de top 40 luister. De 80-er 70-er jaren waren goudmijnen, maar die tijd is voorbij. Dom gemier moet je nu aanhoren, en zelfs in de supermarkt ben je niet veilig. De jeugd van tegenwoordig is als een gorgelend graf. En dat terwijl de mens nog diep vastzit in de valstrikken van het christendom en het medische systeem. De mensheid is behekst. Buitenaardsen hebben de aarde al lang geleden ingenomen. Dom, dommer, domst moet je om je heenzien. Clowns die reclame maken voor flutproducten. Het vooroordeel is het verwende kind van de ignorance. In het Oude Egypte ging het nog om de dagelijkse reis door de onderwereld, door de baarmoeder van moeder aarde, en niet het domme geleuter van veel christenen dat je er wel op aan kunt rotzooien zolang je maar in hun Jezus-sinterklaas gelooft, en dat pas veel later er dan de hemel is of de hel. Nee, het hiernamaals is allang begonnen. Elke dag weer moet de mens afsterven aan zijn ego, opdat zijn diepere ziel tot wedergeboorte mag komen. We gaan allemaal nu al door de hel, genaamd de aarde, als de onderwereld. David zei : "Als ik mijn bed in de hel heb, dan zal u daar zijn", en "u zult mij in de hel niet alleen laten." Zo is dat in de Engelse vertaling vertaald, maar het gaat over de Sjeool hier, de onderwereld, waar iedereen doorheen moet, en God is daar, zowel in de hemel als de hel. In het oude Egypte was dat gewoon een opvoedende baarmoeder die het kind vormt, als een reis door de onderwereld. David zei ook : "U heeft mij gered van de laagste hel," wat wel even wat anders is dan de pseudo-christenen die zeggen dat je nooit meer uit de hel kunt als je er eenmaal in bent gegaan. Allemaal extreme bangmakerij.
Hoe ging dit fout ? Voornamelijk door de Middeleeuwen, waarin langzaam het moderne christendom ontstond, en alles werd verwesterlijkt, verletterlijkt, gematerialiseerd, en zo ontstond er een ongevoelige patriarchie, die de baarmoeder afdekte als een doek, als een voorhangsel van de tempel. De westerse patriarchie is ongevoelig voor de poetische, metaforische talen van het Oosten, en is als een lompe olifant in een porcelein winkel. Blijf dus strijden, blijf dus onderzoek doen, en blijf reizen. Journey through the medieval. Hoofdstuk 21. Alles is ten dele Judas : 13 Westerse vertalingen : wilde baren der zee, die hun eigen schande opschuimen; dwaalsterren. Voor hen is de donkerste duisternis voor eeuwig weggelegd. Aramees : Wilde gezichtuitdrukkingen van hen van de wildernis-rivier, die geweldadig en eeuwig leven in de naaktheid van openbaringen (profetie) van de donkerste duisternis. In het Aramees is dit een ritueel, dus metaforisch. In vers 11 gaat het om hen die de weg van Kaïn zijn opgegaan, tot Nod, en hen die gekomen zijn tot de vergetelheid, de leegte, van Bileam. Dit is altijd weer een dualiteit in de grondtalen, maar het Westen heeft een hele eenzijdige vertaling gegeven puur om hun theologie te ondersteunen. Hoofdstuk 22. "Het geloof geeft mij rust." Maar welk geloof dan ? Vaak is het het geloof door ouders gegeven, en natuurlijk geeft dat rust en veiligheid, geborgenheid, maar het is niet noodzakelijk de waarheid. Het voelt vertrouwelijk, maar ook dat wil niet zeggen dat het echte veiligheid is. Je kunt het een beetje vergelijken met een
verzekering, en dan hebben we te maken met een bedrijf die voor je zorgt, omdat je hen ervoor betaalt. Is dat dan echte zorg ? Betekent geloven zomaar aannemen wat je met de paplepel is ingegoten, of wat iedereen om je heen zegt ? Houd je jezelf dan niet voor de gek ? In het Egyptisch was geloof de leegte, de naaktheid, de nht, wat ook een woord is voor eeuwigheid, waar de klaagliederen opborrelden. Het klaaglied is het bewustzijn van het gebrek, en de zoektocht naar hulp. In ieder geval was in het Egyptisch het geloof het leven vanuit de leegte en niet zomaar tot vooringenomen conclusies komen of zomaar aannemen wat er wordt verteld. Het geloof had meer met onderzoek te maken. Het latere westerse geloof was meer een gaslek in deze dingen. Hoofdstuk 23. Numeri 1-2 Numeri 1 19zoals de Here Mozes geboden had. En hij telde hen in de woestijn Sinai. Tellen is in het Hebreeuws ook kastijden, pkd, van het Egyptische pgd (pega-t, peg), wat doorgang betekent en ravijn, leegte, van pega, het openen van een boekrol. 20De zonen nu van Ruben, Israëls eerstgeborene, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen, hoofd voor hoofd, allen die van het mannelijk geslacht waren, van twintig jaar oud en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Leger is in het Hebreeuws ook gewoon de normale dienst, dus niet speciaal oorlog. In het ArameesSyrisch is dit de dienst van het mannelijk geslachtsdeel (dkr) tot de vagina. Ruben ging in de Rabbijnse literatuur in tot Bilha om haar te dienen als een iysh. De fallus staat ook in het Aramees voor het sterrenbeeld Aries, het lam, als een zelf-offer aan de Moeder God. Het ware offer is de gehoorzaamheid. Dit heeft dus niets te maken met letterlijke offerdiensten van dieren. Daar leent het Aramees zich niet voor, tenzij het heel selectief wordt vertaald, maar dan wordt er geen recht gedaan aan de originele betekenis in de context en aan de diepte van de Aramese taal. 21de getelden van de stam Ruben waren zesenveertigduizend vijfhonderd. Veertig is in het Hebreeuws het getal van de metaforische copulatie tussen vrouw en beest, als de vrouw op het beest, en duizend is het teken van educatie en verzoening. Zes is het getal van de dienstbaarheid.
22Van de zonen van Simeon, hun nakomelingen naar hun geslachten en families overeenkomstig het aantal namen, hoofd voor hoofd, allen die van het mannelijk geslacht waren, van twintig jaar oud en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Simeon betekent luisteren en gehoorzamen. Zoals Ruben, als ben, zoon, van Ra (zoon van de psalmen) een Hebreeuws-Egyptische naam heeft, zo heeft Simeon dit ook, als Shama-on, het gehoorzamen van On, Osiris, oftewel in de Orionse wortels de godin Suri (Assur). Dit is waartoe elke tong zal belijden en waarvoor elke knie zal buigen. Jozua 1:16 - de totale gehoorzaamheid, asher. Simeon was degene die zijn toevlucht nam tot geweld, maar in de grondtekstelijke en esoterische diepte is dit ook zijn ijverige dienstbaarheid. Simeon is hier als een karaktereigenschap van Ruben die tot Bilha naderde. Simeon, shama-on, is een beeld van toewijding. Zonder deze toewijding zou Ruben nooit tot Bilha zijn gekomen. Hij gaf niet op voordat zij hem aannam. Bilha staat voor de plotselinge dood van het ego. Ieder mens moet tot de tent van Bilha naderen. 23de getelden van de stam Simeon waren negenenvijftigduizend driehonderd. Het getal negen is opmerkelijk. Dit getal is in het Hebreeuws het getal van de openbaring. Door zijn toewijding krijgt Simeon een beter beeld van Bilha. 24Van de zonen van Gad, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Gad betekent het doodbloeden van het ego, wat het resultaat is als Ruben nadert tot Bilha. 25de getelden van de stam Gad waren vijfenveertigduizend zeshonderd vijftig. Dit is weer een getal in de veertigduizend, wat weer wijst op de omgang tussen vrouw en beest, als een beeld van educatie en verzoening. Het staat voor de innerlijke balans die wordt hersteld. Er is geen afhankelijkheids-situatie of hiërarchie. Het zijn innerlijke realiteiten en verhoudingen binnen het Zelf. 26Van de zonen van Juda, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Juda is een beeld van nederigheid en belijdenis, maar ook van vernedering wanneer dit nodig is. Dit is allemaal nodig voor de verzoening tussen de helften van de mens. Zo ontstaan de smeltpunten waardoor alles weer in elkaar over kan vloeien. Juda is het zaad van de dood van het ego, komend van het wortelwoord yad, wat ook het mannelijke geslachtsdeel is. Uiteindelijk kwam Yeshua ook voort uit deze stam, als het zaad van de heilige verdoemenis, wat geheel het eigendom was van de vrouw, als het zaad van de vrouw wat de kop van de duivel (het ego) zou vermorzelen. 27de getelden van de stam Juda waren vierenzeventigduizend zeshonderd. Hier zien we een getal in de zeventig duizend. Zeven is het getal van het offer, en duizend het getal van de educatie.
28Van de zonen van Issakar, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Issachar, Issakar, heeft in het Hebreeuws de sakar wortel, terugleidend tot de Egyptische woestijngod Sokar, skr, wat staat voor het verhongeren en sterven van het ego in de woestijn, en het hebben van een wachter van de mond. 29de getelden van de stam Issakar waren vierenvijftigduizend vierhonderd. Skr, de leegte, komt men alleen in door de steniging. Zacharia, skr, was de gestenigde. Steniging is sakal, skl, in het Hebreeuws. De skl-wortel in het Aramees (sukkal) is de plaats van kennis door ervaring, zintuigelijkheid. De symbolische stenigings-ervaring is dus noodzakelijk om profetische gaven te ontvangen. Skl is ook weer de wortel van Ezekiel, skl. De luipaard met zijn vlekken staat hiervoor symbool. In Zacharia (skl) 6 gaan de gevlekte paarden, de gestenigden, naar het Zuiden. Het paard is in het Aramees ook de paal waaraan de mens moet afsterven aan zichzelf. Het Zuiden betekent in het Hebreeuws in de wortel de honger, de leegte. 30Van de zonen van Zebulon, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Zebulon was een stam in het Noorden die een haven toegewezen kreeg, Akko, voor het visserswerk, wat een beeld is van de opname. Het Noorden is een beeld van het verborgene, het sieraad. Ook is het een beeld van de duisternis. 31de getelden van de stam Zebulon waren zevenenvijftigduizend vierhonderd. De zbl wortel in het Aramees betekent het eren, het eren van on, Osiris, oftewel in het Orions Suri. De Aramese sbl wortel is ook de drager, als On, de drager, Suri, de drager van het Woord, wat verwijst naar de boom der kennis die Adam tot knielen bracht. Dit is belangrijk om het evenwicht tussen de mannelijke en vrouwelijke pool te herstellen. De sbl is ook de wachter. 32Van de zonen van Jozef, van de zonen van Efraïm, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, De stam Efraim was een beeld van de trouweloze, honende, liegende en spottende vrouw van Hosea. Natuurlijk is dit niet wat het lijkt, want het is een initiatie proces waarin het ego in vernedering moet afsterven. Het zijn de voorhangsels van de tabernakel, van grote verwarring, waarin het ego verstrikt moet raken, opdat het niet tot het heiligdom kan komen. 33de getelden van de stam Efraïm waren veertigduizend vijfhonderd; Efraïm is het naakte volk, wat een beeld is van ontmaskering en openbaring. De Egyptische prm wortel van Ephraim is de wet van de rivier, oftewel de wet van de heilige verdrinking, waarvan de
waterdoop een beeld is (prm, pair-ma, pair-m, ephraim). Pair-maa, prm, betekent ook het offeren aan de rivier, als het verdrinkings-offer, wat weer verband houdt met Exodus 1. 34van de zonen van Manasse, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Manasse betekent de vergetelheid in het Hebreeuws. Het ego wat verlangt naar roem moet afgezonderd worden, en zo sterven in de eenzaamheid. 35de getelden van de stam Manasse waren tweeëndertigduizend tweehonderd. Manasse (menashe, mns) komt van het Egyptische men-sa, de kennis (sa) van het eeuwige Woord, van de eeuwige inscripties (men). 36Van de zonen van Benjamin, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Benjamin is in het Egyptisch bena-jmn, de wijn van Amen, de wijn van het verborgene, of de wijn van de nacht, als een beeld van bloeddorst. Amen, men is ook het verborgen Woord in de hemel, als de verborgen Thoth, de verborgen Logos. Ben-jmn, Ben-amen, Ben-men, is dan de zoon van het Woord, van Amen. Dit is ook als een verlichting, als begrip, vertaling. De mens moet als Benjamin wederomgeboren worden in het Woord. 37de getelden van de stam Benjamin waren vijfendertigduizend vierhonderd. Het is dus niet het materiele woord, maar het geestelijke woord in het verborgene. 38Van de zonen van Dan, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Dan is in de Aramese dn wortel de exegese van het Woord, oftewel de schrift-uitleg, de tekstuele en liturgische diepte. Dit is in het Aramees de daadwerkelijke wet, het daadwerkelijke rechtssysteem. Als er geen diepte is, is er ook geen wet. Vandaar dat het aardse rechtssysteem doordat het een markt werd heeft moeten inboeten aan diepte. 39de getelden van de stam Dan waren tweeënzestigduizend zevenhonderd. Het is een getal in de zestigduizend. Zes heeft de betekenis van werk, dienstbaarheid, en dat is de enige manier om in de diepte te gaan. Het komt ons niet zomaar aanwaaien. 40Van de zonen van Aser, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Aser, sr, verwijst weer door naar de Orionse godin Suri. 41de getelden van de stam Aser waren eenenveertigduizend vijfhonderd.
De stam van Aser is de stam van de profetes Anna (Lukas 2:36). Zij was altijd in de tabernakel, en dat is ook wat haar naam betekent : het wonen in tenten, chanah. Zonder Aser zou Ruben nooit tot de tent van Bilha kunnen komen. 42Van de zonen van Naftali, hun nakomelingen naar hun geslachten en families, overeenkomstig het aantal namen van wie twintig jaar oud was en daarboven, allen die in het leger uitrukten, Naftali is het ree tussen de borsten van de amazone, als de creatie in de leegte. Ook Naftali is een visserstam. Hij is een zoon van Bilha. 43de getelden van de stam Naftali waren drieënvijftigduizend vierhonderd. Naphtaliy beweegt zich door Gad, het doodbloeden van het ego, door de onderwereld, door visioenen. Dit zijn allemaal onderdelen van het mechanisme van Ruben om tot de tent van Bilha te komen. 44Dit zijn de getelden, die Mozes telde met Aäron en de vorsten Israëls, twaalf man; ieder vertegenwoordigde zijn families. In het Hebreeuws zijn dit de huizen, gevangenissen, van de vaderen, ab, wat ook een Egyptisch woord voor vaderen is, en wat ook luipaarden betekent. Het zijn dus de huizen van de luipaarden, de gestenigden, zij die de leegte ijn zijn gegaan en contact hebben gemaakt met de diepere aarde. De huizen, gevangenissen, bayith, zijn van het wortelwoord bana, de kinderloze vrouwelijke leider van de familie, als een vrouw of bijmoeder, die het lichaam van de man schept als een tweede moeder. Dit komt van het Egyptische bnana, wat wassen of wasplaats betekent. Dat is ook wat alle gevangenissen in diepte zijn. Ook is het verbonden aan benu, de morgenster. Het is dualistisch, want er ontstaat wel een zoonschap in dit principe, zoals benu ook man kan betekenen, en ben is de algemene copulatie. Benn is de ontvangen man, de zoon, wat ook de betekenis van ben is in het Hebreeuws. Ook de dubbele ben, benben, wordt hiervoor gebruikt in het Egyptisch, wat weer copuleren betekent, en wat ook een vuuroffer is in de tempel van Seker, en de naam van een god. Benni is een fallische god. Dit is dus ook de Egyptische achtergrond van "de zoon van God". 45Dus waren al de getelden der Israëlieten, naar hun families, van twintig jaar oud en daarboven, allen die in het leger uitrukten in Israël, Dit ging dus niet speciaal om een leger, maar om dienstbaarheid. 46al de getelden waren zeshonderddrieduizend vijfhonderd vijftig. In de zeshonderdduizend, wat weer wijst op dienstbaarheid door educatie, door de bijmoeder. 47Maar de Levieten naar de stam hunner vaderen werden niet samen met hen geteld. De Levieten waren de afgezonderden.
48De Here had namelijk tot Mozes gesproken: Jehovah heeft de Havah wortel, het Hebreeuwse woord voor Eva, wat zijn, worden, vallen betekent, als een beeld dat het ego moet vallen door de baarmoeder van de onderwereld. 49Slechts de stam Levi zult gij niet tellen, noch hun aantal onder de Israëlieten opnemen, Levi is de opname, want dat is wat de offerdienst in diepte betekent. 50maar stel gij de Levieten over de tabernakel der getuigenis en over al zijn gerei en over al zijn toebehoren; zij zullen de tabernakel en al zijn gerei dragen; zij zullen daarbij dienst doen en zich rondom de tabernakel legeren. In het Aramees gaat het hier om de tent van vernedering (van het ego). Gerei gaat om cognitieve processen in het Aramees. 51Wanneer de tabernakel moet opbreken, dan zullen de Levieten hem uit elkander nemen, en wanneer de tabernakel moet legeren, dan zullen de Levieten hem oprichten, maar de onbevoegde, die nadert, zal ter dood gebracht worden. Het is de tent van dood door uithongering (muwth), van het ego, en voor het opzetten van de tent wordt het woord 'chanah' gebruikt, de moeder van Samuël, wat ook het wortelwoord is van de Griekse Johannes, en wat bezetting betekent. De Orionse wortel is OAN, een naam voor het paradijs, wat ook de paradijselijke slaap betekent. 52Terwijl de Israëlieten zich zullen legeren, ieder bij zijn legerplaats en zijn vendel, naar hun legerscharen, Weer wordt het woord chanah gebruikt. Elke iysh, slaaf, moet tot chanah komen, tot zijn eigen tent. 53zullen de Levieten zich rondom de tabernakel der getuigenis legeren, opdat er geen toorn ruste op de vergadering der Israëlieten; de Levieten zullen zorg dragen voor de tabernakel der getuigenis. De Levieten moeten dus persoonlijk zorgdragen voor de opname van elke iysh. De opname gebeurt door de bezetting, de chanah, oftewel de uithongering als het heilige vasten waarin de iysh loskomt van zijn ego. De Levieten zijn hier een beeld van ntr in het Aramees, alertheid. Alleen alertheid kan dieper de leegte inleiden. In het Egyptisch is dit een woord voor god. 54En de Israëlieten deden het; juist zoals de Here Mozes geboden had, deden zij. Jehovah, havah, Eva, heeft diepe Egyptische wortels, want Hefa is de Egyptische moeder aarde, en hefau is de dualistische oerslang (seba, aapep). Hefa is ook de god die tot de aarde buigt, als de slang die in het stof wordt geworpen, als een beeld van het teruggaan tot de aarde. De slang is het beeld van het touw, als de ingang tot de aarde, tot de baarmoeder. Vandaar dat Eva en de slang Egyptologisch gezien aan elkaar verbonden zijn, met elkaar samen werken om de mens tot de gnosis te doen ontwaken. Eva en de slang zijn één, als een beeld van moeder Nuwd, Nod, die ook
heel lang wordt als een slang, tussen hemel en aarde, en die de baarmoeder van de nacht vormt, waardoor Ra afdaalt in de onderwereld. Toen Kain Hobel had gedood, als een beeld van zijn ego, moest hij terug naar Nod. Numeri 2 1De Here sprak tot Mozes en Aäron: Mozes is de opname in het Hebreeuws, en Aaron, aharan, van har, de inwijding. 2De Israëlieten zullen zich legeren ieder bij zijn vendel onder de veldtekenen van hun families; op een afstand zullen zij zich rondom de tent der samenkomst legeren. In het Hebreeuws : elke iysh draagt het teken van zijn eigen gevangenschap (bayith), gesteld onder een bijmoeder (bana). Natuurlijk is dit metaforisch. Het is de heilige gevangenschap van de educatie. Zij zijn de gestenigden (ab, luipaarden, Hebreeuws-Egyptisch), oftewel hen bij wie de wet is ingeprint. 3Aan de oostzijde, aan de kant waar de zon opgaat, zal het vendel van de legerplaats van Juda zich legeren naar hun legerscharen. De vorst nu der zonen van Juda was Nachson, de zoon van Amminadab; Nachson betekent de aankondiger. Amminadab betekent "verduistering door samenvoeging". 4en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg vierenzeventigduizend zeshonderd. Leger kan ook weer dienstbaarheid betekenen, dus niet noodzakelijk oorlog. 5Naast hem zal de stam Issakar zich legeren. De vorst nu der zonen van Issakar was Netanel, de zoon van Suar; Issachar, Issakar, skr, wat in het Egyptisch staat voor het verhongeren en sterven van het ego in de woestijn, en het hebben van een wachter van de mond, ligt naast Juda, belijdenis, vernedering. 6en zijn leger, dat uit zijn getelden bestond, bedroeg vierenvijftigduizend vierhonderd. In de Talmoed wordt Issakar beschreven als een stam van religieuze geleerdheid. Leger heeft in het Aramees de betekenis van een argument (hel). 7Voorts de stam Zebulon: de vorst nu der zonen van Zebulon was Eliab, de zoon van Chelon; Eliab, El'ab, is God, de natuur, het verbeeldingsvermogen (el) is vader (ab). Ab komt uit het
Egyptisch, wat dezelfde betekenis heeft, vader, maar het betekent ook luipaard, als een beeld van de gestenigde, degene in wie de wet is geprint, om zo toegang te krijgen tot de leegte, de oer-afgrond. Zebulon is een vissersstam, als beeld van de opname. Chelon is de ware betekenis van kracht : vaardigheid, kundigheid. 8en zijn leger, dat uit zijn getelden bestond, bedroeg zevenenvijftigduizend vierhonderd. Zebulon vestigde zich ten Westen van Issakar in het Noorden, in Galilee. Mede door de dienst van Zebulon werd Sisera overwonnen in het lied van Deborah. Zebulon, zbl, sa-bilha, is de kennis van het alarm-systeem, van de plotselinge dood van het ego, en de kennis van de alertheid. De tucht is ervoor om het alarm-systeem te brengen. Als sa-balla is het de kennis (Egyptisch) van het Orionse Balla paradijs van de tucht. Zbl was ook een bijnaam van Baal. 9Al de getelden van de legerplaats van Juda waren honderdzesentachtigduizend vierhonderd naar hun legerscharen. Zij zullen het eerst opbreken. In het Aramees is Juda het begin van de educatie, wat als een gevangenneming wordt voorgesteld (sql). Juda is het begin en het beste. De rsh wortel van het begin, waarmee ook Genesis begint, heeft dezelfde betekenis in het Egyptisch, en betekent ook de witte kroon van het Zuiden, de kroon van afzondering en onderscheiding (stn, rsh). De schepping kwam dus tot stand in de witte kroon, in afzondering en onderscheiding, in den beginne. Juda is dus hiervan een beeld. De rs (res) wortel betekent ook het Zuiden. Het is een droom (resi) die ontstaat in de afzondering. 10Het vendel van de legerplaats van Ruben zal aan de zuidzijde zijn, naar hun legerscharen. De vorst nu der zonen van Ruben was Elisur, de zoon van Sedeür; Sedeur betekent openbaringen van de wildernis, het uitspreiden van openbaringen. In het Hebreeuws betekent "licht" de goddelijke openbaringen. Hetzelfde wortelwoord als van de urim wordt hier gebruikt, uwr. Elisur betekent de stille, de stomme, als een beeld van iemand met een wachter voor de mond, en een wachter van de openbaringen, opdat er geen valse openbaringen zullen komen. Ru-ben betekent de openbaring van het zoonschap. 11en zijn leger, dat uit zijn getelden bestond, bedroeg zesenveertigduizend vijfhonderd. In het Judaïsme betekent Ruben het goddelijke bewustzijn, ru. Het gaat hier om een getal in de veertigduizend. Veertig is in het Hebreeuws het getal van de metaforische copulatie tussen vrouw en beest, als de vrouw op het beest, en duizend is het teken van educatie en verzoening. Zes is het getal van de dienstbaarheid. Het gaat hier om Ruben's bewustwording van Bilha, de godin. Zo komt hij tot haar tent, in de Judaïstische literatuur, waardoor hij aan zijn ego afsterft en alertheid ervoor in de plaats krijgt, wat de betekenis is van Bilha. 12Naast hem zal de stam Simeon zich legeren. De vorst nu der zonen van Simeon was Selumiël, de zoon van Surisaddai; Simeon heeft diepe Egyptische wortels, wat het samenkomen betekent, het vestigen, en gebedskralen. Het geeft meer diepte aan de Hebreeuwse shama wortel van horen en gehoorzamen,
in de zin dat het decoratie en toevoegen betekent. Het gaat allemaal om het verwijden van de cirkel. In het NT gaat dit verder als SMN Petrus. Petrus was de Rots waarop de gemeente en het lichaam van Christus werd gebouwd, als een belangrijk fundament. 13en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg negenenvijftigduizend driehonderd. Ook het haar, het harige is een Egyptische wortel van Simeon, als een beeld van de verbindingen. Haar staat voor zintuigelijkheid. 14Voorts de stam Gad: de vorst nu der zonen van Gad van Eljasaf, de zoon van Reüel; In het Egyptisch is Gad het bloeiproces in de onderwereld (gait). Gat (ga-t) is in het Egyptisch zowel de doodskist als de wieg. Voor de Egyptenaren is dood en geboorte hetzelfde. Het is het beeld van de wijn in de onderwereld, wat een mind-altering effect heeft, waardoor de mens in een andere realiteit en een andere vorm komt (gait). Het is een pad door de onderwereld (gau-t). In de onderwereld groeien kruiden met een heilzame werking die de mens moet leren kennen (gi-t). De mens wordt in de onderwereld geblokkeerd en onder restricties gezet opdat de mens zich verder kan ontwikkelen (gu, gua, gua-t). Het gaat om de vruchten van de onderwereld-ervaring (geti). Ook Eljasaf betekent toevoegen, door tot God, de bron, te komen. Reuel, betekent als Reh-el of Ra-el de partner of echtgenoot van God. Als Ra in de Egyptologie door de onderwereld gaat, door de baarmoeder van zijn moeder, gaat hij ook als echtgenoot bij haar binnen, weer als een bijmoeder idee, de tweede schepper van de man, die de man tot bloei en verdere ontwikkeling brengt. 15en zijn leger dat uit hun getelden bestond, bedroeg vijfenveertigduizend zeshonderd vijftig. We zouden kunnen stellen dat Gad de vertalende diepte is van de onderwereld. Hiervan is elke oorlog slechts een symbool. 16Al de getelden van de legerplaats van Ruben waren honderdeenenvijftigduizend vierhonderd vijftig naar hun legerscharen. Zij zullen in de tweede plaats opbreken. Ruben komt ook van de Egyptische reb, rb, wortel, wat moedermelk betekent. 17De tent der samenkomst nu, de legerplaats der Levieten, zal te midden van de legerplaatsen opbreken; zoals zij zich zullen legeren, zullen zij ook opbreken, ieder op zijn plaats naar hun vendels. Dit gebeurde in het Aramees onder het opzeggen van een schriftgedeelte (sql), voor een argument (hel). 18Het vendel van de legerplaats van Efraïm naar hun legerscharen zal aan de westzijde zijn. De vorst nu der zonen van Efraïm was Elisama, de zoon van Ammihud; In het Hebreeuws wordt het woord yam gebruikt wat ook zee of rivier kan betekenen. Efraïm is aan de kust, en dat verklaart ook de naambetekenis. Efraïm is het naakte volk, wat een beeld is van ontmaskering en openbaring. De Egyptische prm wortel van Ephraim is de wet van de rivier,
oftewel de wet van de heilige verdrinking, waarvan de waterdoop een beeld is (prm, pair-ma, pairm, ephraim). Pair-maa, prm, betekent ook het offeren aan de rivier, als het verdrinkings-offer, wat weer verband houdt met Exodus 1. Het is gerelateerd aan de Orionse Hiti stam. Ammihud betekent de verborgenheid ingaan door het verzamelen, het toevoegen. Het is de verduistering, het aanbreken van de nacht. Alle dingen worden weer vaag en half, opdat er een grotere majesteit zich kan manifesteren. 19en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg veertigduizend vijfhonderd. Hosea, als een beeld van de Israelieten in de Egyptische ballingschap, streed met Efraïm, met Hiti. Dit was als de waterdoop. Zo kwam hij tot de opname. Zo werd hij dienstbaar. Hij was zelf als een deel geworden van deze stam. Het was als de Hoseaanse Pniël-ervaring, als een Hoseaanse Paulinische Damascus-ervaring waarin Hosea werd overweldigd. 20Naast hem de stam Manasse: de vorst nu der zonen van Manasse was Gamliël, de zoon van Pedasur; Efraim en Manasse waren de Egyptische zonen van Jozef, en vandaar van groot belang. Zij staan voor de link tussen Israel en Egypte, waarin de diepte van de Hebreeuwse taal zichtbaar wordt. Manasse betekent vergeten, en er is zoveel valse, oppervlakkige kennis die weer vergeten moet worden. Manasse (menashe, mns) komt van het Egyptische men-sa, de Egyptische kennis (sa) van het eeuwige Woord, van de eeuwige inscripties (men). Manasse staat voor de Egyptische diepte van de Hebreeuwse taal en de Hebreeuwse geschriften. Gamliël is het rijp worden, ook in het leven van een kind, het losraken van de moeder, oftewel het komen tot een vrouw of bijmoeder in dienstbaarheid. Pedasur is het vrijzetten tot dienstbaarheid tot iemand anders, en het vormen door de bezetting (verhongering, heilig vasten), als de tweede schepping van de man door zijn vrouw of bijmoeder (ook in educatie). 21en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg tweeëndertigduizend tweehonderd. De heilige verhongering is in Manasse een beeld van het vergeten om zo tot de ware vruchtbaarheid te komen. Er is alleen vruchtbaarheid in het heilige vasten. 22Voorts de stam Benjamin: de vorst nu der zonen van Benjamin was Abidan, de zoon van Gidoni; Abidan is het gevecht (dan) van het luipaard (ab, Hebreeuws-Egyptisch), als het hagel-oordeel, de collectieve steniging waardoor de tempel wordt gebouwd en de wet collectief wordt ingeprint. Gidoni is het snoei-proces. 23en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg vijfendertigduizend vierhonderd. Benjamin komt ook van de Egyptische bena-menn wortel, de wijn van het touw van Qan, de Egyptische Kaïn, wiens mond symbolisch werd gebonden, als hebbende een wachter voor de mond. Hobel betekent "adem" in het Hebreeuws, en die moest eerst symbolisch sterven. De wijn is de vrucht hiervan, als het heilige spreken, in de heilige gebondenheid.
Hoofdstuk 24. De Egyptologische Wortels van David We zullen zien hoe die lijnen precies liggen tussen Egypte en Israel. Ze hebben veel met elkaar te maken en leggen elkaar uit. Het zijn twee belangrijke dynamieken in het klaar krijgen van de culturele puzzel. Hosea 1 1Het woord des Heren, dat tot Hosea, de zoon van Beëri, kwam, in de dagen van Uzzia, Jotam, Achaz en Jechizkia, koningen van Juda, en in de dagen van Jerobeam, de zoon van Joas, koning van Israël. Beeri is de put die leidt tot de grotten van de hieroglyphen, de graveringen, wat metaforisch is voor de verklaring. Het betekent het graven (ba'ar). Het wijst terug op de verborgen Egyptische diepte van Israël, de Afrikaanse wortels. De god(in) van het Egyptische archief is Dwd (Thoth, Grieks), als de Egyptische wortel van David. De oorlogen van David zijn metaforisch voor het verklaren van de mysterieën. De Egyptische DI-wortel (dai) betekent het veroveren van land. Diwt betekent vijf delen of vijf stenen, wat ook weer terugkomt in het Israëlitische David en Goliath verhaal, waarin David vijf stenen neemt om Goliath te verslaan. Diwt is ook in het Egyptisch een troep, een leger, of bende van vijf, en het betekent schreeuw, gegrom en gegil (gejoel). De Egyptische dwyt wortel van David (Hebreeuwse wortel : Dwd) betekent de morgen, verbonden aan pr-dwt het morgenhuis waarin men zich aankleed, optuigt, voor de dag, als een metafoor van het aandoen van kennis, het woord. Dwt is ook de onderwereld en de onderkamer beneden het graf. De dwtyw zijn de bewoners van de onderwereld, met de dw-wortel van vereren, aanbidden. De dwi-wortel betekent het roepen tot god in de afzondering. De dfyt-wortel betekent de penetratie. Het hele David-verhaal was dus al gecodeerd in de Egyptologie. De dw-wortel is de nacht. Dwa ntr betekende "het prijzen (dwa) van god (ntr)" wat ook weer een Israëlitisch beeld was van David die God loofde. De ntr dww was de morgen ster. De Egyptische D-hieroglyphen beginnen vaak met een hand, de letter D. In het Hebreeuws betekent David de gekoesterde, en heeft als Hebreeuwse wortel dwd, wat het spirituele vuur van de verzoening betekent, als het overkoken, als de tekenen van verzoening. Dit wordt metaforisch voorgesteld als de "broer van de vader", of vriend van de familie. De vader is de climax van de man, van het horen en gehoorzamen, oftewel de gevoeligheid, als de verbrokenheid van de man. Het is een zintuig. De broer van de vader, als de schaduw van de vader, is dan de houder van deze gevoeligheid, als een tester, een beveiliger. De wortel van dwd is overkoken, als de climax, wat ook terugkomt in de Egyptische d'f wortel met dezelfde betekenis, als een diepere Egyptische wortel van David. De dai-wortel van het veroveren van land, wat ook weer terugkomt in de david mythe, betekent ook veerboot over het water, of door de hemel. Het oorlog voeren is dus meer metaforisch voor het verkennen, het onderzoeken. De dai-wortel brengt het ook in verband met een kind die uitreikt naar de moeder borst. Met een M erbij, als in daim, komt dit ook voor, wat dan weer een
wortelwoord is van het Hebreeuwse "dam", bloed, en ook van Adam, wat allemaal terugwijst op een kind die terugkeert naar de moederborst, door het trotse ego te laten doodbloeden. Het kind komt alleen terug tot de moederborst door "bloed". Dit heeft dus een enorme Egyptologische diepte. De dai of daim wortel betekent het verzetten tegen het ego, het doorboren. Er komt eindelijk antwoord, verklaring, in de Egyptische wortels van David. Dd betekent het spreken. Hier gaat het Kaïn mysterie verder, die door het afsterven van Hobel, de adem, oftewel door de gebondenheid van zijn spreken, de wachter voor de mond, uiteindelijk het pure woord aangeboden krijgt. Zo wordt Kaïn's mond geopend. Het ritueel van de opening van de mond van de dode is een belangrijke theologie in de Egyptologie, die een centrale plaats heeft. De Egyptische da-t(j) wortel is specifiek verbonden aan de boot van het zevende uur van de nacht, wat in de Amduat centraal gaat over de triomf over de vijanden van Ra en Osiris, iets wat ook weer terugkomt in de Hebreeuwse David-mythes. In het boek der poorten gaat dit uur over het komen tot het gebied van de Geb-palen waaraan de vijanden gebonden zijn om zo getransformeerd te worden, wat in de Egyptologie dus gaat om het komen tot diepere begrippen, als onderdeel van de etymologische exegese. Tot dit gebied leidt de da-t boot, de Egyptische davids-wortel. Het uur begint met het reinigen van de Ka, het Egyptische dubbel, of de dualiteit, het geestelijke. De letter K is in het Egyptisch de hieroglyph van de mand, als de houder. In de oertaal is de K een vissershieroglyph, een persoon met een net, als beeld van de literaire structuur van de educatie. Dan komen zij die door het zevende nachtuur gaan tot de diepte van hun Ka, K-bron. Zo kunnen zij hun armen gebruiken. Armen kunnen functioneren als ze hun gebruiksvoorwerpen vinden en aanwakkeren. Zo kunnen zij ook offeren, waardoor zij hun voeten weer kunnen gebruiken, en verder kunnen, door de woorden van Osiris (aser, suri). Zo worden zij ook gevoed door hun herstelde K-bronnen. Dan wordt de wet hersteld, zij ontvangen de veren van Moa(d) op hun hoofd, van de godin van de wet en de waarheid. In de begeleidende hieroglyphen zijn dit twaalf goden die een veer op hun hoofd ontvangen, als vlammen, wat ook weer terugkomt in het boek Handelingen waarin de twaalf apostelen de vlam van pinksteren op hun hoofd ontvangen op de pinksterdag, de tongen van vuur. Deze twaalf goden hebben de wet beoefend, en daardoor ontvangen zij de veer of de vlam. Ook zijn het die voor hun godin hebben gevochten (gestudeerd). Zij mogen nu de rust van de aarde ingaan, om zo tot de tabernakel te gaan waar de grote godin de vijanden vernietigt (de onwetendheid). Op de boot komen zij tot de hal van de palen waaraan het ego, de onwetendheid, sterft. Er wordt hier gegrepen (ra), er wordt hier geperst (atum), er is hier geweldadigheid (chepri), er is hier vreselijkheid (shu), en er is hier nauwkeurigheid (geb). Er is hier verdrukking (osiris), en autoriteit (horus), opdat het goud naar boven zal komen. Het zijn beelden van het snoeien, vruchtdragen en oogsten. In het zevende nachtuur van de Amduat moet de dode de valse slang (van onwetendheid en valse kennis) "overwinnen", rangschikken, om zo te komen tot de mehen-slang van de heilige gebondenheid, zijn beveiligings-systeem en leidsraad. De slang is ook een Egyptische wortel van David, als dt (cobra), wat ook lier betekent, harp (dt, ddt), wat ook weer gebruikt werd in de Israelitische Davids-mythe. Zij die in de mehen-slang zouden komen zouden rust ontvangen, omdat het een goed beveiligingssysteem is. Dit is een eeuwig beveiligingssysteem wat alles voor eeuwig in de gaten houdt, en niemand kan ontsnappen van dit toezicht.
Serket, de schorpioenengodin, de doorboorder (een Egyptische wortel van David), brengt de heilige adem. Zij gooit haar lasso om de nek van de slang. Dan komen er vier straffende godinnen met messen. De eerste is genaamd dm-dyt, als zij die hen van de da-t-boot weer terugbrengt tot de moederborst. De vier godinnen zijn degenen die de slang van het ego straffen, ontleden, in de duat, de onderwereld, in het archief (thoth). Het gaat hier dus om het rangschikken en inventariseren van de boeken. Dit leidt tot de troonzaal van Horus op de troon die twaalf goden met sterren op hun hoofd toespreekt. Eén van zijn namen is Duaty (David, Thoth), hij van de onderwereld. De twaalf goden komen terug in het Judaïsme als de twaalf stammen van Israël voor het aangezicht van David, en als de twaalf discipelen van Jezus op de troon van David in het christendom. Een andere naam is hij wiens tong een mes is, wat ook weer terugkomt in het Nieuw Testamentische boek Openbaring als een eigenschap van Jezus. De twaalf goden representeren de twaalf uren van de onderwereld. In tegengestelde richting staan de twaalf godinnen die de uren vertegenwoordigen. Eén van haar namen is duatjt, zij van de onderwereld. Voor hen ligt een krokodil, een beeld van de exegese. Een andere naam van haar is jani-t, zij die donker is. Openbaring 12 1 En er werd een groot teken gezien in den hemel; namelijk een vrouw, bekleed met de zon; en de maan was onder haar voeten, en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren; 2 En zij was zwanger, en riep, barensnood hebbende, en zijnde in pijn om te baren. 3 En er werd een ander teken gezien in den hemel; en ziet, er was een grote rode draak (de slang), hebbende zeven hoofden, en tien hoornen, en op zijn hoofden zeven koninklijke hoeden. 4 En zijn staart trok het derde deel der sterren des hemels, en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, opdat hij haar kind zou verslinden, wanneer zij het zou gebaard hebben. 5 En zij baarde een mannelijken zoon, die al de heidenen zou hoeden met een ijzeren roede; en haar kind werd weggerukt tot God en Zijn troon. De krokodil die voor de godinnen ligt ligt op een zandbank. Vanuit de krokodil komt het hoofd van Osiris, wiens lichaamsdelen door de krokodil gered waren uit het water, en die nu door de krokodil (exegese) worden bewaakt. Ook het "staan op het zand" is een thema in het boek openbaring, zoals Johannes die in de KJV op het zand staat, en in andere Westerse versies is dit de draak (slang). In het Egyptisch is ook de vijandelijke slang (apopis) op de zandbank. De zandbank is genaamd : "brenger van water". Dan komen we weer uit bij Beeri, de vader van Hosea. Beeri betekent ook bron. Hosea 1 1Het woord des Heren, dat tot Hosea, de zoon van Beëri, kwam, in de dagen van Uzzia, Jotam, Achaz en Jechizkia, koningen van Juda, en in de dagen van Jerobeam, de zoon van Joas, koning van
Israël. Uzzia is het luide geroep van Jehovah, oftewel van Havah, Eva, de godin van de inwijding tot kennis. Hoofdstuk 25. Numeri 2-3 De Egyptische David-dwd wortels vertellen een verhaal, en de Israelitische parallellen zijn overduidelijk. Maleachi 1 1Een godsspraak. Het woord des Heren tot Israël door de dienst van Maleachi. Hebreeuws-Aramees : De last van de scherpte des Heren tot Israel door de dienst van Maleachi. De scherpte (Aramees) is in het Egyptisch de dm wortel, wat "bloed" werd, dam, in het Hebreeuws. Het Egyptische dm betekent ook het kind komende tot de moederborst (daim), wat uiteindelijk de bedoeling is van bloed, dat het terugbrengt tot de bron. De scherpte is ook het woord in het Aramees, wat "dabar" is in het Hebreeuws, wat uitgesproken wordt als "dava". Het betekent ook spreken en veroordeling. 2Ik heb u liefgehad, zegt de Here. En dan zegt gij: Waarin hebt Gij ons uw liefde betoond? Was niet Esau Jakobs broeder? luidt het woord des Heren. Aramees : liefgehad, rhm, met de RM wortel die wijst op de aanklagende vissersgodin (Egyptisch). Op dit punt kwam de oorlogs-amazone weer terug om verder onderwijs te geven over Numeri. Numeri 2 24Al de getelden van de legerplaats van Efraïm waren honderdachtduizend éénhonderd, naar hun legerscharen. Zij zullen in de derde plaats opbreken. De Egyptische phr-m wortel van Ephraim betekent insluiten, omsingelen, als een oorlogsstrategie, als de bezetting, de uithongering. In de diepte betekent het het openrollen van een boekrol, het verkondigen van het Woord. 25Het vendel van de legerplaats van Dan zal aan de noordzijde zijn, naar hun legerscharen. De vorst nu der zonen van Dan was Achiëzer, de zoon van Ammisaddai;
Dhn, de Egyptische wortel van Dan, is het buigen. De Noordzijde is het verborgene in het Hebreeuws, het donkere. Ammisaddai betekent de donkere, de duisternis, is machtig. Dan moet door de afzondering in nederigheid buigen tot de nacht, tot de donkere moeder kennis, zoals Odin tot de Ragnarok, door ijs komen tot de nacht waarin het ego kan sterven. De shaddai is in die zin ook de vernietiger (Hebreeuws). 26en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg tweeënzestigduizend zevenhonderd. Een andere Egyptische wortel van Dan is dwn, een haak wat gebruikt werd in het ritueel van het openen van de mond van de dode. Dwn was ook een beschermgod van Osiris. Dwn was het doorboren van de prooi in de jacht, aan het spit brengen. De dn wortel betekent de kop eraf snijden. Dit betekent het verslaan van de territoriale demoon, wat ook gebeurt in Leviticus. 27Naast hem zal de stam Aser zich legeren: de vorst nu der zonen van Aser was Pagiël, de zoon van Okran; 28en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg eenenveertigduizend vijfhonderd. De stam Aser is ook een Egyptisch woord voor Osiris. Osiris is de Griekse term. Aser heeft de Egyptische ash-wortel van het roepen, de roeping. Deze roep komt vanuit de wildernis. Het is soms een bijnaam van Seth, de god(in) van de wildernis. Het is ook het grommen van een beest. Het heeft de as-wortel van papyrus, riet, kruid, als het Woord in de plantengroei. Asa is de gevangenis van de doden in de onderwereld. Asr (aser) is de gevangene, de vreemdeling. Ash, de dodengevangenis, is heel nomadisch, want de doden kunnen hier ook tochten maken, hogerop komen, verder komen. Het doel is dus educatie, progressie, als een tunnelstelsel door de onderwereld. Alhoewel de gevangenis staat voor restrictie is er wel mogelijkheid voor groei, en wordt de dode niet daadwerkelijk op één plaats vastgehouden. Pagiel betekent (geweldadige) ontmoeting met God, overweldigd worden door God. Okran betekent verstoring. 29Voorts de stam Naftali: de vorst nu der zonen van Naftali was Achira, de zoon van Enan; De Egyptische nft-wortel van Naftali betekent losmaken, onthechting, met de nf-wortel van de vurige adem van de slang die de vijand vernietigt, wat ook weer terugkomt in het negende uur van het boek der poorten. De slang zelf is genaamd hty, oftewel de Hiti stam. In zijn kronkels staan zijn zeven kinderen, als een beeld van de zeven gemeentes. In het zesde nachtuur buigen twaalf goden voor de poel des vuurs waarin een cobra leeft door de vuur-adem. De vuur-adem is tegen hen die tegen Osiris zijn. De twaalf goden zijn een beeld van de twaalf stammen die voor Egypte (Hiti, Orions) moesten buigen. In het zevende uur ontvangen zij de vlammen van de poel des vuurs, als een beeld van het opening van de mond ritueel. Zij ontvangen de tongen van vuur op hun hoofd, ook als een veer. Zo komen zij tot de velden, als beeld van het Woord. 30en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg drieënvijftigduizend vierhonderd. Achira betekent broer, schaduw (ach, Hebreeuws) van Ra (Egyptisch). Enan betekent geestelijk zicht.
31Al de getelden van de legerplaats van Dan waren honderdzevenenvijftigduizend zeshonderd. Zij zullen naar hun vendels het laatst opbreken. Net zoals in het Egyptisch is dn het buigen voor hogere autoriteit, het onderworpen zijn. Ook is de dn wortel in het Aramees de exegese. Dana (dna, dn) was de dochter van Jakob en Leah. 32Dit waren de getelden der Israëlieten naar hun families; al de getelden der legerplaatsen naar hun legerscharen waren zeshonderddrieduizend vijfhonderd vijftig. Zes is weer het getal van de dienstbaarheid. Ze worden weer onderscheiden bij de bayith, gevangenis, van hun ab, luipaard (Egyptisch), wat ook vermijden betekent, de afzondering, en wegvagen. Het betekent ook brandmerken (van slaven, vee), wat kenmerkend is voor de luipaard. Ab is dus zowel vader in het Hebreeuws [uitspraak : abv, av] als in het Egyptisch, als de climax van het man zijn, de climax van het horen en gehoorzamen wat zich manifesteert als gevoeligheid door verbrokenheid, als het brandmerk van de man. 33De Levieten echter werden niet samen met de Israëlieten geteld, zoals de Here Mozes geboden had. Levi betekent de kroon. Zij waren de afgezonderden puur voor de tabernakel-dienst. 34En de Israëlieten deden het; juist zoals de Here Mozes geboden had, legerden zij zich naar hun vendels, en braken zij op, ieder naar zijn geslacht, bij zijn familie. "Deden" is de bd-wortel in het Aramees, wat zowel de abad is, de heilige slaaf tot God, de dienstknecht, of de bada stam (Orions). In de gnosis heeft Obadha de BD wortel als zijnde de bada stam, wat een personificatie is van de zwarte steen. Het is een beeld van het verborgene. Bada is in het Aramees een religieus ritueel, en de opgelegde wet. In het Sanskrit is dit baddha, bada : de test tot de opname en de heilige gebondenheid, wat verbonden is aan het werk van de valkyries in de Germaanse mythologie. Dit is wat de daadwerkelijke opname is. Bada staat voor : verdonkeren – verborgenheid – verzameling. Zoals de Koran vermeldt dat er alleen verzoening is in de nachten van het vasten (2:187). De vrouwelijke mens wordt zo tot duisternis, en de mannelijke mens gaat tot haar in om zo bedekt te worden met de moeder aarde. De man daalt zo af in de onderwereld. In Yirmeyah, Bada 5 komen de bada-amazones uit Orion met een arrestatie-bevel in de Aramese grondtekst (vs. 16), de ptih. Door de ptih wordt de vijand gebonden. Na de arrestatie moet de gevangen vijand naar de bayith gebracht worden, het gevangenis-complex of de kooien, en de bayith is verbonden aan de ohel, de tent. De arrestatie is vastgelegd in de psalmen. Bada is de stam van het scheppings-principe. Dit is de boog en de verlamdheid. Bada bewaakt de na'ar gnosis, de gnosis van de heilige slavernij, de dienstbaarheid tot God.
Numeri 3 1Dit nu waren de nakomelingen van Aäron en Mozes ten dage, dat de Here met Mozes sprak op de berg Sinai. Dit hoofdstuk gaat speciaal over de Levieten. Zij zijn de uitverkorenen. Sinai heeft verschillende Egyptische wortels, waaronder ook s'n, de opname, de opstanding, borst, en swn, wegvagen. Sn, snn, snny, strijdwagen-strijder, strijdwagen-leger. Sn, snhh, verjonging, vernieuwing. Shn, decoreren, versieren, ontmoeting (tussen goden, zoals Horus Osiris ontmoet, en tussen zielen, zoals een dode in het hiernamaals zijn verwanten ontmoet), verzameling, verzoening. Snw, omsluiting, net. Het net of visnet is ook weer verbonden aan de opname. Sjn, medicijn. Shn is ook een benaming voor Sokar-Ptah-Osiris in het gebied van het vierde en vijfde nachtuur van de Amduat. Hier is de tocht door de woestijn van Sokar tot de grot van Sokar, die boven de poel des vuurs ligt, en waar de verjonging plaatsvindt door de wachter van de mond, waarvan Sokar een beeld is. De poel des vuurs is de adem van Sokar. Sokar is zowel een vogel als een slang, en de vliegende slang. 2Dit waren de namen der zonen van Aäron: de eerstgeborene was Nadab, voorts Abihu, Eleazar en Itamar. Aharon betekent inwijding (har, berg), van het Egyptische harw, aas, en hwrw, roddel, spot, afwijzing. Hry, autoriteit hebben over. Hrw, top, bovenste. Hr, afstand, verte, voorbereiding, Horus. Hwr, rover, Seth de krokodil, als beeld van de exegese. Hr-n, het gezicht, Horus, gericht op bijvoorbeeld Amen (hr-n amen, op het verborgene). Hr, baarmoeder, wording, vallen. Worden en vallen is ook de betekenis van het Hebreeuwse woord Jehovah. Nadab betekent gewillig maken. Itamar betekent kust of eiland van palmen (als beeld van de opname, opstanding). Eleazar is overwinning. Abihu : hij is het luipaard, de gebrandmerkte, de afgezonderde, de poort tot de leegte (baarmoeder). 3Dit waren de namen der zonen van Aäron, de gezalfde priesters, die hij gewijd had om het priesterambt te bekleden. Priester is kohen, en het werkwoord, het dienen als priester, is kahen, wat diepe Egyptische wortels heeft. De Egyptische kn-wortel is het overtreffen, het overwinnen, waarin de vijand, het ego, de nederlaag leidt, en zo tot een offer gebracht wordt. Kn is het gevecht, het toetsen. De vijand, het ego, wordt gedood, en het vet wordt verbrand. Het is een beeld van de vruchtbaarheid, van beeindigen. Het is de plaats waar de contracten worden gemaakt. Het zijn de stralen van de aten (Aton, opkomende morgenrood, schorpioen (ten) die iets of iemand omarmen, grijpen, overweldigen (kn, knj). Knj, het kind zit op de been van de moeder, priester-juwelen of schortje, dragers, roepen. Kn is ook de scheppergod(in). In het Aramees is het priesterschap khnw, khanu of knt. Knt heeft dezelfde Egyptische betekenis van priesterschap, en van de onderwereldgoden die de
zielen testen en tuchtigen, kwaad doen. Het is de vetdamp van het offer wat tot de hemel opstijgt. 4Nadat Nadab en Abihu voor het aangezicht des Heren gestorven waren in de woestijn Sinai, toen zij vreemd vuur vóór de Here brachten – zij hadden geen zonen – bekleedden Eleazar en Itamar het priesterambt tijdens het leven van hun vader Aäron. Het priesterschap gaat verder met Eleazar en Itamar. In het Aramees stierven Nadab en Abihu niet noodzakelijk, maar werden verborgen, afgescheiden. Zij kwamen tot een buitenaardse urim-steen (Orions). In het Hebreeuws hongerde deze buitenaardse toetssteen hen uit. Het Hebreeuws beschrijft het als een buitenaardse vrouw (zuwr), waardoor zij werden verleid of overweldigd. In Numeri 3:1, in de Egyptische wortels, een belangrijk Sokar vers, wordt er een diepe en grote vuurput geopend. De oorlogs-amazone, wat de oerterm is voor oorlogs-engel of oorlogsgodin, kwam om vanaf Numeri 2:24 weer verdere leiding te geven in het herleiden van de HebreeuwsAramese grondtekst tot de Egyptische wortels, wat een belangrijk werk is, anders blijft alles vastzitten. Grote putten moeten er geopend worden. Het mysterie van Sokar is belangrijk want het stuwt het verborgen vuur van de verjonging omhoog. De berg Sinai waar God tot Mozes sprak is in de Egyptologie het Sokar gebied van het vierde en vijfde nachtuur van de Amduat. Er is in deze Israel-Egypte link een belangrijk kanaal terug tot de eeuwige jeugd, door de wachter van de mond, die beiden beelden zijn van Sokar. De grot van Sokar ligt namelijk boven de poel des vuurs. Het vuur van de verjonging schiet omhoog door de mond van Sokar om de vijanden te kunnen verteren, te vernietigen en van zich af te houden. Dit vuur is geen echt vuur, maar metaforisch, geestelijk. Hoofdstuk 26. Sin for a Season Vanochtend werd ik wakker met een lied in mijn hoofd, "Zonde voor een Seizoen", uit de 90-er jaren. Ik moest direct denken aan hoe het er vroeger aantoe ging. Ik werd door engelen de bibliotheek ingezonden en kwam er al snel achter dat de kerken logen, en brak zo met de kerk, en nam een groep mensen met me mee, en we hadden onze eigen "kerk" in meerdere of mindere mate, als een grote exodus. Ik predikte niet de boodschap van lang leve de lol, en dat we nu maar aan konden rotzooien. Neen. In tegendeel. Ik liet zien hoe de kerk en het christendom in diepe zonde en huichelarij leefden. Als je van het geestelijke houdt, dan is er voor zonde geen plaats, maar ik kan me herinneren dat sommigen daar niets van wilden weten. Ze namen het niet zo nauw met de zonde. Natuurlijk ging het niet om wat de kerk zei dat zonde was, maar zonde bestaat en is een gevaar,
zoals ook koolmonoxide een gevaar is, met name de zonde van de kerk, maar ook buiten de kerk liggen er veel valstrikken van zonden. Daarom was het belangrijk dat de geestelijke zintuigen open zouden gaan opdat je het zou zien, de gevaren, de "demonen", oftewel de bedreigende parasieten, de roofdieren die het op je ziel hebben gemunt. Dit is een groot mysterie waar de mensheid niet of nauwelijks van afweet, en ik begon dit te onderwijzen, omdat ikzelf dag en nacht in dromen hierover werd onderwezen, zeer diepgaand. Mensen om me heen hebben de wonderen en tekenen gezien, de bewijzen. Ik heb zelfs eens iemand naar het toilet moeten nemen en gezegd : "Je hebt wat zwart spul in je wat je uit moet spugen." De persoon begon te spugen, en na een tijdje kwam inderdaad het zwarte spul eruit. Die persoon had ook een slechte pink aangetast door een ongeluk, die ook genezen werd. Als ik soms langsliep konden mensen niet op hun benen blijven staan vanwege de hemelse krachten om me heen. Ik kan daar wel uren over doorpraten, maar wat ik daarmee wil zeggen is : Toch waren er dan nog mensen die het niet nauw waren met de zonde. De één noemde me een heilige, en de liefde zelf, en de ander zei : "Ja, hij kan niet tegen zonde. Hij kan niet tegen mijn zonde." Is dat dan de bedoeling dat we tegen zonde kunnen ? Zonde is levensbedreigend, en die persoon die dat zei vond dat ik dat allemaal maar heel normaal moest vinden, alsof het maar een kleinigheid was, terwijl ik al in visioenen kon zien waar het op uit zou lopen. Sommige mensen vonden het ook niet fijn als ik over demonen praatte, terwijl ze de wonderen vlak voor hun ogen zagen gebeuren. Dit waren zelfs mensen waardoor de demonen gewoon spraken, en soms kon ik ze niet eens bevrijden omdat ze hun zonden niet wilden loslaten. De demonen spraken letterlijk door hen heen, en een paar dagen erna deden ze alsof er niets was gebeurd, en zeiden ze gewoon dat ze de demonen niet zelf zagen, dus konden er ook geen demonen zijn. Zo werden er spelletjes met mij gespeeld en met het spirituele. Sommigen wilden wel van hun demonen verlost worden, die ze zelfs in zich hoorden gillen, maar ik kon ze niet helpen, omdat ze hun zonden dus niet wilden loslaten. Er zijn allerlei technische wetten voor. Gelukkig kon ik een heleboel mensen die weer wel los van hun zonden willen komen wel bevrijden. In de Jezus mythes komen deze dualiteiten ook voor. Vandaar dat ik in de Jezus mythes altijd veel herkenning vond, maar de manier waarop Jezus in de kerk werd gepredikt was gewoon te ver doorgeslagen. En kijk maar eens naar de Mozes mythe, waar dit hele verhaal ook terugkomt. Mozes had het volk bevrijd, maar ze begonnen te klagen en wilden hun zonden niet loslaten, "de vleespotten van Egypte". Ze wilden niet in de natuur leven bij de gnosis. Ze verlangden weer terug naar de slavernij in de stad. Ook in die mythe vind ik veel herkenning. De kerk in de stad is het beeld van de zonde, en daar moet de mens van loskomen. Daarom is er de boodschap "Gaat uit van haar, opdat gij niet met haar verwoest worde". Dit is een hele ernstige boodschap. Het kerkelijke, christelijke instituut is een diepe zonde op zichzelf, ook bedreven door hen die er al uit weg zijn gegaan maar het nog steeds in hun hart dragen. Het kan zich manifesteren op allerlei manieren en het is een meester in camouflage. Mensen worden dan zenuwachtig van het alarm dat hun levens kan redden, en dan moet het alarm het ontgelden. Het wordt stukgegooid of van weggerend. De bijbel (en de kerk als bijbelverkondiger) is vol met zonde, zoals slavernij, mensenoffers,
dierenoffers, rassenhaat, massa moord, verkrachting, vrouwenhaat, en ga zo maar door. Dit staat vooral overduidelijk in de westerse bijbels, terwijl de oorspronkelijke oosterse bijbels vaak anders in elkaar zitten, meer metaforisch, en vaak staat er gewoon iets heel anders wat door het westen dus heel eenzijdig is vertaald. Maar dit is dus de zonde. Mensen willen hun geestelijke leven hiervoor opgeven, door een seizoen te leven in de zonde van de kerk. De zonde van de kerk verkoopt goed. Zonde kijkt altijd naar kerkgroei statistieken, want dan brengt het meer geld in het laatje en dat is voor hen de waarheid, maar dat zijn drogredenen en geen argumenten. Minder is meer is de tegengestelde geestelijke stelling, oftewel "niet het vele is goed, maar het goede is veel." De mens moet dus tot bekering komen van de kerkelijke zonde, en ook de bijbelse zonde. Het is zo slecht als roken en een huis vol koolmonoxide. Het is dodelijk. Ik vergelijk het wel eens met Nigeriaanse liefdes-scams. Je wordt bedonderd waar je bijstaat. Hun god houdt zielsveel van je, maar als je die liefde niet beantwoord, dan zal hij je voor eeuwig martelen. Het is geen ware liefde. Ze willen alleen je geld. Zonde voor een seizoen, want de christelijke kerk zal niet voor altijd bestaan. Het is een zinkend schip, want er zit geen waarheid in. Er zijn grote lekken in het schip, en de passagiers willen het niet zien. Zonde voor een seizoen. Waar doen ze het voor ? De verhalen worden verkeerd voorgesteld. De Egyptische wortels van dit alles, die verlichting kunnen geven, diepere verklaring, worden achtergehouden. Daarom is zelfs de Hebreeuws-Aramese versie nog niet genoeg om te kunnen ontsnappen, maar moeten we nog dieper gaan in de Egyptische wortels ervan, oftewel de IsraelEgypte link. Gelukkig is de Egypte code altijd gebleven. Het moet alleen nog gedecodeerd worden. Dat zal de komende tijd verder gebeuren. We zijn al ver, maar er zullen nieuwe poorten geopend moeten worden. We zullen komen tot de stoffen die we nodig hebben om los te komen van de bedreigingen van het kerkelijke bestaan. Zonde voor een seizoen ? Kerkelijke drugs ? Er is een veel beter leven. Bekering van het moderne westelijke pseudo-christendom is een must. Nu, waar ik over spreek is allang geleden. Er haakten mensen af en anderen kwamen erbij, zodat de vriendenkringen gingen wisselen. Het mes sneed diep want het waren soms mensen die heel dichtbij me stonden. En dan krijg je van te voren al te horen in dromen dat er verraders zijn, en dan lopen de koude rillingen door je heen. Soms kreeg ik het haarfijn voorgeschilderd wat er zou gebeuren, en zo gebeurde het ook. En dan nu, vandaag de dag, komen er soms mensen van die tijd naar me toe die zijn overleden, in dromen. Een tijd terug kwam er zo iemand waarvan ik niet wist dat hij was overleden. Hij kwam in een droom en vroeg mij om hulp, omdat hij gezien had dat die demonen echt waren en ze waren op jacht naar hem. Ik heb hem toen binnengenomen en hem geholpen. Toen ik wakker werd checkte ik het op internet en hij bleek inderdaad een paar jaar daarvoor te zijn overleden. Zulke dingen gebeuren wel vaker. Ik wordt ook door hele bekenden bezocht. Allemaal komen ze tot dezelfde conclusie : Het is belangrijk werk wat we doen. De gevaren zijn reëel. Dat wil niet zeggen dat elke ziel die sterft direct aan onze kant staat. Neen. Vaak gaat de misdaad dan gewoon door in het hiernamaals. Soms komen ze er pas veel later van terug, en anderen nog steeds niet. Er zijn grote oorlogen in het hiernamaals gaande.
Hoofdstuk 27. Moeder Orion Moeder Orion : "Ja, ontwaak." En dit zegt zij ook in haar eigen ontwaking. Zij is de diepe natuur achter alle dingen, dat wat helemaal terugleid tot de Egyptische hieroglyphen en verder tot de buitenaardse Orionse hieroglyphen. "Ja, ontwaak," zegt ze met een slaperige stem, omdat zij ook wakker wordt. We leven in een spiegelrealiteit die parallel loopt aan Orion, maar wij mogen ontwaken in Orion, dat wat achter alle dingen is. Door Orion's baarmoeder kwamen we op aarde, als in haar onderwereld, vol met raadselen. Als we goed kijken kunnen we hierin de Orionse hieroglyphen zien, van de diepe natuur. Dit is een kolkende natuur, terwijl alles op aarde is verdicht, vastgelopen. De Orionse natuur is overal om de mens heen, als de mens daar oog voor heeft. De aarde zelf is een nachtmerrie. "Ja, ontwaak." Ontwaken is een proces, maar val niet weer in slaap. Probeer niet "meer" te worden, want dan wordt je misleid, maar wordt "minder", opdat je het pure aanwakkert. Hoofdstuk 28. Numeri 3 5De Here nu sprak tot Mozes: In het Nederlands en Duits is Yehovah vertaalt tot de hr-wortel (Here, Herr, hr), wat alreeds een Egyptische wortel is. Mozes. hij die uit het water komt, komt van het Egyptische msh, krokodil die dezelfde betekenis heeft. De krokodil is een beeld van de verzoenende exegese, zoals Mozes de link tussen Israel en Egypte voorstelde. 6Laat de stam Levi aantreden en stel hem voor het aangezicht van de priester Aäron, opdat zij hem dienen, Aharon betekent inwijding (har, berg), van het Egyptische harw, aas, en hwrw, roddel, spot, afwijzing. Hry, autoriteit hebben over. Hrw, top, bovenste. Hr, afstand, verte, voorbereiding, Horus. Hwr, rover, Seth de krokodil, als beeld van de exegese. Hr-n, het gezicht, Horus, gericht op bijvoorbeeld Amen (hr-n amen, op het verborgene). Hr, baarmoeder, wording, vallen. Worden en vallen is ook de betekenis van het Hebreeuwse woord Jehovah. Aharon is een beeld van God, van hr. De stam Levi moest Aharon, hr, dienen. 7en zij zullen hun taak vervullen te zijnen behoeve en ten behoeve van de gehele vergadering vóór
de tent der samenkomst, door de dienst bij de tabernakel te verrichten; Het doen is de bd-wortel in het Hebreeuws, wat zowel de abad is, de heilige slaaf tot God, de dienstknecht, of de bada stam (Orions). Bada staat voor : verdonkeren – verborgenheid – verzameling. Zoals de Koran vermeldt dat er alleen verzoening is in de nachten van het vasten (2:187). De Leviet gaat zo de duisternis in om door haar geinitieerd te worden. In het Sanskrit is dit baddha, bada : de test tot de opname en de heilige gebondenheid, wat verbonden is aan het werk van de valkyries in de Germaanse mythologie. Dit is wat de daadwerkelijke opname is. De Levieten zijn dus een beeld van hen die op het strijdveld hard aan hun ego zijn gestorven. Zij zijn zo de opgenomenen. Het is een inwijding in de bada stam. Egyptische wortels : ba-t, bd, huis (bait), tombe, wat in het Hebreeuws bayith is, huis, gevangenis. Het Egyptische ba-t, bd, betekent ook grond, aarde, grot. Baiti, bd, is het koningschap van Noord-Egypte (rode kroon van klaagliederen), ook Bati, wat een vorm van Osiris is, en een titel van twee vrouwelijke priesters. Bata, Bathah, Bada, is een Egyptische godin van de oorlog en de jacht. Baa-t, bd, betekent aanbidding. De behut-t, bt, bd, is een troon met treden, en de vuilverwerkende kever, de wedergeboorte van de morgen, het morgenrood (behut-ti). Hier komt ook het Engels woord 'beauty' vandaan. Bada is dus het mysterie van de vuilverwerkende moeder aarde. De betu, bd, is een heilig tablet, een heilige steen. In bet, bd, werd Osiris gevormd, in Denderah. Het is ook een gouden troon met treden (vgl. Salomo's troon). Bt, bd, verstoting, verbanning. Bta, bt, bd, zonde. De batyt, btt, bt, bd, is een priester van Hathor, oftewel van Hiti-hr, de godin van de Hiti stam. Hiertoe werden de Levieten ingewijd (hr, har, is ook een woord voor inwijding). De bt, bd, is ook een symbool en naam van Hathor (Hiti-hr, godin van Hiti). De b op zich is de voet-hieroglyph, en de b, ba, is de ziel en de luipaard. De luipaard is ook de ab. In het Egyptisch worden woorden voor hetzelfde vaak op verschillende manieren geschreven. De luipaard, als de gebrandmerkte, is zo een beeld van de diepere ziel. Ba betekent ook dienen en dienstbaar maken. Ba betekent ook het openhakken van de aarde, als de aarde ziel, de afdalende, of afgedaalde, ziel. Bahjt, bt, bd, als het fallus-schort, als een beeld van de fallus die de duistere aarde, de vagina, ingaat, om dienst te doen, zoals ook Ruben tot Bilha kwam om dienst te doen. Bad is de mirre. Bjtjt, btt, bt, bd, koningin (Hathor (Hiti-hr), Isis, Buto (Wadjet). Bjt, bt, bd, naam van de rode kroon van Noord-Egypte, ook als godin gepersonificeerd. Bwt, bt, bd, vis. Bhdtj, bijnaam van Horus, hr bhdtj, bdt, bd. Met extra t : bijnaam van Hathor. Verbonden aan de stad Edfu (df, davidische wortels) in het Zuiden van Egypte. Bt, bd, meerdelige vorm van Osiris, die bestaat uit zand, gerst en mirre. Bta, bd, vervuild. Bd, wassen. De ba of b ziel, de hieroglyph van de voet, wijst op de diepte, namelijk op het zijn (ba), bezetenheid. In het Westen ligt de Egypte code diep. Denk aan het Engelse "bad", slecht, het Nederlandse "boete", "bot", "bed", "bad", met soortgelijke betekenissen. 8zij zullen zorg dragen voor al het gerei van de tent der samenkomst, en hun taak vervullen ten behoeve van de Israëlieten door de dienst bij de tabernakel te verrichten. Keliy, kèlè, gerei, kan ook vissersgerei (als beeld van de opname) betekenen in het Hebreeuws. In de wortels, kala, betekent dit compleet maken, voleindigen, wat dan in het Grieks kalo, kali, werd, het goede. 9Gij zult de Levieten schenken aan Aäron en zijn zonen; uit de Israëlieten zullen dezen hem
onvoorwaardelijk geschonken zijn. Let wel : De Levieten werden gegeven aan Aharon, de god(in) Hr. 10Maar aan Aäron en zijn zonen zult gij opdragen hun priesterambt waar te nemen; doch de onbevoegde, die nadert, zal ter dood gebracht worden. Onbevoegde is de buitenaardse vreemde vrouw. Dood, muwth, is metaforisch, en komt van het Egyptische mwt, wat ook de dood betekent, en ook moeder, en de wachter van de tong, als het teruggaan naar de moeder. Mht(y) is het Noorden, wat symbolisch is voor het verborgene, het sieraad, waartoe de inwijding is. 11En de Here sprak tot Mozes: Hr richt zich tot Mozes, de krokodil (msh, Egyptisch), de verborgen exegese, oftewel de Amen, Amun, de hemelse opslagplaats. 12Zie, Ik zelf neem uit de Israëlieten de Levieten in plaats van alle eerstgeborenen der Israëlieten, die het eerst uit de moederschoot voortkomen, opdat de Levieten mijn eigendom zijn, In het Aramees zijn de Levieten "de getrouwden met God". Zij zijn genomen op het strijdveld, waar ze hard aan hun ego stierven. Dit is weer een vers over de opname, wat terugkomt in het Valkyrische mysterie. Dit is "sab" in het Samaritaans Aramees, weer terugwijzend naar het Egyptische "sebek", de krokodil van de diepe etymologische exegese, waarin het ego afsterft, en waar het geestelijke Woord geopenbaard wordt, als de verzoenende exegese. Voortkomen betekent ook verklaren in het Aramees. 13want alle eerstgeborenen zijn mijn eigendom. Ten dage, dat Ik alle eerstgeborenen in het land Egypte sloeg, heiligde Ik Mij alle eerstgeborenen in Israël, zowel van mens als van dier; zij zijn mijn eigendom; Ik ben de Here. Dit is in het Hebreeuws een dualistisch vers, want de eerstgeborenen werden ook door God aanbevolen (naka). De Levieten worden hier gelijkgesteld aan de eerstgeborenen van Egypte. In het Hebreeuws werden de eerstgeborenen van Egypte door God genomen, en zij werden ingelijfd in de stam van Levi, zoals ook de Leviet Mozes een Egyptenaar was. De westerse vertalingen vertalen het vaak als God die de eerstgeborenen van Egypte sloeg, doodde, maar dit doet geen recht aan het Hebreeuws. Het is zeer eenzijdig vertaald, omdat naka hier ook aanbevelen kan betekenen en opnemen in de stam voor opvoeding. Esoterisch gezien moesten de eerstgeborenen van Egypte wel aan hun ego sterven. Ook is het belangrijk op te merken dat "eerstgeborenen" in het Hebreeuws metaforisch ook de leidinggevenden betekent. Die werden geapplaudiseerd in het Hebreeuws, vereerd, aanbeden. Israel nam hier de godinnen van Egypte over. Levi is de kroon, dus zij namen alles wat koninklijk was in Egypte over. Er ontstonden dus nieuwe hiërarchieën doordat het volk Levi samensmolt met de "eerstgeborenen", de leidinggevenden van Egypte, oftewel met Hiti, wat het Orionse Egypte is. Hiti is de sleutel tot het ondergrondse Orionse Oan paradijs, het paradijs van de slaap, waartoe in het verre Westen van Orion, in het Jael gebied van de Erk wildernis, er een vurige tunnel is. Het Oan paradijs loopt ondergronds helemaal door tot het Witi gebied van de
vergetelheid, wat ook een naam is voor het Orionse Afrika. Het Orionse Afrika ligt ook erboven. 14En de Here sprak tot Mozes in de woestijn Sinai: Mozes, msh, de krokodil in het Egyptisch, wat dan een beeld is van Sebek, de opname, door de verzoenende exegese. Er kwam een link tussen Levi en Egypte, en dat begon al met Mozes. De Sinai is de berg van Sokar, waaronder de poel des vuurs ligt in de Egyptologie, waarin het ego sterft, zodat de opname kan plaatsvinden. 15Tel de Levieten naar hun families en geslachten; allen die van het mannelijk geslacht zijn, van één maand oud en daarboven, die zult gij tellen. Tellen is in het Hebreeuws ook kastijden, pkd, van het Egyptische pgd (pega-t, peg), wat doorgang betekent en ravijn, leegte, van pega, het openen van een boekrol. Hier wordt dus ook het bijgevoegde volk van Egypte in de Levi stam geteld. In het Egyptisch kunnen woorden van voren naar achteren of van achteren naar voren worden geschreven, zoals bijvoorbeeld het woord ab kan ook weer als ba geschreven worden, wat ziel betekent, of luipaard, de afdalende of ingewijde ziel, wat ook hier in het Hebreeuws wordt gebruikt. Maand betekent vernieuwing in het Hebreeuws, zij die vernieuwd, ingewijd, zijn. In het Hebreeuws gaat het om "zij die herinneren", zakar. 16Toen telde Mozes hen naar het bevel des Heren, zoals geboden was. Mozes, de msh, krokodil (Egyptisch) deed dit door de peh, bron, put (Hebreeuws), door een rivier (Aramees). 17Dit nu waren de namen der zonen van Levi: Gerson, Kehat en Merari. Gerson betekent de afzondering, terwijl Kehat de verzoening betekent en Merari is mirre. Mozes kwam voort vanuit de Kehat geslachtslijn. 18Dit waren de namen der zonen van Gerson naar hun geslachten: Libni en Simi. Libni betekent reinigen (witmaken), en Simi betekent horen en gehoorzamen. 19De zonen van Kehat naar hun geslachten waren Amram, Jishar, Chebron en Uzziël. Amram, de stam (am) van ruwm, rm, de opname, de vissersgodin. Mozes kwam voort uit Amram. In het Aramees is de rm de hoogte, de heuvel, verbonden aan Rimmon, de Syrische god van de donder, storm en regen, van Damascus (vgl. Damascus ervaring van Paulus), ook genoemd Had, Hadad, HT, de god van het bloed-orakel, oftewel van het ontvangen van het profetische woord door het doodbloeden van het ego. Rm is een Egyptische vissersgod(in), en betekent ook de opname, tot een hoger niveau komen. Rm-ra, of ra-rm, als een Egyptische vorm van yah-rm (Jeremia), is ook een vorm van de krokodillengod Sebek, een Egyptische watergod. Jishar betekent openbaring. 20En de zonen van Merari naar hun geslachten waren Machli en Musi. Dit zijn de geslachten der Levieten naar hun families.
Machli betekent in de wortels versieren met zachtheid en zoetheid (chalah). Musi betekent gevoeligheid. 21Tot Gerson behoorde het geslacht der Libnieten en dat der Simieten; dit waren de geslachten der Gersonieten. De Gersonieten waren degenen die over het transport van de voorhangsels en tentbedekkingen waren gesteld. In die zin hadden zij een poort-functie. In Jozua 21 krijgen de Gersonieten dertien steden en hun weidegronden. Ook het Egyptische Gersi betekent poortwachter, en qeri-a. Het Egyptische woord karsa (garsa, grs) staat voor het touwwerk en de tentbedekkingen, waarvan het Hebreeuwse woord Gerson kwam, en waardoor Gerson hierover was aangesteld. Gerson was ook aangesteld over het mandenweefwerk, wat dezelfde betekenis is als de Egyptische wortel khari, gari, de wever van manden. Ook betekent dit het afdalen. Gerson betekent afzondering, ook van de Egyptische ger (kher) wortel met dezelfde betekenis. Kheri-a is een Egyptische wortel voor tol en belasting, waar de Gersonieten zich mee bezig hielden. Zij waren de stam van de ingangen. De grawortel is ook verbonden aan melk, en de grh wortel is de naam van een oergodin. 22Hun getelden, overeenkomstig het aantal van allen die van het mannelijk geslacht waren, van één maand oud en daarboven, waren zevenduizend vijfhonderd. Zeven is het getal van de compleetheid, de afronding en de voleindiging, terwijl acht het getal is van de eeuwigheid en de oneindigheid als een symbool daarvan. 23De geslachten der Gersonieten legerden zich achter de tabernakel aan de westzijde. Ook Egyptenaren waren dus in deze stam. Hebreeuws : Zij gingen bij de zee, rivier (yam) wonen, aan de westzijde. 24En het familiehoofd der Gersonieten was Eljasaf, de zoon van Laël. Eljasaf betekent verandering, groei. Lael betekent voorhangsel. 25De Gersonieten nu hadden bij de tent der samenkomst, zowel tabernakel als tent, de zorg voor de dakbedekking, het voorhangsel voor de ingang van de tent der samenkomst, Ook in het Aramees gaat het om "markt prijzen" bij de ingang, wat natuurlijk geestelijk is, dat de mens moet voldoen aan de condities, zoals dat ook bij de Egyptische Kheri-a (kr, gr) wortel van Gerson is. In het Aramees is dit de tra, de ingang en de marktprijs. In het Hebreeuws is de tentbedekking ook de overweldiging. De ingang in het Hebreeuws is in de wortels de inscripties. 26de gordijnen van de voorhof en het voorhangsel voor de ingang van de voorhof, die rondom de tabernakel en het altaar was, en de daarbij behorende touwen, naar alles wat daaraan te doen was. De gordijnen zijn in het Hebreeuws de slierten, maar ook de inscripties. Ook in het Aramees (glg) gaat het hier om touwen, slierten. Het voorhangsel is metaforisch in het Aramees. Het is het
bereiken van een doel. Ook is het een hoofdstuk in literaire zin. Gerson droeg zorg voor de touwen van de tabernakel, zoals de Egyptische karsa, garsa, grs, wortel, wat touwwerk betekent. In het Hebreeuws is het touw het overblijfsel. 27Tot Kehat behoorde het geslacht der Amramieten, dat der Jisharieten, dat der Chebronieten en dat der Uzziëlieten; dit waren de geslachten der Kehatieten. Dit is de geslachtslijn van Mozes en daarom belangrijk. Het komt van de Egyptische kat-wortel, wat hoogte betekent, en kayt, kt, betekent hoge grond, hoge troon, zoals Mozes ook een Egyptische prins was. De kat, kt, wortel van Kehat betekent ook vreemde, buitenaardse, vijanden of tegenstanders, wat de buitenaardse (Orionse) natuur laat zien van de Mozes mythe. Kd, kt, betekent vormen, bouwen, natuur, het ontwikkelen van de natuur, het cirkelen, de slaap. De Kehat geslachtslijn droeg de Orionse slaap-drugs. De kt-wortel betekent ook vagina (vergelijk het Nederlanse schuttingwoord "kut".) Het betekent werk en constructie, en roep (kit, k't). Ktt, kt, betekent ook meisje. De Egyptische wortels van de Kehat geslachstlijn waaruit Mozes voortkwam waren dus vrouwelijk. Zij moesten de mens in een slaap brengen (kd, kdd, kt, slaap, en gth, kht, moe zijn.) De Kehatieten waren aangesteld over de ark, de tafel, het gerei, dieper in de tabernakel. De Egyptische khe-t wortel betekent leren, literatuur, boeken over de eeuwigheid, oftewel de voleindiging. Het is ook een woord voor rijkdom, bezittingen, dingen, het bestaan. Khet was de god(in) van de dingen die bestaan. Khe-ti was een vuurspuwende slang in de onderwereld. De Khata, kht, wortel betekent de boerderijen en boerderij-gebieden van de farao. Khaut, kht, is een naam voor de goddelijke doden. De Khaitiu, kht, zijn de goden die de vijanden van Ra en Osiris slachten. Khau-t, khai-t, kht, is het altaar en de offertafel, waarover de Kehatieten waren aangesteld. Khata, kht, is de twee helften van de hemel. Ook is het tuingebied, wildernisgebied (khait), en een plaats van bescherming (khatha), wat ook weer terugkomt in de Mozes mythe. Khat-ta is de manifestatie, het schijnen met kronen. Khaut, de opstanding en verschijning van een god of koning, het oprijzen op de troon, de koninklijke sieraden, halskettingen, en kroon-onderdelen (khait). Khat, inscripties. Het leidt helemaal door tot de slinger, khait (van David). De Khet, kht, waren de treden van de oordeelstroon van Osiris. Khetaa was de grote troon waarop Osiris zat. De Kheti waren de inscripties op de muren. Kha-t, tabernakel. Qa-t-a, kht, was één van de twaalf godinnen die de poort van de aarde opende voor Ra. Qaut, kht, vijanden, bevuild volk. Quit, kht, medicijn, zaad. Qtt, kht, onderdeel van een strijdwagen. Ra veranderde in deze vorm op zijn tocht (qt, kht). Het komt er op neer in de Egyptologie dat het een schepper god is als het overgaan van de dimensies. Uit deze bron putte de Mozes mythe. Dit gebeurt door het draaien van de dimensies. Het komt van de wortel "draaien en slapen", als een kronkelende slang. Mozes wijst ook weer op de slang in de woestijn, opdat de mensen konden ontkomen aan het kwaad wat hen bedreigde. Mozes wees op de Egyptische wortels. Dit wordt ook wel de sluwe kunst genoemd in de Egyptische wortels, als een beeld van strategische kennis van de onderwereld. Kait werd de grote moeder van de goden genoemd, één van de vier elementale godinnen. K-t was een algemeen woord voor moeder en vrouwen, de vagina. Het was ook verbonden aan kahit, terreur en ontzag, als een vruchtbaarheids-principe. Het was een beeld van de baarmoeder van het bestaan.
Zij reed op haar strijdwagen om er flink doorheen te hakken om het product klaar te krijgen. De baarmoeder maakte veel gebruik van slachtwapens hiervoor. Dit was het Egyptische beeld van de godin, van Kehat. Zij was de oerschepster van alle dingen. Zij stond aan haar ketel. Zij was een geweldenaar die op haar strijdwagen door de lucht reed, zoals Wodan later bij de Germanen. Alles was door haar onderverdeeld in kooien van restrictie, opdat haar schepping tot stand zou komen. K't is een vreemd volk, een buitenaards volk, waar de bijbel het ook over heeft dat er een vreemd volk zou komen. Het is een deel van de hemel (kht). Het zijn de beelden van Osiris, van de doden, oftewel de herbeleving ervan. 28Hun getelden, overeenkomstig het aantal van allen die van het mannelijk geslacht waren, van één maand oud en daarboven, waren achtduizend zeshonderd: zij hadden de zorg voor het heilige. Acht is het getal van de eeuwigheid, als symbool van de voleindiging. Zij waren aangesteld over het heilige, qodesh, Hebreeuws, waar kd, Egyptisch een wortelwoord voor is. Zo zijn de Kehatieten ook linguistisch verbonden aan de qodesh. 29De geslachten der Kehatieten legerden zich langs de tabernakel aan de zuidzijde. Het Zuiden is een beeld van de heilige honger, het vasten. Zonder het vasten is er geen toegang tot het heiligdom. 30En het familiehoofd van de geslachten der Kehatieten was Elisafan, de zoon van Uzziël. Elisafan betekent verborgen sieraden van restrictie. 31Zij hadden de zorg voor de ark, de tafel, de kandelaar, de altaren, het heilige gerei, waarmede men de dienst verrichtte, het voorhangsel en alles wat daaraan te doen was. De tafel heeft in de Hebreeuwse wortels ook de betekenis van de scheiding, de afzondering, de verstoting. Zo werd de tabernakel zuiver gehouden. De geest van overmoed kan zo dus geen wortel schieten. De ark, de kb in het Aramees, heeft dus de Egyptische kb, gb, wortel, van het Gebmysterie, de heilige verlamming (gbgb, de dubbele). Dit in verband met de grote verzoendag in Leviticus 16 waarin een bok voor Azazel de woestijn in werd gezonden, als een beeld van het ego wat uitgedreven moet worden. De kandelaar, de menowrah, was een beeld van de urim (nura, Aramees), de toetssteen en het juk, ook verbonden aan de na'ar, het kinderjuk, de kinderdienst, wat ook Samuel onderging. Het laat dus ook de noodzaak tot wedergeboorte en wederopvoeding zien om dieper in de tabernakel te komen. Het voorhangsel heeft in het Hebreeuws ook de functie van de restrictie. Dat is wat de bedekking metaforisch is. Zo komt de mens tot de wedergebondenheid. 32Het opperste hoofd nu der Levieten was Eleazar, de zoon van de priester Aäron, die het opzicht had over hen, die de zorg hadden voor het heilige. Eleazar is de sleutel, het overwinnen van het ego. Dat is in het kort samengevat de Levitische dienst. Overwinnen betekent verdiepen. Doot verdieping kan alles overwonnen worden. Priester is kohen (Hebreeuws) en kahen (Aramees) van het Egyptische Qan, godheden die gebonden waren
door de uurgodinnen tot het Woord, als een metafoor van timing. Timing is een metafoor van verbinding. Verbinding is een metafoor van zijn. 33Tot Merari behoorde het geslacht der Machlieten en dat der Musieten; dit waren de geslachten van Merari. Merari draagt zorg voor het fundament van de tabernakel, van mer in het Egyptisch, dood. Het fundament wordt alleen gevestigd door de dood van het ego. Een ander Egyptisch woord voor dood hieraan verbonden was mut, van ammut (ammit, amoet), de grote dood, de verslinder van de harten en de zielen in de oordeelshallen van Moad. Amoet was deels krokodil, deels nijlpaard en deels leeuw. Het Hebreeuwse woord voor dood, muwth, kwam hieruit voort. In het Egyptisch was de dood een gids (mer). Ook was Mer de godin van het achtste uur. De naam van het achtste uur was de godin van de diepte van de nacht, die hen die er doorheen gingen leidde. De dood wordt ook een medicijn genoemd in dit uur. Dit uur gaat in de Amduat over zij die op het zand zijn, een mysterie van Hr, Horus. Zij zijn op het teken van kleding, bedekking, oftewel van restrictie. In de achtste grot van dit uur zijn vier godinnen, waaronder Zij die bedekt, de Donkere, Zij die decoreert, versierd, Zij die verzoent. De naam van de grot is Zij die haar beelden bedekt, omhuld. De duisternis van hen die op het zand zijn wordt dan geopenbaard (verlicht) door het vuur wat in hun mond is. Haar voeten, haar Ba-ziel wordt geopenbaard, oftewel haar diepte. Dit gebeurt in de negende grot, waarin de aarde wordt opengehakt, en in het tiende uur waarin alles verslonden en getransformeerd wordt door het aarde vuur, het vuur van de mond. In het achtste uur van het boek der poorten dragen twaalf goden het touw van de restrictie en de verzoening, wat geboorte geeft aan de mysteriën, de openbaringen. Dit touw is een verslindende slang. Dan begint het touw te branden, en de slang wordt genoemd : sty-hr, hij met het vlammende gezicht. Dan wordt de oer-duisternis en de verborgen ruimte verlicht, geopenbaard. Het brandende touw is ook een beeld van de wedergebondenheid. Een andere Egyptische wortel is mau-her, de spiegel die het gezicht toont, als de weerspiegelingen door de dood, verbonden aan Ma-her, de wachter van het vierde uur van de nacht. Dit gaat over de tocht door de woestijn vna Sokar, wat ook weer terugkomt in de Mozes-mythe. Hier sterft het ego van de mens af, zodat het fundament van de tabernbakel gelegd wordt. Mer is ook een woord voor woestijn. Het Aramese woord voor Heer, Marya, komt hier uit voort, en ook Maria in het NT, de moeder van Jezus. Jezus was "de bedekker" (van zonden, door zijn bloed), als de restrictie. Maria is dus in de Egyptische diepte de godin Mer van het achtste uur, de diepte van de nacht. 34Hun getelden, overeenkomstig het aantal van allen die van het mannelijk geslacht waren, van één maand oud en daarboven, waren zesduizend tweehonderd. Zes is het getal van de dienstbaarheid. Mannelijk, zakar, Hebreeuws, zij die tot verstand zijn gebracht. Maand, chodesh, Hebreeuws, de besnedenen. 35En het familiehoofd der geslachten van Merari was Suriël, de zoon van Abihaïl. Zij legerden zich langs de tabernakel aan de noordzijde. Suriël betekent God is het overweldigende touw. Abihaïl betekent draaiende legers (Hebreeuws,
chayil) in de diepte van de ziel (Egyptisch, ab). Het Noorden is het sieraad in het verborgene. 36Aan de Merarieten was opgedragen de zorg voor de planken van de tabernakel, zijn balken, zijn pilaren, zijn voetstukken, al zijn gerei en alles wat daaraan te doen was, In het Hebreeuws zijn zij aangesteld over de gevangenissen, de kooien, en de doorloopgangen van de dodengevangenissen van de onderwereld, wat weer verbonden is aan de Aser-stam. Ook zijn ze gesteld over de fundamenten, de ammuwd, ook weer verbonden aan muwth, de dood (Hebreeuws) en Ammut (Ammit, Amoet, Egyptisch). In het Aramees waren zij ook onderverdeeld over de uren van de nacht (mtr). Merari is in het Aramees mrry. 37eveneens voor de pilaren van de voorhof rondom, de voetstukken, de pinnen en de touwen daarvan. Het vers begint weer met het ammuwd woord in het Hebreeuws voor de fundamenten. Dit betekent ook volharding. Hoofdstuk 29. Het Orionse Woordenboek Het Samantijnse-Orions is één van de basis-talen van Orion, zoals Engels dat is. Velen spreken het dan ook naast hun eigen moedertaal, omdat het een internationale taal is. Het Samantijnse-Orions is dus als het Orionse Engels-Amerikaans, wat ook deep verscholen ligt onder de fundamenten van het Engels-Amerikaanse wereldrijk op aarde. Samanthia is het Orionse natuur-Engeland in het OrionsEuropese gebied in het Èrk-gebied. Ze gingen de rode zee over het Orions-Amerikaanse gebied in, onder leiding van de kerkvorst Kurka, lang geleden voordat het Vur systeem kwam opzetten. Het liep gelijk op met de Jesus-cultus en de Horus-cultus op aarde, wat steeds patriarchischer werd. De kerkvorst Kurka bracht het nieuwe geloof met het zwaard. Taaf was een christus-horus figuur, een vogel, een specht, als beeld van de inscripties. Elke dag ging Taaf op zijn boot door de onderwereld tot zijn vader Roema, ook een spechtengod. Hij moest hiervoor door zes poorten, de zes delen van de nacht en de dag. Dit waren zes palen, zes werken. Oorspronkelijk had dit een enorme esoterische diepte, maar Kurka maakte het steeds orthodoxer, als een soort Orionse Paulus of Calvijn. Vele natuurvolkeren werden geplunderd en gedwongen het nieuwe geloof te aanvaarden. Het waren boten-aanbidders, want het schip van Taaf zonk, en hij verdronk, waardoor hij tot Roema kwam. Het is een scheepvaart-cultus. Elke nacht weer verdrinkt Taaf, opdat zijn ziel als een specht tot Roema kan komen. Kurka verletterlijkte en vermaterialiseerde het steeds meer om de
scheepvaarthandel te ondersteunen en uit te breiden. Het ging hem steeds meer om materieel succes ben steeds minder om de geestelijke boodschap. Hij gebruikte het om militaire macht te krijgen. Vandaar dat het belangrijk is tot de oorspronkelijke boodschap van de specht terug te gaan. Toen de Vur kwam opzetten was het Samantijnse wereldrijk al gevestigd, en ook met de opkomst van de Vur natuursteden bleef het Samantijns een basistaal. De taal is niet zo erg en demonisch als het aardse Engels-Amerikaans, maar het is ook geen volmaakte taal. Het is een brugtaal die verder verfijnd en verdiept moet worden, om zo terug te gaan en samen te smelten met de natuurtalen. Over het spechtenhuis zegt de tweede bijbel het volgende in de poëtische boeken : "Dreamlights on ... The child could fish all the day ... It's the voice of the woodpecker ... from the woodpecker's house .... so deep in that forest ... so deep and loud ... Like all your memories are washed away ... and you have to catch them again ... At the end of the day ... It starts all over again ... They try to let you feel insecure ... for they could never feel the blessing of pride ... They are barbed wire hearts, they are liars from the beginning, sent out to make you one of them ... They are taletellers from the woodpecker's house ... They knock until your fragile mind opens up ... And then they slowly slide away ... leaving a pipeline for a daily suck .... When you give them your heart, They will let it fall ... And soon you will be one of them ....
for you cannot use your heart anymore .... you're a barbed wire heart too ..." Het spechtenhuis is een dualiteit. Ergens in de diepte is een pad, maar er waren verraders in dit huis. Zo is dat ook op aarde geprojecteerd in het christendom. Hier is een korte woordenlijst van het Samantijnse Orions : samantijns orions gods of eso-syncretisme (verzoening door diepte) : sorded bela hores uteigeros - oordeel teregom - wet tensis - logos (woord), woede, passie, krankzinnigheid (dwaasheid) napru - paradox, dualisme, wenen, traan olix - vergetelheid (lethe, nirvana) strima - menstruatie akti - vruchtbaarheid pro - zon pru - oorlog pripia - duisternis kakijn - zwart luxer - licht samantijn - roze, koninklijkheid rior - groen riorgijn - lucht oktin - jacht lamir - altaar, molochisme rami - honger riorka - aarde riorstri - geel strimi - leed lopo - vriend otugtel - kip kakebis - arend 'k - gnoe
irg - waarheid prunikt - bizon lahpe - kennis axis - lam ambri - wijsheid hares - adem leptus - rund skraum - bot nakdata - overwinnaar, openbarende emerekus - water plas - beenmerg zake - skelet il - hij t'k, took, tuk - voet argus - varken vetis - rood archis - blauw trimi - regering ohxis - vis olar - lachen 'd - orakel chemitetrix - medicijn, paarden vroter - zicht nander - oor kerios - gevoelens heter - smaak vater - reuk vetrix - verstand tra, slavernij fra - wildernis eilon - vuur (van de zon) wurnet - vleugels radak - wapens, wapenrusting vatir - kruis, galg paser - publiek holer - hoofd ew - oog natri - profeet, profetie fri - interpretatie, apostel pokos - magiër, goochelaar steilo - gevechtskunst r'm - jachtskunst kra - tegenstander, vijand, verleider narit - vergif karakas - god nelva - geest
tel - hemel, burcht, huis, stad der goden kapel - paleis, kasteel, woning der koningen en hooggeplaatsten polex - paus pater - halfgod nater - touw, slang, orakel plurex - gebouw van justitie, vonnis nax - ziekenhuis, zorghuis, godin van medicijnen r'nu - denken, gedachtes, filosofie oplexar - hond orxis - het slechte, het kwaad (evil) aplatis - sterkte, kracht helev - gevangenis, gebondenheid osophos - school, educatie spegis - les, dier norphus - storm apalate - maan m'bari - leger rotin - krijgsraad ephta - geheime dienst, intelligentie sophorot - priesterschap sotox - priester haras - braam, muziek, lied d'ma - stok sotex - dood soteris - graf sox - zombie sophor - vliegen sophoros - eenzaamheid, hermiet, wijze, (boeken)klerk spochtor - spin glabax - architectuur, staatshuizen kudure - uilen, steen asher - demoon patrure - pop, programmatie, robot iripil - balans tarapa - helm lolok - golf trisijn - zee badder - bos kal - bliksem mari - donder erfo - regen srerf - lichaam alves - doorzichtigheid metir - steken frodog - straal, ijs nemberis - berg
schalp - schip nuteris - voedsel apreter - kikker orphos - slaan trarg - boeken verrenkum - dictator asphinat - totalitarisme verotor - wetenschap alphrin - machines stathalt - doodsvonnis straphil - brug, link mamare - herinnering, geheugen tutore - oorlogsschoeisel giral - de planeet mars viril - olie piris - geweten urap - wil mirris - drank viral - stem diotrix - president gaver - melk nabrid - sneeuw, panter palid - luipaard vakur - visioen lovothul - leeuw rorot - regenboog kr'ml'p - woestijnhut, woning pirs - zalf, schuim, zaad t'l'l - kind l't'l - jongetje m't'l - meisje gr'n - man jotte, jota - baby vatil - kroon preter - troon pretil - draak, monster, beest, half-mens, wilde nabiru - krokodil narbaritu - nijlpaard narbarito - olifant trotskere - kat trotskeru - tijger tappila - lynx
Hoofdstuk 30. Het Orionse Woordenboek II We kunnen tenminste drie tijdperken onderscheiden in het Samantijnisme : I - Het oorspronkelijke oer-samantijnisme, met haar enorm ingewikkelde en esoterische stelsels van veelgodendom. II - Het Kurkaanse samantijnisme, met een streng monotheisme zoals in het christendom, waarin Taaf de zaligmaker is, de enige weg tot Roema, de vader. III - Het Vurische samantijnisme, het samantijnisme van de gnosis In het oer-samantijnisme was Taaf nog veelal vrouwelijk, maar sinds de komst van de kerkvorst Kurka werd Taaf strict mannelijk voorgesteld. Het oer-samantijnisme is een groot onderdeel van de Orionse mythologie. De weelderigheid van het oer-samantijnisme kan vergeleken worden met de weelderigheid van het hindoeisme, maar het komt dus voort uit het Orionse Engeland, een veel exotischer Engeland, en wat de naam Samanthia draagt. De naga's, de slangen die de kennis bewaken in het hindoeïsme, komen ook voor in het oersamantijnisme met als naam : de billa's. Dit zijn slangen, honden, of hyena's. Soms zijn het krokodillen. Verdere samantijnse woorden : pinir - slavendrijvers, kolonisten, groep vrouwengeesten die mannen krankzinnig maken, hoorn, schip lavar - havenplaats katakala - heilige geest nesis - demoon telmin - heersers kippi - mannen die vrij in de wildernis leven bosoph - paria rophos - brahmaan silaan - boven brahmaan vitra - melk, god Het Samantijns is gebaseerd op het Betelgeusische alfabet, en haar taal en mythologie, en ook
gebaseerd op Saturnische en Centraal Orionse religies. De kerkvorst Kurka putte uit Betelgeusische corruptie, zoals de Septus-leer en de Takhot-cultus van het Golar-gebied. De geschiedenis van Golar is fundamenteel voor het christendom. De achtentwintigste monarch, Katar, ontwierp het boek van Ul, wat je kunt vergelijken met het OT. De negenentwintigste monarch, Benzeem, stelde het boek Ifter samen, wat je kunt vergelijken met het NT. De dertigste vorst, Sopatus, voegde deze twee boeken samen tot de Takhot, wat je kunt vergelijken met de bijbel. Als je de Takhot niet aanbad, werd je opgesloten, gemarteld en gedood. De eenendertigste vorst, Siphis, bracht de kinderoffers terug op basis van dit boek. De tweeendertigste vorst, Niphis, bouwde een plaats genaamd de eeuwigdurende hel, op basis van de Takhot, waar je gewoon doorleefde als je er werd ingeworpen, zonder hoop op bevrijding. Deze Orionse hel werd genoemd de Stopher. De drieendertigste vorst genaamd Optus werd de wachter van deze hel, in de zin dat hij bepaalde wie er wel en niet naartoe gingen. Kurka liet zich hierdoor inspireren, en bracht ook de kinderoffers terug. Het boek van Ul en het boek Ifter staan vol met misvertalingen en verdraaiingen van de oudere Betelgeusische paradijs teksten. Wat belangrijk is is tot de nodige sleutels in West Orion te komen, en dan terug te komen tot de diepte van Betelgeuse. De mens moet tot de Betelgeusische verlichting komen. Er is een stenenorakel in de diepte van Orion. Het is het Betelgeusische orakel. stenen : Golak - steen van kinderen Tenau - steen van de halsketenen De eeuwigheids-stenen : de steen van het worstelen met God de steen van het worstelen met het zelf de steen van vrees de steen van leegheid de steen van verlamdheid de steen van het diepste Vuch - de steen van de hel en van haar Tartus - de steen van vernedering en spot Tork - de steen van het huwelijk Schark - de steen van het fokken Golar - de steen van de jacht Zolim - de steen van de scalpering In de Betelgeusische oer-religie wordt de honger aanbeden als een godin, als een beeld van de leegte. Er is geen Betelgeuse verlichting mogelijk zonder de heilige honger. Het is de enige weg tot de Orion moeder.
Hoofdstuk 31. De Esodus De geslachtslijn van Jezus is op sommige punten problematisch, zoals we lezen in het Evangelie van Mattheus. Hij kwam voort vanuit David die Uria vooraan liet zetten in de oorlog, opdat hij zijn vrouw, Batseba kon krijgen, als een soort van vrouwenroof. Toen werd Salomo verwekt, en uit deze lijn is Jezus voortgekomen. Natuurlijk heeft dit hele diepe Egyptische wortels, en komen we uit bij Isis, wat later vermannelijkt werd tot Iesous. Isis was een populaire godin destijds bij de Grieken en Romeinen. Seb (Geb) en Meri Nut waren haar ouders, wat werd tot Jozef en Maria. Geb is de paradijselijke verlamming, de paradijselijke slaap. Geb, de aardgod en Nut, de luchtgodin, waren gescheiden tijdens de dag en kwamen samen in de nacht, zodat duisternis ontstond. Dat het uit Egypte komt wordt ook des te meer duidelijk in Mattheus 2 waarin Jozef en Maria met hun kind moeten vluchten naar Egypte, vanwege de massamoord van kinderen door Herodus. Dit is dus tegengesteld aan de exodus uit Egypte vanwege de massamoord van kinderen door de farao. We spreken hier dus over een esodus, terug naar Egypte. Mattheus 3 gaat over de doop van Jezus, wat het baden van Isis is. Dit is verbonden aan het sterven van het ego, waarvan ook de visvangst symbolisch is. Mattheus 4 gaat over Jezus in de woestijn, over het heilige vasten, de heilige verhongering. Men kan alleen tot Isis komen door het hongeren, het leeg worden, als tegengesteld aan de hebzucht en de overmoed van de stad. Daarom moet de mens de wildernis in. Om zo door alles los te laten te komen tot het diepere Woord. Zoals Jezus werd verzocht door de duivel, zo voerde Isis oorlog tegen de vijand, en overwon de vijand door het Woord. Verder gaat het over Jezus die de discipelen ontmoet bij het meer van Galilea, waar hij ze tot vissers van mensen maakten. Daarna gebeurden er genezingen. De genezingen zijn een beeld van de opname, wat ook weer een onderdeel is van de visvangst, en wat dus behoort tot Isis. Here, hry, hr., was oorspronkelijk een titel van Isis. Hry, hr. betekent meester(es), opper, autoriteit hebben over, zoals de hry ssta de meesteres van de geheimen was, als een bijnaam van Isis (st). Hr. werd al snel tot Horus, als een mannelijke voorloper van Jezus, wat steeds meer ontaarde in de Horus cultus, maar wat dus wel van groot literair en liturgisch belang is om het terug te herleiden tot Isis, zijn moeder. Isis was dus de vrouwelijke voorloper van Jezus, Iesous. In Mattheus 5 gaat Jezus de berg op. De berg is een beeld van de inwijding. Het gaat hier dus om Isis, de inwijder tot de wet, ook verbonden aan het Mozes op de berg verhaal, waar Mozes de wet ontvangt. Mozes is M-Isis, oftewel de wet (ma, Egyptisch) van Isis. De bergrede is dan eigenlijk de bergwet van Isis.
Aan het einde van Mattheus vindt de kruisiging van Jezus plaats, waar hij zijn bloed gaf. Oorspronkelijk was dit Isis die haar melk gaf, als een beeld van hoe het ego sterft door het ontvangen van het Woord. De mens wordt opgevoed door het Woord en de wet van Isis. Dit is de wederopvoeding. Marcus begint direct met de doop van Jezus, oftewel met het baden of vissen van Isis. Het slaat het geboorte verhaal van Jezus over, en is daarmee een veel korter boek dan Mattheus, met 16 hoofdstukken. Mattheus heeft 28 hoofdstukken. Ook de Paulinische brieven handelen over Jezus maar dit gaat dus eigenlijk over Isis. Efeze gaat over het overwinnen van het ego door in Jezus te zijn, oftewel in Isis, als verbonden aan de wijnstok in Johannes 15. Kolosse gaat over de spiegel, als de grote verscheidenheid van Isis, als de regenboog van Isis. Het is de spiegel van openbaring en verzoening. Zoals Paulus vaak een Christus rol aanneemt, zo is Timotheus dan in werkelijkheid de zoon van Isis die door zijn moeder opgevoed wordt. In het zevende nachtuur van de Amduat komt de dode tot de troonzaal van Horus. Horus op de troon die twaalf goden met sterren op hun hoofd toespreekt. Eén van zijn namen is Duaty (David, Thoth), de onderwereld, het Woord. De dai-wortel brengt het ook in verband met een kind die uitreikt naar de moeder borst. Met een M erbij, als in daim, komt dit ook voor, wat dan weer een wortelwoord is van het Hebreeuwse "dam", bloed, en ook van Adam, wat allemaal terugwijst op een kind die terugkeert naar de moederborst, door het trotse ego te laten doodbloeden. Het kind komt alleen terug tot de moederborst door "bloed". Dit heeft dus een enorme Egyptologische diepte. De dai of daim wortel betekent het verzetten tegen het ego, het doorboren. Daim of da-m is de wet (ma, Egyptisch) van David (Duaty, Thoth) wat dus in het Hebreeuws de betekenis van bloed heeft (dam). Hr. is dus verbonden aan Duaty-David, als een bijnaam, en zo ook een bijnaam van Hr. Isis. Een andere bijnaam is de tong is het mes, oftewel het Woord is het mes. Dit Davids-verhaal komt dus terug in de kruisiging van Jezus. Duaty, David, is het afdalen in de onderwereld, wat Jezus deed door het kruis. Isis voerde oorlog tegen de vijand, en gaf haar kind melk. In die zin zijn de Paulinische brieven dus erg Davidisch om de troon van Isis te openbaren. Jeremia is dan een beeld van de rode kroon van de klaagliederen, die Isis draagt. Zowel Jeremia als Jozef werden in gevangenschap gebracht. Zij weten wat de rode kroon van mirre is, van klaagliederen. Hun gevangenschap wees op de baarmoeder. Ook Osiris ging in gevangenschap. Hij was de vader van Horus, van Hr. Het NT gaat meer over het lijden van de zoon. De gevangenschap van Jozef is de baarmoeder van Isis. Jozef werd koning door deze ervaring, zoals ook Osiris koning werd. Voor Isis is dit fundamenteel. Toen Osiris opgesloten werd werd hij in wezen opgesloten in Geb, de aarde, zijn vader of zijn moeder. Restrictie is nodig willen we geleid worden. Restrictie toont het pad. Jozef had ook dromen dat de zon, de maan en de sterren voor hem zouden buigen. Toen hij een Egyptenaar werd door zijn gevangenschap gebeurde dit ook daadwerkelijk. Osiris is de ware god
van het OT, en Horus is de god van het NT, en zij zijn dus beiden titels van Isis. Aser is de Egyptische naam voor Osiris (Grieks), sr, wat terugkomt in Sara, sr, de aartsmoeder. Het gaat erom de verschillende vormen van Isis terug te herkennen in het OT en NT. Hoe is dit beeld precies gestolen, en wat hebben ze ervan gemaakt. Dit is waar de Esodus over gaat. Hoofdstuk 32. De Verzoening door Jezus in de Egyptische Wortels Isis was degene in de Egyptologie die de lammen liet lopen en de blinden ziende maakte, wat later werd toegeschreven aan Iesous, Jezus. Horus werd verblind door Seth, en Thoth genas zijn ogen door zijn speeksel. Dit komt ook weer terug in het verhaal van Jezus die de blinde genas. Dit komt dus uit het Egyptische Dodenboek. Efeze 2 14Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, 15doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te scheppen, 16en de twee, tot één lichaam verbonden, weder met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. 17En bij zijn komst heeft Hij vrede verkondigd aan u, die veraf waart, en vrede aan hen, die dichtbij waren; Dit gaat over het verzoeningswerk van Jezus wiens gebroken lichaam, de kerk, weer verzoend wordt, wat ook weer verwijst naar de verloren stammen van Israël die verzoend zullen worden. Dit is oorspronkelijk een Egyptische mythe over het verscheurde lichaam van Osiris in veertien delen, veertien stammen, die later door Isis, met hulp van Sebek, werden opgevist uit de zee en werden samengevoegd, verzoend. Het was één van de belangrijkste mythes van de Egyptenaren en nu is het één van de belangrijkste mythes van het christendom. In de diepte gaat dit om de verzoening van de diversiteit, de eenheid in verscheidenheid. Het gaat om de verzoening van de religies en de culturen. Dit stond bekend als de opstanding en ontwaking van Osiris. Dit gebeurde dus door Isis, zijn vrouw. Beiden waren voorlopers van Jezus bij de Egyptenaren. Hierop is dus ook de visserscultus van de christenen op gebaseerd. Horus was de wreker van de dood van zijn vader, Osiris, en had een gevecht met Set (satan), of Typhon in het Grieks, de monsterlijke reuzenslang. In dit gevecht werd Horus dus verblind (zie Simson) en zijn armen werden afgekapt. In dit gevecht veranderde SetTyphon soms in een zwart varken. Ook Horus' lichaam moest verzoend worden door de lichaamsdelen uit de zee te vissen. Isis viste ze op met de hulp van Sebek die ze vond. Vandaar dat Sebek, de krokodil, van wezenlijk belang is in de verzoening van het lichaam. Er waren
verschillende Horusen. De Horus die zijn ogen verloor was de hemelse Horus, de eeuwige overwinnaar van Set, het kwaad, en de Horus die zijn handen en armen verloor was de zoon van Isis. Set werd niet als de christelijke satan behandelt, als het ultieme kwaad, maar meer als een dualiteit, want Set is ook een god aan de zijde van Ra. Het was dus meer een soort theaterspel met diepere waarheden. Set moest dit spelen, zoals ook de gnostische Judas, als een beeld van het toetsen en beproeven. In het Judaïsme gebeurde dit ook gewoon door de engelen van God die daartoe waren uitgezonden, en één van hen was satan. Vandaar dat het Judaïsme een vorm van satanisme is, maar dan in oorspronkelijke positieve zin. Ook God veranderde in satan in het boek Numeri, omdat het een neutraal woord is. In het Grieks kan een demoon ook goed en slecht zijn. Thoth was degene die het gevecht tussen Horus en Set ten einde bracht door de ogen van Horus te genezen met zijn speeksel. In de diepte gaat het erom dat Horus door Thoth, het Woord, de ibis, tot inzicht kwam, tot diepere openbaring over wat er gaande was. Verbonden hieraan is de mythe van Set als de reuzenslang Apep, apopi, die tegen Ra strijdt. In de Coptische bijbel (Grieks-Egyptisch) wordt apep genoemd in Genesis 6:4 over de nephilim - De reuzen, apopi, waren in die dagen op de aarde, en ook daarna, toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen, en zij hun kinderen baarden; dit zijn de geweldigen, apopi, uit de voortijd, mannen van naam. De krokodil is een beeld van de verzoenende exegese in de diepte, als een beeld van het werk van Isis. Ook één van de vormen van Apep is een oer-krokodil. De verzoening komt ook heel duidelijk naar voren in de hereniging tussen Jakob en Ezau en in Ezechiel 37. De verzoening van de verloren stammen van Israël is maar een metafoor van veel diepere dingen. Het gaat niet slechts om Israël, maar dus ook om de Egyptische achtergrond. Kolosse 1 19Want het heeft de ganse volheid behaagd in Hem woning te maken, 20en door Hem, vrede gemaakt hebbende door het bloed zijns kruises, alle dingen weder met Zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is. 21Ook u, die eertijds vervreemd en vijandig gezind waart blijkens uw boze werken, heeft Hij thans weder verzoend, 22in het lichaam zijns vlezes, door de dood, om u heilig en onbesmet en onberispelijk vóór Zich te stellen, Dit gaat dus heel diep, omdat het ook vijanden met elkaar verzoend, omdat er een ander zicht komt op dingen. Dit vanwege het herstel van de ogen van Horus, of de ogen van Simson. De profetische gave wordt zo hersteld in het lichaam van de kerk. Dit is dus een kerk op basis van de natuur en de etymologie. Wie kan deze machine stoppen ? Dingen kunnen niet voor eeuwig verborgen blijven. De verzoening kan alleen ten diepste doordringen als de moeder in ere wordt hersteld. De moeder is de natuur en haar vruchtbaarheids-principes. Zonder de baarmoeder gaat alles dood en loopt alles vast. Zoals Isis was ook Horus verantwoordelijk voor de opstanding van Osiris. Horus beeldt namelijk het innerlijke kind uit van Osiris. Alleen kinderen kunnen het koninkrijk der hemelen ontvangen, wat ook weer overvloedig terugkomt in de Jezus mythe. Alleen aan kinderen zal het geopenbaard worden. In die zin is Horus dus een belangrijke esoterische sleutel tot de opname, en een groot
medicijn, als een deel van Osiris wat tot hem terugkwam door toedoen van Isis, de moeder. Zij gaf geboorte aan hem. Keb, de vader van Osiris, of moeder, een beeld van de leegte, de diepte van de aarde, hielp ook mee, en zette zijn of haar voet op het hoofd van de vijand. Keb is een beeld van de baarmoeder van Isis, verbonden aan het Aramese Keb(a), de ark waarin zich het Woord bevindt (vergelijk Arabische kaba, de plaats van de zwarte steen, het heiligdom van de islam). De vijand was verslagen door Horus, het innerlijke kind van Osiris. Zo werd het lichaam van Osiris verzoend. Dit gaat dus niet zonder diepgaande demonologie. Ook Nephthys, de duisternis van Isis, haar zuster, hielp mee, als een bijmoeder, in het herscheppen en verzoenen van het lichaam van Osiris. Zij deed dit in haar Seshat-vorm, de godin van het Woord en educatie, de godin van wijsheid, kennis en het schrijven, van de inscripties, vandaar dat zij vaak is afgebeeld in luipaardenhuid. Zij is ook de godin van architectuur, de woningbouw van de onderwereld. Zo bracht Keb vanuit de leegte het koningschap voort voor Osiris, als de overwinning van het ego, als meesterschap in de demonologie. Hoofdstuk 33. De Dubbele Verzen Het boeddhisme ontstond in Noord India. De taal wat hiervoor gebruikt werd was het Pali. Boeddha zelf kwam uit Nepal maar raakte verlicht in Noord-Oost India, in Bodh Gaya, in Bihar. Hij ontving deze verlichting onder de Bodhi boom. Vanwege dat het een Pali-religie is, kan het ook het paliisme genoemd worden. De leer van het boeddhisme wordt in het Pali de dhamma genoemd (Sanskrit : dharma). Het is de educatie. Vergelijk dit met het Egyptische daim, het komen tot de moederborst, en het Hebreeuwse dam, bloed, wat verwijst naar het afsterven van het ego. Als we het dan in de Pali-context hebben over "het bloed van Jezus", dan hebben we het over de dhamma, de educatie, het Woord, waardoor het ego sterft. Hiertoe vloog ook de ibis uit in Egypte, de logos (thoth, duat, david). Het doel van het boeddhisme is nibana (Pali), ook wel het nirvana genoemd in het Sanskrit, de vergetelheid waarin het ego afsterft, de grote leegte, wat in Orionse termen 'witi' is. Nibana is in het Egyptisch-Hebreeuws de zee (nu, Egyptisch) van de bijmoeder, de vrouw (bana, Hebreeuws). Alle culturen zijn aan elkaar verbonden en leggen elkaar uit. De culturen verduidelijken elkaar. Dat is het adembenemende avontuur van de etymologie, de woord-parallellen (woord-spiegels) en oorsprongen. Natuurlijk is 'nu' in de Egyptologie ook een naam voor de baarmoeder als de oerafgrond. Nibana = de baarmoeder van de vrouw als bijmoeder. In de dhammapada, een centraal geschrift binnen het boeddhisme, (het pad van de educatie) :
De dubbele verzen 1. Alles wat we zijn is het resultaat van wat we denken : Het is gebaseerd op onze gedachtes, het is gemaakt van onze gedachtes. Wanneer een mens spreekt of handelt vanuit verkeerde motieven, dan zal dukkha hem vinden. Dukkha is een ander woord voor kamma (karma, sanskrit), wat betekent resultaat, gevolg, vrucht, loon (karmaphala), zoals het wiel de voet van het rund volgt wat de wagen trekt. Kamma is altijd onderwijs, dus vandaar ook onlosmakelijk verbonden aan dhamma. Als het Hebreeuws zegt dat er bloed, dam, moet vloeien voor verzoening, dan betekent dit in de Pali context dat er educatie, dhamma, moet komen voor verzoening. In Egyptische context : het kind moet terug naar de moederborst, daim. 2. Alles wat we zijn is het resultaat van wat we denken : Het is gebaseerd op onze gedachtes, het is gemaakt van onze gedachtes. Wanneer een mens spreekt of handelt met een puur geweten, sukha, eeuwige, meditatieve, spirituele droom, zal hem vinden, als een schaduw die hem nooit verlaat. Dit is tegenovergesteld aan aards geluk. Het gaat hier om de wedergeboorte in het hogere. Het is een beschrijving van het nibana, de vergetelheid, de leegte, waarin nieuwe schepping plaatsvindt. Sukha is dus een eigenschap van nibana, de droom die hierin plaatsvindt, de eeuwigwording. De culturen zijn aan elkaar verbonden, wakkeren elkaar aan, en onsluiten elkaar. Sek-met, de Egyptische leeuwinnengodin van de wijsheid en de oorlog is in de Pali context Sukha-met, de wet (met, Egyptisch) van de sukha, het hogere geluk (Pali). Hierin wil Sekmet een onderwijzer zijn. Er zijn een heleboel condities verbonden aan het nibana. Waar de mens de etymologische demonologie niet kent, loopt de mens vast en wordt blootgesteld aan allerlei corrupties. Het gaat hier om een eeuwig geluk wat geboren wordt in de vernietiging van het ego. Deze vernietiging is meer een vertaling dan dat het om daadwerkelijke vernietiging gaat. Uiteindelijk moet het zicht van de mens veranderen. 3. In hen die gedachten koesteren zoals "Hij mishandelde me, sloeg me, versloeg me, en bestal me" zal haat niet verdwijnen. Dit komt ook terug in de woorden van Jezus dat we onze vijanden niet moeten vervloeken, maar zegenen, en dat als we geslagen worden we niet moeten klagen, maar moedig onze andere wang keren. Als we bestolen worden, dan geven we zelfs nog meer dingen weg, en als iemand ons vraagt een mijl te lopen, dan lopen we de dubbele mijl. Natuurlijk is dit oorlogs-strategie, en dit geldt zeker niet in alle situaties. Er is een seizoen voor alle dingen. Soms is het belangrijk het lijden te aanvaarden, het lijden van de ander erbij te dragen en om het lijden te vragen. Dit is nodig om bruggen te slaan, om anderen te helpen, om door het kruis contact te maken met God. Maar als dit getal vol is geworden moeten wij de strijd aangaan. Wij moeten erg gevoelig zijn voor het veranderen van deze seizoenen, opdat wij niet teveel lijden, en niet te weinig, en ook niet teveel strijden en niet te weinig. 4. In hen die geen gedachten koesteren zoals "Hij mishandelde me, sloeg me, versloeg me, en bestal me" zal haat verdwijnen.
Dit is het tegenovergestelde vers. 5. In deze wereld wordt haat nooit overwonnen door haat, alleen door anti-haat, die de eeuwige wijsheid is. Dit vers wordt vaak verkeerd uitgelegd. Het gaat hier erom dat we geen blinde vuistvechters moeten wezen, maar onderscheiding moeten hebben. Het woord voor haat, verani, in pali, kan ook vijandelijkheid betekenen. De mens moet eerst terugkeren tot de leegte, tot de rust, vluchten van alles, om tot zijn zinnen te komen, om zo van een afstand te bekijken wat er nu eigenlijk gaande is en wat er moet gebeuren. Overmoed is namelijk een erg groot gevaar, en soms is de vijand helemaal niet de vijand. Soms kan er een groot misverstand zijn. Wijsheid is het sleutelwoord, zoals de bijbel ook zegt dat wijsheid beter is dan oorlogstuig, wat niet betekent dat er nooit een geestelijke oorlog of strijd mag zijn. Het één sluit het andere niet uit, maar leidt het ander. Wijsheid is een oorlogsstrateeg die weet wanneer te beginnen en wanneer te stoppen. Ook weet wijsheid welke wapens te grijpen en welke wapens absoluut niet. Het gaat erom de diepte te begrijpen. Het gaat niet om wel of niet haten, maar het gaat om de kennis. Het is voor de mens aan te raden het kwade te haten, anders kan er niet van het goede gehouden worden. Dat is ook de ware betekenis van de vreze des Heeren, namelijk het kwade te haten, in het OT. De wijsheid is de dhammo, wat je weer kunt vergelijken met de Egyptische daim, het kind aan de moederborst, en het Hebreeuwse dam, bloed, oftewel het sterven van het ego. Er is geen schepping van het goede zonder het vernietigen van het kwaad, wat in het nibana gebeurt door de heilige vergetelheid. Het vernietigen betekent vertalen, begrijpen, onderscheiden, dus het is metaforisch. De gehele oorlog is een metafoor van het tot de diepte van iets komen, van de communicatie, het tot elkaar komen door de blokkades te ontcijferen. Soms is het belangrijk in de geestelijke oorlog om een ander gezichtspunt aan te nemen, en zo eerst tot diepe innerlijke vrede te komen, en verzoening met de kennis. Hoofdstuk 34. De Dubbele Verzen II De Boeddha - zwaar geschut - en we moeten weten hoe ermee om te gaan. Er zal dus een nieuwe Boeddhistische exegese moeten komen vanuit de demonologie. 6. Mensen die niet wijs zijn weten niet dat we in deze wereld moeten sterven. De wijzen weten het en beeindigen hun gevechten.
Het gaat hier om het sterven aan het ego, en dat gebeurt in het gevecht en zo houdt ook het gevecht op, opdat de mens opgenomen wordt, tot een hoger niveau. Ook hier zijn weer gevechten en moet hetzelfde gebeuren. De mens moet leren over te gaan van vechten tot puzzelen. Het gevecht is niet materieel. De mens moet tot inzicht komen. Het gevecht is slechts een symbool. Het wijst ergens naartoe. 7. De mens die op zoek is naar (oppervlakkig, materialistisch) geluk en genot, die zichzelf niet disciplineerd (en ook niet openstaat voor discipline), die roekeloos is in het eten, die lui is en onverschillig, die zal zeker gegrepen worden door Mara, zoals de storm een niet diep gewortelde boom meeneemt. Mara is de duivel in het boeddhisme, alles wat de verlichting tegengaat, als de dood. Zijn drie dochters zijn Raga, wat gehechtheid, genotszucht en hebzucht betekent, en Arati, wat ondankbaarheid, onverschilligheid en afgunst betekent, en Tanha, wat materialistische dorst betekent, sierzucht en pronkzucht, behaagzucht. Zij probeerden de Boeddha te verleiden tot materialisme, opdat hij niet tot de verlichting zou komen. Hierboven zien we dat dit zelfs door het eten kan gebeuren. Teveel eten of verkeerd eten kan schadelijk zijn en de poort openen voor Mara en zijn dochters. Het Westen is al geheel in de handen van Mara. Zij volgen de illusies van Mara, of Maya in het hindoeisme. We zien hier een verbinding met de Aramese Mara (Marya) god van het Oude Testament, en Maria, de moeder van Jezus, in het Nieuwe Testament. Er is nog steeds een groot conflict tussen het Oosten en het verre Oosten. In de gnostiek is Mara de demiurg. 8. De mens die het gevaar en de vuilheid inziet van het oppervlakkige leven in aards genotzucht, en die waakzaam hierover is, die matig is in het eten (bedachtzaam, bewust), en is in volharding toegewijd hieraan, zal niet door Mara gegrepen worden, zoals de wind geen berg van rotsen kan overweldigen. Dit is het tegenovergestelde vers. De nadruk ligt op de waakzaamheid die tot de diepte leidt. Een voorzichtig mens laat zich onderwijzen. Dwazen storten zich roekeloos overal in. Dat zijn allemaal allegorieën. Door volharding wordt de mens hard als een rots tegen de verleidingen. Door volharding wordt de mens vereeuwigd. Als de mens voortijdig stopt zal de mens alles verliezen. Dit is slechts een schaduw die zal wegvallen. Het is het overmoedige, onverschillige ego van de mens. Het ego is halfslachtig. Het gaat niet diep genoeg en volhard niet genoeg. Hoofdstuk 35. De Dubbele Verzen III
9. Iemand die besmet is met onverschilligheid en geen zintuigelijke discipline heeft, en niet leeft vanuit de diepte in waarheid, maar met oppervlakkige leugens om de zintuigen te bedriegen, die is het geverfde schort niet waardig, ook al draagt hij het. Dit komt ook terug in het NT, in Openbaring, dat hij die op het witte paard zit de naam Getrouw en Waarachtig draagt, en een schort in bloed geverfd, als het beeld van het metaforische oorlogsbloed, een beeld van de strijdvruchtigheid. Onverschilligheid staakt de strijd voordat het daarvoor de tijd is. Als men dan toch met dit schort gaat rondlopen dan is het geroofd. 10. Hij die niet besmet is met onverschilligheid en zintuigelijke discipline heeft, en leeft vanuit de diepte in waarheid, zonder oppervlakkige leugens om de zintuigen te bedriegen, die is het geverfde schort waardig. Dit is het tegenovergestelde vers. Het bevlekte schort is een teken van puurheid, want de mens laat zo zien dat hij hard aan zichzelf heeft gewerkt, en geen smetvrees heeft gehad in het gevecht met het ego. Zij die onverschillig zijn bevlekken zich niet. Zij zitten met hun poederdoosjes in de stad, op hun hoge gouden troontjes, opdat er geen vlekje en stofje in hun buurt komt. Met giftige, agressieve schoonmaakmiddelen vernietigen ze alles wat natuurlijk is en echt, en komen zo in een leugenachtige realiteit, in een glitterwereld van illusies. Hier hoeven ze niet voor elkaar te zorgen, maar alleen maar elkaar af te katten, het liefst zo snel mogelijk, zodat zij de eerste klap hebben uitgedeeld voordat iemand anders dat kon doen. Ontzettend laf natuurlijk. De eerste klap is een daalder waard. De "hit them before they hit me" mentaliteit. Daar zitten ze, hoog in de stad met hun oma knotjes, alles keurig netjes, mogelijk met stropdasje, en maar apathisch doen. Maar ze maken zich vuil met het bloed van de onschuldigen, met bloedgeld. Dit is niet waarlijk het heilige bevlekte schort, maar namaak. Pas op voor namaak in de stad. Blijf verbonden met de natuur. 11. Omdat zij verkeerde motivaties en prioriteiten hebben draaien zij alles om. Dat wat geen waarde heeft zien zij als waardevol, en dat wat waardevol is zien zij als waardeloos. Zo komen zij nooit tot de kern aan. In de stad wordt alles omgedraaid. Daar kun je de klok op gelijkstellen. De stad leeft tegen de natuur in, juist ook om de natuur te vormen. Dit heeft de natuur dus nodig en doet de natuur zelf. De natuur moet dus een schijnwerkelijkheid oprichten om in gevecht hiertegen tot de diepte te gaan, tot de kern. Dit doen de hersenen dus zelf, maar de hersenen mogen hier dus nooit aan toegeven. Het is een natuurverschijnsel. Het is niet echt, en het zal ook niet zo blijven. Het zijn de steigers die verbrand zullen worden als het gebouw klaar is. Er zijn ingewikkelde wetten van weerspiegeling en echo in het bestaan. Dat kun je niet tegenhouden, maar dat moet je verwerken en begrijpen. Ook moet je er dus tegen strijden wanneer het daarvoor tijd is. De natuur is niet onverschillig. In het verhaal rekent de natuur er dus ook mee af. De natuur gebruikt het om zichzelf te kastijden, om de diepere bronnen van schepping en creativiteit aan te boren. De natuur heeft geen andere keus, en het is dus een noodzakelijk kwaad. De natuur zoekt soms dit soort confrontaties op om antistoffen aan te maken. De natuur als schrijver verzint een hoofdpersoon en ook een tegenspeler, om zo het verhaal te leiden tot de diepere kennis. Er moet altijd een bepaald conflict zijn om tot de diepte van iets te komen. Er moet altijd een uitdaging zijn, een passie die door iets getest moet worden, anders is het waardeloos.
12. Zij die waarheid voor waarheid zien hebben goede doelen in het leven. Zij noemen de leugen de leugen. Zij ontmaskeren, en komen dan ook daadwerkelijk tot de kern. Dit is het tegengestelde vers. Je kunt alleen de waarheid liefhebben als je de leugen haat. Je mag niet denken dat je in de waarheid bent als je dit niet hebt getest en er niet voor hebt gevochten. Zorg ervoor dat je aan de juiste kant staat, en breng hiervoor de nodige offers, anders zal het nergens toe leiden. Het staat ook in de bijbel. De zonde draait alles om, noemt het goede slecht, en het slechte goed, de waarheid de leugen, de leugen de waarheid. Laten we erbij stilstaan dat de zonde, het materialisme, geen zintuigen heeft. De zonde speelt alsof de zonde kan zien, maar ziet niets, en verzint dingen om zijn eigen spullen (rotzooi) te verkopen. De zonde kan niet voelen en horen. De zonde maakt een geheel valse realiteit op, als een parasiet. Bedrog is waardoor de zonde voortwoekert. Dit is wat ook wel "cold reading" wordt genoemd, het is een soort gokken, niet voor de waarheid, maar om de ander goed te kunnen raken, zodat de parasiet beter voelt over zichzelf. De parasiet is onzeker, zonder spiritualiteit, dus gaat over tot valse materialistische aanwenselen om zo te kunnen roven en zijn kinderen te kunnen voeden met onschuldig bloed. Zij willen winnen ten koste van de waarheid, maar wat hebben ze dan eigenlijk gewonnen ? Jackpot ! Het goud der dwazen. Hoofdstuk 36. De Dubbele Verzen IV De hersenen kunnen de hogere dingen nog niet oppikken, dus ze vertalen alles tot lagere vormen, om zich daarover vervolgens het hoofd te breken. De hersenen vertalen alles tot andere personen om hen heen, opdat het hen niet zal overweldigen. Dit is dus een technologische kwestie. De arhat (sanskrit) of arahant (pali) is degene die arahatta (vgl. het Areta mysterie) heeft behaald, de volledige emancipatie, waardoor het nibana binnengegaan kan worden (nirvana), oftewel de heilige vergetelheid waarin het ego volkomen is vernietigd. Dit is een verlichting die niet komt zonder panna (pali, kennis). Panna betekent ook afdalen, de diepte, om aan te geven dat dat de ware kennis is, namelijk die van de onderwereld, van het symbolische sterven (aan het ego). Vergelijk dit met de Griekse Pan natuurcultus. De arahatta (Areta) staat ook voor het waardig zijn. Een arahat (pali) is een volkomen ontwaakte. 13. Zoals de regen doordringt in een huis met een slecht dak, zo dringt overmoedig verlangen (raga) door in een spijbelend verstand.
Raga is één van de dochters van Mara, de boeddhistische duivel. Het is een Pali woord voor hebzucht. Hebzucht wil niet leren, maar grijpen. Hebzucht wil geen diepte, want dan heeft hij niets. Hebzucht wil het oppervlakkige, want dan heeft hij de illusie van het vele. Het is allemaal bedrog, allemaal om andere dommen (en daar zijn er op de wereld veel van) te paaien, maar voor wat ? Het is marktgedrag ten koste van de waarheid. De leugen verkoopt goed in het rijk van de dommen, maar waar leidt het naar toe ? Dit zijn slechts schaduwen, nevels, waardoor de mens heenmoet alvorens het nibana (nirvana) te bereiken. Deze schaduwen en nevels, deze luchtweerspiegelingen testen de mens. 14. Zoals de regen niet doordringt in een huis met een goed dak, zo dringt overmoedig verlangen (raga) niet door in een niet spijbelend verstand. Dit is het tegenovergestelde vers. In de diepte sterft Raga, hebzucht, af, opdat de mens verder kan. Al het overbodige vet wordt hier verbrand, en alle protserige spieren slinken, opdat de mens kan terugkeren tot de leegte van de vergetelheid, om zo een ontmoeting te hebben met de waarheid van de natuur. De mens verstopt zichzelf achter vet en spieren, en wil niet in puur contact komen met de oneindige kennis. De mens eet en blaast op om zo zijn eigen namaak-vergetelheid, een namaaknirvana te maken, wat gewoon doorverkocht kan worden. De mens heeft een markt van het nirvana gemaakt, maar dit is niet het heilige nibana. De mens wil zich altijd weer groter voordoen dan hij is. Dat doet de stadse mens, die altijd alle aandacht naar zich toe wil trekken. Stropdasje erbij, en dan maar zijn product aanprijzen. Kan hem niet schelen of het giftig is of niet, of het gevaarlijk voor de kinderen is of niet. Als hij zijn product maar kwijt kan. Wat verkoopt hij eigenlijk ? Hij zit zijn eigen rommel te verkopen. Hij wil het kwijt, omdat hij weet dat het hem de afgrond inleidt, maar bewandelt hiervoor niet de juiste weg. Hij wil anderen in zijn verderf meesleuren. In de Bihar staat van India, waar Boeddha onder de Bodhi boom zat, was ergens een tuin genaamd Veluvana, 'de tuin van plezier', 'het bamboe bos', van een koning (vergelijk het natuurgebied de Veluwe in de Nederlandse bible belt), waar Boeddha zijn eerste klooster kreeg van de koning. Velu betekent bamboe in het Pali. Ergens in het begin van het millennium werd ik bezocht door zeer geavanceerde buitenaardse wezens van Venus, die de naam Velu droegen. Venu is ook een Pali woord voor bamboe, voor een fluit van bamboe, een muziek instrument van de wind. Hun kleuren waren veelal oranje. Venu in het Pali verwijst naar de bamboe boom en bamboe bossen. De plaats Veluvana werd zwaar aangevallen door Mara, wat resulteerde in de zelfmoord van drie monniken. Hier is ook de Nederlandse Veluwe een beeld van, wat ingenomen werd door het zwaar orthodoxe christendom. Dit vers gaat over het komen tot nibana, de heilige leegte van de vergetelheid. De eerste trede van het hogere bewustzijn is de sotapanna, het ingaan (apanna) van de stroom (sota). Panna betekent ook kennis. Deze stroom leidt tot het nibanna, en het betekent ook het algemene kennen van de stromen van het leven, het onderscheiden (panna). De sotapanna, hij die de stroom is ingegaan, heeft drie ketenen verbroken, die van sakaya ditthi, geloof in het ego-zelf, de vereenzelviging met het materialisme, het lagere zelf, en als tweede de keten van silabbata-paramasa, de gehechtheid aan tradities en rituelen, sociale codes, en als derde de keten van vicikiccha, het onverschillige en apathische vooroordeel, het oversceptisch zijn als smetvrees. Hen van de vicikiccha doen het onderzoek slechts halfslachtig, omdat ze bang zijn voor de waarheid, en dit is ook weer verbonden
aan het "hit them before they hit me" syndroom. Het is de ninja kabouter die altijd overmoedig naar zijn wapens grijpt. Hij doodt uit voorzorg, zoals Herodus. Zij hebben het kruis verworpen. De sotapanna, hij die de stroom is ingegaan, heeft deze keten dus verbroken in zijn eigen leven. De sakadagamin is de tweede trede van het hogere bewustzijn. Dit betekent de terugkeer, het afdalen, als een shamaan, te gaan in de diepte. De sakadagamin heeft de vierde en de vijfde keten van het verstand verzwakt. De vierde keten is de kama-raga, de zintuigelijke en sociale hebzucht. De vijfde keten is de ziekelijke wil, de obsessie, byapada. De derde trede is de anagami, de volharder, de blijver, de opgenomenen die hard aan hun ego zijn gestorven (anagamis). Zij hebben de vierde en de vijfde ketenen geheel verbroken. De vierde trede is de arrahant, de voleindigde vernietiging van het ego, als de heilige gebondenheid en verbondenheid. De arrahant is het nibana (nirvana) binnengegaan. De arrahant heeft de keten van de zelfobsessie overwonnen, oftewel de keten van ziekelijke trots, en ook de ketenen van onwetendheid. Dat wil niet zeggen dat de arrahant alles weet, maar weet wat hij moet weten. De overkennis is altijd gevaarlijk. Het gaat om de kern-kennis, de noodzakelijke kennis, oftewel de prioriteits-kennis. De arrahant heeft de ketenen van het spijbelen overwonnen. De keten van de zelfobsessie wordt mana genoemd, een Pali woord, terwijl mana in het christendom voedsel was voor het volk in de woestijn, als een beeld van het hemelse woord, wat later werd vervangen door de bijbel. In het boeddhisme is het woord mana een groot vergif. Hoofdstuk 37. De Dubbele Verzen V 15. Wie het kwade doet doet het zichzelf aan, en het kwaad zal hem zelfs achtervolgen in het hiernamaals. Hij zal betreuren wat hij heeft gedaan als hij inziet welke gevolgen het heeft gehad. Dit is de wet van kamma in het Pali, of karma in het Sanskrit, de wet van de spiegel, van zaaien en oogsten. Alles heeft gevolgen. Niemand hoeft te denken dat hij kamma te slim af zal zijn, want aan het einde zal hij terug moeten betalen. Men kan niet het kwade doen en denken het goede te oogsten. Wie een perenboom plant moet geen appels verwachten. Het leven heeft een gebruiksaanwijzing. Je kan lang voor kamma weglopen, maar op een dag hebben je daden ingehaald. Op een dag is de oogst zo overduidelijk dat je er niet meer aan kunt ontkomen. Het zal immers door blijven groeien totdat je je leven betert, en dan nog steeds zijn de gevolgen daar, en moet je alles goed maken. Er gaat tijd inzitten, want iemand die zijn hele leven een huis van slechtheid heeft lopen bouwen kan dat niet in één dag afbreken. Niets komt zomaar.
16. Wie het goede doet, zal hiervan goede vrucht dragen, en het goede zal hem achtervolgen tot in het hiernamaals, en hij zal vreugde hebben als hij ziet welke goede gevolgen zijn goede daden hebben gehad. Al het goeddoen wordt getest. De goede mens zaait in tranen, en zal oogsten in vreugde. Er is een hoge prijs voor het goeddoen. De mens wordt hierin getest. Goede daden komen niet zomaar, maar vaak in bloed, zweet en tranen, waarin je het huis van goede daden bouwt steen voor steen, en telkens lijkt alles weer af te brokkelen, maar dan moet je toch door blijven bouwen. Het gaat niet om het vele dat goed is, maar om het goede dat veel is, en dit goede kan heel klein zijn. Minder is meer is de wet van het minimalisme. De zaadjes zijn maar heel klein. Zoals de koran zegt : "Wie één mens helpt, heeft de hele wereld geholpen." Het gaat om het idee, en niet om het massale. Als je een miniatuur bouwt in de microcosmos, dan zal dit zich op de juiste tijd vanzelf uiten in de macrocosmos, en dan op een hele wonderlijke en mysterieuze manier. Het gaat niet om het grootscheepse, maar om het subtiele. Je kan dan wel een heel groot schip hebben, omdat je oog hebt voor het grote, maar een heel klein lek kan je schip dan toch doen zinken, omdat je geen oog voor het kleine hebt gehad, maar als je oog hebt voor het hele kleine, dan kan daar nooit een lek wezen. 17. Degene die kwaad heeft gedaan zal het kwaad in zijn ziel terugvinden in het hiernamaals. Hij zal zeker denken dat hij kwaad heeft gedaan, want het kwaad laat hem niet los en wordt alleen maar erger, vooral als hij ziet waar het kwaad hem naartoe heeft gesleurd. Degene die anderen onrechtvaardig kwaad heeft gedaan zal dit kwaad onder ogen moeten komen en voelen wat hij anderen heeft aangedaan. Ook zal hij daarvan de gevolgen moeten zien, want de pijn die hij anderen onrechtmatig heeft aangedaan werkt ook weer door naar de kinderen van zijn slachtoffers, en ook die geven het weer door aan hun kinderen. Ook de mensen om de slachtoffers heen dragen hiervan een groot lijden wat ze weer aan hun kinderen doorgeven. Dit is een vicieuze cirkel, als een woeste draaikolk, allemaal door één zonde. Er wordt één zonde gezaaid, en er staat even later een zonde-boom die maar blijft doorgroeien. Er komt geen einde aan. Dit zal allemaal terugkomen op de dader. Alleen het zaaien van goed zaad kan uiteindelijk de dader hier weer uit verlossen. 18. Wie goed heeft gedaan zal het goede in zijn ziel terugvinden in het hiernamaals. Hij zal zeker denken dat hij goed heeft gedaan, want het goede laat hem niet los, en wordt alleen maar beter, vooral als hij ziet waar zijn goede daden hem hebben gebracht. Het goede is een wonderzaad, en zal ook het huis bouwen, en de goede dader zal door het goede hiertoe opgenomen worden. Hij zal niet kunnen vluchten van het goede, want hij heeft het zelf gezaaid. Er zal voor hem gezorgd worden zoals hij voor anderen heeft gezorgd. Zelfs de kleinste daad blijft niet onopgemerkt en zal zeker groot loon dragen. Doe geen goede daden om gezien te worden, want dan heb je je loon reeds. Zij die naar aards loon verlangen, het loon van de stad, zullen hierdoor geen hemels loon ontvangen. Laat je rechterhand niet weten wat je linkerhand doet. Je hebt de goedkeuring van de mensen niet nodig. Teveel applaus zou het zaad verstikken. Wee u wanneer iedereen wel van u spreekt. Als je het op aarde gemaakt hebt kan dat zelfs een grote blokkade zijn om het in het hemelse te maken. Blijf daarom eenvoudig en ga niet te hoog zijn, anders zal de bliksem je raken. De bliksem raakt altijd het hoogste punt.
19. De onverschillige kan dan wel veel van de heilige teksten opzeggen, maar hij houdt zich er zelf niet aan, zoals een koeienherder die alleen maar op de koeien van iemand anders let, en zo geen deel heeft aan het monnikenschap. De onverschillige heeft geen diepe grond, dus hij kan alleen maar dingen zeggen van horen zeggen, maar hij heeft ook geen idee hoe dit ten uitvoer te brengen, omdat hij het zich nooit eigen heeft gemaakt. Hij zeult rond met andermans bezit. God heeft geen kleinkinderen. De mens die God alleen kent van de taxi chauffeur komt nooit ergens. Het taxi chauffeur geloof is een vorm van onverschilligheid. Ze bedrijven zogenaamde spiritualiteit met de afstandsbediening. Alles is tweedehands. 20. Hij die wel deel heeft aan het monnikenschap is degene die misschien maar weinig heilige teksten opzegt, maar wel de dhamma houdt, de heilige leer, en die doet, waardoor hij zich bevrijd heeft van hebzucht, ziekelijke wil, en onwetendheid, om tot de onthechting te komen waarin hij zichzelf opgebouwd heeft in bewustzijn. Het monnikenschap is een beeld van het persoonlijke en rechtstreekse contact met de oneindige kennis, zonder tussenpersoon. Iemand die alleen maar contact heeft met een boek, zonder contact met de kennis zelf, het hemelse woord, die is nog gebonden in het vlees, vertrouwende op het vlees. De monnik is een beeld van de afgezonderde die al het aardse heeft opgegeven om in contact te komen met nibana, de hemelse vergetelheid, om daardoor wederonderwezen te worden, en wederopgevoed. De mens die nog overal aan vasthoud zal het nibana niet kunnen vinden. We zijn aangekomen bij het einde van de bespreking van het eerste hoofdstuk van de Dhammapada, de "bijbel" van het Boeddhisme. Hoofdstuk 38. De Waakzaamheid Je mag langs alles heenleven hier op aarde. Dat moet ook om te kunnen overleven. Nibana betekent
het uitblussen van het ego, van de gehechtheid. Dat is wat het nirvana is. In het Orions wordt dit Witi genoemd. We gaan tot de Orionse kern, de Betelgeuse planeet, waar de boeddhistische code vandaan komt. Het boeddhisme is van de pali taal, een canonieke taal waarin de boeddhistische canon is opgeschreven. Vandaar dat het boeddhisme het paliisme is, dat wat ontstaan is rondom de godin Pali. Dit gaat over het hele bada-mysterie van de ark en de zwarte steen. In het Oude Testament kwam dit ook terug in de vorm van het boek Deuteronomium. Ook gaat dit over het merkteken mysterie. Het boeddhisme is een cryptisch signaal uitgezonden vanuit Betelgeuse, vandaar dat we het vanuit Betelgeuse moeten ontcijferen. Het boeddhisme is als het ware het Nieuwe Testament in het verre oosten, waar het hindoeisme het Oude Testament was. Het boeddhisme is één van de grote wereldreligies, de vierde. Het boeddhisme heeft wereldwijd over de 500 miljoen aanhangers, en is belangrijk om de context van het latere christendom en de islam te begrijpen. Het is belangrijk dit vanuit het Pali te doen, omdat dat de code is van het boeddhisme. Het Pali is een zeer exotische taal met grote geheimen, wat niet kan bestaan zonder de andere talen, vandaar dat het noodzakelijk is om het te bekijken vanuit de Israel-Egypte context. Alleen zo kan het boeddhisme ten diepste begrepen worden. Zoals het bada woord leert : verborgenheid - verdonkering - verzameling. De mens moet niet zomaar graaien en grijpen naar allerlei specifieke kennis om zo zich een naam te maken, maar de mens moet zich afzonderen in het verborgene en eerst leren vergeten en loslaten, de leegte in, de verdonkering in (ramadan-ragnarok), opdat de mens hard aan zijn ego afsterft op dit strijdveld (want dit is een hele strijd), om zo door de valkyries te worden opgenomen tot het hemelse woord. In het boeddhisme zijn dit de anagamis die worden tot arrahants, in het proces van volharding in deze dingen. Als je volhard en hierin tot steen bent geworden, door "niets" te zijn geworden, dan gaat dit vanzelf het juiste signaal afgeven. Je kijkt dan naar het geheel, het inclusivisme, niet het exclusivisme. Het gaat om de verzameling die door alles heenwerkt en zich zo ook uitlegt. Als je alleen maar deelwaardes gaat lopen verabsoluteren, en met bepaalde stukken weg gaat rennen, dan is dat de definitie van secte-vorming. De verdonkering doet ontwaken tot de verbanden. Dat is ook wat het woord "baddha" betekent in het Pali : gebonden verbondenheid, wat een beeld is van de volharding wat diepte-vestiging tot gevolg heeft. Dit is nauwverbonden aan het Sanskrit : In het Sanskrit is baddha, bada : de test tot de opname en de heilige gebondenheid, wat verbonden is aan het werk van de valkyries in de Germaanse mythologie. Dit is wat de daadwerkelijke opname is. We gaan verder met het bespreken van hoofdstuk 2 van de Dhammapada, de Waakzaamheid, die begint bij vers 21 : 21. Waakzaamheid is het eeuwige pad. Onverschilligheid is het pad naar de dood. Zij die waakzaam zijn zijn eeuwig. Onverschilligen zijn alreeds dood. Het pad van waakzaamheid is het pad naar nibana, nirvana, waarin de vlam van het ego geblust wordt, en de mens in het volledige niets van de vergetelheid wederomgeboren wordt. Zo wordt de ziel opgewekt tot eeuwigheid. Dit is een universele technologie. Onwaakzaamheid en de volharding daarin leidt uiteindelijk tot geestelijke zelfmoord. Onwaakzaamheid is een eigenschap van onverschilligheid. Het gaat niet om geloven, maar ervaren. Blind geloof werkt niet in een oorlogssituatie. Je zintuigen moeten werken, anders ga je eraan. 22. De wijzen hebben herkenning geleerd in hun beoefening van de waakzaamheid, en verheugen zich daarin als geestelijke strijders, ariyas.
De ariyas, de geestelijke strijders die door hun creativiteit zich niet hebben geconformeerd, zijn rebellen. Ze zijn niet gewoon, passen nergens in, omdat ze altijd weer op zoek zijn naar nieuwe dingen. Het zijn de eeuwige strijders voor het hoogste goed. Zij waken terwijl anderen slapen, en halen hieruit hun energie. Zij hoeven niet rovend door het leven te gaan. Hun waakzaamheid brengt grote vrucht. Zij zijn niet gewoon. Zij zijn bovengewoon. 23. Zij die volharden in meditatie komen uiteindelijk tot het nibana waarin hun ketenen wegsmelten in onovertrefbare veiligheid. Het geeft een zekere mate van onbereikbaarheid. Deze ervaring staat gelijk aan de heilige gebondenheid. Er is dan ineens niets dan ruimte waarin nieuwe creativiteit naar boven kan spuiten. Zonder volharding in het niets zal dit niet volledig kunnen gebeuren, en zullen er altijd lekken zijn. De mens moet zichzelf tot stilstand brengen, en als er dan dingen zijn die de mens uit de stilstand willen halen, dan moet de mens zich daartegen verzetten, en niet zomaar passief meestromen. Alleen leeuwen komen tot het nibana. Zij dragen het nibana. Persoonlijke meningen zijn niet van belang. De mens speelt graag spelletjes. Alleen zij die zich hebben teruggetrokken van het spelen van de spelletjes van het ego kunnen het nibana binnengaan. De mens moet zich volledig onthechten van het ego, anders zal het ego de mens meesleuren en verwoesten. 24. Als een persoon standvastig is, gericht op de spiritualiteit van binnen, en daardoor zuiver leeft, dan zal zijn majestueuze soevereiniteit groeien. Het pali woord yaso wordt gebruikt voor majestueuze soevereiniteit wat inwijding en promotie betekent (vergelijk het Israelitische 'har', berg, met dezelfde betekenis, het wortelwoord van Aharon). In het vedisch is dit yawah, vgl. Yahweh. In het Sanskrit was er al sprake van een Yahweh, een Jehovah. Yahva betekent het stromende water van begrijpende intelligentie, van het hogere intellect, het oneindige bewustzijn. In het begin van de negentiger jaren, rond 1990, toen ik in het dieptepunt van mijn depressie kwam, waren er ineens overal zulke stromen. Ik was in twee werelden tegelijk. Ik kon niets anders dan lachen, en het bleef maar stromen. Het zijn de stromen die van het nibana kwamen. Ik ging de stroom in als een sotapanna, hij die de stroom ingaat, op weg naar het nibana. Ik was op de eerste trede terechtgekomen. De tweede trede is de sakadagamin, het terugkeren naar de diepte, want na de ervaring van het binnengaan in de stromen gleed ik weer terug in de depressie. Mijn familie kon het niet hebben dat ik zulke mooie ervaringen had gehad, en moesten het zo nodig afkraken, waardoor ik weer depressief werd. Het was alsof mijn hersens werden ingeslagen, maar dat is de weg van het kruis. Ik moest toen de volharding leren, het pad van de anagami, en in 1993 kwam ik eindelijk aan in het nibana, en werd ik een arrahat, een nibaan. Het nibaanse leven is niet gemakkelijk. Het is heel gecompliceerd. In het nibana stopt het niet, maar begint het. Het is een school. De Sanskrite wortel van Yahva is hava, wat de roepende betekent, wat ook weer terugkomt in de Adam en Eva mythe, waarin Eva Adam roept tot de boom van kennis. Eva is namelijk Hava in het Hebreeuws. Yahva werd dus de god van de Israelieten, en toen als Jove de god van de Romeinen. Yahva is dus de stromen van het nibana. Yahvi is in het Sanskrit de godin van hemel en aarde, daar waar hemel en aarde tezamen komen (Hava, Eva). Het zijn de stromen van de Nibaanse baarmoeder. Yaso is dus de Pali vorm, wat weer terugkomt in het Midden Oosten als Yeshua.
25. Door standvastigheid, waakzaamheid en beteugeling, maakt de wijze een eiland wat geen vloed kan overstromen. Het was ergens in maart 1993. Ik zag hoe overal om me heen spelletjes werden gespeeld, en ik wilde hier niet aan mee doen. Ik ging naar bed en ik gooide mijn armen open als een kruis, en ik zei dat ik niet meer verder wilde leven. Ik wilde sterven aan mijn ego, en ik nam geen enkele gedachte of beweging meer aan. Ik stopte gewoon. Ik was er klaar mee. Ik bleef in die positie en wachtte gewoon totdat de slaap zou vallen. Ik had me voorgenomen standvastig hierin te zijn, en had mezelf beteugeld. Mijn ogen waren dicht. Ik voelde mezelf wegglijden. Ik gleed in een soort bal of bol, en ik werd opgenomen in de hemel. Dat is een heel lang verhaal, maar dit witte hemelse glas van het nibana, het nirvana, had zich om mij heengevormd, en boze geesten begonnen aan de buitenkant erop te kloppen. Ze wilden naar binnen. Ik wist dat ze naar binnen zouden kunnen komen als ik weer vanuit mezelf zou gaan denken of bewegen. Ik was in een geheel luisterende houding naar mijn hart. Hierin moest ik volharden totdat het steen geworden zou zijn. Als ik ook maar één seconde hiervan zou afwijken, dan zouden ze binnen kunnen komen. Maar ze hadden wel allerlei artikelen in mijn hoofd achtergelaten, zoals spijkers, glassplinters enzovoorts, en die moest ik eruit halen, met behulp van de engelen. Al die artikelen hadden ook namen, bepaalde eigenschappen, en die moesten eerst ontmaskerd worden voordat het eruit kon komen, en daar had ik een speciale gave van onderscheiding van geesten voor gekregen in de vorm van een zwaard. Telkens als er zo'n spijker of splinter werd uitgetrokken moest de wond genezen worden. Dat ging heel diep, en telkens werd daardoor de wand van de bol harder en kwam verder weg te staan. De bol werd dus steeds ruimer, totdat die geesten niet meer in de buurt konden komen. Het was totale leegte wat vrucht bracht, en vanuit die vrucht leefde ik, en dat was het enige leven mogelijk. Daar gaat dit vers ook over. Toen ik het voor het eerst las, na deze gebeurtenis, herkende ik het direct. Het eiland, de bol, staat dus voor het arrahat-schap wat ik toen binnenging. 26. Onverschilligen zij vervallen tot de nalatigheid, maar de wijze beschermt de waakzaamheid als de grootste schat. De onverschilligen zijn de roekelozen. Grote gaten in hun kennis zorgen ervoor dat alles besmet is. Zo lopen zij rond en besmetten anderen. Het is een groot virus. Ze geven het door aan hun kinderen, en aan wie zij maar kunnen om hen heen. De waakzamen hebben een alarm hiertegen. Zij hebben oog voor het kleine. Zij slaan niets over en rafelen niets af, ze zijn niet halfslachtig. Ook doen en nemen zij niet meer dan nodig is. Zonder de waakzaamheid is volharding niets waard, want waar volhard je je dan in ? Mensen kunnen zich in van alles volharden, maar waakzaamheid moet de kern zijn. Het is een groot mysterie waarom de meeste mensen kiezen voor aards geluk boven hemels geluk. Nogmaals dit zijn weerspiegelingen van het hogere bewustzijn die afzwakken naarmate ze verder van de kern verwijderd zijn. Alles gaat zich dan omdraaien. In plaats van er altijd en eeuwig tegen te strijden en er altijd over te klagen en onder gebukt te gaan moet men de spiegel leren begrijpen. Balans is het sleutelwoord. Het één sluit het ander niet uit. De roekeloze ninja is het ene uiterste, en de hippie-new ager aan de drugs met de roze bril op is het andere uiterste. Het pad loopt hier ergens tussendoor en het is een smal pad. Het boeddhisme gaat niet over de spelletjes van religie, maar over het tot inzicht komen. Dat wordt dan de verlichting genoemd, maar eigenlijk is het de verdonkering, want je moet
gedeprogrammeerd worden, de valse kennis verliezen. De vlam van valse kennis die je in gebondenheid houdt, waardoor je geconditioneerd bent, moet uitgedoofd worden. Dit is de grote ontwaking, het nibana, de grote bewustwording, die tegelijkertijd dus de heilige slaap is. Het is een hele dualistische, tweeledige ervaring. Ik had deze ervaring in 1993. Hoofdstuk 39. De Waakzaamheid II De boeddhistische canon bestaat uit drie manden, de zogeheten Pali canon, de Tripitaka. We zijn bezig de tweede mand te bespreken waarin de dhammapada zich bevindt. De sutta pitaka mand, de tweede mand, de mand van de toespraken, van de leerordes, bestaat uit vijf verzamelingen, nikaya's. In de laatste nikaya, de korte nikaya, bevindt zich de dhammapada. In het Grieks wordt deze Pali wortel gebruikt als een beeld van de overwinning, nikao. Er kan alleen overwinning zijn door de verzameling, wat ook een bada-principe is. Vandaar dat de Grieken zich ook vermengden met omliggende culturen en de Egyptologie introduceerden in hun religie en filosofie. Nikao komt veelvuldig voor in het NT. 27. Rust niet in onverschillheid. Geef niet toe aan het lagere zintuigelijke genot van het ego, want alleen de betrokken mediteerders (jhayanto) zullen het nibana ingaan. Luiheid is een eigenschap van onverschilligheid. Het is de valse leegte, die niet diep genoeg is gegaan. Ze trekken een lui gezicht wanneer iemand anders in de problemen is. Ze reiken hun hand niet uit, want ze hebben wel andere dingen te doen. Ze bouwen zichzelf eigen koninkrijkjes, en een naam, juist door hun onverschilligheid en luiheid. Zij laten hun linkerhand weten wat hun rechterhand doet. Zij willen contante uitbetaling van de munt. Ze doen alsof ze veel doen, maar ze doen eigenlijk niks. Ze zijn bezig met ijdelheden. Ze hebben een markt van het nirvana gemaakt, maar dit is bedrog, zonder diepte. Het is een bepaald laklaagje wat glimt, en wat andere dommen aantrekt. Dit zijn de sluiers van illusie rondom het ware nibana. Het ware nibana is maar een druppel die ergens hangt, terwijl er een zee van idioten is om de mens van de ware druppel af te leiden. De mens moet daarom op zoek gaan en wordt zo getest. Kies je voor de zee, of voor de druppel in het verborgene. De mens heeft niet lang te leven. Het eternalisme denkt dat het doel van de mens is eeuwig plezier te maken in het materialisme. Diep in hun hart weten ze dat ze sterven, maar ze doen net alsof ze hier voor altijd zullen blijven. Ze zijn zwaar aan de drugs. Zo hangen ze bij elkaar en leven
opportunistisch. Voor hun familie en vrienden doen ze alles, maar ze zijn totaal onverschillig naar anderen, en zelfs sarcistisch en cynisch. Ik heb niet veel, alleen een druppel onder mijn tong, waardoor mijn ego sterft, en ook die druppel vaagt weer weg. Er is maar weinig tijd, een flits in de eeuwigheid. De mens is maar een zucht. Zo zal het ego nooit aankomen. Hierin is het nibana te vinden : het niets, het weinige, het wegvagende, het tijdelijke. Tijd is per slot van rekening maar een metafoor. De oneindige kennis is veel groter dan tijd. Het is maar één druppel, en dat is wat nodig is om het ego te laten sterven. 28. Wanneer een wijze ego-luiheid heeft verdreven door waakzaamheid dan klimt hij op in de toren van wijsheid waardoor hij in de onthechting overziet de gehechtheid beneden, zoals een wijze arrahat op de top van een berg de dwaze aardsen in het dal overziet. Dit heeft een hele diepe betekenis. Zij die steeds hoger komen komen tot het mindere, terwijl hen die beneden blijven en het avontuur niet aangaan steeds meer tot de illusie van het vele komen. 29. Hij is waakzaam onder de onverschilligen. Hij is klaar wakker onder de slapenden. Smetvrij als hij is in zijn snelheid, laat hij de luie paarden achter zich, en wint. De geestelijke strijder voor het hoogste goed is een gedisciplineerde renner, niet door het materiële en het vele, maar door het diepe en het mindere. Toen Jezus in de hof van Getsemane was vielen zijn discipelen in slaap, terwijl Jezus waakzaam was. Toch leed dit hem naar het kruis waardoor hij eerst tot de onderwereld ging en toen tot de hemel. Het winnen moeten we dus in de diepte benaderen, als zijnde de kennis in tucht bewaard. Juist dan gaan alle geestelijke zintuigen open, en die laten eerst zien wat er aan de hand is. Zij worden zwaar getest. De prijzen van de geestelijke strijders zijn heel anders dan die van de materialistische strijders. Zij die zich te zwaar bewapenen, en teveel mee willen nemen, moeten hierdoor inboeten aan snelheid, en zullen zo de wedstrijd verliezen. 30. Magha (Indra) werd door zijn waakzaamheid wedergeboren boven de goden. Waakzaamheid wordt altijd beloond, en onverschilligheid wordt altijd verdreven. Dit is hetzelfde als in het boek Efeze waar de mens wedergeboren moet worden om boven alle overheid en macht te worden geplaatst, wat alleen maar gebeurt door volharding in waakzaamheid. "Ontwaakt gij die slaapt," en "neemt geen deel aan de kwade, onvruchtbare werken, maar ontmaskert ze veeleer." Waakzaamheid gaat gepaard met ontmaskering. 31. De monnik die vreugde heeft in de waakzaamheid en het gevaar van onverschilligheid ziet, breekt als een vuur zowel de zichtbare ketens als de subtiele ketens, en gaat zo voort tot Nibana. Vreugde is een kwaliteit van creativiteit. De monnik gaat creatief om met de waakzaamheid, progressief. Hij valt niet terug in telkens dezelfde patronen, want dan zou hij een makkelijke prooi worden. Hij is onvoorspelbaar, en verandert voortdurend, als een kameleon. Zo is hij de ketens te slim af, en ziet ook het onzichtbare gevaar om dit met succes af te wenden. 32. De monnik die vreugde heeft in de waakzaamheid en het gevaar van onverschilligheid ziet, kan
niet terugvallen, omdat hij dichtbij Nibana is gekomen. Op een bepaald moment is er geen weg meer terug, wanneer de monnik de eeuwige vreugde heeft ontvangen van de waakzaamheid en tot inzicht is gekomen, want Nibana heeft hem al gegrepen en overweldigd. We zijn aan het einde van de bespreking van het tweede hoofdstuk van de Dhammapada gekomen. Hoofdstuk 40. Het Verstand Het Verstand is het derde hoofdstuk van de Dhammapada, de "bijbel" van het TheravadaBoeddhisme, het oorspronkelijke boeddhisme die het dichts bij de originele bronnen leeft. De Dhammapada leidt diep in het geestelijke woud. 33. Het verstand is pulserend en onstabiel, moeilijk te beheersen, maar een wijze maakt het recht zoals een pijlenmaker een pijl rechtmaakt. De materialiserende krachten willen het verstand uit het geestelijke woud zuigen. Daarom moet het verstand vergeestelijkt worden, en in plaats van geliteraliseerd moet het verstand gesymboliseerd worden, en gecryptiseerd. In plaats van gemonopoliseerd moet het gepolypoliseerd worden, en in plaats van vermeerderend te denken, moet het verstand leren verminderend denken. Door al deze meditatie-methodes kan de mens dieper in het geestelijke woud komen tot de stromen van Nibana. Het verstand moet ook niet verpersoonlijken, maar algemeniseren. Het gaat niet om de kwantiteit maar om de kwaliteit. Het verstand moet in deze restricties komen om tot het Nibana te kunnen gaan. Het verstand moet zo een balans vinden tussen stelling, anti-stelling en samenstelling. Het verstand moet niet direct leren denken, maar subtiel. Er spelen namelijk zoveel factoren mee. Het verstand moet niet kortaf zijn, maar als golven die reiken tot het strand en zich dan weer terugtrekken om plaats te maken voor diepere gedachten-stromen. Laat het maar opwellen vanuit je hart, en probeer de stromen maar te onderscheiden en na te volgen. 34. Zoals een vis die uit het water opgetrokken wordt tot het droge, zo beeft het verstand die zich losschudt van de heerschappij van Mara (het boeddhistische kwaad). Er wordt niet van een makkelijke opname gesproken in het boeddhisme. Zij die hun verstand willen beteugelen zullen te maken krijgen met Mara, de duivel van het boeddhisme, die niet makkelijk zal loslaten. Mara berijdt het verstand en zal niet zomaar toelaten dat iemand hem van de troon afstoot,
uit het zadel. Het gevecht met de boze is daarom een realiteit. De mens op het strijdveld moet een harde dood aan zichzelf sterven om volledig opgenomen te worden. Zo komt de mens tot het nibana, tot het punt waarop er geen weg terug meer is. De tussentijd van verwarring en beven kan heel lang duren, omdat de mens een geheel andere golflengte moet zien te vinden, en zijn lichaam en ziel daarop moet afstemmen. De natuur zal dit doen. Ook Mozes werd uit het water opgetrokken, en Job, Jona en Yeshua, en ze moesten allemaal aan het kruis. Allemaal moesten ze wedergeboren worden in de baarmoeder van de onderwereld. 35. Het verstand is moeilijk te beheersen. Het fladdert overal rond, gericht op dat wat het wenst, zonder grenzen. Daarom is het goed het verstand te beteugelen. Een getemd verstand brengt tot Nibana. Er kan van alles misgaan als het verstand niet in de heilige restrictie is. Het is een tikkende tijdbom. Mensen hebben geen idee hoe gevaarlijk het is zomaar hun verstand achterna te hollen. Al het wel en wee van de mens wordt veel geld aan verdiend. Niemand heeft er baat bij zou de mens ontwaken. Daarom worden er veel slaapliedjes gezongen. De mens moet zichzelf ontwaken. Dit leidt tot het Nibana. Het is de grote ontwaking waar de mens naar uit mag kijken, die alle vlammen van het ego blust. Het is een hormonaal, plasmisch schuim. Het wordt opgewekt in de verre dieptes van Betelgeuse. 36. Het verstand is moelijk te doorgronden en subtiel. Het fladdert overal rond, gericht op dat wat het wenst. De wijze bewaakt het verstand, en komt zo tot het Nibana. De ontwaking betekent ook de bewaking van het verstand. Grijp niet roekeloos naar alles wat om je heenligt. Wees fragmentarisch en herhaal. Verander. Verander het gezichtspunt. Blijf draaien om te ontwaken. Niet zomaar in cirkeltjes, maar in spiralen en achtbanen. Het bewaken van het verstand betekent ook het verstand leiden. Ontwaken - Bewaken - Leiden. Dat wat we om ons heenzien is de flipside van de leegte van de vergetelheid, van de nibana. Het is een illusie die het nibana in stand houdt, en die de mens tot het nibana leidt. Dat wat we om ons heenzien bestaat dus niet. De illusie zal vanzelf oplossen naarmate de mens dieper in het nibana doordringt. We bespreken het Theravada-Boeddhisme, het natuur-boeddhisme, en dan het tweede mands boeddisme. Er zijn veel stromingen in het boeddhisme, zoals in het christendom. We zullen dus het pad van de gnosis er doorheen laten zien. Er zijn veel valstrikken in het boeddhisme, zoals in elke andere religie, maar het pad van het boeddhisme is om boven de religies uit te stijgen. Het boeddhisme is de brug tussen het theisme en het spirituele "atheisme". Het boeddhisme gebruikt religie als een metafoor, als een technologie, vanuit de spirituele context, zoals de gnosis dat ook doet.
Hoofdstuk 41. Betelgeuse - De Kern van Orion We volgen dus het pad van de gnosis door de tweede mand van de Pali Canon, door het geestelijke woud. Het eerste boek in de tweede mand is de digha nikaya, oftewel de lange verzameling. Aan het einde van de digha nikaya wordt de mens opgedragen om als ze iets goeds hebben gevonden, dan moeten ze ook de slechte vormen ervan kennen, het tegenovergestelde, en als ze iets slechts hebben gevonden, dan moeten ze ook de goede vormen ervan kennen, het tegenovergestelde, zodat ze goed op hun hoede zijn. De mens moet komen tot de oneindige en eeuwige leegte, niet zomaar tot de leegte. In de oneindige ruimte kunnen vormen niet zomaar opkomen, stelt de digha nikaya. De mens wordt voortdurend misleid door de vormen van het ego, dus die vormen moeten eerst geblust worden, en dat kan alleen in de oneindige leegte. De mens moet de voorstelling van vormen geheel overstijgen. De mens moet eerst het denken en overdenken overstijgen in de oneindige en eeuwige leegte. Die leegte moet overbrugt worden. Deze wedergeboorte kan alleen plaatsvinden in de afzondering. Zo wordt de mens uiteindelijk waakzaam en ziet het gevaar zelfs in de kleinste misstappen, want zijn zintuigen zijn opengegaan. Het is van belang de ultra leegte in te gaan totdat het veroneindigt en vereeuwigd, want er zijn vele valse leegtes die beperkt zijn, zoals luiheid, onverschilligheid, blind geloof, en die maken er een markt van. Ze zijn vastgegroeid in de stad en groeien niet meer door. De mens moet door de oneindige en eeuwige leegte heen om die te overbruggen, want daarachter ligt het hemelse of nibaanse bewustzijn. Dit is allereerst een dualistisch gebied van verbeeldingsloosheid en antiverbeeldingsloosheid. Waarom is dit zo ? Omdat er nu eenmaal goede verbeeldingsloosheid is en valse verbeeldingsloosheid. Daarachter ligt een gebied van de uitdoving van verbeelding en gevoel. Zo komt de mens uiteindelijk tot ultra-bewustzijn, tot oneindig en eeuwig bewustzijn. Dit is en blijft een dualiteit. De schelp is leegte. Alles valt daarin weg. Alles gaat tot de vergetelheid. Hoe komen we hier ? Allereerst moet men beseffen dat weerstand een illusie is. De mens moet ook geheel loskomen van de verbeeldingen van weerstand. Het ligt namelijk veel dieper. Wat men ziet is de weerstand door het ego, wat alles om ons heen heeft lopen voorstellen, in kannen en kruiken gedaan. Eerst moet de mens de weerstand overstijgen, dat ook loslaten, maar zich niet overgeven. Het gaat om het loslaten om de verbeeldingen van weerstand te overstijgen, de voorstellingen van verzet, en ook alle voorstellingen van overgave. De mens moet al deze inbeeldingen loslaten, en ook het loslaten moet losgelaten worden. Zo vlucht de mens. Elke vorm van weerstand en elke vorm van overgave moet losgelaten worden, omdat het allemaal illusie is. De mens moet de diepte in, door telkens weer los te laten. Het ultra-loslaten is het oneindige en eeuwige loslaten wat vanzelf vrucht gaat dragen. Dit is het leeuwse leven. Je wordt ergens door gegrepen, maar je laat los, ook als het je meesleurt. Het zijn illusies, en zelfs loslaten is een illusie, dus dat laat je ook los. Je laat alle verbeeldingen van het loslaten los. Zo ontstaat er een innerlijk leeuws vuur, wat je ook weer loslaat. Zo wordt het vuur geblust, wat je ook weer loslaat, en dan moet je de aandacht en alle voorstellingen van aandacht loslaten. Ook alle verbeeldingen van concentratie en van de oneindige veelvuldigheid van dingen moet je loslaten. Ook het wachten en de verbeeldingen van het wachten
moet je loslaten. De leeuw wacht op de vrucht, maar je laat het los. Je probeert je nergens in te passen, maar je laat het los. Dit is de metafoor van de aap, als de apen-verlichting. De aap moet de leeuw helpen in het nog dieper loslaten, uit te stijgen boven de illusie van weerstand. Apen zijn zeer boeddhistische wezens. Je laat dus de illusie van weerstand en veelheid los, en ook de illusie van overgave. Alles gaat om de vrucht, niet om het gemaakte. Zo kom je tot het innerlijke vuur van de aap, het nibaanse vuur, wat het valse vuur uit heeft geblust, puur door het loslaten. Het is een schuim, een hormonaal plasma, verborgen liggende in de dieptes van Betelgeuse, de kern van Orion. De mens wordt zo totaal zacht en totaal hard, als een dualiteit. Als iemand aan de rand van het oneindige bewustzijn is gekomen, dan moet hij zijn zelf volledig loslaten om binnen te gaan. In het loslaten is de vrucht. Hoofdstuk 42. Het Verstand II In de oneindige, eeuwige ruimte ervaart de mens uiteindelijk de letter van de dhamma, en de diepte ervan. We gaan verder met het derde hoofdstuk van de Dhammapada, het Verstand : 37. Het verstand doolt rond en maakt omzwervingen, geheel alleen en ver weg. Het is niet materieel, en ligt in de grot van het hart, en zij die het beteugelen zijn vrij van de ketenen van Mara. Het verstand is aan het slaapwandelen in het Pali, het slaapt, guhasayam. Het verstand moet ontwaken tot de hogere structuren, door de restricties opgelegd. Zo wordt het verstand in juiste banen geleid. De mens denkt vaak dat restricties hem stoppen in zijn groei, maar het is het tegenovergestelde. Alleen zij die de heilige gebondenheid hebben ontvangen zijn veilig tegen de verleider. 38. Als iemand de ware wet niet kent, de dhamma niet kent, en zijn verstand is onstabiel (wispelturig), en hij is niet standvastig, dan zal zijn kennis (panna, wijsheid, onderscheiding) niet groeien. Het gaat erom panna te ontvangen, voorgesteld als een godin (symbolisch), maar daar zijn condities aan verbonden. Door te leven van horen zeggen in plaats van een persoonlijke, directe relatie te hebben met de heilige kennis, met Panna in het Pali, loopt de mens het doel mis. Dit is een vorm
van onstandvastigheid en onstabiliteit, zoals de christenen die met een boek lezen over God in plaats van met God zelf. God heeft geen kleinkinderen. 39. Uitgestegen te zijn boven goed en kwaad, vrij te zijn van hebzucht en kwaadwilligheid is vrij te zijn van gevaar. Veiligheid is mogelijk, wat niet betekent vrij te zijn van het kruis, van de noodzaak te strijden voor het goede, maar veiligheid tegen de zonde. Altijd zwart-wit denken helpt niet. Er moet ook creatief mee gewerkt worden. Er kan op zoveel andere manieren naar gekeken worden en er kan zoveel veranderen, maar dat haalt de strijd niet weg. Het is en blijft een oorlog. Er moet een goed alarm zijn, goede strategie en goede creativiteit. Het mag niet vastlopen. Er mag geen oorlogsmarkt van gebouwd worden. De mens moet blijven dromen. Er zijn grote condities verbonden aan veiligheid. 40. Wetende dat het lichaam als klei is, en zijn verstand als een vestiging, hij zou Mara moeten aanvallen door de kennis. Als de verleiding overwonnen is, bewaak het veroverde zonder compromis. Panna is het wapen, wijsheid, als het hart gevestigd is. De demonologie is geen opzegversje zoals in het christendom, geen slaapliedje, maar een technologie, een wetenschap. De vijand, het ego in al zijn subtiele vormen, kan alleen overwonnen worden door school. Dit is iets lichamelijk, iets organisch, en niet iets organisatorisch. De mens moet terugkeren tot de klei van het lichaam, waar het hart is als een arsenaal. Hier raakt de mens de Betelgeuse kern aan. Het is de materie van vluchtige, subtiele verandering, van creatieve dromen, die de muur tussen het geestelijke en het natuurlijke kunnen overbruggen. Door Betelgeuse wordt de mens binnengezogen in het hart van Orion. 41. Als er geen bewustzijn is dan heeft het lichaam geen waarde en is er geen leven, zoals een stuk hout. Dit is de flipside van het oneindige bewustzijn. Het oneindige onbewustzijn is als de brandstof. We mogen dus geen roze brillen New Age hippies worden die alleen maar over het licht spreken en daardoor verblind zijn geworden. We mogen niet zo zwaar aan de drugs raken zoals de christenen die zeggen dat de duisternis slecht is, en dat afzondering en onthechting van de kerk de deur opent voor de duivel. Het oneindige onbewustzijn, de heilige, eeuwige vergetelheid bewaakt het oneindige bewustzijn. Om binnen te gaan moet de mens alles verliezen. De mens voelt zich soms waardeloos, en dat hoort erbij, want dan heeft de mens even geen bewustzijn en weet de mens niet wat hij moet doen. Dat is ook een soort slaap, en dan ga je vanzelf wel weer dromen. 42. Wat criminelen en hen die elkaar haten elkaar aandoen is niet zo erg als wat een kwaadwillig en verkeerd gericht verstand aan kan richten. Hetzelfde geldt voor het tegenovergestelde. Mensen die elkaar liefhebben kunnen veel goeds voor elkaar doen, maar het belangrijkste is om een goed gericht verstand te hebben in de stromen van het hart. 43. Geen vader of moeder of iedere andere relatie kan zoveel goeds aanrichten als een juist gericht
verstand. Dat is dan het tegenovergestelde vers. We zijn aan het einde gekomen van de bespreking van het derde hoofdstuk van de Dhammapada. Het vierde hoofdstuk is genaamd de Bloemen. Het hoofdstuk stelt dat alleen de opgeleiden in het leven de aarde zal overwinnen en begrijpen. Degene die opgeleid word zal het pad der waarheid kunnen uitstippelen, en wordt vergeleken met een bloem. Zulken zijn de waakzamen, en Mara kent hun wegen niet. Zij zijn in hun wijsheid ver boven Mara uitgestegen. Zij groeien als bloemen tussen de onwetende massa, als op een vuilnishoop aan de kant van een drukke weg. Ze groeien en bloeien daar als een lelie met een zoete geur van kennis, in dit contrast met de massa van onwetenden die hen niet begrijpen en niet kennen. Het leven gaat door en glijdt er langsheen. Iedereen is druk bezig met zijn eigen dingen. Ze slapen. Ze hebben geen oog voor de diepere kennis. Het vijfde hoofdstuk is genaamd de Dwazen. Er worden hier twee wegen voorgehouden : de weg van weelde en succes, en de weg naar het nibana. Zij die deze wegen kennen willen alleen maar op de weg naar het nibana zijn om zo afgezonderd te worden van het lagere aardse. Het hoofdstuk de Dwazen gaat over de verwaande onwetenden van het vorige hoofdstuk, waartussen hij die leert opgroeit. Een dwaas die zijn eigen onwetendheid heeft ingezien is hierdoor wijs. Extra dwaas zijn de dwazen die denken dat ze wijs zijn. Dwazen zijn de geconformeerden die eer willen ontvangen hierdoor. Het zesde hoofdstuk gaat over hen die het nibana hebben bereikt, de arrahat. Hun pad is moeilijk te begrijpen. De dwazen kennen het niet. De arrahat is uitgestegen boven de goden en hun verhalen van illusie. De arrahat heeft alles achtergelaten voor de wildernis. Zij die gehecht zijn aan de lagere aarde begrijpen hem niet en vinden zijn pad niet. Het achtste hoofdstuk is genaamd Duizend. Duizend is het nietszeggende vele, terwijl het om de kwaliteit gaat, niet de kwantiteit. Een betekenisvol woord is beter dan duizenden nietszeggende woorden. En de grootste overwinning is de overwinning over het zelf. Een dag van een wijze is meer waard dan honderden jaren van een dwaas. Hoofdstuk 9 is het Kwaad. Het Kwaad wordt beschreven als een gevaarlijke weg, en een groot vergif. Alleen zij die het Kwaad ontwijken kunnen tot nibana komen. Vannacht had ik een droom dat ik naar buiten keek en er was sneeuw in de zomer, en de lucht was vol met buitenaardse leeuwen die vrij waren gekomen door het bespreken en rechtzetten van de dhammapada. Zij waren lang opgesloten gehouden in het lagere Betelgeuse. De leeuwen waren erg intelligent, vorstelijk en poëtisch. Zij bewaakten de hogere literatuur. Ik kon rechtstreeks in Betelgeuse kijken, en er waren oorlogen tussen de Bada stam en de Zuni stam, wat zich op aarde vertaalde als de Boeddha (bada) en China (zuni) dualiteit. De Zuni stam won uiteindelijk de oorlog. Op aarde is er altijd een scheiding geweest tussen het goede boeddhisme en het valse boeddhisme. Het valse boeddhisme nam alles in, vandaar dat de code gebroken moet worden. In ieder geval zien we de strijd tussen Bada en Zuni terug op aarde in het adopteren van het boeddhisme in China, en ook Japan. Japan, Yah-panna, als stroom, bron (yah, yahu, sanskrit) van kennis (panna, pali). Dit is ook de wording (yah, hebreeuws) van kennis. In de droom waren ook andere amazone oorlogen. Het ingaan van het nibana heeft meer te maken met het oplossen van het raadsel van het verre oosten. Er is een spiegel die het verre oosten gescheiden houdt van het midden-oosten en het westen. Betelgeuse straalt door via de Orionse lagen, via het Erk orakel en de Arcturische lens, tot het verre oosten op aarde, en gaat dan via de Samantijnse spiegel tot het midden oosten en het
westen om zich nog verder te vertalen. Deze spiegel rommelt met tijd en chronologie. Het is een buitenaardse spiegel. Ik droomde over die spiegel in de vorm van Michael Jackson die nieuwe danspasjes had. Het waren hele snelle, robotische schokkerige bewegingen met zijn armen. De danspasjes heetten "de Eekhoorn", wat ook een bijnaam van de Samantijnse spiegel is. De Eekhoorn is ook een boek in de Vur en komt geregeld voor in de Tweede Bijbel. In het Chinese Boeddhisme worden de nikaya's (pali) agama's (sanskrit) genoemd. Alhoewel er veel overeenkomsten zijn zijn er ook wat verschillen tussen de nikaya's van het Zuidelijke boeddhisme (India, Theravada) en de agama's van het Noordelijke boeddhisme (Mahayana). De Chinese agama's zijn Chinese vertalingen vanuit het Sanskrit. In het daadwerkelijke Chinees zijn dit de ahan jing. In het Chinees ligt dus een belangrijk apparaat om het boeddhisme te begrijpen, en zo de hele context van religie. We volgen hierin de lijn van het nikaya boeddhisme, oftewel het tweede mands boeddhisme, tot de Chinese vorm ervan, het agama boeddhisme of het ahan jing boeddhisme. De leegte gaan we in door afzondering. Zonder diepe afzondering is er geen leegte. Ook moet de mens zijn voorstellingen loslaten, en zijn wil. Het is een natuurlijk proces wat tot het Nibana leidt. Laat alle voorstellingen los, laat het wegstromen als rivierwater wat nooit meer terugkomt. Laat alle gedachtes los, en laat jezelf wegstromen. Laat alles maar afsplitsen terwijl je zelf dieper de leegte in glijdt. Laat alle weerstand wegglijden en alle overgave. Laat ook alle leegte wegstromen. Hoe meer je laat wegstromen, hoe meer er komt. Laat alle beslissingen wegstromen, Laat alle verlangens wegstromen, alle wensen. Laat het allemaal afsplitsen en splits zelf ook op. Laat jezelf wegstromen. Laat al je verwarring wegstromen, al je ideeën en plannen. Laat al je dromen wegstromen, en je onderbewustzijn. Laat al je oordelen wegstromen. Laat de leegte wegstromen, zodat er meer leegte kan komen. Zaai de leegte, opdat je nog meer leegte zult oogsten. Laat al je herinneringen wegstromen. Laat vergetelheid door je heenstromen, en wordt vergetelheid. Zaai vergetelheid opdat je nog meer vergetelheid zult oogsten. Laat de vergetelheid wegstromen, opdat er nog meer vergetelheid komt. Laat al je bezit wegstromen, alles wat je hebt, wordt en bent. Hoofdstuk 43. Betelgeuse-Oost Ik brak door in een parallelle wereld in Betelgeuse Oost. Het innemen van de steden was daar begonnen. Velen werden vrijgezet. Er waren twee steden bevrijd : Dedemsvaart en Helmst. Er waren parellellen die leken op mijn familie, maar het was niet mijn familie. Degene die op mijn broer leek kon bijna niet spreken. Zijn stem was heel zacht. Degene die op mijn moeder leek bracht zijn zoontje van drie naar mij toe. Ik woonde in dat wat leek op het ouderlijke huis van vroeger, weer op zolder. Ik zou zolang op het bevrijde kind passen om wat genezing toe te brengen. Voor een drie-jarig kind was het jongetje ontzettend gearticuleerd. Ik had een stads systeem daar
gekraakt. Dit stadse systeem was een onderdrukte slaaf van een hoger systeem. Het was een vriendelijk systeem, maar in de war. Ik zou het opnieuw moeten programmeren. Het was een buitenaards wezen, als een dier. Ook zij die op de buren van vroeger leken waren vrijgezet. Ik kreeg één van de meisjes onder mijn hoede, om haar genezing toe te brengen. Ze waren gevangenen geweest van een soort vals boeddhistisch systeem, een stinkdier. Het had ook met Rigil Kent te maken. Het vrijgezette stadse systeem was een sociaal systeem van uitkering en beroepskeuze. Betelgeuze werd ingenomen gehouden door zware terroristische boeddhistische systemen die het volk lam hielden. De bevrijding kwam door regenboog brugjes, regenboog stroompjes. Dit gebeurde in een droom gisterennacht. Vannacht ging het innemen van de steden in Betelgeuse Oost verder. Ze werden in gevangenschap gehouden door een valse boeddhistische vorst, een piratenhoofdman, genaamd Stredin. Hij was een man met een baard en een hele dikke buik. Op aarde had hij het christendom en de islam opgericht, en die werden bestuurd vanuit lekken in het boeddhisme. Hij leefde van de zielenvangst. Vooral op het christendom was hij trots. Hij gaf toe dat het leugens waren. Deze vorst moest overwonnen worden, want hij bewaakte de sleutel tot het boek Spreuken. Let ook goed op het woord "devils", de-vils, "the veils", de sluiers. In Jeremia 5:16 gaat het over dat God een verre stam en natie over hen zal brengen. Zij komen als een oordeel over de boosdoeners in God's volk. De pijlen zijn dan het goddelijk zaad, de mayim. Dit verre volk wat over hen komt is de Ganbar of Ganbara in het Aramees, wat 'de gewapenden' betekent. In vers 17 brengen zij de honger en de verwoesting. In vers 19 gaat het over dat de boosdoeners van God's volk door de Ganbara in ballingschap worden gedreven. In de grondtekst worden de boosdoeners van God's volk dan gedreven tot de Zarim en de Zuwr, wat vrouwen van verre landen betekent. Wij hebben hier te maken met Goddelijke vrouwelijke ordes uit de hogere hemelen die het afgevallen en afgedwaalde volk van God komen tuchtigen en straffen. De ballingschap vindt plaats in ERETS, wat de onderwereld betekent. In vers 28 klaagt God erover dat er goddelozen onder zijn volk zijn die vet en glanzend zijn. In de grondtekst betekent dit ook overmoedig. Vers 22 en verder laat zien dat zij van een verborgen plaats in de onderwereld komen, als een jagersvolk, naakt of halfnaakt. Zij komen in de grondteksten vanuit de heupen van de onderwereld, van de plaats waar het wapen is, van een zachte plaats of schacht, yarek. Ganbara, waar de Zarim en Zuwr vandaan komen, is in het Aramees Orion. Het is de reus, de jager, de bewapende. De Zarim en de Zuwr zijn dus verre vrouwenstammen uit Orion. Om het afgedwaalde volk vatbaar te maken voor Orion, stort God een soort koorts uit : de Chemah (7:20), vergelijk kamma in het Pali (karma, Sanskrit). De Chemah dient het volk weer terug te brengen tot de goddelijke verlamdheid, de Heilige Rust (zeven), om vandaaruit de Heilige Arbeid te ontvangen (zes). De Chemah is dus een belangrijk instrument van de Heere, de heilige koorts, een heilige brug, om tot ontlediging te komen. In vers 28 klaagt God erover dat de eeuwige tucht en kastijding als een lichaamsdeel is afgehakt. Dit lichaamsdeel is weer als een uiteinde, als een bron en een verbindingsschakel, het 'mannelijke' vruchtbaarheidsdeel waaruit de mens was opgebouwd. Dit lichaamsdeel, het teken, zou hen in de tucht houden. Het was een soort van heilig orgaan tot de dienst aan de Heere. Dit zou weer terugkomen door de Chemah, de heilige koorts. Dan zou ook
Mayim, het goddelijke zaad, weer voortgebracht worden. In het Aramees staat er dat zij het vlees van een vrucht, en hun wapen, hebben verloren (Puem). In vers 29 is de Ebrah, de heilige arrogantie van de Heere, tegen hen gekeerd. God is gescheiden van haar volk (SBQ). Dit komt ook voor in Ezechiel. In hoofdstuk 9 gaat het over God's merkteken, Tav, ontvangen door klagen, kermen en zuchten over de bedrevem gruwelen. In hoofdstuk 11 worden de prinsen van het volk overgeleverd aan de Zuwr-stam, de verre vrouwen van Orion. : 19 God zal hen een hart van vlees geven, het hart van Basar (Aram.: Bsar, Besra), van het mannelijk geslachtsdeel, als een bron. Voor een Israeliet was het belangrijk om terug te komen tot het zuivere teken, het zuivere vruchtbare deel, het besneden, paradijselijke deel. En dit moest ten diepste gebeuren. De voorhuid was de kap, het zegel, wat eraf moest. Die voorhuid was gekomen door de zondeval. God zou het slachtmes brengen, Harba, om die top eraf te snijden (Ezechiel 3 : 22, 6 : 3). Dit zou gebeuren door de verre goddelijke vrouwenstam van Orion, de Zuwr (7 : 21). Velen zouden omkomen, maar er zou ook een overblijfsel zijn. Harba betekent ook 'Slachtmes van Mozes'. Dit stond gelijk aan een oordeel gebracht door goddelijke vrouwen (Zuwr). Dit slachtmes wordt ook in verband gebracht met de vrouw van Mozes, Zippora, de besnijdster. Zij besneed haar zoon. Harba, Zippora, is het teken van de besnijdenis in de grondteksten wat wij dienen te ontvangen, als een terugkeer tot de wildernis, om terug te keren tot het beloofde land. Zuwr, of Suwr, komt ook weer terug in het boek Spreuken. Vaak wordt dit in de Westerse vertalingen eenzijdig negatief voorgesteld, terwijl de grondteksten een dualiteit laten zien : 1Mijn zoon, sla acht op mijn wijsheid, neig uw oor naar mijn verstandigheid, 2om bedachtzaamheid in acht te nemen en laten uw lippen kennis bewaren. 3Want van honigzeem druipen de lippen der vreemde vrouw (zuwr, suri), gladder dan olie is haar gehemelte, 4maar op het laatst is zij bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend slachtmes in de mond. Dit is ook een dualiteit. In de grondtekst staat er : Haar achterste (baarmoeder) is bitter als alsem, wat in het Aramees wild en woest betekent (mrr). In de Hebreeuwse worteltekst is dit het druppelen. In de apocalypse komt alsem ook als een oordeel over het ego, als een vallende, brandende ster op de wateren. De lippen kan ook de taal betekenen in het Aramees (sp, spt, sph). Het kan ook de randen en de omtrek betekenen. Dan staat er in het Aramees : gladder dan olie is haar woord, haar logos, haar schrift-exegese. Scherp betekent alert in het Hebreeuws. Dit slachtmes is in de peh, in de mond. Dit komt ook weer terug in Openbaring waar Yeshua een slachtmes in de mond heeft, als beeld van de bewaker van de mond, en in de OT grondteksten is dit dus het achterste, de baarmoeder. Dit is dus een alarm, een beveiligings-systeem. Het achterste en de baarmoeder is symbolisch voor waardoor alles uit de mond gaat. In het Aramees is de peh de puem. In beide talen kan het ook betekenen dat het slachtmes, het achterste, de baarmoeder, voortkomt vanuit het water.
Haar mond is dus als honing, maar haar achterste, baarmoeder, is bitter, wat ook terugkomt in Openbaring 10. Johannes moet een boekje eten wat honing is in zijn mond en bitter is in zijn buik. 8En de stem, die ik gehoord had uit de hemel, hoorde ik wederom met mij spreken en zij zeide: Ga heen, neem het boek, dat geopend ligt in de hand van de engel, die op de zee en op de aarde staat. 9En ik ging heen tot de engel en zeide tot hem, dat hij mij het boekje zou geven. En hij zeide tot mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing. 10En ik nam het boekje uit de hand van de engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als honing, maar toen ik het gegeten had, werd mijn buik bitter. 11En er werd tot mij gezegd: Gij moet wederom profeteren over vele natiën en volken en talen en koningen. Het geeft hem inzicht in de tempelbouw. Deze bitterheid, mar, Hebreeuws, is Maria in het NT, als een beeld hiervan, de baarmoeder van Yeshua, de bewaker van zijn mond, als het beest komende uit de zee. 5Haar voeten dalen af naar de dood, haar schreden raken het dodenrijk. Hebreeuws : Haar voeten dalen af tot de onderwereld (sheol), de baarmoeder van de onderwereld. Dit is heel shamanistisch en Egyptisch, zoals Nephthys die Ra meenam in de baarmoeder, opdat hij aan zijn ego zou afsterven en tot de diepte van dingen zou komen. De christenen hebben een onbijbelse theologie waarin het licht goed is en de duisternis slecht, en zo ook de dood slecht is en het leven goed. Vandaar dat deze schriftgedeeltes overmatig negatief zijn vertaald, niet rechtdoende aan de metaforische dualiteit van het Hebreeuws en het Aramees. 6Opdat gij het pad des levens niet zoudt inslaan, zijn haar gangen doolwegen, zonder dat gij het weet. Hebreeuws : Opdat gij u onthecht van het sociale (chay). Aramees : Opdat gij u niet overmoedig overgeeft aan de sexualiteit. 7Nu dan, zonen, luistert naar mij en wijkt niet af van de woorden mijns monds. 8Houd uw weg ver van haar, nader niet tot de deur van haar huis, Aramees : Houdt uw sexualiteit ver van haar, maar verkoop haar niet. Deur betekent ook marktprijs in het Aramees. Weg betekent ook sexualiteit. Het wordt hier duidelijk dat we met de Zuwr, oftewel de donkere kennis van Orion, niet lichtzinnig mogen omgaan. We mogen niet te snel gaan, maar we mogen het ook niet verkopen, of weggooien. Huis kan ook boek betekenen in het Aramees, een literair werk, dus in die zin kan het ook betekenen :
"en verkoop haar woord niet," zoals de christenen met de bijbel hebben gedaan. Er wordt hier benadrukt niet te dichtbij te komen, maar ook niet te ver weg te gaan. Het gaat erom het middenpad te gaan. Zij is heilig. Je rotzooit er niet mee aan. Dat hebben de christenen al genoeg gedaan met hun god. Hebreeuws : Verwijd uw wegen met haar (wees niet bekrompen en eenzijdig, zoals de christenen zijn met hun god), m.a.w. sta open. Ook : wees voorzichtig, wees bedachtzaam, verminder in haar nabijheid. 9opdat gij uw luister niet aan anderen geeft noch uw jaren aan een meedogenloze; 10opdat vreemden zich niet verzadigen met uw vermogen, en uw moeizaam verworven goed niet kome in het huis van een onbekende. Het oordeel over het kwaad zal maar een vijfde deel zijn van het toekomende, wat maar een betrekkelijk klein deel is dus. Het gaat voornamelijk om de ontwaking, het zien van de hogere structuren in en door alles heen. Alles heeft een hogere orde. Niets gebeurt zomaar. Betelgeuse is een veel fijnere energie die ontdekt moet worden, en ook herkent. Eén van de terugkerende thema's van de bijbel is dat de mens niet van God kan vluchten. Hier is ook Jona een beeld van, wat weer verwijst naar Jannah, het paradijs, in de islam. Dat gaat over Calvijn's wet van de onontkoombaarheid. Hoofdstuk 44. De Germaanse Achtergrond van het Calvinisme Dus als de mens hard aan zijn ego afsterft op het strijdveld van het leven dan wordt de mens in de Germaanse mythologie opgenomen door de valkyries tot het Walhalla, de zaal van de gevallenen in Asgard, de godenwereld. Hier troonde Odin, die elke dag weer gevallen strijders uitverkoos. Dit was de Germaanse uitverkiezing. Odin, dn, is de Germaanse personificatie van het paradijs, Eden, dn. Dit is een Aramese wortel van het bloedige recht, zij die onderwerpt, en ook betekent het de exegese. Jakob's dochter was dn (dana). In de Sanskrite wortel is dit dhyana, het pad van meditatie tot transcendent bewustzijn. In het Pali is dit Jhana. In de amazone theologie is dit het pad van de urim, oftewel het pad van het testen. De weg tot het valhalla was een gevaarlijke weg door de onderwereld met veel bloedige testen en rituelen. Overal stond de dood op de loer, en er was ook veel dood. Dit was het volksgeloof van de Germanen. Alleen de heldhaftige doden, de einherjar, kwamen uiteindelijk aan in het Valhalla. Alleen gevallen strijders konden hier komen. Niet hen die
door een natuurlijke dood waren gestorven. Natuurlijk was dit ook heel politiek, want zo werden jonge mannen opgehitst om deel te nemen aan de strijd, opdat zij door de valkyries tot deze plaats zouden worden opgenomen. Sommigen waren zo bang een natuurlijke dood te sterven dat ze zich lieten doorboren door speren. Hetzelfde zien we vandaag terug in extremistische groeperingen van de islam waar mannen het leger worden ingelokt door beloftes over de 72 maagden in het paradijs, wat vergeleken kan worden met de valkyries (Noord-Germaans) of walkuren (Zuid-Germaans). De valkyries waren de dochters van Odin, als de dochters van het paradijs, van het valhalla. In de islam worden zij de houri's genoemd. In het christendom zijn zij de engelen, en zij zijn juist de personificaties van het pad van de beproevingen. Zij leiden tot de onontkoombaarheid, één van de pilaren van Calvijn, als een beeld van het paradijs als alarm-systeem. In het calvinisme is dit de vijfde pilaar, de volharding van de heiligen, wat een gave is. Het zorgt ervoor dat de heiligen niet kunnen wegvallen. Dit is dus de duurzaamheid van de uitverkiezing. De uitverkiezing zelf is de tweede pilaar. In het calvinisme is de volharding der heiligen een bevestiging en bewaring. Ook kan dit uiteindelijk leiden tot een verzekerdheid. Odin is dus de beproeving en de onontkoombaarheid, het paradijs, wat ook plaats van restrictie betekent in de grondteksten van het OT. De dn wortel in India is dus in het Pali de jn. Ook Jannah, het islamitische paradijs heeft deze jn wortel. In de talen is er een sterke verbinding tussen de D en de J. De D-klank komt in het Arabisch ook voor in het woord jinn, als djinn, zoals ook bij jannah, wat uitgesproken wordt als djanna. Zo wordt de J ook in het Engels uitgesproken, als [DJ]. Odin heeft zijn wortels in de godin Jana. Jormungandr, een kind van Angrboda de ijsreuzin en Loki (logos), en de broer (schaduw) van Hel, de Midgaard slang, die de mensenwereld in de greep houdt, staat symbool voor de restrictie van de derde pilaar van het calvinisme, de pilaar van de beperkte verzoening. De mens heeft restrictie nodig om het juiste pad te vinden. Vandaar dat onze boodschap naast het kruis ook het heilige touw is geweest, de heilige gebondenheid. Wanneer Jormungandr de touwtjes viert of loslaat, begint het Ragnarok (ramadan), de hongertocht door de onderwereld. Het is een slang die zijn eigen staart bijt, zichzelf opvreet, zoals de Ouroboros, als een beeld van oneindigheid. De slang raakt in gevecht met Thor in het Ragnarok, en de slang spuit zijn gif in de lucht, en als een beeld van de Ouroboros gaan zowel Thor als de slang ten onder in dit gevecht, als een zelf-zuiverings-principe, want Thor is ten diepste een onderdeel van Jormungandr. Uiteindelijk werd Gleipnir vervaardigd, het eeuwige touw, de eeuwige restrictie, als zijnde een beeld van de volharding van de heiligen, van de onontkoombaarheid. Hiermee werd Fenrir, de wolf, geketend. Hij zou pas op Ragnarok vrijkomen om Odin ten val te brengen. Wolven zijn edele dieren die een groot geheim dragen. Het zijn speciale soort van zielen die bevroren raakten. Het zijn ijs-zielen, wat een symbool is van grote isolatie, leegte en vergetelheid. Daarom hebben ze ook grote mediamieke gaven, en zijn ze vaak verbonden aan het shamanisme. Wie te dichtbij het mysterie van de wolf komt kan hierdoor verslonden worden als een symbool van wat er kan gebeuren als iemand te lang in het ijs is, als onderkoelingsverschijnselen, dus dat wil niet zeggen dat het daadwerkelijk de schuld van de wolf is. Deze zielen zijn bevroren. Soms roepen ze nog : "Ga weg, ga weg," maar als er dan niet geluisterd wordt, dan slaat het ijs toe als een natuurverschijnsel. Het wil dus niet zeggen dat wolven vleeseters zijn, maar meer dat de prooi slachtoffer is geworden van weersomstandigheden, of gewoon te dichtbij of te lang bij het ijs is geweest, of als iemand die door het dunne ijs is gezakt. De wolf zit vast in zijn instincten als zijnde een diepere werkelijkheid die symbolisch laat zien wat er aan de
hand is. Wel is het zo dat de wolf een geestelijk strijder is in de onderwereld. Hetzelfde is aan de hand met haaien, leeuwen en hyena's bijvoorbeeld, maar dan met een ander achtergrond-verhaal. De mens moet hoe dan ook ingewijd worden in deze geheimen, en er moet speciaal met deze dieren omgegaan worden. Dierentuinen en kleine kooitjes zijn uit de boze, maar speciale reservaten waar ze met rust gelaten worden zijn belangrijk voor het behoud van dieren. Hoofdstuk 45. Shamanistische Betekenissen van de Dierenwereld Zij die hard aan hun ego zijn gestorven worden gewekt door de Valkyries (Noord-Germaans), de Walkuren (Zuid-Germaans), oftewel de strijdgodinnen van Odin, tot het transcendente bewustzijn. Dit zijn de ware uitverkorenen. Alleen de uitverkorenen kunnen tot het Valhalla gaan, de hel van de gevallenen, oftewel de vruchtbaarheid van de gevallenen. Gleipnir was het eeuwige touw, de eeuwige keten, die Fenrir, de Germaanse wolf, bond. Gleipnir betekent in het Noord-Germaans (Noors) de geopende, het open zijn, dus het heeft een diepe metaforische betekenis. Fenrir kwam tot het transcendente bewustzijn (vgl. Jehovah). Hij zou losbreken in het Ragnarok om Odin te doden, en hij zou zelf gedood worden door de zoon van Odin. De god van het OT, de vader, stierf, opdat het zoonschap van het NT kon komen. Dit is ook het ego wat sterft. De wolf is een verlicht dier, die tot het Ragnarok leidt, en door het Ragnarok, zoals de Egyptische wolf Anubis de ziel door de onderwereld leidde. Ook leidde de wolf Roodkapje, en moest het ego sterven. Fenrir brak dus los in het Ragnarok, zoals satan losbreekt na het duizend jarig rijk, om het volk te "(ver)leiden". Satan zou het volk opleiden tot de grote oorlog, het tweede Armageddon na het duizendjarig rijk (duizend betekent educatie en verzoening). Armageddon is het christelijke Ragnarok. Satan is in de christelijke bijbel de wolf, en in de grondteksten is satan een neutraal en dualistisch woord, dus het kan zowel positief als negatief worden uitgelegd in dit orakel. Ook de stam Benjamin was een wolf (Genesis 49:27), en de wolf zou tezamen zijn met het lam in het vrederijk, en een kleine jongen zal hen hoeden (Jesaja 11:6). De aarde zou vol zijn met kennis. De wolf is gestorven aan zijn ego in het ijs, in de afzondering, de isolatie. Zijn moeder is de ijsreuzin Angrboda, en zijn vader is Loki (logos), de Germaanse satan, de trickster. Angrboda was ook de moeder van Hel, en van de slang Jormungandr. Zo is de wolf het transcendente bewustzijn wat ontstaat in de ijsdood, in Ragnarok, als een gids. Het is een medicijn in de onderwereld. Het duizendjarig rijk is een beeld van het transcendente bewustzijn wat ontstaat in de eindstrijd tegen
het ego, het Aramageddon, het Ragnarok (Noord-Germaans), de Gotterdammerung (ZuidGermaans), oftewel de godenschemering (Nederlands), de twilight of the gods (Engels). Hier moet de mens afsterven aan al zijn valse godsbeelden en idolen van het ego. Religie moet hier ten onder gaan om plaats te maken voor het shamanisme. De wolf leidt helemaal terug tot de Volva, of Wolva, (vgl. vulva, de uitwendige vagina als poort van de baarmoeder) een vrouwelijke oergermaanse priesterorde van sjamaanse zieneressen. Zij werden herkend aan hun rode pijen met rode kappen (vgl. Roodkapje). Zij werden ook wel spakona genoemd, profetessen, van het woord "spa", profetie. De volva stonden hoog in aanzien, en waren ook godinnen. Zelfs Odin kwam soms bij hen om raad vragen. Zij hadden grote macht, ook als oorlogsgodinnen, en hielden zich bezig met het offeren van de vijand, als een beeld van het doden van het ego, wat ook weer terugkomt in de psychologie van Jung. Van "spa", profetie, observeren, komt ook het Engelse woord "spy", onderscheiden, detecteren, het verzamelen van informatie, spioneren. Dit is dus het pad van de wolf, de diepte van de wolf, waaruit deze illusie voortkomt. De wolf is dus meer een sluier hiertoe. Ook de wolf moet sterven, wat ook weer terugkomt in het sprookje van Roodkapje. Aan het einde van het sprookje komt Roodkapje (en ook haar grootmoeder, de grote moeder) uit de buik van de wolf, door het slachtmes van de jager ("jacht" op de gnosis, wijsbegeerte, oftewel de transcendente filosofie die nooit stopt). Odin kwam dus tot de Volva om raad te vragen, als het raadplegen van een orakel voor profetie. Hij wilde de toekomst weten. Dit staat beschreven in de Voluspa, de profetie van de Volva, in de poëtische Edda, de Germaanse bijbel, wat gaat over de schepping van de wereld uit ijs, en ook de ondergang van de wereld in het Ragnarok. Odin wil weten hoe het met zijn schepping zal aflopen. De wereld begon toen Ymir, een ijsreus, voortkwam vanuit een gif wat opwelde in de ijsrivieren van de Ginungagap, de Germaanse oerleegte. Laten we kijken naar de shamanistische betekenissen van wat andere dieren : Hyena's : Dit zijn zielen die in de onderwereld zwaar gevochten hebben tegen het religieuze systeem, als verzetsstrijders. Zij werden vervolgd, en uiteindelijk door het religieuze systeem veroordeeld en omgebracht. Haaien : Dit zijn zielen die in de onderwereld zwaar hebben gevochten tegen de medische dictatuur van o.a. de psychiatrie en de tandheerskunde industrie. Zij werden veroordeeld en omgebracht. Het zijn grote verzetsstrijders. Leeuwen : Dit zijn zielen in de onderwereld die zwaar hebben gevochten tegen de markt van justitie, tegen valse veroordelingen, maar werden uiteindelijk zelf vals veroordeeld en omgebracht. Het zijn natuur-martelaren. Zij zijn het medicijn. De mensheid heeft deze oorlog verkeerd begrepen. Krokodillen : Dit zijn zielen in de onderwereld die zwaar hebben gevochten tegen het valse educatieve dwang-systeem, en hierdoor veroordeeld werden.
Hoofdstuk 46. Het Plumares Mysterie Plumares momenten zijn momenten van verwarring en verwerping, waarin je je plaats niet kent, en ronddoolt. Het zijn lege tabletten die hoger inzicht nodig hebben, die nog geplaatst moeten worden. Deze plumares stenen of tabletten zijn dus belangrijk om het huis te bouwen. Wij mogen de plumares stenen dus niet zomaar verwerpen, omdat ze groot potentieel hebben. Dit is ook weer een stukje van het aanvaarden van het kruis, de kooi en het touw. Forceren helpt niet. We zijn in een labyrint. Alles moet op een natuurlijke manier gaan, de tijd krijgen om te groeien. De plumares spiegels staan door het hele heelal. Ze zijn overal om ons heen, en brengen alles tot tegengestelden, spiegelen en verdraaiien alles. De Arcturische lens is er één van, een hele grote lens waardoor Orion op aarde wordt geprojecteert. De Samanthijnse lens is een lens op aarde, tussen het verre oosten en het mid-oosten-en-westen in, ook wel de eekhoorn genoemd, die enorm snelle spiegel-effecten afgeeft en rommelt met tijd, chronologie en nummerieken. Maar zo zijn er ook heel veel van zulke spiegels en lensen heel dichtbij, zoals de lens tussen bijvoorbeeld de Betuwe en de Veluwe. Betuwe is het symbool van de vruchtbaarheid voor Nederland vanwege de goede grond voor fruitteelt en tuinbouw, terwijl de Veluwe voornamelijk bekend staat om zijn droge, dorre, vastgegroeide theologie, alhoewel het wel prachtig natuurgebied is. Zo is er een wisselwerking tussen de Betuwe en de Veluwe, als kruis en opstanding, als lijden en verdieping. De mens mag door deze spiegel tot ontwaking komen. Het wordt ook wel de hyena spiegel genoemd, omdat de hyena symbool staat voor de verzetsstrijd tegen de klauwen van de ijzeren, stalen religie. De hyena ziel ging in deze strijd ten onder, maar zal ook weer wedergeboren worden, opkomen vanuit die diepe put, door de vruchtbaarheids-principes van het universum. Religie zal niet het laatste woord hebben, maar het shamanisme. De Veluwe is verder prachtig, omdat het allemaal erg bruikbaar spul is. Maar ook in en rondom ons huis zijn er zulke plumares spiegels, en zelfs in ons lichaam. Het is dus belangrijk hier gevoelig voor te worden en je leven te gaan begrijpen. Het zijn als het ware allemaal golfjes en stroompjes van zeeen en rivieren die door elkaar heenlopen. Soms lijkt het alsof ze er een potje van maken, maar er is een hogere orde. De mens moet leren deze stromen te detecteren, te volgen, te ervaren waar ze afbuigen, en hoe ze afbuigen, en hoe het zich doorvertaalt en spiegelt. De mens mag zo tot de oorspronkelijke waarden komen, om zo beter zijn leven te leren begrijpen. Dit is dus een groot vraagstuk van de etymologie van het shamanisme. De Veluwe is een beeld van de dorre en droge toestand van Nederland en zelfs van de hele wereld. De Veluwe stond in de geschiedenis bekend als jachtgebied vanwege het vele wild, en ook was het berucht om de intense heksenvervolging. Heel vroeger was de Veluwe omringd door moerassen, en het lag aan de Zuiderzee, die later werd drooggelegd zodat de Veluwemeerkust ontstond met het Veluwemeer, als overgangsgebied. In ieder geval zakte de mens geestelijk door het moeras en kwam in het mysterieuze Veluwe gebied terecht als een symbool van iets buitenaards. Er was veel meer gaande dan wat het oorspronkelijk leek te zijn. Ik kan erover meepraten wat opgroeien op de Veluwe inhoudt. Het is als de hel. Maar ik heb ook veel "Betuwe" ervaringen gehad, wat me er doorheen heeft geholpen. Ook de Betuwe is iets buitenaards wat zich op de aarde projecteerd, en
waardoor de Veluwe-Betuwe dualiteit ontstond. Hoe buigt iets zich af door de spiegels en lensen van het leven, in het labyrint van het bestaan ? Hoe ontstaan de dingen, hoe vormt het zich door al die caleidoscopische verbuigingen, verspiegelingen en schaduwen ? Dat is het vraagstuk van de etymologie van het shamanisme, oftewel het plumares mysterie. Het is de leer van de oorsprongen, en hoe die bronnen zijn gaan vloeien. Ze dalen neer en stijgen weer op met vernieuwd inzicht. Bronnen putten en scheppen weer uit andere bronnen om zichzelf te versterken, te verdiepen. Dit is een groot buitenaards natuur mysterie, als het leren kennen van de spiegels van het universum, het onderscheiden ervan. Soms is het belangrijk om even stil te staan en jezelf af te vragen : Welke spiegels zijn hier aan de gang ? Het zijn prisma stenen die een bepaald spectrum hebben opgewekt waardoor wij de dingen beleven zoals we het beleven. Ook herinneringen kunnen plumares spiegels zijn. Ze kunnen je het leven heel anders laten bekijken en beleven. Dit kunnen goede herinneringen zijn of slechte herinneringen, maar we mogen door deze spiegels gaan om tot verdieping te komen. Dit is een hele uitdaging. Sommige spiegels zijn heel klein, en anderen heel groot. Sommigen liggen misschien op de achtergrond, maar anderen kunnen de sleutel vormen voor je verdere leven. Zo kunnen plumares momenten dus ook hele goede momenten zijn van herkenning, verzoening en diepte zicht. Hoofdstuk 47. Het Ragnarok Mysterie Het christendom mist grotendeels de rijkdom van de honger-theologie, van Ragnarok. Calvijn moest deze aanvullen, maar dit ging op een hele corrupte manier. De eerste pilaar van het calvinisme, van de machteloosheid van de mens, is een symbool van het Ragnarok, waar de mens doorheen moet. In het amazonisme is dit de Tahulen. Ook Ragnarok is een plumares spiegel, tussen Noord-Germanie (Scandinavie) en Zuid-Germanie (Nederland, Duitsland). Het is dezelfde energie die door de lens op verschillende manieren wordt vertaald. Er is ook een plumares spiegel bijvoorbeeld tussen Noord-Amerika en Zuid-Amerika, en tussen de islam en het christendom. Om tot diepere leegte en vergetelheid te komen moet de Samanthijnse lens doorbroken worden tussen de abrahamitische zone (mid-oosten en westen) en de dharmische zone (de orient, het verre oosten). Het kruis is niks zonder de leegte en de leegte is niks zonder het kruis. Deze dynamieken horen bij elkaar. De Achius-spiegel ligt tussen Noord en Zuid-Amerika, die doorbroken moet worden om het
Noord-Amerikaanse mysterie te kunnen oplossen, want dat kan alleen in de context van de natuur (Zuid-Amerika). De mens moet zichzelf aan beide kanten van de lens zien terug te vinden. De mens die dieper in de put van de eerste wet van het calvinisme gaat, die van de machteloze, verlammende leegte, die komt vanzelf uit bij de uitverkiezing, de tweede wet, en komt zo tot de heilige restricties van het paradijs, de derde wet, de beperkende verzoening, oftewel het Odin mysterie. Odin is de dolende god, de god van de nomaden, wat een beeld is van de tocht van beproeving door de Ragnarok. De vierde wet : Genade stelt de wet buiten werking, de valse wetten. Dit is in diepte niets anders dan inzicht, de onderscheiding van de plumares tabletten, van de spiegels. Het calvinisme gebruikt het woord genade, maar dit is dus inzicht. Hoe dieper het inzicht, hoe dieper de ontwaking, wat resulteert in een hoger absorberings-vermogen, oftewel vetverbranding, de fijnere energie. De leeuw valt de valse wet aan, en gaat in dit gevecht ten onder. Dit is verkeerd door de spiegel gekomen. De valse genade verspreidde zich door het christendom, om het inzicht te doven. Genade bedekte de valse wet, beschermde de valse wet, rekende er niet mee af. Door genade is iedereen gelijk, zowel de zondaren als de heiligen, de goeden en de slechten. Dit is een soort van vals religieus communisme als dekmantel voor de criminelen. Demonen zwerven graag rond met zulke gewaden. Ze doen hun kappen om en met het genade-wachtwoord komen ze overal binnen. Het is het tijger-vergif, een Russische kaart. De tijgers van genade komen uit Rusland. Zo gaan zij door de plumares spiegels op jacht. Vandaar dat het belangrijk is de Russische spiegels te kennen. Jamahr - de grote plumares spiegel tussen Rusland en Amerika. Door een Amerikaans sausje kan de genade-geest zichzelf opportunistisch opsmukken, om zo te worden tot een kapitalistische monopolist, tot iemand die god in de broekzak heeft zitten, en die op elk gewenst moment uit zijn broekzak kan halen. Vele kerken zijn gebouwd op dit principe. Het is een truuk. Zonder genade zouden ze dit nooit kunnen doen. Genade is de basis, het wachtwoord, omdat ze hiermee hun graven eerst kunnen witten. Beesto - de grote plumares spiegel tussen Rusland en het Verre Oosten (de Orient), ook een hele geliefde. Zo kunnen de grote opportunisten die door genade tot valse volle wasdom zijn gekomen zichzelf vergulden en vergoddelijken, door één of andere smerige oosterse truuk. De genade freak weet zich door zijn onnavolgbare religieuze wiskunde boven ieder ander mens te zetten als een god in de tempel waarvoor ieder ander mens moet buigen. Natuurlijk is dit een goocheltruuk, maar wie kan deze betovering verbreken ? Het is pure demonie. Instant zelfvergoddelijking en christelijke genade schijnen goed met elkaar samen te gaan. Kleine kinderen die een nieuw woord hebben geleerd worden zulke wanen met de paplepel ingegoten. De nieuwe generatie van genade kent geen genade. Slango - de grote plumares spiegel tussen Rusland en Europa. De genade is iets waardoor de meest ziekelijke geesten hun troep aan de mens kunnen opdienen door een dwang-spuit in de medische industrie en dictatuur. Het verlamt de hele samenleving, zodat de mens geen kennis krijgt en alleen nog maar kan geloven. Genade (Rusland) en Geloof (Europa) werkt met elkaar samen waardoor de tijgergeest doktertje kan gaan lopen spelen. Zo krijgt de gek die voor god speelt nog meer macht over zijn slachtoffers.
Daarom is het van belang om in de diepte te gaan van de vierde wet van het calvinisme, de onweerstaanbare genade. Het werkt als een magneet die goed verkoopt want elk soort gespuis kan zich hierin verstoppen. Het calvinisme is hiermee de advocaat van de duivel, maar er ligt een esoterisch pad in verborgen. Het esoterische calvinisme is de toekomst. Genade probeert karma te verstoppen, tegen te houden, oftewel het kruis. Het communisme moet dus zo gedraaid worden dat iedereen aan karma en het kruis blootgesteld moet worden, als de eis van het Ragnarok. De eerste wet van de honger theologie is Orientaals, en de vierde wet van kruis en oordeel, van karma (kamma, pali) is Israelitisch. De Rusland-link zorgt ervoor dat niemand aan deze wet ontkomt. De diepte van het kruis ligt niet eens in Israel, maar in Germanië. Dit is de vrucht wanneer de Samanthijnse spiegel wordt doorbroken, want dan kunnen beide kanten zich verdiepen. Zo is Germanië ontstaan. Het is iets van de toekomst (diepte). De Samanthijnse spiegel of brug is dus in de diepte Germanië. Germanië is de brug tussen de Abrahamitische religie (west-oost) en de Dharmische (oriente) religie. Vandaar dat de Germaanse religie ook in diepte besproken wordt als een belangrijke link in de esoterie en de gnosis. Sitnap is de plumares spiegel tussen het christendom en de islam. Sama is de plumares spiegel tussen Israël en Egypte. Primo is de plumares spiegel tussen Egypte en India. De heilige onweerstaanbaarheid (vierde wet van het calvinisme) is onlosmakelijk verbonden aan de heilige onontkoombaarheid (vijfde wet van het calvinisme). Dit is de ijzeren en stalen machine van het Russische communisme. Niemand ontkomt aan het universele communisme. Iedereen zal door Ragnarok heen moeten gaan om zo te worden getest en waarin het ego kan sterven. De vierde en de vijfde klauw van het calvinisme grijpen de mens en werpen hem in de put van de eerste wet, van de afgrond van de onmacht en hulpeloosheid, zoals Jozef door zijn broers in de put werd geworpen. En zo worden de uitverkorenen uiteindelijk tot Egypte genomen. Niemand ontkomt aan de machines van Ragnarok. Dit woeste beest zal niemand overslaan. Ieder mens zal geconfronteerd worden met de eindeloze en eeuwige leegte, en niemand zal kunnen leven. De Ragnarok betekent de totale dood van het ego. De Ragnarok is een Russisch, communistisch mysterie. Rusland (Ragnarok) is de plumares loopbrug tussen Zuid en Noord Germanië. Dit zijn allemaal dynamieken van Betelgeuse
geprojecteerd op aarde. Betelgeuse is een visser die hiervoor de uitverkoren zielen zal opvissen om ze in te wijden in deze mysteries. Moeder Betelgeuse is op haar boot hiervoor en heeft haar netten uitgeworpen. De tijger is een communistisch dier, een grootmacht, zoals de beer dit is. Beiden kennen ze de oorlogs-strategieën van de genade, en maken hier gretig gebruik van. Het zijn totaal onvoorspelbare dieren, en hun oorsprong is duister. De beer is een groot strateeg en staat aan het begin van de keten. Hij biedt genade aan. Hij verkoopt die genade om slaven te maken. Hij is een clown. Hij is een genade meester. Zijn dienstknechten zijn genade slaven. Hij is als een verzekeraar, als een energie-producent. Het is niet het ware. Hij aapt het alleen na. Hij zal zichzelf niet snel laten kennen. Hij speelt spelletjes. Hij is een grootmacht. Hij zoekt naar onderdanen. Hij eist betaling, want zijn genade is niet voor niets. Beiden zijn het grootmachten van de familie, zowel de beer als de tijger. Wat is dan het verschil tussen de tijger en de beer ? De tijger heerst over de geslachtslijn van de vader, en de beer heerst over de geslachtslijn van de moeder. Tussen de tijger en de beer is er een hele zware plumares spiegel, de Elfo. Deze spiegel is als een ravijn, en veroorzaakt de vele misverstanden tussen man en vrouw, tussen de vader en de moeder. De tijger is in gevecht met de beer. Dit is een verschrikkelijk gevecht. De man wil zich altijd weer sterker, groter en machtiger voordoen dan de vrouw, en wil altijd maar weer een dominante rol spelen, zelfs als hij zich nederig voordoet. Dit is de tijger-geest in de man. De beergeest zal altijd weer een verkeerd beeld van de vrouw geven. De beergeest is niet eerlijk, maar sjoemelt. Hij is een clown. "Als het maar verkoopt," is zijn motto. Maar in de diepte van deze machtige beesten liggen wel de hemelse beer en de hemelse tijger verborgen. De mens moet hiervoor het beren-medicijn en tijger-medicijn leren kennen. Voor de verzoening van beer en tijger, van man en vrouw, is het krokodillen-medicijn van belang, want de krokodil staat voor het herstel van het shamistische onderwijs in de exegese. De krokodil is de brug tussen de tijger en de beer. Hoofdstuk 48. Jezus Was Een Atheist De heilige onontkoombaarheid is het communisme waarin iedereen aan dezelfde regels onderhevig is. Er zijn geen goden die dat proces kunnen tegenhouden. Daarom is het communisme ten diepste atheistisch, en het atheisme is de religieuze leegte die van belang is voordat er ook maar een lijntje wordt gelegd naar het theisme. In de eerste wet van het calvinisme wordt gesteld dat de mens niets is, vijandig of verwijderd van God, en tot niets in staat is. De mens kan dit niet overbruggen. Deze wet is totaal atheisme. De mens houdt er geen godsbeelden op na. De mens heeft God uitgevonden, niet andersom. De mens heeft God verzonnen, en leeft door bijgelovige formules die niet op de werkelijkheid berust zijn. Het atheisme sluit het bestaan van
God niet uit, maar wil bewijzen hebben, en niet zomaar vanuit ongegronde tradities leven en geloven. Het atheisme wil dus persoonlijk contact, en niet zomaar knullig dingen geloven van horen zeggen. Atheisten denken dus over dingen na. Er zijn goede atheisten en slechte atheisten. Er zijn open atheisten en gesloten atheisten, zoals er materialistische atheisten zijn en spirituele atheisten. Maar de eerste wet van het calvinisme is dat van totaal atheisme, omdat de mens tot niets in staat is. Dit is een begin-situatie, en daarmee wil het calvinisme dan ook iedereen onder veroordeling brengen, en dan daarna zeggen dat er toch hoop is, vanwege het uitverkiezingssysteem en de genade, die volgens hen dus totaal onverdiend is vanwege het atheistische beginpunt, een grote zonde. Het calvinistische pad begint dus met het zeggen dat er zonde is en dat iedereen de hel verdient, maar God is dan toch nog zo goed om ervoor te zorgen dat er nog een paar mensen gered gaan worden. Dit gebeurt niet door hun eigen verdiensten, maar dat regelt God totaal buiten hun wil om. Het atheisme is dus een hele diepe leegte waarin je God niet zomaar gaat verzinnen en ook niet omdat andere mensen dat toevallig tegen je gezegd hebben dat God bestaat of omdat je zo bent opgevoed. Atheisme is een staat van vergetelheid. Atheisme betekent 'zonder God'. Ook Jezus was op een punt zonder God, aan het kruis. Ook Jezus was dus op een bepaald punt in zijn leven een atheist. Ook David was op een bepaald punt door God verlaten, en dus een atheist. Het atheisme is dus een belangrijk en heilig onderdeel van religie. Atheisme gebeurt wanneer God je de leegte inwerpt, je overlaat aan het kruis. Atheist komt van het Griekse atheos, wat zonder God betekent en verbannen door God. Het woord heeft dus een veel ruimere betekenis. Ook ben je atheos als je God niet kent. Er zijn dus verschillende soorten van atheisten. In het Aramees : dl(a), zonder, lh, god, als dla alah, vgl. Delilah, als de Aramese atheos. Simson onderwierp zich aan de atheos (delilah), en stierf zo een zware dood aan zijn ego waardoor hij tegelijkertijd al zijn vijanden vernietigde, als het collectieve ego. In de Bilha is zij ook Bakroe, wat ook een naam is voor Rebekkah. Atheos vindt plaats wanneer de moeder haar kind overdraagt aan een bijmoeder, aan een educatie (zoals Hannah Samuel overdroeg voor de tabernakeldienst), of aan een vrouw, en het is dus een ervaring die plaatsvindt aan het kruis, waardoor de mens de leegte ingaat. Het is een onderdeel van het religieuze ritueel, en komt oorspronkelijk van Betelgeuse. In het Hebreeuws zou dan la+elohim betekenen "zonder god", lm, waaraan ook alam verbonden is in het Aramees (owlam, Hebreeuws). Alam, lm, betekent eeuwig. Alam in het Hebreeuws betekent verborgen, geheim, verwerping, negeren. Het Aramese atheisme, de dla allah, oftewel DelilahBakroe, een term voor Rebekkah in de tweede bijbel, heeft zijn wortels in de Egyptische Ra-Sebek, Ra-Bek, de klager, ook wel de RM genoemd van god, de yah-rm (Jeremia). Ook Jeremia werd apart gezet, geheiligd, in God's toorn, en moest door de heilige verworpenheid heen. Ook Jeremia was dus een atheist, een door God verworpene. In de Rebekkah mythe vochten Jakob en Ezau al met elkaar in de moederschoot, als een beeld van Jakob die moest leren emaneren. Jakob moest tot de diepte van Ezau komen, tot de diepte van de aarde. Dit gevecht in de moederschoot was al de Jakobsladder. Jakob moest dus de onderwereld in, als een verworpene, als een atheos, als een atheist. RM en BK zijn Egyptische synoniemen voor het afdalen in de onderwereld, Ra die in de klager verandert, de wener, als een verworpene, opdat hij zijn tocht door de onderwereld kan voortzetten, als een nomade.
Buk of Abuk, Abek (bk) is de eerste vrouw in Zuid-Sudan en Ethiopië mythologie, als de "Eva", en tegelijkertijd de godin. Eva moest Adam verleiden om tot de godsverworpenheid (de rode vrucht) te komen, tot de atheos, het atheisme, en zo ook moest Jakob Ezau verleiden hiertoe door het kommetje rode soep, een mythe die ook diepe wortels heeft in het hindoeïsme. Ezau verloor hierdoor zijn eertgeboorte-verbond met God en zocht het in bittere tranen (Hebreeën 12). We spreken daarom ook van het Rode Gat, een buitenaards natuurverschijnsel in Rusland, wat vroeger bekend stond als een groot atheistisch bolwerk, wat ook weer verbonden is aan het Hebreeuwse 'rasha', de godsverworpenen. In de diepte is de bijbel daarom ook een zeer atheistisch boek. Dit heeft ook weer te maken met het rode kroon mysterie van Noord-Egypte, van de klaagliederen. Het atheisme is de sleutel tot de diepere leegte, de sleutel tot vergetelheid, en zo de decoder van het grote Plumares Mysterie. Alle profeten moesten in het atheisme ingewijd worden, wat in het Grieks ook betekent het verwerpen en ontkennen van de goden van stad en staat. Het heilige atheisme, de heilige atheos, was uitgezonden als een heraut van het oordeel wat over de afgoden zou komen. Het was de aartsmoeder Rebekkah rijdende op het beest van Ra-Sebek om een nieuw geslacht voort te brengen van heilige godsverworpenen, van de heilige atheos, atheisten. De Rode Put werd geopend. Alleen zo konden zij dieper in de wildernis geslingerd worden. Het waren grote buitenaardse wachters die hiertoe tot de aarde kwamen, om de aarde te omsingelen en zo hun buitenaardse wapens op de aarde te richten, op de bespottelijke circus van religie. Zij riepen : 'Het atheisme zal overwinnen !' En zij marcheerden telkens een stap dichter tot de aarde. Zij gingen op hun positie op de muren staan. Zij waren allen gehuld in een zwarte buitenaardse wapenrusting. Zij pronkten niet mee met religie. Zij kwamen om de religie te beeindigen, uit te doven. Zij kwamen met helmen op, als zwarte wachters. Zo was er een pad tot de wildernis. Zo ging er een roep uit. Zo werden de geroepenen afgezonderd, zij die uitverkoren waren door de atheos, door moeder Rebekkah. Hoofdstuk 49. Het Rusland Mysterie Het communisme betekent in de diepte de context, die dus belangrijk is. De mens kan nooit ontkomen aan de context. Dit is de heilige onontkoombaarheid. Het communisme is iets heel bijbels. Denk bijvoorbeeld aan de heilige communie, het heilige avondmaal, waarin iedereen deel heeft aan God en aan elkaar, oftewel aan de context. Het ego wordt door deze verzoening verpletterd en gerecycled, geconsumeerd, wat een symbool is van de exegese en de etymologie, oftewel de schrift-uitleg in de esoterische diepte ervan.
De verworpenheid van Jezus aan het kruis, de godsverwerping, vindt zijn hoogtepunt in de islam waar God geen kinderen heeft. Jezus is niet meer de zoon van God in deze duisternis. Hij moet hier doorheen. Dit is een buitenaardse code van het atheisme, het esoterische atheisme van de gnosis. Het aardse atheisme is een kwartslag gedraaid. Atheisme is de ultra-leegte waarin de mens wordt afgesneden van de familie-goden. Mohammed werd door iets veel groters gedreven dan wat hij ervan kon begrijpen, wat later steeds meer ging ontsporen, maar de code was gelegd. In de Hadid, de geschriften rondom de Koran die de Koran toelichten en de hoofdstukken ervan introduceren wordt duidelijk dat Mohammed een gekweld man was door buitenaardse krachten. Mohammed vreeste voor zijn leven door deze verschijningen. Hij beefde. Het ging om de openbaringen van de Koran die zich met grote kracht op hem stortten, en hij kon het niet tegenhouden. Hij werd gedwongen. Er was een buitenaardse eis. Iets moest er door komen, en ze hadden Mohammed hiervoor uitgekozen. De duisternis en de leegte van het kruis moest komen. Het valse zoonschap moest verbroken worden. Zwarte wachters waren hiertoe gekomen met een zwart boek. De afgoden van stad en staat moesten verworpen worden en ontkent. De afgoden van de familie clans moesten terecht gesteld worden. De wachters kwamen ditmaal met het masker van religie, om diep door te dringen als spionnen in de tempel. Zij zouden een dodendans uitvoeren waarin het ego ontmaskerd zou worden en zou sterven. Geen enkele verrader zou aan het einde van deze dans overblijven. Ze wijzen Mohammed op het belang van de nacht, van de rust, waardoor hij midden in de nacht de verzen zou doorkrijgen. Zij die de cryptiek van de Koran niet kennen gaan de mist in. Het is een code. Het koren komt met het kaf. Er was geen andere weg. Ook de bijbel is een atheistische code. Het werd naar de aarde geschoten en bleef ergens hangen, omdat de mens dat nodig had om verlicht te raken, te ontwaken. Dat kan alleen in het puzzel avontuur. Het atheisme is een onderdeel van de bijbelse boodschap. Door het atheisme kan de aandacht verschuiven. Vandaar dat het atheisme een onmisbare dynamiek voor het communisme is, de context. Er is geen context zonder het atheisme. Zonder het atheisme is er ook geen daadwerkelijke verzoening. Zonder atheisme werkt de exegese en de etymologie niet, en raakt alles vast, wordt alles corrupt. De mens moet dus weer terug door het rode gat. Adam ziet de rode vrucht hangen, maar weet niet wat het is. Alleen Eva kan hem inwijden. Door het atheisme kan religie een kwartslag draaien, zodat het weer geestelijk en esoterisch is, een technologie om de principes van de natuur kennis te begrijpen en tot nut te brengen. Het atheisme maakt een gezonde afstand, om zo weer een gezondere kijk op religie te krijgen. Atheisme is een belangrijk onderdeel van religie. Het is het toetsende onderdeel. Het atheisme is de sleutel tot de heilige afzondering, tot het eeuwige en oneindige ijs van de vergetelheid. Is het mogelijk je verstand geheel zuiver te krijgen van allerlei afgoden van de samenleving die dag in dag uit op je inbeuken, mentaal, emotioneel en fysiek ? Daarvoor moet je dieper het ijs in om dit te laten afsterven, in de tocht door het Ragnarok. Het gaat erom het rode gat te vinden. Het is dat
wat bekent staat als het rode ijs, in de rode nacht. Hoe dieper de mens het ijs ingaat des te dichter de mens bij de nacht komt, het zwarte ijs, wat langzaam rood zal worden. Dit is het Rode Gat in Rusland, een buitenaards gat. Vanuit dit gat zwermt religie, wat ten diepste atheistisch is. Religie is slechts een bepaalde vertaling die ontcijferd moet worden. Niets is wat het lijkt. De christelijke god is zo atheistisch als de hel. Het stelt gewoon zijn eigen waarden op en dan is de religie klaar. Het is een truuk. Adam moest zijn afgoden inleveren toen hij tot Eva kwam, en zo kreeg hij de rode vrucht van verlichting. Zijn religieuze ego knapte hierdoor af. Familie goden hadden niets meer in te brengen. De moeder had gezegd : "Hier is je vrouw." Want een man zou zijn moeder verlaten om zijn vrouw aan te hangen, als een beeld van de tegenhanger educatie. Zijn vrouw zou hem een hele andere educatie geven dan zijn moeder hem had opgevoed. Adam moest namelijk de andere kant van het verhaal zien, wat eigenlijk niets anders was dan de diepte van het verhaal wat hij al kende. Hij keek naar de rode vrucht. Het zou hem door de spiegel laten gaan tot een andere wereld, een andere realiteit. Hij zou de duistere raadsels van de nacht moeten leren kennen. Zo werd Adam tot een atheos, zonder god. Hij moest deze dans leren, om zo vrij te komen van eenzijdigheid, om zo zijn diepere creativiteit wakker te schudden. De wereld waar hij vandaan kwam was niet wat het leek. Adam keek Eva aan. Hij had van de rode vrucht gegeten. Er was geen weg meer terug. Hij was nu een ontwaakte. Zo begint de bijbel in Genesis 1:1 : beresit bara elohim et has-samayim. In den beginne schiep God de hemel. Reshiyth, het begin, heeft als wortelwoord 'rosh', het hoofd, de schuddende top, de chief, het beste, oftewel de rasha, Rusland. Hemel, sa-mayim, het zaad van kennis. In de rasha schiep God het zaad van de kennis. In Rusland, in het atheisme, de heilige godsverworpenheid. Er staan hier geen goden. Er is alleen kennis. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag over de diepte. Dit gaat over het Ragnarok. Alles komt voort vanuit de vergetelheid. Natuurlijk betekent atheisme in de diepte gewoon 'andere god', want god is slechts een woord voor leidraad, en iedereen heeft een leidraad. Het is in principe gewoon overschakelen. Je gaat door de spiegel, om de andere kant van de dualiteit te zien, op een ander spoor te gaan, om dieper inzicht te verkrijgen, om vat te krijgen op het kunstwerk van het bestaan. Daarom kan de dynamiek van het atheisme heel verfrissend zijn. Het atheisme is het centrum van het communisme, als de as van het wiel, als de motor. Het is de atheist die de 99 schapen achterlaat om het verloren schaap te zoeken. Heel trots komt een christen met zijn 99 schapen aan bij de hemelpoort. God kijkt naar de schapen, en vraagt dan : "En waar is het honderdste schaap, want je had er honderd ?" "Ach Heer," sprak de christen. "Het beest was tegendraads, had niet de juiste theologie en doctrine. Het was een zondaar, een zwart schaap. Het was een duivel, een afvallige, een volgeling van satan, een ketter, een ... een ..." "Laat maar," zei God, en negeerde de christen verder. Op dat moment kwam een atheist bij de hemelpoort met het verloren zwarte schaap in zijn armen. God keek de atheist aan en sprak : "Zie,
gij hebt het juiste deel gekozen. Gij hebt alles achter u gelaten om het verloren schaap te vinden en te brengen tot mij. Goede gedaan, getrouwe dienstknecht, gaat in door de hemelpoort." Toen richtte God zich weer tot de christen die er beteuterd bijstond. "Waarom hebt gij uw sleutel tot eeuwig leven weggeworpen ?" sprak God. "Gaat terug. Er zijn nog vele verloren schapen die gij tot Mij moet brengen. Stel me niet nog een keer teleur." "Goed, Heer," sprak de christen. "Ik zal doen wat u van mij verlangt. Ik hoop dat ik het zal onthouden." "Kom niet nog een keer met zulke smoesjes aan," sprak God. "Zeg, weet je eigenlijk wel wie ik ben ?" "Maar natuurlijk, Heer," sprak de christen, "hoe zou ik dat nu kunnen vergeten." "Ik was het verloren schaap wat je niet had willen zoeken," sprak God. "En nu wegwezen." NEDERDUITS GEREFORMEERDE KERK, 1970-2024, 2024
1 Online Touch